* j Aan de Edele Groot Mogen- de Heeren Staaten van Holland en VVesrvriesland. VJ ccicn zeereerbicdia]yktc kennen r> ., kende. Ki (Jndergerec. Dat de Onderget. met het allcrgrievend.r V-),,,,-, Cr. Mog. moeten openWen hm™ V . T' " V00r "WF.D. den ongelukkige» és3T»£S T bf°™^- weegen, -egende, Republie, in W J T T ^ door binnen^drehelrdeeS • 6 1^^'' m niet promptelyk werde voorin 1° , g ? dat' indlen daar «iccIhetonvermklelykd:e;:rr;vie^i:,onderëang ™ dcRe^- heuden en verpligt oordeel™ oL t n ' " ** Zy lieden ziS gevan mVED. & Mog.tnm*oe '^e * ZT** - °°« fpalt, toomeloozen dwatï» en ,, Y al den tWlst> twee- keermgen in de .^KSTÏ deTn % °m" ming der vrye dtVberatien in andere met d-T^', fyte,yke ftrem" Hoogheid van een gedeelte der e« 7 7"*** Vm Z** moeten toekennen aan den htó S fc£ïl"Sf'f^ . fp^ning fchynen gemaakt te hebben Lm °Tf* ^ ~ alles om te koeren, en de zoo s!i,Z r' T * WaPenen to de ha"d hhc, in V aigemee'n, ^Zet^T^l T * de Repu" voorfpoed, aanzien en verrrom, Z,'! 3 ' Z0° Zcer in h-e krag, en esfentie w^ftS^ é?™L * • of«= merken, onder den bedrilX V* bereikin» deezer «*• derland, van tyd tot tvd 2 ■ '™ Hefde « *W ™or »« Va- uomye van UWED Gr Mo7 hf " f™e'^°esd hebbende , de denheid niet a„een zig St^S * ^ tot bevoorregte onderdrukker, van hnnne S&£^^> ™ nen; maar welke zie eindelvk nofr r„, .• ï, ««woeourgers en Ingezeetelaten vervoeren, dtt Zzk^T^hT?**' la2tdunk»*eid hebben gens van de tem de., g heelen Vo ^ M ** UndS e° * uitl>™- halven devoorfz ^21 ' taat,M*'«ta« en bev^aJSr^S^t d-/?eeri„gen, en dc  < * ) Zig aan te gorden, om, met verbrecking der heiligfte Banden van de Unie, het .territoir van andere Provinciën, in meer dan cene geleegendheid, tefchenden, en dadelyk, met verbreeking der Unie, eene Burgerlyke Oorlog aan te vangen. Dat de Onderget. fehrikken om alle de treurige en akelige gevolgen ea rampen, hier tut reeds voortgevloeid en nog te verwagten , op te haaien i zy vertrouwen dat dezelve overvloedig genoeg aan U. W. Ed. Gr. Mog. zullen zyn bekend, en dat dezelven hun 'Wettigen, om eindelyk hunne klagten, bekommeringen en inftantïen in derzelver fchoot uit te Horten, en met alle nadruk aan U W. Ed- Gr. Mog. voor te dragen, dat nimmer of ooit de Voortellingen , Requesten, Declaratoiren, of wat het Verder zyn mogt, van de voorfz, door drifc vervoerde of misleide Meedeburgers en Ingezeetenen voor de ftemme des Volks kunnen of behooren gehouden te worden: dat een oneindig grooter getal van 's Lands Ingezeetenen , die hoofd voor hoofd 't zelve recht hebben als de gequalificeetdfte onder hun, den leevendigften afkeer gevoeld van alle de voorfz. onwettige en als verwoestende flappen, en volmaakt te vreeden is met de Contlitutie van Regeering zoo als die met het Erf*ftadhouderfcbapuit het Huis van Oranje vereenigt, en in 't byzonder in den Jaare 176Ó. Wettig, unaniem en plcgtig is vastgefteld en beéédigd; en die vervolgens, 't zy met eerbied gezegd, zonder de grootfte onregtvaardigbeid voor dat verdienflelyk Huis, en zonder 't aanmerkclykst nadeel voor de R.epublicq niet kan of mag veranderd worden. Dat de Onderget. vertrouwen dat geen eenig bedaard 9 verftandig en Vaderlandsch Ingezeeten daar aan twyffelen kan, of die Regeeringsvorm die verordeningen, die zamengeftelde of invidueele departementen, welke zoo wys en zoo gelukkig na den aart van dit Gemeenebest, ter regering van alle de deelen van de Wetgecvende en uitvoerende magt, zyn beraamd, en meteenen heiligen eed en plegtige fanftie eenparig vastgefteld, moeten door U W. Ed. Gr. Mog, die de wettige en (onder Rev.) aan die verordeningen door plegtigen eede verbondene Reprefentanten der Natie zyn, heilig worden bewaard en befchermd, ten dien effecle dat geene kleinere gecieeltens van 't Volk, hier en daar door valfche inductie opgeruid , en door weinige heerschzugtige lieden onder fteund en