2 5 (O VRTHEID, GELTKHEID, BROEDERSCHAP. Vergadering van de pro- vifibneele Reprasfentanten varl het Volk van Holland, Maandag den 23 February 1795. Het Eerfle Jaar der Bataaffche Vryheid. P R JE S I D E, 1P. Kops Gz. p. Paulus. Pieter van 2onsbeek. V K IE S E N T I B U S, A.van der Jagt. Piccer Roos Lz. Jb. van der Swari. 1. H. de Lange. J H. y. Swinden. S. J. Z. Wifelius* D. Speeleveld Dirk de Weille. J. Dekker. A. ]■ van Doorn. P. W. Wyngaard. K. Schoor]. Cornelis Duyn. P. C. Boon. N. Catenius. C Boterkoper. Wra. Bolten. Simon Plas. A. ]. La Pierre. A. Louwen. Lamb. Sanderus. Cornelis Brouwer. Huichelbos van Liender. J. J. Duyvensz. (J. Reepmaker van Strevelshoek. Ccrnelis Kuyper. J Spoors. A. Schregardus. du Tour. Jacob Kluit, Jz. L. E. van Eek. D. J. van Hogendorp. ~CJ- de Lange van Wyngaerderi. Van Leyden. Willem Schouten. W. A. Leflevenon. Birk Claus. K. Hovens. Dirk Boon. A. Lamme. Francois David CöniïantynDruyJ. de Jongh Hz. vefteyn. W. van der Wagt. ; Meyns Janfen Carles. J. Teengs. Gabriël Hercules van Loon. JVJ. van Orden. B. Blok. JBaftiaan Cool Jz. J. G. H. Hahn. Francois Hoyer. Herman Forften. Claas Schuytemakerr j J. v. Vredenburch. F. Kumüus. Dirk Weftrik. Dl. van Laer. H. JEneze. J. G. van Oldenbarnevelt ge- • Nicolaas van Staphorft. naamt Tuliingh. Adrïaan Teyler van Hall. C Jan Loncq. • Albert Strockel. T\e Decreeten öp voorleeden Vrydag genomen, zyn gerefu^ meerd en geaoprobeerd. 7 *~JYn geleezen de Credentiaalen • li Van de provifiöneele Municipaliteit der Stad Naar de/?, A en Refumtts» CrediBfiiunfi Uh.  Eed gedaan door de Bailliuwen van Zuidholland', Kennemerland en de Beierlanden. MiJJive der Staaten van Zeeland over Hollands voorfchieting der Petitie tot approvifionnementvan het Eranfche Leger. CO en van de Dorpen Laaren, Huyfen, Blaricum enBufïum, waar by committeeren de Burgers Gabriè'l Hercules van Loon en Meyns Jansz Cales, om hunne Gecommitteerdens Cornelis , Brouwer en Willem Lamphen te vervangen en in de Vergadering der Volks-Reprasfen tanten fesfie te nemen. 2. Van de Municipaliteit der Stad Alkmaar, committeerende de Burgers Nicolaas Catenius en Francois David Conftantya Druyvejleyn. 3. Van de provifiöneele Municipaliteit van bet Volk van Enkhuyfen, committeerende den Burger Bemardus Blok, benevens Thade Pan , Broërius van der Velden en Joan Jacob Duyvensz, bevorens gecommitteerd. 4. Van de provifiöneele Municipaliteit der Stad Edam% tot vervanging van den Burger Pieter Wouter Wyngaard, committeerende den Burger Willem Schouten. 5. Van de provifiöneele Municipaliteit der ÊptdMoKmckS dam, committeerende de Burgers Dirk Claus en Dirk Boon, om te vervangen Jacob Teehgs en Cornelis Boterkoop er. 6. Van de provifiöneele Municipaliteit der Stad Amjlerdam, committeerende de Burgers J. BL van Swinden, li JEnea, Nicolaas van Staphor ft, Alb. Strockel , D. /Fefirik, Etienne i'EspinaJ/è en Adriaan Teyler van Hall, om de beste maatregulen en befluiten tot 'sLands welzyn te helpen neemen. Welke Credentiaalen zynde geapprobeerd, door hen den gewoonen Eed is afgelegd, en dezelven als Gedeputeerden ter Ver* gadering zyn geadmitteerd. ANthony Hoynck van Papendrecht, by deeze Vergadering aangfr fteld zynde tot Bailliuw van Zuidholland en Wieldrecht;J. % Cambier, als Bailliuw van Kennemerland, — en J. Drisl Jansz., als Bailliuw van de Beyerlanden, zich hebbende laaten aandienen tot het afleggen van den Eed daar toe ltaande, is dezelve door hun refpectiirelyk, na voorafgegaane admüfif} ter Vergadering geprafteerd. Ontfangen eene Mifllve van de Staaten van Zeeland, gefchreeven te Middelburg den 12 deezer, waar by zich bereid toonen om tot de conclufie der Petitie van tien millioenen guldens, van 27 January laatfileeden, tot approvifionnement van het Franfche Leger toe te treden, maar, aangezien de onmogelykheid om hunne quote binnen een maand contant te furneeren, denkelyk accepteerende het aanbod deezer Provincie tot voorfebieting; breder hier na geinlëreerd. Edele Groot Mogende 'Heerenl by zonder e goede Vrienden , Nagel uur® en Bondgenoten l TLToe bezwaarend de Petitie van tien millioenen guldens, op den 27 January door den Raad van Staaten ft formeerd, tot approvifionement van het Franfche Leger, ook vallen moge, begrvpen wy evenwel de noodzaakt' held,  (O beid dat dezelve geconcludeerd worde, tot voorkoming van gevolgen, welke voor de Ingezetenen in het tegenga fteld geval daar uit zouden kunnen ontftaan, en wy zyn dan ook om die reden bereid daar toe te concurreeren, maar de onmogelykheid die er is, om onze Provinicale Ouote binnen den tyd van een maand in de Generaliteit* Kas in contante penningen te furneeren, brengt ons in de noodzaaklykheid om het edelmoedig aanbod van wetiens U Edele Groot Mog. ter Generaliteit gedaan, tot voorfchleöng van de benodigde gelden tot die Petitie voor de quote der overige Provinciën , het welk wy als een blyk van Uwer Edele Groot Mog. Bondgenoodfehappelvke en vriendnabunrlyke welwillendheid aanmerken, zo "veel de onze betreft, dankelyk te accepteeren, zo als wy doen bv deeze, niet twyflelende, of U Edele Groot Mog. zullen, benevens de overige Provinciën, niets redelyker vinden, als dat, in mindering onzer quote verftrekke", alhet geen wy reeds tot voorziening der traniche Troupes binnen onze Provincie zich bevindende,hebben uitpefchooten of nog verder zullen moeten fpendeeren en het welk den Franfchen Generaal Moreau ons heeft aan'de hand gegeeverï, als conform de intentie van Hun Hoog Mog. te zyn; zoo als wy ook op dien voet en onder dat accrochement, ons Confent in de voorfz Petitie ter Generaliteit hebben doen inbrengen; — terwyl wy bereid en te vrede zyn, om tot de teftitutie der aldus voorgefchoote penningen ten genoege van U Edele Groot Mogende te verbinden. ^ Edele Groot Mogende Eleeren ! by zonder e goede Vrienden, Na«ebuuren en Bondgenooten! zullen wy God Alinagtig bidden U Edele Groot Mog. loffelyke Regeeringe met alle prosperiteit en voorfpoed te willen zegenen. Onder ftond, U Edele Groot Mog» goede In het Hof Vrienden, Nagebuuren en van Zeeland Bondgenooten. te Middelburg De Staaten van Zeeland, den 12 Febr. Lager ftond, < j Ter ordonnantie van s dezelve. Was geteekend, IV. H. de Beveren. Waar op gedelibereerd, eh in agting genomen Zynde, dat devoorfchieting der benodigde gelden tot de voorfz Petitie voor de quote der overige Provinciën door deeze Provintie in die eoede trouw is toegedagt, dat iedere Provincie zyn verfchuldigd aandeel in dezelve, zonder daar voor ietwes te deduceeren, zal te berde brengen; is goedgevonden, de voorfz Miiiive by deeze te ftelien in handen van het Committé der tinancie, om een Concept te fuppediteeren op hoedanige wyze de voorfz 'Miffive van Zeeland door deeze Vergadering zoude behooren te worden beantwoord. A a unl*  Mijjhe van de Staaten Generaal met de generaale Petitie en Staaten van Oorlog. Ontfangcn ecnè Misfive van de Staaten 'Generaal der Verccnfy de Nederlanden-, gefchrecven alhier den 30 December 1794, daar nevens zendende de generaale Petitie, met den ordinaris cn twee ex'traordinaris Staaten van Oorlog voor dit jaar; alles breder hier na geinfercerd. Edele Mov. Heer en! -\7olgens het aloud en loiTelyk gebruik, hebben Zyne v Hoogheid enden Raad van Staaten daar toe, met'de gewoone plegtigheid in onze Vergadering verfcheenen zynde, aan ons op heden ovcrgeleeverd de generaale Petitie en Staaten van Oorlog voor den aanftaapde jaare 1795, beftaande dezelvcn ; Eerftelyk, in den ordinaris Staat van Oorlog, beneveé den extraordinaris Staat, beiden ingerigt in conformiteit van onze Refolutie van den 7 September 1792, en by Zyne Hoogheid en den Raad van Staaten gearrefteerd. En ten tweede, in de extraordinaris Staat van de Augmentatie, zo als die by onze fucceiïive Refolutien van den 6 en 21 February en 2 April 1793, is gearrefteerd; mitsgaders van die Augmentatie, welke, uit kragte vf onze Refolutien van den 16 January, 19 Mey, 16 fulj en 28 Auguftus 1794, gefchied is tot gedecltelyk remplacement van de Rrunswykfche en Anfpachlche Troupes, en van de- Munfterfche Regimenten, welke allen uit den dienft van den Staat zyn ontllagen; en waar by nog zyn gevoegd de Mecklenburgfche Troupes, omtrent dewelken tulïchen ons en den Hertog van Mecklenburg Schwerin, op den 27 September 1794 een vernieuwd Traétaat van Subfidie is geflooten; en welke Troupes Zyne Hoogheid en den Raad gevoeglyker geoordeeld hebben in deezen Staat van Augmentatie in te voegen, dan wel dezelven alleen op zich zelve, op eenen geheel opzettelyk geformeerden Staat te brengen. Welke generaale Petitie, ter pra?fentie van Zyne Hoogheid en den Raad van Staaten, in onze Vergadering met aandagt geleezen, en den inhoud, naar de importantie van de zaake, ovcrwoogen zynde, hebben wy', na vooraf hoogftgemelde Zyne Hoogheid en den Raad voor derzel' ver zorge, moeite en yver in het formeeren van dien, bedankt te hebben , goedgevonden de generaale Petitie en de voornoemde Staaten te zenden aan de Heeren Staaten van de refpeétive Provinciën, en by deeze aan U Edele Groot Mog., met verzoek, voor zo veel aangaat de cerftgenoemde beide Staaten van Oorlog, oin op de rigtigé betaaling der Polten, die, uit kragte van de Refolutien der refpeétive Bondgenooten, op dezelven gebragt zyn, de nodige ordre te willen ftellen; en het vern-ouwen, dat met opzigte tot de laatflgemelde Staaten, bevattende de Troupes van de Augmentatie, U Edele Mog., nevens de Heeren Staaten van de overige Provinciën, derzel ver C# fenten daar in met prompte fumiflementen bekragtig^ ten fpoedigften in onze Vergaderinge zuilen doen inbrerigen. 1Ioc  ik) m • ÏToc ké? mij Edele Mogende Hoeren! deézc Petitie, ai wederom eéne ryke en gewigtige (toffe opleevefd voor de beibiegéltègén van den Wysgeer en van den Staatsman j zo zullen' dezelve ditmaal niet ontleeden; liefit verkiezend'- dezelve op haare eigene verdtenrten te laaten berusten en aan het doorzigt van dé hööge Bondgenooten over tè laaten. Evenwel kunnen wy in een ftuk van dat gewist niet voorby twee po.inten aan te roeren, welke Van Veer nahy, op den ailergevaarlykften toeftand van zaakèrii waar in wy ons in dit Gémeenebeft beVmden, toepaflelyk zvn, en welkers verwaarloofmg onzen verhaasten ondergang ten gevolge zoude moeten hebben: wy meenén de volftrekte noödzaakelykheid, om den Staat met gereede Penningen by te ftaan; eri de Overtuiging^ dat, welke ook de ükzigteri op Vreede zyn mogen, geene pogingen middelerwyl moeten nagelaaten worden, om Onze onafhangclvkheid te handhaven, en om, zo doende tot een en gewenfehten en duurfaamen Vreede te geraa- CEri in de daad, indien niet Zyne Hoögheid en den Raad van Staaten fchier op iedere blaclzyde van deeze ge- , heraale Petitie derzelvcr onvermogen hadden aangetoond,; om de zaakert van den Oorlog langer te kunnen gaande houden, wanneer aan hun wierden ingehouden die middelen , zonder welken geen Oorlog kan worden gevoerd, eecne maatregelen voor de veiligheid van den Staat kunnen worden genomen; maatregnlen, waar van de noddzaakelvkheid door de Conferitèn zelvé der Bondgenooten wel zvn erkend, maar die wegens de onvrugtbaarheid dier Confenten, niet behoorlyk en Op. haar tyd kunnen daaiireileld worden: zd zouden wy by de llöoge Bondgenooten herhaald hebben de ïnftarftién, Welke wy by meet dan eene gelegendheid fedeït eenigen tyd aan dezelven öp dat onderwerp hebben gedaan. ., De zaak kan niet meer verbloemd worden; het publicq Credit heeft cenen gevaarlyken fchok bekomen, — en wy moeten het met innig leedwezen bekennen: naar maate de oniftandigheden van het lieve Vaderland meerdere opofferingen van het public in het algemeen kwamen te vereiffchen, heeft de ondervinding geleerd; dat het publicq Credit in eene evengehke maate heeft afgenomen ; zodanig, dat de Geld-Negociatien die den Raad van Staaten, op het verlangen van de Bondgenooten, tot actueel foulaas hunner Finantien, met uitlooving van ongewoon voordeelige conditiën heeft geopend, geen noemenswaardig fucces hebben gehad niet alleen, maar deeze nadeeltje0 gevolgen daar en boven hebben te weeg gebragt, dat de bereekening der middelen, waar op' men meende te kunnen ftaat maak en , misgeflaagen zynde, s Lanas diemt noodzaakclvk heeft moeten lydcn; . Blyft 'er dan, tot opwekking van dat Creditj wel een g ander middel over, Edele Mogende Heeren dan dat de Bondgenooten zelve de taak op zich neemen? het credit zal herteeven, wanneer 'sLands zaaken met vigueur kun.  