A.ASMUSSEN 1 L HAARLS- M. J K Geschenk Mr. H. J. D. D. Enschedé Haarlem      ; VERVOLGEN OP DE KEUREN E N ORDONNANTIËN DER STAD H A E R L E M, OP AUCTORISATIE EN MET GOEDKEURINGE VAN DE EDELE GROOT ACHTBAARE HEÉREN BURGEMEESTEREN en REGEERDERS DEPvZELVER STAD. Byeen verzameld, in order gebragt, en uytgegeeven tot * HET JAAR MDCCXC. Met een LYST der STUKKEN eh REGISTER van de aanmerk elykste zaaken voorzien. EERSTE DEEL. Te HAERLE M, By JOU ANNE S ENSCHEDÉ en ZQONEN, Stads-Drukkers. MDCCXCIII.   VOORBERICHT. a dat het Werk der Keuren en Ordonnantiën deezer Stad, in den jaare 1755 was uitgegeeven , waar in de Keuren tot het jaar 1754 incluis, begreepen zyn, heefc men van tyd tot tyd, by wyze van Vervolg, de nadere gearrefteerde Keuren, zo w^el als de Ampliatien, Alteratien, of Elucidatien der voorigen, door den druk gemeen gemaakt, zo dat 'er tot nu toe Vier onderfcheiden Vervolgen op dezelven, het licht zien, welken de Keuren, zeedert de jaaren 1755 tot den jaare 1768 incluis gearrefteerd, in zig bevatten. - Zints dien tyd, en dus in een tydvak van meer dan twintig jaaren, § 2 ont-  VOOR BE R I C II T. ontbraken dezelven, toen de Edele Groot Achtb. Heeren Burgemeefteren en Regeerders deezer Stad goedvonden, reeds in den jaare 1789, eene Commiffie te benoemen i om het gemelde Werk der Keuren te completeeren, en in ordre te brengen. Deeze Commiffie heeft: vervolgens alles nagegaan, het geen zy meende van dien aart te zyn, dat het zelve by dit Werk behoorde te worden gevoegd, dog ter vermyding van onnodigen omflag en koften, daaruit gelaaten enkele Keuren en Ordonnantiën, welke door nadere bepalingen, of geheel gecaduceerd en vernietigd, of volftrekt in onbruik geraakt zyn, naar welk zoort van Stukken, die men mogelyk hier zou verwagten, te vergeeffch gezogt zal worden. Deeze door Heeren CommiflarifTen zaamgevoegde Keuren , worden thans, als een Vyfde Vervolg van dat Werk uitgegeeven, en bevatten in zig de Keuren, die zeederd den jaare 1769 tot 1790 ingeflooten, zyn gearrefteerd, voor zo verre dezelven niet, gelyk boven gezegd is, reeds zyn gecaduceerd, of onnut geoordeeld. Ter-  VOORBERICHT. Terwyl men dezelven nog heefc geamplieerd met enkele Stukken, die by de voorige uitgaven fchynen te zyn geomitteerd, en nochtans van utiliteit zyn, als daar is onder anderen de ordre en let Reglement op de dire&ie en bediening der Nederduitfche Gereformeerde Diaconie Armen binnen deeze Stad, finaalyk gearrefleerd by de Heeren Raaden en Vroedfchappen, op den 18 Mey 1767, &c. die men op bladz. 165 van dit Vyfde Vervolg op het Eérfte Deel, zal geplaatfl vinden. Ten aanzien van de Conditiën en Voorwaarden, waarop de Tollen en Gabellen, zo van de Leidfche als Amfterdamfche Trekvaart, van tyd tot tyd, zyn Verhuurd, heeft men geobferveerd, ten einde dit Werk niet buiten noodzaak te accumuleeren, om dezelve Conditiën uit deeze Verzameling weg te laaten, wanneer de laatere Conditiën geene veranderingen der voorigen, en die*reeds in dit Werk gedrukt zyn, behelsden. — 't Geen ook de reede is, waarom men in dit Werk thans geene laatere Conditiën tot Verhuuring van Bruggen, nog van de Gabellen op de Kleeverlaan, zal aantreffen. Na  VOORBERICHT. Na dat nu deeze Verzameling voor een Vyfde Vervolg op de bevoorens uitgegeevene Keuren compleet was, en daardoor blykbaar werd, dat dit Vyfde Vervolg met de Vier voorigen een bekwaam Boekdeel zoude uitmaak en , begreepen Heeren Commiffariffen, dat het tot zeer veel gemak en nut zoude (trekken, wanneer by dit Vyfde Vervolg, teffens konde worden uitgegeeven een Alphabetifch Regifter, waarop de zaken in alle de Vyf Vervolgen voorkomenden, elk op haare plaatzen, kortelyk en beknopt by den anderen wierden aangeweezen, welk Regifter zy mitsdien hebben doen vervaardigen: dan, daar 't formecren van dit Regifter al eenige moeite en tyd vereifcht heeft, en men 't zelve echter gaarne met dit Vy fde Vervolg mede in het licht zag komen, is dit eene reede, waarom de uitgave van dit Werk tot nu toe is verfchoven gébleeyea L YST  LYSTderSTUKKEN, INDE VIER VERVOLGEN VAN DE KEUREN DER STAD HAERLEM VERVAT. EERSTE DEEL I. BeteekendhetEevde, II. /^/Tweede, III. het Derde, en\\\\. het Vierde Stuk of Vervolg. *fe ffff ^^^&&^&2^^'^^^^>dft£>!J Ufit ^ 'If* &S} % J?£> vfy gg? ^4 ORDONNANTIËN raakende de JUSTITIE. Ampli at ie, Interpretatie en Alteratie van de Ordonnantie voor Commiflariflen van deKleyne Bank van Juftitie; van den 18 van April, 1766. IIII. blsdz. 79 ORDONNANTIËN betreffende de FINANCIE. Altera tie van hec softe Articu\van de Ordonnantie op de Brandewynen, raakende de Reftirutie van den Excyns van 't geen aanFlesfiers buyten de Vrydora word uytgeflagen; van den 24 van Mey, 1755. L bladz. 3 Resolutie, inhoudende Precautien om Fraudes, die onder pretext van'de'voorgaande Refolutie zouden kunnen worden begaan , re pneyenieeren \ van den 3 van Juny, 1756. 1. bladz. 4 Resolutie, waarby aan t Mofje van Noblet vergund word Vrydom van den Excyns op Turf, Gemaal en Bier tot een zekere Quantiteit, onder eenige precautien ; van den 113 van Augu/ïus, 1757. H. bladz. 28 Resolutie, waarby aan de Glasblazerye binnen deze Stad vergund word Vrydom van des Stads Excyns op de Brandftoffen en Glas-Materialen, voor den tyd van 25 Jaaren eerftkomende; van den 21 van Juny, 1763. III. bladz. 47 Resolutie, inhoudende Precautien, om Fraudes, die onder pretext van de voorgaande Refolutie zouden kunnen worden begaan, te voorkomen; en Conditiën, op welken het oprechten van de Glasblazerye is toegeftaan;»óW den 21 van Maart, 1758. Zie onder het Capittel van Gilde-Keuren. ' IL bIadz> W a a r s c h o u w 1n g , dat die geenen, die Uytkoop doen, wegens het gebruyk van de KlecverLaan, dezelve mede moeten helpen Repareeren; van den 6 van April, 1756. I. bladz. 8 Resolutie, waarby de Heeren Dykgraaf en Hoog-Heemraaden van Rhynland', met derzelverMinifters en Bedienden, wanneer in Functie zyn, worden vry gefteld van hetbetaalen aan de Boom aan de Kleever-Laan; van den 11 van July, 1759. II. bladz. 47 Reglement op het Trekken van Schepen, met Paerden, aan 't Zuyder-Buyten-Soaarnevan den % van November, 1756. I. biadz. o Resolutie, waarby de Beurt-Schippers van deeze Stad op Zeeland,worden gelaft zié te reguleeren na de Orders en Reglementen, en fpecialyk na welken, en hoe te handelen, wanneer merkelyke en gefondeerde redenen daartoe dienden om van dezelve af te -aan ' van den 4 van April, 1764. IHI. bladz.0123' Ordonnantie en Reglement op het Schippers Veer, tuflchen de Steden Haerlem en Alkmaar; van den 16 van April, 1765. UIL bladz. 124 Alteratie van de Ordonnantie op het Schippers-Veer van Haerlem en Alkmaar; vart den 14 Auguftus, 1765. II1I. bladz. 126 Kesolutie, waarby word vaftgefteld, dat voortaan alle de nieuw te makene Trekfchuyten op het Leydfche Veer met Schuyven en niet met Kleeden zullen worden gemaaktvan den 16 van Auguftus, 1765. HU. bladz* 127 Or-  lyst der stukken. ix Ordonnantie en Reglement wegens het bevaaren van het Veer, tuflchen de Steden Haerlem en Rotterdam; van den ia van O&ober, 1766. HU. bladz. 127 Resolutie van de Heeren Burgemeefleren en Regeerders der Steden Haerlem en Amfteldam, waarby is vaftgefteld, dat wanneer meerder Schuyten dan één op een uur vaaren, door den CommilTaris geene Roeven zullen mogen worden verhuurd, dan alleen van de cene Schuyt op zodanig uur vaarende, dat de Roeven van de overige Schuyten door de cerftkomende Paflagiers zullen mogen worden bezet; en dat ook op de Zondagen in de Maanden Mey, Juny, July en Auguftus niet meer dan één Schuyt door Commiflariflen zal mogen worden verhuurd, dan met fpeciaal Confent van de Heeren Burgemeefleren, of een uyt derzelver Collegie; van den 17 van November, 1766. RU. bladz. 131 Ordonnantie en Reglement (Generale) voor de Gequalificeerde Beftelders en Kruijers van het Amfteldamfche Binnen- en Buyten-Veer ; van den 29 van FebruaOS 17<». 1ÜI. bladz. 132 Resolutie, waarby de Commiflaris van het Leydfche Veer word Gequalificeerd, om Goederen en Pakjes, die buyten aan het Veer, zo op de Pak- als Volk-Schuy ten be'fteld worden, zulks gerequireerd wordende, te mogen aanceekenen ; van den 25 van Auguftus, 1768. Im. bladz. 137 Conditiën van Verhuuring van de Tollen aan de Tolhekken tuflchen de Steden Haerlem en Leyden; van den 17 van December, 1767. HU. bladz. 138 Conditiën van Verhuuring der Gabellen, die door de Paflagiers betaald worden, tulfchen Haerlem en Leyden, in de ordinaris Trek-Schuyten vaarende; van den 17 van December, 1767. mi. bladz. 141 KEUREN wegens de GILDEN. Qualifica tie voor de Vinders van het Bierwerkers-Gild, om van de Bierwerkers zekere Commune voor t Gild te vorderen, en Ordre omtrent het gebruyken van Noodhulpen; van den 4 van September, 1755. b l ' Resolutie, bepaalende het Getal der Bierdragers op vier Perfoonen; van den ia van Jilly-> i763- jjf. bladz q6 Ampliatie en Alteratie van de Keure voor het Boter-Kruyers-Gild; van den 6 van'January, 1762. jjj bladz Nader Ampliatie en Alteratie van de Keure voor het Boter-Kruyers-Gild;' van d'enl van September, 1763. n'L bkdz Alteratie en Ampliatie van de Keure van het Brood-Bakkers-Gild; van den 1%'van Juhi »759- II bladz 17'57- II bladz k± Resolutie, dat de Geadmitteerden tot het Hair- en Baard-Scheeren in't geheel zullen uytfterven; van den 14 van July, 1763. ifi. bladz 08 Alteratie van het XVI. Articul van de Keure voor het Grutters-Gild; van den ir'van Auguftus, 1756. j blJz Keure voor het Kant-Reeders-Gild; van den 8 van September, 1756. I.' bladz.' ir Alteratie en Ampliatie van de Keure voor het Kant-Reeders-Gild; van den 25 van november, *757- jj. bladz. 56" A " \ATI/ va" verfche]de Articulen van de Keuren voor het Kant-Reders-Gild; vanden 27 van Auguftus, 1762. IIIt 'bladZt &  x LYST der STUKKEN. Resolutie, waarby word geftatueerd, dat in vervolg van tyd niemand tot het KantReders-Gild binnen deeze Stad zal worden toegelaaten, bevoorens dat voor hem fufficance cautie zal wezen gefteld enz.; van den 11 van Juny, 1767. mi. bladz. 'ico Alteratie van het XXVI. Articul der Keure van het Kuypers-Gild • van den % van Maart, 1760. fl. bladz. 6a Kesolutie, waarby die van het Loodgieters-Gild binnen deeze Stad word geïnterdiceerd eenigzins hinderlyk te zyn in 't koopen of verkoopen van het zogenaamde Harnas of Weevers-Lood enz.; van den 25 van January, 1768. UIL bladz. iwor^ Se~ altereerd; van den 3 van Juny, 1767. UIL bladz. 17a Alteratie en Ampliatie van de Ordonnantie voor deBos van deKnegts in deBrouweryen &c, mitsgaders van de Waterhaalders en Kuypers; van denóvanSept., 1757. II. bladz. 68 Alteratie en Ampliatie van het laatfte Articul der Ordonnantie op de Bos van de Brouwers-, Azynmaakers-en Branders-Knechts; van den 17 van Maart, 1761. III- bladz. 109 Alteratie en Ampliatie van het V. en XX. Articul van dezelve Ordonnantie; van den 24 van April, 1761, III. bladz. 111 Alteratie van het XI. Articul der Ordonnantie op de Bierwerkers-Bos, van den 21 van November 1753, waarby de Boeten,ingevalle van nalatigheyd, in het helpen dragen van een overleedene Bos-Broeder of Zufter, word verhoogd ; van den 21 van January, 1767. RH. bladz. 171 Re-  LYST der STUKKEN. xni Resolutie, waarby de XVII. en XVIII. Articulen van het Reglement op dé LiefdeCompagnie toe Begraaffeniflèn worden gealtereerd en geamplieerd, ten aanzien van de Uytkeering van Gelden tot Begraaffeniffen, en uytfluyting der Godshuyzen van het genieten dier Gelden; van den % van Auguftus, 1764. IIII. bladz. 157 Interpretatie van het XIV. Articul van de Ordonnantie voor de Vrywillige Maatfchappy; van den 5 van December, 1760. II. bladz. 84 Alteratie en Ampliatie van het IX. Articul van de Ordonnantie voor de Tweede BurgerWeduwen-Societeyt; van den i^van OEïober, 1760. II. bladz. 83 Extract uyt de Refolutie, dat de Vinders van de Bos van de Kleermaakers- en Keurslylnaaakers Knechts, by Vacature, moeten aanftellen een Proteftants Doétor; van den 24 van April, 1750. II. bladz. 80 Alteratie en Ampliatie van de Ordonnantie op de Bos van de Kleermaakers- en KeursJyfmaakers-Knechts; van den 12 van Mey, 1761. UI. bladz. 112 Ampliatie van de Ordonnantie voor de Zydc- of Smalwerkers-Bos; van den 5 van January, 1757. u. bhdz. 6s Ampliatie van de Ordonnantie voor de Zyde- of Smalwerkers-Bos; van den 20 van January, 1757. II. bladz.'óÓ Nader Ampliatie van dezelve Ordonnantie; van den 15 van Febr., 1757. H- bladz. 66 E l u c 1 d a t 1 e van de Ampliatie van de Zyde- of Smalwerkers-Bos van den 5 van January, 1757; van den 16 van Maart, 1757. II. bladz'. 66 Resolutie, lallende den Knecht van de Zyde- of Smalwerkers-Bos de Geauctorifeerden Vuur en Licht te bezorgen op haar Kamer; van, den 1 vanöèïober, 1757. II. bladz. 69 Resolutie, confirmeerende het V. Articul van de Ordonnantie voor de Zyde- of SmalwerkersBos; van den 8 van Mey, 1759. II. bladz. 8t Alteratie en Ampliatie van de Ordonnantie voor de Bos van de Metzelaars-Knechts en Oppevluyden; van den 2 van Augufïus, 1755. I. bladz. 25 Extract van een Refolutie, waarby het X. Articul van de Ordonnantie voor de MetzelaarsKnechts-Bos word gealtereerd-, van den 19 van January, 1757. II. bladz. 65 Alteratie en Ampliatie van de Ordonnantie op de Bos van de Metzelaars-Knechts en Opperluyden; van den 10 van November, 1757. II. bladz. 70 Qualificatie voor de Opzienders der Bos van de Metzelaars-Knechts en Opperluyden, om geduurende twee Jaaren het Zieken -Geld re verminderen; van den 13 van December, 1760. YL bladz. 85 Resolutie, waarby zekere Ampliatien en Alteratien van den 2 Auguftus 1755 enden 10 November 1757, van de Ordonnantie op de Bos van de Metzelaars-Knechts en Opperluyden, worden vernietigd; en geftatueerd, wat moet worden uytgekeerd voor Ziekenen Bcgraaffenis-Geld, en geobferveerd in 't Nomineeren van Vinders van dezelve Bos; van den 10 van Maart, 1762. III. bladz. 112 Alteratie van de Ordonnantie op de Bos van de Metzelaars-Knechts en Opperluyden; van den 22 van December, 1762. III. bladz. 118 Alteratie en Ampliatie van de Ordonnantie op dezelve Bos; van den 3 van Septemher* '7<*4- III. bladz. 119 Ordonnantie van de Mctzclaars Knechts en Opperluyden Bos; van den 25 van April, l766- RIL bladz. 165 Alteratie en Reglement op het Zyde Lintwerkers-Knechts Gild, waarby het Begraaffe. nis-Geld voor de Gildebroederen en Gildezufteren word verhoogd; van den 20 van January, 1764. HU. bladz. 156 Resolutie, vernietigende de Refolutie van den 19 Mey 1752, waarby aan de KoornMeeters en Heffers Deel was gegeeven aan de Bos van de Koorn-Draagérs; van den 15 van November, 1757. H. bladz. 71 Alteratie en Ampliatie van het Reglement voor de Vrywillige Algemeene Bos tot Begraaffeniffen en Onderftand van Hoogbejaarden, boven de 60 Jaaren oud; van den 28 van ^y, 1755- I. bladz. 26 Alteratie van het Reglement op de Vrywillige Algemeene Bos tot Begraaffeniffen en Onderftand van Hoog Bejaarden, boyen de 60 Jaaren oud; van den 26 van Maart. 1757. II. bladz'. 67 * * « * Al-  xiiii L Y S ï der S T OKKE N. Alteratie van het XVI. en XVII. Articul van 't Reglement op de Vrywillige Algemeene Bos tot Begraaffeniflèn cn Onderftand van Hoog-Bejaarden, boven de 60 Jaaren oud; van den 30 van OcYober, 1762. III. bladz. 115 Resolutie, wat de Beftuurders van de Vrywillige Algemeene Bos tot Begraaffeniflèn en Onderftand van Hoog-Bejaarden, boven de 60 Jaaren oud, Jaarlyks mogen gebruyken voor Kamerhuur en andere Noodwendigheden ; van den 30 van O&ober, 1762. III. bladz. 117 Alteratie en Ampliatie van de Ordonnantie voor de zogenaamde Doode-Koffer; van den \i van January, 1756. I. bladz. 27 Alteratie cn Ampliatie van de Ordonnantie voor de zogenaamde Doode-Koffer; van den 1 van September, 1759. II. bladz. 82 Resolutie, waarby Hoofdmannen en Vinders van de Bos, genaamd de Doode-Koffer, worden ontflagen; en voorts de Ordonnantie op die Bos word gealtereerd en geamplieerd; van den 18 van Mey, 1761. III. bladz. 113 Aanstelling van Nieuwe Hoofdmannen en Vinders van de Bos, genaamd de DoodeKoffer; van den 21 van Mey, 1762. III. bladz. 113 Resolutie, wat de Hoofdmannen en Vinders van de Bos, genaamd de Doode-Koffer, Jaarlyks voor Noodwendigheden in Uytgaave van hunne Reekening mogen brengen; van den 10 van September, 1763. III. bladz. 120 Ordonnantie voor de Vrywillige Algemeene Societeyt tot Stut des Ouderdoms; van den 28 van Mey, 1755. I. bladz. 29 Alteratie van de bovenftaande Ordonnantie; van den 4 van Sept., 1756. I. bladz. 32 Alteratie en Ampliatie van de Ordonnantie op de Vrywillige Algemeene Societeyt tot Stut des Ouderdoms; van den 27 van Auguftus, 1765. IIII. 'bladz. 160 Ordonnantie voor de Nieuwe Algemeene Societeyt tot Begraaffeniffen ; van den 31 van January, 1756. I. bladz. 33 Reglement voor de Nadere Vrywillige Algemeene Bos, tot Begraaffeniffen en Onderftand van de Leden van dien; van den 1 van Auguftus, 1756. I. bladz. 35 Alteratie en Ampliatie van de Ordonnantie op de Nadere Vrywillige Algemeene Bos tot Begraaffeniffen en Onderftand van de Leden van dien; van den 25 van April, 1766. IIII. bladz. 164 Ordonnantie Van de Broederlyke Liefde -Beurs; van den 25 van November, 1758. II. bladz. 74 Resolutie omtrent de Broederlyke Liefde-Beurs, aangaande twee Gevallen, te weeten, of het Begraaffenis-Geld moet worden uytgekeerd ten behoeve van een Lid in hetDolhuys overleden, en of een Lid in het Verbeeterhuys te Alkmaar geconfineerd geweeft, moet worden geconfidereerd als zyn Woonplaats binnen deeze Stad te hebben behouden; van den 18 van Juny, 1765. IIII. bladz. 159 Alteratie en Ampliatie van de Ordonnantie op de Broederlyke Liefde-Beurs; van den 25 van April, 1766. IIII. bladz; 16a  XV LYST der STUKKEN, IN HET VYFDE VERVOLG VAN DE KEUREN DER STAD HAERLEM VERVAT. EERSTE DEEL. % ^ ^ #% ORDONNANTIËN raakende de JUSTITIE Alteratie op 't VII Articul van het XV Capittel van de manier van Procedeeren, omtrent de Declaratien van Praflizyns; van den 11 January 1775. bladz 103 Resolutie, waar by gerefolveerd is, om op den eerften Woensdag in elke Maand het Coüegie van Vleeten van den Gerechte te convoceeren; van den? July 1784. bladz. 104 Resolutie, ter bepaalmg, welke Perfoonen, behalven gefalarieerde Procureurs en Advocaaten, in plaatfe van anderen, voor Heeren van den Gerechte mogen Compareeren; van den 4 January i78ó, byExtraft. bladz. 104 ORDONNANTIËN betreffende de FINANT1E. Ordre en Resolutie, voor 't Vleeshouwers - Gild , om voortaan van ieder inkomend Lid , ten behoeve van het Weeshuis, zo veel af te vorderen, als ten behoeve van dat Gild voor 't inkomen wordt betaald ; van den 10 Septem- n her l77U , , ' bladzf ,05 Resolutie, waar by aan 't Remonfïrantfche - Hofje vergund wordt, Vrydom van den Excyns op de Turf, Gemaal en Bier, tot eene zekere quantiteit; van den 22 December i773 bkdz_ Jo5 Resolutie, tot Introductie van een Tachtigite Penning, op de Verkoopingen van Meubdaire Goederen; van den 27 February 1776. bladz. 107 Alteratie van de Refolutie der Vroedfchap, waar by wordt vaftgefteld, dat van Lyken , met Koetfen van buiten gebragt, ook vyftig Guldens aan 't Weeshuis moet betaald worden; van den 5 Maart 1776. bladz. 107 Publicatie, tot Introductie van eene belading op het Trouwen in beflooten Kerken, of op buitengewoone tyden in open Kerken, als mede op 't ten Trouw ryden met een Koets na de Kerk, enz.; van den 2 Auguftus 1776. bladz. 107 Ordonnantie op de Invordering van den Stads Excyns op de Kooien, tot Haardbrand gebruikt wordende; van den 30 Oclober 1776. bladz. 108 Resolutie, waar by de Predikanten van de Lutherfche , Doopsgezinde en Remonfïrantfche Gemeenten binnen deeze Stad, worden vry gefield van de betaahng van het Contribuant en Maandgeld , mitsgaders voor zich en hun Huisgezin van de betaaling van het Poortgeld aan deezer Stads-Poorten j van den 6 September 1777. bJadz> Ito • * * * * Pu-  xvi LYST der STUKKEN. Publicatie, dat van ieder zak Zout, die van buiten binnen deeze Stad, ter Confumtie wordt ingebragt, zes Stuivers ten behoeve van deeze Stad zal moeten worden betaald; van den 29 Auguftus 1778. bladz. ui Resolutie van de Vroedfchap, waar by aan de Eigenaars van de Zoutkeet, by continuatie wordt vergund, vrydom van den Stads Excyns opx de Turf; van den 15 Auguftus 1786. ? bladz. 111 Publicatie, tot Introductie van belading tot verzorging van 't Militair Guarnifoen, en wel van tien Stuiver per Gulden, waar voor de Huizen, enz. in de Verponding zyn aangeflaagen; gelyk mede van de Bewoonders van Kamers, in Huur doende agt- en-veertig Guldens en daar boven; van den 22 Maart 1788. bladz. 1 ia Publicatie, tot eene vermindering van de voorfchreeven Belafting, van tien Stui-, vers op zeven en halve Stuiver per Gulden, en waar by de Bewoonders van Perceelen , die van vyf Guldens of minder in de Verponding aangeflaagen zyn , van deeze belafh'ngen worden geëximeerd; van den 1 November 1788, dito 3 September 1789. 1 bladz. 113 Publicatie, ter Renovatie , Ampliatie en Alteratie van voorige Ordonnantiën, en waar by geftatueetd wordt, dat alle Logementhouders, Herbergiers , Tappers , en de Verkoopers van Tabak, binnen deeze Stad, jaarlyks zekere Recognitiën aan de Regenten van 't Oude Mannenhuis zullen moeten voldoen; van den 9 September 1788. bladz. 113 Publicatie, dat 'er provifioneelyk eene behoorlyke Nachtwacht, buiten deeze Stads Poorten en onder haare Jurisdictie zal rondgaan, volgens een Reglement daartoe voor dezelve te arrefteeren, en tot introductie van eene Contributie voor de Eigenaars der Huizen, Tui.'-en, enz. buiten de Stad maar binnen derzelver Jurisdictie geleegen; van den 23 December 1789. bladz. 115 KEUREN RAAKENDE DE NEGOTIE. Resolutie, waar by de eerfte Stads Tooren, aan de O. Z van de Hooge Brug, by het Spaarne, met het daar by leggende (tukje Lands, wordt gecedeerd tot het maaken van een Windmoo/en, rot het Maaien van Verfhout, Tras of Cement, Run en Taan; van den 24 April 1778. bladz. 116 Resolutie, waar by met zodanige uitfluitinge van alle anderen als daar by wordt gemeld, wordt gepermitteerd, het oprichten van een Engelfche Staal Fabricq binnen deeze Stad, en het ontbieden van Konftenaaren uit Engeland; enz. van den 29 April 1778. bladz. 118 Resolutie, waar by ten faveure van de Engelfche Staal Fabricq wordt geaccordeerd , dat de Onderneemers derzelve , ook bevryd zullen weezen van de verplichting, om ter dier zaake in't Smeden - Gild alhier te moeten komen; van den 2 Juny 1778. bladz. 120 Resolutie, waar by wordt gepermitteerd, het oprichten en exerceeren van een Engelfche en Schotfche Tapyt-Weevery , met diverfe Voorrechten; van den 27 November 1778. bladz. 121 KEUREN wegens HUWELYKS-ZAAKEN. Resolutie, dat het infchryven der Huwelyks-Gebooden van Perfoonen, niet van de Gereformeerde Religie, zal moeten gefchieden op 't Stadhuis, alwaar dan ook hunne Geboden zullen moeten gaan; als mede, dat zulks van Perfoonen van de Nederduitfche Gereformeerde Religie, zal moeten gefchieden by de Predikanten van dezelve Gemeente; enz. van den u Juny 1773. bladz. 123 KEU-  LYST der STUKKEN. XVII KEUREN tegens het VENTEN en INBRENGEN van GOEDEREN. KEUREN en ORDONNANTIËN, concerneerende 'twerk der BEGRAAVENISSEN. Resolutie, om de eer/Te vaceerende Noodersp/aats te accordeeren aan de gezaamenlyke Noodhulpen , en dat derzelver getal zal Uit/ferven op vier: van den < April 1771. bladz> , Waarschouwing, dat geene particulieren eenige Rouw - Mantels zullen mogen Verhuuren, doch dat die geenen, die thans Mantels Verhuuren, het zelve hun leeven lang mogen continueeren; voorts, dat, na verfterf dier Peifoonen , het Verhuuren van Rouw-Mantels zal zyn en blyven privativelyk aan de Rouwkamer; van den 31 Augufius 1773. bladz. 125 Interpretatie van de Keure van den 18 January 1717, omtrent het ftuk van de betaalinge aan de Koetfiers, by Begraaveniflen met Koetfen ; van den 20 Novem- n ber '776. bladz. I26 Kesolutie, omtrent de wyze, welke voortaan in 't Begraaven op de Kerkhoven zal moeten worden in acht genomen ; van den 26 Auguftus 1777. bladz. 127 Resolutie, omtrent het draagen der Lyken van Gehuuwde Perfoonen, met Lyk-Koetfen Begraaven wordende; van den 7 Juny 1786. bladz. 127 Resolutie, waar by het IX Articul der Ordonnantie van de Baaren en Baardraagers, van den 21 July 1753, wotdt gereftringeerd tot Lyken, beneden de twaalf Jaaren; van den 2 December 1789. bladz. 128 KEUREN wegens de TRANSPORTEN en BOEDELS. Resolutie, dat, wanneer eenige vafte Goederen, in Infolvente Boedels, by Executie worden verkogt, omtrent de Penningen daarvan, Inroeping van Crediteuren zal moeten gefchieden; van den 29 September 1773. bladz. 129 Resolutie, dat, ingevalle eenig Infolvent geweeft zynde Tapper, deszelfs recht'tot de Tapneering zal willen overdoen, de Penningen , die deswegens worden bedongen , ten profyte van deszelfs Crediteuren zullen komen; van den 23 February 1774. bladz. 130 KEUREN raakende de VISSCHERYEN. KEUREN raakende de MARKTEN, &c. Generaale Keure en Ordonnantie, op het ftuk van Vifch en Vifch - Markt; van den 11 November ,774. bIadz_ Keure en Ordonnantie, op de Zoute Vifch-Markt, mitsgaders het Uitventen van Zoute en gedroogde Vifch, Haring, Bokking; &c. van den 13 November 1776. hladz. 139 Resolutie, houdende confent tot het brengen en Verkoopen van één \ twee Zalmen op de Vifchmarkt alhier, gelyk mede ten aanzien van de Dryfzalmen, zonder die in den Afflag te brengen; van den' 9 December 1789. bladz. 142 ***** 2 keu-  xviii LYST der STUKKEN. KEUREN en ORDONNANTIËN OP HET stuk DER. POORTEN, BOOMEN, VESTEN en BRUGGEN. Resolutie, waar by worden geapprobeerd zekere door den Krygsraad gemaakte fchikkingen, om de Schalkwyker-Poort mede te Jaaten openhouden; van den 17 OStober 1777. bladz. 143 KEUREN op het stuk van de STRAATEN; Wegen, Wateren,de Beek, den Ouden-en Nieuwen-Hout. Waarschouwing aan alle Ingezetenen deezer Stad, om de Sneeuw, voor derzelver Huizen, ten fpoedigfte te doen wegneemen, en de Straaten te doen Schoonmaaken; van den 10 December 1774. bladz. 144 Waarschouwing aan alle Ingezetenen binnen deeze Stad, geen Sneeuw van voor derzelver Huizen voor hunne Deuren of midden in de Straaten, maar op de Pleinen en in Grachten te doen brengen; van den 3 December 1788. bladz. 144 Renovatie en Ampliatie van de Keure en Ordonnantie van den 29 April 1724, tegen de belemmeringen van 'sHeeren Straaten; van den 8 Maart 1776. bladz. 145 Waarschouwing, tegen het laaten loopen of Weiden van Beeften, zo in den Haarlemmerhoutals op andere publicque plaatfen; van den 2 Auguftus 1776. bladz. 146 Keure, tegens het hard Ryden met allerhande Rytuigen en Paarden, langs de Straaten binnen deeze Stad, als mede tegens het ftaande of zittende Ryden op Sleeden, van den 4 July 1788, bladz. 147 KEUREN op de ERFSCHEIDINGEN, Verhuuringen, Opdrachten, Verhoeken en Veilen van Vafte Goederen en Wynkoopen. Resolutie, dat vermits den eerlten Mai op Zondag komt, de Verbuistyd zal zyn op den 30 April; van den 29 April 1774. bladz. 148 Alteratie van de Keure op het Huk der Verhuuringen van kleine Huisjens of Kamers; van den 4 September 1767, dito u Auguftus 1774. bladz. 148 Keure, op het Verhnuren van Huizen, door Fabriqueurs en Werkbaazen aan hunne Werklieden; van den 23 April 1777. bladz. 149 Publicatie, tegen het Demolieeren en Sloopen van Huizen en Gebouwen, en 't uitbreekenvan Zolderingen; enz. van den 1 Juny 1785. bladz. 150 Alteratie en Ampliatie van de Refolutie van den 20 Mai 1752, aangaande de publicque Verkoopingen van Vaite Goederen binnen deeze Stad; van den 24 February 1786. bladz. 152 ORDONNANTIËN op 't stuk van de BRAND. Alteratie op de Ordonnantie, omtrent de adfillentie aan de Brandfpuiten, van 9 Sep- tem-  L Y S T der STUKKEN. XIX tember 1750, by gelcegenheid van het combineeren der Diaconie en AalmoezeniersArmen; van den 7 Juny 1786. bladz. I5 ORDONNANTIËN, betreffende de GEBUURTEN, Vinders, Alimentatie, Diaconie, Aalmoezeniers, en 't Adniitteeren van Vreemdelingen. Publicatie tot Efoetóatie van het VII Articul in de Generaale Ordonnantie op de Gebuurten van den 15 December 1670; gearrefteerd den 8 September 178- bladz i« Resolutie, waar by de Buurt vandeDykveftenHarmenjansveldmet die van de Scheepmakersdyk wordt gecombineerd; van den \$ April 1785. bladz fc6 Resolutie, waar by de Buurt van de Volders- en Zydgragt met die van de Vlamingftraat wordt gecombineerd; van den 18 November 1785. bladz i«6 Resolutie, waar by de Buurten van de Voldersgragt en de Veftefteeg worden gècombmeerd, van den 14 December 1785. bladz is6 Resolutie, waar by de Buurten van de Zuider-en- Gafthuisftraat worden gecombineerd; van den 14 Maart 1786. bladz ic- Resolutie, waar by de Buurt van het Krom met die van denKoudenhorn wordt ge' combmeerd, van den 29 December 1786. bladz ict Resolu tie, waar by de Buurt van de Kokfteeg met die van de BakenefTergragt worde gecombineerd; van den 3 Juny 1788. bladz ic7 Resolutie, behelzende ordre op het draagt van Lyken van Ongetrouwde Perfoonen in de Buurt van de Botermarkt; van den 13 Juny 1771. bladz i<:8 Resolutie behelzende ordre op 't draagen der Lyken van Ongetrouwde Perfoonen m de Buurt van 't Zuideinde van het Klein-Heiligland, van den 4 Fe bruary R^^;J"^ °P ^^«Ly^nin de Buurt van tK™t itn Resolutie, houdende ordre op het draagen van Lyken in de Buurt van de Lange en Korte Lakenftraaten, van den 4 September 1778. bkdz f Resolutie, dat in vervolg van tyd in de Buurt van de Gafthuisftraat XIV in plaats van X Draagers by Lyken zullen worden geëmployeerd; ^/^« 22 Maart 1780 bladz io~i Resolutie, dat alle ongehuuwde Perfoonen, in de Buurt van de Lange Doelenftraat over lydendc door ongehuuwde Perfoonen uit dezelve Buurt zullen worden gedraagen ■ van den 27 April 1781. & bladz 16 Resolutie, behelzende ordre op het draagen van Lyken van ongetrouwde* Perfoo2 nen in de Buurt van de Vlaming-, Trappenier- en Weflerftraaten; van den 7 <ïuh r> .1. bladz. 162. Resolutie, ter bepaaling van een getal van XIV Draagers van bejaarde Lyken in de Buurt van de Ooftzyde van de Burgwal, als mede dat allen dezelve XIV Draagers uit de Buurt zullen moeten genoomen worden; van den 7 Februan 17S7. bladz i6~ Resolutie, omtrent het Draagen van Lyken van ongehuuwde*Perfoonen in de Buurt van de Oude Raamftraat en Geufeftraat; van den 24 Otlober 1788. bladz 164 Resolutie, op het Draagen van Lyken van ongetrouwde Perfoonen, in de Buurt van de Smeede- en Wyngaardllraaten, van den 16 January 1789. bladz 164. Ordre en Reglement op de Directie en Bediening der Nederduitfche Gereformeerde Diaconie-Armen, binnen deeze Stad; van den 18 Mai 1767. bladz i6s Ord re en Reglement voor het Nieuwe Diaconie-Huis binnen deeze Stad; van den «6 November 1770. , ■ , Reglement voor de Stads-Schooien binnen Haerlem; van den eerften April 17 5' bladz. 184 ♦ ^ + + + ♦ j  xx L Y S T der STUKKE N. INSTPvUCTIEN. Ampliatie op 'c Reglement en Mruclie voor de Stads-Chirurgyns, betreffende het Breukmeefterfchap; van den 19 Juny 1781. bladz. 194 Resolutie, waar by de Makelaars - Plaatfen in Lywaaten, Garen en Twyn worden gecombineerd; van den ± September 17Ó9. , , bladz. 196 Resolutie, waar by aan den Steemelder binnen deeze Stad wordt geaccordeerd verhooging van Loon; van den 23 Mai 1770. bladz. 197 Ampliatie van de Ordonnantie voor de Makelaars, ten aanzien van de Provüie op de Hop; van den 13 November 1771. bladz. 197 Reglement voor de Nachtwacht binnen deeze Stad; 00* f23 Auguftus 1780 biadz- 198 Instructie voor de Corporaals der Nachtwaakers in de Gebuurten van de Wagenweg Kleine Houtweg en Zuider Buiten-Spaarne, Weiïzyde; van den 30 December S! bladz. 20? 1709- 11 j Formulier van Eed voor dezelven. Diaoz. 207 Instructie voor de Nachtwaakers, inde Gebuurten van de Wagenweg, Kleine Houtweg en Zuider Buiten-Spaarne, Wellzyde; van den, 30 December . bladz. 207 Formulier van Eed voor dezelven. ° aaz. 20b Instructie voor de Oud Yzer-Kraamers; van den 23 September 1776. bladz. 20S Ampliatie Inftructie voor dezelven; van den 20 1785. . bladz. 209 Resolutie, houdende verbod aan de Oud Yzer - kraamers, omme een.g Sondeer of Lood, te koopen, ofte verkoopen; van den 27 1'ebruary 1789. bladz. 210 Resolutie, waar by 't getal der Oud Yzer- Kraamers voortaan op XX wordt bepaald; van den 27 Maart 1789. ^ . bladz. 211 Resolutie, waar by wordt bepaald, dat geen Zeep, hier ïh- of uitgevoerd wordende, anders dan door den gequalilkeerden Zeep werker mag geloft en beildd worden; van den 2 Juny 1790. bladz' 213 KEUREN tegens BEDELAARS, Ongeregeldheden, Moedwilligheden, Dieveryen, en het trekken van Geweer. Publicatie tegen de Tuindieven en Tuindieveryen; van den\6 Mai 1770. bladz. 213 Keurf, tegen het Breeken en Steden van Heiningen, Scheeringen, Yzer en Lood; van ■ den 3 September 1776. bladz- ai4 K eure, tegen het aanhouden van Kinderen uit Godshuizen en verdere Geahmcnteerde in dezelve, gelyk mede tegens het handelen met of crediteeren van al zulke Perioonen; van den % September x776. „ . _ . . bladz. a 16 Waarschouwing tegens het Speelen , Zingen of Geruchtmaaken op de pub icque Straaten, op Zon- of andere Feeif- of Bedcdaagen; van den 19 November l 6 v bladz. 217 Resolutie, waar by de Heer Hoofd - Officier wordt gcquaHficeerd, om de Bedelaars, op 't plcegen van Bedelary voor de derde reize betrapt, voor zes Maanden te doen brengen in het Werkhuis; van den 29 July 1778. _ biadz. 218 Resolutie, houdende qualificatie voor den Heer Hoofd-Officier, om, indien penculura in mora is, met adfiitentie van twee Heeren Schepenen, fufpecte Huizen te mogen vifiteeren; van den 19 February 1779. . bladz. 220 Resolutie, houdende qualificatie voor den Heer Hoofd-Officier, om, indien penculum in mora is, met adfiftentie van twee Heeren Schepenen, verdachte Huizen te vifiteeren; van den eer (ten December 1784. bladz. 220  LYST der STUKKEN. xxi Resolutie, ter Pvcnovatie van de Publicatie, tegen de Tuindievery enz.; van den 28 February 178Ö. bladz. 221 Waarschouwing, tegen het Schenden, Scheuren, Breekencnz.; van Booraen in of om de Stad of in den liaerlemmer-Hout of elders; van den 1 April 1789. bladz. 222 Resolutie, houdende ordre voor alle Logementhouders binnen deeze Stad, om alle Vreemdelingen , by hen logeerende, in een Bock te doen tekenen hunne naamen , qualiteiten, dc plaats van waar zy koomen enz., en hier van alle avonden aan den Heer Hoofd-Officier fchriftelyk rapport te doen ; van den 16 October 1789. bladz. 223 Ampliatie van de bovenftaande Refolutie van den 16 October 1789, raakende de groote Logementhouders binnen deeze Stad; van den 28 O&ober 1789. bladz, 224 Publicatie, verbiedende aan de Schippers of Voerlieden, om eenige Bedelaars herwaards te brengen; van den 23 December 1789. bladz. 224 Publicatie, tegen het houden van Dans - Schooien ; van den ia January 1790. bladz. 225 Publicatie, tegen het uitvoeren van Lood; van den 4 Auguftus 1790. bladz. 226 KEUREN over ALLERHANDE ZAAKEN. Resolutie, waar by de tyd van den dienfl: der Aelmoeffeniers Extraordinair wordt verandert; van den 5 April 1771. bladz. 228 Publicatie, tegen het Schieten met Snaphaanen, Piftooltjes enz., voor of na Nieuwejaar op de Markt enz.; van den 19 December 1775. bladz. 228 Reglement op 't Weegloon van Goederen ter Waaggewoogen wordende; van den 4 September 1778. bladz. 229 Resolutie, dat de Officianten en Neeringdoende Lieden de tweede en laatfte Donderdag in ieder Maand zullen worden beëedigd; van den 14 Mai 1784. bladz. 230 Renovatie van de Publicatie van den 24 December 1778 , raakende de Drenkelingen, van den 24 December 1778. Aanbangfel, bladz. 383 Renovatie van de Publicatie van den 24 December 1778, raakende de behandeling van Drenkelingen; van den 1 April 1785. bladz. 230 Extract Resolutie, waar by het getal van de Inbrenglïers in. de Bank van Leening tot op agt zal uitderven, van den 28 February 1786. bladz. 232 Waarschouwing tegen het Molefleeren van Perfoonen of Goederen, wegens het al of niet draagen van Oranje Vercierfels; van den 19 September 1787. bladz. 233 Publicatie, tegens het Schieten langs de Straaten binnen deeze Stad; van den 9 November 1787. bladz. 233 Publicatie, waar by aan de Tappers wordt verbooden, des avonds na tien uuren, Dranken te fchenken, of, na dat de Taptoe geflaagen is, voor Militairen te tappen; van den 27 November 1787. bladz. 234 ****** a T W E E-  xxii LYST der STUKKEN. TWEEDE DEEL. ORDONNANTIËN op de VEER EN. Conditiën, waar na de Heeren Commiflariflen van 't Zandpad, tuflchen de Steden Haerlem en Leyden , prefenteeren te verhuuren de Tollen, die tuflchen de gemelde Steden worden betaald; van den 15 January 1771. bladz. 177 Elucidatie van het Reglement van het Vrachtloon van Goederen, en het afhuuren van Volks-Schuiten tuflchen Haerlem en Leyden; van den 18 Auguftus 1774- bladz. 181 Conditiën, waar na Burgemeefleren van Haerlem en Leyden prefenteeren te verhuuren de Gabellen, tuflchen de gemelde Steden te betaalen; van den 2.7 Auguftus 1776. bladz. 182 Waarschouwing, om geene Beeflen, hoe genaamd, langs het Trekpad , tuflchen Haerlem en Leyden, te laaten loopen; den Trek weg door Boomen enz. te belemmeren, of Vuilnis in de Vaart te gooyen; van den 13 Auguftus 1778. bladz. 184 Resolutie, waar by den CommifTaris van 't Amfterdamfehe Buiten - Veer wordt gelaft, om, zo dra de Kaarslaaden blyven leggen, terftond de Vrachtwagens op Amfterdam in gereedheid te doen brengen; van den 1 2 December \ 770. bladz. 185 Resolutie, omtrent het Ryden van Vrachtwagens op Amfterdam, in gevalle de Kaarslade niet kan Vaaren; van den 31 January 1777- , bladz. 186 Resolutie, of ordre aan de Voerluiden van de Vrachtwagens, nopens het medeneemen van Paflagiers op de Poftwagens; van den 18 February 1777. bladz. 187 Resolutie, dat tuflchen Haerlem en Amfterdam, in praatte van vyf Buiten-Schuiten 's daags, voortaan maar vier zulleu afvaaren; van den 5 Auguftus 1773. bladz. 188 Resolutie, van Burgemeefleren van Haerlem en Amfterdam, waar by de Vrachten op 't Veer, tuflchen gemelde twee Steden, voortaan worden bepaald, zo wel des Zomers als des Winters eguaal te zullen zyn-, van den 3 September 1785. bladz. 189 Ampliatie en Ordonnantie op de Vrachdoonen op 't Buiten - Veer, tuflchen de Steden Haerlem en Amfterdam, van den eer ft en September 1786. bladz. 190 Conditiën, waar na Burgemeefteren van Haerlem en Amfterdam, voorneemens zyn te verhuuren de Gabelfen, die aan ieder der Tolhekken, tuflchen de voornoemde Steden moeten betaald worden; van den 6 September 1784, integaan den eerften Mat '785- bladz. 191 Conditiën, waar na Burgemeefleren van Haerlem en Amfterdam, voorneemens zyn te verhuuren de Gabellen, die tuflchen de gemelde Steden worden betaald; van den 6 September 1784. bladz. 197 Ordon nantie en Reglement op het Schippers-Veer, tuflchen de Steden Haerlem en Alkmaar; van den 4 December 1776. bladz. 198 Ampliatie en Ordonnantie op 't Schippers-Veer tuflchen de Steden Haerlem en Alkmaar; van den 28 January 1786. bladz. 200 Ordonnantie op 't Schippers-Veer, tuflchen Haerlem en 'sGravenhage; van denaS January 1788. bladz. 201 Lyst der Vracht-Loonen, op 't Veer, tuflchen de Steden Haerlem en Utrecht; van den 10 September 178). bladz. 204 ORDONNANTIËN wegens de GILDEN. Resolutie, ter Interpretatie van het XIV Articul van de Keuren op 'c Appel-KruyersGild; van den 11 Juny 1773. bladz. 210 Resolutie, dat her getal van de Binnen-Bierdraagers en Bierkruyers zal uitflerven tot zes Perfoonen; van den 15 Auguftus 1781. bladz. 211 NlEU-  L Y S T der STUKKEN. xxin Nieuwe Keure en Ordonnantie voor 't Boekdrukkers, Boekverkoopers en Boekbinders-Gdd binnen deeze Stad; van den 9 September 1788. bladz «ia R e s o l u t 1 e , ter explicatie van het VIII Articul der Keure en Ordonnantie van den 9 Sepc. 1788,voor tBoekdrukkersenBoekverkoopers-Gild; van den izOBob. 1788. bladz 216 Instructie voor den Gilden - Knecht van het Boekverkoopers-Gild; gearrefteerd'den 11 Oaoberi7M. ^,adz_ Resolutie, waar by het III, IV en V Articul van de Keure voor 't Boterkruyers-Gild, van den 13 January 1751,buiten effect gefield wordt; van den 3 Nov. 1784. bladz. 217 Re solu tie, dat het getal der Boterkruyers van XV tot op X Perfoonen zal uitfterven- van den 28 February 1786. biadz, 21s Resolutie, dat de Boterkruyers byvervolg, naprimojuly, geenVaaten metBoter uitde Waag mogen verwerken, dan die in datjaar Geykt zyn; van den 5 Aus. 1789. bladz. 218 Resolutie, ter nadere Ampliatie van de Keureen Ordonnantie op het Brood-Bakkers- Gild, raakende de overdoening van 't Gilde-Recht; van den 10 Mai 1780 bladz "iq Resolutie , houdende Ampliatie van de Keure van 't Brood- Bakkers-Gild; van 'den i November 1784. , ó r> j . bladz. 220 Resolutie, ter nadere Ampliatie opdeKeureen Ordonnantie voor 't Brood-Bakkers-Gild binnen deeze Stad, van den 27 November [749; vanden 1 February 178Ó. bladz. 201 Dito ter Ampliatie op de Keure der Brouw - Neering binnen deeze Stad, van den 10 Maart 1749; van den 4 Juny 1784. bJadz> „22 Instructie voor den Praïlector in de Anatomie en Chirurgie binnen deeze Stad; van den 9 Auguftus 1769. bladz> Reglement en Ordonnantie, raakende de Anatomie binnen deeze Stad; van den 20 n Jmy l7*1' , . bladz. 224 Ordre en Reglement op de Vroedkunde binnen de Stad Haerlem; gearrefteerd del 22 Auguftus 1780 ^]adz< 228 Resolutie, waar by Heeren van den Gerechte zich conformeeren met eene Memorie van den Heere Hoofd-Offitier, raakende de Ordres, door 't Collegie der Vroedkunde, aan deVroedmeeifers en Vroedvrouwen alhier; van den 2 April 1789. bladz 241 Nieuwe Keure en Ordonnantie voor 't Kantreeders-GÜd; van den 23 April 1777. bladz. 242 Resolutie ter Ampliatie en Alreratie van 't XVI Articul der Keure van% Kantreeders- Gild; van den 2 Mat 1777. hl h Alteratie en Ampliatie van het XXXVH Articul der Keure en Ordonnantie van'tW reeders-Gild; van den 19 February 1779. bkdz " Resolutie, om den Overlieden van 't Kantreeders - Gild , de intentie van hun Ed Groot Achtb., ten aanzien van de nieuwe fchikkingen onder het 002 te brengen- van' den 19 February 1779. . 5 bfad; *« , Alteratie van t eerile Articul van de Keure voor 't Kantreeders - Gild, in daros* April 1777; van den 8 September 1779.' b]adz { h?ZRE £m&*™ en Alceracie der Keure en Ordonnantie voor 't Kantreeders-Gild; van den 23 November 1781. b]adz' Resolutie, houdende Dispenfatie der Nieuwe Keute en Ordonnantie van 'tWntree- ders-GiId; van den 1 December 1790. bjadz ^ Ampliatie en Alteratie van de Ordonnantie voor 't Koekenbakkers-Gild , tegens 't?n- brengen van Vreemde Koek enz.; van den 11 Auguftus 1774. bladz 2*7 Resolutie, waar by aan alle Vreemde Koekebakkers of Slyters in Koek, wordt verboden, om op Kermis, met Koek-Kiftenalhier te komenüaan;vanden 3 Septemb. 1776. bladz 2<8 Alteratie en Ampliatie der Keure en Ordonnantie van 'c Koekenbakkers-Gild binnen Haerlem; van den 8 September 1783. bjadz „_ Resolutie, ter Alteratie van het eerfte Articul van de Keure voor 't Koopmans of Kra- mers- Gild; van den 7 July 1784. V biadz „6l Resolutie, om de Keure van 't Koopmans-Gild, en fpeciaal hetIIen VIIArticulftipt te doen obferveeren; van den 7 July 1784. bladz F2Ö2 Ampliatie van de Keure voor het Koopmans-GÜd; vandenóO&ober 1790. bladz! 26"* Resolutie, dat de thans fungeerende, en by vervolg aan te ftellen Koornhef- iers, den Led als Koornmeeters zullen moeten doen; van den 26 Auguftus ' bladz. 264 K e V"  xxiv L Y S T der STUKKEN. K-eure, van het Koornmeerers, KoornhefFers en Koorndraagers-Gild binnen Haerlem; zanden 25 February 1786. , , .K'S*.?!5 Resolutie, hoe de Koornheffers in 'c vervolg hun Werk binnen de Jurisdiétie deezer Stad zullen verrichten; van den 21 Maart 1788. bladz, 276 Resolutie, ter Alteratie en Amplitatie van de Keure voor 't Kuipers-Gild; van den 18 Auguftus 1784. r , bladz 277 Resolutie, waar by aan de Overlieden van het Kuipers-Gild wordt gepermitteerd, om een Yzer met 't Wapen deezer Stad te doen vervaardigen, om daarmede te Branden de Vaatjens, die met Word door de Spekllaagers naar elders verzonden worden; van den 5 September 1786. ' bladz. 278 Resolutie, waar by 't Lakenbereiders-Gild binnen deeze Stad, by proviüe, voor vernietigd wordt gehouden; van den 9 Juny 1789. . ' biadz. 279 Resolutie, ter Alteratie der Keure van den isJuny 1702 , waarby t getal der Voddekoopers en Verkoopers zal moeten uitfterven tot op VIII Perfoonen; van den 22 OB. 1788. bladz. 279 Resolutie, waar by aan Abraham Zeelen , als Mr. Smit, vergund wordt Glasloot te mogen gieten; van den 9 September 1786. bladz. 280 Resolutie , dat het Metzelaars-Gild voortaan totzyne Opperlieden, by preferentie zal gebruiken , Burgers of Ingezetenen deezer Stad of Jurisdictie; van den 8 April 1789. bladz. 280 Alteratie van 't eerfte Articul der Keure van den I3jauuary 1751, op't Scheepmaakers enz. Gild, waar by wordt vaftgefteld wie 't Ambagt van Scheepmaaken zal mogen doen, enz.; van den 10 Mai 1780. bladz. 281 Ordonnantie, van 't Schoenmaakers, Lederlooyers en Runmeeters-Gild binnen Haerlem; van den 1 July 1789. , bJadz; Interpretatie van 't V Articul van 't Reglement op t houden der Duitfche en Franfche Schooien; van den 21 July i?7.3- <' '-\ ' - 3 „ bladz- 286 Nieuwe Generaale Ordonnantie en Reglement op de Schuttery der Stad Haerlem, ingevolge de Publicatie van zyne Doorl. Hoogheid, den Heer Prins Erf-Stadhouder; van den 26 Auguftus 1788. bladz. 287 Resolutie, dit de Bierfleepers van vier, op drie zullen uitfterven; van den 2 Maart 8 bladz. 309 Publicatie, dat Hooi of Stroo, door de Verkoopers zelfs, of door iemand van de hun- . ne niet map- worden te huis gebrage; van den 4 July 1788. bladz. 310 Resolutie, dat het Smal weevers-Gild het Zieken-Geld mag verminderen; alsmede het Tractement van den Gilde-Knecht, enz.; van den 8 Juny 1770. bladz. 311 Resolutie, dat Werkbaazen en Knechts van Zyde en andere iManuiaftuuren, de Smalneering aangaande, die zich twee Jaaren, met het Weeven van Zyde Gaazen hebben bezig gehouden, in het Gild mogen aangenomen worden, zonder verpligt te zyn, alvoorens twee Jaaren, als Leerlingen te Weiken; van den 7 Juny 1786. bladz. 3 11 Ampliatie van de Keure, voor 't Goud en Zilverfmits-Gild, hoe veel jaarlyks door ieder Kashouder enz., ten behoeve van het Gild zal moeten worden betaald; van den 11 Auguftus 1774. bladz. 3!2 Resolutie, waar hy de Overlieden van het Goud en Zilverfmeedea-Gild, provifioneel voor zes Jaaren, van de betaaling van zekere Recognitie van dertig Guldens Jaars worden gedifpehfeerd, enz.; van den 24 Maart 1789. bladz. 313 Extract Refolutie ter Alteratie van de Ordonnantie op 't Brandewyn Verkoopers en Tappers-Gild, waar by de Zetting van de prys op de Dranken wordt afgefchaft; van den 1 Maart 1769. ' ■ „ , bladz. S'4 Alteratie van het tweede Lid van't XXVIII Articul der Keure voor het TimmermansGild, waar by meer Boete wordt gefteld; op het invoeren van gemaakt Werk, enz.; van den 8 September 1780. b]adz- 3'4 Resolutie, dat de Turfdraagers, van negen- en-tagtig zullen uitfterven tot op zeventig; van den 5 April f771. . bladz. 316 Nadere Alteratie en Ampliatie van de Ordonnantie voor 't Turfdraagers-Gild; van den6Apr.il 177r hW'7~ ?>l6 Resolutie, ter Explicatie van het II Articul van de. Ordonnantie op 'r Turfdraagers Gild. dat de Godshuizen en aüe I luizen en Gelligten, welke vry zyn van 's Lands lmpoft,ook zyn bevryd van de nieuwe belading hy 't gemelde Articul bepaald; van den 21 Mai 1771. bladz. 317 Di-  LYST DER STUKKEN. xxv Dito, ter Elucidatie en Interpretatie van 't IV Articul van de nadere Alteratie en Ampliatie Ordonnantie voor 't Turldraagers Gild ; van den 25 September 1771. bladz. 318 Alteratie van 't eerfte Articnl der Ordonnantie van de Turftonnen en Turfmanden binnen deeze Stad; van den 24 November 1778. bladz. 318 Resolutie, dat de uickeering aan IV der oudfteftilzittende Leden van 't TurfdraagersGild, voortaan en tot hoe lang, op den daar by genoemden voet zal worden verhoogd; van den 8 April 1789. .bladz. 319 Reglement op 't Salaris van de Klerken der Secretarye, by Verkoopingen van Roerende Goederen; van den 8 November 1770. bladz. 320 Alteratie en Ampliatie van de Ordonnantie voor'tUitdraagfters-Gild, /pedaalomtrent het IV en V Articul, raakende *c Zieken-Geld; van den 15Decemtex 1772. bJadz. 321 Ampliatie en Alteratie van het XVII Articul der gemelde Keure, tegens het aanleggen en by woonen van heimeJyke Verkoopingen van Goederen; van den 29 July 1778. bladz. 321 Alteratie en Ampliatie van de Keure voor het Uitdraagfters - Gild; van den 4 Mai 1785. bladz. 323 Generaale Keure en Ordonnantie van het Warmoeffiers-Gild binnen Haerlem; van den 17 Auguftus 1770. bladz. 323 ORDONNANTIËN en REGLEMENTEN op Boffen, Beurzen, Maatfchappyen en Compagnien. Alteratie van 't XI Articul der Ordonnantie van Schoenmaakers-Knechts-Bos; van den 23 April 1776. bladz. 328 Resolutie, dat Bosmeefteren van de Schoenmaakers-Knechts-Bos, 't Zieken-Geld mogen verminderen; van den 16 February 1781. bladz. 329 Alteratie en AmpUaüe der Ordonnantie van 't Zyde Lintwerkers-Knechts-Gild; van den 28 Auguftus 1781. - bladz. 330 Alteratie, van 't II en XXII Articul van het Reglement van de Liefde-Compagnie tot Begraaveniftèn; van den 24 January 1771. bladz. 331 Alteratie van het VI, VIII, X en XI Articul van 't Reglement van de Liefde-Compagnie tot de Begraaveniftèn; van den 10 September 1781. bladz. 332 Alteratie, van het VII Articul der Ordonnantie van de Vrywillige Algemeene Bos tol Begraaveniftèn en Onderftand van Hoogbejaarden, ten aanzien der Concributicn; van den 14 Juny 1771- bladz. 334 Resolutie, dat de Beftuurders der gemelde Bos tot Begraaveniftèn en Onderftand van Hoogbejaarden, de geheele Contributien en Intreflen, onder zekere voorwaarde mogen uitkeeren; van den 6 November 1772. bladz. 335 Ampliatie en Alteratie van 't Reglement op de voorfz. Bos tot Begraaveniftèn enz.; van den 5 September 1775. bladz. 336 Resolutie, dat de Overlieden van de meer gemelde Bos tot Begraaveniftèn, enz. met Leden, die Verkiezen voor zekere fomma van hun recht afftand te doen, temogen Concracteeren; van den 21 April 1779. bladz. 340 Ampliatie en Alteratie van de Ordonnantie op de zogenaamde Doode-Koffer; van den 9 November 1781. bladz. 340 Explicatie van 't laatfte Lid van de Ampliatie der Ordonnantie op de zogenaamde Doode-Koffer; van den 31 December 1788.v bladz. 341 Alteratie der Ordonnantie van de Vrywillige Liefde-Beurs, waar by wordt bepaald, wat de Overluiden en Vinders van hunne Comparitien zullen genieten; van den 15 January 1771. bladz. 342 Interpretatie of Ampliatie der Ordonnantie op de gemelde Beurs, raakende de fourniftèmenten enz. van Perfoonen, die met een Lid deezer Beurs Trouwen; van den 16 February 1781. bladz. 342 Resolutie, dat de Directeuren van de Vrywillige Algemeene Sociëteit tot Stut des Ouderdoms, de uitdeeling van de vyf eerllkomcnde Jaaren mogen voldoen, met zekere fomma; van den 16 January 1771. ■ bladz. 343 ******* a  xxvi LYST der STUKKEN. Resolutie, dat de Directeuren der gemelde Sociëteit,by provifie voortaan, allen de in een geheel Jaar inkomende Contributien met de IntrefFen onder de trekkende Leden egaal mogen verdeelcn, enz.; van den 25 October 1775. bladz. 344 Ampliatie en Alteratie, van het XIX Articul van de Ordonnantie van de Broederlyke Liefde-Beurs; van den 12 January 1776. bladz. 345 Elucidatie en Ampliatie van het VII Articul der Ordonnantie van de gemelde Beurs; van den 23 Auguftus 1786. bladz 346 Resolutie, dat de Overlieden van de gemelde Broederlyke Liefde-Beurs, in plaats van Zondag's morgens van elf tot één uuren, des Saturdags avonds van zeven tot negen uuren mogen vaceeren, rot den ontvangd der Contributien; vanden loSeptemb. 1788. bladz. 347 Ampliatie van het tweede Lid van het XVII Articul der meergemelde Liefde - Beurs; van den 6 February 1789. bladz. 347 Reglement op de Warmoeliers- en Algemeene Begraavenis- Bos binnen Haerlem; van den \o April 1772. bladz. 348 Ampliatie van het Reglement of Ordonnantie op de Warmoefilers en Algemeene Begraavenis-Bos, waar by eene pcenaliteit wordt gearrefteerd tegen de valfche opgaave der Jaaren, door Lieden, welken als Leden van dezelve Bos begeeren te worden ingefchreeven, enz.; van den 9 Auguftus 1780. bladz, ns>2 Ordre en Reglement op de Bos van de Knechts van de refpeflive Brouweryen, Azynmaakeryen, Branderyen, enz.; van den 2 April 1773. bladz. 353 Genera al e Ordonnantie voor de Vrywillige-Bos van eenige Ambachtslieden, vanher Smal werkers-Gild, en andere, van wat Handwerk zy zouden mogen zyn, binnen Haerlem; van den 16 April 1773. bladz. 356" Ampliatie en Alteratie van het V, XI en XV Articul van de Generaale Ordonnantie van de Smalwerkers Vry willige - Bos; van den 2 September 1777. bladz. 360 Alteratie van Articul XI en XII, der Ordonnantie op dc Vrywillige-Bos van eenige Ambagtslieden, forteerende onder 't Zyde of Smalwerkers-Gild, enz.; van den 16 January 1782. b]adz. 3Ól Generaale Ordonnantie van de Vrywillige Bos van de Kleermaakers en Keurslyfmaakers Knechts en andere Lieden, binnen Haerlem; van den 23 Maart 1779. bladz. 362 Alteratie en Ampliatie van het Reglement van de Kleermaakers en Keurslyfmaakers Knechts-Bos; van den 3 January 1776. bladz. 566 Alteratie en Ampliatie van het IX, XI, XII, XVcn XXI Articul van de Ordonnantie op de Vrywillige-Bos der Kleermaakers-Knechts, enz.; van den 23 Novemb. 1787. bladz. 367 Ordonnantiën op de Metzelaars-Knechts en Opperlieden-Bos; van den 22 Juny i7Sl- bladz.' 368 Reglement voor de Gecombineerde Dooden Begraavenis-Bos, binnen de Stad Haerlem; van den 7 January 1785. bladz. 373 Elucidatie en Ampliatie van het V Articul van 't Reglement op de gecombineerde Dood- en Begraavenis-Bos; van den 30 January 1788. *" bladz. 376 Resolutie, waar by de Bos, geraamd de tweede Burger Weduwe Sociëteit wordt gediffolveerd; van den 16 February 1781. bladz. 377 Dito, waar by de Bos, genaamd de Bos van de Landsgenootcn van denBofch,wordtgediflblveerd; van den 25 Juny 1782. bladz. 378 Resolutie, waarby de Vrywillige Maatfchappy, opgericht in den Jaare 1749, wordt gehouden voor gediflblveerd; van den 29 Auguftus 1788. bladz. 380 Resolutie, waar by de Overluiden van de Bierwerkers - Bos worden geauthorifeerd tot de verkoop van een Obligatie hier by gemeld; als mede, om 't Zieken-Geld te verminderen by het VI Articul, der ordre van 21 November 1753 bepaald, en eindelyk ook, om eenige Contributie te mogen heffen van de Leden tor het furnifiement der Begraavenis, by Arficul IX geflatueerd; van den 14 Maart 1783. bladz. 381 Resolutie, waar by de Vinders van de Bierwerkers-Bos, op't verzoek der Leden, tot vernietiging van de voorfz. Bos, worden gequalificeerd om de Penningen en Gelden tot deeze Bos behoorende, tuflchen de gezamenlyke Gcmterefleerden , tot het tneefte genoegen te verdeden, en aan ieder deszelfs aandeel behoorlyk uit te keeren en voldoen; van den 8 December 1784. bladz. 382 F E R-  F E R VOL G OP HET EERSTE DEEL VAN DE KEUREN E N ORDONNANTIËN DER STAD HAERLEM, Begrypende de Keuren in de Jaaren 1755 en 1756 gearrefteerd.   Pag. 3 F E R VOL G Op Het EERSTE DEEL Van De KEUREN DER STAD HAERLEM. Begrypendc de Keuren in de Jaaren 1755 en 175Ö gearrefteerd. ORDONNANTIËN BETREFFENDE DE F I N A N T I E. Alteratie van het 20de Artic\i\\an de Ordonnantie op de BRANDEWYNEN raakende de Restitutie van den Excyns van 't geen aan Flesfiers buyten den Vrydom word uytgeflagen, van den suften van Mey, 1756. E HEEREN REGEERENDE BURGEMEESTEREN hebben aan hunne Ed: Achcb: voorgedra > gen, dat de Collecteur van der Stads Excyns over de Wynen, Brandewynen &c. aan hunne Ed: Groot Achtb: hadde te kennen gegeeven, dat hy , in de Generale Ordonnantie op deezer Stads Excynzen Art: 7 gevonden hebbende , /dar, de Gaarders gehouden zouden zyn, om dqn ontfangen Excyns, zo verre de Speciën , 't zy by verhuyzing of verzending buyten deezer Stads Vrydom, worden vervoerd, ten vollen te rellitueeren , dien conform en volgens de Praktyk zich daar naar had gereguleerd omtrent de Sterke Dranken , welke op een Biljet van de Gaarders ten platten Lande alhier by de Slyters of Grosfiers wierden gehaald-, dat ondertuflehen by Art: 20 van de Ordonnantie op der Stads Excyns op deBranFervoJg ven 'r I. Deel. dewynen &c. mede was geftatueerd , dat geene affchryving zou mogen worden gegeeven, dan van de quantiteyt, ten miniten, van een Vaatje van Vier Stoop ; en dat, by hunne Ed: Gr: Mog: Publicatie van den i4den Juny, 1754, zynde gemaakt eenig Redres omtrent de Aften van Admisfie, zo van Tappers als Flesfiaanen, ten platten Lande , zulks in 'tbyzonder onder HeemMede die verandering had geoccafioneerd, dat daar door 5 k 6 Perfoonen , waar va» 3 of 4 dicht onder de Stad, doch buyten den Vrydom woonen , welke voorheen met Vaatwerk infloegen , nu geen andere Afte van Admisfie hadden kunnen obtineeren by Schout en Gerechten aldaar , dan die van een Flesfiaan , waar door, volgens 's Lands Ordonnantie, tot geen hooger quantiteyt mogen inflaan , dan tot twee Stoop van yder foort; dat, hier door Difficulteyt zynde veroorzaakt in het reftitueeren der Stads Excyns , wanneer hunne DranA 1 ken  4 KEUREN DER STAD HAERLEM. ken binnen ter puye van den Raadhuyze der voorfchreeven Stad, gepubliceerd, ten over ft aan en in prajentie van de E:E: Heeren Pieter Schatter, Loco Pra-loris abfentis; Nicolaas Habett en Mr: Cornelis van AJJendelft, Schepenen der gemelde Stad. (Laager ttondj Êy my (Getekend) Pr: Reynjl. SO IS 'T dat wy de zaak ende 't verzoek voorfchreeven overgemerkt hebbende, ende de Vertoonders willende believen na ingenomen Confidentie en Advys van den Pndident ende Raaden van den Hove, uyt onze regte weetefchap,Souveraine magt ende authoriteyt, de voorfchreeven Keure ofte Ordonnantie , in alle deelen, pointen en Artikelen hebben geconfirmeerd en bekragtigd, confirmeeren en bekragtigen de. zelve by deeze. Lallende een yder, dien liet aangaan mag , zich hier na te reguleeI ren. Gedaan in ien Hage, onder Onzen grooten Ze gele , bier aangehangen , den tienden Juny, in 't Jaar onzes Heeren cn Zaligmakers , 1701. ( Getekend} A: Heinjius Vt» (Laager ftond) Ter Ordonnantie van de Staaten. (Getekend) SIMON van BEAUMONT. Hebbende een onderuythangend Zegel in Rooden Wajjche aan een dubbelde Franchyne Staart e. B 3 O R-  KEUREN DER STAD HAERLEM. ORDONNANTIËN, RAAKENDE DE MARKTEN; Resolutie waarbyde OSSENMARKT indePlantagie word Verlegd; van den 7 van Maart, 1756. BBÜRGEMEESTEREN en REGEERDERS der STAD HAERLEM , geïnformeerd zynde , dat verfcheyde Liefhebbers van de Vetweyery wederom, gelyk voor eenige Jaaren, voorneemens zyn , om in den Voortyd eene goede quantiteyt Olfen herwaarts te doen komen; ten welken eynde de tegenwoordige OfTen Markt op nieuws van Paaien zou moeten worden verzien ; maar daar by gereflecteerd hebbende , dat , in vervolg van tyd, mogelyk een beter gebruik van de tegenwoordige OfTen-Markt zoude kunnen worden gemaakt ; dat het op de gemelde Ofien - Markt daar en boven zeer 'koud is voor het Vee; en dat daar toe de zo genoemde Plantagie bcquaamcr zou zyn •, hebben , na Deliberatie en ingenomen bericht van Deken en Vinders van het Oflen-Weydcrs Gild , goed gevonden en verftaan , zo als hun Ed: Groot Achtb: goedvinden en verftaan by deeze, dat gemelde Plantagie tot een OfTen - Markt zal worden geapproprieerd ; en dat dezelve naar behoorerj van Sreencn in plaats van Houten Paaien, als met veel menage kunnende gefchieden, zal worden verzien. Aclum ter Kamer den fonn Maart, 1756. In kennifle van 'My, J: J: v:BERGUMv:NIE ÜWENHUYSEN. Resolutie omtrent de Tyden en Plaatfen van het houden van VEE-MARKTEN; de JAAR-MARKT, en Standplaatfen van Kr aamen op de Jaar-markt of Kermis ; van deir8 van Mey, 1756. BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STAD HAERLEM, in achtgenomen hebbende, dat , fchoon van oude tyden af, by verfcheyde Ordonnantiën wel zyn gemaakt de vereyfehte bepalingen , omtrent de tyden en plaatfen tot het houden van de Markten van Vee; als ook ten opzichte van dc JaarMarkt of Kermis, midsgaders de Standplaatfen van diverfe Kraamen op de Kermis; echter , ten regardc van den Kermis-tyd, en ten opzichte van de Vee-Markten, fomtyds twyffelingen ontftaan ; hebben , na deliberatie,totvoorkoming van dicn,goedgevönden en verftaan, zo als hunne Ed:Groot Achtb: goedvinden en verftaan by deeze, inde eerfte plaats, dat Jaarlyks, twee Paar- den-Mafkteh by continuatie zullen worden gehouden, de eerfte op den eerften Maandag, in de Maand Maart, en de tweede op Hartjes-Dag. {a) Ten tweeden , dat de Ordinaire Varken-Markt, gelyk van ouds, zal beginnen op den eerften Maandag, na den derden Zondag, in de Maand October, twee Maandagen daarna continueeren, ers gehouden worden op het Pleyn by de Nieuwe-of Kennemer Poort, (b) Ten derden, dat dc Markt van de Vriefche Varkens, veertien Dagen voor de voorfchreeven ordinaire Varken - Markt , voor de Nieuwe Stads- (a) Ordonn: van 16 Ocftob: 1680. en 10 Oótob: 1690. (è) Ord: van 3 Octob: 1714. 10 Septijif. cn 19 Aug: 1741.  KEUREN DER STAD HAERLEM. 15 Stads - Herberg zal worden gehouden. (Y)Tcn vierden , dat de Koe-Markt op den 20 van October ; dc Often-Markt op den 34 van October ; cn de zogenoemde Opdrift of Markt van Oh'en , Koejcn, Pinken, op den cerllenMaandag,naden 24vanOctob: zal beginnen ; doch , ten regarde van de Koe-Marl*t en Offcn-Markt, wanneer de 20 en 24 Oef ober op Zondag valt, daags daaraan ( dat die geenen , welke in de Witte Lely- of Slykfteeg Slapers houden , geene zieke Perfoonen innecmen , of dat , indien dezelve aldaar mogten komen te fterven, hunne Buurten daar door geen laft en fchade komen te lyden, goedgevonden en verftaan, de Buurt van de Witte Lely- of Slykfteeg te verdeelen onder de Buurten van de Ooftzyde van dc Burgwal , Spaarwouderftraat, Koolfteeg en Moolenfteeg ; laatende de verdeeling verders over aan de Vinders van C ó dc  22 KEUREN DER STAD HAERLEM. de voorfchreeven vier Buurten , Ordonneerende voorts aan alle die geenen, welke in de gemelde Witte Lely- of Slykfteeg Slapers houden , geene zieke Perfoonen in hunne Huyzen in te nemen ; op poene, dat zy, zulks doende, en de zodanigen in hunne Huyzen ftervende, dezelve zullen moeten ter Aarde heitellen op hunne koften. Wordende wyders den voor¬ fchreeven Jan Ramaar, als Vinder van de voorfchreeven Buurt, ontftagen, by deeze. Acliim ter Kamtr,den 9 van December 1756. In kennifte van My, H: APPELS- INSTRUCTIE N. Instructie voor de COLLECTEURS van 't MAANDGELD, van den 7 van February, 1756. Zie onder het Kapittel van Financie. Instructie voor den MERKER van de TUYNDERS- en APPELMANDEN; van den 13 van Oftober, 1756. BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STAD HAERLEM, gereflecteerd hebbende, dat de Merker van de Tuynders- en Appelmanden van geene behoorlyke Inftructie , naar welke hy zich moet reguleeren, is voorzien ; engeconfidereerd hebbende de nuttigheyd en noodzakelykheyd van zodanige Inftruclie, tot voorkoming van differenten ; hebben, na deliberatie, goedgevonden en verftaan te arrefteeren , zo als hunne Ed: Groot Achtb: arrefteeren, by deeze , de Pointen hier na volgende. Ordonneerende een yder , wien het aangaan mag, zich naar dezelve te gedraagen. Art: I. De voornoemde Merker zal, tot het Merken van de gemelde Manden , moeten gebruyken de Stads yzeren Beugels, ende Manden met het Stads Merk merken. II. De Merker zal , tot het merken der Manden, aan zyn Huys moeten vaceeren, 's morgens ten 9, en's namiddags, ten a uuren. En verders verplicht zyn, om ook aan de Huyzen der Mandenmakers zulks te doen, wanneer hy daar toe word verzocht; ] mids dat de Mandenmakers, hem by zich laatende komen , geen minder quantiteyt van Manden te merken zullen geeven, dan zo veel, dat de Merker, op dien tyd, zes Stuyvers voor zyne moeyte kan genieten. III. De Merker zal geene Manden mogen merken, dan die, conform de Keure voor 't Mandenmakers Gild, zyn gemaakt, en voor al niet zodanigen, die te kleyn worden bevonden. IV. r- De Mandenmakers zullen zich wel te wachten hebben van eenige Manden , die te kleyn en voor deezen uytgefchooten zyn, aan den Merker te behandigen , om te worden gemerkt, op de boete van drie Guldens, voor yder Mand, die te kleyn word bevonden. Wordende de Merker gequalificeerd, om alle zodanige Manden, die te kleyn zyn, op de eene of de andere wyzete tekenen, zo dat aan hun kenbaar zyn; of op den bodem te merken, zo dat dezelve niet tot Tuynders-of Appelmanden kunnen dienen. V. Ook zullen de Mandenmakers, na het meeten der Manden , geene Manden, die te kleyn zyn, en daarom op den bodem  KEUREN DER STAD HAERLEM. 23 gemerkt cnuytgefchootcn worden, mogen vcrwilTclcn , of by de goedgekeurden ftellen , op de boete van zes Guldens, mede voor yder Mand te verbeuren. VI. Wordende de Vinders van hctWarmoeziers Gild geordonneerd, om alle te kleyn zynde Manden te weeren. VIL En zullen de Groenluyden of anderen, die zodanige te kleyn zynde Manden ter Markt brengen, vervallen inde boete,daar tegen , by 't XV. Art: der Keure voor 't Warmoeziers Gild, vadgedeld. VIII. De Merker zal, voor het merken van yder Tuynders Mand , groot oi kleyn, genieten acht Penningen ; van yder heele Achelens Appelmand , acht Penningen ; en mindere of kleyndere Manden , vier Penningen; midsgaders van yder Mand, die te kleyn is, en daarom door hem op den boden word gemerkt, één Stuyver; wanneer zodanige Mand aan hem ten tweeden maale word gegeeven , om te merken. IX. Voorts zal de Merker zich , omtrent het merken, onzydig hebben te gedraagen, en zyne bediening, naar gemoede , waarte neemen. X. Wordende den Merker zo wel, als de Mandenmakers, de Vinders van het Warmoeziers Gild en particuliere Groenluyden, tot de bekeuring gequahheeerd. En zullen de boeten komen ten voordeeie van den geenen , die het eerd de bekeuring doet. Blyvende de bekeuring uyt 't Vil. Art: aan die van 't Gild. Aclum ter Kameraden 13 van October, 1756. In kennifle van My, J: J: v: BERGUMv.-NIEUWENHUYSEN. KEULEN OVER ALLERHANDE ZAKEN. Ordre voorden OVERHAALDER aan de KAMPER-LAAN wegens het open houden van het Spaarne , by beflooten Water; van den 29 van January, 1755. B-URGEMEESTERENenREGEERDERS der STAD HAERLEM, in ervaring gekomen zynde, dat de Overhaalder aan dc Kamper-Laan, uytkomende aan 't Zuyder Spaarne , heeft onderdaan, het Ys aldaar, dwars door het Spaarne heen, open te hakken en te houden, om dus de Menfchen,dic zulks requireerden, over het Spaarne met zyn Schuyt te voeren ; fchoon zulks in voorige tyden nooyt is gedaan, ten minden , wanneer het Ys derk genoeg was, om over te kunnen pafleeren ; en dat het geene voorfchreeven is, oorzaak is geweed, dat drie Jongens uyt het Kinderhuys deezer Stad , weynige dagen geleeden, zyn verdronken; hebben, na deliberatie , cn tot prevenieering van dusdanige onheylen , zo veel doenlyk is, goedgevonden, te refolveeren, zo als hunne Ed: Groot Achtb: refolveeren, by deeze , dat het, In vervolg van tyd, aan den voornoemden Overhaalder wel zal wezen gepermitteerd, het Spaarne open te houden, zo lang de Schepen kunnen pafleeren; maar dat hy zulks abfolutelyk niet zal mogen doen, wanneer in 't Spaarne zo veel Ys is, dat de Schepen moeten blyven dil leggen en niet langer kunnen vaaren; op pcene van contrarie doende, terdond van zyne bediening te worden afgezet. Aclum ter Kamer, den 29 van January; 1755. In kennifle van My, J:J:v:BERGUM v: NIEUWENHUYSEN. Waar-  24 KEUREN DER STAD HAERLEM. Waarschouwing tegen het SCHIETEN en VUURWERKEN, gearrefteerd den 24 en gepubliceerd, den 28 van December, 1756. MYNE HEEREN van den GERECHTE der STAD HAERLEM confidereerende de ongelukken , welke te wagten zyn door het fchieten met Snaphaanen, Piftooltjcs, Kanonnetjes, Ciflers , Zwenners en andere Vuurwerken , buyten en behalven de noodelooze Verquifting van Geld daar door ver, oorzaakt wordende, en wel doorgaans by Luyden, die zodanige Spendatie hetminft is paffende , en waar by zulks vooral in eenen Neéringloozen tyd en ftrenge Saizoen, als tegenwoordig, beter behoort te worden van gebruik gemaakt, hebben na Deliberatie, ter voorkominge en tot voorziening van het gunt voorzegd is , goedgevonden en verftaan, te waarfchouwen en te verbieden , zo als hunne Ed: Achtb: waarfchouwen en verbieden , by deeze, allen en een ygeiyk, wie het ook zou mogen wezen , noch op Nieuwejaars-Avond, noch op eenige andere tyden, op de Markt of langs de publyke Straaten , Graften en Wegen, binnen deeze Stad of Jurisdictie van dien, te loopen met Snaphaanen , Piftooltjes, Kanonnetjes, Klapbuffen , Zwermers, of andere foorten van Schietgewee ren of Vuurwerken, hoe ook genoemd, en veel minder dezelve af te fchieten , aan te fteeken of op te werpen, op poene van, daar op wordende geattrappeerd, dat alle dc zodanige Snaphaanen, Piftooltjes, Kanonnetjes af andere Schietgeweeren zullen zyn verbeurd, en dat die geenen, die daar mede bevonden worden , zullen vervallen in een Boete van zes Guldens, voor de eer fte reyze , en 25 Guldens, voordetweede reyzc , en daarenboven naar bevinding van zaalten, worden gecorrigeerd, zo als myne Heeren van den Gerechte voornoemd zullen oordeelen te behooren ; zullende de Ouders en Voogden voor hunne Kinderen en Minderjaarigen gehouden zyn, de Boete te betaalen, en Verantwoording voordezelve te doen ; des hier van alleen uytgezonderd blyvende de Divifie van de Bur- gery, welke op Nieuwjaars-Nacht de Wacht is hebbende , als waar aan , naar ouder gewoonte , gepermitteerd blyft ten 1 2 uuren , twee a drie Decharges uyt derzelver Snaphaanen te mogen doen, doch niet anders , dan op Commando van hun commandeerenden Officier; en worden totftipte Nakoming en Executie van deeze Waarfchouwinge, en voorgaande Keuren, op dit Subjecft geëmaneerd, zonder eenige de minfte Conniventie daar in te adhibeeren tot de Bekeuring van de Contraventeurs geauftorifeerd,boven en behalven den Heer Hoofd-Officier, en den Commiffaris deezer Stads Keuren, de Dienaars van de Juftitie, de Korporaals van de Nachtwachten, en generalyk alle de geenen, die wegens eenige Bedieningen in deezer Stads Eede zyn; te appliceeren de voorzeyde Boeten een derde voor den HeerHoofd Officier;een derde voor den Aanbrenger, en een derde voor de Diaconie-Armen , binnen deeze Stad. Aldus gedaan en gearrefteerd den i^van December , 1756, by de Heeren Mr. Jan van Styruin , Hoofd-Officier; Piet er Samuël Crommelin, Mr. Mattheus Willem van Valkenburg, Mr.Francois Benjamin Fagel, Burgemeefleren ; Antoni Kuits, Mr. Caspar Jacob Ravens,Mr. Jan Fredrik Parvè, Mr. Daniël Jan Camerling , Mr. Jan Theodorus Koek en Andries Heshuyfen, Schepenen der Stad Haerlem : En, na voorgaande Klokkengejlag, ter Puye van het Raadhuys der voorzeyde Stad gepubliceerd, den 28 daar aan volgende , pref ent de Heeren Mr. Jan van Styrum, HoofdOfficier; Mr. Daniël Jan Camerling en Mr. Jan Theodorus Koek, Schepenen der gemelde Stad. By My, T: H: van DAM.  TWEEDE F E R F O L G OP HET EERSTE DEEL VAN DE KEUREN E N ORDONNANTIËN DER STAD HAERLEM Begrypende de Keuren in de Jaaren 1757, 1758. 1759 en 1760 gearrefteert.   Bladz. £7 TWEEDE VERVOLG Op het EERSTE DEEL van de KEUREN DER STAD HAERLEM. Begrypende de Keuren in de Jaaren 1757, 1758, '759 en 1760. gearrefteerd. ORDONNANTIËN BETREFFENDE DE FINANTI E. Elucidatie van de Resolutie van den9 Maart 1685, waarby verldaert is, dat de recognitie van vyftig guldens wegens het vervoeren van Lyken, geen plaets heeft by onvermogen, of als eenige vreemde perzonen alhier overlydende , na hunne gewoone woonplaatfen ter Begraving worden vervoerd, van dato den 16 Maart 1757. Sga>Ae^&>URGEMEESTEREN en M REGEERDERS der tfjyp/ STAD HAERLEM, ge[f»3 ij^vHSpg rcflefteerd hebbende dat f§? iÈ0*ë IC f'c Refolutie , by haer ^-^^L^M Ed. Groot Achtb. den gden van Maert in 't Jaer 16851 genomen met relatie tot de recognitie , die voor het vervoeren van Lyken van hier naer elders aen 't Weeshuis dezer ftad moet worden betacld , in zodanige klare termen niet is gecoucheerd, dat daer over geene twyffelingen konnen vallen , en dienvolgens geoordeeld hebbende dat dezelve behoorde te worden opgehelderd.; hebben, na deliberatie , goedgevonden en verftacn,zoals haer Edele Gr. Agtb.goetvinden en verftaen by dezen,dat voor het vervoeren van alle Lyken Jong of oud, die alhier Vervolg van 't I. Deel, 2. Stuk. zyn overleden , en van hier naer andere plaetfen worden gebracht om ter aerde te worden befteld, aen 't Weeshuis dezer ftad een recognitie van vyftig guldens zal moeten worden betaeld: uitgezonderd alleen in cas van onvermogen , als ook ingevalle eenige vreemde perfonen alhier overlyden die naer hunne gewezene woonplaetfen ter begraving worden vervoerd ; wanneer het klaer blykt dat dezelven hier niet gekomen zyn om binnen deze ftad met 'er woon te blyven. Zullende dezelve recognitie moeten worden betaeld, ingevalle eenige vreemde Lyken naer andere plaetfen , als waer zy hebben gewoond,worden getransporteerd. En zal Copie dezes aen de Regenten van 't voorfchreve Weeshuis worden gegeven tot hunne narichting. In kennifle van My, J. J. V. B. V. NIEUWEN HU YSEN. D 2 RE-  28 KEUREN DER STAD HAERLEM. Resolutie waar by aan het Hofje van Noblet vergunt word Vrydom van den Excyns op den Turf, Gemaal, en Bier tot eene zeekere quantiteit , onder eenige precautien, van den 23 van Auguftus 1757. Ts gelezen de Requelle geprefenteerd by I Pieter van der Winde, Andries Hes huyierf, Raed en regeerend Schepen dezer Stad , Salornon Focké en Salomon Krul, Executeurs van den Tertamertte van Ysbrand Stacts, en in die qualiteyt Executcuren van den Telfamente van Leonard j Noblet , Sara Noblet en Gecrtruyd Noblet, gepasfeert voor den Notaris Aalft de Bruyn en getuygen binnen deze Stad, in dato 23 july 1750; daer by te kennen gevende dat de Supplianten, in gevolge de voorfchreve dispoluie voornemens zynde, tot beter fuftentatie van behoeftige Vrouwsperfonen, te doen bouwen een gefticht of Hofje binnen deze Stad voor twintig perfonen en een opzichfter , zy Supplianten tot beter beftaen van de voorfchreve Vrouwsperfonen zig hadden geaddresfeerd aen haer Ed. Gr. Mogende ten eynde te mogen hebben vrydom van enige 's Lands Impofitien; waer in zo verre waren gereusfeerd dat, by Refolutie van haer Ed. Gr. Mogende van dato 21 July 1757 , hadden geobtineerd vrydom van den Impoft op degroove Waeren wegens de Materiaelen , welken tot {lichting van 't zelve Hofje zullen worden gebruykt; en voorts mede vrydom van den Impoft op de Turf, bepaeldelyk tot twintig tonnen voor ieder huysje in 't Jaer; midsgaders vrydom van den Impoft op 't Gemael tot een Haegfche zak Tarw, of een en een quart zak Rog voor ieder hoofd in 't Jaer ; gelyk ook vrydom van een ton Bier voor "elk huysje in 't Jaer, alles breder blykende by de geannexeerde Refolutie zelfs; en vervolgens verzoekende dat, in conformité van voorgemelde Refolutie van haer Ed. Gr. Mogende, mede gunftiglyk, tot beter fuftentatie van de voorfchreve perfonen , zouden vermogen te Jouis- feeren van diergelyke vrydom van de Stads excynzen omtrent de voorfchreve Middelen , voor zo verre dezelven in deze Stad geheven worden. Waerop gedelibereerd zynde , is goedgevonden en verftaen aen de Supplianten te verleenen vrydom van de Stads excyns op de Turf, bepaeldelyk tot twintig tonnen voor ieder huisje in 't Jaer; midsgaders vrydom van de Stads excyns op 'c gemael, en van de Recognitiën dacrop leggende, dog bepaeldelyk tot een Haegfche zak Tarw, of een en een quart zak Rog voor ieder hoofd in 'tjaer, gelyk ook vrydom van de Stads excyns op dc Bieren tot een ton Bier voor elk huisje in 't Jaer. Des dat de Regenten of die de directie over het voorfchreve Hofje zullen hebben , oprechtelyk en naer waerheyd aen de Gaerders van de voorfchreve Stads Middelen zullen moeten opgeven de namen van de Vrouwsperfonen, welken met de bewooning van de voorfchreve Huisjes zullen worden begunftigd , en daer in by verandering van tyd tot tyd continueeren; en dat de voorfchreve vrydom niet zal worden genoten dan op een declaratoir van een van de Regenten, inhoudende de naem van de bewoonfters van de voorfchreve huisjes; en dat, wanneer t'eeniger tyd bevonden zoude mogen worden enig misbruyk van de voorfchreve vrydom door een van de bewoonfters van de voorfchreve huisjes te zyn gemaekt, de zodanige van de voorfchreve vrydom haer leven lang gedurende zal zyn en blyven verfteken. En zal Copie van deze Refolutie worden gegeven aen de Supplianten, midsgaders acn de Gaerders van de Stads excynzen op de Turf, Gemael en Bieren tot hare narichting en om zig hier naer ftiptelyk te reguleeren. In kennifle van My, J. J. v. BERGUM v. TSIEÜWENHUYSEN. Al-  KEUREN DER STAD HAERLEM. 29 Alteratie van de Resolutie van den 9 van July 1715, en dat de Verkoopers van 3 gis. Bier voortaan voor de Acte van admiffie zullen moeten betalen drie in plaats van zes guldens, en dat gelyke fom zal moeten worden betaalt door de groote Tappers voor hunne Acte van admiffie van den 11 van Dec. 1758. "jpXE HEEREN REGEERENDE I 1 BURGEMEESTEREN hebben -B—^ aen de Heeren Raeden en Vroedfchappen voorgedragen dar Je zogenaemde Verkoopers van drie guldens Bier, dog welken, gelyk nu nog, alzoo ook voorheen, altoos vier guldens Bier ter Heet aen de Burgers hebben verkocht, by Refolutie van de Heeren Raden cn Vroedfchappen van den ajffèn van de maend July des Jaers 1715 , met een jaerlykfche recognitie van Zes guldens ten behoeve van deze Stad zynde belaft , die recognitiën tot heden toe ook door dezelven zyn betaeld geworden; wordende door hen daer cn boven ook, wanneer Grosfiers zyn in Herken Drank , 12 guldens, en Flesfiers zynde 6 guldens betaeld. Maer dat de groote Tappers, die geen minder Bier dan van 6 guldens, ten tvde wanneer de Gemeene Middelen wierden verdacht mochten inflaen , van zodanige laften voor 't Verkoopen van Bier zyn vry gebleven, verraids met een dubbelde of Tappers Impoftwaren bezwaerd ; en hoedanige vrydom van recognitie voor dezelven dan ook nog cpntinueerd , of fchoon de Tappers Impoft tot groot voordeel voor hen is te niet gedaen en dezelve groote Tappers nu ook maer Burger Impoft, gelyk de voornoemde drie guldens Bier Verkoopers, voldoen; betalende evenwel, indien Grosfiers zyn in Merken Drank , 12 guldens, en Flesfiers zynde 6 guldens. Dat dezelve groote Tappers (als zynde zulks niet verboden by 's Lands Ordonnantie) mede 3 of 4 guldens Bier zoudenkonnen verkoopen. Dat, wanneer dit wierde gepractizeerd en in train gebracht, de Verkoopers van 3 guldens Bier, die de gemelde recognitie moeten voldoen, daer mede te zeer bezwaerd zouden zyn en blyven , in tegenftelling van de groote Tappers, die daer aen in 't geheel niet zyn onderworpen; en dat hier door occafie zoude worden gegeven aen de gemelde 3 gulden Bier Verkoopers om te fuftineeren dat zy daer toe met reden niet konnen worden gehouden; en dat die zouden konnen verzoeken tot groote Tappers te worden geadmitteerd, dat aen hen ook niet \ wel zoude konnen worden geweygerd. Waer door dan verders zoude gebeuren dat'er geenen of weynigen zouden verzoeken actens tot het verkoopen van 3 gulden Bier ter fleet, als 't welke volgens 's Lands Ordonnantie aen hen vry ftaet, immers niet is verboden, wanneer zy groote Tappers worden. En't welke vervolgens de Stad in hare Financie, ten opzichte van de voorfchreve recognitiën , zoude benadeelen. Dat haer Ed. Groot Achtb. niet alleen om dit te verhoeden , maer ook om weg te neemen de onevenredigheyd tuflchen de voornoemde groote Tappers en 3 guldens Bier Verkoopers, wel van gedachten zouden zyn hier omtrent te beraemen een anderen voet; en wel op deze wyze, dat de 3 guldens Bier Verkoopers Jaerlyks, te beginnen met het volgende Jaer, zouden moeten blyven verI zoeken een A£le om Bier te Verkoopen, I en dat die daer voor, in plaets van 6 gul- Idens , maer zouden betalen 3 guldens , boven, het recht van 12 ftuyvers voor 't expedieeren van ieder A&e ; en dat de groote Tappers , mede te beginnen met aenftaende Jaer , insgelyks alk Jaren een Afte ter Secretary coc het Verkoopen of Tappen van Bier zouden moeren verzoeken ; waer voor dezelven mede 3 guldens, behalven 't recht van 12 ftuyvers voor 't expedieeren der Acfte zouden moeten voldoen; 't welke voor hen van geen groot bezwaer zoude zvn , en op welke wyze de Stad in geen fchade zoude komen; vermids tegenwoordig van de 50 drie guldens Bier - verkoopers, die mede Flesfiers zyn in Herken Drank, en van 14 anderen, die maer 3 guldens Bier verkoopen,nu 'sJaers voor de Stad ontfangen word de fomma van 384 guldens, en de Stad voortaen van de groote Tappers, zynde nu 78 in getal, als mede van de voornoemde 3 guldens Bier verkoopers, uytmakende 64, en dus in 't geheel een getal van 142, zoude genieten , tegen 3 guldens van ieder, de fumma van 426 guldens. Waer op gedelibereert zynde zyn de Heeren Regeerende Burgemeefteren voor de aengewende attentie in dezen zyn bedankt; en is voorts, na deliberatie, goedgevonden en verftaen het voorin 3 ge-  3o KEUREN DER STAD HAERLEM. gedragene te approbeeren, zo als haer Ed. ■ mccfteren verzocht dezelve ter executie te Achtb. doen by deze; wordende het zelve leggen. Zullende extract dezes aen den dienvolgens in ene Refolutie Geconver- Collecïeur van den Impoft op de Bieren teerd ; En de Heeren Regeerende Burge-1 worden gegeven tot deszelfs narichting. Aldus gedaan ter Vergadering van de Heeren Raaden, en Vroedfchappen der Stad Haarlem. In kennifle van My, J. J. v. B. V. NTEUWENHUYSEN. Resolutie, dat voortaen geen GROSSIERS of FLESSIERS hun recht tot het Gild zullen mogen verkoopen, ten zy dezelve alle Jaeren de recognitie aen de Stad behoorlyk hebben voldaen, van den 3 van May 1760. Zie in het Kapittel van Gildekeuren. onder gecombineerde Brandewyn verkoopers en Tappers Gild. ORDONNANTIËN CONCERNEERENDE HET WERK DER BEGRAAFFENISSEN. Elucidatie van de Resolutie van den 9 van Maart 1685. waar by verklaard is, dat de recognitie van 50 guldens wegens het vervoeren van LYKEN geen plaets heeft by onvermogen, of als enige Vreemde perfoonen, alhier overlydende, na hunne gewone woonplaetfe, ter begraving worden vervoerd, van den 16 van * Maart 1757. Zie onder het Kapittel van Finmtie. bladz. 27. Ordre op het dragen van LYKEN van Ongetrouwde Perfonen en van die in eenige Boffen of Gildens zyn, in de Buurt van de Dykftraat van den 18 van IVIaart 1758. BURGE MEES TEREN en REGEERDERS der STAD HAERLEM, gehoord hebbende het verzoek aen haer Ed. Groot Achtb. gedaen door Deken , Raed en Vinders der buurt van de Dykftraet, ten eynde het haer Ed. Groot Achtb. mocht behagen te arreftee¬ ren een Reglement omtrent hst dragen van Jonge of ongetrouwde Lyken , in hunne buurt overleden; en voorts ordre te ftellcn dat Uythaelders zouden moeten worden geëmployeerd, wanneer in hunne buurt overlyden enige perfonen, welken van wegens deze of geene Bosfen of Gildens worden  KEUREN DER STAD HAERLEM. den Begraven, nadien in deze gevallen de Buurten ordinair niet worden gekend; om daer door alle desordre en ongenoegen onder de buuren te prevenieeren; hebben , na deliberatie , goedgevonden en verftaen te ftatueeren, zo als haer Ed. Gr. Achtb., conform der gemelde Overluyden verzoek, ftatueeren by dezen; in de eerfte plaets, dat, by het overlyden van Jonge of ongetrouwde perfonen, hoedanigc die zouden mogen zyn, de Buurt zal moeten worden gekend ; en dat dienvolgens tot het dragen van zulke Lyken Jonge of ongetrouwde perfonen, in de voornoemde Buurt wonende , die de naeften aen 't Sterfhuys zyn, zullen moeten worden verzocht; ten ware die genen, die de dire&ie van een Sterfhuys hebben, om redenen, mochten goedvinden , ook dc zodanige, die buyten de Buurt woonachtig zyn, te verzoeken;maer dat in dien gevalle wegens ieder perfoon, alzo tot het dragen verzocht, door het Sterfhuys zal moeten worden betaeld Zes ftuyvers, ten profyte van diegenen, die zouden hebben moeten dragen. En in de tweede plaets, dat, wanneer enige Overledenen in de voornoemde Buurt door Gildens of Boften worden ter Aerde herteld, in zodanige gevallen, van wegens het Sterfhuys vier Uythaelders, de naesten aan 't Sterfhuys, uyt de Buurt zullen moeten worden verzocht; dog dat aen dezelven niet meer dan tien ftuyvers ieder zal behoeven te worden gegeven. Zo nochtans dat, wanneer om redenen in 't geheel geen Uythaelders worden verzocht, aen de vier naefte Buuren, welken daer toe zouden hebben moeten worden geè'mployeerd, ieder vyf ftuyvers zal moeten worden voldaen. Aclutn ter Kamer e den 18 Maart 1758. In kennifle van My, J. J. v. B. V. NIEUWENHUYSEN. Ordre op het dragen van LYKEN in de Buurt van de Ooftzyde van de BakenefTer Gragt tot aan de QuateYbrug, van de Weftzyde van dezelve tot aan het Bagynhof, en van de OudeOffenmarkt tot aan het Zakje, van den 3 van Juny 1760 BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STAD HAER LEM , gezien hebbende de Requefte aen hun Ed. Groot Achtb. geprefenteerd door Izaac Marchant, Jooft Gouda, Hendrik laFaille en Hendrik van Beek, Vinders van de Buurt van de Ooftzyde van de Bakeneflergraft tot aen de Quakelbrug, van de Weftzyde van dezelve tot aen het Bagynhof, en van de Oude Oflemarkt tot aen het Zakje , inhoudende hoedanig al van oude tyden hervvaerds merkelyke differenten en quefticn waren geweeft over het dragen der Lyken, voornamentlyk veroorzaekt door dien geene of weinige vermogende Luyden in dezelve Buurt wonen anders dan aen de Ooftzyde van de Bakeneflergraft , waer door die van de Oflemarkt en Weftzyde van de Bakeneflergraft nooyt van de groote voordeden kunnen jouifleeren , indien werd geobferveerd de ordre in andere Buurten plaetfe hebbende, hebben, in conformité van de opgave van de gewoonte in de gemelde Buurt gebruykelyk, en na alvorens daer op te hebben doen horen alle de geburen dewelken daer enigfints in konden zyn geintereflèerd, na deliberatie, goedgevonden en verftaen te ftatueeren en vaft te ftellen , dat in vervolg van tyd, wanneer aen de Ooftzyde van de Bakeneflergraft een Lyk is , om te dragen verzocht zullen worden de Zeven naefte Buuren met twee Buuren van de Weftzyde en een Buur van de Oflemarkt; en ingevalle 'er een Lyk is aen dc Weftzyde , dat dan verzocht zullen worden de Zes naefte Buuren , drie Buuren van de Ooftzyde, en een Buur van de Oflemarkt ; en wanneer een Lyk is op de Oflemarkt, in zodanigen geval de Acht naefte Buuren met twee Buuren van de Weftzyde, des dat geen genoegzaem getal op de Oflemarkt,zynde, dan die van de Ooftzyde van de Bakeneflergraft volgen zullen moeten; En eyndelyk dat zo het Lyk in een Bos is en daer uyt gedragen werd, dan Vier  32 KEUREN DER STAD HAERLEM. Vier Buuren zullen uythalen: te weten aen de Ooftzyde drie van de naefte Buuren en eene van de Weftzyde, aen de Weftzyde dc drie naefte Buuren en eene van de Ooftzyde ; en op de Oflemarkt mede de drie naeften en eene van de Weftzyde, welke hen voor een Draegplaetfe zal worden gerekend, en onder die geenen die de naefte Buuren niet zyn, beurten worden gehou¬ den. Willende en begeerende dat deze voorgemelde fchikkingen alzo zullen worden naergekomen en achtervolgd; ordonneerende een ieder wien deze zullen aengaen zig daer na te reguleeren. En zal hier van Copie aen de voornoemde Vinders worden gegeven om in deze te ftrekken tot hun richtfnoer en reglement. Aclum ter Caviere den 3 van Juny 1760. In kennifle van My, ]: H: V: DAM. KEU R E N WEGENS TRANSPORTEN en BOEDELS. Keure waar by aan de GROSSIERS in Sterken Drank word vergunt recht van preferentie op de Infolvente Boedels van Flesfianen tot zo veel als bedraagt de betaalde Excyns van den 15 Nov. 1760. MYNE HEEREN vat* den GERECHTE der STAD HAERLEM , disponeerende op het verzoek by Requefte aen hun Ed. Achtb. gedaen door Deken en Vinders van het Grosfiers Gilde in fterken Drank binnen deze Stad, ten eynde dat aen de Supplianten mochte worden vergund de praeferentie op de infolvente boedels van Flesfiancn, tot zo veel als bedragen zal de betaelde en uytgefchoten Exchyns aen deze Stad, gelyk zulks by Publicatie van dato 12 Septemb. dezes Jaers door hun Ed. Groot Mogende aen de Grosfiers ofSly- ters in fterken Drank binnen deze Provincie is vergund op de uytgefchoten en betaelde 's Lands Impoft; hebben, na deliberatie , goedgevonden en verftaen het gemelde verzoek te accordeeren, en aen de Supplianten te verleenen het recht van praeferentie op de infolvente boedels van Flesfianen tot zo veel als bedragen zal hunne uytgefchoten Exchyns, zo als aen dezelve door hun Ed. Groot Mogende is geaccordeert de praeferentie op de betaelde en uytgefchoten penningen aen de gemeene Lands Impoft, zo als het zelve geaccordeerd word by dezen. Aldus gedaen en gerefolvecrd den 15. November 1760. prefent de Heeren Mr. Cornelis Ascanius van Sypefleyn, Hoofdofficier ; Mr. Ar ent de Raet, Mr. Francais Benjamin Fagel en Antoni Kuits, Burgemec/tercn, en alle de Heeren Schepenen der Stad Haerlem. In kennifle van My, H. APPEL S- KEU-  KEUREN DER STAD HAERLEM. KEUREN OP DE 33 ERF SCHEIDINGEN. PUBLICATIE dat de Verhuystyd voortaan word vaftgeftelt op den 30 van April, als de eerfte May op een Zondag komt, van dato den 26 April 1757, BUR GE MEE STÈREN en REGEERDERS der STAD HAER LEM, gereflecteerd hebbende dat de eerfle dag van de maand Mey dezes Jaers op Zondag komt; en dat dus omtrent de Verhuystyd op den 1. Mey invallende , verandering moet worden gemaakt ; hebben, na deliberatie en op exempel van voorgaande Jaaren, om alle confufie en desordres voor te komen nu en in vervolg van tyd, goedgevonden en verftaan , den dag tot bet verhuyzen in dit Jaar, en voortaan alle Jaaren, waat in de i. Mey op Zondag valt, te ftellen, zoo als haer Ed. Groot Achtb. doen by deze, op den 30. van de maand April; en dat dienvolgens alle die genen, die tegen de maend Mey moeten verhuyzen, zorg zullen moeten dragen dat de huyzen, door hen wordende bewoond, op den 30. Aapril , voor de middag, te twaalf uuren, zyn ontruymd, om door de nieuwe bewoonders te konnen worden betrokken. Zullende deze in dit en andere Jaaren , waarin de eerfte Mey op Zondag komt, worden gepubliceerd en geaffigeerd, zo als gebruykelyk is. In kennifle van My , J- J- v. B. v. NïEYJWE^RvJYSER ORDONNANTIËN BETREFFENDE DE BUURTEN en DIAKENEN. RESOLUTIE waar by de Buuren van het Spaarne , tot de Lange Brug, en van de Hoogftraet worden gecombineert, van den 28 van Oftober 1760. Compareerden ter Kamere van de Heeren BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STAD HAERLEM , de Vinders van 't Spaerne tot de Langebrug en van de Hoogftraat, te kennen gevende dat hunne Buurten Vervolg van 'f I, Deel, 2. Stuk. zeer kleyn en veele Pakhuyzen daeronder waren, en dat zy eerftgemelde Vinders van 't Spaerne wel genegen zouden zyn om de gemelde Buurten te combineeren, en dat Jan Schotty , Vinder van de gemelde Buurt an de Hoogftraat, wiens meE dc  34 KEUREN DER STAD HAERLEM. de Vinder kortelings was overleden, daerinne wel zoude confenteeren willen, ingevalle zulks met het goedvinden van haer Èd. Gr. Achtb. zoude overeenkomen, en vervolgens hun Ed. Gr. Achtb. verzoekende zulks te accordeeren ; hebben, na deliberatie , goedgevonden en verftaan het voorfchreve verzoek toe te ftaan , zo als hun Ed. Groot Achtb. doen by deze, en dat dienvoJgende de gemelde twee Buurten voortaan een Buurt zal zyn en daar voor worden gehouden , en in vervolg geregeerd worden door drie Vinders van de Buurt van het Spaerne en twee uit de Hoogftraat , dewelken de gemelde twee Buurten dus met den anderen gezamentlyk als eene Buurt zullen Adminiftreeren, en in die Qualiteyt zo als in alle andere Buurten gebruykelyk is, zullen fungeeren. En zal hier van Copie aen de gemelde Vinders tot hare narichtinge worden gegeven. In kennifle van My, J: H: v: D A M. REGLEMENT voor de STADS-SCHOOLMEESTERS. BUR GE MEE STÈREN en REGEERDERS der STAD HAERLEM , in acht genomen hebbende het groot verval omtrent het Orderwys der Kinderen van behoeftige Lieden en van Bcr jaarden onder dezelven in het Lezen, Schry"ven en de gronden van den Godsdienfi,- het welke voor een groot gedeelte oorzaak is van de diepe onkunde, die daar onder word befpeurd; en het welke zeer nadeelige gevolgen na zig fleept, niet alleen omtrent het Burgerlyke Leven, maar ook en wel voornamentlyk met relatie tot der zeiver eeuwig welzyn; en dienvolgens van de uyterfte noodzakelykheyd hebbende geoordeeld , de voorfchreve Qtiaale te remedieeren, zo veel in haar Ed. Groot Achtb. vermogen is, en dus mede te werken tot HeyZ der arme Burgeren en Ingezetenen deezer Stad; hebben na Deliberatie cn ferïèufe Examinatie van het geene daar toe zoude kunnen Jlrekken, midsgaders hier op hebbende ingenomen de Confideratien van de Heeren Curatoren van de Latynfcbe en andere Schooien, goedgevonden en verftaan, op nieuws te arrefteeren, zo als haar Ed. Groot Achtb. arrefteeren by deeze, het navolgende Reglement op het injlrueercn van de Kinderen der Onvermogenden in de Stads-Schoolen, als ook van Be boeftige Bejaarden; ordonneer ende ,de $tadsSchooïmeefters, zo tegenwoordige als toekomende , en voorts een yder, w'ien bet aangaan mag , zich naer het zelve, als ook naer alle verdere Ordres, by haer Ed. Groot Achtb. in vervolg van tyd te ftellen, te gedragen. Articul I. De Stads-Schoolmeefters zullen, tot gemak en gerief van de Armen, yder hebben een gedeelte van de Stad, daarin moeten woonen, zo na als 't mogclyk is, in het midden van dien , cn zich voorzien van een bequame Wooning ten genoegen van de Infpe&ores-, zullende een gedeelte begrypen al 't geene aan de overzyde van 't Spaarne gelegen is ; onder 't tweede zal begreepen zyn alles wat ten Noorden van de Zeylftraat, de Groote Markt, de Kerk achter om en de Damftraat legt; en onder 't laatfte al het geene ten Zuyden de Zeylftraat, Groote Markt en Damftraat word gevonden. I I. De Stads-Schoolmeefters zullen 's Jaars voor Traftement, vry van Annates, genieten de Summa van vierhonderd Guldens, op hunne Quitantien, ter Thefaurie deezer Stad,alle drie Maanden een gerechte vierdepart , te ontfangen ; en daarenboven Jaarlyks , yder dertig Pond Kaersfen en vyf-cn-twintig Ton Turf, welke Turf door 't Aelmoesfeniers - Huys en Diaconie aan hen zal worden bezorgd : zonder van de Kinderen, die zy onderwyzen, ofderzelver Ouders iets te vorderen of te ontfangen, onder wat benaaming het zoude mogen zyn, op poene van te worden gecas1'ccrd. I I I. De Stads - Schoolmeefters zullen moeten doen Profesfie van de Gereformeerde Christelyke Religie , en ondertekenen de gewoone Formulieren , daar toe geftcld ; ftaande ter goeder Naam en Faam, en bekend voor brave Luyden, die bequaam zyn tot het Onderwys der Jeugd ; zullende , ten opzichte van hunne Capaciteyt omtrent het  KEUREN DER STAD HAERLEM. 35 het Lezen en Schryven , van de Heeren Curatoren der Latynfche en andere Schooien; en van hunne Bequaatnheyd tot het Leeren en Onderwyzen in den Godsdienfl, van den Kerkenraad , behoorlyk Bewys voor hunne Aanllelling moeten vertoonen. t V. Dezelven zullen geen andere Kinderen of bejaarde Perfoonen in hunne Schooien aannemen, als die zelfs of welkers Ouders van de Diaconie- of het AelmoesieniersHuys Onderhoud genieten ; waarvan aan hen by Ade van Diaconen of Regenten van het Aelmoesfeniers-Huys, als hier na Art. VI. word gezegd, zal moeten blyken; en, tegen dit Articul doende, verbeuren, voor de eerfte reyze een Ducaton ten behoeve van de Diaconie ; en ten tweede maale dit Articul overtredende, door haar Ed. Groot Achtb. arbitralyk worden gecorrigeerd. V. Wanneer evenwel eemge Ouders, die, fchoon geen Onderhoud als vooren trekken, nochtans onmachtig zyn hunne Kin- \ deren op hunne Koften te laten onderwy- ] zen, mogten begeeren hunne Kinderen by J een der Stads-Schoolmee/lers ter SchooJe / te mogen laten gaan, zullen de zodanigen, I of de Meefter, die daar toe mogt worden verzogt, zulks, met Bewys van derzelver Onvermogen , aan de Heeren Curatoren moeten bekend maken; die, na behoorlyk onderzoek en bevinding van Zaaken, daar omtrent zullen mogen disponeeren, zo als < oordeelen zullen te behooren; met recom- i mandatie echter, om ten dien regarde niet i te veel faciliteyt te gebruyken. Zullende < de Stads-Meefters zig daar naar moeten re- . guleeren, en van de zulken ook niets mo- 1 gen ontfangen, op poene als Articul II. is j gemeld. V I. De Schoolmeefters zullen alle de Kindekren van Ouders, die onder hunne refpective Verdeelingen woonen en Onderhoud genieten, zynde 6 Jaaren oud, gezond en ' met geen befmettelyke Quaalen bezogt, i in hunne Schooien (op een Schriftelyke i Ordre van de Regenten van 't Aelmoelfe- 1 niers Huys of Diaconen refpeclive , naer i dat de Kinderen of hunne Ouders door de Diaconie- of Aclmoefleniers-Huys worden gealimenteerd, volgens dit Formulier: De Mee/Ier in het publicq Kinderfchool zal gelieven in zyn Onderwyj aan tc nemen oud Jaaren, ■waar van de Ouders (of Vader of Moeder) zyn en woo¬ nen de N. N. Regent of N. N. Diacon) moeten ontfangen, yder voor zo verre zyn Gedeelte loopt, zonder eenigen af te wyzen; op de Boete van vyf en-twintig Guldens ten behoeve van de Diaconie en het Aelmoefleniers-Huys, yder de helft. V I I. De Schoolmeefters zullen moeten School houden op Maandag, Dingsdag, Woensdag, Donderdag en Vrydag; van den eerfen April tot den eerften October, vier Schooltyden, als 's morgens ten acht uuren, 's middags ten één uur, namiddags ten zes uuren en 's avonds ten half negen of negen uuren na dat het Licht is. En vervolgens van den eerften Oótobertot den eerften April , drie Schooltyden , als 's middags ten één uur, 's namiddags ten vyf uuren en 's avonds ten negen uuren, uyt;ezonderd op Nieuwjaars-Dag, Bededag, Paaflbhen , Hemelvaarts-Dag Pinkster , ierstyd, als ook de Hartjes-Dag, eer/Ie ^arkemarktsdag en geduurende de Kernis; alle welke Schooltyden ten minften ;en uur zullen moeten duuren. En zulen de Schoolmeefters op de geftelde uuen buyten 's Huys niet mogen uytgaan, >m iemand te leeren of eenige andere Zaaken te verrichten. Blyvetade zulks aan len op andere uuren buyten 's Huys ge>ermitteerd , doch niet, om aan hunne luyzen eenige Schooien, hoe genaamd, e houden, VIII. De Schoolmeefters zullen, in de zes Vin ter - Maanden , een der voornoemde Irie Schooltyden moeten houden tot het eeren Spellen en Lezen; een andere om iet Schryven; en een om het Cyfferen, loch maar driemaal 's Weeks, te ondervyzen; en tweemaal 's Weeks de AvondE 2 Schob-  36 KEUREN DER STAD HAERLEM. Schooien, om Difcipelen , boven de vyftien jaaren oud, in de Gronden van den Godsdienft te inftrueeren, naer een yders capaciteyt. En zullen de Schoolmeefters wyders, in de zes Zomer-Maanden, een der voorfchreve vier diftincte Schooltyden moeten houden tot het leeren Spellen \ een andere om te leeren Lezen ; voorts een andere tyd om het Schryven ; en laatftclyk een om het Cyfferen te onderwyzen; 't welk mede maar driemaal 's Weeks zal gefchieden ; en voorts het Avondfchool mede tweemaal 's Weeks, om Difcipelen, boven de 15 Jaaren oud, in de Gronden van den Godsdienft te inftrueeren wordende de Meefters gelaft hunne Difcipelen te onderwyzen by forme van Catechifatien, byVraagcn en Antwoorden, en geenzins op de wyze van Predikatiën of dieroelyke. Met dien verftande nochtans, dat zy ook op de andere Schooltyden de Difcipelen in de eerfte Beginfelen van den Godsdienft zullen moeten onderwyzen, naar een yders vatbaarheyd. I X. De Meefters zullen die geenen, die by hen ter Schoole gaan , het Gebed des Heeren, de Tien Geboden, het Morgenen Avond-Gebed en de Geloofs - Artikelen , midsgaders het Kort Begrip der Chrfstelyke Religie, ftaande achter de Nederduytfche Gereformeerde Pfalm-Boeken , moeten doen van buyten leeren, naar een yders vatbaarheyd. X. Voorts zullen zy moeten gebruyken den Heydelbergfchen Catechismus, en zodanige andere Boeken als door de Infpectores zullen worden opgegeeven, op poene van contrarie doende voor de eerfte reyze te verbeuren een Zilvere Ducaton, en de tweede reyze twee Zilvere Ducatons, ten behoeve van de Diaconie. X I. De Schoolmeefters zullen, op de befte en bequaamfte manier , met allen ernft trachten te verhoeden, dat hunne Schoolleren, noch in het School, noch (zo veel mogelyk) buyten het zelve op de Straaten, zich komen te bezondigen met Vloeken, Zweeren, of met Gods Heyligen Naam te nisbruyken; als mede, dat de Schoolieren reen andere quaade Dertelheden ofBoosaeden , als Krakeelen , Scheld-Naamen geeven, of Vechteryen, 't zy onder elkanaeren , "t zy tegen andere Kinderen, of wie het ook zy, pleegen. X I I. In tegendeel zullen de Meefters de Kinderen trachten in te fcherpen, dat zy zich allezins en ten allen tyden ftil, zedig en ;re/chikt moeten aanftellen; en wel voornaamentlyk, dat zy, zo in de Schooien als op de Straaten en in hunne Huyzen, zich eerbiedig moeten gedragen jegens allen, die God de Heer tot eenige aanzienlyke Bedieningen , zo in het Politicque als in het Kerkelyke, boven hen gefield heeft, en in 't byzonder jegens de Magiftraat , Leeraars, Ouders en Meefters, doende hen teffens begrypen, wat Dankbaarheyd, Liefde en Gehoorzaamheyd zy aan dezelve verfchuldigd zyn. XIII. En zullen de Meefters die geenen, die hier tegen doen, daar over vermaanen cn beftraffen , en, zulks niet helpende, behoorlyk kaftyden, doch met alle Vaderlyke befcheydenheyd, niet in Toorn, niet heftig, maar onder Vermaaning en mee klaare Bewyzen aan hen te geeven van zulks alleen te doen uyt Plicht, en tot hun eyge beften, om hen van den Weg des Verderfs te redden; en, indien dit alles niet helpen kan , of de Quaadaartigheydvan humeur en gedrag van een Schoolier te hoog loopt, zal de Meefter daar van kennis moeten geeven aan de Infpectores , om daarin naer bevinding en behooren te voorzien. X I V. De Meefters zullen gehouden zyn met het aangaan en het eyndigen van de Schooltyden , door een van de bequaamften van hunne Difcipelen, by beurten, met alle eerbiedigheyd , telkens te laaten bidden het Gebed des Heeren; geduurende welk Gebed zy zullen moeten zorgen dat alle de anderen zich ftemmig en eerbiedig gedragen. X V.  KEUREN DER STAD HAERLEM. 3? X V. De Kinderen zullen zo lang ter Schoole moeten gaan , tot dat zy , nacr hunnen Staat, bequaam zyn. En niet mogen worden gelicentieerd zonder een Bilüet van Affcheyd van de ïnfpe&ores, als hier na Art. XXVI. word gemeld. Wordende aan alle die geenen , die van de Aelmocffen leeven , gelaft , om hunne Kinderen ter Schoole te zenden, en aldaar, tot dat zy bequaam zyn, te laaten blyven, tot welzyn van hunne Kinderen, op de poenaüteyt hier na Art. XVIII. geftatueerd. En wyders zorg te dragen, dat dezelven behoorlyk gereynigd en gehavend aldaar verfchynen, op een gelyke Poenaliteyt. X V I. De Schoolmeefters zullen den tyd, tot het Schoolhouden beftemd, zelfs naarftig waarneemen, zonder zich van 't School te abfenteeren , of anderen in hun plaats 't zelve te laaten waarneemen; gelyk zy ook de Kinderen daar toe flipt zullen moeten houden, dat zy z,\c\\ by tyds in 't School laaten vinden,en, buyten Ziekte,mett'huys blyven; ten welken eynde yder Schooltyd door een van de oudfte Schoolleren de IYaam-Lyft van allen zal worden opgeleezen, om de afwezenden aan te teekenen; cn zal door een van de oudfte en bequaamile Schoolieren, wanneer zyn eygen Schoolwerk verricht heeft, terwyl de andere Difcipelen noch in 't School zyn, na de reden van derzelver abfentie by de Ouders moeten worden vernomen. Zullende de Meefters de Kinderen daar benevens ook gewennen , om alle goede Burgerlyke gemanierdheyd , zo in 't inkomen als in 't uytgaan van 't School, cn verders daar het te pas mag komen, te betoonen. En zullen de Meefters wyders verplicht zyn om de Naamen en Ouderdom van hunne Leerlingen te fchryven in een Boek, als mede, wie derzelver Ouders zyn , of die Ledemaaten zyn of niet, en waar zy woonen, midsgaders wanneer zy ter Schoole zyn gekomen , en wie van dezelven zich dagelyks uyt de Schooien abfenteeren. En het zelve Boek altyd voor de hand te houden, om aan de Infpeclores, by de Vifitatie der Schooien, te vertoonen, wanneer de gemelde Infpeftores zulks requireeren. X V I I. Dezelve Schoolmeefters zullen alle Maanden een Lyft van de Kinderen, die by hen ter Schoole gaan , met byvoeging der Naamen van de Ouders en waar woonachtig zyn , moeten overgeeven aan de Diaconen der Nederduytfche Kerk , voor zo verre derzelver Kinderen Ouders door de Diaconen worden gealimcnteerd; en aan de Regenten van het Aelmoeffeniers - Huys , ten opzichte van zodanigen, welkers Ouders door de gemelde Regenten worden onderhouden. XVIII. Voorts zullen de Diaconen en Regenten van het AelmoefTeniers-Huys, Maandclyks, zich by de Huys-Vifitatien en andere bequame gelegenheden, moeten informeeren, of die geenen, die zy alimenteeren , hunne Kinderen ter Schoole laaten gaan; dezelven, in gevalle hierin nalatig zyn , daar toe op het ferieufte aanmaanen; en, zulks van geen vrucht zynde , de zulken met het inhouden der Alimentatie of een gedeelte van dien, tot hunne Plicht noodzaaken. Zullende door de Meefter alle Maanden Lyften van de Ab- femen aan het Diaconie- en Aelmoefleniers- Huys moeten worden bezorgd. X I X. Wanneer de Meefters aan hunne Leerlingen eenige School-Boeken ter handen ftellen , zullen zy daar van Aanteekening moeten houden ; en voor in de Boeken fchryven de Naam van die geene, aan wien het zelve gegeeven word; midsgaders den Dag van de Uytgeevinge. X X. De Stads-Schoolmeefters zullen, als Leden van 't Schoolmeefters Gild, verders onderworpen wezen de Laflen van het Gild, en daarentegen ook de Voordeden van het zelve genieten, zo als in 't Reglement op het houden van de Duytfche en Franfche Schooien , gearrefteerd den 10 September, des Jaars 1746, Art. V., XI., XII. en XIII. is ter neder gefield. XXL Aan den Ingang van yder School zal een E 3 Arm.  38 KEUREN DER STAD HAERLEM, Armbos worden geplaatft, welke yder Vierendeeljaars zal worden geopend. Zullende over de Penningen, daar in bevonden, worden gedisponeerd, als hier na Articul XXV. word gevonden. XXII. En , op dat het heylzame Oogmerk van haar Ed. Groot Achtb. tot onderwys van arme Kinderen en Bejaarden te beter mogt worden bereykt, hebben haar Ed. Groot Achtb. wyders goedgevonden tot fnfpectores van yder der Stads-Schooien aan te ftellen een Predikant, een Ouderling, een Regent van het Aalmoefleniers-Huys, en een Diacon van de Nederduytfche Kerk, by den Kerkenraad en de Regenten van 't voornoemde Aelmoefleniers-Huys zelve te eligeeren, binnen den tyd van acht dagen na de Receptie van deeze Ordonnantie; zullende dezelve ten minften den tyd van twee Jaaren deeze toezicht blyven waarneemen. XXIII. De voornoemde Infpe&ores zullen, ten minften alle drie Maanden, de Stads-Schoolen vifiteeren, en onderzoeken, of deeze Ordonnantiën naer behooren word achtervolgd ; waar toe zy zo wel den een als den ander zullen tragten te houden met vriendelykheyd, vermaning en heftraffing., XXIV. ' De Infpettoves zullen van tyd tot tyd, op hunne Ordonnantie , door deezer Stads - Drukker doen bezorgen de SchryfBehoeftens tot de Stads-Schoolen nodig, midsgaders de Boeken voor de Kinderen. Welke Stads-Drukker een Specificatie van de Koften , daar toe gemaakt, met de voorgemelde Ordonnantiën alle drie Maanden aan haar Ed. Groot Achtb. zal overgeven , om daar op Ordonnantie van Betaaling ten Me der Thefaurie te bekomen. XXV. En worden de gemelde Infpeclorcs geauólorifeerd om aan de zodanigen , die goede Progresfen maken en zulks menteeren, eenige Boekjes te vereeren. Zullende aan hen alle Vierendeeljaaren worden verleend een Ordonnantie van 25 Guldens ten lallen van de Thefaurie deezer Stad, tot aankoop van Pfalm- Boeken , Teftamenten , of Bybels, naer der Difcipelen Merites, ten gemelde eynde. En zal de Meefter voor in zodanige Boeken Schryven de Naamen der Kinderen , die daar mede worden begunftigd. Zullende tot het aankoopen van de gemelde Pryzen ook worden geëmployeerd 't geene de Infpectores, by het openen van deArmboflen, waar van zy de Sleutels zullen hebben en bewaaren, daarin zullen vinden. XXVI. De Infpeftores zullen aan de Kinderen, als zy bequaam zyn, om uyt de Schooien te gaan, geeven een Billiet van Affcheyd, door hen refpecWve geteekend. XXVII. Alle de Inlpeétores zullen, na 't doen der Vifitatien , een Byeenkomft moeten houden, om hunne Bevindingen aan elkander te communiceeren, en te overleggen, wat ten beften der Schooien zoude kunnen dienen. XXVIII. De gemelde Infpeftores zullen tweemaal 's Jaars, eens in de laatfte Week van de Maand January , eens in de laatfte Week van July, aan haar Ed. Groot Achtb. kennis moeten geeven van den toeftand der Schooien. En dienen van hunne Confideratien , wanneer eenige Zaaken mogten voorkomen, waar over zy niet goedvinden te difponeeren; en waar omtrent zy eenig redres nodig oordelen. Jclum ter Kamerc dm 10 van Mey des- Jaar: 1757. In kennifle van My, J. J. v. BERGUM v. NIEUWENHUYSEN. Al-  KEUREN DER STAD HAERLEM. 39 Alteratie van het VII. en VIII Articul van het Reglement voor.de STADS SCHOOLMEESTERS, van den 5 van Auguftus 1757. BUR GE MEE STÈREN en REGEERDERS der STAD HAERLEM , door de Infpe&ores der Stads Schooien zynde geïnformeerd dat aen hen enige Zwarigheden zyn voorgekomen ten opzichte van de uuren tot het Schoolhouden vaftgefteld , verzoekende dat hier omtrent enige verandering mocht worden gemaekt; hebben, na deliberatie, hetVII en VIII Articul van 't Reglement voor de Stads-Schoolmeelters in zo verre altereerende, goedgevonden en verftaan, byprovifie en tot een proef, vaft te ftellen, zo als haer Ed. Groot Achtb. vaftftellen by deze, dat, zo wel des Zomers als 'sWinters maar drie Schooltyden zullen worden gehouden, namentlyk des morgens van ne-. gen tot elf uuren, voorzodanige Kinderen, die niet werken, om in het Spellen en Lezen te worden onderwezen ; 's middags j van half een tot twee uuren voor die genen , die te werk gaan, insgelyks om het Spellen en lezen te leeren;en'savonds van acht tot tien uuren , driemaal 's Weeks, voor alJerley Kinderen zonder onderfcheyd, om in het Lezen, Schryven en Cylferen te worden geinftrueerd. Blyvende dan twee dagen in de Week over om 's avonds de Leerlingen boven de vyfden Jaren oud in de Gronden van den Godsdienft te onderwyzen. En zal Copie dezer aen de gemelde Infneclores en de Stads Schoolmeesters worden gegeven tot hunne narichting en om zig daer naer te reguleeren. In kennifle van My, J. J. v, B. v. NIEUWENHUYSEN. Resolutie houdende verandering omtrent het Schoolgaan der Kinderen in de STADS SCHOOLEN, van den 28 van Auguftus 17-58, BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STAD HAERLEM, gelet hebbende op 't verzoek aen hun Ed Groot Achtb. gedaen door de Infpcctores over dezer StadsSchoolen, ten eynde tot meerder nut en vrucht derzelven enige zaken mochten worden vaftgefteld en verandering gemaakt omtrent het Schoolgaan van de Kinderen ; hebben, na deliberatie, goedgevonden en verftaan te arrefteeren, zo als hun Ed. Gr. Achtb. arrefteeren by deze; eerftelyk, dat de Kinderen van vyf tot tien Jaaren oud, gehouden zullen zyn, in het Morgen-School tc komen en 't zelve te frequenteeren; 't en ware zy voor dien tyd reeds behoorlyk konnen Spellen en Lezen. En ten tweede, dat alle die Kinderen, die nu in het Middag-School gaan, zo veelen als 'er zonder werk zyn, verplicht zullen wezen , zonder onderfcheyd van Jaaren, niet in het Middag-School , maer in het Morgen-School te komen. Ordonneerende de Ouders van alle zodanige Kinderen hier voor te zorgen, zonder daarvan te blyven in gebreke; cn aan de Diakenen der Gereformeerde Kerk en Regenten van het Aelmoesfeniers-Huys dezer Stad om dezelve Ouders zulks op 't ernftigfte te recommandeeren. En zal Copie dezer aen de gemelde Infpeólores $ Diakenen en Regenten worden gegeven tot derzelver narichting. In kennifle van My, J. J. v. B. v. NIEUWENHUYSEN. Re-  KEUREN DER STAD HAERLEM. Resolutie houdende nader Verandering omtrent het Schoolgaan der Kinderen in STADS-SCHOOLEN, van den 12 van February 1759. BUR GE MEE STÈREN en REGEERDERS der STAD HAERLEM, gezien en geëxamineerd hebbende de Schriftelyke Memorien aen haer Ed. Groot Achtb. geprefenteerd door Infpe&orcn der publicqtic Srads-Schoolen, daer by te kennen gevende dat de MiddagSchooien ongeregeld en van weynig nut zyn wegens de menigte der gedurig aankomen-1 de en üytgaande Kinderen, het welke niet verbeterd is door de Refolutie van 28 Aug. 1758 vermids de Kinderen van vyf tot tien Jaaren 's morgens Schoolgaande geen werk konnen krygen voor eenen halven dag; en verzoekende in de eerfte plaats, ten eynde alle die inconvenienten geredresfeerd mochten worden, dat ook nademiddag van half drie tot vier uuren zoude mogen School¬ gehouden worden, waarin die zelve Kinderen die 's morgens Schoolgaan, ook zouden konnen gaan of moeten gaan, mids dat die reeds Spellen cn Lezen konnen, ook nademiddag zouden Schryven; en ten anderen dat haar Ed. Groot Achtb. aan hen een Ordonnantie geliefden te verleenen ter bntfang van 75 Guldens voor % Jaars,om daar door in ftaat te zyn tegen Paasfchen, irt navolging van de Godshuyzen, de Pryzen aan de Kinderen uyt te konnen deelen; hebben , na deliberatie, goedgevonden en verftaan de twee verzoeken te accordeeren, zo als hun Ed. Gr. Achtb. accordeeren by deze. En zal Copie hier van aan de gemelde Infpechoren, Diakenen en Regenten gegeven worden tot hunne narienting. In kennisfe van My, J. ]. v. B. v. N1EUWENHUYSEN. Order op de leverantie van Turf, en Kaarsfen aan de STADSSCHOOLEN, van den 3 van Juny 1760. BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STAD HAER1 LEM , gezien en geëxamineerd hebbende de Memorie aen hnn Ed. Groot Achtb. geprefenteerd by de Infpe&oren der publique Stads-Schoolen binnen deze Stad, inhoudende derzelver Confideratien nopens de Turf enKaarfen welke na hunne gedachten voor ieder der vier Stads-Schoolen Jaarlyks tot gebruyk nodig zoude zyn; hebben, na deliberatie, goedgevondenen .verftaen de voornoemde Infpeétoren gezamentlyk te auftorifeeren, omme Jaarlyks ten behoeve van de voorfchreve StadsSchoolen te mogen difponeeren tot het getal van tweehonderd en veertig Tonnen Turf en van vyfhonderd en veertig Ponden Kaarfen, wel minder maar niet meerder, zynde te zamen de juyfte quantiteyt welke zy Heeren ïnfpeftoren ten behoeve van derzelver Schooien hebben vermeyhd nodig te zyn , des de leverantien der Turf gefchiede by de Diakonie en Aalmoesfeniers Huys dezer Stad, en die van Kaarfen by die geenen die ten behoeve van de Stad de Kaarfen leverd, telken reyze op een Billet by twee der Inlpecloren ondertekend , inhoudende de quantiteyt der Turf of Kaarfen die geleverd willen nebben, en het School uytgedrukt waar aan de leve rantie zal moeten gefchieden , ten eynde omtrent de Kaarfen dien conform de betalinge van Stads wegen zal konnen gedaan worden: alles nogtans in die billyke verwachtinge dat door de gemelde InfpecToren van de voorfchreve alzo verleende auctorifatie niet anders dan op de Menageufte wyze gebruyk zal worden gemaakt, en omtrent de diftributic der voorfchreve Turf en Kaarfen , welke beprepen word niet op eenmaal maar in diverfe reyzen te zullen gefchieden, inzonderheyd zal worden in acht genomen de Zaizoencn , de conftitutic der Schooien zelve, midsgaders het  KEUREN DER STAD HAERLEM. 43 het aantül der perfonen die zig dagelyks aldaar laten vinden, ten eynde van de fucceffive afleveringen , invoegen voorfchreve, van tyd tot tyd te doen, geen misbruyk worde gemaakt of dezelve eenigfints worde genegligeerd, en in 't generaal , zo veel mogelyk zal zyn, daar op lettende dat alles worde hefteed en de bekeert tot het rechte oogmerk waar mede het zelve gegeven word , en des Stads finantie alzo op dc minfl laflige wyze daar mede. worde ge* chargeerd. En zal Copie van deze Refolutie worden gegeven aan gemelde Infpectorcn van deze Stads Schooien tot hunne narichtinge. In kenniffe van My, J. H. van DA M. KEUREN OVER ALLERHANDE ZAKEN. Waarfchouwing rakende het Verkopen van ROTTEKRUYD • p van den 25 van November 1757. Zie in het Cap\tte\ vtfk te Gildekeuren onder Collegium Medico Pharmaceutlcum, pag. Verbod aan de ZOUTVERKOOPERS om eemVerhande ZOUT met gefabneeert binnen deeze Stad of derzelver jurisdiaie * te doen overftorten of te hebben in zakken met * het Haerlemfche wapen gemerkt; van den 20 van December 1760. 'jfv M YNE HEEREN van den GEVI RECHTE der STAD HAER-LtJL LEM , gelet hebbende op het Verzoek, by Rèquefte aan hun Ed. Achtb. gedaan van wegens de gezamentlyke Eygenaars van de Zout-Keet, gelegen aan 't Zuyder-Spaarne onder de Jurisdiaie deezer Stad , tc kennen gevende, dat baatzoekende Mcnfchcn , tot het verkoopen van Zout binnen deeze Stad geadmitteerd, zich niet ontzien, Zout uyt andere Plaatfen , van minder valeur zynde, in te Haan, en 't zelve te doen Horten, of by de ontbieding over te neemen in Zakken , gemerkt met het Wapen deezer Stad , om dus het zelve Zout voor Haerlems te debiteeren of te verkoopen, verzoekende zv Vervolg van 't I. Deel, 2. Stuk. Eygenaars van gemelde Zout-Keet, gelegen onder de Jurisdiaie deezer Stad, dat hun Ed. Achtb. daarin voorziening gelieven te doen; hebben hun Ed. Achtb., na Deliberatie, goedgevonden en verftaan te ordonneeren en te ftatueeren, gelyk hun Ed. Achtb. doen by deeze: Dat niemand, wie hy zy, der geenen, die Zout verkoopen binnen deeze Stad of de Jurisdiaie van dien, eenigerhande Zout, niet gefabriceerd zynde binnen deeze Stad of derzelver Jurisdiaie, zal vermogen te doen overftorten , of te hebben, in Zakken, .gemerkt met het Haerlemfche Wapen, op Poene, dat die geene , dewelke bevonden zal worden contrarie deezes te doen, zal vervallen voor F de  42 KEUREN DER STAD HAERLEM. de eerfte réys in een Boete van vyf-entwintig Guldens, voor de tweede reys m een Boete van vyftig Guldens met fuspenfie van deszelfs Zout-Neering voor den tyd van zes Weeken, en voor de derde reys, vervallen zyn van gemelde Zout-Neering voor altoos, zonder dezelve ooyt weder te mogen exerceeren; en ten eynde het zelve des te beter zoude worden geobferveerd, zo worden by deeze, buyten en behalven den Heer Hoofd-Officier en den Commisfaris deezer Stads Keuren , tot het doen der Calange mede gequalificeerd en geaucïorifeerd de Beftelder van het Zout, de Bcdiendens van de Zout-Keet , en in *t generaal alle de geenen , welke omtrent de Zóut-Neering geïntereffeerd zyn. Zullende de bovengemelde Boeten gaan in drie deelen , waar van een derdepart zal zyn voor den Heer Hoofd-Officier, een derde voor den Aanbrenger, en een derde voor de Nederduytfche Gereformeerde DiaconieArmen binnen deeze Stad. En zal Copie deezes gegeeven worden aan de Supplianten, als mede aan alle de Zout-Grosfiers en Kramers tot derzelver naricht. Jldm, gedaan en gearrefteerd den zo December jj6o. prafent dé Heeren Mr. Cornelis Ascanhs van .Sypefteyn, Hooftofficier; Mr. Ar ent de Raet, Mr. Francais Benjamin Fagel en Antoni Kuits, Burgemeefleren, en alle de Heeren Schepenen, frater den Heer Patyn. In kennifle van My, P. VERMEULEN. Reglement op het Salaris dat ter WEESKAMER moet worden betaalt by het vertonen van Teftamenten; van den 29 van September 1759. BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STAD HAER-, LEM , gezien hebbende zekere Lyfte door de Heeren Weesmeefteren de- | zer Stad geformeerd en dienende tot redres van de eerfte Articulen van het Salaris van de Weeskamer dezer Stad, en beftaande in zodanige als hier worden ter nedergefteld, Namentlyk: Dat alle Teftamenten van zodanige perfonen die zig in de Claflïs van Pro Deo hadden aangegeven, zouden vry wezen. Dat voor alle Teftamenten van die geene die zig in de Claflïs van drie Guldens hadden aangegeven zouden betaald worden tien Jluyvers, in de Claffls van zes Guldens, eene Gulden, en die in de Clas- fis van vyftien en dertig guldens als van ouds twee en drie Guldens. Die geen Teftament hebben in de Clas- fis van drie Guldens , tien jluyvers, die van zes Guldens vyftien ftuyvers, die van vyftien Guldens eene Gulden , die van dertig Guldens, twee Guldens. Hebben, na deliberatie en gelet op het verzoek daar benevens gedaan ten eynde de gemelde fchikkinge mogte worden geapprobeerd, goedgevonden en verftaan de gemelde Clasfisfen van betaling van Salaris, als zynde tot foulaas van geringe lieden ingericht, te approbeeren , zo als hun Ed. Gr. Achtb. doen by dezen. In kennifle van My, J. H. van DAM.  DERDE VERVOLG OP HET EERSTE DEEL VAN DE KEUREN E N ORDONNANTIËN DER STAD HAERLEM, Begrypende de Keuren in de Jaaren 1761, 17Ó2 en 1763 gearrefteei'L,   Bladz. 45 DERDE VERVOLG Op het EERSTE DEEL van de KEUREN DER STAD HAERLEM. Begrypende de Keuren in de Jaaren 1761, 176a en 1763 gearrcfteert. ORDONNANTIËN BETREFFENDE DE F I N A N T I E. Ampliatie en Elucidatie van de Resolutie van den 7 van Maart 1750, om van STOELEN en BANKEN vooruyt te doen betalen een geheel Jaar van de zodanige, welke in de zes eerfte Maanden, en één halfjaar van die, welke in de zes laatfte Maanden van het Jaar worden begeven; van den 13 van Juny 1761. j|j ^^^^^^ ER KRl E^S^^m alle die geene, dewelke met eenige Zitplaatzen in het vervolg zouden worden begunfligt, zouden moeten vooruyt betalen, in het eerfte half Jaar wordende begeven, één Jaar, en in het laatfte één half laar Stoelen- j geld, egter door veele in 't vervolg van tyd daar aan niet is voldaan; en dat het ook een! hardigheyd is, dat een PJaats een geheel Jaar' in avans zynde betaald, en door overlydenof vertrek van die geene, op wiens Naam de-! > V'.rvolsvan V/. Deel, 2. Stuk. zelve is geboekt, vacant wordende, dat geheele betaalde zoude moeten worden gemift: Hebben goedgevonden en verftaan, tot Elucidatie en Ampliatie van genoemde Refolutie van den 7 van Maart 1750, te verklaren, dat niet alleen één Jaar of half Jaar vooruyt zal moeten worden betaald by het verkrygen van een Zitplaats, maar dat daar in ook by vervolg van tyd zal moeten worden gecontinucert, doch ymand ftervende,of zyn Zitplaats opzeggende in 't eerfte half Jaar, zal mogen reftitutie vorderen van het laatfte half Jaar, het welk betaald heeft, en waar in nog niet is getreden: En vinden hun Ed. Achtb.goed, dat in de Stoelen-Briefjes hier van melding zal worden gemaakt. G e Re-  46 KEUREN DER STAD HAERLEM. Resolutie, houdende Alteratie en Ampliatie van 't gerefol» veerde van den 19 van Maart 1673, nopens de Contributie der SCHEPEN voor de twee LANTAARNEN op de Meerkant by Heemstede en in de Wetering; van den 9 van September 1761. BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STAD HAERLEM, geëxamineerd hebbende de Jaarlykfe Reekeningen der Ontfangers van de twee Lantaarnen, ten dienfle van de Scheepvaart door deeze Stad op de Meerkant by Heemftede en in de Wetering gedaan ftellen, en voorts gezien dat zederd lange Jaaren ' door vermindering van Scheepvaart den Ontfangft der LantaarnGelden,zo als die conform de Refolutie van Lieer en Burgemeefleren,in dato 19 Maart 1673, was gefield, volgens repartitie over de Soorten van Schepen gemaakt en tot nog toe alzo ver antwoord zynde, in verre na niet is toereykende geweefj tot fuporteeringe der Onkofteh, Jaarlyks van nooden ter onderhoudinge van de voornoemde Lantaarnen , met de ap- en dependentiën van dien, ende daarin willende voorzien: Hebben , na Deliberatie, goedgevonden en verft aan,'by Ampliatie en Alteratie van de voornoemde Refolutie, op nieuws te ordonneeren en te ftatueeren. Articul I. Dat voortaan yder Smal-Schip, en andere Schepen van diergeiyke en grooter Calibre, Jaarlyks zullen contribueeren en betaalen in plaats van twaalf, vyftien Stuyvers, en andere Schepen of Schuyten van minder Soorten en Laften, door den Leydfen-Dam kunnende paffeeren, tien Stuyvers, in plaatfe van acht Stuyvers. I I. Dat de Colleéte hier van een aanvang zal neemen met den eerften January 1752, en waar toe fpecialyk hun Ed. Groot Achtb. :ommitteeren, zo als gecommitteerd word by leze, de jegens woordige Ontfanger, om van :yn Ontfangft, ingevolge de bovengemelde re>artitie, zodanig een verantwoording te doen. III. En op dat aan het oogmerk van de voornoemde Colleéte zoude worden voldaan, zal ;en Schipper, gevraagt zynde of alhier van :en Loot, vertrekkende tot een zoort van ^uitantie wegens her gecontribueerde, voorden is, gehouden zyn de opregte waarheyd iaarvan op te geeven, des dat contrarie betonden wordende, volgens een aloud conftant gebruyk, vervallen zal in een boete van drie Guldens, welke geappliceert zal worden ten iehoeve van den Ontfanger. Ter executie van al het voorfchreevene luclborifeeren hun Ed. Groot Achtb. nog, 0 als gcauétborifeert word by deezen, den )ntfanger ten zynen dienfle te mogen geiruyken zo wel de Havemeefter, Brug-Oplaalders als andere in Stads dienft zynde, om ïem daar in alle behoorlyke hulp eu adfiften:ie te doen en te bewyzen. En zal Copie deezer aan den Ontfanger worden gegeeven, om te ftrekken tot narigtinge. Ln kenniffe van My, J. H. van DA M. Re-  KEUREN DER STAD HAERLEM 4? Resolutie van de Vroedfchap, waarby aan de Eygenaars van de ZOUTKEET, bv continuatie word vergund, Vrvdom van des STADS EXCHYNS op de TURF, in dezelve Zoutkeet geconüuneerd wordende , voor den tyd van zes Jaaren; ingaande met de laadt voorige" verleende Vrydom; van den eerlten van September 1762. Is gelezen de Requefte, aan hun Ed. Achtb. geprefenteerd by Matthys Donker van der Hof en Comp., als Eygenaaren van de Zoutkeet aan het Zuyder-Spaarne, onder de Jurisdictie dezer Stad; verzoekende, omredenen daar by in het breede geallegeerd, continuatie van den Vrydom van Stads Exchyns op den Turf, zo als veele Jaaren lang tot beneficeringe van dezelve Traficq daar aan was vergunt geworden. Waarop gedelibereerd zynde, hebben hun Ed. Achtb. goedgevonden en verftaan, ten eynde voorfz., aan de Eygenaaren van opge¬ roeide Zoutkeet by continuatie toe te ftaan, zo als hun Ed. Achtb. toeftaan by deczen, Vrydom van des Stads Exchyns op den Turf, in dezelve Zoutkeet geconfirmeerd wordende; en zulks wederom voor den tyd van zes" Jaaren , ingaande met de expiratie van de laatft voorige verleende Vrydom. En zal Copie deezes aan de Supplianten worden gegeeven tot hunne narigtinge. In kennife van My, J. H. van DA M. Resolutie van de Vroedfchap , waarby de Heeren Regeerende Burgemeefteren worden geauthorifeerd, omme ten behoeve van eene op te rechten GLr\S-BLAZERYE binnen deze Stad, toe te zeggen en verleenen, Vrvdom voor den tvd van 25 Jaaren eerftfcomende, van des STADS IMPOSITÏEN of Exchynfen * zo wegens de BR AND-STOFFEN, die tot de exercitie van dezelve Gïas-Blazerye worden gerequireerd, als wegens de GLAS-MATERIALENze7ve,en onder hoedanige precautien; van den 21 van Juny 1763. DE HEEREN REGEERENDE BURGEMEESTEREN aan hun Ed. Achtb. voorgedragen hebbende, het verzoek by Leendert Pieter de Ncufville, Koopman en Banquier tot Amfterdam, aan hun gedaan,tot opregtinge vaneen GlasBlazery binnen deeze Stad,waar toe hun Ed. Groot Achtb. wel genegen waren alle faciliteyten toe te brengen, dan waar omtrent den Suppliant onder andere mede hadde verzogt, voor hem en zyne Erven te mogen gaudeeren van de Vrydom van de Stads Laden en Impofitien, zo wegens de Brand-Stoffien,dic tot de exercitie van de voorfz. Glas-Blazery zullen worden geconfumeerd, als wegens de GlasMaterialen zelve; een Point het welk behoorde ter cognitie van deeze Vroedfchap, en waar op dienvolgende hun Ed.Groot Achtb. verzogten, de intentie van hun Ed. Achtb. te mogen verftaan: Is, na Deliberatie, goedgevonden en verftaan de Heeren Regeerende Burge¬ meefleren te authorifeeren, zo als geauthorifeerd worden by deezen, omme ook tot encouragement ter opregtinge der voorfz. GlasBlazery binnen deeze Stad aan den Suppliant voor hem en zyne Erven te mogen toezeggen en verleenen, Vrydom voor den tyd van vyfen-twintig Jaaren eerftkomende van des Stads Impofitien of Exchynfen,diegelegtzyn ofgeheeven zouden mogen worden, zo wegens de Brand-Stoffen, die tot de exercitie van de voorfz. Glas-Blazery zullen worden geconfumeerd , als wegens de Glas-Materialen zelve; alles onder zodanige precautien als hun Ed. Groot Achtb. meeft dienftig zullen vinden, omme te verhoeden, dat van deeze vryftellinge door andere geen misbruyk moge worden gemaakt. In kennife van My, J. H. van D A M. G 3 Re-'  48 KEUREN DER STAD HAERLEM. Resolutie, waarby met zodanige uytfluytinge van alle anderen , als daarby gemeld, word gepermitteerd, het oprechten van een GLAS-BLAZERYE binnen deze Stad, onder anderen met Vrydom van des STADS EXCHYNS, zo wegens de BRAND-STOFFEN,die tot de exercitie van dezelve Glas-Blazerye zouden worden geconfirmeerd, als wegens de GLAS-MATERIALEN zelve; van den 24 van Juny 1763. BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STAD HAERLEM, gezien en geëxamineert hebbende'de RequefteaanhunEd. Groot Achtb. geprefenteerd by Leendert Pieter de Neufvïlle. Koopman en Banquier te Amfterdam, daar by te kennen gevende, dat hy Suppliant zeer gaarne binnen deeze Stad zoude willen oprechten, ftellen en exerceeren een GlasBlazerye, waartoe hy Suppliant de dagelykfe dienft van een groot aantal van Perfoonen zoude benodigt hebben, en mitsdien zoude konnen contribueeren tot den aanwas van de welvaart deezer Stad en de Ingezetenen van dien, nadien daar toe binnen dezelve zouden dienen te komen woonen Konftenaaren en Ambagts-Lieden, het voorfz. Werk verftaande; dat gemerkt een Werk van zo veel importantie niet konde worden begonnen dan met zwaare en exceffive koften , terwyl dc winften, die daar mede kunnen worden gedaan, maar zyn van geringe importantie, hy Suppliant door hun Ed. Groot Ach:b. zig geerne zoude zien geprivilegeertvoorhemen zyne Erven, omme, met uytfluytinge van alle anderen, die zulks namaals zouden willen onderneemen, alleen zodanige Fabryk alhier op te rechten en te exerceeren. Dat ook vermits de geringheid der winften geen Glas-Blazerye in Holland konde worden gedreven en geëxerceerd, zonder abfolute genietinge van Vrydom van Lands- en Stads-Impofiticn, waar van de Brand-Stoffen. als eene der voornaamfte Ingrediënten zynde. het meefte van confideratie is; hy Suppliant wanneer hun Ed. Groot Achtb. hem het op regten en exerceeren van dc Glas-Blazerye invoegen voorfz., goedgunftiglyk zouden ge lieven te permitteeren, daar by ook gaarne even als in andere Steden cn Plaatfen, al waar Glas-Blazeryen gevonden worden, zou dc willen genieten Vrydom van 's Lands- er Stads-Impofitien, zo wegens de Brand-Stoffen, die tot de exercitie van de voorfz. Glas-Blazerye zouden worden geconfirmeerd, als we gens de Glas-Materialen zelve; verzoekende om redenen voorfz., dat hun Ed. Groot Achtt hem Suppliant voor hem en zyne Erven, met uytfluytinge en verbod aan alle anderen, die zulks zouden willen onderneemen, zouden gelieven te confenteeren en permitteeren, omme binnen deeze Stad op te rechten en te exerceeren een Glas-Blazerye, mitsgaders omme binnen deeze Stad ter woon te brengen Konftenaren en Ambagts-Lieden, dat Werk verftaande, en hem Suppliant in die Fabricq dienftig kunnende zyn , mits egter dezelve zouden zyn van een onbefproken en goed gedrag; als mede dat hun Ed. Groot Achtb. hem Suppliant voor hem en zyne Erven zouden gelieven te verleenen Vrydom van Stads Laften en Impofitien, zo wegens de Brandftoffen, die tot de exercitie van de voorfz. GlasBlazerye zullen worden geconfumeert, als wegens de Glas-Materialen zelve; en eindelyk, dat hun Ed. Groot Achtb. hem Suppliant tot het obtineeren van Vrydom van 's Lands Impofitien zouden gelieven te verleenen favorabele Brieven van voorfchryvinge aan de Ed. Groot Mog. Heeren Staaten van Holland en Weft-Vriesland: Hebben, na Deliberatie, en omtrent het poin£t der Vrydom van de StadsImpofitien, in conformité van de Refolutie by dc Heeren Raaden en Vroedfchappen den aifte deezer, daar toe genomen, goedgevonden en verftaan den Suppliant voor hem, zyne Erven of recht verkrygende te confenteeren , en te permitteeren, omme binnen deeze Stad te mogen oprechten en exerceeren een Glas-Blazerye, en in zo verre met uytfluytinge van alle anderen, dat zo lange de voorfz. Glas-Blazerye door den Suppliant, zy1 ne Erven of recht verkrygende , behoorlyk aan den gang en in exercitie zal gehouden worden, geene andere of tweede Glas Blazerye binnen deze Stad zal worden geadmitteerd; dat voorts den Suppliant, zyne Erven of recht verkrygende mede zal zyn gepermitteerd , omme binnen deeze Stad ter woon te brengenKonftenaren en Ambagts-Lieden, de j Glas-Blazery verllaande,en die in de exercitie jvan dezelve Fabricq dienftig kunnen zyn, 1 mits egter dat dezelve zyn van een onbefproken en goed gedrag, en mits de zodanige al- voo-  KEUREN DER STAD HAERLEM. 49 voorens aait hun Ed. Groot Achtb. worden geprefenteerd, en van dezelve admiffie tot de inwooninge zullen hebben verzegt en verkregen. Dat wyders aan den Suppliant, zyne Erven of recht verkrygende zal worden vergunt en roegeftaan Vrydom van des Stads-Impofitien en Exchynfen, zo wegens de Brand-Stoffen ,die tot dc exercitie van de voorfz. Glas-Blazerye zullen worden geconfumeert, als wegens de Glas-Materialen zelve; mits egter, dat omme te voorkomen alle misbruyken, welke hier van door anderen zouden kunnen worden gemaakt, telkens by den Invoer van eenige Parryen van dien, daar van aangeevinge worde gedaan by den Collecleur van dezelve StadsImpofitien , en daarvan worde gehaald een vry Biljet,zonder ietwes daar voor te betalen,op pcene van het Effecl: van deze Vrydom te verliezen omtrent yder Partye, waar van de aangeevinge alzo niet zoude mogen zyn gefchied, en dit alles voor den tyd van vyf-en-twintig eerftkomende Jaaren,na de expiratie van welke het den Suppliant,zyne Erven of regt ver¬ krygende vry zal ftaan Prolongatie van dien te verzoeken, en daarop favorabel reguard by hun Ed. Groot Achtb. zal worden genomen. Gelyk laatflelyk hun Ed. Groot Achtb. aanneemen, omme te bezorgen, dat van we> geus deze Stad alle mogelyke devoires worden gedaan, om aan den Suppliant, zulks verzoekende , aldaar omtrent de Vrydom van 's Lands-Impofitien zodanige favorabele Refolutie te doen geworden,als aan anderen ingelyke gevallen is toegeftaan en geaccordeert geworden. En zal Copie van deeze Refolutie worden gegeeven aan den Suppliant, omme zig daar van te bedienen, zo als zulks behooren zal; mitsgaders extracT: van dien, voor zo verre de Vrydom der Stads-Impofitien aangaat, worlen gegeeven aan den Collecteur van de Stads-Exchyns op de Kolen en Brandhout, en lan de zodanige die het verder zoude mogen langaan. In kennifle van My, J. H. van DAM. K li IJ K E J WEGENS HUWELYKS ZAAKEK •Extract uyt de Resolutie van de Heeren van den Gerechte,waarby Kérken-Dienaren worden gelaft, om in cas by het verzoek van HUWELYKS PROCLAMATIEN door meerderjaarige Perfoonen van de oppofitie van derzelver Ouders of van de langftlevende van dien aan haar maar eenigzints komt te blyken, en dezelve tot het geven van haar confent niet kunnen induceeren, geen de minfte dispofitie of qualificatie tot het doen gaan van dezelve te verleenen, maar zodanige meerderjaarige zonder onderfcheid te renvoyeren aan de Magiftraat, of Heeren van den Gerechte; van den 25 van December 1761. MYNE HEEREN van den GERECHTE der STAD HAERLEM, ten uyterflen pligtelyk oordeelende, dat de Wetten van den Souverein na derzelver intentie en inhouden worden agtervolgt en nagekomen, en dusparticulierlyk ook dat het gunt by de Politicque Ordonnan¬ tie van den Jaare 1580, met veel omzigdgheyd ten reguarde van het doen voltrekken der Huwelyken van meerderjaarige Perfoonen, zonder confent van derzelver Ouders, is geftatueerd , na behoren en conform het mede brengen van dien worden geobferveerd, en dien aangaande in ervaringe zynde gekomen &c; Heb-  5° KEUREN DER S TAD HAERLEM. Hebben,na Deliberatie, goedgevonden en verftaan te verklaren, te ordonneeren en vaft te ftellen, zo als hun Ed. Achtb. verklaren, ordonneeren en vaftftellen by dezen : Eerftelyk&c. En ten anderen, dat de gezamentlyke Kerkendienaaren dezer Stad, zó nualsby vervolg, op het ferieufte worden gelaft, omme in cas by het verzoek van Huwelyks Proclamatien door meerderjaarige Perfoonen van de Oppofitie daar tegens van derzelver Ouders of van de Langftleevende van dien,aan haar maar eenigzints kome te blyken en, dezelve tot het geeven van haar confent niet kunnen induceeren, geen de minfte difpofitie of qualificatie tot het doen gaan van dezelve Huwelyks Proclamatien of een van dien te verleenen, direftelyk of indirefteiyk, maar alle zodanige meerderjaarige, zonder onderfchcid,indien gevalle te renvoyeeren aan de Magiftraat of de Heeren van den Geregteder Stad, omme daaromtrent alvoorens zodanig te worden gedifponeerd, als, in conformité van het gunt by de Wetten deezer Landen aan dezelve is gedeman-, deert,zal geoordeeld worden te bchooren,en waar na ook de Kerkendienaaren zyn gehou-j qenzig te reguteeren,. op ^lcu(.-,uui us ivwi- kendienaaren deezer Stad of eenige van dien, by vervolg anders doende, daar omtrent by de lïeeren van den Geregte zodanig nader zal worden gedilponeerd als bevinden zullen te behooren. En zal Copie deezes aan de Oudfte der Kerkendienaaren deezer Stad worden ter band gefteld, omme dezelve aan zyne Coliep^aas te communicceren; en allen zig daar na te reguleeren. Aldus gedaan en gearrefteerd den 25 van December 1761 ,pr ƒ6-:-: VervolgvantLDeel^.Stuk. H JMotitie  P KEUREN DER STAD HAERLEM. Notitie van Onkoften, dewelke betaald moeten worden aan de Baardragers voor de Begravenis van het Lyk van in de Kerk op den Foor het brengen van de Roef, - 1—- ƒ6-: Foor de dubbelde Baar Van een volwaffen Lyk by avond wordende begraven ƒ'18, voor Loon ƒ 2.-10; ƒ 20-10-: Van een volvvalTen Lyk over dag wordende begraven ƒ 9, voor Loon ƒ 1- 5; ƒ 10- 5-: Voor een Kind, beneden de 12 Jaaren, de Helft. Foor de ordinaire Baar Van een volwaffen Lyk op de ordinaire tyd/1-10, voor Loon ƒ:-12; ƒ 2- %< Van een volwaffen Lyk op extraordinaire tyd ƒ 3- :, voor Loon ƒ 1- 4, ƒ 4- 4-: Van een onvol wafTen Lyk op de ordinaire tyd f:-1 o, voor Loon ft» 8; f : -18-: Van een onvolwaffen Lyk op extraordinaire tyd dubbeld Geld; ƒ 1-16-; En dit alles, zo effectief een Baar gebruykt is, en anders niet •, ten waare een Perfoon, alhier overleden, na een andere Plaats wierd vervoerd, om aldaar ter Aarde te worden befteld. Notitie van Onkoften, dewelke betaald moeten worden aan de Baardragers voor de Begravenis van het Lyk van op het Kerkhof den Foor het brengen van de Roef ——— • ƒ : - 3-: Foor het Recht van de Kerk van de Baar, ■ Nihil. Foor da Baardragers, ; • ; ƒ : -10-: Doch van een Kind, f : - 6-: De Lieden van geen Vermogen zynde, ƒ: - 6-: En van Baaren, door 4 gedragen wordende, —• f: - 4-.- Dit alles, 20 effeftief eén Baar gebruykt is, en anders niet. Resolutie van Heeren Kerkmeefteren, waarby word vaftgefteld, wie voortaan zullen genieten VRYDOM van hetRechtvan de Kerk omtrent Begraaffeniffen; van den 5 van December 1761. KERKMEESTEREN der STAD HAERLEM, in overweging nemende, dat de Vryheyd by Refolutie van den 2 van November 1720, aan de Bediendens van de Kerk toegeftaan, om, des verzoekende, van het Recht der Kerke omtrent het begraven te worden geëximeerd, zedert eenige tyd zo ver is .geëxtendcert, dat aan verfcheyde Perfoonen geen betrekkingtot de Kerk hebbende, niet alleen Vrydom van het Recht van de Kerk, maar ook van de Schaal, waar over nochtans aan Heeren Kerkmeefteren geen difpofitie competeert, is vergunt; hebben, tot voorkoming van fchade, dewelke de Kerke daar door lyd, goedgevonden en verftaan, met te niet doening van alle voorige praftycq, vaft te Hellen,gelyk bun Ed. Achtb. goedvinden vaft te ftellen by deze, dat van nu voortaan geen Perfoonen van het Recht der Kerk omtrent het begraven zullen worden vrygefteld, als alleen» de navolgenden en derzelver Vrouwen en in* woonende Kinderen; als van de Groote Kerk. De Kofter. De Stoelezetters. Kerkbewaarder. Kerkveger. Schoonmaakfter. Organift. Orgeltrappers. 8 Schuurfters. Klokluyder.  KEUREN DER STAD HAERLEM. 53 St. Jam Kerk. Walfche Kerk. De Kofter. Kofter. £n jan nog Stoelzetter. De Gravenmakers. Klokkeluyder. Baardragers. Fabryk. Bakenejfer Kerk. En is goedgevonden op deze Refolutie te Kofter. verzoeken de approbatie en aggreatie van hun Stoelzctter. Ed. Groot Achtb. de Heeren Burgemeefteren Oppafler. en Regeerders dezer Stad, op dat dezelve zy Schuurfter. (van des te meerder kracht, en altoos in het vervolg worde nagekomen. Nieuwe Kerk. \ Jlctum ten Lornptoire van Heeren Koter Kerkmeefteren den 5 van Decem- Stoelezetter. hsr l7Ó1- „v . Oppafler. (Was geteekent) Klokkeluyder. J. van S T Y R U ^ Resolutie, waar by het gerefolveerde van de Heeren Kerkmeefteren, behelzende wie voortaan van de Vrydom wegens het Recht der Kerk by BEGRAAFFENISSEN zullen jouïfleeren, van den 5 van December 1761, word geapprobeerd en geaggreëerd; van den 18 van December 1761. BUR GE ME ES TE REN en RE GEERDERS der STAD HAER LEM, gezien en geëxamineerd hebbende ■> zekere Refolutie aan hun Ed. Groot Achtb. overgegeven door Heeren Kerkmeefteren deezer Stad, houdende eene Order en Reglement van Vrydom van het Recht der Kerk omtrent het begraven, met fpecificque benoeminge daarinne, welke Perfoonen van dat Recht vry zullen zyn: Hebben, na Deliberatie en gelet op het verzoek daar benevens gedaan, ten eynde de gemelde Refolutie (op dat dezelve zoude wezen van des te meerder kracht en in vervolg altoos worden geobferveerd) door hun Ed. Groot Achtb. mochte worden geaggreëerd en geapprobeerd, goedgevonden en verftaan, Heeren Kerkmeefteren voor hunne genome moeite en vigilantie rot confervatie van het Recht der Kerken,alhier in deze geadhibeerd, te bedanken en in . alle zyne deelen de gemelde Refolutie te apƒ probeeren en te aggreëeren, zo als dezelve / geaggreëerd en geapprobeerd word by deze^ f met verzoek, dat zal worden zorge gedragen, dat de gemelde Refolutie van tyd tot tyd na behooren word geob/èrveerd, en geene andere Perfoonen, dan daarinne vermeld zyn, Vrydom van dit Recht gegeven of by eenige Conniventie vergund word; midsgaders dat zal worden gelet, dat aan niemand, onder wat pretext zulks ook zoude mogen zyn,zal worden gegeven Vrydom van het Recht der Schaal, midsdien het zelve aan niemand is competeerende. En zal Copie deezer aan de gemelde Heeren Kerkmeefteren tot narichtinge worden gegeven. In kenniffe van My, J. H. van D A M. H a Elj?-  54 KEUREN DER STAD HAERLEM. Elucidatie van het XXI. en Alteratie van het XXII. Articul van de Ordonnantie op het Stuk van de BEGRAAFFENISSEN, waarby word vaftgefteld, hoe diep en wydt de Graven op de Kerkhoven zullen moeten worden gemaakt, alsmede dat van Lyken, die met adfiftentie van Diaconie of andere Arm-Comptoirenwordenbegraven, voor het Recht van de Kerk niets zal mogen worden ontfangen; van den 6 van January 1762. MYNE HEEREN van den GERECHTE der STAD HAERLEM, in ervaringe gekomen zynde, dat by het XXL Articul der Ordonnantie op de Graven in de Kerken en op de Kerkhoven, van dato 21 July 17'53, geordonneerd wordende, dat de Kuylen op de Kerkhoven zo diep zullen moeten worden gemaakt, dat 'er ten minften drie groote Kiften op elkander konnen ftaan; de Gr avemakers daar uyt van begrip zyn geweeft, dat 'er wel meerder Kiften, ja zelfs tot vyf of zes, op eikanderen mochten ftaan, zo als ook by hun bereyds is gepraclifeerd geworden ;en\ wyders mede gehoord het beklag van de Diaconie dezer Stad, over het bezwaar,] het welke de Diaconie was lydende, indien, volgens het XXIL Articul der voorgemelde Ordonnantie, van Lyken, dewelkenten koften van Diaconie worden begraven,voor bet Recht van de Kerk dezer Stad zoude moeten betaald worden tien Stuyvers, daar nochtans voor dato der gemelde Ordonnantie , nooit by Diaconie voor eenig Recht van dé Kerk ietwes is betaald geworden: Hebben, na Deliberatie, goedgevonden en verftaan, by forme van Elucidatie van het XXI. en van Alteratie van het XXIL Articul van de gemelde Ordonnantie , op nieuws te ordonneeren en te ftatueeren, gelyk hun Ed. Achtb., met opzicht tot die twee Articulen, ordonneeren en ftatueeren by dezen, in maniere bier navolgende: Articul XXI. Dat de Kuylen, die op de Kerkhoven moe' ten worden gegraven, om de Kiften in te zetten, zo diep zullen moeten worden gemaakt, dat 'er ten minften drie groote Kiften op elkanderen konnen ftaan, doch nies meerder tls vier op elkander; cn m'etwyder, dan lat daarin twee Kiften naaft malkander konïen worden geplaatft; wordende aan de Grafmakers wel ernftig bevolen te bezorgen, dat de Kiften, die daarin worden gezet op één dag, ten minften met een voet Zand of Aarde worden bedekt, en dat dezelve ter zyde ook worden dicht gegooid. Articul XXII. De Gravemakers zullen ontfangen voorliet Recht van de Kerk van oude Lyken, die begraven worden zonder adfiftentie van Diaconie of andere Armen, één Gulden, en van een Kind (waar voor gerekend zullen worden , die onder de twaalf Jaaren zyn) half zo> veel;doch van Lyken,welken met adfiftentie van Diaconie of andere Armen begraven worden , zal niets voor het Recht van de Kerk mogen worden ontfangen. Blyvende de voorgemelde Ordonnantie, voor zo verre aan dezen niet is contrarieerende, in haare volle kracht en vigeur. Aldus gedaan en gearrefteerd den 6van January 1762 , prefent de Heeren j Mr. Cornelis Afcaniusvan Sypefteyn, Hoofd-Officier; Mr. Frangois Benjamin Fagel, Mr. Piet er van Schuylenburch, Heer van Moermont, Mr. Remees Flor is van Zanen , Burgemeefleren ;Jean Salomon laClé,Mr. Caspar Jacob Ravens , Mr. Jooft Huyghens , Dirk van der Waeyen, Mr. Cornelis Arnout van Brakel,Mr. Adolf Heshuyfen en Mr. Pieter Vermeulen , Schepenen der Stad Haerlem» My prefent, H. APPELS. Re-  KEUREN DER STAD HAERLEM. 55 Resolutie , waarby Deken, Raden en Vinders van de Buurt van de . Dykftraat worden gequalificeerd, om van yder Huysgezin in hunne Buurt alle vierendeel Jaars-op te haaien twee en een halve Stuyver, omme daar uyt te vinden en te betalen de twee Schellingen voor yder Perf bon, die, Ziek zynde, na het Gafthuys gedragen word; alsmede om in cas geringe Perfoonen in hunne Buurt komen te fterven, daar uyt te voldoen de dertig Stuyvers aan de Dragers, en twaalf Stuyvers aan de Knecht van de Buurt; van den 20 van Mey 1761. BURGEMEESTEREN" en REGEERDERS der STAD HAERLEM, gezien en geëxamineerd hebbende zekere Memorie aan hun Ed. Groot Achtb. overgegeven en geprefenteerd by Deten , Raden en Vinders van de Buurt van de Dykftraat, midsgaders gelet hebbende op het verzoek daar benevens gedaan, ten eynde hun Ed. Groot Achtb. zouden gelieven te approbeeren de fchikkinge door hen by dezelve gemaakt , om van yder Huysgezin in hunne Buurt alle vierendeel Jaars op te halen twee en een halve Stuyver, omme daar uyt te vin- ' den en te betalen de twee Schellingen voor yder Perfoon, die, ziek zynde, na het Gafthuys gedragen word; alsmede om in cas geringe Perfoonen in hunne Buurt komen te fterven, daaruyt te voldoen de dertig Stuyvers aan de Dragers, en twaalf Stuyvers aan de Knecht van de Buurt; hebben, na Deliberatie , goedgevonden en verftaan de gemelde fchikkinge te approbeeren, zo als hun Ed. Groot Achtb. doen mids dezen. In kennifle van My, J. H. van DAM. Resolutie , waarby aan de Vinders van de Buurt buyten de Zeylpoort word geaccordeerd, om in de gemelde Buurt tot het dragen van LYKEN, in plaats van tien Perfoonen, een getal van VEERTIEN te mogen employeeren; van den 29 van January 1762. TT* URGEMEESTEREN en REKCGEERDERS der STAD IIAERJL^LEM, gehoord hebbende het mondeling verzoek aan hun Ed. Groot Achtb. gedaan door de Vinders van de Buurt buyten de Zeylpoort, ten eynde in de gemelde Buurt tot het dragen der Lyken, in plaatfe van tien Perfoonen, een getal van veertien, vermits de verafgeleegenheyd van het Kerkhof, zouden mogen worden geëmploj'ecrd; hebben, na Deliberatie, goedgevonden en verftaan het voorgemelde verzoek te accordeeren, zo als hun Ed. Groot Achtb. doen by dezen. ■ Zullende Copie dezer aan de gemelde Vinders tot hunne narichtinge worden gegeven. In kennifle van My, J. H. van DAM. Resolutie , houdende Ordre aangaande het dragen van LYKEN in de Buurt van de Hooge en Laage Zyde van het ZuyderBuyten-Spaarne; van den 22 van Maart 1763. BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STAD HAERLEM, gehoord hebbende de leémre van de Requefte aan hun Ed. Groot Achtb. geprefenteerd door Deken, Raad en Vinders van de Buurt van de Hooge en Laage Zyde van het Zuyder-Buyten-Spaarne, beginnende buyten de Schalkwykerpoort van de Stads- Timmerwerf tot aan de Run-Moolen, en buyten de Leydfe-Waterpoort van de Houtkoopery van Barend Vriends, tot voorby de Hand, te kennen gevende, dat door de geringheyd van Luyden en de kleynhëyd der Buurt al meermalen oneenigheden waren ontftaan, tuflchen de Gebuuren, in tyden van Sterfgevallen, over het Dragen van Lyken ia H 3 de  56 KEUREN DER STAD HAERLEM. de voornoemde Buurt , midsdien byna geen Dragers te bekomen waren, om de Lyken van min vermogende ter Aarde te beltellen; en verzoekende, dat tot voorkominge van dien, eenige bepalinge en order mochte worden geftatueerd; hebben, na Deliberatie, goedgevonden en verftaan te arrefteeren, zo als hun Ed. Groot Achtb. arrefteeren by dezen, het gunt hier na volgd : Eerftelyk, dat den geene, dewelke in de voorgemelde Buurt het Dragen van Lyken incumbeerd, tot helpen Dragen van dezelve zal zyn verplicht, op poene en boete daar toe ftaande, of by aldien dezelve daar toeombillyke redenen geen gclegenheyd mochte hebben als dan een ander der Gebuuren in zyn plaats te verzoeken; zullende by verzuym of nalatigheyd van het zelve verbeuren, telkens een boete van zes Stuyvers, boven en behalven het geheele Draag-Geld. Ten tweeden, dat wanneer een gehuuwd Perfoon in de opgemelde Buurt mochte komen te overlyden, door den geene, welke als. dan zyn plaats door een ander der Gebuuren zal moeten laten waarnemen,als dan geen ongehuuwde Perfoonen daar toe zullen mogen worden verzocht, dan ten zyde nood zulks zoude vereyfehen, en dat in de Buurt geene gehuuwdc Perfoonen waren te vinden, om des zodanigens plaats te vervullen en waar te nemen. Zullende Copie dezer aan Deken en Vinders van de gemelde Buurt worden gegeven tot derzelver narichtinge. In kemüjje van My, J. H. van DA M. ORDONNANTIËN RAKENDE DE E E T W A A R E N. Resolutie, houdende de voorzieninge dat geene VIS met Man* dens of Krielen deeze Stad word doorgebracht, dan na dat alvoorens een derde van dezelve alhier zal zyn afgelegd ; van den 30 van December 1763. BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STAD HAERLEM, zedert eenige tyd vernomen hebbende verfcheidene klachten, dat niettegenftaande by het XI. Articul van de Ordonnantie van de Eetbaare-Waaren, en op het houden der Vismarkten binnen deeze Stad, wel expreflelyk was geftatueert, dat men met geen Vis door deeze Stad en Jurisdiétie van dien vermag te pafleeren, ten zy alvoorens een derde van dien ter keufe van de Afflagcrs of Bediende van de Vismarkt afgegeeven was, op een boete van twintig Guldens, en verbeurte van de Vis, nogtans zommigederVisLieden, contrarie den inhoud van hetvoorfz. Articul', in praftyk hadden gebracht, en zeer dikwils quamen te exerceeren, om met Krielen en Mandens met Vis deeze Stad te pasfeeren cn met dezelve Vis zig inde Schuyten, of ook wel te Voet, na de Stad Amfterdam te begeeven, en alle die Vis aldaar teventen en. te verkoopen, zonder dat daar van alhier eenig gedeelte is afgelegt; hebben (op dat niet, de voorfz. Ordonnantie door zodanige Practyken zoude worden geëludcert) na Deliberatie, goedgevonden en verftaan, tot weeringe van dat misbruyk de Afflagers van de Vismarkt en verdere Bediendens te gelaften en te ordonneeren, zo als gelart en geordonneere worden by deeze, zorge te dragen, dat geene Vis met Mandens of Krielen deeze Stad word doorgebragt, dan na dat van die Vis, even zo als van die met Wagens alhier word doorgebragt, een derde alvoorens afgelegt, en daar van een Biljet of Pas, door de Knegt van de Vismarkt zal zyn gegeeven, waar voor telkens zo voor het afneemen van de Vis als het geeven van het Briefje voor vder Kriel of  KEUREN DER STAD HAERLEM. Sr of-Mande zal worden betaald een halve Stuy- Zullende Copie deezer aan de Afïlagers ver: van de Vis; Overluyden van het voornoemde Interdiceerende by déeze wel expreflelyk Veer; den Poortier van de Spaarwouderpoort; de Schippers van het Binnen-Vecr van deeze midsgaders de Knegt van de Vismarkt, tot Stad op Amfterdam, alsmede denPoorrief van narichtinge worden'gegeeven. de Spaarwouderpoort, eenige der voorfz. VisLieden in hunne Schuyten mede te neemen, ofte laten pafleeren, dan na dat aan hen zal In kennife van My, weezen vertoont het Biljet of Pas, ten blyke dat het gerequireerde gedeelte van die Vis al- J. H. van DAM. hier is afgelegt. REGLEMENTEN E N ORDONNANTIËN OP HET STUK DER POORTEN, BQOMEN, VESTEN en BRUGGEN. Reglement op het POORTGELD, gearrefteerd by den Ed. Geur. Krygsraad; van den 28 van Augufti 1760. DEN ED. GESTR. KRYGSRAAD der STAD HAERLEM, in ervaaringe gekomen zynde, dat wegens den Ontfangft van het Poortgeld deezer Stads Poorten zedert eenigen tyd verfcbeyde Abuyzen zyn ingefloop-en ,en dat ook fommige Lieden de Vryheyd, die hun in het doorpafeeren der Poorten door hun Ed. Ge/Ir. is vergunt, misbruyken, en daar in willende voorzien, zo hebben hun Ed. Geftr., met te niet doening van alle voorgaande Reglementen en Ordonnantiën, die op het (luk van bet Poortgeld gepield zyn, goedgevonden te arrefteeren en vaft te ftellen, gelyk hun Ed. Geftr. arrefteeren en vaft ftellen by deezen, het navolgende Reglement; ordonneer ende de Poortiers, Penningmeefters, Baftaard-Schutters, en alle anderen, die zulks zoude mogen aangaan, zich jliptelyk na den inhoude van dien te gedragen. | II. [ Van alle KarofTen, Kaleflbn, Speel- en andere Wagens, Chaifes, Karren, Toe-en OpenSleden , de Voerman daar onder begreepen, zal betaald worden i§ Stuyver: Van yder Perfoon, behalven de Voerman in het Rytuyg zittende, of daar by behoorende, één Stuyver, en voor yder Paerd, daar voor gefpannen, één halve Stuyver. I I I. Een Man te Paerd zal betaalen i§ Stuyver, en voor yder by zich hebbend Paerd § Stuyver. I V. Van alle Rundervee zal betaald worden \ Stuyver van 't ftuk. V. Van Kalveren, Schrapen, Verkens &c, \ Stuyver. Articul I. Na het luyden der Poortklok, de Poorten des avonds op het Klinket geflooten zynde, zal yder Paflant betaalen één Stuyver. Van welk Poortgeld niemand zal wezen $cëxcufeerd, dan alleen de geenen, die in ie onderftaande Lyft expreflelyk zyn ge- ïoemd. Voor  5§ KEUREN DER STAD HAERLEM. Voor hunne Perfoonen, HuisvrouwenX Weduwen geduurende haaren IV'Ju- i welyken Staat, Kinderen, Broeders, Zufters en andere Perfoonen by hun inwoonende, Domeftiquen, by hebbend Gezelfchap, Rytuygen en Vee, zullen vry van Poortgeld zyn: De Heeren Hoofd-Officier, Burgemeefteren, Oud-Burgemeefteren, Schepenen, OudSchepenen, en voorts alle de Heeren van de Vroedfchap. . De Heeren Collonellen, Fiscaal, Capiteynen en Luytenanten, zo wel die voorheen gediend hebben, als die aftueel in Dienft zyn. De Heeren Dykgraaf enHoogheemraaden van Rhynland, derzelver Minifters en Bediendens, in Commiffie zynde. De Heeren Staf- en Vlag-Officieren, die hier. woonachtig zyn; als Generaals, Luytenant-Generaals , Generaal-Majors, Admiraals, Vice-Admiraals en Schouts-by-Nacht. Den Heer Ontfanger van des Gemeenelands Middelen. De Heeren Penfionaris en Secretanflen deezer Stad. De Heeren Bailliu van Kennemerland, en Bailliu van Brederode. De Bedienaars des Goddelyken Woords van de Nederduytfche en Walfche Gemeentens. De Superintendenten en Overluyden van de Manufaftuuren. Voor hunne Perfoonen, Huysvrouwen, Kinderen {daar onder niet gerekend Koftkinderen) Huyslyke Domeftiquen en Rytuyg, wanneer zy zelve daar tegenwoordig zyn, of het Rytuyg gedetineerd is om hen af te baaien,zullen Vrydom hebben, zo lang in de nagemelde Qualiteyten zyn: De Heeren Commiflariflèn van de Kleyne Bank van,Juftitie. Secretariften van Weesmeefteren en Commiflariflèn. Secretaris van de Hollandfche Maatfchappy der Weetenfchappen. Sous-Luytenants. Vaendrigs. Adjutant en Drilmeefter. DeReftor van de Latynfche Schooien. De Le&or van de Vroedkunde. Alle de bovenftaande met het recht, om door de halve geopende Poort te pasfeeren. Voorts de Sergeanten en Capiteyns d'Arïes. De Schout van Tetterode,Aalbertsbergen fogelezang. De Courantiers deezer Stad. Voor hunne Perfoonen zullen alleen vry zyn, zo lang zy de nagemelde Qualiteyt bekleeden: De Commiftaris van de Stads-Keuren. De Major van de Stad. De Capiteyn van de Nacht-Wacht. De Stedehouder van Kennemerland. De Corporaals van de Schuttery. De Ondcr-Fabryk. De Boekhouder van de Reekenkamer. De oudfte Kcurmeefter van de Eetbaare Waaren. De reyzende Bode. De Stads Roedragende Boden. De Ziekentroofters van de Nederduytfche en Walfche Gemeentens. De Tambour-Major. De Cafteleyns van den Doelen en het Oule Raadhuys. De Bode van Weesmeefteren envanCommiftariflen. De Knecht van de Raamen. De Provooften van het Diaconie-en Werkhuys. De Dienaars van de Juftitie deezer Stad, nitsgaders die van Kennemerland en Brederode. De Commiftaris der Toezienders van de Gemeenelands Middelen met zyn Bediendens, wanneer in FundUe zyn. Verders zullen de volgende Perfoonen, ter Zaake van hunne Ampten, geduurende dat zy die bekleeden ,en wegens gedaane Uytkoop tot wederzeggens toe, Vrydom hebben, doch alleen aan de hier na genoemde Poorten: Aan de Groote Houtpoort, De Onder-Houtvefter. Barend Vriends en Familie, in zyn Huys woonende. Dirk Voorhelm en Familie, in zyn Huys woonende. Aan de Kennemerpoort. De Regenten, Regentenen en Suppooften van het Peft- en Dolhuys, mitsgaders de Proveniers van het zelve Huys. Aan,  KEUREN DER S TAD HAERLEM. 59 Aan de Zeylpoort. De Commiftaris van de Trekvaart op Leyden, aan wien uyt de Scad alle Behoeftens vry van het ordinaire Poortgeld zullen mogen worden toegebragt, mits de voorfz. Commisfaris de Brengers terug geleyde, en zich aan de Poortiers, Badaard-Schutters of Penningmeefters vertoone. De Schippers met hunne Knechts en Jongens van het voorfz. Veer. De Vader en Moeder, mitsgaders de Kinderen van het Weeshuys te Overveen. Aan de Spaarwouderpoort. De Commiffaris van de Trekvaart op Amfterdam , in voegen als ten reguarde van het Leydfe Veer hier boven gezegt is. De Schippers met hunne Knechts en Jongens op het voorfz. Veer. En zullen voorts alle Ambachtslieden, binnen deeze Stad woonende en buyten de Stad werkende, of buyten de Stad woonende en in de Stad werkende, voor half Geld vry zyn, en de Armen of Gealimenteerdens des avonds ten half tien uuren precies, alle te gelyk voor niet worden in- en uytgelaaten. Aldus gearrefteerd, geamplieerd en gerenoveerd ter Kamere van de Ed. Geftr. Heeren van den Krygsraade der Stad Haerlem, den 28 Augufti 1760, prefent de Heeren, ut in Regiftro. In kennifle van My, CORN. BAART, Capt. & Scr. ORDONNANTIËN OP HET STUK VAN WEGEN en STRAATEN. Ampliatie van het XLIX. Articul van de Keure en Ordonnantie op het Stuk der Zuy vering van de Wateren, Straaten en Beek , midsgaders van de Heereweg &c., van den 6 van September 1752; waarby word ordre gefteld aangaande het fchoonhouden van de OLYSLAGERSLAAN; van den 2 van Mey 1761. MYNE HEEREN van den GERECHTE der STAD HAERLEM, in achting genomen hebbende het Verzoek, by Requefte aan hun Ed. Achtb. gedaan, door de Eygenaers van de Tuynen , gelegen in het Achterfte van de Olyflagers-Laan, uytkoomende aan de Heerenweg onder de Vrydom deezer Stad aan dc Sloot, ftrekkende uyt dezelve Laan in de Trekvaart van deeze Stad op Leyden; ten eynde het XXXIV. en XLIX. Articul van de Keure en Ordonnantie op het Stuk der Zuyveringe van de Wateren, Straaten en Beek, binnen de Stad Haerlem, als mede de Stads-Cingels, mitsgaders van de Heerenweg, Ouden- en Nieuwen-Hout, van dato 6 September 1752, Vervolg van V /. Deel, 3. Stuk. met Relatie tot alle de Ordres en Schikkingen by voornoemde twee Articulen gemaakt op de Zuy vering der Wateren, Wegen en Laanen, mogten worden geamplieert, en voorts van Applicatie gemaakt tot de gedagte Olyflagers-Laan, en daar in-en aankomende Laanen, op de Boete en Poene daar by jegens de Contraventeurs geftatueerd. Hebben, na Deliberatie, goedgevonden en verftaan by form van Ampliatie van hec voornoemde XLIX. Articul, alleen te verklaaren, zo ajs hun Ed. Achtb. verklaaren by deeze: Dat niemand in de gedagte Olyflagers-Laan eenige Mijl, Zand, of Aarde zal mogen loflen uyt de Schuyt en op de Wal, maar uyt de Schuyten op een Wagen moeI ten  6o KEURÉN DER STAD HAERLEM. ten laden, om alzo na de Tuynen te vervoeren; gelyk ook niemand zal vermogen eenige Modder, uyt de Sloot komende, op de kant van de Sloot te laten leggen langer als dat dezelve in flaat is, om te kunnen verwerkt worden, en zal vervolgens niemand eenige Mifi in die Laan een Nacht vermogen te laten leggen; alles op een Boete van dertig Stuyvers, te verbeuren by den geenen voor wien de Specie word opgelofl, ten behoeve van de Opzienders. En zal Copie van deeze Refolutie aan de Supplianten worden gegeven, om te dienen tot hunne narichting; voorts zullen hier van eenige gedrukte Exemplaaren in en omtrent de Olyflagers-Laan worden geaffigeert, ten eynde den Inhoud deezes te beter zoude worden achtervolgt. Aldus gedaan en gearrefleert ter Kamer e van hun Ed. Groot Achtb. de Heeren Burgemeefleren en Regeerders der Stad Haerlem, den a Mey, 1761, prefent de Heeren Mr. Cornelis Afcanius van Sype/leyn , HoofdOfficier; Mr. Ar ent de Raet, Mr. Francais Benjamin Fagel en Antoni Kuits, Burgemeefleren; Jean Salomon la Clê, Mr. Joofl Huyghens, Dirck van der IVaeijen , Mr. Jan Diederik Pauw ,geb oor e Hoeuffi, Heer van Buttingen en Zandvoort, Heemftede, Rietwyk en Rietwykeroorr, Mr. Gysbert Adriaan Patyn en Mr. Adolf Heshuyfen, Schepenen der Stad Haerlem. In kennifle van My, H. APPELS. Waarschouwing, waarby word geïnterdicecrt eenige BEESTEN, het zy Paerden, Hoorn- of ander Kleyn-Vee, langs het gemeene Trekpad tuflchen de Steden Haerlem en Leyden , te laaten loopen of weyden; alsmede in de Trekvaart te Zevlen, op zekere boete; van den 23 van Augufti 1762. Zie het Capittel van de Veeren IL Deel, 3. Stuk, Bladz. Resolutie, waarby word g^terdiceert het werpen van Vulnis in de Laanen beooften de KLEYNE HOUTWEG, op zekere tyden; van den 17 van Augufti 1763. BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STAD HAERLEM, gehoord hebbende de klachten aan hun Ed. Groot Achtb. gedaan, door de Opzienders der Laanen beoollen de Kleyne Houtweg, te weten de Korte en Lange Poellaan, Schilders-Dwarsfloot en TwyndersLaan, hoe dat zy Supplianten van tyd tot tyd hadden ondervonden, dat de Ingelanden hen niet ontzagen op ongehoorde tyden, als ,s Sondags morgens en 's Saturdags avonds, na dat de Laan-Knecht al het Werk in de Laanen afgedaan en de Vulnis daaruyt weggeruymd hadde,hun Vulnis in de Laanen neder te fmyten, waar door de Menfchen en Rytuygen worden belet, om hunne weg te pafleeren en op haare Buyten-Plaatfen en in haare Tuynen te kunnen komen: Hebben,na Deliberatie, goedgevonden en verdaan te verbieden en te interdiceeren, zo als verboden, en geïnterdiceerd word by deeze, allen en een ygelyk, Buyten-Plaatfen of Tuynen aldaar hebbende , voortaan in de Maanden Mey, Juny, July en Augufti, na de klokke zeven Uuren, en in de volgende Maanden niet na Zonnen ondergang, en in 't generaal niet des Sondags, eenige de minfte Vulnis buyten hunne Buyten-Plaatfen of Tuynen in de voorfz. Laanen te brengen of te doen brengen, op de boete van vyftien Stuyvers, re betalen,ten behoeve van de Laan-Knecht, door die geene, die zulks zal hebben gedaan, of aldaar door andere doen werpen. Qualificeerende tot het doen der voorfz. bekeuringe, LaanMeefteren, derzelver Knecht, en voorts allen en een ygelyk, die in deze maar eenigzints zal zyn geïnterefleerd. En zal Copie dezer, aan gemelde LaanMeefteren tot hunne narichtinge worden gegeven. In kenniffe van My, J. H. van DAM, KEU-  KEUREN DER STAD HAERLEM. 