Byjvndcrc goede P'rïendeii. | THic is niet dan met her uiterile leedweefen , dat Wy \X Ons genoodfaakr vinden, ottl ter ketinüfe van Uwè Edele Gr. Mog. te brengen, hoe het aan Bür*ermeelteren en Vroedfchappen der Sfa'd* Alkmaar, immers aan eene leer groote meerderheid derlelven,' heeft kunnen behaagen, om eefft op den- iü February deeies ja ars f783, eenige Leden uit het midde van hun te commineeren, ter examen van eene in die Vergadering gedaane Propositie, om te onderfoeken het regt (foo als daar by word gefegtjaan de Stad omtrent de begeevinge der Ampten van Burgemeefleren , Scheepenen, Thelaurrërs en Vroedfchappen toekoomende; en om daar op te dienen van hunne confiderarien enadvis, als ook vervolgens reeds op den 24 derfelve maand February, en alfoo flegts fes daagen daar na, terwyl inmiddels de deliberatien der prseferite Leden over dat Sujet onder fpeciafe afvordennge van lecretetfe waren gehouden, en de abfente Leden tot defeive deliberatien niet waren hefchreeven, op het Rapport, door deCeiveGecommitteerden ter gemelde Vergadering gedaan, en het Advis door delelven ingebragr, by meerderheid van Stemmen, dien conform, goed te vihdeh en te verftaan: Dat voortaan niet meer eenige Nöminatièn tot de begeevlng van Ampten van Burgermeeiteren,Scheepenen, Thefauriers of Vroedschappen dier Stad (ouden worden gemaakt, om daar op de Eledie van Ons of van iemand anders te verwagren, maar dat de gemelde Ampten (foo als daar by word gefegt) overeen komüig de Handveüen, Privilegiën en Oclroyen van de voorfz Stad en derfelver Burgerye, doorgemelde Vergadering felve, als de eevengenoemdeBurgerye reprefenteerende, by direéte aanftelling fouden worden begeeven. Voorts dat aan Ons by Miffive, tot het overhandigen van welke alfoo Gecovnmittèerdens wierden benoemt, van dat gerefolveerde kennis foude worden gegeeven. En eindelyk, dat niet anders, dan, na voorgaande denunciatie van ten minften agt daagen, en met eenparige toeftemming van niet minder dan agtien Leden dier Vergadering, eenige vooritelling ofverfoek aan Uwe Edele Groot Mog. foude mogen worden gedaan, om alteratie of ampliatie in de Privilegiën of Oéboyen der gemelde Stad. En zulks alles, niet teegenftaande drre der gemelde prsfente Vroedfchappen al aanltonds hunne protellen teegens het neemen dier Refolutie hadden doen aanteekenen, waar by naderhand nog twee andere abfent gcweelt iynde Leden fig hebben gevoegd. Eene onderneeming van gemelde Burgemeefleren ér Vroedfchappen, immers van de meerderheidderfelven,waai A doöi Mifftve van fijne Hoogheid ra&kende een different met de Re^eerïng van Alkmaar 3 over de Magi* ftraats - Be ft elling ontftaan, en om firovt* Jioneele voorïïenin?, 28 November 1783.  (O door Wy vermeenen, dat niet alleen de hoogheid en geregtigheid van Uwe Edele Groot Mog. zelve, als de hooge Overigheid deefer Provintie, ten hoogden is geufurpeert, en daarop eene dadelyke indragt gemaakt, maar waar door ook teffens eene enorme laefie is toegebragt aan de Regten en praeëminentien, door hooglt defeive aan Ons,als Erfltadhouder, gedefereert: Daar het aan Uwe Edele Gr. Mog. ten vollen is bekent, dat, in gevolge de Privilegiën en Oclroyen, door den Souverain deefer Provintie aan de Stad Alkmaar verleend , en fpeciaal die van Keyfer Karei den V. in dato den 26 September 15-30, van Prins Willem den I. in Naam van Koning Philips den II. in dato den 15- Oktober iftff, van Uwe Edele Groot Mog. felven, in datis den 6 December 15-88 en den 12 December 1619 refpettive aan den Stadhouder deefer Provintie in der tyd, is opgedraagen het Recht en de Praeëminentie, om binnen de voorfz Stad Alkmaar de Vroedfchappen, by vacature, als mede Burgemeefleren, Scheepenen en Thefauriers by de jaarlykfche vernieuwingen van de Wet, of by tuffchen vallende Vacatures, te cligeeren uit de Nominatien, daar van door Vroedfchappen te formeeren, en aan Hem ter Eleftie te prefenteeren, mitsgaders om defeive alfo geëligeerden door den Schout aldaar ie doen beeedigen. En daar het verders aan Uwe Edele Gr. Mog. niet onbewuft zyn kan, dat het felve regt door de fucceffive Heren Stadhouderen bellendig is geoeffent; infonderheid mede door wylen Onfen Heere Vader, als meede, gedurende Onfe minderjaarigheid door wylen Onfe Vrouwe Moeder, in qualiteit als Gouvernante, en naderhand, na overlyden van defeive, door Uwe Ed. Gr. Mog. felven,als de Voogdy over Ons exerceerende; en dat ook het felve regt, leden Onfe meerderjaaiigheid tot hier toe, door Ons onge* Hoort is geëxerceert geworden. Waarom Wy dan ook, na leélure der Miffive, welke aan Ons, tot Notificatie van het voorfz gerefolveerde , door Burgermeelleren en Vroedfchappen der Stad Alkmaar was gefchreeven, en aan Ons door hunne Gecommitteerdens is overhandigt, ter dier geleegenheid aan defeive Gecommitteerdens inde ferieufte termen hebben gedeclareert, dat Wy in defeive Refolutie en de kennisgeeving daar van in geenen deele konden beruflen, maar dat in teegendeel Wy daar teegens ten flerkften protefteerden: met verder bygevoegd verfoek aan defeive Gecommitteerdens, om van dele Onfe meening aan hunlieder Committenten rapport te doen. Wy hadden dan ook billyk mogen verwagten,dat op het Rapport van defeive Onfe Protettatien, en byfonder ook, na dat vyf Leden der Vroedfchap van defeive Stad eene foiide nadere Aanteekening tegens de voorfz Refolutie van de meerderheid hadden uitgebragt, deefe faak door Burgermeelleren en Vroedfchappen der gemelde Stad foude zyn genomen in eene nadere en leer lerieufe deliberatie, en dat »lfoo welgemelde Burgermeefteren en Vroedfchappen flfou- den  (}) den hebben geheven te befluyten, om van dat gerefoiveer* de af te gaan; dog hebben Wy het genoegen niet mogen hebben, dat aan die Onfe verwagtinge tot hier toe is voldaan geworden. En vermits de tyd tot de gewoone verandering van de Regeering der gemelde Stad feer begon te naderen, en inmiddels de Heer Jacob van Foreelt, Raad inde Vröedfehap en Schout der voorfz Stad, was koomen te overlyden, en daar door alfoo een Vroedfchapsplaats binnen delelve Stad te vaceeren , hebben Wy Ous dus indispenfabel verpligt geoordeelt, uit hoofde van het gunt Wy aan den Lande , aan Ons felve, en aan Onfe Nakomelingen, zyn verfchuldigt, niet langer ftil te fitten, maar, met te kennen geeving van Onie billyke verwondering en bevreemding over de onbehoorlyke demarche der voorfz meerderheid van de Regeering der Stad Alkmaar voornoemd , defeive nadrukkelyk te exhorteeren, om als nog van hunne voorfz foo onwettige en informeel? Refolutie af te fien, en, by aldien defeive daar toe onverhooptelyk niet foude gelieven te verllaan, om alsdan door geenerley gebruikmaaking van defeive Refolutie, de laak verder te brengen buiten haar geheel, maar om te willen refpecteeren nier alleen Onfe relatien , maar byfonder ook de aanftaande deliberatien van Uwe Ed. Gr. Mog. felven, als in welkers boefem Wy haar Ed. hebben te kennen gegeeven deele faak met alle haare gevolgen te zullen brengen; met al fodanige verdere amfchryvingen vóornening, als Wy hebben gemeent, in aanmerking, dat door het fcheiden van Uwer Edeie Gr. Mog. Vergadering Ons geen middel overbleef, om door hoogft derfelverSouveraine tufYchen komtt, alle verdere faitelyke demarches eflhcacieufelyk te prsevenieeren , te moeten doen ën neemen: en waar van nader aan Uwe Edele Gr. Mog. fa/kunnen blyken uit de Copie dier Miffive, welke Wy de eere hebben hier neevens fub A. te voegen. Wy hebben dus wel verkooren en getragt, om, na eenen foo geruimen tyd vrugteloos te hebben gewagt op eene biilyke reparatie van de grieven, door de voorfchreeve meerderheid van de Regeering der Stad Alkmaar, foo aan Uw Ed Groot Mog felven, als de Hooge Overigheid deefer Provincie, aan welken het alleen toekomt verandering in de Oclroyen en Privilegiën Van de Steden en der felver obfervantie, re maaken, als aan Ons in Onfe digniteit als ErfÜadhouder, aangebragt, geene minnelyke en vriendelyke wegen onbeproeft te laaten, om defeive meerderheid alsnog van haare verkeerde en praecipitte demarche, door welke de gewoone Kegeeringsform van defeive Stad geheel en al is gerenverfeert, te doen te rug komen; Dan defeive meerderheid niet alleen by het voorfz gerefolveerde van den 24 February deefes jaars 1783 blvvende perfiÜeeren; maar félfs hebbende kunnen goedvinden fig dien aangaande by haare nadere Miffive van den 14 deefer maand November waar van Wy insgelyks geoordeeld hebben een Copie hier by te moeten voegen fub Litt. B., in de pofitiefÜe termen te expliceeren, en voorts, met deefi A x op*  (4) opmerkingswaardige woorden, hun voorlz befluit daar by voor te draagen, als iets, „ het welk geene andere beirck», king op deefe Provinciaale Regeeritigsform foude kunnen hebben, dan dat daar door de ConJlitutioneeLt onafhangehkt „ Volks-Regeering ten opjigte van ba ave Stad foude" wor„ den verfterkt:" Hebben Wy nier mogen nalaaten, Ons over eene faake van dat gewigt en veruit figr, aan Uw Ed. Qr Moo\ te addrelfeeren,ten einde Ons alfoo te qu\ten van den fpecialen laft, welke door hooglldefelven aan Ons b/het aanvaarden van Onfe waardigheid als Erflladhoyder deefer Provincie is gegeeven, om, namentlyk voor te liaan, te vorderen, en te bewaartn de Hoogheid, Geregtigbeid, Trïvilegten en Welvaren van den Lande, Leden, Heden en Ingezeetenat van dien, mitsgaders tot confervatie van Onfe, en Onfer Nakomelingen Regten en Praeëminentien als Erfftadhouder, tegens eene onderneeming, foo direét tegens dat alles inloopende; Terwyl Wy egter van het notoir onregt, hetwelk Onsdoor die Refolutie word aangedaan, en van de hooggaande aefie, welke door defeive aan Onfe gemelde digniteit werd toegebragt, foodanig zyn geconvinceert, dat, by aldien Uw Ed. Gr. Mog. dien aangaande eenigen den m.'nlten twyffel fouden mogen hebben, het geen wy nogtans niet kunnen veronderflellen, Wy, voor foo verre Ons betreft, gaarne fouden mogen fien en lydcn, dat de Cognitie daar over aan een der beide Hoven van Juftitie deefer Provincie wierde gerenvoyeert, en het felve point aldaar langs de ordinaire wegen van Juftitie onderiogt, hoe feer ook Wy hebben gedifficulteert ,den felven weg van Regten in te flaan, daar Wy hebben begreepen, dat deefe faak niet flegt', een objecl van Juftitie, maar ook wel voomamentlyk als eene materie van Politie behoord te worden geconfidereerr, en dat daar by eerft en primario de Regten en Hooghecdcn van Uw Ed. Gr. Mogende felven ten alleruiterften zyn geinteresfeert. En, ten einde Uw Ed. Gr. Mog. in ftaat te Hellen , om over de merites van deefe foo importante faak, met volkomen kennis van al wat daar toe behoord, te co^nosceeren, hebben Wy de eere hier by te voegen een gedrukt Exemplaar der voorfz Refolutien van de meerderheid der gemelde Regeering van Alkmaar, in datis 18 en z4 February laatftleeden, met alle de Stukken daar toe fpecteerende, beneevens een gelyk gedrukt Exemplaar van de nadere Aanreekening van de minderheid der gemelde Regeering daar tegens, en die Wy als een grondig betoog van de onbeltaanbaarheid en onwettigheid van de meergedngte Refolutie, en van de billykheid Onfer fulienue gaarne adopteeren: terwyl Wy niettemin hebben gcoordeelt, boven dien nog eene Memorie tot nadere juftificatie van defeive Onfe grieven tegens de gemelde Refolutie te moeten doen vervaardigen, welke Wy de eere hebben hier neevens te voegen, fub Litt. C, en waar door Wy vertrouwen, dat hooglldefelven ten vollen zullen worden geconvinceert van de onvermydelyke noodfaakejykheid van een prompt en volkomen redres, Het  Het is dan ook op alle deefe gronden, dat Wy Öns aa'ri Uw Edele Groot Mog. addrefieerende, inltantelyk verfoëken, - ■ r Dat hoogRdefelve (at maintieh van de Hoogheid en Gtregtigheid van Uw Edele Groot Mog. felven, als de Hooge Overigheid deefer Provincie, de voprfchreeve Refoluiie by de meerderheid van de Vroedfchap der Stad Alkmaar, op den 14 February 1783 genomen, gelieven te niet te doen, en te itellen buiten allen effect 5 en Ons refFens te maintineeren by het Regt, om de Eleftie van Burgemeefleren, Scheepenen en Thefauriers der Stad Alkmaar voornoemt, by jaarlykiche verandering der Regeering binnen defeive Stad , als meede vah de Vroedfchappen, by vacatuure van een of meer Vroedfchapsplaatfen aldaar, te doen uit Nominatien, daar toe by de Vroedfchap der lelve Stad geformeert, en aan Ons, als Erfftadhouder deefer Provincie, naar ouder gewoonte te prefenteeren. En dewyl het ioude kunnen gebeuren, dat alvoorenshier omtrent by Uv. e Ede'e Groot Mog.- finaal fal zyn gerefolveert, de vervulling der gemelde Vacante Vroedfchapspiaatfe foude behooren te gefchieden, en de tyd tot de vernieuwing van de Wet der Stad Alkmaar voornoemt binnen kort Haat in te vallen, kunnen Wy meede niet afzyn aan Uwe Ed. Gr. Mog. nog op het nadrukkelykfie voor teflellen de billykheid en noodfakelykheid eener prov'tfioneele voorfiening, welke Wy ook by deefe van Uwe Edele Gr. Mog. imploreeren, waar door ten minften werde geëffe6tueert,daf niet reeds, hangende Uwe Edele Gr. Mog deliberatien*de faak, door het dadelyk te werk leggen der gemelde Refolutie van de meerderheid van de Regeering van Alkmaar van dato 24 February deefes jaats, waar van Wy vertrouwen, de nulliteit en informaliteit, foo wel als de ongefundeertheid en ongerymtheid evident te zyn, buiten haar geheel gelteld, en door eene nieuwigheid teegens het aloude gebruik ftrydig, aan de hoogheid en geregtigbeid van Uwe Edele Gr. Mog., als meede aan de Regien, aan Ons als Erfftadhouder competeerende, en in welker ongeftoorde exerchie Wy tot hier t=e zyn gelaaten, atteinte foude worden to. gebragt; eene provihoru ele voorfiening, die door alle gronden van regt word gevordert, en in welke des te meer b li)kheid rendeert, door dien 'er geene nieuwe of pregnante reedenen kunnen gevonden worden, waarom de Magiitraa sbeltelüng binnen de Stad Alkmaar voornoemt niet verder, voor al niet by provifie en hangende defeive Uwer Edele Gr. Mog. delineratien, foude moeten worden gedaan op defeive wyfe, als nu meer dan feedert derde halve Eeuw in S-adhouderlyke tyden is gepracWeert: En waarom wy alfoo billyk vertrouwen, dat by Uwe Ed. Gr. Mog. niet fal worden gel acteert. Om by provdie burgermeefteren en Vroedfchappen der Stad Alkmaar voornoemt te gelalten en te beveelen, hangende Uwer Edele Gr. Mog. delibeA 3 ffr  lp) ratien over deefe faak, nietwes, uit kragte van derfeiver meergemelde Refolutie van den 14 February 1783 te onderneemen, ofte innoveeren, nemaar in teegendeel de Nominatien van de Vacant vallende Vroedfchapsplaatfen, als meede ter geleegenheid van de jaarlykfche verandering der Regeering van Burgemeefleren , Scheepenen en Thefauriers aldaar te formeeren, en defeive aan Ons ter Eleótie te prefenteeren, alles volgens de Coltumen, tot dato van te neemen dier Refolutie, gebruikelyk en geufiteert geweelt. Waar meede, £ dele Gr. Mogende Heer en, Byfondere Goede Vrienden , »Vy Uwe Edele Groot Mog. beveelen in Gods heilige protectie. Onder üond, Uwer Edele Gr. Mogende Dienftwillige Dienaar. Was geteekent, W. Pr. v. Orange. Laager üond, In'sGravenhage Ter Ordonnantie van den 16 Nov. Zyne Hoogheid. 1783. Gecontrafigneert, T. J. de Larrey.    t1> LftfcAe Èah Burgemeefleren ':ek Regeerders der Stad Al'kmadr. in'sGravenhage deti 7 November 1783. Erentfefte, Voordemge Dïscreeie, Onze Lieve By zondere. Wriet dan met de uitterfte verwondering 'en bei-^ vreemding hebben Wy uit de Miffive welke j Ü Ed. Ons op den 24 February deezes jaars hebben gefchreeven, en die door derzei ver Gedeputeerden vervolgens aan Ons is overhandigt, vernomen, Dat UE. (gelyk zig daar by gelieven uit té drukken) na rype deliberatie beflooten hebben, voortaan tot de begeeving der Ampten Van Burgemeefleren, Scheepenen, Thefaurier en Vroedfchappen dér Stad Alkmaar, geenè Nominatien ter ElecYie te formeerén, maar de voorfz Ampten, volgens de Handveüen eh andere Geregtigtheeden van die Stad by directe aanftellinge zelve te begeeveh. Deeze Onze verwondering en bevreemding is niet Weinig vermeerdert daar door, dat ter Onzer kennis gekomen is, niet alleen dat de Refolutie daar toe in UE. Vergadering 'op den voorfz 24 February genomen, alleen door dé meerderheid der prsefenté Leden by overftemmirig en tegens de proteltatie van 'eenige andere meede tegenswoordig zynde Leden, terwy} de Abfenten daar toe niet waren befchreeven , is gearrefteert, maar dar daar en boven by dezelfdè Refolutie, door de gemelde meerderheid beflooten is ;■' 1 , Dat niet anders dan met eenpaarige toé" ftemming van niet minder dan agtien Leden van UE. Vergadering, eenige voorüelling of verzoek aan haar Edele Gioot Mog. zoude mogen worden gedaan, om alteratie, of ampliatie in de Privilegiën of Odroyen dér Stad Alkmaar. Dan wy kunnen het gemelde befiüit der meerderheid van UE. geenzints conüdereefen ais eene wettige Refolutie van Burgemeefleren en Vroedfchappen der Stad Alkmaar, maar moeten hetzelvè in tegendeel befchouwen als eene alzins illegale, önbeItaanbaare ert wederregtelyke daad; waar door de. zelve meerderheid heeft getragt, om eigener autho riteit en via fafli de conllitutie der Regeerihg, ei dé tegenswoórdige Regeeringsform deezér Provin cie, conform dé Handveilen, Privilegiën èn oud gebruiken aldaar fteeds plaats gehad hebbende, t veranderen^ en daarenboven aan Ons, in Onze cjua liteit van Erfftadhouder te ontneemén de Electie de Burgemeeiteren, Scheepenen, Thefauriers eb Vrced A fchappe, Eylaagen 'bé~ torende tot de Miffive Van , fijne HooghéiH raakende een different met de Regeerihg van, Alkmaar s over de Afagi(iraats- BeHelling otitf/aan j, en om froviponeele voorfiening. 28 November r i  (O fchappen van UE. Stad, uit de Nominatie, daar toe volgens de evengemelde Handveiten, Privilegiën en oude gebruiken geformeert, waar roe Wy in Onze voorfz qualiteit een onwederfpreeklyk, aan Ons door den Souverain van den Lande gedefereert regt hebben, en het welk niet alleen by voorige Heeren Stadhouders is genooten, en door Ons en wylen Onzen Heer Vader, As meede door wylen hak re Koninglyke Hoogheid, Onze Vrouwe Moeder, in qualiteit als Gouvernante, altoos en zonder eenige de minfte tegenfpraak alzoo is geoeffènt, maar ook geduurende Onze minderjaarigheid na het overlyden van Hooggedagte Onze Vrouwe Moeder, door hun Ed. Groot Mog. als exerceerende de Voogdye over Ons met concurrentie zelve van UE. is te werk gelegt, terwyl dat regt daarenboven door UE. zelve , tot hier toe by alle geleegendheeden op 'de plegtigite vvyze is erkent en agtervolgt. En gelyk Wy dus in Onfe hoedanigheid als Erfftadhouder deezer Provincie eene diergelyke onderneeming nimmer kunnen goedkeuren, of in dezelve berullen, nog Ons in deezen mogen ontrekken aan de verpligtingen, welke deeze voorfz quaiiceir Ons oplegt, en aan het maintien der Regten aan Onsen Onfe Nakomelingen door de hooge Overigheid van den Lande opgedraagen, zoo hebben Wy al aanflonds by het ontvangen van UE. voorfz Mi (live aan derzelver Gedeputeerden mondeling op het plegtigit gedeclareert, dat Wy in de voorfz UE. aan Ons gedaane kennis geeving geenszins acquiesceerende, maar daar teegens op het lterkft waren protefteerende, waar v;>n Wy ook geenszins twyfièlen, dar dezelve Gedeputeerden aan UE. rapport zullen gedaan hebben. Wy hadden dan wel verwagt, dat UE. op het zelve Rapport van deeze Onfe proteflatic, en ook voor al, na dat UE. kennifle bekomen hadden, van de nadere Aanteekening van vyt Leden der Regeering van derzelver Stad teegens de voorfz zoogenaamde Refolutie der meerderheid, deeze zaak in nadere overweeging zouden hebben genomen, enby eene rypere deliberatie overtuygd zynde geworden van de onbeüaanbaarheid en wederregtelykheid eener diergelyke demarche, beflooten zouden hebben niets te doen, dat eenige atteinte loude kunnen toebrengen aan de conftitutie der Regeering der Stad Alkmaar conform de Privilegie van den Souverain en het gebruik by hoogtl denze'ven goedgekeurt en beveiligt, of aan de Regten en Praeeminentien Ons als Erfftadhouder deezer Provincie toekomende, maar in teegendeel de gemelde Conftitutie en voorfz Regten kragidadig en ongefchonden te ondci houden en agtervolgen. Dan zulks tot hier toe niet gefchied, en inmiddels  ( 3 ) de/s op heeden ter Onfer kennis gekomen zynde het overlyden van den Heer Jacob van Foreeit Hoofdofficier en Raad van UE, S[ad, waar door een Vroedfchapsplaats in dezelve is komen te vaceeren ; hersben Vv y niet kunnen afzyn, UE. dit alles nader onder het oog te brengen, en ten vriendelykfte en ernftigfte te exhorteeren, om als nog derzelver voorfz Refolutie van den 14 February laaiftleeden in te trekken, en van de daar by ondernoomen nieuwigheid en inbreuk op de vaftgeltelde Regeeringsform en op Onze Regten af te zien: en indien UE. onverhoopielyk en teegens alle verwagting daar toe niet zouden gelieven te refolveeren, is Ons ernfliglte verfoek en exhortatie, om zig in dien -gevalle niet te min te onthouden van by de teegenswocrdige Vacature eener Vroedfchapsplaatfe eenig gebruik te maken van de voorfchreeve Refolutie van den 14 February jongftleeden, of te procederen tot eenigerley aanltelling van een ander Vroedfchap, fonder eene voorafgaande behoorlyk aan Ons gepresenteerde Nominatie, en daar uit door Ons gedaane wettige Electie, op den tot hier toe gebruikelyken voet; maar om in het voorfz cas deeze zaak te laaten in haar geheel, tot dat Wy dezelve by de eerft aanüaande Vergadering van hunne Edele Gr, Mog. ter kenniife van de Heeren Staaten zullen hebben gebragt, en by hoogft dezelven daar op zal wezen gedelibereert en gerelolveerr. Wy vertrouwen, dat UE. geene bedenking zullen maken, om aan deeze Onze billyke en hoogft nodige aanmaaninge te defereeien, foo uit hoofde van Onze Relatie en belangen, als ten refpeétc van de aanüaande deliberatsen der Heeren Staaten deezer Provincie, waar aan wy vermeenen, dat door geene prsecipitante demarches eenigerley atteime behoord te worden toegebragt. Dog, in gevalle des niettegenftaande, en buiten alle verwagiing, by UE. mogte worden gedifriculteert, om ook aan dit Ons laadt verfoek en requifitie te voldoen, en UE. mogten goedvinden, om zonder Onze voorafgegaane Electie, uit eene behoorlyke aan Ons geprefenteerde Nominatie, tot de aanltelling van een nieuwen Vroedfchap dadelyk over te gaan; vinden Wy Ons genoodzaakt, in Onze qualiteit als Erfftadhouder deezer Provincie, en uit hoofde van Onzen pligt, om als zodanig voor te ftaan, te vorderen, en te bewaaren de Hoogheid, Geregtigheid, Privilegiën, en welvaaren van den Lande, Leden, Steden en ïngezeetenen van dien, (vermits het overlyden van den Hoofdofficier en Schout van UE.Stad) aan den eerften Burgemeefter, of oudfte Vroedfchap, ofte wie anders zoude mogen meenen daar toe bevoegd en geregtigt te weezen, aan te fchryven, gelyk Wy in dien gevalle den zel- A 2 ven  ( 4 ) \èn ferieufelyk aanfehrys'en by deeze, óm, óffchoofi hy ook daar toe mogte worden verzogt en geauthorifeert, zoodanig een tot Vroedfchap aangeüeld Perfoon niet te neemen in Eed, nog te Hellen in de poffeffie van eene Bedieninge, die Wy niet anders als geheel informeel en onwettig zouden kunnen en moeten aanmerken. Waar op Ons verlaatende, bevéelen Wy UE. hieï ïneede, Enntfejie, &c Litt. B.  O) Litt. B. i)oorhchtig ÊoQggebóoren Vorft 'en Heer \ TjYt Uwer Doèrlugtige Hoogheid»; Miffive van den ^ 7 deefer maand tot welker beantwoording defe ftrekt, zagen wy Uwer Hoogheids verwondering efi bevreemding over den inhoud onfer Miffive van den 24 February defes jaars, ten opü'gte van ons gerefolveerde om voortaan geene Nominatien ter electie van Burgemeeiteren , Scheepenen , Thefauriers en Vroedfchappen dezer Stad te formeeren ; maar om die Ampten, volgens de handvelten en andere geregtigheeden dezer Stad, by directe aanfteliingenfélve te begeeven. Dat dit ons befluit by Uwe Hoogheid in dcneerilen opflag en voor dat dezelve eenige ouvertures had van de gronden waar op het zélve ïteunde,verwondering, ja zelfs eene bevreemding veroorzaakte, kunnen wy, zeer wel befeffén, als wy ons vooritellen, dat de éleclien tot die Ampten door Uwe Hoogheid, van het begin der exercitie van Uwe Charges af, gedaan zyn: maar dat het Uwe Hoogheid heeft kunnen goeddunken dé wettigheid der forme, waar op onfe Refolutie van den gemelden 24 Fébruary dezes jaars genomen is, tegen te fpreeken, doet ons verhaalt Haan, en, ooi Uwe Hoogheid te desabufeeren, en van de volftrekte wettigheid dier Réfolntie te overtuigen, moeten wy dezelve informceren, dat de Convocatie der Leden van onfe Vergadering , volgens oud gebruik, daags re voren gefchïed by BiJJetten welke aan derfelver Huizen worden omgebragt, en dat dit ook zoo ten opzigte der gemelde Refolutie van den 24 February hééft plaats gehad: van de vier en twintig Ledén hu, uit welke onfe Vergadering beftaat zyn 'er op den evengemelden 24 February, twee en twintig prefent geweeft: moeiten nu de twee, welke abfent bleeven,zyn befchreeven geweeft; gelyk de inhoud van Uwer Hoogheids Miffive fchynt mede te brengen? Waar toe dog zoude deze buitengewoone handelwyze gedient hebben? een van de gemelde twéé abfente Leden welke den 18 dier maand in het commiiToriaal makeri van het onderzoek van het regt der Stad, omtrent de begeeving der gemelde Ampten had toégdtaan, was toen Ziek, en konde daarom niet kömèn; en het andere was vart het onderwerp der deliberatiengeinfórmeert en in de Stad: en wat de bverftemming betreft, ja dé gemelde Refolutie is by eene meerderheid van negentien tegen drie ( by welke laatlte zig de gemelde twee ablent gebleevene Leden ge» voegt hebben ) en dus in effede tegen vyf Stemmen* genomen: maar kan dit eenigzints aan de wettigheid dezer Refolutie te kort doen2 Was 'ev eenige Wet B vol-  ( 6 ) volgen? welke in dit geval eene groot ere eenftem-. migheid dan van negentien Leden vereifcht wierd? het tegendeel hier van kunnen wy uit onfe Registers aantoonen, Maar zal men ook Hellen, dat het Proteil van vyf tegen neegentien Leden iets tegen de wettigheid deezer Refolutie kan uitwerken? dit immers kan door Uwe Hoogheid niet worden toegeflemd, die buiten twyffel fig wel kan te binnen brengen, dat, ter Vergaderinge van hun Ed. Groot Mog., de Refolutie omtrent de behandeling van ge. borgen Goederen uit gezonken Schepen, van den 22 July 1772-1 n^ Ingenomen advis van Uwe Hoogheid, genomen is, tegen het Confent en de Contradictie van alle Steden van het Noor der Quartier, en wel na dat dezelve Steden van het Noorder Quartier op den 14 Mey bevorens, tegen het maaken van eene finaale afkomile dier zaake by meerderheid op de toen eerftkomende Vergadering op het iterkfte hadden geprotefleert; en dat ook die Refolutie vervolgens ten uitvoer gebr^gt is. Oordeel nu zelve Doorlugtige Vorfl! over de hardigheid der uitdrukkingen in°Uwe gemelde Müfive van den 7 deezer maand voorkomende, Dat, namelyk Uwe Hoogheid het gemelde befluit der meerderheid van Ons geenfints confidereert als een wettige Refolutie van Burgemeefleren en Vroedfchappen der Stad Alkmaar; maar het zelve in tegendeel moet befchouwen als eene alleszints illegaale onbeltaanbaare en wederregtelyke daad, waar door dezelve meerderheid heeft getragt om eigener auclorireit en via fa&i, de Conftitutie der Regeering en de tegenswoordige Regeeringsform deezer Provincie, conform de Handvesten, Privilegiën'en oude gebruiken , aldaar fteeds plaats gehad hebbende, te veranderen, en daarenboven aan Uwe Hoogheid in deszelfs qualiteit van Erfftadhouder te ontneemen de Electie van Burgemeeiteren, Schepenen, Thefauriers en Vroedfchappen Onzer Stad uit de Nominaiien, daar toe volgens de evengemelde Handveften, Privilegiën en oude gebruiken geformeerd, waar toe Uwe Hoogheid (zo als dezelve zig verders gelieft uit te drukken ) in Uwe voorfz qualiteit een onwederfpreeklyk, aan dezelve door den Souverain van den Lande gedefereerd regt heeft. Neen Vorfl! geen eigen autoriteit en via facit zyn onze oogmerken geweeft; maar wel een wettig herttel van onze door trouwe dienften, ja door het Goed en Bloed, onzer Voor-Ouderen verkreegene Voorregten, tot welker genot wy, volgens derzelver inhoud, bevoegd, en tot welker voorftand en bevefting wy door onzen Eed verbonden zyn: geen oog-  ' ( 7 ) oogmerk tot verandering van de Conftitutie der Regeering, maar wel om dezelve Conftitutie, zoo als ze reeds in de vooüge Eeuwen is geveftigt, en ook in de tegenwoordige Eeuw weder herfteld is geweeft, dog van welke men was afgegaan, te handhaven: en wat de door Uwe Hoogheid aangehaalde tegenwoordige Regeeringsform deezer Provincie betreft; wy kunnen niet nagaan, welke betrekking onze voorfz Refolutie van den 24 February deezes jaars op dezelve Provinciaale Regeeringsform anders kan hebben, dan dat de" conftitutioneele onafhangeKke Volks Regeering daar door, ten opzigte van deeze Stad, verlterkt word: En hoe gaarne wy oveKenkomilig den inhond onzer Miffive aan Uwe Doorlug ige Hoogheid van den 24 February deezes jaars, wel verre van aan Uwe Hoogheid eenige Regten, aan dezelve wettig toekomende, te willen ontneemen, in tegendeel ter bewaaring en handhaving da>r van, in gevolge onze verpligting, het onze ook willen toebrengen, moeten wy nogtans betuigen,dat wy ter goeder trouw tot nog toe in geen ander denkbeeld zyn, dan dat het regt van Electie tot Burgemetfteren, Scheepenen, Thefauriers en Vroedfchappen deezer Stad, volgens de Handvefkn en andere Geregtigheeden daar van, aan Uwe Doorlugtige Hoogheid, onder reverentie niet kan worden toegekend; gelyk ons ook nog niet is gebleeken, dat het zelve regt aan Uwe Hoogheid volgens delatte van den SouveraVn van den Lande onwederfpreckelyk zoude toekomen: en dat wy wel verre van, door de in Uwe DoorlugtigeHoogheids Mifhveaangehaalde nadere aameekening van de met ons verichild hebbende vyf Leden Onfer Regeering, vanAê onbegaanbaarheid en we^derregtelykheid van onfe handeiwyze zouden overtuigt zyn, in teegendeel, en door de reedenen in onze meergenoemde Relolutie vervat en ook door meer anderen, in ons denkbeeld van de gegrondheid dier Refolutie en van ons goed regt meer en meer zyn verlterkt geworden. Dat nu de gemelde electten door voorige Heeren Stadhouders, gelyk meede door haare Komnglyke Hoogheid Uwe Vrouwe Moeder, en door hun Ed. Gr. Mog. als exerceerende de Voogdy over Uwe Doorlugtige Hoogheid by deffelfs mmderjaangheid , als ook door Uwe Hoogheid tot dit jaar toe , zyn gedaan, ontkennen wy niet; maar, dat dit niet ten nadeel van onze gemelde Refolutie kan ftrekken , blykt onzes bedunkens, uit de Refolutie zelve ea zoude door ons nader kunnen geadftrueerd worden. ' Dat ook door Uwe Doorlugtige Hoogheid, toen dezelve den 15 Februaiy dezes jaars door eene deputatie en Miffive, van het by ons daags te voren b 2 §e"  (8) g^fobeerde, kennis kreeg, daat tegen hebt gelieven te proteiteeren, is ons door dezelve Deputatie pcrapporteerd; maar daar over moeten wy ons verwonderen, dat, daar het hier over het veriland van Privilegiën» door Uwe Hoogheid en ook door ons befwooren re doen was, en wy, fchooo in begrippen verfchillende het egter omtrent het mamtien daar van in het generaal moeften eens zyn,hetUwe Doorlugtige Hoogheid van dien tyd af aan, heeft behaagd zig wei door proteftatien Party als het ware tegen ons te Hellen; maar ons op den inhoud dier Miffive geen vroeger antwoord te doen toekomen, dan (na dat een der Vroedfchapsplaatzen dezer Stad was open gevallen) by Miffive van den 7 dezer maand» waar in wel harde bewoordingen, maar geene gronden van het daar by gefuftineerde (uitgezonden alleen eenige hiftorieele opgave) vervat zyn; daar wy egter reeds in de maand April een Exemplaar onzer voorfz Refolutie, behelzende tevens verfcheidene voornaame gronden, waar op defeive genomen is» aan Uwe Hoogheid hebben doen overhandigen. Daar wy nu, uit de evengenoemde Mifhve van Uwe Hoogheid, deszelfs voorneemen* om deze zaak ter kenniffe van hun Ed. Gr. Mog. te brengeny ernomen hebben, en wy niet.twyftelen of hoogft dezelve zullen het adres van Uwe Hoogheid wel willen in onze handen flellen, zullen vyy die geleegenheid afwagten om de gefundeertheid onzer Refolutie van den 24 February dezes jaars, voor zoo veel nee noodig zyn zal, nader te demontlreeren. Èn wat intuflehen de vervulling der tegenswoordig vaceerende Vroedfchapsplaatze deezer Stad aangaft, wy kunnen Uwe Doorlugtige Hoogheid^ informeeren, dat dezelve plaats, volgens eene Refolutie* door deeze Regecring al in de voonge Eeuw genomen, en tot nu toe niet ingetrokken,nog eemgen tyd behoord onvervuld te blyven. Zoo dat wy onsprovifioneel nog kunnen dispenfeeren* om over deAanfchryving, omtrent het einde van Uwer Doorlugtige Hoogheins Miffive voorkomende in diseuffie te tree- dCGelyk wy nu aan onze zyde niet alleen niets tegen de wettige Regten van Uwe Doorlugtige Hoogheid zouden willen onderneemen of helpen bevorderen, maar in tegendeel dezelve wettige Regten willen helpen handhaven, én daar by ook, in de goede harmonie van deeze Regeeringmet Vwe Doorlugtige Hoogheid, geen gering belang flellen; beveelen wy wederom deeze Stad en der zeiver Regeering en Burgery aan de goedwillige geneigdheid van Uwe Doorlugtige Hoogheid. Wy wenfehen voorts den Zeegen des Allerhoog* ften over Uwe Doorlugtige Hoogheid, als meede over  over het geheeie vorftelyke Huis en betuigen met hoogagting te zyn, *Doorlugtig Hooggebooren ror(l en Heer * Onder ftond, Uwer Doorlugtigfte Hoogheids zeer dienttwillige, Burgemeefleren en Vroedicnappen der Stad Alkmaar. Laager flond, Alkmaar Ter Ordonnantie van den 14 Nov. dezelve. ,783. Was geteekent.   (tl) Refolutien, gênoomen kor iè Heeren Burgemeefleren en Vroedfchap. pen der Stad Alkmaar, op den 18 en 24 February 1783 3 omtrent de begeeving van de Ampten van Btirgemeesteren , Scheepenen , Thcfauriers en Vroedfchappen der zelve Stad, als ook omtrent de begeeving en dispectie tot Commijjïen. Met de'Bylaagen daartoe betrekkelyk. Refolutie van de Heeren Bürgemeefteren en Vroedfchappen de/Stad Alkmaar, genomen op Dingsdag den 18 February 1783- Trafent 3 Heeren Burgemeefleren eu 17 Heeren Vroedfchappen. DE Heer Prefidént Burgemeester de *Dieu heeft ter deeze Vergaderinge voorgedraagen, Dat hy, op aanleiding van het geen, zedert den tyd van omtrent een jaar in verfcheidene plaatzen van deze Provincie en elders, met betrekking tot het op nieuws invoeren en herltellen van in onbruik geraakte Regten en Vryheeden der Ingezeetenen van dezelve plaatzen, en in het byzonder ook ten aanzien van het redres nopens de begeeving van Ampten of CommiiTien in de Regeeringen, was voorgevallen, ook zyne gedagten had haten gaan over net in deeze Stad plaats hebbende gebruik, her welk hy tot nog onlangs toe ter goede trouwe veronderfteld had wettig te zyn, en volgens het welk de eledien tot Burgemeeiteren, Scheepenen, Thefauners en Vroedfchappen dezer Stad, door den Heer Stadhouder dezer Provincie, uit nominatien, door de Heeren Burgemeefleren 'en Vroedfchappen geformeert, en uit derzelver naam aan zyne Hoogheid overgegeeven, gedaan worden: en dat hy, by die gelegenheid, tevens zyn aandagt geveftigt had op de recommandaties welke door deze Regeenng, alvoorens tot het formeeren van nominatien tot Kaaden in de Vroedfchap, of tot het begeevcn van Gommiffien uk dezelve Regeering, te treeden, doorgaans aan welgemelde zyne Hoogheid gevraagd, en ook door denzelven hervvaards gezonden worden. Dat hv, dit een en ander vetgelykende OTÉt de Handveilen, Privilegiën en Oftroyen oezer Stad, en Set het goed regt aan derzelver Regeenng ontwyffelbaar toekomende, de gemelde nominatien, eleftien en recommandatie niet met de voorlz Handveilen en andere Stads Gerechtigheeden konde overeenbren* C * i'af gen. Prapo/ttiê betreffendè le begeeving van , ie Ampten ban Burgemeefleren , Scheeppenen , Thefaüriers en Vroedfchappendeezer Stad, als ook van Corümijfteri uit deeze, Regetring. Cinmisforiaal.  D wee wet een het ï vefl alle Sta dat me oo' nei eei {te aai va de H va va H pj al tj a d v c* b . p 'a < I i Rapport op de propojitie, betreffende de begeeving van de Ampten van £ur- ( l* ) at hy intufïchen altoos te zeer geneigd was geit om aan welgemelde zyne Hoogheid desze fs fae rechten toe te kennen, dan dat hy zelf, gen fchyn zoude willen geeven van dezelve in auerminfte te willen verkorten, laar dat hy begreep, dat eene reclame van Hat Kien en andere wettige rechten voor de-Stad niet en niet met de prasrogativen, aan den Heere dhouder opgedragen, ftrydig zyn konde ; maar , in zodanig gfval, in byzondere aanmerking eft komen de eed, door eiken Burgemeeiter en " door ieder Vroedfchap, by den aanvang hun- bedièningen gedaan, behelzende onder anderen ,e vepSingëom de Privilegiën der Stad teverken, voor te ftaan en te helpen beveiligen; cn den anderen kant ook de beéedigde Commifhe n wdgemelden Heer Stadhouder bevattende onr anderen eene belofte van te zullen bewaren de ïoihcid, Gerechtigheid, Privilegiën en Welyaaren n deze Provincie, Leden, Steden en Ingezetenen D?rehv begreep, dat, wanneer een reclame van andveften egn andere S^ads Gerechiigheeden tooefï a-w hebben, dezelve door de Regeering der Stad, rrepreScvende de Burgery, behoorde gedaan Fn°ddrtn'hy, om deze reedenen, zich verplicht £e oi aan de Leden dezer Vergadering m beenkenïc geeven, of dezelve ook zonden goedje? eene Commiuie te decerneeren tot het onerzoeV v"n het recht, aan de Stad omtrene de erzoek van u Burgemeefleren, Schee- egeeving.de^ Ampten v, o |oekomende, 'IS oP gedeübereert zynde, is goedgevonden by \*ktc cominiueeren de Heeren Bmgemeeltuen, ^ Heeren Oud-Burgemcefteren van der Mieden en Kliï, en "e Heeren Vroedfchappen Jacöt, v-n l90€ r nLi"ten einde de pomden, m deze f5,Wfi,fenveh«Jna?er te examineer en, en vervol5^® ^, deze Vergadering daar fp te dienen van* hunne confideranen cn adv,. Maandag den 24 Febmary 1783. Trtfint % Buren Burgemeefleren en zo Heeren J i/roedjcbappen. DC Heer Vfjfi^ £2XSf. ÏÏiSfvaü der. .8 dezer maand, hadder, gee>u-  fin . * niineert de pröpofme, iri dezelve Refolutie vervat, en tot de begeeving van de Ampten van Burgemeesteren, Scheepenen, Thefauriers en Vroedfchappen dezer Stad, als mede van Commiffien uit deze Regeering, betrekkelyk: dat zy Heeren Commiilariffen daar toe, in de eerlle plaats, hadden nagegaan de Handveilen, Privilegiën en Oélroyen, tot dit onderwerp relatief; en dat, by dat onderzoek, aan welgemelde Heeren Commifl'arinen gebleeken was, Dat reeds in het jaar 14x6, op den 11 April, door Vrouw Jacoba van Beyeren een zeer notabel Handvefi aan deze Stad is verleend, waar by aan dezelve vergund is te hebben 16 Hoofdmans en 9 Gilden, uit eiken Gilde een Deken, en dat deze 16 Hoofdmans en 9 Dekens jaarlyks drie Burgemeefleren en zeven Scheepenen kiezen zouden. Dat vervolgens, by Acte van approbatie en confirmatie van Hertog Philips van Bourgondien van den 16 Maart 145:0, is geapprobeert en geconfirmeert zekere overeenkom!! of overdragt tusichen de gerechte ende die alihtge rycdom Vreefcap ende lichaam der Stede j hoofd zaaklyk inhoudende, dat zeekere 31 perfoonen dezelve Stad gefamelyk zouden regeeren en gouverneeren, aoo in het jaarlyks noemen en kiezen van de perfoonen tot het gerecht, volgens de Privilegiën, als in alle andere zaaken, den oirbaar en welvaart der Stede aan» gaande^ en dat dezelve ook, by anyvigheid van eenigen uit dezelve 31 perfoonen§ ande» ren zouden kiezen, zetten en ordineerefl* Dat het dus aan hun Heeren Commisfarisfen oh» twyffelhaar voorkwam, dat de Stad en derzelverRegeering reeds over meer dan drie honderd jaaren het recht had verkreegen om de perfoonen tot het Gerecht en de Regeering zelve te kiezen, zetten cn ordineeren„ En dat ook uit de voorn. Acle van Hertog Philips duidelyk blykt, dat in de plaats van de Hoofdmans en Dekens, in het eerftgenoemde Handveft gemeldj de Regeering der Stad gekomen of gefubintreerd is. Dat, hoe zeer zy Heeren CommifTarifTen, by verdere examinatie der Chartres, tot de beflelüng der Ma giftraat en Regeering betrekkelyk , wel gezien hadden, dat door Keizer Karei, by Privilegie van den 16 Septembar i^o, was goedgevonden, dat het daar bepaalde getal van 14 Vroedfchappen jaarlyks een dubbel getal rot drie Burgemeeiteren, zeven Schepenen en twee Thefauriers zouden nomineeren, uit welken de verkiezing door den Graaf of deszelfs ö : houder in der tyd zoude worden gedaan 5 als mede dat, by aflyvigheid van iemand uit de Vroed- D fchapji 'gemeefiè • ren, Scbe:' penen» Tbejauriers en Vroedfchappendezer Stad als ook van Commiffien uit deze Megeering Zie Bylagè A. Zie ËytagS B. lieËyhgi C.  