C ' ) DECLAR ATOIR door Mr. Augüstinits Hendrik Duyvensz, ter Vergadering van Heeren Burgemeefteren en Vroedfchappen der Stad JEnkhuizen , den ió /uly 1782. gedaan en ingebragt, met betrekking tot de Refolutien, door de meerderheid van dezelve Vroedfchapden 27'May en 7Juny 1782.genoomen, en door den druk gemeen gemaakt, tegen deszelvsPropofitie en Memorie van Juftifkatie den 22 May aldaar ter deliberatie overgelevert. : EDELE GROOT-ACHT BA ARE HEEREN, Dt^^^/yTJi^ °niVang^ hebbende twee RefoIatie^ door een. m groote meerderheid der Leden van deeze Vergadering, waarby zich naderhand de abfenten, volgens het in druk uytgegeven affchrift, fchynen ?evoegt te hebben , op den ÏÏ May en 7de Juny laatftleden fucceffivelyk genomen, met opzicht tot zyne Propofitie en Memorie van Jufhficatie, den asften May ter dezer Vergadering ingelevert, heeft uyt dezel- V AdluanddvvyZ! van, den Heer VAN Stralen, by de meerderheid van U Wel Ed Gr.Achtb., tegen de redenen, door den ondergetekenden by zyne Memorie aangehaalt, (welke Memorie nochthansby die twee Refolutien, zonder wederlegging der ar*u- STS Tr rV3t' Fr'"1 fchJnt SefeP°neert te zy0 volkomen is geapp&robeert; met dat effeft, dat de conclufie van des ondergetekendens Propofitie is gewezen van de hand, deftnfie1LTn^erheidWeI,heeft^en °? zkh nemen het patrocinium der laake en de defenlie aes perfoons van haaren Voorzitter atta^hemelt^ om> ondervindende het attachement van zo veele Leden voor zynen Aggrefleur, en derzelver onderlinge vereeniging tegen hem zeiven, byprovifie, de verdere pourfuites dezer zaak, ten opzichte van de meerderheid te ftaaken, naardien de Souverain, zoo veel mogelyk, zich altyd tracht te onthouden van het domefticque der Stedelyke beftieringen, en de Juftitie zich niet kan inlasten omtrent de Politie, voor zoo verre de zaaken tot het beleid van Regeerings Vergaderingen betrekkelyk zyn ; zo dat hem niets overblyft, dan zyne defenfie by het Publicq en zodanige perfoneele aéhen te mftitueeren , als hy zich reeds te vooren heeft gereferveert Hy declareert nochthansteperfifteeren by de fentimenten door hem gemanifefteert "met verzekering, dat hy geenzints door de pofitiven van de Refolutien, fucceffivelyk tegen hem eenomen, van de ongegrondheid dier fentimenten is geconvinceert; nemaar in 't tegendeel in een volgend geval en m dezelvde omftandigheeden, op dezelvde wyze zou moeten handelen: terwyl ny gemeent heeft eerft zyne confcientie te moeten kwyten, met voor het belang van het lieve Vaderland, zo als hem voorkwam, te fpreken, zich by de braave Burgerye te verantwoorden, over hetgeen hy, als haar Reprafentant, verplicht was te doen, en eindelyk zyne eigene Eer en gehouden gedrag te defendeeren tegen de verregaande aantygingen van een verltoord amptgenoot. Waarmede hy dan voor het*egenwoordige hebbende gedefungeert, ten blyke dat hy, van zyne zyde, alles wil toebrengen, wat, behoudens zyne eer en plicht, ftrekken kan ter bevordering van dezonoodzakelyke harmonie onder de Regen ten, ter confervatie van de ruit onder de goede Burgerye, en het vertrouwen, dat de Regeering bv haar moet trachten te winnen of te behouden, zich tegen over U Wel Ed. Gr, Achtb., als een Corps van Regeering geconfidereert, ter dezer zaake, niet verder denkt uit te Iaaten 1 en einde nochthans het Publicq of de meerderheid van U Wel Ed. Gr Achtb. uyt deeze ueclaratie,niet zouden denken, dat hy, inde, door U Wel Ed. Groot Achtb. genomene neiolutien, eenvoudig beruft, of het geene daarin vervat ftaat avoueert, zv 't hem gepermitteert deze en geene remarques op dezelve voortebrengen. Hy zal dan eerft in zyn voordeel arripieeren het Commisforiaal maken van de Refolutie van 1694, t welk voor hem, by't Publicq, eene groote fatisfaftie uytlevert, naardien, oaar door, niet alleen van het gepofeerde by de 9 Vroedfchappen op den 16 April word afgegaan, maar dat daar uyt ook duydelyk is afteneemen,dat veele Leden, omtrent die Re. 10'utie , nu met den ondergetekenden ftaan in een fentiment, en oordeelen, dat dezelve de Jroitemeit met moet verbinden ;fchoon die Leden evenwel te gelyk begeeren, dat zv teeen «e, ondergetekenden en den Heer Ebbenhout, in dit geval, werken moet. 6 A De  C * ) Pe ondergetekende zal in geen onnodig detail treden van het geavanceerde, dat UWelEd* Gr Achtb zich door hem zouden gebragt vinden in eene onaangcnaame fituatie: wza.1 vm hem dunkt daar U Wel Ed. Gr. Achtb. zoo veel fterker in getal zyt, en den Heer van Stralen zo krachtig fouteneert, juift het tegendeel omtrent zyn perfoon plaats te hebben. Maar op 't geen gezegt