co > FRïHEID, OELTKHEID, ÈROÈDËRSCHAP. Vergadering van de pro vifioneele Reprsefentanten van het Volk van Holland, Viy* dag den 13 Maart 1795. Het Eerfte Jaar der Bataaffche Vryheid* V K IE S I D E, G. J. Loncq. VlCE-PRiESES, J. H. de Lange. PRiESENTIBU S, J. Nihout van der Veen. Roos. J Spoors. N. van Staphor/ï. .-•S. J. Z. Wiielius. A. J. La Pierre. J. de Lange van Wyngaerden. i A. Heshuyzen. W. A. Leftevenon. T. Kumfius. L. Grendel. A. Schregardus. J. N. Duyvenfz. W. Tip. J. Veenhuyfen. J. H. Spruyt. j S. Hubert. J. C. Obbes. Van der .Swan. Cornelis Lans. W. Noodt. H. L. Quesnel. Pieter Ellinckhuyfen. E. van Braam. Claas Schuytemaker. Teengs. C. Bocerkoper. P. A. van Kootcn. }. D. Huiehelbos van Liender. W. N. Krap Hellingman. M. den Appel. W. van de Wagt. A. J. van Doorn. van Wadenoyen. J DE Notulen eer vorige Vergadering zynde gerefümeerd, en* na voorgaande deliberatie gehouden voor geaprobeert. - A De Droogleever. i N. van Forreft. [ W. Schouten* D. Weftrik. Corn. Ign. Pranger* W. van Voorft. Wormer. Francois Hoyer. P. van Zonsbeek. F. D. C. Druyvefteyn* Cornelis Duyn. Ccrnelis Hooy. Willem SuermondV Jan Glazecas. A. W. Svvarc. Dirk Claus* Gevaerts. J. G. van Oldenbarnevelt ge* naamt Tullingh. P. Lelyzée van dei* Waal. Van Leyden. ' j. Jb. Duyvensz. Anthony Peter van der Kun. A. Ritmer. J. H. van Swinden. B. Blok. L. T. de Kempenaer.L. Dyl. G. H. van Loon. Menger. P. Bosveld. N. Backus. J. G. H. Hahn. van der Jagt. B. Cool Jz. P. Paulus. iJolian Friedrik HoiTmaii. 1 Reepmaker. Willem Pott. Michiel Plemp. Kt/mm  Rapport der rgers Roos en Swart, nopens hun ver* rigte in de Klundert, Zevenbergen en de beide Zwaluwen* i (O T\q Burgers Roos en Swart, by Decreet dezer Vergadering van den 24 February 1795 gecommitteerd, Om, volgens Decreet van den 19 derzelve maand, zich, ter herftelling der ruft te begeeven na de Klundert, Zevenbergen en béide de "Zwaluwe doen rapport van hunne verrichtingen; alles breder hier na geinfereerd. FRTHEID, GELTKHEID, BROEDERSCHAP. De Burgeren Roos en Swart, aan , de Vergadering van de provifioneele Rèpnè'fentahten van het Volk van Holland; nopens de Commiffien naaien in de Klundert, Zevenbergen en Zwaluwen. Waardige Volks-Rtprcefentanten ! T\nar Gylieden, by Decreet, genomen in Uwe Vergadermg, van den 24 February 1795, ons hebt gelieven te committeeren, om, ingevolgen Decreet dezer Vergadering, van den 19 derzelve maand, ons te begeeven naaide Klundert, ten einde aldaar de ruft te her/tellen, en ten aanzien van de verroering der Boeken, Brieven, Charires en Papieren, van de RentmeeCters van de Domeinen van den geweezen Stadhouder, zodanig toeverzigt te neemen , en verder te handelen, als by die Decreeten is gé zegd. — Hebben wy thans de eer Ulieden des aangaande te berichten. Dat wy den 7 dezer van hier vertrokken zynde, en m dat den eerft Ondergetekende dezer, de nodige infpecïil van de Papieren van den gearrefteerde Pi eter Belnarts van Blokland, te Dordrecht, dienzelven dag genomen, en op de inventarifatie van dezelve, de nodige ordres geftelrf had, den volgenden morgen, naar de Klundert gereiil, en nog dienzelven voormiddag aldaar aangekomen zyn: Dat wy al aanftonds de benodigde informatien ingewonnen hebbende, zyn ontwaar geworden, dat de Municipahteit of de twintig Perfoonen, welke zig Municipalen noemden, en op het Raadhuis aldaar, als zodanigen vergaderden of byeenkwamen, beftond uit eene mengeling van Perfoonen, waar van fommigen, voor de gelukkige verandering van zaaken, geheel en al ruftelooze en openbaare Orangewerktuigen zyn geweeft, en alsnog weinig verbeterd waren. — Dat anderen, hoewel minder party dig, geenfints de ware principes toegedaan waren, — en dat een ander of het zogenaamde befte gedeelte, beftond uit Luiden die zig Patriotten noemden; dan welke den een den anderen, uit hoofden van jaloufie verdagt en befchuldigde en dat dienvolgende deze voorgewende Municipaliteit, hoe talryk ook, een beklagelyk en volftreU nutteloos, ja fchadelyk geheel uitmaakte. Dat wy daar na, ons by den ïranfehen Commandant, GaufFres, vervoegd, en denzelven de fchriftelyke en uitgebreide ordres van den Reprafentant Alquier ter onzer afli-  afilftentie vertoond hebben ; — dat dien Commandant zig een genoegen reekende, ons te affifteeren, en tot ontdekking van de bronnen van misverftand, van alles wat hy wift, rondelyk, en zo als de uitkomft heeft doen zien, naar waarheid te onderrigten. Dat wy daar uit en uit het bekomen ondenigt, nopens de wyze waar op de zaken aldaar beftierd wierden, zo het een bellier koir genoetnt worden, meer en meer gevoelden, dat eene voortduuring van zodanige Munieipaliteir, met dan de fehadelykfte, en in het kort de onruftigite gevolgen voor de lnwoonders aldaar, hebben konde. Dat nog den Commandant, nog eenig Lid der pretenfe Municipalireit, voor zo verre wy daar van verfcheidenen van byzondere denkenswyzen gcfprooken hebben, aan ons eemgzints verftaanbaar heeft kunnen verklaaren, op welke wyze die Municipnliteit aldaar, in de wereld gekomen was: - alleen hebben wy dit uit hun kunnen opmaken, dat er een aantal van twintig Perfoonen, tot het doen van het nodige werk, vereifcht werdende, zylieden geoordeelt hadden dat dus ook alle Perfoonen, welke door of ten dienüen van de Franfchen gebruikt waren, uit dien hoofde, en als het ware per fe Municipalen waren. Dat wy dienvolgende, en uit vergelyking van de byzondere Berigten, zo wel als den Commandant, moeiten befluiten, dat 'er wezentlyk en in der daad, geene Munibipaliteit in de Klundert beftond; maar dat flegts twintig Perfoonen, welke verre de meerderheid van de eeniglints befchaafde Huisvaders, van de Klundert uitmaakten, zig ten teiken van onderfcheiding, of volgens hen, van gezag, een driekleurige Bandelier omgehangen en op het Raadhuis geplaatft hadden. — Dat zylieden wel voorgaven eene fchriftélyke ordre van den vorigtn Commandant te hebben, edog dat dezelve niet alleen niet te vinden waren, maar dat zelfs geene van hun, die immer gezien hadden. Dat deeze twintig Perfoonen zig het geheele bewind aangematigd hadden, en zulks zo het fcheen op hunne Willekeurige wyze, niet langer gaande kunnende houden, of hunne onbevoegdheid gevoelende, gaarne ontflagenwezen wilden, en om daar toe te geraaken, verfcheiden middelen reeds beproefd, en in het werk geheld hadden. Dat wy dienvolgende met den Commandant moeften inftemmen, dat het ten uiterften nodig was, dat zo fpoedig mogelyk, eene Municipaliteit aangefteld wierde, beftaande uitzeven Perfoonen, als mede een Bailluw en Dykgraaf en een Secretaris , en zulks zo veel doenlyk, uit Perfoonen de ware principes van Vryheid en Gelykheid toegedaan zynde, immers uit zulke Luiden, welke vooreerlyk en trouw bekend waren: en dat men over de wyze op welke die aanflelling gefchieden konde, voegzaamft de gedagten van voormelt twintigtal onvervankelyk inneemen. konde. — Terwyl wy ons, door hooren en wederhooren van verTchillende partyen, zo veel mogelyk, hadden in ftaat gefield, om te oordeelen, welke de gefchikfte en A 2 braaf-  ( 4 ) braaffte Perfoonen waren, die tot Municipaien, Bailluw en Secretaris der Stede Klundert, gekozen zouden kunnen worden. Dat de voorname reden van ongenoegen welke by de goede Burgery en Ingezetenen, tegens de Leden welke zig Municipalen noemden, plaats heeft, hier in beftaat, dat die twintigtal, zoo als die aan ons zelve volmondig erkend hebben, eerffc eene foort van infchryving geopend, en daar na tot drie herhaalde reizen toe, een fchatting aan de Burgery opgelegt hebben, waar by zy Lieden van zulke Burgers, welke zy of de meerderheid van hun, daar toe het gefchikfte oordeelden, afgevordert hebben de betaaling van zoo, veele Penningen, als zy Lieden naar hunne zinnelykheid goed vonden; en welke Schattingen in flegts drie weeken tyds aan fommigen tuüchen de dertig en veertig guldens, en aan anderen minder, naar eene by hun berekende evenredigheid gekoft hadden. Dat deze Penningen volgens het mondeling verhaal van het twintigtal wel zouden zyn gebruikt, tot betaaling van aangefchafte noodwendigheden, voor de Franfche Troupes°, doch dat daar van aan ons, zoo min als aan de Burgery, iets wettigs gebleken is; terwyl nogthans zoo als aan ons is voorgekomen, de Burgery deze zeker drukkende laft, vry gewillig en vertrouwelyk opgebragt heeft. Dat wy reeds by onze komft aan den Prrefident der twintigen verzogt hebbende, met de zynen by den anderen te willen komen; ons met den Commandant hebben begeven, op den Raadhuize der Stede Niervaart gezegt de Klundert, en aldaar negentien Perfoonen gevonden hebben, waar van de twinügfte om Ziekte afwezig was. Dat wy aan dezelve, zoo veel hun betrof, onzen lalt bekend gemaakt hebbende,, ons geïnformeerd hebben, naar de redenen en bronnen van de klagten, welke in de Brief van den Prsefident Jacob Buys, den 14 February 1795, aan het Committé van Algemeen Welzyn van Holland , gefchreven, vervat zyn, en welke Brief, de eerfte aanleiding tot het decerneeren van deze Commiflie gegeven heeft. —* Dat wy uit hoofden van de byzondere klagten, zyn beveiligd geworden, dat een beklagelyke geelt van partyfchap tuflchen hen plaats had. Dat zy Lieden in verfcheiden e foor ten van Cabalen onderfcheiden waren, en dat ieder van die, zig als om ftryd beyverde, om de overhand te hebben, en dus dat hoe braaf elk Lid of milTchien iedere Parthy op zig zclven ook zyn mogt, het niet dan ten uitterften gevaarlyk zyn konde, dat dezelve langer famen bleven, of het bellier op dusdanige wyze in handen hielden. Dat den Commandant verklaard hebbende, dat zoo al ooit, thans voor al niet, eenige noodzakelykheid beftond, om aldaar twintig Perfoonen in de Municipalitcit te hebben , en dat hy lange verlangt had, dat dit getal meer dan de helft vermindert wierd; dewyl zoodanig aantal, niet weinig tot de verwarring toegebragt had.  . ( 5 ) ■ Dat de twintigen mede van óórdeel varen fa ? flag en de vermindering van het iSmi 7« .5 hanoncl fe..v üc na«aen, dan dat deze zif? m$ hnn nf&tö&i.j Willen ri aaten ?v Lied-n bv pf.rr • "iet hebbende de %ge%'Ö va^dpn 4 dezer; by, een to^iÊA^ZiT ^ & 'I die een beter Hah rnW^^!? ' ' ??et byvoeSln£> dat elk kent niaaïS! m0gt weten' zul1" aan hun wilde be- A'ï feff'tvdi^ VerlW^ %i> den voi: hebbend pnbl !^iT °nZe aldaar bèkdmeri den, mïlsn thHn? herroepen of ingetrokken had- lening ge|^o| ssf* * « — Dat den ^ómiirandaht be^rvnende rfaf jrt : onircs, van den Reprefcmant Al5 i , ■ 'eIlllfteI.vke bmm0, nog ml iffwfeg 'Lfe" ol een ge vryheid geven konde. Eh SWiSS I||er voor gezegd, dat niets befto^of'veS'^S ft.= tors tfÉtó^^ «ezogt en gg den VolT?» 'v^W^ voorgefteld wierden. 1 "umiel Piaatfen doo/of v,fdaa" we?e"de'- en de Klok getrokken zynde en den r? g?" het cmnaê^ , W het byzyn van ons' en den Commandant, aan den Volke is È*'ïS!riÏ3 7 & aZIntWindP"> «Ö-rÖfii twee mLVe„ted?te!Xtn Als tot Bailluw en Dykgraaf* t Engel Eland, lot Municipalen, Dirk Huyzer, Cornelis Hagens Dirk Knook, * J.:n  Jan Stoffelsz Vermeulen. Jooft van Oyen, Adriaan Cornelisz Korteweg, en Cornelis Provily Cornelisz. Als mede tot Secretaris, • Sibert Buys. Alles by provifie en tot dat daar iri, nadere verandering zou zyn gemaakt. Dat wyd'ers aaii den Volke» het welk voor dit Steedjd in grooten getale opgekomen was, is afgevraagt, of zy Lieden de voorgéftelde Perfoonen, tot die Pollen gefchikt en in ftaat keurden, of dat zy Lieden of fommigen hunner, tegens een of meer van dezelve iets in te brengen hadden, en zo ja, dat zy Lieden als vrye Burgers, zulks rondelyk verklaaren wilden, en dat als dan de zoodanigen niet aangefteld worden zouden; edoch dat zulks door de hieenigte, ten blyken hunner goedkeuring, met een drievoudig viva de Natie beantwoord zynde; de alzo benoemde Perfoonen, voor zoo verre die in de Stad waren, zyn opgeroepen en verfcheenen zynde, den EedV-d zuivering en getrouwheid afgelegd en hunne Pollen aanvaart, als mede Dirk Huyzers tot hunnenPrxüdent verkozen hebben; terwyl de drie afweezigen nader opgeroepen zouden worden. En dat daar na orider de Burgery en ingezetenen van de Klundert, en zulks zoo wel onder de verlatene twintigen, als anderen, een algemeen genoegen, over de vcrrigtirigen van die dag, heeft plaats gehad, en betoond is. Dat wy ten aanzien van de onbeheerde Domeinen van Willem de Vyfde, alle mogelyke informatici! genomen hebben, en onderrigt zyn geworden, dat wel eenig Houtgewas, verkoopbaar zyn zoude, edoch dat zulks door het overflaan van een jaar, niet wierd benadeelt: — dl ook zoo dra het Water weg was, eenige gorfen als anders , verpagt konden worden; dan dat de meefle noot vorderde, dat opzigt gehouden wierd, op de Water-Molens, op dat die aan den gang bleven, ten einde het Water van de Landen afgemaalen en dezelve daar door, bruikbaar gemaakt worden. , Dat wy de zorg over die Watermolens, en het 20 den gang houden van dezelve, als mede het doen herftellen van een of ander voorvallend gebrek aan het gaande Werk, hebben opgedragen aan de aangemelde Municipalen, tot dat by deeZe Vergadering daar op nadere of andere bepaling gemaakt, of ordre gefield zal wezen; —met verdere laft, om van tyd tot tyd, daaromtrent aan Uw Committé van Algemeen Wel zyn verflag te doen, zonder eenige koften van aanbelang te mogen maken, als na dat zylieden daar over adres gemaakt en daar toe vryheid bekomen zouden hebben; ep dat alle het zelve door h-1 volvaardig aangenomen is geworden. Dat wy al mede, ten overftaan van twee Municipalen, efl  (7) en met adfiilentie van den Commandant, het verlaatéïi Huis van den Rehtmeéfler van Aitsma, nauwkeurig onderzogt, dan geene Papieren hoe ook genaamt, in het zelve gevonden hebben, zo min, als dat wy eenig gegrond berigt hebben kunnen bekomen, waar denzelven met de vervoerde Papieren en Penningen , zó der Domeinen als van de Stad, zig bevinden zoude. Dan, dat wy vernomen hebben, dat dcri geweezeii Secretaris Dirk Elemans, op ordre of met permiffie van de oude Regeering van de Klundert, de Secretarie vervoert hadde, en zelve vertrokken was; gelyk dan ook de aangeftelde Municipaliteit, van hem de terugbrenging of overgave van dezelve Secretarie afvragen en vórderen zoude. Dat verders de Municipaliteit, ten aanzien van de inde Miffive van den 25 February laatftleeden aan deeze Vergadering, gemelte bezwaren over het bekomen van Penningen, tot aanfchaüing der noodwendigheden, by provifie zou handelen, zoo als ten minden bézwaaren van dé goede Burgery en Ingezetenen zou kunnen gefchieden. —s En ten aanzien van de inkwartiering, dat zylieden zig zo veel mogelyk zouden tragten te redden, tot dat 'er gelegenheid zyn zoude, dat hunne Stad eenigennate oiitlaft kon werden. Dat wy voorts den 9 dezer, des morgens te ztevertber- gen gekomen zynde, ter verdere voldoening aan voormek Decreet, het naaüwkeurigfte onderzoek gedaan hebben, of aldaar eenige Boeken, Brieven, Chartres of Papieren , van eenige Reritmeefters der Domeinen van den gewezen Stadhouder, te Ontdekken waren; dan dat wy vermeenen in het zekere te kunnen berigten, dat aldaar niets van dien aart aanwezig is; — dat den gewezen Rentmeefter Meyners, dezelve, by zyne vlügt t allen, zo wel als de Penningen, medegenomen heeft, en dat niet ontdekt is kunnen werden, werwaarts denzelven gewezen Rentmeefter gevhigt is, of zyne Papieren eh Penningen geborgen heeft. — Dat wy, óm zo Véél mogelyk eenig fpoor te krygen, de Schippers daar op gehoord hebben, dan dat dezelve niets van dien aart vervoert hebben, als alleen voor of tegen de aannadering van Dumourier, en dat dezelve daar na weder terug gebragt zyn geworden. Dat wy van het ogenblik onzer komft te Zevenbergen af, tot kort voor ons vertrek van daar, als het ware onophoudelyk zyn overladen geworden met klagten van de goede Ingezetenen dier Stad, over liet willekeurig, partydig en ongeregeld en verwaarloözend bellier van de Leden der Municipaliteit, of wel van de meerderheid van dezelve. — Dat wy by het vertoonen van de ordres van den Repraefentant Alquier, aan den Commandant le MesIe, denzelven, ingevolgen Ülieder Decreet van den 28 der voorleeden maand, hebben onderhouden, over de bézwaaren, vervat in de Miffive van de Municipaliteit, den 19 February laaftieedèn aan deze Vergadering gefchreven, over de fchromtlyke Requifitien, welke, volgens die Brief, aldaar gedaan wierden, en daar by alle onze pdgin- B 2 geö  r 8 ) gen ten besten , en ter ontlading van de goede Burgery'; in het werk gefield hebben; — dan dat dezelve aan ons volmondig heeft verklaard, dat zulks geenlints aan hem Commandant te wy ten, maar alleen aan de wanvoegelykc directie der Municipaliteit toe te fehryyen waren; — dat hy Commandant alles aangewend had, en nog aanwende, om de Burgery het verblyf en onderhoud zyner Troupes , zo drageïyk te maken , als mogelyk was, edog dat en de inkwartieringen by en de afyordérifigen van byzondere Perfoonen door de meerderheid der Municipaliteit , dermate ongeregeld en ongelykelyk ging, dat daar uit de grootfte inconvenienten al verder te vvagten, ja onyermydelyk waren; — en dat hy Commandant, zo als men zegt, noch eggen noch ploegen konde; — en d zeer verheugd was, dat hy door de ordres van den Ilepnefentant Alquier, aanleiding ontving, dm op de eene of andere wyze, daar in verandering en verbetering te maken of te zien gebooren werden. Dat wy onder anderen van Gerrit Geriitfe van Maurik, die na de fufpenfie van den mishandelden Jacöbus JOhannes Hetterfchey, a!s Secretaris gefungeerd had en nu nog Prsefident der Municipaliteit was, een bezoek ontvingen, met afvrage, of wy ook weeten wilden, hoedanig hét aldaar te Zevenbergen toegingen, want dat het niet was, zo als het zyn moeit. — dat wy 'sMans Caracler eenigfints kennende, hem geantwoord hebben, d.t, indien hy vermeende, dat hy iets opgeeven moeit, hy zulks dan fchriftelyk doen wilde; dat hy daar op zyne verlegenheid duidelyk tonende, verklaarde wel mondeling te willen vertellen, maar niets fchriftelyk te kunnen geeven. — Dat wy doen geinfteert hebben , dat hy ons z\ ne aangeboden onderrigting fchriftelyk geeven wiidc, en dat hy aan ons niets mondelings moed derven onderrigt.cn, het geen hy' niet zou derven beftaan te fchryven. Dat hy kort daar op aan ons heeft gezonden een ondeneikend Papier, inhoudende een verzoek quafi, om van zyn Poft, als ad interim Secretaris ontflagen te zyn, en dat Jacobus Johannes Hetterfchey wederom aangefteld werden mogt; waar door wy wel minder verdaan konden, doch meer verdenking tegens hem verkrygen moesten. Dat hy Gerrit Gerritz van Mourik , met nog twee Leden vafl de Municip .liteit, vervolgens met ons komende fpreken, over de bezwaren in de Brief van hun aan deze Vcrgadevervat, wy by die gelegenheid, ons op den inhoud'van voormeld Papier of verzoek om ontflag, nader hebben geïnformeerd, en inzonderheid, of Clafinus van Diggelen, die als zodanig, de Brieven aan deze Vergadering gefchreven, getekend had, was Secretaris; dan wel of Gerrit Gerritz van Mourik , Secretaris van Zevensbergen Was; dat zyne twee Medebroederen, welke van dit Papier niets willen, en inzonderheid Hendrik van Meer, daar op rond Hollandfch antwoorde, dat Clafinus van Diggelen wel, en niet meer Gerrit Gerrit/. van Mourik Se* ere-  .co cretans was. ~— Dat Gerrit Gerritz van Mourik na lang vènvyr ejndelyk verklaarde, dat hy na de komfr'öer Franfche Troupes in Zevenbergen, niet meer Secretaris was geweeft; doch dat zyne bedremmeling niet weinig vermeerderde, wanneer Hendrik van Meer, er op volgen liet, ja.' maar hy heeft my te vatten avond nog eens getrouwd ; — dat wy daar door een fpoor verkregen van het gunt door den Secretaris van Diggelen, over het middel van Trouwen en Begraven, in zyn Brief aan deze Vergadering van den 19 February laatltleeden, welke in in onze handen gefield is geworden, werd gevraagd; terwyl hy van Mourik al verder verhaalde, dat hy het mid1d^P/vhct Trouwren van Van Meer, en zyne Bruit, in de Claile van zes guldens, niet ontfangen had, maar dat hy in een Regifter had aangetekend, dat Van Meer, dit nader betaalen zoude. . D?c .wy ons 's namiddags op het Stadhuis by de Municipaliteit vervoegt, en op den inhoud der opgemelde Misiivè van den Secretaris van Diggelen onderzoek gedaan hebben. En eerfl, op de klagten over het niet opmaken van Stads Ka/Te en het gunt tot de Adminiftratie der Gemeente behoorde. Dat daar omtrent, aan ons gebleken is, dat verfcheiden Renten en andere Inkornften onbeltierd lagen, en dat daar naar niet omgezien wierd, ten minden dat de Baten daar van, niet kwamen, daar dezelve behoorden; en dat Gerrit Gerritz van Mourik, daar van, ingevolgen eene Refolutie van de Raden van Willem de Vyfde, van den 24 October 1794, ontfang gedaan en bewind daar over gedreven had, zonder dat bleek, wat daar mede uitgerigt was geworden. Ten anderen, op de klagten over het niet overnemen van de Secretarie. — Dat den Prceddent Gerrit Gerritz van Mourik voor reden daar van gegeven, en door eenige anderen erkent is geworden, dat de Secretarie door den Franfchen Commandant verzegeld zynde, zy Lieden daar aan, niets hadden kunnen doen, edoch dat indien dit had kunnen ontzegeld worden , zy den Secretaris Acces tot dezelve zouden hebben gegeven, en dat op ons aanbod, om den Commandant daar over te fpreeken, de Sleutels van de Deur dier Kamer, overgegeeven zyn geworden, om die, na gedane ontzegeling aan den Secretaris ter handen te ftellen. Dat wy den Commandant, daar over onderhoudende, den zelve zeer gereed vonden, om die ontzegeling te doen, doch dat wy tevens in het zekere onderrigt wierden, dat deze zeive Gerrit Gerritz van Mourik, de Papieren tot de Secretarie behoorende, vervoert, en zoo als wy uit een der Schippers vernamen, paar Dordrecht gebragt hadde. En in de derde plaats, over de laatfte vraag in de Mis* five van den Secretaris van de Diggelen, behelzende eene bewimpelde kiagt over het verzuimen ("om geen ander woord te noemen) van het middel op het Trouwen en Begraven, C Dat  Dat wy den Secretaris van Diggelen en die Municipalen, welke met hem als brave Luiden dagten, dan eenig-. zints befchroomt waren, moet ingeboezemd en overtuigd hebbende, dat het thans de tyd was, om zonder onderfcheid, wie het aangaan mogt, alle misdryven , indien die plaats hadden, te openbaaren; zyn ontwaar geworden, dat Gerrit Gerritz van Mourik, zich zekere directie over het middel van het Trouwen en Begraven had aangematigd, en dat uit dien hoofden niets, ten minden niets voor het Land ontfangen, voor al en zeker niet ten behoeven van het zelve aangetekend, veel min verantwoord was geworden: dat zelfs den Kofter die mede Municipaal was, en wiens pligt het is, geene Lyken toe te laaten, ten zy dat aan hem vertoont werd, eene Quitanne, dat het regt betaald is, hier in heeft misgetaft, dewyl door hem, alle de Lyken, federt een lange tyd, zonder zoodanige Qmtantie, zyn ontfangen geworden; — terwyl Genit Gerritz van Mourik, als Kerkmeefter, naar het gebruik te Zevenbergen plaats hebbende, verpligt was, toe te zien en te zorVen, dat dit regt naar de Wet geheven, en door den Kotter, dellelfs pligt betragt wierd - en welke Lyft vangcftorvenen, en alzo zonder het betaalen van het middel Beeravenen die wy ons door den Koiler hebben haten geven, hoewel volgens zyne eigen erkentenis nog met volleedig, voor Zevenbergen, vry aanmerkelyk was. — Dat wy even zoo ontcyffert zagen, het Raadzél, omtrent het middel op het trouwen, waar meecle federt een geruimen tyd,door Gerrit Gerritz. van Mourik, even als hy ten aanzien van Hendrik van Meer gedaan had, omgefprongen was geworden. — Terwyl al verder bleek „ en door Genit Gerritz. van'Mourik is erkend geworden, dat geen zodanig Register beftond, als in het welke hy had voorgegeeven, dat hy aangeteekend had, dat Hendrik van Meer zyn verfchuldigd recht nader betaalen zoude, — gelyk dan ook door die erkentenis verviel, het voorgeeven, van van Mourik, dat zekeren gezworen Klerk, de Klerk genaamt, verzuimt zou hebben, dit op de ordre van hem Gerrit Gerritz. van Mourik in het voorgewende Regifter aan te teikenen. Dat wy onze bekomen informatien, dat deeze zelve Gerrit Gerritz. van Mourik, nog eenige penningen onder zig hebben moeft, uit hoofden van een of meer Cedullen van verkogte of verpagte Goederen, van de Domeinen van Willem de Vyfde, aldaar beveiligd zagen, door de fchoorvoetende erkentenis van hem van Mourik. Dat wy, uit hoofden van alle de voorengemelde ontdekkingen* ons verpligt geagt hebben, denzelven Gerrit Gerritz. van Mourik te gelasten, aan ons alle de Papieren, betrekkelvk opgemelde handelingen over te geeven, ten einde die nader in te zien, ofte doen onderzoeken, en dat wy die ook van denzelve bekomen en daar meede als hier na te zeggen , gehandelt hebben. Dat wy al verder, met deze Municipalen, hebben gefprooken over de Requifitien, in hunne voorgenoemde Miffive vervat; en dat wy de mondelinge opgaven daar van  Cu ) van hebben gevonden, van dat aanbelang, da* Wy heit hebben aangezegt, dat zylieden een behoorlyke Lyft van Wié dezelve ttïdkeH, en die met overlegging van alle de khWtcIykfl» Requinnen overzenden zouden, aan UwCom» nutte yan Vivres, ten einde, zo als wy onder verbeterina hier by voorftellen, was het mogelyk, te bewerken, dat c,ceze Leverantien in mindering der algemeens Requifirieri itrekken mogten; terwyl hier aan, in het kort te voldoen, door hen aangenomen is geworden; — wy moeten hier Dy voegen, dat de door hun gedane leverantien als onreJoovelyk zuüen voorkomen, edog dat dit zeer wel ia té Degrypen, als men hl aanmerking neemt, dat te Zeven* bergen niet minder dan zes honderd Huffaaren leggen , en ïuJr iDC^ ,beh;llvrcn v°or Requihtien vöor andere f**£k!f». 20 nls WY onderrigt zyn, zeven dub zuid ponden Hooi gebruikt werden; gezwegen van Vlees vonr1 T" ZaakCn' ~T7 Ed°S komt ons niet te min ' dat van eene Municipaliteit als dceze, niets voor tgt kan aangenomen werden, als het gunt door fchriftelykc ttewyzen geverifieerd word. — Waarom wy ook M hier voorgezegd, gelaft hebben, dat de Requifitien Zelve by hunne te zenden Lyft, overgelegd werden moeten, Dat wy overtuigeiyk gezien en ondervonden hebben, «at de Municipaliteit aldaar grootendeels beftond uit §tó ven van Orange, waar onder fommigen, welke zig aan dé onmenfenelyke mishandelingen in het fchrikjaar 1787, eii yooral na het terug trekken van Dumourier, eenige "brave ingezetenen te Zevenbergen aangedaan, fchuldig gemaakt nebben; — dat deeze , behalven onze bekomene kennis, zig zeer zigtbaar en kennelyk ondetfeheiden, door hunne prangende boezems, en op het eenvoudig hooren van de woorden Vryheid en Geïykheid, en dat deeze zig onder de Municipalen hadden weeten te Tcharen, en door den Commandent Danbrin, weike hen niet kennen konde, doen benoemen. — Terwyl- de klagten van de goede Bur* gery en van den Commandant, daar uit geboren wierden. Dat 'sLands Finantien te Zevenbergen, al verder verzuimt, ten minften zeer verkort zyn geworden, door hst vertrek van den nu eenigen tyd geleeden terug gekomen Gaarder der gemeenelands Middelen aldaar , aangezien by zyn vertrek het geen wel op ordre van den Opziende*" 38 gefchied, geene de minfte ordres gefteld zyn geworden op de invordering van dezelve Middelen, waar uit ié' voortgevloeit, dat alle het Graan zonder betaling van lmpoft ter Molen gebragt, en alle Impoft fubjecte Middelen , vry en zonder eenige betaling zyn ingedagen en verbruikt geworden. Dat wy hebben geoordeelt dat iemand moeft werden bef noemt en verzogt, om het nodig toeverzigt te hebben op de Domeinen van Willem de Vyfde, by provifie, en ai was zulks llegts maar tot dat wy aan Ulieden, Burger-Reprafentanten/ berigt gedaan, en Gylieden nadere of andere ordres gegeeven hebben zouden ; dewy! voor zo veel Gerrit Gerritz. van Mourik daaromtrent eenig gezag voer- C 2 de,  (12) de. zulks geenfints in zyne handen vertrouwd was. — En dat wy mitsdien zulks alzoo en tot dat by deeze Vergadering nadere of andere ordres gegeeven zyn zullen, Ingedragen en verzogt hebben, aan de Burger Jacobus Tohannes Hetterfchey, met aanbeveeling, om goede toeziet te neemen, dat niets daar van vervreemt of door anderen ontvangen wierd; als meede dat hy, zo (goedig doenelyk, zou maken en alhier overzenden , eene Memorie van het gunt zvnes eragtens, als het noodzakelykhc behoorde te gefchieden, zo als 'er verfcheiden zaken zyn, welkers inftandhouding zeer veel fpoed vereiffchen. # Dat wy hier by niet mogen ontveinzen, dat wy in dezen Tacobus Tohannes Hetterfchey, hebben gevonden een Man, die, behalven zyne bekende opregte beginfelen, om welke hy zo veel geleeden heeft, is een nauwkeurig oplettend, werkfaam, en algemeen kundig _xMenlch, die daar en boven, uit hoofden dat hy eenige jaaren het Rentmeefterfchap van de Domeinen heeft waargenomen, dezelve door en door kundig is, — ja, die daar beneven, zo als aan ons uit de herhaalde Conferentien met hem gehouden, is voorgekomen, in ftaat zyn zoude, om al waren alle de Boeken en Papieren der Zevenoerg.cne en Klundertfche Domeinen geheel verlooren, zo als wy vertrouwen dat ze wezentlyk zyn, dezelve geheel op nieuw aan te leggen, en de bronnen waar uit de zo aanmerkelyke inkomlten dier Domeinen voortvloenen, aan te wvzen, en die inkomften voor het vervolg te herftellem— Zyn aaneengefchakeld verhaal, van alle het daar toe behoorende, de aanwyzing van het gebrekkige, zo wel als van het behoorlyke, dat in de waarneeming en helling daar van plaats had, met opgave van de middelen van herftel en verbetering, welke voor het vervolg daar in zouden kunnen gemaakt werden; als medee het gunt hy daar en boven dienaangaande uit kiefchheid, had genoteerd, hebben ons genoodzaakt, dit getuigenis van hem te moeten geeven; met by voeging, dat denzelven, zo als ons voorgekomen is, tot herftelfng der Domeinen aldaar, geheel en al onmisbaar is. — Terwyl wy hier byvoegen een Lyft van de Goederen en Inkomften, welke eten geweezen Stadhouder te Zevenbergen heeft of gehad heeft. Dat hy ons daar en boven heeft gediend van eene Memorie, welke wy meede hier nevens voegen, behelzende informatien, omtrent alle de Perfoonen, welke in eenig bewind of bellier geweeft zyn en op welkers onzydig getuigenis, wy volkomen ftaat maken, dewyl zulks op dezelve wyze door ons uit den mond van de beproeiïle Patriotten aldaar, alzo is gehoord geworden; —- behalven eene Memorie van mishandelingen en verdrukkingen hem aangedaan, en door hem geleden, welke meede hiernevens overgelegt werd. Dat de klagten van de goede Burgery over de Municipaliteit aldaar, waar van wy hier voor fpraken, gevolg zyn geworden met dringende verzoeken, om doch hulp te hebben, ten einde eene andere Municipaliteit aangeftelt wier-  wierde, welke minder partydig handelde, en meer gélehikc was om 's Volks heil te bevorderen. Dar hoe zeer wy de dringende noodzaakelykheid daar' van overtuigeryïï gezien, en hier voor zowj meenen aangetoond hebben, daar op niet gekift zynde, aan de byzondere Commiiiien, daar toe aan ons gedaan, geantwoord en geraden hebben, dat zy Burgeren zelve deMuniffipaliteft bedanken en eene andere uit brave Luiden, door de fternraé des Volks verkiezen zouden , en dat wv ons verzekert hielden, dat den Commandant der Franfche Troupes, hen daar m niet alleen niet hinderlyk , maar integendeel bevordelyk zyn zoude. -— Zo als den Commandant j doe wy hem daar over gefproken hebben, volmondig beeft verklaard, niets vuriger te verlangen; met by voeging nogtans, dat indien zylieden zulks niet fpoedig deeden, hy het doen zoude, dewyl hy zulks reeds gedaan zou hebben, indien hy niet vernomen had, dat eene Cömrrjiihe uit deeze Vergadering, aldaar komen, en tot dat einde, zo als men aldaar gezegd had, gelatt weezen zoude. Dat wy toevallig gelegenheid gevonden hebbende, om eenige gefchikre Spys in dit vermagert Land van meeftal ftugge Inwoonders, te verkrygen, den Commandant daar op, by ons ter maaltyd hadden, om. eenigfints een blyk te geeven van ons genoegen, over zyne verpligtende manier van handelen, ten onzen opzigten, zo met zig tot alles bereidvaardig te toonen, waar in hy ons helpen konde, als niet buiten ons weeten en tegens ons verlangen, een Schildwagt voor ons Vaartuig te Hellen, om het geloop zyner Troupes voor te komen; het verder is gebeurd, dat een Lid uit de Municipaliteit voormelte Gerrit Gerritz. van Maurik, namelyk aan ons heeft komen zeggen, dat een Committie uit de Burgery, quafi, had gevorderd , dat de Municipaliteit de Burgery tegens Donderdag den is deezer, by Publicatie zou" hebben op te roepen, om eene nieuwe Municipaliteit te verkiefen, dat zylieden daar van kennis gaven, en vroegen of wy zulks goed vonden, dat een van ons, daar op geantwoord hebbende, dat ons zulks niet aanging, en dat wy die Boodfchap voor notificatie aannamen, die Municipaliteit, dezelve Publicatie en oproeping gedaan heeft, en zulks vervolgens ter ooren van den Commandant gekomen zynde; als mede dat zo dra de Deputatien, van byzondere Patriotten , by ons ge weeft hadden, zich eene Bende vari Ariftrocraren en Orangevrienden famen gevoegd en met de aanwezig zynde Municipalen vereenigd, en dit verzoek van oproeping, aan de Municipaliteit gedaan hadden; dat daar uit door den Commandant gevreeft wierd, dat deze onregtzinnige hoop, en de Municipaliteit het eens was, om ware het mogelyk, eene Orange-Municipaliteit, onder den fchoonen naam van Volksftem op^te rigten, ten einde het vuil van de dienende Municipaliteit,ware het doenlyk te bedekken, en zich zei ven, ten fpyc der rechtzinnige Patriotten, in het bewind te ftellen, ter- D wyt  Wyl die vrees, des morgens onder de Patriotten welke zich by ons begeven hadden, reeds mede plaats gehad hadde.—* Dat zulks ook gebleken is, alzo te beltaan, aangezien men ontdekt heeft, dat van wegen die gewaande Volksvrienden , hngs de Deuren rond geloopen wierd, met Lyften, om Stemmen te verzoeken, tot het aanftellen yan een Droflaard en een Secretaris uit hun midden, terwyl de Municipalen, mede zo als men befpeurde, van de afgezworen Parthy zyn zoude. Dat den Commandant ingevolge het laatfte gedeelte van de orders van den Repraefentant Alquier, en uit de toedragt van dit een en ander, oordeelde verpligt te weezen, om, vermits onze verklaaring, van daar toe onbevoegt te wezen, zelve daar inne ten fpoedigite te voorzien, en te zorgen, dat de werkende Municipaliteit verandert, en door ware Bataven Vervangen wierd, met by voeging van een DrolTaard en Dykgraaf, alles ongepraejudicieerd het recht van het Volk tot verkiezing van hunne eigene Reprrefentanten 5 mits welke denzelve Commandant onmiddelyk daar na genomen, doen kleppen en aan den Volken, door den Secretaris der Municipaliteit, doen afkondigen heeft, eene Publicatie in het Franfch en Nederduitfch, welke in de origineels of Franfche Taal dus luid: Egaftté, Libertê, Fratemitê. VToüs Chef de Brigade, Commandant le iome Regiment des Huffards a Zevenbergen, Le Mesle-, ayant vü, la Direction de la Municipalité de la dite Ville, & finconvenience caufée par la quantité nombreufe, des Municipaux actuels ici; & qu'il n'exiflé pas un Accufateur Public, Drosfard ni Baillif. — DecJarent au Nom & fur PaütOrité du Répréfentant du Peuple Francois, & expres avoir entendu divers temoignages, d'avo'ir choift provifoircment, & les Places des prefens vingt Municipaux, les Perfonnes fuivantsi Pour Drojjard & Dicgrave, Le Citoyen Jacques Jean Hetterfchey. Pour Municipaux, Le Citoyens Jean Louis Gerolt. Henri van Meer. Francois van Hooffi Corneille Philipfen. Chriftian Wybel. Henry Buret, & Matthieu van de Leur. Et pour Secretaire & Stokhouder ou Maitre des lentes. Le Citoyen Clafine van Diggelen. Tous fans nuire fur le droit du Peuple, de leur Choix, pour 1'avenir. Declarent en outre, que lei dit Membres font char-  C 15 ) chargé de Padarintóratioii de ia PoÜce, & de !* Jottice immediare, de la Ville & de l'ArrondiiFement de Zevenbergen. - Avec recommandatie a rous ceux qu il appartiendra, de leur reconncitre en1 leurs fimhtes qualicés. — Excepté que le cas W.Ja Boürgoifie favoit quelque Railons, contre les d.ts Perfonnes, pour les quelles, ils ne croont pomt proprcs d'êfre employés dans leurs iusdites Poftes; - en qüel cas, chacun fera obligé de parler hbrement, comrhe il feit. - Autrement Jeur filence fera confïderée comme approbatien, ponr louc qu il fera belbin. Fait & publié a Zevenbergen fusdit le 20 Ventoie lan 3me de la Repüblique, une & indiviüble, Signé , Le Mesle. halven d'ii1^ dkI PuhUc™e> de Municipalen, be- o d! rn ke,Weder ^angefteld waren gewerden,. vpH r,n - \ l01™da™ W vevzogt, de Raadkamer tê rfv-t ri1 Scfchicd zynde, is den Drolftard en Dykgraaf door den Commandant, den £ed van zuiverine en van getrouwigheid afgenomen, terwyl den Droffaard daar na de Municipalen en den Secretaris, de voorgemeen Eed afgenomen en met hun zitting genomen Dat wy op die tyd te Zevenbergen zynde, van die Ulfde'n'^en01*" Cn 00^Z™ zweeft zym, molten wy Ulieden, ten aanzien van deeze omftandigheid, welke bv verder gevolg een onderwerp van de deliberatien deeze? Vergadering zal werden; verder berigten: dat wy bV het S£"S£ï32 dS ^'rger in de Raa'dkaW met gevoelige aandoening gezien hebben, met hoe vee tedere blykcn van genegenheid, denzelve aldaar, door de verkozene Municipalen, wierd ontvangen en omhelit —~ En hoe opregt en hartelyk hem door ieder, oni 'het f.Tt n'Ï^A"Uigd, d5 bI>'dfchaP> ^e zy gevoelden, dat hy Hetterfchey, de door eenen onwaardigen en ftrafïcnukügen Meyners vertrapte en mishandelde onfchuld, emdelyk eenmaal kerfteld en de kroone der eere op het ^ïï/u5 geworden, terwyl zylieden betuigden, in hem den Belchermer der onfchuld, den Wreker van 011regt, en den waren Volksvriend te befchouwen Dat kort na dat den Commandaut by ons terug gekomen was, zig by hem vervoegd hebben, drie Leden van ene Farty, voor of op verzoek Van welke de Municipaliteit de oproeping van de Burgery gedaan hadde. -. Dat die aan den Commandant gezegd hebben, dat zylieden van die Luiden waren, op welkers verzoek de Municipali eit, de oproeping van het Volk ter verkiezing eener Municipaliteit, gedaan hadde; - en verder gevraagd hebben, of zylieden, met die Volks verkiezing, zoo als zv dat noemden, mogten voortgaan, ja of neen. - Dat den Commandant daar op aan hun heeft geantwoord, dat hy D 3 gaaT„-  gaarne gezien had, dat dit door de goede Burgery reeds voor lange was gedaan geworden; — edoch dat dewyl zulks niet gefchiede, en hy daar en tegen ontdekt had, dat men aan het cabalifeeren was, hy begreepen had, dac hy het zelve doen moeit, om eenmaal een einde te maaken aan de ongeregelde manier van handelen van de verlaatene Municipalen; — dan dat hy zulks niet anders had had gedaan, als onvermindert de vryheid en het regt van het Volk, en dat hy dierhaiven gaarne lyden mogt, dar zylieden voortgingen; mits zy zorg droegen dat geene Perfoonen verkozen wierden dan dezulken welke beproefde en aan de ware principes gedevoueerde Patriotten waren , en daar voor fints langen tyd by de overige Patriotten, bekend Honden; ofte dat hy anderfmts genoodzaakt zou wezen, zodanige maatregulen te neemen, waar door zulks eenmaal en voor altyd wierd voorgekomen. Dat niettegenftaande deze ernftige vermaning, wy dienzelven avond, nog nader zyn berigt geworden, dat de Ariftocratifche en Orangeparty, niet ophield te woelen, en aanhang te maken, om, ware het mogelyk, eene Municipaliteit van hunne foort, te doen verkiezen; dat dit den Commandant meede ter oren gekomen wezende, denzelven aan ons, by MilTive heeft - verzogt, en wy aan hem denzelven avond van den 10 deezer, gezonden hebben een Copie authenticq van de ordres van den Franfchen Repnefentant Alquier, en voorts dien nagt van Zevenbergen naar de Zwaluwe vertrokken zyn. Dan, alvorens tot hèt verflag van onze bevinding aan de Zwaluwe over te gaan, zullen wy alhier laten volgen, het gunt ten aanzien van Zevenbergen, nog ter onzer kennis gekomen is, namelyk: Dat wy den n dezer, 's avonds even voor dat wy van de Zwaluwe vertrekken zouden, aldaar hebben ontvangen een Expreffe van den Drofiard Jacobus Johannes Hetterfchey, van