Zie Èylags D. Zie fi-jkge li. Zie Bylage F. Zie Bylage G. ( ) fchap* drie anderen den Graave of deszelfs SfadhóÜder zouden mogen worden genomineerd, om daar Uit één gekooren en gefield te worden in de plaats van den,dooden. En hoe zeer wyders, volgens Octroy of Privilegie van de Heeren Staaten van Holland en Weftvriesland van den 6 December x588, by de Vroedfchap jaarlyks moefïen worden genomineerd 8 perfoonen tot het Burgemeelterfchap, en z tot het Thefaurierfchap, om daar uit by drn Stad houder van Holland in der tyd vier tot Burgemeeteren en één tot Thefaurier gekoozen te worden. En hoe zeer al verders door hoogflgemclde Heeren Staaten, by Octroy van den 15- Maart ióio was geordonneerd, dat ter gewoonlyke tyd van de Verkiezing van de nieuwe Burgemeefleren, Scheepenen en Thefauriersj by eiken Vroedfchap in een billet zouden worden gefield en ingebragt agt perfoonen tot Burgemeefleren, veertien perfoonen tot Scheepenen, en twee tot Thefaurier, om daar uit de meeft beftemden in dubbel getal getrokken en aan hun Ed. Gr. Mog. of den Heere Stadhouder van Holland én Weflvriesland in der tyd befloren ovetgezonden, en by denzelven de Verkiezing van.vier tot Burgemeefleren, zeven tot Scheepenen en een tot Thefaurier, uit dezelve genomineerden gedaan te worden. En hoe zeer eindelyk in het Ocfroy van hoogflgemelde hun Ed. Gr. Mog. van den iz December 1619 wel eenige verandering in de manier van het formeeren van nominatien tot Burgemeefleren, Scheepenen en Thefaurier gemaakt, maar de elfeétie aan den Heer Stadhouder in der tyd geJaaren is. Echter, onaanzien all' dit zo even opgegeevene, het volkomen evident en zeker is, niet alleen, dat by het reeds genoemde Oclroy van den Maart 1610 wel exprelTelyk is geconfenteerd, dat, by het overlyden, vertrekken of ander fint s , van een van de Vroedfchappen, des zelfs plaats komende te vaccerenj, by de andere gebleevene Vroedfchappen zoude geprocedeerd worden, by meerderheid van ftemmen , tot verkiezing van een gequalificeerd perfbon > daar mede dé vacante plaats zoude worden bekleed', met deze zeer notabele by voeging, zonder dat van nooden zy van ons of onzen Stadhouder daar van confirmatie te verzoeken. Maar ook, dat het vervolgens aan hoogflgemelde H. Ed. Gr. Mog. behaagd hecfr, by Octroy van den 9 December 1650 te vergunnen, confentceren en ocJroyeeren, dat, van dien tyd af., voortaan de Vroedfchappen der Stad Alkmaar abfolutelyk zouden mogen eligeeren en flellen de Bnrgemeefteren , Scheepenen en den Thefaurier derzelver Stede, en dat dezelve Vroedfthappen ten dien eynde jaarlyks des daaghs voor Kerstyd elck zouden inbrengen op haaren eed een billet, houdende acht perfoonen tot vier Burgemeejteren, veertien perfoonen tot feven Scheepenen en twee  < 'if ) ... ïtvee perfoonen tot een Thefaurier: — en dat 'die grenen, die bevonden zouden worden onder de voorfz: aght, veertien en twee pér/ponen refpetfïve te h< bb< k 4e meejle ftemmen, daar mede zouden 'weesje» reffeclïvelyk ge koe zen en geëligeerd tot Burgerneefieren , Schepenen en Thefaurier der meergemelde Stede Alkmaar:—• Welke 'tnvoege als voor en ge'èlïgeerde 'Perfoonen ten zeiven dage, in maniere, als in het zelve Oclroy breeder is uitgedrukt zouden worden heëed'igt, en daarmede daatclyken zouden xveezen in haare voorfz: refpeclive Ampten gefield en bevefiight: En dat hier by verder nog komt, dat dit laaïtgemelde Octroy of Privilegie van den 19 December i6jo, by nader Octroy van H. Ed. Gr. Mog. van den 18 December 1669 , door dezelve H. Ed. Gr. Mog. in alle dei,zelfs pointien in zyn geheel en zonder verandering is gehouden, uitgezonderd alleen, dat voortaan daags voor Karsmijfe alle en een ygelyk van de Vroedfchappen dezer Stad zouden hebben in te brengen ,in plaat ze van een dubbeld, een enkeld getal, te weeten tot Burgemeefleren vier 'Perfoonen, tot Scheepenen zeven 'Perfoonen, en tot '7helaurier een Terfoou, zonder 'meer : En dat, beven en behalveh dit alles, nog door H. Gr. Mog: by Oclroy van den x5 Mai 1728, dispoheerende op het gedaane verzoek van de Regeering dezer Stad,buiten de gevallen, daar op genoem den hier van geene byzondere applicatie, de aldaar gemelde Privilegiën en H. Ed. Gr. Mog. Oclroyen (waar onder ook de hier voor geallegueeïde van 161© en 16fo) in haar geheel zyn gelaaten; en dus in efTecte zyn geconfirmeerd geworden. Dat zy Heeren Commiflarifien vervolgens gèmeend hadden, als onbetwiftbaar zeeker tè mogen eh moeten flellen en remarqueeren, Dat de gemelde Handveften Octroyen en Privilegiën niet zyn verleend aan de Perfoonen in de Stads Regeering voor zich zei ven j maar, volgens de verichillende uitdrukkingen, daar in voorkomende , aan der Seedegemeynenpoirteren ende gemeynten van Alcmatr die toen waren ende namels wefen zouden — of ook aan of op het verzoek van Burgerneefieren en Vroedfchappen der Stede van Alckmaar voor haar zeiven en uit den naam (of van wegend de gemene Burgery derzelver Stede, of ookj gelyk de bewoordingen van het Jaatfte Oclroy, zynde dat van den 26 Mai 1728, medebrengen $ dan Burgemeefleren en Regeerders, mitsgaders de Vroedfchappen dar Stad Alkmaar, voor haar zeiven, en als reprafenteerende degeheele Burgery. Dat wyders in het Oclroy van 1610, by hei tvelk de verkiezing van geqüallficeerdè PerD % fod" £\eèylag\ Zie Bf,ag~$  ( iÖ ) foorsen tot Vroedfchappen, by vacatures, aan de andere gebleevene Vroedfchappen is gelaaten, en in die van 1650 en 1669, by welke de abfolute eleöie, en het {lellen tot Burgemeefleren, Scheepenen en Thefaurier aan de Vroedfchappen is vergund, en waar by de Stad in het voorrecht aan haar by het voorn. Handveft,van 14x6 verleend, word herileld, als mede 'in dat van 1718, waar by de voorige Privilegiën en Octroyen van H.Ed.Groot Mog: worden geconfirmeerd, doorgaans een zoodanig bevel, fchoon met verfchillende bewoordingen, vervat is, by het welk alle en een iegelyk, -welken dezelve tenigfnts mogteu aangaan, worden gelafl en geordonneerd zich naar dezelve te reguleeren, en de Ver toonders het effect daar van te laat en gemeten , zonder hun te doen of laattn gefchkden eenig hinder, ktzei, moeyevis of empechement ter contrarie. Dat ook in het byzonder aanmerklyk is de pafTage, in het meergemelde Handveft van vrouw Jacoba van den n April 1426 omtrent het einde daar van voorkomende in deze woorden, Oick fatten hun (.te weeten onfe poirteren van Alcmair) alle punten ende wybeden in horen hantueflen begrepen vokomelïc gehouden worden fonder hun die nut enige nyen %anduefften die nyer fyn dan die boire te verbreken of te vercorten tn eenigerwys Ende want wy voir ons ende voir onfen nacomelingen gekift hebben onfe getruwer ft ede gemeynen poirteren ende gemeynten van Alcmair voirn: Alle defe voorfz punten vaste ende ge (iade te houden ende te doen hovden tot ewigen dagen beboudelic ons altyt onfer hoger heerlicheden ende eert melk fyns rechts Dat het ook verders wel deegelyk reflectie verdient, dat dit zo even nog gemelde aanzienlyk Handveft van 1426 verleend is, onder anderen, ouermids menigen truwen diensts willen aan de Graven en Gravinne door de poirteren ende goede gemeyten dezer (lede gedaen. En wyders, dat het meergenoemde zolmerkwaardig Oclroy van 165-0 (by het welk het meergemelde Handveft van Vrouw Jacoba van Beyeien, ende voorfz: confirmatie van Hertog Philips van Bourgondien, als ook het Privilegie van 1610, worden geallegucerd) verkend is op fundament, dat tot den vreede en het vreedfaam gebruik van de vryheid, waar toe de Landen van Holland en IVefvriestand diestyds door Codes genadigen zegen gekomen waren, de Stad Alkmaar in den. jaare 1573 de  J ■ ( ü ) fundamenten had helpen leggen, goedt nógbioedt jpaarende cm te futten de victórieufe en geweldige -wapenen van den Koning van Spatie, gelyk zy aoor Go des hulpe foo vroomeIjk gedaan hadden. Dat zy Heeren CommifTariflen uit het tot hiertoe bygebragte meenden met alle fiducie te moogen en moeten befluiten, niet alleen, dat het aanftellen van Burgemeeiteren, Scheepenen, Thefauriers en Vroedfchappen dezer Stad, aan deze Regeering, als repraefenteerende de Stad en derzelver Burgerye, ontvvyfielbaar toekomt; maar ook, dat, daar de gemelde Handveilen, Privilegiën en Octroyen op trouwen dienften, op goed en bloed, der Burgery en Ingezeetenen zyn gevcitigd; daar ze niet aan of voor byzondere perioonen, maar aan de Regeering, voor haar zelve, en als repraefenteerende de geheele Burgery, zyn vergund; daar ze niet aan eenig geflacht zyn bepaald, maar zich, ook tot de nakómelingfchap uitftrekken; en daar alle daaden, tot hinder van dezelve {trekkende, door de wetgeevende magt uitdrukkelyk verbooden zyn, ook uit dit alles, noodwendig moet volgen, dat niemand het recht heeft om dezelve voorrechten in het allerminst te verkorten, of in eenigen opzichte daar tegen aan te gaan; maar dat dezelve als waardige eer-teekenen van der Voorvaderen deugd; en alsdierbaare kleinodiën voor de Stad en Burgery, behooren te wórden erkenden bewaard, en ook ongefchonden aan de Nakómelingfchap over gelaat en. Dat dit op de fterkite wyze belwagtïgt wordt, aan de eene zyde door den eed, by voorige Heeren Stadhouders, en in het byzonder ook door den tegenwoordigen Heer Stadhouder, aan den Lande gedaan, en in derzelver Commiflien vervat, te weeten, om voor te (laan, te vorderen en te bewaaren de Hoogheid, Gerechtigheid, 'Privilegiën en Welvaaren van den Lande van Holland en IVeft■vriesland, Leden, Steden en Ingezeetenen van dien, en aan den anderen kant door den eed, door eiken Burgemeester deezer Stad gedaan van, namelyk, de privilegiën te verfterken en voor te ft aan, als ook door den eed, door ieder Lid van dezer Stads Vroedfchap afgelegd, om de privilegiën dezer Stad voor te (laan en ie helpen beveftigen En dat geyoJgelyk, onder reverentie, noch door de Regeering der Stad eenig recht, met de Stads Handveilen en Privilegiën ftrydig, aan iemand mag worden afgeltaan, noch ook door den Heer Stadhouder mag worden aangenomen. Gelyk ook aan hun Heeren CommifTariflen niet was voorgekomen eenige Refolutie of andere Acre, waarby zoodanig recht van de Stad, fpecialyk omtrent de beftelling der hier voor genoemde Ampten E efl Zie Eyïa» gen K. i, 2 . 3,4» 5, 6. L.  f 18 ) en CommirTieti uit de Regeering, door dezelve Regeering aan en ten behoeven van de Heeren. Stadhouders finalyk en onbepaald zoude zyn afgeüaan en overgegeeven. Dat het wel waar is, dat, ten tyde van Heeren Stadhouders in deze en in de voorige eeuw, ter vervuJJinge van Vroedfchapsplaaden, nominatien dooide Regeering zyn gemaakt, en door de HeerenStad* houders de eledien gedaan; en zuiks niettegenlhande de Regeering tot de verkiezing van Vroedfchappen reeds nader by het Octroy van i6ro gerechtigd was: dat ook na dat de Octroyen van 1650, 1669, en naderhand dat van 17^8, reeds waren verleend, imgelyks uit nominatien tot Burgemeeiteren, Scheepenen en Thefauriers, door de Regeering geformeerd, de eleaien door de Heeren Stadhouders gedaan zyn: als mede dat aan den tegenwoordigen, Heer Stadhouder, en deszelfs Heer Vader, recommandatien tot de nominatien tot Vroedfchap dezer Stad, en tot de begeeving van Commisfien uit deze Regeering, zyn gevraagd, en ook vervolgens ingekomen Maar dat hier omtrent, vooreer/7, m het generaal moet worden aangemerkt, dat, ten aanzien van de vervulling der Ampten tot Vroedfchappen, Burgemeeiteren, Scheepenen en Thefauriers, hieT uit niet kan worden opgemaakt, dat dit foude gefchied zyn met oogmerk om dit recht van aanltelling aan den Heer Stadhouder finalyk af te ftaan, dewyl de Stads Regeering dan zoude moeten gefupponeerd worden eene daad verried te hebben , welke met de gemelde Hand vetten, Privilegiën en Octroyen der Stad niet overeen konde gebragt worden: dat ook, daarenboven, dezelve Hand vetten Privilegiën en Otfroyen verleend zynde zonder eenige bepaaling van tyd, of zonder onderfcheid van praflyk, welke in Stadhouderlyke of Stadhouderboze tyden zoude moeten plaats hebben: dat verders, hoe zeer men wel wil veronderftellen, dat geen moedwillig opzet tegen de Stads voorrechten heeft plaats gehad, het nogtans, volgens de hier voor gelegde gronden, zeekeris.dat tegen dezelve in dezen, en van de zyde der Regeering, en ook van den Heer Stadhouder, gehandeld is: en wat betreft het vraagen van de gemelde recommandatien, waar van men het eerfie voorbeeld, in het jaar 1749 vind aangeteekenr, dat, vermits daartoe doorgaans alvoorens Refolutien zyn genomen, dit niet anders als een res merae facultatis kan geconfidereerd worden. Maar dat zy Heeren CommiflaritTen, tentweeden , ook gemeend hadden, dat, boven en behatven de zoo even opgegeevene generale aanmerking, eene meer byzondere befchouwing vorderde het point nopens de begeeving der Ampten van Burgemeeiteren, fcche-  ( *9 ) Scheepenen Thefauriers en Vrodfchappen deler Staa in Stadhouderlyke tyden. Waar na dan ook over de voorfz. rccommandatien tot het Ampt van Vroedfchap dezer Stad, en tot Commiifien uit deze Regeering, nader zal gehandeld worden. Det zy Heeren CommiffariiTen, met betrekking tot het point van de begeeving der evengenoemde vier Ampten in Stadhouderlyke tyden in de eerfie plaats hunne attentie gtveitigd hadden op den tyd van het Stadhouderfchap van Prins Maurits, wanneer het Privilegie van den 15 Maart idio door Hun Ed. Gr. Mog. is verleend geworden. Dat zy Heeren CommifTariflen dan ook, omtrent de begeeving van het Vroedfchaps-Ampt, als, tert aanzien van tyd, ten dezen voornamelyk van applicatie, dewyl de Stad diestyds nog niet weder in het bezit van de aanllelling tot de Magiftraats perfoonen was, bevonden hadden, dat op den 7 December^ 1619, by vacature van vier Vroedfchaps plaatzen, by de Regeering in deliberatie gebragt zynde , of men volgen "zoude den voet van het oude 'Privilegie , het welk voor het jaar 1610 was onderhouden geweeft ,dan of men den voet van het nieuwe volgen zoude , daar op verfcheidene confideratien gernoveert waren 3 concerneer ende eenigen de confervatie van 't voorfz. privilegie , als tot dienft van de ft ad verkreegen zynde , en anderen ziende op ""t int ere (t van zyne Prinfelyke Excellentie , den welken de eletlie van de Vroedfchappen , die hetn by voorgaande privilegiën was gedefereerd, daar by was onttogen: En dat eyndelyk by.de meejie ftemmen was goedgevonden voor die reize de electien van de Vroedfchappen te doen in conformité van }t nieuwe privilegie; doch onder exprejfe proteftatie en verklaaring , dat men daar mede de vodrfz. confideratien noch de advifen van den een of dei* ander , op dezelve ge fondeer d, niet verftond te prejudi' cieeren. Waar na dan ook op den 9 dier zelfde maand vier nieuwe Vroedfchappen door de Regeering by meerderheid van Hemmen gekoren waren. Dat voorts, met betrekking tot dien zelfden Stadhouderlyken tyd, nader bevonden was, dat op deri 30 November 1610 by de Regeering na deliberatie verft aan was, dewyl 't nieuwe privilegie bekomen was in het jaar 1610 in de onrnMgMetd binnen deze Stede , en apparentelyk tot ftyvinge van de factie van de partye^3 en zyne Pr hfel. Excellentie daarby notoirlyk was verkort , en geprajudicieerd geweeft in hei recht hem volgens de oude privilegiën gecompeteerd hebóende: dat men, om te rep ar eer en de injurie j en 'i interejfe zyne voorn: Excell: mei het verkrygen vati 't voorfz: privilegie aangedaan, en zyner Prinfel. Excell. goede affectie tot deze Stede te conferveeren j aan &yne gem. Excell. H voorfz. recht wederom lïberalyk Ë % moudï  ( io > zoude de f er eer en, óm dienvolgende tn de eletie van Vroedfchappen voortaan weder te volgen den voet van de oude privilegiën. En dat voorts was goedgevonden tot het zelve te committeer en de Gedeputecrdms ter 'Dagvaard zynde. Gelyk dan ook op den 18 December van dat zelfde jaar ióio door de Regeering eene nominatie van negen perfoonen, ter electie van drie uit dezelve tot Vroedfchappen, gerormeert was. Maar dat zy Heeren Commiflariflen, hoe ongaarne zig anders ook op eene disrefpecluenfe wy?e omtrent de prseJecetfèuren in de Regeering uitlaatende, zig nogtans niet dispenfeeren konden van op dit gepaleerde in de 'jaaren 1619 en 1620 teremarqueeren, dat men in dien tyd zeekerïyk de zoo aanzienlyke Handvetten der Stad niet, of althans niet met behoorlyke attentie, heeft nagezien, wanneer men zoude bevonden hebben, dat de Regeering reeds in jaar 145*0, by de hier voor gemelde notable Acte van Hertog Philips van Bourgondien het recht had verkreegen om zelve de Vroedfchappen te kiezen; welk recht haar we! by het hier voor insgelyks reeds genoemde Privilegie van Keyzer Karei van den 7.6 September 15-30 nuilo jure was onthouden; maar in het welk zy by het^ Oclroy van iöio weder herflelt was; en dus itaande* het Stadhouderfchap van Prins Manrits; dog welke (ten minften voor zoo verre aan hun Heeren Commisfarisfen bekend was) dit Oclroy nooit op eene legale wyfe heeft tegengefproken. Dat hier by kwam, dat de Regeeringvan dien tyd zig heelt aangematigd het recht, niet alleen om prolubku van een Oclroy, door den Souverain verleend, af te vvyken, maar om ook het zelve door eene zoo genaamde liberale delatie kragteloos te maken: tot welk een of ander zy egter, volgens de hier voor gelegde gronden, ten eenemale onbevoegd was. Ja dat dezelve Regeering niet alleen , tot zoo genaamde reparatie van injurie en het interefle, welke zyne Prinfel. Excell. met het verkrygen van die Privilegie quali zoude zyn aangedaan, het belang van de Stads Regeering en Burgery uit het oog verloor * maar ook (denkelyk door onkunde en verkleefdheid aan den Heer Stadhouder, door weken ze in het jaar 1618 was aangefleld) eene injurie noemde het weder ontfangen van een recht, aan de Stad reeds voor meer dan anderhalve eeuw gegeeven, en aan dezelve by dit Oclroy door den Souverain gereititueerd: blyvende diestyds de Heer Stadhouder nog in het bezit der electie tot Burgemeesteren en Scheepenen, welke, reeds van het jaar 1426 af, aan de Stad had toegekomen. Trouwens, dat aan welgemelde zyne Prinfelyke Excellentie het regt van electie tot Vroedfchappen door de Regecring, fchoon fondev bevoegdheid, wierd gedefereerd ,omdesfelfs goede afettie Ut deze Stede te eonferveeren; het welk dus zich  C *i ) . , zich met geene mogelvkheid verder dan totdcnperi foon van welgemelden Prins Maurits kondeuitiVrekken; gelyk dan ook, uit het voorgevallene in de jaren 1625- en 16x6, zoo aanüonds zal blyk'en, dat dit diestyds op die zelfde wyze begreeven is. Dat zy Heeren Commisfarisfen vervolgens, met betrekking tot het Stadhouderfchap van Prins Fredrik Hendrtk, gevonden hadden, dat de Regeering dezer Stad op den %6 April 1625- het Stadhouderfchap dezer Provincie van dezer Stadswege had gedefereerd aan welgemelden Prinfe Fredrik Hendrik ,,met dien verilande, dat de Commisfie of Initru&ie, alvoorens te arrefteeren, aan de Vroedfchappen dezer Stad ter refumtie zoude v/orden overgezonden: Dat aan dezelve verders uit de Vroedfchaps Refolutie van den 2 Mai deszelven jaars gebleeken was, dat diestyd alhier was goedgevonden, dat de Commisfie van den overleeden Prinfe Maurits aan welgemelde zyne Hoogheid Fredrik Hendrik muvms mutandis zoude worden gegeeven, en dat hier by, in dezelve Vroedfchaps Refolutie, gevonden wierddezenadrukkelyke periode, met dien verftande, dat deze ft ede behoude alle. hare privilegiën vry ende gerechtigheden den ie hen tót de/en dage toe verleent ende fpecialyk het privilegie van date den XV Martii 1610 nopende d'eleciie van de Vroedfchap ende andere pointlen. Dat voorts, na dat by Vroedfchaps Refolutie van den f December \6i6, na deliberatie was goedgevonden, dat de eleft'ien van de Vroedfchappen volgens het privilegie van 1610 by de Vroedfchappen zouden worden gedaan, vervolgens op den 13 dier zelfde maand rer Vroedfchaps Yergaderinge geleezen was eene Miffive van de Heeren Gedeputeerden dezer Stad, houdende een voorftel, waarbyzyne Hoogheid hoopte, dat het eligeeren der Vroedfchappen op den zelfden voet zoude gaan, als ten tyde van de vorigen Heer Stadhouder gefchied was, ende waartoe die van Rotterdam airede aan de Heeren van Alkmaar exempel gegeeven hadden'. Waar op dan ook ten zelfden dage was goedgevonden, om de goede afeffievan zyne Prinfelyke Ezcellentie tot dezer ftede te conferv eer en, voorfz recht van eleiïie weder omme aaé zyne Trin/el. Excell. op te dragen ende te defereeren, en dienvolgens de eleclie van de Vroedfchappen op den voet van de oude Privilegiën te doen, ter tyden wylen toe de Heeren Vroedfchappen voor de conjhtutie defer ftede ende tot welfland derfelver anders futlen vinden te behooren. Dat zy Heeren Commisfarisfen intusfenen, tenop» zichte van het geallegueerde exempel van Rotterdam, by goede informatie vernomen hadden, dau na dat die Stad op den 17 Septemb.. iói? O&roy had verkreegen, om hare eigene Vroedfchappen te maken, dezelve, in het jaar 1621 aan Prins Maurits F ge-  ftéconcedeèrt had de electie van Vroedfchappen nvt fen dubbel getal, door die van Rotterdam te benoemen, dog niet anders dan onder een afte van non prejudicie , en behoudens hunne Privilegiën, en ipeS het voorfz Oaroy van ió,j; en dat ve'volgens door hen in den jaare i6x< d.e zelfde con:esf,e ook aan Prins Fredrik Hendrik, onder geiyke afte van non prejudicie, gegeeven is. En dat zy Heeren Commisfarisfen omtrent dit ten tyde van Prins Fredrik Hendrik voorgevallene moesten aanmerken, dat, gelyk hier met gevonden wordt eenig fundament van eifch of fustenu, maar wel eene hoop, welke niet anders dan als een verzoek kan worden opgevat,het voorftel van den Prins ook mee Tders dan relatief tot het zo evengemelde geval van Rotterdam kan geëxpliceerd worden: dat gevolg*.Wk de opdragt van het recht van eleftiebydevooriz Refolutie van den 13 Decemb. 16x6 ook bepaaldeIvk niet anders kan worden begreepen, dan als ot dezelve gedaan waren onder gelyke afle van non prsejudicii, met betrekking tot het privilegie van den xs Maart 1610 , als zulks door die van Rotterdam onder eene zoodanige aéle met relatie tot het Ocuoy, aan die Stad op den 17 Septemb ioij gegeven gefchied was: en verders dat deze opdragt ook bepaaldelyk gefchied is met deeze uitdrukkelvke referve, ter tyd en wylen toe de Heeren Vroedfchappen voor de confütutie defer (lede ende tot welliant dnlelver anders zullen vinden te eebooreic. en voorts nog, dat gelyk deeze Refolutie van den 13 December 16x6 op den gemelden voet is genomen, om de goede afeeiïe van zyne Trmfei. Exeell. tot dezer (lede te conffrveeren, dezelve ook notoir niet verder dan met relatie tot den perfoon van welgemelden Prins Fredrik Hendrik kan geïnterpreteerd worden. En dat zy Heeren Comnmlansten hier ook moesten by voegen, dat by deeze Regeering op den o ïunv 1647 eene zeer notabele Reioluue genomenis, waarby, onder anderen, na dat de Privilegiën dezer Stede, en de Refolutien, tot de begeeving van het Vroedfchaps ampt betrekkelyk, als ook de eed van de Vroedfchappen, geleezen waren, na rype deliberatie is goedgevonden en eenfiemmelyk gearrefteerdde diestvds vaceerende plaat fe, mitsgaders alle plaat Jen die namaels in de Vroedfehappe fouden komen te v<,; ceeren, te Mieeden by eletfie m conformtte van € ■brivtleeie van den XV Martit \6\o. Dat zy Heeren Commisfarisfen ook niet anders «evonden hadden, dan dat de begeevingen der opengevallene Vroedfchaps plaatfen, ten tyde van hec Stadhouderfchap van Prins IVtUem den tweeden , op den voet der zoo evengemelde Refolutie van den 10 lunv 1647 (en dus overeenkotöftig met het Odroy van den 15 Maart 1610, als ook met de Acte van confirmatie van Hertog Philips van den x6 Maart I4JO;  ( *3 ^ rtfdl waren begeeven; gelyk hiervan duiaelyk gC* Vallen in de Vroedichaps Reiolutien van den ui Ju* ny 1648, 13 Novemb. 1649, en 24 Septemb. id$ó gevonden wierden. Dat zy Heeren Commisfarisfen ook bevonden had* den, dat de Ampten van Burgemeesteren, Scheepenen en Thefauriers, ten tyde van het Stadhouderft hap van de Prinfen Fredrik Hendrik en Willen den tweeden, op denzelfden voer, als ten tyde van Prins Maurits, begeeven waren, te weeten, byeleöievan deu Heer Stadhouder uit een dubbel getai, door de Kegeenng genomineerd» ün dat zy Heeren Commisfarisfen hier op alleeü moesten aanmerken, dat, fchoon by het Handvest van ViOuu JacoOa van Beyeren van den n April 1416 aan de Stad het zoo notabel voorrecht, daar by vermeld, was verleend, men zich in die dries ötadhoudcrlyke Epoques in dezen naar het O&roy van den 15- Maan lóco gedragen heeft. D«i vervolgens, na het overlyden vatt Prins Willem den tweeden, de twee hier voor gemelde en zeer notatie Octroyen van den 9 Decemb. 1650 en 18 Decemb. 1669 door H. Ed. Gr. Mog. verleend zynde, de aaidtellingen tot Burgemeesteren, Scheepe* nen en Thefauriers, conform die Octroyen, als ook de begeevingen van Vroedfchaps Ampten volgens dat van den 15 Maart ióïo, door de Regeeringder Stad gedaan zyn, Dat zy Heeren CommUCatisïen Vetders hunne at* tentie gevestigd hebbende op het geen, met betrekking tot de begeeving der Ampten van Burgemees* teren. Scheepenen, Thefauriers en Vroedfchappen, ten tyde van het Stadhouderfchap van Prins IVillern atn derdtn was in gebruik geweeft, wel hadden bevonden, dat de eleeiien tot dezelve ampten aan welgemelden Prins door de Regeering Waren overgela* ten: Dat het aan hun Heeren Commisfarisfen ook* uit overweeging der Vroedfchaps Refolutienvandeïl 19 Mai 1674, als ook van den 13 Juny, 6 Augulty en 16 Decemb. 1701, wel als vry waarfehynlyk was voorgekomen» dat zyne Hoogheid, en ook de Regeering, diestyds van mcenig geweest zyn, dat hes recht om dele elecf ien te doen aan den Heer Stad-* houder toekwam. Maar dat zy Heeren Commisfarisfen op dit eeri en ander moeiten antwoorden, dat, gelyk de hier voor gemelde onrechtmaatige en onbeitaanbaaae Re* folutie van den 30 Novemb. 1610 niet, teegen de duidelyke Handveilen en Privilegiën aan, tot eenig richtfnoer verltrekken kan, zoo ook het verkeerde begrip, het geen waarfehynlyk by de Regeering ten tyde van het Stadhouderfchap van Prins IVillem den derdtn heeft plaats gehad, of althans de tegen de Stads voorrechten en tegen het daarby wtdrukkelyk F a ge-  gefielde recht aanloopende handeiwys van dezelve Regeering, gelyk ook her. erroneus begnp en -handel wys van den Heer Stadhouder,' tot !geen verbeeld ter navolgingc dienen mag: en dat ook deielve Prins (fchoon wel niet anders te vertrouwen is, dan dat hy de aan hem overgelaatene eleftien in de vafte veronderftelling van derzelver wettigheid zal hebben gedaan) echter een zodanig voorrecht, al wierd het hem door de Regeering uitdrukkelykaangeboden, niet mogt aanneemen, met alleen uit noofde van den aart der Handveilen en Privilegiën zeive, maar ook uit kracht van de door hem op den 9 July 1671 beéedigde Commifüe, by welke hy beloofd had, te zullen voor/laan, vorderen en bewaa* ren de Hoogheid, Gerechtigheid, Privilegiën en welvaaren van deu Lande van Holland en IVe ft-Vriesland, Leden, Steden en Ingezetenen van dien. Dat, eindelyk, ook in aanmerking was genomen, dat, na dat, van het jaar 1701 af tot het jaar 174? toe, de beftelling der Amptem van Burgemeeiteren, Scheepenen, Thefauriers en Vroedfchappen, ingevolge het recht, aan de Regeering, als repraefenteede de Burgery, overeenkömltig de Hanvesten, Privilegiën en Otf royen onbetwistbaar toekomende, 'gefchied was, in de twee daar op gevolgde Stadhouderlyke tydperken, tot dezen tegenwoordige tyd toe, de eleftien '.tot de gemelde vierderlei Ampten door den Heer Stadhouder in der tyd, uit nominatien, door de Regeenng geformeerd, en van harent wege aan zyne Hoogheid aangeboden, gedaan zyn, Maar dat zy Heeren Commisfarisfen hier omtrent moeitenremarquéeren, dar, vermits dezelfde woorden , als reeds voorheen, en nog zoo even uit de Commisfie van Prins Willem den derden, zyn aangehaald, en welke het voorftaan vorderen en bewaar en, van de Hoogheid, Gerechtigheid, Trivilegien en Welvaaren van deze Provincie, en van derzelver Leden, Steden en Inge ze et enen, ten doele hebben, ook inde Commiffien van Prins Willem den vierden en van den tegenwoordigen Heere Erfftadhouder gevonden worden, en ieder Burgemeefter en Vroedlchap dezer Stad, volgens zynen gedanen eed, verplicht is om de privilegiën te verft er ken , voor te ftaan ofte helpen bevefligen , en vermits ook daar en boven, al waren 'er deze drie uitdrukkelyke verbintenhfen niet, ook de contenu en exten/ie der Handveilen en Privilegiën, als bevattende een verkreegen recht van het geheele Lichaam der Burgery, geene handelwys, daar tegen aanloopende, kunnen toelaaten; gevolgelyk ook all' het geen tot hier toe, nopens de onbevoegdheid der Regeering tot het piefenteeren of afitaan, en van den Heer Stadhouder tot het aanneemen, van het recht van ele'ctien.is geallegueerd, ten dezen.van volkomen applicatie is 5 te meer , daar  %f thans nog het confirmafoirë OcTrby van den i» Mai 1728 by gevonden wordt: . , . Dat zy Heèren Commisfarisfen meenden hief nog te moeten byvoegen,dtt wel eene bedenking zoude kunnen öntihanf dat echter by het Pr yiJegievat den v5 Maart 1610 minder aan de Stad fs vergund , dan aan dezelve by de Handveilen van den ti April 1416 en 26 Maart 1450 verleend was: en dat ook H Ed Gr Mog. , geduurende de mmderjaangheid van den tegenw'oor^igen Heere ^füad^ eleflien tot Burgemeeiteren, Scheepenen, lnelauneis cn Vroedfchappen dezer Stad gedaan hebben. Maar dat beide deze fpeculatien zeer ras.moei en vervallen, als men aanmerkte, dat, in beide deze geva len, de voorfz Handveilen niet onder het oog van hoogftgerrielde H. Ed. Gr. Mog xyn gebragtj hetwelk, ten opzichte van het Octroy van 1610, blykt, wa'nneer men de pre«riffen daar van ^ t terwyl; ten tyde der minder jaangheid van der regenwoordigen Heere Stadhouder, geene^dehberati.n over de particuliere Handveften dezer Stad tei VergadetingePVan H. Gr. Mog. V^^MwlL (vooral wanneer men dit vergelykt met de■Oaroyeti van i6 *Druwe(leyn, en Corn: van Foreefi, hebbengedeclareerd, aan zich het recht te referveeren, om tegen de boventtaande twee aanteekeningen zoodanige contra-aanteekeningen të doen, als dezelve mogten goedvinden. BYLAAGEN. Jacob van Beyeren bider genaden Goeds Her* toginne van Gloucefter Gravynne van Henegh van Hollnt van Zeelnt van Pembroek ende Vrouwe van Vrieslnt doen cond allen Luden want onfe poirteren ende goede gemeynten onfer Stede van Alcmair op defe tyt tot onfer onderdanicheit gecomen fyn, ende in onfen dienüe ende ons geloift hebben mit horen Liuen ende mit alle hoire machten ons by te ftaen ende ons onfe Lande ende vaderJic gerue die ons een deel jaren negen god* recht ende reden ontweid/ent zyn geweeft té hulpen incrigen ende becrachtigen ende ons alles te doen dat goede getruwe onderfaten horen rechten Heer of rechter lantsvrouwen fchuldich zyn te doen „ So hebben wy daat op ende ouermids menigen truwen dienst willen die fy onfen voirvaderen graven te Hollnt zaliger gedachten in voirleden tiden gedaen hebben ons nu jegenwoirdig doen, ende oft god wil noch doen fullen als voirgers. is n derfeluer onler Stede gemeynen poirteren ende gemeynten van Alcmair voiriers die nu fyn ende namels wefen fullen gegeuen ende geuen mit defen brieue fuJke punten van hantueften priuilegien ende rechten als hier na geferrreue ftaan Dat is te weten, eerft fo fullen onfe Itede poirteren ende gemeynte voirfers mit onfen getruwen onderfaten ende bueren den kerraers gemeyn werf houden mogen geliken als die wairfchippen «p defe tyt geordxneert hebben mitten genen dair fy mede xcrlamelt fyn ende verbonden item fal onfe ftede  (lede voiif hebben ende houden zcftien hooftmans gelyc fy nu geordineert hebben ende negen ghilden, uit eiker ghilde een deken die dat gerechte kielen ende letten fullen milten zellien hooftmans voirfcrs In fulker voegen dat elc deken van den negen ghilden binnen onfer üede uan Alcmair jairlicx kiefeh te verllaen op ten goeden vridach. biden meerre moge ende geuolge van den ghildebvceders enen anderen deken ende die negen deken fullen kiefen zellien hooftmans ende die retötè zeitien hooftmans mitten dekenen fullen kiefen drye burgermeylters ende zeuen fchepene Ende waert dat yemant binnen t fiairsvande dekenen burgermeylleren Hooitmanneh of fchepenen ofliuich worde fo foudt men dan biden meeften geuolge diere kuendich waren In des doden flat enen anderen kiefen die dat Jair dan voirt wt dienen foude endeniet langer „ item fo fullen wy onfer ftede voirfcrs hulpen na onfen vermogen ouermids datlé zeer tafter fyn op dele tyd hoir afteritallige lyfien en op fekeren, termynen te betalen binnen vyf Jairen na datum des Jbriefs ende nyemant te geuen dachgelt, dat dair af yerfchenen mach wefen „ Ende wair ore t fake dM yerr.-tnt wair die enige brieue hadde op onier ftede voirfcreuen ende geen gek dair voir beiailt en hadde dat men redeWc bybrengen mochte dair en foude i'y niet af geuen ,,Uick en fuiien vvii geen arref leringc hoch belet tinge doen doen binnen onfer graeüicheden binnen defen naiiten vyf Jairen van de afterilalligen lyfrenten voirfcreuen,, voirt fo hebben wy onfe poirteren ende gemeynten van Alcmair voirfcrs die tot onier onderdanicheit gecomen ende mit ons angevallen fyn dair om vergeuen ende quytgefehouden aliulke brueken ende misdaden als fy iegens om voir defen dage gebruect ende misdain mochten hebben „ hem wairt datter yemant wair wt onier ftede die recht ende vonnifle wil dogen die fal weder in mogen comen, op onl' ftede recht Item fe fullen die van gheeftmanambocht ende alle anderen nuwe ftede die tot onfen onderdanicheit gecomen ende mit ons aangenallen ende ons op defe tyt te dientte gecomen fyn by horen hantueften privilegiën ende befcreuen rechten bliue die fy van onlert voiruaders grauen te Hollnt vercregen hebben fonder vermynderen mair altyt vermeerren als redelic wefen fal Item fullen iy die tollen ende wyffel vry hebben In onf' ftede ende hun nergent Inder graeflicheden om onf I ftede  6. Afte via approbatie cn confirmatie vzo Mtrtog Philips van Bour ( B4 ) {lede fchulde op te houden Item wair yettifttot van onfe poirteren van Alcmair die voir defe tyt onfer ftede gheregiert hebben ende voirvluchtich wairen ouermids fchulden wille, die onfe ftede op hun berekenen mochten dair lullen wy onf' ftede in hulpen ende ttarcken dat te verhalen an der geenre die allo voirvluchtich fyn liue ende goede wair of gelegen fyn binnen ons graeflicheden hemfai men geen kueren maken ten fy biden Hoon mans ende biden dekens van den ghiide ende alle kueren die in volrleden tiden gemaict fyn ende onoirbaar fyn voir ons ende voir onf' ife de te corrigieren biden perfonen voirf' hem fal die exchynfe binnen onf' ftede af wefen by goetdunken ende ordinancie den zellien hooftmans ende dekens van den ghilden voirn. Item fo en fullen fy geen fluysgelt binnen onl' ftede van de goude meer geuen noch betalen dan dat rechte fluysgelt als gewoonhc is van ouden tiden Item fo en fullen onfe poirteren van Alcmair pennincklicker fchulr ne/gent in genen nuwen fteden in Vrieslnt te rechte ftain dan binnen onf' ftede van Alcmair na ingehout horen ouden handueften Oick fullen hun alle punten ende vryheden in horen hant vellen begrepen volcomeïic gehouden worden fonder hun die mit eenigen nyen handueften die nyer fyn dan die hoire te verbreken of te vercorten in enigerwys Ende want wy voir ons ende voir onfen nacomelingen geloift hebben onf' getruwer ifede gemeynen poirteren ende gemeynten van Alcmair voirn Alle defe voirs' punten vaste ende geltadc te houden ende te doen houden tot ewigen dagen behoudelic ons altyt onf' hoger heerlicheden ende een ygelic fyns rechts So hebben wy des in getugemflè delen brieue wthangedde befegelt mit onfen fignet hier an gehangen by gebreke ons fegels tho def' tyc ende teerft dat wy onfe zegel by ons hebben fullen'. fo gelouen wy delen brief van punte te punte re doen verfcriucn vernyen ende bezelen met onfe zegele. In alre manieren als hier voir gefcrs ilait Geg. in onfen heer voir onf' ftede van H/nrlem op ren elfflen dach in aprille Int Jair ons Heren dufent vier hondert zes ende twintich T)hilips by der graden Goids Herfoge van Bourgoingnen van lotll. van Brabant ende van Limborch, Greve van Vleendren van artois van bourgon, palatin van Henegouwen van Hollant van Zcelant ende van Namen , mare-  (è*) iharcgravé des heiligen Rycx heere van VriesJant van falrns ende van mechelen, doen cond allen luyden Alaoo een wyle tyts geleden zekre gefchillen ende twydrachten op4erezen ende uytltaen Ie geweelt zyn, tuilchen detl genie yn n rycdom ende die van der vroefcip onzer goede Stede van Alcmair onderlinge* vuvten w eiken wail gezien was meer onlusten ende onvreden te gebueren, die ons ende der fel ver onfer lieden bia ven turen hadden mogen dienen tot groter hinder ende achrerdeele dat God verbieden meier* die welke bi zynre godlicker gracien verheynget ende dat felve tt-n belten gekert ende zoe genneget heefft als dn die voirfz. gefchillen ende twydrachten ter neder geleyt ende tot wegen van reden ende van vreden gebracht zyn als hierna elairlicker blycken fal mogen * fpruytende ende toecommende om faken wille van zekren handveilen ende priviligien die een deel jaren geleden onfe lieve ende gemynde gezellinne die henoginne als des macht ende doe ten tvden 't regiment hebbende onfer voirfz. lande van Hollant Zeelant ende Vrieslant, ende wy desgelycken dair nae der voirfz. onfe üede van Alcmair gegonnen gegeven ende gêeontirmeert hebben* Roerende van onlen Burgemeellren ende gerechte jauhcx te kyezen ende te ordineren* ende oick den regimenté der zeiver onzer ittde, Alzoe die zelve onfe ende onfe voirfz. gezellinnen brieve van prU vilt gien dat voirder inhouden ende begrypen^ van 't welke alzoe te doen ende nae te volgen die van onfe voirfz. ftede niet eens en hebben connen wezen tot nu toe als voirfz. es, Ende het zy alzoe dat op huyden gecommen ende gecompareert zyn voir onfe lieven ende getruwen den Heere van Lannoy onfe iledehouder generaal ende anders onfe rade van Hollant in onfe naem, Te weeten W outer beyerszoen, Jan menz m, ende Pietef jonge ilurgemrs, Pieter Claas de jongezoen* Pieter lauwe ende Pieter Dyedinig poorteren inwonende onfer voirfz. Stede van Alcmair van deielver volcommen machte hebbende onder onfer voirfz. Üede zegel thoonende ende zeggende hoe dat onfe gerechte ende die aliinge rycdom vreefcap ende lichaem onfer voidz ftede die een mitten andren vruntlicken ende eendrachtelicken overcommen en ovredragen wanen. Als dat die een ende dertich perfoonen hier nae befcreven als in oen eeriten Clais van thorenbunch Aernt dc Wilde, Pieter dinck Walichs, Jan Oetsge?s-* 1 % zoen., goadien; van den a$ Maart 1450.  ( 36 ) zoen, Aecfl van Werne, Simoen Vredervck dircx zoen, doene jans zoen, Dirck van Urshoven, Jan Mouweryn Jacop Pieters zoen, Pieter Pieters zoen, Clais die Wael, Jacop Geryts zoen, Clais van Adrichem , Simoen Pieter heren zoen, Jan Lubbrechts zoen, Simoen Bairtous zoen, Geryr Florys zoen, Pieter Reyncrs zoen, meyiler Willem Clais zoen, Vredervck Janszoen, Jan Jacops zoen, Pieter Clais zoen, Cïais Jan gejen zoen, Huge Henrick zoen, jan Dircx zoen, Aelbrecht Clais zoen Wouter Beyers zoen, Pieter Jonge, ende Jacop Muys defeive onfe iiede voir den famentlicken regteren ende gouverneten fullen AI200 watl in den faken van jairhcx die perfoonen dienende tot onfe gerechte te wezen, te nomen ende te kyefen nae den inhouden van den voirfz, privilegen als in allen andren zaken den oirboir ende welvairt onfer voirfz. Stede aengaende ende aanroerende, fcggende voirt hoe" dattcr tv. ce van der voirfz. eenderde derticii perfoonen, offlivich gewerden zyn, ende dat in die Stede van die zess ander 'peifoonen gecoren zyn van den welken deielve een ende dertich perfoonen twee kyefen ende ordineren .zullen in die Stede van den twe.n dooden perfoonen, Ende van o\.n anditn vleten zullen die twee die wacht e lubben om in die Stede van tween andren te c.mme.n ende twezen, .Ende alzoe voirt van:t\de te tyde nkt gefebiet darter eenich van den voiifz. een ende dertich perfoonen offlivich worden Soe fullen zy weder van nyeus kyefen ende in die Stede van den otïlivigea perfoonen zetten ende ordineren zekre andre perfoonen fulx ende in alfulkcn getale als dienende ende oirboir wezen fall, Ons ende onie voirfz. Stedehouder ende Rade van onfe wegen omoedelicken biddende 'tgheent dat voiricreven ende bi onfe voirfz. Stede' over dragen is te willen believende ende vestigen, Soe dat wy ende onie voirfcreve Stedehouder ende Rade die faken overgemerct ende dat wy willen ende begerende zyn, dat onfe vdrfz. Stede van Alcmair voirt meer in rusten ende vrede geregiert w®rde tot onfer eer tn hoiren oirboir gegenen we/ende tot hoir ootmoediger beden belieft geapprobeert ende geconhrmeert hebben , believen approberen ende confirmeren mit dcfen onfen brieve die overdachte voirfcreven, Gevende volcommen machte den voirfz. een ende dertich perfoonen ende den ghenen die nae hunluyden commen, ende daer toe gecoren wezen ful-  (iv) fullen de voirfz. onie Stede truwelicken eH duechdelicken te regieren in der manieren voirtz. ende alles dair inne te doen des goede getruwe regierers fchuldich zyn van doer)5 Behoudeiicken- onfe hooeheit ende heerJieheic als prince ende heere, in allen faken onvermindert wezende, Ombieden dairom ende bevelen allen onfen dieneren, ofhcyeren onderfaeten ende goede luyden vvyen dit aengaen mach dat zy de voirfz. een ende dertich Perioonen ende hoiren naecommeJyngen gehulpich ende biltendich zyn in den laken onfe Stede voirnoemt aengaeude* ende daer zy tbewind van hebben fullen fonder des te laten in teniger wys; op alzoe lieve als wyhun zyn, want ons dat alzoe belieft gedaan te wezen. In oirconde defen brieven ende onfen zegel hier aengehangen, Gegeven op ten XXVllten dach van Maerte, in 't Jaer ons heeren duyfent vierhondert ende vyftkh, nae den loop des hoeff's van Hollant, Aerle by der gracien GoidsRóomsch Key■ fer altyd vermeerder des Rycx. Coninck van Germanien van Castillien van Leon van Grenade van Arragon van Navarre van Naples van Siciliien ec. Eertzhertoch van Oustenryck. hertoghe van rjour%nïn. van brabant van Lembourg van luxembourg ec. Grave van Vlaendren van Artois van bourg*08'. palsgrave ende van Henegauwe van Hollant van Zee/ant van ferrette van haguenault van namen ec. Prince van zwave marcgrave des heillichs rycx. Heere van Vrieslant vanfalms van mechelen der itadt lieden ende Lande van Utrecht ende van overysfel. ende dominateur in Afie ènde Africa. Allen den ghenen die defen onfen brief fullen hen falut, Wy hebben ontfangeb die oitmoedige fupplicatie van onfen beminden burgerm. fchepenen ende Rade onfer itadt van Alckmaarover heml ende de ghemeenen borgeren ende inwonende derfelver itadt. Inhoudende hoe de voirfcr Uadt eertyds by onfe voorlaten graven van Hollant ende befundert by wylen onfen heer ende vader Coninck Philips van Castillien faliger memorien by oclroy ende privilegie veriien es ghewee'st van een Vroetichip van veertich perionen dewelke die Wethouders as*fisteerden in allen hueren faeken concerneren 't proffit ende ghemeenen welvaerder voorf. Itadt, hadden oic altyt fekere daegt K hefl C. öftroy ■Jan Keizoi Karei, van den 25 Septcrab,'  (3*) hen voer 't vernyeuwen van de wet altfaer zekere getal van perfonen te kieiene ende defeive den lchout in der tyt weien te pnteren om vuyt defeive te kiefen ende ordonneren borgerm icepenen ende treforiers voer den naestcommen. Jaere van welck oclroy ende previlege die voerfaeten van de fupplten fomwylen niet Ende zoe dan onfe voorfcr. liadt die by den innemen ende beroovinge derlelver <ïuer den Gelderfchenende Vrieien zwaerlyken befcadicgt ende verdestrueert is gb> weeit om te verhueden huere geheele defolatie gheen. beteren raet geweten en heeft dan daer een Vroetfcip van veertien perfoonen op te richten, foe .hebben zy ons t felve in den Jare van xvnj lestleden te kennen gegeven , ende van ons de voirfcr. Vroetfcip gheworven van zestien perfonen alleenlic. dat doer die groote zware oirlogen die onlancx gheweell zyn tegens die Gelderfche ende ftichfche onfe voirfcr. fladt van alcmair groote zware lasten fcade ende verlies geleden heeft daer zy niet vuyten kan, geraken, overmits diecrancke hulpe asfiüen. ende byltandt van die voirfcr. Vroetfcip van xvj. perfonen. ende tfoberende cleyn getal van dien, want als ment otlekere daghen coicatie houden fal tot proffyse ende welvaert van der ilede foe en commender van die voirf. xv] perfonen repnterende de Vroetfcip nauwelics fes of achtt, overmits dat eenighe in huere coopmanfeapen ende andere neringben reyfen elcx foecken. zyn broot te winnen zubc, dat duer abfen. van heml. die , voirf. liadt grootelic verachtenendeghedampnificeert werdt ende noch meer zoude ten ware dat hun fupplten daer op verfien werde mit een nieuwe Vroetfcip voor eenen tyd van jaren ghelyck als hier voertyts geweest es om in tyden van nootfake de voirfcr. ilede te fubvenieren in huere lasten ommellagen ende andere noodfaeken alfoe zy zeggen; ons daer omme zeer oetmoedelick anroepen ,SOE EYST. dat wy de faken voirfcr. overmereken. ende daar op ghehadr t advys eerst van onienRentm. van KermerJant, daer vae onfen lieven getrauwen eerlte raet ende luyden van onfe cameren van de raide ende rekenn. in Hollant. ende ten lesten van den hoofden ende luyden van onfen-fecreten Raide ende financie, der voirn. fupplten by deliberacie van onfer vruntlicker liever vrauwe moye aertzhertoginne van oistenrich, hertoginne ende gravinne van boargoingnen voor ons regente in defen onfen nederlanden geoftroieert belieft ende gecon- fenteert  ( 39 ) feflreert hebberig óaroieren believen ende cohtenteren, geven, hun faculteyt ende confent vuyr onfen zunderlingher gracie mits deferi dat zy in de plaatfe van festien een Vroetfcip van vier ende twintich perfonen voortaeri lullen moghen hebben, dewelcke voir defe eerlte reyte by fekere onfe Commisfarisfen gecoren fullen werden vuyten rycxften ende notabelfchen van den inwonen, onfer voirlcf liadt van Alcmair ende voirts by den felven geeedt, welcke xxmj perfonen ophuerenEedt jaerlicx fes daghen voir den ordinaryfendach van den vernyeuwen van der Wet der» felver onfer Itadt vuyten Rycdom van dier ende van de ryciten verttendichften ende rechverdich hen eerll fes perfonen. daer nae viertien. ende ten lesten vier kiefen fullende ende die ons oft onfen ftadthouder vart Hollant in der tyd pnteren om vuyten eerftenfes perfonen die borgem. vuyten vierthien. feven fchepen. ende vuyten vieren twee treforiers te kielen ende te ordonneren, totter adminiitratie van der Jufticie ende regimente onfer ftadt goeden, voer een ende t naestetoecommen. Jaer, die onfe fchout van Alcmair voerts eeden fal, ende of ter yemandt van der Vroetfcip aflivich geraekt te woerden foe fullen zy fupplten ons oft onfen voern. ftadthouder drie andere mogen nomineren om daer vuyt enen gecoren ende geftelt te werden in de plaetfe van den dooden, Indien oic enichvan den burgerm. fchepen. ofte treforiers binnen den Jaere van huerk adminiftracie aflivich werde in fulcken gevalle fullen de voirn. xxmj perfonen van der Vroetfcip in de ftede van dien onfe oft onfen ftadhouder voirgen. twee perfonen van den notabeliten van de ftadt pnteren om den eenen van hun in de ftede van den aflivigen te kiefen ende te ordonneren allet gedueren. den tyt van fes Jaren dewelcke ingaen fullen ten dage defe onfejeghewordeghe op onfe voirfcr rekencamer gepnteert ende geregistreert fullen zyn zoe zy fupplten teff'ect van defen niet eer genyeten en zullen. Ontbieden daerom den voirn. hoofden ende luyden van onfen fecreten raide, prefident ende luyden van onfen groon Raide, ltadthouder eerlte raet ende luyden van onfen voirn. raeden ende rekenn. in Hollant. Onfen fchout van Amaer ende allen anderen on* fen richt eren Justicieren ende officieren hueren Itedehouderen ende élcken van hun befondere foe hem dat aengaen mach dat zy de 7oorn< fupplten defen teghenwoerdege in onK % Ie  ( 40 ) fe rekencamer geregistreert zynde als boven van de voirfcr. Vroetfchip in der vuegen ende manieren. * ende voer den tyt boven gementionneert doen laten ende gedoogen rustelic ende vredelic genyten ende gebruicken fonder bun daer inne te doen noch te laten.geichicn enich hinder ofte impediment ter contrarien Want ons allbe gelieft des toireonde hebben wy onfen zegele hier aan doen hangen. Gegeven in onfer ftadt van mechelen den xxvjen dach van feptembri in 't Jaer ons heeren duyfent vyf hondert ende dertich. van onfen Keyferyck deerlte. Ende van onfen anderen Rycken te weten van castülien ende anderen *t xmj. D. Oarof van hun Ed. Gr. Mog van den 6 December.15S8. T\tL Ridderfchap, Eedelen, ende Steden van Hollant ende Weftvrieslands. Reprefenterende