fi VAANDEL. lm, met de dabloS noodige ophelderingen uit de Oudheid, kan men breedér leezen by Ewald, Erablera. S. L. h.Eperc. 3(-») In de zinnebeeldigeiatie van dén Geest, wordt de Mesfias en «y«e Ae/rfö eene me/- genoemd, Jef. XI: 10, HdÖgk H:4Hy wordt omfchreeven als een, die de Barrière draagt boven tien duizenden, Hoogl. V: 10. Als ean, die de Baniere omhoog (leekt,of doet ftteksn door de verkondiging van zyn Euangelie, om de Volken te verzaamelen onder zyne gehoorzaamheid, en tot zyne Gemeèn'fctiap. Zo ftaat 'er Jef, XI: 12. Hy zal eene bardere oprichten onder de Heidenen,, en Hy zal de verdreevenen Israëls ver zaamelen, en de verftrooiden uit Juda vergaderen van de vier einden dei aar dry ks. Men zie ook C. XLIX: 22. LXII: io, li. Om ze aan te voeren tot d?n Geestelyken ftryd. Moeten de werken des Duivels verbrooken, en de Grenzen zyner Heerfchappye verder uitgebreid worden, Hy geeft daar toe den wenk door zyn woord, ftort een rein blaakende liefde tot de eere zynes naams uit in hunne harten door den H. Geest, ontvonkt hunnen moed , en bezielt hen metonverfchrokkene dapperheid; zo dat zy zig als een geheel vrywillig Volk ftrydvaerdig toonen op den dag zyner heirkragt, Pf. CX: 3. En in het volzeeker vertrouwen» van onder zyne aanvoeringe te zullen overwinnen, zich /lellen als het paerd zyner Majesteit in den ftryd, ah Helden, die Jlryden, en in. het flyk der flraaten treeden in den ftryd,Zach. X: 3i 5. En gelyk het opfteeken en vooitdraagen der Banieren het teeken gaf tot den Optocht, zo gaf het in den grondftec^ ken en ftilftaan der Banieren het teeken om zig te leegeren en te rusten,- even eens, gelyk het ftilftaan en blyven der Wolk-kolomme boven den Tabernakel, toteen teeken ftrekte voor de Kinderen Israëls om zig te leegeren en hunne Tenten op te flaan, Num. IX: 17-23- Zoverfchaft de Mesfias ook den zyneneeneaangenaame en verquiklyke rust. Hy doet zynen Vclke wel eens een harde zaake zien; maar daar na geeft Hy het zelve ook weder eene Baniere , om die op te werpen van wegen de waarheid, op dat zyne Beminden bevryd worden, Pf. LX: 5, 6. Onder zyn opzigt is toevlugt en verberging voor de vervolgden,' en ruste voor de vermoeiden ; waarom *er ook gezegd wordt, Jef. XI: 10. Bet zal ten zelfden dage gefchieden, dat VAANDELEN. de Heidenen na den -wortel Ifaï,die ftaan zal tol eene Baniere der Volken, zullen vraagen, en zyne ruste zal hecrlyk zyn. VAANDELEN \ Wy zullen juichenover ww heil, en de) op/heken in den naam onzes Godis, Pf. XX: 6. (s) De Perfoonen, die hier fpreekende worden ingevoerd, en die een allergrootst belang ftelden in de behoudenisfe van Hem, tot wien zy in t voorgaande hunne taaie gericht hadden, en in de gelukkige uitkoffiSt van zyne onderneeming, doen hier betuïgir.ge, hoe zeer zy zig over het een en het ander verheugen , en ritme vreugde deswegensopenlyk betoonen zouden over zyn heil. Over zyne behoudenis uit de benaauwdheid, en het groot heil, 't welk daar door ook anderen zou verworven worden, zouden zy juichen, vrolyk zingen, en een luid klinkend vreugdegefchrei aanheffen. Dit gefchiedde al vairouds by alle blyde geleegenheeden, die van eenig groot en algemeen aanbelang waren; inzonderheid na eene bevogte overwinning. David over' won den meest gedugten Voorvegter der Pbiliflynen, den reus Goliath, en beveiligde Israël daar door tegen de gedreigde flaaverny, 't Gevolg 'er van was, dat de Pbiliflynen de vlugt namen, en de mannen van Israël en Juda, in tegendeel, zich opmaakten en juichten, 1 Sam. XVII: 52. Gelyk ook naderhand de Wyven uit alle Steden hem te gemoete toogen, met zingende, trommelende en fpeelende rei]en, en juichten: Saul heeft zyne duizenden verftaagen; maar David zyne tienduizenden, C. XVIII: 6, 7. Op zo een juichen wordt hier gezien, want zy voegen 'ér by: Wy zullen de Vaandelen opfteeken in den naame onzes Godts. Want gelyk men nog heedendeags onder ons gewoon is, zyne vreugde op algemeene vreugdedagen te uiten met het op- en uitfteeken van Vaandels, Vlaggen en Wimpels, zo plagt men zulks ook oudtyds te doen , na dat 'er eene roemrugtige overwinning bevogten was. Het trotsch en magtig Babel zou , door de Meden worden ingenoomen en over' nieesterd, en dan zouden die de baniere opfteeken op de muuren ''er van , Jerem. LI: 11, 12. By Ewald Embl. S. L. I. Exerc. 3. §. 12. vindt men uit Begerus meer dan een voorbeeld bygebragt van Penningen, ter gedachtenisfe van eene of andere Overwinninge geflaagen, op welken een Vaandel te zien is: als vaaeenenOpperveldheer, hou-    UTRECHTSCHE PR O yiNClALE STAATS COURIER, EERSTE STUK. Wanneer wy, in de maand Juny, des Jaars 1737, te Amersfoort een begin maakten, met de Uitgaave van het tweede Stuk van dit Werk, beloofden wy,by de inleiding, om van tyd tot tyd eenige Numeros, welke ons Eerde ftuk zouden uitmaaken, te zullen uitgeeven, en dat wel om alsdan onafgebrooke», het toen dagelyks voorvallende op zyn te kunnen melden. Dan weinig voorzagen wy in dat tydftip, de moeijelykheeden waar meede deze tyd onze onderneeming, door de aanwakkerende ongelukkige omftanHigheedeti. is epviQigJ-ge^orden en waar door wy niet alleen voor als roen geheel buiten ftaat zyn gefteld geweest, aan onze voorfchreeve toezegging te voldoen, maar niet zelden zelfs, met de grootste zwarigheden hebben te worstelen gehad , om onze ordinaire Nos. op haar tyd uit te geeven. Zoo dra echter de omnandigheden ten deezen opzigten voor ons gunstiger geworden zyn, hebben wy tot volvoering onzer toezegging handen aan 't werk geflaagen , om zoo veel mogelyk een waaragtig verhaal van het gebeurde binnen deeze Provintie, zedert den 3 July 1786 tot de wederkomst der Heeren Staaten binnen Utrecht in September 1787, te geeven; waar toe wy alle Refolutien, Brieven, Stukken en anderen echte documenten (voor zoo veel wy die hebben kunnen magtig worden ) dien aangaande, by een verzamelt hebben, dewelke naar tyds order op een volgende, en door befcheidene aanmerkingen aan een gefchakeld, dit ons Eerste Stuk zullen uitmaken. Met deeze inrtgting agten wy het Public geen ondienst te zullen doen; dewyl het daar door te gelyk een waarachtig verhaal van het gebeurde en een recueil van Stukken zal bekoomen, waarvan er veelen nog onbekend en anderen afgebrooken en zonder order in zommige dag of week bladeren verfpreid zynde, nu in haar verband en vereenigd zullen, te voorfchyn koomen. Wy hadden wel gewenscht, eerder deeze verzameling te kunnen uitgeven dan, de moeiten om alles te verfamelen, en andere omrtandigheeden welke daarby opgekomen zyn, hebben ons hierin verhindert, wy geeven nu alleenlyk, 't gebeurde binnen deeze l'rovintie tot het einde van den jare 1786. en verwagten van de bezitters van diergelyke ftukken, dat by aldien in deeze verzameling iets mogte zyn overgeflagen, zy het ons wel zullen wilden meede deelen om als dan te kunnen worden geplaatst, onder de N®. welke wy voornemens zyn , by vervolg uit te geeven en welke het tydvak zullen bevatten, van January 1787 tot aan het ontruymen der Stad Utrecht. „ Het was op den 3 July 17S6 dat de Hoofden en geleiders „ van een aantal Burgers en Iugezeetenen van Utrecht, van zig konden verkrygen, om een Declaratoir aan de Vroedfchap dier Stad te doen, het welk als de grondflag t, van de groote wanorders, welke zedert in het Staatsbe„ ftuur dezer Provintie gebooreu zyn, en de fcheuring „ tusfehen de Staatsieeden bewerkt heeft, moet aangemerkt „ worden; een (luk, welk uitwerkzelen ter dier tyd niet alleen „ de Stads Regeering van zyne kundigfte, beste, eerlykfte en „ getrouwde Regenten ontzet, maarde geheele ruine van „ Stad en Provintie heeft gedreigd na zig te liepen, en da„ delyk op den oever van zyn bederf heeft gebragt. Zie „ hier dat merkwaardig inftrutnent." Declaratoir aan de Vroedfchap der Stad Utrecht, gedaan den 3 July uit naam van de gantfebe Burgery derzelver Stad. I. Stuk. No- 1. ;kl> Aan de Ed. Groot Agthare Heeren Burgemeefteren en Froedfcbap der Stad Utrecht Edele Groot Agtbaare Heeren ! Heeft de Burgery deezer Stad, by een gefchrift, op den 20 Maart dezes Jaars aan Uw Ed. Groot agtbare, onder den titel. Detail van de Burgery der Stad Utrecht , aan de Ed. Cr. Agtbare Heeren Burgemeefteren en Froedfcbap derzelver Stad, overgeleverd ter betoog van bun wettig en be' voegd gehouden gedrag ter introductie van bet geapplaneer. de en gearrejleerde Concept Reglement van Regeering dezer Stad, en zedert met den publieken druk gemeen gemaakt, opgegeven alle het geene van den eerflen aanvang, tot redres hunner bezwaren, tot den 20 Maart dezes jaars is voorgevallen; en ftrekt dit gef&hrift tot betoog, dat de Burgery dezer Stad de hoogde redenen van bezwaaren de allergegrondfte klagten tegen de Meerderheid der Leden Vaa A den \ 1  C * ) den Raad heeft, als welke zy door hare aanhoudende reverente en decente Adresfen, hoedanig beredeneerd ook,niet hebben kunnen vermurven, of van dezelve dat redelyk verhoor erlangen, dat zy aan de Burgery behoorden toegebragt te hebben; integendeel, dat dezelve Meerderheid van den Raad door die hare gedraginge, en inzonderheid door de refolutie, den den 6 Maart genomen, harer zyds had gelieven te verbannen alle het vertrouwen , dat de Burgery anderziuts verpfigt was, ïn den Raad te Hellen; ten gevolge dat de Burgery zig verpligt vond, aan het einde van dat hun betoogfchrift te voegen een Declaratoir, ent daarop voor iet fcbeiden van den Raad ter introductie van het gearresteerde Regerings Reglement UEa. Gr. rfgtb. onverwylde disfofitie te hebben; zo als UEd. Gr. Agtb. ter voldoening aan de begeerte van de Burgery, en ter introductie van het gearreiteerde Reglement van Regeering, mitsgaders ter beë, diging van de Burgery op hetzelve gecommitteerd hebben de Heeren de Ridder, Smitfaert, en van Haeften , benevens den Secretaris Falck, dewelke ter voldoening aan die hunne Commisiïe, de Burgery op den 20 Maart dezes jaars plegtig in den eed genomen hebben. Zedert welken tyd de Burgery vertrouwd, heeft, te moeten verwagten, dat, niettegendaande de Declaratoirenvan de Meerderheid der Leden van deezen Raad, aanhaaronverhinderd zoude zyn geposteerd geworden het effeér. vaa dat Reglement, het welk door hun zo fol'emneel en met plegtigen eede bezwo'en was: — dat de Burgery vrugtelöosdrie maanden hebben moeten zien verlopen, zonder dat er iets, hoe genaamd', ïn het werk is gefield, om de Burgeiy in het genoc van dat hun verkregen regt te (feilen, en tevens binnen dien tyd tot eene afdoeninge der nog ovesige poinfren tot redres der bezwaren te bekomen; — dat wel vesre van daar de Burgery, gedurende de voorfdireve drie maanden heeft moeten ondervinden, dat hunne redeseti van bezwaar, en klagten tegen de Meerderheid der Leden van deezen R.aad, telkens, en van dag tot dag,, groter zyn. geworden, a!s de Aflens en Refolutien van deezen Raad , tot zoo veele getuigfehrifiên verdrekhen,. dat de voerzeide Meerderheid- der Leden van deezen Raad alle ïedeiyk verhoor van de Burgery velbannen, en daartegen* na hunnen fmaak en z-inndykheid Propofitien en. Voordellen doen, mitsgaders zoodanige refolutien nceraen, endoor» •dringen, welke ten dutdelyklten aantonen, dat men niet anders voor heeft, dan de Burgery onder eeae zodanige ©verheerfching te doen gebugt gaan welke ten eeneraale feydig h tegens de Regten en Voorregten dezer Stad> eti «elke ©ok regelregt aanloopt tegens het fcerftei der zoos ater wettig, op, gsroegene t>«swsren<. Dat de Burgery dan niet langer buiten het effeft van het geïntroduceerde en beëdigde Reglement van Regeering kunnende blyven, op den 19 Juny deezes Jaars, met obfervan. tie van alle vereischtens, is toegetreden tot het nomineeren en eügeeren van zestien Leden, uit iedere Compagnie twee omuittemaaken het gequalificeerde Collegie van Gecommitteerdens uit de Burgery, en dit om te fungeren ingevolge van de gearresteerde Artikelen, vervat by het vierde Hoofd.' ftuk van het bezworen Reglement van Regeering, Dat de Burgery dan ook in die; verwagting heeft geverfeerd, dat aan de zyde van den Heer eerden Burgemeeder dezer Stad zoude voldaan zyn geworden aan den inhoud van zyne Commisfie, vervat by het 21 Artikel van het even aangehaalde vierde Hoofdfluk, tendeetende, om hetzelve Geëligeerde Collegie, ten fine van introductie, in den eed te neemen. Dan, dat het den Heer eerden Burgemeeder niet had geliefd , zig van die zyne Commisfie te acquiteeren ,dan wel integendeel de Burgery in de noorizake te dellen, zig daartoe by Adres by UEd. Gr. Agtb. te vervoegen; en dit al weder om met geen anderedect, dan dat de dispofitie, op de aller ongefundeerdde wyze, zodanig is gedilaijeerd ,dat de Burge^ ry voor zig daaruit geen fucces, hoeook, verwagten kan, Waarom Zy, ten fine van nadere indantie en voordragt van hun regtmatig verzoek» zig aan Heeren Burgemeesteren hebben vervoegd, tot het beleggen van de extraordinaire Vergadering van den 21 Juny, ter voordragt van hunne redenen van bezwaar tegens de Refolutie van den 20 daar te voren genomen; dan wat middelen daartoe ook ia het vriendelyke en meer erndTg zyn aangewend-, heeft het de gecommitteerden uit de Burgery niet mogen gebeuren, dat billyk verhoor by Burgemeederen te mogen verkrygen , sis de aard dezer zaake vorderdeen waartoe Heeren Bur. gemeesteren in allen gevalle veprligt en gehouden waren, zonder hetzelve van hunne willekeurige tiegrrppen en on» gefundeerdfle weigeringen te mogen doen afhangen, eadaartoe de Gecommitteetdensuiïde Burgery, immersdoos den Heer twede Burgemeeder, op eene zodanige verag«tende wyze te behandelen,, welke aan de Burgery ten zyner reguarde niet ongepasfeerd kart worden geleden. Dat de Burgery door het echapatoir van den Heer eerde» Burgemeeder, en zyn daarby perlisteerendg edragzowel,als door de onwaardige en veragtelyke behandeling van den Hees tweeden Burgemeester,- ontzet zyn geworden, offlhunbe*awaar, zo tegen die behandeling, als met opzigr tot de- weigering, en het dilay van bet in den eed neemen van het geëligeerde Collegie van,Gecommkteerdea eerder te hebbe kunt BOT- vooitdrageaj toog Maandag den «o$»»y, wanneer het im  ( 3 ) da meerderheid van dezen Raad al wederom goedgedagt heeft, aan de billyke voordragt van de Burgery, daartoe {trekkende, geen gehoor teverleenen, maar onverzettelyk te blyven perfisteeren by de refolutie, den 20 daartevoren genomen, en alzo om deze zaak tegens deforme enordre van Regeering te willen afdoen in eene daartoe expresfe befchreven buitengewone vergadering van den Raad; en dat wel daags na de te houdene state vergadering van den 5 July aanstaande terwyl dezelve Meerderheid, om de Burgery van haar Regt, tot het beroepen van een extraordinaire vergadering van den Raad, te ontzetten, een zoodanige refolutie heeft gelieven te neemen, als waardoor het thands maar alteen van bet goedvinden van Burgemeefteren behoefd aftehangen, om een extraordinaire Vergadering te beleggen, of hetzelve aftewyzen. Dat alle deze handelingen van de meerderheid van den Raad en duidelyklten aantonen haare ongenegneheden en onwilligheid, om aan de Burgery te praïfteeren het etTeft van het voorzeide geïntroduceerde en bezworen Reglement, en dus aan de Burgery geenen anderen weg opengelaten is, dan om zig, ingevolge van het door hen verkreegen Regt, en op gronden van Stads Regten en Voorregten , hen te Hellen in het dadelyk bezit, en het genot van dat bezworen Reglement. „ Ifaarom de Burgery, alvorens daar toe overtegaan, ie rade is geworden, hy dezen aan UEd, Gr. Agtb. voorte dragen een peremptoir en tyd en wel van vier weeken integaan met dato dezes, binnen welken de Burgery begeert en infteert dat uit hoofden van bun voorzeide Regt, de beëdiging van voornoemde Gecommitteerdens dadelyk ge fcbiede; En in geval UEd. Gr. Agtb. door de dispofttievan de Meerderheid onverhoopt tot het uiteinde van de voorzeide vier weeken weigerig mogten blyven , aan bet billyk en regtmatig verlangen van de Burgery te voldoen , declareert de Burgery. dat zy zig niet langer zal ophouden, nog laten te vreden /lellen met woorden zonder effetï, maar dat zy, na verloop ion dien tyd, zig met de daad zal verzetten tegens die weigering, en andere willekeurige handel wyze van de meerderheid van den Raad, en zig ipfo facto in het bezit zullen /lellen van bet gearresteerde, en door ben beëdigde Reglement van Regering bet welk voor hen wet alleen volftrekt onontbeerlyk is geworden maar bet welk aan de Burgert niet dan met bet boogfie onregt langer kan mtbohden worden, en zulks alles zodanig, dat zy, welke de Burgery van het effect van het Reglement zullen willen frufteeren, zoo door de voorzeide beëdiging tegentegaan „ tfte dilayeereit of tot bet een of ander, ten effeiïe van bet geïntroduceerde Reglement rdet te ktmsn, ten epzigte van die Raden, welke mogten tegenwerken, bet daarvoor zal worden gehouden, dat de zaak van den 20/ïen Maart buiten baar geheel gebragt is, en dat mitsdien alle zoodanige Regenten, na verloop van de voorzeide vier weeken, zullen verftaan worden, van de Regeering, en hunne Poften vervallen te zyn ten effeêle, dat zy daarvan geremoveerd, en andere in hunne plaatzen zullen verkoren en aangefteid •worden, ten zy de Burgery door eenig geweld van de Meerderheid van den Raad, en van wie het ook zyn mag, genoodzaakt wierd, dien tyd van vier weeken te vervroegen. „ Ten welken einae de Burgery al verder verklaart, dat Zy van dit haat iiiteindelyk befluit, gegrond Op bet gedrag van de Meerderheid van deezen Raad, zig in de.verplig. ting gefteld vind; om daar van aan de Hooge Bondgenoten praalabele ketinisfe te zullen geeven, in dat zekere uitzigt, en die verwagting, dat dezelve, ja ook gebeel Nederland, bet verrigte van onze Burgery niet ^alleen znllen goedkeuren, maar ingevolge van de Unie, ons ome onvervreemdbare Regten en Privilegiën helpen bandbouden en maintineren, ook met die magt waartoe zy ben by Eedcn, volgens de Unie, verbonden hebben. ,, Maar de Burgery, uit hoof de-van baar Regt, ook geen oogenbliek vermeend te mogen aarzelen, van deze haare intenti; en vaft befloten voorneemen kennisfe te zullen geven aan Nederlands weldoende Bondgenoot den Koning van Vrankryk , welke men zig vertrouwd, te mogen verzekeren, dat de aanhoudende onderdrukkingen van onze Burgeren met geene onverfchillige oogen zal kunnen aanzien, te min, daar als gezegt, aan de zyde van den kant der Regeering, de overeenkomst, op den 20 Blaart aangegaan, tot continuatie van alle de Leden van den Raad tot den 12 Oftober aanflaande, door bet opgevolgde gedrag wan de Meerderheid van den Raad, ook van nu af aan, voor nul en van geener waarde kan en ook behoord gehouden te worden , zoo ah zulks ten hunnen aanzien by de Burgery ver klaart en gehouden word, by deezen".. . Van alle het welke de Burgery, al3 haare vaste en firme Refolutie bevattende, UEd. Groot Agtb. niet heeft willen onkundig houden, ten einde dan die Leden van den Raad, welk» zig oordeelen, aan de zyde van de Burgety te willen voegen, zig daar op in tyds kunnen- verklaaren, en anderen,, welke tot hiertoe zig tegens alle de redelyke1 begeertens van de Burgery met de hoogde wederllreving gefield hebben, 2ig, na verloop van de voorzeide vier weeken, niet zullen kunnen beklagen de gevolgen, welke: hare onregtmatige handelingen, tegen, een ten uiterften getrapt. A f en.  C 4 ) en getergd Volk notoirlyk en regtvaerdig na zig zullen fleepen. En was ondertekend door de Gecommiiteerdens uit de agt Burger Compagnien, alsfe Uit de Compagnie Turkyen : C. Bentinck.J: A: D' Averbouli, IV: van Dyk, C: van Bentbem. Uit de Compagnie het Paapevaandel: J: H: de Ridder van Almkerk, D- J: de Ridder Anz,de Vry, Herm Kruis. Uit de Compagnie het Fortuyn: Jb de Joncbeere, J' vanLidt de Jeude Junior, C: Heetvelt Adz.,J: Carels. Uit de Compagnie de Bloedkuil: J: C: Pronckert, M. J. Eyck, G: van de Moren, C. v«» der Moolen. Uit de Compagnie de Zwarte Knegten: A: van Eldik, J: C: des Tombe, R: Molenaar, D: van Dort. Uit de Compagnie de Oranjestam : A. Abeleven, G. C. Egeling, J. van der Ven. Uit de Compagnie de Pekstokken » Paulus Bofch Beis, Petrus de Koning, Corn. van Hengelaar, IV. Overwyn. Uit de Compagnie de Hantvoetboog: O: D: Gordon, J. Voif. van Zyll, J: Lubberding , Gt: Roggeveen. „ Dit ftuk, 't welk als een gevolg moet aangemerkt „ worden van zeeker addres door de Gecommitteerden der „ Schutters Compagnien 20 Juny ingedient, 't welk wy „ hier ook infereeren, als betrekking hebbende tot het „ verdere beloop dezer zaak, en waarby de Hoofden „ en eerde aanvoerders der onwettigheden zig niet ontzien „ hebben gehad, hunne wettige Regeering te willen nood„ zaaken, om tegens Eed en pligt aan een Collegie van „ gequalificeerde Gecommitteerden in te voeren, 't welk „ zy bevoorens genomineerd en geëligeerd hadden, en „ zulks alleenlyk gefchoeid op eene provifioneele en con „ duioneele beëdiging van een nog onvolmaakt Reglemen „ door een gedeelte der Burgery, den 20 Maart te vo „ ren aangenomen. „ Het addres den 20 Juny geprefenteerd, was als volgd.' Aan de Ed Gr. Acbtb, Heeren Burgemees teren en Proedfcbap der Stad Utrechï EDELE GROOT ACHTBAARE HEEREN! Daar, ingevolge van het geintroduceerde en beëdigd Reglement, concernerende de beftellinge dezer Stads Re geringe, en wel op het Nomineren en Eligeeren van Rs den in de Vroedfchap, Burgemeederen en Scheepenen mitsgaders tot de ereftie en introductie van een Gequalfi ceerd Collegie van Gecommitteerdens uit de Burgery, d by hetzelve Reglement tot het een en ander is gemaakt, en daar de Burgery nu bereids drie maanden, na de beëdiging, in dat uitzigt heeft geverfeerd, dat alle Bezwaaren, en wel voornamentlyk ook die het Provintiale aangaande, zouden zyn weggenomen, en zy in het volkomen. eiTeft van alles zouden zyn gedeld geworden, dan dat ten opzigte van dezelve Provintiale Bezwaaren, de eene drie Maanden voor en de andere drie Maanden na, zonder afdoening, ja zonder begin van zaken, zyn verlopen, invoegen er thans niets in den weg heeft konnen zyn, waarom de Bnrgery ali nu niet in tyds behoorde bedagt te zyn, om het effeCt van het bezworen Reglement van Regeering dezer Stad te bekomen, zodanig dat het zelve aan haar op geene wyze, hoe oo.k; konde vrugteloos gemaakt worden. Waarom de Burgery, na drie Maanden wagten, zedert de beëdigde introductie van 't meergemelde Reglement, geoordeeld heeft, niet langer verdoken te moeten blyven van het daar by vaftgedelde gequalificeerd Collegie van Gecommitteerden uit de Burgery, te min daar de fubfide* rende Vacaturen van Raadsp'aatzen niet premitteren, du dezelve zo lange onvervuld blyven, maar dat op de vervulling van dezelve, na de ordre van Regering, binnen den behoorlyken tyd, werde voorzien: uitconfidetatievan welk een en ander, zyn alle acht de Burger Compagnien jegens , gisteren, den 19 Ji-iny 1786 behoorlyk met hunne Üitkopers en Wagtvryen, ieder in een afzonderlyke Kerk, of andere gewone vergaderplaats, met voorkennis van de Hoofdmannen en Commanderende Officieren, en na communicatie van de overige Officieren, geconvoceerd, en ongewapend, des voornoens ten half negen uuren, gegecompareerd tot het verkiezen van Gequalificeerde Gecommitteerden uit de Burgery, om, ingevolge van het vierde Hoofdftuk, uittemaken het daar by vaftgedelde Gequalificeerd Collegie van Gecommitteerden. Dat by die geleegenheid, en met obfervantie van de ordre, by het derde Artikel van 't vierde Hoofdftuk voorgefchreeven, en relatief tot de Zesde, Zevende, Agtfte, Negende, Tiende, Elfde, Twaalfde en Dertiende Artikelen, van hét tweede Hoofdduk, met alle eendragtigheid, door de Burger Schutters, Üitkopers en Wagtvryen zyn verkoren, alsfe: By de Compagnie TURKYEN. Gysbertus Cornelis Brouwer en Pieter Hanenbrink. By de Compagnie het PAPEVAANDEL. De Notaris JanTie lemen Bleckman enjobannisvan Liender. By de Compagnie 'T FORTUIN. Mr. Ludolfde Witb Hoevenaar en IVillem van Rbyn. By  ( 5 ) By de Compagnie DE BLOEDKUIL. jMr« Johan Lambertus Kien en Willem -van Soesbeek, By de Compagnie DE ZWARTE KNEGTEN. Johannes Kreilkamp en Gerardus l&resfer. By de Compagnie DE ORANJE STAM. Mr. Leonard Swartendyk en Coenraad Vermeulen, By de Compagnie DE PEKSTOKKEN. Laureni van Heiningen en Johannes van Schalkwyk. By de Compagnie DE HANDVOETBOOG. Gerardus Bettink en Gerrit Wefthmnen. Vin welke verkiezing de Burger Schuttery, uic het Lichaam van een daar toe by iedere Compagnie beroemde Commisfie aan den Heer eerften Burgemeefler, immediaat na het aflopen van die benoemingen behoorlyke keniffj heeft gegeven, met verzoek, dat, involge van htt 21 Artikel van het gearrefteerde en beëdigde Reglement van Redering dezer Stad, zyn Ed. Acbtb. geliefde te bepalen de tyd en plaats, om dit verkozen Collegie ir den Eed te nemen, en 't zelve alzo dadelyk te introduceeren. Dan heeft zyn Ed. Achtb. hoe zeer het voorfz, ai Artikel daar omtrent klaar is , gedifficulteerd, om de voorfz. Gecommitt. ingevolge het voorgem. Reglement den Led aftenemen. Waarom de Ondergefchrevenen, als door de Burger Schuttery, Wagtvryen en Uitkopen ten dezen fpeciaïi Gecommitteerd, om aan UEd. Gr. Achtb. niet alleen te geven de voorfz. openinge van de Eleftie der bovengenoemde Zeflien Leden, om, ingevolge van het Reglement, voor de eerfte vier Jaren, uittemaken het meergemelde Collegie van Gequalificetrde Gecommiteerden uit de Burgery, maar ook te verzoeken, dat het UEd. Gr. Acbtb. gelieven zal, ter wegneminge vanvooifz. en verdere difficulteiten, den Heer eerften Burgemeefter, ingevol ge van het Reglement, te verzoeken en induceren, om de bovengenoemde Zeftien Geëligeerde Leden in den Eed te nemen, ofte wel by weigering van zynEd., UEd. Gr. Achtb. ten aanzien van bet zelve in den Eed nemen, zoJanigedispo fitie zullen gelieven te nemen, waar door de Burgery het volkomen effeft van die EJeÉüe ter dadelyke introductie van het zelve Collegie bekome. ,t Welk doende &c. {Was geteh) G.' Bettink, J. A. D' Averhoult,. W. v. Dyk, C. van Bentbem, J. H. de Ridder v. A/mkerk, en voor D. J. de Ridder mede gequalificeerde, Anz.de Vry Herms. Kruis, y. de Jonoheere , f. van Lidt de Jeude Junior, G. Heetveld, A. J. Care Is, J. C. Fronckert, J: L. Vos, G. van de Voorin, C. van der Moolen, Willem Poll, A. Booy, J. C. des Tombe, A.v. Eldik, A. Abe- I. Stuk No. 2. leven, W. G. J. van Baerlé 1786, J- v. der Ven, Pau* lus Bofch Bois," Petrus de Koning, Corn. v. Hengelaar f W. Overwyn, O. D. Gordon, J. Vos van Zyll, J. Lubberiing , G. Roggeveen. „ Op welk adres, by de Raad is gerefolveerd gewordeni' ,, eene befchryving van de geheele Vroedfchap te doen, tegens den 6 July daar aan volgende. ,, Dan intusfehen wierd het bovenflaande berugte De„ claratoir, aan den Raad ingedient, in de Ordinaris Ver„ gadering van den 3 July, waar op beflooten is, om de ,, extraordinaire volle befchryving, die op den 6 bepaald „ was tot bet delibereeren over het addres den 20 Juny ge- prefenteerd, thans, aangezien het gewigt van hetnu inge„ dient Declarstoir uit te (lellen tot op den 25 van dezelve ,, maand. „ Inmiddels, vonden de thans dirigerende Hoofden bin. nen Utrecht, ingevolge het gedane Declaratoir van den 3 ,> Ju'yg°ed» om op den 5 diar aanv.-lgenJe Circulaire ,, b ieven aan de Bocdgentsn ts fchry en, warr van ,, die aan deEd. Gr. M g. Heeren, de Statsn van Ho'laid „ ei Wtstvriesland, van volgenden inhoud was." EDEL GROOT MOGENDE HEEREN! „ 't Was van verrchn'Jen Jaren herwaartj, dat de Bur« gers en [nwoonders van deeze Stad, en de refpscfive Steden dezer Provintie, hunne bezwaren en klagten , ten fine vanredrts, omtrent zaken, het gemeene Bondgenocfchap, de p3(t:c.illere Huishouding dezer Provintie, en wel inzonderheid met betrekking tot de R'gering en hetRegetingsReglement van den Jare 1674, zo mondeling, als by uitgekomih gefc^riften, hebban te kennen gegeven, zidanig, dat, wat inzonderheid het af chaffen van de Recommandatlen betrof, zo wel. als het Nomineeren en Eligeren van binnen tyds openvallende vaciturss in den Raad dezer Stad, daaromtrent, ze iert Augufhis en December 1783, terrequifitie van de Burgery die befluiten zyn genomen, welkt' tot een voorbereidende weg ten fine van redres konden verftrekken; zo als Hun Ed. Mog. de Heeren Staten dezer Provintie, te zeer overtuigd van de billykbeid en de gegrondheid der alhier, zedett een zo geruitren tyd , plaa-s gevonden hebbende klagten en bezwaren der Burgeren, In en Opgezetenen, zulks Hun Ed. Mog. heeft doen te raden worden, om, by Refolutie van dén 15 Februaiy 1784» te benoemen een extraordinaris Commisfie van Negen Heeren, B uit  fie zouden.worden overgegeven: zo als dan ook is gefchredy' met dit verder gevolg, dat de Staats Commislïe, na examinatie van dezelve bezwaren, ter Staatsvergadering van den i September 1784, hebben uitgebracht een zeer ampel Rap. pcrt, waar by zy hebben moeten erkennen de billykheid en gegrondheid der voorgedraagene klagtès, en zonderling ten aanzien van het Regeringi Reglement van den Jaars 1674; als zy geene zwaarigheid gemaakt hebben, opentlyk te verklaren, dat in dit Reglement vier voorname gebreken gevonden worden, die teweegbrengen, dat betzslve voor de Provintie fchade/yk en voor de Regeering drukkende is, zo dat hetzelve onder de Ing;zeten.n, by '.'en miijften te« genloop van zaken, veel argw^a 1 en m sn egsn moit v.r. wekker. En tot de optelling^ dier gebreken overgaande, Rellen zy in de eerfte plaats, dat dit Reglement, wei v^rre van naaft en meest overeentekomtn ma de Regering van de Provintie, gelyk die ran cuis geweest was, (zo als men Prins Willem de III, irgevolge hojgftdeszelfs be» tuiging, by de piasfentaiie van dit Reglement, fchynt diets gemaakt te bibsen) integendeel daar mede ten eenenmaale contrarii'rende, en ook zelfs in veelen opzichten firydig is met de Frivitegien, Handvejlen en Gerechtigheden van de» Lande.. ,, Weike zo tïtdrukkelyke gedane verklaring van een Staats Commiffie, zonder verdere aanvoering van de overige opgetelde gebreken, volkomen wettigd het verzoek en deinfta-aien,-door de Burgeren en Ingezetenen alhier, met opzichte tot het ledres der overgeleverde poinften van Bezwaren, als Haar Ed. Mof. Gecommiteerdens al verder by de pramiffs van dat zelve Rapport verklaren, dat,, met relatie tot die bezwaren, dezelve hen zyn voorgekomen van de raeefte aangelegendheid te zyn, en dat, ter bewaring van de ruft en goede order binnen deze Pro^intis, d3ar op eene promte voorzieninge vereifchte: zeggende, dat het, om die reden, was, datzyGecommitteerdens, disop anderepoinclen van de overgeleverde bezwaren mede ten fine van Rapport waren Gecommitteert, bydithun voorfz. Rapport, zigalleen. tothetlaatftgenoemde, namemlyk tot redres van het voorn.. Regerings-Reglement, hebben moeten bepalen. „ Waarom wy dan ook alhier in dat uitzicht en vaft ver. trouwen hebben geverfeerd, dat aan die promte voorzie»/»* gt, ingevolge van den teneur van dat Raport, zoude zyn. voldaan geworden, en daarom, na dat het zelfde Rapport aan onze Burgery, in het begin van de Maand September 1784, ingevolge vaneen Vroedfchaps- Refolutie dezer Stad, wierd tex band gefield,, om hunne Coufideratien daar op in- Uit ieder Lid van Staat dn'e, om te ondertoeken en Haar Ed. Mog. te adviferen, welke middelen zouden behoren by de hand genomen te wsrien, om, met wegneming van alle wettige bezwaren, der Ingezetenen, de harmonie en goede erdre binnen deze Provincie en onder derzelver Ingezetenen te herfiellen en confervcren. En 't was dan ook als een gevolg van d„'ze Commffis, dat Burge.ntefteiei en Vroedfch.ip dezer Stad, by Publicatie, gearrefteerd den 13 April 17^4, en gepubliceerd den 17 dito, om gsinformeeit te worden van 3lle zodanige wettige bezwaren , en om dezelve zonder verhaafl.'nj te kunnen opgeeven, aan een iegelyk Burger en Inwooner, van wat ftaat cf conditie Uy ook zy (alleen uitgezondert Vreemde!igen, Dienftboden, Bedeelden, en die alhier geen vasc verblyf hadden) hebben bepaald een tyd van vyf weken, na afkondiging van dezelve Publicatie, om hunne wettige Btz.varen in Gefchrifte te fteUen, en, voor het verloop vau gezegde vyf weken, ter Secretary van Stads Politie , ondertekend en verzegeld, over te brengen: Alles ten einde Burgemeefteren en Vroedfchap (oa inhouds van evengen. Publicatie) na expiratie van den geftelden tyd , uit examinatie van 't overgebragte, in ftaat zouden werden geftelt, eene juifte opgave der bezwaren, overeenkomjlig Stads Rechten, en met bewiring van dtzthe, ter voldoening aan het gerequireerde van Hun Ed. Mog. uit te brengen, op dat (zo als de Pu! l'catie al verder inhoud) genoegzame middelen.mogten werden uitgedagt, en man de bandgegeven, waar door alle die bezwaren, en daar uit opgerefen misnotgtheden wierden weggenomen, de eensgezindheid en het onderling vertrouwen , tttsjchen de Staats en ~Regerings>- Leden , met de Burgers en Inwoo nen herlevendigd, bevefiigd en befiendig gemaakt wierde. „ V.in dusdanigen inhoitj Ed. Gr. Mog. Heeren! was de Publicatie, waarby Utrechts Burgerenen Inwooneren, door baaren Raad, op den 17 April 1784, plechtig wierden opgeroepen, om hunne wettige bezwaren in Gefchrifte, bin» nen den daar by bepailden tyd, over te leveren, waaraan zy dan ook voldaan hebben, zodanig, dat alle de onderfehci iene bezwaren van onze Burgersn en Ingezetenen, op den 21 May 1784, in handen van eendaar toe gedecerneer. de Commiffie van de Vroedfchsp, zyn overgelevert, en voorts op den J14 daar aan volgende ter deliberatie van den Raad zyn overgebracht, wanneer daar over, tot den 28 Juny 1784. yerfcheidene deliberatien zyn gevallen , toen vervolgens gerefolveerd wierd', dat alle dezelve ingekomen bezwaren, by Copyen authentiek, aan de Staats Commis: C «■) )  C 7 ) tebrengen, zulks met allen mogelyken fpoed bebbon gedaanen dezelve nog voor bet einde van die Maand in handen van de daar toe gedecerneerde Commisfie overgebragr. „ Dat het, by de voorfz. gelegenheden, van zonder, ling b;Iang voor de Burgery was, dat depoincten, Stads Regerings Befteiling betreffende, niet wierden onderhevig gemaakt aan de befteiling en bet oordeel van de Voorftemm&nde Lsden van Staat, sis daar van, ingevolge van onze Cooftitui ie geheel gefcc'udeert zynde, en dienvclgende, dat de Stad daar inne bewaard wierd by het Recht , 3ai haar en de Burgery cooipsterende, en dat mitsdien wierd weggenomen het wederregtelyke en ganfeh onwettige, dat ten dien opzigte by het Regerings - Reglement van 1^74', tegers Stads Regten en Voorregten, was vastgsfteld geworden. „ En waartoe, by het voorfebreeve Rapport, dan ten duidelykften is geadvifeert, redelyk en billyk te zyn , dat aan de Burgery alhier, en elders, wierde gegeven eenig aandeel in de aanftellinge hunner Regenten, op zodanig eene wyze, als ter voorkoming van kuyperyen, cabalen, en andere desordrès, meeft gefchikt zoude geoordeeld worder. Edoch , geconfidereerd dat dit een werk was van grooten omflag, waar toe veele arrangementen en precautien vereifcht wierden, dewelke veelgevoeglyker door de Stedelyke Regeringen, met derzelver Burgeryen, gereguleerd en geapplaneerdkonden worden, hebben Gecommitteerden gedagt, ditaandszelveRegeerders te moeten overlaten, zonder in het d iar by voorgebragte Reglement iets er van te mentionerer. „ Van waar dan gekomen is de affcheidinge van de Artikelen, concernerende de bejhellinge der Regeringe dezer Stad, het nomineren en eligertn van Raden in ie Vroedfchap, Burgemee/leren en Schepenen ; mitsgaders de ereBie en inireduclie van een gequalificeerd Collegie van Gecommitteerden uit de Burgery; 20 als hetzelve door een Commisfie van tien Heeren, uit de Vroedfchap, met de refp:ér.h e Gecommi.'teerdens uit de overgeleverde pointen der bezwaren; allereerft is gereguleerd, en voorts by Rapport, op den 18 April 1785, ter Vergadering van de Vroedfchap ingebracht, en zo a's dezelve voorts in eene belegde extraordinaris befchryvinge van den Raad, gehouden van den 26 May 1785 tot den 4 November deszelven Jaars, geapplaneerd en gearrefteerd zyn geworden. In dat uitzicht, dat, na het afloopenvan die befchryving, alle de gearresteerde poinéten, voor zoo veel onze Magiftraats-Beftellinge betreft, ook dadelyk zouden zyn geintroduceert geworden: als wy ten dien opzichte met niemand, dan met de Vroedfchap dezer Stad, Je doen hadden, waar toe de Burgery dezer Stad zig, op den ro December i78f, by Adres aan den Raad heeft verJ voegd; met dit gevolg, dat, na iterative en herhaalde deliberauen by de Vroedfchap , op den 20 December 1785,' is gedeclareerd, dat het dezer Stads Regeringt - Reglement, zodanig het zelve geapplaneerd in gereguleerd is, van die» dag af zoude worden gerekend vajlgefield en gearrefieeré te zyn, en dat het zelve , het zy de bezwaren van hit Pro» vintiaal Reglement; binnen den tyd van de eerjlkomendt) drie maanden, mogten zyn afgedaan dan niet, na verloop van dezelve drie Maanden, dadelyk met de Burgery zou» de worden ingevoerd en wederzyds beëdigd. ,; Dat de Burgery zedert oneindige tegenftribbelingen r ten effeéte der introductie van het voorfebreve Reglement, beeft moeten ondervinden, tot dat eindelyk de Raad, opden 20 Maart 1726, beflooten heeft, om de Burgery dooc een Commisfie in den Eed te doen nemen op het geapplaneerde, en den 20 December 1785 gearrefteerde Reglement van Regering, na dat de Leden van den Raad- ter. requir fitie van de Burgery , zig verklaard hadden wie van hen, op den aanftaanden 12 Oétober 17^6 hare Raadsplaatzen zouden aanvaarden op geen ander, dan op het voorfchrevegearrefteerde Reglement, en dat aan de Burgery de Vryheidzoude worden gelaten, om, ten aanxien van die Leden van den Raad, welke declineerden de Regering op het geintro"duceerde Reglement te aanvaarden ,. in tyds de vereifcht» voorzieningen, tervervullinge van die Raadsplaatzen te doen;, zo als wegens het voorgevallene van het begin der oproe»ping onzer bezwaren, totden 20 Maartdezes Jaars, de vryheid gebruiken ons te refereren tot het hier bygevoegde Detail van de Burgery dezer Stad, den zo Maart 1786, aan de: Magiftraat overgeleveit, en tot het genotuleerde van dem 10 December 1785, tot den 8 May dezes Jaars 3780. Waar» mede wy vertrouwen, dat het wettig en bevoegd gehouden; gedrag, ter introduétie van. het geapplar.eerde en gearresteerde Reglement van Regeeting,. volkomen gewettigd isy zodanig, dat er niets in den weg is gebleven , waarom deBurgery niet zoude gefield worden in het dadelyk genot en; de posfesfie van hetzelve Reglement, en wel voornamentlyk dat, ten effeéte van hetzelve, niet langer konde getardeerd worden met de Eleétie en Introductie van het daar by vaft. geftelde Collegie van Gecommitteerdens uit de Burgery, volgens den inhoude van bet Vierde Hoofdftuk , om dat het verdere verwyl van die introduétie notoirlyk ftonde uittewer. ken, dat aan de Burgery hetzelve Reglement, met den 12 Oélober dezes Jaars, volftrekt en geheel vrugteloos zoude worden. Waarom de Burgery,, tot voorkoming van het zei» Bz ve,  ( 3 ) ve, en na dat zy na de beëdigde Introductie van bet Regie, ment nog drie Maanden hadde uitgezien, in die verwagting dat alle verdere bezwaren, en wel voornamentlyk ook die bet Proviriciaale aangaan, zouden zyn weg genomen, en zy in het volkomen effect van alles zoude zyn gefteld geworden; dan dat, ten opzigte van de Provinciale Bezwaren, de eene diie maanden voor en de andere driemaanden na, zonder afdoening, ja zonder begin van zaken, zyn verlopen; waarom de Burgery, na drie maanden wagtens, zedt rt het verloop der voorgemelde beëdigde Introductie, geoordeelt hetft niet langer verftoken te moeten blyven van het daar by valt. gefielde Collegie van Gecommitteerden, te min, daar de plaats hebbende vacaturen in den Raad niet toelaten , dat dezelve langer onvervuld blyven, maar dat op de vervulling van dezelve, na de ordre van Regeering, binnen den behoorlyken tyd, werde voorzien. Waarom de Burgery dezer Stad, met obfervantie van de ordre, by het beëdigde Reglement voorgefclireeven, den 19 Juny dezes Jaars, in alle de acht Compagnien, door de Schutters, Üitkopers, Wachtvryen en Stem-Gtr.chtigdens, is toegetreden tot het verkiezen van Zeftien Perfonen, uit ieder Compagnie twee, om ingevolge van bet meergem. Reglement, voor de eerfte vier Jaaien, uittemaken het Collegie van Gequalificeerde Gecommitteerden uit de Burgery, zo «ls de Burgery, na die Verkiezing, daar [van im» mediaat behoorlyke kennisfe heeft gegeven aan den Heer eerften Burgemeefter dezer Stad, met verzoek, dat, ingevolge van het XXIfte Art. van het meermaals gemelte beëdigde Reglement, zyn Ed. dit verkoren Collegie geliefde in den Eed te nemen. Dan hoe zeer het voorfz XXIfte Art. daar. omtrent klaar is, wierd daarinne door zyn Ed.gedifEcuIteert, zo dat de Burgery zig genoodzaakt vond, om door haare Gecommitteerdens, by Adres aan den Raad, op den 20 Ja. ny dezes Jaars, te verzoeken, dat haar Ed. Groot Acbtb. ter wegneminge van de voorfz. difficulteiten, den Heer eer. ften Burgemeefter, ingevolge van het Reglement, geliefden te verzoeken en induceren, om de gemelte Zeftien Gtëligeerde Leden in den Eed te nemen, immers by weigering van gemelte eerften Burgemeefter als dan daarin zodanige dispofitie te nemen , waar door de Burgery het volkomen effect van die Electie, ter dadelyke introductie van hetzelve Collegie, bekome. „ Dan, inplaatze van daarop een dispofitie overeenkom ftig aan het Reglement te bekomen, wierd de Burgery daarinne gedilayeert, zo dat zy zig genoodzaakt zagen, ten fine van nadere inftantie en voordragt, aan Heeren Burgemees» teren verzoek te doen tot het beleggen van een extraordina ris Vergadering; dan, wat middelen ook daar'toe in het vriendelyke en meer ernftig zyn aangewend, heeft bet do Burgery niet mogen gebeuren, dat billyk verhoor te erlangen, maar integendeel zig in haare Gecommitteerdens zodanig behandelt te zien, als in een extraordinaire Utrechtfche Courant, den 27 Juny 1786 uitgegeven , aan het publiek is medegedeelt geworden; invoegen, dat de Burgery zig tot den 26 Juny den weg gefloten zag, om hunne nadere inftantien tot het in den Eed nemen van het bovengamelde Geëligeerde Collegie van Gecommitteerden te kunnen voordragen, wanneer het de meerderheid van de Leden van den Raad dezer Stad al wederom goeddagt , aan de billyke voordragt van de Burgery niet te defereren, of daaraan gehoor te verleenen, maar onverzettelyk te blyven perfifteren by de Refolutie, den 20 daar te voren genomen, en boven dien door het nemen van een befluit, waar door het thans maaralleen van hef goedvinden van Burgemeefteren behoeft aftehangen, de Burgery te ontzetten van bet Regt tothet beroepen eener extra Ordinaire Vergadering van den Raad; alle handelingen, welke ten duidelykften aantonen de ongenegenheid en onwilligheid, van de meerderheid der Leden van onzen Raad , om aan de Burgery te prefteeren het effect van het voorzeide geïntroduceerde en bezworen Reglement; en er mitsdien aan de Burgery geen anderen weg opengelaten is, dan om zig, ingevolge van betdoor hen verkregen recht, en op gronden van dezer Stads Rechten en Voorrechten, te dellen in het dadelyk bezit, en het genot van dat bezworen Regie» ment. Waarom de Burgery, alvorens daar toe over te gaan, te raden is geworden, op den 3 dezer lopende Maand July, aan den Raad te doen ele uiteindelyke voordragt, waar van wy een Exemplaar hier neveris gevoegd hebben. „ Een voordragt, waar-toe de meerderheid der Leden van onzen Raad. door de behandelingen, deswegens aangedaan, dezelve genoodperft, en als afgedwongen heeft. ——— Een voordragt van dien aart, dat onze Burgery om de gevolgen, welke dezelve by de aanhoudende weigering, en het blyven perfifteren van de meerderheid der Leden van den Raad notoirlyk ftaan te hebben, haar in de onvermydelyke verpligting gevonden heeft, dezelve ter kennisfe van UEd. Mog. en de verdere Leden van bet Bondgenootfchap te brengen, in de hope en dat vooruitzigt, dat, daar onzeBur» gery vertrouwt, dat zy aan geheel NEDERLAND de doorftraltndfte blyken van regelmatig gehouden gedrag, ter be» komingevan het verzogte redres haarer bezwaren, gegeven heeft, en daarinne alle mogelyke gedults-oefteningen hebben  ( 9 ) ben ondsrgaan, dat zy met deezen ftap, op gronden van de Unie, tot de gezamentlyke Staaten en dus ook tot UEd. Gr. Mog. beeft mogen toetreden, als Hoogftdezelve, voor zo veel onze Burger; verfeert in bet geval der Rechten en Voor. rechten, onze Stad en derzelver Burgeren en Ingezetenen toekomende , uit kragte van het eerfte Artikel van het Verbond van Unie, door hen mogen geadieert worden; gelyk onze Burgery dan ook by deaen, met alle vereifchte boog achting en verfchuldigde veeeratie, voor een zoo hoogen Bondgenoot als UEd. Gr. Mog. doen, met verzoek en in vertrouwen, dat UEd. Gr. Mog. zig onzer niet zullen gelieven te onttrekken, om aan onze Stad en Burgery gunste lyk te prefteren dis middelen, waar toe wy, ter hsndhoudinge van onze onvervreemdbaars Rechten en Voorrechten, en ter bevefliging van dezelve, ons mogen veroorloven ors recours tot UE1 Gr. Mog. te mogen nemen. [Te meer vervrymoedigd onze Burgery dit zig ten aanzien vanUEl, Gr. Mog. als zy zig te binnen brengt, dat UEd. Groot Mog. in de vroegfte tyden, by de erectie van deze Republiek, door MisfiVe, gefchreven aan de Burgery de zer Stad, en wel ook aan de Acht Burger Hoplieden van die Compagnien, welke als nog in wezen zyn, en waar uit deze thans hervoorkomt, den grond hebben gelegd tot het aangaan van dat eerfte Verbond, Satisfactie en Accoord, over het Gouvernement deezer Provincie , den 9 October 1577, met UEd. Groot Mog. en de Heeren Staten van Zee. land, mitsgaders zyne PrinciSyke Excellentie, gearrefteert en gefloten, waar toe, van wegens onze Burgery, metbe» hoorlyke Credentie, den Hopman J. J. van Leenput, is afgevaardigd geweest, endaar onze Burgery, en derzelver Hoplieden, dus voor het aangaan van de Unie, zig met UEd. Groot Mog. uit kragte van die overeenkomst, als waarborgen, mede fpecialyk termaintien en handhouding van alle onze Rechten, Privilegiën, Exemptien, Vryheden en Gewoonten , die wy van alle oude tyden gehad hebben, ïodanig verbonden zagen; vertrouwen wy, dat de Burgery van die zelve Stad , door h^are Gecommitteerdens uitdiezelve acht Compagnien, als nu by UE^ Groot Mog. geene Inftantie zullen behoeven aantewenden, ter behoud van die zelve Rechten en Voorrechten, waar toe zy met UEd. Gr. Mog. zig voor de Unie, in het overgaan tot het voorfz. Verbond , toegetreden zagfn , en waar toe UEd. Groot Mog. aan ons zedert te meermalen de bevindelyke blyken gegeven hebben], „ Het is dan in naam van de Burger-Schutters, Üitkopers enWagtvryen van de Acht Burger Compagnien dezer I. Stuk. No. 3. Stad, dat de Ondergefchreve Gecommitteerdens deeze aan UEd. Gr. Mog. voordragen, en daar op UEd- Groot Mog. gur.ftige refisctien en hoogltderzelver invloed eerbiediglyk imploreren. En hier mede ED- GROOT MOG. HEEREN! Bidden Wy, dat de Allerhoogfle UEd. Groot Mog. in 2yne gunflige hoede en befcheiming neme: terwyl wy ons met alle veneratie tekenen. UTRECHT, UEd. Groot Mog. DienfiwiU den 5 July 17Ü6. lige Dienaaren. (wasget.) Uit na-im en lf.fl van de Burger.Schutter-, Üitkopers en Wagtvryen van de acht Burger Compagnien, binren Utrecht. Uit de Cmpagnie TURKYEN. G. Bentink, J. A. d' Averhoult, Jf. van Dyk, C. van Berithcm. Uit de Compagnie HET PAAPEVAANDEL. J. H. de Ridder van Almkerk, D. \J. dt Ridder, Anz, de Vry, Herm. Kruis. Uit da Compagnie 'T FORTUINJb.de Joncheere, J: van Lidtdt Jtude Junior, G:Heetvelt Adz., J: Carels. Uit de Compagnie DE BLOEDKUYf. J: C: Fronckert, M: J: Eyck, G: van de Vooren, C: va» der Afo'jlen. Uit de Compagnie DE ZWARTE KNEGTEN. A: van Et'dik, jf: C: des Tombe, R: Molenaar, D: van Dott. Uit de Compagnie DE ORANJE-STAM. A: Abeleven, G: C: Egeling, J: van der Ven. Uit de Compagnie DE PEKSTOKKEN. Paulus Bofch Bois, Petrus de Koning, Corns: van Hengelaar, W: Overwyn. Uit de Compagnie DE HANDVOETBOOG. O: D-.Gordon, J: Vofs van Zyl!,* J: Lubberding, Gt: Roggeveen. „ De Circulaire brieven aan de anderen Bondgenoten ,, waren van dezelve Inhoud , uitgenoomen dat bet tus„ fchen [] gefielde, in de Misfive aan Holland , in die ,, aan de Staten van Gelderland, Friesland, Overysfel en „ Groningen was weg gelaaten, en in dien aan de Staaten ,, van Zeeland, door het voigende was aangevulr. ., Temeer vervrymoedigd onze Burgery dit zig, ten a.inC zien  C 10 ) zien van UE\ Mog. a's zy zig te binnen brengt, 4 t UEd. Mog. en de Heeren Staten van Holland der* giond gelegd en vervolgens als waarborgen met ons tot Hand gebragt heb ben het eerfte Verbond en Accoord , over het Gouverne ment dezer Provintie, n.et zyne Princelyke Excellentie, den p Oftober 1577, gefloten, waartoe van wegens onze Burgery den Hop.nan J, J, van Leenput, met behoorlyke Credentie, is afgevaardigd geweeft; endaar onze Burgery en derzelver Hoplieden zig dus voor het aangaan van de Unie met UEi. Mog. uit kragte van die overeenkomst, als waarborgen, en zulks mede fpecialyk ter maintien en handhou ding van alle onze Rechten, Privilegiën, Exemptien, Vryheden en Gewoonten , die wy van alle ou^e tyden gehad hebben, zodanig.verbonden zagen, vertrouwen Wy, dat de Burgery dezer StaJ, by UEd. Mog. geen* inftantien zal behoeven aan te wenden ter behoud van die zelve Rechten en Voorrechten, waar toe zy met UEd. Mog. zig voor de Unie tot het voorfz. verbond toegetreden zagen." „ Zynde alverders door de Gecommiricerde uit de 8 Bur ,, ger C)mpagnien, het Declaratoir van dên 3 July aan alle „ de Schutteryen en Genoodfchappen,, by de volgende Mis. five toegezonden. WEL EDELE GESTRENGE en MANHAFTE HEEREN! „ Wy hebben ons alhier "in de onverinydelyke noodzake bevonden, om ons by een Adres en Verklaring, van inhoude, als het hier nevensgaande Exemplaar UEd. Geftr. en Manh. zal komen te inforineeren, aan or«e Magiftraat te vervoegen, en hebben befloten, aan alle en een ieder, waarmeede wy ons, uit kragte van het Bondgenootfchap, verbonden zagen, daarvan kennisfe te geeven, waartoe wy, ingevolge van het 25 Art. van de Ueie , oordelen meede te behoren alle Schutteryen en gewapende Genoodfchappen, als welke met ons onder de verpligting leggen, de Unie te moeten onderhouden, offchoon zy dezelve thands niet alle mogten bezworen hebben. En daar wy alhier or.s bevinden in het geval ter wederverkryging van onze Regten'en Voorregten, ingevolge van een met ons gereguleerd, geap. planeerd, gearrefteerd, en met Eede bezworen geïntrodu» ceerd Reglement van-Regeering, op welkers effefl: ten aan• zien van een intevoeren Collegie van Gecommitteerdens uit de Burgery wy infteeren, als door ons op den 10 Juny met obfervantie van alle vereifchtens, by dat bezworen Regie» ment voorgefchreven , wettig geëligserd; over welkers in den Eed neeminge en dadelyke introductie wy, vermits de weijering van de Meerderheid der Leden van önzen Raad, tot dat befluit hebben moeten komen , als UEd. Geftrc Manh. hier nevens ontwaren, waarvan wy de gevolgen ," in. gevalle van aanhoudende weigering, te zeer dugten ; en daaiom zyn wy te raden geworden, UEd. Geftr. en Manh. hiervan prealabele kennisfe te geven, in dat vertrouwen, dat UEv'. Geftr. en Manh. aan ons wel zult gelieven te prassteeren, 't geen wy ingevolge var. or,ze wederzydfche verplig. ting gehouden zyn aan den anderen, op onderlinge requifitie, tot handhaving cn verzekering van onze Regten en Voorregten toetebrengen. En in dat vertrouwen is 't, dat wy, UEd. Geftr. en Manb. in de gunflige befcherming van God Almagtig beveeleude, ons tekenen te zyn enz. (Was, uit laft en naam der 8 Burger-Schutters Compag. nien, door Gscoramiteerdens derzelven, getekend, en innaam van Gecommitteerden: C'. C. Egeling. „, Van welk declaratoir en verdere indamden, dooreeneComi „ misfie van 4 Heeren uit de Burgery', beftaande in de Heeren ,, Gordon, D' Averhoult, Lidt de Jeudé, en Pronkert, daar „ toe na s' Mage gecommitteerd, aan den Franfche Ambasfa„ deur, Copien overhandigt zyr i met de volgende Misfive. Aan zyne Excellentie den Marquis de VERAC, Ambasfadeur van Zyne Aller Chrifielykjle Ma» jefteit van F.ankryk by deze Republiek*. Hseft het onze Burgery mogen gebeuren, -de eerfte bfyken te geven van hoogagring en vertrouwen voor de gehei. ligde Perfoon van Z. M. van Frankryli, als zy by de Staren dezer Provintie den voorflag deden tot het aangaan van eene Alliantie met deze Republiek, welke jongft tot ger re» gen van geheel Nederland is aangegaan en tot ftand gebracht. De gtfignaleerdfte blykee van toegenegenheiden oprechte gezindheid van Z. M. t' onswaarts, moeten ons onop» houdelyk aanfporen, alles toe te brengen, wat tot het eff-ft en ten nutte van dat verbond (trekken kar. 't Zoude zekerlyk aan Z. M. geen nut ter wereld aanbrengen', zig in een verbond te zien met een Volk dat geen prys ftslde op het behoud en bewaren van hare Rechten en Voorrechten, waar in de grond van haare fbrkte gelegen is. Vonden wy ons in het tydftip, dit wy den voorflag tot de zo gelukkig tot ftand gebragte Alliantie deeden , werkzaam, in het opmaken van de Pointen tct redres van die bezwaren, welke ter wedcrherftelling en verkryging van onze Rechten en Voorrechten op gronden van onze aloude Regerings ConlLtutie toekomen. En  En zyn wy, wat ons Stedelyk beftiei' betreft, daarinne tot zo verre geflaagt, dat eindelyk door de Regering met de Burgery dezer Stad is gereguleerd, geapplaneerd e comtnitteerdens uit de Burgery uittemaken. Als waaromme de Vroedfchap, na rype Deliberatien, om de redenen en advyfen, by-de hier voren gemelde overgelegde fchrifteiyke Advyfen van de groote Meerderheid van de Leden van den Riad , geallegueerd en gededuceerd, geoordeelt en verftaan heeft, aan het verzoek der Gecommitteerdens tot beëdiging van de bovengemelde 16 Leden, om een gequalificeerd Collegie van Gecommitteerdens uïtdeBurgery uittemaken, niet te kunnen of te mogen defereeren , maar het zelve te moeten afflaan en wyzen van de hand. En heeft de Vroedfchap al verder verftaan, zulks declareerendeby deeze, dat de inleveraaren der Adresfen geheel niet bevoegd zyn, gelyk zy zulks preiendeeren en voorgeven, by derzelver Adres van den 3dsn July, om de Ltden van de Vroedfchap eigener authoriteit vervallen te verklaaren van hunnen poft, en diensvolgens uit den Rajd te removeeren, en anderen in hunne plaatfen te ftellen: verkla. rende de Vroedfchap daar te-gen wel txpresfelyk te prctefteeren by deeze; Dan gal de Heer de Ridder tegen deeze'conclufis over het hier navolgend fchrifteiyk Prottft, hier onder mede geinfereerd. Sub No. ir. En is hier mede deze Sesfie geëindigd, en deeze Extraordinaire volledige befchryving gecontinueerd tot op aanftaanden Maandag, den 31 July, op htt ordinaire uur, omme het genotuleerde van heden te reiumeren, De hier voren gementioneerde Misfivens en fchrifteiyke Advyfen zyn deze navolgende: No. 1 Eene Misfive van den'Hr. Oud Burgem, Verheelt. 2 Eene Misfive van den Hr; Oud-Burgem. van der Dusfen, Hr. van Derthuizen. 3. Advys van den Heer A. H. Eyck. 4. Een fchrifteiyk Advis van den Heer Buddens, het welk meede ondertekend is door den Hr. Burgemeesfteren Loot en en van Bronckhorft, Oud. Burgem. van Mujfenbroek en van Beeck, Heere vanBykvelt, de Heeren Raaden Wieling, de Joncheere, Fes» ters. Zaal, van Evjyck, Nahuys en Odé. 5 Een Misfive van deri Heer van Weftrenen. 6 Een fchrifteiyk Advys van den Hejr van der Boes. 7 Eene Misfive van den Heer van Romondt. 8 Een fchrifteiyk Advys van den Heer van Senden, Smisfaert en van Haeften, met byvoeging van een Concept Eed voorde Gecommitt. uit de Burgery, waarby zich de Hr. Eyck gevoegd heeft. 9 Een fchrifteiyk Advys van den Hr. Daunis. 10 Een fchrifteiyk Advys van den Hr. Crayvanger. 11 Een fchrifteiyk Advys van den Heer de Ridier. met eer. annex Proteft tegen de genomen Conclufie. 12 Eene Misfive van den Hr. Verfhoor. 13 Een fchriftelyK Advys van den Heer Falck. 14 Een fchrifteiyk Advis van de Hf. Abbema, mefle ondertekend door den Hr. Ivey. i|5 Een  C 13 > SS Een fchrifteiyk Advis tan den Hr. Wotrtman, me* de ondertekend door den Hr. Voet van Winfen. s6 Eene Misfive van den Heer de Leeuw. 17 Een fchrifteiyk Advis van den Heer van Dielen. 18 Een fchrifteiyk Advis van den Heer D. J. Matte*t, 19 Een fchrifteiyk Vootfiel van den Hr. van Haeften. 2c Een fchrifteiyk Advis van den Hr. J, A. Martens. 21 Een fchrifteiyk Advis van deHn.BurmanenvanDam En luiden dezelve als volgd. Accordeerd met voorfz. Refolutie. In kennisfe van my J. W. du R.UEVER. der Raden in de Vroedfchap, dezer Stad, over de ADRESSEN der Burgery van 20 J:my en 3 July. No. I. Ed. Groot Acbtb. Heerenl —- De ondergefchreven (zonder zig enigzins intelaten over de wyze, -waarop men het geprojecteerde Regeerings Reglement op den avond van den 20 Maart 17E6 heeft zoeken te introduceren, en door een klein gedeelte der Burgery doen beëdigen) heden moetende delibereren over het verzoek, door de Burgery gedaan, om haare Gecommitteerdens, ingevolge het 4de Hoofdftuk van het door bun genoemde nieuw gearrefteerde, en door de Burgery op den 20 Maart de-zes jiars beëdigd, Reglement door den Heer eerflcn Burgemeefter te doen in den Eed nemen, betuigt als nog te peifisteren by deszelfs gedaan De« claratcir, den 24 Maart dezes Jaars, in deezer Stads Notulen geinfereerd, en zoude daarom van gedagten zyn , dat het zelve verzce-' voor als nog behoorde te worden gedeclineerd, dewyl er zynes bedunkens geene préparatoire introductie van een nieuw Regerings Reglement kan plaats heb ben, zo lang het zelve niet alvorens op eene wettige wyze is geïntroduceerd. UTRECHT, den 25 Jnly 1785. (was getekend)_ HENDRIK VERBEEK. II. Ed. Groot Achtb. Heerenl —■ Uit hoofde van myn hooge Jaren en zwakke ligchaasns gefteldheid het my onmogelyk zynde, om ingevolge Vroedfchaps Refolutie van den 3 dezer lopende Maand op de extraordinaire Vroedfchaps volle befchryving van den 25- dezer te compareren, om te delibe ren over de Adresfen den 20 Juny en 3 July dezes Jaars door Gecommitteerdens uit de 8 Schutters Coropsgnien, Wagtvryen en Üitkopers aan Uw Ed. Gr. Achtb, geprefenteerd, ben ik veplicht, Uw Ed. Gr. Achtb. by deeze kennis te geven, dat ik zonder eecigzins ititetreden ia de lefi- I. Stuk. No. 4 ve termen "en Dcchiraloiren, by gemelde Adresfen bevat, my uit hoofde van myn meermaals geadvifeerde onbevoegd rekene, cm het verzoek door Gecommitteerdens daarby gedaan , namelyk het in den Eed neemen van de 16" Gecommitteerden uit de Burgery, te accorderen, als ftrydig zynde met myn Eed op bet Regerings Reglement van 1674 gadaat), en dierhalven het zelve declinere en wyze van de hand. Verzoekende deeze Misfive ter myner decharge in Vroedfchaps Notulen nrg worden geinfereerd. Waarmede ds eete hebbs te blyven metalls agting. Ei. Gr. Achtb. Heeren ! U Ed. Gr. Achtb. Onderd. Dienaar den 25 July 1785 (was getekend) A: J: v. DUSèEN. 111. Edele Groot Achtb. Heeren'. — Hst is UEd. Gr. Achtb. bekend, dat ik tegen de volle befchryving geweest ben, als begrypende, dat het niet nodig wa», nader te dcübereeren over het in den Eed nemen van 't Collegie van Gecommitteerdens uit de Burgery; dan my nogmaals moctïnde uiten , ftemaie ik als nu te gereder in het verzoek, ten dien einde door de Burgery gedaan: En zo de Meerderheid het anders mogte begrypen, Waarvan ik het tegendeel ben hopende, als my flitteerende, du deeze volle belchryvinge met die goede intentie van de Meerderheid der Raden bepaaldelyk gedaan mogtzyn, om aan de Burgery blyken te willen geven, dat haar billyk verzoek, den gebeelen Raad behaagende, ook door alle de Leden, ten mtufte het grootfle gedeelte van de Vroedfchap, ten genoegen van de Burgery zal afgedaan, en de Beëdiging toegedaan worden. Indien de Borgery het wezentlyk ong«Iyk aangedaan word, en men hfct i-fF.ft van dit regtmatig verzoeK aan haar blyft weigeren, of door een of ander orvoldoenend uitflel, of dilay, tot geen ge« noeglyke afdoening (zittens deze vergadering) komt, agt ik royverpligt, te declareeren, van nu af aan, niet te willen initaan vooralle de gevolgen, die daaruit zouden kunnen , en natuurlyk moeten voorkomen, (aangezien de Burgery, vooral in gevolge het gedeclareerde by het laatfte Adres, of , Manifest, zig niet kan laten befpotcen.) En v*el Ed. Gr. Acbtb. H*eren, het is geen geringe zaak ! het is van te veel panbelang; de gelegentheid fchynt thans nu nog daar te zyn, dat het veel van de^ze vergadering, én Refolutie van den Raad zil afhangen, de g-.negentheiui van de Bu:g."ry nog te herwinnen, of wel iefs te zien gebeuren, daar ik n yre ge dagten liever van wil afwenden, en het fordyn voor dat to neel laten neder vallen ! Ik bedoel het gedeclareerde van de Burgery by het gemelde laatjfe Adrts van den 3 July dezes Jaars: Althans, hce bet dan zy> ji/flj(;': » gelyk  ik reeds gezegt heb, UEd. Gr, Agtb. anders mogten con. cludeertn, dan in gevoige de begeerte van de Burgery, zal ik het alles ter verantwoording en voor rekening overlaten vau die Ikerer, die daar oorzaak toe geeven, of gegeven zullen hebben, en my onfchuldig rekenen van al het geene,. het zy vroeg of laat, daaruit kan voortvioeyert. UTRECHT, den 25 July 1786. was get. A: H: EYCK, IV. EDELE GROOT ACHTBAARE HEEREN! Wanneer ik'my rappelletre al het gene in deze Vergadering is verhandeld, en de menigvuldige opieften dis van tyd tot tyd, t' zedert het Publiceeren van des Vroedfch.ipsRefo lutie van 13 April 1784, concerneerende de opgave van alle zodanige wettige bezwaaren, als dezer Stads Burgeren en Inwooriders zouden vermeentn t« hebben, de deiiberatien van dezen Raad, betrekkelyk de dair uit ontftaane gevolgen uitgemaakt hebben, zoude ik waarlyk volgens overtuiging van myn geweeten geloven moeten aan eer, eed' en plicht die ik als Regent aan Stad en Burgery fchuldig bjn ten boogftfj te kort te doen, zo ik voor UE. G:. Achtb, zoude willen verbergen myne uiterfte furppfe over het laatde ingeleverde addres, en opgevolgd Manifeft gelyk men het zelve beeft gelieven te noemen: zo dat een en ander refpeétivelyk op den naam van Gecommiteerdens uit de acht Burger Compagnien v^n wegens Schu:ters, Wachtvryen en, Üitkopers, te zamen uitmakende de fterngerechtigden uit de Burgery ter Vroedfchaps Vergadering van den ao Juny en 3 July laaftleden ingediend , en tl ans het onderwerp van de overweegingen dezer extraordinaire voile befchryving zullen moeten uitma ken. AI gewoon zynde aan den ftyl, waar van zints eenen geruimen tyd, Geconiti-ueerdens en Gecommitteerdens uit den naam van derzelver Cor.ftituaruen en Committenten gewoon zyn, zig, by hunlieder voordraagingen aan den Raad dezer Slad als Reprtfentanten van hunlieder Principalen, te bedienen , zal ik my niet ophouden met de uitterlyke forme waar meede het aan vorengem. Gecommitteerdens goed gedacht heeft aan dezen Raad een peremptoiren tyd en wel van vier weeken, voor te dragen binnen welke de Burgery begeert en infieert dat de beëdiging van de door hen genomineerde en geëiigeerde zeftien Lee den, om uit te maken betgequalificeert Collegie van Gecommitteerdens uit de Burgerye, dadelyk gefchieden,.en dit alles onder zodanige Comminatoire Declaratoiren als daar by al verders gevonden worden, en aan UEd. Groot Achtb. te over bekend; mitsgaders in de Notuka^jugggi'', Vroedfchap breder te kezen zyn: Dan my, ter juftificatie van myne zo even gedeclareerde furprife' 0» ver dit gehouden gedrag, eeniglyk borneeren, tot het onderzoek van de Wettelykheid van de gronden, waar op men van de zyde van de geheele ftemdragende Burgery, immers uit derzelver naaroe fuftinetrt bevoegd te zyn, om, in de eerfte plaatze te legeeren en te hipeeren, dat de beëdiging van de door hen verkooren zeftien Leeden om uit te manken het gequah'ficeett Collegie van Gecommitteerdens uit de Burgerye, dadelyk door deeze Vroedfchap gefchieden, en dat wel binnen vier weeken, na bet inleveren van het daartoe dienend Manifest; en dan, in de tweede plaatze, met wat recht, men zig van de zyde van Gecommitteerdens, de Burgery deezer Stad de qualificatie zoude kunnen toekennen om, in. cas van weigering ofte dilay, zich niet alleen te kunnen fttllen in het dadelyk bezit en genot, van het Reglèment waar op door de Burgerye den 20 Maart laatftleeden in handen van de Heeren de Ridder, Smis/aerten van Haeften, benevens den Secretaris Falk, als daar toe by UEd. Gr. Achtb. gecommitteert den Eed afgelegd zoude zyn, maar ook om alle Regenten, die tot het dadelyk doen beëdigen van evongem. zeidien Leeden binnen den voorfz. tyd zouden mogen denken te moeten difficalteeren , te mogen houden' a's van de Regeering en Poften vervallen te zyn, ten-effcéte als breeder by het ingeleverd zogenaamd Manifeft. Ik zal echter in dit onderzoek trachten kort te zyn, eir daarom my voornaamlyk bepaalen , omtrent het geen, 'r welk van de zyde van Geco nmitteerdens uit de agt Bur°er-Compagien, buiten controverfie gefteld word, in faBo gebeurt te zyn, en in diervoegen den piircipalen grond van' alle de zo evengem. vorderingen en daar aan geannexeerde comminatien, in cas van weigering of di.'ay, sis natuurlyke' gevolgen dier gebeurtenisfen uitmaakt: feoe zeer bet zelve, zo ik myniet bedriege, in allen opzichten ten uiterften is abufive eB erroneus. Ik heb) namelyk gedacht, dat, indien ik my in ftaat zoude meenen te bevinden, het abufive. en erroneufe dier in faBo gelegde grontlen , te doen zien, ik, ter goedmaking van myn bevreemding over de ten deeze gemaakte Adresfen, Bevelen en Declaratoiren befchouwt met dezelver gevolgen, my zoude kunnen difpenfeeren om de attentie van UEd. Groot Achtb. op te houden, meteen vertoon hoe zeer het erigeeren van een zodanig gequalificeerd Collegie van Gecommiteerdens uit de Burgerye, als nimmer eenige grond kunnende vinden, in het geene men van de zyde der Burgerye, zoude kunnen begrypen te moeten dienen, ter wegreemirg van eenige wettige bezwaaren, over- eenkomfig Stads Rechten, (tot welkers opgave zy nochtans alleen  ( *5 ) «Uesn by de Publicatie van de Vroedfchap op den 17 April 1784, als een eenig gevolg van het gerefolveerde ,by de Snus Cemraisfie van negen Heeren, ter Vergidering v.in Hun E I. M g. op den 25 February bevorens ged cemeert, om te onderzoeken en Hun Ed. Mo^, te advifeeren, wel» ke middelen zouden behooren by de hand genomen te wor. den, om met wegnetming van alle wettige bezwaaren der Ingezetenen , de harmonie en goede ordre binnen deeze Provincie en onder derzelver Ingezetenen te berdellen tn te conferveeren , opgeroepen waren) niet alleen ten ee> nemaale e*ageerde buiten het oognerk van de gedaare oproi ping : als die , zeekerlyk , noch na derzelver noch naar derzelver} oogmerk geenzins geftrekt he den ooit gehad te hebben. Maar Ed. Groot Achtb. Heeren dit alias, hoe decifoir naar myn oordeel ook, eens voor een oogenblik ter zyde geftelt, wat i» er toch op dsn 20 Maart iaatflleeden in faBo gebeurd, dat de zogenaamde wetteJyke confirmatie van het gerefolveerde op den 20 Deeember 1785 zoude moetan uitmaaken ? Hoe lange ook de Dsiiberatien van den Raad op dien dag gehouden , en van hoedanige fatigante oji> Handigheden, die zoo wel ten refpettive van den Raad, als van de Schutterye verzslt mogen zyn geweeft , nimmer is daar gerefolveert of gearrefteert;. dat de Refolutie van den Raad op den 20 December 1785 aan den Raid afgeperft, en uit dien hoofde by Refolutie en Publicatie van 6 Msart buiten effect gefield, dadelyk zoude worden ten effecte gebracht of als noch naar derzelver forme en inhoud geratificeert. De Vroedfchap was ten dien einde niet geladen, veelmin om een werk van zodanig gewicht en gevolg Wettelyk te kunnen verrichten , behoorlyk na voorgaande befchryving gelaaden, en zoude ook, naar de omftandigheden waar in de zaken zig toenmaals bevonden, niet hebben kunnen worden gelaaden. De Burgery was ten dien einde ook niet opgeroepen, of. fcboon het waar is, dat men jvan de tegenwoordigheid des Raads, van wegens de vergaderde Schutterye, zo verre die zig als toen op hun lieder refpeftiva Loopplaatzen, ter voorkoming van alle desordres, die te dier tyd fcheenen gevreeft te kunnen worden, het gebruik heeft kunnen goedvinden te maken om aan dezelve te proponeeren, van zig hoofd voor hoofd te willen declareeren, in hoe verre zy het zogenaamd gereguleerde, en metGeconftitueerdens enGecom. mitteerdens geapphneerde en p.rovifioneel gearrefteert nieuw Stads Regeerings Reglement al of niet zouden willen beëedigen, en daar toe itterativemftantien op onderfcheidene wyze te doen; maar nochtans met geen ander gevolg Ed. Groot Achtb. Heeren dan dat, ter dier tyd niemand van de Raaden gevonden is, die van zig-heeft kunnen verkrygen om den Eedt, op het zogenaamde gear-pianeerde nieuw Stads Regeerings.Reglement dadelyk af te leggen of erkent heeft, dat het zelve van de zyde des Raads konde worden geï itro> duceert, zo lange de Leeden des Raads zig niet anders befchouwen konden , dan als in Coriormi é van het Regie- J. Stuk. No. s. ment va» den Jaare 1674 > derzelver refpecllve Poften vai Magiftrature te bekleeden. Dit nu zo zynde, komt hetmy Ed. Groot Achtb. Heeren met relatie tot de gedaane vorderingen ea inftantie der Ge* committeerdens uit de acht Burger Compagnien thans het onderwerp van de Deliberatien van de Vroedfchap uitmakende, als v,an weinig belang voor, zoo al op tdienzelven 20 Maart 1786", van wegens de toenmaal vergaderde Leeden des Raads eene Commiffie op de Heeren de Ridder, Smit • faart en van Haeften, benevens den Secretaris Falk, gedecerneert zoude zyn , ten fine de als toen op de Neude vergaderde Schutterye te voldoen, op derzelver begeerte en yverige inftantien, den Eed op het hier vorens meermaal gemelde Proviii.jneel gerefolveert en geapplaneert Plan van Regeerings Reglement hunner zyds te doen beëdigen. Want om nu niet intetreden, en wel eerftelyk ten rtfpecte van den Raad, hoe het zig omtrent het decerneeren dier Commisfie ter dier tyd alhier in den Raad heeft toegedragen, als wien aangaande de Heeren Raden, die dezelve bygewoond hebben, nocb in verre na niet eens zyn; uitivyzens de refpective aantekeningen deswegens in de Vroedfcbsps Notulen gedaan infereeren, en het geen ik ook te minder nodi* -oordeele, om dat al was het ook eens zo, dat aan de Wettelyke forme van die Refolutie al eens niet anders ontbrak, dan dat de toenmaals vergaderde Raad, onbevoegd was zodanig een Commiffie te decerneeren , veel min niet met een getal van vyf Kaden, of zo ik laatft gezien heb, dat men fuftineert, met een getal van elf Kaden, die tot het decerneeren dier Commiffie hunne ftem gegeven zoudea hebben, het zelve ten dezen volkomen genoeg zoude moeten zyn j en zonder in de tweede Plaatze ten refpecte van de Burgerye al mede alhier te willen onderzoeken, in^hoe verre die gezocht zoude kunnen worden, Wettelyk en in ordre ter dier dagen vergaderd te zyn geweeft, om hunne zyds het nieuw Regeerings Reglement voor zig en alle derzelver meede Burgeren den Eed aan te nemen, en te bekragirge» lchoon hier op al mede denkelyk noch veel aan te merken zoude zyn. Wat is er meer overeenkomftig aan de eerfte denkbeelden van recht en billykheid, dan dat niemand uit deszelfs eigene daden en handelingen eenig recht op en tegens een ander, die daar in tot dien einde nkt het-ft toegeftemt verkrygen kan, en derbalven dan ook, dat al eers toegeftaan zynde , dat door het geene in den avond van den 20 Maart 1786, binnen deeze Stad op de Neude, met relatie tot het beëdigen van het geappianeetd Regeerings- E Re-  ( 18 > Reglement door de daar toenmaa! Vergaderde Schutterye, voorgevallen is, ten opzichte] van de Burgerye voldaan geworden was aan het geene, hunne zyds, tot het dadelyk introduceeren van voorfchreeve nieuw Stad Regerings Reg. Jement vereifcht Werd, zulks immers in allen gevallen als dan noch niet zoude kunnen uitwerken; om daar uit, met relatien tot de Magiftiaat, die hetzelve niet al'een noch niet hadden beëdigd, maar in tegendeel daar toe verklaart hadden, voor als noch door folemneele Eede tot het contrarie verbonden te zyn, nut eenige fchyn van billykheid te kun. nen vorderen, hunnerzyds meede te werken,^ tot het dadelyk daar Rellen van zaaken, die zo lange het" nieuw Regeerings.Reglement niet in traia was gebracht, noch weezen konde erlangen of eenige fchyn van Wettelykheid konde verkrygen. Ik vlei my, Ed. Gr. Achtb. Heeren! dat.dit alles te famen en elk van dien in het byzonder genoeg zal moeten zyn, om voldoende reeden te kunnen geeven van myne furprife, met relatie tot de geëntameerde Proceduren van de zyde van Gecommitteerdens uit de acbt Burger Compagnien den 20 Juny en 3 July dezes Jaars zo by derzelver ingelevert addres als zoogenaamd Manifeft jeger.s de Magiftraat deezer Stad gehouden, ook dan wanneer ik het een en ander alleen zoude wiilen beoerdeelen, volgens het geen in faBo van die zyde onderftelt word gebeurt te zyn, en voor zoo verie ik dit alles gemeeut hebbe niet anders te kunnen en moeten befchouwen als Erroneus; en van de waare gefchapenheid dier gebeurtenis geheel cn al devieerende. En het is ook op dien grond dat ik deske voor het overige ook niet nodig te hebben, my zelve en de attentie van UEd. Groot Achtb. op te houden, met na te gaan in boe verre by de benoeming van de zeftien Perfonen om uit te maken het Collegie van gequalificeerde Gecommitteerdens uit de Bur. getye, zo dat op den 19 Juny deezes Jaars, gefchied zoude zyn, al of niet geobferveert zyn alle de vereifchtens die daar toe gerequireerd zouden werden, immers ik weetniet dat daar van tot noch aan de Vroedfchap gebleeken is, hoe zeer het nochtans van zelfs fpreekt, dat, alle andere Confideratien aan derzelver plaatze gelaten wordende, daar van voldoende aan de Vroedfchap zoude dienen gebleken te zyn, alvorens men dezelve door het in den Eed neemen als seodanig zoude kunnen erkennen, voor al aangemerkt het geene daar van by het Publyk kennelyk geworden is, ten deezen opzichte als niet genoeg voldoende fchynt befchouwd te kunnen worden. Het is dan om deeze reden, dat ik met betrekking tot het addres van den 20 Juny 1786 moet didareeren, niet alleen niet te kunnen inftemmen in het verzoek daar by op den naam van Gecommitteerdens van de acht BurgerCompagnien gedaan» maar ook my daar toe Eed, Ampt en Plichtshal ven onbevoegd te kennen, even als ik my op den 26Mai 1785, by den aanvang der deliberatien van den Raad over de toenmaals ingeleverde bezwaaren, my ter zaake van my nen Eed gedeclareerf hebbe, onbevoegd te kennen, die deliberatien, zo verre die zouden kunnen dienen tot het altereeren van het bezwooreue Regeeiing Reglement te kunnen bywoonen. Hoe zeer ik ook andera wel kan declaretren, zo zeer als iemand van myne meede Raaden, geneegen te zyn, om aan alles, wat, behoudens Stads Rechten, en welvaart der Burgerye, aan de Burgerye, ook met relatie tot het Stads Regeerings beftel, Wettelyke en Conftitutioneel, zoade kunnen worden geac cordeert, en met mynen hier voren gemelde Eed niet ftry» dig is, of bier namaals daar meede min flrydig beoordeelt zoude kunnen worden, zo veel mogelyk te gemoet te ko» m^n. En derhalven dan ook van advis zou^e zyn , dat op het gemelde ingelevert addres van den 20 Juny laatftleeden behoorden te worden geappoinfleert dat in bet verzoek daaf by gedaan niet konde worden getreeder. En belangende den inhoude van het ingeleverd Manifeft, en de refpective Declaratoiren daar by gedaan, Ik zal daar op Ed. Gr. Acbtb. Heeren alleen maar zéggen, datdlezelveËed, die my verplicht de Wettelyke bezwocrene Conftttutie van Regeering, zoo die thans nochïubfifteeft öp allerlei wyze te he'pen maintineéren, my ook teffens verplicht de Poft van Magiftratuure, zomydieop deniïOct.. 1785 Wettelyk is toevertrouwd met alle gevolgen van dien, te moeten en blyven waarnemen, zonder dat ik ooit zoude kunnen acquiefceeren aan het gedeclareerde by het ingeleeverd Manifeft van Gecommitteerdens uit de acht Burger Compagnien, ofte ietwes kunnen ofte mogen defereeren, daar by aan de bedreigde Remotie van alle zodanige Regenten als na verloop van vier weken na bet inleveren van meergemelde Manifeft de beëdiging van de zeftien verkorene Gecommitteerdens zoude willen delayeeren ofte tegen gaan. Verklarende in tegendeel, dat zoo men onverhoopt op den naam van de Burgerye ten dien Effefte. ietwes met de daad zoude willen ondernemen te werk te ftellen, teegens hetzelve met alle gevolgen en aankleevea van dien, voor dan als nu, en nu als dan in de befte forme ts protefteeren, onder fpeciaal Declaratoir van hetzelve  ( 19 jO ve te zullen houden en blyven houden roor dadelyke aders van incofiftitutioneel geweld , zonder daaraan ooit ietwes Wettelyk te zullen kunnen toekennen. Dan vermits ik voor my gelove verplicht te zyn, zo lange als ik de eere hebben zal , de poft van Raad op eene Wettelyke en Conftitutioneele wyze te bekleeden, de Rechten van Stad en Burgerye, en die meede in de ongefchon» der.e Confervatie van de Authoriteit van derzelver Magifïraat gelegen is, te helper, handhaven, en waar aan ik begrype dat merkelyk te kort gefchooten zoude worden, zo men niet deede blyken, dat de Raad immers in het begrip zoude kunnen valles, als of het aan de geenen, uit de Bur. gerye , welke de Inleveraars en Onderteki naars van htt meergemelde zoogenaamd Manifeft , genutborifeert zoude mooge hebben (wier getal en naamen onbek.nt zyn) vry aoude ftaan , den Raad deezer Stad het zy gel eel of gedee'telyk van hun lieder Poften en Magiftraits bedieningen, via faBi, te priveeren en dadelyk anderen in hunne plaatzen even onwettig aanteftellen, en daar toe door derzelver Gecommitteerdens zodanige aankondiging, als in deeze gefchiedis, te laatendoen: Meen-ik my inde noodzaaklykheid te bevinden , om aan UE. Gr. Achtb. te proponeeren of niet zouden gelieven goed te vinden om het meergemelde Manifeft, zonder eenige dispofitie aan deOndertekcnaais en Inleveraars uit te geeven. In welk geVal ik meede van dat advis zoude zyn. En ten einde van dit myn geadvifetrde, en gedaan Proteft en Declaratoir ten allen tyden zoude kunnen blyken, verzoeke ik het zelve in.deezer Stads Notulen mag woiden geüfereert. Tb. Ad. Boddeat. De Ondergetekende zo verre dezelve T. A. Zaal. prefent zyn gewet'ft, en uit de No- C. v. Ewyck. tulen komt te confteren, conforme- R. H. Nahuis. ren zig met vorenftaande Advis. Conformeeren de Onderg. J. W. v.Musfchenbroek, A.Ltttn zig met de Concltfie en T. A. Joncheere, J.F.v.Beeck, 'tgeen naden i20étob. W. N. Pejlers, C.B. Wieling, 1785 daar in gefteld is geworden. Utrecht A. v. Bronckborjl% den 15 July 1786 J. F. Qdi. V. Ed. Groot Achtb. Heerenl —— Myne Commiffie alhier my niet permitterende, in de extraord. volle befchryving tegen aanflaande Dingsdag, den 25 dezer te kunnen compareren , ten fine om als dan over de ingediende Adieffen mede te delibereren en refolveren, zo vinde myverpllgt, aan Uw Ed. Gr. Achtb. te moeten declareren, dat met iHhasfïe van 'tgeen bevorens op dergelylje materie meermalen heb gedeclareerd, en in Stads Notulen geinferreerd, als nog moet blyven difEculteren in 't geen by de refp. Adreflen is verzogt, alzo ik fteeds van begrip blyf, niet te kunnen concurreren tot vaftftelling of alteratie van eenig Reglement op de Regering, zo iang het Oude op eene Conftitutionele wyze niet is ingetrokken of gealtereerd, zulks naar myn oordeel geen Regent zonder zodanige alteratie, bevoegd is, het tegenwoordigo Reglement op de Regering, welks handhaving hy by Eede heeft belooft, te veranderen en deswegens andere fchikkiugo te introduceren. Waar mede,-na Gods dierbaarfte Zegeningen over Ui» Ed. Gr. Achtb. perzonen en'aanzienlyke Vergadering algefmeekt, en my in Hoogftderzeive protectie en Vriendfchap ta hebben aanbevolen, my noeme met te uiterfte hoogagting. Ed. Groot Achtb. Heeren! \J# Ed. Gr. Achtb. Onderdo Dienaar snMederaad. 'sHAGE den 23 July 1786 (was getekend) J. J. van WESTRENEN. ' VI. Ed. Groet Achb. Heeren! Hoe zeer ik in deze moe- yeljke tyden, ter bevordering van de publieke ruft, het ,er op toegelegd hebbe, om, met ter zyde ftelling van myne byzondere begrippen, aan den wil en begeerte van een notabel geJeelte der Burgery en Schuttery te voldoen, zo ver» re naraelyk ik my zulks geoorloofd rekende, en uit die principes ock bereid zoude zyn, myne toeftemming te geven, dat het Co'Iegie van Gecomm. conform het Adres desgaan • gaande, door de Vroedfchap wierde in den Eed genomen, zo is en bij te Bet nogtars myn onverandelyk fyffema, dat ik my zoude moeten reroordeeten , wegens het be/pan van Meineed, ingevalle'Ik van het Regerings Reglement, op dié wyze, als het zelve op den 12. Octob. laaftl. nog door my is bezworen kwame aftegaan door zonder daar van alvorens wettig ontflagen te zyn, na een ander Reglement te handelen, Om welke vol wittige reden ik my ia gemoede verpligt vinde, in defen te moeten difEculteren, gelyk ik ook het minfte aandeel niet hebbe in den Eed, welken veelen uft de Burgery en Schuttery op den avond van den 20 Maart dezes Jaars hebben gelieven te prtefteren. Hebbe de eer met alle eerbied te zyn. Ed. Groot Achtb. Heeren\ UwEd. Gr. Achtb.Onderd. den 25. July 1786. en Gehoorz Dienaar. (was getekend) 4. v. ROMONDT. E a VII.  Md. Groot Achtb, Heeren — In overweging genomsn hebbende het poiit der Extraord. voile befchryvinge, tenderende te delibereren en refolveren cp zeker Adres, den 20 Juny door Gecommitt. uit de 8 Burger Compagnien aan Uw Ed. Gr. Achtb- geprefenteerd, en waarby te kennen geven, dat 16. door hen genoemde perfonen uit de 8 Burger Comp. van dezer Stads Schuttery waren geëligeerd , om uit te maken het Collegie van gequalificeerde Gecommitt. uit de Burgery, met verzoek, dat Uw E'. Gr. Achtb. den Heer Eerden Burgem. zouden verzoeken en induceeren, om de gemelde perfonen in den Eed , ofte wel by wygering van zyn E- zodanige dispofitie te nemen, waar dcor de Burgery bet volkomen effect van die door hen gedane Electie ter da delyke introductie van het zelve Collegie bekome; en welk Adres, na dat door Uw E Gr, Achtb. gerefolveerd w.r. het zelve op eene volle Extraord. Befchryving op den 6 July in overweging te nsmen, zedert op den 26, July agtervolgd is van een tweede, met bygevoegde door een dezer Stads Deurwaarders aan de twee Heeren Regeerende Burgemeefiers gedane Infinuatien, waarby nog, op Dinsdag, op het te voren ingediende Addres, eene finale dispofitie, het zy dan favorabel het zy niet, verzogt wierd, doch op welkers lecture de Vroedfchap, na deliberatie, geperfifleerd heeft by baar te vooren genome Refplutie, omme op den 6 July de ze zake af te doeB.- waarop dan eindelyk gevolgd is het Addus of Manifeft , dtn 3 deezer ingediend, waarover de Vroedfchap geoordeelt heeft gel/ktydig met het eerftgemelde te moeten delibereren en refolveren, enten welken einde de Extraordinaire Befchryving, die op den 6 deezer hadde moeten plaats hebben, uitgefteld is tot heden den 25 July: Jsan ik niet anders dan voor myn Advis diffictiltceren in het daar by gedaan verzoek: om redenen. Dat ik nooit anders tot de befoignes en deliberatien over de Domeftieke bezwaaren bsn overgegaan, dan onder deeze bepalinge, welke ik ook menigmaalen geuit hebbe; name lyk. Dat alle dezelve befoignes en deliberatien waren préparatoir , en dat alles, het geen ten dien opzigte mogte kunnen gearrangeerd en geapplaneerd worden , niet eerder zoude worden vaftgefleld en in train gebragt, dan na dat de bezwaaren over het Provinciaal .Regeerings Reglement van den Jaare 1674 zouden zyn uit den weg geruimd, en het zglve op eene wettige wyze zoude zy'n veranderd en verbeterd geworden; gelyk ook zulks de intentie van Uw Ed. Groot Abtb. fchynt geweeft te zyn , blykets de ep des 21 July 1785 gearrefteerde en den 28 daar aan volgende gedane Publicatie, waarby het eerfte Concept - Reglement con» cernerende de beftellinge der Stads Regering &c. wordt bekend gemaakt, en waar men woordelyk vindt deeze periode. —— Om , zo ras by de Heeren Staaten deezer Pro» vintie, met affcbaffing van bet Regeerings Reglement van den Jaare 1674 een nieuw Reglement van dt Regeeringe deezer Provincie Staatsvoyzt zal zyn vajlgejleld en inge* voerd, gearrefieerd, finaal gerefolveerd en in train gebragt te worden. En, of wel deeze Publicatie op den 3 .rfjgiistus daar aan volgende, na dat daags te vooren Gecommit» teerdens uit de Bu.gery door den Raad zyn erkend geworden, wederom by eene nadere'Publicatie heeft moeten ingetrokken worden, zoo fchynen doch Uw Edi Groot Achtb. in die begrippen gebleeven te zyn, by het op nieuws Publiceren van gemelde Concept Reglement, met eenige daarinne gemaakte veranderinge, op den 16 Sept. 1785 zynde wel volgends het gevoelen van eene kleine Meerderheid toen uitgelaaten de periode uit de Publicatie van den 28 July, hier voren opgegeeven, en in derzelver plaatze gefield: om te zyner tyd gearrefieerd, finaal gerefolveerd en in train gebragt te worden: doch aan welke tyds bepalinge ik, en, zo ik betrouwe , ook de Meerderheid van de Leden van den Raad geenen anderen zin kan geven, dan de zo even gemelde: namelyk: na dat de bezwaren over het provin. ciaal Regeerings Reglement van den Jaare 1674 zouden zyn uit den weg geruimd. Daar ik dan altyd in die begrippen geverfeerd hebbe, ben ik ook op den 19 en 20 December 1785 tyde1, wanneer by Addres wierd aangedrongen op de finale vaflftelling van,gemelde geapplaneerde Stedelyk Reglement, omme althans drie maanden daarna in tialn gebragt te worden, daar by gebleven en van Advis geweeft in gemoede niet te kun. nen defereren aan het als toen gedaan verzoek, alzo ik begreep Staatswyze te moeten zyn ontflagen uit den Provinciaalen Eed, alvorens het Stedelyk Reglement finaal te kunnen helpen arrefteren, en wel om dat in gezegt Stedelyk Reglement verfchcidene po-inten voorkomen, direct ftrydende met de bepalingen omtrent deztl/e by het Reglement van den Jaare 167+ gemaakt, en waarop ik den Ejd gedaan hebbe, en my dus verplicht rekende, daaraan te moeten houden, tot dat het ontflag uit dien Eed op eene wettige wy, ze zal zyn daargelteld. Gelyk ik dan ook op den 6 Maart deezes Jaars, om dezelfde  ( 21 ) telfde redenen blykens myne aantekeninge, gedeclareerd hebbe op den 20 daar aan volgende het zelve Stedelyk Reglement niet te zullen beëdigen, zoo als ik op gemelde 20 Maart by myn als toen overgegeven Declaratoir ook daar by geperfïdeerd bebbe; niet te min verklarende alle pogingen te zullen aanwenden en helpen effectueren, dat het Reglement van den Jaare 1674 verbeterd, veranderd en gedresfeerd worde; en wanneer ten zei ven tyde geurgeerd wierde , dat de op de Neude by den anderen vergaderde Burgers van wegens den Raad op het meermaal genoemde Reglement mogten woeden in den Eed genomen, hebbe ik daartoe niet kunnen adviferen, en zal, daar zulks evenwel gefchied is, my over de ten dien opzigte genomena Refolutie niet expliceeren, te meer daar dit point niet zonder reden een object van discusfiö heeft uitgemaakt; en verfcheidene Schrifturen, daar over tusfchen eenige myner Mede-Raaden gewisfeld, bet zelve niet geheel buiten tegenfpiaak ftellen. Daar ik my dan altyd zorgvuldig gewagt bebbe, 'om iets toe te ftemmen, wat naar eene dadelyke introductie van 't geapplaneerd Stedelyk Reglement gelykt, zoo fpreekt het van zelfs, dat ik myne ftem niet kan geven tot het doen beëdigen van de benoemde 16 perfoonen, als Gecommitteerdens uit de Burgery; ik kan zulks te minder doen, om dat hetzelve direct zoude ftryden tegen het ifte Art. van 't 4de Hoofdftuk, van genoemde Reglement, 't welk dicteert dat er behalve» den Permanenten Raad een bejlendig Collegie v«n Gecommitteerden uit de Burgery zoude zyn: ik kan dit Art. op geene andere wyze begrypen, dan dat de introductie van dat Collegie gelyktydig met eenen permanenten Raad moet plaats hebben, om dus te dienen tot etn tegenwigt tegen eenen parmanenten Raad; gelyk ook altoos door de yverigfte voorftanders van da; Collegie begrepen is , dat hetzelve ten [dien einde moeit [geintroduceerd worden. Daar nu den Raad niet permanent is, kan ook dit Collegie niet in train gebragt worden, en zoude het na myn inzien oavoorzigtig zyn, een Collegie in den Eed te neemer, dat «oude dienen tot een tegenwigt van iets, dat niet is, en raogelyk nooit exteeren z?l, Het zyn deeze redenen, waar by nog meerderen zouden kunnen gevoegd worden, die my verpiigten tot het declineren van het by Addresfen gedane verzoek; dan zoude ik nog ten opzigte van laatfte Addres of Manifeft van begrip zyn, dat het zelve nader in Commisfie diende te worden gefteld, ten einde, daar hetzelve door de Requeftranten met byge-voegde M'sfives aan de Hooge Bondgenoten is toegezonden, I. Stuk. No. 6 gelyk ook aan den Heer Ambasfadeur van Zyne Majeftel den Koning van Frankryk ter hand gefteld, geëxamineerd en des nodig gerefuteerd te worden, en de refpective Bondgenoten , mitsgaders gemelde Heer Ambasfadeur ook van wegens de Vroedfchap van den toedragt van aaken mogen geïnformeerd worden. En zoude ik hier mede myn Advys kunnen befluiten, wa. re het niet, dat ik my verpligt rekende te declareren , dat ik geenszins kan advouëren het geen by Adres van den 20 Maart en by 't Addres of Manifeft, van den 3 July, gefteld is, als ofjik, door niet te kunnen voldoen aan de begeerte van de Requeftranten, aan hen de vryheid gelaten hadds, om over myne Raadsplaatze, 't zy dan van heden af of tegen den 12 October aanftaande, te disponeren: daartegen wel expresfelyk protefterende, en de gevolgen daar van overlatende voor rekening van die geenen, welke zullen goedvinden daar toe te kunnen procederen. (was getekend) W. J» van der DOES. VIII. Edele Groot Achtbaare Heerenl — Toen de Burgery dezer Stad, op! den 20 en 25 luny jongftleden, eenen ander» maal by Requeften verzogt , dat de door hen benoemde Perzoonen, om voor de eerftvolgende vier jaren te compoferen het Gequalificeerd Collegie van Gecommitteerden, ingevolge van het vierde Hoodfdftuk van het gearrefieerd en door de Burgery beëdigd Sredelyke Reglement, door den Heer esiffen Burgemeeder op autborifatïe van dc Vroedfchap mogten beëdigd worden, zagen wy met zoo veel leedweezen als bekommering dat Uw Ed. Groot Achtb. op die Requeften nie:s anders rcfolveerden, dan eene volle befchryving van den Raad te bepaalen tegen den 6 deezer lopende maand. Deeze dispofitie konden wy niet goedkeuren, deels, om dat wy geene de minde noodzaakelykheid vonden voor eene volle befchryving, om te delibereren over het uitvoe. ren van een gedeelte eener zaak, welke reeds voor lang finaal was afgedaan; en ten anderen, om dat wy voorzagen, dat het dilai van onze deliberatien over dat verzoek tot na de toen eerdvolgende Staten ve-gadering, hoezeer wy voor ons zelve daarin geene merkelyke zwarigheid vonden, eene nieuwe ombrage zoude veroorzaaken byonze goede Burrery, én welligt by hen een vermoeden doen geboren worden, dat Uw Ed. Gr. Achtb. op die Staten vergadering zoodanig iets te gemoet zagen, waardoor dezelve de voldoening aan dit verlangen der Burgery zoude kunnen ontgaan. Deeze en diergelyke foupcpr,* omtrent eene algemeene ongezindheid by de Meerderheid der Regenten, tot wegneming vdji F des  de* Volks ingeleverde hilljke bezwaren, welke]' zedert en;gen tyd ongelukkig ma.tr al te vee! plaats heiben gehad, oordeelden wy zedert lang van de nadeRgfte uitwerking te moeten zyn. Wy begrepen ,, dat een wederzyds vertrouwen tusfchen bet Volk en deszeifs Reprefentanten een slle'rnopdzaaktlykft vereifcbte.is , zal het eene Burger-Maatfcbappy w.-lgaan, en het was uit dat principe, het welk, volgends ons inzien,, alhier niet altoos by ds Meerderheid, zoo als wel.wenfchelyk wjs geweeft, in het cog is gehouden, dat ivy meenden, ih een tyd ais deeze, waarin het lang beproefd geduld der goede Burgery, wegends gebrek van voldoening a„in derzelver regtmatige verlangens, fcheen ren einde te lopen, alles te moeten aanwenden, om alle aanleiding tot vermeerdering van mistrouwen, en daaruit te voor* ziene uiteiften te voorkomen: gelyk wy dan ook uit datzelve beginzel, zo wel op den 20 als op den 26 Juny, hebben geadvifeerd, dat, onzes oordeels, aan het verzoek tot beëdiging der voornoemde "Gecommitteerden dadelyk door den Raad konde worden voldaan. Dan, de Meerderheid van contrarie gevoeleu zynde, moeiten wy diffentiërsn van en onze aantekening tefe-r veren tegen de conclufie, op die beide dagen in deeze genomen, waartoe wy te meer gepermoveerd wierden, daar. zeer veele Raden zig reeds voorlopig op den 20 Juny zoodanig hadden geëxpliceerd, dat wy op den 6 deezer geene andere dan eene ongunftige Refolutie konden te gemoet zien: wien volgend het uitftel d;r deliberatien van dien tyd af aan natuurlyk moefl: worden aangemerkt als een nodeloos traineeren met de afdoening van zaken waarna zedert zo lang met de uitgeftrektfte verlangens wierd uitgezien, het welk nergens anders toe konde dienen dan tot vermeerdering der fubfifterende verwydering.. De voornoemde gereferveerde aantekening hadden wy op het pspier gebragt, toen Uw Ed. Groot Achtb. op den 3 deezer , op eene nadere remonftrantie van de Burgery, de volle befchryving, welke tegen den 6 deezer maand gefixeerd was, tot op heden geliefden te verfchuiven, waardoor wy bewogen wierden, de gedagte aantekening toenmaals terug .te houden , en de opgave der redenen van ons fentiment te referverèn tot op deezen dag; tot welk laatfte wy nu kortelyk overgaan. Onze denkwyze aangaande de ingeleverde bezwaren, zo wel als omtrend het onvervreemdbaar regt deezer Stad, om in den hare zodanige huishoudelyke befchikkingen te maken als Raad en Burgery, naar mate der tyds omftandigheden, bet meefl geraden vinden; en nopends het regt des Volks en de waardy der Volksftem, wanneer het op een Vernieuï wen of veranderen van een Reglement op de Regeering aan» komt, hebben wy te dikwilsgedeveloppeerd, dan dat wy van dit een of ander iets meer zouden behoeven te zeggen; niet minder hebben wy te meermalen onze gedagten ten klaarften aan tien dag gelegd over hét geapplaneerd Stedelyk Reglement, en over onze volkomen bevoegtheid, om het zelve dadelyk met onze Burgery aantegaan en intevoeren, zonder ons daarvan door eeidge pointen, op de onwettigfie en wederregtelykffe wyze in het Reglement van 11574 ingevlogten, nog door eenige andere bedenkingen, te laaten te rug houden. Wy denken op dat-ftuk nog op éven dezelve wyze, als wy ons inzonderheid in July en 0-t.obet 17SS en in January van dit Jaar, en op aneiere tyden, zoo mondeling als fchrifteiyk hebben geëxpliceerd, en zyn overtuigd, dat, be. halven menigvuldige andere redenen, alleen de zoo trags voortgang der deliberatien by de Heeren van de Voorftem* mende Leden over de ingeroepen bezwaaren, en de weinige uitzigten op eene billyke en genoeglyke afdoening van dezeN ve, thans genoegzaim zouden zyn, om zoodanige overeenkomt! tusfchen Regeering en Burgery, gjgrond op Stads aloud regt, alleszints te wettigen. Dit regt deezer aanzienlyke Stad kunnen en mogen wy ons nimmer, döorwien zulks ook zyn mogt, laten betwiften ; nimmer kunnen wy, dis zo zeer gehouden zyn te waken voor Stads Privilegiën, aan iemand buiten Raad en Burgery, en (om maar regt uitte fpreckén) inzonderheid niet aan de Heeren van de Voor Remmende Leden, welke pretenfien dieswegends ook door Dezelven mogen geformeerd worden, eenige Souverainiteit voor zo veel het domeftiek beftier en de Msgiftraats befteiling aangaat, binnea onze Muuren en Vryheid toekennen. Niet alleen by het bekend Groot Stads Regt, waar van zedert eenige dagen een verbeterde druk het ligt ziet, maar ook by ren onlan°s uitgekomen Stukje , genaamd Vertoog over de Souveraixe Regten, de Stad Utrecht in den haare competerende, te vinden in het tweede deel van het Genootfihap tot herflelder Eensgezindheid en Burger Regten bladz. ico en volgende, en'op veele andere plaatzen, word dit een en ander op een voldingende wyze betoogd ; waarom wy Ondergetekenden althans dan ook vaft bepaald zyn, ons ten allen tyde met alle onze vermogens te blyven verzetten tegens alle aanflagen, hoe liftig of geweldadig dezelve ook mogten zyn, in» gerigt tot ondermyning van Stads inalienabele Regten. Dan, om wedertekeeren en meer bepaald te blyven by het voorwerp van onze tegenwoordige befoignes: wy befchou- wen ( 22 )  C «3 -> wen het als eene uitgemaakte zaak , dat het voorgemeld nieuw Stedelyk Reglement van den kant der Burgery op den 20 Maart laatfileden tverkelyk geïntroduceerd is, om op den 12 Oélober aanftaande wederzyds dadelyk in het bezit te geraaken van aüe deszelfs artikelen. Zil nu de Burgery het behooilyk eftvét genieten op dien bepaalden tyd, dan moet notoir al het nodige daartoe in tyds worden geprepareerd. Onder die vereifchte preparatoiren, welke de Burg;ry zig in Maart wel tritdruklyfc heeft voorbehouden, en welker volbrenging, onder andere , meede heeft uitgemaakt éé/>e der voorwaarden van het toenmaals aangegaan Contract, behoord, onzes oordeels, in de eerde plaats de aanfttlling en beëdiging van voornoemda Burger • Gecommitteerden. Zonder dat dit toch is voorafgegaan, kan de Burgery niets in het werk ftellea van zodanige ppinten , welke volftrekt voor den 12 Oélober moeten in gereedheid zyn. Het inden Eed nemen van hetzelfde Collegie van Gecommitteerden, vooral indien hetzelve ditmaal gefchied onder eenige bepalingen in het formulier van den gearredeerden Eed, is geenzints ftrydig, nog tegen den Rrikten letter van het Reglement van 1674, nocn te6an ^en Eed, welke de Raden op den 12 Oélober 1785, by de weder aanvaarding van hunne bedieningen, hebben afgelegd. Geene gemoedelyke zwarigheden kunnen ons derhalven hierin hindeilyk zyn te minder, daar het afleggen van den Eed op het gearrefteerde Regle» msnt, of Inftruétie voor het Borger C^mmitté, eigenlykeen aélus is van de Leeden van het zelve Collegie, zonder dat de Vroedfchap kan worden geoordeeld, door de bevordering dier beëdiging iets te plegen, waardoor het nieuw Stedelyk Reglement ookvantnare zyde effeélive zoude worden geïntroduceerd. Deeze introduétie door ds Regeering moet op den 12 Oélober plaats hebben; dit is aan het Volk plegtig toegezegd, in deeze zekere verwagting heeft de Bur. gery het gemelde Reglement den 20 Maart met Eede bekrag. tigd,,en zig tot deszelfs handhaving vei bonden;. van deezen afgelegden Eed kan en zaldezelve nimmer afgaan, gelyk ook inzonderheid het ftuk van meergedagt Burger Com. mittê, als den zekerden waarborg tegen alle overheei fching ongetwyffeld met alle magt door hen zal worden vaflgehou • den. Daar nu de invoering van het voorzegd Collegie van Gecommitteerden gewisfelyk éénmaal — en wel voor den 11 Oélober aanftaande — zal moeten gefchieden; daar desr zelfs beëdiging alleen eene préparatoire fequsle is van de gedane toezeggiDgj. daar die Eed eeinglyk voor de Leden van dat Collegie, en geenzints voor den Raad,, van eene verbindende kragt is, en daar de Burgery'zo uitermaten geze* .is op de voldoening van deeze hunne begeerte, kunnen wjf geene redenen uitdenken, waarom de Vroedfchap hen in deeze niet zoude kunnen te wille zyn; en even min kunnen wy nagaan, dat de beëdigirg der Gecommitteerden uit deBurgery eenigen naieligen invloed zoude kunnen hebben op de deliberatien van de Heeren Staaten deezer Provintie. Alles toch, wat dit Burger Collegie betreft, is zuiver huishoudelyk, waaromtrent Heeren Burgemeederen en Gecom. mirteerden ter befchryvinge zig buiten t*yftel zullen houdenaan Vroedfchaps refolutie van 9 Augudus de» voorleden Jaars terwyl men vertrouwd, dat de Heeren van de Voordemmen. de Lveden-* hoe zeer derzelver thans gemardfefteerde gezindheid over de afdoening der bezwaren dieswegens juift geen gundig vooruitzigt geeft,. deeze en diergelyke befebiakingen geheel en alleen aan deezer Stads Regeering en Burgery zuïj len overlaten, zonder zig daar door te laten aftrekken van zodanige goede voorneemens, welke by Dezelven nogmog* ten plaats hebben omtrent de Provintiale redreslen; althans, wy verderen op dit ftuk in deeze denkbeelden- wy agten ons gehouden, de Burgery zoo vee! te gemokt te komen, als eenigzints met de regelen va» billykheid kanbeftaan; vóór» a! in zrken,. welke gefebikt zyn tot herftelling en beveiliging van het vertrouwen tusfchen de Regeering en het Volk. Wy geloven, en Uw Ed. Gr. Achtb. zyn hit daarin zeker met ons eens, , dat de Regeering geenzints gefchikt is, om daarin eigenbelang of eene gewaande grootheid van de geAagten der Regenten na te jagen, gelyk bet dan ook zeker is, dat ieder eerlyk en cordaat Lid der Regeering, welke afkeerig van de'voorgemelde bedoelingen, boven al het welzyn van het Volk in het oog he-jft, en die zy.ie hoogde beloning zoektin eengoad geweeten, en tevensin de agting, in de liefde, en in het vertrouwen van zyne Mede.Burgeren, nimmer van het Vol.-t iets te vreezen heeft; daar integendet.1het zelve Volk noodwendig zoodanige Regenten moet verdenken, welke maar de minde zwarigheid maken, om zig voor hen te verantwoorden , of die hen tragten blind te houden voor hunne verrigtingen. Daar dit alles nu zoo is, .en daar wy geene wettige redenen vinden, om te difficulteren, kunnen wy , om alle de bygebragte redenen niet anders dan nogmaalsadvifeeren dat wy wat ons aangaat,'volkomen bereid zyn, de Zedien benoemde Gecommitteerden uit de Burg,ry dadelyk in den' eed te nemen op de voor hen gearrefteerde indruétie , onder zodanige veranderingen , welke voor deze reis in het formulier van den eed zullen moeten plaats hebF 2. ben,  ben, als wy hierna zullen volgen ,' waarby Uw Ed. Groot Achtb. dan tevens uitdrukkelyk zouden kunnen declareeren, . dat de Vroedfchap door deeze actus,van beëdiging der Burger Gecommitteerden niet wilden verftaan worden, zig van haar kant eenigzins verder te verbinden, dan reeds op den 20 Maart jongftleden gefchied is. Op deeze wyze en onder deeze bepalingen worden onzes bedunkens, alle bedenkingen uit den weggeruimd: hierdoor word de Raad versekerd dat de Burgery denzelven binnen tyds geene beëdiging van het Nieuw Reglement zai verg;n', en de inwilliging van des Volks gedeclareerd verlangen, in deeze, kan'wel ligt eene overfchoone geleegenheid geven , om op eenmaal de fubfifteerende verwydering voor altyd uit den weg te ruimen; dit, zoo veel in ons was, te betverken, hebben Wy fteeds welmenende bedoeld : daar heen hebben alle onze wenfehen en pogingen, openlyk en onder de hand, zig altyd uitgeftrekt, (het welk de tyd nog wel eens openbaren zal) met behoud nogtans van dat aangenomen fyflema, waarin wy dagelyks meer en meer worden beveftigd; Ja! daartoe hebben wy te meermalen de yverigfte inftantien gedaan, zoby den Raad als by de Burgery, dog alles tot hiertoe zonder eenig gewenfcht effect. Alle refiectien, welke.mogelyk by gisfing over deeze ongelukkige dispofitie zouden kunnen gemaakt worden, willen wy liefft met ftilzwygen voorbygaan; het is, vooral thans, geen tyd om aanleiding te geeven tot nieuwe verbittering; de om ftand igheden, waarin wy ons zeedert de inlevering van der Burgeren laatfts Addres bevinden, zyn uitersnaten critiekj de zaak, waarover wy delibereren, kan uit dien hoofde de allergedugtfte gevolgen hebben. Wy hebben geen den minften kift. nog oogmerk, om eenige Iesfen aan onze Mede Raden voor te fchryven, en buteren eeniglyk onze gedagten te uiten, het welk, zo wy meenen, ons door niemand met grond kan worden misduid; ma3r laten wy nogtar.a, met al dien aandrang, welke het gewigt der zaak vordert, Uw Ed. Groot Achtb. mogen verzoeken, ja! mogen bidden, dat dezelve, ter liefde van het welzyn en de ruft van deeze Stad en Burgery, waarvan misfehien de ruft der geheele Republiek kan afhangen, in deze toch alle mogelyke faiiliteit gelieven te gebruiken; dit zal grootelyks (trekken tot vervulling van onze vurigfte wen fchen en tot voorkoming van zulke gevolgen, welke wy in geval van eene min gunftige dispofitie voorzien, aan dewelke wy nauwlyks durven denken, die wy hartelyk zullen betreuren; maar waaraan wy ons zeiven ten eenemaal on fchuldig zullen houden; betuigende voor nu als dan, aan geene dei«< Iver eenig deel te willen hebben, en verzoeken de infertie van dit ons advies, met referve, om van hetzelve zoodanig ander gebruik te maken, als wy, tot onze by» zondere decharge, zullen geraden vinden. UTRECHT, den as July i78« (was getekend) VAN SENDEN, J. C. SMIS* SAER1 e» VAN HAEFTEN. Met het bovenftaande Advies heeft de Heer Raad Eyck zig gecor.fo;meerd. IX. Ed. Groot Achtb. Heerenl Thans moetende Advifa- ren op het Adres, den 20 Juny laaftleden aan de Vroedfchap geprefenteerd, door Gecomm. uit de acht Burger Compagnien deezer Stad, waar by word te kennen gegeven de E • lectie van gequalificeerde Perfonen, tot een Collegie van Burger Gecommitteerden, en verzogt, om de aldus verko. renen uit de Burgery door den Heer eerften Burgemeefter te doen in den eed nemen, zal bet niet nodig zyn te herhalen myn fteeds voortduurend begrip omtrend de verbindende kragt van den Eed, afgelegd op 't Provinciaal Regeerings Reglement, 't welk nog fubfifteert, ook omtrend die poicten, Stads Regeerings befteiling betreffende, welke by het Provinciaal Regeerings Reglement zyn vervat. Zederd den 20 December tles vorigen jaars heb ik my, beneffens zeer veele myner Mede-Raden, daaromtrend duidehk geëxpliceerd, zoo als blykt by myne aantekeningen, in de Notulen van de Vroedfchsp geinfereerd; waarom ik dan nog van gedagten ben, dat het provifioneele Stads Regeerings Reglement als nog niet is geintioduceerd, en uit dien hoofde ook gemelde Collegie van Gecommitteerden uit de Burgery, overeenkomftig het 4 Hoofdftuk van voornoemde Reglement kan worden beëdigd, en hoe zeer ik gaarne beken» ne, dat alle Stads Domeftieke zaken, voor zo verre dezelve by het Provinciaal Regeerings Reglement van den jaare 16^4 niet zyn vervar, geheel en alleen afhangen van de Vroedfchap en de Burgery, egter is het met de introductie van het Collegie van Gecommitteerdens uit de Burgery dus gelegen, dat zelfs volgends het ifte Artikel van meergemelde 4de Hoofdftuk , alwaar gezegd wordt , beha/ven den Permanente» Raad zal 'er een lefiendig Collegie van Getjualificeerde Burgers worden geintrodticeerd, onder den ti tul van Gecommitterden uit de Burgery : ZOO lange er nu geen Permanenten Raad is geintreduceert, kan er ookgeea Collegie van Gtomm. uit de Burgery worden geïntroduceerd of beëdigd, al* hangende dit Collegie geheel en al. leen«  ( »5 ) leenlyk af van defntroduftie van eenen Permanenten Raad, en moetende verftrekken tot een tegenwigt van denzelven. En alzoo begryp ik, dat men in het accorderen van bet verzoek, by Adres gedaan, ter beëdiging der gedsspicieerde 16 Perfonen ais Leden van voorfz. Collegie van Gecomm. uit da Burgery, zolange behoorde te difficulteren, tot dat 'er ter gelyker tyd een Permanente Vroedfchap zal kunnen worden daargefteld en geïntroduceerd; en om die reden zoude ik van gedagten zyn, dat aan de inleveraars van het AIres by txtraér, Refolutie behoorde kenniiTe gegeven te worden van de redenen, waarom de Vroedfchap verpligt i! te moeten difficulteren in bun gedaan verzoek, permiteerende, dat dit myn Advis in de Notulen mag worden geinfereerd. den 25 July 1786. was get. P. L. DAUNIS. X. Ed. Groot Achtb. Heeren! — Daar het beëdigen van Gecommitt. uit de Burgery dezen dag een point van deliberatie geworden is, moet ik voorafzeggen, dat ik van den be ginna af aan, daar ik mede in de Commiffij der 10 Hoeren geweeft ben, nimmer anders gedagt hebbe, en ook niemand myner Mede-Raden, ge'yk het uitgebragt Rapport te dier tyd ten duidelykde aantoont, dan dat het ConceptPlan van een Reg, Reglement alleenlyk dienen zou ie, om ten tyde, wanneer het ou ie Reg. Reglement van den jue 1674 op eune wettige wyze zou Ie zyn vernietigt, tot Rand gebrsgt te worden. In die zvlfde gedagte ben ik gebleven , wanneer het in de Vroedf. vergaderingen verder geapplaneerd is, en Ra nog in die zelfde gedagten. Dus is het my onmogelyk, om een gedeelte van dusdanig Concept-Reglement, het welk nog niet legaal gearrefieerd is, té doén Werken' Niemand immers zal durven beweeren.dat de Raad reeds permanent geworden is, tot welkers evenw'igt men een Collegie van Gecommitt. uit de Burgery nodig geoordeeld heeft: Daar nu het 1 fle Art. van 't 4de Hoofdft. ten duidelykfle fpreekt. dat 'er nevens den permanenten Raad dusdanig Collegie zoude plaats hebben, is het ten duidelykfle evident, dat daar de Riad nog geen permanente Raad geworden is 'er ook nog geen CoHegfe van Gecomm, uit ele Burgery tot hun evenwigt nodig is: otn welker aangehaakte redenen Uw Ed. Gr. Achtb. zeer ligt bemerken kunnen, dat ik a*n het verzoek in deze voor als nog niet kan indemmen, maar zal moeten daar mede fupercederen , tot dat ik niet meer zal gehouden zyn my aan-het' oude- Regerings Reglement verbonelen te Echten. ■ <: Verder nist intredende de fuftenue der ondertekenaars, I. Stuk. No. 7. even als of de Raad bewilligd had van zodanige difpofitien te maken over de Raad.plaatzen, als zy in hunne Adreffen terneder ftellen, zegge ik eeniglyk van gedagten te zyn, dat zy daar toe geen het minft recht hebben en ook niet zullen kunnen bewyzen, die magt hun immer is afgedaan En betreffende het laatfte Adres of zogenaamd Mamfeft, zal ik voor als nog my daar over niet uitlaten, als in zig bevattende zodanige uitdrukkirgen, die ik my in het geheel niet aantrekke, als in alle deze een zuiver gewilTe in d-t zelve omdragende; en van zulke gezegders omtrend myn perzoon een ieder een vry oordee I overlatende. was geteekend F. C. CRAIVANGER. X I. Ed. Groot Ac],tb. H-.eren \ — Reeds den 26 Juny hebbe ik myne gedagten over de extraordinaire vergadering, belegt tegen den 6 July , in de Notulen doen infereere-n.—Op den 3 July, toen men dezelve verfenuivende tot deeze vergadering van heeden befloot, heb ik in fubftantie gedeclareert; dat ik niet had ingedemt in het nemen van de voor de Burgery zoo nadeelige Refoluiien, waarover zy zig beklaagd: dat ik inhaleerde myne gezegdens, ingeleevert de Maandag te vooren, en dat ik nog van dezelve begrippen was, namelyk, dal er geen extraordinaris volle befchryving over deeze reeds afgedaane en aan de Burgery toegezegde zaak konde plaatze hebben, maar dat de Gecommitteerden volgens den duidelyken zin en letter van het 21 Artikel van *t 4de Hoofdfiuk van het reeds door de Burgery bezwoore Reglement, behoorden, in den Eed genomen te worden , alzo deeze befchryving na myn oordeel was informeel , en niet konde tendeeren, dan om een informeele daad, drydig U'gers sdleorder van Redering, te begaan, dat is, om voor een tweede reis te delibereeren over een reeds geconcludeerd ftuk, waardoor zeer ligt twederley conclufie in die ziak konde te voorfc'-yn komen en-wel zulk een geconcludeerd ftuk, dat, reeds door de Burgery bezwooren zynde, in de magt des Raads niet meer is, om buiten toeftemming van het daarop beëedigd Volk re veranderen, zonder daardoor te veroorzaken eene fchéndihg van den Eed, daarop door 't Volk afgelegd, dat ik als Raad had gedisfenti- esrd, — dat ik als geboore Burger niet anders konde doen, dan ter behoud van het Regt, by h Volk verkreegen en beëedigd, my by de Burgery te voegen» ter reclame van 't zelve, en dat ik er op indeerrfe, dat de Burgery eens eindelyk gedeld wierd in het genot en bezit van het 'Regt, aan haar toegezegd., door het beëdigen van derzelver gekbore Gecommiteerden, als alleenlyk zynde een gevolg van het G Re-  ( 26 ) Reglement, dat met der Burgeren concurrentie geapplareerd en gearrefteerd was. — Ik declareere by deeze nogmaals te perfifteeren by die gedagten , en dat ik oordeel, het in de magt des Raads, na het in den Eed. neemen van 't Volk, niet is, de executie van dat beèsdigd Reglement te hinderen, te düayëtren, en veel min te weigeren.. Door het be ëedigen des Volks heeft de Raad zig verpügt, om van haar kant alles ook te contribueren, wat tot dat Reglement behoord, en zy mag, zy kan nu niet te rug zonder zig zelve op eeae ongehoorde wyze ongelyk te zyn; en ik worde des te meer in deeze myne gedagten beveiligd, wanneer ik nagaa, dat ik met wylen de Heeren Berger en Afch van Wyck en de thans nog in leeven zynde Heeren Verbeek, van den Boogaard, Eyck, Bronkhorft, Wedrenen, van der Does, Verfcboor , Falk , Abbema, Smisfaert, Woertman, de Leeuw, Ram, van der Muelen, van Dielen, Ivoy, Mariens en van Haeften, den 20 Oélober 1783, op de vraag van den Heer Wieling: wat hebben de Burg;rs en Ingezetenen met het huisboudeiyke van Stads Regeeringe te doen ? te zien In Stads Notulen , en ook in het $ile ie(s voor Utrechts Burgeren pag..3<5> 37. 38 en 39 , eikend hebbe , dat wy plaats btkleeders der Burgery zyn, — dat wy omtrent de Privilegiën en Voorregten des Volks aan hetzelve verantwoordiRg fchuldig zyn, — dat de Burgeren bevoegd waren, om zig daar meede te bemoeijen, — dat de Volkdem ge. noord was, — dat uit het conflrmatoir van 1414 voorname Burgers, teekenende i* 4 dagen tot appui van '1 Requeft, door 314 andere voorname Burgers, bleek, dat men niet konde foutineeren, dat dit ftilzwygen te disapprobeeren, maar in tegendeel te approbeeren was, en dat wy uit ;«Jien hoofde dus aan geen cnbezonne vorderingen het oor geleend hadden. Daar ik dit alles, met de genoemde Heeren, toen ter tyd uit eenen mond fpreekende, erkend hebbe, kan ik van my niet verkrygen, die zelve toen by my erkende dog nu veel grooter en fterker Volksfttmme , als nu beftaande uit alle de Compagnien , Wagtvryen en Uitkoopers, afte. wyzen, of door het weigeren van de beëdiging haarer Gecommitteerden het Volk ontzetten van 'c voornaamfte poinét van haare fecuriteit, en wel zoo een hoofd poinét, dat, die btëediging niet gefchiedende, de Burgery daardoor met den ia Oaober word ontzet en verdoken van het geheele door hun met referve omtrent de nog twee differentiale poiüéten, bezwoorenReglement, waardoor haar gedaanen Eed te loor wordgedeld, tn alle uitzigtop redresfin, daar men nu reeds tweejaaren na heeft gereikhald, by de Burgery, tegen alle beloften en gedaane toezeggingen, in rook verdwynen moet*— Ik blyve daarom nog van Advies, dat die Gecommitteerden hoe eer hoe beter behoren in den eed genomen te worden, ter voldoening aan het van's Volks zyde reeds beëedigd Reglement. Ten allen tyden zonder eenig referves, door my gevoteerd zynde tot de Introduétie van dat Reglement voor het oog des geheelen Volks, zoo dra mogelyk van de kant der Burgery, oordeele ik, het van my een flegt bedaan zoude zyn, myn woord niet gedand te doen , ja ik zoude my zelve moeten verwyten, dat men in dat cas met gegrond regt als dan my (die gedeeltelyk in de Commisfie met de Burgery geweest ben van 's Raadswegen, en die conferentien wederzyds hebbe bygewoond, daar ik hun en in de conferentie, en by 't Rapport, en by 't arredeeren van dit Reglement, dit beëdigen vrywiilig hebbe toegekend,) zoude kunnen befchuldigen van niet ter goeder trouwe met de Burgery te hebben gehande-lr. U1RECHT, den 25 July 1786. : (wasgeteekend) JAN PIETEK DE RIDDER.. X I I. Ed. Groot Acbtb. ÊetrenX ■ Hoewel uit de verfchei- de ingeleverde Advifen en Declaratoiren van den Onderge» tekenden, in Stads Notulen te vinden, en die, door het publiek maken derzelve, in handen der geheele Burgeryzyn,. duidelyk op te maken zyn deszelfs fentimenten, zoo over bet nieuw ontworpen Stads Regerings Reglement, als ook over de introduétie van hetzelve, waar toe hy zig kortheids halven refereerd ; fchynt het haad overtollig te zyn, om daar iets meer by te voegen, zoo het niet wis, om zig te verklaaren over het point deezer volle Befchryving, Hoewel nu, zederd het bepalen derzelver door dezfg noemende Gecommitteerdens uit de agi Bnrger Compagnien dee. zerStad, bedaande uit de Schutters, Wagtvryen en üitkopers, te zamen uitmakende de Stemgeregtigden uit de Burge. ry; maar van welk , als een ieder in deezen tyd onbefchroomd zyn gevoelen dord te uiten, ras het tegendeel zoude blyken , zodanige vreemde en met alle denkbeelden van ontzag en eerbied aan zyne Wettige Overigheid ver. fchuldigd ftrydige demarches zyn gedaan, dat de PoderiteiC dezelve nauwlyks zal kunnen geloven, en men, dezelve met de mogelyke en gedreigde gevolgen inziende , liefd zoude verkiezen, zig niet vertier uittelaten, en alles te hten varen; heeft de ondergeteekende geprefereerd, om dadelyk te toonen, datby, nog om lief of leed, of om eenige andere zaken, van het betragten van zyn pligt, en nakoming der by  ( *7 ) by de aanvaardiging van zyn poft gepraefteerden Eed, is afte- fcbrikken, dmdelyk, in deeze, zyn.gevoelen, terwyi het hem thans nog vry ftaat, te uiten. Het komt den Onderget. dan voor, dat da Raad het verzoek in deze gedaan, om namtntlyk den Heer eerpen Burgem: te induceren, om de 16 Genomineerde Leden, die iet Collegie van Gequalificeerde Gecommit. uit de Burgery moeten uitmaken, de eerfie 4 jaaren, ingevolge van 't Reglement in den Eed te nemen, of\vel, by weigering van zyn Ed zodanige dispofitie te nemen, waar door de Burgery het volkomen ejfeB van die Electie ter dadelyk in • troduBie van het zelve Collegie bekomen; moet wyzen van de hand, als zynde te prematuur en ontydig; alzo, zo lange Staatswyze het Reglement van 1674 op geene wettige wyze is gerevoceerd en verandird, het bedoelde Reglement op de S.ads Regering, volgens 't welk dat Colhgie moet geïntroduceerd worden, nimmer effect- kan forteren, als direct tegen het zelve ftrydende. Waarby nog gevoegd kan worden, dat het introduceren en voor het tegenwoordige in train brengen van dat Collegie zelf zoude ftryd.n tegen den letter van dat Reglement, als waarby Art. 1. van het 4^0 Hoofdft. en het welk men den Raad zelfs afgedrongen heeft dus te veranderen: Behahen den permanenten Raad, zal 'er een befiendig Collegie van Geratificeerde Burgers worden geïntroduceerd, dus ten allerklaarlte blykt, dat, zo Un. ge dezelve permanente Raad niet aanwezig is, het zelve geen plaats kan hebben; gelyk ook nog geen plaats heeft een vernieuwd Regeerings Reglement; en zynde, volgens het nde Ar', van 't zelve, het vigileren op de obfervantie van dat Reglement door de Regenten een der voornaamfte plichten van het zelve Collegie. Waartegen met geen regt kan geallegeerd worden de ge. pretendeerde introdaftie van 't zelve Reglement op den 20. Decemb. laatftleden alzo hetzelve den Raad, na veel refiften. tie, was afgedrongen: waarom ook het gepubliceerde en verrigte op dien dag, op den é. Maart, is vernietigd en voor informeel verklaard, En kan dus het gebeurde op den so. Maart daar sanvolgende even weinig geobjicieerd wor. den, alzo, behalven dat tot zo eene zaak volftrekt een volle befchryving nodig was, het onwettige van dien voor het oog van leder oplettenden en onzydigen aanfchouwer, zig ten eerfte moet vertonen; als men nagaat al het op den io Maart voorgevallene, van den vroegen morgen tot den laaten avond, en waar uit middag klaar blykt, dat de Raad dien dag niets minder dan een vrye deliberatie gehad heeft, en dus mede 'al het op dien dag verrichte voor informeel en onwettig gehouden moet worden; latende de Ondergetekende het beëdigen van hetzelve Reglement door de toen vergaderde Schuttery, en die hetzelve volftrekt van den, Raad begeerde, voor rekening der genen, die daar toe hun* ne (tem gegeven hebben. Hier mede zoude de Ondergetekende kunnen befluiten, zo het op den 3 July ingeleverd Addres of veel liever Ma» nifeft hem niet noodzaakte by deeze weder te declareeren, dat, gelyk hy nimmer door de Burgery tot Raad deezer Stad is aangefteld, hy ook niet kan begrypen, dat dezelve hem van zyn Poft kan ontflaan, of daarvan beroven, alzo dezel. ve, volgens zyn oordeel, daartoe volkomen onbevoegd is en hetzelve alleen dependeert van den -wettigen Souverain, of die genen, aan wien het zelve door het thans nog vigerend Reglement is gedemandeerd, of wel by een vernieuwd in het vervolg, zal worden gedemandeerd, en in zyn poft zal blyven volharden, tot zo lange Hy van dezelve wettig ontllagen wordt, of door geweld, waar tegen hy niet beftand is, in bet waarnemen van dezelve verhinderd wordt. En ook dat hier van ten alle tyde zal kunnen blyken, verzoekt dezelve, dat dit als zyn fentiment in Stads Notulen van heden mag worden geinfereerd. was getekend. R. VERSCHOOR. XIII. Ed. Groot Achtb. Heerenl —- B'ykens myne Advifen , alle relatief tot bet arresteeren, beëdigen en dadelyk in train brengen van een provifioneel by de Vroedfchap gearrefteerd Stedelyk Regeerings Reg'ement, in Vroedfchaps Notulen facceffivelyk geinfereerd, en aan welkers inhoud ik my by deeze kortheidshalven als nog referere, te vinden; confteert het, dat ik , agtervolgends die myne gevoelens, daarom ook thans aan der Requeftranten verzoek, van den »o Juny jongftleden gedaan niet kaa voldoen, nog den Heer eerfte Burgemeefter authorifeeren, een Geëligeeerd Collegie van Ge. mecnslieden uit de Burgery in den Eed te nemen. Declarerende wyders by deeze , nimmer als door overmagt of geweld my aan de gevolgen, zoo door remotie uit myn Post als Raad, of anderzins, uit dit myndeclinatoir advies, conform den teneur van .zeker Manifeft, den 3den dezer door een gedeelte der Burgery irgediend, te zullen fu'> mitteren, daartegen ten kragtigften by deeze protefterende; veel min de infimulatien, daar in vervat, voor my tacite te avouëren: zullende derzelver reverente en decente termen niet verder intreden, maar my de faculteit refsrveren, om, G 2 teB  C *8 ) ten allen tyde, des nodig oordeelende, de gronden van dit en andere rnyner advifen, daar toe beirekkelyk, gedetailleerde tty myne decharge in Vroedfchaps Notulen te kunnen doen ihférerén. UTRECHT den 25 J"ty 17SÖ. was geteekend O. W. Th. FALCK. X IV. Ed. Gr. Achtb. Heerenl — Te meermalen, zederd den 20 December des afgeloopen Jaars, omtrend de gehoudenheid aan den Eed op't Provinciaal Regerings Reglement thans nog fut-fiderende ook met betrekking tot die pointe het Stads Regeerings befte! aangaande, welke by hetzelve Provinciaal Reglement zyn vervat, my hebbende geëxpliceerd, met die gevolgen, dat noch op den 20 December voornoemd noch op den 20 Maart jongftteden, uit hoofde van gemoedelyk bezwaar, profkërende uit gezegde gehoudenheid, ik my hebbe ingelaaten ofte geftemd tot het fraai arrefteren of dadelyk introduceren van het Proviftoneel geapplaneerd Stads Regeerings Reglemeni; zoude het overbodig zyn, my op nieuw dezen aangaande te elargerer. Myne aantekeningen en declaratoiren, te vinden in de Vroedfchaps Notulen van den 27 December 1785 van den 16 January, 6, 13 > 20 en 27 Maart deezes Jaars, dencteeren duidelykgenceg, welke omtrend deeze zake myne gevoelens en de redenen van dien zyn, en waar aan ik dan ook als nog my referere. Alleenlyk obfervere ik, dat men op de laatfte deeaer aan* tekeningen, by zekere gedrukte Extract Refolutien van Burgeratfteren en Vroedfchap deezer Stad, gereflecteerd vindr, als of de beëdiging der Burger ■ Compagnien op den 20 Maart zoude equivaleren aan eene volfirtkte en dadelijke introduBie van 't geapplaneerde Stads Reglement, aangezien de intentie van dl Burgery en geene andere in deeze zoude moeten pravaleeren. Met welke ftelling fchynt overeer.teftemmen de pofitie , voorkomende by den aanvang van ' Addres, op den 20 der afgelopen Maand Juny ingediend; en waarop gebouwd is, zoo de gedane Eleftie van Gequa lificeerde Perfonen tot een Collegie van Burger Gecommit teerden, als het verzoek, om de aldus verkorenen uit d< Burgery, dóór den Heer eerften Burgemeeder, te doen it den Eed neemen. Doch omtrend welke ftelling ik verme ne te moeten twyffelen, of dezelve, als beruftjnde op di intentie der Burgery, boven alle anderen zoude moeten pras valeren, wanneer, behalven eene, op den 2c Maart ken nelyk geweigerde, introducliï en geweigerde wederzydfch beëediging, geene dadelyke introductie, zonder de beëedi ging van de Leden van de Vroedfchap febynt te kunnen plaats hebben. Zonder dat in deeze ook iets zoude kunnen afdoen het beroep op zeker voorwaardelyk voorftel, zoo als het zelve gevonden wordt aan 't flot van het detail, by forme van Declaratoir der Burgery op den 20 Maart jongstl. ingele. verdj aangezien het er verre van af is, dat de Vroedfchap op gezegden 20 Maart zoude erkend en geadvoueerd hebben, dat aan de zyde der Burgery het geapplaneerde Stedelyk Reglement zoude worden gehouden voor gtïntrodu. ceert, daar ter contrarie de Vroedfchap (behalven dat dit en anderen , by voornoemde Declaratoir voorkomende, voordellen op den 20 Maart geen onderwerpen van deliberatie of omvrage hebben uitgemaakt, veel min, dat by eenige Refolutien daarin geacquiefceerd zoude zyn) na het geiyktydig inkomen van hetzelve detail, met de antwoorden der Burger Compagnien op de opderfcheidene Adviefen of Declaratoiren der prefente Leden van den Raad verklaard heeft, te blyven perfisteeren by den Inhoud van ge} zegde Advifen, en alzoo niet anders gerekend kan worden, dan alle die voorwaardelyke voorftellen niet te hebben geaccepteerd; ofte geagreerd: gelyk dan of ook by nader De. claratoir van Officieren en Gecommitteerden uit de Burger Compagnien, daar op niet is geinfteerd geworden. Na al 't welk de Acta van den 20 Maart wel getermineerd zyn met de beëediging van de Declaratoiren van eenige Raden, dog fitnpelyk, pro ut jacent, en conform derzelver zeer ondericheiden letterlyken inhoud, zonder iets meer, als meede met de, op fterken aandrang, in vooruitzigt van de ander, zints te duchten gevolgen, geadmitteerde beëediging der Burger - Compagnien op t Stedelyk Regeerings Reglement niet tot eene dadelyke introductie , welke agtervolgend de gedeclareerde onbevoegdheid van den Raad volftandig geweigerd is; en dus tot geen ander einde als «t geen by myne aantekening van den 27 Maart laatftleeden gevonden • wordt. Ik boude het dan als nog daar voor, dat het in den Eed : nemen der Burger Campagnien op derzelver aanhoudend 1 verzoek en dringende inftantien, na voorafgaande volftrekt geweigerde introductie en geweigerde wederzyelfche beëedi■ ging van meergemelde Reglement gedaan, tot geen anderein. . de kan worden aargenomen of kan ver (trekken, dan als een - corifirmateir en beveftiging, dat het geapplaneerd Regerings 3 Reglement contineerde de eindige , bepaalde en voldrekte , begeerte der Burger Compagnien deezer Stad, welke, zonder  C *9 ) der «odanlge beëediging, weigerden uit den anderen te gaan; zonder dat uit zoodanig confirmatoir eene dadelyke introduécie kan worden geëlicieerd, als welke toch nimmer zon. der eene expres.fe bewilliging en beëediging van de Vroedfchap plaats hebben of beftaan kan. Het was op dezen voet, dat ik, onder volftandige weigering cener dadelyke introductie, op den 20 Maart jongftleden vermeend hebbe, voorfchreeve beëediging der Burger Compagnien te kunnen aanzien, zonder daar toe te flemmen of daar tegen te protefteren; waartoe ik anderzins, aan de gehouienheid van den Eed, volgends myn gemoedelyk inzien der zake, getrouw blyvende, niet zoude hebben vermogen te komen, maar volftrekt verpligt zyn geweeft, tegens eene beëediging der Burger Compagnien, in den zin en cor» form de thans afgegeven wordende intentie der Burgery, te moeten ftemmenj ja, daartegens ten fterkfte tc moeten protetteren. Ik befluitedan, te mogen vastftellen, dat het provifïoned geapplaneerd Stads Regeerings Reglement als nog niet is geintroduceert, en er uit dien hoofde, voor als nog, geen Collegie van Gecommitteerden uit de Burgery, overeenkomftig en agtervolgens het 4de Hoofdftuk van voorfchreeve Reglement kan worden ingevoerd ofte M*.djgd» Want, hoewel het waar is en ik gaarne toeftemme, dat, ten opzigte van z «danige domeftiqu-a zaken en pointen , welke niet contrariëren eenigen der pointen, vervat by 't Provinciaal Regerings Reg'ement van den Jaare 1674 de befchikking daarvan geheel e« alleen afhangt van 't goedvinden van de Vroedfchap eH der Burgery zonder tusfcher.komft van eenige der verdere Leden van Staat, ofte van wie ook; nochthans is het met de introductie van het Collegie van Gecommitteerden uit de Burgery dus gelegen, dat hetzelve niet kan of behoort te worden geintroduceera ofte beëedigd, dan gelyktydig met eenen permanenten Raad, van welks perma* nenee dit Collegie geheel en aileentyk afhangt, als eeniglyk ingerigten moetende verftrekken tot een tegenwigt van eenen permanenten Raad, en zonder welken dit Collegie, naar de gronden eener gezonde Staatkunde, niet kan of mag In train gebragt te worden. Maar zoo lange de aétuëele Leden van de Vroedfchap verbonden blyven aan den Provin», tiaalen Eed, op het Regeerings Reglement deezer Provintie, ook met betrekking tot eenige ftedelyke pointen, afgelegd, zoo lange vermogen dezelve de permansrice van den Raad niet dadelyk daarftsllen en introduceren, als direft aanlo» pende en ftrydende tegen» den inhoud van 't meeergenoemde Reglement. Daar het dan vaft ftaat , dat het Collegie I. Stuk. No. S. van de Gecommitteerden uit de Burgery alleenlyk kan befchouwd worden als eene fequele van de permarsence des Raads, met dewelke het zelve Collegie ftaat of vervalt, zoo volgt, volgends den zeer bekenden regel, quod omne accts> forium fequitur fuum principale, dat, zoo lange geen permanente Raad kan worden geïntroduceerd , zoo lange ook geen Collegie van Gecommitteerden uit de Burgery kan worden geïntroduceerd of beëedigd. Het admitteren en toeftemmen van de dadelyke introductie of beëediging van vooifchreeve Collegie is eene bewilliging in een bedryf, 't welk in effecte contrariesrd en ftrydt met d« by 't Reglement van 1674, en wel in conformi'é van de alou Ie forme van deezer Stads Regering, bepaalde en beëe. digde annuële verzetting en verandering van Stads Magiltraat; en vermag dus, naar myn inzien, volftrekt niet geconfenteeid worden in het, by het Addres gedaan, verzoek van beëediging der gedespicieerde en gedefigneerde 16 Perfonen, als Leden tot voorfchreeve Collegie van Gecommitteerdens uit de Burgery, zoo lange niet gelyktydig op eet.e wettige wyze, zonder vertreding van 't geen, als het allerheiligft in de menfehelyke Maatfcbappy behoort geconferveerd te blyven , een permanente Vroedfchap kan worden daargcftcld en geïntroduceerd. En zoude ik oordeelen, dat aan de inleveraars van het Adires by Extract Refolutie behoorde kennisfe gegeeven te worden van de redenen, waarom de Vroedfchap verpligt is, te moeten difficulteren in derzelver gedaan verzoek, tot onverwylde beëediging der gedespicieerde 16 perfoonen; met byvoeging, dat de Vroedfchap nochthans tot bewys van hare welmenende gezindheid dezelve Perfoonen alleszins houdt voor gequalificeerd, om, terftond, by de introductie van eenen permanenten Raad, te kunnen formeren het Collegie van Gecommitteerdens uit de Bnrgery, en alsdan daartoe ta worden geinftalleerd en in den eed genomen ; dezelve Perfonen aldus houdende voor prseparatoir gedespicieerd ten fine voerfclreeven. Terwyl de Vroedfchap vertrouwd , dat de inleveraars van 'i Addres, en alle andere Burgers en Ingezetenen deezer Stad, hicrinne zullen beruften; temeer, uit confidentie van den zeer kortgeftelden termyn, binnen welken de Staats Commisfie, die wegens de reforme van 't Provinciaal Regeerings Reglement nu kortlings is gedecanteerd, verzogt is te dienen van Rapport , en binnen welken termyn de zaken, wil men dezelve niet exponeren aan eenen tota len ondergang, althands niet behoren gebragt te worden buiten haar geheel. ■üllliCHTilemïJuly 1786 was get. A.S.ABBEMA H "*  < 3o > De ondergetekende verklaart, zig roofdzakelyk te voegen by het befluit van bovenftaande advis. was getekend f. H. J. JVOY. XV. Erf. Groot Achtb. Heerenl Het was uit hoofde der verpligtirg tot obfervantie van bet Regerings Reglement van 1674 dat ik by den aanvang der deliberatien over de ingeleverde bezwaaren nopens bet Stedelyke, dezelve confidereerde als préparatoir, om by tyd en wylen, een nieuw Provinciaal Regeerings Regleement geintroduceerd zynde, als dan zoodanig Stedelyk Reglement te arrefteren en intevoeren, bet welk meelt met den inhoud van het Provinciale overeenkwam ei ten meefte nutte der Burgeren en Ingezetenen verftrekken kon. Het was, om die zelfde redenen, dat ik den 2c December 1785 my buiten ftaat bevöïïd, om het nieuw geapplaneerd Reglement finaal te.arrefteren, en veel minder vond ik my bevoegd, den 20 Maart 1786 om hetzelve te introduceeren en te doen beëedigen. Diar er nu, Ed. Groot Acht^. Heeren! zederd dien tyd geen Staatsgewyze ontflag uit dien Eed is daargefteld, en ik my dus als nog in die zelfde omftandigheeden bevinde, kan ik niet anders, dan my ook thans onbevoegd rekenen, om een gequalificeerd Collegie van Gecommitteerdens uit de Burgery te doen beëedigen, vooral daar ik het nimmer van eenig wezendlyk nut heb befcbouwd te kunnen zyn, en het zelve althans in geen aanmerking komen kan , zo lang de permanence van den Raad niet wettig is vaftgeftcld. En wat betreft het Adres of Manifeft, op naam der Burgery by den Raad den 3 July ingediend; fchoon ik het zei ve niet dan voor Notificatie aannemen kan, vind ik my hy deezen verplicht te declareeren, dat ik den inhoud van hetzelve en de gevolgen daar uit profluerende overlaat voor rekening der geenen, die daar oorzaken en uitvoerders van Zyn of zullen zyn ; protefterende niet te min tegen dezelve a's informeel; verzekerd zynde, dat alle onaangenaamheden, welke voor my daaruit mogen voortvloeyen, my alleen daarom overkomen, om dat ik volgens myn befte weten, naar Eed en plicht, fchoon niet overeenkomftig de thans heerBshende begrippen, hebbe gehandeld. was gtteekend- J. J. WOEKTMAN. Met het bovenftaande Advies conformeert zig P. E. VOET VAN WINSSEN. XVI. Ed, Groot Achtb. Heerenl — My gehonoreerd vindende met eene Miffivc van Uw. Ed. Groot Achtb. dato den 3 dezer, om op Dingsdag daaraan volgende op eene volle Befchryvinge te compareeren , ten einde over de aan Uw Ed. Groot Achtb. op den 20 Juny en 3 July geprefenteerde Ad« dresfen te deliberereeren en te refolveeren ; zoo neeme de vryheid, (door ziekte weerhouden wordende, die Vergadering zelfs by te wonen) voor myn (tem by deeze fchriltlyk te advifeeren. Dal ik in genen deele voor het tegenwoordige kan mede* werken tot het dadelyk introduceren van een Collegie van Gecommitteerdens uit de Burgery, door het in den Eed nemen van de Leden van dien;- vermids ik my , uit hoofde van myn gedanen Eed op bet nog niet geabrogeerd of gealtereerd Regeerings Reglement van den Jare 1674 gehe.1 onbevoegd achte, om myn Item te geeven tot het invoeren van iets, 't welk met voornoemde Reglement incompatibel is; om welke reden ik ook niet geconcurreerd hebbe, noch tot het arrefteren van het proviftoneel beraamd Regie, ment op dezer Stads Regeerings noch om het zelve door de Burgery te doen beëedigen, blykens myce aantekeningen, in de Vroedfchaps Notulen te vinden* En, alfchoon ik op zyn tvd, by aldien in de mogelyk» heid blyve, aan myn gedaan declaratoir op den 2c Maart laatftleden heilig zal voldoen , aangezien ik volgens myne wyze van denken op den duur geen Regent kan blyven, by aldien bet Reglement van 1674 in zyn geheel blyft fubfiteeren, om dat ik volkomen overtuigd ben, dat hetzelve in het Rapport der plechtige Staats Commisfie, dato 1 September 1784, naar waarheid omfchreeven is, en ik dat Reglement, blyve befchouwen ais onbeftaanbaar met het welzyn. van deeze Stad en Provintie, vermids door hetzelve aan den Heer Stadhouder in der tyd, fchoon op eene indireéte wyze zo veel magt gegeven wordt, dat deszelfs irfluemie direft ftrydig is met de Vrye Deliberatien der re.fpeétive Collegien. van Regering; 't welk dan ook noodzaakelyk een nadelig gevolg heeft met betrekking tot het Bondgenootfchap in 'tgeneraal : — zo ben ik egter geenzins van voornemen, om myne. Raadsplaats te aanvaarden, op het prasparatoir Geapplaneerd Reglement omtrend de Regering, deezer Stad, vermids ik eenige pointen van dat Reglement, maar vooral de wyze, op de welke men het wil invoeren, en de omftandigheden die. daar mede gepaard gaan, aanzie, a's oorzaken van voortdurende onluften en verwarringen,, en als zullende ftrekken, om met der tyd dat geene in te voeren . bet welk men thai.s 't, meelt fchynt te willen willen vermyien;. waaromme ik; noch  I noch als Regent noch, als Ingezeten, deel wil hebben aan het invoeren van eene Regeerings Form , dewelke aan deeze Stad, volgens myn inzien, ruim zo nadeelig zal zyn, als het Reglement van 1674, daar men te, reebt zoo zeer over geklaagd..heeft. Godjis myn getuigen, dat ik deeze zaak, volgens myne vermogens, in gempede aldus befchouwe; het kan zyn, ja zelfs ik hoop, dat ik dwale, en wat meer is (by aldien het nieuwe Reglement wordt ingevoerd) wenfche ik, dat de ge¬ volgen aan myne verwagting niet zullen beantwoorden; maar myne geboorte Stad alle haare Voorrechten blyven genieten, en baren welvaart, zoo door.de welmeenendheid, als door het getal en de gegoedheid van haare Ingezetenen, meer en meer zal.toeneemen; waarvan ik wenfche een Ampteloos, Ril en afgezonderd aanfehouwer te mogen zyn, die zig verblyden zal, dat er gefchikter en welmenender [gevonden worden, om Utrechts Raad voltallig te houden, en de al* leszfjts waaidige voorwerpen blyven van de liefje en achting van een waarlyk Vry Volk. t .Waar mede ,. Ed. Groot Achtb. Heeren ! de eer hebbe met alle ware hoogachting te verblyyen. j Ed. Groot Achtb. [Heerenl OOSÏBROEK, Uw Ed. Gr. Achtb. onderdoen geb. den 24 July 178Ó- Dienaar en Mede-Raad. was getekend D C. DE LEEUW. X V li!, ( j üW\m lèl/^bs . Edele Groot Achtbaare Heeren \\ — By het ifte Artikelvan 't 4de Hoofdftuk van het in den voorleeden Jaare pro. Vifionelyk beraamde en gepubliceerde Reglementwaar na de befteiling van deezer Srae's Regeerieg. gefebieden, mits., gaders ten gequalificeerd Collegie van; Gecommitteerden uit, de Burgery opgerigt en geïntroduceerd worden zoude, w ter zyner tyd gearrefieerd'-, finaal gerefolvccrd e.,i in train gebragt te worden, wordt uitdruklyk gezegd, d^t er, behalven den permanenten Raid, een befiendig Collegie van gequalificeerde Burgers zoude worden geïntroduceerd, onder den titel van Gecommitteerden uit de Burgery. Uit deze woordeo blykt ten ailerklaarften, dat het beften van, dat Collegie verbonden zoude zyn aan het beftaan van eenen peimanenten Raad , en niet zonder denzclven zoude worden ingevoerd. Daarom, volgens myn beginzelen , welke ik de eer gehad heb, op den 13 Eebruary deezes jaars aan Uw Ed. Groot Achtb. te deduceeren, en van dewelke, wat men ook daartegen ingebragt hebbe,- ik geene voldoen de reden hebbe gevonden om aftewyken, geen permanen- I ten Raad binnen deeze Stad wettig kan worden geintroduceerd , dan lingevolge van een voorafgaand Staatsbefluit, waar by het met de permanence van den Raad ftrydige Artikel in *t Regeerings Reglement var 1674, worde vernietigt; gelyk ook de Vroedfchap tot noch toe altyd in het begrip is geweeft, dat tot het invoeren van eenen permanenten Raad een ontflag uit den Eed, op gemelde Reglement ge» daan, voor haar noodig was; en daar zodanig eene vernie» tiging of zodanig een ontflag uit den Eed nog niet is ge» fchied, dus de Raad deezer Stad noch niet als permanent kan befcbouwd worden, zie ik rist, hoe ik zoude kunnen Remmen tot het doen beëedigen en invoeren van een Col*j legie, welks beftaan afhanglyk is gemaakt van eene voor* waarde, die noch niet beflaat, en hoe de Vroedfchap, die' erkennen moet noch niet permanent te zyn, en noch ver» bonden te weezen aan het Reglement van J674 een Collelegie kunnen erkennen en tot, invoering van hetzelve mede werken, het welk de-permanence van den Raad, en de vernietiging, van het Reglement, van 1674. .ten minfte voor, een gedeelte, onderdek» Noch meer, Ed- Groot Aehtb, Heerenl by het XldeArt.. van het zelfde 4de Hoofdftuk in bovengemelde, provifioneel Reglement, wordt ook aan het Gequalificeerd Collegie van. Gecommitteerden uit de Burgery opgedragen het nauwkeurig., achtgeven , dat op- het te arrefteren Provinciaal Regierrient geen indrdgt gefchiede. Hoe kan nu, zo lang geen. nieuw Provinciaal Reglement Staatswyze is gearrefteerd, een Collegie worden ingevoerd, welk ftrekken moet, om opzigt te hebben over.eene zaak, die..nog.niet in wees-en, iStnasi aiji^^icüy.uejii, U . Ora deeze. redenen , L'.. Groot Achtb, Heeren ! is bet', mw volftrekt onmogelyk,, myne totfte^mkg te geeeven tot ■ het invoeren-era b-.£fiig<,'n. van het Collegie van Gecomn.it. • teerden uit de Burgery, zoo lang. niet, by. verandering van. het Reglement van 1(5,74 de permanence svan den Raad dezer. Stad wettig zal zyn- yaftgefteJ 1, en een nieuw Provinciaal, Reglement van Regering ingevoerd.. En hier in kan by my geene ver.ane'ering maken het be.ëedigen van het nieuwe Stedelyk Reglement, door een ge,, deelte der Burgery op, den ooften Maart, laatftleden, alzo, na het vernietigen der op den 20 December des voorleden. Jaars afgedwongen en informele Refolutie, en het herroe.* ■ pen derzelve by Publicatie van den S Maart daaraan vol., gende, de zaak wederom in haar. geheel , als.-vc.pr den 2pk December, zynde gebragt, op.gemtide. 