word van alkguatien van exceptien tegen de Refolutie van 1694 van 't emploi van vriendelyke middelen, van proflitutie der geheele Regeerins als ging Zy onbedacht te werk, kan hy zich niet difpenfeeren aantemerken , dat, indien deze periode ziet op het gepofeerde in zyne Propofitie en Memorie van 22 May,het welk hy uyt de diftinctie tusfchen die en de volgende moet opmaken, als mede uyt het woord onbedachtelyk, het welk op zyn Advis niet kan worden 't huys gebracht; de ondergetekende zich dan vleid wel zeer gegronde exceptien tegen die Refolutie in zyne Memorie te hebben geallegueert, welke gewis niet zonder effeft zyn geweeft, aangezien het zo even gedachte Commisforiaal. Tot vriendelyke middelen was hem, door het gepasfeerde op den 16 April de pas afgefneden, behalven dat hy, op de,rechtvaardigheid zyner zaake vertrouwende, het eene laagheid zou geacht hebben, en zeker als zodanig van anderen zou zyn aangezien, wanneer hy eenige vriendelyke follicitatien had geëntameert,welke bovendien, nietreusfeerende,hem redenen van berouw zouden hebben opgelevert, en misfchien ridicul gemaakt, waaraan hy zich vooral niet moeft rifiqueeren. Doch zo die periode, welke niet duidelyk gefield is,al eens betrekkelyk ware tot het geen den K April is voorgevallen; dan is in des ondergetekendens Memorie klaar genoeg gedednceert dat UEd. Groot. Achtb. zelve,dat geene, 't welk Zy een utterfte van gevaarlyke eevolzen gelieven te noemen , hadden kunnen pravenieeren door de verzochte mfertie; daar nu, door zyne referve, vanby weigering met het Advis naar zyn goeddunken te zullen handelen , niemand anders kon denken, dan dat hy wel ligt zou kunnen refolveeren om dat Advis te doen drukken : zo dat eene vriendelyke perfuafie om daarvan af te zien, door de toezegging van infèrtie verfterkt, by hem zeer zeker zou hebben geinflueert Over het onbedachtelyk te werk gaan,'t geen de ondergetekende U Wel Ed. Gr. Achtb. nooit verweetenheeft,zal hierachter wel gelegentheid voorkomen te Ipreeken. Ondertufichen noodzaaken hem de daarop volgende regelen wat nader te befchouwen het geene daar geavanceert word ; dat namentlyk uyt de voordragt van zyn gedivulgeert Advis het Publicq Notoir in een denkbeeld moefl vallen, ah of de geheele Regeering NB. DireB, gereet en genezen was eeweefi het oor te henen a»Propofitien van den Vyand. Wat is het geen, waarop de ondergetekende voornamentlyk heeft aangedrongen ? immers 00 eene bepaalde Laft om, wat 'er gebeurde, 'tzy'er Vredens Negotiatien wierden geëntameert of niet, alle Traclaten met Engeland vernietigt te doen houden , en abfoluut geene Negotiatie op den voet van dat van 167\ aantevangen. Hy wilde van geene faciek laft veel min van tem ampele macht hooren: hierin wierd hy overflemt, dit alleen wilde hy met'die woorden te kennen geven, men zie maar 't Hot van zyn Advis. U Wel Ed : Gr. Achtb daarentegen vonden goed de gantfche zaak overtelaten aan de Heeren Gedeputeerdens Dit goedvinden nu,doch niet door den ondergetekenden, zynde publiecq gemaakt, is 't hein niet te wyten, zo het Publiecq in een denkbeeld mocht vallen dat, indien de door hun fortabel geoordeelde fentimenten, direct het oor hadden willen leenen aan die Vredens Propofitien U Wel Ed. Gr. Achtb: gereedheid en genegenheid dan ook openbaar was,als het geen reeds by HH: MM: met opzicht tot Frankryk befloten was,en dusFrankrykzelvs, dit niet verhinderde; en ook dirett openbaar, nerwyl dezelvde publiecq gemaakte Refolutie van 16 April zegt, dat de bewufte Laft op den $ April, denzelven dag der inlevering van des ondergetekendens Advis,en dus direB gearrefteert is. , Maar onder alles wat in deeze zaak hinc inde mag bygebragt zyn,zal niets zoo vreemd voorkoomen als de aangekondigde zo fterke demonftratie vmihet tegendeel, welke de ondergetekendewat verder in U Wel Ed. Gr. Achtb. Refolutie ontmoet, en by het Verjlandig Public^ zeer zeker moet bewondert zyn. De Vredens Propofitien zyn in de Vroedfchap gebragt den 5 April; zeven dagen daarna is de Laft der Stad,door den Heer van der WiLLiGE,met de gedrukte bewoordingen, zo als men met twvffelen mag, geuit ter Vergadering van Holland; de Vredens Propofitien zelve zyn, aldaar, kort daarop,afgeflagen. Maar nu zal, ook uit de Notulen van eene Vroedlchaps Vergadering, een maand daarna gehouden,gedemonftreert worden, dat de Vroedfchap toen, op den 5 April geen oor aan die Propofitien wilde leenen. Waarop dat fterke bewys van het tegendeel beha'lvenuyt die notulen, want dit zou men uyt het woord ook moeten afneemen,)nu gegrond is daar men den g April toonde