61 KEUREN O P D E ERFSCHEYDINGEN, VERHUURINGEN, OPDRACHTEN &c. Resolutie, waarby word vaftgefteld, dat de Cafteleyns aan welker Huyzen de PUBLICQUE VERKOOPINGEN van VASTE GOEDEREN, by beurten gehouden worden, wanneer aldaar een EXECUTIE VERKOOPING word gehouden , niet voor een Beurt zal worden toegerekend; van den 8 van November 1763. BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STAD HAERLEM, gehoord hebbende, het mondeling te kennen geven aan hun Ed. Groot Achtb. door Jobannes Dankmeyer, Cafteleyn in de Herberg het Gulde Vlies op de Groote Markt binnen deze Stad, dat by Refolutie van hun Ed. Groot Achtb. van dato 21 juny 1752, omtrent dePuKJicque Verkoopingen in de Herbergen het Gulde Vlies en Oude Goude Leeuw genomen, onder anderen was geordonneert, dat de Publicque Verkoopingen , die in een van de voorfz. Huyzen zouden gefchieden, voortaan zouden worden gehouden by beurten,over en weder,zonder dat daar by was geëxprefleerd of ook vooreen Beurt zoude worden gerekend ingevalle een Executie Verkooping ten zynen Huyze, alwaar dezelve zederd een lange reeks van Jaaren waren gefchied, gehouden wierde; en verzoekende, tot voorkominge van oneenigheden, die daar uyt tuflchen hem en deCafte- leyn van de Oude Goude Leeuw, zouden kunnen proflueeren, dat hun Ed. Groot Achtb. dien aangaande zouden gelieven te verleenen Declaratoir, hoedanig ten opzigte van Executie Verkoopingen zulks zoude behoren te worden verftaan, en of zulks voor een Beurt zoude worden gerekent dan niet; lHebben, na Deliberatie, goedgevonden en \ verftaan,te verklaaren en te ordonneeren,zo als verklaard en geordonneerd word by deI zen, dat aan den geene, aan wiens Huys een /Executie Verkooping zal worden gehouden, f zulks nier zal worden aangerekent voor een Beurt, maar dat alleen in dien opzigte in confideratie zullen komen en voor een Beurt worden gerekend de Publicque Verkoopingen , die Vrywillig en niet by Executie gefchieden. Zullende Copie deezer aan den Caftejeyn van het Gulde Vlies, midsgaders aan den Cafteleyn van de Oude Goude Leeuw, tot narigtinge worden gegeeven. In kennijje van My, J. H. van DAM, 1 a OR  62 KEUREN DER STAD HAERLEM. ORDONNANTIËN BETREFFENDE DE BUURTEN en DIAKENEN. Resolutie, houdende by forme van Interpretatie van het gerefolveerde van den 3 van Juny 1760, op het fubjecl der afleeveringe van TURF en KAARSEN aan dezer STADS-SCHOOLEN, Declaratoir, dat hun Ed. Groot Achtb. intentie niet anders is geweeft, dan dat van Stadswegen de Betalinge der Kaarfen zoude worden gedaan ; maar niet dat aan Diakenen zouden worden gereftitueerddePenningen,die voor Leverancie van Turf zyn uytgefchoten; van den 20 van February 1761. BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STAD HAERLEM, gehoord hebbende het mondeling verzoek, aan hun Ed. Groot Achtb. gedaan door de Diakenen van de Nederduytfe , Gereformeerde Kerk binnen deze Stad, ten einde eene Ordonnantie mochte worden verleend op de Heeren Thefauriers dezer Stad, ter Betalinge van zodanige Penningen als door hen wegens Leverancie van Turf, ten behoeve van dezer Stads-Schoolen, waren verftrekt en uytgefchoten, even zo als aan hen in voorige Jaaren was geaccordeerd geworden: Hebben, ingezien zynde de Refolutie van hun Ed. Groot Achtb. van dato 5 Juny 1760, op het fubjeft van de afleveringe van Turf en Kaarfen aan dezer Stads-Schoolen genomen, na Deliberatie, goedgevonden en verftaan, zo als hun Ed. Groot Achtb. goedvinden en verftaan mids dezen, te declareeren ,by forme van Interpretatie van de voorfchreve Refolutie, dat hun Ed. Groot Achtb. intentie niet anders is geweeft, dan dat van Stadswegen de Betalinge der Kaarfen zoude worden gedaan, maar niet dat'aan Diakenen zouden worden gereftitueerd de Penningen, die voor Leverancie van Turf zyn uytgefchoten. En zal Copie dezer aan Diakenen worden gegeven, om te ftrekken tot narichtinge. In kennife van My, J. II. van DA M. Rèsolutie, waarby op zekere poenaliteyt word geordonneerd, aan alle die geenen, zo dewelke by continuatie van AalmoelTen leven, als de zulken die voor zekere tyd op Atteftatie worden Bediend, en intuflchen zonder Alimentatie zig hebben gefuftenteerd, hunne Kinderen by aanhoudentheyd ter SCHOOLE te zenden, en aldaar te laten gaan tot zo lange een behoorlyk Billet van affcheyd zullen hebben bekomen; van den 30 van July 1762. BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STAD HAERLEM , door de Infpeclores van de Stads-Schoolen, ter gelegenhcyd van derzelver gedaan rapport,hoedanig by de laatfte vifitatie de toeftand der Schooien hadden be¬ vonden , geïnformeerd zynde, dat, of fchoon by het Reglement op de Stads-Schoolen wel was geftatueerd, dat de Kinderen van alle die geenen,die van AalmoelTen leven,door hunne Ouders ter Schoole zouden moeten worden gezonden, en aldaar blyven gaan tot dat zy  KEUREN DER S TAD HAERLEM. $3 zy geoordeeld wierden na htlnne ftaat bequaam te zyn, en niet vermochten te worden gelicentieerd zonder een Billet van affcheyd van de Infpecftoren, op poene, ingevalle de Ouders daar inne nalatig wierden bevonden, met het inhouden van Alimentatie, of een gedeelte van dien, daar toe te zullen worden genoodzaakt ; echter de zodanige behoeftige Perfoonen, die op Atteflatie wierden Bediend, voor den Wintertyd als anderzin ts, terftond Wanneer in het Zomerzaizoen of op andere tyden wierden afgedankt, of uyt eyge beweginge geene Alimentatie meerder quamen te eyffchen , hunne Kinderen, of fchoon nog niet bequaam zynde, quamen t'huys te houden, als vermeynende, wanneer niet meerder gealimenteerd wierden, niet verplicht te zyn hunne Kinderen ter Schoole te zenden, het geen omtrent veele Kinderen oorzaak was, dat de Schooien verlieten, wanneer dezelve nog geene behoorlykc bequaamheyd hadden verkregen van het gunt aldaar wierde geleerd, en dus in de tuftchentyd, dat derzelver Ouders niet wierden gealimenteerd, wederom byna alles vergaten,waarinne bevoorenswaren geinftrueerd, het geene voor zodanige Kinderen tot merkelyke prejudicie en nadeel, en voor de Meefters in het leeren van opgeroeide Kinderen by vervolg van tyd, als hunne Ouders andermaal Alimentatie genoten, en I dus verplicht waren hunne Kinderen wederom ter Schoole tc zenden, dubbelde moeyte en laft veroorzaakte; gevende daarommc in confideratie, of daar tegens voor zodanige Ouders , die deswegens bleven in gebreke, niet een generale poenaliteyt zoude kunnen worden geftatueerd, om dus daar door die zwarigheyd te voorkomen:Hebben,na Deliberatie,goedgevonden en verftaan alle die gedften, zo de welken by continuatie van AalmoelTen leven* I als de zulke die voor zekere tyd op Atteftatie [worden Bediend, en in tuflchen zonder Alimentatie zig hebben gefuftenteerd, te ordonneeren , zo als geordonneerd worden by der zen, hunne Kinderen by aanhoudentfteyd ter Schoole te zenden, en aldaar te laten gaan toe zo lange een behoorlyk Billet van Affcheyd zullen hebben bekomen, op poene, wanneer daar omtrent nalatig zullen zyn bevonden, terftond van Alimentatie te zullen worden verdoken, en by vervolg nimmer van eenig onderhoud te zullen mogen worden voorzien. Zullende Copie dezer aan gemelde Infpectores, midsgaders aan de Diakenen en Regentenvan het Aalmoeffèniers- en Werkhuys, tot narichtinge worden gegeven. In kennifle van My, \ J. H. van D A M. Resolutie, waarby word vaftgefteld, dat Gealimenteerd wordende Ouders konnen volftaan met hunne Kinderen, die aan het Werk zyn, alleen eenmaal des Daags ter SCHOOLE te zenden, het welk indien gevalle geen prsejuditie zal toebrengen in de genietinge van Alimentatie, gelyk het anderzints is vaftgefteld, wanneer die onttrekkinge aan de StadsSchoolen door eenige andere oorzaak quam te gefchieden; van den 31 van Augufti 1762. BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STAD HAERLEM, met de vermeerdering en yerbetering der Stads-Schoolen aan dc eene zyde wel tot oogmerk hebbende gehad, de Kinderen der gemeene Burgers en behoeftige Inwoonders dezer Stad meerder gelegenheyd te geven, omme, zo door Onderwys in de waare Godsdienft als door het leeren Lezen en Schryven,tot bequamer Subjeéten tc konnen worden opgevoed cn groot gebragt; doch aan de andere kant nimmer de intentie van hun Ed. Groot Achtb. zynde geweeft, dat de Kinderen van zodanige Luyden in haare eerfte Jaaren die Schooien zo ftiptelyk en affidue zouden moeten frequenteeren, dat dezelve van het Werken en vooral van haare applicatie tot de Weeveryen en Fabrycquen, die de Steun en het Hoofdbeftaan dezer Stad formeeren, geheel zouden worden afge houden of te rugge gezet, te meer daar zodanige Kinderen daar door tot een benoorlyk fouden van 't Huyshouden kunnen en moeten verftrekken, tot merkelyk foulaas der bedeylingen , die by de Diaconie en verdere ArmBezorgers evenwel nog tot zeer importante Sommen moeten gefchieden, en midsdien ; niet dan met bevreemdinge vernomen hebj bende het quaad en verkeerd Idéé, dat byvee' len nopens de inftitutie der voorgemelde arI 3 ran-  64 KEUREN DER STAD HAERLEM. Resolutie, waarby Deken, Raden en Vinders yan de Buurt van de Dykftraat worden gequalificeerd, om van yder Huysgezin m hunne Buurt alle vierendeel Jaars op te haaien wee en een halve Stuyver, omme daar uyt te vinden en te betalen de twee Schellingen voor yder Perfoon, die, Ziek zynde, na het Gafthuys gedragen word', alsmede om in cas geringe Perfoonen in hunne Buurt komen te fterven, daar uyt te voldoen de dertig Stuyvers aan de Dragers, en twaalf Stuyvers aan de Knecht van de Buurt; van den 20 van Mey 1761. Zit onder het Kapittel van Begraaffeniflèn L Deel, 3. Stuk, Bladz. 55. Resolutie waarby aan de Vinders van de Buurt buyten de Zeylpoort word geaccordeerd, om in de gemelde Buurt tot het dragen van LYKEN, in plaats van tien Perfoonen, een getal van VEERTIEN te mogen employeeren; van den 29 van January 1762. Zie onder het Kapittel van Begraafeniffen I. Deel, 3- Stuk, Bladz. 55. Resolutie, houdende Ordre aangaande het dragen van LYKEN in de Buurt van de Hooge en Laage Zyde van het ZuyderBuyten-Spaarne; van den 22 van Maart 1763. Zie onder het Kapittel van Begraaffeniflèn I. Deel, 3. Stuk, Bladz. 55* Re- rangementen fchynt te wezen opgevat: Hebben, na Deliberatie, tot voorkominge van alle verdere wezentlyke nadeden, die daaruyt te wachten zyn, goedgevonden en verftaan te verklaren, zo als hun Ed. Groot Achtb. verklaren by dezen, dat alle van de voorfz. Burgers en behoeftige Inwoonders dezer Stad,welke Kinderen hebben, die tot de voorfz. StadsSchoolen behooren, wanneer dezelve haare Kinderen doen te Werk gaan, waartoe zo veel mogelyk haar beft moeten doen s en vooral om dezelve tot de Weeveryen te appliceeren, in dien gevalle zullen mogen volftaan met alleen eenmaal Daags dezelve haare Kinderen ter Schoole te doen gaan, op zodanige tyd als zulks beft zal convenieeren , mids aan de Meefter van het Stads-School, waartoe behooren, van dat te Werk gaan doende blyken by ;enHandfchrift van de Baas,by wien dezelve Kinderen werken, en dat in dusdanig geval het zenden van alleen eenmaal des Daags ter Schoole geenzints eenige fchade ofprsejuditie zal toebrengen aan de Alimentatie van de Ouders, gelyk het anderzints is vaftgefteld, wanneer die onttrekkinge aan de Stads-Schoolen door eenige andere oorzaak quarn te gefchieden. En zal Copie dezes worden gegeeven aart de Infpectores van de voorfz. Stads-Schoolen ten eynde de Stads-Schoolmeefters hier van te adverteeren, midsgaders aan de Diaconen en Regenten van het Aalmoeflèniers- en Werkhuys, tot hunne narichtinge. In kenniffe van My, J. H. van D A M.  KEUREN DER STAD HAERLEM. 65 Resolutie , waarby de Buurt van de Valkefteeg word gecombineerd met die van het Krom en de Vrouwefleeg, en de Vinders van de laatftgenoemde worden gequalificeerd , om de beftieringe ook van de eerftgemelde Buurt, als nu met malkander zynde gecombineerd, op zig te nemen ; van den 6 van Oétober 1762. ÏURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STAD HAER* LEM,geïnformeerd zynde, dar in de Buurt, van de Valkefteeg tegenwoordig geene Vinders wierden gevonden, als zynde de laat? fte Vinder nu onlangs komen te overlyden, en datbezwaarlyk in die Buurt wederom andere Vinders te vinden waren, alzo aldaar niet anders dan zeer geringe Luyden waren woonachtig ; Hebben, confidereerende dat nochtans de gemelde Buurt niet zonder Vinders zoude behoren te blyven, en dat dezelve Buurt gemakkelyk door de Vinders van het Krom en de Vrouwefleeg zoude kunnen worden beftierd, die ook niet ongenegen waren die Laft op zig te neemen, ingevalle zulks by hun Ed. Groot Achtb. mochte worden geordonneerd , goedgevonden en verftaan, dat nu en by vervolg van tyd de Buurt van de Valkefteeg, het Krom en de Vrouwefleeg zullen zyn en blyven gecombineerd, en worden gehouden als één Buurt, als ook door een en dezelve Vinders worden waargenomen en geadminiftreerd. Qualificeerende de opgemelde Vinders van het Krom en de Vrouwe/leeg, om de beftieringe van de gemelde Buurt van de Valkefteeg, als nu met haare Buurt zynde gecombineerd , op zig te neemen, en de Zaken aldaar voorvallende na behoren te verrichten. Zullende Copie dezer aan de gemelde Vinders van het Krom en Vrouwefleeg tot narichtinge worden gegeven. In kennife van My, J. H. van DAM. INSTRUCTIE N. Reglement en Instructie, waarna de vier STADS DOCTOREN in de waarneeminge van hunne Bedieningen zig voortaan zullen hebben te gedragen; gearrefteerd by hun Ed. Groot Achtb. de Heeren Burgemeefteren en Regeerders der Stad Haerlem den 30 December 17Ó1, ingevolge de voorgaande Refolutie van de Vroedfchap daar toe genomen. Articul I. De Stad word verdeeld in de navolgende vier Quartieren: N°. 1. Zal beginnen aan de Brugge by de Eentjes of Leydfche Waterpoort, en voortgaande alles begrypen wat aan de overzyde van 't Spaarne legt, tot aan de Oude Offemarkt toe; zynde daar inne gelegen het Roomfche Armenhuys, midsgaders die Huyzen, welke buyten de Spaarwouder- en SchalkwykerPoorten onder de Jurisdictie der Stad gelegen zyn. N°. 2. Van de Eentjes-Poort, de Smalle en Oude Graft langs, het Verwulft over, de Botermarkt over,zo deBarrevoeterfteegdoor tot aan de Veft; zynde daar inne begrepen hec Aalmoeflèniers- en Werkhuys, als mede de Huyzen buyten de Poorten op de Groote en Kleyne Houtwegen, midsgaders aan'tSpaarne en elders daar omtrent, onder de Jurisdictie van de Stad gelegen. N°. 3. De Noordzyde van de Smalle en Oude Graft, het Verwulft en Botermarkt over, de Barrevoeterfteeg door tot aan de Veft, de Veft langs tot aan 't Kinderhuys en alzo langs de Nieuwe Oflemarkt, de Ridderftraat en Korte St. Jansftraat door, langs de Weftzyde van de Bakenefler-Graft en het Spaarne tot wederom aan de Oude Graft toe, waar onder gelegen zyn het Diaconiehuys en Weeshuys, raids-  66 KEUREN DER STAD HAERLEM. midsgaders die Huyzen, welke buyten de ZeylPoort zyn gelegen onder de Stads Jurisdictie. N°. 4. Van de Wildemans-Brugge tuflchen het Spaarne en de Ooftzyde van de BakeneflerGraft langs hetSanders-Bruggetje, degeheele Nieuwe Stad en daar buyten, zo verre de Jurisdictie ftrekt, en dus daar onder begrepen het Peft- of Dolhuys , even als alle andere Huyzen, die buyten de Kennemer-Poort, midsgaders het Hek aan t Spaarne onder de Jurisdiaie van deze Stad behooren; en onder welk Quartier mede zal reflbrteeren, of fchoon daar buyten gelegen is, het Kindcrhuys dezer Stad. I ï. Van de vier alzo verdeelde Quartieren zal de oudfte of eerftaangeftelde Stads Doctor nu en fuccefllvelyk de eerfte Keuze hebben, om daar van onder zyn opzicht en bedieningen nemen het zodanige Nommer als zal goedvinden; daar na de tweede, en zo voorts, blyvende alzo het laatfte Quartier voor de laatfte of nieuw aangeftelde of aan te ftellenc Stads Doctor, nadien telkens by een vacatuur gelyke Keuze zal konnen gedaan worden, doch anders niet. 1 1 I. Onder de waarneeminge van yderQuartiei zullen zyn begrepen, alle ArmeenGcalimenreerde Zieke Perfoonen , doch zonder onderfcheyd Van wie, het zy van dc Diaconie-, Schaal- of Roomfche-Armen, worden Gealimenteerd of daar toe behooren, genoeg zyn de dat in het Quartier woonen , gelyk med< zullen moeten bezoeken en bezorgen de Zie ken in de Godshuyzen in yder Quartier gele gen, voor zo verre thans geen byzondcredaa toe aangenome Doftoren gevonden worden en anderzints by vacature van dien, invoe gen hier boven isgefpeciriceerd,enzulkszon der daar voor van dezelve Godshuyzen 0 Regenten van dien ietwes onder de naam vai Honorarium, of hoe het wezen mag, te mo gen neemen of ontfangen. I V. Plet vifiteeren der Gevangenen, gelyk me de aflifteeren der Schouwingen van doode ei verdronkene Lichamen, midsgaders het gun van die natuur door of van wegens dejuftiti zal worden gerequireerd, zal waargenome: worden by de twee oudfte of eerfte van d voorgemelde Stads Doctoren, waar vooraa yder van die genen, dewelke op een Tractement van twee honderd Guldens Jaarlyks zyn aangefteld, in dat geval komende, boven haar | gemelde Tractement nog zal worden toege- j voegd een Douceur van vyf en twintig Gul- < dens Jaarlvks. I V. Tot het doen der infpectien en bezoeken, ' dewelke uyt ordre van de Heeren regeerende Burgemeeftcren aan fommige Perfoonen : gefchieden, om te vernemen of dezelve Krankzinnig zyn, ofte met andere Gebreken laboreeren , zullen alle de Stads Doétoren zig moeten laten gebruyken, zonder diftinctie, 1 volgens het gunt hen dieswegens zal worden belaft. V I. De Stads Doctoren, yder*in hun aangenomen Quartier, zullen dagelyks, en zo lang !en menigrnalen zulks van noden zal zyn, de ! Zieken hier vooren gemeld, die in hunne Quartieren ofte ook in de Godshuyzen zig I bevinden, ingevalle die bedleegerig zyn , des ! voormiddags moeten gaan viftteeren , mids voor acht uuren het Zieke-Briefje aan hun bezorgt worde. En by aldien de Zieken zelfs, j konnen komen , zullen die gehouden zyn, zig voor halféénuurdes middags aan deHuy'zen der gemelde Doctoren te laten vinden, 'om alsdan geholpen te worden ; zullende de Doctoren al het zelve door niemand anders ' mogen laten waarneemen, dan by Ziekte of '. andere noodzake, wanneer nochtans voor dia tyd zullen moeten bezorgen, dat zulks door ■ een ander Stads Doctor worde gedaan, als in :' welke gevallen allen zullen zyn gehouden dén 'andeien te aflifteeren, en wel in die ordre, • dat de Stads Doctor van 't Quartier N°. 1. •' Ziek zynde, die van N°. 4. dezelve zal affi,! fteeren, zo als die van N°. 2. Ziek zynde zal I worden geafliftcert door die van N°. 3., en ■ | zulks vice vei ja. VII. 1 De Stads Doctors zullen in 't ordonneeren van hunne Recepten, zo veel mogelyk, en x in zo verre zulks zonder nadeel van de Zieken gefchieden kan, daar op letten, dat alle behoorlyke menage worde gebruykt omtrent - des Stads Apotheecq, en alzo van des Stads 1 Fïnancie, zonder dezelve ook met eene dat gelykfe ophopinge van nieuwe of gealtereer- 2 de Ordonnantiën, meer dan nodig is, te be- 1 zwaren, en ten dien eynde ook wel acht ge- 2 ven of de Medicamenten behoorlyk ge1 bruyktzyn. VIII. Wan-  KEUREN DER STAD HAERLEM. VIII. Wanneer het ongeluk wil, dat omme eenige graflèerende of quaadaardige Ziekte het Buyten-Proveniers- of Pelt- en Dolhuys, gelyk nu onlangs heeft moeten gebeuren, van gebruyk word gemaakt tot inlogeeringe van verfcheyde Subjecten, zal by zulk een occafie en zo lange tot dat het zelve wederom zal zyn gecelfeerd, den Stads Doctor, die het zelve Huys in zyn Quartier waarneemt, in het vifiteeren van de voorgemelde Subjecten, i telkens worden geaffilieerd door een medel Stads Doctor, en wel in de eerfte Maand door die van 't Quartier N°. 3. in de tweede door die van N°. 2. en in de derde Maand door die Stads Doctor, welke het Quartier N°. 1. is waarneemende, en alzo van Maand tot Maand rond gaande, zo lang zulks nodig zal zyn. , I X. De Stads Doctoren in het vifiteeren van hunne Zieken, zo in de particuliere Huyzen als Godshuyzen refpective, bevindende, dat dezelve Zieken hier of daar aan hoog nodig gebrek zouden mogen lyden, zullen gehouden zyn daarvan aan de Regenten of aan die geenen tot wien zodanige Subjecten gehoo-\ ren, kennifle te geven, omme daarin, zo veel mogelyk, voorzienïnge te worden gedaan X. Ymand van de Stads Doctoren in zyn Quartier ontdekkende eenige buytengewoone of dangereufe en aanfteekende Ziekte, zal gehouden zyn zulks terftond aan de andere Stads Doctoren bekend te maken, om met dezelve alzo te confulecren wat ten befte en tot ftuytinge van dien zal behooren geappliceerd te worden. Reglement en Instructie, waarna de vier STADS CHIRURGYNS in de waarneeminge van hunne Bedieningen zig voortaan zullen hebben te gedragen; gearrefteerd by hun Ed. Groot Achtb. de Heeren Burgemeefleren en Regeerders der Stad Haerlem den 30 December 1761, ingevolge de voorgaande Refolutie van de Vroedfchap daar toe genomen. Articul I. De Stad word verdeeld in de navolgende vier Quartieren : N°. 1. ^Zal beginnen aan de Brugge by de Eentjes of Leydfche Waterpoort, en voortVervolg van V/. Deel, 3. Stuk. gaande alles begrypen wat aan de overzyde van 't Spaarne legt, tot aan de Oude Oflemarkt toe; zynde daar inne gelegen het Roomfche Armenhuys, midsgaders die Huyzen, welke buyten de Spaarwouder- en Schalk wykerPoorten onder de Jurisdictie der Stad gelegen zyn. K N°. 2. X I. De Stads Doétoren zullen ook ingeval van eenige buytengewoone ontftooke of grafleerende Ziekte gehouden zyn zulks te brengen ter kennifle van 't Collegium Medicum deezer Stad, omme met dezelve en dus te zamen te befoigneeren en te overleggen, wat nodig 1 is ten algemeenen nutte gedaan te worden. X I I. De Stads Doctoren vermoeden hebbende, dat de Middelen op de Stads Apotheecq niet na behooren gehouden of klaar gemaakt worden, zullen het Collegium Medicum daarvan Informatie hebben te geven. XIII. En zal het Collegium Medicum, ten eynde alles richtig in de Stads Apotheecq omga, aok gehouden zyn, t'elkens by het vifiteeren ran de Apothecars-Winkels binnen deeze Stad, zulks mede te doen omtrent des Stads Apotheecq; en zal de Stads Apothecar zo min als alle andere van de cenfurebevryd wezen, maar dezelve uyt zyne privé Beurze in cas van overtredinge moeten betalen. X 1 V. De Stads Doctoren zullen alvorens in Funétie te treden gehouden zyn, ter nakoninge van deeze Inllrucïie, den Eed te preleeren in handen van de Heeren regeerende Burgemeefteren deezer Stad. In kennife van My, J. H. van DAM.  68 KEUREN DER STAD HAERLEM. N°. g. Van de-Eentjes-Poort, de Smalle; en Oude Graft langs, her. Vörwulfc ovcry de! Boterm'arkr over!, zo deBarrevoeterfleegdooitot aan de Veft :t zynde daar inne begrepen Het Aalmoefleméfs- en Werkhtiys-,'als mede de Huyzen büyrert de Poorten op de Groote cn Kleyne Houtwegen , midsgaders aan't Spaarne en elders daar omtrent, oridter de Jurisdictie van de Stad gelegen. N°. 3. De Noordzyde van de Smalle en Oude Graft, höt Verwulft eiïBotermarkt over, de Barrevoetcrfteeg door tot aan de Veft, de Veft langs tot aan 't Kinderhuys en alzo langs de Nieuwe Oflemarkt, de-Ridderftraat en Korte St. Jansftraat door, langs de Weftzyde van de Bakenefler-Graft en het Spaarne tot wederom aan de Oude Graft toe, waar onder gelegen zyn het Diaconiehuys cn Weeshuys, midsgaders die Huyzen, welke buyten de ZeylPoort zyn gelegen onder dc Stads Jurisdictie usrtoo'i'.liv ion vn «ttt*:* "51 -nvs OODUOUJ • p eenigerhande wyze, onder welk pretext iet ook zoude mogen zyn, van iemand iets neer af te vorderen, dan aan hem hier boren is toegelegd, op een Boete van drie GulO den,  94 KEUREN DER STAD HAERLEM. den, en daarenboven, op Poene van zodanig gecorrigeerd te worden, ais naar bevinding van Zaaken geoordeeld zal worden te behooren. XLIII. De Karre- of Vulnisman word by deeze gelaft, alle namiddagen ten vier uuren, zonder eenig verzuym, met zyn Kar te komen voor den Ingang van de Vifchmarkt, die over de Smedeiïraat is, alwaar de Knecht van de Vifchmarkt hen de Grom en alle opgefchopte Vuyligheyd van de Vifchmarkt, Straaten en Gooten van dezelve , zo binnen als buyten om, met de Kruywagen zal aanbrengen, om dezelve over te neemen en met de Kar weg te voeren. XLIV. Tot het doen der Bekeuringen worden, boren en behalven de Commilfaris van deezer Stads Keuren en de Dienaars van de Juftitie, gequalificeerd, de Afffagers , de Knecht en alle de Bedienden van de Vifchmarkt, die ook insgelyks zullen hebben te letten en naauwkeurige toezicht te houden, dat alle de Articulen van deeze Ordonnantie exadelyk worden onderhouden en nagekomen. XLV. Niemand, het zy Vifchluyden, Karremart, of Wie het anders ook zoude mogen zyn, zal den Afflager of Knecht in 't bedienen van hun Officie qüalyk mogen toefpreeken, in eenige manieren, op de Boete van 6 Gulden, en daarenboven op Pcene van arbitralyk gecorrigeerd te worden, naar gelegenheyd der Zaaken. XL VI. Alle de Boetens, waarvan in deeze Ordonnantie word gemeld, enby dewelke niet anders ftaat uytgedrukt, zullen gaan in dricn, den Heer Hoofd-Officier, de Diaconie Armen en den Aanbrenger, elk een derde part. Laftende Myne Heeren van den Gerechte alle en een iegelyk, zich na den inhoud deezer Keure en Ordonnantie in alle opzichten exaclelyk te gedraagen, zonder daar tegens eenigzints te contravenieeren; cn ten eynde niemand hier van ignorantie zoude pretendeeren, beveelen welgemelde Myne Heeren van den Gerechte , dat deeze van de Puye van den Raadhuyze den Volke voorgeleezen, en verders alomme geaffigeerd zal worden, daar 't nodig en te gefchieden gebruykelyk is, en in 't byzonder,dat voortaan altyd tweeExemplaaren van deeze Ordonnantie zullen zyn en blyven geaffigeerd op de Vifchmarkt, met bevel aan den Knecht van de Vifchmarkt, om zorg te dragen, dat een van gemeldeExemplaaren verfleeten zynde , telkens een nieuw in de plaatfe worde aangeplakt, omme te ftrekken tot een yders narichtinge. Aldus gedaan en gearrefteerd, den 9 September, 1768, prcsj'ent de Hesren Jean Salomo» la Clé,Hoofd-Officier;Mr. Arent de Raet en Mr. Mattheus Willem van Valkenburg, Burgemeefteren; Mr. Paul le Leu de Wilhem, Heer van Drongelen, Mr. Aelft van der Hoolck de Bruyn, Mr. Gysbert Adriaan Patyn, Mr. Cornelis Arnout van B rakel en Mr. Piet er Vermeulen,Schepenen der Stadtlaerlem. En den 19 November 1768,. na voorgaande Klokkegejlag, van de Puye van den Raadhuyze gepubliceerd, ten over ft aan van de Heeren Jean Salomon la Clé, Hoofd-Officier; Mr. Cornelis Arnout van Brakel en Mr. Pieter Vermeulen, Schepenen in Haerlem. My prefent, O. Van SCHUYLENBURCH. KEU-  KEUREN DER STAD HAERLEM. 95 Keure, waarby word geordonneerd, dat alle Vreemdelingen, dewelke Brandhout binnen deeze Stad zullen willen inbrengen, om hetzelve alhier te verkoopen, gehouden zullen zyn met hunne Schepen te moeten leggen aan de ordinaire Houtmarkt en nergens elders; en dat dezelve geenerhande Brandhout door de Stad te koop zullen mogen draagen, krutjen, ryden, of fleepen, of daarmede omvaaren ; van den 9 van September 1j68. MYNE HEEREN VAN DEN GERECHTE DER STAD HAERLEM, m ervaringe gekomen zynde, dac zederd eenigen tyd herwaards fomraige vreemde Houtfcbippers , hier ter Stede Brandhout inbrengendè, hetzelve langs de Huyzen komen uytteventen, coc merkelyk nadeel niet alleen van de Houtkoopers en Neeringdoende Luyden binnen deeze Stad, maar ook van de goede Ingezeetencn van dien, dewelke daar door dikvvyls, zo in de Prys als ten opzigte van de Qualiteyt van het Brandhout , grootelyks worden misleyd en verkort: Hebben, om daarjegens te voorzien, goedgevonden te ordonneeren en ftatueeren, zo als haar Ed. Achtb. ordonneeren en ftatueeren by deezen: Dat alle Vreemdelingen, dewelke Brandhout binnen deeze Stad zullen willen inbrengen, om hetzelve alhier te verkoopen, gehouden zullen zyn met hunne Schepen te moeten leggen aan de ordinaire Houtmarkt, en nergens elders. En dat dezelve j geenerhande Brandhouc door deScad ce koop zullen mogen dragen, kruyen , ryden, fleepen, of daarmede omvaaren, op Pcene, dat dezelve contrarie doende, deswegens telkens zullen verbeuren de Somme van twaalf Guldens, te appliceeren een derde voor den Heer Hoofd-Officier , een derde voor den geene die de Bekeuringe zal doen, en een derde ten behoeve van dc Diaconie-Armen deezer Stad; boven en behalven de verbeurte van het omgevoerde Brandhout, mitsgaders de Kruywagens, Wagens, Sleeden of Vaartuygen, waarmede het Hout alzo omgevoerd is geworden, ten behoeve van het Weeshuys; wordende tot de voorfz. Bekeuringe, boven de CommhTaris deezer Stads - Keuren en de Dienaars van de Juftitie, ook mede gequalificeert de Houttelders en Houtmeeters , mitsgaders de refpeétive Houtverkoopcrs binnen deeze Stad gezeten zynde. Blyvende niettemin aan de voorfz. vreemde Houtverkoopers allczints vry en onverlec, om hec Brandhouc uyc hunne Schepen,op deHoutmarkc leggende, ce verkoopen, en aan deKoopers c'huys ce brengen. Aldus gedaan en gearrefteerd, den 9 September, ij 68, prefent de Heeren Jean Salomon la Clé,Hoofd-Officier;Mr. Ar ent de Raet en Mr. Mattheus Willem van Valkenburg, Burgemeefteren; Mr. Paul le Leu de Wilhem, Heer van Drongelen, Mr. Aelft van der Hoolck de Bruyn, Mr. Gysbert Adriaan Patyn, Mr. Cornelis Arnout van Brakel en Mr. Pieter Vermeulen,Schepenen der Stad Haerlem. En den i o dito, na voorgaande Klokkegejlag, van de Puye van den Raadhuyze gepubliceerd, ten over ft aan van de E.E. Heeren Jean Salomon la Clé, HoofdOfficier ; Mr. Gysbert Adriaan Patyn en Mr. Cornelis Arnout van Brakel, Schepenen der gemelde Stad. In kennifle van My, O. Van SCHUYLENBURCH. O 2 KEU-  96 KEUREN DER STAD HAERLEM. KEUREN O P D E ERF SCHE YDIN GEN, VERHUURINGEN, OPDRACHTEN enz. Ampliatie, van de Keure op 't Stuk der VERHUURINGEN; fpecialyk met relatie tot kleyne Huysjes of Kamers; van den 4 van September 1767. MYNE HEEREN VAN DEN l GERECHTE DER STAD HAERLEM, géinformeefd zynde dac zommige Huurders en Bewoonders van kleyne Huysjes of Kamers, zonder eenige voorgaande Waarfchouwiuge, of wel tuflchen tyds," in flilte opbreeken, en in andere Wooningen overgaan, zonder hunne agterftallige Huur te voldoen , tot merkelyke Prejudicie en Schade der Eygenaars van zodanige Huysjes of Kamers, en gelet op het verzoek', aan hun Ed. Achtb. by zommige Eygenaars derzelve gedaan : Hebben , na Deliberatie , goedgevonden en verftaan , amplieerende de Keure op het Stuk der Verhuuringen, te ordonneeren en te ftatueeren, zo als haar Ed. Achtb. ordonneeren en ftatueeren by deezen. Eerftelyk, dat van nu voortaan de Huurders van die kleyne Huysjes en Kamers binnen dee/.e Stad cn dc Jurisdictie van dien,uyt hunne Wooningen niet zullen mogen vertrekken, als na dat zy zes Weeken te vooren aan den E genanr opzegginge van de Huur hebben gedaan , op een Boete van drie Guldens, ten behoeve van den Eygenaar tc verbeuren; zullen de Verhuurders insgelyks gehouden zyn, de Huurders zes Weeken voor dat zy moeten verhuyzen, te waarfchouwen, op de Boete als vooren; ten behoeve van den Huurder, en dezelve niet mogen doen delogeeren buyten tyds, zonder wettige reedenen. Ten anderen, dat de Eygenaars van de gemelde kleyne Huysjes en Kamers geene Bewoonders in dezelve zullen mogen laaten inkomen , ten zy alvoorens aan hen by behoorlyke Quitantie van den Eygenaar uyt wiens Wooningen die nieuwe Huurders en Bewoonders zullen zyn vertrokken , zal zyn aangetoond, dat dezelve Eygenaar van zyne MuurPenningen voldaan en betaald is, op Pcene. dat by nalatigheyd van dien, de tweede Ver¬ huurder en Eygenaar verpligt zal zyn, om de achterftallige Huur-Penningen van die nieuwe Huurders en Bewoonders aan de eerfte Verbuurder en Eygenaar op te leggen en te letaalcn. Behoudens deezes Regres op die lieuwe Huurders, en mits die achtcritallen van die Huysjes en Kamers, voor zo verre die by de Week verhuurd zyn, niet meer dan twaalf Weeken , van die by dc Maand verhuurd, niet boven de zes Maanden, en van de anderen niet boven een Jaar komen te bedragen. Blyvende voorts de Keure op de Verhuuringe van Huyzen en Tuynen in haar volle vigeur en kragt. Aldus gedaan en gearrefteerd den 4 September , 1767, by de Heeren Jean Salomon la Clé, Hoofd-Officier; Mr. Ja flus Witte, Mr. Carel van Dyk, Mr. Remees Floris van Zanen en Mr. Chriftoffiel Jan van Dam, Burgemeefteren ; Mr. Cafpar Jacob R aveus, Willem Jan Grave van Hogendorp, Mr.Paul le Leu de Wilhem ,Heer van Drongelen, Mr. Aelft van der Hoolck de Bruyn, Mr. Gysbert Adriaan Patyn , Mr. Adolf Hesbuyfen en Mr. Herman Gerlings, Schepenen der Stad Haerlem. En den 8 dito, na voorgaande Klokkegeflag, ter Puye van den Raadhuyze afgekondigt , ten overftaan van de Heeren Jean Salomon la Clé, HoofdOfficier; Mr. Aelft van der Hoolck de Bruyn en Mr. Herman Gerlings, Schepenen in Haerlem. By My, O. Van SCHUYLENBURCH. OR-  KEUREN DER STAD HAERLEM. 97 ORDONNANTIËN BETREFFENDE DE GEBUURTEN, ENZ. Ordre voor de Vinders der Buurt aan de GAREN-KOKERS-SLUYS, omme,in cas van Sterfgevallen, van Perfoonen aldaar woonachtig, tot het Dragen van zodanige Lyken te verzoeken, de Gebuuren aldaar woonende; van den 125 van January 1764. BURGEMEESTERENEN REGEERDERS DER. STAD HAERLEN, gelet hebbende op de klachten aan haar Ed. Groot Achtb. gedaan, door eenige Gebuuren, woonachtig aan de Gaarenkookers-Sluys, dat onlangs aldaar zynde komen te overlyden eene Cafpar Sloot, mede aan de Gaarenkookers-Sluys woonachtig, de Vinders van die Buurt, contrarie de oude ufantie en gebruyk, hadden kunnen goedvinden tot het dragen van 'tLyk van de voorfchreeve Cafpar Sloot, te doen verzoeken Perfoonen woonende op de Brouwersvaart, en hen, de naafte Buuren aan de GaarenkookersSluys woonachtig, daarinne niet te kennen en voorby te gaan, en zulks alleen op fundament, dat langs degemcene. Weg, gereekend van het Voorhek van de Overledene, die aan de Brouwersvaart woonachtig hadden gefultineerd,nader te wezen: Hebben, hierop gehoord zynde de Vinders van de voorfchreeven Buurt van de Gaarenkookers-Sluys, dewelke erkenden, dat in voorige Sterfgevallen de Gebuuren van de Gaarenkookers-Sluys, en niet de Gebuuren van de Brouwersvaart, in het dragen de voorrang hadden gehad, na Deliberatie, goedgevonden en verdaan dezelve te ordonneeren en te geladen, zo als geordonneerd en gelalt worden by deezen, om ingevalle een Sterfgeval van een Perfoon aan de GaarenkookersSluys woonachtig, komt voor te vallen, tot het draagen van zodanig Lyk te verzoeken de Gebuuren aldaar woonachtig, en over zulks te blyven by het oude gebruyk, in die Buurt tot heden gepra&ifeerd. Zullende Copie deezer aan de opgemelde Vinders tot derzelver narichtinge worden gegeeven. Aclum ter Kamer den i$vanjanuary 1/64. In kennilfe van My, J. II. van DAM. Resolutie, waarby twee Buurten in de Achterftraat, te weten, van de Hoogitraat tot de Barnefteeg, en van de Barnefteeg tot de St. Antonie-Brug, worden gecombineerd; van den 27 van Maart 1764. Compareerden ter Kamere van de Heeren Burgemeefteren en Regeerders der Stad Haerlem, Deken en Vinders van de Buurt van de Achterftraat, van de Hoogftraat tot de Barnefteeg,en van de Barnefteeg tot de St. Antonie-Brug, te kennen gevende, dW hunne Buurten zeer kleyn en daarinne weynig Luyden van vermoogen woonachtig waren, en dat zy alle wel genegen waren, om de gemelde Buurten (ingevalle zulks met goedvinden van haar Ed. Groot Achtb. mogte overeenkomen) te combineeren , verzoekende vervolgens, dat zulks aan hen mogte wor¬ den toegeftaan; waarop gedelibereerd zynde, is goedgevonden en verftaan het voorfz. verzoek te accordeeren, zo als haar Ed. Groot Achtb. doen by deezen, en dat dienvolgende de gemelde twee Buurten voortaan een zullen zyn, en daar voor werden gehouden. Zullende Copie deezer aan opgemelde Vinders tot narichtinge worden gegeeven. Aclum ter Kamer den 27 van Maart1,1764-. In kenniffe van My, J. H. van DAM. O 3 Re-  98 KEUREN DER STAD HAERLEM. Resolutie , behelzende Ordre op 't Dragen van LYKEN van Ongetrouwde Perfoonen in de Buurt van de VOLDERS- en ZYD-GRAFTEN; van den 23 van Mey 1766. BURGEMEESTEREN EN 1 REGEERDERS DER STAD HAERLEM, gehoord hebbende de klachten van Deken, Raaden en Vinders der Buurte van de Volders- en Zyd-Grafcen, ter zaake van geduurige Onluflen, hun voorkomende, by gelegenheyd van 't overlyden van ongetrouwde Perfoonen, welke van geen vermogen zyn en het begraaven derzelven, waartoe°zy menigmaalen geen Draagers weeten te bekomen in de Buurt; verzoekende, dat hier in by haar Ed. Groot Achtb. voorziening mogte worden gedaan : Hebben, na Deliberatie, tot voorkoming van meerder Onluflen ter zaake voorfchreven, en ten eynde alle Lyken, zonder onderfcheyd, het zy dezelve van vermogen zyn of niet, op eene ordentelyke wyze ter aarde worden gebracht , goedgevonden en verdaan, zo als haar Ed. Groot Achtb. goedvinden en verdaan by deeze, dat, wanneer ongetrouwde Perfoonen in de voorfchreeve Buurt van de Volders- en Zyd-Graften komen te overlyden , derzelver Lyken door ongetrouwde Perfoonen in dezelve Buurt woonachtig, zonder daar buyten te mogen gaan,zullen moeten worden gedraagen en ter Aarde gebracht, zonder onderfcheyd, of dezel- . ve van vermogen zyn of niet, gelyk ten opzigte van getrouwde Perfoonen , in de gemelde Buurt en in alle Buurten binnen deeze Stad, overlydende en begraaven wordende,gebruykelykis; zo nochtans, dat een yder, welke de directie over de BegraaifenifTen van eenige ongetrouwde Lyken competeerd, zal konnen volftaan met een getal van tien Perfoonen tot Draagers uyt dezelve Buurt te verzoeken, en de verdere uyt andere Buurten , ingevalle meer dan Tien Draagers mochten goedvinden te gebruyken. En verder op dien voer, dat altoos de naafte aan 't Sterfhuys voor alle andere zullen wezen geprefereerd, gelyk omtrent het Draagen van getrouwde Lyken overal binnen deeze Stad practicabel is. Mids, dat het aan een yder vry zal ftaan, volgens gebruyk alhier, de Buurt uyt te koopen, indien Draagers buyten de Buurt wil emploijeeren , onder Conditie van aan yder der naafte Tien Draagers één Gulden te voldoen. Resolutie, waarby de Buurt van de MARGARIETESTRAAT word gecombineerd , gedeeltelyk met de Buurt van de MIDDEL-ZYLSTRAAT en voor een gedeelte met die van de OUDE KRUYSSTRAAT-, van den 6 van Juny, 1766. BURGEMEESTERENEN REGEERDERS DER STAD HAERLEM , gelet hebbende op het te kennen geven, aan haar Ed. Groot Achtb. door en van wegens de Vinders van de Buurt van de Margan'eteftraat, nopens de geringheyd derzelve , zodanig, dat in dezelve byna geen Subjecten tot Vinders te krygen waren, en daaromme in bedenkinge gevende, of niet nodig en dienftig zoude zyn, dat die Buurt wierde gecombineerd met de daaraan naaftgelegene Buurten, en dus voor gedeelte met die van de Middel-Zylftraat, en voor een gedeelte met die van de Oude Kruysftraat. Heb¬ ben, na verhoor van de Deken en Vinders van de opgemelde Buurten, van de MiddelZylftraat en Oude Kruysftraat, die zig de propofitie van de Vinders van de Margaricteftraat hadden laten welgevallen , en vervolgens hadden aangenomen met eikanderen daar over eene convenable fchikkinge te zullen maken, goedgevonden en verftaan de gemaakte verdeelinge van de gemelde Buurten onder de gezamentlyke Overluyden geformeerd, als dat namentlyk, de Vinders van de Buurt van de Oude kruysftraat aan hunne Buurt zouden trekken , de Lange Margarieteftraat, Korte Margarieteftraat en Kruysveft; en de Vin-  KEUREN DER STAD HAERLEM. 99 Vinders van de Middel-Zylftraat, de Zoeteftraat, Kleyne Krogt, Urlelaarfteeg en Kraaijenhorfter-Graft, te approbeeren, zo als dezelve geapprobeerd worden by deezen, quaHflcéerende voorts de gezamentlyke opgemelde Vinders van de voorn. Buurten, ingevolge de voorfchreeve fchikkinge, den dienft als Vinders op dien voet alzo waar te neemen, en de Zaaken daarin voorvallende, volgens de Ordonnantie op de Buurten geëmaneerd, te adminiftreeren. Zullende Copie deezer worden gegeeven aan de Vinders van de Buurt van de Oude Kruysftraat en Middel-Zylftraat, midsgaders ook aan die van de Margarieteftraat> om té ftrekken tot hunne narichtinge. Atlum ter Kamer e, den 6 van Juny 1766; Iri kennifle van My, J. H. van DAM. INSTRUCTIE N. Ordonnantie , op het Stuk van Salaris voorde HAL-SLUYTSTER; van den 5 van Auguftus 1766. Zie onder Kapittel van Vleefch-Hal I.Deel, 4Stuk, Bladz. 86. Generale Ordonnantie en Reglement voor de gequalificeerde Beftelders enKruijers van het AMSTELDAMSCHE Binnenen Buyten-Veer;van den 29 van February 1768. Zie onder het Kapittel van de Veeren II.Deel, 4 Stuk, Bladz. 132. KEUREN OVER ALLERHANDE ZAAKEN. Publicatie, waarby word geinterdiceerd, het approprieeren van Overdekte KOLF-BAANEN , zonder alvorens daartoe te hebben verkreegen Confent van de Heeren Burgemeefteren deezer Stad; alsmede het Borgen of Crediteeren door Herbergiers en Tappers, van Luyden ter zaake van by hun verteerde Drinkgelagen; van den 16 van July 1764. *M lf YNE HEEREN VAN DEN GE- VI rechte der stad haer- _L » _JLLEIVI,in aanmerkinge hebbende genomen , hoe zedert eenige tyd , zo binnen deeze Stad als in de Vrydom van dien, meer en meer Kolf baanen worden aangelegt, en dat meeft allen overdekt, waar door dat Spel niet meer aan den Dag bepaald blyft, maar zelfs tot in de Nacht word voortgezet, waar door veel gelegen dheyd tot Dronkenfchap en Grof-fpeelen word gegeeven; en daar tegens, zo veel mogelyk , willende voorzien ; hebben,  -,IOO KEUREN DER S TAD HAERLEM. ben, na rype Deliberatie, goedgevondenen verftaan te ordonneeren en te ftatueeren, zo als geordonneerd en geftatueerd word by deeze , dat voortaan binnen deeze Stad en Vrydom van dien achter of by Huyzen, waarin Herberg of Tap-Neeringe word gedaan, geen overdekte Kolf baanen zullen mogen worden aangelegt,of geen open Kolf baanen totoverdekte zullen mogen worden geapproprieerd, zonder dat alvoorens daartoe zal zyn verkregen fpeciaal Confent. van de Heeren Burgemeefteren deezer Stad , welk Confent de Herbergiers, Tappers , of andere diergelyke Neeringdoende Luyden by Requcile zullen moeten verzoeken, op een Boete van honderd Guldens, zó wel wanneer, zonder het voorfchreve Content, van een open Kolfbaan een overdekte gemaakt zal wezen, als wanneer een overdekte Kolfbaan op nieuw zal zyn aangclegt, te verbeuren, zo by den Eygenaar van dezelve Kolfbaan, als by de Baas ofBaazen, die daaraan zullen hebben gewerkt; te bekeeren een derde ten profyte van den Heer Hoofd-Officier,een derde voor den Aanbrenger, en een derde ten behoeve van den Armen; midsgaders op de pcenaliteyt van Amotie van dezelve Kolfbaanen, ten koften der Aanleggers zelve. Voorts, dewyl de ondervindinge leerd,dat het zig te buyten gaan in den Drank,hetwelk thans tot ruïne van veele Huysgezinnen zo zeer in zwang gaat, grootelyks word aangemoedigd en vermeerderd, door dat veele Herbergiers en Tappers aan Luyden, die by hun kómen drinken, gewoon zyn Crediet te verleenen en te borgen ; hebben welgemelde Heeren van den Gerechte insgelyks goedgevonden , wel expreflelyk te interdiceeren, zo als geinterdiceerd word by deeze , aan alle Herbergiers en Tappers eenige Lieden te bor¬ gen, terzaake van by hun verteerde Drinkgelagen, op poene, dat daar op geen Recht zal gedaan worden; en op dat deeze Interdictie niet worde illufoor gemaakt, op pretext dat de Schuld niet refulteerdc uyt verteerd Drinkgelag, maar dat het Geld door hun aan die Lieden was geleend; hebben hun Ed. Achtb. ook aan de voornoemde Herbergiers cn Tappers geinterdiceerd en verboden, zo als geinterdiceerd en verboden word by deeze,geene Penningen op eenigerhande wyze te leenen aan Lieden, die by hun komen drinken, op pcene als hier vooren tegens het borgen van verteerde Drinkgelagen is geftatueerd. Aldus gedaan en gearrefteerd by de E. E. Heeren van den Gerechte der Stad Haerlem, den i6july, 1764, praféht de Heeren Mr. Cornelis Afcanïus van Sypefleyn, Hoofd-Officier ; Mr. Ar ent de Raet, Mr. Mattheus Willem van Valkenburg en Antoni Kuits, Burgemeefleren; Mr. Jan Theodorus Koek, Mr. Zacharias Steenis, Mr. Paul le Leu de Wilhem, Heer van Drongclcn, Mr. Aelft van der Hoolck de Bruyn, Mr. Gysbert Adriaan Patyn en Mr. Albert Fabricius, Heer van Almkerk, Schepenen der voorfchreeve Stad. En gepubliceerd den 24 daar-aanvolgende , ten over ft aan van de Heeren Mr. Cornelis Afcanius van Sypefleyn, Hoofd-Officier ; Mr. Jan Theodorus Koek en Mr. Paul le Leu de Wilhem, Heer van Drongelen, Schepenen voornoemd. By My, C. A. T E S T A R T.  VYFDE VERVOLG OP HET EERSTE DEEL VAN DE KEUREN E N ORDONNANTIËN DER STAD HAERLEM, Bevattende de Keuren in de Jaaren 17-69 tot 1790 gearrefteerd.   Bladz. 103 VYFDE VERVOLG • op het EERSTE DEEL van de KEUREN DER STAD HAERLEM, Bevattende de Keuren in de Jaaren 1769 tot 1790 gearrefteerd. ORDONNANTIËN RAKENDE DE JUSTITIE. A^Tf.RTTAJIE op her VIL ArtJ'cuI van her XV. Capittel van de MANIER van PROCEDEEREN, omtrent de Declaratien van Practizyns; van den u van January 1775. S ~ïj$ DEN' "ge iYe CHte ^\ h/^ nonien hebbende, dat £=3*5^3^v«>^e§ eerfte en zevende Articul van het XV. Capittel van de Manier van Procedeeren, binnen deeze Stad, fprekende van de Declaratien van Praétizyns, eikanderen zoude contrarieeren, niet in achting neemende, dat by de gemelde Articulen van gantfch onderfcheydene gevallen word gefproken ; Hebben., tot vvegneeminge van alle dubieteyten, goedgevonden en verftaan, by Alteratie van het voornoemde VII. Articul, te ftatueeren, dat zo wanneer iemand de Declaratien van zyn Praétizyn heeft bekomen, en wel niet onwillig is die te betaalen, maar Virvolg van V /. Deel, 5 Stuk. oordeelt, dat dezelven te hoog zyn gefteld, de gemelde Declaratien, om de Koften te vermyden, zonder eenige forme van Proces, aan haar Ed. Achtb., door zodanige zig bezwaard vindende Perfoonen, zullen mogen worden.overgegeeven, om vervolgens, nadat de refpeclive PracTizyns daarop zullen zyn gehoord , by haar Ed. Achtb. te worden getaxeerd , zo als dezelve zullen oordeelen te behooren. En ten eynde alle de Pracftizyns hier van zouden zyn verwittigd, word gelaft, dat deeze ter Rolle zal worden gepubliceerd. Aclum ter Kamers den 11 January 1775. Prefent de Heeren ut 1 in Memoriali. In kennifle van My, C. A. TESTHT. P 2 Re-  ;IÓ4 KEUREN DER STAD HAERLEM. Resolutie, waar by gerefolveerd is, omme op den eerften Woensdag in elke maand, het COLLEG1E van HEEREN van den GERECHTE te convoceeren; van den 7 July 1784. De HEEREN van den GERECHTE der.STAD HAERLEM, in achting genomen hebbende, dat het, tot beetere expeditie van zaaken, die ter Deliberatie van het Collegie moeten komen, zoude ftrekken, indien het zelve maqndelyks, op eene bepaalde dag, by elkandere kwamen; Hebben, na Deliberatie, goedgevonden en verftaan te Refolveeren, gelyk gerefolveerd werd by deze, dat 't Collegie van de Heeren van den Gerechte voortaan altoos, tegen den eerften Woensdag van elke maand. des voormiddags ten tien uuren, geconvoceerd zal worden, omme te disponeeren en Refolveeren op alle zodanige zaaken, als ter Deliberatie van hun Ed. Achtb. zullen ge-j bragt worden en behooren te komen; bly-j vende voorts aan Heeren Burgemeefteren de faculteit, om, ten allen tyden, wanneerzulks nodig geoordeeld word , de Heeren van den Gerechte te convoceeren op zodanige dag en uur als hun Ed. Groot Achtb. convenabel!!: en oirbaarst vinden zullen. ei&wn ter Kamer e den 7 July 1784. Pr af ent den Heer Hesbuyfen, Hoofd' Officier; de Heeren van Dam, Parvé en Hceufft, Burgemeefteren ; en allen de Heeren Schepenen. In kennifle van My, C. A. T E S T A R T. Resolutie houdende bepaaling, welke Perfoonen, behalven gefalarieerde PROCUREURS en ADVOCAATEN, voor en in plaats van anderen , ter Kamere van Heeren Schepenen of voor Heeren van den Gerechte, vermoogen te compareeren, om Voordrachten en Verzoeken te doen; van den 4 January 1786. Bv de HEEREN van den GERECHTE der STAD HAERLEM door een der Leden gemoveerd zynde , dat de Solliciteurs, welken voor de kleyne Bank van Juftitie alhier geëmployeerd worden , en anderen gefalarieerde Perfoonen, buiten de Procureurs, welken geadmitteerd zyn om voor de Heeren Schepenen te mogen occupeeren, zich van tyd tot tyd laaten gebruiken, om voor welgemelde Heeren Schepenen Voordrachten en Verzoeken te doen, ten behoeven zelfs van Perfoonen op welken zy geene relatie van Bloed ver wan tfchap of affiniteit zyn hebbende, en dat zulks niet alleen tot veelerley inconvenienten aanleiding geeft, maar ook met de gemanifefteerde intentie van deezen Gerechte fchynt te ftryden, doch dat, om het zelve met effect, zoowel in het vervolg als voor tegenwoordig, te kunnen weeren, het begrip van hun Ed. Achtb. daar omtrend uit de Regifters van het Gerecht behoorde te kunnen blyken. Zoo zyn hun Ed. Achtb., gelet hebbende op het 7 Art. van het eerfte Capittel van de Ordonnantie op de manier van Procedeeren binnen deeze Stad, gearrefteerd den ! 1 September 175 r, mitsgaders op de daar van gegeeven elucidatie van den 27 December 1752, en op de intentie van deezen Gerechte , blykbaar uit het geftatueerde by het Reglement voor de Solliciteurs in dato 1 September 1752, eenpaariglyk van begrip geweeft. Voor eerft, dat in allen zaaken, waarin het nodig is eenige Dingtaalen te houden, het zy tot het doen van fchriftelyke Verzoeken ofte anderzinds , de Parthyen Litiganten verplicht zyn Procureurs te employeeren. Ten tweeden, dat in zaaken , waar in geene Dingtaalen gehouden worden, het aan een ieder gepermitteerd is, in zyne eygene zaak, het zy by monde, het zy in gefchrifte, aan de Heeren van den Gerechte, ofte aan Heeren Schepenen, Voordrachten of Verzoeken te doen. Ten derden, dat men tot de laatftgemelde Verzoeken, die men voor zich zelve doen imag, ook vryheid heeft, om zyne Naaftber ftaan-  KEUREN DER STAD HAERLEM. 105 ftaande, tot Ooms incluis, maar geene verdere Vrienden tc employeeren, als mede zyne eigene Boekhouders of Comptoir-Bedienden, doch zonder dat deezen deswegens vermogen te declareeren, en mits dat zy van behoorlyke Procuratien voorzien zyn. En ten vierden, dat zodanige fchriftelyke Verzoeken, welken geene zaaken, waar in Dingtaalen gehouden worden, concerneeren, maar tot het bekomen van eenige politicque Dispofitie aan de Heeren van den Gerechte of aan Heeren Schepenen , by Requefte geaddreftèerd worden , ook door de Notariflen mogen worden getekend , maar dat het verder niet vry ftaat aan eenige andere gefalarieerde Perfoonen, buyten de geadmitteerde Procureurs en buyten Advocaaten, in zaaken, waarin deezen geadmitteerd ■worden , zich voor de gemelde Collegien te laaten employecren. En zal van dit gedeclareerde begrip van hun Ed. Achtb. &c. Aitum ter Kamen'e den 4 January 1786. Prefent den tleer Hoofd-Officier, Mr. Ifebrandus jfobannes Faber van Riemsdyk, den HeerKuits, Burgemee fter ; en de Heeren Decker, van Sypefleyn van Moermont, Helmolt, van'Styrum, Hoeufft, Tvoent enPestalozzi Camerling , Schepenen der Stad Haerlem. In kenniffe van My, C. A. TESTAR T. ORDONNANTIËN BETREFFENDE DE F I N A N T I E. Order en Resolutie , voor't VLEESHOUWERS-GILDE, om voortaan van ieder inkom en d Lid, ten behoeve van het Weeshuys, zo veel aftevorderen, als ten behoeve van dat Gild voor ^inkomen werd betaald; van den 19 van September 1771. BURGEMEESTEREN ende REGEERDERS der STAD HAERLEM geëxamineerd hebbende de Requefte,door de Regenten van 't Weeshuys deezer Stad aan haar Ed. Groot Achtb. geprefenteerd , verzoekende op fundament van de reedenen by dezelve Requefte geallegueert; Eerftelyk, dat de Overluyden van het Vleeshouwers-Gilde mogt worden aangezegt, dat gehouden zouden zyn en blyven van ieder nieuw inkoomend Lid in hun Gilde, ten behoeve van't Weeshuys, als inde plaatfe van 't Kinderhuys gekomen zynde, zo veel aftevorderen, als door denzelven voor het inkoomen in 't Gilde word betaald, en ook aan der Supplianten Godshuys te voldoen , 't geen bevonden mogte worden wegens reeds ingekomen Leeden verfchuldigt te zyn. Ten anderen, dat de Refolutie van de Heeren Raeden en Vroedfchappen van dato 24 Auguftus 1745, door haar Ed. Achtb. zodanig zoude mogen worden gealtereerd, dat de daar by gemelde Recognitie van vyftig Guldens op de Lykkoetfen ook zoude moeten worden betaald, wanneer eenig oud of jong Lyk met de Lykkoets aan de Kerk word gebragt, of fchoon door geen andere Koetfcn gevolgd wordende, en 'f zy 't zelve Lyk van buyten de Stad komt ofte niet, gelyk meede wanneer eenig Lyk met de Lykkoets van hier na elders werd vervoert. En eyndelyk ten derde, dat uyt hoofde van 't gemis 't geen het Weeshuys komt te lyden, zedert 't verpachten der Ophaalbruggen ten behoeve van de Stad, eenig gedeelte van dien aan 't zelve Godshuys zoude mogen worden vergunt; zodanig als haar Ed. Groot Achtb. meeft met de billykheid overeenkoomende zouden oordeelen. Hebben na deliberatie, goedgevonden en P 3 ver-  ioö KEUREN DER S TAD HAERLEM. verflaan met relatie tot het eerfte point, de Overluyden van 't Vleeshouwers-Gilde binnen deeze Stad te ordonneeren en tegelaften, zo als dezelve geordonneert en gelali worden by deezen, omme van ieder Lid, die na dato deezes in hun Gild in 't vervolg zal inkoomen aftevorderen en vervolgens te verantwoorden , ten behoeve van 't Weeshuys deezer Stad, zo veel als ten behoeve van hun Gild voor't inkoomen moeten betaalen ter fomma van zes Guldens; wordende het verdere verzogte op dit refpeét gcweezen van de hand. En wyders met relatie tot het tweede point, betreffende eene ampliatie op de Recognitie , wegens het gebruyk der Lykkoets, dat etc. En zal Copie deezes gegeeven worden aan de Regenten van't Weeshuys, als mede Extraét deezes voor zo veel het eerfte Lid van 't voorfz verzoek aangaat, aan de Overluyden van 't Vleeshouwers Gilde binnen deeze Stad, omme zig refpeclivelyk daar na te reguleeren. Resolutie, waar bv aan het Remonftrantfche Hofje vergund word VRYDOM van den EXCHYNS op den TURF, GEMAAL en BIER, tot eene zeekere quantiteyt, onder eenige Precautien; van den 22 van December 1773. Is geleezen de Requefte van den Kerkenraad van de Remonftrantfche Gemeente , binnen deeze Stad, als door wylen Izabella van Leeuwaarden , in haar leeven Wed. van Pieter Merkman , Gecommitteerd tot de adminiftratie van deszelfs nalatenfchap, en tot de opperdireftie over zeeker te bouwene Hofje , by haar geordonneerd , verzoekende op fundament van de reedenen by dezelve Requefte geallegeerd, Vrydom van deezer Stads Exchynfen van zodanige en zo veele der middelen, als aan hun Supplianten van '5 Landswege by Oclroy van haar Ed. Groot Mog. van den 11. November deezes Jaars, breeder by dezelve Requefte gementioneerd, was verleend geworden. Waar op gedelibereerd zynde, is goedgevonden en verftaan, aan de Supplianten te verleenen, zo als aan dezelve verleend werd by deezen, Vrydom van deezer Stads Impofitien op de Turf, tot twintig Tonnen voor ieder Huysje, in 't Jaar; Mitsgaders van de Stads Impoft en Recognitie op het Gemaal, bepaaldelyk tot een Haagfe zak Tarwe, ol een en een quart zak Rogge voor ieder hoofi in het Jaar, mits niet Excedeerende twet zakken Tarwe of twee en een halve zak Rog¬ ge voor ieder Huysje, in het welk meer dan een Perfoon zal weezen geplaatft; en eyndelyk ook Vrydom van Impoft van een Ton Bier voor elk Huysje in 't Jaar; Des dat de Regenten van het zelve Hofje opregtelyk en na waarheyd aan de Gaarders van de voorfz. middelen zullen moeten opgeeven de namen der Perfoonen , die met de bewooninge der voorfz. Huysjes zullen worden begunftigt, en daar in by veranderinge van tyd tot tyd moeten continueeren; En dat wyders de voorfz. Vrydommen niet zullen worden genooten, dan op een fchriftelyk declaratoir van een der Regenten, inhoudende de naam der Bewoonders, en dat ingevalle bevonden zoude mogen werden, dat door iemand van de Bewoonders eenig misbruyk van de voorfz. Vrydommen, wierde gemaakt, de zodanige van de voorfz. Vrydommen deszelfs leeven lang geduurende, zal zyn en blyven verfteeken; En zal Copie van deeze Refolutie worden gegeeven aan de Supplianten, mitsgaders aan I de Gaarders van de Stads Exchynfen op de Turf, 't Gemaal en de Bieren , omme te ftrekken tot derzelver narigtinge en zig daar Uil lUpiCljtt. IC ICgUICClCM, Re-  KEUREN DER STAD HAERLEM. 107 Resolutie, tot Introductie van een TACHTIGSTE PENNING op de Verkooping van Meubilaire Goederen; van den 27 van February 1776. Gedelibereerd zynde over het 37 Articul van bet rapport tot redres van deezer Stads Finantie, overgeleeverd den 12 April 1774; Is goedgevonden en verftaan, te ordonneeren en vaft te (tellen, gelyk geordonneerd en vaft gefteld wordt by deezen, dat van nu voortaan van alle publicque verkoopingen van Meubilaire Goederen, even op den zelfden voet als zulks ten aanzien van de verkoopingen van onroerende Goede¬ ren plaats grypt, zal worden geheeven een Tachtiglle Penning of Oortje van de Gulde, 't welk de Kooper gehouden zal zyn te betaalen , en zal hier van voor den aanvang van publicque verkoopingen van Meubilaire Goederen voor eerft aan de Oraftanders door den den Klerk kennis gegeeven worden, ten einde een ieder langs dien weg zoude kunnen leeren, waarna hy zich voortaan zal hebben te gedraagen. Alteratie van de Resolutie der Vroedfchap van den 24 Auguftus 1745, waar by word vaftgefteld: Dat de betaaling van vyftig Guldens, welke, ingevolge de Publicatie van 18 January 1717, by het BEGRAAVEN van LYKEN met KOETSEN aan het Weeshuys alhier moet gedaan worden, ook voortaan zal moeten gefchieden, wanneer een Lyk van buyten de Stad, met een Lyk-Koets aan de Kerken alhier wordt gebragt; van den 5 Maart 1776. Gedelibereerd zynde op het 42 Articul van 't Generaal Rapporc tot Redres der Fioande van den 12 April 1774; Is goedgevonden en verftaan, om by Alteratie van de Refolutie deezer Vroedfchap van den 24 Auguftus 1745, vaft te ftellen, gelyk vaftgefteld wordt by deezen, dat de betaaling van vyftig Guldens, welke ingevolge de Publicatie van den 18 January 1717, by 't Begraven van Lyken met Koetzen aan 't Weeshuys alhier moet gedaan worden, ook voortaan zal moeten gefchieden , wanneer een Lyk van buyten de Stad met een LykKoets aan de Kerken alhier wordt gebragt, blyvende voor 't overige de gemelde Refolu- 1 'de van den 24 Auguftus 1745 , volkomen in haar geheel; En zal Extraót deezes wor[ den ter hand gefteld aan de Doodgravers van de Kerken binnen deeze Stad, metlaft gelyk denzelven geordonneerd wordt by deezen, om wanneer hun kennis gegeeven wordt van eenig Lyk dat van buyten deeze Stad in een der Kerken alhier Begraven zal worden, by die gelegenheyd telkens eene behoorlyke waarfchouwing te doen, dat ingeval het Lyk met een Lyk-Koets aan de Kerk wordt gebragt, als dan uyt kragte van deeze Refolutie eene fomma van vyftig Guldens aan 't Weeshuys alhier betaald moet worden. Ordre, omtrent het TROUWEN in beflooten Kerken, of wel op buytengewoone tyden , in open Kerken; Als mede op het ter Trouw Ryden met een Koets na de Kerk / of het van daar te rug brengen met een Koets naar huys ; van den 2 van Auguftus 1776. DE HEEREN van den GERECHTE der STAD HAERLEM, hebben tot ftyving van deezer Stads Finantie, met Advies van de Heeren Raaden en Vroedfchappen, en ingevolge derzelver gerefolveerde van den 5 Maart 1776, goedgevonden te ftatueeren , gelyk geftatueerd word by deezen: Eerftelyk, dat voortaan alle  ïo8 KEUREN DER STAD HAERLEM. le de geenen, die binnen deeze Stad op ordinaire of extraordinaire tyden in beflooten Kerken, of wel op buytengewoone tyden in open Kerken, willen Trouwen, deswegens ten behoeven deezer Stad, aan den Koller van zodanige Kerk zullen moeten betaalen, als volgt: te weeten, die, 't zy Bruydegom of Bruyd, in de hoogde Gallis van dertig Guldens zyn aangeflaagen, te faamen eens vyftig Guldens; die in de Claflïs van vyftien Guldens als vooren zyn aangeflaagen, te faamen eens vyf:en-twintig Guldens, en die in de Claflis van zes Guldens, of daar beneden, als vooren zyn aangeflaagen, te faamen eens twaalf Guldens. Dat wyders ook die geenen, welken by | de voltrekking van hun Huwelyk , met een j Koets naar de Kerk en van daar weder naar Huys ryden, of alleen, 't zy in 't gaan naar/ de Kerk, of in het terug komen van daar, een Koets gebruyken , deswegens voortaan aan den Kofter van dezelve Kerk, mede ten behoeven van deeze Stad, zullen moeten betaalen eens de Somme van vyftig Guldens. Aldus gedaan en gearrefteerd , den % van Auguftus 1776, by de Heeren PAr. Aelft van der Hoolck de Bruyn, HoofdOfficier; Mr. Mattheus Willem van Valkenburg en Mr. Antonis Slicber, Burgemeefteren; Mr. Adolf' Hes huyfen , Mr. Cornèüs Baart, Mr. Herman Gerlings , Jean la Clé , Mr. Cafpar Clotterbooke Junior, Cornelis P ie ter Baron van Leyden, Vryheer van Warmond, en Jean Gysberto Decker, Schepenen der Stad Haerlem. In kennifle van My, C. A. T E S T A R T. En den 6 dito, na voorgaande Klokkege/lag, ter Puye van den Raadhuyze gepubliceerd, ten over ft aan van de E. E. Heeren Mr. Aelft van der Hoolck de Bruyn, Hoofd-Officier; Mr. Adolf Hesbuyfen en Jean Gysberto Decker, Schepenen der gemelde Stad. ByMy, C. A. T E S T A R T. Ordonnantie, op de invordering van den Stads EXCHYNS op de KOOLEN, tot Haard-Brand gebruykt wordende; van den 30 van October 1776. De HEEREN van den GERECHTE der STAD HAERLEM, in achtinge genomen hebbende , dat door het van tyd tot tyd meerder ingevoerd gebruik van Steen- en Waag-KooJen tot Haard-Brand , vermits dezelve Kooien tot noch toe aan geene Belading van Stadswege zyn onderworpen, de Financie deezer Stad ten aanzien van den Stads Exchyns op den Turf merklyk wordt benadeeld , en hierin willende voorzien, hebben met advys van de Heeren Raeden en Vroedfchappen, en ingevolge derzelver gerefolveerde van den 5 Maart 1776, goedgevonden te ordonneeren, gelyk geordonneerd wordt by deezen: Articul I. Dat voortaan alle de geenen, die binnen deeze Stad of derzelver Vryheid, eenige Kooien, 't zy Luykfche, Engelfche, Schotfche, of anderen (Zilver-Smids- en andere HoutsKoolen nochtans hiervan uitgezonderd) tot Haard-Brand zullen willen gebruiken, by het opdoen of koopen derzelven aan den Gaarder of Collecteur, hiertoe by Heeren Burgemeefteren aangefteld, tot een Stads Exchyns zullen moeten betaalen, als volgt: Te weeten , van alle de gemelde Kooien, die by 't Hoed gewoonlyk opgedaan worden, vier Guldens en vier Stuyvers van elk Hoed, cn ten aanzien van de Waag-Kooien, zes Stuyvers van elk Waag, de mindere quanritelteri naar advenant; op de verbeurte van vyftig Guldens voor elk Hoed , en vier Guldens voor elk Waag Kooien, dat zonder betaaling van deezen Impoft opgedaan zou mogen worden; welke Boete by den geenen, die de gemelde Kooien opdoet, ontfangt, of inflaat, zal moeten worden betaald. II. Dat van de betaaling van deeze Stads Impofitie niemand zal zyn geëximeerd, dan alleen de zulken, die 't zy by eenige Ordon- nan-  KEUREN DER STAD: HAERLEM. 109 nanticn, 't zy by eenige byzondere Concesfien, van de bctaaling van den Stads Excyns op de Turf zyn vry gefteld; gelyk mede de Smeden en andere Fabryckanten en Trafycquanten, voor zo veel de Kooien betreft, die zy in hunne refpeótive Fabrycken en Trafycquen effeétivelyk verbezigen; zonder dat zulks egter geëxtendeerd zal worden tot de Kooien, welken de Smeden en andere Fabryckanten en Trafycquanten tot hunne byzondere Haard-Brand zouden willen gebruiken, als voor dewelken zy gehouden zullen zyn, deezen Impoft te betaalen, en daarvan tot dat einde een getrouwe opgave te doen, op verbeurte niet alleen van de Boete, hier vooren geftatueerd, maar boven dien ook op poene van de vrydom, by dit Articul ten aanzien van de voorfz. Fabrycken en Trafycquen bepaald, dadelyk voor 't vervolg te zullen verliezen. III. Dat tot gezwooren Weegers en Meeters, daar die ingevolgen 's Lands Ordonnantie by de Kooien vereifchi worden, geene andere binnen deeze Stad of derzelver Vryheid, zullen mogen worden gebruikt , dan die daartoe reeds door Heeren Burgemeefteren zyn geadmitteerd, of in 't vervolg geadmitteerd zullen worden; op verbeurte van zodanige Boete, als by de gemelde Ordonnantie, tegen het niet gebruiken van gezwooren Weegers of Meeters is geftatueerd. Zullende de gemelde Meeters ook geene Kooien mogen meeten, dan met ge-ykte Maaten , op de Boete van zes Guldens, en zich wyders zoo wel als de Weegers in alles hebben te reguleeren , naar het voorfchrift der Ordonnantie van 't Gemeene Land op de Confumtien van Turf en Kooien, mitsgaders naar de refpective Keuren, Ordonnantiën, en.Jnltructien , binnen deeze Stad nopens de Koolen-Meeters- en Weegers geëmaneerd, en in 't vervolg te emaneeren. IV. Dat alle die geenen, welken Kooien zullen willen opdoen, het zy om die te verkoopen of te verzenden , het zy om dezelven gedeeltelyk te verkoopen of verzenden, en ten deeJe tot eygen Fabryck of Trafycq te gebruiken, gehouden zullen zyn, dezelven alvoorens ook aan den Gaarder of Collecteur van dit Stads-Middel, even zo wel als aan den Gaarder pf Colle&eur van 's Lands we- V°.rvolg van 't I. Deel, 5 Stuk. ?en , aan te geeven en van denzelven te neemen eene behoorlyke Los-Cedulle, inhoudende de quantiteit, die zy zuilen willen opleggen of opzetten , de plaatfe waar, den naam van den Schipper, uit wiens Vaartuig zy dezelven zullen ontfangen, enden dag en datum waarop de voorfz. loffinge en opzettinge zal gefchieden, alles op eene Boete van vyftig Guldens; voor welke opgeflaagen quantiteit, de oplegger of opzetter van Kooien dan door den Gaarder of Colleéteur zal worden gedebiteerd ; zullende de gemelde oplegger of opzetter, geen Fabryck of Trafycq hebbende, waartoe hy dezelve Kooien sou kunnen employeeren, en dus de Kooien ftleen opleggende om die te verkoopen of verzenden, gehouden zyn de voorfz. Kooien w Biliietten van Uitflag en Affchryving, weite hem by deafleeveringvan elke Party, door ien Gaarder of Colleéteur van dit Middel /oor niet gegeeven zullen worden, te verïntwoorden, of anders den Impoft daarvan aan ien Gaarder of Colleéteur te voldoen, voor iet einde van ieder Jaar, na dat elke Party jpgeflaagen of opgezet zal zyn. En ten aandien van zulken, die Kooien opleggen, omze gedeeltelyk te verkoopen en gedeeltelyk tot eigen Fabryck of Trafycq te gebruiken, dat dezelven voor 't einde van elk Jaar na het opftaan der Kooien getrouwelyk zullen hebben op te geeven de quantiteit der Kooien, die zy van de opgelegde party tot hunne eigen Fabryck of Trafycq hebben gebruikt , m de reft zullen moeren verantwoorden met Jicflag Biliietten, ais vooren, of anders van iet geen zy niet in hunne Fabrycq of Trafycq 'erbezigd hebben, noch ook met zodanige Jicflag Biliietten kunnen aantoonen , door ien afgeleverd of verzonden te zyn, den lm)oft als vooren zullen moeten voldoen: Zulende den geenen , die in 't laatftgemelde ge'al bevonden mogt worden eene meerdere opgave van Kooien voor zyne Fabrycq of Traycq , dan hy effeétivelyk daartoe gebruikt ïeeft, gedaan te hebben , incurreeren eene ioete van honderd Guldens voor de eerfte eis, en voor de tweede reize daarop bevonlen wordende , het dubbeld van gemelde 3oete, en boven dien eene arbicraale Corecfie naar bevind van zaaken. Dat niemand met eenige der voorfz. Kooen binnen deezer Stads Vellen , veel min tinnen de Stad door de Leidfche Trekvaart jal mogen komen, zonder alvorens daar van Q ken-  no KEUREN DER STAD HAERLEM. kennis gegeeven te hebben aan den Gaarder of Collecteur van dit Middel, op eene Boete van vyf- en-twintig Guldens voor de eerfte, van vyftig Guldens voor de cweede, en van honderd Guldens, benevens eene arbitraale Correctie, voor de derde reize. VI. Dat niemand, wiehyzy, zich zal vervorderen, binnen deeze Stad of derzelver Vryheid, eenige der voorfz. Kooien te loften, ten zy hy hetzelve alvoorens ook aan den Gaarder van dit Middel, even zo wel als aan den 's Lands Colledeur, te kennen gegeven hebbe, op de Boete van vyftig Guldens. VII. Dat niemand , wie hy zy, eenige der voorfz. Kooien zal vermogen te voeren in eenige Gragten binnen deeze Stad, noch ook dezelven met Wagens op eenige Plaatfen laaten brengen, dan na alvoorens den Gaarder van dit Middel daar van te hebben geadverteerd, op de Boete als vooren. VIII. Dat voorts allen en een iegelyk zich niet alleen by continuatie naar de Ordonnantie van hun Ed. Groot Mog. op de Confumne van Turf en Kooien geëmaneerd, maar m t byzonder mede naar de Generaale Ordonnantie binnen deeze Stad, op den 14 december 1749. weSens de Invordering van de Stads Excynfen by Collefte gemaakt, gehouden zal zyn, te reguleeren, als wordende daar aan by deeze in geenen deele gederogeerd. IX. En laatftelyk, dat alle de Boetens, uit kragte deezer Ordonnantie te verbeuren, geappliceerd zullen worden een derde ten behoeven van de Stad, een derde voor den Heer Hoofd-Officier, en een derde voor den Aanbrenger en de Nederduitfche Gereformeerde Diaconie-Armen, ieder half en half. Aldus gedaan en gearrefteerd, den 30 Oclober 1776, by de Heeren Mr. Aelft van der Hoolck de Bruyn, Hoofd-Officier ; Mr. Mattheus Willem van Valkenburg en Mr. Antonis Slicber, Burgemeefleren; Mr. Paul le Leu de Wilhem, Heer van Drongelen, Mr. Herman Gerlings, Joan Harmen Graswinckel, Cornelis Pieter Baron van Leyden, Vryheer van Warmond, en jean Gysberto Decker, Schepenen der Stad Haerlem. In kemmTe van My, C. A. TESTART. En den 6 November daaraanvolgende, na voorgaande Klokkegeflag , ter Puye van den Raadhuize gepubliceerd, ten overftaan van de E. E. Heeren Mr. Aelft van der Hoolck de Bruyn, HoofdOfficier; Mr. Paul le Leu de Wilhem, Heer van Drongelen, en Mr. Jacob Akerfloot Junior, Schepenen der gemelde Stad. By My, 3. A. GRASWTNCKEL. Resolutie, waar by de Predikanten van de Lutherfcbe Doopsgezinden en Remonftnintfche Gemeenten vrvsefteld van de betaaling van het CONTR1BUAN 1 GELD en MAANDGELD, mitsgaders voor zich en hun Huisgezin van de betaaling van 't POORTGELD aan deezer Stads Poorten; van den 6 September 1777. BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STAD HAER'LEM, hebben na deliberatie, ingevolge) 1 en ter voldoening van 't gerefolveerde van de Heeren Raeden en Vroedfchappen deezer Stad, van den 1 Maart 1777» goed¬ gevonden en verftaan, de Predikanten van de Lutherfche , Doopsgezinden en Remonftrantfche Gemeenten binnen deeze Stad, zo die 'er aftueel zyn, als die in 't vervolg alhier beroepen zouden mogen worden, te bevryden van het Contribuantgeld en Maandgeld,  KEUREN DER STAD HAERLEM. m geid, t welk anders alhier betaald moet worden, mitsgaders hen voor zich en hun Huisgezin te libereeren van de betaaling van het Poortgeld aan de Poorten deezer Stad. En zal Extract deezes worden ter hand gefield aan de Heeren van den Krygsraad, en den Untfanger van het Maandgeld , mitsgaders aan de Kerkenraden der Lutherfche, Doopsgezinden en Remonltrantfche Gemeenten binnen deeze Stad, om denzelven relpedivelyk te ftrekken tot naricht. Publicatie, waar by word vaftgefteld, dat van ieder Zak ZOUT, die van buiten binnen deeze Stad ter Confumtie wordt ingebragt, ZES STUIVERS ten behoeven deezer Stad zal moeten worden betaald; van den 29 Auguftus 1778. T^Ve HEEREN van den GERECH- ■ 1TE der STAD HAERLEM, in JL^achtinge genomen hebbende, dat, door het menigvuldig inbrengen van Zout van buiten deeze Stad, een aanmerklyk nadeel aan de Zout-Keet, ftaande buiten de Leidfche Water-Poort deezer Stad, word toegebragt, hebben goedgevonden en verftaan, tot maintien van de voorfz. Trafycq, te ordonneeren, zo als geordonneerd word by deeze, dat van ieder zak Zout, die van buiten binnen deeze Stad, ter comfumtie, word ingevoerd, zes Stuivers zal moeten worden betaald , ten behoeven van deeze Stad, en ten lallen van den Groflier of Inflaager. Aldus gedaan en gearrefteerd den 29 Auguftus 1778, by de Heeren Mr. Adolf Hes huyfen, Hoofd-Officier; Mr. \ Francais Benjamin Fagel, Antoni Kuits en Jean Salomon la Clé, Burgemeefteren ; Mr. Paul le Leu de Wilhem, Heer van Drongelen, Joan Plannen Grasvuinckel, Mr. Cafpar Clotterbooke , Junior, Mr. Jacob Aker floot, Junior en Mr. Ifebrandus Joannes Faber van Riemsdyk, Schepenen der Stad Haerlem. En den 4 September daaraanvolgende, ter Puye van den Raadhuize afgekondigd, ten over ft aan van de Heeren Mr. Adolf Heshuyfen , HoofdOfficier ; Joan Harmen Grasvuinckel en Mr. Cafpar Clotterbooke, Junior, Schepenen der voorfz. Stad. By My, C A. T E S T A R T. Resolutie van de Vroedfchap, waarby aan Air. Aldo Heshuyfen en Comp.. als Eigenaars van de ZOUTKEET, gelegen aan 't Zuider Bui- ' ten-Spaarne , word geaccordeerd Vrydom van STADS IMPOST op de TURF tot de voorfz. Trafycq gebruikt wordende, van den 15 Auguftus 1786. * De HEEREN REGEERENDE BURGEMEESTEREN hebben doen voordraagen een Requeft aan hun geprefenteerd door Mr. Adolf Heshuyfen , als Eigenaar in Comp. van de Zoutkeet , gelegen aan 't Zuider Buiten-Spaarne onder de Vrydom deezer Stad, verzoekende om redenen daarby vermeld, dat, in navolging van 't gebruik in voorige Jaaren, als nog aan hem Suppliant zoude worden vergund, Vrydom der Stads Impoft op de Turf tot de voorfchreeve Trafycq gebruikt wordende, zo als dezelve altoos aan de voor¬ gaande Eigenaars is geaccordeerd geweeft, en dat voor zodanigen tyd als mogt worden goedgevonden. Waar op gedelibereerd zynde, is by hun Edele Achtbaare goedgevonden en verftaan, aan den Suppliant ten behoeven van de voorfz. hem in Compagnie toebehoorende Zoutkeet, by continuatie te vergunnen en toe te ftaan, zo als hun Edele Achtbaare vergunnen en toeftaan by deezen, Vrydom van de Stads Excyns op de Turf, in dezelve Zoutkeet gebruikt wordende, en zulks wederom voor den tyd van zes Jaaren ingaande met de expiratie van de laatfte Vrydom by Re- * Gelyke Vrydom is aan deeze Trafycq ook vergund in de Jaaren 1768, 1774 en 1780. Q- 9  112 KEUREN DER STAD HAERLEM. Refolutie deezer Vroedfchap van den 18 September 1780 verleend. En zal Copie deezer worden gegeeven aan den Suppliant om hem te dienen daar en zo 't behoort, mitsgaders aan den Gaarder van den Stads Excyns op de Turf ten einde zig daarna te reguleeren. Publicatie, inhoudende eene BELASTING tot verzorging van de hierin GU ARNISOEN leggende MILITIE; van dato 22 Maart 1788. MYNE HEEREN van den GERECHTE der STAD HAERLEM , gelet hebbende op de buitengewoone zwaare onkoften, door Stads Kafle van tyd tot tyd geleden , cn vooral op die geenen, welken federt den loop van zes Maanden, zyn uitgefchoten; en verder zullen moeten worden uitgefchoten tot inquartiering van het Militaire Guarnifoen alhier, beloopende Weekelyks eene Somma van 1 ruim vier honderd feventig Guldens: En in' aanmerking hebbende genomen de onmogelykheid voor Stads Kafte, om, zonder een toereikend Subfidie, alle die noodzaakelyke Uitgaven te kunnen draagen; ZOO IS T: Dat Myne Heeren voornoemd, vertrouwende op de welwillenheid van deezer Stads brave Burgery en Ingezetenen , om een geëvenredigd aandeel toetebrengen tot verzorging der Militie , door welkers waakzaamheid de algemeene ruft tot nog toe op eene voorbeeldige wyze is be waard gebleeven , (overeenkomftig het befluit van de Heeren Raaden en Vroedfchappen deezer Stad,) hebben goedgevonden en verftaan te ftatueeren , zo als geftatueerd wordt by deeze: Dat tot het voorfz. einde door eenen der Stads Bodens, geadfifteerd met de Vinders van elke Buurt, van de Bewoonders der Huizen , zo binnen deeze Stad als haare Vryheid gelegen , mitsgaders van de Gebruikers van Stallen cn Pakhuizen , Maandelyks zal worden gevorderd en geheeven ééne Belafting , geproportioneerd aan de Verponding, en gerekend tegens tien Stuivers van ieder Gulden in het Jaar; voor welke ieder Huis, Stal of Pakhuis van's Lands wegen in dezelve is aangeflagen; Dat gemelde Belafting ook zal worden gevorderd van de Heeren Raaden enMinifters, die reeds Huizen gekogt of gehuurd hebben, doch dezelven noch niet hebben betrokken , of welken binnen den tyd van zes Maanden als noch een Huis zullen huuren of koopen, alles mede geproportioneerd aan de Verpon¬ ding der gemelde Huizen, zo als dezelven ook zal worden geheeven van de Bewoonders van Kamers , in Huur doenden agt en veertig Guldens, en daarenboven , en gerekend tegens den twaalfden Penning van gemelde Huurpenningen: Verklaarende hun Edele Achtb. van de gemelde belafting te ontheffen, alle zodanige Bewoonders , die uit eenige Diaconie- of Stads Kas worden gealimenteerd. En zal de hefflnge derzelve worden verftaan te zyn ingegaan met den eerften dag der voorleeden Maand February; en ook daadelyk ophouden met het einde van die Maand, in welke de Militie deeze Stad zal komen te verlaaten; en dat dezelve voortaan weder alleen aan de Wagt der Schuttery zal zyn aanbevolen en toevertrouwd. Aldus gedaan en gearrefteerd den 22. Maart 1788, prefent de Heeren Joftas Eckhardt, Hoofd-Officier; Mr. Pieter Vermeulen, Joan Harmen Graswinckel en Mr. Ifebrandus Johannes Faber van Riemsdyk, Burgemeefleren; Mr. Gerrit Willem van Ooflen de Bruyn, Adriaan boesfes, Heer van Leeuwen en Puyffelick, Daniël Lodewyk Hogguer, Hendrik Pieter dc Pauw, Mr. Emanuel Sandoz en Dionyfïus Marchant, Schepenen der Stad Haerlem. In kennifle van My, W. van SYPESTEYN. En ten zeiven dage, na voorgaande Klokkegeflag, ter Puye van den Raadhuize der gemelde Stad gepubliceerd, ten over ft aan van de E. E. Heeren Joftas Eckhardt, Hoofd-Officier ; Mr. Gerrit Willem van Ooften de Bruyn en Adriaan Boes fes, Heer van Leeuwen en Puyffèlick, Schepenen der gemelde Stad. Bv My, W. van SYPESTEYN. Pc-  KEUREN DER STAD HAERLEM. 113 Publicatie, houdende eene Vermindering van de BELASTING geïntroduceerd ter Verzorging van het MILIT AIR G U A RNISOEN; van dato 3 September 1789. MYNE HEEREN van den GERECHTE der STAD HAERLEM genegen zynde, om zo veel mogelyk is, de goede Burgerye deezer Stad in 'c opbrengen der Lallen te gemoet te komen. ZOO IS T: dat Myne Heeren voornoemd, met overleg en goedvinden van de Heeren Raaden en Vroedfchappen deezer Stad, hebben goedgevonden en verftaan, by modificatie van hun Ed. Achtb. Publicatien van 22 Maart 1788 en 9 January 1789,* inhoudende eene Belafting tot verzorging van de hier in Guarnifoen leggende Militie, te ftatueeren zo als geftatueerd word by deeze , „dat van de Bewoonders der „ Huizen zo binnen deeze Stad als haare „ Vrydom gelegen, mitsgaders van de Ge„ bruikers van Stallen en Pakhuizen , en „ wyders van een iegelyk, by voornoemde „ Publicatien van de gemelde Belafting niet „ geëximeerd," provifioneel, cn tot nadere difpofvrie, zal worden gevorderd en geheven zeven en een halve Stuiver, in plaats van tien Stuivers, van ieder Gulden, in 't Jaar, voor welken zodanig Huis , Stal of Pakhuis, van 'sLands wegen, in de Verponding is aangeftagen, wordende deeze vermindering der Belafting gerekend ingegaan te zyn met den eerften Auguftus laatft/eeden. Blyvende niettemin van deeze Belaflinggeheel ontheeven en vryverklaard, te rekenen van den eerften November 1788, de Bewoonders van alle zulke Perceelen, welken binnen deeze Stad of haare Jurisdictie zyn (taanden en gelegen , en tot vyf Guldens of minder in de 's Lands Verpon ding zyn aange- flagen, en wyders alle zodanige Perfoonen die uit eenige Diaconie- of Stads Kas worden gealimenteerd. Exhorteerende hun Ed. Achtb. echter een iegelyk, ten fterkfte, hunne Achterftallenop den voet by de voorige Publicatien gearrefteerd, ten fpoedigltc te betalen. Aldus gedaan en gearrefteerd den 3 September 1789, prefent de Heeren Jofias Eckhardt, Hoofd-Officier; Mr. Pieter Vermeulen , fleer e van Herwynen , Joan Harmen Grasivinckel cn Abraham Catharinus Vangeló 7went, Burgemeefteren; Mr. Leonard Hoeufft, Hendrik Pieter de Pauw, Dionyfius Mar c bant, Cornelis Boen, Mr. Gerardus Cornelis Tilenius Kruythoff en Mr. Pierre Jean van Lelyveld, Schepenen der Stad Haerlem. In kennifle van My, W. van HOGENDORP. En den 7 daaraanvolgende , na voor-; gaande Klokkegeflag , van de Puye van den Kaadhuize gepubliceerd, ten overflaan van de Heeren Jofias Eckhardt, Hoofd-Officier; Dionyfius Marcbant en Mr. Gerardus Cornelis Tilenius Kruythoff', Schepenen der, voorfz. Stad. By My, W. van HOGENDORP. Publicatie , houdende Renovatie , Ampliatie en Alteratie van voorige Ordonnantiën, en waar by geftatueerd wordt, dat alle Logementhouders, Herbergiers, Tappers, en de Verkoopers van Tabak binnen deeze Stad, zekere RECOGNITIËN aan de Regenten van het Oude Mannen-Huys zullen moeten voldoen;.' van den 9 September 1788. MYNE HEEREN van den GERECHTE der STAD HAERLEM , in ervaring gekomen zynde, dat de Recognitiën , welke de Logement¬ houders, Herbergiers, Tappers, Branders en Groffiers van fterke Dranken , en Verkoopers van Tabak, aan het Onde MannenHuis deezer Stad verplicht zyn op te bren? gen, * Deeze laatftgemelde Publicatie van 9 Tan. 1789 is hier uitgelaten , om dat zy maar was teinporair roor zes maanden. li : :~. Q 3  U4 KEUREN DER STAD HAERLEM. gen, volgens d'Ordonnantien by deezen Gerechte hier op gemaakt van 3 December 1643, 12 Mey 1683, eh 5 Maart 1723, niet meer, naar behooren, en regulierlyk, ja zelfs van zommigen geheel niet worden betaald; en dat de Finantien van het voorfz. Godshuis deezen onderftand , tot derzelver beneficeering geintroduceerd , niet kunnen ontbeeren, maar integendeel meerder onderftand nodig hebben; Hebben goedgevonden, by renovatie, ampliatie en alteratie der voorfz. Ordonnantiën te ftatueeren en t'ordonneeren, zo als geftatueerd en geordonneerd word by deeze, dat alle Logementhouders, Herbergiers, Tappers, welken binnen deeze Stad, en derzelver Vryheid, Wynen, Brandewynen en Bieren ter fleet tappen, en gelagen zetten, en de Verkoopers van Tabak, jaarlyks tot eene Recognitie aan de Regenten van 't zelve Oude Mannen-Huis, zullen gehouden zyn op te brengen en te betaalen elk eene Somma van eene Gulden twaalf Stuivers, en die geenen, welken na dato deezes zullen worden geadmitteerd tot het doen van eenige der bovengenoemde Neeringe drie Guldens en vier Stuivers , te betaalen alle drie Maanden de gerechte vierdepart, en dat by dc Branders en Groffiers van alle de voorzegde Speciën dubbelde Recognitie zal worden betaald. Dat zy, die tot het doen van deeze Neeringen door de Ed. Groot Achtb. Heeren Burgemeefteren zullen worden geadmitteerd, gehouden zullen zyn, binnen veertien dagen na derzelver admiffie, zich aan te geeven aan de Regenten van 't voorfz. Gods-Huis, en j aan dezelven vooruit te betaalen, 't zy een j geheel Jaar, half of vierendeel Jaars, naar! hun welgevallen, op eene boete van zes Guldens, en langer daar mede wachtende dan eene maand , op eene boete van twaalf Guldens. Gelyk mede dè genen, die eene derzelve Neeringen doende, en een of meer derzelven nader by de handneemende, deeze Recognitie fubject, of komende te verhuizen, binnen dezelve tyden, en op dezelve boetens, zullen gehouden zyn van de vermeerdering hunner Neering en verandering hunner woonplaatfen kennis te geeven aan meergemelde Regenten. Dat, om eenigzins te repareeren de fchade, welke 't voornoemde Oude MannenHuys , door wanbetaaling deezer Recognitiën heeft geleeden, alle Logementhouders, Herbergiers , Tappers , Tabakverkoopers, Branders en Groffiers van meer voorzegde Speciën, gehouden zullen zyn in deezen Jaare, voor den eerften November naaftkotnende, ten Comptoire van de Regenten van 't voorfz. Oude Mannen-Huis, hunne Admiffien te vertoonen , hunne Naamen en Woonplaatfen op te geeven, op eene boete van twaalf Guldens. Welke Recognitiën en boetens dc Regenten van 't Oude MannenHuis voornoemd worden gequalificeerd te doen ophaalen, en daar voor denalaatigenof onwilligen, by panding, paratelyk te doen executeeren, invocge en manieren als aan dezelve Regenten, by de laatfte Ordonnantie van 5 Maart 1723 is geaccordeerd. En op dat te zekerer en regulierder deeze Recognitiën van allen, welken dezelven fubectzyn: zullen mogen worden betaald, worden Deeken en Vinders van 't Tappers Gilde , mitsgaders de Collecteurs van deezer Stads Exchyns op de bovengemelde Middelen , zo veel des noods geauclorifeerd en gelaft, de naamen en woonplaatfen der Leden ;an hun Gilde, en der Verkoopers van Tabak binnen deeze Stad , en derzelver Vryheid , aan meergemelde Regenten van 't Oude Mannen-Huis, eens 's Jaars, in de maand Juny op te geeven. Aldus gedaan en gearrefteerd den 9 September 1788, prefent de Heeren Jofias Eckhardt, Hoofd-Officier; Mr. Pieter Vermeulen, Joan Harmen Grasivinckel, Jean Gysberto Decker , Mr. Ifebrandus Johannes I^aber van Riemsdyk, Burgemeefleren; Mr. Gerrit IVillemvan Ooft en de Bruyn, Adriaan Boesfes, Heer van Leeuwen en Puyffelick, Daniël Lodewyk Hogguer, Jan van de Poll'Janf'z., Hendrik Pieter de Pauzv, Mr. Emanuel Sandoz en Dionyfius Marchant, Schepenen der Stad Haerlem. In kennifle van My, W. van SYPESTEYN. En den 29 daaraanvolgende, na voorgaande Klokkegeflag , ter Puye van den Kaadhuize deezer Stad gepubliceerd, ten over ft aan van de Heeren Jofias Eckhardt, Hoofd - Officier ; Dionyfius Marchant en Cornelis Boen, Schepenen der voorfz. Stad. By My, W. van HOGENDORP. Pu-  KEUREN DER STAD HAERLEM. 115 Publicatie , houdende eene provifioneele AANSTELLING van eene NACHTWACHT buiten deezer Stads Poorten, onder haare Jurisdictie; en Introductie van een KLAPPER- of NACHTWACHT-GELD; in dato 23 December 1789. MYNE HEEREN van den GERECHTE der STAD HAERLEM , in overweeging genomen hebbende het verzoek door de Vinders van den kleinen Houtweg, Wagenweg en het Spaarne, Weftzyde, buiten deezer Stads Poorten, doch onder de Jurisdictie derzelve, aan de Ed. Groot Achtb. Heeren Burgemeefleren en Regeerders derzelve Stad, by Requefte gedaan, en door welgemelde hun Ed. Groot Achtb. aan myne Heeren van den Gerechte gecommuniceerd; tendeercnde het gemelde verzoek, om, aangezien de veelvuldige Huisbraaken, Tuin- en andere Dieveryen, welken van tyd rot tyd, en nu noch kortelings, des nachts gedaan zyn, en tegen dewelken vruchtloos alle poogingen zyn aangewend , alsmede uit aanmerking van de rechtmatige vrees, dat de onveiligheid, door de menigvuldigheid der Vagebonden en Landloopers lichtelyk zoude kunnen vermeerderen; dat, geduurende de zes Wintermaanden zoude mogen worden aangefteld , een genoegzaam getal Klapperwachts, welken geduurende zodam'gen tyd des nachts, buiten deeze Stad, en binnen haare Jurisdiéiie behoorlyk zouden moeten rondgaan, op zodam'gen voet als zoude worden vcreifcht, en voor zo verre als binnen deeze Stad gebruiklyk is. En by myne Heeren van den Gerechte voornoemd geconfidereerd zynde, de rechtmatigheid van het gemelde verzoek in de jegenwoordige omftandigheden des tyds, en genegen zynden , de goede Burgerye en Ingezetenen, zo die buiten deeze Stad en onder haare Jurisdiéiie woonachtig zyn, als de zodanige die aldaar Buitenplaatfen, Tuinen en Landen bezitten , alle mogelyke veiligheid voor hunne Perfoonen en Goederen te bezorgen; hebben na deliberatie, ingevolgen het Advies en goedvinden van de Heeren Raaden en Vroedfchappen deezer Stad , van den 23 November 1789, goedgevondenen verftaan, te arrefteeren en vaft te ftellen, zo als hun Ed. Achtb. arrefteeren en vaftftellen by deeze, dat, by provifie en tot dat anders zal worden gerefolveerd, eene behoorlyke Nachtwacht, buiten deezer Stads Poorten, en onder haare Jurisdiéiie zal rondgaan, volgens een Reglement daartoe voor dezelve te arrefteeren; en dat tot goedmakinge van een gedeelte der koften, daartoe moetende wor¬ den gedaan, zal worden geheven een Klapper- of Nachtwachtgeld, het geen op dezelve wyze, als zulks voor de Klapper-of Nachtwacht binnen deeze Stad word betaald, ter Rekenkamer deezer Stad zal worden ingevorderd, na rato van deordinaris Verponding, te weeten tegens drie Stuivers van ieder Gulden, en insgelyks op de Verponding Biliietten zal worden geïht, een laften van alle dc refpeétive Eigenaars der Huizen, Buitenplaatfen, Tuinen , Landen en Gronden , welken buiten deeze Stad, doch onder haare Jurisdictie ftaande en gcleegen zyn; met auchorifatie echter voor gemelde Eigenaars (zo als dezelven daartoe geauthorifeerd worden by deezen), om 'tzelve van de Huurders en Bruikers van dezelve Huizen , Buitenplaatfen, Tuinen, Landen en Gronden te mogen repeteeren, in te gaan met en over den aanilaanden Jaare 1790. Lallende Myne Heeren van den Gerechte voornoemd, allen zodanige Burgers en Ingezetenen deezer Stad en haare Jurisdiéiie, welken onder dezelve Jurisdiéiie eenige Huizen, Buitenplaatfen, Tuinen, Landen en Gronden bezitten, zich na deeze preciefelyk te gedragen. Aldus gedaan en gearrefteerd, den 23 December 1789, ter prefentie van de E. E. Heeren Jofias Eckhardt, HoofdOfficier ; Jean Gysberto Decker, Abraham Catharinus FangeldTivent, Mr. Gerrit Willem van Ooften de Bruyn en Adriaan Boefjes, Hcere van Leeuwen en Puyffelick, Burgemeefteren; Mr. Leonard Hoeufft, Jan van de Poll Janfz., Gerardus Cornelis Tilenius Kruythoff, Mr. Pierre Jean van Lelyveld,Carl Rein hardt, Mr. Jan Balthazar van der Upwicb en Mr. Gaspar van Alderwereld, Schepenen der Stad Haerlem. In kennifle van My, W. van SYPESTEYN. En na voorgaande Klokkegeflag, ter Puye van den Kaadhuize gepubliceerd, den 28 December daar aan volgende, ten over ft aan van de E. E. Heeren Jofias Eckhardt, Hoofd-Officier; Jan van de Poll Janfz. en Mr. Pierre Jean van Lelyveld, Schepenen der gemelde Stad. ByMy, W. van SYPESTEYN. KEÜ*  ho- KEUREN DER STAD HAERLEM. KEUREN RAAKENDE DE NEGOTIE. Resolutie, waar by de eerfte STADS TOREN aan de ooftzyde van de Hooge-Brug by het Spaarne, met bet daar by liggende ftukje LANDS, wordt gecedeerd tot het maaken■ ^e^en WJN0MOLEN, tot het maaien van VERr HOU 1, 1 KAj ot CEMENT, RUN en TAAN, met zodanige ex clufie van alleanderen, mitsgaders andere Voorrechten, als daar by gemeld wordt, alles echter onder zulken mits, als daar by is omlchreeven; van den 24 April 1778. BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STAD HAERLEM, gezien en geëxamineerd hebbende , het Requeft aan hun Ed. Groot Achtb. geprefenteerd, door of wegens Adriaan de Booys, Koopman en Burger deezer Stad; daar by te kennen geevende, dat hy Suppliant reeds federt eenige Jaaren binnen deeze Stad aan den Koudenhorn met goed fucces hebbende opgericht en aangeleid een Tras en Cement Fabriek, met de Molen daar toe behoorende, benevens een Snuif-Molen , mitsgaders noch eene Taan en Run-Molen, die, even gelyk de Cement en Tras Molen, tot dus verre door Paarden is bewerkt geworden, met intentie van den Suppliant, om vervolgens, deeze zaaken en Fabrieken wel dagende, en hy Suppliant daartoe een bekwaame plaats binnen deeze Stad kunnende bekoomen, tot dat een en ander eene Wind-Molen aan te leggen, hy Suppliant niet alleen als nu daar toe inclineerde, maar ook noch genegen zoude zyn, op dezelve aan te leggen Wind-Molen het Verfhout te maaien, het welk in 't Werkhuis deezer Stad wordt gehakt; en dus ten geryf deezer Stad, mitsgaders tot welzynvan diverfe Perfoonen, welken daar door een beftaan en koftwinning bekomen, noch eene nieuwe Fabriek alhier op te richten; dan dat hy Suppliant, aan de eene zyde confidererende de importante koften, welken tot het aanleggen van zodanige Wind-Molen worden vereifcht, als mede dat het noch onzeker is, of alle de voorfz. Fabrieken op een en dezelve Molen kunnen worden uitgevoerd; en aan de andere zyde dat veelligt baatzugtige luiden bemerkende, dat die onderneeming met een gewenfcht vooruitzicht en fucces reüfleerde, waarfchynlyk zouden bellaan foortgelyke Fabrieken mede te onderneemen , mitsdien gaarne, tot encouragement en beneficie van de gemelde zyne entreprife, op zodanige onderneeming zoude voorzien zyn, niet alleen met exclufive Privilegiën en Octrooyen, maar ook met een convenabele plaats, tot het aanleggen van eene Wind Molen gefchikt, en boven dien, voor zo veel de ongemaalen Run of Schorften aangaat, met de particuliere vryheid, om dezelve, naar 't voorbeeld in andere plaatfen obtineerende, door zyn eigen Volk uit de Scheepen of Schuiten in zyn Pakhuis of Molen te laaten werken; alzo met opzicht tot dit laatfte anders de koften (ingevalle zulks door de Stads Meeters of Draagers gedaan zoude moeten worden) den Suppliant te veel zouden bezwaaren , en hem buiten ftaat ftellen om tegen zulke andere plaatfen zyn Run te kunnen verkoopen, het welk dus voor de Meeters en Draagers zeiven , die de Run gemaalen zynde moeten uitwerken, zeer nadeelig zyn zoude; verzoekende mitsdien om de gemelde Redenen: Eerftelyk dat Hunn' Ed. Groot Achtb. tot encouragement en bevordering van de voorfz. onderneemingen, aan  KEUREN DER STAD HAERLEM. aan den Suppliant en zyn Rechtverkrygenden goedgunftig van Stads wegen geliefden af te ftaan en te cedeeren den eerften Stads Toren , ftaande aan de ooftzyde van de HoogeBrug by het Spaarne alhier, niet het daar by leggende ftukje Lands tot aan het Bruggetje, ten einde dezelve Teren en ftukje Lands ten koften van den Suppliant zouden worden geapproprieerd tot het maken van een kapitalen Wind-Molen, tot het maaien van Verfhout, Tras en Cement, Run en Taan, met de benodigde Lootfen en Scbuuren daar by behorende; en wyders dat hun Ed. Groot Achtb. den Suppliant, na dat hy den gemelde Molen invoege voorfz. zal opgericht hebben, voor hem en zyn Rechtverkrygenden provifioncel voor den tyd van drie en- dertig Jaaren geliefden te Oftroyeeren om op den gezegden Molen, mitsgaders op zodanige andere plaatfen binnen deeze Stad, welken by de uitbreiding der voorfz. Traficquen daartoe nevens denzelven Molen zouden mogen worden geapproprieerd , priva tivelyk en met exclufie van alle anderen, die geduurende den tyd van hetzelve Oelrooy, ën de dadelyke exercitie van de Traficquen daar in gecomprehendeerd , iets diergelyks binnen deeze Stad zouden willen onderneemen , de voorfz. Articulen van Verfhout, Tras of Cement, Run en Taan te mogen maaien; alles onder deezen mits nochtans, waar aan de Suppliant, zo byzeide, zich zeer gaarne onderwierp, dac hy niet alleen gehouden zal zyn om des gerequireerd op den voorfz. Molen al het Verfhout te pletten of maaien, 't welk om gemaalen te worden, in 't Werkhuis alhier wordt gehakt, maar dat hem ook ongepermitteerd zal wezen om eenig ander Verfhout te maaien of te pletten , dan 't geen in 't gemelde Werkhuis gehakt zoude mogen zyn, ten ware hem zulks door de Regenten van 't zelve Huis, uit hoofde van gebrek aan geconfineerden, of om eenige andere redenen , zoude mogen worden toegedaan ; en dat laatftelyk voor zo veel de Schorftèn betreft, die de Suppliant in zyne voorfz. Traficq tot Run zoude willen doen maaien, hun Ed. Groot Achtb. den Suppliant gracieufelyk geliefden te permitteeren , om dezelve ongemaalen Run of Schorftèn door zyn eigen Werkvolk, of zulke , die hy daar toe zoude willen employeeren, in zyn Suppliants Pakhuis of Molen te laten werken , zonder verpligt te zyn, zich van de ordinaire Stads Meeters of werkers, anders dan voor zo veel de gemaalen Run betreft, te bedienen; en dat hun Ed. Groot Vervolg van V /. Deel, 5 Stuk, talen Wind-Molen, tot het maaien van Achtb. van dat een en ander aan den Suppliant geliefden te verleenen appoinctcment en OcTrooy in forma: Hebben hun Ed. Groot Achtb. na deliberatie , mitsgaders na het innemen van de nodige informatien op het voorfz gedaan verzoek, goedgevonden en verftaan , om tot encouragement en bevordering van de bovengemelde ondernemingen, aan den Suppliant voor hem, zyne Erven of Rechtverkrygenden , goedgunftig van Stads wege af te ftaan en te cedeeren, gelyk aan denzelven afgedaan en gecedeerd word by deezen , de eerfte Stads Toren ftaande aan de ooftzyde van de Hooge-Brug by het Spaarne alhier, met het daarby leggende ftukje Lands tot aan het Bruggetje toe, fpecialyk onder Conditie en ten einde dezelve Toren en ftukje Lands ten koften van den Suppliant zullen worden geapproprieerd tot het maken vari een kapitalen Wind - Molen , tot het maaien van Verfhout, Tras en Cement, Run en Taan, met de benodigde Lootfen en Schuuren daar by behorende; permitteeren en confenteren wyders den Suppliant, na dat hy den gemelden Molen invoege voorfz. zal hebben opgericht, voor hem, zyne Erven of Rechtverkrygenden, om op den gezegden Molen, mitsgaders op zodanige andere plaatfen binnen deeze Stad , welken by de uitbreiding der voorfz. Traficquen daar toe nevens denzelven Molen zouden mogen worden geapproprieerd, privativelyk en met exclufie van alle anderen , die geduurende den tyd van deeze conceffie en de dadelyke exercitie van de Traficquen , daar in gecomprehendeerd, iets diergelyks binnen deeze Stad zouden willen beginnen te ondernemen , de voorfz. Articulen van Verfhout, Tras of Cement, Run en Taan te mogen maaien, alles onder deezen mits nochtans, dat de Suppliant en deszelfs Rechtverltrygenden niet alleen gehouden zullen zyn om des gerequireerd, op den voorfz. Molen tegen een redelyken prys, des noods door hun Ed. Groot Achtb. te fixeeren , al het Verfhout te pletten of maaien , 't welk om gemaalen te worden in het Werkhuis alhier wordt gehakt, maar dat aan dezelven ook ongepermitteerd zal wezen om eenig ander Verfhout te maaien of pletten dan 't geen in 't gemelde Werkhuis gehakt zoude mogen zyn, ten ware hun zulks door de Regenten van 't zelve Huis uit hoofde van gebrek aan geconfineerden, of om eenige andere redenen zoude mogen zyn toegedaan: en dit alles voor den tyd van vyf- en twintig Jaaren eerftkomende, na de R ex-  e«8 KEUREN DER STAD HAERLEM. expiratie van welken het den Suppliant, zy-1 ne Erven of Rechtverkrygènden zal vryffaan, prolongatie hier van te verzoeken, waar op als dan zodanig favorabel reguard by hun Ed. Groot Achtb. genomen zal worden, als bevonden zal worden te behooren. Permitteeren Jaatftelyk aan den Suppliant voor hem, zyne Erven of Rechtverkrygènden, om de ongemaalen Run of Schorlfen, die dezelve in de voorfz. Traficq tot Run zouden willen doen maaien, door zyn eigen Werkvolk of zulken, die hy daar toe zou willen em- ployeeren, in zyn Suppliants Pakhuis of Molen te laaten werken, zonder verpiigt te zyn, zich van de ordinaire Stads Meeters of Werkers, anders dan voor zo veel de gemaalen Run betreft, te bedienen. En zal Copie van deeze Refolutie worden gegeeven aan den Suppliant om zich daar van te bedienen zo zulks behooren zal, mitsgaders Extraft van dien aan de Regenten van 't Werkhuis binnen deeze Stad om te {trekken tot derzelver naricht. Resolutie, waar by, met zodanige uytüuiting van alle anderen als daar by wordt gemeld, wordt gepermitteerd het oprichten, in tram brengen en exerceeren van een ENGELSCHE STAALFABRIEK binnen deeze Stad; als mede tot het ontbieden van KONSTEN AA REN uit Engeland &ci van den 29 April 1778- BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STAD HAERLEM , gezien en geëxamineerd hebbende het Requeft aan hun Ed. Groot Achtb. geprefenteerd door of van wegens WUliatn Worsdell, Burger deezer Stad, mitsgaders Meefter Goud- en Zilverfmit alhier; daar by te kennen geevende: dat hy Suppliant reeds federt eenigen tyd binnen deeze Stad hebbende opgericht een Fabriek van Engelfche Gespen, thans ook genegen zoude zyn om mede alhier op te richten een Fabriek van Engelfch Staafwerk, en dus iets te onderneemen en uyt te voeren, het geen tot dus verre in deeze Vereenigde Provinciën noch niet is geëntameerd, veel min werkllelh'g gemaakt, en welke onderneeming, die mede tot nut en voordeel van een menigte Ingezetenen deezer Stad zoude ftrekken, naar des Suppliants verzekering, aan geen meerder gevaar met opzicht tot de daar toe benodigde Brandftoften zou zyn bloot gefteld, dan de Goud- en Zilverfmeedery, mitsgaders de Fabriek van Engelfche Gespen, by den Suppliant reeds wordende geëxerceerd, waarom hy Suppliant dan ook geen zwarigheid zou maaken om dezelve Fabriek van Engelfch Staalwerk uit te voeren in een ordinair Woonhuis, en wel voor eerft in zeker huis, ftaande in de Anegang binnen deeze Stad, agter het hoekhuis van de Kleine Houtftraat, by hem Suppliant tegen Mei reeds gehuurd; dan dat hy Suppliant eensdeels opziende tegen de zwaare.kollen, welken vereifcht worden tot foortgelyke onderneeming, zo ten opzichte van het in train brengen en uitvoeren van \ dezelve, als tot het bekomen en onderhou1 den van het benodigde Werkvolk uit Engeland (als zynde hy Suppliant bereid en te vreede om voor het zelve Werkvolk zodanh 1 ge Borgtogt te interponeeren, als hun Ed. Groot Achtb. ten dien opzichte voor de geintercfleerdens in de Glasblazery alhier hebben gelieven te bepaalen), en ten anderen bedugt zynde, dat fomtyds andere Perfoonen, ingevalle des Suppliants entreprife rëusfeerde, mede zouden kunnen inclinecren om zodanige Fabriek op te richten, en dus de onderneeming van den Suppliant, die niet in Haat was om zulks buiten adfiftentie van meerder dan hy met middelen gezegende Luiden te beginnen of voort te zetten, en dus geneceffiteerd was, om zich in deezen met anderen te affocieeren, merkelyk te benadeelen, hy Suppliant mitsdien gaarne tot encouragement en beneficie van zyne gedagte entreprife zoude zyn voorzien met een excluiive concefTie voor hem Suppliant, zyne Erven, Reprefentanten of Rechtverkrygènden , mitsgaders gealfocieerden, en dus ten behoeven van de Engelfche Staal-Fabriek binnen deeze Stad: verzoekende de Suppliant om alle deeze redenen, dat hun Ed. Groot Achtb. tot encouragement en bevordering van de voorfz. op te richten Engelfche Staal - Fabriek binnen deeze Stad, aan hem Suppliant, zyne Erven, Reprefentanten of Rechtverkrygènden, mitsgaders gealfocieerden ,  KEUREN DER STAD HAERLEM. 119 den", en dus ten behoeven der Engelfche, Staal Fabriek binnen deeze Stad, provifio-1 neel voor den tyd van vyf- cn- twintig Jaaren ! geliefden teconcedeeren,om in een ordinair \ Woonhuis, of zodanige andere convenabele plaats als hy Suppliant, zyne Erven, Repre- \ fentanten of Rechtverkrygènden, mitsgaders geaflbcieerden, daar toe in vervolg van tyd zouden mogen verkiezen te approprieeren, privativelyk en met exclufie van alle anderen, die geduurende den tyd van dezelve, conceflie, en de dadeiyke exercitie der voorfz. I Fabriek , iets van dien aart binnen deeze! Stad of Jurisdictie van dien zouden willen on- ! derneemen , te mogen exerceeren en con-! u'nueeren, onder deeze mits nochtans, waar • aan de Suppliant, zo hy zeide, zich gaarne j onderwierp, dat hy Suppliant voor het Werk- j volk , daartoe gebruikt zullende worden , ! zodanige Borgtogt zoude moeten interponee- j ren als hun Ed. Groot Achtb. in die betrek-! king, voor de geintcrelfeerden in deGlasbla- j zery alhier hebben gefixeerd; en dat hun 1 Ed. Groot Achtb. daar van aan den Suppliantzouden gelieven te verleenen Appoinclement en Afte van conceflie in forma. Hebben, na deliberatie, goedgevonden en i verftaan, te permitteeren, gelyk gepermitteerd wordt by deezen , dat door den Sup- \ pliant voor hem en zyne mede geaflbcieerden binnen deeze Stad zal mogen worden opge- j richt en in train gebragt eene Engelfche Staal- i Fabriek, en dat dezelve zal mogen worden \ geëxerceerd in een particulier Woonhuis I binnen deeze Stad, of zodanige andere bekwaame plaats, als daar toe in 't vervolgzon mogen worden geapproprieerd , ten ware hun Ed. Groot Achtb. in 't vervolg nopens de gemelde plaats om redenen eene nadere bepaling zouden willen maaken, waar aan de, gemelde Onderneemers zich als dan zullen moeten onderwerpen; en hebben hun Ed. Groot Achtb. wyders, ten einde de voorfz. onderneeming te encourageeren , goedgevonden en verftaan, om aan den Suppliant zyne Erven, Reprefentanten of Rechtverkrygènden , mitsgaders geaflbcieerden, en dus ; aan de Onderneemers van de voorfz.Fabriek, | en derzelverSuccefleurs, te concedceren,gelyk aan dezelven geconcedeerd word by deej zen, om privativelyk en met exclufie van al; le anderen, die geduurende den tyd vandee\ ze conceflie, en de dadeiyke exercitie van de | bovengemelde Fabriek, iets diergelyks binI ncn deeze Stad of derzelver Jurisdiéiie zou1 den willen beginnen te onderneemen , de : voorfz. Engelfche Staal - Fabriek te mogen | exerceeren en continueeren, wel verftaande 1 egter, dat door deeze privative conceflieniemand zal zyn verhinderd, om Zodanig Staal en fyn Yzerwerk , ais voor dato deezes door , Smeeden en andere Konftenaars binnen deeze I Stad reeds gemaakt is , en fteeds gemaakt wordt, te blyven en te beginnen te vervaardigen , waaromtrent in cas van onverhoopte difcrepance de uitfpraak zal ftaan aan hun Ed. Groot Achtb.; permitteeren wyders aan den Suppliant voor hem, zyne Erven, Reprefentanten of Rechtverkrygènden, mitsgaders geaflbcieerden, om zodanige Konftenaars, als dezelven tot de voorfz. Fabriek uit Engeland en van elders zouden willen ontbieden, in deeze Stad te brengen; mits dezelven zyn van een gefchikt gedrag, en by hunne komft j alhier aan hun Ed. Groot Achtb. geprefen'l teerd en door dezelven dan geadmitteerd j worden, waar tegen als dan voor 't zelve Werkvolk door den Suppliant en zyne Sucj cefleurs zodanige Borgtogt zal moeten wor! den geinterponeerd, als met opzicht tot de I werkende lieden in de Glasblazery deezer Stad by hun Ed. Groot Achtb. bepaald is; zullende deeze privative conceffie met de gevolgen en aankleeven van dien , geduuren den tyd van vyf- en- twintig eerftkomende Jaaren, na de expiratie van welken het aan den Suppliant of de Gerechtigden tot de voorfz. Fabriek zal vryftaan, prolongatie hier van te verzoeken, waar op als dan zodanig favorabel reguard by hun Ed. Groot Achtb. genomen zal worden als bevonden zal worden te behooren; En zal Copie deezer Refolutie aan den Suppliant gegeeven worden, om zich van dezelve te bedienen, daar en zo zulks behooren zal. R 1 Re-  120 KEUREN DER STAD HAERLEM. Resolutie , waar by ten faveure van de ENGELSCHE STAALFABRIEK, word geaccordeerd, dat de Onderneemers der gezegde Fabriek, by het^ genot van de uitfluitende concesfie aan hen by Refolutie van 29 April 1778 geaccordeerd; ook bevryd zullen wezen van de verpligting, om ter dier zaake in eenige GILDENS en byzonder in het SMEEDEN-GILD alhier te moeten koomen; van den 2 Juny 1778. BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STAD HAERLEM, gehoord hebbende de leéture van 'c Requeft aan hun Ed. Groot Achtb. geprefenteerd, door IVilliam PForsdell, Burger en Inwoonder deezer Stad, mitsgaders Meefler Goud- en Zilverfmit alhier, daar by in fubflantie te kennen gevende, dat in de gunlb'ge conceflie, by Refolutie van hun i Ed. Groot Achtb. van den 29 April laatftleeden , tot het oprichten eener Engelfche I Staal-Fabriek verleend , eenige bepalingen voorkwamen, die de Onderneemers derzelver Fabriek buiten ftaat ftellen , om eene onderneeming, daar zo veel koften toe ver eifcht wierden, alhier te beginnen; verzoekende hy Suppliant daarom nader, dat hun Ed. Groot Achtb. aan hem Suppliant, zyne geaflbcieerden en derzelver fuccefleuren , geliefden te permitteeren om in het huis, door hem bewoond, ofte op zodanige plaats, als de geinterefleerdcn in die Fabriek zouden verkiezen, op te rechten en te exerceeren een Fabriek van Engelfch Staal-werk, en om dezelve Fabriek met uitfluiting van alle anderen vry en zonder eenige hinder voort te zetten, en dat de geinterefleerdcn in de Engelfche Staal Fabriek nooit onder eenige Gildens hoe genaamd betrokken, of tot het doen van een proef genoodzaakt zouden kunnen worden, als zynde zulks, ingevolge des Suppliants verzekering, volftrekt onbeftaanbaar met de kunft van 't vervaardigen van Engelfche Staafwerken, die tot noch toe een byzonder eigen geheim by de Engelfchen was gebleeven , terwyl de Suppliant voor zich en zyne mede geinterefleerden egter declareerde alzins bereid te zyn om ten aanzien van de Vuurplaatfen, tot het vervaardigen van Engelfch Staal-werk vereifcht wordende , zich te gedragen naar de Keuren deezer Stad; en daar benevens voorts geconfidereerd zynde, dat by de bovengemelde Refolutie van hun Ed. Groot Achtb. van den 29 April laatftleeden, ten behoeven van den Suppliant, deszelfs geaflbcieerden en derzelver fuccefleurs, reeds eene uitfluitende conceflie tot het oprichten , exerceeren en voortzetten eener Engelfche Staal-Fabriek is vferleend, en dat dezelve mede ten klaarfte influiï eene permiflie van hun Ed. Groot Achtb. om ook byzonder in het huis, dat de Suppliant in hUure gebruikt, de voorfz. onderneeming werkftellig te maken, zonder dat hun Ed. Groot Achtb. eenige de minfte intentie gehad hebben, om door de aan zich gereferveerde en uit de natuur der zaak van zelfs voortvloeiende bepaaling nopens de plaats, alwaar de voorfz. Fabriek nu en in 't vervolg geëxerceerd zoude mogen worden, eenige difficulteit in de voortzetting van dezelve onderneeming toe te brengen, als welke hun Ed. Groot Achtb. integendeel gaarne alzins willen favorifeeren en gemakkelyk maaken, welk een en ander, mitsdien de noodzakelykheid eener nadere difpofitie op het eerfte Lid van des Suppliants voorfz. Requeft van zelf doet vervallen: Hebben, na deliberatie, goedgevonden en verftaan , om by Ampliatie van hun Ed. Groot Achtb. voorfz. Refolutie van den 29 April laatftleeden, ten faveure van de bovengemelde Engelfche Staal-Fabriek te accordeeren , zo als geaccordeerd wordt by deezen, dat de Onderneemers der gezegde Fabriek en alle de geenen, wien dezelve in 't vervolg zoude mogen aangaan, by het genot van de bovengemelde uitfluitende conceflie ook bevryd zullen weézen van de verpligting om ter zaake van het maaken en debiteeren van Engelfch Staalwerk in de voorfz. Fabriek vervaardigd wordende, in eenige Gildens, en byzonder in het Smeeden-Gild alhier te moeten komen, ofte eenige proef te doen ; blyvende egter den Suppliant en deszelfs mede geinterefleerden, en dus de Onderneemers der voorfz, Engelfche Staal-Fabriek verpligt, om ten aanzien van de Vuurplaatfen , tot het' vervaardigen van Engelfche Staalwerk vereifcht wordende , zich te gedragen naar de Keuren deezer Stad. En zal Copie deezer Refolutie aan den Suppliant worden gegeeven, om zich van dezelve te bedienen daar en zo zulks behooren zal. Re-  KEUREN DER STAD HAERLEM. iai Resolutie, waar by wordt gepermitteerd het oprichten en exerceeren van een ENGELSCHE en SCHOTSCHE TAPYT - WEEvery. of FABRIEK binnen deeze Stad , met diverfe Voorrechten, en onder anderen met VRYDOM van des Stads Impofitien en Excynfen, wegens de BRANDSTOFFEN; van den 27 November 1778, BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STAD HAERLEM, gehoord hebbende dc Leétuure van 'c Requeft: aan hun Ed. Groot Achtb. geprefenteerd door James IP'bhe , Fabriqueur in Engelfche en Schotfe Tapvten , laatft gewoond hebbende te Cirencefter in 't Graaftchap Gloucefterfhire in Engeland ^ daar by in fubftantie tc kennen geevende', dat hy met zyn Vrouw en Familie in Holland zynde overgekomen , met oogmerk om te beproeven of hy zyne Fabriek, beftaande in een Engelfche cn Schotfe Tapyt- Weevery, met hoop van focüès in.eene "der Steden van deeze Provincie zoude kunnen oprichten , zulks als nu wel zoude willen onderneemen binnen deeze Stad, in een huis op de Bakeneffergragt tuflchen de Vrouwefteeg en de Kwakelbrug; doch dat zyn Suppliants Fabriek van dien aart en zodanig gefteld was, dat de Materiaalen daar toe nodig, en wel voornamentlyk de Wol, doorhem van buiten moeften worden ingevoerd,en Vetvöigèas onder het opzicht van of door hem Suppliant zeiven worden vervaardigden bearbeid, en wel byzonder gefponnen, geverfd en verder in alles tot het bewerken en Weeven in gereedheid gebragt, zonder dat hy Suppliant iets van dat alles aan anderen kon of zoude willen toevertrouwen, en daarom ook niet deezen zyne Fabriek alhier zoude kunnen oprichten , dan na alvorens geruft en verzekerd te kunnen zyn , van ter dier zaake nooit op eenigerlei wyze in deeze of geene Gildens te zullen of kunnen worden betrokken, maar integendeel, dat de voortzetting van deeze Fabriek door hun Ed. Groot Achtb. gunftige befcherming alzins zo gemakkelyk en min koftbaar zoude worden gemaakt, alseenigzins mogelyk was; waarom hy Suppliant vermeende zich tot dat einde alvoorens te moeten wenden tot hun Ed. Groot Achtb., te meer daar hy zich verzekerd hield, dat zyne Fabriek , die tot hier toe zyns wetens noch • hier noch elders in de zeven Vereenigde Provinciën geoefend word, alhier in weinige Jaaren onder Gods Zegen wel zo veel opgang zoude maken, dat deeze Stad daar van geen gering voordeel zoude trekken, maar 1 ook veel Arbeidslieden, zo tot het Spinnen van Wol, als ander Werk, doorhem Suppliant zouden kunnen worden gebruikt; verzoekende den Suppliant daarom, dat hun Ed. [ Groot Achtb. hem met 'er woon binnen deeze Stad geliefden te admitteeren, en aan hem. zyne Erven en Geaflbcieerden te permitteeren , om alhier op te richten een Engeilche en Schotfe Tapyt-Weevery of Fabriek, dezelve te exerceeren, de gemaakte Tapyten vervolgens te verkoopen en verzenden, de Stolfagienen Materiaalen door eigen Bedienden op te ftaan en in te werken , zonder gehouden te zyn daar toe Wippers of andere Officianten te moeten gebruiken of emploieeren , en tot dezelve Fabriek in 't voorfz. huis op de Bakeneflèrgragt, of daar hy in 't vervolg zoude gaan woonen of mogt goedvinden, te laaten maken een Verwery, zodanig als die volgens de kunft van de Fabriek nodig is (mits omtrend de Vuurplaatfen zodanige voorziening voor brand en andere ongelukken doende, als by de Keure word vereifcht), metdifpenfatie - van alle Zodanige Keuren en Stads Ordonnantiën ais heni Suppliant in de exercitie van de voorfz. Fabriek, en ten einde voorfz. hinderlyk zouden kunnen weezen; wyders dat hun Ed. Groot Achtb. hem zouden gelieven te vergunnen , om voor zvne wooning in de Gragt j een Schuit of een Styger, zo als 't voor zyn Supp'iants werk tot het fpoelen der Wol, als anderzints het beft gefchikt bevonden zoude worden, te mogen doen maken en houden; cn laatftelyk dat hun Ed, Groot Achtb. door derzelver veel vermogende voorfpraak, het daar heen geliefden te dirigeeren dat tot voortzetting van zyn Suppliants Fabrieken tot encouragement van nieu* we Fabrieken en Trafieken, aan hem Suppliant gracieufelyk mogt worden verleend Vryheid van Stads Excynfen op de Brandstoffen , en in 't generaal van zodanige andere Materiaalen , als tot de voorfz. Fabriek eenigzins nodig bevonden zouden worden. Hebben na deliberatie goedgevonden en verftaan, den Suppliant niet alleen met zyn Huisgezin in deeze Stad te admitteeren, mits hy gehouden zal zyn den Poorter Eed te doen , maar ook aan denzelven, zyneErR 3 ven,  122 KEUREN DER STAD HAERLEM. ven ,Rechtverkrygende en Geafibcieerden, te permitteeren , om alhier op te richten een Engelfche en Schotfe Tapyt- Weever? of Fabriek , dezelve Fabriek te exerceeren, de gemaakte Tapyten vervolgens te verkoopen en verzenden, de Stoffagien en Materiaalen daar toe nodig, voor zo verre die anders dan met ordinaire Veerfcheepen of Schuiten alhier worden aangebragt* door eigen Bedienden op te flaan en in te werken, zonder daar toe als dan Wippers of andere Officianten te moeten gebruiken of emploieeren , mitsgaders om tot dezelve Fabriek in 't voorfz. huis op de Bakeneflergragt, of daar de Suppliant in 'tvervolg zoude gaan wonen, en na voor afgaande Approbatie van hun Ed. Groot Achtb. mogt goedvinden te laaten maken een Verwery, zodanig als die volgens de kunft van de Fabriek nodig is, mits nochthnns, dat de Suppliant omtrent dc Vuurplaatfen, zodanige voorziening voor Brand en andere ongelukken zal moeten doen en onderworpen zyn, als volgens de Keuren deezer Stad word vereifcht ; en mits in dc gezegde Verwery generhande andere dingen geverfd zullen mogen worden , dan die effecftivelyk tot de voorfz. Fabriek behooren , op poene van *t effeft deezer conceflie te zullen verliezen. Eximeeren voorts den Suppliant en de verdere onderneemers deezer Fabriek , vooi zo veel de exercitie derzelve en van de daai toe behoorende Verwery betreft, van alk Gildens en Gilden-Keuren, waar onder hei gezegde werk zou gerekend kunnen of mogen worden te vallen, behoudens echter dat de Suppliant het Koopmans-Gild zal moeten koopen, en by continuatie voldoen. Accordeeren wyders aan den Suppliant, om voor zyne woning in de Bakeneflergragt te mogen leggen en houden een Schuit of Styger, zo als 't voor zyn Suppliants werk tot het fpoelen der Wol, als anderzins, het beu gefchikt bevonden zal worden , mits daai van zodanig met difcretie gebruik makende KEü- dat hier door de ordinaire Vaart of paflage niet word belemmerd. En is eindelyk nog tot meerder encouragement van de voorfz. Fabriek in conformiteit der Refolutie van de Heeren Pvaaden en Vroedfchappen , op heden daar toe genomen, goedgevonden en verftaan , aan den Suppliant, zyne Erven of Rechtverkrygende, te vergunnen en toe te ftaan, zo als aan dezelven vergund en toegeftaan word by dee! zen, Vrydom van deezer Stads Impolitien en Excynfen wegens de Brandftoffen, die tot de exercitie van de voorfz. Fabriek en Verwery zullen worden verbezigd, mits echter dat tot voorkoming van alle misbruiken , die hier van door anderen zouden kunnen worden gemaakt, telkens by eenige invoer van dien, voor zoveel de Kooien aangaat, zal worden geoblerveert, het geftatucerde by de Ordonnantie op de Stads Excyns op dc Kooien, gearrefteerd den 30 Odtober 1776, en voor zo veel de Turf en 't Hout betreft, daar van aangevinge worde gedaan by den Collecteur van denzelve Stads Impoft, en daar van gehaald worde een Vry-Billiet, zonder ietwes daar voor te betaalen, op poene van 't effect van deeze Vrydom te verliezen, \ omtrend elke party waar van de aangeving ! alzo niet zoude mogen zyn gefchied; en dit alles voor den tyd van vyftien eerftkomende Jaaren, na de expiratie van welke het den j Suppliant, zyne Erven ofRechtverkrygenden, ' zal vry ftaan, prolongatie hier van te verzoeken , waar op als dan zodanig favorabel reguard zal genomen worden, als bevonden zal worden te behooren. 1 En zal Copie van deeze Refolutie worden j gegeven aan den Suppliant om zich van de| zelve te bedienen zo zulks behooren zal, I mitsgaders Extract van dien, voor zo verre de ; Vrydom van de Stads Impofitien aangaat, j aan den Collecteur van de Stads Excyns op • de Turf en het Brandhout, en aan de zoda, I nigen, dien het verder zoude mogen aangaan.  KEUREN DER STAD HAERLEM. 123 «*f£ *W* «W8 *W« W»We KEUREN WEGENS HUWELYKS - ZAAKEN. Resolutie, waar by word vaftgefteld, dat 't infchryven der HUWELYKS GEBODEN van Perfonen niet van de Gereformeerde Religie, zal moeten gefchieden op 't Stadhuis, alwaar dan ook hunne Geboden zullen moeten gaan, als mede dat zulks, van Perfonen van de Nederduitfche Gereformeerde Religie, zal moeten gefchieden, by de Predikanten van dezelve Gemeente, en hunne Geboden in dezelve Kerken zullen moeten worden afgekondigt; voorts, dat voorfz. infehry ving, van Perfonen tot de Walfche Gemeente behorende , door Predikanten van dezelve Gemeente zal mogen gefchieden, en hunne Geboden in die Kerk zullen mogen gaan , mits dezelve Geboden ook in de Nederduitfche Kerken afgekondigd worden; en eindelyk, dat zulke infehry ving ook zal gefchieden, met opzicht tot Perfonen, waar van één een Gereformeerd is, en den andere tot een andere Gezindheid behoort, by Heeren Schepenen of Predikanten, welke gehouden blyven hunne Geboden, zo wel van den Raadbuize als in de Kerken te doen afkondigen; van den 11 Juny 1773. . MYNE HEEREN van den GERECHTE der STAD HAERLEM , in achting genomen hebbende, dat zederd eenigen tyd herwaards, verfcheiden Perfoonen, niet zynde van de Gereformeerde Religie, zich in den Huwelyken Staat willende begeven, ter bekominge van derzelver Huwelyks Proclamatien, zich komen aan te geven aan de Predikanten, zo van de Nederduitfche als Walfche Gemeente binnen deeze Stad, en vervolgens alleenlyk hunne Geboden laaten gaan in de Nederduitfche of Walfche Gemeente deezer Stad, zonder dezelven van den Raadhuize te doen afkondigen. Dat ook verfcheiden Lieden, Ledemaaten zynde van de Nederduitfche Gereformeerde Kerk deezer Stad, hunne Geboden doen infchryven by de Predikanten van de Walfche Gemeente binnen deeze Stad , en in derzelver Kerk hunne Huwelyks Proclamatien doen afkondigen, zonder dat zodanige afkondiginge in de Nederduitfche Kerk gefchiede; en dat ook eindelyk fommi- ge Perfoonen, de eene zynde van de Gereformeerde Religie, en de andere van eenige andere Gezindheid, hunne Huwelyks Proclamatien by Heeren Schepenen ofPredikanten van de Gereformeerde Kerk deezer Stad hebbende doen infchryven, hunne Geboden laaten afkondigen alleenlyk van den Raadhuize of in de Publicque Kerk; en geconfidereerd hebbende, dat zodanige handelwyze niet is conform de intentie van de Politicqüe Ordonnantie, maar daar tegens direct isftrydende; hebben, na deliberatie, tot weeringe van dusdanige abuifen, goedgevonden en verftaan te ftatueeren en te arrefteeren, zo als hun Ed. Achtb. ftatueeren en arrefteeren by deeze: Eerftelyk, dat allen en een iegelyk, van wat Gezindheid hy zoude mogen zyn, buiten de Gereformeerde Religie, en van voorneemen zynde,_ zich in den Huwelyken-Staat te begeeven, gehouden zal zyn zich te doen infchryven voor Heeren Schepenen, en zyne Huwelyks Proclamatien van den Raadhuize te doen afkondigen. Ten anderen, dac, alle  124 KEUREN DER STAD HAERLEM. le de geenen, die Ledemaaten zyn of gehooren tot de Nederduitfche Gereformeerde Gemeente deezer Stad, voorneemens zynde zich in den Huwelyken Staat te begeeven, gehouden zullen zyn, zich te laaten infchryven by de Predikanten van de Nederduitfche Gereformeerde Gemeente deezer Stad, en hunne Huwelyks Proclamatien in de Nederduitfche Kerken te doen afkondigen, permitteeren niettemin aan de Ledemaaten van de Walfche Gemeente en anderen, tot dezelve Gemeente behoorende, zich door Predikanten van de WTaIfche Gemeente te doen infchryven , en hunne Huwelyks Proclamatien in de Walfche Kerk te doen afkondigen, doch zullen dezelven teffens gehouden zyn te bezorgen, dat insgelyks hunne Huwelyks Proclamatien inde Nederduitfche Kerken worden afgekondigd. En eindelyk, dat wanneer het mogte komen te gebeuren dat twee Perfoonen , de eene zynde van de Gereformeerde Religie, en de andere van eenige andere Gezindheid . zich in den Huwelvken-Staat willen begeven, en zich ten dien einde, by Heeren Schepenen of by Predikanten hebben doen infchryven, dezelven als dan gehouden zullen zyn, hunne Geboden, zo wel van den Raadhuize als in de Kerken te doen afkondigen. En zal Copie deezer worden gegeven aan de Kerkdienaaren van de Nederduitfche en Walfche Gemeenten binnen deeze Stad, omme te ftrekken tot derzelver narichtinge. Aclum ter Kamer e den n Juny 1773, prefent de Heeren Mr. Jan Fredrik Parvé, Hoofd-Officier; Mr. Francais Benjamin Fagel, Antoni Kuits en Jfaac Cliffbrd, Burgemeefleren; Mr. Gysbert Adriaan Patyn, Mr. Adolf'Hesbuyfen, Johan Frédrik Godfried Baron van Freisbeim, Mr. Caspar Clotterboke Junior , Mr. Jan Henry van Heemskerck en Jacob Cornelis Syhius van Lennep, Schepenen der Stad Haerlem. In kennifle van My, C. A. T E S T A R T. KEUREN en ORDONNANTIËN CONCERNEERENDE HET WERK DER BEGRAAFFENISSEN. Resolutie, waar by gerefolveerd wordt, om de eerfte vaceerende NODERS - PLAATS te accordeeren aan de gezamentlyke Noodhulpen van de Noders ter Begraaffenisfen, als mede dat derzelver getal zal Uitfterven op VIER; van den 5 April 17 7.1. BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STAD HAERLEM, gehoord hebbende de Leclure van de Requefte aan hun Ed. Groot Achtb. geprefenteerd door de Noodhulpen van de Noders ter Begraaffeniflèn binnen deeze Stad. Verzoekende om redenen ten Requefte in het breede, geallegeerd; eerftelyk dat by de eerfte vacature van een NodersPlaats dezelve door geen ander Perfoon vervuld, maar door haar Ed. Groot Achtb. aan de Supplianten geaccordeerd mogte worden, om dezelve onderling en ten gezamentlyken nutte en behoeven waar te nemen, mits dat zy Supplianten als dan betaalen, zo hetgere- quireerde Annatesgeld voor dusdanig een Noders-plaats, als de verdere contributien en koften daarop vallende : En dat dan voorts by het aanftellen van ieder Noodhulp, zodanige telkens zal moeten betaalen een gedeelte of portie van het Annatesgeld op die NodersPlaats gefteld, gerekend naar het getal der Noodhulpen, het zy een vierde, vyfde of zesde portie, naar mate hun Ed. Groot Achtb. derzelver getal zullen gelieven te verminderen. Ten anderen dat hun Ed. Groot Achtb. het getal van zeven Noodhulpen gelieven te doen uitfterven op vier of vyf Perfoonen : Hebben, na deliberatie en advis van Heeren Oude Wethouderen, goedgevonden en ver-  KEUREN DER STAD HAERLEM. ï25 verftaan, dat het getal van zeven Noodhulpen der Nooders zal uitfterven op vier. En wyders by de eerfte Vacature van een NoodersPlaatfe, wordt dezelve aan de Supplianten geaccordeerd om dezelve onderling en ten gezamentlykcn nutte en behoeven waar te nemen , mits dat dc Supplianten gehouden zullen zyn als dan te betaalen, zo het gerequireerde Annatesgeld voor dusdanig een Noo¬ ders - Plaats, als de verdere Contributien en koften daar op vallende; en dat dan voorts by het aanftellen van ieder Noodhulp, zodanige telkens zal moeten betaalen een vierde gedeelte van het Annatesgeld op die NoodersPlaats gefteld. Zullende Copie deezer aan de Noodhulpen van de Nooders ter Begraaffeniflèn binnen deeze Stad worden gegeven, omme te ftrekken tot derzelver narigtingc. Waarschouwing, waar by wordt vaftgefteld, dat geene Particulieren binnen deeze Stad, of Vrydom van dien, by vervolg eenige ROUWMANTELS zullen mogen verhuuren, op een Boete van vyf entwintig Guldens, telkens; dog dat die geene die thans Mantels verhuuren , het zelve, hun leven lang, mogen continueeren, mits binnen zes weeken hunne Naamen en Woonplaatfen terSecretary opgeevende, ten einde te obtineeren eene Acte van Admisfie; voorts dat na verfterf dier Perfoonen, het verhuuren van ROUW-MANTELS zal zyn en blyven privativelyk aan de ROUWKAMER, met uitfluiting van alle anderen; van den31 Auguftus 1773. MYNE HEEREN van den GERECHTE der. STAD HAER. LEM in ervaatinge gekomen zynde, dat de Rouwkamer alhier, welker Inkomften geCchikc zyn tor Onderhoud van eenige Arme Comptoiren binnen deeze Stad, was komen te geraaken tot zeer groot verval en decadentie, en omme daar in, zo veelmogelyk, te voorzien, hebben hun Ed. Achtb., na Deliberatie, goedgevonden en verftaan, te j ordonneeren en te ftatueeren, zoals hun Ed. Achtb. ordonneeren en ftatueeren by deeze, dat van nu voortaan geene Particulieren bin' nen deeze Stad, of Vrydom van dien, zullen vermogen eenige Rouw-Mantels te verhuuren, op eene Boete van vyf- en- twintig Guldens, t'elken reize te verbeuren; met dien verftande nochtans, dat het aan de zodanigen, dewelken zig thans met die Verhuuringe effectivelyk geneeren, zal zyn gepermitteerd, dezelve Verhuuringe, hun leven lang geduurende, te continueeren ; mits dat zy zig, binnen den tyd van zes weeken, na de Publicatie deezes, ter Secretarye deezer Stad komen aan te geeven, en opgaave komen te doen van hunne Naamen en Woonplaatfen, als mede behoorlyk bewys, dat zy effeclivelyk, voor dato deezer Publicatie, zig daar mede hebben geneerd, ten einde van hun Ed. Groot Achtb. daartoe te obtineeren zodanige Afte van Admisfie , omme voorfz. Verhuuringe te mogen continueeren. Virvolg van V /. Deel, 5 Stuk. En zal, na verfterf van die tegenwoordige, en alzo te admitteeren, Perfoonen, het verhuuren van Rouw-Mantels zyn en blyven privativelyk aan de Rouwkamer, met uitfluiünge van alle anderen. Aldus gedaan en gearrefteerd den 31 Auguftus 1773, prefent de Heeren Mr. Frangois Benjamin Fagel, Antoni Kuits , Jean Salomon la Clé, en Mr. Cornelis Afcanius van Sypefteyn, Burgemeefteren ; Mr. Aelft van der Hoolck de Bruyn, Mr. Pieter Vermeulen, Johan Fredrik GodfriedBaron van Freisheim , Joan Harmen Graszvinckel, en Jacob Cornelis Sylvius van Lennep, Schepenen deiStad Haerlem. In kennifle van My, C. A. T E S T A R T. En den 11 September daaraanvolgende van de Puye van den Raadhuize gepubliceerd , ten over ft aan en in prefentie van de Heeren Mr. Jan Fredrik Parvé, Hoofd-Officier ; Johan Fredrik GodfriedBaronvanFreisheim en Mr. Cafpar Clotterbooke Junior, Schepenen der voorfz. Stad. By My, C. A. TESTART, S In-  126 KEUREN DER STAD HAERLEM. Interpretatie van de Keure van den 18 January 1717, omtrent het Ruk van de BE TAALING E aan de KOETZIERS, by BEGRAAFFENISSEN met KOETZEN; van den 29 November 1776. Het COLLEGIE van de HEEREN van den GERECHTE door Heeren Burgemeefteren geconvoceerd zynde, heeft den Heer Prefideerende Burgemeefter aan hun Ed. Achtb voorgedragen: Dat de Heer Jacob Hoof man, binnen deeze Stad woonachtig , het ongeluk heb- j bende gehad zyne Huisvrouw, als mede zy- j ne Moeder, beiden, binnen weinige dagen j door den Dood te verliezen, als nu, ten einde de verdubbelde aandoeningen van twee i Lykftaüen van beiden , voor hem zo zeer Naaftbeftaande, Perfoonen voor te komen, l gerefolveerd was, wylen zyne voorfchreeve j Huisvrouw en Moeder, refpeclivelyk op een dag en uur, te doen ter aarde beftellen, en ook beiden die Lyken, door maar ééneLyk-1 ftatie te doen achtervolgen; dat hy Heer Hoofman ook wel geneegen zoude zyn, omme, in aanmerking dat voorfchreeve twee Lyken in maar ééne Lykftatie begreepen zynde, aan ieder Koetzier van de Koetfen de Lykftatie volgende, in plaatfe van drie Guldens, gelyk altoos gepraftifeerd wordt, te doen geeven het dubbeld van dien, en dus de Somma van zes Guldens; dan, beducht zynde dat zekere Keure van de Heeren van den Gerechte, in dato den 18 January 1717, waar by is goedgevonden en geftatueerd : „ dat van ieder Lyk, 't welk by dag met „ Koetzen zal worden begraaven , aan de „ Koetziers niet meerder dan drie Guldens „ zal mogen worden gegeeven;" hem Suppliant, in het voorfchreeve zyn voorneemen, mogte verhinderlyk zyn, immers hem, dien aangaande , zoude kunnen prayudicieeren , waaromme hy Suppliant verzocht van hun Ed. Achtb. te mogen weeten, hoe hy zich ten opzichte van den Text der voorfz. Keure in deeze, zoude hebben te gedraagen, en voorts van hun Edele Achtb. Interpretatie daar omtrent te mogen worden geinformeerd. Waarop gedelibereerd zynde, is goedgevonden en verftaan, by Interpretatie van de meer gemelde Keure van de Heeren van den Gerechte, in dato 18 January 1717, te verklaaren, zo als hun Ed. Achtb. verklaaren by deeze; dat foortgelyke gevallen, waar in opgemelde Heer Hoofman zich thans bevind, niet in hun geheel kunnen geconfidereerd worden te vallen in de termen van de voorfchreeve Keure, nogte daar toe eenige byzondere betrekking re hebben, en mitsdien aan allen en een iegelyk, in diergelyk cas verfeerende, te permitteeren cn vry te laaten , omme aan ieder Koetzier van de Koetfen , de Lykftatie volgende, voor ieder Lyk daar in wordende begreepen, te mogen doen geeven drie Guldens, blyvende wyders de opgemelde Keure, ten opzichte van de Begraaffeniffen van één Lyk, in zyn volle kracht en vigeur. Aclum ter Kamere den 29 November 1776, prefent de Heeren Mr. Aelfl van der Hoolck de Bruyn, Hoofd-Officier , Mr. Frangois Benjamin Fagel, Antoni Kuits, en Mr. Antonis Slicher, Burgemeefleren; Mr. Paul le Leu de Wilhem, Pleer van Drongelen, Mr. Herman Gerlings, Joan Harmen Grasvuinckel, Cornelis Pieter Baron van Leyden, Vryheer van Warmond, Jean Gysberto Decker, en Mr. Jacob Akerfloot, Junior, Schepenen der Stad Haerlem. In kennifle van My, C. A. T E S T A R T. Ri-  K F. UREN DER STAD HAERLEM. 127 Resolutie, omtrent de wyze, dewelke voortaan, in't BEGRAAVEN op deKERK HO VEN of BEGRAAFPLAATS E N buiten deeze Stad, zal moeten worden in acht genoomen; van den 26 Auguitus 1777. De HERREN van den GERECHTE der STAD HAERLEM , in achting genoomen hebbende, dat in de tegenwoordige wyze van begraaven op de zogenaamde Kerkhoven of Begraafplaacfen buiten deeze Stad , dit inconvenient was ; dat de begraaven Kiften ce vee! bloot donden en telkens min of meer aan de Lucht wierden geëxponeerd, waar door veel reuk en exhilatien wierd veroorzaakt; hebben, na deliberatie, en tot voorkoming van de fchadelyke gevolgen, dewelken daar uit zouden kunnen refulteeren , goedgevonden en verftaan , te ordonneeren, zo als geordonneerd wordt by deeze, dat voortaan, (immers tot dat, na genoomen proeve anders zou mogen zyn geordonneerd) in het begraaven op de voorfchreeve Kerkhoven of Begraafpiaatfen de navolgende wyze *fl moeten worden gehouden, namentlyk: Dat een geheele Reek van ieder Begraafplaats in de lengte zal worden gevuld, zodanig als tot hier toe gebruikelyk is geweeft, mits de Kiften telkens met Zand of Aarde bedekt worden, doch dat na het vullen van zo een Reek, in plaatfe van onmiddelyk naaft of tegen dezelve aan, met begraaven voort te gaan, integendeel een geheele Reek, ter breedte van acht voeten j zal moeten worden övergcflaagen, en zo telkens , tot dat de geheele Begraafplaats op die wyze vol is, als wanneer allen de overgeflaagene Reeken, van vooren af tot de Begraavinge zullen moeten worden gebruikt, zoda- , nig nochtans „ dat van nu af aan de övergeflaagen wordende Reeken, boven op, in diervoegen met de uitgegraavene Aarde zullen moeten worden aangehoogd, dat tegens de meerdere hoogte van de wederzydfche gevulde Reeken aan , een behoorlyke Wal aangebracht worde, waar door de einden der Kisten na vercifch van zaaken worden bedekt, en niet tegen/taande hst afftuiven behoorlyk bedekt kunnen blyven. En zal Copie deezer Refolutie aan de re- fpeeftive Doodgraavers gegeeven worden tot hun naricht, en ten einde zich daar na te reguleeren. Aclum ter Kamer e den 26 Auguftus l777-> pre jent de Heeren Mr. Aelft van der Hoolck de Bruyn, Hoofd-Officier ; Mr. Mattheus Willem van ; Valkenburg, Mr. Frangois Benjamin Fagel, Antoni Kuits, en Mr.Antonis Slicher, Burgemeefteren ; Mr. Paul le Leu de Wilhem, Heer van Drongelen, Mr. Herman Gerlings, Joan Plarmen Grasvuinckel, Jacob Cornelis Sylvius van Lennep, Jean Gysber*to Decker, en Mr. Jacob Akerfloot, Junior, Schepenen der Stad Haer* ■ , iem. . . , t w,..: , ^ - In kennifle van My, C. A. T E S T A R T. Resolutie, houdende eenige Ordre, omtrent het draagen der Lyken van GEHUUWDE PERSOONEN met LYKKOETZEN begraaven wordende; van den /Juny 1786. De HEEREN van den GERECHTE der STAD HAERLEM, in achting genomen hebbende, dat het niet alleen een oud gebruik binnen deeze Stad is, de Lyken van gehuuwdePerfoonen door de naafte Buuren van het Sterfhuis ter Begraavenis te doen draagen, maar dat zulks ook tot vermyding van veelerlei oneenigheden en inconvenienten, by eene exprefle Ordre van den 28 Juny 1696, is geftatueerd en tot hier toe geobferveerd: doch tevens in ervaaring gekomen zynde, dat eenige Lieden thans verkiezen, omtrent de Begraaveniflèn eene andere beftelling te maaken, dan tot hier toe gebruikelyk is geweeft, en zonder het gewoone getal Draagers te nemen, goedvinden , de Lyken door een kleiner aantal Perfoonen, meeft al niet meerder dan zes bedraagende, onder de benaaming van Üichaalers of zoortgelyken, in de Lyk-Koetzen Sa te  128 KEUREN DER STAD HAERLEM. te doen inzetten en aan de hand te doen uicdraagen , van meening zynde, dat zy in zodanige gevallen niet verplicht zyn , de naafte Buuren te gebruiken of te dedommageeren, terwyl nochtans al het zelve, by al dien diergelyke fuftenuen erkend en gewettigd wierden, ten gevolge zouden hebben, dat men, door eene andere benaaming aan de Draagers te geeven en eene nieuwe form van Begraaving te introduceeren, zich aan de generaale Ordre zoude onttrekken, en tot veelerlei twiften en desordres aanleiding geeven, en wel voornaamenlyk tot zodanige inconvenienten, tot welker vermyding het oude gebruik geïntroduceerd, en de voorfz. Ordre van den 28 Juny 1696, expreflelyk geftatueerd is. Hebben, na deliberatie, tot wegneeming van alle misverftand en tot confervatie van de ruft en eenigheid der relpeétive Gebuurten deezer Stad , goedgevonden en verftaan, te verklaaren, zo als verklaard wordt by deeze; dat wanneer iemand goedvind, binnen deeze Stad of de Vrydom van dien, eenig Lyk, niet door het vereifchte getal Draagers ter Begraaving te doen draagen, maar flegts door eenige weinige Perfoonen, onder de benaaming van Uithaalersof anderzinds, in de LykKoets te doen inzetten en aan de hand uitdraagen,in zodanig geval, wanneer de Overleedene ooit gehuuwd is geWeeft, de naafte Buuren van het Sterfhuis zullen moeten worden uitgekocht en wel in deezer voege: dat men van wegen het Sterfhuis gehouden zal. zyn, aan ieder van die Buuren, dewelken , volgens het oude gebruik , of volgens de { fpeciaale Ordre , in zodanige Buurt plaats, hebbende, tot het draagen zouden moeten verzogt worden , te geeven, ten minften twaalf Stuivers. Blyvende voorts het geftatueerde in het generaal omtrent het draagen van Lyken en alle fpeciaale Ordres deswegens in zommige byzondere Buurten, onveranderd en op den ouden voet, behoudende voorts een ieder zyne vryheid , om tot de Begraavenis van Jonge en nooit getrouwde Lieden, het zy als Uithaalers, het zy als Draagers, te gebruiken zodanige Perfoonen als zy zullen goedvinden , en tot hier toe gebruikelyk is geweeft, des nochtans dat al het geene omtrent het draagen van Lyken ter Begraavenis geordonneerd is, ook zal worden geobferveerd ten aanzien van zodanige Lyken, welke buiten deeze Stad vervoerd worden. En worden de refpeclive Nooders en Aanfpreekers ter Begraavenifle wel expreflelyk geordonneerd en gelaft, de Vrienden van het Sterfhuis en allen de geenen, die eenige directie omtrent het Begraaven van Lyken hebben, wanneer zodanig geval plaatsheeft, van den inhoud deezer te adverteeren, en te waarfchouwen, om dien conform te han» delen. Aclum ter Kamer e den 7 Juny 1786', prefent de Heeren ut in Regijfro. In kenniffe van My, C. A. T E S T A R T. Resolutie, waar by het9de Articul der Ordonnantie van de B AAREN en BAARDRAAGERS van den 21 July 1753, wordt ► gereftringeerd tot LYKEN beneden de 12 Jaaren van den 2 December 1789. De HEEREN van den GERECHTE der STAD HAERLEM , gehoord hebbende de leefture van 't Requeft aan hun Ed. Achtb. geprefenteerd door Har men Holt huys en Rutger Haverkamp , Baardraagers binnen deeze Stad, te kennen geevende, dat in den loop van deezen ]aare een en andermaal is komen te gebeuren, dat Lyken, geheel of byna volwasfen, met een Koets zyn gebragt tot aan de Kerk, alwaar dan de Kift, zonder gebruik van een Baar, door vier of zes Man, uit de Koets is gelige, en zo goed men kon aan de hand getorfcht naar 't Graf; dat, ingevolge de Ordonnantie van de Baaren en Baardraagers, Heeren Kerkmeefteren, aan hun Supplianten fourneeren fpecifique gedrukte Biliietten mede inhoudende den zaakelyken zin van het 9de en 10de Articul der Ordonnantie , luidende: En dit alles, zo effecïivelyk een Baar gebruikt is, en anders niet, ten waare een Perfoon alhier Overleeden naar eene andere plaats wierd vervoerd: dat die van zodanig Sterf huis; 'een Baar, gelyk boven gezegd,  KEUREN DER STAD HAERLEM. 129 zegel, geweigerd hebbende te bezigen, zich op de letter van die Biliietten hebben komen te beroepen, en op dat fundament, zo wel de Kerk van het recht* als de Supplianten van derzelver loon , 't geen zy vermeenen hun wettig te competeeren , ontzetten en verfteeken; verzoekende zodanige voorziening, waar door voorgekoomen word, dat niet met er tyd der Supplianten Bediening, waar van zy zo groote koften hebben gehad en noch merkelyk lallen zyn draagende, geheel kome te verloopen : hebben hun Ed. Achtb., na deliberatie en tragtende, zo veel in hun is, misbruiken , daaromtrent plaats hebbende, te fluiten, en by vervolg voor te komen, goedgevonden en verftaan, 't 9de Art. van de voorfz. Ordonnantie van den et july 1753 te reftringeeren, zoals het zelve gereftringeerd wordt by deeze, tot Lyken beneden de 12 Jaaren, en voorts te ordonneeren, dat voortaan by het begraaven van een Lyk, den Ouderdom van twaalf Jaaren of daar boven bereikt hebbende , een Baar gebruikt zal moeten worden , en het recht der Kerk en het Loon der Baardraagers voldaan. En zal hier van Copie worden gegeeven aan de Supplianten, als meede aan de Heeren Kerkmeefteren deezer Stad. Aclum ter Kamere den 2 December 1789, prefent de Heeren Jofias Eckhardt, Hoofd-Officier; Abraham Catharinus Vangelé Tzvent, Mr. Gerrit Willem van Ooften de Bruyn, en Adriaan Boe [fes, Heere van Leeuwen en Puyffelick, Burgemeefteren; Mr. Leonard Hceujft , Jan van de Poll Janfz., Gerardus Cornelis Tilenius Kruythoff, Mr. Pierre Jean van Lely veld, Carl Keinhardt, Mr. Jan Balt haf'ar van der Upwich, en Mr. Gaspar van Alderwerelt, Schepenen der Stad Haerlem. In kennifle van My, W. van SYPESTEYN. K E UREN WEGENS DE TRANSPORTEN EN BOEDELS. Resolutie van Myne Heeren van den Gerechte houdende, dat wanneer eenige vafte GOEDEREN, in lblvente Boedels, by Executie worden verkogt, omtrent de Penningen daar van te provenieeren, INROEPING van CREDITEUREN zal moeten gefchieden en vervolgens Praeferentie en Concurrentie daar over zal moeten gehouden worden; van den 29 September 1773. MYNE'HEEREN van den GERECHTE der STAD HAERLEM , in achtinge genomen hebbende, dat wanneer in folvente Boedels eenige vafte Goederen, by Executie, worden verkogt, tot dus verre niet was gearrefteerd, nochte eenige bepaalinge gemaakt, of ook, omtrend de Penningen van dezulken vafte Goederen geprovenieerd , inroeping van Crediteuren zoude behooren plaats te hebben ,. en vervolgens daar over her recht van Praeferentie en Concurentie gehouden moeten worden, alvoorens dezelve Penningen aan den origineelen Executant ter hand te doen ftellen; ende over welke behandeling, vermits niets uitdrukkelyks by de Keure daar omtrend is geftatueerd, veele dubieufè gedagten zyn komen teontftaan; hebben haar Édele Achtb., na Deliberatie , en op dat zulks op eenen eenparigea voet, als omtrend S 3 In-  i3o KEUREN DER STAD HAERLEM. Infolvente Boedels gepraclifeerd word, zoude worden behandeld , goedgevonden en verftaan te arrefteeren cn te ftatueeren, zo als hun Edele Achtb. arrefteeren en ftatueeren by deeze: Dat altoos, ingevalle eenige vafte Goederen, in Boedels dewelke nog niet Infolvent verklaard zyn, by Executie zouden worden verkogt, omtrend de Penningen, van zodanige vafte Goederen te provcnieeren, inroeping van Crediteuren zal moeten wor¬ den gedaan, ten einde, by het recht van Prseferentie en Concurrentie, het welke vervolgens daarover meede zal moeten worden gehouden, zodanig te worden gedisponeerd, als bevonden zal worden te behooren: Zullende de behandeling dienaangaande, in diervoegen, en op zodanige wyze moeten worden ingericht, als tot nog toe omtrend gediscuffeerde Hypotheecquen, gebruikelyk is geweeft, Resolutie, waar by wordt vaftgefteld; dat, ingevalle eenig Infolvent geweeft zynde Tapper deszelfs recht tot de TAPNEERING zal whlen overdoen, na dat zyn Boedel tot Liquiditeit zal zyn gebragt, zulks aan hem niet anders geaccordeerd zal worden, dan onder Conditie: dat "de Penningen die deswegens worden bedongen, ten profyte van deszelfs Crediteuren zullen komen; en ordre aan de Overluiden van het Tappers Gilde om by zodanige overdoening hun Ed. Gr. Achtb. desaangaande te berigten; van den 23 February 1774. BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STAD HAERLEM, in achting genomen hebbende , dat zomtyds wordt gepracufeerd, dat Tappers van Sterke Dranken binnen deeze Stad , Infolvent; geworden zynde , na dat hunnen Boedel hebben geabandonneerd, en overgegeeven, en dezelve door de daar in geftelde Curateuren tot Liquiditeit is gebragt, vervolgens van hun Ed. Groot Achtb. komen te verzoeken permiffie, om het recht van hunne Tapneeringe te mogen afftaan en overdoen ten behoeven van zeker ander Perfoon , van dewelke zy daar voor een fomme Gelds komen te bedingen, en ten hunnen particulieren profyte te genieten, in prejudicie van hunne refpeclïve te kort komende Crediteuren; hebben, na deliberatie, goedgevonden en verftaan , te ftatueeren en vaft te ftellen, zo als geftatueerd en vaftgefteld wordt by deezen; dat wanneer eenig Tapper, Infolvent geworden zynde, naderhand van zyn recht van Tapneeringe zal willen afftand doen, met verzoek dat daar mede een ander by hem op te geeven Perfoon mag worden gebeneficeerd, het zelve in allen gevalle niet anders zal worden geaccordeerd , dan onder die mits en Conditie, dat de Penningen die des wegens konnen worden bedongen, zullen moeten komen ten profyte van de refpeclive Crediteuren van zodanigen Infolventen Tapper, voor zo verre dezelve als dan niet voldaan zul/en zyn; wordende de Overluiden van het Tappers - Gilde binnen deeze Stad gelaft, exaéelyk reguard te geeven, wanneer eenige Infolvente Tapper de overdoening van zyn recht tot deTapneering mocht komen te verzoeken, en hun Ed. Groot Achtb. daar van als dan te berigten, ten einde dezelve overdoeninge, ten nadeele van de Crediteuren van Infolvente Tappers niet zoude worden gepermitteerd. En zal Copie deezer worden gegeeven aan de Ed. Achtb. Heeren Schepenen deezer Stad, omme te ftrekken tot derzelver narichtinge, als mede aan de Overluiden van het TappersGilde , omme zig daar na te reguleeren. KEU-  KEUREN DER STAD HAERLEM. 131 KEUREN RAAKENDE DE MARKTEN, ENZ. Generaale Keure en Ordonnantie, op het Ruk van de Vifch en VISCHMARKT binnen de Stad HAERLEM; van den 11 November 1774. MYNE HEEREN van den GERECHTE der STAD HAERLEM , in agtinge genomen hebbende, dat by Refolutie van de Heeren Raaden en Vroedfchappen deezer Stad, van den 18 Oftober laatftleeden , is goedgevonden en verftaan, dat' de Vifch-Banken op de ZeeVilch-Markt publicquelyk aan de Meeftbiedende zullen worden verhuurd, en dat daar by teffens eenige nadere Ordres, zo ten aanzien van het werk van den Afflag, als anderzints, zyn gefteld, om welke Schikkingen behoorlyk ter uitvoer te brengen en effeci te doen forteeren, het ten hoogden noodzaakelyk is, dat eenmerkelyke Alteratie en Ampliatie in de Keure op de Vifch en Vifch-Markt binnen deeze Stad worde gemaakt: hebben, om aan de voorfz. intentie van de Vroedfchap te voldoen , na deliberatie, goedgevonden en verftaan , tot eene generaale Keure en Ordonnantie op het ftuk van de Vifch- en Vifch-Markt, met te niet doeninge van de voorige Keuren op dit Subject geëmaneerd, op nieuws te ftatueeren en te ordonneeren, zo als hun Ed. Achtb. ftatueeren en ordonneeren by deezen, de navolgende Articulen. Van den Afflag. Articul I. Alle Zee-Vifch, hoe genaamt, mitsgaders Zalm, Elften Steur, die alhier ter Markt gebragt, of binnen deeze Stad verkogt wordt, zal alvoorens afgeflaagen en daarvan het Recht, de Kerk competeerende , betaald moeten worden, op eene Boete van twaalf Guldens, en verbeurte van de Vifch ten behoeven van het Weeshuis. II. En alzo zomtyds bevonden wordt, dat'er eenige Vifch van Vlieland en andere Plaatfen binnen deeze Stad, zo met Karren en Wagens, als met Schuiten wordt gebragt, en in het heimelykby de Straaten verkogt, zonder dat dezelve op den Afflag wordt gebragt, zo wordt het zelve verboden, op gelyke Boete en verbeurre van de Vifch als vooren. III. Niemand zal zig vervorderen eenige Vifch 00 't Strand te koopen, en dezelve aan den een of ander binnen deeze Stad te brengen of te zenden, om alhier geconfumeerd, of na elders verzonden te worden, 't zy dat die vereerd of verkogt wordt, zonder het zelve den Afflaager bekend te maaken , en het Recht daar van te betaalen, op de verbeurte van dezelve Vifch en eene Boete van drie Guldens. IV. Om voorts te gemoet te komen aan de klagten van zommige Kooplieden, over den al te grooten Afleg van de doorpafleeren de Vifch, die tot nu toe binnen deeze Stad is gevorderd, is goedgevonden en geordonneerd, dat, by provifie en tot nadere Ordre, de Afleg van de doorpafleerende Vifch zal worden be-  132 KEUREN DER STAD HAERLEM. bepaald en gefchieden moeten op den volgenden voet: te weten, dat van alle Vifch, die met Schuiten hier door , of ook hier aan wordt gevoerd, om vervolgens op Wagens geladen en naar Amfterdam of elders gebragt te worden, als van Ouds, zal moeten afgelegt worden de derde Vifch; gelyk meede van alle Vifch, die door deeze Stad naar elders wordt gedraagen: dan dat van de Vifch, die op Wagens hier door wordt gevoerd, zal moeten worden afgelegd, te weeten, van Cabeljauwen , Lengen of diergelyke , van ieder Wagen tien Viffchen; van Zalm en Heylbot de vyfde Vifch; en van alle andere Vifch, die mede op Wagens, 't zy in Bennen of zonder Bennen, wordt vervoerd, de vyfde Ben, Snees of Vifch; alles ter keuze van den Afilaager of Bediende van de Vifchmarkt ; en zal niemand eenige Vifch door deeze Stad en Jurisdictie van dien naar elders mogen vervoeren, voor en aleer daar van de bepaalde quantiteit in maniere voorfchreeve, zal weezen afgegeeven, op eene Boete van zes- en- dertig Guldens, en verbeurte van de geheele party Vifch; en zal men van die afgifte by een Biljet van den Afilaager , of Bediende van de Vifchmarkt, moeten doen blyken aan den Poorcier van de SpaarwouderPoort, en aan den Opzigter ten dien einde aan het eerfte Tolhek geftelt; aan wien ook het Biljet zal moeten worden overgegeeven, op de Boete als vooren. V. De Afftag zal van nu voortaan worden gehouden des morgens, het geheele Jaar door, ten tien uuren, en des namiddags in de Zomer, van den eerften April tot den eerften October ten vier uuren; en des Winters, van den eerften October tot den eerften April ten drie uuren ; met dien verftande nochtans, dat wanneer na die gefielde uuren eenige Vifch mogte worden aangebragt, telkens , indien het gerequireerd wordt, nader Afflag zal worden gehouden, en wel een halfuur na dat het zelve zal weezen verzogt; en zullen de Koopluiden , die met hunne Viich voor den tyd der gewoone Afflag aangekomen zyn, onder eikanderen moeten looten , wiens Vifch het eerft zal worden afgeflaagen, het geen zal moeten gefchieden, een uur voor den ryd van den Afflag,en zulks *s morgens ten negen uuren, en's namiddags des Zomers ten drie , en des Winters ten twee uuren; zullende onder die geenen, die na de gewoone Afflag, of wel na den tyd van deLootinge, mogten aankomen, die geen voorgaan, die eerft zal zyn aangekomen* VI. Ten einde de Afilaager zyn Officie na behooren en zonder belet zoude kunnen waarneemen, en het geheele werk van den Afflag van alle Vifch in een behoorlyke Order moge gefchieden, wordt geordonneerd, dat de Omftanders van de Vifch, die gelegd is om afgeflaagen te worden, zullen moeten afblyven of afftaan een tuflchen wydte van zeven voeten, ten welken einde de Afilaager of iemand in zyne plaatfe zal worden gefteld met een Stok zeven Voeten lang, en zal de geen, die met dezelve Stok, het een end op de Vifch leggende, met het andere kan worden geraakt op de Voeten of anderzins, verbeuren drie Stuivers voor den Armen ; welke Boete door den geenen, die dus met de Stok geraakt wordt, terftond zal moeten worden betaald aan den Afilaager, en zal, by onwilligheid of kwaade bejeegening van den Afilaager, daar over verbeuren een Boete van drie Guldens. VIL Den Vifchluiden , zich geneerende met verfche Vifch te verkoopen, zal het gepermitteerd zyn in de Ring van den Afflag voor de Burgers te ftaan, die dezelve Vifchluiden zullen moeten doorlaaten op een ordentelyke wyze, al was het fchoon dat de Afflag al reeds begonnen was. VIII. De Afilaager word wel expreflelyk verboden Vifch af te liaan , voor en aleer dezelve door Keurmeefters van de Eetbaare Waaren is gekeurd en goed bevonden, op dat de Koopers, als zy dezelve gekogt hebben , daar aan geen afkeuring of fchade lyden. IX. Een iegelyk zal onder het afflaan van de Vifch gehouden zyn ftille te zyn, zonder eenig gerucht te maaken, op dat pertinentelyk gehoord mag worden by wie dat 'er gemynd wordt, op een Boete van drie Guldens. X. Indien twee of meer gelyk mynden, zal het  KEUREN DER STAD HAERLEM. 133 het geveilde andermaal worden afgeflaagen, doch zo de Afilaager oordeelde, behoorlyk te kunnen onderfcheiden wie eerft hadde gefprooken, zal hy deszelfs Naam als Kooper te Boek ftellen , zonder tegenzeggen van iemand. XI. Die geen, die eenige Vifch by den Afflag heeft gemynd en weigerig is dezelve te aanvaarden, zal verbeuren eene Boete van drie Guldens. XII. De Afilaager of iemand anders , die geen Bank of Zitplaats op de Vifchmarkt heeft, zal niet vermoogen eenige Vifch in den Ring te mynen, om dezelve aan anderen met winrt over te doen, op verbeurte van de Vifch en daarenboven op eene Boete van drie Guldens. XIII. Niemand zal voortaan vermogen eenige Vifch op te neemen, ten zy de Regel (daar gewoonlyk twaalf Cabeliauwen of agt hoopen Schelvis op leggen) geheel zal zyn afgeflaagen, en het Geld van diekoopen, die by de Burgers zyn gekogt, zal zyn ontfangen; zullende die geen, die een of meer Viflchen zoude willen opneemen, voor dat het een en ander in mam'ere voor/chreeve zal zyn verricht, verbeuren zes Stuivers voorden Armen. XIV. Na eiken Afflag zullen de Vifchverkoopers terftond hunne gekogte Vifch moeten draagen ieder op zyn gehuurde Stallen, zonder dat zy zullen vermogen eenige Vifch by den Afflag of ter plaatfe van den Afflag te verkoopen; des zo zullen de Vifchverkoopers malkanderen wel eenige Vifch mogen overdoen, mits dat de eerfte Kooper voor de betaaling zal blyven verbonden en aangefproken worden. XV. Allen die eenige Vifch op den Afflag koopen, zullen dezelve terftond en promptelyk moeten betaalen; gelyk mede de Vifchverkoopers die vafte Banken hebben gehouden zullen zyn, om ieder dag hunne fchuld by den Afilaager af te doen en fchoon Boek te maaken; en langer als een dag willende wagten, zullen dezelve behoorlyke en fuffifante Borgen moeten ftellen ten genoegen van den Vervolg van V /. Deel, 5 Stuk. Afilaager, en als dan uiterlyk agt dagen tyd hebben tot Betaalinge, doch langer niet; en zal de Afilaager de faculteit hebben, om de gebrekigc Visverkoopers van den Afflag te weeren, zo lange zy hun verfchuldigde niet zullen hebben voldaan. XVI. De Afilaager zal verpligc zyn den Afllag behoorlyk waar te neemen en accuraat Boek te houden , en voorts de Koopluiden, die hun Vifch hier ter Markt brengen, behoorlyk te bejeegenen, dezelve zo Jpoedig mogelyk te expedieeren , en Ipecialyk zorge te draagen, dat 's middags ten twaalf uuren, en des avonds 's Winters ten vyf, en Zomers ten zes uuren, de afreekening en het Geld in gereedheid zyn, om aan hun ter hand gefteld en uitgekeert te worden, en wel zo veel mogelyk is in goede Specie; en zal ook aan de abfente Kooplieden, die eenige Vifch terAfflagmogten gezonden hebben, het Geld, nevens het Biljet van den Nafchryver, ten fpoedigften moeten toezenden. Voor al het welke de Afilaager zal genieten een per Cento, of een Stuiver van de vyf Gulden van het ruuwebeloop der afgeflaagen Vifch ; behalven nog twee Stuivers eens voor het Geld-Zakje als van Ouds. XVII. De Nafchryver zal gehouden zyn 's morgens en 's namiddags goed tyds , en zulks voor dat de Looringe begint, aan de Markt te zyn, en pertinentelyk aan te tekenen de Naamen van de Koopluiden of Ventjaagers, als mede welke Soorten van Vifch, en hoe veel van elk Soort ieder van hun ter Markt brengen. Zal ook naauwkeurig toezien, dat daarvan niets worde verlegd ofte verminderd ter tyd toe dat dezelve zal afgeflaagen zyn. Zal voorts by het doen van den Afflag behoorlyk Boek moeten houden van ieder Koop, met aantekening van den Naam, zo van den Verkooper als Kooper, en den Prys die voor elke Koop wordt uitgeloofd. En zal na het eindigen van den Afflag zyn Boek tegen het Boek van den Afilaager exaftelyk collationeeren, en vervolgens aanftonds aan ieder Koopman een behoorlyk Biljet van zyne aangebragte Vifch ter hand ftellen, met fpecificatie van de Soorten en de Quantiteit, als mede van den Prys, die daar van ruuw zal zyn gekomen , mitsgaders van de wettige en gefpecificeerde Onkoften, welken daar van T moe-  134 KEUREN 'DER STAD HAERLEM. moeten afgetrokken worden, en vervolgens van 't zuiver IViontant van dien, uit welk Biljet de Koopman met een opflag van 't oog •zal konnen zien wat hy te goeds heeft, om het Montant van dien overeenkomftig aan het zelve van den Afilaager te konnen ontfangen. Waar voor aan den Nafchryver zal worden betaald mede een per Cento of een Stuiver van de vyf Gulden, als vooren, en daar en boven een Stuiver voor het voorfz. Biljet of Rekeninge. XVIII. En ren einde een vafte voet worde ge houden omtrent de invorderinge van de Kosten op den Afflag vallende, waarna een ieder zig zal konnen reguleeren, en om alle misbruiken en kwaade praktyken daaromtrent voor te komen, zyn dezelve Koffen in diervoegen gereguleerd, dat boven en behalven het Recht van de Stad op den Afflag, bedraagende vyf per Cento van het ruuwe beloop der verkogte Vifch, en de leges van den Afilaager en Nafchryver Articul XVI. en XVII. hier vooren gemeld, zal moeten worden betaald. Aan de Keurmeefters , van een tot vier Cabellauwen, Zalm, Heilbotten, of diergelyke twee Stuivers-, van vier tot acht Stuks vier Stuivers, en boven de acht zes Stuivers, zonder meer; desgelyks ook van een gelyk getal Sneefen Schelvis, Tongen, Tarbot en andere Vifch. Aan den Knecht van de Vifchmarkt, voor het aanneemen van de Vifch, en het geeven van het Briefje, van. ieder Waagen, Schuit of Partye, groot of klein, vier Stuivers; en daarenboven nog voor 't waftchen, fchikken en alle verdere dïenften, hoe ook genaamd, drie Stuivers, en zulks van iedere Partye te zaamen zeeven Stuivers, zonder iets meer te mogen vorderen, onder wat pretext zulks ook mogte weezen. Voorts aan den Roeper van elke Afflag zes Stuivers, en voor de Stok van elke Waagen , Schuit, of Partye, een Stuiver. En eindelyk voor den Armen zes Stuivers van de honderd Guldens, meerder en mindere Quantiteit na advenant. Zonder dat verder eenige andere Koften ten laften van den Verkooper in rekening zullen mogen worden gebragt. - XIX. Die geenen, welken eenige Vifch op den Afflag komen te koopen, uitgezonderd nogthans de ordinaire Viskoopers die zich met de Vifch-Negotie geneeren, en zulks alleen de particuliere Burgers en andere Perlbonen , zullen boven hunne uitgeloofde Koopprys moeren betaalen vyf per Cento van het beloop van dien,' en zulks eene Stuiver op ieder Guideu ten behoeven van de Stad. Van ck Vifch-Markt. XX. Niemand zal voortaan met eenige VifchNeering, het zy van Verfche of Gezouten Vifch, Haring, Bokking of andere, hoegenaamd, mogen ftaan buiten de Stallen op de Vifchmarkt daartoe geordonneerd, op eene Boete van zes Gulden, telken reize te verbeuren; wel verftaande, dat aan een ieder gepermitteerd blyii binnen zyn Huis de voorfz. Viïch-Neering te doen, en onverminderd de vryheid dien aangaande op de Weekelykfe Marktdagen. XXL Des wordt den Afilaager, mitsgaders den Nafchryver, zo wel als den Knecht van de Vifchmarkt, wel expreflelyk verbooden eenige Negotie of Koopmanfchap in Verfche Vifch , Zoute Vifch, of Haring te dryven, of zulks door derzelver Vrouwen, Kinderen of andere Perfoonen voor hunne rekening re laaten doen, of eenige Vifch op den Afflag te koopen, om dezelve met winft aan anderen wederom over te doen, alles direct of indirect, op poene dat van hunne Bedieninge zullen worden gereraovcerd. Onverminderd nogthans de vryheid, om Commisfien voor Burgers en Inwoonders te mogen uitvoeren, zonder daarop eenige winfte te genieten; des zullen dezelve, wanneer eenige Vifch op den Afflag komen te mynen, gehouden zyn aanftonds te noemen den geenen , voor wien zy de Vifch gemynd hebben, op poene als vooren. XXIL En zullen over zulks ook geene vreemde Luiden, hier geen vafte Woonplaats hebbende , voortaan vermogen eenige Bokking, Haring, Labberdaan, Stapelvifch en Lem te verkoopen, of daar mede te ftaan om te verkoopen binnen deeze Stad , anders dan op Maandag en Donderdag, ter plaatfe daartoe  KEUREN DER STAD HAERLEM. 135 toe expreflelyk geordonneerd,namentlykaan de Ooltzyde van de Groote Kerk over het Klokhuis, en zulks niet langer dan tot drie uuren naderaiddag ; en zal een ieder, die deeze Markt wil i'requenteeren, ook gehouden zyn daarop te brengen goede en geenzints eenige bedorven Waaren, als blyvende in alle manieren mede fubject aan de Keure en Ordonnantie op de Eetbaare Waaren gearrefteerd. XXIII. Alle die geenen, die z/g met Zee- of Rivier - Vifch te verkoopen op de Vifchmarkt geneeren, 't zy Mans of Vrouwen, zullen zig te vreden moeten houden met hun gehuurde Plaatfen, voor welke Huur zy zullen hebben te ftellen fuffifante Borgen , ten genoegen van Heeren Burgemeefteren, en zullen hunne uitgeloofde Huirr of Weekgeld moeten betaalen alle Weeken precies , op poene van daartoe paratelyk te zullen worden geëxecuteerd, en dat de gebrekige van zyne Plaats zal zyn verfteeken; en zullen die geenen, die alleen nu of dan de Rivier Vifchmarkt zouden willen frequenteeren, om daarop Rivier Vifch te verkoopen, gehouden zyn te betaalen ieder dag een Stuiver, insgelyks ten behoeve van deeze Stad. XXIV. Buiten de geenen, die vafte Banken op de Markt in Huur hebben, zul/en geeneandere Perfoonen met Vifch langs de Huizen binnen deeze Stad mogen omloopen , ten zy dezelve zig alvoorens aan den Afilaager hebben aangegeeven, en door hem daartoe geadmitteerd zyn geworden; ten welken einde de Afilaager aan dezelve een fchriftelyk Biljet of Acte van Admiffie zal ter hand ftellen, welke Biljetten Jaarlyks zullen moeten worden vernieuwd; zonder dat nogthans wegens het geeven of vernieuwen van dezelve Biljetten, ietwes zal behoeven betaald te worden; zullende die geene, die bevonden worden zonder zodanige Admiffie langs de Straaten met Vifch te Venten, telken reize verbeuren eene Boète van drie Guldens, boven de verbeurte van hunne Vifch ten behoeven van 't Weeshuis. XXV. Het zal een ieder, zo wel Vifchverkoopers als Particulieren, vryftaan hun gekogte Vifch of Viflchen zelve op te fnyden en te hakken, zonder verpligt te zyn denordinaris Vifchhakker daartoe tegebruikeu; doch zulks zelfs niet kunnende of willende doen, zullen niemand anders daartoe mogen gebruiken dan den ordinaris Vifchhakker deezer Stad, op de Boete Van drie Guldens. XXVI. De Vifchhakker zal voor Loon voor 't opfnyden en hakken van ieder Vifch genieten twee Stuivers , en wordt de voornoemde Vifchhakker wel ernftiglyk verboden, op eenigerhande wyze iets meer van iemand af te vorderen, op eene Boete van drie Guldens, en daar en boven op pcene van arbitrale correctie. XXVII. Niemand zal zich vervorderen eenige ZeeVifeh, die eens ter Markt is geweeft, des anderendaags weder ter Markt te brengen, zonder voorgaande Vifitatie van deKeurmeefteren, op eene Boete van drie Guldens, ten profyte van dezelve Keurmeefteren. XXVIII. Ten einde aan het falutaire oogmerk van het voorenftaande Articul behoorlyk worde voldaan, en in 't generaal om voor te komen, dat geen flegte of bedorven Vifch alhier worde verkogt; zullen de Keurmeefters, of ten minften een van hun , gehouden zyn, zich alle Morgen, als 'er Vifch ter Markt wordt gebragt, op de Vifchmarkt te vervoegen , gelyk mede des Maandags en Donderdags op de Weekelykfe Zoute Vifchmarkt, om de Vifch nauwkeurig te examineeren, en de ondeugende af te keuren. XXIX. De Keurmeefters zullen naauwkeurig agt geeven op alle Vifch, zo die verfch aangekomen als die overgebleeven is, en de overgebleevene eerft Keuren voor alle anderen. XXX. ' Wanneer zy eenige Vifch, 't zy overgebleevene T of verfch aangekomene , zullen hebben afgekeurd, zullen zy daarvan aan den Knegt van de Vifchmarkt kennifle geeven, die gehouden zal zyn de afgekeurde Vifch in de Karre te werpen, waarmede het Grom vveggereeden wordt. T 2 XXXI.  136 KEUREN DER STAD HAERLEM. XXXI. Ook zullen zy mee betrekking tot de Vifch die alhier wordt afgeflaagen , pertinentelyk aanteekenen hoe veel Vifch zy van ieder Partye hebben afgekeurd, en daar van den Afilaager en Nafchryver opgave doen. XXXII. De Keurmeefters eenige van deeze Poincten overtreedende , zullen verbeuren drie Guldens, ten behoeven van den Aanbrenger. XXXT1L Voorts wordt aan Keurmecfteren wel expreffelyk verbooden eenige Giften , Gaven of Gefchenken , klein of groot , in Geld, Vifch of anderzints te vorderen , of aan te neemen van eenige Viflchers, Ventjaagers, Vifchverkoopers, of Verkoopflers, of andere op de Vifchmarkt te doen hebbende, al was 't dat die hun vrywillig wierden aangebooden; op poene van telkens te verbeuren het tienvoud van de Waarde van het geen by hun genooten mogte zyn, te appliceeren ten behoeven van den Bekeurder, en daar en boven van hun Ampt gefufpendeerd te worden, na geleegenheid van Zaaken. XXXIV. Die zich mogten komen te buiten te gaan in het Keuren door Gunfl, Partyfchap of kwaade toezigt, zullen met fufpenfie of priyatie van hun Ampt, na gelegenheid van Zaaken worden geflraft. XXXV. De Keurmeefters zullen voor loon genieten , van de Vifch die alhier op den Afflag wordt gebragt, zodanig als hier vooren Articul XVIII. is bepaald: en van de Vifch die van Sandvoort alhier op de Markt wordt gebragt, een halven Stuiver van ieder Cabellauw, Zalm, Heylbot of diergelyke; gelyk mede een halven Stuiver van iedere Snees Schelvis, Tongen, Tarbot en andere Vifch. Voorts van een Ton Haring, Bokking, Zoute Vifch of dierglyke, vier Stuivers, en van een Tal Bokking en diergelyke drie quart Stuivers. XXXVI. Niemand zal op de Zee-Vifchmarkt mogen verkoopen eenige Rivier-Vifch , nog Zee- Vifch op de Rivier-Vifchmarkt, gelyk mede de Zee-Vifchverkoopers geen Rivier-Vifch, nog de Rivier- Viichverkoopers geen ZecVifch zullen mogen verkoopen, ten zy met permiffie van de Heeren Burgemeefteren en Regeerders deezer Stad. xxxvii. Niemand zal, 't zy op de Vifchmarkt, 't zy aan de Nieuwe Stads-Herberg, nog op eenige andere Plaatfen , mogen verkoopen Bot by 't Pond, op de Boete van drie Guldens , en daar en boven op verbeurte van de Vifch. xxxvm. Nicmand zal vermogen op de Vifchmarkt iets anders te verkoopen, of te koop te houden, dan het geen de Vifth-Neering aangaat, op een Boete als vooren. XXXIX. 1 Geen Vifchluiden of Vifchverkoopers, zo van Rivier- als van Zee-Vifch, zullen'tGrom of Ingewand , van of uit de Vifch komende, mogen laaten vallen op de Vloer of Plaatfen hunner Stallingen, maar alle hetzelve terftond, zo als het van de Vifch komt, vergaaren in Bakken, Tobbens of Vlooten, ten dien einde opzettelyk te houden, en het zelve Grom alle namiddagen, als de Markt gedaan is, brengen of laaten brengen ter plaatfe daartoe geordonneerd, en zullen dezelve, gelyk mede de Vifchverkoopers, die op de Weeklykfe Markt achter de Kerk ftaan , voorder gehouden zyn hunlieder Stalien , Banken en Plaatfen , alle dagen fchoon en zuiver met Water en Beezem te reinigen, zo dat daar geen Stank of Vuiligheid blyve liggen , alles op de Boete van drie Guldens. XL. Alle de Vifchluiden zullen gehouden zyn de Peekei, die van Haring, Labberdaan of andere Vifch mogte komen, uit te gieren , voor zo veel aangaat, die op de Zee-Vifchmarkt zitten, aan de daartoe geordonneerde Pompen, ftaande binnen de Vifchmarkt, en die Vifchluiden, die op de Weeklyfe Markt achter de Kerk ftaan, in de Pompbak ten Oosten achter de Kerk ftaande, zonder dezelve ergens anders te mogen uitftorten; en wordt henlieden alle daar en boven geordonneerd, de Pompbakken met Water na te fpoelen, ten  KEUREN DER STAD HAERLEM. tz? ten einde alle Stank en Onreinigheid worde voorgekomen, mede op de Boete van drie Guldens. XLI. Niemand van de Vifchluiden zal eenige Vifch, gezouten of ongezouten, Haring, Bokking, Mouten, Bennen, Borden, nog eenige dingen, de Vifch-Neering aangaande, mogen inzetten of doen inzetten, in geene manieren, elders dan in de daartoe geordonneerde Kelders onder de Vleefchhal en die van het tegenwoordig Vifchhuis naaft de Vleefchhal, op gelyke Boete als vooren, en zal al het zelve aldaar door den Knecht, buiten kollen van de Vifchluiden, worden bewaard. xLi'l De Vifchverkoopers en Verkoopllers zullen gehouden zyn alle dagen, ten einde van de Markt, hunne Borden in te haaien, en hunne Vifchmanden of Bennen, nergens anders mogen boenen of fchoonmaakendanaan de Pompen, ftaande binnen de Vifchmarkt, op Boete als vooren. XLllï. Niemand wie hy zy, zal vermogen eenige Meflen of andere Inllrumenten te ïlypen op, of aan de Muragie van de Vifchmarkt, nog aan de Steenen, Hom of Lood van dezelve Markt iets te breeken, quetlèn of befchadigen in eenige manieren, op de Boete van vyf- en- twintig Guldens, en daar en boven op pcene van arbitralyk gecorrigeerd te worden, na geleegenheid der Zaaken. XLIV. Niemand zal zig vervorderen met Paard, Wagen, Karre, Sleede of Korde wagen te komen binnen dc Zee-Vifchmarkt, op de Boete van drie Guldens. XLV. Niemand van de Vifchluiden, fchoon een Bank in Huur hebbende, zal mogen ergens eenige Luiken , Planken , of Luiven aan hun Banken aan te fpykeren, of in hun Stallen Spykers of iets anders aan te liaan of te hegten, op eene Boete van dertig Stuivers, telkens te verbeuren. * XLVI. Alle Vifchverkoopers, en anderen, de Vifchmarkt frequenteerende, zullen gehouden zyn, zich met behoorlyke Zeedigheid aldaar te gedraagen, zonder elkander, of iemand anders, onbehoorlyk te bejeegenen of te heeten liegen, op de Boete van drie Guldens. XLVH. Wordt mede wel expreflelyk vcrbooden* voortaan op de Groote Markt, aan en tegen de Muuren van de Vifchmarkt, of aan de Hekken vaft te binden en neder te zetten eenig Paard, of Rytuig, of eenig Vee, hoe ook genaamd, het zy om te vertoonen ofte laaten taxeeren, op een Boete van drie Guldens, telkens te verbeuren. xhvim Gelyk mede wel ernfliglyk wordt verboden, de Hekken of Muuren van de Vifchmarkt , te beklimmen of eenige Baldadigheid aan dezelve te pleegen, ook tegen dezelve te brengen of te zetten eenige Tobbens, Bakken , Manden , Korven of iets diergelyks, mitsgaders eenige Afch , Vulnis of Puin , veel min eenige Drek of Vuiligheid tegen dezelve neder te leggen, te maken of te werpen, alles op eene Boete van drie Guldens; zullende de fchuldigen daarop betrapt wordende, de gemelde Boete immediaat moeten voldoen aan en ten profyte van den geenen , die de Bekeuring doet, die by deezen wel 1 expreflelyk wordt gelall, de voorfchreeve 1 Boete zonder eenige oogluiking af te vorderen , en zullen de Ouders voor hunne Kinderen , Voogden voor hunne Pupillen , en Meefters en Vrouwen voor hunne Dienftboden aan/praakelyk en verantwoordelyk zyn. Van den Knecht van de Vifch-Markt. XLIX. De Knecht van de Vifchmarkt zal gehouden zyn, 's Morgens ten acht uuren precies , de Markt te ontfluiten en open te zetten, en een uur na dat de Markt gedaan zal wezen (zynde ordinaris 's namiddags ten twee uuren) die wederom te fluiten en toe te raaaken, op een Boete van drie Guldens, telkens als hy daarin nalaatig zal bevonden worden te verbeuren. Weiverlfaande nochtans, dat dezelve Knecht zal gehouden zyn, wanneer na het eindigen van de Vifchmarkt, nog eenige Vifch mogt worden aangebragt de Vifchmarkt weder te ontfluiten, tot gerief van de Verkoopers. ! •: ;r.,e,v vjh^l^h}?