den Staten van den feluen Lande. Allen den gheenen die defen onfen brieft fullen iien. Saluyt. Alfoo Burgemeesteren der S'radr Alckmaer voor hen leiven ende vuyten name van de vroetfchap ende gemeene burgeren der voorf. Stede, ons te kennen gegouen hebben, Dat by Octroy van hooger memorien Keyfer Kaerle als Grave van Holhndt in date den xxvjen Septembris xvc. Dertich. onder anderen geftatueert is, Dat de Vroedfchap der voorfz Stede op heurcn eedt Jaerlyex zefs dagen voor den ordinarifen dach van de vernyevw'wge van de Weth aldaer, fal verkielen vuyten Ryckdommen derfeluer Stede, ende de Rycxte, verftandichfte, ende rechtvaerdichfte, eerst zeis, ende daar na vier perfoonen, omme den Stadhouder van Holland geprefenteert, ende hy hem vooreen ende r'naaste toecommende Jaer, vuy te voorfz zesf Drie Bm gemeefteren, ende vuyte voorfz vier, twee Treloriers gecofen, ende by den Schout van Alcmaer geeedt te worden. Dan gemerct de fwaricheden jnt Stuck vandeRegieringe der voorfz Stede Jaerlvcx vermeerderen, ende dickwils gebeurde Dat t'meerendeel van de voorfz Drie Burgemeesteren foo om de belchryuingen Die by ons aan den Edelen ende Steden der voorfz Landen worden gedaen, waar te neemen, Als omme andere wettelycke oorfaaken van huys moeten wefen, De Supplianten Hoochnoodich beuonden,Dat t'gctal der voorfz Drie Burgemeesteren, mit noch een vermeerdert worden. Ten eynde deur abfentie van een ofte twee derfeluer ,de Rcgierihge der voorfz Stede, ende t gnndt daer  'daer aen dependeert nyet ftille cn üae ofe 'verhindert enworde, Gelyck ter contraritndp 'Supplianten raëdtfaèro; beuinden ciiu tot het Treforierfchap derfelvef . Stede nuet rpefer al) twee genbmineert, ende een gécofén endé 'geeedt worde, Gemerct dat nyet jegehüaen.de t voorfz octroy, D'Adminiftraue van de voorfz Stede goederen tot noch 'toe geweeft is by een Treforier, ende dat de tweede dié mede gecbofen ende geeedt was, llille, ende 'fonder eenich bewint gebJeuen is, ende oicfc dickwils gebeurt Dat onder de nominatie der voorfz vier perfoonen geraect zyn geweeft eni ge die tot de voorfchreuen Adminifta'tie nyet en diende, ende nochtans bylnaduertercfevan den voorfz Stadthouder daar toegecoofen ende gecomraitteert worden. —■ Verfouckehde daar 'omme de Supplianten Dat ons gelieve hen te gunnen ende t'octroijen Dat. Jaerlycx ten voorfz tyde by de Vroedtfchapderyoorjz ftede Acht perfoonen tot H voorfz Burgemeesterfcfrap van de 'naeste aenilaende ende ■naeuolgende Jaren , ende twee tot t voorfz Treforierfchap gehomineert ende gecoofeb worden vüyté voorf. Ryckdomme, ende vart de Rycxte , verftandichfte, ende réchtvaerdichfte, Ömme by den Stadthouder van Hollandt in der tyd daér vu'Vt Vier Burgemeesteren, ende een tot Treforier gécoofen té Worden, Ende dat daer op behoirlycke brieuen van octroy verlecnr fouderi mogen worden , SOO IST Dat wy de faecke voorfz ouergemerct, vuyt onfer rechte wetenfehap, Autho7 riteit, ende vólle macht den Supplianten alhier, Geö&royeërr ehdë g'ecorifenteert hebben, Oef roven ende Confenteren by defen, Dat zy luyden vobrtaen Jaerlycx zesf dagen voorden ordiharifen dach van 'de vernyeüwinge van dé Weth der voorfz ftede, vuyten voorf. Ryckdomme, ende van de Rycxte, Verftandichfte; ende rechtvaerdichfte Acht perfoonen tot ^'t Voorfz Burgemeesterfchap, ende twee tot 'fc voorf. Treforierfchap fullen nomineren ,Omme daer vtiyt bydeh Stadthouder van Hollahdt, In der tyt Vier tot Burgemeesteren ende eeü tot Treforier gecoofen te worden, Welcke Vier Burgemeesteren ende Treforier by den Schout van Alckmaer den eëdt affgenómefi fal worden ,achtëruolgehde voorgaande brieuen van Oclroy, Daernae de Supplianten hen ih de vordere poinftén fullen' hebben te reguleren, Ende tot dien eynde gehouden zyn defè onfe brieuen van Qftroy jnder Caméré-vSrtde Rekenïnge mede te doen registreren, T welek L gedaera  E. Öflroy Van H. Ed. Gr. Mog. van den 15 Maart Ï61Ó. tynde Lasten e'nde ordonneren 'wyAUeRechteren ende Officieren binnen den Lande van Hoilandt en Westvrieslandt, ende voorts dien defen aengaen mach Dat zy luyden den Supplianten alhier t Inhouden Van defen onfen brleue van Oétroy, rustelyck ende vredelycfc laeten genyeten ende gebruj'cken, fonder hen daer inne te doen noch te laeten gefchieden, eenich Hinder ofte empefchement ter contrarien. Des toirconde hebben wy onfen groten zeegele hier aen doen hangen, Gegeueh jn den Hage den Vlen Decembris XV c, Ach'tentachtich. Onder Hond, Ter ordonnantie van den Staten. Was getekend, Memmen, ende refol veren, t'welk wel icheene jngevoert te iyne, om lékere goede confideratien te dier tyt militerende, Dan alhoewel defelue metter tyt fyn gecomen te ceileren, & was echter die gewoonte van Schepenen jn die Vaoetfch'appe te roepen ( hoe wel nyet fonder fomtyts jn dispute getogen te wee Ié n) noch gebleuen > hyettegenitaende alle welcke defecten jn den voorfz. Octroye, ende bouen dien d'expiratie van dien , ouermits t' felue alieenlyck was gegeuen ■■, voor den tyt van zes Jaeren , ende nyet bevonden en werdt dat t'. felue meer als eens voor gelycken tyt was geprolongeert geworden, Sy Suppltn hen daar mede, ende mettet gebruyck van dien, by onfe conniventie hadden gecontenteert gehadt, ende daer mede fo heenen gefleurt , fonder vorder prorogatie, ofte oock ampliatie van dien te hebben verfocht, Dan alfo fëdert eenigen tyt herwaerts, onder de Regierders der voorfz. Stede begon/1 hadden te onrftaen Zekere dimmie ende misuerftant, ende eenigen fouckende hen tegens haere partye te verftercken, gepractifeert hadden tot hen te crygen, ende jn de Regier/nge te brengen perionen van haere gelintheden, daer toe, mits de defe&ueufiteyten van den Octroye voorengeroert , de wcth open was geweeft, Waer door eynctelyck gefchiet was, Dat men jnde Vergaderinge van de Vroetfchappe geilen hadde, dat gccompareerc waeren Schepenen,- die onder de Vroetfchappen waren hebbende, haren vader, grote vader, broeder, ofte fwager, t'welk ftrydendc was jegens alle goede ordre ende wel geformeerde policye, Ende oock eenige perfonen die nyet en hadden de qualiteytcn by den voorfz. Ociroye gerequireert, T'welck fich fonderlinge hadde geopenbaert jnde laetfte electie van de Magiilraet, gedaea jn Decembri Leftleden,So was daer vuyt ten Laelten veroorfaeckt, ende gevolcht, feer groot miscontentement, ende beroerte, onder de gemeene fchutterye, ende burgeryeder voorfz. Stede, Om dewelcke te ftillen, ende te bevredigen ons gelieft hadde afï te fchikken, ende te Committeren heere Reynoult vanBrederode Ridder, heere van Veenhuyfen, fpanbtouck & prefident,Mrs. Leonard deVoocht , Rombout Hogerbeets, Raeden jn den hogen Raede, ende Joncheer Steuen van der Does heere van Noortwyck, Cattendyck etf Raet inden houe van Hollant ende Weftvrieslandt, de  ( 45 ) de welcke Lange, ende leer naerftelyck af» beydende om d'voorfz. beroerten te befiechten, met gevouchlycke middelen, daar toe voorgeflagen, doch nyet eenpaerlyck aengcnomen, evntelyck voor belt, en dienftelycxte jngeüen hadden, tot verhoedinge van meerder fwaricheyden, volgens haere fpecialeCom. miffie, van ons daer thoe ontfangen, DeBurgemrn, Schepenen, Vroetfchappen, ende Treforier te ontllaen van haerluyder dienil, ende eede, daer mede ly refpecliuelyck waeren verplicht, fulcx fy ook gedaen ende jnt werck hadden geftek op ten xxi)tn february Leitleden ende daer nae wederomme geprocedeerc tot Inftellinge van fodanige ordre, daer by de defecten van den voorgaenden Octroye gefuppleert, ende diergelycke fwaricheyden ende jnconvenyenten jn toecommende tyden verhoedet, ende geweert mochten werden, Ende dienvolgende vuyt crachte van haere voorfz. Commilfie, rypelyk gelet hebbende op de privilegiën der voorfz Stede, ende op allet'gene ten meellen dienfte, rufte: ende welltant der seluer,ende der goeder ïngefetenen van dien mochie Ürecken, mitsgaders nae voorgaende goede informatie, op de qualiteyten van de perfonen, by de voorfz. priuilegien gerequireert, Van wegen ende jnden naeme ais bouen , van nyeus gel\e\t, ende gecoren tot Vroetfchappen der voorfz. Stede Alckmaers de naervolgende perfonen, Namentlycken JVlr. Adriaen Anthonisz, Heydrick florisz* Jan Claesz Quinting, Adriaen Heyndricxsz Rabbi, Cornelis fleyndricxsz Boom , Jacob Willemsz Steenhuys, Pieter Jacobsz van Teylingen, jan pieterfz Stoop, Yff Maertensz, Pieter Dircxsz Schouten, Jacob Dierten, Mr.Johan vau Wittende!, Dyckgraue vanGeeltmerambocht,Pieter van Dyck, Pieter Claesz feylmaecker, Adriaen du Gardyn, Jan Willemsz Salines, Adriaen Maertsz Coetenburch , Jan Pauw, Doctor Adam van, Foreest , Mr. Pieter Oloffsz van der oort, Borrith heyndricxsz, Gerardt Allertsz Bel, Dominicus Boot Dyccgraue uan de Zype, Jan Hdriaensz Croon, Jan Jacobsz Graefï, Mr. Floris van Teylingen, ende Jan Philipsfoon, Lallende ende ordonneerende alle d'felue, jn den naame alsbouen, voorts-aan ge* famentlyck, de voorfy. Stede te Regieren „ten meefien dienfte, ende oirbaer der feluer, ende naer jnhouden van de priuilegien van dien voor fo veele die hier mede nyet en werden veiandert, Ende hadden voorts tot vorderinge van goede policye derfeluer Stede Ver- M claert*  ( 46 ) claert, ende geordonneert, dat van doen voorts aen jnt voorfz. Collegie van de Vroetfchappen nyet en fouden vercoren worden off plaetfe hebben, eenige perfonen, die mak anderen waeren beftaende jnden derden grade, vau bloede,off fwagerfchap, te reeckenen na de dispoiitie van de befchreuen keyferlycke Kechten, Dat meede voortaen Schepenen, geen plaetfe , ofte ftemme er? fouden hebben jn't voorfz Collegie van de Vroetfchappen , maer alleen fouden gebruyckt werden, om de juiiitie te admimïf reten, mitsgaders keuren ende ordonnantiën te maecken jn policye, fulcx als naer ouder gewoonte,Weluerftaende nochtans dat Burgemrn; , gecoren buvten de $röef* feh;appe, geduyrende haren diende, t'voorfz. Collegie van Vroetfchap, op alle Vergaderingen ende beraetflagingen fouden aiüiteren,ende hebben haere behoorlycke plaetfe ende ftemme, nyettegenftaeude fy yemandr int Collegae Êvan Vroetfchap jnde voorfz. verboden graden van bloede, ofce fwagerfchap fouden mogen beftaen, Ende daer naeby den CommifTariftèn voornt:, t' voorfz. Collegie van Vroetfchap geiatt zynde, te procederen tot nominatie van perfonen, daer vuyt fouden mogen geëligeert worden, Burgemeefleren, Schepenen, ende Treforier, hadden de voorn: heeren Coromilfariffen vuyt crachte van hare vorige Commifiie, op defelue nominatie voor den lopen: Jare XVjcThien, gecoren tot Burgemee/ferefj Jacob U ülemsz Steenhuis, Adriaen Maertsz Coetenburbh, Adriaen Hendricxsz Rabbi, ende Pierer Jacobsz van Teylingen, Tot Schepenen Pieter Jacobsz van Dyck, Jan Pauw, Jacob Claesz Seylmaecker, Gerrif Jans van der Nyenburch, Jan Meynertsz, Mr Jacob van Teylingen, ende Dirck Beugel, ende tot Treforier Willem Cornelisz Druyff, Ende Leftelycken geordonneert, dat voortaan, int nomineren van perfonen tot bedieninge der voorfz. Ampten, elcke Vroedfchap gehouden foude weefen, jn fyn billet te ftellen, ende op hunne eedt jn te brengen, drye perfonen tot Vroetfchap, Acht tot Burge/mrn: Veerthien tot Schepenen, ende twee tot Treforier, fynde van de rechtvaerdichfte, verftandichfte, vreedtfatnichfte, ende Rykckfte Poorteren der voorfz. Stede, Lieffhebbers vant Vaderlant, ende vande Waere Chnftelycke gereformeerdeReligie, fonder jnde nominatie derléluer eenich onbehoorlyck beleyr te mogen gebruycken, omme daer vuyt de elecliegedaen te werden, als naer behooren, Ende wandt fy Supplianten gan-  ( 411 ganfchelycken Vertrouden, dat byde Vöorfi. electie van de refpecdiue Magiftraten, ende verdere ordre byde voorn, Commiilardien geilek, endehier vooren gementioneerr, de voorfz Stede met goede ruik, vrede ,ende enicheyt, geregeert, ende alle diergelycke disfentien, misuerltanden ende oneenicheyden jn loecommende tyden verhoedet fouden connen worden Waren iy lupp!ian:en hen tot ons keeTende, oitmoedelvcken Verfouckende, dat onfe goede gelieite fy, Alle t'gene voorfz. js, ende ten eynde 'tielue onverhreeckelyck voor allen tyden mochte werden geobierueert, te approberen ende te aggreéren, mitsgaders hen fupplianten te Confenteren ende t'Oftroyeren, Om jn plaetfe eens Vroetichaps (by deliëlffs overlyden, vertreck, ofte anderlinrs gecomen fynde te vaceren) een ander gequaJin'ceert als vooren, by meerderheyt van Hemmen der Vroetfchappen anfolutelyck te mogen verkiefen, ende hen Supplianten van alle t' felue te verkenen, ende te doen depeicheren behoorlycke brieuen van Oétroye, ende Privilegie jnde befte forme, SOE j S T, dat wy de faecke ende t'verfouck voorfz. ouergemerckt, ende vooral ter harten hebbende, dat de voorfz Stede van Alckmaer, de, Regierders, Magiftraten, ende alle andere Burgeren, ende Inwoonderen van dien,Voonsaen mogen Leuen jn eenicheyt, rufte, ende goede eorespondentie, hebben vuyt onfer rechter weetenfchap, \olcommen macht, ende auéïhoriteyt , geaggreëert, geappro'eert, ende geconfirmeert Aggreéren, Approberen, ende confirmeren by defen Alle t'gene wes byde voorn. Heeren Commiilariilen jn onfen naeme gedaen, geordonneert, ende geflatueert is, iulcx ende jn al der formen ende manieren, als t'felue hier vooren js verhaek , hnde dienvolgende oock goordonneert ^ ende ordonneren by defen, üat voortfaen ter gevvoonlycker tyt vande Verkiellnge vande nyenwe Burgemeefleren, Schepenen, ende Treforier, by elcke Vroetfchappe jn een billet fullen worden geftek, ende op hunnen eed jngebracht, Acht perfonen tot Burgemeefleren, Veerthicn perfonen tot Schepenen, ende twee tot Treforier, die fy jn goeder confcientie fullen achten te weefen, vande rechtvaerdjchiie,veritandichtite, vreedfamichfte, ende Rycxie Poorteren der voorfz Stede van Alckmaer, Liefthebbers vant Vaderland, ende van de WaereChriftelycke gereformeerde Religie, fonder jn de nominatie vande felue eenich onbehoorlyck beleyt te M x ïrch  ( 4* ) mogen gebruycken, Om daer vuyt de meeffc beüempde jn Dubbelt getal ge t rocken, ende aen ons, ofte den Heere Stadthouder van Hoilandt en Weftvrieslandt jnder tyt beiloten ouergefonden, ende byden feluen, de verkieiïnge van Vyer tot Burgemeefleren ,'Zeuenrot Schepenen, en eenen tot Treforier vuy te felue genomineerden gedaen te worden , Dat mede Burgemeeileren gecoren buyten die Vroedfchappe geduyren: haren dienfte, op alle Vergaderingen, ende beraetflagingen t' Collegie vande Vroetfchappe fullen affifteren, nyet jegenftaende d'felue yemandt vant Collegie van de Vroetfchap Jnden derden grade, ofte naerder van bloede ofte fwagerfchap (te reeckenen naer de dispoiitie vande keyferlycke befchreuen Rechten) fouden mogen beftaen, fonder dat nochtans anderen jn allulcken graden van bloede off fwagerfchap malcanderen beftaende, tot Vroetfchappen fullen mogen vercoren worden , ofte jnden Collegie van Vroetfchappen piaetie hebben, Gelyck mede jnt felue Collegie van Vroetfchappen geen plaetfe nochte ftemme hebben en fullen, d« Schepenen jnder tyd, die geen Vroetfchappen en zullen wefen, Confenterende, Accorderende, ende Oclroyerende voorts, den voorfz. Supphn. by defen, dat by t'ouerlyden, vertrecke, ofte anderfmts van eenen vande voorn. Vroetfchappen, der feluer plaetfe commende te vaceren, byde andere gebleuene Vroetfchappen, fal geprocedeerr worden by meer der heil van Hemmen tot verkie/inge van een gecjualificcert parlöon als hier vooren verhaelt is, daer mede die vacante plaetfe fal worden becleet, fonder dat van noode fy van Ons, Ofte te onfen Stadthouder daer van confirmatie te Verfoucken, Ende ten eynde de fupplianten deie onfe approbatie ende confirmatie, mitsgaders Coniente, Accorde, ende Oétroye, mogen genyeten als naer behooren, Lasten, ende oidonneren Wy onfen Lieuen, ende getrouwen, de Luvden van onfe Reeckeninge jn hoilandt, defe te vifiteren, jnterineren , ende Regiflreren naer behoren, Ende t'felue gedaen fynde, Dat fy luyden, ende allen anderen Onfe Officieren, Jufticieren ende onderdanen den fupplianten vanden geheelen jnhouden vandien Laeten, gebruycken , ende uferen naer behoren, fonder den fupplianten te doen, ofte Laeten gefchieden eenich hinder , beleth, ofte moyeniffe ter contrarie , Gegeuen Jnden hage onder onfengrootenZe' gele hier aen gehangen op ten vyfthienden maert  ( 49 ) Paert Jnt jaer ons heeren Düyfent 2efs hon dert ende Thien. Was geparapheerr, §F. f«v OldenbafneveH , Vt. Onder Hond, Ter ordonnantie van den Staten. Was gerekend, . Diiyckj i6ï8'. |"}E Ridderfchap, Eedelen ende Steden vari Hoilandt, ende Weftyrieslandt, Reprefenterende den Staten vanden felue Lande, DOEN TE WETEN, Allen Jegenwoördigen ende toecommenden, Dien defen aengaen fal, mogen, hoe dat Burgemeefleren endè Vroetfchappen der Stede Alcmaer voor haer feluen ende uyt den name van de gemene burgeryë der feluer Stede, Ons Verthoónt hadden, hoë waer was, dat de voorfs Stede van oudts, ende van tyt tot tyt voorfien ware geweest * met verfcheyden Oclroyen, beroerende t'getal vande Vroetfcappen derféluer Stede , als beftaen .hebbende jn een ende dertich perfonen fomtyts ook jn meerder, maer meelt jht getal van minder perfoonen, jn fulcker voegen, dat jnden Jare XVc. Dertich by wylen keyïer kaerie de Vyffde ais Graue van hoilandt, ho: me: de voorfs Stede geoctroyeert. was geweeft, re mogen hebben, een Vroetfchap van Vierentwintich perfoonenï by welck getal der Remonltranten voorfaten nae de conftitutie vande Stad ende heure gemeente, hen wel gevonden hebbende, wéren geweeft gedient, daer jnne oock hadden gecontinueert den tyt van Tachtich jaren, als tot den Jarë XVJC. Thien toe incluys, als wanheer eenige pnlult jnde Stadt van Alckmaer, fo tufleheri de Regierders4 als de gemeente weefende gereten , Ons gelieft hadde by zeker Octroy vari den XV *n. marty jnden feluen jare, t' voorfs getal te brengen óp zeuenentwintich perfoonen, welcke vermeerderinge ende de veranderinge daer neftens gedaen, dè befte rulle jnde voorfs Stede nvet en hadde veroorfaeckt, Ware daer nae jnden voorleden Jare XVJC Achtien, by fyne Princelicke Excis, den heere Prince van Orangen & Stadthouder ende Cappiteyn Generael, ten dienfte van t'gemene Landt, ende tot meerder rufte vande Stadt Alckmaer, goet gevonden t'getal vande voorfs Vroetfchappen wederomme te reduceren tot Vier ende twintich perfoonen, welck LoffeHck befoingne van fyne. voorn, Pt'. E)ci% zy N Re¬ ik Oftrcy yan H> Ed. 6K Mog. van den \% Decemb. 1619,  ( *o ) Rensonftranten oordeelende te wefen vorderlyck ende dienftich voor de rufte, ende welflant vande voorfs Steede, hadden fy fuppltn. nodich geacht hen daeromme aen ons te addrefïèren, ende vande felue te verloucken, als fy verfochten mits defen, confirmatie ende aggreatie vande voorfs Electie, by zyne Princelicke Exdt. gedaen, voor fo veel de ve; minderinge aengaet, ende dat ons daer beneffens geliefide, hen Remonftrantcn te vergunnen Acle van Oclroy, om voortaen de voorfs Vroetfchappe op t felue getal te mogen houden, Ende naerdienbyt'voorfs Laefte Oclroy vanden jare XVJC thien, oock jngevoert ware, Dat jnde nominatie vande Magillraten by elcke Vroetfchap geftelt, ofte genomineert moefle worden, een dubbel getal van perioonen, daer uyt geformeert werde, dat getal om by zyne Pi*. Exclt. enckeJ getal van fiurgemm:, Schepenen ende Treforier gecoren ie worden, ende dac fy Remonüranten jn deefe gelegentheyt van tyde, een groot ongerief! voorfien, als oock volcömmentlyk ftrydich Jegens d'Octroyen ende oude gebruycken voorden voo'fs Jare XVJe thien geobiërueert, Verfochten fy Remonitranten meede, Dat Ons mochte belieue, te verclaren, Dat voortaen ende gelyck van oudts de voorfs nominatie fouden moeten gefchieden by enckel getal, te weeten dat elck Vroetfchap foude nomineren Vier tëurgemrn;, Seuen Schepsnen, ende een Treforier, om daer uyt het dubbel getal te formeren,Ende voorts aen fyne Prc. Exde. overgefonden te worden, tot Electie van Vier Buvgemrn:, Zeuen Schepenen ende Een Treforier, gelyck van oudts ahyts gefchied ware, SO JST, Dat wy de faecke, ende Verfouckc voorfs ouergeme'rckr, ende genegen fynde, de rulle vande Stede van Alckmaer, by alle gevouchlicke weegen, te vorderen, en: te Hellen jnde befte fiate, uyt onfe volcommen wetenfehap, Oppere ende Souveraine macht, Eerlt voor fo veel t'noot fy» geaggreert, ende geconfirmeert hebben, De Electie by fyne Pie. txci'. Inden voorgaenden Jare voor fo veele de verminderirige van: Vroetfchappe ten getale vin Vierentwintieh perfoonen toe aengaet, Ende hebben de Verthoonders voorts vergunt, geconfenteerr, geocfroyeerr, ende gepriviligeert, Gunnen, Confenteren, Octroyeren, ende Priviligeren by defen, Om voonfaen de Vroetfchappen vanden Stede Alckmaer, ten getale van \ ier entwintich perfonen, te mogen houden, Ge- lyc-  (51) lycken d'felue mede geoclroyeart, ende gepriviligeert worden, Om voortsaen, gelyck van Oudts doende Denominatie tot de aencornmende Regierders elcken vanden Vroetfchappe fal moeten nomineren knekel getal van perfonen, Te weten Vier tot Burgemrn:, Zeuen tot Schepenen, Ënde tienen tot Tréforier, ten eynde daer uyt het dubbel getal geformeert, ende zyne Princel. Excie. Off andere Stadihouderen Jnder tyt, Off by derfeluer Abfentie, den PrelideUt ende Raden In den houe Provinciael van hollant ouergefonden te worden, om daer uyt Vier perfoonen tot Burgemrn:, Zeuen tot Schepenen, ende eenen tot Treforier te worden geeligeert, Ende ten eynde Dat de Verthponders, Defen Onfen Contente, Oclroye, en Privilegie mogen genyeten ende gebruycken als naer behooren, Lallen Wy ende Ordonneren Dat t'fehie Inde Greffie vande voorfs Houe, ende by die vande Camere Onfer Reeckeninge, fal worden gedaen Registreren buyten costen vande Verthoonders, T' welcke gedaen weelende, bevelen wy den voorn. Prefident, ende Raden jnden houe van hollant, ende allen anderen Onfe Jufticieren, Officieren, ende onderfaten, dien deefen aengaen, ofte commen te geraecken fal mogen, Datfe den Verthoonders van defen ende allen Inhouden van dien doeu laten ende gedogen rulteJyck, vre* delick ende volcomenrlyck genyeten ende gebruycken , Cesferende alle beleth, ende wederleggen ter contrarie, Gegeuen Inden hage onder onfen groten Zegele hier aengehangen op ten XIJen Decembris jnt Jaer naer de geboorte Ons Liefs heeren eensgen heylants en* de Salichmaeckers Duyfent Zes hondert ende Negenthien. (was geparapheerd) J. van fVafenaer. vt. (op de plicque Hond) TER ORDONNANTIE VAN STATEN, (was geteekend) A. 'Dmck 1619, . . . . ■ • — De Ridderfchap Edelen ende Steden van Hoilandt ende Weltvriesland, Reprefenterende deStaten vaudenfeluen Lande,DOEN TE VV'EËTEN Alfoo ons verthoont is by Burgemrn: ende Vroetfchappen der Stadt Alckmaer voor haer feluen, ende uyten name van de gemeene Burgerie derfeluer Stede dat in voorleden tyde ouermits menigen trouwen N % dien- G. O&roy van H. Ed. Gr. Mog. Tan den 9 Do cemb.  ( F* ) dienfte den Graven ende Gravinnen d'efer Landen gedaen. Zy den voorf. Stede met verfcheyde loffelycke privilegiën hadden begifticht, onder anderen jnden Jare Veerthien honden zes en: twintieh op ten XJen Aprilis Vrouwe Jacoba van Beyeryen als Gravinne van hoilandt haer oclroyerende felff Burgemrn: ende Schepenen te kiefen ende te ietten, Item hertoge Philips van Bourgonjjen alsGraue van hollant inden Jare Veerthien hondert vyftich den XXVJ". Marty confirmerende voorige privelegien, roerende het kiefen van de Burgemrn: ende Gerechte; ende den Vroetfchappe der voorf. Stede,Aucthoriferende orn van tyde tot tyde in plaetfe van den aflyvigen te kiefen fetten ende ordineren andere perfoonen tot Vroetfchappen fulck ende in alfulcken getale als dienende ende oirbaer wefen foude, Blyckende by de befegelde brieuen van Octroye daer van zynde, ende ofts copielyck geexhibeertj Edoch alfoo het fömwylen door Godes gehengeniflè gebeurde dat de wettige Graven ofte Gravinnen van hollant geweldelyck wierden verdruckt, Ende by gevolge oock die Steden dewelcke henluyden ten uyterften toe getrouw waren gebleven, Soo was mede de Stadt Alckmaer te dier öorfaecke fomwylen berooft geworden van hare vryheden ende privilegiën, de welck naderhant wel eenigermaten waren herftelt, maer nochtans foo dat int fluck vant kiefen van de Magiftraet noch yetwes vande oude vryheyt, voorrecht ende privelegie werde gedefidereert, Als wefende wel de Electie van, de Vroetfchappe der voorf. Stede abfolutelyck by privilegie van ons in date den XVen Marty XVJC. thien aen d'felue Vroetfchappe weder gedefereert Edoch het kiefen van Burgemrn: Schepenen ende Treforier tot noch toe gebleven aen onfen Stadthouder, vuyt de nominatie van een dubbelt getal by d'voorf; Vroetfchappe Jaerlycx gedaen, ende den heere Stadthouder overgelevert, Ende aengemerekt de Landen van hollant ende Weftvrieslant tegenwoordich door Godes genadigen Zegen totte Vreede ende tot een vreedfaem gebruyek vande vryheyt waren gecomen, daer toe dc Stadt Alkmaar jnden Jaere XVc. dryentfevenlich de fundamenten hadde helpen leggen, goet noch bloed fparende om te ftutten de victorieufe ende geweldige wapenen vanden Coninck van Spangien, Gelyk zy door Godes hulpe foo vromelyck hadde gedaen, Soo vertrouwen d' voorn. Verthoonders dat wy nyet  nyet vreerapt fouden vinden, dat de Stadt ende goede Burgerde van Alckmaer weder töc haer oude Vry ende gerechtichedeh werderi gepnvilegeert ende geöcfroyeert, Verfouckende derhaluen de Verthoondcrs feer revèrentelyck, dat het onfe goede gëlieftë mochre fyn, henlieden, mitsgaders de gemeene Burger ie der Stadt Alckmaar te gunnen coniënteren ende octroyeren, dat van nu voortaen de Vroetfchappe der feluer Stede (als hebbende de belle kennifïe van hare jngelëtenen bcquaemheyO abfolutel. fouden eligeren ende fetten de Burgemrn, Schepenen ende Treforier der voorf, Stede, Ende dat tot dien eynde de Vroetfchappen Jaerlycx daechs voor Carstydt elcx fouden inbrengen op haren Eedt een billiet inhoudende acht perfoonen tot Vier Burgemrn:, Veerthien perfoonen tot Zeuen Schepenen, ende twee perfoonen tot eenen Treforier * die zy in goede confcientie fouden achten te we.fen van de rechtvaerdichiie, verliandichtile, Vreedfaemfte ende Ryckfte poorteren der voorf. Stede, Liefhebbers van t'Vaderlantj ende vande ware Chriftelycke gereformeerde Religie, Ende dat die geene dewelcke bevonden fouden werden onder d' voorf. acht, veerthien ende twee perfoonen respech've te hebben de meeile ftemmen daar mede fouden wefen refpectivelyk gecoren ende geeligeert tot Burgemrn:, Schepenen $ ende Treforier der Stadt Alckmaer j Ende ten feluen dage in prefentie vande Vroetfchappe aan handen vanden Schout der voorf; < Srede off by abfentie var.den Schout aen handen vanden outften Vroetfchap aidaer prefent, ende ' te dien tyde tot egeene der voorfs. Ampten geeligeert zynde, ïespêéHuelyck fouden doen den gewoonelycken Eedt, ende daer mede dattlyck gehouden werden in haer voorf. refpe&iue ampten te wefen gefet ende beveftichr, Welverftaende dat geene perfoonen tótte voors" ampten eligibel fouden we» feu, dan die zes Jaren poorteren der voorf Stede Waren geweett Ende dat de perfoonen elck ander in den derden grade van bloede ofte Swage:fchap beftaende te reeckenen me de befcreven Keyferlvcke rechten, te gelyck nyet en fouden mogen wefen Burgemrn: nochte te gelyck Schepenen, volgens de privilegiën der voorf. Stede, dat mede de geene die als Burgemrn: ofte Schepenen twee Jaren achter den anderen fouden hebben gedient (gelyck ordinarie werde geobrerveert ) het volgende jaer tot geen van beyden eligibel O err  én fouden wefen, Eyntclyck dat noch voor rioch omtrent d' voort". Eleéiie egeen onbehoorlyck beleyt totte felue en foude mogen werden gebruyekt, ncmacr daer jnne geobferveert foude moeten werden fodanige ordre ende reglement als by de Vroetfchappe airede was beraempt, ofte als noch beraempt foüde mogen werden, Van alles den Venhoonderen verleenende onfe brieuen van Octroy endè privilegie in befter forme, SOO 1ST dat "vVv de faecke ende t' verfouck voorf. ouergemerekt hebbende, ende de Verthoondcrs om redenen vooren verhaelt, willende gclieuen. vuyt onfe rechte Wetenfchap fouueraine macht ende auéthoriteyt defelue Verthoondcrs vergunt geconfenteert ende geo&royeert hebbnn, Vergunnen confenteren ende Ócïroyeren mits defen, dat van nu voorts aen de Vroetfchappe der voorn: Stede Alcmaer abfolutelyck fal mogen eiigeren* ende Stellende Borgemrn:, Schepenen ende den freforier der feluer Stede, Ende dat de felue V roetfchappe tot dien einde Jaerlycx des daechs voor Carstydt elck fullen jnbre/7gcn op haeren eedt een biiliet, houdende acht perfoonen tot vier Borgemrn:, veerthien perfoonen tot zeven Schepenen, ende twee perfoonen tot eenen Treforier, dewélcke fyluyden in goeder confclentie fullen achten te wefen van de rechtvaerdichtfle, verftandichfte, vreedfaemlte ende Ryckfle poorteren der voorf. Stede, Lieffhebbers van e Vaderlant, ende vande ware gereformeerde Religie, Ende dat die geene de wekke bevonden fullen werden onder de voorC. acht, veerthien, ende twee perfonen refpeétiue te hebben de meefte Hemmen daermede fullen wefen refpe&iuelyck gekooren ende geeligeert tot Burgemrn:, Schepenen, ende Treforier der meergemelte Stede Alckmaer, Ende dat alle defelue in voegen voorf. geeligeerde perfoonen (en feluen dage in prefenüe van de Vroetfchappe, aan handen van den Schouth der voorf. Stede, ofte by abfentie van den Schouth, aen den oudlten Vroetfchap aidaer prefent, ende ren dien tyde tot geene van de voorf. Ampten geeligeert fynde respectiuelyk fullen doen den gewoonelyken eedt, Ende daer mede daedtyck gehouden fullen werden, in haere voorf. refpective Ampten geilek ende bevefticht, Welverftaende dat geene perfoonen tot mcergeroerde refpectiue ampten eügibel fullen werden gehouden, dan de geene die Zes Jaren poorteren der voorf. Stede fullen 2yn geweeft, dat de perfoonen elck anderen in den derden grade vaü bloede ofte Swager- fchap  (V) fehap beffaende te rekenen naerde befereven Keyferlyeke Reehten, te gelyek nyet en lullen mogen wefen Borgemeeiteren, noehte te gelyek Schepenen, volgens de privilegiën der voorf. Stede, dat mede de geene dewelcke als Borgemrn: ofte Sehepenen twee Jaren achter den anderen fullen hebben gedient (gelyek ordinarie werd geobferveert) het volgende Jaer tot geen van beyden fullen mogen werden geeligeert, Sratuerende voorts, dat noeh voor noeh omtrent de voorf. electie geen onbehoorlyek beleyt tot defeive fal mogen werden gebruyekt, nemaer dat daar jnne geobferveert fal moeten werden foodanigen ordre ende reglement, als by meergeroerde Vroetfehappe airede beraempt is ofte als noeh beramept fal mogen werden, Ende ten eynde de Verthoonders defe onfe gunlte, Coniente ende Oéiroye mogen genyeten als naer behoren, Lallen ende ordonneren Wy, allen ende eenen yegelycken defen.eenichfins aengaende hen hier naer te reguleren, ende de Verthoonderts t' effect van defen te laten genyeten, fonder de Verthoonders te doen ofte te laten gefchieden eenich hinder Letfel moeyenisfe ofte empefchement ter contrarien, Gegeven inden hage onder onfen grooten fegelë hier aen doen hangen op ten negenden Decembris jnt Jaer Ons heeren eenigen heylants ende SaVichmaeckers, Duyfent Zes honden ende Vyftich. (onder üond) J. Cats. vt. ihagerilond) TER ORDONNANTIE VANDEN STATEN. . ( wasgeteekend) Herbt. van Beaumont. i6$o, |\E Staten van Hoilandt ende Weltvries**-^ landt, Doen te weten, Alfoo. Ons vertoont is by Burgermeeüeren ende Vroedfchappen, der Stad Alckmaar voor haer felven ende van wegen haar gemene burgerye, hoe dat yder Vroedfchap opden XXIliJc. December wefende daachs voorde kersmiffe totte aanflellinge ende electie van de nieuwe weth der voorf. Stadt voort' jaar daar aenvolgende op zynen gedanen eedt, hadde in te brengen deszelfs nominatie van een dubbelt getall namentl: acht tot Burgermecsteren. veertien tot Schepenen ende twee tot Thefaurier, in conformité vant dispofitif vant privilegie ende Octroy, haar by Ons verleent op den IX'B Decemb: XV1C Vyftich, Ende naedemaal de "Verthoorlders by experientiè dickwTels hadden O 2? be- H. Óctroijf van H. Ed. Gr. . Mog. va» den iS Dec.1669- ,  ( SS ) bevonden, dat Onder de genorhineefden waren gebracht ende geilek foodanige perfconen, die inder daat niet gemeent wierden, ende ook niet waren becleet met te qualitëyten, daar toe volgens de privilegiën gerequireert, t' welck metten voorf. Eedt, a!s mede mette beste fatfoen, ende de meefte eer, ende reputatie niet over een was comende, ende voor een teer gemoet oock niet wel was aan te fien, ende te pafleren flonde, behalven dat daarmede van gelycken conden werden begaan, foodanige mislagen die byde Stadt ende Staat ondienftich fouden mogen fyn, om alle welcke met feekerheyt voor te comen* foo waren fy Verthoonders te raden geworden haer weder te addresferen aan Ons, ende te requireren, gelyck fy dan gediende!, mits defen waien verfoeckende, dat het Onfe goede gekefte fyn mochte, haar te octroyeren ende te confentercn, dat van nu voortaen de Vroedfchap der voorf. Stadt, ten gefeyden dage, ende ten fine als vooren fouden hebben in te brengen nominatie van een enkelt getall, in plaatfe van dubbelt, te weten, vier Burgermeesteren, leven Schepenen, ende een Thefaurier, ende t' oftroy vanden jare XVJC. Vyftich tot foo verre toe te altereren, blyvende t' felve in refpecte van de andere poinéien in fyn geheel ende volcomen effecten fonder daar in eenige veranderinge te maacken. SOO IST, Dat Wy de faacke ende t verfoek voorf. overgemerckt hebbende ende de Verthoonders willende gelieven, uyt Onfe rechte wetenfchcp fouveraine macht ende authorteyt, altererende het Octroy aende Verthoonders by Ons gegeven opden IX** Decemb1. XV]C. Vyftich, de Verthoonders geauthorifeert ende geoctroyeert hebben, octroyeren ende authoriferen defeive mits defen, Ten eynde van nu voortaan des daaghs voor Carsmifle alle ende een yegel: vande Vroedfchappen der Stadt Alckmaar fullen hebben in te brengen in plaatfe van dubbelt een enckelt getall, te weten tot Burgermee/leren vier perfoonen, rot Schepenen feven perfoonen, eude tot Thefaurier een perfoon fonder meer, houdende her voorf. Oétroy in alle des felfs andere poinéien in fyn geheel ende fonder veranderinge. Ende lallende allen ende een ycgelycken dien het aangaan magh, haar daar naar te reguleren. Gedaan inden Hage onder Onfen grooten Zegele hier aan doen hangen den XVIIj** Deeembr. in't Jaar Ons Hee-  ( 57 ) Heeren en Saüghmaaekers, duyfetot fes hörv dert negen ende t iëstecli. (onder fïond) "ioBdu de ÏVÏtt. vt. x6 TER ORDON■ NANTIE VAN DE STATEN. faerVt. van Beanmont. 1669. Ï"\E Staten van Holland ende Westvrieslanct, \J doen te vveetcn: Alzoo ons vertoond is by Burgemeesteren & Regeerders,midtgaders de Vroedfchappen der Stad Alckmaar, voor haar zeiven, & als repraefenterende degeheele Burgerye: hoe dat. gem4e. Stad, by Privilegie van Hertog Aalbregt, inden jare 1367, was beguniligt geworden, dat aldaar niemant in den Gere'gte mogte werden geilek, als die Drie Jaaren Poorter was gèweett: & dat die tyd,by nadere Privilegie van gemelte Hertog in den jaare na.oi was verlengt tot op fes jaren; dat wyders, by Onfe Öclroyen van den ifden Maart 1610, & oden Decembr. 1650, 'het Privilegie van i4oi wasgeconfirmeertmet alleen5 maar ook vast gettelt, dat in de Vroedfchap niet zouden mogen werden gekoofen perfoonen, die malkanderen beftonden in den Derden graade van bloede of Swagerfchap , na de beichveve Regten Dat fy véitoonderS hare gedagten hadden laaten gaan, of de tydi om Poorter te worden, niet te lang was genoomen, & behoorde verkort te worden & of ook in de naamaagfchap, omme in de Vroedfchap te komen, egeene veranderinge foude konnen vallen: hadden fy vertoonders, naa Type deliberatie & overlegginge van het gunt tot meeste wellland van hare Stad zoude konnen dienen met eenparige flemmen, goedgevonden, veritaan & gerefolveert; Als,Ëeritelyk, dat tot de verkiefing in den Geregte & Vroedfchap van de Stad gequalifkeert touden zyn al zulke perfoonen, die Drie jaren van te vooren aldaar Poorters & inwopnders zouden zyn geweest. Ten Tweeden, dat eenbuyten perfoon, die aan een Burgers dogter trouwt , aanllonts, ten fine als hiér vooren,verkiesbaar zoude zyn ,fchOon hy, van te vooren,geen Poop. ter was geweett; Ende,ten Derden, dat ook te gelyk ende te zamen in de Vroedfchap zouden mogen werden geadmitteert Vaders met Öchoonfoonehj item Oomen met haare Neeven ende Swagers met malkanderen: midts, dat alle de perfoonen in de voorn* Drie Articulen gemeld, zouden moeten zyn gebooten in 0 p tioU l Oflroy van H. Ed. Gr. Mog. van den 26 Mat 1724*  K t. Commisfie van Prins Maurits, als GouverneurÈnz. vin Holland, Zeeland en Westvriesland i van den 1 Ntv. IS85. Refolui v. Holl. ii. d. 1 Nov. 158S. Gr. P/. b. 3 Dec. BW?, lós. ( 5» ) Hollancl of Westvriesland: blyvende de voorgemelde Privilegiën, & Onfe Oclroyen , buyten deze verandering, in haar geheel, omme èxacrelyk agtervolgt & naagekomen te werden; ZOO keerden fy Vertoonders haar tot Ons, ooimoedelyk verzoekende, het zelve by Ons mogte werden bevestigt &gcconhrmeert, & .daar van verleent behoorhke Brieven van Octroy & Privilegie in forma: ZOO IS'T, dat Wy de zaake & het verzoek voorfc overgemerkc hebbende & genegen wefende de Vertoonders daar in te believen, aan dezelve haar voorf. gedaan verzoek hebben geaccordeert, gelyk Wy het accorderen by dezen: bevestigende & confirmerende midts dien de Drie Articulen, hier boven gemeld j ten welken eynde Wy aan de Vertooders hebben verleent deze Onfe Brieven van Oclroy: Lattende alle & een yegelyk, die deze zoude mogen aangaan, dat fy de Vertoonders het effect van dien rusreJyk & vredelyk laaten genieten. Gegeven in den Hage, onder Onfen grooten Segele, hier aangehangen , den fes & twingften Mey, in 't jaar Onfes Heeren ende Saligmakers Duyzent Sevenhondert Agt & twintig. Onder Hond, J. G. v. Boetzelaer 3 v\. Laager ilond, Ter ordonnantie van de Staten. Was gereekenr, IViüem Buys. DE Staten van Hoilandt ende Zeelandt.'Dctfi te weten: Dat, aenmerckende de goede, getrouwe, notabele, ende aengenamedienllen, die uyt Sonderlinge affectie, by Hooghl. memor., den Doorluchcigen, Hoogh-boren Fürst Wilhelm, Prince van Orange, GravevanNasfau, &c. als Stadhouder, Gouverneur ende Capireyn Generael, den voorfz Lande in veele ende meenighvuldige fware laften ende periculen tot Godes eere, bevrydinge ende wel varen der felven Landen zyn bewefen: Ende daeromme de Staten voornoemt vastelyck vertrouwende, dat by den Hoogh ende Welgebooren Heere Grave Mauritz van Nasfau, Catzenelleboge, Diest, Vianden, Marquis van der Veere ende 'Vlisfingen, &c. (volgen de exempelen ende vóetftappen van fynen Heet Vader voornoemt) den voorfz Lande uyt ghelyckë affectie» ende mede tot voor- ftandc  ( 59 ) i ft Handt van de Ware Christelycke Religie,tnsgclycks goede dienfteu, lullen mogen bëweew iën werden; hebben met goede kennifle. van faecken ende deliberatie van rade, den voornoemden Grave Mauritz van Nasfau, in de plaetfe van fynen Heer Vader den Prince van Orange voornoemt, onthouden,gecommiiteert, geiteldt ende geordonneert, onthouden, committeeren, Hellen, ende ordonneren by defen jegenwoordigen, als Gouverneur, Capiteyh Generael, ende Admirael van den voornoemden Graeffchappe van Hoilandt , Zeelandt, ende West-Vrieslandt, Voorne ende den Brielle , wefende gelegen ende behorende aan den voornoemden Graeffchappe van Hoilandt en Zeelandt; gevende den voornoemden Grave Mauritz van Nasfaü volkomen macht, authoriteyt, ende fpeciael bevel, den voornoemden Staet als Gouverneur, Capiteyn Generael ende Admirael, voortaen te houden, te exerceren, ende te bedienen, daer inne voort te Haen, te vorderen, ende te bewaren deOverigheydt, Gerechtigheden, Privilegiën , ende het welvaren van den voornoemde Lande, ende Ingelëtenen van dien, midtsgadere het gebrüyck van de vooriz Christelyke Religie,' defeive te Conferveren ende te befchermen van allen overlast, ende foulen, diïordre, oneenigheydt, afbreuck en fchade; voorts inden voornoemden Lande te doen gebruycken ende adminiftreren Recht ende Jailitie, deptovüieh van JuHitie behoorlyck te doen verleenen allen den genen die fulcks verfoecken lullen, ende defeive te doen executeren, alles aengaende de faecken van Juftitie, met advisvan den Prselident, endë Raden in Hoilandt, Zeelandt, ende Westvrieslandr voornoemt; ende aengaende de faecken van den Oórlogh ende Politie van den voornoemdeu Lande, met advis ende teti ovefftaen vande Edelen , ende Raden uyt den Voornoemden L*nde van Hoilandt, Zeelandt, ende Westvneslandt by fynder Excellencie te voegen, de Burgemeesteren, Scheepenen, ende Wetten te veranderen naer behoren, ende daer het zelve van noode weefen fal, te doen houden goede opficht, ordre, ende Wachten inde Stee» den en Sterckten aidaer, ook te Watër ende te Lande, ende voorts in het generael ende particulier alles te doen, dat een goede ende getrouwe Gouverneur, Capiteyn Generael , ende Admiraal voornoemt, vermach ende behoort te doen, volgende de Inftrudiediehèrri vorder fal gegeven werden1 Waar op den p £ voor-  Cmmijfié Van Print Fredrik Hendrik, alsGouervernturtnz. van Heiland, Zeeland trt Wefflvries-»land; va» den 24 May i6z5. Gr. Plaeaat B. 3 D. BladZt J06. ï 60 ) Voornoemden Heere Grave Mauritz van Nasfau, gehouden werdt te doen den behoorlyc-ken Ledt aanhanden van den Staten van Hol» landt ende Zeelandt voornoemt; lasten ende bevelen daerorome den Praiïdent ende die van den Rade voornoemt, die van de Kamer vau Reeckeninge, ende alle anderen juiticieren, ende Officieren der Voornoemden Lande van Hoilandt, Zeelandt ende VVesrvrit slandt , Briefte ende Voorne, dat fyden voornoemden Heere Grave Mauritz van Nasfau houden , ende Re'pecteren als Gouverneur, Capitcyn Generael, ende Admirael voornoemt, denfelven bewyfen alle eere ende reverentie, endè in alle het gundt het belydt, ende gebrüyck van den voornoemden Staet aengaen magh » ende het gundt daer aen kleeft hem te obediè'ren ; ende te doen alle addres en asfiiten- ^Gegeven in den Hage, ónder de Zegelen van de Staten van HoJlandt ende Zeelandt voornoemr hier op gedruckt, ende van harent wegen onderteyckent, ende bevestigt den eerften November Anno Vyfthien honden Vyf en tachtigh. , DL Staten van Hoilandt ende Welt Vriesland; Doen te Weeten; dat, aenmerckende de goede, getrouwe, notable en aengename dientten, die uyt fondërlinge aftetfie, by HooglofTelycker Memorien, den DoorJuchtigen Hoogh-geboren Furft en Heere, Heere Wilhelm, Prince Van Orange, Grave van Nasfau, &c, mitsgaders van roede den Doorluchtigen en Hooggeboren Furft en Heere, Heere Maurits, insghelycks Prince van Orange, &c. als fucceflivelyck Stadthouders, Gouverneurs ende Capiteyn Generaals der voorfz Landen j veele Jaren langh in meenighvuldige fware latten en periculeh tot Gods eere, ende bevrydingê en Welvaren der felver Landen zyn beweelën; en daarom de Staaten voornoemt vaftelyck betrouwende, dat by den Doorluchtigen en Hoogh-geboren Furlt ende Heere, Heere Fredrick Hendrick Prince van Orange, Grave Van Nasfau, Catzenelleboge, Dieft, Vyanen, Bueren, Meurs, &c. Marquis van derVeereenVliflingen, &c. (volgende d'exempelen van de voetftappen van Syne Heeren Vader en Broeder voornoemt) de voorfz Landen uyt gelycke affectie, ende mede tot voorftant van de ware Chriftelycke Religie, foo die tegenwoordigh by publycke authoriteyt in de voorfz Landen ge-ëxcrceert weft, ins-  ihsgdycks goede dienftett fullen mogen b& wefen worden; hebben met goede kenhiffe van faecken, en deliberatie van rade , den, hoogh-gemelten Heere Prince Fredrick Hendnck, in plaetfe van fyn Heer Broeder den Prince van Orange, laetft overleden, onthouden, gecommitteerd geftelt, ende geordonneert; onthouden, committeren, ftellen, endè ordonneren by defen, jegenwoordigh, als Gouverneur, Capireyn-Generael ende Admitael vande voorfz Graeffchappen van Hoilandt, Zeelandt en Weft-Vrieslandt, met Voorné ende den Briel; wefende ghelegen, ende behoorende aen de voorfz Graeffchappert van Hoilandt ende Zeelandt. Gevende den hooghgemehen Heere Prince Frederick Hendrick, volkomen macht en authoriteyt, ende fpeciael bevel, den voorfz Staet als Gouverneur, Capiteyn-Generael, en Admirael, voortaen te houden, te exerceren, en te bedienen; daer inne voor te flaen, te vorderen, ende te bewaren de Overigheyr, gerechtigheyt, privilegiën, en 't welvaren van de voorfz Landen, Leden, Steden en Ingezetenen van dien; mitsgaders 't gebrüyck van de voorfz Chriftelycke Religie, de felve te conferveren ende te befchermen van allen overlaft, foulen, dis-ordre* oneenigheyt, afbreuck en fchade. Voorts de felve Landen te doen gebruycken en adminiftreren recht en juftitie; de provifien van Juftitie behoorlyck te doen verkenenj allen den genen die fuicks verfoecken fuJien, ende de felve te doen executeeren; alles aengaende de faecken van Juüiue, met advis van den Praefident ende Raden van Hoilandt, Zeelandt en Weft-Vrieslandt voornoemt: Ende aengaen* de de faecken van Oorloge en Politie van de voorfz Landen, by goedtduncken van de felve Heeren Staten, ofte met advis van derfel* ver Gecommitteerde Raaden: De Burgermeesters, Schepens, en Wetten te veranderen naer behooren, en daer het felve van nooden weefen fal; doen houden goede opficht, ordre* en wachte in Steden en Sterckten aidaer,oock te Water ende te Lande; en voorts in het generael en particulier, alles te doen dat een goeden getrouwen Gouverneur, Capiteyn-Generael en Admirael van de voorfz Landen vermach, en behoort te doen: Waer op den hoogh-gemelten Heere Prince Fredrick Hen drick gehouden was te doen den behoorlycken Eedt, aen handen van de hoogbgemelte Heeren Staaten van Hoilandt, Zeelandt, en Weft-Vrieslandt, ofte der felver Gecommit^ Q teer,,  K. 3- Commiffic van Prins Willemden tweeden, als Gouverneurenz. vin Bolland en Wefivriesland, van êen r 9 December1647- Rejolut. van Holl. v. d. 19 Decembr, 1047- teerden. Latten ende bevelen daeromme den Prudent, ende die van den Rade voorfz, d e van de Kamer van Reeckenmge: Jafccieon OfFirieren der voorfz Landen van 2nnendr 7eèbndt en \Veft-Vries\andt,Briele Prince Fredrick Hendrick, houden ende refoefteren als Gouverneur Capiteyn-Generaal eï Admirael voornoemt; den elven bewyten alle eere en reverentie, ende in alle t gunt t£tT£Ste£'£* loer■ ,11e addres en Séntfe. Gegeven in den Hg&W&g 7eelen van de Staten van Hoilandt cn /..e Tandt voornoemt, en van harent wegen onderteyekent .nheveftight den a4 Mey Kisf^K Staten ^THollandt ende Weft Vries1/ landt. Dm» « ««'«: dal "e"merk"; i„ deToede ende getrouwe, notable, ende tngename dienttenfdie uyt fonderling e a feflfe bv liooghlofïelycker memor.e, den Ooortnchtken entfe Hooghgbeboren Vortt ende ceffivelick Stadthouders, Gouverneurs; ende j 11 f„ne Hooaheyt den Doorluchtigen endeHooghgeboren Vorft ende Heere. Heere Wilhein? f'rince van Orangen, de;veree\den^rs: LanlnT v8a! Vd fwarf Cbrmetcke Religie, ïo°o telg»" "ordig by publique authoritey t loo aie j^b , Lande werdt geexer- m *ÏÏ£3m goede dienften fullen moceert, insgelycks g • bben ^ dc gen beweefen uernen del,iberaue van kenniife van laken, en<^ m" re p.ince WüRade, den hooghgemelten Heere Fnnce vv u helm in de plaatfe van fyn Vader den Vnn* ce van Orang'en laatil overleden, onthouden.  