6 Maart geene de' H' 2. Hbe> ( 31 }  als Raid te ontzetten, en een ander In myn plaats aameftellen, ik die daad houden zal voor onwettig en van onwaarde als gedaan zynde door perfonen, tot het een en ?nder ganfch onbevoegd, en my zeiven befcbouwen als tegen alle recht en reden in myne wettige bezitting geftoord; terwyl ik, indien men, des ongeacht, evenwel, met omkeering van alle orde, daarinede mogt voortgaan, en ik my genoodzaakt vinden , voor eene grootere magt te wyken, ik my daarin troosten zal met de ftreelende bewuflheid , dat my zulks alleen o» verkomt, óm dat ik, als een man van eer, my aan recht, billykheid, eed en pligt gehouden hebbe; betrouwende, dat alle weldenkende en niet misleide tnenfchen myn gedrag in deezen zullen billyken: daar ik my tevens op het oordeel van die zelve weldenkende en niet mis'yde Menfchen beroepe, en aan hi nne btllisfing overlate, of de honende en gruwelyke aantygingen, by gemelde declaratie aan de Meederheid van deezenllaad gedaan, tot welke Meederheid ik in dit op. zigt ook btboore, verdiend zyn, slzo het aan niemand, van den waren toedragt der zaken, alhier voorgevallen, behoorlyk onderrigt, onbekerd kan weezen, hoe|ten onregte dez; Vergadering word befchulligd van onderdrukking in vertrapping der Burgery; befcbuldigingen, welke alleen de zodanigen verdienen, die, een misbruik makende van hunne magt, anderen van hunne rechten en bezittingen beroven; en niet zodanige Regenten, die, gelyk Uw Ed. Gr Achtb, zoo veel my bewuft is, altyd gedaan hebben, een ieder by het zyne bewarende en alleen het waarewelzyn hunner Burgeren behartigende, alle biilyke verzoeken gersedlyk inwilli. gen, en alleen aan zodanige eisfchen weigeren t; voldoen, welke zy oordeelen niet kunr.en toeftaan, zonder fchending van de plegtigfte Eeden en omkeering van alle récht en order! (was getekend) W. J. B. VAN DIELEN. XVIII. ' Ed. Groot Acbtb. Heerenl — Agre my onbevoegd, om redenen, in het breede mondeling gededuceerd, om het verzoek by het ingediende ,/f.ldres van den 20 Juny te accorderen en vir.de my ingemoede verpligt, hetzelve te declir eren. En wat het Manifeft, of Addres, van den 3 July betreft, zoude ik het zelve voor notificatie aanneernen , en in de Vroedfchaps Notulen irfereren, zonder nogthans te avoue. ren het geen by het zelve gefteld is, als of ik, door niet te kunnen voldoen aan de begeerte der Requeftranten, aan hun de vryheid gelaten hadde, om over myne Raadplaats, 't zy van heden af, of op den ia Oef ober te disponeeren; daartegen Ifeeratien over het invoeren van een nieuw Reglement van Regeering meteenig wettig effect hebben kunnnen vaL.n, als welke alleen, volgens de wyze van Regeering, alhier gebruiketyk, het onderwerp kunnen zyn eener extraordinaire en volle Befchryving, op dewelke ook die Leden van den Raad, welke uit hoofde hunner Co'mmrbfien afwezig zyn, of anderzins geene zitting in de Raad hebben, gelegenheid moet gegeven worden, om ook hunne gevoelens t« uiten, eh, op gemelde so Maart fl'egts eene gewone Vroedfchaps vergadering is geweefi, waar geene dan gewone zaken met verbintlend effect konden behandeld worden; dus al het overige, Wat op dien dag en wel inzonderheid met betrek, king' tot het Reglement van Regeering gefebied is, moet worden gehouden voor geheel informeel, en gevolglyK ook het in den Eed neemen der Schuttery op het nieuwe Stedelyk Reglement, waar toe ook de fchuttery dien dag niet in de Wapenen gebragt, of, op wettig gezag, door de Vroedfchap opgeroepen was. Ik zwyga hoe uit de Vroedfchaps Notulen blykt, dat daaromtrend zoodanige omftandigheden' hebben plaats gehad, dat men die daad op haar zeiven ook niet wel anders, dan als zeer informeel kan befchouwen, en welke ik derh3lven (buiten dat zy , hoe het ook anders' daar meede geleegen mag wtfezen, eene particuliere daad is der geenen, die daar aan deel hebben gehad, en my dus in geenen opzigte aangaat) met alle haare gevolgen, laaten voor rekening der geenen , welke dezelve hebben verrigt of foedgekeurd. Wat nu verder de Declaratie, of Manifeft, op naam der Burgery, den 3 deezer Maand aan Uw Ed.Gr, Acht3. overhandigd, betreft; ik zoude dat alleen voor notificatie aannemen; en, zonder my over dat vreemde ftuk, "t welk ik eVenwel niet voor het werk der geheele Burgery erkennè, breder uittelaten, moet ik alleen betuigen, dat de bedreigingen, daar in vervat, geene verandering in myne gevoelens kunnen te wéege brengen, alzo ik daarom altyd ftandvaftig hoope te zullen blyven van om lief of leed niet aftewyken van hetgeen ik rechten billyk oordeele. Dan, op dat men mogelyk uit myn ftilzwygen niet aflyden, dat ik het recht, het welk men zig by die declaratie fchynt toe te fchryren, erkend hebbe, agte ik het heden niet onnodig, (waartoe my mogelyk naderhand de gelegenheid mogt geweigerd worden) té verklaren, en in de Notulen van Uw Ed. Gioot Achtb. te doen aantekenen, gelyk ik thans, voor nu ais voor als dan, verklare by, deeze, dat, ingevallemen, volgens de gedaane bedreigingen, mogt onderftaan, my van mynen poft ( 3* )  ( 33 ) tegen protefterende, en de gevolgen overlatende voor rekening van die geene, welke zullen goedvinden daartoe te pro» cederen. VTEECH1, dtit 25 July 1786 was ruikend D. J. MARTENS. XIX. Nadere Voordragt van den Heer van Haiftej.. Ed. Gr. Aehtb. Httrtnl — Hoe zeer ik met de Heeren van Senden en Smisfaert by een ampel advis, heden morgen aan UEd. Gr. Agtb. voorgedragen, getragt hebbe, den den Raad tot het in den Eed neemen van het Collegie van Gecommitteerden, onder zeekere bepalingen, te doen befluiten, is zulks egter vrugteloos. De Meerderheid, vergun my de waarheid te zeggen, if te zeer tegens de Burgery vooringenomen, en laat zig door menfchelyke zwakheid , die groote dryfveer onzer meefte daden, wegliepen, of toont met de daad, daf zy door haare conclufie de beëdiging door de Burgery in handen van eene daartoe door den Raad genomineerde Commisfie, op het gecorcipiëerde Stedelyke Re* glement, den 20 Maart gedaan, houden voor illegaal, en dus moet die daad door eik onzydige befcbouwd worden, als enkel gefchied' om, was het mogeiyk, de Burgery tot den 12 OBober te doen furpercedeeren met de introductie van het nieuwe Stedelyke Reglement, en de Regenten in haare poften te doen cominueeren, op hoop, dat ,er mooglyk in dien tusfchentyd, door eene ondeiling geborene veretmiging en vertrouwen, gtleger.theid zoude geboren worden, cm in dit Stedelyk Reglement eenige poiu&en ten voordeele van den Regent en Stadhouder te veranderen: en waarlyk, Ed. Gr. Agtb. Heeren, daar het by my eene vafte ftelregel is, dat zonder tusfchenkomft van de Burgery in de Regeerings form van deze Stad Utrteht niets kan worden veranderd, en ik alleen op de ftemme des Volks, welke haare Regten, waarop zy volgens myn inzien aan fpraak hadden, te rugeischten, in de affchaffing der recommandaiien, en de wyze op welke de tusfchentyds vaceerende Raads plaatzen behoorden begeeven te worden, hebbe geftemd, cn dus ook de verandering in bet Huishoudelyk beftier, op hear gedeclareerden wil, niet vermogte te beletten; indien men aan de zyde der Regeering dit dus begreepen hadt, en de verwydering, welke 'er tuflchen dezen Raad en het groter gedeelte der Burgeren en Ingezetenen zoo ongelukkig plaats heeft, op alle mogelyke wyze hadt gezogt weg te neemen, door zig meer handelbaar en toegevend omtrent de uitdrukkelyke wil der opgeroepen meenigte te gedragen, zulke onderlinge fchikkin» I. Stuk. No. 9. gen waren zeer mogeiyk geweeft; dan thans wordt in een» alle die mogelykheid aan de zyde van den Raad den bodem ingeflagen, daar veelen verfeeren in deze, naar myne gedagten dwalende begrippen, en het beëdigen weigeren, omde twee volgende redener. Ten eerften Omdat de beëdiging der Burgery op den ao Maart, tot inftandhouding van haare zy. de van het Reglement, is informeel. Indien dit begrip reeds op of kort na den 2c Maart heeft plaats gehadt, heeft men myns oordeels niet wel gedaan, de Burgery tot op dit ogenblik blind te houden, die al was hen gene andere biyk dan eene legale Commisfie overig, moet befluiten, dat de be eediging op den ao Maart is wettig. De tweede en voornaarofte rede is, dat men fuftineett gehouden te zyn aan het fchadelyk en drukkend Reglement, van den Jire 1674. en om gemoedelyk bezwaar, niettegenftaande de voorgebragt redenen des contrarie, vermeint, dat de Burgery iets van den Raad vordert, hetgeen de Regenten, om den gedar.en Eed op den 12 Oclober jongftleden, niet kunnen doen. Ik zal thans in geene verdere rescontre treden, dan het zy my geoorloofd, de gevolgen van deze weigering onder het oog van UEd, Gr, Achtb. te brengen, Hoe zeer ik afkeerig ben van alle dadelykheden, tegens die myner Meede-Raden, welke zig ongelukkig volgens myn inzien in de bovengezegde dwalende begrippen bevinder», en zig met den uitdrukkelyken wil van het groteie gedeelte vaa Utrechts onafhangelyke Burgery weigeren te vereenigen, egter moet ik bekennen , dat het niet te verwagten is, datdsi Burgery in dezen van haar gemanifefteerd voorneemen zal afgaan, daar zy in zulk een geval zig door de Bondgenoten, en van het door onderling belang aan de vrye Nederlanden zoo naauw verknogte en door een Tra&aat vereenigd Hof van Vrankryk van een onbezonnen en onberaden pas zoude moeten zien befchuidiger> Des Ed. Gr. Agtb. Heeren het te voorzien is, dat deze Raad zal worden teroofd van veele kundige Mannen, die de ruft en vreede der Stad en Inwoonderen van dezelve gezworen hebben te zullen bewaren. Het kan niet anders, of door deze finale weigering moet de Burgery ontruft, en in de noodzaak gebragt worden om, dat God verhoede, tot buitengewone middelen over tegaan. Het grotere deel der Natie, welkers oogen op ons Utrecht geveftigd zyn, welke in dezelve begrippen als onze Burgery verfeeren, zal derzelver gedraging met raad en daid onderfteunen. In ons Nederland zal een generale Volks kreet opgaan, en die Raden, welke te behouden thans myn oogmerk is, zullen, fchoon zy als ftille Burgers levende, der- j zeiver  38 VALLEN. hunner dagen nog niet bereikt hadden; geenen als eene Lamp, die boven verwachting in de pype blyft branden, na dat zy het reeds verre boven het Mofaïsch tydperk (Pf. XC: 10.) gebragt hadden. Doch op welk eene wyze, op welk eenen tyd, het verbond der eeuwe is: De Mensch, die voortgekoomen is uit de aarde, moet eenmaal wederkeeren tot zyne aarde. Het is den menfche gezet, eenmaal te frerven, JHebr. IX: 27. (B) Maar fchoon alle Boomen, vallende, ter aarde vallen, zy vallen evenwel niet allen naar den zelfden kant. Zo is het ook met de Menfchen ; ten aanzien van hun ftoflyk deel, vallen zy allen ter aarde: Eenige weinigen uitgezonderd, die door vuur, of water omkoomen, kan men over het algemeen zeggen, dat het Graf hst huis zy der faamenkomjie aller Lsevendigcn. Maar ten aanzien van den Staat, waar in zy naar de Ziele vallen, is 'er groot onderfcheid. Dit geeft de Prediker te kennen, als hy zegt, dat de vallende boom valt na het Zuiden, of na het Noorden, (AA) Wat hebben wy hier door het Zuiden en het Noorden te verftaan? ÖO Gelyk deeze twee Gewesten tegen malkanderen overftaan door hunne ligging, zo ook door hunne hoedanigheeden. In het Zuiden fchynt de Zon op het hoogst en in haar grootfte kragt; des genieten de Landen onder die luchtftreek langer licht, meerder warmte, en ook meerdere vruchtbaarheid. Daarom zeide de Heiland tot de Jooden: Wanneer gy den Zuidenwind ziet tuaaijen, zegt gy: Daar zal hitte zyn, en het gefchitdt, Luk. XII: 55; en Elihu tot Job, C. XXXVII: 17, dat de kleederen warm worden, wanneer Godt de aarde jtille maakt uit het Zuiden, In 't Noorden is, in tegendeel, het licht en ook de kragt der Zonne minder, de nachten zyn 'er langer, de grond is 'er meer onvruchtbaar, het is 'er bar en koud, en dit maakt het voor de Bewoonders onaangenaam. Daarom zegt Elihu ook ter laatstgemelde plaatfe, vs. 0 , dat van de Vcrjlrooijende winden, men verlïaa 'er de Noordenwinden door, de Koude komt. (b) Des zal men hier door den Val na het Zuiden mogen verftaan, eenen Val ten goede, en door den Val na het Noerden, eenen Val ten quaade. En dat zo veel te meer, om dat een Mensch, met zyn aangezigt gefteld na de opgaande Zon, het Oosten, het Zuiden heeft aan zyne •Rechter-■> en het Noorden aan zyne S/ik* VALLEN. kerhand: De Rechterhandm duidt iets goeds ^ maar de ^linkerhand iets quaads aan. De Rechtvaerdigcn, die ter beèïvinge van het Koningryk zullen opgeroepen v/orden , zullen in den Jongften aller dagen gefchaard worden aan Jefus Rechter-, maar de Godtloozen , die ter Helle zullen gedoemd worden, aan Jefus Slinkerhand, Matth. XXV: 33, 34, 41. Naardien 'er nu voor den zinnebeeldigen Boom, als hy valt, voor den Mensch, als hy fterft, maar twee uiterftens zyn, zo zal het Zuiden zeer gevoeg lyk aanduiden de Heemelfcèe gelukzaligheid, en het Noorden de Helfche rampzaligheid. Want (aa) gelyk het licht, de warmte, de vruchtbaarheid, het den Bewoonderen van het Zuiden zeer aangenaam maakt; zo is het ook in den Heemel. Die daar zyn, genieten het eeuwig licht, de heerlykheid Godts zal ze ver lichten; geftoofd door Godts Vaderlyken Liefdegloed, zal eeuwige blydfchap op bunne hoofden zyn; en fteeds gevoed met de leevendigmaakende vruchten van den Boom des leevens, die in 'f midden van het Paradys Godts is, genieten zy verzadiging van vreugde voor Godts aangezigt. (bb) Gelyk het in het Noorden donker, koud en bar is, zo is het ook in de Helle, de Strafplaatfe der Verdoemden. Daar gloeijen wel de toorngloeden des Almagtigen ; maar flegts tot verwekkinge van duldelooze pyn, inmiddels de Ziel, door het gemis van Gods Liefdevuur, van koude als verftyft. Daar is het zo dor en bar, dat 'er zelfs geen drupken waters tot verkoelingcdertongetebekoomen is. Daar heerscht een zwaare en zwarte duisternis, een eeuwige Nacht van wanhoop en rampzaligheid. Daaromme leest men ook van eene buitenjU duister nisfe, daar weeninge is en knersftnge der tanden, Matth. VIII: 12. XXII: 13. (BB) Na -eene van deeze twee zyden, in eenen van deeze twee ftaaten (want 'er is geen derde) vult de zinnebeeldige Boom, als hy valt. 't Kan ook niet anders zyn. De Boom valt doorgaans naar die zyde, daar zyne takken 't zwaarst overweegen: Zo ook de Mensch in zyn fterven derwaarts, waar heen zyne begeerten, en daar op gevolgde bedryven 't meest hebben overgeheld. Heeft hy gezocht de dingen die boven iyn, is het zyn met Christus, het hebben Van Godt tot zyn eeuwig deel zyne heerfchende begeerte geweest, dan zal zyn Val oek zyn na het Zuiden der Gelukzaligheid, daar Godt cn Christus zich voor eeuwig aan  gal, het éy'to'-my»' Pèrfóott, ■ het* zy 'in myne Familie,, of door anderen $ dat ik al den tyd myner bedieniyig, zonder, ■aanzien van ferzooHi na myn befte weten, zal toezie?*, dat in zoodanig Regleme'nt op'de form van -Regeering deezer Provintie : hetwelk geittrend den tyd van myne voor. fihreeve bediening Staatswyze,< met concurrentie van bet Volk, mogt werden gearrefieerd-. en ■ dat inzonderheid', in het Reglement ', op de Magifir'aats bejtellitig \\deezer Stad gearrefieerd, den 15 September 1735, endoor de Burgery beëedigd den 10 Maart l;85, ah meede op de erkende'Regten en Privilegiën der Stad en Burgery, geene infrdcli'eri gefehiedtn, of veranderingen gemaakt worikn, maar dat alle dezelve onveranderd worden nagekomen ; en zoo daarinne eenige veranderingen wierden voorgeflagen of ondernomen, door wie zulks ook zoude mogen wezen , dat ik in myne qnaliféit "alt Geidntmitte'rden uit de Burger 1 aanfionds] net myne Mede - Gtcommittee dïn z*l concurreren tot het inleveren van e'tne doleantie aartdi Ma'gif raat deezer Stad, ten tlr-dè dezelve alle h.rdernefmngen 'tegiri alle dezelemhelpen afweer'e.i, in deze've buiten eeJge' alteratie ofinhevk geconfervéerd btyvén voo-rbehvu* dens nogthans-ziodanige alteratien, welke met wedériyds goedvinden van Raad en Burgery nog zouden kunnen u-or den gemaakt in de twee nog onvereffende poitrten-,-rakende bet zesde Artikel van het derde Hoofdfiuk en het tiende Ar 'tikel van het vierde Hoofdfiuk'van hetzelve'Stedelyk 'Regie 'ment voorts dat ik my fiiptelyk-zit gedragen na en over'tenkomfiig-het Reglement voor dè Gecommitteerden uit de ■p.Urgery 'va'figéfeU'; dat zal ik niet laten om lief of omleed, om maagfehap of zvja gerfihap, om giften of gaven, 'of om tenigerhandi zaken. ■ - '• ■> ' ' •• Zco vvaarh k helps'ffiy God Almagtig! - ' ttiófjfo. .vnu'i nt r:-i.x;r ' • ' ''■ ' ' 'Ed.' Groot Achtb. Heeren] • Dair'ik op den 1 July 1785, by den amvarg van bet delibereren over de bezwaren gedeclareerd hebbo, hetzelve te houden voor préparatoir 'tot dat er een nieuw Reg'ement van Regeering deezer. Pro■vinde by Hun Ed. Mog. op eene wettige:wyze en roet concurremie van'den Heer Erffhdhouder zal zyn gearrefteerd. :En alzoo hef vervolgens nopens het arrefteren van het ge applaneerd Stedelyk Regeerings Reglement blykt, uit de No'tulen vaa den 27 December 17S5, geen ander aandeel aan de Refolutie van den ao December gehad hebbe, dan dat de. zelve door de dmftandigheid van tyd had moeten aanzien, en my verder in myn'Declaratoir van den 20 Maart 1786 be¬ toond hebbe den Eed op bet.geapplaneero- Stads Regeerings Reglement niet te kunnen afleggen,,en-niet rrjgeftemd heb» be in het in den Eed neemen; van de Burgery; zoo is het, dat in die fentir&eóceu nog blyyende vertéren, m.y ook thans buiten ftaat vind. er>onbevoegd reken; om/zodanig een Ge. quilificcerd Gollegie van Gecommitteerden uit'de Burgery. te beledigen;-, als zynde een.gevolg van- myn fentiinent, dat enift uit den Eed van 't Reglement van 1674. op eene wetti" ge wyze moet ontlbgen zyn, en begrypende, dat de perma. nence van 'den Raad eeift wettig moet zyn vaftgefteld, een zódanig een Collegie kan worden geïntroduceerd. , -■• En wat.aangaat het Addres of Manifeft. op naam der Bur. gety.by.de Vroedfchap den 3 July ingeleverd, laat ik.hetzel, ve en de gevolgen van die overyoor rekening van die geenen, die er inftsllers en uitvoerders van zyn of zuilen zyn, daartegen protefteerepdes,.,dezelve houdende voor- informeel en'van-onwaarde,, by my zelfs overtuigd zynde, dat de ge. volgen, vveike daaruit zouden, proflueren , my-niet anders zullen overkomen, dan dat ik volgens Eed en plicht hebbe gehandeld. U1RECHT, din 25 July 1785. , (was geteekend) J. A. MARTENS'. XXI. De Ondergetekenden vermeinen (fchoon niet op den sd Maart deezes Jaars ingeftemd hebbenede i'n de beëediging van de B.rgeiy„blykens derzei. ei ipfevtien, -in. Vroedfchaps Noyeti vuil den' 27 RL-art laaift'0 <(f( deVroedfcbep, als een geiJg van den op den 26 Maart jongfil. by meederheid , ge. s_iLügier/llewIu:;e, tot Ut in, den Eed nemen van de Burgery op het Stads Regeerings Reglement,' 'behoord* als nu Tntefieuimer, in ds beë^ig'n^ya^ hpt Collegie van Gecommitteerden 'u!t id-'Burgory ,' 'cörform het 4de Iïoof.lfluk'van voorfchreeven Stads bozwooren Regeerings Reglement, zonder dat deeze-beëediging verhinderen'zoude,- de nodige rsfdreïfen cf alteratien te'maken, met' concurrentie van dé Regering en Burgery, of dat deeze A&'üs'de Regering verplicht tot de ktredefiie van bet Regerings Reglement zelve aan de zyde van de Vroedfchap, voor den i2"Ocf.ober aanftaande; fobsererende weder,'op dat.Suj-ti, derzelver gegeven Decbratoiren op den 20 Miart pasfato.' f . . UTRECHT den 25 July 1786. was getekend. P. C, BUKMAN DE LA BASSECOUR. ■ W. VAN DAM. I a n I L X :35 )  4Q VALLEN. maanen tot weldaadigheid, te pas? Zeer wel, wanneer men flegts agt geeft op den inhoud van het vs. Men moet weldaadig en mededeelzaam zyn. Daar toe ftrekt de zinnebeeldige Vermaaning, met de daar aan verknogte Belofte, vs. l. Maar gelyk in alles, zo ook hier in moet het harte eenes vijzen tyd en wyze weeten waar te neemen, Pred. VIII: 5. Ten aanzien van de Wyze: Men moet een deel geeven aan zeeven, ja! ook aan achte, vs. 2a. Dat is, men moet in het weldoen niet kaarig zyn, maar mededeelen met een ruim hart, en met eene onbekrompen hand. Men moet (met deeze Gelykenisfe wordt dit opgehelderd) hier in zich gelyk Hellen aan de Wolken, die, wanneer ze vol'gewordenzyn, niet maar ftofreegen, maar plasreegen uitkorten op de aarde, vs. 3». Ten aanzien van den Tyd: Men moet het weldoen niet uitftellen; heeden is men 'er toe in ftaat, misfchien morgen niet meer. Daar op zien de woorden vs. 2t>, Gy weet niet wat quaaa op aarde weezen zal. Hier op ziet de vermaaninge van Paulus: Laat ons goed doendt niet vertraagen ; want ter zyner tyd zullet tvy maaijen, zo wy niet ver flappen. Zl dan terwyle wy tyd hebben, laat ons goec doen aan allen, Gal. VI: 9, 10. Da wordt opgehelderd en aangedrongen, vs •sb met onze woorden. Als de Boom valt Die dan wil goed doen, moet het doen ii zvn leeven; 't geen hier niet gedaan is zal na dit leeven niet kunnen herdaan wot den. Daar nu niemand een enkel oogen blik zynes leevens verzeekerd is, en d. 'smenfchen Lot, zo als het door den doo beflist wordt, voor eeuwig onveranderly moet blyven: Zo ziet elk, hoe noodig h< zy, zyne mededeelzaamheid te bewyzer terwyl men het heeft in zyne magt, op d men vallende v&lle na het zalig Zuider, en niet na het onzalig Noorden, zo als lij telyk konde gebeuren, indien men ten tyc van het kaarig uicilel door den Dood ve rast wierd. wee den geenen die zul! wedervaart! Al wilde de Vrek dan zyt vrekheid dag en nacht beweenen, en ware het nog in zyne magt, om al zj goed te geeven aan de Armen: 't Zou ni tiaaten. Voor eenen (natuurlyken) Boom,a hy afgehouwen wordt, is ''er verwachting dat hy zich nog zal veranderen. — Indi zyn wortel in de aarde veroudert, en z ftam in het ft of'verft er ft, van den reuk a 'wateren zal hy weder uitfpruiteny — VALLEN. Job XIV: 7, 8, 9. Maar met de rnenfche is het gantsch anders. Over den geenen, die geen barmhartigheid gedaan heeft, zat een onbarmhartig oordeel gaan, Jak. II: 13. En aan dat Oordeel zal geen herroepen zyn: want ter plaatfe, daar deeze zinnebeeldige Boom valt, zal hy weezen. Men beraade zich dan wel, en men bewyze zich in zyn leeven een goeden Boom te zyn, die veele goede vruchten draagt, waar van de Behoeftigen verquikt worden, op dat men, vallende, naar het overwigt van die vruchten, valle na het Zuiden, na die zalige Gewesten, waarin de zalige Armen hunne eeuwige Tabernakelen hebben, en men dan terftond in die door hen ontvangen worde, Luk. XVI: 9. Na dit leeven kan men niet meer weldaadig zyn. Hoe noodig en nuttig is het dan niet, dat men het zy in dit leeven , op dat men zich zeiven wechlegge tot eenen fchat, een goed fondament tegen het toekoomende, en het eeuwig leeven verkrygen moge, 1 Tim. VI: i3, 19. VALLEN,CEnde terftond nadeverdrukkinge dier dagen, zal de Zon verduisterd worden, en de Maan zal haar fchynfel niet ' geeven , en de Sterren zullen van den Hee'■ mei) en de kragten der Heemelen zullen : beweegd worden, Matth. XXW: 29. Men , verfchilt onder de Uitleggers heel zeer . over het Beloop van 's Heilands Propheetie 1 in dit Hoofdftuk: En naar het begrip, 't , welk men zich daar-van maakt, worden - ook onze woorden van deezen dus, en - van geenen anders verklaard. De Heer t J. E. Jungius, aan wien niemand (fchoorj i door zyne verhitte verbeelding in zeeker k ftuk heel zeer verbysttrd, zo als by de :t uitkomst gebleeken is) den roem zal wei, geren van eene meer dan gemeene Geleerdit heid, en groote bedreevenheid in het Pro, pheetisch woord, beweert in zyn Boek: r- Da Verborgenheid der laatfle lyden, p. 710. 'e en eenige volgende, in eene breede Aanr- teekcr.ing, met veel kragt, dat die Toeis komst, van welke de Heiland fpreekt, vs. ie 27-51, niet zie op zyne Toekomst ter veral wacbtinge van^jeiuzalem; noch op zyne ■n Toekomst ten laatflen Oordeele: Maar op die ït Toekomst, in welke Hy zal hoornen om den Is Antichrist tc verdelgen, en daaj op dat i, Glorieus Koningryk, dat alle Eeuwen te m gemoete gezien hebben, voor zyn laatfte m toekomst ten JJongften dage, op aarde op er te richten. Dit vooronderftellende; (n) - Za- de verdrukkinge dier dagen, na welke die  ( 37 ) „ De Burgery den » Augultus op de Neude vergadert „ zynde, zoo wierd niet aileen het voorfchreeve Collegie „ van Gequalificeerde Burger Gecommitteerdens in den Eed „ genoomen, maar de Raaden, welke volgers de voorfchre„ ve gedane inthimatie met gecompareerd waren, wierden „ van hunne Raadsplaatzen geremoveerd. Wy zullen het ver. „ haai daar van opgemaakt, bitr in zyn geheel plaatzen". F Nadien het de Burger Schuttery, Wagtvryen en üitkopers van de acht Burger-Compagnien binnen Utrecht, niet heeft mogen gebeuren , niettegenftaande hunne Addresfen, den 2C en 26 Juny deefts Jaars aan de Ed. Groot Achtb. Heeren Burgemeefteren en Vroedfchap deezer Stad geprefenteerd, in het vriendelyke te hebben mogen verkrygen de Beëediging van de Geeligeerde Leden, om, ingevolge van het geintroduceerde en bezworen Reglement van Regeericg, uittemaken het gequalificeerde Col'egie van Gecommitteerden uit de Burgery, en waartoe de Burger Schuttery voornoemd haar by een uiteindelyk Adresen Manifeft, inhoudende haare nadere anndrang daartoe, zo wel als hunne uiterlyke intentie, op den 3 len July deezes jaars, hebben te kennen gegeeven; tevens met voordragt van een peremptoiren tyd% en wel van vier weeken, integaan met evengemelde jden Jdly en verklaring , ingevalle, door de dispofitie van de Meerderheid der Raaden , aan bet billyk en regtmatig verlangen van de Burgery niet voldaan wierde, dat zy zig niet langer zouden ophouden, nog laten te vreden ftellen met woorden zonder effect, maar, na verloop van tyd, zig met de daad zoude verzetten tegen die weigering, en andere willekeurige handelingen van de Meerderheid van den Raad, en zig tpfi faBo in het bezit te ftellen van het gearrefteerde, en door hen Beëedigd geïntroduceerd , Reglement van Regeerirg. Dat de tyd, daartoe, geëxpireerd zynde Maandag den 31 July jongftleeden , zoo hadde het den Raad deezer Stad goedgedagt, dfen dag aan de Burgery te doen toekoomen een Extract uit de Refolutien van de Ed. Groot Achtb. Heeren Burgemeefteren en Vroedfchap, van den 25 July dezes Jaars, inhoudende; dat de Vroedfchap, na rype deliberatie, om de redenen en motiven, by de overgelegde Schriftelyke Advyzen ven de groote meerderheid van de Leden van den Raad geallegueerd c-n gededuceerd, geoordeeld en verftaan heeft, aan bet verzoek der Gecommitteerden-, tot beëediging van de zeftien Leden, om een Gequalificeerd Collegie van Gecommitteerden uit de Burgery uittemaken, niet te kunnen of te mogen defereeren , maar hetzelve te L Stuk. No. 10. moeten afflaan en wyzen van de hand. Dat de Burger Schut* ters, üitkopers en Wachtvryen van de acht Burger Compagnien , na Communicatie van de voorfchreeve declinatoire Refolutie, daar aan niet kunnende defereeren; maar de Raad in deezen gehouden was, aan de alleszins regtmatige requi» fiïtie van de Burgery te voldoen, hadden de Burger Schutters, Üitkopers en Wagtvryen van de refpeftive acht BurgerCompagnien, na voorafgaande oproeping van allen en een ieder, niemand uitgezonderd, by wettelyke Inthimatie, jegens heden, den aden Auguftus 1786, des voornoens ten tienuuren, ten overvloede doen inthimeeren de Heeren Burgemets. téren en Raaden deezer Stad , om te compareeren op de Neude alhier, en aldaar in tegenwoordigheid van de geheele Burgery, en ter requ'fitie van dezelve, het Collegie van geëligeer Ie Gecommitteerden In den Eed te neemen, conform deninhoude, daar van by het bfëedigde Reglement, voor zoo veel Stads Regeering aangaat, voorgefchreeven: glles ten einde, a's by hetzelve Reglement, en dat, by aanhoudende weigering, en non comparitie van Burgemeefteren en Raaden voornoemd, de Burger Schutters, üitkopers en Wagtvryen, uit hoofde van hun regt, als dan zou ion overgaan tot het in den Eed neemen van voornoemde geeligeerde Gecommitteerden en het inftalleeren van hetzelve Collegie. Dat de tyd, tot dat einde, thans daar zynde, en alle de acht Burger Compagnien, met hunne üitkopers en Wagt. vryen, onder het geleide van hunne OffHereu en Onderofficieren, en een ieder onder zyn Vaandel, alhkr op de Neude gecompareerd zynde, niet alleen ten geleide van hunne ge ëligecrde Gecommitteerden, maar teneinde, op gronden van het hsn competerend regt, als mede uit kragte van het bezworen en geintroduceerde beëdigde Reglement van Regeering. dezelve geëligeerde Gecommitteerden , uit de Burgery, in den Eed te neemen. WTaarop door de agt Burger Schutters Compagnien, met hunne Wagtvryen en Üitkopers, is geformeerd een kring; en dezelve kring gefor. meerd zynde, zyn openlyk uitgeroepen: Heeren Burgemeefteren en Raaden in de Vroedfchap deezer Stad, om, ingevolge V3n het verzoek en vereifchte van de Burgery, zig te begeeven binnen den geflagen kring , en aldaar de zeftien geëligeerde Gecommitteerden na inhoude van di aan Hun Ed. Groot Achtb gedane Inthimatie, in den Eed te neemen! Dat de voorfchreeve oproeping gedaan zynede, waren noch Heeren Burgemeefteren, noch iemand van de verdere Raaden, ten voorfchreeve einde geinthimeerd, gecompareerd, dan de Heeren Eyck, van Senden, de Ridder, K Smis  4i VALLEN. VALLEN. om de Kloosterlingen, die, in menigerlei Ordens verdeeld, eene ontelbaare menigte uitmaaken, en als de Heirkragten zyn van de Roomfche Kerklieerfchappy. Dus de Onderwerpen bepaald zynde, waar van gefprooken wordt: (li) Zo zullen wy nu moeten zien, wat ''er van gezegd wordt. (<*a) De Zon, die de vader des dags, en bronaêr van het licht is, za! verduisterd morden: Haar glans zal niet meer gezien, noch haar gloed meer gevoeld worden. De Heere zal dien Ongerechtigen, die de^ Zon aan dien Heemel, het Hoofd van die Kerke was, verdoen door den geest zynes monds, en te niete maakcn door de verfchyninge zyner toehmste, 2 Thesf. II: 8". De Maan zal baar fchynfel niet geeven. De Maan is een in zig zelve donker ligchaam, en ontvangt al haar licht van de Zonne: waar uit volgt, dat, wanneer de Zon verduisterd is, de Maan ook geen fchynfel meer kan geeven. Het Hoofd van die Kerke gevallen zynde, zullen ook de Conciliën en andere foorrgelyke Kerkvergaderingen geen aanzien meer hebben, noch vermogen om haare befluiten,vastftellingen in en bepaalingen van de Leere, als zo veele onbetwistbaare Godtfpraaken aan de Konfciëntië'n der menfchen op te dringen, aangezien die dan de bekragtigingdei gewaande onfeilbaarheeden van het aangemaatigd volftrekt Oppergezag,waar voor elk zwygen en zwigten moest, zullen derven.. (yy~) De Sterren zullen vallen. In de let'ter heeft dit vallen der Sterren zyne zwaarrigheid. Die gewoon zyn de gezegdens van het Bybelboek by alle gefeegenheeden te bevitten , merken dit aan als geheel onbeftaanbaar met alle gronden der Sterrekunde: Waarhecnen, vraagen zy, zullen dis onmeetlykc Ligchaamen zo veel grooter dan onze Aardbol heenen rollen ? zoude *er dan 48Ö'—- 490. alwaar zyn Eerw. dit ftuk op dezelfde wyze bereedeneert, en met dezelfde voorbeelden opheldert , als lang te vooren gedaan was door S. A. Flachs in Disfert. de Cafu Stellarum — inf. Thef, Mor. Theol. Phil. P. II. p. 285 —. 287. Zyn nu de Sterren aantemerken als zinnebeelden van de Leeraaren, dan zal het vallen, het ophouden van lichten, deezer Sterren aanduiden, dat zy, die zich hadden doen houden als Lichten der geenen, die in duisternisfe zyn, als Onderrichters der Onwyzen, cn Leermeesters der Onweetenden (Rom. II: 19, 20.) aan allen kenbaar zouden worden als valfche Leeraars, die de waarheid in ongerechtigheid te ondergehouden , en veele verderflyke Ketteryën ingevoerd hadden; en daarom van allen veragt, uit hunne Leer-geftoelten, als verfchopt, en openlyk veroordeeld, zouden worden als zulken, die. de waarheid niet geloofd, maar in de ongerechtigheid een welbehaagen gehad hebben, 2 Thesf. II: 12. (St?) De kragten, het Heir der Heemelen zullen bewoogen worden. XotMu^erovrecu Staat 'er in den Grondtekst. Taalkundigen merken aan, dat dit woord aanduidt eene zeer fterke, en alles verwringende en uit malkanderen zettende beweeginge, gelyk als van een fecnip, dat door teile ltormen en baaren van zyne ankers gerukt, op en neêr geworpen, en ginds en herwaards gefhngerd wordt; of van gebouwen, die door een geweldige aardbeeviuge uit malkanderen gefchokt worden, en in duigen ftorten.. Zyn nu dit Heir, deeze kragten de Klooster - Ordens en Ordenslisden van dien Antichriitenfchen Kerkheemel, zo zal dit te kennen geeven, dat die door eene geweldige beroeringe in wanorden gebragt, ontbonden, van al hun aanzien en gezag, 't welk zy door hunne gewaande heiligheid, of ryke inkomsten hadden , beroerd zullen worden, en dus niet het minfte vermogen meer zullen hebben,om die Kerkheerichappy op hunne wyze langer te verlichten, of door hunne magt uit te breiden, ofte fehooren, aangezien zy van allen zullen geagt en veragt worden als luije buiken, bygeloovige dweepers, looze bedriegers, en opvreeters van Land en Volk. Indien het nu waar is, dat de Heiland hier dat Ryk bedoeld hebbe, en men dan deeze woorden vergelykt met Openb. VI: 12 — 20, zal men daarin vinden een volleedig, en in den fchryfftyl der Propheeten zeer bekend Tafereel van den  ( 39 ) Compagnies wyze» gebragt naar de Aalmoefenierskamer, tot hunne Ordinsris Vergaderkamer gedefpicieerd, alwaar zy, fcun voor dezelve in één Ligbaam vergaderd hebbende, na dat de Burgery aldaar voorby gedefileerd was, voorts zyn ingeleid door de Heeren. Mr. Gerard Anthony Visfcher, oudflen Luitenant van de Compagnie Turkyen. Dirk Jan de Ridder, oudflen Luitenant van de Compagnie 't Papevaandel. Nicolaas Hendrik Strik van Linfchooten, oudften LuitO' nant van de Compagnie 't Fortuin. Jacob Lidias Vos, oudden Luitenant van de Compagnie de B/oedkuil. Johan Fieter de Joncheere, jongflen Luitenant van de Compagnie het Papevaandel , meede geleid hebbende de Zwarte Knegten, hy defect van Officieren. Adriaan Aleleven, oudlteu Luitenant van de Compagnie dü Orangefiam. Dr. Paulus Boseb-Bois, tweeden Luitenant van de Compagnie de Vekjfokken. En Wynand Koopman Junior , oudften Luitenant van de Compagnie de Handvoetboog. En aldaar, met overlevering van dit getekend Verbaal, (waarvan een Copia authentiek , om onder den Burger Krygs. raad te blyken beruften, zynde geformeerd) nevens het ge introduceerde beëeeligde Reglement van Regcering, geinftalleerd, en in naam van de Burgery toegewer.fcht de hulp, ryftand en onderftt u-ing van God Almagtig, om in dee zen hunnen poft, getrouw aan eed en pligt, de btiangens van de Burgery zodanig voorteflaan, als de Burgery, ver trouwen in 'reo gefteld hebbende, dezelve in hunne banden by dee.'.en heeft overgegeeven. ABum in 17 TRECHT, dm i Augujfus 17P6. (Was geteekend) door 36 Officieren, 90 Sergeanten en 81 Corpora. Is* DECLARATOIR, hier boven gemeld. De ondergeteekenden, ingevolge der inthimatie, uit na?m der Burgery aan ben gedaan, op heden den 2 Auguflus 1786, alhier, op de Neude gecompareerd zynde, doch gee» genoegzaam aantal van hunne Mede Raden tegenwoordig ziende ; oordeelen zich uit dien hoofde ten eenemaal onbevoegd, om het Collegie van Gecommitteerden uit de Burgery in den Eed te neemen, op naam van den Raad; terwyl noebthan» de Ondergetekenden geene zwarigheid maaken, alhier voor het Oog der gantfche Burgery openlyk te declareeren, dat zy volkomen perfisteeien by hunne adviezen, den 25 July jongstleden in den Raad voorgedraagen, en zedert door den druk publiek*1 gemaakt; zonder het regt tot de beëediging van voornoemde Gecommitteerden aan de Burgery toeko^ mende, eenigzins te willen tegenfpreeken. ABum UTRECHT, den 2 Auguflus 1786. was getekend Ad H. Eyck. J. P, de Ridder. * van Senden. J. C. Smisfaert. van Haeften. RESERVE , hier boven gemeld. ,, De Leeden van dit nu te irtroduceeren, en te beè'edL gen Collegie zyn bereid den gemelden Eed af te leggen en de Heer vmn Heyningcn met waare woorden in plaatze van Eede, te verklaaren, dien te zullen houden, met dee* zen verftande, dat zy voorbehouden alle zulke veranderingen , met onderlinge Concurrentie van den Raad en Bur» gery te maken , welke in tyd en wylen geoordeeld mochten worden ten nutte van Stad en Burgery te zullen verftrekken; met verzoek dat hier van aantekening in de notulen zal gehouden wordenr. „ Na deeze pleg'igheid verligt te hebben, wierd aan de ,, weigerig Gebleeeene en op de Neude niet gecompareerd ,, zynde Raaden (except de Raaden van Dam en Barman „ dela Bafecour) gedaan de volgende Infinuatie". De Princfpaal dezer is getekend op een Ze- COPIA (dir INSINUATIE») gtl van 10 Stuivers. NADIEN HET DE BURGER SCHUTTERY, WAGTVRYEN EN ÜITKOPERS VAN DE AGT BURGER, COMPAGNIEN, niet heeft mogen gebeuren, op hunne Addresfen, van den 20 en 26 Juny deezes Jaars, aan de: Vroedfchap deezer Stad geprefenteerd, in het vriendelyke te hebben mogen verkrygen de beëediging van het Geeligetf de gequalificeerde Collegie van Gecommitteerdens; maar de voordragt; en bet verzoek, daar toe gedaan, zo wel als K 2 hunne  44 VALLEN. Reest om hetzelve te flevigen op zynen throon, en deszelfs tegenftanders gewa pender'hand, ofte dwingen, om zich, aan hetzelve te onderwerpen, ot andeis fan de aarde te verdelgen: Want die zo-aden dan zeiven, van wegen den fchrik de HEEREN, en den grooten dag zynes Sorns, gevlooden zyn, en zich verbereen in hunne fchuilhoeken , C. VI. 15 » f 6 , 17 i zo dat men dan nergens meer zou leed doen,noch verderven op dengantfchen berg vanGodts heiligheid,,Jei. Ai. 9. Der Kerke zou dan noch wel een felle ftorm aanftaande zyn, door der1 op tocht en aanval van den Gog en ^agog.AxtAt Satan tegen haar zou vergaderen lot oen ïryg , Openb. XX: 8. Doch het blaazcn deezer tyrannen zou flegts zyn f^n M tegen den wand. Want, gelyk óe hitte m eene dorre plaatfe, alzo zou de cngeftuimheid der vreemdelingen worden ter neder gedrukt, gelyk de hitte door de Jchaduwe lener dikke wolke. zal bfë^gder & rannen worden verneederd, (jef. XXV. 4,50 Want, gelyk hier wordt gezegd, vs..15b, Tlu di' op den Throon zit, die met een woord fpreekens de oorlogen doet ophouden ZTaan het einde der aarde, wanneer hy Heets zegt: haam af, en weet, dat tk S £ XLVI: 10 11.) zal ze overfchaduwen, dat is tegen aller.overlast befchermen en daar van bevryden. twelk, Slr den-aart van het. Zinnebeeld, zeei wel wordt uitgedrukt door emeverfchaduwen. Want gelyk een opgeüaage hut fe , of lommerryke boom tot eene beyeifgende fchaduwe ftrekt tegen het fteeke dfZonne, Jon. IV: 6. Waarom 'er ooi van Godts magtige befchermmge gezegt word r Daar zal eene hutte zyn lot een, Jflwc des daags, Jef. IV: 6 Even « zvn Heuvelen, en Rotzen ook tot eci behoedmiddel tegen dien zo hceten en ver mTdTn wind,%™ welken wy boven « meld hebben. Want zo teckent Niebul. aan P 7. „ Doordien een recht voort rAande w nd kort op de aarde gee " Sr heeft, wyl hy veeltyds door de beu '! vel&, fteenen en ftruiken gebrooken en ook door de uitwaazeming der aard ! verhinderd wordt;.zo werpen de mer fchen zich neder, wanneer zy de ! Smlm (zo noemt hy dien wind) va verre gewaarworden" Misfchienwon daar op. gezinfpeeld Jef. XXX11. 2. IJ Man zal zyn, als eene verbergmge legt V A L S C H. den wind als de fchaduwe eenes zwaa-- ren rotsfteens in een dorftig land. V A L S C ti ( Gy zult geen y getuigenis fpreeken tegen uwen Naasten, Exod. Kti: 16 Dit is in de Wet der twee tafelen, door den opperften Wetgeever, die behouden en verderven kan,aan zyn Verbonds-vokr ee^eeven, het Negende Gebod, t vvelk, lefvk de meeste,. verbiedender wyze wordt voorgefteld, om dat het eene Wet is deien ter Bekeeringe, welker oogmerk is,, om den mensch te rugge te houden van het quaade, en te doen wederkeeren tor het goede, waar toe hy verphgt is, maar waar van hy is afgeweeken, en noch telkens afwykt door de zonde. (n) In net vcrklaaren van dit Wetwoord (K{0 biedt zich van zelv' ter onzer befchouwinge aan 't geen hier wordt verbooden: (#) Datrs, het fpreeken van valsch getuigenis; van zoeen getuigenis, 't welk geheel valsch, en van allen grond van waarheid ten eenenmaale ontbloot is; of 't welk ten dee e valsch is, zo dat de daar in opgefloote waarheid, zo ze misdaadig is, wordt vergroot, of, zo ze niet misdaadig is, misdaadig wordt gemaakt, door ze ten deele te verdonkeren, en ten deele te verminken en te verdraaijen: En dat alles, meteenquaadaartig oogmerk, om zynen Evenmensen ftrafwaardig, of ten minsten verast en gehaat te maaken, door hem te quetzen in zyne eere en goeden naam, die den braaven mensch beeter is dan goede Olie uilgeleezener dan Zilver, en zo dierbaar'als zyn leeven. (**) Allermeest wordt hier verbooden het fpreeken, of, gelyK het ook vertaald zou kunnen worden, het antl woorden van valsch getuigenis in het Gericht. ■ Wanneer men gerechtelyk ondervraagd , wordt door den Richter omtrent iets, in t 1 vvelk te weeten hy belang heeft, op dat . hy, naar rechten waarheid, zou kunnen . oordeelén over eenen Beklaagden. (A)i De - Beklaagde zeil kan zich hier aan lchul. dig maaken, door zyne fchuld met ftyve 1 kaaken te ontkennen, 't Is zo: Niemand be- - hoort zich zeiven te bezwaaren; maar, , wanneer het zo verre gekoomen is, dat hy => moete antwoorden, dan moet het naar waarheid gefchieden. Door leugen op leu1 een te ftapelen, verzwaart hy-jzyn eige n fchuld voor Godtmisleidt hy den Richlt ter;en brengt hy zynen Aanklager en ieïcbtb. gedaan, ten einde de door de Kiezers geconcipieerde, en aan Hun Ed. Achtb. o vergeleeverde Nominatien teredticeeren, en by het LotRa:den in de Vroedfchap te eltgeeren; agten sig verpligt te declareeren , dat Hun Ed, Achtb. zoo lange het nieuwe Ste delyke Reglement aan bunr.e zyde niet is beëedigd (waartoe I. Stuk. No. ir. Hun Ed. Achtb. volgens hunne beSedigdeDeclaratoiren, op den is Oftober eerftkomende, als nog bereid zyn) zig on« bevoegd oordeelén, om aan de gedaane voordragten te de» fereeren, ofte eenige aflus tot reduttie, electie of beëediging van nieuwe Raaden, te pleegen, maar die allen aan db Burgery te moeten overlaaten ; zullende des niet te min, van haare zyde, alles aanwenden, om den fchyn van eene volftrekte Regeringloosheid in het publiek befiier der Stad Utrecht te voorkomen. UTRECHT, den 8 Auguflus 1785. was getekend A. H. EYCK, van SENDEN, JAN F IET. ER de RIDDER, van HAEFTEN. „ En die van de Heer Smisfaert den 14 Auguflus 1786.** luide als volgd. Zeide de Ondergetekende, dathy, weegens eene noodzakelyke abfentie , ter bywooninge van eene byeenkomft van Vaderlandfche Regenten binnen Amfreldam, niet heb. bende kunisen adfifieeren by de Delibeiatien van deezen Raad, gehouden op Maandag en Dingsdag, den 7den en 8ften deezer lopende Maand, dienvolgends zich ook niet heeft kunnen voegen by de Declaratoiren, door de Heeren Eyck, van Senden, de Ridderen van Haeften, op die beide dagen alhier ingeleverd, gelyk hy anders, prefent zynde geweeft, ongetwyffeld zoude hebben gedaan: Declarerende de Ondergetekende , dat by het gevoelen der voornoemde vier Heeren in dezen volkomen voor het zyne aanneemt, en dat hy, na deeze verklaring, wil gerekend worden, als of hy derzelver gedagte twee Declaratoiren meede met zyne Ondertekening had bekragtigd; verzoekende hier van infertie in Vroedfchaps Refoluien, en extraditie van Copie deezer verklaring aan Gecommitteerden uit de Burgery. UTRECHT, den 14 Anguflus 1786". was ondertekend J. C. SMISSAERT. ,, Op den 7 Auguflus, onderftonden de dirigerende Hoof„ den der Burgery de navolgende Infinuatie aan Heeren Bur„ gemeefleren te doen". „ Van wegens de Burger Schutters, Üitkopers en Wagtvryen, van de acht Burger Compagnien dezer Stad , zo dezelve op den 2 Auguflus 1786. in een Lichaam op de Neude alhier zyn vergadert geweeft en alzo in deze Principalen, L word  .46 VALSCH. VALSCH. Vraat en Wynzuiper, en een Vriend van Tollenaar en en Zondaar en; en uit de Wonderwerken, die Hy deed, als ware hy een Vloekverwant van Beèlzebul, den Overften der Duivelen, Matth. XI: 19. XII: 24. (BB ) Maar wat zal men zeggen van de zo genaamde Leugens om best wille: Noodleugens , om zich zeiven; Gedienstige leugens, om anderen voor eenig dreigend quaad te bewaaren? Men zou hier over breed kunnen uitweiden: Of ze als al of niet geoorlofd zyn aan te merken. Dat ze zo grouwelyk niet zyn als de quaadaartige leugen, kan en moet men toegeeven; maar zouden ze geoorlofd zyn , dan moesten ze onzondig zyn ; en zouden ze dat zyn, dan moesten ze geen leugen zyn. Leugen, op .hoe eene wyze en om wat reede ook gedaan, is, en blyft altoos een afwyken van Godts voorbeeld, die niet liegt, noch liegen kan, en eene navolging van den Duivel, die een Leugenaar en Vader van de Leugen is. Men liegt, om zich zeiven te redden: Men mag het eene zwakheid noemen, wanneer de nood zeer groot is: Het is en blyft evenwei altoos zondig,dat men zich de leugen ftelle tot een tsevlugt, en de valschheid tot eene verberging, èn fluit in zich op een mistrouwen aan Godts Voorzienigheid, op welke men boopen moet, al ware het, dat By ons doodde. Men liegt, om eenen anderen te bewaaren, of te redden: Dan doet men meer voor eenen Mensch, dan men mag doen voor Godt; men ma^, ter verdeediginge van Godts zaake, geen onrecht, noch bedriegery fpreeken, job XIII: 7. En inmiddels men ter diefde en ten voordeele van den eenen liegt, benadeelt men dikwils eenen anderen. Men verbergt, by voorbeeld, het wangedrag van eenen Zoon voor zyn' Vader, om hem voor deszelfs toorn te bewaaren: Dan benadeelt menden Zoon , dien men wil bevoordeelen , om dat hy 'er door geftyfd wordt in het quaad'.; men benadeelt den Vader, die 'er behing in heeft, dat hy het weete, op dat hy zynen Zoon beilrafle of tuchtige ter zyner verbeeteringe. Men zou ook kunnen fpreeken van' het liegen uit kortswyl en tot tvdverdryf; van hat lhfl)k liegen, Complimenten , of Pligtbctuigingen zonder last; van laaghartig vleijen* en kunstig en bedrieglyk veinzen ; dubbelzinnige (l/ eeken, &c. Maar men mag hier over raadDleegen die over de Zeèdenlunde hebben gefchreeven , en de minder of meer breed¬ voerige _ Verklaaringenl van den XLIII; Zondag in onzen Katechismus, Alle deeze dingen nu zyn zulke dingen, waar door niet alleen 's menfchen eigen Ziele wordt bevlekt, maar die ook in 't geheel oabeftaanbaar zyn met de rust der onderlinge faamenleevinge en de liefde, die wy aan onze Medemenfchen fchuldig zyn. Daarom drukt de Wetgeever zich hier over ook zo Algemeen uit. (®) Gy zult geen Valsch getuigenis fpreeken tegen uwen Naasten. Hy zegt niet tegen uwen Broeder : L>tlfraè~ liet mogt dan in het denkbeeld gevallen zyn , dat dit Verbod zich alleen bepaalde tot zynen Land- Stam- en Geloofs-genoot; en dat hy ten deezen opzigte meer vryheid had omtrent den Heiden en den Vreemdeling. Tot zulke ongegronde Denkbeelden moest geen aanleidinge worden gegeeven. Het Valsch getuigenis, en alles wat daar onder begreepen is, is en blyft eene zondige daad, een eigen werk des Duivels, tegen wien die ook gepleegd worde. De Heiden, fchoon uitgèflooten van het Burgerfchap Israèls en de Verbonden der belofte, is en blyft evenwel de Natuurgenoot van den Bondgenoot des HEEREN, en in die betrekkinge is die denzelven liefde fchuldig. En om dit zyn Volk te doen begrypen, zegt den Wetgeever: Gy zult geen Valsch getuigenis fpreeken tegen uwen Naasten. Elders wordt gezegd: Gy zult geen Overfpel pleegen met uwes Naasten IFyf, Lev. XX: 10. Elk konde begrypen, dat dit een algemeen verbod was;dat men even weinig Overfpel mogt pleegen met het Wyf van eenen Heiden, als van eenen Israëliet. Even zo is het ook hier, als of de Wetgeever hadde gezegd: Gy zult geen Valsch getuigenis fpreeken tegen iemand, wie hy ook zy; evenveel van welk eenen rang of ftaat, van welk een Volk, of Godtsdienst hy zy. Maar het is niet genoeg, dat de Bondgenoot van Godt zich wachte van 't geene hier verbooden wordt: Dat hy niet agterklappe met zyne tonge, noch fmaadreedenen opneetne tegen zynen Naasten-. (33) Maar hy moet ook de tegenovergeftelde pligten beoeffenen: Oprecht wandelen, en met zyn harte dc waarheid fpreeken, Pf. XV: 2, 3. Daarom moeten wy begrypen, dat in dit Verbod ook Iegge opgeflooten het Gebod, dat men de waarheid lief hebbe, en des Naasten eer en goeden naam voord' a, zo veel ons mooglyk en met de waarheid be-  '„ zetten van hun geadopteerd violent Syfteaia en ontzagen „ zig niet dien zelfden dag, zoo aan de Heeren van het „ Eerfte Lid , de Edelen en Ridderfchap, als meede aan de wegens der Stad ter vergadering van Staat resfie hebbende Heeren, te doen navolgende drie.onderfcheidene inilnuatien." Inftnuatit aan de Heeren van het Eerjie Lid. „ VAN WEGENS DE BURGER SCHUTTERS ,WACHTV7HYEM EN ÜITKOPERS VAN DE BURGER COMPAGNIEN, dezer Stad, zo dezelve op den 2den Au» guftus 178ÖJ na voorgaande oproeping van allen en een ieder niemand uitgezondert, in een Lichaam zyn vergaderd geweeft, en alzoo uiimaakende de geheele Burgery deezer Stad, word aan de Heeren Jan Ttjlers Heer van Catten broek, Anthony Francais Godin Heer van Cockengen, Mr. Jan André van Wejlrenen Heer van Sterkenburg, Mr, Willem Emmery de Ferponcher de Sedlnitzky Heer van Wolphaartsdyk en Mr. Nicolaas Peflers, Eurgers deezer Stad, en alzoo als Burgeren, uitmakende , voor dat deel de gequalificeerde Staat van het Lid der Heeren Geëügeerden, Geinfinueerdensj op 't aller ferieufts aangezegd, datde Heeren Geinfinueerdens zig in hun Lid zorgvuldig zullen hebben te onthouden, om op eenige poinéten van befchryving bereids toegezonden, of die aaa bun Li 1, of aan ieder van hun hcofd voor hoofd, mogten toegezonden worden , bet zy door Heeren Gedeputeerden of wie ook, dezelve in deliberatie te neemen, daarop te refe-lveeren ofte concluderen, 't zy in hun Lid , of ter Vergadering van Staat, of wel dat •zy bereids mogten hebben geconcurreert tot het uitbrengen van eenig befluit, concernerende of betitffende de Magis-traats btflellingen deezer Stad, zo bet zelve by gearrefteerd en gepubliceerd Reglement door de Bi'rgery, in kragte van Vroedfchaps Refolutie den 2often Mrart 1JS6, met Eedt is beveftigd en geïntroduceerd geworden, en uit welken hoofde de folemneele en wettige beëediging en ititrbdufth van het Geëligeerde Collegie van Gequalificeerde Gecom mitteerden is gefchied, ofte ook dat dezelve poinéten mog' ten injericht zyn tot foutien van de geremoveerde Raden, tot het gebeurde van den 2den Auguflus 1786 en de gevol gen vaö dien, betrekking mogten hebben; declarerende d( Burgery aan de Heeren Geinfinueerden, ingevalle zy dit al voorfchreeve mogten onderdaan, dat hetzelve by de Bur gery deezer Stad zal worden gehouden voor eene demarche aanlopende tegen en excederende de inftellinge van het LI der Heeren Geëiigeerden, en het geene zy uit kragte van hun nen Eed als Burgers verplicht zyn aan deze Stad en Burgery' te moeten prefteren, en mitsdien, dat zy Heeren Geinfinueerdens zig zorgvuldig zullen gelieven te onthouden, otn ter vergadering van Staat met de gerevomeerde en gewefeneRaden te vergaderen , dezelveter Staatsvergadering teadmit. teren, en met hun te refolveren, of belluiten van wat aart,of hoe ook te nemen, om tot foutien van Stads Recht legen de Heeren Geinfinueerden op derzelver perfonen, als Burgers; zodanig te procederen, als het maintien van Stads ina. lienabel Recht, tegens hen die zig als geoppofeerde tegen, ftreversvan deze Stad en Burgery gedragen, vordert; on. der Proteft van alle gevolgen waar door de contrarie hande-lingen en de voorfz. gedragingen van de voorn. Heeren hen in dezen mogten brengen', als zy zulks als dan aan hun zeiven zullen te imputeeren hebben. En zal deeze aan de voornoemde Heeren als Burgers, tot derzelver narigt en 't op hun gerequireerde, door een Officier, twee Onder Officieren en twee Burgers werden Geinfinueerd met overleve. ring van Copia, enz. f [Gelyke Infmuatien, zyn, onder eene geringe verandering, meede overgeleverd aan de Heeren Brandfenburg vanüeylan J. v, Amerongen, die ,tals Edelen, in het eerfte Lid feffie hebben.] Infmuatie aan de Heeren Edelen. „ VAN WEGENS DE BURGER SCHUTTERS, ÜITKOPERS EN WACHTVRYEN VAN DE-ACHT BURGER COMPAGNIEN deezer Stad,-zoo dezelve op den 2 den Auguflus 1716 na voorgaande oproepinge-van alle en een ieder niemand uitgezondert, in een Lichaam zyn vergaderd geweeft, en alzo uitmakende de geheels Burgery deezer Stad, word aan Jr. Gysbert Jan van Hardenbroek Heer van Lookhor ft- en Berkejlein, Jr. Jooft Taats van Amerongen, Httr Van Naleioifch , Jr. Balthazer Con • fiantyn van Lyvden , Heer van Lunenburg , Jr. Frederik Chriftiam Reynhard Baron van Reede en Agrim; Gra11e van Athhne , Vryheer van Amerongen , Jr. Gerlach' Iheodorus van de Capellen, Heer van Schionawwen, Jr. Willem René van Tuyll van Serooskerken , Heer van Zuyr len, Jr. Diederik Jacob van Reede tot de Parkelaar, ! Heer van Nyveld, Jr. Adolph Hendrik Grave van Rech* ; teren Heer van Geerejlein , Jr. Benjamin Grave van den • Boetzelaar, Heer van Langernk , en Jr. Gerard Arnoud , Taats van Amerongen, Heer van Schalkwyk, alle befchrei ven in het Lid der Heeren Edelen en Ridderfchappe deezer . Provintie, en alzo Geinfinuesrdens, aan dezelve Heeren L 2: d*- ( 43 )  4g VALSCH. ~en 'er flegts mede te raade gaa. (33) Geen wonder dan ook, dat bet zelve deeze dingen, als iets zondigs en flrafwaardtgs Srdeele. («) Dit heeft men »i de Heidenen gezien, die geen andere Wet hadden, als lie gefchreeven was in hunne harten. My heugt ergens geleezen te hebben, maar waar kan ik my niet te binnen bra'sen, van zeeker Volk onder de Amerikanen, 't welk Menfchen - bleed offerde aan zyne Goden; doch geen ander, dan t geen Leirokken was uit AtTong en de Oor en, om dus de misdaad te verzoenen , indien de Tong door het fpreeken, en de Oor en door het hooren van Leugen, Agterklap en Lasteringen mogten zyn verontreinigd geworden. By de "Oude Romeinen was de Lasteraar ftrafwaerdig aan lyf ™ leeven. In de zo vermaarde Wetten der XIL LafeUn, in de VII. Tafel, welke handelt van de Misdaaden, wordt gezegd: „ Zo te,, mand een anderen door openbaar e laste, ring zyne eer ontrooft, of hem door een „ pasquil febande aandoet: Dat zy hals,, misdaad: Qdie worde met /lokken dood ge„ flansen.)" Oordeelden Heidenen zo ^ Hoe zou Godt dan dit quaad hebben kunnen dulden in zyne Bondgenooten, en ongeftraft laaten. De Leugenfpreekers, zegt David, zal hy verdoen, Pf. V: 7Va'sch getuige, die leugens Maast-, is een dier zes dingen, die de HEERE haat,en zyner ziele een grouwel zyn, naar 't zeggen van Salomo, Spr. VI: 16, 19. Waarom hy ook elders zegt: Een Valsch getuige zal niet enfchuldig zyn; en die leugens blaast, zal niet ontkoomen, C. XIX: 5. Naar deGodtlvke Wet moest den Wrcevdigen en Yalfchen getuige het zelfde door den Richter worden aangedaan, 't geen hy zynen Naasten door zyn getuigenis zocht toe te brengen, Deut. XIX: 16-at. Door het beitel van zyne voorzienigheid moesten de aanklagers van Daniël dat ook ondervinden; op hun aanbrengen werd Daniël in deiLeeuwen kuil geworpen, maar werd . er in bewaard en uit verlost. Daar na werden zy 'er ingeworpen, en terftond door de Leeuwen verfcheurd, Dan. VI: 5—25. Niet alleen tydelyk, maar zelfs eeumg wil hy ze ftraffen. La-teraars zullen het Aoningryk Godts niet beërven, I Kor. VI: io. Der Leugenaaren deel zal zyn in den poel, die brandt van vuur en fulpher, Openb, XXI: 8. Vreest dan iemand Godt, heefi hy zich zeiven en ook zynen medemenscl] VALSCH. lief, hy volge de vermaaninge van Paulus, Ephef. IV: 25. Hy legge af de leugen , fpreeke de waarheid met zynen naasten, en denke fteeds: Wy zyn malkanderens lee- diti. ■" , . VALSCH (Een) Getuige zal met enfchuldig zyn: En die leugenen blaast, zal niet ontkoomen, Spr. XIX: 5. De Perfoonen, van welken de Wyze Man fpreekt, koomen hier in over een, dat beider lonee is een Tonge der valschheid, dat zy beiden hunnen Naasten benadeelen; en ook beiden ftrafwaerdig zyn voor Godt. Maar hier in zyn zy ondericheiden: (KiO Dat de Valfche getuige zo een is, die in het Gerichte zynen Naasten met eene verdichte misdaad bezwaart; die dat doet op eene pleatio-e wyze, waar door zyn Leugen een verbindend gezag van geloofwaerdigheid verkrvgt; wiens oogmerk is, zynen rsiaasten fchaade, fchande of ftraffen te doen overkoomen , en den Richter te misleiden, dat die hem zulks aandoe onder fchyn van recht Gelyk die Belials- mannen, die tegen Naboth,m de Valfche getuigen_die tegen Jefus getuigden, 1 Kon. X*l; *3» Matth. XXVI: 61; als ook tegen Stephanus, Hand. VI: 13, 14. C33) Pe Sef; ne, die Leugens blaast, lchynt zulk een te zvn, die & zyn daaglyksch werk van maakt, om allerlei Leugen - gerugten, ten nadeele van zynen evenmenfche alomme te verforeiden, wiens hart vol is van bitteren nvd'en twistgierigheid, en wiens keele is als een geopend graf, 't welk fteeds zyne ftinkende en befmettende dampen uitwaasfemt. De fpreekwyze van blaazen fchvnt Salomo byzonder eige te zyn, wanneer hy fpreekt van Leugenfpreekers, als G XIV- £, 25. XIX: 9. &c, om aan te duiden, dat zo een met zyne leugenen tot berstens toe is opgevuld, gelyk een leederen Zak met wind, en daarom ze moet uitblaazen, op dat hy zich lucht maake. Dat hy zich bezwaarlyk tyd gunt, om ze behoorlyk uit te fpreeken, en ze daarom met zo veel haast ten monde uitfloot, als of ze 'er door een fterken uind werden uitcedreeven. Dat de reedenen zynes monds ook zyn als een geweldige en verwoestende wind, om, gelyk door die boomen en gebouwen onder den voet worden geltormd, zo ook des Naasten eer en goeden naam ter aarde te werpen. Zulke menfchen zyn grouvvelyke menfchen, ten eenenmaale arwykende van Godts voorbeeld, en geheel  C 45 ) Kieaew , en deeze met het formeeren van nominatien tot „ Raaden; en de wyl de 7 aangebleeven Raden, zig onbevoegt „ gedeclareerd hadden, om voorden 12 Ociober iets te ver. „ rigten wat in conformite van het Nieuw Regeerings Regie* „ ment (van hunne zeide nog niet aangenomen of beëdigt) gerequireerd wierd, en dus nog in de vermindering der „ Nominatien nog in de Bje&je eenig deel wilden hebben, „ zoo deeden de Gecommitteerdens, de Electie der nieu„ we Raden, tot welke Ceremoniën, (alzoo de Heeren Se. cretarisfen van St?ds Politie, de Ruever en van Voorji „ zig als toen nog onthielden van de vergaderingen, en dat „ de Heer Secretaris Falk, hoe zeer niet wygerig, zig ten „ dezer adfistentie te fisfteeren de gerequireerd wordende or,, ders niet bekoomen koD) de "Burgery, in plaats van voorf. „ Secretarisfen, gecommitteerd en benoemd hebben, de Hee. „ ren Gerardus Bentinck en Adrianus Hoevenaar , dewelke „ voorfz. Commisfie hebben aangenomen en als zoodanig, „ onüerdena^in van Amanuenfes, hebben gefungeert. „ Wy zullen ons niet ophouden, alhier de van tyd tot „ tyd gedane nominatien en eleBitn van pretenfe Raden te plaatzen , zullende derzelver naamen, by de bei„ diging worden opgegeeven „ Intuschen warende Heeren van de Ridderfchap, na „ het bekoomen hunr.er infinuatien niet werkeloos, dezel- „ ve namen reeds op den 9, Auguflus in bi.n Lid navol- „ volgende Refolutie, EXTR. ACfT uit de Refolutien van de Ed. Mog. Heeren EDELEN en RID. DE RSCHA PPE, reprefenteerende den tweeden Staat van den Lande van U1RECHT. Mercurii den O Auguflus 17P6. Door de Heeren van Lockhorfl, van Lunenburg , van Amerongen, van Schoonauwen, van Nyvelcl, van Gere ftein, van Schalhwyk (zynde de Heeren van Natewisch, van Zuylen, van Langerak abfent) voorgebragt zynde zeven gelykluidende Acters van infinuatie, aan iedêr van dezelve Heeren, bo>H voor hoofl, door eenige Gecommitteerden uit onderfcheide Burger-Compagnon, uit naam en van wegens de Burger-Schutters, üitkopers en Wagtvryen van de agt Burg«r Compagnien d< 2 :r Stad &c. gedaan ende overgegeven; cortinerende verfcheide aanzeggingen en Interdicten , als breder by dezelve Aflens, in de Utrechtfche Courant van he^en, den 9 Auguflus, aan het publiek medeI. Stuk. No. 12. gedeelt, en volgende hier na geinfereert. Fiat Infertio. Hebbende Heeren Edelen en Riddeifchappe, veprtfenteerde den tweeden Staat van den Lande van U7RECH1t na rype deliberatie, tot voorkoming van alle nadeelige confequentien, die in volgends tyden, uit het doen en ontfan. ge:ivan diergelyke vreemdeen ongepafle Infinuatien, mogten getrokken worden, en tot maimien van het Regt van den Tweeden Staat deztr Provinti-e, aan derzelver zorge en be* waaringe toevertrouwt, nodig geoordeelt by dezen opentlyk te verklaren, en dit hun Declaratoir, by infertie van deze Hunner Ed. Mog. Ruolmie inde Utrechtfche Courant, ter kennisfe van de bovengemelde Burger Schutters, üitkopers en Wagtvryen van de agt Burger Compagnien deezer Stad, te brengen; Dat de Heeren Edelen ea Ridder i'chappe, in derzelver qualiteit, ais reprefenteerende den Iweeden Staat van den Lande van UTRECHT, geene aanzeggingen, beveelen, ofte Interdicten van eene der andere Staaten, veel min van de Infinuanten in deezen, te wagten hebben, ofte ook dezelve in eenigerlei Dianieren zouden kunnen ofte vermoogen tepareeren; maar dat zy Heeren Edelen, zoo wel gezimentlyk, ais ieder van Hun in hetbyzonder, ingevolge derzelver diere verp!ig:ing en bezwooren trouwe, vaflelyk gefint zyn alle de Privilegiën, Handvtflen, en Gerechtig* heden van den Landen van UTRECHT, ende de drie Leden van dien , als ooi: de oude wettige en wel herbragte Costurnen, by continentie, naar al hun vermogen, te zullen blyven voorflaan en helpen defendeeren, ende handhaven ,alle de gemeene Lands zaaken, met raad en daad. ie zul. len helpen bevorderen, daarinne aiviferen en befluiten, zulks zy te famen, en ieder van Hun in bet byzonder, na Hun verfland en in regter Confcientie, ten gemeencn befte en welvaren van het Vadeiland in 't gemeen, en van deeze Provincie, en alle deszelfs In en Opgezetenen in het byzonder, zullen bevinden te dienen en te behoren, zonder affec tie, gunfl ofongunfl van iemand, en zonder Hun door eenige Infinuatien ofte bedreigingen daar van te laten aftrekken, ofte ook (zoo veel in Jftin vermogen is) te gedogen, dat legende Regten van den Tweeden Staat deezer Provincie, dewelke zy de eer hebben te reprefenteeren, ietwes gedaan of. te ondernomen word; verwagtende dierhalven, dat diergelyke Inlini'atjen aan de Heeren, derzelver Lidt compofeerende, niet weder zullen gefchieden. Aceordeert met voorfchreeve Refolutien. E, KOL. M „ Di  5o V A L S C HE. vei kondigen, maar in andere, en welvoornaame ftukkcn daar van afwyken en dezelve beflryden, en zo erger ni.fen aanrichten tegen de Leere, Rom. XVI:. 17; verderf lyke ketteryen, door ivelke de weg der waarheid gelasterd wordt, bcdcktelyk invoeren, cl Petr. II: 1, 2; en bm hier in te beeter te flaagen, de Schriften vcrdraaijen, C. III: 16, en eene uitwendige vertooninge maaken, als waren zy Dienaars der Gerechtigheid, daar zy in der óazd diens tknegten zyn des Satans, 2 Kor. XI: 15. Zulken heeten daar ter plaatfe, vs. 13, Valfche Apostelen, bedrieglyke Arbeiders; en elders Valfche Leer aan , 2 Petr. U: 1, en, gelyk hier,, Valfche Propheeten, 1 Joh. IV: i.) Gelyk nu de Vahchheid daar inbeltaat, dat men zich uitwendig anders en fchooner vóór doet, als men inwendig beftaat, zo worden ook deeze Valfche Propheeten, (/3/3) nader omfchreeven als zulken, die tot het Volk koomen in Schaaps - kleederen, maar van binnen grypende Wolven zyn. (A) Johannes fpreekt van Springhaanth, welker tanden waren als die der Leeuwen, en die geangelde flaarten hadden, als die der Schorpioenen; maar die aangezigten hadden ah de aangezigten der menfchen , en haair ah het haair der Vrouwen, Openb. IX: 7, 8 \ 9. Zo was het ook met deeze Valfche Profheeten. Hun uitwendig voorkoomen deed zich aanminnelyk op. Zy quamen tot hei Volk in Schaaps kleederen. (AA) De Pro pheeten, vooral die in zeer verbasterde tyden leefden, en op boete en bekeeringc aandrongen, droegen haairige kleederen of mantels. Elia droeg een haairig kleed a Kor. I: 8, 't welk in de Vertaalinge de LXX een Schaaps - vellen mantel wordt ge heeten. Johannes de Dooper had een kleei van Keemels-hair, en een leederen gorde om zyne lendenen, Matth. III: 4. Dit werc van Valfche Propheeten wel eens nagebootst zo als uit Zach. XIII: 4, is op te maaken Met toefpeelinge hier op vertoont de Hei land deeze Valfche Propheeten hier ook, al bekleed met Schaaps-vellen; maar eigenly: verftaat Hy 'er door hunne uitwendige ge maakte vertooningen; hun luidrugtigvooi geeven, dat zy waren Leeraars van Goc gezonden; hunne voorgewende liefde, tc yver voor,en byzondere verlichtinge in d waarheid;. hunne uitwendige vertoonin van teedere en by . uitftek naauwgezett Godtvrugtigheid in menigerleipligtpleegir gen, die wel niet van eenige waarde zyn V A L S C H E. om dat ze van] eenen eigenwil li gen Godts-dienst zyn; maar evenwel der eenvoudigen zinnen kunnen verblinden, om dat zeeën fchynreede hebben van wysheid en ncdrigheid, en in het vleesch niet te fpaaren,, Kolosf. Hl: 33. Met een woord, de Schaaps-kleederen zyn alle die veel in het oog vallende Kunstenaaryen, waar van zy zich bedienen, om zich te doen- houden voor Leidsmannen der Blinden; Lichten der geenen, die in duisternisfe zyn; Onderrichters der Onwyzen, en Leermeesters der Qnweetenden, hebbende de gedaante der kennisfe en der waarheid in de Wet, Rom. II:: 19, 20. Dus vermomd (RB) koomen [zy tot het Volk. Zy verkiezen de afzonderinge niet, maar zoeken anderen achter zich af te trekken en eenen aanhang te maaken j want hun oogmerk is, om hunne wangevoelens uit te breiden en aan anderen in.te boezemen, op dat die hunne verderfenisfen mogten na wandelen; en te gelyk ook, om met de ligtgeloovigheid van die hun voordeel te doen, om zich van die te doen. agten, als toaren zy iets groots, en zich ten koste van die, op eene gemaklyke wyze te mesten en te verryken , zynde veelal Liefhebbers van zich zeiven,geldgierig, laatdunkend, meer Liefhebbers der wellusten, dan Liefhebbers Godts,2 Tim. III: 2, 4; meer Dienaars van hunnen buik, dan van Christus, Rom. XVI: 18. En om deeze hunne oogmerken te bereiken , koomen zy tot, en vermengen zich onder het Volk^. en wel meest zulken, die van een teeder hart, maar te gelyk zeer bekrompen zyn van verftand,en daarom figtclyk alle woord . gelooven, en zich vergaapen aan eene ge, daante van Godtzaligheid. Waarom zy ook ' elders omfchreeven worden als zulken, ' die , door fchoon fpreeken en pryzen , de ■ harten der eenvouwdigen verleiden, Rr-m. . , XVI: 18. Die in de huizen in-jluipen, ,. en deVrouwkens gevangen neemen, die met ■ zonden belaaden zyn —-', die altyd lee. i ren, en nimmermeer tot kennisfe derwaar; heid koomen, a Tim. III: 6, 7." Die, ge- ■ lyk de kinderen, als de vloed bewaogen en - omgevoerd. worden door allen wind der t leere, en dus door de bedriegery der ment fchen en door arglistigheid, ligtelyk, en ; listelyk tot dwaalinge te brengen zyn, Ephef, r IV: 14. Dan hoe boozer hun, toeleg en ; hoe kunftiger hunne vermomminge zy: (B) . Zo veel te noodiger is het,. dat ze ons , , niet naar hun uit-, maar naar. hun inwendig  f. H J. Jvoy, D- J. Martens, J. A. Marlens, R. H. Nahuis, P.M. Voet van Winsfen, J. F. Odi, „ De Hoofd Directeuren wisrden eenigzins bekommerd, „ op het verneemen , dat van het gebeurde alhier aan H. H. „ Mog. kennis was gegeeven , waarom zy dan d^n 12 Au,, guftus navolgends Ir fin natie aan Heeren Burgermeefteren „ wederom op naam der Burgery hebben gedaai." Van wegens de Burger ■ Schutters, Üitkopers en Wagtvryen van de acht Burger Compagnien, niemand uit^ezon• dert, zo dezelve wettig zyn opgeroepen, en alzo in dezen Principalen; word aan de Wel Ed. Achtb. Heeren Mr. Arnoud Loten en Mr. Adriaan van bronckhorft, bekledende de Burgtmeefterlyke Waardigheid dezer Stad, en alzo Geinfinueerdens, voorgedragen, dat de Burgery uit de publieke Nieuwspapieren heeft gezien, dac op den 8 dezer Maand Auguflus,- ter vergadering v;tn Haar Hoog Mog. zcude ingekomen zyn eene Miflïve van dc Heeren Gedeputeerde Sta. ten van Utrecht houdende een verbaal van bet voorgevallene binnen deze Stad, en vragende wat te dosn , om alles weder te herffelleu, enz. zo als onder anderen tik Art, voorkomt in de Utrechtfche Courant, van den U dezer. Dit de Burgery niet zal intreden, in hoe verre Heeren Gedeputeerden , ingevolge van hunne Inftruftie , zouden^ konnengeoordeelt worden tot zodanig een flap al of niet bevoegd te zyn, als zy voor zig op goede gronden bet taaffle vertrouwen, en voor al, als de Burgery reflecteert, hoedanig de vergrdering vin Haar Hoog Mogende alleenlyk maar uit Gecommitteerden van ieder Provintie gecomponeerd zynde, ten eenemaale onbevoegd is, om zig over zaken (zoo de Burgery van den inhoud van die Misfive berigt word,) op fundament van de Unie zig te kunnen of mogen inlaten, ja zelfs hunne principalen niet, en alzo aan de Burgery ten boogden gelegen legd, om van den pra:ciefen inhoud van die Misfive geïnformeerd te zyn; zo worden de Heeren Gsinfinueerden verzegt, en op.dezelve geindeert, dat den woordelyken inhoud van die Misfive ter kennisfe van de Burgery word gebragr,. en dat daar toe de Heeren Geinfinueerden in hunnen q'., wegens deeze Stad in Gedeputeerden Sesfie hebbende, zullen gelieven 'te zorgen,, dat Copia yï\itbentiek doar van, uuterlyk Maandag voormiddag, ter verga dering van de overgebieven Hiad zal worden overgebracht, aan welk verzoek en requifiet de Burgery vertrouwd,. dat C 47 ) de H.eren geinfinueerden in hunne qr. wel zullen gelieven te defcreren , en alzo ook wel zullen willen prawenieren alle onaangename gevolgen, welke by weigering daar uitzon" den kunnen refultteren,. en word daarom aan de Heeren Ge-i infinueerdens verzogt, derzelver Antwoord te mogen heb. ben, om van haare intentie in deezen de Burgery te infor< meren. A61um UTRECHT, den 12 Auguflus 1786. (-was ondertekend). even als alle vorigen, „ Het leed tot den 17 Auguflus, voor dat de Hoofd - Di« „ recteuren, in voorfchreeve zaak iets meerder onderna„. men, dan op dien dag , wierden aan alle de Leeden van ,, bet Collegie van Heeren Ordinarii gedeputeerden, door „ eene Commisfie, uit de Burger Compagnien eeven als by „ diergelyke voorige plegtigh'eden was gefchied, rond gea ,, bracht navolgende InfinuUie V VAN WEGENS DE BURGERSCHUTTERS, WAGTVRYEN EN ÜITKOPERS VAN DE ACHT BURGER COMPAGNIEN, zo dezelve op den 2den Auguflus 1785. na voorgaande oproeping van alleo en een ieder niemand uitgezon lert, in een Lichaam zyn vergaderd geweeft, en alzo uitmakende de geheele Burgery de-ier Stad, word aandeHseren Ordinaris Gedeputeerden van ds Staten 's Lands van Utrecht; \\sl~e, de Heeren Anthony Francais Godin Heer van Cockengen, Mr. Jan Andri van Wedrenen Heer van Sletkenburg, Mr. Nicola-as Pejlers, Jr. Gerard Alaximi • liaan Taats van Amerongen, Hr. van FJsyl, Jr. Jooft Taats van Amerongen Heer va-n Natewisch, Jr. Balthafar Conftar.tyn Baron van Lynden, Heer van Lunenburg Jr. Frcderik Chriftiaan Reynhard Baron van Reede en Agrim , Grave van Aihlone, Vryheer van Amerongen, Jr. Diederik Jacob van Reede tot den Parkelaar, Hr. van Nyveld, de Heeren Burgemeefteren Mr. Arnoud Loten Mr. Adriaan van Bronkhorft en Willem Methorft: aangezegd, dat de Burgery dezer Stad ter kennifle is gekomen de Miffive door ds Heeren Geinfliueerdens den 5 dezer aan Haar Hoog Mogende toegezonden, .waar by het gebeurdenvan den 2de Auguflus jongftleden word voorgedragen als een zodanige violente demarche, waar uit niet anders konde te gemoet te zien zyn dan, dat, zonder fpoedigt middelen van redres, dewelke de Heeren Geir.finueerdens zeggen hun te ontbreken, deze Stad en Provintie aan de grootfts onheiljn bloot gefteld en tot een onnut Lid van het Bondgenootfcbap gemaakt zotti M 2 de  Sa¬ ga . v A L S C H E. iets; welk in 't geheel niet past op de Pbarizeèn, die zynen naam lasterden en vervloekten. 't Is dan zeekerge:- noeg, dat de Heiland bedoeld hebbe ken, die t'eeniger tyd zouden opftaan uit, of zich voegen tot de Belyders van zynen naam en leere. Ten tyde der Apostelen waren 'er reeds. Uit de Apostolifche Brieven kent men de Hymeneen, de Bbiheten, en andere Valfche Broeders en Propheeten, die fcheuringen en ergermsien aanrichtten tegen de Leere, verkeerde dingen fpraken, eene gedaante van Uodtzafigheid hadden, maar de kragt er van verlochenden. Uit de Kerkelyke Gefchiedenisfen zou men 'er een groot register van kunnen opmaaken. Inzonderheid is, wegens den grooten aanhang,dien hy zien gemaakt heeft, merkwaardig geworden die Valfche Propheet, van weken men leest, Openb. XVIII: ao; dat geheimzmnigflwrt, 't welk, onder voorwendfel van zynemagt ontvangen te hebben van den verheerlykten Jefus, en zich daarom voordeed met twee hoornen, die aan de hoornen des Lams sehk waren , maar 't welk woorden Jprak als de Draak, Openb. XIII: lij dus Valfche Propheet, uit wiens mond zo veele onreine geesten zyn uitgegaan, die er veelen verleid hebben, C. XVI: 14. M=n denke om de veele Monniken en Ordenslteden in 'cPausdom: Die zich voordoen als Propheeten, als Leeraars, die zich beroemen op het bezweeren en uitwerpen det Duivelen, en het doen van wonderen et krasten; maar die Valfche Propheeten zyn. welker Leere is eene verleidinge der on gerechtigheid, een faamenweeffel van O'tdwy ffche fabelen en Leugen - legenden, er welker teekenen zyn teekenen en wonde ren der leugen, naar de werkinge des da tans, a Thesf. II: 9* i°'' «•. Die *? het Volk koomen in Schaapsklederen: li eisenh'k gezesde kleederen van een zeld zaam maakfel , en dikwils van grove ei ruige ftoffe, op dat terftond hunne afzon denne van het gros der menfchen e k u het oog vallen, en eerbied verwekkei moet Ook in zulke zinnebeeldige kleede ren,'een uitwendig vertoon van ftrengi Godtsdienftigheid,door zich te onthoudej van bet huzuelyk, en menigerlei fpyzen,di Godt uefebaapen heeft tot nuttiging, ei dier^elyke dingen meer, waar op het ligt en bygeloovig Gemeen wel een grootei prys van heiligheid fielt, maar die, naa V A L S C H E. de teekening van Paulus, behoören tot de Leeringen der Duivelen, en der verleidende- geesten, 2 Tim- IV: 1-3. Die ondertuslchen zyn gnpende Wolven van binnen- Wolven onder hunne eige kudde, door het verleiden van zo veele arme zielen die door hen biind gehouden, zich blindelings aan hunne leere en leidinge toebetrouwen , en zo vervoerd worden om te wandelen langs paden der verkeerdheid; roofgierige Wolver,1 ook door het byeenfehraapen van zo veele ichatten, door Zielmisfen, door Aflaaten, door aanzienlvke giften en erfmaakingen, die men zwakke gemoederen, 't zy door ze te beaneftiRen met de vreezelykheedenvan Helle en Vagevuur, 't zy door ze te vleijenmet de beloften der Heetnelfche-gelukzahgheeden, in hun leeven, of op hun tteribedde heeft afgetroggeld, en waar door men zich zeiven, of zyne Kerken en Klooftere dermaaten heeft verrykt, dat veeier inkomften die van eenen Vorst eevenaaren, zo niet te boven gaan. Bloeddorfltge Wolven ook in het berokkenen van de allervzelykfte vervolgingen,het fpannenvan bloed-raaden en Inquifitie-banken , het ftichten van meordfehavotten, en hetftooken van brandftapels tegen de Belyders van de waarheid, die in Christus is. Zyn die ooit onder de heerfchappy van het Antichristensch Ryk als Slagtfchaapen geagt en gedood geworden, die Valfche Propheetenhebben 'er zich by gedraagen alsgrj- - pende Wolven. Doch wie het ook mogen geweest zyn, die de Heiland naar zyne Godtlvk'e alweetendheid vooruit zag, dat t'eeniger tyd in zyne Kerke zouden op- 1 ftaan: Dit is zeeker, dat Hy ze befchouw. de, als hoogst-gevaarlvke menfchen. (33) Daarom was zyne vermaaninge: Wacht u t van de Valfche Propheeten. Een kort, 1 maar een zeer nadruklyk woord. 'Er zyn eeene Zondaars, over welken de Heiland 1 meer het wee heeft uitgeroepen, als over de Pbarizeèn en Schriftgeleerden, en der1 zeiver Geveinsdheid. Zo z\n 'er ook gee1 nen, tegen welken ons de behoedzaamheid . meer is aanbevoolen, als tegen de Valfche i Leeraars. Dan is het: Hebt agt op uzel- 1 ven en op de geheele kudde, *?a"d* t XX: 28, 29, 30- Hebt agt, zelfs by 1 wyze van bidden, op de geenen, dié er- - sernisfen aanrichten tegen de Leere, Rom. 1 XVI' 17. Ziet toe, dat niemand u ver. leidc\ .Kolosf, lh 8t Waebt u —>  ielyke Inbreuk op ie richten en vwrtihUn dizer Stad, als het derde Lid van Staat, competeerende; om dat recht met aiie magt en kragt, te foutineren tegen alleen een ieder, en 't op hen, die daar van de bewerkers en oorzaake zullen geweeft zyn , als»openbaare Vyanden van deeze Stad en onzen Burgerflaat exemplaarlyk te zullen verhalen. En hier van heeft de Burgery geoordeelt aan de Heeren Geinfinueerden tot derzelver narigt kennis te geeven, onder proteft tegen alle gevolgen; welke by contrarie handelingen de Heeren Geinfinueerden, en wie het ook mogten weezen daar uit zouden kunnen overkomen; als zy zulks aan hen zelve, en hunne verrigtingen alleen, zullen te imputeeren hebben. En zal deeze ten efFccle van Infinuatie, aan ieder van de bovengemelde Heeren ter kenisfe worden ge bragt, en by Copia worden overgegeeven , door een Oili der, van de Compagnie, geadfifteerd met twee Onder- Officieren en twee Burgers daar toe benoemd. ABum UTRECHT, den 7 Auguflus 1786. (zynde de originele bier van op gelyke wyze, als die der vorige infinuatien ondertekend , te weeten , fchrifteiyk door de bier onderftaande Perfoonen uit iedere Wyk, waar in de Geinfinueerdens of Geinttimeerdens, woonagtig was» ren , 't welk de reeden is, dat uit de Wyk , Turkyen, alwaar geene Geinfinueerdens woonde ook geene Infinuanten worden opgegeeven, alleenlyk moeten- wy nog melden dat de Infinuatie by Burgemeefteren den 6 Auguflus gedaan ge* teekend waaren door G. C. Egeling. jf. C. de Tombes en A. van Eldik.) f" D. J. Mom. j J. van Dulmerbont. Papevaandel j[ M. Houtkamp. Anz. de Vry. L D. Visfer. P J. van Iddt de Jende, Junior. 1 L. Bourdon. HetFortuyn \ A. J. Senus. R, Lammenfs van Bitcren. G. C. Harmzen. ' J. C. Prondert. } P. Blanche. Bloedkuil \ J>. Gifhuyzen. 1 C. Van der Moolen. \_ G. van der Vooren. I. Stuk. NO. 12. C 49 ) f J. de Visfer, Janst, j Cornelis Tylkens. Ptiiftokken -< A. van Schalkwyki | Hendrik Bonebakker. ^ Johannts ten Hagen. f O. D. Gordon. I J. C. Herier. Handvoetb. ■< P. Veltman. , J Hendrik Ee/flng. \^ Pieter van Heert. f~ A. Abeleeven. J W. Kuyper. Oranjeftam •> D. K/emmé. | W. Reufs. ^ C. de Meyer. p H. A. Hanenbrlnk. T). van Dort. Zwart.Knegt.^ R. Molenaar. J A van Eldik. 1_ J. C. de Tombes. „ Deeze Infinuatie klonk te regt vreemd in de ooren van „ de Vertegenwoordigers van Utrechts Souveraine Staats ,, Vergadering , en maakte Hoogft derzelver deliberatien „ volftrekt afhankelyk van de- wil en 't welbehagen der „ Utrechtfche Burgery- alleen of liever van die welke der„ zeiver naam misbruikten. „ Geen wonder dus, dat „ voorfchreeve Heeren Gedeputeerden bedagt wielden om „ s' Lands Souveraine Vergadering, in eene veiliger Stad „ of Plaats over te brengen, 't geen zy dan, in gevolge de „ Refolutien van Heeren Gtëligeerde en Ridderfchap den 15 „ Auguflus deeden, befebryvende de Heeren Staaten, s' „ Lands van Utiecht teegens den 30 daaraan volgende bin„ nen Amersfoort by volgende Misfive". EDELE ERENTFESTE VROME HOOGGELEERDE WYZE ZEER VOORZIENIGE HEERENj Overmits, uyt hoofde van deRefolutievan de beide VoorftemmemieStaats»Léden, den 7 deezer ter onzer vergaderinge ingekomen, de Heeren Staten binnen deeze Stad niet kon. nen worden befchreeven, en nogtans verfcheide Stukken ingekoomen zyn, die niet wel langer uuftel konnen lyden, hebben wy nodig geoordeelt, de Heeren Staten deezer Provintie te befchryven, tegen Woensdag aanftaande den 30 deezer, des voornoens ten negen uuren binnen de Stad Amersfoort, N ten  54 V A L S C H E. Godtlykheid van hunne Zendinge en Leere te bevestigen. Dat zouden deeze Bedriegers nabootfen, om de menfchen van zich te doen gelooven, dat zy waarlyk waren de peenen, die zy valfchelyk voorgaven te zyn. Dan hoe groot die teekenen en wonderen ook zouden zyn, 't zouden evenwel geene waare zyn. Die kunnen alleen gedaan worden door de kragt van Godt: die is het alleen, die dingen doet, die men niet doorzoeken kan, en wonderen, die men niet tellen kan. Godt nu, die de Waarheid zelve is, die niet liegt, noch liegen kan, ,zal'M»yne wondermagt nooit leenen aan Bedriegers. Maar 'er zyn ook teekenen en wonderen der leugen, die gedaan worden door arglistigheid en bedriegery der menfchen of naar de werkinge des Satans, 2 Thesf. II: 9. Zulke waren geweest die van Jannes en Jambres, die Mofes hadden tegengeftaan in Egypte, 2 Tim. III: 8. En zulke zouden zyn die van het Beest, aan 't welk ook zou gegeeven worden groote teekenen te doen om te verleiden de geenen, die op aarde woonen, Openb. XIII: 13,14Van dat foort zouden bok de deeze zyn: Valfche teekenen en wonderen van Valfche ;Qh'ristusfen en van Valfche Propheeten. Ondertusfehen zouden ze in fchyn zo groot zyn, zo veel verwondering en verbaasdheid veroorzaaken , ( 6 j dat zy , indien het mooglyk ware, ook de Uitverkoorenen zouden verleiden. (otxj Hooren wy hier fpreeken van Uitverkoorenen, zo zullen onze Denkbeelden zich moeten bepaalen tot die GcJukkigen onder de Kinderen der menfchen, die Godt heeft uitverkooren in J. Christus voor de grondlegging der waereld, niet alleen om zaligheid te beërven , maar ook om heilig en onberispelyk te zyn voor hem in de liefde, Ephef. 1:4. Die Hy ten dien einde uit de Duifternisfe tot zyn wonderbaar licht geroepen, naar zyn beeld in gedaante veranderd, en met de kennisfe van zynen wille vervuld heeft in alle wysheid en gceftclyk verftand, om zo, overeenkomstig het groot einde hunner verkiezinge, waardiglyk den Heere te wandelen tot alle behaaglykheid, houdende fteeds hunne voeten in 't midden van de paden des rechts, zonder afte wyken ter rechter- of ter flinker - hand. (@@) Van die wordt gezegd, dat die .Verleiders, die opttaan zouden, hett ook zouden verleiden, indien V mooglyk was. Dit komt hier dan voor als iets, welk niet mooglyk is, .Wel is 't mooglyk, dat zy V A L S C H E. ten deele en voor eenen tyd verleid worden ; maar onmooglyk is het, dat het zou gefchieden in 't geheel en voor altoos, zo datzy geheel en al afvallen en voor altoos fchipbreuke zouden lyden van het Geloove : Want zy zyn Uitverkoorenen. 't Voornee. men Godts nu, dat naar de verkiezinge is, moet vast blyven, Rom, IV: 11. Die Godt heeft uitverkooren worden niet alleen maar door Hem in den tyd geroepen en gerechtvaerdigd; maar Hy zal ze ook verheerlyken, C. VIII: 30. En dit zou niet kunnen gefchieden, indien zy tot eenen geheelen en eindelyken afval (totaliter finaliter) te verleiden waren. Uitverkooren zynde naar de vooi kennisje Godts des Vaders, ■—cn wedergebooren zynde tot eene leevende hoope, — tot eene onverderflyke — erffenisfe, die voor hun bewaard is in de heemelen, worden zy ook in de kragt Godts bewaard door het geloof tot de zaligheid, welke bereid is om geopenbaard te worden in den laatften tyd, 1 Petr. I: 2—5. 't Staat dan vast, dat het iets onmooglyks zy , dat de Uitverkoorenen zouden kunnen verleid worden. (J3@) Maar dit zo zynde, hoe koomen deeze woorden hier dan te pasfe ? De Heiland wil 'er mede aanduiden het hoogstgevaarlyke van die aanftaande verleidinge. Hoe zeer de Uitverkoorenen met geheel hun harte de Liefde der waarheid aanneemen om zalig te worden; hoe zeer verlichte oogen des verftands zy hebben, om het waare van het valfche, het goede van het 'quaade te onderfcheiden; hoe zeer zy hunne harten zetten op alle hunne wegen, om in alles voorzigtiglyk te wandelen, niet als enwyzcn, maar als wyzen: Deeze Bedriegers zouden evenwel hun voorgeeven met zulk een vertoon van waarheid, met zulke naar uiterlyken fchyn Groote teekenen en wonderen weeten te bekleeden, dat, ja waarlyk de Uitverkoorenen zeiven, ware het monglyk, wierden zy door Godt niet bewaakt en bewaard, wierden zy door den Geest, die hen nimmer uit het oog verliest, niet geleid in alle waarheid, 'er ook door afgetrokken zouden worden, om hunne verdervenisfen na te wandelen; dat men zich nietZ'">u hebben te verwonderen, dat duizend en duizend anderen, die in zo eene betrekkinge tot Godt, en onder zo een onmiddelyk opzigt van Godt niet ftonden, zich door hen zouden laaten verbyfleren en verblinden, (a) Nu doet zich de groote Vraage op: Wie zyn de hier be- .doelde  gende, op de borft: Voor half tien uuren trok elke Compag nie naar de Neude, in dezelfde order, en ieder verzeld van derzelver twee Gecommitteerden, zco als zulks op den tweeden Augufluc had plaats gehad; dus vergaderde alle de Compagnien aldaar in één Lighaam. Op het middci van dit Plein was een verheven vlakte van 40 voeten vierkant, met groen Laken bekleed, opgeflagen, op welke men langs twee Trappen opging. Et waar op een Tafel, mede met groen laken bekleed, welke de Gedaante van een Hoefyzer had, en rondom welke aan de buiten zyde een vereischt getal ftoelen ftonden, geplaatfl was. Tegen de open zyde dezer Tafel, was nog een kleinder tafel meede met groen laken behangen geplaatfl, voor de Heeren Amanuenses A. Hoeve, naar en G. Bentinck. Voor tien uuren begaven zig de nieuw verkoren Raaden raar ften door zyn Echarpe een Officier verbeeld, de twede een helbsrd houdende, een Sergeant, — en de derde geheel ontwapend, fchynt de bode van de Compagnie te zyn; alle drie öaan zy met opgeftooke regier hand, duim en twee voorlte vingeren, in de gedaante van een Eed te zweeren op. het gezigt van een ontrold papier, 't we!k het voorfchreve menfeb, hun met deregterhand eertcond of aar.bied, deg waar in de B~ode jeen fchik fchyr.tte htbben, draaiende zyn hooft om; in't Virfchietziet men eenige kleine Mannetjes met geprefenteert geweer (taan , waar boven zig twee Vaend^ls met Stads Wapen vertconert en het Symbolum der verfcullende denkens vvyz; der Schutte-y ter dier ryd fcliyr.t te zyn, waijer.de een van dezelve regrs en de tndere links. Over't algemeen is de uitvinding, teekening en uitvoering van dee?e zyde der Medaille liegt, 't Revers, verte end een krans vaneike Loof, waar ir. men keft.. Utrechts Burger, Schuttery, beëdigd Stads Regeerings Reglement, 01' de Neudk den xx Maart m-dccl xxxvi des Avonds ten. I 11 Uure. Deeze pemvng wierd aan alle dij het Reglement hadden h'ipe» feezvreeren of by die plegtigheid onder de Wapenen teegen-. woorlig geweeft waaran, gratis gegeeven, terwyl dezelve voor. andere Liefhebbers & ƒ 1 - 8 - : te bekoomen waaren , deeze Uatfte zyn kennelyk daar aan, dat de Letters op het revers de geheele vlakte en de kran6 be0asn, daar onder de eerde eene genoegzame ruimte gelaaten was, om er de naam er in te doen graveersn, van de geenen aan wien dié gefch?nken wierd. ( 51 ) naar het Siadhuis, alwaar zy, by derzelver aankomft; door eene Commiffie, in de greote Secretary.Kamer ge'eid wierden. Thans formeerde de Burgery op de Neude, op een gegeven Sein, dooreen Kanonfchoot aan 't Stadhuys, een gelyken grooten ovaalen Kring, als op den zo even genoemden iden Auguflus; gelyk terftond hierop alle de nieuwe Raaden, naar rang, zo als dezelven verkoren waren, zig van het Stadhuys begaaven, en in daar voor wagtende Koetfen plaatften, die, door een Detachement Schutters, als mede van de Deurwaarders, Bodens en Letter. Dienaars vooraf gegaan, den weg namen over het Oude Kerkhof door de Minnebroeders(lraat, langs de Ganzen • Markt, en vcorts door de Schouten-fieeg, naar de Neude, De Hee»ren, aldaar uit de Koetfen getreden zynde, wierden, door een Commiffie, uit de 8 oudfte Officieren van de Burgery' beftaande, binnen den geflagen Krirg, en op de voor hun beftemde plaats, geleid: wanneer alle de Officieren om die plaats eeneu kleineren Kring formeerden: binnen welken n» ook, doordeS jongfte Officieren, de 16 gequalificeerde Gecommitteerden (g) geleid wierden. Deezen, insgelyks op der. zeiver piaatfen gebragt zynde, gaven kennis, door mondo van de Heer A. Hoevenaar, welke het rapport van Gecommitteerden over luid las, aan de Commiffie der 8 oudfte Officieren, dat zy, ter requifitie van de Burgery, geëxamineerd hebbende de Qualificatie der verkorene Raaden, de- zei- (§) Dit Collegie, vergaderde nugeregelyk, in de Almoeseniers• Kamer; en de Vergadeiingen begonnen telkens met het vo'g.'nde Gebed. G E B E D. 6 God Barmhartige Hemelfche Heere! die de Wysheid en het licht aller dingen zyt en de Overfte Regeerder deezer Waereld, wy danken U, dat het U behaagd heeft, dê Burgeren en Ingezeetenen van deeze Stad, weeder herffcld te hebben ia derzelver' oude Rechten en Privilegiën. En daar het TJ gelieft heeft onste (lellen om toezigt te hebben o>er da inftandhouding derzelven door orze Reprefsntanten, waar toe wy thans vergaderd zyn,. zoo bidden wy U, dat Gi ons door Uwe Genade wilt ver:ich-~ ten en bekwaam maaken, op dat wy in deezen onze betrekking alles doen mogen dat tot bewaaring derzelve en dc bevordering van het wasre welzyn der Burgeren en Ingezeetenen van deeze -• Stad verlErekken kan. Zyt, zoo ons, de Regeering deezer Stad en de góede Burgery' ren goeden gelagrig, ter Uwer eere en onzer aller weezent.iyk' tieil, in de genadige vergeeving van alle onze overtreedirrgen om'. Jezus willen. Amen. N 2  66 V A L S C H E: behoudenis van zyn leeven, zyn geloof verzaakte, en, onder den naam van Mehemet, den Turkfchen Godtsdienst aannam, en zyn ingebeeld Mesfiasfchap en Koningryk verwisfelde met het ampt van Deurwachter des Turkfchen Keizers. (/3) De Antichrist, op wien veelen geheel dit vers alleen toepasfen, moet vooral ook mede in aanmerkinge koomen, (as*) om dat 't geen hier gezegd wordt, op hem zo toepasfelyk is. Want, fchoon hy zich niet zegt den Christus te zyn , nochthans wil hy voor deszelfs Plaatsvervanger, het zigtbaar Opperhoofd van Christus Kerke, hierop aarde gehouden zyn, verheeven boven Keizers en Koningen zo wel in wacrdigheid als in magt, waarom het Antichristensch Beest ook gezien werd, als vertoonende de hoornen dss Lams, Openb. XIII: n, en hy omfchreeven wordt als een , die zich tegenfielt en verheft boven al dat Godt genaamd en geëerd wordt, zittende in den Tempel Godts als Godt, zich zeiven vertoonende, dat hy Godt is, i Thesf. II: 3, 4. Ook doet hy zich voor als een Propheet: Want, niet te min hy woorden fpreekt als de Draak, Openb. XIII: £ 1, en zyne Leere is eene Verleidingedcr Onrechtvaerdigheid, aThesf. II: 10; evenwel maatigt hy zich aan eene Onfeilbaarheid in de Leere, en wil zyne uitfpraaken in zaaken des Geloofs aangemerkt hebben, als hem ingegeeven dooi den H- Geest. Waarom hy ook omfehree ven wordt als de Valfche Propheet, uii wiens mond onreine geesten uitgaan, Openb XVI: 13. Men kent ook den grooten op hef, welken hy en zyne aanhangers mna ken van hunne groote teekenen en wonde ren, en dit ftrbokt volkoomen met he geene voorzegd is van het Beat, Openb XIII: 13. En van den Mensch der Zonde dien Öngerechtigen by uitftek; dat zyn toekomst zou zyn naar de werkinge des Sa tans, in alle kragt, en teckenen en wonde ren der leugen, en in alle verleidinge de Onrechtvaerdigheid in de geenen, die vet loorengaan, 2 Thesf. II: ü, 9,10. (/3/3 Om dat ook zyne verleidinge zo gevaarly' is geweest, dat daar door, eenige weini gen uitgezonderd, die in de kragt Godt daar voor bewaard zyn gebleeven , genoeg zaam geheel de Christen Waereld is afge trokken, als aan welke Godt, naar vooruitzigt van Paulus,i Thesf. II: 10--1: eene kragt der dwaalingcn heeft toegezor, den, dat zy de leugen gelooven zoude, daa - V A L S C H E, voor, dat zy de liefde der waarhei d niet heeft aangenoomen om zalig te word en, en een welbthaagen gehad heeft in de ongerechtigheid. Waarom Johannes ook zag, dat aan het Beest en deszelfs Beeld magt gegeeven werd, om door teekenen te verleiden de geenen, die op de aarde woonen, en een Geest om te fpreeken, en te maaken, dat allen, Kleinen en Grooten, Ryken en Armen, Vryen en Dicmt-Knegten, deszelfs merkteeken zouden ontvangen aan hun voorhoofd, en rechterhand, Openb. XIII: 1416. (yyj Men voege 'er nog by, dat by Paulus het opftaan van den Antichrist, eveneens als hier het vpftaan der Valfche Christusfen en Propheeten, opgegeeven wordt als een Teeken, 't welk den Dag van Chr'ntus moest voorgaan. Hy waarfchouwt de Geloovigen van zynen tyd, zy wilden zich niet laaten misleiden, als ware die Dag zo van naby aanftaande. Die zou niet koomen , ten zy eerst de afval geloomen, en de Mensch der Zonde, de Zoon des Ver derfS geopenbaard was, 2 Thesf. II: 1, 2, 3. (33) Misleiden zal het den eenen of anderen vreemd dunken, dat wy het Tykvak voor het opftaan deezer Bedriegeren zo lang genoomen hebben. Misfchien zal men vraagen, hoe dit ftrooke met het beloop van 's Heilands Voorzegginge? Maar dit zal beantwoord zyn, wanneer men maar let op de wyze, op welke dit 24 vs. in den faamenhang inkomt. De berugte Jungius, dien men ook ten aanzisn van het voor. gaande vergelyken kan, zal ons" hier in voorlichten in zyne Verborgenheid der Laatfte Tyd. p. 80 in de Aant. „ De ■ woorden van het 24. vs. koomen in den : faamenhang in als eene Algemeene waar, beid, welke niet alleen Alsdan, in, om» , trent en kort na de verwoestinge van Jerus zalem haare waarheid zoude vinden; maar - ook by vervolg van tyd tot op zyne toekomftc. — ■ De Apostelen hadden vs. 3. den Heerege- - vraagd, wanneer die dingen zouden zyn , te - weeten, dat van Jeruzalem en van denTempel ) de eene fleeti niet zou gelaat en %vorden op den 1 anderen; als ook, welk het teeken zyner - toekomfle zou zyn! Deeze vraagen beants woordt de Heiland nmftandig. Hy leert - vs. 15--22 , wanneer die dingen, aangaan- - de de verwoestinge van den Tempel, zyn t zouden; daar na» wanneer zyne Toekom' ,, fte zyn zoude! Tot dit laatfte gaat hy over - met eene waarfchouwinge: Zy moesten r zich niet verbeelden a dat zyne Toekomst zo  C 53 ) Corrupteelen, De voorzegde aangebleeven Raaden begaven zig dan hier op ook terftond naar de Neude, geadfifteerd met den Secretaris Falck, en vooraf gegaan van een Detachement Schutters, als meede van alle de Bodens, Deurwaarders en Letter Dienaars: wordende, by derzelver komft aan het einde van de Schoutenfteeg, door de 55 oudfte Burger Officieren gerecipieerd, en binnen de Kringen geleid. Op derzelver aangewezene plaatzen gezeten zynde, wierd Hun Ed. Geftrenge gecommuniceerd het beëiigen van de nieuwe Raden, met herhaald verzoek, om deezen den Eed tegen de Corrupteelen afteneemen: gelyk ook ftraks, met het voorkezen van dien Eed , door den Secretaris Falck gefchiedde. Onder het afleggen van deezen Eed 'Zoo wel als van den eer. ften, hier bovengemeld, ftond de geheele Burger Schuttery met geprelenteerd Geweer, en de Üitkopers en Wagtvryen met ongedekten hoofde. En beantwoorde deezen Eed weder met een luid hoezeé. De aangebleven Raaden zig hier op, in gelyker voegen als zy gekomen waren , weder naar het Stadhuis begteven hebbende, voorgegaan door een Deurwaarder, een Bode, en een Letter - Dienaar, en htt voorig Detachement, wierd het Kanon aan de Poorten ten tweedemaal gelofcht. Waarna de nieuwe Raaden zig weder in derzelver Koetfen plaatsten, en , voorafgegaan door de overige Bodens, Deurwaarders en Letter Dienaars, ge'yk meede thans opgevolgd wordende door de geheele Burgery, Compagnies wyze, zig begaven door de Schoutefteeg, over de Ganze- Markt, door de Minncbroederftraat, over den St, fans Dam, door de Keyjlraat, agter St. Pieter , langs de Weftzyde van de Oude Gr aft, door de Lynmarkt en Cboorfiraat, naar en tot voor het Stadhuis, Uit de Koetfen getreeden, en door de beftemde Commisfie in de groote Secretary geleid zyn» de, wierden de aangebleven Raaden vetkundfehapt van de komft dier Heeren. Waarop\ deeze zig uit de Raadkamer in de groote Zaal begaven, en zig, neffens de nieuwe Raaden, op het Plein plaatften voor den grooten ingang van het Stadhuis; alwaar zy, door de voorbytrekkende Burgery, met Sponton en Vaandel, gefalueerd wierden, onder het Muzyk van het Or cheft, welk opeen daartoe expres vervaardigd Balkon, voor den evengemelden ingang van het Raadhuis geplaatfl, geëxecuteerd wierd. De Burgery voorby gedefileerd zynde, keerden de aange- bleevene Raaden in derzelver Vergadering, en de nieuwen naar de groote Secretary, te rug. Intusfchen waren , on. der bet voorby ma rcheeren, de Oudfte Officier van elke I. Stuk. No. 14. Compagnie, en alle de Gecommitteerden van het Gequali. ficeerd Collegie der Burgery, ter zyde getreeden, en begaaven zig, na het voorby defileeren der Burgery, te gelyk met de nieuwe Raaden, in de groote Secretary; doende als toen aan den aangebleven Raad verzoek, datzy, ter voldoening aan hunne Comiffie, van wegens de Burgery, de nieuw beë ligde Raaden in de Raadzaal mogten inleiden. Het geea dan ook, na acceptatie, alzo ftaatig, en onder de volgende korte aanfpraak, gefchiedde. Edete Groot Achtbaare Heeren! ,, Daar de Burgery deezer Stad haar nieuwe Raaden n V ogenblikkelyk heeft in den Eed genomen. volgens het „ formulier dat daar van by deezen (*) aan XI Ed. Groot „ Achtb. word overgeleeverd en XJ Ed. Groot Achtb. op het „ verzoek van die zelfde Burgery van hen den Eed tegen de , corrupteelen hebben afgenomen , bleef er niets meer overig „ dan dezelve nieuw verkoren nadir te inftalleeren j 't is , dan op laf van de Burgery dat wy ten Raadzale van „ XI Ed. Groot Achtb. dezelve nieuw verkoren Raaden in,, leiden ; in dat vertrouwen en aan de zyde van de Burge ,, ry met die requifitie. dat XI Ed. Gr Athtb. dezelve nieu. „ we Raden als Raden door de femme des Volks na dt or„ dre van het bezworen Reglement verkoren , zult ge'.ieven te erkennen, en met dezelve de zaaken rakende het ,, befier en bewind deezer Stad, en dat van de Provintie ,, tezamen Gouverneeren, regeeren en daarinne zodanig „ handelen als de Burgery zig verzeekerd houd, dat tot ,, haar en Stads welzyn, ter handhaving van haare reg„ ten ft rekken kan. Vergun dat wy U Ed. Groot Achtb. „ en de Burgery met het evenement van deezen dag geluk ,, wenfthen en over deeze nieuwe geintroduceerde Regec,, ringe afbidden , dat den Albeftierder der Wereld dezelve ,, allenszints voorfpeedrg maaken en dat onze kinderen tot „ in het late nageflagt daar by mogen bewaard blyven" „ Naa deeze plegtige afneeming van den Eed van Corrupteelen en introductie in den Raad , maakten de 7 aangebleevene Raaden, welke by hun declaratoir van den 7 en „ 8 Auguflus plegtig gedeclareerd hadden , dat haarer zyds „ het door de Burgery beëdigd Reglement nog niet was ge„ introduceevd, e1 gedeclareerd hadden, zo lange het nieu. „ We Steedelyke Reglement aan hunne zyde niet was beëdigt ., (en waartoe Hun Ed. Achtb. volgens hunne beëdigde De- ,, cla ziet dit Formu ier in 'c voorige 13de No. O  58 V A L S C H E. men; maar dat men het recht ten eeuwigen leeven zich moest verkrygen door het itipt onderhouden van Mof es Wet. 't Waren dan zulken, die Mofes en Christus, Wet en Euangclie, Werk en Genade met malkanderen wilden veréénigen, en zo een Christendom op een Joodfche leest gefchoeid, zuchten in te voeren, (i*) De Apostel noemt hen Broeders. Om dat zy uit de Joo'den waren, die hy elders ook noemt zyne broeders, zyne maagfehap naar bet vleesch, welken hy een zeer toegeneegen hart toedroeg, Rom. IX: 3. (33) Om dat zy geloovig geworden waren, Hand. XV: 5, dat is, den naam van Christus heieeden, en deszelfs Leere, immers ten deele, aangenoomen hadden. (3) Maarhy omfchryft ze als Valfche Broeders, ingekroopenen, die van bezyden ingekoomen waren. (Ntt) Valsch. Om dat zy, onder het voorgeeven van Geloovigen te zyn, gevoelden en leerden 't geen niet recht was; 't geen niet beftaanbaar was, met de Vryheid, waarmede Christus de zynen had vry gemaakt; 't welk aan der menfchen zaligheid hoogst nadeelig was, aangezien Christus niet nuts zou zyn den geenen, die zich listen befnyden, en ydel zou worden den geenen , die wilden gerechlvaerdigd worden door de Wtt, Gak V: 1—4. Valsch ook, wegens hun flinksch oogmerk; 't welk niet was geweest, om de Gemeente te Itigten , en den Apostelen in het uitbreiden van het Euangelie de hand te bieden, maar om derzelver Vryheid in Christus te verfpieden, en tegen hen beroerte te verwekken in de Gemeente. (33) Nog nader omfchryft hy ze, als ingekroopenen, die van by zyden ingekoomen waren. (#) Ingekroopenen. Dit is de gewoonte der Valfche Leer aar en, dat zy het Wolfshart verbergen onder een Scha ipskleed, Matth. VII:. 15, bedektelyli influipen,, 2. Tim. IIi: 6, en doorfchcor. fpreeken en pryzen de harten der eenvoawdigen verleiden, Rom. XVI: i'J. Zo waren ook deezen ingekroopen onder het glim pjg voorwendfel, dat zy, ter liefde var de Waarheid, en van der Bekeerlingen uil de Heidenen eeuwig heil, zo een verrt reize ondernoomen hadden, van Jeruzalen na Antiochie afgekoomen waren, om her te onderrichten van iets,, waarin zy eei allergrootst belang hadden; zonder 't well zy niet zouden kunnen zalig worden. Geer ijgeter voorwendfel, dan dit, omin n truipen, niet alleen onder de Gemeente, V A L S C H E. maar zelfs tot in de harten. Welk eenea invloed moest zo een fchynbaare liefde en, yver maaken 5 yver, die zelfs de kosten en de moeite van eene zo verre reize niet ontziet ! En dat nog zo veel te meer, daar zy afgekoomen waren van Jeruzalem ; de Zeetel der Moeder-Kerke, de Zeetel van de Apostolifche Leere en Zuiverheid. (/3) Maar, wat wil het, dat zy van by zyden ingtjloo--. pen waren? Zy waren niet ingegaan door de rechte deur, maar waren ingtpZoopen, als Verfpieders, die in een Stad, of Leeger irifluipen met een vyandig oogmerk, óm de gefteidheid der zaaken te ontdekken, en die vervolgens te verraaden. Zo waren zy ook ingefloopen, om de Vryheid, die. men in Christus had, leerde en gebruikte, te verfpieden, cn vervolgens te ondermy*nen en te beftryden. Zy waren ingefloo» pen van by zyden'. In de Gemeente te Antiochie' , vermoedelyk onder, het valsch voorgeeven, dat zy /lfgezanten waren van de Apostelen, 't welk te gereeoer ingang vinden kende, om dat zy waren afgekoomen van Jeruzalem. Misfchien ook in de Kerkvergaderinge te Jeruzalem;, 't zy in perfoon, voorgeevende, dat zy van de Gemeente te Antiochie in last hadden,, om, het noodzaaklyk onderhouden van Mofes Wet en Befnydinge 'te verdeedigen tegen Paulus.m Barnabas; 't zy door de Gemoederen van deezen en geenen, vooral onder de Ouderlingen te Jeruzalem, die deeze . Kerkzaamemng mede bywoonen zouden, voor in te neemen, en tegen Paulus en Barnabas , door verkeerde berxhten, op te ruijen: Want wy leezen, Hand. XV: 7, dat 'er iwistinge, zelfs groote tzvistinge oprees, 't welk vooronderltelt, dat de ge» voelens daar over dit ftuk heel zeer verdeeld waren, en dat men over en weer, 'er fterk over yverde. VALSCHE'(Dat 'er) Leeraars zouden zyn onder de Geloovigen, die verderflyke Ketteryen bedektelyk zouden invoeren; ook den Heere, die hengtkogt heeft, verlochenen- , de voorfpeltof waarfchouwt deApos- : tel, 2 Petr. II: 1. Godt heeft zyne wyze reedenen, waarom hy zyne Kerk hier op 1 Aarde, dan op deeze,dan op geene wyze, laat verzocht worden. Onder anderen ook i door Ketteryen ,ter onderfcheidinge- van de : geenen, die de liefde der waarheidaanneemen om zalig te worden, van zulken, die dat niet doen , welken Hy* tot flraiTe daar , vantoezendt eene kragt der dwaalinge, dat  C 55 ) geruft aan UEd; Mog; eigen overdenking durven overlaa. ten; hadden UEd. Mog. eeven gelyk dezelve zulks nog,onlangs hebben begreepen, door Heeren Burgemeefteren de vereifchte informatien kunnen bekomen, omtrend de vei. ligheiJ binnen deeze Stad, terwyl wy buiten dat, indien zulks door UEJ. Mog. was gerequireer.t geworden s riet in gebreke zouden zyn gebleven , dezelve van alle mooglyke guarantiete voorzien, waar toe ons de noodige en voldoende middelen, niet ontbreeken: wy heuden de Heeren van de voorftemmen Js leden, ten eenemaale onbevoegd, om de Vergaderingen der Heeren Staaten, welke met eenpaarigheid der drie Staatsieeden, tegens zekere bepaalde tyden, waren vaftgefteld, buiten weien, en tegen den wil, der Stad te furcbeeren, veel min, kondên die Heeren dezelve vergaderingen eigener Authoriteit, en z:nder genoegzaame redenen, verleggen buiten deeze Stad , welke door UEd. Mog. by derzelver laatfte misfive aan de refpoftive Bondgenooten , te recht als de gewoone refidentie plaats der Heeren Staaten werd geconfidereerd, en te minder kunnen wy nagaan de redenen waar door UEd: Mog. tot' deezen laatfien flap zyn overgegaan, daar alles wat tusfchen ons en deze Burgerye behandelt en voorgevallen is, hoe fllemne.1 en openbaar zulks dan ook geweeft zy , nogthars a.eoos met de uiterlte decentie , en met eene bedaardheid zonder voorbeeld, is verzeld geweest, waartoe wy ons onder anderen veiliglyk op de dagen van den 2den en 28&en deezer Maand, en op het getuigenis van allen , geene uitgezondert, welke als toen alles van naby hebben gezien, durven beroepen ; behalven dat al het zelve eeniglyk concerneert het huishoudelyk bellier, en de Magifttaats. befteiling deezer. Stad, welke eeniglyk aan o"rs, als reprefenterenele onze ganfche Burgerye, gedemandeerd is, zonder dat UEJ. Mog, noch de Heeren der Voorftemmende Leden , noch iemand anders, dien aangaande eenige dire&ien , of bemoeyenisfe toekomt, gelyk wy vertrouwen , dat UEJ- Mog. daar in volkomen met ons zullen cnnvenieeren; na al dit gezegde zullen UE::; Mog: wel kunnen nagaan, hoedanig de bovengenoemde pretenfe uitgefchreeven Vergadering te houien binnen Amersfoort, door ons befchouwd wordt; Wy hou-' den da refolutie daar tos genomen, voor eene refolutie van maar twee Staatsleden, en dienvolgens voor informeel, de Vergadering zelve indien dezelve haare voortgang heeft, voor onwettig, en alles hoe ook genaamd, dat aldaar mocht worden gerefolveerd, voor nul en van onwaarde , zonder dat wy ons, immer daar aan zullen gehouden rekenen, daar te¬ gens we! uitdruklyk protefterende by deeze. Wy achten ons ten eenemaal onbevoegd en ongehouden, om onze Gemachtigden aldaar te doen compareeren , en verfeeren in dat vertrouwen, dat ook Heeren Burgemeefteren zich wel van zoortgelyke Vergaderingen , welke zy zeiven hebben tegengf fprooken, zullen onthouden, terwyl wy ons wel expfesfelyk willen voorbehouden hebben, tegen de zulken van onze Burgerenen Inwooners, het zy dan Secretarisfen, en verdere bedienden van hun Ed: Mog:, 't zy eenige ande» ren, welke zich eenige qualificatie mochten attribueeren, om diergelyke Vergaderingen by te woonen , of aldaar te compareeren, tot eenige refolutien ten nadeele van deeze Stad en Burgerye, zoodanig te agec-ren, als wy tot msintien van deezer Stads en der Burgeren inahenable rechten, voor welker handhaving wy UEd. Mog: kunnen verzekeren alles veil te hebben, en alles te zulien opzetten, zullen oordeelén tebehocren: indien nu tegersonze verwachting, op meergenoemde pretenfe aanflaur.de Vergadering , of anderzins by UEd: Mog: mogt worden gerefolveerd eenige meerdere troupes te brengen binnen bet Territoir van deeze Pro» vincie, met oogmerk, om daar meede allengskens de Steden, of het platte Land deezer Provincie te bezetten , zullen wy het zelve niet anders kunnen btfehouwen, dan als eene direfte toeleg om de billyke item der goede Burgeren en ingezetenen te fmooren . en dezelve te onderdrukken; gelyk wy,Ook dis daad , buiten weeten en tegen den wil deezer Stad gefchied , zullen confiJereeren, als eene-Violatie van het Provinciaal Territoir, en als een dadelyk geweld tegen 's Lands goede ingezetenen: en, wat deeze Stad in het byzonderaangaat, wy kunnen uie: veimoeden, dat immer door UEd. Mog. of door de meerderheid der voorftemmenLeden zoude kunnen worden ondernomen, dezelve eenige Militie te- willen opdringen; wy zyn volgens de Unie geenzins gehouden dezelve tegens onzen wil te ontvangen; Wy confidereeren dezeive voor als nogfchadelyk vcor de ruft van' onze Stid en Ingezetenen, en zullen ons derhaKen ten allen tyden met alle macht moeten verzetten, tegen alle dier-' gelyke onderneemingen, weike men onzens ondank -tegen or.s zoude kinnen machineeren, terwyl wy aLle de gevol* gen, welke uit deeze en andere maatregelen , zoo wel alt uit het daaruit voortvloeiende ongenoegen by de Natie in het gemeen, en by deeze Burgerye- in het byzonder, moe ten refulteeren, overlaaten , voor rekening en ter verant" woording van die Heeren der voorftemmer.de Leden, welj O s ke  60 V A L S C H E. V A L S C H E. gevoelens openlyk uitkoomen, die uit alle hunne magt verdeedigen, en wyd en zyd verfpreiden. Of nu, door deeze Valfco» Leeraars te verftaan zyn de zo wel in zeeden als in leere, Z5 zeer bedorvene Gnostiken, die in en kort na de tyden der Apostelen zich zo fterk geopenbaard hebben; en wel in Y byzonder de zo genaamde Nikolaïten, gelyk Vitringa beweert, Qbferv. S. L1V. IX. §. 23- p- 997 — S- 3,2-p. loos — laaten wy thans daar. Wy bepaalen ons nu maar (33) tot dat geene, 't welk tot verzwaaringe van deeze lieden, en van het zeer verderflyke hunner Ketteryen wordt gezegd: Dat zy ook den Heer, die hen gekogt had, verlochenden. De Voorftanders van den Afval der Heiligen, en van de Ltere der Algemeene Genade, maaken grooten ophef van, en ftellen groote fterkte in deeze woorden! „ Ziet daar „ zulken, die de Heere gekogt heeft, kun„ nen ook invoerders worden van verderf„ lyke Ketteryen; zulken, die Hy gekogt „ heeft, kunnen 'ertoe vervallen, dat zy „ Hem verlochenen, Christus moet zyn „ bloed tot een Los- en Koop-prys gegee„ ven hebben voor alle menfchen zonder „ onderfcheid: Zonder dat konden zulke „ grouwelyke menfchen niet gezegd wor„ den, door Hem gekogt te zyn"". Daar nu onze Kerke het een en het ander deezer gevoelens op goede BybelgroFrden beftrydt, zo hebben onze Godtgeleerden 'er ook hun werk van gemaakt, om het bewys, 'twelk men uit deeze woorden ontleent, buiten kragt te ftellen. (<») Doorgaans verftaat men door den Heere den Hèere J. Christus, van wien elders gezegd wordt, dat Hy de zyne heeft gekogt met zyn bloed, Openb. V: 9. XIV: 4. En dan verftaat men het verlochenen van dcazelven, niet zo zeer van eene voljlrekte verlochming, gelyk Petrus hem, uit vreeze voor zyn ïeeven , verlochende. in de Zaale van Ka» japhas, zeggende: Ik. kenne den menfche niet, Matth! XXVI: 69-74, als wel van eene verlochening by gevolgtrekkin ge: 'c Zy, door het invoeren van zulke Leeringen , die onbeftaanbaar zyn met de eere en hooge waardigheid van den Heere Jefus, waar van Johannes fpreekt, 1 Br. II: 23, 34; 't zy, dooreen' lesband/genwandel, gelyk Paulus van zulke menfchen fpreekt, die belydsn dat sy Godt kennen, maar hem verlochenen met de werken, Tit. h i6'j, Het een en het ander kan van deeze Valfche Leeraars gezegd worden. Uit 1 geene de AposteFer van zegt in 'tvervolg, is te zien, dat zy zulke Leeringen invoerden , die openlyk ltreeden met de kennisfe der waarheid, die naar de Godtzaligheid is, en eene wyde deure openden tot het onbefchaamd en onbefchroomd pleegen van allerlei Godtloosheid. Maar de groote zwaarigheid fteekt kierin,£oe de Heerekonne gezegd worden, hen gekogt te hebben, (o.*) Om deeze zwaarigheid uit den weg te ruimen, wil zeeker Marpurger Godtgeleerde deeze woorden dus vertaald hebben: Verlochenende, dat de tleere hen gekogt heeft; en niet alleen fo/j;maar,by gevolgtrekkinge, ook andere menfchen. Zo dat hunne Kettery zou beftaan hebben in 't verlochenen van het 'werk der Verlosfenge. Maar zouden deeze Leeraars dan wel kunnen gezegd zyn, onderhen, onder de Geloovigen , te zyn, en met hun gemeenfehap te hebben, 't welk evenwel duidelyk te kennen wordt gegeeven, wanneer vs. 13. gezegd wordt, dat zy vlekken en fmetten waren, wanneer zy met hun waren in de Maal tyden, te weeten, hunne liefdemaahyden. Immers de Leere. der Verlosfinge door Christus is zo eene Grondleere in de Christelyke Kerke, dat niemand als een Lid in dezelve kan gedult worden, die dat Leerftuk lochent. Dit gevoelen, en de bewyzen daar voor by gebragt, kan men wederlegd vinden in zeekere Verhandelinge van Ant. Cornel. Barkcy, LNic.Fil. De Pfeudo-DoSloribus, quorum mentiu est, a Petr. 11: 1 p. s- — (#0) Doorgaans houdt men zich aan onze Vertaaling: Verlochenende den Heere, die hen gekogt heeft. En dan zoekt men de Oplosfinge in 't woord koopen; 't welk hier dan niet kan zeggen, een koopen met zyn bloed, om Hem tot een eigendom te zyn, om Hem te dienen in gerechtigheid en heiligheid, niet llegts alle de dagen hunnes leevens, maar ook in de zalige eeuwigheid; maar te verftaan zal zyn van zo een koopen of verkrygen, waar door Hy ze zich uitwendig genaast had tot zeekeren uitwpndigen dienst. In 't breede is dit behandeld door den voortrefFelyken, en nu voor weinige dagen in den Heere ontflaapenen Profesibr de Moor in Disputat. Theol. ad a Petr. I. et 1 Tim. I: 19. Als ook in zynen Obmment.. in Marckii Comp^ P. III. v. roéf. ■ Als mede in eene Leerreeden, agter deszelfs Verklaaring van het Ifte Hoofd/l. van  C $7 ) Bezwaaren, met opzfgttot de conftitutleder Regering flechis gepretendeerde Bezwaaren zouden zyn geweeft. Het kan aan Uw Ed. Groot Mog. niet onbekend zyn, dat in bet byzonder de Burgers en Ingezetenen deezer Stad, by de welke wy ons wel voornaamlyk bepalen , , reeds .in de maand April van het Jaar 1784, by eene Publicatie van den Magifhaat daar toe plegtig opgeroepen zynde , eenige weeken daar na zodanige grieven en bezwaren hebben ingeleeverd, welke hen waren voorgekomen, tegen het Reglement op de Regeering deezer Provincie van den Jaare IÓ74, en daar onder vooral ook tegen de pointen, concernerende deezer Stads privatiev bellier en Magiftraats-beflelling. Even min kunnen Uw Ei. Gr. Mog. ignoreeren, dat hier op van S'ads weege eene fchifting zynde geformeerd , tus. fchen die Bezwaaren, welke Provinciaal, en die, welke eeniglyk Stedelyk, moeten worden geconflicteerd, over de laatftgemelde(de,StedeIyke naamlyk) iterative en aanhoudende Befoignes zyn gehouden, tusfchen Gecommitteerden uit den Raad en uit de Burgery, tot dat ten laatflen beide de p.irtyen waren overeengekomen, over de Introductie van een nieuw Stedelyk Reglement, het welk dan ook by nadere Publicatie van den rsden September 1785 aan de Burgery voorgedra» gen en toegekend is, zonder dat eedert eenige merkelyke bedenkingen tegen het zelve zyn ingekomen. In alle deeze onderhandelingen, zoowel ais in bet geen zedert daar op is gevolgd, waar van Uw Ed. Gr. Mog. reeds voor eenigen tyd' door eene Circulaire Misfive en bygevoegd detail of deductie van onze Burgery zyn geïnformeerd geworden, en waar van wy derhaiven de byzonderheden niet zuilen! be. hoeven'te detailleeren , tot op den tegen woord igen tyd, heeft onze Burgery niet anders dan met de uiterfte en voorbeeldigfte bedaartheid, fchoon tevens met eene ftandvaftige aankleving aan die Vryheid en Voorregten, welke zy had. den aangetoond hen wettig te competeeren te werk gegaan; , Hier van kunnen wy Uw Ed, Groot Mog. uit eigen on. dervinding verzekeren, waarom wy dan onk geenzics kunnen nagaan, op welke plaatzen of Perfwnen de woorden onruflige betveegingen moeten worden toegspaft: En, daar eene gedecerneerde Staatscommissie, aan dewelke de examinatie der ingediende Bezwaren was aanbevolen , by derzeiver rapport, den iften September 1784 ter Staatsvergaaderinge uitgebragt, het Reglement van den Jaare 1674 met zoo veele woorden befchreven heeft als fchadelyk en druk- L Stuk. No. 15. kende voer de Ingezetenen, en ah in vult opzigten ftrydende tegen 's Lands Privilegiën, durven wy geruft aan hef equitabel oordeel van Uw Ed, Gr. Mog. overlaten, of de Bezwaaren, ingerigt tegen een zodanig wederregtelyk Reglement, mtt grond met den naam Vin gepretendeerd* Bezwaren kunnen worden beftempeld. Zeggen nu Heeren Gedeputeerden al verder, dat de He»ren Staten deezer Provintie niets meer ter harte neemen, dan de ruft vreede en welvaart der goede In-en Opgezetenen, en niets ernjliger verlangen, dan tot redres van ingejlopen abuifen enz- mede te werken: dat deeze gezegden enigzins toepasflyk kunnen worden gemaakt op deezer Stads Regerbg, ais het derde Lid van Slaat, kan men opmaken uit de Refolutie, over de Bezwaaren, te,;en het Reglement v;;n Regeering, den leden Auguflus 1785 ter vergaderinge van Hun Ed. Mog. .ingebragt; maar als wy nagaan de onderfcheidene Refolutien, na dien tyd door de voorftemmende Leeden genomen, de geëntameerde crimineele procedures tegen Burgeren, eeniglyk wegens het reclameerenen verdedigen van hunne Voorregten, gelyk ook fommige Publi. catien van Heeren Gedeputeerden en derzelver Misfive aan Uw Ed. Gr. Mog. wegens HoogftJerzelver alleszins billyke Refolutie tegen het gebruik van Troupes, op Hollandfche Repartitie, binnen deeze Provincie; als wy hier by in aanmciking neemen, dat het boven gedagt Staatsrapport van d*n 1 September 1784 by de Heeren van de Vooiltemmende Leeden geheel buiten alle deliberatien is gehouden, tot dat dezelve eindelyk in de maand July deezes Jaars dieswegends zodanige Refolutie hebben voorgedraagen, welke voor de viye Magifiraats befteiling deezer Stad in het byzonder onwederfpreekelykcompeteerende, teB boogften bezwarende en dienvolgends van onzen kant ten eenernasi onaanneem. lyk waren, wilden wy almede zeer gaarn Uw Ed. Gr. Mog. laten beoordeelsn, wat men van de voorgewende goede dis. pofitien der beide Voorftemmende Leeden in deeze te denken hebbe: Men heeft ten laatften, bet is waar, in het begin van deeze Maand eenige conferer. tien aangevangen met Gecommitteerden var. wegenden Heer Stadhouder; doch op welke groni Heeren Gedeputeerden kunnen zeggen, daar van eene goede uitkimjl gehoopt en verwagt te hebben } betuigen wy niet te kunnen penetreeren. Het is toch al aanftonds in die conferentien gebleken, dat men geen het minfte oogmerk had , om het Concept Reglement Reforraatoir, door de Staatscomroisfie by derzelver evenge. noemd Rapport van den 1 September overgelegd, P al-  tfa V A L S C H E. V A L 5 C H E. (/3) Nieuw en geheel byzonder is de verklaaring van den voornoemden Heer A, C. Barkey. Hy meent, dat de Apostel bedoelt menfchen, die van eenen dienstbaaren of knegtelyken ftaat waren, maartegen hunnen Heer en Meefter rebelleerden. -Of, gelyk hy in de gemelde Disfertatic, Lect. II. §. 19, zich wat nader verklaart: „ Zulken onder de Christenen, die,over,, wonnen door en onderworpen aan de Ro„ meinen, gedrukt gingen onder een zwaar „ juk van flaaverny; maar die «u,fterkhy- gende na vryheid , alomme, door zich ,, aan te kanten tegen de burgerlyke wet- ten, beroertens verwekten, en de al- lerheiligfte Leere van Christus tot hunne „ boosheid misbruikten; en voorts geloof„ den, dat hun daar door de deure geö- penei was tot het vryelyk pleegen van „ allerlei fchendaadcn"* Dus zal («*) de Aio-7rórr,f hier niet zyn de Heers Jefus; maar de Romeinfche Oppermagt. AurnÓTrs Kkï Ki/f/ss-, Heerfcher en Heer waren een bekende eertytel der Roomfche Keizeren. (/S/S) Koopen zal hier dan zo veel zeggen, als zich iets in eigendom verkrygen, op welk eene wyze en door wat middel het ook moge gefchied zyn, al ware het ook ten koste van gevaar, of door kragt van wapenen, gelyk zo het woord emere, koopen by de Laiynen gebruikt wordt. Zo leest men by Claudianus : Emilur virtute potestas. En by Silius lialicus: » ___ . inibant Pralia £? unanimi vel morte emisfe volebant. En elders Nobilitant vet er es , Germanice fxdere Drufos Morte fed ancipiti, fed multis cladibus emta. Dus kunnen de overheerde Landen en derzelver Invvoonders gezegd zyn, door de Romeitten, ten koste van hun bloed en gevaarlyke Krygstochten, gekogt te zyn. (.77) Het verlochenen van den Heerfchèr, die hen gekogt had, zal dan aanduiden de oproerige poogingen , die deeze menfchen aanwendden, om het juk der Roomfche Mogendheid, 't welk, door de hardigheid en kneevelaary der Landvoogden in de Wingewesten, dikwils tot het ondraaglyke toe verzwaard werd, af te werpen. Dus zouden deeze zo genaamde Christenen in veele opzigten te vergelyken zyn met die fnoode Tveraars onder de Jcoden, die, onder den fchyn van de Joodfche Vryheid te handhaaven, en voor dezelve tegen de Romeinen de wapenen op te vatten', alles in rep en roer ftelden , en geheel het land met rooven, plunderen en moorden vervulden. Zy lchreeuwden : „ De Romeinen „ waren niet beeter dan zy; men moest „ Godt alleen voor Heer erkennen, engee- nen Roomfchen Keizer. Die dien gëlioor„ zaamden, waren als vyariden aan'te mer,, ken en te behandelen". Yver voor Godtsdienst en Vryheid was by hen de Leuze; maar het weezenlyke oogmerk was, der „ Magtigen om te "heerfchen, en derMin„ deren, om geweld te pleegen, en zich „ met de goederen der Grooten te verry„ ken. In der waarheid, zegt Jofephus, die tyden zyn by de Jooden zo vrucht„ baar geweest in boosheid, dat geene „ fchelmery onaangevangen en onbeftaan „ bleef; al hadde men zyne gedachten 'er „ cp gefcherpt, men zou naauwlyks eenige „ nieuwe boosheeden hebben kunnen be„ denken: Zo zeer poogde men over het „ algemeen, en een ieder in het byzonder, ,, de een en den anderen in grouwelen en „ fchelmftukken te overtreffen"- Men zie Jofephus (naar de uitgaave van L. v. Bos) J. Oorl. B. VII. C. 30 en 37. Daar op liep het oogmerk uit van deeze Valfche Leeraars. Zy venvierpen de hesrfchappy, lasterden &e kccrlykbeeden , fpraken zeer opgeblaazcve, ydetteid, verlokten de onvaste zielen door begeeflykhècdcn des vlecschs en ontuchtisheeden, hadden de harten geoefend in gierigheid, bcloovende Vryheid, daar zy zeiven ivarcn dienstknegten der verdorven- hid, vs. ïö' 19. En daar zy onder Christenen verkeerden en leerden, is 'er geen twyffel aan, of zy zullen daar toe dc Leere der Christclyke Vryheid fchandelyk misbruikt hebben," als hadde Christus de zynen niet maar alleen vry gemaakt van de heerfchappy der Zonde en der Wet, maar ook van de onderwerpinge aan de Waereldlyke Magt. Dat zulke leeringen onder de Geloovigen in de vcrflroo'jinge,[zm welke» Petrus fchreef, ligtelyk ingang zouden kunnen vinden, of misfehien al gevonden hadden,  C 59 ) deputeerden by derzelver Misfive bygtbragt. Uw Ed. Gr. Mog. zullen uit het gezegde kunnen opmaken, dat zoo wel de opfcborting als inzonderheid ook de verlegging de>-Staten Vergadering, gelyk ook de afzending der meergedagte Mis» live» aan Hun Hoog Mog. (*) en vervolgends ook aan Uw Ed. (*) Hier worden inzonderheid bedoek , de iwee volgende Misfives door de Heeren Ordinaris Gedeputeerden, den?5 Augustus aan Hiar Hoog Moog, en den nden daar aan volgende , aan de rêfpeélive Hooge Bondgenoten gefchreeven. HOOG MOGENDE HEEREN! A'zo de onluften, zederd eenigen tyd binnen deeze Provincie plaats gehad hebbende, als nu binnen deeze Stad tot die hoog e geklommen zyn, dat de Burgery heeft kunnen goedvinden , op den iden deezer lopende Maand gewapend by c'kttideren te komen , op de Neude te vergaderen, en aldaar na inthimatie en oproeping van Burgemeefteren en Raden in de Vroedfchap deezer Stad, met veele plegtigheden, niet alleen een Collegie van Geëligeerde Gecommitteerden uit de Burgery te beëiigen , maar ook alle deniet gecompareerd heboende Burgemeefteren en Raaden, met uitzondering nochtans van twee, en wel ten getale van dertig, vervallen te verklaaren van hunne Raadsplaatzen, met infinuatie tan dezelve om zig te onthouden van alle Vergaderingen van de Hagiftraat en Policie , als meede van de Commisfie ter Vergadering van Staat, daarvan dependeerende, alzo die Hurgeryt hunne Raadsplaatzen hield voor vervallen en vacant Voords onder prctrf! t'gen alle gevolgen hy aldien iemand van do voorfchreeve Raden zich zeeert dato tot de vergadering van den Raad geliefden te hegeeven of met de zaaien van de Bolide deezer Stad te bemoeyin alzo zy die gevolgen aan zich tulven te imputctren zouden hehhen ; als breder by de acte van Infinuatie , waarvan wy de Eer hebben copia hiernevens te voegenzoo vinden wy ons daardoor in de allerzorgelykSe omftandigheden gebragt, alzoo. wy de gevolgen van zodanige vijlente demarches ten hoogden apprehendeeren, en niet anders kunnen te gemoed zien, dan dat zonder fpoedige middelen van red es, dewelke ons uit hoofd* van het heerfchend misnoegen en wantrouwen ontbreeken , deeze Stad en Provincie aan de grootfte onheilen blootgefteld en tot een onnut Lid van het Bondgenootfchjp gemaakt zal worden. En het is deeze reden, die ons, daar wy zeer moeten twyffelea of de Staats deliberatien wel larger voortgang zullen kunnen lubben, gepermoveerd heeft, he: geen voorfchreeven is, ter kennisfe van Uw Hoog Mog. te brengen , zonder nochtans eenig fpeciaal verzoek te doen, waartoe wy ons niet gelalt vin jen, maar alleenlyk om aan onze verpicluing te voldoen en aan Uw Hoog Mog beter en wyzer oordeel overtelaaten, welke middelen tet herftel van de goede ordre en ruft binnen deeze Provincie op «rsne Conftitutionede wyze overeenkomftig de gronden der Unie tot Ed. Gr Mog. en de verdere hooge Bondgenóoten, eenlglykdoor de Voorftemmende Leeden, tegen onzen uhdruklyker» wil; tot voorkoming van de totale ruine van dit Lid van het Bond. genootfehap zouden kunnen en behoren te worden geadhibeerd, ■waartoe wy (zoo veel in ons vermogen is) altoos bereid, zuilen bevonden worden te ccöpereeren.Waarmede) &c. EDELE MOGENDE HEEREN! Het is Uw Ed. Mogende bekend, dat er zedert een geruime*' tyd aiomine in de Republiek, en vooral ook in deeze Provincie veele onruftige bewegingen ontdaan zyn, voortgefprooten , wel in den beginne uit een opgevat misnoegen der In en Opgezetenen wegens de a'gemeene directie van zaken fpeciaal geduurende dan Oorlog met het Ryk van E-geland , doch vervolgens ook wegens gepretendeerde bezwaaren met opzicht tot de Con-ftitu.ie van de Regeèring, zo in deeze als in andere Provinciën. Het kan aan Uw Ed Mog. ook niet onbekend zyn , dat de' Heeren Staaten deezer Provincie niets meer ter harten neemenóc dan" de ruif, vreede en welvaart der In en Opgezetenen, en' niets eruftiger verlangende, aan tot redres van ingelloopen abuizen, tot verbétering van de algemeene Direft'ie Van zaken in deez; Republiek en tot wegneeming van der Ingezetenen bezwaaren omtrent de Regeerings C01 ftitutie deezer Provincie in zoo ver-' re die bïllyk rechtmatig en tot der Ingezetenen wezentlyk en baftendig nut'cn welzynftrekkende mogten bevonden worden, mede' te werken, en de nodige redresfenin deezen op eene Conftitutioneele wyze te effec"tdee;ea', ook meenigvuljig'e deliberatien' daar over gehouden hebbenden offehoon door tusfehenkomende om-' Handigheden, van tyd tot tyd, daarinne zoo verre gevorderd waren, dat eenige Heeren gecommitteerden van wegen Zyne' Hoogheid den Heere Erfftadhoudcr deezer Provincie herwaarts' afgezonden, mét eené daar oe alhier gedecerneerde Staats Com-' misfie werkelyk in bifogie getreeden, en de conferentien aange-' vangen hadden, waarvan wy eene goede uitkomft hopende en verwachtende waren.' Dan ook hierinne vinden Wy ons, tot ons leetwêez«n immerr by proviüe, te leur gefteld, naardien, behalven het geene in de' S.ad Wyck by Duurftede is voorgevallen, en waarvan wy'Uw* Ed. Mog. op fpeciale laft en authorifatie van de Heeren Staaten* deezer Provincie by orzs Misfive van den 14 July laatftleden een" ampel vetlbg gedaan hebben, ook nu binnen deeze Stad, de ge-' woone refidentie plaats van de Heeren Staaen deezer Provincie' en van alle de hooge Collegten van Reg'eringe de onluften, tot' zodanige hoogte geklommen zyn,' dat niet alleen de hier vooren" geme'.de Conieremicn afgebrooken, ofte althans proVifionelyk op-*- gei'-  *4 van. te maaken, wat de Propheet wille te kennen geeven. Godt plaagt en bedroeft de bovengemelde Kinderen des Menfchen, of des Mans wel eens zo, dat het fchyne , als ware hy hun tot eenen Vyand en Wederpartyder geworden: Maar het is zo niet. Hy ftraft ze llegts met eene menfchen roede, en met plaagen der menfchenkindcren, 2 Sam. VII: 14. Hy verzoekt ze niet boven 't geene zy vermogen, 1 Kor. X: 13. Hy doet het ter hunner verneederinge, verbeeteringe en beproevinge, en dus niet met een vyandig, maar met een vaderlyk hart en ten hunnen nutte. Hy doet het wel eens zo, dat het fchyne, als wilde Hy ze in 't geheel verdelgen en voor altoos verftooten: Maar het is zo niet. Wanneer het huu zei ven en ook anderen zo voorkomt, als hadde Godt vergetten genadig ts zyn, als hadde Hy zyne barmhartigheedtn toegeflootcn, dan verandert de rechterhand des Allerhoogjten zich op het onverwachtst;de •weeklage wordt veranderd in eene reije, en de doodsfehaduwe in een Morgenstond, 't Is niet van harte geweest, dat Hy hen geplaagd en bedroefd heeft; niet met een oogmerk, om hen gantfchelyk te niete te maaken: 't Is maar in eetf kleinen toom, voor een klein oogeublik geweest, dat Hy hen verlaaten en zyn aangezigt verbergen wilde, opdat Hy hen daarna met des te groot ere ontfermingen wederom vergaderen mogt, jef. LIV: 7, 8. Dat nu deeze onze woorden alzo te verftaan zyn, blykt uit het verband , waar in ze hier voorkoomen : Naamelyk, zo als uit het reedegeevend woordeken WANT blykt, ter bèvestiginge van 't geene in 't 32 vs. was gezegd". Dat, ah Hy bedroefd 'heeft, Hy zich wederom za, ontfermen naar de grootheid zyner goedertierenhceden; en dat derhalven zulken, welken Hy het juk oplegt, zo zy zich flegts vernederen onder zyne kragtige hand, en , fchoor, zy in duisternisfs wandelen en geen licht zien. blyven vertrouwen op den HEERE, en feunen op den naam hunnes Godts, niet hebber te vreezen, dat Hy hen zal verftooten in eeuwigheid, vs. 27—31. VAN (Doch ik zegge u lieden) nu aat zult gy zien den Zoon des Menfchen, zittend ter rechter fhand) der kragt (Godts), et, koometide op de wolken des 'heemels, Matth XXVI: 64. Kajaphas, wel ziende, da men met de Valfche Getuigen, die men te gen Jefus hadde gezocht, niet konde t< cexht koomen, had Hem bezwooren om t van, zeggen, of Hy was de Christus, de Zoon des leevendigen Godts, en Hem zo eene Belydenis uit den hals te wringen, die hoe waaragtig ook, deezen fnooden Hoogenpriestèr en zynen aanhang tot eenen grond zou moeten ftrekken, om Jefus', als overtuigd van Godtslasteringc, ten dood te veroordeelen. Hoe hoogst-hachlyk het nu ook ware, op zo eene vraage van zo een Godtvergeeten Vierfchaar te antwoorden, Jefus evenwel, die in de Waereld gekoomen was, om der waarheid getuigenis te geeven, wilde het ook hier doen. Zyn zwygen zou hebben kunnen aangemerkt worden als eene verlochening van zyn Mcsfiasfchap en Godllyk Zootifchap; en ondertusfehen waren dat twee waarheeden van dat belarg, dat derzelver Bclydenis en Geloof zouden worden de Grondvest zyner Kerle, Matth. XVI: 17, 18, en de Overwinninge der Waereld, 1 Joh. V: 4, 5. Hy zeide dan, zcekerlyk op den toon en met het gelaat van iemand,die zyne hooge waardigheid kende, en hen zou doen erkennen; ten minften doen gevoelen: Gy hebt het gezegd. Uit de gelykluidende plaatfe, Mark. XIV: 62, blykt, dat dit zo veel zy, als hadde Hy gezegd: lk ben V. Dat zo een fpreekwyze by de ongewyde Grieken ook in gebruik is, om iets te bevestigen , heeft Medhurst getoond meteen Voorbeeld uit Sophokles, Bibl.Brem. Nov. Cl. VI. Fase. IU. Diff. 1. %. 3. p. 190. Ter nadere bèvestiginge van zyn gezegde, en ter hunner ontroeringe, zo anders menfchen, zo verfteend en verftaald in boosheid, als zy, nog te ontroeren waren, voegde Hy 'er nog(by: Doch, of, gelyk het woordeken ithh hier al zo wel ' zou zyn vertaald geweest; Daarenboven zegge ik u lieden. Ik, fchoon door uuitgekreeten als eenLeugenpropheet,maarevenwel de Christus, de Zoon des Leevendigen Godts, zegge en verzeek ere u lieden: Van nu aan zult gy zien den Zoon des Menfchen (K) Zy zouden iets zien, zy zouden iets zien van nu aan. Hadde Jefus het 'cr niet aanftonds op laaten volgen, hunne eerfte vraage zou zcekerlyk geweest zyn: Wat zullen wy zien ? Laat ons dat dan eerst be: fchou wen. Het zou zyn de Zoon dis Menfchen zittend — een koomenic — (ftfrO Hy fpreekt , in den derden Perfoon van den 'Zoone des : Menfchen; mnar het is zo zeeker als iets, ■ dat Hy zich zei ven 'er mede bedoeld heb: be. Dè plaatfen in de Euangelie-fchriften j zyn byna ontelbaar, waar in Hy zich zeiTen  < 6i ) eek, dat Uw Sd. Gr. Mog. dit een en ander pondererende, derzelver goede officien zullen gelieven te adhiberen, zoo door tntercesiie by de verdere Bondgenooten > als inzonderheid by de Heeren Staaten van Friesland, op welke laatfte Provincie, zoo wymeenen, bet Regiment, binnen Amersfoort gtiarnizoen houdende, immers voor zoo ver een der Bataillons aangaat, gerepartitieerd is, ten einde desze Provincie, immers hangende de deliberatien over de Bezwaren, met geene verdere Troupes bezet, maar integendeel ten {poedigften van de Militie, thans binnen dezelve haar verblyf houdende, gelibereerd worde, op dat ook aan de Bur» gers en Ingezetenen van Amersfoort gelegenheid worde gegeeven, om hunne bedaarde en redelyke ftetn te verheffen, tot verbetering van zoo veele ingefloopen abuizen in het algemeen en byzonder beftier. Niets zoude ons bovendien aangenamer zyn dan dat Uw Ed. Gr. Mog. uit de Misfive van Heeren Gedeputeerden, welke wy alhier behandeld hebben, aanleiding mogten hebben ontvangen, tot vernieu» wingvan Hoogftderzeiver aanbod van Mediatie, ter afdoeninge der verfchillen, voor zoo verre het Provinciaal aangaat, en tot herftelling der goede harmonie binnen dit Geweftj zullende Uw E'. Gr, Mog. ons dien gevallen ten allen tyde bereid vinden, om Hoogftderzeiver billyke voordragten dien aangaande, zoo veel in ons is, te appuiëren, daar en zoo zulks behoord; terwyl wy on» vleyen, dat, in onze prefente omftandigheden, wel eene Bondgenootfchap. Jyke intercesfie, volgends de gronden der Unie, maar geentint tont Rechterlyke m'tfpraak, kan in aanmerking komen. Wy zullen ons alh'er in geen breder detail van Z3ken of byzondere gebeurtenisfen behoeven intelaten; geiyk wy ook voor het tegenwoordige niet willen onderzoeken, of de loop van zaaken binnen deeze Provincie, en de menigvul. dige bewegingen onder het Krygsvolk in andere nabuurige Geweften, niet eenige aanleiding kunnen geven, om te vermoeden, f. CXt 1. De HEERE heeft gefprookt m mynen Heere: Zit tot myne rechterbant VAN. 't welk de Jooden zelve van den Mespas verftonden: Waarom zy ook niet de mh> fte infpraak deeden, wanneer de Heere Jefus en zyne Apostelen van die woorden gebruikmaakten, Matth. XXII:44,Mark. XII: 36, Luk. XX: 4a, Hand. II: 34; Zo is het andere ontleend uit Dan. VII: 13, 14. Ziet', daar quam een met de wolken des heemels, als eenes Menfchen Zoon , en Hy quam tot den Ouden van dagen. En 't gevolg 'er van was,dat Hem gegeeven werd heerfchappye en eere, en het Koningryk', 't welke juist het zelfde is, 't welk door zyn zitten ter rechterhand wordt uitgedrukt. En dit hebben de Jooden ook van den Mesfias verftaan. Het koomen met de wolken was by hen een Merkteeken van den Mesfias, waarom Hy in den Talmud wordt genoemdt Bar Nepheli (zynde dit laatfte het Grieksch woord : Dat is, Zoon der wolke; en de reede deezer benaaminge is, volgens R. David Coben de Lara, om dat by Daniël gefchreeven is: Ziet, een den Zoone des Menfchen gelyk, quam op de zooiken des Heemels. Dit is eene aanmerking van de Eng. Godtgeleerden over onze woorden- Heeft nu de Heiland deeze twee Godtfpraaken in het oog gehad, en waren die naar de algemeene toeftemminge der Jooden in dien tyd alleen van den Mesfias te verftaan, zo moest van zelfs volgen, dat Hy, fchoon Hy hier van hunne Vierfchaar te recht gefteld werd als een Leugen, Leeraar» en Volk-verleider, en ftraks zou > veroordeeld worden als een Godtslasteraar» . waarlyk de Mesfias was, indien het ooit ! blyken mogt, dat Hy ter rechterhand der : Kra°t gezeeten en met de wolken gekoomen 1 was". (3) Dat nu zou gefchieden. Naar i: zyn zeggen, zouden zy het zién; en niet f eerst na veele dagen, maar eerlang: Van e nu aan.. G$K) Zien zegt niet altoos een £ zien met Ltgcbaamlyke Oogen; maar ook f: dikwils iets zo blykbaar bemerken of onderü vinden, als of men het roet zyne oogen ti zag. Her odes zag, dat hy van de Wyzen e bedroogen was, Matth. II: 16. Pilatus zag9 n dat hy niet vorderde, C. XXV11: 24. De tt Vrouwe zag, dat Jefus een Propheet was, :t Joh. IV: ro. Paulus zag, dat zyn ZendIe brief de Korinthtrs bedroefd had, a Kor. tt VII: 3. En wil men het van iets, 't welk ■- onder het bereik der uitterlyke zinnen zou , hebben kunnen vallerr, meri errinnere zich n dan het zeggen van Jefus tot Nathanacl». fj Joh. h 35. Voorwaar, voorwaar zegge  ( 63 ) Hieïykfte der onheilen, welken immermeer eenig Land en Volk kunnen treffen, moeten geboren worden. En daar Uwe Doorluchtige Hoogheid met ons in dit gezegend Nederland geboren en opgevoed is ; daar Hoógft» denzeiven niet onbewult kan zyn, hoe veel het onze Voervaderen heeft gekort, dit Land van bet juk van SLAVER. NY en DWJNGELANDY te verlosfen, kunnen wy niet gelooven, dat Uwe Doorluchtige HoJgheid immermser tot de genoemde verderffelyke uiterflen zoude willen coöperee ren; maar verfeeren veel eer als nog in die heepe, dat de GOD DER VRYHEID het harte van Uwe Doorluchtige Hoogheid MOGE NEIGEN, em het waare Welvaren van deezen Staat te behartigen, en, gedagtig aan de banden-, waarmede Uwe Doorluchtige Hooghei) aan c"it vrye Ge» meenebeft, en aan de bewaring van der Steden Privilegiën, en Voorregten, op het naauwft en plegtigft verbonden is, met ons, en alle Weimenenden, mede te werken ter voorko minge van alle zodanige rampen, waar aan geen reebtfehape Nederlander anders dan met angfl en fchrik kan denker. Wy altans agten ons zeer gehouden tot de confervatie van allen onzer Burgeren Privilegiën, dat wy daar voor alles zullen opzetten, en alles veil hebben. Wy zyn volkomen in het zelfde gevoelen, het welk door Uwe Doorl. Hoogheids Heer Vader Prins WILLEM den Vierden ultwyzens Hoogft' deszelfs Miffive, welke als nog in originali ondsr ons beruiende is, dat Burger gefchillen geenzins door de fterke hand, maar alleen door Buriprs, moeten bejlift worden: en het is om dit alles, dat wy nimmer zullen dulden , dat onze Stad en Vryheid immermeer, ONZE> ONDANKS, met Krygsvolk bezet, veel min, dat tegen Dezelve, ofte tegen onze goede Eurgsry, eenig geweid gebruikt worde; wy zullen ons integendeel!, ten alle tyden, MET ALLE 0"^ZE MAGT, en, desnoods, ook met den byfland 'jan die Getrouwe Bondgenooten . welke zich onze rechtvaardigen zaak zullen willen aantrekken, tegen dat een en ander VERZETTEN; gelyk wy ook met alle Onze vermogens zulltn tngttn tegentcgaan, dat de Steden of het Platte Land dezer Provincie vooidaan met meerdere Troupes gtöbrueerd worden; aangezien het ons voorkomt, dat zoo min aldaar, ais binnen deeze Stad, ie Burgers en Inwooners behooren gdntimideerd, of derzelver bedaarde §n redelyke ftem gef.noord te worden. Na dat wy nu deeze onze waare fentimenten, voor uwe Doorl, Hoogh. hebben opengelegd, verzoeken en verwag ten wy dan ook, dat Hoogftdezelve voordaan geen Patente zal verleenen, voor één of meer Regimenten, het zy dan daê dezelve op deeze of andere Provinciën gerepartitieerd mogten zyn , en op wiens bevel of begeerte zulks ook zoude mogen weezen, om naar deeze Provintie of Stad te marcheren; daar wy Uwe Doorl. Hoogh. kunnen verzekeren , dat zulks (immers hangende de deliberatien over de ingeleverde bezwaren,) nimmermeer MET ONZE TOESTEMMING zal zyn. Indien dan onverhoopt de Voorfiemmende Leden, tegen alle regt en reden, en niettegenftaande onze nadrukke» lyke Miffive aan de Heeren Gedeputeerden, mogten willen beproeven, deeze Stad, welke, zoover haar byzonder huishoudelyk bellier aangaat nooit EENIGEN HEER erkend heeft, GEWELDADIG TE OVERHELRSCIIEN, en ir.« dien uwe Doorl. Hoogh. tegen alle verwagdng, mogt kunnen goedvinden, zoo door het verleenen van Patenten, op requifitie der voornoemde Voorfiemmende Leeden, (welke zich tlfins welli^t den pretenfe naam van Si ATEN zullen attribueren,) als anders, tot al zulke] heillooze eindens me. de te werken; zullen wy dat alles aanmerken als eene daad van OPENLYKE VYANDSCHAP en GEWELD, en de aanleggers en uitvoerders va.n het zelve houden voor GEDECIDEERDE VYANDEN van onze Stad en Burger, faat, om tegen dezelve, wie zy ook zyn mogen, IN ALz LE HUNNE BETREKKINGEN, BY ALLE GELEGENHED1N zidanig te ageeren, en zulke reprefailles te gei bruiken, welke wy; als Reprefentanten van een Vry Volk, tot confervatie van Stads Regt onafhanglyke Magiftraatsbefteiling zullen geraden vinden; terwyl wy in zodanige noodlottigen gevallen , "het ftorten van Burger Bloed, cn alle de rampzalige gevolgen, welke wyders daar uit te dugten zyn, ovf rlatende voor rekening en ter verantwoording, van een iegelyk, welke daar toe aanleiding zal hebben gegeven, boven al, ons vertrouwen zullen ftellen opdien God, die n'sr waarheid oordeeld , die geen onregt kan gedogen , by wien geen aanneeming des Perfoons plaats heeft, en voor wiens Rechterftoel eenmaal, zoo wel de grootfte Monarch, als de geringfte Bedelaar, rekenfehap zullen geven, van alle hunne dader. Wy fttmmen iruusfeben gaarne toe, dat binnen deze Pro- 1 vintie eenige aanmerkelyke verfchillen te vereffenen zyn, aangaande de ingeroepen en ingeleverde bezwaren: alles, wat daaromtrend dus verre is behandeld en voorgevallen, zal Uvve Doorluchtige Hoogheid buiten twyffel volkomen bekend zyn; maar geheel andere middelen, dan een Militair bedwang, moeten tot biflisling van zodanige differen» Q s ten,'  H V A «J ten zyn op eenen boogen en verheeven Throon, Tef. VI: i,dan eerst zou. dat oordeel van verblinding en verharding; in zyn volde krast over hen worden uitgeftort, waar van aldaar vs. 9, 10, tot den Propheet gefprooken was: Gaa-heenen, en zeg tot deezen volke; Hoor ende hoort, maar verRaat niet, en ziende ziet, maar merkt niet. Maak het hart deezes volks vet , en maak hunne ooren zwaar, en fluit hunne ooien, op dat het niet zie met zyne oogen, en met zyne ooren niet hoore, noch met zyn harte verflaa, noch zich bekeer e, en Hy hel genceze., , VAN (-E» Hy zeide tot hen: Gy heden zyt) beneeden, ik ben van boven: Gy heden zyt uit deeze Waereld, en ik ben niet uit deeze Waereld, Joh. VIII: 23. L»e Heiland herhaalt hier, vs. 21, genoegzaam dezelfde woorden, die Hy voorheen gefprooken had tot de Dienaars, door de Pbarizeèn en Overprtesters afge-.. zonden, om Hem te grypen, C. VII: 33, 04, Hy fprak daar, gelyk als hier, van zyn Heenengaan, waar door Hy zeekerÏVk verltond zyn heenen gaan tot den rader; zyn heenengaan ter aanvaardinge van zyne Heemslheerfcbappy, als behoorendq •tot die vreugde, welke Hem was voorgefteld', na dat Hy het kruis gedraagen en de fchande ver agt, en dus het werk, t welk de Vader Hem te doen gegeeven had, volbragt zou hebben. Hy gaf daar zo wel als hier. te kennen, dat zy niet konden koomen, daar Hy heenen gifg; Uit zessen quam hun. daar, zo wel als hier, vrëemdvoor. Maar in plaatfe van te vraagen, wat Hy.'er mede bedoelde, (loggen zV over tot een quaadaartig fpotten. Daar zeiden zy: Waar zal deeze heenen gaan, dat Wy Hem niet zullen vin den ? Zal Hy tot de ver ff rooide Grieken, gaan, en de Grieken leren! C. VII: 35? 3.6* ther zeg, een zy vs. 22. Zal Hy ook zich zeiven dooden, om dat Hy zegt: Daar ik heenen gaa, kur.t sy Ifedcn niet k°omer> - Daar "ad tty gezegd J - Gj! zult my-zoeken , en in uwe zonden /ierven. Een ontzaglyk. zeggen , t welk al hunn' aandacht hadt moeten wekken: Maar in plaatfe van daar op te letten, bepaalt zich hunne aandacht alleen tot dat geene, 't welk hunne fpotlust voedfel konde geeven, zo als te zien is, vs. 22, fchoon het nu wel waarys, dat •nen den Zot niet moeie antwoorden naar zyne dwaasheid, op dat men densslven met gelyk worde; zo is het evenwel fomwyletr noodig, dat men hem antwoorde naar zynedivaasheid, opdat hy niet wys zy in zyne oogen, Spr. XXVI: 4, 5- H« een en het ander doet hier de Heiland. Hy beantwoordt hun fpottend vraagen met: Dat gaat hy met eene zwygende verontwaardiging voorby : Maar hy bekleedt- zyne gezegdens met bondige reedenen, (j*) Hy had gezegd: Daar ik heenen gaa, kunt gy lieden niet koomen. De reede daar van-, was: Gy Heden zyt van beneeden, ik benvan' boven. Beneeden en Boven ftaan hier tegen malkanderen over. Beneeden beteekent hier de Aarde, Boven den Heemel, gelyk Kolosf. III: 1«i Zoékt, bedenkt de dingen, die boven zyn; niet die op aarde zyn. De jóodên nu waren van beneeden, louter Aardfche en Aardsch-gezinde menfchen, geene andere dan aardfche dingen bedenkende. Jefus was van boven; Hy was (fchoon nu verkeerendein het vleesch)' Godts Zoon, uit den Heemel op de Aarde neêr gekoomen; en gelyk zyn oorfprong was, zo was ook zyne grondgezindheid, die bepaalde zich alleen tot het o-eene boven was; Fan boven is koomen, en-uit den Heemel te köomcn zyn fpreekwyzen, die elders met den anderen worden verwisfeld, en tegenovergefteld1 zyn aan het voort koomen en fpreeken'uit de Aarde, Joh. III: 31. JefU5 nu van boven zynde, zo konde Hy derwaar'ds heenen gaan, 't welk Hy bedoelde; naamelyk na boven tot den Vader, om daar by denzelven verheerlykt te worden met- die heerlykheid; die IJy by -Htm hadde, eer de- Waereld was, Joh. XVH: 5. Maar de JWe» konden daar niet koomen: De reede daarvan was, dat zy van beneeden waren. Die daar zullen koomen-, moeten eerst in een zeekeren zin van boven worden: Zy moeten uit Godt gebooren zyn ;en datgefchiedt niet anders, dan-door• woord-en geest, en "die bïhooren tot die goeds-' gaoven en volmaakte giften ; die ■ af koomen van • boven, van den Vader der lichten. Die daar zullen koomen, moeten der Heemelfehe roepinge deelagtig zyn geworden, en, zich fteeds uittrekkende na eene meerdere volmaakinge, moeten zy jaagen na het wit tot prys der roepinge Godts. die van boven is. Maar dit deeden de Jooden nier. In plaatfe van te ftaan na de wedergeboorte, zonder welke men 'f Koningryk Godts niet zien kan, deeden zy den H. Geest fmerte aan.  ( 65 ) den zullende ftrekken , te dtmanuttrtn of te dot» afgee* pr»j voorts aan alle Adinodiateurs, Collecteurs, Uitmaanders, Schouten en diergelyke Perfoonen, welke Ongelden of Middelen binnen deeze Stad of Vryheid ontfangen, gelaftende, getrouwelyk aan de Stad op te geeven, alle veertien dagen, wat zy ten Comptoire van de by hun ontfangen Gef den hebben gebragt. Alles ten einde de Ontfangers, na be» komen Confent der Stad , in ftaat mogen blyven, om zodanige andere noodige betaalingen te blyven doen , als de Vroedfchap in deeze tyds omftandi^heden zal willen accordeeren; op poene, dat zoo welde Ontfangers in 't Generaal, als alle andere Perfoonen, welke Ongelden en Mid delen, binnen de Stad en Vryheid geheven wordende, ontfangen, ter contrarie doende, DOOR DE VROEDSCHAP NA EXIGENTIE VAN ZAAKEN, ZULLEN GE STRAF2 WORDEN, als zodanige Burgers en Ingeze ■ Ketenen, welke, tegen haaren Burger Eed en plicht, de Toeilzaame Refolutien , door deeze Stad tot dervelver be houd zo ernftig gensomen, contrarieeren, en gehouden te worden voor MEEDE WERKERS der geenen , welken Stad en Burgery zoeken te RUINEEREN en te ONHERDRUKKEN, door zig dadelyk tegen de Regeering, met het overtreeden deezer Publicatie, te verzetten. Aldus gearrefteerd by de Vroedfchapder Stad UTRECHT, op den 4 September 1786, en gepubliceerd den 5 dito. QOnderftond) In kennisfe van my, {wasgeteekend.) IZaAK FALCK. „ Ook heefede pretenfe Vroedfchap ten zeiven dage ge» nomen, navolgende Refolutie, waarvan zy per Extratl ,, aan de Commandeerende Officieren dertroepes, op de Pro„ vincie Utrecht gerepmuieerd, aanfehryving gedaan heeft. Lun& den 4 Septeml. 