* Ko'tótt Dezelve Knecht zal verpligt zyn, en wordt by deezen gelall, alle namiddagen de Galleryen en Banken , zo wel als de Gemeene Straat en Gooten, zo binnen als buiten om T 3 da  i38 KEUREN DER STAD HAERLEM. de Vifchmarkt, met Water en Beezem fchoon te maaken, en van alle Stank en Vuiligheid te zuiveren, op eene Boete van drie Guldens, zo dikwyls hy daarin nalaatig bevonden wordt, en zal dezelve mede gehouden zyn de Secreeten van dezelve Vifchmarkt fchoon te houden, en benevens de andere Bedienden van de Vifchmarkt, zo veel mogelyk, te zorgen , dat de Vifchluiden op dezelve geen Onreinigheden komen te doen of te brengen; wordende dezelven by deezen gequalificeerd en gelall, om den geenen, die beilaan zoude zulks te doen, te bekeuren in eene Boete van twaalf Stuivers, ten profyte van den Bekeurder. LI. En zal dezelve Knecht, zo wel als de verdere Bedienden van de Vifchmarkt, naauwkeurig toezigt houden, dat niemand, wie hy ook zy, 't zy Jong of Oud, zyn gevoeg maake , of Vulnis brenge op of omtrent de Vifchmarkt, en generalyk, dat de Ordres by de voorgaande XLIII. en XLVIII. Articulen geftatueerd, exaételyk worden naargekomen en geobferveerd ; met qualificatie en ernftig bevel aan dezelven , om den geenen, dien zy op een der Feyten, by gemelde Articulen verboden , bevinden mögten, zonder eenige oogluiking te bekeuren in de daarby geftelde Boete, en dezelve dadelyk af te vorderen, en ten opzigte van de Kinderen , de Boete op derzelver Ouders, en van Dienftboden , op de Meefters en Vrouwen te verhaalen. Lir. De Knecht van de Vifchmarkt zal genieten, als van ouds, voor het afneemen van de Vifch en het geeven van het Briefje te zaamen, van ieder Wagen, Schuic of Partye, groot of klein, vier Stuivers, en daar en boven voor het Waflchen, Uitleggen en Schikken van de Vifch, en alle verdere Dienden, drie Stuivers , en dus voor ieder Wagen, Schuit of Partye, te zamen zeven Stuivers. lui. Van een Partytje Vifch, het welk alhier ter Markt gedraagen wordt, om te worden afgeflaagen, zal de voorfchreeve Knecht genieten een Stuiver, zondermeer; gelyk dezelve mede, als van ouds, voor het Veegen van de Markt, het bewaaren van de Vifch, Manden, Tobben enz., zal genieten een Duit daags van ieder Stal of Bank op de Zee-Vifchmarkt, en "op de Rivier-Vifch¬ markt van ieder Plaats een halve Stuiver's Weeks. LIV. Den Knecht van de Vifchmarkt wordt wel ernftelyk gerecommandeerd, alle Koopluiden en Ventjagers met alle mogelyke befcheidenheid , onpartydigheid en beleefdheid te behandelen, en hem daar en tegen wel expreflelyk verboden, op eenigerhande wyze, onder welk pretext het ook zoude mogen zyn, van iemand iets meer aftevorderen, dan aan hem hier boven is toegelegd, op eene Boete van vyf- en- twintig Guldens, en daar en boven, op pcene van immediatie Caflatie. LV. Den Karre- of Vulnisman wordt by deeze gelaft, alle namiddagen ten vier uuren, zonder eenig verzuim, met zyn Kar te komen voor den Ingang van de Vifchmarkt, die over de Smedeftraat is, alwaar de Knecht van de Vifchmarkt hem de Gram en alle opgefchepte Vuiligheid van de Vifchmarkt, Straaten en Gooten van dezelve, zo binnen als buiten om , met de Kruiwagen zal aanbrengen , om dezelve over te neemen en met de Kar weg te voeren. Generaale Ordres. lvi. Tot het opzfgt over de Vifchmarkt, en om deeze Ordonnantie wel en na behooren te doen onderhouden en nakomen, worden geautorifeerd de Afilaager en Collecteur van I de Vifchmarkt, de Nafchryver en de Knecht I van de Vifchmarkt, gezamentlyk en ieder van hun in 't byzonder. LVII. En zullen dezelve, en ieder van hun, altoos hunne funélien moeten waarneemen, zonder zich te mogen abfenteeren, dan om ziekte of andere hooge noodzaakelykheid , waar van zy in dien gevalle, aanftonds aan de mede Opzienders kennifle moeten geven , of doen geeven. LVIII. De voorzeide Opzienders zullen in gecncrlei manieren, direftelyk nog indirectelyk, eenige Giften, Gaven of Gefchenken, groot nog klein, in Geld, Vifch, of anderzints, ontfangen of aanneemen , van eenige Visfchers, Ventjagers, Vifchverkoopers, of  KEUREN DER STAD HAERLEM. 139 Verkoopfters, of eenige op de Vifchmarkt te doen hebbende, al wierden dezelve vrywillig aangebooden, op pcene van telkens te verbeuren, het tienvoud van de Waarde van het geen genooten mogte zyn; te appliceeren ten behoeven van den Aanbrenger of Bekeurder, en daar en boven van fufpenfie of deportement na bevinding van Zaaken. LIX. Niemand, het zy Vifchluiden, Karreman, of wie het anders nok r.nndp moo-pn 7im 711 den Afilaager, Nafchryver of Knecht, in't bedienen van hun Officie qualyk mogen tociprecken, in eenige manieren, op de Boete van zes Guldens, en daar en boven op pcene van arbitralyk gecorrigeerd te worden, naar geleegenheid der Zaaken. LX. Tot het doen der Bekeuringen worden , boven en behalven de Commiilaris van deezer Stads Keuren en de Dienaars van de Juftitie, gequalificeerd, de Affhager, de Nafchryver, mitsgaders de Knecht van de Vifchmarkt. LXI. Alle de Boetens, waar van in deeze Ordonnantie wordt gemeld, en by welken niet anders ftaat uitgedrukt, zullen gaan indriën, den Heer Hoofd-Officier, de Diaconie Armen, en den Aanbrenger, elkeen derdepart. En zal deeze Keure en Ordonnantie in gaan en effecT: forteeren met den eerften January aanftaande, Mende Myne Heeren van den Gerechte alle en een iegelyk , zich na den inhoud van dien in alle opzigten exactelyk te gedraagen, zonder daar tegens eenigzins te contravenieeren ; en ten einde niemand hier van ignorantie zoude pretendee- ren, beveelen welgemelde Myne Heeren van den Gerechte, dat deeze van de Puye van den Raadhuize den Volke voorgeleezen, en verders alom geaffigeerd zal worden , daar het nodig en te gefchieden gebruikelyk is, en in 't byzonder, dat voortaan altyd twee Exemplaaren van deeze Ordonnantie zullen zyn en blyven geaffigeerd op de Vifchmarkt, met bevel aan den Knecht van de Vifchmarkt, om zorg te dragen, dat een van de gemelde Exemplaaren verfleeten zynde, telkens eennieuw in de plaatfe worde aangeplakt, om te ftrekken tot een ieders narigtinge. Aldus- gedaan en gearrefteerd den 11 November 1774, prefent de Heeren Mr. Jan Fredrik Parvé, Hoofd-Officier ; Eibert Teflart en Mr. Cornelis Afcanius van Sypefleyn, Burgemeefteren ; Mr. Aelft van der Hoolck de Bruyn , Mr. Adolf Heshuyfen , Mr. Pieter Vermeulen, Mr. Cornelis Baart, Joan Har men Graswinckel, Jean la Clé en Mr. Caspar Clotter* booke, Junior, Schepenen der Stad Haerlem. In kenniffe van My, C. A. T E S T A R T. En den 12 daaraanvolgende, na voorgaande Klokkegeflag , ter Puye van den Raadhuize gepubliceerd, ten over* ftaan van de Heeren Mr. Jan Fredrik Parvé , Hoofd - Officier ; Mr. Adolf Heshuyfen en Mr. Pieter Vermeulen, Schepenen in Haerlem. My prefent, C. A. T E S T A R T. Keure en Ordonnantie, op de ZOUTE VI SC HM AR KT, mitsgaders het Uitventen van Zoute en Gedroogde VISCH, HARING, BOKKING &c.; van den 13 November 1776. De HEEREN van den GERECHTE der STAD HAERLEM, in achting genomen hebbende, dat de falutaire oogmerken in het vaftftellen van eene Weekelykfe Zoute Vifchmarkt veel al worden geëludeerd, en dat ook van het Uitven¬ ten van Zoute-Vifch, Stok-Vifch,Gedroogde Vifch, Haring en Bokking; mitsgaders van het loopen met dezelven langs de Huizen, een merkelyk misbruik wordt gemaakt; hebben , om in dit alles te voorzien, met Advies van de Heeren Raaden en Vroedfchappen  140 KEUREN DER STAD HAERLEM. pen deezer Stad, en ingevolge derzelver gerefolveerde van den 8 November 1776, na deliberatie , goedgevonden te arrefleeren, gelyk hun Ed. Achtb. arrefteeren by deezen, de navolgende Articulen: 'Articul I. De Zoute Vifch-Markt zal tweemaal ter Week gehouden worden , namentlyk , 's Maandags en Donderdags, van 's morgens ten negen uuren tot 's namiddags ten drie uuren, aan de Ooftzyde van de Groote Kerk, tegen over het Klokhuis. II. Op de voornoemde tyd en plaats zal het aan een iegelyk, zo wel Vreemdeling, als Burger en Inwoonder, vryftaan ter Marktte brengen, te venten en te ver/coopen ZouteVifch, Stok-Vifch, Haring en Bokking, en zal voor Staan- Geld , ten behoeve van de Stad, betaald worden, van ieder Ton twee Stuivers, van halve en quart Tonnen naaradvenant: van welke Betaaling alleen zullen zyn bevryd die geene, die een Bank op de ZeeVifchmarkt in Huur zullen hebben. III. Alle die geenen, die deeze Markt willen frequenteeren, zullen moeten zorge draagen , dat zy daarop goede en deugdzaame, en geenzins eenige bedorven Waaren brengen, als blyvende in alle manieren onderheevig aan de Keuren en Ordonnantiën op de Eetbaare Waaren gearrefteerd , of nog te arrefteeren; en wordt henlieden wel expreflelyk verbooden, eenige Vifch .of Haring uit te ftallen en te verkoopen, voor dat dezelve door de Keurmeefters zal zyn gevifiteerd en goedgekeurd, op verbeurte van de Vifch, die contrarie aan dit Articul zal zyn uitgeftald of verkogt. IV. Op de gemelde Markt zal niet mogen uitgeftald en verkogt worden eenige verfche Vifch , dan alleen zulke Vifch of Haring, welke de Kooplieden uit hun eigen Tonnen genomen en verfch geweekt hebben. V. Niemand 't zy Burger, Inwoonder of Vreemdeling, zal buiten de bepaalde dagen en uuren op de voorfchreeve Markt, nochte ook t'eeniger tyd op eenige andere Plaatfen , Bruggen of Pleinen, buiten nog binnen de Poorten, mogen ftaan met eenige Zoute Vifch of Haring, geweekt of ongeweekt, op een Boete van 6 Guldens en verbeurte van dezelve Vifch of Haring; behoudens nochtans , dat Burgers en Inwoonders, zich met deeze Koopmanfchap geneerende, hun Vifch en Haring voor hunne Huizen zullen mogen uitftallen en verkoopen, zonder tegenzeggen van iemand. VI. Geen Vreemdelingen, uitgezonderd alleen die geenen, die een Bank op de Zee-Vilchmarkt gehuurd hebben , zullen vermoogen met eenige Zoute en Gedroogde Vifch, Haring of Bokking te koop te loopen, op eene Boete van zes Guldens, en daar en bovenop de verbeurte van dezelve Vifch; zullende nochtans die geenen, die uit krachte van dit Articul, de vryheid zullen hebben, om met de voorfz. Vifch, te loopen even gelyk alle anderen onderhevig blyven aan de verpligting van hun voorfz. Vifch, Haring en Bokking, indien dezelve te vooren niet gekeurd zyn geweeft, door de Keurmeefters te doen vifiteeren en keuren , op gelyke Boeteen verbeurte als vooren. VII. De Keurmeefters zul/en zich des 's Maandags en Donderdags, 'smorgens voor negen uuren, op de voornoemde Markt laaten vinden, en voorts hun werk 'er ook van maken, om aan die Huizen van Burgers en Inwoonders , zich met deeze Koopmanfchap geneerende, te gaan, om de Vifch en Haring naauwkeurig te examineeren, ten einde te verhoeden , dat de goede Ingezeetenen door bedorven Waaren niet benadeeld, of door 't verkoopen van flegte Soorten, voor goede, bedroogen worden. VIII. De Keurmeefters eenige Vifch of Haring vindende, die Zuur, Wrak, of Wanzout is, of waar aan eenig gebrek is, 't welk aan goede Vifch niet behoort te zyn, zullen dezelve Vifch of Haring met een zigtbaarTeeken kennelyk uitmerken, op dat een ieder zich moge hoeden voor fchade. IX. Doch voor zo verre de Keurmeefters eenige Vifch of Haring mogten bevinden , die be-  KEUREN DER STAD HAERLEM. bedorven of zo liegt was, dac dezelve in 't geheel niet behoorde verkogt of gebruikt te worden, zullen zy dezelve geheel af keuren en terftond doen brengen in de Kar, daar de Grom mede weggereeden wordt. X. De Keurmeefters zullen voor hun Loon genieten , van ieder Ton Zoute-Vifch, Haring of Bokking vier Stuivers, van halve en quart Tonnen, naar advenanc, en van een Tal Bokking, of diergelyke drie quart Stuiver. XI. De Keurmeefters bevonden wordende eenige van deeze Articulen door nalatigheid of kwaadetoezigt, te overtreeden, zullen telkens verbeuren eene Boete van drie Guldens, voor den Aanbrenger; en by aldien zy zich mogten komen te buiten te gaan in het Keuren door gunft of partyfchap, daar en boven met fufpenfie of privatie van hun Ampt, naar gelegenheid van zaaken, geftraft worden. XII. Niemand zal vermogen de Keurmeefters in het waarneemen van hun Officie te verhinderen , noch hen met woorden en daaden te beleedigen, op de Boete van zes Guldens, telken reize te verbeuren, en boven dien op pcene van eene arbitraire Corredie, naar bevinding van zaaken. XIII. De Luiden, die met hun Vifch op de Zoute Vifchmarkt, aan de Ooftzyde van de Groote Kerk ftaan , zullen gehouden zyn, de Pekel, die van hunne Vifch of Haring mogte afkomen , uittegieten in de Pompbak ten Ooften achter de Kerk ftaande, zonder dezelve ergens anders te mogen uitftorten; en zullen daarenboven, totvermydingvan Stank en Onreinigheid, de Pompbak behoorlyk moeten doorfpoelen, op eene Boete van drie Guldens, zo dikwils zy hier tegen zullen gehandeld hebben, of daarin nalaadg bevonden zullen worden. 141 XIV. Tot het opzigt over de Zoute Vifchmarkt» en om deeze Ordonnantie wel en na behooren te doen onderhouden en nakomen, worden geauthorifeerd de Keurmeefters van de Vifch, gezamentlyk en ieder van hun in't byzonder. XV. Alle Boetens, waar van in deeze Ordonnantie wordt gemeld, en waarby niet anders ftaat uitgedrukt, zallen gaan in driën, den Heer Hoofd-Officier, de Diaconie, enden Aanbrenger, elk een derde part. Aldus gedaan en gearrefteerd, den 13 November 1776, by 'de Heeren Mr. Aelft van der Hoolck de Bruyn , Hoofd-Officier ; Mr. Mattheus IVillem van Valkenburg, Mr. Francois Benjamin Fagel, Antoni Kuits en Mr. Antonis Slicher , Burgemeefteren ; Mr. Paul le Leu de Wilèem , Heer van Drongelen , Mr. Lierman Gerlings, Joan Hannen Grasvuinckel, Cornelis Pieter Baron van Leyden , Vryheer van Warmond , Jean Gysberto Decker, en Mr. Jacob Akerfloot Junior, Schepenen der Stad Haerlem. In kenniiïe van My, C. A. T E S T A R T. En den 19 November daaraanvolgende, na voorgaande Klokkegeflag, ter Puye van den Raadhuyze gepubliceerd, ten overflaan van de E. E. Heeren Mr. Antonis Slicher, Burgemeefter, in plaatfe van den Heer Hoofd-Officier; Cornelis Pieter Baron van Leyden, Vryheer van Warmond, en Jean Gysberto Decker , Schepenen der Stad. Haerlem. By My, C. A. TE STA R T. Vervolg van 't l. Deel, 5 Stuk.  142 KEUREN DER" STAD HAERLEM. Resolutie, houdende Confent tot het brengen en verkoopen van één a twee ZALMEN op de Vifchmarkt alhier, gelyk mede ten aanzien van de DRYFZALMEN, zonder gehouden te zyn die bevoorens in den Afflag te brengen j van den 9 December 1789. De HEEREN van den GERECHTE der STAD HAERLEM, gehoord hebbende de Leftuure van 't Requeft aan hun Edele Achtb. geprefenteerd , door Adolf Beuger en Bregje Metttrop, Echtelieden, Burgers en Inwoonders deezer Stad, beneffens Willem Groen, Hendrik Groen , Maarten van der Valk en Aalbert de Ruyter , allen Opgezetencn van het Dorp Zandvoort, zich geneerende met de Zeevifch - Negotie op deezer Stads Vifchmarkt, te kennen geevende in fubftantie, dat de twee eerfte Supplianten, zo in hunne Perfoonen als by derzelver predecesfeuren, van onheugelyke tyden af, door hun Ed. Achtb. zyn begunftigd geworden met het Voorrecht, om één of twéé Zalmen alhier op de Vifchmarkt te mogen verkoopen, zonder dezelven alvoorens in den Afflag te brengen; als mede de vier laatfte Supplianten, met betrekking tot de Dryfzalmen die door hun alhier ter Vifchmarkt gebragt worden, en dat hun zulks als nu door den VifchAfflaager en Nafchryver wordt bedifputeerd, verzoekende om redenen in het Requeft gedetailleerd, dat het hun Ed. Achtb. mogt behaagen de Supplianten in het vervolg van de door hungenooten gunft te doen blyvenjouisfeeren; hebben hun Ed. Achtb., na deliberatie , goedgevonden en verftaan de Supplianten hun verzoek te accordeeren, en mits dien aan de twee eerfte Supplianten te permitteeren tot weder opzeggens toe, en ongeprsejudicieerd het eerfte Articul van de Ordonnantie op 'tftuk van de Vifch en Vifchmarkt in dato 11 November 1774, één a twéé Zalmen ter Vifchmarkt te mogen brengen en verkoopen, gelyk mede aan de vier laatfte Supplianten omtrent de Dryfzalmen wordt gepermitteerd, zonder dat zy Supplianten genoodzaakt zyn zullen dezelve Zalmen en Dryfzalmen alvoorens in den afflag te brengen, mits de Supplianten echter zullen gehouden zyn daar van de ordinaire Lallen voor Kerk en Stad aan den Afilaager te voldoen. Aclum ter Kamere den 9 December 1789 , prefent de Heeren ut in Regi(iro. In kenniffe van my, W. van SYPESTEYN. Resolutie, waar by wordt geaccordeerd, dat voortaan, als van ouds, wederom een BYHAL zal worden gehouden; van den 22 January 1790. BURGEMEESTEREN en RE-' GEERDERS der STAD HAERLEM , hebben goedgevonden en verftaan, op verzoek van eenige Lieden binnen deeze Stad, te confenteeren en te permitteeren , zo als gepermitteerd wordt by deezen, dat, gelyk voorheen binnen deeze Stad heeft plaatsgehad, by provifie wederom een Byhal alhier zal worden gehouden, in welke zodanige Perfoonen, welke daartoe door hun Ed. Groot Achtb. zullen zyn geadmitteerd, Vleefch zullen mogen verkoopen, mits zy zich zullen moeten gedraagen naar de Ordonnantiën des wegens gearrefteerd , of nog te arrefteeren. En zal Copie deezer aan den Collecteur op 't middel van 't Beeftiaal, als mede aan de Sluitfter van gemelde Byhal, tot narigtinge worden gegeeven. KÈU-  KEUREN DER STAD HAERLEM. 143 KEUREN en ORDONNANTIËN OP HET STUK DER POORT E N, boomen, vesten en bruggen. Resolutie, waar by worden geapprobeerd zekere door den KRYGSRAAD gemaakte fcbikkingen , om des avonds de SCHALKWYKER- POORT deezer Stad mede te laaten openhouden, om door een iegelyk te kunnen worden gepasieerd, even als de vier Hoofd Poorten; van den 17 Oétober 1777. Compareerden ter Kam ere van d'Edele Gr. Achtb. Heeren BURGEMEESTEREN ra REGEERDERS der STAD HAERLEM, de Heeren la Clé en Burlett, Kapiceinen , Enfchedé en Kok, Luitenanten van de LofFelyke Schuttery dee¬ zer Stad, met en benevens M. Wiardi, Se¬ cretaris - van d Edele Gellrenge Krygsraad deezer Stad, als Gecommitteerden van wegens welgemelden Krygsraad, en uit naam van denzelven te kennen geevende, dat verfcheide Lieden zich aan welgemelden Krygsraad hadden geadreflèerd, ten einde de Schalkwyker-Poort des avonds even als de HoofdPoorten op het Klinket geflooten , en voor 't gewoone Poortgeld gepalfeerd zou kunnen worden \ dat die van welgemelden Krygsraad in 't voorfz. verzoek hebbende bewilligd, onder approbatie van Hunn'Ed. Groot Achtb., deswegens, tot vermyding der kosten, welken deeze Poort zeker op den voet als de andere Poorten niet zou kunnen opbrengen , eene fchikking hadden geprojecteerd , volgens welke de Poortier van de gemelde Poort, tegen betaaling van zekere Recognitie , het te collefteeren Poortgeld ten zynen behoeven zou ontvangen, voorts gefubjeótcerd blyvende aan zekere Inftructie en aan de generaale Ordres, verder met opzicht tot het collecfteeren van 't Poortgeld vaftge- \fteld: van welk alles zy Heeren Gecommit- teeraen ae t,er naaaen nun ca. uroot Achtb. de nodige ouverture te geeven, met verzoek dat de voorfz. geprojecteerde fchikkingen mogten worden goedgekeurd, en de executie daar van toegeflaan. Waar op gedelibereerd zynde, hebben Hunn' Ed. Groot Achtb. goedgevonden en verdaan te permitteeren, dat men des avonds de Lieden door de Schalkwyker-Poort even als door de vier andere Hoofdpoorten deezer Stad voor het gewoone Poortgeld zal mogen laaten pafleeren ; approbeerende , mitsdien de bovengemelde fchikkingen dien aangaande gemaakt, en qualificeerende die van den Krygsraad omme de nodige ordres te ftellen ,ten einde de voorfz. geprojecteerde fchikkingen met den eerden effect mogen forteeren. En zal Copie deezer aan die van welgemelden Krygsraad tot narigtinge worden gegeeven. V a KEU-  144 KEUREN DER STAD HAERLEM. KEUREN OP HET STUK VAN STRAATEN, WEGEN, WATEREN, BEEK, OUDEN en NIEUVVENHOUT. Waarschouwing, waar by aan alle Ingezeetenen deezer Stad, wordt gelaft, om de SNEEUW voor derzelver Huizen ten fpoedigften te doen wegneemen, en de Straaten te doen fchoon maaken; als mede waar dezelve SNEEUW zal moeten worden gebragt; van den 10 December 1774. BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STAD HAERLEM, hebben, tot voorkominge van Ongelukken, welken door de menigvuldige gevallene Sneeuw zouden kunnen worden veroorzaakt, goedgevonden en verftaan, aan de Ingezeetenen binnen deeze Stad te ordonneeren en te gelaften , zo als geordonneert en gelaft wordt by deeze, de Sneeuw ten fpoedigfte voor derzelver Huizen te doen wegneemen, en de Straaten fchoon te ma-1 ken; als mede dezelve Sneeuw te doenbren-j gen in de relpective Gragten, op de Groote | Markt en andere Pleinen binnen deeze Stad; j met dien verftande nochtans, dat daar door, geene belemmeringe in de Paffagies na de | Dwarsftraaten Worde gemaakt; en dat de j Sneeuw in het midden derzelver Gragten zal i moeten worden geworpen , zonder dat de 1 Opening der Byten daar door eenigzints worde geflopt; alles op eeneBoetevan drie Guldens , te gaan in tweën, de eene helft aan den Heer Hoofd-Officier, en de andere helft aan de Nederduitfche Gereformeerde Diaco. nie Armen. Aclum ter Kamer e, den 1 o Decemb.ijy^. In kennifle vanMy, O. van SCHUYLENBURCH. En ten zeiven dage, na voorgaande Klokkegeflag,ter Puye van den Kaadhuize afgekondigd, ten overflaan en in prefentie van de Heeren Mr. Jan Fredrik Parvé, Hoofd-Officier ; Mr. Cornelis Baart en Joan Harmen Grasvj'tnckel, Schepenen in Haerlem. By My, C. A. T E S T A R T. Nadere Waarschouwing op 't zelve Subject, van den 3 December 1788.1 BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STAD HAERLEM , hebben tot voorkominge van Ongelukken, dewelke door de menigvuldige gevallene Sneeuw zouden kunnen worden veroorzaakt; goedgevonden en verftaan, aan de Ingezeetenen binnen deeze Stad te interdiceeren en verbieden , gelyk geinterdiceerd en verboden wordt by deeze, geen Sneeuw van voor, uit of van derzelver Huizen voor hunne Deuren of midden in de Straaten, maar ter contrarie te doen brengen in de refpecftive Gragten , op de Groote Markt en andere Pleinen binnen deeze Stad; met dien verftande nogthans, dat daar door geene belemmeringe in de Paflagies na de Dwarsftraaten worde gemaakt; en dat de Sneeuw in het midden derzelver Gragten zal moeten worden geworpen, zonder dat de Opening der Byten daar door eenigzints worde geflopt; alles op een Boete van drie Guldens, te gaan in tweën, de eene helft aan  KEUREN DER STAD HAERLEM. 145 1 Renovatie en Ampliatie van de Keure, van den 29 April 1724, tegen de BELEMMERINGEN van 's HEEREN STRAATEN; van den 8 Maart 1776. De HEEREN van den GERECH-I TE der STAD HAERLEM, van tyd tot tyd ondervonden hebbende,' dat niet tegenftaande by de Keure van den 29 j April 1724 in 't genenal is voorzien tegen ! de Belemmeringen van 's Heeren Straaten ,} echter niet alleen de Uitventers van Melk langs > de Huizen, maar ook andere Perfoonen, zich niet ontzien merkelyke verhindering in 't ge bruik der Straaten toe te brengen, alles, behalven de ongelukken, die voor al des avonds en by het duiiiere hier door ontflaan kunnen, mitsgaders de oneenigheden , dikwerf daar uit fpruirende, ook tot merkelyk ongerief van de Ingezetenen; en hierin zo veel doenlyk willende voorzien , hebben, by Renovatie en Ampliatie der gezegde Keure van den 29 April 1724, goedgevonden te ordonneeren, gelyk geordonneerd en geftatueerd wordt by deezen: Articul I. Dat de Keure van den 29 April 1724, tegen het onbehoorlyk zetten van Rytuigen op de Straaten, en tegen het belemmeren van dezelven, zal blyven in haar geheel, en in alle haare Artykelen fteeds volkomen agtervolgd zal moeten worden. II. Dat in t opdoen van Koopmans- of andere Goederen, 't zy Kiften, Vaten, Pakken, of wat het ook zou mogen wezen, een ieder gehouden zal zyn dusdanige Goederen zo ras doenlyk te bergen, en althans te zorgen, dat de Straaten daar van voor den avond zyn bevryd; alles op verbeurte van zodanige Som voor elk ftuk, dat contrarie aan deeze Ordonnantie op de Straaten bevonden zal worden, als hier agter ftaat geëxprefleerd. III. Dat alle degecnen, die zich met het uit* /enten van Melk geneeren , of Melk aan ;enige Huizen brengen, zorgvuldig zullen aebben in acht te neemen van in 't gaan door ieeze Stad, of het ftil ftaan op de Straaten, hunne Kannen, Emmers of Vaatwerk zodanig te houden en te beftuuren, dat zy anderen daar mede niet beledigen of benadeelen, noch op eenigerhande wyze verhindering of ongemak, 't zy in de Paffage, of anderzins veroorzaaken. En dat dezelven boven dien ook gehouden zullen zyn, om hunne Kannen , Emmers of Vaatwerk niet anders neer re zetten dan zo digt als eenigzins mogelyk is aan de Huizen, aan welken zy zich ftil willen houden , zonder daar mede de Straat in 't minfte te belemmeren, of van dezelve Kannen , Emmers of Vaaten , alzo neergezet zynde, af te gaan. IV. Dat een ieder zich zorgvuldig zal hebben te wagten van door Vragt-Sleeden, Kruiwagens, Berries, VVerkhout, Gereedfchappen, Vaten, Tonnen ofte eenige andere Goederen , verhindering in 't vry gebruik der Straaten toe te brengen, of daar mede, voor al by den avond , de kleine Steenen langs de Straaten te bezetten. V. Dat niemand voortaan met Wagens, Paarden , Karren, Sleeden of Kruiwagens over de kleine Steenen zal vermogen te ryden , maar gehouden zal zyn het midden der Straaten daartoe te gebruiken. VI. Dat ook niemand, 't zy Koetfiers of andeV 3 ren, aan den Heer Hoofd-Officier, en de andere helft aan de Nederduitfche Gereformeerde Diaconie Armen ; recommandeerende wyders een iegelyk , om ten tyde van gladheid , Zand of Afch voor hunne Deuren te ftrooyen. Aclum ter Kamere, den 3 December 1788. In kennifle van My, G. V. A. S C I IO U T E N. En ten zeiven dage, na voorgaande Klokkegeflag, ter Puye van den Kaadhuize afgekondigt, ten overflaan en in prefentie van de Heeren Jofias Eckhardt, Hoofd-Officier; Mr. Leonard Hoeuffi en Mr. Emanuel Sandoz, Schepenen in Haerlem. By My, W. van SYPESTEYN.  146* KEUREN DER STAD HAERLEM. ren, zal vermogen eenige lofle Paarden binnen deeze Stad aan de hand te leiden of te dryven, anders dan na dezelven met doppen of op eenige andere wyze behoorlyk geblind, en den buiten teugel aan den cingel vaft gemaakt te hebben. En op dat dit een en ander te beter moge worden agtervolgd, zullen allen en een iegelyk, die zullen komen te contravenieeren of tegen te gaan, verbeuren eene boete van zes Caroli Guldens, te appliceeren de helft voor den Heer Hoofd-Officier, en de wederhelft voor den geenen, die de calange doet: wordende voorts tot het bekeuren uit kragte deezes niet alleenlyk geautorifeerd de Commiftaris van de Stads Keuren en de Dienaars van de Juftitie, maar ook allen, die eenigzins in Stads Eed en Dienft zyn. Aldus gedaan en gearrefteerd den 8 Maart 1776, by de Heeren Mr. Aelft'I van der Hoolck de Bruyn, Hoofd-\ Officier; Mr. Carel van Dyk en Mr, Mattheus Willem van Valkenburg , Burgemeefteren; Mr. Adolf Heshuyfen, Mr. Cornelis Baart, Mr. Herman Gerlings, Jean la Clé en Cornelis Pieter Baron van Leyden, Schepenen in Haerlem. In kennifle van My, C. A. TESTART. En den 11 daaraanvolgende na voorgaande Klokkegeflag ter Puye van den Raadhuize gepubliceerd , ten overftaan en in prefentie van de Heeren Mr. Aelft van der Hoolck de Bruyn, Lloofd-Oflicier; Mr. Cornelis Baart en Cornelis Pieter Baron van Leyden, Schepenen der voorfz. Stad. By My, C. A, TESTART. Waarschouwing, tegen het laaten loopen of weyden van BEESTEN, zo in den Haarlemmer-Hout als op andere oublieke Plaatfen; van den 2 Auguftus 1776. MYNE HEEREN van den GERECHTE der STAD HAERLEM, in ervaringe gekomen zynde, dat? niettegenftaande menigvuldige verboden van tyd tot tyd gedaan, veele Perfoonen zich by aanhoudendheid niet omzien hunne Paarden , Hoorn - Beeften , Kalveren , Schaapen, Bokken, Geytenen Varkens, zo in den Haarlemmer-Hout, als op andere publieke Plaatfen, te doen weyden en graazen, tot merkelyke fchade en nadeel vanhetPlantfoen, en ongeryf zo van Wandelaars als van de Eigenaars en Gebruikers van de Buitenplaatfen en Tuinen daar by gelegen , het geen alzo niet behoort: en daarin willende voorzien,hebben goedgevonden en verftaan, op nieuws wel fcherpelyk te interdiceeren en te verbieden by deezen, dat niemand, wie hy zy, zich zal hebben te vervorderen,eenig Paard of Paarden, Hoorn - Beeften, Kalveren , Schaapen , Bokken, Geyten of Varkens, binnen deeze Stad, rondsom de Cingels, aan de Baan, in den Hout of elders te doen weyden of graazen , op Poene , dat de Eigenaars of Gebruikers van dezelve , voor de eerftemaal voor ieder Paard of HoornBeeft, zullen verbeuren eene Boete van drie Guldens, en voor ieder Kalf, Schaap, Bok, Geyt of Varken zes Stuivers, en het dubbeld der voorfz. Boetens voor de volgende reizen, alles boven de ordinaire koften: de voorenftaande Boete te appliceeren een derde voor den Heer Hoofd-OfEcier, een derde voor den Achterhaalder, en een derde voor de Nederduitfche Gereformeerde Diaconie Armen binnen deeze Stad. En wordende Onder-Houtvefter, het Werkvolk, zo van de Stad als van den Hout, mitsgaders de Dienaars van de Juftitie wel ernftiglyk gclaft, eenige Paarden , HoornBeeften, Kalveren, Schaapen, Bokken, Geyten of Varkens op de voorfz. Plaatfen ontdekkende , dezelve in het Schut-Hok te brengen, ten einde de voornoemde Boete en poenaliteit daar tegen in 't werk gefteld zoude kunnen worden; zullende de Eigenaars of Bruikers van de voorfz. Paarden, Hoorn-Beeften, Kalveren, Schaapen, Varkens, Bokken of Geyten, voor elk derzelven wegens yderen dag, datze in het gemelde Schuthok zouden mogen ftaan, boven dien gehouden zyn te betaalen twaalf Stuivers; en by aldien het mogte gebeuren , dat het gezegde Vee binnen den tyd van agt dagen tegens bètaaling der voorfz. Boetens en Koften niet wierd afgehaald, zal het zelve zonder eenige conni- ven-  KEUREN DER STAD HAERLEM. u7 ventie direcTelyk worden verkogt, teneinde daar aan de voorfz. Boetens en Koften te vernaaien; zullende echter het geen daarvan mogt komen over te fchieten, aan de Eigenaars of Bruikers, wanneer die zich daartoe komen aangeeven, ter Secretary deezer Stad worden gereftitueerd. Aldus gedaan en gearrefteerd den 2 Auguftus IJ76 , by de Heeren Mr. Aelft van der Hoolck de Bruyn, Hoofd-Officier, Mr. Carel van Dyk, Mr. Mattheus Willem van Valken* burg en Mr. Antonis Slicher, Burgemeefteren; Mr. Adolf Heshuyfen, Mr. Cornelis Baart, Mr. Herman Gerlings, Jean la Clé., Mr. Cafpar Clotterbooke Junior, Cornelis Pieter Baron van Leyden, Vryheer van Warmond , en Jean Gysberto Decker, Schepenen der Stad Haerlem. In kennifle van My, C. A. TESTART. Keure, tegen het HARD RYDEN met allerhande Rytuigen en Paarden langs de Straaten binnen deeze Stad, als mede tegen het STAANDE of ZITTENDE ryden op Sleeden; van den 4 July 1788. M' YNE HEEREN van den GERECHTE der STAD HAERLEM, ondervindende, dat, niet tegenftaande de Keuren en Ordonnantiën van tyd tot tyd gearrefteerd tegen het onbehoorlyk ryden met allerhande Rytuigen en Paarden langs dé Straaten binnen deeze Stad, echter in het hard en onbetamelyk ryden byl veelen worde voortgegaan; 't geen zeer dik- ] wyls oorzaak, zoude kunnen wezen vanzwaare Ongelukken, gelyk de ondervinding ook al heeft geleerd; en willende zodanige Onheilen, zo veel mogelyk is, verhoeden; hebben , na Deliberatie, goedgevonden en verftaan te ordonneeren, zo als hun Ed.Achtb. ordonneeren by deeze, dat allen en een iegelyk, 't zy Ingezeetenen of Vreemden, wie hy wezen mag, zich zal hebben te onthouden van zodanig onbehoorlyk en hard ryden, met alle foorten van Rytuigen en Paarden , langs deezer Stads Straaten; en dat in tegendeel een ieder zulks zo zacht en matig zal hebben te doen, dat daar van geene rampen te vreezen zyn; dat ook niemand zal vermogen, binnen deeze Stad, op eenige Sleden zittende of ftaande te ryden, maar dat een ieder nevens dezelve gehouden zal zyn te gaan; alles op eene Boete van zes Guldens door de Contraventeurs te verbeuren; te appliceeren een derde ten behoeven van den Hoofd-Officier , een derde voor den Aanbrenger , en een derde voor de Diaconie- en Aalmoeffeniers-Armen deezer Stad: verbiedende hun Edele Achtb. wyders aan alle Moolenaars, Voerluiden, Sleepers, Bieekers, Huisluiden en alle anderen , wie zy zouden mogen zyn, om met eenige van hun¬ ne Rytuigen en Paarden te ryden over de Kleine Steenen, te weeten, alwaar Groote- of Keyfteenen zyn , op eene Boete van drie Guldens, te gaan als vooren: Ordonneerende den Commiftaris van deezer Stads Keuren, en den Dienaars van de Juftitie, om hier op behoorlyke acht te geeven en de Contraventeurs te bekeuren. Aldus gedaan en gearrefteerd den 4 July 1788, prefent de Heeren Jofias Eckhardt, Hoofd-Officier; Mr. Pieter Vermeulen, Joan Harmen Graswinckel en Mr. Tfebrandus Johannes l?aber van Riemsdyk, Burgemeefteren ; Mr. Gerrit Willem van Ooft en de Bruyn, Daniël Lodewyk Hogguer, Hendrik Pieter de Pauw, Mr. Emanuel Sandoz en Dionifius Marchant, Schepenen der Stad Haerlem. In kennifle van My, W. van SYPESTEYN. En den 7 daar aan volgende, na voorgaande Klokkegeflag, v an de Puye van den Raadhuize gepubliceerd, ten overftaan van de Heeren Jofias Eckhardt, Hoofd-Officier; Daniël Lodewyk Hogguer en Mr. Emanuel Sandoz, Schepenen der Stad Haerlem. ByMy, W. van SYPESTEYN. KEU-  148 KEUREN DER STAD HAERLEM. KEUREN op de ERFSCHEIDINGEN, VERHUURINGEN, OPDR AGT EN, VERBOEKEN en veilen van VASTE GOEDEREN en WYNKOOPEN. Resolutie, waar by worde bepaald, dat, vermits de ifte Mey op Zondag komt, de VERHUIS-TYD zal zyn op den 30 April; van den 29 April 1774. BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STAD HAERLEM, gereflecteerd hebbende dat de eerfte Dag van de Maand Mey deezes Jaars op Zondag komt; en dat dus omtrent de Verhuis-tyd, op den iften Mey invallende, verandering moet worden gemaakt; hebben, na deliberatie, en op exempel van voorgaande Jaaren , om alle confufie en desordres, voor te komen nu en in vervolg van tyd, goedgevonden en verftaan den Dag tot het Verhuizen in dit Jaar, en voortaan alle Jaaren, waarin de ifte Mey op Zondag valt, te ftellen, zo als hun Edele Groot Achtb. doen by deeze, op den 30 van de Maand April; en dat dienvolgens alle de geenen, die tegen de Maand Mey moeten Verhuizen , zorge zullen moeten dragen dat de Huizen , door hen wordende bewoond , op den 30 April voor de Middag ten twaalf uuren zyn ontruimd , om door de nieuwe Bewoonders te konnen worden betrokken. Aldus gedaan ter Kamere van de Heeren Burgemeefleren en Regeerders der StadHaerlem, den 29 April1774. In kennifle van My, o. van SCHUYLENBURCH. En ten zeiven dage, na voorgaande Klokkegeflag, ter Puye van den Raadhuyze der voorfz. Stad afgeleezen en den Volke verkondigd, ten over ft aan en in prefentie van de Heeren, Mr. Jan Fredrik Parvé, Hoofd-Officier ; Mr. Aelfl van der Hoolck de Bruyn en Mr. Pieter Vermeulen, Schepenen der gemelde Stad. In kennifle van My, C. A. TESTART. Alteratie van de Keure op 't Stuk der Verhuuringen van KLEINE HUISJES of KAMERS, van dato 4 September 1767; van den n Auguftus 1774. MYNE HEEREN van den GERECHTE der STAD HAER.LEM, in ervaringe gekomen zynde , dat de Keure van dato 4 September 1767, op 't Stuk der Verhuuringe van de kleine Huisjes en Kamers geëmaneerd, con¬ trarie de goede intentie van hun Ed. Achtb. dikwyls wordt misbruikt door zommige Eigenaars en Verhuurders van dezelve Huisjes of Kamers, door het geeven van al te grooten crediet aan derzelver Huurders en Bewoonders., waar door dezelven dan merkelyk ten agte-  KEUREN DER STAD HAERLEM. 149 achteren geraaken, en naderhand zich buiten ftaat bevinden , omme hunne achterftallige Huurpenningen te konnen betaalen; hetgeen vervolgens aanleidinge geeft tot verfcheiden nadeelige Confequentien en Inconvenienten; hebben, na Deliberatie, goedgevonden en verftaan, by Alteratie van de voorfz. Keure, nader te ordonneeren en te ftatueeren, zo als hun Ed. Achtb. ordonneeren en ftatueeren by deezen. Eerftelyk, dat, zo de Verhuurder als de Huurder, zal konnen volftaan, en gehouden zyn, omme, in cas van Verhuizinge, de opzegginge daar van te doen ten minfte eene Weeke te vooren, te weeten van die Huisjes of Kamers, die by de Weeke worden verhuurd, en eene Maand bevoorens, van die by de Maand verhuurd mogten zyn. Ten anderen, dat, wanneer een Huurder van zodanige Huisjes of Kamers, eenige achterftallige Huurpenningen fchuldig zynde, een ander Huisje of Kamer mogte komen te huuren, de Verhuurder van het eerfte Huisje of Kamer, wegens de voorfz. achterftallige Huur , geen verder Recht of A&ie op den Eigenaar of Verhuurder van dat andere Huis of Kamer zal konnen pretendeeren , dan uiterlyk ten beloope van twee Weeken Huur, van die Huisjes of Kamers, die by de Week worden verhuurd; en van eene Maand, van die by de Maand verhuurd mogten zyn. Behoudens nier te min in allen gevalle aan den Verh op den Huurder zelve. / En blyvende voor het overige de voorfz. Keure in deszelfs kragt. Aldus gedaan en gearrefteerd den tl Auguftus 1774, by de Heeren Mr. Jan Fredrik Parvé, Hoofd-Officier; Mr. Francois Benjamin Fagel, Antoni Kuits en Jean Salomon la Clé, Burgemeefteren ; Mr. Aelft van der Hoolck de Bruyn, Mr. Gysbert Adriaan Patyn, Mr. Pieter Vermeulen, Johan Fredrik Godfried Baron van Freisheim, Joan Har men Grasivinckel, Jacob Cornelis Sylvius van Lennep en Mr. Librecht Jacob Hooreman , lieer van Rhynzaterwoude , Schepenen der Stad Haerlem. In kenniffe van My, C. A. TESTART. En den 17 dito, na voorgaande Klokkegeflag, ter Puye van den Raadhuize afgekondigd', ten overflaan van de Heeren Mr. jan Fredrik Parvé , Hoofd-Officier; Johan Fredrik Godfried Baron van Freisheim en Joan Har men Graswinckel, Schepenen der voornoemde Stad. By My, C. A. TESTART. Keure op het VERHUUREN van HUIZEN door Fabnekeurs en Werkbaazen aan hunne Werklieden, vanden 23 April 1777. De HEEREN van den GERECHTE der STAD HAERLEM , geïnformeerd zynde, datfommigebaat zugtige lieden zich niet ontzien om de heilzaame ordres, die 'er tot bepaaling der vafte arbeids - loonen van de Werklieden, byzonder van de zulken, die aan of in de Fabrieken binnen deeze Stad arbeiden, zyn gefteld, op eene indireóte wyze te eludeeren, en tot bereiking van zulke verkeerde en voor den Werkman zo drukkende oogmerken, Zich onder anderen van het middel bedienen om aan de Werklieden Huizen te verhuuren, of onder valfche prsetexten door anderen aan dezelven te doen verhuuren, boven derzelFervolg van 't I. Deel, 5 Stuk. ver waarde, of onder al te zwaare en nypende Conditiën; en hier tegen op eene efficacieufe en tot voorkoming van alle uitweegen , en voorwendféls meeft gefchikte wyze willende voorzien: hebben, na deliberatie, goedgevonden te kèuren en te arrefteeren, gelyk gekeurd en gearrefteerd wordt by deezen , dat voortaan niemand, wie het ook zy, eenige Hui zen of Wooningen. binnen deeze Stad of derzelver vryheid ftaande ofgeleegen, aan of ten behoeven van Werkbaazen , Knegts of Leerlingen uit eenige Fabrieken deezer Stad, of aan derzelver Ouders, by welken zulke Werklieden zouden mogen inwoonen, voor hooger prys zal vermoogen te verhuuren of X te  i5o KEUREN DER STAD HAERLEM. te doen verhuuren, dan naar derzelver effective waarde, gerekend naar den aanllaginde Verpondingen, zodanig, dat nimmer in de gezegde gevallen eenig meerder geld voor huur zal mogen worden bedongen of genooten, dan Jaarlyks uitterlyk twaalfmaal zo veel als de aanflag van zulke Huizen of Wooningen in de Ordinaris Verponding uitmaakt: gelyk mede, dat niemand by 't verhuuren of doen verhuuren van de gemelde Huizen of Wooningen invoege voorfz. eenige bedingen of conditiën zal mogen maaken of doen maaken , die eenig meerder bezwaar voor den huurder, dan volgens de duidelyke intentie van deeze Keure wordt vrygeiaaten, zouden mogen influiten. Èn zullen zy, die deeze Keure op eenigerhande wyze komen te contravenieren , telken reize verbeuren eene boete van vyfrig Guldens, en daar en boven naar bevind van j zaaken arbitrairlyk worden gecorrigeerd, by i aldien zy, na eens ter zaake voorfz. gecalan-1 geerd te zyn, andermaal bevonden mogten worden zich aan de overtreeding deezer Keure te hebben fchuldig gemaakt; alles onvermindert de bepaalingen, op dit Stuk by de nieuwe Keure en Ordonnantie voor het KantReeders Gild, op heden gearrefteerd, ten aanzien van die van 't zelve Gild vaftgefteld, welke verftaan worden te blyven in haar geheel : zullende een derde van de voorfz. Boeten komen voor den Heer Hoofd-Officier, een derde voor de Nederduitfche Diaconie Armen binnen deeze Stad, en een derde voor den Aanbrenger, al was het zelfs een Werkman, die op eenigerhande wyze, ftrydig tegen deeze Keure een Huis, of Wooning van iemand gehuurd zou mogen hebben. Aldus gedaan en gearrefleerd den 23 April 1777, by de Heeren Mr. Aelft van der Hoolck de Bruyn, Hoofdofficier ; Mr. Mattheus Willem van Valkenburg, Mr. Francois Benjamin Fagel, Antoni Kuits en Mr. Antonis Slicher, Burgemeefleren; Mr. Paul le Leu de Wilhem, Heer van Drongelen, Mr. Lierman Gerlings, Joan Harmen Grasvuinckel, Jean Gisberto Decker en Mr. Jacob Akerfloot Junior, Schepenen der Stad Haerlem. In kenniffe van My, C. A. TESTART. En den eerften Mey daaraanvolgende , na voorgaande Klokkegeflag, van de Puye van den Raadhuize gepubliceerd, ten over ft aan van de Heeren Mr. Aelft van der Hoolck de Bruyn, Hoofd-Officier; Mr. Herman Gerlings en Joan Har men Grasvuinckel, Schepenen der voorfz. Stad. My praaien r, C. A.TESTART, Publicatie, houdende verbod tegens 't DEMOLIEEREN en SLOOPEN van eenige HUIZEN en GEBOUWEN , als mede tegens 't UI TB REEK EN van Zolderingen, Balken, Raamen, Lood, Yzer en Dak-werk van dezelven, op poene als daar by is geftatueerd, in cas wanneer zulks mogt worden geïntroduceerd of uitgevoerd, zonder kennis en toeftemming van de Heeren Regeerende Burgemeefteren in der tyd; van den iften Juny 1735. De HEEREN van den GERECHTE der STAD HAERLEM, in ervaaring gekomen zynde, dat zommige Perfoonen binnen deeze Stad by der hand neemen , om, zonder voorkennis en confent van de Heeren Regeerende Burgemeefteren , eenige Huizen en Gebouwen te demolieerenen tefloopen, oftewel, door het uitbreeken van Zolderingen, Balken, Raamen, Lood, Yzer en Dak -werk, zodanig te ruïneeren , bouwvallig en onbewoonbaar te maaken, dat men genoodzaakt is, tot voorkoming van meerdere fchaa>oomdv s5 tci«»*Ub Bil ,t\y®-M 1 3 '. -i VS 3 5Tï 0 u f~W G E B U 'ü R T' E N, VINDERS, ALIMENTATIE, DIACONIE, AELMOESSENIERS en het admitteeren van VREEMDELINGEN. Publicatie tot Elucidatie van het VII. Articul in de GENERAALE ORDONNANTIE op de GEBUURTEN, van den 15 December 1670; gearrefteerd den 8 Septemb. 1783. De heeren van pen gerechte dkr stad haerlem, in ervaaringe gekomen zynde, dat van' tyd tot tyd tuflchen de Gebuurten binnen deeze Stad en der Vryheid van die verfchillen ontdaan, in welke defzelven debétaaling van zeker Buurt-Geld, by het vii. Articul der Generaale Ordonnantie op de Gebuurten van den 15 December \6jo vaftgefteld,. in cas van aankoop van eenige Huizingen, Kamers, Erven of Land, moet gefchieden , het zy in de Buurt, waarin de Kooper zyn vafte Woonplaats heeft, het zy in die, waarin het gekogte Goed gelegen is; en dat ook onder voorwendfels, uit dit verfchillend begrip ontleend, dikwerf de zulken, die binnen de Stad of derzelver Vryheid maar een temporair verblyf houden, by aankoop van het een of ander, in 't voorfz. Articul opgegeeven, zich van de betaaling, daarby vaftgefteld, onttrekken, fchoon ten aanzien van het gekogte Goed mede van alle de Voorrechten van de Buurt proflteerende; hebben, na deliberatie, en ten einde de voorfz. verfchillen, zo wel als alle ongelyke behandelingen in dit ftuk, voor te komen, goedgevonden en verftaan, by Elucidatie, voor zo veel des noods, van het vii. Articul in de voorfz. Generaale Ordonnantie op de Gebuurten , te verklaaren, gelyk verklaard wordt by deezen, dat de betaaling, welke ingevolge het zelve Articul gedaan moet worden zo dikvvyls iemand in eenige Gebuurten binnen deeze Stad, of de Vryheid van die, koopt Huizing, Huis, Huiskens of Kamer, het zy hy daarin komt woonen of niet, ofte ook' eenig Erf of Land, moet gefchieden in'die Buurt,'in dewelke het gekogte Goedgelegen is; blyvende het gemelde Articul voorts volkomen in zyn geheel. ' " En wordt een iegelyk , dien, 't aangaan mag, gelaft, zich hier naar te gedraagen, ,;' Aldus gedaan, geordonneerd en geftatueerd dan. 8 September 1783, by deHeeren Mr. Adolf Heshuyfen, HoofdOfficier; Mr. Chrifloffel Jan van Dam., Jean Salomon la Clé en Mr.' Jan Fredrik Parvé , Burgemeefteren ; IVillem Anne Leflevenon, Heere van Hazaerswoude , Cornelis Pieter Elout, Mr. Daniël Jacobus Canter Camerling, Mr. Jacob Helmolt, Hendrik André Parvé en Mr.Jan Teding van Berkbout, Schepenen der Stad Haerlem. In kennifle van My, ■ W- van SYPESTEYN. En den 27 September daaraanvolgende, na voorgaande Klokkegeflag, ter Puyevan den Kaadhuize afgekondigd, teh overftaan van de Heeren Mr. Adèif Heshuyfen , Floofd Officier; Mr. Jan Teding van Berkhout, en Mr. Johan Arnout Gallas, Schepenen der voorfz. Stad. , By My, W. van SYPESTEYN, Re-  i56 KEUREN DER STAD HAERLEM. Resolutie, waar by de Buurt van de DYKVEST en H ARMEN JA NS VELD, met die van de SCHEEPMAAKERSDYK wordt gecombineerd; van den 15 April 1785. BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STAD HAERLEM, gehoord hebbende het te kennen geeven van den alleen overgebleeven Vinder van de Buurt van de Dykveft en Harmen Jansveld, dat zyne Buurt door het veelvuldig afbreeken der Huizen zo klein is geworden , dat in dezelve flegts vyf Huizen gevonden worden, zo dat dezelve naauwlyks voor een Buurt kan gehouden worden; verzoekende mitsdien met de Buurt van de Scheepmaakersdyk te mogen worden gecombineerd. Hebben, na deliberatie, en verhoor van de Vinders van de Scheepmaakersdyk, goedgevonden en verftaan, dat nu en in 't vervolg van tyd de Buurten van de Dykveft en Harmen Jansveld, met die van de Scheepmaakersdyk zullen zyn en blyven gecombineerd , en in 't vervolg van tyd door de gezamenlyke Vinders worden geadminiftreerd, en in die qualiteit zo als in alle andere Buurten binnen deeze Stad gebruikelyk is zullen blyven fungeeren: en zal Copie deezer aan opgemelde Vinders tot narichtinge worden gegeeven. Resolutie, waar by de Buurt van de VOLDERS- en ZYDGRAGT, met die van de VLAMINGSTRAAT worden gecombineerd; van den 18 November 1785. BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STaD HAER[LEM, gehoord hebbende het te kennen geeven van de Vinders van de Volders- en Zydgragt, dat door het menigvuldig afbreeken der Huizen in hun Buurt er byna geene zyn overgebleeven, zo dat dezelve niet meer voor een Buurt kan gehouden worden •, verzoekende met de Buurt van de Vlamingftraat te mogen worden gecombineerd. Hebben, na deliberatie, en verhoor van de Vinders van de Vlamingftraat, goedgevonden en verftaan, dat nu en in 't vervolg van tyd de Buurten van de Volders- en Zydgragt met die van de Vlamingftraat zullen zyn en blyven gecombineerd, en in 't vervolg van tyd door de gezamenlyke Vinders worden gedirigeerd, en in die qualiteit, zo als in alle andere Buurten binnen deeze Stad gebruikelyk is, blyven fungeeren; en zal Copie deezer aan opgemelde Vinders tot narichtinge worden gegeeven. Resolutie, waar by de Buurten van de VOLDERSGRAGT en VESTESTEEG met die van de RAAX worden gecombineerd; van den 14 December 1785» BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STAD HAERLEM, gehoord hebbende het te kenken geeven van de Vinders van de Voldersgragt en Veftefteeg, dat door het menigvuldig afbreeken der Huizen in hun Buurt 'er byna geen zyn overgebleeven, zo dat dezelve niet meer voor een Buurt kan gehouden worden; verzoekende mitsdien met de Buurt van de Raax gecombineerd te mogen worden. Hebben, na deliberatie, en verhoor van de Vinders van de Raax, goedgevonden en verftaan , het voorfz. verzoek te accordeeren , en dien volgende te ftatueeren , dat nu en in 't vervolg van tyd de Buurten van de Voldersgragt en Veftefteeg met die van de Raax zullen zyn en blyven gecombineerd, en  KEUREN DER STAD HAERLEM. i5? Resolutie , waarby de Buurten van de ZUIDER- en GASTHUISSTRAATEN worden gecombineerd; van den 14 Maart 1786. BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STAD HAERLEM, gehoord hebbende het mondeling te kennen geeven van de Vinders van de Zuiderlïraat en Gafthuisftraat, dat hunne relpeétive Buurcen zodanig zyn verminderd, dat, wanneer Lyken in een derzelve zyn, etgeen genoegzaam getal Perfoonen in dezelve zyn omme die ter aarde te kunnen dragen; verzoekende mitsdien dat de gemelde Buurten met den anderen mogen worden gecom¬ bineerd: hebben, na deliberatie, goedgevonden en verllaan, dat nu en in't vervolg van tyd de Buurten van de Zuiderlïraat- en Gafthuisftraat, zullen zyn en blyven gecombineerd , en in 't vervolg van tyd door de gezamcnlyke Vinders worden gedirigeerd, en dat dezelve in die qualiteit, zo als in alle andere Buurten gebruikelyk is, blyven fungeeren. En zal Copie deezer aan bovengemelde Vinde rs tot narichtinge worden gegeeven. Resolutie, waar by de Buurt van het KROM met die van den KOU DEN HO RN, beginnende aan het Diaconie- en Aalmoesfeniers Armenhuis en loopende tot aan de Ravefteeg, wordt gecombineerd-, van den 29 December 1786. BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STAD HAERLEM, de Vinders van de Buurt van het Krom, om redenen, hebbende gedemitteerd, en gehoord hebbende het te kennen geeven van de Vinders van de Buurt van den Koudenhorn, beginnende aan het Diaconieen Aalmcelfeniers Armenhuis tot aan de Ravefteeg, dat zy de beheering van de eerftgemelde Buurt wel op zich zouden willen neemen; hebben, na deliberatie , goedgevonden en verftaan, dat de Buurt van het Krom van nu voortaan zal zyn en blyven gecombineerd met die van den Koudenhorn, beginnende aan het Diaconie- en Aalmoeflèniers Armenhuis en loopende tot aan de Ravefteeg; ftellen mitsdien de aldaar fungeerende Vinders mede aan tot Vinders van het Krom , en geeI ven ten dien einde aan dezelven de nodige magt en gezag omme de voorfz. twee gecombineerde Buurten voortaan als eene Buurt te beheeren. Lallende wel expreflelyk alle de Bewoonders van de voorfz. gecombineerde Buurten, gemelde Vinders te erkennen, en in die qualiteit te refpecleeren. En zal Copie deezer aan meergemelde Vinders worden gegeeven, omme teftrekken tot derzelver narichtinge, en omme zich daar na te reguleeren. Resolutie, waar by wordt geaccordeerd, dar de Buurt Van de KOKSTEEG met die van de BAKENESSERGRAGT zal worden gecombineerd; van den 3 Juny 1788. BURGEMEESTERENen REGEERDERS der STAD HAERLEM, geconfidereerd hebbende, dat het om verfcheiden redenen nuttig en noodzaakelyk is, dat de Buurt van de Kokfteeg met die van de Bakeneflergragt worde ge. Vervolg van V /. Deel, 5 Stuk. combineerd, en deswegens ook gehoord hebbende de Vinders van opgemelde Buurten, hebben, na deliberatie, goedgevonden en verHaan , de Buurt van de Kokfteeg met die van de Bakeneflergragt te combineeren; quaMceeren mitsdien de Vinders van delaatftgeY meb en in 't vervolg van tyd door de gezamenlyke Vinders worden gedirigeerd, en in die qualiteit, zo als in alle de andere Buurten ge- ! bruikelyk, is blyven fungeeren. En zal Copie dezer aan meergemelde Vinders tot narichtinge worden gegeeven.  158 KEUREN DER STAD HAERLEM. melde Buurt, om de Boeken van de Vinders van de Kokfteeg te doen afvragen, en onder hunne adminiftratie te neemen, en voorts de gemelde Buurten by vervolg, als maar eene Buurt uitmaakende, te blyven bellieren, als mede om den Knegt van de voornoemde Buurt van de Kokfteeg ook in deszelfs bediening te continueeren. En zal Copie deezer aan opgemelde Vinders tot narigtinge worden gegeeven. Resolutie, behelzende ordre op 't DRAGEN van LYKEN van ONGETROUWDE PERSOONEN, in de Buurt van de Botermarkt; van den 13 Juny 177a. BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der. STAD HAERLEM , gehoord hebbende de klagten van Deeken, Raaden en Vinders van de Buurt van de Botermarkt, ter zaake van geduurige onluflen, hun voorkomende by gelegenheid van het overlyden van ongetrouwde Perfoonen , welke van geen vermogen zyn, cn het begraven derzelven, vyaartoe zy menigmaalen geen Dragers weeten te bekomen in de Buurt; verzoekende, dat hier in by hun Ed. Groot Achtb. voorziening mogte worden gedaan; hebben, na deliberatie, tot voorkoming van meerdere onluflen ter zaake voorfz. en ten einde alle Lyken zonder onderfcheid, het zy dezelve van vermogen zyn of niet, op eene ordentelyke wyze ter Aarde worden gebragt, goedgevonden en verftaan, zo als hun Ed. Groot Achtb. goedvinden en verftaan by deezen, dat, wanneer ongetrouwde Perfoonen in de voorfz. Buurt van de Botermarkt komen te overlyden, derzelver Lyken door ongetrouwde Perfoonen in dezelve Buurt woonachtig , zonder daar buiten te mogen gaan, zullen moeten worden gedragen en ter Aarde gebragt, zonder onderfcheid of dezelve van vermogen zyn of niet, gelyk ten opzichte van getrouwde Perfoonen, in de gemelde Buurt en in alle Buurten binnen deeze Stad overlydende en begraven wordende, gebruikelyk is; zo nogthans, dat een ieder, wien de direclie over de Begraaffeniflèn van eenige ongetrouwde Lyken competeert , zal konnen volftaan met een getal van tien Perfoonen tot Dragers uit dezelve Buurt te verzoeken en de verdere uit andere Buurten, ingevalle meer dan tien Dragers mogte goedvinden te gebruiken, en verder op dien voet, dat dltoos de naafte aan het Sterfhuis voor alle andere zullen wezen geprefereerd , gelyk omtrent het dragen van getrouwde Lyken overal binnen deeze Stad practicabel is, mits dat het aan ieder vry zal ftaan, volgens gebruik alhier, de Buurt uittekoopen, indien men Dragers buiten de Buurt wil employeeren, onder conditie van aan ieder der naafte tien Dragers één Gulden te voldoen. Resolutie, behelzende ordre op 't DRAGEN der LYKEN van ONGETROUWDE PERSOONEN, in de Buurt van bet Zuideinde van het Klein Heiligland; van den 4 February 1773. BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STAD HAERLEM, gehoord hebbende de klagten van Deeken en Vinders van het Zuideinde van het Klein Heiligland, ter zaake van geduurige onluften, hun voorkomende by gelegenheid van 't overlyden van ongetrouwde Perfoonen, welke van geen vermogen zyn, en het begraven derzelven , waar toe zy menigmaalen geen Dragers weeten te bekomen in de Buurt; verzoekende dat hier in by hun Ed. Gr. Achtb. voorzieninge mogte worden gedaan; hebben, na deliberatie, tot voorkoming van meerdere onluften ter 1 zaake voorfz., en ten einde alle Lyken zonder onderfcheid, het zy dezelve van vermogen zyn of niet, op eene ordentelyke wyze ter Aarde worden gebragt, goedgevonden en verftaan zo als hun Ed. Gr. Achtb. goedvinden en verftaan by deeze, dat, wanneer ongetrouwde Perfoonen in de voorfz. Buurt van het Zuideinde van het Klein Heiligland ko-  KEUREN DER S TAD HAERLEM. 159 komen tc overlyden, derzelver Lyken door - ongetrouwde Perfoonen in dezelve Buurt woonachtig, zonder daar buiten te mogen gaan, zullen moeten worden gedragen, en ter Aarde gebragt , zonder ondericheid of dezelve van vermogen zyn of niet, gelyk ten opzigte van getrouwde Perfoonen, in gemelde Buurt en in alle andere Buurten binnen deeze Stad overlydende en begraven wordende , gebruikelyk is; zo nogtbans, dat een ieder, vvien de directie over de Begraaffenis van eenig ongetrouwd Lyk competeert, zal konnen vol/laan met een getal van tien Perfoonen tot Dragers uit dezelve Buurt te j verzoeken , en de verdere uit andere Buur¬ ten , ingevalle meer dan tien Dragers mogte goedvinden te gebruiken; en verder op dien voet dat altoos de naalle aan 't Sterfhuis voor alle anderen zullen weezen geprefereerd, gelyk omtrent het Dragen van getrouwde Lyken over al binnen deeze Stad practicabel is; mits dat het aan ieder vry zal liaan, volgens gebruik alhier, de Buurt uittekoopen, indien men Dragers buiten de Buurt wil^employeeren, onder conditie van aan ieder der naalle tien Dragers één Gulden te voldoen. Zu'lende Copie deezer worden gegeeven aan Deeken en Vinders van het Zuideinde van 't Klein Heiligland, omme te ftrekken tot hunne narigtinge. O r d r.e op het DRAGEN van L Y KEN in de Buurt van 'tKrom; van den 28 February 1777. TT| UIIG E M E E S T E Pv E N en RE• |<.GEERDERS der STAD HAERJLJ^LEiVl, gehoord hebbende het te kennen geeven van Deeken en Vinders van de Buurt van't Krom, dat 'er dagelyks veel twift en oneenigheeden in hun Buurt kwamen te onftaan over het dragen van Lyken; 't welk meerendeels veroorzaakt wordt en komt te gebeuren, vermits verfcheiden Perfoonen in hun Buurt woonende, ingevolge het 14 Art. van de generaale Ordonnantie op alle de Gebuurten binnen deeze Stad, wanneer zy ter Begravenis worden verzogt, en zulks niet kunnen of willen doen, daar toe (betaalende de Boete daar toe ftaande) iemand anders zenden , zonder nogtbans de naafte woonende aan het Lyk daar toe te verzoeken. En dat zy Deken cn Vinders wermeend hadden , dat alle differenten hier over voor 't vervolg zouden zyn weggenomen, indien hun Ed. Groot Achtb. zouden kunnen goedvinden het voorfz. 14 Art., voor zo veel hun Buurt aangaat, in deezer voegen te altereeren: wanneer iemand in de Buurt van 't Krom komt te overlyden, zal de Knegt van de Buurt de tien naafte Buuren aan het Sterfhuis om het Lyk te dragen ter Begraavenis verzoeken, doch wanneer iemand derzelven niet mede kan gaan, zal hy daar van direélelyk kennis geeven aan gemelden Knegt, en betaalen de Boete daar toe ftaande, wanneer gemelde Knegt de als dan naafte aan het Sterfhuis in zyn plaats zal moeten verzoeken, en indien zich meer dan een op die wyze kwam te excufeeren, zal gemelde Knegt van dezelven ook de Boete afvorderen , en zo vervolgens telkens de naafte aan het Sterfhuis verzoeken, tot zo lange het door iemand wordt aangenomen. Hebben, na deliberatie, goedgevonden en I verftaan, met betrekking tot de Buurt van 't ' Krom tc arrefteeren en te ftatueeren: dat van nu voortaan, wanneer 'er iemand inde gemelde Buurt komt te overlyden, de Knegt van dezelve Buurt de tien naafte Buuren om het Lyk re dragen ter Begravenis zal nodigen, en wanneer een derzelven daartoe niet mogt konnen vaceeren, zal hy daar toe geene andere in zyn plaats mogen ftellen, maar daar van kennis moeten geeven aan den gemelden Knegt, en' hem betaalen de Boete daar toe ftaande ; zullende voorfz. Knegt in dezelve plaats den geenen, die als dan verder het naafte aan het Sterfhuis woont, nodigen, en indien zich meer dan één op die wyze kwam te excufeeren, zal gemelde Knegt van dezelven ook de Boete afvorderen, en zo vervolgens telkens den naaften aan het Sterfhuis nodigen, tot zo lange het door iemand wordt aangenomen: zullende gemelde Boetens genoten worden by den geenen die het Lyk ter Aarde heeft helpen dragen, in plaatfe van de zodanige die in voegen voorfz. bedankt hebben. En zal Copie deezer aan Deeken en Vinders van 't Krom worden gegeeven, om ta ftrekken tot derzelver narigtinge, en ten einde zig daar na te reguleeren. Y » Or-  160 KEUREN DER STAD HAERLEM. Ordre op het DRAGEN van LYKEN, zo van GEHUWDE als ONGEHUWDE Perfoonen, in de Buurt van de Lange en Korte Lakenftraaten \ van den iften September 1778. BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STAD HAERLEM, gehoord hebbende de lecture van de Requefte aan hun Ed. Groot Achtb. geprefenteerd door Abraham Barmeljoen, IFillem van Aardenburgh, Frans Barrevoet, Jan Kalt-, Jacobus Crabbenbofcb 1 en Pieter Staal, als Deken, Raad en Vinders van de Buurt van de Lange-en Korte i Laakenftraaten binnen deeze Stad. Te kennen geevende, dat in dezelve Buurt j thans zich reeds bevinden drie byzondere Be-1 fteedeh'üzen , als een van het Werkhuis en 1 een van de Doopsgezinde Gemeente beiden j deezer Stad, mitsgaders een van de Roonrfche I Gemeente onder Zuidfchalkvvyk; in welke Befteedehuizen al meer dan eens zo gehuwde als ongehuwde Perfoonen zyn geftorven, welker Eyken door de Buurt zyn ter Aarde befteld, conform de Ordonnantiën op dat Subject: alhier vigeerende en plaats hebbende, doch altoos tot ongenoegen der Buuren en Perfoonen, welken in de verpligting zyn, die Lyken te dragen , vermits 'er van gedagte Armen - Comptoiren niet meer dan voor agt Dragers wordt betaald; daar nogthansde weg van de voorfz. Buurt tot op het Zuider Kerkhof deezer Stad, alwaar de Armen Lyken , in die Buurt vallende worden begraven, door de lengte en dus verafgelegenheid der Be- ' graafplaats, vereifcht, dat de Lyken, immers van volwalfen Perfoonen , ten minften door t tien Mannen gedragen zouden moeten wor- '* d«n. t Verzoekende mitsdien, om voorfz. en an- £ dere redenen ten Requefte zeer omftandig c gedetailleerd , dat hun Ed. Groot Achtb. c voor zo verre deeze Buurt van de Lange- en 1 Korte Lakenftraaten betreft, nader gelieven ( te ordonneeren en bepaalen; eerftelyk met < opzigt tot het begraven der Lyken uit de drie 1 gemelde Befteedehuizen, dat altoos die Ly- 1 ken, volwaffen Perfoonen zynde, door tien ' Perfoonen, naafte gebuuren van zodanig Be- 1 fteedehuis, waar uit een Lyk moet worden 1 begraven, voor zo verre die Buuren of een 1 van allen niet buiten ftaat mogten zyn, wan- \ neer die of zodanige door de'haalt volgende j Buuren zouden moeten worden vervangen, zullen moeten worden gedragen, te weeten, ( de Lyken van gehuwde Perfoonen door de t tien naafte gehuwde gebuuren, en de Ey- < ken van ongehuwde Perfoonen door de tien naafte ongehuwde gebuuren , en de Supplianten te authorifeeren en te qualificeeren, om de Draagloonen van de Armen Comptoiren der gemelde Beftedehuizen, voor agt Perfoonen of Dragers te ontvangen, onder de tien Perfoonen, welken het Lyk ter Aarde zullen hebben gebragt, te mogen verdeden , na dat bevoorens door de Supplianten van die Öraagloönen zal zyn afgetrokken de meerdere koften, welken voor een Baar van tien Perfoonen, boven de Baar van agt Perfoonen , zullen worden vereifcht tot agt Stuivers voor ieder Lyk. Ten anderen, met relatie tot de geheele Buurt van de Lange- en Korre Lakenftraaten voornoemd, dat door ofte van wegens alle de Sterfhuizen van dezelve Buurt, Befteedehuizen of anderen zonder onderfcheid, waar in een ongehuwd Perfoon komt te overlyden, in vervolg van tyd altoos de tien naafte gebuuren, ongehuwde Perfoonen zynde, als Dragers zullen moeten worden verzogt en geëmploieerd, ofte in plaatfe van dien, ingevalle zodanig Sterfhuis zulks niet mogte verkiezen, van wegens het Sterfhuis aan de Supplianten, ten behoeven van die naafte ongehuwde Buuren of tien Per/bonen, betaald ?ai moeten worden de iömma van tien Gullens. En Jaatftelyk, dat niemand der Inwooers van dezelve Buurt, uitgezonderd die door 'iekte mogten worden verhinderd, en dus oor de volgende naafte gebuuren in zodanig eval wordt vervangen , door hoogen Ouderom, of die wezentlyk zwak, onbekwaam f met Lichaams gebrek bezogt mogten zyn, ls mede die geenen, welken door hun Edele jroot Achtb. mogten zyn of worden geëx:ufeerd, zig zal mogen ontladen of refufeeen om, zulks gerequireerd, en onder de tien ïaafte gebuuren van een Sterfhuis bevonden vordende , alle Lyken zonder onderfcheid e moeten dragen , het zy na het Zuider Cerkhof, ook na het Noorder Kerkhof of na :en der Kerken deezer Stad, conform de begeerte van het Sterfhuis, waar uit het Lyk bejraven moet worden. Hebben, na deliberatie , goedgevonden u verftaan, voor zo verre deeze Buurt van le Lange- en Korte Lakenftraaten betreft te 'rdonneeren en te ftatueeren: eerftelyk met op-  KEUREN DER STAD HAERLEM. 161 opzigt tot het begraven der Lyken uit de drie gemelde Beileedehuizen, dac altoos die Lyken, volwaflen Perfoonen zynde , door tien Perfoonen, naaftV gebuuren van zodanig Beileedehuis, waar uit een Lyk moet worden begraaven, voor zo verre die Buuren of een van allen niet buiten ftaat mogten zyn, wanneer die of zodanige door de naaftvolgende Buuren zouden moeten worden vervangen , zullen moeten worden gedragen , te weten de Lyken van gehuwde Perfoonen door de tien naafte gehuwde gebuuren, en de Lyken van ongehuwde Perfoonen door de tien naalle ongehuwde gebuuren; autorifèetcu en qualilicceren Deeken cn Vinders van bovengemelde Buurt, om de Draagloönen van de Armen -Comptoircn der gemelde Beileedehuizen, voor agt" Perfoonen of Dragers te ontvangen, onder de tien Perfoonen, welke het Lyk ter Aarde zullen hebben gebragt, te mogen verdcelen, na dat bevoorens door de Supplianten van die Draagloönen zal zyn afgetrokken de meerdere kollen, welken voor een Baar van tien Perfoonen , boven de Baar van agt Perfoonen^ zullen worden vereifcht tot agt Stuivers voor ieder Lyk. Ten anderen, met relatie tot de geheele Buurt van de Lange- en Korte Lakenftraaten voornoemd, dat door ofte van wegens alle de Sterfhuizen van dezelve Buurt, Befteedchuizen of anderen zonder onderfclieid, waar in een ongehuwd Perfoon komt te overlyden in vervolg van tyd, altoos de tien naafte ge¬ buuren , ongehuwde Perfoonen zynde, als Dragers zullen moeten worden verzogt en geëmploieerd , ofte in plaatfe van dien , ingevalle zodanig Sterfhuis zulks niet mogte verkiezen, van wegens het Sterfhuis aan Deeken en Vinders van meergemelde Buurt, ten behoeven van die naafte ongehuwde Buuren of tien Perfoonen, betaald zal moeten worden de fomme van tien Guldens. | Laatftelyk dat niemand der Inwoonders van dezelve Buurt, uitgezonderd die door Ziekte mogten worden verhinderd, en dus door de volgende naafte gebuuren in zodanig geval worden vervangen, door hoogen Ouderdom, of die weezcntlyk zwak, onbekwaam of met Lichaams gebrek bezogt mogten zyn, als mede die geenen, welken door hun Ed. Groot Achtb. mogten zyn of worden geëxcLifcerd, zich zal mogen ontlaften of refufeeren om, zulks gerequireerd en onder de tien naafte gebuuren van een Sterfhuis bevonden wordende, alle Lyken, zonder onderfcheid te moeten dragen, het zy na het Zuider Kerkhof, ook na het Noorder Kerkhof, of na een der Kerken deezer Stad, conform de begeerte van het Sterfhuis, waaruit het Lyk begraven moet worden. En zal Copie deezer worden ter hand gefteld aan Deeken, Raad en Vinders van de Buurt van de Lange- en Korte Lakenftraaten binnen deeze Stad, omme deeze Refolutie in hun Buurt te doen obferveeren en nakomen. Resolutie, waar by wordt vaftgefteld , dat In vervolg van tyd in de Buurt van de Galthuisltraat, VEERTIEN, in plaats van TIEN, DRAGERS tot het ter Aarde beftellen van de Lyken in die Buurt vallende , zullen worden geëmploieerd; van den 22 Maart 1780. BURGE MEESTEREN en REGEERDERS der STAD HAERLEM, gehoord hebbende de leclure van de Requefte aan hun Ed. Groot Achtb. geprefenteerd door Deeken, Raad en Vinders , mitsgaders van een groot getal Bewooners van de Buurt in de Gafthuisftraat. Verzoekende in fubftantie, dat, om redenen van de ver afgeleegenheid der Begraafplaats , in 't vervolg van tyd veertien, in plaatfe van tien, Dragers in hun Buurt zouden mogen worden geëmploieerd, omme de Lyken ter Aarde te beftellen. Hebben , na deliberatie , goedgevonden en verftaan, der Supplianten verzoek te accordeeren, en mitsdien te ftatueeren , dat van nu voortaan in vervolg van tyd in de Buurc van de Gafthuisftraat veertien, in plaatfe van tien, Dragers zullen worden geëmploieerd, omme de Lyken, die in dezelve Buurc komen te vallen, ter Aarde te beftellen. En zal Copie deezer aan Deken, Raad en Vinders van de Buurt van de Gafthuisftraat worden gegeeven, omme te ftrekken tot derzelver narigtinge. V 3 Re-  ió2 KEUREN DER STAD HAERLEM. Resolutie, waar by wordt vaftgefteld, dat voortaan alle ON' GEHUWDE PERSOONEN, in de Buurt van de Lange Doelenftraat overlydende, het zy dezelve van vermogen zyn of niet, door ONGEHUWDE PERSOONEN uit de? zelve Buurt zullen moeten worden GEDRAGEN, even zo als ten opzichte van GETROUWDE PERSOONEN in dezelve Buurt en in alle Buurten alhier gebruikelyk is; van den 27 April 1781. BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STAD HAERLEM , gehoord hebbende het ce kennen geeven van Deken, Raaden en Vinders van de Buurt van de Lange Doelenftraat, dat dikwyls in hunne Buurt Onluften komen te ontftaan over het dragen van ongehuwde Perfoonen, die in hunne Buurt zyn komen te overlyden, alzo by het overlyden van onvermogende Perfoonen, wanneer 'er niets voor het dragen gegeeven wordt, daar toe wel gebruikt worden de ongehuwde Perfoonen uit hunne Buurt, dan in tegendeel wanneer 'er eenig gegoed ongehuwd Perfoon in hun Buurt komt te overlyden, en dat de Dragers betaald worden, die van deszelfs Sterfhuis meeftal de ongehuwde Perfoonen in gemelde hunne Buurt komen voor by te gaan, en daar toe emploiecrcn ongehuwde Perfoonen uit andere Buurten binnen deeze Stad; verzoekende mitsdien , dat hun Ed. Groot Achtb. zouden gelieven te arrefteeren, dat wanneer eenige ongetrouwde Perlbonen in I hun Buurt zouden komen re overlyden, der- ! zeiver Lyken door ongetrouwde Perfoonen, in dezelve Buurt woonachtig, zonder daar buiten te mogen gaan, zouden moeten gedragen worden en ter Aarde gebragt, zonder onderfcheid, of dezelve van vermogen zyn of niet, gelyk ten opzichte van getrouwde Perfoonen in hun Buurt, en in alle Buurten binnen deeze Stad overlydende, en begraven wordende, gebruikelyk is: Hebben, na deliberatie, tot voorkoming ' van verdere onluften ter zaake voorfz. en ten einde aile Lyken zonder onderfcheid, het zy dezelve van vermogen zyn of niet, op een ordentelyke wyze ter Aarde zouden worden gebragt, goedgevonden en verftaan , te arrefteeren, dat van nu voortaan, wanneer ongetrouwde- Perfoonen in de voorfz. Buurt van de Lange Doelenftraat komen te overlyden , derzelver Lyken door Ongetrouwde Perfoonen in dezelve Buurt woonachtig, zonder daar buiten te mogen gaan, zullen moeten worden gedraagen en ter Aarde gebragt, zonder onderfcheid ,of dezelve van vermogen zyn, ofniet, gelyk ten opzichte van getrouwde Perfoonen in de gemelde Buurt, en in alle de Buurten binnen deeze Stad overlydende, en begraaven wordende, gebruikelyk is; zo nogtbans , dat een ieder, wien de directie over de Begravenifte van eenige ongetrouwde Lyken competeert, zal kunnen volftaan met een getal van tien Perfoonen tot Dragers uit dezelve Buurt te verzoeken, en de verdere uit mdere Buurten, ingevalle men meer dan tien Dragers mogte goedvinden te gebruiken; en erder op dien voet, dat altoos de naafte aan et Sterfhuis, voor aile anderen zullen zyn ;eprefereerd , gelyk omtrent het dragen van ;etrouwde Lyken overal binnen deeze Stad 'raclicabel is, mits dat het aan een ieder ry zal ftaan , volgens gebruik alhier, de Suurt uit te koopen , indien men Dragers miten de Buurt wil emploieeren , onder :ondide van aan ieder der naafte tien Dra;ers één Gulden te voldoen. Resolutie, behelzende ordre, op het DRAGEN van Lyken van ONGETROUWDE PERSOONEN, in de Buurt van de Vlaming- Trappenier- en Wefterftraaten; van den7July 1784. De HEEREN van den GERECH- door Deken en Vinders van de Buurt van de TE der STAD HAERLEM, ge- Vlaming- Trappenier- en Wefterftraaten, hoord hebbende de Jecftuure van de binnen deeze Stad; zich beklagende over de Requefte aan hun Ed. Achtb. geprefenteerd gedüurige onluften, déwélken hun menig-" maal  KEUREN DER STAD HAERLEM; 163 PvEsolutie , houdende bepaaling van een getal van VEERTIEN DRAGERS tot het DRAGEN van Lyken van bejaarde Perfoonen in de Buurt van de Ooftzyde van de Burgwal; als mede dat allen dezelve VEERTIEN DRAGERS uit de Buurt zullen moeten genomen worden; van den 7 Feb. 1787. De HEEREN van den GERECHTE der STAD HAERLEM, gezien en geëxamineerd hebbende de Rëqueile van Deken, Raaden en Vinders der Buurte aan de Ooftzyde van de Burgwal alhier,verzoekende,om redenen daarby vermeld, dat allen de veertien Dragers, welken tot het dragen van bejaarde Lyken in de voorfz. Buurt gerequireerd worden, voortaan altoos en in allen gevallen uit de Buurt zouden moeten genomen worden; hebben, na deliberatie, en gelet op de gefleldheid der voorfz. Buurt, mitsgaders, ten einde alle ongenoegen en diverfiteit van behandeling in dezelve voor te komen , goedgevonden en verftaan, by Alteratie van voorige daaromtrend gefielde ordres, te ordonneeren en te ftatueeren , gelyk geordonneerd en geftatueerd wordt by deeze, dat niet alleen tot het Dragen van alle bejaarde Lyken in de gemelde Buurt veertien Dragers gebruikt zul¬ len worden, maar dat ook van nu voortaan, wanneer de Overledenen geweeft zyn gehuwde Perfoonen, of wel Weduwenaars, of Weduwen, altoos en in allen gevallen, zonder onderfcheid, het zy dezelven van vermogen mogten zyn, of niet, allen de veertien Dragers uit de Buurt zullen moeten genomen worden. En zal Copie deezer gegeven worden aan Deken, Raaden en Vinders voornoemt, om zorg te draagen, dat de inhoud deezer in de bovengemelde Buurt ftiptelyk worde geobferveerd. Ablum ter Kamere den 7 February 1787, prefent de Heeren ut in Regiflro^ In kennifle van My, C. A. TESTART. Rs- maal voorkomen by gelegenheid van het begraven van ongehuwde Perfoonen , in de voorfz.Buurt overlydende; verzoekende,dat hun Ed. Achtb. deswegens de nodige voorzieninge geliefden te doen; hebben, na deliberatie , ter voorkoming van meerdere Onluften daaromtrent, en ten einde alle dc Lyken, zonder onderfcheid , het zy dezelven van vermogen zyn of niet, op eene ordentelyke wyze, ter Aarde worden gebragt; goedgevonden en verftaan, zo als hun Ed.Achtb. goedvinden en verftaan by deeze, dat, wanneer ongehuwde Perfoonen , in de voorfz. Buurt van de Vlaming- Trappenier- en Westerllraaten, komen te Overlyden, derzelver Lyken door ongetrouwde Perfoonen, in dezelve Buurt woonachtig, zullen moeten worden gedragen en ter Aarde gebragt, zonder onderfcheid, of dezelven vermogende zyn, of niet; gelyk ten opzichte van gehuwde Per¬ foonen, in meed alle de Buurten deezer Stad, gebruikelyk is: zo nogthans, dat een ieder, wien de directie over de Begravenifien van ongehuwd geweeft zynde Perfoonen competeert, zal kunnen volftaan met een getal van tien Perfoonen , tot Dragers, uit dezelve Buurt, te verzoeken, en de verdere uit andere Buurten, ingevalle mogt goedgevonden worden meerder dan tien Dragers te emploieeren; en voorts op dien voet, dat al ■ toos de naaften aan het Sterfhuis, voor alle anderen, zullen zyn geprtefereerd, blyvende het niettemin aan een ieder vry en onverlet, omme de Dragers, het zy geheel of gedeeltelyk, buiten de Buurt te emploieercn; mits als dan de Buurt daar voor uitkoopende, en voor ieder Drager, de welke aldus buiten de Buurt, zal weezen genomen, in handen van Deken en Vinders van bovengemelde Buurt één Gulden fourneerende.  164 KEUREN DER STAD HAERLEM. Resolutie, houdende ordre, omtrent het DRAGEN van Lyken van ONGEHUWDE PERSOONEN in de Buurt van de Oude Raamftraat en Geuzeftraat; van den 24 October 1788. BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STAD HAERLEM, gehoord hebbende hec ce kennen geeven van Defeen, Raaden en Vinders van de Buurc van de Oude Raamftraat en Geuzeftraat; dac dikvvyls in hunne Buurc onluften komen te ontttaan over het dragen van ongehuwde Perfoonen, die in hunne Buurt zyn komen te overlyden, alzo by het overlyden van onvermogende Perfoonen, wanneer 'er weinig of niets voor het dragen gegeeven wordt, daar toe wel gebruikt worden de ongehuwde Perfoonen uit hunne Buurt; dan integendeel, wanneer 'er eenig gegoed ongehuwd Perfoon in hunne Buurt komt te overlyden , en dat de Dragers betaald worden, die van deszelfs Sterf huis meeft al de ongehuwde Perfoonen in gemelde hunne Buurt komen voorby te gaan, en daar toe emploieeren ongehuwde Perfoonen uit andere Buurten binnen deeze Stad ; verzoekende mitsdien, dat hun Ed. Groot Achtb. zouden gelieven te arrefteeren; dat, wanneer eenige ongetrouwde Perfoonen in hunne Buurt zouden komen te overlyden, derzelver Lyken door ongetrouwde Perfoonen in dezelve Buurt woonagrig, zonder daar buiten temogen gaan, zouden moeten gedragen worden en ter Aarde gebragt, zonder onderfcheid of dezelve van vermogen zyn of niet; gelyk ten opzichte van getrouwde Perfoonen in hunne Buurt en in alle Buurten binnen deeze Stad overlydende en begraven wordende gebruikelyk is : Hebben, na deliberatie, tot voorkoming van verdere onluften ter zaake voorfz., en ten einde alle Lyken zonder onderfcheid, het zy dezelve van vermogen zyn of niet , op eene ordentelyke wyze ter Aarde zouden worden gebragt, goedgevonden en verftaan, te arrefteeren, zo als gearrefteerd wordt by deezen: dat van nu voortaan, wanneer ongetrouwde Perfoonen in de voorfz. Buurc van de Oude Raamftraat en Geuzeftraat komen te overlyden , derzelver Lyken door ongetrouwde Perfoonen in dezelve Buurt woonachtig, zonder daar buiten te mogen gaan , zullen moeten worden gedragen en ter Aarde gebragt, zonder onderfcheid of dezelve van vermogen zyn of niet, gelyk ten opzichte van getrouwde Perfoonen in de gemelde Buurt en in alle de Buurten binnen deeze Stad overlydende en begraven wordende , gebruikelyk is; zo nogthans, dac een ieder, wien de directie over de Begraveniften van eenige ongetrouwde Lyken competeert, zal kunnen volftaan met een getal van tien Perfoonen tot Dragers uit dezelve Buurt te verzoeken, en de verdere uit andere Buurten, ingevalle men meer dan tien Dragers mogte goedvinden te gebruiken; en verder op dien voet, dat altoos de naafte aan het Sterfhuis voor alle anderen zullen zyn geprefereerd, gelyk omtrent het dragen van getrouwde Lyken over al binnen deeze Stad practicabel is; mits dat het aan ieder vry zal ftaan, volgens gebruik alhier, de Buurt uic te koopen, indien men Dragers buiten de Buurt wil emploieeren , onder conditie van aan ieder der naafte tien Dragers één Gulden te voldoen. Ordre op het DRAGEN der Lyken van ONGETROUWDE PERSOONEN in de Buurt van de Smede en Wyngaardftraaten; van den 16 January 1789. BURGEMEESTERENen REGEERDERS der STAD HAERLEM, gehoord hebbende het verzoek, aan hun Ed. Groot Achtb. gedaan door Deken , Raaden en Vinders van de Buurt van de Smede- en Wyngaardftraaten, ten einde voortaan de Lyken van ongehuwde Perfoonen in hunne Buurt door ongehuwde Perfoonen uit dezelve Buurt, en door geene anderen, zouden mogen worden gedragen; en zulks om te pravenieeren, dac, terwyl meer aanzienlyke Lyken van ongehuwde Perfoonen, veel tyds, door ongetrouwde Perfoonen , buiten de Buurt woonachtig wierden gedragen, voor de Lyken van min vermogende ongehuwde Perfoonen uit dezelve Buurt  KEUREN DER STAD HAERLEM. 165 Ordre en Reglement op de DIRECTIE en BEDIENINGE der NEDERDUITSCHE GEREFORMEERDE DIACONIE-ARMEN, binnen de Stad Haerlem, finalyk gearrefteerd by de Heeren Raaden en Vroedfchapz pen derzeive Stad, op den 18 Mei 1767. ~jTX £ Dtre&ie over de Nederduitfche 8 m Gereformeerde Diaconie- Armen „ M f binnen deeze Stad, zal -voortaan gedemandeerd zyn aan vier Superintendenten of Commijfariffen, van wegens de Regeering deezer Stad aan te feilen uit de Regeer in g of Vroedfchap zelve ; mitsgaders aan zeven Regenten, door de Edele Groot Achtb. Heeren Regeerende Burgemeefleren deezer Stad, voor eenen onbe■paalden tyd, aan te ftellen , en voorts aan het Collegie van de Broederen Diaconen , van welks, om het half Jaar, zeven als Mede - Regenten zullen fungeeren , en aan welke Regenten en MedeRegenten te zamen 's Jaarlyks voor een Honorarium uit Stads Kas zal worden betaald een Som van zeshonderd Guldens. En zal één van de eerflgemelde Regenten tot Thefaurier , en één uit gemelde Mede-Regenten tot Contrarolleur of Scriba worden aangefteld; zullende aan dezelven een Buiten-Boekhouder worden toegevoegd, op een Salaris van één honderd en vyftig Guldens. Vervolg van V /. Deel, 5 Stuk. Capittel!. Van de Superintendenteni Articul L Als Superintendenten of Comirdffariften van de Diaconie der Gereformeerde Neder-" duitfche Gemeente binnen deeze Stad, zullen van wegens de Ed. Achtb. Regeering deezer Stad voortaan fungeeren vier Heeren uit de Vroedfchap, als twee uit de eerfte , en twee uit de volgende zeftien Heeren Raaden en Vroedfchappen van deeze Stad, en zulks na de orde der Jaaren, dat dezelve tot Raaden en Vroedfchappen zyn geëligeerd geworden. II. Derzelver Commiftie zal duuren den tyd van drie Jaaren, en ingaan met primo Mei, zodanig nochtans, dat, om voor te komen dac niet alle drie Jaaren t'elkens alle de oude Heeren te gelyk afgaan, ten dien einde van de vier Heeren , welke het eerfte Jaar zullen fungeeren, twee (en wel naameiyk, de eerfte Z uit Buurt dikwils geen genoegzaam getal Dragers zoude te vinden zyn, en dezelve mitsdien niet behoorlyk zouden kunnen worden ter Aarde befteld; hebben, na deliberatie, en ten einde alle Lyken, zonder onderfcheid , het zy dezelven van vermogen zyn of niet, op eene ordenteiyke wyze eer Aarde zouden worden gebragc, goedgevondenen verftaan,te arrefteeren: dat van nu voortaan, wanneer ongetrouwde Perfoonen in de voorfz. Buurt van de Smede- en Wyngaardftraaten komen te overlyden, derzelver Lyken door ongetrouwde Perfoonen, voor zo ver 'erongetrouwde gevonden worden , in dezelve Buurt woonachtig , zonder daar buiten te mogen gaan, zullen moeten worden gedragen en ter Aarde gebragt , zonder onderfcheid of dezelve van vermogen zyn of niet, gelyk ten opzichte van getrouwde Perfoonen in de gemelde Buurt, en in alle de Buurten binnen deeze Stad overlydende en begraven wordende, gebruikelyk is; zo nogthans, dat sen ieder, welke de direclie over de Begravenifte van eenige ongetrouwde Lyken compe:eert, zal kunnen volftaan ^ met een getal van tien Perfoonen tot Dragers uit dezelve Buurt te verzoeken, en de verdere uit andere Buurten, ingevalle men meer dan tien Dragers mogten goedvinden te gebruiken: en verder op dien voet, dat altoos de naafte aan het Sterfhuis, voor alle anderen zullen zyn geprefereerd, gelyk omtrent het dragen van jerrouwdc Lyken overal binnen deeze Stad >raclicabel is. mits dat het aan een ieder vry :al ftaan, volgens gebruik alhier, de Buurt littekoopen indien men Dragers buiten de kiurt wil emploieeren, onder conditie van an ieder der naafte Dragers één Gulden te oldoen.  166 KEUREN DER S TAD HAERLEM. uit de eerfte zeftien, en de eerfte uit de an dere zeftien) maar één Jaar fungeeren zullen. iii. De Aanftelüng van Superintendenten zal gefchieden door de Heeren, Regeerende Burgemeelteren , aan welke dezelven ook by Eede zullen moeten belooven, deezen Reglemente in alle zyne deelen , en alle verdere Ordres van de Vroedfchap, op 't Stuk der Diaconie gemaakt of nog te maken , zo veel eenigzins mogelyk, ftiptelyk en pundtueelyk te zullen oblèrveeren en nakomen en doen nakomen. iv. Niemand zal zich van deeze Commiflic mogen excufeeren, nemaar gehouden zyn, dezelve aan te neemen, op een Pcena/iteitof Boete van 600 Caroli Guldens, ten behoeve van de Diaconie-Armen deezer Stad. V. Welverflaande, dat van dezelve Commiflic zullen zyn geëxcufeerd de Heeren welke in Commiffie buiten de Stad gaan, of bereids zyn, als mede de Hoofd Officier deezer Stad; zodanig nogthans, dat dezelve, na het eindigen van hunne Commiffie en Functie refpéctive, weder zullen moeten invallen, zoras een vacature in hunne Gaffe zal komen te exteeren. VI. Onder Commiffien buiten de Stad worden niet mede begreepen de Commiffien of Deputatien ter Dagvaart; doch zullen Gedeputeerden ter Dagvaart, zo wanneer zich in 'sHage bevinden, en in hunne Commiffie als Superintendenten in de Diaconie moeten asfiftecren, heen en weder ten kotten van de Stad mogen reizen, en hunne Daggelden behouden. VII. De Poft of Commiffie van gemelde Heeren Superintendenten zal voornaamelyk beftaan, in goede toezicht te hebben en zorg te dragen, dat in de Diaconie en derzelver beftieringe alles in goede orde toegaa, en dit Reglement wel en pundtueelyk geobferveerd en nagekomen worde; en zullen dezelve voorts door die geene , welke het Werk der Diaconie adminiltreeren, op alle zwaare en extraordinaire voorvallende Zaaken moeten worden geconfuleerd, zodanig, dat daarinne niet dan met hunne concurrentie zal mogen worden gerefolveerd. viii. Ten dien einde zullen alle Comparitien, welke over het Werk der Diaconie worden gehouden, aan de Huizen van gemelde Heeren moeten worden aangezegd. En zullen dezelven, of immers twee van hun, verplicht zyn te affilteeren en by te woonen de vafle maandelykfche Comparitien (welke gehouden worden den iaatllen Dingsdag in ieder Maand) mitsgaders de zogenaamde ordinaire Comparitien, welke ter halver Maand, als mede de vier groote Brood-Bedieningen , welke viermaal in het Jaar gehouden worden, en zulks op een Boete van twaalf Guldens, indien 'er minder dan twee prefent zyn, te verbeuren by dc gezamentlyk t'huis blyvende, welke niet door eenige ziekte, waar door zy verhindert worden van uft te gaan ^ zullen zyn geincommodeerd. Doch zullen op de Halfjaarlykfche Comparitien in de refpéctive Maanden van Mei en November, alle vier de Heeren moeten prefent zyn, op de Boete van vyf en twintig Guldens , te verbeuren by ieder Heer, welke door ziekte, als boven, niet wordt belet. ix. De voorlz. Boetens, zo als mede de verdere Boetens, waar van by deezen Reglemente in 't vervolg zal worden gemeld, zulen alle zyn ten voordeele der Diaconie-Ar- nen. . > ... h x." I ■ , In alle Comparitien zullen gemelde Hee ren, elk, hebben een advifeerende en concludeerende Stem. En zal in het (temmen deeze ordre gehouden worden , dat eerft ftemmen zullen Regenten en Diaconen (namelyk eerft een Regent, dan een Diacon, dan weder een Regent en zo vervolgens) en dan in de laatfte plaats de Heeren Superintendenten. , i xl ": Gemelde Heeren zullen voorts het vermogen hebben, omme de Refoluden, welke genomen worden, des noods te furchceren tot dat daarover in den haare, en , zo nodig gevonden wordt, ook in de Vroedfchap, zal weezen gedelibereerd. Ca-  KEUREN DER STAD HAERLEM. i6> Capittel II. Van de Regenten. Articul I. , Tot Regenten zullen, als voorzeid is, door de Ed. Groot Achtb. Heeren Regeerende Burgemeefteren deezer Stad, voor een onbepaalden tyd, worden aangefteld en gecommitteerd zeven Perfoonen, welke zullen worden verkoren uic de deftige en aanzienelyke Burgers deezer Stad , zynde zo veel mogelyk, van middelbaare Jaaren; mits niet zynde Groffiers, Herbergiers, Tappers of andere Neering doende in Eetbaare Waaren; zullende by praïferentie daar toe moeten genomen worden Ouderlingen, en OudDiaconen. IX. Dezelve Regenten zullen by hunne aanftelling in handen van Heeren Burgemeefteren moeten afleggen den Eed, welke by de Regenten der refpe&ive Godshuizen wordt gedaan, en daar benevens fpecialyk onder Eede beloven, den inhoude deezes Regiements in allen zynen deele en alle verdere Ordres van de Vroedfchap, op 't ftuk der Diaconie gemaakt of nog te maken, zo veel eenigzins mogelyk, Itiptelyk en punctueelyk te zullen ob/èrveeren en nakomen. III. Zo wanneer door Sterfgeval of anderzins een Regentsplaats vaceert, zal, zo fpoedig mogelyk is, door de overige Regenten worden geformeerd, en aan Heeren Burgemeefteren ter Electie geprefenteerd een Nominatie van drie Perfoonen, zodanig gequalificeerd als Articul 1. is gemeld. IV. En zullen gemelde Regenten zich van hunne aanftelling niet mogen excufeeren, nemaar even als de Diaconen verplicht zyn, dezelve te accepteeren. ;■■■'» ™%<™:>i"';^ De Poft: der Regenten zal generalyk beftaan in het dirigeeren en bellieren van de Zaaken de Diaconie betreffende, met en benevens de zeven Mede-: Regenten, ingevolge den inhoude van dit Reglement, zo als in 't vervolg op ieder Poinct fpecialyk zal worden gemeld. VI. Ten dien einde zullen Regenten en Mede - Regenten gewootilyk tweemaal in de Maand hunlitder Comparitie houden, welke de Prefident daags te vooren zal laaten aanzeggen, en zulks buiten en behalven de extraordinaire Comparitien, welke, zo dikwyls als door voorkomende Zaaken de nood vereifcht, gehouden en op denzelfden dag aangezegd zullen mogen worden; als mede buiten en behalven de groote Halfjaarlykfche Comparitien, en de vier groote Brood-Bedieningen, waar van in 't vervolg fpecialyk zal worden gemeld. En zal by de geene, die op de voorfz. ordinaire en extraordinaire Comparitien, zonder wettige redenen, zullen abfent zyn, de Boete van één Gulden, en die zonder reden als vooren op de gemelde groote Comparitien ablènt zullen zyn , de Boete van twee Gulden,, verbeurd worden. VII. Van gemelde zeven Regenten, onder welke een zal zyn Thefaurier, zullen de zes overige ieder één Maand op hunne tourbcurt prefideeren. Capittel III. i Fan de Mede - Regenten. Articul I. Uit het Collegie van de Broederen Diaconen , zuilen het eerfte Halfjaar de zeven oudfte of eerfte, en het andere volgende Halfjaar de zeven jongfte, de eene en andere gerekend na den rang of orde hunner aanfteilinge, fungeeren als Mede-Regenten, doch zullen niet te min maar twee van dezelve van het collecteeren vry zyn, zo als in het Capittel , handelende van den Contrarolleur of Mede - Thefaurier , nader zal worden gemeld. II. Van de Poft en Functie der Mede-Regenten , mitsgaders van het aflifteeren van dezelve by de refpe&ive Comparitien, bereids in het Capittel, handelende van de Regenten, in 't generaal eenige mende gemaakt zynde, en in 'c vervolg ook nog daar van fpecialer gehandeld moetende worden, wordt daartoe alhier gerefereerd. III. Zes van gemelde Mede - Regenten zul* len ieder een Maand op hunne tourbeurt, Z s als  168 KEUREN DER STAD HAERLEM. als Vice-Prefident, fungeeren, de Beurten gefchikt wordende na da Letters of Verdeelingen , waarin de Stad zal worden verdeeld (zo als in het vervolg nader zft worden gementioneerd); zulks altoos een Prefident en Vice Prefident van de zelve Letter fungeeren zullen moeten. Capittel IV. Van den Thefaurier. Articul t Een van de bovengemelde zeven Regenten zal door hun Ed. Groot Achtb. tot Thefaurier worden aangefteld , en zo wanneer daarna, door Sterfgeval of anderzins , de Thefauriersplaats komt te vaceeren , zal uit een Nominatie van drie Perfoonen, door de overige Regenten uit derzelver lichaam ten fpoedigfien te formeeren en aan hun Edele Groot-Achtb. te prefenteeren, één door hun Edele Groot Achtb. daartoe worden gcëligeerd. II. Het werk van den Thefaurier zal beltaan (behalven het compareeren op de Comparitien) in het bewaren van de Effecten, toebehoorende aan de Diaconie; mitsgaders in den Ontfang en Uitgave der Gelden, en in het Aantekenen en Boekhouden van dezelve Ontfang en Uitgave, ten welken einde de Thefaurier zal houden de navolgende Boe- j ken, als: Voor eerft, een Memoriaal-Boek, waarin door hem de dagelykfche Ontfang en Uitgave zal worden genoteerd, en waar uit hy op ieder vafte Maandelykfche Comparitie aan het Collegie zal voorleezen en terexaminatie ftellen, al het geene in die loopende Maand door hem is ontfangen en uitgegeeven geworden. Ten tweede, een GrootBoek, waarin alle de Poften van Ontfang en Uitgave onder hoofden zullen worden gebragt. En eindelyk, een Capitaal - Boek , vervattende alle de Effeélen der Diaconie, mitsgaders eene accuraate Aantekening der refpéctive op ieder Capitaal ontfangene Renten en In treffen; zullende wel zorge gedragen moeten worden , dat de aankomende Effecten aangefchreven worden. Tot al het welke gemelde Thefaurier zich zal bedienen van de hulp en dienft van den hier vooren gemelden Buiten-Boekhouder, als welke de Functie van een Clercq ofComptoir-Bediende van den Thefaurier zal bekleeden, III. De Thefaurier zal zyn Rekeningdoeneens 's Jaars , na ouder gewoonte, en wel eerft aan het Collegie van Heeren Superintendenten, Regenten en Mede-Regenten, en vervolgens mede aan de overige Diaconen, en dan ten laatften publicq met opene Deuren ten overftaan van Gedeputeerden uic de Magiftraat cn Grooten Kerkenraad. Capit tel V. Van den Mede -Thefaurier, Contrarolleur of Scriba. Articul I. Uit de bovengemelde zeven Diaconen , Mede - Regenten, zal een ter keuze van dezelve Mede-Regenten fungeeren, als Mede-Thefaurier, Contrarolleur of Scriba, en daarom van het collecteeren vry zyn, voor het Halfjaar van dezelve zyne dienft. II. Zo als mede van het collecteeren vry zal zyn een ander van dezelve Mede-Regenten, mede ten keuze als voren, en zulks, om het oude en ordinaire getal van twaalf collecteerende Broederen niet teexcedeeren, doch zal gemelde Mede-Regent daar voor den Mede - Thefaurier of Scriba moeten afïïfteeren, en in cas van Ziekte, of ander wettig belet van denzelven, deszelfs Werk verrichten. III. Het Werk van den Mede-Thefaurier, Contrarolleur of Scriba, zal beftaan, in het loudcn van Contra-Boek, ten welken einde w, zo de Maandelykfche Rekeningen, als le Jaarlykfche Rekening van den Thefaurier n 't geheel zal moeten te Boek zetten. Ook ?al hy moeten Aantekening houden van alle Refolutien, welke op ieder Comparitie genomen worden, en wel fpecialyk van dc Commiffien, welke op een of eenige der Leden, of ook wel op de Suppooften gedecerneerd worden; mitsgaders van de Rapporten, welke van zodanige Commiffien worden gedaan, en alle welke Aantekeningen, na dat dezelve door bet volle Collegie zullen zyn gerefumeerd , hy vervolgens behoorlyk zal moeten regiftreeren. 'o?0 wir? >{!^ï«v oh ~ : .... De Mede - Thefaurier zal met den Thesaurier alle Maanden de Kas moeten opmaken,  KEUREN DER STAD HAERLEM. 169 ken, ten welken einde twee differente Sleutels van de Kas zullen moeten zyn, waar van de een door den Thefaurier en de andere door den Mede - Thefaurier zal moeten worden bewaard. V. De Bedieninge der Paffanten zal mede behooren tot het Departement van den Mede - Thefaurier , zo als in 't vervolg deezer nader zal worden gemeld. Capittel VI. Van particuliere Commiffien, als van Graankoopers, Turf koopers Articul I., Alle particuliere Commiffien , als van Graankoopers, Turfkoopers &c. , zullen ten overftaan van Heeren Superintendenten , door Regenten en Mede - Regenten onder den anderen worden verdeeld, doch zal in het koopen van voornaame Zaaken, zo veel mogelyk, communicatif te werk worden gegaan met het volle Collegie, wanneer op de Comparitien te zamen komen. Ta'" R ' En zullen de Graankoopers gehouden zyn, zich te bedienen van het advis van een Perfoon, kundig in de Graan-Negotie en Bakkerye, des noods, daartoe nader te qualificeeren. III. De Koorn- en Turfkoopers zullen refpectivelyk een Boek moeten houden, waarin zy noteeren, zo wat van hun ieder in zyne Commiffie wordt verricht, als wat op hun order door den Thefaurier betaald wordt; welke Boeken Jaarlyks , als de Thefaurier zyn Rekening voor het Collegie zal doen, in de Vergadering ter examen zullen moeten worden opengelegd. IV. De Thefaurier of Mede - Thefaurier zal geene Betaalinge van eenige Leverantien mogen doen, dan op Briefjes, getekend door ten minften twee der Regenten of MedeRegenten, welke in de refpéctive Commisfien der voorfz. Leverantien zyn, of zyn geweeft. Capittel VII. Van de Suppoojlen. Articul I. De Suppooften zullen zyn* als van ouds, een Provooft, twee Meefters en de ordinaire Knecht van de Diaconie. II. De Suppooften zullen moeten affifteeren op alle Comparitien en Brood-Bedieningen, cn zodanige Dienften verrichten , als hun bevolen zal worden. Ook zullen, behalven den voornoemden ordinaris Knecht der Diaco. nie,een of twee Suppooften ten diende ftaan aan Diaconen , om het gecollecteerde Geld te brengen daar zulks vereifcht wordt. , III. ■ . ■ \\ . ..... Dezelve zullen zich voorts moeten bevlytigen, om de Armen en hun gedrag wel té leeren kennen, ten einde in ftaat te zyn, oni daar van behoorlyk bericht te geven, wanneer hetzelve vau hun wordt vereifcht. IV. Daartoe zullen dezelve Suppooften (hamelyk de Provooft en de twee Meefters ieder in hunne daartoe aangeweezene Wyken of Letters) veel moeten bezig zyn in het vifiteeren der Huisgezinnen , Welke bediend worden. V. Dezelve zullen in die hunne Vifitatie moeten vragen na het Brood, 'het welk de Gcalimenteerdens van de laatft voorgaande Bedieninge nog zouden mogen hebben ; en voorts fpecialyk en naauwkeurig nagaan, of de Mans wel naarftig aan het Werk zyn; of de Vrouwen ook bycenkomften houden met andere Buurvrouwen , en alzo haariieder Werk en Huishouden vcrwaarloozen; of de Kinderen ook langs de Straat loopen ; of dezelve wel na School en te Werk gaan; of zy des Zondags middags wel komen om te Catechifeeren; of zy hunne Baazen wel gehoorzaam zyn: En ten einde te beter van het gedrag der Armen overtuigd te zyn , zullen gemelde Suppooften zich dikwyls by de Vinders in de refpéctive Buurten daar omtrent moeten informeeren , en van hunne bevindinge aan den Regent of Mede-Regent, welke als Prefident in die Letter of \Vykfungeert, rapport doen. Z 3 VI. Eu  i7o KEUREN DER STAD HAERLEM. VI. En op dat Regenten en Mede-Regenten van de vlytigheid en vigilantie der Suppooften mogen verzekert zyn , zo zullen dezelve , ieder in hun Letter, alle mogelyke toezicht houden, zo by informatie by de Vinders, als (des noods) by vifitatie op den toeltand der Gealimenteerden. VII. Ook zal de Provooft dikwyls in Sluipkroegen en Herbergen, of andere Plaatfen van bycenkomft moeten onderzoek doen, voornamclyk des avonds cn ook Zondags 's morgens , of zich aldaar eenige Gealimenteerden bevinden , en dat wel met afiiftentie van een Meefter, of des noods, ook, van een Dienaar van de Juftitie. En wordt zodanige Waarden wel fcherpelyk geinterdiceerd de voorfz. Vifitatie tegen te ftaan , op poene niet alleen van het intrekken van derzelver Acte van Admiffie, om te mogen Tappen, maar ook op zodanige andere Poenen en Straf fen, als na exigentie van Zaaken zal bevon den worden te behooren. vm De Provooft zal alle dagen by den Prefi dent van ieder Wyk of Letter moeten komen, om bericht te doen en ordres te ontfangen; zullende de Binnen-Vader van 't Diaconie Huis en de Knecht van de Diaconie zulks alleen verrichten by den RegentPrefident en by den Thefaurier. IX. En alzo het wel gebruiken der Aelmoesfen veel daar van afhangt, dat de Suppoosten hun plicht wel waarnemen , zo zullen Regenten en Mede-Regenten naauwkeurig acht moeten geven op derzelver gedrag, levenswyze en vigilantie, en wel voornamelyk, of de Suppooften zelve ook in Kroegen en Herbergen zich ophouden, en zo wanneer zulks bevonden wordt, dezelve als dan daarover corrigeeren, zodanig als zullen oordeelen te behooren. X. • En zullen generalyk alle de Suppooften ftaan onder de directie en gehoorzaamheid der Heeren Superintendenten, Regenten en Mede-Regenten , zulks de gezamentlyke Heeren Superintendenten , het zy alleen, het zy met Regenten en Mede-Regenten voornoemd, de macht zullen hebben, Sup¬ pooften , welke zich aan eenig Wangedrag mogten hebben fchuldig gemaakt, niet alleen te corrigeeren, maar ook, des noods, te dimitteeren , in welk geval door het volle Collegie, beftaande uit Heeren Superintendenten , Regenten en Mede - Regenten, weder een ander in des gedimitteerden plaats zal worden aangefteld. Capittel VIII. Fan de Aanneeminge van Perfoonen tot de Alimentatie. Articul I. In het aanneemen van Perfoonen tot de Alimentatie zal men te werk gaan op dien voet, dat eerftelyk, met de laatfte BroodBediening in April alle de Bedienings-Biliietten zullen worden ingetrokken, en vervolgens tegen, of voor den tyd van eene volgende Bediening, een dag zal worden bepaald , om op nieuws de klagten of verzoeken tot weder-aanneeminge te hooren. II. Op den voorfz. bepaalden dag zullen zig, ter plaatfe daar de Aanneeming gefchiedt, prefent laaten vinden de Heeren Superintendenten, mitsgaders Regenten en MedeRegenten , en zullen aldaar zich mede vervoegen, en vervolgens in de Kamer of Kamers , alwaar ten einde voorfz. Seffie gehouden wordt, na order binnen gelaaten worden , de refpéctive Vinders der Buurten (te weten twee Vinders van eene Buurt) eerft alleen , en vervolgens met de refpéctive Familien , daar onderfteuninge voor verzogt wordt, en zullen gemelde Vinders voor de voornoemde Huisgezinnen Bedeeling verzoeken , met voorftel van de Armoede en Nood van dezelve Huisgezinnen. III. Geene verzoeken zullen worden aangenomen, dan die door de refpéctive Vinders der Buurten gedaan zullen worden, na dat dezelve voor af door Heeren Superintendenten ferieufelyk zullen zyn vermaand (zo als dezelve by deeze ook ten allerernftigfte geordonneerd en vermaand worden) van met niemand (het zy Perfoon of Huisgezin) voor den dag te komen, dan, van welker vvaarlyk behoefteen- en alimentatie-waardigen toeftand zy in gemoede zullen zyn overtuigd; ten welken einde de refpéctive Vinders gehouden zullen zyn, om naauwkeurig onderzoek te doen na de nood en het gedrag van zodanige Per-  KEUREN DER STAD HAERLEM. 171 Perfoonen, welke zich aan hun komen teaddrelfeeren. IV. En zullen die geene, welke tot de Bedieninge begeeren aangenomen te worden, boven en behalven het goed getuigenis van hunne refpeclive Vinders, ook nog moeten zyn gemunieerd met behoorlyk bewys van de Fabricqueurs of Werkbaazen, inhoudende hoe veel een iegelyk, het zy Man, Vrouw of Kinderen , Weekelyks kunnen verdienen ; ten welken einde gemelde Fabricqueurs of Werkbaazen ferieufèlyk worden verzocht en aangemaand, zodanige Briefjes te willen geven, en zulks verzegeld; zullende, by aldien eenige Fabricqueur of Werkbaas daar toe onwillig mogte zyn, informatie by denzelven moeten genomen worden na de reden van deszelfs weigering. V. Voorts zal, op gelyke wyze, in de Maand November wederom Comparitie gehouden worden, voor die geenen, welke Winter-Bediening of Verhooging komen te verzoeken. VI. En zal buiten de voorfz. twee Comparitien, in Mei en November voorfz., geene verhooging of aanneem ing mogen gefchieden, dan alleen in cas van hooge noodzaakeJykheid, en zulks niet anders, dan na voorgaande Refolutie , genomen by het voile Collegie van Heeren Superintendenten, Regenten en Mede-Regenten, op voorgaande rapport van den Regent en Mede-Regent van dat Quartier of die Letter, waar onder dezelve Perfoon of Perfoonen behooren, als aan welke dezelve Perfoonen zich in de eerfte plaats zullen moeten addreffeeren, en welke zich exaftelyk na derzelver ftaat zullen hebben te informeeren. VII. Niemand van buiten inkomende zal worden aangenomen , dan die by Heeren Burgemeefteren zal zyn geadmicteerd, om hier te mogen woonen, en daar en boven den tyd van zes volle Jaaren aan den andere, na dato van opgemelde Admiffie, alhier ter Stede gewoond en vafte refidentie gehouden zal hebben, en van een en'ander behoorlyk zal hebben gedaan blyken. ■ vut. - De Huisgezinnen, waar van de Mannen of de voornaamfte Hoofden niet in de Gemeente zyn, zu'len by de Regenten van 't Aelmoefteniers-Huis of andere Gezindheden, waartoe zy behooren, maar in de Gemeente zynde, by de Diaconie bediend moeten worden. IX. Die zich nieuwlyks tot de Gemeente begeven, zullen niet mogen worden bediend, ten zy zy den tyd van twee Jaaren Lidmaaten zullen zyn geweeft. • X. Enkele 'Perfoonen, 't zy ongehuwde, 't zy gehuwde, doch welke afzondcrlyfc leven, zullen niet mogen bediend worden; zo als mede niet zodanige Huisgezinnen, daar maar twee Kinderen zyn, of daar maar een VroUw met een Kind is, ten waare by hoogdringende nood, en dan nog niet anders dan met confent van Heeren Superintendenten , en van het gantfche Collegie van Regenten en Mede- Regenten. XI. Geen Perfoonen zullen mogen bediend worden met Brood of Geld, welke Hond, Hoenders of Duiven houden. XII. Ook.zullen geene Bedieninge mogen trekken die geene , 't zy Mans of Vrouwen , welke met eenig Officie zyn begiftigd, als daar zyn Koornmeeters, Koornheffers , Koorndraagers, Sleepers, Ttirfdragcrs, Turftonllers, Bienverkers, Bierkruyers, derzelver Noodhulpen, en andere diergelyke, ten ware, ten genoegen van Heeren Superintendenten , en Tan 't Collegie van Regenren en Mede-Regenten, isgebleeken, dat hun Koftwinning zo gering of hun Huishouden zo zwaar is, dat met geen mogelykheid van hun Employ kunnen beftaan. Capittel IX. Van de Bedieninge, zo in bet generaal, als in derzelver byzondere Speciën. Articul I. Ten einde den ftaat en het gedrag der Armen te beter te leeren kennen, zal de Stad, in plaats van in drie (gelyk tot hier toe heeft plaats gehad) van nu voortaan' worden vér-' deeld in zés Verdeelingen, by forme van Letters, .als lange A. en korte A., eh zb~ voorts; zullende daartoé dë jegenwoordfffë* Wy-  172 KEUREN DER STAD HAERLEM. Wyken of Letters A., B. en C, ieder in tweën verdeeld of gefplitft worden. II. En zullen, tot de beter bereiking van het voorgemelde einde, geene Regenten of Mede-Regenten van de eene Letter in de andere mogen overgaan. III. Ieder Letter zal hebben een Bedienings- boek, welk alle Jaaren zal moeten worden vernieuwd, en in welk Bedieningsboek zullen worden aangefchreven alle die geene, welke in Bediening zullen worden aangenomen, en wel op zodanigen wyze, dat by ieder op zyn Nommer, zyn Naam , Vrouw en Kinderen (zo die zyn hebbende) Ouderdom, Woonplaats, Winften, benevens de Bediening, die hun toegelegd wordt, aangetekend worden, als by voorbeeld: Haarlem Ao. Fol. r. No. I.j Ary Jans met Vrouw en 4 Kinderen, R. I T. St. oud 41, 35, ia, 6, 4, 2 Jaaren, woonende in de Nobelftraat. Hy werkt Wint ter Week St. zy De Kinderen werken en winnen, als volgt: Van Jaaren 1 1 1 Te zamen Is voor Bediening toegelegd ter Week ( Ton Turf No. 2.| Aaltje Pieters, Wed. &c. No. 3.! Barend Jans &c. En zo wanneer Ziek- of Kraam-Bediening, of Verhooging, of wat het ook wezen mag, boven de ordinaire Bediening, gegeven wordt, moet zulks op het Boek op ieders Nommer aangetekend worden. IV. Aan ieder Bediende moet ook een Bedienings-Billiet of Briefje gegeven worden, welk mede alle Jaaren moet worden vernieuwd, en gefchreeven in die zelfde orde en met dezelf.  KEUREN DER STAD HAERLEM. 173 zelfde Nommer , als in 't Boek gevonden wordt; en welk Billiet door een Regent en Mede-Regent moet zyn ondertekend. Fan de Zieke- en Kr aam-Bediening, V. De Zieken, ook zelfs boven de zeftig Jaaren oud, zullen voortaan in het Gafthuis gebragt worden, des noods op een fchriftelyk en door een Regent en Mede-Regent ondertekend Billiet, welk door Regenten van het Galïhuis zal moeten worden gerclpeeteerd , cn zal vervolgens geene Zieke- Bediening plaats hebben, dan alleen in zodanigebyzondere gevallen, waarin by 't Collegie wordt geoordeeld, dat een Zieke buiten het Gafthuis behoort te blyven. VI. Dan zullen in die gevallen, na dat de Provooft onderzoek naden toeftand der Zieke zal gedaan hebben, door Regenten en Mede-Regenten geene Doctors-Briefjes gegeeven worden, langer dan voor drie a vier dagen, en zullen de Doctoren daar niet langer op mogen-ordonneeren, moetende, by aldien de Ziekte langer duurt, wederom nieuwe Doctors-Briefjes gevraagd worden , en zal goede toezigt moeten gehouden worden, dat de Medicamenten wei worden gebruikt, en zal de Apothecargehouden zyn alle Maanden te geeven een rekening aan de Regenten van ieder Letter, van de in die Maand geleverde Medicamenten , met fpecificatie van de geene , aan welke dezelve geleverd zyn. VIL Zo wanneer op de Brood-Bediening eenig verzoek van Zieke of Kraam-Bediening wordt gedaan, zal daar over worden gedisponeerd, door de als dan prefent zynde drie Regenten en drie Mede-Regenten, en zal daarvan op een apart Boek, daar toe te houden, aantekening moeten worden gedaan; als mede (ingeval de Bediening buiten het Gafthuis moet gefchieden) op het BedieningBriefje, in Dorfo, ten einde te kunnen worden nagegaan , hoe lang de Bediening is genooten; doch zal mede, alvorens deeze Zieke, of Kraam-Bediening te geven, door den Provooft onderzoek na den toeftand deiZieke , of Kraamvrouw , moeten gedaan worden. Fervolgvan VI. Deel, 5 Stuk, , VIII. Met opzicht tot het geven van Breuk-Banden , zal goede toezigt moeten gehouden worden, dat geobferveerd worden de Ordres van hun Ed. Groot Achtb., gecontineerd by het XII. Articul, van 't Reglement en Inftructie der vier Stads-Chirurgyns, van dato 30 December 1761, als mede by de opgevolgde Refolutie van hun Ed. Groot Achtb., van dato 30 Auguftus 1762, waarby eenige Articulen, en fpecialyk het voorfz. XII. Articul, van het zelve Reglement zyn geëlucideerd, en over zulks, dat, zo wanneer een Breuk-Band aan eenig gealimenteerd Perfoon moet worden geleverd , zodanig iemand alvorens door twee der Scads-Chirurgyns, te gelyk by den Patiënt prefent zynde, worde gevifiteerd, en dat vervolgens gemelde Stads-Chirurgyns aan denzelven een ondertekend Briefje ter hand ftellen, inhoudende den Naam en Woonplaats van de Perfoon, en de Natuur der Breuke, welk Briefje daar na ook nog door de ondertekening van twee Regenten, of van een Regent en een MedeRegent zal worden bekragtigd; dat voorts de Breukmeefter van de Diaconie (zynde thans Jan Hoefman), zodanig Briefje bekomen hebbende, aan den Patiënt de nodige Breuk-Band zal afleeveren, en zulks ten zodanige onderfcheidene Pryzen, als mede na zodanige voorafgaande Applicatie van uitwendige Middelen ten zynen kofte, als by opgemelde Refolutie, van dato 30Auguftus 176a,brecder is geftatueert. Fan de Brood- Bedieninge* IX. De Brood - Bedieningen zullen, als van ouds, ieder Week een dagoverfpringen , en door tuftchenkomft van een Zondag, alsdan twee dagen. X. Óp alle de ordinaire Weekelykfche BroodBedieningen zullen moeten prefent weezen, drie Regenten en drie Mede-Regenten; zullende een Regent en een Mede-Regent aldus te werk gaan, by voorbeeld een Regent uit lange A., en een Mede-Regent uit korte A., welke twee Maanden na den anderen zullen fungeeren, en voorts in de volgende twee Maanden, een Regent uit korte A.,en een Mede-Regent uit lange A., om in beide de Letters, met affiltentie van de Suppooften, de Uitdeeling te doen, en zo voorts, en op gelyke wvze in de andere Letters. Aa XI. Al-  i?4 KEUREN DER STAD HAERLEM. XI. Aile de geene, die in Bedieninge aangenomen worden, zullen gehouden zyn hunne Bedieninge zeiven te haaien, zonder die door een ander te doen haaien, ten ware by ziekte of zwakheid, in welke gevallen, hunne Kinderen, of Nabeftaande, het zelve voor hun zullen mogen doen. XII. Ten minften alle drie Maanden. en wel in de Maanden van November, February, Mey en Augullus, zullen alle Mans-Perfoonen , welke eenige Bedieninge ontfangen, die hunne Bedieninge zeiven moeten haaien, en zulks ter prefentie van het volle Collegie, op Poene, voor die zulks niet doen of nakomen , van verlies van hunne Bedieninge voor drie Maanden. xin. By alle de Brood-Bedieningen moet, behalven de Suppooften (zo als in het vorige Articul is gemeld), ook affifteeren dc Bakker, welke een Notitie moet geven van het Brood, 't welk in de Kamer gebragt is, en na de Bedieninge opgeven het getal der overgeblevene Brooden, waar van Aantekeninge moet worden gehouden ; ten einde daaruit altyd kunne blyken, of het juifte getal Brooden afgeleverd wordt, na maate der afzakking van de Rogge, welke ook nimmer zal mogen gefchieden , dan op fchriftelyke Ordres, door de twee oudfte Regenten, welke in de KoornCommifïïe zyn, getekend. En zal de Bakker zorge moeten dragen, dat op elke Bediendag, Schaalen cn Gewigc gereed zyn op de Bedienplaats, ten einde men, eenige uit de Brooden nemende , zien konne, of dezelve hun behoorlyk Gewigt hebben. XIV. En zal het Brood, het welk na de Bedieninge overblyft, pertinentelyk opgetekend zynde, in het Diaconie-Huis ter confumtie gebragt moeten worden. XV. Omtrent die geene, welke tot de Bedieninge worden aangenomen, zal alle voorzigtigheid en fpaarzaamheid geobferveerd moeten worden, voor al in 'tbedeelen met Geld; kunnende, desnoods, liever eenig meerder Brood gegeven worden. XVI. De ordinaire Tax in de Bedeeling van Brood zal zyn voor een Perfoon , 6 's Weeks; voer twee, ioa I2^g; voor drie 14 a 16 gg; voor vier, 20 a 22 fg; voof vyf Perfoonen, 24 h 26 fjg; voor zes Perfoonen, 28 a 30 (5» en 20 voorts, waaronder het Tarwen-Brood (doch waarmede niet anders dan oude of ziekelyke Perfoonen en jonge Kinderen moeten bedeeld worden) mede is begreepen. Van de Bediening met Geld. XVII. Aangaande de Bediening met Geld, overmits men ten dien opzigte, zich meer na de Winften en de gelegenheid en omftandigheden der Huisgezinnen, als wel na het getal der Perfoonen, behoort te reguleeren, en mitsdien zo zeer geen vatte voet in deezen gefixeerd en gehouden kan worden, zo zal op dit re/pect in het generaal moeten in acht genomen worden. Eerftelyk: Dat met geen Geld in het geheel zullen mogen bediend worden jonge gezonde Luiden, welke geen zwaar Huishouden hebben. Ten tweeden: Dat Huishoudens, welke gezond zyn, offchoon eenige Kinderen hebbende, zo nogthans ontdeKt kan worden, ' dat voor ieder Perfoon, eene genoegzaame Winlt des Weeks inkomt, mede in 't geheel zullen moeten afgeweezen worden. Ten derden: Dat alleen die veele jonge Kinderen hebben , welke nog geen Geld kunnen winnen, en byzonder Weduwen met jonge Kinderen, na gelegenheid van Zaaken, met een geringe Stuiver gelds zullen mogen worden bediend, zo lange tot dat dezelve Kind, of Kinderen, grooter geworden zynde, Winfl zullen kunnen inbrengen; wordende echter in het oog gehouden, 't gunt by nadere Refolutie van deeze Vroedfchap, omtrent het in het Huis nemen van Kinderen, niet ouder dan drie Jaaren, is vaftgefteld. Van de Turf- Bediening. XVIII. In de Bedeeling van Turf zal op deeze wyze worden te werk gegaan; in de Maand October van ieder Jaar, zal door de Suppooften van ieder Letter een Lyft geformeerd worden van alle de Gealimenteerden, met fpecifique opgave van degrootte van derzelver Huisgezinnen , en hoeveel, volgens de hier navolgende Tax, aan ieder bedeeld moet worden, waar van voor ieder Familie een  KEUREN DER STAD HAERLEM. i?5 een Briefje zal worden gemaakt, waar op mede de Naam, Woonplaats, grootte der Familie, en getal der Tonnen Turf, zullen worden gefpecificeerd, en welk Briefje door een Regent en Mede - Regent zal moeten worden getekend; na welke Lyft en Briefjes, vervolgens door de Meefters aan ieder zyne Portie bedeeld zal worden. XIX. De ordinaire Tax of Quantiteit der Tonnen Turf, welke aan ieder Perfoon, of Huisgezin , na derzelver grootheid of conftitutie, bedeeld zal worden, zal zyn als volgt: aan één Perfoon 8 Tonnen ; aan Man en Vrouw, alleen, of met één Kind i of Ton; aan Man en Vrouw met twee a drie Kinderen 12 Ton; aan Man en Vrouw met vier of vyf Kinderen 15 Ton; aan Man en Vrouw met zes en meer Kinderen 20 Ton. XX. Die, niet gealimenteerd wordende, alleenlyk Bedeeling van Turf op Attellatie van hun Lidmaatfchap verzoeken, zullen op een daartoe geftelde dag, in de Maand November, met hunne Vinders, of ten minfte met een Briefje van dezelve, moeten komen, welk voldoende bevonden zynde, zullen derzelver Naamen mede op een Lyft gefteld, en aan dezelve insgelyks zodanige Briefjes , als waar van hier voren gemeld is, uitgegeeven en vervolgens de Bedeeling aan dezelve op den bovengementioneerden voet gedaan moeten worden. XXI. By open Water zal altoos uit de Schuiten gedeeld moeten worden , zullende de Turf in de Schuur bewaard moeten worden tegen een langduurige Vorft , ten welken einde die geene, welke in de Commifliezyn van de Turf te koopen, zorge zullen moeten dragen , dat de Schuur in den Zomer wel voorzien worde. XXII. Telken reize, wanneer de Turf in of uit de Schuur gewerkt, of ook uit de Schuiten aan de Armen omgedeeld wordt, zal een vertrouwd Perfoon door Regenten en MedeRegenten gefteld worden , om te heffen , welke gehouden zal zyn, pertinentelyk te letten op het Tonnen en Schryven van de Tonfters, en alle avonden het getal der gewerkte Tonnen aan den oudften Turf kooper op te geeven. XXIII. In plaats van tweemaal Uitdeeling te doen, zal dezelve voortaan driemaal gedaan worden; zullende de eerfte Deeling niet voor November mogen beginnen, en gedaan moeten zyn voor half December; de tweede gefchieden in January en in het begin van February , en de derde met het begin van Maart. En zal in de eerfte Bedeeling de helft, en in twee volgende, ieder een vierde van de geftelde Tax moeten worden uitgedeeld; doch zal in eene extraordinaire Koude en Jangduurigen Winter, met eenpaarige bewilliging van het volle Collegie, na bevinding van Zaaken , nog eenige extra Bedeeling in de Maand February gedaan mogen worden. XXIV. De Inkoop van Turf zal moeten gefchieden by publicque Infchryving, na een Monfter daartoe te bewaaren, en zal de Leverantie aan de Minftaanneemende gegund worden , en zullen de Aanneemers onder zekere Pcenaliteiten verplicht worden , om op den bepaalden tyd , volgens het Monfter, de aangenomen Turf te leveren; wyders zullen van ieder Schuit 20 Turven door een Meester, niet uitgezogt, maar voor de voet op, voor of achter of in 't midden, uit de Schuit genomen zynde, in 't Diaconie-Huis moeten gebragt, en aldaar geprobeerd worden, en, zo te ftecht bevonden worden, zal dezelve Party afgekeurd moeren worden: wordende de Turf kopers gerecommandeerd, om de nodige toezigt daar omtrent te houden. Van het Bedienen met Klederen. XXV. Geene Huishoudende Perfoonen zullen mogen worden bediend met Linnen, Wolle, Kouften of Schoenen, dan alleen in cas van hooge noodzaakelykheid, by Refolutie van het volle Collegie, en zonder daar van een Jaarlykfche gewoonte te maaken. Van de Bedieninge der Paftanten. XXVI. De Bedieninge der Paffanten, of reizende Vreemdelingen, welke met een behoorlyke Attellatie van hunne Behoeftigheid gemunieerd zyn, zal mogen gefchieden by den Contrarolleur of Mede-Thefaurier, ten hoog! ften tot tien of twaalf Stuivers; grooter Uit* Aa s gif-  176 KEUREN DER STAD HAERLEM. gifte ter dier Zaake zal niet geleden worden , ten ware dezelve gefchied zy met toeftcmming van een Regent en Mede-Regent. Van nog eenige Zaaken, fpetleerende de Bedieningen in het generaal; als mede de Direclie. XXVII. Alle de geenen, welke de Aelmoefien misbruiken , en zich dezelve door een ergerlyk, oncbriflelyk gedrag (als door het frequenteeren van Tavernen, Herbergen, Kroegen of andere onbekwaame Plaatfen, het verkoopen van het Brood, als anderzins) , onwaardig maken, zullen niet alleen van hunne Bediening ontzet, nemaar ook, na bevinding van zaaken, door 'sHeeren Dienaars geapprehendeerd en in 't Werkhuis gebragt worden , om aldaar met hunner handen arbeid de Koft te winnen , waarna het zelve aan Heeren Burgemeefleren zal worden aangediend , om verdere lalt te ontfangen. XXVIII. Regenten of Mede - Regenten zullen niet vermogen eenige Panden van de Armen, die bediend worden , uit de Bank van Leening re loden, of eenige Huishuuren, of andere Schulden van dezelve te betaalen, nog daar voor te refpondeeren of in te liaan. XXIX. Alle dc Legaaten, of extra Mildegiften of Donatien van honderd Guldens en daarboven , zullen de Regenten en Mede-Regenten gehouden zyn te beleggen aan Obligaden op 't Gemeene Land van Holland, ten Coroptoire van deeze Stad, of van andere voornaame Steden in Holland, edoch niet in Hypotheken of vafle Goederen, doch ingevalle van de contraire Intentie van den Tellateur of Geever mogte blyken, zal deszelfs Wil en Begeerte moeten worden nagekomen. XXX. 's Jaarlyks zal in de Maand Augufti een Commiffie gedecerneerd worden, om op het ; Ooft en Weftindifch Huis te Amfterdam te gaan verneemen, of eenige Jongens, welke ' gealimenteerd zyn geweeft, iets te goed ge- i laaten hebben; insgelyks ook, of daar van < iemand t'hunnen behoeve eenige Legaaten zyn ] gemaakt, en zo ja, de verfchuldigde Gelden < te ontfangen. XXXI. Alle deeze Articulen zullen op de-Gom-f paritie van Aanneeming, welke in de Maand Mei gehouden wordt, voor het gantfche Collegie van Regenten en Mede-Regenten, ter prefentie van Heeren Superintendenten, worden voorgeleezen; en zullen alle de Leden, ieder voor zoveel hun aangaat, aanneemen , dezelve punctueelyk te zullen achtervolgen. /ïanhangzel, betreffende de Diaconen. Articul I. Het Collegie van Diaconen zal beftaan als van ouds uit veertien Per/bonen, dan waar van (zo als in 't Capittei van het Reglement handelende van den Mede-Thefaurier, Conrrarolleur of Scriba gemeld is) maar twaalf zullen Collecteeren; 11 Dezelve zullen hunne Byeenkomften houden in.de Kamer van de Jans Kerk, en op die tyden door den Knegt der Diaconie bediend worden. III. Ook zullen dezelve in de Kamer aan de' Jans Kerk hun generaal Boek en Kas houden; ten welken einde zy, na de gedaane Collectens in de refpéctive Kerken, de gecollecteerde Gelden, met afliftentie van een Suppooil, in gemelde Kamer zullen brengen ; aldaar telkn, te boek zetten en in de tas opfluiten ; en zullen voorts het Geld , iet welk alle Weeken gecollecteert zal zyn, laags voor de Brood-Bediening, op zodanig ïur, als de Thefaurier en Mede-Thefaurier iaartoe eens en vooral zullen bepaalen, met :ene /peciffque Notitie, verzegeld, aan gcnclden Thefaurier doen toekomen. IV. Voorts zullen, als van ouds, ieder Viercnleeljaars, na bekomene permiffie van Heeen Burgemeefteren, door de twaalf Diacoicn Collecten aan der goede Lieden Huizen ;edaan worden; zo als mede in de Maand vugufti van ieder Jaar, na permiffie als boen, de zogenaamde Turf-Collecte,en zulks net en beneftens de Aelmoefleniers Extraorinair,en van welke laatftgemelde Collecte bet 'rovenue, na aftrek van 300 Guldens voor e Walfche Diaconie, voor de helft aan het tehnoefteniershuis zal worden uitgekeerd. V. Het Geld van alle de voornoemde ordinai-i re  KEUREN DER STAD HAERLEM. 177 re en Extraordinaire Colle-ctens zal op denzelven dag van de Collecte, op maniere als voren , aan den Thefaurier behandigd worden. VI. Diaconen zullen, ten einde van ieder Jaar, het Boek voor het geheele Jaar opmaaken, om te zien, wat in dat Jaar in alle de Kerken gecollecteerd is. In kennifTe van My, J. H. van DA M. Ordre en Reglement voor het NIEUWE DIACONIEHUIS binnen de Stad Haerlem, finalyk gearrefteerd by Refolutie van de Heeren Raaden en Vroedfchappen derzelve Stad; van den 26 November 1770. Capittel I. Over de Regeer in ge van bet Huis, de Heeren Super- In f enden ten en Regenten ; mitsgaders over de RegentejJ'en en haare Functie. Articul I. Het Nieuwe Diaconie- of Armen-Huis zal worden gerekend het zesde in .Rang, onder de Groote Godshuizen deezer Stad. II. De Directie over het zelve Diaconie-Huis zal ipecialyk gedemandeerd zyn aan de Heeren Super-Intendcntcn en aan de zeven Regenten, by het eerfte en tweede Capittel van de Ordre en Reglement op de Directie der Nederduitfche Gereformeerde Diaconie, gearrefteerd den 18 Mei 1767, nader befchreven. HL En zullen dezelve Regenten daartoe alle Weeken in 't voorfz. Huis moeten vaceeren, op zodanigen dag, als onderling zullen beraamen, behalven de extraordinaris Comparitien, die door de Heeren Super-Intendenten, of den voorzittenden Regent, nodig zullen worden bevonden , en dat behalven de Comparitien, die door het volle Collegie van de Heeren Super-Intendenten, Regenten en Mede-Regenten, of door Gecommitteerden uit dat Collegie, moeten worden waargenomen , ingevolge de Ordre en Reglement van den 18 Mei 17Ó7. IV. Op deeze ordinaris Weekelykfche Comparitien zullen worden verhandeld, alle de Zaaken het Huis concerneerende: En mitsdien aldaar moeten worden voorgedraagen, al 't geen de Commenfaalen en verdere Gealimenteerdens cencerneert; ook aldaar worden gedelibereerd over 't geen tot nodig onderhoud van het Gebouw en der Meubilen vereifcht wordt, zo als mede al het geen de Bakkery betreft, welker Beftuur alleen aan de Regenten van deezen Huize wordt overgelaaten. Zo als mede aldaar uit de Penningen, die de Thefaurier uit de Kas der Dia ■ conie tot onderhoud van het Huis by het volle Collegie gequalificeerd zal zyn uit të tellen, de nodige Betaalingen het Huis aangaande , zo aan dc natenoemene Regentelfen tot de Huishoudinge, als aan den Binnen-Vader , zullen worden gedaan. V. En zal mitsdien door een derzelve Regenten moeten worden gehouden een Memoriaal , waarin de Penningen, van den Thefaurier ontfangen , in ontfang, en daar tegens in uitgave zullen worden gebragt de Weeklykfche Poften daaruit wordende betaald. VI. De Regenten zullen ook fpeciaal regard neemen moeten, op alle de Suppooften van het Huis, en dezelve houden tot hunnen Plicht, en in cas van Wangedrag of Plichtverzuim , dezelven mogen corrigeeren en ftralfen ; zelfs met fufpenfle of verlaatinge van hunnen Dienft; doch in 't laatfte geval niet anders dan met toeftemminge van de Heeren Super-Intendenten. VII. Dezelve Regenten zullen ook hebben de bezorging van den Inkoop van het nodige Vleefch, Spek, Boter'cn Kaas, GruttersAa 3 waa-  i?8 KEUREN DER STAD HAERLEM. waaren, en 't geen verders tot Confumtie van het Huis wordt vereifcht, met overleg van de natenoemene Regentelfen} mitsgaders ook de bezorging van den Inkoop der Stoffagien tot Kleedinge der Gealimenteerdens, gelyk mede van allen Inkoop van eenige importantie; doch ook, zo veel nodig is, met overleg der Regentelfen. VIII. Edoch, zullen geene Refolutien van eenig aanbelang mogen worden genomen, dan met kennilfe , overleg en goedvinden der Heeren Super-Intendenten. IX. En zullen voorts tot Regenteffèn van het voorfz. Diaconie-Huis, door de Ed. Groot Achtb. Heeren Regerende Burgemeefteren deezer Stad , voor een onbepaaiden tyd, worden aangefteld en gecommitteerd vyf deftige Vrouwen, Ledemaaten van dc Gereformeerde Kerke, of wel bejaarde Vryfters, die de Directie over het Huishoudelyke van het voorfz. Diaconie - Huis zullen moeten waarneemen, alles onder het Oppertoezigt van de Heeren Super-Intendenten en Regenten. X. En zullen dezelve Vrouwen en Vryfters, tot Regentelfen aangefteld wordende, die Aanftelling niet mogen wyzen van de hand, maar even als Diaconen en Regenten, verplicht zyn dezelve te accepreeren. XI. Zullende dezelve ook ten minfte eens 's Weeks in het voorfz. Huis haare ordinaris Vergadering moeten houden, behalven de extraordinaris Comparitien , die door de Prefidentefle nodig mogten bevonden worden aan te leggen. XII. Op dezelve Weekelykfche Comparitien zullen dezelve Regentelfen naauwkeurig toezigt houden op den gang van het Huishouden, en daartoe Schaft-Ceelen fchryven voor de Tafels van de Keuken, en der Gealimenteerdens, zo die tot de Commenfaalen, als die tot den Armen behooren; alzo de Intentie is, dat voor de Commenfaalen, op nieuws in Huis zullende worden ingenomen, geen andere Spys zal worden opgedifcht, als voor de overige Gealimenteerdens, XIII. En zullen dezelve Regentelfen , in het maakèn der Schaft-Ceelen , aile mogelyke Zuinigheid betrachten, zorge draagende ,dat de Spyzen, die den Armen worden toegediend , mogen zyn goed in haar foort, en tot gezond Voedzel ftrekkende; maar voorts zo min koftbaar als mogelyk is, en over zulks , dat ook alle menagie in 't lchaffcn van Vleefch en Spek worde betracht, alzo de Alimentatie daarheen behoort te ftrekken , om de behoeftige Luiden van goed en gezond Voedzel te voorzien, maar geenzins om dezelve tot iets, boven 't noodzaaklyke, te gewennen. XIV. Zullende insgelyks de Tafel van de Keuken, van den beginne af aan , zo moeten worden ingericht en gehouden , dat die in geenen deele eene gemeene Burgerlyke kome te overtreffen. XV. En oftchoon, omtrent de Ziekekamers, eenige meerder Vryheid wordt toegeftaan , zullen dezelve Regentelfen mede zeer naauwkeurig moeten toezien, dat, onder dat pretext, geene misbruiken worden ingevoerd, en generaalyk daarop letten, dat alle Spyzen behooriyk gereedgemaakt, ordentelyk opgedifcht, en ten oirbaarfte gebruikt worden, zonder dat 'er ietwes verlooren gaa. XVI. Dezelve Regenteftèn zullen ook de bezorging der Kleederen, zo van Wolle als Lywaat, als mede der Schoenen, Muilen en Klompen, met dc meefte zuinigheid moeten betrachten, en in regarde van de Uitzetten :ich ftiptelyk gedraagen na de Ordres daaromtrent by deezen Reglemente geftatueerd, :onder daar van eenigzins af te gaan. XVII. Gelyk ook naauw regard zullen neemen, lat de Kleederen en Linnengoed , zo tot het -yf, als tot de Legging en Tafel hehooren3e, behoorlyk en tydig worden gerepareerd, ;n niet worden verwaarloosd; gelyk mede, lat de Schoenen, zo lange zulks eenigzins ;efchi den kan, worden gerepareerd, ook :orgende, dat het afgelleetene en onbruikbare ten meeften profyte van het Huis worde ;ebeneficeerd. XVIII. Zul-  KEUREN DER STAD HAERLEM. 1/9 XVIII. Zullen ook fpeciaal regard moeten neemen , dat behoorlyke Reinigheid en Zuiverheid in 't Huis worde in acht genomen, zo omtrent het Huis en dc Vertrekken zelve, als omtrent de Perfoonen der Gealimentcerdens; en de Suppooften daartoe lliptelyk houden, dat de Gealimenteerdens van Ongedierte worden zuiver gehouden; wordende mits deezen gequalificeerd, om daar tegens zodanige Pcenaliteiten, Boetens en Straffen in te ftellen , als , met overleg der Regenten , daartoe meelt bekwaam zuilen worden geoordeeld; welke Regenten dan ook tothandhaavinge der goede Orde het hunne zullen moeten toebrengen. XIX. Zullen ook naauwkeurig moeten letten, dat de Proviiien van Eetwaaren ordentelyk bewaard, en met dc meefte zuinigheid worden uitgedeeld, en ten dien einde opzicht hebben en neemen over de Slacht, en zorgen, dat het Vleefch en Spek in goede orde worde ingemaakt, en ook Boekhouden van het Vleefch, Spek, Booter, Kaas en andere Eetwaaren, die opgelegd en van tyd tot tyd ter confumde worden uitgegeeven. XX. Zullende voorts alle kwaadc Inkruipingen en Abuizen, zo veel'haar doenlyk is, moeten zoeken te ontdekken en tegengaan, en, ietwes van die natuur gewaar wordende, het zelve de Regenten mededeelen, om gezamentlyk te overleggen, wat daar tegens, met de meefte uitwerking, kan worden aangewend. XXI. Zullen ook byzonder opzicht houden op de Wollc- en Linne-Naaikamers, Spinfchool en Breifchool, en andere Werken, en zorge draagen, dat de Kinderen aldaar aan 't Werk gehouden, en volgens derzelver Jaaren en Capaciteit, tot derzelver meeften nutte en voordeel van het Huis, worden geëmployeerd; dat ook de oude Vrouwen aan 't Spinnen worden gehouden, en dezelve, als ook de oude Mannen , aan 't Boomen en Kloflèn gezet worden, op dat de Leedigheid zo veel belet moge worden als doenlyk is; gelyk ook naauw toezicht zullen houden, dat de Kinderen in het leezen en fchryven goede voortgang maaken , en zich in den Godsdienft oeffenen. XXII. Zullen ook , zo veel doenlyk, de Stoffen , die in 't Huis kunnen worden gefabriceerd, ten gebruike van het zelve moeten worden geëmployccrd. XXIII. De Regenteffèn zullen ook hetgeen van de Naaikamer en andere Werken provenieert ontfangen, en daar van, zo als ook van alles, 't geen by haar uit eenige andere hoofden voor het Huis ontfangen mogte worden , als mede van de Uitgaaven daartegens ioor haar wordende gedaan, eens's jaars aan ie Super-Intendenten cn Regenten fpecifique [lekening moeten doen. XXIV. Dezelve Regenteffèn zullen by haare Aantelling , in handen van de Heeren Burgeneeiteren, moeten afleggen den Eed, weite by de Regenteffen van de refpéctive Godsïuizen wordt gedaan, en daar benevens fpenaalyk , onder Eede , moeten belooven , len Inhoude van deezen Reglemente , zo ils mede van de Ordre en Reglement op de Directie en Bediening der Nederduitfche Geeformeerde Diaconie binnen deeze Stad, Dp den 18 Mei 1767 gearrefteerd, in alle zyne üeelen, en alle verdere Ordres van de Vroedfchap, op het Stuk der Diaconie gemaakt of nog te maaken, zo yeel eeniga'ns mogelyk, en voor zo verre zulks haar nogte aangaan, ftiptelyk en punctueeiyk te :ulien obferveeren en nakomen, en voor zo cel in haar is, te doen nakomen. XXV. En wanneer , door Sterfgeval of anderins, eene Regentcfles plaats vaceerd, zal, o fpoedig als mogelyk is, door de overige legenteften worden geformeerd , en aan téeren Burgemeefteren ter Electie geprefeneerd, een Nominatie van drie Perfoonen, odanig gequalificeerd als Art. IX. is gemeld * im daar uit eene by hun Ed. Groot Achtb. 2 worden geëligeerd. Capittel II. Van de Suppooften. Articul I. Behalven den Provooft, de twee Meefters n de ordinaire Knecht van de Diaconiehuien nog worden aangefteld: Een  i8o KEUREN DER STAD HAERLEM. Een Binnen - Vader en Binnen - Moeder , waartoe een getrouwd Paar Mcnfchen zal moeten worden gezogt, van bekwaame Jaaren, zonder met minderjaarige of toezigt behoevende Kinderen belaft te zyn , Ledemaaten van de Gereformeerde Religie, en hebbende goed getuigenilfe van hun Gedrag, Zeden en Bekwaamheid, op zodanigenTractement, als by de Heeren Super-Intendenten en Regenten zal worden bepaald. II. By vacatuure van het Binnen - Vader of Binnen-Moederfchap zullen door de Heeren Super-Intendenten en Regenten, met overleg der Regentelfen, andere bekwaame Perfoonen worden aangefteld. 111. De Binnen-Vader zal de generaale Directie, Opzigt en Befliering over het geheele Huis moeten houden, en zullen niet alleen de Gealimenteerdens, zo wel oude als jonge , maar ook de Commenfaalen en de andere Suppooften, zyne beveelen, zonder tegenlpreeken, moeten gehoorzaamen. IV. De Binnen-Vader moet in 't byzonder acht ftaan op Vuur en Licht, ter voorkoming van Brand, en dus ook naauwkeurig toezigt houden en doen houden, dat alle de Gealimenteerdens en Commenfaalen, ter vaflgeftelden tyd, ter rulle gaan, en ook'smorgens, naar de orde van het Huis, opftaan; ook op het fluiten en ontfluiten van het Huis, 't welk doorhem zelfven in Perfoon des avonds en ochtends zal moeten gefchieden ; zullende ook ten dien einde de Sleutels onder zyne bewaaring en verantwoording houden. Ook op de Provifien van Vleefch, Spek,Booter, Kaas, enz. dat dezelve wel bewaard en voor ongemak bevryd blyven. Gelyk ook mede op de Turf, fpeciaal zorgende, dat daar van, niet alleen in de Huishouding, maar ook in de Bakkery, geen onordentelyk gebruik worde gemaakt. V. En hy zal voorts generalyk het oog moeten houden op den geheelen gang van het Werk, en, zo veel mogelyk is, zorgen dat alle de Suppooften en Bedienden hunne Poften getrouwelyk en naar behooren waarneemen, en gehouden zyn van de Defeften, hem daarin ontmoetende, zonder oogluiking of diffi- mulatie, aan de Regenten kenniffe te geeven. VI. De Binnen-Vader zal ook fpeciaal naauwkeurig opzigt neemen op het Gebouw, zo boven als beneden, en zien of hier of daar ook ietwes befchaadigd is of ontbreekt, of ook eenige Lekkagien of andere Defecten zich opdoen, en daar van aanftonds moeten kennis geeven aan den Prefident Regent, op dat daarop ten fpoedigften de nodige voorzieninge worde gedaan. VIL De Binnen-Moeder zal van haare zvde ook alle d e Suppooften en Bedienden, mitsgade s de Commenfaalen en Gealimenteerden, van de Vrouwelyke Sexe, onder haar byzonder beftuur en opzigt hebben, dewelke ook gehouden zullen zyn , haar, zonder tegenfpraak, te gehoorzaamen, en alle refpek te bewyzen; zo als de Manluiden, aan wien zy in de waarneeming van haare Huiszorg ietwes te belaften mogt hebben, ook verplicht zullen zyn, zich omtrent haar met alle vereifchte onderwerping te gedragen. VIII. De Binnen-Moeder zal ook de Spyze, die door de Vrouwen Regenteffèn , volgens daartoe gemaakte Schaft Ceelen, refpeélivelyk voor de Keuken en voor de Commenfaalen en Gealimenteerdens zal zyn voorgefchreeven , met affiftentie der Keukenmeiden , in goede orde moeten toebereiden, en zorge draagen, dat dezelve op de vaffgeftelden tyd preciefelyk gereed zyn, en ook bezorgen , dat dezelve ten mee/ren oirbaar worde genuttigd, zonder dat daar van ietwes vcrlooren gaa. Zullen in 't byzonder ook naauwkeurig en fcherp moeten letten , dat geen Spys of Drank, of eenigerhande Provifie uit het Huis worde gedraagen, en, daar van iets verneemende, naauwkeurig onderzoek daarna doen, en aanftonds aan den Prefident Regent kenniffe daar van geeven. En zullen zo veel te meer zich zeiven moeten wachten , om zich daar aan fchuldig te maaken ; zullende in zodanigen gevalle aanftonds door de Regenten in verzekerdheid worden gefteld en aan de Juftitie worden overgeleeverd. IX. De Binnen-Vader en Binnen-Moeder zullen, behalven dit algemeene , ook moeten nakomen, en in allen deele obferveeren zo- dani-  KEUREN DER STAD HAERLEM, 181 danige Inftruclie, als aan haar zal worden ter hand gefteld. X. Behalven de lluismciden, waartoe Kinderen , in dit Godshuis gealimenteerd wordende, zullen moeten worden geëmployeerd, zullen door de Heeren Super Intendenten en Regenten , en met overleg der Regenteffèn , voor zo verre de Naaikamers, Breifchool en Ziekenkamer betreft, worden aangefteld: Een of meer Baazen toe het Weeven ofandere Handwerken. Een Wollen-Naaivrouw. Een Linnen-Naaivrouw. Een Breimoeder. Een of twee Ziekemoeders. Een Moeder van het Spinfchool. Een Schoenmaker met zyn Knecht. Een Kleermaker. Een Bakker, en een of twee Onderbakkers. XI. Zullende alle de bovengemelde Suppooften, Zo veel mogelyk is, in het Huis zelve moeten woonen, en zich alle moeten reguleeren naar zodanige lnftruétien, als hun door Heeren Super-Intendenten en Regenten zullen worden voorgefchreeven. Capittel III. Wie in V Diaconiehuis zullen worden ingenomen* Articul I. In 't Diaconiehuis zullen worden ingenomen alle by de Diaconie gealimenteerd wordende Mans- en Vrouwsperfoonen, die door hoogen Ouderdom buiten ftaat zyn zich Zei ven te helpen. II, Ook de zodanige, die, fchoon jonger van Jaaren, door Blindheid of eenig ander Lichaams-gebrek, buiten ftaat zich bevinden om de Koft te winnen. III. En zullen Wyders Kinderen, mits niet ouder zynde dan drie Jaaren, door hunne gealimenteerd wordende Ouders in het Diaconiehuis gebragt mogen worden , en aldaar ter Opvoeding aangenomen moeten worden; doch zullen zodanige Kinders in het Diaconiehuis moeten blyven tot hunne Meerderjaarigheid, behoorlyk Leezen en Schryven Vervolg van 't /. Deel, 5 Stuk. kunnen, enBelydenis van den Chriftelyken Gereformeerden Godsdienft zullen hebben gedaan, en in ftaat zyn om behoorlyk de Koft te kunnen winnen. IV. In dit Huis zullen ook worden ingenomen Kinderen van hunne Ouders verhaten, ook moederlooze Kinderen, welker Vader zich tot de Vaart, of in'sLands Dienft begeeft; ook de Kinderen van zulke Lieden, die door de Policie of Juftitie worden geeonfineerd; alles met dien verftande nogthans, dat de Ouders van zulke Kinderen moeten behoord heoben tot de Bezorging der Diaconie. V. En zullen dezelve Kinders, wanneer hunne Ouders wede. om komen, of uit hun Coofi» nement ontflageo worden, in 't Huis moeten worden gehouden, of wel aan dezelve Ouders kunnen worden wederom gegeeven en toebetrouwd , zo wanneer 't Collegie van Super-Intendenten en Regenten zulks Zal komen goed te vinden, naar welk goedvinden, in allen gevalle, zodanige Ouders zich,zoiv der tegenzeggen zullen moeten reguleeren. VI. Bejaarde Perfoonen en Kinderen , by de Walfche Diaconie gea'imenteerd wordende, ! zullen, ten verzoeke van dezelve Diaconert ■, mede in dit Huis moeten worden ingenomen, mits de Koften der Alimentatie door dezelve Diaconen worden gedragen. VII. Voorts zullen ook in 'f Diaconiehuis mogen en moeten ingenomen worden zodanige Perfoonen,die,zonder Alimentatie niet kunnende leeven, volgens het oordeel der Heeren Superintendenten, Regenten en MedeRegentcn, of fchoon jonger van Jaaren zynde, en zonder merkelyke Lichaams-gebreken, echter, om andere redenen, menageufer in het Diaconiehuis, dan daar buiten, kunnen gealimenteerd Worden , of die aidaar beter tot hun plicht kunnen worden gehouden. Vin. Zullende het geenzins ftaan aan de Keure der Gealimenteerdens, of zy in het Huis willen komen of niet, maar gehouden zyn, zich aan het goedvinden van 't Collegie te gedraagen, of van aile Alimentatie moeten afzien. Bb IX. Ge-  182 KEUREN DER STAD HAERLEM. IX. Gelyk ook aan 'r goedvinden van het Collegie zal ftaan, om Perfoonen, die by 't zelve geoordeeld worden in het Huis niet nuttig te zyn. uit het zelve te dimitteeren. X. Alle de in dit Huis gealimenteerd wordende Perfoonen, zo wanneer zy door Ziekte of Zwakheid niet geheel buiten ftaat zyn, zullen, ieder naar hun vermogen, aan Werk gehouden worden, en niemand toegelaaten worden zyn tyd in luiheid door te brengen. XI. De Regenten zullen de Jongens aan het Trekken zetten, de Wevery doen leeren, of op een Ambacht of andere Koftwinning berteeden , op zodanige Conditiën , als ten meeften voordeele van 't Huis, en ten befte der Kinderen, zullen kunnen bedingen. XII. De Jongens, die buiten ftaat zyn, om te Trekken of een Ambacht te leeren , zullen in het Huis tot Huisdienften ten beften moeten worden gebruikt, of ook aan het Breijen, Spinnen of ander Werk worden gezet. XIII. De Meisjes, die niet buitenshuis worden aanbefteed, zullen in het Brei-of Spinfchool, en in de Naaikamers , als mede tot Huisdienften , moeten worden geëmploieerd. XIV. De oude Mannen en Vrouwen zullen aan het Boomen, Kloflen, Spinnen en Breijen moeten worden gezet. XV. En die daartoe onwillig zyn, zullen door Kaftydingen, zo van Opftuiten, onthouding van de gewoone Spys, als anders, tot hun Plicht moeten worden gehouden. XVI. Daar tegens die werken, zullen uit het geene zy kunnen verdienen eenig Zakgeld behouden , zo als Regenten zullen komen goed te vinden. Edoch, behalven dien, zal aan de Gealimenteerdens geen Zondagsgeld, Zakgeld, Tabaksgeld of diergelyke mogen worden gegeeven. XVII. De Huiszittende Gealimenteerdens zul¬ len, wanneer zy buiten Werk zyn, zich in in deezen Huize moeten vervoegen, om te verneemen of aldaar aan 't Werk kunnen worden gezet, op pcene van, by nalaatigheid van dien, van hunne Alimentatie te zuilen wezen verftooken , als wanneer de Regenten of Regentelfen, voor zo verre zulks doenlyk is, henluiden aan 't Werk zullen ftellen, en een daghuur doen verdienen; en zullen zich in dien gevalle in alle ordentelykheid hebben te gedraagen, op pcene van zelfs by Confirfement te worden geilraft. Capittel IV. Van de Commenfaalen. Articul I. Gehuwde Perfoonen $ de jongfte van beide, bereikt hebbende den Ouderdom van ten minften 50 Jaaren, wanneer aan de Diaconie zullen kunnen cedeeren en overgeeven een Capitaal van ten minften acht honderd Guldens, zullen, om in het Diaconiehuis als Commenfaalen te worden ingenomen, in Perfoon verzoek mogen doen aan 't Collegie van de Heeren Super-Intendenten en Regenten, en ook daartoe, zo geene redenen ter contrarie zich opdoen, worden geadmitteerd. II. Edoch zullen dezelve niet meer in getal mogen zyn dan zedig Perfoonen, welk getal vol zynde , geene anderen zullen werden aangenomen, dan by vacatuure. III. Ongehuwde Perfoonen, niet jonger dan 55 Jaaren, en cedecrende als boven een Capitaal van vyf honderd Guldens, zullen mede wezen admiflibel; doch zullen de getrouwde Lieden altoos hebben de preferentie. IV. Van de bepaaling der Jaaren en van het in te brengen Capitaal zal niet mogen worden afgegaan, al ontbraken maar weinige dagen aan de Jaaren, of maar eenige Stuivers aan het Capitaal; zullende van de Jaaren by Doopcedulle of andere valable .Atteftatien moeten blyken. V. Deeze Commenfaalen zullen de volgende Voor- rentie. 1  KEUREN DER STAD HAERLEM. 183 Voorrechten genieten; dat zy een apart Vertrek voor hunne Wooninge zullen hebben, de ongetrouwde echter twee aan twee, en dat zy te zamen aan een aparte Tafel zullen eeten, wel dezelfde Spys, die aan de andere Gealimenteerdens wordt opgedifcht, maar daarby Keuken-Brood en Keuken-Bier, waar door verftaan wordt Huisbakken Tarwenbrood en vier Guldens Bier. VI. De Commenfaalen zullen ook, wanneer zy zulks verkiezen, hunne eigen Kleederen mogen dragen, mits zorge draagende, da: dezelve ordentelyk zyn; doch zulks niet verkiezende, zuilen dezelve op dezelfde wyze als de overige Gealimenteerdens worden gekleed, zonder eenig het allerminfte onderfcheid. VII. De Commenfaalen honderd Guldens aan contant Geld en daar boven halaatende, zullen in 'eene der Kerken deezer Stad mogen worden begraaven. VIII. Die als Commenfaalen in dit Huis worden aangenomen, en Leden zyn van eenige Weduwen-Beurzen of Boffen binnen deeze Stad, zullen daarin mogen blyven, en daaruit niet kunnen worden geweerd , gelyk zulke die als Gealimenteerdens in eenige Godshuizen deezer Stad worden ingenomen , nademaal dezelve Commenfaalen als zodanige in deezen Huize niet worden aangenomen , dan na het vereifchte Furniflement van Penningen te hebben gedaan; en zullen de Weekelykfche of Maandelykfche Contributien,door dezelve Commenfaalen aan de Boffen verfchuldigd, door het Huis worden gedaan, waarop een der Meefters zal moeten paften. IX. Wanneer Commenfaalen het Huis zullen willen quiteeren, zal hen zulks gepermitteerd zyn; doch zullen zy geene reftitutie van de gefurneerde Penningen mogen eiffchen. X. Gelyk ook, by derzelver overlyden, hunne geheele Nalaatenfchap ten behoeve van het Godshuis zal vervallen, ten ware door hen of hunne Erfgenamen het Recht van 't Huis ware afgekocht. XI. De Commenfaalen zullen, zo min als de I Gealimenteerdens, geen Zondagsgeld of Tabaksgeld, of diergelyke genieten. XII. Edoch, wanneer zy door hunner Handen Arbeid ietwes kunnen verdienen, zal zulks geheel voor bun zyn, zonder dat het Huis iets daar van zal kunnen eiffchen. XIII. De voorfchreeven Commenfaalen zullen zich met alle gehoorzaamheid moeten onderwerpen aan den Binnen-Vader en BinnenMoeder, en ftiptelyk obferveeren de Ordres van 't Huis, op pcene van anderzins, even als de andere Gealimenteerdens , te worden gecorrigeerd. Capittel V. Over den Uitzet der Kinderen , de Corrciïien, en Jaarlykfche Monftering. x Articul I. De Kinderen in deezen Huize Gealimenteerd wordende, wanneer zy zullen bereikt hebben den Ouderdom van vyf- en-twintig Jaa* ren, behoorlyk Leczen en Schryven kunnen, en Bclydenis van den Godsdienft zullen hebben gedaan, en in ftaat zyn om op eene ordentelyke wyze de Koft te winnen, zullen uit deezen Huize worden gedimitteerd met een Uitzet, waartoe nogthans niet meerder dan één honderd Guldens, op het meeft, zal mogen worden gefpendeerd. II. Wclverftaande, dat de Zwarte Klcederen tot het voorfz. Uitzet behoorende , aan de voorfz. Kinderen niet zullen worden afgeleeverd by hun vertrek uit deezen Huize, maar eerft een Jaar daarna , wanneer zy als dan zich in deezen Huize in Perfoon vervoegen, en het den Heeren Super-Intendenten, Regenten en Regenteffèn ten genoegen gebleeken is, dat zy zich het zelve niet onwaardig hebben gemaakt, en in dien tyd zich zeiven, zonder eenige Alimentatie, hebben beholpen , en anders niet. III, De voorfz. Uitzet zal ook alleen mogen en moeten gegeeven worden aan zulke Kinderen , die geduurende hunne Alimentatie zich gefchikt, ordentelyk en gehoorzaam zulBb a' len  184 KEUREN DER STAD HAERLEM. Reglement voor de STADS-SCHOOLEN binnen HAERLEM; van den eerften April 1785. B URGE MEE STÈREN en RE¬ GEERDERS der STAD HAERLEM, gezien en geëxamineerd heb¬ bende de Me mor ien , door de Infpecloren van de Stads-Schoolen alhier aan hun Edele Groot Achtb. geprefenteerd, behelzende verfcheidene Confideratien tot verbe¬ tering van de gemelde Schooien , tevens met de opgave der veranderingen, welke in het Reglement voor de Stads - Schoolmeefters, op den 10 Mai des Jaars 1757 gearrefteerd, volgens het oordeel van voornoemde Infpecloren , zouden behooren gemaakt te worden; mitsgaders in achting ge¬ len hebben gedraagen, en over zulks geenzins aan de zodanigen, die door Luiheid, Ongehoorzaamheid of onbetaamlyk Gedrag zich betoond hebben onwaardig te zyn de Weldaad hunner Opvoeding. En worden mitsdien de Heeren Superintendenten, als mede de Regenten en Regentelfen door deezen niet alleen gequalificeerd , maar wel ernftelyk gerecommandeerd, om in het vergunnen der voorfz. Uitzetten naauwkeurig acht te geven, op het voorig Gedrag der voorfz. Kinderen; en om :dezelve Uitzetten of geheel te weigeren, of zodanig te verminderen, het zy op de helft, als anderzins, als zy naar voorkomende gelegenheden zullen oordeelen tc behooren. En op dat de voorfz. Kinderen te beter m goede DifcipTine mogen worden gehouden, zullen dezei 'e, wanneer zich komen te mis- j grypen, aan een of twee Blokken worden gefloten, of op de Bok gelegd en gekaftyd, of wel voor eenige dagen te Water en te Brood geleid , of voor eenige Jaaren in 't Werkhuis geconfineerd en 't Huis kunnen worden uitgezet, zo als Heeren Super In tendenten en Regenten, naar exigentie van Zaaken, tot behoud der goede Order, en tot weering van alle Onordentlykheden, zullen oordeelen te behooren. VI. Tweemaal in 't Jaar zullen de Regenten en Regentelfen, waar by ook de Heeren Super-Intendenten, immers een van hun, zal trachten te affiftceren, houden eene generaale Overziening en Monftering van alle de in Huis woonende Gealimenteerdens, zo Commenfaalen , oude Lieden als Kinderen; geduurende welken tyd het Huis moet gefloten gehouden worden, en alle de Suppooften mede prefent zullen moeten zyn. VII. Zullen dan alle dezelve Gealimenteerdens, alleen uitgezonderd, die door Ziekte of anderzins buiten ftaat zyn, een voor een voor Regenten en Regenteflèn te zaanaen vergaderd, verfchynen; en dan ieders Comportement cn Gedrag naauwkeurig onderzogt worden, en in 't byzonder, hoe zy (laan met het Werk waaraan zy gelleld zyn, en de Kinderen omtrent hunne vordering in het geen zy leeren. VIR. Daar benevens zullen de Regenten en Regenteflèn , immers eenige van hun , zich ook begeeven in dc Ziekc-Kamers cn naauwkeurig examinceren, of alles daar ook naar behooren toegaat, en de nodige Ordre?, (lellen tot verbetering der Abuizen, die aldaar mogten bevonden worden; zo als mede gelyke lnfpecTie, zo in de Bakkery, als in de Magazynen, zal moeten worden gedaan, en elders daar het nodig bevonden wordt. IX. > En zal deeze Monftering niet alleen gaan over de Commenfaalen en Gealimenteerdens , zo oude als jonge Perfoonen; maar zullen de Regenten en Regenteflèn als dan ook alle de Suppooften voor hun doen verfehynen, en hen ondervragen naar den Welftand van het Huis en elkanders Comportement, en naar gelegenheid van Zaaken'de nodige Orders ftellen, op dat ieder zich van zyne Plicht kwyte, en alle Nalaan'gheden en kwaade Inkruipingen vroegtydig worden geweerd. In kenniffe van My, O. van SCHUYLENBURCH.  KEUREN DER STAD HAERLEM. 185 genomen hebbende de noodzakelykbeid van zodanige veranderingen , ten einde het beilzaame oogmerk van de inrichting deezer Schooien des te beter bereikt moge worden ; en byzonder lyk gelet op het nut, V welk uit est; beter ingerigt onderwys van de armen en behoeftige:!, niet alleen voor hun zelf', maar ook in 't gemeen voor deeze Stad, en derzelver goede Burgery, te wachten is ; hebben , na rype deliberatie goedgevonden en verftaan, by alteratie en ampliatie van bet voorfz. Reglement van den 10 Mai f757, te arrefleeren, gelyk hun Ed. Groot Achtb. arrefteeren by deeze , hst navolgende REGLEMENT voor de STADS-SCHOOLEN alhier; ordonncerende een ieder, wien hst aangaan mag , zich naar het zelve, als ook naar alle verdere ordres, by hun Ed. Groot /Iclnb. hieromtrent te ftellen, fliptelyk te gedragen. Van de Stads - Schooien in V gemeen. Articul £ - Er zullen binnen deeze Stad drie StadsSchoolen zyn, geplaatft in de drie hierna befchrevene Wyken, en gefchikt tot het onderwys van de Armen, die in dezelve Wyken woonachtig zyn. ir. De eer/ie Wyk, letter A genoemd , waar van het School zal zyn ia dc lange Lakenllraat, zal in zich behelzen het Wok tuflchen de Zylftraat zuidzyde, Groote Markt, Warmoesflraat, Schagchelllraat, en'tgroote Heiligland weftzyde tot aan de Veil; en buiten de Stad al wat aan de weftzyde van den kleinen Houtweg ligt tot aan den Zylweg. De tweede Wyk, letter 13, waar van het School zal zyn op het Spaarne, by de Barnefteeg, zal bevatten al wat over het Spaarne ligt, en nog aan deeze zyde, al wat tusfchen de ooftzyde van het Groote Heiligland, de Schagchelllraat, Warmoesftraat, oude Groenmarkt, ooftzyde van de lange, zuidzyde van de Korte Bagyneftraat, de weftzyde van de Bakeneflergragt van de Kwakelbrug tot de Wildemansbr.ug, en het Spaarne gevonden wordt; voorts noch buiten de Stad al wat aan de ooftzyde van den kleinen Houtweg, buiten de Eendjes, Schalkwyker, en Spaarnwouder Poorten ligt. De derde Wyk, ietter C, waar van het School zal zyn in de Wyngaardftraat, begrypc in zich al wat aan de overzyde van de Zylftraat en Groote Markt, de weftzyde van dc lange, en de noordzyde van de Korte Bagyneftraat, ligt, voorts de Kwakelbrug over, aan dc ooftzyde van dc Bakeneflergragt tot aan het Spaarne, en van daar binnen den Koudenhorn gevonden wordt, nevens de geheele Nicuwe-Stad , en al wat buiten de Stad ten noorden ligt van den Zylweg tot aan het Buiten-Spaarne. Dan, vermits de bovengemelde verdeeling der Stad alleenlyk is ingericht, om, zo veel mogelyk, het getal der Schoolgangeren op de drie Schooien evenredig en aan eikanderen geiyk ie maaken, zo zal het aan Infpecloren vryftaan ; ingeval te ceniger tyd deeze evenredigheid mogte verminderen, als dan door vervvyding of vernaauwing der Wykfcbcidingen , zo lang zulks nodig gekeurd wordt, daar aan te gemoet te komen. Van de Infpecloren der Stads-Schoolen. III. liet opzicht over de gemelde drie StadsSchoolen zal zyn toevertrouwd aan twaalf Infpecloren ; zullende over ieder School, als Infpecloren, fungeeren een Predikant, een Ouderling , een Regent van het Aalmoezeniershuis , en een Diaken , by den Kerkenraad van de Nederduitfche Gereformeerde Kerk , en by de Regenten van het voornoemde Aalmoefleniershuis refpeclivelyk daartoe tc eügeerën. IV. De gemelde Infpecloren zullen deezen poft waarneemen, zo lang zy tot het Collegie, waar uit zy verkozen zyn, behooren, en zo lang zy zich daartoe in ftaat bevinden, of hunne omftandigheden zulks toelaaten, zullende het aan dezelven anderzins vryftaan , by het Collegie , waar door zy aangefteld zyn, hun ontflag te verzoeken; des nogthans, dat zodanig Collegie (zo,veel mogelyk) zal toezien, dat nooit alle vier de .Infpecloren , welke over een en 't zelfde School het opzicht hebben, gelyktydig hunnepo'ften nederleggen. V. En, vermits het ter bereiking van het heilzaam oogmerk van Heeren Burgemeefteren volftrekt nodig is, naauwkeurig toe te zien en zorg te dragen, dat het onderwys aan de Armen, en Behoeftigen behoorlyk toe.Bb 3 ge-  i8ó KEUREN DER STAD HAERLEM. gediend. en aan de ordres van hun Edele Groot Achtb. diptelyk voldaan worde, zo zullen de Infpecloren van ieder School, aile drie Maanden, hun School gezamentlyk vifiteeren, en onderzoek doen, of het geltatueerde by dit Reglement , en voorts alles wat in acht dient genomen te worden, behoorlyk achtervolgd wordt; waartoe zy een iegelyk, dien het aangaat, zullen tragten te houden met vriendelyke vermaningen , en (des noods) ook met beftraffingen. VI. Behalven deeze vierendeeljaars - vifitatien zullen ook nog, van tyd tot tyd, de Iulpectoren van ieder School, het zy gezamentlyk, het zy ieder van hun afzonderlyk, op zodanigen tyd en wyze, als zy zulks onderling zullen beraamen en goedvinden, doch zoveel mogelyk onverivagt, hun School bezoeken, ten einde van de goede of kwade directie, die er op het zelve plaats heeft, des te beter kennis te kunnen dragen. VII. De Infpecloren van alle drie de StadsSchoolen zullen, na het doen der vierendeeljaars-vifitatien, te zamen eene generaale byeenkomft houden, om hunne bevindingen aan eikanderen te communiceeren, en voorts noch zo dikwyls, als zy zullen goedvinden , om over het bellkr der Schooien, en 'tgeen daartoe behoort, te raadpleegen, en te overleggen, wat ten belle van dezelven zoude kunnen dienen. VIII. De Infpecloren zullen tweemaal 's Jaars, namelyk eens in de laatfte week van January, en eens in de laatfte week van July, aan Heeren Burgemeefteren kennis moeten geeven van den toeftand der Schooien, en hunne confideratien opgeeven, wanneer 'er eenige zaken mogten zyn voorgekomen, waarover zy oordeelen onbevoegd te zyn , of niet goedvinden, zelf te disponeeren , en waaromtrent zy nogthans eenig redres nodig keuren. IX. De Infpecloren zullen alle liberaale giften , legaaten, en makingen, die ten behoeve van de Stads-Schoolen alhier gegeven of gemaakt worden, ontfangen, en tevens met het refleerende van de Generaale Extraordinaire Collecte, in de Maand December van het voorige Jaar 1784. ten behoeve van dezel¬ ve Schooien gedaan , als een afzonderlyk Fonds van de Stads - Schooien , onder hunne adminiftratie hebben , en Jaarlyks daarvan aan Heeren Burgemeefteren behoorlyk Rekening en verantwoording doen; zullende hun Ed. Groot Achtb., na het opneemen deezer Rekening , en na ingenomen advies van de Infpecloren , Jaarlyks omtrent het employ van de Penningen en inkomflen van het zelve Fonds, ten meeften nutte deezer Schooien, en ter bevordering van het onderwys op dezelven, zodanig disponeeren, als hun Ed. Groot Achtb. zullen vinden te behooren. X. Wyders zullen de Infpeétoren ook bevoegd zyn , om in 't gemeen alle giften, welke tot zeker bepaald einde mogten gegeeven worden , en in 't byzonder ook zodanige Jaarlykfche giften , waartoe eenige weldadige lieden zich voor een reeks van achtereenvolgende jaaren verbinden mogten , ten einde tot Jaarlykfche remuneratien of gratificatiën ten dienite deezer Schooien te ftrekken, in hunne qualiteit te ontfangen , en conform derzelver fpeciale deftinatie te emploieeren. XI. Ook zullen de Infpecloren het opzicht hebben over de Stads-Schoolhuizen , en dezelven naar vereifch doen repareeren, als mede de Tafels, Banken, Inktkokers,Kagchels, Kandelaars, en wat dies meer tot de Schooien behoorende is, in goede order doen onderhouden ; zullende voor het geene deswegens ten lalle van deezer Stads-Kaffe behoort te komen , Jaarlyks na het opneemen der voorfz. Rekening, en na dat daaruit het monrant deezer Uitgaven aan Heeren Burgemeefteren zal gebleken zyn, aan meergemelde Infpecloren eene Ordonnantie ten lafte van de Thefaurie deezer Stad worden verleend: met deeze bepaaling nogthans , dat alle reparaticn, aan de Stads - Schoolhuizen te doen, excedeerende eene fomme van vyftig Guldens, niet zullen worden werkfteliig gemaakt, dan na dat de Infpeétoren daartoe door hun Ed. Groot Achtb. alvorens geauthorifeerd zullen zyn. XII. De Infpecloren zullen voor ieder School eenen Ondermeefter, van vereifchte bekwaamheid en goed gedrag, aanftellen , op een Jaarlykfch Tractement van één honderd Guldens, zullende de dadeiyke keuze van een  KEUREN DER STAD HAERLEM. 187 een Ondermeefter voor elk School privativelyk liaan aan de vier Infpecloren van zodanig School; gelyk dezelven ook bevoegd zullen zyn, wanneer de gemelde Ondermeefter zich misdraagt, of onbekwaam bevonden wordt, denzelven te corrigeeren, of (des noods) af te zetten, en een ander in zyne plaats aan te Hellen: en zal ter voldoening van de Tractementen der Ondermeefters~ van de drie Schooien, Jaarlyks aan Infpecloren eene Ordonnantie van drie honderd Guldens , ten lade der Thefaurie deezer Stad., verleend worden. XIII. Bovendien zal het nog aan Infpecloren vryftaan, tot hulp van de Meefters', en tot aanmoediging van de Schoolieren , één of meer van de bekwaamfteu van het School, zo veel zy zullen nodig oordeelen, te benoemen , om de Meefters op het Middagfchool te adfifteeren , in het doen opzeggen van zulke Kinderen , als de Meefters hun zullen toevertrouwen; en zullen Infpecloren dezelven, by het uitdeeleu der Pryzen, Jaarlyks daar voor naar verdienden heloonen: wordende daartoe aan de gezamentlyke Infpeétoren door hun Ed. Groot Achtb. Jaarlyks geaccordeerd eene fomme van vyf- en- zeventig Guldens, waartoe eene Ordonnantie, als voren, zal worden verleend. XIV. Voorts zullen de Infpecloren Jaarlyks, omtrent Paaffchen, in ieder School eene plegtige Vergadering houden, om aan de Kinderen , die zulks verdienen , eenige Boekjes rot Pryzen uit te deelen; ten welken einde er als dan een Examen zal gehouden worden omtrent al de deelen van het Onderwys op deeze Stads-Schoolen; en zal in het byzonder ieder Kind, dat Schryven leert, voor deeze Vergadering een proef of pronkfehrift vervaardigen, naar het welke, gelyk mede na deszelfs dagelykfche Schriften, en uitvergelykingmet voorige proef of pronkfehriften (die daartoe bewaard moeten blyven), de vordering in het Schryven beoordeeld zal worden. En ten einde de Boekjes , die by zulke gelegenheid vereerd worden , te meerder kunnen blyken , als Pryzen aan de Kinderen vereerd te zyn, en door dezelven in hooger waarde gehouden mogen worden , zo zal daar van, met byvoeging van den naam van het Kind, vooraan in de Pryzen, melding gemaakt, cn die Inteekening door al de Infpecloren van 't School, daar de Prys gegeeven wordt, onderteekend worden ; en zullen de Kinderen verpligt zyn, de éénmaal ontfimgene Pryzen, telken Jaare, ter voorkoming van verwaarloozing, te verwonen : wordende tot het aankoopen van Pfalmboeken, Teftamenten, Bybels, of andere Boekjes, om invoege voorfz.uitgedeeld te worden, aan Infpecloren Jaarlyks geaccordeerd eene fomme van één honderd Guldens, waartoe eene Ordonnantie ten laile der Thefaurie, als boven, verleend zal worden. XV. De Infpecloren zullen zorg dragen , dat aan den ingang van ieder School een Armbos geplaatft zy, waar van zy zelve de fleutels onder hunne bewaring zullen hebben, om die alle drie Maanden, by gelegenheid der Vierendccljaars vilitatien, te doen openen, de Penningen daarin gevonden wordende , te gebruiken tot het aankoopen van Pryzen voor de Kinderen, of tot zodanig ander einde, als Infpecloren, ter verbetering cn aanmoediging van het Onderwys, meelt gefchikt zullen oordcelen. XVI. De Infpecloren zullen van tyd tot tyd, op hunne Ordonnantie , door deezer StadsDrukker doen bezorgen de Schryf- en Cyffer-behoeftens tot de Stads Schooien nodig, mitsgaders de Boeken voor de Kinderen; welke Stads - Drukker een /pec/ficatie van de koften, daartoe gemaakt, met de voorgemelde Ordonnantiën, alle drie Maanden aan hun Ed. Groot Achtb. zal overgeven, om daarop, Ordonnantie van betaaling, ten Iafte der Thefaurie, te bekomen. XVII. Ook worden de meergemelde Infpecloren geauthorifeerd, om ten gebruike van de drie Schooien Jaarlyks te mogen disponeeren over honderd- en- tachtig tonnen Turf, en vierhonderd- en- twintig ponden Kaarfen, wel minder, maar niet meerder; des dat de leverantie der Turf gefchieden zal by de Diaconie en het Aalmoeffeniershuis deezer Stad, en die van de Kaarfen by den geenen, die ten behoeve van de Stad de Kaarfen levert, telken reize op een Billiet, by twee der In* fpecloren onderteekend , inhoudende de quantiteit der Turf of Kaarfen, die men vorr  iB8 KEUREN DER STAD HAERLEM. vordert, en de opgaaf van het School, waaraan de leverantie zal moeten gefchieden, ten einde, omtrent de Kaartten j dien conform de betaaling van Stadswege zal kunnen gedaan worden; alles nogthans met die bepaaling, dat van deeze conceflie niet anders dan op de menageufte wyze gebruik gemaakt zal worden, en omtrent de diftributie der voorfz. Turf en Kaarfen , welke begrepen wordt niet op eenmaal , maar in diverfe reizen te zullen gefchieden , inzonderheid zal worden in acht genomen defaifoenen, de con ftitutie der Schooien zelve, mitsgaders het aantal der Schoolgangeren , die zich dagelyks aldaar laaten vinden, en dat men (zo veel mogt lyk) zal zorg draagen, dat het alzo gedifhibiteerde worde hefteed tothetwaare oogmerk waartoe het gegeven wordt, namelyk tot het gebruik en den dienft van de Schooien zelve: terwyl het ten aanzien van de Turf, in dit Articul vermeld, aan Infpeétoren zal vryftaan, in plaats van de gemelde 180 tonnen Turf, drie hoed Stecnkoolen te mogen verkiezen, welke op gelyke wyze door de Diaconie en het Aalmoeffeniershuis, als anderzins de Turf, zullen moeten geleverd worden. XVIII. Eindelyk zal nog tot het opzicht der Infpecloren behooren, aan de Kinderen, als zy bekwaam zyn , om uit de Schooien te gaan, een Billiet van affcheid te geeven, door hen refpecftivelyk gerekend. Van de Stads - Schoolmeefters. XIX. Voor ieder der drie bovengemelde Schooien zal een Stads - Schoolmeefter zyn, die in het Schoolhuis van de Wyk, waartoe hy behoort , de vrye inwooning zal genieten , doch daarentegen verpligt zyn, om het zelve huis in eigen Perfoon ordentelyk en zinnelyk te bewoonen, en het Schoolvertrek, zo wel als het overige der Wooning, voor zyn rekening, behoorlyk te doen fchoonhouden. XX. De Stads - Schoolmeefters zullen ieder, voor hun Jaarlykfch Traftement, vry van annates, genieten eene fomme van vier honderd Guldens , en daar van ter Thefaurie deezer Stad , alle drie Maanden, een gerechte vierde part, op hunne quitantien , kunnen ontfangen. Daar en boven zal ieder van hun noch Jaarlyks, voor zyn eigen gebruik, dertig ponden Kaarfen, en vyf entwintig tonnen Turf genieten , welke Turf door het Aalmoeffeniershuis en de Diaconie aan hun bezorgd zal worden, en de Kaarfen door den geenen, die aan de Stad de kaarfen levert; zonder dat de voornoemde Meesters van de Kinderen, die zy onderwyzen, of derzelver Ouders, iets zullen mogen vorderen of ontfangen, onder welke benaming her zoude mogen zyn, op pcene van, contrarie doende, gecafleèrd te worden. XXI. De Stads-Schoolmeefters zullen profeffte moeten doen van de Gereformeerde Chriftelyke Religie, en de gewoone Formulieren, daartoe gefteld, onderteekenen : zy zullen voorts moeten zyn Perfoonen, ftaande rer goeder naam en faam, en bekend voorlieden, die bekwaam zyn tot het onderwys der Jeugd. XXII. De gemelde Stads-Schoolmeefters zullen door Heeren Burgemeefteren worden aangefteld, doch voor hunne aanftelling een behoorlyk bewys hunner capaciteit moeten vertoonen, omtrent het Leezen, Schryven en Cyfferen, van de Heeren Curatoren der Latvnfche en andere Schooien, en ten opzichte van het Leeren en Onderwyzen in den Godsdienft, mitsgaders van het Zingen, van den Kerkenraad der Nederduitfche Gereformeerde Gemeente. XXIII. De Stads-Schoolmeefters zullen moeten zyn leden van het Schoolmeefters-Gild, en als zodanigen onderworpen aan de laften van het Gild, maar daar en tegen ook genieten de voordeelen van het zelve, zo als in het Reglement op het houden van de Duitfche en Franfche Schooien, gearrefteerd den 1 o September des Jaars 1746, Art. 5,11, 12 en 13 is ter nedergefteid. XXIV. De voornoemde Meefters zullen het vereifchte Onderwys toedienen aan alle bejaarde Perfoonen, en Kinderen, welke of zelve, of welker Ouders van de Diaconie der Gereformeerde Kerk, of van het Aalmoeffeniershuis, 't zy by continuatie, 'tzy voor eenigen tyd , onderhoud genieten , en in hunnen School wyk woonen. XXV. Wan-  KEUREN DER STAD HAERLEM. 