Zevenbergen, me: berigt, dat een Deputatie uit de Patriotten, dien morgen in de Vergadering van Droffard en Municipalen, te Zevenbergen geweelt en verzogt had, dat verftaan zou werden, te moeten berusten provifioneel by de nieuwe Municipaliteit, daags ü voren door den Commandant aangeiteld. Dat wederom eene andere party, van eene Societcitvatt Örangezinden, eene Deputatie gezonden en verzogt had» permiffie om de Publicatie van daags te voren, met confent van de doenmalige Municipaliteit afgelezen, andermaal afgelezen mogt worden; edog dat Drofiard en Mu' nicipaien van Zevenbergen, dat verzoek in deliberatie ge' houden hadden. Dat zylieden Droffaard en Municipalen kort daar op. in hunne Vergadering, van den Commandant onnangen hadden eene Miilive, waar van ons, by voormelte Brieti Copie gezonden wierd, luidende:  Libsrté. Evaliiè. a Le Meüe9 Chef de Brigade j Commandant le dixième Regiment de Hu fords & la Vüle de Ze* venter gen. yJux Membres compofant la Municipalité de la ditté Villê. "J 'apprends avec douleur, Cltoyens, que des mal* J veilïants, cherchent a tromper les habjtans de cttte commune, en les invitant a des rafiemblenlents nocturnes, que 1'interet general du Peuple Hollandois doit des aprouver; je fais aufli, qu ils donnent pour pretexte a les raüemblements le fu* jet, de ie concerter, pour choifir une nouvelle Municipalité; maïs je dois vous iniïruire, de la ferme Reiblution, que j'ai prife a eet égard. Convaincu que les principnux Moteurs de ces rnêmes ratfemblements, font des Hommes enrierement devoties au part du cfdevant Stadhouder, & qu'ils ne peuvent par leurs principes grangrenés de la plus haute Ariftocratie, qu'entretenir le Peuple dans un égaremeiK perpétuel, au lieu de 1'eclairer lur fes droits & fa liberté, qui dok être chère a tous les hurnams. Je vous declare qu'en ayant fupprimé les abus, qui regnoient dans la Municipalité de votre Ville, ou il n'exiftoit ni Drofiard, ni Baillif, mes intentions ne font point de permettre qu'ü foitapporté, aucun changement ou renouvellement, qui a été fait hier publïquement, & de 1'agrement des bons Citoyens, puisqu'aucun, n'a réclamé, fans qu'au paravant le Pvépréfentant du Peuple Francois, Alquier , au nom du quel j'ai agi, m'a uherieurement tracé une autre marche, ou que les Répréfentants du Peuple Hollandois , qui viennent de quitter cette commune, en aiant fait rapport, & ordbnné autrement par leurs Committans, qui alors me feroient connoitre leurs defirs. En confequance vous voudrez bien communiquer au Peuple, que vous reprefentez, que je füis entierement decidé, (en m'honorant d'être fon fou* tien) de pourfuivre tous les mechands, qui voudroient le tromper, & que des mefures fevéres, mais utiles, feront prifes, contre tous eeux, qui troubleroient la tranquilité publique. Le Peuple fera encore initruit, que fa nouvelle Municipalité, doit meriter fa confience, puisqu'elle n'eft compofé que de Patriottes, entierement devoués a fes interets, óv connus depuis longtems pour tets, & a l'etabliiiement de la quelle , leS Commiffaires de la reprefentation. Hollandoife ont applaudie. E Je  (18") Je me repofe entierement fur vous, Citoyens Municipaux, pour la fürveillance, & le repos de vos habitans, en vous invitant de me denoncer tous ceux, qui eontreviendroiem a la prefènte. Sülüt & Frater nlt.;, Signé, Le Mede. En dat daar op te Zevenbergen was gedaan eene Publicatie, behelzende: dat de Municipaliteit kwam in te trekken het effect van de Publicatie, daags te voren afgeleezen, onder approbatie van de Municipaliteit, als toen afgegaan, en mitsdien dezelve te houden als niet gedaan, met laft aan de Burgers en Ingezetenen, om zig\,ingevolgen de zoo gemanifefleerde intentie van den Commandant, te gedragen. T , , . Dat wy dienvolgende, onder verbetering, in bedenking geeven, of by deeze Vergadering niet in deliberatie behooren te komen, deeze twee zaken : I Of en op welke wyze by deeze Vergadering eenige andere ordres gefteld zullen worden, ten aanzien van de door den Commandant by provifie verkozene, aan het Volk voorgeftekfe en beveiligde Dr.ofïliard en Dykgraaf, Municipaliteit en Secretaris te Zevenbergen; of ten opzigten van eenige verkiezing door het Volk zelve te doen, op eene wyze, dat de geheel en al werkfame en vry aanmerkelyke Orange party aldaar, tegens Ulieder gemanifefteerde intentie en het uitdrukkelyk verlangen der goede en beproefde Patriotten, in die Plaats, niet de overhand hebben, en eene OrangeRegeering invoere. — Tot welke in te komen ordres, en het bekend worden van Ulieder'begeeren, aan den Commandant alle veranderingen door denzelven by bovengemelde zyne Miffive, zyn uitgefteld en verboden geworden. Waaromtrent wy de vryheid, neemen, voor te dragen, of het niet nodig zyn zoude, dat alvorens by deeze Vergadering daar op te befluiten, met den Franfchen Reprtefentant Alquier, daar over gefprooken, en van die zyne gedagten vooraf aai deeze Vergadering kennis gegceven of berigt ge* daan wierd. En 2. Of en op welke wyze, ten aanzien van het verder onderzoek, naar het hier voor zoo riaauwkeurig mogelyk opgegeeven gedrag en handelingen van Gerrit Gerritz van Mourik by deeze Vergadering zal werden gehandelt en beflooten. Ten opzigten van welk laatfte, wy tot dot van dit voornaame deel van ons Berigt, aan Ulleden te kennen geeven, dat wy de Papieren, welke Gerrit Gerritz van Mourik, aan ons als hier voor gezegd, overgegeeven hadde, hebben ter handen gefield aan den nieuw aangefteldeö Drofiard van Zevenbergen, met verzoek van dezelve t? vvi>  Ci9) willen inzien, en van zyne bevinding aan deeze Vergadering rapport te doen. Edoch dat dezelve Drofiard kort daar op reeds aan ons heeft te kennen gegeeven, dat dezelve niet in die ordre waren, als behoorde, om daar mede te bev/yzen, het gunt wy van meergenoemde van Mourik gevordert hadden en door hem aangenomen was geworden, te bewyzen , of op te geeven. —- En dat wy denzelven Droffaard mitsdien hebben verzogt, die Papieren onder zi§ te willen houden, tot dat by Uüeden, Burger-Repnefentanten , ten aanzien van Gerrit Gerritz. van Mourik, zodanige maatregulen genomen, en ordres gefield wezen zouderr« als deeze Vergadering naar derzeiver wysheid en welberaden doorzigt, zal vinden en oordeelt* te behooren. En wyders overgaande, om, ter voldoening aan Ulieder Appoinetemcnt van den i deezer, gefield op de Requcfte van Chriüiaan Hendrik van der Hoek, Bailluw van de hoge en lage Zwaluwen; waar by het Uüeden, Burger-Reprcefentanten, behaagd heeft, dat Requeft in onze handen te ftellcn, om de zaaken, daar in vervat, te onderzoeken en daar op reguard te neemen; UJieden te berigt en : Dat wy zoo van de hooge als van de lage Zwaluwen, voor ons hebben doen komen, de tegenwoordige Municipalen , welke aldaar reeds door het Volk verkozen zyn. — Laadt nfgegane Schepenen. Schepenen welke voor-, in- en na '1787 gediend hebben; — als mede een aantal Inwoor.ders dier'beiden Dorpen, van yerfchillende politieke dénkenswyzen. — Dat wy alle die Luiden afzonderlek gehoord "en ondervraagd, en hen voor zoo vetre zyluiden ietwes ten lallen van gedagten van der Hoek weeten mogten, de geheimhouding hunner Namen verzekerd hebben. Dat wy ons ten naauwkeurigiten hebben geïnformeerd, naar het gedrag door hem Chriftiaan Hendrik van der Hoek niet flegts in den jaare 1793, maar van de tyd af, dat hy Bailiuw is geworden, gehouden. —- En dat wy Uüeden naar waarheid moeten verklaren, dat wy daaromtrent hebben ontfangen dit genoegfaam eenparig en zeker loffelyk getuigenis, dat hy Chriftiaan Hendrik van der Hoek, zig in zynen poft en als Burger, altoos en van zyne eerfte tyd als Bailliuw af, tot aan de tyd zyner geleedene mishandeling en vervoering toe, heeft gedragen als een braaf, eerlyk , deugdzaam, Burgerminnend en vredelievend Bailliuw en Inwoonder; dat tegens zyn gedrag, nog eenige gepleegde daden of handelingen niets is of kan werden ingèbragt; — dat hy om zyne Vaderlandslievende gevoelens, behalven zyne bekende mishandelingen in 1793, onophoudelyk gedwarsboomt en door kwalykgezinden zoo veel mogelyk, tegengewerkt is geworden. En eindelyk, dat ieder als het ware, uit eenen mond, en zoo het ons heeft toegefcheenen van harten, verklaard heeft, hem niet beter te kunnen wenfehen, en niets hoegenaamt tegens denzelve te kunnen inbrengen, met by- E 2 voe-  C *o ) voeging van zyne herftelïing met verlangen te gemoeté te zien. . . . Dat ons , nogcans met onderwerping aan bet verligt oordeel van deeze Vergadering, uit vergelyking van zyn verzoek en verlangen, met voorgenoemde getuigeniflen is voorgekomen; Dat daar den Suppliant uit zyne gevangenis wel is omHangen , maar aan hem geen het minde bewys van onlcnuld gegeeven, noch eenige vryfpraak van zyne befcnuldiging gedaan is geworden, hy aisnoch, zoo al niet lub reatii, ten minften onder een jöort van bedenkelykheid is, welke vooral by den eenvouwigen Landman, niet zo ligt weggenomen ah wel geboren werden kan; — en welke hier in voornamelyk beftaat, dat by, zonder dat venig publiek gezag hem daar van ontheft, de waarneeming zyner Bediening niet wederom zou kunnen aanvaarden. — En dat dienvolgende by Appoinctement op de geprefenteerde Requefle, of by Rcfolutie, door deeze Vergadering zou kunnen worden verklaard: daj de Vergadering gezien en geëxamineert hebbende des Suppliants Requelte, en gehoord het mppon van derzelver Commifl'arilièn, welke zig op het gedrag van hem Chriftiaan Hendrik van der Hoek, in loco geinformeert, en het getuigenis van de goede Burgeryen en Ingezetenen aldaar, in 'wonnen hadden, verklaarde: Den Suppliant voor zoo veel des noods rc ontheffen van de blaam en verdenking, welke uit hoofden van zyne geleedene mishandelingen en gevangenis, in den jaare 1793 naar het oordeel van deeze of geene onkundigen, nog op hem zoude mogen ruften, en hem dienvolgende te herttellen in dezelve in ftaat waar in hy was voor de tyd van die zyne mishandelingen en gévahgenis; met laft aan allen en een iegelyk, om hem als zodanig herfteld, te erkennen; en met vrylaating aan hem van der Hoek, om van zodanig Appoinétement °» Refolune, alzulk gebruik te maken, het zy met die te laatefi drukken, en op zyne Plaatfén te doen afleezen & aanplakken, als hy, tot bekendmaking van dezelve zyne hertelling en bereiking van zyn oogmerk, zou mof raadfaam vinden en oordeelen te behooren. Dat wy aan de Zwaluwe zynde, tevens naar de bebtf' ring der Dominiale Goederen , aldaar vernomen hebbed cn desaangaaude ter kenniffe van deeze Vergadering km5' nen brengen: dat dezelve in den jaare 1793 » by het doenmalig vertrek van den Rentmeefter van Aitsma-, zyn l>e' itierd of het opzigt daar over gehouden is geworden door Cornelis Silvius Nicolaaszoon; dat na het vertrek dö Franfchen te dier tyd, en by de daar op volgende W«' derkomit van opgemelte van Aitsma, dit beftier door f' zelve Silvius, wederom is overgegeeven. — En dat eifl' detyk door den Franfchen Commandant aldaar, die Ad' miniltratie in de maand December laatftleeden, andermaal aan hem Cornelis Silvius Nicolaaszoon is opgedragen. Dat wy naar denzelve vernomen, en met hem gefproW hebbende, bevonden hebben dat denzelven een eerlp  , C 2i ) Man eri oprégte Vaderlander is; mits welke wy. van fcërrl ge vordert hebben , dac hy eerftdaags naar 's'fïage over* zeulen zoude eene fchriftelyke opgave van het gunt hy daaromtrent^ had verligt, en wat naar zyne gedagten het eerfte geicnieden moeit, zoo als door hem is aangenoomeri geworden. — Dan dat aldaar geene Papieren, hoe ook genaatut, van den geweezen Rentmeelter van Aitsma aanwezig waren; terwyl men ons aldaar meende té kunnen verzekeren, dat de Papieren van de Rentmeefters van de Domeinen in dé Klundert, Zevenbergen eri de Zwaluwen, door ieder, van dezelve,. naar den-Hage by den Domeinraad overgebragt zyn zouden. Dat èmdelyk door Uliederi in handen van TJw. Cdnimitté van Algemeen Welzyn, en door het zelve in onzë handen gefteld zynde de Miilive van den Fabryk Pietef Pickee Pieterszoon, den 4 deezer aan deeze Vergadering gefchrecven, over het al of niet afmaken van den nieuwen ftéeuen Wind Water-Molen onder de lage Zwaluwe 5 wy daaromtrent de nodige informatica genomen hebben, en de eer hebben Vlieden te berigten: dat, wy verfcheidcri Pagters daar over onderhouden, en' van dezelve vernoomt-n hebben, dat indien Willem dé Vyfde zyh belaag verftaan, pf zyne Raaden of Rentmeefters kennis gehad hadden, alsdan reeds voor dertig jaaren een Watermolen had behooren gebouwd te zyn, ter plaatfe alwaar dezelve alsnu gefteld is, vermits dë Polders by de minfte rcgenagtige tyden tot hier toe geheel en al onbruikbaar geweeft zyn. —- Dat een van ons mét die Pagters èn den Fabryk ih die Polders en by den Molen zelve geweeft is, en bevonden heeft, dat de Polders, tot ontlaftiüg van welke die Molen dienen moet, béftaan uit zeer lage Landen, waai* van zonder Watermolen geen, immers geen behoorlyke intrefl te trekken is, aangezien dezelve hun Water by aanhoudende hooge Winden eri lage Rivieren, nog maar gedeekelyk kw'yt werden kunnen. Dat daarenboven de Sluizen eri Watergangen geheel, ~de Kaden voor het grootfte gedeelte, en de Molen op zeer weinig naar, geheel volbouwd en afgémaakt zyn, —■ zodanig dat de Molen, wanneer die afgemaakt zal werden, binnen een week twee of drie, maaien en dien ft doen zóüden kunnen, iri welk geval de Polders voor het aanffaande Saifoen, nog tydig van het menigvuldige Water ontlaft, en ten gebruiken gefenikt,. zouden kunnert wezen; terwyl dé Pagters by het afmaakén der Molen,drie güldëns per ieder Bunder Lands, meer pagt betaalen moeten. Mits welke wy van begrip zyn zouden, dat den Fabryk Pickëe gelaft behoorde,te worden, óm dén gedagté Moiéh en gevolgen ten allerfpöedigften door de Aanneemers te doen afmaken én in eeneh dienftdoenden ftaat té doen brengen. F Waar  C 22 ) Waar mede wy deeze eindigen, in vertrouwen van aan den ons opgedragen laft, voldaan te hebben, Heil en Broederfchap* 'sHage Onder ftond, den 13 Maart Uwe gecommitteerde Mede- 1795. Leden. Het eerfte Was getekend, jaar der Ba- Piet er Roos Lz.9 taaffche Vry- en heid. ^- W. Swart. Menwhe van de mishandelingen en verdrukkingen den Secretaris Jacobus Johannes Hetterfchy te Ze* vetibergeu aangedaan. Na dat ik van den Prins van Orange, in het jiaf 1774, het Secretaris en Stadhouders-Ampt van Zevenbergen kogt voor vyfeien duizend guldens, welke ik acquitteerde door eene contante betaaliöjl van veertien duizend guldens, en door het maaken van eene compleeten Inventaris van de Secretarie van Zevenbergen, waar aan ik twee jaaren werkte, heb ik my in die poften met zo veel iever en trouwe gedragen, dat ik my geruftelyk durve hf roepen op de bevindingen, welke, allen en een ieder daar van meer dan agtien jaaren gehad heeft. Toen in het begin van het jaar 1793 de Franfche Wapenen het Grondgebied van deeze Republiek naderden, wierd my, van wegens den Prins van Orange, geJaft by myne poften te blyven. De Franfche Wapenen conquefteerden Zevenbergen vervolgens op den 23 February 1793 , en men continueerde alle de Amptenaaren, en fltis 00*my, die toen regeerend Scheepen en Secretaris was, zo wel als ik' teffens het Borgemeefterfchap waarnam. Ik bevlytigde my, tot genoegen van de Franfche Troupcn, zo wel als van de Borgery, alles, efl zo vetl te doen als van een eenig Mtmfch kon gevordert worden. Men had de overwinnende Franfchen onclerrigtdat ik eenige jaaren ad interim als Rentmecfter ge' dicnd had, en grondige kennis droeg yan het Domein van Zevenbergen. Dit gaf gelegenheid dat den Commiffaris van Oorlog de Bourrier, met Leden van het toenmalig' Committé Revolutionair, my despicieerdeii, om te wezen Sequeflor over de gecoiupiefteerde Goede' ren van den Prins van Orange té Zevenbergen. Ik reekende my verpligt aan alle ordres van & gens de Franfche Republiek te gehoorzamen, :l!ï welke de magt had om my te gebieden, en naöj' tot het fequeftreeren van het Domein, dan ook <* Act»  (23) Acte aan; doen my wierd door den Commifians de Bourrir\ die Acte terug gevraagt» eenige dageii voor het vertrek der Franfchen. De Holiandfehe Tfoupen vervolgens te Zevenbergen gekomen zynde, is my de grootfte mishandeling en verdrukking te beurt gevallen, daar ik my veel eer, door myn voorzichtig en oprecht gedrag, alle lof vermeende waardig gemaakt te hebben, en dat wel voornamelyk uit haat, dat de Franfchen my hun vertrouwen waardig gekeurt hadden, door my als Sequeltor van het Domein te hebben wilen gebruiken. Den Drofiard Igmtius Breda, die my, in cas van misdaad, had behooren te actioneeren, zeide my aan, dat ik gearrefteerd en vervoerd zou worden door Militaire magt. ■ Den Overfte Meyners arrefteerde my vervolgens daar op, in het aanzien en met toelaating van de Regeering en Vroedfehappen van Zevenbergen; welkers jufthie ik niet naliet, doch te vergeefs , te imploreeren; alles zonder in het minfte myne pubh'eque fanctien van Borgemeefter, regeerend Schepen en Secretaris, te conlidereeren. Zelfs, zonder my op eenig fait te hooren, of te examineeren, wierd ik zeer fchandelyk in de Raadzaal publiek voor de Glaazen, tot op het Hembd uitgekleed. Men deed my de Broek nederlaaten, eri examineerde my op de fchaamachtigfte plaatfen. Men ontnam niy myri Geld, Horologie, een nieuw Teftamentje, Zeggende, dat ik dat niet nodig had, en andere by my hebbende dingen. Men bedreigde my met Sabehlagen. Men fchold my Voor Schelm * Dief, Landverraader, en al wat de eer van een Menfch ooit bleiTeeren kan. Den Drofiard Breda liet my verder door den Geric'itsvorfter Bogaerts, welke alle Crimineele Perfoonen anders behandelt, en op het Schavot geleid, de linkerhand met eene Ketting boeijen, waar aan esp groot flot was geadopteerd, zo dat my de harrd tegen de boeij zodanig opzwol, dat het bloed daar uit liep. Men bragt my, dusdanig geboeijd, op de Markt, deed my in een Wagen klimmen, en een half uuf door allen en een ieder befpotten, fchelden en lasteren; in die Wagen voerde men my, onder eene Militaire Escorte, na de Klundert, en plaatite, om my meer te fmaaden, by my in de Wagen, een crimineel geboeijd Deferteur, benevens denzelven Vorfrer Bogaerts, aan wien de Sleutels , van de Boeijen die ik aanhad, waren toevertrouwd; en Helde my alzo in de Klundert weder een half uur ten toon. — Van daar in de fFillemftad aangekomen zvnde, floot men my, in de barre vorfi, in een Gat of Vertrekje tuffchen vier Muuren onder den Toorn van het Stadhuis. Daar liet men my eenige F 2 da-  dagen zonder Bed, zonder Vuur' en zonder dagligt, van gebrek en koude byria vergaan; en in hit geheel hield men iry daar dertig dagen, zonder my van iet té befchuldigen, veel min te hooren of te examineeren. — Na dat myne HUisvrouvv zig vervolgens over zodanig geweld by het Hof van Julti* tie had geaddrefiëerd, wierd ik, door den Droft van het Hof, overgehaald iia de Gevangen pooit m den Hage. Het Hof vroeg my: wïi't ik gi/laan haa ? ik was my van geen misdaad bewiilt, daar op vónd het Hof goed, om den Drofiard, en de Regeering van Zevenbergen te ontbieden 4 om tegen my te getuigen, daar men my zo fcbahdelyk had laaceil behandelen; doch niets tot mynen laften zynde gebleeken, heefc voorts het Hof my aaiigezégd igeene materie gevonden te hebben tot een langduriger arreft\ heeft my buiten alle befebuldiging ontflagen, en geraaden, dat ik naar Zevenbergen, en namyrtepoftert zoude wederkeeren ; doch alles zonder my eenigö fatisfactie of fchadeloos (telling te bezorgen; Ik kwam dan den 9 Mey ƒ793 te Zevenbergen" terug, ik verzogt readmiflïe ter Vergadering en ontzeg e/ing van de Secretarie, én van myne Goederen, het eeriïé wierd my door Drofiard en Magiftraatj quafi verleend, en het tweede, de ontzegeling namelyk op zekere pretexien geweigerd; waar dooi' ik verftooken bleef, met Vrouw en Kinderen , van veele noodwendigheden, en van het gebruik van Verfcheiden Kamers, tot den 13 Aüguftus 1793, en dus wel veertien weeken lang; mitsgaders'van myne Papieren, Boeken, Gelden, enz. waar door teffëns myne zaakcn, betrekkelyk myn VenduComptoir, tot myne groote fchade, nog meer veragterden, zelfs noodzaakte men my nog boven dien, een koftbaar addres aan hét Hof te maaken, om de ontzegeling te bekomen. My te verfteekeri van hét gebruik myncr Goederen, was niet alleen het wreede Plan; maar ook lyan myn brood; want toen ik by myhetWskornlt hoopte nü weder voor Vrouw en zes Kinderen een eerlyk ilük brood te gaan winnen, bekwam ik, daags na dat ik feflie tér Vergadering verzogt had, illico van de Commiffie van den Prins van Orange, béftaandé uit de llnaden le jeune, Tollius en Fe/' rand, op den 19 Mey 1793, e'J iifettegenftaHtfdé de hooge Juftitie my onfchuldig bevonden had* eene Acte van SuTpenjle, waar by my, zonder dal daar by wierd gemeld om wat reede, verboden wierd , myne Ampten als Secretaris en Stokhouder* waar te necmen, doende die bedienen door den Schepen G. G. van Mourik, en de ihkomflen daar van innehoüdCn; mén verpligte my om reekenin? te doen van alles wat onder myne adminiftratte was; — cm alle de Koop-Ceduüen te betaalen, fehoori  ( 25 .) icnóofi ik dié niet had konnén of mogen invorderen. — Men liec my een jaar lang in Zevenbergen! hoonen, fehelden, la ft eren, met fteenén werpen$ cn met de mogelyk (ie veragtihg, zelfs door de Dienders bejegenen, tot dat ik in Juny Van het voorleeden jaar 1794, door fmaad en fmeite byna verteerd, en te vergeëfs gewagt hebbende op dé Opheffing mynef fufpenfie, of liever op eenbiilyk* én rechtvaardig heritel myner zaaken, en ook de tetireerende geallieerde Troüpëri Zevenbërgen ziende naderen, het raadzaam en noodzaaklyk vond* my van Zevenbergen na 'sGravendeel, 'mét Vrouw én Kinderen, by onze Moeder te retireeren, ont niet aan de moedwil van myne zo onbarmhartige Vyahden, met behulp van die Troupen, te zyil bloodgétteld, en ook om dat my geen middelen van beftaan té Zevenbergen meer waren overgebleeven. Dit tafëréel kali dus doeti zien', hoe ik thans + door de verregaand/te onderdrukking, beroofd ben van myne eer, en van myne broodwinning, die ik* als vooren, voor vyftien duizend guldens; alles niet zonder nog geruineert te zyn, door zo veelé koften, als hebben moeten geimpendeert worden ^ om my uit de gevankenis te verloflën, — de ontzegeling myner Goederen te verkfygen, — en myne Arrïpten of myn geld ^ weder te bekomen. En het doet teflëns zien de gronden waar op ik verwagt by de Volks-Répreferitantcn te zullen merireéren die Confideratie, waar op thans de verdrukte' en roepende onfchuld, in een vry Land, mag hoopen. Onder ftond, Geformeertte 't Welk doende &c. 