C O neii doorgezet worden, en den Raadgeene belemmeringen ontmoet in de betaaling der onderneemingen en Levenrntien, welke tot diehftè van den Lande moeten gedaan worden, wanneer door uitoeflèning van meer dan gewoöne efforts, den Staat van bet Land üit desze'fs bekommerlyken toeftand worde gered, en de hoop op behoud van" Eigendom, Vryheid en Godsdienifc wederom beveiligd worde. Wy kunnen gcenfints twyftelcn, en beiooven ons val telyk , dat, met een inwendig gevoel van den calamiteufen Staat, waar in wy thans verfeeren in den geheelen Lande, U Edele Mog. nevens de Heeren Staaten0 van de overige Provintien, alsnog ieder in den haaren, (hoe groot de opofferingen ook tot dus verre, federt het begin van deezen rampfaligen Oorlog, bereids mogen geweeft zyn) alle de meeft kragtdadigfte middelen by de hand zullen .neemen, om, eer het nog te laat is, penningen te berde te brengen-, ten einde niets verzuimd ïnoge worden, om alle verdere calamiteiten voor den Lande voor te komen. Aan alle de Bondgenooten aan wien, nevens de goede Ingezetenen zo veel is geleegen aan de confervatie ert maintien van den Staat, beveelen wy die dierbaare panden op het plegtigtte-, tcrwyl wy onze oogen gëveftigd houden op die goedertieren Voorzienigheid, die zo zigtbaar by de opkomft van dit Gemeenebeft is geweeft; en het zelve zo dikwerf van den ondergang heeft bewaard; iö bet vertrouwen, en met ernftige bede, dat zy de vereefiigde pogingen, welke tot deszelfs confervatie moeten aangewend worden, met haaren beften zeegen mogen bekroon en. Waar mede eindigende, bidden Wy God Almachtig, Edele Mogende Heeren, U Ed, Mog. te willen houden iri Zyne heilige protectie. Onder ftond, Uwer Ed. Mogendheden goede Irt den Hage Vrundeil. den 30 Dec. De Staaten Generaal der ver* I794- eenigde Nederlanden. Was geparapheert, II. W. van Grootenray, vt. Lager ftond, Ter Ordonnantie van dezelve. By abfentie van den Griffier. Was getekent, 1 B.P.v.Le/yveld. Hooi  m Boog Mogende Heeren! T\g plegtighcid van het overbrengeii der Staateii " van Oorlog, geeft aan Z, II. en den Raad wederom gelegenheid, om, ter Vergadering van Ü Hoog Mog., naar gewoonte, deze en geene opmerkingen aan dezelve vrymoedig voor te dragen. Opmerkingen, welken, door de ömttandigheden des tyds, aan Z. H. en den Raad, als 't ware, in den mond- worden gelegd; en niet geheel ongefchikt zyn, om invloed te kunnen hebben op de bevordering der ware belangens van ons dierbaar, fchoon wankelend, en, door dat wankelen zelfs, nog dierbaarer geworden Vaderland. Maar het denkbeeld : Omfi'andi'gheden des tyds i Hoog Mog, Heeren! is thands zo gewigtig, de gefteldheid van Europa, zo buitengewoon, en de dakfche gebeurteniflèn zo ontzettend, dat men zich bykans niet durft wagen aan eene zo moeylyke en ingewikkelde befchouwing. Deze moeyJykheid groeit aan, wanneer men daarby bedenkt, dat men zich, uit de gefehiedenis van "ons Gemeenebeit', federt dat het zelve eenigermate geveftigd was, en een Staatkundig aanwezen verkreegen had, geeuen tydkring kan herinneren, waar in het Vaderland in grooter gevaar was, van* of door buitenlandfeh geweld, of, door inwendige verzwakking, zodanig te worden geichokt, verwrongen, of ortdermynd ,°dat de gevolgen daar van, door de meed verzwaarerde verbeelding, mogelyk nog naar gebrekkig zouden worden afgeichilderd Wie tog, "die gevoelt wat een Nederlander vroeger of laater taken, wat hy voor zich en voor de nakomelingfchap zoude zien verlooren gaan, wanneer hy, bet zy dan door inwendige magteloosheid, het zy door dwingende overmagt van buiten, zyn Vaderland zo laag vernederd zag, dat het den Kelk der harsfenfehimmigé Vryheid, tegen wil en dank, zoude moeten uitleecügen, kan zonder fchrik zich het lot voorftellen, hei welk dat Vaderland, en hem zei ven, by eene overmeestering van den Vyand, zoude te beurt vallen * maar wie is er zo blind of vermeeten j dat hy de tyden, welken wy beleeven, geen tyden van gevaar van dringend gevaar noemen zal? van gevaar niet alleen voor ons Vaderland, maar te gelyk voor de rufc, de veiligheid en den welvaart van geheel Europa. Dit gevaar in deze ogenblikken, geheel te ontveinzen, ofte verbloemen, zou onveïftandig; het zelve te ontkennen, zou roekeloosheid; het zelve, onoverkomelyk te oordeelen, kleingeeiligheid zyn; terwyl het zelve te zien; zonder verbyftering er op te blyven zien; en zo bedaard als kloekmoedig naar & 2 mid-  CS) , middelen te zoeken, om het zelve af te wenden; de ware helderheid, de egte fterkte en grootheid des geeftes is; eene grootheid des geeli.es, welke in elk Burger voortreflyk is, maar van het beltierend gedeelte der Natie, met regt, als eene hoedanigheid verwagt, èn als een pligt gevorderd wordt. Die zich by eene ftille kalmte aan het roer begeeft, moet zich door geen ftormen van daar laaten verjaagen; maar blyven ftaari , zo lang het Schip zelve nog niet verlooren is^ en zo verre is het, gedankt zy de goede Voorzienigneid; en de ernftige maatregulen, genomen door hun, wien de verdediging des Vaderlands is toebetrouwd, nog niet gekomen. Er zyn nog Armen en Schatten tot verdediging over. De oude moed, de oude hartigheid, en wysheid, om alle de Bronnen van zelfs behoudenis aan te grypen • en met Qpaarzame rykelykheid te gebruiken; ja, in één woord; alle die Vaderland' fche deugden, door welken onze Voorouderenpè gevreesd by hunne Vyanden, gezien by hunne Nabuuren, en geëerd by hunne Bondgenoten wito te maaken, hervat; met ernft en aanhoudendheid hervat; en men mag, onder den zeegen van God Almagtig, hoopen op eene gelukkige üitkomft. Het zien van het gevaar wekt dikwyls flapeni1 kragten op; en eene leevendige vbörfreliing vantó zelve, is dikwyls niet alleen voordeelig, maar zei Van de grootfte noodzakelykheid, om het vuur van dapperheid verder aan te blaazen en gezonken kr# ten te herftellen. Dit is by veele Natiën, getuig! de Gefchiedenis, zeer dikwyls van de grootfte ö gezegendfte uitwerking ge weeft. Zyne Hoogheid en den Raad kunnen, uit de g£; foeurteniffen van den vöorleeden Zomer, den g^ der Natiën, en den algemeenen toeftand van Eu» pa thans zeer natuurlyk afleiden, dat het, om vei' fig te zyn , voor een en Staat in 't algemeen, e" voor ons Gemeenebefl in 't byzonder, niet altoos genoeg is, magtige Bondgenoten-te hebben, gedutte Leegers voor, ja zelfs binnen zyne Grenzen $ zien, en groote Geldfommen aan alle kanten/ zien uitfehieten; maar dat er tyden en omftan lyke te doen, ten einde deze Zuilen ftaande te houden. Daar nu, in de eerfte plaats, het crediet, met opzigt tot het. Finantieweezen, als een grondflag voor alle de anderen kan en moet befchouwd worden; daar er zonder crediet, geen Geld, zonder geld geen Leger; geen Vloot; geene binnelandfche defenfie, noch te Land, noch te Water, kan gedaan worden; kunnen Zyne Hoogheid en den Raai piet  C n ) niet anders, dan by U Hoog Mog. op het ernftig» fte aanhouden, dat de hooge Bondgenoten hunne provinciale Kallen niet toefluiten, of agter openftaande Negotiatien fchuilen (welke tog te meer mislukken, naar mate men ze fterker dwingen wil,) maar dat zy> elk in den haaren, alle middelen in het werk ftellen, om door prompte betaalingen, als ook door het ftyven der provineiale Kallen, het vermeerderen en meer in circulatie brengen van het numeraire, blyken te geeven, dat men aan de onkel: en, welke men door zyne ingebragte confenten getoond heeft te willen en te kunnen doen, face maaken kan. Wat is tog het crediet anders, dan eene algemeene verzekerdheid, dat hy, die voor het gemeene Land arbeid; voor het zelve zyne kragten, gezondheid, ja zyn leeven zelf overheeft; of aan het zelve zyn geld ter leen uitgeeft; op zyn tyd, betaaling van zynen arbeid, het loon van zynen dienft, of van zyne geleende Gelden, ontfange; en de fchuldbekenteniften van zyne geleende Penningen, ais hy zulks nodig heeft, van Papier in Geld zal kunnen veranderen. Door crediet komt derhalven het Geld, het welk anders in de byzondere Kaften opgefloten was, en even goed in de mynen hadde kunnen verborgen blyven, in circulatie. Door crediet krygt Papier Geldswaarde, ook waar het vertegenwoordigde Metaal ontbreekt; door crediet vermeerdert dus het numeraire, in meer dan een opzigti en in zo verre is het, in eenen gezonden, en binnen zyne ware grenzen beperkten zin, waar; dat de Schulden van eene Natie, de Natie zelve verryken; uit hoofde dat zy het numeraire, door eene gtootere, fterkere en gemaklyker circulatie, niet in weezen maar in gebruik vermeerderen, en dus wel aan den eenen kant de Nationaale Sehnlden, maar ook te gelyk de Goederen en Bezittingen der byzondere Ingezetenen, doen toeneemen. Men zoude egter zeer verre van de waarheid afzyn, wanneer men daar uit wilde afleiden, dat men de Nationaale Schuld, tot in het oneindige, kan doen toeneemen, zonder de Natie in 'het uitterfte gevaar te brengen; ja dat men zelfs, zonder uitzondering, de Natie ryk maakt, door ze in Schulden te iteeken. Deze ildling in zulk een uitterfte is zo ongerymd, als of men ftaande hield, dat de fterkte van een Menfch alleen afgemeeten moeft worden, naar de hoeveelheid van Spys en Drank, welke men hem deed inzwelgen. Alles heeft in de natuur niet alleen zynen tyd, maar ook zyne grenzen. Van hier is het, dat men ook, aan den anderen kant, door eene voorzigtige fpaarzaamheid , zo wel het crediet van den Staat ontzien, en, ten dien einde, middelen uitdenken moet, om alle overtoL C 2 lige  hgë uitgaven af tc fnyden of voor te komeri. Spaarzaamheid en mildheid gaan gaarne hand aan hand* en verdragen zich onderling zeer wel. Dit niet alleen , maar zy zyn elkander zelfs dikwyls tot zeer veel hulp en onderftand. Het koomt'er maar op aan, dat de gronden waar op hunne fanienfternming geveftigd word, wel overlegd, en ftevig in elkander gevoegd zyn. Onkunde of eigenbelang mogen derhalven de fpaarzaamheid wel eens doen voorkomen , als een gevolg van den zogenaamden mercantilen geeft, aan den Nederlander eigen eri een eigenfchap van zynen bekrompen aangebooren aart, meeftendeels geneigd tot het verzamelen van Schatten, alleen om die te bezitten; en ongefchikt voor befchouwmgen van hooger vlugt, en handelingen van uitgeftrekter kring. Zy egter, die den gang der zaaken kennen, de kragten der Republiek weeten, en niet geheel vreemd zyn in de kunft om Volken te geleiden, die door ondervinding geleerd hebben, de ware, maar zeer onderfcheide belangens, van Verfchillende Natiën na te fpeuren en de verfcheiden nuances daar van na te o-aan hebben zekerlyk opgemerkt, dat er tuiTchen het Territoir van ons Gemeenebeft, het welk, hoe zeer beperkt, hoewel veelzins laag, en uit zich zelf, in vergelykmg met andere Landen, niet zeer vrugtbaar, egter met fpaarzaamheid, overleg, oplettenheid en naarftigheid bebouwd, veel, ja boven ver- wagtmg; oplevert, en het geheele ftaatkundigö Werktuig van ons Gemeenebeft eene zigtbaare analogie plaats grypt; welke ook, met opzigt tot het laatfte, eene kiesheid, en beleid in het aanwenden van deflelfs kragten aanbeveelt en vordert bv aldien men met het zelve iets wezenlyks uitwerken, en Vrugten plukken wil, zonder den Boom af te Kappen. Hier uit nu volgt, dat men het crediet van den Staat, vooral m tyden van Oorlog, wanneer de B* hoeftens meemgvuldig en buitengewoon zyn, in allen opzigte, ftyven, en onderfteunen moet - zelfs door middelen, waar van men anders niet 'zoude verkiezen, zich te bedienen: ja dat men, op alle inogelyke wyzen, het vertrouwen winnen moet van Imn, wier dienft hulp, en arbeid men niet ontbeeren tan*:en zulks ten einde in ftaat te zvn, om die middelen dadelyk by de hand te neemen welken het belang des Vaderlands, berekend naar deszelfs inwendigen toeftand en de uitwendige omfta* digheden,' aanraden. b Tot ftyving van dit crediet zyn er, in de tegenwoordige gefteWheid van zaaken ] twee dingend dig. I) het tydig by een verzamelen van eene genoegzame» hoeveelheid van contant Geld; of het geen m de plaats van , contant Geld by reprcfentatie daar  c k) i , , .... daar voor zoude kunnen in omlocfp gebragt worT den: e) het inftellen van een generaal en geregeld werkend Fonds tot afioflïng der gemaakte Schulden; of tot intrekking van het geen by reprefentatie in plaats van gemunt Goud en Zilver word geëmployeerd. Het eerfte moet by eene zekere Tsegoriatie, of door het invoeren van eene hoeveelheid Papierengeld, genoegzaam voor de behoeften van het volgend jaar, gevonden; en voor het andere, door buitengewoone contributien tot de extraordinaire defenfie, gezorgd worden. Buiten deze twee middelen kan Zyne Hoogheid en den Raad er geene uitdenken,.-om het crediet ftaande te houden, en de nodige uitgaven te kunnen doen, ten einde het Land tegen den Vyand te verdedigen, en vervolgens denzelven van onze Grenzen en uit de veroverde Landen te verwyderen. Aan het in train brengen van deze twee middelen (waar van Zyne Hoogheid en den Raad de executie aan de hooge Bondgenooten gaarne overlaaten, maar tevens ten fterkften aanbeveelen) moet met hartigheid, met ter zyde fteUing van byzoiidere belangens, met fpoed, ftandvaftigheid, en eendra gtigheid gewerkt worden. Zonder dit is het Vaderland niet te redden, noch de zaken der gemeend defenfie aan den gang te houden. Zonder dit kunnen Zyne Hoogheid en' den Raad niet inftaan, dat er eene by de Bondgenoten mogelyk niet genoeg geirppramendeerde, maar by Zyne Hoogheid en den Raad, lang gevreesde, vooruitgeziene en meer dan eens gewaarfchouwde ftilftand, in den omloop deS Blocds van het ftaatkundig Lighaam, op eens, zodanig zoude plaats grypen, dat de kragten der verdediging van zelf ophielden. ' Wat kan het tog baaten. Hoog Mog. Heeren! dat den' Raad (welke wederom eerlang byzondere Petitiën, of fuppletoire van de nog loopende zal moeten doen, tot verfchillende objecten, zo tot herftellingder Krygsmagt zelve, ais tot de benodigdheid voor dezelve) Petitiën doet, wanneer dezelve geconfenteerd worden, met accrochementen, dat de Quotcs van fommige der confenteerende Provinciën, van Generaliteits weege, by Geldleening gevonden zullen worden; en zulks, na dat men reeds; by ondervinding, gezien heeft, dat het onmogelyk is, die Penningen by Geldleening te vinden: vermits men zelfs tot nog toe de Qüotes van vorige Petitiën, op die wyze, nog niet heeft kunnen voldoen; wanneer deze wyze van confent te dragen verder tot zyn gevolg heeft j dat andere Provinciën; by volgende confenten, declareeren: zich wel niet te willen onttrekken aan de gemeene zaaken, maar' in tegendeel alle uitterfte pogingen te willen doen ; tot het afkeeren van den gemeenen Vyand, maar D eth=  échter te gelyk vcrklaaren, dat, alvorens eenigê verdere betaalingen te doen; de andere Provinciën hunne agterftallen, op de vorige Petitiën, zullen moeten hebben afbetaald; een Declaratoir, Hoog Mog. Heeren, het welk, na dat de hooge Bondgenoten het bepaald negotieeren voor ïbmmigc Provinciën ■, welke voorgaven önmagtig te zyn, (fehoon denR.aad daar altoos veel zwarigheid in gezien heeft) hebben toegeftaan en op dien voet de Petitiën hebben gebragt ter conclufie, geheel en al ontydig is, ja noodzakelyk ftrcmrning en Verwarring moet veroorzaak en. Zo dra tog het afbetaalen van eene Quote door Hun Hoog Mog. zelve is af hankelyk gemaakt, van het welgelukken eener Geldleening, kan men, in het vervolg, de bctaaling del1 Quotès,, op eene volgende Petitie, niet vaft maak en aan de aanbetaaling van de agterlyke Provinciën, welken alleen door het mislukken der Geldleening agterlyk gebleeven zyn; en door welk Declaratoir, dadelyk, aan.den Raad, met opzigt tot zodanige Petitiën, de handen gebonden, en de geconfenteerde Gelden als 't ware, buiten hiinne handen, gehouden worden. Dit zal den aandagt van U Hoog Mog. niet ontgaan , wanneer dezelve zich flegts eens gelieven té ftellen in de fituatie, wnar in Zyne Hoogheid en den Raad door dusdanige Confenten zich meer dan eens gebragt zagen; en wanneer dezelve hetembarraflanté daar van eenigzints gelieven te penetreeren, zullen dezelve zich niet verwonderen, dat men allefterktë van geeft, en zelfs daar by eene zekere Stoicynfche ongevoeligheid nodig heeft, om de Schuldenaars van den Staat, in groote verlegenheidj ja in perfoneelyke bekommernis geraakt, te moeten afwyzenj en echter met yver, aanhoudendheid en ftandvaftigheid, aan de zaaken der gemeene Unie en del. te blyven voortwerken. — Zyne Hoogheid en den Raad kunnen daarom niet genoeg daar op aanhouden, dat hier in beter voorzien en voor zodanige verhinderingen gezorgd werde; en dat ten dien einde 'sLands crediet, het zy op de voorgeflagen,hei zy op eene andere wyze, naar de