1786. Js door de Vroedfchap begreepen, dat'er voorziening moeft worden gedaan, inhetmisbruykenderTroupes, ter Repartitie van deeze PrnintL ftaande, cp dat dezelve niet mogten geëmpioyeert worden in Burgergefchiilen, welke in deeze of andere Provirtien pla.tts grypen. En is daar op gerefolveert en verftaan, aan de Commandanten der Regimenten, by wy. ze van Extraét Refjlutie, te communiceeren de intentie der Vroedfchap, dat zy zig zullen hebben teonhouden, zich zo voor hunne Perfoonen, als met hunne onderhebbende Manfchap, in welke Provintie of Steeden zy ook moogen inGuar nifoen liggen, te laaten employeren, op eenigerhande ma* I. Stuk. No. 17. nieren, in zoortgelyken gefchillen, ofte wel, zonder toe(lemming der Stad, binnen deeze Provintie, Stad of Vryheid van dien te trekken, op pene voor zo veel het aan< deel deezer Stad betreft, zoo voor hen als voor hunne onderhebbende Manfchap, buiten Soldye en betaaling gefteld, 211 voer Vyanden van deze Stad en Burgerye gehouden, en »ls zodanig behandelt te zullen worden. Accordeeit In kennisfe van my (getekend) IZAAK FALCK. „ Den5-len September wierd door eenige Burgers s'Lands Ammunitie huis (ff geweldadig opgebrooken en 's La; iiber.uien der Heeren Staten, zyn vet fpreid geworden, w;lke aanleidinge hebben gegeven tot voorzieninge binnen de Steden Utrecht en Wyk, als mede het inroepen en inneemen van zeer veele gewapende Ingezetenen aldaar, uit andere Pro. vincien, hebben de Heeren Staaten ons geauthorifeerd om, ter wegneemiog van alle nadeelige inpresfien, aan UEd.ken. nisfe te doen hebben van de efftflive deliberatien Hunner Ed. Mogende, zulks Wy UEd, d3n informetren, dat de Heeren Staaten, in aanmerkiug neemende het gunt voorfz , is, mitsgaders het pssfeeren en trekken in en door deeze Provincie, van veele gewapende Schutters en andere van buiten inkomende Perfoonen, en de ongeruftheid deswegensten plaatten Lande opgevat,, nodig.hebben geacht, zo tot haare eigne veiligheid, als die der refpeftive In en Opgeze» tenen eenige Militie binnen deeze Provincie te doen komen zonder nogthans willens te zyn om die Militaire magt eenigzints te doen dienen tot eenig ander einde j en met ver* eekeringe aan de goede Ingezetenen, dat Hun Ed. Mog. niets aangenaamer zal zyn, dan de gerezefie oneenigheden te doen ophouden, en in der minne, ten nutte der Ingezete. nen zelve te termineeren, waar toe de goede officien der an. dere Provinciën zyn verzogt en ook verwagt worden, zon-, der over zulks eenige voorneemens te hebben van de in. geroepene Miüüe tegens de Ingezetenen, of wel in het by. zonder tegen de Steden Utrecht of Wyk. te employeeren, in dit vertrouwen, dat de Ingezeetenen, binnen de gemelde Steden, van hunne zyde, meede de ruft behartigende, zig ook zullen wederhouden van het plegen van desordres en ongeregeldheden, en het hunne aanwenden om zoo veel in hun is, dc onruft en onveiligheid binnen de Steeden of Provincie, niet verder te doen voortduuren, gelyk Wy van dit alles meede by eene Publicatie de In en Opgezete- nen  ( 77 ) aen kennisfe zullen geeven, UEd. verzoekende en authorifëerende, inmiddel bier van de Ingezetenen binnen UE. Stad fpoedig kennisfe te doen hebben, zo en in diervoegen UE. dienftig zullen oordeelén. En hier meede &c. PUBLICATIE. De Staten van den Lande van Utrecht doen te weeten ; Alzoo zedert eenen geruinen tyd binnen deeze Provincie verfciieidene oneenigbeden zyn omftaan, meelt al voortgefprooten uit opgegevene bezwaaren, met relatie tot het ftuk der Regtringe, en de differente wyze van denken daaromtrend onder de Ingezetenen plaatze vindende, en welke oneenigheden dan ook zedert langen tyd onze aandacht hebben bezig gehouden, en aanleidinge tot veele deüberatiën gegeven, ten einde te beproeven, op welke wyze die oneenigheden weggenomen, en aan de opgegeve bezwaaren te gemoetgekomen zoude kunnen worden,dan, offchoon wy billyk hadden mogen verwagten, dat de goede In en Op-gezetenen het effecl van deze onze deliberatien zouden afgewagt, en zich inmiddels van alle dadelykheden zouden hebben onthouden, heeft nogtans de ondervindinge ons doen zien, dat zommige heethoofdige en woelzieke menfchen, waar onder veele Vreemdelingen, immers dezulken, die daar toe minft bevoegd waren, en by het bederf der Provin. cie weinig te verliezen hadden, deeze oneenigbeden hebben getracht te doen dienen, tot bevordering van haar eigen be, lang , en bereiking van derzelver verderfelyke dtsfeinen, endoor alle megelyke middelen en verkeerde infimulatlën, onder den fchoonen naam van ware Vadetlandsliefde, en herkryginge van verlorene Voorrechten , de gemoederen der goede In-en Opgezetenen in beweeging te brengen, en waar in dezelve dan ook zo verre zyn gereusfeerd, dat de goede Ingezetenen zich tot dadelykheden hebben laten overhaaien, en alzulkseen geruimen,tyd geleden binnen de Stad Wyck, en nu onlangs ook binnen Utrecht, van zich hebben kunnen verkrygen, het grootfte gedeelte harer Regenten af te zetten. en andere in hunne plaatfen aan te' ftellen, gelyk me» ook zedert, op eene bevorens nimmer gehoorde wyze, aan de Leden, behoorende tot onze Vergadering, ofte ook , tot het Collegie der Heeren Ordinaris Gedeputeerden, infinuatie heeft laten doen, van die natuur, dat daar door, alle vryheid van delibereren verhindert, en den Souverain zelve belet is, binnen Utrecht, meer te Vergaderen, maar genoodzaakt hunne Vergaderingen, zo alsook die der Heeren Or L Stuk. No. 20 dinaris Gedeputeerden, naar Amersfoort te verleggen. En alzo alle deeze handelingen op niets minder kunnen uitlo» pen dan op de wegneming van alle wettige auctoriteit, en ftremming eener onzydige Juftitie, beide Zuilen, op welke de Vryheid en der Ingezetenen Welvaaren eeniglyk zyn rustende, hebben wy vermeind, niet langer te kunnen ftil» zitten , maar daar men zeedert ook heeft befpeurt, dat niet alleen differente Perfoonen, binnen deeze Provincie gezeeten, gewapend hier en daar zich vertoonen , maar ook uit nabuurige Provinciën, verfebeiden gewapende Perfoonen of Corpfen zich niet ontzien, buiten ons concent, daar bin« nen te komen, en aldus het Territoir deezer Provincie re fchenden, en onveilig te maken; hebben wy nodig geagt, zoo ter beveiliging onzer Vergaderinge, als ook van onze goede In-en Op. gezeetenen binnen deeze Provincie, de in. legering van eenige Militie te refolveeren , en deezen aangaande, den Heer Capitain Generaal deezer Provincie, te verzoeken en aan te febryven j van al het welke, wy de goede In en Op gezetenen nodig geoordeeld hebben, de vereifchte kennisfe te geeven , dezelve tevens vermanende zieh als gehoorzaame Ingezetenen te gedragen, met verzekering, dal wy alle de zodanigen in onze byzondere protectie hebben genoomen, en geenzins, de Militaire magt,, willens zyn, tot eenig ander einde te doen dienen, als tot haare eigene verzekerdheid, rusten vreede der Provincie, zonder eenigzlnts hier door dezelve te belemmeren in haare vryrieden cf voorrechten, ofte ook de billyke Volksftem. me te willen fmooren, terwyl wy daarenboven de Ingezeetenen verzekeren, dat ons niets aangenaamer zyn zal, dsn de gerezene oneenigheeden te doen ophouden, en in der minne, ten nutte der Ingezeetenen zelve, te termineeren, waar toe wy de Bondgenoodfchappelyke Officien der andere Provincie hebben verzogt, en ook alle reeden hebben te verwagten, zonder over zulks eenige voornemens te hebben, van deingeroepene Militie, tegens de Ingezetenen, of we! in het byzonder tegens de Steeden Utrecht of Wyck9 te emploieeren, in dat vertrouwen , dat de Ingezeetenen binnen de gemelde Steeden, van hunne zyde, meede de rust behartigende, zich zullen weederhouden, van het plegen van desorders en ongeregeldheden, eelyk teger.s deeze onze vreedzaame verlangens ook volftrektelyk aanloopt, en ook geen de minfte reden is , om eenige onrust en onveiligheid binnen deeze Provincie te doen voortduuren, Weshalven wy niet alleen aan alle onze Ingezeten interdiceren, om gewapend door deeze Provincie te trekken, quaiw tot V de»  C ?8 ) defenfie van de een of andere Plaatze te dienen, zonder onze uitdrukkelyke wil en begeerte, maar daar en boven, we! emftelyk alle Ingezetenen van andere Provinciën , 't zy dan Genootfcbappen, of hoe ook genaamd, zich gewapend, of in merkelyke getalle te bageeven op het Territoir deezer Provincie, alzoo wy niet zullen kunnen nalaaten, daar op naauwkeurig te doen letten, en de zodanigen, als VerftoorJers der'publieke rust , aan de Poenaliteiten der Wetten daar tegens, over te laaten, met verdere vermaninge aan de zoodanigen, welke alhier zich reeds werkelyk bevinden, van aanftonds immers binnen tien daagtn na de Publicatie deezer, het Grondgebied deezer Provincie te verlaaten. En op dat niemand hier van eenige ignorantie pretendeerden zal deeze alomme worden gepubliceerd en gsaffigeerd. Aldus gec'aan te Amersfoort den 12 September 1786. Was geparapheerd, J. P E S T E R S, Vt. Onderftond, Ter Ordonnantie van myne voornoemde Heeren de Staaten: Was getekend, H. A. LAAN. Hebbende op 't Spatium gedrukt het Cachet van Welgemelde Heeren Staaten in een roden OuwJ, met een Papieren ruite overdekt. „ Dan deeze Publicatie is in voorfchreeven Steeden niet „ gedaan, en zoo de Utrechtfche Couranten No. 112. den „ i8len September wel geinfoimeerd is geweeft, zoude .,, zulks binnen Utrecht aan eene interdictie van de Vroed. ,, fchap, zyn te wyten geweest, dus, ingeval zulks zoo is, „ men geen ander bewys behoeft om aan te toonen, dal „ gemelde Heeren, vreesde dat de (femme der waarheid en reede, eenige indruk op de misleid wordende meenigte „ zoude hebben kunnen maaken, alze voorfz. Publicatie al„ lentzints gefchikt was, om de gemeente kennis te geevei „ van de ware reden, welke de inrukking vanTroupesnood „ zaakelyk maakte en teffens tot eene waarborg verftrekte dat die totgene onderdrukking der Ingezetenen zoude die „ nen. Dan van de andere kaatzeide men, dat die van de niet „ we Vroedfchap niet konden dulden dat eenezoortgelyke Pt „ blicatie binnen haare muuren gefchiede, om dat in d« „ zelve haar gezag zoo wel als aanftelling miskend en al eene onwettigheid opgegeeven wierd"» ,, Ook wierd voorgemelde Publicatie, aan den Hove „ Provinciaal door de Staten ten fine van affixie en Pu? „ blicatie verzonden by volgende Misfive. EDELE! &c. By de Heeren Staaten op heden gearrefteerd zynde eene Publicatie betrekkelyk de tegenwoordige omftandigheid van zaaken binnen deeze Provintie hebben wy ingevolge van de authorifatie ter befchryving verleend, goed gevon len Uw Ed. de nodige gedrukte Exemplaren daarvan by dezen te doen toekomen met verzoek van dezelven alomm» in de Stad, Steden en Landen van lUtrecht te doen Publicseren en affigeeren naar gewoonte. Eu in geval binnen Utrecht onverhoop. ttlyk eenige verhindering aan dePublicatie mogte worden toegebr3gt, hebben wy nodig geoordeeld Uw Ed. aan te febryven en te verzoeken de nodige Exemplaren toe te zenden aan Schout en Gerechte van Utrecht, zoo a s zulks omtrent vorige Publicatien met de Stad Wyck heeft plaats gehad, en omtrend deeze ook wederom zal moeten worden geob« ferveerd en ingeval eenig verder empechemsnt daarin binnen Utrec-bt aan Uw Ed. «nogte voorkomen gelieven Uw Ed. aan Ons daarvan aanftonds kennis te geeven ten ein. de daarop alsdan nader zodanig te refolveeren als wy bevinden zullen te behooren. Hiermeede &c. Amersfoort den 12 September 1786". „ De verdeeldheden in de Stad, en eenige violentien door „ de afgekoomene Auxiliaire Burger Corpfen, aan de Boe„ ren alhier ter mrrkt koomende gedaan (*) verfchrikte „ de Landlieden haare waaren herwaarts te koop te breegen, „ waarom de Vroedfshap als dan, tot bemoediging der Landlieden den 13 September de volgen Publicatie arres„ teerde. PUBLICATIE. De Vroedfchap der Stad Utrecht met leedweezen ver» noo» (•) Deeze violentien beitonden voornamelyk hier in , dat ees . nige Auxiliairen en andere, de prys van de te markt gebragte booter te hoog vindende, eenige Boerinne noodzaakte niet alleen , die onder de waarde te verkoopen, maar 't ging zelfs zoo Ter, dat eenige zig van de Boter meeilet maakte en naw hunne zin verkogte of om niet raeede naatnen..  < 79 ) noomen hebbende, dat zommige kwalykgezïnden en den welvaart deezer Stad benydende Perfonen, den goeden Huislieden ten Platten Lande tragten in te boezemen, als of de« zelve alhier de Markten bywoonende , Igeene genoegzame verzekertheid binnen deeze Stad zoude kunnen hebben voor hunne Perfoonen en medegebragte Goederen , heeft dienstig geoordeeld dezelve Huislieden, binnen deeze Provincis en elders gezeten, by deezen ten fierkften te verzekeren, dat de Vroedfchap alle behoorlyke zorg heeft gedragen, dat alle Huis'ieden en andere op Satuïdag en alle andere dagen, in alle gerufthtid en veiligheid mét hunne Waaren alhier ter Markt kunnen komen, zonder aan eenige moeite of overlast te zyn blootgefteld, zullende hen veeleer alle hulp en grirflykheid worden toegebragt , welke met eenige biliykheid kan worden gevergd, waarom dan ook de voornoemde Huislieden en andere worden genodigt, zich op deeze verzekering te verlaten en de Markten binnen deeze Stad, welke inzonderheid in deeze tyd zoo veele levensmiddelen noodig heeft, by aanhoulenreid met hunne Waaren te komen voorzien, zonder zich door verkeerde berigten en inboezemingen van Kwaadwilligen daar van te laaten aftrekken. En op dat aan dit heilzaam oogmerk van de Vroedfchap, ten befte van deeze Stad en goede Burgery, en tot voor. kooming van wanorder, te beter mogen worden voldaan worden de Schouten der onderfcheiJen Gerechten binnen deeze Provincie, op het emftigfte verzocht, van den Inhoud deezes zoo veel mogeiyk een nuttig gebruik te willen maaken, tot gerustfteiling en aanmoediging der goede Huislieden in hunne refpeclive Gerechten, waar toe Copie van deeze Publicatie aan dezelve Schouten zal worden ter hand gefteld. Aldus gearrefteerd by de Vroedfchap der Stad Utrecht op den 13 September 17S6 en ten zeiven da«g3 gepubiicesrt. in kennisfe van my, IZAAK FALCK. ; „ De ongeregeldheden welke langs Heeren Staten binnen „ Utrecht insgel>ks gepleegd wierden (f), en 't verregaar. „ d( (t) Deze gefchiedende met hetinflaan van g!azen, afnemen vai Uithangborden, uitbreeken van Traliën, Hekkens en ander Yzer werl „ detEdobbelfpel dat tusfchen de Auxiliairen in zwang ging ,, waar uit de hoogstgaande ongeregeldheden geboren wieii „ den, gaf aanleiding dat den 13 September, nog gedaan „ wierd navolgende. PUBLICATIE. De Vroedid Utrecht in confideratie neemen» de, dat in deeze tyd veele van onze goede Nabuuren tot on«. ze hulpe zyn aangerukt, en het dus noodig is, dat alle precautien v/orden genomen om alle oorzaken tot disorder te vermyden, heeft noodig geoordeelt by deezen aan alle Herbïrgïers en Tappers hoe ook genaamt te interdiceeren er» te verbieden, gelyk verboden word by deezen, aan iemand wie het ook zy buiten de geenen welke ten hunnen huizs Gelogeerd zyn, te Tappen, of Gelagen te zetten na dat Taptoe aal gtflaagen zyn, gelyk hen ook fpeciaal word gelast geene Grof, Dobbel of Hazardspellen onder wat benaamittge het ook mogte zyn te permitteeren in hunne Huizen,' zullende die geene, welke dit overtreeden, telkens incur. reeren eene boete van vyf en twintig Guldens, en de Verkoopets illico haar Huis moeten fluiten, en wyders gecor. rigeert worden na exigentie van zaken. Wordende verder by deezen tot nader order een ieder.1 by zy wie by zy; verboden met brandende Tabakspypen langs de Straaten te loopen, of in Stallen, of waar vlamvat tende ftoffen zyn Tabak te rooSen , of Vuur te ftoo^ ken, op de poene van drie Guldens, telkens reize te verbeuren ten behoeve, zoo wel als de bovenftaande boete, van die geene welke de voorfchreeven beboetinge zullen doen, waar toe de Subftituit-Schout, Bodens en Letterdienaars, benevens de Dienaars der Juftitie worden gequalifi* Cïtxi by deeze. ,. Aidus gearrefieerd by de Vroedfchap der Stad Utrecht op den 3 3den September 17 £6 en ten zeiven daage gepug bliceert. In kennisfe van my IZAAK EALCK- „ De Heeren Staaten te Amersfoort vergaderd, ontvem* „ die zelfden dag, devolgende Misfivens, van de Heeren) 1 ,, Staaten van Overysfei en van Zeeland. EDEi ' werk als meede met het molefteeren van'Menfchen en Kindere-A r op s' Heeren Straateni V »  ( 8© ) EDELE MOGENDE HEEREN! Wy hebben wel ontfangen UEd. Mog. Misfive, van den I deezer, waar by aan ons wei gelieven rnedetedeelen den ftaat der zaaken, zoo als die zig in UEd Mog. Provintie bevind. Wy willen niet ontveinzen , uittermaten te zyn OBtruft over de errezene onluften binnen de Steden van Utrecht en fVyek, en hebben van overlang daar van de gevolgen geapprebendeerd. Wy hebben niets vieriger gewenfcht, dan dat dezelven op eene conftitutionele wyze, behoudei s de Voorregten en Privilegiën van Provincie , Steden en Le« den van dien , konden worden vereffend ; terwyl wy ten hoogden aliêsn zyn van de gevoelens der zulken die tot ont» rigting der Gefchillen dc hulp der Militaire Magt zouden willen inroepen. Wy hebben met fmartn gezien, dat de Heeren Staaten van de Provincie van Gelderland dien weg hebben ingeflagen , en penetreeren te zeer de nadeelige gevolgen en im. presfie, die zulks over het geheele Land en onder de Ingezetenen heeft veroorzaakt, en wy zouden niet dan metfcbrik moeten gedenken aan de gevolgen der aanhoudende gerug. tgn, dewelke eenaanmarfcb van Troupen naar Uüd. Mog. Provincie voorfpellen en aankondigen, ten waren wy daar in eenigermaate waren gerud gefteld door eene verzekering van den Heer Kaptein Generaal, by Hoogftdes^eifs Misfive, van den 8den deezer, als waar by hy ons verzekerd, dat buiten het eerfte Battaillon van 'c Ragirr.ent van den Heere Prince van Hes/en Darmftad, het welk naar Amersfoort is gemarcheerd, geen verzoek door UEd. Mog. gedaan is tot het zenden van eenige Troepes naar UEd. Mog. Pro. vincie, nog eenige Patenten daar toe door hem Heer Kapi. tsin Generaal zyn afgevaardigd, en dus ook geen aanmatfch konde vinden. Dan, Ed. Mog. Heeren! deeze geruftheid word ons niet weinig benomen, nis wy UEd. Mog. hooren zeggen, dat tot derzelver veiligheid , en verdere eindens , by voorgemelde UEd. Mog. Misfive, van denzelven 8den September uitgedrukt, den Heer Kapitein Generaal hebben verzogt en aangefchreeven, om de Regimenten, ter hunner repartitie ftaande, ten fpoedigftsn naar derzelver Provincie te doen inarcheeren, om dezelen te inquartieren, daar UEd. Mog. zulk« noodig zullen oordeelén. Daeze zelve Declaratie is het, Ed. Mog..Heeren! welke ons animeerd, om UEd. Mog. zoo fpoedig ons doenlyk is, by al wat dierbaar, en zo lief dezelve de ruft en behoud van 't Vaderland is, en het voorkoomen van eenen Burger • Kryg, UEd. Mog. te verzoeken, vaa In deeze fydsomftandigheden van dat befiuit aftezien, en het zelve, immers by provifie, te willen ftateeien, of, zo dezelve Troepes reeds mogten zyn binnen de Provincie getrokken , dan daarvan geen het minfte ge. bruik te maaken in de Burgergefchillen. Eene dusdanige Demarche, hoe onfchuldig ook derzelver oogmerken anders zouden zyn , zoude niet nalaaten van de reeds zoo zeer giftende gemoederen, in de refpective Provirtien , hoe langer hoe meer, te verbitteren , en de fenfitie ten top te brengen alle vrees voor een Burger Oorlog vermeerderen, en de mogelykheid, om aan UEd..Mog. verdere oogmer. ken, eene mediatie namentiyk, te voldoen. Wy verzoel.en, en bidden UEd. Mog. des liever, daar van aftezien, en zig te borneeren tot die goede Officien ea Mediatie, welke UEd. Mog. van ons met reden verzoeken, te willen prefteertn, en. ook het eenig gefchikt middel is, om alle de gefchillen op de beft mogelyke wyze te vereffe. nen. Wy bieden van- onze zyde daartoe gewillig alle onze vermogens aan, en zullen niet nalaaten, volgens ons he< den genomen befiuit (•), die aan onze Bondgenooten fmakelyk te maaken, en dezelve te verzoeken, daartoe te willen con- (*) EXT R A CT uit het Reetfler der Refolutien va» Ridderfchaf en Steden de Staten va» Overysfei. Deventer dm x^den' September ij%6. De Heeren de Droste van Twente en andere Hunner Ed. Mip. Gecommitteerden tot de Zaaken van financie ingevolge en ter voldoening van derzelver Refolutie commisforiaal van den li deezer op gisteren geëxamineerd hebber.de de misfive van de Heeren Gedeputeerden van wegens deeze Provincie ter Generali'eir, ge^ fchreeven in den Hage den 9 deezer, met en nevens een Extraft uit het Regifler der Ref-lutien van Hun Hoog Mog. van den 8 deezer lopenden maar d September houdende een narrée van het gepasfeerde in Hoogst derzelver Vergadering , en aldaar gedaane voordel van de Heeren Staaten van de Provincie van Holland en Westvriesland toen aan Corps ter Vergadering van Hun Hoog Mog. gedaan, belangende de ordres door Hun Ed. Groot Mog. gegceven aan den Commandeerendc Officier van Bergen op Zoom, betreklyk tot de troupes fiaande op derzelver repartitie , als mede van de brieven daar over by Hun Hoog Mog. ontfangen van den Major Commandant van Be-gen op den Zoom, van de Generaal Major van Nieuwenh.im van den 7 ..'en deezer, van J. P. Hoeufft van Oyen, Collonel Commandant van 't Regiment Cavallerie, van den Generaal Major van der Hoop, gefchreeven te Nvme-en den 7 deezer en dan nog een Misfive van den Col- ' lonel  ( 8i ) concurreeren om die, zoo'als dan dezelve het aangenaamlte cn van het gewenfchce iucces kan zyn, effecl: te doen forteeren, lonel Sandoz gefchreeven te Wageningen, meede den 7 deezer, «He, vermits contrarie patenten ontfangen hadden van Zyn Hoogheid den Capitain Generaal, verzoekende te mogen weeten, hoe zig in dezen zouden moeten gedragen, en eindelyk nog het rapport ten zeiven dage daar over ter Vergadering van Hun Hoog Mog. uitgebragt, door de Heeren van den Steen en andere Hun Hoog Mogende Gedeputeerden tot de Militaire Zaaken , met en neevens eenige Heeren Gecommitteerden uit den Raad van Staaten, door de Heeren Gedeputeerden van de Provinciën van Gelderland, Zeeland, Utrecht, Vriesland, Overysftl en Smden Lande overgenomen en de Declaratie daar op door de Heerén Gedeputeerden van Holland en Westvriesland , ter Verguiering van Hun Hoog Mog. gedaan; Hebben ter Vergadering gerapporteerd, dat in aanfchouw neemende den hoogen en dringenden nood waar meede het ganfche Bondgenootfchap, die hetzelve tot hier toe zoo gelukkig veree.iig heeft , thans word gedreigd en wel in het byzonder de zorgelyke Demarches door de Heeren Staaten der Provintien van Gelderland en Utrecht gedaan, en vooral nog, dat men volgens berigten ter onzer Vergsdering gedaan, is geïnformeerd, dat de laatstg-melde Heeren Staaten van Utrecht hebben kunnen goedvinden aan die van Gelderland by Misfive te verzoeken i* de eerfte p'aats, om uit derzelver Provincie Trottpes, Gefchut en Ammunitie naar Amersfoort afte zenden tot een Motif daar toe allegeerende, dat de Heer: n Staaien van Holland en Westvriesland fcheenen gezind te zyn, om de Stad Utrecht te helpen maintineeren, waaruit niet onduidelyk is op te maken tot welken einde voorfchreeven Troup s en verdere Oorlogs behoeften, indien ze werkelyk gezonden wierden, fchyn en te zullen worden gcëmpleieerd, en in de tweede plaats om eene Commisfle uit beide Provinciën te nomineeren , ten einde middelen te beraamen tot het bewaaren van de ruft en goede ordre in de beide Provinciën, waar op zy Heeren uit hoofdé van de gemanifesteerde intentien van de meerderheid der Staaten in beide de voorfchreeven Provinciën het onnoodig oordeelén hier eenige reflexien te maken , van advife zouden zyn, dat de Heeren Gecommireerden ter Generaliteit ten fpoedigften zouden behooren te worden aangefchreeven engelast, om aar.ftonds op den ontfang't deezes: ter Vergadering van Hun Hoog Mog. voor advis van deeze Provincie uit te brengen, dat met ter zyde ftelling van 't voornoemde rapport aldaar over de propofitie Van de Heeren Staaten van Holland en van Westvriesland uitgebragt, de voorfch eeve propofitie in dit finguliere geval en deeze ong elukkige omdandigheden, zoo als het ligt behoorde te wor den toeg-eftaan, daar in te confenteeren en de aaufchryvingen aan de h Stuk. No. 21. teeren. Wy verhoopen, dat [deeze onze'Declaratie UEd. Mog. niet onaangenaam zal zyn, en dezelve te gelyk over' haaien de Commandanten der Steden en Porten conform de intentie van welgemelde. Heeren Staaten te doen efFectueeren en voorts met allegatie van d? daartoe meest dienende redenen en motïven het daar heen te dirigeeren, dat tot het voorfchreeven ten fpoedigden ter vergadering van Hui Hoog Mog. worde geconcludeert. Waarop zynde gedelibereerd, hebben Ridderfchap en Sleeden zig met voorfchreeve Rapport geconformeert. Accordeert met het voorfchreeve Rcgifter, &c. Deventer, den 13 September, I786. Is, na deliberatie, goed gevonden de Commanderende OfSciere*, van de Militie ter Repartitie deezer Provintie aan te fchryven om onder inhaefie van onze Refolu'ie van den voorigen jaare zich direftelyk of indiredtelyk in eenige verfthillen tusfchen Regenten en Regenten, of Regenten en Burgeren , zoo als in Gelderland en Utrecht of elders ontdaan zyn, of zouden kunnen ontdaan, te immifceren of eenige daaromtrent reeds gegevene of ncch te gevene Orde te pareren, op poene van dadelyk verdek van hun Soidye, endehoogfte indignatie van Ridderfchap en Steden, er» dat voorts tegen de Overtreders zodanig zal worden gep/ocedeert als naar exigentie van zaaken totmaintien van Hun Edele MogenHooge authoriteit «al bevonden worden te behoren. Accorrdeert met voorfchreeve Register. &c. COPIA van een "Brief van de Staaten van Ovcrysfel aan den Heer Capitain Generaal. Doorlttgtigste Hoog Geboren Vorft en Heere .' Wy hebben goedgevonden de Commandeerende Officieren van de Militie ter Repartitie deezer Provincie aan te fchryven, om onder inbaeöe van onze Refolutie van den vorigen jaare zich direftelyk nog indireftelyk in eenige verfchillen tusfchen Regen, ten en Regenten, of Regenten en Burgeren, zoo als in Gelderland en Utrecht, of elders ontrtian zyn, of zouden kunnen ontftaan , te immifceren, of eenige daaromtrent reeds gegeevene of nog te geeven orders te pareeren , op poene van dadelyk vcdek van hur.ne Soidye en de hoogde indagnatie van Ridderfchap en Steeden., en dat voorts tegens de overtreders zodanig zal worden geprocedeert , als naar exigentie van zaaken , tot majntien van Hun EJ. Mog. Hooge autoriteit zal bevonden worden te behooren, waarvan.wy gemeind hebben Uwe Hoogheid by deezen kenni fe te moet--, geeven, als meede, dat voorts hebben goedgevonden Uwe Hoogheid aan te fchryven, gelyk wy doen by deezsn, om geene Patenten te verleenen aan Militie ter deezer Reparüe Haanda  ( 8a ) haaien, om ons'en onze Bondgenooten, door ds daad, in hee agterlaaten der voorgemelde Militie, preuves te geeven van die gewilligheid , om de verfcbillerj alleen langs dien weg van Mediatiegetermineerd te zien, het welk ons en de geheele Natie kan en zal geruit ftellen, en de mogelykheid bevorderen, om onruft te verwyderen en de Eendragt te herftellen. In welke hoop wy deeze eindigende enz, EDELE MOGENDE HEEREN! Dekennis, welke wy bekomen hebben uit twee Misfives van de Heeren Uw Ed. Mog. Gedeputeerden van den H July en ir Auguftus laatftleden, gelyk ook uit andere addresfe aan onze Vergaderinge gedaan, aangaande de oneenigheden in twee Steden vanpUw Ed. Mog. Provintie, heeft ons met een gevoelig leedwezen getroffen; en wy zouden niet uitgefteld hebben zulks by Refcriptle reeds op de eerftgemelde Misfive te kennen te geeven, indien Wy niet, naar aanleiding van de toenmaailge omftandigheden, gemeend hadden, in deeze zaak alvorens met de Heeren Staaten van Holland en Weft-Vriesland te moeten Communiceeren, teneinde, net des temeer nadruk, onze Bondgenootfcbappelyke Officien aan Uw Ed. Mog. te kunnen aanbieden, met dit oogmerk hebben wy aan Hooggemelde Heeren Staaten afgezonden onze Misfive van den 2+ July, waar van wy hier neven». Copie (t) aan Uw Ed. Mog. laaten toekomen.. Daalde naar Provinciën , Steeden of pluizen , w.ar in eenige verfchillen tusfchen Regenten en Regenten of Regenten en Burgeten plaats htbbcn en te verhinderen dat tegens dezelve ageren, het zy direételyk of indireftelyk, of door dezelve als obfervati0r.s Corpfen of tot aanbrenginge of dekking van eenig Canon ef Ammunitie te gebruiken, of ook tot dekking van eenige Militie daar toe gebruikt wordende te emploieeren. waar mede Doorluchtige Hooggeboren Vorft en Hee-e. Wy Uwe Hoogheid beveelen in Godes Heilige Protectie. Uwe Vorftelyke Doorluchtigheids byzondere goede Vrienden. Deventer &n 14 SepternbeS 1?8éi Ridderfchap en Steden de Staaten vin Overysfel. Ter Ordonnantie van Dezelve- exa m * De Misfive van de Heren Staten van Zeeland, was als volgd". ¥*" EDELE Daar wy nu, tot heden toe vergeefs op een Refcriptie van Hun Ed. Gt. Mog. gewagt hebben, en wy befpeuren, dat EDELE GROOT MOGENDE HEEREN! &c. Wy twyffelen niet of UEd. Groot Mogende zullen nevens oni ontfangen hebben een Misfive gedateerd den sden deezer Maand, en ondertekend door verfcheiden Perzonen, uit naam en last van de Burgerfdnitters, Üitkopers, en Wagtvryen van de Agt Burger CompagDien binnen Utrecht, by welke Misfive voornoemde Burgers, na een breed voordel van disfenfien over de introductie van een nieuw Concept Reglement van Regering der Stad Utrecht, hun recours neemen tot de Bondgenooten, en fpecialyk tot Uw Ed. Groot Mogende en ons, tot maintien van de Regten , Privilegiën , en Vryheeden, welke zy oordeelén te kunnen en te mogen reclameeren. Of fchoon wy niet gewoon zyn, op addresfen van ongequalifkeerde Perzonen in diergelyke form gedaan zynde, te delibereeren, en daarom ook de voorfchreeve misfive, zo als dezelve ligt hebben gefeponeerd, is bet ons egter voorgekomen, de zaak zelve van die importantie te zyn, dat wy, als niets meerder ter haite neemeede dan te tranquiliteit van Onze Bondgenooten , en de Confervatie van eens yders Regten , ons niet hebbe.i mogen disi eufcren van dezelve tot een objeft van Serieufe deliberatie te maaken, te mesr, daar wy, weinige duagen nadien, ook ge» adieerd zyn door een misfive van de Heeren Gedeputeerden van de Staaten van Utrecht, betrekkelyk tot de verregaande gefchib. len tusfchen Hooggemelde Heeren. Staaten , ea de Stad Wyck bv Duurftede. Hoe zeer wy van harten beklagen de ongelukkige omftandigheden waar in de voornoemde Provincie zig bevind , en niets liever wenfehten, dan dat er een Convenable weg konde gevonden worden, tot volkomen nerftelling van de verbroken harmonie , befchouwen wy echter diergelyken onlusten als puré do. mestieq, en wy zonden ons niet gaarne in dezelve immi feeren, zoo lang de andere Bondgenooten ook veikiezen zig daM buiten te houden, maar wanneer wy in aanmerking neemen de naauwe relatie, die van ouds, immers zeedert de Unie van het jaar 1534; tusfchen de provinciën van Holland, Zeeland, en Utrecht, ge, fubfifteerd heeft, welke door het accoord van den 9 Oélober 157?,. waar op de Burgers van Utrecht zich beroepen , en allermeeft door de fatisfaftie van Utrecht beveiligd is, oord. e en wy, dat deeze zaak, in haaren aart en betrekking, gefchïktlis voor een gemeenfchappelyk overleg met Uw Ed. Groot Mogenden; en bel l om die rede , dat wy alvorens aan de Gedeputeerde van de Heeren Staaten van Utrecht «e antwoorden, of eene finale RefoIutie «e neemen op de zaak door de voornoemde Burgers voor-- U-t». i-eend hebben on'aM Uw Ei c"Mosenden^'  C 83 > dat de onluften fa de Provincie van Utrecht dagelyks van ernftiger natuur worden, en Uw Ed, Mog. thans Vergaderd zynde, welligt op het exempel der Provintie van Gelderland, zou» een Vriend nabuuriyke wyze te moeten vervoegeQ. met verzoek, om Geïnformeerd te worden, of Uw Ed. Gr. Mog. inténtie hebben , 't zy door het aanbieden van hoojjfl: derzelver goede Officien* -Mediatie, of op eenige andere wyze, zig de zaken van de Provincie, Stad of S eden van U:recht aan te trekken; terwyl Wy, in dien gevalle niet zouden willen onderlaten, met UwEd. Groot Mog. Communicatief te werk te gaan, en meede alles aan te wenden, wit van een Bondgenoot en Nabuur in zodanige omilandigh°den kan verlangd worden. Waar op Wy Uw Ed. Groot Mogende Refcriptie zullen te gemoed zien, en hier mede. &c. EBELE GROOT MOGENDE HEEREN! In ,'t Hof van Zedand, te MidJ,lburg. den 24 J .ly 17S6. MISSIVE van Htm Ed. Mog, de Heeren Staaten van Zeeland', aan Zyne Doorluchtige Hoogheid , den Heere Prince Erfstadhouder trc. &c. & • DOORLUGTIG VOORST EN HEER! &c Uit onderfcheiden Misüves en andere Stukken aan onze Vergaderd g geadiresfeerd, in ervaaring zynde gekomen van de genomen Refolutien inde Provincie van Gelderland, en mogeiyk ook. in die van Utrecht, om de Burgerlyke verdeeltheden in de voornoemde Provinciën, door den Militairen urm te keer te gaan, en daar by vernomen hebbende , dat Uwe D oorlugtige Hoogheid Patent hadt gegeeven aan de drie Regimenten Infantery , op onze Repartitie ftaande , om te marcheren naar de Nabuurfchap vanGelderland , hebben wy deeze zaak in ernllige deliberatie genomen; en wanneer wy letten op de tegenwoordige gefteldheid derzaaken in de Republik, en de fchroomeiyke gevolgen, welke zodaanige fterke Maatregulen zouden kunnen na zig lleepen, moeren wy onze af keerigheid betoonen van alles, wat aanleiding zou kunnen geeven tot een B irgcrlyken Oorlog, en vooral, indiende Troupes op onza betaaling ftaande, meede daar toe wierden geSmployeerd. Wy hadden om dit eflicacieus voor te komen , kunnen refolveeren om de voornoemde Regimenten op te ontbieden , ten einde dezelve op het Territoir deezer Provin'ie te doen Guarnifoen houden-, maar vermits dezelve onlangs wederom koftbaare marfehen hadden moeten doen, hebben wy dezelve tegen het aan naderend winter Saifoen niet willen bezwaaren, en liever verkoren Uwe Doorlugtige Hoogheid als Capitain Generaal deezer Provincie aan te fchryven, en te verzoeken ,. gelyk wy doen , en van zouden kuncen overgaan, om zig te bedienen van de Mi« litairc magt, hebben wy niet langer mogen nalaaten ons, direct en afzonderlyk, aan Uw Ed. Mog. te addresfeeren, Het Bondgenootfchap, 't welk zoo lang voor de Unie> van Utrecht tusfchen Uw Ed, Mog. Provintie en de ODze, met die van Holland, gefubfifteerd heeft, en door gemelde Unie bekragtigd is, verpligt ons, Uw Ed- Mog. onder het oog te brengen de fchroomeiyke gevolgen, die in de tegenwoordige gefteldheid der Republyk, zouden kunnen ontdaan uit het neemen van fterke maatregelen, en vooral uit het gebruiken van den Militairen arm in de Burgelyken gefchillen. Wy onderneeroen in 't minfte niet, ons te mengen in hee inwendige Beftier van Uw Ed. Mog, Provintie, noch ons in te laaten over het regt of onregt der Burgeryen van Utrecht of Wyk by DHurJleJe; maar wy hopen, dat Uw El. Mog» ons ten goede zullen houden, en het toefchryven aan onze waare verkleefdheid aan het welzyn van het Vaderland, daC wy Uw Ed. Mog. verzoeken, en by al wat dierbaar is in den Lande, infteeren, dat Uw Ed. Mog. doch gelieven af taaien van het gebruik van zoodange middelen, welke aanleiding zouden kunnen geven tot het vermeerderen derBurgely* ke beroerten, ja de deftruflie van de Republyk zouden kunnen na zig fleepen^en dat Uw Ed. Mog. integendeel, in? Hoogftderzeiver tegenwoordige Vcrgaderinge, zulke moderate en met den aart eener vrye Regeering overeenkorr-ftigec maatregelen zullen neemen, waar door de Ruft,, de Ordre en het Vertrouwen, in UwEd, Mog. Provintie.eeilang moge worden herfteld, en alle zaaden van de ongelukkige ver-- ' deelrj van Uwe Doorluchtige Hoogheid verwagten by deeze , om by provifie en.tot onze nadere dispofitie, geen Troupe? ter Repartitie dezer Provintie ftaande, te employeeren ih eenige dér tegenwoordigen BurgelySe gefchillen, in deProvintien van Gelderlands en Utrecht. Wy vertrouwen, dat deeze onze goede intentie des te minder obftakel zal «ntmoeten , om dat voor zoo veel ons bewuft is;,, geen van onze Troupes ter onzer Reptrtitie , binnen de twi« opgem-lde Provinciën Guarnifoen houden ,. en derhalven onze; Refolutie als Betaalsheeren niet kan inloopen, tegen het Tertio toriaale Regt der Provinciaale of Stedelyke Overheeden in . dezelive Provinciën, Waar meede &ot X 2,  deelheden ih eens worden weggeruimd: tot welke zoo nuts tige en noodige oogmerken, wy onze intercesfie en mjdiatie op de welmeenendfte wyze aanbieden, bereid zynde dezelve te employeeren, daar en op zulk een wyze, als Uw E?,_ Mog. rede hebben, om van een gerrouw Bondgenoot te verwagten. Waar mede &c. „ Dien zelfde i3 September fchreeven de Heeren Staaten deezer Provintie de volgende Misfive aan de Heeren Staa. „ ten van Gelderland, en aan Haar Hoog Mogende. EDELE MOGENDE HEEREN! &c. Wy hebben in onzs Vergadering alhier gehouden, wel ontvangen Uwer Ed- Mog. Miffives van den 2. 4. en g. deezer lopende Maand, de eerfte houdende eene beandwoordinge der Misfive van Heeren onze ordinaris Gedeputeerden van den 11 Auguflus laatftleeden en hebbende tot bylage uwer Ed. Mog. Extracl Refolutie en Copie van een Circulaire Misfive aan de Hooge Bondgenooten gefchreven (welke door de Heeren onze Ordinaris Gedeputeerden ter onzer Vergadering zyn overgebracht; de tweede houdende doleantien wegens het gedrag der Heeren Staaten van Holland met opzigt tot de Hollandfche Troupes binnen U Ed. Mog. Trovincie guarnifoen houdende, beneven» eene Copie van Uwer Ed. Mog. Misfive aan de Heeren Staaten van Holland deswegens afgezonden en laatstelyk de derde houden, de in antwoord op onze Mi.-five van den Sdcn deezer UEd. Mog. acceptatie van Onzs Propofitie tot het houden van befoignes en het decerneeren van eene Commisfie ten fine voorfchreeven. Wy betuigen onze levendige erkentenisfe voor het welmeenend aandeel het welk UEd. Mog. verkkaren en ook met de. daad betoonen, wel te willen neemen in de ongelukkige fituatie deezei Provincie, en zullen met het uiter fte verlangen te gemoed zien het effecT: der by UEd. Mog. geproponeerde en by ons verzogte tusfchenkomft ei mediatie der Hooge Bondgenooten tot herftellinge zoo van de wettige Auftoriteit der Regenten als van de ruft, vrede, eendrachten het onderling vertrouwen binnen deeze Provincie en dit zooveel te meer, naar mate wy dien weg om tot een goede afkomft van zaken te geraken geprasfereerd hebben en nog blyven prsefereere, boven het emploi van andere en meer efficacieufe middelen , (hoe zeer wy anderzints door al het voorgevallene ons hiertoe volkoragn geregtigd en bynagenoodzaakt zagen) en waarvan wy ook geene zwarigheid hebben gemaakt, ten blyke van onze mo» derafie en ter gerustftellinge der Ingezetenen dezer Provincie by aanfchryvinge en Publicatie kennisfe te geven; gelyk dan ook de Misfives van de Heeren Onze Ordinaris Gedeputeer. den van den 5, en ir, Auguftus aan de Heeren Staaten Ge» neeraal en aan de Hooge Bondgenooten gefchreeven alleenlyk tot dat einde ftrekkende waren: Dan daar de verfpreide geruchten en den aanmarfcb van Trouppes op onze Grenzen in eene nabuurige Provincie, waarvan.wy geene andere redenen, uitdenken kunnen; dan dat dezelve, (hoe onwaarfchnlyk anders ook) teegens Ons gericht mogte zyn , by ons natuurlyk eene niet ongefundeerde ongerustheid verwekte, waarby kwam, dat verfcheidene Ingezeetenen uit evengemelde naburige Provircie zig niet ontzagen eigener authoriteit gewapend op het Territoir van deeze Provincie te koomen; moeste dit alles ons aanleidinge geeven, om bedachtzaam te zyn op onze eige veiligheid, gtlyk meede op die van de goede Ingezetenen deezer Pro. vincie, waartoe wy dan ook by onze voorige Misfive U Ed. Mog. concurrentie tot het bekomen van aenige Cavallerie en eenig ftukken Kanon tot meerder verztkerheid van de Stad, alwaar wy thans Onze Vergadering moeten houden, hebben verzogt, doch daar U Ed. Mog by derzelver voren, gemelde Misfive dit point ongetoucheerd pasfeeren willen wy gaarn denken, dat U Ed. Mog. op dit ftuk nader, dan wy, zullen zyn geïnformeerd geweeft, fchoon wy anderzints ons ten vollen verzekerd houden, dat U Ed. Mog. in anderen gevalle ons gedaan verzoek niet weigeren zullen en geperfuadeerd zyn, dat U Ed. Mog. zo min als de andere Bondgencc ten immer toelaten of hulploos aanzien zullen, dat wy van een magtiger Bondgenoot geinvadeerd en onze rechtmatige Refolutien en orders ten befte der Provintie genomen en gegeven , feitelyk geftremd en vyandelyk behandeld zoude worden, en het is in die vatte perfuafie (dat wy in zulken or» verhoopte gevalle door U Ed. Mog. en de overige Bondgenooteh met alle macht zouden worden gemaintineerd en gefecondeerd), dat wy met meerdere geruftheid thans konnen afwagten het declaratoir dezen aangaande door ons van de Heeren Staaten van Hoiland verzocht; by ontftentenis waar. van wy niet in gebreke zullen blyven U Ed. Mog. daarvan kenniffe te geeven, als wanneer onze Gecommitteerden zich bereid zullen vinden op de eerfte aanfchryvinge van U EJ. Moe. of van Hoogftderzeiver Gecommitteerden zich naar Zutphen te begeven, teneinde de by voorige Misfive gepro, poneerde conferentie te houden, gelyk wy ook geene beden-  ( 85 ) tfoge drageo," tegen een dóór U Ed. Mog. geproponeerd congres en bereid zullen zyn, insgelyks onze Gecommitteer» dtn derwaards te zenden, zo ras wy van den tyd en plaatze tot het houden van hetzelve, nadere informatie bekomen zullen. Intusfchen moeten wy met opzicht, totü Ed. Mog. Misfive van den 4 deezer verklaren, dat wy volkomen inftemmen met V Ed. Mog. principes op *t ftuk der Militie in U Ed. Mog. Misfive aan de Heeren Staaten van Holland vervat, en hebben ons op diezelfde gronden bereids by Misfive van den 12 April aan Hun Ed. Mog. in een diergelyk ge. val beklaagd, doch hebben hierop geen antwoord van Hoogftdezelve ontvangen, terwyl wy U Ed. Mog. konnen verzekeren, dat wy gezind zyn by alle bekwame, gelegendheden dit ftuk nader aan te dringen en te apuiséren. Waar meede. &c „ De Misfive aan Haar Hoog Mog. was;van den volgen» „ de Inhoud". HOOG MOGENDE HEEREN. Door de Heeren onze Ordinaris Gedeputeerden by Misfive van den 5 Auguftus laatftleden aan U Hoog Mogende kennis zynde gegeven van het voorgevallene binnen Utrecht op den 2 daarte voren en van der zeiver twyffeling of de Staatsvergadering wel langer binnen die Stad zouden konnen worden gehouden, is die twyfFelinge kort daarna derwyze ge» realiseerd dat Heeren Onze Ordinaris Gedeputeerden uit hoofde van de verdere gedane irreguliere demarches zich genood, zaakt vonden, de Staten vergadering te verleggen en alhier te befchryven, op welke onze byeenkomft wy al aanftonds in deliberatie gelegd en in rype overweging genomen hebben de befte middelen tothetftel zo van de wettige authoriteit der Regeering als van de Ruft, vreede, eendracht, en van het onderling vertrouwen in deeze Provintie, terwyl wy met groot verlangen hebben uitgezien naar het antwoord van de respective Bondgenooten op de Misfive aan Hoogftdezelve door Onze Ordinaris Gedeputeerden gefchreven tot reclame van Hoogftgemelde der Hooge Bondgenooten goede Officien ten voorichreve einde; en hebben wy by den aanvang onzer de. liberatien ontvangen eene Misfive der Heeren Staten van Holland houdende aanmaning om aftezien van het gebruik van fterke middelen ofte het eroploy van den militaire Arm die Hun Ed. Gr. Mog waarfchynlyk op abufive berichten vermeenden by cns reeds gerefolveerd te zyn, en continerende h Stuk. No. 22 voords een aanbod van mediatie, welke offerte wy ook, daar wy altyd den weg van mediatie en interceffie boven fter» ke middelen prefereerden ook aanftonds hebben gemeend te moeten accepteeren en terzelver tyd die van de andere Bondgenooten te verzoeken ten einde door de goede officien en intercesfie van alle de Leden van het Bondgenoodfchap de ongelukkige ver watringen en differenten op goede gronden mogten worden getermineerd, en de Conftitmie van deeze Provincie ongefchonden bewaard en van iogefloopen misbruiken gezuiverd worde. Eu hebben wy bereids het genoegen gehad behalven bovengemelde geoffereerde en by ons geaccepteerde mediatie der Heeren Staaten van Holland, in antwoord op onze ge. dane inftantien bereids twee aan ons verlangen beandwoor» dende rescriptien te ontvangen, gelyk wy meenen ons te mo. gen vleien van de andere Bondgenooten binnen kórt te kon. nen tegemoet zien. Wy konnen nogtans voor U Hoog Mog. niet verbergen, hoe-zeer de aankomft van veele gewapende Manfchappen uit Holland in deze Provintie quafi tot mede defenfie vandeSte. den Utrecht en Wyk by Duurftede, by ons eene niet onge. gronde ongeruftheid heeft-moeten caufeeren, daar men dit alomme deed voorkomen even als of by ons eenen geweldige aanflag op dezelve Steeden beilooten was, waarby kwam dat zodanige gewapende manfchappen zich niet ontzagen ten platten Lande dezer Provintie, te vei fchynen, gelyk ook dendadelyken aanmarsch van Troupes naar verfebeide Steden en Plaatzen in Holland op onze greezen gelegen, uit al het wel. ke wy dan ook gemeend hebben verplicht te zyn deliberatien aan te leggen voor onze eige veiligheid en van de goede In en-Opgezeetenen deezer Provintie by dewelke bereidi merkelyke verlegenheid befpeurd wierd , ook zelfs met dat gevolg, dat veele zich naar buiten de Provincie geretireerd en anderen naar deeze Stad gevlucht zyn. En om deeze reedenen ook nodig geoordeeld hebben , om van Haar Ed. Gr. Mog. te vraagen eene openhartige verklaaringe van derzelver waare bedoelinge en voornemens ten aanzien van onze Provincie en of wy Hoogftdezelven, (zo als wy van onze zyde oprechtezyk wenfehten) langer voor Bondgenooten houden mogen, ofte niet, ten einde in het laatfte onverhoopte geval, onze maatregelen, daar naar te konnen neemen, welke verklaringe wy met verlangen te gemoed zien terwyl wy intusfchen ter geruftftellinge van de In en Opgezeetenen van het platte Land en ter onzer eige beveiliging den Heer Capitein Generaal deezer Provin» y / cie  ( *6 ) de verzocht hebben eenige militie naar deeze Provincie ten fpoedigfte te zenden waar aan Hoogftdezelve dan ook door het laten marcheeren van twe Regimenten ter onzer Repartitie ftaande voldaan heeft, hebbende wy te gelyker tyd, om voortekomen alle verkeerde inpresfien en vieeze, die de aankomft van deze Militie op de gemoederen van veele door verkeerde drift ver.oerde Ingezetenen io de Steden Utrecht en Wyk by Duurfteden mogten veroorzaken, als of dezelve tegen haar gebruikt zoude worden, nodig gevonden by aanfchryvinge aan Schout en Geregte van even gemelde Steden ter gerust Helling der Ingezetenen, als mede by Publicatie al. omme daarvan kennis te geven, in vertrouwen , dat de toe. bereidselen van tegenweer zouden worden geftaakt en de vreemde gewapende hulp zonder verwyl teruggezonden zou. de worden. Wy hebben ffns niet willen dispenfeeren U Hoog Mog. van 't geene voorfchreeve is kennisfe te geeven, en fpeci. aal ook niet konnen afzyn aan U Hoog Mog. te Communiceeren eene bedenkinge, welke by ons gerezen is met op. zicht tot de conferentien van de twee perfonecle Commisfien in 's Hage begonnen en welke na den 18 deezer wederom voortgezet zouden worden, daar wy vermeenden, dat zoo lange de zaaken in de Republik in zulk een verwarden to-ftand zich bevinden, en wy geen voldoend antwoord van Hun Ed. Gr. Mog. zullen ontvangen hebben Onze Gecommitteerdens tot die beide perfcneele Commisfien niet naar 's Hoge te konnen zenden , alzo wy niet konnen zien, hoe dezelve Commisfie in het beramen van Bondgenootfchappelyke fchikkingen en. amngementen kunnen werkzaam zyn, zoo lange wy geene verzekeringe hebben , dat alle de Bondgenooten gezint zyn de Unie te bewaren en te oaintineeren weshalven wy voor ons van begrip zouden weezen, dat gemelde befoignes immers nog voor eenen zekeren bepaalden tyd behoorden te worden gefurcheerd. En op dat alle de Bondgenooten zich van zodanige wel. meenends gezindheid ten fpoedigften zouden kunnen verzekerd houden,, vinden wy ons verplicht aan U Hoog Mog. voortedraagen of niet de Heeren Staaten van Holland ter zake van derzelver, van de gronden, van het Bondgenoot" fchap afwykende, ftippen op eene extraordinaire wyze behoorde te worden aangemaand by de Unie te blyven |, en ol niet ten dien fine eene bezending behoorde te worden vaft. gefteld om aan gemelde Heeren Staaten te reprefenteerer de albrzorgelykfte gefteldheid van zaken in deeze Repu. bliek, als dewelke door de alom toeneemends verdeeldhe Jen en verwarringen tot op het punt van haaren ondergang fcheen genaderd te zyn , en met allen mogelyken ernst te infteeren , dat dezelve Heeren Staaten ter liefde van het Vaderland toch geliefden aftezien van alle de. marches die eeniglyk ftrekken konden tot losmaaking en verbreeking van de banden der Unie, door welke deeze zeven Provinciën nu meer dan twee eeuwen zyn vereenigd geweest, maar veel eer met vereenigde harten en krachten mede te werken tot beveiliging van dien zoo nauwen eendrachtsband; wy hoopen dat deeze en zodanige andere middelen als de Refpective Bondgenooten tot dit einde het meeste raadzaam zullen oordeelén van eene fpoedige en ge wenfebte uitkomfte zallen worden achtervolgd. En hier meede &c. „ Ten zelfde dagen ontvougen de Heeren Staaten, vol* „ gende Misfive van antwoord van Zyne Hoogheid". EDELE MOGENDE HEEREN/ Wy hebben op zyn tyd ontvangen, Uwer Ed. Mog. Miffive van den 8dezer; wy zouden niet nagelaten hebben, ter ftond aan Uwer Ed. Mog. verlangen te voldoen, en zoo veel troupes als Uwe Ed. Mog. gevraagd hebben op derzelver Territoir te doen marebeeren, indien wy niets anders gecocfidereerd hadden dan onzen iever om zo veel in ons is te voldoen, aan 1de gerranifefieerde intentie van Uwer Ed- Mog, —- doch de ackelige toeftand der zaken belet oni om voor als nog meer dan twee Regimenten Infanterie naar Uwer Ed. Mog. Provincie, te kunnen doen marcheeren; de Regimenten van den Generaal Majoor van Mönfter en van den Collonel Grave van Efferen hebben op beden Patent ontfangen om te marcheeren, morgen het eerfte naar Amerongen, bet tweede naar Rheenen, om aldaar of in zodanige dorpen binnen Uwer Ed. Mog Provincie gecantoneerd te worden, als Uwe Ed. Mog. of derzelver Heeren Gedept* teerde Staaten aan hun zullen aanwyzen. Wy hoopen dat deze gedaane voorzieninge Uwe Ed.Mcg. ' niet onaangenaam zal zyn, en kunnen Uwe Ed. Mog. ver. zekeren, dat wy niet zullen nalaten zoo veel in ons is, al» les aan te wenden om Uw Ed. Mog. van alle geweld te be. veiligen, ten einde Uwe Ed. Mog. over 's lands *ken gerus. telyls  ( 87 ) telyk kunnen delibereeren en refolveeren, zo als ten raeeftcn dienfte van den Landen zullen oordeelén te behooren. Waar meede. EDELE MOGENDE HEEREN! &c. Wy Uwe Ed. Mog. beveelen in Gods heilige protectie. Uwe Ed Mog. Dienftwillige Dienaar. (geteekend) W. Ps. van ORANJE. LOO, den i» September 1786. Ter Ordonnantie van Zyne Hoogheid, by abfeatle van den Geheimfcbryver, ( gecontras. ) j. ds RIEMER. „ Ter gemelde Vergadering wierden Heeren Gedeputeer. „ deB geatuhorifeerd cm de ortfangers &c. aan te fchryven „ gene penningen te demanueeren of weerloos te doen wor,, den, buiten Haar EJ. Mog. fpeciale laften bewilliging, „ &c. blykers de Circulaire den 14 door Heere Gedeputeer» „ den , aan de respe&ive ontfangers Gefcbreven, Zynde van „ volgenden inhoud.. Ercentftfte, Hooggeleerde, Wyze, zeer Voorzienige! Ingevolge van de refolutie ter befchryvinge genomen, hebben wy noodig geoordeeld Uw Ed. aan te fchryven en te gelasten geene Ptnningen te demanueren of weerloos te doen werden buiten onze fpecialen last en bswilliginge, en voorts Uw Ed. in de keuze te geeveo, of Uw Ed. zult verliezen deszelfs Comptoir binnen Amersfoort te komen houden, dan wel iemand van Uwentwegen aldaar te benoemen en te ftelieü, ten einde de Penningen van den Lande, welke op Uw Ed. Comptoir geasfigneerd zyn, te innen en in te vorderen , op dat wy daar van het nodigs eraploi ten dienfle van den Landen zouden.konnen maken. Hier meede blyft Gode bevolen. Gefchreeven te Amersfoort den i\ September 1786. C getekend ) ATLHONE Vt. Ter Ordonnantie van de Gedeputeerden der Ed. Mog. Heeren Staaten s' Lands van Utrecht, abfent Secretaris t getekend ) Ph, RAM, „ De Heeren Staaten, de Regimenten Infanterie benevens „ een Regiment Cavallerie &c. ter hunner repartitie ftaande, „ binnen de Provincie verzogt hebbende, gaf zulks aanlei. ,, ding aanhet Gequalificeerde Collegie van Gecommitteerden „ uit de Burgery te Utrecht om daar over eene Doleantie „ aan hunne Regeeting te doen, welke doleantie door gemel„ de Collegie in eene daar toe op den 14 September belegde „ extraordinaire Vroedfchaps Vergadering, overhandigt „ wierd, doch na leélure wierd dezelve by de Vroedfchap, „ ten fine van examinatie, in Commisfie gefteld". „ De uiterlykheeden waar door men de gemeente in de „ waan wilde brengen, dal er een naderende aanval op de „ Stad gevreesd wierd , noodzaakte de Hoofddireéfeuren, „ alles daar heenen te bellieren, als of de zaakernft was, ,, hier toe wierd dan, door de Vroedfchap, de volgende „ Publicatie gedaan, reguleerende het gedrag van ieder Bur„ ger en Ingezeeten in gevallen van een onverhoopt at„ larm. PUBLICATIE. De Vroedfchap, in ferieufe overweeging hebbende genomen ds bekommerlyke omftandigheden , waar in het lieve Vaderland in het gemeen en deeze Stad en goede Burgery in het byzonder zich bevinden, zoowel als de zorgelyke fcheuringen en oneenigheden , welke in deeze Provincie , in. zonderheid tusfchen de onderfcheiden S'aatsleeden, zoo on. gelukkig plaats hebben , en waar uit wel ligt, by verdere voortgang, op bet voorbeeld van een naburig Gewest, eni. ge geweldige pogingen tot oveiheerfching van deeze Stad, en verdere daar uit te voorziene gadugte gevolgen zouden kunnen geboren worden , heeft noodig geoordeeld in tyds bedagt te zyn op eene..behoorlyke beveiliging van Stad en Burgery, tegen alle geweid , door wien zulks ook zoude kunnen beproevd werden, en zich verpligt geagt, alle middelen te moeten in het werk ftellen en niets te mogen ontzien, wateenigzins ftrekken kan tot verdedig.'ng van Derzeiver Vryheid en Voorregten: op dat nu aan deeze zoc heilzame inzigten van de Vroedfchap voldaan en alle ver. werringen voorgekomen worden ; en ten einde een ieder der goeds Burgeren en Ingezetenen deezer Stad onbelemmerd het zyne zoude kunnen toebrengen , tot bevordering van diegewenfehte einden, hebben Hun Ed. Groot Achtb. goedgevonden te arrefteren de navolgende Artikelen , met vermaning en in dat vertrouwen, dat alle \Velmeenende en Y 2 Va.  ( 88 ) Vaderlandlievende Iowooners, welken de behoudenis der dierbaare Panden van Regten en Vryheden ter harte gaat, zich (tiptelyk volgends dezelve Artikelen zullen gedraagen. Art. i. Ten tyde van een onverhoopt Alarm, zoo wegends den Ammarfch van Troupes tegen deeze Stad , als anderzins, (het geen God genadiglyk verhoede! ) zal ieder Burger en Ingezeten, indien zulks geduurende de duifternis van den Avond of de Nacht mogt voorvallen, gehouden zyn, btn. nen zyne Huizinge voor de Glasramen eenbehoorlyk brandend Ligt te plaatzen, op dat de Stad hier door op de fpoedigfte wyze genoegzaam verligt worde. Art. 2. Een ieder zal verpligt zyn, voordaan een Lantaarn, met een Kaars in dezelve, in zyn Huis in gereedheid te houden, ten einde daar van ten tyde als voren het vereifcht gebruik zoude kunnen worden gemaakt. Art. 3. Gelyk ook een iegelyk zich in tyds zal motten voorzien, ten minften van twee Wateremmers, gereed en ten gebruike als voren. Art; 4. Insgelyks zal, ten tyde van eenig Alarm als boven, al het Vuur in alle de Huizen binnen deeze Stad ten fpoedig* ften worden ingerekend, en zodanig verzorgd, dat alle gevaar van Brand, door onvoorziene toevallen te veroorzaz. ktrs j worden weggenoomen. Art. 5. Niemand der Ingezetenen zal vermogen zich te onttrek» ken, maar zal integendeel een ieder, in tyden als vooren, zich met alle bereidwilligheid laaten emploieren tot zodani» gen dienft en op die plaats, als, naar maate der omftandig-. heden, zal vereifcht worden ; gelyk ook geene Dienstbode^, des gerequireerd wordende, tot die zelve einden, zul? len mogen worden geweigerd. Art. ó. Ten zeiven tyde zullen alle de Arbeiders In Stads Dienft zich terftond moeten vervoegen by of omtrend het Huis van den Stads Fabriek, teneinde dezelve, gezamentlyk by de hand zynde, naar tyds gelegenheid , het zy door den Heer Cameraar ofte anders , zouden kunnen worden gebruikt. Art. 7. Ingeval van Alarm als vooren, zullen alle deBrandfpuit» meesters en verdere Bedienden [van de Brandfpuken zich terftond vervoegen aan die Plaatzen alwaar de refpectlve Brandfpuiten bewaard worden, opdat dezelve by ontftaane Brand ten fpoedigften zonden kunnen worden gebruikt. Art. S. Blyvende voor het overige alle de Burger. Schutters'ge. houden, zich ftiptelyk te gedraagen volgends het geen by de Ordonnantie op de Schuttery by tyden van Alarm bepaald is, om als dan zodanig geplaatst en gebruikt te worden , als hun door hunne refpective Officieren en Onderofficieren zal worden aaBgeweezen. De Vroedfchap deeze Artikelen, by provifie en tot nadere ordre, hebbende vaftgefteid, referveerd zich wel uitdruk lyk, dezelve ten allen tyde zodanig te veranderen of te vermeerderen, alsdetoeftand van zaken zal komen te vorderen; zullende tegen onwilligen en nalatigen in deeze zodanig worden geprocedeerd, als Hun Ed. Groot Achtb., ten befte van Stad en Burgery, zullen oordeelén te behoren. En op dat niemand eenige onwetenheid van het boven» ftaande zoude kunnen voorwenden, zal deeze worden afgekondigd en aangeplakt, daar het behoord. Aldus by de Vroedfchap der Stad Utrecht gearrefteerd op den uden September sjió en ten zeiven daage van den Stadbuize afgekondigd. In kennisfe vanfmy IZAAK FALCK. „ Het gerngt der oneenigheeden welke binnen Utrecht „ plaats hadden, vermeerdert dóór de fchrikverwekkende „ berichten der Krygstoerustingen welke met» door de nieuws„ papieren, alomme deed opgaan , waaren niet gefchikt» „ om Ouders of Voogden aan te moedigen haare Studeeren. „ de Jongelingen, herwaarts te zenden, weshalven hetAo „ cademie er zig grootelyks van gevoelde, om hier in te „ voorzien', nam de Vroedfchap^den ióden September „ navolgende Refolutie. welke alomme aangeplackt en in de ,, Nieuwspapieren geplaatst wierd". EXTRACT uit de Refolutien van de Ed. Gr. Aebtbi Vroedfchap der Stad UTRECHT. Zaturdagy den 16 September 1786. De Vroedfchap, met leedwezen vernomen hebbende.dat in andere Plaatzen binnen deeze, en andere Provinciën, bier en daar fchynd te worden verfpreid, als of binnen deze Stad geene genoegzame veiligheid, maar in tegendeel veete on» russ  roftlge beweegtoge» plaat» hadden, en vooKiende, dat wel ligt fomraige jonge Lieden, door zodanige nadelige gerugten mogten worden afgefcbrïkt, om alhier aan deeze Acade* mie hunne Studiën aantevangen, of te hervatten, of immers, dat de Ouders of Voogden daar door zouden kunnen worden wederhouden, oa hunnen Kinderen of Pupillen tot die einden herwaart over te zenden; beeft goedgevonden, dat, tot voorkominge van zodanige ongegronde uitftrooifels, by Extract deezer, aan het Publiek zal worden bekend gemaakt, dat, wel verre vanenigeonruft, integendeel binnen deze Stad niet andera dan eene volkomen ruft en veiligheid worden ge vonden, in zo verre zelfs, dat mogeiyk nergens, over het algemeen, meerder eensgezindheid onder de goede Burgeren en Ingezetenen plaats hebben. Hier van kunnen getuigen, zo veele, welke zedert eenige tyd de omftandigheden van deeze Stad van naby befcbouwd, en dezelve onpartydig beoordeeld hebben. Offchoon dan de Vroedfchap zich in de noodzakelykheid heeft bevonden, om eenige maatregulen te neemen tegen alle geweldige aanvallen, met dewelke deeze Stad en Burgery fcheenen te worden bedreigd is daar door nochtans de ruft niet weg genomen, veel min enige gegronde reden ontfhan, waarom jonge Lieden deeze Akademie zouden behoeven te fchuwen. En het is om deeze redenen dat Hun Ed. Gr. Achtb. alle OuJers, Voogdeen Opzieners, welke eenige Jongelingen , onder hun toezigt, tot de Studi* en gefcbikt hebben, verzoeken en uitnodigen, dat de zelve met de daad gelieven te beproeven, of binnen deeze Vryheid.iievende Stad iets hst allerminfte voor handen is, waar door deeze Stad en Akademie zouden behoeven te worden vermeid; kunnende de Vroedfchap een iegelyk verzeekeren dat alle mogelyke zorg is gedragen, en verder zal gedragen worden niet alleen voor den geregelden voortgang dar Studien, maar ook voor de goede orde tn perfoneele veiligheid van een ieder,-en inzonderheid van de ftuderende Jeugd, welke Hun Ed. Gr. Achtb. by deeze verklaren te neemen ln derzelver byzondere protedie, met verzekering, dat dezelve Jongelieden nimmermeer zullen worden begreepen, be. trekking te hebben op zodanige dienften, welken ter eniger tyd, en vooral uit hoofde van Vroedfchaps Publicatie, van den 14 dezer, van de Burgers en Ingezetenen, ten befte van deeze Stad, zouden ktmsen worden gevergd. Accordeert met voorfz. Refolutien. In kenniflè van my. (was geteekent.) IZAAK FALCK. li Stuk. No. 23. „ De Staaten te Amersfoort den irjden weder Vergade. „ rende, kwam aldaar binnen, de volgende Misfive van de „ Heeren Staaten van Stad en Landen*'. Edele Mogende Heeren, byzondere Goede Vrienden, Nagebuuren ea Bondgenooten! Wy hebben wel ontfangen UEdele Mogende misfive ge. fchreeven te Amersfoort den 8den deezer waar by UEdele Mogende ons kennis gelieven te geeven van de ongelukkige verdeeldheden welke in UEdele Mogende Provincie zedert eenige tyd plaats hebben gebad, eu welke UEdele Mogende hebben genoodzaakt hunne Vergadering in Amersfjort te beleggen, als mede dat UEdele Mogende den Heer Capitain Generaal hadden verzocht de Regimenten ter Rl« partitie ftaande in de Provincie te doen intrekken, om ingequartiert te worden, alwaar zulks nodig word geoordeeld, edog met betuiging zulks alleen te zyn gefchied tot veiligheid van UEdele Mogende en de Ingezetenen , en geen. zins om dezelve daar meede eenige overlast te doen, verzoekende ons nevens de andere Bondgenooten UEd. Mog. te willen presteeren Onze Vriend Nabuurlyke goede Offician en Mediatie ter hylegging der gereezene oneenigheden. UEd. Mog. zullen ons wel willen excuferen, dat wy ons over de verft hiilen in UEd. Mog. Provincie plaats hebbende niet verder uitten djn alleen dat wyUEd. Mog. beklagen dat dezelve exiteeren als niet anders dan ruïneus voor dezelve en de geheele Republlcq kunnende zyn, wy hadden wel gewenfebt dat Uiidele Mog. geen Militie hadden ingeroepen in hunne Provincie, edog het declaratoir van UEdele Mog. dat geen voorneemen hebben iemand daar meede eenige overlast te doen, heeft ons geruft gefteld, alzo wy vertrouwen dat UEdele Mogende by dat Sentiment zullen perfis. teren, en zich tydelyksberinneren dat de beginzelen van een Burger Kryg eens daar zynde zulks niet anders ten gevolgen kin hebben dan de totale ruine van UEdele Mogende Provincie, en meer als waarfchynelyk van de gebeeleRepublicq; wesbalven wy UEdele Mogende op het ernftigfte, nadrukke. lykfte en Vriend nabuuriyk verzoeken , die onheilen door alle mogelyke en gepaste middelen te willen vootkomer. en dit vertrouwen en verwachten wy te meerder, nairdien UEdele Mogende ons hunne ientimenten van geneegentbeid tot asfopiatie te kennen geven, en de Mediatie en goede Officien van de andere Bondgenooten en ons verzoeken. Wy hebben ernftig gedelibereetd over de gefebikfte midZ delen ( «9 )  ( 90 ) delen om de oneenigheden zoo in UEdele Mogende Pro. vincie, als in die van Gelderland weg te nemen, en een Burger Oorlog en diens ruineusfe gevolgen voor te komen en hebben gerefolveerd de Refpeérive Bondgenooten by een Circulaire Misfive te verzoeken Vier Leeden ieder uit de bunne te willen Committeren ten einde na dat onderling zullen hebben overwogen, die middelen welke ter asfopiatie der zwevende gefchillen zo in UEdele Mog. Provincie als in die van Gelderland, zouden kunnen worden geëmployeerd een gedeelte dier Heeren zich naar UEdele Mogende Provincie en het ander gedeelte naar Gelderland zou begeeven, om hunne goede Officien aldaar aan te wenden, op dat de exfterende gefchillen het zy door minnelyk accoord, of wel door gemelde Heeren als Arbiters worden afgedaan, en atzo de ruil en Eendragt herfteld, wy hoopen dus aan de begeerte van UEdele Mogende te hebben voldaan , en vertrouwin derhal ven, dat UEdele Mogende door alle gepaste wegen en middelen onze heilzame pogingen zullen tragij ten te feconderen, ten einde onder des Heemels Zegen mogen verftrekken, tot heil van UEdele Mogende Provincie en het lieve Vaderland. Verder geeven wy aan UEdele Mogende kennis dat wy Zyn Hoogheid als Capitain Generaal hebben verzocht geene verdere Patenten te willen afgseven aan eenige Troupes om te marfcheeren na UEdele Mogende Provincie, of die van Gelderland, maar in tegendeel om de op msrfch zynde op of reeds ingekomen te gelasten na hunne voorige of andere gefchikte Guarnifcenen te retourneren , gelyk wy ook de Heeren Staaten van Holland hebben verzocht, van nu af aan te furchesren alle zodanige deliberatien welke tot het Marsvaardig ftellen van Troupes op derzelver Provincie ge» repartitieerd eenige betrekking kunnen hebben , ten einde eene meerdere disfentie en kwade gevolge worden voorgekomen, waar toe wy hopen dat UEdele Mogende zullen Coöpereren.. Waar meede &c. Edele Mogende Heeren Byzondere goede|Vrienden, Nagebuuren, en Bondgenooten! Wy UEd. Mogende bevelen in Gods Heilige Protectie Groningen, den 13 September 1786; Uw Edele Mogende Goede Vrienden». De Staten van Stad en Lande Ter. Ordonnantie van dezelve R, L E W E., Secretaris.. „ De aanfchryvfng der Heeren Gedeputeerde "van de Sta „ ten 's Lands van Utrecht, aan de Ontvangers &c. den i4den September uit Amersfoort gedaan , was nauwlyks „ ter kennisfe van de pretenfe Vroedfchap der Stad Utrecht „ gekoomen, of deezen tragte weederom voorfchreeve aan„ fchryving illufoir te maaken , en geene andere weg met „ mogelykheid kunnende op fpeuren, waar door zy, dein „ den Eed van de Staten of gezamentlyke drie Leden van „ Staat, ftaande beampten , konden conftringeeren om „ niet tegenftaande hunne Provinciale verpligting , ge-' „ hoor te geeven aan Stads contradictoire beveelen, ten ,, minften dezelve , huyverig te maaken tot de punc. „ tueele naarkoming van der Staaten aanfchryving , dan „ door dezelve, te drygen met verhaal uit hunne goe„ deren, zoo hebben zy voorgemelde weg, by een Ge„ publiceerd Extract Refolutie den jgden September ge» ,, noomen en gepubliceerd, ingeflagen, zynde vaa vol* „ genden Inhoud". EXTRACT uit de Refolutien van de Ed.Gr. Acbtb. Vroedfchap der Stad Utrecht-, Dingsdag den 19 September 1786. Ds Vroedfchap, om zeergewigte redenen, meerendeels by Publicatie van den 4 deezer lopende Maand vermeld, zig in de noodzakelykheid hebbende bevonden, alle Ontvangers, Commisfarisfen, Admodiateurs en anderen, weike eenige 's Lands Penningen adminiftreren, te interdiceren enige Gelden, op hunne refpettive Comptoiren bei uitende en verder aldaar zullende worden gebragt, af te geeven of weerloos te doen worden, zonder fpeciaale toeftemming van den Raad deezer Stad, aan welker beveelen alle dezelve Ontvangers en andere Comptabele Perfonen, voor zo ver zy alhier Meedeburgers en Ingezetenen zyn, buiten allen tegenfpraak ondergefchikt moeten worden geoordeeld, heeft zedert mosten verneemen dat de Heeren, zich noemende Gedeputeerden van de Heeien Staaten dezer Provincie, doch in de daad, weegens de abfen» tie van deezer Stads Gecommitteerden, niet anders dan eene Byeenkomft der twee Voorftemmende Leeden uitmakende,, behalven zo veele andere, deeze Stad en Burgery honende, demarches, hebben kunnen goedvinden, de refpeftive Ontvangers, alhier bun verbiyf houdende, niet alleen by aanfchryving insgelyks te gelaften, geene Penningen te demanueeren ofweerloos te doen worden, buiten fpeciaai Confent (zo als dezelve Heeren zich uitdrukken) van de Heeren Staten dezer Provinciemaar dezelve Ontvangers bovendien ter keuze:  ( 91 3 keuze over te laten; of zy in perzoon binnen Amersfoort willen komen, dan wel iemand anders daar ter plaatze authorifeeren, om, in bunnen naam, aldaar die Penningen te ontvangen, welke op hunne refpeftive Comptoiren geadiigneerd zyn, opdat van dezelve, door de Voorftemmende Leeden, zich amibueerende den Naam van de Staaten'sLands van TJtrtcht, gebruik zoude kunnen worden gemaakt, ten dienfte van den Lande} daar nu deeze behandeling, en veele andere byzondere omftandigheeden, zoo veele vernieuwde bewyzen opleveren, dat de voornoemde Voorftemmende Leeden niet anders beoögen, dan in hunne willekeurige Dispoiltien voort te gaan, om deeze Stad, welke nogtans ontegenzeglyk wel het aanmerkelykfte Lid der Provincie is, was 't mogeiyk, geheel te verneederen, en dezelve ten eenemaal aan hunnen wil te onderwerpen, oordeeld de Vroedfchap, zich in de onvermeidelyke noodzakelykheid gebragt te zien, om ook by vernieuwing met alle dezelver vermogens te waken tegen al. Ie verdere ondermeining van het wettig en inalienabel recht deze Stad, als het Derde Lid van Staat, van alle oude tyden indisputabel gecompeteerd hebbende; gelyk Hun Ed. Groot Achtbaare zich ook niet minder gehouden agten, door alle middelen,welke naar tydsgelegendheid voorbanden zyn, alle mogelyke zorg te dragen, dat 's Lands Penningen , van dewelke een zo voornaam gedeelte door deezer Stads goede Burgeren en Ingezetenen word opgebragt, niet tot den ondergang van die zelve Stad en Burgery geëmployeerd wordt; en het is dierhaiven om die dringende Motiven, dat de Vroedfchap, op nieuw inhereerende derzelver bovengedagte Publicatievan den 4dezerMaand, al verder alle da meergenoemde Ontvangers, en alle andere, eenige Penningen binne deeze Stad manieerende, aan dewelke eenige zodanige aanfchryving op den Naam van Heeren Gedeputeerden mogt zyn gedaan wil geinterdiceerd hebben, zo als hen geinterdiceerd wordby deezen, zich of in perfoon buiten deeze Stad en naar Amersfoort te begeeven, of wel daar|ter plaatfe iemand) te qualificeeren, om, in hunnen Naam, de Gelden, op hunne reipe&ive Comptoiren geadfigneerd, te ontvangen* of eindelyk eenige Penningen, onder hen beruftende, en verder door hen ©ntvangïn wordende; anders dan tot de einde, by voorige Publicatie uitgezonderd, af te geven, zonder uitdruklyke Order van den Raad; wordende de geene, welke op de beko» men aanfchryving reeds naar Amersfoort mogten vertrokken zyn, of wel iemand anders binnen die Stad tot het waarneemen van hunnen Poft aangefteld hebben, ernftig gelaft, ten fpoedigften alhier weder, te keeren, of zodanige Aanftèlling. of Subfiftutie in te (rekken Jzullende Hun Ed. Groot Achtb. niet alleen de fchade, daar door aan deeze Stad toe te brengen zoo zeel mogeiyk verhaalen en goeddoen uit de Goedoi' ren der geenen welke direB of in direB de Oorzaken, Aanfookersen Uitvoerders daar van zullen zyn geweeft. maar ook ten rigoureuften; en zelfs, naar exigentie van zaken, met Lyfftraffe, procedeeren, tegèn een iegelyk, welke bevonden zal worden, tegen deeze Vroedfchaps Intentie tehebben gehandeld, terwyl Hun Ed. Groot Achtb. aan den anderen kant, alle dezulken, welke, tot bereiking van derzelver heilzaame oogmerken, zullen meedewerkeny verzekeren van hunne byzondere proteflie, dezelve by deeze in» demnerende en guaranderende voor alle nadeelige gevolgen* welke hen, weegens de getrouwe nakoming deezes mogten overkomen, en word by deeze door de Vroedfchap aange» boden eene Somme van Drie Hondert Zilvere Ducatonnen, aan een ieder, welke met voldoende bewyzen zal kunnen aantonen , dat eenige Gelden, contrarie den Inhoud va» deeze Refolutie en voorige Publicatie, van hier vervoerd zyn, onder belofte van de ftipfte geheimhouding van de» Naam des Aanbrengers. Op dat nu niemand eenige onwetenheid van deeze feri« eufe Vroedfchaps Refolutie zoude kunnen voorwenden 3, zal Extrac! deezer, niet alleen gepubliceerd en aangeplaakc maar ook de refpe&ive Ontvangers, Oudontvangers, en an» deren, aan dewelken de bovengezegde Aanfchryving is ge» daan, ter hand gefteld worden, om te dienen tot derzelver. narigt.. Aldus by de Vroedfchap der Stad Utrecht gearrefteerd op* den iaden September 1780" en ten zeiven daage van de» Stadbuize afgekondigd. In kennisfe van my IZAAK FALCK.- „ Den 1$ September , ontvong de Vroedfchap 't Utrecht „ navolgende Misfive van de Heeren Staaten van Overy*. „ fel, den 14 bevorens te Deventer gefchreeven". Mdele Erntveste Wyz*\ Vroomt Voorzienigs zeer discrete byzondere goeds Vrinden! By Onze Ordinaris gedeputeerden ontvangen en in onze' Vergaderioge geleezen zynde UEd». Misfive gefchreeven t»; Z ü Utrecht}  C 9* } Utrecht den aden deezer (f). en waarby ons in 't breede den Staat der zaaken wegens deerrefene onlusten voordraagen, en onze intercesfie verzoeken, zyn wy over die onlus* ten met gevoelig leedweezen aangedaan geworden. Wy hebben ten dien zelfden einde van de Heeren Staaten 1 ' van ~ Deeze misfive, wai eens luydende met die, welke den 31 Auguftus te vooren md Holland gefchreeven en hiervoren van Pag 5g — 61 is opgegeeven, tot aan de Periode voorkoomende in de Hollandfche Brief (Pag. 60. 2. Colom Regel 6.) Wy «J» vereert, «e. welke in de brief aan Overysfel dus verandert is. „ Wy hoopen, dat UEd. Mog. als welker Provincie meede in „ eenen tyd, wanneer dezelver door de rampen des Oorlogs ge'„ drukt zynde, onder een drukkend Regeerings Reglement met ons gebragt is, geene onderdrukking van 's Lands goede Inge], zetenen met onverfchillige oogen kunnen aanzien, de cordaa\, te Refolntie door de Heeren Staaten van Holland, ten opzich" te van de Troupes op Hollandfche Repartitie ftaande, verfterkt ons in de gegrondheid van onze denkbeelden, en wy hoopen „ dat UEd. Mog. zoo min als de Heeren Staaten van Holland, de by ons wettig opgeroepe Volkftem zullen willen tegengaan '„ door de Militaire magt, welke wy altyd met de Heeren Staa„ ten van Holland zullen blyven befchouwen als middelen , ge■„ fchikt om eene Volks kreet en Burger Oorlog te doen geboo„ ren worden, doch wy moeten bekennen, dat de Heeren Ge. „ deputeerden in dezen merkelyk van ons in gevoelen verfchillen, „ nitwyzens derzelver MUUve wd de Heeren Staaten van Hol„ land, enhetEmploy, dat de twee Leden van Staat gemaakt, h,bben van de Militie, eertyds te Amersfoort, en nu wederom aldaar in'ebragt, alzo wy in 't zekere geïnformeerd zyn, dat op Don" " derdag 's achtermiddags den 31 Auguftus een tweede Bataillon ?■ van Hesfen Darmftad is ingerukt buiten ons weeten als Lid van " Staat, 't welk eene violatie is van het territoir deeser Provin" tie, door de twee voorftemmende Leeden alleen veroorzaakt, " en'dit niet tegenftaande deeze onze Stad by fpecUale Refolu* tie van den 13 Augustus 1785, ter Staatsvergadering heeft aangedrongen, dit het Baaillon, toen ter tyd binnen Amersfoort " getrokken. ( op eene wyze, waarover wy ons liefst niet wil" len uitlaten ) ten fpoedigtten die Stad en deeze geheele Pro" vincie weeder zoude ontruimen; gelyk dan ook de Vroedfchap '„ vervolgens by Circulaire Misftves aan de Hooge Bondgenoo„ ten van d;n 31 Augustus 1785 heeft geinfteerd op de noodige „ voorziening tegen het verleenen van patenten tot het inbrengen „ van eenige Troupes binnen de Stad , Steeden of ten platten „ Lande deezer Provincie." Hier op volgd, in de Overysfelfche Brief, terftond de Periode, in de HoUandfche (Pag. 60.) voorkomende Wy hebben ons gedrongen gevinden enz. en eindigd. muutis m*tmdis *\i dezelve. van de Provincie van Utrecht zoortgelyk addres en infor* matie gehad, met verzoek, van wel onze goede Officien en mediatie te willen prajfteren. Wy hebben gemeent, zonder ons eenigermaaten uit te laaten over de merite der verfchillen, aan het voorfchreeven verzoek te moeten voldoen, en ten dien einde de ons voorgeftelde mediatie geaccepteert en onze goede officien aangeboden, zoo als UEd. zulks kunnen vernoemen uit de Copie Misfive (f) aan Hooggemelde Heeren Staten, dezen bygevoegd. Wy zullen ons thans eeven min aan UEd. op het fubject- dier onlusten kunnen uitlaten, dan by zoo verre, dat wy iissgelyken aan UEd. verzoek zullen voldoen, en onze intercesfie en mediatie aan UEd. gaarne prsaftéeren; ten dien einde dezelve uitbiedende. Wy hebben de Heeren Staaten der overige Provinciën van ons voorfchreeven befiuit niet alleen kenBis gegeeven, maar ook Iloogfl derzelver concurrentie verzogd ; op dat men zonder vertragen aan bet nederleggen dier verfchillen en errefene onlusten moge kunnen werkzaam zyn ter herftelling der zoo hoog noodige tranquiliteit en eendragt, waar toe wy den Zegen van God Almagtig afbiddende, deezeneindigen en UEd. inde befcherminge Godes beveelea.&cj Deventer, den 14 September 1780". „ De ongelukkige omftandigheeden, waar in door het ge„ drag binnen de Steden Utrechten Wytlt gehouden, deeze „ geheele Provintiegedompelt wierd, waren echter de eenig„ fte niet, welken dreigden het gantfche Bondgenoodfchap, „ door haare fmertelyke gevolgen te zuilen beroeren. „ Het gedrag in de Steeden Hattemen Elburg gehouden, „ hadden ook in Gelderland de gevolgen, der te hoog gere„ zenen gefchillen, en oneenigheden doen apprehenderen, en „ de Staaten dier Provincie doen, befluiten om in beide die „ Steeden Gaurniioen te leggen, 'cwelk by zeer'veelen aan„ gemerkt wierd als of men daar door voor had, de reedely„ ke Stemme des volks te fraooren, de Steedelyke rechten „ met geweld te verkragten en de Burgerlyke vryheid met de „ wapenen te onderdrukken; zoo dra dus de Steeden Eiburg „ en Hat tem Gaurnifoen ontvangen hadden, girrg men in „ Holland over om den Capitein Generaal in zyne func^ tie te fuspenderen, de Millitie ter harer repartitie ftaande in (t) Zie Extract No, ao, Pag. 80.  < 93 > la zoo wrie ali mogeiyk was', binnen haar territoir te „ trekken en aan de anderen aantefchryven ssig in geene ge„ fehillen te doen emptoyeeren; alle deeze zoo finguliere „ verfchynzelen deede de bedaarfte duchten, dat de geheele ,, Unie vaftelyk zoude worden verbrookea ingevalle men „ door geene Zagte middelen van mediatie, de zoo zeer toe„ neemende verwyderingen trachte te voorkomen: De Pro» „ vincien van Overyflël en Groningen, waaren het, welken n voornamelyk, ( fchoon de andere Leed en van het Bondge,, noodfchap daar insgelyk toe inclineerden), welke de disfen. „ tieerende partyen, tot het aannemen vanMediateurs trachte te beweegen (t )• Dan de uitkomft heeft, helaas doen „ zien Ct) ,, Ten blyken hier van zal genoegzaam zyn, alhier te infe „ reeren een EXTRACT uit het Register der Refdntitn van Ridderfehaf en Steden de Staaten van Overysfel. Deventer den IJ September 1786. Ontfangen eene Misfive van de Heeren Staaten van Stad en Lande, gefchreeven te Groningen den I3d,en deezer, houdende wooidelyk als volgt. Wy hebben het onlangs gebeurde in de Provinciën van Gelderland en Utrecht met de uiterfte aandoening vernomen: Wy penetreeren niet alleen het èadeelige daar van in het tegenwoordige, maar wy voorzien de gevolgen voor het toekomende , en vreezen dat zoo die niet fpoedig worden geftuit , de Republicq in het grootlte gevaar zal worden gebragt niet alleen van te worden gedisfolveert maar geheel geruïneerd, en alzoo ons niet dierbaarder Is, of kan zyn, dan deszelfs behoud en welvaaren, die door geene middelen beeter dan door eendragt onder de refpectjve Bondgenooten kan worden bekoomen en bewaard , gelyk dan ook onze voorouderen by het ingaan der Unie die middelén ter asfopiatie onder de refpeftive Leden en Steeden dienftigst hebben geoordeeld: zoo hebben wy ter bekooming dier heilzaarae eindens niets beter kunnen uitdenken dan om UEd. Mog. en •11e andere Bondgenooten te proponeeren, ieder uit het midden van hun vier Leden te willen comraitteeren , ten einde na dit onderling zullen hebben overwoogen die middelen , welke ter asfopiatie der zweevende gefchillen zoo in de Provincie van Gelderland als Utrecht zouden kunnen worden geëmploieerd . een gedeelte dier Heeren zig naar Gelderland en het andere gedeelte naar de Provincie van Utrecht zoude begeeven om hunne goede Officien aldaar aan te wenden, op dat de exteerende verfchillen , het zy door minnelyk accoord, of wel door gemelde Heeren als arbiters worden afgedaan, en alzoo de ruft en eendragt kerfteld. Wy U Stuk. No. 24. „ zien, hoe weinig vrugten deeze blllyke poogingen hebben „ voortgebragt, en de ondervinding, heeft geleraard, dat ., de Wy hoopen en vleyen ons dat dit voorftel door UEd. Mog. en alle Bondgenaoten zal worden gegouteert, te meerder alzoo door dat zelve middel de verfchillen in de Provincie van Overysfcl gelukkig getermineerd zyn geworden. Dan overwegende dat indien in eene dier beide Provinciën een meerder en verder gebruik worde gemaakt van s' Lands militie, dat niet alleen de zaaken zullen worden verergerd, de onheilen vermeerderd, en de middelen ter herftel bezwaarlyker , ja mijfchien onmogelyk worden gemaakt. Zo hebben wy de Heeren Staaten dier beide Provinciën niet alleen verzogt de voorgeflagene middelen gunstig te willen aanneemen, en geen verder of meerder gebruik van de Militaire magt te maaken, maar ook by de Heeren Staaten van Gelderland op het vriendelykst geinfteerd in de Steeden Elburg en Hattum zoo veel de publyke ruft zal permitteeren, het Guarnifoen te verminderen en de ontweekene Burgers geleegenheid te geeven om in hunne Huizen en Bezittingen véilig te rug te kunnen koomen, gelyk wy al verder Zyn Hoogheid als Capitain Generaal hebben verzegt by provifie geene Patenten tot het Marcheeren van Troupes na die beide Provinciën te willen afgeeven, maar integendeel de op marfch zynde , of reeds in een dier beide Provinciën «angekoomen te gelasten, na hunne of andere gefchikte Guarnifoenen te retourneeren. Gelyk wy ook de Heeren Staaten van Holland hebben verzogt van nu af aan te furcheeren al zodane deliberatien welke tot het maarfchvaardig ftellen van Troupes op derzelver Provincie gerepanitieerd eenige betrekking kunnen hebben. Wy hoopen Ed. Mog. Heeren, dat deeze onze demarches de goekeuring van UEd. Mog. zullen wegdraagen, en wy vertrouwen dat UEd. Mog. ook niet zullen nalaaten alle perfuafive middelen ten fpoedigften aan te wenden, waar door het Horten van Burgerbloed en verdere oneenigheden kunnen worden voorgekomen, Waarop zynde gedelibereerd, is goedgevonden voorfchreeven Misfive te ftellen in handen van de Heeren Gecommitteerden tot de zaaken van finantie, dewelke worden verzogt en gecommit teerd om dezelve nader te esamineeren en Ridderfchap en Sleeden daar omtrent te dienen van hunne Confideratien en Advit. Accordeeid met het voorfchreeve Register. Antwoord der Staaten van Overysfel aan die van Stad en Lande den löden September 1786. EDELE MOGENDE HEEREN! Wy hebben op gisteren wel ontfangen UEd. Mog. Misfive vsn den I3den deezer, houdende ia fubltamie het geene UEd. Mog. eet Aa  ( 94 D de zogenaamde volksparty; zodanige Bondgenoodfcbapp?„ lykemediatien, in hun plan niït admitteerden, waarom als „ dan ook de direfteuten binnen Utrecht, waia waren van alle bemiddelingen, en dezelven door allerhande draaije- ryen, en vergezogte beuzelaryefi (als daar toe door hunne „ Hollandfche hulperen aangeport) hebben weeten te vtry» „ delen,- De Hollandfche volksvrienden, hadden dcor het „ trekken van tie militie ter hunner repartitieftaande, binnen ,, hunne Provintie, — het furcheeren van den Capitain Ge- neraal in zyne functie, — het ontflaan van de Militairen „ uit de gehoorzaamheid aan den Captain Generaal, — het aan zig trekken van de begeeving der vaceerende Officiers ,, phatzen, — hëtbetwiften der orders door de Generaliteit ,, aan s' Lands Troupes gegeven wordende , eene zo zeer ge„ dugte overwigt boven hunne Medebondgenoten in de Ge» „ neraliteit, bekoomen dat zy zig in ftaat reekenden, haar „ gefmeede plan te kunnen volvoeren, en door de afhan„ kelykheid waar in zy de Stad Utrecht van haaien wil „ gebragt hadden en hielden, verfterkte niet weinig,hunne ,, geduchtheid, wyl zy door de aldaar beerfchende onhis. „ ten, zodra het in hun plan te pas kwam, de Provinciale „ item van Utrecht, ter Generaliteit, zoude kunnen betwif„ ten, zo als ook by vervolg gebleken is de toeleg geweeft ,, te zyn , dierhalven men van dit tydftip af aan, de de„ marches en handelingen van die van de Stad Utrecht, niet anders tot herftel der "eendragt in de Provinciën van Gelderland en Utrecht aan de Heeren Staaten van dezelve , als meede aan ons en de overise Bondgenooten wel hebban willen gelieven te proponeeren. Het was ons ten uiterften aangemam dat de idees, welke UEd. Mog. zich'van de prefema omftandigheid formeeren, zoo juist coincideeren met die , wëïk'i ons het akelig voonurzigt en de gevolgen van verregaande oneenigheden opleeveren ; en, daar wy vertrouwen dat UEd. Mog uit de Misfive , welke wy op eergisteren op het vooifchreeven fubjecc hebben doen afgaan, van onze denkenswyze en de Mefures, die wy vermeenen dat in deeze tyds omftandigheden behooren genoomen te worden , ïul'en hebben kunnen vergewisfen , zo zullen wy by deezen niet repeteeren het geene wy by onze voorfchreeven Misfive hebben geavaaceett, zullende afwagtea de fentimetrten hier over van de overige Bondjenooten, om als dan daarop finaal te refolveeren; Wy hoopen enwenfehen, dat het God Almagtig behaagen mag de pogingen van UEd. Mog. en die der overige Bondgenooten tot herftel van. rust en eensgezindheid te zegenen , op dst het ikve Vaderhnd van den rand van deszelfs totale ruïne te rug gefcragd, wederom tot den ouden en vorigen luister mag geraken. Waar meed» && anders kan noch moet befchouwen, dan als werktuigen^ „ welke zig door en om de Hollandfche party, beweegdu", „ Om de pogingen tot bemiddeling, welke door de Bond„ genoten, to'en.gedaan wierden, tefaciliteerenhaddegezon„ de ftaatkunde gevordert, dat men binnen Utrecht, de za« „ ken in dien ftaat liet waar in dezelve zig bevonden den ,, ió September, wanneer de Vroedfchap den zo even ge» „ melde brief van de Staaten van Overysfel ontving , dan, wel verre van het geluk des volks te bevorderen, welverre „ van doordoor minnelyke febikkingen, dat geene daar te „ ftellen, wat eenigzins dienen kon, om de verbitterheid „ uit dea weg te ruimen, zig onderling te vereenigen en „ gezamenderhand de waare vryheid en gevestigde conftitusy tie, gezuivert van de weezentlyke-gebreeken». ongeferjon„ den te handhaven en te bewaaren, moeft alks ten gevallen „ van heerfchzugtige dry vers, meesters in een naburige Provin-. „ tie, opgeofferd worden, ter meedewerking aan een plan „ waar door 't gantfche Land in eene altyd duurende onge„ ruftheid, zig zelve inwendig zoude verteeren , om einde„ lyk de lyft te vergrooten van zoo veeTe magtige Gemeene„ bisten, welke hunnen val aap de lust eener onbefónnen ,, vryheid, hebben te danken gehad". .. De Vroedfchap te Utrecht dan, fermeerde ingevolge ;, het nieuwe ftedelyke Reglementeene nominatie van Burge- meefteren en feheepenen, op den 21 September en zond ,, dezelven den 22 daar aanvolgende, ain den Erfftadhouder „ ten fine van Elettie neevens vólgende Misfive". Doorluchtige Hooggeboren Vorfli Wy laaten aan Uwe Doorluchtige Hoogheid toekomen J twee Nominatien, ieder van een dubbeld getal, de Eerfte, tot Burgemeesteren, de tweede tot Scheepenen, en ten einde de Eleftie uit beide, zoo dra mogeiyk, en wel voor den « Odtober aanftaande, door Uwe Doorluchtige Hoogheid, aan ons wérde toegezonden. Na Uwe Doorluchtige Hoogheid in de befcherming de» Allerhoogfte bevolen te hebben, hebben wy de eer ons nut Hoogachting te noemen. Doorluchtige Hooggeboren Vorft- Uwe Doorluchtige Hoogheids b/zondr* re goede Vrienden. De Vroedfchap der Stad Utrecht. Utrecht', den 21 September 1786. Ter Ordonantie van dezelve, IZAAK EALCK. Lyft*  ( 95 ) Lyfte van Genomineerde Heeren Burgemeefteren en Schepenen Tot Burgemeesteren. Adriaan Hendrik Eyck, Mr. Jan Pieter de Ridder, Mr. Jan Care! Smiifaart, Mr. Jacob van Haeften, Tot Schepenen. Mr. Jan Frederik van Senden, Mr. Piettr Cdrel Burman de la Basfecour; Mr. Willem van Dam, Heer van hfelt, Mr. Gerard Antbóny Visfchér, Jan Anthony D'Averhoult, Mr. Jan Carel Pronkert, Mr Hendrik Jacob van Hengst. Air. Johan Hendrik Voorda, Jacob de Jonckheere , Mr. Martinus Mulrooy, Adriaan Abeleven Gysbert Cornelis Ëgeting, Pieter Albertus Engelbert, Jacob van Nes, Heer van Meerkerk, Mr. Izaak van Goudoever, Mr. Philip Kuvel, Johannis Vos van Zyll, Mr. Pieter Marret, Mr. Jan Andries Strik van Linfcboottn , Heer van Loenerfoot, C, F. d' Xvny, Mr. Pieter Jacob van der Muelen, Mr. Abraham de Bucquoi, Mr. Andries Cornelis de Normandie, Heer van Schalkwyk. Mr. Willem Verfeeg, <») „ Nooit (*) Het is byzonder, deez; laatfte Heer , op deze nominatie aan te mften, wyl zo hy at ter dier tyd genomineerd was, hy ook te gelykelyk voor die eer hadde bedankt. De 5 voorgaande Heeren, zoo zy de electie, op hun gevallen reeds hadden aangenomen, waren echter nog niet geinftalleerd. Ja de Heer Yvoy was den 21 September neg militair Officier zynde hy den aiden pas by Hun Ed. Gr. Mog. ontflagen, men zie hier uit, hos fraai deSe- nominatie geformeerd was. „ Nooit zcekerlyk heeft die Vroedfchap, zig kunnen voor* „ ftellen dat Zyne Hoogheid, uit eene dergelyke nominatie, „ eenige Eleftie zou Je doen, als zeer wel hebbende ge„ penetreert, dat den Stadhouder, zoo lang het Provinci. „ aale Regeerings Reglement, waar in de forme van de Magi„ ftraats befteiling van Stad en Steeden, isgecomprehendeert „ niet Provincialiter was afgefchaft of verandert, eenige „ aftus konde verrichten, welkebetzelve contrareerde; dus „ men deeze handeling van de Vroedfchap, enkel eu alleen „ befchouwen moet, als eene formaliteit, om, by vervolg „ daar in naar "goedvinden te befchikken, onder pretext, dat den Stadhouder geene eleélie gedaan had. — maar ten ,, opzigte van de 7 aangeblevene Raaden, welke zig gedraaf „ gen of ten minfte den uiterlyken fchyn wilde hebben van ,, zig te gedragen tot den 12 Oftober aanftaande, als nog ge„ bonden aan het oude Reglement en uit hoofde van bet nieu,, we geenfints werkzaam waren, veranderd deeze zaak ge„ heel van natuur, wyl zy als nu weldegelyk, uitkragtevaa „ een Reglement by hun nog niet aangenomen, met de daarop ,, in den Raad reeds geadmitteerde Raaden, helpen maaken „ de voorfchreeve nominatie", „ De Heeren Staaten van Utrecht den 26 September wee-' ,, der vergaderd zynde ontvongen Haar Ed. Mog. volgende „ Misfive van de Heeren Staaten van Vriefland*'. Edele Mogende Heeren, byzondere goede Trienden Nabuuren en Bondgenooten! Wy hebben wel ontvangen UEd. Mog. misfive gefchreeven te Amersfoort den 8ften deezer Maand, waar in hoogst dezelve na aan ons in de fttuatie waar in UEd. Mog. Pro-, vincie , fpeeiaal nopens de Steeden Utrecht en Wyck by Duurfleede, zig bevind te kennen geeven, en verders informeeren van derzelver verzoek aan den Heer Capitain Ge neraa! gedaan', om de Regimenten ter repartitie van de Pro-'' vincie van Utrecht ftaande ten fpoedigften in dezelve te doen trekken; en wyders van ons vwagen, om neevens de andere Bondgenooten UEd. Mog, te willen prtefteren Vriendna* buurlyke goede Officien en Mediatie ter bylegging der ger refene oneenigheden en herflelling der wettige autnoriteit en Regeering binnen opgemeldeSteeden, terwyl UEd. Mog. voorts klaagen over 't arrivement van veele Hollandfche Ingezetenen zonder hunne voorkennis, veel min permisfieop hun Souverain Territoir en over de orders door de Ed. Mog„ Heeren Staaten van Holland eu Westfriesland aan den Ca-  C $><5 ) pltain Generaal omtrent de Militie op hunne Provincie (laan. de gegeeven; en ons daarby communiceeren, hoedanig zig daar over aan Hoogst gedagte Heeren Staaten hebben gead. dresfèerd; twyffelende UEd. Mog. niet of wy zullen (ingevallen onverhooptelyk dien aangaande [UEd. Mog. Diet, door een voldoenend antwoord wierden geruit gefteld) met dezelve wel willen overleggen, de meeste gepaste redenen om een Bondgenoot die de Unie opentlyk zoude koaien te verlaten , te perfuadeeren, om tot den regten weg en het algemeen Bondgenootfchap weder te keeren, of wel ander, zints overleggen, wat daar in ter behoudenis der zoo nau. we Band, door onze voorvaderen met goed en bloed ver. kreegen, zal behooren aangewendt te worden : alles meer gedetailleerd in UEd. Mog. opgedagte Misfive voorkoo. meden. Wy betuigen ons uiterfte Leedweezen over de ongelukkige gefteldheid van UEd. Mog. Provincie en bieden derbalven vriendnabuurlyk aan, te willen concurreeren tot beraming en daarftelling van zulke Bondgenootfchappelyke middelen welke tot herftelling van rust zullen kunnen dienen, met ernftige vermaaning teevens aan UEd. Mog. om intusfchen geene geweldige middelen te employeeren, welke ee. aige harmonieufe asfopiatien zouden kunnen vertragen en fpeciaal daar toe geene troupes, ter repartitie van deeze Provintie ftaande te willen bezigen: terwyl wy verders hebben gemeend tot informatie van UEd. Mog. bier te moeten by▼oegen een affcbrift van onze Misfive aan de Heeren Staaten van Holland en Westfriesland (*), deeze Materie con; cernerende op heden afgezonden. Waar- Edele Mogende Heeren , byzondere goede Vrienden , Nabuurtn en 'Bondgenooten! Wy hebben door de hand van onze Heeren Gedeputeerden op dt tegenswoordige Staats vergadering ontfangen Uwer Ed. Mog. Misfive aan ons gefchreeven den 4 C. CLOTTERBOOKE. Aan dt Edele Groot Mogende Staaten van Holland en Wejlvriesland. tfyi EDELE MOGENDE HEEREN! De twee eerfte ondergeteekenden zoo voor hun zeiven , als aaamens de gezwosre Gemeente en gevlugte Burgerye der Stad Hattum, mitsgaders de verdere ondergeteekenden naamens de meerderheid, zynde de gevlngte Leden van den Raad en Gezwore Gemeente van de Stad Elburg en verre het grootfte gedeelte der Burgery van dezelve Stad , vinden zig genooddrongen deeze üludre Vergadering te adieeren. Zy, hunne beste, hunne meede Burgers, hunne duurde panden, hunne Echtgenooten en Kinderen zyn gevlugt uit Steeden welker rechten gerefolveerd was geweest tot het laatfte te verdedigen, maar die wy verhaten hebben alleen op den wyzen ïaad van onie eerfte, onze befte Landsvaderen, die in het criti- JP*» welke eenige van onze Ingezetenen zig op eene ftrafbaare wyze veroorloofd hebben aan opgedagte Heeren Staaten volgens que, in het laatfte oogenbfik het yslyk plan onzer vervolgers oatdekt hadden , om namentlyk den bloem der Burgeryen van Zes, waar onder zeer voorr.aame Steeden , binnen onze niet g:noeg gederkte muuren te vernielen , door het Rhrikkei'ykst oorlogstuig, en dat op zodanigen afdaad, dat onze dappere en gerefolveerde Lardsgesooten geene geleegenheid zouden hebbengehad , hun leeven en Vryheid ten duurden te verkoopen, terwyl de voor ons nog waaker.de voorzienigheid 't plan van Retraite , 't welk wy neevens de verdere Hoofden met de grootde moeite ja met levensgevaar, in aanmerkiag der gerefolveerdheid onzer Burgeren die van geene retraite hooren wilden moeiten werkdellig maaken, indien wy beredeneerde moed met voor» zigtigheid paaren wilden, zigtbaar begundigde. Wy, en met ons de bloem van Deventer , Campen , Zwol, Harderwyk, Hattem en Elburgs Burgerye, reevens zoo veele andere braaven uit Amderdam, neevens andere Steeden en Dorpen van ons Vaderland, zyn dan eene gewisfe vernieling ontkoomen, die braaven zyn nog dezelfde, allen nog gereed en verbonden om de Vryheid en het Vaderland overal te verdedigen , ea liever hun laaiden droppel bloeds te plengen, dan tot de keuenen der Slaavernye weder te keeren. Dan het zyn ook deeze zelfde Burgers, Ed. Groot Mog. Heeren, die hunne Huizen, en hunne Bezittingen, hunnen Welvtard verlaaten hebben , en als ballingen omzwerven, gefcheiden van hunne teerde Panden, die meest al door de liefdadige Ingezetenen dezer Provintie onderdeund en gevoed worden , die zyrs het, die om hulp fme.kea en wy voor hun. 't Zy ons dan vergund Ed. Groot Mog. Heeren ! de bronnen onzer Rampen mat weinige U Wel Ed. Groot Mog. voor te dellen. •t Is toch de Provintie van Gelderland alwaar men zeedert lang, vooral zints zeeven of agt Jaaren een Sydema heeft dcorgedreeven , zoo in Oorlog als Vreede, 't welk naar 'c inzien eer kundigden, der braafden van onze Landsvaderen, vooral naar 't inzien van UEd. Groot Mog. den wisfen val van ons dierbaar Vaderland moest met zig fleepen. De zonderlinge maatregelen aldaar genoomen, zoo zeer afwykende van die van onze braave Landgencoten , zyn de waereld bekend. Dog zints korten tyd hebben eenige Staatsieeden, met den Stadhouder aan het Hoofd, door hun fataal krediet, het despotisme in dit gewest tot die Hoogte gevoerd, dat de uitwerkzelen thans de Republicq doen verftommen. Wy als integreerende Leden van Staat, neevens veele anderen welker eerbiedwaardige naamen het laatst gedacht met traanen van dankbaarheid noemen zal,. oor.»  C 99 ) volgens het daar van mede hier by gevoegde affchrift (i) over ons hunne eenige en wettige overheid te doen, en zulks nog wel loideelen, noch voor 't Opperweezen, noch voor 't Vaderland, noch voor al ook niet voer onze Steden en Burgeryen , rekenfchap te zullen kunnen afleggen, zoo wy den ftroom welke alles met zig fl.pte , zoo veel in ons vermogen was geen perk delden. De legaa:(le middelen welken wy van tyd tot tyd met opoflering van alle eigen belang , ja zelfs van de or.s competeerende voordeden der R geering, en op dit «ogenblik met hazard van allé onze bezittingen ten deezen einde in 't werk Helden , verbitterden die Staatsieeden dermaaten , dat van öogenbttk onze ondergang bepaald fchyat. Waarfchynlyk nam men ten voorwendzel een gemeen verfch.l tusfchen de Burgery van Hittum en den Stadhouder, betrekkelyk de aanftelling van zeekere DinUrevt, tot Scheepen en Raad van die Stad, die zyn on-tbg vaa Gaarde du Corps des Stadhou' den toen hy in Eed ftond genoomen te worden niet eens kon prod'uceeren en neg d.ar en beven ongeposfesüoneérd en zonder middel van beftaan was, of die was de beste, de rykfte, de vroedfte, zonder dat dit different jud.cieel of Politieq immer was uitgemaakt. De Ongelukkige Stad van Elburg was tot vernieling gefchikt, uit hoofde van een gefchil of men namentlyk een allerverfchrikkelykst Placaat waar by vry geboore Burgers met bedreiging der fterkfle ftraffen verboden wierd over hunne dierbaarfle belangen zig ter Staats Vergadering re addresfeeren , of zodanige Publicatie waar teegen de Stad zig ten landdage met veele van de Notabe'fte StaatsleeJen or.der protest had verzet , en hetzelve als éen poinét van notoir b zwaar en dus volgens een expres* Staats Refolutie aan overftemming niet fitbjeft, als raakende de Privilegiën of onze Stad verpligt ware zodanige Publicatie in baare Jurisdictie te proraulgeeren, terwyl van zoortgelyke gevallen de voorbeelden van weigering van Bommel en Hsrderwyk voor huiden zyn, zor.der dat dit criticq zoo gecon'eftêerd poinét nimmer van de zyde van de Staa-sleeden is aangedrongen, veel min beweezen. Dan dit «Hes zogt men niet, meH had anderzints gehoor gegeve* aan de r-adrakkelyke Miüve. der Overysfelfche Hoofdfteeden zoo aan den Stadhouder met uitdrukkelyk aanbod van mediatie der gereezene verfchillen, opgevolgt door eene Perfoneele ftate1,-ke Comrtasfie by den Stadhouder ten deezen einde afgelegt, Ken wilde, liever maar de eerfte gelegenheid de befte , hoe ge drongen ook, aangrypen, om het Stadhouderlyk gezag en het Sys tema van despotisme, al was betten kosten van'ftroomen bloeds al was het ten koste van het ganfche Vaderland door te zetten, ef ons voor altoos tot zwygen te brengen, en hier toe, terwyl men wel omtrent zaken i van welkers abuflviteit wel gedagtë Heeren Staaten van Holland door ons fuccesfivelyk op deeze men zig perzoonlyk veilig ftelde, den arm der Militie gevoed met het Bloed en Zweet ook van onze Burgeren , gefchikt ter bewaaring en behoud van Vryheid en Vaderland , oogeblikkelyle zonder eenige minnelyke wegen te hebben beproefd, te gebruik ken. Om deeze redenen voerde men uit hoofde van eene zoogenoemde Staats Refolutie, die zoo klaar als de dag, immers ia ons Quartier , op de fchreeuweudfte illegaalfte wys genoomen is, terwyl de meerdetheid der Steeden en onderfcheiden Ridders,' daar tegen Proiefteerden, en dus ten minften de ftemmen Haakten, eene Refolutie om welke meer dan twintig ^taatsleeden» declarerende dat men tegens geweld geen reedenen moest gebruiken, de Staats Vergadering verlaaten hebben. Om deeze reedenen voerde men eer.e meenigte Krygsvolk regens ons aan , niet naar gewoonte gewaapend , maar voorzietf met het gruuwzaamst Oorlogstuig als tegens de wreedfte buyten-: landfche Vyander, Bomben, Mortieren , Hauwitzers en allerley. zwcar gefchut , waren de middelen door eenige Staats Leeden gezonden, niet om ons te overtuigen, maar om orze Huizen te verpletteren, onze bezittingen te vernielen , ons, onze Egtgenooten en Kinderen te doen omkomen , of onze Vryheid en Voorrechten voor Eeuwig aan willekeurige banden te leggen, niet volgen»! het gewoone Oorlogs gebruik zouden wy , en vooral ook niet onze Bondgenooten behandelt worden , maar volgens een Staats Manifest of door het Oorlogstuig fneuvelen, of' op andere wyze» zonder uitftel geftraft worden ; en wie zogt men op zoo eene fchrikverwekkende wyze te vernielen? de beste, de voornajnrft;, de meest gegoede Burgers van Steeden van een vry gameenebest, die niet door Oproer, door omkeering van goede order, dior vortgting van billyke Watten , (van dit alles betuigen wy voer het oog van dien God die ons alle kent die ons binnenftèdoorziet, den (lerkflen afkeer te hebben) die niet door geweld„ maar door eerbiedige fmeekrgen den nood des Lands en de nood-; zaakelykheid der verbeteringen tot hun eigen behoud aanweezen^ deezen ei'cht men Vyandelyk op, men occupeerd eene ftemmenJ de Stad naarze befchooten te hebben , men waagt de Burgery aan de woede van dolle Krygiknegtau met dat gevolg reeds dat, volgens verklaaring van oog getuigen binnen Hattum, de verlaar te Huizen open geflaagen, de Goederen vernield en geroofd, de? koftbaarite Effeften en Papieren verfcheurd en verftrooid zyvr, zonder zelfs de Huizen der Predikanten , van 's Lands Ontfangers, minderjarigen , noch die daar de Armenkas bewaard wier* te ontzien, ja dat de algemeene plundering zoo vergebragt is „: dat naauwlyks befchaafde Natiën tegen haare-ergfte Vyanden ür deez» Bb 2  ( 100 ) deeze Materie aan Hoog dezelve afgêzondene Misfits ten klaarden hebben kunnen overtuigd wezen, en welkers ge. heele deeze Eeuw daar van in vollen Oorlog een voorbeeld opleeve- ren. Eene oude arme Weduwe, niemand beledigende, is zelfs door deeze moedwilligen , enkel om dat haar uithangbord de Vryheid was, deer.'yk mishandeld en beroofd. En de Godheid alleen weet welk een droevig noodlot 't Rampzalig Elburg in deeze oogeablikken reeds treft, wat was er dan voor ons overig Edele Groot Mogende Heeren! in deeze tyden, ïn welke men geen recht kent, geen wetten meer volgt, geen eigendommen meer Eerbiedigt; en Burgerlyke Regten en Voorregten als harfenfchimmen befchouwd worden, daar 't recht van' den fterkden alleen prrevaleerd ? wat was er voor ons dan over dan ons Vaderland te verladen , onze bezittingen op le offeren en andere ftreken daar hy, die God vreest, die Wetten eerbiedigd, en zyn naaften geen ongelyk doet , voor Politieq geweld veilig is , terwyl wy Proviftoneel dekking tegen perfoneel geweld , en befcherming by de nooit volpreezene Overysfelfche Regenten, onze herbergzaame en menfchlievende nabuuren vinden, wat anders dan ons verders tot onze Bondgenooten, voor al ook nu tot UEd. Groot Mogende te wenden, en eerbiedigst doch teevens nadiukkelykst de gezegende Unie van Utrecht in te loepen, met hartelyke dankbetuiging voor de reeds door UEd. Groot Mogende tot ons behoud aangewende pogingen; ons bederf doch behoord mede waarfchynlyk tot het gefmeede plan tegen de Burgerlyke Vryheid,'een plan zoo fchrikkelyk als uitgebreid , 't welk op dit openblik mogeiyk misfehien word voortgezet. Wy befweeren UEd. Groot'Mogende, tot welkers regtvaardigheid, liefde tot het Vaderland , bekende Trouw en magtigen Arm Wy toevlugt neemen. Wy befweeren UEd. Groot Mogende by iet bloed van UEd. Groet Mog. en onze Vaderen, by het kout gebeente der Stigteren van ons Gemeenebeft, der dwingeren van Philips en Alba, tot onze hulp tydig toe te fchieten, ons, onze Echtgenooten en Kinderen, onze Bezittingen in UEd. Groot Mog< byzondere uitdrukkelyke en efficacieufe befchermingen te neemen, — teswyl wy alhier plegtig betuigen alle onze handelingen aan 't ftrengfte onpartydig onderzoek gaarne te willen orderWerpen. De God onzer Vaderen , UEd. Groot Mog., ja ganfeh Nedérland kent toch onze zaak. Wy bidden den Grooten beflisfer aller uitkomften UEd. Groot " Mog. dierbaare Perfoonen en gedachten onder zyne befcherming te neemen, — hy doe dezelve nimmer in zoortgelyke ongelukken deelen, — hy behoude door de magt UEd Groot Mog. in zyne voorzienigheid toebetreawd ; het fel gefchokte Vaderland, en heele onwaarfebynlykheid, by een bedaarde "en onbevooroordeelde reflectie van den voordragt zelve ten klaarften moesten in het oog Ioopen , maar , bet geen nog verder gaat die van ons gevraagde verantwoording, wanneer dezelve by Hun Heeren Staaten van Holland niet voldoende mogten bevonden worden, te vergezellen van Couiminatol* ren jegens ons, welke wy van dien aart en dat uitzigtbe, fchouwen, dat wy de gevolgen daar van liever aan de bedaarde refkftien van UEd. Mog. hebben willen overlaaten, dan het irreguliere en ongehoorde derzelve alhier nog verder te eplucberenf Daar wy ons geheel geperfuadeert bou. den, en ook van UEd. Mog. Bondgcnootfchappelyke Officien niet anders mogen verwagten , dan dat UEd. Mog. met en het Vaderland is zonder tydige, zoader kragtdadige hulp vaa UEd. Groot Mog. voor altoos, voor eeuwig verlooren. Maar hoe zouden wy aan de verligte Staatkunde van UEd. Groot Mog. herinneren, 't geen dezelven ten vollen , onaindig klaarer dan wy doorzien. Wy, onze Burgers, hunae Echtgenooten, hunne Kinderen, de duizenden onzer Landgenooten, willen UEd. Groot Mog. gunftige beflaiten te onswaarts zegenen , buirengewoone ongelukken tog roepen om buitengewoone hulpmiddelen, 't laatfte nagedacht onz-r dankeüde r akoomelingen zullen met betraande wangen in de Jaarboeken des Lands uwe gedagtenis zegenen, — zy zullen dankofferen op uwe Graaven brengen, op welken men den Ede. Ien taarn van Redders van 't Lieve Vaderland leezen zal. Wy bidden den Alregeerer UEd. Groot Mog. Vaderlyke, Poogingen tot behoud van 't zuchtend Vaderland met den besten Zeegen te bekroonen, Uwer Ed. Groot Mog. luifterryke Reegering fteeds voorfpoedig te maaken , terwyl wy de Eer hebben met gevoehns van de j zuiverde Hoogachting en Eerbied te blyken. EDELE GROOT MOGENDE HEEREN! Uw Edele Groot Mag. Ontmoedig* Dienaren (was geteekend ) H. van Waterveld, Scheepen en Raad der Stad Hattem. J. a van Dyk, Lid der gezw. Gemeente van Hattem. J. W. Waunenbtff, Regecrend Burgemeester, qq. Af. Seis:, Scheepen en Raad, qq. G. Henggeveld, W. *., Lid der gézwooren Gemeente, qq. allen van Elburg. Ter ordonnantie van dezelve, 's Hage den 10 September ' 1786. ( was geteekénd ) Herm. Hendk.. Vitmmja.  t ioi ) met ons van alle overheerfching 'avers, met de Heeren Staaten der overige Provinciën, wel zuilen-gelieven te concurreren, gelyk wy zulks ook op het Vriendnabuurlykfte, en inftantelykfte by deezen van UEd. Mog. zyn verzoekende, om dukgemdde Heeren Staaten van Holland en Westvriesland door alle gepaste middelen en motiven te overreden, om van deeze hunnen tusfchen Bondgenoten allerzins onbetamelyken handel wyze ten opzigte van ons gehouden, ■en by ons antwoord aan Hoogstdezelven , waar van wy mede bier nevens een affthrift voegen (*), in'tbreedeopengelegt, te rug te komen, en aftezien. Waarmeede eindigende zullen^wy Edele Mogende Heeren, byzondere goede Vrienden, Nabuuren en Bondgecooten! God bidden Uw Edele Mogende te houdsn in zyne Heilige befcherminge. Gefchreeven teZutphen, den léden September 178ö. Uwer Edele Mogende goede Vrienden De Staaten des Furstendoms Gelre en Graaffchaps Zutpben. Ter Ordonnantie van dezelve ( Was getcekend ) B. GUTB. PLEGHER. ',, En (*y Edele Mogende Heeren, byzondere goeds Vrienden Nagebunrcn en 'Bondgenooten! Hoe zeer wy ons gevleid hadden, dat onze Misfives welke wy op den 4den en 7den deezer maand aan UEd. Mog. hebben gefchrevendie ingresfie by UEd. Mög. zouden hebben gevonden, dat daar uit eene volledige overtuiging by UEd. Mog. was geresulteerd nopens de verkeerde denkbeelden, waar in UEd. Mog. zyn gebragt, omtrent de waare reedenen , en motiven , welke ons tot het neemen van onze Refolutie van den s'ften Augustus jongstleeden met betrekking tot de Steeden Hattem , en Elburg hebben bewoogen, hebben wy nogthans met leedweezen het tegendeel van dien moeten verneemen, uit den Inhoud van UEd. Mog. MisQve van den nden deezer, waarby UEd. Mog. niet alleen betoonen geen de minde reflexieop or.ze zo billyke, als ernstige reprtefentatien, welke met een diep dilzwygen worden gepasteen te hebben gemaakt, maar waar by odk UEd. Mog. zelfs nog een ftap verder gaan , en onderneemen om onze handelingen , en beduiten te veroordeelen, en ons des wegens rekenfchap af te vorderen. Wy I. Stuk. No. 16. „ En ook nog eene Misfive van de Staaten Van Over» „ ysfel van den i4den September 1786." EDELE MOGENDE HEEREN! De zugt ter behoudeniste van het Vaderland, de herftelling van de rust, het vereffenen der verfchillen en onlusten in Wy ftaan waarlyk in twyffel Ed. Mog. Heeren ! of wy meer verontwaardigd moeten zyn over het addres door en van wegens «enige van onze. Ingezetenen aan UEd. Mog. gemaakt, dan verbasst over den Inhoud van UEd. Mog. MLGve , waar by dat addres aan ons hébben toegezonden. Wy zyn billyk met ind'gnatie aangedaan dat onze Ingezetenen waar onder zelfs Leden der Regeering wórden gevonden , zig: hebben durven te onderdaan, om zig over ons hunne wettige Souverain by Uw Ed. Mog. te beklagen en aan ons toe te fchryven en te verwyten, oogmerken, en maatregulen van de welke wy zoo zeer alieen zyn, en die wy zoo zeer verfoeien , als een eenige van onze Bondgenooten. UEd. Mog. zullen niet van ons verwagten , en wy zyn ook niet voorneemens om ons in te laaten in eene wederlegging van voorgeevens, en Hellingen , die op eene fchandelyke wyze verdraaid en in een allerhatelykst daglicht voorgedeld worden. Onze handelwyze én beflni en van den beginne af der ongelukkig gereezene onlusten, en verdeeltheeden in deeze voor heen zoo bloeyende, maar thahs zoo zeer vervallen Staat zyn al te waereldkumlig, dan dat die eenige judificatie zouden vorderen. Maar wy moeten verfteld ftaan dat UEd. Mog. hebben kunnen van zig verkrygen , om zoo eên ongehoord , en alle de paaien van eerbied aan ons veefchuldigt te buiten gaande addres van eenige Irgezétenen deezer Provincie , en waar van het bioote voordel, mecrendeels in fchrik verwekkende exclamatien beftaande, voor UEd. Mog. fufficient hadde behooren te zyn, om van de ongegrondheid der pofitiven óvertuigd te worden , aan te neemen , en daar aan gehoor te verlenen , en dat het UEd. Mog. daar beneevens heeft kunnen behaagen, om zig by derzelver Mi;Cve met betrekking tot ons uit te laten op eene wyze, met de discretie, en vriendnabuurlykheid tusfchen twee met eikanderen verbondene Leeden van een Bondgenootfchap, en met de digniteit van een Souveraine Provintie zoo weinig beftaanbaar , en zu'ks nog wel te verzeilen met een Comminatoir voor ons Souverain gezag, en independentie ten hoogften beleedigende. Wy hebben zoo min als een der andere Bondgenooten ons sangetrokken of gemeleert, wanneer UEd. Mog. in voorige jaaren , als geduurendede tegenwoordige binnenlandfche troubles, en beroeringen, in gevallen misfehien van vry minder aanbelang, era. ploy van de Mülitie in UEd. Mog. Provincie hebben gemaakt, en wy hadden dus ook nimmer kunnen vermoeden , dat UEd. Cc . - m*  ïn de Provintie van Gelderland over de demarches by Hooggemelde Heeren Staaten tegen de Steeden Hattem en Elburg'te werkgefteld, die gevolgen die het zelve reeds by de geheele Natie heeft gehad, en die wy nog fchroomen, zoo wel ais eene fcheuring in het Bondgenootfchap, hebben Mog. zig thans in het beftier van onze Provinciaale zaaken van gelyken aart, als die zouden hebben willen immisceeren. Wy befchouwen derhalven deezen ftap van UEd. Mcg. van die natuur, en verre uitziende gevolgen, dat wy ons aan d'eene kant verplicht hebben gevonden, om die tot kennisfe van on» ze Meede Bondgenooten te moeten brengen , ten einde UEd. Mog. door hunne meedewetkinge mogen wórden overreed, om van- derzelver irreguliere handelwyze te rug te koomen , terwyl wy moeten verklaaren, dat geene politie voor ons min verkieslyk zoude weezen dan die om door zyn Mede Bendgeneot de Wetten te werden voorgefchrceven. En aan de andere zyde ons niet kunnen dispenfeeren, om UEd. Mog. eene nadere én duidelyke explicatie te vraagen omtretit de waare zin van het Gomminatoir in 't flot van UEd. Mog. Misfive vervat, en wat het oogmerk en intentie van UEd. Mog. daar meede zoade mogen weezen, ten einde wy daar na onze verdere maatregukn zullen kunnen neemen. Ondertusfchen verhocpen wy dat de inftantien , welke wy voorneemens zyn by onze overige Mede Bondgenooten ten einde voorfchreeven te doen de gewenfehte uitwerkinge, en invloed op UEd. Mog. zuilen mogen hebben, vermits wy anders tot ons leedweezen moeten te gemoet zien het noodlottig tydltip van het verval. en de tota'en ondergang van het Bondgenootfchap , en met hetzelve van het dierbaar Vaderland, waar aan wy niet dan met•fchrik kunnen gedenken, en't geen God verhoeden wil, dog waaromtrent nogtans in zoo een onverhoopt en geducht geval, altyd die vertroostende gerustheid van een zuiver , en blank geweetea van daar toe -geene de minde gegronde aanleidinge te ijebben gegeeven, voor ons zal overblyven. Waar meede eindigende zullen wy Edele Mogende Heeren , byzondere goede Vrienden, Nagebuuren en Bondgenooten! God bidden UEd. Mog. te houden in zyne geuad'ge hoede , en te neemen in zyn heilige befcherminge.. Gefchreeven te Zutphen ten joden September 1786. ,Uwer Edele Mogende goede Vrienden De Staaten des Furstendoms Gelre en Graaffchaps Zutphen. Ter Ordonnantie van dezelve. » ' R. GO TB, PLECHfiR., : ben ons geanrmeert, om aan de Heeren Staaten van Gelderf land, onze mediatie, die Hun Ed, Mog. hadden geëxcufeert op nieuw aan ie bieden, als zynde de eenige en gefchikte weg, welkeer nog overblyft, om alle verdere rampfpoeden en onheilen voor te koomen. Wy verzoeken UEd. Mog. daar toe te willen concurreren, en alle perfuafive efforts aan te wenden, om dezelve daar toe te exborteren en bewegen, ons refererende ten dien einde tot de Mislivens (j) aan Hoog- gemelCt.) EDELE MOGENDE HEEREN! De Heeren onze Ord. Gedeputeerden hebben ons by het openen van deeze onze vergadering ouvertare gegeeven van al. het geene tot deeze onze Extraordinarii byeenkomst aanleiding heeft moeten geven , en teffens van de refcriptie die UEd. Mog. hebben gelieven te depecheeren cp d rzelver inftantien gepaard met die, door de Steeden Deventer, Campen en Zwolle vooraf reeds gedaan. Wy zouden ons ook terftond bekwaamd hebben om UEd. Mog. voorgemelde refcriptie in deliberatie ten neemen, en.onze gedachten daar over meede te deelen. Dan voor en aleer wy zulks heb-> ben kunnen doen, zyn ons op de ernftigfte en presfantfte wyze voorgefteld de allergrootfte fenfatie , welke UEd. M g. befiuit om de Steeden Hattum en Elburg, met militaire magt te bedwingen niet alleen, onder de Burgeren en Ingezetenen der Steden en platte Landen van deeze Provincie heeft veroorzaakt, maar zelfs tot andere Provinciën is doorgedrongen, Dezelve worden nog merkelyk vermeerdert en geaggreëerd door de tydiog van den aan» marfch der Troupes na de provincie- van Utrecht tot dezelve eindens, als waartoe die by UEd. Mog. zyn gebruikt; door de tydingen, dat de Troupes in Gelderland worden vermeerdert,, dat die ree-is gebruikt zyn in de expeditie tegen Hattum en Elburg in hunne Stand Quirtieren op de Confinien deezer Provincie worden gehouden daar dezelve, deeze militaire tocht afgelopen zynde, om geene verdere ongerustheid te verwekken, reeds hadden kunnen te rug getrokken en in hunne vorige gaamifoeaea geplaats zyn, immers daar, alwaar ze geene ombrage konnen geven. Wy hebben in deeze kommerlyke omftandigheeden beflooten onze vergadering by een te houden en op alle voorvallende zaken betreklyk de tegenswoordige bezwaarde conjunctuuren, by de hand te zyn en gereed, om na rype overleg zodanige befluiten te kunnen neemen als tot verhoeding van alle gevaarlyke gevolgen , het voorkomen van een Burgerkryg , losmaking der banden van vereeniging, en herftelling der Ruft in dit gemeenebest en Provincie convenabelst zullen zyn. Wy verzoeken dit zelvde van UEd Mog. en daar wy geen de minfte oogmerken hebben , dan deeze en die reeds by de Misfives der drie" Steeden gefamentlyk aan UEd. Mog. gefchreeven zyn gemanifesteerd, zoo meenen wy, dat en van fyde van UEd. Mog. geen beeter bewys kan gegeeven.  ( 103 ) gemelde/Heeren Staaten gifcbreêven, dewelke wy hier copykely byvoegen, en voorts deszen tindigende enz. Nog vea w^rck-n tot dezelve oogmerken, dan dat Ufcd. Mog. die voor ziening doen, dat do voorgemelde Trouppes na hunne Siar.dplaatzen worden terug gezonden, ten welken einde wy ook aan Zyn Hoogheid ons hebben geaddresfeert, om zulks, zooveel denzelven aangaat ten prompften en fpoedigflen te willen effectuecren wy verzeke en UEd. Mog., dat zonder die voldoende geruftftelIing wy bui en Haat zyn, de gisting der Gemoederen die hoe langer boe h;cviger word, te kunnen matijen , en verwachten dus dat US1. Mog. daar aan meede gelieven te voldoen ons referveerende UEd. Mog. over de verdere pointen nader onze re» fcriptie ce zullen doen toekomen, waar meede enz. den 7 September 178.6. EDELE MOGENDE HEEREN! Wy hebben niet dan met de uiterfte ontroering gezien den za. menloop van ongelukkige oniftandigheden , dewelke uwer Ed. Mog. befiuit, om de Steeden van Hattum en Elburg door militaire magt te dwingen heeft naar zig getrokken , de ongemeene fenfatie en verbittering, die zulks by de geheele Natie heeft te wege gebragt, en de ombrage en het wantrouwen , ivelke daar door niet alleen by het Volk in 't gemeen maar ook by de Re. genten , zoo in deezen als andere Provinciën , is toegenomen. Wy willen niet ontveinzen, dat wanneer wy onzen aandag: vestigen op het teegeawoordig tydftip , waarin zig de geheele Staat thans op dit oogenklik gefteld vind , wy het iierbaar Vaderland in vollen nadruk zien pericliteren. Wy hadlen by onze vorige Misfive wel voorgenomen , om uwer Ed. Mog. Misfive aan onze Ordinaris Gedeputeerden , geaddresfeerd, in allen deelen te beantwoorden en ons te uiten over het geen UÉd. Mog. ons daar by gelieven te informeeren en voor te ftellen, dan by nader reflectie en om gewigrige redenen hebben wy gemeend, dat nog tot gefcbikter gelegenheil te verfchuiven. Wy zullen dus niet intreeden nog te rug keeren tot het opfpooren der oorzaaken van het voorgemelde gevaar, dit zoude ons den weg die ter behoudenis van 't Vaderland, tot afweering van eene totale Scheuting of vernietiging in te (laan , voor by doen ftreeven, en dit ons doelwit misfen. Wy 'laaten dit zoo wel als de verfchillen met dè Steden Hattum en Elburg in het midden, en avanceeren daaromtrent niets, het geene of UEd. Mcg. in Hoogst derzelver autoriteiten Hooghei i, of die Steeden in hunne rechten en fuftenuen, zouden kunnen prrejudicieeren. Wy zeggen maar alleen, dat hoe die zaaken ook mogen zyn Se omftandigheeden, waar ia UEd. Mog, verkeerden zoo wjl als de „ Nog kwam ter gemelde Vergadering binnen navolgenü „ de Misfive van den Hoove Provinciaal, gefchreeven aan Heeren Gedeputeerdens in antwoord op die van Haar Ed, „ Mog. van den lïden September". Ed. de geheele ftaat, op dit tydftip althands niet aanrieden , om gei bruik te maaken van de Militaire magt , de welke UEd. Mog. voor zig daar en tegen gepaft hebben gekeurd ; Eene openlegging van den ftaat der zaaken en der verfchillen , na eene verleende furcheance op 't inftanftelykst en gereitereerd by UEd.' Mog. verzogt en aangedrongen; en het aanneemen der door ons aan te biedene mediatie van welker apparentie UEd. Mog. zoo uit de Brieven der Regeeringen van de drie Steeden deezer Provincie als van onze Ordinaris Gededuteerden genoegzaame verze-j' kering hadden; vermeenenWy, dat voor zalks verlangende Bondgenooten en de geheele Natie, die zig daar voor interesfeerde, de in dit tydftip eeniga en ook alleen gefchikte weg zoude hebben geweeft, om UEd. Mog. te bevryden van de verdenking daar over opgevat.. Als wy nu al verder het gevolg dat deeze zaak gehad heef* b :trachten;, en wy letten op de uitdrukkingen waar van UEd.Mog. zig bedienen in Hoogst derzelver bekende Manifest ; de' clementie, daar by uitgeboden en de weg van Juftitie, welke be-y geeren in te flaan, enz. en vergelyken dan daar meede het geen' by en na de occupatie der Stad Hattum is voorgevallen, dan kun«nen wy ons niet onthouden om onze fmert die wy gevoelen aau; den dag te leggen: niet denkende welk een befiuit daar over op te maaken. Het kan toch U2d. Mog. immers niet onbekend zyn geblee»ven, zoo als het ons door de ingekomene, berigten ten hoogfteEwaarfchynlyk is gemaakt en in veele opzigten y uit geloofvvaaïdige getuigecisfe gebleken, dat er tegen de goederen , huizen ea bezittingen van de Li.gewekene Regenten en Burgeren door de militie op eene verregaande en de ongehoordfte wyze,.met roof en plundering is te werk gegaan zoo dat de Kerkzelvs cn Armgoederen , daar van niet zyn verfchoond gebleeven : zender dit voldoende-Mefures door de Bevelhebberea zyn genomen ora deezen . woesten en ongeregelden handel, in eenen buitenlardfchen= oorlog naauwlyks te begrypen of geufiteerd , voor te komen oC' te ftui eiii en het geene het zelve te. ftraf baarder maakt, niet alleen by het in koomen van het Guarnifoen maar ook, daar na be>gonnen eu uitgevord. Wanneer wy, nu verder UWEd. Móg. nadere MMü'ves- en dó-leance befchouwen, over en tegen de Refolutien en aanfehryvee' van de Heeren Staaten van Holland en West- Vriesland, aan de: Troupes op hunne repartitie ftaande, genomen en gegeeven., kunnen wy die zoo min als ons zeiven,.die zoortgeljke orders ge-- fl-clt»1 Cc Z-  ( 104 ) Ed. Mog. Wyze Voorzienige en zeer Dlscrfe'e Heeren! Wy hebben niet eerder dan gisteren morden ontvangen UEd. Mog. Misfive van den I2den deezer met bygsande gedrukte exemplaar eener Publicatie van de Ed. Mog. Heo. •-, -r- . „-,...-.-_-. • - nn fteld en de Troupes op onze repartitie aangefclireeven hebben, onfchuldigen van een voorzieninge waar van men in gewoone tyden geen gebtiuk zoude hebben gemaakt. Doch wy kunnen egter ook niet ontveinzen , dat deeze maatregel ons thans met al dat, alleen gefchikt voorgekoomen is, om zwaardere rampen en onheilen , die anderzins ons hier uit onvermydelyk fcheenen te zullen moeten refulteeren en niet minder dan eene totale fcheuring m het Bondgenootfchap aanduiden , te pnevenieeren. ; Wy hebben gefchroomd en fchroomen nog de ysfelyke gevolgen van eenen Burger oorlog: deezen wenfchen wy onder afbiddinge van de Goddelyke hulpe voor te komen : alleen deeze en diergelyke Voorzieningen by het Bondgenootfchap of andere Provinciën, kunnen en behooren daar toe te ftrekken. De omftandigheden binnen dit Gemeenebest en onze Provincie vorderen zulks, ja nog meer: Wy verzoeken dat UEd. Mog. onze waare oogmerken alleen daarna beoordelende, dan ook in dit Criticque tydsgewrigt zullen willen ten besten houden en teffens gelooven dat er geene betere nog zekerder weg , thaas in te liaan is, dan die van bemiddeling , dewelke wy als nog zoo hartelyk als welmeenend koomen aan te bieden ; in vertrouwen, dat zulks ook door de andere Bondgenooten moge worden geoordeelt en daar tee geconcureerd, de onderhandelingen zonder Vertraging begonnen en ten einde gebragt. Deeze Mediatie zal ontwyffelbaar aanmerkelyk bevorderd worden , indien UEd. Mog. de zaak honden in ftaat en furcheance, de te rug komst der uitgeweken Burgers en Ingezetenen allefints bevorderen, en hun de noodige en voldoende geruftftelling geliefden te verleenen. Wy verzoeken UEd. Mog. ernftig te willen bedenken , of er in deezen tyd , daar êr zon veel vréeze is uit hoofde der verklaaringen door de Heeren van Utrecht aan ons gedaan en de verzoeken van adüftentie by UEd. Mog. voorgedraagen, dat diergelyke maatregulen als by UEd. Mog. genoomen zyn, ook in die provincie zullen worden gebuteerd, wel eenige andere weg overig is, al» die, welken wy UEd. Mog. hebben voorgefteld. Wy begrypen dit in dit hachelyk tydsgewrigt allernoodzaakelykst: Wy zien dit aan voor deneenigen mogelyken weg om geweldige middelen te keeren, de Natie zelfs getuft te ftellen, en voorts te kunnen toetreeden tot de prompfte en toereikendfte middelen, dewelke het te deerlyk gefolterd Vaderland kunnen redden, de verloren eendragt op meer folide gronden herftellen en ren Staaten, betreffende'de omftandigheeden binnen deeze Provincie plaats hebbende , bereids op den voorfchreeven ia Jen deezer te Amersfoort gearrefieerd, en dat ook niet tegenftaande den Inhoud daarvan reeds voor 't geheel geplaatst was in de Dingsdaagfche Courant welke op eergisteren te Amfterdam is uitgekoomen, wy hebben dier.zelfden ochtend de voorfchreeve UEd. Mog. Misfive ((trekkende om ons te verzoeken, het doen afkondigen en aanplakken der gemelde Publicatie binnen de Stad, Steeden en Landen van Utrecht) in ernftige overweeging genoomen, dan ver« mits onze Vergadering wegens de vacantie zeer incompleet was, als uit niet meer dan drie Ordiraris Raaden beftaan. de en ons deeze zaak van te veel gewigt toefcheen om dezelve met drie prefeut zynde leden aftedoen , hebben wy onze befogne gecontinueerd tegens des avonds ten 5 uuren en immiddels de abfente Leden , die wy dagten dat nog aan te treffen zouden zyn by Misfive, van deeze onze gecontinueerde befoignes doen kennis geeven, doch ook als toen onze Vergadering uit niet meerder Leden beftasn. de dan 's morgens te vooren, hebben wy na ferieufe deliberatie over den Inhoud der gemelde Publicacie en Misfive, in aanfcbouw nemende den toedragt van zaaken binnen dee. ze Stad waarvan U Ed. Mog. zoo zeer geene bevatting kunnen hebben, als dezelve plaatzelyk door ons Worden opgemerkt eindelyk, (ook na ingenomen te hebben het advies van een Heer Raad Ordinaris welke wegens indispofitie de Vergadering niet konde bywoonen) gerefolveerd, U Ed. Mog. in confideratie te geeven om ler Staaten Vergadering in nadere deliberatie te brengen, of het niet raadzaamer zou» de zyn, het afkondigen en aanplakken, der bovengemelde Publicatie by Provifie te furcheeren; wyl bet ons onder correctie voorkomt dat in contrarie geval niet alleen hindernis zal werden toegebragt aan bet heilzaam oogmerk van Hoogst, gemelde Heeren Staaten by de voorfchreeve Publicatie gedeclareerd, namelyk dat Hun Ed. Mog. niets aangenaamer zyn zal, dan de gerezene oneenigheden te doen ophouden tn in der minne, ten nutte der Ingezetenen zelve te teri mineeren, waartce de Bondgenoot/chappelyke Officien zy» verzogt en men alle reden heeft dezelve te verwagten, maar ook en conferveeren, waartoe wy bidden dat Neerlands God, de pogingen aller Regenten wil zegenen, UEd. Mog. harten bewegen, en voorts Hoojst dezelve houden in zyn heilige ipefcherming, &c. den I4den September 17$-  ( 105 ) èok vtelligt onze bedfendeBS," welken alle binnen deeze Stad zyn gedomicileerd, buiten eenigen vrugt zouden kun. nen bloodgefteld zvn aan onaangenaamheden, waarvan de gevolgen niet te bepalen zyn. Eb hiermeede Ed. Mog. Wyze Voorzienige en zeer discreete Heeren! Bevelen UEd. Mog. in de gunflige Proteclie des Allerioogften. GefchreeVen te Utrecht, den zoden September 1786. UEd. Mog. goede Vrienden en Dienaren Die Praefiderende en Raden 'sHoovs van Utrecht Ter Ordonnantie van Dezelven ( was geteekent ) CORNELIS de WYS. De Heeren Staaten van Utrecht, te Amersfoort den '„ jden Ottober weeder vergadert zynde, ontvingen hoogft„ dezelve van den Heer Erfftadhouder, navolgende misfive, „ met toe zending van de aan Zyne Hoogheid , overge^ „ zondene nomi»atie der Vroedfchap van Utrecht, ten fine „ van eléctie van Burgemeefteren en Scheepenen voor den „ Jaaren 1787. Edele Mogende Heeren, Byzondere Goede Vrienden! f Wy hebben voor eenige dagen ontfangen eene Misfive, gefchreeven op naam van de Vroedfchap dei Stad Utrecht, gedateerd den 21 September Jongftleden, waar nevens aan ons gezonden is een nominatie ter Electie van Burgemeestelen en Schepenen der voorfchreeve Stad, voor het aan. ftaande Jaar; Wy vinden ons zeer bezwaard, om een Eleo» tie te doen uit een nominatie, die Wy oordeelén niet gemaakt te zyn door die geenen , welke wy als de wettige Vroedfchappen der Stad Utrecht confidireren en het is daarom ; dat wy alvorens ietwes omtrend die Misfive en Nominatie te doen, noodig geacht hebben dezelve aan Uw Ed. Mogen toe te zenden (*), en aan dezelve in bedenking te geeven; of Uw Ed. Mog. niét zouden knnnen goedvinden, in confideratie van de fituatie der zaken binnen de Stad Utrecht, ten einde meerdere verwarringen, voor te koo. men, (*) Zie deeze Misfive hier voren psg, 94, \ Stuk. No. 27. men, om de tham Regeemde Burgemeefteren en Scheper nen provifioneel in derzelver AdtuSle functfen te continueren, op hunne bevorens afgelegden Eed, als meede de Lee* den van de Vroedfchap welke op den 12 Oélober laatftleden, zyn aangeftelt. ij^Waar meede. EDELE MOGENDE HEEREN! &c. Byzondere Goede Vrienden, Wy Uwe Ed. Mog. bevce* len in Gods heilige protectie. Uwe Ed- Mog. Dienftwillige Dienaar. (geteekend) W. Pr. vast ORANJE. Op 't LOO, den 2 Oftober 1786". Ter Ordonnantie van Zyne Hoogheid, by abfentie van den Geheimfcbryver, ( gecontras. ) J. de RIEMER. Waar over gedelibereerd zynde is genomen volgende „ Refolutie". EXTRACT uit de Refolutien van de Ed, Mog. Heeren Staaten 's hands van UTRECHT. Martis den 3 OBober 1786. Ingevolge van de ingekomen Misfive van zyn Hoogheid, den H^ere Erfftadhouder, deezen aangaande aan Hun EJ. Mog. den 2den deezer lopende Maand, gefchreeven, rypelyk gedelibereerd, en in aanmerking genomen zynde de prefente gefteldheid van zaaken binnen de Stad Utrecht, is ter voorkominge van meerdere verwarringen, en ten einde de zaaken aldaar niet verder uit haar geheel gebragt worden , goedgevonden en verftaan; dat de gewoone verandering van de Regeering en van den Geregte der Stad Utrecht, op den iaden Oélober aanftaande, op den voet van het gerefolveerde, op den 21 September 1784, ook als nu, by provifie, zal worden gefurcheerd , gelyk dezelve gefurebeerd word by deeze; ten dien effcéte; dat de op den I2den October 1785 aangeftelde Burgemeefteren en Raaden In de Vroedfchap, als meede de Schepenen derzelve Stad, toen en vervolgens aangefteld, provifioneel op den vorigen voet, en Eed zullen continueeren in hunne refpe&ive qualiteiten: zullende deeze Refolutie, zonder refumtie, by Extract woiden gezonden aan den Heer Burgemeefter Loottn , om hier Dd vsn  ( io6 ) van kennisfe te geeven aan de refpeftive Leden van de Vroedfchap. ( Lager ftond ) Accordeert met de voorfchreeve Refolutien ( was geteekend ) Abf. Secr. PH. RAM. ' „ Ook wierd ter gemelde Vergadering, (dewyl door de rnw gekoaxne Misfives van alle de Hooge Bondgenooten bleek, ,, hoe zeer zy zig geneegen toonde, om door hunne tus„ fchen komft de gereezene oneenigheeden te willen ver* „ effenen,) bellooten navolgende Misfives te fchryven zoo „ aan de Vergadering van Haar Hoog Mog. als by CircuM laire aan de Staten der Refpeólive Provinciën, om hoogst „ dezelve te verwittigen dat by Hun Ed. Mog. do geoffe. „ reerde Bondgenoodfchappelyke intercesfie en aantewende„ ne Officien, met waare erkentenis wierden geaccepteert. HOOG MOGENDE HEEREN! - Daar wy thans het genoegen hebben, dat alle de Hooge Bondgenooten, zich geneegen hebben verklaard, om de gsreezene oneenigheeden , overeenkomftig de Conftitutie en het waar belang deezer Provincie door Hoogftdezelver tusfehenkomfte, by minnelyke fchikkingen te vertffenen, hebben wy ons verplicht gevonden, dat Vriendnabuurlyk aanbod, niet alleen met de levendigftc gevoelens van erkentenisfe, te accepteeren , maar ook met allen ernft by HoogftJezelve aan te dringen , ter zaake van de meer en meer toeneemendt verwarringen, die by vooiduuringe het totaal bederf der Provincie ftonden te canfceren, om zoo ipoedig mogeiyk, Gecommiteerdens, ter bereiking van die gewei fchte einden, te willen benoemen, en de Conferentien aan te vangen, gelyk wy, dit hebben vervat in eene circulaire Misfive,. waar van wy de Eere hebben Copia bier nevens te. voegen ,, terwyl wy noodig oordeelén U Hoog Mogende daar van by deeze kennisfe te moeten geeven, met nftantelyk verzoek , om deeze onze nadere aandrang , op zodanige wyze, als U Hoog Mogende meeft gefchikt zullen bevinden by alle de Hooge Bondgenooten, door derzelver veel vermogenden invloed te appuieeren.. Hier meede. Hoog Mogende. Heeren, beveelen wy Uwe Hoog Mog, ift dfe befcherminge. van God Almagtig, dien wy bidden de-. zelve te co»ferveeren in goede en voorfpoedige Reged ringe. Gefchreeven te Amersfoort, den 3den Ottober 1786". ( was geteekend ) W. E. DE PERPONCHER, Vr« Uwer Hoog Mogende zeer goede Vrienden de Staaten van den Lande van Utrecht, Ter Ordonnentie van dezelve. ( was geteekend ) Abf. Secr. PH. RAM. „ De Circulaire aan de Bondgenoten was". EDELE MOGENDE HEEREN! Nnadien wy thans het genoegen hebben, dat alle de Hoe; ge Bondgenooten zich op ons verzoek geneegen hebben verklaard de in deeze Provincie gereezene oneenigheeden % en meer toeneemende verwarringen, door derzelver Hoogo tusfehenkomft by minnelyke fchikkingen overeenkomftig de Conftitutie en het waar belang der Provintie te vereffenen; betuigen wy by deeze, de aan ons door UEd. Mog. toege. zegde Bondgenootfchappelyke Officien met de levendigfte gevoelens van erkentenisfe te accepteren; en naar mate de verwarringen groot zyn, en bet bederf der Provincie met vafte fchreeden meer en meer fchynt te naderen, vinden wy ons verplicht met dien ernft, welke het gewicht deezer. zaaken, en het behoed van de Provincie aan onze zorge aanbevoolen, vorderd op UEd. Mog. en de verdere Bond. genooten te infteeren die vriendnabuurlyke intercesfie aan. ons ten fpoedigften te. willen pr;e(reeren , en Gecommitteerden ten dien fiae te benoemen, om de conferentien aan te vangen, 't zy alhier te Amersfoort , alwaar wy genoodzaakt zyn onze Vergaderingen voor als noch te continuee»' ren, 't zy op zodanige andere plaats, alwaar men vry en. veilig geacht zal kunnen worden te confereeren. Wy houden ons. verzekerd, dat UEd. Mog. door onze diverfe circulaire Miefives van de ongelukkige gefteldheid. der zaken plenair geïnformeerd , ons deezen naderen aan»1 drang zullen gelieven ten goede te houden en zich overtuigdvinden, daar de zaken in deeze Provincie thans tot dat uitterftezyn gekomen (wy zeggen dit met ontioeringe en leedwee, zenj dat alleen een fpoedige tusfehenkomft. van onze Bond*. genouv  C lof ) genooten den val der Provincie onder den Godd^lyken tf» gen, ncch fchynt te kunnen prtevsnieeren. Hier meede Edele Mog. Heeren, Byzondere Goede Vrienden, Nagebuuren en Bondgenooten, beveelen wy UEd. Mog. in de protectie van God Almachtig, dien wy bidden dezelve te conferveeren in goede en fpoedige Regeeringe. Gefchreeven te Amersfoort, dea 3 Oftober 178Ö. was getekend W. E. DE PERPONCHER Vt. Uwer El. Mog. zeer goede Vrienden, DE STAATEN VAN DEN LANDE VAN UTRECHT. Ter Ordonnantie van dezelve, was geteekend Abf. Secr. PH. RAM. „ Nog wierd ter deezer Vergadering beflooten, aan de „. rejfpeèiye Schouten binnen deeze Provintie aan te fchry„ ven , om geene Penningen op s' Lands Comptoiren, „ binnen Utrecht, zoo lange die gefiooten of belemmert „ gehouden wierden te fourneeren, maar dezelve in hande „ van de Commisfarisfen binnen Amersfoort over te bren. „ gen, op pojne, zoo als by de volgende aanfchryving „ dcor Heeren Gedeputeerden gedaan blykt'". Conform de Authorifatie ter befchryving verleend, hebben wy goedgevonden, UEd. welke eenge maniantie van s' Lands penningen hebben, refpe£tive!yk aan te fchryven en te geladen, om zoo lange 's Lands Comptoiren binnen de Stad Utrecht, op naam van de Vroedfchap geilooten of immers belemmerd zullen werden gehouden, de penningen en ongelden , welke in UEd. distrift geheeven worden te furneren, aan handen van de Commisfarisfen van de Gemee. ne Middelen te Amersfoort, die by de Heeren Staaten daar toe gedurende dien tyd, in naam en voor rekening.van de Ontfangers te Utrecht zyn goqualifkeerd en gecommitteerd* zullende aan UEd. geene betaalingen worden gevalideerd, dan aan-handen van Comisfarisfen bovengen eld, ten waare alleen van die penningen en ongelden, die in de Stad Utrecht en Vryheid van die Vallen, welke als van Ouds ten Comptoire van de refpeflive Ontfangers. binnen Utrecht zullen. Jtosnen: worden gebrachte „ De naderende dag van verandering der Regering binnes „ de Stad Utrecht, op welke nu de zeven aangebleeve Raden» „ ook opentlyk de verandering van Reglement en forme „ van Regeering, moesten aanneemen en-bevestigen, en 'e „ welke thans opentlyk bleek, aan het aanzienelykfte, en „ voorcaarafte gedeelte der Ingezeetene te mistwagen, dooi „ de moeijelykheid waar meede men ondervonden had, dat „ het eligeeren van nieuwe Raaden gepaard ging, na„ demaal , -zeer weinige Perfoonen (dan die, welke „ buiten de wyze waarop zy nu ter Regeering konden in>. „ koomen, van hun zelve nedrige gedagten genoegd vorm. „ de om zig overtuigd te houden, daar toe andeifints niet „ te kunnen geraaken,) zig geneegen toonde, die eere post „ op zulk eene voet te aanvaarden, zoo als de onderving „ ding omtrend eenige der aanzienelykfte heeft geleerd i „ welke na eenige reize den aanbod van de band geweeze te „ hebben, zig gedurige aanzoeken moeiten getroosten, waarin „ men hun zogt te permoveeren, die elcdlie te accepteeren 't „ welk niet zelden even vrugteloos afliep, zoslsi deLysten die „ wy daar van hier voren Pag. f7 en in 't vervolg op geeven» „ getuigen. — De veelvuldige blyken vanattachement tot da „ zoo genaamds geremoveerde Raaden — het leedweezen „ waarmede men de Staten zig na elders had zien vertrek» „ ken — het gemanifesfteerd aankleeven van de meeste ztt „ niet alle Staats beambten aan Haar Ed. Mog. — Dit al„ les moest de HoofdirefteHren binnen Utrecht , (welke, „ ingeval de Staaten tot een dadelyk maintien van hun wet„ tig gezag en tot Soutien van de zoo onwettig gererr.on veerde Raaden, beflooten, doen begrypen dat zy met bas* „ re van alle oorden faamengevlotide • en aan geene dis* ,, cipline gewoone bezetting, niet in ftaat waaren , oas „ eene Stad als Utrecht, waarin een zoo aanzisnelyk ge* „ deelte der Ingezeetenen, nut verlangen het manitient van 't wettig gezag der Staaten en. de dadelyke herftelllng „ van hunne wettige Regenten, zoude bevordert en , mee „ eenige hoop van Succes te verdeedigen;). naar middelen) „ doen omzien, waar door zy te tegelyk gedugter wierden, „ voor hun Ed. Mog.. die zy als Vyanden befchouwde»' „ en teffens zig zoodanig binnen haare muuren verfterkters „ dat nog de regtvaardige ftemme van eene tegens de. ai*„ gemeene vryheid aan onderdrukt wordende meenigte ^ „ zig kende verheffen, nog eenige billyke pogingen tot ver* „ wyderjng van de geufurpeerde magt, in 't werk. gefield „ worden — middelen dia terwyl t% ds. zeekexberd; vooar ' Dd • >*i9  ( 108 ) ,» de Hoofch'redteuren en baaren aanhang bereide, hun te „ gelyk in hunne willekeurige magt beveiligde. „ Geen gefchikter middel dus, dan te bewerken, dat de n Provincie van Holland opentlyk eene gewapende protec s, tie in tyds aan die van de Stad Utrecht beloofde , en » de orders tot dadelyke executie daar van , bepaalde; v waar door de Regeneen en "directeuren in alie gevallen „ verzeekert waaren, haar zelfs en hunne handelingen, met ,, eene genoegzaame gewapende magt te kunnen bjveiligeu „ en onderfieunen. « „ Daar nu tot hier toe, geene gegronde reeden was, en H geene Vyandelykheid exteerde om die protectie te kunnen ,, vraagen en bekoossen en, echter die protectie de waarborg „ der veiligheid van de flappen die op den 12 Oftober bin. „ nen Utrecht moesten gebeuren, zyn moeftj is het dan wel ** te verwonderen dat men tot gerugten zynen toevlugt nam, „ ja is het te verwonderen, na 't geen wy bevorens om„ trend het plan der Hollandfche Directeuren gezegt heb., ben, dat die gerugten, hoe zeer by de Hollandfche Hee», ren zelfs voor ongegrond, —- voor onmoglyk gehouden, „ echter de grond, dier teegens de Unie ftrydende verleen„ de protectie, gemaakt hebben. „ Is het boven dien niet zeer op merkelyk, dat de Heer "„ Rhyngrave van Salm die den 3 s' Avonds uit Holland 3, binnen Utrecht gekoomen was, den 4 juist by den Heer ,, Smisfaert het middagmaal hield, wanneer, dien nagt op „ eene ingekomene tyding de Vroedfchap in allereil verga9, derde, en een Courier na s'Hage verzonden wierd, waar„ op den 6den Oélober by de Staaten van Holland, de na. si volgende merkwaardige Refolutie wierd genomen. EXTRACT uit bet Regifler der Refolutie» van die Heeren Staaten van Hou.and en Westvriesland , in Hun Ed. Gr. Mog. Vergadering genomen , of Vrydag den 6 OBoBer, 1786. De Heer van Wasfenaar , Heer van Starrenlurg, en verdere Heeren, by Hun Ed. Gr Mog. Refolutie, van den 6den September 1786, gecommitteerd tot het perfoneel Be* fogne, hebben ter Vergaderinge voorgedragen, dat aan het gemelde Befögne van meer dan eene zyde, en byzonder door eene Misfive van de Vroedfchap der Stad Utrecht, tydingen waren ingekomen van een toeftel, in de Provincie van Gelderland gemaakt wordende, om , door 't employ van een groot aantal der Troupes van den Staat, tans in 1 I ( 1 t c : c i 1 a 1 c i c I tl h V die Provincie zig bevindende, eerftdsagt eené* vyandelyko onderneeroing tegen de Stad Utrecht ter uitvoer te brengen, om dezelve, ware 't mogeiyk voor overmagt te doen bukken, welke tydingen zoo gecircuraftantieerd en met ee« detail van de beraamde ordres, nopens den tyd en wyze van den aanmarfch, en 't getal der hier toe beftemde Troupes, waren opgegeeven, dat zy Heeren Gecommitteerdens, uit hoofde van het gewigt der zaake zwarigheid hadden moeten maken, om daar van aan Hun Ed. Gr. Mog. generley :ommunïc3tie te doen. Dat zy voor zig evenwel niet ontveinzen konden, geen genoegzamen grond voor de realiteit van dat alles te heb» ben aangetroffen; immers dat, voorzoo veel eene dierge. lyke onderneming gefchieden zoude met kennis en concur. renti'! der Heeren Staaten van Utrecht, dit genoegzaam wierd wederfprooken door de Demarches van die Heeren, :n door derzelver zoo openlyk als onder de hand gedaane verzekeringen, van niets vyandelyks tegen Utrecht te zulen aanvangen, maar ten vollen geneegen te zyn, om den veg inteflaan tot eene miBuelyke fchikkiDg: verzekeringen lus, welken , indien men de exiflentie van eenige goede rouw fupponeeren wil, alle geloof verdienen moeten; ter* vyl, wat betreft het doen van vyandelyker; aanval, buiten :ennis en medewerking van de Heeren Staaten van Utrecht iets 't geen , naar het fcbynt, wel 't mceft gevreesd vierd) dit zo extravagant was voorgekoomen , dat ook !aar in geen de minfte warrfcbynlykheial gefield kan worlen. (1) Dan dat, wat van dit alles ook zoude mogen weezee, y Heeren Geeommitteerdens egter niet konden verbergen e nadeelige uitwerkzelen, die zy befpeurden, dat door de igekomen tydingen binnen Utrecht wierden tc weeg ge. ragt, naardien hier door weder was ontdaan de grootfte gitatie in de gemoederen, welke natuurlyk tot gevolg moest ebben eene meer toeneemende verwydering, en dus eene ispofitie geheel en al ftrydig met die, welke den meeff ge. :hikten grond zoude dienen te leggen van het goed fucce» er aantewenden poogingen tot eene gepafte minnelyke fchiking, en dat zy daarom vermeenden, dat het van het aller- uiter» (1) Uit deeze premisfie blykt klaarlyk dat Heeren Gecommitlerde, de tydingen by de Misfive van de Vroedfchap van Utrecht juden voor notoire urgeftrooide en van alle grond niet alleen m waarheid, maar van waarfcbynelykheid ontbloote gerugte. (i) Niet  C 109 ) tulerite belang zoude zyn, dat er ten fpoedigften middelen wierden aangewend, om de opgevatte vrees en bekommering te doen verminderen, en de zoo boog nodige kalmte in de gemoederen te Utrecht te doen herleeven, tot welk einde bun niets gefchikter was voorgekoomen, dan het doen eener geruftftellende verzekering van wegen Hun Ed. Gr. Mog. gepaard met zulke maatregelen , die den ernft daar van genoegzaam zouden kunnen aan den dag leggen. (2). Waarop gedelibereerd zynde is, conform het geen door de voorfchreeve Heeren Gecommitteerden op de gemelde gronden in bedenking is gegeeven , goedgevonden en ver. ftaan, dezelve Heeren by deeze te qualificeerea, om uit den naam van Hun Ed. Gr. Mog. aan de Vroedfchap van Utrecht tot haare meerdere verzekerdheid, voor zoo veel des noous, toe te zeggen, dat, ingeval een vyandelyk geweldadige aanval, of wél een aanmarfcb van Troupgs, uit Gelderland, tegen de gemelde Stad wierd ondernomen , Hun Ed. Gr. Mog. aanftonds, met hunne voor handen zynde magt, de> zelve zullen befchermen, e» van allen violenten overlaft naar vermogen beveiligen. (3) En (a) Niet te min echter, kan men goed vinden op] het frivool pretext dat die gerugten de gemoederen binnen Utrecht geagiteerd hebben, (iets 't welk van alle kwaade geeften dagelyks afhangdt) voor te flaan en te refolveeren tot het doen eener (zoo men het noemt) geruit ftellende verzeekering , gepaard met zulke rnaatregulen, die den ernst daar van genoegzaam zoude kunnen aan den dag leggen, en zulks quafi omler voor geeven, dat, de agitatie in de gemoederen eene dispofitie zoude kunnen verwekken geheel en at ftrydig met die, nelben den mt:st gsfihikte grond dienen te leggen van het goed fucces der aantewenden poogingen tot eene gepafte minnelyke fchikking. Voorwaar een pryfenswaardig oogmerk, wan. neer men om zoodanige pogingen, te doen gelukken, geene middelen gebruikt de welke, terwyl zy de agitatie van de een der partyen fchynen te bedaaren , zig in de gemoederen van de andere dier partyen, welke men zoekt te trevreedigen veel fterker en gedugrer agitatie natuurlyk moeten verwekken, 't Welk in deeze omftandigheid, ten aanzien van de Souveraine Vergadering der Proviwie van Utrecht, het geval was. Dewyl om de voorgewende agiratie binnen de Stad Utrecht, gefprooten uit onwaare en onwaarfchynelyke geruchten, voor te koomen de Staaten van Holland (3) aan de Vroedfchap van Utre cht eene belofte en toezegging doem, welke volflrek flreed met de Unie en genoegzaam aatsduide, dat Haar EJ. Gr. Mog. enkel en alleen op afgeeven van die van de •«Stad Utrecht, en buiten weeten en toeftem- ming | I. Stuk. No. 23. En is wyders, in conformiteit hier van, goedgevonden," den Generaal Major van Rysfil aantefchryven; om, ingevalle de Stad van Utrecht vyandelyk mogt aangevallen, of door aanmarfch van Troupes uit Gelderland, in gevaar mogt gebragt worden, alsdan met de Troupes, onder 't Comman. do van hem Generaal Major ftaande, voor zoo ver die daar toe gefchikt by een te brengen zyn, en zulks met eenige hoop van fucces ondernomen zal kunnen worden , dezelve Stad, naar vermogen , te helpen defendeeren, en alle violente aanflagen daar tegen, zoo veel doenlyk, te verydelen. (4) * En ming van den Provinciale en territoriaien Souverain, hunne troupes op en door de Provincie van Utrecht naar de Stai, zoude voeren , om dezelve quafl voor cm vyandelyk geneldadige aanval , of w:l een aanmarfch van Troupes, uit Gelderland te befchermen, eene toezegging welke hoe gerust Hellende ook voor de geagiteerde gemoederen binnen Utrecht , ten uiterfte aliarmant moest weezen , voor de Heeren Staaten deezer Provintie , wyl daar door riet alleen op het territoriale Souveraine Regt van Haar Ed. Mog. wierd geattenteerd, maar alle barden van ouderlingen onafhankelykh'id der Provinien, zoo heilig by de Unie bewaard en by nadere gemaakte fchikkingen, voornamelyk by die, omtrend de dispofitie aa'igaande het inbrengen van Militie van d'eene Provi icie in den anderen, pp de groote Vergaderirg , in den Haag bepaald, losgemaakt en geheel geïnverteerd wierden. — 't welk zekerlyk geen middel was, om dc opgevatte vrees en bekommering, by de beide disfentieerende partyen, (om welke te bevredigen men zig voorgaf pogingen tot gepaste minnelyke fchikkingen aan te wenden,) te doen verminderen , maar wel om't tegendeel te bewerkeD, waar toe alleen ook deeze genoomene Refolutie dienen moest, om de eene parthy tegens den anderen teveifterken, en de eene parthy, door het toezegjen van hulp en byftand zodanig boven den anderen gedugt te maaken , als nodig was om haar tot het doorzetten van de onreedelykfte zaaken, in ftaat te ftellen. Wy durven (4) geruftelyk aan het oordeel van de onpartydigfte onderzoeker, ter bedisfing overlaaten, of niet de orders aan den Generaal Major van Rysfel by deeze Refolutie gegeeven, de fpreekenfte bewyze opleeveren hoe weing Haar Ed. Gr. Mog. de geheiligde verpligting waar in de eene Provincie jegens den a-.deren ftaat obferv°erde, — wyl by dezelve aan voorfchreeve Generaal llitdrukkelyk belast word, de Stad Utrecht ingeval dezelve vyande' lyk mogte aangevallen of door aan maarfch van troupes uit Gelderland in gevaar mogt gebragt worden , als dan dezelve Stad naar vermogen te helpen defendeeren en alle violente aanflagen daar tegen zoo veel doenlyk, te veryielen. Deeze last nu konden voorfchreeven Cene- r«al Ee  En dat] eindelyk aan de Heeren Staten van Utrecht van het voorfchreeve befiuit eese gepaste communicatie zal worden gegeeven, en daartoe aan dezelven geaddresfeerd de navolgende Misfive: EDELE MOGENDE HEEREN! „ Ter onze kennisfe gekomen zynde, dat binnen de Stad Utrecht, zeder weinige dagen, eene meerdere bekommering rael niet uit voeren, zonder de troupes onder zyn Commando, op de Hollandfche Bodem ftaande, te brengen na of om de Stad Utrecht, en dus, daaraan niet voldoen, zonder te gaan teegens de bepalingen onder de Bondgencoten gemaakt, en fttydende zoo wel teegens den Eed , door geme'de Genen al Major, in voorfchreeve qualiteid, aan de Generaliteid perzoonelyk afgeleid, als tegens dien in handen der Heeren Staaten van Holland , als «er haarer repartitie ftaanden, gepresteerd ten behoeven van.de gazamentlyke geünieerde Provinciën ; volgens welke refpeétive Eeden , hy Generaal Major, zoo min mogt weigeren , alle de orders van Haar Ed. Gr. Mcg als territoriale Souveraine», binnen de Limiten van Holland, te obferveeren en te doen obferveeren, als hy moest weigeren, eenige orders naar te koomen efte doen executeeren welke ftrekte tot vilipendie van de Staaten der andere Provinciën of violatie van hun territoriaal recht, op het welk hy Generaal Major niet konde ignoreeren niet te mogen marcheeren, zonder attaché daar toe van den territorialen Souverain bekomen te hebben , ten zy hy Generaal Major alvoorens, door de Generaliteid, was aargefchreeven geworden, dat hy ten aanzien van deeze of geene Provincie, niet meer verbonden was, 't welk alleenlyk dan maar zoude kunnen plaats hebben, wanneer eene der Provintien, zig opentlyk van de Unie hadde afgescheurd, ingevolgen den Eed by alle mi itaire Perzoo. aen gedaan wordende, en waar van zeekerlyk de deciüe geenzints kan of mag afhangen van eene enkelde Provincie, — Zo dat de orders in dit geval door Holland aan den Generaal Major van Rysfel gegeeven, zoo wel van de zyde van Holland volkomelyk. tegens de verpligting waar in zy ten aanzien van haare Meedebondgenooten, ftaan, ftrydig waaren , als dezelve, nimmer door voorfchreeve Generaal hadden kunnen of mogen gepresteert worden, zonder dat hy zig in waarheid aan verbreeking van zyne gedaane Militaire eeden hadde fchuldig gemaakt. Wei is waar: dat men ter dier tyd, zig in het oor fluisterde, dat deeze Refolutie of order aan de Generaal van Rysfel, genoegzaam'aan duide, dat het Holland geen ernst was , en dat men 2ulks alleen gedaan had, om de benaauwde binnen Utrecht wat op te beuren en daarom de ordres aan van Rysfel, met zoo veelt; reftriftUn, waar vanby al'tenlyk verantwoordelyk bleeft hadde ring is ontftaan voor eenen Violenten aanval, welke die Stad eerlang zoude te wagten hebben, welk alles gefundeerd wierd op zeer gecircumflantierde tydingen uit Gelderland, houdende eene op gave niet alleen van het aantal Troupes, die uit de aldaar zynde Militie hiertoe zouden worden ge. ëmploieerd, maar ook van de ordre en bepaling van tyd, die tot derzelver aanmarfch zoude zyn beftemd, en de verdere arrangementen, dien aangaande beraamd; zoo heb« ben wy ons verpligt geoordeeld, daarop onzen ernftigen aandagt te veftigen. », Wy de bezwaard. Het is ookzeeker, dat gemelde order bepaald, dat hy Commandant, ingevalle voorfchreeve, met de Troupes, onder xyn Commando Jlaande, vooK. zoo ve& die daar. toe geschikt Bx een te breng SN zyn , en zulks met eenige hoop van SUCCES ondermomen zal tinnen morden , dezelve Stad naar vermogen te helpen defendeeren &c. dan genomen eens dat de Staaten van Holland ondershands zelfs de Generaal van Rysfel, geordoieerd hadden, niet tegenftaande deze order zig niet te verroeren , bleeven echter die gegeeven orders eene gepleegde daad van Holland ftry-: dig teegens de Unie , — dan de ondervinding heeft by vervolg gelerrd, hoe zeer Holland deeze orders heeft doen executeeren en teffens toond de blief, hier boven gefteld en aan de Staaten van Utrecht ingevolge de Refolutie gefchreeven, dat die van Holland wel fiigneuzelyk deze, aan den Generaals» Rysfel, gegevens orders hebben verzwegen, voor gemelde Staten van Utrecht hoe zeer zy ook in derzelver misfive zeggen, dat zy van haar brfmit,gem eend hel» hen eene cordatb OïENIS» aan Hun Ed. Mog. te moeten geeven &c. Opmérkelyk w»s het geen omtrend deeze Refolutie , in de Utrechtfche Courant van den oden Ocrober 1786. No. iar. gezegt wierd luidende als volgt. „ De bovenftaande cordate Refolutie word hier zeer gegouteert», en men befchouwd deezen ftap niet alleen als een nieuwe blyïs van hun Ed. Gr. Móg. regtgeaarte fentimemen aargaande de ware Natuur der Unie , maar ook als het meeft gepaft middel, om derzelver aangeboodene Mediatie van vrugt te döen zyn , en de zaken te Utrecht aan een fpoedig goed einde te helpen. Daar dezelve aan den eenen kant alle pogingen moet affnyden, om door een lang gerekt uitftel de Burgery van Utrecht en de gewapende Corpfen, ter harer adfiftentie toegefchoten, eindelyk moede te döen worden, en aan den anderen kant de Utrechtjche Burgery die volkomene geruftheid verfchaffen, welke nodig is, ora de vereifchte bedaardheid by dezelve te bewaren : en zodanige onberadene en driftige flappen voortekomen, waar door welligt het goede oogmerk v»n waare en kundige Vaderlanders konds verydeld worden."  ( III ) „ Wy houden ons wel geperfuadeerd, dat de voorfchre. ve bekommering, hoeflerk ook aangedrongen, op geene genoegzame gronden kan heruiten , dewyl de verzekeringen van het teegendeel door UEd. Mog. by meer dan eene gelegenheid, en nog onlangs, by Misfive van den 9-len September laatftleden, aan ons gedaan, mitsgaders door die, welke heeden by ons ontfangen js, nader beveftigd , ons als voldoende waarborgen voorkomen, dat de weg van minnelyke fchikking door UEd. Mog. in deezs is geprefereerd, en dat er geenerley intentie by UEd. Mog. gevonden word, om dezelve door geweldadiga maatregelen elufoir te maaken. ,, Dan, hoe gerust wy ook voor ons meenen, hierop ons' te kunnen verhaten, zoo wel als op UEd. Mog. goade gezindheid, om met ons zaam te werken tot herftel van de ongelukkig plaats hebbende verwarringen; zoo zien wy egter met leedwcczen de agitatie, welke de opgevatte bekom» meting in de gemoederen, binnen de Stad Utrecht, verwekt, en het voedzel, dat daaraan door verfcheiden elkander afgewisfelende tydingen, die, uithoofde der bygebrag te omftandigheden, en particulariteiten, de grootfte imprcsfie maaken moeten, word toegebragt. Wy befchouwen toch al dat fchrikbarende als het grootfle impediment voor »t fucces der aantewenden pogingen tot eene minnelyke ver. effening van zaaken, en als een allezins verderflyk zaad van verdere verwydering, 't welk dus, naar onze gedagten, radicaal behoord te worden uitgeroeid; zal anders die rust en kalmte in de gemoederen kunnen worden te weeg gebragt, zonder welk zeker niets met de gewenfchte vrugt zal kunnen worden ondernomen. r „ Wanner wy nu, by deeze gefteldheid, bet [oog 'gevestigd hebben op uw Ed. Mog. gedeclareerd verlangen naar een gepast herftel van zaaken; zoo hebben wy gemeend, als een getrouw Bondgenoot, bier toe niet beter te kunnen medewerken, dan door, by provifie, en onverminderd de nadere pogingen, die wy, tot dat einde, gaarne met UEd. Mog. zouden willen beraamen, te beproeven , of wy de ontbrekende gerustheid in de gemoederen, binnen de Stad van Utrecht, ook enigermaate, door eene gepaste verze» kering van onzen kant, konden doen herleven. „ Tot dat einde hebben wy geconfidereerd, dat de aldaar ontdane bekommering, vergeleken met de byzonderheden, waar uit dezelve word afgeleid, gebouwd word op eene vrees voor ondernemingen, die niet alleen met concurrentie tie van UEd. Mog. maar byzonder ook buiten Hocgftders zeiver medewerking, zouden kunnen worden geëntameerd. „ Het eerde wierd wel completelyk by ons weerfprooken, door ons volleedig vertrouwen op UEd. Mog. verzekeringen: terwyl ook het laatfte by ons als geheel onwaaifchynlyk word aangemerkt. — Doch, in de fituatïe, waar in de zaaken zich bevinden, hebben wy echter gemeend, dat teegen beiden de gezegde gevallen, en wel voor al tegen het laatfte, als, naar 't ons voorgekomen is, het meefte gevreesd wordende, de te geeven gerustftelling zoude moeten dienen. „ Met dat inzigt alleen; hebben wy dan ook beflooten; om der Stad van Utrecht, tot haare meerdere verzekerdheid, voor zoo vee! des noods, te doen toezeggen2 dat, ingevalle een vyandelyke geweldadige aanval, of wel een aanmarfch van Troupes uit Gelderland, teegen dezelve mogt worden ondernoomen, wy aanftonds, met de Magt, die wy voor handen hebben, haar zouden befchermen, en van allen violenten overlast, naar ons vermogen, beveiligen. Van dit ons befiuit, 't weïk wy niet verwagten, dat im^ mer zal behoeven te worden gerealifeerd, hebben wy ge« meend eene cordaate opening aan UEd. Mog. te moeten geeven: eensdeels om alle verkeerde impresfien , nopens deszelfs waar motief, voor te komen: en anderdeels, om UEd. Mog. te overtuigen van onze oprechte geneegeiiheidl tot eene gemeenfehappelyke behandeling van zaaken', en tot eene dadelyke bevordering van die heüzaame intentie, welke UEd. Mog. zoo duidelyk aan ons hebben gemanifea. teerd. „ Wy vermeenen zelfs, daar wy, op grond van UEJ. Mog. gedaane verzeekeringen, moeten vaftftellen, dat een violente aanval op de Stad van Utrecht nimmer op begeerte, *of met concurrentie van Uw Ed. Mog. zal gefchieden, geruftelyk te kunnen en te moeten vertrouwen, dat» indien eevenwel eene zaak van die natuur (gefupponeerJ voor een oogenblik haare mogelykheid) dadelyk plaats had, of ondernoomen wied, UEd. Mog. alsdan niet alleen on. ze pogingen, tot afwering van zulke ondernemingen, niet zouden wraaken, maar zelfs met al hun vermogen ons daarin fecondeeren. „ Wy vertrouwen, dat UEd, Mog. deeze onze demarche zullen aanzien als een bewys van onze opregte zug£ tot behoud der Unie, en van onze welmeenende geneegen. beid tot aanhoudende prseftatie van alle BondgenoodfcbapW Ee a Pelïfe8  pelyke Officien , die van ons kunnen worden verwagt 'of gevorderd. Wearmeede enz. ^ (Accordeerd met *t voorfchreeve Regifter.) „ Van deeze Refolutie kreeg de Vroedfchap van Utrecht „ den 7den Oftober by Extraft kennis. „ Daags te voren namelyk den sden Oftober, was de „ Utrechtfche Vroedfchap weederom extra ordinair Ver„ gadert, als wanneer in dezelve, als nieuw verkoore Ra„ den, aldaar den Eed aflegde en fesfie naamen Cornelis Fredrick Yvoy, Mr. Pieter Jacob van der Meulen , * Mr. Abraham Bucquoi, * Mr. Andries Cornelis de Normandie, Heer van Scbalktvyk. Tot Welke Heeren insgelyks behoorde * Mr. Andries Jan Strick ;van, Linsciiooten , Heer van Loenerjloot (*). „ Door deeze vermeerdering was het getal der Raaden, '„ dat volgens het Reglement op 40 bepaald was, reeds op „ 27 gevordert, en zoude zeekerlyk reeds de veertig plaat. ,. zen hebben, voltallig geweft, zoo niet veelen Heeren. „ voor de nominatie en Electie bedankt hadden (f). „ Dan (*) De Heer A. J. Strick van Ltnfchooten, had reeds eenmaal, 200 als wy No. 13. Pag. 50. hebben aangetekend, voor de nominatie en Electie bedankt, dan den Hden September deezen Heer, beneevens de Heeren A, C. de Normandi, C. F. Tvoy en J. Wttewaal weeder op de nominatie gebragt zynde wierd dezelve, uit het viertal by den Raad op twee gereduceerd, by het Lot, tot Raad geeligeerd, hebbende zyn Ed. tot den 2often of aiften September deeze keuze in beraad gehouden, wanneer hy zig tot de acceptatie heeft bepaald, en is vervolgens by fchik. lting aan zyn Ed. (die volgens zyne Elegie, nu moest volgen, op de Heer en Mr. P. Maret en dus in rang zyn de 25 Raad J fesfie en rang vergunt, tusfchen de Heeren I. van Goudoever ec P. Kavel werdende dus den ao Raad in Rang over welke ver andeiing van order tot dus verre de waare oorzaak aan verfdlil' lende beweegreedenen is toegefchreeven geworden. • (t) De onderftaande Heeren, hebbe voor d« nominatien er electien bedankt. A. J. ven Mansveld, J, J. de Malapert. Mr. J. Cambier. Ml „ Dan daar en boven was het maken dier nominatien „ en het doen der eleótien een louter kinderfpel, de Ge qualifkeerde Gecommitteerdens hadden de voorzorge om „ alles wel te bepaalen fj), en zomtyds zag men op eenen ,1 dag Mr. W. Verfleegh. Mr. van O nishoorn. G. F. Talk, Mr, C. van Alphen. (§) „ Om tot de Nominatien van Porfoonen gequalificeert tot „ tot Raaden overtegaan, fchynt zig hst Gequalificeerd Collegie „ van Burger Gecommitteerdens, reeds verleedigt te hebben, dea „ 6ften Auguftus 36 uitwyzens volgende. Lyst van Heeren welke gequalificeerd zyn [om ft Raden verkooren te worden. Compagnien De Heeren. f Mr. Bartholomeus Visfcher. „. , ■ Mr. Gerard Antony Visfcher. Turkyen. J ... ,. j Mr. Cornelis Govert Visfcher. \_ J, A d' Averhoult. f De Heer Profesfor Voorda. ) Mr. Izaak van Goudoever. Papevaandel . den 16 Auguflus 1784. Ter Ordonnantie van hetzelve Collegie. (was geteekend) G. C. BROUWER. Abfent Secretaris. „ Uit vsorfchreeve Lyften , waar uit principaalyk de nieuwe „ Raaden zyn verkooren, vooral uit de eerften , waar van de 25 „ Perzoonen 13 zyn geeligeerd , die de Raadsplaatzen hebben „ aangenoomen, en waar van Cr nog, twee der Heeren Visfer, ., moeten afgereekend worden, zal men niet behoeven te gisfen, „ hoe wonderlyk die nominatie formeeringen zyn gefchied, de „ wyl uit de volgende Lysten door de Refpeaive Compagnien „ geformeerd, en den tuften September 1786 aan het Gequaliii„ ceerd Collegie overgegeeven, zal blyken , hoedanig, dat Col» legie, omgefprongen heefc met de Gequalificeerde perzoonen, „ haar door de Compagnien overgelegd wordende en de goede ! „ denkenswyze welke zy van haare meede Burgers hadde. .Zje * hier het ftuk. Of de acht mgehmene.Lpttn mit de RefpetVvc Compagnien, 1 1. Stuk. No. 29. „ aftewagten, en eeven daarna ," weeder voor dezelve „ be- of den iljlen September j;8« , aan dit Collegie ingeltf verd bevinden telg de volgende \Heeren, C. van Alphen, — heeft bedankt. J. J. Malepart. ■ heeft bedankt, "\ (Deeze Heerentyn om hun byzondf Doflor Reyts. ! J " &meUn ie FM'"ke "*' G. Reyts. ' " | '°fmd' > T°'e'"s "ge C°"^e HUt \ | nominabet, bedankt J *■ Ucftor Reyts. ——— Misfchien van 't bovenftatndegevte' ten geen "Burger, Mr. Ysbrand de Koek. Jans Z. heeft bedankt, G. Bentink. —1 ■ beeft bedankt. j. Q. van Goens. ■ - ■ heeft bedankt. J. van Schalkwyck. < heeft bedankt. W. van Zoesbeek. *«& bedankt. J. van Dam —— — niet nominabel, Wynand Koopman Junior. Lidt de Jtude. tm ^url" lait£ £'"'"*• De With. Hoevenaar. . heeft bedankt. Van Liender heeft bedankt. Pieter 't Hoen. *? Cnict nominabelvelgens't f Art. van R. 't Hoen. $ L' R'll'm'»'- G. Bettink. •■ . — heeft bedankt voor altoos. Doctor van Alphen. ——— geen Patrl.t. De Heer Schelling. heeft bedankt en is geen "Bnrgey. A. van Asfenberg. .. geen "Burger. A. Weifeling. — • heeft bedankt. De Heer Falk. . — heeft bedankt zoo 't de Zoon is. Domh. WachendorfF. . niet bekend volgens 't Reglement vttr een goed Patriot, C. W, Kelderman ■• geen "Burger, heeft zyn "Burgerrecht verhopen* A. O vermeer. —— —— vmrgte„ Patriot volgens 't Regiem, bekent. [acobus de Visfer, Jans Zoon, heeft bedankt. Piofesfor Rosfyn. — ■ „iet lang genoeg "Burger. [. C. Abbema. — . voor geen Patriot bekend, rrots. —— ■ voor geen Burger bekend. tVillem Koopman, WynandsZoon 'rofesf. Hamersvelt. heeft bedankt. lieven van Muyden Junior. . J. Sadelyn. — ganfeh niet bekend voor een patrkot volgens 't Reglement. , W. van CUjIenborg. ■ uit zyn gehouden gedrag voor geen Patriot beiend. Ff  bedanken, (t) '' „ Den 7den October, was de Utrechtfche Vroedfchap , wederom extra ordinair vergiderr, als wanneer aldaar ge> „ leezen wierd, het extraft uit de Hollandfche Refolutie, „ van den 6den Oélober bier voren opgegeeven, en te ge> „ lyk door de aangebleevene Raaden kennisfe gegeeven „' wierd, van de Refolutie van Hun Ed.Mog. van den 3 Oo " tober, waarby de verandering der Regering op de aanftaande iiüctobsr, by provifie, en op den voet van het gerefol" veerde, op den 2lften September 1784. wierd gefurcheerJ 'l en waar van een Extraft aan hun Heeren aangebleevene , Raaden, zco wel als van de zoogenaamde Geremoveerde Raa. Wttwael, He Cf van Stoetwegen. voor geen patriot beiend. M. Kryn Hogeveen. ï almede voor geen goed Patriot beiend. D, G. van der Burg. Jlaat »p de Lyst, addres by de Officieren der Oranjestam. J. 1'. van Vianen. —— ook ganfeh geen Patriot. L. C. van Lelievelt. ' als b,vm. P. P. van den Eogiaft. —— deeze heeft vorens al bedankt. Baunis. ' Tt volgens zyn Ed. eigt Concept nog I onder 't Reglement van lijnen dus nog niet nominabé'. Accordeert met voorfchreeve Refolutie. „ Na dit behoeft men niet meer verwondert te zyn, dat er zo veele onderfcheide clasafleatien van Patriotten geexteerd hebben, dewyl door voorfchreeve aanteekericgen ten vollen blykt, " dat de interpretatie van de woorden goede en getrouwe Patriot. 'I ten, ter difcretie Hond van de Gequalificeerde GecÓmmitteer. " den!, dewelke zonder eenige forme van proces, de geene die " kan niet aanftonden, veroordeelden als geene patriotten volgens " ,t Reglement; daar ech;er by het zelve Reglement, van geen li andere dan van goede en getrouwe Patriotten gefprooken „ word".. (t) Dit bedanken zelfs toontl aan hoe weinig de nominatien, hoe weinig de Electien, vry waren, want de wyze waar op de Heer Hamelsveld, onder anderen na eerft de nominatie te hebben aan genomen, op dien zeiven dag, voor dezelve weederom heeft bedankt, wierd als toen in het publiek daar aan toegefchreeven dat zeekere dirigerende aangebleevene oude Raaden, niet gaarne voorfchreeven Heer als hunnen meede Raad, wildenhebben, waarom zy dan verneemende, dat de Profesfor, de no. mina-ie reeds had geaccepteerd, veel moeiten hebben aangewend om Zyn Hoog Eerwaarde daar van weder te doen afzien , 'l welke hun eindelyk gelukt is blykensde volgende twee brieven,, mm dezelve datum aan Gecommitteerdens uit de Burgery. WE1- „ Raaden, van wegens de Heer Eerfte Burgemeefter L»«- „ tt» was ter hand gefteld. „ Daags te vooren had de Vroedfchap, geïnformeerd van „ de aanfchryving van de Heeren Staaten, aan de refpecti„ ve Schouten den 3den October gedaan, gerefolveerd, om ,, door een Deurwaarder aan de Schouten in Stads Vryheid, „ te doen aanzeggen" om bovengemelde aanfchryving niet te pareeren, maar zig te gedraagen aan voorige Refolutie „ en Publicatie, om de Penningen onder zig te houden". - „ Die WEL EDELE HEEREN! Na ryp overleg, zi-> ik roy ze ve in de noodzaakclykheid, om aan Ie: b'yk van vertrouwen, het vvelk de Burgery in mynPfrfoon gelieven te ftellen, van myn kant in zooverre te bean woorden, dat ik den uitflag der verkiezinge afwaste, en dus de Nominatie aanneeme.den October genoog „ men en die zelfde dag gepubliceerd, zynde van volg?% „ de bewoording." '"'^ ' ' 1 PUBLICATIE. De Vroedfchap der Stad Utrecht in overweegihg genot»» men hebbende, hos de Voorftemmende Staats • Leden'deet zer Provincie hebben kunnen goedvinden, tegen, Stads m> drukkelyken wil, hunne Vergaderingen naar Amersfoort tet verleggen, aldaar te continueeren, zig den naam van Hiit» Ed, Mog. de Heerea Staaten deezer Provincie, op een: ganfeh illegaals en informeele wyze, te arrogeereö -. en aö Ff a 300*  ( U6 ) zoodanige Publicatien te doen, tegens Stads gemanifefteerd Declaratoir Militie binnen deeze Provincie te brengen, Aanfchryvingen en Brieven, zoo aan byzondere Perfoonen, tls aan de fungeerende Schepensbank , af te zenden , en zelfs onlangs door een Refolutie, op verzoek van den Stadhouder, het drukkend en inconftitutioneele Regeerings Reglement by provifie te furcheeren, en de op den I2den October 1585 aangeftelde Burgemeefteren en Raden in de Vroedfchap, als ook de teegenswoordige Scheepenen, te contirueeren; (ot het neemen van welke Refolutie, zonder toe. (lemming van Raad en Burgery, niet alleen de Voorftem' mende Leden, maar zelfs de Staaten, (als die zig met de Domeftieke Regeeringsbeftelling der Stad niet vermogen te bemoeien,) onbevoegd zyn; en bovendien alle deeze maat■ regelen der Voorftemmende Leeden van dien aart befchouwende, dar dezelve de gemoederen der goede Burgery en Ingezetenen meer en meer zullen verbitteren, en de voorneemens van Hun Ed. Gr. Achtb. om de ruft en het ver trouwen zoo veel moogelyk te herftellen, onuitvoetlyk maken; hoe zeer Hun Ed. Gr. Achtb. als nog gezind zyn, om met concurrentie van die goede Burgery, ( welke de Raad opentlyk durft te verklaaren voor hunne Principaalen omtrent de Regeeringsform binnen deeze vrye Stad te houden,) meede te werken, tot wegneeming van alle wettige bezwaaren. Heeft om deeze en andere redenen, en vooral daar dezelve nimmer eenige Staaten Vergadering buiten haar Territoir, en tegens haare uitdrukkelyke toeftemming elders gehouden, erkent, ofte erkennen zal, nodig geoordeeld te refolveren, alle Publicatien, Aanfchryvingen ofte Refoluti. en, door de Voorftemmende Leeden , op den naam der Heeren Staaten, gedaan en genoomen, ofte nog te doen en te neemen, te houden voor i.formeel en illegaal, en daaromme wel expresfelyk te interdiceeren, gelyk Hun Ed. Gr. Achtb- interdiceeren by deeze aan alle Burgeren en Inwoonderen, zoodanige Publicatien, Aanfchryvingen ofte Refolu. tien, welke door de Voorftemmende Leeden, op den naam der Staaten ofte derrelver Ordinaris Gedeputeerden, reeds zyn, ofte mogen worden gearrefteerd, te gehoorzaamen, direct of indireft ; zonder fpeciaale toeftemming van de Vroedfchap, op poene, dat indien iemand der Burgeren des contrarie deede, dezelve de facto van het Burgerrecht zal zyn vervallen, en voords tegens dezelven en alle andere Inwoonderen, na exigentie van zaake» , zal worden gepro. oedeerd. En En hetft de Vroedfchap nodig geoordeeld alle Ontvangers, Schouten en, andere by Publicatie van den 4, en Refolutie van den 22 September 1786, begrepen, te vermaanen, en te gelaften, ftiptelyk, aan gemelde Publicatie en Refolutie te voldoen, op poene als boven, en onverminderd de poe* ne by gezegde Publicatie vermeld. En op dat niemand bier van eenige ignorantie zoude pretendeeren, zal deeze worden gepubliceerd en aangeplakt. Aldus by de Vroedfchap der Stad Utrecht gearrefteerd op den 9 October 1786, enten zei ven dage van den Stadhui* ze afgekondigd. In kennisfe van my. J. W. de RUEVER (•). „ Den ioden Oftober wierden, alle de Schutters der „ Burger Compagnien, zoo wel als de wagtvryen en uit» „ kopers opgeroepen om 's anderdaags den nden s' middags „ ten 12 uuren, en den I2den Oftober des voornoens ten „ 9 uuren, te compareeren, een ieder op zyne afzonderlyke „ loop of vergader plaats, „ Den (*) De Heeren Secretarisfen van Stads Politie, J. w. de Ruc~ ver en T. J. van Voorst, welke , na dat op den sden Augustus de groote meerderheid der wettige Regeering en daar onder ipeciaal de Heeren Regeerende en alle de Oud Burgemeefteren als Raaden in de uitoeffenirg van hun wettig gezag waren geiurbeerd en geremoveerd, zig ookzeedert uit den Raad hadden onthouden, zouden den 8 Auguftus by een fchrifteiyk Declaratoir aan de Hr. Raad Eyck overhandigt, gedeclareerd hebben, „ geene andere „ Vergaderingen van de Vroedfchap in hunne qnalitcity te kunnen adr „ fisteren, dan welke, op enpresfe order van Heeren "Burgemeefteren be* „ legd zyn, maar zig van alle Vroedfchaps Vergaderingen , door hun „ Ed. niet geconvoceert, te moeten onthouden". Zoo als zulks in de Utrechtfche Courant van den S3ften Auguftus No. 101. het publick is medegedeelt geworden. Doch het welk, zsekerlyk als toen abufief is opgegeven geweeft, dewyl byde deeze Heeren den oden October bovengemeld, en by vervolgcontinueelykde Vergaderingenvan die onwettige Vroedfchap in hunne qualiteit hebben geasisteeid, en zyn blyven adfisteeren. Het is daar en boven ookniet te vermoeden, dat voorfehre ven Heeren, by aldien zy zig van voorfz. vergaderingen hadden vermeend te moeten onthouden, zig daar toe op iets zouden beroepen hebben , waarvan geen woord, in haarlieder Inftructie, (zoo dezelve in het III deel van het Utrechtfche groot Placaatboek, te recht is opgegeeven) gerept word, in welk geval zy veel eerder, zig op alle de Ariiculen en dus op haar lieder geheele inftructie zouden beroepen hebben.  C H7 ) „ Den «den Oélober, de Burger» invoegen voorfehree. i, ven opgekomen zynde, wierd aan iedere Compagnie, „ door hunne Gecommitteerden» opening gedaan»' dat dewyl als nog geene Eieétien zoo tot Burgemeesteren als die tot Scheepenen waren ingekomen, uit de op den 2iften September jongstieeden, geformeerde en den volgende dag aan den Stadhouder toegezondene nominatie ter benoeming zoo van Burgemeesteren als Schepenen, niet tagenftaande, by Misfive verzogt was dat de Electie agt dagen voor den I2den October mogt overgezonden worden (*); en dat mits dien , daar in door de Burgery behoorende te worden voorzien, ter Electie van Burgemeesteren. alle de Item geregtigdens van de relpeftive Burger-Compagnien waren opgeroepen , tot het benoemen van Kiezers, ten einde opgo meide Electie van Burgemeesteren te doen; terwyl de Raad, ingevolge het recht, aan dezelve van oude tyden gecom. peteert hebbende wanneer er geene Stadhouderlyke dispofitie exteerde, de Electie,van Scheepenen, zoude doen (f). „ Verders wierd aan de Compagnien voorgehouden, hetD»'' „ claratoir tot introduBie van het gearresteerde Reglement „ concernerende de befteiling dezer Stads Regering met af„ fchaffing van het Regerings Reglement van den Jare „ 1674- geformeerd door den Raad en de refpeétive Commis. „ fien, zo uit de Geconftitueerdens als het Gequalificeerd Col„ legie van Gecommitteerdens en de 31 benoemde Heeren ,, Gecommitteerdens tot de zaaken van den 2den en van „ den (*) Die was een abnüef relaas , en volftrekt met de wasrheid flrydende, men zie die Misfive, hier vorens, Pag. 94., waar in geen verzoek van dien aart, voorkomt, maar alleenlyk gezegt word. Zoo dra moge'.yU en roei voor den IZ 0Sober aanftaande. Dit Voordel fchynt dus wederom met voordagt onwaarheden te behelzen, (f) Het is opmerkelyk dat men alhier voor de Burgery verborgen hield, de Surcheance by de Staaten den s verleend , waar uit xoude geeonfleerd hebben, dat er we! degelyk eene Stadhouderlyke dispofitie exteerde, of ten minsten, dat ingeval de door den Stadhouder, voorgeflagene Sürcheince den 3 October was afgewezen geweest, Zyne Hoogheid alsdan róg ingervolge het Reglement van Regeerirg voor den iïden October zyne dispofitie, omtrend de hem toegezondene nominatien , aan den Raad van Utrecht hadde kunnen doen geworden; dan mogeiyk heeft men, feedugt, dat de Burgery kennnis bekomende van de verleende furcheance, indagtigaan het gebeurde in 1784, confequenter zoude hebben willen handelen , dit verzweegen om de plans der Sfooftdirecleuren niet te doren dwaubcomen. t. Stuk. No. 30, „ den 28ften Augustus 178Ö. en verders wierd nog ter ge« „ lyker tyd aan voorfchreeve Compagnien eene volleedige „ opening gegeeven van al liet geen des anderen daags „ ftond te gebeuren." „ De kennis geeving van de Refolutie der Staaten tot „ furcheance van de JsarlylXche Regeeringsve/andering bin,, nen Utrecht aan alle de wettige Raaden gedaan, wierd „ echter byalle de zelve niet uiteen oogpunt befchoudt of'op „ eenerley wyze behandelt, natuurlyk was het, dat zodani" ,, ge Raaden, welke van den beginnen der onlusten en mis» noegdh'eden, het Regerings Reglement van den Jaren 1674 „ aangemerkt en gehouden hadden als de befte rigtfaoer „ onzer Regeering en zig tegens alle veranderingen geuit, „ flandvastig in dat Principe, hadden doorgewandelt, in „ voorfchreeve furcheance berufte, —-— de Raaden welke „ niet geremoveert en aangebleeven waren konde, volgens „ hun aaugenoome Syftema en het plan dat zy genood„ zaakt waren te volgen, de Surcheance niet aanneemen j ,, maar nu bleef er nog een derde Clasfe van Regenten over, welke op den 2cften Maart 17S6 zeekere Declara„ toiren gegeeven en in handen van de Burgery bezwoorea „ hadden: volgens welke declaratoiren, zy Heeren Raaden ,, zig op de plegtigfie wyze perfooneelyk verbenden had. „ den, dat zy op den llden OBober aanftaande, wan,, neer zy, na het exptreeren van hun Regeerings Jaar, „ van alle verbintenisfe der Eeden, als Regent gedaan, „ zullen zyn ontheeven, het Reglement van den Jaren ,, 1674, voor zoo veel het betrekking hetft tot Stads Re„ gerings befteiling, als eene Domestieke zaak zynde , niet ,, op nieuw zullen bezweeren, maar hunne Raads plant. zen weder aanvarende dezelve niet zullen aanvaren op ,, een ander Stads Regerings Reglement, dan het geen toert , provifioneel was gearresteerd, of zodanig als hetzelve „ tot onderling genoegen van Magistraat tn "Burgery na. „ der zal worden gearrtsteerd. Zöo als breeder blykt uit „ de Declaratoiren zelfs (g). Ondsr deeze Heeren bevon- den DECI-ASATOiR. van den Heer Oud 'Burgemeefter C. Berger. (5) De Ondergeteekende declareerd, dat hy op den Eed aa* de Stad gedaan, zig verbind op den aa-ilaanden iaden October 1786, het Reglement van den Jare 1674, voor zo veel hetzelve betrekking heeft tot S'.ads Rrgeringsbeftelling en Dcmeftieke zaken , niet op nieuw te zul/en bezweeren, maar, op den 12 OiSo. ber 1786. zyr.e Raadplaatze op geen ander Regeerings Reglement aai Gg  "„ den zig de Raaden, Qaiwls en Abhma . welke begrepen, dat zy ingevolgen bun Declaratoir voorfchreeven „ die zal aanvaarden, dan het geen op den 20 Docember 178S, (onder refcrre voor de nog twee poincten differentiaal) is gearrefteerd; bereid zynde, ter renuiütle van de Burgery, dit Declaratoir met • Eede te bevestigen. Utrecht, den 20 Maart 1786, (was geteekent.) CYl'RIAAN BERGER. Van dm Hier Qttd'BurgemrefiervandenfSOGGKMt-'B' Declirere en belové ik ondergefchreeven Oud Burgemeefteren Raad in de Vroedfchap dezer Stad dat ik op den iï October aanftaande, wanneer ik, na het expireren van myn Regeerings jaar, van alle verbintenisfen der Eeden, als Regent gedaan, zal zyn ontheven, het Reglement van den jare 1C74, voor zo veel het betrekking hetft tot S ads Regerirgsbeftellirg, als eene Domeftike aaak zynde, niet op nieuw zal bezweeren, maar, myne Raadsplaats weder aanvatrende dezelve niet zal aanvaarden op een ander S'sds Regerings Reglement dan het geen ihai s provifioneel is gearrefteerd, of zodanig als hetzelve tot onderling genoegen van Magiftraat en Burgery nader zal worden gearrefteerd , zullende, indien ikmogte te raden worden myne Raadsplaats op den it Oftoberniet weder te aanvaarden, de Burgery tydig dsar van adverteren. Aftum binnen Utrecht den 20 Maart 1786. (en was getekend) P. P. v. d. BOOGAARD. mderjlcnd waar meede zig-geconformeert heeft (was getek.) PIETER CAREL BURMAN DE LA BASSECOURT. Van den Hier Evck. De Onderget. declareerd by deze, dat hy op den Eed, aan de Stad gedaan, zig verbind, om op den aanftaanden 12 October 178(3. het Reglement van 1674. 200 veel hetzelve betrekking heeft tot Stads Regeringsbeftellinge, en Domeftieke zaken, niet op nieuw te zullen bezweeren , maar op gemelde i2den October 1786. zyn Raaesplaats op geen ander Regerings Reglement te zullen aanvaarden dan het geen op den 2often December 1785. is gearrefteerd; onder referve nogthans voor de nog twee difterentiale Poinften,bereid zynde, ter requifhie van de Burgery, dit Declaratoir met Eede direct te bevestigen. Utrecht, den ie Maart 1786. (was geteekend) AD. HEND. EYCK, Van ( Il« ) „ die furcheance niet konden aan neemen, ten mlnftettdat „ zy zig van dien, niet konden prevaleeren, om zig ontfla» » gen Van de Heer van senden. De Ondergeteekende is te zeer overtuigd van de fchadelykheid en onwettigheid van het Regerings Reglement van den Jare 1674. ,dan dat Hy zoude b:eficeeren rondberftig te verklaaren, zig plegtig te verbinden op den Eed aan de Stad gedaan, op den aanftaanden 12 October .1786. het zelve Reglement, zo veel het betrekking heeft tot Stads Regeeringsbeftelling en domeftike zaken, niet op nieuw te zullen bezweeren, maar wel op den i2den Oftober dezes jaars zyne Raadsplaatz te zullen aanvaarden, op het Regerings Reglement, den 2often December 1785, gearrefteerd en gepubliceerd, en den 23 van die maand geaffigeérd, en zeker op geen ander, onder referve nochtans voor de noch twee poicftên defferentiaal; ook maakt de ondergetekende geene de minfte zwarigheid dit zyn Declaratoir, wanneer de Burgerye zulks van Hem requiieerde, direct met folemnelen Eeden te fterken. Den 20 Maart 17*0. (was geteekend) .V. SENDEN. Van den Heer daunis. EDELE GROOT ACHTBAARE HEERENt De Ondergeteekende kan niet anders doen als perfifteren by zyne aantekening, gedaan den 16 January laatstleden; egter zoude hy van gedagten zyn , om in dit lopende Regeerings Jaar niets onbeproefd te laten, en by Haar Ed. Mog. infteeren, de Raaden in de Vroedfchap deezer S ad , in zoo verre , v.an den Eed op het Regeerings Reglement te ontfiaan, voor zoo verre de Stedelyke poinften daar in vervat zyn, ofte dat voor dien tyd de rcforme van het Proünciaale Regeerkgs Reglement m-gten worden daargettekl, waar door de Raaden van zig zeiven als dan ontllagen zouden zyn; indien onverhoopt het gunt voorfchreeve by de Staaten niet waren te effeftueren, declareerd de ondergeteekende, indien hy zyne Raadsplaatze op den iaden Oftober aatftasnde wederom zal aanvaarden , zig als dan niet weder op nieuwte brengen onder eene volftrekte verpligting, tot punftueele obfervantie van aUe die poincten, welke, Stads Rcgeeringsbeftellinge betreffende , in het Provinciaal Regeerings Reglement gevonden worden, maar als dan geen ander Regeerings Reglement te znllen amplefteeren, dan het geen als dan bevonden zal worden, tot genoegen van Magiftraat en Burgery te zyn gearrefteerd. (was geteekend) P. L. DAUNIS. Tan den Hier MS RIDDER. De Ondergeteekende, op den gepa-feerden «den October, zy- pst*  ( «9 ) ;, gen te achten van eene verbintenis , welke zy in hun „ particulier hadden aargcgaan, waarem dezelve den iiden „ Oenen post als Raad niet hebbende willen aanvaarden , dan onder deezen expresfen mies , dat hem niets zonde worden gevergt , dat flreed tegen Stads of s' Lands Regten, en dat altyd ten fterkfte zonde mogen coopereeren , om ten genoece der "Burgery de Domeftike Regeerings b;flelling deezer Siad met den eerften te helpen afdoen ; maakt geene zwaarigheid ; (daar hy de fuftenuen der Burgery altyl, uit overtuiging zyns gemoeds , als regtmatig heeft erkend, en daarom ook door Refolutien en Declaratien van deezen Raad, eenyds gedaan, heeft getragt, die te corroboreeren, zoo veel in zyn vermogen was) om op den Eed , am de.'ze Stad gedaan , zig te verbinden , van , op den iaden October 1786 aanftaande , het Reglement van den Jaare 1Ó74 welk alomme frkend is te ftryden tegen Stads Regten) voorzoo veel het zelve betrekking heeft tot Stads Regeeringsbeft-'l en Domeftike zaken, niet te zullen bezweeren , alzoo dit volgens dés Raads Refolutie, ter Staaten Vergadering i"gebragt den ïften S:ptember 17S4, van geen Regent kan verwagt of gevergt worden} de Ondergeteekende declareert integendeel, dat hy op den iaden Oélober 178Ö, zyne Raadsplaats niet anders zal aanvaarden, dan op het nieuwe Reglement, by hemden noden December vrywillig helpen arrefteren , voorbehoudens nogihans de invlegting der twee differente poincten , welke hy voor de Burgery van gioot gewigt rekent; willende de Ondergeteekende het zelve aldus geapplaneerd Regleme.it op huydan deezes gaarne houden voor formeel geintroduceert ; zoó dat hem aangenaam zal zvn te zien, dat de Burgery van dato deezes af, het effect geniete van 't geene wegens haar Burger Geeemmitteer.len , Kiezers, nominatien &c. is bepaald; Hier toe verbind zig de Ondergeteekende by dit declaratoir, voor zoo veel hem aangaat; en declareert wyders, tot volkomen fecuriteit van de prtedarie zyner ter goeder trouwe gedaane beloften, in allen deelen des gerequkaert wordende, dit alles folemnelyk met Eede te willen bevestigen. Utrecht, den ao Maart, 17S6. (was geteekend) JAN PIETER de RIDDER. Van den Heer Abbema. Gelyk het eeniglyk een gemoedelyk bezwaar was, profluerende uit gehoudenheid aan den Eed op het Regeerings Reglement van 1674, lar Staatsvergadering afgelegd, het welk my, op den soften December des afgeloopen Jaars , belet heeft in te Hemmen en te concurreren tot het finaal arrefteren van het geapplaneerd Stads Regeerings Reglement, en het bepaalen van den ao Maart tot deszelfs introductie, zoo lange ik niet van den voor- fchree- „ October, aan den Heer P. 't Hoen , in wieni handen „ voorfchreeve Heertn, op den aoften Maart bevooreua ,, den fchreeven Eed Staatjgewyze zoude zyn ontflaagen : alzoo worde ik als nog, door dat zelve oprecht gemoedelyk bezwaar, en door niets anders, op heeden te rug gehouden, van de meede werking ter introductie era beëdiging van het geapplaneerd Stads Regeerings Reglement, zoo lange geduurende dit loopende Regeerings Jaar voorfchreeve ontflag uit den Provinciaalen Eed, ten minden voor zoo veel Stads Regeerings befteiling daar in geconcerneerd is, niet zal zyn voorafgegaan. En op dat het te zekerder blyke, dat ik in deezen door niets dan door gezegde gehoudenheid aan voorfchreeven Eed wederhouden worde, declareere ik niet alleen , dat ik by het expireren van dit Regeerings Jaar, op den iaden October aanftaande, het Reglement van 1674 voor zoo veel het betrekking heeft tot deezer Stads Regeering, niet wederom zal bezweeren ofte aanneemen; maar daar te bo. ven, dezelve niet anders zal aanvaarden, dan op den voet van zodanig Stedelyk Regeerings Reglement, het welk als dan zal worden bevonden door door de Burgery, (ten wiens ondanks, ilt althans de Regeeringe niet ambiëre) te zyn goedgekeurd. UTRECHT, den 20 Maart 178Ö. (was geteekent) A. S. ABBEMA. Van den Heer S miss aart. De Ondergeteekende, Raad in de Vroedfchap deezer S'ad, de onwettigheid en fchadelykheid van het Regeerings Reglement vaa den Jaare 1674 al' voileedig betoogd en voor altyd uitgemaakc houdende, en daar tegen overreed zynde, dat het geapplsneerdl Reglement op de-zdr Stads Regeerings befteiling , allezims op gronden van billykheid en regtmaatigheid gebouwd , en met Stadfc Aloude en onvervreemdbaare Regten en Previlegieu overeenkomstig is,- en bovendien in aanmerking nemende, dat de Burgery reeds voer heen , met zoo veel woorden , heeft gedeclareerd, den ganfehen Raad dadelyk te ontdaan van den Eed op het zelve Reglement van 1674 voor zoo ver eenige Stedelyke pointen in het zelve werden gevonden, welk Reglemsnt daar en boven door dezelve in dat opzigt als formeel vernietigd geconfideereerrS word, zonder dat de Raaden, volgens het gevoelen van den Ondergeteekenden , eenig ander ontflag van zodainige zaaken, welke zuiver Domtftiek zyn, en waaromtrent geene Scaatswyze verbintenis nog or.ï/3ag te pas koomen, noodig hebben, zoude, wat hem aangaat, als nog bereid zyn, ingevolge van zyne onderfcheiden Adviezen, van den iften October 178S enden idden 1785 tot dewelke hy zig blyft iefererea, het gezegd Stads Reglement met de Burgery aantegaan en wederzyds te beëJige», da» Gg a  ( 1220 ) # den Eed op hunne Declaratoiren hadden afgelegd , de „ navolgende Mislivens fchxeeven. WEL Ata At Ordergeteekende nieis meer verlangende , dan , zoo veel In hem is , meede te werken toe bevordering van onderlinge overeenkomst ca harmonie tusfchen de Leeden van deezen Raad, «n vrezende, dat hy voor het tegenwoordige, door eene dadelyke beëdiging van meergedagt S'.ads Reglement , buiten ftaat •oude kunnen worden gebragt , om de goede Burgery het gewenfebt effect daar van te helpen bezorgen , verklaard op het plegtigfte, op den Eed , by de aanvaarding van zyne bediening , «Is Raad deezer Stad afgelegd , zig ten fterkften te verbinden, dat hy nimmer, en/inzenderheid ook niet op den I2den October eerftkomende, indien hy als dan nog in de gelegenheid is, om zig dieswegens te expliceeren , het voornoemde Reglement van 1674 v00t 200 veel hetzelve betrekking heeft tot Stads Regeerings bellier en Domeftieke zaken, op nieuw zal bezweeren, tsaar dat hy, op den iaden October van dit Jaar 1786 zyne Raadsplaats op geen ander Reglement zal aanvaarden, dan het geen op den aoden December 1785 >nder referve van twee poincten differentiaal, gearrefteerd en gepubliceerd en den 23ften daar aan volgende gedrukt en geaffigeerd is; bereid zynde dit Declaratoir, indien zulks door de Burgery van hem mogt geverdert worden, met folemneelen Eede te bevestigen. Aclum UTRECHT, den zo Maart 178Ö, (was geteekend) J. C. SMISSAART. . Van den Heer de Leeuw. EDELE GROOT ACHTBARE HEER-EN! Op den toften December 1785 heb ik tot het nemen der twee Refolutien niet geconcurreert, uit hoofden van een gemoedelyk bezwaar wegens den door my gedaanen Eedt ; dezelve reeden weerhoudt my ook thans, om my verder te expliceeren , dan dat ik als een man van eer vetklaare op den duur geen Regent te kunnen of te willen blyven, by aldien het Reglement van 1674 in volle» vigeur blyft. (Was geteekend) D. C. ce LEEUW. Tan dun Heer van der MlTCLEN. EDELE GROOT ACHTBAARE HEEREN1 Daar ik niet ontflaagcn ben van den Eed op 't Regeerings Reglement van den Jaare 1674 gedaan , zoo reekene my buiten «•at, om heden den Eed op 't nieuwe Stedelyke Regeerings Re. glement te doen, dan zal wel declareren, van te zullen concurreren , ten einde het Provinciaale Regeerings Reglement voor den isden October aanftaande verbeeterd worde; dan indien onver- hovpe WEL EDELE HEER! Op ttrgisttrtn avond wierd my, waarfehynly'k door dm Heer hoopt zulks niet mogre gelukken, ik opdien tyd, wanneer na het expireeren van het Regeeiings Jaar, van alle verbintenis van Eeden, als Regent gedaan, zal zyn ontheven, het Reglement, vsn d<.n Jaare 1674 voer zoo veel het betrekking heeft tot Stads Regeerings befteiling, niet op nieuws zal bezweeren; maar dat, wanneer als dan myne Raadsplaatze weder aanvaarde, dezelve niet zal aanvaarden op een ander Stads Regeerings Reglement, dan Set geen thans provifioneel gearresteerd* is , of zoodanig als het nader zoude mogen worden gearrefteerd. (was geteekend) J. C. van dïr. MUELEN. Van den Heer JV0T. Declarere en Belove ik Ondergefchreeven , dat op den iaden October aanftaande, wanneer ik , na het expireren van het Regeerings Jaar, van alle verbintenis der Eeden, als Regent gedaan, zal zyn oniheevcn; het Reglement van den Jaare 1674 > voor zoo veel het zelve betrekking heeft tot Stads Regeerings befteiling, eene Domeftieke zaak zynde, niet op nieuw zal be zweeren; maar, waaneer myne Raads plaatze weeder aanvaarde, dezelve niet zal aanvaarden op een anders Stads Regeerings Reglement, dan het geen thans provifioneel is gearresteerd , of zodanig, als het zelve, tot onderling genoegen van Magistraat en Burgery, nader zoude mogen worden gearresteerd. jiSnnt Utrecht dm loften Maart 1786", (was geteekend) P. H. J. JVOY. Van den Heer van haeften. Ho? zeer de ondergefchreevene , niet uit eenige vreeze , in de Refolutie van den 2often December 1785 heeft geftemd, maar integendeel, wat hem betreft, zyn gegeeven woord bereid zoude zyn geftand te doen, acht hy zig echter verplicht . om het waare welzyn der Burgery te blyven behartigen, en dezelve door zyne eigendunklyk toedoen, zonder aandrang, in geene zwaarigheeden in te wikkelen, welke haar ten nadeele zouden kunnen ftrekken, en die Regenten, welke, hoe zeer met hem inftemmende, om gemoedelyke zwaarigheden, den Eed thans niet kunnen presteren, niet by de Burgery aan eenig het minfte wantrouwen bloot te ftellen, maar integendeel dezelve met recht te doen hoogachten, te declareren gelyk hy doet by deezen. Dat hy op den Eed, aan de Stad Utrecht, uit naam der Bur- ' gery gedaan, xig verbindt, om op den i2den October dezes Jaari 1786, geene poinaen, welke in het fchadelyk, drukkend en by hem, wat Stads Regeerings befteiling betreft, thans voor afge- fchtft  Sier Burgemtejler LoTïW, totgiv>ndtn een Copie Extraft der Refolutie, op den %dtn deezer genoomen by die Leden van Staat, welke buiten concurrentie en in abfentie der Stad Utrecht binnen Amersfoort vergaderen (f) , houdende ken- fchaft gehouden Reglement van 1674,, gevonden worden, en tot de vrye Magiftraat beftellinge der Stad Utrecht eenige betrekking hebben, te zullen bezweeren, maar integendeel op den gemelden iaden October het Reglement deezer Stads Regeeringe, zoo als het zelve op den aoden December i?8s is gearrefteerd, als dan daadelyk te zullen bezweeren, en de Regeeringe op geenen anderen voet te aanvaarden. Zynde hy bereid, dit zyn Declaratoir , ter requilitie van de Burgery, des begerende met Soleranelen Eede te bekragtigen. den 10 Maart 1786. (was geteekent) VAN HAEFTEN. Vdtt ie» Heer van Dam , Heer van Isfelt. Declarere en Belove ik ondergefchreeven , Raad in de Vroedfchap, op den Eed, aan de Stad gedaan, dat ik op den liden October aanftaande, naar het expireren van myn Regeerings Jaar, het Reglement van den Jaare 1674 > voor 200 veel bet betrekking heeft tot Stads Regeerings befteiling, niet op nieuw zal bezweeren ; maar, myne Raads plaatze weederom aanvaarende, dezelve niet zal aanvaarden op een ander Stads Regeerings Reglement, dan het geen thans is gearresteerd, of zodanig, als het zelve, tot onderling genoegen van Magistraat en Burgery, nader mogt worden gearresteerd; zullende, indien ik mogt te raaden vinden myne Raadsplaaze op den I2den October niet weeder te aanvaarden, de Burgery daar tydig van adverteeren, zynde de Ondergeteekende ook bereid, indien de Burgery zulks mogt vorderen, dit Declaratoir met Eede te bevestigen. ASnm Utrecht iin zo/ten Maart 1786. (was geteekend) W. VAN DAM. (♦) Het is opmerkelyk dat de Heer AUema , voorfchreeve Staats Refolutie, voor dusdanig niet fchynt te erkennen, maar alleenlyk dezelve befchouwd als genootne by eenige S-aats Lee. den en wel op dat fundament, dat het zelve gefthied is buiten concurrentie en in abfentie der Stad Utrecht; 't is waar, dat op die Vergadering geeóe Gedeputeerde van weegens de Stad aanweezig waren, maar konden die er zyn ? is eene vraag welke alhier niet diend uit het oog verloren te worden — waren niet de wettige Raaden en daaronder de Heer AUema zelfs, door de onwettige en geweldadige remotien, inde onmogelykheid gefteld, om X. Stuk. No. 31. kennis gtevlng van tent furchaenct der verandering zoo van de Regeering als van 't Gericht der Stad Utrecht op dm liden OBober 1786 ten dien effcBe, dat. Burgemeei' teren. Scheepenen en Raaden met gezegden liden OBober proviftoneel op den vorigen voet en eed in hunne refpeBive qualiteiten zouden continueeren. Bet om sis Rade» eene geregelde Vroedfchaps Vergadering te houden, en in de volftrekte onmogelykheid gebragt om van wegens de Vroedfchip eene wettige Stads refolutie in te brergen ; wy vertrouwen dierhalven dat niemand, zal willen fuftineeren, dat de VergaJeritig van haar Ed. Mog. fchoon dat door de omftandigheden, de Stad Utrecht niet konde compareeren , onwettig was, nademasl de Stadbefchreveu was, en ingevolge de Staats Refolutie van den oden September de geremoveerde Raaden alle in hunne Ambten en Commisfien waren gedeclareerd te zyn gebleeven eti » haare remotie als niet gefchied , en van onwaarde verklaard, zulks dat Haar Ed. Mog. bsgreepen dat alle die 30 Raaden, in alle Vergaderingen waarin zy bevoorens uit kragt en ingevolge haare bedieningen en Commisöen zaten , admisfibel bleeven. De omftandigheeden in de Stad, verhinderde dus wel , dst de Staats Vergadering niet voltalli's was, maar maakte dezelve geenzints wetteloos, nademaal de belde voorftemmende Leeden aanwcezig waren, en het derde Lid, door twee Steden, by vrywillige agterb'yving van Montfoort, en onlhane gebeurtenisfen binnen Utrecht en Wyck , gereprefenteerd wierd. Want indien men wilde fustineeren , dat geene Staatsrefolutien , voor zoodanig kunnen gehouden worden , welke by afweezigheid of buiten concurrentie der Stad genoomen worden, dan zoude hetzelve argument ook met opzigt tot de andere Steeden en Leeden moeten gelden, en dus ten gevolgen hebben, dat zeedert de Stad Wyk (uit hoofde der Verandering welke zy voor hunne Gecommitteerdens in den Provincialen Eed vorderde,) niet ter Staats Vergadering geadmitteert is, alle de Staats Refolutien, in dien tusfebenr tyd genomen , eeniglyk Refolutien zouden zyn genomen by eenige Leeden van Staat; waar uit zoude volgen, dat het van eene Stad of een Lid, altyd zoude afhangen, door niet te compareeren , alle Staats Refolutien welke het voorzag dat by meerderheid teegens zyn gevoelen ftonden geconcludeerd te Worden , ilhifoir of aan illegaliteit laboreerende te maaken. Het kan dus geenzints de afweezigheid dtr Stad zyn, die voorfchreeve Staats Refolutie onwettig eu oabeftaanbaar maakt , ten zy de Heer Alken* in het .gevoelen verfeerde, dat de Stad Utrecht, alleenlyk hst derde Lid van Staat uitmaakt, als wanneer, een geheel Lid zoude zyn afweezig geweest, en ten onre|te als dan, door twee Sceeden gereprefenteerd , doch in welk eerfte geval zelfs, Hh  ( 124 ) Het was op den loften Maart dtet.es J tars, dxt ik tn "Uw Ed. handen , als aan den Prtfes van eene Commisfie zoo uit de Burgery, als uit de Schuttery, onder anderen hy myn "Declaratoir beëedigd heb , dat ik cp of met den liden OBober 17ZÏ niet wederom den eed zoude afleggen ofte anderzints by continuatie denzelven aanneemen op h:t Regeerings Reglement van 1674 > «or *-oo ver de Stads Regeerings befteiling daarin geconcerneerd is. 't Is agtervolgends deezen in Uw Eis. handen afgeleg* den eed, aan welken ik my getrouwelyk denke te gedra gen, dat ik [behalven de confideratie der onwettigheid en onbeftaanbaarheid eener Staats Refolutie buiten concurrent tie en in abfentie der Stad genomen) de by voorfchreeve ExtraB Refolutie vermelde continuatie als Raad op den liden deezer ganfchelyk declineere en, my , als in deeze * furcheance onbegrepen, en met den liden OBober van al le verbintenis aan 't Reglement van 1674 ontflageji, bf fckouwende, my daar na niet gedenke te gedragen. Op dat geene twyffelachtigheid omtrend myne wyze van denken en beftaan uit ftilzwygen geboren werde heb ik ge Öordeeld, Uw Ed. als Prefesvan voofz. Gecommitteerden, hier van te moeten verwittigen, op dat Uw Ed. daar van by Uw Ed. mede Gecommitteerden en Principalen ter myner decharge zoodanig gebruik maake, als Uw Ed. in voorfz, qualiteit zal gelieven nodig te oordeelén. Mier mede heb ik de eer my te noemen. Wel Edele Heer! TJw Ed. onderdaniger) Dienaar A. S. Abbema., Qp den Huize Hilverbeek in 's Gravtland den li OBober 1.786. WEL zelfs, die Saats Refolutie nog aan geene onwettigheid zoude laboreeren, dewyl een Lid wettig befchreeveri zynde, door zyn vrywillig agterblyven , de Vergadering waar toe het behoord, niet kan onwettig maaken of derzelver deliberatien verhinderen, veel minkan die onwettigheid vloeijen uit het onderwerp , waar over dezelve is genoomen, aangezien het verleenen van furche»nce in de werking van het Provinciale Reglement van niemand dan van den Souverain, kan afhangen zoo als het ook dusdanig by de Stad Utrecht 1784- »« begreepen geworden. De wettigheid of onwettigheid dus dier Refolutie , deed in deeze Biet» ter zaaken, de naarkoming der beëdigde Declaratoiren, was ae«' Wel Edele Heer X My herinnerende, dat ik op den lo Maart in handen va* Uw Ed. als Prefdent van de Commisfie daar toe gedecer. neerd, den Eed op myn toen ingeleverd declaratoir afgelegd hebbe, en, dus daar mede bevestigd deszelfs inhoud, dat ik na den 12 OBober niet weder zoude beëdigen het Reglement van I674, zoo verre het poinB der Magiftraats befteiling binnen deeze Stad daar by vervat betreft, en nu door den Heer "Burgemeefter Loten ontfangen hebbende, een Copie Refolutie van de Staatsleden, welke zonder de Vroedfchap der Stad Utrecht te Amersfoort vergaderen, waar by ver. klaren het Reglement van 1674. zoo verre betreft de jaar* lykfche verftelling der Regeering deezer Stad tefurcheren, en de toenmalige Raden op den voet en op den Eed gedaan den 12 OBober 1784 te continueeren, hebbe ik gedagt Uw Ed, expresfelyk kennisfe te moeten geven , dat mi aan de Refolur tie niet gedrage, en dat wel om voor te komen het foupcon als of ik myn gedaan declaratoir niet ingedagt, door mynftilzwygen my uit hoofden van gemelde Refolutie aan den Eed op gemelde Reglement gedaan als nog verbonden hield, hoedanige gedagten ten eenemaal tegen myne meninge zoudè aanlopen, welke ik daar van by deeze hebbe gemeent te moeten voorkomen , waar mede met alle agting ben. Wel Edele Hrer!. UTRECHT den 11 OcTpber I78ö. Uvr Ed. dienftwillige Dienaar P, L. D a u n 1 s. „ Buiten voorfchreeve twee Heeren febynen alle de oveiige Raaden inde voorfchreeve Surcheance, dojr hun Stil„ zwygen berust te hebben, ten minden is dien aangaande, niets ter onzer kennisfe gekoomen. (f) „ Den zeeker 't geene voornamelyk deezen Heer, eenen onderfcheiden weg als zyne (gelyke declaratoiren beëdigd hebbende), meede Raaden , heeft doen inüaan. Cf) Men heeft ons verzeekert, dat' veele dier Heeren, hunne gegeeven en beëdigde declaratoiren op den aoften Maart, aanzagen als verbrooken en kragteloos gemaakt door de feitelyke remotien aan de zeide der Burgery, den aden Auguflus ondernomen} uit hoofde dat de Burgery,. teegens die geaccepteerde De.  C 1*3 ) Den 12 Oftober. des s'morgens ten 8 uuren,' luyden „ alle de Klokken O) terwyl van den Domstoorn eene Roo. „ de en Witte vlag waaide (2). Hier claratoiren aan, de Regeering wilde noodzaaken, om in gevolge van het nieuwe Reglement , dat zy Regenten gedeclareerd hadden, zoo large hun Regeerings Jaar met den uien October niet geëxpireerd was, niet te kunnen aanneemen noch zig in iets ia laten , dat tegens het Reglement van Regeering van IÖ74 firoed. Waar uit dus zonden volgen , dat die Heeren, hunne dechratoi-en zoude aangemerkt hebben , als conditioneel, waar van, voorfchreeve declaratoiren echter geen kennelyk bewys dragen, raar ons inzien , uit geen ander or-gpunt te befchouwen en zyn, dan eene volflrekté Declaratie van h:t gevo.len waar in die Heeren Honden, en zulks wel voornamelyk met opzig; tot het Regeerings Reglement van den Jaren 1674. (1) In de vorige plegtigbeid van den i8ften Auguftus had men het Canon gelost, dan thans kon zulks geen plaats hebben, om alle misveiftand in het Hollandfche Cerdon , voortekoomen, met het welk , (zeedert de bewuste Refolutie van de Staaten vsn Hol'and in dato den óden October 1786 waarby aan die van de Stad Utrecht was toegezegr , ,, dat Hun Ed. Gr. Mog. ingeval „ van aanval van eenige Militaire magt of aanmarfch van Trou„ pes naar die Stad, zig daar teegens dadelyk znllen verzetten".) zekere Seinfchoten of Signalementen met Canon bepaald waren; hier om dan verkoos men als nu , de klokken — geea Canon te gebruiktn, (2) De Schryver der Utrechtfche Courant, in zyn Extra ordinair Nommervan den I3den October i?86 van deeze vlag fp-eekende, laat zig dus hooren. „ Gedurende deeze dag , wasyde „ op dezelve wyze als op den 28ften Augustus een Roede en „ Witte Vlag van den Doms Toorn. Wy herzeggen op dezelve my. „ xe. Schoon men daar op, uit onkunde, te vooren, een cri„ tique maakte, om dat de doorfnyding van rood na boven en „ wit na benede geplaats was,, even als of zulks tot een vocr,, fpellend teeken van de omkeering der Conftitutie zoude vtr- ftrekt hebben : daar in tegendeel naar de regel, waar na de „ Vlag aan een ftok moet geflaagen worden, htt zelve als toen „ en nu weder juift is geobferveerd, gelyk ook nu by dë uit„ komft gebleken is, hoedanig een ongegrond gevolg men uit het „ alzoo plaatzen van die Vlag heeft getrokken: om andere over„ bodige refieéfien die hier omtrend zoude kunnen gemaakt wor,, den, agter wegen te laaten." Hoe zeer wy op geene diergelyke zaaken bygelovig zyn, is het niet te min zeeker, dan de Vlag, verkeerdelyk geplaats was en juist Stads Wapen ten on. derfta boven vertoonde, nademaal.de eerfte regel, van een Vla! moe Hier op vervoeg !en zig alle de Burger. Stemgeregtigdena (welke aan deeze daad deel wilde hebben) uit iedere Com> pagnie, ten half Negen uuren, op hunne beftemde Vergaderplaatzen, en benoemden aldaar ten overftaan en in het bywezen van de Heeren Gequalificeerden van iedere Com» pagnie, vyf Kiezers, om, uit de op den aiften Septem» ber geformeerde Nominatie van Vieren , Twee Perfoonen tot Burgemeefteren te eligeren. Alle de Auxiliaire Corpferi waren meede In de Wapenen. Het Battaillon Rotterdam had de wagt en continueerde tot foulaas van de Scbutte« tery daar meede den volgende nagt, zoo als de nagt te vo< ren, dat van Leyden gedaan had. Alle de toegangen tot de Neude waien door Detachementen bezet. Na het af. lopen van voorfchreve benoeming, zyn de benoemdeKiezerc door een Comisfie van Heeren Officieren en Gequalificeerde Gecommitteerden uit ieder van derzelver Compagoie, des voornoens ten half Twaalf uuren , gebragt in de Raad Kamer deezer Stad, alwaar zig bevonden de Hef ren Ge. rard Bentink en Adrianus Hoevenaar, om , in qualiteiteit van Amanuenfes van de Burgery, deeze actie te adfis* teeren; terwyl tot het dirigeeren van dezelve, by het ope» nen van de Vergadering, bevonden wierd, dat uit het Coli legie van gequalificeerde Gecommitteerdens benoemd waren, de Heeren Pieter Hanebrink , Jan Tieleman Bleckma»f Johannes van Liender en Laurens van Heyningen, Hier op alsRaden de Heeren Pronckert en Marretbinnen verzogt en getreden zynde , als daags te vooren gecommitteerd tot het in den Eed neemen van de voornoemde Kiezers, leiden deezen in handen dier Commisfie , en na Prslecwrevan het vaftgefieide Formulier by bet Reglement tot dè' Nominatie van Heeren Burgemeefteren opgemelden Eed afj. met deeze verandering van de woorden te makene Nomi* natie in die van te doene EleBie; zoo als die verandering; in het tegenwoordig geval, daags te vooren door den Raad met moet zyn, voor al wanneer hy een Wapen zal verbeelden, even als men gewoon is aan dè Vaendéls te obferveeren, het Waperr zodanig te vertonen als het is, cn dan moefthet even gelyk hes ocde bannier der Stad Utrecht afgebeeld ftaat in de Geregtskamer deezer Srad, het Witte teegens de ftok aan zyn vaft gemaakt' geweeft zoo dat de breete van bóven Wit en van ander Rood was. De daarop^ dus gemaakte critique fchyne ons zoo ongegrond niet, te»wyl wy uit deeze verkeerdheid geenzints ïèrs nadeligs-willen betoogen, daar de daden en zaken zelfs bier 't bests fpreeken. Hh * ~  met concurrentie van de drie bovengenoemde Comisfien was gereguleerd geworden. Na het afleggen van den Eed, en m dat de voornoemde Raden zig uit de Raad Kamer geretireerd hadden, gingen de Kiezers over tct de Electie van Burgemeefteren, waar toe een ieder met een beflooten briefje heeft geftemd, op dezelve wyze, als de Nominatien van Vieren ter Electie van Raaden op Twee is gefchied. En wierd, by het op reemen der briefjes, bevonden , dat daar toe benoemd waren de W«l Ed. Groot Achtb. Heeren ADRIAAN HEN. PRIK EYCK en Mr. JAN PIETER de RIDDER. Van deeze Electie wierd door de Amanuenfes aan den Raad, in de Gerechts Kamer aanwezig , terftond kennisfe gegeeven, met verzoek, om onverwyld fesfie te neemen tot het ontfangen van het daar toe in gereedheid zynde Adres; zoals de Raad dan ook daar toe ommiddelyk vergaderde; en het zelve Adres , inhoudende de voorfchreeve Eleétie door de Agt oudfte Kiezers, uit iedere Compagnie een, ter vergadering wierd ingediend. Terwyl deeze aftie gefchiede , waren de agt Burger. Compagnien, nevens derzelver üitkopers en Wagtvryen, des voornoens ten half twaalf uuren , de eerfte met hun geweer en wapenen, en de laatfte zonder dezelve , verfcheenen op haare Locpplaatzen : trekkende van daar ten twaalf uuren , met flaande Trommen en vliegende Vaandels, na de Neude, alwaar dezelve zig door het formeeren van eenen grooten kring , in één Lighaam vereenigden, zoo en in dier voegen als op den 2den en 28ften Augustus was gefchied , ftraks hier op begaven zig de Zeftien Gequalificeerde Gecommitteerdens en de veertig Kiezers met haare Amanuenfes, een ieder na zyn rang, van het Stad huis na de Neude, zig voegende by hunne Compagnien; gelyk de Leden van den Raad meede en Corps zig , beneevans den Secretaris Falck, als hier toe van wegens de Burgery expresfelyk verzogt zynde, te voet van het Stadhuis derwaerts begaaven, over de Ganzemarkt, door de Schoute Steeg, ftaande van het Stadhuis tot aan de Neu de, eene dubbelde Rey van Auxiliairen, door welke de train in deezer voegen doortrok. Vooraf ging een detache. ment van Officieren uit de Auxiliairen van het Battaillon Rotterdam met ontbloot Zydgeweer, hier op volgde een plotton uit de Compagnie de Orangt fiam , daarna den ganfehen Raad, voorafgegaan van alle Deurwaarders, Bo> dens en Letterdienaars, en vervolgens een tweede Plotton met een Officier uitgemslde Auxiliaren welke den train floot, op op de voorfchreeve Neude was gemaakt een verheeven Vier. kant van veertig vosten, opgaande aan alle de zyden, met twee trappen, omvangen met agt Colommen, met een door gaande Lyft aan den anderen gewerkt, uit welkers vier hoeken een ovaal opging, 't geen zig in het midden ver. enigde ineen Pedefhl, waarop een Faam geplaatst, en Tentsgewyze met Zyldoek overdekt was. De Vloer en Ta. fel waren beLgd en bekleed met groene Baay , en voorts de Colommen en Lyften wit geverfd, en meigroene Fes. tonnen, opgehouden met roode en witte Linten, verfïerd. Boven de middelfte ingang , was het Wapen der Stad geplaatfl, zeer cierlyk in het gtaau gefchilderd, omvangen met Wapentuig en andere Tropheën, hebbende aan de o. verzyde, op een insgelyks in het grau gefchilderd Schild, vercierd met een Eiken en Lauwer krans, in gouden Letteren de woorden: CONCORDIA RES PARV-rE CRESCfJNT (f): en op de vier hoeken vier Naaltjes, op welke, ten teken van de Vryheid, vier ronde Hoedjes geplaatst waren (J): By de aankomfl aan de Neude, op het einde der Schou; tenfteeg wierd de Raad, gerecipieerd en in den Kring tot de voor han vervaardigde zitplaatzen geleid , door de agt oudfte Officieren van de refpeclive Compagnien. Gezeten zynde, wierd om deeze zitplaats een kleineren Kring gefhgen van alle de Officieren en Onder-Officieren, waart op, even als by de vorige gelegenheden, door de agt jong. fte Officieren in dezelve binnen geleid wierden de Heeren Gequalificeerde Gecommitteerdens ; welken nedergezettn zynde; plaatften de agt oudfte Officieren zig voor de Tafel, over de Heeren Eyck, van Senden, dt Ridder, Smisfaart, van Haeften, Burman en van Dam: voegende zig hier by de Heeren Gysbert Cornelis Brouwer en Mr. Ludolph de Witb Hoevenaar, Gequalificeerde Gecommit. teerdens , waarop aan voornoemJe zeeven Heeren , door de eevengenoemde Gequalificeerde Gecommitteerden^ by monde van de Heeren Gordon en van Goens, oudfte Capitainen Luitenants van de Compagnien de Hand. voet, ' ~~~ ~ (t) Voegeiyker ter dier tyd had men in waarheid kunnen ftellen Discordia res maxui/e dilabuntur. aangezien, de fcheuring welke niet alleen de Staatsieeden, maar zelfs Utrechts wel eer zoo eensgezinde-Burgery, verdeelde. (§) Neerlands Bondgenootfchap , ftrekt ten voorbeeld hos moeyelyk het is eene hoed van Vryheid te bewaaren, hoe veel te moeyelyker zoude het zyn er vier te befchermen.  C 125 ) voetboog en Oranje/lam wierd afgevraagd, of hun Eds. als cu bereid waren, om den Eed afteleggen , conform aan hun Declaratoir van den zoden Maart 1786, en uit handen van de Burgery de Regeering te aanvaarden , conform en op het gearrefteerde Regeerings Reglement van den aoften December 1785, en daar toe thans den Eed afteleggen, overeenftomftig aaB het Formulier , zoo als alle de overige Raaden gedaan hadden ? Het welk, door hen met Ja beantwoord zynde, las daarop de Heer Secretaris Falck aan die Heeren het Formulier van den voorfchreeven Eed voor; leggende als toen ieder van de voornoemde zeeven Raden dien Eed af aan de Burgery, in handen van voornoemde vier Heeren Gordon, van Goens, Brouwer en de With Hoevenaar , werdende dit door een driewerf hoezeé beantwoord. Dit verrigt zynde, wierd aan de Heeren A. II. Eyck en Mr. jf. P. de Ridder , Geëügeerde Burgemeefteren, door eeven genoemde Heeren Officieren en Ge. qualifieeerde Gecommitteerden, afgevraagd: of zy bereid wa. ren, de waardigheid , hun door de Burgery opgedraagen, te aanvaarden? en zulks door hun Eds. met Ja beantwoord zynde, las de Heer Secretaris Falck aan hun Eds. voorfchreeven Eed voor; gelyk dezelve, door hun Eds. dan ook wierd afgelegd, in handen van den Raad; wordende bier op de Heeren door de voorgemelde Commisfien, in naam van de Burgery, met die waardigheid gecongrstuleerd. De Heer Secretaris Falck, las vervolgens het Declaratoir of tot, en introduBie van, bet gearresteerde beëdigde Reg. lement, concernerende de befteiling der Stads Regeeringt, gearrefteerd den loften "December , en affchaffinge van dat van Anno 1674 luidende: Declaratoir tot, en Introductie van, het Gear» resteerde Reglement , concernerende de befteiling deezer Stads Regeeringe; Gearrefteerd den 2cften December 1785. —— Burgemeesteren en Vroedschap der Stad Utrecht nevens de BüRGERY, beftaande uit alle de Burger Schut, ters-, Wagtvryen en Üitkopers van de Acht Burger Compagnien, na voorgaande oproeping van alle en eenieder, niemand uitgezonderd; en alzoo te zanten uitmakende en rtprefenterende het geheele Lichaam van de Burgeren en In wooneren deezer Stad, op de Neude vergadert, omme als tsu ook aan de zyde van den Raad, en dus wederzyds, en alzo volkomen, in te voeren het op den icften December 1785 gearrefteerde Reglement . nopens het beft.el en beleid van de Regeering deezer Stad, door de Burgery plegtig 1 Stuk. No. 32. Beledigd, den icften Maart 1786, en als na door deze ven Oudfte Raaden meede bc?„wooren, ingevolge van hun' ne Declaratoiren, van dato loften Maart deezes Jaars, zoo als de overige Raaden hetzelve by de aanvaarding van hunne Raadplaatzen, zedert den liften Auguflus, tot heden , fuccesftve hebben gedaan ; verklaard de Burgery den Raad deezer Stad, van heden af, in de Perjtanence, Conform, en na inhoude van het voorfchreeve Reglement, op te neemen; en als nu het zelve Reglement, aan zyde van Raad en Burgery, en Burgery en Raad, en dus we derzyds, en volkomen te zyn geintroduceert, zoo als Raad en Burgery het zelve alzoo houden voor geintroduceert en ingevoerd, invoegen, dat Raad en Burgery, van heden af, voor zoo veel Stads Aiagiftraats befteiling en de poinclen, het Huishoudelyk Beftier derzelve betreffende , en houden voor Afgeschaft en vermetigd, het voor hun zozeer fchadelyke, als inzonderheid voor de Regeering drukkende Re gfement, van Ao. 1674," zoo als hetzelve Reglement, ten dien opzigten, en inzo verre, hedenword Afgeschaft, Gzmortificsert, Geannullefrd en Vernietigd, endat, in de plaatzevan hetzelve, van heden af', zal ftand hebben liet a/s nu wederzyds Bezworen Reglement, gearrefteerd 20 December 1785; gereferveerd de afdoening der twee nog openftaande poinBen, met onderlinge Concurrentie te reguleeren , en ook voor behoudens alzulke veranderingen als, buiten het Confitutioneele , in dit Reglement vervat met onderlinge Concurrentie van Raad en Burgery te maken , in tyden wylen geoordeelt mogten worden, ten nutte van Stad en Burgery te zullen ftrekken. Declareerende de Bur. gery, haarer zyds, deeze haare Permanente Raad, op het voorjehreeven Reglement te nemen in haare byzondere ProteBie en Guarantie; zoo als de Raad haarer zyds de Burgery van gelyke verklaard te doen, ander wederzydfche beloften , van den anderen over en weder te zullen indemneeren en bevryden , mitsgaders den anderen, op de allerefficacieufle wyze te zullen maintineeren, ftyuen en fterktn , tegen alle en een ieder en inzonderheid tegens de Voorftemmende Et den deezer Provintie, of ook wie het zouden mogen zvn, die ter zaake deezer introductie'de Raad of Burgery hinder, moejenisfe, of ongelegenheid zouden willen aandoen, het Zy in hunne Perfonen, Goederen, of by oppofttie in het efteB der waarneminge van de Commisfien, van Stads Wegeeringe dependerende, of hoe dezelve hinder , moejenisfe of ongelegendheid aan Waad en Burgery mogte worden I1 aan-  aangedaan, met toezegging aan den anderen, om, ingevalle van geweld , het zelve ten ouderlingen byftand en ten effeBe deezer, met goed en bloed te zullen verzegelen. En op dat van deeze IntroduBie zoo nu als veor de posteriteit zoude konnen lijken, is daar van deezen uitroep gedaan, en opentlyk afgekondigd, door Waad en Burgery, op de Neude in Utrecht, den liden OBober 1786. Na de afkondiging van Mr. J. C. SMISSAERT. * Mr. J. van HAEFTEN. * Mr. P. C. BURMAN DE LA BASSECOUR. •«Mr. W. van DAM, Heer. van Isselt. Ter DireSie van Stadi Finantie, J, f, van SENDENj * Mr.. den van alle1 de Klokken deezer Stad; terw'yl inmiddels de Rasd zig erf Corps, van de Neude, naar het Stadhuis be» gaf, met gaiyke plegtigheid als by de aankomit plaats hadde , zoo ter introduétie van Schepenen als ter begevinge van Stads verdere Commisfien (*) ; gelyk ook de Heeren Gequalificeerde Gecommitteerdens vervolgens na de plaats hunner byeenkomft vertrokken, en de Wagtvryen en Üitkopers zig van hunne Compagnien afzonderden, teneinde de Schutters van iedere Compagnie tot de Wapenfchouw zig konden rangeren. De Compagnien in ordre gefchikt zynde verfcheenen, tot deezen Wapenfchouw, neevens den Heer * Mr. J. van HAEFTEN. J. de JONCHEERE. E. A. ENGELBERT. Thefanrier». . Mr. M. MULROOY. Kameraar, Mr. J. van GOUDOEVER. Poferjem * A. ABELEEVEN. * Mr. Pu. KUVEL. Tot de Tmpott op de TiierenJ. VOS van ZYL. * Mr. Ph. KUVEL. Tot de Impofl p de Wynen &ct- " . C. F. JVOY. Mr. P. G. van der MUELEN. Tot de Pallieke Verkoping,. * G. C. EGELING. Het zal een ieder moeten vreemd'fchynen, dat zoo veele verfchillende CómmisQeU op een Perfoon kwaamen ett neg; wel zo veele teegens den anderen aanftrydende , dan, men moet voor eerft weeten, dat die Heeren maar van een Commisfie de Emolumenten trokken, en de anderen gra'is waar naamen en dat zoo ooit het fpreekwoord, nood breek Wet te pas kwam, het alhier was , wyl alhier 34 differente Commisfien door zo veel Raaden moesten vervult worden, daar er nogthans maar s7 Raaden waren. Waar aan men als dan ook zeekerlyk alleen zal moet toefchryven, dat Hun Ed. Gr. Agtb. geene der Generaliteids Gecommitteerdens , in die hun qualiteit hebben geremoveert of doen removeeren, zig alleenlyk contenteerende, met de Gedeputeerde ter finantie van Staat en 't Hof te verlasten, waar van echter de Eerfte nimmer zig tot Sesfie neeming heeft gefifteerd , en de.' tweede niet weinig moeitens ondergaan heeft om. zyne Commis^ fle te doen gelden.  ( 2*7 ) Beer Collonel var Senden, de Heeren Smisfaert en Buv s»t de waarneming van m.ergenoerade Hoofd' Officiers Amb; zjdrig te diiponeeien , als wy tot welzyn van Stad en Burgery, en tot voorkoming van eene zig-.baare verwarring in den loop der zaaken sullen oordelen te behooren , vertrouwende dat Uw Hoog Geb. cctz; eraangenaaine noodzaakelykheid wel in tyds zal wil.'en prKveiiieeretr, verVyVen wy HOOG GEBOREN HEER! Uwe Hoog Geboorne Goede Vrienden De Vroedfchap der Stad Utrecht (onderftond) Ter Ordonnatie van dezelve (geteekend) IZAAK FALCK. Utrecht den 19 S ptember 1/85. (2) WEL EDELE GESTRENGS HEER! Jk heb op Dondirdag den aiften deezer ontfangen eene ïnisfi- v» mik den ondergetekende vermeyijd heeft op die Misfive te moeten doen, eindelyk een extract- Refolutie (3) insgelyk3 aan ve door Uw Ed. Geftr. als Secretaris van de Vroedfchap der Stad Utrecht getekend; de omflandigheden, van tyden permitteren my niet om te denken dat die misfive van wegen de by my erkende Vroedfchap gefchreeven zoude zyn, ik kan daarommc op dezelve niet anders antwoorden als dat niets my aangei-aamer zal zyn, als meede te werken in myn Post als Hóófd - Officier, tot een onzydige en prompte Juftitie, en dat ik ook in Perzoon gaarne in Utrecht (zoo draa my doenlyk zal zyn) vaceeren zal, dan vermids de tyds omflandigheden myne Perzoon elders vorderen, kan ik voor als nog in Porfuon te Utrecht niet komen, intusfchen twyfel ik niet of de Heer Burgemeester Looten zal volgens myn verzo-k zodanige zaalien als tot myn officie behooren, volgens de wetten en gewoonten, waarneemtn, zoo dat de administratie der Juftitie by myne noodzaakelyke abfentie geen naadeel lyden, zal. Ik heb hier van UEd. Geftr. kennis willen geeven, ten einde hier vsn zodanig emploi te maaken , als UEd. Geit. als S«« cretaris der Vroedfchap zult oordeelén te behooren. Hebbe de Eer te zyn. &c. ( was geteekend) ATHLONE. Amerongen den 23 September 178Ü, Sitperfcriptie. Wel Edele Geftrenge Heer- ■ D.n Heer IZAAK FALCK, Secretaris d.r Stad Utroehtte Utrecht. IXTRACT uit de Refolutie van de Ed. Cu Achtb Vroedfchap der Stad Utrecht. (3) Maandag een aden October 17S6. I Voorgedraagen en overgelegl zynde navolgtnde Misfive dooiden Heere Gave van Athlone Hoof - Officier deezer Stad, aan den Secretaris Falk in dato 23 September laatstleeden geaddresieert. Waar over gedelib;reerd , en inachtirg genomen zynde de' fchroomc-'yke gevolgen, die eene willekeurige en in weerwil va© den Raad deezer Stad gecontinueerde abfentie van den Heers Grave van A'hlone , wien de waarneeminge van het Hoofd-Officiers Ampt binnen deere Stad is aanbevolen, onvermydelyk zouden moeten naar zig flecpen , indien daar tegen niet by tyds, ea naar behooren voorzienwieide, is goedgevondenen gerefolveerrJ da*. Kk 2  C 13a ) tan hem uit naam van de Vroedfchap toe gezonden , tot welke hy de Vryheid neemd zich kortheids halve te refereeren, verzoekende met de hooge orders van UEd. Mog. te mogen werden voorzien, vermits het hem in deeze omftandigheeden van tyd niet doenlyk is geweest, zich naar Utrecht te begeeven, en den Heer eerften Burgemeefter het ia zyne abfentie waarneemende. Waarmeede &c. ( geteekend) ATHLONE. Op welke Misfive gedelibererd zynde is goedgevonden en ver ftaan de fuspenfie van den Heer Hoofdofficier 't Utrecht, als door onbevoegde perzonen op eene onwettige wyze gedaan, te houden voor nul, informeel en van geener waarde. En is voorts gerefolveerd van deze hunner Ed. Mog. refolutie extract aan den Heere van Amerongen, als Hoofdofficier der Stad Utrecht ter band te ftellen, om te ftrekken tot deszelfs informatie. » Nog dat boven gemelde Misfive nader zal worden geëxamineerd, door de Heeren van Senden, de Ridder, Smisfaert, en van Haeften, ten einde den Raad te dienen van derzelver Confideratien en adVis, nopens de wyze waar op eene zaak van zoo veel gewicht Voor de policie en Juftitie, over eenkomftig de Eer en waardigheid van deezer Stads Regeering, en ten meeften nutte van de Stad en Burgery zoude kunnen en behooren getermineerd te worden, en dien onverminderd verder goed gevonden en verftaan den voornoemde Grave van Aihlone by provifie in de waarneeminge van voornoemde Ampt te Suspendeeren, en daar toe in •leszelfs plaatze meede by provifie te auihorifeeren en te committeeren, den Heer Arnóud Lootea, als eerfte Burgemeefter dezer Stad, zynde wyders nog gerefolveerd , dat aan den Heere yin der Does als Thefaurier deezer Stad zal worden aangefchreeven, en zoo veel des noods gelast, om tot nader order van de Vroedfchap met het doen der verdere beta'inge, aan dan Heer Grave van Athlone, als Hoofd - Officier deezer Stad , zynde indien post by provifie gespendeerd, te furpercederen. En zal Extraft deezer gezonden worden aan den Heer Grave van Athlone tot deszelfs naricht, mitsg»ders, voor zoo veel de voornoemde Surcheance van betaling aangaat, aan dea H^er Thefaurier van der Does ; ten einde zig dien Conform te gt dragen. Accordeerd in kennisfe van my (was geteeker.d) IZAAK FALCK. „ Nog kwam ter gemelde vergadering binnen volgendi „ Misfive van de Raad de Leeuw Gecommitteerde tot het „ onderzoek van het defenfie wezen dezer Republicq. EDELE MOGENDE HEEREN! Wanneer ik dapr Uüd. Mog. vereerd wierd met dte bcnoeming als Medegedeputeerden van weegens de Provintie van Utrecht, tot^ de Commisfie door de respective Bondgenooten gedecerneerd , t?n einde al wat tot defenfie van deze Republicq betrskkelyk is tê onderzoeken en daar van te rapporteeren, rekende ik het my een geluk van gelegendheid te hebben , om mynen tyd en geringe vermogens, tennutten van myn dierbaar Vaderland tot een zoo aller gewigtigft werk te mogen hefteden. Dan Ed. Mog. Heeren de wonderlyke keer van zaken in ons Gemeenebeft, doen by my verfcheide bedenkingen opkomen zoo, met betrekking der dadelyke werkzaamheid van de Commiffie waar omtrent men immers de nodige vereisebfens thans niet kan veronderftellen, als, tot het weinige nut dat menirfdit on. gunftig tydftip, van dezelve verwagten kan, ook brengt het gebeurde binnenUtrechtopden iden Auguftus laaftleden met alle de gevolgen van dien, my in eene groote omekerheid, aangaande myne qualifkatieofli de deliberatien van voornoem»! de Commiffie, by aanhoudendheid, na den laden Oftober, aanftaande te kunnen bywoonen; en wanneer ik vervolgens na gaa, in hoe verre ik my zoude behoeven oi in hoe verre ik my zouden kunnen ontrekken aan het waarnemen van gemelde Commiffie, komt het my voorld. Mog. Heeren! dat, aifchoon ik my thans confiJerere als faBo en niet Jure van myne Raadsplaatze te zyn gedepofideerd, en aldus ook door UEJ. Mog. werde aangemerkt, ik egter die qualiteit van Raad in de Vroedfchap niet anders kan befchouwen, dan als een Radicaal zonder het welke ik nimmer als Gedeputeerden tot de Commiffie van bet defenfieweezen zoude benoemd zyn, zo dat alhoewel deze Commiffie een Staats Commisfie is, dewelke ik ftrikt genomen wel zoude kunnen blyven waarnemen, tot dat UEJ. Mog. goedvondjn dezelve in te trekken, het egter niet minder waar is, dat dezelve een gevolg blyft van myne qualiteit als Regent der Stad Utrecht, en dus riet anders geconfiJereeri kan worden, dan als een voordeel, of als een last post; maarEd. Mog, Heeren', na de ondergaane behandeling in myne principaale qualiteit , febaam ik my eenig voordeel te genieten gedurende den om zekeren ftaat der zaaken, en het waameemen van een List post vertrouw ik, dat  C 133 > dat in dit geval niet kan gevergd worden, aangezien er geene noodzaakelykheid is, dat deeze Commisfie , door my worde waargenomen. Om al het welke, Ed. Mog. Heeren ik naar myn in zien my moet excufeeren van het waarnemen, der op my gedecerneerde Commiffie, en UEd. Mog. verzoeken om als Gedeputeerden tot dezelve te worden ontflagen, in vertrouwen dat ik desweegens, niet langer verftaan kan worden gehouden te zyn, uit hoofden van den Eedt, by het neemen van fesfie ter Staats Vergadering van de Provincie afgelegd, vermits ik na den I2den Oftober ten minfte faBo zoo ten volle als immer kan uitgedagt worden, ontzet ben van den post, zonder dewelke ik my niet langer in eenige opzichten, als Lid van UEd. Mog. Vergadering kan confidereeren; doch by aldien aangaande het accordeeren van myn verzoek, noch eenige bedenkelykheid by UEd. Mog. mogt overblyven dewelke zoude konnen weggenomen worden, door een Declaratoir waar by ik van myn Raadsplaats defifte. re, zoo ben ik bereid, ingevallen UEd. Mog. begrypen , anderzints aan myne intentie niet te kunnen voldoen, dus danige verklaring ter naastkomende Vergadering van UEd. Mog. in te Ieeveren. By alle voornoemde reedenen Ed. Mog. Heeren , vinde ik my tot het neemen van dit befiuit ook genootzaakt, uit hoofde van myne gezondheid, om dat ik, ten einde volkoo men te kunnen herftellen van de Ziekten , door dewelke ik laatftlede zoomer overvallen ben , my geduurende den whter meer zal moeten myden en in acht neemen , als ik zal kunnen doen, by aldien ik verplicht worde", my , in het guure Saifoen , by aanhoudenheid van huis te be. geeven. Het zal misfchieis niet onnoodig zyn Ed. Mog. Heeren alhier nog by te voegen , dat de geene die met er tyd in myn plaats zal benoemd worden, niets verlooren heeft met de deliberatien van de Commisfie niet van den beginnen af te hebben bygewoond, want, alfchoon met betrekking tot den ftaat der deliberatien van de Commisfie aan de geheimhouding verbonden, maak ik nogthans geene zwaarigbeid aan te merken, dat de gewichtige taak der Commisfie het vraagen van zoo veel adviezen, informatien en berichten vorderd, dat niet te verwonderen is by aldien het wetk der Commisfie zig genoegzaam tot bet bekomen derzelve bepaald heeft. Hebbe de Eer Edel Mog. Heeren »y met alle Hoogag- 3 Stuk. No. 34. ting en met het am de Vergadering van Uw Edele Mol gende verfchuldigd refpect te noemen. EDELE MOGENDE HEEREN! U Ed. Mog. Onderdanige en Gehoorzame Dienaat 's Hage den 30ften September 1786. ( was geteekend ) D. C. ds LEEUW. „ Hier op wierd by Haar Ed. Mog. 'genoomen volgends „ Refolutie". Waarop gedelibereerd zynde is goedgevonden aan denzeiven de verzogte dimisfie en ontflag van zyne Commisfie als in deezen te accordeeren mits deezen , en voorts by extraft deezer te kennen te geeven, dat offchoon hun Ed. Mog. welgewenfcht hadden , dat de Heer de latuw dis Commisfie hadden kunnen blyven waarneemen, echter geconfidereerd de zwakke gefteldheid van zyne gezondheid,' dat ontflag niet hadden willen weigeren , zonder nogtans te admitteeren de redenen in het hoofd deT Misfive geillegeerd alzoo bun Ed. Mog. denzelven blyven houden voot een wettig Regent der Stad Utrecht en van deeze Provin? cie. „ Nademaale de Staaten onderricht wierden, dat noch ,, de Hollandfche Gewapende Schutters noch der zelvet „ Militie zig ontzagen , zonder eenig patent of agreatie, „ veel min voorkennis van Hun Ed. Mog. over het territoir ,, dezer Provincie te trekken, vonden Hooggemelde Heeren ,, Staten goed, navolgende Refolutie te neemenen daarvan,. „ aan de refpective Schouten aanfchryving te doen''. EXTRACT uyt de Notulen van de Ei. Mog. Heeren Staten s' Lands van T£> trecht dato 12 OBober. Op het voorgedragene dezen aangaande, is na — voor» gaande deliberatie, geconfidereerd by geruchten vernomen was; dat gewapende militaire Corpfen het Territoir dezer provincie buiten kenniffe van de Heeren Staten ofte der Heeren derzelver Ordinairis Gedeputeerden waren gepaffeerd, goedgevonden wélgemelde Heeren Getleputeerden teauthorifeeren om aanfchryving te doen aan de Schouten en Gerechten ten platten Lande ten einde wel acht te geeven op de Confini» en deezer Provincie of eenige gewapende Militaire Corp» LI ze*  ( 134 ) zen het Territoir, van-de Provirxie'betiecden. Zoo ja dezelve aftevragen, of Provinciaal patent of attaché hebben, en indien daar tan niet voorzien zyn, dezelve aan te zeg gen, om te ruage te keeren, en aanftonds de Heeren Ge' deputeerden daar van te informeeren. Den I3den October. ,, Ontvongen de nieuwe binnen „ Utrecht geert ëerJe Burgemeefteren, de complimenten van „ gelukwenfehing , dïr Waalfche Kerkenraad, 't welk ech „ ter het interesfar.sïe niet was 't welk dien dag in de Stad gefebiedej de Heer van Hengst zoo als wy gezien hebben, „ was door de Vroedfchap genomineert als Riad Lxtraor. „ dinair in den Hove, Provinciaal; welke nominatie, in„ dien de zaaken' wel en volgens de order der Regeering „ behandelt worden, moet gebiagt worden ter Vergadering van Staat, al waar, als dan Staatsgewyze, de voorge„ drage Perfoon word voor aangenaam verklaard en met ,, eene ProWnciaale Commisfie voorzien, 't Welk zeer na» „ tuurlyk is, nademaal het Hof, een Provinciaal Collegie ,, zynde, aldaar van weegens de Staaten, en uit het mid„ den derzelver drie Heeren als Extraordinaire Raaden wor. ,. den gecommitteerd, dewelke Staatgewyze haare Commis„ fie bekoomen en ook van weegens de Gezamentlyke Staa„ ten inftructie ontfangen. Dus niet ieder Lid afzonderlyk ,, (offchoon, dat ieder Lid een Perfoon voor draagd) het „ regt ofte de magt heeft buiten agreatie der anderen en a, zonder dat dezelve met eene Staats Cammitfie voorzien „ is, op zyne eige autoriteid, een Extra Ordinair Raad iu het Hof te zenden, — zoo min als de Raaden in den f, Hoven bevoegd zyn, iemand'tzy als Ordinair of Extra Or„ daris Raad te admitteeren , welke niet alvorens vertoond „ heeft de Commisfie van de Staten, by welke hy tot dien „ post gecommitteerd word. Die van de nieuwe Vroedfchap ,, nu, wel bevroedende, dat hunne op de Heer van Hengjl „ verleende nominatie, by de Staten niet zoude werden ge „ agreerd en ook uit hoofde van de verleende Surcheance „ en continuatie van alle de oude Raden in hunne Gommis„ fien, (als was de Heer van Hengst een wettig Raad geweest) „ niet konde volgen, beflooten zy op het futiel pretext dat „ zy bet, tierde Lid alleen waren, de magt te hebben om „ op hunne particuliere Commisfie de Heer van Hengst als ,, wegens het derde Lid gecommitteerd, inden Hooven te doen a admitteeren, en vorderde dus van den Heer van Hengst, „ om dadelyk aldaar te gaan fesfie neemen , en de derde „ ftoel der Extraordinarc Raaden, te gaan occupeeren* 't ,, Welk zyn Wel EJ. dan den ijden Oélober onderfiond* „ Zoodra de Heer van Hengst zig aldaar fjsteerde en raar ,, gewoonte alvoorens geintroduceert te worden in de au» „ dientie Kamer zig ophield, behaadelde die van den Ho» „ ven de zaak met de uiterfte beleeftheid, Committeerende „ een hunner naar den Heer van Hengst om Zyn Ed. „ onder het oog te hou Jen , de onmoogelykheid waar in ,, het Hof zig bevond, om hem op zulk eene onregelmati,, ge wyze lesfie te vergunnen, naar eenige over en we,, der fpreeken , ging dien Heer van het perfisteeren van ,, de Heer van Hengst de Heeren informeeren, welke ,, andermaal weeder by den Heer van Hengst koomenr „ de en niets op hem kunnende winnen , wierd de Ver* „ gaderkaamer dadelyk door de Heer van Hengst ge« ,, opead, die alzoo via facii zig van een der Stoe„ len meester maakte en dezelve occupeerde. Deeze korte „ dog niet te min onbeleefde wyze van fesfie neeming had „ ten gevolgen dat de Heeren van den Hoven daarvan by „ volgende misfive en by gevoegde ftukken aan. de Staaten „ kennis gaaven '. EDELE MOGENDE HEEREN! Wy hebben ons verpligt geoordeeld UEd. Mog. kennis te moeten geeven van het voorgevallene in onze Ordinaris Vergaderingl op gisteren by gelegenheid van de dadelyke en via f.rcli in ons Collegie fesfie neeming van den Heer van Hengst als vnn wegers de Stad van Utrecht tot Extra Ordinaris Raad gecommitteerd, alleenlyk meteen ongeregeltle Vroedfchaps Refolutie gemui. ieerd, van al welk voorgeval, lene wy Copyen authentiek hebben doen maken , die wy de eer hebben hier by aan UEd Mog. toe te zenden, en waar toe wy de vryheid neemen, ons by deeze te refereeren; gelyk wy dan ook vertrouwen , dat UEJ. Mog. vaa dat "alles hier uit eene volledige ouverture zullen kunnen ontvangen, En Je hier meede EDELE MOGENDE HEEREN! Ons zeer gedienft.Jyk recommandeerende in dg goede gratie van UEJ. Mog. bidden God Almachtig dezelve te willen fp^arun m eene Lange en Voorfpoedige gezondheid, gefchreeven te Utrecht den i4den Oftober 1786. UE iele Mogende dienftwillige Dienaare» Die Raden 's Hoofs van Utrecht. Ter Ordonnantie van Dezelven ( was geteekend ) CORNELIS ds WYS.  ( m ) EXTRACT uit ht-memoriaal s' Hoofs van Utrecht. Op huiden den isien October i?£6 is in't Collegie var. den Raade 's Hoofs van Utrecht met eikanderen vergaderd zynde prsfentibus de Heeien, Oosterdyk , praïfileer.eD.de.. ■van Haeften, van Goens, van den Heuvel en Munniks Raaden Ordinaris , even t a dat de befoignes eenen aanvang genocmen hadden , door den Deurwaarder die gofcheld had, en voorts bi;.nen gelaat en, was kennis gegee ven, dat do Hier Mr. Hendrik Jacob van Hengst, in de vertrekkaamer van den Hoove zich bevond , en verzocht had , om den Heer prsfidèerende te tr.oogen fpreeken; waar op dezelve Heer Prajfiderende uil den Raad naar de vertrekkamer zich begeeven hebbende, en een konen wyl daar na weeder binnen gekoomen zynde, aan den Raad heeft gecommuniceerd de volgende dcor hem van den Heer van Hengst ontvangene Refolutie. EXTR*.CT uit de Refolutien van de Ed Groot Achtb Heeren Burgemeesteren en Vroedfchap der Stad Utrecht. Vrydag den liden OBober 1786. De Vrcedfehap in fer-ieufe overweging genomen hebberde, dat de Commufieals Raad Extra ordinair in dan EJ. Hoove van Juftitie deezer Provincie welken cp den 12 Jen October des voorii;en Jaars aan dea Heer Mr. Jan Willem van Masfchenbroek eeconfereerd was, wegens deszelfs be bekomen oniflftg, ais R-tad in de VioeclLhap deezer Stad. met dato des-der geëxpireerd is , Ijecft goed gevonden tot Raad Extia pidinair in denzelvcn Hoove te committeercn gelyk daar toe gecommitteerd werd by deezen den Heer Mr. Hendrik Jacob van Hengst, Raad enz, en zulks voor den tyd van de resterende twee Ja^ren, iegegaan op gist.ren den l2Jen deezer, met volkomen latt en suctoriteit omme by alle gewoons en buiten gewoone Vergaderingen van het Hof van Justitie voornoemd te adfifteeren, aldaar te helpen delibereren en Refolveeren, en voorts alles te verrigten Wat een Raad extra Ordinair wegens deeze Stad, als reprefentterende het derde Lid van S:aat deezer Provincie gecommitteerd fchulJig is en behoord te doen, wordende wyders de bovengenoemde Heer van Hengst by deeze fpeciaal geauthorifeerd aati de Heeren van den voorfchreeve Hoove ie Declareeren, dat de Vroedfchap zich buiten ftaat bevindende om voor het tegenswoordige eene ordinaire Pro- vinei jale. Commisfie voor den meer gedagten Heer van Hengst te bezorgen, aangezien zedert eenen geruimen tyd wegens de retraite en voortdurende abfentie der beide voorftemmende Leeden buiten deeze Stad , geene wettige Staats Vergaderingen binnen deeze Provincie hebben kunnen wor» den gehouden, gaarp wil aanneemen , en niet zal nalaten eene gewoone Provinciale Commisfie voor derzelven Heer van Hengst aan den Ed. Hoove te doen toekomen, zoo dra alhier maar eene wettige Vergadering der Heeren Staa< ten exteeren zal, vertrouwende de Vroedfchap dat de Heeren van den Hoove overreed van de onbillykheid welke daarinne zoude gelegen zyn , indien deeze Stad by fauta van eene Staats Vergadering die tuiten derzelver toedoen niet kan gehouden worden inmiddels de plaats en ftoel, baar in het Hol competeerende, zouden moeten doen lee» dig ftaan , na deeze verklaaring geen zwaarigheid zullen maken, den meergenoemden Heer Hendrik Jacob van Hengst als Raad extra Ordinair ten Hoove te erkennen en in die qualiteit in alle derzelver gewoor.e en bu'ten gewoone Ver. guleringen te admitteren, zynde Hun Ed. Gr. Achtb. be» reid de Heeren van den Hoove reciproque te guarandeeren wegens alle zodanige onaangename gevolgen , welke ,. uit de admisfie van dikwils gezegde Heer van Hengst , zoo door toeloen van beide de voorftemmende Leeden of van een derzelve of van iemand anders wie zuiks ook zoudemogen weezen voor Hun Ed. ter eeniger tyd zouden kun? nen refukereri. En heeft meergemelde Heer van Hengst in handen van den 'Heer eerften Burgemeefter den Eed algelegd op zyn6 Lniti uctie "en die der Corruptele. (onderfiond) Accordeerd met voorfchreeve Refolutie £en was geteekend) J. W. ee RUEVER. Q,nog laager ftond) Aecordeerd met zyn Principaal, by my Griffier ( was geteekend) CORNELIS de WYS. Waar over gedtübereerd , en by den Raad geoordeeld) zynde;. dat de Leeden niet compleet genoeg in getal waren, is gerefoWcerd , den Heer van Hengst ia antwoord te doen aanzeggen, gelyk de Heer prrefiderende, die met adfiftentie van den Griffier Mr. Cornelis de Wys, zich wederom naar LI a d§  ( 18* ) de vertrekkamer had begeeven 5 dien volgende aan hem Heer van Hengft van weegns den Hove, In fubftantie heeft gecommuniceerd, dat het Hof niet Compleet genoeg was, om over een zoo gewichtig poinét te befoigneeren, en dat het Hof daar omme de overige Leeden zoude befcbryven over het voordel door den Heer van Hengst aan den Heer Praefiderende gedaan. Het welk door den Heer van Hengst voor een oppofitie tegen deszelfs dadelyke admisfie opgenoomen zynde, heeft vervolgens zyn Wel Ed. Geftr. opftaande, en de communicatie deur tusfchen den Raad en vertrekkamer van den Hoove open doende zelve, in den Raad zich begeeven, en viafaBi pos fesfie genomen van den ftoel welke voor den Heer Gecommitteerde wegens het derde Lid van St3at, aldaar geplaatst is, mitsgaders aan den Raad overhandigd, eene tweede Refoluiie van volgende Inhoud. EXTRACT uit ie Refolutien van de Ed. Groot Achtb. Heeren Burgemeefteren en Vroedfchap der Stad Utrecht. Vrydag den \%den OBober 1786. De Vroedfchap der Stad Utrecht, by Refolutie van gis teren, den Heer Mr. Hendrik Jacob van Hengst, Raad enz. hebbende gecommitteerd, om, weegens dezelve Stad, als reprefenteerende het derde Lid van Staat deezer Provincie als Raad exfra Ordinair zitting te neemen, in den Ed. Hoove van Juftitie in de plaats van den Heer Mr. f. TV. van Musfchenbroek , wiens Commisfie weegends deszelvs ontfhg als Raad in de Vroedfchap, met dato deezer geëxpireerd is, en voorziende dat het zelve collegie van den Hoove of uit hoofde van eene ontvangen Aanfchryving van de pretenfe Staaten van Amersfoort of om andere redenen van fcrupule, wel ligt, zoude kunnen difficulteeren denzeiven Heere van Hengst, in die qualiteit, in hunne Vergaderingen toetelaaten , heeft goedgevonden, meergenoemde Heer Mr. Hendrik Jacob van Hengst, Speciaal te authorifeeren, en voor zoo veel zulks nodig is, te gelasten, gelyk zyn Ed. geauthorifeerd, en, des noods gelast v/ord by deeze uit kragte der boven gedachte Refolutie en Commisfie, op gifteren genomen, en aan denzelven verleend en conform het daar by gedaan Declaratoir dadelyk en ingeval van weigering of eenigerhande oppofitie, tegen zyne admisfie, ook viafaBi op de beft mogelyke wyze posfesfje te neemen van de plaats en ftoel welke in het collegie van voorgemelden Hoove tan een extra Ordinarii Raad we» gends deeze Stad als boven benoemd en gecommitteerd toe* komt, zullende de Vroedfchap den meergedagten Heer van Hengst ten allen tyden indemneeren en guarandeeren, wegends alle zodanige onaangenaame ontmoetingen en andera gevolgen, welke, u't hoofde van de nakoming deezes, denzelven immermeer zoude konnen bejeegenen. Aftutn, Utrecht den I3den October 1786. (onderfiond) In kennisfe van my (en was geteekend) J. W. de REUVER. (lagerftond) Accordeerd met zyn Principaal by my Griffiar. (geteekend) CORNELIS di WYS, Waar na aan den Heer van Hengst op infiantie van den Raad verzocht zynde een oogenblik uit de Raad zich te willen abfenteeren, om bier over eene vrye Deliberatie te kunnen hebben, heeft zyn Wel Ed. Geftr. zulks geweigerd, en is alzoo deeze zaak gebleeven buiten deliberatien. „ Den 14. teekende de prefent geweest zynde Raads» „ heeren het volgende declaratoir." Wy ondergeteekende Raaden Ordinaris in den Hoove Provinciaal van Utrecht prrefent zynde geweest en uitgemaakt hebbende de Vergadering van het Collegie van ge» noemde Hove op den i3den October 1786 tyde, dat de Heer Mr. H. J. van Hengst ingevolge het naré daar van breeder in de Memorialen 's Hoovs voorfchreeven op dien datum geinfereerd, viafaBi de ftoel voor den Extra Ordi. naris Raad wegens her derde Lid van Staat occupeerde, en op die wyze in den Raad zonder alvorens daar toe geadmitteerd te zyn, fes-fie nam. Verklaaren by deezen, dat wy door het aanzien van vooren gemelde handelingen geenzins genegen zyn dezelve te advoueeren; maar dat wy de decifie over de wettigheid of onwettigheid van het fesfie nemen van voorgemelde Heer van Hengst, als Extra Or« dinaris Raad ten Hoove, aan Hun Ed. Mog. de Heeren Staaten deezer Provincie overlatende, tegen dezelve fesfie zoo veel in ons is, protefteeren , en dat wy het adfifteeren der Vergaderingen van den Hoove met den Heer va» Hengst hangende de deliberatien van de Heeren Staaten over voorfchreeve zaak alleen continueeren, met het heil» zaam oogmerk, 011 gedurende deeze calamiteuse tyde gee.  C W ) ne verwarringen en oneenigheden te vermeerderen, en om de Juftitie, zoo verre derzelver handhaving aan ons i6 aasbevolen, niet te doen ftilftaan of veragteren. ■Aécum den I4den October 1786. (en was geteekend) H. OOSTERDYK, JOANSZ. h. t. Prasfiderende N. van HAEFTEN. D. F. van GOÊNS. J. A. van den HEUVEL. G. MUNNIKS. De Heer van Hengst verzoekt hier van Copye om aan deszelvs Heeren Committenten te Communiceeren , en referveerd hier tegens deszelfs contra proteft. Voorts is op den voorfchreeven i4den October 17805 by den Hoove gerefolveerd, om van al bet voorgevallene by -Misfive en toezending van copyen autbentieq van de documenten daar toe relatief kennis te geeven aan.de Heeren Staaten deezer Provincie, met een envelloppe aan Heeren Gedeputeerden en een tweede Misfive. De Heer van Hengst protefteert namens zyne Committenten tegen de kennisgeeving aan de Vergadering der voorftemmende Leden te Amersfoort, met referve van deszelfs nader proteft. De Heeren prasfideerende en Raaden geene expresfie gemaakt hebbende nopens de plaats der Vergadering van de Heeren Staaten, declareeren eeniglyk gerefolveerd te hebben om van het voorgevallene kennis te geven aan de Hee» ren Staaten deezer Provincie Accordeert met zyn Principaal by my Griffier, (was geteekend) CORNELIS de WYS. „ Terwyl de Stad Utrecht, zoo doorfloeg , wierd ge. „ durende den I3den en I4den aldaar gehouden de Ver„ gadering of byeenkomst van Vaderland lievende Regen „ ten (*) uit de verfchillende Provinciën der Unie, wel- „ ke (*) De-ze Vergadering bekend onder de naam van bjecntomst van Vaderlandslievende Regenten heeft mogeiyk of zeer waarfchynelyk in den beginnen geen ander oogmerk gehad , dan om onderlng te correspondeeren over de befte en bekwaamde middedelen, tot weering van fcheuring en het beraamen van nu'tige projeéte tot bewaaring der Conftiturie, zonder, dat van de Leeden als toen zoo als by vervolg is gedaan geworden. eene byzondere verbintenis gerequireerd wierd, alvoorensdaartoegelaaten te worl Stuk, No. 35. den. „ ke volgens het fchryven van de Utrechtfche Courantieri „ in zyn Courant van den i6Jen Oélober, No. 1:4. over ,, da den. De tweede Vergadering van voorfchreeve byeenkomsc wierd te Amfterdam den 4den Oélober 1783 gehouden , en it by vervolg dan hier dan daar befchreeven geweest, eenige tyd zyn deeze vergaderingen eenigzints verflaauwt offchoon , eena onderlinge correfpondentie de Leeden nog met eikanderen werkzaam deed blyven, doch naderhand zyn dezelve frequenter geworden, en het aantal Leeden zeer vermeerdert, zoo dat men, met volkoome gerustheid ftellen kan, dat er weinige Provinciën of Steeden waaren, uit welkers Regeeringen, geene Leeden, tot deeze Vergadering behoorde, en welken vergadering zig vooroatmelyk, door twee opentlyke daaden, by vervolg meer bekend gemaakt heeft, als 10 de opregting ven een nationaal fonds ea ten:o door het aangaan van eene onderlinge acte van verblnte. nis. De oogmerken tot de opregting van dit Naticnaale fondt worden in het volgende programma, dat Eerft naamloos het publiecq wierd voorgedragen, genoegzaam aangeduid. Het zelve was als volgd, WELMEENENDE LANDGENOOTEN! Niet Hechts de een of ander waardig Vaderl andïr , maar ver> fcheiden Uwer oprechtfte en kundigfte Vertegenwoordigers met veelen Uwer braaffte en deftigfte Medeburgeren, zyn na lange en rype overwegingen, en uit overtuiging, dat de reeds zo gelukkig gevorderde hoop tot eene volledige grondwet'ige herftelling, op alle mogelyke wyzen verder tot volmaaking behoort te worden aangemoedigd en onderfteund, te raade geworden eene zeer gewigtige en dringende zaak aan alle weldertkenden in den Lande voor te dragen. AI, wie eenig bezef heeft van 's Lands ooede zaak, erkent, dat derzelver beveiligirg, voorrgang, voltooijing en grondveftirg onder Gods goedertierende Zeegen , inzonderheid van de twee volgende Artikels afhangen: Voor eerft: Daar van , dat alle weldenkende Regenten vclgens een generaal Plan van Lands verbcctcring en ten dien einde communicatief met elkander te werk gaan. Ten Tweeden: Daar van, dat door onderlinge» byfland alle zoianige middelen altyd gereed en by de hand zyn , als Hr beveiliging , voortzetting, voltooijing en grondvesting van 's LANDS goede zaak, volftrekt vereischt worden. Gelyk het zeker is, dat eene Hartelyke Vereenigjng en eene Cemmunicative Werkzaamheid van alle welmeenendeRegenten, vooral noodzakelyk is , zo is bet ook aan den anderen kant niet minder zeker, dat het Pinna van ntdigc en verdichte middelen, den Mm  '„ de hondert Leeden bedraagen heeft. Zonder dat men „ echter vernam dat er by die "Heeren , iets van gewigst „ wierd den eenigen vas-en grondilag kan uitmaken , op welken alle braa▼e en onderling vereende Regenten en verdere Mi deburgers tnet vrucht werkzaam kunnen zyn. En dit is de reden, waarom wy hier tot eene ftukswyze opgave moeten koomen vaa zaken, die Uwe welmeenendfte Vertegenwoordigers en Uwe meed weikzaame Medeburgers, zedert eenigen tydhinderlyk zyn, enden gelukkigen voortgang van 's Lands Opdaagende Vryheid telkens Cremmen, te wteten: Uwe welmeenendfte Vertegenwoordigers ondervinden en elk opmerkzaam Vaderlander, van wat (land hy ookzy, kan fch.er aan alle Plaatzen , ten Platten Lande, zo wel als iu de Steden , gewaar worden. I. ,, Hoe een menigte braave Bu'gers en Landlieden onder den minde„ ren ftand veel ieveriger en algemeener in'sLands goede zaak „ zouden deel neemen, indien zy op eenen vaftgefteldenNationaale byftand tegen alle verdrukking des ooods vertrouwen „ konden. 3. „ Hoe onder den middenftand verfcheide braave Burgers en „ Landlieden zig beklagen. dat door gebrek van aanmoediging ,, en kragtdadige onderfteunirg op verfcheide plaa zen, de befte 3, voorneemens niet tot ftand kunnen geraaken , of zeergebrek„ kig en onzoker blyven, om dat zy alleen in hunne plaatzen }, niet vermogende genoeg zyn, om alle. het vereischte tefour„ neeren. 3. „ Hoe 'er nog zeer veele middelen'tot verdere verlichtingen „ verbetering, en dus tot verheffing der waardigheid van het „ Volk, fn het werk gefteld moeten worden; doch alle weke middelen enkel en alleen uit gebrek aan toereikende onderfteuning en bekostiging geenen voottgangkunnenkrygen, daar „ evenwel alle zulke middelen te zamen genomen, van zodanig een gewigtig aanbelang zyn, dat zonder dezelve 's Landt „ Herftel en Verheffing niet zo ras wenfchelyk voltooid zal kun- ,, nen worden. 4. „ Hoe die groote uitwerkzels van getrouwe en moedige Va„ derlandsliefde en ftandvaftigheid, door welke alle, ja zelfs de ftoutfte onderneemingen orzer inwendige vyanden ver„ ydeld kannen worden, niet l „ Hoe alzoo, door 't daar ftellen van een gepaft middel ter „ bevordering van zulks heilzame oogmerken , de Goede zaak „ bes Vaderland, eene uitnemende onderfteuning zal verkry'„ gen, daar van de zyde van deszelfs vyanden geene, zelfs on„ feoorloofde raid kien worden ontzien, om de werktuigen van „ over wierd vastgefteld, maar wei dat zy op reces zyn ge. „ fcheiden. Den ,, overheerfching en geweld in hunnen euvelmoed te ftyven „ en de wankelenden door vrees of wanhoop van hunne waa« „ re belangens af te irekkm". Zie daar Vrij en onafhankelijk Volk van Nederland! deze zyn de driegende reelenen, waarom, het tweede H ofd Artikel (fiamehk dat der volftrekt noodige middelen ter beveiliging , voltooijing en trondvrfting van 's lands goede zaak ) zulk een gewigtig poinct van aanhoudende ov.rweegi .g, zeedert eenigen tyd, by uwe ieverigfte Vertegenwoordigers en by veelen Uwer braaffte en kundigfte Meedebnrgeren geweest is — Waarlyk.' de heilzaamfte voorntemens kunnen immers niet baaien, zonder toereikend vermogen, om dezelve ui:tevoeren. — Uit al het voorfchreevene zal elk, hy zy wie hy zy, van zei ven overvloedig bezeffen , wat er nog heeden aan het voorftaan der goede zaak ontbreekt. — Om dit zoo gevaarlyk gebrek hoe eer hoe liever te gemoed te koomen, en aan het groote herftellings werk des gantfehen Vaderlands meer vaftheid , kragt en fpeed te geeven , wenden zich Uwe trouwhertigfte verteegenwoordigers met veelen Uwer kundigfte en meeft werkzaame M eedeburgeren tot U, tot alle weldenkenden in den Lande zy zyn te rade geworden een middel te be« proeven 't geen — zeer verecrend voor de geheele Nstie zal zyn, vermits alle "Burgers en Ingezeetenen van alle ftanden-en gezindheden, dof het gantfche Vaderland, in alle Steeilen en Dorpen daar aan , dat is, aan de alles overtreffende eer van zeiven meede hun Vaderland te helpen herftellen en verbeteren, zullen kunnen deelneemenj door welke algemeene dselreeming zoodaanig een middel ook in allen opzichte voldoende zal worden , ter volmaake bereiking van de uitgetlrektfte en heilrykfte Vaderlandfche oogmerken. Dit middel zal beftaan in eenen Nationaalen onderftand , te verzamelen uit de geringe Jaarlykfche Contributie van eenen Gulden , voor den minvermogenden Vaderlander, dien het niet geleegen komt meer te geeven ; en de hoogfte Contributie vaa meer vermogenr'en zal bepaald zyn tot vyf Guldens, terwyl niet te min zodanige Perfoonen, welken het zy in eens, het zy Jaarlyks, dit Plan boven de gemelde fomme van vyf Guldens zoude» willen begunftigen, de vryheid zul'en hebben met of zonder tekening van hunne namen , onder den lytel van Donateurs of Denatrices, zulks te werk te ftellen. „ Het vermeerderen van Vaderlandfchen lever , Cordaatheid en „ Moed onder de duizenden, door allerlei vrees onder hun weg te neemen van in weJerwaardigheeden voor de goede zaak „ ooit verlaten te zullen zyn ; — Het verfchaffen van aan, moediging overal waar dezelve nodig bevonden worden. — Het verydelen van al het kwaad, dat 's Lands inwendige Vyanden door hun.  „ Den ióien Oftober, Had er wederom eene plegtigheid „ binnen Utrecht plaats, welke, men dient aan te teeke. 11 nen „ hunne ver lerf^yke aanlhagen aan de goede zaak berokkenr.e, — Het vervaardigen en in het werk ftellen vnn alle zulke byzondere „ zaken, als tot verd.re verlichtingverbeteiing en verheffing der „ geheele Na'ie volft ekt nodig zyn, en zonder welke de verlhhr „ te natte Vaderlands Liefde nooit of nimmer van eene algcmre„ nt Natie-naait Natuur kan worden; in een woord het volkomen „ hei (tel des gantfehen Vaderlands, en desze fs voortduiiring van „ geftagte tot gedag'e, ziet daar! welk regt geaart Nederlander, „ by zy wie hy zy , zou voor deeze reeks van allergewig'ïgfte. „ zaaken, jaarlyks niet eenen enkelen Gulden overig hebben? Met algemee.-.e .hulp , kan niet alleen alles behouden en fpoedig voltooid, maar.tevens kan d,oor eene a'gemeene deelneemir.g in de herftelling en verh.fH g des Vaderlands , de geheele Natie als een éénig man yeréénd wurden, en dus meer dan ooit cp een ler-gelde, bedaarde en nmederfiaanbaare wyze de braave pogir.gen van haare trouwhaar.igfte ver.egenwoordigers allerwegen or.derfteunen. En niets kan immers ook gefebikter of tigenaartiger zyn om, in alle Lands en Stads Vergaderingen het getal van Vadcrlandfche Regenten fpoedig te vermeerieren: — Zoo lang wy geen Vaderlandfch Fonds hebben, om overal d; .goede zaak te onderfteunen en te behoeden, gaan de inwendige Vyanden van 's lands herstelling voort in hunne verradsrlyke onderneemingen , daar in teegendeel enkel en alleen de aanweezigheid van een, door Contributie aanzienlek en onuitputbaar, Vaderlandfch vermoogen, den wederftreevren alle. hiep en uttzigt zat ontneemen, van ooit of immer over 's Lands opdagen* de Vryheid en her.iTti.hhg tt triomferen. Indien er eenige twyffeiirg kon zyn, eJoe'i»g te hebben, dan den waaren Chrif.elyken Grrrformeer' den Godsdtenff, zoo a's deze ve in de publieke Kerken deezer Lannen ge'eerd wordt, — welke Wy benevens de Burgerlyke Vryheid houden vöor de orfchatbaaren vastigheden van Neerlands Staatsgebouw insgelyks met allen yver ejjjfil en nadruk te handhaven, zonder mede te werken of tegeduogen, dat de Gronden van dien Godsdienst op eenigerha-'de wyze worden ondermynd, behoudens nogtharss eere billyke vryheid van- Godrdienfioefening voor andere Gezindheden: en zoo Wy ontwaar wier Jen, dat men eenige toeleg fmeeden mogt, om 's Lands Republikeinfche Conftitntie of vaftgeftelden Godsdienft te veranderen, verbinden Wy ons by deeze den een den anderen daarvan terftond te_ zullen informceren, en zoo veel in ons is de bronnen op te geeven, waaruit wy zodanigen verderflyken toeleg zyn ontwaar geworden. „ En verbinden Wy ons by deeze vrywillig en wel beraaden , daar wy de gerechte zaak onzer Medeburgeren en Ingezetenen fteeds als de onze behartigen, niet te zullen dulden, of ten mistten op alle mogelyke wyze te zullen keeren, dat tegen Vnrgert ea  ( H* ) „ te feliciteeren met ds affchafïhg van 't Regerings Regie- „ deeze commisfien verzogt om in den vollen Baad haare ment van 1674, en wegens de introductie van het nieuwe; „ last te mogen volbrengen, 't welk of fchoon ongewoon, „ dee- „ ech> en Ingezetenen, die hunne Rechten eerbiedig inroepen en wettig verdi dlgen, geweld gebruikt worde, en in 't byzonder, dat Wy het£«bmik van Troepes tegen dezelve door Stem en Invloed zullen tegengaan; als ook, dat Wy immer of nooit zodanige Regeringen, die het 'er op toeleggen om hunne Heerschzugt gewddig ftaande te houden, zullen ftyven of fterken. „ Daarenboven beloven Wy eikanderen als Mannen van Eer dat wy van de zaak van elk Regenc, die om deszelfs bedsarde en Confii-uiioneele Vryheidlievende pogingen vervolgd of mishandeld wordt, eene algemeene zaak zullen maaken en niet ftilzitten, voor dat in zulk een geval alles volkomen geboet, vergoed en herfteld is. — En daar wy allen kunnen verzekeren bezield te zyn met eene oprechte, zuivere en belangloofe liefde voor het Vaderland, en met het welmeenenifte verlangen om '« Volks waare belangen bevorderlyk te kunnen zyn; zo verbinden Wy ons al verder, om fteeds werkzaam te blyven inhetaanwenden der meest efficacieufe pogingen tot eene volledige hertelling van Rechten en Voorrechten overal, zo in de Vereenigde Gemesten, als in de Generaliteits Landen en waar dezelve verder noodig zal bevonden worden, en wel in het byzonder ten opzichte dier Provintien, welke door onwettige en inconfiitutlonetle ingevoerde Regeerings-Reglementen onder het juk van tverheerfching en ajhanglykbeid gebukt gaan. „ En wyl deeze Grondbeginfels, die wy plegtig bêlyden de onze te zyn, zo naauw aan eikanderen zyn verbonden , dat dezelve uitmaaken de waare fundamenten en oogmerken van alle Bur. g-rlyke Regeering, het eenig bolwerk tegen alle overhererfchsng, en de eenige zekerheid van elk cordaat, eerlyk en Bargerlievend Regent; zo verbinden wy ons eindelyk hoofd voor hoofd, om elkander en een iegelyk Regent, die zich verder met ons vercenigt, in allen opzichte, des noods, me: goed en bloed, in verwagtirg van de Godlyke Hulp, eo in een vaft vertrouwen op de medewerking en byitand der Ingezetenen , te onderfieimcn en te befchermen , indien iemand onzer, uit [hoofde van deeze plegtige Verbintenis; tot handhaving der Vryheid en Onaf hsnglykheitl van de. ze Republiek en der Ii gezetenen Rechten ingericht, of uit hoofde van eenig bedryf, tot het welk hy door deeze Verbirteris zr-ule verpllgt zyn, in het meelt of het minft gekrenkt of gemoeid mog'e worien. „ Betuigende Wy ondergetekenden by alles wat ons dierbaar is, dat Wy, met verzaakirg van alle eigenbelang, met deeze onze Verbintenis alleen 'sLands Welzyn en Behoud beoogen." „ Deeze Acte, vond. zelfs by de iterkfte aanklaevers van een ,, nodig herftelüngswerk, veel bedenkelykheid, door dien dezel1 Stuk, No. 3e. » Te „ ve allee.-.lyk moest dier.en voor Regenten , dewelke aan „ hunne refpective provinciën en fteeden metesnen part'culieren „ Eed verbonden, niet wel, buiten vootweeten van hunne mee,, de Staatsieaden ofRegenten,z;g konden of mogten verbinden, ora„ trend haar te houden gedrag in de meede be-ftierir.g van de alg-ernee,, ne of byzondere belangens , des Lands, runner Provüitien ofStee„ den. Wille men zelfs deeze verbintenis als eene zeere on,, fchuldige zaak berchouwen, zo moest men dezelve saamerken, „ als volmaaktelyk inftemmende met de gevestigde Couftittttie^ ,, welke ieder Regent befweoren had te zullen raaintir.eeren , en ,, dan immers wierd deeze geheele verbintenis noodeloos en kon> de niets anders uitwerken, dan eer.e fchcuting te maaken tui„ fen die Regenten wdke voorz. Acte teekende en die welke zig „ daartoe huyverig betoonden; 't welk nimmer tot geluk, maara!„ tyd tot ongeluk, des Lands moest gedyé'n. Daar nu het bedek „ van dit ons werk, niet toelaat ileeze geheele Afie wydloopig „ te ontleeden, zullen wy ons alleenlyk vergenoegen mat tez-g„ gen, dat wy ons van den beginne» af, da: deeze Acte aan het „ publUk is meede gedeelt geworden , zëjljr hebben vcrwon„ dert, dat dézelve door de Tefpective Regenten alvoorens „ die, buiten kennis van hunne meede Regenten te teékenen, „ niet gebragt is geworden te,-luiine refpectieve Provinciale of Ma„ giftraads vergaderingen , warar door deeze geheele handel eene Ie. „ gale publiciteit zoude bekoomen hebben, welke zelfs het ge„ ringde foupcon , als of diit het begin eener ligue of fcheuring „ in de Regeeriigen moest bewerken, zoude uit den weg ge„ ruimd hebben, en tenens d'ie Regenten in ftaat geftelt om in„ gevallen hier omtrenl ter hunner refpective Staats of Ma„ giftraads vergaderingen, eenige bedenkingen, als of door de„ zelve van deConftitutioneele Regeeringsform afgeweeken wierd, „ wierd voorgebragt, de nut ijheid, noodznke'ykheid en gegrond„ heid van dezelve aan te «luiden; — daar dezelve nu altyd, „ hoe goed en conftitutionee 1 deszelfs inhoud ook moge geweest „ zyn, ïls eene clandestine verbintenis is en zal moeten aange„ merkt worden; waartoe 1 vy meenen dat geen RegeT.t, foolartg „ hy door eene dir cte v-rl .intenis aan Land of ftsd verbonden is, „ is bevoegd. Langs den 'voorfz. aangeduide weg, zoude; men ins„ gelyks hebben voo-gek< >omen, dat er valfche actens van ver. „ bintenisfen, uitgeftrorid waren geworden tegens welke zeifi , „ de voorfz Vergaderinj; verpligt is geweest, zig opent;yk te „ zuiveren, :no als blyi.t uit het volgende. DEC LARATOIR. Gelyk de eenige b:i loeling der onderfcheulene Leden van Regeering, uit de zeven vereenigde Proviuüen die , te jnesrmaalen a>- N n  ( U2 ) „ echter in dit finguütr geval wierd toegedaan; na dat dan , door den Hesr Secretaris Falk voorfz. Gecommitteerden, „ ter «'gemeene byeenk^mften te Amfterdam, en elders gehouden hebben , me: ke: omwerpen, vastftellen, tekenen, en door den druk bekend maken der onderlinge Acte van'Verbintenis van den % Augustus i?86: geweeft is, om aan elk eerlyk Inwoorrér van dee> ze Repub'iel: hoedanig ook deszelfs dênkwyze over den politieken toefiand des Vaderlands zyn mogt, met de meefte openhartigheid in een kort zamenftel te vertonen, welke hunne gevoelens, en cogmerken al en welke dezelve niet waren; zoo hebben de Ondegetekenden niet dan met te meerdere verwondering, en verontwaardiging kutmen vernemen, dat onlangs zortder naam des uitgevers, ofznnderlyk in druk verfpreid is zekere Acte van Verbintenis w.lke in een voorberigt aan den Lezer word opgegeven als de vrtigten der deliberatien van de zoogenaamde Vergadering van Regenten in den toren van üordaan en in den doelen te Amsterdam gebonden. Indien de Ondergetekenden welken ,die onderfcheidena Vergadering nebben bygewoond alleen geraadpleegd hadden met den ir.houd van dat ftuk, en met de innerlyke bewustheid hjrner hsndüingen , als Regenten, en a's Leden van die Vergaderingen , en vooral met de beproefde braafheid van veele andere Leden der refpective Regeeri gen, die deelgenoten der gemelde Ve.gaderingeri geweeft zyn, en die de eerft% mïlde Acte getekend hebben, eri waar van fommigen vry algemeen bekend zyn, zy zouden by hun voornemen van een diep ftilzwygen omtrent die laatfte Acte, di>or hun by het eerfte kennis krygen daar van genomen onverzectelyk gebleven zyn, om dat zy oordeelden, dat men een aantal van onbefproken Regenten met gene de minfte bülykheid verdenken konde van het verfoeilyk oogmerk, om een ontwerp te fmeden, zoo roekeloos, verderflyk en onuitvocrlvk, als de inhoud der laatfte Acte medebrengt, en te gelyker tyd eene an lere Acte, zoo regelrecht ftrydig met hunne ware inzichten, publiek te maken, en aan een groot aantal hunner Mederegenten, die tot dus verre geen deel aan hunne byeenkomften gehad hebben, ter lezing, overweging en tekening aan te bieden Pan , federt vernomen hebbende, hoe de laatft do r den druk gemeen gemaakte Afte aan fommigen aanleiding gegeven heefr, om met dezelve op de gemoederen van lichtgelovige en min doorzichtige menfchen dieper indrukzels te maken, dan men zich uit den aart der zaake immer van te voren had kunnen vetbtlden, en te gelyk overwogen hebbende, dat foongelyke Hukken, ter misleidi.g, en opruing van onkundige Ingezetenen met de fchandelyklte bedoelmgen tegen eigeu overtuiging verzonnen, elders reeds zeer ra ieiige gevolgen voor de voorftanders der «are belangens van het Va- „ ter audiëntie in den Raad waren ingeleid, wierd aan dezelve, „ by monde van deHeerCo/#r«x,na volgende aanfpraak.gedaen. EDE- Tt». f ■ ___ Vaderland gehad hebben ; hebben de Ondergetekenden gemeend niet langer te mogen ftilzitten, maar integendeel by deeze openlyk aan alle Ingezetenen der Republiek te moeten verzekeren, dat de Acte van Verbintenis , die in het 469 Nommer van de Poft van den Neder Rhyn, met gotdvinden der gemelde byeenkomft, geplaatfl is, de egte, en eenige is, die in die, of eenige andere foorrge'yke byeenkomst is voorgefteld, in overweging genomen, en bepaald, zonder eenige communicatie met, of mede deelneming der gewspende Bergercorpfen, of van iemand anders, wie het ook z ude mogen zyn, en dat derhalven de meergemelde Ac7e van Verbintenis, federt onlangs afzonderlyk uitgegeven , is volftrekt val-ch, en ten eenem«al verdicht. En, op dat by niemand eenige "de minfte redelyke twyfeling zonde kunnen overblyven omtrent de echtheid der eerftgemelde Acte van Verbintenis, hebben de Ondergetekenden voort gemeend te moeten beloven , gelyk zy beloven by deeze, eene p-aemie van een duizend goüde Ryders aan den genen, die met genoegzame gronden mocht kunnen bewyzen, ,, dat in de ,, gemelde Vergadering van den 8 Augustus I78«. te Amftildam in den „ Doelen, of in eenige andere voor, of na dien tyd te Amftildam , of ,, elders door hun gehouden, door iemand der Leden van Regeering „ of Minis*ers of wie anders het ook zyn moge eenig vooiftel „ van de gem. verdichte Acte van Verbintenis , of van iets dierge' ,, lyks gedaan, eenige deliberatie daar over aldaar gevallen, of „ eenig befiuit daar op genomen is, of ook, dat ooit door hun ., eene diergelyke Acte van Verbintenis, van inhoud als de wr> „ dichte, san eenig Regent der zeven Vereenigde Provinciën ter „ lezing, overweging, of ondertekening is aangeboden;" zullende voorn, prcemie dadelyk worden uitgekeerd door eenen der Ondergetekenden ter keuze van den genen, die tot dezelve gerechtigd zal bevonden worden, terwyl de Ondergetekenden voorts elk en een iegelyk Regent, of wie het ook arders zyn mocht, by deze volkomen Vryheid geven , en zelfs uitnodigen om met melding van zynen naam de Ondergetékenden openlyk te overtuigen, indien hom immer met eer.igen fchyn van waarrchynlykheid van iemand der Regenten, die gemelde Vergaderingen irnmer hebben bygewoond, iets diergelyks, als in de gem. valfche Afte gemeld is, is voorgehouden, of voorgefteld. QVas getekend) R. J. van der Capellen F. G. BLOK. tot de Marstb J- van HAEFTEN. T CAU> A. W. P. van PALLANDT.  ( 143 ) EDELE GROOT AGTBAARE HEEREN! Di akelige toeft mdt, waarin dems Stai en Burgery zig zeedert een geruimen tyd hebben bevonden; door de listen van henj die de lang vertrapte Voorregten der Burgeren gaerne voor altoos vernietigd zagen, — de gelukkige uitkomst van zaaken, veroorzaakt door de ongemeene trouw en onvoorbeeldige ftandvastigheid van esnige Leeden van den Raad en van eene allerbraafite Burgery; —• de moed der overige Leden van deze Vergadering, om in eene omHandigheid, waarin het gevaar den ftoudften metst fcheeu te dreigen, de aangebodene Vroedfchaps plaatzen wtl te willen aannemen, — de dierften daardoor aan 't Vaderland in 't gemeen, en aan deze Provintie en Stad in 't byzonder be^ weezen, (r) hebben Ons, als gecommitteerd uit de Vergadering der gewapende Burger Corpfen van Holland, dieonitrent den toeftand van deze Stad niet onverfchillig geweest zyn, doen verlangen na gelegentheid, om indezen Raad, van wegens die Burger-Corpfen, de gevoelens aller harten aan Uw Ed. Gr. Agtb. openteleggen. — Dat genoegen thans mogende genieten, kunnen wy niet ontveinzen, dat wy dezen dag als den gelukkigften van onzen lseftyd befchouwen, (2) daar wy Uw Ed. Gr. Agtb., na zoo veelarbeids, boon, fmaad, lasteringen, en gevaren doorgeftaan te heb; ben, Deze vergadering, heeft insgelyks met de omwenteling in Sept. 17S7 voorgevallen , een einde genomen. (1) Dit fchynt een volmaakt paskwil zeeker was de toeftand van Stad en Burgery akelig, en nog zeer akelig toen deeze aanfpraak gefehiede — de gelukkige uitkomst van zaken was zeeker geevenreedigd, aan de ongemeene trouw der 7 aangebleevene Raaden, en de braafheid van eenige Burgers, die tot dusverre niets gedaan hadden als 30 wettige Raaden te removeren — 't was eene ysfelyke bravoueren, om Raadsplaatzen te aanvaren , die men tot geen ander einde had helpen doen vaceeren, dan om er bezit van te neemen — de dienst daar door aan 'c Vaderland gedaan was uitmument, en die aan deze Provintie en Stad , ongemeen, wyl daar door de fcheuring in den Staat en de verdeeldheid en akelige toeftand in de ftad bewerkt was en daar door de zaaken zoo zeer in 't riet geftuurt dat er geene reedclyke verzoening nog herftel meer te hoopen was; geen wonder dus, dat de Hollanders, die door onze verdeeldheid haar groodheid beoogde, daar foo zeer over te vrede waren. (-) Zy hebben wel gedaan, wyl de volgende, nimmer voor hun gevoelen, zulk eene triumph meer heoben opgeleevert. ben, mogen bevestigd zien op de ftoelen der Eere, (3) en Uw Ed. Gr. Agtb. mogen geluk wenfehen met de volkome vernietiging van het drukkend en fchadelyk, — jaa febandelyk — Regeerings Reglement van den jaare 1674, (voor zoo veel het Stads bellier aangaat) en met het volkomen ar» resteeren en invoeren van een nieuw Reglement, overeenkomende met de gronden van eene reprefentative Volks Regeering, die wy voor ons Vaderland de gelukkit'.fte agten.— Wy befchouwen dat evenement als eene overwinning, die Uw Ed. Gr. Agtb. in het generaal, en de ftandvastigfte Leden van den Ouden Raad met den braven Burgeren in *t byr zonder tot eene eeuwige Eere moet verftrekken. —.Eene Overwinning, des te glorierylier, om dat dezelve niet behaald is op vyanden van buiten, tegensdewelkenmen zig tenftryde kan aangorden maar op vyunden , die de Stad in haren boezem heeft gekoesterd, en die te gevaarlyker waren, na mate zy zig van allerleye listen bedienden, om door 't zaaijen van tweedragt onder den ftoudften — het doen van bedreigingen onder den weekhartigften, het rekken der tyd, wanneer men afdoening van zaken verwagten moest, de ftandvastigfte Leden van den Raad en der brave Burgery te doen wankelen, of het werk moede te maken, om dan hunne fchandelyke voornemens te kunnen uitvoeren, — eene overwinning, die teroemryker is, omdat dezelve door geen bloed bemorst maar alleen door cordaatheid en ftandvastigheid is verkregen, — eene overwinning, die wy niet voordeelig en heilzaam agten voor deze Stad en Burgery alléén, maar als den grond leggende tot verbetering der Conftitutie van de gebet Ia Republiek, en dus tot behoud yan het dierbaar Vaderland en deszelfs Vryheid, — eene/Overwinning dierhalven, in dewelke wy, en alle onze Committenten hartlyk deel nesmen , dezelve befebouwende, niet alléén als een zegen voor het gantsch Gemeenebest, en als een bewys, dat de GOD van Nederland, die onze Voorvaderen uit eene harde flaverny verlost heeft, met zyne.goedertierenbeid nog niet geheel van ons geweken is, maar ook alt een aankondiging, dat de ALMAGTIGE het dierbaar Vaderland verder voor allerleye overheeifching zal befchutten en befchermen, en Neerlandsch waggelend Staatsgebouw zal herftellen, en vestigen, op runda. (3) Hadde men zig bedient, van het woordje gextith in p!?sf« van beveiligt zoude wel zo gepast geweest zyn. N n a  C 144 ) damenten die de Eeuwen kunnen verduren. (4) Wy ftellen ons vertrouwen daarop te zekerder, omdat wy denaanbiddelyken weg van GODS voorzienigheid reeds bewonderen moeten, daarin dat het hen behaagt heeft, tot het leggen der fundameuten van dat grootscb gebouw, juist als werktuigen inzy ne hand te gebruiken de Inwooners van die Stad, binnen welks muuren de Unie voor ruim twee Eeuwen (na tydsomfhndigheden) zoo gelukkig gefloten, en dus de gronflag van Neerlands Vryheid geiegd is. En dit vertrouwen geeft ons ook een aangenaam vooruitzigt en ftille hope, dat de brave Regenten en eordate Ingezetenen in andere Provintien met kragt zullen meedewerken, om dat heerlyk Staats-gebouw onder Gods zeegen te voltooijen! waartoe de gewapende Bur. ger Cotpfen van Holland gaerne het hunne langs alle betamelyke wegen zullen toebrengen, gelyk zy reeds, zoo veel in hun was, toegebragt hebben, door zoo gewillig en manmoedig ter hulpe van deze Stad, toen het gevaar groot fcheen te zyn, aanterukken, welk voetfpoorzy, zoo langde nood het vordert, zullen blyven drukken, onder verzugting tot GOD , dat Hy de pogingen der Braven in den Lande zal zegenen, en de geweldenaars zal vernederen. Maar, Ed. Gr. Agtb. Heeren! Hoe gelukkig de uitflag der zaken elders mog« te^yn, hoe veel deel de Regenten van andere Provintien, door de Burgeryen gerugfteund , daarin mogten neemen, zul. len wy, en zal gantsch Neerland Uw Ed. Gr. Agtb. en de brave Burgers dezer Stad befchouwen als die geenen, die het fpits hebben afgeftreden, en anderen door hun voorbeeld ter navolginge hebben uitgelokt. — Hier zoude zig een ruim veld opdoen, indien wy alle de gevallen enomftandigheden, waarby Uw Ed. Gr. Agtb. en de brave Burgers hun onbezweken trouw, heldenmoed, en ftandvastigheid, hebben doen uitblinken, wilden fchetzen —• de Waardy der verrigtingen naar waarheid roemen — en de bewerkers naar verdienftcn als tot den hemel verheffen. Dan, wy weten, dat Vry- (4) Hoe veele woorden, worden hier niet den hals gebrooken cm niets wezentlyks tc zeggen: Victorie —overwinning —roem,yk —zegenprael — bloed — tyrannea —'t is of Janus hierna ge„ome heeft 't model, van zyne treffelyke aanfpraak gelegd ind.n mond van den Urkfche Commandant en Burgemeester. Waard ch, hoogdravende Heeren, kon in deeze galeegenheid weerfland geboden worden? daar regt, gererfgheid en we tigheid vertrapt wat., en eene woeste meenigte, de wil en 't welbehagen van eenige heerfchzujt'ge en onftaaikundige geesten ond^rfleunde. Vryheid lievende Regenten en Burgers hunnen loon nietzoe* ken in loftuitingen, maar alléén inde bewustheid van wel gehandeld te hebben. Wy weten ook, dat het grootmoedig gadrag van Utrechts Raad en Burgery verre boven onzen lof is, en dat onze taal niet ryk genoeg is, om woorden te vinden, met dewelke wy dat gedrag naar 't levf n zouden kun. nen affchilderen, of meerder roem byzetten, dan het zelve in de harten van alle Welmenende reeds verworven heeft. Wy zullen Uw Ed. Gr. Agtb. dierhalven daarmede niet op» houden, en alleen nogmaals betuigen, dat wy veel deel neemen in het heil, voor deze Stad en Burgery verworven — dat haar genoegen onze blydfchap — haar voorfpoed en welvaart onze beste beloning zal zyn, voor '1 geen wy en eenige Hollandfche Burger-Corps, ten diende vandezeStad, mogten verrigt hebben. — De ALMAGTIGEbevestigezel' ve het nieuw Reglement met het zegel zyner goedkeuringe! HY herftelle verder de rust in deze Provintie! HY buige daartoe de nu nog verftokte harten! HY beware Uw Ed. Gr. Agtb. nog een reeks van jaren in zyne gunfte! HY doe Uw Ed. Gr. Agtb. raadflagen gedeijen ten beste van't Volk! en HY gebiede zynen zegen over deze Stad en deszelft brave Burgery tot de einden der eeuwen!!! ,, De Heer Eyck, als voorzitter in die vergadering, be„ antwoorde voortz aanfpraak in gepaste termen, niet na„ laatende aan gemelde Commisfie te doen gevoelen, de ,, Groote eer die hun had mogen gebeuren in den vollen „ Raad geadmitteert te worden, dan dat zy zulks voorname„ lyk te danken hadden aan den dienst door de Hollandfche „ Burger Corpfen aan de ftad gedaan, met verzoek daar in ,s te willen continueeren en met vermaning van daar in dog „ te willen blyven volharden, dat de zaak van Utrecht de „ gemeene zaak van 't Vaderland ea van alle weldenkende „ was geworden (f) dezelve op 't zeerst aan de gewapende „ Hollandfche Corpfen recoremandeerende. WaaropdeCom„ misfie affebeid genome hebbende, eeven als by haare in„ trodu&ie, gereconduifeert wierd. „ Den volgende dag ontvingen Heeren Burgemeesteren de ge- (fl Dit was vooral noodzakeiyk, want de Hollandfche gewapende Burgers , de Stad verlatende, verliet de Heer Eyk en zyne meede Raaden, hunne Stoelen zoo als de ondervinding heeft bewaarheid.  C 145 ) gelukwenfchtogen van Geccmrdtf. uit de Kerkenraaden en „ ook van die der Remonftranten. ' „ Den 19, Oftober de Heeren Staaten t'Amersfoort weder vergaderd zynde, wierd aldaar den brief van den Hoven "„ Provinciaal gekezen ,(Z;ep3g. 134.) en beflooten daarop te „ doen , volgende refcriptie aan den Hooven. EDELE ERNTFESTE! In ryps overweging genoomen hebbende Uwer Ed. Misfive met de bylage, waar by UEd. aan ons kennisfe geeven van het via faéti fesfie nemen van Mr. H. J. van Hengst,- in het Collegie van den Raade 's Hoofs deezer Provincie, zonder van behoorlyke Provinciale Commisfie te zyn voorzien geweest, alleenlyk gemunieerd met eene ongezegelde Refolutie luidende op naam van Burgmeesteren en Vroedfchap der Slad Utrecht, en van het geen verder by de prefent geweest zynde Ordinaris Raden in deeze perplexe fituatie van zaaken was verricht, hebben wy goed gevonden UEd. aan te fchryven dat naardien de Heer Mr. J. W. van Musfchenbroek nog voorden tyd van twee Jaa. ren met commisfie in forma is voorzien, om namens het derde Lid van Staat deezer Provincie in den Hove fesfie te hebben, en gemelden Heer zyne radicale qualiteit niet de Jure heeft verloeren dien volgens niemand de plaatze van het derde Lid kan occupeeren, dan alleenlyk de Heer van Musfchenbroek. En offchoon wy aan de eene zyde de hooggaands verwarringen en oneenigheden binnen de Stad Uirecht ten uiterften apprehend'eeren en geenerlei aanleidingen willen geeven om dezelve te vermeerderen, zoo kunnen of mogen wy aan de anders zyde nimmer toelaaten dat gemelde HeeJ. W. van Musfchenbroek, feitelyk van zyne Provinciaale commisfie werde ontzet veel min gedongen, dat in het Collegie van den Hoove eenige andere Perfoonen fesfie hebben, dan die overeenkomftig de Conftitutie en de Grondwetten der Provincie daar toe wettigiyk by ons zyn Ge committeerd, of ook onverfchillig aanzien dat 's Lands ingezetenen aan de regts vorderingen van de zoodanige, die niet anders dan als particuliere'Perfonen kunnen worden aangemerkt, zoude worden gefubjecteerd. Het is dan uit aanmerking van alle deeze en meer ande re reedenen, dat wy ons in de onaangenaame noodzaakelykheid gebracht vinden, UEd. te beveelen gelyk wy doen by deezen, geen Raaden te admitteren dan die als voor- fchree* I Stuk. No. ST' fchreeven met behoorlyke Provinciaale commisfie voorzien zyn en over zulks Mr. H. J. van Hengst uit derzelver Vergadering te weeren, en dit niet kunnende doen, alsdan te protefteeren van geweld, alle befoignes in zyne prajfentie te ftaken, en vervolgens daar van aan ons kennisfe te ge« ven ten einde daarop nader te refolveeren zoo als geoordeeld zal worden te behooren. Hier meede. &c. „ Ter gemelde Vergadering wierd insgelyks de volgende „ Misfive van Haar Hoog Moog. geleezer. EDELE MOGENDE HEEREN; Wy hebben ontfangen UEJele Mogende Misfive van den 3° dezer lopende maand, waar by ons te kennen geven, dat daar thans het genoegen hadden dat alle de Hoge Bondgenoten zig genegen hadden verklaard, om de gerezene oneenigheeden, overeenkomftig de Conftitutie, en het waar belang van UEd. Mog. Provincie, door hoogst derzelver tusfchen» konst, by minnelyke fchikkingen te vereffenen, UEdele Mogende zich verplicht gevonden hadden, dat vriend nabuurlyk aanbod niet alleen met de levendi^de gevoelens van erkentenis te accepteren, maar ook met allen ernst by hoogst dezelve aan te dringen, ter zaake van de meer en meer toenemende verwarringen, die by voortduring het totaal biderf van Uw EJele Mogende Provincie ftonden te caufeeren, om zoo fpoedig mogeiyk Gecomm. ter bereiking van dat ge* wenscht einde te willen benoemen, en de Conferentien aan* te vangen, gelyk UEd. Mog. dit hadden vervat ineen Circulaire misfive, eopielyk daar nevens, terwyl UEd. Mogende nodig geoordeeld hadden, aan ons daar van kennis te moe. ten geeven, inftantelyk Verzoekende, om de gemelde nadere aandrang op zodanige wyze, als wy meest gefchikt zouden bevinden, by alle de Hooge Bondgenoten teappuieeren. Wy kunnen niet nalaten aan UEd Mogende te betuigen, dat wy met groot genoegen hebben gezien dat UEd. Mog. hebben geaccepteerd het aanbod van de refpective Bondgenoten, om door derzelver tusfehenkomst en mediatie, de ongelukkiglyk in de Piovincie van Utrecht ontdane gefchillen, en oneenigheden, opeen vriendelykeenConftitutioneelewyzetevereffe. nen; en hoe zeer wy niet twyfelen of de Bondgenoten zullen nu tot het aanvangen dier onderhandelingen, dadelyk hunne Gecommitteerden benoemen, kunnen wyegter, overtuigd zynde van hetgewigt der zaaken, en de dringer.de nosd van zo» Oo  zodanige fpoedige tufTchenkomst, niet ledig ftaan dezelve daar toe ten kragtigften te exhorteeren; en hebben wy mitsdien de Heeren Staten der zes overige Provinciën by Misfive verzogt, en aangemaand, om in confideratie van de dagelyks toenemende verwarringen eu verwydering in de Provincie, van Utrecht, en den invloed , welke zulks op de geheele Republicq heeft, ten fpoedigften aan het versagen van UEd. Mog. te voldoen , en Gecommitteerdens teu dien eynde te benoemen, op dat alzoo onder den Goddelyken Zegen, het bederf dier Provincie, en de verdere daar uit te dugten gevolgen, nog mogen worden geprevenieerd. Waarmede eindigende, zullen wy God Almachtig bidden Edele Mogende Heeren , UEdele Mogende te willen houden in zyne heilige protectie. In den Hage den 13 Octob. IfSrS. Uwer Edele Mogende Goede vrienden De Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, (geparapht.) F. W. SLOET tot Warmelo Ter ordonnantie van dezelve (getekend) H. FAGEL. „ Nog wierd goedgevonden volgende misfive aan de ,, Bondgenoten te fchryven. EDELE MOG. HEEREN, BYZONDERE GOEDE VRIENDEN, NAGEBUREN en BONDTGENOTEN. Wanneer wy by onze vorige circulaire misfives ons verplicht vonden ter zake van de meer en meer toenemende verwarringen en oneenigheden binnen deze Provincie, den byftand en de tusfchenkomst van alle de Hoge Bondgenoten tot vereffening der gerezen gefchillen overeenkomllig de Conftitutie dezer Provincie te imploreeren; wanneer wy by onze Misfive van den-dezer lopende Maand, op] de ernftigfte wyze by Hoogst dezelve hebben, aangedrongen, om met den meesten fpoed Heeren Commisfarisfen te willen benoemen, en berwaards over te zenden, ten einde zo mogeiyk door gemeenfchappelyke bemiddeling, onder den Goddelyken zegen, den val en het bederf der Provincie te pravenieeren, wanneer wy eindelyk nog zeer onlangs by onze Misfive aan de Heeren Staten van Friesland, m andwoord op Hoogst derzelver vriendnabuurlyk aaubod vaa van mediatie, om gemgtteiind door den byftand der andere Provinciën, de discusfien tusfchen de Heeren Staten van Gelderland en Holland en tusfchen de laatsgenoemde Heeren Staten en Ons,uit den weg te ruimen, onder andere funefte gevolgen der verwarringen, die wy bereids het ongeluk hadden te moeten ondervinden, optelden, dat zelfs de judttie haren vryen loop niet hadde behouden; konden wy niet verwagten, ons zo kort daarop wederom in de noodzake gebtagt te zullen vinden, om ons over nieuwe inbreuken, en vermeerdering van oneenigheden ten dezen aanzien te .moeten beklagen, en onze inftantien by alle de Bondgenoten te vernieuwen , tot eeneonverwyldepra:ftatie van de aan ons in gevolge van het verbond der Unie toegezegde Bondgenootfchappelyke officien. Wy hadden, even voor den 12 dezer lopende maand tyde van de gewoone verandering der Regeeringe binnen de Stad Utrecht, tot voorkoming van meerder verwarringen , en om de zaken niet verder buiten haar geheel te doen geraken, nodig geoordeeld de verandering van de Regeeringe en van den gerechte dier Stad by provifie tefurcheeren, ten dien effefte, dat de op den 12. O&b: des vorigen jaars aangeftelde Burgemeesteren en Raden in de Vioedfchap, als mede de Schepenen toen en vervolgens aaugefteld in hunne refpeftive qualiteiten provifioneel zouden blyven fuugeeren, alles met dat oogmerk, om langs deze weg alle de pointen van verfchil te houden in flate en voor de bemiddeling van de gezamenlyke afgevaardigden van het Bondgenootfchap overte laten; Dan heeft men zich te Utrecht konnen veroorloven, om niet alleen daaraan geen het minfte gehoor te geven, en alle ftads commisfien ten faveure van andere perfoonen , thands zich qualificeerende uit te maken den Raad der ftad Utrecht te begeven, en alzo de vorige feitelykgeremoveerde, doch by ons gecontinueerde en voor wettig erkende Leden van den Raad, daar van te ontzetten , maar ook bereids van zommige Provinciale commisfien te disponeeren en viafaSivna een derzelveposfesfie te neemen; Hebbende Mr. II. J. van Hengit op vrydag den 13 dezer zonder Provinciale commisfie en alleenlyk gemunieerd met eene opgezegelde zogenaamde Vroedfchap Refolutie, zich begeven naar de Raadkamer vau den Hove dezer Provincie , trachtende aldaar in plaatze van den Heer Mr. J. W. van Musfchenbroek, die noch voor twee jaren met behooriy ( 14* )  C 147 ) lyke Provinciale Commisfie was voorzien, fesfie te verkrygen, en wanneer by de prefente ordinaris Raden geproponeerd werd, om de abfente Leden over dit voordel te befchryyen, heeft gemelde Mr. H. J. van Hengst konnen goedvinden, eigener au&oriceit, de Deur der Raadkamer te openen en in den ftoel van den Heer Gecommitteerde wegens het derde Lid van Staat fesfie te namen. Van welke ontmoetinge de Prefent geweest zynde ordinaris Raden aan ons by misfive hebben kennis gegeven, gelyk mede van het gedrag by hun in deze gehouden; en hebben wy de eere, ten einde UED. Mog. van dit alles te beter zouden kunnen oordeelén, van deze mjsfive met de bylagen daartoe relatief eene copie hiernevens te voegen , ons tot den breden inhoud derzelve refereerende. UEd. Mog. zullen uit deze violente en onwettige de. marche ontwaar worden, welk een notabel grief hier door aan de Hoogheid der Provincie en aan de Juftitie op nieuw is toegebracht, en daar wy niet konnen noch mogen gedogen, dat in het collegie van den Hove eenige andere Perfoonen fesfie hebben, dan die overeenkomftig de conftitutie en de grondwetten dezer Provincie, daartoe wettiglyk by ons zyn gecommitteerd, of ook konnen of mogen toelaten, dat de goede ingezetenen aan deRechtsvorderinge van de zodanigen zouden worden gefujetteerd, hebben wy ons in de onaangename noodzakelykheid bevonden, den Hove aantefchryven om geene Raden te admitteeren , dan die met behoorlyke Provinciale commisfie voorzien zyn, en over zulke Mr. H. J. van Hengst uit derzelver vergaderinge te weeren, en dit niet kunnende doen, als dan te protefteeren van geweld , alle befoignes in zyne prefentie te ftaken, en vervolgens daarvan aan ons kennisfe te geven, ten einde daarop nader te refolveeren zoo als wy oordeelén zullen te behoren; wy konnen m tusfchen niet zonder fchrik gedenken dat welügt in cas var verdere oppofitie by alle de rampen, die thans deze Pro vincie treffen, de Provinciale juftitie geheel zal worden geftremd, en alle geregelde Rechsvorderinge ophouden, er wy behoeven ons niet in 't brede inte laten in de ruineuft en akelige gevolgen, die hieruit ftaan te proflueeren, er hoe alle banden van vryheid en veiligheid zyn losgemaakt wanneer de adminittratie der Juftitie ophoud; UEd. Mog, bevroeden dit van zelve; wy zouden achten te kort te doer aai \ aan het belatig 't welk UEd. Mog. in het behond van die dierbare panden onophoudelyk ftellen, indien wy dit ftulc met meerdere wilden betoogen, maar wy reekenen ons verplicht UEd. Mogende in de verdere Hoge Bondgenoten van dezen geweldigen en onwettigen ftap en van de gevolgen der zelve te informeeren, ten einde UEd. Mog. te doen zien, dat zonder uitftel handen aan 't werk zullen moeten worden geflagen, om niet de geheele Provincie aan haren wisfen ondergang bloot te ftellen, en om UEd. Mogende by al wat lief en dierbaar in den Lande is te exhorteeren, daartoe ten fpoedigften te willen medewerken, protefteerende wy by verder dilai onverandwoordelyk te willen zyn voor alle funeste gevolgen, die wy uit de opeenftapeling van verwarringen voor de goede Ingezetenen en voor de geheele Provincie moeten veorzien. Wy hebben getoond, inzonderheid ook op perfuafie van onze Bondgenoten van alle middelen tot eigen redding afte willen zien en van onze zyde afkeerig te zyn, om door middelen van geweld de hooggaande oneenigheden te befiisfen en hebben geprefereerd, na dat veelerlei middelen van perfuafie en inductie by ons waren geëmploieerd, de Leden van het Bondgenootfchap tot het treffen van minnelyke fchikkingen te verzoeken en in te roepen, en hadden dus wederkeerig mogen verwagten, dat men te Utrecht zich insgelyks van alle geweldige flappen zoude hebben onthouden, wy nimmer trachten ietswes aan |de wettige Rechten en Privilegiën van de Stad Utrecht te derogeeren, doch konnen evenmin gedogen, dat aan die der andere Leden of Steden uitmakende de Souveraine vergadering dezer Provincie eenig nadeel werde toegebracht, en wy zullen gelegenheid hebben, by het houden der conferen- tien de afgevaardigden van de Hoge Bondgenoten ,■ van deze onze onveranderlyke gevoelens de overtuigendfte be«. wyzen te geeven. En hier mede &c. Gefchreven te Amersfoort, den is. O&ob. 1/85. „ Als meede wierd navolgende Refolutie genomen ten „ opzigten van de refpeftive Ambagtheereo, Vrouwen „ en Schouten. £*; Oo 2  ( 14^ ) Extraft uit de Notulen van de Ed. Mog. Heeten Staaten s' Lands van Utrecht. den 19. Oftob. 1780. By extract uit de Refolutien der Heeren hunner Ed Mo. Ordr. Gedeputeerde in dato 13 dezer, ter vergadering voorgedragen om aangezien zy Heeren Gedeputeerden ontwaar waaren geworden, dat op naam van de Vroedfchap der Stad Utrecht eene Publicatie was gedaan waarby onder anderen „ alle Ontvangers Schouten en andere, bv Publica„ tie van den 4 "en refolutie van den 22 September laastle' „ den vermaand-en gelast worden, ftiptelyk aan gemelde „ Publicatie en Refolutie te voldoen, op poene van het „ Burgerrecht te zyn vervallen, en tegen dezelve en alle „ anderen Inwoonderen, naar exigentie van zaken te pro„ cedeeren, onverminderd de poene by vorige Publicatie „ vermeld, " als nu met inha;fie van vorige aanfchryving, Schouten Gadermeesters en Collecleurg nader aan te fchryven, om geene orders van wie zulks ook wezen mogte te pareren, dan van de Heeren Staten ofte derzelver Ord. Gedeputeerden, gelyk mede om van deze nadere aanfchryving een exemplaar te zenden aan de refpective Ambachts Heeren (f) met vermaning van zorge te dragen, dat De Aanfchryving aen de Ambachtheeren en Vrouwen, was van vo'gende inhoud. (f) Op het gene, met relatie tot eene gedane Publicatie op naam van de Vroedfchap der Stad Utrecht ter Onzer Vergadering is voorgedragen by Ons, met inhtefie van vorige aanfchryving, gearre. Iteerd zynde, Schouten , Gadermeefters en Colleéteurs naderaan tefchryven, om geen ordres te pareren , dan die van Ons ofte Onze Or. din. Gedeputeerden; hebbenWy voorts nodig geacht. met toezendinge van een gedrukt exemplaar der evengemelde nadere aanfchryvinge, UWED. daar van kennis te geven, en teffens by deze te vermanen van zorge te dragen, dat UvverEd. Schoutea enGaderjneefters refpectivelyk zich naer den inhoud dier aanfchryvinge gedragen, zullende UWED. anderzins, aanfprakelyk gehouden worden voor de penningen, welke contrarie Onze ordres elders mogten zyn gefourneerd. Hier mede, bevelen Wy UWED. in de befcherming van God Almachtig Gefchreven 't Amersfoort den 19. Oftober 1786. UWer Ed: goede Vruttden, De Staten van den Lande van Utrecht. Ter Ordonnantie van Dczeive &c. dat derzelver Schouten en Gadermeefierj zich naar den inhoud dezer gedragen; zullende anderzinds aanfprakelyk gehouden worden voor de penningen, welke contrarie hunner Ed. Mo. Ordres, elders mogten zyn gefourneerd. En daar op gedelibereerd zynde, is Conform het voorgedragene van Welgem. Heeren Gedeputeerden, goedgevonden en verftaan dat op den voet als boven, Schouten Gadermeesters en Collecteurs nader zullen worden aangefehreven, „ Ook kwam ter Vergadering binnen eene Misfive van „ zyne Dooilugtige Hoogheid van volgende inhoud. EDELE MOGENDE HEEREN UYSONDERE GOEDE VRIENDEN. Wanneer wy in Ernflige overweging nemen, de tegenwoordige gevaarlyke tyds omflandigheden waar in de Republicq zig thans bevind , door de verregaande oneenigheden die in dezelve plaats hebben, en vooral doordemaatregulen die in zommige Provinciën ten onzen opzichte genomen zyn, waar door wy in de exercitie en uitoeffening van de waardigheeden op ons erffdyk gedevolveerd buiten adiviteit gefield worden, zoo hebben wy gemeend niet langer te kunnen fuperfedeeren, om deze zaken, die van zoo een gevaarlyken Natuur, en van de aller fchromelykfle gevolgen , zoo voor den ftaat in het algemeen , als voor ieder Provincie in het byzonder, zyn moeten, onder het oog van de gezamentlyke Bondgenoten te brengen, ten einde daar tegens nog in tyds zouden kunnen worden vooifien. Wy hebben ten dien eynde eene misfive aan hunne Hoog Mog. afgezonden, waar van wy de Eer hebben een affchrift hier nevens te voegen, waarin wy onze bezwaren omtrent het gepasfeeide hebben voorgefteld, en verzogt dat de refpeftive Bondgenoten deze onze befwaaren in ernflige overweeging geliefde te neemen, eu met allen ernst geinfteert, dat wy in onze R.egten en Prsëminentiën herfteld mogen worden. Wy refereren ons tot den inhoud >an voorf. misfive en vertrouwen dat Uw Ed. Mog. daarop zodanige efficatieufe Refolutien zullen helpen nemen, als tot herftel zoo van de harmonie tusfchen de refpective Provinciën als van het vertrouwen, tusfchen de Regenten en ons, en tot redres en mamtien onzer wettige verkreegen Regten en prajëmi- nen-  C 149 ) fcetstien, en bewaringe van de Conftitutie en Regeeringsform, meest oorbaar zal geoordeeld worden. Waarmede. EDELE MOGENDE HEEREN. Byzondere Goede Vrienden Wy UEd. Mog. beveelen in Gods Heilige Protectie. Uwer Ed. Mog. Dienstwillige Dienaar, (was getekend) W. Pr. van ORANGE. op 't Loo den Ter Ordonnantie van zyne Hoogheid 12 Oftober by abfentie van de geheim Secretarie. 