's Gravendeel Was getekent * 2 Feb. 1795- %J* Hetterfchy. Memorie van informatie??. p\en Rentmeefter te Zevenbergen was Dirk Vale^ rins .Mcyners. Hy is al in den Zomer 1794 geretireerd, en is te Nymegen als Commiffaris by dé Engelfche Armée geweeft. ■dysma, Rentmeefter in de Klundert, heeft, na dat vertrek, ook het Rentampt Van Zevenbergen! gade geflagen en Penningen ontfangen. Van Mourik heeft er nog onder zig. Doch thans heeft niemand het opzigt óver dé Dominiale Goederem Werwaards Meyners de Char'tres en Papieren vervoerd heeft, is" niet bekend. Aysma van de Klundert zal die zeker weeten. Ik meen intufichen, dat byleggende Lyft alle de' Goederen behellt, die Willem de Vyfde te ZevenG bef-  C 26 ) bergen bezat, doch wat nog in te vorderen is, moet blyken uit de weggevoerde Manualen. De Vroedfchap te Zevenbergen is oorfpronkelyk een Gild, geoctroyeerd door den Heer van Zevenbergen, C. van Bergen genaaint geweeft. Zy fehoten met den boog, en hebben zig daar na Vroed' Jchap getituleert. Zy hebben dus geen wettige titul van Raaden. Zy doen ook niets, als dat zy op den 8 Maart de verjaardag van den Prins vierden. Alleen Helden zy, volgens de Ordonnantie locaal, als Schutters, den Armmeelter en Kerkmeester aan. Ook maakten zy de Nominatie van drie Perfoonen, waar uit den Prins dan een tot Borgemeefter ftelde; — en uit hun wierden de Scheepens verkooren, volgens een ingekropen gebruik. Den Drofiard, die ook Dykgraaf is, wasIgnatius Breda. Ik heb nimmer grooter Monfter gekend , nog onbarmhartiger Despoot. Hy eifchte voor Dumourier de Willemftad op, om daar door, zo als hy zig zelfs heeft laatenontvallen, een nog grooter Man te worden. Maar het daar door by Willem de Vyfde verkorven hebbende, heeft hy dat opeiffchen van de Willemftad willen verzoeten met Orange dienflen, en zyne liefde voor dat Huis willende toonen, door onfchuldige Burgers, waar van hy er, o gruwel 1 42 op eene Lyft gefteld had, door den Commandant Meyners, zo zwart te laaten flaan als roet. — Verder door 13 a 14 Huizen zelfs te laaten beieeren, — en de geheele Plaats en het Land van Zevenbergen te beroeren, er de onbegrypelyke partyfchap, dieet anders over Orange nooit exteerde, te zaayen, en er de famenleeving te bederven. Het bloed van Ary Huyzcr, die zyn Tafelvrid was, roept tegen hem om wraak. Waarlyk, dezen Man deed hy van fchrik voor eene aan hem onverhoeds gezogte en bedreigde Crimineele actie, fterven. De Man verweet het hein op zyn Doodbed.' te voren compofecEde hy met hem de. zaak, zonder den Rechter te kennen, voor 1000 Ddca.onö die de Weduwe hem betaald heeft. En ■ . den Man was geheel onfcbuldig!!! Sedert het jaar 1790 heeft hy ook , ik meen ƒ488- o- o, van het Land, voor de Arme-Caffa alhier, ontfangen, doch heeft het den Armen tot heden onthouden, en verder de geheele Arme-Kas geruïneert. Om kort te zyn zwyg ik nog menigvuldige zaken. Ik ken geen Hechter Menfeh! hy heeft zyne Ampten verlaaten, en is na Vriesland gevlugt. Den Borgemeefter alhier was Dirk Valerius Mtf ners, den geweezen Rentmeefter. Hy is met de Kas van de Stad heenen gegaan, en heeft zyne pos-  C -? ) posten als Borgermeelter en Schepen, zeer fchattcklyk vejlaaten; ook was hy Ontfanger der Verpondingen van Zandberg en Nieuvvendyk. De Schepenen die laatd dienden (want thans is er een Franfche Municipaliteit, waren: Jan Van Riet Hy is gevlugt geweeft, om dat mén gezamentlyk, nu twee jaaren, met den Droft, de Patriotten enorm verdrukt had; maar anders alroos een braaf Man geween;. Hy deed niet van harten mede. Gerrit Gerritfe van Mourik. Een Menfch tot alles in ftaat, behalven tot cordaatheid; die zig met alle moeite wringt om braaf te fchynen, doch op wien men nimmer ftaat kan maaken; hy voegd zig na den gang van het werk, zonder aan te zien, wie hy dan ondienft doet, en is een Ariftocraat in forrca. — Hy is niet gevlugt, om dat hy te vooren den Patriot fpeelde. Jan Koeze. Een gewezen Guarde du Corps, en een groot Liefhebber van Orange. Een aanftootelyke Despoot! Een Eigenbelangzoeker en Waaghals! h.y is daarom ook gebleeven. Cornelis Cornelisz. Knook. Een byzonder valfeh Menfch, en by uitfiek trots, hy is als voren gevlugt geweefl. Jacob Anemaat. Een vry goed, doch zeer agterhoudend Menfch, weetende niet wat cordaatheid is; hy vlugte ook, hy had de Cabaal van verdrukking mede uitgemaakt. Hendrik Simonidis Mysberg. Een Treufelaar! een Menfch van geene onderneeming hoegenaamt, die altoos meend tot op zyn Doodbed, geen brood te zullen hebben, en geene oprechtheid bezit, want hy voegde zig by de Cabaal van verdrukking zyner Vrienden, zonder noodzaak, daarom is hy ook gevlugt. Van deeze Schepenen maakten zig drie fchuldig -aan verregaand pligtverzuim, toen Meyners, den Commandant, over twee jaaren Zevenbergen hernam. Zy lieten den Drolfard Breda, met Meyners, de handen vry, om Rietfchoten en Pepermans, op boffen Strooy gebonden, onmenfchelyk te flaan, en lieten den Borger Pepermam agt dagen, NB. na het vertrek van Meyners, toen men geen vreeze meer kon voorwenden, in een gat onder de aarde, in zyn bloed, op water en brook leggen, en hem, in hunne prefentie, zonder Decreet, door den Drolfard eigener auótorïteit, bannen. Deeze drie waren Gerrit Gerritfe van Mourik, j. Koeze, den Commis, van de Admiraliteit, en Cornelis Cornelisz. Knook. Doch vooral kan den Gommis Koeze zig niet verontfchuldigen , om dat hy, toen Rieifchooten zou geflagen worden, het werk po.ufleerde, met te zegG a' gen*  (28) gen, töen den Man om ontferming riep: Ja, maar hy heeft voor 1787 toch een Sociëteit opgehad. De Vorfters Jan Bogaerts en Jan Breed, zyn Menfchen die zig wel en aan hunne ordres getrouw, gedragen; maar den eenen is Slachter, en den anderen Voerman. Den Dienaar der Juftitie Jan Roepers, is een trouw Man, en waardig om er de vrugten van te fmaaken; doch het was noodzaaklyk dat er voortaan een Gerechtsbode was , en twee Dienders geheel tot dienft der Juftitie waren. Den Commies tohannes Koef'e, van wien onder de Schepens gefprooken is, is een Man die voor dien poft goed kan zyn, als men de kleur overziet; doch zyn geheele hart is, geloof ik, beft Orange. Den Ontfanger der Verpondingen Pieter Ansmaat, heeft dien poft by admitfie van den Prins. Hy is zeer eigenzinnig, en weet, door een gezogte aanhang, meeft zyne heerfchzugtige oogmerken te bereiken* lk meen dat zyne geüelde cautie defe&, of zelfs door overlyden van zyne Borgen , niet meer in de waereld is; hy maakt veel vertoon, en intimideert de waereld om hem opening van zaaken te vragen, terwyl ik meen dat er Particulieren zelfs, ruim ƒ1000©- o- o van hem, onderhands te pretendeeren hebben , het welk veel vermoeden geeft; hy is ook gevlugt geweell. Den Collecteur Servdas van de Graaf was in 1787 een Patriot, ;— daar na een Prinsgezinde, — toen tot July 1794 weder een Patriot, — daar na weder gelieert met de grootfte Klanten van Oranje, — en thans weder den Patriot hebbende willen voordoen, is hy door welgezinde de deur uitgejaagd. Hy ü valfch uit vreesachtigheid, en dus zonder principes. Hy heeft zig door dit zyn gedrag in alge/neenen haat gebragt. Hy vlugte zeer ontydig; hier betaalde niemand Impoft. De Adfiftenten Gem/it en Coenraad, zyn beide coupabel aan valfche verklaringen, en beroeren federt lang de Plaats door Prinsgezinden iever. De Stads-Armmeefter, word door de Regeering der Vroedfchappen aangefteld; door dat den Dro/h als voren gemeld, den Armen f488 o- o onthouden heeft, is in 'geen zes jaar reekening gedaan. Drie conlcrutive Armmcefters moeten die noch doen, doch de Menfchen hebben geen fchuld daar aan, den Droft hielt het, om voorfz reden, tegenDen Predikant Bernardus van Helden, heeft ós Collatie van den Prins. Hy is oïivoorzigtig op den Predikftoel gevveeft , en is gevlugt. Tot heden wor^ er geen Kerk gehouden, de Gemeente is zeer onvergenoegd. Hy ging met een Requeit rond, gericht tegen de Schoolmeefter, noch na d*c men zy  C 29 > zyne drie Kinderen reeds zoö wreed behandelt hadde, er is in geen vyf maanden regulier gepredikt: ja alleen eenmaal 1 het was te wenfehe ï dat men hier beter voorzien wierd. Ik wil des Mans onopreeh heid enz. verzwygen; door zyn vertrek is de Paftorie heel geruineert. Den Kerkmeefter deeze poll rouleert iedere twee faaren, en de ftaat van zaaken , betrekkelyk de Kerk, is in ordre. Den Kotter Adriaan Moelaart, is teffens Voor* zanger, daar is niets van te 'zeggen dat thans ob- fteert. . , A Den Organift Jacobus Moe/aart, 6{ te lyden en te verdragen. Den Lykbidder, Eykmeeiter en Turftonder enz. genaamt 'Frans van der Put, is een onverdraaglyke Orangeklant en Valfchaart, een . Menfch dat onlangs, over het tekenen van eene Verklaring, zelfs do?r den Domeinraad, gereprimendeert is geworden j doch niet geftrafr. Toert Dt/moürier nog niet nier was, liep hy hem te gemoed in de Armee, en recommandeerde zig als Shgter; en toen dezelve met de Troüpert hier gearriveert was, liet hy zig, ten behoeve van de Orangeparty, als Spion gebruiken, om de Amptenaaren te verraaden. Hy veinsde Patriot te zyn, ging na de Zwaluwe,'zette zi'4 onder de Franfchen, ongevraagd neder aan de Tafel van ven der Hoek, at daar mede, en nam van alles notitie. Enfin, hy is ftrafwaardig 1 Den Prifeerder Cornelis van Rlel, is een braaf Menfch. • , Den Schoolmeefler H. vau Biggelen, is een Man door den Prins aangefïdd; hy heeft zyne minvoikomenheden, gelyk alle Menfchen; doch zal de Teu^d geene verkeerde beginfclen inboezemen* Hy heeft met Zyne Kinderen, als Patriotsgezinden, van den Drofiard Breda, en van den Predikant van Pielden, zeer Veel moeten lyden. Den Dykgraaf is geweeft den gevlugtert Drolfard % Breda, hier van is reeds genoeg gezegd, hy was door den Prins aangefteld. De GeZwoorehs van de diverfe Polders zyn aangefteld door de Ingelanden. Deeze komen dus niet in confidentie. > Den Penhingmeefter over diverfe, ja de meelte, en byna alle de Polders , is Pieter Aneniaat, den Voormelden Ontfanger der Verponding Hy heeft van de Ingelanden veele Caffen onder Zig. Men heeft des wegens Wel eens Lieden bedugt gezien* Doch dit raakt dat byzonder huishouden* 'Onder de particuliere Perfoonen hebben zig Bafend\dn Herp, Jan de Klerck en Cotftiaan lucker* byzonder ' eetuftmgueefd door het vervolg n van patnotsgezïiide Perfoonen; - door ten diende te . •- H ftaaa  C30) ftaan aan de verdrukking; — en T yfke te formeeren van Perfoonen welke verdrukte Patriotten bezogten, of da.r mede omgingen. De flechtheid van de twee eerfkn, is my ten vollen bekend. Korte Lyft der Goederen en Inkomflen die den Prins van Orange te Zevenbergen had, ï. Capittel. TAe onquidbaare Ghyn-j J-/ fen bedroegen te fa-l men 'sjaars _l ƒ 926 i? 2 2. Capittel. De Loschynfen . 152 g 0 3. Capittel. De Redemtie-Tiende van den Slikpolder in tien poften — 333 g ? 4. Capittel. De Dykëttingen van de Naffaupolder c 12 o 5. Capittel. De Dyken-Gorfen en Riet- hillen zyn eigen. Zy wierden in negen en dertig Pareeelen verpsigt, in 1791 bedroeg' de pacht } 358o I2 6". Capittel. De diverfe Stukken Landeryen zyn in vier en twintig Pareeelen aan diverfe verhuurd; zy leggen hier en daar. verfpreid, de twee grootfte ftukken zyn van 20 Buinder en van 17 Buinder, doende ieder ik Morgen ; de pagt van alle te faamen bedroeg in 1791 3041 0/12 Het Bofch den Capelberg. 7. Capittel. Den accyns op Wyn en Bier, is over lange jaaren by accord door de Heeren van Zevenbergen aan de Stad afgeftaan. Geeft dus — Nihil 8. Capittel,, De eigen Vilfcheryen,be- draagen — — 440 Van den afflag van de Vifch — — Nihil. Van de Waag en Balan- j ce 440 Den Koornmolen is eigen; de pagt daar van bedroeg 1791 83410 0 Het > Tranfporteere —1 ƒ8936 i?\ 3  . C 3i 3 k' Traniport f§93617 3 Hot Ponte Veer over d Mark aan hei Lamsgat was verpagt om — 189 oio J. Breda had een ftukjt I j Land in admodiatie om 3 j o' o En een dito om 35 o % 9. Capittel. £>é Zaad-, Vlas-, Zomer¬ en Win ter-Gard-Ti enden waren in twee en dertig Pareeelen ver, pagt, bedragende —■ 8381 13 lê 10. Capittel. De Koorn- en andere Tiendens van Meekrap, Aardappelen , Peen , Aijuyn , Kooien , waarenl \ in een en feventig Par- \ ceel en, verpagt tot — 16924 510 11. Capittel. Den Grutter betaald een recognitie van j 31 10} o De nieuwe Meeftocf be- I taald 21 . o Het verkogte Hout bedroeg 724 2 o Den Poftmeefter betaalde eene recognitie van — iooj o o Men maakte de Rentmeefter Heemraad van den royale Polder, maar hy moeit het werk doen, en het Traktement verantwoorden tot 95 o o 15. Capittel. De recognitie van den j Drofiard als ordinair — 60 o o Die van den Secretaris en Stokhouder ■-■ 50 c o Van den Vorfter Bogers - 5! ö o Van den Vorfter Breed - 6, c o Totaal der Revenuen - ƒ35589 8 7 NB. Door Den uitgaaf was —• het gemis van - ~ de Papieren, Dus bleef zuiver <— was den uit- —*——* gaaf niet juift te bepaalen. Zy kan plus minus genomen worden op ƒ68oo-o-o. H a Ëxtraél  C sO Extradt uit het R egaler der Notulen van die van den Raade en Rekeningen van Zyne Hoogheid den Heere Prince van Orange .en Naflau &c. &c. &c. Vrydag den 24 Ocrober 1794. Py refumtie gedelibereerd zynde op eene RemonItrantie van J. van Riel en G. van Maurik, eenigfte prefente Schepenen der Stede Zevenbergen, te vinden onder des Raads Notulen van den 15 deezer, concerneerende de aétueele geileldheid der Finantien, en de nodige te doene uitgaven al* daar, met voordragt van eenige middelen ter provifioneele voorziening geduurende de abfentie van den Thefaurier Burgemeefter dier Stad. Is, na deliberatie, goedgevonden, de Rentmeester provifior.eel en tot des Raads nadere dispoiitie te authorifeeren, om de Haven- en Bruggelden en Stads-Straatgeld by abünüe van den ThefaurierBur* gemeeiler te mogen ontfangen, gelyk ook om van die Leden, welke met de maand January aanftaande hunne Recognitiën zullen zyn verichuldigdj dezelve in avance te mogen ontfangen, ten einde uit dat een en ander te konnen voldoen, het geene ten dienfte van de aldaar in Guarnifoen leggende Troupen van den Staat van wegens de Stad moet worden bezorgd, mits het een en ander ter zynef tyd behoorlyk verantwoordende. Was geteekend, L. S. de jeune, Onder ïtond, Accordeert met voorfz Regifter. Was geteekend, J. P. Ferrand. VRTHEID, GELTKHEID, BROEDERSCHAP. Clafinus van Diggelen aan óc provifioneele Hepr-efentanfefl van het Volk van Holland! Burgers - Reprafentanten! Toen de Soldaaten der Vryheid deeze Plaats . in* namen waren hier maar twee der door den ExStadhouder aangeftelde Schepenen, van welke één ruim anderhalf jaar ad interim Secretaris was; dit getal van Beftierders was zeker niet genoegzaam voor eene Gemeente. Uit dien hoofde, Helde de toen hier zynde Franfche Commiflaris van Oorlog» eene  C 33 ) eene provifioneelé Municipaliteit aan, weike rhy toe haarert Secretaris benoemde: daar na deed ik verfcheide pogingen, om de Municipaliteit te doen Ix-fJinten tot het opneemen van den ftaat der Kaffe, haar Det st en Credit enz. alles wat betrekking kónde .hebben tot de adminiftratie der Gemeente, maar hier in ben ik thans nog niet verder gevordert dan in den beginne. Ook heeft de provifionccle Municipaliteit noch geenerhande Papieren der Secretarye overgenomen of doen overneemen; de meerderheid derzei ver Leden begrypt hier toe geen magt nog recht te hebben , en onderhand weet men niets van het geen in de Gemeente voorvalt van fterven, trouwen &c., ten minften ik weet niets van dat: nu is het zeer.mogelyk , dat deeze zaaken nog'fteeds behandeld worden door de gewetzen ad interim Secretaris ; en indien dat beftaan kan of zoo behoord, is het my zeer aangenaam; maar alzoo my deeze zaak zeer bedenkeljk is voorgekomen, heb ik begreepen dezelve ten nutte van het algemeen, ter Uwer kenniil'e te moeten brengen. Zevenbergen Heil en Broederfchap l den 19 Febr. Geteekend, £795- ' ' C. van biggelen. rlWIEID, ~GELTKHFJb~t BROEDERSCHAP. Tye ondergetekende Burger Gerrit Gerritfe van A> Mourck, declareerd hier mede, dat hy tot nog onlangs en wel eenen termyn van circa twee jaar het Secretary deezer Stede, op order van de Raaden van den Heer deezer Heerlykheid ad interim heeft waargenomen; dat hem deezen poft door de veele bezigheden die daar aan verknogt zyn, hem buiten ftaat ftellen om zyne eigene zwaare affairen, die zyn byzyn vereiflehen, naar behooren te kunnen waarneemen, en dat dit de eenige reden is waarom hy Ondergetekende vriendelyk verzoekt om den gefufpendeerden Secretaris J.J. Hetterfchey wederom aan te ftellen, en hem Ondergetekende van den poft te ontflaan. Zevenbergen Geteekend, den 9 Maart 1795- G- Gerritfe van Mourik\ vrtpjèid: geltkheid. ' broedep.schap. Aan het Comnütté van Algemeen Welzyn van Holland in 'sHage. Medeburgers ! Andermaal gebruik ik de vryheid my, als een bedrukte en eenzaame Patriot, tot Ulieden, in hoope van Ulieder welneemen, te wenden. I De  C 34 ) De toeftand der In- en Opgezetenert van onze Stad en Jurisdictie, is in der daad betreurens en medelydens waardig, vermits de Franfchen nog dagelyks van de Bouwlieden byna al hun Hooi,Stro, Haver, Tarw, Wagens, Paarden, benevens een groot deel Vee requireeren, zoo dat te vreefen ftaat dat Vee en Menfchen, zonder aanvoer en vervulling van buiten, aan de genoemde en andere middelen van beftaan , binnen korte gebrek zullen lyden. Onze zeer' kleine Stad is belaft met een Guarnifoen van omtrent 1200 Man en 160 Paarden. De Gemeenen zyn meeft in de Huizen der Uitgeweekenen geinquartiert, de Officieren by de aanwezende Burgers. Er was reeds by de aankomft der Franfchen geen voorraad van BrandftofPen nog