hooge wysheU der Bondgenoten, welker befluiten 2yne Hoogheid en den Raad met groot verlangen afwagten, ftaande gehouden en geftyfd werde. Zyne Hoogheid en den Raad zouden vervolgen! ook over de andere Zuilen van veiligheid en welvaart veele gewigtige refleéHen aan U Hoog Mot kunnen voordragen; dan zy vermeenen, niet alleen daar door dé aandagt van Ü Hoog Mog. deze reitf te lang te zullen ophouden , maar zvn tevens overtuigd, dat, wanneer aan het eerfte 'dadelvk en ntf een gelukkig gevolg de hand gelegd werd", van zeüs zoude volgen, dat, voor zo verre de tegenwoordige nood verdicht, aan de andere onderwerpen yrugï-  C 15 ) ,. i vrügtbaar zoüde kunnen*, en dadelyk zal gearbeid worden. Gelyk tog de Armee van den Staat, bèboorlyk aangevuld , voorzien , was het mogelyk , vermeerderd, en volkomen in Haat gefield om dienft tê kunnen doen, alle vertrouwen inboezetnd;feen vertrouwen, gegrond op de ondervinding van twee Véidtogten, welke beide geleerd hebben, dat het aan geene dappere verdedigers van den Vaderland* fchen grond ontbroken heeft; en ook niet zal ont-; breken; zo anders de middelen tot hun onderhoud niet ophouden) even zo heeft den Raad geen tyd verruimd; geene gelegenheid gefpaard, geen moeite Ontzien, om, zo verre hun daar toe de nodige Penningen in handen gefteld werden; voor de Magazynen te zorgen, en te arbeiden aan het verfterken der Frontieren; gelyk zy nog daar mede onophoudelyk naar de tegenwoordige behoeften bezig is. Zynde ai het geen, in deze of geene Provincie, zoude mogen geoordeeld worden, met dien fpoed niet verrigt te zyn, welke men aldaar (mogelyk niet met het grootfte regt) verwagtej niet aan gebrek aan yver of werkzaamheid by den Raad, maar aan zodanige oorzaken te wyten, welker wegneeming buiten het bereik van den Raad was; gelyk zulks nog onlangs by eene gepafte gelegenheid door den Raad evidentelyk, aan een der Bondgenoten, tot wegneeming van alle vermoeden, is aangeweezen. Zullende het in 't algemeen Zyn Hoogheid en den Raad aangenaam zyn, dat by het minfte vermoeden, zulks in byzonderheden aan denzelven Werde bekend gemaakt: ten einde niét alleen in de daad buiten alle berisping te zyn; maar ook te fchynen. En wat de zeemagt van den Staat aangaat, hoe klein dezelve ook, in vergelyking der vorige eeuwe zy; ook daar van heeft de ondervinding geleerd, dat men veel verwagten kan, vooral in de tegenwoordige gefteldheid van zaken; waar in de veiligheid van den Staat, voor een zeer aanmerkelyk gedeelte, in haare rivieren en ftromen, ö'nmiddelvk, gelegen is. Het is ook daarom te wenfehen dat het crediet van den Staat de nodige veerkragt en ftertte aan dit, anders zo verzwakte, gedeelte van 's Lands yaftigheid, zal kunnen geeven. Onze Republiek tog heeft aan haare marine eenen onvergelyken roem, en de bronnen van haren welvaart en grootheid te danken. Zy voerde, door dezelve, de fchatten harer vyanden in hare havens, en fteldé Zich in ftaat om den vyand met verdubbelde kragten, tebeftryden ; zy werd vervolgens, door fcheepvaart en handel , boven. alle verbeelding, fyk en" magtig. Zonder marine kan zy ook nu, noch haren handel beveiligen en uitbreiden, noch hare beD 2  zittingen in het Ooften en Wetten verdedigen;-en dienvolgens kan ook zonder de marine het crediet van den Staat, noch hcrfteldnoch gehandhaafd werden. En wat zal Zyne Hoogheid en den Raad aan ü Hoog Mog. voordragen , nopens het nemen van maatregulen tot handhaving van de'ruft in Europa? Eene .gewigt'ge taak in dit tydftip, en met opzigt tot de natie en de nakomelingfchap van eenen ukgebreiden en gewigtigcn invloed! Men behoeft voorzeker niet lang naar bewyzen te zoeken, ten- einde overtuigd te worden, dat 'er in Europa ruft en ftilte nodig is, om tot verademing te komen , de ordre te herftellcn, en , zo doende, nieuw leven aan de verftyfde, verdorde, en uitgemergelde deelen van het groot ftaatkundig ligchaam der Europeefehe Mogenheden te geeven. De tegenwoordige oorlog heeft daar uit zyn oorfprong genomen, dat men de grenzen der burgerlyke, ftaatkundigc, en godsdienfligc vryheid, tot in het oneindige, heeft willen uitzetten, en dat men, zo doende, gcenpalen erkennende, de ftaatkuftdige vryheid tot regeeringsloosheid, en de godsdienftige tot ongodsdienftigheid, in eenen groveren of fyneren zin, heeft uitgerekt. Dit is wederom niet toegegaan, zonder tegenftand, aan de zyde, zo wel van Vorften en Regenten , als van het voorzigtigfte, fchoon dikwyls niet het grootfte gedeelte der natiën, De algemeene betrekkingen, tuffchen de Mogenheden van Europa zo wel, als derzclvcr byzondeft belangens en bedoelingen, zyn mede in het fpclgekomen; cn zo doende is 'er een oorlog, met herhaalde uitbarftingen, voordgekomen; waar van in 't algemeen het oogmerk vooraf niet genoeg bepaald, de beftemming der byzondere bedoelingen niet genoeg was geregeld, en tot een geheel faasjgevoegd; en waar door, zo wel als door een hé} van toevallige gebeurtenifTen, de uitkomffc verre is afgeweeft, van het geen men zich daar van, in hei algemeen, fchynt te hebben voörgefteld. De ty zonderheden van dit alles aanteftippen zoude een werk zyn van verba zenden omflag , ingewikkeldheid en doordeszelfs kiefchen aart, zelfs, niet gefchife' om in 't algemeen van dat nut te zyn, het w$ men egter daar mede bedoelen zoude. Maar wat zal van dit alles het einde zyn? # is zeker, dat alle oorlogen op het laaft in eenen vreede, hy zy dan hoe hy zy, eindigen. Zelfs* Gothen cn Wandalen zagen zich, na alles verwO^ te hebben, eindelyk , door honger en peft f noodzaakt, de wapens te laten ruften, de ploeg*" te grypen, en zich met het gering overfehot hm'1 ner overwonnenen , ten einde den gczamei#'e; honger te ftillen, eindelyk te bevredigen. No°c  . O?) lottige vrede, die, langs zulk eenen weg, en doof zulke middelen, wordt daargefteld! Egter zal hy, die met een wysgeerig ftaatkundig oog Europa doorwandelt, en herdenkt, wat 'er van den vrede van llubertsburg en de cerfte verdeeling van Polen af, tot de onlangs voorgevallene verovering van Warfchauw; van het noorden tot het zuiden toe, als mede met opziet tot Noord - America, zo in het theoretifche vak der ftaatkunde befchouwd, als eene weetenfchap gedagt , en gefchreven ; gelyk ook, op het ftaatkundig toneel van Europa, vertoond, of in de de kabinetten verhandeld is (zo verre zulks op deze of geene wyze is openbaar geworden) niet de mogelykheid befeffen, dat de eene oorlog uit de andere voordfpruiten, de behoeften vermenigvuldigen, en eene foorrgelyke uitkomft als die der middelecuwe, ook nu, het eindelyk gevolg van alle beroeringen en verwarringen zoude kunnen zyn. De Voorzienigheid verhoede egter, dat dit het lot van het tegenwoordig Europa zy! Zy roepe, alvorens de zaken tot die uiterften gebragt zyn , door den weldadigen arm harer almagt de ftrydénde volkeren, bellisfend, toe; tot hier toe en niet verder! Wenfchelyk was het voorzeker, dat eens eene tweede Weftphaalfche vrede die ruft, die orde, die burgerlyke, ftaatkundige, en godsdienftige vryheid hcrtttlde, nader ontwikkelde, en beveiligde, tot welke de eerfte, na eenen langdurigen, Moedigen, en allerverdcflykften oorlog, onder den naam van den dertigjarigen doorgaands bekend, de grond gelegd heeft. Akelig en fchrikbarend was de gedaante van Europa in dien tyd, ja het fcheen, dat deszelfs grootfte gedeelte in den afgrond der barbaarsheid zoude te rug zinken, waar uit het, byhet licht der hervorming, opzigtelyk ftaatkunde engodsdienft, nauwlyks het hoofd had opgeheven. En wat zou 'er zelf, byaldien deze vrede niet totftand gebragt was, van ons, toen zo klimmend, gemeenebeft eindelyk geworden zyn? De tegenwoordige toeftand der natiën van dit befchaafde waerclddeel, zo wel van elk hunner op zich zelf, als van die allen, in betrekking tot eikanderen, is wel, in veele opzigten, zeer ongelyk aan die, welken, byhet begin der onderhandelingen over dien vrede, plaats had; maar heeft tog daar mede eenige gelykheid , byzonder daar in, dat de worftelingcn om burgerlyke, ftaatkundige, en godsdienftige vryheid, waar toe de hervorming tot welzyn van het menfehdom, den eerften ftoot gegeven had, dien oorlog berokkend hadden, even gelyk de bovenmatige, en buitenfpoorige denkbeelden omtrend dezelve onderwerpen , federt eenige jaaren, gifting, onruft, en cin-  O») delyk dezen oorlog ïn Europa hebben voordgebragt. Is 'er zelfs niet een punt van vergelyking daar in te vinden, dat de voordduring van dezen oorlog, Europa met een despotismus der vryheid dreigt, gelyk de dertigjarige het déspotismus der dwinglandy tot hare hoofdbedoeling had? De menfchelyke driften en ondeugden, hoe verfchillend in den aanvang, voeren dikwyls tot dezelfde uiterften; en het oorlog geneeft deze kwalen niet. Het mogj de kragten wegnemen, éri daar door de driften mi tigen; de woede beteugelen, en door overtuiginj van de onmogelykheid, om door geweld zyne ba doeling'te verkrygen, leiden tot gematigder gedagten. Maar de middenweg, om nnmclyk met bedaardheid en fterkte, gebreken optefpeuren en te verbeteren; om menfehkunde en menfehelyk gevoel optezamelen en te beoefenen ; om weivaard , deugd cn volksgeluk te bevorderen, kronkelt zagtkens en effen voord, onder-de febaduw der olyfbomen. Alle natiën van Europa, de oorlogende zo wel, als die weinigen, welke orzydig gebleven zyn, hebben belang, dat 'er, aan eenem algemeen cn, aan eenen welgeveftigden en beftendigen Vrede, met verftand en deugd , wordt gearbeid. Denzelven, of fteunend op zyne kragten van de hand te wyzen; en de uitkomft, die in alle menfehelyke zaken, maar vooral in den kryg, onzeker is, aftewaj ten; of lafhartig met gebogen kniën by den 'vyand te zoeken, zyn beide klippen, welke zorgvuldig kunnen vermyd worden. Maar met dat alles blyft de zaak zelve gewigtig en noodzakelyk. De natiën allen hebben ruft, en verzagtende middelen , zy hebben bedaarde ogenblikken', noodig; ten einde zich met eikanderen teverftaan, en zich van hunne wonden te herftellen. Ons gemeenebeft is nog daarenboven verre meer gevormd naar Vreede dan naar Oorlog. Het zelve begeert geene veroveringen, en vindt daarom , zelfs in overwinningen, meer fchade dan voordeel. In volle kragt kan daarom op onze Republiek worden toegepaft, het geen de Advocaat generaal talon by zyne allergewigtigfte aanfpraak tot den minderjarigen Koning Lodewyk den XIV. en zyne Moeder Anna in eene openbaare byeenkomft van het Parlement, in den jare 1648 zeide: De palmen en laurieren, om welken optekweken, men duizenden in ellende 'fiort, moeten niet onder de planten gereekend worden, om dat zy geen yrugten dragen, waar mede men zich voeden kan. Duizende armen, beroofde, weggedrevene ingezetenen, roepen met tranen om vrede: en de godsdienft, dien wy belyden, gebiedt vrede, liefde en famenftemming; zo wel onder volkeren, als onder menfchen. Hoe zeer tog de oorlog, naar eenige nieuwere  C 19 ) wcre denkbeelden, onder de weldaden der Voorzienigheid te tellen zy; hoe zeer, door dezelve, de Akkerbouw, de lnduftrie , en Koophandel bevorderd , vermeerderd en aangewakkerd ; ondeugden beteugeld; de zwakheid, en het ftaatkundig bederf der naden, uit eene langdurige ruft voordgefbroten, herftekl; en aan hét nationaal karakter Hevigheid en veefkragt mede gedeeld moge worden; zo blyft het, zelfs'naar diezelfde leiding van gedagteu, waar; dat deze weldadige bcftelling der Voorzienigheid , even zo hare vrugtbare gefchcnken uitdeelt, als het ouweder; het welk, niet tegenftaande eenige verwoeftingen, de natuur wel verjongt, het evenwigt in, den dampkring wel hcrftelt, en aan bomen en planten, akkers cn beemden, als 't ware, eene nieuwe , eene zig hervattende vrugtbaarheid mededeelt; maar egter, zal het die uitwerkingen hebben, noch lang aanhoudend, noch telkens wederkomend ; maar zeldfaam en kortduurend, ja dit laatfte zelfs, in evenredigheid met deszelfs hevigheid , wezen moet, Te regt dan zugt het üfgeürcden Europa, na eenen zoo hevigen, koftbaren, en verderfiyken oorlog, om ruit; en het was te wenfehen, dat men een puttf van véréenigingvinden kon , waar in de ftrydendemagtenzich zamen aantrefTen; en waar uit zy allen , aan een duurzaam vergelyk konden arbeiden. Voor twee en meer eeuwen was de vrees voor de Ottomanifche Porte; in hoedanigheid van den openbaareh vyand der Chriftenheid , het grootfte middel van vereenigïng tuffchen de Mogenheden van Europa, in 't algemeen; en bewaarde fomtyds' den vrede lunchen die Mogenheden, of vereenigde dezelven nader met elkander. Maar wat zal nu het aanüoorend middel tot deze vereenigïng kunnen zyn? Z.H. en den Raad meenen, dat de zugt tot anarchie en ftaatkundige geeftdryvery, twee vyanden der Chriftenheid zyn, zo gedugt, als immer de bovengemelde geweeft is: en dat deze twee wangedrochten niet beter kunnen beftreden worden, dan wanneer de Mogenheden zich allen vcreenigen, om den vrede niet alleen ernftig te zoeken, op goede gronden te treffen, en dien ftandvaftig te bewaren, maar ook vervolgens zich te beyveren, om door een wys, voorzigtig, en deugdzaam beftier (waar voor tog bykans alle regeeringsvormen vatbaar zyn) de Natiën te overtuigen, dat men in Regenten waarlyk de Vaders en weldoenders der Ingezetenen vinden en eerbiedigen kan: en dat de Ingezetenen eens eindelyk begrepen , dat 'er geen Regenten of Regeeringsvormen zonder gebreken zyn ; dat men met Jydzaamheid die dragen, en de voordeelen met vergenoegdheid genieten moet. Dat zugt tot nieuw- E 2 hei 6,  C 20 ) beid wel eens verbetering in de bedoeling heeft 4 maar vererging in de uitkomft voortbrengt; en daf burgerlyke onluften en beroeringen de ware geesfels zyn, waar van zich de Voorzienigheid dikwyls bedient, om Natiën te kaftyden. Reeds in de zestiende eeuw hoorde men, daaromtrent, leffen, en kreeg men wenken van een der eerfte verftandcn van dien tyd, welken den ftaatkundigften wysgeer zich, in de agtiende, niet behoeft te fchamen. Maar welk eene Mogenheid is dan gefchikter', om zulke onderhandelingen aanteraden, daar in voor* tegaan, ja, om by dezelven den toon te geven, dan ons Gemeenebeft? Niet als de eerfte in rang; niet als de voomaamfte in magt; maar als die, welke in veele opzigten het middenpunt is der Europefche Mogenheden, die wegens hare vredelievende beginfels, haren afkeer van veroveringen, en goede trouw in het aangaan en volbrengen van verbinteniflèö, en eindelyk haare onafhankelykheid, meer dan eenige anderen moet geoordeeld worden, om den vrede te willen, en te kunnen zoeken, en geene buiten' fporige eifchen, in vriend of vyand te zullen voorftaan