de fortabele fentimenten van andere Leden, behoudens de' Refolutien van HH : MM : te willen volgen , vind de ondergetekende nergens gededuceert. Het gerefolveerde van den 22 Mey kon althans niet achter uyt werken op ^enezaak die, reeds een maand voot dien tyd,was afgedaan. Heeft men,daarna, hartiger Re- • folu-  C s ) folutien op eenen naderen voorfiag genomen, het decifief fentiment det Stad breeder in eene volgende Laft en in de notulen van dien i gcconfidereert de gefteldheid des tyds, te grievender moet voorden geoordeelt, zo moet met de demonftratie de confequentie daaruyt getrokken, vervallen. Gantfch anders is het gelegen met het publicq maken van die Laft,hier door is, met den ondergetekenden te willen proftitueeren, der Regeeringe eene reëele fletrifTure toegebragt, daar elk moet toeftemmen, dat de gefteldheid des tyds zeker naamver bepaling en langer beraad vorderde omtrent een point van dat belang. Maar'indien al,'t geen door den ondergetekenden op de eene of andere plaats mogt gezegt zyn, den naam van Fletrifferende Infimulatie zou verdienen, word het zelve geheel als begraven onder de zoete aanduiding,"dat Uw Ed. Gr. Achtb. wel wenfchten, het gepafTeerde ?, in de vergetelheid te kunnen begraven, in zoo verre, het al eens meerder aan eenen, fcboon „ welmeenenden, nochthans niet genoegzaam beraaden y ver , en verregaande onvoorzichtigheid, dan aan eene perverfe en malitieufe intentie en oogmerk,om zich eenennaam te maaken,en " het Publicq ten zynen behoeve tepraoccupeeren, zou kunnen worden geadfcribeert". Van welke tweeledige reflexie,de zachtftenog meer fletriffant is voorden ondergetekenden, dan zyne zoogenaamde (des geenzints geavoueerde) infimulatie van onbedagtzaamheid, ten lafte van Uw Ed. Gr. Achtb. Terwyl de fcherpfte, waarvan de apparentie door de woorden, in zo verre al eens meerder onderftelt, ja gedeeltelyk zeker gehouden word, en waarvan de ondergetekende zich wel nader zou kunnen bedienen, voor hem zo zeer hoonend, en excescief infimuleerende kan gezegt worden, als zy weinig flatteus is en ongegrond voor het Publicq, waarvan men, even te voren,de gunft fcheen te willen capteeren, door het zelve verftandig te noemen; van welk Publicq men dus niet behoorde te verwachten, dat het zelve zich zo zou laaten praoccupeeren, 't welk geen effecl: was van verftandige beoordeehng. Deeze en andere periodes, zullen den ondergetekenden genoegzaame gronden opleveren, tot reconventie, indien Uw Ed. Gr. Achtb. konden goedvinden, de gepretendeerde Infulte van hunne Eer te handhaven, welke uitdrukkingen een dreigement fchynen te vervatten,om hem van het maaken der nodige remarques, op de pofitiven dier gedrukte Refolutien af te fchrikken. Even als of Uw Ed. Gr. Achtb. in begrip ftonden, dat Uw Ed. Gr. Achtb. alle hunne pylen vryelyk, in aanzien van de gantfche Natie zouden mogen affchieten op den ondergetekenden, of anderen, die met hem in een begrip mochten vallen; terwyl het noch hem, noch anderen, zou vry ftaan, zich te bedienen van die wapenen, waarmede zy zich anders, ook voor diezelvde Natie, naar vermogen, konden defendeeren. Immers, heeft de Ondergetekende,hy herhaalt het, zich wel gewacht, Uw Ed. Gr. Achtb. zyne Mede-Leden te infulteeren ;maar zich bepaaldelyk over den Heer Van Stralen alleen , en,zo hy nog meent,te recht, als zynen befchuldiger,als voorfteller en doorzetter der bewufte Refolutie van 16 April, beklaagt en tegen hem verzet. Hy verheugd zich evenwel, over de invoering van meer accurateffe in de befluiten,en in de extenfien, daar hy in de volgende periode bepaaldelyk gefield ziet, dat de R«ollltl.e va» May, door den druk zal worden gemeen gemaakt,'t welk omtrent die van 16 April,wel gefchied is, ja zelvs in de Courant; fchoon 'er geen woord van eemge wyze van Publicq maaken, in die Refolutie zelve gevonden word. En wat het narré der nadere Propofitie van den Heer van Stralen betreft, dit zal de ondergetekende ook op deszelvs rekening ftellen. Die Heer, dien de ondergetekende A & zelf,  C 4 ) zelf, nevens zyne twee Heeren mede Burgemeefteren, wel als Prsefident heeft willen verkiezen , uit de afgaande Burgemeefteren, (want het defereeren aan Recommandatien , eene temporede vriendelykheid zynde, is geen overgift van een wettig recht van verkiezing) fchynt niet alleen impuné, den ondergetekenden te mogen befchuldigen ; maar zelvs zich te verbeelden, het byzonder voorrecht te hebben verkregen, dat hy vooraf ftaat kan maaken, ophetaveuenfoutien der meerderheid, boven zyne eigene verwachting; fchoon hynochthansduidelyk doet blyken, met