in.de Stad nog derzeiver nabyheid. ■ Eerft zyn wy genoodzaakt geworden veele jonge Effen Böomen, behoorende tot het Domein van den gewezen Stadhouder, ftaande digft by de Stad, en vervolgens de ypen Boomen van het gemeene Land, ftaande op den Capitaale Wal, af te houwen en tot Brandhout te approprieeren; doch dit niet als met droog hout aan brand konnende geholpen worden, noodzaakt de Militie niet alleen de Heiningen, maar alle Houtwerk, voornamelyk van de Huizen der uitgeweekene Burgers, af- en uit te breeken, zoo dat, al nu reeds, dezelve deerlykgeruïneert, en fommige zelfs voor de Militie onbewoonbaar zyn geworden. Eene andere en zeer groote zwarigheid, omtrent welke de Municipaliteit alhier in verlegenheid is, en het onderling niet kan eens worden, is het vinden van geld tot flegts eene betaaling van halve daggelden aan de Houthakkers, Gidzen, Boden en arme Arbeidslieden. De Amptenaaren en verfcheidene der meeft gegoedde Burgers zyn nog abfent, zoo ook de Stads-Kas, dewelke in vreedzaame tyden naauwlyks folvent is. Tot twee reizen heeft de Municipaliteit eenig geld bekomen by wyze vaö eene vrywillige infehryving, doch dit op verre na niet toereikende zynde, is men ooktweemaalentoegetreeden tot eene fchatting van alle eenigfints vermogende Huisgezinnen der prefente In- en Opgezetenen, dan dit middel baard onder de Gemeente veele berispingen, uitvlugtcn, morringen cn tegenfpraak. De meeft gegoedfte toon en zig het vafb . houdendfte, eenige derzelve, ook Leden zynde van de Municipaliteit, werken openlyk tegen, en maaken veelen van de Gemeente onwillig, om op eenigerley wyze iets, in deezen hpogen nood en verlegenheid, op tc offeren. Over het negotieeren van eene kleine fomme van ƒ200 o- o, dewelke door een Lid van de Municipaliteit word aangeboden)  ; , C 35 ) 'den, mits dat alle de overige negentien Leden iii Voor de reititurie derzelve verbinden, kan men het insgelyks nier eens worden, zoo min als over hec ! ri van Penningen, dewelke tot Stads-Kaffe behooren, en waar van de tyd der betaaling gedeeltelyk verlcheenen is. Men heeft my den ontvang en uitgave van gemelde gefourneerde geld eri, bedragende /1075-11-0 opgedrongen, thans is de beurs ganfeh ledig, en de meèiie Leden van de Municipaliteit zyn j-, om eenige nieuwe Fonds te beraamen, valt te ftellen en uit re voeren, in het geheel niet te beweegen* De Arbeidslieden &c., hebben federt elf dagen geene betaaling gebeurd , en men wil er niet voor zorgen; zo weiuiig als voor de reftitutie van verfchotene Penningen, de Leverantien gedaan door Ambagtslieden, Winkeliers , enz. Veele Leden . van de Munipaliteit; onttrekken zich der Vergadering en het bezorgen der zaaken, naar hun goedvinden, en laaten alle den laft op my, den Vice - Prefident, de beide SecretarifTen en eenige weinige andere Leden, waar van fommige in de gementioneerde gevallen, nog wel dapper tegenwerken, aankomen. Ik dugte datze toeleggen om my aan het ongenoegen en de mishandeling, eerft van den verhongerden Arbeidsman, en, na dat deze den arbeid zullen hebben verhaten, aan de verbittering der Militie, over tc laaten. Ik bezwyk onder den laft, het verdriet overftelpt . my, en ik bevind my ziekelyk', trok het Guarniloen hier weg, hadden de requiüüen een einde, dan konden wy te famen wat adem fcheppen, en, gelyk te hoopen is onze gezondheid behouden en eene onderlinge Vreede genieten., U Lieden voor deze Gemeente en my, tot verligting zo van onze Gemeene als byzondere zwarigheden met raad of daad iets konnende te wege brengen, gelieven zulks, als edelmoedige Menfchenvrienden, zoo fpoedig doenlyk te effectueer en. Inmiddels byve met allen eerbied. Medeburger ! Klundert Onder ftond, den 27 Febr. U Lieder alle heil toe- 1795. wenfehenden Mede- Het eerftejaar burger, der Bataaffche Getekend» Vryhcid. Buys , Prefident van de Municipaliteit.  (36) VRTHE1D, GELTKHEID, BROEDERSCHAP. De Municipaliteit van de Klundert aan het Committé van Algemeen Welzyn van Holland. Mede-Burgers ! Naar dien wy ons in de grootfte verlegendheid bevinden omtrent de betaaling der Arbeidslieden welke dagelyks geëmployeert worden ten dienfte der Republicq, en wy bereids voor de vierde reize een perfoneel furniffement door onze Burgeren hebben doen fourneeren welk fourniflement wy voor de reize niet durven requireeren, naar dien deze Gemeinte bereids als het ware uitgeput, en indien er geen fecours uit de Provincie komt, totaal geruineerd is, vermits de voorraad voor het Vee der Bouwlieden, als Hooy, Haver en Strooy voor zoo verre vervoerd is , op de requifitie ons door de Commiflariflen van Oorlog gedaan, dat men kan rekenen dat aan die noodwendigheden binnen weinige dagen het grootfte gebrek zal wezen, en dat den Landman zyn Vee door Hongersnood zal zien omkomen. Zoo is het, dat wy nodig geoordeeld hebben U Lieden hier van kennis te geven, raad en onderrigting te vraagen; ook hebbe wy nodig geoordeeld U Lieden onder het oog te brengen of de uitgaven welke voor den dienft des Lands gedaan worden, niet op 's Lands rekening, kunnen worden gebragt, en dien volgens, uit 's Lands Kas betaald worden; onder deze dienden verftaan wy, het kappen van Hout, en Kaarslicht, dat ten dienfte der Troupen en Wagten gadiftribueert word (naar dien gemelde Brandftoffen, ten allen tyden uit 's Lands Magazynen door een daar toe gefielde Commis aan de Wagten is gefourneerd geworden, en het zeiven ook ten dienfte van het geheele Land gefchied, als mede de Gitfen voor de Militairen, dewelke ook ons bedunkens uit 's Lands Kas moeten betaald worden; naar dien het den dienft voor den Lande regardeerd. Hier op verzoeken wy Uw Lieder antwoord en advis met aanwyzing, waar, hoe, of op wat manier wy, de nodige Penningen kunnen bekomen. Verders brengen wy U Lieden onder het oog, dat hier geen Geld in de Stads Kas bevonden is, vermits den Burgemeefter H. L. van Aysma zich van hier verwyderd en Stads Penningen met zich gevoerd heeft, (volgens getuigenis der drieprefente Leden der oude Regeering) welke Perfoon, nog met dezelve abfent is, zo als wy in onze Brief in dato den . . February aan U Lieden te kennen gege'  C 57 ) geven hebben, hier op erlangen wy ook Ü Lieden ad vis, ten einde wy weeten hoe ons in dezen te gedragen; als mede aangaande den Secretaris Elemans, welke zich van hier heeft verwyderd en nog niet geretourneerd is: dewelke ook volgens getuigenis der drie voornoemde Magiftraats-Perfoonen, op order der Regeering van die tyd, de Boeken het Secretarie regardeerende, van hier heeft doen vervoeren. Blyve na toewenfehing van Heil en BroederfchapX Uw Lieder Vrienden en Medeburgers.... - i Onder ftond, Klundert De Leden van de Munici* den 25 febr. paliteit der Stede Nier- 1795. vaart gezegd de Klun- Het eerfte jaar dert. der Bataaffche Lager ftond, Vryheid. Op order van de Mu¬ nicipaliteit. Getekend, H. v. IVyngaarden, Secretaris der Gemeente. NB. Ook verzoeken wy zeer inftantelyk Ulieder medewerking, tot vermindering of ontlading van Guarnifoen, naardien men in onze Gemeente niet meer als 120 Huizen kan rekenen (zoo kleine als groote) en ons Guarniioen van de.i beginne af aan dat de Franfchen van deeze Plaats pofleffie hebben genomen, tot op heden, en nu nog, heeft beftaan uit circa 1200 Man, zoo Cavallerie als Infanterie, waar door genoegfaam de helft der Huizen Zyn geruïneert, door dien zy Trappen, Zolders, Deuren, Vengfters, Hynen, ja zelfs geheele Kamers, hebben afgebrooken. VRTHEID > GELMHEID, BROEDERSCHAP. Aan de provifioneele Repne- fëntanten van het Volk van Holland. rjaar wy thans door het beftier der Goddelyke Voorzienigheid, en door de edelmoedigheid K der  C 33 ) der Franfchen, van het Orange juk ontdaan zyn, neeme ik, als Burger en Inwoonder van de Stede Niervaart, gezegd de Klundert, de vrymoedigheid, aan Uüeden te kennen te geeven, dat ik na den jaare 1787 van tyd tot tyd, door kwaadaardige Prinsgezinden allerley onaangenaamheden heb moeten ondervinden zoo aan mvn Perfoon, Huisgezin en Wooning: en dat zoo menigmaal en op alderhande wyzen, dat het onmogelyk is, dezelve in order op te geeven. Dat ik by my zeiven wel bewuft ben geene rede of aanlydinge daar toe te hebben gegeeven, als alleen, dat myne denkbeelden Vaderlands, en alzoo ftrydig tegen die van Muitmakers en Plunderaars zyn. Dat ik , om de plunderingen van de Engelfchen en van de oude Hollandfche Militairen, als meede om alle brutaliteit van de Burgery te ontwyken, in de maand Juny van den voorleeden jaare '1794, met myn^uisgezin te Dordrecht ben gaan woonen, en hu nog woon hebbende, myne Brouwery, als zynde myn eenige vaüe Broodwinning, door een Knegt, tot merkelyke fchaden, laaten waarneemen. Dat ik eerftdaags, en wel met de eerftvarende Schipper na myne Wooning, in de Klundert, diende weder te keeren. Dan dat de Klundert van behoorlyke Policie geheel verftooken is, en de Leden, die tot adfiftentie van de drie daar nog in zynde oude Schepenen dienen, meeftal uit getrouwe Aanhangers van hunnen ouden Heer, den gevlugten Willem den Vyfden, beftaan. En dat ik met genoegfaame grond vertrouw, dat ik en de nog zeer weinige Vaderlandsgezinden die in gemelde Stede behooren, zeer fpoedig, (onder eenen anderen naam, allerley verdrietclykheden ondervinden zullen. Om welke, en nog oneindig meer andere reden, ik tot Llieden keer, met vriendèlyk verzoek, dat er door Uheden, ingevolgen het hier na op te geeven yoorftel , behoorlyke voorzieninge voor (ditmaal) gedaan worden, * Met voor eerft tot Bailliuw en Dykgraaf van de Stad en Jurisdictie aan te ftellen den Burger Engel Eland, die om zyne edele VaderJandfche denkbeelden, en Vriend der Franfchen zynde, na dén & togt der Franfchen in den jaare 1793, uit de Klundert, en zo uit alle zyne Bezittingen heeft moeten gaan, met agterJating van zyne Goederen, na welken tyd hy zelfs, door een onregtvasrdig Proces is vervolgt geworden. b Ik yermeene dat Gyliedcn zoo eene aanftellfoS voor ditmaal wel kunt doeil, om dat in vroeger tyd,  (39) tyd, die aanftelling akoos door Willem de Vyfde gedaan is, en om dac die Stad en groote Jurisdictie tans zonder Bailluw en Dykgraaf zig bevind, waar door ook alle de omliggende voortyds aan de Prins toebehoorendc Polders * zonder behoorlyke bcltiering is. Verder deerne ik de vryheid aart Uüeden te verzoeken, dat de nodige rcmotie en het aanftellen van een Regeering in de Klundert, behoudens de Rechten van den Menfch, en daarom ook al maar voor ditmaal (op een Revolutionairen of voorflellende wys gedaan mogen worden, om reden, dat wanneer zulks door het Volk by Item noggefcnied, 'er waarfchynlyk geene andere als Aanhangers van Orange aangefteld zullen worden. Tot welk een en ander, wanneer ik verzekert ben dat ik aan Ulieden geen ongenoegen geven zal, een bekwaam Burger van Dordrecht met my na de Klundert te neem en. En daar ik by myn zeiven bewuit ben, geen grootheid voor my zeiven te bedoelen, ma^r geheel belangloos, het bovengemelde aan Ulieden verzoek, twyffelik niet, of zal een fpoedig en voordeelig antwoord van Ulieden, ter bevordering van de goede zaak, ontfangen. In welke verwagting, en bede van Heil en Broederfchap, my noeme Ulieder goedwillige Mede- Dordrecht Burger, den 25 Febr. Was geteekend, 1795. Dirk Euyfirs Baflz. ~~VR3CHEID, "~ GELTKHEID, BROEDERSCHAP. Aan het Committé van Algemeen Welzyn in 's Hage. Medeburgers ! Alzo onze Gecommitteerden, tot UL. afgezonden, by ons geretourneerd zyn, ons verklaard hebben, dat UL begeerd te weeten, welke Amptenaaren, voor de komft der Franfche Troupen, vertrokken, en welke noch afwezende en terug zyn. Zo diend tot antwoord, dat voor de komft der Franfche Troupen van hier vertrokken, en noch abfent zyn : Den Burger Mr. Pennihgmeefter, Ontfanger der Verpondingen, en tevens Rentmeefter der Domeinen van den Stadhouder. H. L. van Aysma, dewelke ook, volgens berigt van de drie oude Magiftraatsperfoonen, Stads-Kalfa met zig gevoerd. K 2 Den  (40) Den Subftitut-Bailliuw Aeimans. Den Secretaris Elernaus, dewelke ook al de Papieren, de Secretarie toebehoorende, met zig. heeft gevoerd. Den Prasfident-Schepen Adriaan de Lint. Den Schepen Willem de Lint. Den Predikant H. S. van Ryfoort Lulius en den Collecteur T. M. Heymans , doch welke twee geretourneerd, en in hun flmétie zyn. De drie oude Magiftraats-Perfoonen, welke niet geretireerd zyn, zyn Cornelis Korteweg, Jb. Bosfchaart en Paulus Huyfers, (als ook Adriaan Boot, doch welke al lange tyd door indispoütie is buiten ftaat geweeft dien poft te bekleeden) welke drie bovengemelde Leden, na de inkomft der Franfche Natie, op order van den Commandant Dabat, des nachts tuifchen den 6 en 7 January deezes jaars, by hun nog zeventien Leden hebben verkooren tot een provifioneele Municipaliteit, met naamen Jb. Buys. A. van der Maft. Sib. Buys. Gerrit Dubbelt. f. H. Romein. Hend. de Krom. C. A. de Lint. H. van Ozenbruggen. Am. den Ergelfe. C. Hagens. Frans de Lint. Aart van Bavel. Gt. van Heukelom. Dirk Knook. Js. Dupre. Cs. Boot. H. v. Wyngaarden. Uit welk twintigtal, met meerderheid van Hemmen, verkooren zyn, Tot PradGdem Jb. Buys. — Vice-Praefident Cs. Korteweg. — Secretaris H. v. Wyngaarden, Schoolmeefter &c. « _ a ~~ Vlce-Secretaris Sib. Buys. Van de Amptenaaren zyn niet geretireerd, den Sehoolmeefter, Kofter en Voorzanger, H. van1 Wyngaarden. Den Compr. en Gerechtsbode Jn. Schaeffer. Den Dykbode G. de Vries, als ook de Dienaar der Juftitie. Hier mede meenen wy aan UL. intentie voldaan te hebben, en wagten hier van de nodige orders. Heil en Broederfckap, Onder ftond, UL. Mede-Burgers. Klundert Lager ftond, den 13 Febr. öp order van de Mu- l795- nicipaliteit. Het eerfte jaar Getekend, der Bataaf- h. v. Wyngaarden. fcheVryheid. Secretaris der Ge¬ meente. frï-  c 41; mTIIEID, CELTKHEID, BROEDERSCHAP. Aan het Committé van Algemeen Welzyn in Holland. Medeburgers ! T^oor alle 'tyden heen ben ik een Patriot gcweell 4-^ en gebleven; dit is wyd en zyd bekend; ik, ben ook thans de eenige in deze Stad en derzelver Jurisdictie. In het fchandjaar 1787, en vervolgens wierden er nog 10 of 11 Huisgezinnen geteld, die, om datze de parthy van den Stadhouder, naar den. zin van zyne Creatuureil niet fterk genoeg trokken, nevens my en myne Familie op allerlei wyzeri zyn mishandelt geworden. Een derzelve is den 23 Maart 1793 onder het omhakken van den Vryheidsboom, door order van den Collonel Meynders, van de Guarde Dragonders, zoo zeer geflagen en gefloten, dat den zeiven zeven dagen daar na is overleeden. Een ander op dezelfde wyze Onthaald en zyne Bediening ontnomen zynde, is van hier verhuift, een derde had zich met de vlugt gefauyeert. De overige waren vreesagtige Menfchen, welke in de zorgelykfte tyden hun Patriottismus verloochende, de huik naar den wind hangen ; en reeds in July van het laatftverleeden jaar, uit vreeze voor de aannaderende Krygsbenden, van. hier zyn uitge•vveeken. Het ganfche overfchot onzer In- en Opgezetenen zynde gedeclareerde Prinsgdzinden; veele van dezelve zyn geëmigreert, waar onder alle de Amptenaaren, uitgenomen drie Schepenen, een vierde dewelke federt lange ziek en innocent is, niet mede gerekent, Door deze drie Schepenen zyn den 6 January dezes jaars, op ordre van den Franfchen Commandant Dabat, dewelke op dien dag onze verlaatene Stad bezettede, nog zeventien Perfoonen benoemd om te famen eene Municipaliteit van twintig Leden uit te maaken. Dit lot viel niy en myn oudite Zoon mede te beurt. Des anderen daags wierden op dezelfde ordre by meerderheid vanYtemmen van de onderlinge Leden der Municipaliteit , ik zelve tot Praefident, Cornelis Korteweg, Cz. tot Vice-Prcefident, Hendrik van Wyngaarden tot Secretaris, en myn Zoon tot Vice-Secretaris, gekozen. De gemelde drie Schepenen hadden reeds 's daags te vooren tot hunnen Interprête en Translateur van de Franfche Brieven, geëngageert denPerfoori van Hendrik van Diggelen 5 Franfch Schöolmeefler te Breda, dewelke door de Municipaliteit, by derzelver aanvang in dienft is overgenomen, ré'-en eene aanmerkelyke belooning van 5 guldens daags.' onder zyne belofte en verzekering dat hy de, beide'Secretansfen, dewelke nooit eenige Secretarie nog Pleitzaal gefrequehtéert hebben, nog de Fran.•chi Taal genoegzaam verftaaiij in alles, onder, an-, £f , aêr e  C 40 . üere medé in hét ftellen der Notulen, of het Proces Verbaal van de voorvallende zaaken, zoude adlifteeren, dan hier in heeft hy hün, niettegeqftaande hunne geduürige aanmaanirig daar toe, te rug gehouden, verleegen gelaaten en in grootc verwarring gebragt. In de eerfte agt of tien dagen, zoo lange de OrangeVrienden eenige vrees voor wederwraak aankleefde , ging het in onze Municipaliteit minzaam toe, ieder was over den anderen voldaan, elk werkte naarftig in den Poft hem opgedragen ; maar zoo rafch waren alle geïedene verongelykingen niet vergeeven en vergeeten, en hunne vrees voor wedervergelding der mishandelingen den Patriotten zoo lange en meenigvuldig aangedaan van het hart geftfeeken, of den ouden geeft'van CabaÜfeeren, van haat en kwelling rees wederom op. Zy zetten mymyn Zoon en den Secretaris der Municipaliteit van Wyngaarden, Schooimeefter alhier, en gelyk zyn Vader, dén Schooimeefter van Willemftad, beiden voorheen ftiiJe en eerlykdenkende Prinsge2indeq, maar thans als een braaf Patriot onvermoeid in den dienft van het algemeen werkende, den voet dwars. Zy iwiften, raazen, tieren, en zulks dikwyls over de gpnngfte zaaken zo geweldig, dat ons de hersfens rooken, en houden Zoo lang daar mede aan tot dat zy eindelyk haafen zin bekomen. De geeft van Hendrik van Diggelen, een intrigant en eigenbaatig Menfch, benevens den ouden Orahgegeeft, bezield hun in alle hunne gedragingen omtrent ons, de Franfche Natie en het ware Patriottisme. Zy maaken ons het leeven bitter, en werken eendragug aan ons totaal bederf. De beide Perfoonen, Aart van Bavel en Abraham den Engelfen, aan ü Lieden heden agt dagen geleden in Commiffie gezonden, en deh lo dezer in U Lieden Vergadering verfcheenen, zyn onder onze gevaarlykfte Vyanden, gelyk zy van ouds de bitterfte Stadhoudersgezinde!! zyn geweeft; de laatfte heeft zelfs mede, op een Prinsjesdag de Glazen van my en anderen vernield. Ik draag dit een en ander, waardige Medeburgers ! aan U Lieden aandagt, met veele verkortingen voor, om U Lieden tegen hunne liften en misleidingen te Wapenen. Solliciteere U Lieden befcherming voor myn Perfoon, als mede voor myn Vrouw en Kinderen, benevens den braven Secretaris der Municipaliteit van Wyngaarden. Terwyl met hoogagting my noeme, Medeburgers, Klundert U Lieden heiiwenfehenden den 14 Febr. Medeburger. 