en verdedigen; die, weegens haren handel, in betrekking ftaat met hun allen; en de handel van welke allen by de hare zeer veel belang heeft; die, , daarenboven, destemeer bevoegd is, om by de Europeefche Mogenheden op den vrede aantedringen; uit hoofde dat zy het fteunpunt is, waarop, thans vooral, het waggelend Europa nog eenigermatevaöftaat: cn wiens val dien van veelen, magtiger dan zy zelve is, vroeger of later, zoude na zig Hepen! ja tegen de magtigften zelfs, nieuwe bronnen"van tegenftand zoude openen, waartegen zy waarfchynlyk niet beftand zoude zyn. Maar aangezien geene vrede, met eer en voordeel, kan verkregen worden, ten zy hy, die dezelvcernftig begeert, tevens in ftaat zy, om zyne redelyke eifchen gewapenderhand aan te dringen; en de on< redelyke vorderingen des vyands kragtdadig tegenteftaan; kunnen Zyne hoogheid en den Raad niet genoeg daar op dringen, dat, hangende alle vredelievende overwegingen , uitzigten en wenfehen , de Bondgenoten in geene opzigten hoegenaamd , de handen zullen laten flap hangen, maar in tegendeel den Raad door pecunieelen onderftand zullen in ftaat ftellen, tot het doen aanwerven der verlorene manfchappen, en tot het verzorgen der krygsbendeflGelyk ook de veiligheid onzer tegenwoordige frontdoren , grensfteden , ftroomen , zeegaten met verdubbelden yver moet by de hand genomen; en met alles, wat de kunft en het beleid vermag, voordgezet worden, ten einde men, met alle menfcbelyfc geruftheid, en zonder eene, in zodanige onderhandelingen altoos zeer onvoordeelige , ja" dikwyls onlief  ( 2-1 ) herftelbaar fcbadclyke overhaafting » aan de hertelling der algemeene ruift zoude kunnen arbeiden. Alle verflapping is in deeze oogénbiikken gevaarlvk, en allé vertraging önvérantwóordeïyk. In de onderhandelingen over den Westphaalfehe vrede, bragt men, door wapens en overwinningen, deftrydende, van ftap tot ftap, tot gematigder eiflehen; tot dat eindelyk de vrede, het doelwit van alle oor, onverwagt opdaagde; aan veele Landen als een nieuw leven mededeelde; en ook aan ons Vaderland een geveftigd aanzyri verfehafte. Zyne Hoogheid en den Raad vertrouwen eindelyk,' dat de, zo nodige, invloed dezer Republiek op de tegenwoordige behandeling der groote zaken van Europa, en het maaken van de nodige fehikkingén met andere Mogenheden, in deze hagchelyke ogenblikken , voomamelyk daarheen zullen ingerigt zyn, om de Republiek in haare defenfie te onderfteuneh, en voor haare belangen te zorgen, ten einde aan de uitzigten op eene algemeene aflegging der Wapenen, geruftelyk en bedaard te kunnéri voortwerken. De Republiek heeft, van haare zyde, meer zelfs dan men van haar hadde kunnen eiflehen, gedaan; en zy mag dan ook, met allen grond, vcrwagten, dat nieh haar niet ten prooi van haare Vyanden zal overlaaten, ofte vorderingen doen, welken haare kragten te boven gaan. Zyne Hoogheid en den Raad vertrouwende, dat deze haare bel'ehoUwingen cn gevoelens , ook die zyn van U Hoog Mog., en van de hooge Bondgenoten, zullen daarom deeze hunne overwegingen niet langer tütftrekkëni Alles kan, op zulk eene ftofte, in dit tydsgewrigt ,• niet gezegd; maar veel moet 'er flegts met den vinger of van ter zyde aangeroerd , en aan de overweging worden overgelaaten. Zyne Hoogheid en den Raad verheugen zich met dankbaarheid, dat de goede Voorzienigheid, welke deze Republiek, in veele hagchelyke ogenblikken , bewaard, en van den ondergang des" ver-" derfs , meer dan eens, heeft weggerdkt, ook nu, dezelve, tot hier toe, heeft ftaande gehouden; en weniéhen vieriglyk, dat diezelfde goedheid haare hulp aan het Vaderland, verder, niet ontzeggen, maar met haaren öiagtigen arm dezelve befehermen, en redden zal. Het is in deze hoop, de fterkfte dryfveer, in dezen gevaarlyken tyd, tot werkzaamheid en iever, voor het belang des lieven Vaderlands , dat Zyne Hoogheid en den Raad aan U Hoog Mog. overbrengen: i) Den ordinaris Staat van Oorlog, benevens den' ExtraoruinarL>, beide ingevolge de Refolutie van U Hoog Mog. in dato 7 September 1792 ingcrigt, cn by dezelve gearrefteerd : zullende het aan li"Hoog Mog. blykens den Staat fub No. U agter F deze  ; C 22 ^ deze Petitie gevoegd j confteeren , dat die beiden de,by de Bondgenooten bepaalde, fomme niet te boven gaan» 2) Den extraordinaris Staat van de Alimentatie, ingevolge de Refolutie van U Hoog Mog. in dato den 6 en 21 February, als meede 2 Auril 1793, gelyk ook die Augmentatie, welke, uit hoofde dat de Brunswykfche en Anfpachlche Troupen, gelyk ook de Munfterfche Regimenten, uit den dienft van deze Republiek zyn ontfiagen, tot gedeeltelvk remplacement derzel ven geiehied is; ingevolge Ü Hoog Mog. refpective Refolutien, in dato 16January, 19 Mey, 26july, en 8 Auguftus 1794, gelyk ook hier bygevoegd zyn de Mecklenburgfché Troupen, over welken een vernieuwd Subfklie-Traetaat gefloten is tufdchen U Hoog Mog. en den Hertog van Mecklenburg Schwerin, in dato 27 September 1794; en welke Troupen gevoeglyker in dezen Staat der Augmentatie, ingevoegd, dan alleen op eenen geheel afzonderlyken Staat, daar toe opzettelyk teformeeren, gebragt werden: Zyne Hoogheid cn den Raad zagen met genoegen, dat 'er, door de Bondgenooten, op de Staaten van Oorlog voor den jaare 1794, geene, of weinige reHeelden zyn gemaakt, en dat die, welken de Provinciën Gelderland, Utrecht en' Overyffel opgaven, van dien aart zyn, dat daar omtrent gemaklyk aan het gerequireerde dier Provinciën voldaan, bf deswegens de nodige elucidatie gegeeven kan worden. De Heeren Staaten van Gelderland confenteeren, onder inhaefie van de remarques, by hun confent ia de Petitie van het jaar 1793 gemaakt, in zo vent die nog van applicatie zyn; fpecialyk met opzij: tot de reflectie omtrent de poft van Logisgeiden, Scheeps- en Wagenvragten. Dan Zyne Hoogheid en den'Raad vertrouwen,dat zo verre deze refieclien den kring der werkzaamheid van den Raad fpecteeren, men van dezelve geene andere opIoiTing of elucidatie verwagten kan, dan die, welke by de generaale Petitie vanden jaare 1794- gegeeven is, by welke Zyne Hoogheid en den Raad, om die reeden, insgelyks blyven perfilleeren. Met de reflectie van diezelfde Provincie óver de poft van ƒ30000- o- o voor den Ambafladeur in Vrankryk, en de Tmótementen van deszelfs twee Predikanten, als of die poften van den ordinaris Staal van Oorlog behoorden afgelaaten, ófwel, by memorie,'gebragt te worden, kan den Raad zich niet conformeeren: immers niet, tot zo lang zulks aan haar, van wegens ü Hoog Mog. is verzogt; en dit te minderom dat het onzeker i<;, of niet moge lyk, onverwagt, dezen Póft zal herleeven; en 'er daar en boven, by de Refulutie van 7 September  ' . . . V. 23 } , . , . f-92. bl. 5ö , gezorgd is voor de liquidatie van foortgelyke poften; by aldien dezelven langer daii een jaar onvervuld blyveft; en het dus, voor zo verre den Raad zulks inziet, de intentie der Bondgenooten zelve, fchynt geweeft te zyii, om geen poften, ook dan, wanneer men dezelven alsflapende zoude kunnen aanmerken, van den ordinaris vStaat van Oorlog af te laaten; waaronlme den Raad zo lange aan die intentie moet voldoen, tot nat zy van eene andere, van wegens Hun Hoog Mog, zal wezen geïnformeerd. Gelyk den Raad insgelyks gaarne de Traétëmeritert yan Zee-Officieren , als zynde voorzeker aan liquidatie onderhevig, op den extraordinaris Staat vari Oorlog brengen zal, zo dra de Bondgenoten deswegens eene Refolutie by Hun Hoog Mog. effectueeren: zynde anders den Raad gehouden aan het fchema van den ordinaris Staat, zo als het zelve by de Refolutie van dato 7 September 1792'isvaftgefteld; moetende Zyne Hoogheid en den Raad egter reflecleeren, dat het quotes gewyze repartitieeren van de gemelde Tracïemertten y aan het oogmerk der gemelde Heeren Staaten niet geheel zoude voldoen; uit hoofde dat de gemelde Trafteménten, door het dadelyk dienft doen der Zee-Officieren (geduurende welken tyd die Traftementen cefleeren3 aan gëduurige en vry aanmerkelyke veranderingen en furebeances onderhevig zyn. Gelyk ook den Raad het oordeel over eene andere reflectie van de Provincie yan Gelderland aan de hooge Bondgenooten zal overïaaten: waar namelyk," en wanneer , den Raad der Colonien in de Weft-Indiën, verantwoording zal doen van de honderd zes' en zeftig duizend guldens, welken, ten haare behoeve, op den Staat van Oorlog, cn ter repartitie van Holland, gebragt zyn. De remarque nopens de Seheeps-Artilleriften vervalt thans' geheel en al ,• aangezien de Soldyen, geheel verdiend wordende, deswegens geene liquidatie te paffe komt;, en voor zo verre zulks bet voorïédenë fpecteert, is dit onderwerp,7 by de Petitie' van den vooileeden jaare, aireede in het ligt gefield; zonder dat men, in déze, cenigen grond ziet/ waar op' men alsnog zoude kunnen'inftcéren op eene gedeeltelyke liquidatie, zynde namelyk alle dePenningen, wegens deze Compagnien , op den Staat vah 0'ötlog gebragti of dadelyk tot foldyen of tot aanritsgelden' geemploycerd; en dus geene termen meer overig, "tot het vorderen van liquidatie.,. En wat de geduurige verplaatzing van P'eniioenen aangaat, és méede de reflectie, dat men dezelve op die Provinciën behoorde te repartitieeren , binnen' welke de Officieren, welken dezelve genieten,thans behoóren, daar omtrent kunnen de Provinciën zich F z: Ver-  C 24) verzekert houden, dat men genegen is, alle mogelyke infchikkelykheid te gebruiken: maar daar en tegen gelieven de- Bondgenoten egter in aanmerking te neemen, dat deze Penfioenen, zynde poften van geringe fommen, doorgaands gebezigd worden, om de quotes der refpective Provinciën aan te vullen, en te egalifeeren; waaromme men niet altoos der zeiver plaatfing naar welgevallen kan regelen, t En daar de Provincie van Gelderland teregtheeft geremarqueerd, dat zy, boven haare quote, op den Staat der Augmentatie voor den jaare 1-794, is aa0" geflagen geweeft, heeft men daar op, by dezen Staat agt genomen, en diezelve Provincie beneden haare quote gefield: waar door van zelf eene egaliteit is te wegc gebragt. Met opzigt eindelyk tot het gedeclareerde der Provincie van Gelderland, nopens den poft voor de Marine op den Staat van Oorlog, kan den Raad niet anders, dan by deze voor herhaald houden, het geen zy, by de generale Petitie des voorleden jaars, des aangaande, heeft voorgedragen. De Provincie van Utrecht heeft verzogt, dat 'er geene uitïïervende poften van den extraordinaris Staat van Oorlog, zonder benoeming der Perfoonen, ofte zonder behoorlyke Atteftatien de vita, op dien Staat mogen gebragt worden; en men kan niet tegenfpreeken, dat daar voor eenige reden militeert, offchoon het tot hier toe niet is gepracli1 feert geweeft; waaromme men die Provincie verzoekt, voor dezen Staat , zich te laaten welgevallen, dat alleen die benoeming gefchied is, van zodanige Perfoonen, welker namen alhier bekent zyn, of hebben kunnen worden nagefpeurd; zullende men, b| een volgend jaar, deswegens, de nodige prrecautieiii in tyds , te werk ftellen. Maar welke reden de Provincie van Utrecht, bj het inbrengen van haare confenten, gehad hebbe, om niet alleen te infteeren op de verbeetering dfl Finantien van de Generaliteit, maar tevens zich te verwonderen over de traagheid, waar meede dit poinct zoude behandeld worden: kan Zyne Hoogheid en den Raad niet begrypen, aangezien de bezigheden des Raads, geduurende het voorleeden jaar, en. vervolgens , getuige derzelver Regiftersi zo zwaar, en zo meenigvuklig geweeft zyn, dat 'er geen tyd tot het opvatten van zulk een onderwerp, het welk niet ftuksgewyze, of terloops, ka» behandeld worden, heeft oyergefchoten , en zulks aan de Heeren Staaten van Utrecht immers niet ka» onbekend zyn. Met opzigt tot de reflectie der Provincie V0 Utrecht, nopens de Soldyen en Recruutgeklen dtf Brunswykfche Troupes, welken op den Staat (j# Cubfidiaire Troupes gebragt zyn voor den gebe* jaare  Os) . Jaare 1794, niêttegénftaande het jaar der Capitulatie met den 22 Febrüary geëindigd was; moeten Zyne Hoogheid en den Raad aan gemelde Provincie doen opmerken; dat de gemelde Troupes, van jaar tot jaar zynde gecontinueert in den dien ft en de foldy dezer Republicq, den Raad ook deswegens onzeker was voor het jaar, het welk met cien 23 February 1794 een aanvang Zoude gënomén hebben; zo dat men, uit hoofde van deze onzekerheid, gelyk ook om den régul, dat de Staaten van Oorlog vooreen geheel jaar van 1 January tot ultimo December bereekend worden; niet anders met de Soldyen, eil het Recruutgeld konden handelen, eri dat deze Soldyen, zo wel als de Recruutgelden; zullen moeten komen in dë liquidatie, voorgeflagen by de Misfive van den Raad van Staaten, in dato 3 February 1794, aan Hum Hoog Mog. toegezonden, en by Hun Hoog Mog. Mifïlve van 4 February ; aan de refpective Provinciën nader aangedrongen, en welke voorflag, by de refpective Bondgenooten, en fpeciaal by de Heeren Staaten van Utrecht, ingevolge derzelver Refolutie van 27 Maart laatftleeden, op den 8 April daar aan volgende, ter Vergadering van Hun Hoog Mog; ingebragtj zich hebben laaten Welgevallen; De Provincie vari Overyffel heeft, behalven de re•marques, welken alreeds door de Provincie van Gelderland gemaakt, en dus aireede beantwoord zyn, nog opgemerkt: dat 'er twee Traetementen te veel voor Zee-Capiteinen gebragt zyn. —- Men heeft deze reflectie gegrond gevonden, en daarom, zulks; by dezen Staat van Oorlog, geredreffëert. Vervolgens moeten Zyne Hoogheid en den Raad * nog aan U Hoog Mog. voordrnagen: dat, met opzigt tot het Tractement van den Chirurgyn Liften op den Staat van Oorlog des jaars 1793 niet geplaatft, en daarom onbetaald gebïèeveh is, aan té merken, dat dezelve aireede op den Staat van den jaare .1794 gebragt; eri, daar door, dit abuis was geredreffëert; even gelyk ook de misflag omtrent de Piqueur EifFert, by dezen Staat, gebeterd is. Dat 'er derhal ven nu niets meer overfehïef, dan dat de Heeren Staaten van Overyffel, alsnog hét Tractement van den gemelden Lifte, over den jaare 1793,' aan den zeiven voldoen; aangezienden Perfoon van Pfenningei-j welken op den Staaf van dat jaar, in plaats van Lifte, by abuis, gefteld was, niet by de Provincie van Overyffel, maar wel by die van Holland, alwaar hy te regt gebragt was, is betaald geworden; en dus by Overyffel voor het jaar 1793 geen Chirurgyn by dat Regiment betaald Is, fchoon de fomme daar voor was uitgetrokken. Zullende, met opzigt tot den Piqueur Giimer, in plaats van G dert  den bo ven ge melden Eiffert gefield, dezelfde cynofd* ie moeten gehouden worden. Met deze oplofiïngen van de, door de Bondgenooten gemaakte reflectien, kan Zyne Hoogheid en den Raadalsnu overgaan tot dat geen, het welk dezelven, nopens deZe Staaten , aan U Hoog Mog.