189 XXV. Wanneer voorts eenige Ouders, die geer onderftand van de bovengemelde Gerefor meerde Diaconie, of van het Aalmoefteniers huis, maar wel vari eenig ander Ann-Comp toir binnen deeze Stad genieten , of die fchoon in 't geheel geen onderftand van eeni ge publicque Armbezorgers genietende, nog thans onmagtig zyn hunne Kinderen op hun ne eigene koften te iaaten onderwyzen, bc geeren mogten dezelven op eenStads-Schoo te laaten gaan , zullen de zodanigen, me bewys van hun onvermogen, en met opgaa; van den Scboolwyk, waar onder zy woonen. zich by één der Heeren Curatoren moeten vervoegen, met verzoek om daartoe permisfie te erlangen; en zullen welgemelde Heeren Curatoren, na behoorlyk onderzoek en bevinding van zaaken, daaromtrent in diervoege mogen disponeeren , zo als dezelve zullen oordeelen te behooren. XXVI. De Stads- Schoolmeefters zuilen alle de voorfchreevenc Kinderen , zynde vyf Jaaren óud, of nog jonger, byaldien door de Beftierdèrs van de Diaconie, Regenten van't Aalmoezeniershuis, of Curatoren, om byzondere redenen, expreZelyk goedgevonden wordt, een jonger Kind te admitteeren, ir hunne sSchoolen moeten ontfangen, en behoorlyk onderwys geeven; mits de gemeldt Kinderen gezond, en met geene befmettelyke kwaaien bezocht zyn, in geen anderen Schoolwyk woonen , en met een fchriftelyke ordre van Regenten van 't Aalmoezeniershuis, of van de Beftierders der Diaconie, of van Curatoren refpeétivelyk , toonen daartoe bevoegd te zyn; waartoe dit formulier gevolgd zal worden. De Mee/Ier in het Stads - School . zal in zyn Onderwys aanneemen oud . . Jaaren, zynde het Kind van . . . woonende ... .... N. N. Curator, of'Regent,of'Diacon. XXVII. De Stads - Schoolmeefters zullen niet vermogen eenige van de bovengemelde Kinderen, invoege voorfz. hun toegezonden, af te wyzen , op de verbeurte van vyf- entwintig Guldens, ten behoeve van de Diaconie en het Aalmoezeniershuis, ieder voor de helft; doch ingevalle de Stads-Schoolmees: - Vervolgvan VL Deel, 5 Stuk, ters, tegen het onderwyzen van eenig Kind, bedenkingen of bczwaaren mogten hebben , zal het hun vryftaan daar van opening te geeven aan de Infpecloren, die daaromtrent zodanig zullen handelen, als bevonden zal worden te behooren. XXVIII. De Stads - Schoolmeefters zullen ook niet vermogen eenige andere Kinderen, dan hunne eigene, en die in het voorfz. 25 en 26 Art. vermeld zyn, op hunne Schooien toe te laaten ; noch door iemand , hoe ook genaamd, in de voorfz. Schoolhuizen, School te laaten houden : en tegen dit geftatueerde handelende , zullen zy voor de eerfte reize verbeuren een Ducaton ten behoeve van deeze Stads-Schoolen; ten tweedenmaale arbitrairlyk door Infpecloren gecorrigeerd; en ten derdenmaale pecceerende door hun Ed. Groot Achtb. gepunieerd worden. XXIX. De Meefters zullen moeten Schoolhouden van Maandag tot Vrydag viermaalen 's daags, en des Saturdags ook op den middag, en zulks het geheele Jaar door, uitgezonderd op Nieuwejaarsdag , Bededag, PaaZchen , Hemelvaartsdag, Pinkfteren en Kerstyd, als ook Hartjesdag, de eerfte Varkemarktsdag, en in de Kermisweek. XXX. Op de gemelde dagen van Maandag tot Vrydag zullen de vier Schooltyden zyn, als volgt: Voor eerft, des Morgens van 9 tot 11 Uuren, voor Kinderen, die nog niet Werken, en als dan in 'bet Spellen en Leezen onderwys ontfangen zullen, niet alleen door middel van de gewoone Schoolboeken, maar ook door de opgave van letters of woorden, door den Meefter met kryt, op een daartoe in elk School opgehangen Letterbord , te Schryven, ten einde de attentie en ambitie der Kinderen gaande te maaken, en levendig te houden. Ten tweeden, des middags van half één tot half twee, voor Kinderen, die reeds aan het Werk zyn, ter hunner verdere onderwyzing in het Spellen en Leezen; welk School ook des Saturdags zal gehouden worden: zullende in dit Middagfchool de . Kinderen van het AalmoeZeniershuis, en van Heeren Curatoren des Maandags, Woensdags en Vrydags; die vart de DiaC c conie  ipo KEUREN DER STAD HAERLEM. conie des Dingsdags, Donderdags en Saturdags ter Schoole komen; en het geheele uur in 't School, en aan 'c leeren gehouden worden. Ten derden , des namiddags van half drie tot vier uuren voor dezelfde Kinderen, die des morgens School komen; doch zal de Meefter als dan de geenen, die daartoe bekwaam genoeg zyn, reeds eenig onderwys geeven in de beginfelen van het Schryven. En ten vierden, des avonds van half negen tot tien uuren, voor Kinderen , die op de Dagfchoolen het Spellen en Leezen reeds geleerd hebben, en als dan in het Schryven, Cylferen en Zingen onderwezen zullen worden; terwyl de Meefters het dan tevens, door opgave van moeijelyke woorden , en andere middelen, op de volmaking van het Spellen cn Leezen zullen toeleggen. XXXI. Ten opzichte van het onderwys in de gron den van den Godsdienft, zullen de Meefters in acht neemen, dat zy de Kinderen van het Dagfchool de eerfte beginfelen daar van leeren, door het doen opzeggen van het Gebed des Heeren , de tien Geboden, het Morgen- en Avond- Gebed, de twaalf Artykelen des Geloofs, en het Vraageboekje van Borllius, als mede van het Kort Begrip der Chriftelyke Religie, ingevalle zy het Boekje van Borllius kennen , of van zodanig ander Kerkelyk goedgekeurd Opllcl, als hiipeétoren zullen opgeveen; moetende de Meefters ten aanzien van het byzonder onderwys der Kinderen zich voornaamelyk reguleeren naar een ieders vatbaarheid. XXXII. De Kinderen van het Avondfchool zullen tweemaal 's Weeks een les uit den Heidelbergfchen Catechismus, en eene andere uit een als vooren goedgekeurd Opilel der H. Godgeleerdheid opzeggen; zullende de Meesters het overige van die avonden befteeden, om by forme van eenvoudige Catechifatien, de Kinderen het door hun opgezegde te doen verftaan, en tevens verpligt zyn, om, indien 'er Kinderen op het Dagfchool zyn, die uit leergierigheid deeze leften willen bywoonen, dezelven als toehoorders toe te laaten; moetende zy zich voorts nopens alle de Boeken, die zy gebruiken, aan het goedvinden van Infpecloren onderwerpen, op pcene van contrarie doende te verbeuren voor de eerfte reize één zilveren Ducaton, en voor de tweede reize twee gelyke Ducatons , ten behoeve deezer Schooien. XXXIII.. Doch ten aanzien van Kinderen, welker Ouders niet tot de Gereformeerde Kerke behooren , maar eene andere Belydenis aanklccven, zal deeze uitzondering plaats hebben, dat dezelve niet zullen gebonden zyn aan het geftatueerde by het voorfz. 31 en 32 Art., voor zo verre hunne Ouders zulks niet begceren: terwyl daar en tegen de Meefters ook met alle naauvvieur/gheid zullen hebben toe te zien, en zorg te draagen, dat door der Schoolieren geenerhande Boeken van eenige andere Belydenis ofGezinte, nog ook eenige Printjes, of iets diergelyks, tot een anderen Godsdienft betrekkelyk , op de Schooien mede gebragt, gebruikt, of van den éénen aan den anderen geleend zullen worden ; zullende de Meefters gehouden zyn, zodra zy daar van ietwes ontdekken, züfks te brengen ter kennifle van Infpeétoren, ten einde dezelve daartegen zodanige voorziening mogen doen, als zy zullen oordeelen tc behooren. XXXIV. De Schoolmeefters zullen op de hier boven bepaalde Schooltyden, met alle naarftigheid en iever, het onderwys in eigen Perfoon waarneemen , en den ganlchcn tyd daartoe beftemd in het Schoolvertrek verblyven, zonder om wat oorzaak zulks ook zoude mogen zyh (gevallen van de hoogfte noodzaakelykheid alleen uitgezonderd) daar van geheel af te blyven , of laater dan het bepaalde uur daarin te komen, of voor 't verloop daar van, zich uit het zelve te abfenteeren; zullende de Meefters vooral moeten zorg draagen , dat, voor de komft van de Kinderen in het School, alles in volkomen gereedheid zy, en fpeciaal ook dat de Pennen behoorlyk verfneden , de voorfchriften gefchreeven, en alle prteparatien tot het onderwys zodanig gemaakt zyn, dat daartoe van den beitemden Schooltyd geen het minfte gedeelte behoeft verfpild te worden; vermits het de ferieufe intentie van hun Ed. Groot Achtb. in deezen is, dat de hier boven bepaalde School-uuren, zonder eenig verzuim of verkorting, geheel en al tot het onderwys der Kinderen hefteed worden; ten welken einde de Meefters, die hieromtrent nalaatig bevonden mogten worden, voor de eerfte maal door Infpecloren met  KEUREN DER STAD HAERLEM. 191 met eene Boete van twee zilveren Ducatons, ten behoeven deezer Schooien, gecorrigeerd, en zulks niet baatende, door hun Ed. Groot Achtb. (des noods) gecailèerd zullen worden. XXXV. En, of fchoon by het voorige Reglement voor de Stads - Schoolmeefters aan hun was vrygelaaten^ om op' andere uuren, dan die tot het Schoolhouden beftemd zyn, buiten 'shuis lellen te geeven, zo wordt nogthans by deezen, uit aanmerking der edelmoedige difpofitie van eenige liefdadige Ingezetenen , zich verbonden hebbende om, geduurende den tyd van tien Jaaren, te zamen eene fomme van zeshonderd Guldens, tot extraordinaire gratificatiën of remuneratien voor de Meefters, in handen van Infpeétoren Jaarlyks tc fourneeren, aan dezelve iVJeefters wel ex preffëlyk verboden , om, zo langde gemelde gratificatiën of remuneratien aan hun door Infpeétoren zullen worden toegedeeld, eenige leften, 't zy binnen, 't zy buiten 'shuis, op welke tyden zulks ook zoude mogen zyn, aan andere Perfoonen of Kinderen, dan die by dit Reglement geadmitteerd zyn, te geeven , en hen integendeel gelaft:, wanneer Infpeétoren zulks van hen vorderen, ook boven en behalven de hier vooren bepaalde School-uuren, zodanige andere tyd ten dienfte der Schooien , en tot verbetering van het onderwys op dezelven tc befteeden , als meergemelde Infpeétoren dienftig en nodig zullen oordcelen: met qualificatie op dezelve Infpeétoren , om omtrent de ftipte obfervantie van dit Artykel zodanige fpeciaale dispenfatie te verleenen , en zulk een middel van bedwang en correctie te beraamen en werkftellig te maaken, als ter bevordering van het heilzaam oogmerk deezer difpofitie meelt gefchikt, en met het belang der Schooien beft beftaanbaar zyn zal. XXXVI. De Meefters zullen moeten zorg dragen , dat het School ten minften een kwartier voor den bepaalden Schooltyd open zy, teneinde de Kinderen niet verpligt zyn op ftraat te vertoeven, en aanleiding krygen tot het pleegen van ongeregeldheden; en zullen voorts dezelve Meefters, op de bekwaamde en beste wyze de Kinderen gewennen , om alle goede Burgerlyke gemanierdheid, zo in't inkomen als in *t uitgaan van het School, en verders daar het te pas mag komen, te betoonen ; en vooral ook met allen ernft trag- ten te verhoeden , dat hunne Schoolieren , nog in het School, nog (zo veel mogelyk) buiten het zelve op de Itraaten zich bezondigen met vloeken , zweeren , of met Gods Heiligen Naam te misbruiken; als mede dat de Kinderen zich niet te buiten gaan in dertelheden of boosheden, nog ook door 't geven van fcheldnaamen of andere moedwilligheden eenige krakeelen aanregten, of vegte. ryen, 't zy onder eikanderen, 't zy tegen an. dere Kinderen , of wie het ook zy, pleegen. XXXVII. Integendeel zullen de Meefters hunne Schoolieren trachten in te feberpen, dat zy zich allezins en ten allen tyde ftil, zedig en gefchikt moeten aanitellcn; en wel voornaamentlyk dat zy,zo op de Straaten als in hunne Huizen , op de Schooien, en alomme, zich eerbiedig moeten gedragen jegens allen, die door de Goddelyke Voorzienigheid in senige aanzienelyke Bedieningen , zo in 't Politicque als in het Kerkelyke boven hen ge(teld zyn; en in 't byzonder jegens alle de Leden van de Regeering deezer Stad, de Leeraars der Gemeentens , de Infpeétoren ieezer Schooien, mitsgaders hunne Ouders ;n Meefters; doende hen teffens begrypen, welke dankbaarheid, liefde en achting zy aan dezelven verfchuldigd zyn, en van welk een gewigt hunne verpligting is, om alle de Wetten en bevelen der Hooge Overheid deezer Landen, als mede van de Ed. Groot Achtb* Regeerders deezer Stad te gehoorzaamen, iet gezag en opzicht van de Infpeétoren dee:er Schooien over hun te eerbiedigen, de 'ermaaningen hunner Leeraars en Ouders op e volgen, en de lellen hunner Meefters in icht te neemen. XXXVIII. En zullen de Meefters de genen, die hier egen of in iets anders misdoen, daarover -ermaanen en beftraffen, en zulks niet baende, behoorlyk kaftyden, doch met alle /aderlyke befcheidenheid, niet in toorn of leftig, maar meelt met ftraffen, die op de chaamte werken, en met duidelyke bewyzen .an hun te geeven van zulks alleen te doen uit iefde en pligt, en ten hunnen eigene befte, en einde zy tot nuttige en lierlyke leden der kirger - Maatfchappy opgroeijen , en hun neeft geluk bevorderen mogen: en, indien lit alles geen nut doet, maar de kwaadaarighcid van humeur en gedrag van een Schooier te hoog loopt, zal de Meefter daar van ;ennis moeten geeven aan Infpeétoren , om Cc 5 daar-  192 KEUREN DER STAD HAERLEM. daarin naar bevinding en behooren te voorzien. XXXIX. De Meefters zullen gehouden zyn telkens met het aangaan, en by het eindigen van de Schooltyden, door één van de bekwaamden hunner Difcipelen, by beurten, met allen eerbied te laaten bidden het Gebed des Heeren , of een ander daartoe by Infpeétoren opgegeven Gebed ; geduurende 't welke zy zullen moeten zorgen , dat alle de anderen zich aandagtig en eerbiedig gedraagen. XL. De Meefters zullen de Kinderen daartoe ftiptelyk moeten houden, dat zy zich by tyds in 't School laaten vinden , den geheelen Schooltyd daarin vertoeven, en buiten ziekte niet t'huis blyven; en ten einde van de abfentie altyd zoude kunnen blyken , zal op den kant van het boek, waaruit ieder Kind opzegt, door de Meefters aangeteekendworden de Jaar- en dagteekening van het opzeggen der les, op dat men daaruit gelegenheid hebbe, de zuimagtigen te kennen, en naar de reden der abfentien onderzoek te doen. XLI. De Meefters zullen wyders verpligt zyn om den naam en ouderdom van hunne Leerlingen in een boek te fchryven, als mede wie derzelver Ouders zyn, voorts of die Ledenmaaten der Gereformeerde Kerk zyn, of, niet, of tot eene andere Kerkgemeente behooren , en waar zy woonen; mitsgaders wanneer de Kinderen voor het eerft ter Schoole zyn gekomen , en wie van dezelve dagelyks wegblyven. XLII. Dezelve Schoolmeefters zullen alle Maanden een lyft van de Kinderen, die by hen ter Schoole gaan, met byvoeging der naamen van de Ouders, en waar die woonagtig zyn, als mede een lyft der abfenten, moeten overgeeven aan de Beftierders van de Diaconie, en de Regenten van hetAalmoefleniershuis, mitsgaders aan Heeren Curatoren, voor zo veel aangaat de Kinderen, welke door een ieder der drie gemelde Collegien refpectivelyk op de Schooien geadmitteerd zyn. XLIII. De Schoolmeefters zullen ten allen tyde het Boek, in het 41 Art. vermeld, voorde hand houden, om aan de Infpeétoren, by alle vifitatien der Schooien te vertoonen, wanneer dezelven zulks requirecren, en alle Maanden zodanige lyften, als in het 42 Art. befchreven zyn , ten opzichte van alle de Schoolgangeren, aan Infpeétoren bezorgen. XLIV. De Meefters zullen hunne Schoolgangeren in alles met een goed voorbeeld voorgaan, maar byzonderlyk hierin, dat zy ten allen tyde, wanneer Infpeétoren, het zy gezamentlyk, het zy afzonderlyk, de Schooien komen vifiteeren , dezelven met eerbied en ontzag bejegenen , op alle informarien en vraagen vaardig en voldoende opening geeven, cn zorg draagen, dat hunne houding en gedrag aan de Schoolieren zelf refpeét infpireeren ; zullende de Meefters daar en boven ook verpligt zyn, om by alle byeenkomften der geïamentlyke Infpeétoren, wanneer zy voor dezelven gerequireerd worden, 3p het daartoe beftemde tydftip by de hand te zyn , en zich aldaar pnefènt te houden , zo lang de Infpeétoren zulks vorderen, en voorts ook aldaar hun eerbied en dienftvaardigheid jegens dezelven te betoonen. XLV. Wanneer de Meefters aan hunne Leerlingen eenige Schoolboeken ter handen ftellen, zullen zy daar van aanteekening moeten houden , en voor in de Boeken fchryven den naam van dien, aan wien het zelve gegeeven wordt, mitsgaders den dag der uitgeevinge. Van de Ondermeefters. XLVI. Behalven den Stads-Schoohneefter , zal er voor ieder School één Ondermeefter zyn, relyk hier boven in het 12 Art. bepaald is; lullende deeze Ondermeefter voornaamelyk jefchikt zyn, om den Meefter te adfifteeren die dagen op het Middagfchool, alsmede jp die avonden, waarop door de Kinderen befchreven wordt, en ook op de Catechifeeravonden , indien Infpeétoren zulks nodig aordeelen. XLVII. De Ondermeefters zullen aan de Meefters jehoorlyk gefubordineerd zyn, en aan dezel/en, gelyk ook aan de Infpeétoren alle vereratie en refpeét bewyzen; moetende het :ich tot hun hoofdpligt, en tot één hunner dtftekendfte verdienden reekenen, door Zeligheid, Vlyt en Godsdienftigheid aan de Schoo-  KEUREN DER STAD HAERLEM. 193 Schoolieren toe voorbeelden gefteld tc kunr.en worden. XLV1II. De Ondermeefters zullen gehouden zyn, voor 't aangaan van 't School, in het zelve praïfent te zyn, en aldaar, den geheelen Schooltyd door, te blyven, tot dat het onderwys volkomen geëindigd zy; en zulks op zodanige pcenaliteit tegen alle verzuim hieromtrent, als Infpeétoren daarop zullen goedvinden te ftatueeren. XLIX. De gemelde Ondermeefters 'zullen verpligt zyn, op de voor hun beitemde Schooltyden, nevens de Meefters, (doch in de vereifchte fubordinatie aan dezelven) de Kinderen in het fpellen en leezen te onderrigten, op de Schryvers acht te geven, zorg te draagen , dat, terwyl de Meefters met het corrigeeren der Schriften bezig zyn, de overige Schoo lieren aan het werk gehouden worden, en voorts in 't generaal op de voorfz. Schooltyden tot hulp van de Meefters in het onderwys der Kinderen al dat geene te doen, 't welk dezelven van hun zullen requireeren; terwyl, by aldien de Ondermeefters zouden vermeenen hieromtrent eenig bezwaar te hebben, zy gehouden zullen zyn zulks te brengen ter kenniffe van de Infpeétoren, en derzelver uit/braak exaéielyk op te volgen, zonder zich daartegen te verzetten, en zonder ook immer tegen de Meefters met woorden of gedragingen, vooral niet in pratende der Schoolieren, eenig blyk van misnoegen te geven. Van het ter Kerk lelden der Kinderen door de Meefters en Ondermeejlersi L. De Meefters en Ondermeefters van ieder School zullen, week om week by tourbeurten , en dus telken reize drie van hun, op die Zondagen, waarop voor de Kinderen der Gealimenteerden van de Diaconie, in deBakenefler-Kerk gepredikt wordt, voor half één uur in het Diaconiehuis, daar ter zeiver tyd de voorfz. Kinderen ook byeen komen zul len, praefent moeten zyn, om, benevensde vier Suppooften der Diaconie, die daartoe gefteld zyn, de Kinderen in behoorlyke ordre ter Kerke te geleiden, dezelven zowel op Straat, als in de Kerk, onder hun opzicht te houden, en voorts, eik op eene by- zonderc plaats, toe te zien, dat onder het Godsdienfthouden de vereifchte ftilte, aandacht en eerbied , cn na het eindigen van denzelven, ook in het na huis gaan, alle bedaardheid en zedigheid plaats hebbe: en zal dit ter Kerk leiden van , en toezien op de Kinderen, de poft van de Ondermeefters alle weeken zyn, ingevalle de Meefters van hun School op dien zeiven tyd door een publicque bediening van eenen anderen aart elders geoccupeerd mogten zyn. Van de verpligting der Armen, om van de Stads-Schoolen gebruik te maaken. LI. Ten einde de heilzaame bedoeling derRegeering deezer Stad by de inrigting der gemelde Stads-Schoolen bereikt, en aan de edelmoedige inzichten der liefdadige Ingezetenen , die dezelve door hunne liberaliteit tragten te bevorderen , beantwoord moge worden, wordt by deezen door Heeren Burgemeefteren aan alle de behoeftigen alhier niet alleen gepermitteerd om van deeze Schooien voor hunne Kinderen , overeenkomftig de voorfz. ordres, een naarftig gebruik te maaken, maar daar en boven aan alle de genen, die by de Gereformeerde Diaconie en by 't Aalmoefléniershuis gealimenteerd worden, wel expreflelyk gelaft, om hunne Kinderen , ter bevordering van derzelver wct zcntlyk geluk, het aangeboden onderwys op deeze Schooien te doen genieten; tot dit einde dezelven , zodra zy voor het onderwys vatbaar geoordeeld worden, ter Schoole te zenden, zonder verzuim die dagelyks te doen by woonen , en , tot dat zy, naar hunnen Staat bekwaam zynde, daar van gelicentieerd worden, aldaar te laaten blyven, zonder derzelver nalaatigheid of abfentie op eenigerhande wyze te verfchoonen. Lil. En op dat het hier boven geftatueerde te beter effect moge hebben, zullen de Beftïerders der Diaconie, en de Regenten van het Aalmoefléniershuis, Maandelyk by de Huisvifitatien, en by andere bekwaame gelegenheden zich naauwkeuriglyk informeeren, of de genen, die zy alimenteeren, hunne Kinderen behoorlyk ter Schooien laaten gaan , zich hiertoe ook bedienende van de lyften , in het 42 Art. van dit Reglement vermeld; moetende zy voorts de zulken, die hieromtrent nalaatig zyn , het fchadelyke en onGc § dank-  194 KEUREN DER STAD HAERLEM. dankbaare daar van onder het oog brengen, hen op het ernftigfte vermaanende, om een naarftig gebruik van het voorfz. omdervvys re maaken; en zulks van geen vrucht, zynde, hen door het inhouden der alimentatie of van een gedeelte van dien, tot het volbrengen van hunnen pligt noodzaaken. LUI. Eindelyk zullen geen Kinderen van de Schooien mogen gelicentieerd worden, zo lang zy, naar hunnen Staat, niet genoegzaam onderwezen en bekwaam zyn, en zodanig billiet van affcheid van Infpecloren bekomen hebben, als hier boven in het 18 Art. vermeld is. Aüitm ter Kamer e den i April 1785. In kennifle van My, O. van SCHUYLENBURCH. INSTRUCTIE N. Ampliatie op het Reglement en Instructie voor de Stads Chirurgyns, betreffende het BREUK MEESTERSCHAP; van den 19 Juny 1781. BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STAD HAERLEM, by gelegenheid der vacature van het Stads Breukmeeflerfchap, in overweeging hebbende genomen de Inconvenienten, die uit de fchikkingen naar welken het zelve te vooren waargenomen is, kunnenrefulteren, en genegen zynde om tot welzyn van deezer Stads Ingezetenen, hierin efficacieufelyk te voorzien; hebben, na delibera tie, en ingenomen Schriftelyke confideratien van de gezamenlyke Stads "Doctoren, goedgevonden en verftaan, om, met vernietiging van alle voorige ordres en bepaalingen, volgens welke de leverancie van Breukbanden, mitsgaders de behandeling van Lyders met diergelyke ongemakken bezogc, van Stads wege eerft aan twee Perfoonen, en naderhand alleen aan één is aanbevolen geweeft, vermits het overlyden van de gemelde Perfoonen , het voorfz. werk op eenen anderen en meer tot bevordering van hun Ed. Groot Achtb. falutair oogmerk gefchikten voet te brengen: En zyn tot dat einde by alteratie van het XII. Art. van het Reglement en Inftructie voor de vier Srads Chirurgyns van dato 30 December 1761 op nieuw gearrefteerd, om tot eene ampliatie op het gemelde Reglement en Inftructie van nu voortaan te dienen, de navolgende Poincten en Articulen. Articul I. Tot de behandeling der Breuken en het vervolgens leeveren der Breukbanden van Arme- of gealimenteerde Perfoonen , zonder onderfcheid, 't zy van de Diaconie, de Schaal of Roomfche Armen, zullen voortaan de Stads Chirurgyns, een ieder in zyn quartier , gcëmplooieerd worden, en zal het Stads Breukmeeflerfchap worden gehouden voor gemortificeerd. II. Wanneer een Patiënt zich aanbiedt, die gebrooken is, zal dezelve moeten gevifiteerd worden door den Stads Doctor en Chirurgyn, op de volgende wyze: de Patiënten van't quartier No. 1, zullen gevifiteerd worden door den Doctor en Chirurgyn van 't quartier No. 2. die van No. 2.. door No. 3. en No. 3. zal door No. 4. gevifiteerd worden , terwyl de Patiënten van No. 4. door No. 1. moeten geëxamineerd worden. til Deeze Infpectïe moet gefchieden na dat de Stads Doctor en Chirurgyn een briefje van dat Armen Comptoir waartoe de Patiënt behoort, ontvangen hebben, houdende verzoek om zodanig iemand te vifiteeren, met byvoeging van den naam , ouderdom en woonplaats van den Patiënt; voorts na gedaane vifitatie eene declaratie van den Stads Doctor en Chirurgyn aan wat foort van Breuk de Patiënt laboreert, en wat hy daar toe nodig heeft. En eindelyk een qualificatie van  KEUREN DER STAD HAERLEM. 195 den Stads Doftor en Chirurgyn die de Infpeftie gedaan hebben , op den Chirurgyn van dat quartier waar in de Patiënt woont, om de nodige Band in gereedheid te brengen. IV. • . De Band gcleeverd zynde zal de Patiënt zich moeten begeven by den Stads Doftor en Chirurgyn, die hem te vooren gevifiteerd hebben, ten einde deeze na gedaane examinatie zouden konnen oordeeJen, of de band behoorlyk vervaardigd, en tot het inhouden der breuk allezins gefchikt was. En zo zy het tegendeel bevinden, of deswegens eenige confideratien hadden, zullen zy gehouden zyn, den Stads Chirurgyn die de band geleverd heeft, hier van kennifle te geeven, en zal deeze laatfte verpligt zyn de Band zo dikwils te veranderen en verbeteren als zulks volftrekt nodig zal zyn. V. De Stads Doftoren en Chirurgyns zullen altoos over de Conftruftie der Breukbanden en de befte wyze om dezelve voor de byzondcre gevallen te vervaardigen, communicatief met elkander moeten handelen, en zich te zamen bevlytigen , om dezelve tot de meefte volkomenheid te brengen, en voor de Lyder van het meefte nut te doen zyn. Doende dit te eerder na dat men weet, dat zelfs de groodle Genees- en Heelkundigen zich deezen arbeid niet onttrokken of gefchaamd hebben. vr. Ten dien einde zullen zy op den eerften Donderdag in ieder Maand, namiddag ten vyf uur, in eene der Kamers van het Collegium Medicum vergadering houden, en om teffens aan te hooren de verzoeken die 'er ! om Breukbanden, vernieuwing of reparatie van dezelve zoude mogen gedaan worden ' door al zulke Lyders die gaande en ftaande zyn, en die uit hoofde van haar ongemak niet te Bed liggen, of buiten ftaat zyn om zelfs te komen; mits dezelvegemunieerdzyn 1 met een briefje van hun Armen Comptoir 1 Art. III. En zal als dan door deeze vergade- 1 ring moeten geëxamineerd worden of'er al of geen band nodig zy, en of de Banden konnen gerepareerd of vernieuwd moeten worden, en eindelyk of de Band die tot hier toe gebruikt was, nog tot het inhouden der JBreuk voldoende is. 1 VII. De Chirurgyn van dat quartier, waarin de Patiënt woont, die een verzoek komt doen, zal wel mede zyne confideratien over de natuur van de Breuk mogen mede deelen , maar over het al of niet keveren der Breukband, zal hy geene concludeerende ftem hebben. VIII. j Ingeval van Breuken die uitgeraakt zyn, en niet door de gewoone handgreep konnen binnen gebragt worden, maar met dewelkeii de tekenen van beknelling gepaard gaan, en waar by de adfiftentie der Stads Doctoren vereifcht wordt; zullen de Stads Chirurgyns ten fpoedigfte daar van gebruik moeten maaken, ten einde door verecnigde Genees-en Heelkunde den ongelukkigen°Lyder uit het gevaar tc redden , zullende in dit geval de adfiftentie moeten gefchieden op den zeiven voet als Art. II. is geftatueerd. Ten ware het geval zo wigtig was, dat de twee Doctoren nodig oordeelden het ganfche Corps in Confult te roepen, waartoe zy by deeze als dan gequalificeerd worden. IX. Dit vereenigde Corps nodig oordeelende tot behoudenis van 's Lyders leven de Brcukfnyding in 't werk te ftellen, zal zulks ten ipoedigfte door hun moeten gefchieden, als zynde in dit geval het eenige middel, 't geen overig is , en het welk indien het in tyds tangewend wordt, met weinig gevaar gebaard is. En worden de refpéctive Armen ^omptoiren by deezen op nieuws geauftoriëerd om aan de Stads Chirurgyns eene goeie voorraad van oud Linnen tot de verbanlen, en aan de Patiënten in dit en alle anlere wigtige Genees- of Heelkundige gcvalen Extraordinaire adfiftentie en gemak te tezorgen. u hte$gsïty ,L.&w h'Miy. Voor de te leeveren Breukbanden door e Stads Chirurgyns, zal van wegen de repeftive Armen Comptoiren betaald worden le volgende pryzen, te weeten: Voor een enkelde Beügelband voor Kinderen tot de twaalf Jaaren, - - - fj- • _:\ Voor een dubbelde dito - fcj~io-; Voor een enkelde Beugelband voor volwaffene Perifoonen die  196. KEUREN DER STAD HAERLEM. die boven de twaalf Jaaren gerekend worden, - - ƒ 5 - : —: Voor een dubbelde dito - f6-:-: Voor een Bombazyneband , ƒ4- > —'• Voor een Bombazyne Sufpen- forium in verouderde hernke fcrotales, die niet te repo- neerenzyn, - - f 3~ -'• Voor het geheel vernieuwen van een gebruikte Band, ƒ 2 - 1 o -: Voor het repareeren van een Band, - - - ƒ: -12-: Zonder dat voor eenige derzelven iets meerder op Rekening zal mogen gefteld worden. XI. De Rekeningen der Stads Chirurgyns wegens de geleeverde Breukbanden enz. zullen Jaarlyks door de Stads Doctoren moeten worden nagezien, en op dat dit behoorlyk zoude konnen gefchieden, zullen de Stads Chirurgyns gehouden zyn, alle de ontvangen ordonnantiën van Breukbanden en wat daar toe behoort, teliafleeren, en met hunne rekeningen , op het einde van elk Jaar aan de Stads Doctoren te fuppediteeren, welke indien zy bevinden dat alle de poften accordeeren, daarop zullen ftellen: Vifa met ondertekening van hunne naamen, waarop de betaalinge zal mogen gefchieden en eerder niet. XII. De nu fungeerende Stads Chirurgyns zullen tot nakoming deezer Poincten en Articulen in handen van de Heeren Regeerende Burgemeefteren moeten afleggen den behoor- lyken Eed; en zullen die geenen welken in 't vervolg tot Stads Chirurgyns worden aan* gefteld , onder de gerequireerde Beëediging van de Inftructie, zich teffens op gelyke wyze tot getrouwe nakoming en agtervolging van deeze alteratie en ampliatie derzelve, moeten verbinden. Aclum ter Kamer e den 19 Juny 1781. In kennifle van My, O. van SCHUYLENBURCH. Formulier van eene Ordonnantie voor een Breukband. De Stads Doctor en Chirurgyn gelieven te vifiteeren - - - oud - Jaaren, woonende - - - entedeclarceren of dezel ve een Breuk heeft. Haerlem den - - jj Ter Ordonnantie van Wy ondergefchreeve Stads Doctor en Chirurgyn, hebben bovenftaande Perfoon gevifiteerd en bevonden dat dezelve een Breuk heeft, waar toe hy - - ' • nodig heeft: En wordt de Stads Chirurgyn gelaft de voorfchreeven Band voor den Patiënt te bezorgen. Haerlem den - - - 17 Stads Do&or. Stads Chirurgyn. Resolutie, waar by de MAKELAARSPLAATSEN in LYWATEN en GAREN en TWYN worden gecombineerd, en, na uitfterving der vier Oudften, het getal derzelven wordt gefixeerd op vier, en fchikking nopens de betaaling van 't recht der Annates &c.; van den 4 September 1769. BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STAD HAERLEM, dilponeerende op het verzoek aan hun Ed. Groot Achtb. by Requeft gedaan, door Hendrik de Swart, Jacobus Harder, Jacob van Rees en Abraham Tor deux, Makelaars in Lywaten, Garen en Twyn, binnen deeze Stad , ten einde de voorfchreeven Makelaardye in Lywaten, Garen en Twyn, met den anderen mogten worden gecombineerd, beftaande als nu in acht Perfoonen, en dat wyders hun Ed. Groot Achtb. by overlyden ,. van tyd tot tyd, van de vier oudfte in Jaaren derzelver, zynde Pie-  KEUREN DER STAD HAERLEM. *97 Pieter Buys Corftiaanj» , Hendrik van Mark , Johannes Smyters en Abraham Clarenbeek, de vacante plaatfen van hun niet weder wilden vervullen, maartemortificeeren, en alzo het getal derzelver Makelaars op hen vier Supplianten tefixeeren,onder zodanige ftipulatien en verbintenilfen als by opgemelde Requefte zyn voorgcfteld; hebben , na deliberatie, en ingenomen advis van de Heeren Super-Intendenten van de Manufacturen binnen deeze Stad , met eenparig advis van de Heeren oude Wethouderen, goedgevonden en verftaan, het Makelaardyfchap in Lywaten, Garen en Twyn, te combineeren, en het zelve vervolgens, na uitfterving der vier oudften, op vier te fixeeren: ten welken einde een der vier voorfz. oudfte Make'aars komende te fterven, deszelfs plaats zal blyven onvervuld, mids door hun vier Supplianten gezamentlyk als dan in vier termynen voor Annates zal moeten worden betaald die fomma, waar voor het Makelaarfchap van zodanigen overledenen in de Annates en Recognitie van het Weeshuis is aangellagen, en alzo fuccellivelyk tot het overlyden van den laatften der vier oudfte Makelaars toe, en dat een der Supplianten ko¬ mende te fterven, in welk cas wederom een ander in deszelfs plaatfe zal worden aangefteld , de zodanige gehouden zal zyn te betalen , zo veel als door den overledenen voor Annates en Recognitie aan het Weeshuis is betaald, en daar en boven verplicht weezen mede te dragen in de Annates en Recognitie aan het Weeshuis , die ten opzichte van uitfterving der vier oude Makelaars door de jongden gedragen wordt en verders gedragen moet worden ; en dat laatftelyk , de vier oudfte Makelaars overleden zynde, en het getal als dan op vier zynde gebracht, by vervolg zal worden betaald voor Annates en Recognitie aan het Weeshuis, eens zo veel, als waar op die refpeétive bedieningen zo van Makelaars in Lywaten , als Garen en Twyn in de Annates en betalinge der voorfchreeve Recognitie aangellagen zyn , ■ zulks dat de Stad of het Weeshuis dieswegens in haar inkomen niets zullen komen te verliezen. Zullende Copie deezer aan den Secretaris den ontfang der Annates hebbende, alsmede aan de Supplianten tot narichtinge worden gegeeven. Resolutie, waarby aan den STEENTELDER binnen deeze Stad wordt geaccordeerd verhooging van Loon van den 23 Mai 1770. BUR GE MEE S TE R E N en REGEERDERS der STAD HAERLEM, difponeerende op 't verzoek by Requefte aan hun Ed. Groot Achtb. gedaan, door Lambert de Vos, Steenteïder binnen deeze Stad, ten einde aan hem in die qualiteit verhooging van Arbeidsloon mogte worden gegeeven; hebben, na deliberatie, goedgevonden en verftaan, dat in't vervolg van tyd aan denzelve, voor het mede helpen lollen en tellen van Steen, zal worden betaald als volgt: te weeten, van alle Hardfteen, Klinkers en Goudfchc Steen, van ieder duizend twee Stuivers; van Mopfteen, van ieder duizend twee- en- een halve Stuiver; van ieder duizend Heelbak, vier Stuivers; van j ieder duizend Halfbak, drie Stuivers; van I ieder duizend Pannen en Vorften, vier Stuivers; van ieder duizend Tiggehjes , drie Stuivers; zonder iets meer daar voor te mogen vorderen ofte ontfangen , onder wat voorwendzel zulks zoude mogen wezen; eti zal gemelde Lambert de Vos zorge moeten dragen dat ten allen tyden, wanneer 'er eenige Schepen met Steen alhier mogten aankomen en dezelve moeften geloft worden, de Schippers terftond door hem of door zyn adfiftent worden geholpen, zonder dezelve,, om eenige redenen, te laaten wachten. Wordende de verdere verzoeken door den Suppliant gedaan, afgeflagen en geweezen van de hand. Ampliatie van de Ordonnantie voor de Makelaars gearrefteerd den 21 Auguftus 1753, waar by de PROVISIE of MAKELAARDY-LOON voor den Makelaar in HOP wordt gefixeerd; van den 13 Novemb. 1771. Mnï^Ji5EREN VAN DEN GE- fbenertftecg zal moeten gegaan worden; en van laar wederom te rug door de Noorder Schoolfleeg;  KEUREN DER STAD HAERLEM. 203 fteeg (voor af echter halfwegen in de Zuider Schoolrteeg gaande); en voorts door de Smeedeftraat tot halfwegen in'deSchoutefteeg, en van daar naar de Poft. De Poft No. n ftaat aan de Groote Kerk. En zal van daar de ronde moeten gedaan worden, op deeze wyze, Op het Heel Uur. Van de Po/1 door de Lange Bagyneftraat, voor of in de Wyde Appelaarfteeg, Lomberrfteeg, Korte Bagyneftraat en Bagynefteeg, in 't voorbygaan tweemaal eene roep doende; voorts over het Bagynhof, langs de Bakeneflergragt tot het Stads Magazyn; van daar te rug langs de. Bakeneflergragt tot in de Naauwe Appelaarfleeg voor de Wyde, intuflehen tweemaal eene roep doende voor de Korte Bagyneftraat; uit de voornoemde Naauwe Appelaarfteeg te rug langs de Bakeneflergragt en het S paarne, door de Damftraat, alwaar in de Naauwe Appelaarfteeg en Damfteeg, eene roep gedaan , en voorts naar de Poft gekeerd zal moeten worden. Op het Half Uur. Insgelyks van de Poft door de Lange Bagyneftraat, in 't pafleeren van de Lomberttleeg in dezelve tweemaal roepende ; en voorts door de Groenebimrt, langs de Bakeneflergragt, en door de Korte Bagyneftraat tot in de Lange, van daar vervolgens dooide Wyde en Naauwe Appelaarfteeg naar de Bakeneflergragt; langs dezelve en het Spaarne tot de Berkerofteeg; van daar te rug door de Damftraat; aldaar mede door de Naauwe Appelaarfteeg en het Damlleegje, en alzo wederom naar de Poft. De Poft No. 12 ftaat aan de Melkbrug. Van daar zal de ronde op deeze wyze gefchieden moeten, Op het Heel Uur. Langs het Spaarne tot aan de Oude Smallegragt, intuflehen de Hellebreeker- en Gravinnefteeg tot' halfwegen ingaande; voorts langs de voorfz. Oude SmaUegragt en de Oudegragt tot aan de Schaggelftraat; ook in 't voorbygaan voor de Kleine Houtftraat tweemaal behoorlyk roepende; en verder door de voorfz. Schaggelftraat, als mede door de Warmoesftraat, töt aan de Oude Groen¬ markt, die langs, en door de Berkerofteeg langs het Spaarne; en zo vervolgens door de Korte Veerllraat tot in de Kleine Houtftraat, intuflehen in de Lange Veerllraat en Anegang tweemaal roepende; en vervolgens door de Turfftceg, naar de Poft. Op het Half Uur. Van de Poft langs het Spaarne door de Gravinnefteeg en Kleine Houtftraat na de Oudegragt; langs dezelve, door de Schaggelftraat en Anegang, tot de Frankefteeg; van daar weder re rug, door de Warmoesftraat, langs de Oude Groenmarkt, door de Lange Veemraat, doende in dezelve, voor of we! in dc Berkerofteeg twee gewoone roepen , en in de Korte Veerllraat eene; als mede voor de Anegang twee gelyke roepen ; voorts naar de Poft door de Kleine Houtftraat en Helmbreekerlleeg. De Poft No. 13 ftaat op het Spaarne over de Klerk/leeg. Van welke Pof! de ronde op de volgende wyze gefchieden zal. Op het Heel Uur. Langs het Spaarne tot de Bakeneflergragt , die langs tot de Kwakeibrug; van daar terug door de Vrouwefleeg en Klerkfteeg, tot de Ravefteeg, door dezelve naar den Koudenhorn , langs dezelve tot de Bannefteeg, en in die Steeg rot halfwegen dezelve; voorts van daar 'e rug naar het Spaarne, en zo wederom naar de Poft. Op het Half Uur. De ronde re doen als op het Heel Uur , uitgezonderd dat in de Klerkfteeg tot halfwegen in de Ravefteeg, cn van daar te rug door de Bannefteeg langs de Koudenhorn en het Spaarne, wederom naar de Poft gegaan zal moeten worden. De Poft No. 14 ftaat aan de Brouwt ry het Hoefyzer, op den Koudenhorn. Van waarde ronde öp de volgende wyze moet gedaan, worden. Op het Heel Uur. Langs den Koudenhorn, tot halfwegen in de Kokfteeg;; van daar, te rug verder langs de Koudenhorn toe aan de Zandersbrug, alwaar eene roep zal moeten gedaan worden; voorts  204 KEUREN DER STAD HAERLEM. voorts door de Zakfteeg tot halfwegen de Biggefteeg, en van daar te rug, verder door de Zakfteeg, langs de Bakeneflergragt tot de Kwakelbrug; van waar, door de Kokfteeg zal te rug gekeerd worden, tot halfwegen de Biggefteeg, en vervolgens door het Krom en de Valkefteeg naar de Poft. Op het Half Uur. Even als op het Heel Uur. De Poft No. 15 ftaat aan de Brouwery het Scheepje. Zullende de ronde aklus moeten gedaan worden. Op het Heel Uur. Van de Poft tot halfwegen in de Koraalefteeg; van daar te rug langs den Korcendyk tot de Azynmakery; van waar weder te rug gegaan zal moeten worden door de Sleutelen Spaarwouderftraat tot de Spaarwouder- of Amfterdamfepoort; voorts langs de Papentorensveft tot de Hoogebrug; (doende tusfchen beiden aldaar, in elk Straatje dat voorby gegaan wordt, eene roep;) en van daar langs de Scheepmaakersdyk naar de Poft, doende echter hier ook in elk Straatje dat gepaneerd wordt, twee behoorlyke roepen. Op het Half Uur. Langs den Kortcndyk; vervolgens te rug door de Sleutel- en Nieuwe Spaarwouderftraat langs de Veft tot de Spaarwouderpoort, alwaar in de Spaarwouderftraat tweemaal ge. roepen , en de Koraalefteeg tot halfwegen ingegaan zal moéten worden ; van daar vervolgens te rug naar de Papentorensveft, alwaar in het Meniftefteegjc, Muizenholfteegje, Schietfpoel- en Dunnebierfteegje , als mede in de Schoutepoort, eens behoorlyk geroepen, en zo langs de Scheepmaakersdyk tot de Poft gegaan zal moeten worden. De Poft No. 16. ftaat op het Spaarne by de Barnefteeg. Moetende de ronde van hier aldus gedaan worden. Op het Heel Uur. Zal voor de voornoemde Barnefteeg tweemaal moeten worden geroepen; vervolgens langs het Spaarne gegaan , en aldaar in 't voorbygaan tot halfwegen in de Hoogftraat en in de Wydefteeg; voorts langs het Korte Spaarne door de Agterftraat, aldaar in de OlTenhoofdfteeg tweemaal roepend»; en wy¬ ders door het Schipperfteegje, de Beekfteeg en Hagelftraat na de Hondefteeg, die door, en in dezelve in de Kattefteeg aan vveerzyde eene roep doende ; en zo door de Agterterltraat en Vrouwefteeg na de Korte Veft, die langs tot de Schalkwykerpoort, en van daar wederom te rug langs het Spaarne naar de Poft. Op het Half Uur. De ronde te doen even als hier vooren op het Heel Uur is gemeld, tot het Schipperfteegje toe , in bet zelve tweemaal te roepen ; voorts regt door de Agterftraat tot de Burgwal; aldaar in de Wydefteeg en Hoogftraat behoorlyk eens roepende; en de Hagelftraat tot de Beekfteeg ingaande, als mede de Vrouwefteeg tot halfwegen , en van daar te rug door de Barnefteeg naar de Poft. De Poft No. 17 ftaat op de Burgwal. Van waar de ronde aldus zal gefchieden. Op het Heel Uur. Langs de Burgwal, en aldaar in 't Oflenhoofdfteegje en Beekfteeg eene roep te doen; vervolgens door de St. Teunis- of Antonieftraat, langs de Veft, aldaar in de Nieuwefteeg, Raamftraat, Koolfteeg, Kerkhofftraat, Witte Lely- en Molefteegen, in elk tweemaal behoorlyk roepende ; en zo door de Nieuwe Spaarwouderftraat en Spaarwouderftraat wederom naar de Poft. Op het Half Uur. Van de Poft tot in de Beekfteeg voorby de Bogt; van daar te rug langs de Burgwal door de Hagelftraat tot de Hondefteeg; van waar weder te rug gekeerd, voor de Kattefteeg eene roep gedaan , en over de St.Teuiiisbrug, langs de overzyde van de Burgwal, gegaan zal moeten worden ; en aldaar tot halfwegen in de Nieuwe- en Raamfteegen; terwyl dan verder door de Koolfteeg langs dc Veft gepalfeerd, en tot in de Kerkhofftraat halfwegen dezelve gegaan, voor de Witte Lelyileeg eene roep gedaan, en ver* volgens door de Moiefteeg en Spaarwouderftraat naar de Poft gekeerd zal moeten worden. De Poft No. 18. ftaat in de Kleine Houtftraat. Van waar men de ronde op de volgende wyze doen zal. Op het Heel Uur. Voor of in de Gortefteeg zal eene roep  KEUREN DER STAD HAERLEM. 2o5 gedaan moeten worden; voorts langs de Oudegragt tot halfwegen het Groot Heiligland; van daar te rug langs de Smalle Oudegragt tot het Spaarne; doende in 't voorbygaan zo in de Voor- ais Agterkamp twee gewoone roepen; verder langs de Turfmarkt,door de Kamperbreeiteeg tot het Magazyn; van daar weder te rug, langs de Turfmarkt en Veil:, alwaar in de Rozemarynfteeg, en in de Voor- en Agterkamp twee behoorlyke roepen gedaan zullen moeten worden; zo als mede in dc Parientiefl-nfat en Hofttraat twee gelyke roepen gefchieden moeten ; voorts langs de voorfz. Veil tor halfwegen het Groot Heiligland; en van waar weder gekeerd zal moeten worden langs de Velt door de Kleine Houtftraat naar de Poft. Op bet Half Uur. Van de Poft, langs de Smalle Oudegragt door de Agterkamp en het Kamperfteegje, alwaar in de llozemarynftecg eene roep gedaan zal moeten worden, mitsgaders door de Voorkamp naar de Veft; die langs, en aldaar in de Agterkamp eene roep , en de Korte Hof- en Patientieftraat tot halfwegen ingaande; voorts van daar te rug door de Lange Hofftraat, doende aldaar in 't Rottegat eene roep; mitsgaders door de Kleine Houtftraat wederom naar de Poft; nadat, in 't voorbygaan, in de voornoemde Kleine Houtftraat voor of in de Gaflhuispoort mede eene roep gedaan, en de Minnebroerfteeg en Groendalfteeg tot halfwegen ingegaan zal zyn. En de Poft No. 19 ftaat in da Groote Houtftraat. Van waar de ronde in deezer voege gefchieden zal. Op het Heel Uur. Van de Poft door de Houtftraat tot halfwegen in de Paardefteeg, en van daar te rug, langs de Oudegragt tot op het Klein Heiligland voor de Kerk of Vergaderplaats der Doopsgezinden, van waar weder na de Oudegragt gekeerd zal moeten worden, en langs dezelve het Groot Heiligland op, alwaar de Minnebroerfteeg en Ravclingfteeg tot halfwegen moeten worden ingegaan ; voorts naar de Veft, langs dezelve tot het Klein Heiligland , en dat op, tot voor de voorfz. Kerk of Vergaderplaats der Doopsgezinden ; van waar te rug gekeerd zal moe- Vervolg van V /. Deel, 5 Stuk. ten worden door de Cornelisfteeg naar de Groote Houtftraat; aldaar eene roep naar de zyde van de Houtpoort gedaan, en alzo naar de Ppft. Op het Plalf Uur. Insgelyks van de Poft door de Houtftraat tot halfwegen in de Paardefteeg; van daar langs de noordzyde van de Oudegragt tot in de Frankeftraat voor de Peuzelaarfteeg; en van daar weder te rug langs de Oudegragt tot halfwegen het Groot Heiligland en Kleine Houtftraat; na alvorens op het Klein Heiligland tweemaal behoorlyk geroepen te hebben; vervolgens het Groot Heiligland op, door de Gortefteeg en Zonnefteeg; doende wyders in de Minnebroerfteeg en Ravelingfteeg eene roep; en gaande voorts door het Nicuweiandje op het Klein Heiligland tot voor de Kerk of Vergaderplaats der Doopsgezinden ; van waar door de Cornelisfteeg en Groote Houtftraat, alwaar ook in 't voorbygaan de Nieuwcfteeg tot halfwegen ingegaan , en alzo naar de Poft te rug gekeerd zal moeten worden. En is wyders by hun Ed. Groot Achtb. nog goedgevonden, dat de voorfz. Articulen en Ordonnantie op het doen der Ronde, te zaraèn zullen gedrukt, en het nodig getal Exemplaaren daar van aan den Kapitein van de Nacht-Wagt ter hand gefteld zal worden, om aan elk der tegenwoordig fungeerende en in 'f vervolg aankomende Corporaals en Nacht-Wagts, mitsgaders derzelver Noodhulpen , een daar van tot zyne narichtinge te geeven. Aldus gearrefteerd hy de Ed. Groot Achtb. Heeren Burgemeefteren en Regeerders der Stad tlaerlem, den 23 Auguftus 1780. O. van SCHUYLENBURCH. Inftructie voor de Corporaals der Nachtwaakers in de Gebuurten van de Wagenweg , Kleine Houtweg, en Zuider-BuitenSpaarne, Weftzyde, Articul I. De Corporaals zullen het verfchuldigde refpeét. bewyzen aan de Dekens en Vinders van de voorfz, Gebuurten, en gehouden zyn Ee der-  2ö6 KEUREN DER STAD HAERLEM. derzelver ordres naar te komen en te gehoorzaamen, van alle welke ordres, zonder onderfcheid, de refpeétive Dekens of Vinders der Buurten ten allen tyde aan Heeren Burgemeefteren , des noods, zullen verantwoordelyk zyn. II. Zal alle nachten één van de Corporaals nacht om nacht moeten de Wagt houden, zullende die geen, wiens Tourwagt het is, 'savondsvoor negen uuren, zich moeten vervoegen aan de Poort, alwaar de Hoofdwagt zal gehouden worden, omme de Rolle der Nachtwaakers te leezen , en 'smorgens, wanneer de Poorten deezer Stad zyn geopend, prefent zal moeten zyn omme dc Rolle te leezen. III. De Corporaal, wiens Tourbeurt't is, zal gehouden zyn by den Deken der Buurt onder wien de Hoofdwagt is, ordres te gaan haaien hoe en op wat wyze de Ronde der Nachtwaakers dien nacht zal moeten gefchieden , als mede welke uuren ofte half uuren de Ratels zullen geroerd en geroepen worden, en welke niet, en eindelyk een fignaal moeten ontvangen, waar door de Nachtwaakers hunne Medewaakers zullen kunnen erkennen , het geen niet dan na het Rolleezen 's avonds aan de Wagts zal mogen worden gecommuniceerd. IV. De Corporaal zal ten minften één a tweemaal des nachts de Ronde doen door het geheele Quartier, en goed toezigt houden of de Nachtwaakers wel waaken, ter bepaalde tyd van hun poften afgaan, en in het geheel de hun voorgefchreeven ordres in alles naar vereifchte waarneemen; zulks contrarie bevindende, daar van zonder eenige verzwyginge terftond kennis moeten geeven aan den Deken van de Buurt die de ordres des avonds gegeeven heeft, als mede den volgenden morgen aan den Heer HoofdOfficier. V. De Corporaals zullen getrouwlyk in Perfoon hunne Poft moeten waarneemen , en niet voor elkander mogen waaken, veel min een ander in hunne Poft ftellen, uitgenomen by ziekte of andere toevalligheden, en zulks dan nog niet zonder kennis en goedvinden van den Deken der Buurt, onder wien hy behoort. Als wanneer de andere Corporaal het werk alleen zal moeten doen , en het dubbeld Geld als dan ook ontvangen en verdienen. VI. Zo wanneer eenige delieften of moedwilligheden by de nacht mogten voorvallen, zal de Corporaal zo wel als de Nachtwaakers gehouden zyn, daar van ten ipoedigftcn aan den Deken of Vinders van de Buurt kennis te geeven, als mede des morgens aan den Heer Hoofd- Officier. VII. Ingeval iemand die wegens het dadelyk pleegen van een delict, of moedwilligheid, in bewaaring zal zyn gebragt, en in één der Wagthuizen zal zyn geflooten en bewaard, zal zodanig een of meer Perfoonen daar uit niet mogen worden ontftagen dan met voorgaande kennis en confent van den Heer HoofdOfficier, of den voorzittenden Heer Burgemeefter deezer Stad. VIII. En ingevalle de Vinders van de Gebuurten , de Corporaals, ofte Nachtwaakers iets ter ooren mogte komen,'twelk eenigzins tot ftooring van de goede ruft ofte veiligheid zoude kunnen verilrekken, zal het zelve, zo fpoedig mogelyk, door de Vinders van de Gebuurten ter kennifle van de Heeren Burgemeefteren moeten worden gebragt, om dien aangaande de nodige ordres door hun Ed. Groot Achtb. gegeeven te kunnen worden, zullende tot dat einde al het geen van die natuurc ter kennifle van de Corporaals ol der Nachtwaakers komen mogt, aan de Vinders van de Buurt terftond moeten worden geopenbaard. Aldus gearrefteerd by de Ed. Groot Achtb. Heeren Burgemeefteren en Regeerders der Stad Haerlem, den 30 December 1789. In kennifle van My, G. V. A. SCHOUTEN. For~  KEUREN DER STAD HAERLEM, 207 Formulier van Eed voor de Corporaals der Klapivaakers of' Nacbtvuagten bin* nen de Buurten van de IVagevoeg, Kleine Houtweg, en Zuider-Buiten Spaarne, IFe/lzyde. Ik beloovc ende zvvecrc, dac ik my in alle gehoorzaamheid omtrent den Heer HoofdOfficier, Heeren Burgemeefteren , Deken en Vinders der Buurten, zal gedraagen ende derzelver bevelen zorgvuldig nakomen en doen nakomen, zoveel my eenigzins doenlyk weezen zal ; dat ik alle nachten goede Wake zal hebben en houden, volgens de ordres daarop gefteld ende de Inftrucfien deswege ontvangen , ende naarftig toezien op alle ongeregeldheden, die by fiachte zouden mogen gebeuren, ende dezelven helpen weeren; en in 't byzonder, dat ik by ontdekking van Brand terftond met het roeren van de Ratel, en anderzins, zo in de Buurt aan dc Poort alwaar de Brand het naafte by mogte zyn, den Poortier kenniffe geeven , als mede aan Deken cn Vinders der Gebuurten, in dewelken de Brand is, en by geval van Oploop en Verzameling van Volk met Wapenen by nacht daar van mede kennifle geven, aan den Deken en Vinders der Buurte en aan den Poortier en Wagt van de Groote Houtpoort, en dezelve helpen beletten ; dat ik alle Delitften by nacht gebeurende en tot myne kennifle komende , den Deken van dc Buurt, alwaar het zelve gebeurt, zal aanbrengen ende de Delmqüanten helpen apprehendeeren ; dat ik voorts alles zal doen, dat goede en getrouwe Corporaals fchuldig zyn en behooren te doen. Zo waarlyk helpe my God Almachtig! Inftructie voor de Nachtwaakers in de Gebuurten van de Wagenweg , Kleine Houtweg, en Zuider-Buiten-Spaarne, Weitzyde. Articul I. Eerftelyk zullen de zes Nachtwaakers, wier Tour 't is, alle avonden, gewapend meteen Houwer, een goeden Wagtftok met yzer beflag, en een Ratel, de klokke negen uuren, zich laaten vinden, om haar naamen te hooren leezen Op de Poft aan een der Huisjes, ftaande op de Wagenweg of de Kleine Houtweg, nacht om nacht. II. De Nachtwaakers zullen gehouden zyn de Deken en Vinders van de Gebuurten, als mede de Corporaals te obedieereh en te gehoorzaamen , en de ordres welke door dezelven gegeeven worden met alle getrouwheid en vigilantie ter uitvoer te brengen. III. De Nachtwaakers zullen precies, het zyop het uur of half uur van haaren befcheiden plaats, of daar zy van de Corporaals zyn gefteld, haare Ronde moeren doen, door het Quartier of Diftricft het welk hun zal aangeweezen zyn. IV. En ingevalle iemand nalaatig mogt zyn in het doen van zyne Ronde, en niet kwam af te gaan volgens de ordres, en daar op door de Vinders van de Buurt, of Corporaals mogt worden geattrapeerd, zal verbeuren het dubbelde Wagtgeld daar toe ftaande. V. De Nachtwaakers zullen gehouden zyn, ft 't geen ter hunner kennifle mogte komen , het geen konde flrekken tot ftooring van de ruft ofte onveiligheid, daar van direcT: kennis te geeven aan den Corporaal onder wien zy de Wagt hebben, als mede aan den Deken der Buurt, in wiens Quartier zulks gebeurt, en zullen zo min als de Corporaals ot het ios laaten van eenig Perfoon of Perbonen op de daad betrapt, ofte het verzwy;en van eenige gepleegde moedwilligheid ofe eenige andere delicten, eenige giften of r,aaven mogen ontfangen, op poene van casatie en arbitraire correclie. VI. Niemand van de Nachtwagts zal vermogen :ich van de Wagt te onttrekken, of t'huis te >lyven,ten zy hy aan den Deken van de Gemurte onder wien hy gehoort, in tyds ver :ogt, en van dezelve om voldoende reden laar toe permiffie gekreegen mogt hebben, n welk geval van ziekte als anderszins, een Ier Noodhulpen de Wagt zo lange zal waarïeemen, en zulks Op hunne Beurten , eh iet Geld als dan door hun Noodhulpen zal vordengenooten, in de plaats der zieken of ibfenten, alles met goedvinden en voorkenlis van den Deken der Buurt, onder wien hy >ehoort. Ee 2 VII. De  208 KEUREN DER STAD HAERLEM. VII. De Nachtwaakers zullen óp die uuren, ofte half uuren , op welken hun zal gelall worden dille Rondens te doen, niet vermogen eenige Tabak te rooken, maar in alle ftilte en zonder gewag te maaken, moeten rond gaan. VIII. De Waakers zullen ook niet vermogen op hunne Wagt mede te brengen eenige llerke dranken, ofte laaten haaien , veel minder befchonken ter Wagt te komen, op poene van cafTatie. De Wagt zal gehouden worden geduurende de zes Winter-Maanden, van 's avonds ten negen uuren, tot 'smorgens na hec openen van de Poorten deezer Stad. Na welken tyd de Nachtwaakers op het R olie leezen zullen moeten zyn, en door den Corporaal moeten worden afgedankt. Aldus gearrefteerd by de Edele Groot Achtb. Heeren Burgemeefteren en Regeerders der Stad Haerlem, den 30 December 1789. In kennhTe van My, G. V. A. SCHOUTEN. Formulier van Eed voor de Klapwaakers of Nachtwagten binnen de Buurten van de IVageweg, Kleine Houtweg, en Zuider-Buiten-Spaarne, Weftzyde. Ik beloove ende zweere, dat ik my in alle gehoorzaamheid omtrent den Heer Hoofd - Officier , Heeren Burgemeefteren , Deken en Vinders der Buurten, als mede de Corporaals over my aangefteld, zal gedraagen, ende derzelver bevelen zorgvuldig nakomen en doen nakomen, zo veel my eenigzints doenlyk weezen zal; dat ik alle Nachten goede Wake zal hebben en houden, volgens de ordres daarop gefteld ende de Inftrucfien deswegen ontvangen , ende naarftig toezien op alle ongeregeldheden die by Nachte zoude mogen gebeuren ende dezelven helpen weeren; en in 't byzonder, dat ik by ontdekking van Brand terftond met het roeren van de Ratel, en anderzins , zo in de Buurt aan de Poort alwaar de Brand het naafte by mogte zyn, den Poortier kennifle zal geeven, als mede aan Deken en Vinders der Gebuurten, in welken de Brand is; en by geval van Oploop en Verzameling van Volk met Wapenen by nacht, daar van mede kennifle geeven aan den Deken en Vinders der Buurte en aan den Poortier en Wagt van de Groote Houtpoort, en dezelve helpen beletten', dat ik alle Deliften by Nacht gebeurende en tot myne kennifle komende , den Corporaal, als mede den Deken van de Buurt, alwaar het zelve gebeurt, zal aanbrengen ende de Delinquanten helpen apprehendeeren; dat ik voorts alles zal doen, dat goede en getrouwe Nachtwagten fchuldig zyn en behooren te doen. Zo waar lyk belpe my God Almachtig! Instructie voor de OUD-YZERKRAMERS-, van den 23 September 1776. BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STAD HAERLEM hebben, na deliberatie, alzo het tot voorkoming van veelerlei verkeerde praclyken dienftig geoordeeld is, dat voortaan niemand binnen deeze Stad als Oud-Tzerkramer zal mogen fungeeren , dan na vooraf daartoe geadmitteerd te zyn, goedgevonden, voor dezelven te arrefteeren , gelyk gearrefteerd wordt by deezen, de volgende Inftruclie: Articul I. Tot het koopen en verkoopen van oud Yzer, en dus tot het fungeeren als Oud-Yzerkramer, zullen voortaan, behalven de Smitsbaazen, die daartoe gepermitteerd zullen worden, boven dien worden geadmitteerd, zo veele andere Perfoonen, als byhun Ed. Groot Achtb. goedgevonden zal worden, mits dezelven, geen Smits Baazen zynde,alvoorens het Smeden - Gilde zullen hebben gekogt, en daar voor vier Guldens betaald; boven het welk zy dan nog Jaarlyks twaalf Stuivers gehouden zullen zyn ten behoeve van het gemelde Gild te contribueeren. Zullende echter die een en ander geen plaats hebben ten aanzien van de geadmitteerde Uit-  KEUREN DER STAD HAERLEM. 209 Uitdraagfters binnen deeze Stad, welken gebruikte Meubilen, van Yzer gemaakt, als Yzere Potten, Haard Yzers, ftaande en leggende Plaaten, Tangen, Schoppen en diergelyke, fteeds zullen mogen koopen cn verkoopen , zonder daar door verftaan te worden zich alsOud-Yzerkramers aan te ftellen. II. De gemelde Oud-Yzerkramers zullen alleen , met uitfluiting van alle anderen, gerechtigd zyn, om van Burgers of andere Perfoonen , by hen bekend, of aan hun behoorlyk bekend gemaakt, oud Yyzer temogen koopen, en het zelve weder te verkoopen, mits zy het gekogte oud Yzer, alvoorens het te verkoopen, acht dagen lang voor een ieder ten toon geleegen hebben, op poene van diie Guldens voor elk ftuk, dat zonder acht dagen ten toon geleegen te hebben, door hun weder verkogt, of ter verkooping of verruiling naar elders vervoerd zou mogen zyn; doch zullen dezelven nooit eenig Slot of Sloten van Deuren, of Kaften, of Kiften, nog ook eenige Hengfels of eenigerhande Yzerwerk mogen af flaan, om te vcrftellen of te vermaaken, of om wat andere redenen bet zou mogen zyn , ten ware zy als Gilde-Broeders van het Smeden-Gild effecb'velyk hunne Proef gedaan zouden mogen hebben, op poene als vooren. nr. Zullen ook naauwkeurig toezien van geen 1 oud Yzer te koopen , waar omtrent maar eenig vermoeden is , dat het is geftolen, en integendeel de Verkoopers zorgvuldigondervraagen naar derzelver Naam , Woonplaats , Ambacht, en in 't byzonder waar het oud Yzer, dat zy verkoopen willen, van daan komt; en op de minfte fufpicie het geprefenteerde Yzerwerk aanhouden, en daar van aan den Heer Hoofd-Officier of deszelfs Onder-Schout direct kennis geeven; op pcene van naar bevind van zaaken op het rigoureufte geftraft, gecorrigeerd of gemulcfteerd te worden. IV. Zullen ook niet vermogen eenig nieuw Yzerwerk in te ruilen of op te koopen, om daar mede handel te dryven, maar zich alleen tot het oud Yzer moeten bepaalen; doch zullen die geenen, welke boven dien ook SmitsBaazen zyn, de vryheid behouden, om nieuw Yzerwerk te koopen, mits alleen van bekende Perfoonen, en waar omtrent zy verzekerd kunnen zyn , dat geene de minfte verkeerde handel onder fchüilt; op poene van ter contrarie doende , zodanig geftraft gecorrigeerd ofgemulcleerd te worden, als de omftandigheden van zaaken dan zullen vereiflchen. V. Geen .Oud - Yzerkramer zal met oud Yzer te koop mogen zitten of ftaan, anders dan op de Jaarmarkten en ordinaire Marktdagen, maar zal het zelve alleen aan zyn Huis of op zyn Venlter te koop mogen houden , op de Boete van drie Guldens, welke Boete, zo wel als de andere hier vooren Articul II. vaftgefteld , gcappliccerd zal worden ten behoeven van het Smeden Gild binnen deeze Stad. VI. En worden Deken en Vinders van het Smeden-Gild gelaft mede toetezien, dat alle de Articulen in deezen vervat, punéïueelyk mogen v/orden agtervolgd; zullende dezelven benevens hunne verdere Gilde Broeders, ieder in 't byzonder, zo wel als de Commisfarïs van deezer Stads Keuren , ook gequalificeerd zyn tot het doen van Bekeuringen over Contraventien tegen deeze Ordonnantie. Atlum ter Kamere , den 23 September 1776. In kennifle van My , O. van SCHUYLENBURCH. Ampliatie Instructie voor de OUD-YZERKRAMERS; van den 20 April 1785. BU R G E M E E S T E R E N en RE- of fchoon by de Inflruttie voor de Oud-Yzer* GEERDERS der STAD HAER- kramers, op den 23 September 1776, door LEM, geïnformeerd zynde, dat, hun Ed. Groot Achtb. gearrefteerd, tot Ee 3 voor-  21ö KEUREN DER STAD HAERLEM. voorkoming van veerlerlei verkeerde practycquen eene gepafte voorziening gedaan zy, nogthans omtrent het verkoopen of verruilen van afzonderlyke Sleutels, zonder de Sloten, waartoe dezelve behooren, geene uitdrukkelyke bepaaling gemaakt is, en dat daaromtrent niet te min een zeer fchadelyk misbruik zou kunnen plaats grypen ; hebben, na deliberatie, goedgevonden en verftaan , boven en behalven de Articulen van gemelde Inftruclie, welke allen in derzelver volkomen waarde en kracht gelaaten worden , en omtrent welken op nieuivs de ftipfte obfervantie geordonneerd wordt, by Ampliatie van dezelven , te arrefteeren , gelyk gearrefteerd wordt by deeze: Dat, wanneer één der geadmitteerde Oud-Yzerkramers alhier eenige afzonderlyke Sleutels, zonder de Sloten waartoe dezelven j behooren, mogte hebben ingckogt of ingeruild, om daarmede handel te dryven, dezelve verpligt zal zyn, aan ieder zodanige Sleutel een briefje te hechten met den naam van den geenen, van wien hy dezelve ingekogt of ingeruild mogte hebben, als mede de dagtekening, waar op zulks gefchied is: Voorts, dat de gemelde Oud-Yzerkramer, na dat zodanige Sleutels , volgens her ade Art. der voorfchreeve Inftruclie, acht dagen voor een ieder ten toon geleegen hebben , gehouden zal zyn de baard van de Sleutel in dier voege te breeken en aan Hukken te ftaan, dat daar van geen het minfte ge¬ bruik tot het openen van eenig Slot gemaakt kan worden: En dat geen Oud - Yzerkramer alhier immer eenigen Sleutel , zonder het Slot, daartoe behoorende, ten zy dezelve alvorens, in voege voorfchreeven, onbruikbaar gemaakt zy, nog ook eenige Loopers, Keizers, of andere Inftrumenten, waarmede eenige Sloten geopend kunnen worden, zal mogen verkoopen, verruilen, of op eenigerhande wyze aan een ander overdoen , op verbeurre eener boete van zes Guldens , de helft ten behoeve van het Smedegild deezer Stad, en de wederhelft ten behoeve van den aanbrenger, voor elken Sleutel , welke contrarie deezes by de voorfz. Oud-Yzerkramers zullen gevonden worden, of door dezelven tegen de intentie van hun Ed. Groot Achtb. verkogt zullen zyn. Én worden Deken en Vinders van het Smeden-Gild alhier gequalificeerd en gelaft, van tyd tot tyd "door den Knecht van het Gild onderzoek te laaten doen, of ook eenige Sleutels, Loopers of Keizers, contrarie deezes, by de voorfchreeve Oud-Yzerkramers te koop gevonden worden. Aclum ter Kamer e, den 20 April 1/85. In kennifle van My, O. van SCHUYLENBURCH. Verbod aan de OUD-YZERKRAMERS van geen OUD LOOD te koopen, in huis te neemen &c.; van den 27 February 1789. MYNE HEEREN van den GERECHTE der STAD HAERLEM, van tyd tot tyd ontwaar geworden zynde , dat, niet tegenftaande hun Ed. Achtb. uitdrukkelyk verbod, in derzelver Publicatie van den 3 September 1776 vervat, de Oud-Yzerkramers, binnen deeze Stad en Jurisdictie van dien, zich geneeren met het koopen en debiteeren van oud Lood, en daartegens, om verfcheidene en gewigtige redenen, met allen ernft willende voorzien; hebben, na deliberatie, goedgevonden en verftaan, de voornoemde Oud-Yzerkramers , nogmaals ferieufelyk te gelaften , dat zy zich zullen hebben te onthouden van' eenig Soudeer of Lood, 't zyaanBaaren, Gefmolten of Ongefmolten, of van welk foort het zelve ook zoude mogen zyn, te koopen, verzenden, of op eenigerhande manieren te verkoopen of te vermangelen , mitsgaders dezelven te verbieden, om eenig van het voorfchreeven Lood in hunne Winkels, Kelders, Pakhuizen, Kraamen, Uitflallen, of in eenige Schuiten of andere Bergpaden na te houden, op poene, van het contrarie doende, te zullen vervallen in zodanige boetens en correélien als by het 3de Articul van gemelde hun Ed. Achtbaare Publicatie van 3 April  KEUREN DER STAD HAERLEM. 2ii April 1776, zyn geftatueerd, met verbeurte daar en boven van *t Lood, het welk aldus tegens de bovengèfteldé ordres zal worden gevonden. En ten einde de betrachting van hun Ed. Achtb. ferieus oogmerk op geene clandeftine wyze worde overtreden, en daar tegens, zo veel mogelyk is, willende waaken, hebben hun Ed. Achtb. wyders goedgevonden en verftaan, den Heer Hoofd"-Officier deezer Stad te qualificeeren , zo als gequalificeerd wordt by deeze, om ten allen tyde en des goedvindende, in de Winkels , Huizen, Kraamen, Kelders of Schuiten, of eenige andere Bergplaadcn van de Oud-Yzerkramers, binnen deeZe Stad cn Jurisdictie van dien, onderzoek te doen, of in dezelven ook eenig van het bovengenoemde Soudeer of Lood wordt gevonden, en het zelve gevonden wordende immediaat in befiag te neemen ; mitsgaders al het zelve door zyne Geauthorifeerden, voor zo veel des noods, te : doen executeeren, wanneer een of meer der gemelde Oud - Yzerkramcrs op hceterdaad, by nacht, avond of ongeleegen tyden zullen worden betrapt, zodanig Lood ofSoudeer in hun huis of eenige andere van de bovengemelde bergplaatfen, direct of indirect te hebben aangenoomen of verborgen. En is eindelyk, dien onverminderd, goedgevonden en verftaan, de Commiftariften van de buiten en binnen-veeren te authorifeeren, zo als geauthorifeerd worden by deeze, om zo wanneer eenige Kiften of Kaften, door of op naam van de Oud-Yzerkramers ter verzending na buiten by hun ter aantekening zullen worden gebragt, de gemelde verzending, 1 zo wanneer zy een gegrond vermoeden zul; len komen op te vatten, dat de voorlchree! ve Kiften of Kaften geheel of gedeeltelyk met J Lood zullen zyn gevuld, provifioneel en tot nader order van den I leer Hoofd-Officier, te beletten; wordende de gemelde Commiflariflen gelaft, om van de gedaane ophouding ' inmediaat aan den Heer Hoofd - Officier of I deszelfs Onderfchout kennis te geeven. En zal Copie van de bovenftaande Refolutie worden ter hand gefteld aan den Heer Hoofd-Officier voornoemd tot deszelfs informatie, mitsgaders Extract van dezelve gezonden aan de Commiftariften der buiten en binnen voeren, en aan de Oud-Yzerkramers binnen deeze Stad en Jurisdictie van dien, voor zo veel voor ieder van hun tot derzelver naricht zal nodig zyn. Ablum ter Kamere , den 27 February 1789, prefent de Heeren ut in Regiftro. j In kennifle van My, W. van SYPESTEYN, Resolutie, waar by het getal der OUD-YZERKRAMERS, voortaan op TWINTIG wordt bepaald; van den 27 Maart 1789. BURGEMEESTERENen REGEERDERS der STAD HAERLEM , in acht genomen hebbende, dat door hun Ed. Groot Achtb. by de Inftructie voor de Oud - Yzerkramers gearrefteerd, den 23 September 1776 in Articul I. is gefixeerd, dat tot het koopen en verkoopen van Oud-Yzer, en dus tot het fungeeren als Oud-Yzerkramer, van toen voortaan zouden worden geadmitteerd, behalven de Smitsbaazen, die daar toe gepermitteerd zullen worden, zo veele andere Perfoonen als by hun Ed. Groot Achtb. goedgevonden zal worden, en dat het van zeer veel utiliteit en nuttigheid voor 't algemeen zoude zyn, ingevalle het getal van de bovengemelde OudYzerkramers praïciefelyk wierd gefixeerd, nademaal, en dezelve Kraamery voordeeliger voor elk dier geadmitteerden zoude zyn, en dezelven beter zouden kunnen worden nagegaan , ten einde te kunnen weeten, of dezelven al, dan niet, aan de zo nuttige bevelen, zo door hun Ed. Groot Achtb. alsdoor de Ed. Achtb. Heeren van den Gerechte van tyd tot tyd gearrefteerd, naar hunne verplichting kwamen te voldoen; hebben, na deliberatie, goedgevonden en verftaan, by forme van Ampliatie van de bovengemelde Inftructie voor de refpéctive Oud-Yzerkramers van den 23 September 1776, vaft te ftellen, zo als vaftgefteld wordt by deezen, dar het getal van de voornoemde Oud-Yzerkramers, behalven de Smitsbaazen, die daartoe gepermitteerd zullen worden, voortaan zal bly-  212 KEUREN DER STAD HAERLEM. blyven bepaald op twintig Perfoonen, welk getal niet zal worden geëxcedeerd, en tot op welk getal de jegenwoordige Oud- Yzerkramers mitsdien zullen moeten uitfterven cn verminderen; blyvende voor het overige de bovengemelde Inftructie voor de Oud-Yzer¬ kramers , benevens de Ampliatie derzelve van dato 20 April 1785 in haar geheel en onveranderd. En zal Copie deezer aan de Overlieden van het Smeden Gilde tot derzelver informatie en naricht gegeeven worden. Resolutie, waarby wordt bepaald dat voortaan geen ZEEP van elders hier ingevoerd wordende boven een zeftiende deel van één Ton, zal mogen worden geloft en befteld, als door den gequalificeerden Zeepwerker; en dat wyders dc ZEEPZIEDERS en GROSSIERS in ZEEP, niet vermogen zullen eenige ZEEP boven de gemelde Maat buiten deeze Stad en derzelver Jurisdictie te vervoeren , zonder denzelven gequalificeerden Zeepwerker daartoe te gebruiken; van den 2 Juny 1790. MYNE HEEREN van den GERECHTE der STAD HAER.LEM, gereflecteerd hebbende op het verzoek aan hun Ed. Achtb. by Requefte gedaan door Martinus Liefhebber, Werker en Beftelder van de Zeep binnen deeze Stad; hebben, na deliberatie goedgevonden en verftaan, ingevolge den inhoude van de Generaale Ordonnantie van het Gemeene Land op de Zeep, gearrefteerd den 8 October 1749, en met inhaffie deezer Stads Ordonnantie op 't Loon van den Zeepwerker, in dato 22 Auguflus 1752, te flatueeren, zo als hun Edele Achtbaare ftatueeren by deeze, dat voortaan geen Zeep, van elders hier ingevoerd wordende, boven een zestiende deel van een Ton, zal mogen worden geloft en befteld, als door een gequalificeerden Zeepwerker en Beftelder, en dat wyders de Zeepzieders en Groffiers in Zeep mede niet zullen vermogen eenige Zeep boven de gemelde maat van een zeftiende deel van een Ton uitteflaan , of vervoeren buiten deeze Stad en derzelver Jurisdictie, zonder daar toe een gequalificeerden Zeepwerker of Beftelder tc cmploieeren; en qualificeeren voorts den Zeepwerker en Beftelder, boven en behalven de daartoe reeds gequalificeerden, omme de geenen des contrarie handelende, daar inne te mogen te keer gaan, en in de by de bovengemelde Ordonnantie op de Zeep geftipuleerde boete bekeuren. En zal Copie deezer Refolutie worden gegeeven aan de Zeepzieders en Groffiers binnen deeze Stad, ais mede aan den Suppliant, omme zich daar na te reguleeren. A&um ter Kamer e den 2 Juny 1790, prefent de Heeren ut in Regiftro. In kennifle van My, W. van S Y P E S T E Y N. K E ü-  KEUREN DER STAD HAERLEM. 213 «Vt£ *VM ^ £f£ W W ^^-W' W^f/e KEUREN TEGEN BEDELAARS, ONGEREGELDHEDEN, MOEDWII I IGHEDEN, DIEVER YEN, en hettukken van GEWEER. Publicatie tegen de TUIN-DIE VEN cn TUlN-DÏEVËRYEN; van den 16 Mai 1770. MYNE HEEREN van den GERECHTE der STAD HAERLEM, in ervaringe gekomen zynde, dat wederom veele Tuin-Dieveryen, zo by inbreekinge als anderzins , om en by deeze Stad nog by aanhoudendheid in zwang gaan;. niet tegenftaande daar tegens by verfcheiden Publicatien rigoureufelyk is voorzien, en fufficiente Pramien zyn beloofd, zonder dat de Daaders echter tot hiertoe hebben kunnen worden ontdekt of achterhaald: hebben, na deliberatie, ter weeringe van zodanige Dieveryen, welken in een Stad van goede Ordre, of onder derzelver Jurisdiéiie, niet kunnen noch behooren te worden geduld, maar waar tegens op het allcrernftigft dient te worden voorzien, ten einde die geenen, welken zodanige Tuin-Dieveryen reeds hebben begaan, of naderhand bevonden zullen worden daar aan handaadig of medepligtig te zyn geweeft, met de uiterlte rigeur daarover zouden mogen worden geftraft, goedgevonden te belooven eene Pra;mie van vyf honderd Caroli Guldens aan die geenen, die zodanigen Tuin-Dief of Tuin-Dieven of derzelver Medeplichtigen komen aan te geven en bekend te maaken, zodanig, dat dezelven in handen van de Juftitie geraaken en van het Fait overtuigd worden, als mede eene Premie van honderd - en - vyftig Caroli Guldens aan die geenen , welken zullen kunnen aanwyzen, waar en in welke Huizen eenige geftolen Goederen zyn verborgen, en zal niet alleen de Naam van den Aangcever of Aangeeffter (des begeerende) worden gefecreteerd, neemaar ook zodanige Aangeever of AangeefFervolgvan V /. Deel, 5 Stuk. fter, welken zelfs aan de voornoemde Dieveryen of verberging van zodanige geftolen Goederen mogten zyn medepligtig geweeft, (ingevolge de authorifatie van hun Ed, Groot Mog. de Heeren Staaten van Holland en WeftFriesland) van de Straffe daartoe ftaande zyn en blyven bevryd. Aldus gedaan en gearrefteerd den 16 Mai 1770, by de Heeren Mr. Jan Fredrik Parvé, Hoofd-Offïcier; Mr. Francois Benjamin Fagel en Antoni Kults, Burgemeefteren ; Mr. Aelft van der Hoolck de Bruyn, Mr* Jan Dieder ik Pauw, geboore Hceufft, Heer van Buttingen en Zandvoort, Heemftede, Rietwyk en Rietwykeroort, Mr. Adolf Heshuyfen , Mr. Albert Fa* bricius, Heer van Almkerk, Mr. Herman Gerlings, Joan Fredrik Godfried , Baron van Freisheim, en Joan Plannen Grasvuinckel, Schepenen der Stad Haerlem. In kenniftè van My, C. A. TESTART. En ten zelve dage, na voor gaande Klokkegeflag , ter Puye van den Raadhuize afgekondigd, ten over ft aan van de Heeren Mr. Jan Fredrik Parvé, Hoofd- , Officier; Mr. Aelft van der Hoolck de Bruyn en Joan Harmen Graswinckel, Schepenen der voorn. Stad. By My, C. A. TESTART. Ff Kf,ü-  2i4 KEUREN DER STAD HAERLEM. Keure tegen het Breek en en Steden van HEININGEN, SCHEERINGEN, YZER en LOOD; van den 3 September 1776. De HEEREN van den GERECHTE der STAD HAERLEM, van tyd tot tyd ondervindende , dat niet tegenflaands het Placaat tegen de Dieveryen , en in V byzonder de Keure van den Gerechte deezer Stad, tegen het Breeken en Steekn van Heiningen, Scheeringen, Yzer en Lood, van den 7 November 1699; echter vcelen zich niet ontzien aan diergelyke euveldaaden zich fchuldig te maaken , of door het gefloolen goed te koopen, den Dieven behulpzaam te zyn, alles tot merklyk nadeel van de Ingezeete-, nen deezer Stad, of der zeiver Vryheid, mits- \ gaders tot notable onveiligheid van eens j ieders Bezittingen; en hier in, zo veel doen- \ lyk, op het ejficacieufle willende voorzien, hebben, na deliberatie, goedgevonden te keuren en te ftatueeren, keuren en ftatueeren by deezen: En voel eerftelyk, by Renovatie van de gezegde Keure van den 7 November 1699, dat niemand, wie hy zy, zich zal vervorderen eenige houten Heiningen, Scheeringen en Leeningen, binnen of buiten deezer Stads Poorten ftaande, op en aan Landen, Tuinen , Huizen en Erven , zo der Stad van Haerlem, als den particuliere Burgeren en Ingezetenen toebehoorende, te breeken, weg te neemen, of te befchadigen, nogte ook j eenige Lenfen van Rytuigen, of Roofters of i Yzers buiten aan de Huizen, of aan Bruggen, Heulen, of te eenige andere Plaatfen, J hoe ook genaamd, zo binnen als buiten dee- •■ ze Stad, vaft zynde, of in eenige Kelderga- j ten of Kazynen ftaande, of eenig Lood boven op de Kazynen, Luiffels, Platten, of I andere gelegenheden van de Pluizen of Gebouwen , liggende, of hier of daar aan de j Huizen gevonden wordende , of ook van Gooten langs de Huizen nederhangende, af te breeken, weg te fnyden, of weg te neemen „ op pcene, dat zodanige kwaadaardige en pernicieufe Menfchen, zonder eenige disllmulatie, niet alleen als begaan hebbende ftmpele Dieveryen, maar als bedreeven hebbende openbaar geweld, arbitraalyk aan den Lyve zullen worden geftraft, en dat met zodanige Straffen, als by befchreeven Rechten en de Placaaten van den Lande, tegen het pleegen van gequalificeerde Dieveryen en publiek Geweld, geftatueerd zyn. Zullende aan de geenen, die een der handdaadigen aan foortgelyke Misdaaden, of derzelver Mede-Complicen , of Heelders van het alzo geftoolen goed, weet aan te wyzen, zodanig, dat hyin handen der Juftitie kome en van het Fait overtuigd worde, uit Stads Kas een Somme van honderd Guldens tot een vereering gegeeven , en boven dien deszelfs Naam gelecreteerd worden. Ten tweede, dat, na verloop van een Maand na het publiceeren deezes tot het koopen en verkoopen van Oud-Yzer alleenlyk zullen toegelaaren worden zulke Yzer-Smeden en andere Perfoonen , als daartoe by Heeren Burgemeefteren, op eene behoorlyke Inftructie , zullen geadmitteerd zyn, welken echter zich zorgvuldig zullen hebben te wagten van met Oud-Yzer langs dc Straaten te koop te loopen, of het zelve aan de Huizen te gaan opkoopen, als het welk van nu voortaan , zelfs aan de geadmitteerde Oud-Yzerkramers, zo op Jaarmarkten en Marktdagen, als andere ordinaire dagen, wel fcherpelyk op verbeurte van het Oud-Yzer, dat by hen bevonden mogt worden, verboden wordt: Doch dat buiten de gemelde geadmitteerde OudYzerkramers , na den gemelden tyd, niemand, wie hy zy, het zy Voddeverkoopers, OudYzerkramers of andere Perfoonen, voortaan, 't zy op Jaarmarkten of andere dagen, als Oud- Yzerkramer zal mogen fungeeren, of van Burgers of Vreemden zal mogen koopen eenig Oud-Yzer, om dat weder aan anderen te verkoopen, of ter verkooping of verruiling naar buiten de Stad te verzenden, op pcene van vyftig Guldens, te verbeuren by den geenen die na den gemelden tyd, en zonder fpeciaale Admiftie, zodanig Oud-Yzer mogt hebben gekogt of verkogt; te appliceeren een derde voor den Heer Hoofd-Officier, een derde voor den Aanbrenger , en een derde voor het Smeden-Gild en de Nederduitfche Gereformeerde Diaconie-Armen deezer Stad; zullende al het zelve ook plaats grypen ten aanzien van de Scheeps-Slyters, mitsgaders de zogenaamde Parlevinkers en Sloopers van Huizen, Schepen en Schuiten, als welken mede zonder fpeciaale Admiffie niet als OudYzerkramers zullen mogen fungeeren, noch onder pretext, dat eenig Oud-Yzer van Gc- bou-  KEUREN DER STAD HAERLEM 215 bouwen, Schepen of Schuiten, die zy gedoopt hebben, alkomftig is, zich het zelve van Particulieren hy koop of ruiling eigen maaken, om naderhand weder te verkoopen, of naar buiten de Stad ter verkooping of verruiling te zenden, op poene ais vooren; doch zullen dezelven echter de vryheid behouden, om het Yzerwerk van Huizen, Schepen of Schuiten , by hen gedoopt, uit de hand aan Particulieren te verkoopen, mits zy bewyzen kunnen, dat het van Huizen, Schepen of Schuiten, die zy zelf gefloopt hebben , of in welker (looping zy deelgcnooten zyn, cfTeclivelyk afkomftig is. Ten derde, dat noch dc geadmitteerde OudYzerkramers, noch deScheeps-Slyters,noch de zogenaamde Parlevinkers, ofSloopers van Huizen, Schepen of Schuiten, noch iemand, wie hy zy, buiten de Loodgieters of Pompmaakers, die hun Proef gedaan hebben, en tot het Gilde behooren , eenig Lood of Soudeer van Particulieren , geen Loodgieters zynde, zullen mogen opkoopen of inruilen, op poene van ter contrarie doende te zullen vervallen in eene boete van vyftig Guldens, te appliceeren een derde voor den Heer Hoofd - Officier , een derde voor den Aanbrenger, en een derde voor het Pompmaakers-en Loodgieters-Gild en de Nederduitfche Gereformeerde Diaconie-Armen deezer Stad: zullende ook de Loodgieters-en Pompmaa/ccrs - Baazen , by wien alleen het Lood of Soudeer te koop zal mogen worden aangeprefenteerd, niet vermogen eenig Lood over te neemen of te koopen, dan van hunne Galanten, of Luiden by hen bekend, of door anderen op eene behoorlyke wyze aan hun bekend gemaakt, met melding van derzelver Naam, Beilaan en Wooning, en by fouten van dit een of ander, of ook ingeval zy uit eenige Omftandigheden prefumtie hadden van kwaade trouwe, verpligt zyn, het te koop aangeboden Lood of Soudeer aan te houden, en daar van ten eerften aan den Heer Hoofd-Officier, of den Onderfchout, kennis te geeven, op poene van het contrarie doende, te zullen vervallen in eene boete van honderd Guldens voor de eerfte, en van twee honderd Guldens voor de tweede reize , en voor de derde reize van drie honderd Guldens en eene arbitrale Correctie ; ten aanzien van welk een en ander, de Loodgieters -en Pompmaakers-Baazen ook gehouden zullen zyn voor hunne Knechts en die van hun Huisgezin , in te ftaan en te verantwoorden ; de gemelde Boetens te appliceeren een derde voor den Heer Hoofd-Officier, een derde voor den Aanbrenger, cn een derde voor de gemelde Diaconie-Armen deezer Stad. Ten vierde, dat geene Markt-, Veer-of particuliere Schippers, met hunne Schepen, Schuiten of andere Vaartuigen , mitsgaders geene Voerluiden met hunne Rytuigen, hoe genaamd, eenig Lood of Soudeer uit deeze Stad of derzelver vryheid naar elders zullen mogen vervoeren, dan alleen van de Loodgieters-en Pompmaakers-Baazen (voor zo ver dezelven naamelyk, volgens de Keuren, hun Lood naar elders mogen laaten vervoeren) , en met een behoorlyk Waag-Biljet gemunieerd; op poene van zo dikwus zy eenig Lood of Soudeer anders dan van Loodgieters-of Pompmaakers-Baazen met zodanig Waag-Biljet, vervoeren, te zullen verbeuren , voor de eerfte reize vyftig Guldens, vóór de tweede reize honderd Guldens, en voor de derdemaal, dat zy als Complicen van Dieven gehouden, geftraft, en voor altoos uit hunne refpéctive Gildens gefchrapt zullen worden, zonder daarin ooit weder te kunnen worden geadmitteerd ; en dat, zo het mogt gebeuren, dat aan eenigen van de gezegde Voerluiden of Schippers door iemand, buiten de gemelde Baazen, eenig Lood of Soudeer, het zy publiek of bedektelyk wierd toegezonden, om het zelve van hier te vervoeren , zy gehouden zullen zyn, op poene als vooren, het zelve, na de ontdekking, aan te houden, en daar van ten eerften kennis te geeven aan den Heer Hoofd-OlScier of deszelfs Onder-Schout, welke zulks terftond aan Heeren Burgemeefteren zal bekend maaken. En laatflelyk, dat zo iemand bevonden mogt worden met zyn eigen Vaartuig, Wagens of Karren, zodanig Lood of Soudeer, het zy gekogt óf geftoolen, te vervoeren of vervoerd te hebben, dezelve niet alleen vervallen zal in de dubbele Poenaliteiten, tegen de Schippers en Voerluiden hier vooren geftatueerd , maar boven dien , zelfs voor de eerfte reize hierop bevonden wordende, zal verbeuren zyn Schip , Schuit, Wagen of Kar, met al het goed daarin of daarop be-, vonden wordende: alle de laatftgemelde boetens mede te appliceeren een derde voor den Heer Hoofd-Officier, een derde voor den Aanbrenger, en een derde voor de voorfz. Diaconie-Armcn. Zullende Heeren Burgemeefteren over al zulk Lood of Soudeer, als uit kragte deezes mogt aangehouden zyn , disponeeren , zo als hun Ed. Groot Achtb. zullen meenen te behooren. En dat alles, Ff a zelfs  2i6 KEUREN DER STAD HAERLEM. zelfs by de eerde overtreedingdeezer Keure , behoudens en onverminderd de Straffen, ten aanzien van zulken, diealsHeeldersvanDietftallen of Complicen van Dieven geconfidcreerd kunnen of moeten worden, geftatueerd. En worden, behalven den OnderSchout en de Dienaars van de Juftitie, in 't byzonder mede de Dekens en Vinders, mitsgaders de verdere Gilde-Broeders van het Smeden-, Loodgieters - en PompmaakersGilde gelaft, om, zo veel mogelyk, naauwkeurig toe te zien, dat aan deheilzaameoogmerken, in deezen bedoeld, ftiptelyk mag worden voldaan, en om, zo ras zy ter contrarie iets zouden mogen ontdekken, daar van aan den Heer Hoofd-Officier, of deszelfs Onder-Schout, direct kennis te geeven. Aldus gedaan en gearrefteerd, den 3 September 1776, by de Heeren Mr. Aelft van der Hoolck de Bruyn, HoofdOfficier; Mr. Carel van Dyk, Mr. Mattheus Willem van Valkenburg en Mr. Antonis Slicher, Burgemeefteren ; Mr. Adolf Heshuyfen, Mr. Cornelis Baart, Mr. Herman Gerlings, Jean la Clé, Mr. Caspar Clotterbooke Junior, en Jean Gysberto Decker, Schepenen der Stad Haerle?n. In kennifle van My, C. A. TESTART. En den 7 dito, na voorgaande Klokkegeflag, ter Puye van den Raadhuize gepubliceerd, ten overftaan van de E. E. Heeren Mr. Aelft van der Hoolck de Bruyn, Hoofd-Officier; Mr. Cornelis Baart en Mr. Caspar Clotter'booke Junior, Schepenen der gemelde Stad. By My. C. A. TESTART. Keure, tegens het aanhouden van KINDEREN uit GODSHUIZEN, en verdere GEALIMENTEERDEN in dezelven; gelyk mede tegens het handelen met, of Crediteeren van al zulke Perfoonen, anders als daar by is vermeld; van den 3 September 1776. De HEEREN van den GERECHTE der STAD HAERLEM, in ervaringe gekomen zynde, dat, niet tegenftaande by eene exprefle Keur, van den 29 November 1601, onder anderen mede fpeciaal is voorzien tegen het aanhouden van Jongens en Meisjes uit de Godshuizen deezer Stad, echter van tyd tot tyd, door baatzugtige Lieden, op eene merkelyke wyze, hier tegen wordt aangegaan, zo door de gemelde Kinderen in byzondere Huizen te lokken , en ze aldaar Verteeringen te laaten maaken, als door het koopen, verruilen of verzetten van Goederen van zulke Kinderen, en het verkoopen aan dezelven; alles tot notabel bederf voor de gemelde Kinderen, en desordre in de Godshuizen: en zulks op het ernftigfte willende te keer gaan, hebben, na deliberatie , goedgevonden te keuren en te ordonneeren, keuren en ordonneeren by deezen: dat alle de geenen, die zich voortaan aan 't ophouden van Kinderen, of Gealimenteerden in Godshuizen , fchuldig maaken, of dezelven in byzondere Huizen lokken, en 1 aldaar of in Herbergen, als anderzins, verteeringen laaten maaken, op het rigoureuflc zullen worden geftraft, het zy met het Werkhuis of anderzins, naar bevind van Zaaken. Dat mede niemand, wie hy zy, van Kinderen uit de Godshuizen, 't zy jongens of Meisjes, eenigerhande Goederen ,'t zy Goud, Zilver, Klederen, Linnen, of iets diergelyks zal mogen koopen of inruilen, of voor dezelven by anderen verkoopen of verruilen , dan met kennis en toeftemming van een der Vaders of Moeders, Meefters of Meefteresfen uit zulke Godshuizen, op poene van vyftig Guldens, te verbeuren by allen die zich hier aan zouden mogen fchuldig maaken, en boven dien van eene arbitrale Correctie, het zy van geplaatft te worden in het Werkhuis, of anderzins, wanneer iemand voor de tweede reis zodanig fait mogt begaan, of zelfs wanneer 'er by de eerfte reis zulke omftandigheden mogten bykomen, die eene diergelyke meerdere Correctie zouden verdienen; Zullende in 't byzonder ook die geenen, welken eenigerhande Goederen, voor Kinderen of  KEUREN DER STAD HAERLEM. 217 of Gealimenteerden uit Godshuizen of door dezelven, onder eenige voorwendfels, hoe ook genaamd, aangebragt, in de Bank van Leening bezorgen, of hier of daar verzetten, of maar eenigzins tot dat een of ander de hand leenen, zonder conniventie met een confinement in het Werkhuis, of Banniflement, worden geftraft naar bevind van Zaaken. En wordt wyders nog aan allen en een iegelyk geinterdiceerd en fcherpelyk verboden, om aan Kinderen uit Godshuizen , het zy Jongens of Meisjes, eenigerhande Goederen, hoe ook genaamd, meerder dan zes Stuivers waardig, te verkoopen, of aan dezelven eenig Crediet te geeven , ten zy hun van 't Confent van een der Vaders of Moeders, Meefters of Meesterelfen uit de gemelde Godshuizen kwam te blyken, op eene boete van zes Guldens voor de eerfte en twaalf Guldens voor de tweede en volgende reizen, dat iemand zich hier aan fchuldig mogt maaken, boven en behalve eene arbitraale Correctie, wanneer de omftandigheden der Zaak zulks mogten requireeren •, te appliceeren alle de voorfz. Boetens een derde voor den Heer HoofdOfficier, een derde voor den Aanbrenger, en een derde voor de Nederduitfche Gereformeerde Diaconie-Armen deezer Stad, en zulks alles behoudens en onverminderd de Straffen tegen Heelders van Dieveryen of Complicen van Dieven geftatueerd, wanneer de omftandigheden der Zaak dezelven, ten aanzien van eenigen, die zich aan de Overtreeding van 't gunt voorfz. is mogten fchuldig maaken , zouden konnen vereisfchen. Zullende ook de geenen, die onmagtig mogten zyn de voorfz. Boetens te betaalen, daar over in het Werkhuis worden gebragt, om aldaar met hunne handen de koft te winnen. En worden in 't byzonder de Regenten en Regentelfen van de refpéctive Godshui¬ zen verzogt, zo veel mogelyk, naauwkeurig toe te zien, dat aan de falutaire oogmerken, in deezen bedoeld, punrtueelyk'mag worden voldaan, en iets ter contrarie ontdekkende zulks aan den Heer Hoofd-Officier direct te openbaaren, als mede om aan de refpéctive Vaders, Moeders, Meefters en Meeltereflen in hunne Godshuizen de nodige ordres te geeven, om van hunnen kant alzins mede te werken , dat deeze Keure behoorlyk effect forteere, en om, by ontdekking van eenige Contraventie , daar van aan hun aanftonds kennis te geeven. Aldus gedaan en gearrefteerd, den 3 September 1776, by de Heeren Mr. Aelft van der Hoolck de Bruyn, HoofdOfficier; Mr. Carel van Dyk, Mr. Mattheus Willem van Valkenburg en Mr. Antonis Slicher , Burgemeefleren; Mr. Adolf'Heshuyfen, Mr. Cornelis Baart, Mr. Herman Gerlings, Jean la Clé, Mr. Caspar Clotterbooke Junior, en Jean Gysberto Decker, Schepenen der Stad Haerlem. In kennifle van My, C. A. T E S T A R T. En den 7 dito, na voorgaande Klokkegeflag, ter Puye van den Kaadhuize gepubliceerd, ten overflaan van de E. E. Heeren Mr. Aelft van der Hoolck de Bruyn,Hoofd-Officier;Mr. Cornelis Baart en Mr. Caspar Clot* terbooke Junior, Schepenen der gemelde Stad. By My, C. A. TESTART. Waarschouwing, tegens het SPEELEN, ZINGEN of GERUCHT maaken op de publieke Straaten, op Zon- en andere Feeft-of Beededaagen; van den 19 Novemb. 1776. BURGEMEESTERENen REGEERDERS der STAD HAERLEM, in achting genomen hebbende, dat, niet tegenftaande by eene Ordonnantie van de Heeren van den Gerechte deezer ... • Al . bal woob' TjcviTÓ b'l 1 i Stad, van den 28 December 1748, gepubliceerd den 4 January 1749, en nader gepubliceert den 8 September 1769 , wel fcherpelyk is voorzien onder anderen tegen de Ongeregeldheden, die door het fpeelen Ff 3 zo  ^i8 KEUREN DER STAD HAERLEM. zo van Jongens, als anderen, geduurende de Predikatiën op Zon - en Feeftdagen worden gepleegd, echter veelen zich niet ontzien, deeze heilzaame Ordres te overtreeden, en door op de gezegde tyden te fpeelen en getier te maaken langs de Straaten, en inzonderheid by en omtrent de Kerken, dikwyls eene merkelyke ftoornis in de waarneeming van den openbaaren Godsdienft toe te brengen, en veel ontftigting te veroorzaaken ; waarfchouwen en advertecren mitsdien allen en iegelyk, dat, ingevolge de voorfz. Ordre van de Heeren van den Gerechte deezer Stad , niemand , 't zy Jong of Oud, des Zondags of op andere Bede- of Feeftdagen, geduurende de Predikatiën ,zich zal hebben te vervorderen met Kooten, Kolven, of anderzins, op de Kerkhoven, by of omtrent de Kerken, gemeene Straaten, Bruggen, of andere publieke Plaatfen te fpeelen, zingen, of anderzints eenig gerucht te maaken , op Pcene van drie Guldens, by de Ovcrtreeders te verbeuren; voor welke Boetens zo wel de minder- als meerderjaarigen by den Schout, Commiftaris van de Stads Keuren, en de Dienaars van de Juftitie geapprehendeerd en in Gyzeling zullen gebragt worden,om, dezelve Boete niet voldoende , met ken.nifle van Zaaken in het Werkhuis gebragt, en aldaar gehouden te worden, tot tyd cn wylen de voorfz. Boete by hen, hunne Ouders, Voogden of Opzieners opgebragt zal zyn: of, by faute van dien, naar gelegenheid van de infolentie of overtreeding, te Water en Brood gezet, of met eeni¬ ge dagen te werken, tot een beter en ge., fchikter leeven getuchtigd te worden, tot tyd en wylen toe, dat zy de voorfz. Boete zullen hebben verdiend. En worden derhalven als nog alle Ouders, Voogden en Opzieners van eenige Minderjaarigen gelaft, hunne Kinderen, of die hun opzicht aanbevoolcn zyn, van het voorfz. fpeelen onder de Predikatiën af te houden, en liever te bezorgen, dat dezelven de Predikatiën bywoonen, en in alle goede Tucht en Godsvrucht opgevoed worden, ten einde alzo te verhoeden, dat de voorfz. Straften over hunne Kinderen en Minderjaarigen zouden behoeven te komen. Actum ter Kamer e den 19 November i776. In kennifle van My, O. van SCHUYLENBURCH. En den 11 daaraanvolgende, na voorgaande Klokkegeflag, ter Puye van den Kaadhuize gepubliceerd, ten overftaan van de E,. E. Heeren Mr. Frangois Benjamin Fagel, Burgemeefïer, in plaatfe van den Heer Hoofd-Officier ; Joan Harmen Grasvuinckel en Mr. Jacob Aker floot, Junior, Schepenen der Stad Haerlem. By My, C. A. TESTART. Resolutie, waarby de Heer Hoofd - Officier wordt gequalificeerd, omme alle BÉDELAARS, dewelken op 't pleegen van Bedelaryen, voor de DERDE reize worden betrapt , voor zes Maanden te doen brengen in het Werkhuis deezer Stad', van den 29 July 1778. De HEEREN van den GERECHTE der STAD HAERLEM, gehoord hebbende het mondeling te kennen geeven en verzoek van den Wel Ed. Geftrengen Heer Mr. Adolf Heshuyfen , Hoofd-Officier deezer Stad, R. O., daar by te kennen geevende: dat hy Heer HoofdOfficier, zo veel mogelyk vigileerende tegens de menigvuldige Bedelaryen en het loopen van allerlei flecht Volk, langs de Straaten binnen deeze Stad, van tyd tot tyd, veelen van dezelve Bedelaars doet oplichten, en voor eenige dagen te Water en te Brood leiden doet; doch dat het hem Heer HoofdOfficier was voorgekoomen, dat dezelve Correctie niet genoegzaam.was, omme aan hun de behoorlyke affchrik cn ontzag te infpireeren, vermits het dikmaals kwam te gebeuren, dat dezelve Bedelaars, te meermaalen op die faiten betrap t wordende, wederom wierden gevat en in de Water en Broodskelder gebragt; waaromme hy Heer Hoofd-Officier ver-  KEUREN DER STAD HAERLEM. 2rg vcrzogt, ten einde tegens de voorfz. verregaande Bedelaryen een behoorlyk exempel tot aflcbrik zoude worden gefteld, en op dat eenmaal het misbruik daar van zo veel mogelyk worde tegen gegaan, dat hy Heer HoofdOfficier mogt worden gequalificeerd , omme , zo wanneer eenige Bedtlaars, dewelken, uit hoofde van de voorfz. Bedelaryen, door hem Heer Hoofd-Officier, twee maaien te Water en te Brood waaren geleid geworden, dezelven, voor de derde reize, daar op geattrappeerd wordende, voor den tyd van zes Maanden , te doen plaatfen in 't Werkhuis deezer Stad; hebben hun Ed. Achtb., na de- i Jiberatie, goedgevonden en verftaan, het zei-1 ve verzoek te accordeeren, en mitsdien den Heer Hoofd-Officier R. O. te authorifeeren en te qualificceren, omme alle zodanige Bedelaars , dewelken daadelyk op het pleegen van Bedelaryen door hem Heer Hoofd-Officier voor de derde reize zullen worden gevat, dezelven ten exempel en aflehrik voor anderen, voor den tyd van zes Maanden te doen brengen en confineeren in 't Werkhuis deezer Stad. En zal Copie van deeze Refolutie worden gegeeven aan de Regenten van 't Werkhuis voornoemd, om te dienen tot derzelver narichtinge. Resolutie, waarby de Heer Hoofd-Officier worde gequalificeerd, omme alle BEDELAARS, dewelken op 't pleegen van Bedelaryen, voor de DERDE reize worden betrapt , voor zes Maanden te doen brengen in het Werkhuis deezer Stad; van den 15September 1784. Compareerde ter Kamere van hun Ed. Achtb. de Wel Ed. Geftrenge Heer Mr. Ifebrandus Johannes Faber van Riemsdyk, Hoofd-Officier deezer Stad, R. O., verzoekende, in navolging van zyn Wel Ed. Geftr. Heer Predece/Teur , re mogen worden gequalificeerd, omme, zo wanneer eenige Bedelaars , welken. uithoofde van Bedelaryen, door hem Heer Hoofd-Officier twee maaien te Water en te Brood waaren geleid geworden, dezelven, voor de derde reize daarop betrapt wordende, voor den tyd van zes Maanden te mogen doen plaatfen j in het Werkhuis deezer Stad. Hebben hun Ed. Achtb. na deliberatie, en ; om alle Bedelaryen, zo binnen deeze Stad j als Jurisdiclie van dien, zo veel mogelyk te ! beletten en tegen te gaan, goedgevonden en ' verftaan, het voorfz. verzoek te accordeeren, en mits dien welgemelden Heer Hoofd - Officier , R. O. te authorifeeren en te qualificeeren, omme alle zodanige Bedelaars , welken daadelyk op 't pleegen van Bedelaryen (na dat zy bevoorens twee maaien te Water en te Brood zullen zyn geleid geweeft) voor de derde reize, zullen worden gevat, ten exempel en affchrik voor anderen, voor de tyd van zes Maanden te mogen plaatfen en Confineeren in 't Werkhuis deezer Stad, mits van zodanige gevallen aan Heeren Burgemeefteren cn Schepenen kennis geevende. En zal Copie van deeze Refolutie worden gegeeven aan de Regenten van 't Werkhuis deezer Stad , omme te dienen tot derzelver naricht. Re-  Ü20 KEUREN DER STAD HAERLEM. Resolutie, houdende QUALIFICATIE voor den Heer HoofdOfficier , omme, inêien periculum in mora is, met adfiftentie van twee Heeren Schepenen, te mogen VISITEEREN zodanige Huizen onder de Jurisdictie deezer Stad of binnen dezelve, dewelken fufpect zouden zyn, dat in dezelven GESTOLEN GOEDEREN verborgen waaren, zonder daartoe nadere en fpeciaale qualificatie nodig te hebben, mits echter aan die twee Heeren Schepenen Commisfarisfen van de Week overlaatende de beoordeeling, of waarlyk periculum in mora is, en of de zodanige Infpeftien nodig zullen zyn; van den 19 February 1779. Compareerde ter Kamere van hun Ed. Achtbaare de Wel Ed. Geftrenge Heer Mr. Adolf Heshuyfen, HoofdOfficier deezer Stad, R. O., verzoekende, omme in navolging van zommige van zyn Wel Ed. Geftrenge Heeren Pra?dece(7èuren, in der tyd, te mogen worden gequalificeerd, \ omme, indien periculum in mora was,i zodanige Huizen, ftaande zo binnen deeze ' Stad als Jurisdiéiie van dien, waarin dat zyn Wel Ed. Geftrenge fufpicie hebben mogt, dat geftolen Goederen verborgen waren , te mogen vifiteeren en in dezelven de nodige Infpectie te neemen; als kunnende, door zodanige prompte middelen van Juftitie, aan zyn Wel Ed. Geftr. veel al gelegenheid gegeeven worden veele Dieveryen te ontdekken, de handdaadigen daar van en derzelver medepligtigen te doen apprehendeeren, en de geftolen Goederen wederom te bekomen. Waarop gedelibereerd zynde, is goedgevonden en verftaan , den Wel Ed. Geftr. Heer Mr. Adolf Heshuyfen, Hoofd-Officier deezer Stad, R. O., te authorifeeren en te qualificeeren , omme, indien zyn Wel Ed. Geftrenge oordeelde, dat periculum in mora was, met adfiftentie van twee Heeren Schepenen, te vifiteeren en infpecleeren zodanige Huizen, ftaande binnen deeze Stad of Jurisdiéiie van dien, in dewelken dat zyn Wel Ed. Geftr. mogt fufpecteeren dat geftolen Goederen verborgen waren, zonder dat zyn Wel Ed. Geftr. alvoorens verplicht zal zyn , ten dien einde nader adres by hun Ed. Achtb. te maaken: met deeze reftrictie en bepaaling nochthans, op dat in tyden wylen van deeze qualificatie geen misbruik zoude worden gemaakt, en omme de voorrechten der In - en-Opgezeetenen deezer Stad en Jurisdiéiie van dien, zo veel mogelyk, Ongekrenkt te behouden, dat zyn Wel Ed. Geftr. gehouden zal zyn in alle gevallen, aan die twee Heeren Schepenen CommifiarifTen van de Week, welken zyn Wel Ed. Geftr. in al zulke infpeélie adfifteeren zullen, geheel over te laaten de beoordeeling of waarlyk periculum in mora zal zyn, en of in effecte de fufpicien in de voorhanden zynde gevallen zodanig vebement weezen zullen , dat de voorzeide geprecipiteerde Infpeétien en Vifitatien allezins noodzaakelyk en tot bevordering van de Juftitie als dan, op die wyze, zouden behooren te gefchieden. En zal Copie deezer Refolutie worden gegeeven aan den Wel Ed. Geftr. Heer Mr. Adolf Heshuyfen , Hoofd - Officier deezer Stad, R. O., om te dienen tot zyn Wel Ed. Geftr. naricht. Resolutie, houdende QUALIFICATIE voor denHeerHoofdOfficier, omme indien periculum in mora is, met adfiftentie van twee Heeren Schepenen te VISITEEREN zodanige Huizen, welken fufpeét zouden zyn, dat in dezelven GESTOLEN GOEDEREN verborgen waren &c; van den eerften December 1784. Compareerde ter Kamere van hun Ed. Achtb. de Wel Ed. Geftr. Heer Mr. Ifebrandus Johannes Faber van Riemsdyk, Hoofd-Officier deezer Stad, R. O., verzoekende temogen worden gequalificeerd, omme, indien periculum in mora mogt  KEUREN DER STAD HAERLEM. 221 mogt zyn, met adfiftentie van twee Heeren Schepenen, zodanige Huizen, ftaande binnen deeze Stad of'Jurisdictie van dien, waarin dat zyn Wel Ed. Geftr. fulpicie hebben mogt, dat geftolen Goederen verborgen waren, te vifiteeren, en in dezelven de nodige infpecftie te doen: mitsgaders, omme, wanneer zodanige geftolen Goederen in dezelven ontdekt mogten worden, de handdaadigen, en derzelver medeplichtigen, terftond in ftricfte Gyzcüng te doen overbrengen , ende zulks alles , ten einde des te meerder expeditie aan de uitoeffening van de Juftitie toe te brengen, zonder dat zyn Wel Geftr. verplicht zal zyn alvorens daar toe nader adres by hun Ed. Achtb. te moeten maaken: niet te min bereid zynde, omme aan die twee Heeren Schepenen, welke zyn Wel Ed. Geftr. in al zulke infpecben adfifteeren zullen, geheel en al over te laade beoordeling, of 'er waarlyk periculum in mora is, en of de fufpicien in de voorhanden zynde gevallen zodanig vehement zyn, dat de voorfz. geprecipiteerde infpeftien, op die wyze, zouden behooren te gefchieden. Waarop gedelibereerd zynde , is goedgevonden en verftaan het voorfz. verzoek , zo als 't legt, te accordeeren, zo als 't zelve geaccordeerd wordt by deeze. En zal Copie van deeze Refolutie worden gegeeven aan den Heer Hoofd-Officier, omme te dienen tot deszelfs naricht. Resolutie, houdende Renovatie van de Publicatie tegen de TUIN-DIEVERYEN, als mede QUALIFICATIE voor den Heer Hoofd-Officier, tot inlpeéïie van de Huizen'van lulpecte PERSOONEN; van den 28 February 1786. De HEEREN van den GERECH TE der STAD HAERLEM, ge hoord hebbende het mondeling ti kennen geeven en verzoek van den We Ed. Geth. Heer Mr. Ifebrandus Jobannes Faber van Riemsdyk, Hoofd-Officier deezer Stad, R. O., tendeerende, omme namelyk , dewyl het inbreeken en befteelen van Tuinen wederom zeer fterk in zwang gaat, en byna daagelyks wordt geperpetreerd, de Publicatie tegen de Tuin-Dievenen TuinDieveryen van den 16 Mai 1770, te renoveeren; hebben, na deliberatie , goedgevonden en verftaan, de Publicatie van den 16 Mai 1770, tegen de Tuin-Dieven en TuinDieveryen geëmaneerd, te renoveeren,zoals dezelve gerenoveerd wordt by deeze. Ende ten einde de voorfz. Publicatie des te beter effeét forteeren mogt, als mede omme aan de uitoeffening van de Juftitie zoveel te meerder acceleratie toe te brengen , is wyders gerefolveerd, aan welgemelden Heer Hoofd-Officier, op deszelfs verzoek, en zulks tot wederzeggens toe, te accordeeren vrye uit-en - ingang door de Poorten deezer Stad voor zich zelve, den Onder-Schout, de Dienaars van de Juftitie, de Nachtwachts ende voorts voor die geenen , welken van Wegen het Officie deezer Stad des nachts Vervolg van V/. Deel, 5 Stuk. guiten de Poorten mogten gezonden worden , zonder dat dezelven des noods geIhouden zullen zyn, de dertig Stuivers voor ;het openen der Poorten, anderzinds betaald wordende, te moeten voldoen, maar zullen dezelve Perfoonen gemunieerd moeten zyn van Briefjes, door den Heer Hoofd - Officier, den Onder-Schout, ofte, des noods, door de Corporaals van de Nachtwacht, onderteekend, op welker vertooning en overleevering de voorfz. Perfoonen , zonder eenige belemmering, zullen moeten worden door gelaaten, welke Briefjes, den volgenden dag, door den Tamboer van 't Divifie, 't welk die nacht de Wacht zal hebben gehad , aan den Heer Hoofd-Officier zullen moeten worden ter hand gefteld, als wanneer door zyn WelEd. Geftr. voor ieder alzo aan hem overgeleeverd Briefje de dertig Stuivers, voor 't openen der Poorten, zullen worden voldaan; en zullen ie voorfz. door hem Heer Hoofd-Officier al dus uitgefchooten gelden door Heeren Burgemeefteren aan zyn Wel Ed. Geftr. worden gereftitueerd. Authorifeeren en quah'ficeeren voorts welgemelden Heer Hoofd-Officier, omme, ten dien tyden, en wanneer zyn Wel Ed. Geftr. zulks zoude oordeelen, ten behoeven van de Juftitie, noodzaakelyk te zyn, met adliftencie van twee Heeren Schepenen, de Huizen Gg van  222 KEUREN DER STAD HAERLEM. vanzekere twee verdachte Peffonen (door zyn Wel Ed. Geftr. in deezén Gerechte genoemd) geduurende de tyd van drie Maanden te mfpecteeren, zonder, ten aanzien van deeze twee Perfoonen, gehouden te zyn,gemelde Heeren Commiftariften voor af te informeeren, ' van wat natuur ofte hoedanig zyne informatien zyn mogten , „nogte aan „ hun Heeren Commiflariflen geheel en al te „ moeten overlaaten de beoordeeling, of'er „ waarlyk periculum in mora is, alsmede, „ of de fufpicien zodanig vehement zyn, dat „ die geprecipiteerde infpeclien, op die wy„ ze, zoude behooren te gefchieden", gelyk zulks, ten opzichte van alle andere gevallen, by Refolutie van deezen Gerechte, van den eerften December 1784, is goedgevonden en gerefolveerd. En zal Extraét deezer, voor zo verre het pafleeren door de Poorten aangaat, aan den Krygsraad deezer Stad worden gegeeven, omme te dienen tot deszelfs naricht. Keure, tegens het Schenden van BOOMEN en andere PLANT SOENEN, in den Haarlemmer-Hout-* van den 2 April 1789. MYNE HEEREN van den GERECHTE der STAD HAERLEM , in ervaaringe zynde gekomen, dat het zommige moedwillige en kwaadaar tige Perfoonen heeft kunnen geluften van tyd tot tyd, en byzonder op gepafleerden Zondag den 29 Maart laatftleeden, zich te verftouten , op verfcheidene plaatfen, aan het nieuw Plantfoen in den Haarlemmer - Hout, veele moedwilligheden te pleegen, met het afhakken of affcheuren der Takken, ja zelfs zommigen der nieuw geplante Boomen met wortel en al uit den grond te haaien; en vermits het zelve niet anders is dan een groote moedwil en overgegeeven boosheid, en over zulks ten uiterfte ftrafbaar: ZO IS 'T: dat Myne Heeren van den Gerechte voornoemt, tot voorkominge van diergelyke infolentien en desordres, goedgevonden en verftaan hebben , inhaarcerende alle voorige Interdich'en, Keuren cn Ordonnantiën op dit fubjecl te meermaalen gearrefteerd , die verklaard worden in hunne volle kragt en vigeur te blyven, allen en een iegelyk, het zy jong of oud, te waarfchouwen en expreflelyk te verbieden, zo als gewaarfchouwd en expreflelyk verboden wordt by deeze, van nu of in het toekoomende, eenige Boomen in of om de Stad, in den Haarlemmer-Hout, of elders, ftaanden, te fchenden, fcheuren, breeken, ontgronden, of eenig letzel toe te brengen en in haaren wasdom hinderlyk te zyn ; op ptEne , zo wie contrarie deezes zoude bevonden worden te hebben gedaan, van te zullen worden gemulfteerd in eene boete van twaalf Guldens, en daar en boven arbitralyk te zuilen worden geftraft of gecorrigeerd naar exigentie van zaaken: zullende de Ouders en Voogden voor hunne Kinderen en Pupillen gehouden zyn de boete te betaalen, en verantwoordin- ' ge voor dezelven te doen. En worden tot flipte nakominge en executie van deeze waarfchouwinge, zonder eenige de minfte conniventie daarinne te adhibeeren, tot de bekeuringe van de contraven- | teurs geauftorifeerd, boven en behalven den Heer Hoofd-Officier en Commiflaris van deezer Stads-Keuren, de Onder-Houtvefter, en generaalyk allen, die wegens eenige Bedieningen in Stadsdienfte zyn ; te appliceeren de voorfz. boete een derde voor den Heer HoofdOfficier, een derde voor den Aanbrenger, en een derde voor de Diaconie-Armen deezer : Stad. Aldus gedaan en gearrefteerd, den 1 April 1780, pre/ent de Heeren Jofias Eckhardt 1 Hoofd-Officier; Mr. Pieter Vermeulen , Heere van Herwynen , Joan Plannen Graswinckel en Jean la CU , Burgemeefteren ; Hendrik Pieter de Pauw, Mr. EmanuelSandoz, Dionifius Marchant, Cornelis Boen , Gerardus Cornelis Tilenius Kruythof en Mr, Pierre Jean van I Lelyveld, Schepenen der gemelde Stad. In kennifle van My, W. van HOGENDORP. En ten zeiven dage, na voorgaande Klokkegeflag, van de Puye van dev Raadhuize gepubliceerd, ten overftaan van de Heeren Jofias Eckhardt, Hoofd-Officier; Hendrik Pieter de Pauw en Mr. Emanuel Sandoz, Schepenen der voorfz. Stad. By My, W. van HOGENDORPRe-  KEUREN DER STAD HAERLEM. 223 Resolutie, houdende ORDRE voor alle LOGEMENTHOUDERS binnen deeze Stad, en derzelver Vryheid, om alle VREEMDELINGEN, welke in hunne Huizen komen logeeren, in een BOEK te doen tekenen derzelver Naamen, Qualiteiten, en de Plaats van waar zy komen, en wervvaards zy voorneemens zyn heen te gaan, en dit BOEK altoos te houden voor de hand, om van den Heer Hoofd-Officier, des gerequireerd, te kunnen worden geëxamineerd. En voorts ORDRE voor alle HERBERGIERS, KROEGHOUDERS, KOFFYSCHENKERS , . en allen die binnen deeze Stad en haare Vryheid gequalificeerd zyn aan eenige PERSOONEN Logement te geeven, of Slaapers te houden, om alle avonden , aan den Heer HoofdOfficier fchriftelyk op te geeven de Naamen en Geftaltens van alle zulke VREEMDELINGEN als op den afgeloopen dag in hunne Huizen zullen zyn geweeft, of oogmerk hebben om daar des Nagts te verbly ven; van den 16 Oftober 1789. BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STAD HAERLEM, hebben, om redenen hun Ed Groot Achtb. daar toe moveerende, goedgevonden en verftaan , alle de Groote Logementhouders binnen deeze Stad, en derzelver Vryheid, te gelaften en re ordonneeren, zo als aan hun gelaft en geordonneerd wordt by deezen, alle Vreemdelingen, die in hunne Huizen zullen komen , in een Boek, daartoe in elk Logement te houden, te doen tekenen derzelver Naamen, Qualiteiten, en de Plaatfen van waar zy komen, en werwaards zy voorneemens zyn heen te gaan, en dit Boek altoos te houden voor de hand, om van den Heer Hoofd-Officier, zo dikwyls die dit zal requireeren, te kunnen gezien en geëxamineerd worden. Voorts wordt aan alle Herbergiers, Kroeghouders, Koffyfchenkers, en allen, die binnen deeze Stad en haare Vryheid gequalificeerd zyn aan eenige Perfoonen Logement te geeven, of Slaapers te houden, by deezen expreflelyk gelaft en geordonneerd, alle avonden, aan den Heer Hoofd-Officier deezer Stad fchriftelyk op te geeven de Naamen en Geftaltens van alle zulke Vreemde Perfoonen , als op den afgeloopen dag in hunne Huizen zullen zyn geweeft, of oogmerk hebben , om daar des Nachts te verbly ven, op pcene voor allen, die nalaatig bevonden zullen worden aan deeze Ordres van / hun Ed. Groot Achtbaarhedens, eeniglyk tor veiligheid der Ingezeetenen deezer Stad (trekkende, te voldoen, en die exaótelyk na te komen, van door Heeren Burgemeefteren gecorrigeerd te worden, 't zy met het fluiten van derzelver Huizen, 't zy anders met zodanige boetens en breuken, als hun Ed. Groot Achtb. naar de gelegenheid der zaaken bevinden zullen te behooren. Zullende Copie deezer worden ter hand gefteld aan den Heer Hoofd-Officier deezer Stad ter informatie, en aan de groote Logementhouders tot derzelver naricht, en om zich naar deeze Refolutie prxciefelyk te reguleeren : voorts zal hier van doör deezer Stads Bodens aanzegging worden gedaan aan alle Herbergiers , Kroeghouders , Koffyfchenkers, houders van Slaapers, en allen welke dit eenigzins moge concerneeren, ten einde niemand hier van ignorantie prcetendeere. Gg 2 Am-  224 KEUREN DER STAD HAERLEM. Ampliatie van de Resolutie van den 16 October 1789, raakende de verpligting der Groote LOGEMENTHOUDEPvS binnen deeze Stad, om VREEMDELINGEN, welke in hun Logement komen, in zeker daar toe gefchikt BOEK hunne Naamen, Qualiteiten &c. te laaten teekenen; van den 28 October 1789. BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STAD HAERLEM, hebben, om redenen hun Ed. Groot Achtb. daartoe moveerende, goedgevonden en. verftaan, by Ampliatie van hun Ed. Groot Achtb. Refolutie van den 16 deezer loopende Maand, en mitsdien onverminderd den inhoud derzelver, aan alle de Groote Logementhouders binnen deeze Stad, en derzelver Vryheid, re I injungeeren en te gelaften, zo als aan hun i geinjungeerd en gelaft wordt by deezen: i Eerftelyk , om alle zulke Vreemdelin-1 gen , welke in hunne Huizen zullen komen, en die mogten weigeren, om, ter voldoening aan de bovengemelde Refolutie van den 16 deezer, hunne Naamen, Qualiteiten, de Plaatfen van waar zy komen, en werwaards zy voorneemens zyn heen te gaan , in het aan hun daar toe aangeboden Boek zeiven te noteeren, hun Logement te weigeren, en dezelve met 'er daad af te wyzen. Ten tweeden, om aan zulke Vreemdelingen, welke prsefumtivelyk verkeerde, of befpottelyke Naamen, Qualiteiten of Plaatfen , in het gemelde Boek mogten aantekenen , daar tegens ernftige waarfchouwing te doen, en zulks van geen effect zynde , daar van aan den Heer Hoofd-Officier ter- j ftond fchriftelyk kennis te geeven. f En ten derden, om alle Avonden, na het Poortfluiten, voor den Heer HoofdOfficier deezer Stad in gereedheid te houden een lyft, uit het bovengemelde Boek getrokken , inhoudende de Naamen en Qualiteiten van alle zulke Vreemdelingen, als in den afgeloopen dag of avond, of in den nacht, tuflchen elf en twaalf uuren, in hunne Huizen zullen gekomen zyn , als mede de Plaatfen, van waar die Vreemdelingen zyn gekomen, en werwaards zy voorneemens zyn heen te gaan. Terwyl voorts ook dezelve lyft zal moeten inhouden eene befchryving van het Poftuur en de Kleeding, mitsgaders verdere byzondere kenmerken, zo die 'er zyn mogten, als ter ontdekking van nut zouden kunnen zyn,, van zodaanige Vreemdelingen, welken, volgens het eerfte Lid deezer Refolutie, mogten geweigerd hebben hunne Naamen in 't voorfz. Boek te tekenen, en daarom het Logement geweigerd is. En zal Copie deezer worden ter hand gefteld aan den Heer Hoofd - Officier deezer Stad tot deszelfs informatie, en aan de Groote Logementhouders rot derzelver naricht, en om zich naar deeze Refolutie zo wel, als naar die van den 16 deezer, onder gelyke correctie, prascifelyk te reguleeren. Publicatie, tegens het invoeren van BEDELAARS, het zy met Wagens , Schuiten &c.; van den 23 December 1789. ALZO MYNE HEEREN van den noemd, goedgevonden en verftaan, daarteGERECHTE der STAD HAER-1 gen te ordonneeren en te ftatueeren, zo LEM, niet tegenftaande alle moge- als expreflelyk geordonneerd en geftatueerd lyke voorzorg , dagelyks ondervinden, dat j wordt by deeze: dat geene Schippers of Voerdeeze Stad met een menigte Bedelaars en luiden^ Varende of Rydende op eenige SteBedelareflen wordt vervuld, en de Ingeze- den of Plaarfen , het zy binnen 's Lands of tenen dieswegens zeer gevexeerd worden; van over Zee herwaardskomende, vermogen hebben myne Heeren van den Gerechte voor-1 zullen eenige Bedelaars, het zy Mannen, Vrouwen  KEUPvEN DER STAD HAERLEM. 22£ wen of Kinderen, mee bun te voeren en hei-waards te brengen, en in de Stad , of onderwegen, om na dezelve te mogen gaan, op te zetten, ten zy dezelve zyn voorzien van eene uitdrukkelyke ordre of permiffie van de Regeering der Stad of Plaatfe, van waar de Schippers of Voerlieden dezelven overbrengen, op pcene, dat de geenen die bevonden zullen worden ter contrarie te hebben gedaan, zullen verbeuren voor ieder Bedelaar twaalf Guldens, de eene helft voorden Bekeurder en de andere voor den Armen, en daar en boven gelaft en gehouden worden , de voorfz. Bedelaars wederom te brengen ter plaatfe van waar zy dezelven hebben gevoerd, tot hunne kollen en laden; en indien zy eenige Vecren bedienen, zo zullen zy zes Weeken lang worden gefufpendeerd van het Veer, en de Voerluiden hun Wagens geflooten worden , en ondertuffchen geene beurten mogen waarneemen , en de geenen die van buiten hef waards komen, zullen, boven de gemelde pcene van twaalf Guldens , de Bedelaars by hun overgebragt moeten onderhouden, tot taxatie en difcretie van welgemelde myne Heeren van den Gerechte, zolange tot dat zy dezelven weder zullen hebben weggevoerd, waar voor hunne Perfoonen , Schepen, Wagens en Karren zullen weezen arreftabel en executabel; wordende de Commi/lariffen en Overluiden van de refpéctive Veeren mits deezen tot de bekeuringe gekil en geauflorifeerd. Alles onverminderd de Ordonnantie tegen de Be- j delaars en Bedelarye gearrefteerd , mitsga- j ders de Placaaten van de Ed. Groot Mog. Heeren Staaten van Holland en Wed-Friesland. Aldus gedaan en gearrefteerd', den 23 December 1789, ter prejèntle van de E. E: Heeren Jofias Eckhardt, HoofdOfficier ; Jean Gysberto Decker, Abraham Catharinus VangeléTvoent, Mr. Gerrit Willem van Ooften de Bruyn en Adriaan Boeffes, Heere van Leeuwen en-Puiffelick, Burgemeefteren ; Mr. Leonard Hoeuffi , Jan van de Poll Janfz., Gerardus Cornelis Tilenius Kruythoff', Mn Pierre Jean van Lelyveld, Carl Reit/hardt, Mr. Jan Bahhazar van der Upzvicb en Mr. Gaspar van Alderiverelt , Schepenen der Stad Haerlem. In kenniffe van My, W. van SYPESTEYN. En, na voorgaande Klokkegeflag , ter Puye van het Raadhuis gepubliceerd, den 28 December daar aan volgende, ten over ftaan van de E. E. Heeren Jofias. Eckhardt, Hoofd-Officier; Jan van de Poll Janfz. en Mr. Pierre Jean van Lelyveld, Schepenen der gemelde Stad. By My, W. van SYPESTEYN. Publicatie, houdende Verbod van DANS-SCHOOLEN; van den 12 January 1790. MYNE HEEREN van den GERECHTE der STAD HAERLEM, in ervaringe gekomen zynde, dat zommige Lieden binnen deeze Stad zich niet ontzien, om byna daaglyks, en ook des Zondags, by avond en ontyden , met verachting zelfs van de ferieufte Vermaningen en Bedreigingen, reeds meermaalen gedaan en voorgehouden , zich te geneeren met bet houden van zogenaamde Dans-Schoolen, waarop een groot aantal Perfoonen, en onder dezelven veele Minderjaarigen van beide de Sexen,- tot laat in den Nacht zich ophouden, en aldaar niet alleen voor het gebruik van Wyn en andere Dranken , maar ook voor hunne publieke Intrede aldaar, een bepaalden Prys moeten betaalen , alles tot groot verdriet, en merkelyk nadeel van fommige braave Ouderen, Voogden en Naaftbeftaanden, die daarover klachtig zyn komen vallen; als mede tot groote disconvenientie van zommige Heeren en Vrouwen, ten opzigte van hunne domefticque Dienftbooden, welke zich al mede aldaar vervoegen, en daar door hunne plichten verzuimen, i En vermits het aan myne Heeren van den Gg 3 Ge-  226 KEUREN DER STAD HAERLEM. Gerechte is voorgekomen , dat foortgelyke zogenaamde Dans-Schooien onvermydelyk aanleiding geeven tot veele Losbandigheid, Lufteloosheid tot het waarneemen van een daaglyks beroep, onbetaamelyke Verkwiftingen van gewin en beftaan , mitsgaders tot Wulpsheid, en andere fchandelyke Ongeregeldheden en verderflyke Verleidingen, waar door alle indruk van Godsdienft verbannen, de goede Zeden verbafterd, en de zo noodzaakelyke als billyke Gehoorzaamheid en Ondergefchiktheid aan Ouders, Voogden, Heeren en Vrouwen, uit het oog vcrlooren worden. ZO IS 'T : dat myne Heeren van den Gerechte voornoemd daarin willende voorzien, na ferieufe deliberatie, hebben goedgevonden en verftaan , aan allen en eenen iegelyk , wie hy ook zyn moge, en onder welk een voorwendzel het ook zoude mogen wcezen , het houden van diergelyke zogenaanide Dans-Schooien wel expreflelyk te j intördiceeren en te verbieden, zo als geinterdiceerd en verboden wordt by deezen, op pcene, dat al wie contrarie deezes zal bevonden worden te doen ofte te handelen, als wederftreevig aan de wettige bevelen en falutaire oogmerken van de Magiftraat, zal verbeuren eene boete van vyftig Guldens, waar van de eene helft zal worden geappliceerd ten behoeven van den Heer HoofdOfficier, en de wederhelft ten voordeele van den Aanbrenger of Bekeurder; en zullen de Houders van zodanige Dans - Schooien , wanneer dezelven buiten ftaat zullen zyn de bovengemelde boete promptelyk te voldoen, zonder eenige de minfte oogluiking, tot correctie van hunne wederftreevigheid en ongehoorzaamheid , worden overgebragt in het Werkhuis deezer Stad, voor zodanigen tyd, als na bevinding van zaaken zal werden ge- j oordeeld te behooren; en ten einde de Overtreeders des te beter worden achterhaald, zo worden benevens den Heer Hoofd-Officier en Commiftaris deezer Stads Keuren, en deszelfs Dienaarcn, ook de Vinders en Opzienders van de refpéctive Gebuurten deezer Stad, als "mede de Nacht- of Klap-Wagts, tot het doen deezer Bekeuringe gelaft en geauthorifeerd. Aldus gedaan en gearrefteerd, den ta January 1790, ter prefentie van de E. E. Heeren Jofias Eckhardt, HoofdOfficier; Jean Gysberto Decker, lUr. Gerrit IVillem van Ooften de Bruyn en Adriaan Boejfes, Heere van Leeuwen en Puiffelick, Burgemeefteren ; Mr. Leonard Hoeuffi, Jan van de Poll Janfz., Gerardus Cornelis Tilenius Kruythoff, Mr. Pierre Jean van Lelyveld, Carl Reinhardt en Mr. Gaspar van Alder iverelt, Scbepe ■ nen der Stad Haerlem. In kennifle van My, W. van SYPESTEYN. En, na voorgaande Klokkegeflag, ter Puye van het Raadhuis gepubliceerd^ den 18 January daaraanvolgende, ten over ftaan van de E. E. Heeren Jofias Eckhardt, Hoofd-Officier ; Jan van de Poll Javf'z. en Gerardus Cornelis Tilenius Kruythoff", Schepenen der gemelde Stad. By My, W. van SYPESTEYN. Publicatie, houdende VERBOD van allen UITVOER van LOOD, op welke wyze hoe genaamd, 't zy te Land ofte Water, 't zy door Particulieren, 't zy door Loodgie-' ters, Pompemaakers &c., 't zy door Af breekers of Oud-Yzerkramers; van den 4 Aug. 1790. MYNE HEEREN van den GERECHTE der STAD HAERLEM, in overweeging genoomen hebbende, dat het Steelen van oud Lood en oud Yzer, byzonder in den laatftgepafleerden Winter, zeer dikwyls is getenteerd, en meermaalen is geperpetreerd, niet tegenftaande verfcheiden daar tegen geëmaneerde Keuren en Ordonnantiën met derzelver Ampliatien, en daar hetvervoeren, byzonder van oud Lood, naar elders die Dieveryen fchynt gemakkelyk te maaken en te favorifeeren, zo  KEUKEN DER STAD HAERLEM. 127 zo hebben hun Ed. Achtb., daarin willende voorzien, en het zelve zo veel in hun is tegengaan , na deliberatie goedgevonden en verdaan, onder inbaefie van alle vorige Keuren en Ordonnantiën, niet de Alteratien en Ampliatien van dien , op dat liijet geëmaneerd , nader te verbieden, zo als hun Ed. Achtb. op de fcherpfte wyze verbieden by deezen, allen uitvoer van Lood, op welke wyze hoegenaamd, het zy te Land ofte Water, het zy door Particulieren, het zy door Loodgieters, Po-npenmaakers &c. , het zy door Afb reekers of Oud-Yzerkramers, gelaftende daarby aan Deken en Vinders van het Pompmaakers - en LoodgietersGilde, als mede aan den Boekhouder van de gemeene Loodgietcry binnen deeze Stad, om al het Lood, onder de, by de Ordonnantie van het Loodgieters Gilde in dato 21 Maart 1752, gemaakte bepaaiingen, aan hun of in de gemeene Loodgietery gebragt wordende, aan te neemen, en binnen den termyn van agt dagen comptant te betaalen, de hondert Pond tegen de fomme van vier Guldens en vyftien Stuivers beneden den gemiddelden Marktprys, welke voor het nieuwe Lood te Amfterdam en Rotterdam betaald wordt; welke prys alle drie Maanden behoorlyk zal worden opgenomen , en by den Deken van het Gild met legaal bewys te zien en te verneemen zyn , na dat dezelve daarvan aan Heeren Burgemeefteren ieder maal zal kennis gegeeven hebben. Statueeren al verders hun Ed. Achtb., om alle bedrog door nadere bepaalingen te keer te gaan, dat het Thee - cn Glas - Lood door gemelde Deken en Vinders van het Loodgieters-en Pompenmaakers-Gilde, en door den Boekhouder van de gemeene Loodgietery binnen deeze Stad, tegen den prys van zes Guldens en tien Stuivers voorde hondert Pond zal moeten aangenomen worden , wel expreflelyk aan een iegelyk verbiedende geenerly Lood tot zogenaamde Koeken te verfmelten, en onder het oude Lood te koop té bieden. En interdicceren eindelyk hun Ed Achtb. aan allen en een iegelyk met eenig oud Yzer of Lood hoegenaamd te loopen, het zelve te verwerken of te vervoeren tuflchen Zons ondergang cn opgang, op pcene van vyftig Guldens, boven de verbeurte van het zelve oud Yzer of Lood, ten ware de Bekeurde zich behoorlyk kan juftifkeeren; zullende de gemelde Boete worden geprofiteerd en gaan een derde voor den Heer Hoofd-Officier deezer Stad, een derde voor den Aanbrenger, en het refteerende derde gedeelte ten behoeve van de Diaconie Armen deezer Stad.' Aldus gedaan en gearrefteerd den 4 Auguftus 1790, ter prefentie van de E. E. Plee ren Jofias Eckhardt, HoofdOfficier ; Adriaan Boeffes, Heere van Leeuwen en Puyffelick , Burgemeefter; Mr. Leonard Hoeuffi, Jan van de Poll Janfz., Gerardus Cornelis Tilenius Kruythoff, Carl Reinhardt, Mr. Jan Balthazar van der Upwich en Mr. Gaspar van AU derwerelt , Schepenen der Stad Plaerlem. In kennifle van My, W. van SYPESTEYN. En den 7 daaraanvolgende, na voorgaande Klokkegeflag , ter Puye van het Raadhuis gepubliceerd, ten overftaan van de E. E. Heeren Jofias Eckhardt, Hoofd-Officier; Gerardus Cornelis Tilenius Kruythoff en Mr. Pierre Jean van Lely veld, Schepenen der voorfz. Stad. By My, W. van SYPESTEYN. K E U.  223 KEUREN DER STAD HAERLEM. KEUREN VOOR ALLERHANDE ZAAKEN. Resolutie, waarby de tyd van den,dienft der AALMOESSENIERS EXTRAORDINAIR wordt veranderd en bepaald; van den 5 April 1771. BUR GE MEESTEREN en RE-f GEERDERS der STAD HAER- j LEM, geconfidereerd hebbende, dac Yao de Aalmoeflèniers Extraordinair volgens gewoonte Jaarlyks drie afgaan, en dat daar door veeltyds komt te gebeuren, dat onder voorfz. drie Perfoonen 'er zich bevinden, die maar korten tyd voorfz. Pofl: hebben waargenomen , namelyk als van de Oudflen tot Diaconen zyn verkooren, of op eene andere wyze hun ontflag van voornoemde Poft hebben bekomen, en dat uit dien hoofde van de jongften zyn gekomen onder dat getal van driën, welk gewoon is af te gaan , en vermids indien zulks te mcermaalen kwam tc gebeuren, het getal om bekwaame fubjecten tot Aalmoeflèniers Extraordinair binnen deeze Stad bezwaarlyk te vinden zoude zyn; zo hebben hun Ed. Groot Achtb. na deliberatie, met advis van Heeren Oude Wethouderen , goedgevonden en verftaan, dat voortaan de Aalmoeflèniers Extraordinair gehouden zullen zyn, voorfz. Poft geduurende den tyd van vier achter een volgende Jaaren waar te neemen, zonder zich te bepaalen aan het getal van driën, welk Jaarlyks gewoon was af te gaan, echter met dien verftande dat indien iemand tot Aalmoeflenier Extraordinair buiten de gewoonlyken tyd (namelyk in de Maand October) was aangefteld hem zulks tot October daar aan volgende, voor een geheel Jaar zal worden gereekend. Zullende Copie deezer aan Aalmoeflèniers Extraordinair toe narichtinge worden gegeeven. Publicatie, tegens het Schieten met SNAPHAANEN PISTOOLTJES &c., langs de publicque Straaten, Gragten of Wegen binnen deeze Stad of Jurisdictie van dien; den 29 December 1775. MYNE HEEREN van den GERECHTE der STAD HAERLEM, confidereerende de Ongelukken , welke zouden kunnen gebeuren door het Schieten met Snaphaanen, Piftooltjes, Kanonnetjes, Cilfers, Zwermers en andere Vuurwerken; hebben, na deliberatie, en tot voorziening van het gunt voorfz. is, goedgevonden en verftaan, te verbieden, zo als hun Ed. Achtb. verbieden by deezen, allen en een iegelyk, wie het ook zoude mogen wezen, voor of na Nieuwejaar, op de Markt of langs de publicque Straaten, Gragten en Wegen binnen deeze Stad of Jurisdiéiie van dien, te loopen met Snaphaanen, Piftooltjes, Kanonnetjes, Klapbuflchcn, Zwermers, of andere Soorten van Schietgeweeren of Vuurwerken, hoe ook genaamd, en veel minder dezelve af te fchieten, aan te fteeken of te werpen, op Pcene van, daarop wordende geattrapeerd , dat alle de zodanige Snaphaanen, Pillooltjes, Kanonnetjes of andere Schietgeweeren zullen zyn verbeurd, cn dat die geenen die daarmede bevonden worden ,  KEUREN DER S TAD HAERLEM. 229 den, zullen vervallen in een Boete van zes Guldens voor de eerfte reize, en vyf-en-twintig Guldens voor de tweede reize, en daar en boven, naar bevinding van zaaken, worden gecorrigeerd, zo als myne Heeren van den Gerechte voornoemd zullen oordeelen te be hooren ; zullende de Ouders en Voogden voor hunne Kinderen en Minderjaarigen gehouden zyn de Boete te betaalen en verantwoording voor dezelve te doen. Interdiceeren voorts aan alle de geenen , dewelken zich geneeren met het maaken van eenige Vuurwerken, hoe ook genaamd , dezelve Vuurwerken voor of na Nieuwejaar voorfz., te verkoopen, uit teventen, ofte debiteeren, op een Boete van twaalf Guldens: en worden tot ftipte nakoming en executie van deeze Publicatie en voorgaande Keuren, op dit Subject geëmaneerd, zonder eenige de minfte conniventie daar inne te adhibeeren, tot de bekeuringen van de Contraventeurs geauthorifeerd, boven cn behalven den Heer Hoofd-Officier en den Commiftaris deezer Stads Keuren, de Dienaars van de Juftitie, de Corporaals van de Nachtwagten, en generalyk aile de geenen, die wegens eenige Bedieningen in deezer Stads Eede zyn; te appliceeren de voorzeide Boeten een derde voor den Heer Hoofd-Officier; een derde voor den Aanbrenger, en een derde voorde Diaconie-Armen binnen deeze Stad. Aldus gedaan en gearrefteerd den 29 December 1775, ter pref'ent ie van de E. E. Heeren Mr. Aelft van der Hoolck de Bruyn, Hoofd-Officier ; Mr. Carel van Dyk, Mr. Mattheus Willem van Valkenburg en Antonis Slicher, Burgemeefteren; Mr. Adolf Bles huyfen, Mr. Cornelis Baart, Mr. Herman Gerlings , Johan Fredrik Godfried Baron van Freisheim, Jean la Clé, Mr. Caspar Clotterbooke Junior, en Cornelis Pieter Baron van Leyden, Schepenen der Stad Haerlem. In kennifle van My, C. A. TESTART. En na voorgaande Klokkegeflag ter Puye van hst Raadhuis gepubliceerd den 30 December 1775, ten over ft aan van de E. E. Heeren Mr. Aelft van der Hoolck de Bruyn. Hoofd-Officier; Mr. Adolf' Pleshuyfen en Mr. Cornelis Baart, Schepenen der gemelde Stad. By My, C. A. TESTART. REGwf!V op het WEZGLOON van GOEDEREN, ter WAAG gewogen wordende; van den 4 September 1778. BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STAD HAERLEM, geïnformeerd zynde , dat niet tegenftaande de meefte Perfoonen, die Goederen ter Waag alhier laaten weegen, zonder eenig tegen zeggen het ordinaris Weegloon , dat reeds federt een geruimen tyd alhier gewoonlyk betaald is, voldoen, egter anderen fomcyds hier op captien maken , en daar door aanleiding geeven tot difputen; hebben, na deliberatie, tot voorkoming van alle zulke ongeregeldheden, goedgevonden te arrefteeren, gelyk gearrefteerd wordt by deeze, dat van de onderftaande goederen, die men gewoon is alhier ter Waag te doen weegen, voor Weegloon zal worden betaald,zo als by ieder Articul ftaat uitgedrukt, te weeten: Een vierendeel Boter, - . ƒ : _ a _ : Een agtfte dito - - - : _ t _ : Een zeftiende dito - - : _ I _ : Vervolg van V/.Deel, 5 Stuk. Hondert pond Kaas, - - - ƒ : _ j _ . En meerder na advenant, Hondert pond Groene Kaas, - *-.«-_. Een Baal Hop weegende 100 pond, : — : _ 8 Een Baal Wol weegende 100 pond, :- 1 Een Baal zyde of Floret, weegende 100 pond, - - .. ; _ ^ _ ; Een Baal Koffy, de 100 pond, - : - 2 - : Beeften-Smeer, de 25 pond, - :-:_8 En verder na advenant. De 100 pond Hammen, Worft en Rookvlees, - - - : _ j _ « Een Varken, - - . ; _ 2_ . Een Rol Tabak, - - - :-:_8 Een Vat Varkens-Borftels, weegende 3 \ 400 ponden, - - : - 4 - ; Een natte Huid, -. - : _ 1 _ : De 100 pond Leer, - - ;_!„; Een Vat Honing of Sieroop, - : — 2 Een Ton Smeer, weegende ordinair 240 pond, - - ; - 2 —: Hh Al-  23o KEUREN DER STAD HAERLEM. Alle zoorten van Zaaden, de 100 pond, - - - ƒ : — 2 - : Een Mand Karflen of Beffen, - : - : - 8 De 100 pond Lood, - : — 2 — : De ioo pond Koper of Tin, - : - 2 — : De 100 pond oud Yzer, - ■ :,—1 —: En dac van alles , 't welk hier boven niet fpeciaal is vermeld, het Weegloon naar eene gelyke proportie, als in de voorfz. Lyft geobferveerd is, zal moeten worden betaald. En zal Copie deezer Refolutie aan den Waagmeefter worden ter hand gefteld toe deszelfs informatie en naricht, en ten einde dien conform het Weegloon prtecifelyk in te vorderen, zonder ietwes meerder te mogen eiffchen. Resolutie, houdende, dat de OFFICIANTEN en NEERINGDOENDE LUIDEN, de tweede en laatfte Donderdag in ieder Maand , zullen worden beëedigd, van den 14 Mey 1784. SCHEPENEN COMMISSARISSEN van des GEMEENE LANDS MIDDELEN over de STAD HAERLEM en den RESSORTE van dien, ten einde de Officianten en. Neeringdoende Luiden in het waarneemen van hunne bekomen Bedieningen te faciliteeren, en hun tot het exerceeren van dezelven hoe eer hoe beter in ftaat te ftellen, hebben goedgevonden en gerefolveerd , tweemaalen in ieder Maand, en wel de tweede en de laatfte Donderdag in dezelve, te vaceeren tot het houden van Beëedigingen van alle zodanige Officianten en Neeringdoende Luiden , de¬ welken zich, geadfifteerd met de refpéctive Hoofd-Gaarders, ten dien einde zulle--; ko« men aan te dienen. En zal Copie van de voorfz. Refolutie aan de refpeclive Hoofd - Gaarders worden gegeeven , ten einde zich daar naar te kunnen reguleeren. Aclum ter Kamere, den 14 Mey 1784, prcefent de Heeren ut in Regiftro. In kenniffe van My, C. A. TESTART. Renovatie van de Publicatie van den 24 December 1778, raakende de behandeling der DRENKELINGEN; van den eerften April 1785. De HEEREN van den GERECHTE der STAD HAERLEM, in ervaaringe gekomen zynde , dat, niet tegenftaande by de nadere Publicatie van hun Ed. Achtb., in dato 24 December 1778, de gepafte Hulpmiddelen en Behandelingen, dewelken zouden behooren toegebragt te worden aan zodanige Perfoonen, het zy jong of oud, dewelken, binnen deeze Stad of Jurisdiaie van dien, het ongeluk hadden in het Water te vallen, en daar uit, voor dood , opgehaald mogten worden, omftandig zyn voorgefchreeven; dezelve Publicatie niet altoos wordt geobferveerd en naargekomen, niet alleen, maar dat ook veele Lieden geene kennifle van dezelve fchynen te hebben, en mitsdien in het verkeerde denkbeeld blyven verfeeren, als of zodanige Dren¬ kelingen , dewelken voor dood uk bet Water worden gehaald, en geene ukerlyke tekenen van Leven geeven, op de Wal zouden moeten blyven liggen, tot dat het Ge¬ recht van het geval de behoorlyke kennme bekomen had: door welke verkeerde handelwyze en opvattinge , indien daarin, op nieuw, niet wierd voorzien, veelal gelegenheid zou gegeeven worden, dat Perfoonen, voor dood, uit het Water gehaald wordende, door verzuim van behoorlyke hulpmiddelen , en non obfervantie van de voorfz. Publicatie , zouden komen te overlyden. ZOO IS 'T: Dat hun Ed. Achtb. tot wegneeming van alle twyfeling, hoe men, in zulke gevallen, behoort te handelen, en ten einde, onder Gods Zegen, zo veelen van die Ongelukkigen te redden en by het le-  KEUREN DER STAD HAERLEM, 231 leven te behouden, als eenigzins mogelyk is, na deliberatie, hebben goedgevonden en verftaan, by Renovatie van de voorfz. Publicatie van den 24 December 1778, aan allen en een iegelyk, die, zo binnen deeze Stad, als Vrydom van dien, een Menfch, het zy jong of oud, uit hec Water zal hebben gehaald, niet alleen te permitteeren, maar zelfs wel ernftiglyk te recommandeeren, zodanig Perfoon, fchoon uiterlyk zonder beweeging of tekenen van leven te geeven , terftond, en met allen mogelyken fpoed, te hu/s te brengen, of, ingevalle van onbekendheid of verafgeleegenheid, in een der naaft by gelegene en daartoe aangeboden wordende Huizen, het zy van Particulieren, of van Herbergiers en Tappers; welke Herbergiers en Tappers zich, in allen gevallen, niet zullen vermogen te onttrekken hunne Huizen daartoe te laaten gebruiken , en zodanig een Perfoon inteneemen, op eene Boete van vyf-en-twintig Guldens, ten behoeve van de Gemeene Armen te verbeuren: cn voorts, ter behoudenifte van de uit het Water gehaalde Perfoon, met dc uiterfte fpoed, en zelfs, zo het gefchieden kan, met adfiftentie van een Doctor en Chirurgyn , die het eerft by de hand zal zyn, of omboden kunnen worden, te beproeven en aan te wenden zodanige hulpmiddelen, als thans genoegzaam bekend zyn, en waarvan het Voorfchrift, dooreen pryswaardig Gcnoorfchap , te Amfterdam opgericht, in Druk is uirgegeeven; van welk Voorfchrift aan ieder Herbergier of Tapper een Exemplaar zal worden ter hand gefteld , om door denzelven bewaard, en by de hand gehouden te worden; gelyk ook by de vier Stads-Chirurgyns voor handen zyn zodanige Tabaks-Clyfteer-Pypen, dewelken, in de voorfz. gevallen, met fucces kunnen gebruikt worden, en door een iegelyk, tot bovengemelde einde, by dezelven, ten gebruik , kunnen verzogt en gehaald worden. Ordonneeren de Heeren van den Gerechte niettemin, dat, zo ras men zal begonnen hebben, het geene voorfz. is, in het werk te ftellen, ter zeiver tyd, en zonder naar den uitflag der aantewendene Middelen te wagten, aan den Heer Hoofd-Officier van het geval, met alle deszelfs omftandigheden , behoorlyke kennis zal moeten worden gegeeven. En belooven de Heeren van den Gerechte voorts, dat, ingeval de uit het Water gehaalde een onbekend of onvermogend Perfoon mogt zyn, de gedaane Onkoften, van Stadswege , zullen worden gereftitueerd eri voldaan, en de aangewende moeite, wanneer zulks begeerd mogt worden, in redelykheid en naar omftandigheden van zaaken, worden beloond , het zy de Hulpmiddelen van een gewenfcht fucces zyn geweeft, of nier. Aldus gedaan en gearrefteerd, den eer* ft en April 1785 , pre/ent de Heeren Mr. Ifebrandus Johannes Faber van Riemsdyk, Hoofd'-Officier ; Antoni Kuits, Mr. fan Theodorus Koek en Mr. Pieter Vermeulen, Burgemeefteren ; Mr. Cornelis Baart, Jean la Clé, Dr. Nicolaas van Wyk de Vos, Mr. Cornelis Afcanius van Sypefleyn, Heer van Moermont en Renefle, en in Noordwelle, Jacob Jan Cambier, Mr. Daniël Donker van der Hoff en Mr. Jan van Styrum, Schepenen der Stad Plaerlem. In kenniffe van My, C. A. TESTART. Mn den 15 April daar aan volgende, navoorgaande Klokkegeflag, ter Puye van den Raadhuize der gemelde Stad, . gepubliceerd , ten overftaan van de Heeren Mr. Ifebrandus Johannes Faber van Riemsdyk, Hoofd-Officier; Dr. Nicolaas van Wyk de Vos en Mr. Cornelis Afc anius van Sypefleyn, Heer van Moermont enRenefteenin Noordweile, Schepenen der gemelde Stad. By My, C. A. TESTART. Hh 2 Ex-  232 KEUREN DER STAD HAERLEM. Extract Resolutie, waar by het getal van de INBRENGERS en INBRENGSTERS in de BANK VAN LEENING tot op AGT zal uitfterven ; van den 28 February 1786. De HEEREN van den GERECHTE der STAD HAERLEM, gehoord hebbende de lecluure van de Requede , aan hun Ed. Achtb. geprefenteerd door de gezaamcnlyke Inbrengers en Inbrengfters in de Bank van Leening deezer Stad; te kennen geevende : dat by de Ordonnantie van dezelve Bank van Leening, gearrefteerd den 4 Maart 1750, en bepaaldeJyk by het agtfte Articul van het daar by voorkomende Reglement voor de Inbrengers en Inbrengfters, als mede voor particuliere Perfoonen, komende in de Bank van Leening deezer Stad, is vafi gefteld: „dat van dien tyd af aan, geene meer„ dere Inbrengers of Inbrengfters in de „ Bank van Leening zouden mogen zyn, „dan twaalf in getal, en dat de toenmaa„ ligen , die Borden hadden uitgeftoken , ,, tot dat getal zouden uitfterven ,• op dat „ in vervolg dit emploi van Inbrenger of ,, Inbrengfter des te beter worden zou." Dat na verloop van tyd, het getal der Inbrengers en Inbrengfters ook tot twaalf is uitgertorven, en daar na tot nu ter tyd toe het zelve getal niet heeft geëxcedeerd, dan dat men reeds van den tyd af dat deeze Perfoonen tot het getal van twaalf waaren verminderd , heeft ondervonden , en voornamenlyk zedert eenige Jaaren herwaards , geduurende welken het getal der Inwoonders deezer Stad zo aanmerkelyk is verminderd, als nog zeer gevoelig on-1 dervindt, dat het emploi van Inbrenger of Inbrengfter in verre na niet opbrengt het nodige tot een gering Burger beftaan, te minder nog, daar by het 7de Articul van het voorfz. Reglement is geftatueerd; „ in„ dien de Eigenaars van de Panden, in de „ Bank beleend, de Bank-Cedullen van haa„ re beleende Goederen zelf begeeren te „ hebben , dat de Inbrengers of Inbreng„ fters, als dan gehouden zouden zyn, die „aanftonds, zonder eenige vertraaging, te „ overhandigen , waar mede zy zeiven haare „Panden wel zouden kunnen loffen", en waar door wordt veroorzaakt, wanneer de Inbrengers of Inbrengfters de Bank-Cedullen, voor de Eigenaars van de Panden, zes, ja twaalf, dikwyls vyftien Maanden en langer hebben bewaard, met al de zorg en attentie die daartoe wordt vereifcht, dat de Inbrengers of Inbrengfters niet te min door 't opeiftchen van die Bank-Cedullen worden verdoken van het Salaris, het welk voor 't losfen van de Panden wordt betaald, het welk voor dezelven ckc. Verzoekende mitsdien, om de verdere redenen ten Requefte gealiegueerd , dat hun Ed. Achtb. geliefden te bepaalen en vaft te ftellen, dat het getal der Inbrengers en Inbrengfters in de Bank van Leening deezer Stad zal uitfterven en verminderen tot op zes Perfoonen, en "dat daar na derzelver getal niet wederom verminderen zal; en de voorts, dat de Eigenaars van de Panden by een Inbrenger of Inbrengfter gebragt, geen vryheid zullen hebben &c. Hebben hun Ed. Achtb., na deliberatie en in genomen hebbende de confideratien en het advis van Heeren Commiftariftën van de Bank van Leening deezer Stad, goedgevonden en verftaan, dat het getal der Inbrengers en Inbrengfters in deezer Stads Bank van Leening zal uitfterven tot op agt Perfoonen, en in vervolg van tyd op het zelve getal zal blyven bepaald: wordende het verdere of andere verzoek van de Supplianten &c: en integendeel goedgevonden, lat het 7de Articul van het Reglement zal slyven in zyne volle kracht en vigeur, en de Supplianten . en derzelver Succefleuren in der tyd , wel expreflelyk gelall, het zelve in alle zyne deelen exacftelyk te obfervceren en naar te komen. En zal Copie deezer aan Heeren Commïsfariflen van de Bank van Leening deezer Stad, als mede aan de Supplianten tot narichtinge worden gegeeven. Waar-  KEUREN DER STAD HAERLEM. 233 Waarschouwing tegen het MOLESTEEREN van Perfoonen of Goederen, wegens het al of niet draagen van Oranje vercierfels; van den 19 September 1787. De HEEREN van den GERECH- \ TE der STAD HAERLEM, in achting genomen hebbende, dac by hun Ed. Groot Mog. gerefolveerd is de Publicatien omtrent her dragen van Oranje vercierfels te furcheeren, en in ervaringe gekomen zynde, dat fommige Lieden binnen deeze Stad zich genegen loonen tot het dragen van zodanige vercierfels; hebben, na deliberatie, en ten einde voor te komen de onluften, welke daaruit zouden kunnen oncftaan, en waar door de ruft, die toe nog toe alhier zo gelukkiglyk heeft plaats gehad, geftoord zou kunnen worden, goedgevonden en verftaan, allen en een iegelyk op het ernftigfte te waarfchouwen, en te gelaften, dac, offchoon aan de genen, die daarcoe genegen mogten zyn , vrygelaaten wordt het dragen van zodanige Oranje vercierfels, niemand nogthans daartoe zal mogen gedwongen of genoodzaakt worden ; wordende integendeel wel expreflelyk geinterdiceerd en verboden iemand, wie hy ookzy, wegens het al of niet dragen van zodanige Oranje vercierfe! met Woorden of Daaden te beledigen of aan Lyf of Goed te m oleftecren, of te befchadigen, terwyl alle dwang en geweld aan eenige Perfoonen, Huizen, of Bezittingen, deswegens, of uit eenigerhande oorzaaken gepleegd, een ftrengfte zal worden achtervolgd, en de genen welke zich daaraan fchuldig maken, als Verftoorders van de publieke •uft, aan Lyf en Leven, naar exigentie van Zaaken, rigoureufelyk geftraft. Aldus gedaan en gearrefteerd den 19 September 1787, pre/ent de Heeren Cornelis Pieter Elout, Hoofd-Officier; Mr. Antonis Slicher, Mr. Jan Diederik Pauw, geboore Hceufft, Heer van Buttingen en Zandvoort, Heemftede, Rietwyk cn Rietwykeroord, Mr. Adolf Heshuyfen en Mr. Herman Gerlings, Burgemeefteren; Jean la Clé, Dr. Nicolaas van IVyk de Vos, Plendrik André Parvé, Jacob Jan Cam* bier, Mr. Jan van Styrum, Mr. Johan Herman de Lange en Jan Willem Druyvefteyn, Schepenen der Stad Plaerlem. In kennifle van My, C. A. TESTAR T. En den ao daar aan volgende na voorgaande Klokkengeftag, ter Puye van den Raadhuize der gemelde Stad gepubliceerd, ten over ft aan van de Heeren Cornelis Pieter Elout, Hoofd-Officier ; Hendrik André Parvé en Jacob Jan Cambier, Schepenen der gemelde Stad. By My , C. A. TESTART. Publicatie tegen het SCHIETEN; van den 9 November 1787. De HEEREN van den GERECHTE der STAD HAERLEM, in ervaringe, gekomen zynde, dat niet tegenftaandeby voorgaande Publicatien het Schieten langs de Straaten binnen deeze Stad verboden is, 't zelve echter wederom fterk in zwang gaat; en confidereerende de Ongelukken en Ongereegeldheden, dewelken daar uit zou¬ den kunnen voorkomen; hebben, na deliberatie, goedgevonden en verftaan, op nieuw te verbieden, zo als hun Ed. Achtb. verbieden by deeze, allen en een iegelyk, wie bet ook zoude mogen wezen, op de Markt of langs de publicque Straaten, Gragten en Wegen binnen deeze Stad of Jurisdictie van dien, te loopen met Snaphaanen, Piftooltjes, KaHh 3 non-  234 KEUREN DER STAD HAERLEM. nonnetjes, Klapbuflchen, Zwermers, of andere zoorten van Schietgeweeren of Vuur* werken, hoe ook genaamd," en veel minder dezelve af ce fchieten , aan te fteeken of te werpen, op pcene van daarop wordende geattrappeerd, dat alle de zodanige Snaphaanen, Piftooltjes, Kanonnetjes of andere Schietgeweeren zullen zyn verbeurd, en dat die geenen die daarmede bevonden worden, zullen vervallen in een Boete van zes Guldens voor de eerfte reize, en vyf-en-twintig Guldens voor de tweede reize, en daar en boven, naar bevinding van zaaken, worden gecorrigeerd, zo als de Heeren van den Gerechte voornoemd zullen oordeelen te behooren ; zullende de Ouders en Voogden voor hunne Kinderen en IVlindcrjaarigen gehouden zyn de Boete te betaalen en verantwoording voor dezelven te doen. Interdiceeren voorts aan alle de geenen, dewelken zich gen ecren met, het maaken van eenige Vuurwerken , hoe / ook genaamd, dezelve Vuurwerken te verkoopen , uit te venten , of te debiteeren, op een Boete van twaalf Guldens: en worden tot flipte nakoming en executie van deeze Publicatie en voorgaande Keuren op dit SubjecT: geëmaneerd, zonder eenige de minfteconniventie daar inne te adhibeeren, tot de bekeuringen van de Contraventeurs geauthorifeerd, boven en behalven den Heer HoofdOfficier en den Commiftaris deezer Stads Keuren, de Dienaars van de Juftitie, de Corporaals van de Nachtwachten, en generalyk alle de geenen, die wegens eenige Bedieningen in deezer Stads Eede zyn; te applicee¬ ren de voorzeide Boete een derde voor den Heer Hoofd-Officier; een derde voor den Aanbrenger, en een derde voor deDiaconieArmen binnen deeze Stad. Aldus gedaan en gearrefteerd den 9 November 1787, ter prefent ie van de E. E. Heeren Cornelis Pieter Elout, Hoofd- Officier ; Mr. Jan Diederik Pauw , geboore Hoeuffi, Heer van Buttingen cn Zantvoort, Heemftede, Riecwyk en Riecwykeroorc, Mr. Adolf Heshuyfen en Mr. Herman Gerlings, Burgemeefteren; Jean la Clé, Hendrik André Parvé, Jacob Jan Cambier, Mr. Jan van Styrum, Mr. Johan Herman de Lange en Jan iftïllem Druyvefteyn, Schepenen der Stad Haerlem. In kenniffe van My, C. A. TESTART. En ten zeiven dage , na voorgaande Klokkegeflag, ter Puye van het Raadhuis gepubliceerd, ten overftaan van de E. E. Heeren Cornelis Pieter Elout, Hoofd-Officier; Hendrik André Parvé en Mr. Jan van Styrum, Schepenen der gemelde Stad. By My, C. A. TESTART. Publicatie, waar by aan de TAPPERS wordt verboden, des avonds NA TIEN UUREN op eenigerleiwyze Gelagen te zetten of Dranken te fchenken, en in 't byzonder om, na dat de Taptoe zal zyn geflagen, voor eenige Militairen te Tappen; van den 27 November 1787. De HEEREN van den GERECHTE der STAD HAERLEM, in ervaringe gekomen zynde, dat door verfcheiden Herbergiers en Tappers binnen deeze Stad , niet tegenftaande by voorige Keuren en Ordonnantiën is geftatueerd, dat de relpeélive Tappers, des avonds de klok¬ ke tien uuren, hunne Huizen zullen moeten fluiten, en na dien tyd geene Gelagen mogen zetten, noch ook eenige Dranken fchenken, zich niet ontzien daartegen dircctelyk aan te gaan, door, na den gemelden tyd, en zelfs tot in den nacht, aan de alhier thans in Guarnifoen zynde Militairen en andere Lie-  KEUREN DER STAD HAERLEM. 23S Lieden, te Tappen en in hunne Huizen Gelagen te zetten; 't welk voor de handhaving der goede ordre binnen deeze Stad in 'c gemeen , en onder de Militairen in het byzonder allezinds nadeelig is; hebben, na deliberatie , en gelet zynde op het verzoek door den Heer Commandant van het Guarnifoen deezer Stad gedaan, goedgevonden en verftaan , by Renovatie van voorige Keuren en Ordonnantiën, te interdiceeren en te verbieden, zo als geinterdiceerd en verboden wordt by deeze, aan alle Tappers en Herbergiers binnen deeze Stad en Jurisdiéiie van dien,! om na de klokke den uuren des avonds, op j eenigerleiwyze Gelagen te zetten of Dranken j te fchenken, en in 't byzonder, om, na dat \ de Taptoe zal zyn geflaagen , voor eenige Militairen te Tappen , veelmin dezelve of iemand van hun in hunne Huizen tehouden, en hen langs dien weg af te trekken van hunne verpligting, om, met het liaan der Tappoe, in hunne reipeeftive Kwartieren te zyn en te blyven : en zuilen de geenen van de voorfz. Tappers of Herbergiers, welke bevonden worden deeze gerenoveerde Ordres te overtreden, verbeuren eene boete van vyfen- twintig Guldens,voor de eerfte reize; en wanneer hier tegen andermaal bevonden worden te misdoen , voor altoos, van hunne Tap-Neering zullen worden ontzet. Aldus gedaan en gearrefteerd den 27 November 1787, ter prefentie van de E. E. Heeren Cornelis Pieter Elout, Hoofd-Officier; Mr. Jan Diederik Pauw, gehoor e Hotufft, Heer van Buttingen en Zantvoort, Heemftede, Rietwyk en Rietwykeroort en Mr. Adolf Pies huyfen, Burgemeefleren; Jean la CU, Plendrik André Parvé, Jacob Jan Cambier , Mr. Johan Herman de Lange en Jan Willem Druyvefteyn, Schepenen der Stad Haerlem. In kennifle van My, C. A. TESTART. En ten zeiven dage, na voorgaande Klokkegeflag, ter Puye van het Raadhuis gepubliceerd, ten over ft aan van de E. E. Heeren Cornelis Pieter Elout, Hoofd-Officier; Hendrik André Parvé en Jacob Jan Cambier, Schepenen der gemelde Stad. ByMy, C. A. TESTART.   VERVOLGEN o p d e KEUREN e n ORDONNANTIËN der stad haer.ee m, op auctorisatie en met goedkeuringe van de edele groot achtbaare heeren BURGEMEESTEREN en REGEERDERS derzelver stad. Byeen verzameld, in order gebragt, en uytgegeeven tot HET JAAR MDCCXC. Met een LYST der ST LIKKEN en REGISTER van ds aanmerkeeykste zaaken voorzien. TWEEDE DEEL. Te HAERLEM, By JOHANNES ENSCHEDÉ en ZOONEN, Stads-Drukkers. mdccxciii.   VERVOLG OP HET TWEEDE DEEL VAN DE KEUREN E N ORDONNANTIËN DER STAD HAERLEM, Begrypende de Keuren in de Jaaren 1755 en 1750 gearrefteerd. t   t .i,i:\ >.-i qat? n3Q nan im ^s-f VERVOLG op het TWEEDE DEEL van de KEU R E N DER STAD HAERLEM, Begrypende da Keuren in de Jaaren 1755 e« 1756 gearrefteerd. ORDONNANTIËN op de V EER E N. Resolutie, waar by de Praktyk omtrent; het Va aren van VOLKSCHUYTEN, tuflchen Haerlem en Leyden, word geconfirmeerd; van den 20 van Auguftus, 1756. tëfëPgg^M URGEMEESTEREN ÏEr}Ii^lËIEN REGEERDERS li WJ§£ der STEDEN HAER- 18 tiiriiiLEM en leyden MÉ Ex|p feöj geconfidereerdhebbendc,dac ^^J^^>^fö de Praktyk omtrent het vaa*^»stox-!b%53ss ren ^e Volkfchuyten, fulTchen de gemelde Steden , eenige Jaaren hebbende gefubfifteerd, volgens welke van Haerlem op Leyden, van den 14 Maart, tot den 2 Oétober, incluys, voor den middag de Schuyten vaaren , ten 6, 8, 10 en 12 uuren, cn na den middag, ten 1 , 2 , 4 en 6 uuren ; en van den 3 O&ober , tot den 13 Maart, ingeflooten, 's morgens ten 6, 10 en 12 uuren; en na den middag ten 2 , 4 en 6 uuren; voorts van Leyden op Haerlem in den AcKum den 20 van Auguftus, 1756. In Kennifle van Ons }: J: v: BERGUM v: NIEUWENHÜYSEN. ¥. V. DAM, Vervolgvak:II. Deet. '' A c Q?.- Zbmerryd, als vooren, 's morgens ren half 4, half 7, ten 9 en 11 uuren, na den middag ten half 1, ten 2, 4 en 6 uuren; en in den Wintertyd, als boven; 's morgens ten half 5 en o uuren, en na den middag ten half 1, ten a, 4, en 6 uuren; midsgaders de Nachtfchuyten van wederzyden alle avonden ten 11 uuren; tot heden toe goed bevonden is, en tot genoegfaam gemak der reyzende Perfoonen; hebben, na Deliberatie, goedgevonden en verftaan de gemelde Praktyk te confirmeeren,en by deeze, voor alryd, vaft te ftellen , zo als hunne Edele Groot Achtb. doen by deeze. Blyvende de Refoluden by hunne Ed. Groot Achtb. den 29 Maarr, 1741, en den 2 8 Auguftus deszel ven Jaars, zo op het Subjedt van het vaaren der MarkcSchuyten als anderzins genomen, in haar geheel  4 KEUREN DER STAD HAERLEM. Ordonnantie bp hel \V*AGE&VEER tuflchen Haerlem en Leyden; van den 20 van February en 30 van Auguftus, 1756. Zie in het Capittel van Gilde-Keuren, onder Voerluyden. Conditiën van VERHUURING van de TOLLEN aan de Tol Hekken tuflchen de Steden Haerlem en Amsteldam; gearrefteerd den 21 van December, 1756. ~lr>%E HEEREN COMMISSARIS■I %'SEN van de TREK-VAART 1'W t u s 5 c h e n d e STEDEN H AER^ LEM en A M S T E L D A M, volgens Cominiflie van de Heeren Burgemeefteren derzelve Steden, gerevideerd en gerefumeerd hebbende de Conditiën, waar. op .de Verhuuring der Tollen aan de refpeéïive Tolhekken zou worden gedaan; hebben aan hunne Ed.Groot Achtb.-voorgedrkgen/ datnoodzakelyk eenige Verandering in de voorfchreeven Conditiën zou behooren te worden gemaakt ; en vervolgens overgegeeven de op nieuws geconcipieerde en gedreflèerde Cpnditiej^ zo als hier na volgen. Conditiën, waarnaar de Heeren Gecom■ 'l Jfii t teer de n van het Zandpad tujfchen Haerlem. en/lmpieldam\willen verhuuren de Gabellen, die aan yder der respeclive Tol-Hekken , tujfchen de twee . voornoemde Steden, zullen moeten zvorden betaald. Articul I. I \ e Huurder zal deswegen ontfangen vol-J| 'Jf gens de Lyft hier na volgende , cn wel aan yder Hek in 't byzonder; voor een Man te Voet één Stuyver; de Kinderen van 12 Jaar of daar beneden tot 6 Jaaren te betaalen halve Gabellen, en onder de 6 Jaaren oud , vry te laaten ; een Man te Paerd 11 Stuyver ; van yder Paerd , Os , Koe of ander Hoornbceft, dat geleyd of gedreeven word, f Stuyver; van yder Pink , Vaars of Kalf | Stuyver ; en daarenboven van de Dryvers , voor hunne Perfoonen , yder één Stuyver; doch zullen de Beeften , die verweyd moeten worden , en van hunnen ordinaris Weg afgefneeden zyn , vry pafleeren moeten. Van yder Schaap £ Stuyver; van yder Varken, de Huysluyden aangaande, | Stuyver; doch, buyten dezelve Huysluyden , zal aan niemand vry ftaan , den voorfchreeven Weg met Drift-Varkens te gebruyken. Van een Koets of ander Rytuyg met 6 Paerden , 5 Stuyvers, en van yder Perfoon daar in , en op ftaande , één Stuyver, den Koetfier en Voorryder daarSnder niet begreepen ; van een Koets of ander Rytuyg met vier Paerden , 3 Stuyvers , cn voorts als boven; van een Wagen ofte een ander Rytuyg met twee of drie Paerden , geladen of ongeladen, 2 Stuyvers, en voorts als boven ; van een Chaife of ander JRytuyg met een of twee Paerden met een Perfoon, 2 Stuyvers, doch, meer Perfoonen daarop zynde, van yder één Stuyver. II. De ordinaris Voerluyden, by de Heeren Burgemeefteren van de Steden Haerlem en Amfteldam refpeéfive aangefteld , tot het beryden van het Veer tuflchen de voorfchreeven twee Steden,zullen,zo geladen als ongeladen, voor hunne Perfoonen, Wagens en Paerden vry zyn van de Gabellen aan de refpeéïive Hekken; welverftaande , dat de Paflagiers^ daar mede rydende, betaalen zullen moeten de ordinaris Gabellen , re weeten , yder één Stuyver. Zullende zich dit tot geene andere particuliere Voerluyden of Stalmeefters extendeeren, maar die gehouden zyn de Gabellen te voldoen. III. Aan de Schouwen by Spaarwoude en Sloterdyk zal betaald moeten worden voor yder Voetganger, i Stuyver ; en van yder Wagen, Koets, Chaife of ander Rytuyg , geladen of ongeladen, 2 Stuyvers; van een Paerd, één Stuyver; van een Os, Koe, Pink, Vaers of ander Hoornbceft, | Stuyver; van een Schaap, Kalf of Varken, £ Stuwer. IIII. De Huurder zal niemand de Hekken of Schouwen behoeven te laaten pafleeren zonder den Tol te betaalen, ten zy hy fpecialyk daar van , volgens de Lyft, hier na gemeld, worde geèximeerd; en, ymand contrarie de Hekken pafleerende, mogen afvorderen een Boete van 6 Guldens, en van 1 Gulden 1 o Stuyvers, ten lafte van de geenen, die de Schouwen alzo pafleeren. V. Insgelyks zal de Huurder zorg draagen, dat niemand des Winters met Sleden of Paerden van  KEUREN DER STAD HAERLEM. van den Weg op het Ys, of van het Ys op den Weg loope of ryde, anders dan over de gemaakte Bruggen, op de verbeurte van i Gulden 10 Stuyvers. En, voor het pafleeren van de voorfchreeven gemaakte Bruggen, ontfangen voor een Slede met een Paerd, één Stuyver; voor een Hand-Slede, i Stuyver. VI. Ingevalle het mogte gebeuren, dat des Winters by beflooten Water de Paflagiers voor de Hekken van de Ryruygen quamen af te treeden en over het Ys gingen, en daarna, als de Ryruygen door de Hekken gepafleerd waren, zich wederom op dezelve plaatftcn, zonder de Gabellen te betaalen, zal de Huurder de Wagenaars, of wie het ook moge wezen, daar voor in hunne particuliere Perfoonen mogen aanhouden, en van dezelve de verfchuldigde Gabellen der afgetreedene Perfoonen afvorderen. VII. De Huurder zal zorg moeten draagen , dat geene Schepen of Schuyten met ftaande Maflcn leggen in de Vaart aan de zyde van het Zandpad, en, dit bevindende, dezodanigenbeflaan in eene Boete van i Gulden 10 Stuyvers. VIII. En zal wyders zoig draagen, dat niemand gaat Wegen, Dreggen of Trekken op deBarmre van het Zandpad, of eenige Schuyten op of over de voor/chreeven Barmte haale , of dezelve in eenigerhande wyze befchadfge, en, ymand contrarie doende , af te vorderen een Boete, als boven. IX. Gelyk hy mede niet zal toelaatcn, dat ymand 2yn gezonken Schuyten in den Grond laat leggen , op een Boete als boven. X. Item, dat niemand zyn Schuyten langs het Jaagpad legge, zonder boven dezelve te ftellen een bequame Balie, op een Boete als boven. XI. Insgelyks, dat niemand het Zandpad, daar het Jaagpad loopt, met Wagen of Karren beryde of fleepe met eenige Vrachten, op Pcene als boven. XII. Dat niemand eenige Belten van Vulnis, Mift, of andere Materie , langer op den Trekweg laate leggen, dan vier Dagen, op de verbeurte van één Gulden, voor yder dag, dat dezelve bevonden word daar na de voorfchreeven vier Dagen gelegen te hebben. Gelyk ook, dat niemand eenig Vulnis, hoe genoemd, in de Vaart kome tè gooijen, of op den Wég te werpen eenig Snoeyfel, Schcerfel, Onkruyd en diergelyke, welke uyt de Tuynen en Woonhuyzen, aan dezelve Vaart leggende, worden uytgebragt, en als Vulnis weggeworpen; óp een Boete van dertig Stuyvers, ten lafte Van den geenen, welke zulks komt te doen, ten behoeve van den Bekeurder. XIII. En laatftelyk, dat niemand zyne Paerden of eenige andere Beeften op: het Zandpad laat weyden, op een Boete vaft 3 Guldens. I -ïurcrj nóaavïl te ofb r/cb f rrajoirw trailodfiD XIUI. Alle welke voorfchreeven Boeren, tiyrge*'' zonderd de Boete in het laatfte Lid van hetXIL Articul gemeld, zullen komen, ten profyte van den Huurder, of van die geenen, die de Bekeuringen van zynent wegen komen te doen. ti b ■ Fn 1 Sus n - i/JT na tr bsfl Lyft van zodanige Perfoonen en Luyden., als van het betaalen. der Gabellen 'aan de refpeclive Polhekken en Schouwen, tujfchen Haerlem en Amfteldam, gee'ximeerdzyn, L De HeerenCommiflariflen, Penningméefters en SecretarhTen van het Zandpad. II. De Heeren Dykgraaf, Hoog-Heemraaden.,. Rentmeefter, Secretaris, Cafteleyn, Boden en verdere Bedienden van Rhynland. III. De Heer Bailliuw, als mede de Secretaris, Stedehouder en Bode van Kennemerland. IIII. De Heer Bailliuw en Hputvefter van Brederode. V. De Heer Bailliuw van Blois. VI. De Onder-Schouten van de twee Steden, als met Gevangenen de Hekken kornen te pasfeereii. VII. Alle de In- of Opgezetenen van Halfwegen, VIII. De refpeéïive Vracht-Wagens, het zy die door de Schippers of andere vafte Voerluyden van beyde de Steden, by beflooten Water, worden gevoerd met Pak- en andere Goederen , welke by open Water met de Kaarsladeri worden verzonden. IX. De Fabryken en Baazen van het Zandpad; doch maar voor zich zeiven en hunne Rytuygen. A 3 Aan  6 KEUREN DER STAD HAERLEM. Aan het Hek of Schouwe hy Spaarwoude zullen vry zyn. t vlas* na .: I AJle Ingezetenen van Spaarwoude en Houtryk. II. De Schout, Secretaris en Bode van Spaarwoude. III. Niemand zal, uyt hoofde van eenige Landen, Hoflieden of Tuynen, Vrydom van de Gabellen genieten, dan die zal kunnen bewyzen te wezen Eygenaar, Bruyker of Huurder van zodanige Perceelen, als aan of langs den Trekweg en Vaart gelegen zyn. UIL De tegenwoordige Eygenaars, Bruykersof Huurders van de voornoemde Landen, Hoflieden en Tuynen zullen blyven genieten den Vrydom van de voornoemde Gabellen, zo als die thans genieten, en zulks zonder onderfcheyd, hoe groot of hoe kleyn de Perceelen tegenwoordig zyn, en of dezelve door een of meer Perfoonen in Eygendona bezeten of in Huur gebruykt zouden mogen worden. By overlyden der tegenwoordige Eygenaars van de voornoemde Landen, Hoflieden en Tuynen, of by Overdragt of verandering van Huur derzelve, zullen de Erfgenaamen, Verkrygers of nieuwe Bruykers en Huurders insgelyks blyven genieten Vrydom der voorfchreeven Gabellen, zo als de overleedene Eygenaar, Transportant of voorige Bruyker en Huurder dezelve genooten heeft; "mids, dat nogtans die Landen , Hoflieden of Tuynen , by Verfterf, Overdragt of nieuwe Huur; in meerder Perceelen gelmaldeeJd wordende, of wel zonder Smaldeeling aan meer, dan een Perfoon, in Eygendom of Huur opkomende, "als dan de refpeéïive Eygenaars of Bruykers en Huurders een Perfoon zullen moeten uytmaaken en benoemen, by welken alleen, en by geene anderen, de voornoemde Vrydom genoten zal worden; ten ware dezelve Landen, Hoflieden en Tuynen ze groot mogten wezen, dat yder der Erfgenaamen, Verkrygers, Bruykers of Huurders, by Verfterf, Smaldeeling, Opdragt of Huur refpeéïive, zes Morgen of meer voor zyn Aandeel zoude mogen bekomen, in welken gevalle zodanige Erfgenaamen , Verkrygers of Bruykers en Huurders dan ook yder van den voornoemden Vrydom zullen gaudeeren. VI. Doch zal niemand den voornoemden Vrydom genieten; dan die hunne Naamen, mids¬ gaders de Belendingen en grootte van hunne Landen, Hoflieden en Tuynen, aan den Huurder opgegeeven, en hunne Bewyzen (des gerequireerd) aan de Heeren Gecommitteerden van het Zandpad overgegeevcn zullen hebben, midsgaders door dezelve Heeren Gecommitteerden voor vry erkend zullen wezen. VII. Voorts zal ook vry zyn de Opziender van het Zandpad. Midsgaders de Werklieden, Puyniers en Modderluyden , wanneer dezelve aétueel aan hec Zandpad of de Vaart werken. Aan het Hek of Schouwe by Slot erdyk zullen vry zyn. I ' " L Alle de Ingezetenen vanSloterdyk en Slcterdyker-Meer. II. De Ambachtsheer van Sloten en Slotcrdyk. III. De Schout, Secretaris eri Bode van Sloten en Sloterdyk. BB. Nopens de Eygenaars, Bruykers of Huurders van Landeryen , Hoflieden of Tuynen, : aan of langs den Trekweg en Vaart gelegen, zal in alles plaats hebben en geobferveerd worden, het geen hier bevoorens op Articul III., UIL,V.en VI., noopens deGeëximeerden aan het Hek of Schouwe by Spaarwoude geordonneerd en geftatueerd is, waartoe alhier word gerefereerd. V. Voorts zal ook vry zyn de Opziender van het Zandpad. Midsgaders de Werklieden, Puyniers en Modderluyden, wanneer dezelve aclueel aan het Zandpad of de Vaart werken. De Vrydom van Tollen en Gabellen, in manier e als voorfz. isy zal zich extendeèren, h Over alle de voorfchreeven Geëximeerden, het zy dezelve te Voet gaan, of ook Paerden en Rytuygen gebruyken zullen. II. Over derzelver Huysgezinnen en Domeftiquen , 't zy de Geëximeerden prefent zyn of niet; wordende onder de voorfchreeven Huysgezinnen en Domeftiquen begreepen, yders Huysvrouw, Kinderen en Dienftboden; doch zullen de Kinderen, die buyten den Koft of Huyshouding hunner Ouders mogten jwezen, niet vry zyn, maar moeten betaalen. Gelyk ook de Fabryken en Baazen van 't Zandpad, maar voor zich zeiven en hunne Rytuygen xry. zyn, als hier voor is goedgevonden. ITT. Een  KEUREN DER STAD HAERLEM. 