1786. (was getekend) J. de RIEMER. „ Aan voorsz. Misfive was geanexeert de volgende Co„ pie misfive, aan H. H. Mog: door zyne D. Hoogheid „ gefchreeven. HOOG MOGENDE HEEREN! In de Critique omftandigheeden waarin het lieve Vaderland zich thans bevind, kunnen wy niet langer ftil zitten , om onder het oog van Uw Hoog Mog. te brengen hoe wy niet dan met een gevoelige aandoening, en innig leedwezen , befchouwen de ongelukkige en hooggaande oneenigheden, en verdeeldheden, die in deze Republicq ontftaan zyn, tusfchen Regenten en Ingezetenen in fommige provintien en die tot die hoogte geklommen zyn , dat daar uit zelfs verdeeldheden, tusfchen de refp, Bondgenoten te dugten zyn, waaruit niets anders dan de allerfacheuftegevolgen te voorzien en niet minder dan eene gantfchelyke omwenteling van de wettige en vastgeftelde Conftitutie van de Regeeringe te vreefen is. Het fmert ons vooral, dat wy voor onzen Perzoon en «u hoofden onzer digniteiten en eminente charges, in alle deze rampzalige verwarringen en oneenigheden zoo merkelyk geconcerneerd zyn, en by veele onverdiend worden aangemerkt als de oorzaak en aanvoerder van alle deze Beroertens, waar door men niet alleen getragt heeft ons by de geheele natie verdagt te maken, maar zelfs het zooverre heeft weten te brengen, dat wy 't vertrouwen van veele der Staatsleden hebben verloren, en daar uit zien geboren worden zodanige Staats Refolutien, die de duydelykfte kenmerken wegdragen van een gemanifefteert wantrouwen omtrent onze denkwyze, en gehoude direftie waar door wy in onze eer eu goede naam niet weynig gefletirisfeerd zyn. I Stuk No. 38. Al Al overlange hebben wy tot ons innig leedwezen bffpeurd dat men getragt heeft door allerlei onbetamelyke weegen het zaad van verdeeldheid- te ftrooyen, ondec de Regenten en Ingezetenen van dit wel eer gezegend en in welvaard bloeiend vaderland, en dat men nimmer eenige gelegenheid heeft laten voorby gaan om onzen perzoon en onze gehoudene direftie, verdagt te maken, en onze onfchuldigfte handelingen en gedragingen, in een aller hatelykst daglicht te ftellen, ja dat men zelfs zich niet ontzien heeft onze dierbare en Koninglyke Gemalinne en ons Huis ware het mogeiyk in verachting te brengen by de gaiufche Natie. En alhoewel wy ons rechtmatig beklag, over de openbare fchending van onze goeden naam , en verfpreiden laster tegen ons, en wat ons dierbaar is, meer dan eens aan de Heeren Staten van de Provintien alwaar zulks plaats had, hebben voorgedragen, en niets meer gefchikt dan dat aan ons dat recht en die Juftitie mogten worden uiigeoeffend, die de geringde Burger en Ingezeten van een Vry Land vorderen kan, zoo heeft het ons nooit mogen gebeuren dat aan ons billyk verzoek en gegronde klagten, is gehoor gegeven. Wanneer zoo door Uw Hoog Mog. als door de Heeren Staten van de refp. provinciën, twee faamrovende fchriften onder den Titel aan '/ Folk van Neder, land, en zeekere gevonden brief waren verboden, en eene aanzienlyVe pramie tegens de Autheurs of Uitgevers beloofd was, zoo is het gevolg daar van niet anders geweest», dan dat de (tellingen daar in vervat, in andere fchriften zyn overgenomen en in 't openbaar geleerd en aangenomen ; ja wy, in tegendeel hebben moeten ondervinden dat de laster en leugentaal, noch paal noch perk kennende, onbefchroomd en ftoutmoedig, onder het oog van den Souverain is voortgegaan, om al den laster, die het helicue vuur in ftaat is aan te blazen, tegens onzen perzoon en huis uit te werpen, gelyk uit de menigvuldige Couranten en dagelyks uitkomende fchriften openbaar is, tot zoo verre dat onze perzoon daar in word befchreven al? een twee" den Hartog van Alba en een vyand van "t Vaderland. Bewust van onze onfchuld, verzekerd van 't getuigenis van een goed en onfcbuldig geweten, overtuigd dat nimmer uit onze verrigtingen en gehouden gedrag, zederd bet begin onzer adminiftratie, tot op het huydige ogenblik toe , zal kunnen worden beweezen, dat wy immer ofociceer.ig oog- Pp  Óógmerk zouden kunnen gehad hebben ten nadeele van 's Lands Hoogheid en onafhangelykheid of der Ingezetenen Rechten en Privilegiën, zqo hebben wy met die verachting en verontwaardiging, die zulk een laster en leugentaal verdiend, ons moeten ftil houden, in afwagting van gunfiiger tyden en omftandigheeden. Hoe zeer het ons tot in de ziel getroffen heeft te moeten ondervinden, dat gebragt is door alle deeze ongeoorloofde middelen, eene weldenkende Natie te misleiden, en ware het mogeiyk van hare Liefde en genegenheid voor ons Huis af te trekken. Hoe hart en onverdiend deze handel wyze ook zy geweest, wy zouden mogeiyk nog hebben kunnen blyven flilzitten, in een billyk voornitzigt dat eene bedaarde overweging van alle de fchromelyke gevolgen van zoo eene handel wyze, en met te rug zien op 't gepasfeerde, de Regenten eens eyndelyk zouden bewogen zyn geworden, om gezamenderhand alle middelen, in 't werk te ftellen, om deeze hatelykheden te fluiten, de rust en eendragt te her. ftellen, het vertrouwen tusfchen hun en ons te doen herleven , dan daar het thans niet meer is eene befchuldiging van eer en faamrovende fchryvers, maar de zaken zo verre gebragt zyn, dat tegens onzen perzoon, denkwyze en verrichtingen, befchuldigingen zyn ingebracht, in de Souveraine Staatsvergaderingen van meer dan eene provincie, door Leeden van de Pvegeering dat by fommige derzelver provinciën aan die befchuldigingen niet alleen gehoor is gegeven — maar dat dezelve ook ten gevolgen gehad hebben Refolutien vaneenallerbedenkelykftenafteep, en vooruitzigt, zoo kunnen wy niet langer flilzitten zonder ons verantwoordelyk te ftellen, voor ons Huis, ja voor den Staat zeiven uit hoofde van de betrekkingen en relatien waarin wy tot elke proviucie in 'tbyzonder, en tot alle dezelve gefamentlyk, uit hoofde van de waardigheden, die wy de Eer hebben in de Republicq te bekleden en die op ons erfelyk zyn gedevolveerd, ftaan, wyl het voor dea Staat geenzints onverfchillig zyn kan, of wy de achting en 't vertrouwen van de Regenten en Ingezetenen verdienen, dan of wy door ons gedrag-en gehouden direftiedezelve verlóren hebben. Wy zouden meer dan een Exempel kunnen bybrengen van gebeurtenisfen, iu deze of geeno provincie of lieden die duidelyk doen zien, hoe men by foEimige Regenten onzen perzoon en handelwyze heeft in ver¬ verdenking gebragt, ja het ontbreekt ook aarrgeerrevoor'i vallen, waar in ontwyfelbaare bewyzen doorftralen, dat men op onze wettige Rechten en pra;ëminentien or>ons ErfTelyk gedevolveerd, heeft tragten te empieseren, en dealier duidelykfte traces mede brengen, van ontevredenheid tegens onzen perfoon; wy zullen die voorvallen voor't tegenwoordige voorby gaan, en ons alleen bepalen totdat geen, 't welk aanleiding gegeven heeft, tot de verregaande klagten, befchuldigingen, en daaruit refulterende Refolutien, tegen ons, by occafie van de oneenigheden en beroertens in de provintien van Gelderland en Utrecht. Afkeerig van alle middelen van geweld, of om den militairen arm te gebruiken, in Burgerlyke questien en verdeeldheden, zoo hebben wy ons niet te min by meer daa eene gelegenheid, in de onaangename noodzakelykheid gevonden om op verzoek van de Heeren Staten van deze en geene provincie, daar van gebruyk te maaken, en wy hebben nimmer wygerig geweest daar aan de hand te leenen, zoo ras ons zulks door de Heeren Staten van derefp. provinciën verzogt wierd. Het is ons ook nooit als een Poinft van befchuldiging toef gerekend, wanneer wy in de provincie van Holland en Zeeland, op requiütie van de Heeren Staten van voorn, Provintien, Troepes hebben gezonden tot maintien van de goede order en tranquiliteit en offchoon wy met gelyke reelit, in onze qualiteit van Capitain Generaal, aan da Heeren Staaten van Gelderland en Utrecht, niet konden wygeren, die zelve hulp en asfiftentie van de Troepes, die hun Ed. Mog. of tot herftel van de goede order, bewaring en confervatie van de rust, of tot hunne eigen vei» lighe'ul uodig oordeelén, zoo. is ons zulks tot een zware misdaad, en een flap van verregaande uitzigt toegerekend. Wy behoeven ons,, omtrent het gebeurde in de provincie van Gelderland , niet breedvoerig uitte laaten., de Heeren Staten van gem. provincie, hebben by Hunne onder, feüeidene misfwes aan de refp. Bondgenoten, de redenes omgegeven waarom hun Ed. Mog geoordeeld hebben, den Militairen arm te hulp te moeten roepen , en te gelyk verflag gedaan van alle het gepasfeerde in gem. Provincie en Steeden waar uit volkomen confteert, dat by die occafis noch van de zyde van Burgers of Ingezetenen noch van den kant der militaire, eenig bloed vergoten is, dat de Siedcï  C is» ) Steden van Hattem en Elburg, als]nu met'een behoorlyk garnifoen bezet zynde, men thans bezig is, de Differente ■door het Hof van Juftitie te laten onderzoeken, en termineren, waar door dan alle vrees voor een geduchte Burger oorlog, en het Employeeren van meerder Troepes, komt te cesferen, 't geen ook te gelyker tyd tot onze Juftificatie en verontfchuldiging dienen moet, en zien doet dat wy in deze niets verricht hebben, dan dat geene, dat wy als Capitain Generaal van Gelderland, verplicht waren te verrichten, en 't geen wy in andere provinciën ter requifitie van de Heeren Staten, in zoortgelyke gevallen, mede hebben gedaan. Wy kunnen ons beroepen op de Refolutien van de Heeren Staten van Gelderland, van den 31 Augustus jongstleden, waarby wy verzogt en gerequireerd zyn een bekwaam aantal Militie met alle het nodige voorzien, onder het Commando en beleid van een bequaam officier, naar de fteeden Hattem en Elburg te zenden, van welke Refolutie eene copie hier nevens gaat. (1) Wy (I.) EXT R ACTuit het Reces des Lands dags , in AngufiKS en September 1735, binnen de Stad Zutphen extract' dinario gehouden* Jovis den Jl Auguftus 1780". Ontfa-tgen en geleezen een Misfive van de Raaden deezes Furftendoms en Graaffchaps, gefchreeven te Arnhem den zQ dezfs maanis, houdende , dat, na dat zy ter voldoening van 'sLandfchaps Refolutie, van den ri Mey laatftleeden, de Publicatie ten zeiven dage door Haar Edele Mt»gende gearrefteerd in naame van hoogfldezelven hadden doen emaneeren, en vervolgens ten fne van Publicatie en affixie volgens gewoonte aan de refpective Officieren en Magiftraaten verzenden, het daar op in den beginne deezer maand was gebeurd , dat de Momber en fubfl. aiomber aan den Hove halden gerelateerd, dat aan hun, zoo by puilique gerngten , ais uit de nieuwspapieren was te vooren, gekoomen, dat men zonde hebben a^gelaaten, de voorfchreve Publicatie, binnen de Stad en Jurisdictie van Elburg te doen promulgeeren en afügeeren , het geen Z7 Momber e» fubfl. Momber, Eed en Amptshalven, zig verpligt gevonden hadden, ter kennisla van den Hove te moeten brengen: Dat het Hof vermeend hadde zig aanftonds van de waarheid* $an dien te moeten certioreeren., en daarom had goedgevonden het Wy behoeven ons ook niet breedvoerig in telaten, orr*ï trent het voorgevallene in de provincie van Utrecht, de Heeren Staten van die provincie hebben aan de Bondgenotea voldoende ouverture gegeven, van al het gebeurdey hunne Ed. Mog. wel verre van alieè'n te zyn, om de verfchillen tusfchen de Regenten en Ingezeten, aldaar plaatsvindende, in het minnelyke te fchikken en uit den weg te neemen, hebben in tegendeel zedert een geruimen tyd, al le mogelyke middelen in 't werk gefteld, en alle wegen van gematigheid ingefhgen, om deze zoo verderfelyke onrusten uit den weg te ruimen , met opentlyke verfekeringen, van de zyde van hooggemelde Heeren Staaten, dat daar toe ferieufe deliberatien, zouden worden aangelegt 9 in welke op alle ingebragte bezwaren zoude worden gelet» en dezelve op een Conftitutioneele wyze, zoo veel mogeiyk weggenomen; Gelyk dan ook met dat inzicht de Conferentien tusichen de Heeren Gedeputeerden van da Heeren Staaten, en de Heeren van onzentwegen , dervvaards gecommitteerd, en afgezonden, bereids een aanvang hebben het Berigt van Burgemeefteren, Scheepenen en Raaden der Stad Elburg te requireeren, of het waar was, dat de voorfchreeve Publicatie aldaar niet was gepromu'geerd, en zoo ja, om daa op te geeven de reedenea, waar door zulks zoude zyn veroorzaakt. Dat zulk3 tot gevolg gehad hadde, dat het Mof, agt dagen daar na, hidde ontfangen, eerfl eene Misfive op den naam van den Magiflraat en gezwooren gemeente der Stad Elburg, zullende die> nen tot berigt op het gunt voorfchreeven en daar na eene byzondere Misfive door vier Leeden van den Magiftraat der voorfchreeve Stad onderteeksnd, waar by dezelve, met byvoeging van eenige Stukken, waar uit zoude kunnen blyken, het geea aHaar op dat fubjeft gebeurd was, tot hunne decharge verklaar* hadden, geea deel te hebben in het verhinderen van het doenprmulgeeren en afügeeren der gemelde Publicatie, voorts, zoo wel het daar omtrent door twee Leeden van hun Collegie, neevens agt Gemeenslieden, in eene onwettige en incompetente Vergaderin'a gerefolveerde, als het dien aangaande, door dezelvegegeeven Berigt aan den Hove, te houden voor illegaal, informeel, iticonflitutioneel, en onbeftaanbaar. Dat het Hof wel aauftonds hadde geobferveerd, das het zelve alleen had le gevorderd het Berigt van Bu'gemeefïeren, Scheepenen en Raaden der Stad Elburg, en geenzints meede van de Gemeente aldaar, en dat, 300 de Gemeente op dit fuhjeft iets aan de» Pp *  i 153 > ben genomen, dan welke conferentien door de dadelykheden tot welke men binnen de Stad Utrecht heeft kunnen goed- den Hove hadde voor te dragen gehad, dezelve zig daar toe afzonderlyk by een behoorlyk Reouclt hadde behooren te addres feeren. Dan vermits de inhoud van dat Stuk op zich zelve, waar door «je waarheid van de aan het Hof gedaane de'atie, vo'komen was geconflateerd, zoo veele gewig^ige bedenkingen en reüexien aan het zelve hadden opgeleeverd, het Hof oveizulks goedgevonden hadde, om, onverminderd hunne nadere deliberatien over dat gemeenfchappelyk Berigt, dat ftuk, zoo wel als de gementioneerde, daarna ingekomene, Miiüve van vier Leeden van de Magiftraat van Elburg, aanftonds te ftellen in handen Van den Momber en fubfl. Momber, om daar op ten fpoedigften te dienen van derzelver confideratien en advis. Dat het zelve, en inmiddels meede nog ingekoomen zynde een Mi-five van W. H. van Spaan, Scheepen en Uaid der Stad Elburg , houdende tot zyne decharge de reedenen, die liem buiten ftaat hadden gefteld, om teegens de informeele handelingen, met betrekking tot de aangetoogende Publicatie, te Elburg gehouden, te kunnen pro-efteeren, met declaratoir tevens van zig met de vier Leeden van de Magiftraat, ten vollen te conformeer ren, het Hof, na eximinatie van alle die Stukken, zig wel bevoegd. zoude geagt, en ook geen zwarigheid gemaakt hebben, om, ingevolgen de inftruaie van den Momher en fubft. Momber op hun gsadvifeerde te disponeeren. Dan dat het Hof, zoo uit aanmerking der nabyheid van Haar " Edele Mogende Vergadering , als van het gewigt van de zaak , en het zonderlinge en veruitziende Syftema, het welk daarin ontdekt wierde van een Stad, of wel van twee Magiftraats Leeden, en eenige Burgers van diea, welke zig opentlyk defaftobetoonden, te onttrekken aan de authoriteit van hunnen wettigen Souverain, en zelfs zig daar boven zogten te plaatfen, gepaard met eenComminatoir van geweld, geprefereerd hadde, om Haar Ed. Mogende van dit alles, met toezending der Stukken, te informeeren, ten einde Haar Edele mogende zelve daar omtrent de nodige dispofitie zoude kunnen verleenen, en zoodanig refolveeren, als tot voorftand van de Hoogheid en Souveratóeit van den Lande, tot onderhouding van de goede ordres cn van de obfervantie der We-ten, en tot maintien van haar wettig gezag , mitsgaders tot bevordering van de rust en veiligheid der goede en 'vreedzame Ingezeetenen deezer Provintie, naar haar hooge wysheid zoude oordeelén en bevinden te behooren. Waar op gedelibereerd en in ernftige overweeging geeoomen zyrde, de bedeikelyke fituatie, waar in zig de Steeden Elburg en Hattem bevinden, mitsgaders de hooge nootteakelykheid tot her- f el¬ ftelling der ruft en order aldaar, hebben Haar Ed. Mog. goedge« vonden en veiftaan, dat in de eerfte plaats , Zyne Hoogheid, als Capitain Generaal deezer provincie , zal worden verzogt, om zoo fpoedig moge'yk, een bekwaam aantal Mtlitie, met al het nodige voorzien, onder het beleid en Commando van eea bekwaam Officier, te zenden naar de Steeden Hattem en Elburg, om aldaar Guarcizoen te houden , en tot nadere ordre te blyven, met fpe'ciaale lalt aan den Commanderende Officier, om des noods zoo onvennoedelyk eenige weederfland, van wie het ook weezen mogte , het zy om ia de voorfchreeve Steeden in te koomen, het zy om daar binnen geplaatfl te worden , mog'ontmoeun, geweld met geweld, tot maintien van Haar Ede'e Mogende Horgheid en oppergezag in deezen Furfte.idom en Graaffchap , te keeren. Ten welk n einde hier van meede ten fpoedigften aan de refpective Magiftraaten van de gemelde twee Steeden zal worden kennisfe gegeeven, met recommandatie en uitdrukkelyken Laft, om tot het inneemen en plaatzen van de gemelde Troepes, in hare Steeden alle mogelyke faciliteit ter bereiking van Hunner Ed, Mog. ferieufe intentie toe te brengen. . En dat voorts het Hof 1'rovintiaal zal werden geauthorifeerd gflyk geauthorifeerd word mits deezen, om, na dat zal zyn geïnformeerd, dat het gemelde Gua'iiizoen in de Stad van Elburg zal zyn aangekomen, zig ten fpoedigften en Corps, geadfifteerd met dvn Momber en fubft. Momber deezer Landfchap derwsards te begeeven, en aldaar naamens Hun Elele Moger.de, die gewis? fe ordre tï ftellen, dat 'sLandfchaps gearrefteerd s Publicatie van den u Mey i?Só, aldaar werkeiyk werde gedaan, op zoo ee« wyze, als caar omftandigheeden meeft convenabel zal vinden ; voorts, om aanftonds tegens die geene, welk- zig reeds fjite^ lyk tegens het Publicetren van 'sLandfchaps gerefolveerde mogten hebben geoppofeerd, of zig.nog verder mogten oppofeeren, te doen Procedecren, en Regt en Jufliie tegens de fcbuldigen teadmimttreeren; en in 't Generaal over al het voorgevallene inde gezegde Stad kennisfe te neemen , en de goede ordre te hertellen; makende tot dat einde, zoo nodig, meede gebruik van de aldaar als dan gevonden zullende worden 'slands Müitie, dewelke verpligt zal zyn haare Ordres en Beveelen in alles te refpecteerert en gehoorzaamen, en, na dat alles aldaar in ruft, en onder betamelyke gehoorzaamheid zal zyn gebragt, wederom naar haare gewoone Refidentieplaats, binnen de Stad Arnhem te rug te keeren en wanneer het verblyf van 't Guarnizoen allaar, het zy voor 't geheel het zy voor een gedeelte, niet noodig mogt worden geoordeeld; als dan daar van, aan Zyn Hoogheid, als Capitain Generaal, kennisfe te geeven, cm verder over het verblyf daar ter 1'laat- goedvinden over te gaan, en de afzetting van de wettige Regenten binnen die ftad , hebben moeten gefurcheerd wor-  { i*3 ) worden. Wy zyn noch aanvoerder, noch oorzaak van deze beroertens, wy hebben van onzen kant ons bereidwillig getoond, om de differenten door minnelyke conferentien uit den weg te ruimen, wy hebben geen Militairen arm gebruikt, om, ten kosten van Burgerbloed, die provincie of fteeden van dezelve te overmeefteren, zoo als men ons geliefd ten lasten te leggen. Buiten een Battalion van 't Regiment van den Heere Collonel Prince van Hesfen-Darmftad, en de Regimenten van den Generaal Major van Mönfter, en den Collonel Grave van Efferen, zyn er geen Troepes naar de gemelde provincie door ons gezonden , het eerftgemelde Battalion is op ons patent, en op verfoek van de Magiftraat van Amersfoort, in gemelde Stad in Garnifoen gelegt, en de twee andere Regimenten, ter requifnie der Heeren Staten, zoo ten platten Lande gecantonneerd, als in de Stad Reenen geplaatst, ter bewaring van de rust en veiligheid. Wy vertrouwen dat de Heeren Staten van Gelderland en Utrecht, in deze DilTerenten geen emplooy gemaakt hebben, als van zodanige middelen, welke zy oordeelden beft in ftaat te zyn om' de Rust, Vreede, en Veiligheid binnen de Gemelde Provinciën te bewaren, en weder te brengen; en dat hunne Ed. Mog. nimmer oogmerk gehad hebben, om zoodanige middelen te doen dienen, ter verkorting der Burgerlyke voorregten, verhindering van billyke reprefentatien van 's Lands klagende ingezetenen, of fmoring eener wettige en eerbiedige vo'.kftem; Althans wy voor ons betuigen, dat wel verre dat wy ooit, de hand zouden willen leenen, tot verkorting der Burgerlyke voorregten wy in tegendeel, de eerften zouden zyn, om met al ons vermogen daar tegen te waken, en dat wy in deeze Plaatfe of emp!-.y elders van die Militie zodanig te kunnen üisponeeren, als zal gelieven god te vinden. Wordende het voorfz. Hof verder geauthorifeerd, om voor haar vertrek naar Elburg aan de Magiftraat van die Stad, van den dag, wanneer voorneemens zyn zig met hare Suppocften aldaar te vervoegen, advertentie te geeven, ten einde dezelve Magiftraat in tyds de nodige praeparatien tot dezelver receptie, en verzorging van de nodige Regimenten te konnen maken. Alles noptans ongepraejudicieert de Ordinaris jurisdictie in de gemelde Stad van Elburg voor bet toekomende. Pro vero Extraftu. (geteekenO B, GUTT. PLEGHER- I Stuk No. 39. ze niets anders gedaan hebbeu, dan zoo als wy 't eenige* dagen voor den Opperften Regeerder vermeenen te kunnen verandwoorden. Hoe zeer wy deze redenen hadden, ons*e flatteerendat ons gedrag, indezen gehouden, niet zouden kunnen worden geimprobeerd, zoo hebben wy echter tot ons Leedwezen ondervonden dat de Heeren Staten van fommige Provinciën, in twyfeling gebragt door alle de op een vergrotende wyze en voorbedachtelyk, verfpreide geruchten van geweldige middelen en geduchte Burgeroorlog, deeze gebeurtenisfen hebben gelieven te befchouwen in een geheel ander daglicht en als van allergevaarlykfte gevolgen. De Heeren Staten van Zeeland en Stad en Lande, gaven by Hunne onderfcheidene Misfives aan ons hunne gevoelens daar omtrent te kennen, en geliefden ons aan te fchryven en te verzoeken, om geene Troepes ter hunner refpeét. repartitie ftaande, naar de Provintien van Gelderland en Utrecht te laten marcheeren, of tegens de fteden Hattem en Elburg of elders te emploijeeren, in eenige der tegenwoordige Burgerlyke gefchillen in voornoemde Provintien- De Heeren Staten van Overysfel gaven hun ongenoegen over deze gebeurtenisfen allerduydelykfte niet alleen te kennen , maar vorderde van ons dat wy ons rondborfligzouden gelieven te verklaaren , welke intentien daar omtrent by ons buisvesteden, op dat daar door de opgevatte vrees mogte kunnen worden verminderd, en de gemoederen tot bedaren gebragt, — waartoe als het prompfteen toereykendftemiddel wier voorgeflagen, het te rug trekken van alle de Troepes. Wy ontfingen ook allerernftigfte brieven, zoo van de 3 Hoofdfteden van gem. Provhcie van Overysfel, als van derzelver Gecomm. te Wyhe vergaderd als mede eene deputatie uit naam van dezelve fteden alle tenderende ten einde geene Troupes tegen de Heden Hattem en Elburg mogten worden gebruykt. De Heeren Staten van Holland en Westvriesland gaven aan ons, by Misfive van den 25. Aug. laastleden te kennen, hoe hoogst dezelve niets nadeliger, en minder overeenkomftig met de belangens van den Staat . oordeelende te weefen als het gebruik van de Militaire magt, omtrent differenten tusfchen de Regenten en Burgeryen van de Steden dezer Republicq, daarom nodig geoordeeld hadde ons by provifie en tot hun Ed. Gr. Mog. nadere dispofuic, aante fchryven, om geene Troepes, op deRepar« ti- Qq  C i54 ) ticte van hun Ed Gr. Mog. Provincie (tarnde, en in de Provincie van QiUerïahd of buiten dezelve Garnifoen houdende naar de Steden Hattem of Elburg afte zenden, of eenige orders tra boven gemelde Militie te geeven, dewelke zouden involveeren om zich in eenige verfchillen tusfchen Burgers en BöTgert of Burgers en Rt-egeuten waar dezelve binnen deeze Republiek mogten ontdaan te immisferen of te be'moeijétt, . Wy vonden ons door alle deze onderfcheidene aanfchryvingen van de Heeren Staten van vier Provinciën in geene geringe verlegenheid, wy gaven van al het zelve aan de Heeren Staten van Gelderland telkens kennisfe, en naar mate wy van de intentie der Heeren Staten der vier bovengem-. Provinciën fuccesfivelyk wierden geïnformeerd droegen -wy zorg, dat geene Troepes op de Repartitie van de voorn, vier Provinciën (taande naar de Provinciën van Gelderland of Utrecht marcheerden, en tragteden, zoo veel van ons afhing, voor te komen dat dezulke, die reeds in de Provincie van Gelderland garnifoen hielden,, of fchoon in den Eed van de Heeren Staaten van laatstgem. Provincie ftaande niet wierden geemploijeerd tot,voornoemde eindens. • Wy voldeeden dus zoo veel van ons konde worden gevergd aan de intentie van gem. Heeren Staten van de voorn, vier Provinciën, en. behoudens dat geene 't welk wyaan de Heeren Staten van Gelderland en Utrecht verfchuldigt waren, en wy konden dus geenzits verwagten dat daaruit zulke onaangename en voor onfe eer en goede naam flettrisfante Refolutien zouden hebben kunnen proflueeren. Wy ontvingen op den 7 der voorige maand September eene Misfive van de Heeren Staten van Holland , waar van de Copye hier nevens by voegen, (11) waaruit UwIIoog.Mog. zul- zullen kunnen zien dat Hoog gem. Heeren daar by declaï reren hun uiterfte ongenoegen, en teffens fenlibelft leetwezen , over de demarches, tot welke de Staaten van Gelderland hadden kunnen goedvinden, ten opzigte van de Steeden Hattem en Elburg te komen, als mede het gunt op naam van de Heeren Staten van Utrecht, tot bet doen inrukken van eenige Militie binnen dezelve Provincie was ondernomen, en van ons requireren eene. praci/e en openhartige opening van onze perfoneele denkwyze over de ge. weldige maatrcgulen teegens dezelve Steeden en Provincie beraamd en in het werk gefield. Met verdere byvoeging dat haar Ed. Gr. Mog. verwagtende waren dat Hoogst dezelve door eene voldoendeouvettuure van onze gevoelens (binnen vier en twintig uuren na den ontfangst deezer aanfchryving aan hun üd. Mog, bekend te doen worden:) zullen worden gefteld en.gehouden, buiten de onaangename noodzakelykheid, tot het nemen van zodanige maatregelen.die voor onzen perzoonen huys, niet anders dan van nadelige gevolgen zouden kunnen zyn. Het zoude ons .niet kwalyk hebben konnen genomen worden, indien wy gcspelig getroffen over het vernederende dat in deze misfive voor ons was opgeuoten, dezelve . voor DOORLUGTiGSTE FORST EN HEER! In gevolge van. Ons geretV.veerde van heeden ,. hebben Wy goedgevonden, Uwe Hoogheid, als Qapifein Generaal deeaerProVincie by deezen aan te fchryven, dat Wy met het uiterfte onB-no-'ea en teffens fenfibelft leedweezen, vernomen hebbende de demarches/tot welke de Heeren Staaten van Gelderland hadden kunnen goedvinden ten opzigte van de Steeden Hattem. en Elburg te komen > als meede het gunt op naam. van de Heeren Staaten van Utrecht, tot het doen inrukken van eenigeMümebin., nen dezelve Provincie, was ondernomen, volftrekt dienftig en nodig hebben geoordeeld, om van Uwe Hoogheid te requireereu 'eene pree Te en openhartige opening van deszelfs perfonee'e denkwys over de geweldige maatregelen tegen derelw Steden en ProVi,cïe beraamd, en in het werk gefteld; terwyl Wy verwagten, dat Wy door een voldoende ouverture van de gevoelens v.nUwt Hoogheid IbTnnen vier en twintig uurer na den ontfangft deezer rÏvvi,^ van Ons bekend te doen worden) zullen worden ge* — * onaangename noodaake^kheid tot L" neemen van zoodanige maatregelen, die voor den Perfoon en TbÜZ Uwe Hoogheid niet anders daa van nadeel.ge gevol- Daar meecte, .*..„„ te behouden in Zyne genadigs- j^r, 'Hit Uwe Hoogheid believen 1= " den dat Uwe ^ Hjge den 6 september 1786V befcherminge. Gjtchreevea (Onder ftand,) uwc Hoogheids dienftwUUge goede Vrienden De Staaten van Holland en Weftvriesland, Lager ftond, ter ordonnantie van dezelven, (Was geteekend,) C. CLOTTERBOOKEv-  C 155 ) voor eenigen tyd onbeantwoord hadden gelaten, immers zwarigheid gemaakt om onze gevoelens, hoe zeer wy voor ons zeiven van de oprechtheid derzelver overtuygd zyn voor Hoog gemelde Heeren Staaten openteleggen binnen eenen -korten en bepaalden tyd van vier en twintig uuren die niet geuoegfaam was Om een Edelmoedig en weldenkend hard, getroffen over de blykbarepreuvesvanwantrouwen van eene Sou.eraine Vergadering, waar van meif zelf Lid is, tot behoorlyke kalmte te brengen, en duszich zelfs in fiaat te vinden, om metbedaardheid, betamelyken eerbied, en teffens gepaste vrymoedïgheid te kunnen antwoorden, Wy hebben niet te min aan dat gerequireerde voldaan, voor zoo veel de kortheid des tyds heeft toegelaten zoo als aan uwe ffoog Mog uit de Copie van dege onze refcriptie, (III.) hierby gevoegt, zal koornen te Coniferen. Wy (III.) Aan de Heeren Staaten van Holland en Jfestvrlesland EDELE GROOT MOG. HEEREN, BYZONDERE GOEDE VRIENDEN. Uwer Ed.-le Groot Mog. Misfive van d»n 6 deezer, waarby het Uwe Ede!e Groot Mogende behaagd heeft, om van Ons terequireeren precife ct openhartige opening van Onze perfoneele dcnkwyze over de imatrcgulen tegens de S.eeden Hattem en Elburg, in de Provincie van Gelderland, a'.s maede tefgens de Provincie van Utrecht beraamd, en wel binnen vi;r en twintig uuren na den ontfangft deezer aanfchryving, aan Uwe Edele Groot Mog' bekerd te doen worden; heeft Ons niet weinig getroffen, door dien d?ar in ten klaarfb-n doordraaide, eene verdenking, als of Wy in deezen niet zouden gehandeld hebben, in gevolge de exacte regels van Onzen eed en plig'; eene verdenking Edele Groot Mogende Heeren, voor ons des te vreemder, door dien't Uw; Ede ■ le Groot Mogende uit de eigenhandige MisGve van de Heeren Staaten van Gelderland, aan Uw Edele Groot Mogende geaddresfeerd, en by dewelke, na Wy verneemen, een zeer ampel detailv«»da geheele toedragt deezer zaak vervat is, moet gebleeken zyn, dat door Ons niets is gedaan of verrigt, dan op fpeciaal verzoek en reqnifiiie der gemelde Heeren Staaten, waar aan Wy, in qualiteit als Stadhouder en Capitein Generaal van dezelve Provincie, verpligt zyn te obtempereereu, even als met relatie tot de Provincie van Utrecht, buiten 't eerde Battaillon van 't Regiment van den Heere Prince van Hejfen-Darmftad, 't welk naar Amersfoort ij gemarcheerd , geen verfoek door de Heeren Staaten van Utrecht tot het zenden van eenige Troepes naar die Provincie , aan Ons is Wy hebben niet te min tot ons fenfibel leetwezen moeten ondervinden, dat deeze onze refcriptie, aan iloog, gemelde Heeren Staaten, niet voldoende is voorgekomen zoo als wy at kort, daar aan hebben moeten zien uit eene misfive van hoog gemelde Heeren Staten van den 16 van dezelve" maand September, by dewelke ons, als Capitain Ge- is gedaan, nog eenige Patenten daartoe door Ons zyn afgevaardigd; ondeitusfchen flrskt het O as tot een zonderling genoegen, dat de diverfe approbatoire Refolutien van de Heeren Staten van Gelderland ten klaarften aanduiden, dat Wy aan Hun Edele M'og. intentie en requifitie velkomen voldaan hebben; 't w:lk tot Onze juftificatïe, indien dezelve hier te pas kwam, allezin* voldoende zoude zyn. En offchoon Wy vermeenen van niet t* veel te vorderen, wanneer Wy met alle In-en 0,-gezetenen eene vrye denkenswyze reclameerden , zoo maken Wy egter geene} zwarigheid, cm Ons alsnog te gedragen, tot die fentimenten, welke Wy merrmaals, zoo aan Uwe Edele Groot Mog. als aart de overige Bondgenooten, hebben opengelegd; en 't is op grond van die principes, dat Wy U Edele Gr. Mog. verfeekeren kun« nen, dat Wy , zoo zeer als iemand, af keerig zynde van alle geweldadige middelen, Wy niets vuuriger gewenfcht hadden, dan dat SLands Hoog en Gerechtigheid, en de wettige authoriteit vaa den Souverain, overal door 'c aanwenden van za.gte middelen hal kunnen b.waard, of wei herfteld worden, daar ze gtkrenkc was; dat daar de ond.rvindhg in U Edele Groot Mogende eigen Provincie , meermaalen geleerd heeft dat tot bewaaring derzelve » de Militairen arm nodig geoordeeld is, zoo zal het Uwe Edels Groot Mog. wanneer hoogftdezclve hier by een oogenblik wilden ftilftaan, niet kuar.en verwonderen, dat de Heeren Staaten van Gelderlaad, daar insgelyks ten zelfden einde, gebruik van hebban gemaakt; — niet om de gefchillen tusfchen Hun Edele Mog. en 'ware Ingezeeten te befiisfen, maar om de galecgenheirt te vetfehaffen , dat die klagten ' en gefchillen op eene bedaarde en regteriyke wyze, konden cnierzogt en afgedaan worden, O»dertusfehan zoo is 't Or.s ten uiterften aangenaam, hier noj byte kunnen voegen, dat by de expeditie, welke in 't byzonder U Edele Groot Mog. attentie fchynt naar zig gesrokken te hebben, geen Burgerbloed geftort is. Wy vleien Ons dus dit deeze ouverture van onze pcrfor.eeley gevoelens en verpligtingen, by U Edele Groot Mc-g. volkomen voldoende zal bevonden worden;- dus Wy Ons in deezen zullen moeten' vergenoegen, met de c-mgenaame en ftree'ende overtuig ging van niets gedaan of verricht te hebben, dan 't geen Onzen* eed en pligi van Ons vorderde. Waar meede, &c. L00 dea- & September l%iS,  C 15* 3 Generaal van Holland, gelieven aan te fchryven , om geene vacatures van Militaire Officieren in de Regimenten ter hunner repartitie ftaande te vervullen maar dezelve provifioneel en tot hoogst derzelver nadere dispofitie vacant te houden; en eyndelylc ten allerduidelykflen uit de Misfive en Refolutie van hoog gemelde Heeren Staten van den ^.derzelver maand, waar by na deliberatie op onze Misfive van den 8 te voren, concerneerende onze byzondere en perzoneele fentimenten over de maatregulen tegen de Steeden Hattem en Elburg genomen , verklaaren, by provifie, en onverminderd de verdere deliberatien van hunne Ed Gr. Mog. te perfifteeren by de differente gefielde orders, ten*1 aanzien van de Militie van den Staat, — waarby dezelve tot nader bevel is ontflagen van het artikel in den Eed, uit kragte van welke zy aan den Capitain Generaal der Provincie, gehoorzaamheid verfchuldigt was, en waarby nog nadere voorzieningen zyn gedaan, om provifioneel voor te komen den invloed van den Cap. Generaal op en deszelfs directie over de gem. Militie ah in dit ogenblik enbeftaanbaar geoordeeld zynde met de zeekerbeid der Provincie, en de maatregulen tot dat einde genomen wordende; — En verder by provifie op te fchorten het effect van hun Ed. Gr. Mog. Refolutie van den 8 Maart 1766. waar by aan ons als Erf-Capitain Generaal der Provincie , by fpeciale de,latie is opgedragen de collatie en begeeving van alle Charges over de Militie, ter repartitie van de Provincie, van Collonel, tot Vaandrig incluys. .Wy refereren ons tot den verderen inhoud van voorn. Refol. waar van wy insgelyks de eer hebben Copie hier by te voegen. (IV) Ge- IV. EXTRACT xit het Register der Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en Wefi Friesland in haar Edele Groot Mog, Vergadering genomen op Vrydag den 21 September 1786. By refumtie, en tot finaale af komft', op heden, volgens hun Edele Groot Mog. Refolutie van den 16 deezer, gedelibereerd zynde op het Rapport, ten zeiven daage uitgebragt door de Heeren van de Ridderfchap, en verdere hun Edele Gtoot Mog. Gecommitteerden tot het groote Befogne, hebbende tot voldoening san hun Edele Groot Mog. Refolutien comraisforiaal van den .8 tra Gemelde Heeren Staten vonden wyders goed, nog di« verfe Refolutien te neemen, alle relatief tot de Militie op haa- en 11 te vooren geëxamineerd eene Misfive van Zyn Hoogheid, den gem. 8. op het Loo gefchreeven, tot refcriptie op de door hun Ed. Groot Mog. by Misfive van den 6 deezer maand gevraagde explicatie van deszelfs byzoDdere en perfoneele fentimenten over de geweldige maatregulen tegens de Steden Harem en Elburg genomen ; als mede de Misfives der drie Hoofdfteeden van Overysfel, Campen , Deventer en Zwol, daar toe relatief, breder onder de Notulen var voorfz. S en 11 deezer. Is goedgevonden en verftaan, by provifie en onverminderd de verdere deliberatien van hun Ed. Groot Mog. te perfifteeren by de differente gefielde ordres; ten aanzien der Militie van den Saat, waar by dezelve tot nader bevel is on'flagan van het Atticul in den Eed, uit kragte van het welk zy aan d;n Capitein Get.eraal deezer Provincie gehoorzaamheid verfchuidigd was, en waar by ook nog andere nodige voorzieningen zyn gedaan, om provifioneel voor te komen den invloed van den Capitein Generaal op, en desfelfs directie over de gemelde Militie, als in dit ogenblik onbeftaaibaar geoordeeld zynde met de zekerheid det-zer Provincie , en de maatregulen tot dat einde genomen wordende; en verder by provifie op te fchorten het effect van hun Ed. GroorMog.' Refolutie van den 8 Maart 1766, waar by aan Zyn Hoogheid, als Capitein Generaal dezer Provincie , by fpeciaale delatie is opgedrasgen de collatie en begeving van alle Charges over de Militie , ftaande ter repartitie dezer Provincie , van Vaandrig tot Collonel incluis; mitsgaders dat dien coi.form aan de Chefs der Militie, zal worden aangefchreve.i, om by provifie en tot nadere ordre van hun Edele Groot Mog van de voorvallende vacatures by hun Regiment of Corps, aan hun Edele Groot Mog. aanftonds kennisfe te geeven, ten einde by hoogstdezelve in de vervulling daar van te werda» voorzien, blyvende niet te min in zyn geheel hetgeen ten opzichte van Militaire Charges onder de Zwitzers of anders overgenomen Troepes, by gemaakte Tractaaten of Capitula'.ien,aan anderen is geaccordeerd; met verdere last aan Gecommitteerde Raaden, om by het in Eed nemen der Officieren, de Clauful, concernerende de gehoorzaamheid aan den Capitein Generaal, uit den Eed te laa'en. En zal Copie van deeze Refolutie worden gezonden aan Zyn Hoogheid tot deszelfs óariftt, en ook kennis van dezelve gegeven aan den Raad van Staate, voor zoo veel het Poinét der dispofiu. over de Militaire Charges aasgaat. Onder ftond, Accordeert m?t de voorfz. Refolutie. Was geteekend, C. CLQTTERBOOKE.  < J57 5 haare Provintie gerepartitieerd, en waar in wy voor onzen Perfoon, niet minder geconcerneerd zyn, als onder anderen het geordonneerde aan de Commandanten van de refp. Regimenten, om geene Rapporten of Ly den hoe genaamd aan ons te zenden, dan van welke Refolutien wy geene direfte en Legale kennisfe van de Heeren Staten ontvangen "hebben. Eene Refolutie, zoo vernederende voor ons, kon niet dan eene zeer gevoel/ge aandoening op ons verwekken, wy dagten het van onzen indispenfabelen plicht te wezen, om ons daar over, aan hoog gemelde Heeren Staten te moeten addresferen, en ons bezwaar over zoo eene onverdiende en flettrifante Refolutie , aan hoog gemelde Heeren Staten voor te ftellen, in hoop dat eene bedaarde overweging van ons rechtmatig bezwaar, by hun EJ. Gr. Mog. eenigen ingang zoude vinden, en hoogst dezelve zoude doen te rug komen van die vooroordeelen, tegen onzen perzoonen directie opgevat, en gepermoveerdzouden zyn geworden, om, in aanmerking vau de facheule gevolgen, die uit eene demarche van zoo een bedenkelyken aart te duchten zyn, voorfz. Refolutie in te trekken. Wy refereren ons tot de voorfz. Misfive hier nevens meede Copielykbygevoegd (V) en laten gaarne aan het oordeel (V.) EDELE GROOT MOG. HEEREN BYZONDERE GOEDE VRIENDEN! Wy hebben met zeer veel leedweezen uit Uw Ed. Gr, Mog. Misfive en Refolutie van den 22 dezer lopende maand gezien, dat het U Ed. Gr. Mog. behaagd heeft, by provifie en onverminderd de verdere deliberatien van Uw Ed. Gr. M< g. te preGfteeren by de differente gefielde ordres ten aanzijn der Militie van den Staat, waar by dezalve tot nader bevel is or.tflagen van het Articul ia den Eed, uit kragte van het welke zy aan ons, als Capitein Generaal van Holland en West Vriesland, gehoorzaamheid verfthuldigi was, dan van welke orders Uw Edele Groot Mogaan ons in onze voorfz. qualiteit, nimmer hebben gelieven eenige kennisfe te geeven; om verder by provifie op te fchorten het effeét Uwer Ed. Groot Mog. Refolutie van den 8 Maart 1766, najlïby aan ons, als Capitein Generaal Uwer Edele Gr. Mog Provincie, by fpeciaale delatie is opgelraagen de collatie en begeeving van alle Charges over de Militie , ftaande ter Uwer Ed. Gr. Mog, reparti ie , van Vaandrig tot Collonel incluis. Wy kunnen over deeze Uw Edele Groot Mog. Refolutie niet ongevoelig zyn, als waar door Wy met de daad verdoken worden van het recht, Ons met volkomen eenparigheid var» file de Leden van 1 Stuk No. 40. Staat- deel van Uw Hoog Mog. en van de refp. Bondgenotes ja van de geheele natie over, om te beoordelen of wy in dee- Staat, in Onze quali'eit van Erf- Capitein Generaal van Halland en Weft ■ Vriesland, opgedraagen en gedefereert. Wy zouden dus met recht kunnen reclameeren het effect deezer Uwer Ede!» Groot Mog. met eenparigheid genome Refolutie, die, 7.1 dezelve zoude kunnen en mogen gealtereert of ingetrokken worden, ten minften volgens de grondwetten niet zoude mogen verandttrd en opgefchort worden, dan met gelyke eenpa. righeid. Maar het geen Ons boven al gevoelig a:ndoct, en waarin Wy met ons ftilzwygen niet kunnen berusten, is het motief, dat U Edele Groot Mog gelieven te allegueeren tot het nemen deezer Refolutie, om, n^me'yk voortekomen Onzen invloed, als Capitein Generaal op, en onze direétie over de gemelde Mili'ie, als in dit ooger.blik onbeftaanbaar met de zekerheid Uwer Ed. Gr. Mos. Provincie en de maatregelen tot dat einde genomen wordende. Wy zouden, behoudens het peen Wy aan Uw Ed. Groot Mog; verfchuleligd zyn, van Uw Edele Groot Mog. kunnen verzoeken, en wel met dien ernft, die een zaak van dat aanbelang, als is de confervatie van Onze eer en goeden naam vordert, om aan Oüs te willen mcededeelen de reedenen van mistrouwen, die Uw Ed. Gr. Mog. teegens Onzen Invloed op , of directie over de Militie hebben opgevat, wanneer wy volkomen in flaat zou* den zyn , om aan Uw Ed. Gr. Mog. te kunnen beuyzen de ongegrondheid van derzelver mistrouwen, en vsn de infimulatien , die eenige , voor het Vaderland en voor ons kwalyk geintentioneerde Perfoonen, aan Uw Edele Gr. Mog, hebben ingebragr. Dan; Wy zyn ten vollen gerust dat niets, met eenigen grondi van Ons zal kunnen werden geallegueerd, het welk Ons met regt het vertrouwen van Uw Ed. Groot Mog. zoude hebben kunnen doen verliezen, en Wy kunnen voor God, %oor Uw Edele Gr. Mog. voor het ganf-?h Volk var. Nederland, en zelfs voor de geheele Waereld, betuigen, dat Wy ten dien opzigte een blank geweeten hebben; Uw Ed. Groot Mogende zullen het Ons ten goede houden, wyl Onzï eer Ons dierbaar is dan het leeven. en wy met dier. blaam en fle'trisfure niet kunnen blyven, die alle de blyken van mistrouwen van Uw Edele Gr. Mog. en byzonder de bovengemelde periode uit Uwer Ed. Gr. Mog. meergemelde Refolutie, op Ons hebben geworpen; en Wy zo aan het Huis, waar uit Wy gefprooten zyn. als aan die, aan welke Wy de eer hebben van g=allieert, bf geparenteert te zyn, aan haar Hoog Mog. en aan de refpefti e Provinciën, aan welker dienft Wy door de waard'gheeden op Ons erflyk gedevolveert, zyn verbonden en aan Ons zeiven verfchaldigd zyn, om Ons van dien blaam te zuiveren, dat Wy, Ons zeiven onfchuldig ken; Rr  C 158 ) deezen voor ons zoo flettrlfante Refolutie kunnen blyven berusten, behoudens dat geen 't welk wy aan ons zeiven, aan ons Huys, ja aan de gantfche Republicq verfchuldigt zyn. Wy reclameeren die Rechten, die praeërninentien , die ons als Erf Capitain Generaal competeeren, en wy hoopen dat het ons niet ten kwade zal opgenomen worden indien wy eene Refolutie zoo vernederend voor de trouwe Van het Huys waar uit wy gefproten zyn, en wipns voetftappen wy altoos getragt hebben-na te volgen, (zo als wy by eene andere gelegenheid, van foortgelyken natuur als deeze, ons geuit hebben) moeten blyven aanmerken , als of dezelve ten onzen opzichte nooit genoomen, of ingeroepen ware. Daar wy dan tot ons innig leedwezen,1 wederom ondervinden moeten, dat onze rechtmatige klagten in den fchoot van hun Ed. Gr. Mog. uitgeftort, over de verregaande verdenkingen tegens ons beduur en handelingen, feedert een geruimen tyd opgevat, en dagelyks meer en meer aangeflookt, van geen de minfte invloed zyn. Daar wy dezelve klagten by meer dan eene gelegenheid en nog laatftelyk by onze Misfive van den 13 Aug. laatftl. met opzicht tot het Commando over het Garnifoen van den Haag, te vergeefs hebben gerepeteerd, zoo hebben wy kennende aan het verbreeken van die trouwe, waartoe Wy Ons, zo aan Uvr Ed. Gr. Mog. als aan den Lande van Holland en Welt .Vriesland door den Eed, dien Wy, als Stadhouder, ErfGouverneur, Erf- Capitein Generaal en Admiraal van Uwer Ed. Gr. Mog. Provincie, ter Vergadering van Uw Edel. Groot Mog. by het aanvaarden der bovengemelde waardigheeden, hebben af. gelegd, het daar voor moeten houden, dat niers weefentlyks ten Onzen laste is, en dat alle da maatregulen , ten Onzen nadeele genomen, alleen daar uit zyn refulteerende, dat fommige Leden Uwer Ed. Gr. Mog. Vergadering het oor hebben gelieven teleenen aan Lieden, die derzelver verrronwen onwaardig zyn, en die geen ander oogmerk hebben, dan om de wettige Voorregten aan Ons, en aan Ons Huis, door Uw Edele Gr. Mog. verleend, en door de voorige Heeren Stadhouderen en Capiteins Generaals geëxerceert, te verminderen , of zelfs, om een geheele verandering in de wettig vaftgeftelde Conflitutie dezer Landen, te maaken, en het Stalhouderfchati. of geheel te vernietigen, of wel uit te werken, dat het zelve van geen nut voor het lieve Vadartand, of voor de Goede Ingezeetenen zyn kan. Ter; wy niet langer kunnen afzyti, om ons tot Uw Hoog Mog-, zoo als ook tot de Heeren Staten van de refpective Provinciën te wenden, in. die verwagting dat eene bedaarde overweging van al het gebeurde, zoo met opzicht tot onzen Perfoon, als tot zoo veele contrarieerende gefielde ordres" en Refolutien, betreklyk tot de Militie van den Staat by fommige Provintien genomen, mitsgaders de verregaande twisten en verdeeldheden, thans in de Republicq fubfifteerende dien indruk op de deliberatien, zoo van Uw Hoog Mog. ajs van de Heeren Staten van de respe&ive Provinciën zuilen maken als een zaak van dat aanbelang, waar van het ftaan of vallen van de Republicq af hangd meriteert. Befchouwen wy de refp. relatien waarin wy uit hoofden van onze waardigheeden van Erf Stadhouder, Erf Gouverneur, Erf Capitain Generaal en Admiraal van alle de Provinciën, als mede van Erf Capitain Generaal en Admiraal van de Unie, gefteld zyn, en uit kragte van welke, wy aan alle de Provinciën egalyk verbonden zyn; confidereren wy, dat de Erffelyke delatien van alle deze eminente Charges, door de gezamentlyke Provinciën op onzen Perzoon voornamenlyk tot oogmerk moet gehad hebben,om daar door de banden van de Unie des te naauwer toe te haaien, en vervolgens aan het gebouw van den Staat, meer eer, Terwyl wy verder aan Ons referveeren, om ter Onzer volkomen juflificatie , zoodanige ve'J . maatregulen te nem;n, als Wy raadzsam Zullen oordeelén. Hier meede zouden Wy kunnen eindigen , waare het niet, dat Wy noodig oordeelden, om nogmaals te betuigen, dat nimmer by Ons iets is gedaan, of getenteert, het geen Wy oordeelén, niet overeenkomftig te zyn met de waare belangens van den algemeenen Staat der vereenigde Nederlanden, en byzondere van den Lande van Holland en West - Vrieslaud ; en dat Wy niets meer verlangen, dan om in ftaat gefteld te worden, om met'er daad blyken te kunnen geeven van de waare Vaderlandsliefde, waar meede Wy bezield zyn; en dat Ons niets meer ter harte gaat, dan het weivaaren van de Vereenigde Nederlanden, en byzjr.der van Uwer Edele Groot Mog. Provincie; ww Wy in zyn géboren en opgevoed en dat Onze groo fte zugt is, om in GoisHancJ een nuttig werktuig te zyn tot bevordering van het welweezen van den Lande. Waar meede &c,  C 159 ) eer, aan Gen en vermogen toetebrengen zoo kan bet geenfins aan uwe Hoog Mog. zoo min als aan de Heeren Staaten van de refp. Provinciën, onverfchillig zyn, wanneer door deeze of geene Provincie, tentamens worden gedaan , en met er daad Refolutien worden genomen ftrydig teegens de Wettige en met eenparige bewilliging van alle de Leden van het Bondgenootfchap vastgeftelde Conftitutie, en Regeeringsform, en tegens de op ons Erffelyk gedevolveerde Rechten, en pra;eminentien. - En het is niet anders, dan Conftitutioneel conform den aard van het Bondgenootfchap, wanneer wy ons aan uwe Hoog Mog. en de Heeren Staten van de refp. Provinciën addresferen, aan dezelve onze rechtmatige bezwaren onder het oog brengen en derzelver veel vermogende invloed en kragtige hulp verzoeken, ten einde wy in het genot van onfe wettige verkreegen voorrechten werden herfteld. Wy herhalen hier, 't geen wy in onze misfive van den 13 Aug. jongstleden aan de Heeren Staaten van Holland hebben voorgedragen, dat indien het onder de mogelyke gevallen ware, dat een Erfstadhouder, Erf Gouverneur en Capitain Generaal zich zoo verre vergeeten kon, van de authoriteit, waar mede hy door den Souverain is bekleed, te misbruykeii, tot benadeling van's Lands ware belangens, en dus tegens de intentie van den Souverain, wy ontwyfelbaar zeker fielden dat hoogst dezelve het Recht en de macht zouden hebben, om voor hunne eige hoogheid en veiligheid op eene efficatieufe wyze, ordres te ftellen. Wy voegden er te gelyk by, en die betuiging hernieuwen wy hier, dat wy ons dit eerbiedig denkbeeld van de rechtvaardigheid van den Souverain vormden , dat zulks nooit gefchieden kan of mag zonder zeer gewigtige reedenen , waar door ten klaarften confteerd van het misbruyk der toevertrouwde authoriteit. Dan zulke reedenen zyn ten onzen opzichten nooit voorgedragen, en kunnen ook in waarheid, nooit voorgedragen worden, om dat wy het ons altyd tot een plicht en genoegen voorgefteld hebben, de oogmerken yandenSou. verafli, in onze betrekking tot elke Provincie met al ons vermogen te bevorderen. Wy wenfchen niets vuriger dan een einde te zien van alle de onaangename verdeeldheden, die thans in de Republicq, reeds zederd eenige jaaren ontftaan, nog plaats hebben, ben , wy verlangen dit des te meer, om dat wy voor oh- zen Perzoon en Huis, daar in byzonder geconcerneerd zyn, wy verzoeken hier toe op het allernadrukkelykfte dat Uwe Hoog Mog. en de Heeren Staaten van de refp. Provinciën, elk in den haaren daar toe de hand gelieven te bieden, en Uwe Hoog Mog. zullen ons altoos volvaardig vinden, om al wat in ons vermogen is, aan te wenden, tot bereiking van die gewenschte eindens. Wy kennen onze verpligtingen, wy weten waar in onze waare grootheid en geluk gelegen is, niet daar in, dat wy zouden trachten met verkorting van 'sLands Hoogheid en Privilegiën, te empieteren op de Rechten der Souverainiteit maar in de achting, vertrouwen en' genegendheid van Regenten en Ingezetenen tot ons, wy herinneren ons de verdienden.dier helden en groote mannen, onze Doorluchtige Voorvaders, uit den Huize van Orange en Nasfauw,onze grootfte ambitie ftellen wy daarin, om hunne be" roemde voetftappen en daden, ten besten van het Lieve Vaderland aangewend, te drukken en naar te volgen. Wy zyn bereid ons Leeven ons Goed en bloed op te offeren, tot welzyn en behoud van het lieve Vaderland, ter handhaving van Vryheid en Onaf hangelykheid in Godsdienst en Burgerftaat. In die gevoelens ftaan wy, en zullen wy altoos tot het laatfte ogenblik onzes levens blyven, in die gevoelens wenfchen eu hoopen wy onze kinderen met Gods hulp onder het opzigt van eene waardige en verftandige Moeder, onze Koninglyke Gemalinne, op te leiden. Veel konden wy hier nog bybrengen, om aantetoonen alle de fchreeuwende, en tergende laster en leugentaal, die ongefirafc onder het oog van den Souverain in fommige Provinciën, en zelfs, zoo het fchynd, met adveuvandent zeiven, word uitgeboezemd • wy willen liever alle deze akeligheden met ons ftilzwygen voorby gaan. Wy zyn by plegtigen Eed verbonden, voor te ftaan en te vorderen, de Hoogheid,. Geregtigheid, Privilegiën en Welvaren van deze Landen, Leeden, Steeden en Ingefetenen van dien • wy mogen dan ook , met dat zelve Recht vorderen, dat Wy in onze Rechten en Privilegiën niet werden verkort , maar daarby alleszints mogen blyven gemaintineeid, vooral, terwyl dezelve op eene wettige wyze, op ons Erffelyk zyn gedevolveerd, eai Rr 2  ( i6o ) en een voornaam deel uitmaken, van de tegenwoordige Conftitutie en Regeer:ngsform, die by den Souverain zelfs meer dan eens voor de heilfaamfte en beste is erkend. Wy zouden hier nog meer kunnen byvoegen , betrekkelvk tot alle de bedenkelyke Refolutien, en Orders, by de Heeren Staten van deeze en geene Provinciën genomen en gefteld, rakende de Militie, en de magt en de authoriteit, die daar overby dezelve geoeffend worden, en waar uit veele confufien te verwagten zyn; dan,alzo de Raad van Staten by hare Misfive van den 29 Septemb. jongstleden aan Uwe Hoog Mog. dit poinft aan de eniftige overweeging van de refpective Provinciën heeft voorgedragen, zoo kunnen wy voor het tegenwoordige daar in berusten, in afwagting dat uwe Hoog Mog. en derefpective Hooge Bondgenoten , daar op fpoedig, en vrugtbaar zullen gelieven te refolveeren. Waar mede &c. 't Loo 10 Oélober. 1786. „ Nog kwam in, eene Misfive van den Pvaad Zaal, zigbe„ klagende over zyne afzetting als Drosfaard aan de Vaart. „ luidende als volgd. EDELE MOGENDE HEEREN. Vinde my verplicht als Raad der Stad Utrecht, en als een Officier van den Landen by Uw Ed. Mog. in byde die qualiteiten erkent, te moeten kennisgeven van verfcheide aanfchryvingen welke alhier van Utrecht toegefonden zyn na den 2 Augustus dezes jaars; den 6 September dezes w WEL ED. GESTRENGS HEER. Uit de opening op den 2 September dezes jaars aan de Vroedfchap door de Heer EykalsoudfteRaadge.Iaan .verdaanhebbende, dat eenige fchepen met zieke en bagagie van het regiment Oranje Gelderland aan de Hooge Heerlykheid de Vaart waren gepasfeerd en vervolgends onder het daan der Trom, tot aan d-ze ftad waren genaderd, heeft nodig geacht UEd. Geftrenge als deszelfs commisüe van Drosfard wegens den Raad dezer Stad bekledende, hunne verwonden* g te kennen te geven, dat UEd. Geftr. in den tegenwoordige toeftand van zaken , hééft kunnen Coedvmden Zonder kennis geving aan één der Leden van de Vroedfchap, gemelde fchepen te laten pasteien, waar door alhier grote confufien zou- zes jaars heb ik een Misfive ontfangen ondertekend door den Heer Falck (a) over 't doorfchutten van eenige fchepen met zieken en bagagie van het Regiment Oranje Gelderland , en door my dien zelfden dag beantwoord, (b~) dit zoude hebben kunnen ontdaan , en den Commanderende Officier, met de-zdfs by hebbende manfcliappen in onaangenaamheden zouden kunnen zyn gebragt, om welke, en andere in deze tyden de Vroedfchap permoveerende redenen Hun Ed. Groot Achtb. no. di^ geoordeeld hebben , UwEd. Geftr by deze te iuformeeren , dat de Vroedfchap van UEd. Geftr. als Drosfard van Vreeswyk verwagten , dat UEd. Geftr de receptie dezes wel zult gelieven te accufeeren, en den Raad te informeeren, wat omtrent het voor. noemde geval by UEd. G;.ftr. is gtfehiedt, vertrouwende dat UEdi Geftr. in vervolg geen fcheepen, waar op eenige militie, bagage ofte zieken van sLands troepen zig bevinden zonder kennis dezer Stad zult laten pasferen, maar in tegendeel daar van ten fpoedigften berigten, zullende de Vroedfchap indien UEd. Geftr. des contrarie den inhoud defes handelde, als dan UEd. Gafl. moeten houden tot ontrusting der goede Burgery , en ingevalle van aannadering van eenige Troepes aan de Vaart zonder kennis geving aan den Raad tct zodanige demarches (welke niet ar.ders dan als vyandelyUe aanvallen zullen kunnen worden befchouwd) te hebben gecoöpereerd. Wy noemen ons in vertrouwen, dat UEd. Geftr. aan den in» houd dezes wel zult differeren. Wel Edele Geftr. Heer. UEd. Geftr. Goede Vrinde» U recht den De Vroedfchap der ftad Utrecht 5 Septemb. (was getekent) In kennisfe van my I?j6. IZAAK FALCK. (S) WEL ED. GESTR. HEER. In antwoord op de Misfive gedateerd den s September heeden ontvangen, en door UwEd. Guflr. getekend diend, dat zanirdag den S dezer, vier fchippers begeerden te fchuttenmet hunne fchepen, 't geen gefchied is, ik heb in 't geheel niet geweeten dat't bag'gie fchepen met zieken waren voor al eer dat dezelve in de binnen kolk waren en daar weder ftonden uit te vaaren toen hoorden ik de Trom (laan tot erkenning van Haar Ed. Mog. Domeynen Tol, ik heb meermaalen Schepen met Bagagie door laten fchutten, maar nimmer heb ik daar ke.nis van gegeven aan de Vroedfchap of een der Leden van dcfelve, veel min zulke fchepen met Bagagie zoo een garuime tyd opgehouden, als vereyst zoude worden om weder antwoord te bekomen, hoe daar omtrend te handelen, ik zou voor my daar ÉltyJ de ui'erfte zwarigheid in gevonden hebben om de Publike vaart in de Republicq te gaan  de abuïïve geruchten die ik vernomen heb dat daaromtrent nog verfpreid worden, als of er een aantal gewapende manfchappen alhier op 't Provinciaal territoir vnn UEd. Mog. zig uit die fchepen begeven hadden en zig in de Provincie zoude verfpreid hebben, en als of die vier fchepen zig toen vervolgens met die tien of twaalf manfchappen zig na Utrecht zouden begeven hebben die wegens Ziekten, als tot bewaringe van de Bagagie daarop geplaatst waren, achte ik 't nodig uw Ed. Mog. daar van te informeeren dat 't gerucht daar omtrend verfpreid geheel abu- Cef gaan ftremmen en ophouden nimmer h.b ik ooit de Vroedfchap van Utr cht anders befchouwd ten opzichten van de Hoige He rlykheid van Vreeswyk anders gefegt de Vaart; eeven als of een particulier Heer Ambachts Heer van de Vaart was, cn de fluyfen merk ik aan even als op fommige plaatfen't recht tot een tolboom , wy ontfangen alhier de publicatien, ordonnantiën, aanfchryvingen en bevelen van de Souveryn even gelyk Hun Ed. Mog. zulks op andere plsatfen in de Provincie doen, wanneer Militie te water of te land aan de Vaart aankomt; die word aldaar op 't territoir door den Praefident of een der Leden van de Heeren Haar Ed. Mog Ords. Gede putcerden in den Eed genomen, zulks is geheel buiten m yn departement, daar word ik niet in gekend, en heb met de geheele zaak volftrekt niets te doen , gelyk ook het vifiteeren van fchepen , 't examineeren van Paspoorten , geheel buiten myn Departement is, zulks is de zaak van den Ontvanger van Hm Ed. Mog. Domainen Tol en van de Commifen van de Adtniriliteir, en my word niet opgegeven aan wie de Goederen toebehoren die vervoerd worden, als de verlofgangers op ontboden worden dan fchutten er wel Beurtfchippers door,die dertig en meer militairen f Jieep hebben, daar by is het nog niet feker dat die fchepen die' door de fluys atn de Vaart binnen fchutten dat die op Utrecht vaaren, fchepen van boven komende vaarendikwils binnen envsaren by den üoorflag den Eyfel weder in, den Heer Vendrik de Frtderhe dienende onder 't Regiment Oranje Gelderland heeft my Zaturdag kennis gegeven van 'c wedervaren dat zyn Wel F d. Geftr_ te Utrecht gèhad heeft, ik betuyg d»t het my ten u'terfte leed deed te vernemen , dat er geheel buiten myn fchuld zoo een confule te Utre-ht htd plasf gehad, gelyk ook de omfhndigheiddaar dien Heer Oflhrer my gezegt heefc zig in bevonden te hebben, nu ik dat geval weet gebeurd te zyn, zal ik wanneer ik weet dat 't fchepen met bagagie zyn die willen doorfchuttcn daar van verwittigen om confuüe in de ftad en cnaargenaamheden voordeMilit'e van de Republicq voor te komen. Aan de Vaart den Wel Td. Geftr. Heer 6 Septemb. Uw Ed. Geftr. Dw. Dienaar. 1786. (getekend) T. A. ZAAL. I Stuk No. 41. fief is, dat er geene rranfehappen zig a'hier uit de fchepen begeven hebben en geen andere zyn 'er geweest dan die Tien of Twaalf manfchappen die te Utrecht fcheep bevonden zyn . Den 9 September heeft de Heer C. G. Visfer Luitenant &c. zig by my alhier aan de Vaart vervoegd en verfogt dat ik het Gerecht wilde laaden dat aldaar een voordel te doen had en dien Heer vertoonde een patent, (e) en verfogt aldaar dat door 't Gerecht moge beforgt worden een convenable woning of andere bequa. me plaats, voor een wacht die van Utrecht ftond gefonden te worden, en zoo a's zyn Ed. 't Gerecht berichte» zou dezelve beftaan uit feltig mrmfchappen; ik voor my dificulteerde in dat verzoek om een irquartiering van gewapende Manfchappen te accordeeren op 't teritoir van Uw Ed. Mog. maar 't Gerech t vond goed zulks te acco-. deren en aan dien Heer wierd een bcquame woning aangeweezen en bezorgt, dien zelfden avond heb ik een Misfive van den Heer C. G. Visfer ontfangen dat die wacht dien avond niet zou komen (d) maar den volgende Dag, daags daar aan den 10 September heb ik des'smorgens een Misfive ontvangen door den Heer Eyk getekenr, (<•) dat de (c) De He.r C. G. Visfer Luitenant &c. is geauthorifeert zig te vervoegen , na Vreeswyk anders genaamd de Vaart, omaldaai het zy een convenable woning of ander bequame plaats te b'zorgen voor e?n wagt, die van hier zal gefonden worden, vertrouwende en gelastende dat boven gem. Heer de nodige aanlydingen, rn des Noods de behulpzame hand zal verle nl worden, waar aaa niet te twyfele zal zyn. Utrecht den 9 Septemb. 178S. (was giteken ) Ad. Hendr. EYCK. In qaaliteit als Gouverneur der Stad. (rf) WEL EDELE GESTR. HEER ! Heeden avond zal de wagt niet komen, maar morgen, om redenen , verzoeke hier van kennis te geven daar zulks behoord. Wel Ed. Geftr. Heer Uw Ed. Geftr. Dw. Dienanr. Utrecht den (getekent) C. G. Visfer. 9 Febr. Op Order van den Heer Gouver- I7SÖ. neur der Stad. (c) WEL EDELE GESTR. HEER. De manfchappen zullen by provifie nog niet komen verfoeke de Bakkers geen broot te laten bewaren voor nader o-de-. Utrecht den WEL ED, GESTR. HEER. q Febr. Uw Ed. G ftr. D. w. Dienaar 1788. Ad. H-nd. Fyck. S s  ( 162 ) de manfchappen by provifie noch niet zonden komen, en dat de Bakkers geen brood behoefde te bewaren. Zaturdag den 23 September, zyn my van Utrecht toegefonden twee Extrafteii Refolutien (f) (g) door de Heer Falk getekend, de eerfle een copie der Interdictie aan den Ed. Achtb. Gerechte der Stad Utrecht gedaan ten opzichte van 'c doen pubiiceeren der publicatien van de voorftemmende Leeden, en de andere behelsde een aanfchryving aan my in- (ƒ) EXTRACT uyt de Refolutien van de Ed. Gr. Achtbare Vroedfchap der Stad Utrecht. Saturdag den 23 Septemb. 1786. ' Op het geproponeerd; defen aangaande heeft de Vroedfchap goedgevonden en gerefolveerd den Drosfart Zaal toe te zenden copie Interdictie aan de Ed Agtbaare Gerechte dezer Stad gedaan, ten opzichten van 't doen pubiiceeren der publicatie van de voor. {temmende Leden en ingevalle zulks te Vreeswyk mogten zyn ge. daan, gemelde gepubliceerdens dadelyk te doen affcheuren. Accordeerd in kennisfe Van my (geteken ) IZAAK FALK■j) . EXTRACT uit de Refolutien van de Ed. Groot Achtb. Vroedfchap der Stad Utrecht. Donderdag den 14 Septemb. 1786. Door den Heer Secretaris Falk uit naam van den HeerPrrefident Burgemeefter Loten zynde geproduceerd eene misfive gefchreven te Amersfoort, op de naam van de Staaten dezer Provincie enz. En tevens beiigt zynde ingekomen dat de Heeren van den Gerechte voornemens zouden zyn dezelve misGve copielyk a'hier te doen pubiiceeren en afügeeren, heeft de Vroedfchap tot maintien van Stads recht goedgevonden , dat aan de Heeren van den Ed. Achtb. Gerechte d:zer Stad by extraét Refolutie zal worden ken. nis gegeven dat de Vroedfchap geene zodanige of andere Pablicatien binnen deze ftad of vryheid, kan of zal gedogen zonder fpeciaale voorkennis eu toeftemminge van den Raad, en dat hun Ed. Gr. Achtb. dien volgens vertrouwen en verwagten dat de Heeren van den Gerechte met h;t publiceren van dezelve misfive het zy ia het geheel of ten deelen niet zullen voortgaan. Zullende Hun Ed. Gr.' Achtb. wel zorgdragen, dat zodanige naken het zy van dezen of van eenen anderen aart, aan de goe. de Burgeren en Ingezetenen dezer ftad en vryheid worden publiek gema-kt, wanneer de Vroedfchap zulk zal geraden vinden. Accordeerd met veetn. reH zoo verre dit geëxtraheerde aangaat " In kennisfe van my (geteïent) IZAAK VaLCK? ingevalle zulks te Vreeswyk mogte zyn gedaan, gemelde gepubliceerdens dadelyk te doen affcheuren; den volgenden dag heb ik daar op gerefcribeert aan de Heer Falk, (£) Dings- (h) WEL ED. GESTR. HEER. De Publicatie van haar Ed. Mog. van den 12 September 1786. my op de gewone wyze door een Staten Bode beforgt zynde heb ik volgens order en conftanl gebruik reeds gepasfeerde Don» derdag laaten pubiiceeren en affigeeren, vinden my buiten ftaat, en achte my onbevoegd dezelve te laten affcheuren, het geen verzoeke van my niet gevergt te megen worden; ik heb altyd de Vaart befchouwd of de Magiftraat van Utrecht daar Ambachts Heer van is, of dat het een particulier was, dat zulks ten opfigten van 't recht van Hun Ed. Mog. 't zelve is, wat aangaat dat 'c Gerecht der Stad Utrecht door den Raad gecommitteert ent geauthorifeert is, tot de adminiftratie en judicature van zaaken dé Vaart rakende, en dat alle deliquanten en perzoonen door den Drosfart nu daar voor te recht gefteld worden, zulks is gefchied by een eenvoudige Refolutie van de Vroedfchap in qualiteit als Ambachts Heer van den 15 May 1582, 't is ontegenfprekelykdat die zaaken voor dezen altyc1 by 't Gerecht aan de Vaart als een Hooge Heerlykheid hebben thuys gehoord , en aldaar zyn behandeld, maar dat recht is tot heeden toe door niemand gereclameert, of over 't gemis van 't zelve gedoleerd, 't is alleen om aan te toonen dat ik in de gedagten verfeer dat door defe rechtftelling van deliquanten door den Drosfart van de Vaart voor 't Gerecht der Stad Utrecht de Vaart daar door geen meerder of minder recht verkreegen heeft, als andere Hooge Heerlykheden, en door Hun Ed. Mog. indien opzigten in een gelyk adfpecb befchouwd word, daar zyn aan de Vaart geen andere publicatien bekent als van Hun Ed. Mog. en die zyn altyd alhier gepubliceerd en geafSgeert, nimmer zyn 'er aan de Vaart Publicatien van dé Stad gedaan, van tyd tot tyd gebeurd 't ook wel, wanneer Hun Ed. Mog. na omftandighjid vah tyd Zulks goedvinden dat aan de Predikant er ook een toegefonden word om dezelve van dén predikftoel de gemeirtte voor te leezen , gelyk de voorlezer jaarlyks verfcheide Ordonnantiën van Hun Ed. Mog. verplicht it de gemeynte voorte leezen, in de kerk na 't eyndigen van den Godsdienst, de Bededags brieven ontfangd de predicant en ik van Hun Ed. Mog. die doen ons de aanfchryving daar van, Hun Ed. Mog. hebben dikwyls aanfchryving gedaan van bedeftonden ten platten landen dat dezelve in de ftad nog niet waren, en een menigte andere zaken, zoo dat de Vaart zig nooit dsar omtrend nade ftad gereguleerd heeft, of eenige orders daar omtrend van deftad heeft ontfangen , maar altyd van Hun Ed. Mog. zoo als Dorpen ten platten lande ;Vt Logie:geId word alhier gecolleéleert volgens Refolutie en approbatie van Hun Ed. Mog. de uitzettin-  C i«3 > Dingsdag den 10 dezer heb ik ontvangen een Refolutie («*) door de Heer Falk ondertekend waar in my aangefchreven wierd, dat van my verwacht wierd, dat ik zorge zouw dragen dat de huyzinge voor den Heer Drosfart gefcMkl met den 12 dezer maand Oétober ontruimd en ledi. zyn, om door eenen nieuwen aan te ftellen Drosfart te kunnen werden betrokken, waar op ik den volgende dsg aan de Heer Falk gerefcribeerd (k) heb, en waar op 11c den gen van de confumtie middelen gefchieden op aanfchryving tu Hun Ed. Mog. als ook de approbatie van de Rekeningen, over 't aanbefteden cn verdiepen van den Rhyn, en 't geen Hun Ed. Mog. jaarlyks daar aan bctaalen, daar moet jaarlyhs request door 't Gerecht over gepreTenteert worden, het Hoofdgeld is ook een middel dat door Hun Ed. Mog. gelieft is, tot onderhoud van de Kerk om de renten van de Obligatien genegotieert tot lasten van de Kerk te bctaalen, hier mede heb ik UEd. Geit myne ge. dachten gecommuniceerd en noemen my met achting, aan de Vaaart den Wel Ed. Geftr. Heer 94 Septemb. Uw Ed. Geftr. Dw. Dienaar 1786. (was getekend) T. A. ZAAL. {•) EXTRACT uit de Refolutien van de Ed. Cr. Achtbare Vroedfchap def Stad Utrecht. Maandag den 9 October 1786. Door den Heer Visfer zynde gedaan navolgende fchrifteiyk voorftel. Fiat Infertip Heeft de Vro?dfchap na deliberatie verftaan dat aan den Heer Zaal thans noch fungerende Drosfart aan de Hoge Heerlykheid van Vreeswyk, by Extract dezer zal worden kennisgegeven, dat het des Vroedfchaps begeerte is , eft om die reede ook verwacht word, dat zyn Edele zal zorge dragen, dat de Huyzingen voor den Heer Drosfart gefchikt met den 12 dezer maand October ontruimd en ledig zal zyn, om door een nieuwe aan te Hellen Drosfart te kunnen worden betrokken: dat de Vroedfchap Vastelyk vertrouwd, dat de Heer Zaal aan deze des Vroedfchaps ferieufe en gedeclareerde intentie zal voldoen, tot voorkomitige van alle onaangename gevolgen. Accordeerd in kennisfe van my (getekent) IZAAK FALK. (*) WEL ED, GESTR. HEER. Gisteren avond heb ik een aanfchryving door UEd. Geftr. gefchreven en ondertekend ontvangen, waar uit ik verneem dat den 12 dezer weder een misfive tot andwoord bekomen heb door den Heer Secretaris ds Reuver getekend, (0 dat vorwftCfel W«Wd du Ik zor^e Zal dragen dat de Huizingen door my in q-ailitei: als Drosftart bewoond wordende, met den i»de7, .■ Xtu ui 0 •>«!•«.• r.r.r-.lnnd en ledig zal zyn, om door eenen nieuwen un te ftellen Drosfart te kunnen worden betrokken, met «ü RtJcnfe vermaning daar by aan my gedaan van daar tan tc volJocn tot worïoming van alle onaangename gevolgen, Ik Weet BiH of ik meer verbaast dan verwonderd ben geweest zoodanig etn umfchryvinr; te ontvangen daar ik in den Jaare 1785. door den Raad der Stal Utrecht als Ambachts Heer van Vreeswyk anders gezegt de Vaart, ben aangefteld, tot Drosfart van de evengenoemde Hoge Heerlykheid voor den tyd van drie agter een volgende jaaren m'ts jaarlyks van dat ambt te moeten recognitie betalen voor huishuur &c. de Somme van vyf honderd Gulden, buiten nog eenige andere zaken, welk ambt door my voor den tyd van drie jaaren is aangenomen, en heb vervo'gens in die qualiteit den eed afgelegt, ik zou in den gepasfeerden jaare dat ambt voor geen een jaar weder hebben aangenomen, daar ik nu niet weet dat ik in 't minfte of geringde ingebreken ben gebleven te voldoen aan de voorwaarden en conditiën waer op ik in den jaare 1785. door den Ambachts Heer als Drosfart ben aangefteld, ik heb die post volgens eed en pligt waargenomen, derhalven ben ik van gedachten, wanneer een Ambachts Heer en Drost voor een bepaalt getal van jaaren volgens een gemaakte conventie aangefteld, waar aan den Drost in allen declen volgens éed en plicht voldoet, dat dan insgelyks den Ambachts Heer gehouden is zodanig een Heer gerust en vreedfaam zyn ambt gedurende de wederfeidfe bepaalden tyd van jaaren te laten bedienen en waarnemen by aldien een Ambachts Heer mogte begrypen dat zyn aangeftelde Drosfart tegen de gemaakte conventie, of tegens eed en pligt handelden, kan dezelve Drosfart daar over iu Rechten, aanfpreken, en vervolgen, voor 't ove. rige kan ik UEd. Geftr. nog melden dat altyd conftant geobfer. veerd is, wanneer een Heer die als Drosfart a'hier voor eenige ja-ren was aangefteld, en by expiratie van dien tyd van hier vertrok , dat hem dan altyd nog ten minften den tyd van een maand gelaten word om op een ordenteiyke wyze te konnen verhuizen , gelyk my de Vroedfchap by myne aar.ftelling als Drosfart ook daar van informeerden zoo als ik ook na dst ik aaigefteld was, nog aan de Erfgenamen van wylen den Heer Raad Wintgens den tyd van ruim een maand gelaten heb om 't huis te ontruimen, en wanneer myn drie jaaren m geëxpireerd wlaren zou ik my Z;lfs in de onmogelykheid 'nebben bevooden om myne goederen te kunnen vervoeren door dien de feheepvaart geftremt is, door 't hooge water, zoo dat er in 't geheel niet SS 2  ( 16*4 ) (7) dat de Heer en Mr. G. A. Visfer tot Drosfart van de Vaart was aangefteld, dewelke zig den volgende dag na de Vaart zou niet kan gefchit worden, voor 't overige kan ik UEd. Geür. melden dat ik een extraft ontvangen heb uit deRefohrienvan de Edele Mogende Heeren Staten 'sLands van den 3 dezer Maand waar by Hun Ed. Mog. om de prtefente gefteldheid van zaken binnen de Stad Utrecht; en ter voorkoming van meerdere verwarringen , en ten cynde de zaaken aldaar niet verder uit haar geheel gebracht worden furfcheance verlenen ten opfigten van de gewone verandering van den Gerechte der Stad Utrecht op den 12 oaober aanft-ande op den voet van het gerefolveerde op den. 21 Sep-emb. 178+. en dat de op den is Oftober 1785- aangefielde Burgemees-erèn en Raaden in de Vroedfchap als mede de Schepenen derzelver Stad toen en vervolgens aangefteld provifioneel op den vorigen voet en EeJ zullen con i'i uecren in hunne ref^eaive qualiteiten , daar nu dit middel van furfchanfe als 't heilzaamfte door Hun Ed. Mog. uitgedagt is om de zaakerj niet verder uit haar geheel gebragt te fien , cn daar de Bo-gery in den Jare 1784. zelfs aan de Magiftraat van Utrecht verfogt heeft de fu-cheanfe by Hun Ed. Mog. te willen bewe ken 't geen door de Regeering op verzoek der Borgery by Haar Ed. Mog. voorgedragen is, en door Hoogst dezelve voor dat jaar wierd verleend gelyk ook de Borgery 't zelve verfoek zelfs in den jaare 1785 by Hun Ed. Mog. heeft gedaan fchoon toendoor Hoogst dezelve 't ve zoek wierd van de hand geweezen, daar de Birgery nu twee jaaren agter den anderen die weg ingeflagen heeft en getragt heeft 't zelve by de Souverdn te verkrygen, en daar Hun Ed. Mog. nu zelfs furcheance verlenen om de weg van bevrediging des te gemakkelyker te maken, voor de trouwhartige en welmeenende aanbiedingen van de Hoge Bondgenoten, die Hunne Bondgenootfchappelyke pogingen met allen e nst en yver op het nadrukkelykfte en oprechtfle aanbieden om alle verde e verwarring en den totalen onde-gang van de Stad en Provincie voor te komen, daar ik na myne gedagten begryp dat men tegen dat heil faam oogme k van Hun Ed. Mog. verder zal voortgaan de zaken uit haar geheel te brengen moet ik ten my. nen opfigten in cofcinende declarerrn dat ik my verplicht reken van de furchanfe van Hun Ed. Mog. geb-uik t.e moeten maken, en dezelve refpeftcern , en ik reken 't buiten mui macht en ft yd'g tegen myn Eed en plicht en my dus volfttekt o- bevoegd myn Post te verVcn , en zoo ik vo ltrekt d-or een overmacht mocht gedwongen cn genoo'zaakt worden myn Po t als Officier van den Landen alhier te verlaten, en dus de d;rec van de Heer van Renesfe als toen geéligeerde Raad te Uttecht, doch ockr.ecd-.ïif eene Staa's Refolutie den 19 July 1786 gecasfeert. Tt 2  ( 168 ) „ Ook wierd op verzoek der Burgery, bedoren; den „ Hoofd-Officier Grave van Rechterentot Geereflein ander,, werf aantefchryven, om zig binnen twee'maal 24 uuren „ binnen de Stad te begeven , zullen hyby gebreke van dien „ gehouden worden, deszelfs post verloren te hebben; en deze provifioneel in bewaring geflelt worden van den Pra;„ lident Burgemeester. „ Intusfchen had de Heer van Hengst, zo van hetPro„ test der Raaden, als van de by den Hoven binnen ge„ komene Misfiven der Heeren Staten, aan zyneCommit„ tenten, de zig noemende Vroedfchap van-Utrecht, ken „ nis gegeeven, waarop deeze den 24. Oélober volgen. „ de Misfive aan het Hof fchreef. Edele, Erentfeste, Vrome, Hooggeleerde zeer Voorzienige Heeren! Wanneer de twee Voorftemmende Staats leden, buiten eenige noodzake, en tegen het Proteft van Heeren Burgemeefteren dezer Stad in der tyd, hebben kunnen goedvinden , der Staaten Vergadering binnen deze Stad aftebreken , en met de Steden Amersfoort en Rheenen, binnen de eerftgemelde Stad, quofi Staaten en Gedeputeerden Staten Vergaderingen te houden, en dit wel, zonder aan ons eenige Brieven of andere Stukken, het onderwerp van de deliberatien der Heeren Staaten deezer Provintie uitmakende, tg doen toekomen; zo hebben wy dit een en ander niet anders kunnen aanzien, dan als eene verkragting van ons regt, als derde Lid van Staat, en met hetzelve vandë aloude" Conftitutie dezer Provintie , daar tog van de oudfte tyden af, de Stad Utrecht alleen uitgemaakt heeft het derde en voornaamfte Lid van Staat, (O en zonder de Stad 'Utrecht geen wettige Staatsvergadering kan gehouden worden, ook niet buiten deeze Stad: alle zaken UEd. (O Wy zullen het tedere poincTt, of de Stad Utrecht, het derde Lid van Staa- in oude tyden alleen gew:est is? alhier ter discusfie uiet intreeden, dewyl naar ons inzien dit aloude regt deezer Sta'd, in dit tyd gewrigt niet te pasfe kwam, a'zoo de teegenswoordige gevestigde conftitutie, het derde Lid van Staat niet alken bepaald tot ftad en fteeden, maar zelfs dat de Burgery van UEd. Erentfefte te veel bekend, dan dat wy ons daaromtrent verder dan narratief behoeven uittelaaten. Wy hebben dan tegens die pretenfe Staatsbefluiten, op de meeft mogelyke gemodereerde wyze, by onderfcheidene Refolutien en Publicatien , tragten te voorzien, en met de Commisfie op den Hr. van Hengst, om onze plaats in TJEd. Erentfefte Collegie te bekleeden, alleen ons regt, als derde Lid vau Staat, ten dezen opzigte willen maintineeren, zonder de deliberatien van UEd. Erentfeste met eenige andere refcriptien te hebben willen interumpeeren , om van onze zyde geen fchaduw zelfs te willen geeven, van oorzaake te zyn, waardoor de Adtniniftratie van Juftitie geïnterrumpeerd wierde, daar wy uit UEd. Erentfefte Proteft, aan den Hr. van Hengst overgegeeven, gezien hebben, van hoe veel aanbelang UEd. Erentfeste met ons de voortduring van de adminifttatie der Juftitie komen te oor¬ van Utrecht, by hunne ingeleeverde bezwaaren, ten duilelykfte gemanifesteerd heeft, in geen ander begrip te verzeeteren , dan dat zulks indier voegen moest geconferveer J blyven; en ook daar teegens, foo min als de R.egeering eenig bezwaar gemoveerd heeft. Dierhalven de fchryvers van boveftaande misQve, ingevolge haar eige principe en fyftema meedebrensende , dat zy als reprefentatite des volks, de wet van het zelve moesten opvolgen en "deszelfs ftem eerbiedigen, geea fuftenu konde doorzetten , welke teegens de voortz. gemanifesteerde verlangens ftreed, en ten anderen keu by voortz. Heeren die zelfs , fuftinesrlc, dat zoo lang in het Provinciaale geene Provinciaale verandering gemaakt was, de ftand hebbende Conftitutie moet opgevolgd worden, het aloud gebruik of regt der ftad voor de Unie mogeiyk plaats gehad hebbende , nu geen fundament tot haare pretentie'opleveren; Eeven weinig (offchoon het zeelter is, dat de Stad Utrecht, meede een der aanzienlykfte geleelrens der Provinciale ve-fadertng is) konde die Heeren aantoonen offufteneeren, dat buiten haare tegenwoordigheid, geene ftaatsvergadering konde gehouden worden , ten zy, voorz. ftad konde aantoonen dat zodanige vergaderingen buiten haar meedewerken en fonder tot dezelve befchreeven te zyn, waren belegd en gehouden. — veel min zal immer de Stad Utrecht kunren bewyzen, dat de Staats vergaderingen dezer Provintie, binnen hare muuren moeten gehouden worden en zt.lks niet gefchiedende aaa notoire illegaliteit laboreeren. Dit zyn echter de gronden waarop indeze Misfive, die Heerrn het regt hunner gedane demarche willen bouwen, en als 't waaien doen voorkoomen, te zyn, van eene notoire j-ubliciteit'  ( i69 ) oordeelén. Dan door onzen Gecommitteerden, den Heer van Hengst, geïnformeerd geworden zynde, dat in UEd' Erentfefte Vergadering [ingekomen was eene Misfive, gefchreven op naam van de Heeren Staaten dezer Provintie, en tendeerende, om in prefëntie van onzen Gecommitteerden, den Heer van Hengst, niet te deiibereeren, maar liever den loop der Juftitie te ftaken; van welke Misfive , daar dezelve ons direct concërneerd, wy UEd. Erentfeste verzoeken, ons eene Copy authentiek te willen doen toekomen; zo kunnen wy voor UEd. Erentfefte niet verbergen , dat niet minder verwondering dan verontwaardiging hier over by ons is opgekomen, daar togzodanigehandelwyze niet minder informeel als wederregtelyk by ieder on' partydige befchouwd moet worden, en ook op niet minder zoude kunnen uitloopen, dan tot eene geheele omkering van de goede order binnen deeze Provintie. En het is tot voorkoming hiervan, dat wy, als derde Lid van Staat, UEd. Erentfefte by deze informeeren, dat zedert de maand july dezes jaars geene vergaderingen van Maaten of van Gedeputeerde Staaten gehouden is, en dat wy alle fodanige befluyten, welke zeedert dien tyd op de naam van Staaten of Gedeputeerde Staaten genomen zyn , of nog genomen zouden mogen worden, bonden, en altydbouden zullen, voor onwettig; gelyk wy ook alle de geenen, welke zodanige illegaale Refolutien zullen optemporeeren, als party in dezen zullen aanmerken, (s) Wy houden ons te wel verzekerd van de goede intentie van UEd. Erentfefte, om de goede order binnen onze Provintie te helpen con ■ ferveeren, dan dat wy een oogenblik zouden twyffelen, dat UEd. Erenfefte op dit ons gedeclareerde niet zouden blyven voortgaan in de adminiftratie van Juflitie. Wy verzoeken UEd. Erentfefte derhalven op het vrien- de- (zj Het is opmerkzaam, dat die van de Stad volgens haarfuftenu alhier, dat dezelve het derde Lid van Staat alleen is, zig eene foodanige meerderheid van magt adfcribeeren, dat zy hunne beveelen, booven die van twee hunner meedeleeden , en dus van de meerderheid, willen geobferveerd hebben — want genomen eens , de Stad was als nu het derde Lid van Staat alleen geweest, en de twee andere Leeden gaaven, afzonderlyk, beveelen aan den Hoven, foude in dien gevallen dan nog niet het Hof verpligt geI Stuk No. 43. weest delyltst, en infteercn op het ferieuft, dat UEd. Erentfeste zig door geene refcriptie hoe genaamd hier in zullen laatën intimideeren, maar veel eer in derzelver deliberatien, rnet en benevens den voorn. Heer van Hengst, willen blyven voortgaan, op dat door UEd. Erentfefte, alleen op inductie van twee Staatsieeden, geene fchadelyke ftreinming in de Juftitie worde veroorzaakt, daar UEd. Erentfefte niat onbekend kan zyn, dat niet alleen by de Ordonnantie van den Hove Art. 2 Rubr. van Prefident en Raaden, maar ook inzonderheid by Refolutie van lens Febr. 1622 en ij Octob. 1633, uudrukkelyk bepaald is, dat ieder Lid van Staat, één uit den haaren, tot extraord. Raad ten Hove zal committeeren : (3) waar uit wy meenen met het hooogfte regt te mogen opmaken, dat eene Provintiale Commisfie voor een zodanig extraordin. Raad ten Ho- wee st zyn ingeval het zelve de beveelen van eenig afzonderlyk Lid vermogt refpefteren, aan die der meerderheid te obtemporeeren. (3) Dit is eene volflrekte abuCeve, foo geene gepretnediteerde verdraaide allegatie; by de Ordon, van den Hoven van den 3 April I5«3- (Utr. Gr. Piscaatboek Deel ti. fol. 984, en aldaar Rubrica I. van Prajident en^Radrn) ftaat niet uitdrukkelyk bepaild, dat ie icr Lid van ftaat, ten uit den baaien tot extraordin. Raad ten Hove xal Committeeren; maar, daar ftaat met zoo veel woorden. Art, 11. „ Item, fullen tot die voorfz. Ordinaris Raden, nog drieande,, re by de Staten van den Lande van Utrecht, te weten, uytelc„ ken Staat een, Gecommitteert worden, " itc. de Staaten zullen dus , nog drie andere Committeeren , te weeten een perfoon uit eiken Staat; maar daar ftaat niet, dat ieder Lid van ftaat, een uit den haren zal Committeeren. Wat nu aangaat de Refol. van 1 en 5 Febr. 162». is vftl waar dat begreepen is, op de drie voordellen als toen ter vergadering gedaan, te weeten of men 1. wilde blyven by het voorfz. IIArt. van de Rubrica van Prefident en Raden ? 3. of men tot Extr. Ordin Raaden ook buiten de Leeden zoude Committeeren? en 3. foo de Leden verftaan haar vryheid te willen behouden , met hoe veele Ordin. Raden men het Hof als dan zoude angmenteeren? — waarop is verftaan; dat het yder Lid van de Staten 't allen tyden vry ftaan zal, voor fodanige tyd, als dezelve goedvinden zullen te committeren een nyt den haren, mits, dat die actuelykzy, en blyverande voorfz. refpective Leden &c. Dan deeze Refol. kan nimmer worden, en is ook nimmer verftaan, een der Leeden te magtigen, om buiten, de Staats Vergadering , Commisfie voor Extr.Ordin. Raden , ten Hoven te verleenen, maar wel ora ter vergadering, voorteflaan, weegens hun Lid, zo» Vv  ( 17° ) Hove, eeniglyk als eene fequele der Commisfie, hem door zyne Committenten verleend, kan worden aangemerkt; (4) en waar uit al verder moet proflueeren, zo als wyby onze Refolutie, van den uiden dezer maand hebben gereflecteerd, dat het gebrek van eene Provintiale Commisfie als voren, wegens de abfentie of onwilligheid van één of meer Staatsleden veroorzaakt, het derde Lid van Staat in der zeiver onbetwistbaar regt geenzins kan of mag prejudici- ee- ynrianine perfoon en voor foo veel tyd te committeeren, als zy goedvinden, foo als zullts ten klaarfte blyl:, uit de Refolutie van hun Ed. Mog. van den 17 0 zelve wel op zig zoude willen neemen. Dat met opzigt tot de verfchillen in de Provinciën, zy haar aandacht in de eerfte plaats op de Provincie Utrecht hadden geveftigd, alzoo de zaaken aldaar tot eene volflaagen Regeeringloosheid waren vervallen, daar de Staaten de Stads Regeering en deeze weeder de Staaten niet als wettig erkenden: doch dat, voor zoo ver de mediatie, door de Staaten verzogt, door de refpeftive Bondgenooten reeds was aangenomen, die zaak reeds een gelukkig begin heeft genoomen, doch dat tot verdere voortzetting derzelve nog deeze en geene zaaken wierden vereifcht; ais het aanneemen deezer mediatie ook door de Stad; het ftellen der Stad in zoodanig een ftaat, dat dezelve tot vrye deliberatien gefchikt was; en het wegneemen van alles, het geen de toegang der Stad voor de Staats Leden onmo-gelyk of onveilig maakte; en eindelyk het benoemen der Leden tot die Commisfie. Dat met opzicht tot de Provincie Gelderland zig wei eene grotere zwarigheid opdeed, daar dezelve de aangeboodene mediatie, als voor welke quafi geene termen waren, heeft gedeclineerd; dan dat de deliberatien op de Misfive van de Heeren Staaten van Overysfel van 14 September, waar by zy Copie overzenden van hunne aan Gelderland gefcheevene Brief tot nader aanbod van mediatie en de concurrentie van hun Edele Gr. Mog. iscommïsforiaal gemaakt, eene gevoegelyke aanleiding tot eene nadere aanbieding zoude uitleeveren , als meede, om ook daar toe de overige Bondgenooten te verzoeken. Dat met opzigt tot de gefchillen tusfchen de refpeftive Bond- Xx  C 174 > Bondgenooten, het aan hunne Heeren Principaalen was voorgekomen , dat dezelve niet anders zouden kunnen worden uit den weg geruimd, dan door herbenoemen van eenige Leden uit de refpeftive Provinciën, door de Provinciën zelve te committeeren, om daar toe de aller gepaste middelen te beraamen, -en daar van aan hunne committenten Rapport te doen. Dat echter, voor zoo verre daar in eenige fchikkingen, deeze Provincie raakende, mogten weezen geconcerneerd, het voor dezelve in het geheel niet geraaden .zoude weezen, om toe te laaten, dat zoodanige Commisfie zig met de intrinfique zaaken derzelve kwaame te bemoeyen, daar deeze Provincie altoos, zelfs tegen buitenlandfche Mogendheden, te recht heeft ftaande gehouden, dat de Domeftique befchikkiugen aan haar in het byzonder moeften worden gelaaten, en geenzins een objeft van deliberatien van hun Hoog Mogende of van de Bondgenooten konden uitleeveren; maar dat het, om alle aanzoek daar toe af te fnyden, niet dan dienftig zoude zyn, om in ons zeiven middelen te beraamen, waar door alle differenten over de bornes der uitvoerende magt zoo van den Stadhouder als Capitein Generaal en Admiraal, eens voor al wierden uit den weg geruimd, door dezelve behoorlyk te onderzoeken , en omtrent de waarneeming dier Bedieningen en Plichten en Prseëminentien, daar aan verknogt, zodanige Plans en Inftruftien te concerteren, als met de Hoogheid van de Souverainiteit en confervatie van 's Lands en der Ingezeetenen Voorregten en Vryheeden en met hetalgemeene welzyn van den Lande meelt overeenkomftig zoude geoordeeld' worden, en het zelve vervolgens mede aan hunne Committenten voor te dragen. Dat de Heeren hunne Principaalen hun Heeren Gedeputeerdens', om alle voorfchreve reedenen, gelaft hadden ter Vergadering van Holland te proponeeren, en ten aller nadrukkelykfte te inftceren: „ Voor eerft, dat met opzigt tot de zaaken van Utrecht hun Ed. Gr. Mog. op de convenabelfte wyzetragten te effeftueeren, dat ook van de zyde der Stad de mediatie der Bondgenooten wierd aangenoomen. „ Dat de fituatie der Stad Utrecht zoodaanig wierdè ingerigt, dat dezelve tot vrye deliberatien gefchikt bevonden werde. En „ En dat aan de Leden van Staat en anderen vry Acce* tot en reces uit de Stad werde bezorgd, en dat daar toe de nodige middelen werden daar gefteld; en dat vervolgens; hoe eerder zoo beeter, eenige Leden, zoo uit de refpective Regeeringen van Holland, als uit die van de andere Provinciën, tot die Commisfie werden benoemd. ,, Dat zy Heeren al verder gelast waren te infteeren, dat het gedecerneerde Befoigne op de Miffive der Staaten van Overysfel van 14 September ten fpoediglte werde gehouden, en dat zy Heeren gelaft waren, het daar heen te dirigeeren, dat de Staaten van Gelderland ten kragtigftert werden geëxhorteerd, om de door de Staaten van Overysfel nader aangebodene mediatie te accepteeren, met byvoeging, dat htm Ed. Gr- Mog. altoos dezelve Vaderlandlievende gevoelens blyvende koefteren, als nog bereid zyn, haar aanbod tot mediatie met en beneevens de andere Bondgenooten te prefteeren. „ Dat zy, al verder, ingevolge hunnen laft moeften proponeeren, om eene Commisfie te decerneeren van eeni. ge Leden uit de refpeftive Bondgenooten, door hun zeiven te benoemen, ten einde alle gepaste middelen te beraamen tot herftel van de rust en het vertrouwen tusfchea de hooge Bondgenooten zelve, met verder verzoek, om daar van aan hunne Committenten rapport te doen. „ Eindelyk, dat, om alle aanzoek van anderen, om zig met de HuUhou delyke befchikkingen deezer Provincie te bemoeyen, af te fnyden, een Commisfie van eenige Leden van de Regeering deezer Provintie behoorde te worden gedecerneerd, om behoorlyk te onderzoeken de bornes van de uitvoerende Magt, zoo van den Stadhouder, als Capitein Generaal en Admiraal, en omtrent de waarneeming dier bedieningen, de plichten en prseeminentien» daar aanverknogt, zoodanige Plans en Inftruftien te concerteeren, als met de Hoogheid van de Souverainiteit, de confervatie van 's Lands en der Ingezetenen Voorregten en Vryheden, en met het algemeene welzyn van den Lande, meest overeenkomftig zoude geoordeeld worden, en het zelve vervolgens meede aan hunne Committenten voor te draagen. Waarop gedelibereert zynde, is goedgevonden en verftaan , dat het voorfchreeve geproponeerde zal worden ge. examineert door de Heeren van de Ridderfchap en verdere  ( 175 ) hun Edele Gr. Móg. gecommitteerden tot het groot Befoigne, en de Vergadering daar op gediend van derzelver comlJeratien en advis, en is, dien onvermindert, Copie van het zelve verzogt door de Heeren van de Ridderfchap en Edelen, om het zelve in de Ordre nader te examineeren, en door de Heeren Gedeputeerden der Steden Delft, Brielle en Hoorn, om daar op te verdaan de intentie van de Heeren hunne Principaalen. Accordeert &c. „ De Ingezeetenen van Zoest en Baren welke gehoor „ gegeeven hadden aan de inblazingen van eenige rustver99 ftoorende menfchen, die de inquartiering van de Mili„ rie ten platte Landen, een fplinter in het oog en eene „ hinderpaal was tot voortzetting haarer voorneemens tee„ gens de Staaten , konden goedvinden zeeker addres ,j aan de Heeren Staaten den 27 Oét. wederom te A„ mersfoort vergadert zynde, door een gering aantal hunner >, getekend, in te dienen, Zynde beide van volgende inhoud. Aan de Edele Mogende Heeren Staten refdeerende ie Amersfoort, (f) Geven met allen eerbied te kennen de Opgezeten van Baarn, dat de Supplianten niet hebben nagelaten, om nevens alle In-en Opgezetenen dezer Provincie hun fchot fin lot te betalen in zoodanige lasten, als voornamantlyk gelegd zyn geworden tot afkeering van alle buitenlandsch geweld; dat onder die lasten bizonder behoord het Logies geldt, waarin yder by omflag jaarlyks gequotifeerd is, en voor den Dorpe Baarn bedraagt een fomma van 416 GI. yder jaar. Daar nu deze last bizonder geheven word, om zelfs daaruit, niet alleen in vrede, maar zelfs in oorlogs tyden, het defraijement voor de inkwartieringe van de Militie te vinden, zodanig, dat geene In - en Opgezetenen van den Lande daarmeede tegen hun confent konnen of be- ,, (f) Deeze byvoegmg van rejsdeerende te Amersfoort, was onno„ dïg foo de fuppl. deS'atenvc.nUtr'chtaldaarverga'lert voorwet„ tig hielden, 't welk uit den inhoud van 't Request echter 5» blykt; dan het bleek uit het hooft niet, aan wat voor Ed. Mog.Hee„ ren Staaten, dit Request geprefenteerd wi^rd, zynde de ge. » woone intitulatute Staten 's Land -van Utrecht Gesmrnitteerd. 1 ( t I 1 ] t F d i behoren bezwaard te worden, alzoo die gelden alleenlyfe worden gefupporteert, om in alle gevallen, en als gezegd, zelf ten tyde van oorlog van Inkwartiering bevryd te zyn; over zulks er geen fchynbare reden voor exteert, om die inkwartieringe in vredens tyd, tot zeer merkelyk bezwaar van de In- en Opgezetenen te doen, zoo als thans het geval is, waarin de Supplianten zedert den 12 September laatstleden zyn geraakt, wanneer op aanfchryving van Hun Ed. Mog. onder dezen Geregte,'by wyze van cantonneering, zyn gelegen circa 90 Man infanterie, behorende tot het 2de Battaillon van Mön/ler, welke by de Supplianten vervolgens zyn geïnkwartierd. Dat de Supplianten nimmer in bedenking hebben genomen, aan de beveelen van hunne wettige Overheid te voldoen, ook in dit ftuk, wanneer by het doorpasfeeren van Militie inkwartiering voor een korten tyd vereischt wierde; dan dat zoortgelyke inkwartieringen in geen vergelyking kunnen gefteld worden met een Cantonnement van Troepen ten platten Lande, tot lasten en bezwaar der Huislieden, en dat wel in Vredenstyd, zoo als thans het fubfisteerend geval is, als UEd. Mog. zeer wel weten, dat door de Zoldaten niet meer dan eene Gulden per week kostgeld betaald word, daar het in dezen tyd niet mogeiyk is, dezelve minder dan voor twee Gulden tien Stuivers de kost te kunnen geven, gezwegen de onveiligheid, doordien de meeste van de Supplianten niet genoeg gehuist zyn, om met behoud van hunne eigen vryheid, die inkwartiering te kunnen hebben , en dus deze blyvende inkwartiering voor de Supplianten ten hoogden ruineus is, en te meerder bezwaar oplevert, als 3e Supplianten UEd. Mog. voordragen, dat by het emaleeren van de Placaten tegens excesfen en geweldenaryea en platten Lande, UEd. Mog. by de orders, op de Nagtvaken gefteld, geoordeeld hebben , dat de Huislieden ten •latten Lande zig genoeg konden beveiligen, zonder dac lenige adfistentie van Militie behoefde, en welk middel er afkeering van geweld als nog voor handen is, zonder at de Supplianten daarom, of ter afweering van eenig innelandsch gevreesd geweld, met de inlegering van, Mitie tot hun zoo merkelyk bezwaar, en tegen hun genoeen, behoren belast en gedrukt te worden; dat de Sup. lianten hunne wettige reden van klagten te meermalen aan en Schout, en ook aan die van dezen Geregce hebben te x 2  kennen gegeven; doch in plaats, dat daarin zoude zyn voorzien geworden, namentlyk met de ligting van de Militie van hier, heeft de Schout blyven urgeeren op de bekomen beveelen van UEd. Mog., welke de Supplianten in diervoegen onmogelyk voorkomt, als dit met den au deren niet kan overeengebragt worden, dat de In - en Opgezetenen jaarlyks een zo» aanmerkelyke fomme, als voorfchreven in het Logies geld hebben betaald, en moeten betalen, en als nu buiten rupture, en in Vredens tyd eerzoo buitengewoon kostbare en langdurige inkwartieringe te moeten ondergaan. Waarom de Supplianten hen keeren tot UEd. Mog., ootmoediglvk verzoekende, dat ÜEd. Mog. de Supplianten van dezen zoo lange en kostbare'inkwartieringe gelieven te oniheffen, met de voorfchr. Militie zoo fpoedig mogeiyk te doen te rug trekken, van •waar dezelve gekomen zyn. .'t Welk doende enz. Was getekend door 24 6 en Opgezetenen van Baarn. Aan de Ed. Mog. Heeren Staten "s Lands van Utrecht. Geven ootmoedelyk te kennen de Ondergetekende In «n Opgezetenen van Zoest, dat de.Supplianten zig vleiden, dat door de herftelde rust van buiten, zy rustig en vredig het genot van haren Akkerbouw en Woonhuizen zouden genoten hebben, zonder daarinne door eene ongehoorde inkwartieringe van eigene Militie geftoord, en daarmede belast te worden; En wel te minder hadden de Supplianten dit in een tyd van Vrede mogen of konnen verwagten, als zy, om bevryd te zyn van inkwartieringen ten "tyde van oorlog, jaarlyks voor Logies-geld hebben •betaald een fomme van ƒ800 :—:bet welk zedert anno 1775. verminderd is, zulks als nu Jaarlyks daar voor word betaald een fomme van ƒ770: — : — ; dat de Supplianten in den tyd van twintig jaren wel zyn belast geweest, tot drie malen toe, met de inkwartieringe van doortrekkende Ruitery, waarvoor zy geene affchryvinge in het eene of ander middel hebben genoten, of aan hen daar voor eenige fchaa-vergoedinge is toegelegd geworden, er waar van de naby gelegen Dorpen Baarn en de Emmenes fen zyn bevrvd gebleven; dat de Supplianten deze gemelte-inkwartieringen, als van geen langen duur geweest zyn4e, zig zonder tegenzeggen hebben getroost; Dan, daai zj zy zig zedert den 12 September dezes jaars in een andet geval bevinden, zyn zy genoodzaakt geworden, hunne bezwaar daarover aan UEd. Mog. voortedragen, namentlyk dat UEd. Mog. met gemelden 12 September ma de-, zen Geregte hebben aangefchreven, om inkwartiering te bezorgen voor de helft van het twede Battaillon van MönJler, om alhier te cantonneeren; dat die van dezen Geregte, vermits hare ongehoudenheid, daartoe, egter om zig buiten moeijelykheid te houden, met overleg vanverfcheidene voorname Ingezetenen, tot foelaas van de respeftive In en Opgezetenen , hadden gehuurd drie Huizen, om dezelve vervolgens te voorzien met de nodige behoeftens van brand als anders , ten einde de voorfch. verwagt wordende Militie te logeereu, en alzoo op eene be. hoorlyke wyze te inkwartieren , zoo als dit aan de voorafgezondene Kwartiermakers wierd te kennen gïgeven, dog die deze fchikking van de hand wezen , en ordonneerden, dat, terwyl zy gecantonneerd wierden, de Militairen by de Opgezetenen moesten geïnkwartierd, en door dezelve van de nodige bedden enz. voorzien worden, en zooveel mogeiyk digte by den anderen gelegd worden. Dat die van dezen Geregte zig aan eene zoo onverwagte overlastende inkwartiering in vreedens tyd onderhevig gemaakt ziende, waren Schout en Geregte van oordeel, dat deze buitengewone last, zoo veel mogeiyk, gemeenfchappelyk behoorde gedragen te worden, billetteerende daarommede Militie by de voornaamlte Huislieden over dezen Dorpe (uitgezonderd de Buurt Hees); zoo als op gelyke wyze, ook te Zeist gefchied is; dat de Militie aldus behoorlyk gebilletteerd zynde, vond het de Commandant van dezelve goed, zig al ras tegens deze fchikking te verzetten , met aan Schout en Geregte te ordonneren, om binnen drie dagen te bezorgen, dat de Militie uit de Birkt en verdere buiten-huizen, moeste worden verlegd, en nader by den anderen geplaatst, met bedreiging, dat, ingevalle daaraan niet wierde voldaan, hy alsdan aan Heeren Gedeputeerden zoude klagen; dat die van dezen Geregte, hoe zeer ongehouden , tot voorkoming van moeijelykheid , daaraan hebben gedefereerd, en daardoor in de noodzake zyn gedeld geworden , om geringe Daghuurders, dien het met convenieert, met Militie te bezwaren, en welke last over het algemeen ondragelyk word, en op den duur door alle de  ( IJ7 ) de Op- en Ingezetenen niet kan gefupporteart worden, alzoo de Zoldaten niet meer dan één Gulden per week voor kostgeld betalen, daar het in deze tyden niet mogeiyk is, een Zoldaat of ymand wie ook, minder dan twee Gulden de kost te geven, gezwegen dat een yder door deze inkwartiering de grootffe overlast en onvryheid is onderhevig geworden, in zoo verre zelfs, dat van deze bezwarende inkwartiering nog Predikant nog Pastoor bevryd zyn gebleven, by welken yder, een Officier zyn gebilletteerd, die door hun by anderen zyn befteed , zoo als de Predikant voor den Kapitain Blanke en zyn Zoon, welke laatfte niet eens in dienst is, maar tot gezelfchap van zyn Vader meede reist, wekelyks aan kostgeld betaald veertien Gulden, daar zyn Predtkants tractement maar bedraagt per week twaalf Gulden ; boven welke last word er nog door het Geregt betaald voor kostgeld van den Vaandrig Brufon , als fungerende Adjudant van den Kapitain Blanke, wekelyks zeven Gulden, alsmede een huis tot de Hoofd wagt, en voor de Piket doende Zoldaten, het geen van vuur en ligt rykelyk moet voorzien worden, en niet tegengaande iu 't boven verhaalde wel enige verligtinge gemaakt is, is daardoor, behalven de onverdragelyke overlast dezer bui" tengewone inkwartiering, 't Dorp reeds meer dan vyf non. derd Guldens ten agteren geraakt, en nog verder tot ruïne van 't Dorp en alle de In-en Opgezetenen (laat te geraken, zoo die inkwartieringen langer tegen den winter (laan aangehouden; Om alle welke, ende des noods nadere te allegeeren redenen de Supplianten genoodzaakt zyn geworden, deze hunne bezwaren aan UEd. Mog. voortedragen, en op gronden van het fchot en lot, dac zy betalen, en wel het Logies-gelJ, dat hun van alle militaire inkwartieringe, vooral in Vredens ryd , behoord te bevryden, aan UEd. Mog. te verzoeken het verleggen van de Militie, alzoo er voor de Supplianten of ter hunner beveiliging geene redenen voor die inkwartiering exteeren, als zy zelfs in Vredens tyd, toen de Placaten tegen de excesfen en geweldenaryen ten platten Lande gemaakt zyn, ter hunner beveiliging geene inkwartiering hebben genoten, maar door het ftellen van de geordonneerde Nagtwagten zig zelve hebben beveiligd; en daar die geweldenaryen thands paien gefteld zyn, vermeenen de Supplianten alsnog dezelve te zyn, om door de toen geftelde maatregelen zig zeer wel te konnen fecureereu, buiten een bezwarende last van I Stuk No. 45. o - geinkwartierde Militie; en zonden zy daartoe te beter«yh in ftaat gefteld geweest, als zy, ingevolge van het eerst voorgenomen pian, met wapenen hadden mogen voorzien zyn geworden, welke in gereedheid gebragt, te Utrecht op een Wapenkamer opgefloten bewaard worden, in welk geval die van dezen Geregte zouden hebben konnen betonen, vry eflïcafiëufer adfistentie aantebrengen, en tot hare vry mindere kosten en fchaden, als door de thands ex» teerende inkwartiering hun buiten de allermindfte noodzake word aangedaan. Weshalven de Supplianten zig keerea tot UEd. Mog., ootmoedelyk verzoekende, dat UEd. Mog. dezen Dorpe van de voorfchr. Militaire inkwartiering zullen gelieven te ontheffen, met de Militie zoo fpoedig mogeiyk van hier te doen vertrekken , waar van daan detelve gekomen zyn, of daar het UEd. Mog. believen zal, en alzoo alle redenen van bezwaar wegtenemen. 't Welk doende enz. [Dit request was getekend door 35 Ingezetenen, ter prajfentie van twee Schepeneu van Zoest. „ -Ter gemelde vergadering, wierd nog geleezen volgen.' „ de Misfive van de Heeren Staaten van Groningen. EDELE MOGENDE HEEREN BYZONDERE GOEDE VRIENDEN NAGEBUREN en BONDGENOTEN. Wy hebben Ontfangen UEd. Mog. Misfive van den 3 dezer waar by UEd. Mog. ons kennis geven, dat alle de Bondgenoten zich genegen hebBende getoond, om de verwarde toeftand in UEd. Mog. Provincie by minnelyke fchikking, te willen vereffenen, UEd. Mog. de aangebodene Bondgenoodfchappelyke Officien met genoegen accepteren, ons tot dat einde verfoekende, Heeren Gecommitteerden te willen benoemen, om de Conferentien in een gefchikte en veylige plaats binnen UEd. Mog. Provincie te beginnen. Wy betuigen aan UEd. Mog. ons byzonder genoegen , zo over de algemene inclinatie der Bondgenoten, als UE d. Mog. oprechte genegentheid, om zulks te acceptteren, en gelyk wy niets vuriger wenfchen, dan dat die Conferentien hoe eerder zo beter worden begonnen, hebben wy niet willen afzyn door dezen aan UEd. Mog. kennis te Vy Se'  ( 178 ) geven, dat wy op heeden de Regeringen der Steden van Utrecht en Wyk by Duurftede, by misfive ten fterkften hebben verzocht en geexhorteerd, om zich nopens ons gedaan aanbod ten eerften te wilien expeftoreren, zullende wy zo ras een voldoend andwoord van dezelve hebben bekomen, direct- Heeren ten voorfchreven eynde Committeren, en daar van aan UEd. Mog. kennis geven. Waac mede EDELE MOGENDE HEEREN BYZONDERE GOEDE VRIENDEN NA EtiUREN en BONDGENOTEN. Wy UEd. Mog. bevelen in Gods Heilige Protectie. UEdele Mogende goede Vrienden De Staten van Stad en Lande. Groningen den 19 Ter Ordonnantie van dezelve Oftob. 17815. (was getekeut) E- LEWE. Secrets. „ Als meede volgende Misfive van het Hof Provinciaal. EDELE MOGENDE HEEREN! Ingevolge UEd. Mog. misfive van dato 19 dezer heb ben wy getragt den Heer Mr. H. j. van Hengst uit onze vergadering te weeren, dan door denzelven Heer van Hengst geweigerd zynde om daar aan te defereren, hebben wy ingevolge het bevel van UEd. Mogende geprotefteercl van geweiden gedeclareerd de befoignes in prajfemie vanden Heer van Hengst te ftaken, alles blykens het verbaal daar van gehouden , en in onze memorialen geinfereerd , waar van wy de eer hebben copye authenticq hiernevens te zenden. Ende hier mede. EDELE MOGENDE HEEREN. Ons zeer gedienftelyk recommanderende in de goede grati» van UEd. Mogende bidden God Almachtig dezelven te willen fparen in eene lange en voorfpoedige gezondheid, gefchreven te Utrecht den 21 Oftober 1786. UEd. Mogende Dienstwillige Dienaren. Die Raden 's Hoofs van Utrecht Ter Ordonnantie van dezelve (was getek.) CORNELIS de WYS. CopÏ9 Op huiden den 21 Oftober 178-6. heeft den Heer pra> fiderende aan de vergadering (prrefentibus de Heeren Oosterdyk Prafiderende, van Haeften ,van Goens, van den Heij. vel, vel, en Munnicks, Raaden Ordinaris, aldaar ook tegenwoordig zynde de Heer van Hengst"! kennis gegeven, dat 'er een misfive was ingekomen van de Heeren Staten deezer Provincie op het fujet van den Heer van Hengst, verzoekende hy Heer Prajfiderende den Heer van Hengst, om gedurende deze deliberatie zich te willen abfenteeren , doch het welk door den Heer van Hengst geweigerd is: waar op de Heer prajfiderende verder kennis gaf dat het Hof order had ontfangen, om hem Heer van Hengst niet in de vergadering te admitteren, het welk door den Heer van Hengst in deezer voegen is beantwoord,- dat daar aan niet zoude defereren, maar dat ingevolge den fpeciatela-t aan hem van wegen zyne Committenten verleend, deszelfs fesfie zoude blyven behouden, lezende tevens voor, eene publicatie van de Magiftraat dezer ftad dato 9 Oftob. 1786. waar op de Heer Prrefiderende den Heer van Hengst heeft aangezegd, dat het Hof bevel gekregen had van de Heeren Staten. om hem Mr. H. J. van Hengst uit derzelver vergadering te weeren, en dit niet kunnende doen, alsdan te protefteeren van geweld, en alle befoignes in zyne pralende te ftaken , waar van door den Heer van Hengst copye verzogt, immers vergunning gevraagd zynde, om die aanzegging uitte fchryven, heefc het Hof gemeend in dit laatfte geene difficultek te moeten maken, gelyk dezelve Heer van Hengst dan ook de woorden van den Heer praïfidee- rende heeft opgefchreven waar na door den Heer Proe- fideerende aan den Heer van Hengst gevraagd zynde, of aan dat bevel van de Heeren Staten pareeren zoude, heeft hy zulks geweigerd, en gedeclareerd, dat hy op zyn ftoel zouden blyven zitten, tot zoo lange hy daar van gedragen wierd; en heeft vervolgens de Heer prajfiderende uit naam van het Hof, ingevolge de fpeciale ordres van de Heeren Staten geprotefteerd van geweld, en gedeclareerd de befoignes in prefentie van den Heer van Hengst te ftaaken. Voorts den Heer van Hengst vertrokken zynde hebben de Prajfiderende en ordinaris Raden gerefolveerd hier van aan de Heeren Staten dezer Provincie kennis te geven by misfive en toezending van het bovenftaande verbaal; en dezelve voorts in een enveloppe te zenden aan Heeren Gedeputeerden, met een misfive ten geleiden. Accordeerd met zyn Principaal by my Griffier, (getekend) CORNELIS de WYS. No§  C 179 ) „ Nog kwam ter gemelde Vergadering binnen en wierd (, geleezen navolgende Misfive van de Staaten van Zeeland. EDELE MOGENDE HEEREN! BYZONDERE GOEDE VRIENDEN NAGEBUUREN en BONDGENOOTEN. Het is ons ten hoogden aangenaam geweest uit Uw Ed. Mogende Misfive van den 3 dezer te zien, dat Uw Edele Mog hebben goedgevonden, te accepteeren de aanbieding der Bondgenoten om de verwarringen in de Provincie van Utrecht door derzelver tusfchenkomst en by minnelyke fchikkingen overeenkomftig de conftitutie en het waare belang der Provintie, te vereffenen. Gelyk wy deze aanbieding van onze zyde welmeenend gedaan hebben, zullen wy ook niet nalatig zyn, om dezelve te prtefteren, zoo dra het mogeiyk zal zyn, hartelyk wenfchende dat dit middel, onder den Goddelyken zegen, mogen (trekken tot herfielling van de ordre, rust en eensgezindheid; en wy hebben ter bereiking van dit zoo gewenfcht oogmerk, onze Gedeputeerde ter Generaliteit geauthorifeerd om met de Gedeputeerde van Uw Ed. Mog. en der andere Provinciën te overleggen, op hoedar.iga wyze in deeze omftandigheeden met de meefte vrugt zoude kunnen en behoren gehandeld te worden, op Rapport aan onze vergadering. Waar mede EDELE MOGENDE Hf EREN! BYZONDERE GOEDE VRIENDEN NAGEBUUREN en BONDGENOTEN. Zullen wy God Almachtig bidden, UEdele Mogende loffelyke Regeeringe met alle prosperiteit en voorfpoed te willen zegenen. In 't Hof van Zeeland te Middelburg den 26 Oftober 1786. UEdele Mogende Goede Vrienden De Staaten van Zeeland Ter Ordonnantie van Dezelve (getekend) L. P- van de SPIEGEL. „ De Stad van Rheenen, bragt als toen ook binnen na „ volgende Refolutie. EXTRACT uit de Politicque Refolutien der Stad Rheenen. Jovis ïf5 Oftob. 1786. Ttapporteerde de Heeren Klerk en van Deventer dat onder der anderen ter vergadering van haar Ed. Mo. de Heeren Staten dezer Provincie, op den 19 dezes gehouden binnen Amersfoort, was ingekomen eene Misfive van den Hove Provinciaal, in dato den 13. dezer, kennisfe gevende hoo dat de Vroedfchap der ftad Utrecht, (die als bekend is , thans beftaat uit onwettige, en tegen de Conftitutie dezer Provincie, door 't volk aangeftelde perzonen, en zulks in plaatfe van de wettige, dog door 't volk afgezette Regenten) had kunnen goedvinden met een ongezegelde Vroedfchaps Refolutie te Committeeren als Raad in den voortz. Hove, wegens de Stad Utrecht als uitmakende het derde Lid van Staat, zoo als zy by die Refolutie feytelyk argu» meneeren, den Heer en Mr. H. J. van Hengst, metnogeene twede Refolutie gemunieerd, om by ontltentenisfe vaa deeze zyne te obtineere fesfie, via fafti zelve posfesfie te nemen van den ftoel voor den Raad uit het derde Lid van Staat aldaar ftaande, en welke fesfie na geweygerde admisfie dan ook al zo via faai door tem Hengst genomen is Heeft de Vroedfchap der ftad Rheenen, goedgevonden en verftaan by de naastkomende vergadering der Heeren Staten dezer Provincie te declareren, Dat zy alle daden en handelingen, die de pretenfe Utrechtfche Vroedfchappen in de Provintiale Commisfien of befteiling van provinciale Regeerings posten zich aanmatigd , houden voor nul', kragteloos en van onwaarden, en dat zy nimmer zal gedogen, dat over diergelyke Commisfien, als boven gemeld, door de Stad Utrecht alleen (.alwaar zy wettige Regenten) zal worden gemaakt eenige fchikkinge of beftellinge, buiten Concurrentie van de vier andere Steden dezes Gefligts; en dat zy nimmer eenige Staats Commisfien voor wettig zullen erkennen, als die door de drie Staats Leeden, de Heeren Geéligeerde Raden, Heeren Edelen en Ridderfchappen de wettige Regeeringe der Steeden Utrecht Amersfoort, Rhenen, Wyk by Duurftede, enMontfoort, welke vyf fteeden met elkander altoos en van- alle oude tyden hebben uitgemaakt, het derde Lid van de Souverrai» nc vergadering der Heeren Staaten 's Lands vau Utrecht, zullen worden gemaakt en begeven, protefterende ten fterkfte tegen alle daden en handelingen, deze ter Contrarie, en fpeciaal tegen deze Demarche, door zoo veel onwettige en tegen het Provimiaal geadopteerd enbezwooren Re • gerings Reglement aangeftelde Raaden, welke Reglement, door eenige Utrechtze Borgers, zig noemende Gecomli- • •* ■ •' - ' ■ - ,: -! 'm Yy a.  C 180 ) meerde, is gemortificeerd en vernietigd, niet dan door de drie Leden van Staat, met Concurrentie van zyne Hoogheid, gealtereerd ofte verbroken kan worden; dan waar toe een vyfde ftem van het derde Lid van Staat, zoo als de Stad Utrecht is en anders niet, geheel en al onbevoegd moet worden gehouden en alfoo alle daden en handelingen van een onbevoegde en onwettige Regering, ten fterkften detefteerende waar door alle banden van Conftitutioneele en wettige Regeerings form word verbroken, Declareren, de de Vroedfchap voor nu als dan, en dan als nu, alle diergelyke daaden te zullen houden voor daaden van geweld, onwettig, nul en van onwaarde. En zal Extract deezes, door Heeren Gecommitteerdens ter naaste vergadering werden overgebracht om te dienen voor deezer Stads feutiment. Accordeerd met de voorf. Refolutie In kennisfe van my (getek.) W. BUDDINGH. Eindelyk wierd op voorgemelde vergadering gerefol„ "eert na volgende Misfive te fchryven aan Haar Hoog. „ Moog. HOOG MOGENDE HEEREN. Wy hebben niet zonder verwondering vernomen dat door den Col!, van Pabst Commanderende de Troepes te Naardea, en diflriften, ingevolge van de aanfchryving van den Generaef Major van Rysfel, Commanderende het Cordon Troepes tusfchen de Maas en de Zuiderzee, Ordres waren gegeven aan de Commandanten van eenige Regimenten, in de Provincie van Holland gecantonneerd, om op de eerfte twee feinfchoten, hunne Regimenten marschvaardig te doen maken; om als die Signaal fchoten door zes diergelyke gevolgd wierden , aanftonds langs de kortfte én gemakkelykfte weg naar de plaatfen hunner rendezvous in de Provincie van Utrecht, zonder teritoir te ontzien te marfcheren, en aldaar de osdres van den voorn. Gen. Major van Rysfel aftewagten. (t) En En reekenen deze zaak in haar natuur en gevolgen vin dien aart en van die Confequentie voor het geheele Bond» genootfchap dat wy ons verplicht oordeelén die rerkennisfe van Utf Hoog Mog. te brengen. Wy konnen niet denken dat diergelyke orders op Last van de Heeren Staten van Holland en Westvriesland zonden gegeven zyn, hebbende hoogst gemelde Heeren Staten op grond van gecircumftantieerde berigten van meer daa eene kant aan dezelve toegekomen, even als of in eene naburige Provincie een geweldige aanflag op de Stad Utrecht gefmeed zouden zyn, wel eene toezegginge aan dezelve Stad gedaan van byftand en befcherming (waar over wy als buiten onze prtealable voorkennisfe gefchied gemeend hebben ons by hoogst dezelve ten fterkften te moeten beklagen.) edoch naardien Haar Ed Gr. Mog. van deze hunne genome Refolutie aanftonds aan ons hebben kennisfë gegeven en by dezelver Misfive hebben verklaard gemeenfchappelyk met ons te willen handelen, houden wy ons verzekerd dat diergelyke orders tot infraétie van de Unie en Violatie van het Souveraine Teritoir dezer Provincie van hoogst dezelve niet konnen voortgekomen zyn, enoffchoon wy mede vastelyk vertrouwen , dat de Commandanten det Regimenten aan welke die orders gegeven waren, zig herinnerende derzelver Eed aan de Generaliteit gedaan, zig bezwaerd zouden geoordeeld hebben op het Teritoir van eene andere Provincie te marfcheeren zonder daartoe alvorens Patent met behoorlyk attaché van den Souverain dezer (f) n Zie hier den inhoud van die ordtrs , „ Ingevolge aanfchryving van den Heer Generaal Majoor van „ Rvssel, Commandeerentle het Cordon troupes tusfchen de Maas „ tn de Zuyderzee, word den Collonel Commandant van het Regi- ,1 ment „ ment Cavallerie van den Heer Lt Generaal Prins van Heksen ,, pHaiPSTHAL; Grave van Rechteren gelast, om op de eerfte „ twe» feinfchooten, het voornoemd? Regimentmaifchvaardig te doen maken, om als die fignaal fchooten door zes diergelyke ', gevolgd worden, aanftonds de naaste en grmakkeitkfle weg, „ na de plaats hunner reniez vous, zynde het Dorp Zuyi.en , een „ uur van Utrecht geleegen , fonder territoir te ontfien te marchee„ ren, en wagten aldaar order af van voorn. Generaal. Het Re. " gimènt moet wanneer in cas van allarm voorwaarts marcheert . '', na Znylen eeo detachement tot dekking fyner Quartieren agter „ laten. Maarden den (S«.) A. J H. M. van PAEST. 0&m Coll. Commandeerende de Troepes gfij te Naarden en Diftriften. NB. De Collonel Commandant heeft gewygert op bet territoir van eene andere Provintie *e Marfcheeren zonder bekoomene behoorlyk patent en attaché van den territorlalen Souverain,  eer provincie bekomen te hehbeg, zo kunnen wy niettemin bet jrev'on vau diergelyke orders door Officieren van den Lande fchoon niet ter uitvoer gebracht, niet anders befchouwen, dan als een attentaat op de hoogheid dezer Provincie en daarenboven ftrydig met den Eed door die Officieren aan de Generaliteit gedaan vvgshalven wy.ons gehouden oordeelén U Hoog Mog.. te verzoeken dat dezelve daarop gehoord en ter verandwoording geroepen mogen worden, als mede dat U Hoog Mog. zoodanige voorzieninge gelieven te doen, als hoogst dezelve ter bewaringe van de Unie, en tot voorkominge van diergelyke inbreuken, door militaire corpfen op de Souverainiteit der refpective Provinciën, nodig en dienftig zullen oordeelén. En hier mede &c. „ De Regeering van Amersfoort, wélke getroffen door „ de pretenfie der Stad Utrecht, van alleen het derde Lid s, van Staat te zyn , én vermeénende daar door in haar regt „ van meede voorfz. Lid te componeeren, te zyn gelte„ deerd, befloot daar omtrend, de navolgende Misfive „ aan de Hooge Bondgenoten te fchryven. EDELE MOGENDE HEEREN! Wy vinden ons in de treurige noodzaaklykheidgebragt, om onze gegronde klagten aan U Ed. Mog. voor te dragen , en van dezelve die hulpe en befcherminge te komen verzoeken, welke de Provinciën en particuliere Steden, Leden van de Unie van Utrecht zynde, zig onderling zo plechtig toegezegd hebben, en wel uitdrukkelyk in gevallen, daar dezelve Steden of Leden questie met den anderen hebbende, nopende haarlieder gerechtigheden, beide de Partyen zich niet langer aan het recht willen fubmitteeren. Eene toezegginge, die zo zeer de grondfhg van dit Verbond uitmaakt, dat de Republyk haar gantfche oogmerk en beftaan met de verwaarloozinge daar van zoude misfen; gemerkt de zwakkere Leden hierin alleen die beveiliging van derzelver Burgerlyke rechten en vryheid kunnen vinden, welke zy anders verplicht zoudezyn geweestby eene andere daar toe gefchikte macht te zoeken! Beloften derhalven, welker vervullinge wy vertrouwen, als mede Leden van dit Bondgenootfchap, met het volkomenfte recht ce mogen reclameeren in het geval, waar in wy ons bevinden, daar onze gerechtigheden allerduidelykflgefchonden, en onze gemeenfchappelyke bezittingen zelfs geweld aangedaan worden, door zulken , die wel verre van zig aan i Stuk No. 40*, het het recht te fubmitteeren, 2ig thans zo verre emancipeeren, van zelfs de Hoogde Rechtbank deezer Provintie, fo als die Staatsgewyze vaftgefteld is, te violeeren! Het kan aan UEd. Mog. niet onbekend zyn, dat men zedert eenigen tyd heeft kunnen goedvinden, door Misfives , Publicatien, Infinuatien en Addresfen , of op den naam van de Vroedfchap, of van de Burgery der Stad Utrecht opentlyk af te geven en te diyulgeeren, dat dezelve Stad alleen was uitmskende het derde Lid van de Staaten deezer Provincie, ons, en de Heeren Regeerders der Stad Rheer.en, alzo fugilleerende, als of wy en gemelde Heeren op eenige Vergaderingen der Heeren Staten deezer Provincie, by abfentie der andere wettiglyk befchreven Steden, het derde Lid van Staaten.gereprefenteerd hebbende ons eenig onwettig gezag hadden gearrogeerd, niet tegeaftaande allernotoirft is., dat het derde Lid van de Staaten deezer Provincie reeds van dien tyd af, dat de drie Leden eenig aandeel in de Regeeringe der Provincie hebben bekomen, niet door de Stad Utrecht alleen, maar door dezelve, benevens de Steden Amersfoort en Rbenen, gereprefenteerd, en dat aandeel aan dezelve gezamentlyk opgedragen is; gelyk ook van voor de oprichtinge der Republyk, de Steden deezer Provincie, tot alle de Vergaderingen der Staaten zonder eenige interruptie, tot op heden toe, fteeds befchreeven zyn, om aldaar te helpende, libereeren en refolveeren, en ook daar toe gewoon zyn aldaar te compareeren: met dien verftande nogthans, dat, by abfentie van eenige derzelver Steden, de Vergaderingen der Staaten echter voor compleet moeten worden gehouden, wanneer de Steden en Leden behoorlyk zyn befchreven ; gelyk die nog onlangs, en wel op den 5den July jongftleden, wanneer wy meenden, om eenige wettige reden, ons van der Staaten Vergaderinge te moeten abfenteeren, by de Heeren Staaten, en in het LidderStedan mede by de Stad Utrecht, begrepen is. Zo als wy dan ook het genoegen hebben te ondervinden, dat U Ed. Mog. niet en hebben gedifficulteerd in de erkentenis van de Wettigheid der Vergaderingen van de Heeren Staten alhier gehouden, niettegenftaande men op naam van de Vroedfchap der Stad Utrecht, en vau de Magiftraat der Stad TVyck, die Vergaderingen, tegen waarheid en beter weeten aan, als enkel uit de Voorftemmende Leden beftaande, heeft willen doen voorkomen. En fchoon dit zo zeer tegen de waare Forme van onze Zz ' Re-  Regeeringe ftrydende fuftenu in deezen word gedreven doot zulken, welker geadfcribeerde qualiteit nimmer wettelyk is erkend, oordeelden wy echteronze klagten hier overvoor U Ed. Mog. niet te mogen verbergen, eendeels om dat wy niet en zouden fchynen, het zelve door ons ftilzwygen te avoueeren; anderdeels om dat UEd. Mog. op eene vriendaabnurlyke wyze de mediatie van eenige thans zwcevende gefchillen binnen deeze Provincie wel hebben gelieven op zig te neemen, en wy zedert lange in verfcheide deelen van het recht aan ons als medeleden van het derde Lid der Staaten deezer Provincie, in alles op eenen gelyken voet , als aan de Stad Utrecht competeerende, zyn verkort, gelyk wy dit ons recht nog onlangs by eene ampele Deduftie ter Staaten Vergaderinge hebben betoogd , en de vryheid neemen een exemplaar daar van aan UEd. Mog. toe te zenden, ons tot dezelve en het daar by gedaane declaratoir ten deeze opzichte refereerende, in het billyk verttouwen , van in deeze onze rechten door UEd. Mog. op eene Bondgenootfchappelyke wyze, herfteld en gemaintineerd te zullen worden. En wel te meer daar ongelukkig door het opwerpen en doordringen van verfcheide vreemde, en met den aart van alle geregelde Burgermaatfckappyen, zo wel als met de waare conftitutie onzer Provincie ftrydende begrippen, de zaaken tot die uiterftens worden gebragt, dat het Oppergezag, zonder het welke toch geene Maatfc-happy kan beftaan, van zyne kragt en werkinge word beroofd, zo dat wy te vergeefs aldaar thans maintien in onze rechten zouden zoeken. Voor al daar wy ook nu nog moeten ondervinden , dat men op deeze onwettige onderftellingen even onwettige feltelykheden grond, die voor alles wat ons dierbaar zyn moet, en waar toe de Burgennaatfchappyen alleenverkieslyk zyn, het leven namelyk, de perfoneele vryheid en de bezittingen der Ingezetenen van de Provincie in het gemeen, en van deeze Stad in het byzonder, vau het verlte ■uitzigt zyn. Wy bedoelen hier de reeds geallegeerde violatie van de hoogfte Rechtbank deezer Provincie, onlangs op zulk eene fcbreeuwende wyze gepleegd, daar iemand quafi op den naam van de Stad Utrecht, als bet derde Lid van deStaa»ea zig viafaM, zo als de eige woorden van eene zogenoemde Vroedfchaps Refolutie inedebfagten, in dezelve gedrongen, en een Plaats aldaar met geweid geoccupeerd heeft; heeft, zonder daar toe odft deJvereischte commisfie bydtf Heeren Staaten verzogt en geobtineerd, of den vaftgeftelden Eed in derzelver handen afgelegd te hebben, gelyk die gebeurtenis by de Heeren Staateu deezer Provincie ter kenniffe van U Ed. Mog. is gebragt; en waar door dan die Rechtbank, aan dewelke in dier voegen als die was ingericht, met onze toe en medeftemminge , niet alleen de In. gezetenen van het Platte Land, maar ook in verfcheide gevallen die van onze Stad en van de andere Steden deezer Provincie, zyn onderworpen, onbevoegd en de loop der Juftitie in zo verre geftremd is geworden, alzo wy ook nimmer zouden kunnen of mogen gedogen, dat het lot van onze Burgeren aan de medebefli-Hngen van een particulier, die zig dus willekeurig als Rechter komt op te werpen, overgelaten wierd, even als ook alle Ingezetenen de vonnisfen, welke zulk een ongequaiificeerde hadde helpen vellen, te rechte zoude mogen wraken, waar uit niets anders dan onveiligheid voor ieders Perzoon , onzekerheid voor zyne bezittingen en verwarringen van rondsomme moet worden geboren. Dan Ed. Mog Heeren onze rechtmatige klagten zyn niet alleen bepaalt tot Zulke verongelykingen, waar van wy ons de fchadelyke gevolgen alleen nog maar in het fchro« melyk vooruytzigt behoeven voor te ftellen: neen maar wy ondervinden die reeds dadelyk, daar onzegemeenfchappelyke Bezittingen en Rechten niet meer veilig zyn, maar wy daar in met geweld werden aangevallen, zonder daar tegen door het Recht ie kunnen worden befcherntd: want, zo heeft men kunnen goedvinden, binnen Utrecht, naafzettinge van de wettige Regenten, de Penningen der Provincie in beftag te nemen, en door geweldige middelen, geenzints door eenige Rechsplegingen, te verhinderen, dat die tot zulke eindens worden gebruikt, waar toe onze Burgers en Ingezetenen , nevens anderen, die hebben gefourneerd. Al waare het ook, dat zy, die deze geweidadige handelingen hebben ondernomen, konden worden geconfidereerd als de wettige Vroedfchap der Stad Utrecht, zullen UEd. Mog. nogthans, vertrouwen wy, met ons conveniëren, dat die even zo min gerechtigd zoude zyn, om te beletten, dat de publicque penningen tot de gedeftineerde oogmerken wierden aangewend, als enige mede ftemmende Stad in eene der andere Provinciën ; gelyk d» ook hier in geene veranderinge zoude kunnen maken, al waare het fchoon dat de Stad Utrecht, door zo veele fout-  C 183 ) ces nyt het gantfche Lighaam d*r Provincie verrykt, konde berekenen, het geene wy nogthans vertrouwen verre van daar te zyn, dat zy de helftc van alle de inkomften der Provincie kome te fourneren, terwyl tog onbetwiftbaar is, dat voornamentlyk ook deze Stad, als alle de lasten op een egalen voet met de Stad Utrecht dragende, daar toe een zeer merkelyke fomme contribueert, en nooit begrepen is, dat het Staatsrecht van deze of andere Provinciën medebragt, dat een Stad of Geweft, in (laat zynde, om vyf of fesmaal meer dan een andere tecowribueeren, daarom over haar of over de algemene Schatkift het bellier aan zich trekken , of die geweldadig in beflag zoude mogen nemen: als door welk een begrip en daar op gefundeerde bedryven, niet alleen de Provincie, maar ook zelfs de ganfche Republicq, notoir zoude moeten vervallen: gemerkt deze Provincie in de voldoeninge harer verpligtinge aan het Bondgenoodfchap, zo veel haar contingent aangaat hier door reeds word geftremd, Ja heeft men dit geweld op de gemeenfchoppelyke Eigendommen mede uitgeflrekt tot bet bejlaan der Provinciale Papieren, onder pretext als of der Heren staten Vergaderinge niet alhier hadde moge worden belegd, niettegenftaande dit nergens door eenige wet of overeenkomft verboden is, maar het van zelve fpreekt, en zo veele voorbeelden leeren, dat die Vergaderinge aan geene vafte plaats binnen de Provincie en is verbonden. Men heeft de bewaarplaats der Geweeren opengebroken, en daar uit deGeweeren voor de gemene Penningen aangefchaft, tegen wil en dank van die gene , welke de bewaringe daar van was toevertrouwd, weggenomen; en zelfs by eene zeer honen de Infinuatie aan een Lid onzer Regeringe, op naam vau de Burgery der Stad Utrecht, violente bedreigingen gedaan, indien hy op de Vergadering der Heeren Ordinaris Gedeputeerden Staten, wegens onze Stad gecommitteerd, zich niet geliefde te voegen naar het gene men goedvond hem daar by voor te fchryven; gelyk men niet min dispotieke bevelen en fterke bedreigingen aan Bediendens van de Provincie gegeven en gedaan heeft, dezelve belettende de plichten van derzelver Officie te betrachten, zo veel men oor. deelde dezelve feitelyk in bedwang te kunnen houden: geweldadigheden, ftrernmingen en fchendingen van Rechten, die volftrekt alle goede order den bodem inflaan, en het recht recht van den fterkften alleen zouden doen geiden, die wgt gevolgelyk met gene mogelykheid by aanhoudenheid kunnen of mogen gedogen, dan waar tegen wy in de onver» mydelyke verpligtinge zyn, om ten fpoedigfie die hulpe en befcherminge van UEd. Mog. te verzoeken, welke wy meenen uit krachte van het Bondgenoodfchap vaa Hoogftdezelve te mogen verwagten; daar wy alledïebaa« den, welke de Burger Maatfchappy kunnen vereenigt houden in deze Provincie, meer en meer willekeurig zien verbreken, en onze Ingezetenen tegen zodanige feitelykheden, zonder eene genoeg vermogende befcherminge, niet en kunnen worden gelaten, dan met dezelve in dat opzicht aan de verderfelykfle gevolgen te exponeren. Wy eindigen dus met te infteren, dat UEd. Mog. toch niet en gelieven te vervvylen in ons derzelver Bondgenootfchap» pelyke Officien op eene Conftitutionele wyze te prasfteren, en ons by onze rechten te maintineeren , maar ten fpoedigften te coöpereren, om deze Provincie uit een al te onvermydelyk verderf te redden , waar toe wy verhopen, dat eene niet uitgeftelde praïftatie der vriendnabuurlykeaangenomeue bemiddeling, of veel eer derzelver veel vermogende induftien ten opzichte van de bewerkers van zoo veele ongeregeltheden, van eene vrugtbare en gewenfte uitweskinge zyn moge. En hiermede S{c. , „ Die van Baarn, het voorfz. Request, aan de Stas* „ ten ingedient hebbende, gaaven daar van by volgende „ Misfive kennis aan deRegeeringender Steeden, Utrecht, „ Wyk en Montfoort. Edele Groot Agtbare Heeren! JVel Edele Agtbare Heerenl Devvyl wy ve-ftaan hebben, dat door eenige verdeeldheden geene Gedeputeerden uitde Steden Utrecht, Wyck ea Montfoort, compareeren in de vergadering van de Heeren Staten 's Lands van Utrecht, te Amersfoort} neemen wy de vryheid, aan de Heeren Regeerders van yder in het byzonder van de drie evengemelde Steden ter kennisfe toetezenden Copy van een Request, die eenige Inen Opgezetenen van de Heerlykheid Baarn aan de Heeren Staten 's Lands van Utrecht hebben voorgedragen ; met in» ftantelyk verzoek, dat UEd. Gr. Agtb. en UEd. Agtb. „ nrÜ Zz 3  ( 184 > wel zult willen tneedewerken tot behoud van onzs Voorregten, waarmeede wy, na UEd. Gr. Agtb. en UEd. Agtb. s Hemels zegen toegewenscht te hebben, ons noemen. Baarn Stille en getrouwe Vrye In-en opgezetenen den 27 OOober tezv Heerlykheid.-Was geteekend door 1?86. 24 In -en Opgezetenen van Baarn. Ds fteedsdurende waakzaamheid van Utrechts Raad, om haare Stad en teffens haar nieuw opgeworpene zeetel te beveiligen voor eenen vyandelyken aanval, wel',' ke zy, (niet tegenftaande het te meermaal gedeclareerde ' van de Staaten,) van die zyde voorgaven te vreefen, maar in der daad alleenlyk ingerigt was, om haare wan" kelbaare grootheid, (geemfints gevestigt, op en onderfteund door, het eenparig vertrouwen en genegenheid der Burgery henwaarts,) foo veel doenlyk door kragt van " wapenen te onderfteunen, verpligte haar, om ooklang'„ zamerhand eene volftrekte militaire discipline, onder de Burger Schuttery in te voeren, en zulks te bemantelen " met een opgecierd dekkleed, van quafiVaderlandsliefde " en zugt tot vryheid, waarom dan den30. Oft. genomen „ en afkondigt wierd, volgende Nadere Explicatie en Ampliatie der Artikelen, concerneerende de fubordinatie en Discipline, by de Ordonnantie op de Schuttery van den 24 July bepaald. Burgemeefteren e nVroedfchap der Stad Utrecht in overweging genomen hebbende, dat het veiligfte Bolwerk van de Burgerlyke Vryheid, en de confervatie der Stedelyke Privilegiën en Voorregten vooruamemlyk beftaat in eene cewipende Burgery, dan tevens in't oog houdende, dat, zal men van de Schutteryen, hoe geoeffend en welmenende dezelve ook mogen zyn, ingeval van nood, eene gewenste en kragtdadige hulp genieten, eene Strikte discipline en Subordinatie volftrekt dienen te worden in agt «nomen, hebben noodig geoordeeld, by deze aan alle Officieren, Adjudanten, Onder-Officieren en Schutters te gelaften, zig ftiptelyk te gedragen na, en, zonder eenige de minfte toegevenheid, te houden aan, den inhoude van de Artikelen, wegens Discipline en Subordïnivtie, in de Ordonnantie op de Schuttery bepaald, op poene dat, indien eenig Commandeerend Officier, omtrent het execu- tee« teeren der poene, by ga#. Artikelen bepaald, de minde toegevenheid mogte gebruiken, dezelve als dan zal verbeuren het dubbeld der boete, in welke de tegen gemelde Artikelen misdoende Officier, Adjudant, Onder-Officier of Schutter mogte zyn vervallen: welke dubbelde poene geheel en al zal moeten worden betaald, ten behoeve der Burger - Krygsraads Kasfe; wordende den Heer Fiscaal van den Burger -Krygsraad by dezen geiaft, daaromtrent alle mogelyke vigilantie te gebruiken. „ En, daar de tegenwoordige tydsomflandighedeneene behoorlyke order allernoodzakelykft maken, hebben Hun Ed. Gr. Achtb. boven het geftelde by de Ordonnantie op dezer Stads Schuttery , nodig geoordeeld te ftatueeren, ge» Iyk Hun Ed. Gr. Achtb. ftatueeren by deze: dat geen Schutter, onder de Wapenen, of op zyn wagten of Poft zynde, zyn Officier, Adjudant, Onder-Officier (het zy Sergeant, Korporaal, of wie ook voor een tyd het bevel voere) zal mogen weigeren te gehoorzamen, ofte aan deszelfs ordres te voldoen, veel minder de gegeeven ordres tegentefpreeken, of zig dadelyk tegen dezelve te verzetten, op poene van, zonder conniventie, volgens de Artikelen, by de Ordonnantie op de Schuttery bepaald, te worden beboet, en bovendien voor het Front van zyne Compagnie gebragt, en aldaar ontfchutterd, en, als onwaardig, om onder eene geregelde en weldenkende Schuttery te dienen, gedimitteerd te worden. Authorifeerende de Vroedfchap, bovendien , den Burger Krygsraad, om, op voordragt van de refpeftive Commandanten der Compagnien, van zulk eene Dimiffie aan de Vroedfchap kennis te geeven: ten einde aan zodanige disordre verwekkende Schutters, indien dezelve Burgers mogten zyn, het Burgerrecht te omneemen, en daardoor dezelve van alle Voorrechten, daar aan verknogt, te ontzetten , en tot het verkrygen van eenig Ampt of bediening, waartoe zelfs het Burgerregt niet word vereischt, in 't generaal, voor altyd onbevoegd te verklaren: en, zo dezelve Inwooners er geene Bu-gers mogten zyn, zodanige ruftverftorende en de nodige order verbrekende Schutters % het verkrygen van eenig Ampt of Bediening , in zo verre zy daartoe" mogten geregtigd zyn, ja zelfs des'noods het regt yan Inwooninge, te ontzeggen. „ En hoe zeer de Vroedfchap by deze heeft verklaard, 4»t  ( 185 ) dat aan de ordres van alle Officieren, Adjudanten, OnderOfficieren, of andere, aan wien het Commando is toevet» trouwd, zonder eenigen den minden woordelyken of da. delyken tegenftand, door de onder de Wapenen, op de Wagten , of Poften zynde Schutters behoord te worden voldaan, op poene als boven j hebben Hun Ed. Gr. Achtb. egter een ieder, welke mogte vermeinen door de gegeven ordres te zyn benadeeld, ofte bezwaard, vrygelaten ' zig deswegens aan de Burger-Krygsraad te beklagen; ten' einde, ingevalle hem eenig onregt, door een Commandant, van hoogeren of minderen rang, mogte zyn aangedaan, door het geeven van eenige onbehoorlyke ordres, tot welker nakoming by niet gehouden was , zodanigen eifch aan den Ed. Manhaften Krygsraad voortedragen, als hy geraden mogte oordeelén, en zonder eenige forme van Proces vcor den Krygsraad zal kunnen worden voorgebragc, „ En op dat enz. „ Het Hof ^Provinciaal heeft aan Hun Ed. Mog. den „ 31. Oft. gezonden navolgende Misfive benevens Copie s, van hun antwoord aan die van de Stad op den brief „ van den 24 Oftob. (zie pag. 169.) EDELE MOGENDE HEEREN! Zedert wy UEd. Mog. by onze Misfive van den 21 dezer kennis hebben gegeven, dat wy ingevolge de bevelen van UEd. Mog. getragt hadden den Heer van Hengst uit onze Vergadering te weeren , en dat niet hebbende kunnen doen, ons genoodzaakt hadden gevonden, om van geweld te protefteeren en onze befoignes in zyne prajfentie te ftaaken; is ons op den 24/??» daaraanvolgende door den gemelden Heer van Hengst overhandigd eene onder het zegel dezer Stad in eene euveloppe gefloten Misfive, gefchreven op naam van Borgermeefteren en Vroedfchap der Stad Utrecht, en getekend J. W. de Ruever; waarby de Magiftraat na vooraf narratief aan ons eenige ftellingen nopens het verleggen van de Staten Vergadering als anders voorgedragen en derzelver handelingen dien aangaande opengelegd te hebben, Ons vervolgens in de eerfte plaats verzoekt Copye Authenticq van de by Ons ingekomen Misfive van UEd. Mog. ende voorts in de tweede plaats, dat -wy ons door geene refcriptie hoegenaamd zouden laten intimideeren, om in de adminiftratie van Juftitie te blyven ï Stuk No. 47. voort- voortgaan , maar veeleer in onze deliberatien met en benavens den voornoemde Heer van Hengst te continueeren, op dat, alleen door induftie van twee Staatsleden, geene fchadelyke ftremming in de Juftitie werde veroorzaakt, alles breder de voorsz. Misfive, waarvan den inhoud aan UEd. Mog. bekend is, als zynde dezelve in de Utrechtfche» Courant van den 27 dezer publlcq gemaakt. Wy hebben, offchoon by den voorfz. brief aan ons was verzocht om nog dienzelfden dag Ons op dat een en ander finaal en cathegorice te expliceeren, echter daar aan zo fpoedig niet kunnen voldoen, maar wegens voorgekomen omftandigheden onze befoignes dienaangaande een wyl tyds moeten uitftellen; dan hebben wy na rype deliberatie zedert gerefolveerd om door den Griffier aan den Heer van Hengst te doen overhandigen eene by ons ter refcriptie op heden gearrefteerde Misfive welke is van zodanigen inhoud, als UEd. Mog- zullen kunnen zien uit de Copye authenticq dien wy de eer hebben hier by aan UEd. Mog. te doen toekomen, Ons kortheidshalven daar toe refereerende by deze. Enkel vinden wy ons verpligt hierby nog te melden, dat wy niet nagelaten hebben, om zoo verre ons de pra?fentie van den Heer van Hengst, conform de beveelen van UEd. Mog. daarinne niet hinderlyk geweest is, tot hier toe in de adminiftratie van Juftitie te blyven voortgaan, en daarin verder zullen tragten te continueeren. Ende hiermede EDELE MOG. HEEREN. Ons zeer gedienftelyk recommandeerende in de goede gratie van UEd. Mog. bidden God Almagtig dezelve te willen fparen in eene lange en voorfpoedige gezondheid. Gefchreven te Utrecht den 31. Oftob. 1785. UEdele Mogenden Dienstwillige Dienaren, Die Raden 's Hoofs van Utrecht. Ter Ordonnantie van dezelven (get.) CORNELIS de WVS. Copia. EDELE GROOT AGTBARE HEEREN! Daar wy de eer hebben de Juftitie namens Hun Ed. Mog. de Heeren Staaten dezer Provincie, als Raaden in derzelver Hof Provinciaal te adminiftreren, en aan Hoog gemelde Hun Ed. Mog. in deze onze qualiteit by eede beloofd hebben, dezelven gehouw en getrouw te zyn, en als Aaa  «Is wezende onze' wettig? Overigheid, te refpeweren, en gehoorzamen; houden wy ons verzekerd, dat UEd. Gr. Agtb. ons geenzins kwalyk zullen kunnen duiden , dat wy onzen gedaanen Eed en de daardoor op ons gelegde verpligting getrouw zynde, vermeenen aan de beveelen, ons door de Staaten van den Lande van Utrecht gegeven wordende, te moeten obtcmpereeren; Nu is het zulks, dat Ons by eene Misfive, door Hooggemelde Heeren Staa. ten, gefchreven den 19 Oftob. 1786. word bevoolen, om geene Raden te admitteeren, dan die met behoorlyke Provinciale Commisfie voorzien zyn, en over zulks Mr. H. % van Hengst uit onze Vergadering te weeren, en dit niet kunnende doen, als dan te protefieeren van Geweld, en alle Befoignes in zyne prafentie te fiaaken, en dit de eige woorden zynde, waar door het voorfz. bevel HunnerEd.Mog. ten dezen opzichte in de [zoo even aangehaalde Misfive aan ons is gegeven, denken wy, dat ter voldoening aan het eerfle Lid van UEd. Groot Agtb. Misfive, houdende verzoek om te hebben Copye authenticq van gemelde Misfive, door Hun Ed. Mog. aan ons gefchreven, de voorfz. Woordelyke aanhaling ter intentie van-UEd. Groot Agtb. genoegzaam zal wezen. En daar het van ons departement niet en is, om ons in. selaten in een discuslie van de (tellingen, by UEd. Groot Agtb. Misfive ten opzichte van de verlegging der Staaten Vergadering als anderz'ms voorkomende, zoo vermeenen wy ons daarvan ook alhier te kunnen dispenfeeren, ende zulks te meer, om dat, zoo als UEd. Groot Agtb. zelfs gelieven te fchryven, dezelven alleen narratief aan ons zyn voorgedragen. Wy vertrouwen, dat wy by alle billyke oordeelaars , en ook by UEd. Groot Agtb. zuilen kunnen'voldaan, met Ons te beroepen op een bevel, aan ons gegeven , by eene op de gewoone wyze onder het zegel dezer Provincie ons toegezonden misfive, gefchreven uit den Naam van de Staaten van den Lande van Utrecht, en by abfentie van Hoogfl detzelver gewoonen Secretaris, getekend door den aan ons in zyne qualiteit bekenden Heer Philips Ram. Het is dienvolgens eene zaak geheel buiten ons onderzoek en buiten onze competentie, in hoe verre de wettigheid van deze Staaten-Vergadering door alle de Leden word erkend: maar het is ons ter obediëntie aan Hunner Ed. Mog, Mog. beveelen genoegzaam dat wy ons tot de handel'», gen, door ons in dezen gehouden , verpligt vinden door eene Misfive, welke alle uiterlyke tekenen draagt van au» thenticiteit, en aan welken wy uit hoofde der verfchillende begrippen onder de refpeftive Staatsleden, zoo weinig mogen weigeren te defereeren, als wy uit hoofde der verfchillende denkwyze onder de Staatsleden , omtrend de wettige of onwettige aanwezenheid van het Collegie van den Magiftraat der Stad Utrecht, kunnen nalaten, de aan ons onder het zegel dezer Stad overhandigde, op naam van Bnrgemeefteren en Vroedfchappen derzelver Stad gefchreven, en door den aan ons in zyne qualiteit bekenden Heer Secretaris der Politie J. W. ie Ruever getekende Misfive, ook met dezelfde titulatuur, als die aan ons gefchreven is, te beantwoorden. UEd. Groot Agtb. gelieven ons echter ten goede te houden, datwy met UEd. Gr. Agtb. niet kunneninftemmen, dat indien eenig verfchil tusfchen de refpeftive Staatsleden fubfifterende, diffilcultek veroorzaakte omtrent het obiineeren van eene Provinciale Commisfie voor den Extra Ordinaris Raad uit een of ander Lid zoodanig gebrek van Provinciaale Commisfie daardoor verftaan zoude kunnen worden weggenomen te zyn, dat zodanig Staats Lid op zich zelfs, by derzelver particuliere refolutie, één uit den Haren als Extraordinarts Raad committeerde. Want onze Iiiftruaie Rubr. van Prefident en Raaden Art. 2. Statueert ten duidelykften, dat tot de Ondinaris Raden noch drie anderen by de Staaten van den Lande van Utrecht, te weten uit eiken Staat één, zullen Gecommitteerd wordenen by de provifioneele inftruftie voor de Heeren Estraordinaris Raaden vau den 18. November 1662. Art. 1. vind men deze woorden, In den eerften zullen die voorfz. Raaden en elk van dien, gehouden wezen by bet ontvangen van bare Commisfie aan de heeren Staaten van den Lande van Utrecht, of Haar Ed. Mog. Gedeputeerden, te doen den eed van getrouwlgbeid, en daarby belooven, dezelve Heeren Staaten en Hare Gedeputeerden* behoorlyke onderdanigheid en reverentie te bewyzen. Zo lang dus door den genen, welke door een Ui va» Staat is genomineerd, of zo men zulks verkiest te noemen, gecommitteert, om als Extraordinaris Raad tenHo. ve te zitten, niét naar behoren is voldaan aan de overige se-  ( 18? ) requifiten, als de Provinciale Commisfie en den Provincialen Eed, welke althans ten onzen opzigte, met betrekking toe 's Lands Ingezetenen niet als een fequele, maar als zoodanige vereischtens moeten befchouwd worden, zonder welken dusdanig genomineerd perzoon, tot deJudicatureover 's Lands Ingezetenen volftrekt onbevoegd is; is het ons in onze qualiteit niet te vergen, die genomineerde perzoon in onze vergadering te admitteeren: en is het ook niet alleen buiten voorbeeld, dat iemand zonder van deeze requifiten te hebben doen blyken tot de fesfie in den Hove ooit zoude zyn toegelaaten, maar zoude het bovendien eene volftrekte ongerymdheid inhouden, dat iemand namens de Hooge Overigheid van den Lande zoude recht fpreken, zonder door dezelve daar toe gecommitteerd, en zonder by eede aan die Hooge Overigheid verbonden te zyn, Wy zwygen thans van de noitoire nulliteit, waaraan de fententien zouden Iaboreeren, by aldien zoodanig één mede over onderfcheidene zaaken uitfpraak hadde gedaan, welken by gebrek van genoegzame Raaden, buiten zyne medewerking niet zoude hebben kunnen afgedaan worden. Wy kunnen niet nalaten tot meerdere illucidatie van onze begrippen dezen aangaande, hierby te voegen*, dat ingevalle de voorn. Staats Vergadering by ons al eens niet verder zoude kunnen worden aangemerkt, dan als eene Vergadering enkel van de twee voorftemmende Saatsieden, zoo als UEd. Groot Agtb. die by derzelver Misfive willen befchouwd hebben, wy nochtans, vermits ons by de Misfive van Heeren Staaten gebleken is, dat die Vergadering aan gemelden Heer van Hengst zyne fesfie in ons Collegie volftrekt weigert, denzei ven tot onze deliberatien niet zouden kunnen toelaten, aangezien de Souverainiteit over deze Provincie uit welkers naam wy de Eer hebben van recht te fpreeken, niet is drie der Staatsleden op zich zelfs, maar by de drie Staatsleden gezamentlyk, waaruit onzes eragtens ten allerevidentften volgt, dat wanneer twee der drie Leden aan iemand fesfie ia dit Provinciale Collegie van Judicature weigert, dezelve notoireregten nimmer bevoegd kan zyn, om wettig reght te fpreeken in zaken tottechtsdwang van het zeive Collegie behorende. Gelyk al verder, by aldien men eens zoude willen veronderftellen, zo als UEd. Groot Agtb.dat febynen te doen dat et thans in 't geb.ee} geene wettige Staatsvergadering ge- gehouden wierd, dsar uit echter ten gevolge niets anders zoude kunnen worden afgeleid, dan alleen, dat ergeduurende dien tyd geene Commisfie aan een Extraordinaria Raad uit het een of ander Lid in dit Provinciaal Hof van Judicature naar behoren zoude kunnen worden verleend. Wel is waar Ed. Groot Agtb. Heeren! dat deze zelfde zeer wigtige Confideratien, ons niet dan met de grootfte tegenzin, en alleea ter vermyding van alle verdere verwarringen en oneenigheeden, en voornamelyk om geen oorzaak te geven, dat de Juftitie geheel ftil ftond, ofveragterd wierd, hebben doea befluiten, om onder ons gedaan protest, hangende de deliberatien der Heeren Staaten over deze zaak, het asfifteerea der vergaderingen van den Hove met den Heer Mr- //. J. van Hengst te continueeren ; dan daar wy nu volftrekt bevel hebben ontvangen, om in de tegenwoordige gefteldheid dezer zake, alle befoignes in pretentie van gemelden Heer te ftaaken, gelieven UEd. Gr. Agtb. ons ten befte te houden, dat wy in onze qualiteit van Raaden in den Hove Provinciaal en ingevolge den by ons gedaanen Eed de Staaten van den Lande van Utrecht als onze wettige overigheid moetende refpecteeren en gehoorzamen, aaa dien Eed en gedaane belofte getrouw blyven, en de aan ons door Hooggemeide Staaten gedaane beveelen naarkomen, betuigende wy op het allerernftigften , dat hoezeer wy niet alleen volkomen bereid zyn, maar zelfs niets ievriger verlangen, dan alles toe te brengen, wat eenigzins in ons.vermogenisoro verdere verwarringen voortekomen, en den voortgang der Juftitie, welke wy met reden als hetvoornaamfteBolwerk der Vryheid van alle Ingezetenen aanmerken te handhaven, wy echter contrarie het uitdrukkelyk bevel van Hun Ed. Mog: geenzins van ons zoudeu kunnen verkrygen ora oorzaak te geven, dat 's Lands Ingezetenen zouden worden onderworpen aan de Rechtsfprtak van zodanigen. welke noch van behoorlyke laft van de Hooge overigheid' zyn voorzien , noch door eede aan dezelve verbonden •. en welker Judicatuure dus met reden door die Ingezetenen zoude kunnen worden gefufiineerd niet alleen onwettig maat zelfs in alle derzelver effecten geheel nietig en van onwaarde te zyn: zoo dat by aldien UEd, Groot Agtb. met deze onze betuiging geen genoegen zouden gelieven te nee. men, het ons wel ten uiterfte» leed, maar nochtans geheeü Aaa g  C 188 ) buiten onze fchuld zoude zyn, indien daardoor eene geheile «remming van de Juftitie, van welkeronpartydige en ongeftoorde adminiftratie wy gaarue willen avoueeren dat het welzyn en de vryheid der Burgerlyke Maatfchappye voomamelyk afhangt, wierde veroorzaakt. En hiermede ED. GROOT AGTB. HEEREN! Beveelen wy UEd. Groot Agtb. in de befcherming van God Almagtig Gefchreven te Utrecht den 31 Oftob. 