* moeten doen opmerken. In de -eerfte plaats vinden Zyne Hoogheid en den Raad zich verpligt, aan U Hoog Mog., endoor dezelven, aan de hooge Bondgenooten, voor te draagen: dat de ondervinding geleerd heeft, dat de poft voor de koften cn mifen der Militaire Juftitie, op den extraordinaris Staat van Oorlog gebragt, en geraamd op zeftien duizend guldens, veel te klein is, om daar uit alle de gemelde onkoften, op dit object noodzakelyk vallende, te betaalen; dat de Provincie van Holland, op verzoek van den Raad, by deffelfs Miffive van den iö October dezes jaars, aan gemelde Heeren Staaten gedaan, ingevolge de Miffive derzelven, van 20 December laaftleeden, de agterftallen van die poft voor den jaare 1793 wel heeft betaald, uit de poft, op denzeive extraordinarii Staat j ter hunner repartitie , gebragt, voor alle andere voorvallende zaaken bedagt of onuedagt, hier voor en niet genoemd; doch dat het tevens zeker is, dat die poft voor dit object niet gefchikt, en alleen voor deze reize daar toe geëmployeerd is, ten einde verwarring voor te komen. Hier uit zullen U Hoog Mog. kunnen opmaaken, dat daar omtrent, voor het vervolg, eenige voorzorge behoord genomen te worden; en Zyne Hoogheid en den Raad zouden dienvolgens voorflaan, dat den Raad werd geauthorifeert, om, in het vervolg,, te beginnen met den extraordinaris Staat van Oorlog voor den jaare 1796, deze poft, in plaats van tot ƒ16000-. o- o,-gelyk tot hier toe gefchied is, tot eene fomme van ƒ 26000- o- o te verhoogen. Zynde de laaftgemelde fomme het montantvan het geen, waar op Zyne Hoogheid en den Raad menen, dat deze poft, voor het vervolg, zoude behooren geraamd te worden, en dat daar en boven voor de agterftallen van de jaaren 1794 en 1795 ^ den eerft volgen den extraordinaris Staat van Oorlog zal worden gebragt zodanige fomme, als door den Raad bevonden zal worden, gebragt te moeten worden, ter betaaling der aétens van verzoek, daaruit» op de Bondgenooten, te verleenen, voor bovengemelde jaaren, boven de gemelde ƒ16000- o- o. Eindelyk moet men nog, opzigtelyk den extraordinaris Staat, opmerken het navolgende: Daar 'er eenige dagen geleden, ingevolge bet hoogwys advis van Zyne Doorlugtige Hoogheid, en de daar op gevolgde Refolutie van U Hoog Mog., in dato *3 Deeember laaftleden , eenige verandering!0 bet  1:1.2 £tyY. het Corps van den Lieutcnant CoIIonel yon TleiM (te voren Matthhu*) gekomen, en het zelve van i Compagnie Jagers, en 2 Compagnien Musketiers, op 4 Compagnien Jagers gebragt is, en daar door de kollen van het gemelde Corps, met de Aanritsgelden, daar onder gereekend, met ƒ14653- 17- o zyn vermeerderd, zoo heeft Zyne Hoogheid en den Ra»d deze fomme, voor dit jaar, niet gevöegelykj ergens anders kunnen plaatfen, dan op den Extraordinaris Staat van Oorlog; offchoon dezelve fomme, eigenlyk, op den Staat der Augmentatie had moeten gebragt worden ; vertrouwende, dat de Bondgenooten in 't algemeen, en de Provincie van Holland in 'tbyzonder, waar op deze fomme van furplus, gefteld is, zich deze fchikking, door de nabyheid van tyd tot het overbrengen der Staten vart Oorlog veroorzaakt, zuilen laaten welgevallen. Gelyk ook de zevende Compagnie Jagers van Löwenftein, om die zelfde reden, niet op den Staat der Augmentatie, maar op den Extraordinaris Staat gebragt is: zo als ook het voorgefchotene voor die zelfde Compagnie tot 31 December 1794 door de Provincie van Holland, op dien zelfden Staat verrekend is. Met opzigt tot den Staat der Augmentatie , zal Zyne Hoogheid en den Raad aan U Hoog Mogende doen opmerken. 1.) Dat de verdeeling daar van zodanig gemaakt is, dat die Provinciën, welke op den Staat voor dezen loopenden jaare, boven hunne quote, waren aangeflagen, in dien voor den jaare 1795 minder tot hunne kiften hebben, en dus in dit opzigt, zo veel mogelyk, voor de egaliteit gezorgt is; gelyk zulks uit de Memorie, agter dien Staat gevoegd, fub No. 2., blykbaar is* 2.) Dat, hoe zeer, by den eerften opilag, het montant van den Staat der Augmentatie, voor den jaare 1795, veel grootcr is, dan die voor den jaare 1794 was, zulks egter alleen, daar door, veroorzaakt is, dat de Brunswykfche en Anfpachfche Troupen, uit den dienft van den Lande zynde ontflagen, alleen de Mecklenburgfchc, ingevolge eene' nieuwe Capitulatie, met den Hertog van Mecklenburg Schwerin aangegaan, in dienft van den Staat gebleven, op dezen Staat zyn gebragt, waar door dan ook dengeheelen Staat van Subüdiaire Troupen, is komen te vervallen. Zelfs is 'er, dit in confideratie genomen, een profyt voor den Lande, uit dit vertrek der Brunswykfche en Anfpachfche Troupen gebooren , vari by de zes tonnen gouds, gelyk blykt uit deze volgende opgave. G 2 De  C 23 ) De Staat vari Augmentatie van dezen jaare 1794 bedroeg — ƒ3384161 60 De Staat van de Subfidiaire Troupes - 960435 8 0 De Subfidie aan den Hertog van Bruns- wyk i —.— 212000 c 0 De Subfidie aan den Markgraaf vani Anfpaeh ■ j 100000 0 0 j/465659614 0 Voor dit alles fubintreert nu alleen; deze Augmentatie-Staat, beloopen-l de ——. , ,j 4.073109 0 0 Dus minder -^583487 !4 0 3.) Dat ingevolge Refolutie van den Raad van 3 Öctober 1794, de augmentatie van de Compagnien Zwitzers, zo veel hooger dan gewoonlyk, is uitgetrokken, om dat op de voorige Staaten niet was gebragt het Tranfportgeld van een half per Ct. en 'er nog daarenboven twee Man gratificatie te weinig, by de Compagnien Zwitzeviche Guardes, was berekend. Den Raad kan niet nalaaten, alvoorens zy deeze hunne refleétien over de Staaten van Oorlog befluite, aan U Hoog Mog., by herinnering van net geene door U Hoog Mog. Gecommitteerden met Gecommitteerden van den Raad, aan U Hoog Mog. op den 15 November laatffleeden is voorgedragen, te verzoeken, dat 'er tog, binnen weinige dagen, ordre gefteld worde op de betaaling der Militie, welke, op het Quartier vanNymegen gerepartitieeit, en, door dezelven, zedert 2 December laatitleeden, is onbetaald gebleven, ten einde alle verwarring vcor te komen. Men heeft, hangende de deliberatien van de refpeélive Bondgenooten over dit point, en hetgeen door U Hoog Mog. Gecommitteerden met de Gecommitteerden van den (Raad daar omtrent aan Ü Hoog Mog. is voorgedraagen, wel eenige, vooreen korten tyd werkende, maatregulen genomen om die verwarring voor te komen; maar deeze maatregulen zyn van dien aart, dat dezelven flegts voorliet tegenwoordig ogenblik zyn; en de Bondgenooten kunnen niet alleen niet verwagten, dat deeze betaalmgen zouden gefchieden, by voorfchieting uit de Kafïe der Generaliteit, maar zy zullen zich in tegendeel, zo Zyne Hoogheid en*den Raad vertrouwen, niet verwonderen, dat Zyne Hoogheid en den Raad aan de refpeótive Bondgenooten moeten bekend rieken, dat, by aldien door eene gewenfehte ommekeer van zaaken, de Generaliteits Kaffe haare woone mkomften uit de Generaliteits Landen, welken thans byna geheel ophouden, niet weder begin' te ontrangen; of, door de refpective Bondgenooten, op eene extraordinaire wvzc, door fubfidien m ftaat gefield word, zy, binnen zeer weinig maanden, volftrekt buiten ftaat zal zyn, niet alleen,<* haare 6 0 8 0 i 1  haare quote m de ordinaire latten" der gemeene Unie en defenfie te blyven draagen, maar zelfs,om haare particuliere uitgaven, of huislaften, te kunnen voldoen. Zyne Hoogheid en den Raad hebben gemeend, by deze gelegenheid, dit onderwerp aan de craftige eri fpoedige attentie van U Hoog Mog. en dé refpective Bondgenooten te moeten aanbcvcelen. Zy verwagten hier op, ten fpoedigftén, hoogft der zclver voorneemen, en fehfkkihgén te verftaan; en vertrouwen, niet te zullen gewezen worden op het middel van eene mislukte negotiatie; een middel, dat met zeer weinig fucces, voor fommigc Provinciën, ter betaaling van hunne quote in de extraordinaire Petitiën, geduurende deeZen loopenden jaare, beproefd is; en daarom die nadelige gevolgen voor de gemeene zaak gehad heeft, welke den Raad gevreesd heeft; en waar door ook eene ongelykheid, in het draagen van de lallen des Oorlogs, is veroorzaakt; welke mocilyk te herftellcn, en van de nadeeligfte confequentie is, voor die vaardigheid enveerkragt, waar meede, thands, de zaaken behoorden behandeld te worden. Zyné Hoogheid en den Raad blyven, alsnog, inhrereeren, en houden, dienvolgens, voor gerepeteerd, hetgeen dezelven, by de generaale*"Petitie voor den jaare 1794, aan de Bondgenooten hebben herinnerd, als zaaken, Voortvloeyende uit de Refolutie van U Hoog Mog. in dato"7September 1792; en merken daar over alléén aan: Dat het geen, in de vyfde plaats, by> de gemelde Petitie, was aanbevolen, door fommige Provinciën in. het geheel niet, en door anderen, na denbeftemden tyd, gefchied is; en dat, door de Provincie van Zeeland, is voorgeflagen, om den termyn, by gemelde Refolutie van 7 September 1792 vaftgeïteld^ te verlengen tot ultimo September. Zyne Hoogheid enden Raad, by onder vinding > aireede gezien hebbende * dat de eerftbeftemde tyd hiet genoegzaam is, om aan het vereifehte te voldoen, yermeencn, dat zig alle de Bondgenooten, met dezen voorflag der Provincie van Zeeland behoorden te vereenigen: en dat, dienvolgens, dé Bondgenooten, als mede het Landfchap Drenthe * zorg zullen moeten dragen, dat, voor den laatften dag der maand September van ieder jaar, aan den Raad overgegeven werde eene fpecifique Notitie of Declaratie van alle betaalingcn, door hun, op dé Capittclen van den extraordinaris Staat van Oorlog gedaan; zo en in dier voegen, als zulks, by de Refolutie van 7 September 1792, is gearrefteerd. Na het gezegde, Hoog Mog. Heeren ! fchict 'er voor Zyne Hoogheid en den Raad niets meer over ^ dan alles kort faam te trekken : en aan U Hoog Mog. en door dezelven aan alle de Hoge Bondgenooten , nogmaals, zoo wel met bedaarden ernft, als met diepe overreding; zo wel met fmartelykgevoel van den tegenwoordigen nood, -als niet ftille H hoop  ( 3o ) hoop op verbetering en redding; zo wel met bet oog op God, als met bezef, wat menfehelyke verpligting gebied, toe te roepen: Het Vaderland is in gei vaar! 'er moet voor het wanklend, voorliet vallend, crediet gezorgd worden! de gedragene confeuten, en die men nog, vervolgens, zal moeten draagen | moeten, niet door te rug wyzing op mislukte Negotiatien, maar door dadelyke furniffementen en betalingen, agtervolgt worden. Zonder dat kan de Krygsmagt, zo veel geleden hebbende, niet herlteld, tot de defenfie van Haardfteden en Altaren, niet in ftaat gebragt, tot het dragen van moeilyken arbeid, en het zig bloot ftellen aan de gevaaren des Oorlogs, niet aangemoedigd worden; zonder dat kan de Marine niet in ftaat gehouden, de Commercie niet beveiligd^ de Colomen niet bewaard, de binnenlandfche Stromen en Zeegaten niet gedekt worden ; zonder dat kunnen de Magazynen niet aangevuld, de Frontieren van den Staat, welke thands voornamelyk de Rivieren zyn, niet in dien weerbaareil toeft and gebragt, of gehouden worden, dal zy aan eenen ailes onderncmenden Vyand den overtogt beletten: en daar door zoude men, byhet geen 'er aireede verloren is, nog het overige gedeelte, aan zyne roofzugt moeten overiaaten. Eigen kragten, zyn de befte Bondgenooten, moeten altoos*' voorhoede uitmaaken; en nimmer, als het opeigen verdediging aankomt, en re/erve gehouden worden. Zyne Hoogheid en den Raad zouden- daarom nie; durven vermoeden, dat een enkel Regent onder4 Bondgenooten, zo weinig prys zoude ftellen op deJ Vaderlandfchen grond, op de Nederlandfche Vtf heid, en den Godsdienft der Voor-Ouderen, omdoor traagheid, ftugheid, of kleinmoedigheid, t gemeene zaaken te verwaarlozen, veerkragt en werk zaamheid, voor zynen meede Bondgenoot overtf laaten; en zoo doende, de gulde les van Va$ Willem: bewaart uwe Unie wel! onherftelbaar, buiten oefening te brengen. De Republiek tog derVeref nigde Nederlanden, eens ontbonden, eens overmeefterd, eens ten prooi der nieuwerwetfche vff heid, en gelykheid overgegeeven, zoude zig, $ nadeel van gantfeh Europa, onze Vyandèn zelfs $ uitgefloten, nimmer uit haare Puinhopen opheffen! en deze zelfde Puinhopen zouden getuigen, dat de Spreuk: Vigilate Deo Confidentes! zo diep in het der Vaderen geprent, en in hunne daden vertoond uit die hunner verbafterde Nakomelingen, fchan^ lyk was uitgewifcht. Aldus gedaan en gepetitioneert by den Raad $ Staate der Vereenigde Nederlanden, op den 301> cember 1794. Was geparapheert, H. jF, Staveniffe Pous, Ter Ordonnantie van den Raad van Staaten. Was geteekent, J. H. MM* Na i'   Tuflchen Pag. 30—3 ï. N°. ï. Het geheeh montam van den oré naris Staat van Oorlog voor den jaare 1795 bedraagt ƒ 9898349-17- o Minder dan de I3oven de Quote. Quote. In het voorfz montant is 1 de Quote van Gelderland — ƒ 59802-5 60 Pe Poften ter Repartitie van die Provincie bedraagen — 598355 6 o De Quote van Holland - 6141926 1 8 Poften daar op gebragt - 6141815 6 o — i. . ƒ 11015 8 —— - De Quote van Zeeland — 376137 511 Poften daar op gebragt - 376088 8 o 48 17 11 De Quote van Utrecht - 44542514 10 Poften daar op gebragt - 445403 8 oj J —— 22 6.10 De Quote van Vriesland - 925495 143 1 Poften daar op gebragt - 925419 7 o De Quote van Overyffel-I 34396713 2 ? 7 3 Poften daar op gebragt - 343950 8 o De Quote van Stad en Lan- ^ ^ de — 53286r 3 4 Poften daar op gebragt - 532834 10 o De Quote van Drenthe - 98158 12 8 ^ Poften daar op gebragt - 98152 13 c 5 19 8 —— * De Quote van de Generaliteit — 436352 5 2 Poften daar op gebragt - 436330 ix o 1 11 21 14 2 —— 1 1 330 o of 330 0  No. & Het gebeeïe montant vaH den tbcttaöriïnark Staat van Oorlog voor den jaare 1795 bedraagt f 3313048- 3- o. In het voorfz montant is de Quote van Gelderland —•— ƒ 200163 6 6 [ pe Poften ter Repartitie van die Provincie bedragen -— — 20018014 o — |— •—- - - ïf jr| (J De Quote van Holland - 2055746 7 6 Poften daar op gebragt - 2055779 18 o ,— ^—• - - 33 10 6 De Quote van Zeeland - 125895 16 7 poften daar op gebragt - 125905 i6j o — j— —- - - 9 19 5 De Quote , van Utrecht - 149087 3 4 Poften daar op gebragt - 149100 4 o ; 1— —— - - 13 o 8 De Quote van Vriesland - 309770 o j Poften daar op gebragt - 309780 10 o 1— • ' to 9 11 De quote van Overyffel - 115128 8! 6 Poften daar op gebragt - 115105 13! 0 ——1—«. 2215 6 De Quote van Stad en Lan- de — 178352 8 6 ' Poften daar op gebragt - 178336 151 o | —'—•—- — — 15 136 De Quote van Drenthe — j 32854 7'io Poften daar op gebragt * 32808 9 o ü L |— 1 45 18 10 jpe Quote van de Generaliteit ——; 146050 4 2 Poften daar op gebragt - 146050 4 o O O 2j ƒ 84 8 oj/ 84 8 o 0e ordinaris Staat van Oorlog bedraagt —I , . , _ , . 