7 lil. Een Geëximeerde, met zyn Rytuyg de Tolhekken pafleerende, zullen'mede vry zyn, die met den zodanigen ryden; maar zal een Gcëximeerde, met een anders Rytuyg rydende, alleen vry zyn voor zyn Perfoon , zonder die geenen , waar mede hy ryd , tc mogen bevryden. IIII. De Huurders zullen gehouden zyn een Exemplaar van deeze Lyft altoos voor de hand te houden, om dezelve, ten allen tyde, te vertoonen aan den geenen, die zulks requireeren zal, en dezelve van noodén mogte hebben. Wegens het Onderhoud van de Huyzen, Schouwen', betaalen der Huur-Penningen &c. I. Voor het overige zal de Huurder gehouden zyn het Huys aan de Hekken, ter zyner Wooning dienende, zo van binnen als van buyten, Glasdigt en in die ordre te houden, gelyk het zelve hem zal geleverd worden. II. Doch zullen de refpéctive Schouwen aan beyde de Tolhekken door het Zandpad worden onderhouden. ra. De Huur-Penningen zullen betaald moeten Worden, yder Maand, uyterlyk voor den twaalfden Dag van de volgende Maand, binnen de Steden voornoemd, aan de Penningmeefferen aldaar; zullende de Huurders voor yder Dag, die zy, na den voorfchreeven twaalfden, wagten met de Betaling, verbeuren tien Guldens, ten behoeve van het Zandpad. HU. Zonder dat de Huurder eenige Korting daar aan zal mogen doen, uyt wat Pretenfie het zelve zoude mogen wezen, of tot eenige Doleantie te worden geadmitteerd, alzo deeze Verhuuring gefchied, dat de Huurder ten zynenKofte, Baate en Schade den Tol zal moeten invorderen, cn de Onwilligen tot de Betaling conflringecren, volgens de Ordonnantie, waar toe de Heeren Gecommitteerden van de twee Steden, des verzogt zynde , hun Auéforiteyt zullen interponeeren , tot onderhouding van de voorfchreeven Ordonnantie. V. Voor de Voldocninge van welke , en het prefteeren van de bovenftaande Conditiën, de Huurder gehouden zal zyn te Hellen twee fuffifante Borgen, ten genoegen van de voorfchreeven Heeren Gecommitteerden, onder Renunciatie van de Beneficiën Ordinis Excuffionis & Divifioms. VI. De Verhuuring zal worden gedaan voorden tyd van één Jaar, mids dat de Huurders dan noch twee Jaaren zullen moeten continueeren in de Huur, zullende de voornoemde Huur ingaan , den eerften Mey , 1757 , en dus eyndigen, ultimo April, i~6o. VIL De Uytlegging of Interpretatie van deeze Conditiën , voor zo veel eenige Duyfterheyd zouden mogen behelzen , houden de Heeren Gecommitteerden aan zich. VIII. In gevalle twee of meer Perfoonen te gelyk mynden, zal het ftaan aan de Heeren Commiftariften dc Huur te gunnen aan den geenen, dien 't hun zal goeddunken, of wel dezelve op nieuws te laaten opveylcn. Gelyk gemelde Heeren Commiflarifièn ook wel expres aan , zich referveeren de Faculteyt, om de Huur te gunnen of niet. Waarop gedelibereerd zynde, hebben hunne Ed. Groot Achtb. de voornoemde Heeren Commiff'ariffen voor derzelver genomen moeyte bedankt; en voorts goedgevonden en verftaan, de vooren ftaande Conditiën te approbeeren en te arrefteeren , zo als hunne Ed.Groot Achtb. doen by deeze. Vindendehunne Ed. Groot Achtb. verders goed, dat nu, en in vervolg van tyd, by 'texpireeren der Huur, van de Verhuuring tydig Advertentie zal worden gedaan in de Couranten, en de noodige Biljetten gedrukt en geaffigeerd. Dat voorts de Conditiën met ds Borderellen van het Rendement der Tollen in de tien laatfte Jaaren tnede, esnigen tyd te vooren, zullen te zien zyn ter Secretarye der Stad Haerlem , en ter Thefaurie der Stad Amfteldam; aan de refpecJive Tolhekken,en in de twee Herbergen op Halfwegen., tot een yders Narichting. Aldus gedaan en gerefoheerd den ut van December, 1756. Ter Ordonnantie van dc Heeren Ter Ordonnantie van de Heeren Burgemeefteren en Regeerders Burgemeefteren en Regeerders der Stad I laerlem. der Stad Amfteldam. J: J: v: BEROUMv: NIEUWENHUYSEN. JOAN THIERRY. • Or- V. Voor de Voldocninge van welke , en het prefteeren van de bovenftaande Conditiën, de Huurder gehouden zal zyn te ftellen twee fuffifante Borgen, ten genoegen van de voorfchreeven Heeren Gecommitteerden, onder Renunciatie van de Beneficiën Ordinis Excuffionis éjf Divifioms. VI. De Verhuuring zal worden gedaan voorden tyd van één Jaar, mids dat de Huurders dan noch twee Jaaren zullen moeten continueeren in de Huur, zullende de voornoemde Huur ingaan , den eerften Mey , 1757 , en dus eyndigen, ultimo April, 1/60. VIL De Uytlegging of Interpretatie van deeze Conditiën , voor zo veel eenige Duyfterheyd . zouden mogen behelzen , houden de Heeren Gecommitteerden aan zich. VIII. In gevalle twee of meer Perfoonen te gelyk mynden, zal het ftaan aan de Heeren Commiftariften dc Huur te gunnen aan den geenen, dien 't hun zal goeddunken, of wel dezelve op nieuws te laaten opveylen. Gelyk gemelde Heeren Commiftariften ook wel expres aan Izich referveeren de Faculteyt, om de Huur te gunnen of niet. Waarop gedelibereerd zynde, hebben hunne Ed. Groot Achtb. de voornoemde Heeren Commijf'arijfèn voor derzelver genomen moeyte bedankt; en voorts goedgevonden en verftaan, de vooren ftaande Conditiën te approbeeren en te arrefteeren , zo als hunne Ed.Groot Achtb. doen by deeze. Vindende hunne Ed. Groot Achtb. verders goed, dat nu, en in vervolg van tyd, by ''t expireer en der Huur, van de Verhuuring tydig Advertentie zal worden gedaan in de Couranten, en de noodige Biljetten gedrukt en geaffigeerd. Dat voorts de Conditiën met de Borderellen van het Rendement der Tollen in de tien laatfte Jaaren mede, esnigen tyd te vooren, zullen te zien zyn ter Secretarye der Stad Haerlem , en ter Thefaurie der Stad Amfteldam; aan de refpecJive Tolhekken,en in de twee Herbergen op Halfwegen., tot een yders Narichting.  8 KEUREN DER STAD HAERLEM. Ordre voor de AANTEKEN AARS op de VEEREN,om hunne B O E K E N, by het doen der Aantekeningen, bedekt te houden; van den 20 van February, 1756. BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STAD HAERLEM , in ervaringe gekomen zynde, dat by de refpeéïive Aanteekenaars van Goederen op de Veeren , geene genoegfaame Precautien worden gebruykt, dat, by het aanteekenen van Koopmanschappen en andere Goederen, de eene des anders Correfpondentien niet kome te ontdekken op het Boek; het welk aanleyding kan geeven, voor al in 't ftuk van Goederen van Negotie, om eikanderen, op eene onbehoorlyke wyze te onderkruypen; hebben, na Deliberatie, tot weering van dusdanige onbetamelyke Praktyken, goedgevon¬ den en verftaan, de gemelde Aanteekenaars of Commiftariften te interdiceeren, van daar toe, op eenigerhande wyze , occafie te geeven, zo als hunne Ed. Groot Achtb. doen by deeze. Ordonneerende dezelve, om, by de Aanteekeningen, hunne Boeken zodanig bedekt te houden , dat het geene voorfchreeven is, niet kan worden ondernomen ; op poene van , hier tegen aangaande, in dier voegen te worden gecorrigeerd, als hunne Ed. Groot Achtb. zullen oordeelen te behooren. Aclum ter Kamer, den to ven February, 1756. In Kennifle van My, J: J: v. BERGUMv: NIEUWENHUYSEN. Waarschouwing, dat die geenen, die UYTKOOP doen, wegens het gebruyk van de KLEVERLAAN, dezelve mede moeten helpen R E P A R E E R E N; van den 6 van April, 1756. BURGEMEESTERE N en REGEERDERS der STAD HAERLEM, door de Opzienders van de Kleverlaan zynde geïnformeerd, dat diverfe Perfoonen , die, wegens het gebruyk der gemelde Laan , Uytkoop doen, nalatig zyn, om, benevens anderen, de gemelde Laan , volgens Jaarlykfche gewoonte, te helpen repareeren ; 'c welk door den tyd occafie zou kunnen geeven , dat de voorlchreeven Laan geheel onbruykbaar wierde; hebben, na Deliberatie, goedgevonden en verftaan, zo als hunne Ed. Groot Achtb. goedvinden en verftaan by deeze, dat alle die geenen, die, als vooren,Uytkoop doen, Jaarlyks op de vaft te ftellen plaatfen en dagen, *s morgens ten 8 uuren , mids gewaarfchouwd zynde, yder een Wagen met een Man en Paerd aldaar, ten femelden eynde, zullen moeten zenden, op ue Boete van één Gulden, als ymand te laat komt; en van drie Guldens, ten lafte van den geenen, die in 'tgeheel niet opkomt; en dat, by manquement van voldoening der voorfz. Boeten, of ook in gevalle van onwilligheyd, om dc voornoemde Ordre na te komen, dezelve van hun gedaanen Uytkoop, wegens het gebruyken der gemelde Laan , zullen zyn verfteeken. Ordonneerende de voorfchreeven Opzienders, om van deeze Refolutie kennis te geeven,daar zulks behoort te gefchieden, Aftum ter Kamer , den 6 van April, 1756. In Kennifle van My, J: J: v: BERGUM v: NIEUWENHUYSEN.  KEUREN DER STAD HAERLEM. 9 Reglement ten opzichte van het TREKKEN van SCHEPEN met PAERDEN, aan het Zuyder-Buyten-Spaarne; van den 2 van November, 1756. BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STAD HAERLEM, gehoord hebbende het Verzoek , aan hunne Ed. Groot Achtb. gedaan door Klaas van Beyeren, woonende binnen deeze Stad, ten eynde te hebben de Vryheyd , om , met feduüe van alle anderen, aan het Zuyder-Buyten-Spaarne, twee h drie Paerden en Jagers by de hand te houden, tot het trekken van Schepen,by Tegenwind, grooten haaft,of ftil Weer, van de Buurt buyten de Schalkwyker-Poort, of van over de Zoutkeet tot zo verre getrokken kan worden , en van daar wederom te rug; hebben, na Deliberatie en ingenomen Bericht van de Overluyden van het Groot-Schippers-Gild , goedgevonden en verdaan , het zelve Verzoek, by provifie,te accordeeren ,, zo als hunne Ed. Groot Achtb. doen by deeze, op bet navolgende Reglement en onder deeze Conditiën. Dat hy aan dat eynde, daar zulks van wegens den Wind noodigis, altyd twee a drie Paerden, met even zo veel Jagers, zal moeten in gereedheyd houden ; 't en ware eenigen onder weeg mogten zyn, in welken gevalle de zodanigen met den eerften wederom zullen moeten komen , daar dezelve van nooden zyn. Dat hy verders den geenen , die een Paerd eyfcht, op ftaande voet,zal moeten helpen , en wel den zodanigen, die 't eerft zulks requireert; zonder ymand te prefereeren , fchoon dezelve meerder Loon aanbood. Dat wyders aan de Schippers zal vry ftaan, om twee Schepen te gelyk te laaten ABum ter Kamer, den 2 van November, 1756. - In Kennifle van My,. J: J: v: BERGUM v: NIEUWENHUYSEN, Vervolg van'/ II. Deel B KEU- trekken : Dat hy de Schippers mede zal moeten helpen voor Zons-opgang, of na Zons-ondergang. En dat hy behoorlyke en fuffifante Lynen, voor zyne Rekening , zal moeten: houden, tot voorkoming van ongemakken. Voor welken dienft hy zal genieten het navolgende Loon, als Van Haerlemfche Schippers, En van of die aldaar vry mogen laaden. Onvryen. „ , ,, Gêloden. Ledig. Cc/Mle„. £sd/„ Voor'c trekken T s ™^-^-}f:-i5-:/:-i0-: 8-:f:-i 2_; Van Damlo--\ pers, Smalfche- ■ pen, of Gent- I ._In_. ._ <_. .__T 0_. ._ p . lbhePleytenen f • LO • • O—. .— 12—. .— 15—1 Vriefche Var- 1 ryt. J Van twee ach-"» o. .»...»_•. ter den ande- L .- 8-. .-I4-: :-IO-: ren. \ J Van Kraaken.^. ;— 6—'. I— 4~* *— ^—I Ir— 6—1 Van twee ach--j _ , ter den ande- L ;— ö—l t— 0~' '~ IO—: .'— 8—: ren. J , Van kleyne! ._ -_. „_. . y_. .__ _ Schuyten. ƒ * 3'* O • / ' • J ' Vanrweeach-1 (j—'. '.— 4—: •— 8—: I— 6—: ki elkander, f Doch zal van de voornoemde Vaartuygen, wanneer voor Zons-opgang, of na Zons-ondergang, worden getrokken, als ook in gevalle twee Paerden moeten worden gebruykt, de helft meer moeten worden betaald; dus van een geladen Smak-Schip ƒ i— 2—8, en zo vervolgens. Ordonneerende hem , en een-yder, wien het aangaan mag, zich ftiptelyk naar deeze Ordonnantie te gedraagen.  io KEUREN DER STAD HAERLEM. >oooo©coo©ooc>©ococ>^^ KEUREN WEGENS DE GILDEN. Qualtfic atte voor de Vinders van het BIE RW ERKERS-GILD, om van de Bierwerkers zekere CONTRIBUTIE voor het Gild te vorderen. En Ordre aan de Bierwerkers, om geen KNECHTS of NOODHULPEN te gebruyken, dan by wettige verhindering; en dan noch geen anderen,dan die tot Noodhulpen door hunne Ed. Groot Achtb. zyn aangefteld ; van den 4 van September, 1755. BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STAD HAERLEM, gehoord hebbende de Lecfture van de Requefte , aan hunne Ed. Gr. Achtb. geprefenteerd door de Vinders van 't Bierwerkers-Gild, binnen deeze Stad, klaagcnde over het verval van hun Gild, en verzoekende (onder anderen) tot het vinden van de noodige Koften van dien,dat yder Bierwerker, die dezelve Bediening op zyn eygén Naam bezit, het zy hy die in Perfoon waarneemt, of dat hy zulks door een ander Iaat doen , mogt worden geordonneerd , om , alle drie Maanden, aan het Gild te voldoen een Somma van tien Stuyvers; hebben, na Deliberatie, goed gevonden en verftaan , de Supplianten te quaüficéeren,zo als gequalificeerd worden by deeze, om van alle de Bierwerkers, als vooren, yder Vierendeel/aars, te vorderen een Somma I van tien Stuyvers, tot onderhoud van hun Gild; [ zit, het zy hy die in Perfoon waarneemt, of ordonneerende een yder , wien het aangaan mag, zich hier naar te gedraagen. Vindende' hunne Ed. Groot Achtb. wyders goed te ordonneeren, zo als ordonneeren by deeze, niet alleen aan die geenen , die de gemelde Bedieningen zelfs bekleeden,maar ook aan de zodanigen, die dezelve voor anderen, met Confent van hunne Ed. Groot Achtb., waarneemen , om de voorfchreeven Bedieningen naer-' ftig en naar behooren , zelfs waar te neemen, zonder eenige Knechts voor hun te laaten werken , of Noodhulpen te gebruyken, ais by wet' tige verhindering; en dan nog geene anderen, dan die door hun Ed. Groot Achtb. tot Noodhulpen zullen wezen aangefteld ; met laft aan den Colletfeur van het Recht op de Bieren, om geene Noodhulpen te doen beëdigen, of te laaten werken , dan die een Acte van Aanftelling van hunne Ed. Groot Achtb., ten dien eynde, aan hem zullen hebben vertoond. Aiïum ter Kamer, den 4 van September, 1755. In kennifle van My, J: J: v: BERGUM v: NIEUWENHUYSEN. Alteratie van het XVI. Articul van de Keure voor het GRUTTERS-GILD, den 30 van April, 1750, gearrefteerd; van den 17 van Auguftus, 1756. DE HEEREN van den GERECHTE der STAD HAERLEM, by Requefte, door Deken en Vinders van het Grutters-Gild, binnen deeze Stad, aan hunne Edele Achtb. geprefenteerd, geïnformeerd zynde, dat binnen deeze Stad eenige Grutters waren , die aan de Winkels het Meel laager verkochten, dan dezelve, volgens het XVI. Articul van de Ordonnantie, in dato 30 April, 1750, gear- re-  KEUREN DER STAD HAERLEM. ir Keure voor het KANT-REDERS-GILD; van den 8 van September, 1756. Myne HEEREN van den GERECHTE der STAD HAERLEM,geëxamineerd hebbende de Requeft en, aan de Heeren Burgemeefteren derzelver Stad geprefenteerd by eenige Loon- of IVerkbaazen in de geweeven Kanten, als mede by diverfe Kantwerkers, binnen deeze Stad, ten eynde mogten worden vaftgefteld eenige Point en, tot handhaving en ten nutte van de geweeven Kantfabryk , en ook particulierlyk om te hebben een afgezonderd Gild voor dezelve; hebben , na Deliberatie , goedgevonden en verftaan , dezelve Verzoeken te accordeeren, en dienvolgens tot eene Keure voor het voorfchreeven Gild te arrefteeren en vaft te ftellen, zo als hunne Ed. Achtb. arrefteeren en vaft ftellen by deeze , de hier na volgende Articulen, ordonneerende een yder, dien het aangaan mag, zich daar naar te reguleeren, op de Boeten en Poenen daar by geftatueerd. Articul I. Het voorfchreeven Gild zal worden befluurd door vier Overluyden, by de Heeren Burgemeefteren aan te ftellen, van welken, alle drie Jaaren, twee zullen afgaan, zullende uyt eene Nominatie van een dubbeld getal, wederom twee anderen door de Heeren Burgemeefteren worden geëligeerd, om,beneffens de twee aanblyvenden, de Zaaken, het zelve Gild concerneerende, waar te neemen, en wel toe te zien, dat deeze Ordonnantie in alles worde nagekomen. II. Niemand zal vermogen eenige Soorten van geweeven Kanten binnen deeze Stad beginnen te fabriceeren, tenzyhy, een Burger zynde, den tyd van twee, en een Vreemdeling, den tyd van drie Jaaren, als Leerling, hebbe geftaan; en daarenboven voor het inkomen in het Gild, ten behoeve van het zelve, betaalen, indien een Burger is, tien Guldens, en eenVreemdeling,vyftien Guldens. 111. Doch wanneer een Fabrikeur komt te fterven, zal deszelfs Weduwe of een van zyne Kinderen de Fabryk mogen continueeren, zonder daar voor iets te betaalen, ofeenigenLeertyd te voldoen. Maar de Weduwe, of eene van derzei verDochters komende te trouWen, zal derzelver Man, voor het inkomen, moeten betaalen, ais Art. IIII. is geordonneerd, zonder nochtans mede eenigen Leertyd te voldoen. IIII. Zo als mede ymand, die een geheele Fabryk overneemt, niet zal behoeven eenigen Leertyd te voldoen; maar daar tegen gehouden zyn een dubbeld Recht van inkomen te betaalen, en dus een Burger, twintig, en een Vreemdeling, dertig Guldens; en zal zodanige Vreemdeling echter in het Gild niet worden geadmitteerd, ten zy hy alvoorens zyn Poorterrecht hebbe verkreegen. V. Ymand de Fabryk willende beginnen, zal gehouden zyn alvoorens zich aan de Overluyden aan te geeven, om hem in het Gild te laaten infchryven, op een Boete van vyf-en-twintig GulB 2 "dens, röfteerd, vermogten te doen ,"** leverende het zelve op twaalf Stuyvers, per Mud, korting, in plaatfe van zes Stuyvers, zo als dezelve daar toe, ingevolge het voornoemde XVI. Articul, waren gehouden en verplicht; hebben , na Deliberatie, en gelet hebbende op der Supplianten Verzoek, ten eynde egaal twaalf Stuyvers, per Mud,mogten worden gekort, indien zulks van eenige Winkels wierd gepretendeerd, goedgevonden en verftaan, den Supplianten hun voorfchreeven Verzoek te accordeeren, en by forme van Alteratie van het voorfchreeven XVI. Articul, tot voorkoming van zodanige inegaale Praktyk, te permitteeren en toe te ftaan, zo als gepermitteerd en toegedaan, word by deeze, dat egaal twaalf Stuyvers, per Mud Meel, zullen mogen worden gekort, indien eenige Winkels zulks zouden pretendeeren, blyvende voor het overige de voorfchreeven Keur en Ordonnantie in haar volle vigeur en kracht. En zal van deeze Copie worden gegeeven aan Deken en Vinders van het voorfchreeven Gild, om te ftrekken tot derzelver narichting. Gedaan den 17 van Auguftus ,1756, prejent de Heeren van Styrum , HoofdOfficier; de Bruyn en van Valkenburg, Burgemeefteren; en alle de Heeren Schepenen der Stad Plaerlem. In kcnniÜe van My, J. IJ. v. DAM.  12 KEUREN DER STAD HAERLEM. dens, en zullen de Fabrikeurs, reeds de Fabryk exerceerende, zich insgelyks,binnen zes Weekcndaaten infchryven. Vï. Geen Fabrikeur zal vermogen ymand, als Werkbaas, je laaten werken, ten zy hem alvoorens zy gebleekeh, dat de zodanige een GildeBroeder is, op de Boete van vyf-en-twintig Guldens. VII. Geen Fabrikeur zal vermogen, eenige Soort van geweeven Kanten buyten deezer Stads-Poorten te laaten werken, op de Boete van tweehonderd Guldens, te verbeuren zo menigmaal, als hy daar over zal worden gecalangeerd. VIII. Wanneer een Fabrikeur genegen is met Getouwen in zyn Huys te laaten werken, zal hy, met opzicht tot zyn Werkvolk, verplicht zyn aan de Ordres voor de Werkbaazen, in datgeval gearrefteerd : Doch geene genegenheyd hebbende, om in zyn Huys te laaten werken, en nochtans profiteeren willende van het Voordeel van een Winkel met Getouwen, even als een Werkbaas, zal het hem vry ftaan,een Huys daartoe tehuuren, en daar van het Voordeel te genieten, gelyk het hem ook zal vryftaan, eygen Huyzen hebbende, dezelve aan zyn Werkvolk te verhuuren, mids daar van niets anders profiteerende, dan de bedongen Huur, welke hy, by afkordng of afrekening van de Arbeydsloonen, zal mogen innen. IX. Yder Fabrikeur van geweeven Kanten zal, Jaarlyks, tot onderhoud van 't Gild,aan de Overluyden betaalen een Gulden, op poene, dat, ymand twee Jaaren verzuymendc, van het Gild zal verfteeken zyn. X. De Fabrikeurs zullen met geen breeder Laden mogen laaten werken, dan van 7 Voeten voor de ü, 3, 4 en 5 Spoel. Van 6 Voeten en 7 Duym voor de 6, 7 en 8 Spoel. Van 6 Voet 3 Duym voor de 9, 10 en 11 Spoel. Van 6 Voet voor de 12,13 en 14 Spoel. En van 5 Voet 7 Duym voor de 15 en 16 Spoel; op de Boete van vyf-en-twintig Guldens voor elke Lade, welke breeder zal worden bevonden. En zullen die Fabrikeurs, welke althans andere Laden, dan hier vooren zyn gemeld, laaten gebruyken, gehouden zyn, dezelve, binnen den tyd van drie Maanden, op de behoorlyke Maat te laaten veranderen, mede op de Boete van vyf-en-twintig Guldens voor elke Lade, welke na dien tyd contrarie dit Articul zal worden bevonden. XI. En op dat de Inhoud van het voorgaande Articul te béter zal worden nagekomen, zullen de Overluyden gehouden zyn, na de voorfchreeven drie Maanden, en vervolgens, alle Jaaren, met een Stads-Bode geaffilieerd, alle de Laden te infpedleeren of doen infpecteeren, ten eynde blyken kan, of hier aan behoorlyk is voldaan. Zullende tot noch meerder Precautie, de Laden, welke conform de Ordre worden bevonden, door den Knecht van't Gild met een Stads Teken worden gebrand; gelyk ook de nieuwe Laden, alvoorens die van de Moolenmakers worden afgeleverd, mede met gelyken Merk zullen gebrand worden, op de Boete van vyfen-twintig Guldens, ten lafte van de Moolenmakers , die ongemerkte Laden zullen hebben afgeleverd. XII. Niemand zal vermogen, aTs Werkbaas, te laaten werken, dan die zich als Gilde-Broeder zal hebben laaten intekenen, voor welke Intekening hy zal betaalen twee Guldens, mids dezelve gefchiede binnen zes Weeken, na dat van deeze Keure kennis is gegeeven; maar langer, dan zes Weeken, verzuymende, om zich te laaten intekenen , drie Guldens: En binnen zes Maanden de Intekening niet laatende doen, en echter laaiende werken, zal in de Boete van vyf-en-twintig Guldens zyn vervallen, zo menigmaal hy zal worden gecalangeerd. XIII. Niemand zal, als Werkbaas, in het Gild mo-. gen worden aangenomen, tenzydatblyke, dat hy zyn Leertyd behoorlyk hebbe voldaan, en dus vooreen Burger, dathy, twee Jaaren, en voor een Vreemdeling, dathy, drie Jaaren, als Leerling, hebbe gewerkt. XIV. Yder Werkbaas zal, tot Onderhoud van het Gild, betaalen, Jaarlyks, zes Stuyvers, en voor yder Getouw, daar't Werk op hangt, drie Stuyvers , doch welke drie Stuyvers door den Knecht aan den Baas zullen worden wedergegceven; en zal het zelve Gildegeld aan den Knecht van het Gild, wanneer die ten eynde van het Jaar daar om komt, moeten worden betaald, op poene van het Gild te verliezen, indien de Betaling, binnen zes Weeken, daar aan niet is gefchied. XV. Een Werkbaas zal niet vermogen,een Knecht te werk te ftellen, ten zy hy een Brief van het Gild heeft vertoond, waarby blykt, dat hy de Vryheyd heeft, om, als Knecht, te mogen werken; en daarenboven een Blyk, dat hy zyn voorigen Baas heeft voldaan en met hem afgerekend, op de Boete van drie Guldens, en boven dien te betaalen het Geld, dat de yoorige Baas heeft opgefchooten. XVI. Geen  KEUREN DER STAD HAERLEM. 13 XVI. Geen Werkbaas zal zyn Knecht gedaan mogen geeven, ten zyhem,twee Af haalfels te vooren, gewaarfchouwd te hebben; ten ware zyn Werk niet naar genoegen van den Fabrikeur mogte zyn, ofte in gevalle van Ontrouw of Brutaliteyc XVII. De Werkbaas zal gehouden zyn, wanneer hy een Leerling aanneemt, den zeiven, binnen den tyd van zes Weeken,aan 't Gild aan tc geeven, om, als Leerling, te worden aangetekend, op de Boete van drie Guldens; en de Leerling van Meefter verandcrende,zal de Aanneemer gehouden zyn, denzelven by 't Gild te laaten overtekejien, mede op de Boete van drie Guldens; cn indien ymand een Leerling te werk fielt, die tegen Wil van zyn Meefter, die hem behoorlyk had laaten aantekenen, afgenomen of afgegaan is, zal de zodanige verbeuren twaalf Guldens, en de Leerling zes Guldens. XVIII. Geen Werkbaas zal van Fabrikeur mogen veranderen, zonder denzelven., vieï Af haalfels te vooren, gewaarfchouwd, met hem afgerekend •en hem voldaan te hebben, op een Boete van vyfen-twintig Guldens, en zal in dat geval deFabri•ieur ook gehouden zyn, hem daar van een Blyk en Quitantie te geeven, mids dat hem zyne GeTeedfchappen in behoorlyke ordre en onbefchadigd worden t'hüysgeleverd, ofter plaatfe, daar hy zulks begeert, en dat de Werkbaas zich niet heeft fchuldig gemaakt aan Brutalitey t. XIX. Een Werkbaas zal, voor yder Afhaalfel, van den Knecht niet meer mogen vorderen, dan tot hier toe is gebruykelyk geweeft. XX. Niemand zal verm ogen meer, dan vyf Getouwen in een en't zelfde Huys te hebben, al ware hetzelfs, dat meer, dan een Gildebroeder Werkbaas,in een Huys woonden, op een Boete van vyftig Guldens voor yder Getouw. XXI En zullen by de voorfchreeven vyf Getouwen niet meer mogen zyn, dan twee Leerlingen, die voor minder,dan Knechtsloon,werken; en by die geen meer, dan drie Getouwen heeft, maar één, beyde op de Boete van twaalf Guldens, by denBaas te verbeuren voor eiken Leerling,boven het voorfchréven getal, zo menigmaal hy dieswegens word gecalangeerd cn overtuygd; doch ymand vier Getouwen hebbende, zal ook vermogen twee Leerlingen te hebben, mids dat de een in het laatfte Jaar van zyn Leertyd is getreeden, en dusde Baas maar een Jaar twee Leerlingen heeft, op de Boete als vooren, wanneer hy contrarie doet. En zullen onder Leerlingen ge¬ rekend worden die geenen, die op Weekgeld zynbefteed; uytgezonderd, die door Regenten van de Godshuyzen worden befteed, totvyf-enveertig Stuyvers, of daar boven, ter Week, welke, mids hunne Leer-Jaaren voldaan hebbende, voor Knechts zullen gehouden worden. XXIL Niemand zal, als Knecht, mogen werken, ten zy hy behoorlyk zyne Leer-Jaaren hebbe voldaan , en daarenboven bekomen een KnechtsGilde-Brief, waar voor hy zal betaalen een Gulden, op de Boete van twaalf Guldens; en zal f geen Knecht van zyn Werkbaas mogen afgaan, zonder hem, twee Af haalfels tc vooren, behoorlyk gewaarfchouwd, met hem afgerekend, hem voldaan, en daar van Schriftelyk Bewys gekreegen te hebben, op een Boete van zes Guldens; welk Bewys en Quitantie hem, invoegen voorfchreeven, niet zal mogen worden geweygerd, tenware om Ondeugd van het Werk, ofBrutaliteyt; of zal de Werkbaas daar toe by de Overluyden worden verplicht. XXIII. Een Leerling zyn Leertyd vervuld hebbende, zal voor geen minder, dan Knechts-Loon, mogen werken, op de Boete van zes Guldens, en 1 zal geen Fabrikeur of Werkbaas den zodanigen ook voor minder Loon mogen laaten werken, op de Boete van vyf-en-twintig Guldens. XXIV. Indien ymand een Jongeling by een Werk-. baas, als Leerling, wil befteeden, zal dezelve gehouden zyn, of zelfs, of door y mand Van zynentwegen, behoorlyk te laaten Infchryven by het Gild, waar voor de Aanneemer zal betaalen 8, en de Leerling 4 Stuyvers, op de Boete van drie Guldens, en dat de tyd, die de Leerling voor de Intekening mogt gewerkt hebben, in den Leertyd niet zal worden gerekend, XXV. De Leerling, die beneden de achttien Jaaren oud is, zal niet minder,dan drie Jaaren^ en die boven de achttien Jaaren is, niet minder, dan twee Jaaren mogen leeren, te rekenen van den Dag der Intekeninge af; eri indien de Leerling buyten wettige redenen (ter Discretie en Uytfpraak van Overluyden) van zyn Meefter afgaat, voor dat hy zyne Leer-Jaaren behoorlyk hebbe voldaan,zal hy gehouden zyn,de voorfchreeven twee of drie Jaaren refpccfivelyk, op nieuws), te voldoen; en zullen dé-Ouders, of die de Befteeding hebben gedaan , moeten inftaan voor de behoorlyke Voldoening der Leer-Jaaren ; doch met bewilliging van zyn Meefter afgaande, of door deszelfs affterven, vertrek van hier, of ander toeval van diergelyke natuur, zal de voorleeden tyd mede worden gerekend, mids hy by het Gild worde overgete* B 3 kendi  14 KEUREN DER STAD HAERLEM. kend; waar voor de Aanneemer mede zal betaalen acht Stuyvers, cn de Leerling 4 Stuyvers , en de Overtekening verzuymende, zal Baas en Leerling yder verbeuren drie Guldens, XXVI. Dat voortaan niemand eenige van de nagenoemde Kanten zal mogen aanbefteeden tol minder Pryzen, dan hier na zyn uytgedrukr . te weeten: De Fyne Vierdraads Rechte Kanten , van een Rondje of Afhaalfel van twaalf Ellen lang, vier Guldens. De Rechte Ballard Kanr drie Guldens. De Grove Kant twee Guldens en 8 Stuyvers. Maar een van deeze Soorten met Hoeken, zonder Tanden, gemaakt wordende, zullen voor yder Afhaalfel, boven de voorfchreeven Pryzen, betaald worden, zes Stuyvers. Voor dezelfde Soorten, met Hoeken en Tanden gemaakt wordende, zullen voor yder Afhaalfel of Rondje betaald worden: Van de Fyne Vierdraads Kant vier Guldens en tien Stuyvers. Van de Ballard drie Guldens en 10 Stuyvers. Van de Grove twee Guldens en 18 Stuyvers. Alles te verftaan van Twyn op Twyn: Doch die met ongetwynden Inftag laaten werken, zullen daar voor, op alle de gemelde Soorten, noch boven dien voor den Laft van het enkcld Garen, voor yder Rondje meer moeten betaalen zes Stuyvers; en zo wie bevonden word voor minder, dan de voorgemelde Pryzen, tc laaten werken , zal vervallen in de Boete van vyf-en-twintig Guldens, t'eiken reyze , als hy daar over word gecalangeerd en overtuygd. XXVII. De voldoening van de voornoemde Arbeyds-Loonen zal moeten gefchieden in Baaren-Gelde; zonder dat in Betaling van dezelve Loonen,of een Gedeelte van dicn,eenige Waaren , Goederen of Koopmanfchappen, van wat Natuur of Conditie die zouden mogen zyn, of onder wat pretext hetzelve zou mogen wezen, aan de Ambachtslieden zullen mogen verkogt, verruyld of in mindering aangerekend worden, direft of indireót, in eenigerhande maniere , op de Boete van vyf-en-twintig Guldens. XXVIII. De Fabrikeurs zullen gehouden zyn,de Onkoften te doen , te weeten het Vierkant, ne¬ vens de Lade, met alles dat by het Getouw en Lade behoort; het Harnas, Kam en het inftellen van de Patroonen; mids dat de Weever het Werk in den Gang moet brengen en een Monfter maaken. XXIX. De Werklieden zullen gehouden zyn, puyk en goed Werk te maaken, en hunne Gereedfchappen in allen dcele wel te onderhouden; en zullen niets van het geen den Fabrikeur toekomt, mogen verkoopen of vervreemden, op poene van vyf-en-twintig Guldens , en Reftitutie van het verkogte of vervreemde, of de dubbelde Waarde van dien. XXX. En worden voorts , behalven den Heer Hoofd - Officier en Commiftaris van deezer Stads-Keuren , tot de Bekeuring der Overtreeders van deeze Ordonnantie gequalificeerd de Overluyden , midsgaders alle Gilde-Broeders, zo wel de Werklieden als Baazen en Fabrikeurs , als mede de Knecht van dit Gild, door Overluyden aan te ftellen; gelyk ook gemelde Overluyden by deeze worden geauefte rifeerd, om de geftelde Boeten reëelyk en met 'er daad door een Stads Bode te doen invorderen. XXXI. En zullen de vooren geftelde Boeten worden geappliceerd een derde, ten behoeve van den Aanbrenger, een derde voor den Heere Hoofd-Officier, en de overige derde , ten behoeve van het Gild, tot verval der noodige Onkoften, zo voor een Knecht, als anderzinsv . XXXII. En zal deeze Keure worden gedrukt, en aan yder Gilde-Broeder of Zufter, zo tegenwoordige als toekomende , midsgaders Moolenmakers , daar van worden gegeeven een Exemplaar, mids daar voor betaalende zo veel dat aan het Gild zal hebben gekoft. Aldus gedaan en gearrefteerd den 8 van September , 1756, prefent de Heeren, Mr. Jan van Styrum , Hoofd-Officier; alle de Heeren Burgemeefteren, prater Witte; en alle de Heeren Schepenen. In Kenniffe van My, J. H. van D A M. Am-  KEUREN DER STAD HAERLEM. 15 Amp li at ié van de Ordonnantie van het BONTE LYNWAATEN-. Boezels-, Bedtyk, Servet-, Garen-Damaft- en Garen-Reders-Gild; van den 11 van July, 1755. De HEEREN van den GERECHTE der STAD HAERLEM, in achtinge genomen heb. bende de Verzoeken , by verfcheyde Werklieden binnen deeze Stad gedaan, ien eynde de Ordonnantie van bet Bonte Lynwaaten-, Boezeis-, Bedtyk- , Servet-, Garen-Damajl- en Garen-Reders-Gild bin■nen deeze Stad, van dato den 21 Maart, 1752 , met eenige Articulen , ten opzichte van-het laaten bewerken van Goederen, buyten deeze Stad, zou mogen worden geamplieerd; hebben, na Deliberatie en na Verhoor van Deken, Ajjiflent en Vinders van het Bonte Lynwaaten-Gild binnen deeze Stad, goedgevonden en ver (laan provi/ioneel te jlatueeren en te ordonneeren, zo als geftatueerd en geordonneerd word by deeze. Articul I. | Eerftelyk , dat alle de Fabrikeurs, binnen deeze Stad, ten minften alhier vier Getouwen aan den gang zullen moeten hebben , alvoorens het hun zal wezen gepermitteerd, ietwes, voor hunne rekening, buyten deeze Stad te laaten bewerken. R Dat ook geene Fabrikeurs fynder Werk, dan tienhonderd op if of boven de El Breed, buyten deeze Stad zullen vermogen te laaten werken, op een Boete van vyftig Guldens voor de eerftemaal, en honderd Guldens voor de tweedemaal, voor yder Stuk, te verbeuren by den geenen,: die bevonden zal worden de zodanige Werken buyten deeze Stad te hebben laaten bewerken, en zullen zodanige Werken , welke reeds buyten deeze Stad mogten zyn verzonden, binnen den tyd van drie Maanden, moeten zyn afgewerkt, en wederom gekomen , op de Boeten als vooren ; zullende het echter gepermitteerd zyn, de Tienen en grover Werk buyten deeze Stad te laaten bewerken. • • . . . in. ' . Dat de Arbeydsloonen van het geene hier in deeze Stad gewerkt word , zullen zyn en blyven op den zelfden voet, zo als nu daar van word betaald. IIII. En zal het aan de Fabrikeurs vry ftaan, de Getallen van hunne Rieten,naar hun believen, te vermeerderen of te verminderen, by heele of halve honderden, mids dat de Loonen,naar proportie,worden vermeerderd of verminderd, volgens den regel, die in ander Werk word geprach'feerd. V. Dat voortaan de Pakkers van de Bonte Lynwaaten geene andere Bonte Lynwaaten zullen mogen oppakken , dan de zodanige, die door de alhier woonende Fabrikeurs, binnen deeze Stad , of buyten dezelve , voor hunne rekening, zyn gefabriceerd , op een Boete van tien Guldens,op yder ander vreemd Stuk, het welk door dezelve mogt opgepakt zyn geworden. VI. Verbieden en interdieeeren wyders de Heeren van den Gerechte voornoemd , dat niemand, wie hy zy, uyt deeze Stad zal mogen ' uytvoeren of doen uytvoeren, directelyk of indireclelyk, eenige Werkgereedfchappen, hoe genoemd, tot de voorfz. Fabryken behoorende, op pcene , dat de geene , die bevonden zal worden, dezelve Werktuygcn of Gedeelten van dien uyt deeze Srad re hebben uytgevoerd, of tot de Uytvoering Ordre zal hebben gegeeven , het zy hy op der daad word geattrappeerd, of zulks naderhand word ontdekt, zal vervallen in een Boete van drie-honderd Guldens. VII. Te appliceeren alle de voorfz. Boeten, een derde voor den Hecre Hoofd-Officier, die de Calange doet, een derde voor den Aanbrenger, en het refteerende derdepart ten behoe/e van het Gild; wordende hier mede het XVI. Articul van de voorfchreeven Keure geütcreerd. VIII. En op dat deeze Pointen en Articulen des :e beter zouden worden achtervolgd en nagekomen , aucftorifeeren en committeeren by deeze , tot de Bekeuring deezer , alle de GildeBroeders, benevens allen en een ygelyk, zo ainnen als buyten deeze Stad woonachtig zynie, mids dezelve gehouden zullen zyn, de Bekeuring gefchied zynde, daar van kennis aan den  :6 KEUREN DER STAD HAERLEM. denHeereHoofd-Officier te geeven;en ordonneeren voorts den Knecht van de Loykamer en die Gild behoorlyk op de Executie deezer te letten, en eenige Overtreeding deezer KeuTe ontdekkende , daar van kennis te geeven aan den Heere Hoofd-Officier voornoemd. Aldus proviftoneel gearrefteerd en geamplieerd ter Kamer van de Heeren Burgemeefteren en Regeerders der Stad Haerlem, den 21 July , 1755 , prefent de Heeren Mr. Jan van Styrum, Hoofd-Officier; Mr. Juftus Witte en Mr. Gysbert Jan de Bruyn , Burgemeefteren ; Antoni Kuits, Mr. Jan Fredrik Parvé , Mr. Antonis Slicher, Mr. Jan Theodorus Koek, Mr.Zacharias Steenis en Dirck van der Waeijen , Schepenen der Stad Haerlem. In kenniffe van My, J. H. van D A M. Permissie voor KAMMENMAKERS , om Kammen naar Buyten aan Ruuw-Linnen-Weevers te verzenden; van den 4 van September , 1755. De HEEREN van den GERECHTE der STAD HAERLEM, gelet hebbende op het mondeling Verzoek , aan hunne Edele Achtb. gedaan door Jan Pelgrom , Kammenmaker , woonachtig binnen deeze Stad, ten eynde aan hem Suppliant mogte worden gepermitteerd en toegedaan, om Kammen, door hem gemSakt, naar buyten deeze Stad aan Ruuw-Linnen-Weevers, op Plaatfen, binnen deeze Provintie, woonende , te verzenden; hebben, na Deliberatie en na Verhoor van de Overluyden van het Bonte-Lynwaaten-Gild, goedgevonden en verdaan, den Suppliant zyn voorfchreeven Verzoek te- accordeeren, en denzelven en anderen Kammenmakers, binnen deeze Stad, te permitteeren,om Kammen buyten deeze Stad, doch binnen deeze Provintie, aan Ruuw-Linnen-Weevers te mogen verzenden, mids zulks declareerende aan die van de LoyKamer en aan Deken en Vinders van het Bonte-Lynwaaten-Gild binnen deeze Stad, en van dezelve een Briefje, dienende tot Perrmffievan Verzendinge, verkrygende, waar toe de voornoemde Overluyden, by deeze, worden gequalificeerd. Gedaan den 4 van September, 1755; prefent de Heeren, Mr. Jan van Styrum , Hoofd-Officier; Mr. Juftus Witte en Mr. Gysbert Jan de Bruyn , Burgemeefteren; en alle de Heeren Schepenen. In Kenni/Iè van My, J. H. van D A M. Alteratie en nadere Ampliatie van de Ordonnantie op het BONTE-LYNWAATEN-GILD binnen de Stad Haerlem*, van den 20 van February, 1756. De HEEREN van den GERECHTE der STAD HAERLEM, disponeerende op het Verzoek , door de Overluyden van het Bonte-Lynwaatcn-Gild, binnen deeze Stad, aan hunne Ed. Achtb. gedaan; ten eynde de Ordonnantie, op het voornoemde Subjecl, den 21 van Maart des Jaars 1752 , en de Ampliatie derzelve , den 21 van July van het gepasfeerde Jaar , gearrefteerd, omtrent eenige Articulen mogt worden gealtereerd, en voorts eenigzins geamplieerd ; tot i-erder maintien en welzyn van de voor¬ noemde Fabryk, midsgaders tot confervatis van dezelve binnen deeze Stad; hebben, nav Deliberatie, goedgevonden en verftaan, tengemelden eynde, vaft te ftellen, zo als hunne Ed. Achtb. vaft ftellen , by deeze , ds Pointen en Articulen hier na volgende. Articul I. En wel eerdelyk , met relatie tot het I. Articul der voornoemde Ordonnantie, dat niemand binnen deeze Stad zal mogen fabriceeren eenige Bonte Lynwaaten , Boezels, Linnen, Garen-Gaaxen, Garen-Damaft of Servet-Goed cn  KEUREN DER STAD HAERLEM. 17 en het geen verder tot dit Gild behoort, ten zy alvoorens als Fabrikeur by het Gild bekend en aangetekend is; op een Boete van dubbeld Gilde-Geld te betaalen , indien hy eer begonnen of een Ketting uytgegeeven heeft; cn dus een Burger ƒ ia-:-:, en die geen drie Jaaren alhier heeft gewoond ƒ 24—:—: 11. Ten tweeden, met betrekking tot het VI. Articul der voorfchreeven Ordonnantie , dat, ten aanzien van de Servet-Redery in Werken van drie a vier Ellen breed , de Fabrikeur en Werkbaas zullen kunnen voldaan met elkander vier-en-twintig a vyf-en-twintig Ellen van het onder handen zynde Stuk te vooren te waarfchouwen , wanneer de Fabrikeur een Werkbaas of Knecht zal willen laaten gaan; of deeze van hunnen Fabrikeur willen fcheyden. III. In de derde plaats, belangende het XV. Articul der gemelde Ordonnantie; dat, wanneer een Fabrikeur weygert den Werkman voor het aandraaijen van een Ketting van veertig Ellen of korter Stuk te voldoen, dezelve zal verbeuren de Somma van ƒ 12-:-:, en de Werkman ƒ3-:-:, in gevalle hy zodanige weygering infchikt, zonder daar van aan het Gild kennis te geeven. IIII. Ten vierden , dat, wat het I. Articul der voorfchreeven Ampliatie betreft o, een Fabrikeur, buyten deeze Stad laatende werken, zonder alhier vier Getouwen in den gang te hebben, voor yder Getouw, dat hy minder in den gang houd, of langer, dan zes Weeken, heeft laaten ledig daan , verbeuren zal voor de eerfte reyze, dat hy daar van word overtuygd, ƒ 12—:-:, voor de tweedemaal ƒ 24-:-:, en vervolgens voortgaande buyten te laaten werken, zonder hier het gemelde getal van Getouwen in den gang te houden, telkens ƒ 24-:—:, by yder Verzending naar buyten , om te worden gewerkt. V. Ten vyfden, ten opzigte van het II. Articul der voorfchreeven Ampliatie; dat ook geen Fabrikeur eenige Pooldreepen of zogenoemde Gingangen, 't zy met enkeld Katoen of getwynd, buyten deeze Stad zal mogen laaten werken door geenerley Kammen, 't zy fmal of breed, dan alleen door de fynte van tienhonderden en grover, tegen Slyting breedte , op de vaftgeftelde Maat, in de Looykamer berustende , op de Boete van vyftig Guldens voor yder Stuk. Vervolg van V II. Deel, VI. Ten zesden, dat ten regarde van het III. Articul der voorfchreeven Ampliatie, de Loonen zullen moeten worden betaald, volgens een Lyft van de Loonen der gebruykclyklte en meed in gang zynde Werken, in de Gildekamcr berudendc ; wordende de Overluyden van dit Gild, in gevalle van Vcrfchü, gequalificeerd , om, naar bevinding van Zaaken, het zelve te beflifien. VII. In de zevende plaats, met betrekking tot het IIII. Articul der meergemelde Ampliatie, . dat geen Rietenmaker binnen deeze Stad zal vermogen andere Rieten tot de Bonte Lynwaaten-Fabryk te maaken, dan volgens de vaftredelde Maat, in de Gildekamer berudendc, en by hem bekend , op een Boete van vyf- entwintig Guldens op elk Riet, dat hy ingetrokken maakt, na dat aan hem de Maat is bekend gemaakt. Dat voor de Fabrikeurs het gebruyken van reeds gemaakte of in gang zynde ingetrokken Rieten niet langer zal vry daan,dan tot den laatften April deezes Jaars , op de Boete van vyfen-twintig Guldens voor yder Kam, na dien tyd , in gang bevonden. En dat een Werkman, 't zy Baas of Knecht, door een ingetrokken Kam na dien tyd werkende , op yder Stuk zal verbeuren ƒ 5-:-: Wordende de Overluyden van dit Gild gequalificeerd, om, ten allen tyde, deswegens Vifitatie te doen. VIII. Ten achtften, dat, ten refpette van het VI. Articul der voornoemde Ampliatie , alle zodanige ligte Gereedfchappen, tot de voorlchreevcn Fabryken behoorende, welke overal gemaakt en gereed te bekomen zyn , met een Vrybriefje van de Overluyden van dit Gild, zullen mogen uytgevoerd en verzonden worden buyten deeze Stajd. IX. Dat in de laatfte plaats , wat aanbelangt het XIII. Articul van de Ordonnantie en het II. van de Ampliatie, onder zekere bepaling, verbiedende het laaten werken buyten deeze Stad, de Zaaken , daarby ter neder gefteld, als tot welzyn van deeze Fabryk, als ook van de Fabrikeurs en Werkluyden ten hoogften nuttig, blyvende in volle Kracht, niemand, wie hyzy, zich zal hebben te onderwinden, om daar tegen aan te gaan, op eenigerhande wyze, direct of indirect. Zullende de Boete, daarbv tegen de Contraventeurs gefteld, zonC der  iS KEUREN DER STAD HAERLEM. Extract uyt de Resolutie; van den 25 van Maart, 1756, medebrengende , dat aan niemand zal zyn gepermitteerd eenige PAKKERY van BONTE LYNWAATEN, zonder Confent van hunne Ed. Groot Achtb., op te rechten. Atlum ter Kamer, den 25 van Maart, ïn Kenniffe van My, J: J: v: BERGUM v: NIEUWENHUYSEN. Gereflecteerd zynde, dat &c. Is goedgevonden en verftaan &£. Verklaarende echter daarby , dat het aan niemand zal zyn gepermitteerd eenige Bonte Lynwaat-Pakkery , zonder Confent van hunne Ed. Groot Achtb., op te rechten. Instructie vooor den MERKER van de TUYNDERS- en APPEL-MANDEN; van den 13 vari Oftober, 1756. Zie onder het Capittel van Inftructien. Alteratie van het X. Articul van de Keure van het SCHEEPMAKERS-GILD; van den 13 van January, 1751, gedaan den 21 van July, 1755. De HEEREN van den GERECHTE der STAD HAERLEM disponeerende op het Verzoek, by Requefte door Jan Meerbreek, Cornelis Houweling , Frans van der Laan, Pieter van Noord, Gerrit Wefelenburg, Pieter Wittebol, Dirk Bodegrave , Willem Geerlof, Klaas Lieften , Dirk Maartenfe en Willem Teunifle, alle Turf-Schippers , of eygentlyk Turf-Koopers , zo binnen deeze Stad, als onder de Jurisdictie van dien , woonende, aan hunne Ed. Achtb. gedaan, ten eynde de Supplianten van de Verpligtinge in het X. Articul van de Keure en Ordonnantie van het Scheepmakers-,Scheepfly ters- en ZeylenmakersGild, binnen deeze Stad, van dato 13 January, 1751, hun opgelegd, mogten worden ontheven,en veranderd in een Recommandatie, zo als in het XI. Articul ten opzichte van de Bier- en Azyn - Brouwers , midsgaders Branders , Brood- Koekebakkers en Grutters is gedaan ; hebben, na Deliberatie, goedgevonden en verftaan , hun Supplianten hun Verzoek te accordeeren, en mids deeze het voornoemde X. Articul te altereeren, zo als hunne Edele Achtb. doen by deeze. Gedaan den 21 van July, 1755, hy de Heeren van den Gerechte, prefent de Heeren, Mr. Jan van Styrum, HoofdOfficier; Mr. JuftusWitte en Mr. Gysbert Jan de Bruyn , Burgemeefteren; en alle de Heeren Schepenen,prceter de Pape. In Kennifle van My, I. H. van DA M. Re- der eenige Oogluyking worden ingevorderd. En worden de Heeren Burgemeefteren deezer Stad op het emftigfte verzocht, om hieromtrent zodanige Ordres te ftellen, als hunne Ed. Groot Achtb. tot Ontdekking der Contraventicn en Confervatie van de voornoemde Fabryk alhier, zullen oordeelen te behooren. Blyvende verders de meergemelde Ordonnantie en Ampliatie van dien, voor zo verre hierby niet zyn gealtereerd, in haare volle kracht. Aldus gearrefteerd en geamplieerd den 20 van February, i7$(>,by de Heeren, Mr.Jan van Styrum, Ploofd-Officier; Pieter Sam'uël Crommelin,Mr.Gysbert Jan de Bruyn en Mr. Mattheus Willem van Valkenburg, Burgemeefteren; en alle de Heeren Schepenen der Stad Haerlem. In Kennifle van My, J. H. van DAM.  KEUREN DER STAD HAERLEM. Resolutie tot Verplaatsing van de HOOFDWACHT van de SCHUTTERY op het Oude Stadhuys; van den 3 van Maart, 1755. In gevolge de Refolutie van deeze Vroedfchap , van den vier-cn-twintigften der voorleeden Maand, nader gedelibereerd zynde op het Verzoek van den Krygsraad deezer Stad , ten eynde het Oude Stadhuys te mogen hebben geapproprieerd rot een Hoofdwacht voor de Schuttery, om aldaar te kunnen waaken , in plaats van op het Stadhuys, alwaar dezelve zich tegenwoordig bevinden ; is goedgevonden en verftaan het voorfz. gedaane Verzoek van welgemelden Krygsraad , in dier voegen , te accordeeren, dat de Heeren regeerende Burgemeefteren worden verzocht en geauctorifeerd , het voorfchreeven Oude Stadhuys, ten behoeve van deeze Stad, te koopen of te huuren, zo zulks convenabelft geoordeeld zal worden; en het zelve gedaan zynde, alsdan te doen appropriecren tot een bequaame Hoofdwacht voor der Stads Schuttery , en het gebruyk van dien te gunnen en te accordeeren aan den Krygsraad deezer Stad, om,by vervolg van tyd, conform derzelver gedaan Verzoek , de Schuttery aldaar te doen waaken; doende voorts dezelve van al het verder noodige zodanig voorzien,als hunne Ed. Groot Achtb. zullen oordeelen te behooren en noodig te zyn. Aldus gedaan en gearrefteerd ter Vergadering van de Heeren Raaden en Vroedfchappen der Stad Haerlem. In Kennifle van My, J: J: v: BERGUMv: NIEUWENHUYSEN. Resolutie, waarby alle die geenen, die voormaals en vervolgens zullen zyn geweeft LEDEN van den KRYGSRAAD, van de Betaling van het MAANDGELD VRY worden gefteld; van den 21 van April, des Jaars 1755. Zie onder het Capittel van Finantie. Extract uyt de Resolutie van den 28 van O&ober, des Jaars 1755, inhoudende, dat, wanneer het Beneficie van het verhuuren der LYK-KOETS word vergund aan ymand, die in 'tVOERMANS-GILD is, het zelve den zodanigen van 't zelve Gild niet zal vry ftellen. BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STAD HAERLEM gereflecteerd hebbende &c. En verders geëxamineerd hebbende de Ordonnantie voor de Voerluyden, van den 23 van December , des Jaars 1752 , &c. Hebben, na Deliberatie, met Advys van de Heeren Oude Wethouderen, eenpaarig goedgevonden en verftaan, zo als hunne Ed.Groot Achtb. goedvinden en verftaan by deeze , dat, blyvende de voorfchreeven Ordonnantie in haar geheel, wanneer in vervolg van tyd het Bene¬ ficie van 't verhuuren van de Lyk-Koets mogt worden vergund aan ymand, die reeds in het voornoemde Gild is , het .zelve den zodanigen van het meergemelde Gild niet zal vry ftellen; maar dat dezelve daar in zal moeten blyven, en alle lallen, benevens verdere Gilde-Broeders, zal wezen onderworpen. Actum ter Kamer den 28 van Oiïober, 1755. In Kennifle van My, J: J: v: BERGUMv: NIEUWENHUYSEN, C b  2© KEUREN DER STAD HAERLEM. Ordonnantie op het WA G E N-V EER tuflchen de Steden Haerlem en Leyden; gearrefteerd den 20 van February, * en 30 van Auguftus, 1756. De HEEREN van den GERECHTE der STEDEN HAERLEM en LEYDEN, dif'poneerende op het te kennen geeven aan hunne Ed. Achtb. gedaan door de refpecltvs Voerluyden binnen de gemelde Steden, voordraagende, dat zy , onder het goedvinden van hunne Ed. Achtb., met den anderen waren overeengekomen , om by beflooten IVater met hunne Wagens de Paffagiers- over te voeren van en op dezelve Steden , en verzoekende daar omtrent van eene Ordonnantie te worden, voorzien ; hebben, na Deliberatie , goedgevonden en verflaan, het gemelde. Verzoek te accordeeren , zo als hunne Ed. Achtb. doen, by deeze , op den voet hier na volgende : De Voerluyden zullen gehouden zyn, by beunen, met hunne Wagens , alle Dagen, beginnende met het ftil leggen der Trck-Schuyten tuflchen de gemelde Steden, en eyndigendc , wanneer de Schuyten wederom kunnen vaaren, in gereedheyd tc zyn, 's Morgens ten 10 uuren, op zodanige plaatfen binnen de voornoemde Steden , als van ouds gebruykelyk is geween:, en moeten ryden, fchoon'er geene Paflagiers waren. II. Dezelve zullen voorts zorg moeten draagen, om de Paflagiers voor drie uuren na den Middag over te brengen binnen de refpeeftive Steden. " ••• III. Zullen wyders de Paflagiers van wederzyden brengen tot Lis'en niet verder; alwaar zy vervolgens met elkander zullen verwiflelen., Ml. De Voerluyden zullen voor Vragt genieten, als hier na volgt, zonder iets meer te mogen vorderen. Van Haerlem ofvan de Geleerde Man op Leyden of Oeft geeft, —1 -f 1 -1 o-: Van Haerlem op de Geleerde Man, '■— 7-: Hillegom, : —10—: Lis, -*~i5-: Saffenheym, i— 2—: Van Leyden of Oeft geeft op Haerlem of de Geleerde Man, f 1 -1 o-: Van Leyden opOeft geeft, :- 7-: Saffenheym, :—10—: Lis, • :-i5-: Hillegom, 1- 2-: V. Verders zullen alle de Plaatfen op de Wagens tot egaale Pryzen worden betaald; zonder daar omtrent eenig onderfcheyd te maaken; zo nochtans, dat die het eerft komt aan den Wagen, de keuze zal hebben, op wat Plaats hy wil zitten. VI. En zullen de Paflagiers, by het verwiflelen, dezelfde Plaatfen behouden, die zy by het afryden hebben gehad. VIL 1 Wanneer het mogt gebeuren, dat meer Paflagiers aan her Veer waren, dan op een Wagen kunnen worden geplaatft, zullen die geenen, die van de eene Stad op de andere doorryden, moeten worden geprefereerd; 'tenware de zodanigen, die maar een gedeelte van de geheele Reyze zouden doen, de volle Vragt van een Gulden tien Stuyvers wilden voldoen. i H VIII. De Voerluyden zullen de Paflagiers ordentelyk moeten bejegenen, op pcene van contrarie doende, door de Heeren Burgemeefleren van dc gemelde Steden te worden gecorrigeerd, zo als bevonden zal worden te -behooren. IX. En zullen de Voer/uyden aan de CommiiTariflen van dezelve in de refpeéïive Steden van yder Wagen, die afryd, voor hunne moeyte en dienft moeten voldoen twee Stuyvers, zonder meer. Aldus gearrefteerd den zo van February, 1756, by de Heeren, Mr. Jan van Styrum , Hoofd-Officier ; Pieter Samuè'ï Crommelin, Mr. Gysbert Jan de Bruyn en Mr. Mattheus Willem van Valkenburg, Burgemeefteren; en alle de Heeren Schepenen der Stad Haerlem. In kennifle van My, J. H. V. DAM. Aldus gerefolveerd en gearrefteerd by die van den Gerechte der Stad Leyden, op den 30 Auguftus, 1756. My jegenwoordig, YSBRAND van DAM. OR-  KEUREN DER STAD HAERLEM, 2I ^^^^ 4*3*9 ^^^^^^^f^ ORDONNANTIËN REGLEMENTEN B O SS E N ENZ. Ordonnantie voor de Vrywillige Bos voor alle Knechts van TIMMERLIEDEN, Schrynwerkers, Witwerkers, Wagenmakers, Scheepmakers, en alle die Hout werken, of HOUTWERKERS-BOS; van den 2 van December, 1756. BURGEMEESTEREN en REGEERDERS detlSTAD HAERLEM, gehoord hebbende de LeBure van het Requeft, aan hunne Ed. Groot Achtb.geprefenteerd door de Hoofdluyden van de Vrywillige Ros voor alle Knechts van Timmerlieden, Schrynwerkers, Wagenmakers, Witwerkers, Scheepmakers, en allen, die in Hout werken, verzoekende een nieuwe, in plaats der voorige Ordonnantie, voor de gemelde Bos ; en overleverende eenige Articulen ten voorfchreeven eynde, zo als die hier na volgen; Articul I. In deeze Bos zullen, boven en behalven die reeds in dezelve zyn, mogen worden genomen alle Knechts van Timmerlieden, Schrynwerkers , Wagenmakers, Witwerkers, Scheepmakers , Kuypers en anderen , die in Hout werken , gezond van Lichaarrten. Zullende die geenen , die in vervolg van tyd ontdekt worden, dat, ten tyde van hunne Inkomft, met oude Ziekten of ongeneeiTelyke Quaalen zyn beftnet geweeft, van hun Recht tot deeze Bos verfteeken zyn, en hun gegeeven Geld verbeurd. De Verklaring van 't welk zal ftaan aan den Doctor of Chirurgyn, by de Hoofdluyden van de Bos te verkiezen. II. Niemand, boven de veertig Jaaren oud, zal in deeze Bos mogen inkomen. En, die by het inkomen zyn Ouderdom qualyk opgeeft, zal van zyn Recht tot de Bos vervallen wezen, en zyne ingelegde Gelden ten behoeve van de Bos verbeurd. III. Alle Leerjongens, winnende twaalf Stuyvers, 'sdaags, en den Ouderdom van achttien Jaaren bereykt hebbende, zullen alsBos-Broeders mogen worden aangenomen. En zal yder* die in deeze Bos komt, by zyn inkomen moeten betaalen drie Guldens en twaalf Stuyvers; dien dan een Ordonnantie zal worden gegeeven , zonder daar voor iets te betaalen. IIII. Yder Bos-Broeder zal t'elken Zondag mor» gen, ten elf uuren voor den middag, in deeze Bos moeten inleggen twee Stuyvers. Zullende die geene, die in gebreke blyft, voor de eerfte Week verbeuren één Stuyver, voor de tweede Week drie Stuyvers, de derde Week zes Stuyvers, en voor 't uyteynde van de vierde Week zyn Furniflement en verloopen Boeten niet kunnende voldoen, zal de zodanige, na voorgaande Waarfchoüwing, uyt deeze Bos worden uytgefchrabt; en , 'tgeen hy gefurneerd had , ten behoeve van de Bos verbeurd wezen.! • Irh }' iribJS ééb . - Izofl V. Ymand een Jaar Bos-Broeder geweeft zynde , en daar na door de Hand des Heeren met Ziekte bezogt wordende, of zich by ongeluk zodanig bezeerende, dat die, naar het.oordeel van de Medicynmeefters, onbequaam is tot zyn Handwerk ,: zal dezelve zulksT des "Zondags 'smiddags, tuflchen elf en twaalf uuren,aan de Hoofdluyden moeten bekend maaken of doen bekend maaken; welke Hoofdluyden ,achtDagcn daarna, voor de eerfte reyze, aan den zodanigen zullen I moeten uytkeeren, en zulks dertien Weeken geduurende, .indien dezelC 3 ve  22 KEUREN DER STAD HAERLEM. ve zo lang onbequaam tot zyn Werk is; indien ƒ 400—:—: of meer by Kas is, yder Week drie Guldens, zo beneden de ƒ400—:—: tot ƒ 200—:—: by Kas is, yder Week ƒ2—10—:; zo beneden de ƒ 200—:—: by Kas is,yder Week ƒ 2—:—:; en de eerfte derden Weeken verloopen zynde, de volgende Weeken ƒ 400—:—: of meer by Kas zynde,/ 2—10—: 's Weeks geneden de ƒ400—:—: tot ƒ200—:—: by Kas zynde, yder Week ƒ2—:—:, en beneden de ƒ200—:—: byKas zynde, ƒ 1—10—: Weekelyks; by de Hoofdluyden, naar maate van het Capitaal hier vooren gemeld, re vermeerderen en verminderen. En dat een Zieke komende te fterven , 'sNachts , tuflchen den Saturdag en Zondag na twaalf uuren, de Uytkeeringen zullen moeten worden gerekend verfcheenen te zyn, en die Week zal moeten worden voldaan. En die Uytkeer'mg, den tyd van een Jaar, na het begin der Ziekte geduurd hebbende, zal dezelve geheel ophouden, tot zo lang zodanig Lid wederom op nieuws mogt komen ziek te worden , of anderzins buyten ftaat geraaken, om zyn Werk te kunnen doen, als wanneer die , als vooren , wederom Uytkeering genieten zal. En byaldien ymand middclerwyl weder bequaam was geworden , om te kunnen werken, naar het oordeel van de Medicyns, en hy! echter, ter zaake .als,vooren, had getrokken, zal dezelve,des overtuygd zynde, verfteeken zyn van zyn Recht tot de Bos, en zyn Naam uyt de Lyft worden geroijeerd. En zal. een ygelyk Bos-Broeder, uyt zyn Ziekte komende , of van zyn Quetfuure herfteld zynde, alvoorens weder aan het Werk te gaan, daarvan kennis moeten geeven aan de Hoofdluyden , op pcene als vooren. En zullen die geenen, die door Moedwil, Vechtery of Dronkenfchap zich quamen te bezeeren, niets ter dier zaake uyt de Bos trekken. VI. Deeze Bos zal worden beftuurd door zes Hoofdluyden , van welken, ten minften drie te gelyk , den tyd van vier WeekCn , op de Boskamer , des Zondags , 's middags van elf rot twaalf uuren, zullen moeten zitten, zo om de twee Stuyvers van de Bos-Broeders te ontfangen , als om op alles , deeze Bos aangaande, Ordres te ftellen; van al het welke zy nette Aantekening zullen moeten houden. VII. Alle half Jaaren zullen de twee oudfte Hoofdluyden afgaan. Zullende, om hunne Plaatfen te vervullen, yder Hoofdman één op dcNominatie ftellen, die ter goeder Naam en Faam ftaat, uyt welke Nominatie alle de prefente Bos-Broeders twee Hoofdluyden, by rneerderheyd van Stemmen, zullen verkiezen, waartoe alle de Bos-Broeders door den Knecht van de Bos te vooren zullen worden verzogt, die hun een Penning zal overgeeven , en voor welke Aanzegging hy zal genieten twee Guldens , om ten tyde van deeze Comparitie , als zy prefent zyn , die Penningen aan de Hoofdluyden over te leveren , of anderzins dezelve op den eerftvolgenden Zondag aan hun te brengen. VIII. Een Bos-Broeder, ten dage der voorfchreeven Verkiezinge, ter geftelde tyd en plaats niet komende, zal verbeuren drie Stuyvers, en die benevens de overlevering van den Penning moeten betaalen. IX. De Hoofdluyden, zo afgaande , blyvende als aankomende , zullen , alle half Jaaren, voor hunne moeyte en dienft , te famen genieten acht Guldens ; en gehouden zyn, om telkens,acht Dagen voor de Verkiezing van nieuwe Hoofdluyden , aan het geheele Lichaam, of .de Prefenten van dien, te doen Rekening van hunnen Ontfang en Uytgaavc. Het Geld van deeze Bos zal op de Boskamer moeten worden bewaard in een Kift met drie Sloten, waarvan yder Hoofdman een Sleutel zal hebben, die door den afgaanden aan zyn Opvolger zal moeten worden overgcgeeven. XI Niemand zal uyt de Stad mogen gaan werken , dan met kennis van de Hoofdluyden; en zal hy echter alle Zondagen , ter geftelde tyd, zyn twee Stuyvers op de Boskamer moeten doen brengen. En, byaldien dezelve buyten de Stad ziek mogt komen te worden, of zich :e bezeeren , als Articul V. word gemeld, zal dezelve zich binnen deeze Stad moeten doen brengen, en voldoen aan de Ordres, in 't gemelde V. Articul voorgefchreeven ; zullende dezelve anderzins uyt deeze Bos niets trekken. xii. De Knecht van deeze Bos zal, als BosBroeder , moeten contribueeren, gelyk hy ook, by Ziekte of andere gebrekkelykheyd, Geld zal trekken , als een ander Bos-Broeder. XIII. Die geenen, die door Ziekte of eenig Ongeluk Geld uyt deeze Bos trekken, zullen niet vermogen uyt te gaan , zonder kennis van de Hoofdluyden, of fchriftelyk Confent van den Doctor. En, als zo ymand in een Kroeg of Herberg gevonden wierd, Sterken Drank drinkende, dat de zodanige van dien Dag af geen Uyt-  KEUREN DER STAD HAERLEM. 23 Al- Uytkeering meer genieten zal; en dat het den Hoofdluyden vry zal ftaan, om nevens e'en Doftor of Chirurgyn de Zieken te komen vifiteeren. XIIII. Een Bos-Broeder, deszelfs Vrouw of Weduwe overleeden zynde , zullen alle de BosBroeders door den Knecht ter Begraaffenis verzogt worden, die hun een Penning zal geeven. En zullen dezelve, derzelver Vrouwen en Weduwen door de Bos-Broeders, by vervolg van beurten, gedragen worden. En zal Cen Weduwe, Erfgenaam zynde, of de andere Erfgenaamen of Reprefentanten van een Bos-Broeder, tot de Begraaffenis van den overIeedenen Bos-Broeder, uyt de Bos genieten vyf-en-twintig Guldens; yder Bos-Broeder voor de Begraaffenis van zyn Vrouw twintig Guldens. De Erfgenaamen of Reprefentanten van eene Weduwe van een Bos-Broeder, tot de Begraaffenis van dezelve Weduwe, onhertrouwd ftervende , en aan het Jaarlykfch Furniffement van tweemaal zes Stuyvers, in dit Articul gemeld, voldaan hebbende , gelyke twintig Guldens, waartoe, Jaarlyks, tweemaal , te weeten in de Maanden Mey en Auguftus , by yder Bos-Broeder , acht Stuyvers, en by elke Weduwe van een Bos-Broeder, zes Stuyvers, t'elkenreyze, betaald zullen moeten worden. En zullen die geenen, welke in die Maanden de gezegde 8 en 6 Stuyvers niet ko- j men betaalen, verbeuren twee Stuyvers : En I in gevalle zy, binnen drie Maanden na denzelven tyd, de voorfchreeven 6 en 8 Stuyvers en de Boete niet komen betaalen , dat de zodanigen alsdan van het Geld tot de Begraaffenis niet zullen genieten. Des dat in alle gevallen, daar de Overleedenen door de Bos-Broeders niet gedragen zullen worden, geen Uytkeering uyt deeze Bos ter Begraving van zodanige Overleedenen gedaan zal worden. XV. Een Bos-Broeder, die draagen moet, en achter blyft, zonder te waarfchouwen voor Zons-Ondergang van den Dag voor dat hy draagen moet, zal verbeuren één Gulden; die te laat komt, of als de laatfte Medeganger uyt het Sterf huys is, tien Stuyvers, te weeten zes Stuyvers voor de Bos , en vier Stuyvers Mantelgeld voor die in zyn plaats draagt; en , die alleen een Medeganger is, drie Stuyvers. En zullen dezelve de Begraaffeniffen moeten affi- fteeren met Zwarten Mantel, Rok, Broek, Kouffen en Schoenen, dat is geheel in'tZwart, op een Boete van drie Stuyvers. Zullende aan yder Bos-Broeder door den Knecht worden .gegeeven een Penning, dien door denzelven, na dc Begraaffenis, weder aan den Knecht zal moeten worden gegeeven ; en zal die geene, die achter blyft, den Penning, Zondags daaraan , op de Boskamer moeten brengen. En ymand van de Bos-Broeders een Penning verliezende , zal dezelve verbeuren zes Stuyvers. XVI. Zo eenig Lyk ten platten Lande begraven word , zuilen de Bos-Broeders het zelve niet verder, dan buyten de Poorten, gehouden zyn te draagen of te volgen. XVII. De Knecht zal voor het verzoeken ter Begraaffenis , en verdere moeyten daarvan afhangende, genieten drie Guldens, 't en ware het getal van Bos-Broederen het getal van honderd te boven ging. XVIII. Die op de Boskamer, Begraaffeniflèn of andere Byeenkomff en, eenige Scheldwoorden gebruykt of Desordre aanrecht, zal verbeuren zes Stuyvers voor de eerflemaal, en daarin volhardende eens zo veel, en voorts uyt de Bos gerolleerd worden. XIX. Dat, zo wanneer in tyden en wylen in deeze Bos eenige veranderingen behoorden te worden gemaakt, de Hoofdluyden zulks met Voorkennis en Approbatie van de Ed. Groot Achtb. Heeren Burgemeefteren en Regeerders deezer Stad zullen vermogen te doen. Hebben, na Deliberatie, goedgevondenen verftaan de voorfchreeven Articulen tot een nieuwe Ordonnantie voor de voorfchreeven Bos te arrefteeren, zo als hunne Ed. Groot Achtb. doen, by deeze; ordonneerende een yder, wien het aangaan mag, zich naar deeze Ordonnantie te'gedraagen. En qualifkeerende de Hoofdluyden voornoemd, om van de voorfz. Ordonnantie, voor Rekening der Bos, te laaten drukken zo veel Exemplaaren, als zy, van tyd tot tyd, noodig zullen vinden. Aclum ter Kamer,den i vanDecember, 1756. In Kenniffe van My, H. A P P E L S,  24 KEUREN DER STAD HAERLEM. Alteratie van de Ordonnantie voor de VRYWILLIGE DOOD-BOS; van den 5 van September, 1724; gedaan den 20 van Maart, 1755. BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STAD HAERLEM gehoord hebbende de Leclure van de Requefte, aan hunne Ed. Groet Achtb. geprefenteerd door de zes Vinders van de Vrywillige Dood-Bos, binnen deeze Stad; te kennen geevende hunne Bekommering , dat de voornoemde Bos meer en meer zou vervallen, indien niet eenige Veranderingen in de Ordonnantie voor de voorfchreeven Bos, den 5 van September, des Jaars 1724, gearrefteerd, wier den gemaakt; en vervolgens verzoekende eenige Alteratien in Jbmmige Articulen van dezelve; hebben, na Deliberatie, goedgevonden en verftaan, conform der Supplianten gedaan Verzoek, vaft te ftellen, zo als hunne Ed. Groot Achtbaarheden vaftftellen, by deeze. Articul I. Eerftelyk, dat, in plaats van een getal van tweehonderd en zes Perfoonen, in 't eerfte ' Articul der gemelde Ordonnantie gefixeerd, voortaan het getal der Leden zal beftaan in vierhonderd zes-en-twintig Perfoonen. En dat, wanneer een komt te overlyden , door yder der vierhonderd vyf-en-twintig zullen moeten worden gefurneerd vier Stuyvers. Uyt welke Furniftementen tot de Begraaffenis van den overleedenen Bos-Broeder zal moeten worden voldaan een Somma van tachtig Guldens. Doch onder deeze bepaling, dat, zo lang'er geen vyftig Perfoonen , boven het oude getal van tweehonderd en zes, in deeze Bos zullen hebben deel genomen, totdeBegraaffenisderBosBroederen, niet meer dan een Somma van achten-dertig Guldens , als van ouds, zal worden betaald; maar dat, zo ras't oude getal van tweehonderd en zes met vyftig Leden zal zyn geaugmenteerd, alsdan tot de Begraaffenis aanftonds, in plaats van acht-cn-dertig Guldens, acht-enveertig Guldens zullen worden gegeeven. En dat vervolgens de Uytdeelingt'elkens met twee Guldens zal worden vermeerderd, zo menigmaal 'er wederom tien nieuwe Leden zullen zyn gekomen in de Bos, tot zo lang dezelve Bos beftaan zal uyt het voornoemde getal van vierhonderd en zesden-twintig Leden. Boven welk getal 'er geenen aangenomen zullen mo¬ gen worden. Zullende alsdan de Uytdceling tot yder Begraaffenis op tachtig Guldens blyven bepaald. Alles met dien verftande , dat al 't geene meer tot yder Begraaffenis zal worden gefurneerd, dan volgens de hier voor gemelde bepaling uytgekeerd moet worden, altyd zal komen tot voordeel van de Bos, om daaruyt te kunnen vinden zodanige Onkoften, als onvermydelyk moeten worden gemaakt. •. n. S ; Ten tweeden, dat aan yder der twee Vinders, voor 't ophaalen der Furniftementen, zo ' menigmaal de Bos met vyftig Perfoonen zal zyn vermeerderd, vyf Stuyvers meer, telken reyze, voor hunne moeyte en verzuymden tyd, zullen worden voldaan; boven het geene aan dezelve by het III. Articul der voorfchreeven Ordonnantie is toegelegd. III. Ten derden, dat 'er altoos een Somma van honderd en zeftig Guldens, tot Uytdeeling voor twee Begraaffeniffen, in Kas zal moeten zyn; in plaats van tachtig Guldens, by 't VIII. Articul der voornoemde Ordonnantie vaftgefteld. IIII. Ten vierden, dat'er voortaan niet meer, dan vyftig nieuwe Leden , zullen mogen worden aangenomen tot den Ouderdom van vyftig Jaaren toe. En, zulks eens gedaan zynde, dat dan by vervolg niemand in deeze Bos zal mogen worden genomen, die meer, dan vyf-enveertig, en minder, dan vyftien Jaaren, heeft bereykt. Wordende vervolgens met dit alles het I.,III., VIII. en X. Articul der voorfchreeven Ordonnantie, voor zo verre hier niet mede overeenkomen, gealtereerd; en blyvende den verderen Inhoud van de gemelde Ordonnantie in zyn geheel. Ordonneerende hunne Ed. Groot Achtb. een yder, wien het aangaan mag, zich naar deeze nader Ordre te gedraagen. Aftum ter Kamer den 2.0 van Maart, 1755. In Kenniffe van My, J: J: v: BERGUM v: NIEUWENHUYSEN. IPf^ Al-  KEUREN DER STAD HAERLEM. 25 Alteratie en Ampliatie van de Ordonnantie voor deBOS van de METSELAARS-KNECHTS en OPPERLUYDEN; van den 27 van February, 1751, gedaan den 2 van Auguftus, 1755. BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STAD HAERLEM , disponeer ende op het Verzoek, aan hunne Ed. Groot Achtb., by Requeft, gedaan, door de Opzienders der Bos van de Metfelaars-Knechts en Opperluyden, binnen deeze Stad, ten eynde eenige Veranderingen mogten worden gemaakt in de Ordonnantie op de gemelde Bos , den 27 van February, des Jaars 1751, gearrefteerd; hebben, na Deliberatie , goedgevonden en verftaan vaft te ftellen , zo als hunne Ed. Groot Achtb. vaft ftellen , by deeze , de navolgende Pointen en Zaaken; ordonneerende een yder, wien het aangaan mag, zich daar naar te gedraagen, Articul I. Dat, in plaats van zes Opzienders, tot bewaring deezer Bos, by het XXVII, Aracu" der gemelde Ordonnantie gefield, voortaan zullen worden aangefteld twee Overluyden en vier Opzienders of Vinders. Dat de voornoemde Overluyden in Dienft zullen moeten blyven, zes Jaaren, of zo lang zy hunnen Plicht wel waarneemen; en dat dezelve, in dien gevalle, na verloop van de voorfchreeven zes Jaaren, van dien Dienft niet zullen mogen worden afgezet, wanneer genegen zyn daar in te continueeren. En dat de Opzienders of Vinders, den tyd van twee Jaaren, zullen moeten dienen; waarvan, alle Jaaren, twee zullen moeten afgaan, die de oudften in Dienft zyn. Wordende het gemelde XXVII. Articul in zo verre by deeze gealtereerd. II. Dat, by Alteratie van het V. Articul der voorfchreeven Ordonnantie, geene zieke BosBroeders buyten hun Huys zullen mogen gaan, zonder aan de Overluyden , in plaats van aan de Vinders , daar van kennis te geeven ; welk uytgaan niet zal mogen gefchieden voor Donderdag , wanneer zy Saturdag daar aan zullen bedanken. III. Dat, by Ampliatie en Verandering van het XII. Articul, tot de Begraaffenis - Koften van een Contribuant zullen worden gegeeven veertig Guldens, en van een Contribuants-Vrouw vyf-en-twintig Guldens, tot zo lang het Capitaal der Bos geen twee-duyzend Guldens bedraagt; doch, boven de twee-duyzend Guldens importeerende , dat de Overluvden en Vervolg van't II. Deel. Vinders gezamentlyk de Vryheyd zullen hebben, zo veel meer uyt te keeren, als het Inkomen der Bos zal toelaaten; mids dat zulks voor de Contribuanten niet excedeere de Somma van zeftig Guldens, en voor de ContribuantsWeduwen veertig Guldens. En dat wyders aan de Weduwen van Contribuanten zal zyn | gepermitteerd Mede-Leden van de Bos te blyven , mids, jaarlyks, twaalf Stuyvers contribueerende, ten eynde insgelyks , by derzelver overlyden, vyf-en-twintig Guldens tot haare Begraaffenis te kunnen erlangen ; mids dat zy, verkiezende Leden deezer Bos te blyven, gehouden zullen zyn aanftonds te betaalen twaalf Stuyvers, en zo vervolgens, van Jaar tot Jaar, yder Halfjaar, zes Stuyvers, tot haar overlyden toe; op pcene, dat zy, binnen zes Maanden, na den vervaltyd, niet voldoende, van het Recht tot deeze Bos zullen zyn verfteeken. IIII. Dat die geenen, die, op hunne Beurten, tot het draagen van Lyken worden genoodigd, gehouden zullen zyn zulks te doen, op een Boete van dertig Stuyvers, in plaats van tien Stuyvers; gelyk ook de zodanigen, die, draagen moetende, aan het Sterfhuys te laat komen , in gelyke Boete van dertig Stuyvers, in plaats van tien Stuyvers, zullen vervallen. Doch dar ymand, tot het draagen genoodigd zynde, als zulks niet kan doen, een ander in zyn plaats zal mogen verzoeken, mids dat het gefchiede, daags voor de Begraaffenis, en wel 's avonds voor zeven uuren, wanneer maar tien Stuyvers zal verbeuren. En dat ymand, door den Knecht in eens anders plaats wordende verzogt, zulks niet zal mogen weygeren, mede op een Boete van tien Stuyvers. Wordende daar mede het XIII. Articul der Ordonnantie, by deeze, veranderd en geamplieerd. V. Dat, by Ampliatie en Limitatie van het XV. Articul, het zelve maar plaats zal hebben ten regarde van Metfelaars-Knechts en Opperluyden, binnen deeze Stad en Vrydom van dien woonachtig. En dat, volgens mondeling verzoek der Supplianten, voortaan niemand in deeze Bos, als Metfelaars-Knechts en Opperluyden , zal mogen worden ingenomen, o VI. Dat, by verandering van het XVI. Articul, wel niemand , eenige Ampten hebbende , by het voornoemde Articul gemeld, in deeze Bos zal worden geadmitteerd; maar dat zulks geen D plaat?  26 KEUREN DER STAD HAERLEM. plaats.zal hebben omtrent de zulken, die reeds Leden van deeze Bos zyn en gecontribueerd hebben, wanneer een der gemelde Ampten verkrygen, als welke hun Recht tot de Bos zullen behouden. VII. Dat, in plaats van een Gulden en tien Stuyvers, by het XIX. Articul voor het infchryven bepaald, een Gulden en twaalf Stuyvers deswegens zullen moeten worden gegeeven. En dat Leerlingen, Knechts geworden zynde, van de betaling van dertig Stuyvers, by hun intreedc, zullen zyn bevryd, mids Jaarlyks tien Stuyvers contribueerende. VIII. En worden wyders , by Ampliatie van het XXI. Articul, de Metfelaars-Baazen gequalificeerd de Somma van dertig Stuyvers, in het voorfchreeven XXI. Articul gemeld , na dat de Knechts vier Weeken alhier zullen hebben gewerkt, van hun Loon in te houden , en zo Jaarlyks, 'ten ware zodanigen zich daar onder bevonden, die zich , als Leden van deeze Bos , wilden laaten intekenen , aan welken zulks zal vryftaan, mids zich binnen veertien dagen , na dat alhier aan het Werk zyn geweeft , aan de Overluyden hebbende aangegeeven. IX. Dat de Weekelykfche Contributie , in vervolg van tyd, precifc zal moeten worden gedaan , des Saturdags, van den eerften van Maart tot den laatften van Auguftus incluys, *s avonds tuflchen 8 en 9 uuren , en van den eerften van September tot den laatften van February ingeftooten, 's avonds tuflchen 7 en 8 uuren, ten huyze daar de Overluyden vergaderen, in handen van den Overman en de Vinders aldaar zich bevindende; waar mede het XX.1UL Articul word gealtereerd. X. Dat, by verandering van het XXVffi. Articul , de Bos voortaan zal moeten zyn voorzien met vier differente Sloten , en dat de Sleutels daar van by de twee Overluyden en de twee oudfte Vinders, te weeten by yder van dezelve een, zullen worden bewaard. XI. Dat, om de Contributie te ontfangen , altyd, by beurten, een Overman en twee Vinders zich Saturdags, op de geftelde uuren, op de Kamer zullen moeten laaten vinden, op een Boete van tien Stuyvers voor yder; en dat, by belet, een ander van gelyke Qualiteyt daar toe zullen moeten verzoeken, die mede tien Stuyvers zullen verbeuren , wanneer niet verfchynen en tydelyk zyn verzogt; wordende hier mede her XXIX. en XXX. Articul veranderd. XII. Dat,boven het genot der Opzienders in het XXXII. Articul gefixeerd, aan yder van de Overluyden, voor het opmaaken van de Jaarlykfche Rekening, noch twee Guldens uyt de Bos zullen mogen worden voldaan; waar mede het voornoemde XXXII. Articul word geamplieerd. XIII. Dat laatftelyk,by Ampliatie van het XXXVI. Articul der voorfchreeven Ordonnantie , aan den Knecht van deeze Bos, boven zyn Salaris van dertig Guldens, 's Jaars, noch, Jaarlyks, zullen mogen worden toegelegd twee Guldens voor het fchoon houden van de Kamer , en twee Guldens voor Licht; onder Conditie, dat hy zal moeten woonen in het Huys van deeze Bos, en daar in Jaarlyks verwoonen veertig Guldens aan Huur. Blyvende de gemelde Ordonnantie, voor zo verre by deeze niet word veranderd, in haar i geheel en volle kragt. Kunnende in de verdere Verzoeken van de Supplianten niet worden getreeden. Ablum ter Kameraden 2 van Auguftus, 1755. In Kenniffe van My, J: J: v: BERGUM v: NIEUWENHUYSEN. Ampliatie en Alteratie van het Reglement voor de Vrywillige Algemeene BOStotBEGRAAFFENISSENen ONDERSTAND van HOOGBEJAARDEN; van den 23 van Mey, 1755. BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STAD HAERLEM, gehoord hebbende de Lecfture van de Requefte, aan hunne Edele Groot Achtb. geprefenteerd door de Beftuur- ders en Vinders van de Vrywillige Algemeene Bos tot Begraaffeniffen enOnderfland van Hoogbejaarden , boven de zeftig Jaaren oud; te kennen geevende, dat zy, volgens hunne Ed. Groot Achtb. Permiffie, de voorfchreeven Bos heb-  KEUREN DER STAD HAERLEM. 27 hebben opgerecht, doch niet mee dat Succes, als zy wel hadden gewcnlcht; dat zich verfcheyde Perfoonen hebben opgedaan, om Leden van dezelve Bos te worden, maar op een anderen voet van Contributie, zelfs van drie, vier en een halven of zesStuyvers,in plaats van een Stuyver en acht Penningen ; mids na verloop der vercyfehte Jaaren , ook des te meerdere Uytkeering naar rato der Contributien, erlangende, waar door zy zich verbeelden het gefixeerde Getal van acht honderd Nommcrs of Perfoonen eerlang te zullen zien vervuld; te meer, als aan de reeds ingetekend hebbende Leden mede de vryheyd wierde vergund, hunne Contributie van nu af aan, in voegen voorfchreeven, te verdubbelen; ten eynde mede op die wyze meerdere of hoogcre Uytdeelingen te genieten, en verzoekende daar toe te worden geauiftorifeerd; hebben , na Deliberatie , goedgevonden en verdaan , by Ampliatie en Alteratie van het Reglement, den 3 van Auguftus, des Jaars 1752, gearrefteerd, de Supplianten te aucïorifeeren, zo als dezelve geauftorifeerd worden, by deeze, om, in vervolg, mede in deeze Bos aan te neemen zoda-, nige Perfoonen, die genegen mogten zyn, om, in plaats van een Stuyver en acht Penningen, Weekelyks te contribueeren drie Stuyvers, vier I en een halven Stuyver of zes Stuyvers; mids dat dezelve, na verloop der Jaaren, by het Reglement gefixeerd , ook eene dubbele of hoogere Uytdeeling , naar maate van hunne Con- I mbutien, zullen genieten. En wel, in deezer voegen , dat Lieden , beneden de veertig Jaaren, ingetekend hebbende, zullen trekken een Somma van veertig Guldens tot een Begraaffenis: En na verloop van twintig Jaaren of dat den Ouderdom van zeftig Jaaren zullen hebbenbereykt, hun Aandeel, naar proportie van hunne Contributien, in de uyt te keeren Somma van vyf-en-twintig honderd Guldens , of zo veel als meerder uytgekeerd zal kunnen worden ; midsgaders hun Aandeel in de InterefTen van het aangelegde Capitaal. En dat die geenen , die boven de veertig tot vyfen-veertig Jaaren, by hunne Intekening, heb¬ ben bereykt, zo ras tot den Ouderdom van zeftig Jaaren zullen zyn gekomen, zullen trekken, naar maate van hunne Contributie, alleen hun Aandeel in de voorfchreeven uyt te deelen Somma, zonder Begraaffenis-Geld. En dat verders dc zodanigen, die by hunne Intekening noch geen vyftig Jaaren oud zouden mogen zyn, met hun zclligftc Jaar zullen kunnen trekken; doch boven de vyftig Jaaren, by dc Intekening, oud zynde , tien jaaren geheel uyt zullen moeten wagtcn , eer hun Aandeel,in voegen voorfchreeven, in de uyt te keeren Somma zullen kunnen genieten, mede zonder Geld roe een Begraaffenis. Dat wyders aan de reeds ingerekend zynde Leden , die noch geen vyftig Jaaren hebben bereykt, ook de vryheyd zal mogen worden gegeeven, hunne Contributien, in voegen voorgemeld , van nu af aan te verdubbelen of te verhoogen, om, zeftig Jaaren oud zynde geworden, mede, naar maate van dien , dubbele of hoogere Uytdeeling tc ontfangen ; maar dat de zulken , die reeds vyftig of meer Jaaren oud zouden mogen zyn, niet eer dubbele Uytdeeling zullen kunnen erlangen, dan na verloop van tien Jaaren, dat dezelve dubbeld zullen hebben gecontribueerd. Dat eyndelyk Man en Vrouw, of een van beyden, die in deeze Bos ingetekend zouden mogen zyn, en met'er Woon uyt deeze Stad vertrekken, echter, invoegen, als by het zelfde Articul is geftatueerd , Leden van deeze Societeyt zullen mogen blyven , offchoon geen zes Jaaren gecontribueerd zouden mogen hebben. Blyvende het voorfchreeven Reglement, voor zo verre hier tegen niet ftryd, in alle andere Pointen in zyn geheel. Ordonneerende hunne Ed. Groot Achtb. allen en een yder, wien het aangaan mag, zich hier naar te reguleeren. ABum ter Kamer, den 1% van Mey, 1755. In Kenniffe van My, J: J: v: BERGUM v: NIEUWENHUYSEN. Ampliatie en Alteratie van de Ordonnantie voor de zo genoemde DOODE-KOFFER, den 20 van November, 1753, gearrefteerd; van den 12 van January, 1756. BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STAD HAERLE M, gehoord hebbende de Leclure van de Requefte, aan hunne Edele Groot Achtbaare geprefenteerd door Frans Bakker, Gilijaam van den Broeke, Pieter Oudolf en Abraham de Winter, Opzienders of Hoofdmannen van de Beurs, genoemd de Doode-Koffer; te kennen geevende, dat dt Oprecbiing van de voorfebreevenBeurs van D 2 zt-  28 KEUREN DER STAD HAERLEM. zodanig gewenfcht Succes is , dat het Getal der 'Leden, by het eerfte Articul 'der Ordonnantie, den 20 November, 1753, gearrefteerd, by provifte bepaald op vyf'-honderd, tegenwoordig tot over de dertien-honderd Leden is aangegroeyd en dagelyks noch aanwaft; dat door dit groot Getal der Leden de laft of waarneeming voor vier Hoofdmannen en twee Vinders te zwaar en uytgeftrektis; zodanig, dat tvjee Hoofdmanven en één Finder , die volgens het XI. Articul der gemelde Ordonnantie viermaal, 's lllaands, moeten byeen komen , tot noch toe niet in ftaat zyn geweeft, om zulks te doen; en verzoekende, zo omtrent dit Point, als ten opzichte van eenige andere Articulen, de noodige veranderingen, tot welzy 11 van de gemelde Beurs; hebben, na Deliberatie , goedgevonden en verftaan, conform , der Supplianten gedaan Ferzoek, by Am- I pliatie en Alteratie van de voorfchreeven "Ordonnantie , te flatueeren , zo als hunne Ed. Groot Achtb. ftatueeren, by deeze. Articul I. Dat voortaan, in plaats van vier Hoofdman- j nen, volgens het VII. Articul, het Getal derzelve in zes zal beftaan , wordende vervolgens daar toe, by deeze, benevens de fungeerenden , de Perfoonen van Abraham van der Sloot cn Jacob Cieracd aangefteld. II. Dat, tot voorkoming van quaade Praktyken, die geenen, die bevonden zullen worden omtrent de Opgeeving van hunne Jaaren, ter quaader trouwe, te hebben gehandeld,niet alleen voor zich zeiven zullen zyn verftccken, maar getrouwd zynde, ook te gelyk derzelver Mans of Vrouwen van het Recht, dat zy te famen, of yder van hun, voorheen aan deeze Beurs hebben gehad; en daarenboven verbeuren het geene zy hebben gecontribueerd, ten voordeele van dezelve Beurs. Wordende hiermede het II. Articul geamplieerd. III. Dat, by Ampliatie van het IIII. Articul, eenig Lid komende te trouwen, de aangetrouwde Mans of Vrouwen , fchoon boven dc veertig Jaaren oud, echter, •zulks verzoekende, tot Medeleden zullen mogen worden aangenomen. Zo nochtans, dat, indien zodanige aangetrouwde , ten tyde der Intekening, boven de vyftig Jaaren oud is , voor yder Jaar, dat dezelve daar boven is, zal moeten worden betaald een Somma van twee Guldens en veertien Stuyvers, of dat anders dezelve Somme of Sommen van des eerft Stervenden Begraaffenis zal worden afgetrokken. Onder gelyke Poe- naliteyt tegen het niet oprecht aangeeven der Taaren, als in 't voorige Articul is gefteld. IIII. Dat, in vervolg van tyd, in plaats van twee Opzienders of Hoofdmannen en één Vinder, drie Hoofdmannen met één Vinder vaceereu zullen tot het ontfangen en uytgeeven der Penningen, en 't geene verders by het XI. Articul is gemeld. Wordende daarmede het zelve XI. Articul geamplieerd. V. Dat vervolgens alle de Hoofdmannen cn de twee Vinders, op den laatften Zitdag, in yder Maand, zullen vergaderen, ona, volgens het XII. Articul, het Boek voor dc geheele Maand op te neemen en te ftuyten. VI. Dat, hoewel by 't XVI. Articul gezegd word , dat de Uytgaaf tot dc Begraaffenis van yder Lyk zal uyrgerekend worden, naar dat'er veel of weynig Contribuanten zyn, zulks echter maar zal plaats hebben tot het Getal van vyf-honderd Contribuanten toe, als wanneer worden uytgekeerd vyf-en-zeftig Guldens, zullende het meerder Getal in geen conüderatie komen , of de Uytkeering daar naar gefchieden. En zal de Verhooging der Uytkeering verders in dat geval worden gerekend naar het Fonds der Beurs. Zulks dat, wanneer het Fonds is boven de vier-duyzend tot zes-duyzend Guldens, voor de Begraaffenis van yder Lyk zullen worden gegeeven zeventig Guldens ; zes-dtiyzend en daar boven , tot achtduyzend Guldens bedraagende, vyf-en-zeventig Guldens; en boven de acht-duyzend Guldens zynde, tachtig Guldens. VIL Dat die geenen, die in het Oude Mannenhuys worden ingenomen, mede, gelyk de zodanigen , die in 't Diaconiehuys , Aelmoeffeniershuys of op een Hofje komen, of door een van de Gemeenten worden befteed , voor een Uytzet zullen genieten, voor yder Jaar, dat dezelve Contribuanten zyn geweeft, een Somma van één Gulden en vyf Stuyvers, zonder meer. Blyvende voor het overige de voornoemde Ordonnantie in haar geheel. Ordonneerende hunne Ed. Groot Achtbaare een yder, wien het aangaan mag, zich hier naar te gedraagen. Aclum ter Kamer,den 12 van January, 1756*. In Kennifle van My, F. C. DRUYVESTEYN. Or-  KEUREN DER STAD HAERLEM. 29 .ORDONNANTIE VQQTjfc VRYWILLIGE ALGEMEENE SOCIETEYT tot STUT DES OUDERDOMS; van den 28 van Mey, 1755. T^URGEMEESTEREN en RE- j j-C G1^ERDERS der STAD HAER- JB^pLEM, disponeer ende op'het Verzoek, by Requefte aan hunne Ed. Groot Achtb. gedaan , door Abraham Katoor , Pieter van Nieuw enhuyf'en, P/endrik Steekels, Dirk Teeling, Jacob Schut en Olivier de Wolf, Burgers en Inwoonders deezer Stad, zo voor zich zeiven, als een goed getal hunner Medeburgeren, te kennen geevende, dat zy te raade vu aren geworden , onder de Permiffie van hunne Ed. Groot Achtb., op te rechten eene nieuwe Societeyt , op zekere Articulen, by de Requefte gevoegd, en verzoekende daartoe hunner Ed. Groot Achtb. Toeftemmhig; hebben, na Deliberatie, goedgevonden en verftaan, de Supplianten te qualiftceeren, zo als dezelve gequalificeerd worden , by deeze, tot het erigeeren van eene nieuwe Societeyt, onder den Naam van Vrywillige Algemeene Societeyt tot Stut des Ouder-| doms ; arrefteerende ten dien eynde de na- \ volgende Point en en Articulen, met Ordre aan een yder, wien het aangaan ma*, zich naar dezelve te gedraagen. Articul I. Deeze Societeyt zal beftaan uyt zes-honderd Nommers, waarop zullen worden ingetekend acht-honderd, zo getrouwde als ongetrouwde Mans- en Vrouws-Perfoonen, te weeten Manen Vrouw op een Nommer. II. Tot Directie deezer Societeyt worden, voor de eerftemaal, aangefteld Abraham Katoor, Pieter van Nieuwenhuyfen, Hendrik Steekels, DirkTeeLng, J acob Schut en Olivier de Wolf. III. In deeze Societeyt zullen mogen inkomen ] Perfoonen van allerhanden Ouderdom en Religie , boven de veertig Jaaren , zo wel binnen als buyten deeze Stad woonende. Zo noch- 1 tans, dat zo lang zich Burgers binnen deeze " Stad hebben aangegeeven, geen Vreemdelin- 1 gen daar in zullen mogen komen; maar zul- 1 len altoos de Burgers den Voorrang hebben. j IIII. & . Een Lid deezer Societeyt twee Nommers 1 begeerende, zal dezelve wel op zyn Naam < mogen intekenen , mids dubbeld Geld four- t neerende; en zal vervolgens, zeftig Jaaren 1 oud geworden zynde, dubbele Uytkeering ge- < nieten. . ö V. De Nommers deezer Societeyt zullen verdeeld worden in twee Boeken , waar van het eene getekend zal worden met de Letter A. en het andere met de Letter B.; in welke Boeken alle de Leden deezer Societeyt zullen worden ingefchreeven : Zullende ten dien eynde door deDireéteurs gevaceerd worden,'s Maandags , 's avonds van zeven tot negen uuren, ter Kamer deezer Societeyc. VI. By fterven of ongelcgenheyd van een Direefteur, zullen de overigen, binnen den tyd van veertien dagen, na dat zulks voorvalt, een ander in zyn plaats moeten verkiezen; en zullen Direcfteuren elkander in geen Maagfchap mogen beftaan. VII. Yder Lid zal, by zyn of haar inkomen, in deeze Societeyt, voor intekenen in dezelve betaalen een Gulden, en voor een Ordonnantie en Qukanue-Boekj'e {e famen zes Stuyvers. VIII. EeïiLid deezer Societeyt, Mans-of VrouwsPerfoonen, komende te trouwen, zalhetvryffaan, den eerften, of ten langften, den tweeden Maandag, na dat dat gebeurd is , op de Kamer re tomen, om die geenen, waarmede hy of zy getrouwd is , als Lid te laaten inrekenen ; mids voldoende, het geene by deeze Ordonnantie daar toe Articul VIL is gefteld IX. Alle de Leden deezer Societeyt zullen yder, Weekelyks, hun Leven lang geduurende, moeien betaalen drie Stuyvers, en zulks, om de veertien dagen, ter Kamer deezer Societeyt tomen voldoen, wanneer het Zitdag voor die -.etter is, waar onder zy behooren. X. Die binnen zes Weeken niet betaalt, zal 'erbeuren een halven Stuyver; binnen acht Veeken niet betaalende, een Stuyver; in het >etaalen nalatig zynde tot de twaalfde Week, wee, Stuyvers ; tot de veertiende Week, drie Stuyvers, en daar na voor het verloop van de icftiende Week, het fchuldige en de opgeloo>en Boeten niet betaalende, zal de zodanige mtfteeken zyn van zyn Recht tot deeze Socieeyt, en 't geen hein daarin toebehoort, ten lehoeve van dezelve, verbeurd zyn, en zyn >f haar Plaats aan een ander vergeeven mogen vorden. - D 3' XI. Dec-  30 KEUREN DER STAD HAERLEM. XI. Deeze Societeyt zal worden gecohfidereerd, in te gaan den eerften January , 1756; en zal op den eerften dag van het Jaar, 1750", en zo vervolgens , van Jaar tot Jaar , 's avonds ten zes uuren, ter Kamer van deeze Societeyt, ten overftaan van vier contribueerende Leden, aan alle Leden deezer Societeyt, die zich alsdan aldaar bevinden, worden gedaan behoorlyke Rekening en Verantwoording. En zullen • dc vier contribueerende Leden, ten wier overftaan dezelve gefchied, telkens de vier oudften in rang moeten zyn; en alle Jaaren twee afgaan , die door de volgende Nommers gefuppleerd moeten worden , en die de Rekening mede zullen moeten tekenen. XII. Een Lid deezer Societeyt, geen vyftig Jaaren oud zynde, wanneer hy rot Lid word aangenomen, zal, als hy zeftig Jaaren oud is, een trekkend Lid worden. XIII. Een Lid, boven dc vyftig Jaaren oud, in deeze Societeyt inkomende, zal, als hy tien Jaaren gefourneerd heeft, een trekkend Lid worden. XIIII. Ymand, boven de zes-en-vyftig Jaaren oud zynde, en als Lid in deeze Societeyt inkomende, zal, boven en behalven het geen Articul VII. gemeld is, moeten betaalen een geheel Jaar Fourniffement, en negen Jaaren gefourneerd hebbende, een trekkend Lid worden, en vyftig Guldens Jaarlyks genieten, tot zo lang deeze Societeyt tien Jaaren zal hebben gefubfifteerd. Die boven de acht-en-vyftig Jaaren oud zyn , zullen by hun inkomen, als vooren, moeten betaalen twee Jaaren Fournisfement, en, na acht Jaaren gefourneerd te hebben , trekkende Leden worden, en vyftig Guldens, 's Jaars, genieten, tot dat de Societeyt tien Jaaren ftand zal hebben gehouden. Die boven de zeftig Jaaren oud zyn, zullen by hun inkomen, als vooren, moeten betaalen drie Jaaren Fourniffement, en , na zeven Jaaren gefourneerd te hebben, trekkende Leden worden, en vyftig Guldens, Jaarlyks genieten, tot dat de Societeyt tien Jaaren, als voorfchreeven is, zal hebben gefubfifteerd. En deeze Societeyt tien Jaaren ftand gehouden hebbende, zal aan alle trekkende Leden, by Vierendeeljaars Termynen, ponds ponds gelyk, worden uytgekeerd al het geene zo wegens Fourniffementen als Intereffen by Kas is, na aftrek van een-honderd-en-veertig Guldens, Jaarlyks, tot noodige Koften deezer Societeyt gefchikt. XV. De DirecTeurs zullen voor hunne moeyte niets»genieten, dan dat zy vry zullen zyn van Contributie; en de een-honderd-en-veertig Guldens , in het bovenftaande Articul gemeld, mogen belleeden tot Kamerhuur, Salaris van een Knecht, Vuur en Licht, en andere Noodwendigheden , zonder deswegens aan ymand eenige Rekening verfchuldigd te zyn. XVI. Telkens, als van de Penningen deezer Societeyt zo veel byKas is, dat een Obligatie van een duyzend Guldens daar voor kan worden gekogt, zullen de DirecTeuren , ten behoeve deczev Societeyt, moeten aankoopen en doen transporteeren een Obligatie van een duyzcnd Guldens Capitaal, ten Lafte van Holland cn Weft- Vriesland , op zodanig Comptoir , als zy die het bcll cn voordceligll kunnen bekomen, XVII. De Obligatien deezer Societeyt "zullen, van tyd tot tyd, binnen acht dagen , na dat die ten behoeve van dezelve getransporteerd zyn, door een der Heeren Secretariffèn deezer Stad worden gebrandtckend, en daar op gefteld, dat dezelve tot deeze Societeyt behooren; en zullen vervolgens niet mogen worden verkogt of getransporteerd. XVIII. De DirecTeuren zullen zich yder in folidutn voor het geheel, zo in Perfoon als hunne Goederen , fpeciaal moeten verbinden voor de Verantwoording der Capitaalcn en te ontfangen Penningen, en de getrouwe Adminiftratie van dien. En worden dezelve verftaan, zulks gedaan re hebben door het aanvaarden van het DirecTeurfchap. XIX. Tot bewaring der Gelden en Effecften deezer Societeyt zal door de DirccTcuri-n worden aangekogt een fuffifante Kift met vier difterentwerkende Sloten, waar in eiken Zitdag de ontfangen Penningen gebragt zullen moeten worden , en welke Kift altoos zal moeten ftaan op de Kamer. XX. De vier oudfte DirecTeuren zullen yder onder hunne bewaring behouden een Sleutel van de gemelde Kift; en, by Ziekte ofandereOngclegenhcyd, dien moeten ter hand ftellen aan een jonger DirecTeur , die denzelven zo lang zal bewaaren , tot dat die Ziekte of Ongelegenheydgeceffèerdzal zyn; zullende yder, wie hier omtrent in zyn Plicht nalatig is , verbeuren twaalf Stuyvers, ten behoeve van de DirecTeuren. XXI. Ymand  KEUREN DER STAD HAER T.FM. XXI. Ymand der trekkende Leden in 't Oude Mannenhuys , of op een Hofje binnen deeze Stad, zich begeevende, zullen gelyk recht behouden, als of zy daar buyten waren gebleven. XXIL Ymand der trekkende Leden , zich in een ander Godshuys binnen deeze Stad begeevende , of door eenig Armen-Comptoir hefteed wordende, zal een halve Uytkeering tot een Douceur genieten, en deszelfs wederhelft, ten behoeve van de overige Leden deezer Societeyt, uytgekeerd worden. XXIII. Geen Godshuys of Armen-Comptoir, hoe genoemd, zal eenig Deel in deeze Uytkeering hebben; maar zal dezelve zuyver aan de Leden uytgekeerd endoor hen behouden worden. xxnn. Ymand der trekkende Leden komende te derven , eer dat het Vierendeeljaars, tot de Uytkeering bepaald, verfchcenen is, zal deszelfs Aandeel, ten voordeele van de trekkende Leden, komen. XXV. De Uytkeeringen zullen voor geene Schulden van de trekkende Leden, uyt wat hoofde die mogten ïpruyten, arredabel of executabel zyn. XXVI. Ymand in deeze Societeyt zynde, en komende te trouwen of alvoorens getrouwd zynde, in Gemeenièhap van Goederen, met een I Weduwenaar of Weduwe , die Voorkinderen heeft, zullen dezelve Voor-kinderen van deeze Uytkeering niets genieten; en zal zodanig trekkend Lid alleen de helft van het Fourniffement, ftaande Huwelyk gedaan , inbrengen, en anders niet. XXVII. Ymand Lid deezer Societeyt zynde, en buyten de Stad gaande woonen, zal zorg moeten draagen, dat zyne Fourniffementen richtig gefchieden naar Inhoud van het IX. Articul, of anders de Boeten daartoe daande voldoen; of, zulks niet doende in den tyd by Articul X. gefield, van zyn Recht tot deeze Societeyt vervallen zyn. XXVIII Die een trekkend Lid is, en buyten deeze Stad in een van de Vereenigde Provintien woont, zal, alle Vierendeeljaaren, zyn Geld, op eenAttedatie de Vita, moeten laaten ont- : fangen , of dat, zelfs komen afhaalen ; en zulks , telken Vierendeeljaars, binnen vier Wecken na den Vervaldag niet komende doen, zal dat Vierendeeljaars, ten voordeele van de Societeyt, vervallen zyn, uytgezonderd de zodanigen, die in 's Lands- of Ooft-en Weft-Indifchen Compagnies-Dienft zyn,welke, zölang die duurt, hier van vry zullen zyn. XXIX. Ymand in 's Lands Dienft zynde, of in dien I der Ooft- of Weft- Indifche- Compagnie deezer i Landen, zal zyn Recht tot de Societeyt behouf den, mids ymand voor hem Betaling op de geftelde Termynen doende. XXX. Een trekkend Lid in 's Lands Dienft, of in een van beyde de Compagnien komende te fterven , zullen zyne Erfgenamen alle zyne opgeloopen Uytkeeringen, op behoorlyk bewys. kunnen ontfangen ; als kunnende de zodanigen alle Vierendeeljaaren niet afhaalen , het geen denzelven competeert; dan , ingevalle de Uytdeeling, binnen drie Jaaren , na dat I DirecTeuren zeker bewys van het overlyden hebben, niet word afgehaald, zal dezelve aan de Societeyt vervallen zyn. XXXI. "Niemand zal eenige Giften of Gaaven mogen neemen of geeven voor een plaats indeezé Societeyt. Zo echter ymand zulks deede, die zal uyt dezelve uytgezet en van al het Recht tot deeze Societeyt vervallen zyn. XXXII. Alle Leden zuilen by hun trekken uyt deeze Societeyt aan de DirecTeuren moeten overleveren, en onder dezelve laaten blyven beruften een Doop-Cedulle, of ander authentyq bewys van hunnen Ouderdom. XXXIII. Zo in tyd en wylen door de DirecTeuren mogt worden bevonden ,dat in deeze Ordonnantie eenige verandering behoorde te worden gemaakt , zullen dezelve dat wel mogen doen, zo zy ten nutte der Societeyt beft oordeelen, mids het zelve by hunne Ed. Groot Achtb. worde geapprobeerd. Aïium ter Kamer, denzZ van Mey, 1755. In Kennifle van My, J:J:v: BERGUMv: NIEUWENHUYSEN; Al-  32 KEUREN DER STAD HAERLEM. Alteratie van de Ordonnantie voor de Vrywillige Algemeene SOCIETEYT tot STUT DES OUDERDOMS; van den 28 van Mey des Jaars 1755, gedaan den 4 van September, 1756. BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STAD HAERLEM, gehoord hebbende de Leclure van het Requeft, aan hunne Ed. Groot Achtb. geprefenteerd door de Directeuren van de Vrywillige Algemeene Societeyt tot Stut des Ouderdoms, verzoekende, dat de Ordonnantie voor de gemelde Societeyt , den 28 van Mey , des Jaars 1755, gearrefteerd, tot welzyn van dezelve , in eenige Articulen mogt worden veranderd', hebben , na Deliberatie , goedgevonden en verftaan te arrefteeren, zo als hunne Ed. Groot Achtbaare arrefteeren, by deeze, de Pointen hier na volgende; ordonneerende een yder, wién het aangaan mag, zich naar dezelve te gedraagen. Articul I. Dat, by verandering van het III. Articul der voorfchreeven Ordonnantie , tot Leden van deeze Societeyt zullen mogen worden aangenomen de zodanigen, die beneden de veertig Jaaren oud zyn. II. Dat voortaan de Nommers deezer Societeyt zullen worden verdeeld in vier Boeken, getekend met de Letteren A., B., C. en D.; te weeten, in yder Boek een differente CJaffis van Jaaren der Leden, en de Fourniflementen van dezelve; wordende hier mede het V. Articul der gemelde Ordonnantie gealtereerd. III. Dac , in vervolg van tyd , door zodanige Leden, die, by hun inkomen in deeze Societeyt , geen 42 Jaaren oud zyn, van derzelver Inkomft af, Weekelyks, zal moeten worden gecontribueerd een en een halve Stuyver, tot dat zy den Ouderdom van 60 Jaaren zullen hebben bereykt, wanneer zy trekkende Leden zullen worden, en niet meer behoeven te fourneeren. Dat die geenen, die op hun Inkomft 42, maar geen 45 Jaaren, zullen hebben bereykt, mede van hun Inkomft af, Weekelyks, zullen moeten betaalen twee Stuyvers, tot dat zy tot den Ouderdom van 60 Jaaren zullen zyn gekomen, wanneer zy trekkende Leden zullen worden, zonder meer te fourneeren. Dat de zulken, die, ten tyde van hun inkomen in deeze Societeyt, 45 Jaaren, maar geen 4 8 Jaaren, zullen hebben bereykt, van hunne Inkomft af, Weekelyks, zullen moeten contribueeren twee en een halven Stuyver, tot dat zy 60 Jaaren oud zullen zyn, wanneer zy mede trekkende Leden zullen worden, en niet meer behoeven te fourneeren. En dat door dc zodanigen, die, ten tyde van hun inkomen , 48 Jaaren, maar geen 50 Jaaren, zullen hebben bereykt, van hun Inkomft af, 's Weeks, zullen moetent worden gefourneerd drie Stuyvers, tot dat de-> zelve 60 Jaaren oud zyn, wanneer zy, als vooren , trekkende Leden zullen worden, zonder meer te fourneeren. Dat voorts wanneer ymand een Lid deezer Societeyt word, die boven de 50 Jaaren oud is, de zodanige mede, 'sWTeeks„ zal moeten contribueeren drie Stuyvers, tien. Jaaren lang; en dat, wanneer hy zulks tien Jaaren heeft gedaan , dezelve alsdan een trekkend Lid zal worden, zonder meer te moeten fourneeren. Wordende hier mede gealtereerd het IX. Articul der gemelde Ordonnantie; en waar door dan vervalt het geen in het XIIII. Articul van Leden, boven de 56 Jaaren oud en daar boven, word gevonden. uil Dat de Dierecfteurs voortaan zullen bevryd zyn van de FournifTementen op hunne Nom■ mers-, en dat dezelve niet meer in Rekening zullen mogen brengen, dan onvermydelyke Onkoften, op hunne Adminiftratie vallende. Alzo bevonden is , dat de Somma van 140 Guldens, by het XV. Articul tot de Onkoften gefteld, te hoog is gecalculeerd. Wordende hier mede het gemelde XV. Articul in zo verre veranderd. Blyvende verders de meergemelde Ordonnantie in andere Pointen in haar geheel. Aftum terKamer,den\van September, 1756. In Kenniffe van My, J:J:v: BERGUMv: nieuwenhuysen. Or-  KEUREN DER STAD HAERLEM. 33 Ordonnantie voor de NIEUWE ALGEMEENE SOCIETEYT tot BEGRAAF FENISSEN ; van den 31 van January, 1756. BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STAD HAER. LEM, gezien hebbende de Requefte, aan hunne Edele Groot Achtbaare geprefenteerd door Barend Harder, Leendert Leenderts, Johannes de mtt cn Klaas de Koning, Burgers deezer StadV alsmede zeker Concept-Reglement tot het oprechten aan een nieuwe algemeene Societeyt tot Begraaffeniffen, by de voorfchreeven Requefle gevoegd ; waarop de Supplianten verzogten hunne Ed. Groot Achtb. Approbatie ; hebben, na Deliberatie -, goedgevonden en verftaan, conform der Supplianten gedaan Verzoek, bet voorfchreeven Concept-Reglement ie approbeeren, zo als hunne Ed. Groot Achtb. doen by deeze. Arrefteerende dienvolgens, ten 'gemelden eynde , de navolgende Articulen , en ordonneerende een yder, wien het aangaan mag, zich daar naar te reguleeren. Arricu] I. Het getal van cle Leden deezer Societeyt Kal beftaan in vier-honderd cn zes-cn-rw'intig Perfoonen ; waar van v/cr-honderd en vyf-entwintig Perfoonen , als ymand van de Leden komt te fterven, zullen moeten betaalen, yder vier Stuyvers. Uyt welk Fournilfement door twee Direóteurcn tachtig Guldens aan het Sterfhuys zullen worden gebragt, daags na dat aan de vier DirecTeuren van het overlyden kennis zal zyn gegeeven. Welke ttvee Directeuren , voor het brengen van het Geld, van het Sterfhuys zullen genieten, yder vier Stuyvers. II. Có|iJ Het getal der Directeuren zal beftaan uyt deeze vier Perfoonen, Barent Harder, Lccndert Leenderts, Johannes de Witt en Klaas de Koning, welke de Directie deezer Societeyt zullen waarneemen, hun Leeven lang geduurende, of zo lang zy daar toe in ftaat zyn; behoudens nochtans , dat het aan hen vry zal ftaan , om wichtige redenen, afltand van deezen Dienft te doen. Zullende, by overlyden of afltaan van een der Directeuren , door dc overigen een Nominatie van een- cuibbeld o-etal uyt de Leden aan hunne Ed. Groot Achtb. worden geprefl-nteerd, ten cyrido daar uyt de Vervolg van V II. Deel. verkiezing, ter vervulling der vaceerende Plaats, te worden gedaan. Doch zullen nooyt te gelyk Vaderen Zoor., Broeders of Zwagers in Dienft, als DirccTeurs, mogen zyn. III. De voorfchreeven vier Stuyvers zullen door twee Direaeurcn worden opgehaald, één, twee of drie dagen, na dar hec gedaane Fourniffement door hen aan 't Sterf huys zal zyn eebragt. Welk opgehaald Geld dan wederom zal verftrekken ter betaling der Begraaffenifïï* van het eerft ftervende Lid; alzo die betaling altyd zal moeten worden gedaan uyt de by Kas zynde Gelden , gelyk Articul XIII. word gezegd. De twee gemelde Direétcuren zullen, yder reyze, voor het ophaalen van het Geld, uyt de Bos, Voor hunnen verzuymden tyd, genieten, yder veertig Stuyvers, wanneer het getal der Lecden vol is; doch het getal der Leden niet Vol zynde, zullen dezelve genieten, als volgt: Voor het Fourniffement van eenhonderd en zes Leden, yder, tien Stuyvers, en daarenboven voor yder vyftig Perfoonem boven de genoemde éénhonderd en zes, yder, vyf Stuyvers, IIII. Ingevalle ymand, by het ophaalen vnn het' Geld, niett'huys mogt zyn, of ter betaling geen gelegenheyd had, zal de zodanige hec Geld, binnen tweemaal vier-en-twintig uuren, by een der DirecTeuren moeten bezorgen; zullende, by gebreke van dien, zodanig Lid verbeuren zes Stuyvers; en, ter betaling onwillig zynde , uyt de Societeyt worden gezet, en zyn plaats aan een ander worden gegeeven. Een Lid in het Gafthuys ftervende, nnlaatende een Weduwenaar of Weduwe * zal, in dat geval, en anders niet, aan zodanigen Weduwenaar: of Weduwe , tot een Douceur der gedaane Fourniffementcn, worden uytgekeerd een gerechte Vierdepart van dat geene ■, het welk (indien het geftorven Lid buyten het Gafthuys overlecden was) door hem of haat anderzins zou zyn genooten ; mids dat de Overleedene zelf in dien tyd , dat hy in het Gafthuys zal geweeft zyn,' tot de Begraaffenisf fen, die 'er mogten geweeft zyn, zal hebben gefourneerd* , e n hi  ,x KEUREN DER STAD HAERLEM. Indien ymand der Leden , zo door Ouderdom als anderzins, geraakt in het Diaconiehuys, Aelmoeffeniershuys of op een Hofje (waar van zy by hun overlyden een Begraaffenis genieten) of door een van de Gemeenten binnen deeze Stad, hoe genoemd, word bedeed, zal zodanig Lid mede tot een Recompens der gedaane Fourniffementen, tot een Uytzet, genieten een zuyvcr Vierdepart van het geene aan het Sterfhuys tot de Begraaffenis zou hebben moeten worden gegeeven, indien hy of zy op dien tyd had komen te overlyden ; welk Vierdepart dpor geen Regenten of Arm-Meeflers, hoe genoemd, zal mogen worden genaaft. VII. De Uytkeeringen , in het V. en VI. Articul gemeld, zullen door de Directeuren mede uyt de by Kas zynde Penningen worden gedaan-, . mids dat by het eerfte Sterfgeval daar aan volgende, in plaats van vier Stuyvers, vyf Stuyvers door yder Lid zullen moeten worden gefourneerd. VIII. DeDireaeuren zullen telken reyze, twee dagen na het ophaalen van 't Geld,- yder op zyn Beurt, aan hunne Huyzen Comparitie moeten houden , om , in des Overleedenen plaats, een ander in te tekenen. IX. Alle zo getrouwde als ongetrouwde Perfoo' nen, binnen deeze Stad of Vrydom van dier woonachtig, zullen in de Societeyt mogen worden aangenomen, mids gezond zynde. En zullen gehouden zyn in Perfoon op de Comparitie te verfchynen, om zich als Lid te laater aantekenen. X. By het oprechten deezer Societeyt, zullci aangenomen worden vyf-en-zeventig Ledei boven de vyf-en-veertig Jaaren tot beneden d een-en-vyftig Jaaren; en de overigen bcnedei de vyf-en-veertig en boven de vyftien Jaaren doch het getal eens compleet zynde, zullen ii 't vervolg in 't geheel geen Leden mogen wot den aangenomen, dan beneden de vyf-en-veer tig en boven de vyftien Jaaren. Zullende, z van achteren quam te blyken , dat ymand zyn Jaaren niet ter goeder trouw had opgegeever en daar van overtuygd wierd, de zodanige dat door zyn Recht tot deeze Societeyt verliezen. r..r../r t XL. ■ , ,y Ymand buyten deeze Stad , doch onder de Vryheyd van dien woonachtig, een Lid deezer Societeyt zynde, zal gehouden zyn een plaats binnen deeze Stad aan te wyzen, daar het gewoonlyk Fourniffement kan worden gehaald. En een Lid verhuyzende , zal verpligt zyn, binnen tweemaal vier-en-twintig uuren , daar van aan een der Directeuren kennis te geeven, op de Boete van vier Stuyvers; doch verhuyzende buyten de Stad en Vrydom van dien, zal de zodanige zyn Recht tot deeze Societeyt daar door verliezen; als mede die geenen, die ter Zee gaan vaaren of zich in 's Lands Dienft begeeven. Alle welke Plaatfen aan anderen zullen worden gegeeven ; doch wederom binnen deeze Stad of Vrydom van dien -komende woonen, zullen zy, zulks begeerende, by de eerfte vacante Plaats , weder in deeze Societeyt worden aangenomen, al ware het, dat zymeer Jaaren hadden , dan by het X. Articul is bepaald ; mids wederom betaalende het Recht van inkomen, Articul XIII. gemeld. XII. Een Man zonder zyn Vrouw of een Vrouw zonder haar Man in deeze Societeyt zynde, zal zodanige Vrouw of Man, zulks verzoekende, met de eerft open komende Nommer, ydet op zyn beurt, worden gebeneficeerd. XIII. Alle die geenen, die als Leden in deeze Societeyt worden aangenomen, zullen per Hoofd, voor 't intekenen, aan de DirecTeuren moeten betaalen twintig Stuyvers; waar voor aan hun zal worden gegeeven een gedrukte Ordonnantie en Nommer ,'midsgaders een Bewys van Plecht tot deeze Societeyt, door een der DirecTeuren ondertekend. Uyt welke Penningeti van Intekening altoos, ten minften éénhon* derd en zeftig Guldens by de DirecTeuren in Kas zullen moeten blyven, om daar uyt, by al1 le fchlelyke Sterfgevallen , twee Uytdeelingen I te kunnen doen ; die dan altyd , by de eerfte : Ophalingen, zullen worden gefuppleerd. Zul1 lende 't overige worden gebruykt tot betaling '■> van alle zodanige onvermydelyke Koften, die, 1 zo by 't oprechten , als onderhouden van dee- ze Societeyt, zullen komen voor te vallen. '■> XIIIL e De Fourneering en Uytdeeling zal gefchier den, zo ras'er honderd en zes Leden zyn ingetekend , wanneer zullen worden uytgekeerd twin-  KEUREN DER STAD HAERLEM. 35 Reglement voor de NADERE VRYWILLIGE ALGEMEENE BOS tot BEGRAAFFENISSEN en ONDERSTAND van de LEDEN van dien; van den 2 van Auguftus, 1756. BURGEMEESTEREN en'REGEERDERSder STAD HAERLEM, geboord hebbende de Le&ure van V Requeft , aan hunne Ed. Groot Achtb. geprefenteerd door Iza'dk Marchant, JanPauquet, Bakus Beufemaker en Kornelis van Bruffel, Burgers en Inwoonders deezer Stad, verzoekende hunne Ed. Groot Achtb. Approbatie op zeker Reglement , op eene Nadere Vrywillige Algemeene Bos tot Begraajfenijjen en Onderftand van de Leden van dien , by hen op te rechten; hebben, na Deliberatie , goedgevonden en verftaan, ten gemelden eynde, vaft te ftellen , zo als hunne Ed. Groot Achtb. vaft ftellen , by deeze , het Reglement hier 11a volgende; ordonneerende een yder, wien het aangaan mag, zich daar. naar te reguleeren. Articul I. In deeze Bos zullen by provifie worden ingetekend zes-honderd of zeven-honderd Nommers, en zo veel meer, als'er in der tyd Luyden toe genegen zouden mogen zyn , zo van getrouwde als ongetrouwde , Mans- en Vrouws - Perfoonen (doch , een getrouwde Man en Vrouw beyden intekenende , zullen die te faamen maar gefteld worden op een twintig Guldens. Welke Uytdeeling telkens, als 't getal der Leden met elf vermeerderd is, met twee Guldens zal worden verhoogd, en dat tot zo lang, dat het Getal van vier-honderd en zes-en-twintig Perfoonen vol zal zyn. Zullende alsdan tachtig Guldens tot de Begraaffenis van yder overlydend Lid worden uytgekeerd. XV. Geen Regenten van eenig Godshuys of Armen-Comptoir , hoe genoemd , zullen eenig deel in de Uytkeering hebben; maar zal dezelve in tegendeel altoos tot de Begraaffenis deiLeden mogen worden gebruykt. XVI. Ymand der Leden begeerig zynde hetNommer-Boek deezer Societeyt te zien , zal zich ten dien eynde by een der DirecTeuren aan-, melden , die hem dan 'tyd en plaats zal aanwyzen. XVII. Zo eenig Lid deezer Societeyt tegen een der DirecTeuren eenige Smaad- of Scheldwoorden quam te gebruyken, het zy op de Comparitie, of by het ophaalen van het Geld, zal dezelve, voor de eerfte reyze, verbeuren zes Stuyvers, voor de tweede reyze, tien Stuyvers, en voor de derdemaal, vyftien Stuyvers; en zulks weder gebeureude, zyn Naam op 't Nommer-Boek worden geroijeerd, met ver- / beurte van zyn Aandeel tot deeze Socie- f teyr. AStum ter Kamer den 31 van January, 1-56. In Kenniffe van Mv, J: J: v: BERGUM v: NIEUWENHUYSEN. , Nommer) zonder onderfcheyd van hoedanige I Confeffie of Gezindheyd dezelve zyn, binnen f deeze Stad of Vrydom van dien woonachtig, gezond zynde, en boven de elf en onder de. veertig Jaaren oud. Zo nochtans, dat nu, by 't oprechten van deeze Bos, tot d eerfte hon'derd Nommers , zullen mogen worden aangenomen Perfoonen tot 50 Jaaren oud, ja zelfs, dat eenigen, boven de 5.0 Jaaren zynde, wanneer zich zo fpoedig opdoen, dat onder de eerfte honderd Nommers zouden kunnen worden gebragt, onder die eerfte honderd Nommers , by het oprechten van deeze Bos, mede zullen worden aangenomen en ingetekend ; mids dat de zodanigen voor yder Jaar, dat zy boven de vyftig Jaaren oud zyn (het Jaar, waar in zy zyn getreeden, voor een geheel Jaar gerekend wordende) zullen moeten betaalen de helft van de na te melden refpéctive Contributien in zodanige Clasfts, waar in zy ingetekend hebben. Maar zal voor de volgende Nommers boven de eerfte honderd', noch by de eerfte Intekening, noch daar na, niemand boven de veertig Jaaren oud mogen worden ingenomen. Zullende alle de Perfoonen, by de Intekening, zich ter Kamer, daartoe by de Beftuurders te verkiezen, gezond moeten vertoonen. E a H. In-  36 KEUREN DER STAD HAERLEM. II. Ingevalle ymand der Leden komt te trouwen, zal het denzelven vry ftaan , om zyn of haat Vrouw of Man., de eerfte Week na dat zy zyn getrouwd, zo het dan Byeenkomft is voor de Letter, waar onder zy behooren, op de Kamer te komen aangeeven en te laaten intekenen ; of anders uyterlyk op de eerftvolgende Byeenkomft van die Letter, daar zy onder forteeren; mids betaalende voor't Recht van inkomen of intekenen drie Stuyvers. En zullen de zodanigen dan ook genieten gelyk Recht tot de uytkeering voor Begraafleniflen, op denzelfden voet, als ten opzichte van anderen hier na zal volgen; doch echter van de verdere hier na te bepaalen Uytkeeringen niet genieten, voor dat zo lang in de Bos zullen zyn geweeft, als hier na mede zal worden bepaald. III. Yder Perfoon zal,by het intekenen, daai voor moeten betaalen vier Stuyvers (doch Mar en Vrouw, te gelyk ingetekend wordende, zullen betaalen zes Stuyvers) en vooTts noct daarenboven zes Stuyvers, om daar uyt te vinden de Koften van het Reglement, de Boeker tot het aantekenen der Fourniffementen als anderzins, en verdere Noodwendigheden.- Waai voor dan ook vervolgens aan yder Lid (Mar en Vrouw voor een gerekend) een Reglemem zal worden ter hand gefteld. Uil. Voor het begeeven van een Nommer, 'rzj by den aanvang van deeze Bos of in vervolg van tyd, zal geen Geld of Gelds Waarde, onder wat pretext't zou mogen wezen, boven 't geene in 't voorgaande Articul is ter neder gefteld , mogen gegeeven of ontfangen worden En zullen die geenen, die iets gegeeven o ontfangen mogten hebben, als onwaardige Le den, van deeze Bos vervallen of geweerd wor den, met verbeurte der ingelegde Gelden ten profyte van de Bos. V. Tot gemak en gerief der Contribuanten ii deeze Bos of dit Fonds,zullen zyn en gehoudei worden drie Claflen van Fournilïèmenten, o weeten: Een Claflïs, waar van hetFoumiflement za zyn een halve Stuyver, 's Weeks. ' Een Claffis, waar van het Fourniffement zal zyn een Stuyver, 's Weeks. En een Claffis, waar van het Fourniffement zal wezen een en een halve Stuyver, yder Week. Tot Voorkoming van alle Verwarringen, zal yder Claffis worden gefteld op eene byzondere Letter; zullende daar van dan ook worden geformeerd en gehouden aparte Boeken. De eerfte Claffis van een halven Stuyver, 's Weeks, op de Letter A. De tweede van één Stuyver, 's Weeks, in twee Boeken op de Letters B. en C. IEn de derde van een en een halven Stuyver, 's Weeks, op de Letter D. VI. De Betalingen van de voorfchreeven refpéctive Fourniflementen zullen door een yder der Contribuanten,zyn Leeven lang geduurende, moeten gefchieden in twaalf Termynen, op de navolgende wyze: De Contribuanten , behoorende onder de Letter A., zullen in de Maanden January, Maart, Mey , July , September en November, yder Maand, moeten betaalen twee en een halven Stuyver yder; cn in de Maanden February, April, Juny, Auguftus, Oétober en December, yder twee Stuyvers 'sMaands. De Contribuanten, behoorende onder de Letters Aen C.,in de Maanden January,Maarr, Mey, July, September en November, yder alle Maanden vyf Stuyvers; en in de Maanden February , April, Juny , Auguftus, Oétober en Dfecember, 's Maands vier Sruyvers yder. En de Contribuanten, behoorende onder f de Letter D., in de Maanden January, Maart, Mey, July,September cn November, yder alle Maanden zeven en een halven Stuyver; en in de Maanden February , April, Juny, Au' guftus, Oétober en December, yder zes Stuyvers per Maand. Zullende dan met de Betalingen, zo als die j in dit Articul worden bepaald , in een geheel j Jaar , door yder Contribuant, onder de Let„ ter A. behoorende, wel één Stuyver meer worden voldaan, dan anders 't Fourniffement van een halven Stuyver, 'sWeeks, zoude bedraa1 gen. Gelyk mede dopr yder Contribuant, onder de Letters/?, en C. behoorende, ineen  KEUREN DER STAD HAERLEM. 37 geheel Jaar twee Stuyvers meer. En door die geenen, die onder de Letter D.fortceren,yder in een ganfeh Jaar drie Stuyvers meer. Doch zal dat Overfchot worden geëmployeerd, zo tot betaling der Onkoften van Vuur, Licht, den Knecht en het Onderhoud van 't Huys of Kamer, daar deBeftuurders hunne Byeenkomften zullen houden, als andere Zaaken, Jaarlyks, en van tyd tot tyd abfoluut noodig zynde; mids dat het geene daaraan noch te kort moge komen , uyt de relpecfive Fourni/ièmentcn daar by zal mogen worden gelegd. VIL De gemelde Maandelykfche Betalingen zulJen door een yder der Leden precies moeten Worden gedaan ; te weeten door die geenen, die onder de Letter A. behooren, op den eerften Maandag in yder Maand. Door die onder de Letter B. behooren, op den tweeden Maandag in elke Maand. En door die onder de Letter C. behooren , op den derden Maandag in yder Maand. Midsgaders door de zulken, die onder de Letter D. forteeren, op den vierden Maandag in yder Maand. : : '. ■' ' fl Wanneer telkens, op yder Maandag, door de Beftuurders op hunne Kamer, tot het ontfangen van dezelve Fourniflementen, zal worden gevaceerd, 's avonds van half acht totnegen uuren. En welke tyd, om te moeten fourneeren, ten regarde van die geenen, die nu by de Oprechting van deeze Bos intekenen , van den datum van dit Reglement af zal worden gerekend. En ten opzichte van de zodanigen, die in vervolg van tyd aan deeze Bos deel krygen, van den Dag der Intekening; die op een ordinairen Zitdag zal moeten worden gedaan. VUL Die geene der Leden, die in gebreke blyft, zyn Fourniftcment op den geftelden tyd te voldoen , en daar mede wacht, tot dat twee Maanden zyn verloopen, zal telkens verbeuren een halven Stuyver, voor yder Perfoon of Lid; niet betaalende voor of op den Verfchyndag van de derde Maand, één Stuyver. Vier Maanden, als vooren, wachtende, yder twee Stuyvers. En dan niet komende betaalen zyne achterftallige Contributie , benevens de Boete van twee Stuyvers, zal de zodanige dan van zyn Recht tot deeze Bos verfteeken zyn; en uyt geenerhanden hoofde of oorzaak iets meer van of uyt dezelve mogen profiteeren. IX. Deeze Bos zal, als nu, en zo lang, als het Getal der Contribuanten niet boven de zeven¬ honderd beloopt, worden beftuurd door vier Beftuurders, waar toe voor deeze reyze worden aangefteld IZAAK MARCHANT, JAN PAUQUET, BALTUS BEUSEMAKERen KORNELIS van BRUSSEL. Welke, als ook de volgende Beftuurders, die by overlyden of buyten ftaat geraaken van een of meer van hun, door de overige Beftuurders , van tyd tot tyd, binnen vier Weeken daar na, zullen moeren worden verkooren, hun leeven lang geduurende, den Dienft zullen waarneemen. En, wanneer het getal der Contribuanten te groot mogt worden, om door vier Beftuurders te kunnen worden waargenomen , zullen die vier Beftuurders noch twee Perfoonen by hen tot Medebeftuurders verkiezen, te weeten, eerft één , en een Maand of twee daar na noch één. En , byaldien 't getal der Leden noch te groot mogt worden, om door zes te kunnen worden waargenomen , zullen dezelve zes Beftuurders mede noch twee bequaame Perfoonen, een Maand of twee na den anderen, daar toe mogen aanftellen. En zullen de Beftuurders, géduurenI de hunnen Dienft , daarvoor en voor hunne ' moeyte en verzuymden tyd, 's Jaars, gezamentlyk genieten deSommavan vier-en-twintig Guldens, zonder meer; als alleen dat, wanneer de Contribuanten, na verloop van elf Jaaren , re rekenen van den eerden January, 1757, en zo vervolgens, hunne Uytdeeling, volgens Articul XIX. ókc. genieten, zy Beftuuders dan mede daarin hunne Portien als Medeleden zullen hebben. X. De Effeéten en Gelden zullen worden bewaard in een Kift , van vier differente Sloten voorzien, en waar van yder der vier eerfte Beftuurders onder zich zal hebben een Sleutel. Welke Sleutels, alle drie Maanden, onder hen zullen moeten worden verwifleld, en de gemelde Kift blyven ftaan op de Kamer van deeze Bos. Wanneer ymand van die geenen, onder welken de Sleutels beruften, door Indispofitie of om andere redenen, op de Kamer niet kon compareeren ten tyde van de Comparitie , of wanneer de Kift zou moeten worden geopend, zal de zodanige zyn Sleutel echter op dien tyd mede moeten bezorgen op de Kamer aan de prefent zynde Beftuurders, op een Boete van twaalf Stuyvers, indien zulks niet tydig genoeg word gedaan, en vier-en-twintig E 3 Stuy-  38 KEUREN DER STAD HAERLEM. Stuyvers, byaldien in't geheel mogt worden nagelaten, alles ten behoeve van de Beftuurders in 't gemeen. XI. Van allen Ontfang en Uytgaave zal door de Beftuurders of door ymand anders , door hen daartoe aan te ftellen, worden gehouden behoorlyke Aantekening in zodanige en zo veele Boeken, als bevonden zal worden noodig te zyn. Zullende op den eerften January van het volgende Jaar, cn voorts, van Jaar tot Jaar, op den zelfden Dag, 's Morgens ten elf uuren, door de Beftuurders moeten worden gedaan Rekening aan alle dc Leden, die zich alsdan, zonder eenige Convocatie, voor elf uuren op de Kamer laaten vinden, zonder evenwel naar ymand te wachten, als de Klok elf uuren zal hebben ge/lagen ; zullende ook niemand der geenen, die niet prefent zyn, daarna eenige opening van Zaaken of Herrekening mogen eyfchen. XII. De Beftuurders zullen bevoegd wezen , om van tyd tot tyd aan te ftellen en in hun dienft te houden zodanigen Knecht, als zy daartoe noodig en bequaam zullen oordeelenden kofte cn voor Rekening van de Bos. XIII. Indien ymand der Contribuanten , na eenigen tyd of Jaaren in deeze Bos te zyn geweeft, begeerde uyt de hoogfte Letter, by voorbeeld, uyt de D. in C., B. oïA., of uyt C. of B. indeA. te worden over getekend, om in vervolg minder te contribueeren, zal zulks aan den zodanigen wel mogen worden toegeftaan ; maar niet anders evenwel, dan onder Conditie, dat voov de Overtekening zo veel zal moeten betaalen, als voor de Intekening, by het inkomen in deeze Bos,betaald heeft, en dat van het geene door denzelven in de Claflïs, waarin hy is geweeft , betaald zal zyn, niets te rug zal mogen pretendeeren ; gelyk mede niet, om conform het voorige Fourniffement voor Begraaffenis te trekken, maar zal, zo het een als andere meerdere komen en vervallen ten behoeve van de Bos, en de zodanige dan geen ander of verder Recht hebben, dan om tot zyn Begraaffenis te genieten zo veel, als volgens de Claffis , waarin hy op zyn overlyden bevonden zal worden, betaald zal worden. XIIII. En zal ook aan die geenen, die zich uyt een laage in een hooger Letter of Claffis zouden imlen begeeven en ctoen overteitencn , net elve mede wel worden toegeftaan, maar me.e niet anders, dan mids door dezelve, voor if by de Overtekening , zal moeten worden ietaald voor die Overtekening , als wanneer y in de Bos zyn gekomen, en daarenboven nede noch gefuppleerd zo veel, alszy, geluurende den tyd, dat zy in de Bos zyn geveeft , minder betaald hebben , dan wegens [e Letter , waarin zy zich hebben doen overekenen, betaald heeft moeten worden. XV. Dat dusdanige Övertekeningen , waar van n Articul XIII. cn XIIII. word gemeld , wel aillen wezen gepermitteerd en worden toegehian aan de zulken, die geen tien Jaaren noch n deeze Bos zyn geweeft:, maar aan niemand1 erders na verloop van tien Jaaren. XVI. Dat voorts tot de Begraving van die geenen , die zes achter een volgende Maanden of [anger in deeze Bos zyn geweeft, en geduurende dien tyd gecontribueerd zullen hebben, binnen den tyd van vier-en-twintig uuren, na dat de Bekendmaking van het overlyden aan een der Beftuurders zal zyn gedaan , door den Knecht van deeze Bos, aan des Overleedens Vrienden, of die het Bewind van de Begraaffenis hebben, uyt deeze Bos zullen worden gegeeven en gebragt, als volgt: Geduurende tiet eerfte Jaar aan die geenen , die onder de Letter A. heeft behoord , vyf-en-twintig Guldens; aan die onder de Leners B. en C. behoord hebben , vyftig Guldens , en aan die behoord hebben onder de Letter D., vyf-enzeventig Guldens. Voorts als de Bos een Jaar langer geftaan zal hebben, aan die van de Letter A. dertig Guldens; aan die van de Letters B. en C. zeftig Guldens; en aan die van de Letter D. negentig Guldens. In het derde Jaar aan die van Letter A. vyf-en-dertig Guldens; aan die van de Letters B. en C. zeventig Guldens ; en aan die van de Letter D. één honderd en vyf Guldens. In het vierde of vyfde Jaar aan die van de Letter A. veertig Guldens; aan die van de Letters B. en C. tachtig Guldens ; en aan die van de Letter D. een honderd en twintig Guldens. Waarop alsdan en in het vervolg die Uytkeeringen zullen blyven bepaald, zonder meerder te verhoogen. XVII. Dan , zo wanneer t'eeniger tyd, het zy door groote en ongemeene Sterfte, of om andere merkelvke redenen, dusdanige bepaalde 1 Uyt-  KEUREN DER STAD HAERLEM, *g Uytkeeringen tot de Begraaffeniffen uyt de [ voor handen zynde contante Penningen van dezelfde Bos niet konden gefchieden, zullen dezelve Uytkeeringen naar rato moeten worden verminderd, of alsdan een of meer Effeéten van de Bos, met voorweeten en confent van hunne Ed. Gr. Achtb., door de Belluurders mogen worden verpand of beleend , of ook wel verkogt; mids het geene men alzo ten achteren zoude mogen zyn geraakt, uyt de eerft overfchietende Gelden daarna wederom fuppleeren zal moeten, op dat het Kapitaal van deeze Bos altoos in Haat moge blyven. XVIII. ! Al wat van de gecontribueerde Penningen 1 in de tien eerfte Jaaren , Jaarlyks, na aftrek | *an 't geene tot de Begraaffeniffen in dat Jaar ] zal wezen uytgekeerd, en van de Koften tot 1 de Bos noodig cn vereyfcht geweeft zynde, in ' Kas blyft en overig is, zal door de Beftuur- ' ders, zo ras en zo na als mogelyk is, moeten worden befteed tot den Aankoop van een of meer Obligatien of Losrenten-Brieven , ten lafte van het Gemeene Land van Holland en Welt-Vriesland, om alzo ten behoeve van deeze Bos door den tyd te bekomen en te behouden een Fonds of Kapitaal, om in tyd van nood te kunnen worden geëmployeerd; zullende dan ook alle zodanige aangekogte Effecten, zo ras die ten behoeve van de Bos zul- * len wezen getransporteerd, om die voor alle vervreemding te fecureeren, door een der Heeren Secretariffen deezer Stad warden gebrandmerkt. c XIX. \ c Dat, na verloop van de eerfte tien Jaaren, t en zulks met den aanvang van 't elfde Jaar, I felle de Penningen, die dan, zo wegens de i Contributien als Intereften der aangekogte r Effecten, in Kas zullen worden bevonden (na af- e trek van twee a drie Fourniffementen tot Be- c graaffeniflèn in yder Claffis in Kas te houden) \ zullen worden uytgedeeld tian alle de Leden ( van deeze Bos , die tien Jaaren in dezelve heb- i ben geweeft, en hunne Contributien volkomen zullen hebben betaald; te weeten, yder naar rato van de Contributien , die hy zal hebben gedaan, als by voorbeeld; als, die irt de Letter A. behooren , genieten één Gulden , zal \ door die van de Letters B. en C. worden ge- ; nooten twee Guldens, en door die van Let- 3 ter D. drie Guldens. XX. Dat, na verloop van twaalf Jaaren, dat deeze Bos zal hebben geftaan, de Uytdeeling, in voegen als vooren, met den aanvang van hec dertiende Jaar zal gefchieden aan alle de Leden , die alsdan elf Jaaren in de Bos geweeft zullen zyn , te weeten van de Penningen , die dan, na aftrek als vooren , by Kas en overig bevopden zullen worden. XXI. Dat gelyke üytdeelingen zullen gefchieden n 't vyftiende Jaar aan die geenen, die twaalf faar in de Bos geweeft zyn. Als mede in 't ze* rentiende Jaar aan die geenen, die dertien Jaaen in de Bos geweeft zyn. In 't negenriende aar aan die geenen, die veertien Jaaren in de ios zullen zyn geweeft. En eyndelyk in het :en-en-twinrigfte Jaar aan die geenen, die vyfien Jaaren in de Bos geweeft zullen zyn. XXIL Zullende het zuyver Overfchot van al het geene in het 12de, 14de, 16de, 18de en 2ofte Jaar zal worden ontfangen , mede worden befteed tot den Aankoop van zodanige Obligatien of Renten-Brieven, als hier voor in het XVIII. Articul is gemeld; welke dan ook alzo gebrandmerkt zullen moeten worden. XXIII. Doch na verloop van de voorfchreeven eenn-twintig Jaaren, en midsdien in den aanvang an het 22fte en volgende Jaaren zullen alle ie Penningen , die , zo wegens de Contribuien als Intereften der Effeéten, overig en by [as bevonden worden , alle Jaaren worden ytgedeeld aan alle de Leden, die vyftien Jaaen of langer in deeze Bos zullen zyn geweeft; n zulks hun Leeven lang geduurende, zonder nderfcheyd van Jaaren, jong of oud; en dac olgens de Proportie en naar rato van hunne Contributien, zo als dat in 't voorgaande XIX. Articul is gezegd. XXIÜT. Dat de voorgemelde Üytdeelingen zullen ;efchieden in yder Jaar, in welk dezelve plaats uilen hebben, op de eerfte Contributie-Dai;en na Nieuwjaars-Dag aan yder op zyn Leter, waar onder hy behoort. XXV. Yman^  4o KEUREN DER STAD HAERLEM. XXV. - Ytnaud, twintig Jaaren in deeze Bos hebbende geweeft, en door Tegenfpoed daar uyt raakende , of buyten 's Lands gaande, of in een Godshuys, en dus in dc Bos niet kunnende blyven, zal voor eens terug trekken een Vierdepart van de Somma, die hy heeft ingelegd of gefourneerd; doch, komende in een Befteedehuys, Godshuys of Hofje, voor welker Rekening zy niet worden begraven , zullen dezelve het Recht van deeze Bos tot dc Begraaffenis behouden en genieten; als mede de van tvd tot tyd gedaan wordende Üytdeelingen , volgens de CJaffèn, waar onder zy behooren, even als of zy buyten eenige Afftftentie beftonden;mids hun Leeven lang ook continueerende in de betaling van derzelver Con tributien als te vooren. XXVI. Maar zullen die geenen, die, M twintig Jaaren in deeze Bos te hebben geweeft, in eet Befteedehuys, Hofje of Godshuys, voor wie Rekening zy worden begraven, gaan, dan we uyt deeze Bos wezen, en zodanig Vierdepar van hun ingelegd Kapitaal, of ook eenige Pen nihgen tot derzelver Begraaffenis niet genie ten •, doch daarentegen niet behoeven verdei eenige Contributien te betaalen , en niet t min, hun Leeven lang mede totdejaarlykfch Uytdeeling Recht behouden cn daar yan pre fitceren; zonder dat ymand anders, 't zy va zo een Hofje, Godshuys of van wien andei zy befteed worden cn A flirtende genieten daar van iets zullen mogen profiteeren, of das over difponecren. XXVII. Geen Weeshuys , Aelmoeflêniersfiuys , c eenig ander Godshuys of Hofjes zullen hc Recht hebben, om de Penningen tot dc Bc graaffeniflfcn, uyt hoofde van ditReglemcn en uyt deeze Bos gefchikt cn genootcn zulle] de worden, te naderen of daar over te difp neeren, maar dezelve alleen moeten ftrekkc om den Overleedenen daar voor ter Aarde beftellen. XXVIII. Ymand der Contribuanten in het Gafthu komende te fterven, cn Man of Vrouw nala tendc, zal de eene helft van de Somma, d tot de Begraving van den Overleedenen uy, deeze Bos zal moeten worden gefourneerde aan de Weduwe of Weduwenaar worden gegeeven, zonder dat daarvan iets aan eenige an- . dere Erfgenaamen of overgebleeven Kinderen zal worden uytgekeerd; en de wederhelft van die Somma vervallen aan en ten behoeve van deeze Bos; zo als ook die geheele Somma daaraan vervallen en blyven zal, zonder dat daarvan iets zal behoeven te worden uytgekeerd, als geen Weduwe of Weduwenaar na blyft. XXIX. Als deeze Bos zes of zeven Maanden intreyn zal zyn geweeft, zullen dc Beftuurders vier Perfoonen verkiezen, te weeten, uyt yder ■ Letter een , om , zo dan als in het vervolg, alle Halfjaaren, mede de Boeken op te neemen en de Effecten en Penningen by Kas zynde na te zien en te tellen, op dat daar uyt dan, ; zoude kunnen worden gezien en blyken, dat 11 alles richtig, in een goede ordre en naar bet hooren gefchiede; en om dus alle quaade fust I picien en prefumpcien voor te komen. XXX. s Zo ymand van de Leden t'eenigcr tyd qua- e me te onderneemen de Beftuurders in hunne e Functie, op hunne Kamer of daar buyten, 't i- zy met vloeken, fchcldcn of mazen re bejege- a nen, die zal in 't geheel verfteeken zyn van s zyn Recht tot deeze Bos, zonder iets daarvan , meer te mogen genieten. II XXXI. f Byaldien, in vervolg van tyd, zich eenige fl Zaaken mogten opdoen, waaromtrent, bydit t Reglement, niet genoeg mogt wezen voor. zien, zullen de Beftuurders, onder Approbat tic van hunne Ed. Groot Achtb., daar in en i. daar omtrent zodanige Alteratien en AmpKaticn j. vermogen tc maaken, als zy ten mceften dienn fte en nutte van deeze Bos zullen vermeenen te te behooren. Aclum ter Kamer den i van Augu(ïus,\-j-j6. «s In Kenniffe van My, fe J: j: v; BEPvGUM * NiLUWENHUYSEN.  TWEEDE VERVOLG OP HET TWEEDE DEEL VAN DE KEUREN E N ORDONNANTIËN DER STAD HAERLEM, Begrypende de Keuren in de Jaaren 1757, 1758, 1759 en 1760 gearrefteerd.   Pag, 43 TWEEDE VERVOLG op het TWEEDE DEEL van dë KEUREN DER STAD HAERLEM, Begrypende de Keuren in de Jaaren 1757, 1758, 1759 en 1760 gearrefteerd. O R D O N N AN TIEN OP DE V E E R E N. Élucidatie van het V, Articul van de Ordonnantie op hé> WAGEN-VEER tuflchen Haerlem en Leyden, gearrefteerd den 31 van December 1756, en den 6 van January 1757. Zie onder het Capittel van Gildekeuren, onder Voerluyden, Elucidatie van dé Conditiën van VERHUURING van de TOLLEN aan de Tol-Hekken tuflchen de Steden Haerlem en Amsteldam; van den 9 van Auguftus, 1757. l^M3è^S0MMIS SARISSEN BiT^BVAN IIET ZANDPAD JP( p^^WTUSSCHEN DESTEDEN föiiuie van de Heeren Burgemeefteren der gemeJde Steden, van den 12 van de Maand July laatftleden, geauthorïfeerd tot het examineeren en finaal afdoen van verfcheyde Bedenkelykheden by de Huurders der Tollen aan de Tolhekken by Spaarwoude en Slooterdyk, omtrent het vorderen der Tollen, Vervolg van *t II. Deel, 2, Stak. opgegeeven; hebben, na Deliberatie, en hiér op de voornoemde Huurders noch nader by Monde hebbende gehoord, goedgevondenen verftaan te verklaaren , zo als verklaaren by deezen : In de eerfte plaats, dar by het eerfte Articul der Conditiën, waarop de Verhuuring der Tollen is gedaan, de Koetzier en Voorryders van het betaalen der Tollen zynde geëximeerd, dezelve Vrydom ook plaats heeft voor dié geen , die zelfs de Paerden ment, en dus als Voerman ageerd, of fchoon geen eygentlyk gezegd Koetzier is, Dat wyders de Jagers en F 2 Jatg^  44 KEUREN DER STAD HAERLEM. Jaag-Paerden voor de Trekfchuy ten, geconfidereerd moetende worden als Voerluyden van de Schuyten, en in gelyken Graad als de Voerluyden en hunne Wagens, by beflooten Water rydende tot het overvoeren van Paflagiers, dezelve Jagers en Jaag-Paerden i zo wel als de voorfchreeve Voerluyden, volgens het tweede Articul der voorfchreeve Conditiën , van de Tollen vry moeten blyven , gelyk altoos zyn geweeft. Doch dat, wanneer eenige Paerden worden gebruykt tot het trekken van PlayzierSchuytjes , indien de Huurders of Eygenaars derzelver niet vry zyn, voor zodanige Paerden en den Jager de Tollen zullen moeten worden betaald. Gelyk ook die geenen, die zodanige Schuytjes trekken (maar niet de Schuytjes) mede de Tollen fchuldig zyn , wanneer de Huurder of Eygenaar derzelver als vooren niet is geëximeerd. Ten anderen, dat her tweede Articul van de voorfchreve Conditiën, /prekende van de Vrydom voor de ordinaris Voerluyden, die tot bet beryden van het Veer tuflchen de gemelde Steden zyn aangefteld, alleen maar plaats heeft by befloten Water, dewyl'er by open Water geen gereguleerd Wageveer tuflchen de voornoemde Steden is; en dat dienvolgens alle Stalmeefters en Voerluyden, zelfs ook die geenen, die by befloten Water ryden op het Veer, en als dan vry zyn, met hunne Wagens, 't zy geladen of ongeladen , by open Water de Hekken pafleerende , de Tollen zyn verfchuldigd. Ten derden, dat de Ingezetenen vanHoutryk en die niet woonen op Halfwegen, die by het eerfte Articul van *t Capittel handelende van de geëximeerden aan het Hek by Spaarwoude zynvrygefteld, vandieVrydöm aan het Hek by Sloterdyk niet kunnen jouïsfeeren. Ten vierden, dat, met relatie tot de extetlfie der Vrydom, de Stalmeeflers en Voerluyden, die uyt hoofde als Eygenaars of Huurders van Landen vry zyn , wanneer hunne Paerden door hun Volk uyt het Land worden gehaald, of ingevalle hunne Knechts naar hun Land worden gezonden; als mede wanneer zodanige Stalmeefters met hunne Wagens de Hekken pafleeren, al is 't met eenig Gezelfchap, mede vry zullen moeten worden gelaten; mits ter requifitie van de Huurders der Tollen declareerende , dat geen Geld hebben gevorderd of zullen vorderen van de zodanige, die met hen ryden. Ten vyfden, dat ten opzigte van het derde Articul, rakende de extenfie der Vrydom, een geëximeerde , rydende met een Rytuyg door denzelven gehuurd, zo wel vry zal moeten zyn als die met een Rytuyg, aan hem inEygendom toekomende, de Hekken paffeerd; mits dat de zodanige gehouden zal zyn , op requifitie van de Huurders der Tollen, te verklaaren, dat hy zulken Rytuyg voor zyne eygen rekening heeft gehuurd gehad, en blyvende aan den Huurder zyne Ach'e gereferveerd. Ten zesden , dat ook de Huysluyden met anderen, als die van hunne Familie zyn , de Hekken pafleerende, indien met reden kunnen worden verdacht gehouden, dat zulks gefchied om de Tollen te fraudeeren, verplicht zullen zyn het tegendeel van dien te verklaaren, en in allen gevalle te declareeren, dat van de zulken geen Vracht hebben gepretendeerd of zullen pretendeeren of ontfangen. Wordende laatftelyk aan de Huurders der Tollen vrygelaaten, om met de Directeurs der Poftwagens op den Hage en met de ordinaire Poften, aile welken niet zynvrygefteld, te accordeeren wegens het pafleeren der Hekken; zo nochtans, dat zulks niet langer ftand zal houden als dat zy de Tollen in huur hebben, en zonder daarmede aan verdere Huurders in vervolg van tyd eenige praejuditie toe te brengen. Zullende Copie deezer aan de Huurders der Tollen worden gegeeven , om zig daar na te reguleeren. In kennifle van ons J: J: v: BERGUM v: NIEUWENHUYSEN. JOAN THIERRY. Qualificatie voor ALIDA SPOOR, als gequalificeerd om de BEL, by het afryden van de Wagens by befloten Water gebruykt wordende, aan haar Huys by de Spaarwouder-Poort te houden, om Lootjes of Biliietten uyt te geeven van de Plaatfen op de Wagens, by haar belprooken; van den 21 van Maart 1758. Zie in het Capittel van de Gildekeuren, onder Voerluyden. RE-  KEUREN DER STAD HAERLEM. 45 Reglement op de VRACHT- en BESTEL-LOON van Goederen en Koopmanschappen, tuflchen de Steden Haerlem en Leyden, en op het AFHUUREN van V o l k-S c h u y ten ; van den 11 van April, 1759. De HEEREN van de GERECHTEN der STEDEN HAERLEM en LEYDEN, gereflecteerd hebbende , dat zedert het Graven van de Vaart tuflchen de gemelde Steden geene Ordonnantie word gevonden op het Vracht- en Beftcl-Loon van Goederen en Kbopmanfchappen, die over én weder worden verzonden; dat ook geen vaft Reglement is gearrefteerd op het af huuren der Volk-Schuyten tuflchen dezelve Steden; en geoordeeld hebbende hier omtrent de nodige voorzieninge te moeten doen tot voorkoming van differenten, die anderzins in tyd en wylen zouden konnen ontftaan; hebben, na Deliberatie, goedgevonden en verftaan by deeze te arrefteeren de volgende Lyft van de Vracht-Loon, door de Schippers voortaan van allerley Goederen en Koopmanfchappen Owelke door hen niet morden befteld) te ontfangen, ais Van een Stuk Gediftilleerd, ■ ƒ 1- :-: Van een Oxhoofd Gediftilleerd of Wyn,: -i 2-: Van een Aam dito, 8~: Van een half Aam dito, :— 6—1 Van alle kleyn der Fuft, :— 4-: Van een Oxhoofd Wyn opFleflchen, i-ia-: Minder na advenant: Van een ton Haring, Vifch of Oefters, :- 6-i Halve Ton of kleynder, :- 4-: Van een Vierendeel Boter, :- 6-: Van een Half dito, '— '•— 4~: Vaneen Achtfte dito, — :— 3-: Van een Kinnetje of Achtendeel Zeep, — 3~: Grooter of kleynder na advenant. Van een Ton Bier of Mol, —— :- 8-: Minder Vaatwerk, ; :— 4—: Van een Aam Oly, 8—: Van een half dito, ■—-— : — 6—: Van een Kalf, : : — 6—: Van een Varken, • : - 6-: Van eenBigge, ■ :- 2-: Van een Schaap, :- 4-: Van een Lam, ; :— 3-: Van honderd Schapen-Vachten, :-ló-: Meerder of minder na advenant.' Van natte Koey- of Olfen-fïuyden, van één tot drie, ■— f : — 3—: Verder van't Stuk, :- 1-: Natte Kalfs-Vellen , van één tot twaalf, :- 3^: Verder van het Stuk, tv- 1-4 ' Van honderd ffc Tin, Lood of Yzer, :- 4-: Van honderd j$ gemaalen Verwhout, :— 3-: Van Steyfzel-Vaatjes van 150 ffê, — 8-: Grooter of Kleynder na advenant. Van één Zak Tarw of Rogge of ander Zaad, :— 3-: By de Party, ■ :— 2-: Van een Zak Zout, :— 3-: Van een Baal Turks Gaaren, :— 8-: Van een Baal Zyde, ■—: :- 8-: : Lyft van Vracht- en Be ft el-Loon van de volgende Goederen, ah 1 Van ëen Boot droögeRugge, :- 4-: Van een Bos Afval, : - 3-: Van een Doufcyn drooge Kalfs- of Schaapen-Vellen, :- 3-: Van honderd f§ gekamde of ongekamde Wol, — :— 6—: Van honderd £g oude Lompen, < :— 6"—: Van honderd gg Leym, : — 4-.- Van honderd Kaas, •— :- 6-; Van een. Zak Pleyfter, • 6-: Van een'Zak Tuyn-Zaad, :— 6—1 Van een Korf Glas, — :— 8-: Van een Kiftje Glas, : — 6-: Van een Vaatje Blik,groote Soort, — :— 8-: Kleynder na advenant. Van een Ton Bokking, : :— 6-: Van een dubbelde Ben Bokking, — : — 4-: Meerder in't getal, voor yder Ben, — :— 3—: Van een Enkelde Ben Bokking, -— :— 3—: Meerder in't getal, vooryderBeh , — :— 2—: Van een Boffu Karftanjes of Noten, — :- 6-1 Van een Baal Koffy-Boonen, :~i2-: Van Koffy-Boonen by het Vat, de honderd gg, :— 6-1 Van een Baaltje Geerft, — : - 8-: Van een Kiftje Kandy-Suyker, :- 4—J Van een Pot Kandy-Suyker, :- 3-: Van een groote Koek-Kift, — :-i8-: Kleynder na advenant. F 2 Van  46' KEUREN DER STAD HAERLEM. Van een heele Kift Thée, ƒ i- :-: Vaneen haive dito, —■ ^— :—12—: Van een quart Kiftje dito, —— :- 6—: Van een Hoender-Mande, drie hoog, r—15—: Van een dito, twee hoog, ;-io-: Van een dito enkelde, ■ 6—: Van een half Vat Gift , : — p-: Van een Vierendeel dito, > :— 5—: Kleynder Vaatjes dito, : — 3—: Van een Zak Veeren, de 100 ffi, — j— 8—: I Van een Agchele-Mande Groente, :- 4-: Van een halve dito, ; . :— 3—: Van een Agchele-Mande Appelen of Peeren, é—> Van een halve Mande dito, :- 4-: I Van een Zak Aard-Appelen, . :— 3—: 1 Van een Koffer, — :— q_: Van een Valies, :_ 6_: Vran een groote Sluyt-Mande, ;- 8-: Kleynder na advenant. Van een Dozyn Stoven, — :- 2-: Van een heel Laken, :- 6-: Van een half Laken, :- 4-: Van een Quart Laken, : — 3—: Van een Stuk Carfaay, — 3-: Van een Stuk Boezel, -*—« :— 4-: Meerder Stukken, yder, ;—— :_ 2—: Van een Stuk Greyn, — — : — 3—: Van een Stuk Rokjes-Goed, 3—: Meerder Stukken, yder, :— 2—: Van een Pakje Stoffen, 1 , 2 a 3 Stukken, — 3_: Grooter na advenant. Van een Stuk Linnen, :- 3-: Meerder Stukken, yder, :— a—; Van een Zakje geverwde of onge- verwdeZyde, :— 3—; Van een Riem Papier, tot 6 Riemen toe, — :— 3-: Meerder Riemen Papier, van yder Rienf, v.i-- .— :_ :_g Van 100 gHCloofter-of ander Gaaren, :— 6—: Van een tot 6 Pakken Gaaren, ruuw 1 of gebleekt van 40 Strengen, — :— 3—: Meerder Strengen na advenant. 1 De overige Pakjes, —^ i— :- :—8 Pakjes van 20 Strengen, van 1 tot 1 12 Strengen toe, 1— :— 3—:' 1 Dc overige Pakjes, yder, :- :—4 Van een Cabinet, — 2-10-: ] Van een Nooteboome-Kas, 2-1 o-: Van een Ledikant met zyn Toebe- hooren, 3— :—: Van een Ruftbank, — :-ïst—: Van een Bureau, :-i8-: Van een Bureau, Cabinets gewyze, i~io~: E Van een Laa-Tafel, ƒ :_r2_: Van een Ovaale Tafel ofHang-Oor, :— 8—: Van een groote Thée-Tafel, •— 6—: Kleynder na advenant. Van gefneden of Spaanfche Stoelen, het ftuk, :— 4_- Van een Arm-of Leuning-Stoel, — :— 6 : Van ordinaire gematte Stoelen, het ftuk, , . : 3 j Van alle kleyne Pakjes, met een Brief ofAddres daarop: . :— 3 j Van een Brief alleen, * 2 : VanhonderdGuldensverzegeldGeld, :— 3—: De volgende vyftig Guldens en zo vervolgens te verhóogen met :— 1 j De Goederen, welke in deeze Lyfte niet zyn gebragt, zullen zo na doenlyk, worden gecalculeerc. De Knecht, welke met de Pak-Schuyc vaart, zal voor deffelfs moeyte van hec beftellen der voorgemelde Goederen trekken en genieten een Derdedeel Van de ontfangen Vracht-Lootten, mids dat hy gehouden zal zyn en zorge dragen , dat de gezegde Goedederen, zo fpoedig doenlyk en onbefchadigt, worden befteld. Doch zo de Kooplieden mogten goedvinden eenige der voorgeroerdeGoëdereri met de Volk-Schuy t te zenden, zal de Knecht van de Volk-Schüyt vbor deflèlfs beftellen genieten zo veel als de Vracht-Loon bedmagti Gelyk mèdè het navolgende Reglement op Bet af huwen der Schuyten tujfchen de voorn. Steden, om dien conform daar voor te worden betaald, als hn een afgehuurde Schuyt van één tot tien Perfoonen, ■ ƒ4 io~-; /an yder Perfoon voorTol-enStadsGeld, :_ 5_: 'aflagie-Geld, _ x_ 2-< De Perfoonen boven de tien, de ordinaire Schuyten-Vracht, -— :—13—: )ieeen Schuyt afhuurt, om daar mede te vaaren 's Morgens voor dat de eerfte Schüyf afvaart, of des Avonds na de Schuyt van 6 uuren, zal daar-en-boven betaalen voorde Schuyt, — a— :_; aflagiegeld, 1—————-— :—u—: Die,  KEUREN DER STAD HAERLEM. 4? Die eenige Goederen in een afgehuurde Schuyt komt te laden, zal daar voor moeten betaalen als in de or^ dinaris Schuyten. Die met de Schuyt verder als het ordinaris Veer zal willen vaaren, zal voor Schietgeld betaalen, —n—- i—10_ Die een Schuyt af huurt, en denzelven in zyn Dienft houd, om daar weder mede terug re vaaren, en langer als een uur ftil blyft, zal voor Leggeld betaalen, —■——— i—10- Welk Schiet- of Leggeld by den Schipper en defièlfs Knecht zal worden i. , genoten yder de gerechte Helft. Zo als voornoemde Lyften en Reglement gearrefteert en vaftgefteld worden by deeze, ordonneerende de refbeftive Schippers, en voorts een yder, wien het aangaan mag, zich haar dezelve te reguleeren. Aldus gedaan, gekeurd en geordonneerd by de refpe&ive Heeren van de Gerechten der Steden Haerlem en Leyden, den 11 van April, 1759. In Kcnnifie van Ons ]. H. V. DAM. YSBRAND van DAM. Resolutie, waarby Heeren DYKGRAAF en HOOGHEEMRAADEN van RHYNLAND, met derzelver MINISTERS en BEDIENDEN, wanneer in Fun&ie zyn, worden VRY GESTELD van het betaalen aan de BOOM aan de KLEVERLAAN; van den 11 van July, 17 59' BURGEMEESTERENen REGEERDERS der STAD HAERLEM, in achting genomen hebbende , dat Heeren Dykgraaf en HoogHeemraaden van Rhynland , met en benevens derzelver Minifters, midsgaders derzelver Bediendens , wanneer in Functie zyn, aan alle Tolhekken en Slag-Boomen vry zyn van de Betaalingen, en gereflecteerd hebbende, dat in de Conditiën van de Verpachtinge van de Boom aan de Kleverlaan daar van geen mende gemaakt wotd hebben, na Deliberatie, goedgevonden en verftaan : Dat in 't vervolg in de Conditiën van Verpachtingen van gemelde Boom zal geinfereert worden, dat welgemelde Heeren Dykgraaf en Hoog -Heemraaden, met en benevens derzelver Miniüers, midsgaders derzelver Bediendens, wanneer in Functie zyn , van het betaalen aan dezelve Boom vry zyn gefteld. In Kennis van My J. H. V. DAM. Resolutie, waarby aan den COMMISSARIS van de Leydse Trek-Schuyten word toegedaan EEN STUYVER meerder te vorderen van yder Roef, danbyde Ordonnantie is bepaald, mits overgevende een Billet; van den 26 van Auguftus, 1760. BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STEDEN HAERLEM en LEYDEN, gehoord hebbende de Lectuure van de Requefte aan haar Ed. Groot Achtb. gepréfen- teerd door Abraham Kaatoor, als voor Leonard Braband waarneemende het Commiflarisfchap van de Schippery van de Stad Haerlem op de Stad Leyden; hebben, na Deliberatie , goedgevonden en verftaan, den Suppliant,  48 KEUREN DER STAD HAERLEM. pliant, om redenen, by de gemelde Requefte gementioneerd,'toe te ftaan en te permitteeren, zo als toegeftaan en gepermitteerd word by deezen, om in vervolg van tyd eene Stuy- j ver meerder te vorderen van yder Roef dan by 1 'de Ordonnantie op de Roeven , van dato 11 April 1707 , is bepaald , eti over-zulks des daags ƒ 1—1—:, en des nachts ƒ 1—5—:, | mids aan alle de Huurders der Roeven, tot voorkominge van Abuyzen, overgevende Billetten van den dag, datum en het uur, op welke de Roeven der Schuyten zyn gehuurd, en de Koften van het Drukken der voorfchreve Billetten voor zyn eyge Rekening ncemende, En zal hier van Copye aan den Suppliant tot :zyne narichting worden gegeeven. Aldus gedaan en gearrefteerd den 16 van Auguftus, 1760, by de Heeren Burgemeefteren en Regeerders-der Steden Haerlem en Leyden. Ter Ordonnantie van de Heeren Ter Ordonnantie van de Heeren Burgemeefteren en Regeerders Burgemeefteren en Regeerders der Stad Haerlem. , der Stad Leyden. J. H. V. DAM. • YSBRAND van DAM. Cond 1 ti e n van VER LIUURING van de TOLLEN aan de Tol* Hekken tuflchende Steden Haerlem en Amsteldam; gearrefteerd den 31 van December 1760. DE HEEREN COMMIS. SARISSEN van de TREKVAART tusschende STEDEN HAERLEM en AMSTELDAM, volgens Commiffie van de Heeren Burgemeefteren derzelve Steden, gerevideerd en gerefumeerd hebbende de Conditiën, waarop de Verhuuring dér Tollen aan de rcfpeclive Tol?iekken wederom zoude worden gedaan; hebben aan haar Ed. Groot Achtb. voorgedragen, dat noodzakelyk eenige Verandering in dé voorfchreve Conditiën zoude behooren té worden gemaakt; en vervolgens overgegeevcn de op nieuws geconcipieerde en gedreffeerde Conditiën , zo als hier na volgen. Conditiën, waarnaar de Heeren Gecommitteerdens van bet Zandpad tujfchen Haerlem en Amfteldam willen verhuuren de Gabellen, die aan yder der refpe&ive Tol-Hekken, tujfchen de twee voornoemde Steden zullen nweten worden betaald. Articul I. De Huurder zal deswegen ontfangen volgens de Lyft hier na volgende," en wel aan yder Hek in 'tbyzonder; voor een Man te Voet één Stuyver; de Kinderen van 12 Jaar of daar beneden tot 6 Jaaren te betalen halve Gabellen, en onder de 6 Jaaren oud , vry te laten; één Man te Paerd i| Stuyver; van yder Paerd , Os , Koe of ander Hoornbceft, dat geleyd of gedreven word, £- Stuyver; van yder Pink, Vaars of Kalf J Stuyver; en daarenbo* ven van,de Dryvers, voor hunne Perfoonen, yder één Stuyver; doch zullen de Beeften,die verweyd moeten worden, en van haare ordidinaris Weg afgefneden zyn, vry pafleeren moeten. Van 'yder Schaap | Stuyver; van yder Varken, de Huysluyden aangaande, f Stuyver; doch, buyten dezelve Huysluyden, zal aan niemand vryftaan, de voor/èhreve Weg met DriftVarkens te gebruyken. Van een Koets of ander Rytuyg met 6 Paerden, 5 Stuyvers, cn van yder Perfoon daar in of op ftaande één Stuyver, de Koetfier en Voorryder daaronder nier begrepen ; van een Koets of ander Rytuyg met vier Paerden, 3 Stuyvers, en voorts als boven; van een Wagen ofte een ander Rytuyg met twee of drie Paerden, geladen of ongeladen, 2 Stuyvers, en voorts als boven; van een Chaife of ander Rytuyg met een of twee Paerden met een Perfoon, 2 Stuyvers, doch meer Perfoonen daarop zynde, van yder één Stuyver; daar onder echter niet begrepen de geene, die zelfs de Paerden ment en als Voerman ageert, of fchoon geen eygentlyk gezegd Koetfier is. IL De ordinaris Voerluyden , by de Heeren Burgemeefteren van de Steden Haerlem en Amfteldam refpeéïive aangefteld tot het beryden van het Veer tuflchen de voorfchreve twee Steden, zullen zo geladen als ongeladen voor hunne Perfoonen , Wagens en Paerden , by befloten Water en anders nier,, vry zyn van de Gabellen aan de refpeéïive Hekken; welb'erftaande , dat de Paflagiers , daar mede ryden-  KEUREN DER STAD HAERLEM. 49 tiende , altoos betaalen zullen moeten de ordmaris Gabellen, te weeten i yder één Stuyver. Zullende zig dit tot geen andere particuliere Voerluyden of Stalmeellers extendeeren, maar die gehouden zyn de Gabellen te voldoen, ten ware uyt hoofde als Eygenaars of Huurders van Landen vry waren, in welke geval , wanneer hunne Paerden door hun Volk uyt het Land worden gehaald, of ingevalle hunne Knechts na hun Land worden gezonden, als mede wanneer zodanige Stalmeellers met hunne Wagens de Hekken pafleeren, al is 't met eenigGezelfchap, vry zullen worden gelaten, mits deciareerende, dat geen Geld hebben gevorderd of zullen vorderen van zodanigen, die met hun ryden. üi. Alle andere Voerluyden, zo als medé die van de Poft-Wagens, de Stalmeellers daar onder begrepen, Paflagiers ophebbende en met hunne Rytuygen de Hekken pafleerende; zullen voor hunne Perfoonen eti Wagéns vry zyn, mids de Paflagiers, daarmede rydende, gehouden blyvende te betaalen, maar geen Paflagiers ophebbende , zullen de voornoemde Voerluyden en Stalmeellers voor hunne Wagens, betaalen moeten twee Stuyvers, het zy die ledig of met Goederen geladen mogten wezen. iiir. En zullen, even zo als deKoetflers, en die geene, die de Paerden ment, van Tol géëximeerd zyn, ook vry wezen de Jagers en JaagPaerden voor de Schuyten; doch zullen,wanneer eenige Paerden worden gebruykt tot het trekken van Playzier-Schnytjes, indien de Huurders of Eygenaars derzelve niet vry zyn, voor zodanige Paerden en den Jager de Tollen moeten worden betaald, gelyk medé, die zodanige Schuytjes trekken (maar niet de Schuytjes) de Tollen fchuldig zullen zyn,wanneer de Huurders of Eygenaar niet vry is. '. * , v. ;.7 ,: Aan de Schouwen by Spaarwoude en Slooterdyk zal betaald moeten worden voor yder Voetganger, J Stuyver; eii van yder Wagen, Koets , Chaife of ander Rytuyg , geladen of ongeladen, 2 Stuyvers; van een Paerd één Stuyver; van een Os, Koe, Pink, Vaers of ander Hoornbceft | Stuyver; van een Schaap, Kalf of Varken ' jjj Stuyver; en zal den Huurder van het Tolhek by Slooterdyk ten zynen koften moeten houden een bequaam Perfoon, om de Ingezetenen van Slooterdyk met haareFamilien en Kinderen, zo te Voet als met haare Rytuygen en Beeften, ten allen tyden met de Schouwen over eh weder te transporteeren. Vervolg van'tlI.Deel, 2 Stuk. VI. De Huurder zal niemand de Hekken of Schouwen behoeven te laten pafleeren zonderden Tol te betaalen , ten zy hy lpeciaal daar van, volgens de Lyfte hier na gemeld; worde geëximeerd; en, iemand contrarie de Hekken pafleerende, mogen afvorderen een Boete van 6 Guldens, en van 1 Gulden 10Stuyvers,ten lafte van de geenen ; die de Schouwen alzo pafleeren. vii. Insgelyks zal de Huurder zorge dragen, dat niemand des Winters met Sleden of Paerden van de Weg op het Ys, of van het Ys op de Weg loopen of ryden anders als over de gemaakte Bruggen, op de verbeurte van r Gulden 10 Stuyvers. En , voor het pafleeren van de voorfchreve gemaakte Bruggen, ontfangen voor een Slede met een Paerd één Stuyver, voor een Hand-Slede | Stuyver. VIII; Ingevalle het mogte gebeuren, dat des Winters by beftoote Water de Paflagiers voor dé Hekken van de Rytuygen quamen af te treden ! en over het Ys gingen, en daarna, als de Rytuygen door de Hekken gepafleerd waren, zig wederom op dezelven plaatften, zonderde Gabellen te betaalen, zal de Huurder de Wagenaars, of wie het ook moge wezen, daarvoor in hunne particuliere Perfoonen mogen aanhouden , en van dezelven de verfchuldigde Gabellen der afgetredene Perfoonen afvorderen. IX. De Huurder zal zorge moeten dragen, dat geen Schepen of Schuyten met ftaande Maften | leggen in de Vaart aan de zyde van het Zandpad, en, dit bevindende, de zodanigen beflaan in eene Boete van i Gulden 10 Stuyvers. X. En zal wyders zorge dragen, dat niemand gaat Wegen, Dreggen of Trekken op de Barmte van het Zandpad , of eenige Schuyten op of over de voorfchreve Barmte haale, of dezelve in eenigerhande wyze.befchadige, en, iemand contrarie doende, af te vorderen een Boéte als boven. XI. Gelyk hy mede niet zal toelaten, dat iemand zyn gezonken Schuyten in de Grond laat leggen, op een Boete als boven. XII. Item, dat niemand zyn Schuyteh langs het Jaagpad legge, zonder boven dezelven te ftellen een bequame Balie , op een Boete als bó- I ven. 1 G XHL In*  §o KEUREN DER STAD HAERLEM. XIII. Insgelyks, dat-niemand het Zandpad, daar het Jaagpad loopt, met Wagen of Karren beryde of ilcepe met eenige Vrachten, op Pcene als boven. XIIII. Dat niemand eenige Belten van Vulnis, Mi ft, of andere Materie, langer op de Trekweg late leggen als vier Dagen, op de verbeurte van één Gulden voor yder Dag, dat dezelve bevonden word daar na de voorfchreve vier Dagen gelegen te hebben. Gelyk ook, dat niemand eenig Vulnis, hoe genaamd, in de Vaart kome te gooijen of op de Weg te werpen eenig Snoeyfel, Scheerfel, Onkruyd en diergelyke, dewelke uyt de Tuynen en Woonhuyzen, aan dezelve Vaart leggende, worden uytgebragt en als Vulnis weggeworpen; op een Boete van dertig Stuyvers ten lafte van die geene, welke zulks komt te doen, ten behoeve van den Bekeurden XV. En laatftelyk, dat niemand zynPaerd of eenige andere Beeften op het Zandpad laat weyden, op een Boete van 3 Guldens. XVI. Alle welke voorfchreve Boetens, uitgezonderd de Boete in het laatfte Lid van het XIIII. Articul gemeld, zullen komen ten profyte van den Huurder, of van die geenen, die de Bekeuringen van zynent wegen komen te doen. Lyfïe van zodanige Perfoonen en Luyden, als van bet betaalen der Gabellen aan de refpe&ive Tol-Hekken en Schouwen, tujfchen Haerlem en Amfteldctm,geëximeerd zyn. I. De HeerenCommiflariften, Penningmeefters en Secretarilfen van het Zandpad. II. De Heeren Dykgraaf, Hoog-Heemraaden, Rentmeefter, Secretaris, Cafteleyn, Bodens, en verdere Bediendens van Rhynland. III. De Heer Bailliuw, als mede de Secretaris, Stedehouder en Bode van Kennemerland. IIII. De Heer Bailliuw en Houtvefter van Brederode. V. De Heer Bailliuw van Blois. VI. De Onder-Schouten van de twee Steden, als met Gevangenen de Hekken komen te pasfeeren. VII. Alle de In- of Opgezetenen op Halfwegen. VIII. De refpeéïive Vracht-Wagens, het zy die door de Schippers of andere vafte Voerluyden van beyde de Veeren by beflote Water worden gevoerd met Pak- en andere Goederen, welken by open Water met de Kaarsladen worden verzonden. IX. Een Regent van het Burger-Weeshuys der Stad Amfteldam, uyt haar Collegie te benoemen , mids dat zyn Naam aan den Huurder door hen word opgegeeven. X. De Baazen en het Werkvolk, san de Moolens van de Polders werkende, en anders niet, mids een Briefje van een vandePoldermeefters aan den Huurder verroonende, dac aan de Moolens zyn werkende. XI. Den Hofpes in de Herberg op Halfwegen, na de zyde van Haerlem. XII. De Fabryken en Baazen van het Zandpad; doch maar voor zich zeiven cn hunne Rytuygen. Aan het Hek ofScbomve hy Spaarwoude zullen vry zyn. I. Alle Ingezetenen, van Spaarwoude eo Houtryk. II. De Schctuc, Secretaris en Bode van Spaarwoude.1 III. Niemand zal, uyt hoofde van eenige Landen, Hoflieden of Tuynen, Vrydom van de Gabellen genieten, dan die zal konnen bewyzen te wezen Eygenaar, Bruyker of Huurder van zodanige Perceelen, als aan of langs den Trekweg en Vaart gelegen zyn, of by fpeciale Aéte zyn verkregen Vrydom zal konnen aantoonen. IIII. De tegenwoordige Eygenaars, Bruykers of Huurders van de voornoemde Landen, Hoflieden en Tuynen zullen blyven genieten den Vrydom van de voornoemde Gabellen, zo als die althans genieten, en zulks zonder onderfcheyd, hoe groot of kleyn de Perceelen tegenwoordig zyn, en of dezelve door een of meer Perfoonen in Eygendom bezeten of in Muur gebruykt zouden mogen worden. V.-By  KEUREN DER. STAD HAERLEM. 5i V. By overlyden der tegenwoordige Eygenaars van de voornoemde Landen , Hoflieden en Tuynen, of by Overdragt of Verandering van Huur derzelven, zullen de Erfgenaamen, Verkrygers of nieuwe Bruykers en Huurders insgelyks blyven genieten Vrydom der voorfchreve Gabellen, zo als de overledene Eygenaar, Transportant of voorige Bruyker of Huurder dezelve genooten heeft; mids dat nochtans die Landen, Hoflieden of Tuynen , by Verfterf, Overdragt of nieuwe Huur, in meerder Perceelen gefmaldeeld wordende, of wel zonder Smaldeeling aan meer dan één Perfoon in Eygendom of Huur opkomende , alsdan de refpeéïive Eygenaars of Bruykers en Huurders één Perfoon zullen moeten uytmaken en benoemen , by denwclken alleen en by geene andere de voornoemde Vrydom genoten zal worden; ten ware dezelve Landen, Hoflieden en Tuynen zo groot mogten wezen, dat yder der Erfgenaamen, Verkrygers, Bruykers of Huurders , by Verfterf, Smaldeeling , Opdragt of Huur refpeéïive, zesMorgen of meer voor zyn Aandeel zoude mogen bekomen , in welken gevalle zodanige Erfgenaamen, Verkrygers of, Bruykers en Huurders dan ook yder van den | voornoemden Vrydom zullen gaudeeren. VI. Doch zal niemand den voornoemden Vrydom genieten, dan die hunne Naamen, mitsgaders de Belendingen en Grootte van hunne Landen, Hoflieden en Tuynen, aan den Huurder opgegeeven, en hunne Bewyzen (des gerequireerd) aan de Heeren Gecommitteerden van het Zandpad overgegeeven zullen hebben, mitsgaders door dezelve Heeren Gecommitteerden voor vry erkend zullen wezen. VII. Voorts zal ook vry zyn de Opziender van het Zandpad. Mitsgaders de Werklieden, Puyniers en Modderluyden , wanneer dezelven aeftueel aan het Zandpad of de Vaart werken. Aan het Hek of Schouwe by Stoter dakzuilen vry zyn. Alle de Ingezetenen vanSloterdyk enSloterdyker-Meer. IL De Ambachtsheer van Sloten en Sloterdyk. III. De Schout, Secretaris en Bode van Sloten en Sloterdyk. IIII. Nopens de Eygenaars, Bruykers of Huurders van Landeryen , Hoflieden of Tuynen, aan of langs den Trekweg en Vaart gelegen, zal in alles plaats hebben en geobferveerd worden , het geen hier bevoorens op Articul III., UIL, V. en VI., nopens de Geëximeerden aan het Hek of Schouwe by Spaarwoude geordonneerd en geftatueerd is, waartoe alhier word gerefereerd. V. Voorts zal ook vry zyn de Opziender van het Zandpad. Mitsgaders de Werklieden, Puyniers en Modderluyden , wanneer dezelven acmeel aan het Zandpad of de Vaart werken, ' De Frydom van Tollen en Gabellen, in manier e als voorfz. is, zal zig extendeeren. I Over alle de voorfchreve Geëximeerden, het zy dezelven te Voet gaan, of ook Paerden en Rytuygen gebruyken zullen. n. Over derzelver Huysgezinnen en Domeftiquen, 't zy de Geëximeerden prefent zyn of niet; wordende onder de voorfchreve Huysgezinnen en Domeftiquen begreepen , yders Huysvrouw, Kinderen en Dienftboden; doch zullen de Kinderen, die buyten den Koft of Huyshouding hunner Ouders mogten wezen, niet vry zyn, maar moeten betaalen. Gelyk ook de Fabryken en Baazen van het Zandpad maar voor zig zeiven en hunne Rytuygen vry zyn, als hier vooren is goedgevonden. RL Een Ceëximeerde met zyn eygen of voor zyn eygen rekening gehuurd Rytuyg de Tolhekken pafleerende, zullen mede vry zyn, die met den zodanigen ryden; maar zal een Geëximeerde, met een anders Rytuyg rydende, alleen vry zyn voor zyn Per/bon , zonder die geene, waar medehyryd, te mogen bevryden. IIII. De Huurders zullen gehouden zyn een Exemplaar van deeze Lyfte altoos voor de hand te houden, om dezelve ten allen tyden te vertoonen aan den geenen, die zulks requireeren zal, en dezelve van noden mogte hebben. Wegens het Onderhoud van de Huyzen, Schouwen, betaalen der Huur-Penningen &c. t Voor het overige zal de Huurder gehouden zyn het Huys aan de Hekken, ter zyner Wooning dienende, zo van binnen als van buyten Glasdigt en in die ordre te houden, gelyk hetzelve hem zal geleverd worden. G s R. Doch  5? KEUREN DER STAD HAERLEM. II. Doch zullen de refpeétive-Schouwen aan beyde de Tolhekken door het Zandpad worden onderhouden. m De Huur-Penningen zullen betaald moeten worden yder Maand, uyterlyk voor den twaalfden Dag van de volgende Maand, binnen de Steden voornoemd aan de Penningmeelteren aldaar; zullende de Huurders voor yder Dag, die zy na den voorfch reven twaalfden wagten met de Betaaling, verbeuren tien Guldens, ten behoeven van het Zandpad. IIII. Zonder dat de Huurder eenige Korting daar aan zal mogen doen , uyt wat Prétenfie het zelve zoude mogen wezen, of tot eenige Doleantie te worden geadmitteerd, alzo deeze Verhuuring gefchied, dat de Huurder ten zynen Kofte, Baate en Schade den Tol zal moeten invorderen, en de Onwilligen tot de Betaaling conftringeeren, volgens de Ordonnantie , waar toe de Heeren Gecommitteerdens van de twee Steden , des verzogt zynde , hun Auftoriteyt zullen interponeeren, tot onderhouding van de voorfchreve Ordonnantie. V. Voor de Voldoeninge van welke, en het prefleeren van de bovenftaande Conditiën, de Huurder gehouden zal zyn te ftellen twee fuffifante Borgen ten genoegen van de voorfchreeve Heeren Gecommitteerdens, onder Renunciatie van de Beneficiën Ordinis Excufftonis & Divifioms. VI. De Verhuuring zal worden gedaan voor den tyd van één Jaar, mids dat de Huurders dan noch twee Jaaren zullen moeten continueeren in de Huur, zullende de voornoemde Huur ingaan den eerften Mey 1761, en dus eyndigen ultimo April 1764. VII. De Uytlegging of Interpretatie van deeze Conditiën , voor zo veel eenige Duyfterheyd zouden mogen behelzen, houden de Heeren Gecommitteerden aan zig. VIII. In gevalle twee of meer Perfoonen te gelyk mynden, zal het ftaan aan de Heeren Commisfariffèn de Huur te gunnen aan die geene, dien het hen zal goeddunken, of wel dezelve op nieuws te laten opveylen. Gelyk gemelde Heeren Commiftariften ook wel expres aan zig referveeren de Faculteyt, om de Huur te gunnen of niet. Waar op gedelibereerd zynde, hebben haar Ed. Groot Achtb. de voornoemde Heeren Commijfarijjen voor derzelve genome moeyte bedankt; en voorts goedgevondenen verftaan de voorenftaande Conditiën te approbeeren en te arrefteeren , zo als haar Ed. Groot Achtb. doen by deeze. Aldus gedaan en gerefolveerd den 31 van December, 1760. Ter Ordonnantie van de Heeren Burgemeefteren en Regeerders der Stad Haerlem. JAN HENDTUK van DAM. Ter Ordonnantie van de Heeren Burgemeefteren en Regeerders der Stad Amfteldam. JOAN THIERRY. Conditiën en Voorwaarden , waar na haar Ed. Groot Achtb. de Heeren Commijfarijjen van het Zandpad, tujfchen de Steden Haerlem en Amfteldam, aan de Meeftbiedende willen Verhuuren voor den tyd van drie achtereen volgende Jaaren , ingaande met primo Mey 1761 , de Gabellen, die door de Pajfagiers , tujfchen de gemelde Steden in de Schuyten vaarende, worden betaald. Articul I. Den Huurder zal van yder Perfoon één Stuyver ontfangen voor yder Tolhek, het welk met de Schuyt zal pafleeren; van een Kind onder de tien Jaaren als vooren een halve Stuyver; een Kind onder de drie Jaaren zal vry zyn. II. Niemand zal van de voorfchreve Tollen vry noch exempt zyn, dan de zodanige, die om niet vaaren, en in de Ordonnantie op de Gabellen zyn gefpecificeerd. III. De Schippers zullen als voor deezen gehouden zyn de Gabellen van de Paflagiers teffens met de Vracht af te vorderen en te ontfangen. IIII. De Schippers zullen gehouden zyn aan den Huurder of zyn Bediende, die zig telkens aan de Schuyt zal moeten laren vinden, aanftonds op te geeven het getal van Menfchen, die zy in de Schuyt hebben gehad , op verbeurte van vyftien Guldens, wanneer een Perfoon of Per- foo-  KEUREN DER STAD HAERLEM. 