1786. Uwer Ed. Gr. Agtb. Goede Vrienden Die Prefideerende en Raden 's Hoofs vau Utrecht. c, (onderft.) Ter Ordonn. van Dezelven r-get.) CORNELIS de WYS. „ Die van de Stad Utrecht, ziende de mediatie der „ Hooge Bondgenoten by de Staaten van Utrecht aange„ noomen, en teffens den inhoud van de propofitie der Stad Amfterdam ter vergadering van Holland gedaan , vernomen hebbende, voorzagen ligt, dat by een neutraal onl derzoek van hun gedrag, de uitkomft voor hun gevoel, len en voomitzigt, niet voordeelig zyn zoude; er moest dus een middel uitgevonden worden, om voofz.heilfaame „ mediatie te traverfeeren, zonder echter opentlyk te fchy„ nen, die te dwarsboomen, waar toe, als dan eeneCir„ culaire misfive, aan de Hooge Bondgenoten vervaardigt wierd, waar by de Stad, eenige preliminaire voorwaar■ de, alvorens tot eene mediatie finaalyk te koomen, wil" de vastgefteld hebben; welke van dien aart waren, dat de " intercesfie en mediatie der Bondgenooten, wel verre " Van te zullen rouleeren, over de gronden van onftaane " oneenigheeden en tot vereffening der daar uit voortge" vloeide daaden van geweld en onregtvaardigheid, af ,", leenlyk zig zoude bepaalen , tot de applaneering '„' van de nog onafgedane bezwaaren in de Provinciale " adminiftratie en intusfchen dienen zoude tot hetbekrag" tigen van de onregelmatigheeden, met betrekking tot " de wederregtelyke Magiftraatsbeftelling binnen Utrecht " gedaan; 't welk nimmer noch van de zyde der Heeren " Staten konde worden aangenomen noch gewagt worden " van de onpartydigheid, waar meede mediateurs, het " onderzoek der gtfchillen moeste doen, en dus nood- wen- „ wendig, eene onoverkomelyke hindernis aan een zoo „ heilzaam werk verfchaffen. Zie hier de merkwaardige „ Circulaire, aan Holland den 4 Nov. en vervolgens ïnu„ tatismutandis, aan de verdere Bondgenooten afgezonden. EDELE GROOT MOGENDE HEEREN! Het was in de maand Auguftus jongitleden , dat wy, .by onze Miffive, van den 3 xften dier maand, zo aan UEd. Gr. Mog. als vervolgens ook aan de verdere hooge Bondgenoten, in het breede hebben voorgedragen onze redenen van bezwaar, niet alleen wegens de Mtffives, op den naam van Hn. Gedeputeerden van de Staaten dezer Provintie eerft aan de Heeren Staaten Generaal, en vervolgens ook aan de Heeren Staaten der onderfcheiden Geweften, afgevaardigd, maar ook in zonderheid wegens het furcheeren en opgevolgd verplaatfen der Vergaderinge van Staaten en Gedeputeerden en verdere Provintiale Collegien, naar eene andere plaats binnen deeze Provintie, en zulks niettegenftaande tot het een of ander geene de minfte wettige redenen voor handen waren: en fchoon onze toenmalige Burgemeefteren de daar toe, met zo veele precipitance, genomen Refolutien gecontradiceerd, en Heeren Gedeputeerden zelve; ook nog ter dier tyd, deeze Stad, te regt, de gewoone Refidentie plaats der refpeêlive Staats Collegien genoemd hadden. Wy hadden ons geflatteerd, dat onze ferieufe aanfchryving aan Hn. Gedeputeerden, van den 2oy? rovintie, welker fucceiüve Mifiives, federt eenigen tyd op naam der Hn. Staaten aan H. H. Mog. afgevaardigd, maar al re veel fehynen aan den dag te leggen, dat dezelve wel eenige directie over fommige Huishoudelyke Provintiale befchikkingen aan die Vergadering van Gemagtigden der onderfcheidenGeweften zouden willen toevoegen, dan waar van wy vertrouwen, dat UEd. Gr. Mog. met ons ten hoogden aiié'en zyn: en daar wegens de fcheuring der Staatsvergadering, en andere ontftaane verfchillen, de Voorftemmende Leden en en deeze Stad niet anders dan als litigeerende Pattyen kunnen worden aangemerkt; flatteeren wy ons ook te regt, dat UEd. Gr. Mog. dit penetrerende, niet zullen beruften in het verzoeken of aannemen van eene Mediatie, alleen van den kant der gezegde Voorftemmende Leden, al was ook zulks quafi op den naam der Heeren Staten gefchied zonder dat ook wy, in het byzonder ons, dienaangaande finaal hebben geëxpliceerd: waartoe wy zeer bereid zullen worden bevonden, zo dra wy maar de nodige verzekering mogen ontfangen, welke ons dus ver, om menigvuldige redenen, allefins ontbreekt, dat het onze meergen. Mede Staatsleden waarlyk ernft is, defubfifterendeonluften, niet door overmagt nog geweld, maar door amicale onderhandelingen, behoudens onze Regten, uit den weg te ruimen, en tot dat einde ter goede trouw en openhartig te werk te gaan. Wy hebben tog meermalen, en nog onlangs door enigen van onze Gecommitteerden , getoond , dat wy vau onze zyde niet fchroomen, voor onze gevoelens en pretenfien uittekomen, maar nimmer hebben onze MedeStaatsleden tot hiertoe kunnen worden gepermoveerd, reciproque te declareeren, welke hunne ware meening zy, nog op welke gronden zy dezelve tragten te bouwen. Een der bovengedagte vier Stukjes, hier bygevoegd, onder den Titel: of de Stad UTRECHT van ouds alleen heeft uitgemaakt het Derde Lid van Staat van de Provincie van UTR ECHT; kan inzonderheid dienen , om UEd. Gr. Mog. te doen opmerken, wat men te denken hebbe van zekere zogenaamde Deductie, door de Meerderheid! der Atnersfoordfche Regering, voor eenigen tyd, ter Staats, vergadering ingebragt, van welke wy geïnformeerd zyn, dar door dezelve Meerderheid van de Magiftraat der voorn» Stad, een Exemplaar aan UEd. Gr. Mog. en aan ieder der Hooge Bondgenoten, by Circulaire Mifiives, is toe gezonden: over den inhoud van welke Mifiives, hoezeer ook met honende uitdrukkingen ten onzen opzigte opgevuld, wy ons niet zouden expliceeren, daar wy te zees geperfuadeerd zyn van ons onbetwidbaar regt in deeze, hetwelk buiten dat door de plegtigfte verbinteniffen bevestigd is, dan dat wy UEd. Gr. Mog. gewigtige occupatien een ogenblik met zoortgelyke discuflL-n zouden behoeven te interrumpeeren: gelyk wy Hoogftdezelvenooknist zullen bezig houden met de verdediging van zommigen onzer bizondere verrigtingen , welke men wel met den lief • lyken naam van feitelykheden gelieft te beftempelen. Wy heb» Bbb a  C 19* ) hebben, bet is waar, onze Gecommitteerde ia bet Hof Provimiard, volgens het regt en de ongeinterrampeerde poffeflïe van deze Stad, op de ongegronde excufts, te tegt voor weigering opgenomen van die van den Hove, gelaft dadelyk pofleffie te neemen van den Stoel, aldaar voor onzen Extraordinair Raad geplaatfl; maar ons gedrag, ui dezen gehouden, meenen wy reeds voorlopig, by onze jongfte Miffive als die van den Hove voornoemd, te hebben gejudificeerd. Wy hebben bovendien reeds eenige Penningen geligt van de Comptoiren, tot den ontfangft van den Impoft der Wynen en Bieren binnen deze Stad; dog hiermede hebben wy eeniglyk bedoeld, onzer Stads Thefaurie eenigzins te gemoet te komen in den , voor| dezelve ondraaglyken, laft van exorbitante onkoften , wa toe wy, tot noodwendige beveiliging van Stad en Burgery, tegen gedreigde vyandelyke aanvallen genoodzaakt zyn geworden: terwyl wy het weinig met de billykheid overeenkomftig oordeelden, dat de Gelden, alleen door onze eigen goede Burgeren en Ingezetenen opgebragt, tot vernedering en overheerfching van die zelve Burgeren 'en In.gezetenen, zouden kunnen gebruikt worden, daar voor het overige de betaling der Renten van Kapitalen, ten lallen dezer Provintie, en andere noodwendige uitgaven, voor zo ver onze partyen daardoor in derzelver kwalyk gezinde oogmerken niet geftyfd worden, hunnen vryen loop kunnen hebben. ■ Wy hebben ons verpligt gevonden, deze onze ware fentimenten, in dit tydftip, zo kort ons doenlyk was, aan UEd. Gr. Mog. voortedragen. Hoogftdezelve gevoelen ongetwyffeld (wy zyn des verzekerd) dat onder de Preliminaire Voorwaarden, behalven het hier voorgezegde, ook voornamenlyk zal moeten vaftflaan de verzending van alle de Militie, op de on wettigde wyze eeniglyk door de Voorftemmende Leden, tegen Stads gemanifefteerdeintentie, tot intimidering en fmoring, was het mogeiyk, der opgeroepen redelyke Volkftèm , binnen deeze Provintie gebragt, naar eenige plaatfen in de Generaliteit, of immers zo ver van hier verwyderd, als die Troepes zig hebben be. vonden, voor dat dezelve in Gelderfcbe Steden, aan dit Geweft grenzende, gelegd zyn: zonder dat dit voornaam poina tog is voorafgegaan zullen nog onze Burgery, ook wy zeiven, ons op de goede dispofitie der voorzittende Leden kunnen verlaten, nog ook onze buitengewone toe rus iuftingen en andere behoedmiddelen kunnen worden geftaakt: en zonder dit een en ander zal nimmer het wederzydfche vertrouwen, zo hoog nodig, zal men met eenige hoop van fucces werken aan het byleggen van zwevende verfchillen, kunnen herfteld worden; waarom wy dan ook inzonderheid dit ftuk aan UEd. Gr. Mog. ferieufe attentie aanbevelen. En hiermede eindigende en over UEd. Gr. Mog. Pet« foonen en Regering den zegen das Alleihoogfteu affmeken.. de, betuigen wy te zyn. , Edele Groot Mogende Heeren ! UEd. Gr. Mog. zeer Dienftwillige UTRECHT, den goede Vrienden. 4 November Burgemeefteren en Vroedfchap der i;86. Stad Utrecht. Ter Ordonnantie van dezelve. „ Terwyl die van de ftad dus, de door de Staten geac„ cepteerde Mediatie tragten vrugteloos te maaken verga« „ derde Haat Ed. Mog. den 8. November, weederom t' „ Amersfoort, ontvangende ie volgende Misfive van den „ Hove van Gelderland. EDELE MOG. HEEREN. Wy hebben wel ontfangen UEd. Mog. Misfive gefchreven te Amersfoort den 19 dezer aan de Heeren Staaten de. zer Provintie geaddre.'feerd, concerneerende 't voorgevallene omtrend de aanftelling en by de posfesfie neeminge van Mr. H. J. van Hengst als Extraordinaris Raad in den Provincialen Hove van Utrecht op fundament eener ongezegelde Vroedfchaps Refolutie der Stad Utrecht, en zonder dat daartoe met de nodige Provintiale Commisfie zouden zyn gemunieert geweest, met byvoeginge dat UEd. Mog. confidereerende de meer en meer toeneemende verwarring en, waar door thans zelfs de zoo hoognodige vrye loop der Juftitie zoude kunnen word „ n gedreind, de Heeren Staaten dezer en der andere Provintien by al waj; lief ea dierbaar in den Lande is, ex horteerden om ten fpoedigften tot bemiddeling der oneenigheden in UEd. Mog. Provintie te willen medewerken , onder proteftatie by verder dilay van onverandwoordelyk te zyn van alle funefte gevolgen die UEd. Mog. uit de opeenftapeling van verwar, ring.-m voor de goede Ingezetenen, en voor de gehee .l' Pro /imie moesten voorzien. Wy  ( i93 ) Wy zullen niet nalaten die UEd. Mog. Misfive en Byfagen ter aanftaande Vergadering der Heeren Staaten op den 7 November aanftaande een aanvang zullende neemen te brengen, terwyl wy inmiddels de nodige Copien hebben doen vervaardigen om aan de refpective Quartieren dezer Provintie te verzenden, van al 't welk wy vermeend hebben UEd. Mog. by deezen te moeten kennisfe geeven En hiermede eyndigende bidden wy God. EDELE MOG. HEEREN. UEd. Mog. by voorfpoedige Regeeringe lange te conferveeren; Gefchreven t' Arnhem den 25 O&ob. 1786. UEd. Mog. byzondere goede Vrunden Die Raaden des Furftendoms Gelre en Graaffchaps Zutphen. Ter Ordon. van Dezelve (get.) C. G. HULTMAN. ., Als meede de volgende van de Commisfarisfen der Mid„ delen binnen Utrecht. EDELE MOGENDE HEEREN. Gisteren is ten onzen Comptoire gebracht het volgende. Extract uk^de Refolutien van de Ed. Gr. Achtb. Heeren Burgemeefteren en Vroedfchap der Stad Utrecht. Maandag den 23 Odtob. 1786. Wederom in overweging zynde genomen het rapport laatstleden vrydag uitgebragt door de Heeren Dy Averhoult, Pronkert, en van Hengst, en ten zeiven dagen in de Notu'e geinfereert , heeft de vroedfchap na deliberatie de Heeren Pronkert, Egeling,Vos van Zyll en Maretverzocht en geauthorifeerd by deze, omme de Contante penningen welke jegenswoordig onder de Heeren Commisfarisfen tot den ontvang van den Impost op de Wynen en Bieren binnen deze ftad berusten onder behoorlyke quitantie te lichten , en onder zich te nemen, zynde wyders gerefolveerd de delibetatien omtrend de verdere poinc>en van voorn. Rapport uit te ftellen tot op aanftaande maandag den 30. dezer. Accordeerd, in kennisfe van my (was getekend.) IZAAK FALCK. Dezelve is op ons van die uitwerking geweest dat wy daar over met zeer veel bevreemding zyu aangedaan ge1 Stuk No. 49. weest weest, wy hebben aangetoond de onmogelykheid, waarin wy zo buiten ftaat gefteld wierden om aan dezelve te defereren , doch hoe zeer wy ons op onze Inftructie hebben beroepen, hoe zeer wy daar van onze mede Commisfarisfen hebben overtuigd, en voor gehouden dat alle betalin. gen van belang volgens Refolutie van 12 Maart 1751. alvorens by Heeren Gedeputeerden zullen worden ingediend om ter kamer? van Finantie nagezien en geëxamineerd zynde daarop Appoinclement van betalinge te worden verleend, hoe zeer wy eyndelyk alle minnelyke inftantien hebben in 't werk gefteld, dat opgemelde refolutiebuyten werking mogten gefteld worden, zyn nochtans alle onze pogingen — vruchteloos geweest en hebben die uitwerking niet mogen hebben die wy "er van hoopten , maar zyn gevolgd geworden van dit nadere Extract uit de Refolutien van de Ed. Gr. Achtb. Heeren Borgemeefteren en Vroedfchap der Stad Utrecht* Vrydag den 27 Octob. 1785. Rapporteerde de Heeren Vos van Zyll en van derMuelen dat hunne mede Commisfarisfen uyt de Borgery op de Bier en Wyn Comptoire zwarigheid maakte, wegens hunne beëedigde Inftruétie eenige penningen uit voorn. Comptoire aftegeven op order van de Vroedfchap, en daar op gedelibereerd zynde heeft de Vroedfchap perfifterende by haare refolutie van 23 dezer opdatrefpeft genomen goedgevonden de Heeren Pronkert, Egeling, Vos van Zyll en Ma. ret als nog te Authorifeeren eenige penningen uitgedachte Comptoire te lichten en aan Heeren Commisfarisfen uit de Burgery uit naam van de Vroedfchap te declareren dat de Vroedfchap voorn, ligting confidereerd als door den Raai zelve gedaan, zonder dat Heeren Commisfarisfen van gemelde Comtoire in hunne qualiteit daar voor eenigzints di. reet of indireót refponfabel zullen zyn, belovende dezelve des aangaande volkomen te zullen guarandeeren en indemneren, authoriferende de Vroedfchap gemelte Heeren Pronkert, Egeliug, Vos van Zyll en Maret ingeval van oppolitie gemelde penningen op de best mogelyke wyze te ligten. Accordeerd met voorn. Refolutie (was getekend) "N. T. van VOORST. Hoe Ccc  C 194 ) Hoe zeef wy nu door dit Declaratoir in gerustheid fchynen gefield te zyn, hebben wy ook in het zelve niet kunnen berusten maar hebben ons altoos aan dezelve zwarigheeden onderhevig bevonden, alzo van begrip zyn, dat dezelve Vergadering, voor welke de Eed Wettig is afgelegd, 0011 van dezelve voor het geheel of ten deele ontflag moet verleenen , doch voorziende dat wy de Ligting van penningen wanneer daar gefteld wierd, buiten ftaat waaren te weeren, hebben wy gerefolveerd het eenigfte middel dat ons overfchoot te omhelfen, namentlyk van onze protesflatien daar tegen te doen, in welk geval wy al fchielyk gekomen zyn, als zynde reeds door Gecomm. van defen namiddag uit ons Comptoir van 's Lands penningen geligt een fomme van vyfduizend guldens; doch waartegen wy ten fterkften hebben geprotefteerd. Wy hebben ons Ampt en Pligtshalven gehouden geoordeeld tot onzer verantwoording Ud. Mog. hiec van ken. nis te geven in vertrouwen dat U Mog. dit ons gehouden gedrag wel zullen goedkeuren en tot onze decharge te doen ftrekken Waarmede wy UEd. Mog. in de Goddelyke befcherminge aanbevelen en zyns Edele Mogende Heeren. UEd. Mog. Ootm. Dienaren (was gekend,) 1 J. c. martens. f. g. feith. EDELE MOGENDE HEEREN. De ondergetekende als Commisfaris uit de Burgery op 't Comptoir tot den ontvangst van den Impost op de Bieren en 't gemaal over de ftad Utrecht en derzelver Vrvheid, vind zig ten hoogfte verpligt UEd. Mog. kennis te geven van het voorgevallene op Gem. Comptoire. Hy zoude wet eerder berigt by UEd. Mog. hebben ingebragt, zoo hy niet ia die mening verkeerd hadde om zulks gezamentlyk te doen met de Heeren Commisfarifen uit de Borgery op 't Comptoir van de Wynen en 't Geflagt, dan met veel verwondering is den ondergefz. omwaai geworden dat zulks door die Heeren zonder de minfte com municatie reeds afzonderlyk is gefchied. Het is dan gebeurd Ed. Mog. Heeren, dat in 't laatfte der afgelopen maand aan beide de Comptoire door de tefenswoordige plaats hebbende Regeering dezer Stad U ik ebt, trecht, gezonden zyn twee Refolutien van datis aj en 27. Oftob. 1786. welke reeds door Heeren Commisfarifen van de Wynen en 't Geflacht ter kennisfe van UEd. Mog. gebragt, en daarom als bekend maar opmerken, hoe by de eerfte dier Refolutien Authorifatie wierd gegeven tot de ligting der penningen op de Comtoire van de Bieren en 't Gemaal en de Wynen en 't Geflagt berustende; en by de tweede hoe niettegenftaande de zwarigheid by Commisfarifen gemaakt, in cas van oppofuie dezelve echter op de best mogelyke wyze te lichten, zoo als gefchied is. De ondergetekende was by het eerfte geval niet ten Comptoire alzo volgens eene by UEd. Mog. bekende Schikking dit deszelfs comtoir maand niet was, dan zoo dra had hy het gebeurde niet vernomen of hy begaf zig by den Heer van Cockengen om zyn Wel ED. Geftr, bier van kennisfe te geven, en heeft vervolgens ten fterklte nevens zyne mede Commisfaris Gomman tegen deze ligting geprotefteerd zonder eenige de minfte verandering te weegtebren, gen, in tegendeel moeten gedogen, dat uit de kasfe van het Comtoir van de Bieren en 't Gemaal zyn genomen de fomme van Negenduizend Guldens en aan Commisfarifen gelaten de volgende quitantte. „ wy ondergefchreevene als fpeciaat daartoe gelast door „ de Vroedfchap der Stad Utrecht, volgens Refolutie van den 270 oaob. 1786. bekennen uit de Casfe van het " Bier en Gemaal Comtoir te hebben geligt de fommavan „ Negenduvzeud Guldens. Zegge ƒ oooj- ' - (was getekend) J. C. PRONKERT. J. C. EGELING. P. MARRET- De ondergefz. aan zyne zyde dus alles gedaan hebbende wat ter verhindering van dit gebeurde mogeiyk was en van hem zoude konnen worden gevergd,vertrouwd datUEd.Mog» geene zwarigheid zullen maken zyn gehouden gedrag in deze te approbeeten, en zulks tot zyne Decharge te doen ftrekken, Waarmede Ed. Mog. Heeren UEd. Mog. in de beCcherming Godes te hebben aanbevolen zig lekend. EDELE MOGENDE HEEREN. Uwer Edel Mogende Ootmoedige Dienaar (was getekend) GEKARD van WIERINGH, n Ooit  ( 195 ) », Ook wierd ter gemelde vergadering geleezen volgen„ de Generaliteids Refolutie. EXTRACT nit het Register der Refolutien van de Hoog Mog. Heeren Staten Generaal der vereenigde Nederlanden. Jovis den 2 Novemb. 178Ö De Heeren Schimmelpenninck van der Oyen en andere Haar Hoog Mog. gedep. tot de Militaire zaaken hebbende ingevolge en tot voldoeninge van derzelver refolutie Commisforiaal van den 24. Oftob. laatstleden met en neevens eenige Heeren Gecom. uit den Raad van Staate geëxamineerd een Misfive van de Heeren Gedep. van de Heeren Staten van de Provincie van Utrecht, gefchreven te Amersfoort den 20. daar te vooren, houdende dankzegging uit naam van Hooggem. Heeren Staten der gemelde Provincie wegens Haar Hoog Mog. misfive van den 13 der gemelde Maand en het appui door Hoogstdezelve op hun verzoek verleend, doch verder kennisfe gevende, dat de Heeren Staten der gemelde Provincie zig daags te vooren wederom in de onaangenaame noodzaakelykheid bevonden hadden, om ter zaake van het via facli fesfie neemen van Mr. H. J. van Hengst in het Collegie van den Raade 's Hoofs der gemelde Provincie, zonder Provinciale Commisfie alleenlyk gemunieerd met eene ongezégelde zogenaamde Vroedfchaps Refolutie, derzelver inftantien tot eene onverwylde praiftatie van toegezegde mediatie op de meest presfante wyze te vernieuwen , cn ten dien einde zig by circulaire mifiven aan alle de Bondgenooten te addresfeeren, van welke misfive copye nevens de voorfz. Misfive was gevoegd; nemende gem. Heeren Gedep. de vryheid hun tot dezelve te refereeren, terwyl zy vertrouwden, dat Haar Hoog Mog. uit den inhoud derzelve meer en meer zouden geconvinceert worden van het groot gevaar, waaraan de voorn. Provincie by verder uitftel van eene prompte en efficacieufe tusfchenkomst der Bondgenooten , was bloot gefteld. Dat men op de aller onreedelykffe wyze 'sLandsComptoiren continueerde te belemmeren, en genoegzaamgeflooten te houden, en de Heeren Staaten te ontzetten van het employ van 's Lands penningen, waardoor dezelve zig buiten ftaat bevonden, om de noodige betaalingen, het zy zy ten Comptoire van de Generaliteit het zy binnen de Provincie, te kunnen doen, en by voortduuringewaarvan het eerlang te dugten was, dat de militie, ter repartitie derzelver Provincie ftaande, buiten nadere voorzieningen onbetaald zoude moeten worden gelaaten. Dat hooggemelde Heeren Staaten uit aanmerking van de verwarringen, die op nieuws daaruit ftonden te worden gebooren, Hun Heeren Gedep. gequalificeerd hadden Haar Hoog Mog. daar vau te informeeren, ten einde Haar Hoog Mog. te exhorteeren en inftantelyk te verzoeken, om te» gens die gevreesde inconvenienten te voorzien, en door derzelver invloed te effeftueeren, dat 's Lands Comptoiren geopend worden off by ontftentenisfe van dien, de zaaken daarheen te dirigeeren, dat de Troupes, op gemelde Provincie gerepartitieerd , zo lange uit de Generalkeits Casfe worden betaald, even gelyk de Militie, door de Provincie van Vriesland, afgeweezen, uit dezelve befoldigJ wierden; terwyl Hooggem. Heeren Staten in zodanig geval bereid zouden wezen aanftonds, na dat de belemmering van 's Lands Comptoiren zoude zyn opgehouden, de uicgefchootene penningen aan de casfe van de Generaliteit in promptis te reftitueeren; hebben ter vergadering gerapporteerd, dat zy Heeren Gedep. en Gecom. van advife zonden zyn, dat de Heeren Staaten van de zes overige Provinciën by misfive nogmaals ten kragtigften zouden behoren te worden geadhorteerd, om derzelver aangebodene en by de Heeren Staten van Utrecht geaccepteerde mediatieter vereffening der gefchillen in dezelve Provinaie promptelyk werkftellig te maaken, op dat mogen worden voorgekomen alle verdere fterke demarches, waardoor de verwyderinge en verwarringen vermeerderd worden, en welk© niet anders dan eene ftremming in de zaaken van het gemeene Land, in de Provincie, tot gevolg konnen hebben; om voorts in het byzonder langs zoodanige wegen en middelen als daartoe meest gefchikt en efficacieus zuilera oordeelén, devoiren aantcwenden, en die van de Stad Utrecht te induceeren, dat de belemmering, aan het em» ploy der gelden van 'sLands Comptoiren toegebragt, ters fpoedigften moge werden opgeheven, ten eyndedaardooc werde geprevenieerd de noodzaakelykheid om te deliberee» reu, op welke wyze anderfins in de betaling der Militie ter repartitie van gemelde Provincie ftaande zoace behoc- rea Ccc a  ( 19* ) Kn te worden voorzien, als houdende haar Hoog Mog. zig verzeekerd, dat de refpeftive Bondgenoten overtuigd zullen zyn, dat de gemelde Militie uit hoofde van het fluiten van voorfz. Comptoiren niet onbetaald kan blyven, doch dat by voortduuring van zodanig belet, de aart der zaake, en anderfins tedngtene gevolgen zouden vereifchen , dat middelen werden daargefteld, om dezelvefoldyen voor rekening der Provincie voortefchieten, het zy dan door de daar toe noodige penningen onder guarantie van het Bondgenootfchap te negotieeren, hetzy, wanneer de nood geen uitftel lyden kon, door de zelve by leening uit de Generaliteits Casfe te voldoen. En dat van deze haar Hoog Mog. gedaane iuflantien by de refpeftive Bondgenooten by misfive zoude behooren te worden kennis gegeven aan de Heeren Staaten van Utrecht, of derzelver Gedep. om te ftrekken terbeantwoordinge van de hier voren gemelde Misfive. Waarop gedelibereerd zynde hebben de Heeren Gedep. van de Provinciën van Gelderland, Holland en Westvriesland J Zeeland, Vriesland, Overysfel en van Stad en Lande het voorfz. gerapporteerde Copielyk overgenomen om in den Haaren breder gecommuniceert te worden. De Heeren Gedep. van de Provincie van Utrecht, hebben ten fterkften geinfteerd, dat hangende de deliberatien der Bondgenooten over de geproponeerde Negotiatie, ofte 'sLands Comptoiren in hunne Provincie oP eene geweldige wyze geflooten gehouden worden, door Haar Hoog Mog. in de betalinge der Militie ter repartitie van de Provincie van Utrecht gebragt, mogte worden voorzien, door die penningen uit de Geneaaliteits Casfe aen defolliciteurs te laten voorfchieten, op den voet als by de Misfive van de Heeren Staten hunne Principalen van den 20 Oftob. laatstleden vermeld is, immers dat dezelvefolliciteurshier omtrend worden gerust gefteld; oordeelende zy Heeren Gedep. van Utrecht zig tot deeze inftaniien te meerder verpligt en geregtigd te zyn, aangezien de betalinge der Militie is een fchuld van de Generaliteit, in de welke wel de refpeftive Provinciën verpligt zyn elk hun aandeel te fourneeren, doch evenwel die fournisfementen niet doen voor hun zeiven maar voor reekening van de Generaliteit. Dat ook de Heeren Staten hunne Principalen gezorgd hebben, dat de Penningen ter betalinge van het aandeel hunner ner Provincie in deze Generaliteits fchuld voor handen, en de noodige Ordonnantiën ter betaling gedepecheert waren. Dat dien volgens de Heeren Staten hunne Principalen in dezen gedaan hebben alles wat van dezelve als Bondgenoot gevergd kan worden. Dat zy ook van alle extraordinaire middelen om meestee van de Comptoiren te blyven, op inftantien van de Bondgenooten en van haar Hoog Mog. hebbende afgezien , hier door een gegrond regt van aanfpraak hebben op de hulpe en asfiftentie hunner mede Bondgenoten en dienvolgens deze voorfchieting of leening van penningen ter betaalinge van 's Lands Militie van dezelve meenen te kunnen vorderen, terwyl zy by ontftentenis daarvan protefteeren moeten tegens alle de gevolgen en onheylen, die uit de weygering van dit Bondgenootfchappelyk officie zullen koomen te proflueeren, als dewelke nimmermeer voorreekening van de Heeren Staaten hunne Principalen zullen kunnen komen. „ Ook kwam ter gemelde Vergadering binnen, volgende „ Misfive van Schout enGerechte van deLangeRuygeweide. EDELE MOG. HEEREN! Op gisteren zynde geweest den 29 van deze Maand, is eenige gewapende Militie behoorende (zoo als wy geinformeerd zyn) tot het CmpavrndeaRbyngravevanZalm, uit de Provincie van Holland, onder ons diftrift en dus op 't Territoir van UEd. Mog. Provintie, gekomen, en dewyl dezelve geen patent of attaché, van UEd. Mog. vertoonde, is, ingevolge en ter obediëntie vanUEd. Mog. aanfchryvinge van den 13 dezer Maand, dezelve aangezegd van aanftonds terug te keeren; waaraan de voorfz. Militie nogthans niet heeft gedefereerd, maar dezelve, hunne toute vervolgende is doori dit Gerecht weder naar een Hollands Diftrift gepasfeerd. _ Wy Hebben de eer van UEd. Mog. hiervan by deze kennisfe te geven terwyl wy, na UEd. Mog. in de befcher. ming des Allerhoogften bevolen te hebben, met alle verfchuldigde eerbied blyven. £DELE M0G> HEEREN. UEd. Mog. Ootmoedige Dienaaren Lange Ruigeweide. Schout en Gerechte van de Lange den 30 Oft. Ruigeweide. „o* Ter Ordoun. van dezelven. ;a«o A-VERMY\,uu-  C 197 3 s, Uit voorfz. Misfiveblykf dus, raethoe'weinigeguard, „ de troupes in de Provinciale Hollandfchen Eed ftaan„ de, (*) het Provinciaal en Souverain territoir van Ut, trecht, wisten te ontzien. „ Dan zulks was geentfints te verwonderen, wanneer n men onder liet oog houd, de orders welke in deze Maand „ door den Gen. Major van Rysfel, Commandeerende „ het Hollandfche Cordon, aan de Collonel vanPalist Com„ mandeerende tot Naarden , gegeeven waren ,. foo als te „ zien h in de hier voren opgegeevene brief van Haar Ed. Mog da Staaten van Utrecht aan Haar Hoog Mog. van „ den 7. Oct. welke Misfive by H. H. Mog., beneevens h eenige Gecomm. uit den Raad van Staaten den 3a. Oftob. ,, Cmmisfori aal gemaakt zynde, aanleiding gaf, tot het „ uitbrengen van een Rapport den 6 Nov. ter Hoog ge. „ melde Vergadering (f)- waar by die van de Raad van „ Staaten zeggen, vermeend te hebben, van den Gen. Major „ van Rysfel en Coll. van Patst, een berigt aangaande die „ gegeevene orders te moeten requireeren, en teffens voor„ flaau aan alle Officieren, te rememoreeren ,datzy ingevolge „ de GeneraliteitsEed,zonder toeftemming van den territoria' „ len C*) „ Het Corps of Legioen, door de Rhyn - Graaf van Salm, ,, in de onlusten met den Keyzer, ten dienfle van de Vercenig,, de Nederlanden opgerigt, behoorde, na het fluyten der vree„ de, tot zoodanige 1-gte Corpfen, welke de meerderheid van „ het Bondgenoodfchap, begreep, ter verligtïng van s' Lands „ finantie, weeder te moeten licentieeren, en zulks tegens bet gevoelen van Holland, welke Provintie, als dan goedvond, „ het zelve in haaren pa-ticulteren Eed en ter Harerprwa-ive be,, taaling te honden; wordende gemelde Legioen dierhalven, in „ de maan! September, van weegens de Generaliteid, uit den „ Eed van den Landen ontdagen, en ten zelve dagen 11 Sep'em „ 178Ó, in den Eed van Holland genomen en binnen dezelve Provintie getrokken. (f) EXT'RA CT uit Ut Regifler der Refolutien van de Hoog Mog. Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden. Lunsden 6 November 1786. De Heeren van Weideren en andere Haar Hoog Mog. Gedeputeerden tot de Militaire zaaken, hebbende ingevolge en tot voldoeBinge van derz-h cr Refol'tie Commisforiaal van den 30 dervoori leeden maand, met en nevens eenige Heeren Gecommitteerden uit den Raad van Staaten geëxamineert een Misüve van de Heeten Staaten van 'de Provincie van Utrecht, gefchreeven te Amersm fton deii 27 daar te vooren, handende, dat niet zonder verwon. I Stuk No, 50. de- „ len Souverain mot hunne onderhebbenda manfchappen niet „ mogen marcheeren op het territoir van een der Provintien. „ Aan welke aanfchryving, den Coll. van Pabst dan, „ ook aanftonds heeft voldaan, en a>a. de Raad van Staa„ ten het gevraagde berigt omtrent zyne van de Gen. van „ Rysfel bekoomene orders, heeft gegeeven •, maar de „ Gen. Major van Rysfel, floeg hier eene andere weg in , „ en gaf vaa zyne bekome aanfchryving vau de Raad van „ Staaten kennis aan de Perzoneele Commisfie van Holland, „ welke daarvan aan de Staaten den 8 Nov. Rapport deedt „ waar op by Hoogst gemelde, volgende zeere merkwaar„ dige Refolutie, dien aangaande genomen wierd. EXTR ACT uit de Refolutien van de Heeren Staten van Holland en West • Vriesland, in Hun Ed. Gr. Mog. Vergadering genomen of Woensdag den 8 November 1785. De Heer van PTasfenaar, Heer van Starrenburg, en verdere Heeren by Hun Ed. Gr. Mog. Refolutie van den 6 September laatstleden gecommitteerd tot het perfoneel Be foi- dering vernoemen hadden, dat door den CoUor.clvanPabJt, comf mandeerende de Troupes te Naarden en diftriclen, ingevolge de aanfchryving van den Generaal Majoor van Rysfel, commandeerende het cordon Troupes tusfehn de Maas en de Zeiler. Zee, ordres gegevea waren aan de Commandanten van eenige Regimenten in de Provincie van Holland gecantonneert, om op de eerde twee feinfehooten hunne Regimenten marfchvaardig te dooa maaken, om a's die fignailfchooten door zes diergelyke gevolgd wi;rden, aanftonds langs den kortften en gemakkelykften wegnaar de plaatfen hunner Rendsz - vons in de Provincie van Utrecht, zonder territoir te ontzien te marcheeren, en aldaar de ordres vaa den voorn, Generial Majoor van Rysfel af te wagten. Dat hooggem. Heeren Staaten deeze zaaken in haar natuur en gevolgen van dien a«rt en co: fequentie voor het geheele Bondgenootfchap rffekenden , dat zy hun verplicht oordeelden , die ter kennisfe van Haar Hoog Mog. te brengen, kunnende hooggem. Heeren Staaten niet denken, dat diergelyke ordres op laft van de Heeten Staaten van Holland cn Weft - Vriesland zouden gegeeven zyn, als hibbe-ide Hoogft.iezelve opgrond van gecircumftantieerde berigten van meer dan een-n kant aan Hoogftdezelve toegekomen , even a's of in eene nabuurige Provincie een geweldige aanflag op de Stad Utrecht gefmeed zoude zyn, wel een: toezegging aan dezelve Stad gedaan van byftand en befcherming (waar over hooggem . Hee- Ddd  ( ï9« ) fóigae, hebben ter Vergadering gecommuniceerd: — Dat de Generaal Major van Rysfel ter hunner kennisfe had gebrag eene by hem ontvangen Refolutie van den Raad van Staten van den eerften dezer maand, waarby aan denzeiven, mitsgaders aan den Collonel van Pabst gelast wierd , om Hun Éd. Mog. ten fpoedigffe te berigten, of door een "Collonel van Pabst, commanderende de Troupes te Naarden en distriaen, ingevolge de aanfchryving van den Generaal Major van Rysfel, Commanderende het Cordon Troepes tusfchen de Maas en de Zttider - Zee, ordres waren gegeven aan de Commaudanten van eenige Regimensen, in de Provintie vau Holland gecantonneerd, om op de eerfte twee Seinfchoten , hunne Regimenten marschvaardig te doen maken, om, als die Signaalfchoten door zes diergelyken gevolgd wierden, aanftonds langs den kortften en gemaklykften weg naar de plaatzen hunner rendez vous la de Provintie van Utrecht, zonder Territoir te ontzien, mar- Heeren Staaten van Utrecht, als buiten derzelver prcealable voorkennis gefchied, gemeend hadden, zigby hoogftdezelve»ten fterkHen te moeten beklaagen) dog dat, (naardien hooggem. Heeren IStaaren van Holland en Weit-Vriesland van dezelve hnnne geno. snene Refolutie aanftonds aan hooggem. Heeren Staaten kennis gegeven, en by derzelver MisGve verkhard hadden gemeenfehappe3yk met hem tewillen handelen, zy Heeren Staaten zich verzekerd hielden, dat diergelyke ordres tot infractie van de Unie en violatie van het Souverain territoir der gemelde Provincie van hoogftdezelve niet kunnen voordgekomen zyn. Dat of fchoon gem. Heeren Staaten mede vaftelyk vertrouwden, dat de Commandanten dtr Regimenten, aan welke die ordres gegeven waren, zig herinnerende dezelver Eed aan de Generaliteit gedaan, zig bezwaard zouden geoordeeld hebbeu, op heetenitoir •van eene andere Provincie te marcheeren, zonder daartoe alvorens patent met behoorlyke attaché van den Souverain derzelver 'Provincie bekomen te hebb.n, hoogftdeïelve niet te min bet geeven van diergelyke ordres door Officieren van den Lande , fchoon niet iet uitvoer gebragr,niet anders befchonwde dan als een attentaat op de hoogheid der gem. Provincie, en daar en boven ftrydig met dtn Eed door de Officieren aan de Generaliteit gedaan; verzoekende Hooggem. Heeren Staaten derhal ven, dat dezelve daar op gehoord •n ter verandweo-ding geroepen mogte worden, als meede dat Haar Hoog Mog. 7,od uige voorziemnjen geliefde te doen als hoogftdezelve ter bewaaring van de Unie en tot voorkooming van diergelyke inbreuken door Militaire Corpfen op de Souverainiteit der refp. Previncicn , nodig en dienitig zoaden oordeelén. Hebben ter marcheeren, en aldaar de orders van den voornoemde Generaal Majoor van Rysfel aftewagten , en zoojaa, op waf grond de voorfchreve orders door hun gegeven waren j omtrent welken last van den Raad van Staten, de voornoemde Generaal Major van Rysfel gaatne wenschte te weten, boe hy zig zou hebben te gedragen , terwyl, wat den Collonel van Pabst betreft, deze, volgens ingekomen informatie by het Perfoneel Befoigne, aan den Raad van Staten opening heef. gegeven van de by hem gefielde orders, en tot een grond daarvan gealleguëerd de bekomen order van den Generaal Major van Rysfel, Dat zy Heeren Gecommitteerdens daarbenevens van den gemelden Generaal Major van Rysfel ouverture bekornen hadderï van de orders, door hem gefield uit kragte van Hun Ed. Gr. Mog. Refolutie en Aanfchryving van den 6 Oélober laatstleden, waarby hem gelast was, om, ingeval de Stad Utrecht vyandlyk mogt aangevallen, ofdooraanmarsch van Troe- ter Vergaderinge gerapporteerd, dat door de Heeren Gecommitteerden uit den Raai van Staaten in de gehoudene conferentie zynde kennis gegeeven : dat welgem. Raad op het ontfangen van bovengern, Refolutie Commisforiaal had gemeend te moeten te,quireeren het berigt zo van gem. Collonel van fahji, als van voorn. Generaal Majoor van Rysfd , aangaar.de her geeven van de gementioneerde. ordres, zy Heeren Gedeputeerden en Gecommitteerden van Advyze zoude zyn, dat by Haar Ho-g Mog. zoude behooren te worden goedgevonden en verdaan , dat hargenrJe da deliberatien over de voorenftaande MisGve der Heeren Staaten van Utrecht, en tot voorkoming van foortgelyke tegens de- Conihtutie en Souverainiteit der Provinciën nanloopende demarches, de Raad van Staate zoude dienen te worden verzogt , om aan de Coll nels of Commandanten van de refp. Regimenten in dienft van deezen Staat by aanfchryving te rememoreeren, dat zy z'g foigneufelyk moeten wagten, om zonder toeftemming van den 1 erritorialen Sr uverain met hunne onderhebbende Manfchappen te marfcheerenop hetTer-' ritoir van een der Provinciën. Waar op gedelibereerd zynde, hebben de Heeren Gedeputeerd>ns van de Provinciën van Gelderland, Utrecht en van Vriesland zig met het voorfz. gerapporteerde geconformeert. De Heeren Gedeputeerden van de Provinciën van Holland ea Weft - Vriesland , Overysfel en van Stad en Lande hebben het voorfz. gerapporteerde Copyelyk overgenoomen, om in den haren bteeiii gecommuniceert ie worden. De Heer.-n Gedeputeerden van de Provincis van Zeeland. hes> ben in deezen geen item kunne n uitbrengen. Accordeerd &e.  C *99 ) Troepen uit Gelderland, in gevaar gebragt mogt-worden , als dan met de Troepen, ouder zyn Commando ftaande, voor zoo «verre die daartoe gefchikt byeen te brengen waren, en zulks met eenige hoop van fucces ondernomen zoude kunnen worden, de gemelde Stad naar vermogen te helpen defendeeren, en alle violeute aanflagen daar tegen, zooveel doenlyk, te verydelen eti dat zy Heeren Gecommitteerden de gezegde orders niet anders hadden bevonden, dan volkomen inftemmende met de voorfchreve Aanfchryving van Hun Ed. Gr. Mog., en in geenen deele ftrydig met dezelve ofte die eenigzints exederende. — Dat zy daarom begrepen hebbende, dat de verantwoording, welke de Raad van Staten in deze komt te vorderen, alhoewel afgevergd van twee commanderende Officieren, egter in de daad concerneert de genomenbefluiten en maatregelen van Hun Ed. Gr. Mog., gemeend hadden, de attentie van'Hoogst Dezelven daarby te moeten bepalen, als geenzints kunnende vermoeden, dat Hun Ed. Gr. Mog. eene diergelyke indirecte poging, zoo zeer aanlopende tegen hunne Hoogheid en gezag, met onverfchiiüge oogen zouden aanzien , en daardoor aanleiding geven, dat derzelver orders, tot behoud van de gemeene zaak gefteld, van het goedvinden van den Raad van Staten afhanglyk gemaakt zoude worden. Waarop gedelibereerd zyn- de, is, conform aan het geen by gemelde Heeren Gecommitteerden invoege voorfchreve in confederatie is gegeven, goedgevonden en verftaan, tot maintien van Hun. Ed. Gr. M)g. geëmaneerde bevelen, by directe Aanfchryving den Generaal Major van Rysfel wel expresfelyk te gelasten, om zig in geenerlei verantwoording, van het geen door hem ter uitvoering van Hun Ed. Gr. Mog. Aanfchryving of Orders van den 6 Oiïober laatstleden , rakendehet fecoureeren der Stad Utrecht ingeval van attacque of vyandelyke aanmarsch van Troepen tegen dezelve, mogt verrigt of bevolen zyn, anders dan aan Hun Ed. Gr. Mog. zeiven intelaten, als blyvende de gemelde Aanfchryving en Orders, met al het geene ter voldoening daaraan verrigt is, of nog verrigt zou mogen worden, voor rekening van Hun Ed. Gr. Mog. met verdere quaüficatie op den gemelden Generaal Major, om ' an dit Hun Ed. Gr» Mog. Declaratoir en expresfe begeerte, aan den Raad van Statenkennis te ge\en, en op grond daarvan zig van de verantwoording, ding, in de Refolutie van dat Collegie van den eerden de/.er Mriand^ gevorderd, te excufi. eren; gelyk ook met last om de nodige orders te (tellen, dat de commanderende of andere Officieren, onder zyn bevel ftaande, alléén aan Hun Ed. Gr. Mog. of aan Hem Generaal Major rekenfchap geven, zonder eenige verantwoording aan ytnancTanders te doen, veel min van de hun te geven orders andere ouverture te doen, dan aan Hen, die dezelve ordersmoe" ten executeeren. En is daarby verder goedgevonden, om den Generaal-Major van Rysfel, van alle de gevolgen, die hem ter dezer zake, of uit hoofde der voldoening aan eenige bevelen van Hun Ed. Gr. Mog., het zy reeds gegeven of nog te geven, mogten overkomen, te indemneeren en bevryden; Denzelven, mitsgaders alle de hem onderhorige Officieren en Zoldaten, die wegens dc voldoening aan de geftelde orders van Hun Ed. Gr. Mog., in eenige ongelegenheid mogte geraken, nemende in Hoogst Derzelver Protectie en Befcherming, met last en quaüficatie , om hiervan aan de genen, die daarby belang mogten hebben, de nodige ouverture te geven. DeHee- van de Ridderfchap en Edelen hebben zig in de voorfchre- ven Deliberatie niet Ingelaten. De Heer van ïVatfc- naar, Heer van Starrenburg, heeft verklaard, zig met het voorfchreven Rapport, uit hoofde dat de hoogheid van den Souverein daarin zoo zeer is geconcerneerd, ten vollen te conformeeren. De Heeren Gedeputeerden der Steden Delft, Brielle, Hoorn, Enkhuizen, Edam en Medenblik, hebben zig in de voorfchreven Deliberatie niet ingelaten. Accordeert met de voorfchreven Refolutien. cirV. „ Door deeze Refoiutie, blykt ten vollen, dat die van „ Holland, de territoriale magt, welke op gronden van n de Unie, de Staaten competeerd, over de Troepes in „ derzelver Provintie leggende, misbruikte, door dezelve te extendeeren, tot het geeven van orders aan dieTroe„ pes, buiten haar territoir, ja zelfs tot het doen betree. „ den van eens anders territoir en het requireren van obe„ dientie aan hun Ed. Gr. Mog. orders, binnen hetSou„ verain gebied, van eene hunner Souveraine meede Bondi „ genooten, in wiens Eed, voorfz. Troepes, foo wel „ als in die van Holland ftonden, uit kragte van, den aan „ de gezamenlijke Bondgenooten geprelteerden Eed: ja Ddd a  ([ 2C0 ) zelfs gaan hun Ed. Gr. Mog. verder, en verbieden een „ Generaliteits Officier, om van zyne venïgtingen opening te „ geeven, aan het Collegie, 't welk abfolutelyk deszelfs „ Principale» was, nademaal geen Generaalsperfoon, aen „ eenige Provintie in het particulier, maar aan het geza „ mentlyke Bondgenoodfchap is verbonden, en daarom . ook. noe aanftelling nog commisfie van, nog Eed doet aan , eenige particuliere Provintie , maar door Haar Hoogm. word aangefteld, commisfie bekomt en Eed \\ ter Generaliteid doet. De Generaal Major van Rysfel, kon „ dus foo min in quaüteid van Collonel, alsin die vanGen. „ Major op order van de Staaten van Holland, zyne on>, derhebbende Troepes in het Stigt van Utrecht, fonder „ alvorens daar toe patend of attacha van de Staaten van „ Utrecht gezien te hebben, doen rukken veel min, inzy„ ne qualiteid van Generaal Major, zig ontrekken, om 9, voor deGe'neraliteid zig te verantwoorden,weegens gegee„ vene ordres, ftrydende met den Eed dien hy gedaan had; alzoo de Staaten van Holland, de Troepes ter hun„ ner repartitie ftaande, wel van dat gedeelte der Provin. „ tialen Eed, waar by zy aan den Captain Generael (nu s, by Holland in zyne funftie gefuspendeert) verbonden s, waanan, hadden ontheeven, rmrr geentfints hadden onts, (lagen (of kunnen ontflaen) uit de Eed aan de Genera. 9, liteid gedaan, en van de verpligting waar onder ieder „ Militair perfoon ten aanzien van het Bondgenoodfchap ,' in 't algemeen en van ieder Provintie in't byzonder ftaat. " De Vroedfchap van Utrecht, nu geheelyk doortrok, ken met het ideale fuftenu van alleen het derde Lid van Staat te zyn , om onder dat pretext de geheele Souverainiteid der Provintie te exerceeren, zoo fchreef zy, den 9 Nov. volgende Misfive aan de Schouten en Gaarders van s'Lands penningen door de geheele Provintie. Eerzame, Vroome enz, Alzoo van de oudfie tyden af de Stad Utrecht alleen uitgemaakt heeft hat Darde en voernaamfte Lid van de Drie Staats Leden dezer Provincie, en zonder de Stad Utrecht geene wettige Vergadering van Staaten of van Gedeputeerde Staaten kan gehouden worden , zoo hebben wy tot voorkooming van alle moogelyke ignorantie UI. hier van wel willen kennisfe geven, gelyk wy UI. dan 'mede in onze cuafiieit als Derde Lid van Staat declareren, dat zedert de af- afgeloopen maand July geene Vergaderingen van Staaten of van Gedeputeerde Staaten dezer Provincie gehouden zyn* en dienvolgens vermaanen Wy UI. als noch op het ernftigfte, om, buiten fpecinal confent van de Vroedfchap dezer Stad als Derde Lid vau Staat voorfchr., geene bevelen hoe ook genaamd te gehoorzamen , welke zedert den laatften July dezes Jaars op den naam van Staaten of van Gedeputeerde Staaten dezer Provincie bereids afgevaardigd zyn, of nog afgevaardigd zullen worden , offchoon dezelve* door den Prtefident van Staaten of van de Gedeputeerde Staaten geparapheert, door Hoogft dezelver Secretaris ondertekend , en met het Zegel van de Provincie befloten mochten zyn, het zy dezelven contineren bevel tot het demarnieren of niet demanueren van 'sLands Penningen ofte anders; alzoo wy allen zoodanige zogenaamde Staats of Gedeputeerden Staats bevelen houden, en ook altyd houden zullen voor nul en van onwaarde; gelyk wy UI. dan verder wel expresfelyk gelasten van geene verandering hoe ook genaamd te maaken in het behandelen van 's Lands Penningen, maar in tegendeel alle de Gelden, door UI. gegadert wordende, te behoorlyken tyd te blyven bezorgen 9P de gewoone 'sLands Comptoiren binnen deze Stad, zullende Wy niet kunnen nalaten, UI. ons gevoelig ongenoegen te doen ondervinden wegens derzelver contrarie handel wyze in dezen; waar tegen Wy UI. ook ten allen tyden zullen indemneren van, en guaranderen voor alle nadeelige pourfiihes, welken desvvegens tegen derzelverPer» foon of Goederen mochten ondernomen worden. Ende hier mede blyft Gode bevolen- Gefchreven te Utrecht den 9 November 1786. Borgemeefteren en Vroedfchap der Stad Utrecht. Ter Ordonnantie van dezelve J. W. D£ RUEVER. ' „ De 6 bevorens hadde zy omtrend de inkwartiering „ der Auxiliaren Burgers of het geldgeven tot dien het vol„ gende- Extraft Refolutie doen Publiceren. EXTRACT Uit de Refolutien van de Ed Groot Acbtb' Heeren Borgemeefteren en Vroedfchap der Stad Utrecht. Maandag den 6 November 17S6. Op het geproponeerde dezen aangaande heeft de Vroedfchap nodig geoordeeld en verftaan, dat aan het gequalifi. ce;rd.  fceerd Collegie van Gecommitteerden verzogt, en het zelve des noods zal geauftorifeerd worden, om door de Leden ieder in de Compagnie uit welke zy zullen gecommitteerd zyn, met adfiftentie der byzondere Officieren of Seribaas uit die Compagnie, by ieder Burger en Ingezeten, welke daar toe in ftaat mogte geoordeeld worden, teinformeeren, of dezelve genegen was vrywiliig zonder eenigen dwang een of meer Auxiliairen te inkwartieren, ofte in plaatze van die inkwartiering weekelyks eenige Penningen te coturibueeren laatende de Vroedfchap aan gemelde Col"legié over, om daar omtrent op de best mooglyke wyze een Lyfte te formeeren, en een bepaaling te maaken op wat voet de Hulptroepen zullen kunnen worden ingenoomen, en zal Extract dezer zoo aan het gequalificeerd Collegie van Gecommitteerden , als aan de refpective Scribaas der Compagnien ter hand worden gefteld, tot derzelver naarigt, Accordeerd met voorfchreve Refolutie; In kennisfe vnn my, J. W. de RUEVER. „ Den 10 November, namen de Gedeputeerde vau de „ Staaten van Utrecht, navolgende Refolutie, op de Re„ questen van die van Baarn en Zoest den 27. Oft. ge. ,, prefenteerd. EXTR ACT uit de Refolutien der Ed. Mog. Heeren Gedeputeerde van de Staaten 's Lands van UTRECHT. Veneris den 10 November 1786. Is na voorgaande Deliberatie, met relatie tot de voel. geringe, by zommige Ingezetenen van Baarn en van Zoeft gedaen, om de gecantonneerde Militie te berbergen, goed ■ gevonden en verftaan Schouten en Gerechten van Zoeft en van Baarn, by Extract dezer te kennen te geven, dat, naardien alle Ingezetenen verplicht zyn, zo lange eenige Man* fchappen binnen de evengemelde Gerechten zullen zyn gecantonneerd, op eenen ègalen voet dien laft te dragen, en de bun toegezonden Manfchappen te berber gen, zy gehouden zyn die inquartiering op eene redelyke en egale wyze te [bezorgen , en de Ingezetenen verplicht zyn, de by bun geinquartierde Militairen van Logys, vuur en licht, Zout en Zuur te voorzien, tegen bet genot van Serviesgeld, En 1 Stuk No. 51. in. indien onverbooptelyk, eenige ingezetenen aan kwade raai' gevingen gehoor gevende, weigerig bleven de inquartierin < ge te doen, ah dan, voor hunne rekening, die Manfchappen te hefteden, en de onkoften, daar op vallende, aam hun by Executie te verhalen: zynde wyders gerefolveert, Schouten en Gerechten van Zoeft en van Baarn te geloften deze hunner Ed. Mog, Refolutie aldaar te laten publiceren, op dat gene der Ingezetenen onwetendheid moge voorwenden. Accordeert met voorfz, Refolutien. (was getek.~) . Abf. Secret. Pb: RAM. „ Gedurende deeze tyd, was er binnen Utrecht questie van „ het doen teekesenvan het volgende Nationael Declaratoir, ,, 't welk echter geen voortgang gehad heeft blykens da „ notulen van de algemeene Vergadering van Officieren „ der Utr. Schuttery. (f). DEDUCTIE en DECLARATOIR van bet Polk van Nederland aan der-, zeiver vertegenwoordigers, zo in bet Staats als Stedelyke beflier. Naardien in alle welbefticrdeMaatfchappyen, het welzyn - des (f) EXTRACT uit de Refolutien vaa Gedeputeerden der algemeene Ve gadering van Officieren dear Utrechtfche Schuttery. den 4. December 1786, ',, Abfent de Hr. t' Hoen. „ Voorgedragen zynde door de Heeren UebcUrr en van Lidt „ ds Jinde namens de Provinciale vergadering, zeeker nationaal „ Declaratoir of deductie, om «ven als door de ganfthe Repu„ bliek, ook binnen deze Stad werkftellig te maaken en ter tce„ kenirg te leggen, is he: zelve door alle d; Leeden overgeao„ men, om daar op het advies van de Officieren d;r Compagnien „ uit te brengen tegens^aanftaande woensdag s' namiddsgs om $ „ uuren om daar op in de wyze van uitvoering als dan finaal te „ concludeeren. Hebbende de Heer Lidt aangenomen, om voor „ Turkyen vermits de abfentie van Heeten Gedeputeerden, het „ zelve ook ter kennisfe van de Heer Capt Lieut. "Bentint te „ brengen. Extraft als voren den 6 December 1736". „ Gehoord hebbende het Rapport en advies der Refpeftive „ Compagnien over de wyze van Executie van het nat'.onsai De« „ claratoir binnen dseze Stad is behalven het verfchi! cmtrend de huit- E ee  .( 202 > des Volks de hoogte Wet moet zyn, aangezien het Volk niet om den Vorft of de Regeering, maar de Vorft of Regeering om het Volk is, zo moet deze waarheid in een Republiek als het vrygevogten Nederland, des te meer als een onverbreekbaare Staatswet werden befchouwd: dewyl de grondleggers deezer vryeRegeeringsvorm, zig uitdruk kelyk op deze Wet der Natuur hebben beroepen, toen zy voor bet oog van geheel Europa, ja van meer dan een waerelddeel, hunnen eertyds Heer, Philips den 2den, op' den 26 July 1581 vervallen verklaarden van de Souvereiniteit en Regering, tot een Fundament daar toe leiden: „ Dat een Prince van den Lande van Gode gefteld is, ?, hoofd over zyne Onderzaaten , om dezelve te bewaaren „ ende befchermen van alle ongelyk, ovetlaft ende ge welt, „ gelyk een Herder tot bewaernisfe van zynefchapen; en- de dat de Onderzaten niet en zyn van Gode gefchapen „ tot behoed van den Prince, om hem io alles wat hy beveelt, weder het Goddelyke ofte Ougoddelyke regt ofte on„ regt is, onderdanig te wezen, ende als flaven te dienen; „ maar den Prince om de Onderzaten wille, zonder de- „ wel- s, huishoudelyke béfchikkingen in de Compagnien tot het teekenen „ van gemelde Declaratoir eenparig gerefolveerd, omalledeCom. pagnien, zoo Schutters als Wagtvryen en Üitkopers op te roe „ pen , het Stuk voor te leezen en dadelyk zo veel mogeiyk d»or Officieren vooraf gegaan te doen teekenen , en de rest by de R.e- „ fpeftive Sergeanten; gelyk mede advertentie te doen by het voorleggen ten dien einde op andere publieke pruilen gelyk „ zulks broeder vermeit is by Refolutie van de Comp. de Hand„ voedboog. EXTRACT uit de Refolutie der Compagnie de Kandvoedboog. Woensdag den 6 Decemb. 17S6. Vergadering van de Officieren der Compagnie de Handvoet- boog — Waar in door onze Gedeputeerde werd voorgebragf „ Eene deductie of Declaratoir, van het Volk van Neerland &c fiat infertio. L Wiaar over gedelibereerd zynde, is het zelve unaniem by al5, le de Officieren dezer Comp. gegouteerd, en gerefolveerd, om „ de Compagnie, zoo Schutters, als Üitkopers en Wagtvrye legaal op te roepen, ten eynde het zelve te doen onderteekeaen ^ waar in de Officieren zullen voorgaan. En is verder gerefol. „, veerd, om op een volgende dag, de iuwoonders vanbuytende „ Waard en Catharyue Poorten, ten zeiven Eynde te doen con. Ia voceeren. Ea dan vervolgens de voorfchrseve Dednftie, ten „ welke hy geen Prince en is, om dezelve met Recht et» „ Reden te regeeren, voor te ftaan, ende lief te hebben „ als een Vader zyne Kinderen , die zyn lyf ende leven zet, „ om dezelve te bewaaren. Het is uit hoofde van deeze onbetwiftbare gronden, en daar tegen overgeftelde gedragingen van Neerlands geweldigen Graaf Philippus de 2de, dat onze Voorvaderen dezen hunne Heer hebben vervallen verklaard en afgezworen; voornamentlyk zig daar 00 beroepende: dat de Regten en Vrydommen des Volks aan het zelve, en niet aan deu Prince behooren, die daarvan bewaarder ea geenfints tot bezitter en willekeurige befchikker was aangefteld, en waar toe hy ook door een plegtigen Eed aan het Volk verbonden was. -- Hebben onze Vaderen in dit alles de Wetten der Natuur en de Regulen eener gezonde Staatkunde ge voigd, dan is het uit kragte van dien even onbetwiftbaar, dat het Oppergezag, na 4e afzweering, aan niemand heeft kunnen te rug keeeren, dan aan die geene, uit wiens boezem het was gefprooten, te weten het Lichaam des gantfchen Volk, dewyl de uitoefening der oppermagt, dat is, de „ huyze van den Scriba, ter teekening te doen voorleggen, toz „ dat het zelve ter inleevering zal worden opgeeyfebt; en zal van „ dit voorleggen, het Pulliea, dxr [een Advertisfemeut in de Courant „ «orden geadverteerd. En wierd door Officieren verzogt, om yder „ een Exemplaar te mogen hebben, ten Eynde het nuttig gebruik „ daar van te kunnen maaken; en nog twee Exemplaaren , Een, „ voor de Sergeanten en een om in de Compagnies Papieren be„ waard te worden^ In kennis van my. (was geie' ,, houdende de reedenen waar toe dezelve dienen moest, „ in zyn geheel hier opgeeven (*) Deeze Vergadering „ duurde tot den 18, wanneer dezelve foo als men in de „ Utrechtfche Courant opgaaf, op reces fcheide, in welk „ dagblad, men ook niet in gebreeken bleef: voorre wen„ den, als of daar iets zeer gewigtigst was behandelt, ons „ is echter uit autentique ftukken gebleeken, dat er niets » ge- (*) WEL EDEL. GESTRENGE MANHAFTE HEEREN! Ingevolge het UI. Anykel van het op den 3 Augmtus jongstleeden gearresteerde Reg:ement voor de Algemeene Vergadering van Gewapende Burger Corpfen', hebben wy, op fpeciaal aanzoek der extraordinaire Provintiale Utrechtfche Vergadering, da eer, Uw. Ed. Geftr. Manh. by deezen aan te fchryven en teinviteeren, tot bet hoaden eener extra ordinaire Vergadering van Gewapende Burger Corpfen alhier binnen Utrecht, op den is November aanftaande, des morgens om 9 uuren precies, op de gewoone Vergaderkamer , ten einde te delibereeren over de meest gefchikte middelen, om het Vaderland uit den prajfenten algemeenen nood te redden en daar toe een convenabel Plan te beraamen ea te bepaa'en, in hoe verre de Gewapende Burger Corp. zen het zy off, of Defenüve, daar toe zouden kunnen mede westen of worden geempioijeetd. En ten einde in deeze Vergaderiog de nodige, efficacieufe middelen, ter bereiking van het boven gefielde einde te kunnen be. ramen, verzoeken wy Uw Ed. Geftr. Msnh. derzelver Gecommitteerden met zodanige ruime last te witten voorzian, ais nodig H tot liet arrefteeren vin een daar toe vereischt Plan vaa Operati* en Executie van het zelve. Verzoekende tevens dat, zo 't mogeiyk is , imusfehen de Burger Corpfen waar dezelven gecombineerd zyn, niet. uit e kander fcheiden voor den uilflag en afloon» van deeze. aanftaande Vergadering, Waar mede wy, U.Gode bevelende, de eer hebben ons te noes men. ... , Wel Ed. Geftr. Manh. Heeren! UEd. Geftr. Manh. Dienstvaardige Dienaare* J, A. d' Averhoult ■uke Preftdent Utrecht den en oit Iast derzdver s5 Oftob. J. v. MANEN, Adz,- I78<5. Stcretarïs. ï. S. Hebbe by deezen de eer, Uw Ed. Geür. Manh. tot «- zenden de Notulen der Vergadering van 1 Augustus jongstleden; Mitsgaders, ingevolge Refolutie dier Vergadering, de fpecificatie «an het aandeel vaa UEd. Geftr. Maan. Departement indeberei* tOOS-  „ gewigtiger voorviel, dan het benoemen van eene Com„ mifiïe tot expeditie der Burger Militaire zaaken in de f, Vereenigde Gewesten: dewelke dan ook ylings werk„ faam geweest is, zoo als kan blyken, uit de Circulai„ re Misfive welke die Commisfie den 16 Decemb. heefc f, gefchreeven (t) gelyk er ook ter dier Vergadering, om- „ trend Voorheen gemaakte kosten, tot het drukken derNotu'en , Addres fen, Acta, Poincten en Brieven van befchryvinge enz, en verdere fchryfmaterialen, voor de voorige Vergaderingen, zo als aan den voet deezes is genoteerd als. Voor het aandeel in boven ge-.oemde. Kosten tot de Vergaleriog van 6. Dec. 1784. ƒ Item 10. Febr. 17S5. ƒ Item 14. Juny. ƒ Item r. Augs. i7Sd ƒ Somma, ƒ waar meede de eer heb My te noemen Uw Ed. Geftr. Manh. Dienstvaardige Dienaar J. vas MANEN. Adz. Sec rctaris. (T3 WEL ED. GESTR. MANH. HEEREN! Door de Nationaale Vergadering van Gewapende Burger Corpfen, extra ordinair gehouden alhier op den 15. November jongstleden , zynde Gecommitteerd tot de expeditie der Burger Militaire zaaken in deeze Vereenigde Gewesten en alles wat daar toe is dienende, ingcvo'ge daar vau aan ons uitgeleverde ampele inftructie , hebben wy, om in deezen san onzen last naar vermogen te Voldoen, in den aanvang onzer teegenwoordige byeenkomst, nodig geoordeeld', ons in de eerfte plaits te moeten infbrmeeren, naar den ftaat en fierltte in geoefende Manfchappen by de refpective Gewapende Burger Corpfen , welke gefchikt zyn om in cas van nood, des gerequireerd, tot Militaire opera'.ien, zo- te velde als in de fteden geemploijeerd te kunnen worden. Waarom wy de vryheid gebrirken, Uw Ed. Geftr. ManH. by deezen te verzoeken, dat dezelve aan ons, is het migelyk binnen den tyd van 14. dagen, bovengemelde opgave zcl'en gelieven te doen, en ons terer.s dsarby te informeeren, of zich by Uw Eds Departement cok zodanige Perfonen bevinden, welke door Militaire Kundigheden en ondervindirg , gefchikt zouden zyn, om als Opper-of Mindere Bevelhebbers te kunnen ageren. Het is ook ten gemelde einde , ën ingevolge onzen evengezegden Last, dat wy, inziende de noodzaakelykheid eener egale inrichting onzer refpective Gewapende Corpfen, zal men te eeni§er tyd m:t eenig fucces g^ecombiEeerd, ten dienfle vau hetlieve Va- „ trend de aanmoediging van het Nationale Fonds, is ge„ handelt, edog weinig afgedaan. „ Den 17. November continueerde Haar Edel Mogende „ de Heeren Staaten van Utrecht, weederom te Amersfoort, j, het reces hunner Vergadering, in de welke, aan de Staten j, van Holland, hierna volgende Misfive gefchreven wierd. ED. Vaderland kunnen ageren, hebben noodig geoordeeld, Uw Ed. by deezen tevens te moeten op 't inftantelykst recommanderen , derzelver Corps op eecen even gelyken voet interichten en te oefenen. Dan daar zulk eene generale inrichting niet kangefchieden zonder een bepaald geregeld voorfchrift aan de hand te geven, zo vinden wy, als her. gefchikfte daar toe, vooral aangaan, de de inrichting der Battaillons uit vier Compagnien, het ten bo*. ven gemelden einde expres vervaardigde nationaal Burger - Militaire Handboek, alhier in 't begin van dit jaar uitgekomen. Naar welke verdeeling van Compagnien of diviüen, en derzelver fterkte en daar naar geëvenredigd getal en rangen van Officieren» wy Uw Ed. Geftr. Manh. zouden verzoeken, derzelver refpeftt-. ve Corpzen, zo na mogeiyk interichten en te oefenen. ten einde daar door, in cas van combinatie, alie confufien "voorte komen, welke men reeds by de ondervinding befpeurd heefc, eea noodwend;g gevolg te zyn der differente wyze van inrichting en oefening* En daar wy met grond veronderfrelle», dat Uw Ed. in denl tegenwoordigen zorglyken tyd , aanhoudend zullen roordgaan, zich en derzelver Manfchappen al meer en meer docr eene gefladige oefening te perfectioneren in de vaardigheid en acuratesfe in het behandelen der wapenen: zo verzoeken wy ook vooral, dat de Battaillons wyze Exercitiën mede, zo verhetSaizoenmeJ mogelykheid toelaat, aanhoudend worden voordgezet, en zelfs, inzonderheid ten platten Lande , waar zulks veel al buiten combinatie met differente Corpfen niet kan plaatshebben; die combinatie zo veel mogeiyk worde be -.verkftelligd , ingevolge bovengeme'd voorfchrift — alles ten einde onze Gewapende Burgermagt niet te laat ha:re zwakheii en gebrek befpeure, indien eerlang den nood van het Lieve Vaderland en de dierbaare Vryheid dezelve te Wapen en te Velde mogt roepen. En daar wy generaal door onze Committenten mede zyn gelaat tot alles wat ter verbeterirg van het. Nationaal Burger Krygsweezen zoude kunnen ftrekk-n, om krachtig en vereend te kunnen ageeren, zo is het, dat wy Uw Ed. by deezen ten ferieusta aanbeveelen, het aanleggen van eenige Gavallery ea Anillery—■ waar toe, onzes erschtens, zonder groote kosten , zouden km> nen dienen in de Steden behalven de zogenaamde plaifler Paar» den ook de Pasrdtn wilke Trafikanten als anderünts in hann» ffc-  C 212 ) ED. GROOT MOGENDE HEEREN. Wy hebben in onze Vergadering van heden wel ontvangen Uwer Ed, Gr. Mog. Misfive van den 13 daar te voren, waarby Uw Ed. Gr. Mog. ons copielyk hebben doen toe- ko» komen de Misfives aan de thans zig qualificeerende Regt* ringen der Steden Utrecht en Wyck by Duurftede gefchreven, en ons voordragen om ter bevordering van eene meerdere Kalmte de Militie in deze Provincie gebracht, zo niet affaires gebruiken , wanneer dezelve tusfclientyds dat zy geen dienst doen, op de Trom, Musouetfchoet, en het Rydeu en Zwenken in geleederen, van tyd tot tyd gedresfeerd wierden — en waar toe genoegzaam zoude zyn, indien men by iedere tien jnan infanteristen een zodanig gedresfeerde Cavallerist had, aileen gewapend met een Koppel Piftolen, en een goeden Turkfchen Sabel, waar toe de modellen by de ondergeteekende ter bezigtiging zyn: waar toe zich even ligt onder de landlieden ea hunne Paarden het genoegzaame aantal zoude laaten vinden. (1). Met geen minder fucces, zyn my van oordeel, dat men z:ch zoude kunnen bedienen van zulken, wier genegenheid of vat. baarheid zich niet zeer tot de behandeling van het mmquet fchikte, om dezelve tot de nodige artilleristen te cmployeeren, waar toé men dezelve bekwaam zoude kunnen oefenen met een metaaien Veldllukje drie ponds caüber, of zodanig ander als men het gereedfie daar toekende bekomen: en welke wy oordeelén dat by veele Departementen ligt nit eigen koste zoude kunnen worden aangefchaft, en mogeiyk by anderen in Holland by adres aan Hun Ed. Gr. Mog. uit de Magazynen ter leen zouden kunnen fcekomen worden, mits men initoad voor de reftitutie en repatarie in geval van eenig manquement. Wy twyfelen niet of Uw Ed. Geftr. Manh. zullen met ons. br eene aandagtige cverweeging genoegzaam inzien het cnontbeerbaar nut, dat ons Vaderland, in alle ongelegenheden, zo van buiten als binnenlandfche vyanden van deeze verbeterde inrichtingen zouden kunnen trekken, wanneer dezelven en corps ver eeBigd, doof vrywillige Cubordinatie en discipline verbonden daar oelang en zucht voor het Vaderland en de waare Vryheid be zield, den vyanden van dezelve zoude moeten onder de oogen zien ^Ge'yk my van niet minder nut zouden oordeelén het engagee ren van eenige goede Jaagers, als Scherpfchutters, met korte bus fchen voorzien O" modellen als voren) by alle zodanige Corp zen by welke de gelegenheid zulks aanbood. En daar de goede discipline de kracht van een Leger moet uil maken, is het de zaak van elk, die eenige directie in dehuishoi ding van een gewapend lighaam heeft, door behoorlyke orde e Subordinatie deeze inwendige kracht en fterkte al meer te doe toeneemen. — Gelyk wy meede daartoe gelast zynde, onsbekwa; men tot het formeeren van een gefchikt ottwerp en Generaal Ri glement, om hier in algemeen te doen dienen , en het welke wj sa behoorlyke approbatie , de eer zullen hebben ter verdere ui «wering aan alle ds Corpfen rond te zenden. Intusfchen hebben wy nodig geoordeeld, uit hoofde van het onderfcheiden calibcr der geweeren , Uw Ed. te herinneren, de. noodzakelykheid van het aanfch»ff.=n van een Kogelvorm by elk, departement en het in voorraad houden van een genoegzaam aantal Kogels per man, of wel van Scherpe Parroonen, of de nodige ingfedientie om dezelve altyd oogeablik'yk in gereedheid ta kunnen brengen. Wy verzoeken dat Uw Ed. de bovengemelde, informatien behalven aan den ondergeteekenden, gelieven te addresreeren aaa een der tegenwoordige Leden ouzer Commisfie. Als in Gelderland, de Beer Mr. J. L. Hafhoei , Advocaat te Z«tp hea , in Holland A. G. Mappa te Delft, en in Overysfel Mr. H. J. Cnff te Kampen, en J. A. 'Boots te Znol. Waar meede wy de eer hebben ons te noemen. WEL ED. GESTR. MANH. HEEREN! Utrecht den Uw ej. Geftr. Manh. d. v. Dienaarea 2Ó- ncc> de Nationale Commisfie ter expe- I78lS> ditie der Burger Militaire zaaken. En uit last derzelve J. v. MANEN Adz. Secretaris. (ï) Dit was voorwaar eene zeer gezonde Staatkunde om zon." der veel kosten, mannen te paard, te bekoomen, gewapend met een coppel piftoolen en een turkfche Zabel; maar meer ook niet, want zig te willen vlyen daar door eene Cavallerie welke in omftandigheeden van een bekwaam gebruik zoude zyn, is van alle grond van waarfchynelykheid, ontbloot voor al warneer men zig een idee wil formeeren van een dus zaamgeraapt Corps Cavallerie, 't welk volgens de armature ligte Cavallerie zoude moeten verbeelden, en na de opgave der paarden, zoude gemond erd zyn, op de grootfte en zwaarfte beeften, welke doorgaaas, by Trafican» ten, die in hunne affaires paarden nodig hebben gezogt worden, Wel is waar dat men hier teegens zoude kuanen zeggen, dat men, daarna een fchifting zoude hebben gemaakt, en na evenredigheid d-r paarden , ligte en zware Corpfen Cavallerie geformeerd maar daar was dan de ruyter noch na gemonteerd noch na gedresfeert welkers onderfcheide bediening ook eene onderfeh.ide exercitie of beoefening vordert en 't welk niet eenvoudig geieegen is in hn Ryden en Zwenken in geleederen. Wy agten deeze idee te b hooten tot al zulke plans, welke fchoon op hu papier fchynen } doch waar van de onmogelykheid zig in de praflyk doet zien. n n 1* 1n,  i 213 3 «iet geheel immers het voornaamfte gedeelte uit dezelve te doen trekken; En offchoon wy wel gewenschthadden, dat U Ed. Gr. M. tot betoon van Hoogst derzelver geadopteerd fyftema van Neutraliteit niet hadden gelieven goed te vinden afzonderlyk te fchryven aan Regeeringen, die naar ons begrip nimmer als wettige vertegenwoordigers van de Burgeryen en Ingezetenen dier beide Steden konnen worden geconfedereerd en wier acceptatie van Uwer Ed. Gr. Mog. geoffereerde mediatie dienvolgende in dezen opzichte van geen gewicht kan wezen, maar integendeel ons gevleid hadden, dat juist die aruigenome onzydigheid Uw Ed. Gr. Mog. zouden hebben gepermoveerd, om de qualificatie van die beide Regeringen geheel in 't midden te laten, immers die door generlei addr'esfen eenigen fchyn van wettigheid by te zetten ("gelyk wy nogtans vertrouwen , dat dit Uwer Ed. Gr. Mog. intentie geenzins kan zyn geweest) zo hebben wy niettemin metbetrekkinge tot de zaak zelve met genoegen uit het een en ander gezien, dat U Ed. Gr. Mog. genegen zyn de aangeboden en door ons voor vier maanden reeds met^zo veel ernst gereclameerde mediatie gevoegd by die der gezamenlyke Bondgenoten, dadelyk te prajfteeren, en daartoe eenen gefchikten weg te baanen; wy hebben altyd alle die bewegingen en extraordinaire middelen van defenfie in de beide voorengemelde Steden en byzonder in Utrecht tegen eenen aanval, waar van geen fchyn of fchaduw voorhanden was, of tegen eenen vyand die niet exteerde, aangezien als volftrekt nodeloos en verderfelyk voor den welvaart van die beide Steden, waarvan de bevindinge alreeds maar alte veel onze gedachten (tot onze finerte) bevestigt, en waarvan de goede Burgeryen en de Stedelyke Finantien, ja de geheele Provincie nog lange de treurige ondervindinge zullen behouden, gebeurtenisfen waaraan de Nakomelingfchap, zo wy vertrouwen, naauwlyks geloof-zal konnen geven, dat dezelve zich ooit hebben konnen realifeeren. Het kan ons uit dien hoofde niet dan aangenaam wezen, dat UEd. Gr. Mog.' alle die kostbare en extraordinaire middelen van zogenaamde defenfie insgelyks als fchadelyk fchynen te befchouwen, en die beide Steden tot het ftaken derzelve vermanen, en wy hopen dat deze Uwer Ed. Gr. Mog. exhortatien op de gemoederen van het misleid gedeelte van Utrechts Ingezetenen, van het bedoelde fucces Stuk No. 54. zul- zullen wezenen dat geene effeftueeren, het welk, noch onze meermaal gereitereerde verzekeringen, noch zelfs die van Uw Ed. Gr. Mog. tot hiertoe hebben konnen daarftetlen. In regendeel Ed. Gr. Mog. Heeren men is voortgegaan en gaat dagelyks nog voort de Burgeren en Ingezetenen met de nodelooze en lastige inquartieringe van eena menigte zogenaamde auxiliairen Burgers meestal uit Uw Ed. Gr. Mog. Provincie met violatie van het Territoir dezer Provincie binnen die Stad getrokken te belasten, ment continueert op de wederregtelykfte wyze ons té ontzetten van het emploi van s1 Lands penningen ten nutte van de Provincie zelve, en fielt ons buiten ftaat de nodige betalingen aan de Generaliteit te doen, en de Plichten van het Bondgenootfchap te vervullen, men fpolieert van tyd toe tyd de Comptoiren van 'S Lands gemeene middelen waaruit men tegen het uitdrukkelyk en herhaald protest van hen, die by ons wettiglyk tot den ontvang dier penningen zyn Gecommitteerd, meer dan 67000 guldens bereids heeft geligt ; ja men heeft zelve den Ontvanger van een der groote Comptoiren op eenen dreigenden toon getracht te beweegen om 20000 guldens aan den pretenfen Raad te laten volgen en deliberatien over zyne perfbneele veiligheid aangelegt, die nogtans, de voorzienigheid behaagt heeft, dat tot hiertoe tot gene conclufie zyn gebracht, nog onlangs heeft men van den concherge van der Heeren Statenkamer op naam van den pretenfen Raad de fleutels der vertrekken afgeeischt en by weigering van denzelven de vengfters doen toefpykeren en de deuren doen verzegelen; omme hn niet te fpreeken van het ongelukkig lot van den Pander van onzen Hove Provinciaal die in Officio binnen de Stad Wyck fungeerende, aldaar in hegtenisfe genomen en nu zederd maanden gevangen gehouden word; Eenè mishandeling een onfchuldig Ingezeten van deze Provincie aangedaan, van dien aart, dat wy vermeenen, datWy het nimmer voor onze Ingezetenen zouden hebben kunnen verantwoorden, denzelven niet eerder verlost en tegen alle geweld geprotegeerd te hebben, zo wy niet door Uw Ed, Gr. Mog. en de verdere Bondgenoten van alie Extra Ordinaire middelen gedehorteert en tot het accepteeren vanDerzelver mediatie en tusfehenkomst vermaand waren geworden. Daden van geweld en overheerfehing, die wy tot ons leedwezen met nog verfcheide anderen zouden konnen ver-' mee» Hhh  B-eeBlgnildigeri, dan die Wy, om de verwyderinge niet te vergroten, liefst verkiezen met ftilzwygen voorby te gaan, alleenlyk het bovengem. aanftippende om U Ed. Gr. Mog. en de verdere Hoge Bondgenoten te overtuigen van de hoge en dringende nood, waarin deze Provincie zig bevind , en van de noodzakelykheid daaruit geboren om eindelyk door eene fpoedige tusfc'ienkomst deze Provincie van het totaal bederf 't welk haar dreigd, te redden en aan de owerheerfchinge en het geweld paal en perk te ftellen. Terwyl wy van onze zyde op de inftantien van U Ed. Gr. Mog. eu de verdere Bondgenoten van alle middelen toteigereddinge hebbende afgezien, vermeinen met het hoogfte recht en op gronden van het Bondgenootfehap dit van onze Bondgenoten te konnen reclameeren, eu niet verandwoordelyk willen gehouden worden voor deruineufegevolgen, fchadens, verkortingen van 's Lands ingezetenen in hunne na tuurlyke en Burgerlyke Vryheid, welke uit een verdere uitftel. van prompte voorzieninge meer en meer zullen proflueeren. Wy hebben intusfchen met genoegen vernomen, dat U Ed. Gr. Mog. insgelyks de Stad Utrecht, hoe zeer anders buiten allen tegenfpraak best gefchikt tot het honden der. conferentien tot Mediatie in derzelver tegenwoordige fitur atie niet tot vrye deliberatien gefchikt oordeelén, en het redres hiervan tragten te effectueren door zodanige middelen als UEd. Gr. Mog. vermeenen daartoe te kunnen verItrekken; dan wy kunnen niet zien,, hoe UEd. Gr. Mog. daarentegen van ons zouden kunnen vergen , dat wy de weinige Militie in deze Provincie gebragt,. geheel ofte wel het voornaamfte gedeelte in dezen ftand van zaken uit dezelve zouden doen trekken -r wy behoeven alhier niet te herhalen de redenen die ons genoodzaakt hebben eenige Militie binnen deze Provincie te ontbieden, alzo wy hiervan en van onze oogmerken met dezelve al aanftonds UEdGr. Mog. en de verdere Hoge Bondgenoten, zo wel als de Ingezetenen der Steden Utrecht en Wyck by Duurftede, door middel van de gerechten eene volledige opening hebben gegeven* en waar uit UEd. Gr. Móg. naar ons begrip zig ten vollen overtuigd zullen vinden, dat geen grond tat wantrouwen , of voedfel tot verdenking met betrekking tot de daar door gebuteerde oogmerken , aan Utrechts ingezetenen heeft konnen overblyven , immers "wy Itecea bet niet. by bovengemelde verzekeringen, maat ga¬ gaven zelfs aan de Commandanten dier troupes by het inkomen in de Provincie de precife ordres van niet toetelaten dat een hunner. Manfchappen gewapend het Territoir van die beide Steden zouden naderen; Het kan UEd. Gr. Mog. en alle Ingezetenen van Utrecht en Wyck ook niet onbekend wezen, dat wy die Troupes niet ontboden hebben, dan tot beveiliging van 'sLands goede InenOpgezeteiieii en verzekering van onze eige Vergadering, na dat 30 en aldus verre het grootftegedeelte, der wettige Regenten der Stad Utrecht op eene feitelyke wyze door het gewapend gedeelte , edoch de naam der ganfche Burgerye misbruikende, van hunne posten waren ontzet : na dat wy genoodzaakt waren, door de gedaane infinuatien en bedreigingen onze Vergaderingen buiten die Stad te houden .• na dat gewapende Patrouilles uit die Stad op de distantie van meer dan een uur op verfcheide dorpen zich vertoonden, en met violatie van het territoir; der Provincie, zich van de Leden, onzer Vergadering tragteden meester te maken, en alzo fchrik en vreeze by veele Ingezetenen van he't'platte Land veroorzaakten. Wy willen gaarn aan het equitabel oordeel van UEd. Gr. Mog. overlaten, of van ons zoude konnen worden ge* vergd, zo lange zich geene wettige Regering binnen de Stad Utrecht bevind, zo lange gene wettige en geregelde. Rechtsvordering binnen dezelve plaats heeft, zo lange dezelve bezet biyfc door eene menigte vreemde gewapende Burgers, ons te ontdoen van die weinige Troupes, die alleen tot bewaringe der ruste en beveiliging der Ingezetenen moeten dienen ,, en ons te verlaten op verzekeringen van Lieden, die tot nog toe zich doorniets anders hebben ggfignaleerd dan door diergelyke daden, als waar van wy hiervoor eenige reeds hebben opgenoemd. Zeker zo lange al het voorengemelde binnen Utrecht plaatfe heeft, zo lange ook UEd. Gr. Mog. Provincie, zo wel als de Provincie van Gelderland, door zulk een buitengewoon getal Troupes bezet gehouden worden, zo lange,: wy herhalen dit, kan van ons niet worden verwagt, dat. wy die weinige Militie zouden verzenden, en ons en on^ ze goede Ingezetenen blootftellen aan het geen eene on* wettige Regeering en een misleid gedeelte van UtrechtsIngezetenen, aangezet door weinige vreemdelingen, dieby den ondergang en het bederf Stad en Provincie niets te. VC£  nemen. Hoe zeer wy ook anderzins betuigen moeten met allen ernst te verlangen dat wy de gecantonneerde Troupes, met gerustheid konden te rug doen trekken , eu alzoo die diftriften, alwaar dezelve geplaatst zyn van den Last derzelve bevryden, dan welke nimmer aan ons zal konnen werden geimputeerd, maar alleenlyk aan hen, die deze voor zieninge noodzaakelyk maken. Wy hopen aldus dat UEd. Gr. Mog. door de evidentie der bygebrachte reedenen zich geperfuadeerd zullen vinden, dat het point der Militie in geene betrekkinge kan geconfidereerd worden te (laan met de gedaane propofitien aan de Steden Utrecht en Wyck by Duurftede, alzoo wy in den tegenwoordigen ftand van zaken voor ons en onze Ingezetenen alles kwaads te vreezen zouden hebben, zonder dat by iemand uit hoofde van de plegtig gegeven verzekeringen eenigen argwaan tegen ons kan worden opgevat. Voords Ed. Gr. Mog. Heeren zullen wy thans met ftilzwygen voorbygaan zekere periode in UEd. Gr. Mog. Misfive aan de Stad Utrecht, met betrekking tot de qualificatie door UEd. Gr. Mog. den 6 Oftob. laatstleden Op derzelver Gecommitteerden, alzo wy ons daarover by onze Misfive van den 12 daaraan volgende, aan UEd.Gr. Mog. ten duidelykften hebben geexpliceert, maar liever declareeren niet alleen, dat wy als nog opregtelyk gezind zyn alle de differeiuiale pointen in deze Prov. (hoe veel reden wy anderzins ook hebben zouden om alvorens eenige mediatie te accepteeren als een preliminair point te bedingen, dat de zaken binnen Utrecht met opzicht tot de Regering alvorens op den vorigen voet herfteld wierden) zonder eenige referve tot objecten der mediatie te maken, indie verwagtinge, dat UEd. Gr. Mog. en de verdere Bondgenoten ook van de andere zyde geene reftriétien uitzon, deringen ofte Conditiën zullen admitteeren, maar ook, dat wy verlangen en op het allerernftigst infteeren moeten, dat UEd. Gr. Mog. en de verdere Bondgenooten derzelver Gecommitteerden tot deze befoignes zonder verder uitftel gelieven te benoemen en herwaards ofte eene andere veilige plaats binnen deze Provincie aftezenden, immers ons niet langer in de onzekerheid te laten , wat wy van dezelve te wagten hebben. En hiermede. &c. » Vor- 15 ) fchap verftaan. Dat de refpective Ontvangers binnen deze Stad Comptoir houdende zal worden afgevraagd, of de¬ zelve eenige aanzoek off verzoek hebben gedaan, en ofF het dienvolgends met hunne kennisfe en toeffemminge is gefchied, dat de voorftemmende Leden op den Naam der Heeren Staaten s' Lands van Utrecht, of van Derzelver Ords. Gedeputeerden te Amersfoort VergaderendedeCom» misfarisfen van de gemeene Middelen binnen dezelve Stad Amersfoort hebben gequalificeerd tot het ontvangen dec penningen en ongelden in de refpeftive diftriften deezer Provincie wordende gebeeven en zulks in naam en voor Hhh a verliezen hebben , elgendunkelyk mogten willen onder- „ Vorders wierd ter Vergadering voorgebragt, volgen„ de Misfive van den Heer E. A. van Foorst Onrfanget „ van de Bisdomstiende. EDELE MOGENDE HEEREN! Den Ondergeteekende vind zich in de verpligting UEd. Mog. kennis te geven dat aan hem als Ontvanger van da Bisdoms Thienden op den 18 Oftober is geinfinueert een Extraft Refolutie by de thans fungeerende Vroedfchap den ri Oftob. genoomen, dat hy aan den Deurwaarder van Olst heeft gevraagd om een Copie van die Refolutie dan tot welkers overgave gem. van Olst declareerde geen lasc te hebben, terwyl den ondergetekende heeft geperfifteerc by zyn verzoek om Copie, welke Copie aan hem op den 9 Novemb, des Nanoens is overhandigd door voorfcr. van Olst waarop den ondergetekende op heden aan van Olst tot antwoord heefc laten toekomen, het genoteerde in dorfo der gem. Refolutie, die Copielyk hier nevens gaat, (f) en waaraan zich refereert. Den Onderger. hoopt dat dit zyn gehoude gedrag enge* geeve Antwoord de goedkeuring van UEd. Mog. zalwegdraagen, in wiens Proteftie hy de vryheid neemt zich aan te beveelen, en met de meeste Hoogachting zich te noemen. EDELE MOG. HEEREN! Utrecht den UEdele Mog Onderdaenigen ea 11. Nov. Gehoorzaeme Dienaar. 1786. (get.) E. A. van VOORST, (t) Copia. EXTRACT uit de Refolutien van de Ed. Gr. Achtb; Vroedfchap der Stad Utrecht. Woensdag den ri. Oftob. 17805 Op het geproponeerde deezen aangaande heefc de Vroed- ( »  Hf ( 216 ) voor rekening van de bovengemelde Ontfangers binnen deeze flad, ten einde de Vroedfchap zoude kunnen weeten, of de meergedagte Ontvangers al of niet gezind zyn zich volgends de ferieufe aan hun gecommuniceerde intentie van Hun Ed. Gr. Achtb. te gedragen. En word de Deurwaarder van Oht gelast en geauthori feert by deeze om voorfz. afvragingen te doen, en daarvan te relateeren. Accordt. In kennisfe van my (was get.) IZAAK FALCK. Geinfinueert den 18 Oftob. 1786. de gevraagde Copie ontvangen den 9 November. ,' Op den 11 November het volgende antwoord gegeven. Op de Infinuatie en afvraging door den Deurwaarder D. J. van Oht op den 18 October laatstleden conform een Refolutie van 11 Oftober gedaan en waarvan de gevraagde Copie op den 9 Novemb. is overhandigd. Zegd Mr. Eduard Amhfurtlus van Voorst Ontvanger van de Bisdoms Tienden, dat hy in qualiteit als Ontvanger by den aanvang zyner 'Bediening van Haar Ed. Mog. de Heeren Staaten dezer Provincie heeft ontfangen een Inflructie,' waarop door hem by gem. Haar "Ed. Mog. den Eed is geyrefteert; aan welke Inftruftie hy zich houd, en verplicht is dezelve na te komen, 't welk hy in allen deelen als een getrouw ontvanger en eerlyk' Man wenfcht te doen. „ Ook wierd de volgende Misfiven van Commisfarisfen ,', van t Wyn en Bier Comptoir gelezen. EDELE MOGENDE HEEREN! Wy vinden ons wederom in de noodzaakelykheid ge bracht van aan UEd. Mog. kennis te moeten geven dat ten onzen Comtoire gezonden is het volgende EXTRACT uit de Refbhuien van de Ed. Gr. Achtb. Heeren Borgermeefteren en Vroed, fchap der Stad Utrecht. Maandag den 6 Novemb. 1786. Op het gereprefenteerde dezen aangaande auftorifeert de Vroedfchap de HeerenPronckert, Egeling, deJoncheere, Vos van Zyll enMarret om onder dezelvedeclaratoirén en guarantie, als by Vroedfchaps Refolutie van den 37- Oftob. dezes jaars vermeld zyn, uit de kasfen van de Wyn Wyfi en Biercoratoiren te ligten zo veele penningen als daa? voorhanden zyn. Accordeert &c. (get.) . N. T. van VOORST. Ingevolge van dit Extraft zyn door de Gecomdens in het zelve vermeld dezen nademiddag uit de Kas van ons Comtoir van 's Lands peuningen geligt eene fomme van ƒ4895:11:2. en welke fomma met die vau ƒ 5300:-: in onze voorige gemeld ten Comtoire van het anderdeelhadden behooren bezorgt te worden, zo dat wy dus buiten ftaat gefteld zyn geworden van iets van den ontfang in de maand Oftober ten Comtoire van den Ontvanger van 't anderdeel te zenden. Wy hebben dezelve redenen geinhsereert, welke wy de> eere gehad hebben in onze voorige aan UEd. Mog. te meiden , wy hebben wederom niet kunnen nalaaten daartegen ten fterkften te prorefteeren, wy verzoeken eerbiediglyk, dat UEd. Mog. deze Communicatie tot onze verantwoording en decharge zullen gelieven te doen ftrekken. Waarmede wy UEd. Mog. in de Goddelyke befcherminge aanbeveelen en zyn. ED. MOG. HEEREN! Utrecht den £ UEd. Mog. Ootmoedige Dienaaren 10 Nov. (get.) J. G. FEITH. 1?s6m J. C. MARTENS. ED. MOG. HEEREN. De Ondergefchreven als Commisfaris van Hun Ed. Mog. Comtoir tot den ontvangst van den Impost op de Bieren en 't Gemaal binnen Utrecht heefc de Eer by deeze Uw Ed. Mog. te berichten-, dat niet tegenftaande de fterkfte proteftatien van den Ondergerchreve uit de Casfe van den zeiven Comtoire geligt is op voorleden vrydag den 10 de zer Maand November 1786 eene fomma van ƒ5000: •.- onder volgende quitantie, gefteld onder de voorigebyUEd. Mog. bekend „ Ontfangen in qualiteit als boven den 10 November 1786. eene fomme van vyfduizend guldens, (get.) J. C. Pronckert, Jb.de Joncbeere, en G.C.Egeling. Waar mede UEdele Mogende in de befcherminge des Allethoogften aanbeveelende; de Eer heeft ce blyven. EDELE MOG. HEEREN. Utrecht den Uwer Ed- Mog. Onderd. en gehoor- 14 Nov. zame Dienaar. 1786. (get.) GERARD van WIERINGHE. » Als  C 217 ) Als nog -eene Misfive van den Octfanger Voet van n fVinifen uit Utrecht luidende. EDELE MOG. HEEREN! De Ondergetekende Ontvanger van 't anderdeel der Generale Middelen 'sLands van Utrechtheeft'tvan zyn plicht geoordeelt UEd. Mog. te moeten informeeren , dat op Donderdag den 16 Nov. 1786. zig ten zynen Huize vervoegd hebben de Heeren Pronkert en Egeling, aan den ondergeteekende ter hand Hellende feker Extraft. uit de Refolutien defer Stad in dato 15 Novemb. 1786. houdende authórifatie op fekere daarby genoemde Heeren , om uit het Comptoir van den onderget. te ligten een fomma van twintig duyfend Guldens (waar van d'eere heefc by deefe fimple copie aan UEd. Mog. te doen toekomen) vragende wyders die Heeren den ondergefchreevene, daarop ten eerften te willen antwoorden, den Onderget. daarop zich zyne inftruftie en den Eed aan de drie Leden van Staat indagtig makende, heefc geantwoord het zelve niet te kunnen doen alfoo ftrydende was tegen deszelfs beëdigde inftruftie waarop de Heer Pronckert repliceerende vroeg, of de onderger. zig dan aan zyne inftruftie hield, hetwelk rnet jaa beantwoord zynde, het diezelfde Heer geluste te feggen, te raaden als goed vriend het zelve Geld te doen afgeven, want dat anders niet inftond voor de nadeelige gevolgen, welke daaruit voor den Onderget. zouden kunnen proflueeren, op welk gezegde de ondergeteekende dien Heer geantwoord heeft, dat hy den eed op zyne inftruftie gedaan hebbende als een eerlyk Man verpligt was; dien felfden eed ook te onderhouden, fig moetende getroosten, dat alle onaangenaamheden, daar uitvoortvloeijende, hem alleen overkwamen, om dat hy als een eerlyk Man gehandeld hadde. De Ondergetekende verfoakt reverentelyk met UEd. Mog. Ordres te mogen worden gehonoreerd, en heefr, naar UEd. Mog. in de befcherming des Allerhoogften aan bevolen te hebben , de Eer fich met alle eerbied te noemen. EDELE MOG. HEEREN. Utrecht den 16 UEd. Mog. Onderdanige Dienaar Novemb. 1786. (get.) P. E. VOET van WINSSEN. Copie. EXTRACT uit de Refolutien van de Ed. Gr. Achtb. Heeren Borgermeesteren en Vroedfchap'der Stad Utrecht. Woensdag 15 Nov. 1786. Gehoon rapport van de Heeren Gecommitteerden in defen heeft de Vroedfchap de Heeren Pronckert, Egeling, 1 S-tuk No. 55. de de Jwcbeere, Vos van Z-jll en Marret geauthorifeert zich te vervoegen ten Comptoire van den Heer Ontvanger Paul Engelhert Voet van IVimfen en van zyn Ed. in deszelfs Qt. als Ontvanger dezer Provincie uit naam van Heeren Borgerm. en Vroedfchap dezer Stad te verzoeken en te vorderen , de afgifte van een Capicaale van twintig Duyfend Gulden en daarvoor quittancie te pasfeeren, onder expresfe declaratie aan den Heer Ontvanger Voet van IVinsfen, dat de Vroedfchap voorfz. ligtitige confidereerd en houd als door den Raad felve gedaan, fonder dat hy Heer Voet van IVimfen in deszelfs Qt. daar voor eenigzints direft of indireft aanfpraakelyk of refponfabel zal zyn, als daartoe door den Raadgeconfluiigueerd, belovende de Vroedfchap zyn Ed. des aangaande tegen alle en een ieder te zullen guarandeeren en indemneeren. " En zal Extraft dezer aan voornoemde Heere» Gecommitteerden, als mede aan den Heer Ontvanger Voet van fVimfen worden uitgeleverd. (onderftond) Accordeert in kennisfe vau my (get.) N. T. van VOORST. „ Nog wierd geleezen vo lgende Misfive van de Domein „ Raad vanZ.Doorl.Hoogheid denHeere Prince van Orange. EDELE MOGENDE HEEREN! Heden morgen by ons ingekomen zynde UEd. Mog. Misfive van den 19 Oftob. laatstleden , hebben wy de Eer UE J., Mog. te refcribeeren, dat wy terftond ingevolge Hoogst derzelver Intentie, de nodige aanfchryving aan de Schouten , Gadermeesters en Collecteurs der Ambachts Heerlykheeden van Soest en Bircht, Baarn en Eembrugge hebben laten afgaan , ten einde zig exaftelyk tereguleeren na de aanfchryving van UEd. Mog. in dato 19 Oft, 1786. en geene ordres van wie fulks ook weefen mog te pareeren, dan die van UEd. Mog. ofte Hoogst derzelver Gedeputeerden. Waarmede Wy UEd. Mog. beveelen in Godes Héylige Be« fcherminge, Gefchreeven in 's Gravenhage den 10 Nov. 1786". EDELE MOGENDE HEEREN! UEd. Mog. Gehoorfaame en Ootmoedige Dienaaren. Prefident, Raaden enReekenmeesters derDomynen van zyn Hoogheid den Heere Prince van QRANGE en NASSAU &c. &c. &c. (get.) C. de Verdvn. Ter Ordonnantie van Dezelve loco Graphiarii. (get.) J. Amman. » Ter lii  ( ai8 ) „ Ter gemelde Vergadering wierd ook beflooten, de „ Steeden Utrecht en Montfoort, tegens de Ordinaris Staats„ vergadering van den 6 Decemb.eerftvolgende, tebefchry„ ven, zynde de brieven van Utrecht van volgende inhoud. Edele, Erentfefte, Vroome, Hooggeleerde, Wyze, zeer Voorzienige Heerenl Art. i. Omme te delibereren en refolveren over alle zaken, het beneficeren der gemene Lands Middelen met den aankleven van dien rakende, en in de middelen, die, in den aanftaanden jare, zullen moeten worden geheven , te confenteren. „ Item a,3,4>5,6",7>8- (Zynde de gewone pointen.) En eindelyk op alle andere zaaken, die by voorgaande befchryving onafgedaan gebleeven zyn. Hebben wy. de Gemeene Staaten van den Lauden van Utrecht doen befchryven» jeegens woensdag, die wezen zal den ö December aanftaande, des voornoens ten neegen uuren, op den Stadhuife binnen Amersfoort, UEd. /verfoekende, hare Gecommitteerden , in competente getallen en volkomelyk geautorifeert, mede aldaar ten dagen en uuren, en fine voorfz. te willen zenden. ( „ En hiermede zouden wy deeze onze Misfive van Befchryvinge konnen eindigen, ware het niet, dat wy oas, by Refolutie der Heeren Staaten van den 17 dezer, expreffelyk geauftorifeerd vonden, UEd. te herinneren, dat Hunne Ed. Mog. ingevolge derzelver verpligdng, tot jnaintien van een ieders wettige Rechten en Gerechtigheden, geene anderen voor wettige Regenten der Stad Utrecbt kunnende erkennen, dan die genen, welke op den 32 Oftober 1785 geinttalleerd, en beëdigd zyn: en tot derzelver leedwezen hebbende moeten ondervinden, dat deze, offchoon tot het bywonen der Staatsvergaderingen gecommitteerd, egter, uit hoofde van de ongelukkig plaats hebbende omftandigheden, zig tot heden toe daarvan hebhen laten weerhouden; als nu verwagten en infteren, dat dezelve, en geen anderen,, ter dezer Befchryving zullen compareren, ten einde met de andere Leden van Staat te befoigneren, en refolveren op alle voorkomende zaken, zoo als ten meeften dienfle van het Vaderland in 't gemeen , en van deeze Provincie in 't byzonder, geoordeeld zal worden te behoren ; terwyl wy ons al verder gelaft vinden , ia name van Hunne Ed. Mog. hier by te verklaren, dat Hoogftdezelve, niet dan met de gevoeügfte aandoeningen en en de grootfte finerte, den tegenwoordigen toeftand de. zer Provincie, en in 't byzonder die van UEd. Stad en goede Burgerye, konnen befchouwen, en zig diep getroffen vinden door het verval en de vermageringe, waaraan dezelve thans is bloot gefteld. „ Hoogftdezelve beklagen het ongelukkig lot van Utrechts goede Burgery en Ingezetenen, aan welker ware belangens zy zig op het naauwfte verbonden rekenen. „ Hunne Ed. Mog. hebben nimmer getragt, en zullen nimmer trachten, ietswes aan de wettige Rechten en Privilegiën van UEd. Stad en goede Burgerye te derogeeren: en, integendeel, Hoogftdezelven houden zich verplicht „ die, op-alle mogelyke wyze, ingevolge van derzelver gedanen Eed, te maintineren en te handhaven, even gelyk dezelve zig gehouden en verbonden rekenen, zorge te dra. < gen, dat aan de Hoogheid der Provincie en de Privilegiën en Voorrechten der andere Leden of Steden geene atteinte werde toegebragt. „ Nimmer hebben hunne Ed. Mog. gezocht, deklaagftemme der Burgeren en Ingezetenen over reëele misbruiken en inconftitutioneele gebreken, door geweld, tefmooren; zy hebben zig altoos bereid getoont, en zyn nogbereid 9. daar aan op eene billyke wyze te voldoen. „ Hoogftdezelve weten, dat 'er diergelyke misbruiken en gebreken plaats hebben, en vvenfehen, zoo zeer als iemand, dat dezelve, hoe eer zoo beter, weggenomen en gebeterd worden: maar hunne Ed. Mog. zyn niet minder overtuigd, dat, zal dit heilzaam einde immermeer bereikt, de conftitutie van dit vrye Gemenebeft in 't gemeen, en van deeze Provincie in't byzonder, waarlyk verbeterd, en der Ingezetenen waaragtig geluk en welzyn op den duur bevorderd worden, zulks op eene wettige en conftitutioneele wyze, en geenfins door geweldige of wederregtelyke middelen, gefchieden moet: alzoo door deeze laatften wel de goede Burgerye voor eenen Tyd misleid, de conftitutie gerenverfeerd,'aan de heerschzugt van eenigeyve» raars voldaan , dwang en geweld ten toppe gevoerd, maar nimmer de Burgerlyke Vryheid en veiligheid herfteld zal kunnen worden. En het is ook met relatie tot deeze zake, dat hunne Ed. Mog. de gewoone plaats hunner refidentie niet verlaten hebben, dan na dat hoogftdezelve, door het gebeurde op den 2 Auguftus laatftleden, en opgevolgde nooit gehoorde Infinuatien, op naam der geheele Burgery gedaan, (offthoon hunne Ed. Mog. verre af» zyo.  C 219 ) zyn van alle die handelingen aan het geheele lichaam der goede Burgeren toetekennen) zig hiertoe als genootzaakt hebben gevonden, en het was niet dan met den grootften weerzin, dat hoogftdezelve, ter zake van alle deze geweldige handelingen, en daar uit gebooren vreeze, welke 2ig onder veele Ingezetenen der Provincie in zommige diftricten verfpreidde, zich verplicht zagen, zoo ter beveitiginge van de goede Ingezetenen, en van hunner Ed. Mog. Vergadering, eenige Militie binnen Amersfoort en in zommige diftricten dezer Provincie te ontbieden ; offchoon hoogftdezelve, niet tegenftaande de al aanftonds gegeven vezekeringen, dat deze Militie tot geene andere eindens zoude dienen, en niet tegen de Stad Utrecht of Wyck By Duurftede zoude worden geëmployeerd, hebben moeten ondervinden, dat alle vertrouwen op den Souverain der Provincie en deszelfs gegeven woord, als 't ware, verbannen fcheen, en zonder eenige de minfte reden importante vergeeffche onkoften gemaakt zyn , omde Stad Utrecbt in ftaat van tegenweer te brengen , een menigte van vreemde Ingezetenen ter hulpe zyn ingeroepen, de Burgerye door nodeloze Wachten afgemat, en tot achterdeel van hunne bezigheden en handwerken afgetrokken, eu alzoo de Finantien van de Stad uitgeput, enden Ingezetenen bykans onherftelbare fchadens toegebragt zyn. Ja hebben hunne Ed. Mog. ,niettegenftaandebovengem. p'.egtige verzekeringen en offchoon ten vollen bekend was r dat hoogitdezelve al aanftonds de Mediatie van alle de Bondgenoten hadden verzocht en aangenomen, om alle de gerefen onenigheden door derzelver tusfehenkomfie overeenkomftig de conftitutie en het waarbelang der Provincie,by minnelyke fchikking te vereffenen, nog boven dit alles moeten ontwaren , dat eenige woelzieke en kwalyk gezinde menfchen, die zeker by het bederf en den ondergang der Provintie het minft te verliezen hadden, het zoo ver hebben weten te brengen, dat zelfs de magtigfte Provintie van deeze Republiek, door hunne ruftverftorende uitftrooizels, misleid is geworden, en maatregelen heefc genomen tegen eenen by den zoodanigen gefingeerden aanval, waar van noch fchyn noch fchaduw voorhanden was. Wy zouden deze en meer andere gebeurteniffen verder kunnen uitbreiden, en aantoonen, hoe men ten onrechte ide oogmerken van hunne Ed. Mog. heeft verdagt gemaakt, en en vreeze, haat en wantrouwen , tegen hoogftdezelve aan veele Ingezetenen heefc getragt inteboezemen. Dan wy zyn geauthorifeerd, alleen deeze voorname zaken meteen woord aan te Hippen, op dat 's Lands Ingezetenen, in 't gemeen, en die van Utrecht in 'c byzonder, voor zooveel dezelve zig door valfche verdenkingen en befchuldigingen tegen hun Ed. Mog. niet hebben laten voorinnemen, des te meer overtuigt zouden zyn, dat het nooit aan hun Ed. Mog. die altoos bereid geweeft zyn, en nut nog op 't plegtigfle verklaren bereid te zyn, alle de verfchillen, en onenigheden, op eene minnelyke wyze, tot der Ingezetenen meefte geluk en voordeel, te vereffenen, (en daartoe bereids van hunne zyde gedaan hebben al war, volgens de conftitutie van hun gedaan konde worden) ge» imputeerd zal kunnen worden, indien die niet tenfpoedigfte gefchied, maar alleen aan hun, die deeze heilzame pogingen zouden tragten te verydelen; gelyk hunne Ed. Mog. ook verre afzyn, van het hier voren gemelte als befchuIW digingen tegen het geheele lichaam der Burgaren te doen voorkomen, maar veel eer vertrouwen, dat zodanigen van hun, welke zig door kwaade raadgevingen en verkeerden iever hebben laten vervoeren, by eene meer bedaarde over* weginge van dit alles, van hunne erroneuze begrippen zullen te rugge komen. „ Wy vleien ons dan nog, dat eerlang een commisfie by allp de Hooge Bondgenoten benoemd zal wezen, teneinde het werk der beloofde Mediatie aantevangen, en de fubfilterende onenigheden in 't minnelyke, doch op eener wyze, die met het belang der Provincie en het duurzaam geluk der Ingezetenen beftaanbaar zal bevonden worden* te terminerenen kunnen reeds verzekeren , dat by het houden dier conferentien alle de Leden van Staat belangloos zullen tonen, dat de wettige Privilegiën en Voorrechten der Stad Utrecbt by hun even heilig en dierbaae zyn , als hunne eigen.) „ Wy bidden God Almachtig, dat deeze conferentien tot verbeteringe der confiitutie, tot herftel en behoud van een ieders wettige Voorrechten en Privilegiën, tot we» derbrenginge van de rufle en goede order, en van het on> derling vertrouwen mogen dienstbaar wèzen, enmetzynea zegen tot deeze gewichtige eindens bekroond worden! H Et* lis a.  ( 22Ö ) „ Ea, die aan Montfoort eens luidende is behalven, dat „ in deeze't geen in die aan Utrecht, in parentelis ftaat, „ er was uitgelaaten en met de volgende periode aangevuld. „ Dan nadien, zedert den 19 July laatftleden geene Gecommitteerden wegens UEd- Stad ter Vergadering van de Ed. Mog. Heeren Staaten dezer Provincie zyn gecompareerd, vinden wy ons, ter gelegenheid van deeze Ordinaris Befchryvinge, door Hun Ed. Mog. geauthorifeerd , UEd. teffens hierby te exhorteren, zig niet langer te onttrekken met de verdere Leden van Staat te befoigneren, en refolveren op alle voorkomende zaken, zoo als ten meeften diende van den Lande in 't gemeen; en van deeze Provincie in *t byzonder, zal komen te verftrekken, en over zulks, als naar gewoonte, Uwer Ed. Gecommitteerdens met behoorlyken laft voorzien op gedagte befchryving , en de receffen van dien te zenden ten einde in dee ze ongelukkige cydsomftandigheden, waarin de Provincie zig bevind, gemeenfchappelyk met de andere Staatsleden den dienft van den Lande te bevorderen. Wy bidden God Almagtig &c ,, Die van Wyck, eindelyk ziende, dat Utrecht zonder haar met Hollandfche Regenten handelde befloot zelfs „ by volgende Misfive aan Groningen te fchryven. EDELE MOGENDE HEEREN? In onze vorige refcriptie, van den 25 October laatstleden op de ons zoo vereerende MisCves van UEd. Mogend'e, van den 16 September en den 19 Oftober te voren, welke zoo veele blyken droegen van UEd. Mog. deelneeming in onze belangens, gaven wy ons reikhalzend verlangen, om degerezene gefchillen, en de daaruit voortgevloeide verweideringen tusfchen ons en zommige StaatsLeden dezer Provintie, op eene Conftitutioneelewyze, met het belang onzer Burgery ftrokende, vereffend te zien, welmeenend te kennen, met verdere aanbieding, om zoo fpoedig eenigziiits mogeiyk, UEd. Mog. van ons finaal befiuit in deze gewigtige zaak te verwittigen. Eerder, Ed. Mog. Heeren! hadden wy gewenscht, aan deze onze gemanifesteerde vredelievende verlangens, in welke wy door UEd. Mog. zoo gunftig gedeclareerde intentie Eiet weinig verfterkt worden, te kunnen voldoen; doch ook ook hierin zyn wy door bezef van pligt, om de ware be~ langenS van onze Stad en Burgery fteeds in het oog te houden , en geene gelegenheid, om dezelve te behartigen, ons te laten ontglippen, verhindert; en wy houden ons ten vollen verzekert, dat UEd. Mog. dereden van deze onze dus verre uitgeftelde beantwoording Uwer hoogst gevenereerde misfive zullen billyken. Hoewel de Misfive van het Wel Edel Collegie onzer gequalificeerde Burger-Gecommitteerden, den 24 September van den laatstleden jare aan de Hoge Bondgenoten gefchreven, door de Ed. Mog. Heeren Staten van Holland niet van dien aart, volgens onze informatien, wat geoordeeld, om een onderwerp van derzelver deliberatien te kunnen uitmaken, rekenden wy ons egter-, toen de nood van onze Stad en Provintie ten hooglten. top fcaeen geklommen, op het voetfpoor der SudUtrecbt, verpligt, aan de onder's hands gegeven raad het oor te moeteu leenen , en , door het by misfive vernieuwd imploreeren der adfiftentie van onze Hollandfche Bondgenoten, de Heeren Staten van dat Gewest in de gelegenheid te plaaczen, om hunne goede officien, welke wy, op gronden der Unie van Utrecbt, als een integrerend Lid van het Bondgenoodfchap reclameerden, ten welzyn van onze Stad en Burgery te kunnen aanwenden. Schoon nu onze Boode, door welken wy onzen brief hadden, afgevaardigt, zonder éénig antwoord te rug werd gezonden, werden egter onze voortiitzigten op de goede Officien van onze Hollandfche Bondgenoten, op welke wy , als meede uitmakende het derde Lid van Staat van deze Provintie, een goede aanfpraak meenden te hebben, niet weinig verlevendigt, toen wy in het zekere onderrigt werden, dat er dadelyk, door tusfchenkomst van eenige aanzienlyke Hollandfche Regenten, prtcalable conferentien tusfchen édnige der Voorftemmende Leden en zommige Raden van Utrechts Vroedfchap waren begonnen, van welker inhoud en uitflag of vorderingen wy alle legale kennis derven. Nu, moesten wy denken, zullen de belangens van Wyck by Duurftede het welk- het eerfte der Hemmende Steden zig tegen het geweld voor • de Vryheid in de bresfe durfde ftellen, het welk anderen door den gelukkigen uitflag harer onvermoeide pogingen toonde, wat men door onkreukbaren moed, door beleid beftuurd, en door eendragt verfterkt, vermag, wanneer Ren en Billykheid aan heure zyde zyn nadrukkelyk * wor-  < 221 > worden behartigt; ten minden, wy zouden toenMi. Mog. Heeren! de gedagten, dat Wyck by Duurftede als een onfchuldige, weerloze, zwakke, ter onderlinge bevrediging van magtiger twisters om goederen, welker bezitting alleen aan het Volk behoorde, tot een gewyd offer moest gekozen worden, als onwaardig hebben verworpen. Zoo gunftig moesten wy denken Ed. Mog. Heeren! Dit weinige, dit aan ons, als een integreerend Lid zoo wel van het hoge Bondgenoodfchap, als van deze Provintie, verpligtte, moesten wy van onze Hollandfche Bondgenoten verwagten ; en hierom vorderde van ons de voorzigtigheid — dus verre in dit netelig tyds gewrigt onze veiligde leidfter — om, toen reeds onze gloeyende hoope door den grievenften kommer was vervangen, zoo lang te blyven ftilzitten, tot het toeven in ons misdadig zoude zyn geworden. Dit tydftip is daar, Ed. Mog Heeren! Het blykt volkomen, zonder de plaats zelfs voor den twyffel overtelaten, dat Wyck by Duurftede — fchoon mede uitmakende het derde Lid van Staat in deze Provintie —geen genoegzaam waardig voorwerp fchynt voor de attentie der Hollandfche Staats Leden, te weten, om derzelver veel vermogende Officien, ten welzyn van deze Stad en Burgery, te willen employeeren: Het blykt volkomen, dat Wyck by Duurftede, gelyk tot nu heur lot was, zig zelve, des mogeiyk, redden en beproeven zal moeten, of zy zig tegen het gevaar van geïntrigueerde conferentien even gelukkig als tegen bedreigd geweld, zal kunnen beveiligen.— Een langer toezien zoude nu onze Stad en Burgery bloot ftellen kunnen, om buiten alle onderhandelingen gefloten, en dan door de Overmagt genooddrongen te worden, om zig aan den wil der magtiger Contractanten, door de goedkeuring van derzelver Hoge Mediateurs aangebooden, te onderwerpen: En een langer toeven zoude den fchyn kunnen vei tonen, of wy de ons vereerende aanbiedingen van UEd. Mog. gunftige Officien niet op den waren prys delden; en op dien grond ons van derzelver heilzame uitwerkzelen wilden verdeken zien. — Dit alles, Edel Mogende Heeren! en de herhaalde voor ons zoo gundige declaratien van UEd. Mog., in Hoogst Derzelver geëerde Misfives van den 16 September en den 19 Otïober jongstleden .— van geene andere intentie geha'd te hebben, dan om de verfchillen in deze Provintie op eene billyke 1 Stuk No. 56. wy- wyze byteleggen, en de rust, vreede en eendragt te herftellen — verpligt ons tot de herhaling onzer vurigde verlangens na eene fpoedige Conditutioneele herdelling det ruste en de harmonie tusfchen Ons en andere Staats-Leden dezer Provintie. Het belang van onze Stad en Burgery, welke de, in den aanvang zoo algemeen bewonderde, tot nu toe voortgezette verdediging harer onvervreemdbare Regten duur te daan komt het belang van onze Utrechtfche Broederen, voor welke wy dezelfde drikken» als voor ons gefpannen zien — het belang van onze Provintie, welker bloei en welvaarr, by de voortduring dezer noodlottige disfentien, onherdelbaar zullen wordenbedorven — het belang van onze waardige Hollandfche en Overysfelfche Bondgenoten, welker heilzon eerst onbeneveld zal kunnen fchynen, wanneer in het Sticht eene grond wettige herdelling zal zyn daargedeld, het welk word be. vestigt door de rusteloze pogingen van allerlei (lag van Aristocraten in en buiten onze Provintie, om die zelfde grondwettige herdelling, juist om die reden, te verfchuiven, te belemmeren, en, des mogeiyk, teverydelen. Dit alles Ed. Mog. Heeren! verpligt ons al verder, aan de allervriendelykde en ernftigde verzoeken en exhortatien het oor te leenen, en ons omtrent de aangebodene tusfchenkomst, mediatie en minnelyke fchikkingen der Hooge Bond. genoten, ons door U Ed. Mogende meedegedeeld, te verklaren. — Wy uvinden oni hooglyk vereerd door de aangebodene mediatie van U Ed. Mog., en betuigen onzen hartelykden dank voor derzelver zoo gundig gedeclareerde intentie. Wy accepteeren meede die der andere Hooge Bondgenoten, welke ons dezen dienst, wegens de Unie van Utrecht, willen bewyzen, bereidvaardig; alleen verpligt ons eigene fituatie, en de gemanifesteerde fentimenten der Ed. Mog. Heeren Staten van Gelderland, om derzelver mediatie in dit geval te recufeeren. — Wy moeten al verder, Edele Mogende Heeren ? — En het belang van onze Stad en Burgery, en onze eigene waardigheid dringt ons tot iet, omtrent het welk die Leden van Staat, welke zedert eenigen tyd te Amersfoort by eikanderen komen, niet kunnen difficulteeren, indien zy ter goede trouwe handelen, indien zy ons eenmaal, op hunne verzekeringen , vertrouwen inboezemen willen — wy moeten, zullen er eenige mediatien plaats kunnen grypen, op de daar- fte.1- Kkk  ( 222, ) ftelling der volgende preliminaire dringen, en ook hiertoe de veelvermogende Officien van UEd. Mog. allervriendelykst en ernstigst imploreeren: Voor eerst, de Provintie van het Sticht van Utrecbt moet geëvacuëert worden van Troepes, met de verzekering, door U Edel Mogende en verdere Hoge Mediateursgeguarandeert, dat die Troepes, nog eenige anderen, hangende de conferentien en deliberatien over de Provintiale bezwaaren, het Territoir dezer Provintie niet op nieuw zullen betreeden. Ten tweeden, dat onze domestieke zaken, het Stads Regeerings beftel betreffende, omtrent welke wy denodise redresfen reeds gemaakt hebben, als door Ons, die in derzelver befchikking, geene magt boven Ons, buiten liet Volk, kennen , finaal afgedaan, erkent, en buiten alle verdere deliberatien, in de voorgenomene conferentien zullen blyven. En i Eindelyk ten derden, dat uit deze mediatien, welke wy op die prsliminairen met de van ons disfentiëerende Staats-Leden, hoe eer hoe liever wenfchen te beginnen, en, onder 's Hemels zegen, te voleinden, uit het eerfte Lid de Heer Mr. Willem Emmery de Perponcher de Sedlinitzky Heer van Wolphaersdyk, Canonik ten Dom, die door zyn trouwloos verraden van 's Volks Regten, van welkers verdediging hy in den aanvang den fchyn had willen aanneemen, het in hem door den Burger gefteld vertrouwen bedrogen, en hierdoor alle hoop op verfchosing verbeurd heeft, zal gefloten blyven. Vertrouwende wy, dat deze uitzondering Omtrent éénen Man, door elk Utrechts £n Wyks Burger voor eenen verraderlyken Vyand des Vaderlands gehouden, als eene geheele onverpligtte condescendence van onze zyde, als een ontwyffelbare blyk van onze opregte welmenenheid, om met alle de overige Leden, in weêrwil onzer regtmatige grieven tegen zommigen derzelven, te willen reconciliëeren, als eene, van onze zyde onverfchuldigde eerfte avance door die Staats Leden zal aangemerkt worden. —- En om zulks nog volkomener te maken, bieden wy, daar wy geenen grond hebben, om voor onze te benoemen Gecommitteerden Amersfoort als genoegzaam vry en veilig te agten; onze Stad aan met vry accès en tecès voor alle de Stichtfche Staats-Leden, met uitzondering van den Heere Perponcher, omdit zoo noodzakelyk, als heilzaam werk te helpen volbrengen. Wy vatlangen, in het zeker vertrouwen, dat, de Leden vaa van Staat, te Amersfoort vergaderende, zig fpoedig en gunftig zullen declareeren, door U Edel Mogende dieswegens met éénig berigt begunstigt te worden; in welkeverwagting wy UEdel Mogende beveelen in de befcherming des Almogenden, dien wy bidden, UEdel Mogende lange te bewaren in eene gelukkige en voorfpoedige Regeering, tot heil van het Bondgenoodfchap in het gemeen, en van UEd. Mogende Provintie in het byzonder. En blyven Edel Mogende Heerenl Uwer Edel Mo- gendens zeer goede Vrienden, — Burgemeesteren en Regeerders der Stad Wyck by Duurftede. Wyck by Duur- (Onderftond Ter Ordonnantie stede den 20 van dezelve Nov. 178Ö. (Was getekend) L. van SCHA1K. „ Van deeze demarche liet Wyk, welke reeds omtrend „ de plegtige viering van het Geflotene Alliantie Tractaat „ met Vrankryk in een zoort van briefwisfeling met den „ France Ambasfadeur, getreeden was, niet na insgelyks „ zyne Exellentie, van deeze Refolutie, communicatie „ te geeven waarop zy door gemelde Ambasfadeur met de „ volgende refcriptie vereerd wierden. (*) MYNE HEEREN, Zo op het oogenblik ontfang ik den Brief, met de Refolutie, welke U Wel Ed. my de eer aangedaan hebben my te addresfeeren; ilc zal dezelve ten eerften doen vertaaien. Ik verzoek U myne. ernftige Dankbetuigingen aan te neemen over het vertrouwen e« de gevoelens, die U Wel Ed. my gelieft te betoonen, en overtuigd te zyn, Myne Heeren, van de wenfchen, die ik doe voor alles wat tot voordeel en vvelvaaren van de Sfcd Wyck kan medewerken." „ Ik heb de eer met een zeer volkomen verknogtheid en de byzonderfle achting te zyn , MYNE HEEREN! 's Hage den 24 Uw Ed. zeer geboorzaame es Nov. 1786. DW Dienaar, (ivas get.) Le Marq. DE VERAC. „ Ge- (*) „ Zekere Sehryyers, merken hier op aan, als of men hier „ uit zoude oiltwaaren, dat het franfcüe hof in de gfbeurtenisf-n i, van deze «Jagen hitr te Land nog al wat deel en invloed ge- „ had  C "3 ) „ Gedurende deeze tyd kwam ook bekend, het Provi„ (ioneele Reglement omtrend de Direaie, Deelneeming, „ Emploi en verantwoording van het Nationale fonds, „ waar van wy in de noot onder pag. 137. hier bevorens „ gefprooken hebben, 't welk wy hier onder weederom zullen inlasfen. (t) „ Ook had heeft wy willen er liever uit opmaaken, dat die van Wyk, zeer geflatteerd waren van die, correspondentie, en niet „ begreepen, dat complimenten woorden, en woorden wind zyn. (t) PROVISIONEEL REGLEMENT omtrent deDireftie, Deelneming , Emploi, en Verantwoording van het Nationaal Fonds ter bevordering van de gewic'ntigfte belangen des Nederlandfchen Volks, ontworpen te Utrecht den 16 July, en na gemaakte veranderingen gearrefteerd in de algemene Vergadering van Vaderlandlievende Regenten , g.-houden te Amfterdam den 7 en 8 Angulius daar aan volgenden. va» de dircclie. Art. l. In iedere Stad, of Diftrift, naar gelegenheid van elke Provintie , waar ƒ250 of meer gecontribueerd word, zal een Departement van Directie mogen worden opgericht, indien de Contribuanten niet verkiezen zich met het naaftbygelegenDepartement te combineren. a. Elk Departement zal voor zich verkiezen Directeuren, en deezen uit hun midden één Secretaris, en eén Thefaurier; welke Directe-iren zul'en beftaan uit Regenten cn Burgers, naar goed. vinlen van elk Depar.ement. En zullen alle deze Poften gratis worden waargenomen, onverminderd, dat hunne nodige uitgaven en verfchotten, op fpecificatie, zullen worden gereftitucerd ; zullende echter hier onder geene vacatiën, reiskolKn, of verteringen begrepen zyn. 3. In iedere Provintie zullende Direcletiron van de onderfchiiden Dep-rtementen verkiezen zo vele Provintiale Directeuren, Regenten en Brrgers, als meirProvintiaal zal goedvinden, welke Provintiale Directeuren uit elke Provintie zullen benoemei twee Gedep'Jteerdens tot het Generaal Committé van Direét'.e. 4. Het Gerleraal Committé van Directie zal ordinair jaarlyks ééns by een komen, des Saturdags voor den eerften Maandag in Auguftus, in dezelve Stad, waar de groote Vergadering van Vaderlandfche Uegenrn byeenkomt; en zullen als dan de refpective Directeuren van iedere Provintie malkander opgeven het mentant der Kaffa van het Departement hunner Provintie, ten einde het Generaal Committé van Direftie in ftaat zy, atndezehe Vergadeiing van Vaderlandfche Regenten opening te kunnen geven van het montant der Penningen van het gehele Fonds. 5. Het Gineraal Committé van Directie zal uit haar midden verkiezen ééa Prreiident, en één Secretaris; en zal de Pitefident ge- rech- ,, Ook wierd er gedurende deezen tyd, eenige onder> „ handelingen gehouden tusfen eenen afgevaardigde van ,, zyne Majefleit den Koning van Pruisfen zynde de „ Heer Grave van Gortz en een Fransch Heer, zynde, „ de Hr. de Raineval, om de Differenten in de Republiek, „ tusfen de Heeren Staaten en den Heer Stadhouder te be- ,, mid- rechtigd zyn! om de Vergadering van het Committé van Directie buitengewoon te beleggen, 't welk hy mede' zal verpligt zyn te doen, zoo dra eene Provintiale Directie dezelve verzoekt, <5. In alle gewone, en buiter gewone Vergaderingen van het Generaal Committé van Directie zal men ftemmen Provintialiter, en by meerderheid concluderen. 7. Ieder Departement zal naar goedvinden vermogen te disponeren over de penningen, welke jaarlyks door het z;lve Departement zullen ingezameld worden, en zal zodanig Departement nog vermogen te difponeren over een tweede vierde part van het geheel montant zyner inzameling, doch niet anders, dan met bykomende approbatie 'van de meerderheid der Provintiale Vergade. ring. Dan, een Departement n:et meer dan ƒ500 kunnende ineamelen, zal vermogen te disponeren over de helft naar goeddunken, en daarenboven over een derde met communicatie van de Provintiale Vergadering; een Departement, niet meer dan ƒ250 kunnende inzamelen-, zal vermogen te disponeren over drie vierde naar goeddunken, en nog over een agtfte met communicatie vande meerderheid der Provintiale Vergidïiing-, zullende het reftant moeten gebrsgt worden in de groote cafle. 8. Dc Penningen, welke door alle de Departementen opgebragf,' en door de Gedepu'eerdens der provinciale Vergaderingen in de Gene ale kaffa, cp requifi'ie van het Generaal Commi'té van Directie , zu len moeten worden overgebragc; zul'en worden gede. poneerd in de Bank der Stad Amfterdam, en de dispofitie toraffchryving wel gelaten worden aan twee Heeren van het Gereraal Commi té van Directie, doch niet anders, dan op ordonnantie van het meerder gedeelte der Leden van het Generaal Committé, des nogthans, dat de Provintia'c Vergaderingen elk in den haren het recht zul'en hebben, om op ecu elfde gedeel e van het genoemde Generaal Fonds in byzondere gevaren aanfp aak te mogen maken, en met uitzondering' van zodanige diipofitienovereea ander elfde gedeelte van hetzelve Generaal Fonds, als de Vergade • ring van Vad.'rlandfche Regenten, of de Leden van het Committé van dezelve, ieder in den hunnen, pro re nata zouden nodig oordelen te emploieren tot einden, waar van dezelve Vergadering van Vaderlandfche Regenten, of de Leden van het Committé voorgeme'd, niet zouden kunnen, nog vermoyen opening te geven, zelf* niet aan het Generaal Committé van DirecTdü, aan hetwelk de quitantien van diergelyke dispoütien in rekening zullen' w.orden gevalideerd. 9. Da Kk k 2  „ middelen, van welke onderhandelingen, als vrugteloos afgeloopen zynde wy hier niet zullen inlasfchen, te min „ daar al het geene tot dit betrekking heefc, gezamentlyk „ het ligt ziet, alleenlyk moeten wy aanmerken, dat hoe „ zeer veelen zig eene goede uitwerking van deeze on„ derhandelingen beloofden , zy echter die de zaaken van „ na- „ naby zagen, zig er weinig goeds van voorfpelden, .uit „ hoofde, dat de Heer de Rayneval meigenoegzaam, on„ partydig was, om als een middelaar, de gegrondheid „ en ongegrondheid der ftiftenuen en pretenfien op eene „ billyke wyze, niet alleen te bevatten maar zelfs voorte }, flaen of in de behandeling uit te werken. „ In- 9. De gczamenlyke Directeuren der Departementen in iedere Provintie zullen te zamen vergaderen, zoo dikwyls zy nodig oordeelén: en deeze Vergadering zal uitmaken de Direaie in de Provintie ; en zal dezelve befchreven worden op zodanige wyze , als de Directie in iedere Provintie zal goedvinden te bepalen. 10. De Directie in iedere Provintie zal raauwke mg toezigthouden, dat in ieder der refpective Departementen da voo-gcm 1de helft, zesde, of achtite relpeftivelyk voor de Generale Directie in Kaffé blyve. 11. Van alle Generaale , Provintiaale, enDepartements Direfteuen zal telken Jaare een derde gedeelte, (Voor de eerfte reis by loting) moeten afgaan; echter zullen dezelfde Perfoonen opnituw verkiesbaar wezen. Van de Deelneming. Art. ra. De verbintenis van intekening zal tot wederopzeggens duren, en elk gerekend worden voor het volgend jaar te continueren, die zig twee maanden voor het eindigen van dat lo. pend jaar niet zal gedeclareerd hebben. 13. Ten blyke der ontvangen Cor.tributien zal men aan de Leden , die zulks requireren , een gedrukte Quita:.tieafgeev.n, van dezen inhoud. „ N. N. Is Lid van het Nationaal Fonds, en heeft „ voor het lopende Jaar 17 de Contributie „ tot ƒ vol laan. In kennis van my. Actnrn den »7 Van het Emploi. 14. Gelyk bat voornaam oogmerk van de oprichting van dit Fonds is, „ het vermeerderen van Vaderlandfchen iever, cor „ daatheid, en moed onder de duizenden, door allerleie vrees " onder hun weg te nemen van in wederwaardigheden voor de " goede zaak oeit verlaten te zullen zyn, het verfchaffen van " aanmoediging overal, waar dezelve nodig gevonden word, liet veriedelen van al het kwaad, dat 'sLands inwendige vyanden, " door hunne verderfelyke aantogen, aan de goede zaak berolc- » ke- ,, keren, het vervaardigen, en in het werk ftellen van alle zul„ ke byzondere zaken , als tot verdere verlichting, verbetering „ en verheffing, dat geheee natie volftrekt nodig zyn, en z n„ der welke de verlichte ware Vaderlandsliefde no.üt, of nim„ mer van eine algemene nationale natuur k»n worden; in één' „ woord, het volkomen herftel des gantfehen Vaderlands, en „ deszelfs voortduring van genacht tot geflacli." ; zo zullen de opkomften van dit Fonds door de refpeaive Directeuren moeten worden befteed tot alle zulken einden, als de goede zaak des Volks kunnen bevorderen, het zy door de zulken , die uit onvermogen zich nimm.r kunnen beieveren, te onderft unen, het zy tot aanmoediging van den onontbeerlyke Burger wapenhandel; tei zy om die fchaden, en ongevallen, wake zulke brave Leden der Maatfchappy, die in de kragtdadige bevordering der voomaamfte, en gewichtigfte belangen des Nederlandfihen Volks, zo in hunne Perfonen, als Vrouwen en Kinderen, orgelukkig vervolgd, of benadeeld worden, zo veel mogeiyk, te repareren, en te vergoeden; het zy tot bevordering van alle zul ke middelen, als nodig zullen worden geoordeeld tot wering van alle zoort van oveiheerfchirg, en geweld. 15. En zulken alle zodanige zaken, welke met gene mogelykheid te Toorzien, en dus alhier niet te bepalen zyn, en welke eene abfolu'.ie geheimhouding vereifchen, gebraeht, en gelaten worden ter beftnring van de Direaie in elke Pïovintie, of van de Generaale Direftie, naar vereisch der omftandighed 11. iö. Met alle mogelyke oplettenheid zal door de onderfcheiden Directeuren gezorgd, en geieverd worden, dat dit Fonds fteeds worde geémploieerd tot het waar oogmerk van deszelfs oprich. ting, en wel zo, dat geene avances of uitgaven van Penningen gefchieden, dan met alle omzichtigheid, en niet, dan na dat behoorlyk zal zyn gebleken, dat dezelve gevorderd worden om der goede Izaaks wille, zoo al« by Art. t4. en 15. vermeld is, ten einde hier door Worde voorgekomen het misbruik, dat in deeze zoude kunnen plaats hebben, en wel fpeciaal, door dien te vrezeu is, dat aanfpraak op dit Fonds zal worden gemaakt donr de zulken, die het, om der goede zaaks wille , zullen extenderen tot zaken, die met de eigenlyke beftemmi-ga der Penuingen van dit Fonds geene betrekking kunnen, of mogen hebben. Km  ( 225 ) „ Intusfchen konden die vanWyck, by Duurfledcn, hoe „•zeer omtrend de directie van hunne huishoudelykeStads. „ Regeering, eeniTemmende met die der Stad Utrecht, „ echter niet met onverfchilligheid aanzien dat deeze laatft,, gemelde Stad, zig alleen, het recht, de naam, en de „ magt van het derde Lid van Staat alleen uit te maaken, ,, toe fchreef— de aanfchryving van de Raad van Utrecht „ aan de Schouten, maakte hunne nayer gaende, waarom „ zy dan, ook den 20. bafloau, volgende misfive aan de „ Schouten ten platten Landen der Provincie te fchryven. EERZAME VROME! Ter onzer kennisfe gekomen zynde, dat;Burgemeesteren en Vroedfchap der Stad Utrecbt, hebben kunnen goed-^ vinden, by derzelver Misfive van den 9 dezer UL. aantefchryven, en wel expresfelyk te gelasten, om geene veranderinge hoe genaamd te maken in het behandelen van 's Lands penningen, maar inregendeel alle de gelden door UL.gegaderd wordende, ter behoorlyke tyd te blyven bezorgen op de gewone 's Lands Comptoiren binnen Utrecht; — En nadien te gelyk meede ter onzer kennisfe gekomen is, dac Welgemelde Burgemeesteren en Vroedfchap der Stad Utrecbt deze aanfchryvinge voornamentlyk hebben gedaan , op fundament dat de Stad Utrecbt ALLEEN zoude uitmaken het derde Lid van de Staten dezer Provintie, hebben Wy niet willen af zyn, UL. door deze teinformeeren, datzeer dat integendeel #aaragtig en overbekend is, dat de hooge Regeeringe dezer Provintie word gecompofeeri uit drie Le« den, te weeten Geëligeerden, Ridderfchap, en de Steden Utrecbt, Amersfoort, Rheenen, Wyck en Montfoort, zonder dac de Scad Utrecbt ALLEEN, mee uiifluicinge van de andere Steden, en fpeciaal met uitfluitinge van de Stad Wyck, bevoegd of geregtigdis, het derde Lid van Staat te reprefenteeren. Wy behoeven, om dit te bewvzen (indien het flegts mogeiyk was te fupponeeren, dat UL. hiervan niet overtuigd waren) voor het tegenwoordige maar eenvoudig te allegeeren, dat er nimmer een WettigeVergaderinge van Staten dezer Provintie gehoudenis, zonder dat daarby ook de respeftive Steden Amersfoort, Rbee* nen, Wyck en Montfoort, zoo wei als de Stad Utrecht , en ah met dezelve te zamen het derde Lid van Staat uit-' makende, zyn befchreeven.—Wy hebben derhalvengoedgevonden, rer voorkominge van alle mogelyke ignorantie, UL. in onze qualiteit als een meede integreerend Lid van Staat, en uitmakende een deel van het derde Lid dezelve, hiervan kennisfe te geven, en tevens te vermanen, van geene beveelen, welke op deri^naain van Staten of van Gedeputeerde Staten aan UL. bereids mogten zyn gedaan of nog gedaan mogten worden, tot het demanuëeren of verbrengen van eenige 's Lands penningen, door UL. gegaderd, offchoon dezelve door den Prefident van Staten of van Gedeputeerde Staten geparapheerd, door Hoogst Derzelver Secretaris ondertekend, en met het Zegel der Provintie mogte bezegeld zyn, Veel min UL. te ge- dragen aan eenige aanfchryvinge van de Stad Utrecbt, zig ar- gers, tegens s quitantie in forma, en zal het gemelde Generaat Committé over de penningen geene dispofitie mogen maken, als op fpeciale ordre, en geflagen ordonnantie van de meerderheid van hetzelve, met die bepalingen, cn uitzonderingen, zo als by Att S. zyn geftatueerd. 19. Het Landfchap Drenthe op zich zei ven, en de Generaliteits Landen te zamen gen' men, zullen, ten aanzien van dit Fonds, ieder als êéne Provintie worden geconfldereerd. 10. Aan iedere Provintiale Directie word gelaten de vryheid om zulke fchikkingen op zodanig eene wyze in den haren te beramen , als zullen worden nodig geoordeeld, mits dezelve niet ftryden met dit Reglement. LH  C 3*6 ) arrogeereiide ALLEEN uittemaken het derde Lid van Staat; terwyl dezelve ALLEEN in de daad, buiten de Steden Amersfoort, Rheenen, Wyck en Montfoort, niet anders uitmaakt dan een deel, en wel tegens gemelde Steden Amenfoort, Rheenen, Wyck en Montfoort het minder deel van het derde Lid. En daar men thands op eene informee» le en onwettige wyze, ons als meede integreerende Leden van Staat, tegens onze Privilegiën, buiten de Staats-befoignes dezer Provintie blyft houden, kunnen Wy al het geene alzoo buiten onze concurrentie pretenfelyk Staats wyze ter conclufie word gebragt, niet anders houden dan voor nul en onwettig, gelyk Wy Ons daar tegens ook altoos zullen blyven verzetten, en in tyd en wylen op eene Conllitutioneele wyze voor ons goed regt zorgen. — Wy waarfchouwen derhalven UL., om, zoo lange Wy UL. niet zullen hebben geïnformeert, dat onze Stad wederom, zoo als dat behoort, ter Staten Vergaderinge befchreven, en geadmitteerd is, geene beveelen op den naam der Staten of Gedeputeerde Staten aan UL. tot demanuëeringe van 's Lands penningen bereids gedaan of nog gedaan zullen worden, als anders te pareeren veel min te gehoorzamen aan eenige aanfchryvinge, of ordonnatoiren van de Stad Utrecht alléén, of van eenig ander particulier StaatsLid, of Leden, maar integendeel zoodanige 's Lands pen. ningen, als door UL. gegaderd zyn of zuilen worden, gedurende de gefchillen tusfchen Ons en de Voorftemmende Staats-Leden mitsgaders tusfchen ons en de Stad Utrecht over de by dezelve verkeerdelyk geadfcribeerde qualiteit van ALLEEN het derde Lid van Staat dezer Provintie uittemaken , zig niet weerloos te doen worden, of dezelve het zy na Amersfoort, of na Utrecht overtebrengen, maar integendeel dezelve penningen onder UL. te houden, tot dat de voorn, gefchillen behoorlyk zullen vereffend zyn, ten einde deze zaak door UL. niet worde gebragt buiten haar geheel zullende wy eene betalinge door UL. tegens onze uitdTuklyk willen buiten onze concurrentie in deze gedaan, UL. voor geen betalinge doen valrdeeren, maar integendeel niet kunnen nalaten, UL. ons gevoelig ongenoegen deswegens te doen ondervinden-, gelyk wy aan den anderen kant UL. ten alle tyden zullen indemneeren vin alle nadeelige ponrfuites, welke ter zake van het getrouw trouw nakomen van deze onze aanfchryvinge tegens UL. Perzoon of goederen mogten ondernomen worden. —— Hier meede blyft Gode bevolen. — Burgemeesteren en Vroedfchap der Stad Wyck by Duurftede. Wyck by Duurstede Ter Ordonnantie van Dezelven den 20 flfo». 178Ö. (was get.) L. van SCHAIK. „ Dien zelfde dag (20 Nov.) fchreef de Stad Utrecht, „ navolgende Misfive aan die van Wyck ter beantwoor„ ding van hunne misfivens van 25 Oftob. en ro Nov. wel„ ke misfive een zoet gezang was, om waare het mogeiyk, „ de Steeden op haare rechten, in flaap te wiegen, zig „ aan de Stad te onderwerpen en van dezelve geheel afte „ hangen." EDELE ACHTBARE HEERENi Wy hebben wel oncvangen UWEd. Achtb. onderfcheiden Misfives, van den 25 Oftober en 10 November Jongstleden , welker finguliere inhoud, en inzonderheid die van de laatffgemelde, ons niet weinig heeft gefurpreneert; het is waar; dat wy de eerfte dier Mifiives niet drreft hadden beantwoord; dan, wy hadden ons geflatteerd dat de onderhandfche informatien, welke enige Leden van onze vergadering hadden getracht, UEd. Achtb. door den mond van derzelver Penfionaris te doen toekomen, en waar van dezelve ons opening hadden gedaan genoegzaam zouden zyn geweeft, om UEd. Achtbare de redenen van ons pro. vifioneel ftilzwygen te doen penetreren en billyken: wanneer toch in de maand September dezes Jaars eene doof UEd. Achtb. gedecerneerde commiflie met enige van onze Gecommitteerden in conferentie getreden, en aan dezelve ouverture had gedaan van eenige pointen, waaromtrend UEd. Achtb. oordeelden dat onze wederzydfche Steden concurrent behoorden te werk te gaan, waren die beiden commiiïïen geconvenieeerd, dat de voorgedragen pointe» Schriftelyk en enigzins gedetailleerd aan onze Gecommitteerden zouden worden gefuppediteerd, wanneer dezelve daar van in onze vergadering verflag doen «n het een en ander aldaar appniëren zouden: edoch aan deeze overeenkomst is door UEd. Achtb. commiffie geenzins voldaan, waar van het natuurlyk gevolg is geweeft, dat onze Gecoat  C *»7 ) comm. zulks blyvende te gemoet zien, en uit dien hoofde zelve niets van dat alles genoteerd hebbende, ons geene kennisfe hebben kunnen geven, van de préparatoire behandelde zaken, en waar uit dan ook al verder by noodwendige confequentie is geproflueerd, dat wy buiten ftaat zyn gebleven, om UEd. Achtb. van onze gevoelens nopens de bedoelde pointen te informeren. Daar nu de zaken alzoo gelegen waren, moest het ons ongetwyffeld bevreemden, uit UEd. Achtb. bovengedagte Misfive van den 85 Odtober te zien, dat UEd. Achtb. zich beklaagden , geen antwoord van ons te hebben ontvangen; en het was eniglyk uit liefde voor de goede zaak, en ter voorkominge van onaangenaame en nadelige discusfien, welke door een detail, zoo van het gezegde als van het overig gedeelte dier Misfives konden worden veroorzaakt, dat wy, zonder dat een of ander intetreden, door middel als boven, en door het hervatten der aangevangen conferentien , de zaken weder in hun geheel poogden te brengen ; maar deeze onze welmenende intentie fchynd UEd. Achtb. geëchapeerd te zyn, of immers derzelver goedkeuring niet weggedragen te hebben; waar van wy berigt hebben moeten ontvangen by de voorgenoemde nadere Misfive van den 10 deezer maand; eene Misfive, zodanig ingerigt, en in al zulke bewoordingen vervat, welke wy meenen in geene deele te hebben gemeriteerd, die, onzes oordeels, met de zoo nodige harmonie en comiteic weinig overeenkomftig, en diensvolgends, in dit tydftip, ten enemaal ongefaifonneerd zyn; en zulks te meer, daar de hoofd inhoud van dezelve Misfive, merendeels op gisfmgen, foupipons, en gerugten van buiten, gegrond is; wy kunnen UEd. Achtb. verzekeren, dit wy te wel befeffen, dat de algemeene belangen van deeze Stad met die van de overige Steden deezer Provincie ten hoogden verknocht zyn, dan dat immermeer enige oogmerken by ons zouden hebben kunnen opkomen, om in dit opzigt alleen voor ons zelve te zorgen. Het is zoo, en wy maken geene zwarigheid dit te avouëren, dat enige weinige leeden uit ons midden zedert enigen tyd nu en dan in een afzonderlyk gefprek zyn geweest met deeze en geene Hollandfche Heeren iu 's Hage, tn aan ons, zoo wel als aan Gecomm. uit de Burgery, tot hunne byzondere decharge, rapport hebben gedaan van het geen hen was voorgekomen; maar, be- behalven dat zy telkens aldaar gereqnireerd zyn geworden \ moeten wy noch vragen, wat doed zulks alhier terzake ftond het die individuaele leeden van onzen Raad niet vry te hooren en overtenemen, het geen men hen wilde voor» dragen? Konden zodanige onderhandfche gefprekken tusfchen particuliere leeden der Regering ons aanleiding geven, om dieswegends met UEd. Achtb. de concerttehandelen , zoo lang wy niet tot enige meer legale conferentien wierden aangezocht? En moeften de hier uit verfpreidde gerugten by UEd. Achtb. zoo veel ombrage te weeg brengen, dat wy zoo onverdiend als precipitant moesten worden getaxeerd, als of wy eenen gepremediteerden toeleg koefterden-, om UEd. Achtb. ah in flaap te wiegen? Hoe is het mogeiyk, dat diergelyke gedagten by UEd. Achtb. ooit ofte ooit hebben kunnen opkomen ? Welk voordeel zouden wy hier door voor ons zeiven kunnen bejagen2 Of houden UEd. Achtb. ons dan zoo onervaren in 's Lands Gefchiedenisfen, dat wy niet zouden befeffen, dat, vooral in tyden, zoo critiek als deeze, inde eendragt onze allergrootfte magt gelegen is? En , indien al eens enige zodanige vermoedens, hoe ongegrond die dan ook mogten zyn, by UEd. Achtb. waren ontdaan, zou 'er dan geene mogelykheid zyn geweeft, jal had de prudentie niet gevor*> dert, dat UEd Achtb. onder de hand na degefundeertheid of ongefundeertheid van diergelyke foupcons hadden doea inquireren, vóór dat dezelve refol veerden , onze vergadering zelve by eene zoo taxatoire aanfchryving te onderhouden ? Doch wy verkiezen niet, ons op dit Stuk meer ia bet breede te expliceren; veel min willen wy zoo veele fenfibele uitdrukkingen, in UEd, Achtb. laatftgemelcLe Mis? five voorkomende, enigzins reciproceren, waar toe ons anders een ruim Veld zoude open ftaan, indien wy by ieder van dezelve ons opzetlyk wilden bepalen, fchoon wy dieswegens gantsch niet ongevoelig zyn; het gezegde zal, zoo wy vertrouwen genoeg zyn, (en dit bedoelden wy voornaamlyk met het fchryven deezes) om UEd. Achtb. by nader inzien van zaken, te overreden, dat dezelve eene demarche van aart ah deeze (zoo als UEd. Achtb. zelve zich gelieven te expliceren) zeer veilig hadden kanoën menageren, terwyl UEJ. Achtb. als dan ook wei zullen gevoelen, en met ons conveniëren dat het ftellen van eenen zekeren peremptoiren tyd, invoege UEd. Achtb..hup» bes LU a  .( 228 .) bfen kunnen goedvinden denzelven aan ons voortefchryven, in deeze zo weinig te paffe komt, dat wy daar op geene de minfte refleftie hebben kunnen neemen. Wy hopen althans, dat deze onze refcriptie by UEd. Achtb. van zodanige uitwerking mag zyn, en dat dezelve niet zullen heil teren , ons daar van enige blyken te doen toekomen. In dat geval zullen UEd. Achtb. ons vereerd vinden, om, by nadere ouverture, als nog met derzelver Gecomm. opnieuw in onderhandeling te treeden, over alle zodanige zaken, welke kunnen dienen, tot bevordering van het geluk en welvaren der refpeftive Leeden van dit Gewefl; doch in dien UEd. Achtb. onverhoopt mogten blyven perfifteren by derzelver ongunflige denkwyze ten onzen opzigte, zul len wy des niet te min, uit aanmerking der tydsomflandigheden, prefereren, alle verdere onaangenaame démelés af. tefnyden, ons als dan vergenoegende met die ftrelende' fatisfaftie, dat wy, wel verre van enige aanleiding te geven tot fcheuring of verwydering, welker gevolgen wy gaarn aan UEd. Achtb, overdenking overlaten, integendeel veel. eer, met opoffering van byzondere vuës, van onzen kant alles hebben aangewend, om de zoo noodlottige tweedragt, zoo veel in ons was, te voorkomen. Voor het overige is de afzonderlyke bezorging der privative huishoudelyke zaken, en het adiëren der refpeftive Bondgenoten by circulaire Misfives, ook lang vóórdat wy dat een of ander hadden in het werk gefteld , by UEd. Achtb. zelve zoo zeer gerecipieerd geweest, dat wy ons niet kunnen imagineren , dat UEd. Achtb. ons zulks zouden willen betwiflen; gelyk wy dan ook noch onlangs de verzending van zodanige circulaire Brieven raadfaam hebben geoordeelt," en zulks wel voornaamlyk, om in tyds te prevenieren, dat de deliberatien over den toeftand van zaken binnen deeze Provincie, welke, volgens bekomen informatien , by de hooge Bondgenooten , en inzonderheid by de Heeren Staaten vau Holland en f Feit-Friesland eet lang zouden worden aangelegd, generhande fchadelyke uitwerking mogten hebben, zoo als UEd. Achtb. deze onze intentie, zoo wel als onze gevoelens, aangaande het entameren van eene Mediatie , tot vereffening der fubfifterende gefchillen, uit onze voornoemde circulaire Misfives federt dooi den druk publick gemaakt, hebben kunnen opmaken. En En hier mede eindigende, en UEd. Achtb. beveelende in de befcherming des Almagtigen , verblyven wy: EDELE ACHTBARE HEEREN! Utrecht, den . UEd. Achtb. goede Vrienden. 20 Nov. * Burgemeefteren en Vroedfchap der 1786. Stad Utrecbt. Ter Ordonnantie van dezelve. (w« getebent) N. T. VAN VOORST. „ Op den 23 November wierd in s'Hage door het „ Grootbefoigne , ter Vergadering van hun Ed. Groot „ Mog. rapport gedaan over de interesfante Propofitie „ der Stad Amfterdam , (Zie hiervoren pag. 172.) dan „ daar het tot den 13 December aanliep eer op het „ zelve ter hooggemelde Vergadering , finaal gerefoi' „ veerd wierd, zullen wy, voorfz. rapport, ais nu hier „ niet inlasten, maar de refolutie daar opgevallen, ter „ zyner plaatfen ftellen, genoeg is het alhier aan te flip„ pen, dat voorfz. rapport, tot het aanbieden van eene „ mediatie tendeerde, daarby en ook eene Concept Mis» „ five, door Holland aan die van de Stad Utrecht te fchry„ ven, voorgelegd wierd, voornamelyk dienende om de„ zelve, over te haaien, tot het insgelyks aanneemen ee„ ner mediatie welke, reeds by de Heeren Staaten, was „ geaccepteerd geworden, op dat langs dien weg, de ge,, reefene onlusten in der minne mogten werden vereffend. „ Dan het fcheen niet onduidelyk, zoo als reeds mees» „ malen gebleekea was, dat het fyftenia der Hoofdirec* „ teuren, binnen Utrecht, wars was , van alle mediatie, „ en de weg van gewelt boven die van, eene onpartydige „ onderfóeking en billyke overeenkomst, gegrond op een ieders goed recht, moest gevolgd worden hoezeer „ ook, de kundigfte en 't waare weizyu des Vaderlands, „ toegedaane Ingefeetenen, vuurig wenscheen, dat men het , onderfoek des gefchiis, aan onzydige middelaars, wilde '„ overlaaten hun getal echter was te gering of liever „ hunnen invloed was te onmagtig, om de opblaafingen ., en flinkfche induftien der hoofdirefteuren, te kunnen „ verydelen; welke geene middelen fpaarden, om de kort „ ziende en door hun gefchreeuw verblind wordende mee„ nigte, welke foo min als hunne geleiders het onderfcheid ., tusfchen Mediateuren en Arbieters, tusfchen onderzoek „ en  C 229 ) en uit/praat, tusfchen fchikking en eene dadelyke daar- „ ftelling, wisten teegens alle mediatien in te neemen, f, hier toe dan zag men, reeds in de Utrechtfche Courant „ van den 27 Nov. de concept misfive aan die van Utrecht „ te fchryven, geplaatst, — en weldra wierd door eene „ ampel Articul in de Zuid Hollandfche Courant van „ den 29. November de gemeente teegens alle mediatie ,, opgeruid; (*) en in dezelve zoo fterk aangedrongen, ,> om (*) „ Dit Articul is te intereffant, dat wy het niet in zyn „ geheel zouden opgeeven men zal er uit beipeuren, dat wy niets „ te veel gezegd hebben, met de Hoofdirecleureïibinnen Uttecht, ,, te beschuldigen, als de bewerkers vaa het afflaan der geoffe. n reerde mediatien. Zie' hier *t Articul. UTRECHT den 27 November. De brief van befchryving eener ordinaris Vergadering van Staat, te houden binnen Amersfoort tegen den 6 December eerstkomende, was, voor zoo veel de geremoveerde Raden betrof, bezorgd ten huize van den Oud Burgemeesteren over te geven, zoo as gefchiedis, hebbende die brief het gewone Adres, hou Jende aan Burgemeesteren en Vroedfchappe der Stad Utrecht. Deze brief, welken de pretenfe Staats-Leden geoordeeld hebbon, voorlopig in onze Stads Courant meede te deelen, is by den Raad in Commisfie gefteld; daar deszelfs publiciteit alhier geene de allermlnfte uitwerkiug tot verandering op de denkwyze van onze Burgery heeft getnaikt, en dus tot het oogmerk, waartoe men die byzo-.dere extenfie heeft gemaakt, welke inde gewone befchryving brieven niet gevonden word, niets het allerminfte uitgew.rkt, alzoo wy alhier van overlange by bevinding hebben, dat de brieven, beduiten, en wat dies meer is , welke van de pretenfe Staats Leden zyn hervoort gekomen, van denzelven inhoud zyn, als die wy zedert twee jaren van den Stalhouder h=-fcben ontvangen, en dit met den anderen gemeen hebben, dat wy op de klanken derzelveu maar hebbenteletten, als dezelve altoos zoodanig ingerigt zyn , om aan hun bedoeld oogmerk te beantwoorden, namentlyk, dat, daar wy alles tot ons bederf door die Staats-Leden met den Sta'houder zien in het werk gefteld, en by de proef op de fom ondervinden, dat wy geen gro'cr vyanden hebben , als het eedgefpan van de Meerderheid der Voorftemmende Leden met hunnen Willem den f*, die de oorzike der ruïne van deze Provintie zyn, die ouder prsetext van kunne veiligheid, om het fouverain gezag dezer Piovintie te ufurpeeren, de Vergadering van Staat van hier deêden verleggen, om op de slleronwèt igfie wyze ter bereiking van hunne verderflyke óógmerken , onze £eheele Provintie door een magt van Militie te invadeeren, en ons onder hun geweld te doen bukken, zo aan " 1 Stuk No. 58. het om tog door eenig toêgeeven, het plan der grondwet; „ tig eherftelling niet te verminderen, mogeiyk om dat veele „ hunne-zelve door een onzer magtijfte Bondgenoten niet in tyds pales waren gefteld, Zy, die het geweld hebben ingeroepen, om door hetzelve de Burger klaagftem binnen Amersfoort, te doen fmoren , en de wapening ten platten Lande hebben tegengehouden, omdat zy voorgenomen hadden, geene bezwaren van het platte Land te horen , maar tot handhaving van hun overmeeste'endgeweld, den armen Huisman onder de magt van de Militie te doengebuktgaan, hce zoude men op de betuigingen dezer geweldenaren zigkonnen verlat n, die even als andere berokkenaren van het geweld tegea Hattem en Elbarg voorgeven, dat zy nimmer de klaagflemderBur-geren en Ingezetenen over reeele misbruiken enineonftittetionclc gebteken door geweld hebben gefmoord, (men heeft niet meer te doe* dan op de limitatie en de explicatie, welke aan deze termenkonnen gegeven worden, maar te letten,) en zig altoos bereid hebben getoond, en nog bereid zyn, daaraan op eene billyke wyze te voldoen, hoe kan men, zeggen wy by herhaling, op zodanige betuigingen agt geven, daar daden het tegendeel betonen , en daarc toe niet meer nodig is, dan hunne mislukte pogingen ter voortzetting van hun voorgenomen geweld aantevocren, wanneer z/ zig over een mistrouwen niet behoeven te baklagen, a'zoo zyop hun woord, ja zelfs op hun Eed niet konnen gelooft worden,' als zy die bezworen hebben, de Regten en Voorregten van Sta4 en Steden te maintineren, regelregt daar tegen aan, zig doir geweld en inroeping van den Militairen en gewapendenaim, hebben! onderdaan, om het reprefentative fouverain gezag dezer Provintie , toekomende aan de drie Leden van Staat, te overmeesteren, en daardoor alle vertrouwen verbeurd hebbende , zoo dat zy op hunne verzekering, buiten waarborgen, even min konden gelooft worden, als men alle gevaarlyke geweldenaren dit zonde hebben konnen toebrengen, en om die zelve reden van mistrouwen, en dat die geweldhebbers niet anders als voor de openbare vyanden van deze Stad en Burgery moeten gehouden worden, is het ook,' dat men op goede gronden oordeelt, em met hen, buiten vastftaande zekere en geguarandeerde prte iminairen, tot geene acceptatie van mediatie te moeten komen. Men is alhier te zeer in het zekere bewust, wat menees ter be eiking van hunne verderflyke en verraderlyke oogmerken worden gehouden, en over wat brug men ons wel zoude wi'len leiden, om ons onder een nog erger juk als dat van te brengen. ' Wy zyn derha.'ven in die verwagting, dat die mannen van Serafa, die 'c in een voorrame befoigne nog onlangs op ons verderf hadden toegelegd , en door hunne contenance een allerregtmatigfte tegenftand hebben gevonden , met nog drie Gecommitteerders van een zeer voorname Stad, waarvan de jo-igfts ten onzen reguarde een Mmm  ( 23° ) # hunne onmagt, om door geweld te werken , vooruitza„ gen, wierd hen te gelyk in de Utrechtfche Courant i, van den 29. Nov. een riem onder het hart geftooken; „ Hoe een allerbrutaalfte rol heeft gefpeeld, zallen ondervinden, dat alJe aanflagen van geweld mislukken, en op hunneH kop, met het inftorten van die brug, gevoelig nederkomen; nadien een yder Nederlander omtrent ons lot niet oaverfchillig kan zyn, en wy «iaarom even min de dupe moeten worden gemaakt, van het re» gelen onzer eigen huishoudelyke poïnften, als wy aan onze zyde, met het .domestieke van anderen ons niet mogen bemoeijen, en daarom zal een yder, die onze zaak uit het regte oogpunt fcefchouwd, ons nimmer konnen aanraden buiten vastgeftelde Pneliminairen, het accepteeren van eenige onbepaalde mediatie , waaruit men ten aanzien van onza geiecideerdfte vyanden geen ander vooruitzigt te wagten heeft, dan dat men ons met dezelve aan ons lot zoude overlaten. Een fray vooruitzigt! Als man ook daartoe door den zeiven weg, het poinct tot vry accès en retès by aanhoudenheid aanvoert, dog waartoe men alhier 'gedecideerd zeker niet befluiten zal, anders, dan ten aanzien van hen jnet wien men alhier gelóóft, dat over de poïncten tot een mediatie zoude konnen gehandelt worden; terwyl wy alhier benieuwd zyn, hoedanig de expeditie der overgenomen ontworpen exhortatoire Misfive by de negen Steden van Holland, zal begrepen worden. P. S. Mogt de Brug, waarover zommige Heeren uit een voorname Stad, hen, die wy voor vyanden van deze Stad houden, binnen onze muren wilden doen komen, fchielyk verbroken vyordent Dit zoude magtig veel toebrengen tot den goeden uitflag van zaken; erf mogt de goede zaak, of de fentimenten der Vryheid lievende in die voorname Srad bovendryven, zoo zoude toen voor de goede uitkomst in Gtlderlaud en Utrecht kunnen inftaan; maar, daartoe doet zig nog weinig hope op, vermits men verneemt, dat wy uit die Stad, zoo het er op aan kwam, niet veel hulp zouden te wagten hebben, dewyl men verzekert, dat een brief, voor ruim vyf weken door zekere Commisfie gefchreven, om te informeeren, of uit de Burgery aldaar eenige hulp te wagten was, vertoond ii aan de Regeering, die begreepen fceeft dat de brief als een particuliere brief in geen deliberatie kon komen. Men verneemt echter. dat de Burgery in die Stad begint wakker te worden, en te begrypen, dat hun ondergang naby is, indien zy niet meedewerken; maar er ii er onder de Officieren te veel, die op een plaatsje in de Regeering hopen , en daarom de Aristocratifche voeiftappen reeds drukken. Hier voor zoude men niet behoeven te vrezem, indien de Burgeryen een bepaalden invloed op de aanftellinge der Regenten hadden, gelyk het behoord. „ Hoe fchandelyk dit Articul (f) ook was , voor het „ Hof van Frenkryk, 't welk daar by voorkomt, als de „ begunfliger van de zoogenaamde reforme van onsinteri- „ eu- (t) „ 'T welk dos Luid. UTRECHT, den a8 November. De Conferentie, welke de Es. traordinaire Pruisffche Gezant, Grave van Görtst, onlangs, met eenige Hollandfche Penfionarisfen hield, en waar van zyn Excellentie terftond de vereischte opening aan zyn Hof gedaan heeft, fchynt van een vry gunftig effeft geweeft te zyn: althans men verzekerd zedert ten ftelligfle, dat geene der vreemde Mogendheden zig in onze binnenlandfehe gefchillen zal inmisceeren: itnm rs niet op eene wyze, welke met de onafhangelykheid en de uiterlyke ruft der Republiek onbeftaanbaar is. Ondcrtusfchen kan men tevens geruft wezen, dat het Hof van Franir'yt, welk nimmer gedogen zou, dat deszelfs nieuwen Bondgenoot eei.ige wetten wierden voorgefchreven , fteeds een wakend oog zal blyven houden op alles , 't geen de voortgang der reforme van ons interieure Staatswezen, door toevallen van buiten, hinderlyk zou kannen zyn. En men weet, dat dat Hof zig reeds, zedert een geruimen tyd , in ftaat gefteld heeft, om, ingevalle van nood, ons onverwyldop het kragtdadigfte bytefpringen, hebbende daartoe eene genoegzame magt by de hand; zo als blykt uit den volgenden. STAAT DER TROUPES in de FRANSCHB NEDERLAND DEN, op den ij November 1786, en aan-cvyeSng , naar dezelve tans in Guaniifocu leggen. Te Ryssel, de Regimenten d'Ofteans, Cavallery, Collonel General, Dragonders , a?'Auvcrgne , de Hrte . la Couronne , de Condé en "Boulon* nois Te Kameryk ; Navarre en Dillon. Te Duinkerken ; de F/a»» dres en de Conti, allen Infantery. Te Bethune; Ventkiévre, Dragonders , en Provence, Infantery. Te Douay ; Maitre de Camp Ge. neral, Cavallery, Orleaus, Infantery , en RoyalStrasbonrg, Artillery, met nog 2 dito Compagnien en a Compagnien Werklieden. Te AE.R.AS, de Chartrei , Cavallery , Salis Samadc , en Royal Ccrfe , Infantery. Te Aixe ; Curasjïers van den Koning, Cavallery, en Anganleine. Te Winoxbergen ; Lorraine. Te St. Omer; a°Aumsetl Royal Vaifeaux, allen Infantery. Te Resdin; Royal Campagne, Cavallery. Te Ave»nes ; rigi. Te Quesnoi ; de Chartrcr, Infantery. Te maubenge ; Royal RouJJillan , Royal Normandie , Cavallery, Montmorenxy, Dragonders, "Bouten, Infan'ery. Te GiVES 5 Royal Cravattes, Cavallery, "Beaujolies. Te CondS; Touraine Infantery. Te Valenciennes ; Royal Allemand, Cavallery, Conti at). Lorraine, Dragonders, Royal Comtois, en Royal Suedop, Infantery. Te Charleviixe; "Bourbon, Dragonders. Te Philippevslle; Jagers te Paard. En te Calais Vicwtois aiVivat is, infantery, ea Jagtri tt Paard*  ( 23- ) eure Staatsweezon en■ als die welke de toevallen, die „ van buiten, daar aan hinderlykzoudekunneuzyn, zou„ de afweeren, en daar toe reeds zig in ftaat gefteld zou„ de hebben, kan men echter goedvinden, door zulke „ fchandelyke onwaarheeden, de gemeente te mislei„ den, en meer en meer tot voorcdwaling en buiten„ fporigheeden aan te zetten. — En om de gemeente, „ reeds teegens de door Holland voorteflane mediatie in „ te neemen , en het te doen voorkomen , als of in „ zommige Hollandfche fteeden reeds het plan beraamd was, om de ftad Utrecht te beletten van door het be„ komen van Burger auxiliairen uit die Provintie, zig tee„ gens de voorteflaane mediatie met geweld te verzetten , „ en om het nodige vrye ac en reces der Staatsieeden te ver., hinderen, liet men het gerugt loopen als of het meer„ dergedeelte van de reeds fig binnen Utrecht bevindende „ Hollandfche Burger Auxiliairen, op ontbooden was en „ voor anderen geen nieuw patent zoude verleend wor„ den — 't geen >an dat gevolg was, dat het Gequali„ ficeerd Collegie van Gecommitteerden uit de Burgery, ,, van Utrecht zig gedroeg, als of, zy het berigt ontvan„ gen had, dat geene Patenten verleend zouden worden tot afiosfing van eenige Hollandfche Auxiliairen Detachement „ ten, aldaar Garnifoen houdende, en dat dezelve Deta„ chementen reeds ordre bekoomen hadden, om van daar „ te vertrekken, mitsgaders dat aan den Raad dier Stad „ zoude zyn voorgedragen, om 't overige Garnifoen van „ Auxiliaire Troepes aanmerkelyk te redueeeren. Opwel„ ke kwafie tyding dat Collegie, zig gedroeg (volgens „ de Te zamen: Casrallery > Regimenten Dragonders'7 Ieder in VredestyJ fterk 440 man , te famen 86ao Man met de Officieren. Te zamen: Infantery 16 Regimenten, ïn Vredestyd ieder van ruim 1156 man, te famen $2665 met de Officieren, Maakt 47265 Man Behalven de s Regimenten Jaagers te 1'aard, en 1 Regiment *n r. Compagnien Artillery, neffens de s Compagnien Werklieden Bedragende dus de Krygsmagt van Franlryi in de NidcrlantUtt (&»„ Mt 'et onder begrepen) meer dan socoo Man. „ de Utrechtfche Courant No. 142. (f) van den27Nov.) „ als of het niet had kunnen begrypen wat van 't een en ,, ander de oorzaak was, dat juist in't jegenwoordtg tyd,, /lip, daar volgens de Nieuwspapieren een zo jinguliere „ Staats Vergadering teegens den 6 December binnen Amen • „ foort, ftond befcbreeven te worden (men verfweeg de ,, Concept misfive van Holland tot aanmaning de medi,, atie, welke aangeboden zal worden te omhelzen) zoda,, nig een opontbod, een zoo een groote reduélie der Au„ xiliairen plaats zoude hebben. Waarom dan het zelve ,, Collegie befloot, zeekerlyk niet zonder vooruitzigt, „ dat door eene publieque demarche van hunne zeide, tot voorkooming van eenige furprife, de gemeente in den ,, waan te brengen, dat men zoo door de befchryving der „ Staaten als door de voorflag van Holland, voorhad, „ de Stad en Ingefeetenen, te bedriegen, befloot, om den „13 Nov. in eene daar over expres verzogte en belegde ,, Vroedfchaps Vergadering eene Doleantie inteleeveren. „ Waar van het gevolg, zoo als gemeenelyk, was, dat de Raad nog zittens de Vergadering, eene aanzienelyke „ Commisfie hadde benoemt, die nog ten zelve daage, „ eene Commisfie, zoo uit 't GequalificeertCollegie, als „ uit het defenfie weezen dezer Stad hadde gerequireerd, „ ten einde met den anderen over 't een en ander te be„ foigneereu. „ Hoe zeer dit geheele fpel grootelyks en mogeiyk in „ de eerfte plaats ingerigt was om de Blinde Gemeente „ ergwaan teegens de befchryving van den 6. en de medi„ atie, door Holland voorgeflagen zullende worden, te gee,, ven, foo diende het zelve te gelyk, ook aan de De,, marche welke de Regeering voorgenomen had, omtrend „ een en ander te doen, door de Burgery te doen goed„ keuren en met hunne meedewerking of toeftemming, te^ „ doen goedkeuren. „ Hier toe ftrekte dan ook de Refolutie by diederStad ,, Utrecht genoomen, den 27, Nov. by geleegenheid,dat „ in den Raad voorgebragt en geleezen was, de befebryf' „ brief tot de Ordinaris Staatsvergadering op 6. Decemb. (t) ,. Het No. boven die Courant is erroneus gefteld 144. rsaaf moet zyn 141. Man 5  C 232 ) ■ , alleenlyk ingerigt om waare het mogeiyk, de onwettig ,, geremoveerde Raaden, door dreigementen te weerhou„ den, zig ter dier Vergadering te laaten vinden, en de „ Burgery, voorte bereiden, om dat geene gedwee aan „ te zien .wat in contrarie geval, haare nieuwe Regeer„ ders, omtrend de zoodanige wettige Raaden, op de „ goederen en perfoonen van die oude wettige Raaden, zoude gelieven te onderneemcn; Het pubiiceeren ten „ minflen van die Refolutie, in de Stads Courant van „ den 27. Nov. doet ons zulks, met regt vermoeden, zy „ was van volgende inhoud. Extract uit de Refolutien van de Ed. GrAgtb. Vroedfchap der Stad Utrecht. Maandag 27. November 1786. Waarover gedelibereerd zynde is goedgevonden en verflaan, gene nadere Refolutie op dit refpeét by provifie te nemen, maar af te wachten, of de geremoveerde Raden dezer Stad, zullen durven befiaan op de gemelte pretenfe Vergadering te compareren, het welk de Vroedfchap zig niet kan voorftellen, niet alleen om dat de ondervindinge tot hier toe het contrarie heeft geleerd, maar ook inzonderheid , vermits de gewezen Heeren Burgemeefteren Lo ten en van Bronkhorst zelve, op den naam van den toenjnaligen Raad, tegen het afbreken der Staten Vergadering hebben geprotefteerd , en dat dienvolgende de gemelte geremoveerde Raden, hoedanig zy ook over de wettigheid van hunne remotie mogen oordelen, in geenerhande manieren eenig recht kunnen pretenderen, om eenige Vergaderingen der Heeren Staten by te wonen: behalven; dat het (in 20 een contrarie geval) de Vroedfchap aan geene redenen en middelen zal ontbreken, om het Recht van llaad en Burgery in dezen kragtdadig te maintineren, ook des noods met verhaal tegen de meergemelte geremoveerde Raden, indien dezelve onberaden genoeg waren, om de bovengezegde pretenfe befchryviiige, binnen Amersfoort te refpefteren en zich daar aan te gedragen: op wel ke gemanifesteerde fentimenten, den Raad vertrouwd dat de Burgery ter afwagting, wat by de geremoveerde Raden in dezen zal worden gedaan, zig, ongeprsejudicieert aan haare rechten, veilig genoeg kan verlaten." „ Dien Dien zelfde dag namelyk den 27. Nov. beantwoorde „ die van de Stad Utrecht, de Misfive van den Hove „ Provinciaal, haar den 31. October gefchreeven, in vol„ gende bewoordingen. EDELE, ERENTFESTE, VROME, HOOGGELEERDE, ZEhR VOORZIENIGE HEEREN! „ Wy hebben wel ontfangen, en in onze vergadering gelezen, de Misfive, door UEd. Ernf., op den 4 dezer maand November, aan ons afgevaardigd, waarby UEd. Ernf., ter voldoening aan de intentie van het eerfte Lid van onze, aan UEd. Ernf. bevorens afgevaardigde, Misfive, zich expliceren, genoegzaam te zullen wezen de woordelyke aanhaling van eene periode uit de Misfive, waarvan wy UEd. Ernf. een copie authentiek verzogt hebben; dan, geinfocmeert zynde, en uit het contenue van UEd. Ernf. Misfive mede hebbende moeten opmaken, dat welgemelde Misfive in meer opzigten, dan de aangehaalde pasfage, ons direct komt te concerneren; zoo moeten wy by dezen UEd. Ernf. nogmaals verzoeken, om niet alleen een Copie Authentiek van de voorn. Misfive, maar ook van de Refcriptie, daar op door UEd. Ernf. afgevaardigd, aan ons te willen doen toekoomen, vermits wy niet twyfelen, of UEd. Ernf. zullen gaarne met ons inftemraen , dat de Stad Utrecht, als geen gering Lid van Staat cornpoferende, door UEd. Ernf. ook met die onzydigheidbehoord behandelt te worden, dat UEd. Ernf., op derzelver fpeciaal en geanthentizeerd verzoek en aandrang, niet kunnen weigeren, eenige copien van Stukken ofte Misfives, ter kennis van de Staten door UEd. Ernf. gebragt, als zynde de Stad tot de vifi en examinatie dier Stukken, en Misfives volkomen geregtigd; en daarde Voorftemmen. de Leden hebben kunnen goedvinden, de laatft bedoelde Misfive, aan H. Ed. Mog. de Heeren Staaten door UEd. Ernf., gefchreeven, in den haare ter deliberatie te brengen , zoude men met grond UEd. Ernf. voor party moeten houden, indien UEd. de verzogteCopien Authenthicq niet konden goedvinden aan de Vroedfchap toetezenden. (1) „ Ter- (l) Wy voor oi.s zyn van gedag-en, dat dit verzoek van Utrechts Raad.  '( Ó33 ) Terwyl wy verder wel in confideratie hebben willen Tiemen, dat UEd, Ernf., ignorerende de zaaken, welke zederd eenigen tyd binnen onze Provincie voorgevallen zyn, gehouden waaren te obediëeren aan de beveelen, welke uit den naam van de Hooge Overigheid aan UEd. Ernf. toegezonden wierden , voor zoo verre dezelve met de frewoone authenticiteit gemunieert, en met de Souvereine Magt compatibel waaren; en het was alleen tot voorkoming van zoodanige voortewendene ignorantia fafti, dat wy niet het verleggen, maar het afbreken, van de Staatsvergadering binnen onze Stad, tegen het Proteft van deeze Stad, en het houden van quafi Staten, en Gedeputeerden Staten Vergadering door de Twee VoorftemmendeStaatsleden, met de Steeden Amersfoort en Rbenen, binnen de eerftgemelde Stad, als meede eenige verdere informaliteiten, by die Vergaderinge plaats hebbende, en al verder de Regten van onze Stad, qua Derde Lid van Staat, als veronderfteld aan UEd. Er«f. genoeg bekend te zyn, by onze voorgaande Misfive ook alleen narratief voorgefteld hebben: Ende hiermede volgende UEd. Ernf. Misfive, gaan wy over tot het daarby geavanceerde, „ van met ons „ niet te kunnen inftemmen, dat, indien eenig verfchil, „ tusfchen de refpeftive Staatsleden fubfifterende, difficul- teit veroorzaakte omtrent het obtineren van eene Pro„ vinciale Commisfie voor den extra Ordinaris Raad uit „ een of ander Lid, zoodanig gebrek van Provinciaale ,, Commisfie daar door verflaan zoude konnen worden „ weggenoomen te zyn, dat zoodanig Staatslid op zich „ zelve, by derzelver particuliere Refolutie, één uit den ., Haare als extra ordinaris Raad committeerde." „ En dit op fundament, dat, volgens Rsbrica van Prefident en Raaden Art. 2 tot de ordinaris Raaden nog drie andere, by de Stolen van den Lande van Utrecht, te voeten uit eiken Staat één, zullen gecommit teert worden. Zonder intetreden, in hoe ver dit voorgeftelde geval met ons ge- Raad, zelfs als legael befchouwt, zeer fingulier niet alleen is, maar dat bet Hof, in regten, daar toe niet gehouden zoude zyn , cm dat wy in het begrip ftaan, dat het Hof Provinciaal, aan niemand, reekenfchap van zyn doen en laaien verfchuldigd is, dan alleenlyk aan de Souveraine Vergadering van de Provintie — door wien het aangefteld is en wiens wetten ea beveelen het alleen opvolgd. 1 Stuk No. 59, gepofeerde komt te quadreren, zoo kunnen wy zeer wet begrypen, dat UEd. Ernf. in het voorgeftelde geval met ons niet zouden kunnen inftemmen, ingeval de verkiezing van de Extra Ordinaris Raaden als nog volgends het voorgemelde 2 Art. kwam te gefchieden; alzoo de abfentie van de Staaten (zynde het by ons voorgefteld geval) dan ook het committeren met alle verdere Staatsverrigtingen dede cesferen, maar naardien wy niet alleen geregtigd zyn, volgends dat 2de Art., een uit den onzen als Extra Ordinaris Raad ten Hove gecommitteerd te hebben , maar ook inzonderheid, om volgends de door ons aangehaalde, doch door UEd. Ernf. met ftilzwygen gepasfeerde, Staatsrefolutien, van den 1 en 5 Febr. 1622 en 17 Oft. 1633, één uit ons daartoe direft te committeren, (2) zoo kunnen wy meede met UEd. Enif. niet inftemmen, dat Commit. teeren en nomineeren woorden zyn van dezelfde betekenis ; gelyk UEd. Ernf. op eene andere plaats die fchynen te nemen, en dus ook niet, dat het defeft van eene Provinciale Commisfie, by abfentie van de Staten, de admisfie van onzen Gecommitteerden zoude kunnen verhinderen , daar tog by voorgemelde Refolutien; nog by de Inftruftien voor de Heeren Extra Ordinaris Raaden, van 18 Nov. 1662, van eene Provinciaale Commisfie gewag gemaakt word: En dit te min, daar door die latere Refolutien in zoo verre het tweede Art. van de Inftruftie vaa den Hove Rubricq van Prefident en Raden is veranderd , als daarby zynde geftatueert den 1 en 5 Febr. 1622, dat ieder Lid van de Staten t'allen tyden vry zal ftaan, voor zoodanigen tyd als dezelve goedvinden zullen, te committeeren één uit den haaren: volgends deeze laatere Ra.' folutie word dus elk Lid van Staat op zig zelfs bevoegd gemaakt, om iemand uit den Haaren tot Extra-Ordinaris Raad te committeeren, en ieder Lid is alleen de Committent van de uit hun Lighaam gekoorene perfoon, en de gezamentlyke Staten zyn niet meer de Committenten; en dus worden de twee Leeden belet zig voortaan met de verkiezing, die een derde Lid uit den haaren deed, te bemoeyen , doordien ieder Lid by deeze Refolutie gequalï- n- (2) Geen wonder dat het Hof, dit mit ftilzwygen is voorby gegaan — kon het op eene politer wys handelen ? — of moest het hier de abfurditeit van dit gefielde klaar ontvouwd hebben t Nn n  ( 234 ) üceert word , één uit den haaren te committeren. Deeze Refolutie nu word geconfirmeert, by Refolutie van den 17 Oét. 1633, met deeze aanmerkelyke by voeging; dat die eerstgemelde Refolutie van 1622 niet als miet eenpaarige ftemmen geinfringeert zoude mogen worden, en zonder eenige van dien daarin te mogen overftemmen; welke laatfte clauful al wederom ftrekt, om aan ieder Lid zyn regt tegen de attentaten van twee andere eenftemmende Leden te beveiligen. Daar nu ieder Lid thans de Committent van de uit zyn lighaam verkooren perzoon is, en die alleen dezelve door zyne verkiefing aangefteld, zonder dat de andere Leeden zig daarmede mogen bemoeyen, zoo is dat Committerende Lid ook die alleen, die het bewys en de verklaring van deeze zyne Commisfie kan, en bevoegd is te geven. Waarby nog komt, dat al washet2de Art. van de Inftructie van den Hov. Rub. v. Pra?f. & Rad. door gemelde Refolutie niet veranderd, egter het door UEd. Ernf. voorgeftelde geval, by aanwezendheid der Hn. Staten geen plaats hebben kan; als men in confideratie neemt, dat, ten tyde, wanneer de Ordinaris Raadsplaats in den Hove, by Tourbeurten, onder de drie Staatsleden genomineert wierden, by Staats Refolutie, van den 20 Jan. 1669, woordelyk bepaalt is: „ wanneer het een ofte ander „ Lid, by Tourbeurte, een perzoon zal koomen te no„ mineeren tot Raadsheer ofte Procureur Generaal, in de „ welke concurreeren de gerequireerde qualiteiten (breder aldaar genarreert) dat zoodanige Perzoon by geen „ der Leeden zal mogen worden gereprocheert"; welk dus ook omtrent de Extra Ordinaris Raadsplaats, by prefentie van de Staaten, van zoo veel te meer applicatie zoude moeten zyn. (3) ,, Wat (3) Indien dit raifonement doorgaat, dat namelyk, een Lid iemand tot een post waar van de benoeming ter haarer dispofitie ftaat, doch dewelke daar toe door zyn Lid Gecommitteerd zynde , alvoorens in funftie te kurnen raaken, van weegens de gezamentlyke Staaten Commisfie moet erlangen, begreepen kan worden, niet door de gezamentlyke Staaten, maar door zyn Lid alleen Gecommitteerd te zyn, dan zullen de dryvers van dat fingulier fyflema ons moeten toeftemmen, dat de ftem van de Provintie van Utrecht, nimmer ter vergadering va« den Raad van Staaten, op eene wettige wyze, is uitgebragt, dewyl als dan, iaar wy in die Vergadering maar eenen Gecom». hebben, altyd maar Wat nu verder aanbelangt de door UEd. Ernf. voorgeftelde gevolgen, indien den tot Extra Ordinaris Raad ten Hove gecommitteerden Heer niet had gepraafteerd den Provinciaalen Eed, zo vermeinen wy ook, in dien gevalle , behoorlyke voorzieninge te hebben gedaan, met onzen Gecommitteerden, den Heer van Hengst, by het geven van zyn Commisfie, te hebben doen prefteren den Eed op de Inftructie voor'de Heeren Extra-Ordinaris Raaden, den 18 January 1595, gearresteert, den 27 Augufti 1618, gecorrigeerd; enden 18 Novemb. 1662, geampli- eert; maar een derde gedeelte van de Provintie is gereprefenteerd en dus ook maar voor een derde gedeelte aldaar de fte-m van deeze Provintie is uitgebragt geworden, aangezien, het abfurd g Helde fyftema doorgaande, alle fes jaaren door een ander Lid, een ander perfoon Gecommitteerd word, die, volgens meergem. fyfte • ma, niet door de gezamentlyke Staaten, maar door dat Lid, zoude Gecommitteerd zyn. Dewyl door de gemaakte fchikking hier omtrend, twee Leeden, by het vervullen dier Commisfie, met de benoeming in het derde wiens tour het is, daartoe te Committeeren , zig niet mogen bemoeijen dewyl ieder Lid , by die fchikking gequalificeerd is, één uit den haren te Committeeren* Daar dan ieder Lid de Committent van de uit zyn lighaam verkooren perfoon zouie zyn, en die alleen (wy fpreeken als of het placet, van den Stadhouder niet bekend was) dezelve door zyne verkiefing zoude aanftellen, zonder dat de ar.dere Leeden zig daar mede mogen bemseijen , dan zoude uit het zelve fyftema ook volgen, dat de zulke ook alleen maar aan zyn Lid verandwoording zoude verfchuldigd zyn, — iets 't w<;lk wy vertrou-; wen dat niemand zal willen fuftcneren, ten zy men tusfen Cora. mitte-en en committeeren geen onderfcheid wil maaken. De Stad kan by voorbeeld iemand tot eene Provinciale ter harer nominatie? ftaande Commisfie Committeeren , zonder dat daar om dien perfoon , door zulk eene Commisfie tot de dadelyke uitvoering geregtigt is,maar om daartoetegeraaken, van weegens de gezamentlyke ütaaten moet gecommitteerd worden en CotnmisGe ontfangen. Dus Cemmitteerd de Stad tot de vaceerende post, ter zyner benoeming ftaande maar de Staaten, Committeeren alsdangezamentlyk, dienperfoon Staatsgewyze tot het bekleeden van dien post, en volgens die Commisfie word hy in de uitoefening daar van erkonnen. Stondi er in eenige Refolutie van dien aart, dat op Commisfie van ieder Lid, een perfoon van weegens dat Lid zoude compareeren , dan foude het fuftenu in deezen gelden, en ieder Lid zoude magt hebben een uit hetzelve , zonder Pfovirtciale Commisfie, op haar eige gezag te Committeeren. — Maar nu is het bovenftaande fo> ftenu ,de ongerymdheid zelve.  ( =35 ) eert; waardoor dan ook dezelve niet minder, dan alle de e-verige Raaden, tot het bedoelde, de behoorlyke onderdanigheid en reverentie aan de Heeren Staten en Haare Gedeputeerden, verbonden is; namelyk, wanneer derzelver Vergaderingen, door de aanwezigheid der drie Staatsieeden , voor wettig kunnen gehouden worden; alhoewel wy van gedagten zyn, dat, doordien het meergemelde 2de Art. van de Inftructie van den Hove, door de Refolutie van den 2 en 5 Febr. 1622, eu opgevolgde confirmatie van den 17 Oét. 1633, geheel veranderd is, het ookalleszins natuurlyk was geweest, dat ook zedert dien tyd deeze Raaden alleen in handen van hunne Committenten den Eed hadden afgelegd en van dezelve hunne Commisfie alleen ontfangen; doch men fchynt uit onderlinge beleefdheid by de oude gewoonte, in het prefleren van den Eed, en ontfangen van een Provinciaale Commisfie, gebleven te zyn , doch geenzins uit een directe verpligting daartoe; en zo de Voorftemmende Leden zich niet geabfenteerd hadden, zouden wy, als Derde Lid, ook in dit geval die oude gewoonte, uit infchikkelykheid, wel gevolgt hebben. (4) !, Verder kunnen wy met de bekende ervarentheid van UEd. Ernf. in onze Provinciale Regerings Conftitutie niet compasfeeren de volgende pasfage, waarby UEd. Ernf. zich dus uitlaten. „ Wy kunnen niet nalaten , tot meerdere elucidatie van „ onze begrippen dezen aangaande, hierby te voegen, dat, „ in. (4) Welk eene verwarrirg! het gedeelte van een Lid, veroorloofd zig, in naam van Staaten en Gedeputeerde Staaten, in hunne handen , eenen eed te doen afleggen, en fuftineerd , de Provinciale Eed die voor eene Provinciale Commisfie gerequireerd word, maar etne onderlinge beleefdheid. De Heeren Commisfarisfen die uit en door de Vroïdfchap, op de Comptoi-en tot de gemeene middelen Gecommitteerd worden, doen niet teegenflaande zy daartoe by den Raad Gecomm. zyn, Eed aan Gedep., is dit eene eenvoudige beleefdheid? Doen de Gecomm. der Steeden alvoorens ter Staatsvergadering te compareeren, maar uit onderlinge beleeftheid den Eed in handen van de Staaten? of is het om dat zy in de behandeling van Provinciale zaaken treeden? Had men mogeiyk hierop gedagt of liever had men op eer.e grondiger wyze kans gezun/, zyn erroneus gevoelen te kunnen verdedigen men had tot zulke buitenfporigheden geen toevlugt genomen. „ ingevallen de voorfch. Staatsvergadering by ons al eens„ niet verder zoude kunnen worden aangemerkt, dan als „ eene Vergadering enkel van de twee Voorftemmende „ Staatsieeden, zo als UEd Gr. Achtb. die by derzelver ,, Misfive willen befchouwd hebben, wy nogtans, ver„ mits ons by de Misfive van de Heeren Staten gebleken ,, is, dat die Vergadering aan gemelden Heer van Hengst „ zyne Sesfie in ons Collegie volftrekt weygerd, denzel„ ven tot onze deliberatien niet zouden kunnen toelaten, ,, aangezien de Souvereiniteit over deeze Provintie, uit welkers naam wy de eer hebben van recht te fpreken , „ niet is één der drie Staatsieeden, op zich zelve, maar „ by de drie Staatsieeden gezaraentlyk, waar uit, onzer „ eragtens, ten aller evidenften volgt dat, wanneer twee „ der drie Leden aan iemand Sesfie in dit Provinciale Col* „ legie van Judicature weigeren, dezelve, naar notoire „ regten, nimmer bevoegd kan zyn, om wettig recht te „ fpreken, in zaken tot de Rechtsdwang van hetzelve) „ Collegie behorende." „ Het komt ons voor, dat UEd. Ernf., fchoon even te vooren gedeclareen hebbende, het eene zaak te zyn, geheel buiten derzelver onderzoek en competentie in hoe verre de wettigheid van deeze Staatsvergadering door alle de Leden word erkent, door de ingevlogten benoemingen van Staatsvergadering en Misfive van Heeren Staaten 9 (welke, onzes bedunkens, alhier gepasfeerd hadden kunnen zyn) na het ontfangen van onze Misfive, implicite hebben willen te kennen geven, van dedooronsomfchreven Amersfoortfcbe Vergadering wel voor eene wettige Staatsvergadering te willen houden, terwyl wy ons niet kunnen opdringen, dat UEd. Ernf. eene zodanige verklaring ex foro confcientits zoude kunnen voortbrengen. (5). „ Wants) Dwaalden zy allen die met u niet inftemden? was uwe misfive zulk een Evangelie? Wie, dan zy, die met u reeden hadden om de Staatsvergadering te Amersfoort, voor onwettig aan te zien,, heeft ooit een ogenblik aan derzelver wettigheid getwyffelt. 'X is waar, drie Steeden ontbraken aw die Vergadering, maar waren zy [niet befchreven , fproot hunne non comparitie , uit onwettigheid of uit onwil voort ? Maar wat meer is, wiederBondgenoot-n, HtHand zelfs die u zoo trouw, zoo gy u verbeelde hielp, Hollands Hooge Vergadering, fchreef aan en «kon de VerSS* Nnn 2  ( 23<5 ) ,. Wanneer UEd. Ernf. nu wyders, by die pasfage, in veronderftelling, volgends onze Misfive, dat die Amersfoortfche Vergadering al eens niet verder dan eene Vergadering enkel van de twee Voorftemmende Staatsleden kons de geconfidereert worden, declareeren, van egter op de volftrekte weigering der twee Staatsieeden, om aan den Heer van Hengst Sesfie in den Hove te geeven, denzelven ook niet tot de deliberatien van UEd. Ernf. te kunnen toelaten; zo moeten wy vervolgens hieromtrent remarqueeren, dat wy, by onze Misfive, de abfentie van die Staten hebbende voorgefteld, ook eene Vergadering van twee Staatsleden, met betrekking tot het uitmaken van eene wettige Staatsvergadering, als een non Ens in onze Provinciaale Regeringsform geconfidereert hebben , aan wiens beveelen, het zy tot de voorgem. weigering als anders, niet vermag gedefereert te worden; Eu wanneer men het voorgefteld geval, by aanwezenheid van de Staten, moet begrypen, zo kunnen wy de veronderftelling niet agnosceeren, volgens onze Misfive gedaan te zyn; en hierin al eens toegegeven zynde, zo kunnen wy egter, volgens het hier voren geremarqueerde op de aangehaalde Staatsrefolutienvan 1622, KS33 en 1669, met UEd. Ernf. niet inftemmen , dat twee Staatsieeden de Sesfie aan een anderfins Gequalificeerden zouden kunnen weigeren, offchoon wy anders ook niet kunnen tegenfpreken, dat in zaaken, waarin met meerderheid van ftemmen kan geconcludeerd worden, de twee zamenftemmende Leeden eene Staatsrefolutie kunnen formeeren; maar dan blyft 't niet een Refolutie van twee, maar het word, by overftemming, eene Refolutie van de drie Staatsleden. Te recht avanceeren UEd Eraf., dat de Souverainiteit over deze Provintie niet is een der drie Staatsleden op zich zelve, maar van de drie Staats • 'eeden gezamentlyk, waaruit wy by gevolg ook veilig denken te mogen argumenteeren, dat de Souvereiniteit over deeze Provintie mede niet is van twee Staatsleden, en nog minder van 5 a 6 Leden, welke, zo men wel meend geïnformeerd te zyn, deeze fcbandelyke prohibitoire Refolutie genomen hebben, die, volgens het aangenoomen fifte- ma gadering tot AmerifOOIt, als de Edele Mog. Heeren Staten 's Lands van Utrecht.. ma van geweld en overheerfehing, den naam van eene Staatsrefolutie ontvangen heeft, gelyk UEd. Ernf., zoo min als aan ons, onbekend zal zyn. (6). ,, Hierop komende tot onze waare ftelling, vervolgen UEd- Ernf., dat, in veronderftelling, zo als wy fchynen te doen, 'er thands geen wettige Staatsvergadering gehouden word, daar uit egter ten gevolge niet anders zoude kunnen worden afgeleid, dan alleen dat, gedurende dien tyd, geene Commisfie aan een Extra Ordinaris Raad, uie het eene ofte ander Lid, na behooren, zoude kunnen worden verleend. Het is niet alleen Ed. Ernf. Heeren! dat wy die veronderftelling fchynen te doen, maar; daarwy, zowel by de prremisfen van onze vorige Misfive het afbreken van de Staatsvergadering binnen deeze Stad, tegen het Pro« teft, dezerzyds gedaan, en het houden van quafi Staten en Gedeputeerden Staten Vergadering door de twee Voorftemmende Staatsleden, met de Steden Amersfoort en Rbe* nen, binnen de eerstgemelde Stad, zonder zelve aan ons eenige Brieven of andere Stukken, het onderwerp der deliberatien van de Heeren Staten uitmakende, te doen toekomen, genoemd hebben een verkragting van ons rechr, en met het zelve van de aloude Regerings Conftitutie deezer Provincie, als ook verder in onze qualiteit van Derde Lid van Staat gedeclareert hebbeu , dat, zedert de maand J» (6) Die laatfte fluit wat, in alle wel geregelde Vergaderingen , geld de meerderheid boven de minderheid , en 't betaamt geene Ingezetenen, geene aan den Souverain onde-gefchikte cMiegien, om te wecgen, met hoe veel Hemmen de meerderhe:d boven de minderheid heeft gegolden en langs die bereekening zyne alofr.iec gehoorfaamheid aan derzelver beveelen, te onderfchikken. Dan, zekeryk moet, de in agt neeming van d-;ezealgemeene regel, geheel enbeftaanbaar gevonden worden, by Lieden die in veels gevallen, wanneer het in hun kram te pas kwam, de refolutien by de meerderheid genomen, door het minder gedeelte, lieten verbreeken. Daar voor 't overige deeze geheele misüve door, op een verkeerd principe als of de Stad of eenig ander Lid, tot Provinciale Commisfien, buiten meedewerking der gezamentlyke Sta-en Commisfien zoude kunnen verleenpn, gïbouwt word, en men zig hier en daar beyvert, om ware het mogeiyk geweest, fchimpigtezyn, zullen wy orze aanmerkingen niet verder uitbreiden, in't vast vertrouwen dat ieder opmerkzaam lezer die naar waarde 'chattenzafj  C «37 ) July deeze* Jaare, geene vergadering van Staten,. of Gedeputeerde Staaten gehouden zyn, en dat wy alle zodanige befluiten, welke, zedert dien tyd, op den naam van Staten of Gedeputeerde Sraten, genomen zyn, of nog genomen zouden mogen worden, houden, en altyd houden zullen, voor onwettig* zo meenen wy ons d-uidelyk genoeg geëxpliceert te hebben, dat 'er thans geene wettige Staatsvergadeting gehouden word, het geen wy, tot weering van alle dubieteiten deezen aangaande, thans herhalen, en ten kragtigften inhereren; gelyk wy al verder op het door UEd. Ernf. afgeleid gcolg hoofdzakelyk moeten repeteren, het geen wy hier vooren, op het door UEd. Ernf. een deezen bevoorens geavanceerde, hebben geremarkeert, Bamelyk; dat, ingeval het 2de Art. Rubr. van Prafident en Raden niet was veranderd geworden, alsdan dit gevolg zoude kunnen doorgaan ; maar naardien, by dikwils ge Hielde Staatsrefolivien van 2 en 5 Febr. 1622, na dat de zaak in eene Staats Commisfie onderzogt was, op het als toen in deliberatie gelegt zynde poinct, of men gezind is te blyven by het tweede Art van de Rubr. van Preef en Raden, gerefolveert is, dat ieder Lid van de Staten fal len tyden, vytiaan zal, voor zvdanigen tyd, ais dezelve goedvinden zullen, te committeeren één uit den Haaren; zonder dat in deeze Refolutie, nog in de Inftruftie voor een Extra Ordinaris Raad, van 18 Nov. 1662, van een Provinciaale Commisfie mentie gemaakt word, zo als wy boven breder gedemonffretrt hebbenzo verfeeren wy in het vertrouwen, dat wy-by alle billyke oordeelaars zullen gerefcent worden, in die geval, te kunnen voldaan, met ons aan den letter van de Wet te houden . welke zoodanig geconfirmeerd is, dat men dezelve niet vermag te infringeeren, ten waare met gemeene flemmen van alle de Leeden. „ Wy hebhen ons temeer verpligt gevonden, van dit by de Wet bepaald Voorregt gebruik te maaken, op dat wy door onzen Gecommitteerden volgens Ai ï>ftructie, in tyds , informatie bekoomen, en de nodigemefuresnemen zouden-knnnerf, wanneer denzelven eenige faute, oftean» tftre occurentie bemind, ofte komt te bemerken; waardoor de eer ,'■ het recht van de Staten &c zoude mogen worden gekrenkt; en dk niet alleen van de Staten in het gemeen , swar ook van ons in hei byzonder; wyl wy ondervinding 1 Stuk No. 6j. o*. genoeg hebben, hoe men in deezen tyd bedagt is, om op allerhande wyzen (waare het mogeiyk) Ons en onze Burgers van hunne Regten en Vryheid te ontzetten, enwaar* toe wy niet kunnen denken, dat UEd. Ernf., d.e ter handhaving van ieders Regten en van het Bolwerk der Vryheid, namelyk de Juftitie, gefteld zyn, zouden willen concurreren, met een recht, het welk aan ieder Lid op zich zeiven toekomt, te commnniceeren aan de andere Leeden, en aan de twee Voorftemmende Leeden gelegenheid verfchaffen, om over hetrecht, ons, als Derde Lid van Staat, alleen toekoomende, te oordeelén. „ Wy hadden wel gewenschr, dat UEd. Ernf., ingevolge derzelver eerstgenoomen mefures, geene zwarigheid gemaakt hadden, om derzelver befoignes met onzen Gecommitteerden te blyven continueeren, en zig niet geëxponeerd hadden aan onaangenaamheeden, welke uit het vragen van orders aan eene, volgens ons gedeclareerde, illegale Vergadering te wagten waaren; immers dat UEd. Ernf., alvorens zig te expliceeren , op het obedieeren aan die gedemefureerde order, om liever alle befoignes in prefentie van onzen Gecommitt. te ftaken, hadden kunnen goedvinden, te onderzoeken, of zoodanige order met de Souvereine magt compatibel gerekend konde worden, daarnet: want invita veritate, eens veronderfteld, dat UEdErnf. die Vergadering als de Wettige Souveraine Vergade-' ring dezer Prov., ex foro confcientin- ons, als Derde Lid van Staat, gedaan, ook gehouden zyn, om de beveelen van die Vergadering te gehoorzamen , dan. vorderd evenwel de gezonde reden, dat zoodanige beveelen moeten ftrekken tot welzyn, immers niet tot den ondergang, van het Volk, ofte van het voornaamfte Bolwerk der Vryheid (zoo als UEd. Ernf. het noemen) moeten uitlopen ; en wy geeven aan de gëheele onpartydige Waereld, en ook aan URd. Ernf in confideraiie, of een Souverain, eenig abuis of disorder bemerkende , waartoe hem de magt ontbreekt, om het zelve te weeren, bevoegd zy, om zodanige middelen in het werk te (lellen, waar door het gantfche Land in confufie g--'-aakt? En dan vragen *y verd.r, of'er groter confufie, tfelfc by tumu't van het woe»te Graauw, bedaót kan worden, dan welke het ftilftaan , vaa Ooo  C «38 ) van de adminiftratie van Juftitie over een geheele Provincie aoodzakelyk moet veroorzaken; en dat UEd. Ernf. in deze met ons ten allen tyden in dezelve denkbeelden hebben geverfeerd, confleerd, onder anderen, zo wy vermeenen, uit het 17 Memoriaalboek s'Hoofs van Utrecht^. 356, alwaar UEd. Ernf. aan de als toen wettig vergaderde Heeren Staten de fchadelyke gevolgen van de ftatering van eenige Procedures op het nadrukkelykfte hebben onder het oog gebragt; hoe veel te meer nu zulks moet worden geapprehendeert uit eene geheele ftilftand van de adminiflratie der Juftitie, willen wygaarn aan UEd. Ernf. equitabel oordeel overlaten. „ Daar nu zoodanig een bevel, tegen alle Goddelyke en Waereldlyke regten, en tegen de inftelling en Inftructie van het Hooge Collegie, waar van UEd. Ernf. de tegenwoordige Leeden zyn, komt aan te druisfchen, zo hadden wy het beter met de gewoone prudentie van UEd. Ernf. kunnen overeenbrengen, wanneer UEd. Ernf, hoe ook geïnclineerd, om aan die vergadering te Amersfoort te believen, gebruik makende van het 28 Art. Rubr. van Prefident en Raaden, aan die vergadering in, het vriendelyke geremonftreerd en onder het oog gebragt hadden de enorme Isefie, welke door zoodanig een bevel aan het welzyn en de Vryheid der Burgerlyke Maatfchappy toegebragt wierd, met verder betoog, uit het voorafgaande 28 arr., dat de Souverain deezer Provincie, wil hy zig niet fchuldig maken aan meineed, zodanig een bevel niet mag uitvaardigen, alzoo by dat 28 Art. woordelyk geftatueert is! ,, Des kuilen die voorfz. Staaten den voorfchreeven Pr*efidènt en Raaden in der zake van Juftitie, haar luyder kennisfe beboorende , geen belet nog verbinderinge, '/ zy by vondelinge ofte fchrifteiyke hevelen, ofte ander fins doen. ,. Dan wel dat UEd. Ernf., door derzelver gedane Declaratoir, zig aan ons hadden doen voorkoomen, vandaar toe eereedelyk te willen coöpereeren , daar tog, aan het an¬ derzins zoo attent oog van UEd. Ernf. fchynt geëchapoeerd te zyn, het voorgemelde 28 Art. van derzelver in- ftructie; terwyl, behalven de aangehaalde woorden uit het zelve Artikel, al verder daar by woordelyk geftatueerd is. ,% Ende of de veorfcbreeve Staaten of haar luyder Cede. futeerden contrarie deden, en zullen die Prcefident en Raden niet gehouden zyn, die ieveelen, bunluyden diesaan- gaan- gaande gedaan, te ebedieeren ofte agtervolgen, nog den train der Juftitie ofte exercitie van dien, te dier oorzake, te fuspendeeren ofte fchorfen. „ Wien volgends wy het daar voor houden, dat UEd. Ernf. getrouw blyvende aan den Eed en gedaane belofte, ook niet vermogen te obedieeren aan zoodanige bevelen, fchoon op den naam van Staten deezer Provincie afgevaardigd, waarby het ftakeu van de befoignes van UEd. Ernf., ofre wel volgens derzelver regte denominatie, de geheele ftremming van de Juftide, komt geordonnsert te worden: Daar dan nu zodanige alle regtsbediening verwoeftende order, door UEd. Ernf. niet zoude konnen ofte mogen worden opgevolgd, ar waren UEd. Ernf. volkomen verzekerd, dat dezelve van de Drie gezamentlyke Leden van Staat afkomflig waare, hoe zoude men het dan met UEd. Ernf. inftelling, Pligt en Eed konnen compasfeeren, indien UEd. Ernf. zulk eene order kwamen te agtervolgen, daar UEd.. Ernf. door ons, by onze voorige Misfive, legaal geïnformeerd zyn, dat die ordre komt van eene Vergadering, die, door abfentie van ons, als Derde Lid, nooit wettig den naam van Staatsvergadering kan voeren? en zullen wy nooit aan onze Ingezetenen en Burgers, incasd'appel, ofte ook uit hoofde van eenig ander privilegie, toeftaan, ingeval van verdere weigering van onzen Gecommitteerden, aan de Sententien van den Hove, direct, ofte indirect, te voldoen, ofte zig aan de Judicature van dat Collegie van Juftitie, waartoe wy behooren, en waar uit onzeGecom^ mirt. ge weert word, te onderwerpeu. „ Wel is waar, Ed. Ernf. Hn., dat wy, ter vermyding* van alle verdere verwarringen, ook met de meefte mogelyke moderatie hebben zoekea te werk te gaan, en dat wy met den grootften tegenzin gedwongen zouden worden, zodanige voetftappen aan het oog van eene weldenkende Nakomelingfchap overtelaten; maar nadien eenige weinige Heeren zig niet ontzien, van, op den naam van Staaten deezer Provincie, ene, zo zeer ten algemenen nadele ftrekkende. Refolutie voor den dag te brengen, en al verder zig niet fchamen, van door UEd. Ernf., quajt op den naam van Staaten , tegen ons te protefteeren van geweld, over een daad, waad» wy ons van de letter van de Wet bediend hebben ; zo vinden wy ons mede in det i« Wfc  ( 239 ) verpligting gebragt, om, by Contra-Proteft, tegen die Heeren, voor God en de geheele Natie, te protefteren van alle fchadelyke gevolgen, welke daar uit zouden kunnen refulteren, en waar van de Ingezetenen de Slagtoffers zouden mogen worden gemaakt. „ Wy vertrouwen, dat de hiervooren door ons nader bygebragte redenen by UEd. Ernf. zo veel ingang vinden zullen, dat UEd' Ernf, ziende dat geene wezentlyke reden van recufatie tegen onzen Gecommitteerden kan ingebragc worden, dan ook geen zwaarigheid zullen maken, van derzelver befoignes mer onze Gecommitteerden, den Heer van Hengit, te houden, en zig door geen contrarie order dienaangaande zullen laten intimideeren; terwyl wy als nog inhaleren onze, by voorige Misfive, gedane guarantie. Dan, ingevalle UEd. Ernf. hierin verder mochten komen te difficulteeren, zo vinden wy ons, hoe ongaarne In de verpligting gebracht, om, getrouw blyvende aan onzen Eed en gedane Beloften, fchoon ons geene Souveraine Macht over de Provincie arrogeerende, om als Derde Lid van Staat zodanige mefures te nemen, waardoor het onbetwistbaar Recht der Stad en Burgery gemaintineerd , en onze Ingezetenen niet gefubmitreerd worden aan eene Rechtbank, welke zy als dan nimmer kunnen erkennen als de Hooge Vierfchaar dezer Provincie. „ Hier mede &c." Utrecht den 4 December. 1786. „ De Stad Amersfoort, gezien hebbende hoe die van de „ Steeden Utrecht en Wyck, aan de Schouten ten Platten Lan„ den gefchreeven hadden, bleef ook niet in gebreeken, „ als geen minder belang, dan de andere Leeden van de „ Staaten hebbende omtrend het emplooi der Gelden, die „ tot het dragen der algemeene lasten van de Provintie ,r opgebragt worden , insgelyks aan de Schouten ten „ platte Landen te fchryven, en teffens van die geleegen„ heid gebruik te maaken, om foo wel haar regt, van „ beneevens Utrecht en de andere Steeden, een integree„ rend Lid van den derden Staat, te zyn, te confervee„ ren, als om de Schouten, tot het volharden in hunnen „ pligt aan te maanen en te waarfchuwen, teegens debe„ driegelyke en hoogstgevaarlyke nieuwigheeden; Deeze „ brief, wiens inhoud den infleller foo veel eer doet, als by de agcing, welk ieder regtgeaard Burger voor het „ ftand- „ flandvastig eu cordaat gedrag der Amersfoortfche Regee„ ring voelt, vermeerdert, laaten wy hier ia zytt „ geheel volgen. Eerzame VroomeK Offchoon wy het niet mogeiyk ftellen, dat by UL. zoude kunnen worden geïgnoreerd, hoe het derde Lid van de Staten dezer Provincie, van de oudfte tyden af, beftaan heeft, en als nog beftaat, uit de bekende Steden dezer Provincie, zulks dat de Stad Utrecht daar van tegens • woordig, even als onze Stad, een vyfde deel uitmaakt, en niet bevoegd is, om eenige Declaratoiren op dennaara van het derde Lid van Staat te doen: Offchoon UL. niet onbekend zyn kan, dat zederd den afgelopen Maand July dezes Jaars verfcheide Vergaderingen van de Heeren Staten dezer Pro vincie , en van de Heeren derzelver Ordinaris Gedeputeerden zyn gehouden, in' een van welken de wettige Vroedfchap der Stad Utrecht, op den 12 Oftober jongftleden is gecontinueerd, en by zommigen van welken UL. eenige beveelen zyn medege-. deeld; s.„v r gatalhoiii-\irifl n->- ' 'h Offchoon by UL. geen twyffel redderen kan omtrenct derzelver verpligtinge ter gehoorzaminge van zodanige beveelen, als UL. op naam van de Heeren Staten dezer Pro* vincie, onder paraphure van den Heer Prefident, en Signature van den Secretaris, met het Zegel der Provincie gefloten, toegezonden werden, zonder UL. daar by in te laten, of te mogen inlaten, in het onderzoek of de refpec* tive Leden, en Steden allen in die beveelen, UL. alz'00 op den naam der Heeren Staten medegedeeld, geconfea» teerd hebben, of confenteren moeften., Offchoon wy ook gaarne avoueren , dat het direftelyk ftryden zoude tegen den aart van de Regerings wyze der Provincie, en de duurgekogte Vryheid der Ingezetenen, indien men UL. in uwe refpective qualiteiten, aan eenige der Steden, of zelfs Leden van Staat, op hun zelve genomen, wilde onderworpen achten; ja dat wy, of eenige andere Stad, het derde Lid der drie Staten helpende reprefenteren, zouden moeten verftaan eene ongehoorde Aristocratie te willen invoeren, en alle Republicainfche ge» lykheid te willen ondermynen, by zo verre wy, op orrs zelve, UL. eenige beveelen mededeelen, o£ bedreigin O oo is  ( 24© } gen doen wilden: behalven dat wy ons aan eene billyke veragtinge van die beveelen zouden bloot ftellen, hoeveel aanfpraak wy ook anders, benevens de andere Sreden en Leden, de Vergaderinge der Heeren Staten helpende compoferen, op uwe volftrekte gehoorzaamheid hebben mogen. Offchoon wy UL. ook ten vollen overtuigd houden moejen, dat geen menfchelyk vermogen UL. zoude kunnen indemneeren van of guaratideren tegen die nadeelige gevolgen, welke uwe perfonen hier, of hier namaals zouden onderworpen wezen, indien de trouwe en gehoorzaamheid, door UL. by plechtigen Eede aan de Heeren Staten dezer Provincie, by den aanvang uwerbedieninge beloofd, overtreden wierd; en dat geen ongenoegen van eenig weldenkend mensch, veel min van de wettige Regering der Stad Utrecbt, of van eenige der andere Steden, in hetbetracnten van dien. Eed, by UL. te duchten zy. Zo hebben wy het evenwel nodig geoordeeld, UL. te waarfchouwen tegen zodanige fchadelyke nieu.vigheden, erroneufe begrippen, en verleidende grondbeginzelen, als men UL. by zekere Misfive, van dato, den 9den dezer, qp den naam van Burgemeefteren en Vioedfchap der Stad Utrecht, heeft trachten inteboezemen, en welken Brief, alhoewel die door den Secretaris der Policiegetekend (f), en met het Zegel dier Stad gefloten geweest mogt zyn, Wy daarom echter onmogelyk voor een Brief van de wettige Vroedfchap aldaar, en alzo van onze mede integrerende Leden van het derde Lid van Staat, houden kun nen. Ja omtrend welken wy zelfs volkomen verzekerd zyn, dat die nimmer ter Ordonnantie van dezelve gefchreven is. Wy, hebben het nodig geoordeeld UL. ten overvloede te waarfchouwen, om geenerhande Declaratoiren, Vermatiingen, Beloften, of Bedreigi .yen, al waare het ook van de wettige Vroedfchap der Stad Utrecht, op den naam van het derde Lid van Staat gedaan , aan te neemen, ofteUL. daai op te vertrouwen; terwyl wy UL. verzekeren, en ' gua- (f) Het is echter alieenlyk aan die Cgr.atare dat men de echtfcrfd van zilke ftukken kan ord rkennen, hoe veelen welke sr o wel de ftaat der zaab n niet ko .den, hebben om dierg yke fc-'kra'Mtgitigen- vei meet d genoodzaakt te zynde beveelen dier on .Wittige Regenten, op te volgen! guaranderen, dat die nimmer by het derde Lid van Staat, ja zo wy billyk vastftellen, by de overige vier vyfde deelen, en alzo by verre het meerderdeel van hetzelve, zullen worden erkend of achtervolgd; maar gelyk UL. byde verwaarloozinge van uwen plicht het billyke ongenoegen van den Souverain, en alle de refpective Leden van dien, zoude moeten treffen, zo durven wy UL. vryelyk verzekeren van de guarantie en indemnifatie uwer Perfoonen en Goederen, door alle de Staats-Leden in het gemeen, en van het derde Lid van Staat in het byzonder, wanneer uw Eed' en plicht naauwkeurig by UL zal worden geobferveerd: zo als wy erkennen, dat de gelukkige gefteldheid onzer. Regerinssform, en de geheiligde plicht van ieder Recent dezer Provincie dit van zelve mede brengen, en wy daar van gaarne by ieder gelegenheid naar ons vermogen bewyzen ceven willen. Hier mede blyft Gode bevoolen ! Wy zyn Eerzame, Vroomel AMERSFOORT, Uwe Goede Vrienden, den 27 Novemb. De Regeerders der Stad Amers.- 1786 foort. Ter Ordonnantie van dezelve. (getek.) J. Both Hëkduiksen. „ Intusfchen zat men binnen Utrecht niet ftil, om het ,, gedreigd gevaar van eene mogeiyk aanflaande mediatie ,, afteweeren, wy hebben hier vooren gezien, hoe men „ daar toe de gemeente reeds had voorbereid , thans ging „ men een flap verder, en men zag, de Collegien van Ge„ qualificeerde ijecommitteerderrs, van Geconftitueerden» van 1368 Burgers en Inwoonders en datvandeCommis„ fie tot de zaken van den 2 Aug. 1786, &c. den 4 De„ cember, een addres aan den Raad t'Utrecht prefente» „ ren, 't welk eenigfints meer uitgebreid echter, met het „'hiervoren, uit de Zuid Holl. Courant opgegeeve Arti„ cul, ten vollen inftemde en als 't ware op dien leest „ gefchoeid was. „ Het is der moeiten wel waardig het zelve met aandagt te lee/.en, de Nakomelingfchap zal verbaast ftaan , als „ hy zal zien tot hoe verre, verkeerde inzigten, onkun„ de en kwaadwilligheid In ftaat Is, een geheele maat„ fchappy, door weinige op den over van zyn geheel- „ br  ( «41 ) „ bederf te ftooten. Het zelve was vaa volgende inn huud. Aan de Ed. Gr. Achtb. Heeren Burgemeefteren en Vroedfchap der Stad UTRECHT. EDELE GROOT ACHTB. HEEREN! „ Daar wy alle dagen , door publieke berigten, ontwapen , hoedanig men in de bizondere Provintien werkzaam is, om, zo mogeiyk, de zaken onzer Provintie, door het aanbod van Mediatie en de acceptatie derzelve , tot een overeenkomst tusfchen deze Stad en de Voorftemmende Leden te brengen, en dat daar toe in de Provintie van Holland onlangs een Rapport door het Groot Befoigne ter Vergadering van Hun Ed. Groot Mog. is uitgebragt; dienende om UEd. Gr. Achtb. by eene Misfive op de kragtigfte wyze te exhorteeren, om te accepteren de Mediatie, door de gezamentlyke Boadgenoteu aangeboden ter vereffening van de oneenigheden, in deze Provintie, tusfchen de Stad en de VooKtemmende Leden, fubfilte• rende, en door de laatfte reeds geaccepteerd; waar by tevens is gevoegd geweest het Concept van die Misfive, welk Rapport en Misfive by eenige Leden der vergadering van Hun Ed. Gr. Mog. overgenomen zynde, tengevolge, dat het een en ander ons in de publieke Papieren is medegedeelt, en daar op eerlang Haar Ed. Gr. Mog. Refolutie ftaande te vallen: hebben wy ons genoodzaakt gezien dezen aangaande aan UEd. Gr. Achtb. vodttedragen; hoe aan ons, door eene Commisfie van UEd. Gr. Achtb., in het begin van den maand Oftober dezes Jaars, ouverture zyn gedaan, van het gebefoigneerde met eenige voorname Leden der vergadering van de Heeren Staten van Holland, dienende, om aaii gem. Heeren voor te houden, welde poincten als zo veele prseliminairen zouden behoren vast te Haan, voor dat men aan de zyde van deze Stad tot de acceptatie eener Mediatie zoude konnen komen, en wat diesaangaande met twee Heeren, zeggende van de Voorftemmende Leden gelast te zyn, in eene Conferentie, ten overltaan van de voorn. Hollandfche Hee ■ ren, is voorgevallen. „ Wy hebben gemeend, 'alvorens onze gedagten daar op te konnen uitten, geëlucideert te mogen worden aangaande de middelen, volgends welke het, onzes oordeels, i Stuk No. 61. mo mogeiyk zoude konnen zyn, om, met behoud van de tegenwoordige Conflitmie, eene Mediatie te konnen aan» gaan, en zulks met uitfluitinge van die Leden, in het eerfte en tweede Lid, met welke de Stad en Burgery, als hare gedeclareerde Vyanden, geen asfopiatie, hoe ook , kan aangaan, en welk point, wy naderadftruerende, vertrouwen in een zo klaar ligt voorgedragen te hebben, dat wy tot heden toe hebben ondervonden, dat men aan ons het zelve niet zo zeer heefc konnen oplosfen, als men begrepen heeft, om het zelve in het midden te laten, en, als met ter zyde Helling-van h?t zelve, zig tot de poinftea van de Mediatie te bepalen, waar toe wy oordeelden, dat aan de zyde vau de Burgery niet wel te komen was: en hebben wy daarom onze gedagten meer gedetailleerc by eene Misfive voorgefteld, en op den 18 October dezes Jaars na s'Hage aan de Heeren Raden, aldaar nadec zullende befoigneren, afgezonden. Dat voorts aan ons, op den *5 der gemelde Maand October, op authorifatie van UEd. Gr. Achtb. door voorn. Heeren is gedaan openinge van het Rapport, wegens de by hun Ed. gehoudene nadere befoignes, roulerende over zes bizondere geproponeerde poincten, waar op wy onze gedachten fchrifteiyk den 5 Novemb. 17 86, aan de Commisfie van UEd". Gr. Achtb. hebben overgegeven, in die hope dat, wac het daar by als prreliminair gefielde betrof, het zelve geea object van difficulteit by de Voorftemmende Leden, of derze'ver Gecomm. zoude geweest zyn; dan dat het een en ander is geweest vau dit gevolg, dat de Commisfie van voorn. Raden, op den 7 en 8 November dezes Jaars j nog nadere Conferentien in s'Hage gehouden hebben, en daac van den 10 dezer hun Rapport hebbende uitgebracht, hec daar uit ten klaarften bleek, dat het zelve aan onze, van den beginnen af gevreesde, verwagtingbeantwoorde, als wy uit de handelwyze der Voorftemmende Leden en van derzelver gezegde Gecommitteerdea ons geen het minfte fucces van die Conferentien, tot het bepalen van eenige preliminaire, hebben voorgefteld; maar van den aanvang af, uit de houding van de Geccmrn. der Voorttemmende Leden, hebben konnen onderflellen, dat dezelve zoude afgebroken worden ; als het bovendien alomme bleek j waarom het de Vooritemmende Leden voornamentlyk ie doen was, namentlyk; om, onder hei aanhouden en maai» Ppp  nlfesteren van derzelver vyandfchap tegen deze Stad en Burgery , de Natie door het woord van Mediatie te abuferen daar het by een ieder, welke op den loop van zaken gadeHaat, klaar en beflist is, dat de Meerderheid van die VoorHemmende Leden, fprekende van Mediatie en Mediateurs niet anders voor hadden en zogten , als een cusfchenkomst van Staatsleden, door de influentie van de Meerderheid der Leden van H. H, M. die, aan hunne oogmerken dienftbaar zynde, deze Provintie en Stad, voor altoos Onder het Stadhouderlyk juk, en door denzelven, zo als wy tot kier toe ondervonden hebben, ook aan hen onderworpen te maken, en waar niet meer nodig is, dan zig te beroepen op die bevindelyke blyken, om welke zy, na de ac ceptatie der voorgeflagen Mediatie van de Heeren Staten van Zeeland, hebben onderdaan, de Gecomm. dezer Protintie ter vergadering van H. H. M. te authorifeeren. „ Daar van hunne voortdurende vyandfchap tegen deze Stad en Burgery, terwyl men van asfopiatie fpreekt, geen klaar fprekender bewys behoefd geallegueerd te worden, dan de laatfl afgevaardigde zogenaamde Brief van Befchryving eener Ordinaris Vergadering van Staat, tegen den «esden dezer ia Amersfoort: een Brief, die wy vertrouwen, dat ten aanzien van het buitengewoon byvoegzel, ('twelk nimmer by eenige Befchryvings Brief gevonden word,) deszelfs rescontre na waarde ervaren zal • als, tot hier toe, nog geen ftuk voor den- dag is gekomen, waar van den inhoud meerder aanloopt tegens de bevindelyke daden, als even dit, en dat bovendien het echte kenmerk draagd, uit wat School het zelve zynen oorfprong ontleend heeft, zo wel, als wie de Leermeefters zyn, waar aan men zoort. gelyke, het publiek misleidende, zamenftelzels toe te kennen hebbe; als zy, onder voorgeven van hun Eed en Pligt te betragten, ter maintien der rechten en Voorrechten van hunne Medeleden, daar mede hun gepleegd geweld, en de infraclie op de Hoogheid dezer Provintie op de aller onbefchaamfte wyze (ware het mogeiyk) wel zouden wil. len coloreren, niet veel beter, als zy die het gepleegd geweld aan Hattem en Elburg voor een geoorloofde daad van Souverainiteit willen doen doorgaan, en op welkers verzekeringen wy, zedert drie Jaren, te zeer geleerd heb ben, dat men daar in geen vertrouwen, als met hethoogfte gevaar, ftellen kan, zo men zig daaromtrend veilig aoude mogen beroepen op het gemanifesteerde oogmerk, het het willen daarflellen van eefl zo zeer prtejudicabel Prael»» minair, by het aanvangen der Conferentien over de Bezwaren, met Gecommitteerdens van den Stadhouder dezer Provintie, aangelegd, en waar van tot hier toe gebleken is, dat men, aan dc zyde van die Staatsleden, nog in geen een eenig point is ie rug gekomen; integendeel, zedert, tot een zodanig geweldig plan den toevlugt heeft genomen, en daar in blyft volharden, 't welk aan Stad en Burgery op alle wyze diéreert op hunne hoede te zyn, om, onder wat beglimpingen hoe ook, zig tot het accepteren van Mediatie met hen, op eene vooraf onbepaalde wyze, niet in te laten; hoe zeer men ons daar tegen ook alle mogelyke middelen van non prrejuditie ter inductie daar toe zoude gelieven voor te houden; als alle die middelen niet in ftaat zyn, om ons, by het accepteren en vervolgens inlaten op een Mediatie» ook niet in het geval te brengen, tot het intreden van zaken, welke, als volftrekt Domefliek, en tot heE Regerings beftier dezer Stad behorende, geen object van Mediatie direct ofindireftbehoren te worden, en welke men ter onzer zekerheid als prreliminairen even zeer buiten de pointen van Mediatie diende te houden; als raen ter contrarie wel zoude fchynen, ter contemplatie van de Voorftemmende Leden, van onze zyde, die toegevenheid te vorderen, welke in deszelfs gevolgen, hoe voordelig dezelve ook moge begrepen worden, voor onze Stad en Burgery altoos praijudi' ciabel zal zyn, als daar door nimmer zoude weggenome» worden het attribueren van die kennisneminge van zaken, en de beoordelinge over het Magiftraatsbeflier dezer Stad, het welk, als Domeftiek in allen deelen afgedaan zynde, aan geene beoordeeling, 't zy van de Mediateurs of va» de Voorftemmende Leden, hoe ook, kan gefujecteert worden , alzo deze Stad en Burgery daarinne geheel vry ea onafhankelyk van die Leden is, welke zig de kennisfe daar over tragten te arrogeren, en aan hen de befteiling over het zelve alleen toebehoord, dit baar recht, gegrond op de aan hen bezworen Rechten en Voorrechten, in geene discusfie of dubium ban of mag trekken ; als de Bu** gery integendeel befchouwd, dat die Rechten en Voorrechten aan hunne bewaring by Eede zodanig zyn toevertrouwd, dat zy dezelve geheel en ongefchonden aan de Pofteriteit moeten overleveren, invoegen, dat het niet kan geoordeelt worden in hunne magt te ftaan, om diea!- Mi  C a+3 ) 10 notoire Rechten en Voorrechten onzer Stad of aan eene Mediatie of Arbitrage, of hoedanig men hetzelve zoude gelieven te begrypen, onderhevig te konnen of mogen maken, dan wel, dat de Burgery zig by dezelve tegen alle en een ieder, die hen daar in geweld of hinder zoude willen aanbrengen; met alle mogelyke magt behoord te maintineren en befchermen, en waar toe alle Bondgenoten, op gronden van de Unie, gehouden zyn, onze Stad en Burgery te affifteren. „ Waarom het by UEd. Gr. Achtb. geen betoog nodig kan hebben, dat, alvorens eenige acceptatie van, of tot, Mediatie, aan de zyde dezer Stad en Burgery kan plaats hebben, die poincten werden gereguleerd en vastgefteld, die als zo veele Preliminairen moeten dienen , buiten welke wy alhier ons in geene Mediatie kounen inlaten, en van welkers gewigt UEd. Gr. Achtb. bereids voorlopig de preuves hebben gegeven, dat denoodzakelykheiddaar toe door UEd- Gr. Achtb. wierd geapprehendeert, by de Misfive den 4 der voorleden Maand November aan Haar. Ed. Groot Mog. afgevaardigd, als UEd. Gr. Achtb. te recht daar by voordragen: wy betoonden ons (namelyk. „ by Misfive van den 3r Aug. dezes Jaars) niet aliëen „ van eene Bondgenoótfchappelyke intercesfie tot veref. „ fening der fubfifterende gefchillen binnen deze Provin„ tie; maar wy borneerden tevens eene zodanige Mediatie „ eeniglyk tot alle zulke differenten, welke uit deProvin„ tiale Bezwaren ontdaan waren, aangezien wy toen ter „ tyd reeds zodanig gecoavinceerd waren van het Recht, „ Stad en Burgery van de oudfte tyden af gecompeteerd ,, hebbende, om, aangaande de Magifiraats befteiling, zo„ danige fchikking te maken, als dezelve tot hun welzyn „ geraden vonden; dat wy ons ten eenemaale onbevoegd „ hielden, het tusfchen Raad en Burgery geapplaneerd ,, Stedelyk Reglement, of eenige andere Hnishoudelyke „ zaken, aan ons privatief befiier, alsReprefentantenvan „ onze ganfche Burgery toebetrouwd, aan de deliberatien, ,, veel min aan de beflisfing van anderen te fubmitteeren.'* „ En verders, daar wy nu, niet minder dan voorheen, „ in dit opzigt als nog in dezelve denkbeelden verfeeren, „ en daar ons niet onbekend is, dat de door UEd. Gr. ;, Mog-, aangeboden Mediatie door de Staatsleden, te A„ mersfoort vergaderende , aangenomen is, fchoon wy « nog „ nog door dezelve Staatsleden, nog door deHogeBond„ genoten, uitgezondert alleen de Heeren Staten van Otw „ ys/el en van Stad en Lande, daar van eenige ouvertures „ hebben konnen bekomen,-vinden wy ons, ter liefdé „ van onzer Stads Vryheden en Voorregten, en ter voor,, koming van alle verwarringen, indispenfabel verpligt, „ UEd. Gr. Mog. in confideratie te geven, of men met ,, enige mogelykheid een gewenfcht effett, van eene te „ enthamaren Mediatie kan te gemoetzien, indien niet „ alvorens, zo tusfchen de Diffentierendepartyen, alstus„ fchen dezelve en de te Intercederende Bondgenoten, is „ uitgemaakt, op welken voet al zulke Mediatie zalwor„ den angevangen, en welke onderwerpen al oï.niet by ,, de Mediatie in deliberatie zullen kunnen worden geno„ men:" en, na verdere deductie van zaken, concluderen UEd. Gr. Achtb. te recht, „ dat nog ons Stedelyk „ Regerings Reglement, neg eenige bizondere actus, daar „ uit profluerende. nog eindelyk eenige andere zaken, „ tot ouze Iluishoudelyke directie fpecterende , aldaar „ zullen kunnen in overweging worden genomen, alsrae„ de, dat onder de Preliminaire voorwaarde boven de ,, voorfz. ook voornamentlyk zal moeten vaftftaan, de ver„ zending van alle Militie, op de onwettigfte wyzeeenig„ lyk door de Voorftemmende Leden, tegens Stads ge," ,, manifefteerde intentie, tot intimidering en fmoring., wa» „ het mogeiyk, der opgeroepen redelyke Volkftem, bin* „nen deze Provintie gebragt, naar de Generaliteit, of „ immers zo verre van hier verwydert, als die Troepes „ zig hebben bevonden, voor dat dezelve in Gelderfcbe „ Steden, aan dit Gewest grenfende, gelegd zyn: en „ zonder dat dit voornaam point zoude zyn voor afgegaan j, geene dispofitie tot het aannemen van Mediatie te wag„ ten konde zyn. Wy hadden gehoopt, dat alle de voorfz. middelen, al» ook die, welke wy hier onder verpligt zyn aan te roere» en by de voorgem. Circulaire van UEd. Groot Achtb» vervat, als behelzende het Gemanifefteerde Sentiment van de Burgery dezer Stad, van die aanmerking by Hun Ed. Gr. Mog. en de verdere Bondgenoten zoude mogen geweest zyn, om ons tot geene onbepaalde Mediatie te tragten te induceren, of exhorteren, als de Burgery, die baret Stads Rechten en Voottegxen nietk het onzekere kan trefc- r> • k€B* PPP 2  < 244 ) ien, om door anderen, wie het ook zy, beoordeelt te 'worden; en waarom wy met UEd. Gr. Achtb.inftemmen j dat, hoe zeer wy tot eene Mediatie mogten aangemaand worden , offchoon die uit haren aart niet anders zoude konnen geconfidereert worden te zyn, dan als een Middel, waar door de discreperende partyen zouden konnen werden geinduceert, om met den anderen in onderhandeling te treden, over zodanige objetJen, die wy zeiven zouden begrypen, daar voor fusceptibel te zyn, en zonder ■dat uit zodanige acceptatie van Mediatie, eenige verpligling zoude konnen geoordeelt worden te ontdaan, om aan de decifie of arbitrage der Mediateurs onderworpen te zyn, nopens zodanige poinften, die men vermeend geen ebjeiï van dicifie of arbitrage te zyn; juift; onzes oordeels om die zelve redenen, de voor te flane Mediatie aan ons zoude dicteren, het bepalen van die objecten, die wy begrypen daar voor niet fusceptibel te zyn, en welke Blits dien als zo veele preliminairen behoren vaft te ftaan, «m aan de dicifie of arbitrage van de Mediateurs niet onderworpen gemaakt te worden: en dit fpecialyk, om dezelve buiten alle demellé als afgedaan dermaten te houden , dat daar omtrent geen over en wederfpraak behoeft ie vallen, dan alleenlyk over zodanige andere poincten, als welke, zoo van de eene als andere zyde, zullen geoordeelc worden voor onderhandeling fusceptibel te zyn, ibehalven dat ook bevorens niet uit het oog behoord verloren 'te worden , wie men in allen gevallen met recht als Mediateurs al of niet zoude konnen accepteren, zo wegens hunne Provincie, als ook wel ten aanzien van.hunBe Perfonen, invoegen dat het recht en de faculteit tot retufacie ongeprejudicieert zoude behoren te blyven, zo dat buiten wedetzydfche agreatie niemand daar toe zoude tonnen toegelaten worden. i Dat dit poinét van Mediatie voor onze Stad en Burgery h uitmakende een zaak van het hoogfte aanbelang, waar ep niet adeen de oogen van onze Burgery, maardeoögen van geheel Nederland zyn geflagen, zo is het, dat wy Ondergefz. ons verpligt gevonden hebben, met vertoon van dit een en ander, ons aan UEd Gr. Achtb.teaddresferen, en in onze qualiteit, voor en in naam van alle onze Principalen, met verfchuldigde eerbied voor te dragen: „ dat het UEd. Gr. Acbtb. behagen mogen , om , daar ,, tot „ tot hier toe om redenen voorfz, gene voorgedagen .Me* j, diatie is konnen geaccepteert worden, dat UEd. Gr. „ Achtb. ook geene voorflagen daar toe als nog zullen „ gelieven te accepteren; dan dat het UEd. Gr. Achtb. „ (welker intentie te zeer gemanifefteerd is, om in dezen „ buiten concurrentie van de Burgery. niet te zullen ban„ delen) believen zal, om een Commisfie uit UEd. Gr. „ Achtb..te decerneren tot het'beramen van alie zodanige „ poincten, welke als zo veele preliminair behoren vaft. te ftaan, buiten welke UEd. Gr. Achtb. zig in geene ac„ ceptatie tot Mediatie zullen gelieven in te laten, en „ dat daar UEd. Gr. Achb. wegens de bovengem. gehou„ dene Conferentien, niet hebben gedifficulteerd, de ge-, „ requireérde ouvertures te geven , dat ook deeze by „ UEd. Gr. Achtb te decerneren Commisfie geauihori„ feerd werde, om met de Ondergefz, over het gunt voorfz, '„ concurrent te befoigneren, om door dezelve, voor het „ intreeden van eenige Mediatie, van de geprojefteerde „ poinften ouvertures aan de Burgery te doen, ten einde UEd. Gr. Achtb. volledig in ftaat zullen konnen wor" den gefteld, om de voorgeflagene Mediatie te accep„ teren, op zodanigen voet, dac daar uit een gewenfcht „ effeft voor het algemeene welzyn kan voortfpruiten, en „ alzo de pogingen van de daar toe te benoemen Gecom" mitteerdens uit de refpeftive Provinciën niet mogen te „- leur gefteld worden, maar aan hunne heilryke en vre„ denhevende oogmerken zullen kunnen worden beant„ woord, Ywelk doende &C." (Onderftond) Uit naam van het Collegie van Gequali1 ficeerde Gecommitteerden (Was get.) Pi Haanebrink, Pref. Gerard Bettink, abt". Secr. Uit naam van de Geconftitueerden van 1368 Burgers en Inwoohders dezer Stad. (Was get,) N. van Oofïveen, J. v. Manen, Adrz. ■ Uit naam van de Commisfie tot de zaken van deu a Aug. 1786, en vervolgens. (Was get.) G. Bentini, % van Lidt de Jeude, Junior. „ Dit addres in den Raad geleezen zynde, wierd ter„ ftond, in gevolge het verfoek, eene Commisfie benoemdt, X beftaande, uit de Heeren de Ridder, Smhj'aart, van Haef.  C 245 ) % Haeften , ' tT Averhoult, Pronckert en van Hengst. „ Hoe zeer tot dus verre niemand de dupen was, van „ het foogenaamd voorgeeven van fommige Stads Regeer„ ders, sis of zy niets vuriger wenfchte, dan, de ver„ deedigiog van haare verrigtens eu de gronden van hun„ ne fuiteuuen voor onparty-dige onderzoekeren blood te. „ leggen, wierd men echter nu meer dan ooit, door het ,, bovenftaande addres en het daar op benoemen eener Com„ ïnisfie overtuigd, dat de Regeerders het ten deezen met „ de hoofd Direfteuren der Burgery, eens waren; dan dat „ Eerftgenoemde, daarom alleenlyk de Burgery inhetfpel ,, bragten, om haaren rol daar door te bedekken en om voort ,, te kunnen gaan, met conferentien te houden, waardoor „ de tyd gerekt wierd. Van toen af aan dus reekende de „ min blindlte , de voorgeflageue mediatie , reeds als „ verworpen. „ Die van Utrecht na de ontfangeue befchryf - brief, be„ grypende, dat wild«n zy aldaar niet compareeren, zy „ echter,niet wel flilzwygende konden te rug blyven, (in „ welk geval er geen blyk zoude zyn geweest, in haar fy„ ftema, datzyteegens de Vergadering geprotefteerd ofde■„ zelve voor onwettig verklaard hadden ,) vonden zig in gee„ ne kleine verlegenheid , hoe zulks werkftellig te maa- „ ken aan de Gedeputeerde Staaten te fchryven, dan „ moesten zy haar Ed. Mog. erkennen en de gewoonly., ke form houdendeeden zydit niet, zoo wierd hun„ ne aanfchryving niet geleezen en vorderde niets— eene „ Refolutie ter Staatsvergadering te zenden , voorzagen „ zy dat van eeven weinig effeft zoude zyn iets ech- „ ter moest ervan hunne zyde gebeuren, al was het maar om „ in dat tydsgewrigt, (daar de gevreesd wordende aanbod „ van mediatie teffens met verhaas te fchreede naderde,) een „ ieder te doen zien, het gevaar dat, naar haar inzien, in „ de aanneeming van dezelve (lak, en dus, zoo als men „ het in dien tyd noemde, door mannentaal en cordate „ woorden, te toonen, dat zy teegens de Voorftemmen„ de Leedenvopgewaifen waren en met dezelve in gelykheid „ ftonden. „ Er wierd dan beflooten,eenen brief te fchryven,aan „ de Heeren Geéligeerde Raaden, en aan de Heeren Ede., len, die dan ook den 4 December geconcludeert wierd. ., Deeze brieven waren mutatis mutandis dezelve, al„ leenlyk, wierden de Geeligeerden genoemt. Hoog Ede- 1 Stuk No. 62. £ „ Je Gehooren en Hoog Edele Gejfréiige Heeren! en de „ Edelen Hoog Edele Geboren Heerenl dezelve was van „ volgende Inhoud. Hoog Edele Geboren en Hoog Edele Gejfrenge Heeren \ „ Het kan Uw Hoog Ed. niet onbekend zyn, dat wy, by onze Misfive van den 29 Aug. deezes jaars, geaddresfeerd aan de Heeren Ordins. Gedeputeerden van de Ed. Mog. Heeren Staten deezer Provincie, welke wy, toea ter tyd, nog als binnen deeze Stad wettig vergaderd, konden erkennen, dog welke ons met geene refcriptie hebben verwaardigd; onze bevreemding hebben te kennen gegeeven, zo wegens de provifioneele Surcheance der Staatsvergaderingen , als wegens derzelver opgevolgde zoo genoemde Befchryving, binnen Amersfoort. (1). „ Wy refereren ons, als nog, tot onze voornoemde Misfive; zonder dat wy het enigzins nodig oordelen, derzelver inhoud alhier op nieuw te detailleren; gelyk wy dan ook, om die redenen, thans niet zullen behoeven te deduceren, waarom wy, na dien tyd, tot hier toe, geene de minfte legaliteit aan vergaderingen, door Uw H. Ed. me: de Heeren Edelen en Gecommitteerden uit Twee der Steden deezer Provincie binnen Amersfoort gehouden, nog aan eenige aldaar quafi genomene Refolutie, hebben kunnen toekennen. Het is tog eene uitgemaakte zaak, welke, van de oudfte tyden af, aller wegen geleerd, in een conftant gebruik geweest, en door niemand, ook nimmer door onze Mede-Staatsleden, met eenige grond tegengefproken is, dat zonder kenniffe, en by abfentie van de Stad Utrecbt, de eenige Refidentie plaats van de refpeftive hooge Collegien deezer Provincie, geene Wettige vergaderingen van de Staten kunnen gehouden, geene Wettige Staatsbefluiten genomen worden. (2) Billyk hadden wy ons dan geflat- (O » Dit zeeker was een ieder der Staatsleden bekend; ea ,, juist om dat het hun bekend was, dat eene onwettige Regee„ ring binnen Utrecht, zjg verftoute om aan Heeren Gedep. Stal„ ten te fchryven, kon die Regeering, me: geene refcriptie ver» „ eerd worden". (1) „ Wat aangaat de Plaats waar zig de Souveraine Vergadc,, ring hond, zulks brengt niets toe, tot of neemt niets af van, „ de wettigheid dier Vergadering, ten zy er by eene duideJyke „ wet, bepaald is, dat de Vergadering dtr Heeren Staten, zig „ bni- Qqq  ( 246 ) üatteerd. dat Uw H. Ed., deeze en verdere door ons toensaais bygebragte redenen en motiven pondererende, en tevens in aanmerking nemende de gevolgen voor den Staat deezer Provincie en van derzelver goede Ingezetenen, wanneer een zo belangryk en aanzienlyk Lid van Staat by aanhoudenheid genoodzaakt wierd, zig te verzetten tegen alles, wat in zodanige pretenfe vergaderingen mogt worden -erefolveerd, (3) geen ogenblik zouden hebben laten ver- lo. „ buiten Utrecht, niet zoude mogen houden. De wettigheid der „ Vergadering hangt dus maar alleeniyk af, van de wyze, hoe ., die befchréven, en boe de zaaken aldaar voorkomende, be» „ handelt worden. Word dezelve wettig befchreeven, dan is „ de aanvang dier Vergadering wettig Worden de zaaken er „ volgens order behandelt, — dan is ook het verhandelde wet„ tig. — Om dus, zulk eene Vergadering onwettig te maaken, „ moet een dezer beide, of beide die zaaken, aan illegaliteit „ laboreeren.,— De Vergadering, %vel is waar, was met tegen„ fpraak van Utrechts Gedepnt. cn mogeiyk onder protest van „ dezelve, edog by meerderheid der andere Leeden, verlegd,— „ Hier door laboreerde die verlegging geenfin-s aan illegaliteit, „ ten zv de Stad kan aantoonen, dat in zulk een geval, een„ ftemmigheid vereischt word, of dat in dat geval, het gevoelen „ der mindeiheid boven dat der meerderheid moet gelden. —Of „ wel, dat de Stad Utrecht in zulk een geval het regt had, zulk» „ alleen teegen te houden. De verlegging is dus niet bmttnmmr '„ mtt kmr.h van de Stad gedaan. Dit zy afweefig gebleeven te, - is haare vrye wil, zy was eeven als alle andere Leeden, deer de daartoe bevoegde perfoonen, om teegen, eene behoorlyke ' tyd, met uitdrukkicg van plaats, tyd, en aanduiding waartoe., " befchreeven, dus weederom , hier in geene illegaliteit te vin" den is. Zal nu, om dat de Stad verkiest abfent te blyven, " de geheele Provintiale Vergadering onwettig zyn, en alle de Z verrigtingen onwettig worden t hoe is 't mogeiyk dat zulk een "„ fastenu in gezonde harzenen , is opgekoomen. (S) „ Word gy hier toe, door iets anders, dan door uw zelfs „ gedrag, genoodzaakt? Zoudt gy uw hebben kunnenflatteeren, 1 dat, genomen eens, de Staatsvergadering was niet verlegt gewor„ den, dat de Staats Leeden immer of ooit met Uliéden zouden "vergadert hebben, — Gy verttandige en van Eed en pligt „ gevoel hebbende , hebt gy U immer kannen vlyen , dat „.de Staats Leeden, in zoo verre hunnen Eed, hunnen pligt „ zouden vergeeten hebben, om U voor wettige Regeerders van „„ Utrecht, binnen hunne Vergadering te admitteeren?— Zouden • gy U. anders behandelt hebben, dan sj, met de toeftemming wv»ti toren gaan, om, met aflegging van derzelver opgevatte ongegronde hekommernisfen, aangaande de veiligheid binnen deze Stad, met den meeften fpoed, de gewone vergaderingen alhier te komen hervatten. (4) Dan niet alleen hebben wy ons in dit opzigt bedrogen gevonden, niet alleen hebben Uw H. Ed., benevens de Heeren Edelen derzei ver Byeenkomsr, binnen Amersfoort, gecontinueerd, maar bovendien zyn aldaar, van tyd tot tyd, zodanige maatregulen genomen, welke ten enemalewillekeurig,on* gefaifonneerd, tegen alle goede orde, en tegen de zonodige comiteit tusfchen de refpeftive Leden van eene en dezelfde Provincie geoppofeerd, waren- (5). „ Wy zouden een ruim veld vinden, wilden wy ons, by ieder van die mefures bepalen , en dezelven ieder in 't by- „ van fommige uwer zelfs, de Stad van Wyk behandelt hebben? „ _ ja genomen zelfs, gy had hun tot het houden van Vergade „ ringen met U, genoodzaakt, zoudt gy uw als dan nog gevleid „ hebben, dat zy in den haren, geene aanteekening zouden ge„ daan hebben, waar by zy al het verrigte, als door geweld „ daer toe gedwongen, zoo vooraf als by vervolg voor weder„ regtelyk verklaarden? Hoedanig gy dus die Vergadering be, fchouwde of niet, haar aanweezen in Utrecht, had zoo lang gy l door geweld de wettige Regenten belette daar te verfchynen, „ voor U, (of zy zig binnen of buiten uwe muuren hield,) het „ «lfds geweest; uitgezondert alleen dat gy hun, in 't eerfte ge„ val, uw geweld had kunnen doen gevoelen, wsar van door het tydig omhelzen van het laatfte , zy hunne Vergadering en ., perzoonen, in veiligheid gefteld hebben. Altyd dus, zou uw „ gedrag u genoodzaakt hebben, die Vergadering voor onwet„ tig uit te kryten.'" (4) Hoe doch, was zulks met eenigemojelykheid,vanvoorzig„ tige rnawien te wagten? — Gy had immers uw teegens haar „ gewapend — teegens haar, had gy uw Stad met vreemde Bur„, ger Auxiliairen opgepropt — teegens haar haJ gy Canon op „ uwe wallen gebragt &c. Zy wisten dat zy eeven als de door „ «w onwettig geremoveerde Raaden, in de Stad komende, door „ U aldaar- gevangelyk zoude gehouden worden. — Uwe gegeevene Orders waren hen immers niet onbekend i — Waaren dit ^ Mommemiffen. - Was dit eene veiligheid, waar aan de Souveraine Vergadering, aig moeit overgeevenï beflist ia bedaard gemoede zelfs. ■ (s) Deeze uitdrukkingen, zyn een gevolg dat gy de. Vergade. „ rins van Staat voor onwettig hield'V  ( ) . byzonder naar waarde affchilderen. Zo was het, by voorbeeld, niet genoeg, dat, in het voorleden jaar, een Bataillon Infanterie, op de wederregtelykfte wyze, binnen Amersfoort was ingerukt; (<5) maar nu moest, even op dezelfde informeele manier, een tweede Bataillon, binnen die Stad (7), en vervolgens nog twee Regimenten ten Platten Lande deezer Provincie, gelegd worden: en zulks, niet tegenftaande Uw H. Ed„ zo uit onze voorgemelde Miffive, als uit eige bewuftheid, niet onkundig waren, dat, by afwezigheid van deze Stad, de overige Leden van Staat zig geenzins eene willekeurige dispofitie over het Provintiaal Territoir vermogten aantemagtigen, en dat wy diensvolgcns zulks noodwendig zouden moeten confidereeren, als een dadelyk geweld tegens deeze Stad en Burgery, zo wel als tegen s'Lands goede Ingezetenen, welke hunnes ondanks, buiten eenige noodzake, in het naderend Winterfaifoen, met de inquartiering van Krygsvolk moeiten worden geincommodeerd. (g) „ Zo heefc men, van tyd tot tyd, Brieven geëxpedi«erd aan de Heeren Staten generaal, vervat in zodanige voordragten en verzoeken, welke regelregt tegen den eigen aart van het Bondgenoodfchap, zo wel als tegen de privative Souverainiteit der onderfcheiden Geweften, aanlopen, en welke derhalven, zo wel als eene Misfive, reeds i« den beginne der tegenwoordige troubles, op den naam van de Heeren Staaten dezer Provintie, aan de Heeren Staren van Holland en Weftvriesland afgezonden, by ons „iet anders, dan met de hoogfte verontwaardiging konden aangezien, en, of aan gebrek van doorzigt in 'sLands wezenlyke Conftitutie, of aan de allerfchadelykfte inzig- ten, (6) „ mdemckteiji, of de Steeden hebben privilegiën, rechten &c of zy hebben die niet. Hebben zy die, dan ook moe" ten die gelden, en dan brengen die, van de Steeden dezer " Provintie mede, dat zy, zulks begeerende, garnifoen kunnen " ,ragen en inneemen, zelfs zoude men verder kunnen gaan en " aantoonen, dat men zulks zelfs dan niet, wanneer de andere " staatsleeden, zulks ongerade vonden, riet zoude mogen we!" geren. Wy fpreeken van 'sLands troepes» die op de by de " Unie 'bepaalde wyze , conform, eens ieder zyn bekende Regt „ gevraagd en gegeeven worden". " O) *> uit het voorgevalle, eeven weinig wederrechtelyk". «8) 1 De Staaten hadden dui by meerderheid en in 't vrywil- » Üg ten, moeften geaitribueerd worden, in welke laatlle vermoedens wy niet weinig wierden.beveiligd, toen alles met zo veel fecrttesfe binnen Amersfoort wierd behandeld; (9) gelyk wy ook niet minder zyn geindigneerd geweeft, zo wegens de ouderfcheidene aanfchryvingen aan de Schouten , en vervolgens aan de Ambagts Heeren en Vrouweu der refpective Geregten en Heerlykheden dezer Provintie, almede op den naam van Hun Ed. Mog. geëxpedieerd, maar ook naderhand inzonderheid wegens eene zogenaamde Surcheance van hetRegerings-Reglement, van den jaare 1674, voor zo veel de Regering dezer Stadaangaat: eene Surcheance, ten uiterften ongerymdmontydig; ongerymd , om dat de Heeren van de Voorftemmende Leden geene de allerminfle dispofitie over dezer Stads Magifiraatsbejlelling toekomt; en ontydig, vermits UEd. zo wel als de Heeren Edelen zeer ligt konilen nagaan, dat eene zodanige Surcheance, welke in het voorleden jaar, hoe ongehouden ook, eeniglyk om een bewys te geeven van Stads gezind' beid tot voorkoming van dadelyke verwarringen, door de VroedfchapJterJStaatsvergadering gevraagd, maar aldaar op de veragtelykfte wyze gedeclineerd was, in den tegen- woor- „ lig afweezenvan de Stad, geen, magt om troepes op de Provintitr „ te brengen; maar de Heeren in de Stad, hadden dan zeekerlyk „ het regt, om haar Stad niet alleen, met een grooter aantal ge„ wapende Burger Auxiliairen op te proppen, en dezelve gewa„ pend, zonder eenig Provinciaal patent of attaché, in, over en „ uit de Provintie te doen trekken ? Verwonderlyk fustenu 1 (9) „ Daar geene bewyzen, waar in de Staten inconftitutioneel „ gehandelt hebben, worden opgegeeven, zoo kunnen wy ook „ over derzelver gegrondheid of ongegrondheid niet oor„ deelen; dan kunnen niet af, te reflecteren, dat de Stads „ Heeren , juist over iets klagen , dat zoo wel de eensge„ zindheid als de braafheid der Staatsieeden aantoood, namelyk „ dat er ficreteffe regeerde. — Dit laatfte was zeeker een onge„ woon verfchynzel, voor al in een tyd, dat men niet zelden, „ Refolutien en Misfivens, alvorens gerefumeert te zyn, reeds „ door middel der zoo wel onderregt wordende Courantiers, in „ Coffyhuizen en Societeyten, hoorde bedillen of bewonderen, „ ja zelfs dat men in fommige Collegien, de moeite niet behoef', de te neemen, om de Circulaire MUBves, van de eene Pro vin- tie aan den anderen gefchreeven wordende te openen, aange„' zien voor derzelver ontfangst die Misiives reeds g?diukt,en in „ een ieders handen waren', Q, Welke fchoone argumenten om zig van s'Lands pêanir.» ,, gen te verzeekerenS Rn ft.  ( 2£f2 ) •rdinaire onkofien hadden genoodzaakt? Trouwens, da de Meerderheid der Voorftemmende Leden zig dit laatfte herinnerd hebben, en van het zelve niet alliëen zyn, confleerd ten klaarflen uit derzelver Miffive aan de Heeren Staten van Holland en. IFeftvriesland, in den beginne dezer aangeroerd. Dog wy niet anders beogende dan de bevestiging en verzekering der Vryheid en Voorregten van onze Mede-Burgeren en Ingezetenen, en tot voorkoming van den ondergang van deeze Provintie en Stad, van onze kant, alles willende eviteren, immers zo lang wy niet tot die uiterften gedrongen worden, het welk de fcheuring mogeiyk ongeneeslyk zoude kunnen maken, hebben ons dus ver van alle foortgelyke en andere fterkere reprefailles onthouden. Wy hebben, zo als wy hier voor hebben gereruarqueert, tot hier toe niet anders dan defenfiev-, en by wyze van retor/Je, gehandelt, en wy willen gaarn alle weldenkende Nederlanders, zo wel als Uw II. Ed. zelve laten beoordelen, of wy in dat alles niet met de uiterfte disere* tie en menagement zyn te werk gegaan ? Maar zullen wy altyd op dien voet kunnen continueeren? zullen wy, by aanhoudenheid, de inclinatie van onze Burgery, welkezigtbaar tot weer efficacieuje mefures fchynd over te hellen , kunnen refifteren ? Wy laten dit over aan Uw H. Ed. eigen overdenking, en hebben ons verpligt gevonden, dezelve als in een tafreel voor een gedeelte te doen opmerken , waar toe wy ten laatflen zouden kunnen genooddrongen worden, by aldien onze Meede Staats Leden ongelukkig mogten verkiezen, by derzelver tegenwoordige maximes te blyven perfifteren; niet twyfelende of Uw H. Ed. zullen wel weten te fuppleren, het geen wy, kortsheid of befcheidenshalven, alhier onaangeroerd gelaten hebben. (18) „ Het (i8) „ Zie daar een tafereel, waar in men wil doen zien, „ hoe langmoedig die van de Stad] geweest zyn omtreDd de „ Leeden van Staat, door geen gebruik te maaken van een Regt, dat zy zeggen haar te competeeren; maar waar uit wy niet anders, meenen te kunnen zien, dan dat de weederregtelyke Regeering, nog geen misbruik gemaakt had van hun geweld, om„ trend zoodanige zaaken en perfoonen, 't welk zy by vervolg „ onder een oud recht, dat zy pretendeeren de Stad te compcteeren, hebben zoeken en reeds by voorraad, zoo zy tot die „ uiterflens kwaamen, tragtea te coloieeren, Zoo „ Het is waar; zoo wel aan de Heren van de Voorftem mende Leeden, als ookjian ons in het byzonder, is van we- „ Zoo al, alle Staatsperfoonen , Burgers of Inwoonders der Stad ,, zynde, in alle gevallen onmHdelyk aan Stads Judicatuure ge„ fubjecteert zyn; zoo vertrouwen wy, dat daar echter van ,. uitgeflooten zyn, alle zoodanige zaaken, die hun, omtrend ee„ ne verkeerde handeling in haare ambten, reprochabel cf jus,, ticiabel zoude maaken, waar over zy ons bedunkens voor nie-, „ mand anders dan voor den Hoven of andere Souveraine Regter „ zoude kunnen worden betrokken. Feilen wy hier in, dan „ word het voor de vryheid, vyligheid en onafhankelykheid va» „ de Souveraine Vergadering en de Collegien vsn dien depen, deerende, zeer'gevaarlyk, om zig binnen eene Stad op te hou,, den, alwaar de Magiftraat, zulk eene uitgeftrekte Judicatuure, „over de Leeden van dezelve pretendeert — de wyl in ia: geval, zoo „ eene Stad , demagtheeft,omalhet geene, wat niet abfolutelyk ten „ haaren voordeelen gedaan, of met haar fyftema overeenkomt, „ te dwingen, en onder pretext dat de Staats-Leeden, zig tee„ gens het welzyn van de Burgery verzetten, te vervolgen, 't ,, zy in hunne perfoonen , 't zy in hunne goederen. Waarom' „ zoo dit gepretendeert wordend Regt, waarlyk gegrond is, hef ,, meer dan tyd is, om zig daaromtrend duidelyk te uiten, en „zoodanig eene vryheid, aan de Staats-Leeden te geeven „ die hun zoo lange zy tot de Souveraine Vergadering behoren „ voor de uitwerkzelen van zulk eene Judicatuure beveiligen. „ Men haald hier de Bilïchoppelyke tyden aan, doch myns be„ dunkens ten onregt — toen waren er geene permanente StaaSJ ten — de Capittels of Staa's Verga leringen, of liever Land„ dagen, wietden befchreeven, en dan vroegen, die van buiten , af kwaamen , vry geley aan de Stad , dat is zoo veel of men ,, zeggen zou vry ac en reces, en teffers veiligheid geduurende „ hun verblyf, iets waar door zy als dan, voor die of foorft„ ge'yke Judicatuuren niet te vreezen hadden, en geen wonder, „ aangezien, de Edelen, meestendeels ten platten Landen gehuis,. vest, het Landregt onderworpen wa en, — De afgevaardigde „ der Steeden vonden hunne competente Regter by hun en de „ Geeftelykheid had haar eige Jurisdictie . . by gevolg waren „ geene der Staatsleden, aan de Judicatuure der S:ad onderhee„ heevig, •—< de Vergadering zat veilig, en niemand behoefje „ zig te bekommeren, van door de Stad, omtrent hunne gevoe„ lens of fentimenten ter Staatsvergadering geuit, vervolgd te „ zullen worden. Na dat, by vervolg van tyd, byzonder onder het Land heer„ lyk gebied, het geevtn van Vrygeley is in onbruik geraakt ea „ by vervolg eene vaste Vergadering van Staat en derzelver Lee- ,, den  ( *53 ) reeën enige eter Hooge Bondgenoten eene Mediatie aangeboden , tot vereffening van fubfifteerende verfchillen: welk aanbod, zoo «Is wy geïnformeerd zyn, ook reeds door Uw H. Ed. en door de Heeren Edelen zoude zyn aangenomen, en waar over wy, behalven het gezegde by onze laatfte circulaire Mifiives, ons waarfchynlyk eerlang nader zullen kunnen expliceeren. Wy kunnen Uw H. Ed. ter goede trouw verzekeren, datwy niets vuriger verlangen, dan dac de ruft, vreede, onderling vertrouwen, en het welvaren binnen deze Provintie en Stad met allen mogelyken fpoed herfteld wofde; maar, daar alle differenten, tuffchen onze Mede-Staats-Leden en ons met onze Burgery, voornaamlyk rouleren over onzer Stads Huisboudelyk beflier, het welk wy niet kunnen compromitteren, veel min aan de beoordeling oiuitfpraak van anderen onderwerpen, welke fuftenues in navolging van vorige tyden, dezen aangaande, telkens op nieuw mogen worden gemoveerd: hoe kunnen wy ons dan immer in en.ge vertrouwlyke Mediatie begeven, zoo lang onze Burgery niet enige getuftftellende verzekering heeft ontfangen , dat hunne Stedelyke Regten, en daar onder inzonderheid de hen competerende vrye Magiftraats befteiling, ongefchonden aan hen zullen worden overgelaten? ja! hoe kan het opgevat mistrouwen omtrent zulke S.aatsleeden, welke hun. ne heerschzugt hebben getragt te ftyven, zelfs ten koste, was he' nood, van den ondergang van deze Stad en Bur. Z, ool volkomen worden afgelegd, en hoe kunnen ly onze buuengewoone middelen van defenfie ftaken zo lang die Troupes nog binnen de Provintie blyven welke ingeroepen zyn, om die zelve Burgery te intimideeren, en te bedreigen? (19) , ' Edog, wy zullen ons voor het tegenwoordige over dit'een en ander niet breeder uitlaten; wy hebben genoeg «zegd, om Uw H. Ed. een juist denkbeeld te geeven van onze denkwyze aangaande den ftaat van zaken, zoo wel den dezelfde vyligbeid is ge.aaten - Zoo met, dan herhaal ik nogmaels, dat door het geavanceerde hn bovenftaende Miffive , het " vastftellen van eene zeekere order daaromtrend, ten hoogBe " nodig word, voor de zeekerheid van de Leeden , welke tot ' deeze Vergadering, gecommitteerd worden. " 00) Wie kan zig van zulk een foort van medi.tie of onder- „zoek, I Stuk No, Ö4. „ zoek, eenig denkbeeld vormen. - Men bekend dat de grootfte di-crepancesontftonden, over Stads huishoudelyk beftier, en " over de questie of de Burgery en de Regeering, het fegt ge" had hebben, te doen 't geen zy gedaan hebben; en 't zyn juist deeze poinften, waarover men geene mediatie begeerd, " en hebben wil, dat alvooren, in onderhandeling te «reeden, men als eene preliminaire ftelt, dat het gedane, in queftie.goed is, en zoo moet' blyven. En dewyl deze voordrag genoeg" zaam was, om «e doen zien dat men een afkeer der med.at.e " had, en daar in niet zoude komen, zullen wy ook op het llot l geene aanmerkingen maaken, * weederom den Ouden deun „ inhoudende. Sss vel als ten aanzien van de middelen, langs welke de zoo ïodige eendragt tusfchen de refpeftive Leeden van Staat, m dienvolgends ook den bloei en het welvaren der Ingezetenen van dit Geweft, zouden kunnen worden herfteld, waar toe wy als nog, volgens het laatfte gedeelte van onze boven gezegde Miffive aan Heeren Gedeputeerden, en onder de aldaar gemaakte referve, waarby immersnog Uw H.Ed., nog de Heeren Edelen zig enigzins kunnen geprejudicieerd agten, bereid zyn met onze Meede-Staatsleeden te concurreeren: ja ! waar toe wij volkomen gezind zyn zo veel faciliteit te gebruiken, als, naar regt en billykheid, en behoudens onzer Stads Voorregten, van ons kan worden ver wagt „ Voor het overige zullen wy thans niet herhalen , het geen wy te voren reeds hebben gezegd, en het geen buiten dien overvloedig bekend is, dat geene Refolutien, by abfentie van deezer Stads Gecommitteerden genomen, voor wettige Scaatsbefluiten kunnen of mogen worden gehouden : en dat wy gevolgelyk alle redenen zoude hebben om te vorderen, dac voordaan, zo lang geeue ale Staatsvergaderingen kunnen worden gehouden, nog het Zegel wit Provincie, nog de Naam der Heeren Staaten ,ot het arrefteren, of uitvoeren van enige quafi StaatsRefolutien, zullen worden gebruikt. Dan uit vorige ondervinding ligtejyk kunnende opmaken, dat ook deeze onze voordragt weinig ingang zal vinden, verkiezen wy, aan Uw H. Ed eigen doorzig: overtelaten, wat dezelven in dit alles wel het meeft geraden is, terwyl Uw H. Ed. zig nogtans kannen verzekerd houden, dat wy nooit ons zelve, nog onze Burgers en  en Ingezetenen, f uilen gehouden rekenen aan het geen in de meermaal befchreven pretenfe vergaderingen gerefölveeris, of nog gerefolveerd mogt worden, zoo min als aan enige Confenten, Ordonnantiën, op den naam van Heeren Gedeputeerden, of iets van diergelyken aard, terwyl wy omtrend de SecretarilTen, Klerkenen Suppoosten van Staat, in tyd en wyle, ons zodanig zullen expliceren, als wy, overeenkomftig de regelen van regtvaardigheid, en volgends den door hen afgelegden Burger Eed, zullen vinden te behoren. „ En hier meede deeze eindigende, en Uw] Hoog Ed. bevelende in de befcherming des Almagtigen, verblijven wy Hoog Edtle Geboorene en Hoog Edele Geftrenge Heeren! Uw Hoog Ed. goede Vrienden. Burgemeefteren en Vroedfchap der Stad Utrecbt. Ter Ordonnantie van dezelve. (*) Utrecht den 5 Dec. 1789. „ Den C) „ Op deeze misfive, witrd den iS Decemb. navolgende, „ Refolutie by de Heere Edelen en Ridderfchap genomen. ExtraS uit dt Refolutien van de Ed. Mog. Heeren Edelen en Ridderfchappen reprefenteerende den tweeden Staat van den Lande van Utrecht. Jovis den ïï December 178* Ontvangen en geleezen een Miifive, gefchreeven binnen Utrecht •len 5 December laatstleden, op den naam vaa Burgemeesteren •n Raden in de VroeJfchap derzelver Stad, contineerende een jroot aan-al van bcfchuldlngen en ongepaste Infimulatien, met opzicht tot de handelingen der Ed. Mog. Heeren Staaten dezer Provincie, in 't gemeen, en van de voorftemmende Leden in 't byzonder, met bygevoegde comminatoire herïnnerirjgea betrekkelyk de Perfoonen eu Goederen der individueeleStaatsleden, welke zig in, of onder de Jurisdictie der Stad mogten bevinden; alles breder by de voorfz. Misfive , alhier geinfereerd. Fiat inferth. Waarop gedelibereerd, en in aanmerking genomen zynde, dtt de Heeren Staaten dezer Provincie by derzelver Refolutien, cn nog Iaatftelyk op den 17 November dezes Jaars verklaard hebben, -een anderen voor wettige Regenten der Stad Utrecht te kunnen erkennen, daa die geenen, welke op den iaden October 17S5 geïnftalleerd en beëedigd zyn, hebben de Heeren Edelen en Ridderfchap zig onbevoegd geoordeeld, de hier bovengemelie Misfive, aan deszelfs Schryvera, in derzelver geadfumeerde qualiteit, ,, Den 6. December, hielde Ha.rEd. Mog. de Heeren „ Staaten, haar ordinarii Vergadering binnen Amerfoort, op qualiteit, te beantwoorden , hoe gemakkelyk het anders voor de Ridderfchap geweest zoude zyn, de ongegrondheid vaa alle de infimulatien en befchuldigingen, by dezelve Misfive vervat, immers ten hunnen opzichte te deduceeren , en aan te toonen, dac het nimmer aan de Ridderfchap zal kunnen worden geïmputeerd , dat niet reeds voor lange aan 's Volks wettige bezwaren, en aan deszelfs billyk en regtmatig verlangen, 't welk zig wel tot herftel en verbetering, maar nimmer tot renverfement van de Regeerings-Conftitutie dezer Provintie konde uitftrekken, is voldaan geworden. Kunnende de Heeren Edelen zig ten deezen opzigte met volle gerustheid beroepen op derzelver gedrag , gedurende al den tyd deezer ongelukkige Trouble» en oneenigheden, dewelke het Vaderland en vooral deeze Pioyincie, nu op den rand van het ver. derf gebragt, immers byna onherftelbaare fchadens en nadeelen toegebragt hebben, gehouden ; als waar uit blyken kan , „ dat „ de Heeren Edelen en Ridderfchap niets meer ter herten nee., mende dan de rust, vrede en welvaart, van 't Vaderland in't „ gemeen, en van deeze Provincie in 't byzonder;" (ingevolge derzelver gedeclareerde ter Staats-Vergadering van den 6 Octob. 1784, op het poinét der Extraordinaris befchryvinge) „tenallen ,, tyde genegen en bereid geweest te zyn , om met hunne Me. „ deleden vaa Staat, naar de vastgeftelde ordre van Regeering, „ in deeze Provincie , mede te werken tot het neemen van zo„ danige befluiten , als ter wegneeminge van der Ingezetenen ,, rechtmatige klagten ea bezwaaren, en tot herftel van ingeflo„ pen abuizen nodig en dier.ftig zouden geoorieeld worden; dat „ dienvolgens zy Heeren Edelen insgelyks bereid waren, na dat „ de Confideratien en het Advys van Zyn Hoogheid den Heer „ Erfftadhouder deezer Pjovincie, op het Rapport, en Concept,, Reglement Reformatoir zouden zyn ingekomen, derzelver de„ liberatien op het poinct der Extraordinaris befchryving, voort „ te zetten en daar op te refolveren, zo als op gronden van „ recht ea billykheid, met behoud van een ietiers wettige Rech„ ten en Privilegiën, en zo na mogeiyk met de primitive Can„ ftitutie van de Regeeri-g deezer Provincie , overeenkomftig, „ zo als dezelve ten koste van 't goed en bloed der Voor-Ou„ deren verkregen en gerestigi is, zal geoordeeld worden te „ behooren, mits nogthans de vryheid der deliberatie van de re„ fpedive Leden van Staat door geene beletzelen van buiten of „ van binnen, in eenigerlei manieren gegeneerd of geftremd „ worden. Van alle het welke, en van der Heenen Edelen confequente » haadelwyze-,  ( *55 ) „"op de welke van weegens de Stad Utrecht, eenige der (, oude Regenten compareerde, beneevens den Burgemeester handelwyze, in confjrmité van hst voorenftaande Declaratoir, de menigvuldige inftantien, door de Ridderfchap van tyd tot tyd gedaan, en derzelver Propoütien, toen de lang gewagte Confideraiien en Advis van Z. H. den Heer Eifftadhouderdeezer Provincie , niet inkwamen, tot het decerneeren eener CommisGe, om met Hoogstdenzelven daar over in conferentie te komen, zo wel a's derzelver opentlyke afkeuring en tegenkanting tegen alle geweld, waar door de vryheid der Deliberatien in een an. «Ier Lid meer dan eens gegeneerd en geftremd wierd, ten getuigen verftrekken kunnen, en in welke principes de HeerenEdelen, (wat ook de laster tegen hen mogen uitwerpen) vastelyk gezind zyn te perfevereeren, zonder zig door eenige Conaminatoire herinneringen, al wierden dezelven met de daad geconfirmeerd , daar van te laaten afirekkeu ; ftellende de Heeren Edelen, grooter belang in de bekragdng van Eed en Pligt, dan in het behouden van Leven en Goederen, indien dezelven hun door geweldenaars mogten worden ontroofd. Terwyl de Heeren Edelen al mede gaarne aan het onzydig oordeal van hunne weldenkende Medeburgers en mede Irgezetenen, en aan de Posteriteit willen overlaten , in hoe verre in alle deezen in de Stad van Utrecht met menagement en discretie is te werk gegasn, als mede, wie in deezen ongelukkigen tyd, gere kend kunnen worden offenflef of defenfief en by retorfie geageerd te hebben. — Zy die hnnnc wettige Regenten op een geweldige wyze afzetten en andere in derzelver plaatzen aanftellen, of de Heeren Staaten deezer Provincie, die verpligt tot maintien van een yders goed recht en geregtiglieid, de alzo geremoveerde Raden, in derzelver protectie neemen, en voor wettige Regenten blyven erkennen; Zy die door comraiBatoire infinuatien aan alle de Leden der Regeering, hoofd voorhoofd gedaan, de vryheid der delibera ie van de Souveraine Vergadering, binnen hunne Stad ftremmen en beletten: of Hun Ed. Mogende, die daar door genoodzaakt worden, eerst die Vergadering, zo lang mogeiyk te furcheeren , en vervolgens na een andere plaats te verleggen; Zy 'die door hunne Stad met alle Oarlogs-Ammunitie optevulien, en een menigte gewapende Manfchappen, uit een nabuurige Provin, cie, te ontbieden; als mede door het uitzenden van gewapende Patrouilles, verre buiten de vryheid der Stad, ook zelfs met een toeleg om Siaatsleden optelichten, onveiligheid veroorzaaken , en het begin van een Burg;r Oorlog fchynen aantekondigen, of de Heeren Staaten; welke ontblood van genoegzaame middelen tot teger.ftard, en daar en boven in geprivilegeerde Nieuwspapieren, als vyanden van den Burgerftand, Burgeihaaters, Bnrgermoor- ders, „ ter Bronkbont,"welke in de Vergadering van Heeren „ Gedep. fesfie had. Deeze Heeren wierden na eene kor„ te reedevoering, en gepaste aanfpraak verwelkomt. „ Het zal onnodig zyn, alhier aan te roeren , hoedanig „ deeze Heeren, in de publieke Nieuwspapieren, welke te¬ ders, &c , voorgefteld te worden, ten einde de Gemeente die te meer tegen hen te animeeren; eenige Militie te laaten inko. men, zo ter beveiliginge van hunne Vergaderinge als vanhetp'atte Land, doch die teffens aanftonds ter gerustftelling van de Utrechtfche en Wykfche Burgery de plegtigfte verzekeringen gaven van geen geweld tegen derzelver Stelen te zullen gebruiken, en ook zelfs de Commandanten der Regimenten by derzelver inko. men in de Provincie de fterkfte orders geven van niet te g;dagen, dat een gewapend Soldaat, in de vryheid dier Steden kome. — Zy die 'sLands Comptoire binnen de Stad fluiten, en de gewoone betalingen, op last der Heeren Staaten, beletten; of Hun Ed. Mogende, die daar door genoodzaakt werden de Provinciale Gelden, binnen Amersfoort, ten Comptoire te laaten brengen , en daar toe de nodige ordres uitgeven! om nu niet te fpreeken van zo veele andere violente en wederregtelyke handelingen al» in de Stad Utrecht gepleegd werden; als het fpolieeren van de Gemaal-en Wyn-Comptoiren de vorderirg van eenen importanten Geldzommen aan een der g oote Comptoiren der Provintie ; het fluitea en verzegelen van der Heeren Staaten-Kamer binnen Utrecht! , waar tegen door de Heeren Staten nog niet anders gedaan is, dan den ontfangers en comptablen prohibitoireRefolutien toetezenden, tegen het uitgeven van Penningen buiten ordre van de Staaten of van derzelver HeerenOrdinairis Gedeputeerden, en welke Lyite van wederreg'elyke daden en handeling nog aanmerkelyk zoude kunnen worden vergroot en aangetoond, dat 'er thans zo zeer geen questie kan zyn over nodige Redresfen en Verbeteringen , die tot der Ingezetenen waaragtig en duurzaam geluk verftrekken kunnen, (want de Heeren Edelen zyn altoos genegen geweest en verklaaren als nog op 't plegtigfte genegen te zyn daar toe mede te werken) maar daar over dat de Heeren Edelen alle die wederregtelyke daden nimmer zullen kunnen approbeeren of medewerken tot zodanige befluiten, waar door de conftitutie gerenvenfeerd, de regten der Provincie, of van de byzondere Leden, verkort, en de Souverainiteit in de daad aan eene der Leden overgebragt zoude worden, waar tegen de Heeren Edelen en Ridderfchap zig, by aanhoudenheid, met al hun vermogen, ingevolge hunnen Eeden Pligt zullen blyven verzetten, in dat vaste vertrouwen, dat eindelyk de goede zaak van 't Vaderland zegenpraalen, en onregt en geweld in het zelve niet altoos ftrafïéJoos gepleegd zullen worden, SsS 3  ( *5« ) „ tevergeefs, getragt hadden, die Heeren > intimide- „ ren, gehavend wierden het zoude te vergeefsch „ zyn, de fpyt der nieuwe Regeerders, aan te voeren, „ welke met hunne zoo vroeg gemeen gemaakte Refolu„ tie, niets hadden kunnen uitvoeren. De wettige item „ de Stad Utrecht, wierd als nu ter Staats Vergadering, tot Amersfoort gereprefenteerd. (*) „ De Regeering van Montfoort wel verre van op dee„ ze Vergadering Gecommitteerden te zenden, vond goed, om aan de Heeren Gedeputeerden toe te zenden, „ eene Misfive, welkers addres, hield aan de Ed. Mog. „ Heeren Leeden van Staat Vergaderd binnen Amersfoort ,, dan terwyl in pede van gemelde Misfive [ftond aan de , Ed. Mog. Heeren Staaten 'sLands van Utrecbt, zoo ', vonden Heeren Gedeputeerden, geene zwarigheid de- „ zelve ( * ) Veelen en daar onder, zeere weldenkende Lieden, hebben in twyfel getrokken, of wel de onwettig Geremoveerde Raaden, buiten bewind gefteld zynde, en niet meer Corps gewyzen, binren hunne Stad Vergadering kunnende houden, ter Vergadering van hun Ed. Mog. konde compareeren en aldaar de item der Stad, uitbrengen: aangezien , zy in de volftrekte onmogelykheid waaren om over de zaaken, met haare meederaden te fpreeken en dus van dezelver gevoelens niet onderrigt, geene refolutien of laft koude bekoomen. Eene bedenking die, niet geheel van alle grond ontblood was , zoo niet de omftandigheeden, welke tot deeze zaak aanleiding gaven, in de oplosE„g van dezelve tegelyk ia aanmerking moeften komen. Via fafti, was de wettige Regetrirg, in de uitoefeLÏng van haar gezag, belemmert geworden, door een gedeelte van 't volk dat haare wil gewapenderhand boven die van hunne Meedeburgeren, ja booven de wetten zelfs, deed gehoorzamen, — de Regenten zelfs befchouwde zig nog als Regenten, waaren inde uitoefening van hun gezag gecontinueerd — een aanziene'yk aantal Burgers en Ingezeetenen, erkonnen hun daar voor — de Souverain van de Provincie, deed zulks niet alleen , maar had handaar en boven , bevestigd in de uitoefening hunner Commisfien. Over al dus, waar zy hun regt konde doen gelden, mogten zy zig er niet van entrekken, en verfcheenen dien volgens ter Staats Vergadering, alwaar zy op hunne voorgaande Commisfie en ir.ftruc* tie, de belangens der Stad, konden en mogten helpen bevorderen. De omandig heeden belette hun wel van hunne verrigten, haare Committenten rapport te doen, doch hunne ftem was daarom niet te min wettig in de Vérgadering, tot dewelke zy op eene wettife wyze, waren Gecommitteerd en in die Commisfie Staatsgewyze gecontinueerd. „ zelve ter tafelvan hun Ed. Mog. te breagen. Dezelve ,, was van volgende inhoud. Edele Mogendf Heeren! Wy hebben wel ontfangen, en ter onzer Vergadering gelezen UEd. Mog. Misfive, in dato den 24 November jongftleden, houdende de pointen vau befchryving, en waar by UEd. Mog. onze Gecommitteerde in competenten getalen, en volkomen geauthorifeert jegens Woensdag die wezen zal den 6 December aanftaande, des voornoens ten negen uuren, op den Raadhuize binnen Amersfoort zyn verzoekende, omme te helpen delibereren en re, folveren over die pointen, die aan ons by gemelde UEd. Mog. Misfive worden opgegeven. Als mede op alle andere zaken die by voorgaande befchryvinge onafgedaan gebleven zyn; en waar by UEd. Mog. ons exhorteren; onsniet langer te onttrekken, met de verdere Leden van Staat te befoigneren en refolveren , op alle voorkomende zaken, zoo als ten meeften] dienften vau den Lande in het gemeen, en van deze Provincie in het byzonder zal komen te verftrekken. Waar op wy de eer hebben UEd. Mog. kortelyk te refcriberen, dat, hoe zeer wy ook anders gezind zyn, om als een integrerend Lid van Staar, te helpen be. foigneren en refolveren op al het geene ten meeften dienften van den Lande in het gemeen, en deze Provincie in het byzonder kan ftrekken. Wy echter; thans niet konnen voldoen aan de aanmaning van Uwer Ud. Mog. om dat wy reeds lang te voren , in her begrip gedaan hebben, en nog flaan, dat het verleggen van Uwer Ed. Mog. Vergadering na Amersfooit, befloten in eene Extraordinaris Vergadering van Heeren Gedeputeerden, gehouden buiten kennis van ons of onze Gecommitteerde, in deze tydsomftandigheden allerfchadelykft was, en reeds in den beginnen ons heeft toegefcheenen niet anders te kunnen uitlopen, dan daar toe, dat de ondervinding reeds geleerd heeft. Waar mede Montfoort den 4 Decemb. 1786' Edele Mogende Heeren! Wy UEd. Mog. in de befcherming van God Almag. tig zyn aanbevelende, ons met eerbied noemen. Uwer Ed. Mog. goede Vrienden. Burgemeefteren en Raden der Stad Montfoort. Ter Ordonn. van dezelve, (get.) Quirinus Havick.  C *57 ) • „ Deeze brief zegde ia de grond niets, de regeerders ,* ontkenden ten minflen geenfins de wettigheid dier Verga», dering, zy prefereerden uit een futiel point d'honneurte „ huis te blyven en niet te compareeren ,• hier van waren „ zy de meesters. Edog begreepen de Heeren Staaten „ door Gedeputeerden, dien brief niet onbeantwoord te „ moeten laaten, zoo ais wy by vervolg zullen zien. „ Ter gemelde Vergadering kwam nog eene Misfive „ binnen van Heeren Burger Commisfariffen op de Wyn, „ Bier en gemaal Comptoiren binnen Utrecht; waar by we„ derom kennis gaaven, dat niet teegenftaande derzelver gedane proteften , op naam van de Vroedfchap „ ƒ fjooo — en vervolgent ƒ4000 uit het „ Wyn Comptoir, als meede ƒ4000 —— uit het „ Bier en gemaal Comptoir zyn geligt, blykens de vol„ gende Misfivens. Edele Mogende Heeren! Wy hebben het al wederom van onze plicht geacht UEd. llog. te communiceeren dat ten onzen Comptoire gebracht zyn de volgende Extracten. t. EXTRACT uit de Refolutien van de Ed. Gr. Achtb. Heeren Burgemeesteren en Vroedfchap der Stad Utrecht. Maandag 20 November 1786. Op het geproponeerde deezen aaangaande heeft de Vroedfchap de Heeren Pronckert Egeling, de Joncbeeren, Vos van Zyll en Marret geiuthorifeerd. om onder dezelve declaratoiren en guarantie als by de Vroedfchaps Refolutie van den 37 Oftober laastleden vermeld (laan, uit de Casfe van de Wyn • en Bier Comptoiren te ligten zo veel penningen als daar voorhanden zullen zyn tot eene fomme van Tien Duyzend Guldens incluis. Accordeert &c. &c. OO ISAAK FALCK. II. EXTRACT uit de Refolutien van de Ed. Gr. Achtb. Heeren Burgemeesteren en Vroedfchap der Stad Utrecht. Maandag den 27 November 1780. Op het geproponeerde &c. 1 Stuk No. t>5. Tot Tot eene fomme van vier Duyzend Guldens. ——« Accordeert &c. &e. (■#"0 ISAAK FALCK. Ingevolge het eerde is van ons Comptoir geligt eene fomme van ƒ6090 en ingevolge het tweede Extraft eene fomme van ƒ4000 —— makende te zamen Tienduizend Guldens. Wy hebben al wederom ten fterkften geprotesteerd , en by onze voorige weigering geperQfteerd, doch vruchteloos: waaromme wy ondergefchreven UEd. Mog. ootmoedig verzoeken, dat UEd. Mog. zuiks tot onze decharge en verantwoording zult gelieven te doen ftrekken. Waarmede, na UEd. Mog. in de Goddelyke befchetming te hebben aanbevoolen blyven. Edele Mogende Heeren! Utr. den t. Dee. 1786. - UEd. Mog. Ootm. Dienaar^.. Cs") J« C. MARTENS en F. G. FE1TH. E,dele Mogende Heeren. De Ondergefchreve in Qualiteit als Commisfaris van Uw Ed. Mog. Bier en Gemaal Comptoir binnen Utrecht, vind zig weder in die omftandigheid, om by deze te berichten dat onder Quitantie als voren en nu ondertekend by J. de Joncbeere en G. C. Egeling op den 23 Nov. 1786.wederom uit de Casfa van bovengemelde Comptoire geligt is eene fomme van vier Duyzend Guldens, niet tegenftaande den Ondergefchreven daartegen heeft geprotefteerd. Waarmede UEd. Mo. in de befcherminge Godes aanbeveelende, zig met fchuldigen eerbied noemt. Edele Mogende Heeren! Utr. den 1. Dec. 1786. Uwer Ed. Mogende Onderdanige en gehoorzame Dienaar. Cs". GERARD van W1ERINGHE. „Nog Wierd ter zei ver Vergadering gerefolveerd, het fer,', vies Geld, voor de binnen deeze Provintie Gecautoneer- de Ttt  ( 258 ) „ de troupes, te verdubbelen, werden Je de vergadering y, op reces tot den 28 Decemb. gefcheiden. „ Terwyl Haar Ed. Mog. dus op eene allentfints voor» „ zigtige wyze , bleeven voortgaan in de behandeling der „ Provinciale zaaken en niets onbeproefr. lieten, om de „ eendragt te herttellen en de goede Ingefeetenen by hun„ ne Burgerlyke vryheid te bewaaren, beyverden inteegen: 3, deel die van de Stad Utrecht zig om dezelve, op alle „, mogelyke maniere te vertreeden. ten minfte lieten n zy niets onbeproeft om ware het mogelyk.de billyke „, klaagftem, der Ingefeetenen te fmooren, en een iegej,. lyk te beletten zyne ware gevoelens aan den dag te „ leggen , iets 't welk zeekerlyk in het toen plaats heb, bende tydftip.onder eene der voornaamfte zaaken van„ de Burgerlyke Vryheid, had behooren geconfidereerd „ te- worden. „ Eenige Burgers, binnen Utrecht, weikegeen aandeel ,,. willende hebben aan de vervolging haarer wettige Regen- w ten- Hunner Hoogfte Overigheid en der perfoonen in „ hoogheid gefteld en die ook wars waren van eene „ Regeermgsvorm welke door gewald was ingedrongen, „. vermeende, onder zig het regt te hebben,. van deeze „ hunne denkenswyze, eene opentlyke blyk te kunnen „ geeven, en hadden daar toe het volgende declaratoir, n. ij- • „ opgefleld.. D E C ' L A R A T O T R. „ De Ondergeteekenden, allen Burgers en Inwoners dèr Stad Utrecht , vinden zig verpligt, by dezen aan liet gantfche publiek te doen beken J maken, dat men telkens zig ten onregte beroept, dat alle Burgers Ingezetenen dézer Stad, en dat wel met verklaring van niemand uitgezonderd, zouden genoegen nemen in al't geen, dat gedurende een geruimentyd in-deze Stad heeft plaats gehad, en ©p naam van de Ondergetekenden almede verrigt is ;•. dat zy Supplianten by deze declareeren wel verre af te zyn, van in dit alles te hebben toegeftemd,. geconcurreerd of genoegen genomen, integendeel hoopten en verlangden, §n dat wel uit liefde voor de plaats hunner Inwooninge, als mede om het hartelyk aandeel, dnt zy nemen in den welvaard en Voorfpoed van deze Stad en Provintie; dat 33üks nooit geëx.eerd of voorgevallen was, waarvan wy reeds- reeds de droevigfte ondervinding'hebben , niet alleen, door da t veele zeèr vermogende en aanzienelyke Lieden zig reeds met haare Woning naar elders begeven hebben, maar ook de Stads Akademie zeer aanmerkelyk verminderd is. Alwaar door wy Burgers en Ingezetenen voomamenlyk ons beftaan hadden. En zo de Almagtige God het niet genadig verhoede, by verdere voortgang, niet dan van de fchroomelykfte en akeligfte gevolgen voor de Stad en Provintie zyn kan. „ Om alle welke redenen vinden wy ons ten duurden verpligt, om dit opentlyk bekend te maken,. of het zomwylen nog ten befte ftrekken mogt; met byvoeging dat wy, in plaats van zulke ingebragte bezwaren jegens onze wettige Overheden te hebben opgegeven, ons veel eer beklagen, dat wy die gezegende Voorfpoed, ftilte en genoegen, welke God onder hunne Regering gefchonken heeft, met niet meerder dankbaarheid erkend hebben: terwyl wy ook verre afzyh', om 't minfte geloof te flaan aan rd dien Iafter en fhraad , die door zo veel Hemel tergende en fchandelyke Laflerfchriften, op onze ge-eerbiede Souverainen de Heeren Staten dezer Provintie, alsmede opzyneDoorlugtige Hoogheid, den Heer Prins van Orasge en Nafau. onzen dierbare Erfftadhouder, en wettige Regenten, vuil* aartig en ftrafloos zyn uitgebraakc- ,,, En hiermede onze intentie geopenbaard hebbende, zullen de bovengemelden zyn en blyven de bizondere voorwerpen van ouzeagting en liefde, om ze in allehunnegewigtig.e Posten aan den God. van Nederland opredragen, met deze bede, dat hy hen zy een Zon en Schild alomme , waar zy zig bevinden zullen. Verder by ven wyftandvaftige Voorftariders van de oude en wettige Conftkuiie,? „ Dit Declaratoir was-bereids door eenige. Burgers ge„ teekend, als namelyk door. Hendrik Buin, Willem Bello, Frans Macezak, de Oude, Cornelis van fel/èn, Allartus Gaalkop, Frans Wiekard, Gerardus van den Byllaardt, Johannes van Zanten, Jan van Zanten, Juiör. G. vanGorkum , David van Gorhim, J. H. van Otterle», H. Groothof, Gerrit Wol' fftig; Ctrnelis Philips, (f) „ Dog (t) De Utr. Coaraae van den 11 Dscemb. djt ftak opgeevende.. Wier ü.  ( 259 ) ■ „ Doch daar, de hoofddirecteuren, van deeze ontdck„ king gebruik wilden maaken om meerdere leeden fwart ., te „ wierd zoo liet fchynt gebruikt, om de gemeente teegens deeze „ Leeden op te zetten, ten minfte men las er het volgende artf,, ticul in: UTRECHT, den 10 December. Onder de fteeds aanhoudende woelingen tegen de zo nodige als alöm onder de Ingezetenen van dit Gemenebest verlangde verbetering in ons Staatswezen, kon naauwlyks een wanhopiger flap bedagt worden, dan dien men alhier opnieuw dezer dagen heeft durven wagen,met't onder s'h.nds doen tekenen van het navolgend fchrifteiyk Declaratior &c. Men kan egter niet ondeiftellen, dat men, in deezen beter (lagen zal, dan met alle de vorige tegenwrytingen ter verydeling van het groot Herftellingswerk, of dat'er lieden, in genoegzamen getale of vao eertige beduidsnis zullen gevenden worden , om, door hunne Ondertekening, dusdanig eer. Gefchrift, eenig gewigt by te zetten: hoe zeer men ook verzekerde, dat 'er ettelyke Affchriften van het zelve aan deeze en geene Burgerhuizen zouden liggen, en het getal der Ondertekenaren reeds verfcheiden Konderden bedragen. Althans het Affchrift, boven gevolgd, 't geen men nit het huis, waar het ter Ondertekening lag', heeft weten te Uiten , had niet meer dan de volgende onderfclryvers. (Was getekend} Hendrik "Buin , Tinnegieter. Willem Betlo , Grosfier op het Oude Kerkhof. Frans Macezac, de Oude. Ce-melis van Velfen, Oude Tinnegieters Knecht by Buin. Albcrtns Gaalkop, een J>!inde Draayer, ook in dienft van 'Buin. Frans Ifiekard. een Wever op de hoek van de lange Smeefteeg en Springweg. Gerardus van den Byllaardt, Z;lverfmit naast de Munr. Johannes -van Zanten., Koperflagersbaas. J^n van Zanttn, Junior. G. van Gorkum , Dompertjesmakers Knecht en Zoon David van Gorkum, Schoolmeefler naart de Zyvvorm, J. II. van. Otter/o», Keurslyfmaker op de Vcorflraat. H. Groothof, Kantverkoper. [Gerrit Wolftng, Schoenmaker op het Steenweg. Cornelis Philips. „ Zulks was het articul in de Utrechfehe , Courant, waar in „ men niet zonder, voordagt. by de namen , ook de qualiteiten „ en fommige woonplaatfen dier teekenaren had geplaats, en „ waar van het gevolg ook geweeit is , dat de meefte dier Bur„ gers, opentlyk in haare perfoonen zyn aangevallen, of dat men „ zig, op hunue glaazen, foo als. by vervolg gefchiede, gewrooM ken heefc, „ Dan, in gemelde Ardail word ook gezegt, dat men het bo„. venftaande Declaratoir uit een huis heeft weten tt ligten , fonderde „ fchandelyke, oneeriyke en alle goede trouw verkragterde wyze, waar voor zeekerlyk ieder gevoelig hart een affrtrik zal moe„ ten hebbem op te geeven; zoo zullen wy het hier laaten vol),,sen föo als het door een der oaderteekenaren, in zeekere ad. j, ver. „ maaken by- hunne, medeburgers en die als 't ware aan „ de wraak, van doldriftige, over geeven , was het geen won- ,, vertentie geplaatfl in de Ilaagfche Courant van den i3Dectmb; „ wierd opgegeeveir. Ik Ondergeteekende rerklare uit liefde voor de naarheid, en ten dienfle van myne Mede.Burgers, dat het by het ontroven van het Declaratoir op de navolgende wys is toegegaan. Op Maandag den 4 December' is by my gekomen Jacob ;s de Rooy, met zekeren G. Schuurman , my te kennen gevende , dat zy vernomen hadden, dat by my Ondergetekende, een Request ter tekening lag , inhoudende, dat de Tekenaren zig niet vcreer.igden met al het geen, dat gednurende eenen geruimen tyd in deeze Stad heeft plaats gehad, met by voeging van nog verfcheiden uitdrukkingen meer, cn dat hy hoopte, dat het God voorzien mogt , dat het zelve Request niet gefluit wierd, roau t dat het voor de goede zaak was, om dat ai hit nieuwe de ruïne voorde Stad was, cn dat de nieuwe Raaden zo veel onkosten maakten, die naderhand tot bezwaaren van de Burgery zouden gebragt worden; dat hy dat genoeg bemerkte,. door dat al zyn werk, en dat van alle andere Burgers geheel verliep; waar op ik Ondergetekende gemtlde Jacobus de Rooy hth weggezonden, vermits ik het zelve niet had, dog met hyvoeging van het zelve hem te bezorgen , om als dan te tekenen , dog ikheb het zelve toen niet kunnen bekoomen. Waar op gimilde J. de Rooy op den 6 December is wedergekomen, by zig hebbende denzelve G. SchUurmai, die my te faamen nogmaals ernftig folliciteerende om het Request te tekenen , voegende daar weder by dat het hem leet deed, dat hy nog uicl getekend had, om dat hy in zyn gemoed overtuigd was,.dat het zeer nodig was. Waar op ik hem antwoorde , dat ik door ticden verhinderd was, om hel hem te laten zien , evenwel hem belovende, dat ik dien zclvcn avond by him zou komen , waar op hy my zeide, het voor geen honderd guldens, voor zyn Vrome of "Bunren te willen weeten. Waar op ik ingevolge van die belofte met het bewust Declaratoir my.. ten huize van meergemelden J. de R ooy vervoegd beb, en heb ook zyn Vrouw abfent gevonden , maar by zig hebbende gezciden G. Sehnurman en heb hem als toen het navolgende Deüaratcir overgegeevéri. {Hiér volgt het Declaratoir, te voren mtdegedeeld.y. Na dat nn Jacobus de Rooy het zelve gelcezcn had, verklaarde hy dat het zelve de waarachtige waarheid behelsde, en zynVriendSchuur • man voegde daar by , gy kunt het geruit tekenen. ■ Hier op verzogt hy my het Declaratoir een half u-ar te mogen hebben, tmr dat, zeide hy, Profesfor Bonnet hem verzogt had om het ook te tekenen , en dien zelve middag by hem geweest was, daarby voegende, statt z-yn Neef, womende by Mevrouw Smit of Snoek, insgelyki verzogt' kat'. Xt t a:  ( aóo ) „ wonder, dat men, zoo dikwils ó*an in de eene dan in ,, de andere Courant, deeze en geene, welke men wist „ dat met de aankleevers der onwettigheedeu, in geene ,, gelyke denkbeelden ftonden, zag aanvallen; dan 't geen ,, ongelovelyk voor de nakomelingfchap zal zyn, is, dat „ om het van buiten af te doen fchynen als of de eerfte , „ de voornaamfte,de kundigfte burgers,met de onwettig- hee- had om te tekenen ; doch welk ik hem weigerde, maar gemelde Jacobus de Rooy begeerde 't my niet weder te geven, zeggende, ik zal 't zelve in myn zak fleken , en is U niet te krygen, want ik hoor tot ten andere party; waar op ik hem ten antwoord gaf, voor zulke Schelmen kan ik my niet wagten, en na dal ik nog vtrdc te vergeefs myne pogingen ter mederverkryginge had aangewend , rees bovengemelde Schuurman op, rukte xyn jas open,floeg op zyn borst, en ttyde: ik ben een Vaderlander , waar op ik hem geantwoord heb, ik ben een goed Vaderlander j en na nog eenigen tyd in woordewisfeling met de bovengemelde geweest te zyn, fchonk de gemelde Schuurman een glas wyn, en zeide ik zou met htm drinken, doch, dewyl ik na die knaapen kende, antwoordt ik, met geen Schelmen te wMcn drinken, naar of gemelde Schuurman met zyn vott op de vloer van de Opkamer Pompte, waar op ik eenige beweging hoorde, en vond dus raadzaam my cito van daar te hegeeven. Vit dit bovenftaande kan nu een ieder opmaken, hoedanig me» thans handelt, wanneer mm 't gevoelen van zyn hart openbaar maakt, en hoe men zig thans voor Bedriegers te wagten heeft, en dat nu dit geval hoofdzaaklyk alzo gefchied is , hen ik Ondergetekende ttn alle» tyde bereid, met folemneele Eede te bevestigen. Utresht den e) Dcecmb. 17S«. JQHANN1S VRUTIVINCK. „ Hier uit aal men klaar zien, dal er geene goede trouw meer , plaats hai en dat men alles, veroorloofd reekende, wanneer " het maar tot onderdrukking ftrekte, van anders denkende. Wat " deed het er toe, welk ambacht welke neering, die ondertee" kenaren deeden, mits zy Burgers waren, en diensvolgens, 't " zelfde regt als andere hadden, om zig over de publieke zaaken, zoo rer zy daar zelve in betrokken waren, berchyde te " uiten was het geene laagheid, em als eene befpotting, de lig. „ haems gebreeken van een der onderteékenaren er by te voe. ^ gen. — moeften zulke laagheeden, ieder weldetkend Chtis,, ten, geen afkeer inboefemen, voor die geene, welke zig „ van zulke middelen bediende? — en moeften deeze byvoeg', zelen niet een ieder aanporren, om te vragen, waare deeze Bergers door hunne Ambagten of neering doende beezigheeden, „ fo veel lager in ring, als die geenen welke bet reprefemative " Collegie der Burgery uitmaakte of ftaan alle ülverfmecde, aile '„ Uamperjesmaakeri, niet in eene gelyken graad. „ heeden inftemden , men tot het ongeoorloofde middel „ vaa door valfche handteekeningen, onder verfonnenen „ AdvertilTementen in de publieke Couranten te doen plaat„ fen, het publiek fogt te misleiden. Waren de fpreeken„ de bewyzen daar van niet voor handen, wy zouden zul„ ke daden niet als mogeiyk in deeze verligte en befchaaf„ de Eeuw, in eenige onzer Landgenooten durven ver„ onderflellen,dan daar die bewyzen er zyn, en het dui„ delyk oogmerk, dat daar meede bedoeld wierd, is ontdekt „ geworden, kunnen wy niet voorby, het zelve alhier t« „ plaatfen, waar uit genoegzaam blyken zal, aan welke , laage vervolgingen, de goede en bestgezindfteBurgers 't ,', al niet hebben blootgeftaan en waar toe een verhitte „ partyzugt niet in ftaat is, het reedelykfte fchepzel, tot „ de verneederfte ftaat van onreedelykheid, te herfcheppen. „ In de Zuyd - Hollandfche Courant van den 22 Dec. „ 1786. No. 153. Las men het hier onderftaande Ad» „ vertilTement. (•) Wie toch, welke het voorrecht niet „ had, die Heeren of eenige hunner particulier te kennen „ en van hunne reedelyke gevoelens, overtuigd te zyn, „ zou een oogenblik hebben durven twyfelen, dat dit ad „ ver¬ ft) Aan het PUBLIEK. Daar de onderftaanden, zoo wel als eenig ander Burger of In. gezeten der Stad Utrecht, zig kunnen en mogen beroemen, weldenkende Vaderlanders te zyn , die de God - tergende gruwelen der zogenaamde ORANGE - PARTY zedert een reeks van jaaren, met zoo veel fmerts en weerzins, — als de loffelyke pogingen hunner braave Vryheid minnende Medeburgers met vreugd en genoegen hebben aanfehouwd, en tot herftel der fchandelyke in. breuk op de Rechten van Stad en Land, zoo veel hun vermogen toelaat, hebben medegewerkt en nog medewerken; — zy het Publiek onderrigt, dat zy de infereering van hunne naamen en qualiteiten in het Haagfe Schand-papier, als Tekenaars of Begunftigers van het befaamd ORANGE-DECLARATOIR, met ik le veragting en verfoeijing, als geheel onwaar, buiten hun en te. eens hunnen wil gefchied, befchouwen en aanmerken als een God en eer vergeeten list, om een aantal notabele Burgers te doen voorkomen als tegenftref er» der noodzakelyke grondwettige Herfiellint, en hunne braave Mede-Borger» tegen hen opteruijen. t0t bewerking der faaulfte tweedrage, verwarring en bloedftorUtrecht den 19 December 178*. Advocaat Craayvanger, Advocaat Raveftyn, W. Voorfteeg, J. vs»  C I6i ) vertisfement geen echt ftuk was — wie zoude zig „ hebben kunnen voorftelien, dat zulks alleen verfoniren „ was, om die perfoonen in een zeere critique omftandig- heid te brengen? —> een en ander was echter waar, , het ftuk was valsch, zoo als uit de contra advertentie, „ door 22, van de 34 onder de valfche advertentie, ge- noemde teekenaaren bleek, welke hieronderftaandecon„ tra advertentie (*) in No. 154. van de Zuid Holl. Cou„ ratit van 25 December, behoorlyk voor een Notaris ge„ pafféerd, geplaats wierd, en nog gevolgd wierd , door „ twee nadere advertentien,de eene door drie, de andere „ door een dier onderteekenaren, geplaatst in de Utr. Cou- „ rant van der Kloes, Vertier, Verfteeg, Vianen, Advocaat Gonius, van Cleef Griffier, J. van Spat, J. H. de Vlieger, H. M. van Eelde, Lnde, Nederhout, J. Wttemaal, B. van Vloten, H. van Vloten, Mr. J. A. de Vry, J. C.van Vianen, de Munnik, Bouwman, J. van Romond, A. E. van der Borg, H. de Vries, J. Smit, Dr. de Koning, Dr. Lelyveld, Dr. Römer, Dr. Wek, Greve Ope. rateur, Doesburg, Profeflbr Nahuis, Profeflbr Bonnet, Profeffor Segaar, Profeflbr Burman. (») Aan het PUBLIEK. De Ondergeteekenden gezien hebbende zeekere Advertentie aan iet Publiek, geplaatfl: in de Zuid Holland'f:he Courant van den 22 December 17S6, notificeeren hiermede, dat die advertentie listig ingerigt, om het Publiek te doen geloven, dat de. onderftayide Perzoonen zoodanig een bekendmaking Jieun doen. geheel en al 'tuiten hun weeten en content is gefchied, en dat zy de lyst in de Haagftbe Courant van den 11 December 17S6 geplaatst, niet anders befchouwen, dan als een opgave van die geene yan 'Utrechts Burgers, die zig met geen Manifeft of remotie der Raden hebben gemelleert, of in eenigen opzigten hetzelve goedgekeurd, declareerende in zoo verre hunlieder namen te regt op die lyst geplaatfl; te zyn, dit te meer adverteerende, om het Publiek te desabufeeren en te doen zien, door welk een geraffineerde voorftelling men heeft toegelegt, hetzelve te misleiden. Utrecht den 23 December 1786. (was getek.) W. Craeyvanger, K. M. van Eelde, E. J. Römer, J. P. van Vianen, D. W. v. Vloten, A. P. Nahuys, Hendrik Luden, A.E. van der Borg, Joan Henrik de Vlieger, L. Nederhouw, J. van der Kloes, J. Fred. Gobius Jjlnior, N. C. v. Cleeff, Franciscus Burmannus, J. van Vianen, J. V, Bonman, L. C. van Lely veld, G. Greeve, Jacob Smit. Accordeert met zyn principaal by my in Utrecht reflderende Notaris op den 23 Decemb. 1786. S. S LUTTE R MA N, Notaris. I Stuit No, 66. „ ranc van 29 Decemb. No. 15^ (*) (f) zynde er dui „ 3 (§) van de Eerft opgegeevene teekenaren, welke „ tot (*) BEKENDMAKING. De Ondergetekenden, in de Utrechtfche Courant, van den25/«« dezer, gezien hebbende eene Bekendmaking aan het Pubiycq, volgens Copye Authentyck, door den Heer No'aris Sluiterman , waar in de Ondertekenaaren verklaren, de valfchheid van zekere Advertentie, als voorkomende, uit hunner Naamen, te zyn gefchied , en geplaatft in de Zm'd-Holl. Courant van den 13.fien dezer, en de Naames der Ondergetekenden, by Ondertekening van bovengem. bekendmaking, in de Utrechtfche Courant, dooroverhaafting agtergebleven zynde, achten zy Onderget. zig verpligt, tot voorkoming van verkeerde vermoedens, als of zylieden de voorn. Advertentie in de Zuid-Holl. Courant mogten hebben doen plaatfen, aan het Pubiycq te Adverteeren, dat zig met bovergeta. Bekendmaking in de Utrechtfche Courant conforraeeren. UTRECHT, den 17 December 178Ó. S. van der STAR. JAN VERSTEEG. Jn. de MUNNIK. ft) PIETER BOUMAN, Grutter buiten de Wacrdpmrt der Stad UTRECHT, zig zoo hatelyk geplaats ziende in de Zuidhollandfihe Courant van 27 dezer , om dat hy als Kiezer mede heeft geadfifteerd; waar uit men de aangevrevene Falfiteit zoekt te bewyzen ; oordeeld nodig te adverteren, dat het hem Ondergetekende, die zig alvorens nooit hadde bemoeid met dat geene, dat opdennaam der geheele Burgery is uitgevoerd, toen de Oude Regeering buiten bellier was gefteld, na zyn oordeel, vry ftond, mede te Hemmen , tot verkryging van zulke Regenten , aan welke het belang der Stad en Burgery toevertrouwd konde worden, zonder zig irt het vorige verrigte in te laten, of te approberen ; dan het verligte Publiek kan duidelyk opmerken, dat het niet is, waarom hy zoo onbefchaamd gelafterd word; maar alleen, om dat hy zyn naam niet heeft willen laten gebruiken onder een verdigte Advertentie, ingerigt door liftige bedriegers, die den naam van een ander na hun goedvinden, plaatzen, en, die zig daar tegen verzet, met hunnen vuilen zwadder befpuwen. De Ondergetekende laat gaarn aan het oordeel van allen, die hem kennen, over, hoe verre hem den raam van Falfaris paft, en ftoord zig in het allerminfte niet aan alle die vuilaartige gevolgtrekkingen, die genoeg kenfchetzen het laage charafter van die geenen, die ze h bben uitgebraakt, zynde niet van zins, zig verder met hun in te laten. p. BOUMAN. (§) Dit waren, de AdVOCaet Ravrfiyn ,J.van SfaltJ. Wttcnaai M. V vv  C 262 ) „ tor de herroeping van het daar in vermelde,zich niet verpligt „ geoordeeld hebben. Dan was het pleegen dezer valfch„ heid eene fchandelyke daad, niet minder hatelyk was ,, het oogmerk; men voorzag dat die Heeren, deeze ad„ vertentie of dilfwygend moeften paffeeren , of daar tee„ gens opkoomen, paffeerden zy die diizwygend, dan fchikte zy zig onder de meedewerkers van de gepleegde » onwetiigheeden declareerde zy zig er teegen, dan „ bragt men dezelve in haat by de'driftige, en beryktezyn „ oogmerk, met wantrouwen op veeier hunner, te brengen, „ op dewelke anderzints een genoegzaam aantal Burgers, of„ fchoon tot de doldriftige behorende, vertrouwen fielden. „ Alfoo nu, door het cordaat gedrag, dier Heeren wel'„ ke de tegen advertentie geteekend hadden, bleek, dat a» mets in ftaat was, hun van hunne pligt als Burgers, s, als Eerlyke Lieden af te trekken, zullen wy by ver„ volg zien, in hoe verre de berokkenaars van deeze valschv heid in hun oogmerk, gedaagd zyn. „ De Heer Baron van Reneffe, Heere van Vliet, oud „ Geéligeerde Raad deezer Provintie, welke tot Wyck „ de Poden bekleede van Collonel der Schuttery , Chef „ van het Groene Jager Corps aldaar, en Commandant ,, General dier veding en onderhorige fterktens, legde, om „ bifondere reedenen hem daar toe moveerende , alle deeze „ posten needer., in den fchoot zyner principalen; waar ,y na met eenparigheid van fternmen, dezelve alle opge„ dragen wierden , aan den Heer, De Nys, welke op eene „ plegtige wyze , rn deeze aanzienelyke bedieningen , s, wierd geindaleerd. „ De Stad van Rheenen, het voorbeeld van Amers„ foort volgende fchreef den 11 Decemb. navolgende brief „ aan de Schouten ten platten Landen.. Eer- Mr. J. de Vry, H, de Vriès, Dr. de Koning, Dr. Niele en Doesburg Wy beoordeelen niet of die Heeren verpligt waren, fig aan het publiek te uiten, of haare fentimenten al of niet, met het in de valfche atteftatie geplaatfte, over een kwaamen; maar wy voor ons vermeenen, dat die Heeren , overtuigd van nimmer met de daar by genoemd w rlende perfoonen, zulk eene advertentie, te hebb;n geteekend, en het waarfchynelyk ook voor hun zelve niet gedaan hadden, — Bet publiek van de valscheid dier ortderteefeeningj hadden behooren te waarfchuwtn. Eerzame Vrome! Het kan, immers het behoord UL. niet onbekend te zyn , dat de vyf Steeden dezes Gedigts van alle oudetyden (inzonderheid deze Stad met de Stad Amersfoort, even als Utrecbt) hebben uitgemaakt, en tot op dit oogenblik als nog zyn uitmakende het derde Lid van Staat dezer Provintie, ivelk derde Lid het zy in 't geheel, 't zy ten deele vergaderd, met en benevens de twee voordemmeude Leden, te zamen uitmaken de Souveraine Staten dezer Provintie; zonder in aanmerking te neemen , of het gehele Lighaam van het eerde Lid, ofte ook van het tweede Lid geheel compleet is, welk contrarie veeltyds plaats heefr, zoo door de abfentie van de zulken, die in Commisfie zyn, als zulken, die van zelve abfent blyven, zoo kan het ook nimmer in confideratie komen, dat door de moetwillige abfentie van een of meer der Steden van het derde Lid, gelyk zulks wel eens heeft plaats gehad by de Steden Amersfoort, Rhenen, Wyck by Duurftede enMon?fiort (dog nooit alle te gelyk) en nu plaats heeft by de Srad Utrecbt, de befoignes der prefente Staats - Leden niét voor Wettig zoude zyn gehouden. Waaromme Wy, als integreerende Leden van Staat, UL. op het ferieuste willen vermanen, de beveelen UL. reeds door de Souveraine Staten of derzelver Ordinaris Gedeputeerden, thans vergaderd binnen Amersfoort gegeven, omme namentlyk geene penningen, by UL. gemanueerd wordende, te brengen na Utrecht, maar aan het UL. opgegeven Comptoir binnenAmersfoort, en waarinne wy mede geconfenteerd hebben, te refpecteeren en die te obediëreu; geene andere beveelen ter contrarie, van welke Stad op zig zelve genomen, te pareeren, alzoo elke byzondere Stad, flegts uit' makende een vyfde gedeelte van 't derde Lid van Staat, niet vermogend is eenige daden van Staatsgewyze Souverainiteit, en dus beveelen te geven: waaruit dan notoir ook volgt, dat zelfs de wettige Raden der Stad Utrecbt nimmer bevoegd zyn, en zulks ook nimmer getragt hebben , eenige beveelen op naam van den Souverain te depecheeren, veel min moet eene onwettige en by alle da wettige Staats Leden niet erkende Re-geeriag, by UL. niet alleen, maar by de ganfche Republiek, gehouden wordeu onbevoegd, om zig dieswegens eenigerhande gezag aantematigen. Niettegenftaande- de pretenfe Regeering der Stad-  C 263 ) Stad Utrecbt de magt heeft, om dezulke vanUL., dieon- der hun hereik zyn, te dwingen, (gelyk wy vanzoortgelyke brutaliteiten, helaas! alteveel de preuves vernomen hebben) willen wy cverowel vertrouwen, dat Gyl. aan den Eed, bevorens aan den wettige Souverain gedaan, zult gedenken, en dusdanige onwettige beveelen zult van de hand wyzen, zoo veel in UL. vermogen is; En van UL.3 die minder onder 't bereik zyt van de meergenoemde onwettige Utrechtfche Regeering, verwagten Wy, dat het hier voren er nedergeftelde genoeg is, om UL. te overtuigen, dat Gyl. geenzints zyt in den particulieren Eed der Stad Utrecht, in UL. post als Schout en Gadetmeester, maar in die van de Heeren Staten van den Lande van Utrecbt voorfchreve, en dat Gyl. dus geene andere bevelen zult ofte ook vermoogt te refpefteeren, zonder zig aan Mem-Eed fchuldig te maken, dan die gegeven zyn, door de Heeren Staten, of derzelver ordinaris Gedeputeerden, door denPrrefident dier Vergaderingen , geparapheerd,door den Secretaris van Staat ondertekend, en gemunieerd met het Zegel dezer Provintie. Wy Guaranderen UL. gaarne, met alle de wettige Staats Leden, voor alle nadeelige gevolgen, en durven UL. verzekeren, dat Gyl. aan den Wettigen Souverain, door Eed en Pligt getrouw, de goedkeuring van alle getrouwe Regenten in 't byzonder, en van allen ilillen in den Landen in 't gemeen zult wegdragen, Waarop Wy ons verlatende blyft Gode bevolen Eerzame Vroomél ULieder Goede Vrienden. De Regeerders der Stad Rhenen. Ter Ordonnanrie van dezelve. (wasgetf) M. BUDDINGH. Gefchreven te Rhenen den 11 December 17SÖ. „ Die van de Stad Utrecht, approbeerde onder eenige „ verandering den 7 Decemb. eene Concept Ordonnantie „ voor de difcipline der Auxiliaire Burgers, binnen hun„ ne Stad; de welke,haar Ed. Gr. Agtb. van weegens Stads defenfie weezen was overhandigt; zoo als zulks tea „ vollen blyken zal uit de hieronderflaande ftukken. (f) „ Dee- (t) EXTRACT uit de Refolutien van de Commiffie ter directie der defenfie der Stad Utrecht. Zaturdag den 9 December 1780. Be- Heer Gouverneur Eyck gaf over Refolutie van de Ed. Gr. Achtb. „ Deeze fchikkinge echter fcheen in alle departemen- „ ten Achtb Vroedfchap deezer Stad, in dato 71 deezer, (Byiage A) waarby bleek, dat de Ordonnantie van Difcipline (Bylage B ) voor de Auxiliairen, zoo als dezelve door eene Commifü: uit deeze Vergadering, en Heeren Gecommitteerdens uit de Commiflie der gewapende Corpfen in Holland, beneffens de Heeren Gecommitteerde Commandanten der Auxiliairen, was geconcipieert, en door deeze Vergadering aan de Ed. Gr. Achtb. Vroedfchap was overge'. geeven, door dezelve Vroedfchap was geapprobeerd en gearresteerd, echter met deeze veranderingen, dat by Art. 3. van dezelve Ordonnantie fpeciaal zal moeten worden bygevocgd , „ dat de! „manfchap onder het Corps Auxiliairen te ergageeren , zal moeten „ hebben bereyktden ouderdom van Twintig Jaaren". Alsmede „ dat in cas van allarm een ieder der Auxiliairen op de Neude gewa„pend zal moeten zyn,binnen den tyd van éen uur" in plaats van een half uur zoo als by Art. 3. was bepaald. En is in Conformité van gem. Ordonnantie en de authorifatie door de Ed. Gr. Achtb. Vroedfchap aan de Commiflie ter Defea fie daarby verleend, gerefolveerd, de nodige arrangementen te doen maken, ten eind* het Corps Auxiliairen, op den by gem. Ordonnantie bepaalden vasten voet te brengen, en dezelve Ordornantie by gem. Corps te doen introduceeren ea in obfervantie te brengen. Waar toe by- de Vergadering is verzogt en gecommitteert den Wel-Ed. Geftr. Manh. Heere Gordon, als Lid deezer Vergadering, ten einde in quali-eit als Commandant van gem. Corps te fungeeren, en als zoodanig ingevolge meergetn. gearrefteerde Ordonnantie , het Commandement over de Auxiliaire Troupes op zich te neemen en te zorgen, dat gemelde Ordonnantie in allen deele. öiptelyk werde agtervolgd en nagekomen. Lattende alle en een iegelyk, zoo Officieren als Gemeenen toe het Corps der Auxiliairen behoorer.de, en genera'.yk allen en eert iegelyk, wien zulks mogte aangaan, opgem. Heere Gordon ia qualiteit als Commandant te erkennen, en als zoodaanig te refpecteeren. En zal extract deezer zoo aan gem. Heere Gordon, als aan 't zelve Corps Auxiliairen worden uitgèleevert, zoo om te ftrekken tot derzelver narigt, als om zich daarna te reguleeren. Accordeert in kennifle van my,(getek.) C. W. KELDERMAN. BYL, (A) EXTRACT uit de Refolutien van dè Fd. Gr. Achtb. Heeren B'orgemrn. en Vroedfchap der Stad UtrtchJi Donderdag den 7 December 1786. Ter dëliberatie gelegd zynde etc; Heeft de Vroedfchap na gedane omvrage voorfz. Concept -Ordonnantie geapprobeerd, en dezelve by deeze gearrefteerd, alle en-  ( a, fonder eenige gelyk Hellende voorflag, aan de Stad gedaan, van de Staten als een preliminair point geeiscluwierd; „ en hier toe was de brief van Holland aan de Staaten, zo- „ danig voorfigtig ingerigt, hier toe dan ook wierd „ dien brief affonderlyk het publiek meede gedeelten met „ eene voorafgaande, ter materie dienende, verfeekering „ (t) door de Z. Holl. Courantier, aan het publiek voor„ gehouden, die brief was van volgende inhoud. ED. MOG. HEEREN! Gelyk uit UEd. Mog. refcriptie van den 9 September laatstleden, met veel genoegen hebben mogen vernemen, dat UEd. Mog. niet alleen gaarn aannamen de by onze miffive van den 4. daar te voren herhaalde offerte van Mediatie, maar ook zelve Ons daar toe verzogten; en gelyk UEd. Mog. by die zelve refcriptie toonden, verlangende te zyn, om te verneemen, welke middelen by ons, tot bylegging der fubfifteerende oneenigheden mogten zyn uitgedagt, en van emploi kunnen gemaakt worden;zoo hebben wy niet willen afzyn, UEd. Mog. copyelyk toetezenden de beide Mifiives, door Ons op heden aan de Regeering zoo van de Stad Utrecbt, als van IVyck by Duur' fleede afgezonden, gelyk wy dezelve Regeeringen ook by Copie van den inhoud dezer hebben kennilfe gegeven, ten einde daardoor, eensdeels, nog nader aan den dag te leggen het by ons geadopteerd fyftema van Neutraliteit, en (t) Utrecht den 20 Decemler. Wy hebben alhier redenen, ens te vergenoegen ever het ligt, dat er zedert drie dagen verfpreid is, tegen de ontftane gerugten van de verdervende hand, en vertrouwen, dat de machinatien, welke gediend hebben, om ons te misleiden, verydelt zullen worden. Daar het dus ook het Publiek imereffeert, welke de inhoud zy van de Miflive, door de Heeren Sta'en van Holland aan de Staats leden te Amersfeort afgevaardigd, hibben wy dan ook dienftig geoordeel.! , dezelve by deze tot informare van een yder onzer medetedeelen. Ekzelve is van de volgende inhoud: &c en anderdeels, om, ware 't mogeiyk, h.-t ontftane misverftand en wantrouwen te verminderen , en eene zoo hoogstnodige weg tot gepaste onderhandelingen te banen. Het is dan ook Ed. Mog. Heeren! uit hoofde dezer beide confideratien, en wel byzonder van de laatstgemelde , dat wy ons verpligt agten, UEd. Mog. met dien ernst, welke het belang dezer zake vordert, tevens in ferieufe bedenking te geven, of UEd. Mog. niet zouden kunnen befluiten, om even als wy, de Regeering der Stad Utrecht (gelyk uit onze Miffive confteert) hebben getragt te permoveeren, om de gemelde , Stad in eene dusdanige fituatie te brengen, dat dezelve tot vrye deliberatien wat gefchikt, en aan de Leden van Staat en anderen, eert vrye accès tot, en recès uit dezelve verzorgd, en daarby getoond te buteren het ftaken van alle extra-ordinaire middelen van defenfie, even zoo de Militie in de Provintie Utrecht gebragt, geheel ofte wel het voornaamfte gedeelte derzelve, uit die Provintie te doen trekken r en van dezelve te verwyderen , als zullende, naar onze gedagten,. daar door worden uit den weggeruimt, dien voornamen grond vau wantrouwen, welke aan Utrechts Burgeren fteeds voedzel geeft tot verdenking met betrekking tot de daar toe gebuteerde oogmerken, en teffens gefchikt is, om die kalmte uit de gemoederen te verdryven, welker existentie en aan-- kweekinge ten dezen volftrekt vereischt wordt. Wy- zullen hierop UEd. Mog. intentie, zoo fpoedig doenlyk- inwagten. Daar meede —— Ed. Mog. HeerenA Den 13 December 1786. „ Dan te gelyker tyd, fchreeven de Staaten van Hol„ land, ingevolgen hunner Refolutie (f) op dien dag geno- (*) ,»Wy laaten hier volgen, de Refolutie, zoo als dezelve ,, genoomen is,op het Rapport den 23 Novemb. door het Groot ,, Befoigne uitgebragt, en op dat de Leezer, het advis van de „ Ridderfchap, den 23 op gemelde Rapport uitgebragt, en de ,, nadere Refolutie van Amfterdam den 28 Nov. daar omtrend in» „ geleevert, met de Refolutie zoude kunnen vergelyken, hebben „ wy dezelve alhier onder Bylage I. en II. doen volgen, wanneer ,, wy vertrouwen , het geheel beloop dezer zaatt, in zynen fa~ „ menhang te hebben voorgedragen. Xxx 1  „ genomen, volgende Misfive aan die van Utrecht, en van „ Wyck by Duurfteede. EDE- B Y L A G E I. EXTRACT til ie Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en We ft- Vriesland in Hun Ed. Groot Mog. Vergaderinge genoc men op Woensdag den 13 December 17S6. By refumtie en tot finaale afkomst op hceden volgens Hun Edele Groot Mog. Refolutie van den 5 dezer, gedelibereert zynde op het rapport den 23 der voerleede Maand ter Vergadering van Hun Edele Gr. Mog. uitgebragt door de Heeren van de Ridderfchap en verdere Hun Ed. Gr. Mog. Gecommitteerden tot het groot befoigne, hebbende, ingevolge en tot voldoening aan Hun Ed. Gr. Mog. Refolutie commiüoriaal vau den aj Oftober dezes jaars, geëxamineert de vierleedlge propoütie door de Heeren Gedeputeerden der Stad Amfterdam ter laatstgem. dage, op exprelTe last van hunne Principaalen ter Vergadering gedaan, en waarby zig den 3 November de Heeren Gedeputeerden der Stad MedemHik hadden gevoegd, op de daarby gelegde gronden tendeerendej I. Dat, met opzigt tot de zaaken van Utrecht, Hun Edele Gr. Mog. op de convenabelfte wyze tragten te effectueeren, dat ook van de zyde der Stad de Mediatie der Bondgenooten wierd aangenoomen; dat de Gtuatie der Stad Utrecht zoodanig wierde ingerigt, dat dezelve tot vrye deliberatien gefchikt bevonden worde, en dat aan de Leden van Staat vry acces tot, en reces uit de Stad wierde bezorgd, en dat daartoe de nodige middelen werden daargefteld; en dat vervolgens, hoe eerder, zoo beter, eenige Leden, zoo uit de refpeftive Regeeringen van Holland, ah mt die van de andere Provinciën, tot die Commiffie werden benoemd. a Dat het gedecerneerde befogne, op de Miffive der Staaten van' Ovcryffd van 14 Sept. ten fpoedigften werde gehouden , en dat de Staaten van Gelderland ten k.agtigften werden geëxhorteerd om de door de Staaten van Ovcryjfel nader aangebodene Mediatie te accepteren, met by voeging, dat Hun Edele Gr. Mog. altoos dezelve Vaderlandlievende gevoelens blyvende koefteren, a,s nog bereid zyn, haar aanbod tot Mediatie met en benevens de andere Bondgenooten te prsefteeren. s om een Commiffie te decerneeren van eenige Leden uit de refpeftive Bondgenooten, door hun.zelven te benoemen , ten emde alle gepaste middelen te be-aamen, tot herftel van de rust en ket vertrouwen tuffchen de Hooge Bondgenooten zelven, met verder verzoek om daarvan aan hunne CommUtenten rapport te doen; en eindelyk ten 4. Da', om alle ainzoek van anderen, om zich met de huishoudelyke fchikkingen aezer Provintie te bemoeijen, aftefnyden, een Commiffie van eenige Leden van de Regeering deezer Pro- Yin- EDELE GROOT ACHTBAARE HEEREN! „ Wanneer wy vernomen hebbben de differenten, wel- vintie behoorde te worden gedecerneerd, om behoorlyk te onderzoeken de bornes van Ai uitvoerende macht, zoo van den Stadhouder, als Capitein Generaal en Admiraal, en omtrent de waa neeming dier bedieningen, de pligten en prseeminentien, daar aan verknogt, zodanige Plans en Ir.ftructien te concerteeren, als met de Hoogheid van de Souvetahiteit , de Conferva-ie van 'sLands en der Ingezetenen Voorrechten en Vryheid, en met het algemeen welzyn van den Lande meest overeenkomftig zoude geoordeeld worden, en hetzelve vérvolgens mede aan hunne Committenten voortedragen; zynde voorts tot bet voorfchreeve Commifforiaal relatief een Miffive van de Heeren Staaten van Ovcryffd van den iade September, en den \%de CommüToriaal gemaakt, met een Copie hunner Miffive aan de Staaten van Gelderland, op nieuws aanbiedende derzelver Media:ie, en verzoekende daaromtrent Hun Edele Groot Mogende Concurrentie; en nog een Misfive van Burgemeefteren en Vroedfchap der Stad Utrecht van den 4de Nov. en d n Ue Commiüoriaal gemaakt, concerneerende het verrichte op den naam der Staa-en , met hunne Conüderatien omtrent eene Mediatie, en betrekkelyk tot de zweevende verahillen. Is goedgevonden en verftaan, dat met betrekking tot het eerfte Lid der gemelde propofitie, door H. Ed. Gr. Mog. eene Mis. five aan de Regeering der Stad Utrecht zal worden gedepecheert, waarby dezelve op de kragtigfte wyze worde geëxhorteerd, om te accepteeren de Mediatie door de gezamentlyke Bondgenooten aangeboden, tot vereffening der oneenigheden in de Provincie van [Utrecht, tisfi-herj tie Leden van Staat fubfifteerende, en dat van die Miffive by Copie kennis Zïl worden gfgeven aan de Heeren Staaten van Utre.ht, mat bygevoegde exhortatie om uit derzelver Provincie, zo niet geheel, ten minfte voor het voornaamfte gedeelte, te verwyderen de in dez-Ive thans gevonden wordende Militie ; wordende tot dit einde gearresteerd de Concept Mifiives aan gem. Heeren Staaten en aan Burgemeefteren en Vroedfchappen der voorn. Stad, aan 't einde dezes geinfereert; zo als dan ook nog Copie van bovengemelde Miffive aan de Heeren Staaten van Utrecht aftekenden, zal werden gezonden aan gemelde Burgemeefteren en Vroedfchappen der Stad Utrecht. Dat voor zoo ver de Stad Wyi te Duurfteede m de f bfifteerende gefchillen in de Provintie van Utrecht is gemelleert, dezelve mede tot het accepteeren der gem. Mediatie zal worden aan,' gemaant, en daartoe aan Burgemeefteren en Vroedfchappen gea .ldrefleert de Miffive mede aan hert einde deezes. Dat wyders met betrekking tot het tweede Lid; over de Exï hortatie aan Gditrlani &c. Hier  C 269 ) ke zedert een geruimen tyd in de Provintie Utrecbt fubtlfteeren, hebben wy al aanftonds gemeend, dat eene gepaste Mediatie het beft gefchikte middel was, om de aldaar gereezene gefchillen op eene convenabele wyze te ver- Hier volgd de Miffive aan de Stad Ucrecht, aan de Staaten en aau Wyk, zoo als die hier boven is op gegeeven. B V L A G E I. EXTRACT uit btt Advis van de Ridderderfchap, exhibitum den 13 Nov, I7S6. in het Hefofrie. Be Heeren van de Ridderfchap en Edelen geëxamineerd hebbende het project Rapport den 17 deezer in het Befogne geëxhibeerd, op de Propofitie, door de Heeren Gedeputeerdens van Amfterdam, op last van de Heeren hunne Principaalen in de Vergadering van Hun Ed. Gr. Mog. op den as Oftob. ïaatstleeden gedaan, zouden van advife weezen , dat, met betrekking tot het Eerfte Lid der gem. propofitie , door Hun Ed. Gr. Mog. zoude behoortn te worden gefchreeven eene Miffive aan de zig tegenswoordig noemende Regeering der Stad Utrecht (De Heeren van de Ridderfchap voor als nog by deeze de wettigheid of onwettigheid dier Regeering niet zullende decidecren) waarby dezelve wierde geëxhorteerd, om van alle verdere pneparatien tot defenfie en bezetting der Stad afiezien, het acces en reces tot en van de Stad vry ;te Hellen en de Heeren Staaten hun Souverain erkennende mede ce concurreeren tot een fpoedige herftelling van de rust. B V L A GE II. De Heeren Gedeputeerden der Stad Amfierdam hebb.n in de Notulen laaten infereeren de volgende Vroedfchaps Refolutie. EXTRACT uit de Refolutien van de Vroedfchap der Stad AMSTERDAM. Den 28 November 1786. Commifiariflen van den Achtb. Raad, ingevolge ea ter voldoening aan de Refolutie commifioriaal van denzelven Raade van den 21 deezer geëxam'neerd hebbende een Concept Rapport, op den 17 November ter Vergadering van Holland geëxhibeert, op l Stuk No, 6*3. ds vereffenen; gelyk het dan ook aan u„ Ed. Gr. Achtb. niet onbekent kan zyn, dat wy reeds in den voorleden jaare aan de Heeren Staaten van Utrecbt, tot dat einde onzè goede Officien hebben aangeboden, zonder dat nochthans toen de Propofite van wegens dseze Stad op den 25 Oiftober gedaan, en welk Concept Rapport, zoo als Commiffariflen door Heeren Burgermeesteren zyn geinformeerd, op den 13 deezer in een finaal Rapporc geconverteerd is, met by voeging eener Concept Misfive aan de Staaten van Gelderland, gefchoeid op den voet by 't voorfchr. Rapport voorkoomende , en met welk Rapport ter Vergadering uitgebragt zynde, zich Negen Leden hebben geconformeerd; — hebben gerapporteerd. Dat zy geoordeeld hebben, dat by dezen aan Hun was gedensandeerd het onderzoek, of en in hoe verre voorfz. Concept Rapport met de intentie van den Achtb. Raad overeenkomftig was. Dat CommifTarifren meenen, dat, gelyk de Propofitie van deze Stad en het als nu uitgebragte Rapport vierleedig is, de Cor.fderatien van CommifTariflen zich dan ook natuurlyk tot zoo veeIe poincten zullen moeten bepaalen. Dat met opzicht tot het eerfte poinft de zaaken binnen de Provincie Utrecht betreffende, de Achtb. Raad by voorfz. Propofitie had. te kennen gegeeven de hooge noodzaakelykheid eener Mediatie aldaar, vermits de Staaten de Stads Regeering, en deeze weder de Staaten niet als wettig erkennende, de zaaken, io di* Provincie tot eene volfiagen Regeeringloosheid waren vervallen: wordende om die reden voorgeilagen, om daar de Staaten de Mediatie reeds hadden aangenomen, daartoe ook de Stad te in» duceeren. Dat het oogmerk van den Achtb. Raad geen ander is geweest, of heeft kunnen zyn, dan om die acceptatie pure en zonder ex. ceptie te doen gefchieden, gelyk de Staa en ook hadden gedaan Doch, dat zedert het doen dier propofitie op den t Nov. ter Vergadering van Holland ingekoomen zynde een Miffive van de Stad Utrecht, (gefchreven den 4 te vooren ) waarby zy eenige poinften van voorfz. Mediatie uitzonderen, als onder anderen, de wettigheid van de Regeering der S-ad Utrecht, sa 't recht derzelve, om alleen het 3de Lid van Staat uittemaken, de zaak in zoo verre van natuur was veranderd, dat men, als nu, de voorfz. Stad Utrecht fterker en klaarder behoorde te exhorteeren tot het eenvoudig en ongeclaufu'eerd aanneemen der Mediatie: en wel, in de eerfte plaats, om dat juist die twee zaaken de grootfte poinften in questie waren, want, dat dezelve vas ftaande, daaruit zoude volgen 1. dat de fus'enue vaa onwettigheid van de Stads Regeering, aan de zyde der Staaten gevoerd w- Yy.y a.  ( 2/4 ) eti aangenomen, zo hebben wy 'ook geraden gevonden, ons aanbod daar toe thans in het byzonder en direételyk aan UEd. Groot Achtb. te adrefleeren. „ Wy Wy hebben wel opgemerkt uit UEd. Gr. Achtb.Misfive, van den 4 der voorleeden Maand, dat UEd. Gr. Achtb. difficulteeren, om met opzigt tot zommige pointen zou- partye ten opzichte van dezelve te agnofceeren en buiten dispuut •e houden ; zoo kunnen wy ook niet zien, dat UEd. Gr. Achtb. verftaan zouden worden zich eenigzints te prrejudicieeren, ten aanzien van derzelver fustenuen omtrent die gementioneerde poincten, door het aanneemen van eene Mediatie, welke uit haaren aart niet anders kan geconfidereerd worden te zyn, dan een middel waardoor de discrepeerende partyen worden geinduceert, em met den anderen in onderhandeling te treeden, zonder dac uit zodanige acceptatie van Mediatie eenige verplichting kan geoordeeld worden te ontftaan, om cafu quo aan de decifie of arbitrage der geaccepteerde Mediateurs overtegeven zodanige poincten, die men, niet meent objecten van deciüe of arbitrage te kunnen zyn. ]a, wel verre van daarin eenige dlfKcuIteiten te vinden, is het «ns zelfs voorgekomen, dat de tusfchenkomstvanMediateursdienilig zoud* wezen om over en weder de redenen te communiceeren, waarom een der partyen zoude difficulteeren, eenige byzondere poincten, tot objecten van onderhandeling te maaken, ten einde de Mediateurs, na overweeging dier redenen , in ftaat te ftellen, of om de eene party te overreeden, dat zoodanige objecten, als geconftateerd behooren gehouden te worden, en dus buiten de Mediatie geflooten, of de andere te disponeeren, om delve mede onder de Mediatie begreepen te doen zyn, en om voorts door middel derzelve vast te ftellen, welke pointen men wederzyds zoude oordeelén cafu quo, voor arbitrage of decifie fusceptibel te wezen; als mede om, voor alles, uit den weg te ruimen, het geen aanleiding heeft gegeeven en nog geeven kan tot wantrouwen, en integendeel den anleren, over en weder gerust te ftellen tegen allen vrees voor onderneemingen van geweld. Al het welk, zonder een volledige en gave acceptatie door wederzydfche partyen, en zonder het daadelyk effectueeren van de voorfz. Commisfie tot Mediatie, niet wei mogeiyk fchynt, terwyl de zaaken, by gebreke van dien, hoe langer hoe meer in verwarring zullen moeten geraaken, de gemoederen meer en meer zullen worden verbitterd, en dus de Stad Utrecht, zoo wel als de geheele Provintie, aan haare ruine blootgefteld. Het is dan Ed. Gr. Achtb. Heeren'. uit aanmerking deezer redenen en motiven,.dat wy, de hoogfte prys (lellende op eene gelukkige en fpoedige vereffening der gefchillen, UEd. Gr. Achtb. op het kragtigfte moeten exhorteeren, om de geotfereerde Mediatie der Bondgenooten, te accepteeren, en daardoor tot een gewenscht afkomst van zaaken den weg te banen; ten einde eenmaal de de rust in de Provintie herfteld, en de directie van zaaken op een goeden en vasten voet voor altoos moge bevestigd worden. Wy meenen billyk te mogen vertrouwen dat UEd. Gr. Achtb. deeze onze Demarches en Inftantien aanmerkende als een nieuwe blyk van onzen iever om het belang van onze Bondgenooten ea fpeciaal ook van Uwe Edele Gr. Achtb. Stad en Provincie, op de best mogelyke wyze voomftaan en te bevorderen, daar aan gereedelyk zullen defereeren, en onze pogingen fecundeeren door al, wat in derzelver vermogen is, aantewenden, omgelegenheid tê geven , dat de Conferentien van Gecommitteerden tot het werk der Mediatie, by prseferentie in de Stad van Utrecht, als daartoe, buiten alle tegenfpraak, en naar den aart der zaake, en volgen» het interest van de partyen, in deeze de convenabelfte plaats, ten fposdigfle kunnen werden aangevangen. Om alle welke, en meer andere redenen, wy tevens van begrip zyn, dat de fituatie der Srad Utrecht, zoodanig zou behooren te worden ingericht, dat dezelve tot vrye Deliberatien gefchikt bevonden wierd; mitsgaders dat aan de Leden van Staat, en alle anderen, vry acces tot, en reces uit dezelve wierde bezorgd, en daartoe de nodige middelen wierden daargefteld. Terwyl wy, om (voor zoo veel in ons vermogen is) medetewerken tot het herftel der tranquiliteit, Uw Ed. Gr. Achtb. kunnen verzekeren, dat de Heeren Staaten ons op het fterkfte betuied en verzekerd hebben, geenne middelen van geweld tegen de Stad Utrecht te zullen emploijeeren; en dat wy diergelyke affirmative aan Bondgenooten gedaan , van zoo veel kracht en waarde confidereeren, dat wy UEd. Groot Achtb. des weegens wel durven guarandeeren. Wy begrypen en verwagten dienvolgende, dat deeze verzeeke» ringen UEd. Gr. Achtb. ten vollen zullen permoveeren, en moeten daarop met allen ernst infteeren, dat ten fpoe iigften alle zodanige extra Ordinaire middelen van Defenfie, als UEd. Gr. Achtb. geoordeeld hebben tot hier toe te moeten admitteeren en werkftellig te maaken, by provifie werden geftircheerd en geftaakt.-op dat wy hier ontrend van UEd. Groot Achtb. genoegzaame verzekering bekomen hebbende, ook van de Heeren Staaten Uwer Provintie met billykheid vergen en verwagten kunnen, dat de Militie thans zich in de Provintie en vooral in de rabuurfchap vau de Stad Utrecht bevindende, geheel of gedeeltelyk, conform UEd. Groot Achtb. gedeclareerd verlangen, daar uit verzonden, of ten minften zo verre verwyderd werde, dat UEd. Gr. Achtb. alle ongerustheid dieswe^ens benoomen zy.  ( m ) eenige mediatie te admitteeren, en integendeel van begrip zyn, dat dezelve preliminair behooren gehouden te worden voor gecoriftateerd. „ Doch wy kunnen niet zien, dat UEd. Gr. Achtb.ver» (laan zouden kunnen worden, zig eenigzints te pra:judicieeren, ten aanzien van derzelver fustenuen omtrent die geEienuoueerde pointen, door het aanneemen van eene Mediatie, welke uit haaren aart niet anders kan geconfidereerd worden te zyn, dan een Middel, waar door dediscrepeerende partyen worden geinduceert, om met den anderen in ondeihandeling te treeden over zodanige objecten, die zy zelve begrypen daar voor fusceptibel te zyn; zonder dat uit zodanige acceptatie van Mediatie eenige verpligting kan geoordeelt worden te ontflaan, om aan de decifie of arbitrage der geaccepteerde Mediateurs over te geven zodanige pointen, die men niet meent objecten van decifie of arbitrage te kunnen zyn. „ Ja, wel verre van daar in eene difficulteit te vinden, is het ons zelfs voorgekomen, dat de tusfchenkomst van Mediateurs, dienftig zoude wezen , om over en weder de redenen te communiceeren, waarom één der Partyen zoude difficulteeren ; eenige byzondere pointen tot objeéten van onderhandeling en decifie te maken, mitsgaders om de kragt dier redenen als dan aan te dringen , en de wederpartye vervolgens te induceeren, om daar en tegen te helpen conflateeren zodanige andere pointen, die zoo van de ééne als andere zyde geoordeelt worden, fusceptibel voor onderhandeling te zyn ; als mede om, voor alles, uit den weg te ruimen, het geen aanleiding heeft gegeeven , en nog geven kan, tot wantrouwen, en in tegendeel den anderen over en weer gerust te ftellen tegen alle vrees voor onderneemingen van geweld. Al het welk, zonder het dadelyk effectueeren van de voorfz. Commisfie tot Eindelyk verzoeken wy Uw Ed. Gr. Achtb. om, zoo fpoedig mogeiyk, zig op dit een en ander te expliceeren, ten einde als dan hoe eerder hoe beeter eenige Leeden, zoo uit de Regeering van deeze, als van de audere Provintien, tot de gemelde commuSe zouden kunnen worden benoemd. Waar mede &c. . i Stuk No. 6>. tot Mediatie, en zonder het accepteereo van dezelve,niet wel mogeiyk fchynt: terwyl de zaaken, by gebreeke van dien, hoe langer hoe meer in verwarring zullen moeten geraaken, de gemoederen meer en meer zullen worden verbitterd, en dus de Stad Utrecht, zoo wel als de geheele Pr ovtie, aan haare ruine blootgefteld. „ Het is dan Ed. Groot Achtb. Heeren! uit aanmerking dezer redenen en motieven, dat wy, de hoogde prys ftellende op eene gelukkige en fpoedige vereffening der gefchillen , UEd. Groot Achtb. op het kragtigde moeten exhorteeren, om de [geoffereerde Mediatie der Bondgenooten te accepteeren, en daar door tot eene gewenschte afkomst van zaaken den weg te baanen , ten einde éénmaal de rust in de Provincie herdeld, en de diredie van zaaken op een goeden en vasten voet voor altoos moge bevestigd wotden. , „ Wy kunnen wyders deze gelegenheid niet laten voor. bygaan, zonder UEd. Groot Achtb. in confideratie te geeven , of, ten einde het voorfz. oogmerk des te beter te be. reiken, de fituatie der .Stad Utrecht, zodanig niet zou behooren te worden ingericht, dat dezelve tot vrye deliberatien gefchikt bevonden wierd; mitsgaders dat ten dien einde aan de Leeden van Staat, en anderen, vry acces tot, en reces uir, dezelve wierde bezorgd, en daar toe de nodige middelen wierden daargedeld. Terwyl wy, om (voor zoo veel in ons vermogen is) mede te werken tot herdel der tranquiliteit. UEd. Gr. Achtb^ kunnen verzeekeren, dat de van UEd. Gr. Achtb. disfentieerende Staats-Leeden ons op het derkde betuigd en verzeekerd hebben, geene middelen van geweld tegen de Stad Utrecht te zullen emploijeeren; en dat wy diergelyke affirmatie, aan Bondgenooten gedaan], van zoo veel kracht en waarde confide. reeren, dat wy UEd. Gr. Achtb. deswegens wel durven guarandeeren; gelyk wy ook op dit fundament geen zwarigheid hebben gemaakt, op den 6 Oéloberlaatsleeden, de Heeren onze Gecommitteerden te qualificeeren, om uit onzen naam aan UEd. Gr. Achtb., voor zoo veel des noods, toe te zeggen, dat wy, ingeval van vyandelyken aanval, of aanmarfch van Troupes uit Gelderland tegen uwe Stad, dezelve aandonds met onze voor handen zynde Magt zouden befchermen, en van allen violenten overlast naar ver- mo- Zzz  ( £74 ) mogen beveiligen; in welke fentimenten van goedwilligheid en trouw wy als nog zyn perfevereerende. ,, Wy laaten bet derhalven aan de beoordeeling van UEd. Gr. Achtb. aan wien de fituatie van zaaken in derzelver Stad best bekend is , ten eenemaal over, of en in hoever» re deze verzekeringen UEd. Gr. Acbtb. zoude kunnen permoveeren, om zodanige Exta-Ordinaire middelen van defenfie , als UEd. Gr. Achtb. geoordeeld hebben tot hier te moeten admitteeren en werkftellig maken, thans by provifie te furcheeren en te ftaaken. Wy voegen hier by de Copie van de Misfive door ons ®p heeden aan de Heeren Staaten vau Utrecht afgezonden, in vertrouwen, dat UEd. Gr. Aehtb. deeze onze demarche aanmerkende als een nieuw blyk van onzen yver om het belang onzer Bondgenooten, en fpeciaalook van UEd. Gr. Achtb. Stad en Provintie, op de best mogelyke wyze, voor te ftaan en te bevorderen, onze pogingen gaarne zullen fecondeeren, en al wat in derzelver vermogen is te trachten aan te wenden en te effectueere, om gelegenheid te geeven, dat de Conferentien van Gecommitteerden tot het werk der Mediatie, het zy in een Stad in de Provintie Utrecbt, het zy in ééne der Steeden vanonze Provintie, ten fpoedigften kunnen worden aangevangen; weshalven wy ook UEd. Gr. Achtb» verzoeken, om, aoo fpoedig mogeiyk, zig op dit een en ander te expliceeren, ten einde als dan hoe eerder hoe beeter eenige ï-eeden , zoo uit de Regeering van deeze, als van de andere Provintien, tot de gemelde commisiie zouden kun»en worden benoemd. Waar mede &c. Misfive aan Burgemeefteren en Vroedfchappen oer Stad Wyck te Duorsteede. EDELE GROOT ACHTBAARE HEEREN! Wanneer wy vernoomen hebben de differenten, welke aedert een geruimen tyd in de Provintie Utrecht fubfisteesen-, hebben wy ai aanftonds gemeend, dat eene gepaste Mediatie het best gefchikte Middel was, om de aldaar gezeezene gefchillen: op eene convenabele wyze te vereffeaen; gelyk het dan ook aan Uw Ed» Gr. Achibi niet onjisèkend kan zyn,, dat wy reeds ia den voorleden Jaare aan de- de Heeren Staaten van Utrecbt, tot dat einde onze goe. de Officien hebben aangeo.iden, zonder dat nochthans toen ter tyd onze gedaane offerte door welgemelde Heeren Staaten is geaccepteerd, of van onzentwege rmderaangedrongen, Doch, daar nu onlangs de zaaken tot verdere uiterften fcheenen gepousfeerd te zullen worden, hebben wy ons, volgens de trouw van het Bondgenootfchap, verpligt geoordeeld, onze vriendnabuurlyke inftantien, ter voorkoming van grootere verwydering en onheilen , te moeten vernieuwen, en ons met dat inzicht nader aan meergemelde Heeren Staaten, by misfive van den 4 Septem. ber laatstleden , geaddreffeerd, met dat gevolg, dat de van Uw Ed. Gr. Achtb. disfentieerende Staatsieeden de Mediatie, zoo van ons als van de andere Bondgenooten, gelyk aan Uw Ed. Gr. Achtb. bekend is hebben aangenoomen, en op de dadelyke prajftatie daarvan by herhaaling geinfteert. Dan, gelyk wy het te allertyd voor eene onwankelbaare maxime houden, om ons op geenerhande wyze in zaaken, het domeftiek beftier onzer Bondgenooten concernee. rende, te immisceeren, en dus ook niet gaarne zoude concurreeren tot de interpofitie eener Mediatie , welke niet door de disfentieerende partyen was erkend en aangenoomen, zoo hebben wy ook geraaden gevonden, ons aanbod daartoe thans in het byzonder en direftelyk meede aan Uw Ed. Gr. Achtb. te addresfeeren in het vertrou¬ wen, dat UEd. Gr. Achtb. dit o-ns aanbod zult befchouwen als een blyk van ons oprecht3 verlangen, om alzoo te kunnen meedewerkeu tot de herftelling van Eensgezindheid onder de disfentieerende partyen, binnen de Provincie van Utrecht; en dat UEd. Gr. Achtb. dus geenzwaarigheid zullen maaken om zig zoo fpoedig mogeiyk overeenkomftig dezen onzen voorflag te expliceeren, ten einde alsdan hoe eer zoo beeter eenige Leden, zoo uit de Regeering van deeze, als van de andere Provinciën tot de gem. Commisfie zoude kunnen worden benoemd. &c. „ Dan 't fcheen, dat deeze praftyk, om dog de gemeen* „ te, de voorgeflagene mediatie teegen te maaken , nog „ niet genoegzaam was, in de oogen der teegenwerkers „ van dit heilzaam middel, waarom dan ds Couranten », wee»  ( *75 ) „ weeder te baat genomen wierden, hier in munte voornamelyk uit de Zuyd-Hollandfche Courant No. i*s<(*) » dog (*) Utkecht den i December. De beweegingen, weike alhier onder de hand plaats hebben, om een yder zoo veel mogeiyk te beduiden, dat het onze zaak zoude zyn, om de mediatie onbepaald aantenemen, zyn onbogrypelyk, en hoe Merker men dit aandringt hoe meer men het oogmerk verraad, vooral zedert de Burgery alhier de bevestiging heefc bekomen tan het aanhoudend gevoelen , waarin de voorftemmende Leden blyven, namentlyk , dat zy by hunnen laatften befchryvings brief gene andere voer wettige Regenten dezer Stad erkennen, dan die geenen, w elke op den 12 OBober I7gj, geinftalleerd e» beëdigd zyn. Als men hierop behoorlyk gadeflaac , en weet, dat de uitbreiding van dezen zonderlingen befchryvings brief «iet onbewust is geweest aan hen, die zig in een voornaam befoigne niec min fingulier hebben uitgelaten over het Adres, aan den tegenwoordigen Raad dezer Stad, •p de in deliberatie leggende exliortatoire MisGve te ftellen, zoo vordert de noodzakelykheid , dat de Burgery dezer Stad geenonbepaalde mediatie kan aannemen. Men misleid het Publiek, als men het wil doen voorkomen, dat men aihier tegen mediatie is , — het tegendeel van dien zal eerlang blyken; wanneer ook blyken zal, dac mes om bizondere oogmerken te bevorderen, welke vooreerst gelegen zyn in de continuatie van de oude Raden , op eene onwettige wyze ondernomen, en ten anderen in de gevolgen der wyze van de laatfte illegale befchryving, het maar daar henen tragt te rigten, om ons tot ccnferenti n en befoignes ten fine van mediatie te brengen, of men onkundig genoeg was, om den adder, waardoor men ftaat gebeten te worden, niec te bemerken. Men duide dit ons alhier niet ten kwaden , omdat wy aan de eerlykheid en braafheid van voorname Mannen, welke zig onze zaak aantrekken , niet twyflelen; maar, daar het zeker is, dat anderen hier niet weinig woelen, om door *t vertrappen der Voorregten van de Burgers dezer Stad ook te gemakkelyker ia Holland tegen de Burgeryen te kunnen werken, en aldaar eene volftrekte Ariftocratie te doen bovendryven, en hec dus klaar is, dac men hier er op uit is, om op atrap te fpelen, en wy al te wel berigt zyn van alle de menees, welke in iezen plaats hebben, moet de braaffte en eerlykfte onzer genegenfte Vrienden ons niet kwalyk nemen, dat wy onze eige zaak beoordelen, en daar wy zeer wel weten, waar het om te doen H, dat wy zorg dragen, om ons buiten noodzake niet te begeven in een zoodanig gevaar, daar wy buiten konnen blyven. Het geen er bereids voorgevallen is, zoude ons aan de grootfte onveorzi.-.i-.heid en onverfchoonbare roekeloosheid fchuldig maken, aoo in deze niet de vereischte voorzorge aan de zyde van deBurgery w.^rd gei!omen, en waartoe zoo veele Emisfarisfen op zoo „ dog de Utrechtfche Stads Courant, gafinNo. 150.ook „ een middel tot mediatie op, (f) '} welk hoe zeer ge- „ fchikc zoo veele lieden afgezonden, om dit gevoelen tot zoo een onbepaalde acceptatie van mediatie voortepreken, ingevalle dit muisje niet een ftaarcje had ? En waarop rust dog het voorgeven van zoo veel gevaar, en de noodzake om hier in als onberaden, met de uiterfte overhaasting, te handelen? Wy zullen hier zoo veel mogeiyk voor overrompeling op onze hoede zyn, cn zy, dia begrepen hebben, dat hunne veiligheid en vryheid elders betf^. verzekerd was, als binnen onze muuren, dien ten gevalle, datn zy hoog ea droog in hunne aangename fchuilplaatzen gezete^ zyn, behoeven wy ons niet te overhaasten , alzoo in dit hoogst aangelegene geval, langzamer eu zeker gaan, het verkiesfeiykfte is, en zoo als de oude zeide: Een goed voorbeding maakt naderhand geen krakeel. Nu zal het er op aankomen , wat men door zoo veele woorden verftaat, waarmede men tot hiertoe gefchermt heefc, en als men van Jan fpreekc, of men dan Jen meend, of wel dat hec Pieter moet zyn, en daarom begrypt men alhier , dat, hoe zeer wy alhier alle redelyke bemiddeling toegedaan zyn, dac buicen voorafgaande vastftellingen hec de zaak onzer Burgery niet kan zyn, om eenige mediatie aantenemen, zoo niet verfeheide artikelen bevorens bepaald zyn. Wy verwagten alhier door hen, die de Voorftemmende Leden in hun-, ne verderflyke oogmerken dienstbaar zyn, binnnen korten, gedrukte aanradingen daartegen , en wie weet, of hec zelve niee toe te kennen zy aan hem of hen, die zig wel eens bediend heefc of hebben, van den citel vertrouwd maarniet aan wie'. (§) En dus, hoe zeer het zelve als een vergulden pil zal opgecierct zyn, tot herftel van Eendragt en Burger regten, zal hetzelve aandien gezegden regel getoets worden, waarvan men zig eens zoo eclatant tot belediging van de Burgery bediend heeft, en waar» op men thands ter bete king van zyne bizondere oogmerken,zoo zeer uit is. (t) COPT. MISSIVE aan den SCHRTVER dezer Courant. MYN IlEERl Is 'er een onderwerp, waar over tans, onder dè befte Vader-landers, veelvuldig gefproken word, het is over de Mediatie der Stad Utrecht, welken, naar fornmiger gevoel" n, onbepaald, volgens anderen wederom met zekere uitdruklyke Prseliminairen, moet aangenomen worden, en het is ODgetwyffeld eene zaak vsn? (jjj Dit boekje 't welk in Maart 1785 uitkwam, durft men,in fommige opzigten den Leezer, wel ter naleezing aanraden de uitkomst der zaaken , heefc geleerd, nee zeer ifi veelen den opfteller, het wel geraaden heeft, Z Z Z s  ( 276 ) „ fchikr om eenen tusfen weg te vinden, nogthans in dat tydftip waar in men aan de gemeente eene verkeerde ,, in- ,, indruk van den aart eener mediatie tragten te geeve», „ als zeer onvoorzigtig ingerigt-moestworden aangemerkt ,, waar van het uiterfte belang, die de aandagt van ieder weimenenden vorJerd, om niet op eene of andere wyze van het regte fpoor aftewyken. Eene onbepaalde, dat wil zeggen zodanige Mediatie, by welke eene party, fchoon van haar goed regt overtuigd,haare geheele zaak aan de Mediateurs reeds zo verre overgeeft, dat zy, byaldien de geinterefTeerde pariyen geene bemiddeling mogten kunnen treffen, als dan zelfs moet beruften in de Arbitrage, of beflisfende uitfpraak, der Meliateurs, of van eenigen, uit dezelven gekozen, zodanige onbepaalde Media ie , zeg ik, komt my voor tea uiterlten bejenkelyk te wezen, om dat het beloop der Mediatie in 't algemeem (ik fpreek hier onpartydig, zonder eenige Provintie in dit opzigt te willen taxeeren) dikwyïs veel te wifTelvallig is, dan dat de belangen eener geheele Burg:r Maatfchappy, in geen evenwigt ftaande met die van afzonderlyke Leden van Staat, aan dezelve kunnen geriflqueerd worden. Aan den anderen kant, eene Mediatie , welker hooge noodzakelykheid tog by ieder erkend word, met aandrang van eene menigte Preliminairen, zo te bepalen, dat 'er, indien de Mediateurs daaraan ten fterkften gehouden zyn, zeer weinig voor hun zaloverfchieten, om met vrugt aan eene bemiddeling, tusfchen de verfchillende partyen, te kunnen arbeiden, moet by iederonpartydigen, hoe gaarne hy met de befte inzigten het Stedelyk Regt wil verdedigen, eren bedenkelyk zyn, om dat 'er op zodanige wyze nimmer een goeden grond zal kunnen gelegd worden, om tot afdoening van zaken te komen; terwyl, zo dra de eene party Preliminairen bediugd, de andere Party of Partyen dezelfde vryheid moet worden toegekend, om ir.sgelyks voorafgaande Voorwaarden te maken, en de Mediatie derhalven, in plaats van de Partyen nader tot eikanderen te brengen, integendeel zoude dienen, om dezelve langs hoe meer te verwyderen, het welk dan eindelyk de Arbitrage des te gevaarlyker zoude maken voor beiden, of het geheele werk op eene ydele beuzeling zoude does» uitlopen: behalven dat de Preliminaire bedingen, by de eene party geeifcht, regelregt tegen die van de andere Party zouden kunnen aanloopen in welk geval 'er eene twede voorafgaaude Mediatie zou nodig zyn, die al wederom, niet dan op voiraf bedingen aan weerskanten aangenomen, de Mediatien tot in het oneindige konde vermenigvuldigen, of liever alle Mediatie affnyden en onmogelyk maken. Daar dan dit punt zo gewigtig is, heb ik my zelven verledigd. om eens nategaan, of er nog niet iets anders zou te vinden zyn, welk , voor de Stad Utrecht altans, zoude kunnen dieDen, om * met meer gemak en minder gevaar tot de Mediatie overtegaanHet oude Latynfche fpreekwoorj zegt : in medio tutiflimm ibis; het het is dit, welk ik gepoogd heb te vinden ; of zulks my gelukt is, Iaat ik gaarne aan ieders beoordeeling over; terwyl ik altooi gereed ben, myne gevoelens vaarwel te zeggen, zo ras men myne dwaling heeft bewezen. Volgens den aart van alle Mediatien is het werk der Mediateurs daar in gelegen, dat zy, by onderzoek van zaken, alle middelen beramen , om de partyen, is het mogeiyk, zo na by een te brengen, dat de een des anders recht erkend, of dat zy beiden gereed zyn , zig vervolgens aan de uitfpraak van eenige perfoonen, tot dat einde verkoren , overtcgeven. Meermalen ook heeft de ondervinding, in vorige tyden, geleerd, dat Mediatien behoorlyk aangevangen, dog geenzins zo gelukkig wierden geëindigd, of die party, welke genoodzaakt wierd, zig te onderwerpen, moet haar deugdelyk Regt ten eenemale opgeeven, zonder in de mogelykheid te zyn, van hetzelve te rug te bekomen. Dit niet ongegrond vermoeden maakt de Stad Utrecht thans met reden huiverig in de aanneming der Mediatie; maar wanneer nu ee is deeze Stad zig verklaarde, dat zy wel genegen was, om de Mediatie aanteneemen, onder dit expres beding, „ dat, wanneer zy in het „ beloop of by het einde der Mediatie oordeelde, dat dezelve „ tot prejuditie ftrekte van'haare Regten, zy als dan nog door de „ andere Partyen, nog door de Mediateurs, zou kunnen genood„ zaakt worden, tot eenige Arbitrage overtegaan; maar alsdan „ wederom in haar geheel bleef, als of 'er van haare zyde niets „ was begonnen , en dat zy zig in zodanig geval voorbehield zul„ ke maatregelen, als zy in tyd en wyier. nodig mogte oordee- J} jen: en dan ten tweeden dat, indien zy ten eenigen tyde vry „ willig tot een Arbitrage mogt verkiezen overtegaan ,dat alsdan de „ Arbiters of uit de Mediateurs, of, indien zy het goedvonde „ uit alle zodanige kundige en onpartydige R»gtsgeleerd n, mog- ten genomen worden, die, zo door haar, als door de andere Partyen, tot dit werk zouden gekozen worden." " Zie daar het Medium, welk my in het ftak der Mediatie, ten aanzien der Stad Utrecht, niet ongepast toefchynt. Ik onderwerp het zelve gaarne aan het oordeel van ieder Vaderlander; terwyl het my ten hoogden aangenaam zy» zal, indien het by des kundigen mogt worden goedgekeurd, en ten nutte der Vaderlandfche zaak konde dienen. Met de fpoedige plaatfing hier van zal UWE. hem zeer verpl-gten, die zig met hoogagting tekend. ,S December I78S. Uw bejlendige Lezer, TRAJECTOPH1LUS.  ( 277 ) „ wyl daar in veel gefprooken wierd van eene onbepaalde me, diatie,welke op een Arbitrage uitloop.vervolgens van eene „ mediacie.met vooraf bepaalde prselirainairen,die van weerst, kante gefteld wordende, die mediatie zoo niet nutteloos ,, maakten, ten minfte ftof tot groter verwyderingen gaf, en „ welke beide by den (leider zelfs afgekeurd wordende, hem „ doet befluiten tot het voordragen van een middelweg, „ die niets afdeed, waarom dit ftuk te regt gehouden wierd, „ alleen te zyn ingerigt geweest, oin de Burgery het woord „ Mediatie zelve, haatelyk te maaken. „ Die van Wyk by Duurfteeden, de Misfive van de „ Stad Utrecht van den 20 November ontfangen hebben„ de, bleeven niet ingebreekeu dezelve te beantwoorden, „ waartoe zy den 18 Decemb. navolgende Misfive ver„ vaardigde en afzonden, EDELE GROOT ACHTBARE HEEREN. ,, Het-fmert ons dat wy, uit UEd. Gr. Achtb. Misfive van den 20 November jongftleden; welke Wy wel onfangen hebben, nog geenzints UEd. Gr. Achtb. weezentlyke fentimenten hebben moogen ontwaaren over ons herhaald aanzoek by UEd. Gr. Achtb. om, nog van wegens de Stad Utrecbt, nog van weegens deeze Stad, zonder weederzydfehe communicatie en concurrentie dezer beyde Steden, met eenige Staats-leeden, of wie hét ook weezen IBOgt, over de publieke gefchillen, deezer Steeden of Provintie in onderhandfche of opentlyke Conferentien te treeden; terwyl UEd. Gr. Achtb. derzelver ftilzwygen daar omtrend fundeeren op de Onderhandfche informatien, welke eenige Leden van UEd. Gr. Achtb. Vergadering ge. tracht hadden, door den mond van Onzen Penfionaris, ons te doen toekoomen; behelzende, dat, in de Conferentie op den 16 September jongstleeden, nopens dat poinét en eenige anderen, tusfchen de Gecommitteerdens van weegens deeze Stad en Gecommitteerdens van UEd. Gr. Achtb. gehouden, door onze Gecommiueerden zouden zyn aangenomen, ook dat poinét meer gedetailleert en Schriftelyk aan UEd. Gr. Achtb. Gecommitt. te fuppedi. teren, om door denzelven daar van in UEd. Gr. Achtb. Vergadering voorflag te doen, Edog, dat aan deeze overeenkomst, door onzen Gecommitteerden, niet voldaan zynde, UEd. Gr. Achtb. buiten ftaat gebleeven zyn, om 1 Stuk No. 70. ons ons van derzelver gevoelens nopens dat poinct te informeeren. Eene verfchoning Ed. Gr. Achtb. Heeren! welke wy reeds, by onze vorige Misfive aan UEd. Gr. Achtbvan den 10 Novemb. jongstleden, vermeenden voorgekoomen te hebben, als wy daar by gepofeerd hebben, dat wy ons van de echtheid van het door onzen Gecom. mitteerden uitgebragt rapport, nopens die voorgemelde Conferentie met UEd. Gr. Achtb. Gecommitt. inhoudende : dat UEd. Gr. Achtb. Gecommitteerden dit poinct zot als het was opgegeeven, in UEd. Gr. Acbtb. Vergadering zouden inbrengen en appuieeren, in weerwil van de daar omtrent by onzen Penfionaris ontfangen en aan ons Gecommuniceerde informatien , volkomen verzekerd hielden. „ Dan, daar dit door UEd. Gr. Achtb. niet fchynt geremarqueert te zyn, willen wy gaarn aan UEd. Gr. Achib„ eygen oordeel overlaten, of het. gem. Rapport van onzen Gecommitteerden in deszelfs eigen aart befchouwd, zonder eenige andere bykomende omftandigheeden, niet een zoodanig natuurlyk kenmerk van echtheid draagt, dat hetzelve buiten alle twyffet fteld. . „ Drie pointen dog waaren het, Ed. Gr. Achtb. Heereul over welk met UEd. Gr. Achtb. te confereeren, wy onzen Gecommitteerden, op den iö September jongstleeden, verzocht en geauétorifeerd hadden. ,, Het eerfle poinct concerneerde het Ligten van eenige Penningen uit de Provintiale Caffe, tot employ van nodige uitgaven , in de prefente tydsomftandigheeden. ,, Het tweede behelsde eene propofitie van onze zyde aan UEd. Gr. Achtb., om het daar heenen te dirigeeren , dat, ingevalle van een te houden Congres of Conferentie met de Voorftemmende Leeden van Staat deezer Provintie. het zy met of zonder adiiftentie der Bondgenooten of van eenige derzelve, de Onderhandelingen des weegens, door of van weegen de Stad Utrecbt, niet mochten geëntameert, veel min voorgezet worden, buiten concurrentie van deeze Stad; gelyk wy zulks van onze zyde insgelyksaanbooden. En „ Het derde point hield in eene Propofitie aan UEd. Gr. Achtb. om communicatief met den anderen een ampel Manifest te vervaardigen en aan de Minifters der onderfcheidene Mogendheeden, thans by dezen Staat in UHage re- Aaaa  ( 2;8 ) refldeerende, over te geeven, omtrend het dadelyk doen inrukken van Militaire Troupes binnen deeze Proviniie, teegens verfcheide Refolutien, omtrent dit Sujet bereids genoomen, aan en tegen het notoir bezwaar van de refpective Steden desweegens &c. „ Omtrent bet eerfte en derde point nu is het waar, dat, door UEd. Gr. Achtb. Gecommitteerdens, in de voorgemelde Conferentie , van onzen Gecommitteerden een nader en meer gedetailleert verflag, nopens het uitvoerlyke namentlyk van die twee poinften, gerequireerd, en dat zulks door onzen Gecommitteerde aangenomen is, gelyk die daar van ook alzo aan ons rapport heeft uitgebragt; maar nimmer kon zulks, met eenige fchyn, omtrent het tweede der opgegeeven poinften gerequireerd worden , inteegendeel was de eenvoudige opgave van het zelven, uit hoofde der aanzoeken tot Conferentien, die dagelyks gebeuren konden, en welke ookbereidsbyUEd. Gr. Achtb. of by zommige van UEd. Gr. Achtb. hebben plaats gehad, van dien aart, dat dit poinét met den meeflen fpoed ter kennisfe van UEd. Gr. Achtb. behoorde gebragt te worden ; gelyk dan ook UEd. Gr. Achtb. Gecom. mitteerdens in die Conferentie daar van, en van de nuttigheid van dit poinét, zo zeer fcheenen geconvinceert te zyn, dat Hun Edelens aannaamen en beloofden, het zelve poinct by UEd. Gr. Achtb. te zullen appuiè'eren, zonder dat Hun Edelens daar omtrent een nadere of meer gedetailleerde opgave requireerden. En welke nadere opheldering Ed. Gr. Achtb. Heeren! kon omtrent dit poinft ook van ons verzocht worden? De vraag doch was tmuurlyk en duidelyk, en kon overeenkomftig de regels van openhartigheid, met het eenvoudig Ja of ^«beantwoord worden; zonder dat daaromtrent eenige andere omftag nodig was. Dan hier komt by, Ed. Gr. Achtbare Heeren! dat onze Gecommitteerde, \v deConferentie met UEd.- Gr. Achtb. Gecommitteerden, deswegens tlles behoorlyk en Schrifrelyk heeft genoteert, zoodanig dat zyn Ed. achter ieder poinét beeft aangeteekent hetbefiuit, het welk desweegens in die Conferentie tusfchen de refpeftive Gecommitteerdens genomen is; gelyk ook de sweede Gecommitteerde», die van wegens de Commisfie, tot het reguleren der defenfie deezer Stad gedecerneert, fey die Conference heeft geadfiSeen , insgetyks daar var al alzulke Schriftelyke aanteekentng heeft gehouden, als welke volkomen met het rapport van onzen Gecommitteerden overeenflemd, zoo dat wy ons vleyen, dar UEd. Gr. Achtb. om alle deze redenen van de oprechtheid van het bovengemeld uitgebracht Rapport van onzen Gecommitteerden , op het welk wy een volmaakt vertrouwen ftellen, zich nu in allen deelen zullen overtuigd houden, fchoon wy wel gewenscht hadden dat de ouverture van dit alles, door onzen Penfionaris aan een der Leden van UEd. Gr. Achtb. voor" het afzenden van UEd. Gr. Achtb. Misfive van den to November lamttleeden gegeeven, reeds dat billyk effeft by UEd. Gr. Achtb. mogt gehad hebben ; terwyl het intusfchen nimmer aan ons noch aan onzen Gecommitteerden , kan worden geimputeert , dat waarfchynelyk dit gedeelte der befluyten, in die meergem. Conferentie tusfchen de refpeftive Gecommitteerdens gevallen, aan UEd. Gr. Achtb. Gecommitteerdens, als volgens den inhoud van UEd. Achtb. Misfive daar van niets genoteerd hebbende , zal geëchapeert zyn. „ Dan , hoe dit ook weezen mag, Ed. Gr. Achtb.Heeren! by onze Misfive van den 25 Oftober jongstleeden aan UEd. Gr. Achtb. gefchreeven, meenden Wy dat onsweezentlyk verlangen, om in deezecritiquetydsomftandigheeden met UEd. Gr. Achtb. in alles communicatief te werk te gaan, wel zoo zeer doordraaide, dat het zelve ten minften enig antwoord van UEd. Gr. Achtb. zoude waardig geoordeeld worden, vooral, dewyl dat ons verlangen immers in allen deele flrookte met de oprechte betuigingen van onzen wenseh tot ene goede verftandhouding in deeze critique tyden, reed3 op den 4 Jagufttts te vooren, toen de zaak van Uwe Stad dezelve zaak als die van deeze Stad geworden was, van onzeatwegen door eene perfoneele Commisfie aan vyf der overgeWeevene Raden van Utrecbt uit de harmonieufte principes gedaan. „ En daar wy altoos zyn gewoon geweest, en ook hï die gewooonte ftand vaftig wenfchen te volharden, om juist zoo te fpreeken en zoo te fchryven-,- als wy her waarachtig meeBen, daar kan het UEd. Gr. Achtb. niet meer furpre»eeren,datWy, uit aanmerking van al het geavanceerde in onze Miffive aanUEd. Gr.Achib. van den-10 November daar aan vol genden,onze ferieufe verwondering over UEd. Gr. Achtb. ftilzwsgefl , nopens derzelver waare intentie omtrent her jnees>  C *79 ) meergemelde poinct met die ronde taal, welke het kenmerk van onze oprechtheid is, welmeenend te kennen gaven, terwyl het ons waarlyk fmert, fchoon althans, in deeze onze nadere Misfive van den 10 November, ons verlangen desweegens nu volkomen gemanifetleerd was, dat wy hier op ook nog van UEd. Gr. Achtb. totheeden geen decifief antwoord hebben mogen ontfangen, maar alleen by UEd. Gr. Achtb. Misfive geadvoueert vinden de reële exiftentie van zoodanige Conferentien, als waar van wy meenden dat de Communicatie aan ons, voor de fubfifteerende gefchillen der Steden Utrecbt en Wyck met de Voorftemmende Leeden van Staat deezer Provintie, zoo niet noodzakelyk, ten minften niet fchadelyk, konden zyn. Onze prefumtie echter deezer Conferentien, Edele Groot Achtb. Heeren! Het daar tegen overgefteld ftilzwygen van UEd Gr. Acbtb. nopens ons gemanifetleerd verlangen desweegens een ontfang-rie Misfive van de Ed. Mog. Heeren Staaten van Groningen; Onze geneigdheid om in de beantwoording van dezelve met UEd* Gr. Achtb. communicatief te werk te gaan en eindelyk nog zoo veele andere reedjnen, als Wy vreesden, dat het langer toeven met dit antwoord, ons onverantwoordelyk zoude maken, en welke reedenen UEd. Gr. Achtb. wel zullen geremarqueerc hebben, in onze Misfive aan gem. Ed. Mog. Heeren Staaten van Groningen, op den so November jongstleeden gefchreven, en waar van den inhoud voorzeeker ook ter kennisfe van UEd. Gr. Achtb. zal gekoomen zyn; „ Dit alles was het Ed. Gr. Achtb. Heren! dat ons by onze laatfte Misfive aan UEd. Gr. Achtb. met zoo veel billykheid als cordaatheid op een zoo fpoedig antwoord van UEd. Gr. Achtb! deed infteeren. Behoeven dan UEd. Gr. Achtb. na dit alles, zig nog langer over ons gedrag te verwouderen? Moet niet veeleer de inhond van UEd. Gr. Achtb. refcriptie onsten hoogden furpreneeren, als wy daar in al meede onbeantwoord vinden, of by de door UEd. Gr. Achtb. geadvoueerde Conferentien, Heeren uit de Voorftemmende Leeden van Staat deezer Provintie zyn tegenwoordig geweeft? Het is waar Ed. Gr. Achtb. Heeren ! dit ons denkbeeld rust weder op enkele gerugten en foupcons deswegens; Ja wy zullen meer eikennen Edele Groot Achtb. Heerenl en hier 6y voe- voegen, dat die zelfde geruchten ons verzeeftert hebben, dat die Conferentien inzonderheid geroulleert hebben over het vereffenen der fubfifteerende gefchillen, en wel over eenige Prseliminairen daar toe gefchikt. Die zelfde geruchten communiceerden ons, dat één der Pra;liminairen , aan de zyde van UEd. Gr. Achtb. voorgefteld, bshelsde de vernietiging van het Reglement van ió^, voor zover het zelve het Stedelyke betreft, die zelfde geruchten deeden ons daar uit deeze gewisfe confequentie trekken, dat dit één der Prreliminairen zynde, de bedoelde vereffening dat gedeelte van het Reglement van 1674 motft concerneeren, dat het Provinciale betrefr. Eindelyk die zelfde geruchten verzeekerden ons, dat eerft na de bepaling van deeze en zoortgelyke Ptailiminairen, meer legale Conferentien over de gefchillen zouden geopent worden. En fchoon het adveu van UEd. Gr» Achtb. nopens gehouden Conferentien, onsgetoontheeft, dat onze voorige foupcons maar al te waar geweest zyn , zouden wy ons echter omtrent deeze geruchten kunnen bedriegen, en hopen als dan daaromtrent door UEd. Gr. Achtb. geinformeert te zullen woiden. Maar indien deeze geruchten eens met de waarheid overeenkomftig zyn Ed. Gr. Achtb. Heeren! ftaat ons dan ook eens toe, dat wy op onze beurt aan UEd. Gr. Achtb. vragen mogen: niet, of het aan individueele Leden uwer Vergadering vry ftond, die Conferentien by te woonen , het geen wy thans niet behoeven te onderzoeken, maar of deeze Stad, omtrent het Stedelyke, niet dezelfde belangens heeft als de Stad Utrechtl en of de' Stad Wyck, ten opzigte van het Provintiale, niet mede een integreerend Lit van Staat, era zoo wel een deel van het derde Lit van Staat is, als de Stad Utrecbt? Of hen niet tot aankweeking der Harmonie zoude verftrekt hebben, wanneer men, of fchoon al eens van onze zyde daar toe geen aanzoek gedaan was, aan ons, of ten minften aan individueele Leden onzer Vergadering , van die particuliere Conferentien kennis gegeeven of eenige opening der Praeliminairen gegeeven had?— Of zoodanige Communicatie, indien 'er anders geen reeden waren, om deeze Stad opzettelyk daar buiten te houden ,. immers eenig nadeel voor uwe of onze Stad kon ge» had hebben? Of niet veel' eer dé prudentie van die individueele Leden vaa UEd. Gr. Achtb. welke by li* ' CoB«' &aaa %  ( 280 ) Conferentien" mogten hebben geadfideert, zoodanige Commnnir-atie. al was het ook maar aan die Leden van onzen Raad, met welke men te vooren te meermalen vertouwelykhad geaboucheerr, tot voorkoming vau alle, anderzints billyke foupcons, van Hun Ed. gevordert had? — Dan, of UEd. Gr. Achtb. ons zoo onervaren in 'sLands Gefchie. denilfen houden, dat wy uit dezelve niet zouden geleerd hebben, Immer te vreezen en, zo veel mogeiyk, te beletten en voor te koomen, dat niet weder het recht van den fterkften de gefchillen deezer Provintie beflisfe? Dan, Ed. Gr. Achtb. Heeren! welke ook de redenen der geheimhouding van die Conferentien mogen geweeft zyn, wy zullen daar van afftappen; hartelyk wenfchende, dat dezelve tot wezentlyk heil en voordeel van uwe Stad en Cordate Burgery verftrekken moogen! Alleen nog maar vinden wy ons verpligt te remarqueeren, dat die afzonderlyke behandeling der privative Huishoudelyke zaaken deezer Stad, en het adieeren der refpeftive Bondgenooten, door onze Circulaire Misfives, als buiten Concurrentie of Communicatie van UEd. Gr. Achtb. gefchied, zeer abufive door UEd. Gr. Achtb. in derzelver Misfive, by retorfie, aan ons fchynd toegevoegd te worden; daar deeze bedoelde zaaken niet alleen, in zig zelven geen overeenkomst hebben met het geval, waar over wy thans de Eer hebben aan UEd. Gr. Achtb. te fchryven, maar voor al, daar dezelve gefchied zyn , lange voor den i Auguflus laatftleeden , en dus lange voor dat de Vroedfchap der Stad Utrecht op den tegenwoordigen voet gecompofeerd was. Waarom wy het gaarne aan het eigen oordeel van UEd. Gr. Achtb. overlaaten, of het met de voorzigtigheid quadre'erende, ja of het mogeiyk was, dat wy in dien tyd met de Vroedfchap der Stad Utrecbt desweegens de concertageerden en daar toe eenig tentamen aanwenden? terwyl *vy door al dit geavanceerde betuigen, niets anders bedoeld te hebben, dan UEd. Gr. Achtb. te overtuigen, dat onze handelwyze in deze allezints confequent geweeft is, en dat dezelve dus niet is voortgevloeid uit een minder bezef der nuttigheid en der waardye van de hoognodige eendracht in deeze byzondere tyden; fchoon Wy niet kunnen ontveinzen, ten hoogden getroffen te zyn over de fu«enue, welke thans weder door UEd. Gr. Achtb. fchynd aefoveerdte worden, eh welke te vooren door UEd.Gr. 6 Achtb, Achtb. predesfeuren, in prsejuditie van het goed rechtdet overige Steden van dit Ge west, en dus onder anderen ook in prsejuditie van het goed recht deezer Stad, te dikwerf, helaas! via fatti is doorgedrongen, en waar by de Stad Utrecht zoude fubfitleeren alleen , met feclufie der Steden Amersfoort, Rhenen, Wyk en Montfoort, het derde Lidt van Staat deezer Provintie uit te maken , doch welke fuftenue Wy, zoo lang wy aan onzen pligt en plechtig afgelegden Eed zullen getrouw blyven, nimmer zullen kunnen toegeevtn, maar teegen welke wy integendeel ons op alle mogelyke wyze zullen blyven verzetten- „ Intusfchen was het ons byzonder aangenaam, door het Wel Edele Collegie onzer Burger Gecommitteerden geinformeert te worden van hec vriendelyk bezoek, waar meede Hun Wel Edleens van weegens het wel Edele Collegie van Burger Gecommitteerden Uwer Stad, door eene perfoneele Commisfie, zig op den 30 November laatftleeden hebben vereerd gevonden, en van de wederzydfche hermonieufe fentimenten, welke tusfchen die beide Col_ legien plaats hebben Wy betuigen Ed. Gr. Achtb. Heeren zoo alieen te zyn van al het geen, het welkeenigzints zou kunnen geleegenheid geeven tot verbreeking van deeze zelve Harmonie tusfchen UEd. Gr, Acbtb. en ons, dat wy, om dezelve integendeel op alle mogelyke wyze te cultiveeren, liever onze byzondere vues, indien wydie hadden, en zulks met het waar belang van onze Stad en derzelver Rechten en Voorrechten beftaan kon, daar aan zouden willen opofferen, dan dat wy, by eene on verhoop, te fcheuring van den gezeegenden band der vriendfchap tusfchen UEd. Gr. Achtb. en ons; niet ten allen tyde voor God en de gantfche Natie, met een gerust geweeten zouden kunnen betuigen, daaraan geen deel gehad te hebben; terwyl wy deeze eindigende, UEd. Gr. Achtb. in de befcherminge des Allerhoogften beveelen en blyven, EDELE GROOT ACHTBAARE HEEREN! UEd. Gr. Achtb. goede Vrienden, Burgemeefteren en Vroedfchap der Stad Wyck by Duurftede. (Onderftond) Ter Ordonnantie van dezelve • (Wasgetekent) L. v. SCHAIK. Wyck by Duurftede, den 18 December 1786. „ In-  C 281 ) „ Intusfchen was den 16* by den Raad, te Utrecht de ,, hier vorens gementioneerde Misfive van Holland inge,, koomen, waarover de Raad, dien dag Extraordinair ,' was vergadert geweest, en by dezelve provifioneel wierd „ beflooten, tot het benoemen van eene Commisfie uit „ derzelver om den inhoud daarvan aan de onderfcheide„ ne Commisfien uit de Burgery ten (*) fpoedigfte te com. „ municeeren. Ook „ Ook wierden de Burger Officieren bedagt, om de ,» ge- (*) Daar gedurig in de behandeling der zaaken binnen de Stad Utrecht, gefprooken werd, van het Collegie van Gcconflitueerden 1368. Burgers en Ingefeetenen van Gecommitteerdens uit de agt Compagnien — Gecommitteerdens tot de zaaien van den 2 Auguftus 176*. ook genaamt een en dertigen — Generale Vergadering van Officieren dezer Stads Schuttery — Gedeputeerde Officieren van dezelve — en Vergadering van Sergeanten, agten wy het niet onvoegelyk, de befchryving dier Collegien alhier fomtyds in te lalfim. Van de Geconftitueerdens van T 36» 'Burgers tbc. Dit Collegie is begonnen in den ]a«en 1784 in <*e maand September na dat op de ingeleeverde befwaaren (dewelke, door den Raad dezer Stad (ingevolgen van de Refolutie der Heeren Staten dezer Provintie op is febr. 1784, genomen,) eene Staats Commisfie van negen Leeden gedecerneerd was , om door dezelve te doen onderzoeken en vervolgens te advifeeren op welke wyze alle wettige bezwaren der In en Opgezetenen deezer Provintie zouden kunnen worden weggenomen,) by publicatie van den 15 April 1784. waren opgeroepen,) door de Heeren Haar Ed. Mog. Gecommitteerdens op den 1. ScPt. .7I4, een merkwaardig en ampel Rapport, met een daar aan geannexeert Concept Regiement reformatoir was uitgebragt, en waar van als toen een exerrplaar van het zelfde door eene Commisfie uit de Vroedfchap, den 10 September overgegeeven is aan de twee Eerfte onderteekenaaren van iedere Lyst der ingebragte paketten of nommers van befwaar, (zoo als de zelve breder vermeit ftaan, in het rapport van Stads Gecommitteerdens tot het ontvangen derzelve, onder Vroedfchaps notulen van 24 Mey 1784) om de aanmerkingen hunner meede Onderteekenaren aan de voorn. Stads Commisfie voor den 22 daaraan volgende, over te brengen. Onder deeze opgegeevene bezwaaren nu , was een zeer aanmerkelyk aantal Burgeren en Ingefeetenen, welke haare vermeende befwaaren , ingedient hadden , by forme van een Concept Re. glement op de Regeerings befteiling, van Staat en Stad, vermeenende daar door aan het begeerde foo van Hun Ed. Mog. als van den Raad der ftad, als daar toe byzonderlyk opgeroepen) te Voldoen, Wi;k Concept Reglement als dan een zeer notabel aantal 1 Stuk No. 71. tc" teekenaaren gehad hebbende, aanleiding gegeeven heeft, dat 1215 Burgers en Ingezeeten, ondetteekenaaren van het zelve, uit het middtn hunner, geconftitueerd hebben 24 perfoonen, om in de behandeling dier zaaken, haaren gevolmag'en te zyn, uitwyzetü volgende volmagt en Authorifatie. „De ondergetekende alle Burgers en Inwoners dezer Stad en Vryheid van dien , te kennen gevende, dat zy Comparanten, ingevolge de Publicatie van den 13 April dezes jaars 1784» aan Heeren Commisfarisfen nit de Vroedfchap dezer Stad gecommitteerd, hadden overgegeven en doen overgeven zodanige Poincten en Confideratien ten fine van Redres der bezwaren , zo op bet Regerings Reglement van den jare 1674, als ten aanzien van andere ingeflopen abuizen en misbruiken, in het beftel en bellier van de Provintiale en dezer Stad Regering, mitsgaders de refpective Commisfien en Bedieningen daar van dependerende, niet alleen t maar ook zodanige generale pointen tot redreffen als in verfchei. den opzichten zo tot dienft van den Lande, deze Provintie, en Stad geoordeelt is, ter voldoeninge aan ie voorfz. oproepinge te konnen verftrekken; als mede tot wegneminge van de fubfifterende opgerezen misnoegdheden en tot herftel van de eensgezintheid , en het onderling vertrouwen tusfchen de refpective Staats en Regerings Leden met de Borgen en Inwoners dezer Stad en Provincie beveiligt en beftendig gemaakt, zoude konnen ftrekken, alles, ten einde Burgemeefteren en Vroedfchap dezer Stad, uit examinatie van de voorfz. overgebrachte poinften en confideratien, eene juifte opgave der daar by voorgedrage bezwaaren, overeenkomftig Stads Rechten en met bewaring van dezelve, zouden konnen uitbrengen, daar en zo 't zelve conform Stads Rechten en Privilegiën geoordeelt mogte werden te behooren; zo als dan ook vervolgens door de Ed. Gr. Achtb. Heeren Burgemeefteren en Vroedfchap dezer Stad, naliet overleveren der voorfz. pointen en Confideratien tot Redres der bezwaren, begrepen is, dezelve by Copia authenticq met het doen van vifie en exhibitie van de origineele, te ftellen in handen van de Negen Heeren Gecommitteerdens van haar Ed. Mog., met dit gevolg, dat welgem. hun Ed. Mog. Heeren Gecommitteerdens op den 1 September dezes jaars ter Vergadering van de Ed. Mog. Heeren Staten dezer Provintie, hebben uitgebracht een zeer ampel rapport, behelzende, om ingevolge van de Commisfie va» dezelve Heeren, hun Ed. Mog. te adviferen, welke middelen zouden behooren by de hand genomen te worden, om met wegneming van alle wettige bezwa. ren der Ingezetenen, de harmonie en goede ordere bimen deze Provintie en onder dezelve Ingezetenen te herftellen en conferveren, en om het welk te bereiken gemelde Heeren Gecommitteerden het zelve vermeinen gevonden te hebben, in het aan het zei- ve Bbbb  C 282 ) ve rapport geannexeerd concept van een Reglement Reformatoir , waar na de Regeering in de Provincie van Utrecht in het toekomende zal worden befteld en beleid, en zulks op de gronden by t zelve rapport en advis gedetailleert; van welk rapport, advis en Concept van een Reglement Reformatoir, de Tien Heeren Gecommitteerdens dezer Stad, tot onderzoek van 't zelve op Vrydag den 10 dezer maand September aan de twee eerfte ondertekenaren van de onderfcheidene overgeleverde pointen en Confideratien van bezwaren, hadden overgegeven, een gedrukt Exemplaar van het zelve om aan hunne medeondertekenaaren voor te houden, en daar op hunne belangen en aanmerkingen voor den «2 dezer msand September over te brengen in handen van de laatstgenoemde tien Heeren, en wel door die van den Prtefident, zynde de Heer Vroedfchap Eyk, Dat aan de Comparanten al verder is te vooren gekomen, dat de Ed. Mog. Heeren Gedeputeerden Van de Staaten dezer Provintie, ingevolge de authorifa ie aan hun Ed. Mog. verleent op den 1 dezer maand September, hadden bepaald, eene extraordinairis befchryving van de Ed. Mog. Heeren Staaten dezer Provincie jegens den 6 October eerstkomende, mitsgaders de brieven daar toe gedaan afvaardigen , ten einde op 't voorfz. uitgebragt rapport der Negen Heeren tot bovengemelde Staats CommisQe, als mede op het geannexeerd Concept van een Reglement Reformatoir, om daar na voordaan de Regiering dezer Provintie en Stad in 't toekomende te beftellen en beleggen, dadelyk te befluiten en de vereifchre vaftftellingen te maken. Dat geconfidereert het groot aanbelang en het gewigt dezer, zaake, volftrekt vordert, dat er eene Commisfie uit de Burgerye dezer Stad worde benoemt, voorzien met magt en authorifatie, om bydie gelegenheid en hangende de deliberatien over 't zelve, en dus tot dat op alle de voorgebragte pointen van bezwaar zo Provintiaal, als by de Stad zal zyn gerefolveerd en dezelve dade'yk zuilen zyn afgedaan en gereguleerd, het interene, en be'ang van de Bu-gerye dezer Scad waar te nemen, en daar inne na vereiich te konnen ageren. Wienvolgende de Comparanten als Burgers en Inwoners dezer Stad, by deze verklaren, in de befte en beftendigfte forme rechtens, by dezen te Committeeren, aan te ftellen en volmagtig te maaken de Wel Ed. Geftr. en manhafte Heeren Gehard Bentinck Lieutenant van de Compagnie Turkyen, Mr. Ja«qb Hendrik de Ridder van Almkerk, Lieutenant van de Compagnie 't Papevaandel, Jacob de Joncijef.re Lieutenant van de Compagnie 't Fortuin Mr, Willem van Dam Heer van hfelt, Capitain Lieutenant van de Co.npagnie de TSloedhuil, Pieter Philip Juiuaan Ondaatje Vaandrich van de Compagnie de Smarte Knechten, Mr. Anthony Jan van Mansveld, Lieutenant van de Compagnie d'Oranfeflam, Mr. Philip KuvéL Lieutenant van de Com. pagnie de Pekfiokken, en Otto Dirk. Cordon Capitain Lieutenant van de Compagn e de Handvoetboog , neveus de volgende Heeren Sergeanten van dezelve Compagnien, alsfe, Nicolaas van Oostvesn» Cornelis Koppïdkajer. , Anthony Wuuizant, Petrus KLAS» Blanche. , Johannï^ Kreylkamp , Ferdinand Weusman » JacoBui db Visser j. z. en Gerrit Westhuyzen , als mede de Heeren Albert Weppelman , Adrianus Hoevenaar. , Gerardus Bettink, Johannes van Schalkwyk, Mr. Jan Carel Pronckert, bogislaus FREDRIK van LlBEHERS. , GERRIT CORNELIS Harmsen en Jacob van Manen a. z. , alle Burgers dezer Stad : fpecialyk, omme in naam en van wegens de Comparanten al,- ondertekenaren der pointen tot redres der bezwaren, zo volgens een overgeleverd gedrukt plan, als anders , der Comparanten rechten en voorrechten , als Burgeren en Inwoonderen dezer Stad , daar en zo 't zelve behoord, te fuftineren, voorftaan en helpen maintineren; ten dien einde over dezelve pointen tot redres der bezwaaren, zo "t zelve zal worden gerequireert, met Staatsleden dezer Provintie in befoigne en conferentie te komen, zo wel als met Gecommitteerden uit de Magiftraat dezer Stad, tot het regu. leren ea vaftftellen van die Huishoudelyke pointen, welke tot de Stads Regerings beflellinge alleen behooren en het object van een Staatswyze deliberatie en Cenclufie niet konnen worden. Daar omtrent met dezelve Heeren, zo rakende het Staats als Stads bellier, die zaken tot eene Conclufie en afdoeninge te brengen, en daar toe des gerequireerd in naam van de Comparanten als Bitrge» ren en Inwoners dezer Stad en Provintie derzelver Cctpfent en inftemminge te dragen, of wel by onverhoopte ontflentenis die voordragten , waar toe de Comparanten niet zouden konnen of behoren te komen, te declineren; en daar toe, mitsgaders by alle vereischt wordende gelegenheden der Comparanten recht als Burgeren en Inwoners dezer Stad , zo by Requesten , adresfen , betoog fchriften; Confidera-ien en deductien, voor te dragen, voor te ftellen en te fontineren; en onverhooptelyk tot Confervatie van Stads en Burger rechten de vereischte proteften te doen , zo aan de Ed. Mog. Heeren Staaten deezer Provintie, derzelver Heeren Ordinaris Gedeputeerden en de byzondere Commisflen van hun Ed. Mog. tot het reguleren van de voorfz. zaken benoemd ofte benoemen, als aan de Ed. Gr. Achtb. Heeren Burgermeefteren en Vroedfchap' dezer Stad en de Heeren hun Ed. Achtb. Gecommitteerdens in de byzondere Commisfie tot deze zaken mede benoemd en gecommitteerd. En voorts in dezen alles te doen en verrigten, wat nodig is en tot wegneminge der overgeleverde bezwaren en redres van dezelve, eenigzins zal konnen en mogen gefchied;n. Gevende de Comparanten aan voornoemde hunne gemagtig lens, de magt en faculteit om alle vereifcht wordende overeenkomften en vaftftellingen, welke tot Conclufie gebragt zyn, in namen van de Comparanten aan te gaan, te tekenen, approberen, goed te keuren , ratihabeeren en daar omtrent de nodige belofte van guarantie en van waardehoudinge te doen; alles met macht om ter uitvoeringe van *c geene voorfz. is, zo der Geconftitueerdens goede raad-oordeelén zal te behoren, een of meer of zo veel Perfoonen, als zy zullen vereifchen, het zy uit de Comparanten, of wel anderen des kon- di-  ( »83 ) diges nevens hen te asfumeten , fubftitueeren, furrogeren en by abfentie in hunne plaatfe te doen fungeren. Zynde der Comparanten fpeciale intentie, dat hunne Geconftitueerdens, zo veel mogeiyk, te zamen in de voorfz. zake zullen gelieven te ageren , en ingevalle van onverhoopte diffentie van fentimenten geeneander prevaleren, dan waar voor twee derde der meerderhïiider Geconftitueerdens heefc geftemt. En ingevallen het mogte gebeuren, dat by verdeeldheid van de Hemmen geene Conclufie konde opgemaakt worden, zullen de Geconftitueerdens twaalf uit de Comparanten tot zig benoemen en met dezelve als dan op gelyke wyze eene conclufie uitbrengen. Belovende de Comparanten voor goed vast en van waarde te houden en doen houden alle het geen door de Geconftitueerdens , derzelver geaflumeerdens , gefubftitueerdens en gefurrogeerdens, uit kragte dezer volmagt, zal worden gedaan en verrigt, onder verband en fubmisfie als na rechten ; en ingevolge den aart en natuur van deze volmagt ten aanzien van het onherroepelyk recht, dat uit kragte dezer zal moeten werken, mogte werden gerequireert plaatfe te moeten hebben, tot welke verband te prefteren en de Comparanten in dezen op de befte en beftendigfte forme rechtens te verbinden, zy dan ook hunne voornoemde Geconftitueerdens by dezen fpecialyk verklaaren volmagt en Procuratie in rem fuam gegeven te hebben. Verk!arende de Comparanten, dat deze auhoril'atie en volmagt zal worden verftaan, geen ander effect te hebben en ook dadelyk zal cefleren, zo ras het Reglement reformatoir der Regering, de Stads Domeftike bezwaaren, en de opgegevene Generale pointen van redres, zullen zyn afgedaan. Verzoekende hier van acte ia forma om te dienen daar en zo het behoort. Die deze is. Aldus gepasfeert bir-nen Utrecht ter prefentie van Pietir en Hendrik Janfen , Philippus Wernems Meclbeom en Fredrik Hendrik Hespe, als getuigen. „ Aan deze volmacht is korte dagen na de eerfte zitting der ,, Geconftitueerdens door het navolgend bericht, een explicatie „ gegeven, om eenige perfonen die zwarigheid maakte dezelve „ te teekenen te gemoed te komen, Tot BERICHT voor. de BURGERY der STAD UTRECHT diend, dat aan Geconftitueerdens van een aantal notabele Burgers zynde te voren gekomen, dat verfeheiden lieden onder een en ander voorwendzel hebben konnen goedvinden, de Burgery te intimideeren, im, zo mogeiyk her voorgenomen en allezins noodzakelyk en heilzaam effect van die Authorifatie te veriedelen, en te vertragen; declareeren de Geconfthueerdens. tot wegneming van die fchynbare bedenkelykheden, ten overvloede en ter gerustftelling van de goede Burgery „ dar de Gecrmftitueer, dens geen ander voornemen gehad hebben of als noch hebben, „ dan, rr.ee opzicht tot deeze hunne Commisfie, zich fiipt te zul„ len gedragen aan het laaifte Artikel van de overgeleverde ge- druk- „ drukte bezw-aren en dus*te zullen voordragen, dat de Ed. Gr' Achtb. Vroedfchapt concurreert, om aan de begeerte van de "Burgert „ te voldoen, dat, alvorens een verbeterd Regerings Reglement ,. werde gearrefteerd een Concept daar van morde uitgeleverd , omveer' „ tien dagen of andere convenable tyd te norden voorgelegd: en „ dat by onverhoopte ontftentenis van 't zelve aan de Burgerye „ voor het arrefteren de vereischte opening daar van zal wor„ den gegeven.". Uit naam van de Geconjlitneerdens, A. HOEVENAAR. Zie daar de inftelling van dit Collegie , 't welk by vervolg haare volmagt heeft te buiten gegaan, met het zelve te extendeeren tot zodanige zaaken en poinften, als niet behoorde tot het geene waar toe zy, eindelyk by voorfz. volmagt waren Ge» conftitueerd, waar uit gevolgd is, dat dit Collegie van Geconftitueerden, 't welk in effefte, niet anders kon nog mogt geconfi dereerd worden, dan als gevolmagtigde perfoonen van particuliere Burgers, en geentfints als reprefentanten of gevolmagten van de geheele Burgery, zig eindelyk foo niet opgeworpen, tenr minfte gedragen heeft, als een Collegie het geheele lighaam der Burgery reprefenteerende en uit dien hoofden zig heefc aangematigt het regt om de wettige Regeering in haare verrigtingen te capteeren ja zelfs door haaren invloed en aanhang te-noodzaken eens genomene beOuiten te veranderen en te vernietigen: zoodat, hoe zeer dit Collegie in den beginnen, wanneer de Heere» Staaten , eene nauwkeurige opgaave der befwaaren van s'Lands Ingezeetenen vorderde welke zy hadden en waar uit het misnoegen dac er heerschte tegens de befteiling van Staats en Stads Regeering gebooren wierd, en de Stads Regeering daar over met haare Burgeren wilde in onderhandelingen treedan, zeer gefchikt fcheen, om alle langwyligheid en verwarring voor te koomen, en dierhalven in zynen oorfprong, niets nadeeligs had, foo lange de Geconftitueerde perfoonen geene misbruik van hunne mago maakte of liever dat zy zig een gezag toeeigende en dadelyk uitoefenende waar toe zy nimmer door hunne couftituanten gelast waren of gelast hadden kunnen worden. Dit Collegie nu in den beginnen maar 1215 Burgers verteegenwoordigende is by vervolg door z<'g daar by voegende perfoonen vermeerdert tot op i%6t fonder dat zy immer 't zy dat er van hunne conftituanten fterfden, naar elders vertogen en dus geen Burgers meer waren of door het komen in Regeeringen, geene Geconftimeerden voor hurne» zaaken meer konden hebben, altyd zigis blyven noemen Geconfcimeerden van 1368. Burgers. Ook is dit Collegie niet altyd uit 24 perfoonen geconftitïieerd gebleeven. Want zoo ver ons bekend is , is alleenlyk J.L. van Velthnen mrt Antoni windfand, geasfumeerd geworden, Sbbb %  ( 284 ) K„ hebben zig van het zelve ontrokken. ft F> J. r. 3 Vebchtr en ^. Wctftlmm. En zyn uit het zelve Raden geworden. W. va» Da» Heer var, Èfett J- ie J'ncheere. P. Kjfvel. J. C Pronckert. fL eene vermindering van 7 perfoonen welke ons weetens nimmer door anderen zyn aangevult geworden. Terwyl de meeste der overblyvende Leeden by vervolggeworden zyn, Leeden van het gequalificeert Collegie van Geccmmit teerdens uit de Burgery, alle. J. Krcylkamp , G. Bcuinck F van Schalknyk, Eindelyk heeft dit Colleg.e zig onder de onwettige Regering met de Groodfte zaaken bemoeid, es heeft, met de ontruyming der ftad, ook geindigt,te zyn. De Gecommitteerdens tan de Agt -Burger Compagnien. Dit Collegie, is eigendlyk fonder tenige wettige Autoriteit ingefteld, door een gedeelte Schutters, men zonde deszelfs inrigting aan twee byzondere oogmerken kunnen toefchryven , het eerfte om in fodanige gevallen, (want het is,na dat deGeeonftnu. eerdens zig reeds met zaaken buiten haare qualificatie bemoeide, opgericht) waar in Geconftitueerdens zig door de foogenaemdeftem derBu-gery wilde doen onderfteunen, een korte enzeekereweg voor hen te openen, waar door zy in de tyd van een uur of anderhalf eene foogenaemde goedkeuring op hunne vemgtens of wel een kragtdadige onderfteuning van zeeker aantal Burgers, in hare ondernemige , konde verwerven; dewyl aan die Gecommitteerdens het regt en de faculteid in de Compagnien gegeeven was om de Schutters op te roepen wanneer zy zulks nodig oordeelde; het ander oogmerk deezer oprigting is geweest, om zonder het oproepen van de Schuttery of Burgery, door dit Coilege in naam van de agt Schutters Compagnien of Burgery te kun. „en Requeftreeren, protefteeren en addresfeeren en ^"Ze. bruiken van die benaming, het publiek by voorkomende gele 'tZ te doen geloven, dat al het verrichte door de gezang WK* Burgesy gefchieden. Tot bereiking dan van voort perken , wierden alle de Compagnien Schutters » ae van February of 't begin van Maart .7*5 opgeroepen en a. Ler van dezelve affonderlyk voorgehouden, het benoemen va, twee Gecommitteerdens, dewelke benoemt zynde, aan hun een, ampele volmagt wierd gegeeven. Beeze geheele inftelling was by de Regeering onbekend, fo dat dezelve in Maart 85 , in de zaak van de Heer Sigterman, he eerst van deeze Gecommitteerdens hoorde fpreeken, welke© committeerden* in die hunne qualiteit, als dan ook by de Ke.. ring niet zyn erkennen geworden, dan na dat dezelve daar tt op den « Aug. 1715 , * genoodzaakt , en uit dien hooft volgende declaratoir aan voorn. Gecomm. beeft doen overha, TÉurgemeefteren en Vroedfchappen d.-r Stad Utrecht verklar. „ by deezen. C. van Btnthtni W. va» Dy*. Anz.de Vryt H, ^manus Krult, <*• Kavelt, t' f<"«''• C'vi- M,o!e"> C' ren, J. C. des Tombes, van Eldik, J. v. d. Vin, 3. 'tHotn, * Cornelis van Hengelaar , W. Overwyn, J*» LubbcidUck, en G. Rog. „ geveen, te houden en te erkennen voor Gecommitteerden uit de ", agt Burger Compagnien door een aantal Burgertn en Ing>feete nen, welke heden morgen zig geprefenteerd hebben voor Hee- " ren Burgemeefteren te Cfteeren, en dat het addres en proteft, den eerfte dezer door voornoemde Gecommitteerden ingediend, in de notulen van de Vroedfchap zal worden geinfereerd. Ge, „ daan te Utrecht den a Aug. 1785- In kennisfe van my. 3. W. de RUEVER. Dit Collegie, heeft een einde genomen, na dat het Collegie van Gequalific. Gecomm. in train gebragt was, zynde alle de Leeden , benevens hun Advocaet Coufulent, alvorens tot Leeden m het Collegie van een en dertigen, gecommitteerd. Gecommitteerdens tot de zaken van de 2 Auguftus '786' ,ƒ nel van 3 i. Dit Collegie, is begonnen den ,9 Juny 1786, zynde als ,oe by edere Compagnie , eeven na de benoeming van de GequaU, fileerde Gecommitteerdens , by ieder van voorfz. Compagn, vier perfoonen Gequalificeerd, omme ,e adfifteeren by de m den Eedneeming der Gecomm. voorfz. op den , Aug. enhetgeend.ar ,oe nodig was. Beftaande uit de volgende perfoonen. Uit de Compagnie Turkyen. G. Sentink ook Geconftit. en Burger Officier. J. A. d''Averhoult Burger Officier. W. van Dyck ook Gecomm. van de Comp. C. 'Jan 'Btnth m dito. Uit de Compagnie het Pafevaandkt.. J. H. de. Ridder van Almkerk ook Geconft. en Burger Officier. D. J. de Ridder Burger Officier. , Ang_, de vry. ook Gecommit. van de Comp. I Hcrm. Kruis. dito. Uit de Compagnie het Fortuin. , J. de Joncheere Gecon*. en Burger Officier. ' l van Lidt de Jende Junior. Advocaat Confulent van deGeco*. • en Burger Officier. > t G. Heetvelt Adz. Burger Gecomm. - 7. Carels. dito. Uit de Compagnie de Bloe.kuyl. , „ _ Geconftit. en Burger Offic. e f. C. Pronckert " . J Burger Officier. e 1' L' r"' Gecomm. uit de fchuttery. I- G. van de Voorin. C. van der Motten. dito. Uit de Compagtjiz de Zwarte Knegten. , WilmPott. Burger Officier. ^  ( a84 ) j 2wy. Burger Ofleler. . C dos Tombes. Gecomm. uit de Schuttery. . v. Eldick. ditoUit de Compagnie de Orange Stam. jt. Abeleeven. Geconftit. en Burger Officier. W G. J. van Batrll. Burger Officier. J. van der Ven. Gecomm. uit de Schuttery. Uit de Comp. de Pekstokken. f. "Bosch Beis. Burger Officier. P. de Koning. Item. C. van Hengelaar. Gecomm. uit de Schutt. Overwyn. dito. Uit de Comp. de Handv»et boog. O. D Gordon. Geconft. en Burger Officier. J. Vos van Zyll. Burger Officier. J. Lulberding. Gecomm. uit de Schuttery, d. Roggeveen, dito. Zie daar dus de inftelling v«n een derde Collegie, 't welk uit hoofde van het getal der Leeden , (hebbende de Comp. d'Oranje ftam uit hoofde van de afweezigheid van "B. 't Hoen , die eene der Gecomm. uit die Schutters Compagnie was maar 3 perfoonen benoemd) zyn naam heeft ontleend;als men nu onder het ooghoud, dat ter diertyd, de Officieren der Stads Schuttery e ene algemeene yergalering hielden en daar uit reeds een Collegie van Gedeputeerden opgericht was, het welk nvt Geconftitueerden en Gecammitt. uit de Schuttery , communicatief handelde, zal men ras bemerken , dat dit Collegie niets anders was dan een Gecombineerd Collegie , der 3 voorige , als zynde daar in 6 Geconftitueerdens 10 Burger Officieren dus met de 6 Geconft 16 en 15 Gecomm. „it de Schurtery. welke 1»*. Collegie in dit, geheel was ingefmol en. uit hoofde, dat foodra het Collegie vanGequalificeerde Gecomm. uit de Burgery, zouden zyn geinftalleerd, voorfz Gecomm. onnutte meubelen wierden, en daar zy echter buiten het bewind van zaaken niet wilde geflooten blyTen, wierd dit Collegie opgerigt, en alle de Oud Gecomm. bier toe benoemd. Dan dit Collegie is niet altyd, uit voorrz. Heeren blyven beftaan, nademaal de Heeren, Post, Sooy en «4» Baarle', nog voor den 1 Auguftus, aan de wettige Regeering, haar ontflag als Burger Officieren verzogt en bekomen hebbende , daar buiten zyn gebleven. De Heeren , a" Averhoult , Jonkheer, Pronckert, en Abeleeven, Vroedfchappen geworden zynde , konden ook niet verder continueren echter is het ons niet gebleeken, dat de vacatures door anderen zyn vervult, maar wel,-dat het zelve onder de naam van Gecomm. tot de zaaken van den 2 Aug. 1786. of de Commisfie van 31 ftand gehouden heeft , tot den dag der ontruiming der Stad, wanneer ook dit Collegie; is vervallen. I Stuk No. 72 Met Met dit Collegie is het gegaan als met de overige ^ het heeft zig, fchoon alleen ingefteld tot het asfifteeren by de in eedneeming der Gequaiif. Gecomm. en het geene daar toe nodig was, by vervolg, zelfs onder de onwettige Regeering met de gewigtigfte politieke zaaken bemoeid, foo als zulks op zyn tyd zal blyken uit het verhandelde, alhier, met de Gecommitt. vau de Staaten van Overysfel en Groningen omtrend het ftuk der Mediatie. Generale Vergadering van Officieren, dezer Stads Schuttery. Dit Collegie vertrouwen wy, niet beeter te kunnen doen.ken» nen , dan volgens, het Reglement voor die Vergadering opgefteld, luidende als volgt. REGLEMENT. VOOR. DE ALGEMEENE VERGADE RING VAN OFFICIEREN. Art.' I. Deeze Vergadering zal beftaan uit alle de Officieren van de agt Compagnien der Schuttery deezer Stad, en zal hebben een Jnefes, vice Profes, als mede een Searetaris. Art. II. Er zal bepaald na verloop van elke maand en wel op de eerfte Zaturdag in ieder maand s'namid-Jags om half vier, vier uuren binnen, eene algemeene Vergadering gehouden worden, welke zyn begin zal neemen op de eeifte Zaturdag in de maand Juny J78« , en zal deze Vergadering altoos door den Secretaris belegt worden door briefjes. Art. III. Dog zal in alle extra gevallen conform de Inftructie voor Gedeputeerdeas uit de Officieren der refpeêlive Compagnien door gemelde Cpmmisfle eene buitengewone Vergadering mogen belegt worden , en zal de convocatie van die vergadering aan een ieder Lid ten miaften 24 uuren voor het beftemde uur der Vergadering gefchieden moeten, onder verbeurte van dezelfde breien als op de Ordinaire Vergadering, maar binnen de 12 uuren belegd zynde vry van boete. Art. IV. Die te laat op de Vergadering zal komen, of voor dat de Vergadering zal gefcheyden zyn , zig abfenteeren, zal ieder keer verbeuren 5 en een halve duiver, die geheel afweezig zal bly-^ ven 11 ftuy vers ; dog zullen van deeze laatsgenoemde boeten be- ; vryd zyn die geenen, welken om wettige reedenen uit de ftad zullen zyn , of uit oorzake van onpasfelykheid niet kunnen tegenwoordig zyn, zo meede wanneer iemand door eenige ande-e Com. Cccc  C 285 ) CommisSs in zaaken van de Burgery mogten verhinder: worden te compareeren, of vroeger heen te moeten gaan. Art. V. Die voor zyn beurt op de Vergadering zal fpreeken zal ieder keer verbeuren 5 en een halve duiver. Art. VI. Een ieder zal zig zorgvuldig wagten om eenige taxatoire, of iniurieufe termen, hoe genaamt tegens een of meer Leeden te gebruyken, die hier tegens zal handelen, zal verbeuren ieder, keet drie gulden. Art. V11. De Boetens der prefente Leden zullen aan dan Thefaurier en die van de abfente Leden alle vierendeel jaars opgehaald worden by quitantie van den Thefaurier, door den Bode, zullende uit deze boetens zoo veel mogeiyk betaald worden de onkosten der Vergadering , zoo van deeze algemeene , als mede van Gedeputeerdens en derzelver vaste Commisfien. Terwyl het verdere manqueerende , proportioneel door Gedeputeerdens tervoldoening, in hare refpective Compagnien zal overgebragt worden. Art. VIII. Het Prrefidium van deeze Vergadering zal rouleeren over alle de Captyn-Lieutenants uit deeze Vergadering en vera-deren om de drie maanden, beginnende van den oudfte en zo vervolgens. Art. IX. Als vice prefes zal altoos fungeeren, die den Prajfcs als zodanig zal opvolgen. Art. X. De Secretaris zal geduurende drie maanden telkens na tourbeurtan van de Compagnien in de functie blyven, dog met deszelfs be ven mogen gecontinueerd worden, zullende de Seerr. taris moeten zorgen dat in de Vergadering alle de papieren byderhand zyn op verbeurte van 3 gulden. Art. X L Een ie Ier der Leden zal hit vryitaan , alvoorens de omvrage gefchieden , aan de Profes te verzoeken om een praaivis te mogen doen, mits dat er geene reflectien daarop mogen gemaakt worden, voor dat elk op zyn beurt by de omvrage aivifeert. Art. Xll. Het zal t:vens een ieder der Leien vryfhan; propofitien van wat natuur ook in de ordinaire algemeene Vergadering te doen, maar ee.ig voordel in eene extra algemeene veigadering willen, de brengen , als dan daar toe by de Pitefident van Gedeputeerdens in der tyd, alvoorens verzoek te moeten doen, om wanneer het voordel van dat gewigt is dat h:t geen uitfte! kan lyden, als dan de algemeene vergadering direételyk door denPraefes te kunnen laten beleggen, dog uitdel kunnende lyden, het zelve eerft in Gedeputeerdens te brengen, om verder, na bevind van zaken daar over gedisponeerd te worden. Art, Art. XIII. Iemand zig niet willende onderwepen aan de poenaliteyte" hem ingevolge dit Reglement opgelegd, zal uit deeze algemeene Vergadering geremoveerd worden. Art. XIV. En op dat niemand van deeze Articulen eenige ignorantie zal kunnen of mogen prretendeeren, zullen dezelve dadelyk door alle de tegenwoordige OflicUren, Compagnieswyze geteekenl worden , gelyk dan ook elk aankomend Officier voor zyne admisfie dit Reglement zal moeien onderteekenen. Terwyl het origineel in elke Vergadering zal voorleggen by den Prtefes in der tyd, om op de obfervantie van dien te kunnen letten; kunnende de Leeden, welke zich van een affchrift willen voorzien, zich daar toe by den Secretaris addresfeeren, mits dat de Secretaris zorge draagt, dat het origineel niet te zoeken raakt, en ook niet bemorst of gefcheurd wordt. Aldus by Ampliatie gearrefteerd en geapprobeerd in de algemeene Vergadering van Officieren binnen Utrecht den fesde January 1787. (was get.) Van Stilden, T U R K Y E N. A. Vv*. van Veldhoven.! J. A. d'Averhoult. Bourdon. C. G. Visfcher. ZWARTE KNECHTEN. P. t'Hoen. J.JJ Visfcher. p. p. juriaan Onlaatje. O. J. van Paddenburg. B.W van Hanebrink. J. v. Gelder. b. F, v. Liebeherr. H. J. Visfcher. Nic. Raveé. D. A, Reitz. c. B. Koopman. Hendrik Cranu-r. PAPEVAANDEIj. *.,-*v«ta Cloux. De Ridder v. Almkerk. - PEKSTOKKEN, D. J* de Ridder. D. J. Mom. M. van Heyningen. J. P. de Joncheere. Paulus Bosch Bois. Joh. Grulf. Petrus de Koning. B. van Heuven. j, d. Vis Ter Janfz. R. v. Hamersvsli. David Wolff. J. v. Kooten. FORTUIN. A. Glasmaker. 1». Gardner. A. H. Strick van Linfehoten. BLOEDKUYL. J. van Lidt de Jeude Jun. N. Dierkers. Pierre Huët. J- L- Vos- A. J. van Woudenbergh, M. D. Eyck. $  ( 286 ) J. H. van der Schaaf. HANDVOET - BOOG ORANJESTAM. O. DG ordon. M. T. Banens a juny 1787. J. L. Bresfer. K. Thim. G. Brakel. J« Verhoeff. J. van Manen. Adz. D. van den Bos. Gedeputeerde uit de Generale Vergadering van Officiereu. ^ Dit collegie weederom, zal niet beeter kunnen worden befchreven, dan volgens, de voor hun Ed. Manhafte opgeftelde^ Inftru&ie voor Gedeputeerdens uit de Generale Vergadering van de Officieren deezer Stads Schuttery als. Art. I. • Volgens Refolutie van de algemeene Vergadering zal deze Commisfie beftaan, uit agt ordinaire Gedeputeerdens, te we-^ffi" ten (t> twee Officieren uit elke Compagnie, zullende daar by uit ieder Compagnie nog (*) twee Officieren als Extra Ord. Gecommitteerde benoemt, en tot deeze Commisfie gevoegd worden; terwyl de Ordinaire Gecommitteerdens eene concluderende en de extraordinaire eene adviferende ftem zullen hebt en, ten zy by abfentie van den eerfien t wanneer de laatfte concludeert* Art' IL (t)enhe.ge- Het prrefidium zal tmfchen de Ordinaire Leeden en het vice prafidie tusfchen de Extra Ordinaire Leeden by tourbeurt en J^j'"^'"* Tan 2 maanden tot 2 maanden roulleeren ; (f) zullende het Secretariaat altoos e maanden vaft moeten waargenomen worden, door fchikking die oetnen die by de meerderheid van de vergadering daar toe word verkooren. Terwyl He verdere Commisfien ingevolge de Roofier vau wasrgenoitti * worden.' 6 maanden tot 6 maanden roulleeren. Art. III. De Commisfie van (f) Gedeputeerden, zal jaarlyks van de algemeene Vergadering van Officieren afhangen, beginnende (f) Ptrmadie van de tegenwoordige Leeden op den datum, dat deeze inftructie in de algemeene Vergadering geapprobeerd is. neme. Art. IV. De Ordinaire Leeden deeze commisfie worden voor den tyd van een jaar aangeflelt , zo noc'nlnns dat na het aflopen van het Eerfte jaar , de helft ieder jaar afgaan zal, en door anderen uit dezelfde Compagnien, waar uit de afgaande zyn gecommitteerd geweest, geremplaceerd worden, zullendï by het afgaan van de helft der Leeden, tusfchen de Officie- (^zullende ren van de Compagnien, welke eikanderen adfifteren moeten, door het lot beflist worden, wie van hun beide als dan de ordinaire ral continueren terwyl de Extra ordinaire Leeden van 6 maanden tot 6 maanden anderen kunnen nomineeren. Vergaderin- gen,nietaan- Art, V. gefegd.maar die extra ge- Deeze Commisfie van GedeputeerJens uit de Officieren zullen om de 1+ dagen Vergaderen prrecieslyk op vrydag s'na- h°udenwor , „ „ den , vier en middags om half vyf binnen, volgens de Roofler. twintig uren . T van te voren Artl V1- belegd wor- Behalve deeze ordinaire Vergaderingen zullen zy zo dikwerf by eikanderen komen als het algemeen belang der Schut- toe TlkLict tery vordert, *an deeze *" ' Comnrnfie Art. VII. bevocg 1 is Terwyl de De Leden, die na klokflag van vyf unren in de ordinaire en na den befchreeven preciefen tyd in de extra ordinaire Secretaris. • Vergaderingen verfchjnen , zullen aan boetens vetbeuren teiken reyfe 1 festhalf — en abfenc blyvende 2 festha!ven, uit- de^P^iere gefondert by fiektens, mits behoorlyk kennis gevende aan de Secretaris; (t J zullende ook, wanneer uit elke Comp. maar twee pre- bezorgen zal ferst is ds abfente vry van boeten zyn, maar beide te laat komende, of geheel abfent blyvende dubbelde loettns verbeuren behoudende de ^nv^^ C C C C 2 f - de boet», *  ( **7 ) fefente meerderheid in zo een geval aan zich het regt cm te ctmludetren of m zaken, die overgenomen mrden af arte kennh daar vaa aan de atifente\ Comp, te geeven. Art. VI DJ. (t) d^eerfte'i!]- Wanneer van de frefente\Leeden iemandvoor het fchcidt der Vtrgadering heengaat ponder dat er eenevanxyne Compagnie prefent blyft , zal ftruftiem.ee. dat Lid dat het laatfie\ls prefent]geneest verbeuren de boeten van 1 festhalven en boven dien voor zyn Compagnie deifelf, fltm verten, ren om desweegens by zyne principale te verantwoorden. Art. IX. (t) (t) Dit Art. 9 was om- De ordinaire Vergadering zal niet aangezegt , maar die extra gehouden worden, vier en twintig muren van te voren door den Prafei trend begre- „ƒ Secretaris by brievjes .moeten belegt worden, blyvende egter elk Lid van deeze Commisfie bevoegd om by den Prafes in der tyd tin van Artt, 7 eielra Vergadering te verzoeken, terwyl de Secretaris behoorlyk voor de Papieren inde Vergadering zorgen zalop verbeurt van drie gutdem. by de Eer- fte iuftrufti. Atu x" De Vergadering zal gehouden worden in een der Genoodfchaps kanieren en de boetens by de zelve verbeurd ook byven ter dispofitie van de Leeden deezer vergadering om de 6 maanden, alvoorens de helft der Leden afgaan, zynde de Huren tot de fnantien gequalificeerd om de boetem op te fchryven en alle 3 maanden in te vorderen. Art. XI. Deeze Commisfie word infonderheid gelast om eene cominueele correfpondentie met de beide Collegien vin (t) Gecom* mitteerden uit de "Burgery en Gectmfiituccrdcn te onderhouden. (t)Gecnnftï- tueerden en Art# xn. G.commit- de* Bur er' Deeze Commisfle zii in dean"ea praeparatoir moeten examineeren al zulke propofltien, advyzen ofberigten , welke e urgery. ^ gemelde Collegien of anderen worden gefuppediteert en zullen daarvan aan de Officieren in hunne refpeftive Compagnien kennis geeven, om verder hun advies door haare Gecomms, in deze vergadering van Gedeputeerdens —of, wanneer (f) een Compagnie, (*) e«tfr-rj> begeert, als dan de Hemmen in de Generale Vergadering der Officieren ter conclufie uit (tl Oe. te brengen — waartoe dan ook in tyds, door Gedeputeerdens die algemeene Vergadering zal worden befchreeven, met (•) Zalks. byvoeging van het point vaH befchryving, uitgezonderd in zaakenan van geheimhouding, in welk geval deConvocatie alleeakyl gefchieden zal op den Eed van Officieren. Art. XIII. De Commisfie zal ten dien einde alle zulke addresfen, declaratoiren, of andere inftrumenten mogen vervaardigen, als zy tot nut der algemeene zaak dienftig zullen oordeelén. Art. XIV. Doch zal de Commisfie behalven dat geenen wat in den haren huishondelyk is, niets mogen concludeeren, zonder alvorens het geproponeerde ieder in den haren aan de refpeftive Officieren van de Compagnien ter deliberatie te brengen om vervolgens de Hemmen dier Compagnien (f) in de eerfie plaats by Gedeputeerdens, of volgens Art. 12. By de algemeene Vergadering ter conclufie gebragt te worden, doch in presfante gevallen zal het voorftel direct door Gedeputeerdens ter {, f) Of algemeene Vergadering mogen ingebragt worden. Art. XV. OP (t) de ordinaire algemeene Vergaderingen van Officieren, xynde de eerfie Saturdag in ieder maand zal deeze Commisfie gehouden zyn, kennisfe te geeven van alle zodanige zaken, welke tot de nodige informatie voor de generale Vergade(t) Alle ™g kan dienen, edoch alles wat by de Commisfie onder belofte van Secretesfe is aangenomen, zal ook niet dan onder gelyke belofte vangeheimhouding door de Leeden der algemeene Vergadering hoofd voor hoofd alvoorens g edaan, geopenbaardt worden. Art.  C a88 ) Art. XVI. In de algemeene Vergaderingen zullen de Leeden derCommisGe niet gehouden zyn het votum der Commisfie al» het fcunne byzonder aanteneemen, maar eeven als de andere Leeden hunne vrye Hem hebben, Art. XVII. Indien er zulk een twist tusfchen de leeden deezer Commisfie mogte onftaan, waar door het zelve onder hun niet kaa bygelegd worden, zal daar van aan de eerftkomende algemeene Vergadering communicatie gefchieden, om daarop door de verd re Leeden van die Vergadering na bevind van zaaken gedisponeerd te worden, zullenda in zo een geval over de disfenti-erendp gevoelens der Leeden van de Commisfie geoordeeld worden en beide de partyen na de voordragt harerzaak, buiten moeten ftaan, en zich aan de uitfpraak van de algemeene Vergadering moeten onderwerpen, uitgezonderd zodanige zaaken, waarin partyen zich tot de ordinaire Rechtbank willen begeeven. Aldus by AmplUtU Gearrefteerd ende Geapprobeerd in de algemeene Vergadering van Officieren, Binnm Utrecht *». December. 1786. Ter Ordonnantie van denzelven (get.) Nes. DIERKENS Secretaris. ROOSTER voor GEDEPUTEERDE OFFICIEREN. . Ordinaris Ge Extr. Ord.Gt- De tyde der Pr*. Bepaling der Ordinaire Verga- Compagnien. Commi;t. comm. fidinms deringen. Prefidenten" vice Prefiden Turkyen. >, HJn~~ ~as~~ Septemb. Oftob. «6. Decemb. 1786. den S — den 22 Papevaandel. de Jonckecre. v. Henven. Novemb. Decemb. 86. JmutryJ!/. — 5— 19. •t Formyn. Lidt de Jende. Unit. January. Febru. 87. _ febrnary. — 2 — 16. deBloedkuyl. J. L. Vu. Maart' r ~ a " '6 — 3° 7Zr~,^T" V. UebehlrT. Ondaatje. May. Juny. ApriL - .3 — 26. oTangeftam. "B. Vos. v. Manen. July. Auguft. Mey. _I(_a5l Pekftokken. "BoschBois. ■ Welf. Sept. Oftob. Juny- — 8 — 12. Handvoethoeg. | Thim. Verhoef. \ Novemb. Decemb. Jaly. —- 6 — 20. Ses Maendelyke CommisGen. Auguftus. — 3 — 17 _ 31. Requeften &C. Lidt de Jende "Bosch Bots, van Manen Verhoef. Sepf> —14 28. Finantie zaken. de Jomheeren. Thim Testas. Httet. Oftober. 12—26 Miliiaire zaken. J. L. Vos. 3. Vos. Ondaatje. Rnsfel. i November. 9 2J. Correfpondentie. v. Liebeherr. CHoen. van Henven. Wolft. J December. 7 22. j I Stuk No. 73. Ddd d  { '**9 ) „ geremoveerde Raden, die te Amersfoort gecompareerd „ waren te ftraffen, (*) „ Den 28 December, de Staaten te Amersfoortweeder „ vergadert zynde, wierd aldaar geleezên , de misfive van „ Holland, van den .13 Decemb. hier bevorens (pag.267.) ,, opgegeeven, waarop het volgende antwoord gearres„ teerd en aan Haar Ed. Gr. Mog, afgezonden wierd. EDELE GROOT MOGENDE HEEREN! Wy hebben in onze Vergadering van heden wel ontvangen Uwer Ed. Gr. Mog. Misfive van den 13 daar te voren, waarby Uw Ed. Gr. Mog. ons Copielyk hebben doen toekomen de Misfives van de thans zig qualificeerende Regeeringen der Steden Utrecht en Wyck hy Duurftede gefchreven eu ons voordragen om ter bevordering van eene meerdere kalmte de Militie in deze Provincie gebragt, zo siiet geheel immers het voornaamfte gedeelte uit dezelve te doen trekken. En offchoon wy wel gewenscht hadden , dat Uw Ed. Gr. Mog. tot betoon van Hoogstderzelver geadopteerd fyftema van Neutraliteit niet hadden gelieven goed te vinden afzonderlyk te fchryven aan Re. ge- Vergadering, van Sergeanten, Deeze Vergadering, duid genoegzaam aan, uit wien dezelve gecomponeerd was , hoe wel alle fergeanten, fonder onderfcheid, daar van geene Leden waren , had zy echter de naam van algemeene Vergadering, hier wierden de zaaken, die door de Burgers uitgevoerd moesten worden, geprepareerd en deeze waren als de beweeg c-orzaakcn en opwinders der Burgers ,zy hadden eene prefes —. eene Secretaris — boetens — notulen &c. en deefe Vergadering is met alle voorgaande, by het ontruimen der Stad, verdweenerc. (*) EXTRACT uit de Refol. van de a'gemeene Vergadering van Officieren der Utr. Schuttery. den 2ï December 17X6. De Heeren tot de Correfpondentie zyn verzogt en gelast, geSjrk'dan ook de Heer 'tHoen, fpeciaal op zich heeft genoomen, om de Prefes van de Commisfie van een en derdg, namens gedeputeerde Officieren voor te Hellen , en te herinneren tot eene fpoe_ «lige en prompte Executie van de inflnuatien gedaan aaa de geremoveerde Raaden, en de .Voorftemmende Leeden, voor al met 'tietrekking eot ('e zeven oude Raaden , die de Vergadering te Aseersfoort by êewoond hebben» Accordeert met voorfz» Refol, &c geringen, die naar ons begrip nimmer als wettige vertegenwoordigers van de Burgeryen en Ingezetenen dier beide Steden konnen worden geconfidereerd en wier acceptatie van Uw Ed. Gr. Mog. geoffercerde Mediatie, dien vol» gends in dezen opzichte van geen gewicht kan wezen, maar integendeel ons gevleid hadden, dat juist die aange. norae onzydigheid Uw Ed. Gr. Mog. zouden hebben gepermoveerd , om de qualificatie van die beide Regeringen geheel in 't midden te laten, immers die door geenerlei addresfen eenigen fchyn van wettigheid by te zetten, (gelyk wy nogtans vertrouwen dat dit Uwer Ed. Gr. Mogende intentie geenzins kan zyn geweest) zo hebben wyniet te min met betrekking tot de zaak zelve met genoegen uit het een en ander gezien, dat UEd. Gr. Mog.genegen zyn de aangeboden en door ons voor vier maanden reeds met zo veel ernst gereclameerde mediatie, gevoegd by die der gezamenlyke Bondgenoten, dadelyk te pra'fteeren, en daartoe eenen gefchikten weg te baanen; wy hebben altyd alle die bewegingen en extraordinaire middelen van defenfie in de beiden voorengemelte (reden en byzonder in Utrecht tegen eenen aanval , waarvan geen fchyn of fchaduw voorhanden was, of tegen eenen vyand die niet exteerde, aangezien als volftrekt nodeloos en verderfelyk voor den welvaart van die beide fteden, waarvan de bevinding al reeds maar alte veel onze gedachten (tot onze fmerte) bevestigt, en waarvan de goede Burgeryen en de ttedeiyke Finamicn, ja de geheele Provincie nog lange de treurige ondervindinge zullen behouden, gebeurtenisfen waaraan deNakomelingfchap, zo wy vertrouwen naauwlyks geloof zal konnen geven, dat dezelve zich ooit hebben konnen realifeeren. Het kan ons uit dien hoofde niet dan aangenaam we> zen, dat UEd. Gr. Mog. alle die kostbareen extraordinaire middelen van zogenaamde defenfie insgelyks als fch»delyk fchynen te befchouwen , en die beide fteden tot het ftaken derzelve vermanen; En wy hopen, dat deze uwer Ed. Gr. Mog. exhortatien op de gemoederen van het misleid gedeelte van Utrechts Ingezetenen, van het bedoelde fucces zullen wezen, en dat gene effeéïueeren, het welk noch onze meermaal gereitereerde verzekeringen, noch zelfs die van UEd. Gr. Mog. tot hiertoe hebben konnen daarfteJlen; In tegendeel Ed. Gr. Mog. Heerea men is voort-  gegaan en gaat dage'yks nog voort de Burgeren en Ingezetenen met de nodeloze en lastige inkwartieringe van eene menigte zogenaamde Auxiliaire Burgers, meestal uit UEd. Gr. Mog. Provincie met violatie van het Territoir dezer Provincie binnen die Stad getrokken te belasten, men continueert op de wederregtelykfte wyze ons te ontzetten van het emploi van 's Lands penningen ten nutte van de Provincie zelve; en ftelt ons buiten ftaat de nodige betalingen aan de generaliteit te doen, en de Plichten van het Bondgenootfchap te vervullen , men fpolieert van tyd tot tyd de Comptoiren van 'sLands gemeene Middelen waarHit men tegen het uitdrukkelyk en herhaald protest van Hen, die by ons wettiglyk tot den ontvang dier penningen zyn gecommitteerd , meer dan 67000 Guldens bereids heeft geligt, ja men heeft zelve den Ontvanger vaneen der Groote Comptoire op eenen dreigenden toon getracht te tjeweegen om 20000 Guldens aan den pretenfen Raad te laten volgen, en deliberatien over zyne perfoneele veillSheid aangelegt , die nogtans de Voorzienigheid behaagt beeft, dat tot hiertoe, tot gene Conclufie zyn gebracht; nog onlangs heeft men van den Concherge van der Heeren Staten kamer op naam van den pretenfen Raad de ileutels der vertrekken afgeeischt en by weigering van denzelven de vengfters doen toefpykeren en de deuren doen verzegelen , omme nu niet te fpreeken van het ongelukkig Lot van den Pander van onzen Hove Provinciaal die in Officia binnen de Stad Wyck fungeer^dc aldaar in hegtenisle genomen en nu zederd maanden gevangen gehouden word; Eene mishandeling een onfchuldig Ingezeten van deze Provintie aangedaan, van dien aart, dat wy vermeinen, dat wy het nimmer voor onze Ingezetenen zouden hebben kun. nen verantwoorden, denzelven niet eerder verlosten tegen alle geweld geprotegeerd te hebben, zo wy niet door UEd. Gr. Mog. en de verdere Bondgenoten van alle extraordinaire middelen gedehorteert en tot het accepteeren van derzelver mediatie en tusfchenkomst vermaant waren geworden. Daden van geweld en overheerfehing die wy tot ons leedwezen met nog verfcheide anderen zouden kunnen vermenigvuldigen, dan die wy om de verwyderinge niet te vergroten liefst verkiezen met ftilzwygen voorby te gaan, alleenlyk het bovengeni. aanftippende om UEd. Gr. Mog. en de verdere Hoge Bondgenoten te overtuige van de hoge ge en dringen.le nood wsann deze Provincie zig bevind, en van de noodzakelykheid daaruit gebooren om eindelyk door eene fpoedige tusfchenkomst de Provincie van het totaal bederft welk haar dreigt, te redden en aan de overbeerfchinge en het geweld paal en perk te ftellen, terwyl wy van onze zyde op de inftantien van UEd. Gr. Mog. en der verdere Bondgenoten van alle middelen tot eige reddinge hebben afgezien, vermeenen met het hoogde recht en op gronden van het Bondgenootfchap dit van onze Bondgenoten te konnen reclameeren, en niet verandwooreVelyk willen gehouden worden voor de ruineufe gevolgen, fchadens verkortingen aan 's Lands Ingezetenen in hunne na" tuurlyke vryheid, welke uit een verder uitftel van prompte voorzieninge meer en meer zullen proflueeren. Wy hebben intusfchen met genoegen vernomen dat UEd. Gr. Mog. insgelyks de Stad Utrecbt hoe zeer anders buiten allen tegenfpraak best gefchikt tot het houden der conferentien tot mediatie, in derzelver tegenwoordige fituatie niet tot vrye deliberatie, gefchikt oordeelén, en het redres hiervan tragten te elfeftueeren, door zodanige middelen als UEd. Gr. Mog. vermeinen daar toe te kunnen verftrekken, dan wy konnen niet zien, hoe UEd. Gr. Mog. daarentegen van ons zouden konnen vergen, dat wy de weinige Militie in deze Provintie gebracht geheel ofte wel het voornaamfte gedeelte, in dez,en ftand van zaken uic dezelve zouden doen trekken ; wy behoeven alhier niet te herhaalen, de redenen die ons genoodzaakt hebben eenige Militie binnen deze Provincie te ontbieden , alzo wy hieu» van en van onze oogmerken met dezelve al aanftonds UEd. Gr. Mog. en de verdere hoge Bondgenoten, zo wel als? de Ingezetenen der Steden Utrecbt en Wyck by Duurftede door middel van de Gerechten eene volledige opening hebben gegeven, en waar uit UEd. Gr. Mog. naar ons begrip zig ten vollen overtuigd zullen vinden, dat geen grond ot wantrouwen, of voedfel tot verdenking met betrekking tot de daar door gebuteerde oogmerken, aan Utreehts Ingezetenen heeft konnen overblyven, immers wy lieten het niet by bovengem. verzekeringen, maar gaven zelfs aan de Commandanten dier Troupes by het inkomen in de Provincie de preciefte ordres van niet toe te laten dat een hunner manfehappon gewapend het Teriitoir van die beide Steden zouden naderen; Het kan UEd. Gr* Mog. en alle int Ddd d 2  C 291 ) Ingezetenen van Utrecht en Wyck, ook niet onbekend wezen, dat wy die Troupes niet ontboden hebben, dan tot beveiliging van 's Lands goe'e In en opgezetenen en verzekering van onze eige Vergadering na dat 30 en aldus verte 't grootfle gedeelte der wettige Regenten der ftad Utrecht op eene feitelyke wyze door het gewapend gedeelte edoch de naam der ganfche Burgerye misbruikende, van hunne posten waren ontzet, na dat wy genoodzaakt waren door de gedaane infinuatien en bedreigingen onze Vergaderingen buiten die Stad te houden, na dat gewapende Patrouilles uit die Stad op de diftantie van meer dan een uur op verfcheide dorpen zich vertoonden en met violatie van het territoir der Provincie , zig van de Leden onzer Vergadering tragteden meester te maken, en alzo fchrik en vreeze by veele Ingezetenen van het platte Land veroorzaakten. Wy willen gaarn aan het equitabel oordeel van UEd. Gr. Mog. overlaaten, of van ons zoude kunnen worden gevergd, zo lange zich geene wettige Regeering binnen de Stad Utrecbt bevind, zo lange geene wettige en geregelde Regtsvordering binnen dezelve plaats heeft, zo lange dezelve bezet blyfc door eene menigte vreemde gewapende Burgers, ons te ontdoen van die weinige troupes, die alleen tot bewaringe der ruste en beveiliging der Ingezetenen moeten dienen, en ons te verlaten op verzekeringen van Leeden , die tot nog toe zig door niets anders hebben gefignaleerd, dan door diergelyke daden als waarvan wy hier voor eenige reeds hebben opgenoemd. Zeker zo lange al het vorengemelte binnen Utrecht plaats heeft, zo lange ook UEd. Gr. M. Provincie zo wel als de Provincie van Gelderland, door zulk een buiten gewoon getal Troupes bezet gehouden worden , zo lange, wy herbalen dit, kan van ons niet worden verwagt, dat wy die weinige Milite zouden verzenden , en ons en onze goede Ingezetenen blootftellen aan het geen eene onwettige Re. geering en een misleid gedeelte van Utrechts Ingezetenen, aangezet door weinige vreemdelingen , die by den ondergang en het bederf van Stad en Provincie niet te verliezen hebben, eigendunkelyk mogten willen ondernemen. Hoe zeer wy ook anderzins betuigen moeten met allen ernst te verlangen, dat wy die gecantonneerde Troupes, met gerustheid konden te rug doen trekken, en alzo die diftfiaen, alwaar dezelve geplaatst zyn van den last derzei zelve te bevryden, dan welke nimmer aan ons zal kotiners werden geimputeerd, maar alleenlyk aan hen, die deze voorzieninge noodzakelyk maken. Wy hopen aldus dat UEd. Gr. Mog. door de evidentie der bygebrachte redenen zich gepetfuadcerd zullen vinden, dat het point der Militie in geene betrekkinge kan gecon. fidereerd worden te ftaan met de gedane propofuien aan de Steden Utrecht en Wyck by Duurftede, alzo wy in den tegenwoordigen ftand van zaken voor ons en onze Ingezetenen alles kwaads te vreezen zouden hebben, zonder'dat by iemand uit hoofde van de plegtig gegeven verzekeringen eenigen argwaan tegen ons kan worden opgevat. Voords Ed. Gr. Mog. Heeren zullen wy thans met (tilzwygen voorby gaan zekere Periode in UEd, Gr. Mog. Misfive aan de Stad Utrecbt, met betrekking tot de qualificatie door UEd. Gr. Mog. den 6 Oftober laatstleden op derzelver Gecommitteerden verleent alzo wy ons daarover by onze Misfive van den ia daaraan volgende, aan UEd. Gr. Mog. tenduideiykftenhebbengeexpliceert,maar liever declareeren, niet alleen, dat wy als nogopregtelyk gezind zyn alle de differentiale pointen in deze Provincie (hoe veel reden wy anderzins ook hebben zouden om alvorens eenige Mediatie te accepteeren als een preliminair point te bedingen, dat de zaken binnen Utrecht met opzicht tot de Regeering alvorens op den vorigen voet herfteld wierden) zonder eenige referve tot objeóten der mediatie te maken in dia verwagtinge, dat UEd. Gr. Mog. en de verdere Bondgenoten ook van de andere zyde geene reftriftien uitzonderingen ofte conditiën zullen admitteeren : maar ook dat wy verlangen en op het allerernuigst infteeren moeten, dat UEd. Gr. Mog. en de verdere Bondgenoten derzelver Gecomm. tot deze befoignes zonder verder uitftel gelieven te benoemen, en herwaarts ofte eene andere veilige plaats binnen deze Provintie aftezenden, immers ons niet langer in de onzekerheid te laten, wat wy van dezelve te wagten hebben. En hiermede &c. Amersfoort den 28 Dec. 1786. „ Ook wierd die zelfde dag, navolgende Misfive aaa „ de Stad Montfoort gearrefteerd en afgezonden, in antwoord van die, den 6 deezer maand ontfangen. E-  C 29a ) EDELE ERENTFESTE VROME! Wy hebben in onze ordinaris Vergadering van den 6 dezer lopende maand, wel ontvangen', Uwer Ed. Misfive gefchreven den 4 daar te voren, houdende hetopfchrift» Jan de Edel Mogende Heeren Leden van Staat, vergadert binnen Amersfoort, befloten met het gewoon Zegel van de Stad van Montfoort, en in pedé geaddresfeerd, aan de Édele Mogende Heeren Staten's Lands van Utrecbt, By welke Misfive UWEd. hebben gelieven goed te vinden te verklaren; aan de aanmaninge van de Heeren onze ordinaris Gedeputeerden, op onze expresfe authorifatie gedaan, ten einde de Gecommitteerde uit UWEd. midden, op de Staatsvergaderingen behoorlyk gelast te zenden; thans niet te konnen voldoen, om dat UWEd. reeds lang te voren in het begrip geflaan hebben, en nog flaan, dat het verleggen van Staatsvergaderingen naar Amersfoort, beflooten in eene Extraordinare Vergadering van Heeren Gedeputeerden, gehouden buiten kennisfe van UWEd. of derzel. ver Gecommitteerden, in deze tydsomftandigheden allerfchadelykst was, en reeds in den beginnen UWEd.hadden toegefchenen, op niets anders te konnen uitlopen, dan tot dat geen de ondervinding reeds geleerd heeft. Wy zullen thans geene reflectien maken over de vreemdheid van het opfchrift,het welke UWEd. op deze Misfive hebben doen ftellen, vermits wy eeniglyk over de Misfive zelve, die behoorlyk in pedé, aan de Heeren Staaten'sLands van Utrecbt, was houdende* en niet owr het opfchrifi behoevende te delibereeren , alle verdere discusfie deswegens vermenen te konnen vermyden, en deze finguliere demarche aan Uwer Ed. nadere overweging zelve overlaten. Ons dan tot den inhoud der Misfive zelve bepalende, betuigen wy niet te konnen bevatten de reden, om welke Regeerders van Montfoort zig ongenegen verklaren, derzeiver Gecommitteerden ter onzer Vergaderinge binnen de Stad Amersfoort, te zenden, daar dezelve zig kunnen herinneren, dat bereids den 18 Maart, en nader den 28 Decemb. des voorledene jaars 1785, de Heeren onze ordinaris Gedeputeerden door ons expresfelyk zyn geauthorifeert geworden, om de omftandigheden, zulks vereifchende, ons te befchryven, alwaar dezelven zulks het gefchikst zouden oordeelén, en welke laatfte authorifatie op Heeren 1 Stuk No. 74. , on. onze ords. Gedeputeerden met cmcnrrentie van Uwer Ed. Gecommitteerden is verleend geworden, alleenlyk infteerende, dat de verlegging der Vergaderingen niet dan in de boogfte noodzaakelykheid mogte gefchieden (gelyk hier van uit het genotuleerde van dien dag ten vollen kan blyken). zonder dat Uwer Ed. Gecommitteerden, zoo min als die der Stad Utrecht, immers, veel min op die tyd, eenigfints gefuftineerd hebben, dat zodanige befchryving buiten de Stad Utrecht, niet zoude konden gefchieden, behoudens de vastgeftelde orde, of ftrydig zyn met de Voorregten derzelve Stad, gelyk wy dan ook geene Staats Refolutie weten, by welke onze Vergaderingen volftrekt aan de voorfz. Stad Utrecht zouden gebonden zyn, maar in tegendeel verfcheide voorbeelden voor handen zyn, dat Staatsvergaderinge ook buiten de Stad Utrecht, wegens de aldaar plaats hebbende omftandigheden, wettiglyk gehouden zyn, en welke voorbeelden wy als te over bekend, onnodig agten hier fpecificé op te geven, of de reden van die verleggingen in het brede te detailleeren. En welke zoude ook de reden konnen wezen, waaromme wy verpligt zouden zyn, binnen die Stad, zonder uitzondering, altyd te moeten byeenkomen, wy willen gaarne bekennen , dat de Vergaderingen aldaar met meerder gemak dan elders konnen worden gehouden. Maar zyn tevens niet minder verzekerd, dat de Heeren ordinaris Gedeputeerden van de verleende authorifatie, om ons ergenf elders te befchryven, nimmer zouden hebben gebrnyk ge. maakt, waren dezelve daar toe niet genoodzaakt geweest, door de omftandigheden , die binnen meergem. Stad Utrecht plaatfe vonden; wy behoeven deze alhier niet in 't brede te verhalen, alzo dezelve aan UWE d. volkomen bekend konnen zyn, dan willen gaarne aan het oordeel van alle onzydigen overlaten, of eene Souveraine Vergadering immer kan by een komen binnen eene plaatfe, alwaar haare Leden, op naam eener gewapende Burgery, openlyk worden geinfinueerd, hoe zy zich zullen hebben te gedragen, met bygevoegde bedreigingen in Contrarie geval, ja binnen eene Stad, alwaar men fuftineert, dat de Leden van die Vergadering door hnnne qualiteit van Burger of Ingezetenen volftrekt verpligt zyn, zich te voegen naar de begrippen der Magiftraat, ofwel van een gedeelte der Bur- ge- Eee e  ( «93 ) gery (men Z'^yge van zodanige gedeelte, het welk alvotens zyne wettige Magiftraat met geweld heeft afgezet) en hiertoe door infinuatien bedreigingen of Refolutien kan worden gedwongen. Wy oordelen de korte opgaave van dit alles genoegzaam en de redenen van de noodzakelykheid der verlegginge der Vergaderinge, daar uit geboren, te evident, dan dat wy ons hier by langer zouden behoeven te bepalen Zeker zo lange de Leden van een Souveraine Vergadering, derzelver Minifters en bedienden niet vryelyk hun ampt overeenkomftig hunnen Eed en pligt, kunnen uiioeffenen, zonder deswegens aan iemand buiten den Souverain, verantwoordelyk te zyn, zo lange kan zulk eene Vergadering niet onverhindert delibereren, ja, houd dadelyk op Souverain te zyn, en word in effeéte niet anders dan de [uitvoerder van dat geene, wat de Magiftraat of Burgery van de Stad, alwaar zodanige Vergaderingen gehouden worden, goedvind aan dezelve voor te fchryven; waar door dan de Hooge Overheid niet jmeerby den Souverain, maar integendeel by zodanig eene Stad komt te refideren. Hier mede zouden wy deze onze Misfive konnen eindigen , doch moeten nog een oogenblik ftil ftaan, by de reden, door UEd. onder anderen opgegeven, om gene Gecommitteerden naar Amersfoort te zenden, namelyk: dat de verlegging onzer vergadering betloten was, in eene Extraordinaris vergadering van Heeren Gedeputeerden gehouden buiten Uwer Ed. kennis , of derzelker Gecommitteerde. Wy konnen niet ontveinzen zeer bevreemd geweest te zyn over deze periode van bovengem. Uv»»er Ed. MisGve ; immers het kan UWEd. niet onbekend zyn, dat in de Vacantie alle byeenkomften van Heeren gedep. extraordinair zyn, en dat de dienst van den Landen geene tyden uitzondert; maar dat onze ordinairis Gedeputeerden zoo wel als alte andere Collegien, gewoon zyn, zaken die geen nitftel konnen lyden, in buiten gewoone byeenkomften te behandelen, gelyk wy ook vertrouwen, dat UEd. niet ignorant konnen wezen , dat nooit van eenige Vergaderingen der Heeren Gedeputeerden *t zy ordinaire, 't zy Exiraordinaire, aan de Leden van Staat, of de Magiftraten der Steden kennisfe gegeven word- Maar alleenlyk de Le- dea den der Vergadering zelve, behoorlyk op de gewone wy» ze geconvoceerd; zo als elan ook de Gecommitteerde van Uwer Ed- Stad, toen ter tyd in het Collegie van Heeten Gedeputeerden fesfie hebbende, nevens alle de andere Leden is geconvoceerd geweest. Wy vleyen ons, dat UEd. al het bovengemelde'in zyne waren aart en vooruitziende sevoleen. befchouwende, niet langer zullen uitftellen, de rechten van Uwer Ed. Sisd om ter befchryving te compareren, te conferveren; ten ware UEd. voornemens mogte zyn, daaraan te fênuntieeren, in welke onverhoopte gevallen , wy nie: zonde konnen nalaten, om tot maintien derzelve, inzonderheid in onze nauwe Relatie als Burggraven van Montfoort, deze aangaande nader te refolveren, verwagtende wyoverzmks, dat UEd. niet verder zullen difficulteren, Gecommitteerden ter plaatze, alwaar onze Vergadering nodig geoordeeld is, befchreven te moeten worden, te zenden; teneinde gezamentlyk in overweging te nemen, bet geene tot herftel der eensgezindheid en wederbrenging der rust en welvaren dezer Provintie, zo als van het gehele lieve Vaderland, in deze zo bedenkelyke tyden, nodig endienftigzal worden bevonden. Hier mede , Edele Erentfeste Vrome! bevelen wy UEd^ in de befcherming van God Almachtig. Gefchreven te Amersfoort den 28 December 1780". (Was get.) W. E. de Perponcher, Vt, """^ Hdele goede Vrinden. De Staten van den Lande van Utrecht. Ter Ordonnantie van dezelve. QVas get.y Abf. Seer. Pu. R^m, „ Ook kwam aldaar binnen, volgende Misfive van den ,, Hove. EDELE MOGENDE HEEREN! Wy hebben op de nadere Misfive, die wy van de Magiftraat dezer Stad ontvangen hebben, en waarvan den Irr houd in de Extraordinaire Courant van den 5 dezer aan het publiek is medegedeeld op heden ter beantwoording van dezelve gearrefteerd eene Misfive, die wy Copielyi de Eer hebben bierby aanUEdete Mogende» toe tezendeny Es»  ( 294 ) Ende hiermede ons zeer gedienftelyk recommandeeren» de in de goede gratie van UEd. Mog. bidden God Almagtig dezelve te willen fparen in eene lange en voorfpoédige gezondheid. Gefchreven te Utrecht den 12 Dec. 1786. EDELE MOGENDE HEEREN! [UEdele Mog. Dienstwillige Dienaren Die Raden 's Hoofs van Utrecht Ter Ordonnantie van Dezelven (get.) CORNELIS de WYS. Copia EDELE GROOT ACHTB. HEEREN! Ons is wel geworden, UEd. Gr. Achtb. Misfive van den 27 November jongstleden, waarby dezelve niet alleen blyven indeeren om te hebben Copya Authenticq der aan ons toegezonden Misfive van Hun Ed. Mog. de Heeren Staaten dezer Provintie, betreffende de via facit fesfie neming van den Heer van Hengst, maar ook tevens hebben gelieven te doen een verfoek, om mede te hebben Copya Authenticq van de referiptie door ons aan Hoogstgem. Heeren Staaten afgevaardigd. Wy hadden met betrekking tot de eerfte Misfive, die UEd. Gr. Achtb. zonder grond aanmerken, als een gevolg van door ons gevraagde orders van Hun Ed. Mog. ons gevleid , dat UEd. Gr. Achtb. met de woordelyke aanhaling der periode, zo verre die den Heer van Hengit betrof, genoegen zouden hebben eenomen, l°"J™ "ict verbeelden, dat na dit alles, andermaal op de toezending van een Copye Authenticq der voorfz. Misfive, die aan ons alteen is ingerigt en geaddresfeerd, zoude worden aangedrongen, dan daar wy nu het tegendeel hebben moeten ondervinden,- vertrouwen wy met even zo veel recht ons te kunnen en mogen excufeeren om aan dit verzoek van UEd. Gr. Achtb. te voldoen, als wy ons ongehouden agten', om aan UEd. Gr. Achtb. te doen toekomen Copye eenet Misfive door ons aan de Heeren Staaten dezer Provintie gefchreven, en dus almede uitmakende een der ftukken van 't Hof , waarvan naar recht en billykheid door niemand buiten die genen, aan wien dezelve is geaddresfeerd eenige kennis kan genomen, of Copye kan gerequireerd worden ; zonder dat , onzes bedunkens hier tegen doen kan, dat UEd. Gr. Achtb. het recht der Stad Utrecbt als als geen gering Lid van Staat compofeereude, op de Stukken of Misfives ter kennis van de Staaten gebragt, hebben gelieven te allegeeren. Want dit recht, voortfpruitende uit, en gegrond eeniglyk op de gemeenfchap van de Staatsleden onderling, in 't algemeen bellier van de Provincie kan naar rechten eeniglyk werken tegen die Staatsleden, en deze alléén, kunnen door de Stad Utrecbt, wettiglyk aangefproken worden tot communicatie der Stukken, welke a.n de Staten dezer Provincie geaddresfeert zyn, maar nimmer kunnen UEd. Gr. Achtb. de gezegde ftukken wettiglyk vorderen van de Prefideerende en Raden vanden Hove, als welke geen Staatsleden zynde, ook niet uit hoofde van eenige gemeenfchap in de .regeering dezer Provincie, onder eenige verpligting van UEd. Gr. Achtb. konnen begrepen worden te zyn, en in de voorfz. qualiteit van Pra-fiderende en Raden ook aan geene beveelen van eenig, byzonder Staatslid, hoe aanzienelyk ook, maar alleen aan die van de gezamenlyke Staaten dezer Provincie gefubordineert zyn. Wy kunnen by deze gelegenheid niet nalaten, teremarqueeren, dat het niet alleen met relatie tot de voorfz. gevorderde Copyen, maar ook met betrekking tot andere poinften, waaromtrent UEd. Gr. Achtb. en wy in gevoelens discrepeeren, ons voorkomt, dat UEd. Gr. Achtbmistasten in de effeften van de rechten by UEd. Gr. Achtb. gefuftineerd, en dat UEd. Gr. Achtb. die in alle gevallen alleen kunnende doen gelden tegens de refpective Staatsleden , zeer abufivelyk dezelve tegens ons willen doen werken. Waarmede wy ons dan van zelve gebragt vinden tot het poinft het welk voornamenlyk tusfchen UEd. Gr. Achtben ons in verfchil is, namelyk, of Prefideerende en Raden in den Hove eenig Heer als Extraordinaris Raad ia hunne deliberatien kunnen admitteeren, voor en aleer dezelve met een Staats Commisfie is voorzien, en daarop den Eed in handen der Heeren Staaten, of van derzelver Heeren ordinaris Gedeputeerden afgelegd hebbe. Wy hebben in onze vorige de negative van dit voorftel en dit allerbizonJerst met betrekking tot de omftandigheden, waarin de zaak van den Heer van Hengst zig bevind, genoegzaam:, zo wy ons flatteeren, vastgemaakt, en achten het onnodig, het aldaar gezegde alhier te herhalen, maar dit moe» en; Eeee a  ten wy tot élucidatie van dit poinct hier noodzakelyk byvoegen, dat wy geenfins ontkennen, dat volgens de refolutien by UEd. Gr. Achtb. Misfive geallegeerd, en-die ons ten vollen bekend waren, ieder Lid van Staat, met opzicht tot deszelfs mede Leden, in het volle recht zyn, om eenig byzonder Heer de vereiscbte qualiteiten hebbende, in hun particulier Lid te defpicieren of nomineeren of committeeren, en dat de andere'Staatsleden zoodanigen by een byzonder Lid gedefpicierden of genomineerden of gecommitteerden Heemiet zouden vermogen terepocheeren of aan denzelven Commisfie van der Staaten wege, waarmede hy ten Hove verfchyne, te weygeren wy houden als nog vast, dat deeze en deeze alleen , de waare zin der Ref. by UEd. Gr. Achtb. geallegeerd, kan zyn; de aart der zake, de ongerymdheid die onzes eragtens in de contrarie explicatie dezer refolutien ligt, en het conftant gebruik tot heden ten dage zonder dat een eenig voorbeeld ter contrarie geexteerd hebbe, plyten ten kragtigfte voor ons gevoelen; wy zeggen de mart der zake, om dat het vry klaar is, dat wyl niemand bevoegd kan zyn, om in eenig Collegie van Judicature, het welk diredt aan de Heeren Staaten gefubordineerd is, en uit naam en van wegens Hoogstdezelven recht oeffent, als medelid te refideeren, en wyl met bettekking tot de uitoeffening van Jurisdictie In ons Collegie over de geheele Provincie, de diflincrie der byzondere Staatsleden geen plaats heeft, of hebben kan, derhalven daaruit manifest volgt, dat ott i-id ook eenig Heer mogt gecommitteerd worden, tot de mede exercitie der Judicature in den Hove, dezelve notoir aldaar met een Commisfie op de naam der Staaten, dat is, de gezamentlyke Staatsleden, in een Lichaam befchouwd, voorzien moet zyn; en dat derhalven indien ook de intentie dier refolutien)deeze ware geweest, welke UEd. Gr. Achtb. uit de Letter, zo zy zeggen, opmaken, een van tween by die refolutien zoude gebuteerd zyn of dat de byzondere Leden ieder op naam der gezamentlyke Staten, een Commisfie aan eenig Heer uit den haren, tot Exiraordinaris Raad in den Hove zoude kunnen verlenen, of dat ieder dei byzondere Leden op haar eigen naam eenig Heer zoude mogen qualificeeren om in den Hove mede recht te oetTenen over de geheele Provincie, en dus ook voor zoo verre de andere mede Leden daar over de Sou- ve> verainiteit competeert, waar van Tiet laatfle ons voorkomt zo ongerymd, als het eerde nieuw en ongehoord te zyn j docli ;v£! behoeven wy ons langer hiermede optehouden, daar de waare zin der Refoiutien len duidelykften blykt, niet alleen uit het voorlz. i,fte Artikel van de Inftruclie voor de Heeren Extraord. Raden, op den 18 November 1662. en dus na dato van dezelve Refolutien, geamplieerd, waarby duidelyk word gefproken van het entvangen der Commisfien door de Eatraprdinaris Raden, en dus van Staats Commisfien, en van herdoen van den Eed door die Extraordinaris Raden in handen van de Heeren Sta*, ten, ofte ingevolge het mandaat daar by aan Heeren Gedeputeerden gegeven, in handen van.dezelve Heeren Gedeputeerden buiten weike auctorifatie ook deeze laatstgemelde Heeren zelfs, tot het afneemen vau den voorfz. Eed niet bevoegd zouden wezen; maar hetzelve ook by. zonder confteert -uit de teneur der Commisfien die van de vroegfte tyden af, onafgebroken tot heden toe, inhouden deze navolgende voorafgaande notable periode. , „ Alfo wy tot meerdere handhouding eu vordering van „ de Juftitie goedgevonden hebben, volgens bet 2 Artikel „ van de Ordonnantie en InftruStie van den Hove, rubr. van „ den Prefident en Raden, by provifie te Committeeren „ e«nen bekwamen ende getrouwe perfoone omme dien„ volgende als Raad in den voorfz. Hove te dienen." Ende voorts, als volgt. r>o~„ te weten, dat wy ter denominatie denzelven ,, by provifie gefteld en gecommitteerd, nebben, (lellen „ ende Committeeren denzelven mies deze tot Raad in „ voorfz. Hove Provinciaal" En om dit uit veele Commisfien, alleen met twee a drie voorbeelden, byzonder met betrekking tot Extraordinaris Raden van wegens het derde Lid van Staat, en wel van dien tyd, welkeenmiddelyk volgt, op de voorfz. refolutie, teftaven, beroepen wy ons enkel op de Commisfie van .den Heer Adriaan Hellemys van Wellen van dato 27 February 1628. die van den Heer Mr. Dirk de Leeuw, van dato 3 December 1636. en die van den lieer D. Cornelis Mootb, van dato 8 Maart 1643. welke alle zyn gegeven niet alleen op naam van de Heeren Staaten, maar ook uitdrukkelyk , ingevolge het 2 Artikel van de Ordonnantie of inflruüie van den Hove, Rubr. van Pteftdent en Raden, en allen ter denoj mi-  ( 295 ) mfnatle van de vyf Steden óf van de Steden dezer Provincie. Gelyk dan ook UEd. Gr. Achtb. dit conft'ant gebruik, by derzelver Misfive niet alleen niet hebben tegengefpro^ ken, maar ook zeer duidelyk hebben erkend; dat men tot hiertoe by die oude gewoonte gebleven is, fchoon hetzefven ten onrechten toefchryvende aan eene onderlinge beleefdheid, en niet aan eene direfte verpligting. Het blykt dan uit dit alles, ten evidentflen, voor eertt dat UEd. Gr. Achtb. zeer abufief, de abrogatiff van het S Artikel onzer in/lrufiie, rubr. van Prxjident en Raden, avanceereh , en ten tweeden, dat de bewoording van Com muteren, die by de refolutie van 1622. aan de byzondere Leden worden toegeëigend, geenzins de Commrsfié van de Staaten voor den by zyn Lid byzofrder Gecommitteerde Heer onnodig maakt, of uitfluit, zelfs nier, al word dit woord Committeeren, zo als UEd. Gr. Achtb. fchynen te verkiezen, letterlyk opgevat, dewyl de nominatie of defpeélie van een der Staatsleden op een Heer uit den haren, om als Extraordinaris Raad ten Hove te verfchynen, zeer wel als een Commisfie, welke dat Lid aan èen harer mede Leden geeft kan worden aangemerkt, en met die benaming bïftempeld worden ; voor al in de Termen, wanneer, zoo als by die refolutien is vasrgefteld, de nominatie der byzondere Leden door de Commisfie van Staten wegen moetende gevolgd worden, de genomineerde uit die nominatie alleen, mits gequalifir-pprH , Jndifputobci rcctn tot, en zekere verwagting van delaatstgemelde Commisfie heeft. ■ Wy eindigen ook dit poinclmet dezelfde reflectie, waarmede wy de behandeling van het zelve begonnen hebben, namenlyk, dat daar de refolutien by UEd. Gr. Achtb. geallegeerd gelyk zonneklaar uit de infpectie derzelver blykt aan de byzondere Staatsleden geene andere rechten geven, dan die naar rechten kunnen gehouden worden uit de, by de Leden, onderling gemaakte fchikkingen jegens eikanderen , te refulteeren, aller evidenst moet zyn, dat wanneer het een of andet Lid een uit derzelver mede leden tot Extraordinaris Raad in den Hove genomineerd, of om het woord van de refolutie van 1622 te gebruiken , gecommitteerd hebben, hetzelve Lid tot verkryging vaneen Commisfie der Heeren Staaten, voor denzelven, by dè * Stuk No. 75. an. dere mede Leden behooren aantehonden; iï;"£fenzins-. van ons te vergen, het geen van ons, zonderde hoogde ongerymdheid niet gevergd kan worden, dat wy een Perfoon, die wy meenen naar ten duidelykften getoond te hebben, dat zonder Commisfie der Heeren Staaten volftrekt onbevoegd is, om met ons de Juftitie te adminiftreren in onze deliberatien admitteren zouden. Wy verwagten van de /Equiteit van UF.d. Gr. Achtb. dat dezelven by de overweging der gronden, vvsarop onze handelwyze fteurtt, ors wel zullen vryhouden van de verdenking in derzelver Misfive niet onduidelyk te kennen gegeven, als of wy door de benoeming van Staatsvergadering en Van Misfive van de Heeren Staaten, in onze vorige gefteld zonden gaan buiten die onzydigheid, welke ons ia de tegenwoordige-verfchillende begrippen omtrent de Regeering dezer Provincie, allezins betaamd, want het toch van publiecque notoirieteit is, dat de by ons genoemde Vergadering van Staaten de eenigfte is, welke in de prefente omftandigheden als de Vergadeting der Heeren Staaten kan worden befchouwd, en die althans uitgemaakt word , door Leden welke alom bekend zyn , als Staatsleden , en die ook als de Hooge Staats Vergadering d ezer Provincie, by de Heeren Staaten van Holland, en die der andere Provinciën, erkend word: zo dat wy, hoezeer anders ongehouden om aan UEd. Gr. Achtb. van onze gevoelens ex firo Confcientia (zo als UEd. Gr. Achtb. *\ah hehhm gelieven uit te drukken) verantwoordinge te doen, geene fcrupule hebben gevonden, en noch vinden, om zonder het minfte bezwaar van ons gemoed die Vergadering, conform het begrip der Hoge Bondgenoten, alszodanig aantemerken. En hoe zeer wy met UEd. Gr. Achtb. volkomen in> ftemmen dat niets voor de Vryheid der Ingezetenen, en het welzyn der Burgerlyke Maatfchappye, nadeeliger kan zyn, dan de ftremming der Juftitie, en dat wy ook ten allen tyden, met rede hebben ftaande gehouden, dat eenige wynige gevallen uitgezonderd, de Souverain naar den aart onzer Regeering zich in 't geheel niet met de uitoef, fening der Juftitie behoort, te moeyen, veel min door polltique difpofitien dezelve te ftremmen, ofte verhinderen zo behoeven wy echter, tot bewys van deze Hellingen, zo in het natuurlyk recht als in het Staatsrecht dezer Landen Ffff Ê&"  ( 297 ) gegrond, ons niet te beroepen ophetdoorUEd. Gr. Achtb. daartoe aan ons voorgehouden 28 Artikel onzer inftructie Rubr. van Prtefident en Raden-, het welk toch in de onderfchyding tusfchen de Staaten en Hooge Overigheid in het daar voorgaand, en volgend Artikel te vinden, biykbaar de kenmerken draagt van gefchikt te zyn, naar de omftandigheden van die tyden, waarin men voornemens was, de Hooge Overigheid aan Willem den eerften Prins van Örange optedragen; terwyl men ook toen nog geene intentie had, de Hooge Overigheid by de Staaten te laten, alzo men dezelven" eenigen tyd daarna, nog aan twee nabuurige Mogendheden heeft aangeboden: gelyk de gefchiedeuisfen van dien tyd zulks uitdrukkelyk Ieeren. Maar het is geheel wat anders, in diervoegen de Juftitie te ftremmen, of alleen te beveelen, dat de befoignes zullen worden geftaakt in de pretentie van een zodanig perzoon, dien de Staaten onbevoegd oordeelén, om uit derzelver naam recht te fpreken, over 's Lands Ingezetenen, nadien het eerstgemelde het recht der Ingezetenen notoir is verkortende daar ter contrarie , door het laatfte, de rechten der Ingezetenen bewaard worden, vermits deze geordoneerde ftaking niet anders buteert, dan alleen om voortekomen, dat'sLauds Ingezetenen zouden worden gefubjecteerd aan de Rechtfpraak van zodanig Perfoon, welke ke door den Souverain niet is gequalificeert, endusblootgefteld aan gevolgen, welke voor dezelve Ingezetenen allemadeiigst zoude kunnen zyn; een zaak, die men by zonder diend onder het oog te houden, en waarop wy by onze voorige ons voornamenlyk hebben gefundeerd, doch waarvan wy de oplosfing by UEd Gr. Achtb. refcriptie vergeefs gezogt hebben: Terwyl wy ook indien het hierboven eerstgemelde mogte gebeuren, geene zwarigheid zouden maken, om op die zelfde nadrukkelyke wyze als UEd. Gr. Achtb. ons hebben gelieven te herrinneren , dat wy voormaals den Heeren Staaten de fchadelyke gevolgen eener ftateering der Procedures hebben onder het oogge bragt, ook nu van 'sgelyken te doen; dan daar het laatstgemelde alleen plaats heeft, vertrouwen wy, dat UEd. Gr. Achtb. de maaning op onzen Eed en pligt ten deeze refpefte wel hadden mogen menageeren; en dat het aan UEd. Gr. Achtb. niet vreemd zal kunnen voorkomen, wanneer wy by deeze gelegenheid op het vriendelykfte in- infteeren; dat UEd. Gr. Achtb. geen aanleiding gelieven te geven, om door de prefentie van den lieer van Hengst ons in de uitoeffening der Juftitie te verhinderen; wyl in contrarie geval,-het zelve even zo zeer buiten onze fchuld zoude zyn, als men het ons niet zoude kunnen wyten, by aldien UEd. Gr. Achtb. mogten goedvinden, om daar te ftellen derzelver bedreyging, van namelyk de Ingezetenen en Borgeren dezer Stad, in cas d'appel, ofte uit hoofde van eenig ander Privilegie hun conapeteerende, niec toe te laaten, om aan onze fententie direct of indirect te voldoen, ofte zich aan de Judicature van ons Collegie te on« derwerpen, gemerkt toch zodanige handelingen ons in't minfte niet zouden benadeelen, maar dezelven direft zouden ftrekken om aan UEd. Gr. Achtb. eygene Borgerse» Ingezetenen hunne rechten en privilegiën hen door den Souverain van den Lande geaccordeerd , te benemen, hec welk wel verre van eene herftelling van dezelven met zich te brengen, in tegendeel een merkelyke verkorting van een der nuttigde en wezenlyklte rechten der Borgerye zoude naar zich fleepen. Ende hiermede. EDELE GROOT ACHTBARE HEEREN! Beveelen wy UEd, Gr. Achtb. in de befcherminge des. Allerhoogften. Gefchreven te Utrecht, den 12 De. cember 1786. UEdele Groot Achtb. goede Vrienden Die Prajfiderende en Raden 's Hoofs van Ucrecm. Ter Ordonnantie van dezelven (was get.) CORNELIS de WYS. „ En nog, volgende Misfive van de Staaten van Vries„ land. EDELE MOGENDE HEEREN! De Misfive door UEd. Mog. gefchreeven te Amersfoort den 3 Oftober dezes jaars in onze abfentie, by 't Collegie onzer Gedeputeerden ontvangen, en op den tegenwoordigen Landsdag overgebragt zynde , hebben wy na lefture en overweeginge der zo gewigtigen inhoud van dezelve en der gevolgen, welke uit die en zoortgelyke oneenigheden te vreezen zyn, wanneer dezelve niet nog tydigmog- tet  ( «9» ) ten worden voorgekoomen, niet willen afzyn de refolutie, waarvan wy Copia hier neevens zenden, te neemen, uit welke UEd. Mog. zullen zien, dat wy, om te voldoen aan Hoogst, derzelver verlangen reeds hebben benoemd de Heeren daarin gemeld, ten einde met de Ledenuitdeoverige Bondgenooten alle mogelyke Officien aan te wenden , om de rust in UEd. Mog. Provincie te herrtellen en alle gefchillen, zo doenlyk, by te leggen en door minnelyke tnsfcTienkomst te termineeren. Waarmede EDELE MOGENDE HEEREN. Wy UEd. Mog. beveelen in de befcherminge van God Almachtig. Leeuwaarden den 17 December 1786. UEd. Mog. goede Vrienden De Staaten van Vriesland CèT^O J- C. Bergsma vt. Ter Ordonn. van Hun Ed. Mog. (get) A. J. v. Sminia. Geextraheert uit het Ref. Boek der Ed. Mog. Heeren Staaten van Vriesland. Ontvangen eene Misfive van de Heeren Staaten van den Lande van Utrecht gefchreeven te Amersfoort den 3 Oftob. laatstleden, waarby aan Hun Ed. Mog. kennis geven.dat alle de Hooge Bondgenooten zig op hun verzoek geneegen hadden verklaard, de in die Provintie gereefene onecmghcJc" meer en meer toeneemende verwarringen door derzelver hooge tusfchenkomst' by minnelyke fchikkingen overeenkomfiig de Conftitutie en het waar belang dier Provintie te vereffenen; betuigende Hoog gedagte Heeren Staaten verders de aan hun toegezegde Bondgenootfchappelyke Offieien met de leevendigfte gevoelens van erkentenis te accepteeren, en naar mate de verwarringen groot waren, en het bederf dier Provintie metrasfe fchreeden meer en meer fcheen te naderen, zig verpligt te vinden met dien ernst, welke het gewigt dier zaake en het behoud van gemelde Provintie aan hanne zorg aanbevoolen vorderde, by Hun Ed. Mog. en de verdere Bondgenoten te infteeren, die vriendnabuurlyke intercesfie aan Hun ten fpoedigften te willen prafteeren, en Gecomm. ten dien fine te benoemen, om de Conferentien aan te van- vangen, het zy aldaar te Amersfoort, ofop zodanige andere plaats, alwaar men veilig geacht zoude kunnen worden te confereeren. Voorts nog ontvangen zynde eene Misfive van H. H. Mog. de Heeren Staaten Generaal der vereenigde Nederlanden gefchreven in den Haage den 13 derzelver Maand, het voorfchr. onderwerp eoncerneerende en waarby, hoe zeer de zelve niet twyffelden of de Bondgenooten zoudenals nu tot het aanvangen dier onderhandelingen dadelyk hunne Gecomm. benoemen, egter overtuigd zynde van hec gewigt der zaake, en de dringende nood van zodanige fpoedige tusfchenkomst, niet zouden nalaaten daartoe dezelve ten kragtigften te adhorteeren, en gevolgelyk Hun Ed. Mog. gelyk mede de Heeren Staaten der vyf andere Provinciën, te verzoeken en aantemaanen, om in Confideratie van de dagelyks toeneemende verwarringen en verwydering in gemelde Provintie van Utrecht en den invloed, welke zulks op de geheele Republiek had ten fpoedigften aan her verlangen van Hooggem. Heeren Staaten te voldoen en1 Gecomm. ten dien einde te benoemen, op dat alzoo onder den Goddelyken zegen het bederf dier Provincie en de verdere daaruit te dugtene gevolgen nog mogt worden gepra»venreert. Waarop, alsmede op de verdere ftukken voorfchr. oneenigheden aangaande, en op den tegenwoordigen Extraord. Landsdag Hun Ed Mog. voorgedragen , gedelibereerd zynde, is goedgevonden en verftaan te benoemen en te committeeren by dezen de Heeren Frans Julius hlzert Johan Heer Inga van Eyftnga , Grietman van Ra»werderbem Lamoraal Albertm Mmilius Rengers, Grietman van Gaaflerland; en Petrus Camper, Burgemeefter der Stad IVorkum, refpeftive volmagten ten Landsdageweegens voorfchr. Grietenien en Stad, ten einde ma de Leeden uit de overige Bondgenooten, daartoe benoemt zynde, of wordende, alle mogelyke officien aante wenden, om de rust in voorn. Provincie van Utrecht te herftellen en alle gefchillen, zoo doenlyk by te leggen, en door minnelyke tusfchenkomst te termineeren. En zal van deze benoeming kennis worden gegeven aan H. H. M. met verzoek, om zo dra door alle de Bondgenooten de benoeminge gefchied zal zyn, aan welgemelde Heeren dezer Provincie Gecomm. de behoorlyke* ken» Efff a  C 299 ) Ireinis van.'plaats en tyd der famenkomst te willen geven; gelyk meede van deeze benoeming communicatie gegeeven zal worden aan meergemelde Heeren Staaten van Utrecht, en worden wyders Heeren Gecomm. in het mindergetal geauthorifeert en verzogt om Extract dezes, midsgaders de Stukken tot onderwerp betreffende aan voorn. Heeren Ey /inga, Rengers, en Camper te overhandigen om te dienen tot derzelver Commisfie en Inftructie. Aldus gerefolveert op het Landfchaps Huis den 17 Decemb. 1786. Accordeeert &c. (SO J. van IDSINGA. „ Ook kwam ter gemelde Vergadering, eene Misfive „ van ae Hr. marlens, Commislaris op t Wyn Comptoir „ t' Utrecht, houdende kennis geeving van de ligting van » /3ogo, en uit dat van 't bier Comptoir van ƒ 1295-:-: EDELE MOGENDE HEEREN! Wanneer in de voorleden weeke het Comptoir waarnam, ss my ter hand gefield eene Vroedfchaps refolutie van 30 Nov. 178ö. waarby vyf Gecomm. geautorifeert worden, om uit de kas van het Wyncomtoir te ligten zo veel penningen als aldaar voorhanden zyn, heb daarop voorgehouden, dat alzo myne inflructie daar niet van melde, zulks van my niet konde gevergd worden om te gedogen, en dat my daar van moeste excufeeren, dat he: ook tegenwoordig de tyd was, waarop men gewoon is ten uomtoire van den Ontfanger van *t zegel te betalen eene fomme van 3000 guldens, het welk, wierd aan bovengemelde refolutie voldaan, dan niet zoude kunnen gefchieden, waarvan rapport gedaan zynde, ben door de Vroedfchap verzochc van het Geld voor *t Zegel provifioneel in kas te houden, waa-op gevolgt is eene refolutie van 4 December 1786. behelzende dat gemelde fomma In plaatfe van dezelve over te brengen ten Comtoire van bet klyn zegel dezer Provintie door Stads tbefaurier Mulrooi zal ontvangen worden , in mindering van de jaarlykfe fubfidie, welke by de Heeren Staaten dezer Provincie tot onderhoud dezer Stads Accademle en Predikanten is geaccordeerd, Het is ingevolge dezer refolutien, dat door den Stads Thefaurier Mulrooi is geligt een. fomma van 3090 guldens, en en door Gecomm. eene fomma van 1205 guldens 10 trui. vers en 2 penningen makende te zamen uit een fomma van 4295 guldens 10 duivers en 2 penningen doch tegens welke ligtingen wederom geprotedeert, het voor rekening en verantwoording moetende overlaten van die geene, die daartoe met my niet hebben geconcurreert. Het comtoir is daardoor, en door voorgaande ligtingen» waarvan Commisfarisfen de eere gehad hebben UEd. Mog. te voren kennis te hebben gegeven, ten eenemaal buiten ftaat gefteld geworden van iets der gecollecteerde penningen in voorgaande Maand ten Comtoire van den Ontvanger van 't anderdeel of ten Comtoire van 't Zegel te bezor. gen ; heb my eeds en ampshalven verpligt geoordeeld UEd. Mog. hier van kennis te moeten geven, in dat eerbiedig vertrouwen, dat het UEd. Mog. zal behagen deze Communicatie tot myne en mynes afwezig zynde Amptgenooc Fettb (die my gezegd heeft zig met myn gedaan protest mede te conformeeren) decharge en verantwoording te doen ftrekken. Waarmede UEd. Mog. in de Goddelyke befcherming aanbeveele en blyve. EDELE MOGENDE HE REN! Utrecht den 9 December 1786. UEd. Mog. Ootmoedige Dienaar. (jetf) J. C. MARTENS. „ Ook nog eene misfive van den Concherge Munten' „ dam, bengc geevcuuv., j... -11 or ju. Staten kamer „ te Utrecht, door den Raad dier Stad, was verzegeld, „ met opnoeming der vertrekken, niet teegenftaandezyne t, weigering tot het overgeeven der fleutelen j die misfive „ was van volgende inhoud. EDELE MOGENDE HEEREM! Den ondergefchreve heeft de Eer UEd.; Mog. te communiceren, als dat heden middag ten twaalf uuren, ten zynen huize is geweest een Commisfie beftaande uit Eyck, Burman, van Nes, van Scbalkwyk en Bettink, geadfifteert met een Stadsbode welke van my vorderde, aan hun lieden alle de Camers van UEd, Mog. te laten zien, het welk gedaan zynde, hebben zy lieden alle de raamte op het Clerke Comptoir, Riyifie Camer, hec Comptoir van den  C 300 ) den Commies Militair, Secretary, Finantia, Ridderfchap, en de Nieuwe Secretary doen toefpykeren, en na dat dit alles verricht was, vorderde zy lieden van my de fleutels van bovengemelte vertrekken, dewelke door my volftrekt geweigerd zyn, zeggende dat de fleutels door UEd. Mog. aan my toevertrouwt zynde, ik dezelve dan ook buiten fpeciale ordres van UEd. Mog. aan niemant wien hy ook wezen mochte zoude overgeven*, waarop zy lieden my toevoegden, dat zy dan alle de Camers zouden doen verzegelen, waarop ik antwoorde, zulks te moeten aanzien, en heden achtermiddag hebben zy lieden dan ook boven gemelte vertrekken doen verzegelen. Ik hebbe het van myne indifpenfabele plicht geacht UEd. Mog. hiervan ten fpoedigfte kennisfe te moeten geven, in hope dat myn verrichte de approbatie van UEd. Mog. zal wegdragen en na my en de myne in de Gunde van UEd. Mog. aanbevolen te hebben, heb ik de Eer my met Hoogachting te noemen. EDELE MOGENDE HEEREN! Utrecht den 12 December i?86. UEd. Mog. Ootmoedigen Dienaar. (get.) Hs. MUNTENDAM. „ Niet tegenflaande de Staten, te Amersfoort vergadert, „ hun uiterfte pogingen deeden, om door eene gefchikte „ tusfchenkomst, der Hooge Bondgenooten, en dus in „ conformit van vxrbüud vau unie, dien banddog, „ welke by de beide partyen, als den grondflag van onze „ Conftitutie befchouwdt, ten minfte, welke fteeds als „ de bafis hunner verrigtingen aangevoerd wierd, kon „ zulks echter hun, drein de voortduring der twisten voor„ deel,en uit deaanftooking der verwydering tusfen de Lee„ den der Provintien en de Provintien zelve, eene geheele „ omwenteling in den form onzer Staatsgefteldheid, zoch„ ten te bewerken niet weerhouden, om die zelfde Staatslee„ den, als met de pernitieufte gevoelens koefterende,afte „ fchilderen en hunne doeleindens, foo verkeerdelyk uit „ te leggen dat zelfs fommige van de heethoofdigfte niec „ zelden twyfelden , ofhet wel mogeiyk was, dat Neerland „ zulke aterlingen voede. Ongelukkige Ingefeetenen van „ Utrecht, welke fonder genoegzame doorzigt in de zaaken „ zonder genoegzame kunde van de ware uitzigten, de ver- 1 Stuk No. 76. , „ keér- ,, keerde raad van fommige uwer geleiders, blindelings volg. „ de en de valsch verfpreide gerugte, foo greetig aannamen» ,, hoe doch kondetgy het u in de hatfenen ftellen, dat foo „ veele in uwe Stad gegoede Staatsleden , wiens voornsam,, fte tydelyke middelen, in uwe hand waren,en aan hec „ behoud of ondergang van uwe Stad verknogt met dezelve „ ftaan of vallen moesten, zig en de haren foo verre foude „ vergeeten, om Ulieden, die zy doch wisten dat misleid ,, waren en wierden, door geweld teegens u te gebruiken, „ u tot wanhopige befluiten , zouden brengen ? 't is wsar „ men had.u teegens dezelve ingenomen, men hadu diets „ gemaakt dat zy doof voor uwe klagten, zig als uwe Tj„ rannen hadden opgeworpen, — men had hunne nodige „ verlating der ftad, u als eene voorteeken afgefchildert der „ aanftaande vyandelykeaanval tegens dezelve, — gyzagc ,, de uiterlyke bewegingen, waar meede men zig yverigcoo'n„ de om Uw en Uwe bezittingen teegens eenen gewaandert „ aanval te beveiligen ,doch uw reeds verhitte brein ,befpeur„ de het kinderagtig niet eens, van dien ongelukkigen Staat „ van verdeediging, waar meede men uwe bezorgdheid ia „ flaap wiegde — mstonverfchilligheidzagt gy, geweefe„ ne Raden, binnen uwe poorten gevangen houden, foo „ als, waar van wy onnodig geoordeeld hebben tefpreeken, ,, met opzigt tot deHeeren/v;/c/è en Ivoy in de maanden Ofto. „ en November gefchiede, niet tegenftaende die Heeien,zee,, dert hunne feitelyke afzetting als Raden, zigalsftille In,, gefeetencn onder het onregt en geweld hun aangedaan, ge„ dragen hadden — Dan alle deeze uiterlyke vertooningen , „ alle deeze middelen van geweld, en alle die uitgeftrooide „ gerugten , waren tot niets anders ingerigt, danomuvoor„ te bereiden om de meede uitvoerders te worden , van nog „ veel uitgeftrekter projecten, gy had tot dus verre maar „ gedient,omden grondflag te leggen tot het geen, wat in ,, het volgende jaar trapsgewyze, zoude worden verricht". „ De door de Staatsleden verzogte,door de Bondgenoten „ aangenomene mediatie, de eenigfte weg,langs welke, de „ gegrondheid uwer rechten en eifchen, onderzogt, — en „ naar billykheid, — voor altyd vaft gefteld konde wor„ den, moest geen plaats hebben; deeze by alle welden* „ kende foo zeer verlangde mediatie, moest worden tegen„ gewerkt, of alleen overgelaten, aan het onderfoek en be„ oordeling van partydige. — De afgezondene weegens de Iïo- Gggg  C 301 ) Hove van Verfaüles en Berlyn,om langs minnelyke en billyke wegen.de oneenigheedentusfchenldeStaten endenStadhouder te vereffenen, moesten door de onbegrypelykfte konstgreepen,in hunne handelingen worden gedwarsboomd ., — waarheen dierhalven moeft zulks uitlopen?—De de„ marches der voorfz. beide Hoven, toonden genoegzaam aan », dat zy belang fielden inhetherflellen van den inwendigen „ rust , der Republiek, — de fteeds toeneemende ver„ wydering tusfen de Staten van eenige Provintien en den „ Stadhouder, moest foo wel als de oneenigheeden tusfen eenige Provintien en de verdeeldheid der refpeftive Lee„ den in dezelve ,op de algemeene beftiering der Republiek „ als op die derbyfonderenGewesten eenen allernadeeligften „ invloed hebben,welke,terwyl zy denStaat voor haare Buuw ren, weerloos en noodloos maakte, dezelve inwendig ver„ nietigde — Dit alles echter, fchynt geene indruk gemaakt geen nadenken of vooruitzigt, by de Hoofden verwekt te „ hebben, — in tegendeel men zag dagelyks, vooral door de publique gefchriften, de party fchap en 't wantrouwen „ meer en meer aanvuuren". „ Zoo als men dan in zeeker dagblad (f) door ons, meerw maal aangehaald, de misfive, van de Sta ten van Utrecht ,, aan (f) De Zuid Hollandfche Courant, t Jan. 1787- No. 1. Onder iet Articul Amersfoort 30 December. De Leden uitmakende de pretenfe Staten van deze Provintie > gpa (jen dezer vergaderd geweest, en ftaan den 19 January eerstkomende weder te vergaleren. In deze byeenkomst zyn verfchenen zes van de geremoveerde Raden van Utrecht, zynde dezelve, die by de vorige vergadering aanwezig geweest zyn, uitgezonderd de Ex-Raad Pesten-. En is by deze gelegenheid verbreid, als of ter dezer vergadering sonde befloten zyn, om ten refpecle der geaccepteerde Me» diatie van Holland, eene alteratie daarin te brengen, dar dezelve •uiten voortgang zouden gehouden worden; dog men heeft zig (daarin geabufeeerd, alzoo alhier maar alleenlyk befloten is, om «ten brief van de Staten van- Holland ter overweeging, om de Mi» Stie uit de Provintie te doen trekken, in advies te houden. Men verdenkt dus ten onregte deze Politiken , alzoo de Leden alhier se wel geïnformeerd zyn, dat de Stad en Burgery van Utrecht de srediatie zullen aanneemen, in deze ftand van zaken vooral niet aoutle te pas komen , om zoodanig een trek te gebruiken , om te trsg te pan, en intusfchen. eenige Collonels onder de haod tedoen *"stsdeesett., om een eouj* es> Vtrakt te-wagen. Zulke zotte de» ' star* „ aan die van Holland den 28 Dec.voorgeftagen enhiervo» „ rens reeds geplaatst, als onder een verfpreid gerugt in ,, het hatelykfte dagligt plaatfte, met geen ander oogmerk „ zeekerlyk, dan om de goede Ingefeetenen van Utrecht, „ van de ophande zynde mediatie, van alle de Bondgenoten „ te dehorteeren, en om hoezeer maarals een gerugt voor* „ gedragen, echter de Staatsleden te doen verdenken, als „ of zy er waarlyk op uit waren om onder s'hands officie„ ren en troepes, te bekoomen, tot eene geweldige aanval „ op Utrecht. Men kan zig thans nauwelyks overtuigd hou„ den, dat het geen toen gefchreven en geaaan is, heeft kun» „ nen geduld worden, voornamelyk als men zig by dee„ ze geleegenheid herinnert, de foo plegtige gedane declara„ tie van de Utrechtfche Staten aan die van Holland, — hoe „ is het mogeiyk , moet men vragen, dat de Staten van Hol„ land, het zoo eeven aangehaalde Articul, gedult hebben „ on- marches kan men van een zoo verligt lighaam van Staats-leden niet verwagten , welke tot hiertoe by bevinding geleerd hebben , dat de fermiteit van Utrechts Burgery voor geen bangmaken vatbaar is, en die zoodanige Zeenafthe en andere Militie, als men afgeeft daartoe te willen gebruiken, zekerlyk wel met gerustheid zullen afwsgten, daar wy hen die, d.' uitvinders daarvan mogten zyn ^ raden , dat zy zig maar als geleiders aan het hoofd van die onderneming plaatzen. Dan, wy ftellen alle die afgevens, op re kering van zoo veele ydele gerugten, welke dezer dagen verbreid worden, a!s daar is onaer .umn ai*, dn. ,„v voor den 19 Jan. ttary aanftaande de jegenswoordig alhier renderende Leden zuHet» uitgeluid hebben, omdat de Oranje parthy zig binnen Utrecht onder de directie van zekeren Pruimen en Krenten Ouderling, prepareert , alle dezelve van hier aftehalen, en in triumph binnen Utrecht te brengen, waartoe men zegt, dat onder die parthy vervaardigt word een wit vaandel, by wyze van een banier , waarop met Oranje letteren zal te lezen ftaan iiry acces en reces, zullende de vaandrager, in plaatze van een echarpe, omhangen zyn met de lyst, die hy aan den Correspondent van het bekende fchandblad heeft opgegeven, de voorfchr. parthy toegedaan te zyn. Wy verlangen na die onderneming , onsdat wy dan alhier op een voeg» lyke wyze met onzen uittogt en overbrenging van de Key, zou* den konden liquideeren. „. Wy zullen ons onthouden op het flor van dit Articul eenige „ applicatie te maken dan vertrouwen niet te min, dat den Op» „ Heller van dit Articul den nagt tusfen den 15 —16. Sept. 17*7» „ toen den uittocht nit Utrecht gefchiedezig mogeiyk deeze uit* £ drukking wel zai berinneit hebben"»  ( 302 ) „ ongeftrafc uitgegeeven te worden,daar zy beeter als iemand „ van het gedeclareerde en de gevoelens der Staaten van U„ trecht overtuigd waren. Men moet zig nog meer over „ het weinige Staatkundige dat er over het algemeen.in de be„ handeling der zaaken geheerschtheeft,verwonderen,voor„ namelyk wanneer men het oog vestigt, opde brutale uit„ drukkingen waar meede men het militaire wezen, in opent„ lyke •gefchriften behandelde, en waar door dat gedeelte „ vanNeerlands volk niet wynig is geindisponeerd gewor„ den, de zagtfte uitdrukkingen waar meede die lieden be> „ ftempeld wierden, waren Oproermakers, P/underaars,Bur„ gerbeulen; &c. Neen, al had men met voorbedachte raa„ de, Ingefeeten teegen Ingefeeten in het harnas willen ja„ gen, men had voorzeekergeene gefchikterweg, kunnen ,, inflaan, als welken toen , door overyling en verkeerde „ drift, bewandelt wierd". „ 'T is waar het tyddip waar aan wy naderen is het tref,, fendfte dat immer Nederland verduurde, er is foo wy ver„ trouwen in de geheele gefchiedenis van ons Land, geen „ tydvak te vinden, waar in de partyfchap met zyne gevolgen „ tot zoo eenen hoogen graad gevoerd is, — wel zyn er „ oogenblikken van meerdere gepleegde onmenfchelykheid „ en wreedheeden geweest, maar nimmer eene foo algemee„ ne verdeeldheid onder de Ingefeetenen zelfs, defpaanfche „ vervolging gefchiede door vreemde, doch het groote gros „ der Nederlanders was het, hoe ook gefolter*;wordende „ eens, teegens den Dwingland , den vreemdeling tragte „ in 't hart van Neerland te wroeten, haar te vernederen en „ op de puinhoop van s'Lands welzyn , vryheid en reg-r „ ten den throon van Ovetheerfing te vestigen, 't be- „ houd van den alouden Godsdienst, was de dekmantel van „ dat verfchrikkelyk doeleinde, dan het tydperk waar „ toe wy naderen, en tot welkers verrigtingen wy de eerfie „ grondflagen hebben zien werpen, is van eene geheel ande„ re natuur, en des te verfchillender, wanneer men de meer „ befchaafdheid der tyden niet uit het oog verliest en vooral „ met eene dankbaare Erkentenis aan de Voorfienigheid,her„ denkt, dat ten deeze tyde geen geloofsgefchil dendek- mantel dier bewegingen geweest is. Niet tegenflaande dat „ deeze grote beweegoorzaak van de verdeeling dermagtig„ fte volkeren, in deeze niet gewoeld heefc, heeft men eg», ter den Broeder tegens den Broeder, Ouders tegen Kin- » de- „ deren, Kinderen tegens Ouders, zien opfhsn, alle de ge„ heiligde banden , welke de Maatfchappy vereenigen cn de „ Geflagten gelukkig maaken, als nietigheeden zien verbre» „ ken en het Land zien roken van het bloed zyner bewoon» „ ders, door die bewoondersonderling-gepiengt, verre van ons, dat wy dit affchrikkelyk tafereel, door de uitgave ,, deezer ftukken, als op nieuws uithangende, afmalen, ern „ de nog door tweedragt verhitte gemoederen, op nieuws „ aantevuuren, of om door derzelver herinnering anderen „ toe weederwraakaan te fporen, in tegendeel, hoopen en „ verlangen wy, dat deeze ftukken en de herinnering'van hec „ gebeurde, een ieder naar 't belang dat hy er by gehad „ heeft, zal doen gevoelen, dat hoe groter de beleedigin„ gen zyn geweest, hoe grootfeher het ia die tevergeeven „ en te vergeeten, en van s'gelyken die geenen welke uit „ wat oogmerk of om wat reeden ook geyvert hebbende en „ zyne doeleindens niet bereikt hebbende, door deeze ftuk„ ken zal mogen overtuigd worden, dat er in veele gedwaald „ en in veelen te ver gegaan is, en dat dus hoe zeer hy van het tegendeel zyner gevoelens nog niet mooge overtuigd „ zyn, deeze waarheid echter vast gaat, dat het Land ten „ gronden geleid wierd, en dat dus,uit welk oogpunt, hy „ ook de omwenteling die in het volgende Jaar, dat ons na „ ftaat te befchryven voorgevallen is, wel befchouwen, de„ zelve daar door alleen de erkentenis van ieder Neederlander „ jeegens de Vöorfienigheid.verfchuldigt is,datden poel van „ jammer en elend,waar in by voortgang der opentlyke twee,, fpald, Neerland noodwendig moest verzinken,is gedopt „ geworden, en dus demogelykheidweerdaargefte!d,om „ langs gefchikte weegenen gepaste middelen,degeleede„ ne rampen te herftellen, de zoo diep getroffe wonden te „ heelen en is het mogeiyk rot dien trap van aanzien en glo„ rie weeder op te leiden, waarin wy in voorgaande Eeuwen „ het zelve hebben zien pryken. „ Wy hebben, welke ook de oogmerken mogen zyn die „ ons door deeze uitgaave, naar mate der verfchillende denk < „ wyze onzer leezeren, mogen worden toegefchreeven , „ geene infigten gehad, om de befchuLiigingen reeds tegens „ fommige onzer meede Burgeren, of meede Ingefeetenen * „ de hand aan veele zaaken geleend hebbende, ingebragt, ts „ vergrooten of nieuwe bewyzen teegen hun gedrag aan te „ voeren; fuik een gedrag ftryd ten vollen met onze denk- i* wy- Gggg 2  ( 3°3 ) „ wyze, ja de fchrooffl zelfs dat deeze uitgave, welke „ wy vertrouwen alleen waarheid te behelzen , daar toe aanleiding zoude mogen geeven, is eene der voornaamfte be„ weegoorzaaken dat wy daar meede niet meer fpoedge„ maakt hebben". „ Mogten dus onze verlangens, volvoerd worden, zoo zoude de uitgave dezer Stukken voornamelyk dienen, hoe „ zeer wy niets verbloemen, om die geenen die het meeste „ bebben geleeden, het verdraagfaamfte te maaken en die „ het meeste daartoe aanleiding gegeeven hebben, het meei. „ te berouw in te boezemen, waardoorwei haasr, de geze„ gende eensgezindheid onder alle de Clasfen van Ingefee„ tenen zoude herieeven , het algemeen onderling ver„ trouwen herfteld worden , fonder welke doch, de „ pogingen tot herftel van hetdiepgefonken Vaderland on„ vermoeid aangewend wordende, geene genoegzame e* „ beftaanbaare uitwerking kunnen hebben".