1795- Getekent, Het eerfte jaar Buys, prefident derBataaflche Van de Muni- Vryheid. cipaliteit. m  (43) PRTHEID, GELTKHEID, BROEDERSCHAP. Medeburgers. TLTet Committé van Algemeen Welzyn in handeri van den ondergetekende Fiscaèl op gilleren den 10 February 1795 gefteld hebbendé eene Misfive van de Municipaliteit van de Klundert van dato 13 February 1795, mitsgaders eene Miffive van J. Buys, Praèfident van de Municipaliteit aldaar, van den 14 dito, om te iriformeeren, waar" ter Plaatfe zich zouden bevinden de Perfoonen* welke daar by als van daar vertrókken worden opgegeven, en daar van ten allerfpoedigfte berigt tè geven, en van zyne confideratien te dienen, heeft de ondergetekende Fiscaal de éer ter voldoeningé van gemelde Requifitie voor te dragen: dat hy geoordeelt heeft ten allerfpoedigfte te moeten communicceren, dat hem is vóórgekomen, dat de Per-» foon van Mr. HöraÖitó Leendert Laute van Aysma, Rentmeefter der Domain'eh van den geweezen Stadhouder, mitsgaders Burgemeefter, Ontfanger en Penningmeefter in de Stede de Klundert * gezegd de Niervaard, en die volgens berigt van dé drie oude Magiftraats Perfoonen, Stads Cafie, met zich gevoerd zou hebben; op den 16 February 1795, benevens zyn Neef, Jacob Lauta van Aysma mede Rentmeefter der Domainen van den geweezen Stadhouder, mitsgaders Penningmeefter van de Polder de Vierendeelen, Oud- en Nieuwland, als mede het Qwiftgeld genaamt , eri die federt den jaare 1792, pro interim is geweeft tot dé Bailluwspoften op de hooge en Jaage Zwaluwe; op den 17 dezer nog gelogeert zoude zyn geweeft in het Bösfchè Veerhuis alhier in 'sHage, doch op dien zei ven dag vertrokken, waarfchynelyk na Rotterdam, aiwaar zy befchreven of na hun geinformeert zou kunnen worden, zoo als de ondergetekende is geinformeert, by den Makelaar de Buk, of by deri Hoofdgaarder van de Wynen, Dirk Kröoswyk. Dat Dirk Elemans, Secretaris van de Klundert die alle de Papieren tot de Secretarie van de Klundert behoorende, met zich zou gevoerd hebben, waarfchynelyk zich te Dordrecht zou bevinden$ of vaii daar reeds naar de Klundert geretourneert zal zyn, terwyl hy gemelde Papieren van de Secretarie niets anders (zdo als men meent) zal vervoerd en elders geborgen hebben, als op aanfehryving van de Domain-Raad van den geweeze Stadhouder, naardien de gemelde Secretaris gehouden wörd voor eert Man die zeer wel denkt, en goede fentiménten heeft, zoodanig, dat aan den ondergetekende Fiscaal dezelve Secretaris is opgegeven als een Perfoon met wien hy zou kunnen treden in correspondentie. L 2 t)M  Dat de ondergetekende volgens dié informatien by hem bekomen , ter voldoeninge van de voorfz Requifitie van dit Committé, met Jacob Buys; zou getreden zyn in correspondentie, indien hy dé gemelde informatien, niet reeds had bekomen, en voorts aan hem ook in handen was gefield de hier vorengemelde Miffive van derzelven Jacob Buys, van den 16 dezer. Doch alvorens tot dezelve Miflive over te gaan* vermeend de Ondergetekende in coniïdèrWe te moeten geven, of het niet van het allerhoogite belang is, dat de Rentmeefters van de Domainen van den geweezen Stadhouder, benevens hunne Boeken ■, Brieven, Chartres en Papieren, zoo veel mogelyk werden gefMfieert, ten einde zoo door hun, als uit dezelve Boeken, Brieven, Chartres en Papieren, zou kunnen blyken waar in die Domainen hebben befhaan, en waal dezelve al gelegen zyn, naardieni wanneer men, noch het een noch het ander, zou kunnen bekomen, die zelfde Domainen, als beftaande in Thiendens, Landeryen, Grienten &c. niet dan met de groottte moeiten ontdekt zoude kunnen worden, en dus die geen, die daar by in tyd en wylen zouden mogen zyn geintereiTeertl eene aanmerkelyke fchaden komen te lyden; terwyl de ondergetekende twyftelt, indien daar van al behoorlyk blyken kon, by de Domain-Raad alhier in 'sHage de Papieren en Boeken daar toe behooren* de, als nog wel voorhanden zouden zyri. Dat de ondergetekende geoordeeld heeft in pra?avance hier omtrend van zyne confideratien te moeten dienen , op dat wanneer hy door verdere infop matien te willen neemen, ontdekt mogt worden, dat de Fiscaal daar omtrent, door het fchryven van Brieven als anderzints, onderzoek deed, zulks aanleiding zou kunnen geven, dat de pogingen die men in het vervolg deswegens zou willen doen> van minder goed fucces zouden zyn. Terwyl de Ondergetekende zich hier omtrend niettemin refereerd aan het goedvinden en beter gevoelen van dit Committé. En wat nu betreft de Miflive van Jacob Buys, Prrefident van de Municipaliteit In de Klundert, zoo remarqueert de Ondergetekende, dat dezelve Perfoon hem als een allezints weldenkend Vaderlander is gerecommandeert, het welk hy meent te moeten remarqueeren, om dat daar door de berigten in zyne Miffive vervat, eene meerdere geloofwaardigheid bekomem Dat ondertuffchen die berigten niet beftaan in eenige weinige fpecifique faiten, maar voornamentlyk gegrond zynde op het geheele beloop en famenhang van verfcheide omftandigheden; de Ondergetekende zeer bedagt ij, pf daaf het fchryven vad  .. • . C 45 ) : ■ v/' van Brieven, óf het geven Van fchriftelyke bcveelen , de zaaken aldaar wel herfteld zouden kunnen worden, en geeft mitsdien, eerbiedig in confideratiei, .of het niet het befte zou zyn , dat een vertrouwd Perfoön, behoorlyk gevolmagtigd,, zich naar • de Klundert begaf, ,ten einde de eendragt in de Municipaliteit aldaar te herftellen, en voorts zoodanige verdere informatien te nemen als het Committé zou mogen oordeelen te behooren, en van zyne verrigtinge te doen behoorlyk Rapport en verantwoording. - u r , %; ,,vi -ti Refereerende ondertuffchen de Ondergetekende zich ook hier omtrend niet te min aanhetwys enber ter gevoelen van dit Committé; en dus ook bereid zynde zyn tót nu toe gedaane informatien verder ten fpoedigfte te vervolgen * ingevalle zulks geoordeeld zou mogen worden te behooren. . 's Hage Heil en. Broederfchap. denioFebr. Was getekend, 1795. G. van der Meerfch- ~ FRTHEID\ GELTKHEID, BROEDERSCHAP. De Burgers, uitmakende de door de Commiffaris van Oorlog Danbrin proviiioneel aangeftelde Municipaliteit, aan de nroviüoneele .Reprsefentanteri van hét Volk van Holland! Medeburgers! .. . .. iv.v Wy vinden, in gröote calamiteit, ons verplicht, om ons tot U te wenden, en met Burgerlyk vertrouwen, U te kennen te geeven: . Dat de Stad eri het Land van Zevenbergen, nu twee jaaren 'geleeden, het middelpünt was van de 'operatien van Oorlog, alstoen in deeze Quartiereri gevoerd, eri tot Hoofdquartier verftrekte, gedurende dat de Klundert, Willemftad, Breda enz. belegerd wierd: Waar door derzelver In en Opgezeten nen uitgeput wierden, zo wel van contante penningen, als van Hooy, Haver, Tarw< en. Hoornvee , mitsgaders door zeer conflderable inquartieringen'van Troupen, en door alles wat zodanige om* ftandighederi gewoonlyk meedebrengen. . ., :, , . Dat wyders Zevenbergen in den afgeloopeii Zomer, noch daarenboven is gete'ifterd geworden,,' door de moedwil van een Corps Emigranten, zoo wel als van de retireerende Hesfifche en andere Troupen; zo dat men, behalven ruim twee honderd Hoornbeeften daar door tö. verliezen, ;alle hoop op een voordeeligen Oogft zag. afgemeeden ^ door dat dezelve Troupen , met de opgebonden M Tarw  C 46 ) Tarw-Schooven, te Velde ftaaide, in verfcheide Wateringen Dammen maakten, — daar van Tenten maakten — alles vertrapten — en zo wel de Tarw als de Haver voor de SeilTe wegnamen tot Voeder voor hunne Paarden. — Alles nog, zonder op te noemen de confiderable afperfingen, door de goede In- en Opgezetenen van Zevenbergen gefouffreert. Dat niettegenftaande dit alles, zich den Burger alhier, by de nu onlangs ingekomen Franfche hulpTroupen niet onttrokken heeft, om blymoedig zig te kwyten in het leeveren van het geene van deZelve door de Commiflariffen van Oorlog is gerequireerd geworden, zo dat, van tyd tot tyd , en niettegenftaande, volgens den inhoud en de geeft van de Publicatie van de Staaten Generaal van den 27 January 1795, de Stad en Lande Zevenbergen, als tot de Provincie van Holland behoorende, van fcheen bevryd te hebben moeten zyn gebleeven, nochthans op iterative Requifitien, tot heden reeds geleeverd heeft Twee honderd agtien Lloornbeeften. Circa driemaal honderd duizend ponden Hooy. Vyftig duizend ponden Stroo. Drie en veertig Bedden. Een en vyftig Dekens, en Honden Lakens. En nademaal boven dit alles, nog tegenwoordig van ons gerequireerd zyn: vyf en twintig Voeder of Wagens met Hooy en Stroo, te leeveren ieder dag-, en wy verder ons in de omftandigheid bevinden, van dagelyks nog met nieuwe Requifitien te kunnen werden belaft, waar aan wy even min, als aan de tegenwoordige, zouden kunnen voldoen,en intuftchen bedugt zyn voor Militaire executien, tot dat 'er volftrekt niets zal overblyven. Zo wenden wy ons, uit hoofde van deeze redenen, in deeze onze kommerlyken toeftand, tot Uwe Vergadering, verzoekende Uw als Burgers en Mede-Broeders, dat Uwe Vergadering gelieven te delibereeren op de wegen en middelen, langs welke Uwe, zo goedwillige Mede-Burgers, van de tegenwoordige aan hun nog gedaane, en verder te doene Militaire Requifitien, of dadelyk, of zo rafcb eenigfins mogelyk, mogen werden ontheven en bevryd. Onze harten wenfehen U alle Heil en Broederfchap, Onder ftond, Zevenbergen Ter ordonnantie der providen 19 Febr. fioneele Municipaliteit i?95« voornoemt. Het eerfte jaar Was geteekend, der Bataaf- C. van Diggelen. fcheVryheid. Secretaris. M  C 47 ) Aan de provifioneefe Repr&jetiïafa ten van het Folk van Holland. /"Jeeft te kennen Chriftiaan Hendrik vander Hoek, Bailliuw van de hooge en laage Zwaluwe. Dat hy Suppliant in den jaare 1793, by gelegenheid van het toenmalig vertrek van de Franfche Troupes van het Grondgebied van dezen Staat k diverfe onaangenaamheden hebbende moeten ondergaan, alhier op de Gevangepoort gebragt zynde4 vervolgens wei na verloop van ^enigen tyd is ontflagen, edoch niettemin van de waarneeming van zyne posten provifioneel is ontzet, en welke moeite hy ook moge aangewend hebben, tot noch toe dienaangaande , noch ook omtrent het hem aangedaane leed, geen het minfte redres heeft kunnen erlangen. Dar de Suppliant alzo tot nu toe, en op die wyze onder een zeker foort van Reatus, (mag hy zig zoo eens uitdrukken) gebleeven zynde, het van zelfs (preekt zo hy vertrouwd, dat hy daaromtrent Voor zich en zyne Vrouw en Kinderen niet kan weezen onverschilligj en dat hy uit dien hoofde, daar hy is geinformeerd geworden, dat 'er uit ,der Repraefentanten midden eene Commiffie ftaat afgevaardigd te worden naar de Klundert en Zevenbergen, gemeend, dat dit milfchien geene ongepafte gelegenheid wezen zoude, om ook zyne gedragingen van dien tyd, en het geen hem is overgekomen, te doen onderzoeken, en naar mate van de bevinding zodanige yoorzieninge te erlangen, als billyk en rechtvaardig geoordeelt zoude mogen worden» Redenen waarom de Suppliant zich keert tot de Repra;fentanten van het Volk van Flolland, verzoekende, dat de bovengemelde Commiiïie naar de Klundert en Zevenbergen ook moge worden gechargeerd met het onderzoek naar de gedragingen van den Suppliant in den jaare 1793, by gelegenheid van het toenmalig vertrek van de Franfche Troupes van het Grondgebied van deezen Staat * mitsgaders naar het geen deswegens hem is overgekomen, en dat voorts, na dat het zelve onderzoek zal afgeloopen zyn, Repraefentanten zodanig ten zynen opzigte zullen gelieven te disponeeren, als zy naar gronden van rechtvaardigheid en billykheid veraieenen zullen te behooren» Onder ftond, 't Welk doende &c. Getekent, E. B. Ten Daïh M 2 tn  . ï C 43) ... In margide ftond gèapbftilleerd. fJTy deeze Requefte gefteld in handen van Z-*4 de Burgers Roos en Swart, gedespicieert "tot de Commiffle naar de Klundert tot herftelling der ruft aldaar, om de zaaken in dezelve Requefte vervat, té onderzoeken, en daar op reguard te neemen. Aclum den 2 Maart 1795. Onder ftond, Ter Ordonnantie van. efe provifwfjtele Volks-Reprcefentanten van Holland. Was geteekcnt, s.J.Z. mjelïus. - VRTIIEID, GELHÖTEIdT" BR.OEDERSCIUP. Aan de Burgers, Re- prrefentanten van het Volk vari Holland; Daar ik in den jaare 1793 dooi' de Rentmeefter van Willem de Vyfde van Orange, over dc Domainen der hooge en laage Zwaluwe, geroepen zynde tot het maaken van Bellekken, en verder het opzigt !te voeren over den opbouw van eeii nieuwe fteené Wind-Water-Molen, met de daar by behoörende Kayen, Sluis en Molen ten diénfte van de Polders j het Oudland, Nieuwland, Veegtas en Schuddebos , alle gcleegen onder de Jurisdictie van de laage Zwaluwe. Hebbe ik dat in zo verren geëffectueerd, dat die Molen reeds in het laatft van 1793 is befteed, en aangenomen, op Conditiën * dat de Molen moeit afgemaakt zyn November 1794. De Aanneemers van dit voorfz Werk, oftchoon vry aélief in hun werk geweeft zynde, zyn echter door de troebelen van Oorlog (waar door zy herhaalde reizen verpligt zyn geworden hun werk te moeten verlaaten) verhinderd geworden, om hun aangenome werk op zyn tyd af te maaken. Waar door nu geëffectueerd is, dat de Polders geen nut daar van kunnen hebben> waar van zy anders nu reeds zoude hebben gejounTeerd. Waarom noodzaaklyk is, dat dit werk fpoedig word voortgezet, en is des te belangryker voor hét Domein zelve, om reden, dat de Huurders aan de direétie hebben geaccordeert, zo ras de Molen in gereedheid is en werkt, zy jaarlyks per morgen meerder huur zullen betaalen, het geen duiten jaar zoude kunnen verfchülen, De Ondergetcekende zoude niet geman keert hebben*  ben, om alreeds de Aanneemers öp nieuws tö hunne pligt te hebben aangefpoord (om hen aange iyome werk af te maaken) was het niet dat dc Rentmeefter van voorfz Domeinen abfent en buiten directie is, en die Goederen zelfs door de Reprccfentanten van Holland zyn in befJag genomen, oordeelende dus zich onbevoegd , om uit zig zelve eenige verdere directie over het voorfz Werk te voeren. Nu in volkome onzekerheid zynde, wend hy Ondergeteekende zig tot U, de Reprafentanten Van Holland, om van deeze toeftand van zaaken kennis te geeven, en.te gelyk op het ferieufte te verzoeken, dat Ulieden daar in de nodige voorziening gelieven te beraamen, dat de Mole worde afgemaakt, met het aanhoorige werk , het zy door hem Ondergeteekende te ordonneeren tot het contimmeren in zyn poft als Fabricq over dit Werk* of wel zodanig\ als Vlieden beft zullen oordeelen te behooren. De Ondergetekende zig verders in Ulieder gunftige attentie aanbeveelende, blyve, na toewenfehing <. van Dordrecht Heil en Broederfchap, den 4 Maart 1795- Was geteekend, Het eerfte jaar der Bataaf- iV. Piekee Pz. fcheV ryheid. Is goedgevonden en verftaah om dit ampel rapport, als diverfe pointen continueerende, deffelfs Bylaagen te ftellen in handen van het Committé van algemeen Welzyn* en zyn de Burgers Roos en Zwart verzocht te Ipreeken met den FranfchenReprsefentant Alquir. 0"ier op zyn ter Vergadering geintroduceert de Burgers Mi*•* chiel Plemp en Willem Pott, gedeputeerdens wegens de Stad Rotterdam, welke in handen van den Prtefident den gewonen eed voor de nieuwe Comparanten ter dezer Vergadering, gearrefteert, afgelegd hebbende, feffie namen. TS geleezen de Requefte van Alida Houtman, Weduwen Cor* nelis van Bergen, in leeven Kamerbewaarder van de Generaliteits Rekenkamer verzoekende om geallieerde redenen dat aan haar het Amptgeld van haren Man ter fomma van ƒ1200- o- o mag worden terug gegeeven, en dat de betaling van de ico en 200 penning over het Jaar 1794 a ƒ 170- o- 0 haar worde geremiteert, welk Requeft hier na breeder volgt. Aan de Reprafentanten van het Folk van Holland' Zweeft te kennen Alida Houtman, Weduwe van Corrie^ lis van Bergen , in leeven Kamerbewaarder van de Generaliteits Reekenkamer. N Dat Nieuwe Leiden weegens de Stad Rot' terdam, Requcjle 'an ji. HouU man , over het dmpt'geld van 'mar Man.  Miffive der Wethouderen en Raade der Stad Rotterdam, weegem het verbod van den uitvoer der Muntfpecien. C 50 ) Dat haar gemelde Man in zyne voornoemde Bediening is gefteld in het laaft van het jaar 1792 en den 3 deezer mrand Maart 1795 is oveiiecden. Dat hy mitsdien maar twee jaaren als zodanig in functie is geweeft, en wel op een Tractement van 700 guldens 's jaars alzoo ieder jaar 150 guldens aan de Weduwe van zyn predecelfeur moeft worden uitgekeen. Dat by by de aanvaarding van zyn voornoemde Bediening heeft betaald een Amptgeld van 1200 guldens en boven dien den tweemaal 50 penning, waar door zelfs meer dan zyn geheel inkoomen is weggenoomen geworden en hy tot zyne fchaade die poft bezee'en heeft. Dat zy door het overlyden van die haaren Man, in een tyd dat zy eerft de vrugten van zyn gegeeve geld en arbeid zoude hebben konnen genieten en daar door afdoen het geene zy geduurende dien tyd hebben moeten intecren, door liet onderhoud van zeeven Kinderen haarer Zufter waaren bezwaart, en dat ecrlyk voorneemen geheel word terug gezet en met fchulden bezet blyft. Dat zy booven dien verpligt zoude weezen dra tans wederom* 17c gulden te betaalen voor de 100 en 200 penning van 't voornoemde Ampt en genoodzaakt is zo we! haar ouden Vader, als eene door lamheid'bezogte Zuster haarer overlceden Man te moeten onderhouden. Zoo. dat aan haar geen middel tot redding pverblyft dan j haar toevlugt te neemen tot dit Committé met verzoek, daar zy zoo ongelukkig is, dat het voornoemde Amptgeld van haar Man aan haar geheel of gedeeltelyk mag worden terug gegeeven, en de te betaalen 100 en 200 penning over 't jaar 1794 als 170 gulden aan haar gcremitteert, en zy dus eenigermaate in haare fituatie te gemoet gekomen, zig ten volle op de billykheid en het meedelyvan dat Committé vcrlaatende. COnder ftond) T welk doende &c. (Getekent) A. Houtman. Weduwe van C. van Bergen. Welk Requeft na deliberatie gefteld is in handen van het Corrf* mitté van Finantien, met verzoek om een fpoedig advis uyt tê brengen. Daar na is geleezen eene Miffive van Wethouders en Raaden te Rotterdam, vragende voorziening omtrent de Publicatie van den 2 February 1795 op het verbod van uytvoer binten dezen Landen van eenige muntfpecien enz. Waar op gedelibereert zynde, is goedgevonden en verfraai!» het eerfte point te ftellen in handen van her Committé van Fi* nantie om daar op morgen te berichte, om afgedaan te worden. En het tweede poihet in handen van het Committé van Cu"1' mercie en Navigatie om advis. .  IS geïeezen een.Miflive met Bylaagen van Schout en Gerechte van Werkendam, verzoekende om reedenen daarby genoteert te mogen ontfangen de gelden door hun betaald voor diverfe Üytgaven zederc de aan komft der Franfche Troejpes. Welke Miflive met de Bylaagen in originali na deliberatie gefield is in handen van bet Committé van Algemeen Welzyn en Finantie om na examinatie en goedbevinding de betaling daarvan te doen. Daar na is gcleezen de Requefte van Clement Snyders, oüd omtrent 40 jaaren, verzoekende in gemelde dienft tot zyn avanccment gecontinueerd of op nieuws geëmploijeerd te worden. 1'ryhe'uU ■ 'Gèlykjkeid 9 Broederfchap. Aan de provifioneele Repr&ferv tanten van het Volk van Holland. Zweeft op eene gepafte wyze te kennen Clement Snyders, oud omtrend 40 jaaren. Dat hy Suppliant in dienft van deezen Staat, eerft twee jaaren als Soldaat, vervolgens twaalf jaaren als Corporaal en nü rcets elf jaaren als Sergeant heeft gefungeert, en geduurende twintig jaaren van zynen gemelde dienft is belaft geweeft, met het Éxerceeren van Recruuten. Dat hy teegenwoordig als oudfte Sergeant zich bevind by het eerfte Regiment van dee Erfprins, onder de Compagnie van den Major Henck, en zich durft öatteèren dat van zyn goed gedrag en Vaderlandslievende fentimenten, by alle zyne bekenden, waar van verfcheiden binnen de Stad Delft woonachtig zyn, favorabele getuigennTe zoude kunnen worden gegeeven. Dat voorts hy Supplianten dan ook vermeenden allefints bevoegd te zyn, omrae de verandering van zaaken hier te landen, ook voor zich in het byzonder als zeer gunftig te mogen befchouwen, en tot verbetering der omftandig heeden van zyn huisgezin, zich by deeze aan U Lieden te mogen addrefTeeren. Mits dien den Suppliant zich keerd tot U Lieden, verzoekende denzeive in voorfchreevc dienft tot zyn avancement gecontinueerd, of op nieuws geëmployeerd te mogen worden. (Onder ftond) Aétum Heil en Broederfchap \ Delft (Lager ftond) den 13 Maart 'T welk doende, 1795. (Getekent) Het eerfte Clemens Schneider. Jaar der BtitaaffcheVryheid.. En is dit Requeft na deliberatie gefteld in handen van het Committé tot de algemeene zaken van het Bondgenootfchap. N 2 Hief Miffive en By lagen van IVerkenam om betaling wegens verfchóte gelden. Requeft va n Clement Snyders, omavancement én em* ploy.  