989834917 ö De extraordinaris Staat Van) Oorlog bedraagt — _^ - . . 33,3048 3 o Dus te zameii — - - , - 1321139» ~ö~tf )e ordinaris en extraordinaris Staat van Oorlog voor den jaare 1794 hebben bedraagen -— — - - _ . . 1336331617 & Jus bedraagen dezelve voor den jaare 1795 -.^ minder -~ • f —• - ■ —- - l - (ƒ 151918 17I o Minder dan de Quote. Boven den geemployeerd dan aan deze mede-Dienaaren van de Compagnie, om dat zulks alsdan zoude kunnen gefc.hie. den buiten bezwaar der Kas van de Compagnie zelve Dat Gecommitteerdens uit dien hoofde ' hier omtresi ouvertures moeften verzoeken, en by zo verre mogte blyken, dat dezelve daar toe niet lang konde fufficiee» ren, het hen alsdan voorkwam, dat de Compagnie zich ra deze konde redden als ieder Particulier, welke wé goederen, maar geen numerair hebbende, zyne goederen dan daar toe employeerde, cn ofte gelde maakte, of beleende : dat indien de op handen zynde verkoping reeds had kunnen gehouden worden, er "zeker penningen zouden zyn, om in deze onombeeiiyke behoefte te voorzien, en het daarom, by ontftentenis van geld beter zoude zyn, ccnigen van de eerdaags te verkopene Goederen te beleenen, en van de gelden dat gebruik te maaken, het geen er van gemaakt zoude zyn, indien dezel'; ven reeds waren gedemanueert. Waar op Gedeputeerden van het Bewind hebben ringenomen het nodig onderzoek hier op te doen daar Van opening te geven, en op de voorziening tot deze uitgaven bedagt te zyn, mitsgaders het gehecle Werkvolk m de eerfte gelddag m de volgende week weder aan het werk te ftellen, het welk bekend geworden zynde, een zo onuitfpreekelyk genoegen onder deze Menfchen verwekt heeft, dat Gecommitteerden met aandoening; de blvken daar van ontfangen hebben. _ Zie daar het gebruik, het welk wy van deze qualificü' tie hebben gemaakt mogten wy altoos zo overeenkomftig de óógmerken kunnen fiagen, welk een fatisfaeiie zoude zulks zyn voor onze welmeenende, maar oenible pogingen. ' p Wy hebben niet mogen afzyn U daar van dit rapport te laaten toekomen, blyvende, na toewenfehing van rleil en Broederfchap! Onder ftond, Amfterdam Uwe Mede-Burgers, den 21 Feb. De Gecommitteerden tot XI9*' „ . de zaaken van de Ooft- Het eerfte jaar indifche Compagnie, der Bataaffche En uit dezelve Vryheid. Was getekend, B. van der Velden, C. van Bereffeyn, efl Guillaume Titfingh. ■, Waar  C 33 ) Waar op gedelibereerd zynde, goedgevonden is, de voorfi Miffive aan te neemen voor Notificatie. Ontfangen een Miffive van de Raaden in den Ilove van Holland en Zeeland, gefebreeven alhier den 20 deezer, houdende, tot voldoening aan de Apofljüë der provifiöneele Repraefcntanten van hec Volk yan Holland, derzel Ver confideratien en advïs op de daar nevens teruggaande Requeite van Da0y'an Poeliat, Koopman binnen de Stad Dordrecht, waar by verzoekt verklaaring, dat zyn Vader Arnold van Poclien (welke in de maand September laatfHeeden, na dat hy in de maand Augaftus i?94 zyne dimifiie als Raad der Stad Dordrecht, had verzogt en bekomen, zich van daar met een gedeelte van zyn Huisgezin had hegeeven naar Hamburg, alwaar dezelve zich nog zoiid-2 bevinden) niet valt in de termen van de Publicatie op den 12 February deezes jaars door de provifiöneele Repfrefentanten van het Volk van Holland geëmaneerd, en dezelve op hem niet applicabel is, cn by zo ver het zelve verzoek, tegen yerwagting, niet mogte kunnen geaccofdeert Worden, denzeivè zynen Vader, in allen gevalle van den inhoud van dezelve Publicatie mogte worden gedispenfeert, zo al niet voor altoos, immers tot tyd en wyFen, dat de provifiöneele Reprajferitanten of Je Municipaliteit der Stad Dordrecht, eenige verantwoording van zyn Vader nodig oordeelende, denzelven nader zouden mogen requireeren. Waar op gedelibereerd zyhde, goedgevonden is , gemelden Arnold van Poeüen te relaxeeren van de verpligting, om binnen deh tyd by die Publicatie bepaald, te moeten retourneeren, tot dat dezelve van wegens de" Repraélentanten van het Volk van Holhnd, of wel wegens de Municipaliteit van Dordrecht tot het doen van verantwoording zal worden gerequireerd. i^ntfiingen eene MisJivc van de provifiöneele Stads-Regeering \J van Haarlem, gefchreeven aldaar den 21 deezer, om te bekomen een Formulier van een Burger-Eed voor dezelve Stad en de geheele Provincie gefchikt; breder hier na geinfeteerd. Aan de provifiorieefe Reprso- fentanten van het Volk van Holland. Burgers Reprafentamen! rjaar er zich reeds meermaalen Ingezetenen dezer Stad aan ons Committé van Zekerheid hebben aangediend om den Burger-Eed af te leggen, en het aan den eenen kant bezwaariyk valt, zulk* van de hand te wy zen, vooral wanneer Vreemdelingen zich met er woon, als Burgers , by ons willen veftigen, of wanneer anderen tot de bediening van Ampten worden toegelaten; en daar het aan den anderen kant ons voorkomt, nuttigft te zyn dat het Formulier van den Burger-Eed in alle Plaatfen 'voor het geheele Volk van Holland, een en het zelfde zy verzoeken wy U ons daar van zodanig Formulier té doen * toe« -4. van PoeHen ge relaxeer P van de verpligting aan de Publicatie van den 12 February 1795. Miffive der provifiöneele Stads - Regeering van Haarlem over een Formulier van Burger-Eed:  C 34 ) toekomen, als geoordeeld zal worden, immers by provifie, in geheel Holland gepraefteerd te moeten worden. Waar mede wy ons noemen, met toewenfching van Heil en Broederfchap ! De provifiöneele Stads - RegeeHaarlem den ring van Haarlem, si February Lager ftond, I795- . Ter Ordonnantie van de- Het eerfte jaar zeive. derBataaffche Getekent, Vryheid. Wm yan Sypejlejn, Waar op gedelibereerd zynde, goedgevonden is, dezelve Misfive te zenden aan het Committé van Algemeen Welzyn om daar op te dienen van hunne confideratien en advis. ' Ontfangen eene Miffive van de provifiöneele Municipaliteit der Gemeente van Gorinchem, aldaar den 21 deezer gefchreeven, verzoekende voorziening omtrent de CanoneerBooten, zich in de Flaven van die Stad bevindende;breder hier na geinfereerd. VRTHEID, GELTKHEID, BROEDERSCHAP. Mede-Burgers / rfints een geruimen tyd bevinden zich' in de Haven de^ zer Stad; twaalf Canoneerboten, waar van zes, onder het Collegie der Admiraliteit te Rotterdam, en zes onder dat van Amfterdam reflbrteeren; men heeft kort na het overgaan dezer Stad, deze Booten verhaten, zonder dat zich iemand de bezorging daar van fcheen aan te trekken, zo dat bereids door. verzuim twee daar van, gezonken zyn; twee Officieren door de Admiraliteit op de Mazc herwaards gezonden, hebben wel eenige Goederen gereclameert, die zich nog op de zes Rotterdamfche bevonden, gelyk wy ook door dat Collegie bedankt zyn, voor het geen wy hadden gedaan, tot behoud der Booten; doch wy hebben niet bemerkt, dat federt dien tyd eenige verdere zorg daar voor gedragen is; zo dat wy onderrigt, dat, zonder voorziening, wel dra alle die Booten zouden zinken, ons verpligt hebben geoordeeld, ten einde die fchade voor den Lande, voor te komen, dadelyk order te ftellen, om dezelven boven Water te houden, en verder de nodige zorg daar voor te dragen, gelyk wy dan af mede de Goederen die zich nog op de zes Amfterdamfche Booten bevonden, in eene veilige plaatfe hebben in bewaaring gebragt, om de ontrooving daar van voor te komen. Wy hoopen dat deze' m'aatregulen Uwe goedkeuring zuilen wegdragen, en dat dadelyk de nodige" ordre zat wor- den . Miffive der Gemeente van Gorinchem over CanoneerboO" ten*  C3i) . . den gefteld, om de Canonnecrboten te doen overvoeren, naar de plaatfen, waar zy behooren. Heil en B roederfchap\ Gorinchem De provifiöneele Rcprasfcntanden 21 Febr. ten der Gemeente van Go- 1795. rinchem. liet eerfte En op derzel ver laft, jaar der Ba- Getcekend, taaffcheVry- S. C. v. appeltere, heid. Secretaris. Waar op gedelibereerd zynde, goedgevonden is, gemelde Municipaliteit voor de aangewende zorg te bedanken, met verzoek aan dezelve, om daar in provifioneel te contiriueeren; en is dienonvermindert goedgevonden, dezelve te ftellen in handen van het Committé de Marine, om der Vergadering; daar óp te dienen van confideratien en advis. Is geleezen de Pvequefte van CömmiflarifTen over het Vaderhndfche Fonds ter aanmoediging van 's Lands Zeedienft, in den jaare 1781 opgerigt, om de daar by geallegeerde redenen verzoekende de protectie dezer Vergadering, fpeciaal ten aanzien der vryheid van Impoiiden; hier m breder geinfeteerd. VRTHEID, CELTKIIEID, BROEDERSCHAP. Aan de provifiöneele Reprae- fentantcn van het Volk van Holland. T\e ondergetekende Commiflariflen over het VadcrlandfcH U Fonds ter aanmoediging van 's Lands Zeedienft, in liet jaar 1781 opgcrigt, vertoonen aan de Vergadering van de provifiöneele Repnefentanten van het Volk van Holland , dat zy by de oprigtïng van het Kwsekfchool voor de Zeevaart in het jaar 1785 van de Staaten van Holland hebben verkreegen vrydom van alle 's Lands Impofitien voor alle de benodigdheden, Impoft fubjeér., welke binnen het gemelde Kweekfchool zouden worden geconfumeerd. Dat zy yan dat voorrecht tot nu toe hebben gejouisfeerd, en daar van op zodanige wyze, en met zodanige voorzörge, hebben gebruik gemaakt, dat zy volkomen kunnen verzekeren dat er nimmer eenig misbruik van gemaakt is, ja zelfs van gemaakt heeft kunnen worden. Dat zy nu vernomen hebben her Decreet waar door de provifiöneele Reprjefehtanten van het Volk van Holland, alle Ingezetenen op eenen gelyken voet fteilende, de vryheid van Impofitien, die eenigen tot nu toe genoten hadden , intrekken. Doch dat zy, wel duidlyk begrypende dat dit op. particulieren in den ftrengften zin toepaslyk is, in twyffel zyn gebragt, of men ook by iïïatfe de geyolgen van dit Decreet op ftigtingen ad pias caujjas zoude moeten betrekïyk maaken, of niet. Dat zy dan gemeend hebben, om alle twyfreling en I 2 ver- Over de Gods-, Dia- t conie- of Arwr huizen»  (36) Verwarring te voorkomen, zich aan deze Vergadering te moeten adreffeeren, om daar omtrent de nodige explicatie te verzoeken; vooral daar de Leverancier der Bieren onderdaags geweigerd heeft het Bier op den ouden voet met Vry-Billetten te leveren j het geen de ondergetekenden in eenige ongelegenheid heeft gebragt. Dat zy ondergetekenden in geene deelen de deüberatien Van de Vergadering over die uitlegging begeerende voor uit te loopen, zich zullen vergenoegen met onder het oog van dezelve Vergadering te brengen, dat het Kweekfchool van de Zeevaart, hoewel het in zekeren zin gebragt kan worden tot de geftichten ad pias caujjas, echter in den aart, van andere gedichten ad pias cauffas zodanig verfchilt, dat generaale maatregulen omtrent deze laatften genomen, echter nog niet in alle opzichten op het Kweekfchool zouden zyn toepaslyk. Dat immers dit gefticht niet enkel is een gefticht ii pias caujfas, ten opzichte van de Jongelingen, die in het zelve worden opgevoed, maar boven dien een gefticht dat onmiddelyk voor het welzyn van den Staat werkt, met bekwaame Zeelieden aan te kweeken en op te leveren, zo als er reeds verfcheidene op 's Lands- en Compagnies-Schepen, of ook op commercieerende Vaartuigen in verfchilJende qualiteiten zyn geplaatft. Dat ook 's Lands Caffa jaarlyks een Subfidie van 4ooogl aan het Kweekfchool fourneert, welke gifte in het jaar 179a wederom voor eenige jaaren is gecontinueerd geworden. Dat' dit gefticht geene andere middelen van beftaan hebbende dan het gemelde FourniiTement van het Land, eene belafting ten zynen voordeele op follicitatie van Kooplieden op de inkomende Hollandfche Schepen gelegd, Giften van particulieren, en de Intereflen van eenige Obligatieii op het Land, en op de Compagnie, deze revenuen thans, voor een tyd ten minften f komen te verminderen, of on' betaald blyven. Dat gevolglyk de ondergetekenden zich in de ongeluk kige noodzaakelykheid zullen bevinden, om, by gebrel aan Penningen, het getal hunner Voedfterlingen merkel te moeten verminderen, daar hun de middelen tot oV derftand en équipement voor dezelven ftaan te ontbflf ken. Dat dit gebrek aan middelen nog grooter zal worden, indien zy het Ongeluk hebben de vryheid van Impofiries te moeten mifïèn, zonder daar voor een dedomtnagemetf te Ontfangen , daar dan alle hunne uitgaven voor de huishouding merkelyk zwaarer zullen zyn, zonder dat % meerder Jongelingen zullen kunnen onderhonden. Dat die toeftand voor hen CömmiflarifTen des te grie* vender is, dat zy ten vollen overtuigd zvn van de nuttigheid van het Etablifïement, en zich met. de hoop vleyen dat in de tegenwoordige orde van zaaken, daar alle avancement uit hoofde van rang en geboorte verdwyflt» en verdienften alleen in aanmerking komen, het gemc#  Cs?) . . Etabli flemen t nog nuttiger dan voorheen zoude hebberi kunnen worden door aan de Marine van den Staat kcindige voorwerpen te leveren, en niets dat nut meer kan doeti toeneemen, dan in ftaat te zyn om een groot getal jongelingen op te voeden en bekwaam te maaken voor alle mogelyke qualiteiten die in den Zecdienft te pas komen , iets dat echter niet gefchieden kan zonder eCneaanmerkelyke vermeerdering van Geldmiddelen; daar in tegendeel de geringfte vermindering in dezelven, het zy door wanbetaaling van Interenen, het zy door .andere fehaden, het gefticht den hartader zouden affnyden. Om alle welke redenen de ondergetekenden zich tot deze Vergadering keerende, het behoud, het welzyn, ei* de verdere extenfie van het Kweekfchool voor de Zeevaart aan dezelve op het duurft beveelen haare protectie daar over follicitcerende, en inzonderheid dat omtrent de vryheid van Impofitien, die zy ondergetekenden tot nu toe genoten hebben, of continuatie moge worden verleend, of, by ontftentenis daar van, by de vier duizend guldens jaarlyks, die het Kweekfchool tot nu toe van het Land genoten heeft, en waar van de ondergetekenden insgelyks de continuatie verzoeken, zodanige augmentatie mag werden gevoegd als de Vergadering nuttig zal oordeelen, het zy enkel om de fchade, die door de op te hevene vryheid moge worden veroorzaakt te vergoeden, het zy om boven dien het gemelde gefticht tot eene grootere uitgebreidheid te doen komen; en eindelyk, dat, hangende de deliberatien van de Vergadering over dit point de zaaken mogen blyven in flatu quo. Onder ftond, CömmiflarifTen over het Vaderlandfch Fondster aanmoediging van *s Lands Zeedienft. Was geteekend, J. H. van SmndMi Secretaris. En heeft by de voorfz gelegenheid het Committé van Financie gediend van bericht uit