505 B 12     VRYMOEDIGE BEDENKINGEN, over de Stoute, verregaande, Asfnrante en veel geruchtniaakende Memorie van den Wcl-Edelen geworden, en niet 'gehore* Heer, den Pleere J. van der HEY, Gelieime Raad van zyne Majesteit den Koning van Pruisfen; Wei-eer Admtmftrathtr en Secretaris der Gene- raak Nederlandfcbe Lyfrente Compègnk Sec. &c. " wel edele heeri Het rpreekwoord , 't welk zevr • ai= i fjynt zeer t0' ^ ^J^P^oZ te0tz iet' * het a!!em^ rergaarde AfJ > . nn„ , ucu lu™m\eren inhoud eener Mi*ïW« J fta-J 7al r}nr KiL^rt^ ^d- °PSedraaSeri » eeo bekent fïukie m-^r. ! ? ' dQor Sint blo.edft°nen van U Wel Ed. voorvaderen vnll f l te rier™n- chnkmg van , of uit de Tieranny der SpanjaardsTr de Vfyheid One Memorie zoo breed opfnydt) waarfchynlyk SOxh^f ^ êy in ü Wel Éd eenige weinige droppden uitmaken. ^ welk my voorkomt maar RodemontadeS te 7vn ,°C'h rZ°° K Wen? 't yermaarde 0(WJ ^ \£^^^^^r^ot U Wel-Ed. van den aan in Uwe Chimerique Harfeneri. graad kan verheffen, vL E^mkZif'^ *g« 2 ü Wef^ke'yk V°°r de Opgaave van' fes-  refpondenten te auétorireeren , om een Same A Cwpf voor ü van Haare Eüfjde Grootmoginden te verzoeken ; of dagt gy , cat met U zoo zou gehandelt worden als men zegt, dat in fommige Luiden van Europa plaats heeft; alwaar men eerst de Zee Roovers ophangt , eo clan haar Procas maakt. Die zoude wat fterk van U gepofeerd zvn, hoewel U Wel Ed. van de Tieranny, in Uw geval gepleegd, zeeker al vry wat breed opgeeft, en ik geloof, -dafU Wel-Edeiens Brein met in ftaat is, te toonen uit de Hiftorien van Ons Vaderland , dat ooit met eenen vreemdeling , laat ftaan mee eenen Inboorling, zoo gehandeld is. II. Ten Tweede, WvlEd Heer! is dé Handelwys, die gy in Uwe Gemelde Memorie houdf omtrent de Twee gecommitteerde Raadsheeren en den Braaven Heer Gecommitteerden Raad, den Wel Ed. Geftr: Heer P k r v e , die een fieraad van Nêerlands echte Christendom is , enorm ftout. Durft gy zulke waardige Heeren zoo onbefchaamd behandelen in Uwe asfbrante Memorie, wat zoudt gy dan aan eenen gemeenen Burger van Uwen vocrmaals geweezen rang niet durven doen? III Ten Derden , PVel Ed. Heer ƒ Indien Uwe Edelmoedigheid zoo groot was, als U Wel-Ed. zoo ruiterlyk in üwi Memorie gelieft op te geeven, waarom U dan met zonder Surété de Corps voor het aangezien te gefteldt van den gantfehen Hoogen Raadt? Ik denk niet dat U Wel-Ed. zoo ftout zal zyn van te denken, veel minder te ichryven, dat het in Nederland zoo ver gekoomen is, dat indien Uwe eerlykheid en olanke onfchnlt door U Zonneklaar geftaafd was, 'er in dat Gerichtshof niet het een ot ander Lid zoude eeweeft zyn, die voor U wel Ed. gekrenkte en befoetelde Onfchuld zoude gepleit, ten minften teegen die Tieranmque handehvyze omtrent U gehouden, voor het oog van de gantfche Waereld zoude geprotefteerd hebben; en ten ergften genoomen, dat die aanzienlyk Gerichtshof, zoo verbaflerd geweest was, dat geen één Lidt voor U Wel-Ed. in de brefïe gefprongen was, om Uwe verdrukte eer te redden: ia gefield zynde dac dat gantfche Corps het Tieranmecq geweld gebruikt hadt, van U zelfs in gevangenis te werpen, 't welk echter de ónreaelykfte onderftellineis , die ooit ia de breinkas van eenen Geheimen Raad kon plaats vinden , dan had U Wel Ed., door den eenen of anderen weg met een Ootmoedig R=queft zich maar te wenden gehad , tot Uwe genaadige Majefteit den Koning van Prutfcn en dien Edelmoedige* Vorft, die het heyl van zyne Onderdaanenzoo zeer ter harte neemt, te fmeeken, van U Wel Ed. opteedchen, van Haer Ed. Grootmogende» % de Staaten van Holland, en Reparatie te doen vraagen van zoo verregaanoe verurukte Eer O wie weet, Wel-Ed. Heer, met welk eenen Luifter uwe blanke Onfchult dan voor her oog van de gantfche Onpartyd.ge Waereld aan 't ligt zoude gefteld geworden zvn en of U We) Ed. in plaats van de honden en zes en dertig duizend Florvnen die U Wel Ed. te kort gekoomen zyt , volgens Uwe eigen belydenis , niet wel twee hondert twee en zeeventig duizend Fiorynen voor Uwe gefchonden Eer en enorme fchade, zoude ontfangen hebben, uit s'Land Kafle , welker fonds vry wat fecüürder is, dan Uwe prcebenie foctet eit geweeft is; dan hadt U Wel-Ed wel een Ko. ningte in Swinenmundes land,en Uwe Hoog Geboornens