53 /oonen door onachtzaamheyd zullen hebben verzwegen of niet opgegeeven ; doch indien de voornoemde Schippers konnen worden overtuygt zulks met opzet en ter quaader trouwe te hebben gedaan, zullen dezelve boven dien door de Heeren Burgemeefteren of Commisfariflèn van de Stad, waar zy t'huys hooren, voor de eerfte reyze voor zes Weeken worden gefufpendeerd, en voor de tweede reyze worden gedeporteerd. V. Den Huurder zal vermogen ten zynen koften, zo te Haerlem, Amfteldam, als op Halfwegen, J aan te ftellen zodanige Perfoon of Perfoonen als hy zal goedvinden, om de Paflagiers in de Schuyten, het zy by 't afvaaren of by het aankomen , op te neemen en na te tellen , het welke de Schippers noch haare Knechts niet zullen mogen verhinderen , maar zulks moeten toelaten zonder tegenzeggen, op een Boeten als vooren; des zal de voornoemde Huurder of zyne Bediende de Schuyten in 't afvaaren niet mogen ophouden, 'tzyaan de Steden of op Halfwegen, op een gelyke Boete van vyftien Guldens; ook de Schuyten onderwegen niet mogen doen aanleggen; welke Boetens zullen worden geappliceert ten profyte van het Zandpad. VI. . Indien eenige Difputen mogten voorvallen tuflchen de Schippers of haare Knechts , en den Huurder of zyne Bediende , zo zal het zelve by de Heeren Commiftariflen van die Stad, daar de Schuyt aankomt, moeten wor- / den getermineert, zonder dat echter den Huurder de Schuyt, die afvaart, daar over zal mogen ophouden. VII. De Schippers zullen gehouden zyn, om yder Maand promptelyk aan den Huurder te betaalen, zodanige Gabellen, als zy ten behoeven van den Huurder hebben ontfangen. VIII. Den Huurder zal gehouden zyn, zyn uytgeloofde Huur-Penningen met het Randfoen voor het eerfte Jaar tegens eene Stuyver van de Gulden prompt alle Vierendeeljaars te be- Aldus gedaan en gerefolveerd i Ter Ordonnantie van de Heeren Burgemeefteren en Regeerders der Stad Haerlem. JAN HENDRIK van DAM. taaien , namentlyk het eerfte Vierendeeljaars," benevens het geheele Randfoen, aan den Penningmeefter van het Zandpad te Haerlem 5 het tweede Vierendeeljaars aan den Penningmeefter van het Zandpad t'Amfteldam, en zo van Vierendeeljaars tot Vierendeeljaars, alles in goed grof gangbaar Zilvergeld, en ingevalle den Huurder van des te doen in gebreeken quam. te blyven, immers niet binnen den tyd van een Maand na het expireeren van yder Vierendeeljaars quam te voldoen , zal hy alsdan gehouden zyn niet alleen te betaalen de bedongene Huur-Penningen , maar dezelve alsdan moeten betaalen met Guldens van twee-en-twintig Stuyvers yder; ook zal den Huurder, om geene redenen , hoe genaamt, eenige Remiflie mogen eyflchen. IX. Den Huurder zal boven zyn uytgeloofde Huur-Penningen ten zynen koften moeten neemen het doubeleeren deezer Conditiën met de Zegels daartoe fpecïeerende.. X. Den Huurder zal gehouden zyn te ftellen twee fuffifante Borgen, onder Renunciatie van de Beneficiën Ordinis Divifionis & Excusfionis, tot genoegen van de Heeren Verhuurders. XI. Den Huurder zal met geen van de Schippers eenig Accord of Compoütie wegens de Gabellen mogen aangaan. XII. Geen Schipper zal afzonderlyk deeze Gabellen mogen huuren, doch zullen die gezamentlyk wel mogen aanftaan. XIII. Twee of meer te gelyk mynende, zal het aan de Declfie van de Heeren Verhuurders ftaan, de Huur te gunnen den geenen , die dezelve goedvinden, of het zelve weder mogen opveylen. XIIII. En referveeren de Heeren Verhuurders aan haar de Interpretatie van de Duyfterheden, die uyt deeze Conditiën mogen voortkomen. kn 31 van December, 1760* . Ter Ordonnantie van de Heeren Burgemeefteren en Regeerders der Stad Amfteldam. JOAN THIERRY. G3 KEU-  54 KEUREN DER STAD HAERLEM. K E U R E N WEGENS DE G I L D E N. Waarschouwing, rakende het verkoopen van RATTEKRUYD; van den 25 van November, 1757. DE HEEREN van den GERECHTE der STAD HAERLEM, gerefieSteerd hebbende,dat op het verkoopen van Kattekruid geene Ordres binnen deeze Stad voorden gevonden, betgeen echter ten boog/leri nodig is, nadien door eene onbepaalde Vryheyd, om | het zelve te debiteer en aan yder een, wie het zy, veele en zwaare Ongelukken kunnen worden veroorzaakt; en zodanige Onheylen, zo veel mogelyk is, willende préve■nieeren ; hebben , na Deliberatie en ingenome Confideratien van het Collegium Medicum deezer Stad, goedgevonden en ver-, ftaan te arrefteeren de navolgende Précautien ten gemelden eynde, zo als haar Ed. Achtb. doen by deeze: Articul I. Dat niemand, hy zy wie hy zy, zal vermogen het voorfz. Vergift te verkoopen binnen deeze Stad of de Vrydom van dien, als alleen de Apothekers en Drogiften; doch deeze laatften alleen by grof Gewicht, op de Boete van tien Guldens, indien zy hier tegen bevonden worden re hebben aangegaan en in minder quantiteyt dan een half Pond te gelyk te hebben verkocht. En dat in een Boete van 100 Guldens zullen vervallen die geenen, die buyten de Apothekers en Drogiflen het zelve onderliaan te verkoopen, 'óf zelfs te koop houden. II. Dat de voornoemde gequalificeerde Verkoopers van hetRattekruyd hetzelve niet in hunne Winkels of voor de band zullen mogen houden, maar dat het zullen moeten bergen en opfluyten op een verzekerde plaats, waartoe zy alleen den toegang hebben. III. Dat vervolgens het gemelde Vergift door de Apothekers of Drogiften zelve in Perfoon zal moeten worden gegeeven aan die geenen, die daar om komen, en geenzins door derzelver Knechts, op de Boete van drie Guldens. IIII. En dat al verders de voorfz. gequalificeerde Verkoopers het voornoemde Rattekrayd in het geheel niet zullen mogen geeven of verkoopen als op klaren dag en aan Luyden, die by hen wel bekend zyn, op welken daarenboven geene de allerminfte Sufpicie, hoe gering ook, kan vallen; en dat het ook niet zullen mogengeeven aan eenige Domeftkquen (fchoon by hen wel bekend) zonder eene fchriftelyke ordre van hunne Meefters of Vrouwen, wanneer het zullen mogen leeveren, ingevalle de Handteekéningen van dezulke aan hen bekend zyn, doch ook anders niet; alles op de Boete van honderd Zilvere Ducatons. Alle welke Boeten zullen gaan een derde aan 'den Hoofd-Officier, een derde aan den Aanbrenger, en hef laatfte derde part aan de Nederduydè Diaconie - Armen binnen deeze Stad. Zullende deeze worden gedrukt, gepubliceerd , geaffigeerd en Exemplaaren daar van aan het Collegium Medicum, de Apothekers enDrogiften binnen deeze Stad worden gegeeven tor hunne narichting, en om zig naar den Inhoud deezer refpeftivelyk te gedragen. Aldus gedaan en gearrefteerd, den 2$ van November, 1757, Prefent de Pleeren, Mr. Daniël Jan Camerling , HoofdOjftcier; Pieter SamuëlCrommelin en Mr. Mattheus Willem van Valkenburg, Burgemeefteren; en alle de Heeren Schepenen, praterRavens en van Hogendorp: En den 30 daar aan volgende , ten over/laan van de Heeren, Mr. Daniël Jan Camerling, HoofdOfficier, Antoni Kuits en Mr. Cafpar Jacob Ravens, Schepenen der ■ voorfz. Stad, gepubliceert In kennifle van My J. H. van DAM. Eli?-  KEUREN DER STAD HAERLEM. 55 Elucidatie van bet V. Articul der Ordonnantie op het WAGEN-VEER tullehen Haerlem en Leyden; gearrefteerd den 31 van December, 1756, en den 6 Van January, 1757. DE HEEREN van den GE- | RECHTE der STEDEN HAERLEM en LEYDEN, in achtinge genomen hebbende het diverfe Begrip , en de daar uyt voortgekomen inéguale Praftycq, weJke tot hiertoe binnen de voorfchreve Steden is gemaakt en gehouden, wegens het vyfde Articul van de Ordonnantie op het Wagen-Veer , tuflchen dezelve Steden in den Jaare 1756 gearrefteerd, en wel zo verre betreft het doen voor af befpreken van de Plaatfen op de Wagens, die afryden, en het daarvan doen geeven van Lootjes of Billetten door de Commiftariften van het zelve Veer aan die geenen, die het zelve Waren verzoekende , het welk in de eene Stad is gedaan en in de andere niet, en begeerende aan de eene zyde , tot Beneficie van het zelve Veer, aan de Paflagiers zo veel Eatiliteyt en Gemak toe te brengen als eenigzins mogelyk is, doch , aan de andere kant, dat dezelve Ordonnantie ook worde geprachTeerd in de beyde Steden op een en dezelve voet; hebben, na Deliberatie, en in confideratie, dat het befpreeken van Plaatfen op alle Wagen-Veeren is gepermitteerd , en het zelve ook aan veele Reyzigers kan flrekken tot wegneemingé van veele Inconvenienten , waar aan anderzins zouden moeten onderworpen zyn, goedgevonden en verftaan, by Elucidatie van het voorfchreve vyfde Articul van de voorgemelde Ordonnantie op het Wagen-Veer tuflchen de Steden Haerlem en Leyden te verklaaren en vaft te ftellen, zo als verklaard en vaftgefteld word by deezen, dat, blyvende den inhoude van het meergemelde vyfde Articul omtrent alle Perfoonen, die, zonder alvoorens Plaatfen te hebben befprooken, en daar van Billetten of Lootjes te Hebben verkregen, aan de Wagen komen, om by het afryden daarop Plaatfen te hebben, in zyn geheel, en van volle kracht, het dien onverminderd nochtans aan alle en een ygelyk zal vry ftaan Plaats of Plaatfen op dezelve Wagens voor af te doen befpreeken, in diervoe¬ gen , dat de refpeéïive Commiflariflèn van dezelve Veeren, aan de eerft daar toe opkomende zullen zyn gehouden daar van te geven een Billet of Lootje, waar vóór aan de Commisfaris voor deflelfs moeyte voor yder Plaats zal worden betaald één Stuyver; zondermeer, en zullen zodanige Paflagiers op dezelve Wagens voor alle anderen konnen neemen de zodanige Plaatfen als de by haar genome Billetten of Lootjes uytwyzende zyn, mids niet te min komende op de behoorlyke tyd van het afryden der Wagens, en zonder dat na dezelve eenigzins zal behoeven gewagt te worden. En zal van deeze Elucidatie Cöpié worden gegeven aan de refpeéïive. Commiflariflèn van het voorgemelde Wagen-Veer binnen de twee Steden, ten eynde zig daar na te reguleeré», en aan de Paflagiers daar van ten allen tyden te konnen geven Vifie en Lechiïe. Aldus gearrefteerd', den 31 van Decemcember, 1756, by de Heeren,Mr. Jan van Styrum, Hoofd-Officier; Pieter Samuêl Crommelin, Mr. Mattheus Willem van Valkenburg en Mr. Francois Ben- . j'amin Fagel,Burgemeefteren; Antoni Kuits, Mr. Cafpar Jacob Ravens, Mr. Jan Fredrik Parvé, Mr. Daniël Jan Camerling , Mr. Jan Tèeodorus Koek en Andries Heshuyfen, Schepenen der Stad Haerlem. In kennifle van My t H. V; DAM. Aldus gerefoheerd en gearrefteerd by die van den Gerechte der Stad Leyden op den 6 van January, 1757. My jegenwoordig ^YSBRAND van DAMr  56* KEUREN DER STAD HAERLËM, Reglement voor-de STADS-SCHOOLMEESTERS; van den 10 van Mey, 1757. Zie onder het Capittel van Inftruttien. Alteratie van het VIL en VIII. Articul van het Reglement voorde STADS-SCHOOLMEESTERS; van den 5 van Augufti, 1757. Zie onder het Capittel van Inftrucftien. Resolutie, houdende Verandering omtrent het SCHOOLGAAN der Kinderen in de Stads-Schoolen; van den 28 van Augufti, 1758* Zie onder her Capittel van Inftructien. Resolutie, houdende nadere Verandering omtrent het SCHOOLGAAN der Kinderen in de Stads-Schoolen; van den 12 van February , 1759. Zie onder het Capittel van Inftru&ien. Ordre op de LEVERANTIE van TURF en KAARSEN aan de Stads-Schoolen; van den 3. van Juny, 1760. Zie onder hec Capittel vart Inftrucftien. Alteratie en Ampliatie van de Keure voorliet KANTREDERS-GILD van den 8 van September, 1756; gedaan den 25 van November, 1757* DÈ HEEREN van den GERECHTE der STAD HAERLEM, gehoord hebbende de Letlure van het Requeft, aan haar Ed. Achtb. gepréfenteerd door de Overluyden van het Kant-Reders-Gild binnen deeze Stad, verzoekende, dat het V., XII. en XIX. Articul van de Keure voor het voornoemde Gild, den 8 van September des voorleden Jadrs gearrefteerd, mogten worden veranderd, om Difputen te prévenieeren; hebben, na Deliberatie, goedgevonden en verftaan de gemelde Articulen te altereer en, zo als haar Ed. Achtb. dezelven alter eer en by deeze, in maniere hier na volgende. Articul L Dat, in plaats van de Dispoiitie van het voorfz. V. Articul , iemand , de Fabriek willende beginnen, alvoorens dat dezelve van de Moolemaaker eenige Gereedfchappen laat maken , of van een Fabrikeur of Moolemaaker eenige gemaakte Gereedfchappen koopt, en voor die te ontfangen en t'huys tè haaien, in beyde de voorfchreve Gevallen aan de Overluyden daar van kennis zal moeten geeven, en zig vervolgens op den eerften Zitdag laten inteekenen; midsgaders het Gild volgens het lh Articul der gemelde Keure voldoen , op de Boete van 25 Guldens. II; Dat*  KEUREN DER STAD HAERLEM. 57 II. Dat , met Verandering van het XII. Articul derzelve Keure, iemand, toezegging hebbende van een Fabrikeur, om Werk t'huys te zullen krygen, aanftonds daar van aan de Overluyden kennis zal moeten geeven, op de Boete van één Gulden, indien hier omtrent nalatig is. En dat dezelve zig dan op den eerften Zitdag als Werkbaas zal moeten laten inteekenen, om zyn Baaze-Brief te ontfangen ; waar voor hy zal moeten betaalen twee Guldens; en zal dezelve by faute van dien, en na den eerften Zitdag t'huys daar aan werkende , verbeuren de Summa van 6 Guldens. III. Dat, by Elucidatie en Ampliatie van het voorfchreve XIX. Articul, een Werkbaas voor yder Rondje of Af haalzel van de Knecht niet meer zal mogen vorderen als een zesde van het volle Arbeydsloon , by het XXVI. Articul der gemelde Keure gefteld, opdeBoetevan 25 Guldens , zo menigmaal de zodanige bevonden zal worden hier tegen te hebben aangegaan. zyn Baaze-Brief te ontfangen ; waar voor hy Doch zal daar tegen het Spoelen geheel moeten bezorgen ten zynen koften; en zal dezelve, wanneer hy een Knecht laat Spoelen, voor yder Af haalzel van 12 Ellen, 2 Stuyvers moeten voldoen. Wordende de gemelde Overluyden gequalificeerd, om deeze Alteratie ten koften van het Gild te laten drukken, ten eynde daar van aan de Gilde-Broeders een Exemplaar te bezorgen tot derzelver narichting. Aldus gedaan en gearrefteerd den 25 van November, 1757, préfent de Heeren, Mr. Daniël Jan Camerling, HoofdOfficier; Pieter Samuël Crommeün en Mr. Mattheus Willem van Falkenbur*, Burgemeefteren , en alle de Heere% Schepenen, praterRavens en van Hegendorp. In Kennifle van My J. H. van DAM. Qualificatie voor ALIDA SPOOR, als gequalificeerd om de BEL, by bet afryden van de Wagens by befloten Water gebruykt wordende, aan haar Huys by de Spaarwouder-Poort te houden, om Lootjes of Billetten uyt te geeven van de Plaatfen op de Wagens, by haar befprooken; van den 21 van Maart 1758. BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STAD HAERLEM, gehoord hebbende de Differenten tuflchen den Commiftaris van de Amfteldamfe Schuyten en van het Amfteldamfe Wagenveer, of wel den Waarneemer van die Bedieningen, en AUda Spoor, Weduwe van Adrianus Weldyk,zh gequalificeerd, om de Bel, by het afryden van de Wagens, wanneer het befloten Water is, gebruykt wordende, aan haar Huys by de Spaarwouder-Poort te houden, ontflaan over het befpreeken van Plaatfen op de Wagens , en het geeven van Lootjes van zodanige befprooke Plaatfen; hebben , na Deliberatie , goedgevonden en verftaan , zo als haar Ed. Groot Achtb. goedvinden en verftaan by deeze : Dat by provifie by de voorgemelde AUda Spoor de Plaatfen op de Wagens by befloten1 Water zullen mogen worden beiproo&en; qualiüceerende haar, om daar van Lootjes of Billetten uyt te geevenmet ordre nochtans, om hier omtrent zonder eenig aanzien van Perfoonen te werk te gaan en zonder zigmet eenige verdere Zaaken van het' Wagenveer te bemoeijen ; als blyvende zulks aan den Commiffaris van het zelve Veer gedemandeerd; welke dienvolgens ook zal zyn en blyven bevoegd, om toe te zien, dat alles hier omtrent, als ook met relatie tot de Voerluyden en Paflagiers, met ordre en behoorlyk gefchiede; en om ook de Verfchillen , die over eenige befprooke Plaatfen als anderzins mogten opkomen, te termineeren. Zullende Copie deezer aan denzelven, en aan de gemelde AUda Spoor, tot hunne narichting worden gegeeven. A&um ter Kamer, den 21 van Maart, 1758. In Kennifle van My J. J: v: BERGUM v: NIEUWENHUYSEN. Vervolg van V II. Deel, 2.Stuk. H Etv-  58 KEUREN DER STAD HAERLEM. Elucidatie en Ampliatie van de Keure en Ordonnantie op de SMALREDERY; van den 25 van Maart, 1749; en van de Keure voor het B ONTE-LYN WA ATEN-, Boezels-, Bedtyk-, Servet-, Gaaren-Damaft- en GaarenReders-Gild; van den 21 van Maart, 1752; raakende de Werken van geheel Gaaren-Kettings, doch met Zyde of Floret ingeflagen; van den 1 van September, 1758. De HEEREN van den GERECHTE der STAD HAERLEM, by Requefte door Commisfariffen ofte Geautborifeerdens der Zyde- en andere Manufacluuren , de SmalNeering aangaande; en de Overluyden van het Bonte - Lynwaat- , Bedtyk-, Boezels-, Gaaren-Damaft- en Gaaren-Reders-Gilde geïnformeert zynde , dat'er eenige Beden- , kingen waren ontftaan over zeker Nieuw I Werk van geheel Gaaren-Kettings , doch fnetZyde of Floret ingeflagen, vermits daar ' omtrent in hunne wederzydfe Ordonnantiën geene genoegzaame Bepaaling wierd gevonden ; hebben, na Examinatie van eenige Articulen, door hen ontworpen en over gegeeven, met Verzoek, dat dezelve mogten worden geapprobeerd (en na alvoorens daar op te hebben ingenomen de Confideratien en Advys van de Superintendenten en Overluyden der Zyde-Manufa&uuren binnen deeze Stad) totvoorkomingevan Verfchillen,midsgaders tot Confervane van de voornoemde Fabryken, op clatSubjecl by forme van Elucidatie en Ampliatie op de Keur en Ordonnantie van de Smal-Redery, van den i^vayi Maart, 1749 ; als mede van de Keur en Ordonnantie van het Bonte-Lynwaaten-, Boezels-, Bedtyk-, Ga aren - Dam aft- en Gaaren-Reders-Gilde, in dato den 21 van Maart, 1751, en verdere daarop gevolgde Ampliatien , goedgevonden en verftaan op nieuws te arrefteeren, zo als haar Ed. Achtb. arrefteeren by deezen de Pointen en Articulen, hier na volgende; willende en begeerende , dat dezelve door een yder, die dezelve zullen aangaan, ftri&elyk zullen worden achtervolgt ,op de Poenen en Boeten, daar by geftatueert. Articul I. Dat alle Werken, in het Bonte-LynwaatenGild, uytKettings van geheel Gaaren beftaan de,, bepaaldelyk gewerkt met twee Schagten en twee Gcterden (en niet meer) daar Zyde of Floret word ingeflagen, 'tzy weynigofveel, uyt hoofde van deeze Inflag zullen moeten in- geteekend worden by het Smal-Reders-Gild, en daar voor betaald worden, te weeten: Door een Fabriqueur (in dat Gild niet zynde ingefchreven) het halve GildeGeld. Door een Werkbaas (medé niet ingeteekend zynde") zes Stuyvers. Door een Knecht (als boven) drie Stuyvers. Mids een Cedul bekomende, daar het Werk en het Inteeken-Geld op uytgedrukt ftaat. II. Dit zelve zal ook plaats hebben ingevalle door Fabriquanten van het Smal-Reders-Gild de bovengenoemde Bonten van geheel GaarenKettings, bepaaldelyk met twee Schagten en twee Geterden (en niet meer) met Zyde of Florette Inflag zullen worden gemaakt, die dan uyt hoofden van deeze Gaaren-Kettings, by hetBonte-Lynwaaten-Gild zullen ingefchreven worden, en daarvoor worden betaald, te wee ten: Door een Fabriqueur (in dat Gild niet ingeteekend zynde) het halve GildeGeld. Door een Werkbaas (pnede niet ingeteekend zynde) zes Stuyvers. En door een Knecht (als boven) drie Stuyvers. Mids mede een Cedul bekomende , daar het Werk en het Inteeken-Geld op uytgedrukc ftaat. III. De Fabriquanten en Werklieden van de wederzydfe Gildens zullen, uyt hoofden van de bovengenoemde Werken , aan elkander over en weder geen Jaargeld betaalen; en over de Stoffagie en Gereedfchappen behoud een yder zyn Recht: Zullende de Arbeydsloonen van deeze Werken betaald worden, zo als den Fabriqueur met den Werkman te zamen zullen overeenkomen, doch in opzigt van de Keur der Zyde, of wegens het ftneeren, zal over en  KEUREN DER STAD HAERLEM, 59 cn weder de Ordonnantie van het Smal-Reders-Gild door een yder gebruykt worden. UIL De bovengenoemde Werken van geheel Gaaren-Ketting, met Zyde of Florette Inflag, zullen niet buyten deeze Stad mogen worden gemaakt, zelfs niet tot de alhier gebruykelyke Loonen, op een Boete van vyf-honderd Guldens voor yder Stuk, te appliceeren een derde voor den HeerHoofd-Offlcier, een derde voor den Aanbrenger en het refteerende derde part ren behoeve van hec Gild. V. De Fabriquanten en Werklieden, van de bovengenoemde Werken , zullen zes Weeken m de Aanneeming, en ten opzigte van die reeds werkende zyn , binnen denzelven tyd, na het arrefteeren deezes, moeten ingeteekend zyn; op een Boete van vyf-en-twintig Guldens voor den Fabriqueur, en tien Guldens voor den Werkman; welke Boetens zullen bekeert worden ten behoeve van dat Gild, waarvoor de Aanteekening is verzuymt. VL Doch ingevalle op Bonte-Lynwaat-Werkers Getouwen, of onder opzigt van hec Bonte- | Lynwaat-Gild, eenige Breede of Smalle Werken wierden gemaakt, daar Zyde of Floret in de Ketting quam, het zy weynig of veel, al was den Inflag geheel van Gaaren, zullen zodanige Werken , zonder eenig tegenzeggen, wegens de Arbeyds-Loonen en het onderzoek over de Stolfagie en Gereedfchapjien, geheel en al onderworpen zyn en blyven aan de Ordonnantie van het Smal-Reders-Gild , en dat Gild moeten gekogt worden na behooren. VII. En zal deeze Ampliatie ten koften van de wederzydfe Gildens worden gedrukt, ten eynde, om rot dienll dergezamentlyke Gilde-Broeders te kunnen ftrekken. Aldus gearrefteerd , geïlucideerd en geamplieerd den eerften van September, 1758, by de Heeren, Mr. Daniël Jan Camerling, Hoofd-Officier; Mr.Carel van Dyk , Bnrgemeefter , en alle de Heeren Schepenen. In kenniffe van My J. H. van DAM. Alteratie en Ampliatie van de Keur en Ordonnantie van het BROODBf\KKÉRS-GILD; van den 18 van July, 1759* DE HEEREN van den GERECHTE der STAD HAERLEM gezien hebbende de Requefte van Deken en Kinders van het Broodbakkers-Gild, midsgaders de Requefte, door eenige Bakkers-Knechts binnen deeze Stad aan baar Ed. Achtb. geprefenteerd, hebben, geëxamineerd zynde der Supplianten beyde Belangens, na Deliberatie, goedgevonden en verftaan, by forme van Alteratie en Ampliatie van de Keur en Ordonnantie van het Broodbakkers -Gild binnen deeze Stad , in dato 27 November , 1749, te ordonneeren en te ftatueeren, gelyk geordonneerd en geftatueerd word by deezen, de Pointen en Articulen hier na volgende; blyvende de voorgemelde Keur en Ordonnantie , voor zo verre deeze niet is contrarieerende, in zyn volle vigeur en kragt. Articul I. Dat het getal der Bakkers of Bakfters, in plaats van agt-en-thegentig, zal uytfterven tot op zeventig, ten waare in die tuflchen tyd mogte geoordeelt werden nuttig te zyn, dat de Vycüennng ceffëerde voor dat het getal tot op 70 was gereduceerd. & Dat geduurende den tyd van de eerftkomende zes Maanden, ingaande met de Dag vanher arrefteeren deezes, en langer niet, het aan yder Bakkers-Knecht, die aan de Keure heeft voldaan, en in ftaat is, om zyn Proef te doen, zal wezen gepermitteerd, indien'er een Bakker of Bakfter in die tyd komt te fterven of uytgekogt word, en dus een afgaande of overlydende tegens een aankomende gerekend, zyn Proef te mogen doen, maar dat na de expiratie van die tyd geene hun Proef zullen mogen doen, dan na dat'er twee uytgeftorven of uytgekogt zyn. III. Dat het echter aan een Bakkers-Knecht, die in alles aan de Keure van het Gild heeft voldaan, en met een Bakkers Weduwe komt te trouwen, ten allen tyden zal wezen gepermitteerd, om zyn Proef te doen, zonder iemand uyt te koopen, of na een Sterfgeval te wagten. H 2 IIII. Dat  óo KEUREN DER STAD HAERLEM. Alteratie van het V. Articul der Ordonnantie vanhet MANDENMAKERS-GILDE; van den 18 van July, 1759. DE HEEREN van den GERECHTE der STAD HAERLEM gehoord hebbende de Leclure van de Requefte, aan haar Edele Achtb. gepréfenteerd door Aaltje Brinkman, Weduwe van Willem Enno, in zyn leven geweeft zynde Gilde-Broeder in het Mandenmakers-Gilde binnen deeze Stad, contineerende Verzoek, ten eynde mogte worden gedeclareerd en verklaard, dat het aan haar Suppliante zoude wezen gepermitteert, om het Ambacht en Mandemakers-Winkel van haar voornoemde Man ten behoeve van haar Zoon te continueeren, tot dat haar Zoon zelfs in ftaat zal zyn geraakt zyn? roef te doen,zonder een Knecht te moeten ftellen, die zyn Proef gedaan heeft; hebben gezien het Declaratoir ten opzichte van de Suppliante , door de Vinders van het Mandenmakers-Gilde aan het eynde van de voorfz. Requefte gevoegd, midsgaders gelet zynde op het verdere Verzoek , door die van het Gilde daar by ter neder gefteld; goedgevonden en verftaan by forme van Alteratie van het V. Articul der Ordonnantie van het Mandenmakers-Gilde, in dato den 9 van September, 1750, geëmaneerd, te declareeren en te verklaaren, zo als gedeclareerd en verklaard word by deezen, zo ten be¬ hoeve van de Suppliante, als van alle andere Weduwen van Gilde-Broeders, die'er in vervolg van tyd noch zouden mogen komen. Dat het van nu voortaan aan alle Weduwen van Gilde-Broeders van dit Gilde, *t zy dezelve een of meer Zoonen zouden mogen hebben, die in de plaatfe van derzelver Vader dat Ambacht in der tyd zouden willen continueeren, zal vry Haan zulks te doen met een of meer Knechts, zonder gehouden te zyn , dezelve Knechts hun Proef te laten dóen. En ten eynde een yder der Gilde-Broeders* daar van zoude hebben de behoorlyke kennifle, zal deeze ten koften van hec Gilde worden gedrukt, en aan alle de Gilde-Broeders daar van ten hunnen koften worden gegeeven een Exemplaar, om te ftrekken tot haare narichtinge. Aldus gedaan en gearrefteerd, den 18 van de Maand July van den Jaare 1759, by de Heeren, Mr. Daniël Jan Carnet ling, Hoofd-Officier; Mr. Juftus Witte, Mr. Jacob Deutz en Mr. Mattheus Willem van Valkenburg, Burgemeefteren; en alle de Heeren Schepenen , prater van tiogendorp. My prefent J. H. van DAM. Elü- Iflfe Dat ook een Bakkers-Zoon insgelyks zonder na eénig Sterfgeval te wagten of verobligeerd te zyn iemand uyt te koopen, ten allen tyden, zo hy in alles aan de Keure voldaan heeft, zyn Proef zal mogen doen, en de plaats van zyn Ouders, of van de langftlevende van dien, Vervullen, indien dezelve quam of quamen te overlyden, uyt de Neering te fcheyden ofte hertrouwen, fchoon de Overblyvende met een Bakker of Bakkers Weduwe hcrhuwelykte. V. Dat een Bakkers-Dochter gelyk recht als een Bakkers-Zoon zal hebben, om de Plaats van haar Ouders, in de gevallen als by het UIL Articul is gemeld, te vervullen, indien zy met een Perfoon komt te trouwen, die aan alles aan de Keure heeft voldaan, mids zyn Proef doende. VI. En laatftelyk, dat zo ras het getal van Bakkérs en Bakfters tot op tagtig is uytgeftorven, yder Gilde-Broeder of Gilde-Sufter, het zy dezelve bakkende of ftilzittende zyn, Jaarlyks tot des te beter Onderhoud van het zelve Gild* in plaats van 20 of 12 Stuyvers, zonder Onderfcheyd zullen moeten betaalen dertig Stuyvers. Aldus gedaan , geordonneerd en geftatueerd den 18 van July, 1759, by de Heeren , Mr. Daniël Jan Camerling, Hoofd-Officier ; Mr. Juftus Wttte, Mr. Jacob Deutz en Mr. Mattheus Willem van Valkenburg,Burgemeefteren ;Jean Salomon la Clé, Mr. Zacharias Steenis, Dirck van der Waeijen , Mr. Paul le Leu de Wilhem, Heer van Drongelen, Mr. Aalft van der Hoolck de Bruyn en Dr.Nanning Berkhout, Schepenen der Stad Haerlem. By My [ }. H. van DAM.  KEUREN DER STAD HAERLEM. ói Elucidatie en Ampliatie van het VIII. Articul der Ordonnantie van het gecombineerde BR ANDE WYNVERKOOPERS- en TAPPERS-GILDE; Van den 18 van July, 1759. DE HEEREN van den GERECHTE der STAD HAERLEM, by Requefte door Deken en Vinders van het gecombineerde Brandewyn- Verkoopers- en Tappers-Gilde binnen deeze Stad geïnformeerd zynde, dat verfcheyde van hunne Gilde-jBroederen zig van die Neeringe ontdoen, zdmmige met veranderingvan Wwnplaats buy ten deeze Stad, en bet Gild nochtans onderhoudende , om, de occafie hun voorkómende j, bun Recht tot dat Gild te verkoopen, en daar mede handel te dryven, en dat andere wederom , of fchoon meper Woon binnen deeze Stad blyvende , die Neeringe niet exerceeren , en ?nitsdien Jaarlyks het Gilde-Geld niet contribueeren; hebben, na Deliberatie, en gemerkt by de Ordonnantie van der Supplianten Gilde van dato den 23 van December, 1752, daar tegen niet fpecialyk was voorzien ,goedgevonden en verftaan, tot maintien van der Supplianten voorfchreve Gilde, en weeringe van alle quaade Gebruyken, by forme van Elucidatie en Ampliatie van het VIII. Articul van dê voorgemelde Ordonnantie, te fïatuèeren en te ordonneeren i, zo als geftatueerd en geordonneerd word by deeze, het gunt hier na volgd: Articul L Eerftelyk, dat die geene; dewelke tegenwoordig buyten de Stad woonen, dool-Deken bn Vinders van het voorfchreve Gilde zullen worden gewaarfchouwd , dat, in gevalle zy binnen den tyd van een Jaar na dieWaarfchouwinge met'er Woon niet wederom binnen deeze Stad komen, of fchoon zy het Gild zullen hebben onderhouden,zullen zyn vervallen van hun Recht tot het Gild , en dat gevolgelyk hunne Naamen op het Gilde-Boek zullen worden geroyeert. II. Ten tweede , dat door Deken en Vinders van het Gilde van Perfoonen, met'er Woon buyten deeze Stad vertrekkende, in vervolg van tyd geen Gilde-Geld zal mogen worden ingevorderd, maar dat dezelve zullen worden verftaan, het Gild door hun vertrek te hebben verlaten, en dat op het Gilde-Boek zal wórden gedaan Aanteekening , dat dezelve daar van zyn vervallen. III. ten derde, dat een Groffier of Fleffier een Jaar in gebreken zynde zyn Gi/de-Geld te betaalen , dezelve zes Maanden na de Verfehyndag tot die betaalinge zal Worden aangemaand en dat dezelve daar aan niet obedieerende;, en het Jaar zonder betaalinge geeyndigt zynde, dezelve ten overvloede noch zal worden gein finueerd, om binnen den tyd van veertien Dagen te voldoen, op Pcene, dat van het Recht van het Gild zal wezen vervallen, en dac deszelfs Naam op het Gilde-Boek, by gebrek van die betaalinge, als dan ook effeéiivelyk zal worden geroyeerd. nii. , En laatftelyk, dat het geene van de GildéBroederen zal zyn gepermitteerd, om by Verkoop Afïland van het Gild te doen, zo wani neer hy iets meerder dan het loopende Jaar verfchuldigd is. V. En zal deeze Ampliatie ten kollen van het Gilde worden gedrukt, en een yder van de Gilde-Broeders daar van een Exemplaar worden gegeeven, tenPryze, als die aan het Gild zal hebben gekeft. Aldus geëlucideérd en geamplieerd den 18 van de Maand July van den Jaare I759> by de Heeren, Mr.Daniël Jan Camerling, Hoofd-Officier; Mr. Juftus Witte, Mr. Jacob Deutz en Mr.Mattheus Willem van Valkenburg, Burgemeefteren ; en alle de Heeren Schepenen.,\ prater van Hogendorp. My prefenc j. H. van DA Mi, H 3 öi&  62 KEUREN DER STAD HAERLEM. Ordre aan de Vinders van het SLEEPERS-GILD, om zo veel mop-el vk aan hctSleepershoöfd te zyn, en zorg te dragen, datgeen ander " Werk worde aangenomen voor dat het gewonne Werk is afgedaan, en aan alle Sleepers, om zig punctueel na de Ordonnantie te reguleeren ; van den 29 van February, 1760. -f"^ URGEMEESTERENenREGEE RDERS der STAD H AERj j^LE M, te meermaalcn gehoord hebbende dc Klachten over zommige Sleepers binnen deczcStad, dat dezelve gering Wagenwerk gewonnen hebbende, onwillig zyn, om het zelve Werk af te doen, en zig alsdan, in plaatfe van het zelve te verrichten , laten omployeeren, om met de Tocüedc te ryden; als mede, dat dezelve zig van de Loting, wanneer aldaar geloot ftaat te worden, om Werk, waaraan niet veelWinft te behaalen is, komen te abfenteeren, waar door veele Burgers en Ingezetenen deezer Stad niec na behooren en op zyn tyd worden bediend; hebben, na Deliberatie, en tot voorkominge van diergelyke quaade Praftyken, direftelyk tegens het geftatueerde van de Ordonnantie op het SleepersGilde geëmaneerd, geïntroduceerd, goedgevonden en verftaan , de Vinders van het voornoemde Gilde voor haar Ed. Groot Achtb. te doen compareeren, en henlieden aangezegd, dat zy hen, zo veel mogelyk, aanhetSleepersHoofd zullen laten vinden en zorge dragen, dat geen ander Werk, van wat natuur het zelve ook wezen moge , worde aangenomen , voor en al eer het reeds gewonnen Werk zal wezen afgedaan, en voorts in allen deelen naauwkeuriglyk acht te neemen, dat de Keuren op het voornoemde Subjeft gearrefteerd, naauwkeuriglyk worde naargekomen cn geobferveerd. Wordende alle Sleepers ook gelaft by deeze zig punótueelyk na de Ordonnantie, op het Siccpcrs-Gildc gearrefteerd, te reguleeren. En zal hier van Copie aan de Vinders van het Sleepers-Gilde worden toegezonden, om zig daar na te reguleeren. Abïiim ter Kamer den 29 vanFebruary 1760. In kennifle van My J. H. van DAM. Alteratie van het XXVI. Articul der Keure van het K U Y P E R S-GIL D; van den 3 van Maart, 1760. DE HEEREN van den GERECHTE der STAD HAERLEM, gehoord hebbende deLetfure van de Requefte, aan haar Edele Achtb. gepréfenteerd door Jannetje Slebes, Weduwe van Gerrit van Hunnen, in leven Kuvpers-Baas binnen deeze Srad, verzoekende, omredenen, by de Requefte breeder gemeld, te mogen worden geauftorifeerd, om de voorgemelde Kuypery, midsgaders de Styl en Neeringe van dien, haar leven lang geduurende te mogen blyven continueeren en aanhouden, even als by het leven van haart» Man is gedaan , en dus van de Verplichtingc van het XXVI. Articul van dc Keure voor het Kuypcrs-Gilde te mogen worden vrygefteld; hebben, na Deliberatie, en ingenomen Schriftelyk Bericht van Deken en Vinders van het Kuypcrs-Gilde,goedgevonden en verftaan, by forme van Alteratie van het XXVI. Articul van 'de Keure van het Ruypers-Gildc, in dato 30 April, 1750, op nieuws te ftatueeren, zoals geftatueerd word by deeze, zo ten behoeve van de Suppliante,als van alle andere Weduwen van Gilde-Broeders, die in vervolg van tyd noch zouden mogen komen : Dat van nu voortaan, wanneer een Gilde-Broeder fterft, deftëlfs Weduwe alsdan de Winkel zal mogen blyven aanhouden, mids zy een van haare Knechts de gerequireerde Proef laat doen, doch met dien verftande, dat de gedaane Proef aan denzelven Knecht, om Baas te konnen worden , niet te ftade zal komen. En ten eynde een yder der Gilde-Broeders daar van zoude hebben de behoorlyke kennis, zal deeze ten koften van het Gilde worden gedrukt, en aan alle de Gilde-Broeders daar van ten hunnen koften worden gegeeven een Exemplaar, om te ftrekken tot haare narichtinge. Aldus gedaan en gealtereerd, den 3 van Maart, 1760, pré/ent de Heeren.Mr. Daniël Jan Camerling, Hoofd-Officier; Mr. Mattheus Willem van Valkenburg, en Antoni Kuits, Burgemeefleren; en alle de Heeren Schepenen der Stad Haerlem, prater de Heeren Steenis en van Hogevdorp. In kennifle van My F, C. DRUYVESTEYN, Re-  KEUREN DER STAD HAERLEM. 63 Resolutie, dat voortaan geene Groffiers of Fleffiers hun RECHT tot het GILD zullen mogen verkoopen , ten zy alle Jaaren de Recognitie aan de Stad behoorlyk hebben voldaan *, van den 3 van July, 1760. BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STAD HAERLEM, refleélie gemaakt hebbende ter gelegenheyd van verfcheyde Verzoeken , door zommige Perfoonen aan haar Edele Groot Achtb. gedaan, om te worden geadmitteerd als Groffiers of Tappers in Sterken Drank, dat door dezelven uytgekogt worden zodanige Groffiers of lappers, die wel in het Gilde ingefchreven zynde, hun Gilde-Geld voldoen, maar niet aftueel die Neering exerceeren, en ook niet ten behoeven van deeze Stad de Jaarlykfe Recognide voor deAdmiffie,omde voorfchreve Dranken te verkoopen, voldoen of betaalen ; hebben, na Deliberatie, goedgevonden en verftaan : Dat in vervolg geen Groffiers of Fleffiers tot het verkoopen van het Recht van hun Gilde zullen worden geadmitteerd, ten zy dezelven zullen konnen doen blyken , dat van alle de Jaaren, geduurende dat Groffiers of Tappers zyn geweeft, cie Recognitiën aan deeze Stad behoorlyk zyn voldaan. En zal Copie hier van aan de Overluyden van het Brandewyn-Verkoopers- en TappersGilde worden gegeeven, om te ftrekken tot haare narichtinge, en om de Leden van het zelve Gild daarvan kennifle te doen hebben. In kenniffe van My J. H. van DAM, Resolutie, waar by de WYKEN, en de Scheyding der VAENDELS buyten de Poorten is gereguleert; van den 6 van Juny , 1760. DEN HEER COLONEL HUYGHENS beeft uyt naam en van •wegen de Heeren by Refolutie Commijforiaalvan den 24 April laatftleden gecommitteerd, aan haar Ed. Geftr. gerapporteerd, dat zy Heeren Gecommitteerdens &c. tot het reguleeren van de Scheyding der Vaendels buyten de F oor ten , zy Heeren Gecommitteerdens hebben nagegaan de Kaarte van de Verdeeling der Wyken deezer Stad, en van begrip zyn, dat de gezegde Verdeeling der bVyken in de Ordonnantie omtrent de Schuttery niet vermeld, veel min bepaald zynde, in diervoege zoude kannen voorden uytgebreyd en vaftgefteld: Dat het Orange Vaendel en Blaauwe Vaendel van de Cluveniers-Doelen, volgens Ordonnantie der Schuttery te zamen gefteld zynde, by beurtwifleling in cas van Brand den Dienft buyten de Kennemer-Poort te moeten prefteeren, zig gezamentlyk uytftrektenvanhetNoorder-Spaerne tot op de hoogte van de Gaarenkookers-Sluys. Het Gecouleurde Vaendel van de Cluveaiers-Doelen van de Gaarenkookers-Sluys tot het eynde van het Muyzeveld. 1 Het Gecouleurde Vaendel van de St. JorisI Doelen van het Muyzeveld langs de Raampoort, / Groote Houtpoort tot op de hoogte van het / Groot Heylighnd langs de Weftzyde van de Baanlaan. Het Witte Vaendel van de St. Joris-Doelen zig uytftrekre van de hoogte van het Groot HeyligJand en de Ooftzyde van de Baanlaan tot de Eentjespoort, en wat verder in dat Blok begrepen is. Het Blaauwe Vaendel van de St. Joris-Doelen van dc Schalkwykerpoort tot de hoogte van de Slikfteeg of Witte Lelyfteeg. Het Witte Vaendel van de Cluveniers-Doelen van de Slikfteeg of Witte Lelyfteeg tot aan het Noorder-Spaarne, alles zo verre de Jurisdiéiie deezer Stad ftrekt en in deeze Verdeeling te gelyk ftrooken kan. Wyders, dat de Heeren Colonellen zouden behooren te worden verzogt deeze Uytbreyding der Wyken aan Heeren Burgemeefteren deezer Stad te communiceeren, ten eynde haar Ed.  64 KEUREN DER STAD HAERLEM. Ed. Groot Achtb. te verzoeken dezelve by de noemde Heeren Gecommitteerdens voor bun* Verdeeling der Wyken Jaarlyks kade ordinaire ne Moeyte en gedaane Rapport bedankt, en Boekjes te doen drukken. &c. voorts goedgevonden en verftaan, om het voor¬ fchreve Advys te converteeren in een RefoWaarop gedelibereerdzynde, zyn de voor- lutie van deezen Raade. Achim ten Krygsraade, deezen 6 Juny, 1760. (onderftand) • In kenniffe van My (was get.) F. KOOPMAN, Scr. Keure, waarby aan de Groffiers in STERKEN DRANK word vergund Recht vanPréferenn'e op deintbl venteBoedeks van Fleffianen, tot zo veel bedraagt de betaalde Exchyns; van den 15 van November, 1760. Zie onder het Capittel van de Transporten en Boedels. Qualificatie aan de Vinders van het SCHEEPMAKERS-, SCHEEPSLYTERS- en ZEYLENMAKERS-GILD, om tot Begraaffenis-Kosten van een overleden GildeBroeder of Zufter uyt de B O S te mogen betaalen 25 Guldens; van den 31 van December, 1760. BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STAD HAERLEM , disponeerende op het Verzoek, by Requefte aan haar Ed. Groot Achtb. gedaan door de Vinders van het Scheepmakers- , ZeyJemakers- en Scheepflopers-Gilde, ten eynde aan hen mogte worden gepermitteerd en toegedaan, om totBegraaftenis-Koften van een overleden Gilde - Broeder of GildeZufter, die het Gilde gekogt, en Jaarlyks tot Onderhoud van hetzelve heeft gecontribueerd, uyt de Bos van het voorfchreve Gilde te mogen betaalen en uyt te keeren een Somma van vyf-en-twintig Guldens; hebben , na Deliberatie, goedgevonden en verftaan het voorfchreve Verzoek te accordeeren , zo als haar Edele Groot Achtb. doen by deezen. En zal Copie deezer aan de Supplianten tot narichting worden gegeeven. ABum ter Kameraden ^vanDecemb.,1760. In kennifle van My j. H. van DAM. OR-  KEUREN DER STAD HAERLEM. 65 ORDONNANTIËN E N REGLEMENTEN B O S °S E N E N Z. Ampliatie van de Ordonnantie voor de ZYDE- of SMALWERKER S-B O S; van den 5 van January, 1757. TP* URGE MEE STÈREN en RËGEERDERS der STAD HAERI JfflLEM, gehoord hebbende de Lecture van het Requeft, aan haarEd. Groot Achtb. gepréfenteerd, door de Geauftorifeerden van de Zyde- en Smalwerkers-Bos, voordragende eenige Zaaken, die zy vermeenden tot beter Directie van de gemelde Bos te ftrekken ; hebben , na Deliberatie en ingenomen Bericht van Deken en Vinders der gemelde Bos, goedgevonden en verftaan, by Ampliatie van de Ordonnantie voor de voornoemde Bos, te ftatueeren , zo als haar Ed. Groot Achtb. ftatueeren by deezen : Eerftelyk , dat geene andere Perfoonen tot Deken en Vinders van de voorgemelde Bos zullen mogen worden genomineerd als die Leezen en Schryven konnen; en dat daar toe in het particulier niet zullen mogen worden genomineerd, die door eenige Armbezorgers worden onderfteund; al het welke echter ook plaats zal hebben ten opzigte van de Geauclorifeerdcn. Ten tweeden, dat de Boetens, welke door de Contribuanten worden verbeurd, als dezelven hunné Contributien op de tyd niet voldoen, ten nutte en behoeve van de Bos voort- 1 aan zullen Worden bekeerd. Ten derden, dat de Geauétorifeerden ook hunne Byeenkomften zullen mogen houden op de Kamer van deeze Bos op zodanigen tyd, 1 als dezelve door Deken en Vinders niet behoeft \ te worden gebruykt. I En ten laatften, dat Deken en Vinders gehouden zullen zyn van tyd tot tyd voor de Bos I aan te koopen Effecten ten Lafte van het Ge/ meene-Land van Holland en Weft-Vriesland, f wanneer zy de Kas daar toe in ftaat bevinden. Wordende de verdere Verzoeken van de Supplianten gewezen van de hand. | Atïum ter Kamer, den 5 van January, 1757, In kennifle van My J: J: v: BERGUMv: NIEUWENHUYSEN. Extract van een Resolutie van Burgemeefteren, waar by het tiende Articul van de Ordonnantie van de METZELAARSKNECHTS-BOS word gealtereerd; van den 19 van January, 1757. BURGEMEESTERENen REGEERDERS der STAD HAERL E M, gehoord hebbende het te kennen geeven aan haar Ed. Groot Achtb. gedaan, door de Overluyden van de Metzelaars-Knechts-Bos, voordragende, dat &c, hebben, na Deliberatie, goedgevonden en verftaan (kc, en voorts, dat alle'de Leden van de gemelde Hos voortaan op S'aturdagaan de OverT-xeede Vervolg van V II. Deel. luyden zullen moeten aangeeven , wanneer eenige Ziek worden, of in die Staat komen, dat behooren te worden geaffilieerd; wordende hier mede het voornoemde tiende Articul gealtereerd. Aclum ter Kamer,den 19 van January, 1757. In kennifle van My J: J: vt BERGUM v: NIEUWENHUYSEN, I Am-  66 KEUREN DER STAD HAERLEM. Ampliatie van de Ordonnantie voor de ZYDE- of SMALWERKER S-B O S; van den 20 van January, 1757. BURGEMEESTERENen REGEERDERS der STAD HAERLEM, gelét hebbende op het Verzoek aan haar Ed. Groot Achtb. gedaan , door Deken en Vinders van de Zydeof Smalwerkers-Bos, ten eynde het haar Edele Groot Achtb. moge behagen vaft te ftellen, dat de jaarlykfe Rekening van de voorfchreve Bos aan haar Ed. Groot Achtb. voortaan zoude worden gedaan , om alle finiftre Gedachten en Vermoeden , die zommige wegens de Adminiftratie mogten maken en opvatten, te prévenieeren; hebben, naDeliberatie, en in agt genomen hebbende, dat zeer veele Leden der gemelde Bos zulks mede gaerne zouden zien, goedgevonden en verftaan , zo als haar Edele Groot Achtb. goedvinden en verftaan by deeze, dat in vervolg van tyd de jaarlykfe Rekening wegens de Zaaken der voorfchreve Bos, na dat die alvoorens op de Kamer van dezelveBos, in conformité van het XIX. Articul der Ordon¬ nantie van den 25 van February, 1751, zal wezen gedaan, aan haar Ed. Groot Achtb. ter examinatie en approbatie zal worden gepréfenteerd, om vervolgens by haar Ed. Groot Achtb. daar over te worden gedisponeerd, zo als bevonden zal worden te behooren. Vindende haar Ed. Groot Achtb. wyders goed, dat aan de Leden van de meergemelde Bos, die zulks requireeren , en daar van niet voorzien zyn, een gedrukt Exemplaar der Ordonnantiën, van tyd tot tyd, zonder daar voor iets te betaalen, zal worden behandigd. Blyvende den verderen Inhoud van de voorfchreve Ordonnantie cn Ampliade van dien in zyn geheel. AÏÏum ter Kameraden 20 vanjanuary,^^, In kennifle van My J: J: v.BERGUMv.NlEUWÊNHUYSEN, Ampliatie van de Ordonnantie voor de ZYDEWERKERSof SMALWEVERS-BOS; van den 15 van February, 1757. Is gelezen het Requeft, aan haar Ed. Groot Achtb. gepréfenteerd, door Deken en Vinders van de Zydewerkers- of SmalweversBos; verzoekende, dat aan hen, in plaats van het Genot, het geen zy voorheen uyt de Boetens hebben getrokken , eenig Douceur voor hunne Moeyte mogt worden toegelegd, geproportioneerd naar het geene by het XXI. Articul der Ordonnantie aan de Geautforflèerdens is toegevoegd. Waar op gedelibereerd zynde, is goedgevonden en verftaan, zo als haar Ed. Groot Achtb. goedvinden en verftaan by deezen, dat de voornoemde Deken en Vin¬ ders der voorfz. Bos, boven de Vrydom van alle Contributien, welke zy, ingevolge de gemelde Ordonnande hebben, noch 's Jaars voor hen allen uyt de Bos zullen mogen trekken de Summa van twaalf Guldens; die hen vervolgens in Uytgave zullen worden geleden. A8umterKamer,den 15 vanFebruar-y,^^» In kennifle van My J:J:v:BERGUMv:NlEUWENHUYSEN, Elucidatie van de Resolutie van den 5 van January, 1757, rakende den tyd, dat de Geauctorifeerdens van de ZYDEof S M AL-WERK ER S-B OS de Kamer van de Bos mogen gebruyken; van den 16 van Maart, 1757. BURGEMEESTERENen REGEERDERS der STAD HAERLEM, gehoord hebbende de Difterenten tuflchen Deken en Vinders en de Geau&orifeerden van de Zyde- of Smalwerkers-Bos, over den tyd wanneer dezelve Ge- auélorifeerden de Kamer van de gemelde Bos zouden gebruyken; 't welk aan hen Geaucftorifeerden by haar Ed. Groot Achtb. Refolutie van den 5 van January Jaatftleden is vergund, ten eynde, om hunne Byeenkomften aldaar te houden; hebben, naDeliberatie, goedgevonden  KEUREN DER STAD HAERLEM. 6? den en verdaan, zo als haar Ed. Groot Achtb. goedvinden cn verdaan by deeze, dat de voorfchreve Geauctorifecrdcn van de gemelde Bos hunne Byeenkomden zullen mogen houden op de Kamer van dezelve Bos in 't Pand , op den eerden Dingsdag in yder Maand , des avonds van zeven tot negen uuren. Zullende Copie deezer aan de voornoemde Deken en Vinders worden gegeeven, om zig hier na te reguleeren. AStum ter Kamer, den 16 van Maart, 1757. In kennifle van My J: J: v: BERGUMv: NIEUWENHUYSEN. Alterati.e van het R e g l e me n t op de Vrywillige Algemeene BOS tot BEGRAAFFENISSEN en ONDERSTAND van H O O G B E J A A R D E N, boven de zeftig Jaaren oud, van den 3 van Augufti, 1752; gemaakt den 26 van Maarr, 1757. TT^ URGEMEESTEREN en RE\JL GEERDERS der STAD HAER■ BLEM, gehoord hebbende de Le&ure ~a—~ van het Requeft, aan haar Ed. Groot Achtb. gepréfenteerd, door de Beftuurders en Vinders van de Vrywillige Algemeene Ros tot BegraajfeniJJen en Onderftand van Hoogbejaarden, boven de 60 Jaaren oud, met Approbatie van haar Ed. Groot Achtb. den 3 van Augufti des Jaars 1752 opgerecht ; verzoekende , dat de Contributien van de Leden deezer Bos voortaan mogten worden gedaan en verdeeld in Claffën, na den Ouderdom van die geenen, die Deel neemen aan deeze Bos, volgens eenige Pointen by het voorfchreve Requeft opgegeven ; hebben , na Deliberatie, en gehoord hebbende het mondeling Declaratoir van alle de Beftuurders en Vinders ter Kamere van haar Ed. Groot Achtb. gedaan ; verklaar ende, dat de voorfchreve Articulen door hen aan de particuliere Leden waren voorgehouden, en dat dezelven daar mede genoegen namen, goedgevonden en verftaan te arrefleeren,zo als haar Ed. Groot Achtb. arrefteeren by deeze,.de navolgende Zaaken, om in vervolg van tyd door alle de Leden van de gemelde Bos te worden nagekomen. Articul L Dat van nu voortaan geene Perfoonen tot Leden van de voorfchreve Bos zullen mogen worden ingenomen als op de volgende Conditiën : Dat die geene, die onder de 40 Jaaren oud zynde, in deeze Bos komen, volgens het Reglement of Ordonnantie zullen moeten contribueeren tot een en een halve Stuyver'sWceks; en dat dezelven , wanneer zy 60 Jaaren oud zyn, dan ook zullen genieten Begraaffenis-Gcld en de Jaarlykfe Üytdeelingen by het Reglement en nader Appointement gemeld. Dat die boven de 40 tot 45 Jaaren oud zyn, mede zullen moeten contribueeren tot een en een halve Stuyver per Week. Boven de 45 tot 48 Jaaren twee Stuyvers 's Weeks. Boven 48 tot 52 Jaaren twee en een halve Stuyver per Week. Boven de 52 tot 56 Jaaren twee Stuyvers Weekelyks ; en boven de 56 tot hooger Jaaren, zonder bepaaling, een en een halve Stuyver 's Weeks. H. Dat voorts die , boven de 40 Jaaren oud zynde, in deeze Bos komen, niet zullen genieten eenig Geld tot een Begraaffenis. En l dat die boven de 50 Jaaren inkomen, den tyd van tien Jaaren vol uyt zullen moeten wagten eer zy iets van de Jaarlykfe Üytdeelingen zullen kunnen genieten. IR. En dat laatüelyk yder Lid , welke tot die Jaaren zal zyn gekomen , om van de Jaarlykfe Üytdeelingen te konnen trekken, zonder onderfcheyd , hoe veel hy te vooren Weekelyks heeft gecontribueerd , na dat hy zal hebben beginnen te trekken, niet meer zal behoeven te contribueeren dan een en een halve Stuyver 's Weeks voor een enkele Nommer; en verders na rato van de Sommen der Contributien, zo zyne Contributie een of meermaalcn mogt hebben verdubbeld; waar toe een yder mede, als in het voorgemelde Appointement is gedatueerd, vryheyd hebben zal. Blyvende al het geene by het voor/èhreve Reglement en nadere Appointement is gearfteerd, voor zo verre hier tegen niet drydende is, in alle andere opzigten in hun geheel. En zal Copie deezer aan de Supplianten worden gegeven tot hunne narichting. Aclum ter Kamer, den 27 van Maart, 1757. In kennifle van My J: J: v: BERGUM v: NIEUWENHUYSEN, I 2 Al-  63 KEUREN DER STAD HAERLEM. Alteratie en Ampliatie van het II.,III., VI. en IX. Articul van de Ordonnantie op de SCHOENMAAKERS-KNECHTS-BOS, van den eerften van Mey, 1735 ; en van de Resolutie van den 21 van October, 1750; gemaakt den 20 van Mey, 1757. BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STAD HAERLEM, geëxamineerd hebbende het Requeft, aan haar Ed. Groot Achtb. gepréfenteerd, door de Bos-Meefteren van de Schoenmaakers-Knechts-Bos binnen deeze Stad, verzoekende eenige Verandering in het Reglement van den 1 van Mey 1735* en particulier in het Appointement van den 2.1 van Oclober, 1750, waar by het ZiekeGeld op twee Guldens was vermindert, tot dat de Schulden van de Bos zouden zyn betaald, hetgeen nu is gedaan; hebben, na Deliberatie, conform der Supplianten Verzoek , goedgevonden en verftaan, zo als haar Ed. Groot Achtb. goedvinden en verftaan by deeze. Articul I. Dat, wanneer God iemand met een natuurlyke Ziekte of Ongeval quam te bezoeken, de zodanige , drie dagen na de bekendmaking, daar van 's Weeks zal genieten 1 Guldens en 10 Stuyvers, en aanftonds door een Doftor en Apothecar zal worden bediend, buyten het Weekgeld ; wordende hier mede het tweede Articul van het voorfz. Reglement gealtereerd, en het voorn. Appointement te niet gedaan. II. Dat, by Alteratie van het derde Articul van het gemelde Reglement de zieke Bos-Broeders het Ziekegeld van 2. Gulden 10 Stuyvers by hunne Vrouwen, Vrienden, of in hunne Slaaplieden, maar niet by de Bos-Moeder, zullen moeten verteeren , en dat de Bos-Mseftcren gehouden zullen zyn het gemelde Ziekegeld aan de Huyzen of Slaaplieden der zieke BosBroederen tc bezorgen. III. Dat voortaan de zieke Bos-Broederen maar alleen by Nacht zullen hebben twee Bos-Broeders, te weeten een van boven en een van onderen van de Rol, om by hen te waaken, zonder dat iemand by Dag tot Oppafling zal mogen worden gegeven; waarmede hetz.sde Articul van het voorfz. Reglement in zo verre veranderd word. IIII. Dat, by Alteratie van het negende Articul van het voornoemde Reglement, in vervolg van tyd een overleden Bos-Broeder zal hebben een eerlyke Begraaffenis, na oude gewoonte; zullende het Gereedfchap , dat zodanig BosBroeder nalaat, komen ten Voordeden van de Bos , maar niet het geene tot deüelfs Lyf behoord. V. Dat ingevalle het gebeurde, dat de Ziekte van een Bos-Boeder langer dan een half ]aar duurde, zodanig Bos-Broeder echter niet langer dan een half Jaar het gemelde Ziekegeld zal mogen trekken ; doch zal dezelve , de Ziekte langer duurende, geduurende zyn Ziekte vry zyn van de Weekelykfe Contributie, die aan de Bos moet worden voldaan; beginnende die Vrydom na verloop van de voorfz. zes Maanden, en duurende zo Jang de Ziekte aanhoud; waar mede het voornoemde Reglement word geamplieerd; blyvende den verderen Inhoud van dien in zyn geheel. Oldonneerende een yder, wien het aangaan mag , zig na deeze Alteratie en Ampliatie te gedragen. A&umter Kamer, demovanMey, 1757. In kenniffe van My J: J: v: BERGUM v: NIEUWENHUYSEN. Alteratie van het IX. Articul van de Ordonnantie op de BOS van de KNECHTS in de Brouweryen, Azynmakeryen en Branderyen; mitsgaders van de WATERHAALDERS en KUYPERS; van den 24 van December, 1748; en Ampliatie van het derde Lid van de Ampliatie van den 3 van April, 1749; gedaan den 6 van September, 1757. BURGEMEESTEREN en RE- Achtb. gepréfenteerd door de Vinders derBos GEERDERS der STAD HAER- van de Knechts in de Brouweryen, Azynma- L E M , gehoord hebbende de Lefture keryen en Branderyen, midsgaders van de VVa- van het Requeft, aan haar Ed. Groot terhaalders en Kuypers van dien ; te kennen  KEUREN DER STAD HAERLEM. 69 gevende, dat de voornoemde Bos in korten tyd geheel zoude moeten te niet loopen, indien het IX. Articul van de Ordonnantie van den 24ften van December, 1748, medebrengende, dat, zo iemand , na tien Jaaren in de Bos geweeft te zyn, door Ouderdom of Gebrek , zonder zyn Schuld, buyten ftaat geraakt, dezelve Weekelyks zoude ontfangen twintig Stuyvers, in ftand bleef; door dien het getal der Bos-Brocdcrcn zo groot niet is, vermids het verminderen der Brouweryen, dar zodani- 1 ge Uytdeeling met mogelykhcyd zoude konnen gefchieden ; en derhalyen verzoekende, dat het gemelde IX. Articul mogt worden te niet gedaan; en dat ook het derde Lid van de I Ampliatie van den jden van April, 1749, mogt ( worden veranderd, als breeder by Het voorfchreve Requeft is gemeld ; hebben, na Deliberatie , en ingenomene Confideratien van I Deken en Vinders van het Brouwers-Gild en van de Azynmaakers binnen deeze Stad (tegenwoordig geen Branderyen alhier wordende gevonden) midsgaders in achtinge genomen hebbende, dat alle de Leden der voorfchreve Bos zig conformeerden met het gemelde Verzoek, volgens hunne Mede-Onderteekening en Informatie van de voomoemdeOverluyden, goedgevonden en verftaan in de eetfte plaats het voorgemelde IX. Articul der Ordonnantie van den 24ften van December, 1748, te vernietigen , zo als haar Ed. Groot Achtb. het zelve vernrtigen by deeze. En in de tweede plaats , dat voortaan alle Brouwers-, Azynmaakers-en Branders-Knechts, alhier komende tc werken, verpligt zullen zyn in deeze Bos te komen en te contribueeren volgens de Ordonnantie; of anderzins, dat alle de voorfchreve Knechts, geene uytgezonderd, alhier komende te werken, die niet begecren deel te neemen aan deeze Bos, een Daalder 'sJaars zullen moeten contribueeren, als by het gemelde derde Lid is bepaald ten opzigte van de Knechts, die van buyten inkomen. Waar mede dus het zelve derde Lid van de Ampliatie van den 3 van April, 1749, word geamplieerd. Qualificeerende de voornoemde Overluyden, om deeze Refolutie ten kofte van de Bos te laten drukken. En ordonneerende een yder, wien het aangaan mag, zig hier na te gedragen. ABum ter Kamer fan 6 van September, 1757. In kenniffe van My J: J: v: BERGUM v: NIEUWENHUYSEN. Resolutie , waarby aan den Knecht van de ZYDE- of SMAL W ER K E R S-B O S word gelaft, om aan de Geauftonfeerden Vuur en Licht te bezorgen op haar Kamer tegens de voldoening van 12 Guldens; van den eerften van Oclober, 1757. TT^V E GEAUCTORISEERDEN | Van de SMALWERKERS-BOS JÊ aan haar Ed. Groot Achtb. hebben-™— de voorgedragen , dat, fchoon aan hen door haar Ed. Groot Achtb. was geaccordeerd , om hunne Maandelyke Byeenkomft te houden op de Kamer van de voorfchreve Bos in 't Pand, zy echter daar van geen gebruyk konden maken , zo als na hunne gedachten behoorde; als konnende geen Vuur of Licht tot hunnen Dienft bekomen; en dat zy wel genegen zouden zyn , om de Summa van twaalf Guldens, die zy Jaarlyks voor hunne Moeyte trekken uyt de Bos, te overhandigen aan den Knecht van de gemelde Bos, ten eynde, om hen daar uyt Vuur en Licht met eenige Kleynigheden, al het welke op verre na geen Gulden yder reyze kan maken, te bezorgen: Is, na Deliberatie, en hier op hebbende gehoord den voornoemden Knecht, die daar in difPculteerde, om de Oneenigheden, tuflchen Deken en Vinders en de gemelde Geauctorifeerden, goedgevonden en verftaan denzelven Knecht te ordonneeren, zo als haar Ed. Groot Achtb. doen by deeze , om aan de meergemelde Geauftorifeerden, tegen voldoening van de voorfchreve Somma van twaalf Guldens, de voorengemelde Behoeftigheden te doen geworden. En zal Copie deezer aan Deken en Vinders, als ook aan de gemelde Geauclorifterden worden gegeeven, om zig hier na te reguleeren. ABum ter Kamer, den 1 vanOBober, 1757. In kenniffè van My J: J: v: BERGUM v: NIEUWENHUYSEN. I 3 Al-  7o KEUREN DER STAD HAERLEM. Alteratie en Ampliatie van de Ordonnantie op de BOS van de METSELAARS-KNECHÏS en OPPERLUYDEN, van den 27 van February, 1751; en van de Alteratie en Ampliatie van den 2 van Augufti, 1755; gedaan den 10 van November, 1757. BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STAD HAERLEM, geboord hebbende de Le&ure van het Requeft, aan haar Edele Groot Achtb. gepréfenteerd, door de Overluyden en Vinders van de Bos der Metfelaars-Knechts en Opperluyden binnen deeze Stad, verzoekende, dat eenige Veranderingen mogten worden gemaakt in deOrdonnantie op derzelver Bos van dén 27 vanFebruary,\y51, en de Alteratie en Ampliatie van dien van den 2 van Augufti, 1755 , tot voorkoming 1 van Onluften en Disputen onder de Leden der gemelde Bos ; hebben,na Deliberatie, en in dchtingë genomen hebbende, dat verfchey- 1 de Leden der gemelde Bos zig, door hunne \ mede Ondertekening van het voorfz. Requeft, met het gedaane Verzoek conformeerden, en dat de Overluyden en Vinders by het gemelde I Requeft hebben verklaard, hetzelve uyt den \ naam van alle de Leden te zyn gei'ekend, goedgevonden enverftaan, zo als haar Ed.Groot Achtb. goedvinden en verftaan by deeze. Articul 1. In de eerfte plaats, dat het VI., VII., VIII. en IX. Articul van de Ordonnantie van den Jaare 1751 , fpreekende van het Week-Geld, hetgeen die geenen der Leden , die door Ou- , dcrdora of ander Toeval buyten (bat zyn geraakt, ) om ooyt de Koft te winnen, zouden moeten trekken, zullen gehouden worden voor vernietigd, gelyk dezelven vernietigd worden by deeze. i 11 Ten anderen, dat voortaan die geenen, die tot eenige Amftèntiè uyt de Bos, uyt hoofde van Ziekte of ander Ongemak (maar niet om Ouderdom, als konnende dit verders geen plaats hebben, om de te nietdoening der Articulen in het voorgaande Articul vervat) vermeenen zullen te zyn bevoegd , zig aan de Overluyden zullen moeten aangeven, niet op Sondag of Maandag, maar op Saturdag, van den eerften Maart tot den laatften Augufti, 's Avonds van 8 tot o uuren; en van den eerften September tot den laatften February, mede 's Avonds van 7 tot 8 uuren, ter plaatfe, alwaar de Overluyden het zullen goedvinden. Waar mede het X. Articul derzelver Ordonnantie van i7 tereffèerd, en om zig hierna lliptelyk te reguleeren en gedragen. In kenniffe van My, J. H. van DAM. Waar-  KEUREN DER STAD HAERLEM. g9 Waarschouwing, waarby word geïnterdiceerd eenige BEESTEN het zy Paerden, Hoorn- of ander Kleyn-Vee, langs het gemeene ' Trekpad tuflchen de Steden Haerlem en Leyden , te laaten loopen of weyden; alsmede in de Trekvaart te Zeylen, op zekere boete; van den 23 van Augufti BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STEDEN HAERLEM en LEYDEN , in ervaringe gekomen zynde, dat niet tegen/taande by Ordonnantie door hun Ed. Groot Achtb. op het bevaren van de Vaart tuflchen de voornoemde Steden op den 7 Augufti 1704 gedaan emaneeren, conform het Verbod reeds by de eerfte Ordonnantie van den jaare 1657, wel expreflelyk was geftatueerd en fucceflïvclyk by nadere Waarfchouwinge fcherpelyk verboden en geïnterdiceert, dat niemand zoude vermogen eenige Beeften, het zy Paerden, Hoornof ander Vee, hoe genaamd, langs den Dyk te laten loopen, als ftrekkende hetzelve weyden van Beeften tot veel fchade en nadeel voor de Steden, ten opzichte der Boomen en het Hout-Gewas, ftaande aan de kanten van het Trekpad, nevens de Vaart gelegen, en daarenboven tot merkelyk ongerief "voor de Paflagiers, die de Vaart met Rytuyg komen te pafleeren; en te meer, mitsdien de l Huysluyden, die haare Beeften aldaar komen te weyden, of andere, die eenig genot door het weyden en laten loopen van de gemelde Beeften genieten, hen niet ontzien het Graspad, hetgeen anderzints by de Zomertyd, wanneer de Weg gul en zandig is, zoude kunnen worden gereden, met Greppels en Gaten affteeken, en dus daardoor, metbeooginge van hun eigen voordeel, de Pafiagie daarover alsdan ondoenelyk maaken. Alsmede,dat niemand in de gemelde Vaart zoude mogen zeylen, als komende hetzelve tot merkelyke préjuditie van het in treft van beyde Steden te redundeeren, mitsdien de kanten van den Trekweg daardoor gebrooken en ten eenemaal af- cn weggefpoelt worden, en boven dien daaruyt niet anders dan Ongelukken, zo wel voor de Schippers der Jaagfchuyten, en die geene die zig daarinne bevinden, als voor de zulke die de Vaart met Wagen en Paerden gebruyken, te wachten zyn, zo als de ondervindinge te meermaalen daar al exempelen van heeft geproduccerr, nochtans veele en verfcheydene Perfoonen haar dagelyks komen te vervorderen, contrarie die falutaire Ordres op die Subjecten genomen, zulks te doen; hebben, om hetzelve in het toekomende te verhoeden, ter voldocninge aan verfcheydene Klachten, die dien- ■ aangaande zyn ingekomen, goedgevonden en • verftaan allen en een ygelyk wel fcherpelyk op ■ nieuws te interdicceren, zo als geïnterdiceert worden by dezen, eenige Beeften, het zy Paerden,Hoorn- of ander Kleyn-Vee langs het gemeene Trekpad te laten loopen of weyden, cp een Boete van drie Guldens ten behoeve van den Bekeurdcr, van yder Paerd of HoornBeeft, en voor yder Kalf of ander Vee zes Stuyvers; wordende de Collecteurs van de refpéctive Hekken en Boomen geordonneerd, dezelve terftond in de Schuthokkcn, daartoe zynde, te brengen en dezelve van Voeder te bezorgen, voor den tyd van acht'dagen; zullende den Eygenaar voor yder dag, dat dezelve het gemelde Vee aldaar laat ftaan, moeten betaalen twaalf Stuyvers, en by aldien hec mogte komen te gebeuren, dat het gemelde , Vee binnen den tyd van acht dagen niet wierd 'I afgehaald, zullen Burgemeefteren en RegeerI ders der beyde Steden, yder onder haarDis/ tric} , dezelve by openbaare Veylinge doen verkoopen en de geftelde Boeten daarop verhaalcn, mits.echter het geene daarvan zalkomen over te fchieten aan de Eygenaars, zig komende aan te geven, op de Secretarye dmrefpeéïive Steden zal worden gcrelïitueerd. Zo als ook alle en een ygelyk weluytdmkkelyk word géinterdiccert en verboden,in de voornoemde Trekvaart te zeylen, met hoedanigen Zcyl het ook zoude mogen wezen, op een Boete van drie Guldens en drie Stuyvers, by de Contravcnteurs te verbeuren, tc appli' ceeren alleen ten behoeve van de Bekeurders, en alle welke voorfchreve Boeten hun Ed. Groot Achtb. willen en begeeren, dat zon der eenige de minfte conniventic ofooduykinge in het geheel en ten volle zullen 'worden afgenomen; en op dat hun Ed. Groot Achtb. Intentie dien aangaande des te bet •. zoude worden nagekomen cn gcobferveerd, worden tot het doen van dc gemelde Bekeuringen , zo over het weyden van Beeften op bet Trekpad, als omtrent het zeylen met Schepen in de Vaart, gelaft en geaiuhorifeerr. zo als gelaft en geauchorifeert worden by dezen, de Collecteurs aan de Tol-Hekken en Boomen, de Schippers, Schippers-Knechts. en alle die eenige relatie enintreft tot de voorfchreve Trekweg cn Trekvaart hebben, met dien verftande, dat ingevalle zal blyken, dat de  CjO KEUREN DER STAD HAERLEM. de voorfchreve Collecteurs aan de Hekken of Boomen in deze Bekeuringen nalatig of disobedient zyn, zullen verbeuren ten behoeve van den Armen van de relpeétive Steden een Boete van vyf-en twintig Guldens voor de eerfte reyze, vyftig Guldens voor de tweede reyze, en in vervolg zulks meerder gebeu¬ rende , dat dezelve zonder eenige óogluykinge zullen worden gedeporteerd. En op dac niemand hier van eenige ignorantie zoude kunnen pretendeeren, zal van deze Refolutie en Waarfchouwinge een behoorlyk getal Exemplaaren gedrukt en terbehoorlyker Plaatfen worden geaffigeerd. Aldus gedaan by de Heeren 'Burgemeefleren en Regeerders der Steden Haerlem cn Leyden, op den 23 Augufti 1762. In kenniffe van ons der beyde Steden Secretariffèn, ƒ. E van DAM. Y S B R A N D van DA M. Conditiën , Waarna de Heeren Gecommitteerdens van het ZANDPAD tu1Tchen Haerlem en Amsterdam willen verhuuren de GABELLEN, die aan yder der refpe&ive TOLHEKKEN tuflchen de twee voornoemde Steden zullen moeten worden betaald; gearrefteerd den 15 van October 1763. Articul I. De -Huurder zal deswegen ontfangen volgens de Lyft hier na volgende, en wel aan yder Hek in 't byzonder; voor een Man te Voet één Stuyver; de Kinderen van 12 Jaar of daar beneden tot 6 Jaar ren te betalen halve Gabellen, en onder de 6 Jaaren oud vry te laten; een Man te Paerd i§ Stuyver; van yder Paerd, Os, Koe of ander Hoorn-Beeft, dat geleyd of gedreven word, | Stuyver; van yder Pink, Vacrs of Kalf | Stuyver; en daarenboven van de Dryvers, voor hunne Perfoonen, yder één Stuyver; doch zullen de Beeften, die verweyd moeten worden, en van haare ordinaris Weg afgefneden zyn, vry pafleeren moeten. Van yder Schaap § Stuyver; van yder Varken, de Huysluyden aangaande, $ Stuyver; doch, buyten dezelve Huysluyden, zal aan niemand vry ftaan, de voorfchreve Weg met DriftVarkens te gebruyken. Van een Koets of ander Rytuyg met 6 Paerden, 5 Stuyvers, en van yder Perfoon daar in of op ftaande één Stuyver, de Koetfier en Voorryder daaronder niet begrepen; van een Koets of ander Rytuyg met vier Paerden , 3 Stuyvers, en voorts als boven; van een Wagen of een ander Rytuyg met twee of drie Paerden, geladen of ongeladen, 2 Stuyvers, en voorts als boven; van een Chaife of ander Rytuyg met een of twee Paerden met een Perfoon, 2 Stuy¬ vers; doch meer Perfoonen daarop zynde; van yder één Stuyver; daar onder echter mede niet begrepen de geene, die zelfs de Paerden ment en als Voerman ageert, of fchoon geen eygentlyk gezegd Koetfier is. I ï. De ordinaris Voerluyden, by de Heeren Burgemeefteren van de Steden Haerlem en Amfterdam refpeéïive aangefteld tot hetberyden van hec Veer tuflchen de voorfchreve twee Steden, zullen zo geladen als ongeladen voor hunne Perfoonen, Wagens en Paerden, by befloten Water en anders niet, vry zyn van de Gabellen aan de refpeéïive Hekken; welverftaande, dat de Paflagiers, daarmede rydende, altoos betaalen zullen moeten de ordinaris Gabellen, te waeten, yder één Stuyver. Zullende zig dit tot geen andere particuliere Voerluyden of Staimeefters excendeeren, maar die gehouden zyn de Gabellen te voldoen, ten ware uyt hoofde als Eygenaars of Huurders van Landen vry waren, in welke geval, wanneer hunne Paerden door hun Volk uyt het Land worden gehaald, of ingevalle hunne Knechts na hun Land worden gezonden , als mede wanneer zodanige Stalmeellers met hunne Wagens de Hekken pasfeeren ,al is 't met eenig Gezelfchap, vry zullen worden gelaten, mitsdeclareerende, dat geen Geld hebben gevorderd of zullen vórderen van zodanigen, die met hun ryden. ' III. Alle befloten Water en anders niet, vry zyn van  KEUREN DER STAD HAERLEM. 91 III. Alle andere Voerluyden , zo als mede die van dc Poft - Wagens, de Stalmeellers daar onder begrepen , Paflagiers ophebbende , en met hunne Rytuygen de Hekken pafleerende , z uilen voor hunne Perfoonen I en Wagens vry zyn , mits de Paflagiers daarmede rydende gehouden blyven te betaalen , maar geen Paflagiers ophebben de , zullen de voornoemde Voerluyden en Stalmeellers, voor hunne Wagens betaalen moeten twee Stuyvers , het zy die ledig of met Goederen geladen mogten wezen. IIII. En zullen , even zo als de Koctfiers, en die geene , die de Paerden ment, van Tol gcë'ximeerd zyn , ook vry wezen de Jagers en Jaag Paerden voor de Schuyten, doch zullen, wanneer eenige Paerden worden gebruykt tot her trekken van Playzier ■ Schuytjes , indien de Huurders of Eygenaars derzelve niet vry zyn , voor zodani ge Paerden en den Jager de Tollen moeten worden betaald , gelyk mede , die zoda danige Schuytjes trekken ( maar niet de Schuytjes ) de Tollen fchuldig zullen! zyn , wanneer de Huurders of Eygenaar niet vry is. V. Aan de Schouwen hy Spaarwoude cn Slooterdyk zal betaald moeten worden voor yder Voetganger » Stuyver ; en van yder Wagen , Koets , Chaife of ander Rytuyg, geladen of ongeladen, twee Stuyvers; van een Paerd één Stuyver; van een Os, Koe, Pink , Vaers of ander Hoornbeelt i Stuy. ver ; van een Schaap , Kalf of Varken , ^ Stuyver ; en zullen de Huurders van de Hekken ten hunnen koften moeten houden bequaame Perfoonen , om de ingezetenen van Sloterdyk , Spaar.voude en Houtryk , met hëarÈ Famüien en Kinderen , zo te Voet als met haare Rytuygen en Beeften, ten allen tyden met de Schuuwen over en weder te tran4 KEUREN DER STAD HAERLEM. Resolutie , waarby de Interdictie van den 2. van April 1754, houdende Verbod aan de TIMMERMANS en METSELAARS BAZEN , om op enigerhande wyze de hand te (laan aan eenige Gebouwen buyten deze Stad, zonder vooraf te hebben gezien haar Ed. Groot Achtb. Confent tot 't maken van dusdanige Timmeragien , word gefteld buyten effect en kracht, en hoedanige Voorzieninge op dat Subject zal worden gedaan 5 van den 14. van July 1763. BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STAD HAERLEM , in achting genomen hebbende , dat by Interdictie van dato den i. April 1754. aan de Timmermans en Metzelaars Bazen was geinterdiceert en verboden, op enigerhande wyze de hand te Haan aan eenige Gebouwen buyten deze Stad, zonder vooraf te hebben gezien haar Ed. Groot Achtb. Confent tot het maken van dusdanige Timmeragien , en teffens daar by gereflecteerd hebbende , dat op infpraak van Geburen in cas van Timmeragien buyten deze Stad , dikwils Werken van aanbelang en tot Cieraad van de Advenuen dezer Stad ondernomen zullende worden , tot groot nadeel van Leveranciers van Materialen , Bazen en Werklieden moeten blyven geItaakt , nadien de Geburen difficulteerende in het geven van hun Confent, zelden favorabel op verzoeken tot het doen maken van zulke Timmeragien , door haar Ed. Achtb. werd gedilponeerd , of ten minde niet altoos op een gelyke voet word gepractifeerd: Hebben, na deliberatie, en met advis van de Heeren Oude Wethouderen , goedgevonden en verftaan , zo ten meefte dienfle van de Ingezeteren en andere Eygenaars van Tuynen buyten deze Stad ais ten voordeele van de Leveranciers, Bazen en Werklieden de voornoemde Interdictie te ftellen buyten effect en kracht, zo als dezelve buyten effect en kracht gefteld word by deze : mids echter by de eerfte gelegenheid de Heeren van den Gerechte zullen worden verzocht om op het ftuk van Buyten - Timmeringen zodanige billyke Voorzieninge ce doen , her zy by het arrefteeren van een nieuwe Keur, of alte. reeren en amplieeren van de Keur op hen Subject van Timmeragien binnen deze Stad als ten meefte dienfte van deze Stad, en het genoegen van de meefte Ingezetenen van dien zullen oordeelen re behoren. en Werklieden de voornoemde Interdictie Ordre op 't Stuk der TIMMER ING E buyten deze Stad, onder de Jurisdiéiie derzelve ; van den 24. van Auguftus 1763. MY1SE HEEREN van den GERECHTE der STAD HAERLEM, door haar Ed. Groot Achtb. de Heeren Burgemeefteren geïnformeerd zynde, dat haar Ed. Groot Achtb. met advis van de Heeren Oude Wethouderen , zo ten mcellen dienften van de Ingezetenen en andere Eigenaars van Tuynen buyten deze Stad , als ten voordeele van de Leveranciers , Bazen en Werklieden , van gedagten waren , en ook gearrefteerd hebben, dat de Interdictie van dato den i. April 1754, aan de Timmermans en Metzclaars Hazen gedaan, van op eenigerhande wyze de hand te ftaan aan eenige Ge¬ bouwen buyten deze Scad, zonder vooraf ce hebben gezien baar Ed. Grooc Achtb. Confent tot hec maken van dusdanige Timmeragien , behoorden te worden gefteld buyten effect , vermits door de infpraken en niec confenteeren van de Gebuuren van Tuynen in cas van Timmeragien buyten deze Stad , zeer dikwils Werken van aanbelang en tot cieraad van de Advenuen dezer Stad , ondernomen zullende worden , moeftcn worden agterwegen gelaten en niet volmaakt, tot merkelyk nadeel van Leveranciers van Materialen , Bazen en Werklieden: Hebben, na deliberatie , goedgevonden en verftaan te  REUREN DER STAD HAERLEM. 105 ■ïc arreilecvcii , zo als gearrefteerd word by deze, dar, ten regmrde van de Timmeragien buyten deze Stad onder derzelver Jurisdictie ondernomen wordende , ( de voorfchrecv-c In.rerdixftie voortaan geabrogeerd en buyten effect gefteld zynde) de Eigenaars van Tuynen buyten deze Stad willende Timmeren , alleen zullen hebben te obferveeren en zig te gedragen na de Keure op de Etffcheidingen en Servituten dezer Stad , van dato 5. September 1708 met die reftrictic alleen , dar niemand wie hy zy buyten deze Stad , onder de Jurisdictie van dezelve , zal vermogen te maken of doen maken eenige Huyzen, Schuuren of Lontzén , gedeftineerd tot Neeringe of eenigerhande Traficquen , zonder alvorens daar toe van haar £d. Groot Achtb. Confent te hebben bekomen ; wel verftaande nograns , dat onder de Huyzen , Schuurcn of Lootzen, hier boven gementioneerd , niet zullen begreepen zyn die geenen, welke tot een Bloemiftery of Warmoezierdery behooren ; wordende dienvolgende de Eigenaars van Tuynen, Leveranciers , Bazen en Werklieden gelaft, zig in het ftuk van Timmeren buyten deze Stad , alleenr te gedragen na de Keure op ze Stad, ;.vah ebto Sbptémbérjpoè-j >m , obfervarsie zynde. :: ' , / Resolutie, waarby eenige Perfonen worden aangefteld , omme boven en behalven de Inspectie van de WAGENS, die op de ' gereguleerde Veeren ryden, ten huyzen van de Geadmitteerden tot het verhuren van Rytuygen , ook jaarlyks te in* fpecteeren alle andere Rytuygen , binnen deze Stad te Huur lopende , van den 18. van Mey 1762. BV RO E MEESTEREN en RE GEERDERS der STAD HAER. LEM', in achting genomen hebbende , dac of wel in gevolge het Zevende Articul van de•'Keure op't Voermans Gilde Van don 23 December 1752. jaarlyks in de maand van Mey wierden geinfpefteerd en gevifiteerd aJic de Wagens die op de gereguleerde Veeren ryden , echter by die Infpeftie geen onderzoek of Vizitatie wierde gedaan van alle anderen Rytuygen als Koet fen, Piiaëtons en Chaifes, die by de voornoemde Voerluyden en anderegeadmitteerden toe het verhuuren van Rytuygen .wier- den gebruikt , waar door dikwils veroccafioneerd waren ongelukken, midsdien door fommigen Rytuygen wierden verhuurd die abfolutelyk, of door Ouderdom of manquement van reparatie aan dezelve , buyten ftaat waren om gebruykt te worden : Hebben , na deliberatie, goedgevonden en verftaan, tot voorkoming van ongelukken, die door het gebruyken van Rytuygen in geen behoorlyke ftaat zynde om gebruykt te worden , notoirlyk moeten worden veroorzaakt , en waar door de Ingezetenen dezer Stad en andere Paflagiers dikwils in gevaarlyke omftandigheden zouden kunnen geraken , den . notoirlvk moeten worden veroor» Aldus Gedaan en Gearrefteerd ter Kamere van de Ed. Groot Acblh. Heeren Burgemeefteren en Regeerders der Stad Haerlem, den 24. Auguftus \j6%, proefent dc Heeren Mr. Cornelis AJcanius van Sypefleyn, Hoofd - Officier ; Mr. Juftus IVnte , Salomon van Echten , en Mr. Remces Floris van Zonen , Burgemeefleren ; Mr. Caspar Jacob Ravens, Mr. Paul le Leu de IVilhem, Heer van Drongelen , Mr. Aalji van der Hoolck de Bruyn . Mr. Gysbert Adriaan Patyn , Mr. Pieter Vermentón , Mn sJibert Fabrichis, Heer van Aimkerk , en Mr. Cornelis Baart, Schepenen der gemelde Stad. En den 7. September daar aan volgende^ ter Puye van den Raadhuyze gepubliceerd , ten o-jciftaan en in prafemie van de Heeren Mr. Cornelis AJcanius van Sypefleyn , Hoofd- Officier; Mr. Gysbert Adriaan Patyn , en Mr. Cornelis Baart, Schepenen der gemelde Stad. usninoisTOoy 'trht-.vrj , a/njsJJ T. C. DRUYVEST EYN.  io6 KEUREN DER STAD HAERLEM. ken , te ordonneeren , zo als gcordon-1 neerd word by dezen, dat jaarlyks, buy-i ten en behalven de gewoone infpeftie buyten de Amfteldamfche Poort van de Ordinaris Veerwagens , welke op dezelve voet zal blyven en gedaan worden , zo als tot nu toe is gebruykelyk geweeft , door de Sadelmaker Peppel, de Smit van Leeuwen,\ en de Wagenmaker Pieter Lammens , die tot het doen der voorfchreve lnfpeótie wor-j den gequalificeerd en geaucftorifeerd, ook zullen worden gevifiteerd en geinfpectcerd ten huyze van de refpeéïive geadmitteerde Verhuurders , ( die gehouden zullen zyn zulks te gedogen , en daar toe behoorlyke o-elegenhcid te geven) alle andere Rytuygen , binnen deze Stad te huur lopende. Ordonneerende ten dien eynde de voornoemde gequalificeerde Infpeóteurs de gemelde Infpeétie der voorfchreve Rytuygen wel en nauwkcuriglyk re doen en waar te j nemen, en van de Gebreken , die daar aan bevonden worden , behoorlyke Notitie te houden , met Expreflie der Naam van den Sygenaar van zodanig Rytuyg , waar aan Iets deficieerd , en waar inne die defecten beftaan , en voorcs de voorfchreve Notitie terftond na hare gedane Vifitatie aan Heeren Burgemeefteren over te leveren, voor welke Infpeétie buyten en behalven de vier Guldens en tien Stuyvers, die jaarlyks gewoon zyn van het Voermans Gilde voor de Vifitatie der Poftwagens te ontfangen , gezamentlyk met hun driën nog genieten, zullen : Van ieder Koers 6 Stuyv. Van een Phacton 5 Stuyv. Van een Fargon 4 Stuyv. Van een Chais 3 Stuyv. die hen door ieder eygenaar der voornoemde Rytuygen zal worden betaald. En zal Copie dezer aan de voornoemde lnfpe£teurs tot bate narichtinge worden 1 gegeven. Keure , waarby voorzieninge word gedaaa , ten eynde dat worden gereftïtueerd de MANDEN, waar mede dé TUYNDERS hunne Fruyten en Groenteifs alhier ter Markt brengen; van den 23. van Maart 1763. MYNE HEEREN van den GERtCHTE dlr. STAD HAERLEM , in ervaringe zynde gekomen , dat de Tuynders , zo die naby deze Stad wonen , als welke van elders gewoon zyn alhier wet hare Fruyten en Groentens ter Markt te komen, van tyd tot tyd groote fchaden ondergaan , doordien veele Baatzoêkenue Menfchen zich niet ontzien de Fruyt- en Groenmanden , waar in de Vruchten en Groentens verkocht en tot geryf aan de Koopers uytgeleend worden, in plaatfe van dezelve aan de Verkoopers te ieftitueeren , dezelve onder zich te houden. tot groot nadeel van de voornoemde Tuynders : Zo is 't, dat haar Ed. Achtb. hiei inne willende voorzien , goedgevonden hebben te ordonneeren en te ftatueeren 5 zo als ordonneeren en ftatueeren by deze . dat voortaan de Verkoopers de Heele, Halve cn alle andere Mandens, waar inne zy hun ne Vruchten ofte Groentens ce koop vey len, by Verkoopinge zullen moeten floreer en onder zich behouden , zonder die uyt haar zei ven te mogen Uytleenen , op de verbeurte van drie Guldens , telkens by de Contra ven re'urs te verbeuren. Dat dn allen gevalle de Koopers van de /ruchten en Groentens welke eenige Manlens 'ter Leen zouden willen gebruyken, in handen van dc Verkoopers zullen moeten betalen voor ieder heele Mande drie Stuyvers , en voor ieder halve of kleynder Mande twee Stuyvers, en zal de Verkooper in dat cas ook niet vermogen eenige Mande over te geven zonder de voorfchreve Penningen ontfangen. te hebben , op gelyke boete van drie Guldens , te appliceeren de eene helft van dien voor de geene die de bekeuringe zal doen , en de wederhelft ten behoeve van de Nederduytfche Gereformeerde Diaconie Armen dezer Stad, dog in gevalle de Kooper de Manden binnen zes Dassen wederom aan den Verkooper overleverd , zal als dan het uytgefchoten geld  KEUREN DER STAD HAERLEM. 107 geld wederom moeten gerellituccrd worden. Ende werden tot het doen van deze Bekeuringe gequalificeerd niet alleen de Markcmeefters , maar ook de Vinders en alle andere Leden van het Tuinders Gilde dezer Stad. v Aldus Gedaan en Gearrefteerd den 23. Maart 1763, presfent de Heeren Mr. Cornelis AJcanius van Sypefleyn, Hoofd ■ Officier ; Salomon van Echten, en 'Mr. Remees Floris van Tranen , Burgemeefleren ; Mr. Caspar Jacob Ravens , Mr. Paul le Leu de Wilhem, Heer van Drongelen , Mr. Aalft van der Hoolck de Bruyn , Mr. Gysbert Adriaan Patyn, Mr. Albert Fabricius, Heer van Almkerk , en Mr. Cornelis Baart, Schepenen der Stad Haerlem. En den 23. April daar op volgende , na voorgaande Klokkegeflag ten overftaan van de Heeren Mr. Remees Floris van Zanen, Burgemeefler, inplaats van den Heer Hoofd Officier ; Mr. Aalft van der Hoolck de Bruyn, en Mr. Cornelis Baart, Schepenen derzelve Stad, ter Puye van den Raadhuyze gepubliceerd. In kennilTe van my, C Get. ) F. C. DRTJYVESTEYN. Resolutie , houdende Alteratie en Ampliatie van het Gerefolveerde van den 19. Maait 1673. nopens de Contributie der SCHEPEL voor de Twee LANTAARN E N op de Meerkant by Heemftede , en in de Wetering van den 9. van September 1761. Jbe onder het Kapittel van Finantie; " Resolutie , waarby word vaftgefteld , dat het Getal te S C Hl FPERS van het VEE R van deeze Stad op Amfterdam zal uytfterven van 15 op 32 Perfoonen , behelzende voorts Schikkingen aangaande de Recognitie van ƒ 2500 - : - ^ wëIke ieder Schipper tegenwoordig by zyn aankomft ten behoeve van de Schippery heeft moeten fourneeren , als ook omtrent de voldoening van het recht van'Annates, eaz. ook mede ordre op de aanftelling van Schippers en Knegts , die op de Buyten - Schuyten of Kaarsladen varen , en eindelyk hoedanige douceurs toegevoegt aan de Knegts, het Binnenveer be. varende ; van den 14. van July 1763. Zie onder het Kapittel van de Veeren. Vervolg van 't II. Deel, 3. Stuk. P R E*  jo3 I(EUREN DER STAD HAERLEM. Resolutie , waarby op zekere pcenaliteit word geordonneert aan alle die geenen, zo dewelke by continuatie van Aalmoes* fen leven , als de zulken , die voor zekere tyd op Attestatie worden bediend, en intuflehen zonder Alimentatie zig hebben gefuftenteerd hunne Kinderen by aanhoudendheid ter SCHOOLE te zenden, tot zo lang een behoorlyk Biljet van Affcheid zullen hebben bekomen ; van den 30. van July 1762. Zie onder het Kapittel van de Gebuurten , Vinders, Alimentatie , Diaconie. e solutie , waarby word vaftgefteld, dat Gealimenteert wordende OUDERS konnen volftaan met hunne Kinderen, die aan het Werk zyn , alleen eenmaal des daags ter SCHOOLEN te zenden , het welk in dien gevalle geen praeju. ditie zal toebrengen in de genietinge van Alimentatie, gelyk bet anderzints, is vaftgefteld , wanneer die OMtrekkinge der Stads Schooien door eenige andere oorzaak quam te gelchieden; van den 31. van Auguftus 1762. Zie onder het Kapittel van de Gebuurten , Vinders , Alimentatie , Diaconie. BiÈsöXüTiE L houdende by forme van Interpretatie van het Gerefolveerde van, den 5. van Juny 1760. op het fubject der afleve* Tim van TURF en KAARSEN aan dezer Stads Schooien , declaratoir , dat haar Ed. Groot Achtb. intentie niet anders is geweeft, dan dat van Stads wegen de betalinge der Kaarfen zoude worden gedaan, maar niet dat zoude worden gereftitueert de Penningen , die voor leverantie van Turf zyn uytgefchoten; van den 20. van February 1761. Zie onder het Kapittel van. dc Gebuurten , Alimentatie, Diaconie. KEU-  KEUREN DER, STAD HAERLEM. 109 KEUREN WEGENS DE B O S S E N. Resolutie, waarby het II. Articul van de Ordonnantie op de VRYWILLIGE DOODBOS zodanig word gealtereerd , dat dezelve Bos voortaan door VIER vafte en permanente Vinders zal worden beftierd; van den 27. van January 1761. BURGEMEESTEREN en RE-I GEERDERS der STAD HAERLEM , gehoord hebbende de Lec-| ture van de Requefte aan haar Ed. Groot Achtb. geprefenteerd door de Zes thans in dienft zynde Vinders der Vrywillige Doodbos binnen deze Stad , waarby dezelve , met goedvinden van de andere Bosbroeders re kennen geven, dat in gevolge het tweede Articul der Ordonnantie van gemelde Bos 't getal derzelver Vinders bepaald word op Zes Perfoonen , in diervoegen , dat telken jaren de twee Oudfte moeten afgaen, en in derzelver plaatfen twee anderen uyt de overige Bosbroeders door de afgaande en aanblyvende Vinders moeten worden verkoren en aangefteld, doch dat door het af en aankomen der Vinders moeyelykheden konnen ontftaan , en abuyzen wor den veroorzaakt, verzoekende daaromme dat het gemelde tweede Articul hunner Ordonnantiën dermaten mocht worden veran- Resolutie , waarby het Laatfte Articul der Ordonnantie op de BUSSE van de BROUWERS- AZYNMAKERS- en BRANDERS-KNEGTS, midsgaders WATERHAALDERS en KUYPERS van dien word gealtereerd en geamplieerd aangaande de aanneeminge van Bos - Broederen, en tot hoedanig Getal; van den 17. van Maart 1761. BURGEMEESTEREN jïn REGEERDERS der STAD HAERLEM , gehoord hebbende de Lec ture van de Requefte aan haar Ed. Groot Achtb. geprefenteerd door de Vinders en Opzienders van de Bufie van de Brouwers, Azynmakers , en Branders Knechts, midsjgaders Waterhaalders en Kuypers van dien P 2 bin- lerd , dat de Zes thans fungeerende Vinders zullen zyn en blyven vafte en permanente Vinders, dewelke door overlyden of andere wettige redenen op Vier zullen verminderen , als wanneer, den altoos deze Bos door Vier va/Ie Vinders zal worden beftierd, zullende dan by Vacature door de drie overige een ander uyt de Bosbroeders tot Mede - Vinder worden verkoren en aangefteld , en van deze nieuwe verkiezing en aanftellmg by het eerftkomeude Sterfgeval aan alle de Leden moeten worden kennis gegeven : Hebben , na deliberatie , goedgevonden en verftaan het gemelde verzoek te accordeeren , en het zelve tweede Articul dier Ordonnantie in manieren voorfchreeven te altereeren , gelyk haar Ed. Groot Achtb. doen by dezen. En zal hier van Copie gegeven worden lan de Supplianten tot derzelver naricht.  mo KEUREN DER STAD HAERLEM. binnen deze Stad, verzoekende, dat haa- j re Ordonnantie, gearrefteerd den 24. December 1748 , tot voorkominge van het totaal verval van de Bos , in fommfge opzichten mochte worden gealtereerd en geamplieerd , en dat overzulks Eerftelyk in plaatfe van het V. Articul der voorfchreve Ordonnantie mochte gefield worden aldus : Dat een Bosbroeder ziek komende te worden , weeklyks uit de Bos voor Ziekegeld zal trekken , in plaatfe van drie Guldens en tien Stuyvers , twéé Guldens en rien Stuyvers , mids daar aan telkens latende aftrekken twee Stuyvers \ dog in gevalle de Bos zeshonderd Guldens by kas is hebbende , zal aan een zieke Bosbroeder weekelyks worden uytgekeerd drie Guldens. En indien de I Kas wederom mocht verminderen tot op vyf honderd Guldens toe , als dan weekelyks niet meerder uytkeeren dan twee Gulden en tien Stuyvers , als hier voren is gezegd , onder koning van twee Stuyvers , als boven. Ten tweede , in plaatfe van het XX. Articul, deeze woorden : Indien een Bosbroeder komt te fterven , zal uyt de Bos tot zyne Begraveniffe gegeven worden, in plaatfe van zes en twintig Guldens , indien de Bos by kas zal hebben zes honderd Guldens , dertig Guldens. . Zeven honderd Guldens by kaffa hebbende , vyf en dertig Guldens. Acht honderd Guldens by kaffa heb- 1 bende veertig Guldens. Negen honderd Guldens by kaffa zynde , vyf en veertig Guldens. En de Kas tot duyzend Guldens gekomen zynde, als dan vyftig Guldens. Blyvende het overige van het zelve Articul in zyn geheel. Ten derde , aangaande het laatfte Articul , aldus : Als een Brouwers , Azynmakers, of Branders Knecht , of iemand anders , het zy van buyten of binnen deeze Stad komt te werken , zonder onderfcheyd, of dezelve eerft in de eene en dan we der in de andere Brouwery , Azynma- kery , of Brandery werkt , of komt te werken , en niet in deze Bos wil komen en in deze Bos als Lid is geweeft, en daar niet langer in begeerd te zyn of wezen , zal echter gehouden zyn , om, binnen zes weeken , na dat hy in voege voorfchreve aldaar zal hebben gewerkt, te betalen eene Gulden tien Stuyvers, en boven dien jaerlyks ten behoeve van de Bos moeten contribueeren eene Gulden en Tien Stuyvers. Ten vierde : Dat , vermids bet verval der Brouweryen , Azynmakeryen, en het gemis der Branderyen binnen deze Scad , en tot beter beftandhouding hunner Bos t zuilen vermogen , het zy dezelve Brouwers, Azynmakers, of Branders Knechts zyn , dan niet, tot Bosbroedertn aan te nemen tot honderd bekwaame Perfonen toe , mids niet boven de veertig jaren oud zynde. Ten vyfde : Ingevalle een Lid dezer Bos van enig Armcomtoir elders befteed mochte worden , of door Ziekte in een publicq Gaflof Ziekenhuys komende ziek te leggen, en aldaar komt te overlyden , de zodanige niets uyt de Bos voor Ziekengeld, of tot een Begraaffenis zal trekken of genieten, maar voor de voorfchreeven beileding van de Arme Comptoire bedankende , en in de voorfchreeve publicque Gaft- of Ziekenhuizen niet komende te overlyden , weder alle voorrechten , als de andere Bos-broederen zyn genietende , zal hebben en genie1 ten. Hebben, na deliberatie, goedgevonden en verftaan , het IV. Point van der Supplianten verzoek, betreffende de aanneeminge van Bos- broederen , ten getale van honderd Perfonen toe , mids niet boven de Veertig Jaaren oud zynde , te accordeeren en toe te ftaan , zo nochtans dat altoos de Preferance zullen moeten hebben de Brouwers , Azynmakers, en Branders Knechts, zonder dat (zo lang van de zulken worden gevonden, die genegen zyn om in de Bos te wezen ) andere Perfonen in die Bos zullen mogen worden genomen. Wor-  KEUREN DER STAD HAERLEM. m Wordende het eerfte Poinc van der Supplianten verzoek by proviiie cn voor als nog gewezen van de hand, en voorts alle de overige Pointen afgeflagen , zo als dc zelve afgeflagen worden by dezen. En zal Copie dezer aan de Supplianten worden gegeven tot narichting. Resolutie , waarby de V. en XX. Articulen van de Ordonnantie op de BOS van de BROUWERS-, AZYNMAKERS-, en BRANDERS - KNECHTS , midsgaders de WATERHAALDERS en KUYPERS van dien, worden geamplieerd en gealtereerd ; van den 24. van April 1761. BUR GE MEE S T E RE N en REGEERDERS m& STAD HAERLEM , gehoord hebbende de Lecttire van de Requefte aan haar Ed. Groot .Achtb. geprefenteerd, door de Vinders en Opzienders en verdere Leden , tc zamen uitmakende ruym twee derde deelen van de Leden van de Bos van de Brouwers , Azynmakers- en Branders-Knechts, mitsgaders de Waterhaalders en Kuypers van dien , verzoekende, dat tot ia ftaat hou ding van hun Bos eerige Articulen van de Ordre en her Reglement , dienaangaande in den Jaare 1745. gemaakt, mogten worden gealtereerd en geamplieerd: Hebben , na deliberatie, goedgevonden en verftaan het zelve Reglement in maniere hier na volgende te amplieeren en te altereeren : Eerftelyk omtrent het V. Articul. Dat een Bos-broeder ziek wordende Weekelyks uyt de Bos voor Zieken-geld niet meer zal trekken dan maar twee Guldens en tien Stuyvers , in plaats van drie Guldens en tien Stuyvers, aldaar gefteld , ten ware de Bos zeshonderd Guldens by Kas mogte hebben , in welk geval aan een zieke Bos-broeder Weekelyks zal moeten worden uytgekeerd drie Guldens en meerder niet; en by vermindering van de Kas tot vyf- honderd Guldens weder maar twee Guldens en tien Stuyvers's Weeks en minder niet , onder korting telkens aan die twee Guldens en tien Stuyvers en drie Guldens reipeeïive, van twee Stuyvers. Ten tweede , met relatie tot het XX. Articul: ^ Dat de Kas van deeze Bos , importeerende zeshonderd Guldens , daar uyt tot een Begraaffenis van een geftorve Bos-broeder zal worden gegeven dertig Guldens, in plaats van zes en twintig Guldens, aldaar bepaald ; de Kas zevenhonderd Guldens uitmakende , vyf en dertig Guldens ; de Kas groot zynde achthonderd Guldens, veertig Guldens; de Kas negenhonderd Guldens bedragende , vyf en veertig Guldens; en de Kas geavanceerd zynde tot duyzend Guldens, dan vyftig Guldens en niet meerder; blyvende voor het overige het gemelde Articul in zyn geheel. Lallende voorts hunne Edele Groot Achtb. alle en een iegelyk zig in diervoegen na deeze gealtereerde en geamplieerde Articulen- te gedragen , en qualificeerende de Vinders en Opzienders dezelve ten koften van de Bos te laten drukken, en onder de Bos - broederen te diftri* bueeren. rende de Vinders en Opzienders dezelve P 3 Reso-  112 KEUREN DER STAD HAERLEM. Resolutie , waarby het Reglement op de BOS van de KLEER MAKERS- en KEURSLYFMAKERS - KNECHTS , word gealtereerd en geamplieerd ; van den 12. van Mey 1761. BURGEMEESTEREN f.n REGEERDERS der STAD MAER LEM , difponeerende op het verzoek , by Requefte aan haar Edele Groot Achtb. gedaan door de Overluyden van de Kleermaakers- en Keurslyfmaakers -KnegtsBos binnen deeze Stad, ten eynde het haar Ed. Groot Achtb. mogte behagen het Reglement van hunne Bos, van dato 15. February 1751, in fommige opzigten te altereeren en te amplieeren , en de Suppli anten, en andere Overluyden van de voorfchreeve Bos , in der tyd te qualificeeren en te auétorifeeren , om zo lange dezelve Bos ten achteren is, en Schulden heeft , niet meerder aan de Zieken van hun Bos uyt te keeren in Geld, als een Gulden en vyf Stuy#ers 's Weeks , dertien Weeken lang ; en langer ziek zynde , weder derden Weeken lang vyftien Stuyvers 's Weeks , onder gehoudenifle nochtans , om, zo haaft hun Bos weder uyt zyn Schulden en gelyk is, als dan wederom te moeten uytkeeren dertien weeken lang, twee Guldens 's Weeks, in plaats van twee Guldens en tien Stuyvers :, en de Ziekte langer duurende , noch dertien Weeken , en langer niet, een Gulden .en acht Stuyvers 's Weeks , in plaats van eene Gulden veertien Stuyvers 's Weeks. En dat wyders mosne worden geordonneerd , dat die geene , die ziek zyn geweeft, zouden wezen verplicht hun Teken of Lootje weder aan de Overluyden van de Bos te moeten ter hand ftellen, op de Boete van zes Stuyvers. Ais mede , dat alle de geene der Bosbroederen , die aanneemt by de Zieke te waaken , en zulks niet doet , zoude verbeuren twaalf Stuyvers. En dat laatftelyk alle de geene der Bos-broederen , die om deeze vermindering der Zieke - Penningen als anders , uyt deeze Bos zouden willen gaan , gehouden zullen zyn, alvorens aan de Overluyden uyt te keeren en te voldoen hun Portie van het geene de Bos ten achteren is, zonder eenig Recht te behouden tot dat geene de voorfchreve Bos in vervolg van tyd wederom mogte komen tc bezitten : Hebben , na deliberatie , en gemerkt het gunt voorzegt is , met Confent en Toeftemming van de meefte Leden van de voorfchreve Bos, aan haar Ed. Groot Achtb. was verzogt, goedgevonden en verftaan de Supplianten hun Verzoeken te accordeeren , en hun voorfchreve Reglement dienvolgende in dien opzichte te altereeren en te amplieeren , zo als haar Ed. Groot Achtb. doen by deezen : Lallende een ieder na den Inhoud deezer Alteratie en Ampliatie van het voorfchreve Reglement zig te gedragen , en quali/ïceerende de Overluyden, om dezelve ten koften van de Bos te laten drukken en te diftribueeren , daar zulks behoord. alle de geene der Bos-broederen , die om Rfsolutie , waarby zekere Ampliatien en Alteratien van den 2. van Auguftus 1755 , en van den 10. van November 1757. van de Ordonnantie op de BOS van de METSELAARS KNECHTS, gedeeltelyk worden vernietigd , en vervolgens word' geftatueerd, hoedanige Sommen zullen worden uytgekeerd voor Zieken- en BegraaffenisGeld , en 't gunt zal moeten worden geobferveerd in 't nomineeren van Perfoonen tot Overluyden of Vinders; van den 10. van Maart 1762. BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STAD HAERLEM , gehoord hebbende de Lecture van de Requefte aan haar Edele Groot Achtb. geprefenteerd, door de Opzienders en Vinders van de Bos van de Metfelaars Knechts , daarby te kennen gevende , dat dc gemelde Bos geraakte in ccn groot verval ,  KEUREN DER STAD HAERLEM. "3 val, zo door onmacht der Leden , als het misbruyk van het Zieken - geld , het welk aan de Leden , door ziekte of ander ongemak buyten ftaat zynde om te werken , word uytgekeerd , waar door menigerley twiften en onhcylen wierden veroorzaakt, en verzoekende midsdien dat , tot redres van alle het zelve , mochte worden gearrefteerd eene geheele nieuwe Ordonnantie, ingericht volgens het Concept het gunt zy in hunne Requefte hadden geinfereerd : Hebben , na examinatie van de originceJe Ordonnantie voor hun Bos op den 27. February I75i> gearreileerd , midsgaders de daar op gevolgde Alteratie en Ampliatie , zo van den 2. Auguftus 1755. als van den 10. November 1757. goedgevonden en verftaan te ftatueeren en te arrefteeren , zo als geftatueerd en geordonneerd word by deze. Eerftelyk , dat het Ziekengeld by vervolg van tyd wederom zal worden gegeven en geëxtradeerd conform het gunt by de ori gincele Ordonnantie van den jare 1751. op dat fubject is vaftgefteld , mids het zelve echter nooyt zal mogen worden uytgekeerd of geëxtradeerd , dan na dat by Vifitatie en Attellatie van een Doctor of Chirurgyn aan de Overluyden of Vinders zal komen te blyken van de ziekte van de Patiënt, die met Ziekengeld verzoekt te worden onderfleund. Ten tweeden, dat.het Begraaffenis geld, by vervolg van, tyd , en na het arrefteeren dezer , niet meerder zal zyn dan dertig Guldens voor een Contribuant, en vyftien Guldens voor een Contribuants Vrouw, en dat overzulks die uytkeeringe zal blyven op denzelve voet, zo als die by de zo even gemelde origineele Ordonnantie by het XII. Articul is geftipuleerd en geordonneerd geworden. Ende dat laatftelyk by het overleveren der Nominatie tot Overluyden of Vinders altoos, zo veel mogelyk, reguard zal moe' ten genomen worden, dat daar op zullen worden gefteld en genomineerd zedanigfl Perfonen , die dien dienft meerder hebben waargenomen , en van de Ordonnantie en verdere Obfervantien , dien aangaande , kundig zyn, wordende, voor zo verre anders en contrarie aan de voorgaande Pointen by alteratie of ampliatie van den |aare , 1755 of 1757. in dien opzicht mochte zyn geftatueerd, het zelve by deze gehuuden voor geannulleerd ende vernietigd ; dog blyvende niet te min voor het overige alle de Pointen , zo by Ordonnantie als nadere Alteratie en Ampliatie gearrefteerd , en ten welken opzichte by deze niet anders is gedifponeerd , in haare volle vigeur en kracht. Zullende Copie dezer aan de ge» melde Overluyden worden gegeven, om te ftrekken tot haare narichtinge. Resolutie , waarby de doenmalige HOOFDMANNEN en VINDERS van de BOS genaamd de DODE KOFFER, van hunne Admmiftratie worden ontflagen en gedechargeerd ; en voorts de Ordonnantie op die Bos word gealtereerd en geamplieerd ; van den 18. van Mey 1762. BURGEMEESTEREN en REGEEflDERS dek STAD HAEllLEM , in achtinge genomen hebbende de iterative klachten aan haar Edele Groot Achtb. zo mondeling als by Requeste door verfcheyde Leden van de Bos , ge naamd de Dode Kofter, binnen deze Stad, gedaan , zo over de Oneenighcden die van tyd tot tyd waren ontftaan tuffchen diverfche Leden en Opzienders of Hoofdmannen en Vinders van dezelve Bos , als omtrent de Adminiftratie , die dieswegens door hen wierde gehouden, ten nadeele van die Bos , en merkelyk contrarieerende den inhoud der Ordonnantie voor de gemelde Dode Koffer ingericht, verzoekende, dat daar tegens mochte worden voorzien , en zodanige fchikkingen door haar Ed. Groot Achtb. mochte worden beraamd , als tot voorkominge van het verval van dezelve Bos zoude geoordeeld worden te behooren : Hebben , geëxamineerd zynde de Ordonnantie van de gemelde Bos, in dato den 20. November 1753. gearrefteerd , als mede de daar op gevolgde Ampliatien en Alteratien van den 12. January 1756, en van den 1. September 1759 , na deliberatie , e'n op behoorlyke informatie van alle  n, KEUREN DER STAD HAERLEM. ReSö- alle het gunt hier toe was rektif, goed 1 oevor.den cn verftaan de tegenswoordige Hoofdmannen en Vinders van deze haare gehad hebbende Admmiftratie te ontflaan, en te dechargeeren , zo ais daar van ontflagen en gedechargeerd worden by deze. Amplieerende en altereerende voorts de gemelde Ordonnantie met de Pointen en Articulen hier na volgende : Eerftelyk , dat vermids het getal der Leden zeer hoog is opgeklommen , en misfchien van tyd tot tyd nog meerder zal aangroeyen , deze Bos in vervolg van tyd in plaatfe van door Acht Perfonen, namentlyk Zes Opzienders of Hoofdmannen , en Twee Vinders te worden geregeerd , zal worden beftierd door Zeftien Perfoonen, te weten Acht Opzienders of Hoofdmannen en Acht Vinders , nader door haar Edele Groot Achtb. te nomineeren , en zulks voor ieder der vier Letters A. B. C. en D twee Hoofdmannen of Opzienders en twee Vinders , en dat van opgemelde Vinders, na dat twee Jaren zullen hebben geregeerd, jaarlyks twee van dezelve zullen afgaan , te beginnen met een uyt de Letter A , en een uyt B , het volgende Jaar uyt de Let ters C en D , en zo vervolgens , en tei zeiver tyd door Hoofdmannen of Opzienders wederom een gelyk getal nieuwe ir derzelver plaatfen zullen moeten worder aangefteld uyt de contribueerende Leden ; dog zullen de Opzienders en Hoofdman nen voor altoos hun leven lang gedurende, of zo Jange zy zulks behoorlyk kunner waarnemen , die Poft moeten blyven be kleden , en by overlyden of gebreken vai een van dezelve Perfonen , zo zullen d< overblyvende terftond wezen verplicht eer. Nominatie v*an een dubbeld getal uyt de regeerende of afgegane Vinders aan haai Edele Groot Achtb. te prefenteeren , tei eynde daar uyt een ander in des zodani gens plaatfe te worden verkoren: Ei zullen alle de gemelde Perfonen , zo Op zienders als Vinders , zo lange zy in dienf zullen wezen, dog langer niet, even ei in voegen als tot heden is gefchied, van de Jaarlykfche Contributie worden vry gelaten. Dat ook wyders de gemelde aan te flellene Hoofdmannen en Vinders zullen zyn gehouden , omme in plaatfe van de twee Guldens en veertien Stuyvers , die ieder Contribuant jaarlyks contribueerd , maar twee Guldens en tien Stuyvers te verantwoorden , zo als tot heden is gefchied , die geheele twee Guldens veertien Stuyvers in ontfang te brengen, zo als ook de Stuyvers, die in gevolge het XIV. Articul door de Leden worden verbeurd , mede ten behoeve van de Bos in Rekening zullen moeten worden gebracht , uytgezon1 derd de Koften van Papier , Pennen , en Inkt, enz. waar voor door ieder inkomend (Lid vier Stuyvers word betaald , dog zal het daar en tegen aan de gezamentlyke Hoofdmannen en Vinders, voor ieder Week 1 die zy vaceeren , wezen gepermitterd in 1 Uytgave te mogen brengen voor derzelver noodwendige Verteeringe en Confumtie , vyftien Stuyvers. En werden Iaatflelyk de meergemelde aangefteld zullende worden Hoofdmannen en Vinders gelaft, om van hun bewind en adminiftratie , midsgaders van hun ontfang en uitgave , in die Qualiteyt te hebben , , Jaarlyks aan haar Edele Groot Achtb. te doen Rekening en behoorlyk Bewys, mee verdere order aan hen , en alle en een iegelyk , die zulks zal aangaan, om zig naar het gunt voorzegd is , midsgaders na de i vorige Ordonnantie en Ampliatien van dien, !J voor zo verre deze niet zyn contrarieerenIdc , ftipcelyk te gedraagen , en alle het geene daar by is geftatueerd , exaélelyk 1 te achtervolgen. i En zal Copie dezer aan de gelicentieerï de , midsgaders aan de op nieuws gecom- mitteerd wordende Hoofdmannen en Vint ders , tot narichtinge gegeven worden, i  KEUREN DER. STAD HAERLEM/ 115 Resolutie , waarby in plaatfe van de Öntflagene HOOFDMANNEN en VINDERS van de BOS, genaamd de DODE KOFFER, anderen worden aangefteld; van den 21. van Mey 1762. BURGEMEESTEREN en RE-I GRERDERS der STAD HAERLEM , ingevolge de Refolutie van den 18. dezer , op het Subjecf van de beftieringe van de Bos, genaamd de Dode Koffer , binnen deze Stad genomen , prócedeerende toe de -Electie van Hoofdman I nen en Vinders van die Bos : Hebben , na deliberatie , goedgevonden en verftaen tot Hoofdmannen van die Bos aan te ftelletT en te committeeren , zo als aangefteld en gecommitteeid Worden by deze : Pieter Audolf, Abraham de Winter , Abraham vander Sloot, i Pieter van Wyngaarden \ ' Gerrit yan Tygum ,\ -; Abraham van der Viririe, Hendrik van Diepenbroeck , ' Willem van Mehen. rbrtoH i>bl jm3i 3 i ncv otiiuP, sfejoi o5 nav Resolutie , waarby de XVI. en XVII. Articulen van 't ReclemenT op de VRYWILLIGE ALGEMEENE BOS tot Begraaffènisfen en Onderftand van HOOG-BEJAARDEN , boven de Zeftig Jaaren Oud , worden Gealtereerd •, van den 30. van Oétober 1762. Is gelezen de Requefte , aan haar Ed. Groot Achtb. geprefenteerd door de Beftuurders en Vinders van de Vrywillige Algemeene Bos tot Begraveniften en Onderftand van Hoog - bejaarden , boven de 60 Jaren Oud , waar by dezelve te kennen gaven, dat, in gevolge het Reglement , den Auguftus 1752. met approbatie van haar Ed. Groot Achtb. opgericht , door de Beftuurders tien achter een volgende Jaren , na dat de Leden dezer Bos zouden zyn gekomen tot 800 Perfonen , uyt de fomma van ƒ 3120 - : - : , waar op in dat geval de Jaarlykfche Contributien moeften belopen , zoude moeten zyn aangelegd een Capitaal van ƒ2000-:-: in Renten gevende Effeéten ten Lallen Vervelg van't II. Deel, %.Stuk. van't Gemeene Land van Hollanden Weftvriesland. Dat, in gevolge het XVI. Arricul , die tien Jaren in deze Bos zoude hebben gecontribueerd , en gekomen zouden zyn tot den ouderdom van feftig jaren , na die behoorlyk te hebben geverifieerd , van dien tyd af zouden genieten hun aandeel in ƒ 2000 - : : 'sjaars , boven de Intereften van het belegde intereft gevende Capitaal , uyt te deelen alle Weeken een gerecht twee en vyftigfte part, mids niet meer bedragende dan twee Guldens 'sAVeeks, in welk geval de overfchietende Penningen door de Beftuurders mede in voegen voorfchreve beleyd zouden moeten worden. Q En ; [ En tot Vinders : Barend Harder , Leendert Leendertfc , Jan Jóngblóet, Barend Schouten , Barend Maskes , Gerrit Bouwman , Willem Schepeling , Matthys Capellen. Moetende de Rang der opgemelde Vinders genomen worden na de tyd , dat een ieder derzelve in de Bos is gekomen. Lallende allé de voorgemelde Perfonen, deze hare gemelde in die quahteyt te hebbene admimftratie wel en na behoren waar te nemen-, en alle en een iegelyk die 2ulks zal aangaan, dezelve 'in die qualitcyttè erkennen. Zullende Copie dezer aan dezelve tot narichtinge worden gegeven.  rró KEUREN DER STAD HAEREEM. En dat , volgens het XVIh Articul, wanneer deze-Bos 'twintig achter-een volgende-Jaren :zbude'..hébben' gefubfifteerd , zoude worden uytgekeerd een fomma van ƒ 2500 - : - : 's jaars aan die . Leden ,, die tot den ouderdom van feftig" Jafén zouden zyn gekomen, en zulks (zo als in't voorgemelde Articul was vaftgefteld ) boven de Intereften , die na verloop vau de gemelde twintig Jaren van dc aangekochte Effeéten zoudeh "provenieeren. Dat in den beginne van dc oprechtinge dier Bos de luft , om daar in deel-te nemen , niet aan de-'-verwachtinge voldaan hebbende , zulks in 't eerfte Jaar nog maar 427 Nommers waren .ingetekend'er zeven Jaren van de tien zyn verlopen , alvorens het by Articul XI bepaalde getal van 800 Nommers is .vol geraakt, w,aar door dan ook de contributien in yerre na niet van, de beloofde importantie , en de Supplianten buyten ftaat waren geweeft, om Jaarlyks het voorfchreeven -Capitaal yan f 2000 • : - : te :beleggen , terwyl de ordinaire en onverwachte üytdeelingen, midsgaders gewoonlyke en onvoorziene kosten , weynig of niet: minder in ; die eerfte Jaren hebben bedragen, dan de daarvoor by het XL Articul bepaalde fomma van fiï&Q j - L 's jaars, hoe zeer door de groote toeloop en vermeerdering der Leden in de drje laatfte Jaren. als waarinne die 'nu reeds; zyn' gcloopeh - tót-over de 1200' Nummers het belegde iniereff ge vende Capitaal nu is bedragende; eene fomma van ƒ 27000-; -:. .. . Dat , nu de tien eerfte Jaren verlopen , en alzo diverfe Perfonen den tyd van tien Jaren in deze Bos geweeft, en tot den ouderdom van feftig Jaren gekomen zynde, vervolgens onder dezelve, na luyd van het voorgemelde XVI. Articul, zoude moeten worden uytgedeeld een fomma van ƒ2000 :-: boven de Intereften der Rentgevende Effecten , welk wel niet meerder , en zelfs nog geen twee Guldens 's Weeks voor ieder zoude belopen , dan dat de Supplianten reflecteerende op den corifiderable aan was der trekkende Leden , die van jaar tot jaar nuodzaakelyk plaats zal moeten hebben , by nadere overweging bevinden , dat die üytdeelingen voor de eerfte trekkende Leden important veel grooter en aanmerkelykcr zoude zyn , dan voor die Leden , die in 't vervolg en van jaar tot jaar verders zullen bykomen , zulks dat daar na' de eerfte •hytdeeiinge voor"'Iéder '.Perfoon zb'udé 'bedragen circa vyf „en feventig Guldens; in ;'t Jaar , die over tien Jaren naauv/lyks Vyftien a Zeftien Guldens voor ieder Perfoon zoude kunnen uytmaken. . : Dat dit alzo geene egalitcyt of proportie zullende, zyn ,'en de onredelykheid van uien te-grooter oordeclende , om dat. het getal van Leden zo gering gebleven zynde, 'er geene mogclykheyd zyn zoude tot de Jaarlykfche uyrdeelinge van eene zo merkelyke fomma , cn de contributie van. de later ingekomen Leden niet behoren te worden befteed ren nutte en profyte van de eerfte Intekenaars alleen , vooral daar het getal der Leden nog de helft grooter geworden zynde, dan ook , na dat die Leden tien Jaren in de Bos geween\zullen zyn , de üytdeelingen ,: by de'Ordonnantie bepaald , ook naar evenredigheid zouden behoren te worden vermeerderd, welk, de Penningen nu aan die weinige uytgekeerd zynde , ook onmpgelyk zoude, worden , anders dan met afftekinge van het belegde CJafeitaal , en'zulks' tof verbal van het Fonds in maar wéyhig'e Jaa'ftHi\ verzoekende dierhalve! dar;rot Vöor4*— — 14 - : . : Voor ieder Perfoon aan Vracht,; : - 7-4 Vooreen Kind bov.de 12 Jaren : - 7-4 Voor een Kind bov. de 3 Jaren : - 3-8 Een geheel Pak Laken ' — : - 4 - : Een half dito. — —» : - a - 8 Een Ton Afch — —- : - 10 - : Een Webbe Zak — : - 4 - : 100 Pond Garen ■— : - 4 - : Van ieder Zak Graan, Erweten, Boonen , Zout, — : - a - : Een Ton Olie , — — : - 8 - : Meer en minder na proportie. Een Oxhoofd Wyn — : - 8 - ï Een Ton Bier —'• ~- : - 6 - : Een half Vat — — : - 4 - : Een Vierendeel — — : - 3 - : Een Ton Gift — — : - 6 - : Een half Vat — — : - 4 - : Een Vierendeel — — : - 3 - : Een Ton Vifch of Haring : - 4 . : 100 Pond Wol — — : - S - ; 100 Pond Kaas — —■ : - 5 - : 100 Pond Yzer — —■ 3 - : Een Mand Salade of andere Groenten — — : - 3 - • Een Mand Kerflen — : - 3 - : Een Mand Aardbeziën of Aalbeften — — : - 3 - : Een Ton Boter — — : - 8 - : Een Vierendeel Boter —• : - 5 - : Een Kinnetje dito. — : - 3 - : Een Rol Duffel — — : - 3 - : Een Spinnewiel — — •' - 3 - : Een Brief — — : - 2 - : leder 100 Gulden aan Geld of minder — — : - 3 - : Een douzyn Hoeden —1 : - 6 - : Een Varken — — : - 8 - : Een Kalf — — : - 7 - : Een Schaap of Lam —— : - 3 - : Een Riem Papier —- — s • 1 * J R 3 Een  I2Ö KEUREN DER STAD HAERLEM. Een Stuk Bordpapier — - : - 2 - :, Een Hopzak — — 1 - 10 - : Een 4. Tier Brouwers-Kolen 1 - 10 - : Ieder Laft Graan 2 - 14 - : 100 Kalfs-Vellen , natten 1 - 12 - : 100 dito , drogen — : - 16 - : Ieder nat Schapen - Vel — : - : - 8 Een Bos drooge Schaaps-Vellen : - 8 - : Een Rozemaryii - Boom — : - 2 - : | 12 Schoppen : - 6 • :• Een Bos Wannen —— : * 4 ' :' Een Mand met Kleeren — 1 - ' • ' Een Lafl Bier 2 - 8 - : Minder en meerder na advenant. Ieder Stamboom : - 2 * : Ieder halve Stam : * 1 ■ 8 Ieder geverfde Stoel : - 2 - : j Ieder gladde Stoel ■ : - 2-8 Ieder Bos Elft — — : - : - 8j Voor een groote Koffer — : * 4 " '• \ Voor een Sluitmandje met Goed : - 3 - Alteratie van de Ordonnantie op het SCHIPPERS VEER, van Haerlem en Alkmaar, van den 14. van Auguftus 1765, BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STEDEN HAERLEM en ALKMAAR, gehoord hebbende de Klagten , aan hun Ed. Groot Achtb. gedaan , door verfcheide Kaaskoopers over de Vracht-Loonen der Kaas , by de jongft gearrefteerde Ordonnantie van den 16. April 1763. van yder 100 Ponden gefteld op vyf Stuyvers , met verzoek , dat dezelve (als zynde bevorens het arrefteeren van gemelde Ordonnantie merkelyk minder geweeft,) eenigzins mogte worden gemodereert, en geconfidereert de Billykheid van het Verzoek: Hebben , na Deliberatie , goedgevonden en verftaan , zo als goedgevonden en verftaan word by deezen , dat by vervolg van yder honderd Ponden Kaas voor Vracht Loon zal worden betaald drie Stuyvers, in plaatfe van vyf Stuyvers , 7,0 als in de Lyft: der Vrachten in de voorfchreeve Ordonnantie was betaald ; wordende in zo verre de voorfchreeve Lyft der Vracht - Loonen gea/rereerr ; blyvende voor het overige de Ordonnantie in zyn volle vigueur en kracht. Aldus gedaan , gealtereerd en gereguleerd by de Heeren Burgemeefien en Regeerders der Steden Haerlem en Alkmaar refpeéïive, op den 14. Aug. 1765. In kennifle van ons Secretariflen, J. H. van DAM. J. WINDER. Reso- En voorts van alle andere Waaren en Goederen na advenant. ^lles behalven redelyk Beftel-, Kruy- of Sleep "Loon van de Stuk-Goederen. En houden de Heeren hun Groot Achtb. voornoemd aan hun de interpretatie , verindering , vermindering en vermeerdering van deze Ordonnantie , zoo als dezelve na des tydsgelegenheid zullen bevinden te behooren. Aldm gedaan , geordonneerd en gereguleerd by de Heeren Burgemeefteren en Regeerders der Steden Haarlem en Alkmaar refpecJive , op den 16. van April 1765. In kennifle van ons Secrerarillen, J. II. van DAM. J. WINDER.  KEUREN DER STAD HAERLEM. 1*7 Resolutie , waar by word vaftgefteld , dat voortaan alle de nieuw te makene TREKSCHUYTEN op het LEYDSCHE VEER met SCHUWEN en niet met. KLEEDEN zullen worden gemaakt; van den 16. van Auguftus 1765. BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STAD HAERLEM , onlangs ten verzoeke van Hogendorp , Schipper op het Leydfche Veer van deeze Stad , en vice ver/a , hebbende geaccordeert, dat zyne Schuyt zoude mogen worden gemaakt met Scimyven in plaatfe van kleeden , zo als de Schuyten der Leydfche Schippers worden gemaakt: Hebben , na deliberatie , en met advis van de Heeren Oude Wethou¬ deren , goedgevonden en verftaan , dat % vermits het in de koffen weinig of niet zal differeren, en tot meerder gemak der Pasfagiers zal ftrekken , alle de by vervolg nieuw te makene Trekfchuyten roet Schuyven , en niet met Kleeden zullen worden gemaakt. Zullende Copie dezer aan den Stads Fabryk worden gegeeven, ten einde te ftrekken tot zyne narichtinge. Ordonnantie en Reglement wegens het BEVAREN van het VEER tuflchen de Steden Haerlem en Rotterdam ; van den 14. van O&ober 1766. De HEEREN BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der. STEDEN HAERLEM en ROTTERDAM, hebben met onderling genoegen , tot zekerheid der Koopluyden en Ingezetenen van beyde Steden , vermyding van oneenigheden tuflchen wederzydfche Schippers , en onverminderd een ieders regt , doen formeeren en gearrefteerd de nagemelde Conventie, Ordonnantie , en Reglement , nopens het bevaren van het Veer tuflchen de beyde Steden. Articul I. Eerftelyk behouden de Heeren Burgemeefleren refpeótivelyk de vryheyd 't zelve Veer te doen bevaren , en op 't zelve aan te ftellen Een of meerder Schippers, zo als 't voorfz. Veer thans van Haarlem door Een , en van Rotterdam door Twee Perfoonen werd bediend : Egter zullen de twee althans te Rotterdam aangeftelde Schippers , en ingevalle in een der twee Steden meerder mogten werden aangefteld , zo in de waarneeminge der Toerbeurten , als de na te melden verdeeling der Winften , wederzyds maar voor een Perfoon werden gereekend. II Het voorfchreeve Veer zal werden bevaaren tweemaalen ter week van beyde de Steden , te weeten des Woensdags en des Saturdags, van Rotterdam op Haarlem des morgens ten thien uuren van binnen van de .Legplaats , en ten elf uuren van buyten van den Aanflag ; en van Haarlem op Rotterdam des morgens ten Elf uuren van de Legplaats , en ten Twaalf uuren van buyten van den Aanflag: En zal de Schipper , welke des Woensdags van de eene Stad gevaren is , des Saturdags van de andere Stad vaaren , en voorts de Schipper, die het eene Jaar de Woensdagfche beurt van de eene Stad heeft gehad, het volgende Jaar de Woensdagfche beurt van de andere Stad waarneemen; en zal de verandering der Toerbeurten altoos Jaarlyks op den Dank - en Bedendag gefchieden ; en is dienvolgende door de Heeren Burgemeefteren refpectivelyk vaftgefteld ', dat de Schipper van Haarlem van den Bedendag in dezen Jaare 1766. tot den Bedendag in den aanflaanden Jaare 1767. de Woensdagfche beurt van Rotterdam op Haarlem bedienen zal. III. De  128 KEUREN DER STAD HAÉRLEM. in. De Vragtlooncn en Winften , door de Schippers op het voorfchreeve Veer wordende verdiend en ontfangen , zullen voor de eene helft by den Schipper of Schippers van Haarlem , en voor de wederhelft by de Schippers van Rotterdam genooten worden , en deswegens tusfimèn henlieden alle loopende Maanden werden gereekend en geliquideerd ; dog die geenen , die van de refpéctive Schippers aan den ander deswegens meerdere winften zal moeten uytkeeren , zal van -zodanige fomme , als hy uytkeeren moet , genieten een vierdepart. TV, Egter zal onder de bovengemelde gemeene winften niet zyn begreepen, 't geen by een ieder der. Schippers wegens Wiflei- ' brieven , AsffgnAien , ongezegelde Gelden , Coodfchappen , of andere particuliere Commisfien werd verdiend, als zullende een ieder zulks voor zig zeiven alleen behouden. V. Van ieder ftuk goed , daar een buyten'slands Paspoort by is , zal de Schipper, boven de Vragt, voor zyn provifle mogen vorderen zes Stuivers of meerder na geleegenheid , en welke provifle onder de gemeene winften niet zal begreepen zyn. VI. Zo als daar onder insgelyks meede niet begreepen zullen wezen de Vragtlonen der Goederen , welke binnen een der beyde Steden worden geladen , en onderweeg buyten de Vrydom of Jurisdiéiie der andere Stad werden geloft. VII. Doch de Vragtlooncn der Goederen , welke de refpeéïive Schippers tuflchen beyde de Steden onderweg inneemen , en na de andere Stad vervoeren , 't zy die aldaar behooren , of verder moeten worden befteld en verzonden , zullen, invoegen als boven , in 't gemeen zyn. VIII. Ingevalle 'er eenige fchaden aan de ingeladene Goederen , 't zy door lekkngie ais anderzints , mogten voorvallen , zal den een voor den anderen niet verantwoordelyk wezen , maar een ieder zulks voor zyn eigen reekening moeten vergoeden. IX. De in beyde Steden op dit Veer zynde CommifTariflen zullen refpéctive alles moeten aantekenen , 't geen om te laden werd aangebragt, zo den naam van den Afzender , a!s aan wien geaddrefleerd is, de qualiteit van 't gefcheepte en merken van dien , en daar van aan den Schipper geeven een duidelyke Lyft ; en zal den Schipper des CoimnilTnrisDoek moeren tekenen, ten blyke dat hy de daar op genoteerde Goederen heeft overgenomen ; en zal den Commisfaris voor het aantekenen van ieder parthy van den Afzender genieten een Stuyver; en zullen de Schippers geene parthyen, die alvorens niet aangetekend zyn , mogen inlaaden op de Boeten van drie Guldens voor ieder ten behoeven van den Commiflaris. X. De refpeéïive Commiflariflen zullen moeten agt geeven , dat alle Goederen in goede ordre geladen worden , en indien alle aan 't Veer aangebragte Goederen niet konden geladen worden , zullen geen later voor eerder aangekomen Goederen mogen geladen worden , op de Boete van en ten behoeven als boven. XI. En nademaal wel klagten van Kooplieden zyn voorgekomen, dat de Schippers in den Winter door zodanig zwaar Ys hebben gevaren, dat zulks niet zonder vreeze voor fchade was gefchied , worden de refpéctive Commiflariflen gclaft , daar op naauwkeurig agt te geeven en zulks te beletten , en zo wanneer den Schipper zig daar na niet wilde gedraagen , daar van kennis te geeven aan de Heeren Burgemeefteren. XH. En ten "eynde de vordering der Vragtloonen op gelyke wyze gefchieden , en alle  KEUREN DER STAD HAERLEM. 129. alle verfehillen daar over werden voorge-1 komen, zullen de Schippers zig hebben te gedragen na de volgende Lylte. XIII. De Schippers zullen gehouden zyn zorge te dragen , om ten negen uuren 's morgens aan de Kaay te wezen om te lollen , op verbeurte van drie Guldens ten behoeve van den Commiftaris. XIV. De Schippers zullen , zo dra zy aan de Kaay zyn gekomen, bezorgen, dat de Addresbrieven aan de Koopluyden befteld worden uyterlyk voor half elf, en de Goederen doen brengen ter plaatfe , hen by de Koopluyden te ordonneeren ; zo nogthans dat zy de Goederen , waarop voor twaalf uuren geen ordre is gefteld , zullen mogen doen brengen aan 't huys van den geenen , aan wien dezelve zyn geaddrefteerd. XV, De Schippers zullen gehouden wezen te : tiezorgeh *, dat zy van den i. Oétober tot den t. April twee, en van den i. April tot den 1. Oétober een vafte Knegt ophun\\e Schuyten hebben , of dat ten minften 'de Schipper 'er onder begreepen , in de Winter-maanden drie , en in de Zomer"maanden twee bekwaame Mansperfoonen tot ieder Schuyt geaffecteerd , altyd met de 'Schuyt mede varen , op de boete van zes Gulden , ten behoeve als voren te verbeuren , telken reize, dat de Schuyt niet van het voorfchreeve getal voorzien zal zyn. XVI. En zullen de refpeéïive Schippers , als van ouds gebruikelyk, gehouden zyn, zo lang dezelve in iadinge leggen , en ook zo lang nog eenige gelofte Goederen op de Wal of Kaay leggen , op de Wal by hun Schuyten te blyven, of een bekwaamKnegt daar by doen. blyven , om een ieder goed befcheid te geeven , de te ladene Goederen te outfangen , en de gelofte te bewaren , de Vragten volgens de Lyft te reguleeren de Goederen by Regen , Hagel of Sneeuw te dekken, en,voor fchade of vermis te beveiligen , op de boete van drie Guldens , ten behoeve als vooren te verbeuren , zo menigmaal de Schuyt zonder Schipper of Knegt zal worden bevonden ; en zullen dezelve Schippers niet te min gehouden zyn , in de fchade of 't vermis , dat door hun verzuym of onagtzaamheid zal zyn veroorzaakt, en de Schippers voor hun Knegts, moeten inftaan. XVII. De refpeéïive Schippers , en derzelver Knegts, zullen gehouden zyn te obferveeren , alle het geene hen door de refpeéïive Commiffariffen, het Veer concerneerende, en deze Ordonnantie niet contrarieerende , zal worden geordonneerd , op gelyke boete en onder verband als boven. .* XVIII. De refpeéïive Schippers, en derzelver Knegts, zullen zig wagten de Koopluyden en de refpeéïive Commiftariften te lafteren, te fchelden , of op eenigerlei wyze kwalyk te bejegenen, of goed befcheid te weygeren , op gelyke boete. XIX. De Schippers zullen niet vermogen op de refpeéïive Veeren Tabak te rooken , nochte ook derzelver Knegts , op gelyke boece. XX. En zullen wyders de refpeétive Commisfariffen gehouden zyn , van alle verregaande desordres kennis te geeven aan Heeren Burgemeefteren. LTST der FRAGTLOONÈN tujfchen de Steden Haerlem en Rotterdam. Van Haarlem op Rotterdam. Een Pakje beneeden de 150 Guldens — — ƒ : - 4 . . Op de Veeren met een Stuyver voor aantekenen — ; - 5 - : Vervolg van 'f II. Deel, 4. Stuk. Van 150 tot 300. —— : . 6 ■ : Van 300 tot 3000. van 't ico : - 2 - : Van 3000 en daar boven , van 't honderd — — : - 1 - 8 S Een  l3o KEUREN DER STAD HAERLEM. Een Vat ruw Garen , door twee Paarden gefleept, van 2400 toe 3000 pond — — 3 " : ' Een Kasje Camerixdoeken , van 50 Ps. of a 200 El — 1 - : Een Kas Dito , van 50 Ps. of '•'< 3000 El — — 1 - 10 ■ Een Kas dito , van 100 Ps. of 4400 El — — 1 - 16 . Een Kas dito , van 150 Ps. of 6600 El — — 2 - 14 ■ Een Vaatje Afch , de grootte van een Bokkington — : - <5 ■ Een Ton Afch, gemeene foort, 800 pond — — : - 12 Een Ton Afch, — 1000 pond : - 16 ■ Een Vatje Garen, Lint of Koord 300 pond — — i-4 Een Vatje dito, 200 a 250 p. 1 - : Van elke 100 pond daar boven , 6 Stuivers per 100 pond. Een Kas Linnen , 1000 El 1 - : Een Kas van j500 Ellen 1 - 4 ■ Een Kas van 2000 Ellen 1 - 10 Een Kas van 2500 Ellen 1 - 16 Van Rolmatten , per Roi : - 2 Een Baal Jeneverbeijen van Zwol: - 10 Een Mande, ordinaire groote : - 6 Een Koffer — — : - ia Een Baaltje Werk —1 j - 5 Een Vaatje Blauwfel, 350 a 400 pond -— — : - 10 Grooter en kleinder naar advenand. Van Rotterdam op Haarlem. Van een Bood Corenren 1 - ro* Van een halve Bood dito : - 18 ■ Van een Vat Ryft — : - 8 ■ Van een Vat Tabak — : - 16 ■ Een Oxhoofd Wyn in futl, voor een Wynkoper — — : - 12 Een dito , voor den Burger : - 14 Een dito in Bottels — ï - 10 Van een half Aam Wyn in Bottels — — : - 12 Een Ton Bokking — : - 6 Een Ton Vis — — : - 6 Een Quardeel Sieroop — : - 16 Een half Quardeel — : - 8 Een half Aam Wyn in fuft : - 8 Een Anker dito in fuft — : - 6 Een Anker dito in Bottels : - 8 EeöftukGenéveroffjrandewyn r - 4 Een Laft Boekweyt , 29 Zak , bedraagt — —• 4 - : Een Zak Erwten, groote Rot- terdamfe Zakken — ƒ : . 4 - : Een kleine Zak, meerder als een, 't ftuk : - 3 ■: Van de 100 pond Lood , in Hukken of Rol — — : - 1 - 8 Van de 100 pond Lood , in Py- pen of 't ftuk : . 2 - : Van icoo Tegeltjes — : - 15 - : Van eenPotCandy met beftellen : - 4 - : Van een Pakje met beftellen : - 4 - : Een grooter naar advenand. Een ordinaire S/uytmand met beftellen : - 8 - : Een kleiner en grooter naar advenand. Een Baal Koffy —• — : - 10 - : Een Baal Geerft of Ryft : - 8 - : Van een Pakje Geld tot 150 Guldens —— : - 4 - : Van een dito, op de Veeren met een Stuyver voor aantekenen : . 5 - : Van een Pakje van 150 tot 300 Guldens -—' — : - 6 - : Van 300 tot 3000 Guldens, van 't honderd —- — ; - 2 - : Van 3000 en daar boven , van de 100 Guldens : - 1-8 Van een party Linnen los , 2 St. per ftuk. Van een Kift Glas — : - 8 - • Van een Korf -— : - 12 - ï Van een leege Kift van de Blee- kers — —— •" * 8 * : Van een party los Linnen om te verbleeken, per ftuk. — : - 1 - : Een verfe Zalm met beftellen : - 5 - : I Een Vat Meekrap — : - 16 - : Een Vat Smeer 1 - : - : Een Mand, 26 Kreeften, met beftellen — — : - 8 - : Een halve Mand , 13 dito : - 2 - : Een Ton Oefiers met beftellen : - .12 - : Een halve Ton dito — : - 6 - : Een leege Kift voor de Pakkers : - 6 - : Een Bood Leer, 5 in een Bood : - 5 - : Een agtfte Ton Boter Hollands : - 4 - ; Yrfe Boter , de 100 pond. : - 3 " : Van een Pak Linnen van Gent 1 • 10 - ï Van een Pak Guliks Linnen 1 - 16 - : Aldus gearrefteerd by de Heeren Burgemeefteren cn Regeerden: der Stad Haerlem , en de Heeren Schout , Burgemeefleren , en Scheepenen der Stad Rotterdam , den 14. Oclober 1766. . (On-  KEUREN DER STAD HAERLEM. ,3I ( Onderftond ) Ter Ordonnantie van de Heeren Burge- Ter Ordonnantie van de Heeren Schout, meejieren en Regeerders der Stad Burgemeefleren , en Scheepenen der Haerlem. Stad Rotterdam. ( Was Getekend ) J. A. GRASWlNCKEL. D. R. WYCKERHELD BISDOM. Resolutie van de Heeren Burgemeefteren en Regeerders der Steden LIaerlem en Amsteldam, waarby is vaftgefteld, dat wanneer meerder SCHUYTEN dan één op een uur varen s door den Commiftaris geene ROEVEN zullen mogen worden verhuurd , dan alleen van de eene Schuyt op zodanig uur varende, dat de Roeven van de overige Schuyten door de eerftkomende Paflagiers zullen mogen worden bezet; en dat ook op de ZONDAGEN in de Maanden Mey, Juny, July en Auguftus niet meer dan één Schuyt door Commiflariflen zal mogen worden verhuurd , dan met fpeciaal confent van de Heeren Burgemeefteren , of één uit derzelver Collegie ; van den 17. van November 1766. BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STEDEN HAERLEM en AMSTELDAM, gehoord hebbende de Leéture van de Requefte , aan haar Ed. Groot Achtb. geprefenteerd , door de Overiuyden van het Haarlemfche en Amfteldamfche Trekveer , daar by te kennen gevende , dat , niet tegenitaande de heilzaame Orders by het Re giement van dato 30. April 1752. op het verhuuren der Roeven , Art. ï. gefteld , zy Supplianten met leedwezen ondervonden , dat by drukke tyden door het meerder vaaren der Schuyten cp één uur , en het verhuuren van meer dan één Roef op zodanige Uuren , veel ongenoegen en ongemak aan de Paflagiers wierde toegebragt, en de plaatsneeming in de Roeven voor de Paffagiers wierde weggenoomen en belet, alzo de Roeven van de tweede en volgende Schuyten , op één uur varende , alleen door CommilTariffén wierden verhuurd aan die geene , die zy daar mede gaarne begunttigden , en het dus op Zondagen en andere drukke tyden veelmalen gebeurde , dat 8, 9 a 10 Schuyten op één uur va- I rende , veelerhande Difputen en ongenoe* (gens tuflchen de Commiffariffen en Paffagiers wierden veroorzaakt; en verzoekende mitsdien , dat het hun Ed Gr. Achtb. mochte behagen , by Ampliatie van het voorfchreven Reglement, te ordonneren, dat, buyten de reeds geftelde tyden , geen Roeven of Schuyten mogten worden verhuurd , dan afleen ééne Roef door Commiffariffen , en dat meer dan één Schuvt , op één uur varende , de Roeven by plaatsneminge zouden mogen worden bezet:, als mede , dat op drukke Zondagen c;een afgehuurde Schuyten door de Commiflarisfen zouden mogen worden gegeven , ter» wyl door het verhuuren van Schuyten op de drukke Zondagen dikwils geen Schuyten aan de Wal blyven , en daar door veroccafioneerd wierde , dat verfcheide. Paflagiers moeiten blyven , zonder hun reis te konnen bevorderen , en de Schippers buiten ftaat gefteld , de zodanige genoegen te geven : Hebben , (na deliberatie en ingenomen Advis van Heeren Commiffariffen van het Zandpad , ) goedgevonden en verftaan , by Ampliatie van de voorS 2 fehreë-*  i32 KEUREN DER STAD HAERLEM. fchreeve Ordre , by het V. Artikel in de voorfchreeve Ordonnantie gemeld , te or.donneeren en te arrefteeren . dat, meerder Schuyten dan één op het zelve uur va rende . door de refpeéïive Commilfariffen geen Roeven zullen worden verhuurd , dan alleen van één Schuyt op zodanig uur varende , zullende de Roeven van de verdere Schuyten , op het zelve uur varende , door de ecrlikomende Paffagiers mogen worden bezet; en dat ook op de Zonda¬ gen in de Maanden Mey, Jury, July, en Auguftus invallende , niet meer dan één Schuyt door Commiflariflen zal mogen worden verhuurd , dan op exprcfle order van Heeren Burgemeefteren , of een uyt derzelver Collegie , des nodig vindende. Zullende Copie dezes aan de refpeéïive Commilfarilfen , mitsgaders aan de Overluyden van *t voorfchreeve Veer, tot nalichtinge worden gegeven. Generale Ordonnantie en Reglement voor de gequalificeerde BESTELDERS en KRU1JERS van het Amsteldamsche BINNEN- en BUITEN- VEER ; van den 29. van February 1768. MYNE HEEREN van den GERECHTE der STAD HAER. LEM , difponeerende op de Re quelle aan hun Ed. Achtb. geprefenteerd i door de gequalificeerde Beftelders en Kruijers van het Amfteldamfche Binnen- en Buyten-Veer; verzoekende, dat zekere oude Lyfte van Beftel - Goederen-, aan de Requefte geannexeerd, in eene Ordonnantie mogte worden geconverteerd , en tot een generale Keure vaftgefteld ; hebben , na Deliberatie , goedgevonden en verftaan tot eene generale Keure en Ordonnantie voor de gemelde Beftelders en Kruyers van het Amfteldamfche Binnen- en Buyten-Veer, met te niet doening van alle voorige Keuren en Ordonnantiën op dit Subject geëma neerd , te ordonneeren en . re arrefteeren ^ gelyk hun Ed. Achtb. ordonneeren en arrefteeren by deezen, de navolgende Articulen : Articul I. De gequalificeerde Beftelders en Krui ers van het Amfteldamfche Binnen- en Buyten Veer , zullen gehouden zyn , ieder in hun' privé , Borgen te ftellen voor de Goe deren, die zy komen te ontfangen, op dat by Verlies de Schade daar op zal konnen worden verhaald voor bet Goed , dat , en zo als zy het van de Schippers zullen heb , ben ontfangen. . ït De voornoemde Beftelders zullen alle mogelyke naarftigheyd toebrengen, tot het beftellen der Brieven , die met de Schuy. ten worden aangebragt, en zorge dragen dat dezelve zo fpoedig eenigzints mogelyk , en uyterlyk binnen de twee uuren na de aankomft van die Schuyt, waarmede dezelve zyn aangebragt, worden befteld , en ten reguarde van de Brieven; daar dubbelt Port op ftaat, zullen zy dezelve immediaat en uyterlyk binnen het half uur ann de Adreü'en bezorgen , op Poene in beyde gevallen , van verbeurte van hun Beilelloon , en daarenboven op een Boete van 3 Guldens, telken reyze te verbeuren. III. De Beftelders zullen zorge dragen, dat de Goederen alle dagen, en wel met alle mogelyke fpoed worden befteld , volgens de Adreflen , en boven al dezelve niet in het I luysje van de Commiftaris laten overnachten, op de Boete van 6 Guldens, en zullen de Beftelders , indien iets van de Goederen , aan hun inrgegeeven om te beftellen , volgens de Lyft, waarop dezelve door den Comrniffiris zyn aange* rokend , quame re manqueeren . gehouden zyn daar voor vergoedinge tc doen. IV. De  KEUREN DER STAD HAERLEM. 133 IV. De Befteiders zullen zorge hebben te ■ragen , dat de Goederen , wanneer die by hun nevens dc Adres-Brieven zyn ontfangen , behoorlyk worden behandeld , mitsgaders geteerde Kleeden houden, op dat de Goederen , die door den Regen zouden kunnen befchadigt worden , daar mede worden gedekt en droog gehouden , zullende (indien hier aan eenig verzuym of mangel word bevonden ) ieder Beffelder in zyn privé daar voor moeren inftaan. V. Deeze Ordonnantie zal in alle deszelfs deelen en_ ten allen tyden , zo wel wanneer by beflooten Warer de Goederen met Wagens worden aangebragc; als by open Water wanneer de Schuyten varen , door de Beftelders exactelyk moeten worden geobferveerd en nagekomen. VI. De Beftelders zullen voor hun Beftelloon van zodanige Goederen als door hun zullen worden befteld , als van ouds, genieten half zo veel als de Vracht Van die Goederen voor den Schipper bedraagd , te weeten, de Vracht voor den Schipper] zynde een , twee , vier en zes Stuyvers , / zal de Beftelder trekken een halve , een, twee en drie Stuyvers, meerder en minder naar advenant; doch wanneer de Goederen by befloten Water met Wagens worden aangebragt, zullen de Beftelders maar genieten een vierde van het geen voor Wagen-Vracht word genoten, te weeten, de Vracht voor den Voerman zynde twee vier, agt en twaalf Stuyvers , zal de Beftelder maar voor Beftelloon hebben een halve , een , twee en drie Stuyvers, meer en minder na advenant. VII. En zullen de voornoemde Beftelders', zo daar eenige Goederen met de Kaars laade of andere Vracht-Schuyten van het Amfteldamfche Veer aangebragt mogten zyn , die Impoft fubject zyn , of waar by eenige Cedullen behooren, gehouden zyn, die Cedullen terftond te vertoonen daar zulks zal behooren , en daar voor van ieder Poft of Ceaul , het zy dezelve houden aan een of aan meer Perfoonen , genieten een Stuyver , of zo by de Goederen AdresBrieven zyn Jmogten , voor het Beftellen van ieder dier Adres - Blieven , mede ontfangen een Stuyver , boven het ordinaire Beftelloon , hun voor het Beftellen der Goederen competeerendc. 1 VIII. Gelyk dezelve mede zullen genieten, 1 een Stuyver voor het aanzeggen van een Garen-Vat voor een Koopman , Makelaar of ander particulier..gearriveerd, mits daar van insgelyks rer behoorlykev tyd kenniffe geevende daar het behoord. IX. En zo daar eenige Goederen met de Kaarslaade of andere Vracht - Schuyten van het Amfteldamfche Veer worden aangebragt , die aan iemand zyn gcadrefléc-rd wiens Woonplaats of verblyf niet bekend nog te ontdekken is, of waar by geen Adres-Brief is, of zo daar op het Adres motrc ftaan , dat die Goederen zuilen worden afgehaald , zullen de Beftelders gehouden zyn, die Goederen behoorlyk te bergen en te bewaaren, zo dat daar geen fchade aankome, ten tyde en wylen dezelve door den Eygenaar , of iemand van zynent wegen worden afgehaald, waar voor de Beftelders zullen genieten van ieder Party een Stuyver, boven het ordinaire Beftelloon, zo zy die Goederen mogten beftellen. X. En zo daar eenige Goederen met de Kaarslaade of andere Vracht-Schuyten van het Amfteldamfche Veer worden aangebragt , die na de eene of andere Buytenplaats , buyten deeze Jurisdictie zyn gediftineerd , zullen de Beftelders gehouden zyn, na alvorens de Goederen behoorlyk te hebben geborgen , zulks aan het gewoone Aanzeg-huys van die Buytenplaats , indien het bekend is, aan te zeggen , en de Goederen zo lange te houden in goede bewaaringe, tot dat dezelve door den Eygenaar, of iemand van zynent wegen worden afgehaald , waarvoor de Beftelders , als voren , zullen genieten een Stuyver. XI. En zo'er eenige Goederen met de Kaarslaade of andere Vracht-Schuyten van hec S 3 Ara-  134 KEUREN DER STAD HAERLEM. Amfteldamfche Veer worden aangebragt, die de Lynwaat-of Garen - Bleekers mogte aangaan of toebehooren, zullen de Belief ders mede gehouden zyn , de Adres-Brie ven te bezorgen aan de gewoone Aanzegli uy zen dier Bleekers aan wien het Adres houd , of zo daar by die Goederen geen Adres Brief, maar een mondelinge Bootfchap mogte zyn , zullen dezelve , even als vooren , verpligt zyn die Bootfchap te doen aan het gewoone Beftelhuys van die Bleeker, aan wien de Goederen mondeling zyn geadrelfeerd , en zullen de Beftelders daar voor, zo wel als voor het bezorgen der Adres-Brieven , van ieder Party , telken reyze genieten een Stuyver. XII. Welverftaande echter, dat zo 'er eeni ge loffe Stukken Linnen met de Kaarslade of andere Vracht Schuyten van hec Amfteldamfche Veer worden aangebracht, de Beftelders voor het aanzeggen daar van zullen genieten tot vier Stukken toe een Stuyver , en zo 'er meer dan vier Stukken mogten zyn , zullen dezelve van ieder Stuk boven die vier Stukken, genieten een quart Stuyver per Stuk , en zo daar mede Silefifche Doeken, aan de Bleekers insgelyks geadresfeerd, wierden aangebragt, zullen de Beftelders voor het aanzeggen derzelve aan de gewoone Aanzeghuyzen der Bleekers,genieten van een tot agt Stukken een Stuyver, en van ieder Stuk , dat boven de agt mogte zyn aangebragt , nog een agtfte Stuyver , waar voar de Beftelders zullen gehouden zyn de aangebragt. Stukken tejoflen en te bergen, tot dat de Bleeker aan wien dezelve geadrefteerd waren , of iemand van zynent wegen dezelven komen af haaien, als wanneer de Beftelders mede zullen gehouden zyn, de Bleekers of hun Bediende, de behulpzaame hand te bieden in het oplaaden dier Goederen. XIII. En worden nog de gequalificeerde Beftelders en Kruyers van het Amfteldamfche Veer gelaft en gequalificeert, om met de Kruywagen ce mogen beftellen en t'huys te brengen , de Goederen op de navolgende Lyfte gespecificeerd. Lyfle der Goederen , welke door de gequalificeerde Be/leiders en Kruyers van het Amfleldamjche Binnen- en Buyten-Veer zullen mogen worden bejleld , en met de Kruywagen t'huys gebragt. A 11e Pakken , geadrefteerd aan Winke„Ojiers of andere Perfoonen,het zy dezelve inhouden Winkelwaren, het zy andere Goederen , en waar van aan den Schip per voor Vragtloon word betaald van twee tot zes Stuyvers en daar onder voor ieder Pak. Een Zakje Zyde tot vyftig Pond, doende aan Vragtloon voor den Schipper vyf Stuyvers en daar onder. Een Zakje Garen, Wol, Vlokken, Paardenhair of Veeren , doende aan Vragtloon voor den Schipper van twee tot zes Stuyvers per Zak, en daar onder. Een a twee halve Vaatjes of Tobbetjes Vygen of Ro^ynen of minder quantiteyt. Een tot zes Kasjes of Potten Kandy of minder quantiteyt, onder één adres hoorende , en zo 'er meer zyn aan anderen geaddreiTeerd,mkls niette bovengaande het ge tal van zes. Een tot zes Matjes Vygen, onder een adres behoorende, en zo daar meer zyn aan anderen geadrefteerd, onder conditie en re* ftrictie als vooren. Een Kabes Amandelen, doende aan vragtloon voor den Schipper van een tot drie Stuyvers ieder , en zo daar meer zyn aan anderen geadrefteerd , mids niet hoger in Vragt zynde dan drie Stuyveis. Een a twee Kippen Stokvis van vyftig Pond, ieder onder een adres behoorende, en zo 'er meer zyn aan anderen geadresfeerd, mids niet overtreffende het getal van twee, en de zwaarte van vyftigPond ieder, minder quantiteyt daaronder begrepen: een a agt Potjes Olie ondereen adres behoorende, en zo daar meer zyn aan anderen geadrefteerd , mids ieder party niet grooter zynde dan agt Potjes als vooren. Een a zeftien Riemen Kleyn Papier,onder een adres behoorende, en zo daar meer zyn aan anderen geadreffeerd , mids ieder party niet grooter zynde als zeftien Riemen als vooren. Een  KEUREN DER STAD HAERLEM. Een a twaalf dito middelflag, onder m EricUe als vooren. Een a zes dito groot, mede onder re «nette als vooren. Een Bennetje of Mandje, doende aan Vrag loon voor den Schipper van twee tot zt ^uy vers , en zo daar meer Manejes mogte zyn aan andere geadreffeerd, mids niet hoe ger m Vragc zynde dan zes Stuwers,mh oei quantiteyt daar onder begreepen. - ^en, a cwintig Rollen Poolsdoek, onde een adres behoorende, en zo daar nog ai dere diergelyke partyen mogten zyn aan ar, dere geadreflèerd, mids ieder party nietgroo ter zynde dan twintig Rollen , als vooren. Een a twintig Rollen Dwylen, onder eei adres behoorende , en de meerdere onde conditie en relfriSie als vooren. Een a twintig Stukken Vlaamfch of Os Jabrugs Linnen, onder een adres huoren de, en de meerdere onder conditie cn re ftrictie als vooren. Een Mandje Spykers of gemaakt Yze jrf Koper,doende aan Vragtloon voor dei Scmpper van twee tot vier Stuyvers , onde een adres, en zo daar eenige andere mogtei Zyn , die aan andere geaddreffeerd waren ouder conditie en reftriclie ais vooren. Een a zes Loilh Scoelen, onder een adre behoorende, en zo daar meer zyn aan an deren geadreffeerd, onder conditie en re itridtie als vooren. Een Spiegelkas of ftuk Schildery, doende aan Vragtloon voor den Schipper van twee toe zes Stuyvers , en zo daar andere zyn aan anderen geadrefteerd, die mede onder conditie en reftrictie als vooren. Een a zes Theetafeltjes, aan een adres behoorende , en zo daar meer zyn aan anderen geadreffeerd , onder conditie en reftrictie als vooren. Een rot dertig Sukken ruuw of wit Inlanfeh Linnen, voor een Burger of Koopman , onder een adres behoorende,en zo daar meer diergelyke partyen zyn,die aan anderen zyn geadreffeerd, onder conditie eu reftrictie als vooren. Een k twee halve Lakens, onder een adres^ behoorende , en de meerdere onder conditie en reftrictie als vooren. Een a zes Stukken Bay , Karfay of Pyiaken, onder een adres behoorende, en zo daar meer Stukken zyn,die onder conditie en reftriétie als vooren. Een Vaatje, groot een Anker, en zo 'er meer zyn mogten aan anderen geadrefteerd, die onder conditie en reftrictie ais vooren. Een Pak Leeder,doende aan Vragtloon 135 - voor den Schipper van een tot zes Stuyvers, en zo daar andere gelyke Pakken zyn ,on' der conditie en reftrictie als vooren. Len a. twintig Boffchen Spaan:, aan een :- adres behoorende, en de meerdere Boften, :s aan anderen geadreffeerd, onder conditie n en reftrictie als vooren. »- Een Mand Hoeden van twee tot zes Scuyi- vers Vragtloon voor den Schipper doende, en diergelyke Manden aan andere geadresr ;r feerd, onder conditie en reftrictie als vooren. i- Een Parcytje Hoeden Kaften , doende • van twee rot zes Stuyvers Vragtloon voor - den Schipper, onder een adres behoorende, en diergelyke partytjes aan andere geadres- 1 feerd, onder conditie en ïeitriétie ais voo' ren. Een Partyrje Schoenmakers Houtjes, doen- • de aan Vragtloon voor den Schipper van twee tot agt S.uyvers, en onder een a-^es behoorende , en diergelyke partytjes aan anderen geadreffeerd , onder conditie cn r reftriétie als vooren. 1 Een a twee Zakjes Verfof Winkelwaren r doende aan Vragtloon voor den Schipper,' ï van twee tot zes Stuyvers ieder,en onder , een adres behoorende , en diergelyke aan anderen geadrefteerd , onder conditie en s reftricTiie als vooren. Een Kasje Thee,doende aan Vragtloon - voor den Schipper van twee tot vier Stuy¬vers, en diergelyke Kasjes aan anderen geadrefteerd , onder conditie en reftri&ie'als vooren. Een Pakje Tabak, doende aan Vragtloon voor den Schipper van twee tot vier Stuyvers , en zo daar meer diergelyke Pakjes mogten aangebragt zyn , zullen de Beftelders die mede mogen beftellen, mids ieder Pakje aan een ander Perfoon zy geadrefteerd , en niet meer aan Vragt geeven dan vier Stuyvers en daar onder. Een of twee tluyskiften of Koffertjes, | het zy een , hec zy beyde onder een adres behoorende , doende aan Vragtloon voor den Schipper van twee tot agt Stuyvers ieder, en zo daar meer diergelyke Kiften of Koffers aan anderen geadrefteerd, mogten zyn aangebragt , zuilen de Beftelders die mede mogen Beftellen , mids niet meer dan twee aan een adres houdende. Een Valies of Mantelzak met eerder1 kleyne Goederen daar by , onder een adres behoorende , doende aan Vragtloon van twee tot agt Stuyvers voor den Schipper, en aan anderen geadrefteerd diergelyke Valiefen , onder conditie en reftrictie i als vooren. Een | kleyne Goederen daar by , onder een a-  I3<$ KEUREN DER STAD HAERLEM. Een Sluytmand met eenige kleynigheden daar by , onder een adres behoorende , doende aan Vragtloon voor den Schipper van twee tot agt Stuyvers , en diergelyke Siuytmanden aan andere geadreflèerd, onder conditie en reftrictie als vooren. Een Katoenzak voor een Kaarfemaker of Verwer , doende aan Vragtloon voor den Schipper van twee tot zes Stuyvers , de meerdere onder conditie en reftrictie als vooren. Een party Valletjes of bladen Koper , doende van twee rot vier Stuyvers Vragtloon voor den Schipper, en meerdere diergelyke onder conditie en reftriélie als vooren. Een Mandje Strykyzers, doende aan Vragtloon voor den Schipper van twee tot vyl Stuyvers , en andere diergelyke onder conditie en reftriélie als vooren. Een a vier Duffels, aan een adres behoorende , andere onder conditie en re ftriélie als vooren. Een a zes Mandjes Bokking, ondereen adres behoorende , meerdere diergelyke , onder conditie en reftriélie als vooren. Een a dertig Strootjes Bokking , onder een adres behoorende , en zo daar meet diergelyke aan anderen mogten zyn geadreflèerd van een tot dertig toe , zullen de de Beftelders die mede mogen beftellen , onder conditie en reftriélie als voo ren. Een Mandje , Kiftje of Pakje Geld , het geen kan gedragen worden : meei diergelyke Mandjes , Kiftjes of Pakjes aar andere geadrefteerd, onder conditie en re ftriclie als vooren. Een a twee Manden Fruyt of Groente, onder een adres behoorende, en meer dier gelyke Manden onder conditie en reftriélie als vooren. Een a vier douzynen Teemfen, de meerdere onder conditie en reftrclie als vooren Een Bos of Zak met Schuijerhouten o Vleugels , van twee tot zes Stuyvers aar Vragtloon voer den Schipper doende , et zo daar meer diergelyke Bollen of Zakker aan anderen geadrefteerd mogten zyn aan gebragt , zullen de Beftelders die med< mogen beftellen , mids niet meerder dat een aan ieder adres, en niet excedcerendi de Vragtloon van zes Stuyvers. Een zak Watten van twee tot vyf Stuyver aan Vragtloon voor den Schipper doende meer diergelyke aan andere aangebragt onder conditie en reftrictie als vooren. Een a vier Varkens, Schapen , Kalve ren of Rundvee , die gemaklyk kunnen gedrceven worden , en zo daar meer Schapen , Varkens , Kalveren of Rundvee aan anderen geadreflèerd , wierden aangebragt zullen de Beftelders die mede op de voor hun facielfte- wyze mogen beftellen. Een Kooy Hoenders of ander Gevogelte, doende aan Vragtloon voor den Schipper van twee tot zes Stuyvers, en zo daar meer diergelyke Kooyen voor anderen zyn aangebragt, onder meergemelde conditie en reftriélie. Een a vier Zakken Zeemeien , de meerdere aan andere geadreflèerd , onder conditie en reftriélie als vooren. Een party leedige Manden , doende aan Vragtloon voor den Schipper van twee toe zes Stuyvers de party , en zo da^r meer diergelyke partyen aan anderen geadrefteerd, mogren zyn aangebragt , zullen de Beftelders die mede mogen beftellen , mits niet hooger in Vragt zynde , dan zes Stuyvers ieder party. En voorts alle zodanige Goederen , het zy Winkelwaaren , het zy andere , die offchoon hier boven niet gefpecificeerd zynde , door de Beftelders en hunne Bedienden gedragen , of op de Kruywagen befteld kunnen worden , en waar van door den Schipper niet meerder dan zes Stuyvers aan Vragtloon word genooten. XIV. Des.zullen de Beftelders zich nietmogen onderwinden , om andere Goederen van meerdere Vragt of zwaarder Caliber , nog ook de zodanige, die ter beftelling aan de Sleepers by hunne Ordonnantie van den Jaare 1737. zyn gedemandeerd , te aanvaarden , om die te beftellen of te doen beftellen gelyk mede de Beftelders niet zullen vermogen diverfche Partyen van onderfcheide Goederen , fchoon terzelver tyd aangebragt , en aan een Perfoon geadresfeerd, ja ook zelve op de voorenltaande Lyfte gefpecificeerd , te beftellen , by aldien dezelve diverfche Partyen te zamen genomen aan Vragtloon voor den Schipper doen een Gulden , en daar boven , alles op Poene van dien contrarie bevonden wordende , te verbeuren voor de eerfte reyze twaalf Guldens , de tweede reyze vyf-entwintig Guldens , en voor de derdemaal van hunne Bedieningen te worden gefuspendcerd , en naar bèvinding van Zaaken arbitralyk te worden gecorrigeerd; de Boetens zo wel in dit als in voorige Articulen  KEUREN DER STAD HAERLEM. 137 ciilen gemeld te appliceeren , een derde voor den Heer Hooft Officier, een derde ten profyte van de Gereformeerde Diaconie Armen , en een derde voor den Aanbrenger. Lattende myne Heeren van den Geregte fpecialyk de Commiflariflen van het Amfteldanjfche Binnen en Buyten-Veer, de voorgemelde Beftelders van hetzelve-, gelyk mede de Sleepers binnen deeze Scad , mitsgaders allen en een iegelyk , die zulks eenigzints mag aangaan , zig naar den inhoude deezer Keure in allen deele te reguleeren. i Aldus gedaan en gearrefteerd, den 29. ^ ïebruary , 1768 , by de Heeren Jean Salomon la Clé , Hoofd-Officier ; Mr. Mattheus Willem van Valkenburg en Mr. Chriftoffel Jan van Dam , Bur¬ gemeefteren j Willem Jan Grave van Hogendorp , Mr. Paul le Leu de Wil. hem, Heer van Drongelen, Mr. Aelft van der Hoolck de Bruyn, Mr. Gysbert Adriaan Patyn, Mr. Cornelis Arnout van Brakel, Mr. Pieter Vermeulen , en Mr. Jacob Crommelin, Schepenen der Stad Haerlem. En den 8. Maart, 17Ó8 , na voorgaan, de Klokkegeflag , ter Puye van den Raadhuyze afgekondigd , ten overjlaan van de Heeren Jean Salomon la Clé, Hoofd. Officier ; Mr. Aelft van der Hoolck de Biuyn ', en Mr. Gysbert Adriaan Patyn , Schepenen der Stad Haerlem. By my O. van SCHU YLENBURG H. Resolutie, waar by deii COMMISSARIS van het Leydsche Veer word gequalificeerd , om GOEDEREN en PAKJES , die buyten aan het Veer , zoo op de Pakals Volk - Schuyten befteld worden , zulks gerequireerd wordende, te mogen aantekenen \ van den 25. van Auguftus 1768. BURGEMEESTERENen RE. GEERDERS der STAD HAERLEM , disponeerende op 't verzen by Requefte aan haar Ed. Groot Achtb. gedaan door Nicolaas Wcntzlauw , Commisfaris van de Volkfchuyten op 't Veer van Haarlem op Leyden; Hebben , na de Jiberade, goed gevonden en verftaan dezelve te qualificeeren, zo als hy gequalificeerd word by deze , om de goederen en Pakjes die buyten aan het Veer, zo op de Pak-als Volk - fchuy ten befteld worden (wanneer de eygenaars of beftelders van zodanige goederen zulks requireeren ) te mogen aan- teekenen, en voor ieder aantekening te mogen afvorderen een Stuyver; Ordonneerende de vSchippers en Knechts der voorfchreeve Schuyten, alvorens aftevaren, in gevallen eenige goederen aangetekend zyn, dezelve van hetHuysvandeCommisfaris aftehalen. En zal Copie dezer aan den Commisfaris , als mede aan de Schippery tot narichtinge worden gegeven. J. H. vam DAM. Vervolg van 't II. Deel, 4. Stuk. T t Con*  133 KEUREN DER STAD HAERLEM. Conditiën van Verhuuring van de TOLLEN aan de TOLHEKKEN tuflchen de Steden Haarlem en Leyden; van den 17. van December 1767. Articul ï. 'JP^Ve Huurder zal deswegens ontfani B &en volgens de Lyfte hier navolJË~^r gendè, en wel aan yder Hek in het byzonder ; en zal den Huurder van het Tolhek aan de Haerlemfche zyde, daarenboven van yder Rytuyg de Boom aldaar pafleerende , noch ontfangen een Stuyver. Een Man te Voet een halve Stuyver. De Kinderen van twaalf Jaar of daar beneden tot zes Jaaren te betaalen halve Tollen , en onder de zes Jaaren vry te laten. Een Man te Paert één Stuyver. Van yder Paerd , Os, Koe of HoornBeeft, dat geleyd of gedreven word, een halve Stuyver. Van yder Pink , Vaers , Kalf, Schaap of Varken een vierde Stuyver. En daarenboven van de Dryvers voor hunne Perfoonen een halve Stuyver. Wel verftaande, dat het verweyden der Beeften hierinne niet is begrepen, dewelke van haar ordinaris Weg zyn afgefneden. Mitsgaders , dat het niemand als de Huysliedcn, byzondere betrekking tot het Zandpad hebbende, vry zal ftaan de voornoemde Weg met Drift Varkens te pafleeren. Van een Koets , Wagen , Karre of Chaize één Stuyver. Behoudelyk , dat yder Perfoon, zittende in de voornoemde Koets of op de Wagen , Karre of Chaize , daarenboven zal betaalen één Stuyver. Des zal de Voerman of Knecht, die de Koets of de Wagen ment, daar van vry zyn. Van alle Schepen of Schuyten, het zy groot of kleyn, met of zonder Lading, door de Trekvaart vaarende j het zy dezelve met de Lyn langs de Trekweg getrokken of met den Boom gevaaren worden of niet, 1 Sruyver. En van de zulken, die met een Paerd getrokken worden , twee Stuyvers. Doch de Schippers en Knechts daarop zynde, zullen van de Tollen vry zyn, des niet te min zal van yder Perfoon, in de voorfchreeve Schuyten zittende, ontfangen worden één Stuyver. De Jachten en ordinaris Veer-Schuyten tuflchen de twee Steden, gelyk mede de Jachten van de refpeéïive Collegien, mitsgaders de Pleizier-Vaertuigen van Lieden, hunne Buiten - Plaatfen aan de Trekvaart hebbende, als ook de Jachten van andere Steden, mits alvorens doendeblyken, dat de Jachten van beyde Steden Haerlem en Leyden van gelyke Vrydomme quamen te gaudeeren, zullen hier van vry en exempc zyn. Voorts zal van de andere Pleizier- of Tent- Schuyten, op de naaft gelege Dorpen , de Trekvaart pafleerende, en meerder als zes Perfoonen in hebbende, ontfangen worden zes Stuyvers. Doch minder Perfoonen in hebbende zal van yder ontfangen één Stuyver. Van yder Vlot-Hout, het geene de Vaart komt te pafleeren, en zulks van yder lengte van een Balk zo veel als 'er achtereen zouden mogen zyn , zal worden ontfangen een halve Stuyver. En voor yder Paert, waarmede hetzelve word getrokken, één Scuyver. II. De Huurder zal zorge dragen, dat niemand' met 'eenige Schepen of Schuyten in de voorfchreve Trekvaart komt te Zeylen, met hoedanigen Zeyl het ook zoude mogen zyn , en zulks bevindende, de zodanigen vermogen af te vorderen een Boete van ƒ3 - 3. HL Dezelve zal, zo veel in hem is, goede toezicht neemen, dat geen Schippets of Knecht van de Boere Schuyten eenig ander Volk komen te voeren , als van hunne eygene Plaats, of eenig Volk uit te zetten of onderweg in te neemen , als op haar Dorpen en op het ordinaire Veer of aan de Tolhekken, en dezelve daarop bevindende , vermogen af te vorderen een Boete van zes Gulden, ten lallen van de Schippers, die zulks hebben gedaan. IV. Zal ook niet toelaten , dat iemand eenige Beeften, het zy Paerden of eenige Hoorn-  KEUREN DER STAD HAERLEM. i39 Hoorn - Bedien langs den Dyk laat loopen , maar daarvoor te mogen afvorderen een Boete van 3 Gulden, en van yder Kalf 6 •Stuyvers- Ln den Eygenaar niet kunnende ontdekken , zal de zodanige Beellen in een Schut-Hok brengen, en dezelve aldaar van het noodige Voer bezorgen , tot dat den Eigenaar zig komt op te doen, van wien hy boven en behalven de Boete hier vooren gemeld, nog zal mogen afvorderen voor yder dag, dac die Beellen aldaar zuilen hebben gefiaan , twaalf Stuyvers.' Doch hy zal dezelve Beeflen niet langer als acht dagen behoeven te bewaaren, en zig binnen dien tyd niemand als Eygenaar komende op te doen, dezelve vermogen te verkoopen, en daarvan aftrekken de gemelde Boeten en Onkoflen by hem gedaan , het overfchot brengen ter Sccretary der refpéctive Steden, alwaar de Eygenaar hetzelve zal moeten zoeken. V. De Huurder zal zorge moeten dragen, dac geen Schepen of Schuyten met ftaande Maften leggen in de Vaan aan de zyde van het zandpad , en Üic bevindende , de Zodanige beftaan in eene Boete van'één Gulden tien Stuyvers, ten waare-by noodzakeiykhcid in cas van Loffing of anderzins, in welk geval altoos zorg zal moeten worden gedraagen, dat de Lynen van de pasfeerende Schuyten behoorlyk worden overgegeeven. VI. Gelyk hy mede niet zal toelaaten, dac iemand zyn gezonken Schuyten in de Grond laat leggen, op eene Boete als boven. VIL Item , dac niemand zyn Schuyten langs het Jaagpad legge, zonder boven dezelve te ftellen een bequaame Balie, op Boete als boven. VIII. Insgelyks, dat niemand het Zandpad, daar het Jaagpad loop: , met Wagen of Karre bereyde of ftecpe met eenige Vrachten , op pcene als boven. IX. Dat niemand eenige Boomen , Belten van Vulnis , Mift , of andere Materie , langer op de Trekweg laate leggen als vier dagen, op de verbeurte van één Gulden voor yder dag, dat dezelve bevonden word daar na de voorfchreeve vierdagen gelegen te hebben. Gelyk ook, dat niemand eenig Vulnis , hoe genaamd , in de Vaarc kome te goijen, of op de Weg te werpen eenig Snoeyfel , Scheerfèl , Onkruyd en diergelyke , dewelke uit de Tuynen en Woonhuyzen, aan dezelve Vaart leggende, worden uytgebragt en als Vulnis weg gsworpen, op een Boete van 30 Stuyvers. X. De Huurder zal niemand de Hekken behoeven te laaten pafleeren , zonder den Tol te betaalen, ten zy hy fpecialyk daarvan volgens de onderdaan de Lyfte worde geëximeerd, en iemand contrarie doende, mogen afvorderen een Boete van/1-10 En, ingevalle het mogte gebeuren , dat des Winters by befloote Waterde Paflagiers voor de Hekken van de Rytuygen quamen af te treden en over hetYs gingen, endaarna , als de Rytuygen door de Hekken gepafleerd waren, zig wederom op dezelven plaatften, zonder de Gabellen te betaalen, zal de Huurder de Wagenaars, of wie hec ook moge wezen, daarvoor in hunne particuliere Perfoonen mogen aanhouden,1 en van dezelven de verfchuldigde Gabellen der afgetredene perfoonen afvorderen. XI Alle welke voornoemde Boetens zullen komen ten profyte van den Huurder, of van die geene, die de Bekeuringe van zynent wegen komen te doen. XII. En zullen van deze Vrydommen gaudeeren de Raaden en Vroedfchappen van beyde de Steeden; de Commilïïiriffen en Penningmeefteren van het Zandpad; Penfionariffen en Secretariffen, zo met hun eygen als ander Rytuyg en by hebbend Gezelfchap ; de Heer Bailliuw ; Dykgraaf; Hoog-Heemraaden, Rentmeefter,- Secretaris ; Cafteleyn; Bodens en verdere Bediendens van Rhynland \ mitsgaders de T 2, Ste-  i4o KEUREN DER STAD HAERLEM. Stedehouder van dezelve Bailliuw ; de Heer Bailliuw; als mede de Secretaris, Stedehouder en Bode van Kennemerland; de Heer Bailliuw en Houtvefter van Brederode; de Heer Bailliuw van Blois; de Heer Bailliuw van Noordwyker - Hout met deszelts Stedehouder; de Dienaars van de jultitie van de voorfz. refpéctive Bmliiuwèn ; de Onder-Schouten van de twee Steden, als met Gevangenen de Hekken komen te pafleeren; de Fabryken en Bazen van het Zandpad, doch maar voor zig zelfs en hunne Rytuygen; mitsgaders het Werkvolk , en voorts alle zodanige Perfoonen aan welke bcvoorens Vrydom aan de refpeéïive Tol-Hekken is verleend, en die daarvan behoorlyk kunnen doen bïyken. XIII. Voor het overige zal de Huurder gehouden zyn de Huyzinge aan de Hekken, ter zyner Wooninge dienende , zo van binnen als van buyten Glasdicht te houden, en in behoorlyke ordre moeten overleveren. XIV. De Huur-Penningen met het Rantzoen alleen voor het eerlte Jaar tegens één Stuyver van de Gulden , zullen betaald moeren worden yder Vierendeel Jaars een gerecht gedeelte, uyterlyk voor den twaalfden Dag van de vierde Maand , binnen de Steden voornoemd aan de Penningmeesters aldaar , zonder dat den Huurder eenige kortinge daar aan zal mogen doen, uyt wat Prerenfie hetzelve zoude mogen zyn , of tot eenige Doleantie te worden j geadmitteerd; alzo deze Verhuuringe gefchied , dat den Huurder ten zynen kollen,' baate en fchade, den Tol zal moeten invorderen en de onwilligen tot de betaalinge conflringeeren, volgens de Ordonnantie, waartoe de Heeren Gecommitteerdens van de twee Steden , des verzocht, hun aucloriteyt zullen interponeeren , tot onderhouding van de voornoemde Ordonnantie. A V. Voor de voldoening van welke, en hec prefteeren van de bovenflaande Conditie, den Huurder gehouden zal zyn te Hellen twee fuffifunte Borgen , ten genoegen van de voornoemde Heeren Gecommitteerdens onder Renunciatie van de Beneficiën Ordinis Excuflionis & Divifionis. XVI. De voornoemde Huur zal ingaan den eerften Mey 17ÓS en eyndigen den laatften April 1771. XVII. De uydegging of Interpretatie van deeze Conditie , voor zo veel eenige Duyfterheyd zoude mogen behelzen , houden de Heeren Gecommitteerdens aan zich, XVIII. De Huurders zullen gehouden zyn een Exemplaar van deze Conditie altoos voor de hand te houden, om dezelven ten allen tyden te vercoonen, aan den geene, die zulks requireeren zal, of dezelve van nooden mogten hebben. Aldus gedaan en gerefolveerd, den 17 December, 1767. Ter Ordonnantie van de Heeren Burgemeefieren en Regeerders der Stad Haarlem , ]AN HENDRIK van DAM. Ter Ordonnantie van de Heeren Burgemeefteren en Regeerders der Stad Leyden, YS BRAND van DAM. Con-  KEUREN DER STAD HAERLEM, m Conditiën van Verhuuring der GABELLE N , die door de PASSAGIERS betaald worden tuflchen Haarlem en Leyden , in de ordinaris Trekfchuyten varende; van den 17. van December 1767. Articul I. De Huurder zal van alie de vracht' Penningen, die de Schippers vai een Reyze ontfangen worden, nt dat dezelve geteld zullen weezen en gebragt tot heele Perfoonen, ontfangen van yder Perfoon vyf Stuyvers, en ietwes overfchietende van de Vracht, zo dat geen vol perfoon kan uytmaaken , de Tol na advenant van het overfchietende aan hem moeten worden verantwoord, en overzulks zig moeten reguleeren na de wyze van Rekening , zo als dezelve gefchied ten opzigte van het Paffagie-Geld. II. En zullen de kinderen, oud zynde van drie rot tien Jaaren , gereekend worden voor halve Perfoonen , en de kinderen beneden de drie Jaaren, vry zyn, terwy voorts niemand van de voorfchreve Gabellen exempt zyn zal, dan de zodanige, die om niet vaaren. III. De Schippers zullen als voor deezen gehouden zyn de Gabellen van de Paflagiers teffens met de Vracht af ce vorderen en te ontfangen. IV. De Schippers zullen gehouden zyn aan den Huurder of zyn Bediende , die zig telkens aan de Schuyt zal mogen laten vinden, aanftonds op te geeven het getal van Menfchen , die zy in de Schuyt heb. ben gehad, op verbeurte van vyftien Guldens , wanneer zy een Perfoon of Perfoonen door onachtzaamheyd zullen hebben verzwegen of niet opgegeeven; doch indien de voorn. Schippers konnen worden overtuygd zulks met opzet en ter quaader trouwe te hebben gedaan, zullen dezelve boven dien door de Heeren Burgemeesteren of Commiflariflen van de Stad , waar zy thuys hooren, voor de eerfte reyze voor zes Weeken worden gefufpendeerd , cn voor de tweede reyze worden gedeporteerd. V. De Huurder zal vermogen ten zynen koften , zo te Haerlem, Leyden, als op Halfwegen , aan te ftellen zodanige Perfoon of Perfoonen als hy zal goedvinden, om de Paflagiers in de Schuyten, het zy by het afvaaren , of by het aankomen, op te neemen en na te tellen , het welke de Schippers noch hunne Knechts niet zullen mogen verhinderen , maar zulks moeten toelaten zonder regenzeggen, op een Boete als vooren ; des zal de voornoemde Huurder of zyne Bediende de Schuyten in 't afvaaren niet mogen ophouden, 't zy aan de Steden of op Halfwegen , op een gelyke Boete van vyftien Guldens; ook de Schuyten onder wegen niet mogen doen aanleggen; welke Boetens zullen worden geappliceert ten profyte van het Zandpad. VI. ! Indien eenige Difputen mogten voorvallen tuflchen de Schippers of hunne Knechts, cn den Huurder of zyne Bediende, zo zal hec zelve by de Heeren Burgemeefteren of Commiflariflen van die Stad, daar de Schuyt aankomc, moeten worden getermineerc zonder dac echcer den Huurder de Schuyt * die afvaarc, daarover zalmogen ophouden; zullende den Huurder in dien opzigte zig allezins moeten fubjecleeren aan de Uycfpraaken , zoo als die by Heeren Burgemeefteren of Commiflariflen zuilen worden getermineerd , zonder dat eenige Rechtsvordering daar omtrenc plaatfe zal hebben. VII. De Schippers zullen gehouden zyn, om yder Maand promptelyk aan den Huurder te T 3 betaa-  1.42 KEUREN DER STAD HAERLEM. KEUREN betaalen , zodanige Gabellen , als zy ten behoeven van den Huurder hebben ontfangen. VIII. De Huurder zal gehouden zyn , zyn uytgeloolde Huur - Penningen met het Randfoen voor het eerfte Jaar tegens eene Stuyver van de Gulden prompt alle Vierendeeljaars te betaalen rtamentlyk: het eerfte Vierendeeljaars , benevens het geheele Randfoen , aan den Penningmeefter van het Zandpad te Haerlem ; het tweede Vierendeeljaars aan den Penningmeefter van her Zandpad te Leyden , en zo van Vierendeeljaars i tot Vierendeeljaars, alles in goed grof' gangbaar zilvergeld , en in gevalle den Huurder van des te doen in gebreeken quam te blyven, immers niet binnen den tyd van een Maand na het expireeren van yder Vierendeeljaars quam te voldoen, zal hy alsdan gehouden zyn niet alleen te betaalen de bedongene Huur - Penningen , maar dezelve alsdan moeten betaalen met Guldens van twee - en - twintig Stuyvers yder ; ook zal den Huurder , om geene redenen , hoe genaamt, eenige Remisfie mogen eyflchen. IX. • De Huurder zal boven zyn uitgeloofde Huur Penningen, ten zynen kofte, moeten neemen het doubeleeren deezer Conditiën met de Zegels daartoe fpefteerende. X. De Huurder zal gehouden zyn te ftellen twee fuffifante Borgen , onder Renun ciatie van de Beneficiën Ordinis Excuflionis & Divifionis, tot genoegen van de Heeren Verhuurders. , ... XI. De Huurder zal met geen van de Schippers eenig Accord of Compoficie wegens de Gabellen mogen aangaan. XII. Geen Schipper zal afzonderlyk deeze Gabellen mogen buuren , doch zullen die gezamentlyk wel mogen aanflaan. XIII. Twee of meer te gelyk mynende , zal het aan dc Decifie van de Heeren Verhuurders ftaan , de Huur te gunnen den geenen , die dezelve goedvinden , of hetzelve weder mogen opveylen. , XIV. En referveeren de Heeren Verhuurders aan zich de Interpretatie van de Duyfterheden, die uyt deeze Conditiën mogen voortkomen Aldus gedaan en gerefolveerd den 17. December 1767. Ter Ordonnantie van de Heeren Burgemeefteren en Regeerders der Stad Haerlem , JAN HENDRIK van DAM. Ter Ordonnantie van de Heeren Burgemeefteren en Regeerders der Stad Leyden , YSBRAND van DAM.  