gecommirteert, gefteldt ende geordonneert» onthouden, committeren, Hellen, ende ordonneren mids d:fen, yegenwoordigh als Gouverneur, Capiteyn Generaal, ende Admirael van den voorfchreven Lande van Hoilandt ende Welt-Vrieslandt, met den Briel ende Voorne, wefende ghelegen ende behoorende aen den voorfchreven Lande van Hoilandt: Gevende den horghgemelten Heere Prince Wilhelm volkomen macht, authoriteyt, ende fpeciael bevel, den voorfchreven Staet als Gouverneur, Capiteyn-Generael ende Admirael, voortaen te houden, exerceren ende te bedienen j daer inne voor te ftaen, te vorderen, ende te bewaren de Hoogheydt, Gerechtighevdt, Privilegiën, ende welvaren vart den voorfchreven Lande, Leden, Steden en Inghezetenen, midtsgaders het gebrüyck van de voorfchreve Chriltelycke Religie, defe ve te conferveren, ende te befchermen van allen overlail ende foulen, disordre, oneenigheyt, afbreuck ende fchade: Voorts in de voorr fchreve Landen te doen ghebruycken en adminiürcren Recht ende Juftitie, ende provihe van Tullitie behoorlick te doen verlenen allen den genen die fulcks verföecken fullen, ende de felve te doen executeren alles, aengaende de faken van Juftitie, met advis van denPrsfident ende Raden in Hoilandt ende WeltVrieslant voornoemt; Vovdérs naer ghenomen advis van den ghemelten Hove te verkenen Brieven van Gratie, Remislie, Pardon ende, Abohtien, midts dat de voorfchreven refpective Brieven fullen moeten werden geintenneert, als na behooren; Welverftaende nochtans, dat van gequaliticeerde doodtflagen, ende andere enorme Deliden , gecommnteert met geleyder lage ende opfetten wille, egeen Remiflie of Pardon en lal werden verleent ofte ghegeven; ende aengaende de faecken van Oorloge ende Politie van den voorfchre ven Lande by goedt duncken van de le ve Heeren Staten, of met advys van der lel ver Gecommitteerde Raden, in conformitevt van der felver Initruaie: De Bnrghemeelters, S.hepcnen ende Wetten te veranderen na behooren, achtervolgende de Privilegiën «n de refoective Steden ende Plaetfen; te doert houïen goeden opiicht, ordre ende Wachte in de sleden ende Sterckten aidaer, oock te Water ende te Lande, daar 't felve van node wefen fal, ende voorts in 't generael ende partLher, alles te doen, dat een goedt ende ghetrouw Gouverncurl Capucyn Generael en  K. 4. CommiJJie van Print Willem den derden , als Gouverneur enz. van Hblland en Wefivriesland, van den 4 July 1ö71. IRefelut. van Holl. van den 9 July)i6i2. Gr. PI. b. 3 D. tladz. $6. ( 64 ) de Admirael van den voorfchreven Lande vermach ende behoord te doen: Waer op den hooghgemelten Heere Prince Wilhem gehouden werdt te doen den behoorlyckeft Eedt aan handen van de hoog gemelte Heeren Staten van Hoilandt ende Weft VriesJandt; Lallen ende bevelen daeromme den Praefident, ende die van den Rade voori'chreve, ende die van de Kamere van Reeckeninge, en allen anderen Jullicieren der voorfchreve Landen van Hoilandt ende WeftVricslandt, Briel ende Voorne; dat fy den welghemelten Heere, Prince Wilhem houden ende refpecferen, als Gouverneur Capiteyn Generaal ende Admiaal voornoemt, den felven bewyfen alle eere ende reverentie, ende alle 't gundt het beleydt ende gebrüyck van den voorfchreven Staet aengaen mach, ende 't gundt daer aen kleeft, hem te obedieren, ende te doen alle addres ende asfiftentie. Gegeven in den Hage onder 't Zegel van de Staten van Hoilandt en Weftvrieslant voornoemt, ende vanharent weghen ondertekent en bevesticht den negentienden December festhien hondert feven en veertigh. DE Staten van Hoilandt en Weftvriesland, 'Doen te weten, dat Wy aenmerekende de goede ende trouwe, notable ende aengename dienften, die uyt fonderlinge affectie , by Hooghloffelycker memorie den Doorluchtigen Hoochgebooren Furft ende Heere willem Prince van Orange, Grave van Naffau, &c. als mede den Doorluchtigen Hoochgebooren Furft ende Heeren maurits, fyne Hoogheyt fredbrick hendrick. ende willem, mede Princen van Orangen, als fuccesfiveïyck Stadhouders, Gouverneurs ende Capitainen Generaels der voorfz Landen, veelc Jaren langh in veele ende menichvuïdige fware lallen, ende periculen tot Godes eere, bevrydinge ende welvaren van den felven Lande zyn bewefen, ende daaromrae Wy vafteJyck betrouwende dat by Syne Hoogheydt den Doorluchtigen Hooghghebooren Furft ende Heere, Heer willem hendrick , Prince van Orange, Grave van Naslauw, Catzenellebogen, Dieft, V'yanden, Meurs,&c. Marejuis vander Veere en Vliftingen, vervolgens de exempelen ende voetftappen van fyn Heeren Vader, Oom, Grootvader, ende Oudt GrootVader voornoemt, den voorfchreeven Onfen Lande uyt ghelycke afteftie, ende mede tot voorftandt van de ware Chriftelycke Religie, foo  ( V> foo die teghenwooidich by Publycque authüriteyt in den voorfcreven Lande geëxerceert werdt, insgelycks goede dienften lullen moghen beweefen werden, hebben met goede kennifle van faecken, ende met deliberatie van raede den hooghgemelten Heere^ Prince van Orange willem hendrick. onthouden, gecommitteert, geiiddt ende geordonneert, onthouden, committeren, liellen ende ordonneren mits defen jegenwoordich als Gouverneur, Capitain Generael ende Admirael van den voorfchreven onfen Lande van Hoilandt ende Weitvrieslandt, met den Brielle ende Voorne, wefende gelegen ende behoorende aen den voorfchreven Onfen Lande van Hoilandt, gevende den hoogh ghemelten Heere Prince willem hendrick volkomen macht, authoriteit ende fpeciael bevel den voorfchreven Sraet als Gouverneur, Capitain Generael ende Admirael voortaen te houden, exerceren ende bedienen, daar inne voor te ftaen, te vorderen ende te bewaren de hoogheydt, gerechtigheydt, Privilegiën ende welvaren van den voorfchreven onfen Lande, Leden, bteden, ende Ingezetenen van dien, mitsgaders 't gebrüyck van de voorfchreve Chriite ycke Religie, de felfde te conferveeren ende te befchermen van alle overlaft ende fouten, disordre, oneenigheyt, afbreuck ^nde ichade.. Voorts in den voorfz Lande te doen gebruycken en adminillreren recht en Juihtie de provifiën van Juftitie behoorlick te doen verkenen allen den genen die fulcx verfoecken lullen en de felve te doen executeren: alles aan'gaende de faken van Jullitie met advis van den Prefident ende Raeden over Onien Lande van Hoilandt en Weitvrieslandt; vorders naer genomen advis van den gemeken Onfen Hove te verkenen Brieven van Gratie, Remisfien, Pardon ende Abolkien, des dat de voorfchreeve refpeaive Brieven fullen moeten werden geinterineert, als naar behooren; Welverflaende nochtans, dat van gequalinceerde Doodtflagen, ende enorme delicten, gecommitteert met geleyder lage ende opletten wille, egeen reroiflie ofte pardon lal werden verleent ofte gegeven. Ende aengaende de faecken van Oorioghe ende Poncic van den voorfchreven onfen Lande , by goedtduncken van Ons, ende met advis van onie Gecommitteerde Raden, in conformiteyt van der felver Initruétie ; de Borgemeelteren,Schepenen ende Weiten te veranderen naer behooren, ende achtervolgende de Privilegiën R van  Vande refpective Steden ende Plaetfeh te dom houden goede opfigt, ordre ende UaOht'e in de Steden en Sierckten al daer, oock te Ware Water en te Lande, daer 'tfelve van noo-' de wefen fal, en voorts in 't generaal ende particulier elles» te doen dat een ghetrouw Gouverneur, Capitain Generaal ende Admi* raai van den voorfchreven Onfen Landf vermach ende behoort ie doen, waer op den hooggemelden Heere Prince van Orange Willem hendrick gehouden werd te doen den behoorlyken Eedt aan Onfen handen. Lallen ende beveelen daer omme denPra?fident ende Raden van den voorfchreven Onfen Hove, die van de Kamere van Reeckeninge over onfe Domainen, ende alle andere Juüicieren ende Officieren van meergemelten onfen Raade van Hoilandt ende Weil-Vriesland, dat fy den hooch- gemelden Heere Prince willem Hendrick houden ende reipecferen als Gouverneur, Capitain Generaal ende Admirael voornoemt, den felven bewyfen alle eere ende reverentie, en alle 't gunt het beleydt ei.de gebrüyck van den voorfz Staetaengaên mach, ende 'tguntljdaer aen kleeft, hem teobédieren, ende te doen alle addres ende adiiilentie. Gegeeven in den Hage onder onfen grooten Zegele hier aen gehangen op den vierden July des jaars onfes Heeren ende Zalichmaccmaekers Jefu Chrilli 1671; K. y. Commisfie van Prins Wilkm den Vierden, als Gouverneur , Capitein Generaal, tn Admiraal van Holland en Weftvriesland, van den 3 Mai j747- Refolut, Van Hill. Van den li Mai 1717, en van den 27 February 176c. N. Nederl. Jaarbeek Maart i?66. DE Staaten van Holland en JVtjl vriesland> doen te weeten, dat Wy uit confideratie van de bekommerlyke conilitutie van tyden, en zaaken.en om, onder Gods zeegen, den Staat deefer Landen des te beeter te redden uit de lorgelyken -en gevaarlyken toeftand, waar in fig bevind, als meede uit aanmerkinge van de goede, getrouwe, notable en aangenaamedienilen. die uit fonderlinge affectie by voorige Heeren Princen van Orange, hoogloftejyker memorie, als fucceflivelyk Stadhouders, Gouverneurs en Capiseinen Generaais en Admiraals der voorfchrceve Landen, veele jaaren lang, in veele en meenigvulge (waare tyden, geleegentheeden en periculen, tot Godes eere, bevrydinge en welvaaren van den felven Lande zyn beweefen, en daaromme vaftelyk betrouwende, dat by fyne Hoogheid denDoorlugtigen Furil en Heere, Heer Wilhelm Carel Hendrik Frifo Prince van Otange en Nasfau, Graave van Catzenellebogen, Vianden, Dietz, &c, &c* &c, in navolginge van de exem-  ('r>7) txcmpelèn en Voet (lappen van Vooriga f lëèrèrc Pnnc ti van Orange, fyne Hoogheids \ oorfaaten, den voorichreeven Onfen Lande uit gelyke affectie , en meede tot voorftand van de waare Chriilelyke Religie, foo die tegenswoordig by publicqueauihoriteit in den voorfchreeve Lande geexerceert werd, insgelyks goede dienften fullen moogen beweefen worden, hebben met goede kcnni/le van faaken \ en met deliberatie van Raade, den hooggemelden Heere Prince van Orange en Naifau, Wilhelm Carel Hendrik Frifob onthouden, coiumitteeren, flellen en ordonneer'en mits deefen jeegenwoordigë a's Gouverneur, Capitein Generaal en Admiraal van den voorfchreeven Onfen Lande van Holland en Weftvriesland met den Briclle en Voorne, weefènde geleegen ën behoorende aart den voorfchreevcn Onfen Lande van Holland; geevendeden hooggemelden Heere Prince Wilhelm Carel Hendrik frrifo volkoomen magt, aüthoriteit en fpeciaal bevel, den voorfz Staat van Gouverneur, Capitein Generaal en Admiraal voortaan te houden, exer'ceeren en bedienen, daar inne voor te itaan, te vorderen en te bewaaren, de Hoogheid, Geregtigheid, Privilegiën en welvaaren van den voorfclueeven Oniën Lande i Leden , Steden en lngefeetenen van dieri, mitsgaders het gebruik van de voorfz Chnïleiyke Religies de felfde re conferveerén en te bei'chermen van allé óverlaft en föuleri, d/sordre, oneenigheidj afbreuk en fchaade: Voorts in den voorfchreeven Lande te doen gebruiken en adminiflreeren regt en juftitie, de provifkn van juftitie behöörlyk te doen verleenen allen den geenen die fulks verfoeken fullen, en defeive te doen executeeren: al es aangaande de faaken van juftitie met advis van den Praefident en Raaden bvef On en Lande van Hollanden Weltvriesland; vorders na genoomen advis van den gemelden Onfen Hove ie verkenen Brieven van gratie, remisfien, pardon en abolitien, des dat de voorfz. refpective Brieven fullen moeten werden geinterineert als na behooren; welverliaandenogtans, dat van gequalihceeide doodllaagen en enorme delicten, gecomnatteert met geleider laage en opletten wille, geen remiftie of pardon fal werden verleent of gegeeveni En aangaande de faaken van Oorloge en policie van den voorfchi eeven Oniën Lande by goeddunken van Ons en met alvis van Onfe Gecommitteerde Raaden, in conformiteit van der felver InftrucYiej De Burgermeefteien, SchëeR % . pe«  K. 6. Ctmmii- Jie Van Prins Willem den Vyfden, als ErfftadboudcrErfgouVerneur,en ErfCapiteinCeneraalen Admiraal Van Holland en Weftvriesland. Refil. van Holland van den 27 February1766. JV. Nederl. Jaarboek Maart 1766. ( 68 ) penén en Wetten te veranderen na behooren, en agtervolgende de Privilegiën van de refpective Steeden en Plaatfen: te doen houden goede opfigt, ordre en wagte in de Steeden en Sterkten aldaar, foo te Waater als te Lande daar het felve van nooden weefen fal; en voorts in het generaal en particulier alles te doen, dat een goed en getrouw Gouverneur, Capitein Generaal en Admiraal van den voorfchreeven onfen Lande vermag en behoord te doen; waar op den hooggemelden Heere Prince van Orange en Naflau, Wilhelm Carel Hendrik Frifo gehouden werd te doen den behoorlyken eed aan Onfen handen: Laften en beveelen daaromme den Praefident en Raaden van den voorfchreeven Onfen Hove, en alle andere Jufticieren en Officieren van meergemelde Onfen Lande van Holland en WeftVriesland, dat fy den hooggemelden Heere Prince Wilhelm Carel Hendrik Frifo houden en refpeéieeren als Gouverneur , Capitein Generaal en Admiraal voornoemt, den felve bewyfen alle eere en reverentie, en in alle het gunt het beleid en gebruik van den voorfchreeven Staat aangaan mag, en het gunt daar aan kleeft, hem te obedieeren, en te doen alle addres en adfiftentie. Gegeeven in den Hage onder Onfen grooten Zeegele hier aangehangen op den 3 Mey des jaars Onfes Heeren en Zaligmaakers Jefu Chrifti 1747' JT\E Staaten van Holland en Wejlvriesland ■U 'Doen te weten; Dat Wy uit confideratie van de bekommerlyke conftitutie van tyden en faaken, en om onder Gods zeegen den Staat deefer Landen des te beeter te redden uit den forgelyken en gevaarlyken toeftand, waar in dezelve fig bevond, als meede uit aanmerking van de goede, getrouwe, notable en aangenaame dienften, die uit fonderlinge affectie by voorige Heeren Princen van Orange, hoogloffelyker memorie, als fuccefïivelyk Stadhouders, Gouverneurs en Capiteinen Generaals en Admiraals der voorfchreeve Landen veele jaaren lang, in veele en meenigvuldige fwaare tyden, geleegemheeden en periculen, tot Godes eere, bevryding en welvaaren van den felven Lande waaren beweefen, fyne Hoogheid den Doorlugtigen Furst en* Heere, Wilhelm Carel Hendrik Frifo, Prince van Orange en Naftau, &c,&c.,&c. tot Stadhouder > Capitein Generaal en Admiraal over de  ( '6'9 ) \ .. ; 0e Militie tè Water en te Lande vari Onfe Provincie, met alle foodanige digniteiten eri waardigheden, als defeive hooge Charges voor tleéfen by voorige Heeren Pr ineen vari Orange, HooglofTelyker gedagteniffe, zyn bekleed geweeft, hebbendeon thouden, gecommitteerd 'gefield en geordonneert', en voorts by Onfe Refolutie van den 16 November 1747V defeive hooge Digniteiten en Charges, aan hóoggemelde fyne Hoogheid alfo erffëlyk hebbende gedefeVeerr, op hoogft deflelfs foo Mannelyke als Vrouwelyke Descendenten* in wettig Huwelyk geprocrëert, in mamere als breeder daar by is geftatueem Soó is % dat Wy vaftelyk betrouwende, dat by fyne Hoogheid den. Doorlugngfteri Furft en Heere, Heeré Wilhelm, Prince Van Orange eh NafFaui Gravë Van Catzenèllebogen, V randen, Dietz, &c.i &c. &c, in navolging van de exempelen ért voetftappên van hoogft dèffelfs Heer Vader> en van Voorige Heeren Princen van Orange, Syne Hoogheids Voorzaaten, den voorfz Onfen Lande uit gelyke afFecliei ën raëéde tot voorftand van de waare Chriftelyke Religie* foo die tegenwoordig bypublicque authoriteit in den vóórfz Lande geëxerceert wórd, insgelyks goede dienften lullen mógen beweefen worden, met góede kenniffê van faaken, en met deliberatie van Raads, den hooggemelderi Heere Wilhelm, Prince van Orange en Nasfau, hebben omhoudeni gecommuteert, gefield en geordonneert, onthouden , cofnmitteeren, ltellen en ordönrieeren mits deeferi jegens wöordige als Erfftadhouder, Erf gouverneur en Erfcapitein Generaal en Admiraal vari den voóïfz. Onfen Lande van Holland eti \Veftvriesland, met den Brielle ett Voornei weefende geleegën en bëhoorende aan den voorfz Onfen Lande van Holland, geevëndé 'den hóoggemelde Heeré Prince Wilhelm volkomen niagt, authoriteit ën fpeciaal bevel,defi Voorfz Staat van Erfftadhouder, Erfgouverneur en Erfcapitein Generaal eri Admiraal Voortaan te honden * exerceeren eri bedienen* daar inne vbor rë fhian,.fe vorderen en te bewaareh de Hoogheid j Geregtigheid, Privilegiën en welvaaren van den voorfz Onfen Lande, Leeden, Steederi en Ingezeetenen van dien, mitsgaders het gebruik van de voorf» ■Chriftelyke Religie, de felfde te cönferveeren en te befchermen van alle overlaft en foulens, disordre, oneenigheid, afbreuk en ft ha ad e | voorts iri den voorfchreeven Lande te döeti gebruiken en adminiftreëren Regt en Jüftitie, S ae  (70) de provifien van Juftitie behoorlyk te doen verkenen allen den geenen die iulks verioekcn fullen, en defeive te doen executeeren; alles aangaande faaken van juftitie , met advis van den Praefident en Raaden over Onten Lande van Holland en VVeftvriesland; verders na genoomen advis van den gemelden Onlen Hove te verkenen Brieven van gratie, remifïïen, pardon en aboiitien, des dat de voorIchreeve refpective fSrieven fullen moeten worden geintennecrt als na behooren; welvcFitaande nogtans ,dat van gequaliticeerde Doodflaagen en andere enorme DeVi&en , gccommitteert met geleider laage en opletten wille, geen remillie of pardon fal worden verleent of gegeeven: en aangaande de faaken van Oorloge en Policie van den voorfz Onfen Lande, by goetdunken van Ons met advis van Onfe Gecommitteerde Raaden, in conformiteit: van derfeiver InllruCtie; De Burgemeesteren, Scheepenen en Wetten re veranderen na behooren, en agtervolgeude de Privilegiën van de refpective Steeden enPlaatfen, te doen houden goede opligt, ordre en wagte in de Steeden en Sterkten aldaar, foo te Water als te Lande, aldaar het felve van nooden weefen fali en vooits in het gen. raai en particulier alles te doen, dat een goed en getrouw Erfftadhouder, Erfgouverneur en Erfcapitein Generaal en Admiraal van den voorfz Onfen Lande vermag en behoord.te doen; waar op den hooggemelden Heere Wilhelm, Prinee van O'ange en Naffau, gehouden word te doen den behoorlyken eed aan Onfen handen: Latten en beveekn daaromme den Praefident en Raaden van den voorfz Onfen Hove, en .alk andere Jutticieren en Officieren van meergemelde Onfen Lande van Holland en Weftvriesland, dat fy den hooggemelde Heere Prince Wilhelm, houden en reipecfeeren als Erfftadhouder, Erfgouverneur en Erfcapitein Generaal en Admiraal voornoemt, denielven be wyfen alle eere en reverentie, en in alk het gunt het beleid en gebruik van den voorfz. Staat aangaan mag, en het gunt daar aan kleeft, hem te obedieeren en te doen alle ad* dres en adfiftentie, Gegeeven in den Hage onder Onfen groeten Zeegele hier aangehangen, op den z? February des jaars onfen Heeren en Zalgmakers Jefu Chrilti 1766. Eed  ( 7i ) Eed van Biirgemeeiiereiï der Stad Alkmaar. TVAt "Zweer ik Burgemeefter te weefcn dit U toekomende Jaar de Staaten van Holland ende Weftvriesland , myne Hooge ende bpuvraine Overheit ie fyn gehoorfaam in alle ae geboden met den Euangelio over een komende- de Srad van Alkmaergehouw en getrouw te'weefen, de Privilegiën te yerfterken, en voor te Haan, Weduwen en Weeien te helpen befchermen, de Stadsgoederen en t inkomen van dien wel ende getrouwelyk te regeeren, en ten oirbaar te brengen, Rekening, bewys en reliqua te doen, en doen doen bv onfen Thefaurier en de anderen, Secreet'te houden het Secreet van de Camer en al te doen dat een goet en getrouw Burgemcelter fchuldig is en behoort te doen. Ampliane vorens Refolutie van h'aefr Ed. Gr. Mog. de dato 10 Oéiober 17x5. Als mede dat die van de Convoijen en Licenten in alle faaken haar Fundie concerneerende de behulpfaame hand fal bieden , en geenfints aan de Collegien ter Admualiteyt m de exercitie van haare fundie, of aen deüttteieren van defeive, in Zaeken concernerende de betalinge van 'sLands regten en executie der Placaaten eenige de minfte verhmdeiinge, oppolitie, reiiitentie, of anderfints, lal doen, ot zoo veel in my is laaien doen, dieledelyk of indireélelyk. Soo Waerlyk helpe my God AUnagngh^ L t. Eed van ds Bur^e- meejleren dsr Stad Aikmaar. Eed van dé Vroedfchap der Stad Alkmaar. DAt Zweer ik Vroedfchap te weefen der Siadt van Alkmaer de -Staeten van Holland en Weltvrie.land, myne Hooge en bouvrainc Overheid gehouw en getrouw te u tezen in haar gebooden, metten Envangehö J| 't woord Gods over een komende, de Privilegiën der voorfz Stad voor te liaan, en te helpen beveiligen, defeive Stad Raad en Ad ' vvs te geeven na belle Wetenkhap, t zelve niet te laaten om gund, om haat,pf «mams Vrindfchap-, Secreet te houden 'tSëcréet ^ de Kamer, het woord Godes voos « Haan S Z ï_4 2>» Eed van da Vroed' fchappen dsr Stad Alkmaar,  ( 7* ) . . en te helpen flrecken, en al te doen dat eert goed en getrouw Vtoedfchap fchuldig is en behoort te doen. Soo Waerlyk helpe tny God Almagtigh. tf^EJyk het Van den beginne af wel te voorlïen was, dat het Püblicq , kennis krygende van het 'onderwerp der Refolutie van de Regeering derStad Alkmaar vaii den 2.^ B February 1733, omtrenteene zaak van Zoodanigen aart en gewicht, als deze, niéc bnverfchillig in denk- en zegswyze zyn zoude, heeft de ondervinding Ook aan dit vooruitgezicht beantwoord: in het byzo'nder wrierd by de reeds genoemde Regeering in aanmerking genomen, dat de Burgery der Stad èene Zoo naauwe betrekking op het gemelde onderwerp had, dat eene nadere ontvouwing daarvan, aan de eene zyde tot goed verltand Van het Recht der $tad, en van de hand»lwyze, door dé Regeering in dezen gehouden, en ook, aan den anderen kant, ter vooorkoming of wegneeming van verkeerde begrippen , niet anders daft toe hut en genoegen ver/trekken koude. Zy befloot uic dien hoofde, op den 1 der volgende Maand, dat de gemelde Refolutie van den x^itia February, met de daarin aangehaalde Handveften, Privilegiën, Octroyen en andere Gronden, als ook met de daarop diestyds gedaane Aanteekeningen, benevens de voorafgegaane Refolutie Commifforiaal van den i8dendierzelfde Maand, zoude worden gedruk en in het licht gegeeven. Aan dit Befluit wordt met deze Uitgave voldaan, in welke men niet alleen in het algemeene behoorlyke naauwkeurigheid heeft in acht genomen ; maar waarin men in het byzonder, ook* niet tegenftaande de moeite en het geduld, welke hiertoe vereischt wier den, het 'er op heeft toegelegt, dat voornamelyk de oude Hukken, by de vootlz Refolutie van den X4<1«* February 1783 aangehaald* en achtef dezelve gedrukt, met derzelver Origineelen letterlyk overeenkwamen, ten mtnllen in zoo verre, als dit met de hedendaagfche Druk-letters, waar by meri de verkortingen van dien ouden tyd niet had, gefchieden konde. Daar nu, vooral door haaflig nadrukken,zeer waarfehynlyk ren minffén éériige verballering van deie Bylagen Zoude worden veroorzaakt, is by de Heeren Burgemeefleren der gémëldeStad, ten eindedeze échte Uitgave van andere zoudé kunnen onderkend worden, nader goedgevonden, dat geene gedrukte Exemplaren vari deie Refolutien en Bylagen voor echt zullen worden erkend, dan die doof eenen vari de drie Stads-Secrctariffen, met nzamen, Hendrié Ry~ fert Ifaak Groen, en Jacob Nannin^ T>ü Tour, onder deze Voorrede eigenhandig ondertèékend zyn. Geteekent, H. Ryftr. Na-  Nadere aantekening van dè Heeren Regerende Burgemeesteren Ouwens en van IVoudeubergi Oud- Burg' meester Ras, en Vroedfchappen Binkhorst en T)ay tegen de Refolutie van de meerderheid van de Vroedfchap der Stad Alkmaar van den 14 February 1783. DE Heerén Regerende Burgemeesteren Óuwchseïi van Woudenberg Oudburgemeester Ras 3 en Vroedfchappëu Btnkhórfi en *Daeij hebben, uit kragte van de reiërve, gedaan by hunne korte Aantekeningen teegen de Refolutie van de meerderheid dezer Vroedfchap van den 24 February dezes jaars* nader in de Notulen dezer Vroedfchap doen aantekenen. Dat zy, die in deze de minderheid uitm«kèrt,met de meerderheid der Leden van' de Vroedfchap zeer gaarne willen avoueren; dat, zoo wel als de Heeré Erfftadhouder, by Eede, en volgens hoogstdesfelfs Commisfie, verpligt is, om voor te (taan> te vordeaen en bewaar en de Hoogheid 3 Gerechtigheid, Privilegiën en IVelvaaren van den Lande van Holland en Westvrtesland j Leden Steden en Ingezetenen Van dien > ook alzoo ieder Burgemeester en Vroedfchap dezer Stad, volgens hun dier ge (laafden Eed, tot het verkerken 3 voorjlaarij en helpen bevestigen der Privilegiën dezer Stad öp het kragtigtte verbonden zyn. Dat de voorn, minderheid dit dus niet allceh gaarne wil avoueeren ; maar ook daarenboven op het fterktie overtuigt is, dat, en de Heer Erfftadhouder* en de Leden der Regering gehouden zyn , al hün vermogen aan te wenden tot maintien, niet alleen' van de wettig verkregen Privilegiën zelve, maar ook* om alles toe te brengen, wat ltrekken kan tot welzyn van den Lande, Leden, Steden en Ingezetenen van dien: op dat daar door de düurgekogte Panden van Vryheid en Godsdienit meer en meer bevestigd worden, en niet alleen die geene, die direélelykdeel aaai de Regeering hebben, maar ook zelfs de minitë Burger en Ingezeten by zyne Handvesten, Rechten en Gerechtigheden bewaert blyven, én tegen alleri aanval, en overheerfching zyner medemenfchen, dié zulks zouden willen ondernemen, befchermt en beveiligt mogen zyn. IVJaar dat het 'er echter zoo verré van daah is* dat de voorn, minderheid, door dit aveu, ook met de meerderheid in een en het zelfde begrip zoudé ftaan, dat het doen der Electiën door dén Heeré Ërfttadhouder uit nominatien door dé Vroedfchap overgeleverd, en ook het vragen van, en het doen b T de?  ( 74 ' der Recommandatien door den Stadhouder, ftrydig zoude zyn tegens de voorfz Privilegiën, en tegens de Rechten der Reuring, dat zy integendeel meent, te zullen kunnen aantoonen, dat het Recht der Llectién door Zyne Hoogheid niet alleen is conform de de Privilegiën, en de zoo duidelyk gemanifesteerde wille van den Sotiverein; maar dat het zelve, zoo wel als het vragen van Recommandatien ten üerlillen coöoereert tot het welzyn, en het ware belang van deeze Stad en Regering, en tot bevordering van het heil, en den welliand der goede Burgery en lnoëzetenenj wier Rechten en Vryheden aan een ieder', die-deel heeft aan de Regering, zoo dierbaar moeten zyn. als zyn eigen leven; en welker maintien aan de Regenten , die de Reprefentanten der Buvcery zvu, ten fterküen is en blyft aanbevolen. Dat de voorn, mnderheid, om, in 't betogen dezer zaak, zÖo vee! mogeiyk, enn goede ordre-te houden, zal trachten te demonftreeren: i. als wegens de form, waar meede die genomen is. Dat, wat dan het ecrlle poinft aangaat, by examinatie der Privilegiën en Handvesten, roerende de bellelline der Regering, wanneer men die nagaat in de oudtte tyden, al aanftonds komt te blyken, dat in die tyden de beflelling der Regering geenfins is geweeft by de Regering der Stad, maar by den Grave; die zulks of zelfs vevrigtede, of door zynen BailUuw, of iemand van zynent wegen liet uitvoeren; gelyk zulks ten klaarlten is op te fpeuren in de Privilegiën van Hertog Aelbrecht van 1367 en 1401, wordende in 't eerlte gezegt: Vat nog den Grave, nog zynen Bmilieu3 nog yemanae  yemanden, die hy dat b.tvtelen mogte, niemand zetten zal binnen zyner voorfz. Stede van Alk» maar aan den Gerechte, hy zal voor dien tyd geweeji hebben Poerter woenachtïg binnen Alkmaar drie jair langh. En in het tweede Dat iemand fes jaar Poorter zal moeten geweeft zyn, eer de Hertog, of yemant anders van zynent weegen, hem in Zynen gerechte (dit was in die tyden de gantfche Regering; aldaar kiezen en noemen zoude. Dat wel niet kan worden teegengefproken, dat, bv verdere opfpeuring der voorn. Privilegiën, ook con fleert, dat, omtrent het heitellen de Magiltraat en het kiefen van Vroedfchappen , een merkelyke verandering is geintroduceert ten lyde van Vrouw Jacoba van Beieren, en van Philips van Bourgondien, doff dat, omtrent die Privilegiën, vericneide ceayonde refteaien kunnen worden gemaakt, gelyk naderhand gelchieden zal, wanneer als dan zal komen te blyken, dat defeive in de tegenwoordige tyd van geen applicatie kunnen zvn, en ook geneel en al, als afgefchaft, en in abufu geraakt, moeten wor len geconfidereert. Dat vervolgens, meer overeenkomstig met het geen van ouds pleeg plaats te hebben,-naderhand is verzoet het Privilegie van Keyzer Karei de vyrde, van a6 September 1530. waar in de £rond ^de&t ls tot de beftelUng der Magiftratuuv, en het engeeren van Vroedfchappen, foo, en in dier voe.-en, als zulks tor. heden toe in Stadhouderlyke tyden is gepractiieeru geworden. - , „ . -., . Dat, na dat in de Praemisfen van dat Privilegie voor af word gezegt: IVy hebben ontfangen die ootmoedige öupplacatie van onzen beminden Burgemeefleren, Schepenen en de Rade onzer Stad van Alkmaa, over hen luyden ende den gemeenen Burgeren ende Inwonende derzelver Stad, inhoudende, boe de voorfz. Stad eertyds hy onze Voor fat en , (jra. ven van Holland, ende byzonder hy wylen Onzen Heere ende Vader Konihgh Philips van Cafiillien zaliger memorie by Octroy evde tivilegie verfien is gewetfl van een Vroedfchap van veertigh Perfoonen, dewelke de Weihouders asfifieeren in alle beuren faecke concernerende bet profyt en de gemeen we vaart der voorfchreven Stad, hadden-ook altyd fekere daven voor het vernieuwen van der Wet, aldaar fekere getal van Perfonen te kiezen, ende defelven den Schout, in der tyd wefende, te prefent eer en, om uit dezelve te kiezen ende ordonneren, Burgemeefiers , Schepenen ende l ore» foriers, voor den naaft komende Jaere ,vanwnit j j y % Octroy  f f4 v Octroy ende Privilegie die Voorfeiten van de Supplianten fomwylen gebruikt hebben, ende fo?nwylen niet &c. Keyzer Karei vervolgens verklaart: Dat hy den voorn. Supplianten geectroyeert, belieft ende gcconfenteert hebbe , octroyeert, belieft ende confenteert, gevende hun faculteit ende Confent, uit fonder linge gratie, dat zy een Vroetfchap van 24 Penfbonen voortaan fullen mogen hebben, dewelke voor deze eerfie rei fe by fekere onfe Commisfarisfen ge kor en zullen worden uytten rykfle en notabelften van den inwoonende onfer voorfz. Stadt van Alkmaar , ende voorts by den/elven geeedt , welke 24 Perfoonen op beuren eed jaerlyks fes dagen voor den ordinarisfen dag van den vernieuwen van den Wet derfelver onzer Stad uytten rykdom van dier, ende van den ryckften , verjlandigbJlen, ende rechtveerdigften , eerjl fes Perfonen, daar na veerthien, enae ten leflen vier kieftn zullen, en die ons, oft Onfen StadllOU. der van Hollmd in der tyd prefenteren, om uytten eerften fes Perfonen drie Burgemeeiteren , uytten veerthien leven Schepenen, ende uytten vieren twee Theforiers te kiefen, ende te ord0„. tieren totter adminijlratie van der Justitie ende Regiment e onfer Stadt goeden, voor een ende V naeste toekomende jaar, die onfe Schout van Alkmaer voorts eeden zal', eildc Otter ye- mandt van der Vroedtfchap aflyvigh geraakte te worden zoo zul Jen zy Supplianten ons, ofte onfe voorn. Stadhouder, drie andere mogen nomineren, om daar uit eenen gekooren ende geilek te werden in de plaats vanden dooden: indien ook eeni^h van der Burgemeesteren, Schepenen ofte Threforiers binnen den jare van beur luyden adminijlratie aflyvigh worde , m fuiken gevalle zullen de voorn. 14 Perfoonen van der Vroedfchap, in de ftede van dien J onie ofte onfen Stadhouder voorgenoemt, twee Perfoonen van  (77 ) , . den riotabelften van den Stad preleuteren - om deneenen van hun in de ftede van den ailyvigeft te kiefen, ende te ordonneren, én wat er meer volgt. . Dat, gelyk dit Oclroy dus aan den Stadhouder de Electie volkomen toekenr, vervolgens al verder korrit te blyken, dat mén, conform dit Oclroi, de Nominatien aan den Stadhouder heeft gepraefenreert, ën 'ook moeten praefenteren, en de Eléclien door hoogit denzei ven ook dien conform zyn gedaan. Dat zulks onder anderen conileert uir het Privilegie of Handveft Van VV iliem den Eeriteri , Prins van Oranje, van ?.£ 0;tober f565-, waar by de tyd fot het vernieuwen der Weth door den Stadhouder", welke tyd federt den Jaare 15-45- wat fcheeri geflucrueert te hehben, word bepaalt op 3, 4, of 6 dageri voor Kersmiife. In welk Handveft gevonden Worden deeze aanmerkelyke woorden: Alzoo d'Excellentie van den Trinte van Orengte die Burgemeesters, ende Regeerders der Stad van Alkmaer vertoont hebben, en by de Vroedfchap derzelver Stede, alCyd$ N. B. van oude herkomen s ende volghende heürluyder Ottroye s. omtrent Kersmijre gewooniyk zyn te kielen dubbelt getal van Perfoonen, om daar van by Zynder Excellentie als Stadhouder voorfz geilek te Worden drie Burmemeescers, feven Schepenen en twee Treforiers, daar van zy altyd vreedjamelyk geufeert zouden hebben tot den jare 1545 of daar omtrent, en wat er meer volgt. , , , ' Ten duidelyken bewyze, dat men in een tyd,toen hlen voor het behouden van Vryheid en Privilegiën goed en bloed opzetrede, toen men in allé Wetten en Conftitutien toonde, voor het maintien derzelve alle zorge te dragen; dat men toeri niet alleen gebruik van dat Privilegie van Keyzer Karei maakte? maar dat ook Vader W illem, die groote Befchermer van de Vryheid ën Privilegiën des Volks, op fundament van dat Privilegie" van Keyzer Karei . Q® vyfde, een vaite tyd voor de Electie heeft vaftge- Helt. , .* • • , a-i Dn uit eene attente nafpooring van Stads rnvi-  ( ?s) tegien al verder komt te blyken, dat dit geftatueerde van Keyzer Karei nog meer beveiligt is geworden by het Privilegie der Staaten van Holland .van 6 December 15-88, by het welke de Staaten, op verfoek deezer Stede het voorfz Oclroy niet alleen amplieeren maar ook de obfervance der verderepointen, in het zelve vervat, ten Üerkflen recommandeeren, en injungeren ten bewyze, dat in een tyd, toen men geduurig fprak van het maintien der Privilegiën, men dit Octroy van Keyfer Karei iu aüe zyne delen wilde hebben geobferveert, gelyk dit ten klaarlten blyken kan uit de woorden van het voorfz Oclroy: Ihtueerende de Staten daar by. Dat, alzoo Burgerneefieren der Stad Alkmaar voor ken zeiven , ende uitten name van de Vroedfchap ende gemeene Burgeren der voorfchreve Stede , ons te kennen gegeven hebben, dat by Oclroy van Hooger Memorie Keyfer Caerle, als Grave van Hoilandt, in date den 26 Septembris f.53^? onder anderen geflatueert is, dat de Vroedfchap der voorfz Stede, op beuren eedt jaarlyks fes dagen voor den oraiuarifen dagh van de vernieuwinge van de Wet aldaar, {al verkiezen uytten ryckdomme derfelve Stede, ende van de ryckfte, verflandighfte ende rechtvaerdigbfie, eer ft fes, ende daar na vier Perfoonen i omme dm Stadhouder ven Holland gheprefenteert, ende by hem voor een ende V naafte toekomende jaar, Uytte voorfz fes drie Burghermeejleren, . ende uytte voorfz vier twee Threforiers gekofen, ende hy den Schout van Alkmaer gheëedt te worden &c. en verder: Dat zy den Supplianten alhier geoctroyeert, ende geconfenteert hebben, octroyeeren ende confenteeren by defen, dat zy luyden voortaan jaarlyks fes dagen voor den ordinarifen dagb van de Vernieuwinge van de Wet der voorfchreven Stede , nyt ten voorfchreeven rykdomme, ende van de ryckfte, verftandigfie en rechtvacr- digfte, acht Perfoonen tot het voorfchreeven Burghermeeflerfchap, ende twee tot het voorfchreeve Thfeforie-rfchap zuilen nomineeren, omme daar uit by den Stad* houder van Hoilandt in der tydt vier tót Burghermeelieren, ende een  een tot Threforier gekofen te WOrden , wtlke vier Burgermee fier en ende Threforier by den Sc bont van Alkmaer den Eed afgenoomen zal worden acllterVök gende voorgaande Brieven van Oelroye, daar na door de Supplianten hen in de verdere poinclen fullen hebben te reguleeren &c. Dat, wanneer men al verder het oog vefligt op het Privilegie van de Staten van ij Maart ióioaan de Stad gegeven, men daar by zal ontwaren, dat, oifchoon eene verandering word gemaakt in dè ElecYie van een Vroedfchap, echter, in de Premisfen van 't zelve, zoo van het voorfz Oclroy van Keifer Karei, als van dat van de Staten van 1588. het voorfz Octroy van Keyfer Karei nader ampliérende en beveiligende, niet alleen mentie word gemaakt, maar, daar men dc form dier Oclroyen had gevolgd, en 'er echter eenige duilterheden in refideerden, hetzelve nader word geëlucideert en geamplieert, ten klaarlten bewyze, dat men dat Oclroy van Keizer Karei, 't geen in die zelfde praemiffen van dat vtm 1610 hoofdzakelyk gezegd word gegeven te zyn. voor 6 jaren; en voor een gelyke tyd van 6 jaren te zyn geprolongeert; en van het welk meu by conniventie der Staten , zonder Trolongatte verder te verzoeken, gebruik had gemaakt, en zig daar meede gecontenteert. in dien tyd (1610) nog bleef conlidereeren, als een Oclroy, bevattende de form en voet der Regeeringe, en het welk ten dien einde tot een rigtfnoer verflrekte; en waar by de Staten ook zelve bleven heruiten, except alleen in het ituk van het eligeren en Hellen van een Vroedfehap, waar van hier na breder zal worden gehandelt, , Dat men vervolgens al verder het oog veflfgendé op het Oclroy van December 1619, men zal bevinden, dat dit Oclroy van Keyzer Karei al wederom is aangeiien als de bafis en het rigtfnoer van 't geen behoorde geobferveert te worden, want dat, na dat in de praemiifen van het Oclroy van 1619 was gezegt : T>at de voerfz Stede vitn buds en van tyd tot tyd voorfien ware geweeft met verfcheide Octroyen, rakende het getal der Vroeafcbafpen, vervolgens weder principaal mentie word gemaakt van het voorfz Oclroy van Keizer Karei de vyfde, in deze woorden; V % M  C Se ) h im* wegen fe den Jare i $$t 3t intereffe zyne voorn. Excellentie met het verkrygen van 't voorfz: Privilegie aangedaan - en Zyner Trincelyke goede effect ie tot deze Stede te conferveren} aan zyne gemelde Excellentie ft voorfz. Recht ( dat men Hoogstdenzelven op den voet van 't Privilegie van 1610, kort te vooren had bedis- puteert) wederom liberalyk ZOU de dcfere* ren, m, dienvoigende in de Electie van Vroedfchappen voortaan weder te volgen den voet van de oude Privilegiën. Dat men dan ook al verder zal ontdekken , da, ten tyde van Fredrik Hendrik, na dat men eerlt wel  ( 83 ) . wel had beginnen te proberen, om ook dien Pnns in dat recht te kort te doen, gelyk blykt uit de Refolutie dezer Vroedfchap van den f December i6zó, men echter op den 13 van dienzeifden maand, al wederom heeft goedgevonden; }t-voorfz. recht van Electie wederom aan Zyne Trincelyke Excellentie op te dragen, enae te defereren, en dienvoigende de electie van de vroedfchappen op den voet van de oude Privilegiën te doen Dat, by nafpooring van het gepafTeerde ten tyde van Willem den Derde, hoogl. mem. al verder blyken zal; dat niet alleen de nominatien tot- ae Nieuwe Weth, maar ook die van Vroedfchappen, zonder de minlte haelitatie aan dien Vorft ter Electie zyn gepraefenteert, en al terilond in't jaar van 1671, uit eene nominatie van ix Perfoonen, vier Vroedfchappen door Hoogftdenzelven zyn geeligeert geworden, gelyk dit een en ander te vinden is in de Refolutien van de Vroedfchap van den ifte yde en 10de Odober van 'tjaar 167x1 en waar mede men dan ook vervolgens tot den jaare 170%, tyde van t overlyden van Willem den Derde, heeft gecontinueerd gehad. Dat het wel een waarheid is, dat men by dat overlyden heeft goedgevonden, weder zelve de Electie te doen, dog dat men daar toe heeft gerefolveert op deze billyke grond, vermits het overlyden van den Stadhouders ten blyke, dat men wel degelyk in t begrip ftond, dat dat Recht den Stadhouder anderfins competeerde, gelyk zulks ook op te maken is uit de Vroedfchaps Refolutien van 19 Mey 1674» onder anderen dicterende, om de Nominatien aan Willem den Derde te zenden , zelfs buiten s Lands; en andere van den jaare 1701, in 't Rapport zelve geallegueert, en duidelyk toonende, dat men toen wederom, vermits H over leiden van den Stadhouder te werk is gegaan na de Refolutien, Rapport hebbende tot het aanftellen van een Vroedfchap , wanneer er geen Stadhonder was geweeft-, en dat men toen ook, even voor 't vernieuwen van de Weth, maar gelezen heeft-de Privilegiën, relatie hebbende op aten jeaenswoordïgen tyd, in H formeren der Nominatien. *Dat vervolgens, ten tyde van Willem den Vierde, hoogl. mem. immediaat na.de vefhefhng van Zyne Hoogheid, en de herftelling van het Stadhouderfchap, eene nominatie aan Zyne Hoogheid is gezonden van 3 Perfoonen, om daar uit een door Zyne Hoogheid geeligeert te worden tot Vroedlchap, zynde daar uit als toen geeligeert, MrArts van der Mieden- gelyk te zien is uit de Refolutien van de Vroedfchap van den 18 en 31 Mey, en van den 13 Juny des jaars 1747; drukkende zig de Vroed-  ( fchap in de Miffive aan Zyne Hoogheid iri dezer voegen uit: Die van de Vroedfchap hebben niet kunneu ledig zyn, van volgens de oude ujantie töc. de nominatie te zenden ter Electie, Waarmede men dan ook verder heeft gecontinueerr, en alle nominatien, zoo van Vroedfchappen als van de Nieuwe Weth aan den Stadhouder Wil! lem den Vierde, aan de Vrouwe Gouvernante, en aan de Staten, geduurende de Voogdyfchap, en', by 't expireren der Voogdye, aan den tégen woordigen Heere Erfftadhouder, zonder interruptie, tor het einde van het gepaffeerde jaar ter Electie heeft oeprsfenteert, gelyk uit menigvuldige Vroedfchaps Refolutien van 1747 at tot den Jaare 1783 toe kan blyken. Dat uit dit alles dan ten kfaarften confteert, dat de Vroedfchap niet alleen de nominatien heeft gepraefenreert, maar ook door alle tyden heen,en voor al m1 de laatfte tyden , in een begrip heeft geftaan, dat het Recht van Eleflie aan den Stadhouder wel degelyk competeerde; welk begrip zelfs zoo verre heeft gegaan, dar men ten, tyde van Willem den Vierde vermeende, dat een Regeenng, die niet direct door Zyne Hoogheid zelve was geagareëert niet kr.n beftaan; waarom dan ook Burgemeefleren dezer Stad, in eene miffive, die zy uit kragte van de Refol. van de Vroedfchap van 7 Eek 1749 aan Zyne Hoogheid hebben toegezonden ter refmnatie van de Ampten van Burgemeeiteren, Schepenen en Vroedfchappen in handen van Zyne Hoogheid, zig bedienen van deze aanmerkelyke woorden: Hebben wy na jcype deliberatie ge meent, dat wy niet langer "behoorden te contmueeren in een Regeenng, dte niet direct door Vwe, Hoogheid zelve gcaggreéert was. IVy hebben vervolgens van deze onze gedagten door den Heer Trafident Burgemeefter Saskerus ouverture gegeven aan de Heeren -van de Vroedfchap dezer Stad, gelyk ook het Collegie van Schepenen, die, na, voorgaade deliberatie, hun daar mede ten vollen hebben gtconformeert &c. Dat, gelyk nu reeds getoont is, dat het recht der 7n ti1^ S°-r -,den Stadhouder fteunt op doidelyke en klaare Pnvtlegten, op coitumes en gebruiken, en op t begrip-onzer Regering; men nu ook verder vermeent, dat dat Recht van den Stadhouder eeen geringe kragt ontvangt door de begrippen van andere leden van Staat, ja door 't begrip van den Souveren zelve, ook zelfs in de laatll? tyden n- men omtrent 't eerfte het 002 heeft nn 'ma geerde tu/Ichen Haar Kon. Hoogheid, gk^ lt dachtems, en tuilbhen de Stad Haarlem in de aaKn *7S7> 175-8 en 17*9> te vinden in de Notulen van Hol-  («O H Hand, en in de Nederlandfche Jaarboek en van dien tyd. Waar in men op de duidelykfle wyze a\s een axioma zd vinden valtgeftelt, dat aan den Stadhouder toekomt het Recht van Electie uit overgeleverde Nominatien; gelyk zulks volmondig word erkent in de Jullificatie van de meerderheid van de Regeering der Si Haarlem van 17 September 1758, te vinden in de Nederlannfche Jaarboeken, en wei fpeciaal aldaar p. 477. Het geen ten dezen te meer is van applicatie, om dar die Stad, zo wel als andere Steden in 1651 insgelyks Oclroy verkregen had tor het aanttélfen van haar eigen Magillraat. Dat, als men ook inziet de aantekeningen van Amtlerdam en Rotterdam op de Refolutie van H. Ed. Gr. Mog. van 19 of ij November ï757, men aldaar ook zal kunnen ontwaren, dat door dte leden dat voorfz. Recht aan den Stadhouder word toegekent; terwyl Amfterdam daar zegt, 'Dat zy bet Recht van hformatie ('t geen notoir uit het recht der Eledie voortvloeit ) houd als eene zaak, daar geen kweftie over was. En Rotterdam verklaart, gelatt te zyn, te declareren , Dat aan Haar Kon. Hoogheid , in qualiteit van ijouvernante en Voogdejfe van den minderjarigen Hevre Erfftadhouder toekomt, zo wel het Recht van informatie omtrent, als van de Electie uit de respcctive nominatien. Dat hier uit dus blykt, dat her begrip van notabele leden van Sraat, by particuliere gevallen zig duidelyk heeft gemanifelteert, en daar heen Ihekt, om aan den Stadhouder toe te kennen het Regt van Electie uit overgeleverde Nominatien. Maar, dat verder alle duifletheid moet verdwynen, als men het oog veüigt op 't gedrag van den Souverein, en op differente Refolutien van denzelven, zoo in tyden van een Stadhouder, als in tyden, dat het Stadhouderfchap voor een tyd had geceiieert, en 't zelve wederom is opgerigt geworden. Dat men als dan zal ontwaren, dat alle Commisfien, door H. Ed. Gr. Mog, aan de Heeren Stadhouders gegeven, daar toe ltrekken, niet alleen, zo als men by 't Rapport fchynt te willen doen voorkomen, Om te bevorderen en te bewaren de Hoogheid, GerechtigheidPrivilegiën en welvaren van den Lande , Leden , Steden en Ingezetenen van dien; maar ook wel fpeciaal, Om de Burgerneefieren , Scheepenen en Wetten te veranderen na behooren , en achtervolgende X de  ( 86 ) de Privilegie* van de respecttve Sleden en Dat d.ar^'ook altyd H. Ed.Gr.Mog., wanneer dit Recht forittyds in twyffel zou kunnen getrokken worden, g toont hebben, dat Recht als een jas acquifitum tl willen maintineren; gelyk daar van menigvuldige preuves in de notulen van H. Ld Gr £ te vinden zyn; en waar omtrent men zig hier 5?