het ftuk der Meineedigheid, dat hy nu grotendeels poogt te retracteeren, verlegen te zyn; het welk de ondergetekende wel gelooven wil, maar dat is zoo niet te herhaalen. En niemand zal zich verwonderen, dat de ondergetekende uit hoofde van zo veele fcherpe uitdrukkingen en befchuldigingen,een perfoneel ongenoegen,tegen den Heer van Stralen heeft opgevat,dat waarfchynlykaan zyne zyde, door de hardiesfe om hem te durven tegenfpreken, is opgewelt. Wat meer is, deszelfs nadere befchuldigingen en eiffchen, fchynen ryper beraad te verdienen , dan de gewigtigfte zaaken, waar van het heil of ongeluk van den Staat kan afhangen; terwyl dit nieuwe Stuk, die vordering van Satisfactie, direct het flaan van eene Commisfie waardig geoordeelt word, daar het met een voorftel van Vredehandeling niet fcheen op aan te komen. Ja, om het befoigne van die Commisfie te faciliteeren, word de eilfcher zelv verzocht de wyze van Satisfactie aan CommiiTariflen optegeven. Ongemeen vriendelyk voorwaar! Dog 'tis remarquabel, dat, in het Rapport, die wyze word overgeflagen: of zou men begrepen hebben, en licht naderhand geadvifeert zyn,dat de Leden der Vroedfchap, in die qualiteit, niet bevoegd waaren middelen van Satisfactie aan een medelid opteleggen ? Dan,Ed: Gr. Achtb.Heeren,de ondergetekende heeft zich reeds te lang met opzicht tot de eerfte Refolutie bezig gehouden, hy zal nu het Rapport en den uytflag van het Commisfioriaal in aanmerking neemen. Daar vind hy,'t zy met eerbied voor het crediet van eene VroedfchapsVergadering gezegt , dat zyne Propofitie en verzoek in de notulen van dien dag breeder ftaan geinfereert: fchoon daarvan niets anders dan de conclufie gevonden word: Hy kan zich van zodanig eene Vergadering niet verbeelden, dat dezelve, in dat, voor de drukpers gefchikt,befluit, beoogd heeft, het Publicq en byzonder der Overheid fteeds geloof gevende Burgerye, met deze woorden, te doen denken, als of hem, door de infertie van zyne Propofitie, en Memorie ware recht gedaan, en zyn verzoek van die infertie geaccordeert: geenzints, hy haalt dit alleen hier aan, om het Publicq daaromtrent te defabufeeren, en Uw Ed. Groot. Achtb. te doen opmerken, dat dit niet accuraat gepofeert is. Hy ontmoet vervolgens in de tegenfnmak van de eerfte, door Uw Ed. Gr. Achtb. gemaakte verdeeling,iets, dat by hem guicel niet is opgekomen,en waarop door Uw Ed.Gr. Achtb : geen genoegzame attentie geflagen is. Dathy namentlyk den Prafident van Stralen zou befchuldigt hebben, als had hy, met verfmading van het voorfchrift der gerechtigheid, zyn Caracter ontfiert door 't allegueeren der Refolutie van 1694 , daar de ondergetekende zulks nog in zyne Propofitie nog in zyn Memorie van Juftificatie gezegt heeft; maar wel op deszelvs conduite elf dagen later, op den 16 April,in 't voor den dag brengen en concludeeren van deszelvs diffamatoire Propofitie, gehouden, waarby hy, als nog perfifteert. En juift, om dat hem was onverlet gelaten, 't geen hem ook niet kon belet worden, heeft hy naderhand de gronden van zyn begrip, zogevoeglyk, zo bedaart in zyne Memorie wederlegt,dat die wederlegging, zo als hy hier boven reeds heeft geremarqueert, oorzaak tot eene fpeciale Commisfie gegeven heeft, 't Welk hemels breedte verfchilde van de adfertie in de Refolutie van 16 April, dat geene Renovatie nodig was. Wonderlyk luid het ook, dat de meerderheid, op den 27 May, een der voornaamfte poincten van die Refolutie Commifforiaal maakt, tot nadere overweeging en beraaming van eenen anderen voet; en op den 7 Juny wederom, fchoon er geen Rapport op dat poinct was ingekoomen, die zelvde Refolutie voor de haare, als eene Stads Refolutie, zegt te adopteeren, 't welk inderdaad geen bewys toont, dat men zich zelve gelyk is. Wel zeer zeker ook ftrekte de abfentie van den ondergetekenden tot zyne prejudicie: want hy kan, hoe hy ook nu behandelt is, zich van zyne braave Medeleden nog niet voorftellen, dat, wanneer de Heer van Stralen, hem in zyne prafentie aldus had durven befchuldigen, die Medeleden hem dan geene redenen zouden hebben gevraagt, of de onvoorzichtigheid, die zy meenden door hem gepleegt te zyn, op eene convenabele wyze voor ogen gehouden, met alleguatie van hunne redenen daar tegen. Hy had zich dan ook , vry willig, of op derzélver verzoek, wanneer men tot deliberatie treden wilde, geabfenteert, gelyk naderhand, «ven voor de deliberatie op den 22 Mey; en dan was 't wel voegzaam geweeft, en meer neutraal; dat zyn befchuldiger toen , gelyk daarna , op zyn voorbeeld, mede de Vergaderplaats had verlaten; terwyl zy beiden