511 B 78     Het MANIFEST van Myn Heer; ik verftaame niet op Franfche Complimenten, maar ik ben bereid je van dienst te zyn als ik kan. Dumouriez. Neen, ik wil u van dienst zyn, myn waarde Vriend, u en uwe Landgenoten, Gy zyt Vrye Nederlanders, maar uw Stadhouder verdrukt tl, eil houd ü in llaverny. De Hollander, Zoo? Dumouriez, Gy kende volmaaktelyk uwe Regten, en in 1787 hebt gy getragt u die weer eigen te maaken; maar een hand vol Pruisfen, zoo dikwils ingeroepen tot hoon der Vaanen van uwe dappere Legerbenden, was genoeg om u weeder onder 't juk te brengen. De Hollander. Ik dagt, Myn Heer, sm nn^o gv^tG-p r^gt^n was een Staanouuer ce ueoDen, om ons tegen alle Ariftocratifche en Democratifche overheerfching te befchermen, maar ik kan abuis hebben Ondertusfchen is 't niet beleeft voor een Franschman van te zeggen , dat een hand vol Pruisfen onze dappere Leegerbenden te onder gcbragt hebben. De Pruisfen zyn ook, God dank, maar eens en niet dikwih in 't Land geweest; Dumouriez. Hoe het zy, toen hebt gy u niet vry kunnen maaken, öm dat wy Franfchen ook Slaaven waren. Maar daar wy zeedert eensklaps magtig, eedelmoedig en vry geworden zyn, en ook eensklaps eene teedere vriendfchap voor uw opgevat hebben, willen wy u vrymaaken, of met u fterveii. . Dê Hollander. Ik wil wel gelooveri, dat de Franfchen vtf zyn, om dat gy 't zegd. Wat ons betreft, als wy de naam van vrye Nederlanders verdiend nebben, moet het wel geweest zyn onder de Stadhouders, die wy geduurende 150 Jaareh gehad hebben. Misichien is het een vooroordeel; maar myn goede Heer Burger-Generaal, zou het niet beeter zyn, dat gy ons maar ftilletjes in dien ouden Hollandfche trant liet voortleeven, en ons ons geld in rust en vreede liet winnen en verteeren, dan dat gy ons de groote vriendfchap bewyst van ons te zeggen, dat wy flaaven zyn, en dat gy voorgenomen hebt,- dat wy zonder Overheeden moeten leeven , of dat wy met u moeten" nerven?  : " ■ : ' ' ( » ) • Dumouriez. • . Gy ziet immers, myn waarde Vriend, dat onze allerverbaazendfte hervorming m 't Regeerings - beftuur. door den allergelukkigften uitflag onderiteund is» De Hóllander. Hola! Generaal,, wagt eens een paar Jaar, en koomt dan eens weerom/ Intusfchen draagt uw Vryheidsboom magtig wrange vru°ten. - '• Dumouriez. Maar, myn waarde Nederlander, het is geenzints aan udatwy den Oorlog verklaaren, maar aan alle Geweldenaars. Hoe meenigvtildiger onze Vyanden worden, zoo veel te algemeener zullen ook onze grondbegmzelen worden voortgeplant. De Overreeding en de Overwinningen zullen't onvervreemdbaar regt van den Mensen ileeds Verdeedigen, De Hollander. Myn Heer, uwe intentie mag goed weezen, maar uw manier van redeneeren is die van Mahomet; of gelooven en Mahometaans worden, _ of fterven. Neen! wy treeden Holland in als Vrienden der Bataven, en Vyanden van Oranje. Gy met kiezen. '! • De Hollander. ,Maar als je wilt hebben dat wy vry zyn , waarom dwing je ons dan van onze Regeenngsform te fchikken na uw zin en niet na de onze? Waarom? .... Dat doet'er niet toe; maar wy doen den Oorlog aan den Stadhouder, aan alle die zyn party neemen, en dus ook aan de Republicq, maar niet aan de Natie. Dé Hollander. «Dat is, na myn oordeel, te zeggen, dat alle die uw Zouden willen helpen Verraaders zyn van hun Vaderland, want de Natie maakt immers de Republicq uit? Ik ben te eenvoudig om die Franfche fubtiliteiten te verftaan. Maar waarom begint gy dien Oorlog? Dumouriez, Om dat de Stadhouder een Dwingeland is, ■fis*. Om dat hy uw belang opoffert aan 't zyne, 30. Om dat hy Anno 1782 de Alliantie met ons verbrooken heeft, 4°. Om dat hy den Koophandel van Engeland ten kosten van de uwe begunstigd. S°. Om dat hy op dit ogenblik de Caap de Goede Hoop en Ceilon, en uwen geheelen Koophandel in de Indien aan de Engelfchen overleeverd. 6°. Om dat gy geene voornaame Zee-Mogendheid zyt. De Hollander. Zyn dat uw reedenen voor den Oorlog, Heer Generaal? Dumouriez, Ja zeeker. De Hollander. Wel dan zie ik Wel, dat je ons waarlyk den Oorlog uit Vriendfchap aandoet, zoo als je in 't begin zei. Want:  ( 3 ) i°. De Stadhouder kan my geen kwaad doen , en-ik geloof ook niet dat hy het zou willen doen > want ik heb altyd hoorert zeggen , dat hy een goedaardig Man is. 2°. Myn belang kan hy niet opofferen; daar zou ik oppasfen§ en dat van de Republicq is het zyne. t 3°. De Alliantie met Vrankryk was 'er niet in 1782; ze is geflooten in 1785; en dat was nog maar een Alliantie, volgens uw eige zeggen met een trouwloos Hof, en met veragtelyke intriguants. 