£. ? «1 vergeL'egen (terwyl dit naderhand nog «mnelder zal worden gedetailleert) met zig te retereren tot het gepalleerde by de verheffing van Willem den Derde, te zien by Wagenaar, Vaderl. H»rt. lem den uer ^ ^ ^ de Refol> H. Kd Gr Mog , zo even aangehaalt, van ^ November' im, waar by H. Ed. Gr. Mog aan den Heer rErfuadhouder Lkennen het U£ °Tneteerf ST^'d« oo Eleate inftuit; en ook tördrRefolutie van H. Ed. Gr. Mog van. den/ SeVtember 759, hy welk het Recht der Eledie, dofuh Nominatien; aan den Stadhouder dtadelyk "MxiïtZLhtvV'* dat H Ed, Gr. Mog. heblen geverfeert in die gedagten, dat, m Stadhoude vke tvden, de Eledie toekwam aan den Swdhoude^ uit nominatien, ingevolge der Steden Prtvi- legEnüdat dit met relatie niet alleen tot andere Steden ma r fpeciaal met relatie tot onze Stad, buiten .nïVonteftaSe: is, meent de minderheid, dat zy ten SuideWkS» door de Refolntfen.die H E? Gr Mog. genomen hebben ten tyde, dat HooRftdeze ve zelfs de voogdyfehap over den minoe°ia?\gen Heere Erfftadhouder hebben aanvaart, en dezelve weder nedergclegt. Tn welke be de gevallen H. Ed. <^r. rviog. aan fchryvTng doen aan de Steden, en dan particulier aan de Stad van Alkmaar, in 'teerfte geval, dat zy die nominatien, aic ZV gehouden Zyn , aan den Heere Erf- houder volgens derzelver respective Handveilen, of Privilegiën, of Oude gebruiken,, prafenteren, dat zy die moeten zenden aan H. Ed. Gr. Mog., om by dezelve, als exerceerende de voogdy van den minderjarigen Heere Erfftadhouder, de Erectie te worden gedaan? en in t tweede geval, dat zy diezelfde nominatien nu weder moeten zenden aan den Heere Erfftadhouder, ten zelfden fine, als zoo eeven gemelt is. Welk© miffives te vinden zyn in de notulen van  ( «7 V i „ de Vroedfchap, vari ii January 1759, en van5 April -766. In conformité van de Refolutien van H. Ed. Gr. Mog. van den 16 Jann. 1759, en van deri 8 Maart 1766. By welke aanfchryvingeh en Refolutie vooral behoort te worden genoteert, 1. Dat H. Ed. Gr, Mog. niet fchryvén de Nominatien, die zy ge>woon zyh\ maar, die zi gehouden zyn; niet volgens derzelver HandVeilen Privilegiën en oude gebruiken, copulative of conjunétive; maar alternative ól disjunclive, die zy gehouden zyn te prafenteren volgens derzelver Handveilen, of Privilegiën* of zelfs onde gebruiken, en 1. Dat de Regering dezer Stad, zonder de minfte fcrupuleusheid of retnarques daar tegen te maken, ook daar aan heeft voldaam Dat men vervolgens meent, dat uit het tot hier toe gedetailleerde blykt, dat het Recht tot de Electie aan den Stadhouder competeert, uit kracht e van klaar e en dnidelyke Privilegiën; dat het gecorroboreert is door gebruiken eh coUumes3 en ook dóór begrippen van de Régeering van onze Stadj en andere leden van Staat; en eindelykJ dat het Verzekert en beveftigt is door de Commiffien aan de Stadhouders gegeven, en door Refolutien en 'Aanfchryvingen van den Souverein a niet alleen in vorige ^maar ook zelfs in\de laaft e tyden. Dat men, dit gedetailleerde nu tot een bafis gelegt hebbende, vertrouwt, ook te lullen kunnen aantoonen, dat, 't geen hier tegen by 't Rapport en Refolutie van de meerdeiheid van de Vroedfchap van X4 February is geallegueert, of inconfequent is, of ten deezen van geene applicatie; en dus ook niet kan te weeg brengen, dat men een Recht, dat aan de Stadhouders competeert, en aan de Rechten der Regering en Burgerye zo nauw verknocht is, eenigiints op loffe fchroeven zoude kunnen flellen. Dat men, om dit te beweren, zo veel doenlyk, de orde van 't Rapport zal volgen, en op eene gepafte wyze zal trachten te refuteren die gronden, die by de meerderheid dezer Vroedfchap, tot fta^ ving van haar fuftenue, gelegt zyn gewórden, en met differente inltantien aangedrongen zyn. Dat, onder de zulke, in de eerlte plaats ten toneele word gevoert het Privilegie vart Vrouw Jacoba van 11 April 14x6, als meede een Acte van approbatie van Hertog Philips van Bourgondiën van %6 Maart 14*0, welker inhoud, zoo verre die by t Rapport word opgegeven, men hier niet repeteren zal, maar zig daar toe kortheidshalve refereren; uit welke Hukken men vervolgens Concludeert, dat de Stad en Regeering meer dan over 300 jaaren het recht had verkregen, om de Perfoonen tot het Gerecht, en de Regering, zelve te kiezen, zetten en ordonneren, en dat ook uit de acte van Philips X x blykt  ( 88 ) bh kt , dat in de plaats van de Hooftmans en Dekens, de Regeering der Stad gekomen of gefubinïrèert is. Dat het aan de minderheid, met relatie tot die twee Privilegiën, en de conclufie daar uit opgemaakt, voorkomt, dat verfcheide refle&ien daaromtrent te ma;:en zyn. Dat voor eerft het Privilegie van Vrouw Jacoba, van die jonge Gravinne is verfogt, en ook door haar gegeeven, kort, na dat zy eene elendige ichok had uugeltaan in Zeeland; ajwaar de Hoekfche Zeeuwen, die hg met de Engelfchen, door den Hertog van Gloucei,ter gezonden tot hulp van Vrouw Jacoba, hadden vereenigt, door Philips van Bourgondien totaal gefhagen waren; waar door zy Zeeland voor haar als verloren tekende, en door welk ongeluk zy de gunft der Kennemeis en Alkmaarders zeer van nooden had, om het beleg, dat zy voor Haarlem had gefl.igen, voort te zetten, gelyk zulks te zien is by Wagenaar, Vad. Hist. 3 D. 11 B. §. 15 en 16. Welk tyditip de Alkmaarders waarnemende, haar in haar groote nood, teiu yl zy met het ieger voor Haarlem lag, konden . gerekent worden, dit Privilegie als re hebben afgedrongen. Waar uit men dus zeer wynig beüendigheid te verwagten had; dewyl de ondervinding dog gemeenlyk doet zien , dat zaken, die op, of afgedrongen worden, zelden van langen duur of beftendig kunnen zyn. Dat, als men daar en boven dit Privilegie met attentie inziet, men bevinden zal, dat die gantfche Regqring, zq als dezelve by dat Privilegie gereguleert word, jaarlyks los was; want volgens dat Privilegie zoude. Jaarlyks een anderen Deken gekoren worden by den meere, moge ende gevolge van de Gilde broeder s 3 die negen Dekens zouden kiezen 16 Hoofdmans, en die zestien Hoofdmans zouden we* de Dekens kiezen dat geregte; ende waert ^ dat yetnant binnen 's/aars van de Deken j Burgemeesteren , NB. Hooftmannen , 0f Schepenen aflyvigh worde , zoo zoud men den by den meesten gevolge die er levendig waren , m des dboden ftaat eenen anderen kiefen3 die dilt j&'dY dan voort uit dienen foude j dicfe niet lïin- ger. Waar uit dan blykt, dat alle jaren nieuwe keuze moes: gefchieden van alle, ook van Hooftmans. Dat vervolgens dit Privilegie in die tyd voor de vryheid van de Burgety was van groot gewigt; want dat, volgens de conftitutie dier tyden, de kiem der Regeering der Stad niet wierd gebragt in handen van  (h ) . .. ,a Van een vaft bepaalt getal van Vroedfchappen uit dê Rykfte en Aanzienelykfte &c, die, van deze rriagt misbruik makende, der Gemeinte zware belasringeri konden opleggen, en verder na willekeur regeren, zonder dat der Gemeinte, of door hen zelve; of ofjdoor een hoger eenige hulp konde worden tptfgebragt; maar 'dat het Privilegie den klem der Regering Helde in handen van 16 Hoofdmans en 9 Dekens der Gildens, die beide jaarlyks 3 zowel als de Magiltraten, verandert wierden; waar door dan ieder Burger jaarlyks apparentie had , om tot de waardigheid van Hoofdman, en ieder Gildebroeder, om tot die van Deken te geraken, en in de gelegenheid gebragt te worden, dat zy deel konden krygen aan de Regeering, en de vryheid der Burgeren,zo die al eens door vorige Regenten onderdrukt was, dus altyd konden helpen maintineren, en de abuizen redrefieerem Geheel anders, als in de tegenswoordige rydsom'ftandigheden, wanneer een valt getal van Vroedfchappen by continuatie blvft regeren; wanneer eene eygene Electie en Supplering, en het zelfs hertellen van de Magiltratuur niet alleen voor fommige Regenten, maar ook voor de ganfche Burgery zeer gevaarlyk kan worden, en den weg banen tot fartyfihafpn , ftyvtng van Factiën vande Partyen 3 zoo als de Vroedfchaps Refolutie van xo November 16x0 het noemt, Overheerfihing en Gewelt; gelyk de ondervindingirJ Stadhouderloze tyden, helaas 1 waarlyk genoeg geleeraart heeft - t 1 Dat men dus meent, met grond te mogen iustineren, dat dit Privilegie, waar uit men 't voorfz arti• kei mer zoo veel fiducie reclameert, in de tegenswoordige tyd van geen applicatie zyn kan, ren zy men de zaken weder brenge tot die eerile eenvoudigheid, dat men de Gildens in onze Stad weder her Helle in hunnen vollen luister, en aan ieder Gildebroeder, jaarlyks gelegenheid geve, om deel te krygen aan de Regering, en 't beitellen der Magiltraten; waar toe men zekerlyk zoudegehoudenzyn, zoo men dtt Privilegie alleen maar reclameerde, om aan een vaitgeitelde Regering meerder authoriteit te bezorgen. Dar men daarom met fiducie meent te mogen vaflltellen, dat, dewyl thans de Regeling onzerbtad geheel anders geconltitueert is, als daar word vooreefchreven, ook dit Privilegie moet gereken* worden geheel in abufu te zyn, en niet te pas te komen; te meer, als men confidereert, dat ook by dat zelfde Privilegie alleen aan die 16 Hoofdmans en 9 Dekens word overgegeven het recht, van t maken van Keuren; waar door dan Schepenen nier alleen, maar zelfs de geheeïe groote Weth, zoude worden verftoken van een Recht, dat men, in de laastetyd, met zoo veei drift, fomwylen tegen de Vroedfchap,  aan wien men wel het rechc om te adviferen, maar geenlins om de groote Weth tot het maken van Keuren te qualificeren, wil toekennen, heeft gefouteneert en valtgehouden. Om nu niet te hVeken vin andere zaken, die ook by dat zelrde Privilegie a?n de ió Hoofdmans en 9 Dekens alleen worden overgelaten. Dat, dit by provilie genoeg zynde wegens het Privilegie van Vrouw Jacoba, men, met relatie tot het Privilegie van Philips van Hourgondien moet remarqueeren, dat uit her Privilegie zelve blykt, dat er waren opgerezen zekere gefchillen en 1 wee drachten tusfchen den gemeynen Ryhdom en dte van de Vroedfchap j dat daar op eenige gemagtigden waren gekomen, en 31 Perfoonen hadden voorgedragen, dte de Steede regeeren zouden; en dar de Graaf daar op de overgegevene conventie confirmeert, uit begeerte, dat onze voorfz Stede van Alkmaar voort in ruste eude vreede geregeert worde. Dar, deze twisten verre gegaan zynde, men ligrelyk kan begrypen, dat er eene factie is geweeil, eene zekere 'panyc of meerderheid, die, om zig te Herken, zodanig eene Ichikkinge heeft weten te weeg te brengen; en eene Refolutie aan de minderheid heeft opgedrongen, om die fchikk.inge, die nu voortaan groote mngt aan de Vroedfchap geven zoude, maar aan het geheeie corps der Burgery een important Recht, van deel te hebben aan de Regering, Hond te benemen, en door de tyd dus zeer nadelig voor de Burgery zoude kunnen woorden, aan den Grave te piaefenreren ter approbatie en confirmatie. Waarom het dan ook zekeiïyk geen Hand heeft kunnen houden, en dus deze handelwyze aanleiding kan gegeven hebben tot de verandering, die naderhand, en principaal ten tyde van-Keizer Karei den vyfde, voorgevallen is. Dat daarenboven uit dit Privilegie te zien is, dat her getal genomen is op 31, en dus groter als heden ten dage, apparcntelyk ook al, om daar door voor te komen, dat men niet zoo iigtelyk factiën kon formeren, dewyl het altyd moeyelyker is, een groot getal door kuiperyen tot een en 't zelfde fentiment te brengen, als een klein getal; en waardoor dan nog eenighns voor de vryheid kon worden gezorgt. Buiten en behalven, dat dit Privilegie de voorfz. 3r Perloonen nog niet bepaalt tot de Rykile en Voornaamite, en dus nog aan den gemeenen Rykdom en de Gildens ook occafie fchynt over te laten, om tot de Regering geroepen te worden. Waarom 'r dan al mede van zelve fpreekt, dar, nu men maar z4 Vroedfchappen heeft, waar toemen de Aanzienelykfre tragt en ook behoort te bevorderen, dit Privilegie op de tegenswoordige tyd ook-ól niet  ( 91 ) . , . n riet zoo zeer is van applicatie. Maar dat, in allen gevalle, dit Privilegie, zoo wel als dat van Vrouw jacoba in abufu is geraakt, en eindelyk door 't Privilegie van Karei den Vyfde, 't welk ten tyde van 't Privilegie van Willem den Eerften , en van de Staten van 15-88, ja tot in 1610 in volle vigeur was, gelyk te voren reeds getoont is, geheel vernietigt; niet, zo als men 't by 't Rapport gelieft un te drukken, Nullo jure 3 fed fummo jure & jafto titulo, op renuntiatie van de Stad zelve, en op ootmoedige SupPlicatie van Burgemeesteren , Sthepenen ende Rade 3 over heu luyden 3 ende den gemeeneu Burgeren ende inwoonende derzelver Stad. Waar by dan te remarqueeren Haat, dat tot het verlenen van dit Otfroy aanleiding kunnen gegeven hebben verfcheide oorzaken: want, dat uit de praemiiTen blykt, dat, vermits de voorfz Stad eertyds by onze Voorzaten3 zo als de Graaf uitdrukt, byzonder by wylen Koning Philips van Castilien by Octroy en 'Privilegie verzien is geweeft -van een Vroedfchap van veertig Perfonen, die ook hadden zeker Perfonen voor >t vernieuwen der IVeih te kiezen, ende den zeiven den Schout in der tyd te pra/enteren 3 om uit dezelve te kiezen ende ordonneren 3 Burgemeesters 3 Schepenen ende lhreforiers 3 van welke Octroy e ende Privilege die Voo'i (aten van de Supplianten fomwylen gebruikt hebben, eniU fomwylen met 3 verzoekende een nieuwe .Vroedfchap; dit Otfroy aan hun verleent was, uit fondertmge gratie3 om zulk een Vroedfchap te kiezen uit den R^klten ende Notabelften &c. Uit welke ivoorden men dan meent, dat met grond is op te maken; . x Dat het werk op de Regenngsform voor Keyfer Karei (niet tegenilaande vorige Privilegiën ) nog zeer had gefluétueert; want dat, na Philip, van Bourgondien, die 31 Perfonen gegeven had, wederom 40 Vroedfchappen waren aangeitelt, die de Peifonen tot de nieuwe Weth ter Electie moeiten patenteren aan den Schout : apparent , om dat het klynder getat van 31 ook al Cabalen geformeert had, en men daarom niet alleen het getal had vermeerdert, maar ook dit nieuw getal verphgt, om de Perfonen tot de nieuwe Wethaanden Schout te praMenteren ter Eletfie. _ Dat de Supplianten van dat Privilegie lom- ' wylen gebruik hadden gemaakt, fomwylen niet, en dat dus alles op lolïe tchroeven was wraakt en waarom dan ook Keyzer Karei Jan hun,op ootmoedige fupplicatie, uit zonder lin*e oratie, dit nieu* Octroy verleent heert. Van welk O&tey men met reden zeggen mag, niet alleen, 't geen te voren gezegt is, dat net is, en gebleven is, een rigtfnoer in Sudhouderlyke ty-  dert Voor de Regering, maar dat het met zdo veel wysneid is gegeven, dat het alle conlïderatie menteen. Want dat, daar, door de Acte van Confirmatie var.Philips van Bourgondien, ten nadtele van een oud Recht van de Burgery, was geintroduceert een vatte Vroedfchap van 3i Perfonen, die naderhand wet tot 4° was vergroot; dit Privilegie nu wel een klyndergetal gaf van vafte Vroedfchappen, die het recht zouden hebben ter nominering van een dubbel getal tot de nieuwe Weth; maar dat hy er deze notabele ordre byvoegde, dat zy de dubbele getallen zelfs van de Vroedichappen zouden praefenteren aan hem of den Stadhouder in der tyd; zekerlyk met geen ander oogmerk , dan om ot zelfs, of door den Stadhouder, ten allen tyden te kunnen weeren dat ityven van Factiën, dat maken van Cabalen en Partyfchappen, waar door dikwyls eenige wynige Perfonen, of door Bloedverwanten, of door eenige laage Zielen, dig zig naar hun wenk gedragen, de meerderheid wetèn te verkrygen, en dan over de overige ongelukkige Regenten, ja over de gantfche Burgery, als zoo veele Ariltocratifche De:poten, te re- g~Dat het aan deze wyze fchikking dan is toe te fchryven geweeft, dat men tot aan den jaare 1610 toe, een vreedzaam gebruik van dit Odroy gemaakt heeft; wanneer zekerlyk eenige woelwaters, en onruftte geelten, die eerft pas door de Staten op het kuilen geitelf waren, de eerlte verandering in dit heilfaam Privilegie verzogten , namentlyk om zelfs Vroedfchappen aan te Hellen, en dus, even als nu, aan den Stadhouder te ontnemen een recht, hoogrt denzelven uit hoofde van dit Privilegie, en opgevolgde Confirmatie, roegekent, en tot nut van het algemeen, en tot conlervaiie van de vryheid van de Stad en Burgery met 100 veel wysheid geintrodu- Dat dus nu, zoo men meent, overtuigende zynde aangetoont, dat het Privilegie van Vrouw Jacoba , en de Afte van Confirmatie van Ph&ps van Bourgondien caduc zyn geworden door de omitandigheden der tyden, en door de Privilegiën van Keyzer Karei, Willem den Eertien, en van de Staten van 1588; het geen byzondere rescontre nodig heeft , het geen men heeft geavanceert; Dat 't vooriz Privilegiëren Acte van confirmatie verleent zoude zyn, op dien voet, . *Dat ze met geen nieuwe handvejten zouden werden verbroken-, dat ze zyn verkent voor de Nakomelingen, en ten eeuwigen dagen, overmits meenigen trouwen dienp wille &c. Want, dat het van zelve Ipreekt, dat, dewyl niet de Graaf de beloften zyner Voorzaten heeft verbroken,  ( 9J ï ken* maar de Stad zelve de voorfz nieuwe Octröï* jen heeft verzogt, en dus aan haar voorig recht zei* ve gerenunueert; dat die beloften, die alleen relatie hadden tot het geen de Graaf fomtyds om zyn eigen wille zoude kunnen onderftaart te doen; door het gedrag van de gebeneficeerden zelve, die nu de nieuwe Octroyen aanzagen als een recompens voor hunne meritgen trwWen diensten, kwamen te verval* Jen. . , . Dat, deze tWee voorfz Privilegiën afgehandelt zynde* mert vervolgens nu onderzoeken zal, vanwat kragt voor de fuitenue der meerderheid mag zyn het Privilegie van ij Maart 1610. Waar by het getal op x7 bepaalt, en aan de Vroedfchap is vergunt, zelfs Vroedfchappen te mogen verkiezen, zonder aan de Staten ot den Stadhouder daar van confirmatie te verzoeken, blyvende niet te min de Electie van de Nieuwe W eth aan den Stadhouder. Dat men in deze moet rematquer^rt, dat men belt van de waardye van dit Privilegie zal kunnen oordelen, als men nagaat de tyd en wyze, wanneer en op welke het zelve is verleent, en wat credit men, jecds zeer kort daar na, aan het zelve heeft gegeven. Dat vervolgens dan in confideratie komen deze uatuurlyke refleflien: Dat dit Privilegie is verzogt, en verleent in de tyd, dat 'et reeds wegens het beftand groot ongenoegen was tufl'chen Prins Maurits en Oldenbarneveld. In een tyd, dar her gezag van Oldenbarneveld reeds eenigen tyd groot was geworden onder de Regenten der Steden, welken de Advocaat* zegt Wagenaar, Vaderl.HifUX D. 35 B§ i?, zoo konfiiglyk wijl te belezen, dat zy, eer zy het dagteu, tot zyn gevoelen waren overge* gaan. In een tyd, dat Prins Manrits, doorgaans te velde zynde, zig wynig met Zaken van Regering kon opbonden, en integendeel Oldenbar* tteveld, fchoon in naam alieenlyk een dienaar der Staten van Holland, echter in het gezag deelde i terwyl by de Jtemmen der Vergadering van Holland (zo als Wagenaar Vaderl. Hifï, ibid. 36 B. § 23 zegt) gemeetilyk kon leiden tiaar zynen zin. In een tyd, dat 'er hooge twiften in Alkmaar waren, en etne commiffie, op naam der Staten, de Regering had verandert, welke nieuwe Regesten door de Staten met dat Privilegie toen begunftigt zyn. En laaltelyk in een tyd, dat eenige ontfAagefl Vroedfchappen, na dtn Haag gereiit zynde L offl9  (94) om zig te verdedigen, nergens gehoor vonden, dan op eene plaats, vermoedefak by den Prince, alwaar hun echter te vetfaan gegeven werd, ten blyke van het gering vermogen van Prins Maurits in dien tyd) dat het nog geen tyd was om hun dienfi te doen. Dog welke tyd korte jaren daar na, en wel in 1618 geboren wierd, wanneer Prins Maurits de Vroedfchap, die toen volgens dit Privilegie van 1610 in i7Perfonen bellond, ontfloeg, en weder 24 aanflelde, conform de vorige Privilegiën; maar 8 van de ontflagene weder herllellende, en die in 1610 ontflagen, en alleen nog overig waren, wederom op het kullen plaatfende; als te zien is in de Vaderl. Hist. X D. 37 B. $• 3« en 39- B. Ten blyke, dat Prins Maurits dit nieuwe Privilegie niet veel reekende, en, het geen by het Rapport word in twyffel getrokken > hier door als publicq, en onder her oog van den Souverein 'oonde, dat hy wel degelyk fuilineerde» dat het zelve van geen kracht was. En het geen dus wel foo fterk, als een legale tegenfpraak, mag gereekent worden, en ook van dat effea fchynt geweeft te zyn, dat de Vroedfchap het nieuw Privilegie van ix December 1619 verzogt, en zig ook completelyk na het idéé van Prins Maurits gefchikt heeft; gelyk zulks op te maken is, uit haar Refolutie van uit. Novemb. 1610, waar by de Vroedfchap aan Prins Maurits wederom defereerde bet recht, om Vroedfchappen te kiezen, op dm voet van de oude Privilegiën $ na dat fy even voor het Privilegie van 1619» en wel op den 7 December, na eenige debatten in de Vroedfchap, zig nog na het Privilegie van 1610 gedragen, en uit dien hoofde op den 9 December vier nieuwe Vroedfchappen, by meerderheid van ftemmen, zelfs had aangetteld. Dat nopens dit Privilegie al verder in confideratie moet komen. Dat nergens blykt, ten minften zoo verre aan de minderheid bekent is, dat Prins Maurits, als Stadhouder, over het verfoek der Stad is gehoort, nog occafie heeft gehad, om Hoogttdeszelfs belangen in te brengen; daar dit by de Graven van Holland gemeenlyk zo was gepractifeerr, en nu nog des te meer te paffe kwam, dewyl men van den ouden voet, die 80 jaren plaats gehad had, afging, en tegen de vorige Privilegiën aan, waar by de Prins het Recht van Electie bekomen had, dit Recht, zoo veel de verkiezing van Vroedfchappen aanging, aan de Vroedfchap defereerde. Het welk mogelyk dan ook wel als de groote feden is aan te merken, waarom de Heeren Stadhouders  houders op dat Privilegie wynig acht geflagen liepben. en de Vroedlchap zelve, by de meergemelde Refolutie van uit. November ióio, onder Prins Maurits begrepen heeft. Terwyl het al wederom de abfurdireït zelve zou zyn, te willen Hellen, dat, en de Stad, en de Souverein al weder hadden ge dwaalt > en de Oude Privilegiën niet behoorlyk hadden ingezienDat deze denkwyze der Leden van Staat, en van de Staten zelve zig nog klaarder zal manifefteeren, als men het oog flaat op 't gepaffeerde by de verheffing van Willem den Derden, waaromtrent al wederom Wagenaar meritcert te worden nageflagen, die zig in zyn Vaderl. HiH. 14 D. 5-3 B. p.86 dus laat hooren: Men befioot hier op tot vernietiging van 't Edict, en, om den Prins met eenparigheid der heden, tot Stadhouder te kiezen. /lw fier dam Jloeg voor, of men geer.en Stadhouder behoorde aan te flellen? IVaar op Leyden aanmerkte, dat men hier over de andere Geweflcn , met welke men een Acte: van overecnflcmming gemaakt had, eerjl behoorde te kennen, dat haaflen gevaar lyk was, dat men voor al ook de Ociroyen op het beftellen der Wethouderfchap in en naden jare 1651 aan de Steden verleent, niet krenken moest, Gouda voegde zig by hcyden. P)og Afudries de Gtaajf, Burgemeejler van Am/Ier dam hervatte , dat uitflel 't Volk verbitteren zou « dat men de zaak ook niet ten halven doen moeft; maar den Prinfe Vail Oranje , den eenigflen, die tot het be* klee-  ( ioi ) . ' kleeden der Stadhouderlyke waardigheid tn a,mt merking kwam ,alle voorregten toeftaan. Rotterdam, Gorinchem en Schoonhoven vielen Amsterdam toe, en de zaak werd bellOteÜ op 't behagen der Principalen. En op den 4 van Bootmaand, 3smorgens ten 4 uuren werd Willem Hendrik 'Prins vail Orange en Nafau, Jaatswyze verklaart tot Stadhouder, &e. Waar by Wagenaar aanhaalt: Aantetk: van den Peniionaris Vivieh van } july 1671, M. S. Relbl. Holl. 3 J»ly **7* bi. x4i- Valckenaer 1. D. Byl. No. 53 bh n8. en Holl. Merc. van 1672 bl. 91. Dat het vervolgens hier uit al weder blykt, dat Amiterdam, en andere Leden van Staat , en Alkmaar ?elfs en vervolgens de Staaten zelve, begreepen, dat die Ótfroyen by een Stadhouderlyke tyd met tep,iïe kwamen, en hadden uitgediend, en dat, de Stadnouderlvke Regering herfteld zynde, aan HoogstdenzeivenJook toekwamen alle die Prareminenuen, alle die Prsrogativen, en dus ook de Eleetien , die dm aan verknocht waren, en waar van H. Ld. Gr. Mog. zelve eenige hadden waargenomen, en als gecustodieert En 'dat het dan is geweeft op dézen en vorige gronden, dat deze Stad direftelyk eene non.nane van 12 Perfonen gemaakt heeft , waar m Wil cm de Derde vier Vroedfchappen heeft geengeert , ge yk.té v^Ten reeds getoont isT en ook telkens de Nieuwe Weth uir de Nominatien der Vroedfchap by Hoogttdenzelven gekoren is. Dat de voorengemelde Refolutie van July 1672 in volgende tyden van zoo veel kragt is gewed!, dat (fchoon bv het overlyden van Willem den Derden, Volgens Wagenaar ibid 66 B. § 3- >P nne, alles eerlang zig weer had gefchikt op den voet, waar op t waf «weeft na de dood van Willem den Tweden, en de Wethouders der flemmende Steden tig wed bedienden van de Odroyen, hun na doode vaD Willem den Tweeden verleend tot het beitel ^Regering; en ook Alkmaar daar toe ook zelvRelo fune genomen had op den 23.July ^o*. met deze aanmerkelyke woorden, vermits het overlyden van den Stadhouder, duidelyk te kennen gevende dat het anders niet te paffe kwam; en zelfs ook nog een SSer Oft»y iü «7*8 had, W^tfffi^ Elucidatie van vorigenI dat eehter, by dc vwhd ring van Willem den Vierden dergelyke refflarquQ alsgLeyden in 1672 had f^^^^ pen was, door geen der Leden van oiadl» " . door Alkmaar niet is geavanceert; ten ^e, d t niet alken Alkmaar, of andere Leden van Staat,  ( IOX ) maar ook H. Ed. Gr. Mog. zelve in een volkomen begrip Honden, dat dit Pra?rogatif behoorde tot die waardigheden en Praeem inentten, die den Stadhouder toekwamen, en welke men aan Hoogfldenzelven nu cp nieuw kwam op te dragen. Dat het te voren ook reeds getoont is , dat dit het ientiment der Leden van Staat, en van H. Ed. Gr. Mog. is ge treeft, ten tyde der difJerenten tusfchén H. K. Hoogheid, en de Stad van Haarlem, in 175-7 en 1759; ^n dat dit begrip van den Souverein zig nog allerklaar!! heeft gèmanifefteert, in de aanfchryvingen aan de Steden gedaan in 175-9 cn 1766, waar in Alkmaar volkomen heeft geacqqiesceert, en dus zoo wel de Souverein, als dé Stad zelve ten klaarllen getoont hebben, dat dit Recht volkomen aan des Stadhouder competeerde. Dat, vermits men hier op by 't Rapport geavanceert heeft, dat er by H. Ed. Gr. Mog. by de meerderjarigheid geene deliberatien over de particuliere Handvesten dezer Stad zyn geweeften dat de vérgclyking hier van met de Ociroyen van 165-0 en 1669 toont, dat H: Ed: Gr: Mog: geene intentie zonden gehad hebben om aan de wettig verkregen Handvejicn dezer Stad eenige de minfle afbreuk te doei,; men daarom nodig oordeelt, nog wat nader open te leggen, wat, by gelegenheid , en van de voogdye, en van de meerderjarigheid van den Heere Erffiadh.oader is voorgevallen> wat door H: EI: Gr: Mog: zelve, en wat by de Stad daaromtrent is verrigt; waar na men dan vertrouwt, dat allen twyffel zal zyn weggenomen, en 't middagklaar blyken zal, dat, niet op een lojffe voet , zander de minfle deliberatie , maar na zeer rype overweging, dit Recht, en by de Staten, en by de Stad is toegekent, en bevejligt geworden. Dat dus 't allereerft in confideratie komt, dat op den 18 December 175:1 door de Ridderfchap eene propofitie is gedaan tot voorzieninge omtrent de Voogd) e, of waarneeming van de digniteiten en charges van den Erfftadhouder, als Haar Kon. Hoogheid kwam te overlyden, welke te vinden is in de Secreete Refolutien van Holland, en woordelyk herhaalt is in de Refol. van H. Ed. Gr. Mog. van 10 February 1752, als mede in de Nederland!che Jaarboeken van 't jaar 175-9 pag. 41. Dat vervolgens by die Refolutie, na rype deliberatie, en na dat eerft op de propofitie van de Ridderfchap een befogne was gehouden, en een Rapport was uitgebragt, is vaftgeftelr, dat de Voogdy zoude worden geëxeiccert by H. Ed. Gr. Vog , in manier als daar na, omtrent ieder der zaken, by de Commiffie voor wylen 7>yne Hoogheid hoogl. mem. op den it Mey 1747 gearrelteert, op hoogddenzelven geconfereerr, nader zoude worden verklaart:en dat dat geconfereerde van artikel uot artikel was  ( 103 ) , . was 'opgenoemt, waar onder ook het vyfde ; behelzende de Commifiie op den Heere Stadhouder, Om Burgerneefieren , Schepenen en Wetten te veranderen naar behooren , en achtervolgende de Privilegie» van de refpecJive Steden en Blaatfen , Vervolgens op dat vyfde Poinft dan word vaitgeilelt en gerefolveert, . is gefchied. Dat, hoe zeer het toen nog tyd was geweeft,om de Privilegiën te berde te brengen, en, even gelyk als Rotterdam, en Hoorn gedaan hebben, ook daar tegen zo veel als deze Stad aanging, te protesteren 1 Alkmaar egter tegens die Lyft, waar op genoreert ftond, dat de Heer Erfftadhouder daar de Eleetien had van Burgemeefleren, Schepenen en Thefaurier en van Vroedfchappen by vacature 3 niet alleen weder niet heeft geprotesteert nog zig op eenig Privilegie beroepen, maar zelfs aandieaanfchryving volkomen heeft geobedieert, en naderhand, ingevolge dergelyke aanfehryving in den jaare 1766, weder haar nominatien aan den Stadhouder ter Electie heeft gezonden, en dus ten vollen gehomologeerr, alles wat in die Refolutien was vervar, maar ook daar door het Recht van Eleetien van den Erfftadhouder ten fterkften geconfirmeert en gecorroboreert. Dat derhalven uit al dit vorenftaande komt te blyken, dat deze Stad, even a/s andere Leden van H. Ed. Gr. Mog. ten fterkften heeft erkent haar gehoudendheid, om aan den Stadhouder in der ryd de Nominatien ter Eleclie te moeten zenden, en dat H. Ed. Gr. Mog., die altyd moeten gepra?fumeerd worden, ten fterkften zoo we! voor de Privilegiën en Handveilen , als voor de Rechten van den  ( ioy ) den Stadhouder te willen waken, door deezë hunhë Refolutie en gedrag ten klaarden hebben petoont j dat dit was volkomen overeenkomllig die Rechten, en ook de Privilegiën der Steden. Dat het dus niet van de belle gratie isi te willen foupconneren, dat op de Privilegiën niet zoudezyn gedagt; want dat men, dit {lellende* zig zeiven en den Souverein insgelyks zoude moeten verdagt houden, of van eene onvergeeflyke inattentie* in eert tvd, dat men zoo jaloers is van zyne Privilegiën; of van eene verregaande laagheid voor, of verknogtheid aan den Heere Erflladhouder; welk laatfle altoos zoo zeer geen plaats kon vinden by de minderjarigheid van den Heere Erffladhouder. Dat dit dus eer fmaakt na een fpecië van verlegentheid, dewyl niets gemakkelyker is, wanneermen overtuigt is, dat de Pra?decefieurs, ja, dat men 2.c!ve op andere tyden anders heeft gedagt,als men nu gaarne wel zou willen denken, van zig dan te redden met een Lchappatoir, als of de Pradeccffeurs qf wy zeiven de zaken toen ter tyd niet hadden ingezien, en dat men daar door in een dwaling was gevallen. Dat het evident is, dat men door foorgelyke voorgevens alles op loffe fchroeven zetten kan, en * wanneer men maar meent, dat men eens om deze en geene tydsomllandigheden van Battery moet veranderen, dat men dan van een foortgelyke argument * tot nadeel van anderen, tot nadeel van eene vaftge^ Helde Conftitutie, zeer gemakkelyk gebruik kan maken, met te zeggen; lk hebbe gedwaalt. Maar dat er dan ook weder niets gemakkelykef valt, dan, als men zyn Rekening by de eertte dwaling niet vind, zo als men verwagt had, al weder te verklaren, dat de laatjle dwaling erger is geweeftj dan de eerfte, en dat men dus wederom van Battery veranderen moet. Waar door men dan alles op loffe fchroeven zet, en aan zyu Evennaalte, die zig door foortgelyke dwaalgeelten, op wien zy hun vertrouwen geveliigt hebben , ligt bedrogen vinden * niet anders overlaat, dan zig te beklagen, dat men op' Lieden, die aan foortgelyke dwalingen zoo ligt onderhevig zyn, vergeefs gebouwt, en te vergeefs daar op zyn vertrouwen heeft geilek: Dat men dus uit 't voren gederailleerde vertrouwende klaarlyk te blyken, dat bet Recht van Electievan Burgemeeiteren, Schepenen, Thesaurier en Vroedfchappen by vacature toekomt aan den Heere Erfftadhouder, nu vervolgens zal overgaan, om aan te toonen: _ boven vermeent, dat, als defe Recomu^ndinipn van den Stadhouder belchouwt worden in dat oogpunt, als hier boven is gezegt, als een res m f f reeds getoont is, ruim zo gevaarlyk « W toot de vryheid der Regentfen, en ^ox^jn^e^ het regt der Regering, als dat men die beleefdheid bevvylt aan den*Stadhouder, dien men1 «et potod mag prarfumeeren, ruim zo neutraal meJe Reeent, die dikwils tegens zyn medebroeder pTprLcc^een is, of die fomtyd door ^U^tt' L andeifms een Stadhoudera.t voor fig zeven n ÏVne Stad weet op re rigteo; waar door dan alle de overige Regenten zig dikwils nekntes . volentes , aan zynen Wilen Heerszugt moeren onderwerpen. Daar in tegendeel de Stadhouder door zyne Recommandatie! de Egaliteit onder de k« beuaren, en alle aanleiding tot pa«^happen weeren kan. Gelyk daar exemplen genoeg van zyn geweeft l de Sleden, voor de wederopregnng van t Stadhouderfchap , eti apparentelyk, ah men. wne Hoogheid dezelve wederom ontneemt ,is het niet m de eerlte, ten minden in latere tyden^weder into gez en worden; waar van men immers de WMtfchyDlykheid niet zal; kunnen tegenfpreeken, en waar van de Roeringen van andere Collegien, daar de Stadhoude" influentie heeft, ?heden ten dage preuves genoeg zouden kunnen op-veren- Dat men gaarne wil avoueren , dat er wel ooor verteerde inlormatien eens een abuisje zou kunnen  ( ïoS ) gorden begaan in Recommandatien van een S'adhóuder; dog dat nooit (want men ziet ze immers > zelfs aan als een res mera facultatis) de verpiiatiri* daar door zo fterk op een Regent legt, dat hy ze" Molens, Volens, moet refpederen , zonder ze te mogen voorbygaan, of ten miniten eerlt redres by Zyne Hoogheid zelve, door betere informatien* gezogt te hebben. ° Maar 'dat het in allen gevalle zeker is, dat de abuizen, die er zyn in de zoogenaamde vrye Llecv tien, rykelyk kunnen opwegen tegens die,' die 'er quafi zouden, geëffetfueert worden door de Recommandatien van . Zyne Hoogheid: Want, dit men uit het vorige en uit de ondervinding genoe* kan opmaken, dat 'er kwaad beleid dikwils gebruikt word m het formeren der Nominatien en Eleetien; waaromtrent de Staten zelfs in hunne Ociroyen hunne huiverigheid aan den dag leggen; En dat daar door dikwils in de zoogenaamde vrye Nominatien, of Eietlien, ruim zoo veel, als door de Recommandatien van ' Zyne Hoogheid een groote «remming kan worden toegebragr, en daar door de vryheid van een Lid van Regeering even zeer aan vrees kan onderworpen gemaakt worden onderzyns gekken, als door *eene voorafgegane Recommandatie van den Heere Erfftadhouder. Dat. het wel waar is, dat de Handveilen, Privile. gien en Ociroyen en verdere Stadsgerechtigheden gaaf aan de nakomelingfehap behoren te worden overgelaten; dog dat het ook tellens waar is, dat de Recommandatien dit geenfins beletten, als men zig door dezelve maar niet laat detourneren van het rechte Schopus, waar toe ze in gebruik zyn geraakt, ep hier voren reeds is aangetoont; Om daar door zelfs de Rechten en Privilegiën te beter te maintineren 'tegen de Heerfchzugt -van deze of gene Regenten, die zi2 te veel raagt door kuiperyen aanmatigen; en ook, om de Harmenie te bevo deren. Dat het ook wei niet kan ontkent worden, dat de bette kennis van de bekwaamheid van de Ingezetenen is by de Regenten ; maar dat het ook even zeker is, dat 'er differenren, en dikwils betere middelen zyn, zelfs door de Burgery, om den Stadhouder daar van te informeren, zonder dat men jüill zig verlegen behoeft te maken voor een foogenaamde gevaarlyken invloed van dezen of genen by den Stadhouder; En dat het ook niet minder waar is, dat zelden de Regenten na die helle kennis hebben gezogr; maar dat in tegendeel meenigvuldige exemplen hebben getoont, dat men van die zoogenaamde vrye Eleetien misbruik heeft gemaakt, en zyne factiën heeft getragt te ftyven en te iterken, en door eene influentie, veel gevaarlyker, als die, waar óver men  ( 109 ) men by het Rapport klaagt, Lieden van zyne gezindheid in de Regering in te dringen. Dat de ondervinding ook daar en booven voor fommigen al heeft geleert, dat, zoo de informatien aan eenen Stadhouder niet worden gegeven na behooren , en 'er misbruik gemaakt word van de influentie, die iemand by een Stadhouder heeft; die beiden zelden van langen duur zyn, het geen velen hebben ondervonden; en dat het in allen gevalle buiten twyffel is, dat by een Siadhouder redres is te verkrygen, maar zelden by eene geformeerde Cabaale. Dat men liefft hier vermeiden wil, dit roer exempelen te illuitreren, die te naby zyn, maar dat men alleen maar verzoekt, refleftie te flaan op het gebeurde by de verheffing van Willem den Vierden. Dat men hoopt, dat men zig zal willen figurerende ongelukkige fituatie, waar in deze Stad, voor dien tyd, was gebragt door het formeren eener Cabaale, waar door verfcheide Regenten van de aangenaamheden der Regering wierden uitgefloten; de Stad door anderen, die van de Cabaale waaren, geregeert na willekeur, de Stads fmantie genoegzaam geruineert, terwyl die wynige Regenten importante voordeden trokken; dé Burgery, die, uit vreze voor fommige hunner Regenten , nergens hulpe zoeken dorft, met hardigheid behandelt; en wat dies meer is Dat hier door dan veroorzaakt wierd, dat de uitgefloten Regenten hun geliefde Burgery niet konden maintineren; maar alles onderworpen wierd aan het desporismus van eenige weinige arisfocratiiche 1 y- rannen. ' c , Dat het God daar op behaagt heeft, eenen btadhouder te geven, daar de Burgery gemaklyk redres kon verwerven, en daar de verongelykte Regenten, die no» in leven waren , hulpe konden erlangen. Dat "zulks terltond gebleken is in het geval van den Burgemeelter Daniël Baert, die, gebruik makende van de voor hem gunitige tyd, en tteonende op de influentie van den Stadhouder, op den 14 Oclober 1747 in de Vroedfchap eene propofitie heeft gedaan, om op de Nominatie als Burgemeelter geitelt te worden. ' . , Dat daar op de Vroedfchap f zo als t betaamde) hy haare Refolutie van den zelfden datum heeft gerefolveert, dat men na de Privilegiën zoude te werk gaan, en dat vervolgens die Heer, die zo veel jaren was gepaffeert ( 'tgeen dus blykt tegens de Privilegiën te zyn gefchied) op den 24 December daaraan volgende weder is herlleld geworden in de burgemeefterlyke waardigheid. ' Hebbende de verheffing van Zyne Hoogheid verder tot gevolgen, dat men hei hier m deze Stad D 4 roe-  ( ito ) 'rodelde, Om de Stadsfinantien niet 2lleën, maar alle abuizen in de Regering te redrefïeren. Dat even eens, als hier uit blykt, dat de Stadhouder hulpe kan toebrengen aan de zulken , die door Cabaalen geween worden, als men HoogltdeszeUs influentie admitteert, men nog meer moet overtuigt worden van de nuttigheid van de directie, die een Stadhouder in het we~rk der Regcering heeft, als men het oog veftigt op het geen kort na de verandering der Regeenng dezer Stad in het jaar 1749 is gebeurt: Dat namentlyk eenige Leden van deze Regering, die (apparentelyk door verkeerde informantenj op naam van 'Zyne Hoogheid waren gepafieerc, naderhand met veel meer luilttr en tlans door dienzelfdeh Heer Stadhouder weder in de Regering zyn herttelt. Dat Willem de Vierde Hoogl. mem. genereus genoeg geweeft is, om wanneer en Regenten, die toen influentie by den Stadhouder hadden, en braave Burgers aan Zyne Hoogheid goede informatien hadden gegeven van die voorfz gepafTeerde Regenten, xerllond wel te willen berouw hebben over 'tgeen, op verkeerde informatien, gefchied was, gehoor te geven aan betere, en die Regenten het genoegen te verfchaffen, van, tot hunnen dood toe, ftoffe tehebben tot dankbaarheid. Dat, gelyk dan hier uit blykt de nuttigheid der influentie van een Stadhouder, het dan ook niet kan worden tegengefprooken, dat , en Hoogftdeszelfs eledien,en hoogftdeffelfs Recommandatien voor onze Regering, Stad en Burgery. zyn van het uit terfte gewigt. Ln dat men vervolgens tot dusdanige Refolutie nier had behooren te komen, maar integendeel had behooren te blyven by den ouden voet; en den Heere Lrfttadhouder van een' Recht had behoren te iaaten jouilleeren, het geen de Stadhouders tot nut der Regeering en Burgery, ingevolge oude en klaare Privilegiën in Stadhouderlyke tyden hebben geoeffent, tenminften een tyd van honderden taggentig jaren. Dat men het dus als feer onbillyk zou kunnen aanmerken, dat men Hooglldenzelven dat Recht ontneemt proprïa autbor'ttate}tx\ men zig hier in dus Rechter fielt in zyne eigene zake, tegens alle gronden van Rechten aan. Dat men het ook als zoodanig zou kunnen befchouwen, dat men hier, met relatie tot de Recommandatien, eene onbeleeftheid doet aan eenen Stadhouder die zo'er'ooit een Stadhouder is geweeft, die het vertrouwen en de achting der'Regering onzer Stad meriteerde ,het is deeze Stadhouder, van welks aftabelheid en oprechtheid, en volltandige begeerte, om een ieder op zyn rang het zyne te geven, men door menigvuldige blyken overtuigt moet zyn. Dat het al verder als zeer onheufch kan worden aangemerkt, dat daar men by ample deliberatie»  f ÏTI ) tie, na voorafgegaane befogne en uitgcbragt Rapport, in den jare 1-/66 hy de Vroedfchap Op nieuw gerefolveert heeft, aan dezen 'Prins (even eens ais anti Hooglideszelt;s Doorl. Ouders) wederom de recommandatien te vragen, men nu die onbeleeftheid aan Hoogllenzelven dott, juift in een lydfhp, dat die Vorll van alle kanten word aangevallen. _ ■ Dat men deze tyd waarneemt, om dit dvsplaint' aan dien Vorft te doen, daar men zelfs avoueren moet, dat Zyne Hoogheid, nog in de Magittraatsbeftellingen, nog in de Commiifien iemandeenig tort gedaan, maar akyd den rang gevotgt heeft. Dat tot dien pas gekomen zyn Regenten, die zoo veel fïotfe tot dankbaarheid niet alleen aan dien Vorll, maar aan het gantfche Huis van Oranje hebben, en die, zonder de'influentie van denzelven, mogel}k wel eens veriloken zouden zyn geweeft, en mogelyk nog fouden zyn van die eerampten en van die voordeden, waar opzy of hoopen konden, of waar toe zy eenig recht verkregen hadden. . . Dat men dus tot dezen importanten pas niet had behoren te komen, te meer, om dat men zig niet kan voorftellen, dat, als men de zaken nu zelfs behandelt buiten eenige de minïte Influentie van den Stadhouder, dat zy beter zullen beftiert worden, als tot hier toe beftiert zyn: maar wel in tegendeel,zo als al meer geremarqueert is,, dat vroeg of laat de Vroedlchap van de vryheid , die ze zig nu aanmatigt , misbruik makende, gelyk in vroeger tyd te meermalen gebeurt is, haar Burgers zal kunnen drukken, zonder dat 'er nu een Equivalent is, dat tegens die magr zal kunnen opwegen. , £ Dat her daarom Wflyk zoude zyn geweefl, dar men tot zulk een grooten pas ook niet gekomen was, zonder de Burgery, die foo veel bdang by de Privilegiën heeft, en voor wien men dezelve, zoo min als de verdere gronden, waar op men zyne fustenue zoude bouwen, niet had behoren verborgen te houden, maar in tegendeel, nu men zulk een importante verandering in de Regeeringsform dage te maken, dezelve te openbaren; dewyl het dog niet behoorlyk is , dat men de Privilegiën voor de Burgery verborgen houd, gelyk zulks op goede gronden door den kundigen Heer Mr. 