kragte van het gedecreteerde van den 18 dezer, op de vraagen door de provifiöneele Raaden der Gemeenten van Leyden en Brielle, gedaan over den zin der Publicatie van den 5 dezer, nopens de vrydom van Impofitien in dezelve; hier na vervat. Burgtrs~R.iprafentafiten! JJw Committé van Finantie by Uw Decreet van den 18 dezer gelaft te berigten op de vraage door de provifiöneele Raaden der Gemeente van Leyden en Brielle gedaan over den zin Uwer Publicatie van den 5 dezer, by welke de vrydom van 's Lands Impofitien word ingetrokken en gezegd dat niemand voortaan die genieten zal, zynde, by deze beide Gemeenten bedenkelykheid geree- K zen,  zen > of door deze intrekking ook aan Diaconie*], Godshuizen, Corpora en Geftigten ad pias caujj'as de tot hier toe genoten vrydom van Impoütien ontnomen worden , Meent hier op te moeten zeggen, dat met het beginfel van gelykheid, welk wy aangenomen hebben, heit fchynt te ftrooken en ook ter voorkominge van ailerley misbruiken meelt gefchikt te zyn dat alk laïten dooris gelykelyk gedragen worden. Dan Uw Committé kan te gelyk niet nalaa.ten , U onder het oog te brengen, hoe verre weg de meefte Armtn-Comptoiren en Geftigten ad pias eau [as door deze geheele Provincie door de fteeds toeneemende Armoede, reeds zodanig bezwaard , en ten agteren geraakt zvn, dat de laft der Impofitien voor dezelven ondraaglvk zvn-zoude, te meer daar het ftrengSaiiben en-de bekende algemeene rampen des Vaderlands ruimer dan gewoone uitdeelingen vorderen. Uw Committé zou des van oordeel zyn, dat of aan al zulke Armen Comptoiren en Geftigten ad pias caufat, wélken dien lalt niet .zouden konnen dragen en daar van opening gaven aan de Municipaliteiten , op derzelvet voordragt eene aan de voofige vrydommen geëve-nredigde vergoeding op duideiyke tau>tatie uit 's Lands &affe geJ ven wierde. Of wel, fchoon het minder met de beginfels overeenkome, dat die vrydommen aan Armen-Comptoiren, Godshuizen , 'Geftigten ad pias caufas, zo lang vergunt wierf op den vorigen voet, en onder de nauwft'e toezigt tegen de misbruiken, hier en elders in zwang gaande, tot "dat door.de welgepafte zorg dezer Vergadering, of'van eene Nationale Conventie, bronnen van welvaart geopend, de nyverheid opgewekt, m veelerlye middelen tot eerlykel Arbeid aangewend zyn , by welke de brave Huisvader het beftaan voor zyn Huisgezin vinden moge) dan zal gebrek alleen het welverdiend loon des Luyaards zyn, wiel j * fchande cn ftraffe volgen moeten, daar in tegendeel deil j eerlyken Man, wanneer ziekte hem of den zynen verhin- 1 den, zyner handen Arbeid met nyverheid door te zetten, of een ftrenge Winter dien doet ftüftaan, en te ge- , lyk de behoeftens des Huisgezins boven gewoonte veP Jioogd, of wanneer grysheid en; verzwakking hem 0 dadelyke Aanfpraak op de hulpe zyner Medeburgers geeft, ruim en rykelyk zal konnen onderhouden worden uk die Fondfen, welke de mildheid der Voorouders reeds by een gebragt heeft,-of een algemeen opzigt door het Volk ingcfteld, daar toe fehikken zal. i n Welk der alternative middelen gy zult vafr ftelïef ki | . der Gemeentens van Leyden en Brielle aangekondigd* wofi den en tot een eenpaarig antwoord dienen - op gelvke . vraagen, welken zeker!yk van veeier wegen zullen pedaal worden.  Waar op gedelibereerd zynde, goedgevonden is, aan de relpective Municipaliteiten binnen deze Provincie aan te f'chryvcn dat, ten aanzien van de gemelde Publicatie dezer Vcrgade-* ring van den 5 dezer, geene verandering kan worden gemaakt, edoch dat daar van wegen verfcheiden Diaconien en Armenhuizen, is te voren gekomen, dat de tondlcn derzclven naauwlyks toereikenden zyn, om hunne Gealimenteerden te onderhouden, -alle die Diaconie- cn Armenhuizen, in zo verre de adminiftrateurs daar van aan dezelve Municipaliteiten ten genoegen mogten komen te doceeren, dat hunne ' Fondfen of andere Inkomlten, niet toereikende, en zy mitsdien buiten ftaat zyn's Lands-, Stads- of Dorps•lmpoiitien te voldoen alsdan aan'de Collecteurs van derzelver Diftrict te gelaften de gelden door hun van die Gods-, Diaconie- of Armhuizen, ter zaake der gemelde Impofitien, ontfangen, telken drie maanden te reftitueeren, tegen be•hoorlyke Quitantie, zonder dat de gemelde Collecteurs daar van per centen in reekening zullen mogen brengen; gelyk ook zal plaats hebben, met opzigt tot het voorfz Kweekfchool te Amfterdam. Terwyl zulks geensfins zal plaats hebben ten opzigte van andere particuliere Geftigten- M pias caufas, of dergelyke Corpora. — En zal Ex tra Cl: dezer Reloludc aan de refpective Collecteurs, als mede aan de Commifiariffèn van het Vaderlandje Fonds ter aanmoediging van 's Lands Zeedienft, tot hun •informatie en narigt worden toegezonden. iTTet "Committé Militair heeft, tot voldoening aan de RefoJfj[ lutic dezer Vergadering van den 19 dezer, gediend van derzelver confideraden en ad vis omtrent de Veldteekenen , Monteeringen der Militairen, Vlaggen als ' and'erfmts. • Waar op gedelibereerd zynde, goedgevonden is, het Zelve te houden in ad vis tót morgen. Is, na voorgaande deliberatie, goedgevonden^ ih het Cömniitté Militair by deze te benoemen den Burger Jan Dekker, waar toe hem Extract dezes tot zyn narigt zal worden gegeeven. I's, na Voorgaande deliberatie, goedgevonden, in het Committé van Finande-, by deze te benoemen de Burgers Nicolaas van Stéhorjl en. Alk. Strockel; waar .toe aan elk derzel ven Extract dezer Refolutie tot hun narigt zal worden, gegeeven.. Ts, na voorgaande deliberatie , goedgevonden ,• in het Cömniitté JL van Marine by deze te benoemen den • Btirgdv Johan lHendrik van Swinden; waar toe hem extract dezer Refolutie tot zyn narigt zal worden gegeven. Ts, na voorgaande deliberatie, goedgevonden , tot het ComJL mitté van Commercie én Navigatie' by deze te benoemen, - 'de Burgers Adriaan Tcyler yan Hall. D. JVAlrik en lEtienne PEspinaffe, waar toe aan elk derzelvcn Extract dezer Refolutie tot hun narigt zal worden gegeven. Is, na voorgaande deliberatie, goedgevonden, in,het Committé van. Algemeen Welzyn, by deze te benoemen den Burger Beruan/us Blok, waar toe hem Extract dezer Refolutie tot zyn narigt zal worden gegeven. K 2 Is, Advis vd*i het Committé Militair over dc V'ldteekenen Jan Dekker in het Committé Militair. Aanvulling Van het Com- , mitté van Ftnancie. J. H. van $ win den in hei Committé van Marine. Leden tot het Committé van Navigatie. Blok in het Committé van Algemeen WeU zyn*  Intrekking der Refolutie tegen Botereau en andere. Genèraliteits Rapport. C4o) Ts, .na voorgaande deliberatie, goedgevonden, de Refolutie by 1 de vorige Staaten den 19 April 1794, ten aanzien der uitzetting van J. J. Botereau en Audwert Caille, te Amfterdani, en Fonfcuberte te Rotterdam, genomen, by deze in te trekken en buiten effect te ftellen, waar van aan de Municipaliteiten deibeide voorfz Steden, als mede by Extract dezer Refolutie aan de Perfonenin deze geconcerneert tot hun narigt kennis zal worden gegeven , en dat verder Extract dezer aan Gedeputeerden ter Generaliteit zal worden gegeven om de zaak daar hcenen te dirigeeren, dat gelyke Aanfchryving van wegens Hun Hoog Mog. aan de refpective Steden en Plaatfen in de Generaliteit, aan Bewindhebberen van de Ooftindifche Compagnie en de Colonie Raad in de Weftindien werde gegeven. De Burger Hahn heeft voor zich en uit naam van de verdereGedeputeerden ter Generaliteit der Vergadering kennis gegeven, dat hy zyn laft, betreffende de vernietiging deiAdmiraliteiten, ter Generaliteit had geopent met de navolgende Aanfpraak: 20 February 1795. Het Eerfït Jaar der Bataaffche Fryheid. Hoog Mogende Heeren! Tl eb ik myn Prsefidie voorleeden Maandag aanvaard» met, aan het Hoofd der Gecommitteerden van Holland, onzen gewigtigen laft, nopens de erkentenis van 'sVolks Oppermacht, en de daar uit voortvloeyende befluiten, ter dezer Vergadering te volbrengen: ik moetheden, by het nederleggen van het zelve, met myne mede Gecommitteerden en op fpeciaalen laft van onze Committenten, aan ü Hoog Mog. wederom een allerwichtiglt voorftel doen: Een voorftel, Hoog Mog. Heeren! dat de vereenvoudiging van ons Maatfchappelyk beftuur volftrekt eifcht, en by gevolg de door U Hoog Mog. op den 16 dezer eindelyk aangenomenebeginzelen, by voorraad goedkeuren. Gy weet, Medeburgers! dat, fchoon Maurits (moorddadiger gedachtenis) in den jaare 1597, de inftelling der vyf Admiraliteits Collegien, maar voor één jaar wilde laaten beproeven, dezelve nogtans tot op den huidigen dag voortgeduurd heeft, en byzonder in de laatfte tyden de ryke bron is geweeft van die fchandelyke verwarring, ten aanzien der voor Nederland meer dan' iets belangryke zaaken van de Zee, welke men nu kwaadaartiglyk aan de 1 nieuwe orde van zaaken zou willen wyten, maar welke haaren oorfprong heeft, gedeeltelvk in het wezen zelf der Admiraliteiten, dat vyf hoofdige wangedrogt, gedeeltelyk in de onoplosbaare gedragingen der vier en vyftig zogenaamde Admiraliteits-Heeren, zo wel als van hunne bekende Minifters, welke na het jaar van geweld, dat is m 1787, beftaan cn beftuurd hebben. Ziet hier, Hoog Mog. Heeren! onzen laft. Noch  C 41 ) ' ■ «_ 3 «W heeft den Burger Hahn gerapporteerd dat hy zyn laft teri der Minifters na Vrarikryk te zenden op de volgende * had seopent: 11 ö 20 February 1795. Het Eerfte Jaar der Bataaffche Vryheid. Hoog Mogende Heeren! rrer voldoening aan het vierde lid van het Flollandfcti i voorftel van voorleeden Maandag, zyn wy gelaft, U Hoo" Mog. als Minifters Plenipotentiair by de Franfche RepubUcq"voor te liaan de twee door onze Commntenron on Afteren gedespicieerde bekwaame en VaderlancUcne Mannen; Mr. Tacob Blauw, welk zich zedert lang, met en benevens zynen verdienftelyken Medewerker, ten dienfte van de zaak des Volks te Parys, bevind; enCasparus Mever, tegenwoordig Lid der Vergaderidg yan de provifiöneele Repraefentanten des Volks van Holland, en onze Committenten twyffelen geen ogenblik, of U Hoog Mog. zullen dezelven nog heden voor aangenaam verklaaren, en wvders het beraamen van den finantieelen voet en andere tnr hrmhe Miffive betrekkelyke fehikkingen commiftonaat maaken , om U Hoog Mog. ten fpoedigften te dienen van Sen want op heï oneindig belang, dat deze waardige Sfters zo eerder zo beeter in functie treeden, behoe^en wy! na de befluiten van voorleeden Maandag em dus na de verlichting dezer Vergadering op geenerlei wyze te dringen. Verder is door denzelven noch gecoiömuniceert, dat door de r^u^eï^Wnteit aan Hun Hoog Mog was *oorSeld dat fgèt de gewoone dagtekening der Refolutien, Briegl PlaSaten en verdere Stukken zou worden gefteld, het fertXar der Bataafjche Vryheid, en boven de Notulen, Ulykiieid, 'yrféid, Broederfchap, als hier na breder is gemfefeert. 20 February 1795. Het Eerfte Jaar der Bataaffche Vryheid: Hoog Mogende Heeren! TVTaar den aart der zaak zou het fchynen, dat deze VerN aaderiPR op voorleeden Maandag der waarheid zo plechtig hulde gedaan hebbende, ook de ydele .benaming Van Hoog Mog Heeren, waar over in de: voonge Eeuw lo heftig is gedisputeerd, en welke, tot khande der NederSefen, by de Staaten Generaal plagt gehouden te worTen voor een ding van onzeggelyke waarde i Ik zeg. Mede-Burgers! dat ik U zou moeten voordellen deze tamendeenzes voetige benaaming , tegen eene vee eenvoudigere en veel edelere te, verwiffelen. — Han het Tornt w voor, dat de bmtenlandfehe betrekkingen, en het voornaame doel van alle onze werkzaamheden, omrne naam-  tiaamelyk te komen tot eene algemeene Vertegenwoordiging van het geheele Volk van Nederland, en deszeifs eenheid en onverdeelbaarheid, volftrektelyk eiflehen, dat wy voor alsnog ons dezen gril en dit vooroordeel laaten welgevallen; maar terwyl gy dan den naam blvfc behouden van Hoog Mog. Heeren ! en de byzondere Bondgenooten ook nog niet hebben opgegeven, hoe zy in deMisfives aan hun willen aangelprooken worden , terwyl het miffchien beter is, om de ondetfeheidene titulaturen van de Departementen, aan welke aanfehryving moet worden gedaan, niet te veranderen dan langzaam, en met vermyding van alle confufie, zo ftel ik nogtans aan deze Vergadering voor, om van nu af aan de dagtekening zo te altereeren, dat 'er, na melding van het jaar der Geboorte van Chriftus, altoos bygevoegd worde het eerfte jaar, en zo vervolgens, der Bataaffche Vryheid, en wyders dat'er bóven de Notulen van deze Vergadering, de Publicatien, de Miffives &c. fteeds gefteld worde dit veel beduidende Motto : GELTRHEID. VRTHEID. BROEDERSCHAP. Wyders heeft denzelve nog kennis gegeven, dat de aanwezende Gedeputeerde van Stad en Lande > ten aanzien der vernietiging van het Stadhouderfchap, had gedaan het volgend Declaratoir : JTJeaanwezende Gedeputeerde van Stad en Lande, voorleede Maandag door ziekte abfent geweeft zynde, en als toen zich het nader uitbrengen van zyn Aantekeningen in de Notulen , door een Briefje gereferveerd hebbende, daar toe op heeden door den Burger ter dezer Vergadering pra?fideerende gefommeerd; heeft verklaard, na examinatie der op dien dag genomene Refolutien, geene infertie van eenige aanteekening daar tegen of daar by in de Notulen van deze Vergadering te eiflehen, aangezien de Refolutien van dien dag aan de Bondgenoten worden verzonden of commifforiaal zyn gemaakt. Declareerende voorts zich ten opzigte der Propofitievan Holland, omtrent de vernietiging van het Stadhouderfchap en verdere ingrediënten in dat voorftel voorkomende, ten dien dage voortgebragt, met de gedagten der Heeren Gedeputeerden van Vriesland te conformeeren. Eindelyk is gecommuniceerd een extract, uit de Notulen van Hun Hoog Mog. van den 20 dezer, hier na;geinfereerd. Extracl;  Extract uic het Regilter dër Refolutien van de Hoog Mogende Heeren Staaten Generaal derVereenigi de Nederlanden. Fmeris den 20 February 1795. TXR' Burger Haarfolte, en andere Hun Hoog Mogende Gedeputeerden hebben ter Vergadering rapport gedaan van het afleggen van de Commiflie by de Reprefentanten Van het Franfche Volk, in gevolge Hun Hoog Mogende Refolutie van den 16 deezer gedecerneert; volgende hier ha geinfereert. Hoog Mogende Heeren! r^E Commiflie in gevolge U Hoog Mogende Pvefolutie van den 16 deezer gedecerneert om aan de Reprefentanten van het Franfche Volk, alhier kennis te geeven van de Refolutien dien dag genomen ten opzigte van de erkenning van de Oppermagt van het Neder/andfche Volk en van de Rechten van den Menfch en Burger, endeafCchaffingvan het Stadhouderfchap, CapiteinenAdmiraraalfchapGeneraal, is met alkStaatüe vertrokken, hebbende de Wagten aan dezelve de Militaire