BaronnelTe tot Groot Vorstin kunnen worden; en welk een Eer voor ons Vaderlana zoude dat met geweest zyn, indien U Wel-Ed. overgroote Capaciteiten en Merken zoo zigtbaarlyk beloont waren geworden. IV Ten Vierden, Wel-Ed. Heer! komt het my Overbaldadig en AfTurant voor,me: zulk "eene Laagheid te durven fpreeken van Nêerlands Gerichtshoven , en inzonderheid van Hollandjchs Gerichtshof, of den Hoogen Raad, als 0f daarmede in anderen Landen den draak geftooken wierd, weesens haare onkunde en langdradigheid in haare ge. rktshandelingen. Het fchynt, Wd.Ed. Heer, dat de Paryfche Lucht U overgegeven ftout gemaakt heeft, om van een Hof, dat door Europa weegen» haare onparfydigheid vermaard is, zoo te durven fpreeken; of denkt gy dat Uw g^mr^dfchap U Wel-Ed. geheel zoude bevryden voor de gevoelige Straffen, van dit ATie-  C 3 ) zints Eerenswaardige Hof, waarin Luiden Refideeren, die met hunne Kundigheeden voor geene Leeden van een geregtshof van Europa behoeven te wyken, indien gy in deszelfs handen kwaamt. V. Ten Vyfden, Wel-Ed. Heer', komt het my zeer vermetel voor, uwe Aanmerking tusfchen de gerichtshandelingen hier re Lande, en de gerichtshandelingen van uwe genadige Majefteit, den Koniing wan Pruis/en, waarop Uwel-Ed. zoo trotfeert een Onderdaan van geworden te zyn. Ik kan niet begrypen hoe dat Uwel-Ed. zoo verdwaalt zyt, van die zoo Pararel over malkanderen te plaatzen, en moet u vraagen, of het in Uwe Majefteits Landen dan altoos zoo pluis toegegaan heeft? Zoo ja, hoe koomt dan het beruchte geval van den Molenaar het welk Uwel-Ed. zelfs avanceert in de Waereld ? ten anderen hoe koomt het dan dat nog dageiyks geheele Karavanen van veröngelykte Onderdaanen volgens de Nieuwstydingen) naar Uwe Majefteits genaadige Refidentie Stad op trekken ? om hunne grieven onder Uwe Majefteits genaadige Oogen te brengen? En was Uwel-Ed*. geval in Uwe genaadige Majefteits Landen gebeurt; wie weet of gy de Eer en genadige Teegenwoordigheid van die fchrandere en Eerlyke Raadsheeren op 'c Citadel van Spandou ook niet zoude genieten, die zoo onbaatzuchtig in 't bewuste geval van den Molenaar gehandelt hebben. VI. Ten Zesden, Wel-Ed. Heerl kan ik niet begrypen, daar gy belyd een Nederlander van geboorte te zyn, hoewel nu een Onderdaan van Uwen genadigen Heer, den Koning van Pruis/en, gy Uw Vaderland in een publiek gefchrift zoo vernedert, als of daar de vryh'eid welke Uwe voorvaderen zoo met goed en bloed hebben helpen rukken uit het Tiranniecq geweld der Spanjaarden , al haaft geheel te gronde gegaan was; ikwenfehen hoop, Wel Ed. Heer , dat gy in deezen een regte Leugen Profeet zult bevonden worden, en dat die zelfde God, die Uwel-Ed. durft aanroepen in Uwe meergemeld Memorie, en voor wien Gy Uwe partyen daagt, die goedertierene God van Nederland , die Uw, Nederlands B'astaart, roo lang in zyne Lankmoedigheid gedraagen heeft, ons daar voor behoeden en bewaren zal ; Hy alleen kan het doen; geen genaadige Majefteit, hoe groote wysheid hy ook bezitte, kan zulks uitwerken , dan alleen als eene tweede Oorzaak in Gods hand. Ten bejluit, moetik nog zeggen, Wel-Ed. Heerl zoo Uwel-Ed. een regt Nederlands hart in uwen Boezem had omgedraagen, en door de Paryfche lucht zoo niet Verpest waart geworden, Gy deezegrieven , al waren zy ook waarachtig, die gy Uw gewezen Vaderland en Vaderlanderen aanvryft, eer in Üwen Boezem eefmoert, als zoo uit getrompet zoudt hebben; want een regtgeaart Neederlander zal , al was hy tien Duizend mylen 'er van daan, eerder het verval van zvn Vaderland in 't heimei yk betreuren, dan die aan afgunstige Vreemdelingen van den welvaart van ons dierbaar Vaderland ten toon ftellen, en zal al zyn particulier vermogen aanwenden, om het uit het verval (is't hem doenelyk) onder affmeeking van Gods Zeegen te helpen en op te beuren, maar niet Weduwen en Weezen van het haare ie berooven. VALE.  Is ï 4 Stuivèrs te Bekomen. TeArrAeTdim byD. Schuurman, Demter, van TolK Houttuin, Bm en EU «; Dordrecht Bluffi & Zoon; Delfts, d. Smout £f de Groot; Haarlem?./?, van Deiden; s Hage van Drecht; Leyden F. <ƒ* Does; Rotterdam de Leeuw, D. Vis en Bothall; Schiedam Poolman; Utrecht H: van Emcnes en S.de Waal en verders alomme by de meefte Boekverkopers,