'Pieter Hen? dnk van de JVaU, in zyn Voorloper van de Uitgave der Habdvelten van Dordrecht p, 4 en 5, niet alleen word beweert; maar nu van agteren, nu men vart deze en gene discourflen der Burgery verwittigt is geworden, by de meerderheid ook zelfs fchynt tö Worden begrepen. , u u Dat dit voor af te meer plaats behoorde te hebben gehad, als men confidereert, dat het Recht van den Stadhouder, om Eleetien te doen (na dat er by het Privilegie van Keyzer Karei een vatte Vroedö D d i ïchap  ( Mt } fchap van %a Perfonen was bepaalt) zo zeer verknogt is aan dat van de Burgery, en, als een fc'.quivalent, of tegenwigt tegen de magt van een vatte Vroedfchap in de plaats gekomen is van het Recht der Burgery, die van ouds jaarlyks zelfs een vrye verkiezing had, en jaarlyks zelfs deel aan de Regeering krygen kon, volgens Privilegie van Vrouw Jacoba, en daar door in die tyd felfs konde waken voor haare Rechten en Vryheeden; in welk vermogen zy nu niet meer is; en het geen nu zelfs de Stadhouder, door deze pas der meerderheid, verhindert word, met vrugt te kunnen doen. Dat het wel aan den eenen kant eene waarheid is, dat een Burger, verongelykt wordende, redres kan zoeken by zyn Souverain; maar dat men ook aan den anderen kant niet kan ontkennen, dat dit adres aan veele inconvenienten en bemoeijeniflen voor denzelven kan onderworpen zyn; terwyl zulken, die dat durven ondernemen , zo ze als eens eindelyk in het gelyk worden geflelt, dikwils dan by hun S ads-Regering met eenen zwarten kool worden geteikent, en aan veele andere kwellingen fubject kunnen werden gemaakt. Dat het dus voor de Burgery te prsefereeren is, dat zy een Equivalent in den Stadhouder kan vinden, by wien zy, zo 'er abuizen influipen, zeer gemakkelyk, en fpoedig, gelyk meermalen is gebleeken, redres bekomen kan. Dat al verder in dezen te confidereren ftaat, dat deze zaak door de tyd nog veele andere en feer pernicieufe gevolgen kan hebben , zo voor de Regeering, als voor de Stad en Burgery. Dat men, al war men daar in vooruitzier, liefst niet wil detailleren, terwyl dat men thans een tyd beleeft, dat vcelen omtrent geen gevolgen,hoe klaar dezelve ook te voorzien zyn, zig fchynen te bekommeren, Dat echter de minderheid over deze gevolgen ten Iptoogtten bekommert is, en dat zy daarom te meer Zwarigheid maakt, om te concurreren tot iets, dat zy, voor haar, meent, nog met de principes van Recht en ^quiteit, nog met die van dankbaarheid, nuttigheid en voorzigtighcid beltaanhaar te kunnen zyn. Dat de minderheid zoo zeer eerbiedigt de Privilegiën, Handveilen en Gerechtigheden, en de ware vryheid van de Regering, Stad, en Burgery, als een der Regenten, die daar in zelfs de ieverigile fchynt, zoude kunnen doen; dat zy tot het maintien derzelve zig by Eede ook verbonden rekent: maar dat zy vermeent, dat, (gelyk zy haaren eed niet heeft gepraïtleerr, als een kind, dat niet weet, wat het zweert; maar als een man, die Haat te letten, e» behoort te weten, waar toehy zig by eede verbind,) her  hef doen van dien Eed op haat gelegt heeft dé Vër« pligting, om regt te veritaan, wat die Privilegiën mede brengen, en wat het is, de ware Vryheid en Rechten van de Regering, Stad, en Burgery re helpen maintineren, Dat de minderheid, uit zulke principes handelende, omtrent her werk der Recommandatien zig vergenoegt heeft, de conclujïe aan te zien; maar omtrent het overige, waar in zy meent, niet alleen dé Rechten van den Stadhouder, maar ook die van haar mede Regenten, Stad en Burgery verkort te worden, heeft geproteltcert, en ook nooit zal kunnen toeftemmen, dat deeze Refolutie tot een wettig rigtfnoer zy voor volgende tyden. Dat de voorfz. minderheid, eeds- en pligts-halve, daar toe vermeent te meer tc zyn verbonden, dewyl deze Retolutie op een gantfch informele wyze, haars bedunkens, genomen is niet alleen; maar ook eene verpligting legt op de Regenten, die met die vryheid y waar van men zoo veel ophef maakt , zoo als 'r haar voorkomt, niet is over een te brengen. Dat het immers als gantfch informeel moet worden aangemerkt, dat men op dit gewigtig Huk willende delibereren, deze zaak niet alleen heeft begonnen, met de praefente leden voor af onder den eed van fecretefle te brengen; maar ook ten einde toe gepoutfuiveert, zonder daar toe alvorens de abfente leden expresfelyk te befchryven, of aan dezelve daar van kennis te geven. Dat het ook van informaliteit niet is vry te plet* ten, dat eene meerderheid, tegen conteftatie vari eenige, en by abfentie van andere Leden, die, vermits den Eed van fecreteiTe, geen de minfte kennis krygen konden, verandert een gebruik, dat in volle vigeur is, dat op de Privilegiën en oude Cottumes iteunt, en als op zoo veele fundamenteele wet ten $ geduurende zulk een reeks van jaren, geyeftigt is» en 't geen dus volkomen overeenkomitig is met de tegenswoordige Regeringsform, tor. welks maintien ieder Regent zoo iterk verbonden is, en welke Regeringsform de Souverein zelve getoont heeft, teö iterküen te willen maintineren; waarom ook H. Ed. Gr. Mog. by het 3de Articnl van de Inftructie van den Heer Raadpenfionaris uitdrukkelyk hebben geiUtaeert: T)at de Heer Raadpenfionaris zal gehouden wezen , na zyn uiterfie vermogen te bezorgen , dat de Privilegiën r Gerechtigheden, Coflumen, en Vfavtien van de Landen van Holland en fVelivriesland-, mitsgaders de Souvereiniteit en authoriteit van de Staten, en hare tegenswoordige Regeringsform , en byZOllderlyk ' Haar Éd. Gr. Mcg. Refolutie van Ee 1$  (■«4) 16 November 1747 op het Effftadhouderfchap J Capitein- en Admiraalschap Generaal genomen, in alle haare deden geconferveerc en bewaart worden: En wanneer heni coit iets mogte voorkomen, dat daar tegens zoude mogen wórden getenteert cf ondernomen, direct Of illdireCC , datby Raadpenfionaris zal gehouden zyn, Haar Ed. G r+ Mog. en aan Zyne Hoogheid den Heere Prince van Orange en Nasfau, ofce den Heer Erfftadhouder in der tyd •> ofte Vrouwe Gouvernante, alles in den zin en ordre by bovengemelde Refolutie gerefolveert en gearrefleert, daar Vail ten eerfïen kennis te geven, teneinde daar inby tyds worde voorzien. Dat het immers niet kan ontkent worden, dat,als de meerderheid eener Stads-Regering het recht heeft, zulke totale veranderingen in haar Regeringsform te maken (waar door gantfch andere fchikkingen, als de oude Privilegiën in Stadhouderlyke tyden medebrengen, worden geintroduceert,) dat zy dan gc.ieel en al kan renverfecren niet alleen de Privilegiën zefve, maar ook het gezag van den Souverein, die genoeg getoont heeft, die Privilegiën, en het Recht, den°Stadhouder daar uit competeerende , te willen befchermen. .-. ., . , Dat het eene volftrektc waarheid is, dat, op die w\ze de Heilige fundamenten van het Staats- e» Stadsaebouw door eene gedecideerde meerderheid kunnen worden onderfteboven geworpen,en de Rechten en Vryhedcn van Regering, Burge.y en Ingezetenen, telkens, als men maar de meerderheid weet te verkrygen, kunnen verkort, en alles op loiie fchroeven kan geilek worden. Dat het derhalven als informeel moet worden aangezien, 'tgeen men by deze Refolutie heeft verrigt, ïn deze zoo importante verandering by meerderheid geconcludeert. * Dat dit in vorige tyden ook geenftms de denkWV7C de^et Vroedfchap is geweeft: Want dat, as TOen al in 'tiaar 1647 eene Refolutie nam, om ook den Sudhoudcr van 't Recht van Electie van een Vroedfchap (tegen de oude Privilegiën aan) te ontzetten, dat men toen zoo foigneus is geween op dit  Itük van bverÜemming, dat men zélfs de abfentë Vroedfchappen hunne confirmatie heeft gevraagt •, gelyk zulks de Vroedfchaps-Notulen van dien tyd kunnen aanwyzen. Dat men dit zelfde ook in 't oog gehóuden heeft, Wanneer men aan Zyne Hoogheid in 't jaar 1749 zyn Vroedfchaps Ampten overgaf, en nederig; gelyk al meede in de Notulen, zoo van de Vroedichap, als van Heeren Burgemeeiteren Van dien tyd, te vinden is: Maar, dat men nu in een gantfch ander begrip fchynt te verfeten, tervvy] men eene verpVigting op de minderheid tracht te leggen, om zig, iri eene zaak van zoo veel gewigt, waaromtrent men immers propria authorïtdte zulke importante fchikkingen niet maken mag, aan 't fenüment der meerderheid te moeten onderwerpen. Dat men mogetyk Zelfs overtuigd zynde, dat dusdanige Rtiolutie van geen langen duur zal kunnen zyn» daarom nog verder heeft goedgevonden en veritaan, om, na eene voorafgaande denuntlatie ten miniten den tyd van 8 dagen ie voren, niet dan met 18 eenparige:itemrnen verandering in dit werk te mogen zoeken, of wederom recommandatien te vr4- ^Dat men hier door de pas heeft getracht af té Wen aan de minderheid, om eenig redres te kunnen of te mogen bewerken. Daar het echter eene volftrekte waarheid is, du men met alleen aan de Regenten, die zig beledigt rekenen in hun recht, maar zelfs aan den miniten Burger met weigeren kan, die wegen in te liaan, die zy, het zy hy een Hooge Rechter, 't zy by den Souverein zelve nodigoordelen, re moeten inflaan, ter wederverkryg^g van een Recht, dat zy menen, da* haar door een meerderheid niet kan worden afhandig gemaakt; en ter befcherming van wettige Privilegiën, die hun in vroeger tyden gefchonken, en zeïfs in de laalte tyderj door den bouverein beveftigt zyn. Dat, offehoon men wel wil avoueeren, dat dit alles niet zoo fierk is van applicatie op 't vragen van Recommandatien, dat dit echter zeker is, dat alryd de Recommandatien met unanimiteit, en zondercontradiaie zyn gevraagt; maar dat nu, zo deze Keiolutie van valeur moet zyn, eene ongelukkige minderheid, niet tegenftaande haare contradiclie, door de meerderheid genoegzaam verfioken word van het recht, om wederom recommandatien te mogen, en te kunnen vragen. Det de minderheid , in hope, dat die gunIhge tyden nog eens weder mogen geboren worden, dat haar disfentierende Medeleden van hunne dwaling mogen te rug komen, hier mede befluiten zal; terwvl 'zy blytt perfifleren by haare te voren gedaane aanteekening en Protefi; aan zig wyders referveren- Ëe i dGf  (n6) de, zo 't nodig zyn mogt, het recht, om dit voren gedetailleerde nader te elucideren, en, ten allen tyde, in dat geval, te amplieren. BY het uitgeven der Refolutie van de meerderheid van de Regeering der Stad Alkmaar ontdekt zynde, dat de oude lïukken, als Bylagen daar by gevoegt, eenigfins, zoo door de fpelling, als door verkorting van woorden, verfchilden van die, waarvan in de aanteekening gebruik is gemaakt ; zoo oordeelt men nodig, te berigren, dat men echter, niet tegenftaande deze differentie, die geenfins het zakelyke, maar alleen het letterlyke betreft, geprsfereert heeft, daaromtrent, by 't uitgeven dezer Aantekening geen verandering te maken; niet, om dat men zig mede niet geruttelyk zoude durven refereren tot de Bylagen, zoo als die by de meerderheid nu zyn publicq gemaakt; maar, om dat men meent, dat, zoo als die ftukken, in vroeger tyd meeft al door den Notaris F. de Teylingeu gecollationeert en geauthemifeert; en in de Chronyk van Alkmaar in Oftavo, en in de Handveften en Privilegiën van Enkhuizen, Alkmaar, Hoorn &c. in Eolio uitgegeven, te vinden zyn; dezelve, zoo door de fpelling, als door het vermyden van verkortingen van woorden, wel zoo duidelyk en klaar zullen voorkomen voor den geenen, die niet dagelyks gewoon is, in 'c onderzoek ven oude Gedenkflukken te verferen: Terwyl men ondertufTchen de zulken, die eenigfins mogten twyffelen aan 't zakelyke, 't geen men uit die oude Üukken getrokken heeft, zeer gaarne wil wyzen tot de leclure der Bylagen, zoo als die agter de Refolutie van den Z4 February 17^3, door de meerderheid, zyn uirgegeven. Voorts acht men nog nodig, te berigten, dat de minderheid, op 't voetfpoor der meerderheid, en om dezelfde redenen, insgelyks heeft goedgevonden, geene gedrukte Exemplaren van deze Aantekening voor echt te erkennen, dan die door eenen der nevenllaande Heeren eigenhandig ondertekend zyn. Geteekent, D. Rat. Memorie  Memorie, dienende tot üdjlruc- tïe van bet Addres en verzoek, door Zyne Hoogheid, den Heere Prince van Orange en Naffau j &C. j &f.j &c, in qualiteit als Erf/tadhouder, aan de Ed. Groot Mogende Heeren Staaten van Holland en fVeflvrieslaud gedaan, omme Hoogli der zeiver voorziening tegen de Refolutie , by ae meerderheid van de Vroedfchap der Stad Alkmaar op den 24 Eebruary 1 783 ,gearrcfh>erd en genomen , met relatie tot de Regeeringsbefiellinge aldaar. rjElyk de onderneéming van de meerderheid der vj Vroedichappen van Alkmaar, by , en in hunne Refolutie van den 14 February 1783, waar van een gedrukt Exemplaar, door dezelve meerderheid in 't ligt gegeven, by de Miffive van Zyne Hoogheid aan hun Edele Groot Mogende is gevoegd, aan Zyne Hoogheid voorgekomen is van het allergrootft gewigt, en van zoo verregaande gevolgen, dat Dezelve zig heeft verpligt gevonden, om deswegens dé voorziening van hun Edele Groot Mogende te imploreeren; zoo heeft Zyne Hoogheid ook gemeend, niet te moeten nalaten, om, by deredenen en gronden, vervat in de insgelyks met den druk gemeen gemaakte, en by Zyne Hoogheids Miffive gevoegde, nadere Aanteekening van de minderheid der gemelde Vroedfchappen, en welke Zyne Hoogheid volkomen adopteerd> aan hun Edele Groot Mog. ook nog direcielyk voor te dragen eenige reflexien, welke tot juüificatie van deflelfs Addres aan hun Edele Groot Mogende, en tor nader betoog der onbegaanbaarheid van de gemelde Refolutie van de meerderheid der voorfz V roedfchap , kunnen verltrekken, en die Zyne Hoogheid geoordeelt heeft„ gevoeglyker in deeze afzonderlyke Memorie, dan in deffelfs Miffive, waar by Zyne Hoogheid zig tot een eenvoudig vooritei der zaak', en van de nodige verzogte voorzieninge, bepaald heeft, te kunnen bevatten. Om het onderwerp van behandeling terflond onder het oog van hun Edele Groot Mogende te doen vallen, Held men hier ter neder de eige Woorden van de gemelde Refolutie, van den 24 February 1783- En is dienvolgens , na rype deliberatie, goedgevonden en verflaan, dat voortaan niet meer eenige Nominatien, tot de begeeving van de Ampten van BurgemeeÜeren j Scheepenen, Thefauriers, of Vroedfchappen deezer; F f Slat!  Stad, zullen worden gemaakt, orn daaf opdg Eleclie van den Heer Stadhouder deezer Provincie, of van iemand anders, te verwarren, nog ook eenige Recommandatien tot vervulling van Ampten of Commiflien, Üaande ter begeyinge of dispeclie van de Regeringe deezer Stad, verzogt of ontfangenj maar dat de gemelde Ampten, overeenkomfhg de Handvellen, Privilegiën en Ociroyen van dc\>e Stad, en der zeiver Burgery, door deze Vergadering zelve, als répraefènteereude de evengenoemde Burgery, by dire&e aan reHinge zullen worden begeeven; te Weeten,de Ampten van Burgemeeiteren, Schepenen en Thefauriers, volgens het Handveit van Vrouw Jacoba van Beyeren, van den n April 14*6, en de Acle van Confirmatie van Hettog Philips van Bourgondien, van den 16 Maart 1450; als mede de Ociroyen van haar Edele Groot Mog., van den9 December 165-0, 18 December 1669, en 26 Mey 1718; En het Vroedfchaps Ampt, in gevolge de evengenoemde Atfe van Confirmatie van den zó Maart i+fo, en de Ociroyen van hun Edele Groot Mogende van den iy Maart ióro, en 26 Mey 1728; En dat ook ter vervullinge van de voorfz Commilfien, de begevingen of dispeclien , in ge volge het indisputabel regt deezer Regeolnge, direcfelyk door deeze Vergaderinge zullen gedaan worden. En het is deeze Refolutie, welke Zyne Hoogheid meend te mogen en te moeten zeggen, en te Kunnen betogen, dat dezelve contineerd.,nier alleen eene exorbitanre laetie van de Regten en Prapèminehtien y door hun Edele Gr. Mog. aan Hem, als Erfltadhouder by deffelfs Commifiie van 26 February 1766,gedefereerd, maar ook eene verregaande ufurpatie en inbreuk op de Hoogheid en Geregtigheid van den Lande; Waarom dan ook het verzoek, door Zyne Hoogheid by deszells voorfz Mitlive aan hun Ed. Gr Mog. gedaan, tweeledig is; als tenderende de Eerjle Lid in fubftantie, ten einde de gemelde ufurpatie en inbreuk, door hun Edele Gr. Mog. fouveraine voorziening tot welvaren van den Lande moge worden gerepareerd; en het Tweede, ren eynde Zyne Hoogheid by de/felfs Hooge Regten en Prceëmmennen, als Erfftadhouder deezer Provincie, moge worden gemaintineerd; En dar, gedurende de Deliberatien Van hun Edele Gr. Mog., hier over, de zaakgehouden moge worden in denzelfden itaat, waarin die voor dato van het neemen der voorfz Refolutie vari den 24 February 1783 is geweeft. Dat nu Zyne Hoogheid met volkomen regt in de eer/te plaats de evengemelde Refolutie confidereerd al»  a\s eene tofurpatie » inbreuk en Verkorting ^ * Hoogheid en Geregcigheid Van den lande, vermeend men, ten klaarüen ie kunrten afleyden, aan de eene zyde, uit eene befchouwing van den itaat der zaak omtrent de Maeifiraats beftelling te Alkmaar, ten tyde van het neemen derxelve Refolutie; en aan den anderen kant, uit eene overweging van den waren aard der gemelde onderneeming en Relolutie van de voorfchreeve meerderheid der Vroedfchap var.dezelve Stad, welke niet minder dan een daad, ot daden van Souverainheit cohtineerd; altans Zulke daaden, waar toe de gemelde Vroedfchap, al was die zelfs eenparig geweell, veel min de meerderheid ,in weerwil van diiïéntieerende, en in ahientie van dés onkundig zynde, en daar toe niet beichreeven Leden, volUrekt was onbevoegd. Het was namentlyk omtrent de Rëgeerings beftelling te Alkmaar; ten tyde van het neemen der Refolutie in quffittie, dus gelegen: dat jaarlyks, tegen den tyd der Magiüraats verandering,door de. Vroedfchappen eene Nominatie of dubbeld tal van Burgemeeiteren, Scheepenen en Thefauriers wierd geformeerd, en dezelve aan Zyne Hoogheid geprsfenteetd, om daar uyt door Zyne Hoogheid de ivectie gedaan te worden; en dat insgelyks, by elke Vacature van een Vroedfcnapsplaats, door Vroedfchappen, eene Nominatie of -Tripel getal wierd gemaakt, en aan Zyne Hoogheid getenteerd,waar uyt Zyne Hoogheid de verkiezing deed Dat dit aldu! plaats had, en wel niet zederd1 heden of gifteren, niet by ufurpatie, ged^e Zyne Hoogheids Erffladhouderfchap, ofte dat vat eenigen zyner Pradecefieuren, maar vo gens valtig en opentlyk is geufeérd in alle Stadhouderlyke tyden zedert derd'halve Eeuw, en ook door de Regenten van Alkmaar, die de ouaflieule Refolutie genomen hebben, zoo wel als door hunne Prsedecetrenren,alzo is geplateerd, en niet a leen door flilzwygende goedkeuring, zoo der Burgery van A kmafr, als van den Souverein geagnosceerd maat zelfs ook uytdrukkelyk alzo door hun Edele Gioot Mog na voorgaande fetieufe deliberatie is begree* oen en «reëxerceerd in de minderjarigheid van den laenwoSen Erfftadhouder, heeft geen bewys St derkentenis van de meerderheid der V roedffhaPD-n zelve field zulks buiien allen twyfel; En S i'even.eens door hen geadvoueerd, en lyd ook g ene de minde tegenfpraak, dat die nandelwyze fok overeenitemt ,et de Privilegiën, of Oöroyen van Keyzer Karei V. in dato den ^P^UÏÏ van Prins Willem h in Naam van Kon ng ™PJ ^ in dato Oftoher 1*6?, en van haar Grco Mog. in datis den 6 December 1588 , en: » December 1619. * * *  ( Ï2 0 ) Maar niet tegenftaande dit alles, onaangezien die Privilegiën, die conltanre gewoonte, en alle de daar van extteerende erkenteniiïen van de PradecefiWrïn der tegenwoordige Regenten van Alkmaar, ja vm de tegenwoordige Vroedfchappen zeiven, heeft enterde meerderheid goedgevonden, om, zonder zie eenigzints aan dat alles te bekreunen, of regard t% f aan op de Wettige gevolgen en iiffeclen, die uyt al het zelve naar de gezonde reden, het Re^t der natuur de befchrceve Regten en 'sLands Wetten voort vloeyen, (als men zelfs maar agt geeft op de kragt van oude Coftumen, en op het Regt vanpr£ lcriptie, uyt eene langdurige exercitie fpruyrende) eygener auftorireit, eene willekeurige Refolutie re neemen, waar by men, na zo veel tyds verloop, OP pratens fundament van eene nieuwlings bedagte ftry digheid van die gerecipieerde handelwyze tegen Vo' nge Pnvnegten, en van een bekomen beter ligt om trent dezelve, heeft beflooten; niet, om aan dTn Souverain de vermeende bezwaaren over het voorf? genruyk voor te d.agen, en interpretatie of redres en afichaffing van het gebruyk , het welk men ze fs tot hier toe ondertield had wettig te zyn, re ver! zoeken neen maar, om willekeur,?, en via farti dat conftant gebruyk, op de gemelde Privilegiën en Octroyen gebouwd, zoo lang door alle de Regen en geprartileerd, en als wettig erkend, en door hun Edele Gr. Mog. rebus & factis goedgekeurd en he veitigd, eensklaps af te fchaffen fenXonZr £ni£ voorkennis van den Erfdadhouder, aan denw ^ het Regt van Eleclie te ontneemen, en de verkie , HvJ ri£rS A!^maar' èebefcl en alleen z.g zdve aan te matigen; Eene onderneemtW van de gemelde meerderheid der Vroedfchap, welke n ëe volile kragt, het pieegen van daade, van SouZ raantett importeerd, en waar van de onbevoegtheid van zelve in het oog loopt. ^gmeia Immers de natuur der zaak zelve leerd, en *!|e de zoo oudere, als Jaatere Schrvvers ov7r hVr L regt zyn het met elkander volkom n s i ï poinft der beftelling van de Reteermaen ee'n van H Z^ziT'k "kg:ynkd"tLgerings- mnfl„i. i, |. ö U1C "OK, ^-yn, de bouveram on~ ™gll;lls' wat to! ^ Souverainireir behoord,,n eygepei Perfopn verngten kan, zoo vind men wél alomme, dat de exercitie van zodanige deelcn der Souverainueit, of jura majejiatica, welke commuri cabe zyn, door den Souverain iteeds aan anderen worc gedemandeerd ; als by voorbeeld, het be evd juvttie, de diredte over de tinantien, en inzonderbeid ook de cara Magl(tratuum Qreandorum] T^ Regee-  (1*1) Regeerings beftellingen in de Steden en Plaatfeflj dog egter 20, dat het altoos waar is en blyft, dat 2ile die Regten zelve, welker exercitie alzo aan anderen gedemandeerd word, oorfpronkelyk en radicaal in den Boezem van den Souverain relideeren, en onaffcheydelyk aan den Souverain blyven toeko* men. Deeze Helling is, met relaiie tot de Regeerings beftellingen in de refpedive Steden en Plaatzen in het Generaal, en in die van Alkmaar in het byzonder, allerduydelyk blykbaar uit de Handvelten, Privilegiën, Ocfroyen enz. deswegens door den Souverain aan dezelven verleend, en de veranderingen , Alteratien, en Corre&ien, door den Souverain daar in van tyd tot tyd gebragt: als blykt uit alle dej^drukte Handveften en Privilegiën der refpefiive Steden, als mede uit het Charterboek van F. van Mieris; en zonder welken dezelve Steden en Plaatzen zig daar mede in het geheel niet zouden mogen bemoeyen, zoo min als de Dorpen ten platten Lande; hebbende die van Alkmaar, kennelyk tot den jaare 1402, en waarfchyulyk ook tot diep onder de Regeering van Hertog Philips van Bonrgondien in de 15- Feuw, daar in nog niets ter Waereld te zeggen gehad: als blykt uit het Handveft van Hertog Aelbert van Beyeren van den 27 January 1367—1368, daar dezelve Hertog letterlyk zegt, Dat ÏVy 3 nog onze Nakomelingen nog onze Bailluw , of Temande, dien wy dat beveelen mogten, niemand zetten en zal, binnen onze voorfz Stede van Alkmaar aan den Gerechte j hy zal voor die tyd geweefl hebben Poorter &c. Als mede uit deszelfs Handveft van den 12 November 1401, daar men leeft, ln den eerften, zo wie Poorter worden zal binnen onzer Stede voorfz (Alkmaar) die zal, na der tyd, dat hy aldaar Poorter geworden is, zes jaar lanck Poorter geweetthebben,ende binnen derzelver onzer Stede woonagtig, eer wy hem, of ymand anders van onzer we« gen, in onzen Gerechte aldaar kiezen ende nemen zullen. Handv. van Alkmaar in Folio pa%. iS & ï? j en in Oclavo pag. 276 tS 193. zullende in het vervolg getoond worden, dat die van Alkmaar, in diervoegen by demandatie van den Souverain, vervat in het Oclroy van Keyzer Karei den V. van den z6 September ij30. (zie Bylage C. agter de Refolutie van den 24 February 1783. pag. 5-) hekomen hebben dat Deel in de Regeerings beltellinge aldaar, het welk zy, van dien tyd af, gedurende de refpeftive Stadhouderlyke tyden, tot dato van de Refolutie in quaeitie toe, geëxerceert hebben, namelyk, de bloo- G g te  ( fa» ) te Nominatie van een tripel getal nopens de Vacante Vroedfchaps plaatfen, en van een jaarlyks dubbeld getal nopens Burgemeefleren, Scheepenen en thefauriers. Fn gelyk mirsdien zulks in zoo verre compleetelyk vald in de termen der Regterlyke materie van Mandaat off Liflgeeving , waar in zeker is, dat een Mandataris den inhoud der Laftbrief (zynde hier de verleende Ociroyen of Privilegiën ) ttiptelvk mort obferveeren, zonder dezelve te mogen te buiten gaan, veel min te veranderen of te atereeren; zoo is ook in tegendeel notoir, dar, indien eenige verand, ring in de geaccordeerde Ociroyen, &c. nodig mogr geoordeeld worden , het alleen aan den Souverain, als Mandans, competeerd, om daar over te disponeeren; en dat een Magiftraat, zig zeiven zulx aanmatigende, zyn Laübrief te buitengaat, de Regten van den Souverain ufurpeetd, en daar op inbreuken pleegd. Trouwens hier toe is geen verder betoog nodig, vermits de refpective Steden, en daar onder ook d e van Alkmaar zelve, altoos begrepen hebben, dar, wanneer men, nopens de plaats hebbende Regeeringsforme of benelling, eenige verandering, fchoon van veel minder wezentlykheid, dan die in de queestieufe Refolutie van 24 February is gebragi, verlangde gemaakt te hebben, zulks niet aan hun zeiven Hond, maar , als eene Acte van Souverainbeit zvnde, by den Souverain moeft verfogt worden; biykende zulks wederom uit de Handveiten en Pivdegien der refpective Steden, het groot Charterboek van Mieris, en het Hollands Plaoaatboek , als anders, in het generaal, en uit de gedrukte Handveilen en Privilegiën der Stad Alkmaar, in het byzonder; waar van men, om in deezen niet te ver te excurreeien,al'e de voorbeelden,die'er van aan handen zyn, niet zal bybrengen, maar zig bepalen aan eeni.;e weinigen der Stad Alkmaar zelve. Als eet ft, het reeds te meermalen gemelde Oclroy van Keizer Karei den V., van den 26 September 1530, i agter de Refolutie van 24 February 1783, B^lage C pag. 5) uit welkers inleidinge blykt, dat de Vroedfchap, die, volgens de Acte van den it> Maan 145-0—145-i ( Bylage B. agter gemelde Refolutie pag. 3.) op een en dertig Vertonen was geItcld, eet it by Oclroy van Konivq'Tóilips van Ka'tilitn, den Vader van Keizer KareJ, die op den xy September 1506 overleeden is, verandert is op veertig Perfoonen; vervolgens door Keifr Karei in het jaar 15-18, op feltien Perfoonen, en door densselven in het gemelde jaar 1530 "P Wt* ea twintig Perfoonen; gelyk nog heden plaats heeft; En zulks,het geen notabel is, fchoon die van Alkmaar toen een Vroedfchap van veertig Perfoonen verzogten ; dog het'  A ( 113 ) , , | het welk, den Keiier niet behaagd hebbende, eene coorflian ie preuve uitlevert, dat ook de geringfté verandering in de Regeeringsform of beltellinge teri ecnemaale aan den Souverain Haar. . Een Tweede voorbeeld van verandering in de Re* eeeringsbeitcHinge, en dat wel, nopens eene zaake van zeer weinig belang, door of van wegens deh Souverain, ten "verzoeke van die van Alkmaar , en geenszins door denzelven, gefchied, levert uit het Oclroy van 'Prins Willem den I. in den naame van Konin^ Philips den II., of Derden Grave van Holland van dien Naam,/'?/ dato den xj OcJ. 1*65-. Handveilen van Alkmaar in ïo\.Tag. 5 5. en in Octavo pag. 5-45) waatiby de jaarlykfche vernieuwingsdag van de Weth , die toen in de maand Mey inviel , flegts wederom, als van ouds, verzet wierd in de maand December. Een 'Derde voorbeeld word gevonden in het Octroy van hun tdele Groot Mogende, van den 6 December 1588. (Bylaage D. agier gemelde Refolutie Pag. 8.) waar by door Hoogildezelven, op verzoek van die van Alkmaar, verleend word,Vier in plaats van Drie Burgemeeiteren te mogen hebben, als meede Eenen Thefaurier, in plaats van Twee , en ten dien einde ie mogen maken eene Nominatie van Acht en Twee Perfoonen refpective, omme by den Stadhouder van Holland in der tyd daar uit vier Burgemeefteven, ende één tot Theiaurier gekofen te wouien. tr. , En, om kort te gaan, en nog maar een VttUe Exempel ten overvloede by te brengen, dog het welk hier den knoöp volkomelyk toehaalt, hoeis het tog met de verandering van de RegeenngsbeItellinge in bet Mr 1650 te Alkmaar gegaan, toen door het overlyden van Prins Willem den \h het Stadhouderfchap quam te ceffeeren, en 'er dus zelfs geene termini habües waren van eenige Nominatien *te kunnen maken, om aan den Stadhouder ter Electie te prefenteren? i . Heett toen de Vroedfchap van Alkmaar m haare gedagten genomen, om zelf, eigener autoriteit, en zonder den Souverain daar In te kennen, het formeren van Nominatien, en het prsefenteren van dezelve aan den Stadhouder, ofte den Souverain zelf, af te fchafien, gelyk by de Refolutie in quaefhe gelchied is? (fchoon het zelve te dier tyd nog eenigzins gecoloreert zou hebben kunnen worden, op pTaetext* dat het tweede Lit van de Relolutie van hun Ed. Groot Mogende van den 8 December 1650 dicteerde' Dat alle de Steeden en Piaatfen, eenige Privilegiën of Voorregt hebbende in het beitellen %an derzelver Magitlrature, het zelve onverbreekelyk zuilen mogen blyven behouden, en ook, naar den inhoude van dien,ten Q g % be*  C "4 ) bekwamen tyde continueelyk mogen gebruiken) wel verre van daar. Die van Alkmaar, ten breedlten uitmetende hunne verdienden, van in den jare 1573 de Fundamenten te hebben leggen, tot fluiting van de viclorieufe en geweldige Wapenen van den Koning van Spanjen , hebben op het zelfde Fundament van hunne, by de Refolutie in quaeltie, gedetailleerde Privilegiën, verzogt, dat het hun Edele Groot Mog. goede gelieft e mogt zyn, henlieden te gunnen, Confenteten, en te Oflreyeeren, even dezelfde eigene of directe aanftellinge der Regeringe, als welke de meerderheid der Vroedfchap lig zeiven, by de Refolutie in quceffie , defado aangefchaft heeft; maar hadden die zelfde Handveilen en Privilegiën, op welke de meerderheid zig nu beroept, te dier tyd minder kragt, dan tegenwoordig? Of is dit addres aan den Souverain alstoen, ongehouden, ex fuper abundantï, en llegts, voor zoo veel des noods , gefchied? geenzins! het verzoek ligt abfolut, en zonder die falutaire claufule ; en het is ook, in dier voege, door den Souverein verleend. Dit dan ten klaarfïen blykende, dar, wel verre, dat ergens conlteren zoude, dar het regt der Regerings beflelling zoude competeeren aan, of gerefi-deert zoude hebben in den Boezem van het Volk, als een gevolg van eene conftitutioneele Volksregering, waar van in de Brief der Vroedfchap, van den 14 November laatllleden, Novo Exemplo word gewaagd, in tegendeel al het regt,dat die van Alkmaar ooyt deswegens hebben gehad, aan hun, door de Graven in der tyd, en door hun Edele Gr. Mog. is vergund ; als mede, dat, daar die van Alkmaar ook altoos, tot dato van hunne voorfz Souveraine Refolutie van den X4 February 1783 toe, zulks begreepen , en zelfs erkend hebben, dat 'er geene de minlte alteratie in de Regeerings beltellinge aldaar mag gefchieden, al was ze, wegens verandering van tyden en zaaken , volltrekt noodzakelyk geworden, dan door den Souverein, zoo vloeid daar uit Apodictifch voort,dat de meerderheid der Vroedfchap aldaar, by haare Refolutie van den X4 February 1783. alhier in qua;ftie, ook volgens het begrip van alle hunnePraideceffeurs zeiven, een *Daad of Daaden van Souverainiteit hebben gepleegt; door dien dezelven daar by goedgevonden hebben en veritaan, Dat voortaan niet meer eenige Nominatien tot de begeeving van de Ampten van Burgemeeiteren, Scheepenen, Thefauriers of Vroedfchappen der Stad Alkmaar zullen worden gemaakt, om daar op de Eleclie van den Heer Stadhouder deezer provincie, of van iemand anders, te verwagten &c. Direct ftrydig met het meergemelde Octroy van Kei-  ( II*) Keifer Karei de V. van den. i6 September 1530, woordelyk dicterende, Dat de XXIV. Perfoonen, de Vroedtchap te Alkmaar uitmakende, op beuren Eed jaarlyks fes dagen voor den ordinaniïen dag van den vernieuwen van de Weth derzelver Onzer Stad, uytten Rykdom van diene, ende Ryklten, Verftandigflen ende Rechtveerdigllen, eedt Ses Perfonen, daar na Veertien, en ten lellen Vier kiezen zullen^ ende die Ons, of Onfen Stadhouder van Holland in der tyd, praTent'eren, om uytten eerden Ses Perfonen Drie Burgemeeib ren, uytten Veertien Seven Schepenen, en uytten Vieren Twee Thefauriers te kiezen &c. CAls breeder te zien is in de gemelde Bylage C. >pag. y.) En welk Octroy van dien tyd af gedurende alle de Stadhouderlyke tyden of Epoques, tot dato van de voorfz Refolutie in quaïfhe toe, en dus zederd meer dan Derd'hafve Eeuw , geobferveerd ts geworden; zynde alleen , dog insgelyks met , dan by Octroyen van den Souverain, aan die van Alkmaar vergunt, Vier, in plaats van "Drie Burgemeefleren, en één in plaats van Twee Thefauriers, 1 e mogen hebben, ende Nominatien der refpective Dubbeldgetallen, daar na gefchikt; als mede, dog insgelyks niet, dan by Octroy van den Souverain, eenige verandering gemaakt in de fuppletie van de vacant komende Vroedfchapsplaatfen; dog welke niet lang gefubfifieert heeft, gelyk hier na, ter fijner piaatle blyken fsl ■ " Hier'by komt, dat, indien men de zaak van de allergunitigfle zyde voor de meerderheid der Alkmaarïche Vroedfchappen wil befchouwen ^ men dan zoude moeten confidereeren, als of uyt die Privilegiën of Oaroyen, aan de Stad Alkmaar omtrent de beilelling der Regeering verleend, op welke de meerderheid der Vroedfchap zig thans beroept, aan de eene zyde, en uit de reeds gemelde andere Octroyen en Privilegiën, met welke ; het voorgemelde gebruvk overeenkomllig was, mitsgaders uyt dat gebruyk'zelve, zo als het in Stadhouderlyke tyden altoos is gëufeerd , mitsgaders door de eyge daden van den Souverein beveiligd, aan den atiderenkant, ten dezen eenige duyilerheid, ambiguïteit, ol twytfeling zoude voortfpruyten , welke van die Ptivilegien thans zouden moeten praevaleren ; kunnende ook, zonder de uytterfte ongerymdheid, en zonder aan de fuccefïive Regenten der Stad Alkmaar in Stadhouderlyke tyden, en aan de tegenwoordige Vroedfchappen zeiven, ja ook aan den Souverein ten minflen eene onbegrypelyke inattentie en dwaling toe te fchryven, niet worden voorgewend, dat net duydelyij en van eene ontwyfelbare liquiditeit zoude H h zyn ,  ( m ) zvn, dat tegenwoordig de in Stadhouderloofe tyden aan de Stad Alkmaar gegeevene Ociroyen omtrent de hertelling der Regeering, het rigt'noer zouden moeten opleveren, en via f'acTi door de Regeenng geintroduceert zouden kunnen worden, met affchafhng en vernietiging van een conitant contrarie gegebfüfk in alle Stadhouderlyke tyden , gedurend* twee en een halve Eeuw, en gedurende 36 jaaren, federt de laatffe herÜelling van het Stadhouderfchap; en dus met dadelyke ontneming aan den Stadhouder van deffelfs zo lang geëxerceerd regt en pofl'effie; terwyl zelfs de fcrupule, by den Heer Prtebdeerende Burgemceficr hier over ontltaan, en deffelfs daar uyt voortgevloeide Propofitie, waar op de quattieufe Refolutie van i\ February 1783 is gevolgd, als mede het onderzoek, het welk de meerderheid der Vroedfchappen door eene benoemde Commiffie nodig heeft geoordeeld, zo wel als de contrarie begrippen van zo veele vorige Regenten, ja van de tegenwoordige Vroedfchappen zeiven, tot in demaand February van dezen jare, mitsgaders de nog plaats hebbende ditfenlie der minderheid, ten klaar/ten evinceeren, dat de meerderheid fri allen gevalle niet anders konde fuftineeren, dan dat, door de by haar gemoveerde nieuwe bedenkingen, thans over deeze zaak dubieteiren plaats hadden. Maar indien dan al uyt de tegen elkander (door gebrek van diftinclie der Regeeringsform, in fchyn aanlopende teneur der verfchillende Privilegiën en Ociroyen eenige twyfeling, difficulteit of befwaar konde ontüaan over de wettigheid en de continuatie van het zo lang geobferveerd , en nog dadelyk plaats hebbende gebruyk, het welk by den Souverein zelve gerefpeéteerd en gevolgd is, dan zoude het nog ontwyfelbaar zyn, dat aan niemand anders de interpretatie deswegens zoude toekomen , nogvan iemand anders het redres van het vermeende befwaar verzogt zoude kunnen worden, dan alleen van den Souverein, en dus van hun Edele Groot Mog. zeiven * volgens die allerzekerlte jurisprudentie, Tam interpretem, quam conditorem Legum j Solum principem jure exiflimari; Zonder dat het regt eenig onderfcheyd maakt, of de duyfterheid fpruyt uyt de dubbelzinnige bewoording en inhoud der Wetten, dan uyt regenltrydigheeden, het zy in zig zelve, het zy met relatie tot andere eerdere of latere Wetten, of Coltumen. En uyt dit alles word derhaiven wettig opgemaakt dit befluyr, dat de meerderheid van de Vroedfchap der Stad Alkmaar, door de gemelde P^efolutie van 14 February 1783, waar by eene gantfch andere form over de bestelling der Regeering van die Stad is ingevoerd, dan, conform de Privilegiën en Octroyen, tot de Stadhouderlyke tyden betrekkelyk,en over-  ( H7) , . qvcreenkomftig met den wil, immers met de auy« 4elykfte goedkeuring van den Souverein, van de fucceüive Regenten, en van de Burgery te Alkmaar, in de Epoques der Stadhouderlyke Regeering twee en een halve Eeuw had plaats gehad, en waar doormen , nopens gemoveerde bedenkingen over de beilelling der Regeering voor het vervolg, eeneeygendunkelyke interpretatie heeft uytgebragt, tot welk een en ander aan hun nooit het regt gegeven is, daaden van Souvcreinireit gepleegd, en eygenet auctoriteit aan zig aangematigd heeft, het geen alleen aan den Souverein toekomt: Waar uit dm ook van zelfs voortvloeit, dat die onderneeming van de gemelde meerderheid der Vroedfchap uiurpatien en inbreuken van f en op de Hoogheid en Geregtighcid van den Lande involveerd, als aan den Souverein onttrekkende, en aan zig toe eygenende zulke reg¬ ten, welke tater rejervata principi vtuvutcn , tu door den Souverain alleen kunnen gcoeiient worden. Maar de nu reeds betoogde onbevoegdheid der gemelde Refolutie van de meerderheid der V'roedIchap, en delielfs daar uit voortvloeiende informaliteit en nulliteit, is boven dit alles nog temeerhandtaftelyk, wanneer men nog deefe twee a drie omftandigheeden rtflecteerd; Voor eerlt, dat by die Refolutie niet alleen via facti het regt van den Stadhouder omtrent de Eledie van Vroedfchappen, Burgemeefleren, Scheepenen en Thefauriers, uyt aan Hem geprajfenfeerde Nominatien is geaboleerd; maar dar zelfs direft ook aan hun Edele Groot Mogende» by die Refolutie alle regt deswegens geheellyk word ontzegt; want (dus Juyd de Refolutie; Is goedgevonden en veritaan , dat voortaan niet meer eenige Nominatien tot de begeving der Ampten van Burgemeefleren, Schepenen, Thefauriers of Vroedichappen deezer Stad zullen worden gemaakt, om daar op de Eledie van den Heer Stadhouder, of NB. van iemand anders, te verwagten. Wie tog kan door de Woorden, of van iemand anders, met mogeiykheid veritaan worden, dan de Souverain. , „ .r Dit is van zelfs klaar; te meer, om dat hener Karei in het Oclroy van den jare 1*30 het regt van Eleftie der gemelde Regeerings Perioonen van Alkmaar, uit daar toe te prcfenteerene Nominatien,hid gereferveerd aan ssiir, of om zynen Stadhouder die Woorden Ons, of Ónzen Stadhouder van Holland in der tyd; worden tot d.rie malen toe dien aangaande in dat Oaroy gerepeteerd; en niemand anders is er uit te denken, welke, buiten den Souverain, enden Stadhouder, regt tot die Electie zoude kunnen pre» tendeeren; en derhalven ligt hier in de Reioiune H h % val3  ( ) van de meerderheid der Vroedfchap met alleen eene Verkorting en inbreuk, maar zelfs eene geheele ontneeming en vernietiging van het gemelde Regt van den Souverain, het welk tot hier toe Was erkend, en door den Stadhouder, uit kragte van de op Hem gedane delatie van den Souverain, telken iaare, en by elke Vacature was en wierd geéxeerceert. Jn de tweede plaats verdiend geene mindere opmerking de zonderlinge zorg, welke de meerderheid der Vroedfchap heeft getragt te dragen , ten einde ïf tc fnyden, of altermoeyelykit te maken de gelegentheid , om over deeze Refolutie redres van den Souverain te verzoeken; zynde daar toe ingerigt die Claufule der voorfz Refolutie, waar by wyders is goedgevonden en verliaan, Dat niet anders, dan na voorgaande denunciatie van ten mrrflte.ri acht dagen, en met eenparige toeft ermniag vati Achttien Leden desser Vergadering, eenige voorstelling of verzoek aan haar Edele Groot Mog. zal mogen worden gedaan > om alteratie of ampliatie in de Privilegiën of Octroyen deezer Stad. Eene Clauful \ we/ke tot gevo/g zoude moeten hebben, dat voortaan in de Regeering van Alkmaar dat byzonder regt zoude moeten plaats hebben, en ook voor de Succeffeuren van de tegenwoordige Regenten van eene altoos verbindende kragt zoude moeten zyn, dat in dit opzigt eene zeer groote meerderheid voor eene kleine minderheid, ja dat 17 ftemmen voor een verzoek aan den Souverain ter dier zake advifeerende, voor 7 diffentieerende Leden zouden moeten wyken, en, hoe kragtig ook overtuygd van de billykhéid en hooge noodfakelykheid van verandering, daar in altoos door die zelve 7 vereenigde Leden zouden kunnen tegengehouden en belet worden; het welk zoo vergaat, dat de ongerymdheid van dien geen betoog nodig heeft; terwyl men intuflenen door deze Clauful zelfs tenklaarften heeft getoond te begrypen, dat indien in de Regeeringsform eenige alteratie nodig mogte geoordeelt worden, daar toe een Addres aan den Souverain zoude behooren te gefchieden, waar door overzulks niet alleen het hier boven op dat refpect betoogde, niet weinig uit de eige erkentenis van deeze meerderheid der Vroedfchappen word gejuffificeert; maar het welk teffens ook, even als hunne in die Claufule opgeflotene erkentenis, dat tot de deliberatien over een zaak van dat gewigt, de Leden der Vroedfchap ten minden agt d,igen van te voren daar over moeflen zyn geconvoceerd, de eyge Condemnatie van hun in dezen daar tegen zoo direct, aanlopend gedrag, notoitlyk medebrengt ; waar by men in de derde plaats nog zoude kunnen voegen de informaliteit, uit hoofde van de abfentie van fom- mige  mige Leden der Vroedfchap , welke van het oogmerk, om zodanige propofitie te doen, en eene zo aanmerkelyke Refolutie te neemen, als in dezen, is gefchied, onkundig zyn gelaten, en die, uyt nootde van de folemneele afvordering van fecreteife, die.aan de tegenwoordig zynde Leden was gedaan, gedurende die Deliberatien daar over, door de meede Leden deswegens niet konden geïnformeerd wo den daar men in een zaak van dat gewigt Mtdrefc^ alle de Leden daar toe had behooren te belchiyvenj dan waar van reeds ïn de nadere aanteekening der minderheid pag. 33 en vervolgens breder e"genoegzaam is gefprooken; gaande men ook hefit voorby de rdïexien, die anders niet ongepaft zouden kunnen worden gemaakt over de zonderlinge preilancc, en byna onbegrypelyke promptitude, waar mede dit werk by de meerderheid is behandeld, en waar door op den zesden dag, na