Miffive van Gecommitteerde uit het Geregt van Rhoon ever Inquartiring. ' C 52 ) Tlier op is der Vergadering voorgeleezen eene Miffieve van dé AJ- de Gecommitteerdens Uyt het gerechte van Rhoon, inhoudende klachten over te verwachten vermeerdering van inquartiering, hier na breeder geinfereerd. Vryheid, Gelykheid, Broederfchap. Aan deReprafentanten van hel Volk van Holland. BURGERS REPRESENTANTEN! r~>e ondergeteekende Gecommitteerdens uyt den Geregten uytmaekende de Municipaliteit van Rhoon, vinden zig in naam en uyt laft van de geheele Burgery derzelven Heerlykheid, ten dien einde plechtig ongeroepen verpligt, door deeze hun aan Uw Ed. te adrefiècren, en te kennen te geeven, dat deeze Heerlykheid ( zo als wy zeide in eene voorige ter geleegendheid van het doen der gcnera'ale revue) reeds zecdert meer dan zeeven Weeken, met een talryk Guarniföen beflaande in de tweede diviiie Scherpfchutters van het Corps van den Collonel deLega, zyn belaft, en geinquartiert geweeft, zonder dat onze na* buuren onder her resfort van Schiedam geleegcn, tot op heeden eenige inquartiering hebben gehad. Dat deeze Burgery dien laft zoo ter zaake van b£t goedii gedrag der Soldaten in het generaal, als van der zei ver Officieren en Onder-Officieren, in het houde van een zeer ftrikte krygsmgt, met gedult hebben gedraagen; en voor zoo verre de inquartiering ten platten Landen zal plaats hebben, hoe drukkende dit ook zy, zig gaarne willen getrooften die te blyven draagen. Dan dat het Committé van Inquartiering der Franfche Troupes , binnen Schiedam, ons heeft opgeroepen , en naar veele weederzydfehe debatten heeft bepaalt, dat deeze Heerlykheid, met hondert Man Franfche Troupes zoude moeten geinquartiert werden ( of wel anders dat wy in plaatfe van dien IVeekelyks aan de Stad Schiedam in afkoop dier inquartiering zouden moeten betaalen de Somma van yierhondert Guldens, in te gaan van den dag af, dat de gemelde Hollandfehe Troupes, zullen werden verlegt, waar toe zy by Uw Ed. terftond de noodige verzoeken zoude doen. — Een laft Burger Repraefentanten , die voor deeze Ingezeetenen, wanneer zulks moet gefchieden, geheel ruineus en onoverkomelyk is, ja zelfs nimmer kan werden voldaan, geconfidereert dat deeze Heerlykheid beftaad uyt hondert veertig huysgezinnen , daar onder ruym 50 die van de Arme Calfa werden gefoutineert en 60 huysgezinnen die geen ƒ200 guldens 's Jaars inkoomen hebben, dus die gelden door maar 30 huysgezinnen voort meefte gedeelte zoude moeten werden betaalt, waar door dan de meefte van dien, ook in weinig weeken geheel uitgeput en buyten ftaat om de verdere gemeene lands laden te betaalen zullen geraaken. — Waar omme wy in naam van de Rhoonfe Burgery voornoemd  C 55 ) noemd ons door deeze aan Uw Ed. adrefleeren, met verzoek , dat hét uw behaage moge, omme de hier in guarnifoen leggende Troupes niet te doen uyttrekken ter verruiling met zulke koftbaare Troupes, of ter betaling van gelde voor dezelve aan de Stad Schiedam. — Maar in tegendeel in conlideratie te neemen, dat wy reeds zoo veele weeken binten onze nabuuren zyn bezwaart geweeft, en dat dus by aldien dit Guarnifoen moet uyttrekken , deeze Heerlykheid uyt kragte van Gelykheid en Broederfchap, (na zeeyen volgende weeken dat onze nabuuren met Franfche Troupes zullen werden bezwaart) aan geene inquartiering of betaaling aan dezelve, zullen behooren onderheevig zyn. En eindelyk te confidereeren, dat in allen gevallen, zodanig een inquartiering wanneer die onvermydelyk in Rhoon zoude moeten gefehieden , immers ten hoogften niet meer dan op 50 man gefteld werden: tot welken ontfangft van vyftig Man, de Burgery daar toe omgeroepen, zig bereid verklaard hebban. In hoope dat Uw Ed. alle het voorenftaande in conüderatie zullen gelieven te neemen, en voor al de bereidwilligheid onzer ingezeetenen, zoo in het provifioneel willen blyven draagen van den laft dier Hollandfche Troupenj of in het voorfz geval in het ontfange der bovengemelte Man. Verzoeken wy dat gy lieden het daar heerién dirigeert, dat het Committé der Inquartiering binnen de Stad Schiedam, overeenkomftig aan ons zowy vertrouwen bilyk verzoek, gelieve te handelen. Hier meede na Uw Lieden in de befcherming dés allerhoogften te hebben aanbevoolen,- blyven wy na toewenfing van, (Onder ftond) HEIL EN BROEDERSCHAP! Rhoon (Lager ftond) den 11 Maart Uw Ed. Meede Bur- 1795. ger£', Het eerfte' De Gecommitteerdens Jaar der Ba- voornoemt. taaffcheVry- (Getekent) heid Jacobus Tromer; Huybregt Koole. Hendrik Fonfert.. Waarop gedelibereert zynde, is goedgevonden om gemelde Miflive te zenden aan de Proviüoneele Regeering van Schiedam om daar op te berichten. T^"ervolgens is gecommuniceerd een Miflive van de Provifione* le Repraefentanten van het Volk van Zeeland van den 3 Maart 1795 houdende verzoek om mét gedeputeerdens van Zeeland by die Miflive genoemd in onderhandeling te treeden over differente poincten van effentie de gemeenfchappelyke belangens der beide Volken van Holland en Zeeland betreffende. O FRT- MiJJive van ■ Zeeland om met Gedeputeerde van Zé? land te hands* len over diferente pointe»  Aanjlelling van een Committé voor Nood lydende. Miffive van Woudrichem over onder/land in hunne deplorahle toeftand. C54) VRTHEID. GELTKHEID. BROEDERSCHAP. MEDE BURGERS! Alzoo wy hebben goedgevonden te deputeeren de Burgers Mr. Bonifacius Mathias Pous, Mr. Iman Cau, Mr. Leönard Conftantyn van Sonsbeek, Mr. Nicolaas Cornelis Lambrechtfen en Mr. Cornelis Gerrit Byleveld, om met U Lieden of die gy zult goedvinden daar toe te committeeren in onderhandeling te treden over differente pointen van efiéntie de gemeenfchappelyke belangens der •beide Volken, die wy, en U-Lieden de eer hebben te representeren betreffende, ten einde, daaromtrend zodanige onderlinge fchikkingen te beramen als tot het wezentlyk heil der zelve zullen kunnen worden daargefheld \ zo dient deze om U Lieden te verzoeken , voorfchreve Burgers als onze Gedeputeerden te willen erkennen, en aan dezelve zodanig volkomen geloof toe te ftaan als aan ons zelve. Heil en Broederfchap! In het Hof (Onder ftond) van Zeeland De Provifioneele Repri¬ te Middelburg fentanten van het Volk den 3 Maart van Zeeland, 1795. (Lager ftond) Het eerfte Ter Ordonnantie Jaar der Ba- van dezelve, taaffcheVry- (Getekent) heid. J. H. de Beveren. Op welke Miffive na deliberatie is goedgevonden om met gemelde Gedeputeerden ten fpoedigften te confereeren en zyn uit deeze Vergadering daartoe benoemd de Burgers Paulus , de Lange, Kempenaar Gevaards en Leftevenon, zullende hier van aan de voorfz Gedeputeerden van Zeeland als mede aan de benoemde Leden dezer Vergadering by extract. Refolutie kennis gegeeven worden. Op propofitie van den Praefident, zyn na deliberatie tot een Committé voor noodlydende benoemd de Burgers den Appel» Suurmond, Gendel en Spruyt. 1 TJehé Miflive van F. van Weelden en A. A. van Offenberg uyt Woudrichem, klagende over den deplqrabelen toefta^ van gemelde Stad door "opeenftapeling van fataliteiten veröörzaakt, verzoekende om eenigen onderflnnd in dien viyterfte" nood. Vryheid, Gelykheid, Broederfcïap. BURGER REPRESENTANTEN! r/o immer de nood Burgers dwong, om hunne .Verte- ^ genwoordigers, onderltand te vraagen. Dan is het de nood van het ongelukkig Volk van Woudrichom, —M*»r zo  C 55 3 zo ooit eene Plaats' billyke klaagftof had; dan is liét — het Stedeke, dat ons tot U Lieden gezonden heeft —- wy gevoelen al het onaangenaamen van onze Taak. -«* Repraefentanten die dagelyks bezig zyn, met middelen te beraam en, om 's Lands uitgeledigde Schatkift te heritellen om penningen te vraagen ■— het was ook zelden het werk van Woudrichem. —— Neen, fchoon het jaarlyks armer wierd, vroeg het flegts eenmaal, om met Heusden eri Geertruidenberg in het dragen der 's Lands Impofitie te worden gelyk gefteid — dan het kreeg in die daagen der willekeurige Regeering geen gehoor en bragt vervol* gens boven voornoemde Steede tot op heeden gewillig den vollen Impoft op. — Maar nu daar Stads Finantie wezen aller jammcrlykft en de Diacony Cas ledig zyn.—« Daar herhaalde innundatien en de ftrenge Winter, den Burger die of van de Bouwery of van de Viffery moet leeven zyn beft aan ontnamen, daar het fterke Guarnifoen den Ingezeten ve der heeft uitgeput, het getal der Armen Reeds aangroeit, en de enkele meer gegoede niet langer in ftaat is (zyne Bezittingen, zyn overüroomde Wei- en Akker Landen) dezen re onderlleuncn ■ ■ daar wy by de Inquartiring derFranfchen; die wy zo gaarn wel doen de buitenlieden onder de Jurisdictie der Stad behorende in den jongften waatersnood onze geringe hulp moeiten bieden. — daar een kleine fomme der Municipaliteit reets gelegentheid zoude geeven om hunne ellendige Gemeente eeniger maate te verkwikken — en eindelyk daar wy uyt de dagbladen aanvankelyk proeven hebben bemerkt van uwe weldadigheid — andere plaatfen bewezen. — zo vertrouwen wy, dat ons verzoek ook een gunftig andwoord bekomen. en het arm maar zo Algemeen weldenkend Woudrichem in uwe liefde deelen zal. — Wy willen de attentie van de Vergadering met zo veel gewigtige bezigheeden geoccupeerd niet langer bezig houden en verzoeken alleen nog uyt naam der Municipaliteit, dat ons tog zo fpoedig mogelyk de beloofde Recepiflen gezonden worden. (Getekent) T. K. van Weelde. A. A. van Osfenberch 2 IVTog eene Miflive van gemelde T. van Weelden en A. A. 1^ van Osfenberg uyt Woudrichem, fchetzendeden rampvollen toeftand der Ingezetenen van Altena door het ,doorbreeken der Dyken, Inundatien enz. veroorzaakt, hunnen ongelukkigen - Landftreek aan de liefdezorg dezer Vergadering ernftig aanbevelende , welke Miffive hier na breder volgt. IRTHE1D. GELTKHEID. BROEDERSCHAP. BURGER REPRESENTANTEN! Wy zyn van Woudrichem gezonden, om U Lieden te verzekeren, dat deflelfs voor het overmeerder tal O 2 wel- Miffive van Woudrichem over den rampvollen toeftand van de Ingezetenen van Altena , door het doorbreken der Dyk.  weldenkende Burgers beftendig gezind blyven om derranfëhen als hunne Broeders te behandelen, dan dat hunnen armoedig'eh toeftand hen buiten ftaat fielt, langer in dezen aan de item hunner harten te voldoen. — Burgers! reers in 1793 toen de Franfchen de eerfte maal, maar met ongunftig gevolg, onzen bodem betraden, wierden wy met zwaar Guarnifoen belaft Guarnifoen; dat op een ge¬ weldige wyze met de Burgers handelde en ondanks de reets geformeerde Innundatïe nuttelofe venvoeiiingen en verhakkingen aanrichte, het mag op hooge order gefchiet 2vn> _ de Burger zag zig evenwel van zyn eigendom berooft en de beloofde fchavergoeding bleef agter en nu van nieuws zyn wy circa veertien weeken met talryke Inquar- tiring bezwaard voor de komft van onze Franfcbe Vrienden moeften wy by den laft der Inquartiering de onderdrukking van den Soldaat dulden. — de Commandant dwong zelfs den zwakken tot het open hakken van het Ys, in die geweldige koude. — en de baldadige Loontrekker fpaarde de Heiningen en Schuttinge der Burgers niet maar nimmer zullen wy den 23 January vergee- ten. _ dag van de uyttrek van het Hollands en intrek van het Franfche Krygsvolk, toen wy in den vroegen morgen verfchrikt wierden door het geroep van brand Ta Burgers aan drie kante üneulde het Huys, waar in een aantal Switfers gelogeerd hadden, en dat naaft het Wagthuys gelegen is — wy hebben wel geene genoegfaamereeden om dien brand, die fpoedig ook door hulp der Edeldenkende Franlchen wiert gebluft aan moetwil toe te fchryven, dan het baarde egter ons groote bevreemding op zeer ongefchïkte Plaatfen zo veele Patroonen te vinden, en raden deswegens het ftrengfte onderzoek aan. — Van dien dag af hebben wy met de lieve Franfche Broederlyk verkeerd > vergaten vorigen druk en wilden hen zogaaren nog langer van alle hunne behoeften voorzien —— dan—1 Burgers! het Guarnifoen is te talryk het bedroeg by ons vertrek nog 276 Man, het getal der Huyzen die gebiellietteert kunnen worden is flegts tagtig en voegt hier nu nog by 25 Invaliedens en meer dan veertig voor de woede van het Waater gevlugte Lantlieden die berging en voetfel vereifchen en gy lieden zult vertrouwen wy meI ons in onzen nood deelen, en ons vermindering van Guf' iiifoen bezorgen —— wy kunnen U Lieden verzekeren dat 'er voor de ftooring der ruft in onze Plaats geen vrezen is — de meefte Burgers zyn echte Republikeinenel1 wapent hen. En gy kunt des aangaande geruft zyn.-^- Was de blinde Lantman zo verlicht als de Woudrichem* fche Burger 'er was geen beminlyker ftreek dan de onze, en waarom (mogen wy vraagen) deelt ook het volkryken meer gegoede Werkendam niet in de Inquartiering? nu Reprsefentsnten! wy twyffelen niet, of gy zult ons in ons billyk voorftel te wille zyn; terwyl wy laaftlyk nog onderzoeken of de Plaats van Gouverneur en Plaats Maj°r is  ... .(5?) in wezen blyven? zo ja of die Perfoonen niet in de Stad moeten woohen'? en U Lieden voorts toe wenfchen. Heil en BroederJ'chap. s ' ( Gétekent) ïï. IC van IVeelde. A. A. van Osjenberck 3 "jVTog eene Miflive van dezelve F. van Weelde en A. A. van ^ Üsfenberg, uyt Woudrichem, verzoekende vermindering van Guarnifoen, uithoofde van hunne beklagenswaardige toeftand, hier na bieder geinfereerd» Vry heid> Gelykheid^ Broederfchap'. BURGER REPRESENTANTEN! \¥7Y zyn van de Ingezeetenen van Altena wel niet ligéntlyk gelaft, om derzelver treurigen 'toeftand ter Tafel der Volksvertegenwoordigers te brengen maar evenwel dé betrekking, die Woudrichem op Altena heeft, deed de Municipaliteit befluyten haare gecommitteerden in mandatis te geven, om ook ('waare het mogelyk) iets goeds voor die ongelukJdgen te bewerken —- wy doen ons Verzoek daar boven met toeftemming. van den Dyk - Rechter van Helden onzen Maire , en al was het enkele menfchen* iicfde die ons bewoog zouden wy by ware Menfch eri Volksvrienden eert günftig Onthaal mogen verwachten; Burgers! wy zullen niet eens fpreekén van de eerfte Innundatie in 1793 wier beloofde fchavergoeding tot héden niet is voldaan , nog van de tweede Innundatie gefchied den 27 September 1794 en delfelfs Verwoeftende gevölgeri zo voor het Zomerbezaayden het Grasgewas en de Aartappelen , het welk alles Vernield wierd % als voor het ingezameld Graan en Hooy van den Landman, dat door de geweldige hoogte van . het Waater in zyne Schuimen be- dierff. , Neen konden wy U Lieden alleen maar de hart- breekende gefteldheid van den Dorpeling doen kennen, veroorzaakt door den doorbraak der half geftópte doorfneidingen, zo te Ryswyk als te Sleuwyk , terwyl het geinnuhdeerdë Land van Heusden door deffeifs hogere legging onze Landen Heets meer toevöer van waater bezorgde ,— konden wy U Lieden het gekerm doen hooren van den tot op het dak én in den boom gevlugten Lantbewooner; en het akelig geloey van het domme Vee* Waar vart een aantal in het waater reeds zyn graf vondt, konden wy U levendig genoeg Overbrengen de koude eri het gebrek in onze landftreek uytgeftaah, terwyl wy. onvermogend waren uyt hoofde van onze wéinige provifie, en befteridige inquartiering daar boven door het Ys nog gehinderd om die byna wanhoopende Mannen, verkleumde Vrouwen ; en fchremvende Kinderen.; die hulp, verkwikking en berging te bezorgen waar op zy anders billyke aanfpraak hadden, en die zy ook in den 'jaaren 1740, toen meri örts uyt de benede Steeden zo veel toevoer zond genoten hebben, cewis Rêpraïfentanten! gy' waart nauwelyks bekwaam uwe V fe*" Mijfve van IVoudrïchem om verini:idc' 'ring van Gudrnfóen.  n tsLüAJrRweft van , H. F. ten Hul//^r fth-er, Aarts' « / priester yan Holland, om geallegeerde reedenen vryheid verzoekende tot het verkiezen van een fiisfchopid • • , -, ' C 53 ) géwigtige bezigneedeh deze zitting voort te zetten, en het beweenen van die ongelukkige» zou de Orde van den dag zyn, het is zo de goede God gaf gunftig weder en een gelukkigen dooy, maar hoe treurig blyven onze VQoruytzigï ten! en hoe onhefftelbaar fchat zig de Aitenafche Lantman; die reets met opzigt tot de eerfte innundatie tevergeefs op beloofde fchavergoeding hoopte , middelerwyf met ons honderdfte "penningen op móeft brengen , zig op . nieuws beroofd ziet van zo veel verdronken Hooy en Koorn, van duyzendenvan bedorven zakken Aartappelen; al den winft van het Winterzaayfel milt; zyne vernielde Huyfen en Schuren betreurt, en daar boven in gegronde vreezen leeft, dat Veld en Akker dezen Somer wegens den defolaten, ftaat der Moolens tot onberekenbaars fchaderi niet zullen kunnen worden drooggemaakt, terwyl de Heusdenaar wegens zyne hogere legging zig op onze lageré Landen ontlaften kan. — Dan wy vreezen Volks vertegenwoordigers! U Lieden reeds te lang te hebben opgehouden en vergenoegen ons daar om, met cl e belangen van onze ongelukkige landftreek uwe Ueldezorg ernftig aantel bevoelen , op dat ook de contrarevolutionair gezinde Landman daar door overtuigd worde van het weldadige van het tegenwoordig beftuer? Alleen kunnen Wy 'er niet van tuffchén nog melding té maaken van de allergevaarlykfte gefteldheid van de Coupures by het vertrek' der Commiftie. Tot den 8 Maart Burgers! was 'er nog niets tot herftelling van den Dyk verricht en het draagt de verwondering der Municipaliteit ten hoogften weg! dat alle de Perfoonen van het oude bewind (.vooral met opzigt tot onzen kring) Perfoonen in wier arbeid men moeijelyk vertrouwen ftellen kan, nog aan de Dykwerken geemplojecrd worden. Wy recomanderen ook dit ftük eer overdenking en onderzoek der Volks Reproefentanten en noemen ons ook in naam onzer Committenten hunne Medeburgers. (Getekent) T. K van Weelde. & A. van Osfehberch. IS geleezen eert Requeft van H. T. ten Hulfchar Aartspriefttf van Holland mitsgaders alle de waereldfche Roomfeh Priesters zo irt de Steden als ten Platten Lande van Holland, verzoekende ömme geallegeerde reedenen de vryheid tot het verkiezen vart eenen Bifiehop, een geboren Hollander zynde, hierna breder geinfereerd. Aan de provifioneele Repns- fentahten van het Volk van Holland, /geeven te kennen Hermanus Franciscus ten Hulfcher ^ Aarts -Priefter van Holland, mitsgaders alle de Weereldfche Roomi'ch Priefters, zo in de Steden als ten platten Lande van Holland.Dat hoe zeer in de ader eerfte creetie van deeze Rept* 1blicq,  C 59 ) bncq, over nu ruftn twee eeuwen } by de toenniaaligsSouverain, begreepen is geworden, dat de Ingezetenen dé Roomfche Godsdrenit belydende , met eene onderfcheiding, boven alle andere geziqtheden, in hunne Kerkelyke Vryheeden moeiten belemmert worden, toen evenwel zyn toegelaaten Bisfchoppen onder de benaming van Vicarü Apoftoli'ci, die de vrye dispoiitie uitoeffende in het geeven der zendingen van de Roomfche Priefters in hunne diftri&en en alle verdere Bisfcboppelyke functien deden Dan dat by zekere Kerkgeichillen tufichen Roomfchen en Roomfchen over omtrent, nu een Eeuw geleden.