aangevoert, ja door eenen vreemden invloed maar al te jammerlyk misleid, daar teegens mogen gehoord worden, en dat naar dezelve Grondwetten van deezen Staat, in een tyd van Cabalc en Burgertwisten, naar der Onderget. eerbiedige gedagten, aan eene kleine temporede meerderheid van Hemmen te minder het vermogen behoord te worden toegekend, om die hoofd inriêtingen nn grondzuilen te veranderen, welke met unparige toeftem ming en op een algemeene inroep der geheelc Natie voor altoos zyn vaftgefteld en bezwooren, en waar by het geheele ligtiaam der sereprefenteer- de  C 3 ) :1e Natie, ioo Wel als den Heer Stadhouder mi tw eeti wetttg ErF-regt loor geene politicque Dispofitiën, naar die zelfde grondwetten, kan ontitomen worden, ten hooitl -ii zyn gemteresfeerd^ en dié in allen gevallen üaar over refpectivelyk /. > \ le moeten gehoord en geraadpleegd Worden. Dat de Onderget. alleen de vryheid neemen verder op te merken , dat, ingevalle door eèn prompte herftelling van Zyne Hoogheid in het Commando van. het Guarhizoèn vartden Hage, en opheffing van de (onder Rev.) zoo illegaal gedecernieerdé fulpenile van het Capitein - Generaalfchap vari Holland geene geleegendheid gegeeven worde, dat Hoogst - dezelve £ig ten fpoedigfte kan laaten vinden in deeÉe Provincie, om orJ êene Conftitutioneele wyze, gezamentlyk met U W. Ed. Gr. Mog. en verdere Lee-» den van Regeering, meede te werken aan de berftelling van de rust en 't vertrouwen, zoo tusfchen Regenten en Ingezeetenen, als tusfchen deeze laatfte onderling, ter verdere ftuiting van alle geweld en overheerfchingr ter reparatie van de fytelyke beroeringen j bedreigingen eri remotiën van Regeeringen; ter befchetming van de Privilegiën en Voorregten der Ingezeetenen > en voorKl van het Privilegie de non evocando', en eiridelyktot kragtige handhaving van de JufUtie; de Republiecq en deeze Provincie noodzakelyk moeten verloeren gaan, en een Toneel ftaat te worden van de ysfelykite aller Oorlogen en Verwoestingen, die der Burgeren namentlyk, en der Broederen onder eikanderen. Dat zy dus verwagten dat UWED. Gr. Mog. deeze eerbiedige en nadrukkelyke inftantien> door de nood des Vaderlands afgeperst, in ferieufe overweeging neemen zullen, zoo uit hoofde van de regtvaardige aanfpraak die Zyn Hoogheid, volgens een inconteftabel Erfregt op de dadelyke exercitie van de voorfz. Regten, aan zyne wettige Praeeminentiera verknogt, heeft, als uit kragt van den wensch en begeerte der geheele; Weldenkende Natie, die de herftelling van dit Erfregt, als de heiligde befcherming van 's volks ware Vryheid en Regten aanmerkt, en Reclameert; terwyl niet alleen geen ander middel, hoe genaamd, toereikend is, om op Conftitutioneele gronden de zoo nodige rust te herftellen; maar ook om dat de Ondergetekende vertrouwen, dat de zaaken tot die klaarheid, en dat uiterfte gekomen zyn, dat het niet meer twyffelagtig by UWED. Gr. Mog. zal kunnen weezen, dat alle de rampen, die ons drukken, eikanderen gevolgt zyn van 't oogenblik* dat de voorfz. onvoorbeeldige drift,tweefpalt, en dwang Zyne Hoogheid genoodzaakt hebben deeze Provincie voor een tyd te-verlaten; en dat, zonder zyne weederkomst en Weeder aanvaarding zyner voorfz. hooge funétien, de rust niet kan Worden herfteld, en de Republicq voor hare geheelen ondergang bewaart, gelyk alle deeze gewigtige objecten breeder en duidlyker in het opentlyk Declaratoir van Zyne Hoogheid van den 26 Mey laatstleden zyn voorgedragen.  ( 4 ) Weshalven de Ondergetekende eerbiedig verzoeken en infteeren dat UWED. Gr. Mog. eerst en vooral, en wel ten fpoedigfte tot de opheffing der voorfz. Refolutie , waar by het Commando over 't Guarnizoen van 's Hage aan Zyn Hoogheid is oncnoomen, en Hoogstdezelve in Zyne Qualiteit alsCapitein Generaal van deeze Provincie is geiufpendeert, sctve» te refolveeren. ' ë C7cn 't Welk doende, &c. C