KEUREN DER STAD HAERLEM. 143 KEUREN WEGENS DE GILDEN. Alteratie van de Keure op het BESTELLEN van GOEDEREN ; van den 20. van January 1764. "]% /ï YNE HEEREN van den GE- I Vï RECHTB «** STAD HAER-L ™ JL LLM, disponeerende op de Requefte , aan haar Ed. Agtb. geprefenteerd door Deken en Vinders van de Loykamer, als Opzigrers van de Fabricquen der Bonte Lywaten , houdende verzoek, om van het geftatueerde by de Keure in dato den 10. Auguftus, en gepubliceerd den 7. September jaars 1763. en wel voornamentlyk 1 van die Periode, dat namentlyk : „ Nie- i „ mand buyten de gequalificeerde Krui- \ ,, jers of Beftelders eenige Goederen of„ Koópmanfchappen , van wat natuur of „ benaminge die zoude mogen zyn, boven „ de Vyfentwintig ponden zwaar zynde , ,, zoude mogen afhalen of t'huysbrengen „ uyt eenige Veer - of Markt-Scheepen of „ Schuyten , maar dat die zouden worden „ t'huys gebragt door de ordinaire Vragt„ Sleepers deezer Stadt, op een boete van zes Guldens, enz," Om redenen by het zelve Requeft in het breede genar reerd , te mogen worden geëximeerd en vry verklaard : Hebben , na deliberatie , goedgevonden en verftaan , haar Ed. Gr. Agcb. de Heeren Burgemeefteren te verzoeken en te qualificeeren , gelyk dezelve verzogt en gequalificeerd werden by deezen , omme de Overluyden van het Vragt- Sleepers - Gilde binnen deeze Stad voor haar Ed. Gr. Achtb. te doen compareeren en aan dezelve te ordonneeren , omme de voorgemelde Keure niet te extendeeren en te executeeren omtrent de Fabriqueurs der j Bonte Lywaaten binnen deeze Stad , maar J ter contrarie dezelve , zoo als altoos ge1 woon zyn geweeft, haare Goederen uyt I het Bofte Schip geloft, en daar ook wederom in geladen wordende , door derzelver Bediendens met derzelverKruywagens, zo met een als twee Wielen , te laten afhalen en beftellen. En zal Copie hier van aan de Supplianten en het ordinaire Vragtfleepers - Gilde binnen deeze Stad gegeeven worden tot derzelver narigtinge. Aldus gedaan en gearrefteerd den 20, van january 1764. pre/ent dc Heeren Mr, Mr. Cornelis Ascanius van Sypefleyn, Hoofd- Officier ; alle de Heeren Burgemeefleren, Pr eet er Witte ; 'en alle de Heeren Schepenen. In kennifle van my , F. C. DRL7YVESTEYN. Al te-  144 KEUREN DER STAD HAERLEM. Alteratie van de Keure op het BROODBAKKERS GILD; van den 25. van Auguftus 1764. "m m YNE HEEREN van dén GEVl RECHTE der STAD HAER_1_Y JL LLM, gezien ende geëxamineerd hebbende de Requefte aan haar Ed. Achtb. geprefenteerd , door eenige Broodbakkers Bazen , Weduwen , Zoons en Knechts , binnen deze Stad , verzoekende , dat het Tweede Articul van de Alteratie en Ampliatie van de Keur van het Broodbakkers Gilde, op den ,8.July 1759. gearrefteerd, nader mogte worden gealtereerd , en geftatueerd , dat een volgens de Keur gequalificeerd Knecht in plaatfe van twee , maar één Gildebroeder of Gildezufter zoude behoeven uyt te kopen, om tot zyn Proef geadmitteerd , en in 't Gilde ingelaten te worden , en dat de Styl van een Gildebroeder , zonder Weduwe of Kinderen , of van een Gildebroeders Weduwe zonder Kinderen overlydende, zoude moeten worden vernietigd, of wel dat het aan Zoonen van Gildebroeders , en Bakkers Knechts , die hunne Leerjaren en verdere Vereyfchten van de Ordonnantie voldaan hebben , ongeprejudicieert hunne Qualificatie , mochte gepermitteerd zyn buyten deze Stad te mogen gaan woonen en werken , mids fuc cesfivelyk aan het Bakken blyvende: Hebben , na deliberatie en ingenomen bericht van Deken en Vinders van 't voorfchreve Gilde , goedgevonden en verftaan zo het eene als het andere der voorfchreve Verzoeken af re ftaan , zo als dezelve aigeila gen worden by deze , blyvende midsdien de voorgemelde Alreratie en Ampliatie van "dato 18. july 1759. en fpecialyk het II Art. van dien , volkomentlyk fublifteeren en plaats houden. Dog te gelyk genegen wezende aan deiSupplianten bezwaar , in voorfchreve Requefte ter neder gefteld , zo veel mogelyk , te gemoet te komen , hebben , by nadere Alteratie van de Keure op het Brood bakkers Gilde , geftatueerd , zo als haar Ed Achtb. ftatueeren by deze : Eerftelyk , dat de Leerjaaren , welke in het I. Art. der voorfchreeve Keure zyn bepaald , voor een Bakkers Zoon op vier jaren, voor een Zoon van een Burger of Inwoonder op zes jaren , en voor een Vreemdeling op acht jaren , voortaan zullen gefteld worden op twee jaren voor een Bakkers Zoon, op vier jaren voor een Burgers of Inwoonders Zoon , en op zes jaren voor voor een Vreemdeling ; dog dat het zelve alleen zal plaats hebben , zo lang het getal der Broodbakkers Bazen niet op ieventig is uyrgeftorven , na welke tyd het voorgemelde I. Articul der Keure wederom zal plaats grypen , ten ware haar Ed. Achtb. alsdan anders kwame te ordonneeren. Ten Tweede. Dat in plaatfe dat by het 111. Articül der voorfchreeve Keure word geftatueerd , dat een Vreemdeling , binnen Holland geboren , drie jaren , en die geenen , die buyten Holland geboren zyn, vier jaren Poorters zullen moeten zyn geweeft , alvorens tot het doen der Proeve te worden geadmitteerd ; een Hollander , buyten Haarlem geboren, zal konnen volftaan met een jaar , en een Vreemdeling , buyten de Provincie geboren , met twee jaren Poorter dezer Stad te zyn geweeft, voor dat refpeétivelyk tot het doen der Proeve zullen admiftibel zyn ; zullende deze Alteratie mede niet langer duuren , dan tot dat de uytfterving op feventig zal wezen geëyndigd ,. ten ware alsdan anders wierd goedgevonden. Laatftelyk , dat een Broodbakker , of Broodbakkers Weduwe, zo lange zy ongetrouwd is , en het Gild onderhoud , offchoon uyt de Neering fcheydende , wel Leden van het zelve Gild zullen kunnen blyven , en haar Gilde-Recht ook aan een ander zullen vermogen te verkopen , dat, geduurende twee volle jaren , te rekenen van den li January 1765. ftil zitten , en de Bakkeryen met 'er daad niet exerceeren , na dien tyd haar gilde Recht nier, hoger zulien mogen verkopen dan een honderd en vyftig guldens, zullende deze bepaling ook alleen maar plaats houden zo lange meer dan feventig Broodbakkers Bazen worden gegeven en langer niet. Blyvende  KEUREN DER STAD HAERLEM. H5 Blyvende voor het overige de voorfchreve Keure en Ordonnantie als mede de voorgemelde Alteratie en Ampliatie van den 18. July 1759. in haar geheel. Aldus gedaan en gerefolveerd den 25. van Augajius 1764. Pref ent de Heeren Air. Cornelis Ascanius van Sype¬ fleyn, Hoofd-Officier; de Heeren Burgemeefteren , Prceter de Heeren Witte en de Raet ; Schepenen , Prceter de Heeren de Wilhem en Heshuyfen. In kennifle van my , A. TESTART. Alteratie der Keure op het St. JOSEPHS of TIMMERMANS GILDE binnen deeze Stad, houdende, dat voortaan geen TIMMERMANSKNECHT den dienft zynes MEESTERS zal mogen verlaten , zonder alvorens acht dagen te voren te waarfchouwen ; van den 17. van July 1765. MYNE HEEREN van den GERECHTE der STAD HAERLEM , disponeerende op de Requefte aan haar Ed, Achtb. geprefenteerd door Deeken en vinders van het Sc. Jozephs of Timmermans Gilde dezer ftad, verzoekende , om redenen by het zelve Requeft gemeld , dac haar Ed. Achcb. , by Ampliatie van der Suppliancen Gildekeure, gelieven te ordonneeren en te ftatueeren , dat voortaan geen Timmermans knechts den dienft zynes Meefters zal mogen verlaten , zonder alvorens acht dagen te voren te waarfchouwen , en dat de Bazen aan knechts, dien tyd behoorlyk hebbende uytgediend , gehouden zullen zyn daar van, by hun affcheyd, ce geven een fchriftelyk declaratoir, zonder hec welk gezien te hebben geene Baas een Knecht, by een ander binnen deze ftad gewerkt hebbende , zal mogen aanneemen; alles ten reguarde van de Bazen op een boete van zes Guldens, telken reyze ten behoeve van de Gereformeerde Diaconie-armen dezer ftad-, en ten reguarde van de knechts op verbeurte van hunne te goed zynde arbeydsloonen, mede ! ten behoeve van de voorfchreve Diaconie, j Hebben, na deliberatie, goedgevonden en' verftaan te arrefteeren en ftatueeren, zo als' Alteratie der Ordonnantie van den 23. van December 1752. van het Gecombineerde BR ANDE WYN VERKOOPERS en TAPPERS GILDE ; van den 31. van December 1766. MYNE HEEREN van den GE- j geprefenteerd door Deeken en Vinders van RECHTE deh STAD HAAR- het Gecombineerde Brandewynverkoopers LEM, gehoord hebbende de Lec- en Tappers Gilde binnen deeze ftad, te kenture van de Requefte aan haar Ed. Achtb.' nen geevende dat by dejongfl GearrefteerVervolg van 't II. Deel , 4. Stuk. V da mn Ed. Achtb. arrefteeren en ftatueeren w deze , dat van nu voortaan geen Timnermans knecht den diensc zynes meefters zal mogen verlaten, zonder alvorens acht dagen te voren te waarfchouwen, en dat de Bazen aan Knechts, dien tyd behoorlyk hebbende uytgediend , gehouden zullen zyn daar van, by hun affcheyd, te geven een fchriftelyk declaratoir, zonder het welk gezien te hebben geen Baas een Knecht, by een ander binnnen deze ftad gewerkt hebbende , zal mogen aanneemen ; alles ten reguarde van de Bazen op een boete van zes guldens, telken reyze ten behoeve ran de gereformeerde Diaconie - armen de* :er ftad; en ten reguarde van de knechts >p verbeurte van hunne te goed zynde arbeydsloonen , mede ten behoeve van de voorfchreve Diaconie. Zullende Copie dezes aan de Supplianten regeven worden tot hunne narigtinge. Aclum ter Kamere den 17. van July 1765. in Kennisfe van my, O. van SCHUYLENBURCH.  I4Ö KEUREN DER STAD HAERLEM. de Ordonnantie op het zelve Gild van dato ' 23. December 1752. van Articul XVIII. tot XXV. beyden Incluys, door haar Ed. Achtb. wel was gereguleerd dat en hoedanig de Brandewynen en Gedifteleerde Wateren zouden moeten worden verkogt naar eene Zetting die Deekens en Vinders van dit Gild op den Eerde Woensdag in ieder Maand gezamentlyk zouden moeten doen , en dat op een Boete van vyftig Guldens ten behoeve van het Aelmoeileniers en Werkhuys deezer ftad , zynde tot de Be keuringe desweegens alle de Gildebroeders en Zuiters gequalificeerd ; Dan dat reeds van zeer korten tyd naar het emaneeren van dezelve Keure, gedeeltelyk door de jaarlykse verandering der Vinders, waar door is veroorzaakt, dat niet akyd even zeer daar teegens is gevigileerd, gedeeltelyk door de geringheyd van de Boete, en gedeeltelyk om dat niemand buyten den Armen van de gedaan wordende calanges profiteerd', waar door niemand op hoop van eenig voordeel tot hec vigileeren tegens de Contraventien kan werden aangefpoord , tegens dat geftatueerde geduuriglyk is gepecceerd, en ook op allerhande indirecte wyzen hetzelve geftatueerde word gecontravenieerd en geëludeerd, zonder dat het aan de Suplianten mogelyk is geweeft de voortgang van dat quaad te ftuyten. Verzoekende om die en meer redenen ten Requefte, in 'c breede geallegeerd, dat het husj Ed. Achtb. behagen mogte omtrent de voorfz. Articulen zodanige alteratien te maken als hun Ed. Achtb. zouden vinden te behoren: Hebben, na deliberatie, goedgevonden en verftaan , (altereerende relpeclivelyk de na te melde Articulen van voorfz. Keure} te arrefteeren en te ordonneeren , zo als hun Eet. Achtb. arrefteeren en ordonneeren by dezen. Eerftelyk met relatie tot het XIX. Articul van gemelde Keure. Dat wanneer de Prys van de gemeene Brandewyn bedraagt elf Ponden Vlaams de dertig verreis, door een Burger voor ieder ftoop zal moeten worden becaald Zesentwintig ftuyvers en door een Fleflier Vierentwintig ftuyvers. Ten tweede met betrekking tothet XXII. Articul, dat wanneer de Prys der Gedifte leerde Wateren te Schiedam beloopt van drieëntwintig tot negenentwintig Guldens, voor ieder ftoop zal moeten worden betaald, door een Burger Achtien ftuyvers, en door een Fleflier Zestien ftuyvers-, op Negenentwintig tot Vyfendertig Guldens, per aam den Prys daar van loopende, door een Burger twintig ftuyvers , en dooreen Fleflier zeventien ftuyvers ,• en den Prys lopende op Vyfendertig tot Eenenveertig Guldens het aam door een Fleflier agtien, en door een Burger tweeëntwintig ftuyvers: zullende, wanneer beneeden de drieëntwintig Guldens bedraagt , twee ftuyvers per ftoop minder, als hier bóven is gefteld, en zo van ieder pond Vlaams na advenant moeten worden voldaan. Ten derde, hebben goedgevonden, met opzicht tot het XXV. Articul, hec zelve te a/tereeren in maniere hier na volgende: En zullen zo de Koopers als Verkoopers van Gediftelecrde Wateren , Groffiers en Flesfiers , zich daar na ptefifelyk hebben te reguleeren , op een Boete van Drie Honderd Guldens voor de eerftemaal, en voor de tweedemaal op eene gelyke Boete van Drie Honderd Guldens en het fluyten van derzelver winkel voor den tyd van zes weeken ; en ten derdemaale op een gelyke Boete van drie Honderd Guldens, en remotie van de neeringe voor altoos; te gaan deeze Boetens voor een derde ten behoeve van den Heer Hooft - Officier , voor een derde ten behoeve van het Aelmoetfèniers en Werkhuys deezer ftad, en het overige derde part voor de eene helft ten behoeve I van den aanbrenger, en voor de andere helft ten behoeve van het Gilde, wordende tot de bekeuringe ook alle Gilde Broeders en Zufters by deezen Specialyk gequalificeerd. En zal het memand vryftaan , by het halen of betaalen van eenige drank onder praetext van Fooytjes, vcreeringe, of hoe het ook zoude mogen zyn, iets het allergerinfte aan zyne calanten of derzelver bediendens , in geld ofte in gelds waaren te geeven ofte te laten korten, dan alleen aan de Fleflicrs vier penningen per ftoop voor 't halen van den drank, alles op gelyke Boeten en Poenen als vooren. Dat van nu voortaan Deeken en Vinders zullen dienen voor hun Leven ofte tot dac hun Ed. Groot Achtb. de Heeren Burgemeefteren om reedenen mogten goedvinden den een of ander te ontdaan , en zullende ten dien eynde tegenwoordig aan hun Ed,  KEUREN DER STAD HAERLEM. Ed. Groot Achtb. overgeeven een driedubbele getal van Deeken en Vinders , omme dat daar uyt Deeken en Vinders zouden worden geëligeerd , en dan by vacature , binnen een Maand , aan hun Ed. Groot Achtb. zullen moeten overleeveren een Nominatie van een dubbeld getal, om daar uyt de vaceerende plaats te vervullen. Blyvende verders alle de overige Articulen Van de vrtnrimemrfp ffpinv» in lum ' geheel. Permitteeren de wyders aan de Supplianten , om deeze Alteratie te doen drukken, en daar van aan ieder Gilde-Broeder en Zufter een Exemplaar ter hand te Hellen , om zich daar na te reguleeren. Hf Abhs gedaan en gearrefteerd ter Kamere van de Edele Groot Achtbaare Heeren Burgemeefteren cv Regeerders der Stad Haarlem, den 31. Decemh. 1766. by de Heeren Jean Salomon la Clé , Hoofd-Officier \ Mr. Cavel van Dyk, Mr. Remees floris van 'lanen en Mr. Chriftoffel Jan van Dam , Burgemeefteren ; Mr. Caspar Jacob Ravcns, Willem Jan Grave van Hogtndorp , Mr. Paul le Leu de Wilhem , Heer van Drongelen , Mr. Aalft van der Ploolck de Bruyn , Mr. Gysbert Adriaan Patyn , Mr. Adolf Heshuyfen en Mr. Herman Gerlings, Schepenen der Stad Haarlem. By my , O. van SCHUYLENBURCH. Ampliatie en Alteratie der Ordonnantie van den 9. van September 1750. van het SCHOENLAPPERS GILD ; van den 31. van December 1766. MYNE HEEREN vAN DEN GE RECHTE der STAD HAAR LEM, disponeerende op de re quefte aan haar Ed. Achtb. geprefenteerd door de Vinders van het Schoenlappers Gilde binnen deze ftad. Hebben, na deliberatie, goedgevonden en verftaan, by ampliatie en alteratie van derzelver ordonnantie op hec voorfz. Gilde den 9. September 1750. gearrefteerd, te ftatueeren en te arrefteeren zo als hun Ed. Achtb. ftatueeren en arrefteeren by deeze: Als in het laatfte gedeelte van het I. Articul Dat die geenen die zig anders hec Schoenlappen mogten aanmatigen zullen verbeuren een Boete van zes Guldens voor de eerfte reyze , en voor de tweede reyze Twaalf Guldens. In hec agtfte Articul. Wanneer iemand der Gilde Broeders komt te fterven zal aan deszelfs Weduwe of fterf- | huys uyt de Bos gegeven worden vyftig / Guldens eens voor de koften van de Bel graaffenis. In her X. Articul. En zal het Doodkleed by de Begraving j van Gilde Broeders en derzelver Vrouwen I voor derzelver Reekening moeten worden gehaald en gebruykt uyt de Rouwkamer dezer ftad. En wyders dat die geene dewelke zig uyc hec Gild hebben doen royeeren of dewelke door de Vinders wegens hun quaad gedrag en aanhoudende wanbetaling zullen worden geroyeerd, by hun weeder inkomen in hec Gild zullen worden geconfidercerd als nieuwe Leeden en dus twee Jaren ftilzitten, mids dan becalende daar voor zes Guldens en alle de Schulden die zy een ag teren zyn. Blyvende voorts de voorzegde Keure en ordonnantie in haar volle vigeur en kracht. V a Aldus  ,1.8 KEUREN DER STAD HAERLEM. Ampliatie der Ordonnantie van het SCHEEPMAKERS, SCHEEPSLYTERS en Z YLEM AKE RS GILD; van den 31. van December 1766. MYNE HEEREN van den GE RECHTE der STAD HAER LEM, di/poneerende op het verzoek by Requefte aan haar Ed. Achtb. ge daan, door Cornelis van der Helm, Bruyn Zwaanenburg, Jzaak de Waal en Hendrik van Staden, als Vinders van het Scheepmakers, Scheepflyters en Zylemakers Gilde binnen deze ftad, Hebben, na deliberatie; goedgevonden en verftaan , amplieerende de ordonnantie van het Scheepmakers ,• Scheepflyters en Zylemakers Gilde binnen deeze ftad, te ordonneeren en te ftatueeren, zo als hun Ed. Achtb. ordonneeren en ftatueeren by dezen. Eerftelyk, dat alle Scheepmakers, Scheep flyters en Zylemakers knegts, die zig zo danig by iemand binnen deze ftad of vryheyd van dien jeegenswoordig in dienft ver bonden hebben of in het toekomende in dienft verbinden zullen voor zeekere tyd, mids dezelve daar toe eenigen Godspenning ontfangen zullen hebben, gehouden zullen weezen denzelve dienft behoorlyk te pres teeren, en den beftemden tyd getrouwelyk uyt te disnen, waar te neemen en te voldoen , tot contentement van hunne Baazen, zonder buyten wettige reedenen den zeiven dienft te verlaaten of op te zeggen, of den Godspenning weeder te brengen , op de Boete van twaalf Guldens, ten behoeve de eene helft voor de gemeene armen, en de weder helft voor hec Gild ; blyvende niet te min gehouden de voorfchreeve dienft te prefteeren i Des zal een Baas die geen genoegen in den dienft van zyn knegt of hem meer nodig heeft, denzelven in het laatft van het Jaar mogen laten gaan mies hem een maand te voren waarfchouwende. Ten andere dat geen Baas een knegt in zyn dienft zal mogen gebruyken, geduurende de tyd dat dezelve knegt nog aan een ander verbonden is, ten zy die daar uyt ontflagcn was, waaromtrent dezelve Baas alvoorens behoorlyke informatie zal moeten neemen, op Pcene van contrarie doende te zullen verbeuren een Boete van twaalf Guldens, ten behoeve als vooren. Blyvende voorts de voorzegde ordonnantie in haare voile vigeur en kracht. Aldus gedaan en gearrefteerd ter Kamer van de Ed. Groot Achtbaare Heeren. Burgemeefteren en Regeerders der Stad Haarlem, den 31. December 1766. by de Heeren Jean Salomon la Clé, Hoofd' Officier ; Mr. Carel van Dyk, Mr. Remees Moris van Zdnen , en Mr. Chriftoffel Jan van Dam, Burgemeesteren ; Mr. Caspar Jacob Ravens, Willem Jan Grave van Hogendorp , Mr. Paul le Leu de Wilhem , Heer van Drongelen , Mr. Aalfl van der Hoolck de Bruyn, Mr. Gysbert Adriaan Patyn, Mr. Adolf Heshuyfen en Mr. Herman Gerlings, Scheepenen der Stad Haarlem. By my, O. van SCHUYLENBURCH. Alte- Aldus gedaan en gearrefteerd ter Kamer van de Ed. Groot Achtbaare Heeren Burgemeefteren en Regeerders der Stad Haarlem, den 31. December 1766. by de Heeren Jean Salomon la Clé, Hoofd Officier ; Mr. Carel van Dyk , Mr. Remees Floris van Zanen , en Mr. Chriftoffel Jan van Dam, Burgemeesteren ; Mr. Caspar Jacob Ravens , Willem Jan Grave van Hogendorp , Mr. Paul le Leu de Wilhem , Heer van Drongelen , Mr. Aaljl van der Hoolck de Bruyn, M r. Gysbert Adriaan Patyn , Mr. Adolf Heshuyfen en Mr. Herman Gerlings , Schepenen derSlai Haarlem. By my , O. van SCHUYLENBURCH.  KEUREN DER STAD HAERLEM. 149 Alteratie en Ampliatie van de Keure van het WARMOEZIERS GILD binnen deze Stad van den 4- van Juny 1749. waarby onder anderen word geftatueerd , dat de Markt van allerhande Groenten en Vruchten , in plaatfe van aan de Zuydzvde der GROOTE KERK , zal worden gehouden op de GROOTE KROFT; van den u. van Juny 1767. MYNE HEEREN van den GERECHTE óm STAD HAER LEM , disponerende op de Re queiie , aan hun Ed. Achtb. gepreienceert door Deken en Vinders van hec Warmoeziers Gilde binnen deze Stad. Hebben , na deliberatie , om redenen, by gem. Requefte geallegueerd, goedgevonden en verftaan , altereerende cn ara* plieercnde eenige Articulen van de Keure voor het Warmoeziers Gilde, in dato den 4. Juny 1749. op nieuws te arrefteeren , en te ordonneeren , ( zoo als hun Ed. Achtb. arrefteeren en ordonneeren by dezen : ~) Dat voortaan 'de Markt van allerhande Groencen en Vruchten , in plaatfe van aan de Zuydzyde van de Groote Kerk , zal worden gehouden op de Groote Kroft, zonder dat iemand , 't zy Warmoeziers , Huysluyden , of anderen , wie het ook zouden mogen weezen , geene uytgezon derd , met eenige Groenten of Vrugten op eenige andere plaatfen , 't zy binnen deze Stad , of daar buyten binnen de Jurisdiaie van dien , zullen mogen voorftaan i anders , dm op de voorfz. Markt , of aan der Verkoopers Woonhuyzen , op dc boete van drie Guldens , en verbeurte van de Groenten en Vruchten, waar meede contrarie dezes gedaan word. Dat aan de geenen , die met Wagens markten , plaatfen zullen aangewezen worden op het eynde by de Kleyne Kroft. Dat de Warmoeziers Schuyren , hier ter Sceede ter iViarkt komende , en welke des avonds voor de Markt daar binnen zullen komen , zullen moeten komen leggen en blyven leggen in de Kraaijenhorftergragt, van de Vulnisbrug by de Nieuwegragt af , tot de Zylbrug , of zo verre de Schuyten ftrekken. Dat geenen van de voorfz. Warmoeziers, ofte anderen , Groenten ter Markt brengende , dezelve zullen mogen verkoopen , dan alleen op de voorfz. Groenmarkt, en dat wel van 's morgens met het Juyden'van de Poortklok , tot dat de Klok twaalf uuren zal zyn geflagen , en gehouden zyn , het geen als dan nog onverkogt zoude mogen wezen , immediaat daar weder af te brengen , op poene, dat die na twaalf uuren zig op de voorfz. Markt bevind , en van zyne overige Groenten of Vruchten aldaar verkoopt, zyne Groentens en Vruchten zal verbeuren , ten behoeve van het Weeshuys, en daarenboven een Boete van drie guldens voor de eerftemaal, zes guldens voor de tweedemaal, en gelyke zes guldens boven arbitrale Correctie voor de derdemaal. Dat ieder Warmoezier , die zig met Groenten , en den aankleeve van dien, te markten en verkoopen geneert, jaarlyks ten behoeve van hec Gild, en verval van de onkoften van dien , voortaan zal moeten j betalen voor Marktgeld, in plaatfe van ee1 ne gulde, twee guldens, welke contributie van twee guldens 'sjaars alle Buytenluyden alhier komende markten, mede gehouden zullen wezen te betalen. Zullende hun Ed. Groot Achtb. de Heeren Burgemeefteren wyders disponeren op de verdere verzoeken by voorfz. Requefte gedaan. Blyvende alle de overige Articulen van voorn. Keure in hun geheel. En zal hier van by Publicatie den Volkê kennifle worden gegeeven. Aldus gedaan en gearrefteerd den rr. Juny 1767. Pree/ent de Heeren ut in Regiftro. My prjefent, O. van SCHUYLENBURCH. v 3 Reso-  150 KEUREN DER STAD HAERLEM. Resolutie, waar by word geftatueerd , dat in vervolg van tyd niemand tot het KANTREDERS GILDE binnen deze Stad zal worden toegelaten , bevorens dat voor hem fufficante cautie zal zyn gefteld , enz. van den u. van juny 1767. MYNE HEEREN van den GERECHTE der STAD HAERLEM , gehoord hebbende de Lecture van de Requefte aan hun Edele Achtb. geprefenteerd door Overluyden van de Kante-Fabricq binnen deze Stad , te kennen gevende , dat op den 5. January zeker Fabricqueur ter hunner Gildeka- mer was gekomen met ■> geadfifteerd door een Procureur , om gemelde als Leerling tot het Gilde te doen infchryven , in welk verzoek Overluyden zwarigheyd maakten te bewilligen , zo als zylieden aan den Procureur "hebben re kennen gegeeven , dat , een Vreemdeling zynde , men niet konde weeten , wat uiczigt in dusdanigen onderneeming mogt gemaakt worden. Dat Overluyden wyders aan den Procureur hebbende voorgeflagen en verzogt , of niet zoude konnen worden gerefolveert voor gem tot een Perfoneele Borgftelling , om, wanneer hy de Fabricq van GeweeVe Kanten wilde op zyn tyd exerceeren , dezelve te moeten doen binnen deze Stad , en door niemand daar buyten te laaten doen, ofte daar in eenige onder richting te geeven , direótelyk of indirecteiyk. En of wel de Ordonnantie dusdanigen Eyfch niet diefteerd , zo hadden Overluyden niet kwalyk geoordeeld , om redenen ten requefte rer neder gefteld, tor voorkoming van alle kwade pradtyke , zodani by ampliaiie van de voorfz. Ordonnantie , ce ftacueeren en ce ordonneeren : Dac voor hec gebruik van een Koets , om Paffagiers te brengen van de voornoemde refpeéïive Veeren na Overveen , of de Dorftige Kuyl, zal worden betaald , —- ƒ 2 - : * ; Voor een Wagen van Zeffcn 2 - : - ; Voor een Wagen van Vieren 1 -16 - : En voor hec brengen van Paffagiers van de Amfteldamfche of andere Schuycen mee een Koecs of Wagen na den Hout — 1 - i - : - Ordonneerende de Voerlieden zig precifelyk hier na te reguleeren , en de Lieden die hunne Rytuygen zullen komen te gebruyken , na behoren en op zyn tyd te voorzien. Resoluie , waar by die van het LOOTGIETERS GILDE binnen deze Stad word geinterdiceerd eenigzins hinderlyk te zyn in't koopen of verkoopen van het zoogenaamde HARNAS of WEEVERS LOOT; alsmede verbod van de Vervoering van Gewerkt en tot de Weevery behorend Loot, buyten deze Stad of Jurisdictie van dien; van den 25. van January 1768. MYNE HEEREN van den GERECHTE der STAD HAERLEM, disponeerende op het ver zoek van Commiflariflen over het beftuur van de Lint - Languet-Molens en SchuyfGetouwen binnen deze Stad , by Requeste aan hun Ed. Achcb. gedaan ; hebben , na rype deliberatie, goedgevonden en verliaan , die van het Lootgieters Gilde binnen deze Stad te interdiceeren , zo als dezelven wel uytdrukkclyk geinterdiceerd cn verboden worden by dezen, der Supplian ten Knegt, Eduard van Gyzen , en aile anderen , die zig met bovengem. Fabricq geneeren, in het koopen of verkoopen van het zogenaamde Harnas of Weevers Loot, door hec doen of lacen doen van bekeuringen , eenigzincs hinderlyk te zyn, ofte ee¬ nig beletfel toe te brengen; interdiceeren en verbieden wyders ook aan alle Lootgieters binnen deze Stad , en alle anderen het gewerkte en tot de Weeverye' behoorende Loot, buyten deze Stad , of Jurisdictie van dien , te vervoeren , of doen vervoeren , direft of indiretï , en zulks op een Boece van ƒ 300 - : - : by den Contraventeur te verbeuren ; te appliceeren een derde voor den Heer Hoofd - Officier, een derde voor de Gereformeerde Diaconie Armen dezer Stad , en een derde voor den Aarbrenger ; boven en behalven de Poenen op het vervoeren van Weevers Gereedfchappen buyten de Provinciën , by Placaat van hun Ed. Groot Mogende , in dato den 26. July 1740- geftatueerd. ÜES0-  KEUREN DER STAD HAERLEM. Resolutie, waarby word verklaard , dat het X. Articul van de Ordonnantie voor het BROODBAKKERS GILDE binnen deze Stad van dato 27. November 1749. moet worden verftaan te zyn gebleeven in zyn geheel, enz. ; van den 29. van February 1768. Di HEEREN van den GERECHTE dek STAD HAERLEM, gehoord hebbende de bedenkelyuheyd, by Deeken .en Vinders van hec Broodbakkers Gilde binnen deze Stad gemoveerd , omtrent hec X. Articul van de Ordonnantie van hec zelve Gilde van dato 27. November 1749- waar by aan de oudfte Knegt op het Gildeboek is gepermitteerd geworden , de plaatfe van een overleedene Gilde -Broeder te vervullen, wan-1 neer geen Weduwe nog Kinderen na bly-1 ven, die geneegen en bevoegc zyn de Bak-1 kers neeringe te continueeren , en of het zelve verftaan moet worden geabrogeerd te zyn door het II. Articul van de Alteratie en Ampliatie van dezelve Ordonnantie, gearrefteerd den 18. April 1759. ten dien ef fecfte , dat de oudfte Knegc coc hec doen der Proef mede niec admiflibel zoude zyn , dan , na dat alvorens twee Gilde- Broeders uitgeftorven of uytgekogt zyn ; hebben , na deliberatie , goedgevonden en verftaan tot Elucidatie en wegneeminge der voorfz. bedenkelykheyd te verklaren , zo als verklaard word mits dezen , dat het voorfz. X. Articul van de voorn. Ordonnantie verftaan moet worden allezints gebleeven te zyn in zyn geheel, en dat mitsdien de oudfte Bakkers - Knegt op het Gildeboek , in 'c geval by 't zelve X. Articul vermeld , by 'c affterven van eenen Gilde - Broeder in deszelfs plaats zal mogen fuccedeeren , en geadmitteerd worden, zonder na een tweede Sterfgeval te wagten , ofte de uitkoop van een tweede Gilde - Broeder nodig te hebben. En zal Copie dezes gegeeven worden aan Deken en Vinders van 'c Bakkers Gilde voorn, tot derzelver narigtinge, en omme zig daar na te reguleeren. Generale Keure en Ordonnantie voor het VLEES CH* HOUWERS GILDE; van den 22. van Juny 1768. M 1% /T YNE HEEREN van den GE- JVI RECHTE DER STAD HAERJ_Y JL LEM, disponeerende op het verzoek aan hun Ed. Achtb. by Requefte gedaan , door de Overlieden van het Vleeshouwers Gilde ; hebben , na deliberatie , met te niet doening van alle voorgaande Keuren en Ordonnantiën , Refolutien en Interpretatien , op dit Subject geëmaneerd onverminderd nogtans de Keure op hec ftuk van de Vleeshal in dato den 27. Juny 1750. die verftaan word in haar volle kragc en obfervantie te blyven , goedgevonden en verftaan tot een generale Keure en Ordonnantie voor hec Vleeshouwers Gilde binnen deze Stad , te ftatueeren en te arrefteeren , gelyk hun Ed. Achtb. ftatueeren ende arrefteeren by deeze , de navolgende Articulen: Articul I* Dat niemand de Vleeshouwers neeringe zal mogen doen, dan die alhier Poorter is , en zyn vafte woonplaatsen domiciliumbinnen deze ftad is houdende, midsgaders een I bank in eene der Hallen dezer ftad is hebbende, en in het Gilde zal zyn aangefchretven: dat ook niemand , buyten de Vleeshouwers , zal vermogen eenige beeften te doen Aagten, om die te verkoopen, uyrgezonderd alleen Often of Kocyen die hy zelve heeft gewyd en zulks alleen inde flagctyd, die gereekend word ce beginnen een ' week voor , en te eyndigen zes weeken na de Oflenmarkt, op een boete van 25 Guldens , te verbeuren by de geene die contrarie komt te doen, en daar enboven op verbeurte van het vleefch ten behoeve van het Weeihuys. II. Ie-  KEUREN DER STAD HAERLEM. 153 11 Iemand als Vleeshouwer geadmitteerd zynde, zal gehouden zyn het Gild tc winnen cn voor het inkomen en opfchryven té betalen , zo hy een geboren Poorter , is 3 Gulden , en geen geboren Poorter zynde, 6 Guldens. III. Een Vleeshouwer, een knegt in zyn dienft neemende, zal gehouden zyn dezelve in het Gilde te doen inteekenen , waar voor aan het Gilde zal betaald worden 6 ftuyvers, op pcene dat de Vleeshouwer die daar in nalatig zal worden bevonden, telkens zal verbeuren 3 Guldens. IV. De Gildebroeders zullen niet vermogen eenig accord onder eikanderen temaken, directe! yk nog indirectelyk, en zulks in geenerley \vy?e, om het vleefch op zeekere prys of manier re verkoopen, op een Boete van Twaalf Guldens, en daar en bovenop pcene van het Gild te verliezen , en verfteeken te zyn van hun regt tot een bank in de Hallen , deze boete te appliceeren, een derde part voor den Heer Hoofd - Officier, een derde voor den aanbrenger, en de refteerende derde voor de Gereformeerde Diaconie Armen ; en zullen de Vleeshouwers des noods gehouden zyn zig daar van met Eede te expurgeeren , en in cas van weygering voor fchuldig, en in de boete en pcene vervallen te zyn, verklaard worden. V. Zal ook geen Zoon of Dogter van iemand , in het Gilde zynde, mogen toegelaten worden om een bank in een der Hallen dezer ftad te beftaan , ten zy hy of zy, buyten Vader of Moeder, de neering voor zyn of haar eygen rekening doen op een Boete van 12 Guldens : waar van zy zig mede des noods met Eede , zullen moeten expurgeeren, en hy weygering, voor Schuldig, en in de boete vervallen te zyn, verklaard worden. VI. Zal ook niemand vermogen aan deuytfteekende poften van zyne bank eenig vleefch Vervolg van 'f II. Deel, 4. Stuk. tc hangen om zyn nabuur te hinderen, en dat telkens op een boete van 12 ftuyvers, boven de boete daar op by het I. Art. van de Ordonnantie opde Vleeshal, in het hoofd dezer gemeld, geftatueerd. VII. Niemand zal vermogen zyn kruywagen, als het Vleefch daar van afgenomen is , in de Hal te houden, ook aldaar niet mogen loopen , kaatfen , tollen , hoepelen , knikkeren , geroep , gekyf of eenige de minfte infolencie of moetwil bedryven, op een boete van 3 Guldens , en zullen de Ouders voor hunne kinderen voor de voorfz. boete aanfprekelyk en,gehouden zyn dezel. ve te voldoen. Vlll. De Vleeshouwers zo wel als hunnö vrouwen en bedienden zullen aan hun eygen bank moeten blyven, en hun Vleefch over de Hallen niet mogen vertonen, om zo de Lieden van een anders bank af, met roepen als anderzins, tot zig te trekken , in geenerley wyze, op een boete van drie Guldens. IX Niemand zal vermogen den anderen te dreigen, quetièn of uitdagen, nog ook te kyven , fchelden , of injurieufe woorden tegen den andere te fpreeken, 't zy in de Hallen , of aan de gemeene plaatfen , op de boete van zes Guldens, onverminderd de boete en breuken daar tegen by dezer Stads Keuren, geftatueerd. X. Insgelyks zal niemand , mogen eenige vuyligheyd in de Hallen te brengen, 'c zy met Vifch aldaar te fnyden , fchoon te maken of te verdeden, nog op eenige andere wyze telkens op een Boete van 25 ftuyvers. XL Niemand zal zich mogen vervorderen , zo daar eenige Lieden voor eenes anders bank ftaan, daar byte komen, onder voorwendfei als of zy de koop wilden helpen maken, maar een yder zal gehouden zyn X x aan  154 KEUREN DER STAD HAERLEM. aan zyn eygen Aal te blyven , ten eynde de Koopers niet te verhinderen. XII. Word mede wel Expreflelyk aan een iegelyk, wie hy zoude mogen zyn, verboden eenig Vleefch te hakken op zyn Stal of Toonbank, maar zullen het zelve moe ten doen op hun eygen blokken, die niet langer zullen mogen zyn als vier voet en vier duym houtmaat, op een boete van i 2 ftuyvers. XIII. Yder Vleefchhouwer zal gehouden zyn, 't geheele Jaar door, alle weeken een bank te verfchikken, en dat alle Donderdagen 1 's morgens ten Elf uuren precies , op een Boete van 12 ftuyvers, telkens door de ] wederftreevige te verbeuren. XIV. Ten behoeven van het Gilde zal voor yder Rundbeeft betaald worden 1 ftuyver, voor een Kalf een halve ftuyver, en voor een Schaap of Lam een vierde ftuyver. XV. Niemand zal vermogen een kruywagen aan de Hallen by den avond te laten ftaan op een Boete van 12 ftuyvers. XVI. Geen Vleeshouwers of hun knegts zullen in de Hallen aan de winkels nog op de ftraaten, wanneer zy eenig Vleefch by zig hebben, Tabak mogen rooken op een Boete van drie Guldens. XVII. Alle de Boeten in deze Ordonnantie vermeld, behalven de geene waar by anders ftaat uytgedrukt, zullen bekeerd worden en komen in de kas van het Gilde , en zal daar uyt aan de Gilde-Broeders of Zufters die door ongeluk of neringloosheyd in armoede mogten komen te vervallen de vereyfehte adsistentie gedaan worden, ten eynde alzo de respettive Armen kafte daar van te ontladen. XVIII. Iemand door een der Overlieden bekeurd zynde, zal gehouden zyn de Boete een eerfte te betalen , dog indien hy meent ten onregte bekeurd te zyn, zal hec hem vryftaan de Overlieden des-wegens voor de Heeren Burgemeefteren, te dagvaarden, en indien haar Edele Groot Achtb. oordeelen de bekeuringe wel gedaan te zyn, zal de bekeurde vervallen zyn in een dubbele Boete, dog zo bevonden mogt worden dat de bekeuring ten onregte was gedaan , zullen haar Ed. Groot Achtb. zodanig disponeeren , als naar gelegenheyd van zaaken zal bevonden worden te behooren. XIX. Ter beheering van hec Gild zullen by de Heeren Burgemeefteren gefteld worden een Deeken en drie Vinders , wier ampt en bediening zal zyn , de zaken van hec Gild te beneerftigen, Boeten en breuken in te vorderen, en byzonderlyk toe te zien, dat de orders, zo die 'er reeds zyn als die nog in vervolg van tyd mogten gefteld worden, behoorlyk worden onderhouden en naargekomen. XX. De voorfchreve Deeken zal dienen den tyd van twee Jaaren, en ter expiratie van dezelven door den Deeken en Vinders een nominatie van een dubbeld getal aan de Heeren Burgemeefteren worden overge-t geeven, om daar uyt een nieuwe Deeken te verkiezen. XXI. Van de Vinders zal 'er alle jaaren een afgaan, en by Deeken en Vinders een nominatie van twee perfoonen aan de Heeren Burgemeefteren overgegeeven worden, om daar uyt een ander Vinder gekoren te worden. XXII. De afgaande Deeken en de Vinders zullen alle jaren reekening moeten doen aan de nieuw gekoren Deeken en Vinders. XXIII.  KEUREN DER STAD HAERLEM. 153 XXIII. Ann yder Vleefchhouwer zal door Deeken en Vinders een Exemplaar van deze Ordonnantie worden ter hand gefteld , tegens betaling van 6 Stuyvers. Lallende myne Heeren van den Gerechte de Vleefchhouwers binnen deze Stad , derzelver Vrouwen en Bedienden , en generalyk alle en een iegelyk , die hec zoude mogen aangaan , zig exaételyk naar deze Ordonnantie te gedragen ; mee fpeciale auélorifatie op die van hec OfTènwyders Gilde , midsgaders de Keurmeelleren van de Eetbare Waren binnen deze Stad , omme nauwkeurige toezigt te houden , dat deze Ordonnantie in alle deszelfs pointen door de Vleefchhouwers worde onderhou den en nagekomen. • Aldus gedaan en gearrefteerd den 22. Juny 17 615. by de Heeren Jean Salo¬ mon Ia Clé , Hoofd - Officier ; Mr. Arenl de Raet, Mr. Mattheus Willem van Valkenburg en Mr. Chrijloffel Jan van Dam, Burgemeefleren; Mr. Paul le Leu de Wilhem , Heer van Drongelen, Mr. Aalfl van der Hoolck dc Bruyn, Mr. Gysbert Adriaan Patyn, Mr. Cornelis Arnout van Brakel, en Mr. Jacob Crommelin , Schepenen der Stad Haarlem. En den 19. July daar aan volgende, na voorgaande Klokkengejlag , ter Puye van den Raadhuyze afgekondigt , ten overftaan van de Heeren Jean Salomon la CU , Hoofd - Officier ; Mr. Gysbert Adriaan Patyn , en Mr. Cornelis Arnout van Brakel , Schepenen in Haarlem. By my , O. van SCHUYLENBURCH. Alteratie van de XXXI. en XXXII. Articulen van de Ordonnantie voor het TURF DRAGERS GILD, betreffende de Uitdeelinge aan Gilde-Broeders , die te oud worden om te werken , of in gevallen van Ziekte; van den 22. van Juny 1768. MYNE HEEREN van den GEERECHTE der STAD HAERLEM , geinformeerd geworden zynde , dat het Turfdragers Gilde door de uytdelingen , die aan de Gilde - Broeders , die te oud worden om te werken , of in gevallen van Ziekte, volgens de XXXI. en XXXII. Articulen der Ordonnantie gedaan worden , jaarlyks veel ten agteren gaat . en daar jegens willende voorzien ; hebben , na deliberatie , goedgevonden en verftaan , by alteratie der voorfchreeven XXXI. en XXXII. Articulen der Ordonnantie te ordonneeren en te ftatueeren, zo als hun Ed. Achtb. ordonneeren en ftatueeren by deeze: Dat wanneer de Gilde - Broeders, die na dezen in 'c voorfz. Gilde zullen komen, door ouderdom buyten ftaac geraken om ce konnen werken , de uycdeeling van dertig Stuyvers 's weeks niet zullen genieten , zo zy niet volle twintig jaren in het Gilde zullen zyn geweeft , en het Werk gedaan hebben , maar dat de zodanige alleen maar zullen genieten twintig Stuyvers ; gelyk ook de Gilde - Broeders na dezen aan te ftellen ; die maar vyftienjaren of daar beneden in 't Gilde geweeft zyn , en 't werk gedaan hebben , ook in gevallen als voren maar zullen geniecen vyftien ■ Stuyvers : blyvende de uytdeeling in gevallen van ziekte , op den ouden voet, gelyk mede de Gilde-Broeders, voor dezen aangefteld zynde , mede de uytdeeling , zo als die by de voorfz. Articulen is bepaald , zullen blyven genieten. En voorts, dac boven en behalven de contributie van negen en twincig en een en dertig Stuyvers refpeclivelyk , midsgaders de verdere belaftingen , die de Turfschippers, volgens het 1. Articul van hunne Ordonnantie , ten behoeve zo van het X 2 Gilde s  mé KEUREN BER STAD HAERLEM. Gilde , als van den Commiflaris betalen , dezelve Turf- Schippers by provifle voor den tyd van één jaar, ingaande met den i. Aoguftus eerltkomende, ten behoevevan het Turfdragers Giide , in handen van den Commiflaris van hetzelve Gilde nog zullen moeren betalen twee Stuyvers van de honderd Tonnen haartbrand, minder en meer- ORDONNANTIËN E N REGLEMENTEN O P BOSSEN? BEURSEN, M. AATSCH APPYEN COMPAGNIEN. Alteratie van't Reglement op het ZYDE - LINTWERKERSKNECHTS GILDE , waar by het BEGRAAFEN1SGELD voor de Gilde-Broederen en Gilde • Zufteren word verhoogd ; van den 20. van January 1764. BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STAD HAERLEM , gehoord hebbende de Ledture van de Requefte, aan hun Ed. Gr. Achtb. geprefenteerd door Deken en Vinders van het Zyde ■ Lintwerkers - Knechts Gild binnen deze Stad , te kennen gevende , dat by de Ordonnantie der Bos van der Supplianten Gilde, in dato 15. Mey 1752. ie¬ der Begravenis van een Gilde Broeder of Gilde- Zufter , Lid van dezelve Bos zynde , was bepaald op veertig Guldens , het welk de Supplianten in den jare r/55. hadden verzocht, dat , ter ocrzake van den goeden ftaat van dezelve Bos, verhoogd , of wel naar maate van bet vermogen derzelve gefteld mochte worden , her welk by Refolutie van den 30. Oétober 1754. was ge- der quantiteyt naar advenand ; zullende de Commiflaris , van deze nieuwe belafting „ voor zig behouden vyf Guldens van ieder honderd Guldens. En zal Copie dezer aan den CommilTaris , als mede aan de Overlieden van het voorfchreve Gilde worden gegeven , om te dienen tot derzelver narigtinge.  KEUREN DER STAD HAERLEM. 157 oecordeerd , en de Supplianten daar bv gequalificeerd -geworden , om, wanneer de Bos beneden de vierhonderd guldens by ka: mogce zyn , als dan voor ieder Begravenis uyt te keeren een ibrania van j 20 : : 400. en daar en boven 25 : : 000. en daar en boven 30 : : 800. en daar en boven 35 : : 1200. en daar en boven 40 : : 1600. cn daar en boven 45 : : 2000. cn daar en boven 50 ; : Dat hunne Bos by continuatie tot nog toe bleef in eene voor/poedige ftaat , zodanig dat zy al een geruynie tyd de voorfz. vyftig Guldens ten vollen hadden uytgekeerd , en in den gepafleerden jare 1763. nog een Obligatie van duyzend Guldens ten Comptoire deezer Stad hadden aangekocht. Dat de inclinatie der Gilde -Broederen en Gilde-Zulleren, benevens die der Supplianten , zoude ftrekken , om op den voorfchreeven voet de uitkeeringen der Begruveniffen nog te verhoogen , waar door de Bos in nog meerder aanzien , en den aanwas der Leden vermeenigvuldigen zoudej en vervolgens verzoekende , dat hun Edele Groot Achtb., amplieerende de voorfchreeve Refolutie van den 30. October 1754 , hen nog eene verdere bepalinge van uytkeeringe der Begavenis - Geiden geliefden te verleenen : Hebben , na deliberatie , goedgevonden Resolutie, waar by de XVII. en XVIII. Articulen van hec Reglement op de LIEFDE-COMPAGNIE tot BEGRAAFFENISSEN worden gealtereerd en geamplieerd , ten aanzien van de Uytkeering van Gelden tot Begraaffeniffen , en Uytfluyting der Godshuyzen van het genieten dier Gelden 5 van den 8. van Auguftus 1764. BURGEMEESTEREN en REGEERDERS dlu STAD HAERLEM, gezien en geè'xamineerthebbende de Requefte aan hun Edele Groot Achtb. geprefenteerd door de Beftuurders en Vinders van de Liefde - Compagnie tot de Begraaffeniflèn binnen deze Stad, waarby te kennen geven, dat, volgens het XVIII. Articul van 't Reglement dezer LiefdeCompagnie , zy verpligt waren by 'c overlyden van yder ftervend Lid , tot der of des zodanigens Begraaffenis uyt derzelver Beurs te moeten uyrdeelen als volgt: x 3 De I cn verftaan de Supplianten te qualificeeren, zo als gequalificeerd worden by dezen , om , wanneer de Bos aan Contanten of Efte6r.cn by kas zal zyn de fomma van vyf en twintig honderd Guldens, en daar en boven , voor ieder Begravenis uyt te keeren - . - ƒ 55 : : I 3000. en daar en boven 60 : : 3500. en daar en boven 65 '. : 4000. en daar en boven 70 : : 4500. en daar en boven 75 : : 5000. en daar en boven 80 : : Zonder meer , aanvang nemende heden , cn te rekenen naar het flot, het welk by het doen der reekening op Pinxteren laatft:. leeden zuyver is bevonden overgefchoten te zyn , en voorts van Jaar tot Jaar , te rekenen, na het flot, dat by het doen der Rekening , jaarlyks op Pinxteren gefchiedeude, zal overfchieten. Blyvende voorts de Ordonnantie en Refolutie in haar geheel en volle kracht. Zullende Copie dezer aan de Supplianten tot derzelver narichtinge worden gegeeven. Mum ter Kamere den 20. van January 1764. In kennifle van my, J. II. van DA M.  158 KEUREN DER STAD HAERLEM. De Beurs by kas zynde ƒ 400 en daar boven toe ƒ 600 toe ƒ 30, 600 . • 800 — 35, goo 1500 — 40. 1500 • ■ 2000 — 45. 2000 • — 4000 ■—- 50. 4000 ■ ■ ■ 6000 — 65. Verzoekende , dat het hun Edele Groot Achtb. behaagc mogte , om 't hier voren gemelde XVIII. Articul van 't Reglement geheel en al te mortificeeren en vernietigen , en in navolging van 't XVI11. Articul van zekere byna gelyke vrywillige Liefde-Beurs , door hun Edele Groot Achtb. in der tyd geapprobeerd en gearrefteerd , den 24. November 1753. in plaatfe te ftellen als volgd. Articul XVIIJ. By aldien iemand van de Leeden hier boven niet uitgefloten zynde van de uytdeelinge te trekken, komt te fterven , zullen tot de Begraaffenis van denzelven uyt de Beurs worden gegeeven de volgende Penningen , te weeten : De Beurs by kas zynde in Obligatien , Rentebrieven en contante Penningen van ƒ 400 en daar boven tot ƒ 1 oqo toe ƒ 30. 1000 -—^ —— 2000 — 35. 2000 ■ * 3000 — 40. 3000 ■ • 4000 —- 45. 4000 ■ 5000 — 50. 5000 •■■ ■ 6000 — 55. 6000 ■ ■ •—1—- 7000 — 00. 7000 ■ 1 - - ■ 8000 -— 65. JjOOO —'-—■ r>ooo 70. 0000 •■ ——i—■ 1000.0 —• 75. 10000 — • l—'—" 11000 — 80. IIOOO ' • 12000 — 85. 12000 ■ ' 13000 — 90. 13000 ■ 14000 — 95. 14000 ■ » 15000 100. Zonder meer, alwaar het, dat de kas de ƒ 15000 - : - : te boven ging , welk meerder meede tot aankoop van obligatien of andere goede effecten befteed zal worden. Zy Supplianten wyders te kennen geevende dat zy niet alleen ter harten namen, de vafte beftendigheyd der uytkee ring van hun lieder Beurs, maar aan de andere kant ook zeer gaarne alles wilden toebrengen , wat daar meede beftaanbaac aan derzelver Leeden , eenig genoegen konde geeven , verzoekende daarom dac het hun Ed. Groot Achtb. mogte behagen om al meede in navolging van de hier vorengemelae Liefde Beurs, 't XVII Articul hunner Reglement met 't navolgende te amplieeren en agter't laatfte woord van 't zelve Articul te laten volgen; „ mee uytfluytinge van alle Regenten der respective Godshuyzen, en zullen de overfchietende Penningen door de Vrienden of andere gequaiificeerden bovengenoemd, als ook door de be/luurders aan de Regenten van de respeéh've Godshuyzen, daar Kinderen genaderd worden, overgegeeven worden, om voor die Kinderen bewaard te worden , ter tyd dat die Kinderen uyc 't Huys gaan, als wanneer dezelve boven hun ordinaire uytzet, door de Regenten aan die Kindeten zullen moeten ter hand gefteld worden , om zo veel beeter door den tyd te komen, en zullen tot dien eyn: de de Penningen van 't eene kind in 'c I Godshuys ftervende op het andere moeten 1 verfterven , tot dat het laatfte uvt 't Huys gaat , en die daar in ftervende zal hec Huys daar van Erfgenaam zyn, doch zal echter aan yder Kind, by zyn uytgaan, zyn Portie ter hand gefteld moeten worden. Waar op gedelibereerd zynde, hebben hun Ed. Groot Achtb. goedgevonden ent verftaan 't gem. XVIII. Articul, zo als hec teegenswoordig in 'c Reglement /iaac, geheel en al te Mortificeeren en te vernietigen , en in plaatfe re ftatueeren en te ordonneeren dar het voorfz. XVIII. Articul zal worden verandert gelyk hier vooren is gemeld, zo als mede hetXVIl Articul mee het gunt voorfz. is zal worden geamplieerd zo als hun Ed. Groot Achtb. doen by dezen. Lallende hun Ed. Groot Achtb. alle en een ieder dien het aangaat zig daar naar Precifelyk te reguleeren. En zal Copie van deze refolutie en ampliatie worden gegeeven aan de Supplianten tot narigtinge. Actum ter Kamere den 8. van Augustus 1764. In kennifle van my O. van SCHUYLENBURCH. Reso* het gunt voorfz. is zal worden geampli- eeru zo ais nun ca. oroot Achtb. doen by  KEUREN DER STAD HAERLEM. ,59 Resolutie omtrent de BROEDERLYKE LIEFDE - BEURS aangaande Twee Gevallen , te weeten , of het BegraafFenisgeld ' moet worden uytgekeerd ten behoeve van een LID , in het Dolhuys overleeden; en of een LID, in het Verbeeterhuys te Alkmaar geconfineerd' geweeft, moet worden geconüdereerd als zyn Woonplaats binnen deze Stad te hebben behouden; van den 18. van Juny 1765. De Befticrders van de Broederlyke Liefde beurs ' binnen deze ftad hebben aan hun Ed. Groot Achtb. voorgedragen, dat onlangs in het Dolhuys was overleeden lid van de gemelde beurs, verzoekende dezelve Beftierders hun Ed. Groot Achtb. goedvinden te mogen verftaan of zy in de uytdeeling tot een begrafenis aan de Weduwe van voorn moeften hande len volgens het XVII. Articul van de ordonnantie van hun Ed. Groot Achtb. op die beurs van dato 45. November 1758. dan of het zelve Art. niet betrekkelyk was tot Perfoonen in het dolhuys geftorven. En hebben de vóorn. Beftierders verder hun Ed. Groot Achtb. voorgedragen dat mede lid van de voorn. Beurs te Alkmaar in een Beterhuys voor eenigen tyd was geplaaft geweeft , verzoekende dezelve Beftierders te mogen weeten, of zy dezelve ...... moesten Confide- reeren als zyn Woonplaats binnen deze ftad te hebben behouden, niet teegenftaande zyn voorfz. confinemenr. Waar op gedelibereerd zynde is goedgevonden en verftaan, met opzigt tot het Eerfte Point de J Beftierders van de voorn. Beurs te gelas-j ten aan de Weduwe van te doen een geheele uytdeeling tot de begraaffenis , als wordende in het XVII Articul der ordonnantie alleen gefprooken van perfoonen in het Gafthuys geftorven ; En met opzicht tot het tweede point is goedgevonden tedeclareerendat ...... of fchoon in een beeterhuys te Alkmaar voor eenige tyd geplaatst geweeft zynde , echter behoord te worden geconfidereerd als zyn Woonplaats binnen deze ftad te hebben behouden , en dus zal worden aangemerkt als een Trekbaar Lid, mids de agterftallige contributien, gedurende zyn confinement vervallen zynde , door hem worden voldaan. En zal Copie dezer aan de Beftierders van de voorn. Beurs worden gegeeven tót derzelver narigt. uictum ter Kamere den 18. van Juny In kennisfe van my, j. A. GRASWINCKEL. Ampliatie en Alteratie van de Ordonnantie on dP VRYWILLIGE LIEFDE - BEURS , aangaande eene Bedenking, of iemand der LEEDEN, eens zyn aandeel genooten hebbende , andermaal recht zoude hebben, om zich wederom als LID te doen aantekenen of ' niet, enz. ; van den 25. van July 1765. BURGEMEESTERENen REGEERDERS der STAD HAERLEM , gehoord hebbende de lecture van de Requefte aan hun Ed. Groot Achtb. geprefenteerd door de Beftuurders en Vinders van de Vrywillige Liefde Beurs binnen deze ftad, daar by tc kennen gevende , dat ten opzichte van eenige Articulen van hunne ordonnantie gearresteerd den 24. November 1753. eenige bedenkelykheden zig hadden opgedaan, principalyk hier op uytkomende : Of  ï6o KEUREN DER STAD HAERLEM. Of naraentlyk iemant der Leeden eens I dan dat egter niemant in een van die twee zyn aandeel genoten hebbende , an- gevallen "zal worden geadmitteerd , dan dermaal recht zoude hebben, om zig j onder restitutie het zy contant of op- zowederom als Lid te doen aantekenen i danig crediet, als by het VIII Articul is of niet, zelfs ingevalle al was de zoda- | gemeld, van het geen de zodanige by uytnige boven de 40 Jaaren oud. jkoop voor zyn of haar aandeef zal heb- !ben genoten, zullende die geene die by En verzoekende, vermits te duchten Was weder inneeminge beneeden de 40 Jaaren dat over de voorfz. bedcnkelykheden tus- zyn voor de verlopene contributien befchen de Supplianten onderling of met de talen een Gulden, en ten opzigte van die Leden in der tyd dikwils disputen zouden welke met een Lid der beurs getrouwt zyn ontltaan, dat in dien opzigte, de ordon- dog boven de 40 Jaaren contant, of op crenamie mochte worden geëlucideert en ge- dit voor ieder Jaar , boven dien ouderamplieert. dom een Ryxdaafder. üatnA i'Wttflj*»Ma$hmwm, pauw\v!} iLn'^i 'J'",::'1.. '~ Hebben, na deliberatie, goedgevonden j Wordende in zo verre de voorfz ordonen verftaan, te arrefteeren, en vaft te ftel-1 nantie hier mede gealtereert en "•eamplilen, zo als gearrefteerd en vaftgefteld word | eert, en blyvende voor het overige ia by dezen , - dat- wanneer een Lid eens zyn jzyn volle vigeur en kragt. of haar aandeel zal hebben genoten, zal -worden geconfidereerd uyrgekogt te zyn,, ASttiin ter Kamere den 25. van july en zyn of haar recht tot de beurs te heb- \ ' ben verloren , uytgezondert zodanig Lid ! dat beneeden de 40. Jaren of met een Lid I In kennifle van my , vun de Beurs (zonder onderfcheyd wac Jaaren hetzelve Lid heeft) getrouwt is , J. H. van DAM Alteratie en Ampliatie van de Ordonnantie op de VRYWILLIGE ALGEMEENE SOCIETEYT TOT STUT DES OUDERDOMS; van den 27. van Auguftus 1765. BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STAD HAERLEM , gehoord hebbende de Lecrure van de Requefte aan hun Ed. Groot Achtb. geprefenteerd, door Directeuren van de Vrywillige algemeene Societeyt tot Stut des Ouderdoms, opgerigt binnen deze ftad, volgens ordonnantie gearrefteerd den 28. Mey 1755. en voorzien met eene Ampliatie en Alteratie in dato den 4. September, I756- Daar by te kennen gevende , dat ingevolge van de fchikkinge gemaakt op het ftuk der contributien en het trekken der Leden dezer Societeyt, zo by voorgemelde ordonnantie, als by het derde Articul van voorfz alteratie en ampliatie, zoude moe ten worden gemaakt een aanvang in dezen laare, met het doen van de aandeelingen aan die Leden der Societeyt, welke boven de Sestig Jaaren oud en tien Jaaren Leden' dezer Societeyt geweeft zyn zul- i len, en dat wel van bet gantfche rende1 ment ; zo der Contributie Jaarlyks inkoj mende , als van de interesfen provenie1 rende van het dus verre opgelopene en in Obligatien aangelegde Capitaal, dan dac de Supplianten nagaande en opgemaakc hebbende den tegenwoordigen ftaat dezer Societeyt, bevonden hadden, dat de contributien der contribueerende Leden, thans bedroegen met de intresfen der Obligatien te zamen een Somma van ƒ 2140 - io -: Dat die Somma Jaarlyks op den Voec en in de Suppofuie, waar op dit by de ordonnantie is gereguleerd , als volgens welke de Trekkende Leden van den tyd hunner trekkinge daar en boven van alle Contributien zouden zyn hevryd, in geenerhande manieren zoude kunnen vermeerderen , maar noodzakelyk zoude moeten verminderen , aangezien het getal der trekkende Leden van Jaar tot Jaar confiderabel vermeerdert, en alzo ter contrarie  KEUREN DER STAD HAERLEM. iöt ric de Jaarlykfchc Fournisfementen verminderen moeten, en dat voor onderdek! zynde, dat die uyt te deelen Somma Jaarlyks op die f 11A.0 - 10 - : konde bepaalt blyven, egter zoude Myken dat dan nog zulk een Excesfive ongelykhcyd in het geene de respective Leden zouden kenen te trekken plaatfe zoude hebben, dat vollirektelyk deze Societeyt niet zoude kunnen blyven beftaan , wanneer men maar in aanmerking neemt het getal der trekkende Leden , zo als dat na de tegenswoordige getteldheyd der Leden in de Eerfte vyf Jaren plaats zal moeten hebben , in welk getal nu voor het eerfte Jaar zoude zyn Negen en Twintig, voor het Tweede Zesendertig, voor het derde Veertig , voor het vierde acht cn Veertig, en voor het Vyfde twee en Negentig , trekkende Leden, makende dus van voorfchreeve Somma van ƒ 2140 - 10 - :, voor ieder Lid het Eerfte Jaar een uytdeling van circa ƒ 74 - : - :, voor het Tweede Jaar een uytdeling van ƒ 60 - : - :, voor bet derde ]aar een uytdeling van ƒ 54 - : - :, het Vierde i Jaar nog geen f 45 - : - :, en het Vyfde Jaar nog geen f 24 - : - : in dat Jaar, en zo vervolgens hoclanger hoe minder; En verzoekende mids dien, dat, tot voorkominge van het verval en te niet lopinge dezer Societeyt, en ten eynde de uytdeelinge zoude kunnen worden gebragt op een egale en vafte voet, by nader ampliatie en alteratie mochte worden gearrefteerd de pointen en Articulen hier na volgende. Eerftelyk, dat de trekkende Leden allen na hun Sestig Jaren derzelver contributien zullen moeten continueeren tot drie ftuyvers per week. zonder onderfcheyt in welke clasfe zy , tot die hun Seftig Jarige ouderdom toe , behoord en gecontribueerd zullen hebben, Ten anderen, dat in plaatfe dat by Vierendeeljaars termynen aan de trekkende Leden uyt te keeren alle het geene zo wegens Fourniflementen als by cas zynde interesfen, alle vyf Jaren by Directeuren zal wor den opgemaakt ( onder approbatie van haar Ed. Groot Achtb._) ene calculatie van de Fourniflementen en interesfen die in die vyf Jaren ftaan in te komen , en van het getal der trekkende Leden , dan zynde, en in die vyf jaren nog zullende aankomen, en daar uyt geformeerd ene repartitie , hoeveel geduurende die vyf volgende Jaren , aan elk dier trekkcüïdfc . Leden euenveel in het Jaar m1 worden uytgekeerd , zo als dat nu in de eerit komende vyf Jaren werd gefixeerd en vaftgefteld op een Somma van Vyftig Guldens in het jaar. Ten derde, dat de Leden die tot de trekkinge van tyd tot tyd admisfihel zullen worden , niet zullen beginnen te trekken , dan met de naaft daar aan volgende drie maanden, gelyk ook dat niemant der trekkende Leden komende te fterven eer het Vierendeeljaars tor de uytkerirtg bepaald Verfcheenen is , desze/fs aandeel zal blyven ten voordeele van de Societeyt , in plaatfe van ten voordeele der trekkende Leden, zo als by het XXIV Articul der ordonnantie is bepaalt. Ten vierden , dat zo ook de portien van die trekkende Leden , welke in vyf Jaren komen te fterven , geheel en al zullen gefchikt worden, ten voordeele der Societeyt, en het gunt dienswegens ten eynde van ieder vyf Jaren overig bevonden mochte worden , tot Capitaal zal moeten worden aangelegt, gelyk daar en » tegens ook het door eenige toevallen aan I die vyf jarige repartitie te ,kort komende van ƒ het Capitaal dezer Societeyt zoude moeten ' afgeftoken worden. Eneyndelyk, dat voortaan de Directeuren voor hunne dienden, fchoon geen 60. Jaren oud, maar tien Jaren in de directie geweeft zynde, zulien zyn trekkende Leden , zo lang zy in de directie komen te blyven en verders niet: Hebben , na deliberatie , en gemerkt de intentie van de meelt geinterefleerde Leden , goedgevonden en verftaan, (conform der Supplianten verzoek) voorgemelde Articulen te approbeeren , zo als hun Ed. Groot Achtb. doen by dezen : £.r?esteerende dienvolgens dezelve , en ordonneerende een ieder wien het aangaan mag zig daar na te reguleeren. Zullende Copie dezer aan de Supplianten tot narigtinge worden gegeeven. Actum ter Kamere den 27. van Augustus 1765. In kenniffe van ray J. II. van DAM. Vervolg van 'f II. Deel, 4. Stuk. Y Alte-  IÓ2 KEUREN DER STAD HAERLEM. Alteratie en Ampliatie van de Ordonnantie op de BROEDERLYKE LIEFDE- BEURS ; van den 25. van April 1766. BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STAD HAARLEM , gezien en geëxamineerd hebbende de Requefte aan haar Ed. Groot Achtb. geprefenteerd door de gezamentlyke Beftuurders en Vinders van de Broederlyke Liefde-Beurs binnen deze Stad: Daar byte kennen geevende, dat de Supplianten zoo door derzelver hooge Jaaren , als van de meefte Leeden deezer Societeyt, van tyd tot tyd bevonden dat de tyd van der Supplianten zittingen, die by het vyfde Articul van de Ordonnantie deezer Beurs , gearrefteerd 25. November 1758., was bepaald op Zondag, des avonds van zeeven tot neegen uuren , was van zeer groote inconvenientie, alzo door de groote meenigte der Leeden die zittinge veeltyds tot zeer laat moet worden voortgezet eer ieder zyn contributie kan hebben betaald , en die betaalingen op de Boekjes afgefchreeven, mitsgaders by de Supplianten behoorlyk aanteekening daar van gemaakt zyn. En dat meede by de Supplianten bevonden wierden niet te zyn gedisponeerd omtrent zodanige Perzoonen , Leeden van deeze Beurs , die om hun onbehoorlyk gedrag of euveldaaden, zoo civiel als crimineel, in 't Werkhuys werden geconfineerd. En dat eyndefyk ook de ondervindinge deed zien , dat de by hec XIX. Articul der voorfchreeve Ordonnantie gemaakte bepaalingen der Üytdeelingen , wanneer de Beurs zoude zyn geaccrefleert tot booven de drie duyzend Guldens, te fchielyk was opklimmende om van een genocgzaame duurzaamheyd te zyn. En verzoekende midsdien dat het V., XVII. en XIX. Articul van hun meergemelde Ordonnantie mochten worden gealtereerd en geamplieerd ; in deezer voegen, en luyden als volgd : Articul V. Dat alle Zondaagen drie van de voorfchreeve Vinders, 'smorgens van elf tot één uuren zullen moeten zitten op de Kamer , om de contributien der Leeden van die Letter wiens tour hec dan zyn zal, te ontfangen ; welken ook als dan door een ieder van die Letter opgebracht zullen moeten worden; en zullen ter zeiver tyd zig meede aldaar moeten laaten vinden twee Beftuurders, na de Tourbeurten , tuflchen de voorfchreeve veertien dienende Perfoonen onderling te reguleeren , om de Boeken in goede ordre te houden , en de Vinders , des noods , in het houden hunner Boeken te adfifteeren , de Rekening na te zien en te fluyten. Ardcul XVII. Wanneer iemand van de Leeden, ongetrouwd en mondig zynde, zonder Kind of Kinderen, Vader of Moeder in 't leeven na te laaten , alhier in 't Gafthuys of Werkhuys, tot hun dood hebben blyven contribueeren , kwam te Overlyden, zal aan deflelfs verdere Vrienden of Regenten geen vérdere uytdeeling worden gedaan, maar zal des zodanigens aandeel in dit geval in 't Capitaal, mitsgaders de uytdeeling tot de Begraaffenis of eenige andere deeling ten piofyre van de Beurs vervallen zyn , dog van Man en Vrouw door Echt verbonden, een in 'c 'Gafthuys of Werkhuys ftervende, zal aan de langltleevcnde, zo die buyten 't zelve Huys is, uytgekeert worden de halve uytdeeling tot een Begraaffenis, en beyden in 't Gafthuys ziek leggende of om flegt gedrag of euveldaaden, civiel of crimineel geconfineerd zynde in 't Werkhuys, zullen by het Overlyden van een van hen, de voorfchreeve Penningen zo lang bewaard worden , tot de overblyvende gezond uyt het Huys gaat, of ontflaagen word, en als dan aan dezelve uytgekeerd worden; maar beyden in 't Gafthuys of'Werk/mys ftervende , zullen hunne Porden in de Beurs en uyrdeeling tot de Begraaffenis. welke zy , buyten het Gafthuys of Werkhuys geftorven zynde , anderzints zouden genooten hebben , vervallen zyn ten profyte van de Beurs, ten waare dezelve wettige Kind of Kin-  • KEUREN DER STAD HAERLEM. 163 y 3 alte- Km deren, of by gebrek van dien, Vader of Moeder nalieten, aan welke, indien zy buyten de Godshuyzen zyn of blyven, de halve uytdeeling tot de Begraaffenis uytgekeerd zal moeten worden, en, zo de Kinderen in een van de Godshuyzen gaan , órri aldaar op gevoed te worden, zal de zelve halve uytdeeling aan de Regenten van dat Huys of Huyzen overgeleeverd worden , om te dienen , zo als by Articul XVIII. zal worden gezegd. Wanneer hec moge gebeuren dat twee Echtelieden van den anderen door den Rechter gefcheyden zyn, het zy provifioneel van Tafel , Bed, Byeenwooning en Goederen , of dat hun Huwelyk in 't geheel vernietigd is , zal aan de langftleevende, het zy de eerftftervende in 't Gafthuys geftorven is, dan niet, geene uytdeeling gedaan worden, maar die Portie vervallen zyn ten profyte van de Beurs , ten zy die provifioneel gefepareerde Echtelieden alvorens wceder waaren vereenigd , en met den anderen tot op het overlyden van den eerftftervende toe , als Man en 'Vrouw betaamd, hadden geleefd; in welk geval zy hun recht zullen behouden heb-1 ben, mits, gelyk andere Leeden, by continuatie hebbende gecontribueerd. Indien Ouders, Kinderen , die onmondig zyn , in het Gafthuys hebben, en deeze daar overlyden , zal aan de Ouders de halve BegraafFenis uyrgekeert moeten worden , maar niet aan verdere Vrienden. Articul XIX. By aldien iemand van de Leeden , (hier vooren niet uytgeflooten zynde, om van de uytdeeling te trekken, _) komt te i fterven, zullen de volgende Penningen tot i zyn of haar Begraaffenis uyt deeze Vry- willige Broederlyke Liefde Beurs gegee i ven worden, te weeten: als de Beurs by i kas is, het zy in Obligatien, Rentebrieven , of contante Penningen, te zcamen de Zomma van f 300 en daar boven tot f 500 toe ƒ 40 5oo ?50 _ 45 750 ' ■ JOOO 50 i5co 2000 — lo 2O0O j 2 vOO 65 2JOO . 30OO ' 70 «OOO ■ i 5OO0 75 jOOO — 700o £j0 En zoo vervolgens van elke aoco guldens meerder , ook eene vermeerdering van vyf guldens uytdeeling, zonder meer, echter zullen daar en booven negen tiende parten van het geen de Beurs bevonden zal worden , jaarlyks de laaftgcmelde fomma van negen duyzend guldens te booven te ftaan, door de Beftuurders en Vinders na bevinding van zaaken, uytgedeeld worden in de Maand December, aan zodaariige Leeden, die een en een half Jaar in deeze Beurs geweeft, en zo langgecontribueert zullen hebben , ieder Hoofd even veel , na aftrek nochtans van hunne achterftallen, mitsgaders van de onkoften, die dat jaar zullen weezen gemaakt, en voorts van zodaanige Penningen, als geen ftuyver per Hoofd zullen konnen uytmaaken, welke Penningen , beneevens het refteerende tiendepart van het gemelde overfchot meede tot Capitaal zullen moeten oploopen , om daar voor Obligatien of andere goede Effecfen aan te koopen, op dat, het Capitaal grooter wordende, de daar van te koomen Intereften de jaarlykfe uytdeeling moojen vergroocen ; om welke redenen het kapitaal , dat van die refteerende tiende sarten en Penningen provenieerd , nooyc' voor overfchot of deelbaar gereekend zal moogen worden. Hebben , na deliberatie goedgevonden :n verftaan, de voorfchreeve Articulen re ipprobeeren, zo als dezelve geapprobeerd vorden by deeze. Ordonneerende een eder wien zulks zal aangaan zich daar na e reguleeren. Jclum ter Kamere den 25. April 1766. In kennifle van my, J. II. van D A M,  -f54 KEUREN DER STAD HAERLEM. Alteratie en Ampliatie van de Ordonnantie op de nadere VRYWILLIGE ALGEMEENE BOS tot Begraaffenis en Onderftand van de Leeden van dien ; van den 25. van April 1766. BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STAD HAERLEM, gehoord hebbende de Lecture van de Requefte aan haar Ed. Gr. Achtb. geprefenteerd , door de Beftuurders van de Bos van de Nadere Vrywillige Algemeene Bos tot Begraaffeniflèn en onderftand van de Leden yan dien , daarby te kennen geevende , dat by het XIX. Articul van derzelver Ordonnantie, gearrefteerd den 2 Auguftus 1756, zynde bepaald geworden, dat na verloop van de | eerfte tien Jaaren en zulks met den aanvang van het elfde Jaar, dat nu zyn zoude den a. Auguftus eerftkomende , alle de Penningen, die dan, zo wegens de Contributfen als Intereften der aangekochte Effecten, in kas zullen worden bevonden, na aftrek van twee of drie Fourniflementen tot Begraaffeniffen in ieder Claffis in Kafle te houden , zullen worden uytgedeeld, aan alle de Leeden van deeze Bos, die tien Jaaren in dezelve hebben betaald, te weeten, ieder na rato van de Contributien die hy zal hebben gedaan. Als by voorbeeld : wanneer die in de Letter A. behoorende, genieten één Gulden, zal door die van de Letter B. en C. worden genoten twee Galden, en door die van de Letter D. drie Guldens. En dat zy Supplianten apprehendeerende, dat, indien zulks alsn&effecl: zoude hebben, daar door zekerlyk , ingevalle van eenige veelvuldige en extraordinaire Sterfgevallen , deeze Bos in merkelyke ongeleegenheid zoude geraken , en het kleine Capitaal van ƒ 55°° » welk n0§ maar is aangewonnen , eerlang tot niet zoude kunnen lopen ; verzoekende vervolgens , dat mogte worden gearrefteerd, een Ampliatie en Alteratie in de navolgende Articulen, en dat het tweede Articul zouden mogen luyden aldus. * i Articul II. Dat eene der Leeden komende te Trouwen , het denzelve zal vry ftaan, zyn of haar Vrouw of Man, mits niet boven de veertig Jaaren oud zynde, de eerfte Week na dat zy zyn getrouwd, zo het dan Byeenkomft is, voor de Letter, waaronder zy behooren , op de Kamer te komen aangeeven en te laaten Inteekenen; of anders uyterlyk op de eerft volgende Byeenkomft van die Letter daar zy onder forteeren , mits betaalende voor het recht van Inkomen, of Intekenen, vier, in plaatfe van drie Stuyvers : Des dat zodanige Man of Vrouwe, boven de veertig Jaaren oud zynde , egter als vooren admisfibel zal zyn , mits aanftonds betaalende zo veel als de Contributien van die meerdere Jaaren zullen komen te bedragen , ofte in cas van onvermogen, om zo veel te gelyk aanftonds te fourneeren, dat het beloop van dien by overlyden van zodanige aan de uytkeeringe tot de Begraaffenis zal mogen worden gekon; blyvende het verdere geftatueerde irj het zelve Articul in zyn geheel. IJL ' Dat, hi plaatfe van het daarby geftatueerde, door ieder die in de Bos komt, voor Intekenen zal moeten worden betaald vier, in plaatfe van zes Stuyvers, en wyders als volgt , in de Letter A. , voor een Hoofd vier Stuyvers , en voor twee Hoofden ( daar onder ook Man en Vrouw gereekend) zes Stuyvers; in de Letters B. en C. voor een Hoofd acht Stuyvers , en voor twee Hoofden als vooren, twaalf Stuyvers, en de Letter D. voor een Hoofd twaalf, en voor twee Hoofden, meede als vooren, actuien Stuyvers. XI Dat de tyd tot het doen der Reekening op den eerften January Jaarlyks zal worden en  KEUREN DER STAD HAERLEM. l6s Ordonnantie van de METSELAARS KNECHTS en OPPERLUYDEN BOS; van den 25. van April 1766. BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STAD HAERLEM , gelet hebbende , op het verzoek aan hun Ed. Groot Achtb. gedaan , door de Overluyden en Vinders van de Metzelaars - Knegts - en Opperluy¬ den-Bos binnen deeze Stad , ten eynde de Ordonnantie van hun Bos, gearrefteerd den 27. February 1755 , mogte worden vernieuwd, als zynde door verfcheyde Ampliaden en Aiteratien, daarop gevolgd , voor de meefte Leeden niet genoegzaam ¥3 klaar. cn zyn bepaald,, op twaalf, in plaatfe van elf uuren. XV Dat dusdanige Overteekeningen, waarvan in Articul XUI. en XIV. word gemeld , wel zullen worden gepermitteerd en toegeftaan, zonder dat de geenen, die yan hooger na een laager Letter overgaan, iets voor infchryven zullen betaalen. Doch , dw niemand boven de veertig Jaaren oud zynde, fchoon binnen de tien Jaaren, van laager tot hooger ClafTe zal mogen overgaan XVI Dat voorts tot de begraving van die geenen, die zes agtereen-volgende Maanden , of langer in deeze Bos zyn geweeft, en geduurende dien tyd gecontribueerd zullen hebben, zo zy binnen deeze Stad of Vrydom van dien, zullen zyn overleeden , binnen vier-en-twintig uuren na dat de bekendmaking van het overlyden aan. een der Beftuurders zal zyn gedaan , cn zo zy buyten de Stad en Vrydom van 1 dien zuilen zyn overleeden, binnen vier-' e^-twintig uuren , na dat behoorlyk bewys van het overlyden aan een der Beftuurders zal zyn ter hand gefteld , aan des Overleedens Vrienden, of die het bewind van de Begraaffenis hebben , zal worden gegeeven en gebragt, en door de ] Buytenluyden afgehaald , zo veel als by het zelve Articul in 't breede is bepaald. XIX Dat wanneer het Renten geevende Ca pitaal van deeze Bos zal zyn geaccres- feerd tot een Somma van vyftien duyzend Guldens, alle de Penningen, die dan, zo wegens de Contributien als Intereften der aangekogte Effecten, in Kas zullen worden bevonden (na aftrek van twee of drie Fournitfèmenten tot Begraaffeniffen in ieder Clasfis in Kas te houden , en van eene honderd Guldens Jaarlyks die tot een perpetueele vermeerdering van het Capitaal zullen moeten dienen en aangelegt worden) zullen worden uytgedeeld aan alle de Leeden van deeze Bos, die vyttien Jaaren in dezelve hebben betaald , zo en in diervoegen als wyders by dat Anicul breeder is se, meld. Dat, Man of Vromv, tomende te overlyden , het overfchot van het Begraaffenis-Geld, welk uyt deeze Bos word genooten , zal mogen "worden behouden en geprofiteerd , by de overblyvende Weduwe of W cduwenaar, of fchoon Kind of Kinderen van de Overleedenen mogt of mogten overblyven , en «-aan in eenig Godshuys. Waarop gedelibereerd zynde, is goedgevonden en verftaan , der Supplianten verzoek te accordeeren, en de voorfchreeve verzogte Ampliatie en Alteratie, in de voorfchreeve Articulen hunner Ordonnantie te approbeeren en te arrefteeren; blyvende voor het overige hun Ordonnantie , voor zoverre deeze niet iscontrarieerende', n zyn geheel, met Jaft dezelve in alle zyn lointen na te komen en te agrervolgen. Jccordeerd met het voorfz. Memoriaal. J. H. van DA M.  i66 KEUREN DER STAD HAERLEM. klaar, om zich allefints daar na te reguleeren : Hebben , na deliberatie , en met te niet doeninge van alle het voorige , dien aangaande geordonneerd , goedgevonden en verftaan te ftatueeren , zo als hun Ed. Groot Achtb. ftatueeren by deezen , de navolgende Articulen ; ordonneerende een ieder wien het aangaan mag , zich daar na te reguleeren. Articul I. Uyt de gemelde Bofte zullen alleen worden geadftfteerd de geene , die daarin zullen hebben gecontribueerd. II. En zullen de Contribuanten daar uyt geen adfiftentie ontfangen binnen hec halve Jaar, dat ingeteekend zullen zyn. III. Wanneer iemand door ongeluk, het zy in het werken of anderzints , zich zodanig zal hebben bezeerd, dat niet in ftaat is om te werken, of ook door Ziekte daar toe buyten ftaat is, zal geduurende zoda nig Ongemak of Ziekte , aan denzelven weekelyks vry Geld worden uytgereikt twee Guldens ; doch zal dezelve Betaaling van twee Guldens 's Weeks niet langer gedaan worden dan een halfjaar: En indien het Ongemak of Ziekte nog langer continueerde, zullen zodanige het derde vierendeel Jaars maar genieten een Gulden en tien Stuyvers 's Weeks , en by langer continuatie dan van drievierendeel jaars maar een Gulden 'sWeeks, rot derzelver herftellinge toe. IV. • Welverftaande, dat die geenen, die zig zodanig Ongemak zullen hebben toegebragt door Dronkenfchap of Dertelheyd, geen adfiftentie zullen genieten, ook niet de zulken , die door Doctors overtuygd worden van een Venusziekte buyten ftaat gebragt te zyn , om hun Werk te kunnen waarneemen. V. En zullen de Opzienders verpligt zyn , gelyk ook by dezen aan dezelve wel duydelyk gelaft word, de oorzaak en omftan¬ digheden daar van te onderzoeken, en des nooJs de Patienc door een Doctor in de Medicynen of Chirurgyn te doen vifiteeren , het welk de geene, die deswegens adfiftentie verzoekt, zal moeten gedogen, zonder eenig tegenzeggen, op pcene van geen onderftand te genieten. Dat geen Zieken buyten hun Huys zullen mogen gaan, zonder de Beftuurders (die in die Maand in dienft zyn) daar van kennis te geeven , het welke niet zal mogen zyn voor Vrydags, wanneer zy Saturdags daar aan bedanken zullen, op pcene van geen Ziekegeld te trekken , ten zy het eene Ziekte of Kwaaie mogte zyn, waar voor hei uytgaan door de Doctor of Chirurgyn wierde geordonneerd, van dewelke in dien gevalle de Patiënt een Briefje zal moeten verzoeken , en aan de Beftuurders vertonen. En zullen ook de Zieken in hun Huys niet mogen werken, op pcene van ais voren verfteeken te zyn van het Ziekengeld , indien zulks kan worden beweezen: en zal ieder Vinder, wiens Maand het is, gehouden zyn, alle de Zieken, die zig hebben aangegeeven, tweemaal 's weeks te gaan bezoeken , op de Boete van een Stuyver van ieder Pei foon en voor ieder reys, die dezelve Vinders zullen overflaan en niet bezogt hebben, ten zy zy bewyzen kunnen, door Ziekte of andere toeval, daar toe niet in ftaat te zyn geweeft. VI. De geenen, die tot eenige adfiftentie te genieten uyt de Bos, uyt hoofde van Ziekte of ander Ongemak , vermeenen te zullen zyn bevoegd , zullen zig aan de Beftuurders moeten aangeevën op Saturdag van den eerften Maart tot den laatften Auguftus, 's avonds van acht tot negen uuren, en van den eerften September tot den laatften February, mede des avonds van zeeven tot acht uuren, ter Plaatfe alwaar de Beftuurders het zelve zullen goedvinden , medebrengende een Briefje van den Doctor of Chirurgyn, dewelke zullen verklaaren , dat de Zieke of Patiënt niet in ftaat is, om zyn Werk re kunnen waarneemen, en zo vervolgens alle Weeken, indien de Beftuurders het begeeren. VII. Uyt het Geld van de Bos zal altyd een Doodkleed van twee Guldens van deRouwKamer worden gehuurd, tot de Begraaffe- nüTe ftuurders moeten aangeevên op Saturdag van den eerften Maart tot den laatften Au-  KEUREN DER STAD HAERLEM. l6? mffe van de Contribuanten en derzelver Vrouwen, midsgaders ook derzelver Weduwen , wanneer dezelve onhertrouwd komen te fterven, en gecontinueerd zullen hebben mee Jaarlyks, na haar Mans dood, vier-en-twintig Stuyvers in de Bofte te contribueeren, en zullen zig moeten aan geeven aan de Beftuurders , binnen den tyd van veertien dagen na het fterven van naar Mans, op pcene, dat na de gemelde veertien dagen niet aangenomen zullen worden , en betaalen voor intekenen twaalf Stuyvers, en twee Stuyvers voor het Boekje, en zullen gehouden zyn de voorgemelde vier-en-twintig Stuyvers te moeten betaalen in twee Termynen, als twaalf Stuyvers in de Maand Maart en twaalf Stuyvers in de Maand September, en zo vervolgens van Jaar tot Jaar; doch zullen voor ieder Maand, die zy zullen laaten verloopen , na de geftelde Termynen, verbeuren twee Stuyvers, en een half Jaar laatende verloopen , zullen zy haar regt tot de Bos verliezen, en haar Naam uyt het Boek worden geroijeerd •, doch die een geheel Jaar vooruyt gelieft te betaalen , zal zulks mogen doen. VUL Én zal tot de koften van de Begraafte* nifle worden uytgekeerd na rato, dat de Bos by Kas zal zyn , als by voorbeeld , als de Bos minder als twaalfhonderd Guldens bezit, zal de uytkeeringe voor een Contribuants Begraaffenis zyn dertig Guldens, en een Contribuants Vrouw of Weduw vyftien Guldens; en boven de twaalf honderd Guldens, tot de vyftien honderd Guldens, alsdan voor een Mans Begraaffenis vyf-en-dertig Guldens, en voor een i Vrouw of Weduw twintig Guldens; van i vyüien honderd Guldens tot twee duyzend Guldens, veertig Guldens voor een Mans, i en vyf- en - twintig Guldens voor een Vrouw i of Weduw Begraaffenifte , en zo vervol- l gens, ieder vyf honderd Guldens meer- ] der de Kas aangroeijende in Kapitaal, zal \ 'er ook op ieder Begraaffenis vyf Guldens ; meerder worden uytgekeerd; zo als daar- l entegen voor ieder vyf honderd Guldens, < dat de Bos mogt verminderen in Kapitaal, 1 ook vyf Guldens op ieder Begraaffenis t minder gegeeven zal worden. En zo het \ (onverhoopt) kwam te gebeuren, dat de 1 Bos tot vyf honderd Guldens kwam te ver- i armen, zullen alle de Contribuanten, zo ( getrouwde als ongetrouwde, gehouden y-yn van den eerften April tot den laatften September ieder Week een Stuyver boven zyn Contributie te betaalen, dus dan drie Stuyvers 's Weeks, in plaats van twee Stuyvers , tot dat de Bos wederom achthonderd Guldens by Kas zal zyn, IX. Ook zullen alle Contribuanten , die getrouwd zyn of Weduwnaars worden, gehouden zyn ( om te vinden de voorfz Begraaffenifte van de Vrouwen der Contribuanten) jaarlyks zes Stuyvers te moeten contribueeren boven den Inleg; te weeten drie Stuyvers in de Maand" Mey en drie Stuyvers in Auguftus, en zullen die geene , die de gemelde zes Stuyvers op de geftelde Termynen niet voldoen , daarenboven verbeuren voor ieder Maand een Stuyver ; doch die geene , die geneegen is de beide Termynen in de Maand Mey te betaalen, zal zulks toegeftaan worden. X. En zullen die geenen , die op hunne Tourbeurten tot het draagen worden genodigd , gehouden zyn zulks te doen , op de verbeurte van tien Stuyvers (ten zy by Ziekte of buyten de Stad zyn, en behoorlyk bewys dienaangaande kunnen inleeveren) als wanneer een ander, die de naafte Nommer daaraan voigd , in des zodanigens plaats zulks zal moeten doen, en daar voor genieten vier Stuyvers, en zal mede zyn beurt voorbygaan; en zullen die geenen , die draagen moeten en tan het Sterfhuys komen als de laatfte van lie geenen, die mede te begraven gaan , iyt het Sterfhuys is getreeden, mede verbeuren tien Stuyvers, en in het geheel zonler waarfchouwen weg blyvende twintig Joiyvers; in welk geval de Knegt van de ïos een ander in deszelfs plaats zal mogeri ■oegen , die mede de naafte Noir.mer al moeten zyn van die geene die mede te legraaven gaan, en zullen mede daar voor ;enieten vier Stuyvers, doch zal hun beurc lyven ftaan ,• zullende de Lyken der Conribuanten, derzelver Vrouwen of Weduiren mogen worden gedragen door de Bosbroeders, by beurten , zonder daar voor ets te genieten (uytgenomen een goed Ülas Bier, Pypen en Takak) en zullen al tyd  i6d KEUREN DER STAD HAERLEM. altyd vier Uythaalders uyt de Buurt moeten genomen worden , welke Uythaalders ten minfte zes Stuyvers van het Sterfhuys voor hunne moeiten zullen trekken , en die ook, als zulks word verzogt, met het Lyk zullen moeten volgen ; zullende die geene, die tot het dragen word verzogt , en niet van zints is mede te gaan , dien dag als hy genoodigt is moeten waarfchouwen des avonds nog voor zeven uuren , op pcene als hier vooren gemeld is. XI. Wyders zullen alle die geenen, die zig willen laaten infchryven , niet boven de veertig Jaaren mogen zyn; doch die vyfen-veertig Jaaren ( en niet hoger ) bereiken, zullen mede ingefchreven mogen worden, mits betaalende de Jaaren die zy boven de veertig Jaaren bereiken , het zy in een Termyn of zo als de Contribuanten beft zullen kunnen betaalen ; te weeten ieder Jaar dubbelde Contributie , tot zo lang zy de Somma betaald zullen hebben: En ook zullen die geenen , die zig willen laaten infchryven , moeten zyn gezond van Lichaam, van eerlyk Gedrag en hunne Koft kunnende winnen ; en zullen alle die geenen , die zig hebben laaten infchryven, en eenig Gebrek (dat ongeneeslyk is) verzweegen hebben, en daar van naderhand zullen kunnen worden ovértuygd , verliezen hun ingelegde Geld en hun Recht, om by nood uyt de Bos tc worden geadlifteert. XII. Aile Leden , die niet winder clan een Jaar in de Bos zullen gecontribueert hebben , en uyt de Stad mogten gaan , het zy met 'er Woon , of het zy in Dienft te Land of op Zee , zullen (des bcgeerende) hun Recht aan de Begraaffenis mogen blyven behouden , en bc-taalen ieder Week een Stuyver , of alle vier Weeken vier Stuyvers en zullen dan by hun overlyden een Begraaffenis trekken , na advenant dat de Bos alsdan zal uytkeeren, mits dat 'er aan de Beftuurders van de Bos klaar bewys van het overlyden getoond word, en in cas van geen overlyden, in vervolg van tyd wederom hier in de Stad of Vrydom van dien mogten komen te woonen , en begeerig waren om wederom deel aan het Ziekengeld te hebben , zal zulks haar toegeftaan worden (mits dat zy altyd contribueerende Leeden zederd haar vertrek geweeft zyn) en alsdan , na dat zy zich zullen hebben aangegeeven, wederom moeren betaalen benevens de andere Leeden twee Stuyvers per Week, en op nieuws nog moeten wagten dertien Weeken eer zy Ziekengeld kunnen trekken. XIII. Die zich laten infchryven zullen op hun imreede tot de Bofte contribueeren tien Stuyvers, en twee Stuyvers voor de Ordonnantie , gelyk ook jaarlyks zal worden gecontribueert door de Leerlingen (na dat zy twee Jaaren op dit Ambacht zullen zyn geweeft) tien Stuyvers; doch daartegens zullen de zulken , wanneer zy naderhand Knechts geworden zyn die twaalf Stuyvers daags winnen, en zich in de Bosfe willen laten intekenen , bevryd zyn van by hun intreede te betaalen de voorgemelde tien Stuyvers ; en zal by manquement van Betaaalingen , door de Knecht (door ordre van de Beftuurders) tot Betaalinge gemaand worden, en niet betaalende , zal de Baazen mogen verzoeken het Geld van hun Loon in te houden, en zyn de Mr. Metzelaars Baazen, des verzogt, zulks ook te doen gehouden. XIV. De Knechts en Opperluyden, Burgers of Ingezeetenen zynde, en niet begeerende zich te laten infchryven , zullen ook niet gehouden zyn tot deeze Bofte ietwes te Contribueeren. XV. Doch zullen de vreemde Knechts en Opperluyden , die in het vervolg van buyten inkomen , om alhier of elders onder het toezigt van een Mr. Metzelaars Baas binnen deeze Stad of Vrydom van dien te werken , gehouden zyn, om jaarlyks ten behoeve van deeze Bofte te betaalen dertig Stuyvers , en dertig Stuyvers moeten betaalen binnen vier Weeken na dat zy alhier zullen hebben begonnen te werken ; doch zullen niets behoeven te betaalen, wanneer zy (alhier cf elders onder het toezigc van een Meefter Metzelaars Baas binnen deeze Stad of Vrydom van dien) geen vier Weeken gewerkt hebben j  KEUREN DER STAD HAERLEM. 169 ben; en worden by deezen de Mr. Metzelaars Baazen binnen deeze Stad en Jurisdictie van dien gequalificeerd en geordonneerd, om de voornoemde dertig Stuyvers van de Knechts, onder hun toezigt vier Weeken alhier of elders gewerkt heb bende , van hun Loon af te houden en aan de Beftuurders van deeze Bos alzo jaarlyks tc verantwoorden. XVI. De Weekelykfe Contributie moet precizelyk des Saturdags avonds op de tyd, zo als Articul Vl.gemeld is, gefchieden, en die zig zullen hebben laaten inteekenen, zyn gehouden te contribueeren Wee kelyks twee Stuyvers; en by aldien iemand den voorfchreven tyd van den Inleg liet verloopen, en in de volgende Week voor beyde Weeken betaalde, zal daar en boven voor Boeten moeten betaalen een halve Stuyver; en zo vervolgens ieder Week, die verder zal verloopen , nog moeten betaalen voor ieder Week een halve Stuyver , en by verloop van zes Weeken (door de Knegt ter betaaling vermaand worden) | en wanneer alsdan de Boeten en Contri butie niet worden afbetaalt, zal die gee nen alsdan verfteeken zyn van her Recht tot deeze Bolle , welkers Naam vervolgens uyt de Lyft zal worden geroijeerd; en wanneer iemand van de Leden deezer Bos verhuyft f doch binnen deeze Stad of Vrydom van dien) zal dezelve daarvan op den eerden Bos tyd aan de de Beftuurdevs of Knecht van de Bos moeten kennis geven, en daarin nalatig zynde, verbeuren drie Stuyvers: en zullen voortaan in deze Bos mogen ingeteekend worden Lieden van allerlei Handwerk. XVII. Als iemand van de Contribuanten , ol derzelver Vrouwen of Weduwen , komt te overlyden, zal een iegelyk van de Contribuanten, die Mansperfoonen zyn, ver zogt zynde , gehouden zyn by de Be graaffenifte van den zodanige te affifteeren, op de verbeurte van twee Stuyvers, be hal ven die geenen, die zich met een Briefje van den Doctor of Meefter zal hebben als Ziek aangegeeven, of die geenen, die met behoorlyk bewys zullen kunnen aan toonen, den geheelen dag uyt de Stadge weeft te zyn; en om alle disputen voor te Vervolg van 'ï //. Deel, 4. Stuk. komen, zal dien tyd bepaald zyn van'smiddags van twaalf tot 's avonds ten tien uuren; en zullen die geenen, die mede te begraven gaan, als dan geheel in hec Zwart moeten zyn , op de verbeurte mede van twee Stuyvers voor die geenen, dewelke daar van in gebreeken blyft ; en zullen die geenen , die te begraven gaan, hunne Penning aan de Knegt van de Bos eerft moeten overgeeven aan het Sterfhuys, als hec Lyk onder de Aarde gebragt is; zullende die geenen, die achter ■ blyven , hunne Penningen de eerfte Bos-avond daar na in de Bos moeten brengen of doen brengen, op de verbeurten van een Stuyver voor ieder Zitdag, dat zy zullen overflaan dezelve te brengen. XVIII. Als iemand door de Knegt te begraven word verzogt , en de zodanige niet van zints is mede te gaan , zal echter zyn Penning aan de Knegt niet mogen overgeeven voor en aleer dat de Lykftatie wederom t'huys zal gekomen zyn , op de verbeurte van drie Stuyvers , gelyk ook de Knegt verbeuren zal drie Stuyvers , wanneer hy op die wys een Penning ontfangt; en wanneer ook iemand der BosBroederen zyn Penning verlieft , zal de' zelve verbeuren zes Stuyvers» : desgelyks ook die geenen, die hunne Weekelyks Teeken - Boekje verlieft, zal verbeuren twee Stuyvers , en die dezelve verwaarlooft , dat die onbruykbaar is (eer dezelve uytgediend heeft) zal een andere moeten koopen , en daar voor betaalen mede twee Stuyvers. XIX. De bewaaringe van de Bofte zal zyn by zeven Opzienders; als een Deeken, twee Overluyden en vier Vinders , by de Ld. Groot Achtb. Heeren Burgemeefteren ce verkiezen, waarvan jaarlyks in November de drie oudfte in dienft zullen veranderen , en een dubbeld getal aan hun Ed. Groot Achtb. worden geprezenteerd, om die plaatfen te vervullen ; welke Opzienders zullen zyn de eene helft van de Gereformeerde Religie, en de andere helft van andere Gezindheden, en zal, zo veel als mogelyk is , Lieden gekoren worden die leezen en fchryven kunnen , en die meer gediend hebben en van de zaaken Z kun-  \7o KEUREN DER STAD HAERLEM. kundig zyn ; en zal deeze Bofle alroo; moeten voorzien zyn met vier different* Sloten , waarvan de Sleutels by de vie Beftuurders , die in die Maand in dienf zyn, bewaard zullen worden* XX. Om de Contributie te ontfangen zuf ien altyd, by beurten, een Overman er twee Vinders, zich Saturdags op de ge ftelde uuren op de Kamer moeten laatei: vinden, op een Boete van tien Stuyvers , voor ieder, en zal by belet een ander van gelyke qualiteit daar toe moeten verzoeken , die mede tien Stuyvers zal verbeuren , wanneer niet verfchynt en tydelyk is verzogt ; en mogen de Opzienders , voor hunne moeite en verteeringe , niet meer in Rekening brengen ais ieder twee Guldens eens, 'sJaars. XXL- De Reekening zal altoos moeten gefchieden jaarlyks, inde tegenwoordigheid van alle de Contribuanten , die daar by willen zyn, de laatfte Sondag in October, tullchen drieën vier uuren des namiddags, en zullen de Deeken en Overluyden te zamen, voor het opmaken van de Reeke ning, genieten vier Guldens, boven hun Salaris. XXIL Geduurende het doen van de Reekening, tot dat dezelve volkomentlyk zal zyn geflooten , gal geen Tabak gerookt, noch eenigen Drank gedronken wogen worden, op de Boete van tien Stuyvers ; gelyk ook een iegelyk zich zal moeren wagten , geduurende deeze Byeenkomft , te vloeken, te zwecren , Gods Naam te misbruyken, of anderzints onbetamelyke Woorden te fpreeken, of gekyf of vechteryen aan te rechten , op de Boete van twin tig Stuyvers , onverminderd zwaarder ftraffe na geleegenheid der zaaken. XXIII. Ook zal een iegelyk zich wagren op de Bos te verfchynen, het zy op de Reeke ning of andere Zitdagen, onbekwaam dooi den Drank, op gelyke Boete van twintig Stuyvers, en zullen ook by de eerfte order s J van de Opzienders aanftonds moeten ver: trekken , op pcene van het recht van de • Bos te verliezen , zonder ooit wederom t aangenomen te mogen worden ; gelyk ook wel duydelyk aan alle Leeden belaft word (om ongeluk van Brand voor ce komen) met geen brandende Pyp boven op de Kamer te komen, om aldaar terooken, op de Boete van drie Stuyvers. XXIV. De Opzienders zullen zyn bevoegd een Knecht van de Bofle aan re neemen , en aan dezelve voor zyne moeire uyt de Bofle toe te leggen jaarlyks dertig Guldens , onder welk Loon ook zal zyn begrepen het verraaanen van de nalatigheid tor beraaling, en zal voor het affifteeren by een Lyk ter hegraaffeniiïe genieten twee Guldens ; voor het fchoonhouden van de Kamer, bezorgen van het Ligt in de Gang en Kaarflen op de Bos , ten dienfle van de Beftuurders ( doch niet geringer als zes in een pond) een ordentelyk goed Vuur , van twee en een half 3 drie uuren larg, te zamen zeven Guldens, en zal dezelve in het Huys moeten verwoonen jaarlyks veertig Guldens. XXV. De Boetens, by deeze Ordonnantie geftatueerd , zullen worden geapph'ceerd ten behoeve van de Bofle. XX VI. En zo wanneer (onverhoopt) komt te gebeuren , 'dat een der Contribuanten , volgens getuygenifle van de Doctoren , Krankzinnig wierd, zal de zodanige, zo lang hy van die kwaal behebt is , geen Ziekegeld kunnen trekken; doch des begeerende het recht aan de Begraaffenis blyven behouden, mits betaalende alle Weeken een Stuyver , of alle vier Weeken vier Stuyvers , en de vierde Week niet betalende , zal dan voor ieder Week die overgeflagen word , verbeuren een halve Stuyver tot de dertien Weeten, en als dan de Contributie en Boetens niet afbenalende zal , zyn recht verliezen , en zyn Naam uyt het Boek worden gerojeerd, ngevalle hy, herfteld zynde , niet aan het worenftaande komt te voldoen. XXVII.  KEUREN DER STAD HAERLEM. XXVII Als iemand van de Contribuanten voor Oude Man in het Oucie Mannenhuys geraakte , zal mede geen recht meer aan het Ziekegeld hebben , maar wel tot de Begraaffenifle, en betaalen alle Weeken een Stuyver , of alle vier Weeken vier Stuyvers, en by nalaatigheid verbeuren ieder "Week een halve Stuyver en dat tot de dertien Weeken toe, en als dan niet betaalende de Contributie en Boecens , zal zyn Naam uyr bet Boek worden geroijeerd, als Arücal XXVI. gemeld is. XX VIII. Als een Contribuant in een Godshuys gaat, om aldaar gehouden of aldaar gealimenteerd te worden, zal mede geen deel aan her Ziekegeld meer hebben , maar wel aan de Begraaffenilfe, zo als ook derzelver Vrouwen en Weduwen dat recht ook behouden , mits betaalende als hier Voor gemeldisin Articul XXVI en XXVII., en de Boetens daar by bepaald. Alteratie van het XI. Articul der Ordonnantie van de BIER WERKERS - BOS , van den 21. van November 1753. waar by de Boeten ingevalle van Nalatigheid in het helpen Dragen van een Overleedenen BosBroeder of Zufter word verhoogd ; van den 2i. van January 1767. Conmareerden ter kamere van de HE EREN BURGEMEESTEREN en REGEERDERS dik SI AD HAERLEM, Hendrik Swagerman en Paulus Attcroot , als Overluyden van de Bierwerkers Bos, te kennen gevende zo voor hun zelve als uyt de naam van hunne overige vier Confraters, dat by het XI. Ardcul van hun Ordonnantie gearresteerd den 2i - November 1753. zynde geftatueerd : Dat de Bosbroeders op hun beurt met hun veertienen moeten dragen, zodanige andere Broeders of Zufters als van de Bos zouden komen te over lyden op de verbeurte van drie Stuy ■* ' * u vers indien daarin nalatig komen te zyn , en dat wyders gehouden zoude wezen behoorlyke waarfchouwiip aan de Knecht te doen, cn dat wei voor c!e middag op de dag van de nodiging ingevalle niet mede kunnen gaan, zullende by gebreeke van dien verbeuren zes Stuyvers, ten behoeve van de Bos , Dikwils kwam te gebeuren dac dc BosBroederen, midsdien de Boete by 't voorfchreeve Articul gefteld zo gering was , die Boete maar voldeeden , en zonder te waarfchouwen op de dag der. nodiging achter bleeven, waar door die hicon venientien Proflueerden , dat forawylen geen Z z ge- XXIX. Als een Contribuant of derzelver Vrouw of Weduwe in het Gafthuys komc te fterven en aldaar begraaven word, zullende Erfgenaamen maar genieten de helft van een Begraaffenifte , zo als de Bos alsdan zal uyikeerende zyn. XXX. En indien (onverhoopt) iemand der Contribuanten het ongeluk haddc , dac in handen van de Jiiilhie verviele en van dezelve arbitralyk geftrafd wierd , zal de zulken in het geheel daszelfs recht toe deeze Bos verliezen , en nimmer weder in aangenomen mogen worden. Aclum ter Kamere, den 25, April 1760. In kenniffe van my J. H. van D A M.  172 KEUREN DER STAD HAERLEM, genoegfaam getal dragers was om een Lyk ter aarde te beftellen ; en verzoekende midsdien dat, tot voorkominge daar van , op gemelde Boete van drie Stuyvers by het opgemelde Articul bepaald , mochte worden gefteld op tien Stuyvers, en de Boete van zes Stuyvers, voor de zulken die aanneemen mede te gaan en niet ko men op f i - io - : Waarop gedelibereerd zynde, is goedgevonden en verftaan het voorfchreve verzoek te accordeeren zo als het zelve geaccordeerd word by dezen. Zullende Copie dezer aan de Overluyden ven de Bierwerkers Bos tot narichtinge worden gegeven. Resolutie, waar by het Reglement op de BEURS voor WEDUWEN van DOCTOREN , APOTHECARS, en CHIRURGYNS binnen deze Stad, van dato den 16. van November 1743. word gealtereerd-, van den 3. van Juny 1767. Geleezen zynde de Requefte aan hun' Ed. Groot Achtb. geprefenteerd door Deeken en Asfesforen van het Collegium Medicum dezer Stad , daar by te kennen gevende, dat in den Jaare 1743. het fonds en de inkomften van het Collegie gekomen zynde in eenen tamelyk voordeeligen ftaat, Deeken en Asfesforen van dien tyd hadden gemeend deze omftandigheeden te moeten waarneemen , om ( : indien mogelyk: ) een fouds op te richten waar uyt jaarlyks'aan de Weduwen der Doctoren, Apothecars en Chirurgyns zoude konnen worden uytgedeeld een zeekere Somma'geld als een debitum by forme van Weduwen beurs \ dat vervolgens door dezelve Deeken en Asfesforen , vermeenende dat de inkomften van het Collegie altoos cn onveranderiy/c dezelve blyven immers niet verminderen zouden, was be greepen, dat dit oogmerk zoude konnen worden bereykt, wanneer ieder Doftor, Apothecar en Chirurgyn die deel in die fonds wilde hebben de gewone jaarlykfche contributie die ieder tot onderhoud en onderftand van dit Collegie, en Huys en Thuyn daar aan behoorende, gehouden was te betalen , vermeerderde met de zeer geringe Somma van zes Guldens 's Jaars, in zo verre dat daar door Deeken en Asfesforen in den tyd altoos zouden zyn in ftaat omme jaarlyks eene Somma van zes honderd Gul dens, ten behoeven van de Weduwen der Leeden van dit fonds uyc te keeren en te betaalen. En dat dan ook door Deeken en Asfesforen conform aan die ideè's met Prseallabel advis en confent van de Heeren OpperCommiflariflen van het zelve Collegie, zynde ontworpen en gearrefteerd een Reglement wegens zodanige beurs ten behoeven van de Weduwen der Docloren , Chirurgyns en Apothecars binnen deze Stad, en het zelve , doof de approbatie s?an hun Ed. Groot Achtb. in dato 16. November 1743. tot eene ordonnantie en wet gemaakt zynde dat fonds of die Weduwen-Beurs van dien tyd af alzo hadde gefubfifteerd. Dan dat niet alleen door den tyd zodanige verminderingen in d'inkomften van het Collegie, die men zsg by het ontwerpen an die beurs had voorgefteld , hadden laats gehad , dat het Collegie in verre ia op die inkomften nu niet meer kon rennen , die zy voor heen wel jaarlyks ïadden genoten , maar dar ook reeds van 1'eerfte oprichtinge af de jaarlykfche Fournffementen van zes Guldens tot goedmatinge dezerBeurs, nimmer hadden konnen Dedragen het beloop waar op die by de op•ichtinge van dit fonds waren gecalculeerd , en die in plaatfe van hét momanc van zes honderd Guldens dat jaarlyks moeil worden uyrgtkeerc het eene jaar door het andere gerekend noch de helft niet hadden konnen uytmaken , zulks de Supplianten tans van negen en dertig Leeden maar ondingen twee honderd vier en  KEUREN DER STAD HAERLEM. en dertig Guldens en dus door het Collegie jaarlyks daar aan moeit worden gefupplccrd eene Somma van drie honderd zes en Sesrig Guldens, welke door de vermindering der contribuanten, van tyd tot tyd , noch hoe langer hoe grooter zoude worden. En dat dierhalven de Supplianten niet anders dan met aandoeninge en ongeruftheyd konden befchouwen , de nadeelige gevolgen die uit dit fonds reets waren voortgekomen , en in 't vervolg noodzakelyk noch meerder zouden voortkomen , ten opzichte van d'eygentJyke inrichtinge en het oogmerk zoo van 't Collegium Medicum , als van de eerfte en origineele Contributien , waar in de Leeden van het zelve gehouden zyn: te weeten het Opzichte , Cultiveeringe en onderhoudinge van den Hortus en de Huyzinge daar by behorende , mitsgaders de onderftand van Leeden, die het ongeluk hadden tot eenigen ftaat van behoeftigheid te vervallen , welke laatfte nu reets zederd eenige jaaren herwaards daar van de Smertelyke ondervindinge hadden gehad , aangezien het Collegie ten eenemaal was buyten ftaat, om, blyvende de uytkeeringen aan de Weduwen Leeden van de Beurs, aan andere fchoon behoeftige Leeden , eenigen onderftand toe te reyken, terwyl ook door het groote menagement, welk plaats heeft moeten hebben , om zo veel mogelyk het Capitaal by malkanderen te houden , den Schoonen en aanzienelyken Hortus zo zeer is geraakt in verval, dat die by na was geruineerd , en zo die op zodanigen voet langer zoude moeten blyven, onherftelbaar zoude worden voor een fonds niet grooter als die van hun Collegie. En dewyl het tegens alle goede regelen was aanlopende dat dus en Capitaal en Inkomften zouden weiden gediverteerd tot gantsch andere eyndens dan waar toe dezelve zyn ingericht en aangelegt en dewyl ook deze beurs als een accelfoir , niet alleen het principale zoude abforbeeren , maar ook ten laatfte met het principale zelve zoude moeten te niet lopen , zo keerden de Supplianten zich tot hun Ed. Groot Achtb. uyt krachte van 't 18. of laatfte Articul van voorgem. Reglement, met voor ingenomen advis en goedvinden van de Heeren Oppercommiftarisfen , verzoekende dat hun Ed. Groot Achtb. geliefden te approbeeren de na¬ volgende Articulen , by de Supplianten , met prseallabel advis en confent als voren, ontworpen , en waar door de Supplianten vermeenden dat aan d' eene zyde aanftonds het Collegie in deszelfs zinkende fonds eenigzins gefoulageerd , door den tyd geheel ontlaft , en aan de andere zyde de prefente en toekomende Weduwen , door het genot van eene rente van vyfentwintig percent, van een drie-en-dertig Jarige contributie genoegzaam geindemneerd zyn zullen; als: l Eerftelyk , dat van nu voortaan geene nieuwe contribuanten of Leeden dezer Weduwen-Beurs zullen mogen worden aangenomen , en het zelfs aan alle contribuanten Leeden dezer Beurfe zal vryftaan om (des goedvindende) daar uyt te gaan en te bedanken. II. Ten anderen , dat voortaan , in plaats van zes Honderd Guldens vaft , voor alle de Weduwen ; aan ieder Weduwe , zo veelen 'er zyn , het zy weinig ofte veel, zal worden uytgekeerd Vyftig Guldens 's Jaars , haar leven lang gedurende. III. En Eyndelyk dus alle de Weduwen verftorven en ook alle de tans contribueerende Leeden of overleeden zynde of daar van gerenuncieerd hebbende , dat dan deze Beurs zal zyn gedisfolvecrd en vernietigt , mitsgaders met hec collegie zelve weder geconfolideerd. En dat hun Ed. Groot Achtb. daar van aan de Supplianten geliefden te verleenen appointement in forma. Is, na deliberatie goedgevonden en verftaan , het voorfcheeeven verzoek te accordeeren , zo als het zelve geaccordeerd word by deze : wordende vervolgens de voorgemelde drie Articulen by dezen geapprobeerd. En zal Copie dezes worden gegeven aan de Heeren Opper - CommiflarifTen , als mede aan de Supplianten , om te dienen tot derzelver naricht.   VYFDE VERVOLG OP HET TWEEDE DEEL V A N D E KEUREN E N ORDONNANTIËN DER STAD HAERLEM, Bevattende de Keuren in de Jaaren 1769 tot 1790 gearrefteerd.   Bladz. 177 VYFDE VERVOLG op het TWEEDE DEEL van de KEUREN DER STAD HAERLEM, Bevattende de Keuren in de Jaaren 1769 tot 1790 gearrefteerd. ORDONNANTIËN O P D E VEEREN. Conditiën, waarna de Heeren Commisfarisfen van het Zandpad tusfchen HAERLEM en LEIDEN prefenteeren te verhuuren de TOLLEN, die aan ieder der refpéctive Tol-Hekken tusfchen de twee voornoemde Steden moeten worden betaald; van den 15 January 1771. (*) Articul I. De Kinderen ^'^^^ ofdaarbe-l neden toe zes Jaaren ce betaalen halve Tollen , en onder de zes Jaaren vry te laaten. Een Man te Paard één Stuiver. van ieder f aard, Us, Koe of ander Hoorn-1 één Stuiver. Be- (*)• De Tollen zyn federt 1771, en de Gabellen federt 1777, niet publiek Verhuurd, maar op dezelve Conditiën gecontinueerd. Vervolg van't II. Deel, 5 Stuk. Aa a Beeft, dat geleid of gedreven wordt, een halve Stuiver. Van ieder Pink, Vaers, Kalf, Schaap of Varken | Stuiver. En daar en boven van de Dryvers voor hunne Perfoonen \ Stuiver. Wel verltaande, dat het verweiden der Beeften hierinne niec is begrepen, dewelke van haar ordinarii Weg zyn afgefneden. Micsgaders, dat het niemand als de Huislieden , byzondere betrekking tot het Zandpad hebbende, vry zal ftaan de voornoemde Weg met Drift Varkens te pafleeren. Van een Koets, Wagen, Karre of Chaize  l78 KEUREN DER STAD HAERLEM. Behoudelyk, dac ieder Perfoon zittendein de voornoemde Koets of op de Wagen, Karre of Chaize, daar en boven zal betaalen één Stuiver. Des zal de Voerman of Knecht, die de Koets of de Wagen ment, daar van vry zyn. II. De Huurder van het Tol-Hek aan de Haerlemfche zyde, zal daar en boven van ieder Rytuig den Boom aldaar pafleerende, nog ontvangen één Stuiver. Des is tot meerder encouragement en om een proef te neemen tot verbetering van de Paflagie langs de Trek-Weg, en over zulks tot meerder beneficeering der Tollen en Gabellen , goedgevonden en gerefolveerd, dat de Tol of't Weg-Geld, welke aan den Slagboom op Halfwegen tot nu toe by Collecle is geheeven, geduurende deeze zesjaarige Verhuuring niet zal worden gevorderd, en de voorfz. Slagboom ten dien einde voor allen en een iegelyk zal openflaan. IV. Van alle Schepen of Schuiten, het zy groot of klein, met of zonder Ladingen, door de Trekvaarc vaarende, het zy dezelve meede Lyn langs de Trekweg gecrokken of mee de Boom gevaaren worden of nier, één Stuiver. En van de zulken, die met een Paard getrokken worden, twee Stuivers. Doch de Schippers en Knechts daarop zynde, zullen van de Tollen vry zyn, des niet te min zal van ieder Perfoon, in de voorfchreeve Schuiten zittende, ontvangen worden één Stuiver. Onder de voorfchreeven Schuiten worden mede begreepen en zullen mitsdien mede gehouden zyn den voorfz. Tol te betaalen, de refpeéïive Markt-of Pak-Schuiten van Rotterdam, 'sGravenhage en andere Steden,de voorfz. Trekvaart pafleerende , zonder dat nogthans de Paflagiers, die in dezelve Schuiten zouden mogen worden overgevoerd, voor hun Perfoon de voorfz. Tol verfchuldigd zullen zyn, als wordende de Gabellen voor dezelve Paflagiers ten behoeven van den Huurder der Gabellen in de Trek-Schuiten goed gedaan en verantwoord. De Jachten en ordinaris Veer - Schuiten van de beide Steden, gelyk mede de Jachten van'de refpeéïive Collegien, mitsgaders de Plaizier-Vaartuigen van Lieden, hunne Buiten-Plaatfen aan de Trekvaart hebbende, als ook de Jachten van_ andere Steden (mits alvorens doende blyken, dat de Jachten van beide.de Steden Haerlem en Leiden van gelyke Vrydommen Kwamen te gaudeeren), zullenjiier van vry „en .cxempt zyn. Voorts zal van-de andere Plalzier- of TentSchuiten , op de n&aft gelegen Dorpen, de Trekvaart pafleerende, en meerder als zes Perfoonen inhebbende , ontvangen worden zes Stuivers. Doch minder Perfoonen inhebbende zal van'ieder ontvangen worden één Stuiver. -■^Van ieder Vlot-Hout, het geene de Vaart komt te pafleeren, en zulks van ieder lengte van een Balk, zo veel 'er achter een zoude mogen zyn, zal worden ontvangen een halve Stuiver. En voor ieder Paard, waarmede hetzelve wordt getrokken, één Stuiver. V. De Huurder zal zorge dragen, dat niemand met eenige Schepen of Schuiten in de voorfz. Trekvaart kome te zeilen, met hoedanigen zeil hét ook zoude mogen zyn; en zulks* bevindende, de zodanigen vermogen af te vorderen een Boete van ƒ 3 - ,3. noaH oh r-nccw^ 'a 1 'i i geeving door iemand moge zyn gefchied ,een derde daar van aan den Aanbrenger zal uitkeeren. Aldus gedaan, by de Heeren Burgemeefteren en Regeerders der Sleden Haerlem en Lelden, op den 13 Auguftus 1778. In kennifle van Ons der beiden Steden Secretariffèn O. van SCHUYLENBURCH. J. j. HUBRECHL Resolutie, waar by den Commisfaris van 't Amfteldamfche Buiten-Veer wordt gelaft, om, zo dra de KAARSLADEN of BUI TEN-SCHUITEN blyven leggen, door welke belemmeringen zulks ook mogte zyn , op de eerfte requifitie der Kooplieden of Fabriqueurs, de VRAGTWAGENS van deeze Stad op Amfteldam, in gereedheid te doen brengen, al fchoon de Trek-Schuiten mogten varen; van den 12 December 1770. BURGEMEESTERENen REGEERDERS der STAD HAERLEM, gehoord hebbende de Leaure van de Requefte aan hun Edele Groot Achtb. geprafenteerd, door verfcheiden der voornaamfte Kooplieden en Fabriqueurs binnen deeze Stad. Te kennen gevende, dat by de ordre en 't Reglement op hec Amfteldamfche Binnenen Buieen-Veer alleen voorzieninge gedaan zynde, dac by vriezend weeder, en als de Trek-Schuicen, en de Buiten-Schuit of zo genaamde Kaarsladen niet kunnen varen, 'er dagelyks en regulier van deeze Stad op Amfteldam ryden Vragtwagens, waar mede de Supplianten derzelver Goederen en KoopBb 2 man*  [86 KEUREN DER STAD HAERLEM. manfchappen even geruft en veilig als by open water kunnen verzenden; het nogthans nu en dan komt te gebeuren, dat de BuitenSchuit of Kaarslade eerder moet blyven leggen dan de Trek- of Volk - Schuiten , en dat in die gevallen nog geen Wagens rydende, de Supplianten daar by vinden zeer merkelyk ongemak en nadeel in de noodzaakelyke verzendinge hunner Goederen, byzonder na de Miffen in Duitsland, als welke op zekere bepaalde tyden noodzaakelyk moeten zyn ter plaatfe hunner deftinatie, en welken, of leboon de Trek- of Volk-Schuiten die dan wel willen mede neemen , dikwyls en voornaamelyk om derzelver zwaarte, en dc difficultciten om die op Haifweegen en t'Amfterdam door gebrek aan de nodige Machines te kunnen manieeren, met geen mogclykhcid kunnen worden verzonden. Verzoekende, dat hun Ed. Groot Achtb. gelieven tc ordonneeren en te ftatueeren , dat by vriezend weeder, ltorm, hoogwater of andere belemmeringen , dc Vragtwagens van hier op Amfterdam voortaan zullen moe« ten ryden , zo ras maar de Kaarsladen of Buiten-Schuiten blyven leggen , en ook daar mede zullen moeten continueeren, tot zo lange de Buiten-Schuiten weder vaaren, zon¬ der aanfchouw of onderfcheid of de Trek- of Volk-Schuiten nog vaarende zyn dan niet, en zulks even eens en op gelyke voet als die tot nu toe by geheel beflooten water gereeden hebben. Hebben, na deliberatie , goedgevonden en verftaan , den Commiftaris van het Ara(lerdamfche Buiten - Veer, te gelaften en te beveelen, zo als aan denzelve gelall en bevolen wordt by deezen, dat by vriezend weeder, ftorm , hoogwater of andere belemmeringen , zo dat de Kaarsladen of Buiten-Schuiten blyven leggen, op de eerfte lanfpraak of requifitie van de Kooplieden of Fabriqueurs binnen deeze Stad, zonder aanschouw of onderfcheid, of de Trek- of Volkschuiten nog vaarende zyn dan niet, zal hebben te doen klaar maken enklaar ftaan , op den jewoonen tyd en plaats de Vragtwagens van deeze Stad op Amfterdam, ten einde alle de hooplieden en Fabriqueurs met dezelven, des jegeerende, hunne Goederen zouden kunnen verzenden. En zal Copie deezer worden gegeeven aan de Supplianten , als mede aan den Commisfaris van het Am [lerdamfche Buiten-Veer, □mme te ftrekken cot hunne narichtinge. Ordre omtrent het rvden van VRAGT-WAGENS op AMSTERDAM, ingevallende KAARSLADE niet kan vaaren; van den 31 January 1777. BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STAD HAERLEM, gehoord hebbende de Lecla- j re van de Requefte aan hun Ed. Groot j Achtb. geprsefenteerd door een groot aantal Kooplieden en Fabriqueurs binnen deeze j Stad, contineerende verfcheide klagten over de dilayen en beletzelen die zy daagelyks ondervinden ten aanzien van de verzending hunner Goederen met de Kaarsladcn naar Amfterdam , en wel voornamelyk by ftormen boven waterpeil en belemmering wegens het Ys, als mede wanneer gemelde Kaarsladen niet kunnen vaaren, dat als dan de Vragt-Wagen niet op den behoorlyken tyd klaar is en afrydt, ingevolgen hun Ed. Groot Achtb. ordres in dato 12 December 1770. Verzoekende daarom, dat Hunn' Ed. Groot Achtb. zouden gelieven te ordonneeren aan de Schippers, den Boekhouder en wel byzonder aan den Commiftaris der afgaande Goederen naar Amfterdam, dat zy zorg :ullen hebben te draagen, dat 'er alledag 'uitgezonderd Zon- en Feeft-Dagen) twee Schuiten op den bepaalden tyd, volgens de ordonnantie van het Amfterdamfchc Bui:en-Veer, zullen moeten afgezonden worden, en dat in alle gevallen wanneer 'er geen Kaarslade kan vaaren, 't zy door de beletzelen van 't Ys, ftorm of hooge watervloed, als dan ter overbrenging van alle de Koopmans Goederen een Vragt-Wagen zal moeten ryden , en dat hier op wel voornamelyk ten fterkfte regard zal moeten gegeeven worden alle Donderdagen en Vrydagen, om reden, dat dan alle de Fabriqueurs, die op Duitsland handelen, veele Goederen te verzenden hcb: ben, welken altoos des Saturdags met de Voer-  KEUREN DER STAD HAERLEM. 187 Voer-Karren of Poft-Wagens naar geheel Duitsland van Amfterdam verzonden worden , en het veel maaien gebeurt, dat, door dien de Goederen te laat te Amfterdam aankomen , des verzenders geheel bedoelde oogmerk wordt geëludeerd: Hebben, na deliberatie en inhtereerende hun Ed. Groot Achtb. Refolutie in dato 12 December 1770, goedgevonden en verftaan op nieuws aan de Schippers cn Boekhouder van 'c Amfterdamfcbe Buiten-Veer, als meede aan den Commiftaris van het zelve Veer te ordonneeren, zo als dezelven re/oecfivelyk geordomieerr worden by deezen, dat zy in het vervolg zorg zullen hebben te draagen, dat 'er alle dagen (uitgezonderd Zon- en Feeft-Dagen) twee Schuiten op den bepaalden tyd, volgens de Ordonnantie van het Amfterdamlche Buiten-Veer, zullen moeten afgezonden worden , en haare Reis ten fpoedigfte voorzetten, zonder zich onderwege te moogen ophouden, op poene van eene arbitraire correciie naar bevinding van zaaken: en dat in alle gevallen wanneer 'er geen Kaarslade kan vaaren, 't zy door de beletzelen van ys, ftorm, hooge watervloed, als anderzins , dat zy als dan een Vragt- Wagen zullen moeten laaten ryden , ter overbrenging van alle de Koopmans Goederen naar Amfterdam, ladende ten dien einde wel ex- j preflelyk den Voerman van het voorfz. Veer, Pieter Verpoorten, en deszelfs fucceflèurs in der tyd, omme in alle zodaanige gevallen wanneer de Kaarslade niet zal kunnen vaaren , des 's middags ten twaalf uuren, tot ge¬ rief der Kooplieden, Fabriqueurs en alle die eenige Goederen naar Amfterdam zouden willen verzenden , zich met een of meer Vragt-Wagens, naar dat de quantiteit van Goederen zal vereiflehen , te laaten vinden ter plaatfe daar de Kaarslade gewoon is af te vaaren; recommandeeren wyders aan de Kooplieden, Fabriqueurs en alle anderen binnen deeze Stad, in voorfz. gevallen wanneer de Kaarslade niet zal kunnen vaaren, ter verzending hunner Goederen naarAmfterdam, zich zo veel doenlyk van gemelde VragtWagen, als daar toe ingericht, te bedienen. En wordt wyders aan de Overluiden van het Amfterdamfche Binnen- en Buiten-Veer, mitsgaders aan den Boekhouder en Commisfaris van 't zelve Veer, wei expreflelyk gelaft, om naauwkeurig toe te zien , dat aan de voorfz. intentie van Hunn' Ed. Groot Achtb., tot een prompt gerief van allen die Goederen naar Amfterdam zouden willen verzenden , punclueelyk worde voldaan , en by ontdekking van deeze of geene omftandigheden ,diedaaraan zouden mogen contrarieeren, deswegens, op poene van arbitraire correctie naar bevind van zaaken , direft aan Hunn'Ed. Groot Achtb. rapport te doen. En zal Copie deezer aan de Supplianten , tot derzelver narigtinge worden gegeeven , als mede een gelyke Copie zal worden ter hand gefteld aan de Overluiden van het Amfterdamfche Binnen- en Buiten-Veer, aan den Boekhouder cn Commiflaris van het zelve Veer, en aan den Voerman Pieter Verpoorten, om zich daar na ftiptelyk te gedragen en te reguleeren. Resolutie, houdende ordre aan de DYKR YDERS of VOER LIEDEN van de VRAGT-WAGENS , om als 'er plaats in de POST-WAGEN is, geen PASSAGIERS mede te mogen neemen; en hoe zulks aan hun gepermitteerd wordt, wanneer 'er geen plaats op de P O S T - W A G E N S is, als mede wanneer hun zulks onderwegen wordt verzogt; van den 18 February 1777. BURGEMEESTERENen REGEERDERS der STAD HAERLEM , gehoord hebbende de iterative klagten van de Overluiden van het Voermans - Gilde binnen deeze Stad , dat de Dyk-Ryders of Voerlieden van de VragtWagens, die dagelyks by beflooten Waterde de Koopmans- en andere Goederen in plaatfe van de Kaarsladen na Amfterdam vervoeren , zich niet ontzien van ook Paflagiers mede te neemen, en daar door aan de Voerlieden, die volgens de Ordonnantie van hun Gild verpligt zyn, dagelyks met Volk - Wagens na Amfterdam te ryden, merkeivk naBb 3 deel  i8S KEUREN DER STAD HAERLEM. deel toebrengen; verzoekende dat Hunn' Ed. Groot Achtb. tot maintien van hun Gilde daar tegens de nodige voorzieninge zouden gelieven te doen, en aan gemelde Dyk-Ryders of Voerlieden van de Vragt- Wagens interdiceeren in 't vervolg van tyd eenige Paflagiers mede te neemen. Hebben, na deliberatie, goedgevonden en verftaan', by provifle te arrefleeren en te ftatueeren, dat van nu voortaan, wanneer 'er plaats op de Poft-Wagen of Poft-Wagens zal zyn, de Dyk-Ryders of Voerlieden van de VragtWagens geene Paflagiers mede zullen mogen neemen; doch ingevallen een of meerder Paflagiers geen plaats op de Poft-Wagen hadden kunnen bekomen, ofte wanneer eenige Perfoonen onderwegen aan hun kwamen verzoeken mede genomen te worden , zal het aan de Voerlieden van meergemelde Vragt-Wagens vry ftaan de zodanige Paflagiers met hunne Wagens mede te voeren; Des dat zy dan gehouden zullen zyn van zodanige Paflagiers die met hun van de eene Stad na de andere mede ryden , af te vorderen de volle Vracht en het Paflagie - Geld , zo als die door de Paflagiers op de minfte plaats op de PoftWagen betaald worden. Eh van die Pasfagiers die zy onderwegen zullen komen mede te neemen , de Vragt en 't PaflagieGeld na rato van de diftantie die zy nog te ryden zullen hebben ; zullende gemelde Voerlieden van de Vragt-Wagens gehouden zyn aan de Overlieden van 't Voermans-Gilde" te verantwoorden alle zodanige Vragtloonen en Paflagie - Gelden als zy in voegen voorfz. zullen hebben komen te ontvangen; die daar en tegen wederom gehouden zullen zyn aan de Dyk-Ryders een derde gedeelte van gemelde VragtPenningen te geeven. Doch ingevalle gemelde Dyk - Ryders eenige van hunne Naaftbeftaanden, goede bekenden , of ook arme Perfoonen, onderweege mogten komen op te neemen, en van dezelve geen Vragt kwamen te genieten, cn zulks ook volgens de waarheid aan de Overluiden van het Voermans - Gilde kwamen te kennen geeven , zullen zy van de zodanige Perfoonen geen Vragt aan meergemelde Overluiden van 't Voermans-Gilde behoeven te verantwoorden. En zal Copie deezer worden gegeeven aan de Overluiden van't Voermans-Gilde; als mede aan de Dyk - Ryders of Voerlieden van de Vragt - Wagens op Amfterdam, omme te ftrekken tot derzelver narichtinge, en zich daar na te reguleeren. Resolutie, waar by wordt vaftgefteld, dat tusfchen de Steden HAERLEM en AMSTERDAM, in plaatfe van DRIE Buiten-Schuiten 's Daags, voortaan by vervolg van tyd maar TWEE zullen afvaaren; van den 5 Auguftus 1773- BURGEMEESTERENen REGEERDERS der Steden HAER'LEM en AMSTERDAM, gehoord hebbende de Lectuure van de Requefte, aan Hunn' Ed. Groot Achtb. geprefenteerd door de Schippers van de Binnen - en BuitenVeeren van Haerlem op Amfterdam, en van Amfterdam op Haerlem; te kennen geevende,dat Hunn' Ed. Groot Achtb. op der Supplianten verzoek, by derzelver appointemente in dato 31 Auguftus 1772, hebben goedgevonden en verftaan, te ftatueeren en te ordonneeren , dat als doen by provifle voor den tyd van een Jaar, in te gaan met primo October 1772, van de Steden Haerlem en Amfterdam maar twee Buiten- Schuiten daags zouden afvaaren , als een 's morgens met het opengaan van de Boom, en een des middags ten twaalf uuren, des dat gemelde Schippers niet te min gehouden zouden zyn hunne vyf Schuiten met hec daarop vaarende Volk ten hunnen koften te houden, tot zo lange dat na verloop van 't gemelde Jaar dien aangaande nader zoude worden gedifponeerd: verzoekende , vermits geduurende al dien tyd bevonden is, dat het vaaren van twee Buiten - Schuiten daags van beide de Steden volkomen voldoende is, dat Hunn' Ed. Groot Achtb. de Schuit die, voor deezen des morgens ten tien uuren van beide de Steden afvoer, gelieven af te fchaffen, en vervolgens te ordonneeren en te ftatueeren ,  KEUREN DER STAD HAERLEM, 189 tueeren, dat van de Steden Haerlem en Amfterdam maar twee Buiten - Schuiten 's Daags zullen afvaaren, als een 's morgens met hec opengaan van de Boom, en een des middags ten twaalf uuren, en voorts aan de Supplianten te permitteeren, dat van ieder Stad in plaats van vyf maar vier Schuiten met het daar toe behoorend Volk zal moeten worden onderhouden. Hebben , na deliberatie , goedgevonden en verftaan, by provifle en tot wederzeggens toe, de Schuit, die voordeezen des morgens ten tien uuren van beide de Steden afvoer,af te fchaffen, en voorts te ordonneeren en te ftatueeren, dat van de Steden Haerlem en Amfterdam maar twee Buiten - Schuiten 's Daags zullen afvaaren, als een 's morgens met het opengaan van de Boom , en een des middags ten twaalf uuren; permitteeren wyders aan de Supplianten van ieder Stad, in plaatfe van vyf maar vier Schuiten met het daar toe behoorende Volk te onderhouden; des zuilen de Supplianten niet te min gehouden zyn, om ingevallen het komt te gebeuren dat zy eenige Goederen ofte Koópmanfchappen met de Kaarslade mede hebben genoomen , en dat te Spaarendam niet zouden kunnen worden gefchur , gemelde Goederen ten hunnen kollen wederom aan de Kooplieden te bezorgen. Zullende Copie deezer worden gegeeven aan de Schippers van de Binnen- en BuitenVeeren van Haerlem op Amfterdam en van Amfterdam op Haerlem, omme te ftrekken tot hunne narichtinge en omme zich daar na te reguleeren. Resolutie, waarby de VRAGTEN op het Veer tusfchen gemelde twee Steden voortaan worden bepaald, zo wel des Zomers als des Winters egaal te zullen zyn, te weeten ZES STUIVERS en TWAALF PENNINGEN voor elk Perfoon, voor Kinderen van drie tot tien Jaaren DRIE STUIVERS en ZES PENNINGEN; en wat voor een Afgehuurde Schuit zal worden betaald; van den 3 September 1785. BURGEMEESTERENen REGEERDERS der Steden HAERLEM en AMSTERDAM, difponeerende op de Requefte aan Hunn' Ed. Groot Achtb. geprefenteerd, door de gezamentlyke Schippers van Haerlem op Amfterdam en vice verfa; hebben, om redenen daarby vermeld, na deliberatie goedgevonden en verftaan, gelyk Hunn' Ed. Groot Achtb. goedvinden en verftaan by deeze, dat met het begin van 't Zomer-Saifoen in 't aanftaande Jaar 1786 , en vervolgens zo wel des Winters , als des Zomers, de Vragten op het gemelde Veer zullen wezen op eenen egaalen voet, te weeten zes Stuivers en twaalf Penningen voor elk Perfoon, het Paflagie- Accum den 3 September 1785. Geld en de Tollen daaronder gereekend, en voor Kinderen van drie roe tien Jaaren drié Stuivers en zes Penningen; gelyk ook voor een afgehuurde Schuit, zonder onderfcheid van Winter- of Zomer-Saifoen, zal moeten worden betaald vyf Guldens een Stuiver en agt Penningen, het Paflagie-en Roeven-Geld daaronder begreepen , boven en behalven nog twee Stuivers aan Tol voor elk Perfoon; doch meer dan agttien Perfoonen in een afgehuurde Schuit zynde, zal voor elk derzelven de gewoone Vragt voldaan moeten worden , even of de Schuit niet ware afgehuurd. Naar al 't welk een iegelyk dien het aangaan mag, zich zal hebben ce reguleeren. Ter Ordonnantie van dezelven , by ons vjederzydfcbe Steden SecretariJJen geteekend. O. van SCHUYLENBURCH. P. R E N D O R P. Am-  ipo KEUREN DER STAD HAERLEM. Ampliatie-Ordonnantie, op de VRAGTLOONEN van het Buiten-Veer tusfchen de Steden HAERLEM en AMSTERDAM; van den eerften September 1786. De HEEREN van den GERECHTE der Steden HAERLEM en AMSTERDAM, vernomen hebbende , dat 'er van tyd tot tyd klagten ontItaan over de willekeurige en onregelmatige vordering der Vragtlooncn van fommige Waaren of Goederen , door de ordinaire Veer-Schepen tuflchen de twee voorfz. Steden vervoerd wordende, en wel voornamelyk ten aanzien van zulken, waar van by de Ordonnantie van den 11 Maart des Jaars 1700, in 't geheel geene of geene duidelyke melding gemaakt wordt, of waaromtrent de bepaaling der Vragt aan de tegenwoordige wyze van expeditie niet behoorlyk geëvenredigd is; als mede dat fomtyds, in weerwil van de Verzenders, de Vragtloonen reeds by het infehepen der Goederen afgevorderd, en de Verzenders door bedreigingen of flinkfche wegen tot betaaling van hooger Vragtloon genoodzaakt worden: Hebben, na deliberatie, en ten einde alle reden tot zodanige klagten voor te komen en uit den weg te ruimen , goedgevonden en verftaan, by Ampliatie der gemelde Ordonnantie van den 11 Maart 1700, te ordonneeren en te ftatueeren, gelyk geordonneerd en geftatueerd wordt by deeze, dat voortaan aan het voorfz. Buiten-Veer tuflchen de twee Steden voor Vragtloon zal betaald worden, als volgt: Voor de groote Bronswyker, Scheer-, of andere Garen-Va- 1 ten, van 3500 tot 4000 |g weegende , van ieder Vat - - ƒ 2 — 4 -.: , Voor dito dito van 30001013500 fg weegende, - - - a - : -: Voor dito dito van 2500 tot 3000 gg weegende, - - - 1-15-: Voor ditoditoligterdan 2500^, 1 - 10-: Voor de ordinaire Vaten Nyzer- en Looce-Garen, van ieder Vat, 1 -16 — : Voor diverfe kleiner Garenvaatjes of Garenzakken, van de 100 totde isoogg,vanieder ioogg, : — 2 —: Voor diverfe dito dito meer dan 1200 weegende, behalven de 24 Stuivers voor de 1200 fjg, nog van ieder 100 gg daarboven , - - - : f I —: Voor een Vat Potasfche, 1600 gg of minder weegende, van elke 100 gg, - - ƒ:_!—; Voor een Vat dito, meer dan 1600 gg weegende, behalven de 16 Stuivers voor de 1600 fg, nog van ieder 100 gg daarboven , - - - : — : - 8 Voor een Kasje Candyfuiker, - : — 2-: Meerder dito by elkander, van elk, - - - - :-i-8 Voor een Pot Candyfuiker, - : - 1 - 8 Meerder dito by elkander, van elk, - - - - : - 1 -: Voor een Vat of Kift lofte Suiker, 200 of minder weegende, - - - - :-3-: Voor een Vat dito meer dan 200 gg weegende, behalven de 3 Stuivers voor de 200 gg, nog van ieder 100 gg daarboven, - : - 1 —: Voor een Baal Koffy van 200 tot 260 gg weegende, - - : —4—ï Voor een kieinder Baal dito alleen, : — 3 —: Voor diverfe Baaien of Vaten Koffy, te famen boven de 200 en beneden de 1000 gg weegende, van ieder 100 gg, - :-i-8 Voor diverfe dito dito te /amen boven de 1000 fjg weegende, behalven de 15 Stuivers voor de 1000 fg, nog van ieder 100 fg daarboven, - - - Voor een Kift Thee van omtrent 400 gg, - - . . :_]o-: Voor een halve Kift dito, - - : — 5 -: v\)or een quart Kiftje dito, - - :-2-8 Voor grootere en kleinere, naar advenant. Voor een Vaatje Rbzynen van 100 gg, - - - :'- 2 --: Meerder dito by elkander, van elk - 1-8 Voor een Kiftje Pruimen of Vygen, : — 2 - : Meerder dito by elkander, van elk, ; — 1 — 8 Wel verftaande nogthans, dat de bovengemelde Garen- en Potafch - Vaten , welken tot hiertoe door de Schippery zelf zyn ingefcheept, en waar van de Vragt uit dien hoof Je'by deezen verhoogd is, ook voortaan dtyd door de Schippery zelf, met de Wip of  KEUREN DER STAD HAERLEM. 191 of Takel van hun Veer zullen moeten ingefchcept wordenden dat men voorts wel naauwkeurig zal hebben toe te zien, dat dc Goederen niet op de Kade of Wal blyven overnachten, noch aan de fchade van Weer en Wind geëxponeerd, maar ten fpoedigften ingeladen en bezorgd worden. En zal wyders van alle grove Waaren, in de Ordonnantie van den 11 Maart 1700, en in deeze Ampliatie niet uitgedrukt, welke by 't 100 gewigt gerekend worden, voor Vragt worden genomen één Stuiver van elke 100 gg, cn van andere niet gefpecificeerde Goederen van meerdere waarde, naar rato ! van de Vragt vangeiykfoortige Goederen. j Wordende by deezen aan de Schippers! van het gemelde Veer , mitsgaders aan de ! Commiflarjflen en Boekhouders tot het zelve ! behoorende refpeclivclyk , wel expreflelyk i verboden de Vragtloonen by 'c infehepen der Goederen of Waaren (wanneer zulks door de Verzenders niet vry willig aangeboden of begeerd wordt) af te nemen, of af te eiffchen, ofte de Verzenders door eenigerhande bedreigingen tot zodanige voorbetaaling te noodzaaken; maar integendeel ernftiglyk bevolen, niet alleen de Verzenders en Ontvangers der Goederen met behoorlyke befcheidenheid, maar ook de Goederen zelf met alle omzigtigheid te behandelen, en tegen alle fchade te beveiligen: en ook toe te zien, dat de ledige Kiften of Vaten, die op het gemelde Veer vervoerd worden , niet verwaarloosd of befchadigd en ontramponeerd I worden: met verderen laft aan alle de gce- j nen, dien het invorderen van de Vragtloo-j nen voor het voorfz. Veer eenigzins aangaat,' >m zich ftiptelyk te gedraagen overeenkomllig leeze Ampliatie, mitsgaders de Ordonnanie van 11 Maart 1700 , welke by deezen vordt geïnhaleerd, en gehouden voor gerenoveerd; zullende alle de geenen , welken jevonden worden contrarie de voorfz. Ordonnantie en deeze Ampliatie gehandeld te aebben , met fuspenfie in hunne bedieningen , en (des noods) met caflatie, door de Heeren Regeerende Burgemeefteren der twee Steden, ieder ten refpecte zyner Stad priva:ivelyk, gecorrigeerd of geftraft worden; en mlks boven en behalven de vergoeding der chade, waartoe zy zullen gehouden zyn, 'oor zo verre door hun toedoen of verzuim, le Goederen of Waren, of het Fuft, op het 'oorfz. Veer eenig nadeel mogten geleden lebben. Aldus gearrefteerd by de E. E. Heeren van de Gerechten der refpe&ive Steden van Haerlem en Amfterdam, en gepubliceerd , na voorgaande Klokkengeftag, ter Puye van den Raadhuize der Stad Haerlem, den eerften September 1786, ten over ft aan en in prafentie van de Heeren Mr. Ifebrandus Johannes Faber van Riemsdyk, Hoofd-Officier; Mr. Leonard Hoeujft en Abraham Catharinus Vangelè T-went, Schepenen der Stad Haerlem voornoemd. By My, C. A. T E S T A R T, Conditiën, waarna de Heeren Burgemeefteren en Regeerders der Steden HAERLEM en AMSTERDAM van voornemen zyn te verhuuren de GABELLEN, die aan ieder der refpeéïive TOL-HEK KEN tusfchen de twee voornoemde Steden zullen moeten 'worden betaald; van den 6 September 1784. Articul L De Huurder zal deswegen ontvangen volgens de Lyft hier na volgende, en wel aan ieder Hek in 't byzonder; voor een Man te Voet één Stuiver; de J Kinderen van twaalf Jaar of daar beneden tot | Vervolg van VII. Deel, 5 Stuk. zes Jaaren te betaalen halve Gabellen, en onder de zes Jaaren oud vry te laaten; een Man te Paard één- en- één halve Stuiver; van ieder Paard, Os, Koe, of ander Hoorn-beeft, dat geleid of gedreven wordt, één halve Stuiver; van ieder Pink, Vaers of Kalf één quart Stuiver; en daar en boven van de Cc Dry-  192 KEUREN DER STAD HAERLEM. Dry vers, voor hunne Perfoonen, ieder één Stuiver; doch zullen de Beeften , die verweid moeten worden, en van haare ordinaris Weg afgefneden zyn, vry pafleeren moeten. Van ieder Schaap een agtfte Stuiver; van ieder Varken, de Huisluiden aangaande, een agtfte Stuiver; doch, buiten dezelve Huisluiden, zal aan niemand vry ftaan, de voorfz. Weg met Drift-Varkens te gebruiken. Van een Koets of ander Rytuig met zes Paarden, vyf Stuivers, en van ieder Perfoon daar in of op ftaande één Stuiver, de Koetfier en Voorryder daaronder niet begreepen; van een Koets of ander Rytuig met vier Paarden, drie Stuivers , en voorts als boven; van een Wagen I ofte een ander Rytuig met twee of drie | Paarden, gelaaden of ougelaaden, twee Stuivers, en voorts als boven; van een Chaife of ander Rytuig met een of twee Paarden met een Perfoon , twee Stuivers; doch meer Perfoonen daarop zynde, van ieder één Stuiver ; daar onder echter mede niet begreepen de geene, die zelfs de Paarden ment en als Voerman ageert, of fchoon geen eigentlyk gezegd Koetfter is. II. De ordinaris Voerluiden, by de Heeren Burgemeefteren van de Steden Haerlem en Amfterdam refpeéïive aangefteld tot het beryden van het Veer tuflchen de voorfz. twee Steden, zullen zo gelaaden als ongelaaden voor hunne Perfoonen, WTagens en Paarden, by beflooten Water en anders niet, vry zyn van de Gabellen aan de refpéctive Hekken; welverftaande, dat de Paflagiers daar mede rydende, altoos betaalen zullen moeten de ordinaris Gabellen, te weeten , ieder één Stuiver. Zullende zich d/'t rot geen andere particuliere Voerluiden of Sralmeefters extendeeren, maar dié gehouden zyn de Gabellen te voldoen, ten ware uit hoofde als Eigenaars of Huurders van Landen vry waren, in welk geval, wanneer hunne Paarden door hun Volk uit het Land worden gehaald, of ingevalle hunne Knechts na hun Land worden gezonden, als mede wanneer zodanige Stalmeellers met hunne Wagens de Hekken pafleeren, al is *t met eenig Gezelfchap, vry zullen worden gelaaten, mits declareerendc, dat geen Geld hebben gevorderd of zullen vorderen van zodanigen, die met hun ryden. IR Alle andere Voerluiden, zo als mede die van de Poft-Wagens, de Stalmeellers daar onder begrepen, Paflagiers ophebbende en met hunne Rytuigen de Hekken pafleerende, zuilen voor hunne Perfoonen en Wagens vry zyn , mits de Paflagiers daarmede rydende gehouden blyven te betaalen , maar geene Paflagiers ophebbende, zullen de voornoemde Voerluiden en Stalmeellers voor hunne Wagens betaalen moeten twee Stuivers, het zy die ledig of met Goederen gelaaden mogten weezen. IV. En zullen, even zo als de Koetflers, en die geene die de Paarden ment, van Tol geëximeerd zyn, ook vry weezen de jagers en Jaag-Paarden voor de Schuiten; doch zullen, wanneer eenige Paarden worden gebruikt tot het trekken van Plaizier Schuitjes, indien de Huurders of Eigenaars derzelven niet vry zyn, voor zodanige Paarden en den Jager de Tollen moeten worden betaald, gelyk mede, die zodanige Schuitjes trekken (maar niet de Schuitjes) de Tollen fchuldig zullen zyn, wanneer de Huurder of Eigenaar niet vry is. V. Aan de Schouwen by Spaarwoude en Sloterdyk zal betaald moeten worden voor ieder Voetganger een quart Stuiver; en van ieder Wagen, Koets, Chaife, of ander Rytuig, gelaaden of ongelaaden, twee Stuivers; van een Paard één Stuiver; van een Os, Koe, Pink, Vaers of ander Hoornbeeft een halve Stuiver; van een Schaap, Kalf of Varken, een agtfte Stuiver, en zullen de Huurders van de Hekken ten hunnen koften moeten houden bekwaame Perfoonen, om de Ingezetenen van Sloterdyk en Spaarwoude met hunne Familien en Kinderen, zo te Voet als met hunne Rytuigen en Beeften, ten allen tyde, met de Schouwen over en weder te tranfporteeren. VI. De Huurder zal niemand de Hekken of Schouwen behoeven te laaten paflèeren zonder den Tol te betaalen, ten zy hy fpeciaal daarvan, volgens de Lyfte hier na gemeld, worde geëximeerd; en, iemand contrarie de Hekken pafleerende, mogen afvorderen eene Boete van zes Guldens, en van één Gulden en tien Stuivers, ten lafte van de geenen, die de Schouwen alzo pafleeren. VII. Ins-  KEUREN DER STAD HAERLEM. 193 VII. Insgelyks zal de Huurder zorge dragen, dat niemand des Winters mee Sleden of Paarden van de Weg op het Ys, of van het Ys iop de'Weg Joopen of ryden anders dan over de gemaakte Bi ujgen, op de verbeurte van één Gulden en tien Stuivers. En, voor het pafleeren van de voorfz. gemaakte Bruggen, ontvangen voor een Slede met een Paard één Stuiver, voor een Hand - Slede een quart Stuiver. vin. Ingevalle het mogte gebeuren , dat des Winters by beflooten Waterde Paffagiers voor de Hekken van de Rytuigen kwamen af te treden en over het Ys gingen, en daarna , als de Rytuigen door de Hekken gepafleerd waren, zich wederom op dezelven plaatften, zonder de Gabellen te betaalen, zal de Huurder de Wagenaars, of wie het ook moge weezen, daar voor in hunne particuliere Perfoonen mogen aanhouden, en van dezelven de verfchuldigde Gabellen der afgetredene Perfoonen afvorderen. IX. De Huurder zal zorge moeten dragen, dac geene Schepen of Schuiten met ftaande Masten leggen in de Vaart aan de zyde van het Zandpad, en, dit bevindende, de zodanigen beflaan in eene Boete van één Gulden en tien Stuivers. X. En zal wyders zorge dragen, dat niemand gaat Wegen , Dreggen of Trekken op de Barmte van het Zandpad, of eenige Schuiten op of over de voorfz. Barmte haale, of dezelve in eenigerhande wyze befchadige , en, iemand contrarie doende, af vorderen eene Boete als boven. XI. Gelyk hy mede niet zal toelaaten, dat iemand zyn gezonken Schuiten in de Grond laat leggen, op eene Boete als boven. XII. Item, dat niemand zyn Schuiten langs het Jaagpad legge, zonder boven dezelven te ftellen een bekwaame Balie, op eene Boete als boven. XIII. Insgelyks, dat niemand het Zandpad, daar het Jaagpad loopt, met Wagen of Karren beryde of fleepe met eenige Vragten, op Pcene als boven. XIV. Dat niemand eenige Belten van Vulnis, Miir, of andere Materie, langer op de Trekweg laate leggen dan vier Dagen, op de verbeurte van één Gulden voor ieder dag, dat dezelve bevonden wordt aldaar na de voorfz. vier Dagen gelegen te hebben. Gelyk ook, dat niemand eenig Vulnis, hoe genaamd, in de Vaart kome tc gooijen of op de Weg te werpen eenig Snoeilël, Scheerfel, Onkruid en diergelyken, dewelken uit de Tuinen en Woonhuizen, aan dezelve Vaart leggende, worden uitgebragt en als Vulnis weggeworpen; op eene Boete van dertig Stuivers ten lafte van dien geenen, welke zulks komt te doen, ten behoeve van den"Bekeurder. XV. En laatftelyk, dat niemand zyne Paarden of eenige andere Beeften op het Zandpadlaat weiden, op eene Boete van drie Gulden. XVI. Alle welke voorfz. Boetens, uitgezonderd de Boete in het laatfte Lid van het XIV Articul gemeld, zullen komen ten profyte van den Huurder, of van die geenen, die de Bekeuringen van zynent wegen komen te doen. Lyfte van zodanige Perfoonen en Lieden , als van het betaalen der Gabellen aan de refpeéïive Tol - Hekken en Schouwen tujfchen Haerlem . en Amferdam geëximeerd zyn. Articul I. De Heeren Burgemeefteren van beide de Steden, Commiflariflen, Penningmeefteren, Penfionariflen en Secretari/Ten van het Zandpad , zo met hun eigen als ander Rytuig en byhebbend Gezelfchap. II. De Heeren Dykgraaf, Hoog-HeemraaCc 2 den7  194 KEUREN DER.STAD HAERLEM. den, Rentmeefter, Secretaris, Caftelein , Bodens, en verdere Bediendens van Rhyn land. III. De Heer Bailliuw, als mede de Secretaris , Stedehouder en Bode van Kennemerland. IV. De Heer Bailliuw en Houtvefter van Brederode. V. De Heer Bailliuw van Blois. VI. De Onder- Schouten van de twee Steden, als met Gevangenen de Hekken komen te i pafleeren. VII. Alle de In- of Opgezetenen op Halfwegen. VIII. De refpéctive Vragt-Wagens, het zy die door de Schippers of andere vafte Voerluiden van beide de Steden by beflooten Water worden gevoerd met Pak- en andere Goederen , welken by open Water met de Kaarsladen worden verzonden. IX. Een Regent van 't Burger-Weeshuis der Stad Amfterdam , uit hun Collegie te benoemen, mits dat zyn Naam aan den Huurder door hen worde opgegeeven. X. De Baazen en 't Werkvolk, aan de Molens van de Polders werkende, en anders niet, mits een Briefje van een van de Poldermeefters aan den Huurder vertoonende, dat aan de Molens zyn werkende. XI. De Hospes in de Herberg op Halfwegen, na de zyde van Haerlem. XII. De Fabryken en Baazen van het Zandpad; doch maar voor zich zeiven en hunne Rytuigen. Aan het Hek of Schouwe by Spaarwoude zullen vry zyn. Articul I. Alle Ingezetenen van Spaarwoude en Houtryk. II. De Scheut, Secretaris en Bode van Spaarwoude. III. Niemand zal, uit hoofde van eenige Landen , Hoflieden of Tuinen, Vrydom van de Gabellen genieten, dan die zal kunnen bewyzen te weezen Eigenaar, Bruiker of Huurder van zodanige Perceelen, als aan of langs den Trekweg of Vaart gelegen zyn, of by fpeciaale Acte zyn verkregen Vrydom zal kunnen aantoonen: wel verftaande nogtbans dat de gezegde Vrydöm by geene Eigenaars van zodanige Landen, Hoflieden of Tuinen, zal mogen worden genooten, zo wanneer dezelven gehuurd of gebruikt worden by een ander , die, uit eigenhoofde geen Vrydom hebbende, mits dien van de Vrydom, welke het gehuurde of gebruikte goed geeft, zou willen profiteren. IV. De Eigenaars, Bruikers of Huurders van de voornoemde Landen, Hoflieden of Tuinen zullen blyven genieten de Vrydom van de voornoemde Gabellen, zo als zy zclvcn die voor het Jaar 1743, genoten, en zulks zonder onderfcheid, hoe groot of hoe klein de Perceelen toen waren, en of dezelve door één of meer Perfoonen in Eigendom bezeten afin Huur gebruikt wierden. V. By overlyden der gemelde Eigenaars van le voornoemde Landen, Hoflieden en Tuinen , of by Overdragt of Verandering vart Huur derzelven , zullen de Erfgenaamen , Verkrygers of nieuwe Bruikers en Huurders insgelyks blyven genieten Vrydom dervoorlk. Gabellen, zo als de overledene Eigenaar, Tranfportant of voorige Bruiker of Huurder dezelve genooten heeft; mits dat nogthans die Landen, Hoflieden of Tuinen , by Verderf, Overdragt of nieuwe Huur, in meerder Perceelen gefmaldeeid wordende, of wel ronder Smaldeeling aan meer dan één Perfoon in Eigendom of Huur opkomende, als  KEUREN DER STAD HAERLEM. 195 dan de refpéctive Eigenaars of Bruikers en Huurders één Perfoon zullen moeten uitmaaken en benoemen, by den welken alleen en by geene andere de voornoemde Vrydom genooten zal worden; ten ware dezelve Landen, Hoffteden en Tuinen zo groot mogten wezen, dat ieder der Erfgenaamen, Verkrygers , Bruikers of Huurders, by Verfterf, Smaldeeling, Opdragt of Huur refpéctive, zes Morgen of meer voor zyn Aandeel zouden mogen bekomen, in welken gevalle zodanige Erfgenaamen , Verkrygers of Bruikers en Huurders dan ook ieder van den voornoemden Vrydom zullen gaudeeren. VI. f Doch zal niemand de voorfz. Vrydom genieten, dan die zyn Naam, de Belendingen en Groote van zyn Land, Hoflledc of Tuin, den Naam van den voorigen Eigenaar daarvan, mitsgaders den Titel "hec zy van Koop, Erfenis of anderzins, op welken hy aan dat goed gekomen zy, by een Schriftelyk en met zyn Naam ondertekend Billiet punftueellyk aan den Huurder (welke het zelve Billiet met den eerften ter Secretary der Stad Haerlem zal moeten bezorgen) opgegeeven, en boven dien, wanneer zulks gerequireerd wordt, ook zyne Bewyzen aan de Heeren Verhuurders overgegeeven zal hebben , mitsgaders door dezelve Heeren Verhuurders voor vry erkend zal weezen. VII. Voorts zal ook vry zyn de Opziender van het Zandpad. Mitsgaders de Werklieden, Puiniers en Modderluiden , wanneer dezelven actueel aan het Zandpad of de Vaart werken. Aan het Hek of Schouwe by Sloterdyk zullen vry zyn. Articul I. Alle de Ingezetenen van Sloterdyk, Sloterdyker- Meer en Osdorp. II. De Ambachts - Heer van Sloten en Sloterdyk. III. De Schout, Secretaris en Bode van Sloten en Sloterdyk. IV.' Nopens de Eigetiaars, Bruikers of Huurders van Landeryen, Hoffteden of Tuinen, aan of langs den Trekweg of Vaart gelegen, zal in alles plaats hebben en geobferveerd worden, het geen hier bevoorens op Articul III, IV, V en VI, nopens de geëximeerden aan het Hek of Schouwe by Spaarwoude geordonneerd en geftatueerd is, waartoe alhier wordt gerefereerd; doch zal de Huurder de hem overgegeeven Biljetten, in het even gemelde VI ArticuJ breder omfchreeven , voor zo ver dezelven tot dit Hek betrekkelyk zyn, moeten bezorgen ter Thefaurie der Stad Amfterdam. V. Voorts zal ook vry zyn de Opziender van het Zandpad. Mitsgaders de Werklieden, Puiniers en Modderluiden, wanneer dezelven actueel .aan het Zandpad of de Vaart werken. De Vrydom van Tollen en Gabellen , in maniere als voorfchreeven is, zal zich ex tendeeren. Articul I. Over alle de voorfz. geëximeerden, het zy dezelven te voet gaan, of ook Paarden en Rytuigen gebruiken zullen. ii Over derzelver Huisgezinnen en DTneftiquen, 't zy de geëximeerden prefent zyn of niet; wordende onder de voorfz. Huisgezinnen en Domeftiquen begreepen, ieders Huiszrouw, Kinderen en Dienftboden; doch sullen de Kinderen, die buiten de Koft of Huishouding hunner Ouders mogten weelen , niet vry zyn , maar moeten betaalen. Gelyk ook de Fabryken en Baazen van het Zandpad maar voor zich zeiven en hunne ttytuigen vry zyn, als hier vooren is goedgevonden. III. Een geëximeerde met zyn eigen of voor ;yn eigen rekening gehuurd Rytuig de Tolïekken paflerende, zullen mede vry zyn alen, die, boven deszelfs Huisgenootett of Domeftiquen met den zodanigen ryden; welrerftaande, voor zo veel de vreemde en niet ot het Huisgezin behoorende Perfoonen beCc 3 treft,  106 KEUREN DER STAD HAERLEM. treft, alleen wanneer de geëximeerde, of, deszelfs Huisvrouw, of iemand van deszelfs by hem inwonende Kinderen in Perfoon op het zelfde Rytuig praefent zy , en anders niet: maar zal een geëximeerde, met eens anders Rytuig rydende, alleen vry zyn voor zyn Perfoon, Huisgenoten en Domeftiquen, zonder die geenen waarmede hy verder rydt, te mogen bevryden. r—;•' ' ;i f'.v.LlY. . tor V:X''„ ; De Huurders zullen gehouden zyn een Exemplaar van deeze Lyfle altoos.- voor de hand te houden, om dezelve ren allen tyden te verroonen aan den geenen, die zulks requireeren zal, en dezelve van noden mogte hebben. Wegens het Onderhoud van de Huizen, Schou-vjen, betaalen der Huur- Penningen &c. Articul I. Voor het overige zal de Huurder gehouden zyn het Huis aan de Hekken, ter zyner Wooning dienende,:, zo van binnen als van buiten Glasdigt en in die ordre te houden, gelyk het zelve hem zal geleverd worden. II. Doch zullen de refpeéïive Schouwen aan beide de Tolhekken door het Zandpad worden onderhouden. III. De Huur-Penningen met het Randzoen alleen voor het eerfle Jaar tegens twee Stuivers van de Gulden, zullen betaald moeten worden ieder Maand uiterlyk voor den twaalfden Dag van de volgende Maand, binnen de Steden voornoemd aan de Penningmeefteren aldaar; zullende de Huurders voor ieder Dag, die zy na den voorfz. twaalfden wagten met de Betaaling, verbeuren tien Guldens, ten behoeve van het Zandpad. no n«M V ~- IV. '-v< Zonder dat de Huurder eenige Korting da:i!Mn zal mogen doen, uit wat Pretenfis het zelve zoude mogen weezen, of tot eenige Doleantie worden geadmitteerd , alzo deeze Verhuuring gefchiedt, dat de Huurder ten -zynen Kofle, Baate en Schade den Tol zal moeten invorderen , en de Onwilligen tot de Betaaling fconftringeeren, volgens de Ordonnantie, waartoe de Heeren Verhuur-; dersvan de twee Steden, des verzogt zynde, hunne authoriteit zullen interponeeren, tot onderhouding van de. voorlz. Ordonnantie. v; Voor de Voldoeninge van welke, en het preileeren van de bovenftaande Conditiën, de Huurder gehouden zal zyn te ftellen twee fuffitame Borgen ten genoegen van de voorfz. Heeren Verhuurders , onder Renunciatie van dé Beneficiën Ordinis, Excuflionis & Divifioms. vi. De Verhuuring zal worden gedaan voor den tyd van één Jaar, mits dat de Huurders dan nog vyf Jaaren zullen moeten continueeren in de Huur; zullende de voornoemde Huur ingaan den eerften Mai 1785, ert eindigen ultimo April 1791. vii. De Uitlegging of Interpretatie van deeze Conditiën, voor zo veel eenige Duifterheid zouden mogen behelzen, houdende Heeren Verhuurders aan zich. vul Ingevalle twee of meer Perfoonen te gelyk mynden, zal het ftaan aan de Heeren Verhuurders de Huur te gunnen aan dien geenen, dien 't hun zal goeddunken , of wel dezelve op nieuws te laaten opveilen. Gelyk gemelde Heeren Verhuurders ook wel expres aan zich referveeren de Faculceit, om de Huur te gunnen of niet. Aldus gearrefteerd by de Heeren Burgemeefteren en Regeerders der Steden Haerlem en Amfterdam den 6 September 1784. Ter Ordonnantie van de Heeren Burge- Ter Ordonnantie van de Heeren Burgemeefteren en Regeerders der Stad meefleren en Regeerders der Stad Haerlem. - Amfterdam. O. van SCHUYLENBURCH: P. RENDORP. CON-  KEUREN DER STAD HAERLEM. 197 Conditiën en Voorwaarden, waarna de Heeren Burgemeefteren en Regeerders der Steden HAERLEM en AMSTERDAM, voorneemens zyn te VERHUUREN voor den tyd van ZES achtereen volgende JAAREN, ingaande met primo Mai 1785, de GABELLEN, die door de Pasfagiers, tusfchen de gemelde Steden in de Schuiten vaarende, worden betaald; van den 6 September 1784. Articul I. De Huurder zal van ieder Perfoon één Stuiver ontvangen voor ieder Tolhek, het welk met de Schuit zal pafleeren; van een Kind onder de tien Jaaren als vooren een halve Stuiver; een Kind onder de drie Jaaren zal vry zyn. II. Niemand zal van de voorfz. Tollen vry nog exempt zyn dan de zodanige, die om niet vaaren, en in de Ordonnantie op de Gabellen zyn gefpecificeerd. Ut j l)e Schippers zullen, als voor deezen,' gehouden zyn, de Gabellen van de Paffagiers teffens met de Vragt af te vorderen en te ontvangen. IV. De Schippers zullen gehouden zyn aan den Huurder of zyn Bediende, die zich ' telkens aan de Schuit zal moeten laaten \ vinden , aanftonds op te geeven het getal van Menfchen, die zy in de Schuit hebben 1 gehad, op verbeurte van vyftien Guldens, wanneer een Perfoon of Perfoonen door onachtzaamheid zullen hebben verzweegen of niet opgegeeven; doch indien de voor- i noemde Schippers kunnen worden overtuigd zulks met opzet en ter kwader trouwe te hebben gedaan, zullen dezelven boven dien door de Heeren Burgemeefteren van de Stad, waar zy t'huis hooren, voor de eerfte reize voor zes Weeken worden gefufpendeerd, en voor de tweede reize worden gedeporteerd. V. De Huurder zal vermogen ten zynen kos¬ ten, zo te Haerlem , Amfterdam , als op Halfwegen, aan te dellen zodanige PCrfoorJ of Perl bonen als hy zal goedvinden , om de Paflagiers in de Schuiten, het zy by 'c afvaaren of by het aankomen, op te neemen en na te tellen, het welk de Schippers noch hunne Knechts niet zu'lcn mogen Verhinderen , maar zulks moeten toelaaten zonder tegenzeggen , op eene Boete als vooren; des zal de voornoemde Huurder of zyne Bedienden de Schuiten in 't afvaaren niet mogen ophouden, 't zy aan de Steden of op Halfwegen, op eene gelyke Boete van vyftien Guldens; ook de Schuiten onderwegen niet mogen doen aanleggen ; welke Boetens zullen worden geappliceerd ten profyte van het Zandpad. VI. Indien eenige Difputen mogten voorvallen tuflchen de Schippers of hunne Knechts, en den Huurder of zyne Bedienden, zo zal het zelve by de Heeren Burgemeefteren van die Stad, daar de Schuit aankomt, moeren worden getermineerd , zonder dat echter de Huurder de Schuit, die afvaart, daarover zal mogen ophouden. VII. De Schippers zullen gehouden zyn, om ieder Maand promptclyk aan den Huurder te betaalen zodanige Gabellen, als zy ten behoeven van den Huurder hebben ontvangen. VIII. De Huurder zal gehouden zyn, zyne ult= geloofde Huur-Penningen met het Randfoen voor het eerfte Jaar tegens twee Stuivers van de Gulden prompt alle Maanden te betaalen, namentlyk de eerfte Maand, benevens het geheele Randfoen , aan den Penningmeefter van hec Zandpad te Haerlem; de  i98 KEUREN DER STAD HAERLEM. de tweede Maand aan den Penningmeefter van het Zandpad te Amfterdam, en zo van Maand tot Maand, alles in goed grof gangbaar Zilvergeld , en ingevalle de Huurder van des re doen in trebreeken kwam te bly¬ ven , immers niet binnen den tyd van twaalf dagen na het expireeren van ieder Maand kwam te voldoen, zal hy als dan gehouden zyn niet alleen te betaalen de bedongene Huur- Penningen, maar dezelve als dan moeten betaalen met Guldens van twee- entwintig Stuivers ieder ; ook zal de Huurder , om geene redenen , hoe genaamd, eenige Remiiïie mogen eiffchen. IX. De Huurder zal boven zyn uitgeloofde Huur-Penningen ten zynen kollen moeten neemen het doubleeren deezer Conditiën met de Zegels daartoe fpeéreerende. X. De Huurder zal gehouden zyn te ftellen twee fuffifante Borgen, onder Renunciatie van de Beneficiën Ordinis, Excuffionis&Di¬ vifioms, tot genoegen van de Heeren Verhuurders. XI. De Huurder zal met geen van de Schippers eenig Accord of Compofitie wegens de Gabellen mogen aangaan. XII. Geen Schipper zal afzonderlyk deeze Gabellen mogen huuren, doch zullen die gezamentlyk wel mogen aanftaan. XIII. Twee of meer te gelyk mynende, zal her aan de uecuie van de neeren vernuurders ftaan, de Huur te gunnen den geenen , die dezelve goedvinden, of hec zelve weder mo¬ gen opveilen. XIV. En referveeren de Heeren Verhuurders aan hun de Interpretatie van de Duifterheden , die uit deeze Conditiën mogen voortkomen. Aldus gedaan en gerefolveerd den 6 September 1784. Ter Ordonnantie van de Heeren Sur- Ter Ordonnantie van de Heeren Burgemeefteren en Regeerders der Stad gemeefteren en Regeerders der Stad Haerlem. Amfterdam. O. van SCHUYLENBURCH. P. R E N D O R P. Ordonnantie en Reglement, op het SCHIPPERSVEER, tusfchen de Steden HAERLEM en ALKMAAR; van den 4 December 1776. De HEEREN BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STEDEN HAERLEM en ALKMAAR, hebben met onderling genoegen, ten gerieve van reizende Lieden, wederzyd/è Ingezetenen en vaft onderhoud van het Schippers - Veer, tujfchen Haerlem en Alkmaar , geftatueerd en geordonneerd het geene volgt : Articul I. Eerftelyk, dat de Veerschipper, die nu is en na deezen in het Veer zal komen, gehouden zal zyn, te voeren bekwaame en ftyve Dam-Schuiten, ofEikers,van zodanigen groote als nu worden gevoerd, wel voorzien van goed Wand en verder Toebehooren, en daar by fümTantelyk onderhouden wordende, waarop de Commiftaris zal moeten acht geeven, en bevindende daar aan iets van belang te manqueeren, kennis geeven aan de Heeren Burgemeefteren ; als mede dat de Schipper zal moeten houden een bekwaam Knecht. II. Dc  KEUREN DER STAD HAERLEM. I99 II. De Schipper zal gehouden zyn voor zyne getrouwheid in hec vaaren en beftellen van hec geen hem als Veer-Schipper worde toevertrouwd, ce ftellen cwee fuffifante Borgen, onder afltand van alle voorrechten aan Borgen competeerende , en zulks ter Somma van twee honderd Caroli Guldens. Hf. De Schipper zal, gezond zynde, zyne Beurt altoos zelfs in Peribon met zyn Knecht moeten waarneemen, en de reis by vaarbaar Weer volvoeren, het zy dat 'er veel, weinig of geen Vragt waare, op fufpenfie vanher Veer, of correftie, zo als na gelegenheid der zaake zal bevonden worden te behooren; waarop de Commiftaris mede naauwkeurig reguard zal moeten geeven, en daaromtrent eenige nalaatigheid bevindende, aan de Heeren Burgemeefteren daarvan kennis geeven; en in cas van Ziekte of ander wettig belet, zal de Schipper moeten zorg dragen , dat zyne Beurt, met voorkennis en confent van Heeren Burgemeefteren, door een ander bekwaam Schipper of een. tweeden Knecht worde waargenomen. IV. Voorts zal de Veer-Schipper gehouden zyn, zyn beft te doen, de Lieden op het kortfte over te brengen en zyne reize, zonder zich onderweg op te houden , zo fpoedig mogelyk is te volvoeren, en zyn ingeladen Goederen en Brieven, by zyne aankomft, aanftonds en zonder verzuim te beftellen; ten welken einde hy by ftilte of concrarie Wind, overal daar men paarden kan, gehouden zal zyn zulks een zynen koften te doen, zonder deswegens meerder dan de geftelde Vragtloonen te mogen vorderen, op pcene als vooren. V. De Veerdagen zullen zyn als volgt: des Dingsdags van Haerlem, en Sacurdags van Alkmaar; doch, zo wanneer ten tyde van de Kaas - en Varken - Markten nodig wierde bevonden nog eene andere fchikking in het vaaren te maaken, zal de Schipper zulks met confent van Heeren Burgemeefteren mogen doen. VI. De Commiflaris zal moeten zorg draaFervolgvan V II. Deel, 5 Stuk. gen, dac de Goederen in zodanige ordre als aan hec Veer komen, worden gelaaden, zulks dac, wanneer niec alle kunnen worden gelaaden, de laacer aangebragte ongelaaden moeten overblyven, en zal de Commiflaris voor 't aanteekenen van ieder party van den Inlader genieten eenen Stuiver, en van den Schipper voor het fchryven van de Lyft , niets. VII. Geene Veer-Schipper of Jachtlieden, die nu zyn en na deezen geadmitteerd mogten worden , en geene andere Schippers noch Schuiten-Voerders, buiten den Veer-Schipper op dit Veer aangefteld en deszelfs Succefleuren, zullen vermogen eenige Perfoonen of Goederen te vervoeren, na eenige plaatfen tuflchen de twee Steden gelegen, veel minder van de eene Stad op de andere, het zy voor of na het vaaren der Veerfchuit. of zullen aan den Commiflaris ten behoeven van den Veer-Schipper voor ieder Menfch, dat zy voorneemens zyn te vervoeren, betaalen vier Stuivers, en van de Goederen de daarop geftelde Vragtloonen, op poene van zes Guldens, de helft een behoeven van den Commiflaris, en de wederhelft ten behoeven van den voornoemden Veer-Schipper, boven de geftelde Vragt, ten ware van een InJander zodanigen Vragt wierde gelaaden, die de Veer-Schipper in eens niet laaden kon , het zy door dat zyn Schip daartoe te klein of bereids vol bevragc was. VIII. En zal voorcaan voor Vragtloon betaald worden als hier na is uitgedrukt. Voor een Schuit die men afhuurt des Somers, voor Perfoonen of Goederen, - - fioDes Winters, - - - 14— Voor ieder Perfoon aan Vragt, - : — 7-4 Voor een Kind boven de twaalf Jaaren, - - - - : - 7-4 Voor een Kind boven de drie Jaaren, - - - - .'-3-8 Een geheel Pak Laken, - - : - 4 - : Een half dito, - - - : —2-8 Een Ton Afch, ... :-io-: Een Webbe Zak, - - - : — 4 - : Hondert Pond Garen, - - : — 4 _ ; Van ieder Zak Graan, Erwecen, Boonen en Zouc, - - - : - 2 - : Dd Een  200 KEUREN DER STAD HAERLEM. Een Ton Olie, - - - f:-S-: Meer en minder na proportie. Een Oxhoofd Wyn, - - - : - 8 - : Een Ton Bier, - - - :-6-: Een half Vat, - - - :-4~: Een Vierendeel, - - - : — 3~: Een Ton Gift, - - - :-6-: Een half Vat, - - • : —4 —: Een Vierendeel, - - - : - 3 -: Een Ton Vifch of Haring, - : - 4 - : Hondert Pond WTol, - - : - 8 - : Hondert Pond Kaas, - - : — 5 - : Hondert Pond Yzer, - - --3~: Een Mand Salade of andere Groentens, - - - ' - 3 —: De Hondert Kooien, - - : - 8 - : Een Mand Kerffen, - - : - 3 ~ : Een Mand Aardbeziën of Aalbeffen, :-3~: Een Ton Boter, - - - : - 8 -: Een Vierendeel dito, - - : — 5 — *• Een Kinnetje dito, - - - - 3 ~ : Een Rol Duffel, - - - :-3~: Een Spinnewiel, - - - : - 3 - : Een Brief, - - - - : - 2 -: Ieder Hondert Gulden aan Geld of minder, - - - - : — 3 —: Een douzein Hoeden, - - : - 6 — : Een Varken, - - - - :-8-: Een Kalf, - - - - :-7~: Een Schaap of Lam, - - : - 3 -: Een Riem Papier, - - - : - 1 - : Een Pak Bordpapier, - - : - 2 -: Aldus gedaan, geordonneerd en gereguleerd by de Heeren^ Burgemeefteren en Regeerders der Steden Haerlem en Alkmaar refpeêlve op den 4 December 1776. In kenniflê van ons Secretariflèn, O. van SCHUYLENBURCH. J. WINDER. Ampliatie - Ordonnantie , op het SCHIPPERSVEER, tusfchen de Steden HAERLEM en ALKMAAR; van den 28 January 1786. BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der Steden HAER'LEM en ALKMAAR, disponeerende op het verzoek van den Schipper op het Veer tuffchen gemelde twee Steden; hebben, na deliberatie, goedgevonden en verftaan, by Ampliatie van het VUL Articul der Ordonnantie voor het voorfz Veer, op den 4 December 1776 gearrefteerd, te ordonneeren en te ftatueeren , gelyk geordonneerd en geftacueerd wordt by deezen : x Dat Een Hopzak, - - - - /i-io-: Een quartier Brouwers-Kooien, - 1-10-: Ieder Laft Graan, - 2-14-: Hondert Kalfs-Vellen, natte, - 1-12-: drooge, - :-i6-: Ieder nat Schapen-Vel, - - : — :-8 Een Bos drooge Schaaps-Vellen, : — 8 - : Een Rozemaryn-Boom, - - : - 2 -: Twaalf Schoppen, - - - :-6-: Een Bos Wannen, - - - : - 4 -: Een Mand met Kleeren, - - 1 — : - : Een Laft Bier, - - - 2-8-: Minder en meerder na advenant. Ieder Stamboom, - - - : - 2—: Ieder halve Stam, - - - :-i-8 Ieder geverfde Stoel, - - :—2—: Ieder gladde Stoel, - - :—2 —8 Ieder Bos Elft, - - - :- :-8 Voor een groote Koffer, - - : — 4-: Voor een Sluitmantje met Goed, - : - 3 — : En voorts van alle andere Waaren en Goederen na advenant. Alles behalven redelyk Befte!-, Krui- of Sleep-Loon van de Stuk-Goederen. En houden de Heeren hun Ed. Groot Achtb.voornoemd aan Hun de interpretatie, verandering, vermindering en vermeerdering van deeze Ordonnantie, zulks als dezelve na des tydsgelegenheid zullen bevinden te behooren.  KEUREN DER STAD HAERLEM» fiö, Ordonnantie, op het SCHIPPERS-VEER, tusfchen HAERLEM en 'sGRAVENHAGE; gearrefteerd den 28 January 1788. BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STAD HAERLEM, en SCHOUT en BURGEMEESTEREN van 'sGRAVENHAGE, in achting genomen hebbende , dat de Ordonnantie op het ftuk der Vragtlooncn, voor den Schipper op bet Veer tujfchen Haerlem en *s Gravenhage , op den 30 September 1707 gearrefteerd, noodzaakelyk behoorde te worden gealtereerd en geamplieerd ; als mede , dat tot nog toe geene Ordonnantie is gearrefteerd, waarna de Schipper op bet voornoemde Veer zich moet reguleeren; hebben na deliberatie, met vernietiging van de bovengemelde Ordonnantie op de Vragtloonen , goedgevonden en verftaan, te arrefteeren, zo als gearrefteerd wordt by' deezen , de navolgende Ordonnantie en Vragtlyft op het gemelde Veer; met laft aan den Schipper om zich naar dezelve practefelyk te reguleeren. Articul I. De Schipper zal gehouden weezen eenmaal 's Weeks een Reis te doen van Haerlem naar'sGravenhage, en wel, des Dingsdags morgens om negen uuren van de Legplaats afvaarende, en van 's Gravenhage terug, des Vrydags morgens om half negen uuren; en zal, gezond .zynde, die reize in Perfoon me¬ de moeten doen; wordende echter aan hem vrygelaaten, tot zyne adfiftentie één of meer Knechts te gebruiken, doch welken, als tef zyner dispofitie ftaande, door hem aan de prteciefe nakoming deezer Ordonnantie mede gehouden zullen worden, en voor welke hy altoos, als voor zich zeiven, aanlpraakelyk en verantwoordelyk zal zyn. II. De Legplaats van de voorfz. Veerfchuit zal zyn , als van ouds, te Haerlem aan 't Spaarne by de Gravefreene Brug, naad 't Amflerdamfche Buiten - Veer , en in 's Gravenhage HL En zal de Schipper moeten zorgen, dat 's Maandags 'smorgens om negen uuren, de voornoemde Veerfchuit aan de hier vooren bepaalde Legplaats te Haerlem gereed legt, tot inlaading der Goederen , welken van daar naar 's Hage vervoerd zullen worden, en dat dezelve, of doorhem, of door een bekwaam Knecht voorzien zy, om de daar roe aangebragte Goederen te ontvangen en te verzorgen ; zullende hy zulks alzo mede gehouden zyn, des Donderdags in 's Hage"te obferveeren; en zal de gemelde Veerfchuit altoos van negen tot twaalf uuren des voor-. Dd 2 mid- Dat voortaan voor Vragtloon betaald zal worden, Van de Uyen: De Hondert Stok-Riften, - ƒ:-ia-: De Hondert Stomp - Riften, - : -10 - : De Hondert Hand - Riften , - : - 8 - : De Hondert Neb - Rillen, - : - 6 - : Aldus de voorfz. Ampliatie-Ordonnantie gearrefteerd by de Heeren Burgemeefteren en Regeerders der Steden Haerlem en Alkmaar, den 28 January 1786. In kenniffe van ons der beiden Steden Secretarieën, O. van SCHUYLENBURCH. H. R Y S E R. Van de Hondert Bieten, - - : _ 1 _ : Van de Hondert en twaalf ftuks Sluitkool, - - - : -10-: Maar van de Bloemkool, als van ouds, - - ^ : _ 8 —: Met laft aan een iegelyk wien het aangaat, zich hierna ftiptelyk te reguleeren.  202 KEUREN DER STAD HAERLEM. middags, en van twee uuren tot het fluiten der Boomen des namiddags, ten gemelden einde aan de voorfz. Legplaatfen moeten gevonden worden , zonder dat de Schipper vryheid zal hebben, om welke redenen zulks zoude mogen weezen, geduurende dien tyd, ter inlaading bepaald, de voornoemde Veerfchuit van daar naar elders te vervoeren. IV. Zo lang 'er eenige Goederen, welken om te Laaden aangebragt zyn, op de Kaai leggen , zal de Schipper of zelfs, of door een bekwaam Knecht, ter verzorging van dezel . ve Goederen, by dezelven moeten tegenwoor-1 dig blyven of doen blyven, zonder zich van daar te mogen abfenteeren; gelyk hy mede by de ontlaading van zyn Schuit, hetzelve mede pra;ciefe]yk zal moeten obferveeren, zoo lang 'er ontlaaden Goederen op de Kaai gevonden worden. V. Voorts zal de Schipper, of, by zyne abfèntie, deszelfs Knecht, moeten zorg draagen, dat by nat weêr, de aangebragte of ontlaaden Goederen, welken op de Kaai leggen, behoorlyk Worden gedekt, zodanig, dat aan dezelven geen nadeel hoe genaamd, kan toegebragr worden, en mitsdien behoorlyk worden bewaard en geconferveerd; als zullende alle fchade aan de voorfz. Goederen , 't zy op de Kaai, in de Veerfchuit of elders, zo lang zy onder het opzicht van den Schipper zyn, veroorzaakt, door hem aan den Afzender of Ontvanger van dezelven moeten worden vergoed, en daar en boven door de Heeren van de Magiftraat van die plaats alwaar hy de voorfz. Goederen heeft afgeleverd , zodanig worden gecorrigeerd als hun Ed. Groot Achtb. zullen bevinden te behooren. VI. De Schipper zal de door hem aangebragte Goederen, by zyn aankomft te Haerlem en in 'sHage, zo fpoedig mogelyk is, moeten loflèn, en aan derzelver adreflen bezorgen , of doen bezorgen , en wel in de Zomermaanden nog op denzelven dag van zyn aankomft, en by den Winter of wanneer zulks in den Zomer om redenen volftrekt onmogelyk was, dan uitterlyk den volgenden dag,' des morgens voortwaalf uuren. VII. Van al 't geen ter inlaading aan dit Veer wordt aangebragt, zal de Commiflaris te Haerlem, en de Schipper in 's Gravenhage behoorlyke aanteekening moeten houden, en mitsdien noteeren, behalven de Goederen zelfs, den naam van den Afzender, en aari wien dezelven worden gezonden, mitsgaders de merken van die Goederen, indien ze gemerkt zyn; zullende voornoemde Commiflaris van zyne gehouden aanteekening aan den Schipper te Haerlem geeven eene accuraate en duidelyke Jyfte, by welker ontvang de Schipper op het Boek van den Commiflaris te Haerlem, uit 't welk de voorfz. lyft getrokken is, en waar mede dezelve zal moeten overeenkomen, door zyne onderteekening zal moeten doen blyken, dat hy de Goederen op de aan hem overgegeevene lyft gefpecificeerd, ontvangen heeft. En zal de voornoemde Commiflaris mede gehouden zyn behoorlyk te letten , dat alle de aangebragte Goederen door den Schipper aldaar ingoede ordre ingelaaden worden, en dat ingevalle alle de aangebragte Goederen niet konden worden ingelaaden, de eerder aangebragte, voor de laater aangekomene, na behooren worden afgezonden, zonder om eenigerhande redenen laater aangebragte, voor eerder bezorgde Goederen, te mogen laaten vervoeren ; zullende zulks mede door den Schipper in 's Gravenhage moeten worden geobfervecrd. En zal de Commiflaris te Haerlem hier voor van ieder party, ten zynen behoeve, mogen eiflchen en ontvangen eenen Stuiver, als van ouds, het geen mede door den Schipper in 's Gravenhage zal genoten worden. vul En ten einde de vordering der Vragt- en Beftelloonen op eene behoorlyke wyze gefchiede , zal de Schipper zich preciefelyk moeten reguleeren na de volgende Vragtlyft, zonder immer eenige meerdere Vragt of Beftelloonen te mogen eiflchen, dan daar by bepaald is; met dien verftande nogthans, dat de alhier bygevoegde Beftelloonen alleen maar plaats zullen hebben te Haerlem; terwyl de Schipper in 's Gravenhage zich zal moeten reguleeren na de generaale lyfte der Beftelloonen aldaar in gebruik zynde, en zal voorts de Schipper ook gehouden zyn, ten einde door deszelfs Knecht of Knechts niet tegen de gemelde lyften zoude kunnen worden  KEUREN DER STAD HAERLEM. 