te veel kundigheid en droituure moeften onderftellen in de overige Leden, dan dat zy juift het praeadvys van de eene partye, hy waare dan Pra> fident  C 5 ) ^^^Lf0^,^ gehadkhre5b^n- En de ^dergetekende is vooraf en moreel gettSzin' Zyt^ befchuldlSer P«fent gebleven, nimmer, een zoo fingulier «uk, zo in extenfie, pofitiven als conclufie,gelyk byna een ieder ia zelvs f eden Hpzp? gadenng daarvan getuigt hebben,in de wereld was gnomen e^ UTOEd of Ac^ïeh dan ook niet zouden gevonden hebben , in de zeer onaangenaame fituatie om naderhand de eer en het crediet van den Praafident de hand boven 't hoofd teCoeten houden en de handelwyze der 9, met hem geftemt hebbende Leden , te confirmee^n Dan wat nier van zynnioge,dat befluit,niet bedachtzaam genoeg inzyne abfentie genomen, is nooyt te defendee" ren ; te minder daar men even eens des Maandags Vroedfchap had kunnèn houden waarvan de billetten , terwyl het Advis van den ondergetekenden reeds Vrydag pubhcqwaeTzaturdS althans in handenyan den Prudent, zo h? zegt, gekomen, Jok %L wei Tuu^gZtlt rond gezonden zyn, want de dehberatien van den Krygsraad vereifchten geen langentvd d,V v °fr Joncd,e.onde;gete\ende,die niet voorDingsdag avond te Pettingerequireen was, die Vroedfchaps Vergadering bygewoont, dan kon 'er, |elyk behoorlyk was, een Minifter geadfifteert hebben, en een zaak van dat gewicht, niet, bv een zo serino- aetal van T eTn mentg^k XanSen? £32 Z™^>* vreesdf Zo dat de ondergetekende nog niet bevatten kan, hoe eene, doorhem betoonde difcretie met zich geduurende de deliberatie over eene Propofitie, door hem zeiven gedaan, en niet eerder or later,te abienteeren,het Publicq word voorgedragen,als een bewys tegen hem zeiven, en een aveu, dat men, door die wyze van hem, terwyl hy buiten de Stadwas, te diffameeren , wel en wettig zou gehandelt hebben. aan^onJn? de °nderSetekende in beide Uw Ed. Gr. Achtb. Refolutien op 't achterlaten der wel Z« arTZ v,erantwoordl"g een diep ftilzwygen geobferveert. En dan mag hy eenen Em dlt ovf eenko,?t met de goede ordre ? welke woorden hy , onder de plichten van veïzoch tT:^ëei/ V-nd aa"SehaaIt> en waarvan hy in zyne Memorie explicatie had Je[ Jz\:fJ? V- art0Pmeden,ets'sW, apparent uyt gebrek aan vermogen Sm daarvan een goede definitie te geven,zo dat de ondergetekende dezelve hier weder paffeeren moet! Zonderling is hem ook voorgekomen, dat menpasftm met zyne woorden ?egen hem zeiven yerkieft te argumenteeren, gelyk kort daarna volgt, als of hy NB. met ronde woorden «po. feert had , dat hy dat praadvys en het declaratoir der prafente Leden verklaart had voorkin eigen ftuk, een ftuk der Vroedfchap, 't welk zeer verre is, en by 't bedaard naleezen van zvne woorden op pag. 12. blyken zal: daar hy, condemneerende de conduite van zynen partye, met dat ftuk tehebben publicq gemaakt, zegt, dat hy onderg: een ftuk, dat hem zelvs toebehoorde, had doen drukken, dog dat dit ftuk, die vreemde Refolutie, niet aan den Heer van ^tralen behoorde,dat het was een eigen ftuk van dieprafente Leden, die 't toen als een Stad* ^eiolutie wilden geconfidereert hebben. — Waar ftaat daar, Ed. Gr. Achtb. Heeren, dat de ondergetekende het zelve met ronde woorden ah een ftuk der Vroedschap erkent^ Dat die 9 Leden t zo wel wilden hebben, is geheel iets anders: ja door den gantfchen loop zyner Memorie neerthy nooit die waardigheid'er aan gehecht,maar het overal eene pretenfe Refolutie genoemd. Wat 18 Leden naderhand bepaalen, dat het weezen moet, kan vaft niet derogeeren aan het geen, hy toen gezegt heeft, dat het op dien tyd was. Zoo kan men alles nader fancieeren of vernietigen. «it?Ldp\iU^ E?" ?r/ Achtb"zelfs die Pr£etenfe Refolutie niet als een wettig ftuk erkenden, blykt Cr Achth £lgen woorden>°P de« V May,daar omtrent gebruikt,daar Uw Ed. r. /ïcnto. zeggen geen genoegzaame grond of redenen te hebben gevonden om dezelve te royeeren ot m te trekken. Was zy van den beginne aan eene Vroedfchaps Refolutie,'er was de'1 tS&*nttie nodig, maar word het nu, na dat zy in deliberatie genoomen, en ein«eiyK den 7 Juny verklaart is te moeten geconfidereert worden als een Refolutie vanBur1™"!!" en VroedfchaPpen : het geen de ondergetekende te vooren niet kon voorzien en waarvan ny gaame de eer aan de meerderheid gunnen wil. M,,^3 ?k.