40. Over den Koophandel heeft de Stadhouder niets te zeggen. 50. Er is geen een Engelsman op de Caap, of op Ceilon, en die gy daarom den hals zult breeken zal ongelakkig aan zyn einde koomen. ' 6°. Wat zoud gy zeggen, indien wy uw den Oorlog aangedaan hadden, om dat gy geene voornaame Zee-Mogendheid meer zyt? Waarlyk die reedenen zyn zoo fchraal, dat het uit eenvoudige Vriendfchap moet zyn dat gy ons aanvalt. Dumouriez. ïk hoop ook wel, dat uwe Soldaaten en Officieren als braave lui ioi ons zullen overloopen, en beloof hun dan ook goude bergen. De Hollander. Ha, ha, myn goeden Heer, omkoopen en tweedragt zaaijen! Ik zie wel gy hebt de inborst der Natie niet te gelyk met uwen Koning verlooren. Dumouriez-, iiv i».=>~.-7 4..-«n jiaeijuiucaigc Marceiaaicii vuxi de Om¬ wenteling van 1787; zy maaken een Committé uit, 't welk u in t begin zal regeeren: maar zy zullen in de onderfcheidene betrekkingen, die zy in de order der faamenleeving bekleeden, daadelyk weederkeeren, zoo dra uwe Nationale Conventie zal te zamen vergadert zyn. De Hollander. Ja? de onderfcheidene betrekkingen? Ik meende, Myn Heer^ dat gy egaliteit preekte. Of wil het zeggen, dat de boode weer boode; de fchoenlapper weêr fchoenlapper; en de kruyer weêr kruyer zal worden? Die goede lui zouden dan beeter gedaan hebben, als ze zig niet in 't geval gefteld hadden van uit hun Vaderland te moeten Vlugten, om 'er gewaapenderhand weêr in te komen Het was de moeite niet waard. Maar, Generaal $ dat woord van Nationale Conventie doet my beeven! ze is zoo onftuimig en wreed by u. Dumouriez, Behalven die Martelaafeil, koom ik tot u met 60,000 Man, en 60,000 anderen, die my nog bovendien kunnen volgen, verdeedigen de Belgen, die my hunne Verlosfer noemen. De Hollander-. Honderd en Twintig duizend! Ik wist niet, dat wy zoo veele goede Vrienden hadden. Maar Generaal, ik geloof dat gy u verreekend hebt, Üw Leegers moesten zyn van groote 500*000 Man' dog uw Ministers zeggen, dat 'er 300,000 Man aan manqueeren,'  ( 4 ) Gy hebt éeii Leeger teegen Spanjen, een in Savoyen , een by Geneve, een b.y Strasburg, een by Mentz, een by Trier. Gy moet de Maas verdeedigen teegen ten minsten 60,000 Vyanden, gy moet uwe Vrienden de Belgen, die zoo Ondankbaar zyn, dat ze u zouden doodllaan als ze konden, met geweld in toom houden; zoo dat ik, alben ik niet heel verftandig, wel kan nagaan, dat 'er een abuisje in uw reekening is. Dumouriez. Nu, zoo veel of weinig als wy dan komen, wy zullen uwe ryke Gewesten doortrekken als Vrienden en Broeders. De Hollander, Dat woordje Ryk, koomt 'er zoo wat gek in, Heer Generaal; en ik moet u waarfchouwen dat het by onze Hollanders uwe vriendfchap wat fuspeét zal maken, Maar waar gaat dat reisje zoo na toe? Dumouriez. Na den Haag* teegen den Stadhouder. De Hollander. Die Stadhouder is tog ook een Batavier, hy is ook een Burger, die aanbraak heeft op de befcherming van 't Land. Öp die manier zou je my ook met 60,000 Man uit myn huis moogen jaagen. Dumouriez, Ja maar hy is de aanvaller, en de bewerker van alle onze onheilen* De Hollander. Onheilen? welikdagt, dat je zoo gelukkig waert. Dat had je daar llclarrt-. Trrofg;p»pt-<=»i->- Von Ac* innv,nllA„ rwn «It-ri Ct-o/^Vmilrlf»** <^p u kan ik niet fpreeken, want daar heb ik nooit van gehoord. Dumouriez. Hy en de zyne hebben de ftoutheid van zig te verdeedigen; 't zyn Geweldenaars, die uwe Landen onder water zetten. jDe Hollander. Om je de waarheid te zeggen, Heer Generaal, ik zou ook liever myn Land voor een poos onder water zetten, 't geen ons tog wel eens meer gebeurd, dan 130,000 Vrienden zonder kousfen en, fchoenen in onze ryke Gewesten te ontfangen. Dumouriez. Maar wy zullen ons zeer wel gedraagen, en alles contant met Asfignaaten betaalen. De Hollander. Bewaar gy liever uwe Asfignaaten., Baasje, en laaten wy onze Guldens maar houden. Zyt gy maar vry, en laat ons maar flaven zyn, gelyk wy zeedert 200 jaaren geweest zyn. Gaat gy maar liefsteen andere kant uit. De Waereld is groot genoeg voor u en voor ons. Dumouriez, ïk zie wel, gy zyt ook een Dwingeland, en als ik koom, zult gy ook uw hoofd op 't blok leggen. De Hollander.. Wel dan is 't nog de pyne waard, dat wy 5er eens om vegten.