* wel de Bislchoppelyke waardigheid by de zogenaamde Janzenitfche Kerk is gemaintineert, en nog tot heden, ook in Holland gecontinueert is; edoch by de Roomfche Kerk in dit Land buiten activiteit is geraakt, terwyl zedert dezelve gelehillen de Kerkelyke authoriteit is vervangen door Pausfelyke Nuntiusfen, die dan ook allerly Bislchoppelyke dispofitien hebben gehad. Dat het genoeg kennelyk is, hoe onvoeglyk het voor de Geeftelyke Perfoonen in de Hollandfche Mim'cgeplaatft ? is geweeft, örn hunne weyinge elders te verkrygen , en hoe dilïïeiel ja hoe onmogciyk het voor de meeite Leekert der Roomiche Kerk was, om een voornaam Sacrament van hunne Kerk te ontfangen, alzoo in al dien tyd niemand kon gevormt worden ten zy daartoe expres buiten 's Lands gaande. Dat het wel eene waarheid is dat in de jaare 1792 en 1794 d'oör eene toelaating, waar van tot dien tyd geen voorbeeld heeft geëxteert, hier te Lande zich opentlyk heeft opgehouden een zeer voornaam uitlandfch Geeftelyk Perfoon , die opentlyk het gemelde Sacrament aan duizenden heeft toegediend, maar dat het even zeer eene alom bekende waarheid is, welken invloed de zoo zeldzaame 1 aparrtie vari dusdanig Geeftel-yk Perfoon, byzonder in het laatftë jaar van 1794 gehad heeft en welke disorder het beeft veroorzaakt. Dat de Supplianten, die fteeds zo in hunne Leerredenen als byzondere vermaaningen de getrouwheid aan dit: Land aan hunne Gemeentens met het allergewenft fuCces' hebben aangeprezen, met waare vergenoeging uit het Decreet van deeze Vergadering van den 31 Jahuary 1795 hebben vernomen , dat de erkende Rechten van den Menfch medebrengen, dat een ieder volgens zyne begrippen God kan dienen zonder daar in op eenigerley wyzé gedwongen te konnen worden. Dat de Supplianten zig laaten voorftaan, dat daar uit onmiddelyk volgt, dat zylieden ook bevoegd en gereehtigt zyn, om zelfs een Bisfchop te verkiezen, zo echter dat dezelve verkiezing gefchieden moet uit de waereldlyke Geeftelykhêid en zich bèpaaïen tot een Perfoon hier te Land gebooren, ten einde onder hen, voor zoo ver het territoir van Holland zich uieftrekt zelfs het Kerkbeftuur te 0effenen.,en binnen hunne Kerken Bisfchöppelyke functien te bedienen eh waar te neemèri,' zonder aan' zodanig' P 2T Op-  Èenoëming tot Leeden van het Committé van Commercie en Navigatie. Claus doet Eed als Commisfaris hy de Pojleryen-. Commifjie tot de Zeedyken en bekendmaking hier van aan de DyksCollegienk Den P)Urgei Zacharias Eekhaal, aangefielü als Comtnijjaiis yan 's Lands Pojlery. Rapport van het Committé yaii Vires nopens de Graa- H€ti &èi (60) •Opperhoofd hunner Kerk nog direct: nog indirect eenig weereldlyk gezag te attribueeren. Dan dat de Supplianten tot het doen deezer verkiezing hebben gemeent niet te moeten overgaan voor en al eer dat dezelve daaromtrent de verklaarmg van deeze Vergadering hadden geimploreerr. Waar omme zoo kceren de Supplianten zich tot deeze Vergadering verzoekende dat dezelve gelieven te verklaarén", dat zoo veel het de Reprmiéncanten van het Volk van Holland aangaat, het aan de Supplianten vryftaat in voegen al§ hier boven is vermeld een Bisfchop te verkiezom (Onder ftond) 'T welk doende &c. ( Was getekent) II. van Sm, Hendrz. Waar op-na deliberatie is goedgevonden en verdaan, om de Supplianten te renvoijeren naar het Placaat van den 31 January En zyn tot Leeden van het Committé van Commercie ën Navigatie benoemd de Burgers A. P. van der Kun, C. Lans, C. J. Branger, en zyn verders de Leeden vai Commercieerende Steeden verzogt, om zo veel mogelyk zy, eenige Lieden uit die Steede naar deeze Vergadering te benoemen, om by voornoemde Committé geplaatft te werden. Door den Burger D. de Claus als nieuw aangefteide Gommis* faris van 's Lands Pofteryen , is de eed van zuivering en op het nakomen der inftruèYie volgens Refolutie van den 25 Mey 1752 als meede de nieuw gearrelteerde Eed voor de Amptenaar, afgelegd, Heeden de dag zynde, by vorige Vergadering bepaald, ter benoeming van een Committé tot fuperintendentie der Zeedyken en Zeeweringen deezer Provincie, zyn daar toe benoemd de Burgers Brunings, Heinfius, Monlieur, van Lienden* P. Blanke, G. C. van Vladeracken, Dirk Boon, Schuitemaaker, en J.'Nuhout van der Veen. En zal hier van kennis worden gegeven aan alle Dyks-Coltf gien dezer Prövintie, Infpeéleurs Geileraal over de Zeeweringe" en de Municipaliteiten van de Eilanden om te ftrekken .tot W narigt, en voor zo veel een ieder aangaat, zig daar na te gedragen. Verders is na ampele deliberatie benoemd, tot CommuTai'iover 's Lands Polteryen , in plaats van den Burger van Beern * die daar voor heeft bedankt, den Burger Zacharias EcK' hout, mits doende den Eed van zuivering en op zyn Iuftructie van 25 Mey 1752» Het Committé der Vivres doet rapport, nopens de cdnAimtie der Granen tot de Styfzelmakeryen, hier na breeder gein* fereeërd.  («O Fryheyd, Gelykkeid, Broederfthtfp. Aan de Provilloneele Reprjefen- tanten van het Volk van Holland. T-Jet Committé tot de Vivres en Noodwendigheede n door deeze Vergadering gelaft zynde , om ingevolge de Refolutie van dezelve, van de eigenaars van Styfelmakeryen in deeze Prövintie informatie in te winnen, weegen s de hier, ter Vergadering gedaane propofitie om de Styfzelmakeryen tot op de helft te verminderen, heeft de eer te raporteeren. Dat het Committé zich geaddrelfeerd hebbende aan de voornaamfté Styfzelmakers hier te Lande, van dezelve heeft bekoomen, eenige conlideratien, welken daar fcheenen heen te hellen, dat de waarde van die Graanen, welke tot de Styfzelmakeryen gebruikt worden van veel minder qualiteit zyn, dan die tot Brood gebruikt worden, en de tegenwoordige fchaarsheid meeft in de laatfte zoort geleegen is. — Dat voorts het gevoelen van die Fabriquers daar op neer koomt dat het object, van die Confideratie niet is, om zoodanige of andere bepalingen daar op te maken, fchoon de opgaven overeenkomen met de onze van 2000 Laft Tarw welke in een Jaar daar toe zouden worden gefleten; en dat 's Lands Cafla 'er nadeel door zoude lyden, alzoo elk Laft Tarw ƒ 14-0-0 het geen tot de Styfzelmakerye gebrukt word aan den Lande , volgens hunne gezegdens opbrengt. Dan na alle deze conlideratien overwogen te hebben, heeft het Committé tot dé Vi vrcs, (gemerkt de fchaarsheid welke in het land plaats heeft, en de bepaling uit het zelve grondbeginzel waar op de Koornebrandewynftokeryen gefteld zyn) geoordeeld te moeten blyven by hunne voorige gedachten, namentlyk dat eene bepaling voor de Styfzelmakeryen even biliyk is als voor de Koorn Brandewyn Stokeryen, en men wel in aanmerking behoorde te neemen, dat alhoewel de Tarwe die de Styfzelmakers gebruiken niet van die qualiteit is, als die waar van Brood gebakken word, men in tyden van fchaarfte alles behoorde in aanmerking te neemen , het geene eenige vervulling kan aanbrengen, en alzoo in dit geval het fpyzen van onze even menfch met Brood behoorde te prevaleeren tegen een aanwinft van eenige duizend guldens, in 's Lands Caffen, en men alzoo de Styffelmakeryen provifioneel en voor den tyd van drie maanden tot op de helft Q be,  (60 behoorde te verminderen, of op dien voet, zo als zulks by de Koorn Brandewyn ftokeryen bepaalt is. 'sHage, (Onder ftond) den 11 Maart 't Committé tot het aanfehaf !7p5. - fen der Vivres en andere Het eerfte noodwendigheeden. Jaar der Ba- (Getekent) taaffcheVry- 4. D. SchregarduS. heid. K B. Tip. Jdr. van der jagt. ■ ■- ■ Bajliaan Cool,jz. D. JVejlrtk. A. Tyler van Hall. Waar op gedelibereert zynde, is gedecreteert, om de confumtie der Granen tot de Styfzelmakeryen, te bepaalen op de helft van haare gewoone werking, en dat hier van by eene behoorlyke Publicatie zal kennis gegeeven werden. De Gecommitteerdens tot het onderzoek der Requeften van de Deputaten der Zuid en Noordhollandfche Sinoden, voor dit jaar verzogt te Leerdam en Haarlem te houden, hebben daar op voor hunne conüdctaücn en advis gedaan het volgende, rapport. Vryheid, Gelykheid, Broederfchap. MEDEBURGERS REPRESENTANTEN! De Ondergetekenden op den 6 dezer maand Maart door U Gecommitteerd, om deze Vergadering te dienen van confideratien en advys, op de Requeften van de Deputaten der Zuyd en Noordhollandfche Synoden, dien dag te dezer Vergadering ingeleverd : inhoudende een verzoek, om op den gewoonen tyd, de voornoemde Synodale Vergaderingen , te Leerdam, en Haarlem, te mogen houden ; welk verzoek, (om dit met een enkeld woord in het voor by gaan te zeggen), te gelyk involveert, dat die Synoden, onder de authoriteit van den Lande, en het opzigt van twee CommiffarilTen Politicq, als mede op 's Lands kofte zouden dienen gehouden te worden, hebben inconfideratie genomen. Aan den eenen kant de weinige nuttigheid, welke de Synoden aan den Lande van Holland aanbrengen, en de aanmerkelyke koften, die daar aan jaarlyks zyn geimpendeerd j geworden; waar omtrent uwe Gecommitteerde uit de finantie zyn geinformeerd, de vyf laafte jaaren door een geBagen zynde, dat jaarlyks hebben bedragen de fomma van ƒ ic.706- 14- o zonder nog daar onder te rekenen dc kosten van de Noordhollandfche Synode, zo dikwyls die, in het geen men eertyds Noordholland en Weftfriesland noemde, gehouden zyn; en zonder ook hier by te rekenen , de koften , welken de Steden, waar de Synode gehouden werd, genoodzaakt zyn geweeft, deswegen temaken; en die in de daad ook al vry aanmerkelyk waren. Aan Rapport [van Gecommitteerde wegens de zaaken van het Sinoden, en Refolutie op het zelve objecl, waar in .aan de Gereforde vryheid gelaaten word om ter zake van hun Kerkelyk .en Hushoudelyk heftier alle zodanige byeenkomflen te houden, ah zy, behoudens de rechten enplig* ten van den Menfch, zal behooren, met verdere verklaring dat gemelde Sinoden niet meer uit *s Lands KaJJe zal worden betaald.  (63) Aan den anderen kant hebben uwe Gecommitteerde gé* confidereerd; dat het Genootfchap der Gereformeerden zeer wel kan beftierd worden, zonder zodanige Synoden, onder de autoriteit, en ten kofte van den Lande te houden • blykens het voorbeeld van dat zelfde Genootfchap in d'e Prövintie van Zeeland, waar in het geheel geene Synoden zyn gehouden geworden, het welk ook door het voorbeeld van de andere Godsdienftige Genootfchappen, die zig in deze Prövintie bevinden beveiligd word. En eindelyk hebben uwe Gecommitteerde gemeend;, wel voornamelyk in confideratie te moeten nemen: Dat volgens de verklaarde regten van. den Menfch en van den Burger, alle Ingezetenen van deeze Prövintie, niet alleen gelyke Vryheid met betrekking tot den Godsdienft, maar ook gelyke regtert behooren te genieten : en gevolgelyk, dat deze Vergadering aan de eene God sdienltige gezindheid geene voorregten boven de anderen kan toeftaan; terwyl elke Godsdienftige gezindheid zigzelve, als zodanig, kan, mag, en dient te beftieren, zonder medewerking van de burgerlvke Maatfchappy. Op grond van alle welke confideratien uwe Gecommitteerde derhal ven, falvo meliori, van oordeel zouden wezen. , . . , Dat deze Vergadering voor appointement op de voorverhaalde Requeften, volgens de vafte en erkende beginfels van Vryheid, en Gelykheid, zoude kunnen doen ftellen, ofte wel zou kunnen decreteren. Dat de Provifionele Reprtefentanten van het Volk van Llolland, aan de Leden van het Gereformeerd Genootfchap vry en onverlet laten, om ter zake van hun Kerkelyk en huishoudelyk beftier, alle zoodanige byeenkomften te houden, als ze, behoudens de Regten en Pligten van den Menfch en van den Burger nodig zullen oordeelen. Dog voor zo verre by de gemelde Requeften mogt wezen onderfteld, dat de verzogte Kerkelyke, of hier genaamde Synodale Vergaderingen zouden worden gehouden, onder au&oriteit, en ten kofte van den Lande, zoo als van ouds gebruikelyk is geweeft; dat in zulk een onderfteld verzoek niet langer kan noch zal getreden worden. Als mede, dat het Volk van Holland, van nu voortaan, niet langer zal betalen, zoodanige gelden of koften, als voorheen aan de Deputaten der Zuid- en Noordhollandfche Svnoden , en aan de Correspondenten naar de Synodale Vergaderingen der andere Provintien plegen betaald, of eoedgedaan te worden. Medeburgers Representanten! Uwe Gecommitteerde tot deze zaak zouden hier kunnen eindigen, met den wenfeh van aan het oogmerk der Vergadering te hebben beantwoord. Dog zy agten het billyk, fchoon hier toe ongelaft, U alvorens nog eene zaak in confideratie te geven, om 'ten deezen eene volkomen afdoening te hebben, na- mCDat* de Deputaten van de Zuid en Noordhollandfche Synode, en mogelyk ook nog deze of gene Predikanten, Q 2 «ie  die naar de eene of andere Provintiale Synodus; als Correspondent, is gezonden geweeft, in deze werkzaamheden hebben geverfeerd, en miffchien ook eenige uitfchotten zullen hebben gedaan op den gewoonen voet, en alzoo in de nfèfï ongegronde verwagting, dat hun de belooning daar toe ftaande, en de uitfchotten daar toe behoorende, zouden worden betaald en goedgedaan, als van ouds. Waar om uwe Gecommitteerde de vryheid nemen, U in overweging te geven, of deze Vergadering, naar derzelver gewoone billykheid en edelmoedigheid , niet zou kunnen goedvinden te verklaren, of te decreteren. Dat het gene voornoemde Deputaten of Correspondenten, ter zaake voorfz nog zouden meencn, (nuar den ouden ftyl gerekend zynde) te goeds te hebben, aan hun, alleen nog voor deeze reize, en tot dato dezes, op eene behoorlvke Rekening , en volgende den ouden voet zal worden betaald. (Onder ftond) Dezen Heil en Broederfchap \ 10 Maart (Getekent) 1795. P. Bosveld.. Het eerfte P. A. van Kooten. Jaar der Ba- Ant. van Eyken. taaffcheVry- F. Kumfius. heid. Waar op, na dankzegging aan voorfz Gecommitteerdens voor hun Rapport, en in agting genomen zynde, aan den eenenkant de weinige nuttigheid welke de Synoden aan den Lande van Holland aanbrengen, en dc> aanmerkelyke koften, die daar aan jaarlyks zyn geimpendeerd geworden, welke de vyf laatfte jaaren door een geflagen, jaarlyks hebben bedragen ƒ10706-14- o; zonder nog dan onder te reekenen de koften van de Noordhollandfche Synode, zo dikwils die, in het geen men eertyds Noordholland en Weftvrieteland noemde, gehouden zyn; en zonder ook hier by te rekenen de koften, welke de Steden, waar de Synode gehouden werden, genoodzaakt zyn geweeft deswegens te maaken, en die in de daad ook ai vry en aanmerkelyk waren, en aan den anderen kant geconfidereerd; dat het Genootfchap der Gereformeerden zeer wel kan beftierd worden, zonder zonder zodanige Synoden, onder de auétoriteit, en ten kollen van den Lande te houden, biykcns het voorbeeld van dat zelve Genootfchap in de Provincie van Zeeland; waar in het geheel geene Synode zyn gehouden geworden , het welk ook door het voorbeeld van de andere Godsdienftige Genootlchappen, die zig in deeze Provincie bevinden, beveiligd word; en daar by nog voornamelyk in confideratie genomen, dat volgens de verklaarde Rechten van den Menfch en van den Burger, alle Ingezetenen van deeze Provincie niet alleen gelyke vryheid met betrekking tot den Godsdienft met ook gelyke regten, behoren te genieten; Is dienvolgende op de voorfz gronden, conform het advis van de Gemelde Gecommitteerden , by deeze gedecreteerd — dat de Provifioneele Repnrfentanten van het Volk van Holland aan de Leden van het Gereformeerd Genoonehnp vry en onverlet laaten,  ( 65 ) laaten, om ter zaake van hun Kerkelyk en Huishoudelyk beltier alle zodanige byeenkomften te houden 9 als zy behoudens de rechten en pligten van den Menfch en van den Burger, zo als die by onze Publicatie van den 31 January laatftleden zyn uitgedrukt, nodig zullen oordeelen; — dog voor zo Ver by de gemelde Requeften mogt wezen onderfteld, dat de verZogte Kerkelyke, of hier genoemde Synoclaale Vergadcringe zouden worden gehouden onder de byzondere anétoriteit, en ten kofte van den Lande, zo als van ouds gebruikelyk is geweeft; dat in zulk een onderfteld verzoek niet langer kon, noch zsfl getreden worden — als meede dat het Volk van Holland van nu voortaan, niet langer zal betaalen, zodanige gelden of koften, als voorheen aan.de Deputaten der Zuid en Noordhollandfche Sinoden, en aan de' Correspondenten naar de Synodaale Vergaderingen der andere Provinciën, plegen betaald of goedgedaan te worden. - En is nog, tot een volkomen afdoening ten dezen, uit aanmerking dat de Deputaten van de Zuid en Noordhollandfche Synode en mogelyk ook nog deeze of geene der Predikanten, die naar de eene of andere Provinciaale Synodus, als Correspondent is gezonden geweeft, daarin dadelyk zyn geoccupeerd geweeft, en misfebien ook eenige onkotlen zullen hebben gedaan, op de gewoone voet, en alzoo in de niet ongegronde verwagting, dat hun de betaalingen daar toe ftaande, en de uitfchotten daar toe behoorende zouden werden betaald en goedgedaan; als van ouds; is ten dien opzigte gedecreteerd, dat het geen voornoemde Deputaten of Correspondenten ter zaake voornoemd nog zoude meenen (naar den ouden ftyl gericht zynde) te goeds te hebben en aan hun, alleen nog voor deeze reize, en tot dato dezes, op eene behoorlyke rekening, en volgende den ouden voet zal worden betaald. En zal extract dezes gegeven worde aan de Claffis zo van Woerden als Haarlem tot informatie en narigt. XTog rapporteert het zelve Committé dat aan de Aanfchryving *^ van den Burger Dauvigny, Garde Magazyn des Subfiftances Militaires, gefchreven te Nymegen den 17 Ventofe (7 Maait; I795i is voldaan. VRTHEÏD, GELTKHEID, BROEDERSCHAP. Aan de provifioneele Repne- fentanten van het Volk van Holland. tTet Committé tot aanfehaffing der Vivres, heeft inge*■"■• volge Uw Decreet in dato 10 Maart 1795, ontfangen, eene Miffive van den Burger Dauvigny, _ Garde Magazin des Subfiftances Militaires, gefchreven in Nymegen den 17 Ventofe (j Maart) inhoudende verzoek, om ten fpoedigfte tien duizend quintalen Granen naar Nymegen te verzenden.. Het zelve Committé gepenetreert van de noodzakelykheid om alle diergejyke yerzoeken, ftrekkende in mindering van de requifitie -des Franfchen Volks, zoo fpoedig mogelyk tot ftand te brengen, heeft de eer R aan Rapport van het Committé der Vivres op de Requefte van den Bur* ger Dauvigny $ Garde Magazyn des Subfiftances Militaires, raakende het ver* zoek om tien duizend Quin» taaien Graanen naar Nymegen te mogen ver* zenden.  Rapport van het Committé der Vivres over een Billet 'of Order van den BranfchenCotnmandant over Overflacquée en Goerée, verbiedende het verkoopen en uitvoeren van Graanen aldaar. Requefte van C. de Man, ( 66 ) aan deze 'Vergadering deswegens te rapporteeren. Dat wy daar toe reeds ordre hadden gegeven den 26 February laatflleeden, en op gifteren die ordre met het meefte empreflement hebben vernieuwt, waar van door het zelve Committé aan gemelde Burger Dauvigny per Miiiive over Utrecht is bericht gegeven, en nog nader per ordinaire Poft van morgen zal gegeven worden. Hier mede meent het Committé aan Uw Decreet op eergifteren genomen voldaan te hebben, en heelt de eer zich te tekenen na toewenfehing van 'Heil en Broederfchap, Onder ftond, 'sHage Het Committé tot aanfehaf- den 12 Maart fïng der Vi vres en Nood- 1795. wendigheden. Het eerfte jaar Getekend, der Bataaf- Aan. vander 'Jagt, fcheVryheid. Bafïiaan Cool, jk,# W. B 'Pp, en Adn. Schregardus. Aangenomen voor Notificatie. Nog communiceert het voorfz Committé een Billet of Order waar by de France Commandant der Troupes te over Flacque en Goerée, verbied het verkopen of uitvoeren van Graanen aldaar. . vi&pï) nshs.fft obtios r-off bR^cl' Copie. r^e Gerechten van de Eilanden van over Flacque e/i Goerée, zullen afkondigen , dat geen Arbeider, Bouwman of eenig Bezitter van Landeryen, hun Koorn 5 Rogge of Haver zullen kunnen verkopen, of uit deze Eilanden voeren, tot nader order; dewyl de gemelde Graanen dienen moeten tot voedzel en beilaan der Troupen in -deze Eilanden gecantonneert. Insgelyks zullen bovengemelde Gerechten doen afkondigen, dat de Zeelieden, en alle andere die zich na Zee zullen willen begeven, zich zullen hebben te vervoegen by den Overfte der Brigade, Berneron, te MellevoetfluiS) die alleen zal hem Vrygeleide of Paspoorten geven kunnen. Onder ftond , I \ Den Commandant der Troupen der gemelde Eilanden. Getekeht. Mejlin. Aangenomen voor Notificatie en het Committé der Vivres verzogt daar op te informeeren, en bericht ontvangende, daar vf aan deze Vergadering kennis te geven. Verders is geleezen de Requefte van Cornelia de Man, We Waar op is gedecreteert, om, orivermindert de deiibemien over de Bierftekeryen, haar provifioneel verzoek te accordeeren. jfjog is gelezen de Requefte van Louis Eugine van Becclare* te. Yperen, verzoekende verklaaring omtrent het Decreet van den 2 February 1795, by deze Vergadering genomen, verbiedende den uitvoer van Muntfpecien enz. Is na deliberatie goedgevonden om dit Requeft te ftellen in handen van het Hof, om te dienen van eonfidèratien en bericht. Hier na is de Vergadering in grodt Committé geconverteert ende Secreteffe opgeheven. R « Het $ IFeduwe. Më I Maarten. Nyp■- M , h. Itèyett Bteffteeker ts' Stad aan het ft Haringvliet 9 - om, hangendè de delibcratien over haar Re* " tfuefte , haar Bierftekerye temogen blyven " continueeren* 1 1 t 1 1 Requefte van Lous Eugené van Becclare$ te Tperen, ver* zoekende- verklaaring van Decreet van £ February, over den uitvoer van MunféeëtèAi  Commhfie 'tot het werk der Financie. Adjourm* ment. (68) Het Committé der Finantie heeft nader voorgedragen een Teredreffeert Plan van belading, waar op de cönflderatien en reteftien van veele Leden gehoord zynde, is door de Verffaderine benoemd eene Committé van 6 Leden uit de Vergadering, en 3 Leden uit het Committé van Finantien, nament- lyk: Uit de Vergadering, Uit het Committé van Finantie. Tulling. TJ ei} Gevaerds, Woyw. Van Swinden, en Lans. Welke alle verzocht zyn, het Plan door het Committé van Finantie eeconcipieert, te revideeren , van een nieuw Plan van Sk^l^^^en ter dezer heden ag; diS^n «brengen, waar van aan dezelve Extrad dezes zal gegeven worden. En is de Vergadering om li uuren des nachts gefehieden, en door den Prefident geadjourneert tot morgen ochtend ten 10 uuren. Accordeert met voorfz Decreeten,