§mi*us declaratoir, dan ook niet overeenftemt de explicatie, op het ftuk der de ondSï' f16 m d£ Ref' van 16 APriI> fteIIiS> met ronde woorden, (want anders weet mPPrer,JeeU u met> wat zeggen wil) geavanceert word; en in die van 7 Juny Haa 1> nerroePen. Wat de meerderheid zegt, van Stricle obfcrvantie , in zo verre ciaar uit per milUfimam confequentiam, beginzelen van fcheuring kunnen gebooren worden, en wat verder van den Staat der deliberatien, welke de ondergetekende nog negeert gereveleert te hebben,voorkomt,zal, wanneer men den Eed nagaat, te zwak en te ver gezocht bevonden worden; terwyl die alleen voorfchryft,g^ zaken voor ons, en die in de eemeene Collegien ons voorgehouden zullen worden, af en uit te brengen* Nu heeft de onder getekende geen zaken uitgebragt,enhy was,behalvendat, door den Prselident van de fecretefle B onthe-  C 6» entheven. Maar zo, in't reveleeren van den Staat der deliberatien al eens niet refideerdé eene ftricte obfervantie van den Eed, veel minder refideerdé zy in de revelatie van de Zaak zelfs welke door de mentie van die Laft der Stad, in de Propofitie van den Pnefident, is publicq geworden, 't En zy dan dezelve Pramdent boven de Wet verheven is, verwart men zich zei ven In fielt zich bloot aan eene ongunftige conclufie van het Publicq, dat men zich aan de Wet» die men tegen een ander citeert, zelfs doet fchuldig oordeelen. En dan zou 't nog eene quteftie zyn, wie den Vyanden van deze Repubhcq, gelegenheid begeven hebbe, om in te dringen in kundigheden, omtrent de Jentimenten van Leden van Staat, en de laft door hun aan hunne Gedeputeerdens gegeevenimmers met hy, die eenvoudig zegt, overftemt te zyn, maar wel zeker hy die de Laft totidem verbis, openbaar doet worden,en dus de Vyanden kundig maakt! en ach dat dit het eenigeware,waarin die Vyand voor en gedurende deezen oorlog, omtrent ons Vaderland was kundig geworden! Dit onderfcheid zal 'er toch altyd blyven, dat de Vyand,by confeqnentie, den ondergetekenden, als eenen, die Hem niet vertrouwt, en geen nadeelige Tractaten wil vernieuwen, zal aanmerken, en dat, zoHy zich op nieuws aan Een enkel individu, als Hy voorheen,en, zo'trchynt,»/ Wat nu het ade Articul betreft, op de negative van de confequentie, door den ondergetekenden getrokken uit de Propofitie van den Heer van Stralen, omtrent de prajtenfe befchuldiging van Infimulatie der Hoogheden van den Staat, zulks is door hem, zo hy meent, wel en wettig gefchied, voorjjo verre de nog ongedefinieerde goede ordre betreft; want hy is niet onberaden genoeg geweeft,om op Hoogftdezelven een particuliere Refolutie of Vroedfchaps Eed der Stad Enkhuizen, die Hoogftdezelven niet raaken konden, toetepasfen : waaromtrent de argumentatie, in de Refolutie van den 7 Juny, ook geenzints den toets kan uitftaan. En op 't woord goede order relatiev gemaakt zynde, ligt er genoeg in de Propofitie van den Heer van Stralen opgefloten, aanwien nochthans die Infimulatie wel is overgelaten , maar niet direftelyk toegefchreven. En fchoon op 't einde van die periode, wederom de fanclie van al de gezegdensdes Heeren van Stralen voorkomt, kan dezelve, op het geen de ondergetekende, voor dat die fandie daar was, gezegt heeft, om de redenen hier boven gemeld, niet applicabel gemaakt worden, daar hyniet raaden nog droomenkon, dat de meerderheid der Vroedfchap zelvs de woorden met de zaak van den fleer van Stralen, voor de haare zou aanneemen. De ondergetekende zal op de conclufie, die,naarmaate van de wyze, op welke deeze gantfche zaak getraéteert is, nog al zacht is neder gevallen, welligt om boven reeds aangehaalde redenen van onbevoegdheid, geene reflectie maaken: maar het oordeel over zyne of der meerderheids onvoorzichtigheid aan de onpartydige Natie en verlichte Burgerye ftellen .-mogende wel lyden, dat Uw Ed. Gr. Achtb: except den Heer Ebbenhout , die zich met de meerderheid zo niet conformeeren wil,en daarom ook de toorn van den Prasfident fchynt te moeten draagen, nog lange in eenen zo geliefden en hooggeprezenen Prafident mogen verheugen : en hem ook niet misgunnende alle loftuitingen, die denzelven over zyn bellier reeds zyn of nog mogen wor. den toegezwaait. Terwyl de ondergetekende niet geloven wil, dat de aanhaling der woorden van ydele loftuitingen omtrent zyn eigen perfoon, in Uw Ed. Gr. Achtb. Refolutie, uit jaloufie zyn voortgekomen , daar hy geenzints het behalen van loftuitingen heeft bedoelt , maar alleen willen verantwoort zyn by zyne Principaalen, de braave Burgers dezer Stad. Die verantwoording, Ed. Gr. Achtb. Heeren , blyft en zal hy blyven inroepen als een techthem onvervreemdbaar competeerende; een recht, op de natuurlyke billykheid zo wel als befehrevene wetten gegrond; dat niemand, dan die zich waagen wil aan de fulpicie van een gedecideert voorneemen om eigendunkelyke macht intevoeren, ligt zal twyffel trekken. Want en