honneurs gedaan, zynde by zonder de Franfche Wagt ook onder de Wapenen geweeft, prefentCerende het Geweer, en doende aan de Commiflie van IJ Hoog Mog, dezelfde eerbewyzing die aan de Nationaale Reprefentanten word betoond. Onder aan de Trap, van bun Verbfyf,Zynde het geweeze Stadhoudeiiyk Quartier, ftond een Secretaris van de Reprefentanten ons op te wagten,welke ons ha boven leide, alwaar den Reprefentant Alquier ons aan de Deur van het eerfte Vertrek 4 het naaft aan de Trap ontving* en ons vervolgens door twee Vertrekken heen leide, in een derde alwaar niemand zich bevond dan de Generaal en Chef Pichegru en den Generaal Sauviac , waar op den Burger Leftevenon uit naam van U Hoog Mog. de volgende Aanfpraak deed, en hem tevens de Refolutien op den 16 deezer genomen, over' handigde; volgende de voorfz Aanfpraak alhier geinfereert: Citoycns Repréfentans de /a Nation Frangaife. T Es Etats Généraux des Provinces Unies} Repréfentans de la Nation Batave, & dignes de s'adreffer aux Pvepréfentans d'une grande Nation übre, depuis qu'eux mêmes ont rompü leurs Chaines, ont decerné cette L 2 dé-  • C .44 5 ' .,-' ■ . * ■ députation folemnelle, pour vous témoigner les fentimens qu'ils doivent k la Nation Francaife & dont ils font penetrés a fon égard. Ne nous confondés pas avec cette adiniflration qui fous un titre femblable au nötre, a embralfé la caufe de fon premier Miniftre, en effet fon Tiran, & a joint des efforts impuiffans a ceux de 1'Europe réunie envain pour arrêter votre marche victorieufe. ■ Les Decrêts que Nous fommes chargés de vous préfenter, ne peuvent que nous diüinguer avantageufement aux yeux de la-Nation qui a fü établir le Regne de la liberté & de la vérité. Nous fondant fur les bafes imprescriptibles de la Souveraineté du Peuple & des droits de 1'Homme & du Citoyen-, que Nous venons de déclarer folemnellcment ,1'Jdole du Stadhouderat tombait 'd'elle même dans la ponffière. Celui qui s'eft attiré Findignation de la Nation Francaife, ifexide plus pour Nous. L'egalité de droits qui a h'eü entre les Nations indépendantes, ainfl qu'entre ies Hommes , ne nous empêche pas, Citoyens Répréfentans t d'avou'ër avec franchife &fentiment, que Noüs confidérons les Francais comme Nos Liberateurs, que Nous espérons d'eux qu'ils feront Nos Protecleurs. Nos voeux s'étertdent plus löin. Votre Nation magnanime a offert fon amitié, fa bienveillance aux Peuples libres, ou dignes de 1'être. — Eh bienl Nous reclamons cette offre précieufe; — agréez Notyeamitié,Notre reconnoiffance, Notre admiration; — promettez Nous une réciprocité fraternelle, — comblez Nos defirs en contractant avec NoüS 1'Alliance la plus intime, que Nous vous demandons avec 1'inftance qu'elle mérite, & que Nous confidérons comme le comble de vos bienfaits. Vous né refuferez pas, Citoyens Répréfentans! de porter Nos voeux au fein de la Convention Nationale du Peuple Francais; vous annoncerez, que Nous Nous hdtcrons d'envoyer une Députation folemnelle, pour témoïgner Nos déürs & Nos fentimens. Que le lieu des Conférences foit a Paris, ou qu'elles paflent par des mains telles que les Vótres, qui ont acquifes notre jufte confiance, la dispofition qui pourra Nous faire obtenirle plus promptement 1'Alliance que Nous défirons fi vivement, eff celle que Nous préférons. C'eff hotre premier beföin , Citoyens Repréfentans! en attendant que Nous 1'obte- nions>  (45) nions, Nous Nous occupons avéc ardeur dé la Réorgani fation de Notre Armée &duRétablisfement de la Marine. Quclques foibles & denués que Nous Nous trouvons, par les fautes de l'adminiftration précédente, Nous ofons croire, que Notre amour pour la liberté, 1'énergie que votre cxemple inipirera, 1'enthoufiasme d'étre Amis, d'étre Alliés de la première Nation de rijmvers, Nous donnera les Refforts néoeffairesj pour n'étre pas un Allié inutile, & pour vous faire trouver des avantages réciproques, qui compenferont en partie des obligations qué Nous Nous faifons gloired'avouër. MontreZ Nous la route de la victoire fur 1'Element qui Nous eft propre, Nous ferons heureux de vous fuivre. — PlUs heureux encore dé pouvoir coöperer a rendre la paixa 1'Europe par les moven? les plus prompts & les plus efficaces, & k faire gouter k 1'humanité les bienïaits d'une Conffr'tution, dicfée par la Nature , confacrée par laRaifon, & fanétionnéé par le bonheur général. —■« Qail fera doux, devoir les Peuples réunis dans une Coalition fraternette, porter leurs hommages & 1'expreffion de leur refpect., de leur admiration , de leur reconaiffance auprès de la Nation inerveilleufe, qui n'a épargné ni efforts, ni ficrifices, pour faire triompher la caufe de 1'humanité, qui n'efr. autre que celle de la Vérité & de la Divinité même, & pour 1'établir fur des bafes inébranlables. —• La Republique Batave jouïra de votre gloire; Elle fe rappellera les tems oü Nos Ancêtres ont aufïi fïi acquerir leur indépendance au prix de quatre-vingt ans de guerre contre la Puisfance alors la plus formidable de 1'Europe;—* Mais aucun titre ne lui fera plus cher, ni plus honorable , .que celui d'étre ft jamais 1'Amie & 1'Alliée de la République Fran* coife. Den FranfchenReprsefentantAlquier met veel aandagt de gemelde Aanfpraak hebbende aangehoord heeft daarop gedaan ^ het antwoord hier na volgende geinfereerfc Citoyens Repréfentans dé la Nation Batave. t es Repréfentans du Peuple Francais, eri recevant,.au nom.de leur Nation, les aflurances d'Aroitié & les propofitions d'Alliance, qui leur font faites. par la Députation" M foïem»  (40 folemn'elle des Etats Genéraux des ProvincesUnies des Pays-Bas, regardent eet événement comme le préfage de la félicité des deux Peuples. La Convention Nationale, k qui nous transmettions les voeux que vous fórmez, n'ignorera pas, que 1'Alliance avec la oFrance eft demandée aujourd'hui par les Etats Généraux renouvellés & régénérés, Elle apprendra avec un intërêt, dont nous fommes garants auprès de vous, qu'elle n'a point ft traiter avec le Gouvernement, qui a fervi les projets du ci-devant Stathouder, contre la liberté Francaife, qui n'a demandé "la paix, qu'efFrayé par la rapidité de nos Vidtoires, & moins pour menager le fang & les treförs des Peuples , que pour conferver par un traité la fplendeur de fon idóle; avec ce Gouverne'ment , qui, laiiïant enchainer fon pouvoir par les longues ufurpations d'une Maiion Ambitieufe comblée de vos bienüüts, n'offroit plus ft ÏEuvope que le contraite affligeant du fafte de fes titres & de la nullité de fa puiffance, avec ce Gouvernement enfin , qui, invefti de la Souverainetédu Peuple Batave, pliait ft la fois fous la domination d'Cme Cour étrangêre & fous les volontés abfolues d'un Miniftre payé pour le fervir. Nous adrefferons avec empreffenient ft la Convention Nationale, les Décrêts importans, dont vous nous donnez la communication franche & amicale. Elle retrouvera dans votre Declaration des droits de 1'homme, dans la Proclamation de la Souveraineté du Peuple, & dans 1'abolition du Stathouderat, les principes, qu'Elle a depuis longtems manifeffés, mais dont Elle n'exigera jamais 1'application dans les autres Etats, fidéle qu'Elle fera toujours ft 1'engagement folemnel, qu'Elle a pris , de ne point s'immifcer dans le Gouvernement des Nations Etrangéres. Vos Refolutions fur la réorganifation de votre Armée & fur le retabliffement de votre Marine n'échapperont pas ft fa prudence au moment oü vous lui propofez un Traité d'Alliance. La Convention Nationale faura apprécier le courage d'un Peuple, qui a combattu quatre-vingt" ans, pour être libre. Elle ne perdra pas de vuë les talents & les triomphes de vos Marins; Elle fait ce qu'on doit attendre des Bataves fur eet Element, oü ils ont fi fouvent vaincu pour leur liber-  (4? ) ïiberte, auqucl ils ont arraché le fol, qinls habitcnt, 6e qui attelle a la fois leur valeuf 6c leur induftrie. Si, comme nous le defirons, le Traité d'Alliance propofé par les Ëtats Généraux des Pro vinces-Unies des Pays-Bas, & dont la demandc doit être renouvcllée par la Députation folemnelle, que vous envoyez k Paris, eft accueilli par le Gouvernement * & confacré par la Convention Nationale , vous devrez compter fur l'inaltérable fidélité du Peuple Francais a fes Engagemens, vous devrez vous repolér fur la Puiflance ókl'Energie qu'il deploiera pour garantirl'indépcndance 6c la liberté de fes Alliés. Vous n'aurez plus k fouffrir des attentats de cettepolitique ambitieufe & perfide, qui, trop bien fecondée par quelques agents de votre Gouvernement, fe menageait par une tirannie lente 6c progreilive, l'envahiflement de votre Com merce, & Ja France, qui veut étre 6c qui fera libre 6c refperïée, attachcra les droits 6c la prosperité de fes Amis a fes glorieufes deftinées. Pour Copie, (Getekent) Jllquier. Na dat dit antwoord was gegeeven heeft gemet? den Reprrefcntant verklaart dat de andere Repnrfentanten door zaaken van gewigt te Amfterdam waren opgehouden , en hem verzogt hadden aan de Commiüïe hun leedweezen te betuigen, dat zy niet hadden kunnen prefent zyn; vervolgens beeft den Burger Leftevenon hem mondeling en by wyze van converfatie de volgende poincten voorgefteld. 1. Om de inwoners van Maaftricht, welken om het Bombaidement te ontvlügten die Stad verlaaten hebben , en nu door de daaromtrend genoomen Decreeten yerplicht worden om binnen drie Weeken weer te Maaftrichtte moeten zyn, een langer rermyn te vergunnen om weeder na hunne Wooningen te keeren. 2. Te eftectueeren dat de Gereformeerde Nederduitfche en Franfche Predikanten te Maastricht niet op eenen evenrcedigen voet gefteld worden onder de Contributie, welke de Geestelykheid te Maaftricht moet opbrengen, maar daar in zoo veel minder deelen als hunne Bezittingen en Traktementen yan minder waarde zyn. 3. Dat de Koolfchecpen, uit het Land van Luyk naar Holland vaarende, onderweegen niet M 2 zu>-  Over detractementen van de Griffier, Com~ mis en Leden &c. der nieuwe Zeeinrigting. Prtefidie en ten Vice Prafes. t C 48 ) zullen mogen worden aangehouden, of genoodzaakt zyn hunne Vragten te breeken. Den Franfch en Reproe fentant heeft geantwoord, dat de drie boovenftaande verzoeken zeer billyk waaren, doch verzogt dat hem die drie pointen fchrif telyk voorgefteld wierden. Vervolgens zyn wy vertrokken; denFranfchen Reprcefentant heeft ons geleid, tot aan de deur van de laatfte Kamer, en zyn Secretaris is weeder voor uit na beneeden gegaan, alle de Militaire Wagten hebben ons in het retour weder dezelfde Militaire' honneurs aangedaan als in het heen gaan. Waar op gedelibereerd zynde, hebben Flun Hoog Mog, gemelde Gedeputeerden voor bet gedaan rapport bedankt. Al het welk gerapporteerde voor Notificatie aangenoomen is. Ts, na voorgaande deliberatie goedgevonden de Gedeputeerden X ter Generaliteit by deeZe te gelasten de zaaken van wegens deze Provincie daar heen te dhigeeren, dat aan den Griffier Quarles, voor het waameemen van zyn Pon:' en al het geen daar toe behoort, zonder voor fchryfloonen of anderzints verder ietwes in reekening te brengen jaarlyks voor vaft traktement moge worden toegelegt een fom van vyftien duizend guldens en onder gelyk beding aan den Commis van Laer een traktement van zes duizend guldens — en voorts aan de Leden, welke in plaats der vernietigde Admiraliteiten zullen fubintreeren, benevens den Se-, cretaris en den Advocaat Fiscaal ieder een jaarlyks traktement van zes duizend geldens. VTa dat de Praefident zyn Praefidium had nedergelëgt, heeft de i.^» Vergadering met allert aandrang en nadruk geinfteerd op zyne continuatie voor deeze reize, met by voeging, dat om het Zelve, zo veel mogeiyk te faciliteeren, aan hem zoude worden toegevoegd een Vice-Praefes en dat na dien tyd op zyne verdere continuatie niét meer zoude worden aangedrongen ; ntf na de Pra?fident zig die keuze op den vóorfz" voet heeft laten welgevallen, onder beding niet te min, dat daar de tyd van de aanftelling der Municipaliteit van Rotterdam, waar toe hy -PflH ftdent behoort, en van welke Stad hy nevens andere afgezonden is ter deezer Vergadering, op Woensdag, over agt dagen ftaat te expireeren, het hem vry zal ftaan, het Prafidium neder te leggen; ingevolge waar van den Burger Loncq by acclamatie tot Vice-Prtefcs verkoren zynde, die Poft aangenomen heeft met * volgende Aanfpraak. BURGER REPRESENTANTEN! V^as ik immer gevoelig getroffen, het is in dit ogenblik w waar in uwe, voor my zo vereerende keuze, mV nevens den uitmuntenden Paulus aan het Floofd uwerW' gadering plaatft, het is. geen lage vleyery voor hem, geeO afgebedelde loffpraak voor my zelve , wanneer ik zegg^ dat ik niet by hem te noemen ben. Gy kent zyne verdien-  dicnftcli en maakt U een te vcrgröotend denkbeeld vart de mynon — in een opzicht echter evenaere ik hem —dat is in Vaderlandsliefde, om hier aan te voldoen, zal ik alle myne krachten verder infpannen, zelfs met opoffering van veelcn myner aardfehe genoegens. «rfan 's selvken' hebben de beide Secretarisfen Spoorsen Wife- r V lius, op inftantelyk verzoek der Vergadering , zich nog * voor veertien dagen laaten continueeren. S het geproponeerde ter Vergadering, is n| voorgaande dcliOperatie goedgevonden, de Gedeputeerden dezer Provincie ter , cSSM^d^Krïito.ooi, op dat men zonder tydver- p -„im van den Staat der Marine zou kunnen geinfornueid zyn , fSmHèndrik Jenea, lid deezer Vergadering, Samuel Story en ^Sertus Lucas, Capiteins ter Zee,mitsgaders Pieter t»«^ tofteur, te committeeren, om zich naar de Zee- Havens deze f den te begeeven, ten einde alle de Oorlogfchepen te m peein den voorraad van Tuigagie, en in een woord al wat ot équipement dient, optenemen, en ter Vergadering van Hun Hoog Mog. zo fpoedig mogelyk rapport te doen van hunne beÏÏFng omtrent de Schepen die gereed zyn, of binnen kort ge- kunnen zyn, of vertimmerd of aangebouwd kunnen worden &c zullende allen wien het aangaat verplicht zyn, op verfnninï van den laft aan deeze Gecommitteerden te geeven, hun Taf hTnXe^Ss te verkenen, en de verdichte aanwyzm£n te doen op dat het opterichte Committé van Marme te fnoedigl i 'ft'S zoude zvn zonder verwyl de Marine van den Lande S behoor yken ftaat te brengen, en dat teffens ge^ropodeerd word om aan elk te geeven een daggeld van / 13- io- o de reiskosre daar onder begrepen. En heeft de Prudent deVergadering gefchciden hecden middernagt en geadjourneerd tot morgen namiddag ten vier uuren. Accordeert met de voorfz Decreeten. De Secreta- 'sjen ook nog lerticn dagen %ontinueerd. ïnfpecfie van ' Lands Sche1nu JdjGtin;e+ ment.