dat daar over de eerlte Propofitie in de Vroedfchap was gebragt, eer> zc> om* ttandig en breedvoerig Rapport door de Gecommit. teerdens uytgebragt, en terttond dien conform,tegen de proteftatie van drie Leden aan, is geconcludeerd geNrdftn'betoog zoude het niet nodig zyn, in eenig onderzoek te treeden omtrent de gronden, waar op de meerderheid der Vroedfchap van Alkmaai heeft béÜoten, voortaan niet meer Nominatien, van fcurge nemeeÜeren, Schepenen, Thefauriers of Vroedfchappen aan den Stadhouder ter firffe te pt«fent«e» maar zeiven de verkiezingen te doePJjWV welke wettige en goede redenen men ook mogt gf^eend hebben, dat daar voor zouden kunnen werden geallieerd, nooit kan egter worden goedgemaakt , dat hel aan de Vroedfchap der Stede de meerderheid derzeive, zoude hebben v«-ygeilaan, om eyeener autorite* een zodanig befluyt te neemen, en daar door te veranderen, ja terenverferen, geheel te aboleeren, en voUtrekt te met te doen een- Regeeringsform derzelve, die, zo,al& *«dS'-ie mee'rnValIn naar waarheid is gezegd, beltendiginaHe de Époques eener Stadhouderlyke Regeenngto£en dag dier Refolutie toe , was aangenomen, geobferve?rd en zo door den Souverain, ais door de Re«erine en Burgery der Stad Alkmaar, rebus ipfi & S ^refpeXd, goedgekeurd en g-o^;mi s gadersaan den Stadhouder, ja aan den bo vei n zelfs, via facti te ontneemen een Regt, het «elk Hy zo lang, zo opentlyk, zo onge loord , en met ny w irtu&, v r - ppnïperlev wvze daarin erkentenis van allen, die op eenl^rleJ w/ hebben, zouden kunnen worden gerekend h^ng " hennep had geoeffend, maar het is in tegendee dan genoeg gedemonitreerd, dateen addres a n denSouSerein de eeni«e weg zoude zyn geweeft , welke hadmoeter[ worden fngeüagen, indien men zigover  ( 130 ) de tegenwoordige wyze van de befte!! mg der Regering te Alkmaar bezwaard gevonden, en daar in verandering noodig geoordeeld had: en, als die weg behoorlyk was ingeÜagen, dan zoude het eerit de règte tyd zyn geweeft, om zig in te laten over de gefundeertheid of ongefundeertheid van die gronden, op welke zodanige verandering wierd verzogt; zynde thans tot adiirüclie van de wettigheid van Zyne Hoogheids gedane verzoek tot te nietdoening en buyten effect helling va i de gemelde Reio'utie niets meer nodig, dan de nu reeds bewe?ene onbevoegheid, informaliteit en nulliteit , ja verregaande onbehoorlykheid derzelve Refolutie, als metrerda-d eene ufurpatie op des Souvereins Regten, ja eene noroire verkorting en ontneming derzelve , involverende; En het is dan ook daar uyt van zelfs manifeft, dat de Hoogheid en Geregtigheeid van den Souverein, en het welzyn van den Lande, het uyterlte belang daar by hebben, dat zodanige handelwyze , als in dezen door de meerderheid der Vroedfchappen der Stad Alkmaar ondernomen is, ten fpoedigften en kragtigiten tegen gegaan en gelluyt worde, om verdere gevaarlyke en fchadelyke gevolgen, inbreuken, cn verwarringen voor te komen ; en dat derhalven ook Zyne Hoogheid, wiens Commillie Ook uytdrukkeJyk e« fpeciaal medebrengt, De roagt en authoriteit, zo wel als de verpligting , om de Hoogheid, Geregtigheid, Privilegiën, en Welvaren van den Lande voor te liaan, ie vorderen, en te bewaren, Alzints bevoegd, ja zelfs verpligt is, om hier op de ferieuüe attentie te vefh'gen, en tegen zodan ge onbeboorlykheeden te waaken, door zulks ter kennis van den Souverein te brengen, en hoogft dcszelfs voorziening te imploreeren, het welk teftens ook de zagtfte, en buiten alle tegenfpraak wettigfte weg is, die in dezen door Zyne Hoogheid ingeflagen konde worden. Weshalven door dit alles de weigefundeerdheid van Zyn Hoogheids verzoek, by deszelfs Miffive aan hun Edele Groot Mog. gedaan, tot te nietdoening der gemelde Refolutie van den 14 February 1783 , uyt hoofde van de daar by gecommuteerdeinbreuk ojf> de Hoogheid en Geregtigheid van den Lande, volkomen is betoogd. Dit zal egter nog nader den hoogften trap van overtuyging verkrygen, wanneer men , ten overvloede nagaande de gronden, waar op deeze demarche van de meerderheid der Alkmaarfche Vroedfchap is gebouwd, alle reden zal vinden, om zig ten uytteri\en te moeten verwonderen, hoe dezelve meerderheid tot eene zoo onbevoegde onderneming, welke teffens  .: { at). .. . tefflhs zo zeer Van alle wezentlyk en goed fundanient ontbloot is, heeft kunnen overgaan. Dan vermits de wederlegging van die afgümëntatien der gemelde meederheid, mede tot het regt van Zyne Hoogheid betrekkelyk is, oordeeld men, tot vermyding van redites, gevoeglyker te zyn, zulks te referveeren, tot dat de ïndragt emteefie, welkedoor de gemelde Refolutie van den i\ February f783 aan Zyne Hoogheids regt en pojjejjie , omtrent de Elegie van Burgemeeiteren, Schepenen, Thefauriers én Vroedfchappen, niet minder is toegebragt, dart aan de Hoogheid en Geregtigheid van den Souverain, ren wiens opzigt tot hier toe de zaak is befchouwd, insgelyks zal wezen aangetoond. Waar toe thans overgaande, en den aandagt Vestigende op de Commifjie van Zyn Hoogheidj den tegen woorcbgen Erfitadhouder, in dato ^7 February 17Ó6 (welke mede onder de Bylagen der Refolutie van de meerderheid onder K. 6. voorkomt) bevind men rerltond, dat hun Edele Groot Mdgenden Zyne Hoogheids Heer Vader, Prins Willem den IV. glorieufer Memorie, op den 30 Mey 1747'• a/mgeiteld hebbende tot Stadhouder van Holland en W'cltvriesland, met alle zodanige Digniteiten en Waardigheeden, als dezelve Hooge Charges voor deezen byde voorige Heeren Princen van Orange,Hoogloffelyker Gedagttniffe, waren bekleed geweett; En voorts by Hoogltderzelvev Refolutie van den 16 November daar aan volgende dezelve Hooge Digniteiten eri Charges, aan wylen Hooggemetde Zyne Hoogheids Heer Vader alzoo Erfeiyk hebbende gedefereerd* Hoogftgemelde haar Edele Groot Mogende het zelVé Erfèlyk Stadhouderfchap, en dus mede a I Jle de voorfz Digniteiten en Praeeminentien, waar mede de Vorige Heeren Stadhouders zyn bekleed geweett, by de voorfz Commillie van den 27 February 1766 aan Zyne Hoogheid hebben geconfereerd. Waar uit mitsdien in het generaal onwederfprëekelyk is, dat aan Zyne Hoogheid den tegenwoordigen Erfftadhouder competeeren alle dtcDigniteitenJ Rechten en Traemmentien 3 welken aan de voorige Heeren Stadhouders door den Souverain zyn gedeiereert geweett, en aan dezelven in hunne voorfz qualiteit hebben gecompcteert; terwyl teffèns uit alle de Commiflien der voorige Stadhouders„ (insgelyks als Bylagen agter de Relolutie der meerderheid, onder K 1 — 5. gevoegd) ad oculum confteerd, dat by alle dezelve, geen eene uitgezonderd , aan hunne Excellentien en Hoogheeden refpeelive gedefereerd is geweeft het Regt en de Prseëminentie om de Burgemeefleren, Schepenen en Wetten te veranderen 'naar behooren„ én daar het zelve van noden wezeé zoude j, met byvoeging, zederd den jare 1647, van 1 i i deeze  deeze Claufule, En' agtervêlgende de Trivilegien vatt de refpective Steden en Tlaatfen. Dog men behoefd het regt van den tegenwoordigen Erfftadhouder ten deezen opzigte niet by gevolgtrekking uit de Regten der voorige Heeren Stadhouderen af te leyden, dewyl even dit zelfde Regt aan Hem zeiven by Zyne reeds gemelde Commilite van den %7 February 1766 mede uitdrukkelyk is opgedraagen met de Woorden, De Burgemeeiteren, Schepenen en Wetten te veranderen naar behoren, en agtervolgende de Priviiegien van de refpective Steden en Plaatien. En offcboon by de refpective Stadhouderlyke Comtnifljen niet uitdrukkelyk mede gefproken word van Vroedfchappen 3 nog ook van Thefauriers 3 (waarvan de reden zekerlyk hier in is gelegen, dat omtrent de Electie van Vroedfchappen en Thefauriers 3 in alle Steden en Plaatfen niet het zelfde obtineerd, en mitsdien daar van in de gemelde Commülien, welkegeneralyk dbponeeren, geene mentie heeft kunnen gemaakt worden zoo k.*n egter daar uyt ten deezen opzigte tegens Zyne Hoogheids Regc niet worden geargumenteerd, zo ras uyt de Priviiegien der Stad Alkmaar, door een immemoriaal gebruyk beveftigd, blykbaar is, dat aldaar de tlectie van Vroedfchappen en Thefauriers aan Zyne Hoogheid mede competeert, en door denzelven, zoo wel als door de vorige Stadhouders in der tyd, dadelyk, niet minder dan die van Burgemeefleren en Schepenen altoos is geoeffend. r Eene breedvoerige Adltructie van het Regt van den Stadhouder, en deffelfs immemoriale potfeflic, om te Alkmaar Burgemeeiteren, Scheepenen, Thefauriers, en ook Vroedfchappen, uit Nominatien, door de Vroedfchap geformeerd, en aan den Stadhouder gepraefenteerd, te eligceren, zal onnodigzyn, daar het genoeg is, zig te refereeren tot den daydelyken en uytdrukkelyken inhoud der, Privilegiën en Octroyen, zynde de Bylagen C. en D. agter de Refolutie van den 14 February 1783, waar van het eerügemelde is het- bevorens al genoemde Privilegie of Oflroy van Keifer Karei den V., en het tweede het Octroy van haar Edele Groot Mog: vau den 6 December 15-88,* waar by in de derde plaats, ten aanzien van de verkiezing van Burgemeefleren Schepenen 3 en Thefauriers3 nog accedeeren twee latere Priviiegien, te weetcn de Octroyen van haar Edele Groot Al ogen de van den 15 Maart 1610 3 ai ix December 1619 (onder de gemelde Bylagen fub E, en F.) En het heeft even wynigbevvys nodig, dat ook, door bet opgevolgde conftantgebruyk, der Stadhouderen regt tot die Electie van .Burgerneefieren , Schepenen3 en The-  C 133 ^ Thefauriers, als roede van Vroedfchappen der gemelde Stad Alkmaar, ahints word gejuttiticeerd •, als zynde dit eene door de meerderheid erkende zaak, dat in de fucceflive Epocques der Stadhouderlyke Regeringen, en byzonder ook, zederd de laatlte invoering en herftelling derzelve in den jaare 1747, altoos, en telken jare, met opzigt tot Burgemeeiteren, Schepenen en Thefauriers, en by elke vacature nopens de Vroedfchappen, het Regt van Eledie , door de Stadhouderen in der tyd, en fhecialykmede door wylen den Heer Vader van den tegenwoordigen Stadhouder, en door zyne Vrouwe jV1oeder,de laatft overledene Gouvernante, zoo als ook door den tegenwoordigen Stadhouder zeiven, tot op den 24 February 1783 toe is geëxerceerd, en aan dezelven door alle de Regenten der Stad Alkmaar, de tegenwoordigen daar onder mede begrepen, by aanhoudenheid is toegekend; En het welk ook. gedurende de minderjarigheid van den tegenwoordige Stadhouder, op de flerktte en onwederfpreekelykite wyzeis geadvoueerd en beveiligd; zoo door de Regee-ing der Stad Alkmaar, als door hun Edele Groot Mog. zeiven vermits in dien tyd gemelde Regeering hunne Nominatien aan hun Fdele Groot Mog. als de Voogdye over zyne Hoogheid exercerende 3 gepraefenteerd, en hoogft dezelve haar Fdele Gr. Mogende in die qualiteit de Eletfien gedaan hebben, tot dat Zyne Hoogheid , deszelfs hooge digniteiten zelve hebbende aanvaard, van dien tyd af ook ongetloord dat Regt van Elettie in eygen Perioon heeft geoeffend Weshalven, Zyne Hoogheids Regt op zulke onwrikbaare bewyzen fleunende, nimmer daar op,voor al ook niet van de Regeering vm Alkmaar, wiens eyge daaden dat Regt zoo duydelyk hebben geconftateerd en erkend , eenige tegenipraak of inbreuk had kunnen verwagt worden : dan egter, Zyne Hoogheid thans moetende ondervinden, dat de meerderheid der Vroedfchappen van dezelve Stad via faffi zig hebben gelieven aan te matigen , om, zonder eenige voorkennis van Zyne Hoogheid, by hunne willekeurige Refolutie van den 24 Februaay 1783 te befluyten, voortaan geene Nominatien, nog van Vroedfchappen, nog van Burgemeeiteren, Scheepenen, of Thefauriers, aan 7,yne Hoogheid te pradenteeren, nog eenige Eleclie van den Stadhouder, of iemand anders, af te wagten, maar zelfs de verkiezingen te zullen doen, waar door dus eensklaps het regt van den Stadhouder dienaangaande geaboleert, en aan denzelven ontnomen zoude worden eene poffefiie, waar in Hy, en zyne Prsdecelieuren, zederd twee en een halve Eeuw in Stadhouderlyke tyden zyn geweett, zoo vertrouwd men, geen verder bewys of aandrang nodig te zyn, tot juftifreatie K k van  ( 134 ) van Zyne Hoogheids verzoek, aan Jen Souverain gedaan, om ook m Zyne Regten en 'Praëminentieu 3 tot welker voorltand en bewaring Hy mede indispenfabel verbonden is,te mogen gemaintineerd worden tegen zoo feytelylyken inbreuk, als daar op door de voorfz Refolutie van den 24 Febrüary 1783 is ondernomen, en waar van, wanneer men ttegts agt geeft op de form en manier eener zoo arbitraire handelw yze, door weike men zig zelfs Regtermaakt in zyne eyge zaak, en, met de executie beginnende tegen de eerlte en zekerfte ;gronden van hillykheid en regt, een anders weuig bezit verffoord, en fey> telyke nieuwigheeden pleegd, de notoire onwettigheid en onbevoegdheid zoo klaar doorfleeken, dat ook in dit opzigt de zaak in haar geheel behoord te worden hertteld, eer en alvorens het onderzoek over de gronden en merites van het gepretendeerde Regt der meeideihcid van he Alkmaarfche Vroedfchappen in aanmerking komen kan. Men fchroomt egter geenzints, om (fchoon voor alsnog geheel ten overvloede) ook de ongegrondheid der redenen en argumenten, door de gemelde meerderheid bygebragr, wat nader in doen zien ,als waar door de geheele zaak nog des te meer in het heldert! dagligt , tot jnltificatie van Zyne Hoogheids regt, zal gefteld worden. Intuflchen zal men niet geheel uytwyden in het ruyme veld, het welk hier geopend zoude zyn, tot wederlegging van het Rapport der Gecommitteerdens uyt de Vroedfchap van Alkmaar 3 ende daar op gevolgde Refolutie der meerderheid van den 24 February 1783; vermits, zulks reeds op de bondigfte wyze gedaan zynde by de nadere Aantekening van de minderheid j waar van een gedrukt Eyempfaar mede hier nevens is gevoegd, meu zig tor het daar by gededuceerde kan rercreeren, zoo als zulks ook uytdrukkelyk by dezen word gedaan, dan egter het een en ander oog voor handen zynde, het welk totverflerking van de gemelde nadere Aanrekening, en tot verdere wederlegging van het voorfz Rapport en Reiniutie, dienen kan, zal het zelve nog, zoo kort doenlyk, hier by gevoegd worden. Ten dien eynde rematqueerd men, dat de meerderheid der Vroedfchap zig beroept op tweeder ley Privilegiën, waar van de eerlte zyn antcrhnr3 en de tweede poflerieur3 aan die Privilegiën en Ociroyen van den jare 15-30, 1588, ióro en 1619, welke voor het regt van Zyne Hooeheid gereclameerd worden. Tot de eer/Ie Claffis behooren het zoogenaamde &rer notabel Handveft van Vrouw jfocoba van Beyerett3 van den n April 1416 3 en de Acte van Confirmatie van Hertog 'Philips Van Bourgonditnvan.den 26 Maart 145-0—145-1; En tot de tweede 3 de Octroyen  ( 135 ) troyen van haar Edele Groot Mog. vat* den 9 Decent* her 1650 j 18 'December 1669 én 26 A/ry 1718, alle agrer de Refolutie der meerderheid te vinden, onder de Bylagen A, B, H en I, terwyl fpecialyk, nopens de Electie van Vroedfchappen, de meerderheid insgelyks voor zig roede inroept het voorgemelde Octroy van den jaare 1610. De minderheid der Vroedfchap heeft by hare gemelde nadere Aantekening alle de Argumentntiender meerderheid, uit die by haar ingeroepene Handvesten bygebragr, compleetelyk wederlegt door het betoog der onderfcheyding van de tyden, welke in dezen Hotoirlyk moet worden in agt genomen, namenclyk tüffchen de Epocques, in welke dit gemeenebeft zonder Stadhouder is geweelt, en tufTchen die tyden in welke de Stadhouderlyke Regeering heeft plaats gehad , en herlteldj, mitsgaders erflelyk geé'tablislëerd is geworden, volgens welke diftinétie, dieniet chimeticq nog verzonnen , maar op de klaar/ie en zekerile gronden van allen, die daar in belang hadden, erkend en beveiligd is, elk onbevooroordeeld Menfch moet toeflaan, dat het nopens de beüeUing der Regeering van Alkmaar altoos als eene ontwyielbaare zaak is gehouden, en als zodanig voor eene zekere interpretatie aangenomen, en met de iierklle daden bekragtigd, dat het gemelde Privilegie of O&roy van Keyzer Karei, van den 26 September 1530, moet aangemerkt worden, en dadelyk aangemerkt is, als de lundamenteele Wet van de Regeerings beüeUing te Alkmaar in Stadhouderlyke tydenen waar op die, zodanig geconllitueert, als dezelve zedert dien tyd tot heeden toe heeft geëxfteerd, eniglyk is gebouwd. Maar, hoe volledig en genoegzaam dit ook zy tot refutatie van de Refolutie der meerderheid (gelyk in het vervolg by deeze Memorie ook nog nader zal gezien worden) zoo leverd egrcr een nader onderzoek der Gefchiedenifltn der vorige tyden nog een anderen grond op, om te doen zien, met hoe weynig regt men zïg aan de zyde der meerderheid, op de by haar in de eerlle plaats geallegeerde Handvesten van 1426 en 1450—145-1 beroept, om daar uyt (was het mogelyk) de wettigheid van het Privilegie, door Keyzer Karei in den jare 15-30 gegeven, te berwiffen, of te verzwakken; en hoe in tegendeel met beeter regt kan worden beweerd, dat de Stad Alkmaar in den jaare 15-30 uit die twee gemelde vroegere Handveilen. geen het mintte regt konde fullineeren, als zynde dezelve verbeurd verklaarden geconfisqueerd. Men vind namentlyk, dat alle de Priviligien der Stad Alkmaar tot tweemalen toe die verbeurd verklaring hebben ondergaan; de eerfiemaal in het jaar 1416, nauwlyks vyf maanden, na dat het gemelde K k 2 no-  ( 136 ) notabel Privilegie van Vrouw Jacoba van Beycren van den n April 1416 aan haarwas verleend; welke Confiscatie geduurd heeft, tot den jaare 145*6, en dus Dertig jaa> en lang; en voor de tweede reije in het jaar 1492., welke heeft effect: gehad ten mintten tot lang na dato van het voorfz Octroy van Keifef Karei van den jaare 15-30 ; om welk een en ander te bewyzen, en met authenticque Stukken te ftaaven, men een weinig op dit Point zal moeten blyven ft aan, te meer, om dat de Alkmaarfche Schryver, Gysbert Boomkampj in zyn befchryving der gemelde Stad, Tag. 16 en 39- abulivelyk heeft tragten goed te maken, dat de gemelde twee verbeurt verklaringen en Confiscatien der Handveüen en Privilegiën van Alkmaar, zoo breed niet, ef nooit, ter uitvoer zouden zyn gebragt. Wat dan de Eerjte verbeurd Verklaring van den jaave 1416 betreft, daar omtrent is het dus met de zaak gelegen; dat Hertog Philips van Bourgondien, die'met Vrouw Jacoba van Beyeren, wegens de Succeffie in het Graaffchap van Holland, in Oorlog was, zeer euvel opneemende, dst die van Alkman: zrg in den gemelden jaare 1426 aan de zyde van Vrouw Jacoba gevoegd hadden , waar door zy ook van haar het nu by de meerderheid der Vroedilhap gereclameerde Privilegie van n April 1426 verkreegen, of genoegzaam afgeperft hadden, en zulks voor eene Rebellie houdende, na eene en andete zwaare Neerlagen, aan dezelve Vrouw Jacoba, en aan de Hoekfche Parthy, (waar onder de Kennemers, en die van Alkmaar, de voornaamfte waren) te hebben toegebragt, by dejfelfs Sententie van den 13 Augujlus 1426, niet alleen die vnn Alkmaar heeft gecondemneert in eeue zwaare boete van duyfend Kroonen, maar ook alle hunne Priviiegien heeft verbeurd verklaard; met dat gevolg, dat dezelve, binnen acht dagen daar na, ten Stadhuyze te Haarlem gebragt, en aldaar metter daad in deszelfs handen geleevert zyn; zoo als blykt uit de voorfz Sententie zelve, te v.néen in het Charterbotk van Mii ris, vierde rDeel, Tag. 848, 850 j Art. z, 5 en iz ; waar uit dan ook de dadelyke uytvoering van die Sententie, welke Boomkamp, Tag. 16, ( tegen het getuigenis van C. vander tVoude, Kronyk van Alkmaar 'Rag* 79 tot 83) op verfcheide frivole gronden fragt regen te fpreeken. allerklaarft conlteerd; en waar van Boomkamp zelfs ihid, pag. 26 en 27 een duydelyk bewys heeft te voorfchyn gebrogt, door zeker Handveft van Hertog Philips van Bourgondien van den 23 January 145-5-—1456, waar by door den zeiven Hertog of Grave, aan die van Alkmaar, op hunne ootmoedige Beede, Om henlieden wederom te willen gonnen, geeven, en confirmeeren, alle hunne Handveilen  veiren, Regten* en Gewoonten, die vu 'eet de voorjz, Sentemie by hem gegeven en uytgeJproken was, te hebben en te gebruyken plee* genj ** f Alle de voorfz Hahdveften, Priviiegien en Vrya needen gegeven, verleend, geconfirmeerd en geveswgt zyn geworden; wordende voorts eenfraay exem-» pel en preuve van de dadelyke Leverantie en reititutie van de Handveilen en Priviiegien van Kennen merland, ter zeiver tyd, om dezelfde reden, en by dezelfde Sententie, verbeurd verklaard, gevonden in de HandveJ'en van Kennemerland', door Lams, pan 5is en ó4j en door van Santen pag. 4j. en 46 Dog dewyl te dier tyd.(i4f6) alle de Handveilen j zoo van Kennemerland in het generaal, als van de Stad Alkmaar in het byzonder, effeftivelyk zyn ge^ relbtneert en geconfirmeert, is het niet noodig tot betoog van deeze Eerlte dadelyke verbeurte, eenige verdere Preuves by te brengen; en men zoude die hier zelfs geheel zyn voorby gegaan, ware het nie£ nodig geweeft, om daar mede, onder anderen, te roonen , dar de door de meerderheid in de tweede plaatfe gereclameerde confirmatoire Afte of praetens Privilegie van Hertog Thilips vvn Bourgondien van den 16 Maart 1450 — 14^1, verleend is op een tydj dat alle de Priviiegien en Handveiten van Alkmaar nog dadelyk onder de eerlte verbeurt verklaringe lagen, en nog vyf jaaren daar na geconfisqueert ge* bleeven zyn, waar door de gemelde Afte van Her^ tog Pnihps in haare ware dagligt gelleld, en onder anderen ook daar uit getoond kan worden, dat het Recours van de meerderheid der Vroedfchap daaf toe ruim zoo futiel isi a/s rot het eeritgemelde Tri* vilegne van Vrouw Jacoba. En, om zulks terltond hier ter plaatfe te doefi Alvorens tot de Tweede Confiscatie der Privilegie^ van Alkmaar voort te gaan, Itaat in het byfonder, ten opzigr van die door de meerderheid der Vroedfchap insgelyks gereclameerde Mie van 26 Maart 1450—145! (zynde de Bylage B. agter de Refolutie van x4 february 1783; aan te merken, dat dezelve Acte geen Privilegie is, gelyk de meerderheid ook dezelve met volmondig alzoo noemen durft, ichoon zy daar aan de kregt van Privilegie gaarne attribueeren zoude; maar het is flegts eene Ade, door het Hof van Holland, ter relatie, of op den Naam van den Grave gedepecheerd, en waar by het zelve Hof alleen heeft geapprobeerd een Overdragr of Accord tuilchen de gemeeneRykdom, en die van de Vroedfchap der Stad Alkmaar, nopens de Regeerings beitelling aldaar onderling aangegaan, tot ituytmg en voorkoming van verdere gefchillen, tweedragt, en onluiten, welke aldaar een wylen tyds opgereden en ontitaan waren; zonder dat door die L 1 Acté  rt3s ) Acte kan Worden veritaan , dat de Graaf van 7/1 Regt afgedaan, of zig., of zyne Nakomelingen de m.igi benomen heeft,om,des goedvindende,daar omtrent verandering te maaken; als zynde dear roe eme Acte v;.n het Hof, alleen ter relatie, en dus zonder voorkennis en goedkeuring van den Vorlt, gedepeci.ecrd, niet genoegzaam; ja, wel verre, dat ook de intentie van het Hof zoude zyn geweeft, om zodanig effect aan die Acte te attnbuecren,heelt het zelve in tegendeel daar by uytdrukkeiyk, en op de kragï'giie wyze, dit Regt aan den Grave gereferveert,- als her den zeiven by het flor der Acte met 700 veei woorden doet zeggen: Bthondeiyk Onze Hoogheid en Heerlijkheid, als Prince en Heere in aile zaaksn onverminderd wezende: onder welke aigemeene referve notoirlvk mede begrepen is het regt, om als Prince van den Lande ten allen tyde zoodanige verandering en fchikking, nopens de beitelling oer Regeering, te maken, als de Graaf, of zyne Nakomelingen zouden goedvinden ; waar by nog komt, d-t, de voorfz Acte verleend zynde in den jaare 145-0— 145'x, en dus in een tyd, dat alle de Handveilen en Priviiegien der Stad Alkmaar voorde eerlte reife verbeurd en geeonflsqueert waren, en pog vyf jaaren daar na verbeurd gebleven zyn, (als volgens het geen reeds is gedemonftreerd, eertt in den jare. 1456 zynde herfteld) het mitsdien legende gezonde reden Itryd, te fufiineeren, dat het Hof in die omftandigheid van tyd en zaken,door eene Acte van Approbatie van een Accord, de Stad Alkmaar met eenige nieuwe Priviiegien, terwyl de Graaf de Oudere in beüag hield, zoude hebben willen gratïficeeren, en daar door den Grave, en zyne Nakomelingen, onderwerpen aan een Accord, het welk die M8Q Alkmaar, tot vereffening hunner onderlinge verfchdlen, gemaakt hadden; en waar op de gemelde Adc van den Hove ter dier tyd alleen is verleend, o.n de voorfz Stad, waar in zoo verregaande onlusten ontftaan waren, en welke, fchoon gedisgratieert, egter des Graven Stad bleef, van verder verderf te bewaren; in welken zin ook begrepen moeten worden de vorige zoogenaamde Handveilen of Privilegiën, door Hertog Philips en zyne LieveGezellinne eenigen tyd te vooren aan die van Alkmaar gegund en geconfënteerd, waar van by de voorf?. Adc van 1450—melding word gemaakt, dog die niet voor handen fchynen te zyn. Aanbelangende voons de bovengemelde tweede verbeurd verklaaringe van alle de Handveften en Priviiegien der Stad Alkmaar, en dus nu ook van de voorfz Acte van Hertog Philips; dezelve is gefchied in den jaare f491, ter zake van het bekende Kaas en Broodfpel, by Sententie vvn abolitie van Hertog Aelbert van Saxen, als van wegens Keifer Maximit liaan,  Ihmn, en den Aarts Hertoge Philips den ÏL vati Qojtenryk, anders ook Koning Philips van Katlilieri genaamd, Gouverneur Generaal der Nederlanden i in dato den 15 Mey 1492, waar van te zien is de Faderland/che Hiftbrie vierde Deel» pdg. 171 totzSn en de Voorïz Sententie zelve, by Boomkamp pag. ■$?, getrokken uit Orlers fiefihryving der Stad Leydn, pig. 4? ï & Jèqq. prafertim. pag. 4.34 4. (Edm 104, ) daar zie breed er gevonden word, en luidende &Art. 4.' 1 tt j item zullen a//e heure Privilegiën ende Hand•vejien , keuren, ende hoere Bannier, in hunden van mynen G. H. van Saxen ficllen endè brengen, omme Zynne Genade gelitf te aaar medé te do ene. (Dat is, om die, als het Zyne Genade geliefde, aan nukken te fchcuten of te verbranden , ert d-.s die van Alkmaar daa» van ten Eeuwigen dage te ontzetten ) gelyk 'er in de gemelde Senrentie ook nog eene andere Condemnatie van Alkmaar, geduufende tct Eenwigep dage, voorkomt, te weeten noopens het Huis of Haard geld, waar van zoo aanitonds mede nader. Wel is waar, dat al wederom Boomkamp pag. 39 voorwend, dat dit Vonnis nooit ter uitvoer /.oude zyn gebragt, en dat de Alkmaarders de vernietiging daar van verworven zouden hebben; dog, gelyk, nopens de executie van het eerfigemelde Vonvis vari verbeurdverklaring der Priviiegien, in den jaare 141 gevveezen, de ongegrondheid van Boomkamp'* ontkentenis gebleeken is, zoo kan ook nopens de praet -nfe non-executie van dit tweede Vonnis, aan zyne gezegdens weinig worden gedefereert j te minder,' daar de RegtelyKe prafumtie ahints voor de executie van het zelve militeerd, en het voorbeeld der eerfte Confiscatie der Privilegiën in den jaare 1^6 reeds heeft doen zten, dat hetgeen ongemeene zaak was, dat de verbeurd verklaarde Handveilen énKrivilegien metter daad aan den Grave overgeheveld zyn°geworden; ja, dat meer is,'er blykt öit de Acte van reititurie van den '% juny 149* > ve vinden in de Handveilen van Kennemerland door Lams pag. 88/ en door van Santen pag. 57 > dat uit kragte van die zelfde Sententie de daar by insgelyks verbeurd verklaarde Handveilen en Privilegiën van de 'Dorpenen In; e zeetenen van Kennemerland, reëlyk en metter daad, onder den Hcnog van Saxen overgebragt, en eenigen tyd daar na , door den Commiflans by den gemelden Hertog daar toe gefteid, aan dezelve Kennemers (niet aan die van Alkmaar) gereftitueerd zyn; waar uit mi-sdien met het hoogtte regt mag ' worden setrokken dn gevolg, dat de gemelde verbeurd verklaaring der Priviiegien van Alkmaar by het Vonnis or m Sententie van den jaafe 1491 mede LI 2 heeit  heeft efteft gehad, en ter Executie is gefegf • ir^ mers dat men, het tegendeel futtineerende f zul»en verwerven opene Brieven van Oclroy, om de voortz Stad te mogen Eortificeeren en iterk maken, om niet wederom overvallen, en ongenadelyk getraaeert te worden, zoo als hun in het gemelde jaar 1517 was overgekomen door de Rebelle Gelderfchen; vermits hun Stad toen open en ongeveitigt lag? En hoe dezelven dan nog verder, in het jaar iyi8, aan denzelfden Keyzer hebben konnen te kennen geven, dat zy als toen de voorfz Fortificatie en Verfterkinge tot hunne groote kotten begonft hadden te doen: gelyk dat alles confleert uit de meergemelde Sententie van abolitie van het jaar 149* > *ls bov™ .bX 0rAkrs e" Boomkamp Pag. 37, mitsgaders uit de Inleyding van ■ de Ordonnantie van Keyzer Karei van den 15 September 1J28, in de Handveflen en Privilegiën van Mm AM-  ( t4* ) Alkmaar, Pag, 31. in Folio, en Pag.,$3 in Octavo, te vinden. En, by aldien men hier op zou willen antwoorden, dat de gemelde Deiolatie in de jaren 1517 en i$?.8 nog een overbhrzel was van de eerlte Condemnatie van den jaare 14K), uit kragte vau welke de Muren en Vellingen insgelyks afgebroken moesten worden, zoude daar op tot Replicq dienen, dat zulks niet alleen eene loutere adfumtie,zonder eenig het minlte bewys wasj maar zelfs tegen alle uaarfcbynlykheid aanliep; dewyl die van Alkmaar reeds in den jare 1445, en dus meer dan 71 jaaren voor het gemelde jaar 15T7, permifTie en confent van Hertog Philips van Bourgonchen, ter relatie van Zyncn Raade van Holland, verkregen hadden, om gemelde hare Stad wederom te veftigen, en Deuren in hare Poorten te hangen ende te onderhouden, uitwyzens de Brieven van den 8 July 1445 en den . . -. . . . t471 —14,-2; vide Handvejlen K m Alkmkt, dat het ten eenemaal bezyden de waarheid is, dat dezelve nooittzx uitvoer zou zyn gebragt: En, by aldien iemand zou willen fuftinceren, dat de verbeurd verklaringe der Handveilen en Privilegiën van die dadelyke Executie geëxcipieerc zoude zyn geween1, zoude hy zulks, tanquam excipiens, den Rechten genoeg moeten bcwyzenj dog welk bewys nergens gevonden word, en ook nooit gevonden of opg.levert zal worden; dewyl het contrarie van dien waar is, en uit het vervo/g nader bi y ken zal. Het Haat derhalven uit al het gededuceerde valt, dat alle de Handveilen en Priviiegien der Stad Alkmaar, by de voorfz Sententie van den jare 1492, andermaal ten behoeve van de Graaflykheid verbeurt verklaard, en dien volgende aan den Hertog van Saxen, als dezelve repraefenteerende, reëel ne metter daad ter hand gefield zyn, om daar meede zyne goede geliefte te doen; waar van dan her notoir ee wettig gevolg is, dat aan den geenen, die wil fuscineeren, dat dezelve Handveilen daar na van de voorfz verbeuttenis zouden zyn ontllagen, en aan die van Alkmaar gereiiitueert, wederom de Latl van bewys incumbeerd, om namentlyk validelyk aan te roonen, dat * hoe, en wanneer, zulks zoude zyn gefchied; ja men zoude, om, ten voordeele van die van Alkmaar, uyt eene herfklling der in het jaar 1492 verbeurde Priviligien in de voorhanden zynde zaak te kunnen argumenteeren, een van deeze twee Pointen moeten bewyzen; of dat die relïiturie der Privilegiën zoude zyn gebeurd voor den zó September 15-30, wanneer het voorfz Oclrov der Regeeringsbeltelling ie Alkmaar door Keifer Karei V. is verleend; of dat, indien her gemelde Privilegie van Vrouw Jacoba vanBeyeren,en ae Aclevanx^^ 1451 na den 26 Septernbe 15-30 aan Alkmaar ooit te rug gegeeven mogten zyn, zulks dan evenwel zoude wezen gefchied met dat eti'eéï, dat men zig daar naar op het ftuk van de Regeeringsbeüelh'ng zoude mogen en moeten gedraagen, met poUpofuie van het voorfchreeve Oclroy van Keiler Karei van den jaare Maar  Maar beyde die Pointer, zyn geheel onbeweezent en men mag derhalven dezelve met de belle trouw, en met alle fiducie, ontkennen, tot dat het contrariebehoorlyk beweezen worde, het welk men ge ruit vertrouwd, niet ligtelyk te zullen geJchieden. En, het gunt nog -jiS t ftrekt, dat de gemelde bud ™™\,rivik ieu zat, ren van 1492 en 1530 zonder rriu & beltaat hier in, dat binnen het voo.tz tydpak van agt en dertig jaaren de Regeenng aldaar zeer mer keyk genuéfueert heeft: volgens de bovengemelde Jcte va* het jaar 1450- i4J« ( Bvlage B. pag. 3) moeiten 'er & Vroedfchap ^jgKff Otfroy of Voorfchritt van Koning Philips van Kaltifien (den Vader van Keifer Karei,ten wiens behoeve de voirfz tweede verbeurt verklaarmge der PriviWien van Alkmaar in den jaare i49* gj^hied w as? en die reeds op den 25 September .506 overkden is) waren 'er 4° Vroedfchappen, die, ftrydig, immers niet conform met de alstoen geconfisqueerde PrK" ekere dagen voor het vernieuwen van de Wet eenige Perfoonen koozen , en defelven aan den Schoot prefenteerden, om uit dezelven te kieie , en te ordonneren Burgemeeiteren Scheepenen en Thefauriers; van dit Oclroy of Voorichnft w*rd door die van Alkmaar fomwyk» gebruikgemaakt, filyZnien vervolgens wierd door m M Ier Karei in het jaar 151? het geï^^^^^^^ pen tot 16 vermindert; het welk geduurd heelt tot he? voorfz Lr 1530, wanneer het meergemelde Octroy van Keifer Karei den V.van den j6 September deszei ven jaars, het getal der Vroed chappen to vermeerderd is; alles uituyzens het zelve UCtfoy £0 Kei^ in de Inieidinge ( Bylage C.pagj.; "Welke fluftueerendc gefteldheid o^-^^.^ ; gitlraatsbetlelling van Alkmaar, masdten n^^e ?w7P aan het defeft der Privilegiën, die wel toevoeg btu^en' maar in den jare ;erb-rd verklfard, en naderhand niet gcrcftitue«d Waren^ tnP te fchrvven; en waar door dan ook ten oien opyiLte n"« alleen Keifer Karei, maar ook deszelfs vrygefprooUen,»ordeu:ge 1£.&» <^enSt, X de waate ^^J'"aJf^t Karei in den jare l'Xm h« Sve gegeven te zyn, u« Zs, maar flegls W dt» tyd  ( T4Ö ) voor henluiden, en voor de gemeene Burgers en Inwoonders derzelven Stad, alzoo is aangenomen. Dus dan uit dit alles tot eene genoegzame demonflratie gebragt zynde, dat beide de Handveften van 14x6 en 145-0—1451» waar op het eerlte fundament van het fyftema der meerderheid van de Alkmaarfche Vroedfchap berult, ten tyde van het verkenen van het Oclroy van den jaee 15-30 door Keiztr Karel, dadelyk geconfisqueerd, en dus kragteloos waren, zoo moet daar uit noodzakelyk van zelfs vervallen alles, wat op dien grondflag is gebouwd ,• en derhalven corrueert daar door in het byzonder het prsetext, als of het Oclroy van Keizer Karei 15-30 , uit hoofde van de gemelde anterieure Handveilen, onwettig zoude zyn verleend; want, gelyk,,, door de vcrbeurtverklaring der gemelde Priviiegien, der zeiver kragt en effect was weggenomen, en Keizer Karei dienvoigende het regt en de magt had, om by het Otiroy, het welk hy in den jare 1530 aan Alkmaar, uit zyne zonderlinge gratie, op mnïieder etgè verzoek heeft verleend, nopens de RegeeringsbeifeJ/ing ioothnige fchikkingen te ordonneeren, en z\ne gunfte binnen zulke termen te bepalen, al hy goedvond, zonder dat hy door de gemelde eerdere Priviiegien, waar meede hy, in gevolge de voorfz Sententie van den jare 1492, naar zyn geliefte doen konde, daar omtrent eemgzkus was geborneerd, zoo volgt van zelfs, dat het voorfz Oclroy van Keizer Karei van den jare 15-30 volkomen deugdelyk en wettig is, en dat alle de daar tegen ingebragte infimulatien van allen grond ten eenemale zyn ontbloot. By deeze eerlte en alzints peremtoire grond tegen de gemelde Handveften van den jaren 1426 en 1450, zoude nog eene menigte van andere reflexien kunnen worden by gebragt, om aan te toonen, dat, al waren dezelve niet verbeurd, zy egter door de verandering van tyden, en van de Regeeringsbeftelling, van zelfs vervallen, in ongebruik geraakt, en caduc geworden zyn; zodanig, dat men de uitterfte ongerymtheeden , en een zodanige verandering en omkeéring van zaken, in de tegenwoordige conftitutie der Regeering, als de meerderheid der Vroedfchap zelve thans zekerlyk niet gaarne zoude zien, zoude moeten admitteeren, indien men de gemelde zoogenaamde Handveilen wederom wilde introduceeren, en tot een rigtfnoer doen verftrekken; als moetende dan, by voorbeeld, volgens het Handveft van den jare 1426 alle de Leeden der Regeereng alle jaren los zyn, en op nieuws verkoren worden; welke verkiezing dan jaarlyks zoude moeten gefchieden door negen' Deekens en zellien Hoofdmannen, waar van die Hoofdmannen door de negen Deekens, en dezelve Deekens door de Gildebroeders van negen  1*47) gen Gildens, verkoren zouden moeten worden; m voegen, dat ieder Gildebroeder jaarlyks gelegentheid zoude hebben, om in de Regeering en in de beüeUing der Magiitrature te participeeren; zoo als dan ook het regt, van Keuren te maken, niet aan de Magiitraat, maar aan de gemelde Deekens en zellien Hoofdmannen, zoude competeeren; maar dewyl de aandagtige leclure, en eene onzydige vergelyking van beide de Stukken van 1416 en 14 50, (over den aard en inhoud van welk laatfte hier boven ook reeds genoeg gezegt isj met het Oclroy van Keizer Karei van den jare 15-30, en met de form en conltitutie der Alkmaarfche Regeering, zoo als die, uit kragte van dat Oclroy, ingevoerd, en zeedert dien tyd geétabliffeert, en gebleeven is, van zelfs overtuigend doet zien, hoe de zaaken der Regeering te Alkmaar tot den tyd van het Oclroy van 1530, hebben gefluclueert, en hoe de Applicatie van den inhoud van vorige Handveften, door, en na de door Keizer Karei geintroduceerde forme, onmogelyk is geworden; waarom de meerderheid der Vroedfchap fig ook wel wagt, om op de herttel'ing der zaken op den ouden voet van dat Handvelt te infteeren; en daar boven dien ook dat point reeds breedvoerig, en genoegzaam in de meergemelde nadere Aanteekcning der minderheid pag. ix. 4) fiqq. is gededuceert en betoogd, vertrouwd men, daar'toe lig te kunnen refeveeren, en, zonder hier omtrent breeder uit te weyden, te mogen befluyten, dat in allen gevalle ook, om de verandering van tyden en zaaken, de gemelde oude zoogenaamde Handveilen p.otoirlyk in ongebruik geraakt en éa'duc geworden zyn. Dit dan genoegzyn de nopens de zoogenaamde Handveften van 1426 en itfo, treed men nu toe tot een Examen van die gronden, welke de meerderheid der Vroedfchap tragt af te leiden uit het Oiïroy van hun Edele Groot Mogende van den jare 165-0 als meede uit de volgende Ociroyen van de jaren 1609 én 1718, hier boven reeds opgeteld, eu onder de Bylagen van der meerderheids Refolutie aangeweezen. En deeze O lroyen infrende , doet dg zeekerlyk eene ilrydigheid op tuflehen dezelve, en die, welke voor Zyne Hoogheid hier boven zyn aangehaald, namentlyk die van de jaren 15-30., 1588., 1610 f» 1619; vermits, volgens deeze vier iaat(len3 de Vroedlchap van Alkmaar wel geregtigt is, om Nominatien te maken, tot de verkiefing van Burgemeeiteren,Schepenen , Vroedfchappen, en Thefauriers, maar volgens de Otfnyen van 1530 en 1588 de Eleclie van alle die Perfoonen, en, volgens alle vier de gemelde Octroyen, de Eleaie van Burgemeeiteren, Schepenen, en Thefauriers, uit die geformeerde Nomi-  v' i4« > natiën, aan den Souverein, of aan den Stadhouder in der tyd, competeert; daar in tegendeel bet Octroy van 165-0, het welk by die van 1669 en i7xB is gecouhrmeert of in weezen gelaaten, ook de Electie aan de Vroedfchappen toeftaat : Waar omtrent mitsdien de vraag is; of, en hoe, die itrydigheid kan en moet vereffend worden, of welke van die Privilegiën in deezen behooren te praevaleeren. Eene vraag, waar van het al aanftonds zonderling moet voorkomen, dat thais in deezen jaare 178daar over verfchil ontftaat, daar immers bet verloop niet alleen van zoo veel jaaren, maar zelfs van meer dan twee Ecuwen, natuurlyker vvyze het poincr der Regeerings befteiling va» Alkmaar, als ten min li en eé/is jaarlyks occurreerende, buiten alle mocejyke bedenking en tegenfpraak moeft gelleld hebben- dan egter hier over word thans quaeftie gemoveerd; L zelfs is zulks door die geenen, die in dezelve quastie een geoppoieerd belang hebben, en een contrane femiment adop:eeren, ten nadtele van Zvne Hoogheid feuehk fiefllft; dog op zodanig eene wyze, en op zodanige gronden, dat men vertrouwd die dccitie nimmer eenige kragt van gewysde te zullen verkrygen. Het voordel van de waare gefteldheid der zaaken zal de prmepk duyfterheid en ftrydigheid, die zie fchynen op te doen, wel ras ontwikkelen en opklaaren, en ook den zekeren en waaren gvond opleeve ren ter beftiflïng van de vraag, welke Privilegiën tnoïten gevolgd worden? 6 Ten dien eynde heeft men zig alleen te herinneren de twecderley zeer onderfcheyde tydperken ten aanvien van de Regeering van dezen Staar, en van de Provincie van Holland in het byzonder zoo ais nament lyk dezelve zomtyds wet, en zomtyds zonder Stadhouder, is geweeft. En daar omtrent is het uyt de VaderlandfcheHis tonen bekend, dar de Stadhouderlyke tyden of Epocques (om buyten noodzakelvkheid niet hoger op te klimmen) begonnen zyn met de Regeering an Keyzer Kare V., ,n 't begin van de zeftiende r'*] 1 dCïre Vu°°VS hebbcn Stcon"nueerd gedurende deszejfs geheele iU geering, als mede die fnïlK.rcW011' K°ni,,g Philtp§ »• iaatlten Graaf, en vervolgens zonder interruptie, van t.begin der Ereébe van de Republicq in rySt, tot den 6 November ,6yo, tyde van her overlyden van Prins Willem II; van welken tyd afrot den 4 Julv 1671 de eerfte Sr adho uderl00 z e Epocoue kpp weeft, welke wederom geceÜeerd, en ineenST?^ ho uder lyk en tyd veranderd is met den gemelde 4 July mi; dat vervolgens in Maart i7or , door Fno ,a?a P;4|,5i Wj,,em (loen Koning van Engeland) de StafrouderMe in eene Stadbonderloofè Regeenng veranderd zynde; deeze heeft geduurd tot  rot in Mey i747> van welken tyd. af. tot heden t-e 'de Stadhouderlyke Regeeringsform heelt plaats genaü, en nog continueert. , , . Toeft men nu hier aan de datums van de voorzeyde twee Claflen der uytterlyke itrydige Alkmaar? fche Handveilen en Ociroyen dan zal ^vonden worden, dat aan de eene zyde dte geene,, wdke vjn eene direfïe Regeeringshefieüing door de Vrob p. schap fpreeken, verleend zyn ig de gemeld tw ee Stadhoudereoose tyden of Epocques^^ du jaaren i^o tot i67x> en tuffchen WWphWïQ alleen op 'fundament, dat, er geen Stadhoudti zynde ook geene Electie door Hem gelchieden konde' f kunnende de hier boven vei handelde Handvesten van 14*6 en I4f3, om de bevorens betoogde verbeurt verklaaring in den jaare T49*, en om de caduciteit derzelve, van geene waardy gerekend worden) en dat, aan den anderen kant, die Handvetten en Ociroyen, welke van Eleclien nvt geprapfenteerde Nominatien gewagen, in den Stadhouder lyken tyd gegeeven zyn, te weten, tuffchen de jaaren 15-30 en r.óyo; moetende egter, met opziet tot de verkiezing van Vroedfchappen hier van worden uytgezonderd één enkeld Handveft namentlyk van den xs Maart ittp, als in der daad een anomalum quid zynde, waar van m t vervolg na, dC£n gelyk deze obfervatie van die gemelde onder, fcheydt {ydperken een allernatuurlykue handleyding geefty tot Ue eenvoudige vereffening van de voorfeyde fchynftr^digheid, door namemlyk.de * Stad. holderloofe tyden verkende Pnvjegien Mie^ ken, als gegeeven, om in eene Staaho uder loof e Epocque re dienen; en om m tegendeel de werking van ?ie Oelroyen en Handveften, welke onder eene Stadhouderlyke Regeering gegeeven zyn, ook tot g Stadhouderlyke Epocques te bepaal» , ^zoo, . «veid verder de evidentie der zaak, uyt de gebeurtenilien en de behandeling der zaaken in de reiped.ve twee onde fcheyde tydperken, de compleetlte overtuygmg op, dat hier in de waare oplofting van het gemoveerde verfchil refideerd , . «f ' Immers voor eerft, inden het waar w , dat w den jaare i*|o de Stad Alkmaar een perpetueel en wettig regt verkregen en behouden hadP,om hare Regeeringsbettelling zelve te doen, Z waar tog komt het dan, dat niet èaare 1530 het meergemelde notabel Oclroy aoor -Kevyer"Karei, uyt zyne zonderlinge gratie op de cetS Si Burgemeefleren, Schepenenden. Raden vol henlieden, en 'voor de gemeene Burgers toonders der^ Stad; ^ de Eleftic der Regering V»^^^^r&2S Vroedfchappen aan den Graaf, of zyncn btadbou.  , der, is gelaten? mar,r dat ook in den jaare lyflj Burgemeeiteren der Stad Alkmaar voor 'hen zeiven , en uyt name van de Vroedfchap en gemeene Burgers der voorfz Stad, van hun fidele Groot Mogenden een Otfroy hebben verzogt, by 't welke zy, zonder eenige fchyn van klagten over het gemelde Qetroy van 15-30, als of het zelve op hunne anterieute Privilegiën inbreuk gemaakt zoude hebben, en net als deugdelyk konde of moeit worden gerefpedeerd, of door verloop van zes jaaren, waar voor het was gegeeven, vervallen zoude'zyn, in tegendeel alzints de deugdelykheid, continuatie, en obiervantie daarvan, onderzeilen en advoueeren, ja zelfs op nieuws van hun Edele Groot Mogende een Odroy verzoeken , waar by insgelyks de verkiezing van den MagUlraat, uyt Nominatien, door de Vroedfchappen gemankt, aan den Stadhouder gelaten zoude worden, zonder ook eenig verzoek te doen, om verandering in het Octroy van ry30 ten aanzien van de Eledie der Vroedfchappen; zoo als dan ook zulk Oclroy aan hun op den 6 December 1588 door hun Edele Groot Ivlog. is verleend? en van waar komt het dan al mede, dar, immers nopens de Eleclie van Burgemeesteren, Schepenen, en Thefauriers, in de jaaren i6to en 1Ö19 , insgelyks door Burgemeefleren tn Vroedfchappen van Alkmaar, voor hun zeiven , en uyt den name van de gemeene Burgerye derzelve Stad, van hun Edele Groot Mog. "Ociroyen zyn verzogt en verkreegen, waar by wederom deeze Odroyen van 15-30, en 1588, door die van Alkmaar zeiven erkend, en op hun eygen verzoek door den Souverein, ten aanzien van de Eleclie van Burgemeeiteren, Schepenen, en Thefauriers, door den Stadhouder, beveiligd zyn geworden? waar uyf althans met volle zekerheid blykt, dat van 'Vjaar 1530tot 1650; en dus gedurende den tyd van ito jaar , Burgemeesteren, Schepenen, en Thefauriers,niet door deVroedfchap zelve, maar door den Stadhouder, uit Nominatien, aan Hem van wegens de Vroedfchap gepra*fenteerd, jaarlyks zyn verkoren? terwyl ook niet kan worden ontkend, dat dit niet alleen tot den jaare 1610, maar ook na dien tyd tot het jaar 1650, eenige wynige jaren uitgezonderd, mede omlrcnd verkiezing van Vroedfchappen, alzoo heeft plaas gehad. Hoe deeze vraagen wettiglyk kunnen beantwoord worden, indien het fyfteroa der meerderheid van de Alkmaarfche Vroedfchap word vaffgehouden , laat men aan hun zeiven over; maar nren vertrouwd in allen gevalle, uit al dat in facfo gebeurde, met het hooglte Regt, dit gevolg te mogen trekken, dat bet zelve genoeg is, om boven alle wettige tegenfpraak te ftellen, dat het gemelde Regt van Eledie door den Stadhouder in der tyd, tot den jaare 1650 toe, alzints wettiglyk is geoeffend, en door de meerderheid  1 1 5 » ) heid der tegenwoordige Vroedfehap, mèt geen fchyn van Regt kan .worden gequerelleerd, als gefchied zynde NB. in eonformitevan Ociroyen, door den Souverain , op verzoek van de Regeering van /llkmaar■, vcor zig, en in naam hunner Burgers,verleenddoor ene Burgery nooit herwijt, en door de dadehke concurrentie en flerkfte daden van de Regeering geobferveerd, te weeten door hunne jaar lykfche Nominatien van Burgerneefieren , Schepenen, en Thefauriers, en door de Nominatien van Vroedfchappen, by elke vacature, aan den Stadhouder geprafentcerd, mitsgaders door de beeediging, admifjie, en erkentenis der Terfoonen, welke of die wyze door den Stadhouder zyn ver koor en) in voegen, dat ook hier üyt nader de kragteloosheid der geobjicieerde Handveilen van 14x6 en 145-0—1451 al konde derzelver verbeurt verklaaring met minder zekerheid betoogd worden, dan hier boven is gefchied , onwederfpreekelyk conileerd. En in de tweede plaats (om nog nader te komen) indien het waar was, dat het Oclroy van den jaare lóyo, 't welk in dit ópzigt geconfirmeerd , 'immers in wezen gelaten is, by de Octroyen van 1Ö69 en 1728, en welke alle drie, geduurende eene Stadhouderlooss Regeering, gegeeven zyn, indifiincté, zoo wel in de Epocques van eene Stadhouderlyke, als in die van eene Stadhouderloofe Regeering, nopens de Regeerings beftelling van Alkmaar, tot rigtfnoer ürekken moeit; van waar komt het dart (mag men wederom vragen) dat, wanneer injuly van den jaare 1672, en dus flegts 22 jaaren na het oèroy van 165-0, de Stadhouderloofe Epoque, die door het overlyden van Prins Willem II. in 't gemelde jaar y.6fo was begonnen, door de verheffing van Prins "Willem III tot Stadhouder, een eynde had genoomen, alstoen reeds tcrjlond in dat zelve jaar de Eleédie van vier Vroedichappen, uit eene Nominatie, door de Vroedfchap gemaakt, en aan den Stadhouder gepr2?fenteerd, door denzelven is gedaan; endat vervolgens ook , geduurende die Stadhouderlyke Epocque, telkens de nieuwe Wet uit de Nominatien der Vroedfchap by den Stadhouder gekoren is; zoo als in de nadtre aantekening der minderheid, pag. p. en 23. in fine is geremarqueerd, en 't welk door de meerderheid niet kan, nog zal geloocbenr worden, ja zelfs by het Rapport van haar Gecommitteerdens pag. 12. is erkend? En eyndelyk, van waar komt het dan, dat wederom by het eynde van de tweede en laacfte Stadhouderloofe Epocque, toen namentlyk in den jaare 1747 Zyne Hoogheid Willem IV. tot Stadhouder was aangefteld, dadelyk, van dien tyd! af, de Regeerings beitelling te 'Alkmaar, en zelfs ook de Electie van Vroedfchappen, nier meerisgedaan door de Regeering zelve, maar uit Nominatienj 7jjq de Vroedfchap, door welgemelde Prince;, hi Öö % jyti  ( Tfl > Vvn overlvdcn door de Vrouwe Gouvernante, vervolgens door U.f Edele Groot Mog., als excrceerende de Voogdv over den iegemwoord:gen btadhouder, en laatltelvk zederd het jaar 1766 door Zyne Hoogheid zelve, tot den iaare 170- incluis. De beantwoording van deze vragen wederom aan de meerderheid overlastende, vemouwd men inmiddels, dat uit alle die facta en gebeurtemÜen een allerltcrkft bewys voortvloeit van een alomme, en in 'tbyzonder ook by de Regeering van Alkmaar aangenomen, en door {prekende daden gemamfefteert begrip, van de exittéhtie van het voorlz Oclroy van têio af tot den jaare i78x incluis, dat het geme de Octroy alleen tot Stadhouderloofe tyden betrekkelyk was, en niet, dan geduurende dezelve, dienen konde ' Want voor eerft is bet tegendeel onmogelyk {taande te houden, zonder de Regenten, die de Vroedfchap van Alkmaar, van 1671 tot i7oz , en van i747 tot 1783, hebben uitgemaakt, en dus ook de meerderheid der tegenwoordige Vroedfchappen zeiven, van eene onbegrypelyke blindheid, onkunde, nonchalance, of van nog erger te verdenken, en te befchuldigen; en in de tweede f laats leeverd in allen gevalle de applicatie der eerlte beginfelen, en van de allerklaartte en zekerfte dispofuie van het Regt, zoo aangaande de kragt van een gebruik of cottüme, die met kennis en uitdrukkelyke of ftilzwygende aoedkeuring van den Souverain is aangenoomen, als wegens de Effenen van een langdurig befir, en de opentlyke oeffening van eenig Regt, met gedogen van den geenen, die belang zoude hebben om het zelve te verhinderen, de onwederfprekelykfte gronden op, tot betoog der Wettigheid van het Regt van Zyne Hoogheid, en van de notoire onbevoegdheid van de Regenten van Alkmaar, om, na al het Voorfz gebeurde, dat regt van Zyne Hoogheid nog tè querclleeren, ten ware men de bekende Axiomata ïuris, welke medebrengen, confuetudtnem ejfe optïmam Uns interpretem } Invetetatamqite seu diu turnam confuetudivem pro Lege Cuflodtri, & non minus quam qu£ fcripta funt jura f ervan 3 minimaóue eiïe mutanda, qua interpretatmem cettam femper habuerunt, en diergelyke; als mede al wat in tregt, nopens de materie van prescriptie geflatueerd is, vodr afgefchaft, en buiten kragt wil houden, waar van de on°erymdheid geen bewys nodig heeft. En itringeert dit alles nog des te meer, om dat dok tegen het gemelde gebruik, en de oeffening van dit regt door den Stadhouder, mitgaders tegen zyne poftefüe van het zelve, niets kan worden toegebragt, het welk de wettige toepalhng van die notoire jurisprudentie zoude kunnen verhinderen; de\vyl alle de fucceffive Eleclien van Burgemeeiteren , 3 Sche-  Schepenen , Thefauriers en Vroedfchappen der Stad Alkmaar, door den Stadhouder niet zyn gedaan clandefiien , of in het geheim, rcazx opent lyk, met kennis van het geheele Publicq, en van den Souverein, zoo wel als in het byzonder met meede weten van de Regeering en Burgerye van Alkmaar; ja door, en met eigen toedoen van dezelve Regeering, vermits de Nominatien van wegens de Vroedfchap aan den Stadhouder ter Electie zyn geprae* fenteert; gelyk ook dit gebruik niet flegts zeld' zaam of enkelde reifen, en dan dus, dan anders, heeft plaats gehad; maar zeedert de exiltentie van het Octroy van 15:30 en wel byzonder ook na^ het jaar iófo, altoos, by, en geduurende elke Stadhouderlyke Epocque, van het begin tot het einde , ten minlten jaarlyks, of wel by elke Vacature , ongeinterrumpeert, uniform en egatyk heeft gevigeert, en zulks ten opfigte van de tegenwoordige en nog durende Epocque der Stadhouderlyke Regeering, die in den jare 1747 is begonnen, nu al 36 jaren agter een, zonder eenige verhindering of oppofine van iemand; ja daar zulks, door hun JEd* Groot Mog. zeiven altoos is gepractifeert van den jare 1759 tot. 1766, geduurende hoogtt der zeiver voogdy over Zyne Hoogheid, in welken iuflchen* tyd die van Alkmaar de Nominatien tot Burgemees* teren , Schepenen, Vroedfchappen en Thefauriers, hebben gezonden aan hun Edele Groot Mog. en door hoogttdezelven daar uit de Eleetien zyn g<* daan; het welk tetfenseene nadere allerfterkfte preuve opleverd van het eigen begrip en de erkentenis der Regeering van Alkmaar, dat in Stadhouderlyke tyden, volgens de Handveften ,. Privilegiën en oude Gebruiken, de Nominatien aan den Stadhouder moeten worden gepraefenteert, en aan den zeiven het regt van Electie competeert; zoo als dit meede op de overtuigendfte wyze in de Aantekening der mind rheid pag. 14. en x6. is gedemonitreert, en waar toe ten deezen byzonder meede word gerefereert. Insgelyks is op dit refpect nog ten uitterften aanmerkeiyk, het geen by dezelve minderheid in de nadere Aantekening, pag. zten volgende, uit het voorgevallene in den jare 1650 ,by ,en kort voor het Oclroy, waar op de meerderheid lig fundeert, is gededuceert, tot betoog, dat, voor eerfi, die van Alk-* maar zeiven in dien tyd, door dit Octroy te verzoeken, rebus tpfis & faclis hebben erkend, dat zy geen regt tot de eige beitelling hunner Regeering hadden; en ten tweeden, dat ook het gemelde Octroy in dien tyd, volgens den waaren fin van het zelve, en de intentie van hun Edele Groot Mog., niet anders dan uit hoofde van de toen aangevange Stadhouderloofe Regeering, is verleend. J P p Wel*  ct*4) Welk een en ander genoegzaam daar uit blykt, dat dit Octroy van den 9 December 1650 is verzogt en verleent geworden, Jlegts weinige dagen' ud het overlyden van den Stadhouder Prins JVilltm 1/; het welk op den 6 November 1650 was voorgevallen, en daags na dat ter Vergadering van hun Ed. Groot Mog. was genomen een Refolutie van den 8 December, omtrent de hertelling der MagHtrature in de Steden , waar by onder anderen ook was VaÜgelteld. Dat de treden, in hun Edele Groot Mog. Vergadering ft*flié hebbende, en geen 'Privilegie of voorregt hebbende in het beftellen van der zeiver Magtftratme > haare refpective Magiftraten zouden mogen beftellen, in zoodanige manieren, als dezelve ten meeften lte zouden bevinden te behooren; met diêfl veritande, dat, in gevalle eenige vandevoorfchreeve Steden mogten bevinden, iets meer, •of iets anders, naar gelegenfheid der zelve óienilig of van noden fe weezen, als de voörfehreeve generale Refolurie mogte ver/ia n worden meede te brengen, aan defelven Sreden zoude vryftaan, lig te mogen «ddreffeeren aan hun Édele Groot Mog., om dienshalven zoodanig Ocfroy te verzoeken, als naar haare geleegenthoid foude geoordeeld worden. * Zynde bovendien ook waardig, te worden opgemerkt dat de gemelde Refolutie van hun Edele Gr. Mog. van den 8 December 165-0 is geweeft her gevolg van hoogft der zei ver deliberatien, die immediaar na het overlyden van den Stadhouder waren begonnen en welke deliberatien zoo ala uit de Notulen en Refolutien van hun Edele Groot Mog van den 9, 10, 15- en 16 November 1650 is (e zien daar over gegaan waren, wajt in de jegens woord tge constitutie van zaken diende te worden gedaan-, waar uit middagklaar blykt, dat het gemalde Octroy alleen uit de toenmalige coniiitutie eener Stadhouderloofe Regeering voortgevloeit zynde,mitsdien na den waren zin en oogmerk 'van het zelve,met het eynde van die Epoccjues, en gedurende de Stadhouderlyke Regeering, haare kragt en werking verloorcn heeft, en dus caduc geworden is; gelyk zulks ook alzints blykt over een te komen met het begrip van andere Steden, welke insgelyks profiteerende van de gegeevene vryheid by de voorfz Refolutie van den 8 December 165-0, mede zodanig Octroy hebben verzegt en geobtineerd, maar nogtans altoos hebben getoond, te begrypen, dat onder de Stadhouderlyke Regeering de Electie van den Magiitraat, fchoon by dat Octroy aan de Stad gelaaten zynde, aan den Stadhouder niet konde worden bet wilt, waaromtrent men  (ï^) u A rnen z?g in 't byzonder kan beroepen op net geoe* clareerde begrip, en de erkentenis van de Regeering der Stad Haarlem, welke, hoewel op den u Juny 1651 mede van hun Edele Grdöt Mog. hebbende geobtineerd Octroy, waar by de verkiefmg van Vroedfchappen, Burgemeeiteren en Schepenen insgelyks aan dezelve Regeering was vergunt, egter m den jaare 1758, wanneer 'er differenten tuffchen de PrinceiTe Gouvernante en dezelve Regeering, over de Electie van den Heer van Egten tot Burgemeester, ontltaan waren, niet heeft gehaefiteerd, om by haare ter Staats-Vergadering ingeleverde Requelten en Memorien ten fterkften, en by herhaaling te erkennen, dat het Regt van Eledie van Burgemeesteren en Schepenen, uit de Nominatien, door de voornoemde Vroedfchap gemaakt, aan den Stadhouder in der tyd was competeerende; en al 't welke eyndelyk ook door het reeds geavanceerde, nopens het effectief opgevolgde gebruik omtrent de Regeeringsbeftellinge van Alkmaar, in de na het jaar 1650 geèxfleerd hebbende Stadhouderlyke Epocques, te weten tuflchen het jaar iójz tot 1702, en tuffchen het jaar 1747 tot nu toe, zodanig buyten alle tegenfpraak gefield, en zoo klaar gebleeken is, dat men zig nauwlyks kan verbeelden, hoe eenige zaak van die natuur tot klaardere demonttratiepzoude kunnen gebragt worden, en dat men veel eer vermeent beduetle mogen zyn, dat door eene nadere adltiuctie hit helder ligt der betoogde waarheid verduysterd zoude worden. Alleenlyk refieerd 'er nog in 't byzonder, met opligt tot de verkïefing van Vroed'febafptn der Stad Alkmaar, te fpreehcn van het Octroy van den 1$ Maart 1610, waar by die van Alkmaar zyn geoctroveerd, om de Vroedfchappen zelfs te verkiezen, zonder dat van nooden zy, van den Souverain, of van den Stadhouder, daar van confirmatie te verzoeken: waar op de meerderheid dan ook thans, byzonder omtrent de verkiezing van Vroedfchappen, haare voorfchreeve Refolutie van den 24 February 1783 tragt te fundeeren, daar toe allegeerende, dat dit Oclroy in een Stadhouderlyken tyd, namentlyk onder het Stadhouderfchap van Prins Maurits gegeven was; dat het zelve ook in de twee volgende Stadhouderlyke Epocques, ouder de Prinfen ■Erederik Hendrik, en Willem den tweeden, door de Regeenng was gemaintineerd ; dat onder het btadhouderlchap van Prins Frederik Hendrik de Vroedfchap wel op den 13 December 1626 had gerefolveerd, „om de goede affé&ïe van Zyne Pnncelyke „ Excellentie tot dezer Steede te conferveren, 'c „ voorfz. regt van Eleclie wederom aan zyne Pnn„ celyke Excellentie op te diagen en te defereren, „ en dienvolgens de Ele&ie van Vroedfchappen, op Pp 2 » de»  den voet van de oude Privilegiën te doen" Maar dat die opdragt, ingevolge den inhoud derzelve Refolutie, bepaaldelyk gefchied was, met deze uitdrukkelyke referve „ ter tyd en wylen toe de Heren „ Vroedfchappen voor de conüitutie deezer Stede, „ en tot welliand derzelve, anders zullen vinden te „ behooren," En dat dezelve mitsdien niet verder, dan met relatie tot de Perfoon van denzelven Prins Frederik Hendrik konde geïnterpreteerd worden, gelyk dan ook op den 10 Juny 1647 (en dus drie maanden na de dood van Prins Erederik Hendrik, a;m wien Prins Willem II. in het Stadhouderfchap was gtfuccedeerd j de Vroedfchap van Alkmaar had goedgevonden en gearretieerd, „de diestyds vacee„ rende plaatfe, mitsgaders alle plaatfen, die namaals „ in de Vroedfchappen zouden komen te vaceeren, „ te bckiceden by Eleclie, in conformhé van't Oc„ troy van den 15 Maan 16?o," en op den voet van welke Refolutie insgelyks de in de ja..ren 1648, 1649 en 165-0 onder het Stadhouderfchap van Willem II. opengevallene Vroedfchapsplaatfen, door de Regeering zelve begeeven waren, zoo als dit in het Rapport der Gecommitteerdens pag. 10. en 11. breder is voorgedragen. Dog wanneer alles te regt word ingezien en overwoogen, zal wel ras blyken, dat ook uytaldatgeayancee de geen wettig gevolg kan getrokken, nog iets met fundament gehaald kan woorden, tot jufiificatie van de Refolutie der meerderheid van den x± February 1783. V ooraf kan men niet nalaaten, hier omtrent aan te merken, dat dit zelve Oclroy van den jaare /610, waar op de meerderheid lig thans zoo flerk, met opzigt tot de Eleclie der Vroedfchappen, beroept, de overtuygendfle preuve opleverd, dat met geen fchyn van regt het Handveft of Oclroy van Keyzer Karei van den jaare 1530, en het opgevolgde Octroy van haar Edele Groot Mog. van 6 December 1588, als mede des Stadhouders Regt tot het doen der Eleetien van Burgemeeiteren, Schepenen en Thefauriers, mitsgaders van Vroedfchappen, van onbehoorlykheid of onwettigheid kan befchuldigd worden; vermits by de fupplicatie van Burgemeeiteren en Vroedichappen van Alkmaar, waar by zy dat Octroy van den jaare i6tc hebben verzogt, en welke in de prjnmiifen van het zelve is geinfereerd , die twee Octroyen van 1530 en 15-88, zonder eenige de minlte klagte van onwettigheid, door hun zeiven zyn ingeroepen, en als deugde!yke Privilegiën onderfteJd; mitsgaders erkend is, het gebruyk daarvan, niettegenüaande het Octroy van 1530, alleen voor zes jaaren gegeven, en maar eens voor gelyke tyd geprolongeerd was, by conniventie van hun Edele Groot Mog. gecontinueerd te zyn; zoo als zy ook daar  daar hy geene dé minüe verandering, ömtrend de* verkiezing van Burgerneefieren, Schepenen en Thefauriers, verzogt, nog verkreegen hebben; maar in tegendeel hun Edele Groot Mog. wederom die Eleetien aan zig, of aan den Stadhouder hebben gereferveerd; gelyk dit ook alzoo is gefchied by het Octroy van den 12 December 1619: waar bit mitsdien nader coniteerd, dat, zelfs ook in dien tyd> de Regeering van Alkmaar heeft begrepen en erkend, dat het doen der Eleclie van Bu gemeefleren, Schepenen en Thefauriers, door den Stadhouder geenzints als een inbreuk op de oude Voorregren kan worden aangemerkt; en by gevolg, dat alles, wat ter contrarie door de meerderheid word bygebragt en beweerd, van geene de minüe ingreffie zyn kan. Maar wat dan aangaat het Poincl der Vroedfchappen j welker verkiezing by 't gemelde Oclroy van 16:0 aan de Regeering is vergunt * daaromtrent is reeds by de gemelde nadere aanteekening der minderheid pag. i? & jeqcf. mét de bondigfte redenen betoogd, dat het zelve Oclroy op zodanigen tyd en wyze is in 'dé wereld gebragt en verleend geworden, dat daar a-n, voor zoo veel betreft die nieuwe, en tegen het oude Privilegie of Oclroy van iy3ö firydige vergunning der verkiezing van Vroedfchappen, door de Regiering zelve, zeer wynig, of geert crediet kan worden toegekend 5 en dat het zelve in allen gevalle ook om die reden door het opgevolgde Jaater gebruyk, in dat opzigt alle effecl verJoren heeft. De omftandigheid van tyd en zaken in* en .omtrent den jare róio, zoo in het gemeen in deeze Provincie, als byzonder ook te Alkmaar, alwaar ter dier tyd merkciyke, onlufun, faclien en beroertens ontllaan waren, is uit verfcheide Plaatfen van Wagenaars Vaderlandfche 'Hijlorie door de minderheid aangeweczen; en, men kan utit de Pramiffen van het Oftroy van den n "December 16:9, en dus uit de eige fupplicatie en vo mir.sgt van Burgemeelleren en Vroedfchappen der Stad A'kmaar, daar van, als meede van de ong-jn!iige gedagten en begrippen der gemelde Re eering omtrent het voorf/, Oclroy van den jare ?6ic, ten vollen worden overtuigt; want in die Pjaemilun word onder anderen gezegt. Dat Burgemeesteren en Vrt edlchappen der Stede Alkmaar voor hun ze!ven, en uit den ■ naam van de gemeene Burgery der zelve Stede, aan ham Fdele Groot Mog. vertoond hadden, dat in deti jare 1530 de voorfz Sede, by wyicn Karei V, als Grave van Holland was ge.octroyeert geweelt, te mogen hebben een Vroedichap \an 24 Perfoonen; dat zy by dat geial hunne Voorzaatcn, naar de conftitutie van de Stad, en haare Gemeepte lig Qq weJ  ( 15-8 ) wel gevonden hebbende, daar in öok hadden gecontinueért dentydvan 80 jaren, als tot den fare 1610 toe incluis; als wanneer eenige onlust in de Stad van Alkmaar, zoo tuikhen de Regeerders als de Gemeente, weezende geivzcn, aan hun Edele Groot Mog- gelieft hadde, by zeker Odroy van den \$ Maart van den zeiven jare het voorfz getal te bven en de verandering, daar neffens gedaany de bette rtijte in devoorfz Stede niet en hadde veroorzaakten dat daar na in den jare 1618, hv Zyne Princeiyke Excelentie, den Heete Prince van Orange, Stadhouder en Capitein Generaal, ten dienfte van het gemeene Land, en lot meeder rulte van de Stad Alkmaar, goedgevonden had, het getal van de voorrz Vroedfchappen wederom te reduceeren tot 24 Pc zornen; -welke lof e lyk Befoïgne van zyfce vooinoemde Princeiyke Excellentie, zy oordeelden te wezen vorderlyk en dienfbg voor de ru'fl en weiffand van de voorfz Stede- verfoekende mitsdien confirmatie en agnfeatie van de vooffz Electie by Zyne Princeiyke Excellentie gedaan, voor zoo veel de vermindering aa gaat, en A61e van OftroyJ om Voortaan de voorfz Vroedfchap op het zelve getal te mogen houden. Welk verzoek dan ook by het gemelde Oclroy van 12 December 1619 alzoo is geaccordeert, ea voorts eenige andere fchikkingen zyn totgehaanomtrent het maken der Nominatien van Burgemeeheren, Schepenen en Thefauriers welke Ekciie aan den Stadhouder gelaten was en Wierd, zonder fyt in het gemelde Oclroy verder eentg woord gemeld ts van een reet van de Regeenng, om de Vroedfchappen z,dfs te verkiezen, of van het effecl van het Oclroy van den jare 1610 dienaangaande. t?n wanneer daar by wyders ook nog word opgemerkt, dat die vergunning, welke by het Oflroy van 1610 aan de Regecring van Alkmaar gegeeven was om zelve de Eledie van Vroedlcharpen te doen, niet was verzogt, op fundament van eenig autcrierr r:trt, bet welk volgens vorige Privilegiën aan de Stad zoude bebben gecompeteert, als maar van geen woord in bet zelve gevonden word; maar veel eer lp bloote en tydelyke convenientie, en naar den iroaa* der accnen. welke in dien tyd van fatfien en beroerten-, de meerderheid uitmaakten, en van die dien dat Oclroy in foo verre ftrydig was aan het wetti» reg< van don Stadhouder, aan wien de Eleclie ook van Vroedfchappen der Stad Alkmaar competeerde, in g.volge het Oetroy vau i53o,het welk  f U9 ) zoo door dat vin ïy88, als door het tot dér! jafë 1610 toe, en dus geduurende 80 jaren gecorHinueêrde gehrnik, waar van de PraemiiTen der Oetroyeri van 1610 en 1619 het alleriteikh. en tiitdrukkelyktt adven, door de Regeering van Alkmaar is gedaarï, was geconfirmeert; dan mag en moet uit het gemelde Octroy van den 12. December 1 ö 19, waar by de Regeering zelve hg heelt beklaagt over het voorfchreeve Octroy van den jare 1610, als in een tyd van onlttften in de waereld gebragt, en de befte ruji in de voorfz Stad niet veroorzaakt hebbendemet alle regt worden opgemaakt, dat daar door met 'er daad van dat Octroy van Mto geheel is afgegaan, in \h tegendeel de Regeering zig wederom heeft willen fchikken, en in het vervolg dadelyk gefch kt h é;\ ft naar het vorige Octroy van 15-30, van het welk zy zig zoo uitdrukkebk in de voorfz Prsmiflen van het meergemelde Octroy van 1619 hadden geloueertj en om derhalven aan den Stadhouder volgens d;.n vorigen voet ook te la'en de Electie van Vroedfchappen, welke hen* nuilo jure by dat Octroy vaa ïrtio was ontnomen? zond.r dat zulks noodzakelyk was uit te drukken, als u:t hunne gedeclareerde afkeuring van het zelve Octroy genoeg en van zelfs proflueerende. En dat geen figment nog gezogte explicatie vatt het Oclroy van 1619 is, blykt overtuygende uit de Refolutie van de V roedfchap der Stad Alkmaar van den 20 November jóio, waar by ^ zoo ais in het meergemelde Rapport der Gecommitteerdens^. 83. is opgegeven) Na deliberatie veritaan was, dewyl het nieuwe Privilegie bekomen was in her jaar 1610, in de onruflighe:d binnen deefe Stede, eH apparentelyk tot styvinge van of, factie van de "Parthyen; en zyn 'Princelyk- Excellentie daar by notoir lyk was verkort, en gepr^ëjudicieerd geweeft in het regt., hem volgens de oude cP*ivikgien gecompereerd hebbende; dat m n, om ie repareer en de Irijuriéh en hef Inteieffej zyne voornoemde Excel-tnti- met het ver krygen van't voorfz Prtvüexie aangedaan , en zvr er Prince/. Excellencie goede affectie tot deie S ad ï§ conferveren, aan zy'në gemelde Excellencie 'f. voorfz regt wederom libera/yk zoude dejer en zyne belangens voorgedragen te hehben, was verleend geweeft, het was deze Vroedfchap zelfs, waar van de meelteLeden zeer appnrent in 1610 getuygen der aanlydende oorfaaken geweeit waren; En dat in het vervolg, zoo de Regeering van Alkmaar, als hun Ed. Groot Mogenden, dit zelfs in dier voegen getoont hebben te begrypen, zal zoo aanlionds nog nader gez en worden. Klaarder bewys akans van de ware gefleldheid der zaak, en van de wezentl\ke intentie en dadelyke Refolutie der Vroedfchap van Alkmaar, om het Octroy van ióro, byzonder ook ten opzigte van de verkiezing van Vroedfchappen te laten varen, als in tyden van onlullen en factiën verkregen, en tegen  'i ( m ) ■ ■ - gen des Stadhouders Regt, uit kragté van vorige Privilegiën en Octroyen, aanlopende , kan 'er niet worden uytgedagt; terwyl ook de wettigheid van dat beÜuit der V roedfchap met geen het minHe regt kan worden betwiit, op pt aetext, dat door de Vroedfchap, van het Octroy van den jaare i6lö niet zout de mogen zyn afgeweeken en men geene auentie op de Priviiegien gellagen zoude hebben, nadien in allen gevalle zodanige Critiques ten eenemalen vervallen, niet alleen door de voorfz by de Vroedfchap zelve gedaane erkentenillen van het regt van den Stadhouder, volgens de oude Priviiegien; maar ook door een klaar genoeg , by het verzoeken van het Odroy van den jaare 1619 gedeclareerde afkeuring van liet Octroy van den jaare 1610; terwryl ook uit al het geavanceerde blykt, dat dit alles niet by overyh'og, en met praecipitance, maar met ryp en lang beraad, en na examen en overweginge van de Oude en Nieuwe Priviiegien, is behandeld geworden. En hier door vervalt dan mede van Zelfs, alles, wat in het meergemelde Rapport uit de Vroed/cbaps Refolutien 3 van dat is 13 December 16x6, 10 'juny 1647, xi Juny 1648, 13 November 1649 en x^Seftember 165-0 is geargumenteerd: Want voor eerlt kunnen die Refolutien, welke zoo zeer aanlopen tegen de voorgemelde eyge Refolutien en handelwyze van de voorfz Vroedichap, èn die, ten aanzien van den Stadhouder , niet anders, dan aJs clandefline Aflens, aangemerkt kunnen worden, niet vernietigen, nog prsejudicieeren het regt > 't Welk de Vroedfchap zelv, by haare voorige Refolutien, heeft erkend, aan den Stadhouder, volgens oude Trivilegieiïte competeeren; en aan den zeiven door het Odroy van 1610'ten onregte onttogen, of benomen geweeit te zyn: Ten tweeden, is uit de eyge voordragt van 't meergemelde Rapport manifelt, dat de Vroedfchappen der Stad Alkmaar, zoo door Prins Maurits, die in April van den jaare ióxy is overleeden, ah • door deszelfs Opvolger Prins Erederik Hendrik, die in Maart 1647 overleeden is, uyt Nominatien, door de Vroedfchap aan den Stadhouder gepraeiemeerd, iyn verkooren geworden; 't welk mitsdien de continuatie der exercitie van dit StadhouderJyk regt, zederd het Odroy van 11 December 1619 ten duydelykHen aantoond, zonder dat de pr&'tenfe proteiiatie of referve, vervat in de geallegecrde Vroedfchaps Refolutie van den tx December 1616, en dus kort na 't overlyden van Prins Maurits genomen, daar aan kan obileeren, nadien, dezelve gantfch onbevofgde]yk en tegen vorige erkenteniffen en Refolutien.van de Vroedfchap gefchied zynde, voor den Stadhouder, aan wien. zelfs niet blykt, zulks ooit bekend gemaakt tê zyn., van eeene de mini! verbindende R1 kragt  '(tel) krast kónde weien, nog deszeïfs geacquireerd regt "beneemen. En in de derde plaats kan ook het voorgevallene 'onder het Sra ihouderlchap van Prins Willem li., waar toe behoren de overige geobjicieerde Refolutien der Vroedfchap van de jaaren 1648, 1649 eri i6?o, volgens welke de Regeering zelve in dien tyd eenige Vroedfchappen zoude hebben ver kooien ,zeer wynig gewigt aan de fuitenuen deir meerderheid byzeiten, in aanmerking van den korten tyd, Van flegts ruym dr'e jaaren, gedurende welken die jongen Vorit; wiens afllerven op den 6 November 165-0 is voorgevallen, het Stadhouderfchap heeft bekleed. Vooral, kunnen die wy'nige gevallen, waar in men, gedurende die korte Epocque van drie jaren, tegen des Vroedfchaps vorige eyge erkentenis, en tegen zoo klare preüves van des Stadhouders regt, in die opligt heeft aangegaan, des Stadhouders Piaeeminentien niet vernietigen, als men op het verdere gebruyk, \ welk in volgende Stadhouderlyke tyden is geobferveerd, en op het gedrag, toen door de Alkmaarfche Vroedfchap gehouden, nog een ogenblik den aandagt veftigd. Het is namentlyk bekend, en reeds hier boven opgemerkt, dat na het gemelde afllerven van Prins Willem II. eene Stadhouderloofe Regeering (in wiens allereerlle begin het Oclroy van 9 December 165-0 door Alkmaar verkreegen is) is gevolgd, maar dat dezelve in den jaare 1672 door de verheffing van Prins Willem III. weder met een StadhouderlykeRegeering verwifleld is geworden; als mede, dat 'er zedert het overlyden van Prins Willem III., (voorgevallen in den jaare 1701 tot den jaare 1747 geen Stadhouder geweeit zynde, in 't gemelde jaar 1747 de Stadhouderlyke Regeering is herlteld, gelyk dezelve dan ook nog continueerd. Het is derhalven hier van aanbelang, in 't byzonder met opzigt tot de Eleetien van Vroedfchappen der Stad Alkmaar na te gaan, hoe dezelve in, en geduurende de twee Stadhouderlyke Epocques, zyn gefchied. En dat het onderzoek daar van moet opleveren dit antwoord, dat in die twee Stadhouderlyke Epocques de Efeótien altoos zyn gedaan, door of van wegens den Stadhouder, en dat des Stadhouders Reg'c daar toe, gedurende al dien tyd, en dus in de eerlte Epocque van 1671 tot 1701, gedurende dertig jaaren, en in de tweede 1747 tot 1783, nu al geduurende 36 jaaren is erkend geworden, zulks behoefd geen bewys, maar is met ronde woorden door de Gecommitteerdens der tegenwoordige Vroedfchap in hun Rapport pag. 1%. ten vollen erkend geworden ; want aldaar leeft men. „ Dat zy Heeren Comp mifl'arilfen verder hunne attentie geveiligd hebbende  ' . . . . ( ) „ de, op het geen met betrekking tot de begevihè " fct?NK ^^urgemeerterenTsehepenenrThe: » net Stadhouder fchap aan Prins Willem III. was " 111 Sebru>'k geu eeil bevonden hadden, dat die Elec" 'J™ ™* ö"»"**" Ampten (dus ook tot dat vari " 1 ro^f happen " ^ welgemelden Prins door de Re. gering -waren ovrrge/adtm" En zy voegen 'er zelfs nog by deze aanmerkeh fce- refJexren. „ Dat het aan „ hun Heren Commiflarifll-n ook, uit overweging „ der \ roedfchaps Refolutien van den iy M'ey,674f „ als ook van den 23 jun'y, 6 Aüguïly en ,6 De„ cember 170*, wel als vry wvarlchynlyk was voor„ gekomen, dat Zyne Hoogheid, en ook de Re.ee. ,i ring diestyds van meening geweett zyn, dat het „ «j oAi deze Eleclfen ,e doen, aan den Heer V, Stadhouder roequam. En een vvynig langer op die zelfde plaats, laaren 2y zig dus uit, „ dat eyndelyk ook in aanmerking „ was genomen, dar, na dat.van 't jaar i70i tot het 1 }TrrJ7t7 r°'e" iNH' i»m dcn 'Vd eener Stadhouderloofe Epocque) „de bettelHng der Ambten van ,i Burgemeeiteren , Schepenen , Thefauriers en Vroed. „ schappen, ingevolge het regt aan de Regeerincr, „ als repralenteerende de Burgery, overeenkomlfe „ de Handveilen, Privdegien en Octroyen, onbe- twiitbaar toekomende, gefchied was NB. in de „ twee daar op gevolgd* Stadhouder hhe tydperken ' „ tot dezen tegenweórdigen tyd toe, de Eleetien tot ,i de gemelde vierderley Ampten, doör dm Heer » Staahonder m der tyd, uyt Nominatien, door de „ Regeenng ge formeert en van harent wcege aan Zy. ,> ne Hoogheid aangebooden, gedaan zyn. Kunnende men voorts niet nalaaten, ïn dit opligt hg ook nog ipeciaal te beroepen op het voorgevallene m den jaare i7f9, na het afitervert van de Vrouwe Gouvernante, wanneer namentlyk, Volgens Refolutie van hun Edele Groot Mog. van deS ié January i7f9, 0ok Burgemeeiteren en Regeerders van Alkmaar zynde aangeichreeven, „om de Nomi„ natten, &elke zy gehouden w Aren, aan deri „ Heere ErfÜadhouder, volgens derzelver Handves,. ten of Pr'.vilegten, of oude gebruiken te pr£„ lenteeren (en waar van een Lyft agter die Refolutie was gevoegd, op welke nominatien wan Alkmaar her volgende gefield was „ Burgemeeflers, Sche. » penen cn laefaururs, Vroedfchappen by vacature) „ aan hun Edele Groot Mog. te zenden, om by j, bun, als exerceerende de Vöogdye oVer zyne „ Hoogheid , de Electie te worden gedaan." Burgemeeiteren en Regeerders det Stad Alkmaar , die mede tot die Reiolutie ter Staats-Vergadering, zonder eenige, oppofuie of reflexie hadden geconcurreerd; daar aan ook volkomen gedefefeerd, en gedurende! &r i Zyn§  C 164 ) Zyne Hoogheids minderjarigheid, by elke vacature van een Vroedfchap hunner Stad, de dnor hen gemaakte Nominatie tot luppletie derzelve, aan hun Edele Groot Mog. gezonden hebben ; zoo a\s dan ook door hun Edele Groot Mog., als exerceer ende de v oogdye over Zyne Hoogheid den Prince ErfJiadhcuder de Electie is gefchied; zynde op die wyze in dat tydperk tot Vroedfchappen der Stad Alkmaar, in de jaaren ï7>q, 1760, i7<5r en 1763 verkeren de Heeren Dirk van Foreefi, fVilLcm Jans Kloek, Daniël Raf Jacob van Foreefi en Rutgerus 'Falndanus; waar uit mitsdien wederom de fierkfte preuves, zoo van de erkentenis en overtuyging der 'Regeering zelve, aangaande des Stadhouders Regt, als van des Souvereins goedkeuring en eyge verrigüng, mitsgaders van het conftant gebruik, en evndelyk van het langdurig bezit, of de exercitie van dat regt en obfervantie door den Stadhouder als een jus fuum voort vloeyen, en waar door dan ook op dit poinct de ongegrondheid der fuftenue van de tegenwoordige meerderheid, en het goed en deugdelvk regt van Zyne Hoogheid, om mede de Vroedfchappen van Alkmaar uyt eene Nominatie, die door de Vroedichap gemaakt, en aan Hem gepraefenteerd word, re verkiezen; voor gedemonftreerd mag worden gehouden. Na dit alles hebben geene verdere wederlegging nodig die reflexien, welke by het Rapport der Gecotnmittteerdens, tegendcgeallegeerde erkentenilTen* begrippen en daden van hunne Praedecefleuren in Stadhouderlyke tyden, ja tegen hunne eyge daden, en tegen de oeffening van het Regt van Electie, zo van Vroedfchappen als van burgemeeiteren, Scheepenen en Thefauriers, door de Stadhouders zyn bygebragt; dog welke in der daad op niet anders nederkomen dan op loutere petuiones principii en blyken van verlegenheid; hebbende men dien aangaande niets anders weten in te brengen, dan dat al het zelve zouden zyn geweeft erroneufe begrippen, en onbevoegde daden, welke uyt onkunde, inattentie, of verwaarloofing van de oude Regten en Handvesten der Stad en Burgery zouden zyn voortgefproten, die ftrydig zouden zyn geweett tegen deEeden van die Regenten, en tegen de befwoorene Com. mifhen van de fucceffive Stadhouders, en daarom het Regt der Burgery niet zouden kunnen prtejudicieeren; dog op alle welke uirvlugten, men, om alles re vermyden, war tot hatelyke Remarques aanleyding zoude kunnen geven, zig liefit niet byzonder zal uitlaaten; genoeg zynde, dat derzelven onger grondheid van-zelfs doorttraald, dewyl in tegendeel betoogd is, dat aan de eene zyde het regt van Electie, zno van Vroedfchappen, als van Burgemeeiteren* Schepenen en Thefautiers der Stad Alkmaar, op  ( 165 ) 4. op deugdelyke Handveften en Oaroyen, die doof Burgemeeiteren en Vroedfchappen der zelve blad, zoo voor zig, ats voor hunne gemeene Burgers en Inwoonders zyn verzogt, is gefundeert, door de Regeering der gemelde Stad, in Stadhouderlyke Lpocques ten fterkften erkend door de Stadhouder, üandvaltig en opentlyk geoeffend, door den Souverain goedgekeurd en geobferveerd,er» nom doo of van wegens de Burgery gedesavoueerd, of in twyfel getrokken, en zulks in alle de Stadhouderlyke Epoques (alleen drie jaren van het Stadhouderfchap van Prins Willem II. volgens de opgave der meerderheid uytgezonderd) en gedurende langer tyd dan zelfs toteeneCoftume.of tothet Regt van verjaanng nodig is; en dat, aan "den anderen ^nt de Privilegiën en Oaroyen, waar op de meerderheid zigtans beroept, geenzints meer exiteeren,maar al in vorige Eeuwen verbeurd en geconfisqueerd zyn geworden, ot altans in Stadhouderlyke tyden, volgens derzelver ware zin en oogmerk, en volgens een Conftanr gebruik dat door allen, die daar in belang hadden, erkend, goedgekeurd en geufeerd is, caduc geworden, en buiten adplicatie en werking geiteld zyn; Uit al het welk van zelfs voortvloeid , dat, indien een Regt, op zodanige gronden fteunende. door diergelyke echappatoiren, als waar mede degemelde meerderheid der Alkmaarfche Vroedlchap zig thaus behelp', zoude kunnen of mogen worden gerenver. feert,Palsdan niets meer voor zeker kan V^*' maar aJJes aan de uitterlte PP^M^^g! ring, en aan nimmer eindigende gefchillen bloot gefieldzoude worden; welke gevolgen dan byzonder ook, nopens de bettellingen der Regeenng in zeer veele Steden en Piaatfen zouden te apprrhendeeren 2yEn derhalven is alsnu zeer gemakkelyk, en van zelfs het befluyt op te maken, tot beantwoording ^e hier boven gedane vraag; hoe namentlyk de in fchyn ttrydige Priviiegien en Oaroyen vereffend kumnen en moeten worden, en welke derzelventhans moeten praevaleren? i.kh&n ik 't Want, om alles nog eens famen te tukken, is t waar (zoo als bewezen is) dat niet alleen uit alle de omftandigheeden confteert, dat, zoo d.evanAIkmaar zelfs, als de Souverain, by het v«zoek«, en verleenen van het Odroy van ifro, hebben erkend en begrepen, dat Alkmaar in Stadhouderlyken tyden geen Regt van Eleftie van Burgemeetteren , ScheSenen en Thefauriers, of van Vroedichappen had , L dat het ter dier tyd verleende Odroy, uyt hoofde van de toen plaats hebbende tydsomttandighe d der Itadhonderloofe Regeering, wierd ge accordeer ; maar ook, dat, niet tegenitaande dat O^roy, en die daar op in 1669 en 17*8 W gevolêd' alt°°0so' D S  ( 1*6 ) zoo dikwils 'er van 1650 eene Stadhouderlyke Re. geering heeft plaats gehad, ven het begin van zodanige Epocque af, by aanhoudendheid, het Regt van Eleclie opentl'yk en ongeftoord, op de eyge pr^fentatie der nominatien, van weegens de Vroedfchap zelve gedaan, door den Stadhouder is geoeffend,tot dezen jare 1783 toe; alles conform de Odroyenvan 15-30, 1588 en 1619; zoo kan by eene onzydigebefchouwing geen ogenblik getwyfeld worden, dat het reeds gereclameerde Axioma Confuetudo eji optima Levum tnterpns het gefchil in dezen befliit, ten voordeele van Zyne Hoogheid, en in deze Epocque der Stadhouderlyke Regeering de preferentie aan de door Zyne 'Hoogheid ingeroepene Privilegiën en Oaroyen toewyft, met poftpotme van de zodanigen, welke, volgens de zoo klaar bewezenc begrippen, erkemeniiTen en gebruyken, alleen tot Stadhouderloofe tyden betrekkelyk zynde, thans door de voorfz meerderheid nullo jure, en met, dan door eene, zoo ongerymde, als geforceerde en ongegronde verwarring van gemelde twee verfchillende tyden, zaaken en Regten worden bygebragt; of indien men zelfs dit folide en onwederleggelyk argumeur, 't welk uyt het Conftant gebruyk, ah ftrekkende tot interpretatie der Handvejten en Octroyen word gemaakt, pog zoude willen bet witten (dat egter met geen grond kan gefchieden) dan zal nog dat zelve bewezen en erkend pofterieur Üandvaltig gebruyk, en ongeinterrumpeerd bezit van den Stadhouder, naar de reeds gemelde notoirejurisprudentieomtrenr de Krioelen, zoo van een Co/luwe als van een langdurh bezit Zyne Hoogheids regt en pofleflie boven "alle wettige Contradictie (tellen; te meer, daar ook de hier boven aangehaalde Refolutie van hun Edele Groot Mog. van den 16 January 1759., duydclvk mede brengt, dat ook in deze materie oude gebruyken wel degelyk meede tot rigtfnoer moeten verftrekken. En gelyk dan ook Zyn Hoogheids wettig regt, waar op, door de voorfz Refolutie van den 24 February 1783, zoo merkelyk inbreuk is gemaak, ja 't welk daar door geheel geaboleert zoude worden,nn mede in de tweede plaats is gedemonfteert, zoo kan men niet nalaten, uit dit alles, ten laaften ook, tot nadere overvloedige beveiliging van het hier boven betoogde op het eerlte point nog deefe confequentie te trekken, dat de meerderheid der Alkmaarfche Vroedfchap votttrekt onbevoegd is geweett, om eygener anthoriteit, de meergemelde Refolutie te neemen, en daar door inbreuk en uiurpatie heeft gepkegt op de Hoogheid en Geregtigheid van den Souverain; maar dat men in aiien gevalle interpretatie of redres van den Souverain had moeten verzoeken, indien men eenige diiyfterheid of befwaar had  ( i.*7 ) had geoordeelt plaats te hebben; want daar nu getoond is, dat de eyge daaden en erkentenilTen van alle de Regenten van Alkmaar in alle de Stadhouderlyke Epocques, en wel in alle de2elve die na den jare \6$o geëxlteert hebben, zonder eenige uitzon, dering het Conllant gebruyk, en het ongeinterrumpeert bezit van den Stadhouder, niet alleen met de bewufiheid en fh'lzwygende goedkeuring, maar ook met de eyge daden van den Souverein beveiligd,en zuJks^ alles pofterieur aan de door de meerdèrheyd gereclameerde Ociroyen voor den Stadhouder militeerden, zoo kan niet worden in rwyffel getrokken, dat de gemelde meerderheid, die by hare gemelde Miffive van den 14 dezer maand November zelve erkend^ dat het hier aankwam op het verltand , en de explicatie der Priviiegien, en over een zaak waar in Zyn Hoogheid zig Parthy Helde, geen regt nog bevoegtheid had, om zig in diezelve zaak als Party, en als Regter te gedragen, en via facti dar alles te vernietigen, den Stadhouder, uit zyne wettige, en zoo plegtig getituleerde poifeffie te itooten, en een nieuw Regt te introduceeren; ja zelfs (om 'er ook dit nog by te voegen) indien de evidentie derzaak, en de herinnering van de notoirite principes v?n billykheid en regt de meerderheid van eene zoo onbevoegde en verregaande demarche , niet had kunnen wederhouden, had zulks ten minlten het effetf behoren te zyn van eene overweging van hunne eygene fuftenue; daar immers, indien het waar was, dat de Stadhouder geen regt tot de Eleélien had gehad, dan ook zy zelve, die de meerderheid der Vroedfchap thans nitmaken, geen wettige Regenten zyn, als zynde zyh'eden gekoren uit nominatien, by de Vroedfchap geformeerd, en aan de vorige en tegenwoordige Stadhouders, of gedurende Zyne Hoogheids minderjarigheid aan hun Edele Groot Mog. , als de Voogdy over denzelven exerceerende ter Eleclie gepraefenteerd, verkoren geworden, en uyt kragte van die verkiezing in Eed genomen, en in derzelver bedieningen gefield; maar dit alles onwettiglyk naar het teégenwoordig fyftema der gemelde meerderheid gefchied zynde, dan miffen zy het radicaal vereifchte eener wettige verkiezing, en zyn bygevolg dan ook notoirlyk nog bevoegt, nog geregtigt, om zodanig befluyt te nemen, of zig, na deeze hunne ontdekking, verligting en overtuiging, met zaken, de Regeering hunner Stad betreffende te bemoeyen; maar in tegendeel zoude ten minlten het gewigt der zaak, de tederheid van gewiffe, en de ware belangeloosheid, hen dan boven alles hebben verpligt, om eerft te effectueeren, dat dit by hen zelfs gefultineerd fubitantieel gebrek hunner qualiteit wierde gerepareert; het welk in die gefieldheid van zaken en na al het geen vooraf gegaan wasbui- Ss z ten  ( x6« ) ten tuffchenkomft van des Souvereins Hoog gezag onmogelyk gefchieden konde. Weshalven hier meede de onbevoegtheid , onbeftaanbaarheid en ongegrondheid der Refolutie by de meerderheid der Alkmaarfche Vroedfchap, op den 24 February 1783 genomen, zoo qaod ad formam, als quod ad materiam, en zoo, ten aanfien van hetregt van den Souverein, als omtrent de Praeëminentien en Regten aan den Stadhouder, door den Souverein gedefereeït, op klaarde en wettiglie gronden betoogd zynde, zoo proflueerr daar uit van zelfs, de bflykheid en regtmatigheid van het addres en verzoek, door zyne Hoogheid, aan hun Edele Gr, Mog. gedaan, rot vernietiging^en buiten effect ttelJing derzelve Refolutien, en tot maintien, zoo van de Hoogheid en Geregtigheid van den Lande of van de Regten der Soüvereiniteit van hun Ed. Gr. Mog. als van des Stadhouders Prasrogativen Kunnende en mogende mitsdien Zyne Hoogheid niet anders verwagten, (zoo als dezelve ook met gerultheid vertrouwd) dan dat hun Edele Gr. Mog. Mog. door het neemen van eene fpoedige en nadrukkelyke Refolutie, conform Zyne Hoogheids verzoek, zoo wel hoogft derzelver eygen Souverein gezag zullen gelieven te maintineeren, als zig alieente roonen van eenigen indragt, of vermindering op, of des Stadhouders wettige Regten te gedoogen.