de zaak is van te veel gewigt zo voor de getrouwe Burgerye als voor de Regenten dan dat de ondergetekende hier van, zonder nader betoog, zou affcheiden ; niemand van UwEd. Gr. Achtb: zal tegenfpreeken, dat de Vroedfchappen in de Steden origineel niet anders zyn dan eene zamenkomft van de vroedfte en meeft vermogende uit de inwooners van de Communiteit, die naderhand den naam en rechten van Stad bekomen heeft welke lieden meeft door het gros hunner medeingezeetenen vertrouwt, als bekwaam tot de beftiering en befcherming van haare gemeene goederen en belangens, en daar toe door hun gekoozen, tezamen ten beften van die communiteit raadpleegden; en welker raad, doorproeven van wysheid zekeren invloed en geloof verkregen hebbende, doorgaans gewillig wierd opsevoM. Dat vertrouwen, die verkiezing, maakte hen dus alleen Reprafehtanten van het Volk &en alle reprcefentatie is of een uytgedrukt of ftilzwygend ContraBus Mandati. Nu kan men geen mandaat fupponeeren zonder den mandataris,wegens de uitvoering van het mandaat, by den verantwoordelyk te erkennen. Ditzozyndeende Burgery Man. dans, wy Mandatarii, zo is de ondergetekende, zo zyn UwEd. Gr. Achtb:, wegens ons gehouden gedrag, by dezelve onze mandans onbetwiftbaarverantwoordelyk. De ondergetekende nu heeft willen verantwoord zyn over den raad, dien hy meende te moeten geven, door, in allen gevalle, uit de Notulen zyn gedrag te kunnen aantoonen; want wat middel van verantwoording konhy anders in'twerk ftellen? Dit nogthans hebt Gyl., zyne mede Reprajfentanten, geweigert, terwyl Gyl: alles van Uwe zyde daar ter neder fielt. Van waar hebt Gy toch die macht ? Wie heeftZeUopgedraagen?Uwe Voorzaaten in 1694? Die waaren evenmin als Gyl: daartoe bevoegd. De ondergetekende hangt de gantfche zaak aan een grondig bewys van Uwe zyde, dat Gyl. als Raa. den, als Mandatariflen ooit, door wettig gezag en overdragt van Uwe mandantes, dat recht bekoomen hebt; en zo lang dit niet bewezen is,of aan zyn verzoek voldaan, zal hy, daar alle Uwebefluiten, ter verhindering daar van onwettig zyn, met deeze handelwyze, die niemand dan de Burgerye zelvs hem beletten mag, by volgende gelegenheden, voortvaaren. Nog meer, indien deftukken, van des ondergetekendens zyde voorgebragt, genotuleert worden, legt immers alles voor zyne rekening , en Uw Ed. Gr. Achtb : kunnen daarachter ftellen al wat Zy goedvinden. Ja hy meent in ftaat te zyn te demonftreemi dat Uw Ed. Gr. Achtb: eigene eer daar aan gelegen is. $ % Wat  ( 8 ) . Wat moet een Regent uit een volgend geflacht denken , wanneer hy die bewufte Refolutie van i6 April in de Refolutie boeken opflaat, en verder doorbladerende die van 27 Mey, en 7 Juny ontmoet ?Natuurlyk, waar is het Advis, het Declaratoir van referve, de Propofitie en Memorie van Juftificatie van dien , tegen ordre en eed handelenden Duyvensz , waarvan die Refolutien melding inaaken ? Daar zelvs in die van den 7 Juny gezegt word welke Propofitie en verzoek in de notulen van dien dag , 27 Mey 3 breder ftaan geinfereert ? Hy zoekt, hy bladert, maar vergeelTch. Van de Memorie vind hy, dat zy vervat een prolix narré van het voorgevallene op den ? April, maar die Memorie zelvs is ver te zoeken. Hy moet dan befluiten, dat de Vroedfchap omtrent die Propofitie een onwaarheid ftelt, terwyl 'er geen breeder infertie is. Waarom, zegt hy, geen introductie , geen midden, maar alleen het flot van die Propofitie geinfereert. ? Waarom die Memorie verduiltert ? mochten de ftukken vanDürvENsz het licht niet zien? Dan hy heeft gelcezen, dat Duyvensz dezelve heeft doen drukken, en'er voor uit durven komen, ja die aan den Stadhouder, en Raad Penfionaris gezonden. Hy vind zelvs in UwEd. Gr. Achtb. Refolutie van loftuitingen gefprooken. Kan hy dan aoders denken, alsdatde meerderheid die infertie niet Jure maar Fafto heeft ge weert, of de vergelyking van haare handel wyze tergen die van den veroordeelden, aan de Pofteriteit niet willen rificqueeren. Zoo Ed: Gr: Achtb: Heeren, zal, zo moet men namaals over ü denken. Uw Ed. Gr. Achtb. verfeeren in het idee, althans zeggen het overal ,dat de ondergetekende kwalyk, UwEd.Gr. Achtb. en de Heer van Stralen wel hebben gedaan. Is dat zoo zeker, vertrouwt Gy zo geruft op de billykheid en rechtvaardigheid vanTJw gedragwel overtuig dan deriNazaat door hem des ondergetekendens eigene ftukken te vertoonen* zyne fchuld zal dan te fterker doordraaien, Gy te beter gejuftificeert zyn: 'c welk nu die Nazaat, hoe ook uwe fucceffive Refolutien met fchoonfchynendc adfertien ten Uwen voordeele getourneert zyn, nimmer zal gelooven. Kortom de ondergetekende durvt zich aan deszelvs onpartydig oordcel fubmitteeren;Uw Ed Gr. Achtb. hebt het tegendeel getoond: en zo die Nazaat dan by geval de ftukken van des ondergetekendenszyde gedrukt, zo hy,daar by, deeze argumentatie en (ommatie onder de boeken of papieren van zyne Voorouders mocht vinden, zal hy , al hadden Uw Ed, Gr. Ach tb.zyns oordeels, het grootfte recht des werelds,moeten zeggen, dat de ondergetekende geheel anders als onpartydig en vriendelyk door zyne medeleden is behandelt. Alle welke wettige confequentien Uw Ed. Gr. Achtb. door het infereeren van des ondergetekendens ftukken kunt en voor Uwe eigen eer by den Nazaat behoort te praevenieeren. Is het niet aanmerkelyk, dat het Volk van Nederland, dat zo zeer geroemt heeftop zyne zo lang KeveftigdeConftitutie, die het, tot heden toe, zich verbeeld heeft beft ten behoud, der zo duur gekogte Vryheid, gefchikt te zyn,nu de gebreken van dezelve door een naauwlyksgeboorene Republicq ziet aangetoont en verbetert. Daar, namelyk in Noord America, heeft elk van des Volks Representanten, het recht om zyne Advifen, voor of tegen, aanteteekenen, de drukpers is, als een der fteviefte bolwerken voor de Yryheid, volkomen vry. De ondergetekende thans genoeg gezegt hebbende met opzicht tot Uw Ed. Gr. Achtb. Re» folutien zal hier mede befluiten en van deeze zyne zaak geheel affcheiden , om de redenen in de Introdu&ie dezes vervat, en ten eynde, gelyk Uw Ed. Gr. Achtb. toonen te verlangen 3 van zyne zyde mede te concurreeren tot herftel der, in deeze dagen, zoo hoogft noodige harmonie,-andermaal vcrklaarende, geene de minfte intentie gehad te hebben, om dé Regeering of eenig Lid daarvan in 't particulier te beledigen, terwyl de periodes , welke de Heer Van Stualen, als hem beledigende, uyt zyne laatfte Propofitie heeft gelieven teaccufceren, daar in zeDlaaft zyn uyt een zeer gefundeerd recht van' zelvs-verdeediging, waarvan hem 't gebruik, ook in dit zyn ftuk Czo daaruit, in zommïge opzichten, eenig ongunflig befluit omtrent de handelwyze der meerderheid' diedebefchuldigingen van denPrsfident verder heeft gelieven uit te haaien, en nog ongunftiger te expli* ceeren, mocht opgemaakt worden,) is afgedwongen. Om ook by die gelegenheid, zo mogelyk, U w Ed Gr Achtb. optcwekken, van zich, by voortgang, met de Propofitien en Praeadvifen van dien Heer niet, dan na' ryp beraad, te conformceren; waaromtrent hy met veel genoegen ziet, dat, zelvs in deze zyne zaak, reeds een geheel andere en zyns oordeels beter gefchikte voet van delibereeren is geintroduceert,door welke word zy flechts vervolgt, de ondergetekende zyn voornaam oogmerk bereikt heeft, en het vertrouwen der Burgerye op de Regeering niet weynig zal toeneemen: daar hy ook de,by hem in zyne Memorie geprezene gewoonte, weder ziet ingevoerd , om de abièntc Leden hun gevoelen over de genomene Refolu" tien aftevragen, naardien in margine van het gedrukt exemplaar, waarvan het hoofd anders met het ex* traft, hem toegefonden, niet accordeert, gefteld is,datde Heeren, daargenoemt,zich hebben eecon" formeert met dezelve Refolutie. b wu OndertuiTchen zal de ondergetekende gaarne afwachten al het geene verder ter dezer zaake tegen hem, zo in rechten als daar buiten, mocht worden aangevangen , waartoe hy de nadere bewyzen van net geen hem, als ten onrechte bygebragt, word te laft gelegt, exprelTelyk heeft achtergehouden en gereferveert. Hy herhaalt ook by deeze zyn verzoek, dat toch zyn Advis, Declaratoir van referve, Propofitie en Memorie van Juftificatie, benevens dit nader Declaratoir, zyne Propofitie op de wyze van delibereeren en het Advis by de voorige Vergadering in de zaak van den HeerEBSBNHouT uitgebragt, in de Notulen mogen worden geinfereert,terwyl hy itaande houd, dat Uw Ed. Gr. Achtb., van wier zyde alles geboekt ftaat,behoudens plicht en rechtvaardigheid, die Infertie volftrekt niet mogen of kunnen weigeren en hy met de gantfche Natie de volftandige weigering daarvan niet anders kan of zal aanzien dan als eenefteér. van overmacht, dat de Burgery nooit zal of kan approbeeren, fchoon zy anders zyn eantfch eedrn* als onbehoorlyk had veroordeelt. * b B B Eindelyk moet de ondergetekende Uw Ed. Gr. Achtb. waarfchou wen, dat hy, door Uw Ed. Gr. Achtb zelve, die hunne twee laatlte Refolutien hebben publicq doen worden, nu genoodzaakt is, ook, tot nadere defenfie van zyne eer en gedrag, by het opmerkend en verftandig Publicq, in allen gevalle dit Declaratoir, door middel der drukpsrife, bekent te maken, Enkhuizs* 4ta 16 July 178a. (W. G.) A. H. Duyvensz.