203 den gehandeld, eigenhandig op de adrefTen _ | Vragtloon. Beftelloon. te noteeren , het geene voor Vragt en Be- (j,eld ' los geld tot / 3°° ftelloon ieder afzonderlyk en overeenkomftig aJs boven' en boven de aan de voorfz. lyften, zo te Haerlem als in / 3°o van ieder ƒ100 's Gravenhage , zal moeten gevorderd wor- vo°r d^ nfico noch -/:-4-:/:- den. Glas (een Korf) — — :-io-: :- 3-; LYST der VRAGT- en BE- ^ gn\Ih !:»"'■ 'Z j"J STELLOONEN, Op het (een heele of halve Veer tusfchen Haerlem en Ton) — — .--8-: .--3-: 's Gravenhage. Haver, zie Zout. Hoededoozen, — '-3-: :- 1-; vragtioon. Beftelloon. Hoenders (een Korf) of Aardappelen (dc Zak) — ƒ:- 2-:/:- 1-: ander Gevogelte, — :- 6-: .--2-: Azyn (een Oxhoofd) ~ : -12 -: Huisraad by Accord. (een Aam) — — : - 8 -: (een Anker) — :- 4-: Kachel (een ruwe Yzere en toebehooren — :-i6-: :-4-: Beezem-,Bloem-cn Raag- (een gladde En- flokken (de Bos) — :- 3-: :- 1-: gelfche) — — 1- 4-: :- 6-: Bier of Mol (een Ton) — : - 8 -: Kas of Kabinet, zie Schrynmin- werkers-Werk. der Fuft naar advenant. Kiften (zwaarc) welke moe- Blauwfel ('t Vat) — :- 8-: :- 4-: ten gewipt worden, — 1- :-: ■ ('t halve Vat) — :- 4-: :- 2-: Grooter en kleiner Minder na rato. na advenant. Blik of Trommel (een) le- Kleermand (een groote) : -12 - : 1-3-5 digofvol, — — :- 3-: :- 1-: (eenkleinder) Bloempot met Gewas 'er naar advenant. in (een gemeene) — :- 2-: :- i-: Koffers of groote SluitmanBloemen (een Doosje) — :-3-: den, — — :-io-: .'-3-: Boom (een Oranje-of Lau- (kleine of Valies) .--5-: :-2-: rier) in een Tobbe, van degrootfte, — — 1- :-: :-6-: Ledige Manden, groot of een kleinder foort, :-ia-: :-4-: klein, — — van de kleinfte in een Linnen (een Zak) ieder Anjerpot, — — :- 4-: :. 2.: Webbe, — — :- 1-8 :- :-8 Boonen, zie Zout, — Boter (een Vierendeel) — :- 6-: Manden (Groen) — '-'4'- :- 2-: (een Achtfte) — :- 4-: (Kool) — — :- 3-: :- 1-; Brief (een) met beftelloon, :- 2-:i (een Agchelen) Bukking, zie Zoutevifch. Appelen of Peeren, — :- 5- : :- 2-: (een kleinder) met Erweten, zie Zout. Fruit, — — :- 4-: :- a- j zie ook Kleermand. Garft, zie Zout. Mol, zie Bier. Gediftilleerde Wateren , Mutzen of Pellifendoozen zie Wyn. (van de grootfte) — :- 5-: :- 1-: Geld (een Kiftje of Ton- netje) voor't Land, — 1-10-: :-io-: (kleinder) — •— :-3*: ■ (een Pakje verzegeld) onder de ƒ 100, — 3-: t» 1-: Obligatien (voor'ton tvan( ) boven de gen van) tot ƒ 1000 groot : - 6 -: ƒ100 tot ƒ 200, —. :- 5-: :- 1-8 Oefters, zie Zoutevifch. Oly (een Pyp) — 1-10-: /2ootoc/3oo, :-6-: :-2-: —(een Kruik) — — :-4-: :-2-: D d '— een groot Noteboom 3— : — : b. ■ een Eike dito, - 2—10—: Canefas, (een Baal Franfch) :— 6—: Catoenbaal, (een) van Cyprus 1— 6—: (een Vaitlandfche) : —13—: b. Claveeimbaal, - - 2—10—: b. Conynen, by 't ftuk, ieder - :—- 1— : Coffy;in Baaien of Vaten, de 100 fg - - a_8 b. Een Baaltje van 100 fjg of minder :— 4— : Concenielje of Indigo (de Ton) ;—10— : een Quarteel dito, :—15— : Corenten (de Boot) - - 1—18— ; D. b. Deekens, aan Rollen , ieder Rol - 4_: b. '•— (een groote Zak) - 16— ; b. ' (een halve Zak) - f— 8— : Deelen, (een 100 greene of vuure) & 15 voeten, - - 2— : — : 1— Hondert a 12 voeten, 1-—10— : Hondert a 9 voeten, 1— : Laftdeelen 't Hondert 2— : — : — Pruiffche 8 > 10 fluks :— 6— : ~ Deenemarkfche of maaldeelen de Hondert - 2—15 :■ Dimetten, by het meerder getal', ieder ftuk - :_ : —8 b. Doo-  2o6 KEUREN DER STAD HAERLEM. D. b. Doozen, (fpane) of anderen met bloemen of ander goed, ƒ:— 3—: b. Doos (hoede) - •*— 3~: Duigen (een fchok groote) - :—-15—: kleine naar advenant. Duiven, (doode) het ftuk - :■— :—4 E. b. Engelfche Schoorfteenen van yzer, koper of blik, - :—12— : Elft (de bos) - :— 1—4 Erwetenof Boonen('tMudde) :— 2—8 of ('t Laft) 3- : - : b. Eftamine en andere Engelfche Stoffen, een Pak - - :— 7—: b. Ezel, één alleen - - 1—10—: Eenden , in Korven , zie Hoenders. G. Gaaren de 100 ruuw of los, :— 3— : — een Brunswyker-Vat, 4— : — : groote Vaaten, 't ioogg :— 3—• : Garft (het Laft) - - 1—14—: Gember, (een Baal) 't 100 gg :—- 3— : b. Geld, los of verzeegeld, de 100 Guldens, - - :—* 4—: En vervolgens van ieder 100 Guldens, - - :—• 2—: b. Gift (een Vaatje) - - : — 6— : Gierft, (een Baal) ieder 100 fg :— 2— : (het Laft) - 2—12—: Glas (een Waag) - - :—10—: (de Kift Schoof) - :- 6— : : (een Korf Franfch) - :—10—: Gort (het Mudde) - - :— 2— : (een zakje) van 100 gg :— 3— : H. Haardfteenen de duizend, - :—12-—: Hair (een Ton nat) - - :— 2—: (Bokken of Koeijen) de 100 fg - - :— 8—: b. Haring (een klein Vaatje) - : — 4— : b. (een Ton) - - 8—: b. (een halve Ton) - :-— 6— : Haver (het Laft) - - 1—10—: Hazenooten (het Laft) - a—■ 8—: Hennip,eenfchippondof300$g :—12—.: (Lofle,) een fchippond of teroen, - - :■—15—: Koeken, het duizend 1— 5— : Hoenders, Eenden, Kalkoenen of Duiven, b. een ordinaire Korf, :— 4— : b. Een dito, tweehoog, - -ƒ:— 8—: b. Een dito, drie hoog, - - :—12— : Honing, een grof Vat van 400 gg :— 8—: by de 100 gg - - :— 2—-: b. Holsblokken, de hondert paar :—16— : Hoppe, by de 100 gg - - :— 8— : Huiden (één Kip) - - :— 3— : . de hondert natte - 4—10—: de hondert groote Weft- Indifche - - - 5— : —'. . eene natte - - :—■ 2— : by het meerder getal, ieder ftuk - - - :— 1—8 Huisraad, by accord. J. Indigo, zie Concenielje. Joopenbier, (een Vat) - :—10— : Juffers a 36 voeten, de hondert 5—10— : a 30 voeten - - 4—10—: a 28 voeten - - 4— 5— : Jukken, tot zes in één bos - :— 4— : K. Kaarden van Droogfcheerders, de Baal - - - :—16— : Kaarffen, de 100 gg :— 4—: Kaas, een fchippond of 300 gg :—12— : b. Kalf, een alleen ... :_i<;_; b. Kalfsvellen, een alleen - - :— 2—: b. — by 't meerder getal : — :—4 Karfayen of Bayen , 't ftuk - :— 2—- : Kaneel, één vierend, van 150^ :— 6— : Kapravens, de hondert Boomfche 2— : — : de hondert Vrieffcbe 1— :—: b. Karffen (een Mandje binnen) : — 2—-: b. Kaftanjes of Noten, een Boffon : — 4— : Klaphouten, de hondert Holl. van vyf voeten - - 4—10—: van 6 a 7 voeten - 6— :—■; Karffen, by de parthy, ieder Mand 2— : • ■ een enkelde Mand - :— 3— t b. Kandy (een Kift) - - : —' 4— : b. ■ (een Pond) - - : —• 2— : Kalkoenen, zie Hoenders. Koorn, zie iedere byzondere zoorten. Kas, zie Cabinet. Korven, (ledige Hoender) b# een ordinaire - - — 3-r-: b. een dito, twee hoog - :-* 4— ' b. een dito, drie hoog - : — 6~— : Kamer -Beezem, zie Beezem. b. Kisjes of Kasjes, bedel goed, ieder - :— 4— •* b. Kleer-  KEUREN DER STAD HAERLEM. b. Kleerbakken, hy'c dozein, - ƒ:_ 6— : —— (een enkelde) - :— i— : Kift (groote) - - : —14—: Koe, - a—10—: b. Koffers , (één extra groote) vol of leedig, - - :_i2_: b (een ordinaire) - - : — 8— : b. Eén Valies, - - :__ g_. Koekkift (een volle) - - :—14—: b« ■— (een leedige) - 8— : Koerlandl'chhout, Wagenfchot, naar rato van de plaats te betaalen. Kool of Raapzaad (het Laft) 2— 8— : Kooien (hondert waag groote) is 14000 fg - - 6—10—: (Smee) één Utrecht- fche lïoed, - - i_ 8, : (Smee) één Amfter-, damfche hoed, - i_ 4 : Koper, (gemaakt) de ioofg :— 4— : Koperrood de ico fg - ':_ 2_8 Koorn, (één Mudde) alleen - :— 4— : ■ RogofTarw,eenMüdde :— 2—: (gezakt,) zonder onderfcheid, het Mudde - :_ 2_ : ■ als 't boven het halve quart is, zal voor één geheel quart betaald moeten worden. Koornfchoppen, het dozein - :—. 6— : Kraam (één) met zyn toebe- hooren - - 1— « :i L. b. Laaken (een geheel fhik) - :— 8— : b (een half ftuk) - :— 4_: b. (een quart ftuk) - :_ o_ : b. ■ dito, Utrechts geverwd :—; 3— ; b. (een pak Engelfch) - 1— :— : Lamsvellen, de hondert ftuks : —16— : b. Latafel, - - - : —18— : Lakmoes, de ioofg - :— 6—: b. Lam, (heel of half) in een Mandje - - : _ g _: b. Ledikant met zyn toebehooren 1—10— : Leer (een groot Pak) - :—12— : ■ kleinder, naar advenant. b. Ledig Vaatwerk , een Oxhoofd :— 4— : b- ' een Aem - : — 3— : b. • — een Anker - : — 2— : Leyen, een reift - - : _ 8— : b. Ledige Manden , groote of kleine - - - :_ 2—: b. Blikken of Trommels, groote of kleine - 2— : b. Limoenen (de Kift) - :_, ^_ ; Vervolg van V //.Deel, 5 Stuk. b. Limoenen (de Pyp) - ƒ1— :_ : Linnen, (een Huk Vlaamfch) ' :*— 4— : by het meerder getal, ieder (luk - - 2_ 5 Lont (de Bos) - - :~ 1— j (de iooofg) - i_ :__ , Loopen (het hondert) - 2— :—: (onder dc hondert) het ftuk - . :_ :__8 Lood of Yzer (de 1000 gg) - \~ ;_,; (onder de 1000) gg ieder 100 fjg - - :_ 2_8 Loodwit, (de vaatjes) by hec 100 fg, als Lood of Yzer betaald :— 2— S Lym, (de icofi?) . :__ - . Lynzaad, (de Ton) - M. b. Matten (de Rol) - - :_ „_ . b. by 't meerder getal, het Huk - - - :__ 2__. . b. (Moscovifche) 10 in een pak - - : . Meebaal (een) - - ; . of by het [00 gg - : — 2__.. b. Melkmout (een) - - :_ :.I2 Mom (de Pyp) - - :_i4_: ■ : de halve naar advenant. Mol, zie Bier. Mout (het Laft) - 1—12—: b. Musquetten (een hondert) - 2— : : b. ■ (onder de hondert) 'tftuk - - :— :-r2 N. b. Nooten (het 100 Kokos) - 1— b. zie Kaftanjcs. b. INootenboom Cabinet, zie Cabinet. ■ ■ Planken, de 100 voer - - - :—16—: Nooten, (Wal) het 100 - j; « O. Orologie, (een ftaand)meteen Noceboome Kas - 1 ; « (een Tafel) - ; — 1 • Een Vriefche Klok - :_I0_; Orangeboomen, zie Boomen. b. Obligatie, Los en Lyfrenten, (van 1000 gis. en daar boven) voor 't ontvangen en het Geld franco te rug, het ftuk - - C~: Onder de 1000 gis. ieder - : — 4— : Oly, een Vat - - :— 6—: (Boom) een Boot - i_io__: Ee Oly,  ao8 KEUREN DER STAD HAERLEM. Oly, (Boom) een Pyp - ƒ: — 15— : b. Os,': ftuk - - 2—10—: P. b. Pak (een groot) - : — 6— : b. — (een ordinair) - :— 4— : b. — (een klein) - - : — 3— : Paard, een alleen - - 3— : — : Pannen , het 1000 - - 1 —16— : Paffagiers van Stad tot Stad, - 1—■ :—: b. Palm (de Bos) - - :—8 b. Papier, (een Baal) van 20 kleine Riemen - - : —12—: b. (de Riem) wit dito - :— :— 8 b. een half Riem groot - :— 2— : Peper, (een Baal) van 300 a 35° " - " :-9-: Peeren en Peulen, zie Appelen. Potafch, de loofg - - :— 1—4 Potten, (gelooide) van ieder gl. waardy - - - :— 1—8 . (ongelooide) win ieder gl. waardy - - : — 2—: Pruimen, een quartier van 6 k 700 gg - - : —12—: (of van ieder 100 fg) : — 2— : (een Pyp)_ - :—15— : b. ■ (een Cabesje verfche) : — 3— : (een half Agchele) - :— 5— : b. Pypen (een Mandje") - 2— : b. Mandje met Goed. - :— 3— : Q. b. Quartel in een Kooy, - :— 4— : 5_ Kooy ledig, - :— 2—: R. b. Raapen, (een Zak) zie Aardappelen. Randjes, vragt onder de 50 Ton, per Ton - - :—- 4—: boven de 50 tot 100 - :— 3—8 boven de 100 Ton, - :— 3—: Een volle Vragt 26 gis. van de Schiet-Schuit. Rog of Tarw, ('t Laft) - 2—10—: Rootzel in Tonnetjes,de 100gg :— 2—: Rozeinen, (een Korf) van 70 a 80 gg - - :— 2—: ■ Gange) een Tonnetje van 200 gg - :— 4— : Rytuigen, Koets - - 8— :— : Faëtons Wagen - 5-r- :— : Kap Chais of Fargon - 3—10— : Open Chais - - 3— : —: Een Open of Kratwagen, 3—10— : Een Kruiwagen, - - f:—.\6—: Ryft, zie Gierft. Ruggenleer, zes in een Boot :— 6— : Een alleen - - :— 2—-: S. Salpeeter, de 100fg - :— 2—: b. Schaapen, een alleen - :— >s— : b. meer als 3 huid, ieder 4— : Schenkels, het duizend - : —11—: b. Schoppen , (gemeene) het Schok van 60 - - :— 8—: b. Sement of Pleifier, (een Utrechtfche Ton) - - .-— 4—; b. (eenAmfter- damfche Ton) - - :— 4— : Scrgie, zie Eftamine. Schoorfteen, zie Engelfche. Sinkelingen, de duizend - :—10—: Syroop, de 100 gg - :— 1—8 b. Stüitmand (een gemeene) - :— 5— : b. (een groote) - :— 8— : Steenen, Meelbakken, 't 1000 2— 4— : , Halfbakken, 't 1000 1— 8—: Moppen - 1—10—: Klinkers - - 1— 4—: ■ Teegeltjes - - :—12—: Suiker, (Candy) zie Suiker, b. Suiker, (Brood) een Mand, daarin meer als 6 Brooden :— 6— : (Brood) een Enkelde :,—> 2—: Styfzel, de 100 gg - :— 2—; Sparren of Reevelaars (de 100 lange) - - 2—15—: van 30 voet, de 100 - 3—10— : — van 24 a 26 voeren - 2—10—: van 16, 18 a 20 voeten 1—10— ; . dito of Kapravens van 14 voeten of minder - 1— :_ ; Speld ('t Laft) - - - 1-16-: >. Stoel, (een gemeene) - : 2 : ). (een befte) - - ;-_ 3— 5. (een Arm,) naar de groote. Stokvis, de 100 gg :— 3—: Stolpen, (honderd Eyken)van 10 k 12 voeten - - 3—10—: Stukken (icoo Ponden nieuwe gegooten) - P :—15—: Suiker, ( Weflindifche of Barba- difche) de 100 gg - - :— 2— : (een Kift) van ieder 100 gg - - :— 2— : Swavel of Salpeeter (een Ton) de 100 gg - - : — a— *• Zyde, zie Baal Zyde b. Ta-  KEUREN DER STAD HAERLEM. 209 T. b. Tabak in Manden of Zakken de 100 gg - . - 4_ b. Tabaks bladen (een vat Virgini) :—14—: Talk of Smeer de 100 gg - :— 2—: b. Tafel, (een Hangoor) groote - :— 6—: b. (een groote vierkante) :— 4— : b ■ (kleine dito) - - :— 3— ; b. Teenen , (een bos witte,) Utrechtlè maat - - :— 1— b. (een bos wi tte) Camper maat: — 2— b. (een bos groene - :— 2—: Teer of Pik, (een ton Pruisfifche): — 6— : een Laft diro - - 3—: • — • b. Thee (de 100 gg) - - : _ 4— ; b. (een halve Kift) - - : _ 8— : b. (een heele) - - j—j2—■: Tonnemeel, ('t Laft) - 2— 8—: b. Touw, (een kluuwen) - :—, :—8 Traan, (een Quarteel) - :— 8—: b. Trommel, (een groote) - :— 6—: b. ■ (een kleine) - - :— 4_ : Tuimelaars ('t duizend) - :_i4_: V. b. Vaatwerk (leeg) of Fleffen ,half geld. b. Valiesje (een) - - :_ 6—: b. Varken (een vet) - - :_i0— ; Veeren (de 100 (g) - - : _ [ Q_ • Vellingen (de 100 kleine) - 1 8 : de groote, naar advenant. b. Vis (een Mandje) - - :— 4_ : Vlas, een fchippond de 300 gg : — o— : Vioerfteenen, (witte Marmere) van i| voet vierkant - :— 1—8 ■ dito van 2 voeten :— 2— : Vygen, (een koppel) van 90 a 100 gg - - - :_ 2—: (een Tonnetje) dito fg :— 2—8 b. Vylen (het douzein) - - : — 3— ; W. Walvifch Spek (de Ton) - :— 8— : b. Wafchmand, (een groote) uit en te huis ... \— ■—: b. • (een kleine) als vooren :—12—: Weedafch, (een Ton kleine) voor Bleekers of Kramers - :.— 5— : een Laft voor dito 2— 8^ : een laft van a'Ie klein of groot. Aldus gedaan, geordonneerd en gereguleerd by de Heeren Burgemeefleren en Regeerders der Steden Haerlem en Utrecht, den 10 September 1781. In kenniffe van ons der beide Steden Secretariflèn, (Geteekend) O. van SCHUYLENBURCH. J F. ROËLL. Ee 2 Keu- ■ de roogg - 1— 4— : Werk, (geheekeld) de 100 gg :— 4—: Wolzakken (de 100 gg) - :__ 5— : Wouw (ieder bos) - - :— :_8 Wyn (een voeder Vat) - 2— :—: (een Toelaft) - ,- 1—10—: (een Pyp) - - (een Oxhoofd) voor de Wynkoopers of Burgers - :—10—: (een Oxhoofd) dat vervoerd wordt - - :—10—: -—(een Oxhoofd Toskaanfche): —10— ; —— (een Aem) - - :— 8—: (een half Aem) - - 6— : (een Anker) - • e_ j Brandewyn &c. op Fles- fen, dubbeld Geld. (een Oxhoofd) op Fleffen 1—10—: (een Mand) waarin een Anker op Fleffen - - :— 8—: (een Mand) waarin twee Ankers op Fiellen - - :—10— : b. (een) Mand met leedige Fleffen, half geld. Y. Ypen, (100 jonge Boomen - : — 4— : zie Boomen. Yzer of Lood, 1000 gg - 1— :—: onder de 1000, ieder 100 gg :— 2—8 Z. b. Zadels, 't ftuk - - 5— 4— j b. Zalm (een gerookte) - i— 5— : b. (een verfche) - - ;— 6— : Zeep (een Ton) - - :— 6— t Zoolleer, zie Ruggen. Zout, de hondert Franfche - 14.— :—$ de hondert Weft-Indifche of Spaanfche - - 16— :—: # (een Zak) wit - - :— 3—: b. Zwartzel (een Ton) - - :— 6—: b. • (een douzein Tonnetjes: — 8— : b. (de hondert doosjes) : — 6— : NB. De Poften met b. getekend daar van wordt het beftellen mede onder de Vragt gerekend: zullende van de overige een derde van de Vragt voor beftelloon moeten worden betaald.  aio KEUREN DER STAD HAERLEM. *w «vw8 w ^y6 W'&f/^j^frftj* KEU R E N W E G E N S D E GILDE N. Interpretatie van het XIV Articul van de Keure op het APPELKRUYERS-GILDE , waar by wordt verklaard, dat de Aalbesfen en Kmisbesfen mede behooren tot die Fruiten, tot welkers te huis brengen de Appelkruyers, by het zelve XIV Articul, zyn bevoegd; van den n Juny 1773. MYNE HEEREN van den GERECHTE der STAD HAERLEM, gehoord hebbende de Leccuure van de Requefte aan hun Ed. Achtb. gepraefenteerd, door de Vinders van 't Appelkruyers - Gilde binnen deeze Stad ; te kennen geevende, dat, of fchoon by het XIV Articul der Keure op het zelve Gilde van den 10 July 1751 is geftatueerd, „dat „ de Appelkruyers voortaan als van ouds, al„ leen zullen weezen bevoegd , de Raapen „ en andere Fruiten, die met Manden of ,, Tonnen uitgemeeten of verkogt worden te ,, huis te brengen", het echter by na algemeen geworden is, en doorgaans gepractifeerd wordt, dat fommige Perfoonen de Aalbeffèn en Kruisbeflen, door anderen, dan de Appelkruyers, laaten te huis brengen en over boord werken, fuftineerende daar toe vryheid te hebben, om dat by het zelve XIV Articul deeze Fruiten niet fpeciaal genoemd worden. Hebben hun Ed. Achtb., na deliberatie goedgevonden en verftaan, tot wegneemin- ge van zodanige zwaarigheden, en dubieteiten, als uit het voorfz. XIV Articul zouden kunnen worden genoomen , by forme van Interpretatie van het zelve Articul, te ftatueeren en te verklaaren, dat de Aalbeffèn en Kruisbeflen, als welke mede met Manden uitgemeeten en verkogt worden, behooren tot die Fruiten, tot welke te huis te brengen, alleen de Appelkruyers zyn bevoegd, ende zulks op zodanige boeten, en met die uitzondering, als verder by het zelve Articul is geftatueerd. Verklaaren voorts, by Interpretatie van het XXVin Articul derzelver Keure, dat, onder de aldaar uitgedrukte bewoordingen van Kersfen, Pruimen of diergelyke over boord te werken, mede begreepen zyn de Fruiten van Aalbeffèn en Kruisbeflen. Zullende de Appelkruyers, ten reguarde van hun Loon, gehouden zyn, zich te gedraagen, zo als by het XXIII en XXV Articul van hunne voorfz. Keure is gefpeficeerd. Re-  KEUREN DER STAD HAERLEM. su Resolutie, waarby geftatueerd wordt dat het getal van de BINNEN-BILRDRAGERS en BIER-KRUYERS zal verminderen en uitfterven tot ZES Perfoonen te weeten DRIE Dragers en DRIE Kruyers &c; van den 15 Auguftus 1781. BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STAD HAERLEM, gehoord hebbende de Leduure van het Requeft aan hun Ed. Groot Achtb. geprtefenteerd, dooi- Arend van den Berg, Deken , mitsgaders Hendrik IVeeber en Hendrik van Laar, beide Vinders van het Bierwerkers Gilde binnen deeze Stad, als mede Cornelis Jonkbout, Hendrik van Laar voornoemt, Dirk Homan en Anna de Ruyge , allen Bierdraagers, beneevens voornoemde Arend van den Berg, Huibert van der Linden , Jan Hopman en Fredrik Eekhof, allen Bierkruyers refpe&ivelyk deezer Stad , en dus te zaamen uitmaakende de gezwoore Binnen-Bierwerkers alhier, en de noch voornoemde Hendrik Weeber,zh gezwooren Buiten-Bierwerker deezer Stad. In fubftanrie te kennen geevende, dat in vroeger tyden, wanneer een groot aantal Bierbrouweryen binnen deeze Stad floreerden, alhier geweeft zyn, en actueel nog zyn, agt gezwooren Binnen-Bierwerkers, te weeten, vier Draagers en vier Kruyers, als mede een Buiten-Bierwerker, welke de Bieren, gecombineerd met den Bierwerker der Heerlykheid Heemfteede, zo onder dezelve Heerlykheid als onder eenige diflriclen onder de Jurisdiéiie deezer Stad behoorende , werkt en bezorgt: dat in voorige ryden het Binnenen Buiten - Bierwerken ook een redelyk beftaan of Koftwinning is geweeft, dan dat in deeze tyden, daar de Bierbrouweryen alhier tot het gering getal van drie zyn verminderd, en vermits zommige Eigenaars en Bruikers van Buitenplaatfen zo onder de Jurisdictie deezer Stad, als onder voornoemde Heerlykheid geleegen, het Bier met Schepen en Schuiten van Amfterdam laaten koomen, en het Bier aan de Kamperlaan of elders laaten ontfeheepen , mitsgaders door hun eigen Volk laaten te huis haaien, de Inkomften en voordeden der Bierwerkers zo aanmerkelyk zyn verminderd, dat dezelven daar aan niet meerder dan een gering beftaan of koftwinning zyn hebbende , terwyl onder andere het Binnen-Bierkruyen niet meerder dan drie Guldens per Week voor ieder Man opbrengt, en het buiten Kruyen alleen twee Guldens en tien Stuivers in ieder Week , behalven dat de Buiten -Kruyer, wanneer die eenige Jaaren dit werk heeft verrigt, door demoeijeJykheid van het werk genoegzaam buiten ftaat is, om het zelve langer op een behoorlyke manier te kunnen waarneemen. Verzoekende, om bovengemelde en andere redenen ten Requefte in 't breede omfchrceven, dat hun Ed. Groot Achtb. goedgunftiglyk tot verbeetering van der Supplianten beftaan, gelieven te bepaalen en vaft te ftellen, dat het getal der Binnen - Bierdraagers en Bier-Kruyers zal verminderen en uitfterven tot op zes Perfoonen, te weeten drie Draagers en drie Kruyers, en dat by vervolg van tyd het getal der Draagers en Kruyers niet zal vermeerderen, dat voorts, wanneer het getal der Binnen-Bierdraagers, tot op drie Perfoonen uitgeftorven zal zyn, dat als dan dezelven geen Bier buiten de Groote en Kleine Hout-Poorten deezer Stad, van de Eendtjes tot de Raampoort toe, met de Cingels en alle de Laanen aldaar geleegen, zullen mogen werken of bezorgen , maar dat het zelve als dan alleen aan den Buiten-Bierwerker deezer Stad gecombineerd met den Bierwerker der Heerlykheid Heemfteede gepermitteerd zal zyn , ende laatftelyk , wanneer 'er een Binnen - Bierkruyer komt te overlyden , na dat derzelver getal tot op drie uitgeftorven zal zyn , dat als dan en by vervolg van tyd de Buiten-Bierwerker zal invallen in de plaats van den overleeden Binnen - Bierkruyer , mits zodanige Buiten - Bierwerker gehouden zal zyn, te voldoen de meerdere Annates, welke door een Binnen-Bierwerker, boven den BuitenBierwerker, worden betaald, en dat hunEd. Groot Achtb. daar van aan Deken en Vinders van het Bierwerkers Gilde binnen deeze Stad zouden gelieven te verleenen Appoinclement of Refolutie in oprima forma. Hebben , na deliberatie , met advis van Heeren oude Wethouderen, goedgevonden en verftaan, te arrefteeren en vaft te ftellen, dat het getal der Binnen-Bierdraagers en Ee 3 Bier.  2i2 KEUREN DEPv STAD HAERLEM. Bierkruyers deezer Stad zal verminderen en uitfterven tot op zes Perfoonen, te weeten, drie Draagers en drie Kruyers; dat voorts, wanneer het getal der Binnen - Bierdraagers tot op drie Perfoonen uitgeftorven zal zyn, dat als dan dezelven geen Bier buiten de Groote en Kleine Hout-Poorten deezer Stad, van de Eendjespoort tot de Raampoort toe, met de Cingels en alle de Laanen aldaar geleegen, zullen mogen werken of bezorgen, maar dat het zelve als dan alleen door den Buiten - Bierwerker deezer Stad, gecombineerd met den Bierwerker der Heerlykheid Heemfteede, zal moeten worden gedaan en I verrigt ; en wordt laatftelyk nog goedgevonden en gearrelteerd, dat wanneer 'er een ! Binnen - Bierkruyer komt te overlyden , na dat derzelver getal tot op drie uitgeftorven zal zyn, dat als dan , en by vervolg van tyd, de Buiten - Bierwerker zal invallen in de plaats van den overleeden Binnen-Bierkruyer, mits zodanige Buiten - Bierwerker gehouden zal zyn te voldoen de meerdere Annates, welke door een Binnen-Bitrwerker boven den Buiten Bierwerker worden betaald, en over zulks in vier Jaaren eene fomma van vyftig Guldens. En zal Copie deezer Refolutie aan Deken en Vinders van het Bierwerkers-Gilde binn.'n deeze Stad worden gegeeven, omme te ftrekken tot derzelver narichtinge, en omme zich daar na te reguleeren. Nieuwe Keur en Ordonnantie voor het BOEKDRUKKERS-, BOEKVERKOOPERS-, en BOEKBINDERS-GILDE, binnen de Stad Haerlem; van den y September 1788. MYNE HEEREN van den GERECHTE der STAD HAERLEM , geëxamineerd hebbende de Requefte van Deken en Fin der s van V Boekdrukkers , Boekverkoopers en Boekbinders Gilde, binnen deeze Stad, op den 17 February 1787, geprafenteerd; hebben , na rype deliberatie, by alteratie, renovatie en ampliatie van de Keure en de Ordonnantie voor V Boekdrukkers - en Boekverkoopers - Gilde, van tyd tot tyd gearrefteerd, goedgevonden en verftaan, op nieuws te ftatueeren en te beveelen, zo als \ hun, Ed. Achtb. ftatueeren en beveelen by ' deeze: Articul I. Niemand zal, binnen de Stad Haerlem of haare Vrydom, voortaan de Neering van Boekdrukken, Boekverkoopen of Boekbinden mogen aanvaarden, ten zy hy Burger en Poorter deezer Stad zy, en na zich alvoorens drie achtereenvolgende Jaaren, na den dag zyner infehryving in dit Gilde, by een of meerder Gilde-Broederen of Zufters, binnen deeze Stad openbaare Winkel houdende, daartoe bekwaam gemaakt te hebben ; welverftaande echter, dat die geenen, welke reeds in het Gilde als Leerlingen zyn op- ! gefchreeven, ingevolge de oude Ordonnantie, zullen kunnen volftaan, met den tyd van twee Jaaren, by een of meer differente Gilde-Broeders of Gilde-Zufters, de konft j van Boekdrukken of Boekbinden te hebben | geleerd. II. Een Knegt of Leerling, den hier boven bepaalden tyd van drie Jaaren voldaan hebbende, en geneegen zynde dit Gilde te winnen, zal gehouden zyn, alvoorens de Neering publicq te exerceeren, zich tot het doen eener proeve aan Deken en Vinders van dit Gild aan te bieden, en na dat gebleeken is, dat zo iemand de leerjaaren voldaan beeft, zullen Deken en Vinders denzelve daartoe admitteeren , en zal het als dan aan den Proefdoender vryftaan , of hy door eene Boekdrukkers of Boekbinders - Proeve het Gilde wil winnen. Byaldien hy eene Boekdrukkers Proeve verkiert, zal hy moeten zetten een Blad in Ocfavo of in Twaalve met Defféndiaan of Mediaan Letter, 't zy naar gefchreeven of gedrukte Copy, zo in 't Latyn als Duitfch, alles ter keuze van de Vinders , en by aldien hy zich tot een Boekbinders- Proeve bepaalt, zal hy moeten binden een Folio Franfche of Hoorne Ribbe-Band, ver-  KEUREN DER STAD HAERLEM. 213 verguld of onverguld, mede ter keuze van de Vinders. ïii Na dat de Proef binnen zes dagen in 't byzyn van twee Vinders zal zyn afgewerkt, en voldoende zal zyn gekeurd, zal zodanig Gildwinner verpligt zyn voor Gilderegt te betaalen : Indien hy van buiten in deeze Stad gekomen is, twintig Guldens. Een gebooren Burger deezer Stad zynde, tien Gulden.-'. Een Gilde-Broeders Zoon zynde, vyf Guldens. Waar van dc eene helfte zal Komen ten behoeven van 't Weeshuis deezer Stad, en de andere helfte ten behoeven van 't Gilde; en zal de Gildwinner in allen gevalle verpligt zyn de twee Vinders voor vacatie gelden te contenteeren, ieder met eene Gulden en vier Stuivers. IV. Niemand, dan de geenen , die invoegen voorfz. het Gild gewonnen hebben, en als zodanige by Deken en Vinders zyn aangeteekend , zal voortaan , binnen deeze Stad en haare Vryheid, buiten op de gewoone Jaarmarkt of Kermis, bevoegd zyn tot het Drukken, Verkoopen, Binden en Uitgeeven van eenige Boeken, het zy gebonden of ongebonden, Almanakken, Nieuwspapierenen andere periodique Werken daar onder begreepen, mitsgaders tot het maaken of verkoopen van eenige gedrukte of afgezette Kaarten, Schoolboeken, School en Comp toir behoeftens, als Schryfboeken, Schryfpennen, Zegellak, Zegeigaaren, Ouwelen, Inkt, wyders niet tot het verkoopen van eenige witte, blaauwe of graauwe Druk of Pakpapieren (blyvende echter 't Schryfpapier van dit verbod uitgezonderd, en de verkoop van 't zelve, tuflchen de Leden van dit en 't Kramers Gildein 'r gemeen), Canon of Bortpapier, Pergament, Briefwerk, geverwd of ongeverwd; alles op eene boete van tien Guldens voor de eerfte reis, en van vyf- en twintig Guldens voor de tweede reis, met verbeurte daar en boven telkens van alle zodanige Goederen ; zullende de eene helfte der boete gaan ten profyte van het Gild, en de wederhelfte, als mede de verbeurde Goederen, ten behoeven van de Diaconie-Armen deezer Stad; zullende echter onder het voorfz. verbod niet zyn vervat die geenen, welke met permiffie van Heeren Burgemeefteren alhier zullen willen oprichren eene Fabricq of particuliere Negotie van Pennen of Zegellak; en wordt dien onverminderd echter aan gequaliliccerde Uitdraagliers gepermitteerd , oude Boeken publiek uit te venten. V. Niemand, buiten de Leden van dit Gilde, zal zich in 't vervolg mogen ophouden met, binnen deeze Stad en haare Vrydom, teverfpreiden of te laaten leezen eenige Boeken , Nieuwspapieren en periodique Werken, op een boete van vyf- en twintig Guldens, ten profyte van het Gilde; en wordt daar en boven by deezen aan allen en eenen iegelyk, byzonderlyk aan de Leden van deezen Gilde, op 't nadrukkelykfte en fcherpile verbooden het Drukken, Verkoopen en verfpreiden , 't zy bedekcelyk onder den duim , 't zy in 't openbaar, van alle ergerlyke Boeken cn Gcfchriften tegen den Godsdienft, of wel Spotfchriftcn , Fasquillen , Prenten , Libellen waarin de Hooge Coilegien van 's Lands Regeering , zyne Hoogheid , de Heer Prins Erfstadhouder , deszelfs Hoog Vorltelyk Huis, of Particuliere Leden van Staats en Stads Regeering, als mede gekroonde Hoofdenen andere Hooge Regeeringen van Buitenlandfche Mogendheden, gehoond , gelafterd en in hunne Eer en Waardigheden aangetaft worden, op een boete van hondert Gulden, te gaan , een derde ten behoeven van den Heer Hoofd-Officier, een derde ten behoeven van dit Gilde, en 't laatfte derde ten behoeven van de Diaconie - Armen, boven de boetens en breuken, by 's Lands Placaaten daar op gefield of noch te Hellen; wordende Deken en Vinders op 't Iferkfte gelaft en geordonneerd op de executie van dit Articul en op de Overtreders en Overrreedingen van 't zelve het naauwkeurigfte reguard te neemen. VI. Gelyk ook niemand van dit Gilde op Zonen Feeft-Dagen, buiten zyn Winkel, Deure of Vengfters zal mogen voordellen, uithangen, of, om te verkoopen, praafenteeren eenige Brieven , Boeken , Almanakken , Kaarten, Schildeken en Tafreelen, op de boeten van drie Gulden, telken reis te verbeuren , een derde ten behoeven van den Heer Hoofd-Officier, een derde ten behoeven  214 KEUREN DER STAD HAERLEM. ven van dit Gilde, en 't laatfte derde ten behoeven van de Diaconie-Armen. VIL Niemand der Gilde Leden zal, ingevolge de Refolutie van hun Ed. Groot Achtb. de Heeren Burgemeefteren deezer Stad, van dato 9 Oétober 1706, voortaan eenige merken voor de Fabriqueurs in Linten, Gaarens en Twyn mogen Drukken, naar ongeftempelde Vormen, op eene boete van vyf- en twintig Guldens voor de eerfte reize, en van vyftig Guldens voor de tweede reize; ook zal niemand buiten de voornoemde Gilde Leeden, eenigerhande merken voor de Fabriqueurs hier vooren gemeld, mogen invoeren of afleevcren, of by de merkgebruikers mogen ontvangen worden , op eene boete van tien Guldens voor de eerfte, en twintig Guldens voor de tweede reize, te verbeuren ten behoeven als in 't VI Articul is bepaald geworden; alles ingevolge de Refolutie van hun Ed. Groot Achtb. de Heeren Burgemeefteren deezer Stad van den 4 September 1709. VIII. Een Gilde Broeder of Zufter, eenig Knegt of Leerling twaalf Jaaren of daar en boven oud zynde, in dienft aanneemende, zal verpligt zyn dezelven by Deken en Vinders tc laaten infchryven, waar voor door den Knegt of Leerling zal moeten worden betaald één Gulden ten behoeven van 't Gild, en wanneer een Meefter zodanige Knegt of Leerling langer dan zes Weeken, zonder te zyn ingefchreeven, in zynen dienft houdt, zal hy verbeuren dertig Stuivers, ten behoeven als vooren. IX. Een Gilde-Broeder of Zufter, zyn Kind of Kinderen zyne affaires willende leeren, zal gehouden zyn dezelven te laaten infchryven , doch zal van 't inteeken geld (volgens Art. VIII.) bevryd zyn. X. Een Knegt of Leerling, van Meefter willende veranderen, zal zich niet in den dienft van een ander Meefter mogen begeeven, dan, na alvoorens denzelven vier Weeken te vooren te hebben gewaarfchouwd , of wel een bewys van eerder ontflag te hebben bekomen; en zal niemand der Gilde Leden eenige Bediendens van anderen, zonder zodanig bewys, vermogen in zyn dienft aan te neemen, op een boete van twaalf Guldens, ten behoeven van 't Gild. XI. Niemarid der Gilde-Broeders of Zufters zal een Knegt of Knegts buiten hun eigen Huis of Winkel mogen in 'c Werk ftellen,'op een boete van zes Guldens, ten behoeven als vooren. m Een Gilde - Broeder overlydende en eene Weduwe nalaatende, zal die Weduwe de affaires van haaren overleeden Man mogen blyven continueeren, mits dat zy aan Deken en Vinders, binnen zes Weeken na het Sterfgeval daar van kennis geeve , om zulks op 1 de Lyft der Gilde Leeden te noteeren, voor welke aanfehryving door zodanige Weduwe zal moeten worden betaald drie Guldens, ten behoeven als vooren. XIII. Een Gilde-Broeders Wed uwe, zich andermaal in Huwelyk begeevende met iemand, die zich nimmer in de affaires van dit Gilde heeft bekwaam gemaakt, en echter de Neering willende blyven continueeren, zal gehouden zyn in plaats van aan 't II en III Articul deezer Ordonnantie te voldoen, te betaalen het dubbeld Gfldéregt, bereekend op denzelfdcn voet, als wanneer een Vreemdeing van buiten zyn proef doet, en dus eene ?omma van veertig Guldens; doch wanneer ene Weduwe trouwt met iemand, die zich n de affaires heeft geoeffend, en aan zyne -eerjaaren niet ten vollen voldaan heeft, zal iy van de vervulling der tyd, die aan dezelve zal te kort komen, bevryd zyn, doch geïouden weezen, alvoorens de Neering op :yn eigen Naam te mogen exerceeren, het "rilde te winnen, ingevolge het Hen UlAricul deezer Keure. XIV. Ieder Gilde-Broeder en Zufter zal Jaaryks in de Maand Mey aan Deken en VinIers moeten betaalen eene Somma van vier juldens, tot goedmaaking van de koften, op  KEUREN DER STAD HAERLEM. 015 op de directie van die Gilde vallende; en zullen de Leden verpligt zyn, die Penningen tegen behoorlyke quitantie aan den Gilde-Knegt ter hand te ftellen, uiterlyk voor t einde der Maand Mey; en wanneer met de betaaling langer wordt getraineerd, zal voor elke Week worden verbeurd zes Stuivers; zodanig echter, dat het gemelde uitftel niet langer zal mogen duuren dan den tyd van twee Jaaren ; zullende na verloop van dien tyd zodanig Lid worden gereekend, geheel vervallen te zyn Van zyn recht en aanfpraak op dit Gild, en zal nimmer die affaires weder mogen exerceeren, dan alvoorens 't dubbeld recht van dit Gilde , als mede de achterftallige contributien en Boetens, voldaan te hebben. XV. Iemand der Gilde Leden de affaires finaal willende quiteeren, zal gehouden zyn zulks aan de Dekens en Vinders bekend te maaken, en verpligt zyn, de contributie voor het loopende Jaar te voldoen: en wanneer zodaanig Lid naderhand de affaires wederom zal willen aanvaarden, zal hy daar voor moeten betaalen dertig Guldens voor 't Gild. XVI. Een Gilde-Broeder ofZufter, die voortaan alleen bevoegd zullen zyn tot het houden van publicque Verkoopingen van Boeken, eene Verkooping houdende van Boeken of Boekbinders Gereedfchappen , het zy dan dat die Goederen van hun zelfs of wel van anderen afkomftig zyn , zal voortaan ten behoeven van dit Gilde aan Deken en Vinders moeten betaalen twee Guldens voor den eerften Verkoopdag, en eene Gulden voor elk der volgende Verkoopdagen, te betaalen drie Maanden na den Verkoopdag, alles tot goedmaaking van de Koften op de directie van dit Gild valiende: wyders zullen geene Boeken, het getal van vyftig ftuks te boven gaande , by Meubilaire Goederen mogen worden verkogt, zonder een confent Van Deken en Vinders van dit Gild, waar voor zal moeten worden betaald twaalf Stuivers , ten behoeven als vooren; en ingevalle van verzuim , zal daar voor worden verbeurd drie Guldens, ten behoeven van de DiaconieArmen. Vervolg van V II, Deel,$ Stuk. XVII. De directie van dit Gild zal ftaan als van ouds, onder één Deken en twee Vinders, Leden van dit Gild zynde, waar van ieder Jaar de oudfte zal aftreeden op primo Mai, in wiens plaats uit eene Nominatie van een dubbeld getal van Perfoonen, by Deken en Vinders geformeerd, door hun Ed. Groot Achtb. de Heeren Burgemeefteren deezer Stad, een ander bekwaam Perfoon zal worden verkooren en aangefteld; en zullen Deken en Vinders verpligt zyn, alle de Articulen van deeze Ordonnantie naar behooren voor te ftaan, op de onderhoudinge van dezelve acht te geeven, en tegen de Comraventeurs, overcenkomftig de poenaliteiten, hier vooren geftatueerd, te waaken. XVIII. Wyders zullen Deken en Vinders voortaan alle Maanden, en wel bepaaldelyk op den tweeden Maandag in ieder Maand, des avonds van zes tot zeeven uuren, op eene daar toe gefchikte plaats, eene byeenkomft houden; ten einde aan de Gilde Leden geleegenheid te geeven, om hunne belangens ter kennis van Deken en Vinders voor te draagen: doch wanneer iemand eene buitengewoone byeen* komft zal komen te verzoeken, zal hy gehouden zyn daar voor te betaalen eene Somma van drie Guldens , ten behoeven van 'r Gild. XIX. Tot het waarneemen van de zaaken dit Gilde concerneerende, zullen Deken en Vinders vermogen aan re ftellen een GildeKnecht, op eene behoorlyke Inftruétie, door hun te formeeren, en tegens het genot van een redelyk Loon, ter taxatie en moderatie van Heeren Burgemeefteren, des noods nader te reguleeren. XX. Tot het doen der bekeuring zullen alle de Leden van dit 'Gild, als mede de GildeKnecht bevoegd zyn , mits dat zy, eenige overtreedinge ontdekkende, zullen verpligt zyn, daar van aan Deeken en Vinders kennis te geeven, die daarop tegen de overtreders zullen moeten handelen achtervolgens de Articulen hier vooren gemeld. Eindelyk referveeren myne Heeren voorFf noemd  2i6 KEUREN DER STAD HAERLEM. noemd aan zich de magt, om deeze nadere Ordonnantie te interpreteeren, amplieeren en altereeren, na mate dat de omftandigheeden van zaaken en tyden, en de belangens van dit Gilde , zulks zullen komen te vorderen. Aldus gedaan en gearrefteerd, den 9 September 1788, prefent de Heeren Jofias Eckhardt, Hoofd-Officier; Mr. Pieter Vermeulen, Joan Harmen Grasvuinckel, Jean Gysberto Decker , Mr. Ifebrandus Johannes Faber van Riemsdyk, Burgemeefteren ; Mr. Gerrit Willem van Ooft en de Bruyn, Adriaan Boes fes, Heer van Leeuwen en Puyffelick, Daniël Lodewyk Hogguer , Jan van de Poll Janfz., Hendrik Pieter de Pauw, Mr. Emanuel Sandoz en Dionyfius Marchant, Scheepenen der Stad Haerlem. In kennifle van my, W. van SYPESTEYN. En den 29 daar aanvolgende, na voorgaande Klokkengeflag , ter puye van den Raadhuize deezer Stad gepubliceerd, ten over ft aan van de Heeren Jofias Eckhardt, Hoofd-Officier; Dionyfius Marchant en Cornelis Boent Schepenen der voorfz. Stad. By My, W. van HOGENDORP. Resolutie, houdende explicatie van het VIII Articul der Keure en Ordonnantie van den 9 September 1788, voor het BOEKDRUKKERS- en BOEKVERKOOPERS-GILDE; van den 22 Oétober 1788. De HEEREN van den GERECHTE der STAD HAERLEM, gezien en geëxamineerd hebbende het Requeft door Deken en Vinders van het Boekdrukkers en Boekverkoopers - Gilde , aan hun Ed. Achtb. geprefenteerd; in fubftantie te kennen geevende; dat zommige Leden van hun Gilde, het VIII Articul van de Nieuwe Keure en Ordonnantie op 't voorfz. Gilde, van dato 9 September 1788, tegen her waare oogmerk van dat Articul interpreteeren ; verzoekende dierhalven , om alle frivoole uitvluchten en voorwendzels voor te komen, gemelde Articul nader te expliceeren; hebben hun Ed. Achtb. na deliberatie goedgevonden en verftaan, het gemelde VIII Articul op den navolgende wyze te veranderen. Een Gilde-Broeder of Zufter een ig Knecht of Leerling, twaalf Jaaren of daar boven oud zynde, ten tyde van 't emaneeren deezer, in dienft hebbende of nader aanneemende, zal verpligt zyn , denzelven by Deken en Vinders te laaten infchryven, waar voor door den Knegt of Leerling zal moeten worden betaald één Gulden, ten behoeven van V Gilde , en wanneer een Meefter zodanigen Knecht of Leerling langer dan zes Weeken, zonder te zyn ingefchreeven, in zyn dienft houdt, zal hy verbeuren dertig Stuivers, ten behoeven als vooren. En wyders ter kennifle van hun Ed. Achtb. gekomen zynde, dat 'er by zommige Leden van 't Boekdrukkers en Boekverkoopers Gilde geiuftineerd wordt, dat, volgens het IV Articul van gemelde Keure, niemand buiten mn Gilde zich zoude mogen geneeren met iet verkoopen van Speelkaarten; hebben hun ïd. Achtb. na deliberatie en tot wegneeming ran alle dubieteit, goedgevonden en verftaan lader te arrefteeren, zoals gearrefteerd wordt Dy deeze, dat by gemelde Keure aan niemand Ier Ingezeetenen deezer Stad het verkoopen mn Speelkaarten wordt geinterdiceerd. Aclum ter Kamere den ai October 1788, prefent de Heeren ut in Regiftro. In kennifle van my, W. van S YPEST E YN  KEUREN DER STAD HAERLEM. 217 Instructie voor den GILDEN-KNECHT van het Boekverkoopers-Gilde; van den 11 Oétober 1788. BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STAD HAERLEM, gezien en geëxamineerd hebbende zekere Concept -Inftruétie voor den Gilde-Knecht van het Boekverkoopers-Gilde, binnen deeze Stad, aan hun Ed. Groot Achtb. geprefenteerd door Deken en Vinders van 't voornoemde Gilde , en luidende als volgt: Articul I. De Gilde-Knecht zal gehouden zyn, om alle byeenkomften van Deken en Vinders aan te zeggen, en zich geduurende dezelve by de hand te houden , om zodanige ordres te ontvangen, als by Deken en Vinders zullen nodig geoordeeld worden. II. Dezelve zal insgelyks alle Contributien en Recognitiën, welke ten behoeve van het GiJde zullen moeten betaald worden , verplicht zyn in te vorderen, en dezelve'n aan Deken en Vinders moeten verantwoorden. III. Wanneer ter kennilTe van den Gilde-Knecht komt, dat tegen de Keure gehandeld wordt,'t zy door Leden van het Gild, ofd oor iemand daar buiten, zal by zulks ter kennifle moeten brengen van den Deken en Vinders , en wanneer den contraventeur in eenige Boeten vervald, zal hy daar van een gedeelte genieten, ter discretie van Deken en Vinders. IV. Boven en behalven het aandeel in de Boetens in Articul III. vermeld , zal de GildeKnecht voor zyne dienden tot loon genieten de fomma van vyf- en twintig Gulden Jaarlyks , te betaalen uit de Gilde-Kas. Hebben hun Ed. Groot Achtb. na deliberatie goedgevonden en verftaan , de voorfz. Concept - Inftruétie voor den Gilde-Knecht van het Boekverkoopers -Gilde binnen deeze Stad te approbeeren, zo als dezelve geapprobeerd wordt by deezen. Resolutie, waar by het III, IV, en V Articul van de Keure voor het BOTERKRUYERS-G1LD, van den 13 January 1751, geroyeerd en buiten effect gefteld wordt; van den 3 November 1784. De HEEREN van den GERECHTE der STAD HAERLEM, gehoord hebbende de leétuure van de Requefte, aan hun Ed. Achtb. geprefenteerd door IVillem Hallé, Mattheus van Overloop en Matthys van der Foor en, allen Vinders van het Boterkruyers - Gild binnen deeze Stad, zo voor hun zeiven als in naamen van hunne gezamenlyke MedegildeBroederen; te kennen geevende: dat wel by het lilde, IVde en Vde Articnl van de Ordonnantie op het ftuk van de Boter en Boterkruyers alhier, van dato 13 January 1751, is geftatueerd: „ datdegezaamlyke Kruyers, „ alle vier Weeken precies, moeten contri- „ bueeren zes Stuivers, ten behoeve der ,. Zieke Gilde-Broederen. „ Voorts, dat wanneer een Gilde - Broe„ der Ziek wordt, aan denzelven Weeke„ lyks, tot onderftand, zal gegeeven wor„ den eene Gulden; ende zulks zes Weeken „lang, wanneer zo lang Ziek blyft, doch „ niet meerder. „ Ende wyders, dat, ingevalle een Gil„ de-Broeder komt te overlyden, door het „ het Gild, tot zyne Begraavenis, zal wor„ den gegeeven twaalf Guldens. Dat de voorfz. Contributie, in het lilde Articul vermeld, ten tyde van het arrefteeren van dezelve Keure, zeer waarfchynlyk een Ff 2 ge.  ai8 KEUREN DER S TAD HAERLEM. gering object voor ieder der Gilde-Broederen , heeft uitgemaakt; doch dat thans, door de merkelyke vermindering van Ingezeetenen in deeze Stad, ende fteeds toegenomen en vermeerderde duure tyden, der Supplianten beftaan, en dat van hunne Medegilde-Broederen, zodanig is ingekrompen en aan het daalen geraakt, dac zy de voorfz. uitkeering bezwaarlyk zullen kunnen continueeren , waaromme zy Supplianten verzogten, dat hun Ed. Achtb. hun Supplianten en hunne gezamenlyke Medegilde - Broederen , van de voorfz. Contributie geliefden te ontflaan, en mitsdien het bovengemelde lilde, IVde en Vde Articul van hunne Keure teroyeeren en buiten effect re ftellen; te meer noch, de¬ wyl zedert het arrefteeren van hunne Keure, diverfe Begraavenis - Boffen zyn opgericht, waar uit men, voor de geringe contributie van ééne Stuiver 's Weeks, eene aanzienlyke fomme van tachtig Guldens, en meerder, tot de Begravenis bekomen kan. Hebben hun Ed. Achtb., na deliberatie, goedgevondenen verdaan, de Supplianten en hunne gezamenlyke Medegilde - Broederen, van de contributie, in het voorfz. lilde, Art. gemeld, te libereeren en te ontflaan, en mitsdien het lilde, IVde en Vde Articul van hunne Gilde-Keure te royeeren en buiten effect te ftellen, zoals dezelven geroyeerd en buiten effect gefteld worden by deezen. Resolutie, houdende dat het getal der Boter-Kruyers van VYFTIEN tot op TIEN Perfoonen, zal uitfterven; van den 28 February 1786. De HEEREN van den GERECHTE der STAD HAERLEM, disponeerende op het verzoek by Requefte aan hun Ed. Achtb. gedaan , door de Vinders en verdere Gilde-Broeders van het Boterkruyers-Gild binnen deeze Stad, ten einde hun getal, zo om de vermindering der Inwooners deezer Stad, als uit hoofde van het fober beftaan en inkomen, dac zy van gemelde hunne Bediening genieten, bedraagende circa agt a negen Stuivers per Week, van vyftien op tien zouden mogen uitfterven ; hebben , na deliberatie, goedgevonden en verftaan, dat het getal der Boterkruyers binnen deeze Stad, van vyftien tot op tien Perfoonen zal uitfterven, en in vervolg van tyd,op het zelve getal zal blyven gefixeerd. En zal Copie deezer aan de Overluiden van het Bocerkruyers-Gild, tot naricht worden gegeeven. Acium ter Kamere den 28 February 1786, prefent de Heeren ut in Regiftro. In kenniffe van my, C. A. TESTART. Resolutie, waar by aan de Boterkruyers wordt gelall, om, by vervolg, na primo July, geen VATEN met BOTER uit de Waag te verwerken, en thuis te bezorgen, dan die in dat Jaar, waarin zy ze verwerken, behoorlyk zullen zyn GEYKT; van den 5 Auguftus 1789. BURGEMEESTERENen REGEERDERS der STAD HAER' LEM , ^econftdereerd hebbende de nuttigheid en noodzaakelykheid voor alle Burgers en Ingezetenen deezer Stad, dac de Botervaten Jaarlyks behoorlyk worden geykt; hebben, om voor te komen dacgeene Botervaten ongeykt blyven, na deliberatie, goedgevonden en verftaan, de Boterkruyers binnen deeze Stad wel expreflelyk te gelaften, zo als  KEÜRËN DER STAD HAERLEM. m Nadfr Ampliatie van de Keure eti Ordonnantie op het BROODBAKKERS-GILDE binnen deeze Stad, raakende de overdoening van 't GILDE-RECHT door Itilzitt'ende Leden; van den 10 Mai 1780. TT^V HEEREN van den GERECHI 1 TE der STAD HAERLEM, geJiL->^ boord hebbende de leétuure van de Requefte, aan hun Ed. Achtb. geprefenteerd door Deken en Vinders van het Broodbakkers-Giid binnen deeze Stad. Te kennen geevende , dat, by alteratie en ampliatie van de Keure en Ordonnantie op der Supplianten Gild, van dato 18 July 1759, door hun Ed. Achtb. wel is geftatueerd; „dat het getal der Bakkersof „ Bakfters zoude uitfterven tot op zeven„ tig, en dat niemand zyn proef zoude mo„ gen doen, dan na dat twee Gilde-Broe„ ders uitgekogt of uitgeftorven zouden zyn," dan dat naderhand, op herhaalde verzoeken van Perfoonen, die anderzins, conform de Ordonnantie, volkomen in ftaat waaren derzelver Proeven te doen, edoch geene twee Gilde-plaatfen konden bekomen , door hun Ed. Achtb. aan hun is gepermitteerd, „tot „ het doen van derzelver proeven te kunnen „worden geadmitteerd, wanneer dezelven „ één Gilde-plaats verkreegen hadden ; mits „ voor de andere , onder Deken en Vinders „ van der Supplianten Gilde, configneeren„ de de fomma van honderd vyftig Guldens", welke fumma, volgens der Supplianten begrip , zoude behooren te worden afgegeeven aan zodanige Leden van der Supplianten Gilde, welke, twee Jaaren ftil hebbende gezeeten, en de Bakkerye, met de daad, niet geëxerceerd hebbende, geneegen mogten zyn, huil Gilde-Recht te verkoopen. Dat de voorfz. fumma van hondert en vyftig Guldens aizo menige maaien, onder hun Supplianten, is geconfigneerdgeworden, en, tot nog toe, maar één Lid deszelfs GildeRecht, daar voor, aan de Supplianten heeft afgeftaan, en dat daar tegen het getal der Leden reeds tot op zes- en zeventig is uitgeftorven , waar onder drie- en zeventig die de Bakkerye noch daadelyk exerceeren, en drie ftil zittende, die mede reeds over de voorfz. tyd van twee Jaaren de Bakkerye niet hebben geëxerceerd , waaromme de Supplianten, ten einde zy van de voorfz. geconligneerde Penningen zouden kunnen worden ontiaft, verzogten , dat by hun Ed. Achtb. mogt worden gearrefteerd; dat, van nu voortaan, zodanige Gilde - Leden , die meerder dan twee Jaaren ftilzittende zyn geweeft, en dus hun Recht niet hooger dan voor de opgemelde fumma van hondert-en vyftig Guldens mogen verkoopen, het zelve Recht niet anders, dan aan de Supplianten tegen dezelve fumma zullen mogen afftaan , immers tot zo lange, als de Supplianten met diergelyke geconligneerde Penningen zullen zyn belaft, en hec getal der Bakkers en Bakfters , niet tot op zeventig uitgeftorven zal zyn. Hebben hun Ed. Achtb., na deliberatie, goedgevonden en verftaan, nader te arresteeren en te ftatueeren : „ dat, van Uu „voortaan, alle zodanige Gilde-Broeders „en Gilde-Zufters, welken, meerder dan „twee Jaaren, hebben ftil gezeeten, ende „ Bakkerye, geduurende dien tyd, niet heb„ ben geëxerceerd, hun Gilde-Recht aan ,, niemand anders, dan aan Deken en Vin„ ders van het Broodbakkers-Gild, binnen „ deeze Stad, tegen eene fumma van honderd „ en vyftig Guldens zullen mogen afftaan ;im„ mers tot zo lange als de Supplianten met „ dier gelyke geconligneerde Penningen zul„ len zyn belaft, en het getal der Bakkers en „ Bakfters niet tot op zeventig uitgeftorven „ zal zyn." Ff 3 Am» als aan dezelven gelaft wordt by deezen, om hy vervolg , na primo july , geen Vaten met Boter uit de Waag te verwerken, en t'huis te bezorgen, dan die in dac Jaar, waarin zy ze verwerken, behoorlyk zullen zyn geykc, met hec nommer van hetloopehdJaar. En zal Copie deezer aan de Overlieden van het Bocerkruyers-Gilde worden ter hand gefteld, zo'tot hunnen, als der verderen Gilden-Broederen, naricht.  210 KEUREN DER STAD HAERLEM. Ampliatie van de Keure voor 't BROODBAKKERS GILDE; van den 3 November 1784. X\f, HEEREN van den GERECHI J TE der STAD HAERLEM , gehoord hebbende de leétuure van de Requefte aan hun Ld. Achtb. geprefenteerd door Deken en Vinders van het Broodhakkers Gilde binnen deeze Stad; houdende klagten over de dispuuten en oneenigheden, dewelken, tuffchen de Broodbakkers Baazen en hunne Knechts, dikwyls plaats hebben , i ten opzigte van het voldoen der Leer-Jaaren, waar aan dezelve Knechts, ingevolge; de Keure, alvoorens dat zy tot Baazen kunnen worden bevorderd, gehouden zyn, en! waaromtrent, by der Supplianten voornoemde Gilde-Keure, geene genoegzaame voorzieningen zyn gemaakt, ten minfte niec de zodanigen, als wel, tot voorkoming van alle dubieteiten en quaïftien daaromtrent, zouden behooren daar gefteld te zyn; mitsgaders ook niet tot eene volledige bepaaling, welke de oudfte Knecht in het Gild is, dewelke, ingevolge de Keure, een overleeden Gilde-Broeders plaats vervullen mag, verzoekende derhalven, dat hun Ed. Achtb , ten einde alle verdere dubieteiten en misverltand daaromtrent voor te komen en te amoveeren, zodaanige voorzieningen geliefden te ftatueeren, als hun Ed. Achtb. zouden nodig oordeelen en vermeenen te behooren: Hebben hun Ed. Achtb., na deliberatie, goedgevonden en verftaan, het verzoek door de Supplianten gedaan te accordeeren, en mitsdien hunne voorfz. Gilde-Keure met de navolgende Articulen te amplieeren. Articul I. Alle Knechts, die hunne Leer-Jaaren by een Baas uitgediend hebben, zullen gehouden zyn by Deken en Vinders van het Gild een Knechts-Brief te haaien, tenbewyze dat zy hunnen leertyd hebben voldaan, en daar e HEEREN van den GERECH- Na- voor te betaalen ééne Gulden, ten behoeve van het Gild; en worden Deken en Vinders by deeze geinjungeerd, omme van de afleevering van iedere zodanige Knechts-Brief, als mede aan wien dezelve gegeeven is, behoorlyke en accuraate aantekening te houden. ft Ieder Leerling of Knecht, terftond na zyne Intekening in bet Gild, en geduurende den tyd dac hy Knecht is, het zy dezelve by een Baas, of in een der Godshuizen binnen deeze Stad werkt, zal gehouden zyn , jaarlyks, ten behoeve van het Gild te contribueeren zes Stuivers; tot welke ontvang de Vinders, in de Maanden Auguftus en September van ieder Jaar, des Vrydags avonds in hunne Gilde-Kamer zullen vaceeren: en indien het mogt komen te gebeuren, dat eenigen van dezelve Knechts buiten deeze Stad werkten, zullen dezelven de voorfz. contributie, door anderen daar toe behoorlyk gequalificeerd, mogen laaten betaalen, edoch zullen de zodaanige Knechts, dewelken zich geneeren met uit hec Huisbakken of Noodhulpen te gaan, van het betaalen van de voorfz. Contributie bevryd zyn. m Indien eenige van de voorfz. BakkersKnechts mogten weigeren de voorfz. Contributie te betaalen , ofte zulks verzuimen te doen, zullen zy, voor het verzuim van één Jaar, boven de meergemelde Contributie, verbeuren ééne Gulden; voor het verzuim van twee Jaaren, insgelyks buiten en behalven de Contributie, twee Guldens; en indien dat verzuim drie Jaaren mogt plaats hebben , zullen dezelven gerekend en gehouden worden geen Knechts meer ce zyn.  KËÜREN DER STAD HAËRLËM. Nader Alteratie en Ampliatie op de Keürë en Ordonnantie voor het BROODBAKKERS-GILD binnen deeze Stad, in dato 27 November 1749- van den iften February 1786. De HEEREN van den GERECHTE der STAD HAERLEM, gehoord hebbende de Lecmure van de Requefte,aan hun Ed.Achtb. geprafenteerd door Deken en Vinders van het Broodbakkers-Gilde binnen deeze Stad^ hebben, na deliberatie en in achting genoomen zynde, dat, door de aanmerkelyke vermindering van de goede Burgery deezer Stad, zedert eenige Jaaren, niet aileen in quantiteit, maar voornamenlyk ook in qüaliteit en vermoogen, de Broodbakkery binnen deeze Stad in verval en decadentie is geraakt, goedgevonden en Verftaan, by forme van nadere Alteratie en Ampliatie van de Keur en Ordonnantie voor t Bakkers-Gild alhier, van den 27 November 1749, te ordonneeren en te ftatueeren, zo als geordonneerd en geftatueerd worden de navolgende Articulen 1 Articul I. Dat het getal der Bakkers of Bakfters, in plaatfe van zeventig (waarop het zelve, in. gevolge Alteratie en Ampliatie van den 18 July 1759ris uitgeftorven) wederom uitfterven zal tot op vyftig, ten ware in dien tusfchen tyd mogt geoordeeld worden nuttig te zyn, dat de uitfterving ceflèerde, voor dat het getal tot op vyftig zal zyn gereduceerd. Ö. Dat geduurende den tyd Van de eerftkorhende twee Maanden, ingaande met den dag van het arrefteeren deezes, en niet langer, het aan ieder Bakkers-Knegt, die aan de Keur voldaan heeft, en in ftaat is om zyn Proef te doen, zal zyn gepermitteerd, indien een Bakker of Bakfter, indien tyd komt te fterven of uit gekogt word, en dus een afgaande of overlydende, tegen een aanko- j mende gereekend, zyn Proef te mogen doen j maar dat, na de expiratie van dien tyd, geenen hunne Proeven zullen mogen doen, dart na dat 'er twee uitgellorven of uitgekost zullen zyn. ö Ende laatftelyk, dat, zo ras 't getal van dè Bakkers en Bakfters tot op zeftig uitgeftorven zal zyn, als dan ieder Gilde-Broeder of Gilde-Zufter, het zy dezelve Bakkende of ftilzittende is, jaarlyks, tot beter onderhoud van het Gild, in plaatfe van dertig Stuiversi zonder onderfcheid zullen moeten betaaleri twee- en veertig Stuivers, en daar en boven voor de Keur- Meefters van het Koorn en Meel tuflchen de Bakkers en Molenaars jaarlyks twintig Stuivers. Blyvende voorts de gemelde Keur en Ordonnantie als mede de Alteratie en Ampliatie op dezelve, voor zo verre deeze niet is contrarieerende, in hunne volle kracht en vigeur. Aldus gedaan en gearrefteerd den \ften February 1786 , prefent de Heeren Mr. Ifebrandus Johannes Faber van Riemsdyk, Hoofd-Officier ; Antom Kuits, Mr. Pieter Vermeulen en Adolf Jan Heshuyfen, Burgemeefteren; Jean Gysberto Decker, Mr. Cornelis Ascanius van Sypeftein , Heef van Moermont en Renefle, Mr. Jacob Helmolt, Mr. LeonardHxuft, Abraham Catbarinus Fangelé Twent en Mr. Conrado Peftalozzi Camerling $ Schepenen der Stad Haerlémi In kennifle van my , C A. TESTART*  22? KEUREN DER STAD HAERLEM. Ampliatie op de Keure der BROUWNEERING binnen deeze Stad van den 10 Maart 1749; van den 4 Juny 1784. De HEEREN van den GERECHTE der STAD HAERLEM, gehoord hebbende de ledtuure van de Requefte, aan hun Ed. Achtb. gepraïfenteerd door Deken en Vinders van het BrouwersGild binnen deeze Stad; te kennen geevende, dat de Brouwneering, dewelke, in vroegere jaaren , alhier zeer heeft gefleureerd en zich ten toppunte van haare welvaart heeft verheeven gehad, zodanig dat dezelve, met alle recht, de hoofdneerïng deezer Stad heeft mogen worden genaamd, als nu, zedert een geruimen tyd, in een allerdiepft verval en decadentie is geraakt, in zo verre zelf, dat binnen den tyd van vyf- en twintig Jaaren, van agt Brouweryen binnen deeze Stad nu nog maar drie overig zyn; welk verval, naar'der Supplianten inzien, zo aan de laage pryzen der Bieren, de aanhoudende duurte der Brand-Stoffen en Vaatwerk, als aan de nu en dan ontftaane hooge pryzen der Graanen en andere Ingrediënten, grootendeels is te attribueeren , en dat de Supplianten bedugt zyn, dat het zelve verval nog meerder zal toeneemen, indien daar in niet, intyds, efficacieuslyk Worde voorzien; dat mitsdien de Supplianten met behoorlyke attentie overwogen hebbende , welke middelen, tot de daadelyke in ftandhouding van de Brouweryen binnen deeze Stad, zouden behooren ce worden in het werk gefield , eenpaariglyk hebben geoordeeld ; dat dezelven te zoeken zyn, inde geheele aflchaffing of maatiging der kortingen , dewelken de Brouwers gewoon zyn, by de betaaling der gekeverde Bieren , te accordeeren; in de zo veel mogelyke vermyding van geleegenheid tot wanbetaaling; en in de bepaaling der giften en gefchenken; dat voorts de Supplianten, tot wegneeming van de voorfz. abuizen, met concurrentie, overleg en volkomen approbatie van de gezamenlyke geintereffeerdens in de drie bovengemelde Brouweryen (zo als blyktby derzelver mede ondertekening van de Requefte) allezins dienftig geoordeeld hebben, dat der Supplianten voorfz. Gilde - Keure van den 10 Maart 1749, met de navolgende Articulen wierde geamplieerd. Verzoekende, dat hun Ed, Achtb. dezelve Articulen geliefden te approbeeren, en mitsdien te Ordonneeren en te ftatueeren, zo en in dier voege, als by dezelven is terneder gefteld. Hebben hun Ed. Achtb., na deliberatie, tot maintien van de Brouwneering binnen deeze Stad, goedgevonden en verftaan, der Supplianten voorfz. Gilde-Keure te amplieeren, en mitsdien de navolgende Articulen te arrefteeren, zb als dezelven gearrefteerd worden by deeze. Articul I. Aan niemand, wie hy zy, zal eenig Bier of Mol mogen gekeverd worden, dan tot de volle prys, zynde van Mol, vyf Guldens per Ton, wel meerder, maar niet minder, zonder eenige korting , dan alleen aan zodaanige Schippers, en aan de Bier-Steekers, waar van , in het II en III Art. gehandeld wordt. ft Alleen zodanige Schippers , dewelken , ten platten Lande, de Opgezetenen van Bieren voorzien, zullen, by de betaaling van het volle geld, mogen korten vyf ten honderd, zonder meerder. III. Aan alle Bier-Steekers zal 'mede het volle geld der gekeverde Bieren moeten worden bereekend, doch zullen, by de betaaling daar van, mogen korten twaalf- en een half ten honderd, zonder meerder. Aan geene Tappers, 't zy binnen deeze Stad, of daar buiten, zal eenig Credit mogen worden gegeeven , maar dezelven zullen gehouden zyn contant te betaalen. V. Voor niemand, wie hy ook zy, zal eenig verfchot van Impoft mogen worden verfchoo- ten;  KEUREN DER STAD HAERLEM, 22ó ten; te rekenen, ten aanzien der Calanten binnen deeze Stad, of derzelver Jurisdiéiie Woonachtig, van den aanvang deezer , en ten opzichte van anderen , van primo September deezes Jaars. vi. Aan niemand zal eenige Gift mögen worden afgelccverd , dan tot agt- en twintig Stuwers de Goteling, veertien Stuivers de naive Goteling, tien Stuivers de Mengde, , en vyf Stuivers de Pint. Vil Geene der Brouweryen binnen deeze Stad, zullen vermogen ce doën eenige afleveringen van Bieren of Mol aan eenige Bruike s of Eigenaars van Bier-Steekeryen dewelken zy niet gewoon zyn met beiden of een dier Articulen, daadelyk te voorzien, en welken zich dus, 0p nieuw, voor een of beiden van dezelve Articulen addrcffeeren, dan onder expres beding, van ieder afreekening over geleeverde Bieren of Mol, ce gelyk, op de navolgende wyze, te zullen afrekenen over het Vaatwerk: dat naamelyk het verfchil omtrent het afgeleeverde en we- 1 der te rug bekomene Vaatwerk zal moeten worden opgemaakt, het manqueerende aan £ den Bierfteeker moeten worden in reekenin°gebragt, en door denzelve betaald worden* h en het geene daar tegen zoude mogen blvken , zedert de laatfte afreekening, door e denzelve meerder te huis gebrast, dan behaald te zyn , zal , door de voornoemde f Brouweryen, aan denzelven, in Rekenin- v moeten worden vergoed ; alles ten pryze van veertig Stuivers de Ton ; de andere C ruiten, naar advenant. G VOL Geene der Brouwers zal vermogen aan iemand, wie hyzy, op de vaftgeftelde pry- H zen der Bieren, Mol en Gift f eenige of , meerdere kornnge te geeven, dan hier voor 23 bepaaldelyk is uitgedrukt; ook nimmer aan hunne Calanten, noch aan de Bierwerk-rs ^ noch aan .emand anders, mogen fchenken eenige Fooyen of Giften , 't zy in Geld 't Ve zy in Bier, of in eenig ander ding, hoe eenaamd dan alleen het geene in het volgenfeerd bePaaIdeiyk worde geëxpres- Vervolg van V //. Deel, 5 Stuk. ix. De Brouwers zullen de vryheid hebben, omme, 't zy gedeeltelyk of voor het geheel, en dus naar eige willekeur, zonder daar toe eenigzins gehouden te zyn, evenwel zonder meerder te mogen geeven, aan hunne Calanten aan de Bierwerkers, of aan anderen, te (chenken, als volgt: Aan de Bierwerkers het gewoone Paspoort van twee Stuivers per Ton; de andere Fusten naar advenant; Aan de Bier- Schippers , dewelken voor Bier/reekers vaaren, het Laft-Geld, tegen twintig Stuivers het Laft; mindere quandceiten naar evenredigheid. Tot Kermis-Giften. Aan de Bier-Sleepers en Bierdraagers, te Ktaraen en voor't geheel, agt- en twintig stuivers. 0 Aan de Binnen-Bieckruyers twaalfSruivers. Aan de Buiten-Bierkruyers agt- en'twin:ig Stuivers. Tot Nieuw-Jaars Giften. Aan de Dienaars van de Hoofd - Schout wee- en twintig Stuivers. Aan die van de Bailluage van Brederode wee- en twintig Stuivers. Aan die van de Bailluage van Kennemermd twee- en twintig Stuivers. Aan die van de Bailluage van Biois twee11 twintig Stuivers. Aan de Bier - Schippers, die voor deBier:eekeryen vaaren, niet meerder dan een half at twaalf Guldens Bier. Aan de Turf-Draagers, een half vat aet uldens Bier. ° Aan de Turf- Tonfters, een vierde Vat agt uldens Bier. ° Aan de Koorn-Meeters, een vierde vat ast uldens Bier. . 6 Aan de Koorn - Draagers, een vierde vat ;t Guldens Bier. Aan de Bier- Sleepers en Bierdraagers te amen een half vat agt Guldens Bier. ' Aan de Binnen-Bierkruyers, een vierdevat c Guldens Bier. Aan de Buicen-Bierkruyers, veertig Stuf» rs aan Geld. x. En eindelyk, dat, indien iemand zoude 'gen afwyken van, of handelen tegen den GS in-  224 KEUREN DER STAD HAERLEM. inhcua deezer ampliatie op de Keure van hec Brouwers-Gild, of eenig gedeelte van dien , hy verbeuren zal, voor de eerde reize, eene Boete van tweehonderd Guldens, voor de tweede reize, vyf honderd Guldens, en voor de derde reize, en vervolgens, duizend Guldens; te gaan, een derde ten behoeven van den Aanbrenger (wiens naam, des begeerende, zal worden gefecreteerd), en een derde ten behoeven van het Brouwers-Gild, en een derde , ten behoeve van de Gemeene Armen binnen deeze Stad. Alles, in geval van verfchil over de bekeuring, ter decifie van de Ed. Groot Achtb. Heeren Burgemeelleren en Regeerders deezer Srad. Blyvende voor het overige de Keure op de Brouwneering binnen deeze Stad , van den 10 Maart 1749, in zyn volle kragt en vigeur. Alias gedaan, gearrefteerd en geftatueerd, den 4 Juny 1784, by de Heeren Mr. Adolf Heshuyfen, Hoofd-Officier; Mr. Cbriftoffel Jan van Dam, Mr. Jan Theodorus Koek , en Mr. Jan Diederik Pauw. geboore tlceuft, Heer van Butdngen en Zandvoort, Heemftede, Rietwyk en Rietwykcroort, Burgemeefteren; en de Heeren Mr. Cornelis Baart, Jean la Clé, Dr. Nicolaas van IVyk de Pos, Mr. Jan Teding van Berkhout , Mr. Johan Arnout Gallas, Jacob Jan Cambier, en Mr. Daniël Donker van der Hof; Schepenen der Stad Haerlem. In kenniffe van my, C. A. TESTART. Instructie voor den PRiE LECTOR in de Anatomie en Chirurgie binnen de Stad Haerlem; van den 9 Auguftus 1769. Articul I. De Prseleélor in de Anatomie en Chirurgie zal gehouden zyn den tweeden en den laatften Donderdag van ieder Maand, des nademiddags ten drie uuren , publicque Leften te geeven in de Anatomie en Chirurgie, op zodanige Kamer als nader daar toe zal worden aangeweezen. II. Insgelyks zal hy gehouden zyn deeze Leften voornaamelyk te dirigeeren cot onderwys der Leerlingen in de Chirurgie , en dierhalven onderrichting geeven, zo in de Olleologie als Phyfiologie, en verders , van alle Wonden, Ziektens en Kwaaien, waar in het manuaal te paffe komt, aanwyzende de teekenen van groot gevaar of doodlykheid derzelven. III. De Praleclor zal ook des Winters eens of meermaalen, wanneer daar toe fubjeclen zyn, die hem door Heeren Burgemeefteren op deszelfs requifitie geaccordeerd zullen worden , en die hy zelve ook zal moeten trachten te bekomen, dezelve fubjeclen publicq met alle mogelyke accurateffe moeten Anatomifeeren, en, by gebrek van dezelve, verplicht zyn, zich te bedienen van Prajparaca om de vereifchte aanwyzinge te doen. IV. Hy zal ook verplicht zyn aan een deezer ■Lïcbaamen de voornaamfte Chirurgicale Operatien te doen , in 't byzonder, het zetten van de Trepaan, het Steen en Breukfnyden, de Paracentcfis met de vereifchte Bandagien, en Amputatien met de applicatie van 't Tournequet. V. De Pralecftor zal, zo lange hy zelve geen Lid van 't Collegium Medicum is, gehouden zyn de Leerlingen in de Chirurgie, die zich aan 't Collegium Medicum zullen willen addreffeeren om hun proef te doen, alvorens te doen ondergaan een Prealabel Tentamen, en dezelve nog onbekwaam vindende, mogen te rug zenden, en wanneer hy dezelve in tegendeel in ftaat vindt, henlieden daar van, als mede dat zy de Leften vlytig hebben gefre- queu-  KEUREN DER STAD HAERLEM. qtientecrd, verleenen een door hem eigenhandig geteekend Tefhmonium, om aan hec Collegium lVledicum door hunlieden ce worden vertoond en overgegeeven: zullende geen Chirurgyns in de Stad worden geadmitteerd, die zich hier aan niet flipcelyk zullen hebben gedraagen. 'ui"': \ ; ": vt. | /f^ Wannéér de Prtele-ftor een doodMenfchlyk Lichaam bekomen heeft, zal hy gehouden zyn zulks bekend te doen maaken aan hun Ed. Groot Achtb. de Heeren Burgemeefleren , en alle de Doéloren en Chirurgyns, dewelke, zo als ook de Leerlingen in de Chirurgie, daar by voor niet zullen mogen affifteeren, zo als ook de Regeering en gepromoveerde Perfoonen, doch alle anderen , die verkiezen deeze Leffen by te woonen, zullen verplicht zyn te betaalen een Schelling voor ieder Les. VIL Niemand zal geduurende deeze Leffen eenige Propooften vermogen te voeren, waar door de Praleftor eenigzins zoude kunnen worden geïnterrumpeerd, op eene Boete van drie Guldens. VIII. Niemand zal voor de demonftracien het kleed, waar onder het Lichaam geleegen is, mogen opligteh, of iets op de Tafel liggende in de hand neemen, nochte onder dedemonftratien elkander hinderlyk zyn , in de befchouwinge als anderzins, op de Boete van elf Stuivers. IX. Veel min zal iemand van de Cadavers* buiten weeten van den Prseleótor, iets mogen vvegdraagen ofte mede neemen , op de Boete van zes Guldens. X. De Prseleftor zal gehouden zyn alle Ihftrumenten, door hem tot het Anatomifeeren of het doen van manuaale Operatien te gebruiken, insgelyks Lakens, Bekkens ofte wat hy daar toe verder mogte benodigd hebben, zelve te bekottigen. XL Het zal aan denzelven vryftaan alle manuaale Operatien zelve te verrichten in de na* volgende gevallen, als namelyk het Steenfnyden, Breukfnyden , Trepaneeren, alle Amputatien, de Paracertcefis, het opereeren van de Cataracta en in alle extraordinaire gevallen, doch niet anders dan na voor afgegaane kennisgeevinge en bekomen confent van de Heeren Burgemeefleren en Regeerders deezer Stad. id XIL Eindelyk referveeren de Heeren Burger meefteren en Regeerders deezer Stad aan zich de Faculteit, omme deeze Inftruótie te vermeerderen, te verminderen, ofte wel anr derzins re veranderen, . zodaanig als by tyd en wylen zullen oordeelen te behooren. - Reglement en Ordonnantie raakende .de ANATOMIE binnen deeze Stad ; van den 20 Juny X 1781. ■ ; ' 1 - ' ■ BURGEMEESTER EN en REGEERDERS der. STAD HAERLEM, geïnformeerd zynde van de na laai'igbeid en onver■fcbilligheid, die fommige Chirurgyns en derzelver Leerlingen binnen deeze Stad betoonen ten aanzien van het adfflee'ren der Publieke Lesfen, die door 'den Stads Prteleclor in de Ontleed- Heel- en Vroedkunde ter hunner Inflru&le worden gegeeven , terwyl het nogthans ten hoogften noodzaaklyk is, dat de zodanigen die alhier de Chirurgie zouden willen exerceeren , of daar toe opgeleid worden, zich inzonderheid mede door het bywoonen der voorfz. Leffen hier toe zoeken te bekwamen; hebben, na deliberatie, (en geconfidereerd zynde eensdeels de ■onbetamelykheid van zodanige negligenGg 2 tt*i  S26 KEUREN DER STAD HAERLEM. tie, welke alzins behoord te worden tekeer gegaan, en anderdeels, dat het tot bevordering van de nuttigheid, die uit de Anatomifche Leften getrokken kan worden , merkelyk ftrekkenzou, indien daaromtrent noch eenige ordres wierden vaftgefteld, na ingekomen confideratien en advies van Decanus en AjfeJJbres van bet Collegium Medicum binnen deeze Stad , ) goedgevonden en verftaan te arrefteeren het navolgende: Articul I. Alle Jaaren van den eerflert Maart tot den laatften September, zal de Praelector in de Ontleed-en Heelkunde, op den tweeden en laatften Donderdag van iedere Maand, des namiddags van drie tot vier uuren, in het Theatrum Anatomicum , geeven publicque Leffen over Anatomifche, Phyfiologifche of Chirurgifche onderwerpen, by welke de Heeren Doftoren, Mrs. Chirurgyns en Intekenaaren zullen kunnen adfifteeren, en waar by de Knechts en Leerlingen in de Chirurgie zullen moeten tegenwoordig zyn, op de Boete van drie Stuivers telken reize als zy abfentzullen blyven, en op de Boete van een Stuiver, wanneer zy voor het Klokflag niet prefent zyn. En zal geen van hun, onder wat voorwendzel het ook zoude mogen zyn , van eerftgemelde Boete worden vry gefteld, dan alleenlyk in geval van Ziekte , waar van de zodanige op de volgende Les by een briefje van zyn Meester bewys zal moeten mede brengen, en het zelve overleeveren aan den Knecht van de Anatomie - Kamer, ten einde die het aan den Praslecfor zoude overhandigen. II. Tot bevordering van de Anatomifche Lesfen en ten dienfte derzelven zullen op het Theatrum Anatomicum, geduurende de Maanden November, December, january en February, worden overgeleeverd zodanige Lyken, binnen deeze Stad en derzelven Jurisdictie vallende, als by hün Ed. Groot Achtb. na voorafgaande kennisneeming van zaaken en omftandigheden daartoe gefchikt zullen worden geoordeeld. .. IIL ' En op dat het gemelde onderzoek ten aanzien van eenige Lyken, die daar toe nu en dan in cönfideratie zouden kunnen komen, met te meerder expeditie zoude kunnen gefchieden , zullen de Regenten van het Elizabeths Gallhuis, mitsgaders van het Aalmoesfeniers en Werkhuis binnen deeze Stad, refpeclivelyk gehouden zyn , om wanneer in het eerftgemelde Huis geheel onbekende Perfoonen, en in het laatftgenoemde eenige gevangenen , geduurende de voorfz. Maanden komen te fterven , daar van ten fpoedigfte aan den Praélector kenniffe te geeven, ten einde die, een Cadaver nodig hebbende, met den eerften tot Verkryging van het zelve het nodige verzoek aan hun Ed. Groot Achtb. zoude kunnen doen: zullende ook de Commiflaris van de Stads Keuren verplfgt weezen, orri op gelyke wyze, zo dra 'er Bedelaars of Landloopers in de Slyk- of Moolenfteeg of elders alhier komen te fterven, zulke rterfgevallen aan den Praelector aanftonds bekend te maaken, ten einde als vooren. IV. En ingevalle geduurende het Winter fatzoen alhier geen Cadavers mogten te bekomen zyn, zal de Praleétor gehouden weezen alle vlyt aan te wenden, ten einde hy 'er ten minfte een uit een andere plaats zoude kun* nen bezorgen : zullende in zodanige gevallen, ter goedmaaking der koften, door ieder Chirurgyn en Gilde- Broeder voor elk Cadaver moeten betaald worden twaalf Stuivers, en door ieder Knecht en Leerling zes Stuivers , welke betaalingen zullen gedaan moeten worden by het eindigen der laatfte Les over zodanig Cadaver, in handen van den Knecht van d'Anatomie- Kamer, die gehouden zal zyn, het gemelde ontvangen Geld aan den Prafleétor te overhandigen : doch zullen ter zaake van alle zodanige Cadavers, die ingevolge Art. II. aan het Theatrum Anatomicum worden bezorgd, deeze betaalingen of iurniflementen van Penningen niet gefchieden. V. Zo ras zich een Cadaver op het Theatrum Anatomicum zal bevinden, zal de Prasleétor daar van by Biljetten door den Knecht van de Anatomie aan de Heeren van de Regeering deezer Stad, de Medicina Doftores, Mrs. Chirurgyns en Gilde - Broeders, als mede aan de Intekenaars , kennis moeten laaten geeven, en over hec zelve Cadaver zo lang het daartoe in ftaat zal zyn, des Maandags,  KEUREN DER STAD HAERLEM. öm dags, Dingsdags , Donderdags en Vrydags rademiddags van vier tot vyf uuren Lesfen houden» VL By het houden van de Leffen in het Voorgaande Articul vermeld, zullen alle de Mrs. Chirurgyns, die nog geen twintig Jaaren in 't Gild geweeft zyn, als mede alle de Chirurgyns Knechts en Leerlingen abfolutelyk moeten adfifteeren, op poene dat zodanige Chirurgyns, die voor vier uuren niet aldaar tegenwoordig worden bevonden , zullen verbeuren ieder zes Stuivers en de Knechts of Leerlingen, in hetzelfde geval zynde, drie Stuivers: van welke Boete niemand zal zyn geëxcufeerd dan alleen om Ziekte, mits daar van blykende, als mede j indien de Prtelecftor om andere wettige redenen, die een Chirurgyn tot de waarneeming Van zyn Poft elders roepen mogten, zou nodig oordeelen den een of ander voor een enkele reis van het adfifteren by zodanige Les te verfchoonem VIL Alle de Mrs. Chirurgyns, die Knechts of ! Leerlingen in hunnen dienft hebben, zullen | gehouden zyn aan dezelven den behoorlyken , tyd tot bywooning der Zomer en Cadaver [ Leffen te geeven: en zullen zodanige Leerlingen , die zonder permiffie van den Pralector, of zonder Ziek geweeft te zyn, meer dan zes maaien in 't Jaar de Boete wegens abfentie hebben moeten betaalen, tot het z examen Chirurgicum niet worden toegelaa- i ten 4 noch ook, ingevalle zy zich buiten deeze v Stad zouden willen begeeven, een Leerbrief k van het Collegium Medicum verkrygen. g li VIII. f£ De Knecht van de Anatomie zal by den o aanvang van elke Les, 't zy Zomer of Cadaver z' Leften, voor 't Klokflag van drie of vier L uuren, by de inkomft van eiken Knecht of g Leerling, denzelven zyn naam ineen daartoe C gefchikt boekje doen teekenen, ten bewyze dat dezelve prafent zy geweeft, en vart de abfenten de Boetens promptelyk invorderen binnen veertien dagen na de verbeurte, ert zullen de Mrs. Chirurgyns by aldien hunne vc Knechts of Leerlingen in gebreeke blyvén vc gemelde Boetens te voldoen, als dan gehou- h< den zyn voor dezelve te refpondeeren en te betaalen» De Knecht van d'Anatomie zal gehóuden zyn viermaal in 't Jaar de ontvangen Boetens ter hand te ftellen aan de Leden van 'c Collegium Medicum ; welke Leden het recht zullen hebben om de zodanigen te dagvaar* den, die weigerig zyn gebleeven voornoemde Boete te voldoen, en dezelven alzo tot betaaling te noodzaaken ; zullende de gemelde Leden van het Collegium Medicum, in cas van oppoficie of hal/fan igheid van deezen af geenen, daar van kennis moeten geeven lan Heeren Burgemeefteren, ten einde tegen ien zodanigen efficacieufelyk zoude kunnen vorden voorzien. % Niemand zal geduurende de Leften eenige propooften vermogen te voeren , waar door Je Lecftor eenigzins zoude kunnen worden ;einterrumpeerd; ook zal niemand voor de Demonftratie 't Kleed waaronder het Lichaam geleegen is mogen opligten, ofte iets, dac )p de Tafel, ligt in de handen rieëmen , reel minder zal iemand van de Cadavers, >uiten weeten van den Praele&or, iets molen wegdraagen of mede neemen, op eene loece van drie Guldens. XL De Leften op het Cadaver afgeloopen ynde, zal de Lettor zorg draagen, dat het -ichaam in een Kift behoorlyk ter aarde 'orde befteld, van welke Begraafnis hy de aften zal moeten draagen , gelyk hy ook ^houden zal zyn zelfve te bekoftigen alle iftrumenten , door hem tot het Anatomieren of het doen van manuaale operatien i gebruiken, insgelyks Laken, Bekkens, ?te wat daartoe verder mogte benodigd fp, en dat alles van het Salaris, dat hem edlor door hun Ed. Groot Achtb. is töe;legd vóór 'c Anatomifeeren van ieder adaver. XII. Ieder Chirurgyns Knecht of Leerling zal rpligt zyn van elke Les, die op 't Cadar gegeeven wordt, naar zyne bekwaam* iid, fchrifcelyke anteekeningen te houden, Gg 3 wel-  m «REÜREN DER STAD HAERLEM. welke aanteekèn'ihgeh-, ' mét dés Schryvers naam, ondertekend na het afloopen der Cadaver Leffen zullen eer, hand moeten gefteld worden aan den-Lector , zullende de drie Knechts of Leerlingen, die naar .gedagtén van den Lector en verdere Leden van het Collegium Medicum de befte aantekeningen gehouden hebben, eene belooning genieten naar goedvinden van den Lector en Leden voornoemd: en zal wyders hier van by de eerfte daar aan volgende Zomer Les publicq kenniffe gegeeven worden aan Doctoren, Mrs. Chirurgyns en aan allen , welke by die Les tegenwoordig zyn; doch zullen daar en tegen die geene, welken geene aanteekeningen inleveren, verbeuren twaalf Stuivers. XIII. De twee Knechts of Leerlingen, die geduurende het geheele Jaar de Zomeren Winter Leffen 'cvlytiglte hebbenbygewoond,zullen eene ordentelyke belooning genieten; en zullen cot góedmaaking deezer belooningen de geftatueerde Boetens mogen worden geetuployeerd , terwyl het daar aan te kort fchietende door den Lector en Leden van het Collegium Medicum zal mogen worden gefuppleerd uit de Kas van dit Collegie. . En wordt voorts alle en een iegelyk,wien het aangaan mag, wel expreffelykgelaft, zich naar het bovengemelde Reglement exactelyk •te gedraagen, tot welk einde die van 't Collegium Medicum gequalificeerd worden om het zelve te laaten drukken en te diftribueeren aan wie het behoort; zullende in 't byzonder by de admiffie van elk Chirurgyn de inhoud der voorenftaande Articulen aan denzelven punctueelyk moeten worden voorgehouden , ten einde hy onder geenerhande pra?text zich daar van in 't vervolg zoude kunne ontrekken of excufeeren ; en zal ook Copie van het II en III Articul van dit Reglement worden gegeeven aan de Regenten van het Elizabechs of groote Gailhuis, en aan die van 't Aalmoeflèniers en Werkhuis, als mede aan den Commiflaris van deezer Stads Keuren, omme zich daar na refpectivelyk te reguleeren* Actum ter Kamere den 20 Juny 1781. In kenniffe van my, O. van SCHUYLENBURCH. Order en Reglement op de VROEDKUNDE binnen de Stad Haerlem; gearrefteerd den 22 Auguftus 1780. IT^URGEMEESTERENen RE- GEERDERS der STAD HAERJL^LEM, gehoord hebbende- fommige Bedenkingen, door die van het Collegie van de Vroedkunde aan hun Ed. Groot Achtb. gefuppediteerd, op verfcheiden Articulen van het Reglement op de Vroedkunde in dato 9 September 1744; hebben, na deliberatie, goedgevonden en verftaan, niet te niet doening van V voorfz. Reglement, op nieuw te arrefteeren de navolgende Ordonnantie. I. Capittel. Raakende het Collegie van de Vroedkunde. Articul I. VHet Collegie van de Vroedkunde zal be- j ftaan tiit de vier Stads-Doctoren en den I Prselettor in de Vroedkunde : doch zo / deeze laatfte teffens was Stads - Doctor, zal het vyfde Lid uit de ordinaire Doctoren by Heeren Burgemeefteren verkooren worden. IL Het Collegie zal haare ordinaire Vergadering houden op den eerften Donderdag in ieder Maand, namiddag ten vier uuren, in de gewoone Vergadering-Kamer van het Collegium Medicum , ongepra;judicieerd nogthans des laatften extraordinaire Vergaderingen, zo 'er zodanig eene op dien dag mogt vallen , als wanneer het Colicgic van de Vroedkunde haare Vergaderingen, zo ordinaire als extraordinaire, altoos zal moeten verleggen, ö& III. Het  KEUREN DER STAD HAERLEM. aap Ut Het Collegie zal op dien tyd onderzoeken al wat 'er in de voorgaande Maand raakende de Vroedkunde by de Vroedmeefters en Vroedvrouwen moge zyn voorgevallen. Vooral zal het zelve acht geeven op de klagten, die 'er over eene of meerdere Vroedvrouwen of ook wel Vroedmeefters worden gedaan, en zo iets ongereegelds aan de Leden in het particulier, of by relaas van anderen, was voorgekomen, dit getrouwlyk in het Collegie inbrengen, ten einde hec zelve daarop zoude konnen onderzoek doen cn handelen zo als het behoort: zullende, na gedaane voorfteiïinge en omvraginge , by meerderheid worden geconcludeerd, doch zal, ingeval de ftemmen kwamen te fteeken; de Prsefës, in dit geval, by zyne advifeerende , ook de concludeerende ftem voegen. IV. Alle verfchillen tuffchen Vroedmeefters, Vroedvrouwen en Leerlingen, mits dezelve de Vroedkunde raaken, zullen voor dit Collegie gebragt en by het zelve uitgeweezen worden , zo nogthans dat die geen, diemet de uitfpraak van het Collegie oordeelt bezwaard te zyn , zich zal moeten adreffeeren ter kamer van Heeren Burgemeefleren: waarom ook alle Vroedmeefters, Vroedvrouwen en Leerlingen voor hec Collegie ontboden zynde, gehouden zullen zyn aldaar te verfchvnen , en zullen , niet compareerende , voor de eerftemaal verbeuren tien Stuivers, voor de tweedemaal twintig Stuivers ten profyte van het Collegie: doch de derdemaal niet compareerende, zal het Collegie daar van moeten kennis geeven ter kamer van Heeren Burgemeefteren. V. Ingeval 'er iets mogt voorkomen , waar over het Collegie zich bezwaard vond de nodige verandering zelfs te maaken, zal het zelve daar van kennis geeven aan Heeren Burgemeefteren, met byvoeging van deszelfs confideratien , en daarop hoogft derzelver Refolutie afwagten. II Capittel. Reglement voor den Protector in de Vroedkunde. Articul I. De Praleaor in de Vroedkunde zal in het Auditorium ten dien einde, ééns *sMaands, in de Nederduitfche taal, voor de Vroedvrouwen en haare Leerlingen eene Les gee* ven; haar volgens een wel ingerigt plan in de voornaamfte Hukken der Vroedkunde onderwyzen , en al dat geene, 't welk coc eene juifte beoeffening daar van, zo by nacuurlyke als niec nacuurlyke baaringen, betrekking heeft, uitleggen en aantoonen. Zullende deeze Les gehouden worden op den eerften Donderdag in ieder Ivïaand, des namiddagsten drie uuren, ten zy de Pralecftor op dien tyd wettig belet was, in welk geval hy by tyds de Vroedvrouwen en haare Leerlingen door den Knecht van 't Collegie daar van kenniszal geeven, en den dag zal mogen verfebikken, zo nogthans dat hy altyd zal gehouden zyn ééns in de Maand de voorfz. Les te geeven. II. Alle Vroedvrouwen en haare Leerlingen, als ook de Leerlingen van den Prjelecior en der Vroedmeefters binnen deeze Stad, zullen verpligt zyn de voorfz. Leffen by te woonen , zonder dat iemand zal mogen wegblyven. En om alle nalaatigheid in deezen voor ce komen, zullen die geenen, die voor het Klokflag van drie uur niet tegenwoordig zyn, verbeuren zes Stuivers; na't kwartier komende, twaalf Stuivers, en geheel wegblyvende, één Gulden: welke Boete zonder eenige tegenfpraak door haar zal moeten betaald worden aan den Knecht van het Collegie, op deszelfs aanmaaninge, die daarom op ieder Les de te laatkomenden en abfenten zal aanteekenen. Van de voorfz. Boete zal niemand vry zyn, als die geene, die op eene wettige manier aan het Collegie zal konnen toonen, ten tyde der Les wezenlyk Ziek , of by eene in arbeid zynde Vrouw in funétie te zyn geweeft. HL De voorfz. Boece zal geheel komen een voordeele van den Knechc van het Collegie. En op dac mee deeze LefTen zo veel mogelyk hec waare oogmerk bereikt worde, zal deeze Boete ieder Maand verdubbelen voor die geene, die meer dan eens naden ander abfenc blyft, zodanig dat de Boete van abfentie de tweede Maand twee Guldens en de derde Maand vier Guldens zal zyn: en indien eene Vroedvrouw langer als drie MaSnden na den ander van deeze Leffen abfent blyft, zonder wezenlyk belet geweeft ce zyn, als by Art. H  230 KEUREN DER STAD HAERLEM. 11 bepaald is, zal zy een geheel Jaar van de oeffening der Vroedkunde , met inhaaling van haar Bord, verfteeken zyn: en een geheel Jaar vvegblyvende, zal zy nimmer de Vroedkunde in deeze Stad of Vrydom mogen oeffenen, maar aanftonds haare aéte van admiffie worden ingetrokken. De Leerlingen tegen dit Articul handelende, zullen in dezelve verdubbeling van Boete vervallen , en mede langer als drie Maanden na den anderabiéntblyvende,nooit tot hec examen geadmitteerd worden. IV. De Prslector zal Jaarlyks, als daartoe geIeegenheid is, op een Vrouwen-Lyk de nodige demonftratien doen voor de Vroedvrouwen en alle de Leerlingen, waarby zy alle zullen moeten tegenwoordig zyn op de aangezegde dag en uur, op de Boete van twee Guldens voor ieder reis, dat zy zonder wettig belet, als Art. II abfent blyven. Zullende by deeze demonftratien, als ook by de Maandelykfe leffen van den Prteleétor, niemand toegang hebben, dan alleenlyk de Leden van het Collegie der Vroedkunde. V. De Pralector zal aan de Leerlingen de befte Autheuren , die in het Nederduitfch over de Vroedkunde gefchreeven hebben, of Uit eene andere taal daarin zyn overgezet , moeten opgeeven, en haar onderrigten, op wat wyze zy dezelven ten haaren meeften nutte konnen en moeten gebruiken. VI. De Prjeleclor zal a/Je halfjaar de Leerlin- I gen die 'er zyn, moeten tenteeren, ten einde te ontdekken of dezelve zich naarftig oeffenen en goede vorderingen maaken. Van deeze zyne bevinding zal hy telkens aan het Collegie verflag doen , ten einde het zelve de nodige voorzieninge zoude konnen doen, ingeval eenig Leerling zich niet behoorlyk appliceerde. VIL De Dorps - Vroedvrouwen of derzelver Leerlingen, in de nabyheid deezer Stad, genegen zynde de lellen van den Praeleétor by te woonen, bullen gehouden zyn, zich even als de Leerlingen, en als zodanig by het Collegie te laaten inteekenen, en voor die in- teekening te betaalen twee Guldens, conform het X Articul van het derde Capittel. Wyders zullen zy het gewoone Jaargeld van drie Guldens, even als de geadmitteerde Vroedvrouwen binnen deeze Stad, Art. VI Cap. III aan het Collegie Jaarlyks moeten voldoen, zo lang zy van deeze Leffen gebruik maaken. En ingeval van geëxamineerd te willen worden, om met des te meerder recht op haare Dorpen te konnen fungeeren, zal haar zulks geaccordeerd worden, mits betaalende voor het examen twintig Guldens , en drie Guldens en drie Stuivers voor het Diploma, conform het zo evengemelde VI Articul van het derde Capittel. III Capittel. Reglement voor de Froedmeesters , Froedvrou-voen en Leerlingen in de Froedkunde, binnen deeze Stad. Articul I. Niemand zal binnen deeze Stad of de Vryheid van dien de Vroedkunde mogen oeffenen, zonder behoorlyke aéte van admiffie by Heeren Burgemeefteren verkreegen te hebben, op de Boete van vyf- en twintig Guldens ieder reis, dat daartegen zal gehandeld worden. i II. 'Er zal geen a£te van admiffie aan iemand gegeeven worden, voor dat dezelve by hec Collegie van de Vroedkunde bekwaam geoordeeld" is om de Vroedkunde te oeffenen, en ais Vroedmeelter of Vroedvrouw is gepromoveerd geworden: zullende zodanig een, by het verzoeken van admillie, aan Heeren Burgemeefteren moeten vertoonen het Diploma of getuigfehrift aan denzelven door het Collegie verleend. III. Niemand zal by het Collegie tot het examen als Vroedvrouw tocgelaaten worden , dan die is Burgereffe en Poortereffe deezer Stad, niet ouder dan vyf- en dertig Jaaren toen zy als Leerling ingeteekend wierd, blykens haare Doop-Ccdul, zynde van een onbefprooken gedrag , wettig getrouwd , of Weduw uit een wettig Huwelyk, kunnende Leezen en Schryvengezond van Lichaam, de Vroedkunde geleerd hebbende by eene  KEUREN DER STAD HAERLEM. 231 alhier geadmitteerde Vroedvrouw, den vollen tyd van vier Jaaren, ten waare zodanig eene door naarftigheid zich had bekwaam gemaakt, om eerder een voldoend examen te konnen afleggen , in welk geval alleenlyk zy met drie Jaaren , doch nooit minder, zal konnen voldaan. Ook zal zy, geduurende de twee laatfle Jaaren van haar, Leerlingfchap, en niet eerder, onder opzigt en in 't byzyn van haare Leermeefterefle, zeftien Vrouwen moeten verloft, en daaromtrent alles verrigt hebben zo als het behoort: van welke verloffingen, als ook I van het bywoonen der Lellen en demonftratien van den Prseleclor, zy gehouden zal zyn, vóór het doen van haar examen, behoorlyk bewys, ten genoegen van het Collegie, te produceeren. IV. De Leertyd, Art. III ten einde zynde, zal zodanig een Leerling, alvoorens tot het examen te komen, door den Praflector aan zyn huis worden getenteerd, en ingeval dezelve by hem in ftaat gevonden wordt om verder het examen te ondergaan , zal door hem daar van aan het Collegie kennis gegeeven worden. De Prajletftor zal voor de moeite van dit tentamen van de Leerling genieten drie Guldens, indien dezelve bekwaam gevonden wordt, en dertig Stuivers, al was het, dat zy niet in ftaat geoordeelt wierd het examen te ondergaan. V. Tot hec examen toegelaaten wordende, zal zy mee genoegzaame nauwkeurigheid door de Leden van het Collegie ondervraagd worden over de nacuurlyke gefteldheid der deelen , over derzelver verandering geduurende de Zwangerheid en in de Verlofling; over de teekenen der Zwangerheid; over de natuurlyke en niet natuurlyke Baaringen; over hec geene in allerley gevallen behoorc te werk gefteld te worden ; over alles, wat tot hulp en byftand van Kraamvrouw en Kind, en verder wat tot het behoorlyk zetten van een klylleer vereifcht wordt: welk laatfte zy na gedaan examen , in prsefentie van het Collegie, aan een of meerdere Kinderen, die zy zelfs moet bezorgen, zal moeten verrigten, op dat hetblyke, dat zy daarin ervaaren is: op poene van niet geadmitteerd te zullen worden, zo lang zy dit niet behoorlyk verrigten kan. Vervolgvan VII. Deel, 5 Stuk. • a . , VI. , , Dit examen ondergaan hebbende, en door het. Collegie, of eene groote meerderheid van het zelve , bekwaam geoordeeld zynde, zal zy eerft in handen van den Profes doen de plegtige belofte , hier na gemeld : waarna zy door het Collegie tot Vroedvrouw zal gepromoveerd, en aan haar verleend worden een Diploma, by den Secretaris van.het.Collegie onderteekend. Voor welk examen zy zal betaalen, een behoeve van het Collegie, cwincig Guldens: drie Guldens en drie Stuivers voor haar Diploma, en Jaarlyks drie Guldens voor het bywoonen van de Leflèn en demonftratien van den Pneleétor. VII. Eene Vroedvrouw uit eene andere Stad of Dorp hier komende woonen, en de Vroedkunde willende oeffenen, zal dit niet mogen doen, zonder vooraf door den Prajleftor getenteerd, door hec Collegie geëxamineerd en by Heeren Burgemeefteren geadmicceerd te zyn: op de Boete van vyfen twintig Guldens, ieder reis, dat zy bevonden zal worden contrarie deezen gehan« delt te hebben. Blyvende zodanig een gehouden, in cas van examen, de leges by Art. IV en VI bepaald, aan den Pnelecftor en het Collegie te voldoen. VIII. Eenig Mansperfoon genegen zynde de Vroedkunde alhier te oeffenen, zal door het volle Collegie volgens An. V moeten geëxamineerd , en by het zelve gepromoveerd worden, gehouden zynde in handen van den Praefes van hec Collegie te doen de plegtige belofte hier na gemeld : waar na hy een acfe van admiffie by Heeren Burgemeefteren zal mogen verzoeken. En zal zodanig een voor examen en Promotie aan hec Collegie van de Vroedkunde moecen becaalen, een Inboorling zynde, één honderd Guldens; en een Vreemdeling zynde, één honderd- en vyftig Guldens. Doch wanneer zodanig iemand de Vroedkunde reeds binnen eene andere plaats moge hebben geoeffend, en zyn examen voor eenig ander Collegie in de Vroedkunde gedaan had, zal hy niec verpligt zyn, op nieuws alhier zyn examen ce doen, mies hy daar van behoorlyk bewys toone Hh ten  232 KEUREN DER STAD HAERLEM. ten genoegen van het Collegie der Vroedkunde alhier. Blyvende hy niet te min gehouden de voorfz. leges van één honderd, of één honderd- en-vyftig Guldens ten behoeve van het Collegie te voldoen. IX. Alle de Vroedmeefters, die na deezen geadmitteerd worden, zullen voor Jaargeld aan het Collegie betaalen zes Guldens. -lobahÓ -.émLloP «flfiv/i tdpUoO «ff De Vroedvrouwen, wanneer zy door een Leerling worden aangezogt, of zodanig een haar door het Collegie toegeweezen wordt, zullen gehouden zyn, zonder eenige tegenftreeving , dezelven in haar onderwys aan te neemen, en met dezelve te compareeren voor het Collegie , ten einde haar als Leerling te laaten inteekenen: waar voor door de Leerling zal betaald worden twee Guldens, ten behoeve van het Collegie, verkrygende die Leerling als dan het recht om de Leffen en demonftratien van den Prieleclor by te woonen. XI. De Leerlingen in de Vroedkunde zullen by den Prafteftor, of by geadmitteerde Vroedmeefters binnen deeze Stad mede mogen onderweezen worden , zonder dan verpligt te zyn by eene Vroedvrouw te moeten leeren. En zullen de Stads-Vroedvrouwen, naar rang, gehouden zyn, aan de Stad zodanige Leerlingen mede te neemen , om het bepaalde getal van zeftien Vrouwen , Art. III hun te Jaaten verlosfen, ingeval 'er by den Prselecf or of Vroedmeefters zich daartoe geene geleegenheid opdeed, zonder daar voor iets te mogen eiffchen. XII. Eene Vroedvrouw een Leerling in haar onderwys hebbende aangenoomen, zal aan dezelve alle mogelyke onderrigting geeven , die tot haare bekwaam-wording eenigzins kan dienen, en wel verre van voor haar iets te verbergen, en zich niet te bekommeren of haare Leerling goede vorderingen maakt of niet; integendeel met allen iever haar het nodige licht geeven: zullende anders in cas van contrarie gehandeld te heb¬ ben , door Heeren Burgemeefteren, op de aanklagte van het Collegie , fcherpelyk gecorrigeerd en naar bevinding van zaaken geftraft worden. XIII. Voor het geheele onderwys en voor het verloflen van zeftien Vrouwen onder haar opzigt, zal de Leermeeftereflè van haare Leerling geen hooger Loon mogen genieten dan dertig Guldens , en daar en boven nog voor ieder Vrouw, die zy, boven de zestien , onder haar opzigt haare Leerling zal laaten verloflen, tot tien toe, één Gulden. En zal de Leerling gehouden zyn, die Vrouwen , op aanmaninge van haare Leermeeftereflè, te verloflen, en ingeval van weigering niet tot het examen toegelaaten worden. XIV. Wanneer eene Vroedvrouw een Leerling zo verre had bekwaam gemaakt, dat 'erflegts aan ontbrak, dat dezelve volgens Art. UI en XIII geen zeftien Vrouwen in haare tegenwoordigheid had verloft, zal zy daar van moeten kennis geeven aan het Collegie, het welk in dit geval de Stads-Vroedvrouwen zal injungeeren om elk op haar beurt, van de oudfte af, aan deeze Leerling geleegenheid te geeven om de nog ontbreekende verlosfingen in haare tegenwoordigheid te doen. En zullen de Stads - Vroedvrouwen , voor elke Vrouw, die de Leerling op deeze wyze, in haarbyzyn verloft, van de Leerling genieten één Gulden: wel verftaande dat die altoos zal valideeren in mindering van het bedongen Loon met de Leermeeftereflè. XV. De Leermeeftereflè ftervende, of haar beroep verlaatende geduurende den tyd, dat zy een Leerling aangenomen heeft, zal de overige tyd, die 'er noch aan het onderwys ontbreekt, door eene Stads-Vroed vrouw, naar goedvinden van hec Collegie, moeten worden vervuld, welke Stads-Vroedvrouw zich dit werk niet zal mogen onttrekken, op de Boete van vyf- en cwincig Guldens. De Scads-Vroedvrouw, die deplaacsvan de eerfte in hec onderwys vervangc, zal ook hec refteerende van hec Loon genieten, te reekenen naar den cyd, die zy vervuld heeft. Zo ook met betrekking tot de tien Vrouwen, die 'er boven het bepaalde getal van zeftien, Ar-  KEUREN DER STAD fïAËRLEM, m ticul XIII mogten overgebleeven zyn om te Verloflen, voor ieder van deeze zal zy ook één Gulden genieten. XVL De Leermeeftereffên zulten het bedongen Loon niet mogen eiffchen of ontvangen , maar gehouden zyn ten minfte te wagten tot dat de helft van den Leertyd verloopen is, als wanneer de Leerling aan haar de helft zal moeten betaalen , en niet verpligc zyn het overige te betaalen, voor dat zy gepromoveerd is. XVIL Indien eenig verfchil mogt ontflaan tusfchen de Leermeeftereflè en de Leerling over het accord of Loon voor het onderwys, zal hec zelve worden gemodereerd en gedecideerd by het Collegie van de Vroedkunde, aan welks uitfpraak partyen zich zullen moeten onderwerpen. XVIIL Geene Vroedvrouw zal meer dan één Leerling re gelyk mogen aanneemen, het zy dit eene Dochter van haar zy, of een Vreemde XIX. Geene Vroedvrouw Zal haar Leerling immer mogen uitzenden om Baarende Vrouwen te verlolfen, al wilde zy voor haare bekwaamheid inftaan en borg blyven: nemaar zy zal gehouden zyn altoos haar Leerling onder haar opzicht en in haare tegenwoordigheid te laaten verloflen * en ook by haar te blyven, tot dat de Vrouw verloft, en alles by de Kraamvrouw en het Kind behoorlyk bezorgd is: op de Boete van vyf- en twintig Guldens. En ingeval de Leerling buiten weeten Van de LeermeePrereffè eenige verloffing deed , fchoön zy by eene Baarende Vroüw geroepen wierd , zal zy ook verbeuren vyf- en twintig Guldens. Strekkende Voorts die Articul zich mede uit tot de Vroedmeefters ert derzelver Leerlingen* XX. De Vroedvrouwen zullen nooit by eene Baarende Vrouw in functie mogen komen, zonder van het gereedfehap, tot de Klylteer dienende, voorzien te zyn, op» de verbeurte I van drie Guldens, ten behoeve van het Collegie , ieder reis dat zy bevonden worden hier in nalaatig geweeft te zyn. XXL Ieder Vroedvrouw, geroepen by Baarende Vrouwen, zal zich nugter en bekwaam hebben te gedraagen ; dezelve vriendelyk en befcheiden bejeegenen , en wel verre van dezelve te verbaazen * of kleinmoedig te maaken, veel eer dezelve opbeuren en met eene gepafte zagtmöedigheid en hét vereifcht geduld behandelen. Veel min zal zy immer mogen wonen als of zy wilde heengaan naar een ander, onder voorwendzei van aldaar aangenomen of geroepen te zyn, op hoop van meerder voordeel. Vooral zal zy zich nooit onderwinden, om eenigë oorzaak den arbeid of verloffing, op eige gezag, door eenig middel hoe ook genaamd, ontydig, te verhaafien, en daar doof Moeder, Kind of beiden in gevaar te brengehs op ftraffe indien zy dit deed, datzy de eerftemaal drie Maanden haar Bord zal moeten inhaaleh, en geen dienft mogen doen: voor de tweedemaal geduurende zes Maanden, èn de derdemaal voor altyd. XXIL Geene Vroedvrouw, zynde geroepen by eene Vrouw die in Baarensnood is, en daar jy tegenwoordig, zal mogen, ondereenig foorwendzel, van die naar eene andere te ;aan, maar zy zal de eerfte eerft moeten helDen verloffen, en ook voorts al het nodige by Moeder en Kind behoorlyk bezorgen, ten waare, dat zy vooraf tydig en behoorlyk gewaarfchouwd had, datzy van te voorendoor ■ene andere Vrouw was aangenomen ^ die iu wezenlyk in arbeid is , en die haarnü vaarlyk doet opeiffchen, en zy ook alvoorens >y die, daar zy nu tegenwoordig is, bedon;en hadde, eene andere Vroedvrouw irt haae plaats te mogen ftellen: in welk geval zy jogthans niet zal mogen vart daar vertrek;en, voor en aleer de andere reeds daar ter ilaatfe zy, en voor dat zy dezelve ten velen hebbe onderrigt van den by haar bekenlert toeftand der zaaken: Zo evenwel dat zy r,eene andere Vroedvrouw in haare plaats tellen mag, dan voor welkers gedrag zy ter ■enntwoording inftaat: ten wanre de Baarenle Vrouw, Vrienden of andere adfifteerendö :elfs eene Vroedvrouw verkooren: alles op le verbeurte van vyf- en twintig Guldens eder reis. Hh a XXIII Ge*  234 KEUREN DER STAD HAERLEM. XXIII. Geene Vroedvrouw of Leerling zal im mer vermogen aan Zwangere of Baarend< Vrouwen , of aan iemand wie 'c ook zy eenig Medicament, hoe ook genaamd, o hoe gering ook, te ordonneeren of ten ge bruike aanteraaden, het zy inwendig, het z; uitwendig, op poene van vyf en twintig Gul dens, zo dikwyls zy bevonden zal wordet dit gedaan te hebben. Blyvende hier vat alleenlyk uitgezonderd hec zetten van eèt Klyfteer vóór de Verloffing , het ingeevei van een weinig althéa fyroop en zoete amandel-olie na de verloffing; als ook ingeval van ce veel vloed, het aanleggen van doeken mee azyn. XXIV. Geene Vroedvrouw zal vermogen eenig Geld of belooning, vereering of recognitie, onder wac fchyn of naam het ook zoude mo gen zyn, van een Vroedmeefter te genieten maar indien de Vroedvrouw oordeelt, de Baarende Vrouw door haare hulp niet te konnen verlolfen, zal zy gehouden zyn, tydig. en voor dat de Baarende door vrugtelooze poogingen en lang te wagten haare kragten verheft, op de voorzigugtte wyze, en zonder in hec minft de Vrouw, die in nood is. te oncftellen, daar van kennis te geeven aan de Naaftbeftaanden of byzynde Vrouwen , ten einde 'er fpoedig door een Vroedmeeftei de nodige hulp moge aangewend worden i alles op de Boete van vyf- en twintig Gul dens. XXV. Geene Vroedvrouw,geroepen tot adftftentie van eene andere, zal mogen weigeren toe raad en hulp ce komen: gelyk ook geene Vroedvrouw zal mogen weigeren of cegenftribbelen, dat eene andere by haar geroepen worde, noch dreigen van te willen heengaan : veel min zal zy mogen of tragcen op eenigerley wyze ce verhinderen, dac een Doctor of Vroedmeefter by de Baarende Vrouw geroepen worde : nemaar zy zal gehouden zyn aan den by geroepen Doftor, Vroedmeefter of Vroedvrouw een getrouw berigt van den toeftand der zaaken ce geeven, zonder eenige onwilligheid of agcerhoudendheid, op dat alles alleenlyk tot heil van Moeder en Kind , zonder eenig ander inzicht beeragt worde: alles op de Boece van vyf- en twintig Guldens. XXVI. Geene Vroedvrouw zal mogen de nageboorte weg te doen , voor dat die aan de byzynde Vrouwen is vertoond , en zo hec blykt dac daaraan iets ontbreekt, en dezelve niet geheel ontlaft is, zal zy moeten zorgen , dat dit deel eerft door een Doftor nagezien worde: op de verbeurte van vyf-en twintig Guldens. XXViï. En als het gebeurt, dat de nageboorte na de verloffing valt blyft zitten, en 'er zich geen vloed vertoont van dat aanbelang, dat daar door de veriolle Vrouw in eenig gevaar .zoude konnen komen; zullen alle de Vroedvrouwen wel ernftelyk hebben zorg te draagen geene de minfte poogingen aan te wenden met trekken, of drukken, of fterk wryven van den huik, of iets dergelyks, om dit deel te ontlaften: nemaar zy zullen gehouden zyn het zelve ftil te laaten zitten, ten waare 'er, na verloop van een korten tyd, vloed van eenig belang begon ce voorfchyn te komen, als wanneer zy gehouden zullen zyn, op de voorzigtiglle wyze de nageboorte te ontlaften, of zo zy dit niet zelve verrigten konnen, en de nood het vorderde, te zorgen , dat dezelve door een Vroedmeefter ontlaft worde: zullende de geene, die cegen dit Articul handelen, de eerfte reis verbeuren vyf- en twintig Guldens; de cwecdemaal voor drie Maanden in haare funftie gefcfiort, en de derde reis voor altyd gedeporteerd worden. XXVIII. Geene Vroedvrouw zal mogen een Kind op te baakeren, voor dat zy aan de omftaanders het zelve vertoond heeft, op dat, zo het zelve eenig letzel heeft, daar voor in tyds, als 't mogelyk is, gezorgd worde: ook moet zy voor het opbaakeren toonen dat de navelftreng wel gebonden is, hebbende het nodige daartoe altyd by zich: alles op de Boete van drie Guldens ten behoeve van hec Collegie, zo dikwyls zy hier tegen handelt. XXIX. Geene Vroedvrouw zal ook eenig inftrument, tot bevordering der Verloffing, mogen gebruiken , hoedanig het zelve, en in welk geval het ook zoude mogen zyn, 't zy de Vrucht dood is, of niet: op de Boete van  KEUREN DER STAD HAERLEM. 235 ran vyftig Guldens , en daar en boven van haare functie verhaten ce worden. Maar ingeval zy iets dergelyks nodig oordeelde, zal zy de hulp van een Vroedmeefter moeten vraagen. XXX. Eene Vroedvrouw by eene Baarende Vrouw in functie zynde, zal, zo die Vrouw, onverhoopt, in den arbeid kwam ce fterven, gehouden zyn, zonder eenig het minfte tydverzuim een Doctor en Chirurgyn te doen roepen, om, met bewilliging der Naaftbeftaanden , te onderzoeken of het Kind nog kan behouden worden : op pcene zo zy dit verzuimt, te verbeuren vyf- en twintig Guldens. XXXI. En zo eenige Vroedvrouw immer mogt onderwinden zich op de eene of andere wyze te verzetten tegen eenige operatie, die tot behoudenis van Moeder en Kind door Doctoren nodig geoordeeld mogt worden; het zy met de Baarende Vrouw een fchrik daar voor aan te jaagen , of de Naaftbeftaanden (zo de Vrouw in den arbeid was geltorven) zulks afteraaden; zal zy voor de eerftemaai verbeuren vyf- en cwintig Guldens, de tweede reis geduurende een geheel Jaar geen dienft; mogen doen, en de derdemaal voor altyd gedeporteerd worden. XXXII. Eene Vroedvrouw, die, by Baarende Vrouwen zynde, haar werk maakc van dikwyls ce flaapen, en zulks coc kennis van hec Collegie komc, zal verbeuren vyf- en cwintig Guldens, nadien zy ilaapende geen behoorlyk toezicht kan hebben op den voortgang van den arbeid, waar door Moeder of Kind zou konnen benadeeld worden. XXXIII. Alle, zo Vroedmeefters als Vroedvrouwen, zullen op den eerften Donderdag in ieder Maand aan het Collegie van de Vroedkunde in gefchrifte moeten opgeeven, hoe veele Kinderen ieder van haar in de vorige Maand gehaaid heeft, en of dezelve leevendig of dood gebooren zyn, met byvoeging van de naam en woonplaats van de Ouders der Kinderen, en de dag op welke dezelve geboo¬ ren zyn. De Stads-Vroedvrouwen zullen nog afzonderlyk op het zelve briefje moeten opgeeven ,hoe veele Kinderen ieder van haar van Stads-wege in de voorige Maand gehaald heeft. Alles op de Boete van drie Guldens, ten behoeve van't Collegie, telj ken reize voor de geenen, die hier in nalaacig zullen bevonden worden. XXXIV. j Insgelyks zullen alle de Vroedmeefters en Vroedvrouwen, als Art. XXXUl moeten opgeeven de Kraamvrouwen , die zy verloft hebbende, binnen de drie Weeken zyn komen te fterven : invoege dat die Vrouwen die zy op het laadt van een Maand komen ce verloffen, en die zy als Kraamvrouwen op haare Maandlyft opgegeeven hebben, en binnen de drie Weeken, fchoon in de volgende Maand, komen te overlyden; deeze als overleeden op haare Lyft van de volgende Maand afzonderlyk zullen moeten opgeeven, mede op de Boete van drie Guldens, ten behoeve als Art. XXXIII. XXXV. Voorts wordt aan allen, zo wel Stadsals ordinaire Vroedmeefters en Vroedvrouwen wel ernllelyk bevoolen , wanneer zy eenig Vrouwsperfoon van een onecht Kind of Kinderen zullen hebben verloft , daar van ten eerften, en wel binnen vier-en twintig uuren kennis te geeven aan den Heer HoofdOfficier deezer Stad, met opgaave van den Perfoon, welke door het verlofte Vrouwsperfoon als Vader van dusdanig Kind of Kinderen is genoemd: op pcene, dar de zodanige, die daar in nalaat/g zyn, of ter kwaader rrouwe gehandeld hebben , zullen bevonden worden, verbeuren zullen voor de eerfte reis vyf- en twintig Guldens, en voor de tweede reis vyftig Guldens, en daarenboven arbitralyk zullen worden gecorrigeerd naar geleegenheid van zaaken. XXXVI. Alle de Vroedmeefters, Vroedvrouwen en Leerlingen zullen altyd eene behoorlyke achting voor de Leden van het Collegie def Vroedkunde obferveeren, en derzelver orders naauwkeurig opvolgen, op pcene van, by aanklagte over een of ander, de ferieufe gevoeligheid van Heeren Burgemeefteren ce zullen ondervinden. Hh 3 IV Ca.  ü36 KEUREN DER STAD HAERLEM. IV Capittel. Reglement voor de StadsVroedmeefters. Articul L Het Stads - Vroedmeefterfchap zal dooi twee Perfoonen bediend worden, en dat op dien voet, dat door ieder Stads-Vroedineelter twee van de kwartieren van de Stad, (volgens de verdeelinge onder de Stads-Doctofen plaats hebbende,) zullen waargenomen en bediend worden, en waar van de verdeelinge by het Collegie van de Vroedkunde zal worden gereguleerd: zullende geene verWidèling van kwartieren plaats hebben, dan alleen by vacatuure, als Wanneer de overblyvende, met voorkennis en goedvinden van het voorfz. Collegie, de vacante kwartieren met de zyne zal mogen verwiflelen: gelyk ook in cas van vacatuure van een dier Polten de overgebleevene de vier kwartieren zal moeten waarneemen, tot zo lange de vacatuure weder vervuld zal zyn. II. De Stads - Vroedmeefters zullen gehouden zyn alle arme en onvermogende Baarende Vrouwen, het zy die gealimenteerd worden of niet, hunne hulpe nodig hebbende, en die door de Vroedvrouwen gedeclareerd worden niet verlöll te konnen worden, ten fpoediglle ter hulpe te komen, dezelven te adfifteeren en verloffen met de uiterfte attentie en voorzichtigheid, volgens de befte regelen der Vroedkunde, gebruikende daarby zo veel Menfchenliefde, geduld en zagtmocdighe/d, als in dergelyke moeilyke omftandigheden voor Baarende Vrouwen billyk van hun kan geëifcht en verwagt worden: alles volgens die zelve Wetten, orde en precautien , als in het lil Capittel, met relatie tot de Vroedmeefters en Vroedvrouwen in 't algemeen is vaftgefteld. HL De Stads - Vroedmeefters zullen gehouden zyn, wanneer zy door eene geadmitteerde Vroedvrouw by eene arme of onvermogende Vrouw, van Stads-wege, gerequireerd worden, zich aanftonds naar dezelve te begeeven en de nodige hulp te bieden, zonder na eenige nadere order van eenen der Stads - Doctoren te wagten : zullende het geeven van briefjes door deeze laatften voort¬ aan ophouden en blyven gefteld buiten effect. IV. Wanneer een der Stads - Vroedmeefters door Ziekce, of door by eene andere Vrouw, die in arbeid is, in functie ce zyn, belet was, zyn poft in zyn kwartier waar te neemen , zal de een den ander in het Stadswerk moeten vervangen, zonder dat zy van malkander iets zuilen mogen ter belooning eiffchen. Ook zullen zy gehouden zyn, indien een hunner buiten de Stad mogt gerequireerd worden , malkander daar van , vooraf tydig kennis te geeven: op de Boete van vyf- en twintig Guldens, voor den geene , die hier in nalaatig is geweeft. V. De Stads-Vroedmeefters zullen in moeilyke gevallen malkander tot byftand roepen, en in zeer zwaare gevallen, waarin Moeder of Kind gevaar loopen , zullen zy altyd gehouden zyn het advis van het Collegie der Vroedkunde ten fpoedigfte in te neemen: op de Boete van vyf- en cwincig Guldens. VI. Ook zullen zy nimmer de Setlio C44 KEUREN DER STAD HAERLEM. of Compagnons als Fabriekeurs mede GildeBroeders zyn, vryftaan; doch zal dezelve in zodanig geval gehouden zyn om zulks binnen de drie Maanden na zyne begonnen Compagniefchap aan de Vinders van hec Gild op te geeven, en te laaten aanceekenen, zonder daar voor echter iets te betaalen, alles op de Boete van vyf- en twintig Guldens te verbeuren by den geenen , die het een of ander hier van zou mogen verzuimd hebben. VII. Alle Compagniefchappen, de Kant-Fabriek aangaande, welken op het emaneeren deezer Keure alhier gevonden worden, zullen zich binnen drie Maanden aan de Vinders van het Gild moeten opgeeven, en teffens laaten aanteekenen de Naamen der Perfoonen , waaruit hunne Compagniefchap beftaat, zonder daar voor gehouden te zyn iets te betaalen; doch zullen zy, die zulks verzuimen of uit onwilligheid nalaaten, vervallen ineen Boete van honderd Guldens in de ArmenBos, op de Gilde-Kamer ftaande , te fourneeren. Des zal iedere Fabriek echter, zonder onderfcheid of dezelve door een of meer Perfoonen aangehouden wordt, in dit Gild altoos als maar ééne Styl en Fabriek worden aangezien, ten dien effecfte dat in de betaaling van het Jaarlyks onderhoud van hec Gild, zo wel als in 'c genot der voordeden uic hec Gild voorcvloeijende eene Compagniefchap in eene Fabriek als één enkel Perfoon zal worden geconfidereerd ; gelyk ook iedere Styl of Compagniefchap maar op één Gil den - Brief gefteld zal worden. VIII. Wanneer iemand zyn Styl en Fabriek aan een ander heeft overgedaan, zal hy aanftonds gehouden worden geheel en al buiten het Gild te zyn, en voorts verdoken weezen om daar ooit weder in te komen, ten zy alleen door of op nieuw zyn Leertyd twee Jaaren ce voldoen, of door wederom eene geheele Fabriek met al derzelver toebehooren van een ander te koopen, en dat geene ce voldoen, 't welk hier voor by Are. III is voorgefchreeven: welverftaande dat zodanig Perfoon dan echter nog niet eerder als Fabriekeur in dit Gild zal kunnen worden ontvangen, dan na alvorens door een mondeling of fchriftelyk bewys ten genoegen van de Vinders getoond te hebben, dat de Kooper van deszelfs voorige Fabriek daarin confenceerc. IX. A Ingevalle Compagnons begeeren zich van den anderen ce fcheiden, zullen de Leden der Compagniefchap, die een nieuwe Styl van een Kant-Fabriek begeeren op te richten, ieder voor zyn hoofd ten behoeven van het Gild betaalen een gebooren Burger vyftig, en een Vreemdeling, die dan wederom gehouden blyft van zyn verkreegen Poorterfchap te doen blyken, een honderd Guldens. X Niemand, die in dit Gild als Fabriekeur bekend ftaat, zal weder als Loon - Baas voor een ander Fabriekeur mogen gaan Werken, ten zy alleen wanneer hy van zyn recht mogt hebben gerenuntieerd , en op zyn verzoek door de Vinders in de Lyft der Fabrikeurs uitgedaan mogt zyn, mitsgaders bovendien , een nieuwen Loonbaazen • Brief verkreegen mogt hebben; op de Boete van vyf- en twintig Guldens, te betaalen de helft by den Fabrikeur, die buiten dat een en ander zo iemand als Loonbaas tewerk ftelt, en de wederhelft by den gemelden te werk geftelden Perfoon zelf, en dac zo dikmaals deeze bekeuring gefchiedc. XI. Geen Fabriekeur zal vermogen iemand als Werk- of Loon - Baas ce laacen Werken, ten zy dezelve getoond hebbe Gilde - Broeder te zyn, en bovendien fchriftelyk beweezen, van zyn voorigen Fabriekeur te wcezen ontflaagen, op de Boete van vyf en twintig Guldens. XII. Geen Fabriekeur zal vermogen eenige foorten van geweeven Kanten buiten deezer StadsPoorten te laaten Werken , nochtë mede eenige geweeven Kanten, van wat conditie ook, die buicen deezer Scads-Poorcen gefabriceerd zyn, 't zy in Perfoon of door een ander voor hem te koopen of doen koopen, om dezelven weder te verhandelen, op de Boete van twee honderd Guldens zo dikmaals des wegens eene Calange gedaan zal worden. XIII. Een Fabriekeur, geneegen zynde om met Getouwen in zyn huis te laaten Werken., zal zulks  KEUREN DER STAD HAERLEM. 245 zulks vermogen te doen, mits dan ten aanzien van zyn Werkvolk verpligt blyvende aan de ordres, in dat opzichc voor de Werkbaazen gearrefteerd; doch wanneer hy, geen geneegenheid hebbende om in zyn huis te laaten Werken echter zou willen profiteeren van een Winkel met getouwen, even gelyk een Werkbaas, zal het hem vryftaan eer. huis te Koopen of te Huuren, ten einde zyn Winkel en getouwen aldaar te plaatfen, en daar van het voordeel van een Loonbaas te genieten; gelyk het hem ook zal vryftaan om zyne eigen Huizen aan zyn Werkvolk te verhuuren, zo nogthans dat hy de gemelde Huuren niet hooger zal mogen Hellen, of hooger gefteld zynde voortaan anders zal mogen continueeren, dan op twaalfmaal het beloop van den aanflag van zodanig Huis in de Ordinaris Verponding, welke Huur hy by korting of afrekening van de arbeidsloonen zal mogen innen: maar zo wanneer bevonden wordt, dat de Huur van zodanige Huizen hooger, dan gezegd is, is gefteld, of dat eenige buitengewoone belailingen ten behoeven van den verhuurder beloofd of gevergd zyn, hoe ook genaamd, zal dusdanig ,een Fabriekeur, zo dikwyls hy deswegens gecalangeerd, en overtuigd wordt tegen de intentie deezer Keure op dit refpect te hebben aangegaan , telkens verbeuren eene Boete van drie honderd Guldens, die hy gehouden zal zyn in de Armen-Bos, op de Gildekamer ftaande, te fourneeren. En wordt aan de Vinders in den tyd volkomen magt ge geeven om, ingevallezyfuspicie mogten hebben , dat in de gezegde gevallen de Huuren ' te hoog gefteld of eenige bezwaarende Conditiën daar by gevoegd zouden mogen zyn, de Huurcedulien van het Werkvolk, dat in zulke Huizen woont, op te eiffchen en na te zien; voorts gehouden zynde om, by aldien zy eenige fraude ontdekken, niet alleen de Calange te doen, maar ook direct van hunne bevinding aan Heeren Burgemeefteren kennis te geeven. XIV. Wanneer een Werkman bevonden wordt het zy by 't huuren van Huizen, of in 't maaken van deeze of geene Conditiën, hoe ook genaamd, zich onder eenigerhande ver pligring gefteld te hebben, waar door zyn Fabriekeur van zyn verhuurd Huis, of uit eenigen anderen hoofde, eenig meerder voor deel zou kunnen trekken ofgenieten, dan aan denzelve volgens deeze Keure vryftaat, zal zodanig Werkman direct uit het Gild vervallen zyn, zonder immer in het zelve ingelaaten te mogen worden: van welkepcenaliteiten zodanig Werkman echter bevryd zal weezen, zo wanneer hy in Perfoon de fraudes, door zyn Fabrikeur in eenigen deezer opzichten begaan, aan de Vinders van het Gild komt aandienen; zullende in dat geval bovendien by denzelve, wanneer de Fabriekeur van de gepleegde fraude overtuigd wordt, een derde van de Boete genoten worden, die den gemelden Fabriekeur deswegens uit kragte deezer Keure en Ordonnantie wordt opgelegd. XV. Ieder Fabriekeur of Compagniefchap van geweeven Kanten, zal Jaarlyks tot onderhoud van het Gild, aan de Overluiden van het zelve , moeten betaalen één Gulden; en zullen zy, die dit een Jaar verzuimen, een dubbeld Jaargeld moeten betaalen, terwyl de zulken die de gemelde beraa/ing tot twee Jaar toe verzuimen mogten, zuilen worden uitgefchrapt, en geheel van 't Gild verftooken zyn. XVI. De Fabriekeurs zullen met geen breeder Laaden mogen laaten Werken, dan van 7 voeten voor de 2, 3, 4 en 5 Spoelen. Van 6 voeten en 7 duimen voor 6, 7 en 8 Spoelen. Van 6 voeten en 3 duimen voor 9, 10 en 11 Spoelen. Van 6 voeten voor 12, 13 en 14 Spoelen. Van 5 voeten en 7 duimen voor de 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 22, 23, 24, 25 en 26 Spoelen. Zonder dat 'er eenige Laaden van meerder Spoelen zullen mogen worden gebruikt. Alles op een Boere van vyf- en twintig Gulden, tot lallen van den Fabriekeur voor elke zyner Laaden, welke breeder of met meerder Spoelen zal worden bevonden. Welverftaande dat de bepaaling om geen Laaden van meerdere Spoelen te gebruiken, eerft drie Maanden na 't Publiceeren deezer Keure gereekend zal worden in te gaan. Wordende aan de Fabriekeurs, die nog eenige andere Laaden of van meer dan 26 Spoelen hebben, voor zo veel zy die in 't vervolg nog zouden willen gebruiken, gelaft om dezelve binnen den gemelden tyd van  U6 KEUREN DER STAD HAERLEM. van drie Maanden op de voorfz. wyze te laaten maaken. XVII. Na verloop van de gezegde drie Maanden zullen de Overluiden, geadfilleerd met hun Knecht en een Stads-Bode, overal binnen deeze Stad de Laaden gaan infpecleeren of doen infpecleeren, om te zien of aan de bepaaiingen, in 't voorgaande Articul gemaakt, voldaan zy dan niet, by welke geleegenheid alle de Laaden, die in behoorlyke order bevonden worden , zullen worden goedgekeurd: en zullen dan teffens alle de Laaden, die nog boven de 26 Spoelen, of breeder dan in 't voorgaande Art. bepaald is, gevonden worden, in 't byzyn van den Stads Bode en Gilde - Knecht, worden vernietigd, boven het welke de Eigenaars, voor elke zodanige Laade , die dan nog onveranderd, en in de voorfz. behoorlyke order nog niet gebragt zou mogen zyn , zullen verbeuren eene Boete van vyf- en twintig Guldens; hoedanige infpectïe dan ook vervolgens van Jaar tot Jaar zal moeten gefchieden. En wordt voorts aan de Molenmaakers wel expreflelyk gelall om geene nieuwe of geheel vernieuwde en veranderde Laaden af te geeven , dan na dac dezelven met een Stads-Merk door den Gilde-Knecht zullen gebrand zyn, op de Boete van vyfen twintig Guldens, tot lallen van den MoJenmaaker voor elke nieuwe of geheel vernieuwde en veranderde Laade, die hy zonder in voege gemeld gebrand te zyn, afge leeverd zou mogen hebben: voor het doen van welke branding door den Molenipaaker aan den Gilde-Knecht zal moeten betaald worden, van elke Laade zes Stuivers. XV11I. Iemand Knecht in dit Gild zynde, en van een Fabriekeur toezegging hebbende om Werk t'huis te zullen krvgen, en daar door Loon-Baas te worden, zal, alvorens hy 't Werk naar zyn huis haalt, daar van aanftonds aan de Overluiden kennis moeten geeven, op de Boete van één Gulden. En zal dezelve zich wyders op den eerllvolgerden zit dag moeten laaten inreekenen, om dus zyn Loon-Baazen Brief te ontvangen, waarvoor hy zal moeten betaalen twee Guldens: zul lende hy by foute van zodanige intcekem'ng, indien hy na den zitdag, waar op dezelve had moeten gefchieden, t'huis als Baas werkt of laat werken, voor iederen zitdag, die aizo verloopt, verbeuren zes Guldens. XIX. Niemand zal als Knecht of Werkbaas in dit Gild mogen worden aangenomen, ten zy blyke, dat hy zyn Leertyd behoorlyk voldaan hebbe. XX. Ieder Werk- ofLoon-Baas zal Jaarlyks tot onderhoud van 't Gild betaalen zes Stuivers, en bovendien voor elk getouw, daar't Werk ophangt, drie Stuivers ; welke drie Stuivers echter aan den Baas door den Knecht zullen worden wedergegceven : en zal hec 'zelve Gildegeld aan den Knecht van 't Gild, wanneer die by 't einde van 't Jaar daarom komt, prömptelyk moeten worden betaald; zullende die geenen, welken het gemelde Geld, binnen zes Weeken daarna, nog niet betaald mogten hebben , dadelyk het Gild verliezen. Doch wanneer een Werk-Baas van 'c Kantwecven afgaat, om welke reden het ook zyn moge, zal het hem des niet te min vryftaan, om naderhand daar weder aan te komen; in welk geval hy weder als GildeBroeder zal worden geconfidereerd, mits alvorens al het agterftallige Jaar - Geld voldaan hebbende. XXI. Niemand zal door een Werkbaas als Knecht mogen worden te werk gefteld, dan na een Brief van 't Gild vertoond te hebben, waarby hy de vryheid krygt om als Knecht te mogen Werken, en daar en boven een bewys te hebben opgeleevcrd , dat hy zyn voorigen Baas voldaan heeft, en mee denzelven afgereekend. En zal een Werkbaas, die zonder zodanige bewyzen, of een der zeiven, een Knecht te Werk fielt, verbeuren eene Boete van drie Guldens, cn boven dien gehouden zyn te betaalen het Geld, dat aan zodanigen Knecht door deszelfs vooiigen Baas opgefchocten zou mogen zyn. XXIL Geen Werkbaas zal zyn Knecht gedaan mogen geeven, dan na hem ten minfte twee afhaalfcls te vooren gewaarfchouwd te hebben , uitgezonderd alleen, wanneer hy een  KEUREN DER STAD HAERLEM. 247 daar toe uitdrukkelyke ordre mogt gekreegen hebben van den Fabriekeur, of ook in geval van gepleegde ontrouw of brutaliteit van den Knecht. XXIII. Een Werkbaas, iemand tot Leerling aanneemende, zal gehouden zyn denzelven binnen zes Weeken (welke tyd als een proef-tyd zal worden geconfidereerd) aan 't Gild aan te geeven, om als Leerling aangefchreeven te worden, op de Boete van drie Guldens. En wanneer een Leerling van Meefter verandert, zal de nieuwe aanneemer denzelven by 't Gild moeten laaten overtekenen, mede op de Boete van drie Guldens. Doch vermits zulks niet dan op den eerften zitdag kan gefchieden, zal dezelve aanneemer, van den 'gezegden Leerling intuflehen gebruik willende maaken, van de Overluiden een Briefje van confent moeten hebben, waar by aan zo een Leerling vryheid gegeeven wordt om by den nieuwen Meefter tot de eerftkomende ordinaire Comparitie te mogen werken; hoedanige Briefjes, op vertoon van het bekomen ontflag van den voorigen Meefter, telkens zullen worden verleend, en dat zo dikmaals de Leerlingen, in zodanigen tuffchentyd , van Meefter zouden mogen veranderen, behoudens dat voor alle verandering van Meefter, het behoorlyk recht van tranfport of overtekening betaald zal moeten worden. En wanneer iemand een Leerling te werk ftelt, welke tegen den wil van zyn Meefter , die hem behoorlyk had doen aanteekenen, afgenomen of afgegaan is, zal de zodanige verbeuren een Boete van twaalf Guldens, en de gemelde Leerling een Boete van zes Guldens. XXIV. Geen Werkbaas zal van Fabriekeur mogen veranderen, ten zy hy denzelven ten minften vier afhaalfels te vooren behoorlyk gewaarfchouwd , zyn ontflag verzogt en verkreegen, met den Fabriekeur voorts afgereekend, en hem voldaan hebbe, op een Boete van vyfen twintig Guldens: van welk ontflag en afreekening de Fabriekeur in het gemelde geval gehouden zal zyn hem een voldoende blyk en quitantie te geeven, waar tegen de Werkbaas verpligt zal weezen alle de Gereedfchappen , die hy van den Fabriekeur onder zich heeft, in behoorlyke order, onbefchadigd en ten zyne eigen koften te leeveren ter Vervolg van V //. Deel, 5 S(uk. plaatfe, waar de Fabriekeur zulks zou mogen begeeren. Doch wanneer de Werkbaas zich zou mogen fchuldig gemaakt hebben aan ontrouw of brutaliteit, zal de Fabriekeur het vermogen hebben, het bewys en quitantie van 't ontflag en de afreekening tot den eerften zitdag intehouden, ten einde aldaar ter requifitie Van den Werkbaas door de Overluiden zou kunnen worden beoordeeld, of de Fabriekeur dat een en ander geeven moet, dan niet. XXV. Wanneer een Loonbaas komt te fterven, zal het den Fabriekeur vryftaan, om aan deszelfs Weduwe het werk te laaten behouden, en het Baazen-Loon, en voordeel te laaten genieten , tot zo lange toe dat de gemelde Weduwe wederom zou komen te trouwen: en zal zodanige Weduwe, terwyl zy het voorfz. werk heeft, verbonden zyn aan alle de Articulen , met opzicht tot de Werk- of Loonbaazen geftatueerd. XXVI. Een Werkbaas zal voor ieder Rondje of afhaalfel van twaalf Ellen (naar welk getal van Ellen de Rondjes telkens in deeze ordonnantie gereekend zyn, en na welker calculatie alle de refpedtive betaalingen fteeds pro rato zullen moeten gefchieden} van den Knecht voor Baazen-Loon niet meer mogen vorderen , dan een zesde gedeelte van het volle Arbeids-Loon, hierna by het XXXIV Articul vaftgefteld; op de Boete van vyf- en twintig Guldens, zo menigmaal een Werkbaas hier tegen aangegaan mogt hebben: doch zal de Werkbaas daar en tegen het (poelen van den Inflag geheel en al ten zynen eigen koften moeten laaten bezorgen, en verpligt zyn om , wanneer hy zulks door zyn Knecht of Leerling laat doen, aan denzelven Knecht of Leerling voor elk afhaalfel als vooren te betaalen twee Stuivers. XXVII. Niemand zal vermogen in een en 't zelfde Huis meer dan vyf getouwen te hebben, daar het werk ophangt, al ware het dat'er meer dan een Gilde-Broeder Werkbaas in zodanig Huis woonde; op een Boete van vyftigGuldens, voor elk zodanig getouw, dat 'er boven de vyf zou mogen weezen: en zal ook niemand, zonder onderfcheid of hy alleen, Kk dan  248 KEUREN DER STAD HAERLEM. dan wel in Compagniefchap fabriceert, van meer dan vyf getouwen eenig voordeel als Loon- of Werkbaas, mogen genieten, op de Boete, als vooren. XXVIII. By de voorfz. vyf getouwen zullen niet meer mogen zyn dan twee Leerlingen, die voor minder dan Knechts-Loon werken, en van welken één bepaaldelyk in zyn laatite Leerjaar zal moeten weezen; doch zal bydie geenen, welken minder dan vyf getouwen te gelyk laaten werken, maar één Leerlingmogen zyn; alles op de verbeurte van twaalf Guldens, tot lallen van den Werkbaas van zodanigen Winkel, zo dikwils hy deswegens gecalangeerd en overtuigd wordt: wordende echter de Vinders gequalificeerd om, geduurende het eerfte Jaar na 't publiceeren deezer Keure, van de voorfz. bepaling dispenfatie té verleenen aan zulken, die het zelve op gefundeerde redenen aan hun zouden mogen verzoeken. En zullen voor Leerlingen worden gerekend die op de volgende wyze by het Gild zyn ingefchreeven : namelyk dat aan Leerlingen, die voor drie Jaaren worden gehuurd, of die ten tyde, wanneer zy worden aangeteekend, onder de agtien Jaaren oud zyn, voor ieder Rondje of Afhaalfel, niet minder zal mogen betaald worden, dan vier- en dertig Stuivers in het eerfte, veertig Stuivers in het tweede, en zes- en veertig Stuivers in het derde Jaar; en dat aan Leerlingen , die voor twee Jaaren worden ingehuurd, of die ten tyde, wanneer zy aangeteekend worden, boven de agtien Jaaren oud zyn, het eerfte Jaar niet minder dan zes- en dertig en het tweede Jaar niet minder dan vier- en veertig Stuivers voor elk Rondje of I Afhaalfel zal mogen worden betaald. Ook zal op een Winkel van vyf getouwen, daar twee Leerlingen werken, zo dra 'ereen Knecht bedankt, of bedankt wordt, binnen den tyd van zes Weeken een andere Knecht op het Getouw moeten zyn , of zal anders een der Leerlingen moeten worden bedankt; alles op de Boete als vooren. XXIX. De Werkbaas zal aan zodanige Leerlingen , naar rato van 't geen zy volgens de infchryving, by 't voorige Art. bepaald, winnen moeten, helpen onderhouden de Huur van den Trekker, zodanig, dat wanneer een Leerling vier- en dertig , zes- en dertig of veertig Stuivers voor 't Afhaalfel wint, de Baas een derde, en de Leerling twee derden van den Trekker zal betaalen; en dat de Baas daar en tegen een vierde, en de Leerling drie vierden in de kollen van den Trekker zal moeten draagen, wanneer de Leerling boven de veertig Stuivers wint; alles op de Boete van twaalf Guldens voor den Baas, en van drie Guldens voor den Leerling, zo dikwils zy gecalangeerd en overtuigd worden, wegens de overtreeding van dit Articul, van de betaaling van welke Boete echter de Leerling, die van zodanige fraude zelf aangeeving mogt doen, zal weezen bevryd. XXX. Niemand zal als Knecht mogen werken, ten zy hy zyne Leerjaaren behoorlyk voldaan, en daar en boven een Knechts-Gilde-Brief (waar voor hy een Gulden zal moeten betaalen) bekomen hebbe; op de Boete van twaalf Guldens. En zal geen Knecht van zyn Werkbaas mogen afgaan, zonder hem ten minfte twee Afhaalfels te vooren behoorlyk gewaarfchouwd, met hem afgereekend, hem voldaan, endaar van fchriftelyk bewys gekreegen te hebben, op de Boete als vooren; welk bewys en quitantie, hem invoege gemeld, niet zal mogen worden geweigerd, ten Ware om de ondeugd van zyn Werk, of om gepleegde brutaliteit: waarover de Overluiden des noods zullen oordeelen, en daarop ordre Hellen. XXXI. Een Leerling, zyn tyd vervuld hebbende, zal voor geen minder dan Knechts ■ Loon mogen werken, op een Boete van zes Guldens. En zal de Fabriekeur of de Werkbaas, die een Leerling na 't vervullen van zyn tyd voor minder dan Knechts-Loon Iaat werken, telkens verbeuren eene Boete van vyf- en twintig Guldens, zo dikwils by deswegens bekeurd wordt. XXXII. Indien iemand een Jongeling als Leerling by een Werkbaas wil beiteeden , zal dezelve gehouden zyn, of zelf, of door iemand van zynent wege, zodanigen Leerling behoorlyk by 't Gild te laaten infchryven; waarvoorde Aanneemer van den Leerling agt Stuivers en de Leerling vier Stuivers zal moeten betaalen. En zal hec begin van den Leertyd eerft  KEUREN DER STAD HAERLEM. 249 gereekend worden, van den dag van de voorfz. intekening by hec Gild, zonder datdeProefWeeken, hier vooren Articul XXM vermeld , daar by geteld zullen worden. XXXIII. Een Leerling, die beneden de agtien Jaaren oud is, zal niet minder dan drie Jaaren en boven de agtien Jaaren zynde, niet minder dan twee Jaaren, (de Jaaren celkens van den dag der intekening af te rekenen} mogen leeren. En indien een Leerling buiten wettige redenen (waar van de beoordeeling en beflis/ing zal liaan aan de uitfpraak van de Overluiden) van zyn Meefter afgaat, alvorens zyne Leerjaaren behoorlyk voldaan te hebben, zal dezelve, aan het werk van dit Gild willende blyven , gehouden zyn, zynen geheelen Leertyd, en dus de voorfz. twee of drie Jaaren refpeclivelyk, opnieuw te voldoen, zonder echter ooit weder voor dien zelfden Fabriekeur, voor wien hy te vooren werkte , in gefchreeven te mogen worden: zullende in allen gevalle de Ouders, of die de befteeding gedaan mogten hebben, voor de behoorlyke voldoening j der Leerjaaren moeten inftaan. Doch wanneer een Leerling met bewilliging van zyn Meefter van denzelven afgaat, of door deszelfs affterven, vertrek van hier, of ander toeval van gelyke natuur verhinderd wordt, om langer by denzelven te werken, zal de voorledene tyd in de Leerjaaren mede worden bereekend, en hy dan alleen gehouden weezen, om zich by het Gild te laaten overtekenen; waar voor de nieuwe Aanneemer agt Stuivers en de Leerling vier Stuivers zal moeten betaalen. En zal, wanneer in 't gemelde geval zodanige overtekening mogt worden verzuimd, door den Baas en den Leerling, ieder in't byzonder, deswegens worden verbeurd eene Boete van drie Guldens. XXXIV. Niemand zal voortaan eenige Kanten, de zyde daar onder gereekend, mogen aanbefteeden om te laaten werken tot minder pryzen, dan hier na zyn uitgedrukt, te weeten: De fyne vierdraads rechte Kanten, als mede de zogenaamde fupra of extra fyne Kanten, van ieder Rondje of Afhaalfel van twaalf Ellen,toe vier Guldens. De rechce Bafterd-Kant, tot drie Guldens: De grove Kant tot twee Guldens en agt < Stuivers. < Maar een van deeze zoorten mee hoeken zonder canden gemaakc wordende, zal voor ieder Afhaalfel boven de hier vooren bepaalde pryzen, moeten worden betaald zes Stuivers. En dezelfde zoorten met hoeken en tanden teffens gemaakc wordende, zal voor ieder Rondje of Afhaalfel betaald worden, • als volgt, te weeten: 1 Van de fyne vierdraads als mede de zogenaamde fupra of extra fyne Kant, vier Guldens en tien Stuivers. Van de Bafterd - Kanten, drie Guldens en tien Stuivers. Van de grove Kant, twee Guldens enagtcien Stuivers. Welk alles verftaan moet worden, van Gecwynde Kecting en Gecwynde Inflag: doch die mee ongetwynden Inflag wil laaten werken , zal daar en boven voor den laft van 't enkeld Gaaren, voor ieder Rondje zes Stuivers meer moeten betaalen. Zullende die geenen, die den Kecting der geweeven Kanten , hec zy geheel of een deele (al was hec maar tot de kantkettinge) van enkel ongecwynd Gaaren willen gemaakc hebben, voor ieder Rondje of Afhaalfel, boven hec ordinaris Loon, nog moecen becaalendercig Scuivers, en zulks zonder onderfcheid of de Werkman een Loonbaas. zy, dan wel een Knechc of een Leerling. Doch zullen in allen geval niet een, maar ten minfte twee dubbele kantdraden tot den kantketring, of wel ten minfte agt kantdraden op ieder Stuk moeten worden gebruikt, op de Boete van drie Guldens, voor elk Rondje of Afhaalfel, l zo dikmaals iemand wegens de overtreeding van deeze laaftgemelde bepaaling, omtrent het gebruik der kantkettingen gecalangeerd wordt: doch welke bepaaling echter geen plaats zal.grypen, ten aanzien van de Kanten met hoeken, als waar omtrent de Fabriekeurs in dit opzichc volkomen vry zullen blyven. En zullen alle de geenen, die bevonden worden voor minder dan de vooren gemelde pryzen, te hebben laaten werken , of zulks nog te praétifeeren, voor elk Afhaalfel verbeuren eene Boete van vyf- en twintig Guldens zo dikwils zy deswegens worden gecalangeerd , en van de overtreeding van een der voorfz. bepaalingen overtuigd. XXXV. Om alle verfchillen voor te komen, onder welke der drie qualiteiten, in het voorgaande Articul opgenoemd, de Kanten zouden Kk 2 ge-  250 KEUREN DER STAD HAERLEM. mogen behooren , zullen voortaan altoos voor grove Kanten gehouden worden , die gemaakt worden door Rieten, waar van 'er veertien of minder in een Rynlandfchen duim gebonden zyn, en daar en tegen voor Basterd - Kanten alle zoorten , gemaakt door Rieten , waar van 'er meer dan veertien in een Rynlandfchen duim zyn; terwyl bepaaldelyk alleen de vierdraads Kanten voor fyne Kanten zullen worden gehouden, als mede de zogenaamde fupra of extra fyne Kanten. XXXVI. De voldoening van de voorfz. Arbeidsloonen zal moeten gefchieden in baar Geld; zonder dat in betaaling van dezelve Loonen, of een gedeelte van die , eenige Waaren, Goederen of Koópmanfchappen , van wat natuur of conditie die zouden mogen weezen , of onder wat pratext het zelve ook zoude mogen zyn, aan de Ambachtslieden zullen mogen worden verkogt, verruild, of in mindering aangereekend worden, direct of indirect, in eeniger maniere, op een Boete iedere reize van vyf- en twintig Guldens. XXXVII. De Fabriekeurs zullen de onkoften van het maaken der Getouwen gehouden zyn te betaalen, te weeten het vierkant nevens de Laaden, met alles dat by 't Getouw en de Laade behoort, het Harnas, de Kam , het inftellen der Patroonen, het Koordgaaren en Touw. Doch zal de Weever het Werk aan de gang moeten brengen, en een monfter maaken, ten genoegen van den Fabriekeur. XXXVIII. De Werklieden zullen gehouden zyn puik en goed Werk te maaken, en hunne gereedfchappen in allen deele wel te onderhouden; ook zullen dezelven niets van 't geen den Fabrikeur toekomt, mogen verkoopen of vervreemden , op pcene van vyf- en twintig Guldens te verbeuren, en bovendien gehouden te zyn, om het verkogte of vervreemde tereftitueeren, of de dubbele Waarde daar van te feetaaien. XXXIX. Zo een Werkman aan zyn Fabriekeur liegt en bedorven Werk t'huis brengt, zal de Fa¬ briekeur zodanig Afhaalfel of Stuk aan dien Werkman mogen laaten behouden, mits hem het volle Loon betaalende; waar tegen de Werkman in zodanig geval aan den Fabriekeur zal moeten betaalen, al 't geen het denzelven aan Gaaren en Loonen heeft gekoft: en ingevalle de Fabriekeur daar over met den Werkman mogt verfchillen, zal het different ter befiisfing ftaan, aan de Overluiden of Vinders van het Gild. Doch ingeval, de Fabriekeur zodanig Werk echter aan zich wilde behouden, zal hy des niet tegenftaande, onder wat pretext het ook zou mogen weezen, niets minder, dan het bepaalde Loon, aan den Werkman mogen geeven , op de Boete telken reize van vyf- en twintig Guldens. XXXX. Alle de geenen , die tot het Gild behooren , en cp de Gilde - Kamer zouden mogen komen , zullen gehouden zyn, zich aldaar ordentelyk en befcheiden te gedraagen: en ingeval door iemand ter contrarie mogt worden gehandeld, zal het den Overluiden vryftaan den zodanigen eene Boete op te leggen van twaalf Stuivers voor de eerfte reize, en voor de tweede reize en vervolgens, van één Gulden, welke Boeten, door de Overluiden aan iemand ter zaake als vooren opgelegd zynde, door denzelve promtelyk zullen moeten worden betaald. XXXXI. Tot de bekeuring der Overtreeders van deeze Ordonnantie worden, behalve den Heer Hoofd-Officier en Commiflaris van deezer Stads Keuren, in 't byzonder ook gequalificeerd de Overluiden of Vinders van dit Gild, als mede alle de Gilde-Broeders , zo wel Werklieden, als Baazen en Fabriekeurs, gelyk mede de Gilde-Knecht, door de Overluiden aan te ftellen. En worden de gemelde Overluiden voorts in 't byzonder ook geauctorifeerd om de geftelde Boeten, waarin iemand uit kragte deezer Ordonnantie vervallen zou mogen zyn, met de daad door een Stads - Bode te doen invorderen. XXXXII. Alle de Boeten , by deeze Ordonnantie vaftgefteld, en waar by op dit refpect niets uitdruklyks en particuliers is bepaald, zullen worden geappliceerd als volgt, naamlyk een derde  KEUREN DER STAD HAERLEM. 251 Ampliatie en Alteratie van het XVI Articul der Generaale Keure voor het KANT REEDER S-GILDE', van den 2 Mei 1777. BURGEMEESTERENen REGEERDERS der STAD HAERLEM, in achting genoomen hebbende , dat by het XVi Articul der Generaale Keure voor het Kantreeders Gilde, by de Heeren van den Gerechte den 23 April 17JJ, gearrefteerd, en den 1 Mei daar aan volgende gepubliceerd, geftatueerd is : Dat de Fabriekeurs in Kanten, die eenige Laaden boven de zes- en twintig Spoel mogten hebben, dezelven tot op voorfz. zes- en twintig Spoelen zullen moeten laaten vermaaken, zodat dezelven daar door genoodzaakt worden eenige onkoften te impendeeren ; hebben, na deliberatie, en omme zodanige Fabriekeurs Kk 3 ju» derde voor den Aanbrenger, een derde voor voor den Heer Hoofd - Officier, cn hec overige derde ten behoeven van het Gild, om mede te ftrekken tot betaaling van deszelfs onderhoud en noodwendige koften. XXXXIII. En zal deeze Keur en Ordonnantie worden gedrukt, en een Exemplaar daar van aan ieder Gilde-Broeder cn Zufter, zo die 'er actueel zyn, als die in 'c vervolg zouden mogen aankomen, mitsgaders aan de MoïenMaakers, ter hand worden gefteld, waar voor dezelven refpéctive lyk verpligt zullen zyn, zo veel te betaalen, als elk Exemplaar aan het Gild zal hebben gekoft. Aldus gedaan en gearrefteerd den 23 April 1777, by de Heeren Mr. Aelft van der Hoolck de Bruyn, Hoofd-Officier ; Mr. Mattheus Willem van Valkenburg, Mr. Francois Benjamin Fagel, Antoni Kuits en Mr. Antonis Slicher, Burgemeefteren; Mr. Paul le Leu de Wilhem, Heer van Drongelen , Mr. Herman Gerlings , Joan Har men Grasvuinckel, Jean Gisberto Decker en Mr. Jacob Akerftoot Junior, Schepenen der Stad Haerlem», In kenniffe van my, C. A. TESTART. En den eerften Mei daaraanvolgende, na voorgaande Klokkegeflag, van de Puye van den Raadhuize gepubliceerd, ten overftaan van de Heeren Mr. Aelft van der Hoolck de Bruyn, HoofdOfficier ; Mr. Herman Gerlings en Joan Har men Grasvuinckel, Schepe* nen in Haerlem. By My, C. A. TESTART» in de bovengemelde noodzaakelyke onkoften eenigzins te gemoed te komen , goedgevonden , de Overluiden van het KantreedersGilde te qualificeeren, aan alle zodanige Fabriekeurs, die eenige Laaden boven de zesen twintig Spoelen mogten hebben, en dezelve naar 't voorfchrift der voorfz. Keure heb* ben laaten veranderen, uit hun Gilde-Kas te becaalen voor ieder Laade eene fomma van vyf- en twintig Guldens. En zal Copie deezer aan de Overluiden van het Kantreeders - Gilde worden ter hand gefteld, omme te ftrekken tot derzelver narichtinge en omme zich daar na te reguleeren.  252 KEUREN DER STAD HAERLEM. Alteratie en Ampliatie van het XXXVII Articul der Keure en Ordonnantie voor het KANTREEDERS-GILD binnen deeze Stad gearrefteerd den 23 April 1777; van den 19 February 1779. De HEEREN van den GERECHTE der STAD HAERLEM, gehoord hebbende de lectuie van het Requeft, door een groot aantal Leden van het Kantreeders - Cild binnen deeze Stad, meeftal Werklieden zynde, aan hun Ed. Achtb. geprefenteerd, ten einde tot voorkooming van eene meerdere werkeloosheid in de voori'z. Fabriek, en om de Fabriekeurs teffens tot de voortzetting daar van te beter in ftaat te ftellen, aan de Fabriekeurs zou mogen worden vrygelaaten om wegens elk Rondje of Afhaalfel, dat op hunne Getouwen gemaakt wordt, van des WerkmansLoon te mogen af houden zes Stuivers ; en na genomen informatien als nu onderricht zynde geworden, dat zodanige vrylaating ten nutte van de voorfz. Fabriek en teffens veel al tot genoegen van Fabriekeurs en Werklieden zou kunnen dienen: Hebben mitsdien, na deliberatie, goedgevonden cn verftaan, om het XXXVII Articul der Keure en Ordonnantie voor het Kantreders-Gild binnen deeze Stad, gearrefteerd den 23 April 1777, in deezer voege te altereeren en amplieeren. De Fabriekeurs zullen de onkoften van het maaken der Getouwen gehouden zyn te betaalen, te weeten, het Vierkant nevens de Laaden, met alles dat by 't Getouw en de Laade behoort, het Harnas, de Kam, het inftei/en der Patroonen, het Koordgaaren en Touw. Doch zal de Weever her Werk aan de Gang moeten brengen, en een monffer maaken, ten genoegen van den Fabriekeur. En zal het aan den Fabriekeur vryftaan, om van ieder Rondje of Afhaalfel, dat op zyne Getouwen gemaakt wordt, van des Werkmans vaftgefteld Loon aftehouden uiterlyk tot zes Stuivers toe, zonder meer; en zulks om daar door gefoulageerd te worden zo in het onderhoud, gebruik en flytafie zyner Gereedfchappen, als in het doen van verdere extraordinaire Onkoften, tot de voorfz. Fabriek vereifcht wordende. Aldus gedaan en gearrefteerd, den 19 February 1779, by de Heeren Mr. Adolf Heshuyfen, Hoofd-Officier; Mr. Carel van Dyk, Jean Salomon la Clé , Mr. Cornelis Afcanius van Sypefleyn , Heer van Moermont en Reneflè, en Mr. Caspar 'Jacob Ravens, Burgemeefteren ; Mr. Pieier Vermeulen , Mr. Caspar Clotterbooke , Junior , Mr. Librecht Jacob Hooreman, Jean Gysberto Decker, Mr. Isbrandus Johannes Faber van Riemsdyk, Willem Anne Leflevenon en Cornelis Pieter Elout, Schepenen der StadPIaerlem. In kenniffe van my, C. A. TESTART. En ten zeiven dage ter Puye van den Raadhuize afgekondigd, ten over ftaan van de Heeren Mr. Adolf Heshuyfen, Hoofd-Officier; Mr. Caspar Clotterbooke, Junior en Willem Anne Leflevenon , Schepenen der voorfz. Stad. By My, C. A. TESTART. Resolutie, waarby geftatueerd wordt om de Overlieden van het KANTREEDERS-GILDE, in deferieufte termen, de intentie van hun Ed. Groot Achtb. ten aanziene van de nieuw gemaakte SCHIKKINGEN, onder het oog te hrengen; van den 19 February 1779. BURGEMEESTEREN en RE- de het verzoek door de Heeren van den GeGEERDEPvS der STAD HAER- rechte deezer Stad aan hun Ed. Gr. Achtb. LEM , in achting genomen hebben- gedaan, en in de Refolutie van welgemelden Ge-  K E UREN DER STAD HAERLEM. 253 Alteratie van het I Articul van de Keure, voor het KANTREEDERS-GILD, in dato 23 April 1777; van den 8 September 1779. De HEEREN van den GERECHTE der STAD HAERLEM, disponeerende op de Requefte, door de Overlieden van het Kantreeders-Gilde binnen deeze Stad aan hun Ed. Achtb. geprsefenteerd; hebben, na deliberatie, goedgevonden en verftaan , het eerfte Articul van der Supplianten Gilde Keure van den 23 April 1777, te altereeren op de navolgende wyze: Het voorfz. Gild zal worden beftuurd, door vier Overlieden , door Heeren Burgemeefteren, uit een, door de in dienft zynde Overlieden over te geeven, dubbeld getal, aanteftellen; van welke vier Overlieden , jaarlyks , één zal afgaan , in wiens plaatfe, telkens weder een ander, uit eene dubbelde Nominatie, door Heeren Burgemeefteren zal worden geëligeerd ; welke Overlieden gehouden zullen zyn, alle de zaa- Gerechte van heden vervat, ten einde hun Ed. Groot Achtb. na het publiceeren der op heden gearrefteerde alteratie en ampliatie van het XXXVII Articul der jongde Keure en Ordonnantie op het Kantreedcrs-Gild binnen deeze Stad, de Overlieden van het gemelde Gild voor zich zouden ontbieden, en de intentie van hun Ed. Achtb. ten aanzien der gemaakte nieuwe fchikkingen aan dezelven onder het oog brengen. Hebben, na deliberatie, en ten einde aan het oogmerk van 't voorfz. verzoek re voldoen, goedgevonden en verftaan, dac de Overlieden van het Kantreeders - Gild binnen deeze Stad tegen aanftaanden Dingsdag den 23 deezer ter Kamere van hun Ed. Groot Achtb. zullen worden ontboden, en dat als dan van wegen hun Ed. Groot Achtb. door den Heer Penfionaris van Zeebergh, aan dezelven in de fericurte termen zal worden onder het oog gebragt, dat het niet danfehoorvoetende en met den uitterften tegenzin is, dat de Heeren van den Gerechte tot het maaken der voorfz. verandering (waar by aan de Fabriekeurs vry wordt gelaaten, om van ieder Rondje of Afhaalfel, dat op hunne Getouwen gemaakc worde, van de Werkmans vaftgefteld Loon aftehouden, uitterlyk tot zesStui- j vers toe) zyn gekomen , maar dat', gelyk de oorzaaken van het bederf meeftal aan de Fabriekeurs zeiven te wyten zyn, hun Ed. Groot Achtb. mitsdien in naam van de Heeren van den Gerechte de voorfz. Overlieden, en door dezelve de gezamentlyke Kant - Fabriekeurs, op hec ernftigfte waarfchouwen, dat zy (even gelyk de Overlieden en eenige andere Fabriekeurs zich vrywillig daar toe reeds by eene fchrifcelyke Memorie op het fterkfte hebben verbonden) zich zorgvuldig hebben te wagten, en zo veel in hen is te prajvcniëeren alle die uitwegen en praclyken, die tot eenig nadeel of verdere verminderingvan de voorfz. Fabriek zouden kunnen dienen , en dat zy zich dus de nu gebruikte toegeevendheid ten nutte hebben te maaken, alzo welgemelde Heeren van den Gerechte niet ligtelyk te permoveeren zullen zyn, om eenige meerdere bezwaaren tot laften van den Armen Werkman by 't vervolg tc introduceeren, of door hunne authoriteic eenigzints ce wettigen. Dat wyders welgemelde Overlieden zullen worden aangemaand, om van deeze Recommandatie nu en in'tvervolg, daar't behoort, by andere Fabriekeurs hec nodige gebruik re maaken; alles met verdere byvoeging, dat gelyk de voorfz. reductie van zes Stuivers van het Loon nu alleenlyk is gepermitteerd en niet volfirekt geboden, de Heeren van den Gerechte verwagten, dat de Fabriekeurs by de geringde, meer gundige gefteldheid van zaaken daarin zodanige moderatie zullen gebruiken , als de edelmoedigheid en een brave manier van denken dan van hun zouden mogen vorderen. En zal, na het doen van de voorfz. mondelinge advertentie, Copie van dit gerefolveerde aan de Overlieden van het Kantreeders-Gild alhier worden gezonden, om by het Gild te worden geregiftreerd en bewaard, ten einde de inhoud deezer Waarfchouwinge ten allen tyde gerememoreerd en van applicatie gemaakt zou kunnen worden.  254 KEUREN DER STAD HAERLEM. zaaken, het gemelde Gild concerneerende, behoorlyk waar te neemen, en wel toe te zien, dat deeze Ordonnantie, in alle haare deelen, en, ten meefte nutte van de KantFabrieken alhier, wel worde nagekomen en agtervolgd. En zal Copie van deeze Refolutie aan 1 ü,in, alhier te komen ftaan, blyvende het zelve alleen aan Burgers en Ingezetenen deezer Stad gepermitteerd; van den 3 September 1776. De HEEREN van den GERECHTE dep STAD HAERLEM, gehoord hebbende de letfure van de! Requefte, aan hun Ed. Achtb. geprefenteerd door Deken en Vinders van het Koekebakkers-Gilde, binnen deeze Stad; te kennen geevende, dat veele Perfoonen, zo Buitenluiden als Burgers, alhier jaarlyks met Koekkraamen ter Kennifle komen ; als ook dat veele Kraamers, alleen met Koek-Kiften en geene Kraamen , zich by dezelve komen te voegen, het geene alleen aan Burgers en Ingezetenen deezer Stad, van oude tyden af, is gepermitteerd en oogluikende toegedaan geweeft, om redenen, dat die Slyters in Koek, alhier woonachtig, dezelve Kuek, by kleine quantiteit, van de Koekebakkers, binnen deeze Stad, kogten: dog dat van tyd toe tyd veele Vreemdelingen, geene Burgers of , Ingezetenen zynde, in navolging van dien, ook met Kiften met Koek alhier ter Kermifle zyn gekomen , dewelke hunne Koek , als hier niet gebakken, en van flegter aloi zynde, voor mindere pryzen kunnen verkoopen, dan door Kraamers , zo Burgers als Buitenluiden, en ook door Burgers en Slyters, die met Koek-Kiften ter Kermifle ftaan en goede Koek verkoopen, gefchieden kan; alles rot merkelyk nadeel en prejudicie van alle de Gilde-Broeders en verdere Slyters in Koek binnen deeze Stad; verzoekende dar daarin , door hun Ed. Achtb. mogte worden voorzien. Hebben hun Ed. Achtb., na deliberatie, goedgevonden en verftaan te ordonneeren, zo als hun Ed. Achtb. ordonneeren by deezen: dat geene Buitenlieden, voortaan op de ' Kermifle alhier, met Kiften met Koek zullen mo-  KEUREN DER STAD HAERLEM. 259 mogen komen, maar alleen met Koek Kraamen ; blyvende het ftaan, met Koek-Kiften, met uitzondering van alle anderen , alleen gepermitteerd aan Burgers en Inwoonders deezer Stad, mits egter dat zy met geene andere Kiften met Koek zullen vermogen te liaan, dan dewelke alhier gebakken is, alles op verbeurte van de Koek, ten behoeve van het Diaconie-Huis, van het Weeshuis, als mede van het Aelmoefleniers-Huis, binnen deeze Stad, die contrarie aan deeze zoude mogen weezen verkogt: qualificeeren voorts de Supplianten, omme van deeze ordonnantie , in tyds by Advertiffementen in de Couranten, alomme de nodige kennifle te doen geeven. En worden behalven den Onder-Schout, en de Dienaars van de Juftitie, in het byzonder mede de Deken en Vinders, mitsgaders de verdere Gilde-Broeders van het Koekebakkers-Gilde, gequalificeerd, omme deeze bekeuringe en aanhaalingen te mogen doen. Alteratie en Ampliatie der Keure en Ordonnantie van het KOEKEBAKKERS-GILD binnen de Stad Haerlem; van den 8 September 1783. De HEEREN van den GERECHTE der STAD HAERLEM, ge-\ zien en geëxamineerd hebbende een Requeft , door Deken en Vinders van V Koekebakkers - Gilde, binnen deeze Stad, aan bun Ed. Achtb. geprefenteerd, hebben , na deliberatie, tot betere in flandhouding van V zelve Gilde, goedgevonden en verftaan, by voege van alteratie en ampliatie der Keure en Ordonnantie voor het Koekebakkers - Gild binnen deeze Stad, in dato 27 November 1749, te ordonneeren en te ftatueeren , gelyk geordonneerd en geftatueerd voorden by deezen, de Poinclen en Articulen hier na volgende; blyvende de gemelde Keure en Ordonnantie voor het overige , en voor zo verre zy hier mede niet ftrydig is, volkomen van kragt en in haar geheel. Articul I. Dat het getal der Koekebakkers of Bakfters zal uitfterven tot op zeftien, ten ware het inmiddels by hun Ed. Achtb. nuttig en noodzaakelyk geoordeeld mogt worden, om de uitfterving vroeger te doen ophouden. II. Dat geduurende den tyd van de eerftkomende zes Maanden, ingaande met den dag van het arrefteeren deezes, en langer niet, het aan ieder Koekebakkers Knecht, die aan de Keure heeft voldaan , en in ftaat is om zyn Proef te doen , zal weezen gepermitteerd, wanneer 'er een Koekebakker of Bakfter inmiddels komt te fterven of uitgekogt wordt, en dus een afgaande of overlydende tegen een aankomende gereekend, zyn Proef te mogen doen , maar dat na verloop van dien tyd niemand zyn Proef zal mogen doen, dan na dat 'er twee uitgeftorven of uitgekogt zyn. Dar het echter aan een KoekebakkersKnecht, die in alles aan de Keure van het Gild heeft voldaan, en met een Koekebakkers Weduwe of met een KoekebakkersDochter (de Stand haarerOudeienofvanden langftleevende van die verkreegen hebbende) komt te trouwen , indien zy haar Gild aan geen ander heeft overgedaan, ten allen tyde zal vryftaan zyn Proef te. doen, zonderiemand uit te koopen, of naar een Sterfgeval te wagten, mits hy de Neeringe niet anders zal mogen doen, dan in de Stand van zodanige Weduwe of Dochter. IV. Dat een Koekebakkers-Zoon insgelyks, zonder naar eenig Sterfgeval tewagten, of verpligt te zyn iemand uit te koopen, zo hy in alles aan de Keure heeft voldaan, zyn Proef zal mogen doen, mits zulks zy in de plaats zyner Ouders, of van den langftleevende van die. •' >vv^yn jorrt ,n« Dac ieder Gilde-Broeder, afftand van zyn recht tot het Gild willende doen , dat zal kunnen verkoopen ; en indien zich daartoe LI 3 geene  2Ö0 KEUREN DER STAD HAERLEM. geene Gegadigden opdoen, als dan hetzelve zal kunnen overdoen aan Deken en Vinders van het Koekebakkers-Gild, mits daarvoor niets meer vorderende dan de Somme van een honderd-en vyftig Guldens eens. VI. Dat wanneer Deken en Vinders van dit Gild een diergelyk recht tot het Gild in bezitting hebben, hetzelve den voorrang zal hebben ; en mitsdien eerft gekogt zal moeten worden door hem, die de Neering zal willen beginnen , en zodanig Gild benodigd heeft, welke hetzelve zal kunnen krygen voor de Som van één honderd- en vyftig Guldens, waar voor het is ingekogt, met de Intrelfen van die tegen drie per Cent in 't Jaar, te rekenen van den tyd , dat Deken en Vinders het gekogt hebben, toe den dag van de verkoop toe. VII. Dat zo ras het getal der Koekebakkers en Koekebakfters tot op agtien zal zyn uitgeftorven, ieder Gilde- Broeder of GildeZufter, het zy bakkende of ftilzittende , Jaarlyks, tot des te beter onderhoud van het zelve Gild , zal moeten betaalen, in de plaats van vyftig Stuivers, vier Guldens. VIII. Dat voortaan alle de geenen, die, geen Gilde - Broeders of Gilde - Zufters zynde, eene Neering als Winkelhouders van Koek zouden willen beginnen en oprichten, daarvan, ingevolge het XXV Articul der Keure voor 't zelve Gild, ten eenemaal zullen worden geweerd; maar dat het echter aan de Winkelhouders van Koek, die 'er tegenwoordig zyn, en by hun affterven aan derzelver Weduwen , zal vryftaan om de Neering in 't zelfde Huis , daar zy die thans oeffenen, of wel elders, met goedvinden van Deken en Vinders, of in cas van discrepance met goedvinden van Heeren Burgemeefteren, te blyven aanhouden, mits binnen één Maand na het pubüceeren deezes zich addreftèerende aan Deken en Vinders van het Koekebakkers - Gild , en aan dezelven, met opgave hunner Woonplaats, voor Man en Vrouw te zamen, of voor een Man en Vronw alleen, verzoekende een Billiet van Admiffie, waar voor zal moeten worden betaald zes Stuivers , terwyl zulke Neering doende Perfoonen Jaarlyks, tot onderhoud van het Gild, mede zullen moeren opbrengen twee Guldens: des dat by 't affterven van zulke Winkelhouders, of wel by 't verlaaten van de Affaire, die Neering by vervolg altoos aan een ander zal mogen worden overgedaan, om in het zelfde Huis, waarin de Affaire 't laatft gedaan wierd , of wel in een ander, van 't welk de lituatie is ten genoegen van Deken en Vinders van 't Gild, of in cas van verfchil, ter bepaaling van Heeren Burgemeefteren, geëxerceerd te worden; behoudens, dat zulke nieuwe aankomende Winkelhouders mede by Deken en Vinders van 't Gild zullen moeten worden geadmitteerd, en voor die Admiffie telkens, zo dikwyls de Stand van Eigenaar verandert, betaalen negen Guldens, als mede twee Guldens Jaarlyks voor onderhoud van 't Gild. IX. Dat echter gepermitteerd zal zyn de Neering in Koek te doen aan Slyters, die zich in 't byzonder ophouden met het verkoopen van Appelen, Peeren en diergelyke Fruiten, doch welken niet meerder zullen mogen inflaan, dan voor en beneden de Somme van dertig Stuivers, op pcene van hunne Admisfie te verliezen,- zullende dit zelfde ook plaats hebben ten aanzien der zodanigen, die op de Pleinen aan de Stad hunne Waaren venten, zonder dat deeze echter, ten aanzien van 't inflaan van Koek, aan de voorfz. Som van dertig Stuivers zullen zyn bepaald, voor zo veel betreft de Hartjesdagen, mitsgaders de Paarden- en Varken - Markten. X. Dat nogthans de Slyters en andere Verjoopers van Koek, in het even voorgaande IX Articul opgenoemd , gehouden zullen zyn, binnen één Maand na het publiceeren deezes, hunne Naamen en Woonplaatfen aan Deken en Vinders van 't Gild op te geeven , en eene Admiffie te verzoeken, daar voor betaalende eens zes Stuivers; hoedanige opgave en verzoek van Admiffie alle de Slyters, die in 't vervolg zouden willen aankomen , ook verpligt zullen zyn te doen, alvoorens de gemelde Slytery van Koek te mo;ren beginnen: zullende de Gilde Broeders en Zufters en gepermitteerde Winkelhouders verpligt zyn om het geftatueerde by dit en liet voorige, mitsgaders by het volgende Ar:icul aan hunne Slyters onder 't oog te brengen,  KEUREN DER S TAD HAERLEM. 261 gen, en teffens de Naamen en Woonplaatfen dier Slyters, zo van die zy thans hebben, als van die zy in 'c vervolg mogten aanwinnen, binnen eene Maand na'tpubliceeren deezes, of na dat zy by hen zyn komen markten, aan Deken en Vinders van 't Gild op te geeven, op eene Boete telkens van twaalf Stuivers voor 't Gild; doch welke opgave echter niet zal behoeven te gefchieden, wanneer zulke Slyters eene behoorlyke Admiffie van 't Gild aan hun mogten vertoonen. XL Dat niemand, zonder behoorlyke Admiffie daartoe verkreegen en zyn Naam en Woonplaats aan Deken en Vinders van het Gild opgegeeven te hebben, vermogen zal eenige Koek, hoegenaamd, te verkoopen, op de Boete van zes Guldens voor de eerfte, twaalf Guldens voor de tweede, en agtien Guldens voor de derde reis; te gaan een derde aan den Heer Hoofd-Officier deezer Stad, eenderde aan de Nederduitfche Gereformeerde Diaconie-Armen, en een derde aan het Gild. XII. Dat het echter aan de Perfoonen, die Kinder - Schooien houden, zal vryftaan, om zonder eenige opgave gedaan of Admiffie verkregen te hebben, Koeltjes en ander klein goed aan de Jeugd, by hen ter Schoole gaande, te verkoopen. . Aldus gedaan, geordonneerd en geftatueerd den 8 September 1783, by de Heeren Mr. Adolf Heshuyfen, HoofdOfficier ; Mr. Chriftoffel Jan van Lam, Jean Salomon la CU en Mr. Jan Frederik Parvé, Burgemeefleren; Willem Anne Leftevenon, Heer van Hazaerswoude, Cornelis Pieter Elout, Mr. Daniël Jacobus Canter Camerling, Mr. JacobHelmolt, Hendrik André Parvé en Mr.JanTedin<* van Berkhout, Schepenen der Stad Haerlem. In kenniffe van my, W. van SYPESTEYN. E11 den 27 September daaraanvolgende, na voorgaande Klokkegeflag, ter Puye van den Raadhuize afgekondigd, ten overflaan van de Heeren Mr. Adolf Heshuyfen, Hoofd-Officier; Mr. Jan Teding van Berkhout en Johan Arnout Gallas, Schepenen der voorfz. Stad. 1 By My, W. van SYPESTEYN. Alteratie van het I Ardcul van de Keure voor het KOOPMANS- of KRAAMERS-GILDE; van den 7 July 1784. De HEEREN van den GERECHTE der STAD HAARLEM, gehoord hebbende de leclure van de Requefte, aan hun Ed. Achtb. geprefenteerd door Deken en Vinders van het Koopmansof Kraamers-Gilde binnen deeze Stad; zich onder anderen beklagende over de van Jaar tot Jaar toeneemende ventjagerye van vreemde Schippers en Kooplieden, dewelke zich niet ontzien, omme eene menigte van allerhande Waaren , door hun Ed. Achtb. aan hun Supplianten Gilde onderhoorig gemaakt, in deeze Stad in te brengen en algemeen uit te venten en te verkoopen, alles tot groot nadeel en prejudicie van hun Supplianten' voorn.. Gild, en der refpeftive Leden van het zelve, verzoekende mitsdien, dat hun Ed. Achtb., tot voorkoming van voorfz. abuizen, en tot maintien der voorrechten van de Burgers deezer Stad, het I Articul van hun Supplianten Gilde-Keure, in dier voegen , geliefden te interpreteeren: „ Dat nie„ mand, binnen deeze Stad of Vrydom van „ dien , eenige Neering, onder hun Gild „ behoorende, zal mogen doen, ten zy hy „ Poorter deezer Stad is, en zyne vafte „ Woonplaats en Domicilium alhier is hou„ dende." Hebben hun Ed. Achtb., na deliberatie, en tot maintien van der Supplianten Gild, goed-  262 KEUREN DER STAD HAERLEM. Resolutie, waar by Deken en Vinders van het KOOPMANSGILDE, als mede de Commisfaris deezer Stads Keure, op nieuw, worden gelall, de Keure van het voorfz. Gilde, en ipeciaal het II en VII Articul van dezelve, ftiptelyk te doen obferveeren; als mede ordre omtrent de Leverancie van de LAMPHERS en HANDSCHOENEN, tot de Begravenisfen benodigd; van den 7 July 1784. De HEEREN van den GERECHTE der STAD HAERLEM, gehoord hebbende de leclure van de Requefte, aan hun Ed.Achtb.geprefenteerd door een groot aantal Perfoonen, allen Burgers en Inwoonders deezer Stad, mitsgaders Gilde-Broeders en Zufters van het KoopmansGild binnen deeze Stad, te kennen geevende, dat, niettegenftaande by het VII Articul van hun Supplianten Gilde-Keure van den 27 Juny 1750, zo wel aan de Ingezetenen deezer Stad, zelfs die geenen die van het Gild zyn, als aan Vreemdelingen, wel expreflelyk is geprohibeerd het onbehoorlyk uitventen langs de Huizen deezer Stad, en het verkoopen van eenigerhande Waaren, Goederen of Koópmanfchappen, of iets, dat by de Ellen, Maaten of Gevvigten , wordt verkogt; echter veele Perfoonen, van elders ko-, mende, en, onder anderen, meeftal de zo-1 genaamde Kasjes-Lieden, Naaldekoop-Vrouwen en anderen, buiten de gewoone Jaarmarkt, zich niet ontzien, zelfs veelal zonder een Billiet van Confent te hebben, aan de Huizen van Particulieren binnen deeze Stad, hunne Waaren te koop te prefenteeren , en ook daadelyk verkoopen, en alzo het voorfz. VII Articul van der Supplianten Keure, te overtreeden, en de heilzaame voorzieningen, door hun Ed. Achtb., ten voordeele van hun voorfchreve Gild geëmaneerd, te eludeeren. Dat ook particuliere Perfoonen, die nimmer het Gild hebben gekogt, byzonderlyk by de Begraveniflen , Nodigingen en Notificatien, echter leverenen verkoopen de Hand- fchoenen en Lamphers, daar toe nodig zynde, 't welk niet alleen ftrydig is tegen het II Articul van hun Supplianten Gilde-Keure, maar ook, tot groot nadeel en prejudicie van de Supplianten is ftrekkende, waaromme zy Supplianten verzogten, dat hun Ed. Achtb., hec zy by Renovatie of Ampliatie van hunne meergemelde Keure, tegen voorfz. misbruiken geliefden te voorzien, oftewel, vermits dezelven reeds genoegzaam, by de voorn. Keure, zyn geprohibeerd, dat hun Ed. Achtb. Deken en Vinders van het voorfz. Gild, alsmede den Commiflaris deezer StadsKeuren, op nieuw, geliefden ce gelaften en te ordonneeren, omme de gemelde Articulen, ftiptelyk te doen obferveeren; alsmede aan de Nooders ter Begraveniflen te doen aanzeggen, dat het verkoopen en leveren van de voorfz. Handfchoenen en Lamphers, van nu voortaan, aan niemand anders, dan aan Gilde-Broeders of Gilde-Zufters van het Koopmans-Gild, zal zyn gepermitteerd. Hebben hun Ed. Achtb., na deliberatie, en tot beter obfervantie van de voorfz. Keure, goedgevonden en verftaan, Deken en Vinders van het Koopmans-Gild binnen deeze Stad , alsmede den Commiflaris deezer Stads Keuren, op nieuw, te gelaften en te ! ordonneeren, om de voorfz. Keure, en fpe* ciaal het II en VII Articul van dezelve, ftiptelyk te doen obferveeren en nakomen. En ten opzichte van het verzoek der Supplianten , nopens de leverancie van Handfchoenen en Lamphers, tot de Begraveniflen en Nocifiatien benodigd, is goedgevonden en goedgevonden en verftaan, by Alteratie van het I Articul van der Supplianten voorfchreve Gilde-Keure, van den 27 Juny 1750, te ordonneeren en te ftatueeren, zo als geordonneerd en geftatueerd wordt by deeze: „ Dat „niemand, binnen deeze Stad of Vrydom „ van dien, eenige Neering, tot het Koop„mans- of Kraamers-Gild behoorende, zal „ mogen doen of exerceeren, ten zy hy alvorens Poorter deezer Scad is, en zyne „ vafte Woonplaats en Domicilium alhier is „ houdende."  KEUREN DER STAD HAERLEM. 2f53 en verftaan, dezelve Leverancien te laaten gefchieden op zodanige wyze, als vanouds, alhier practicabel is geweeft, zodanig echter, dat de zulken, welken de gemelde leverancien zullen doen (mits geen Gilde-Broeders of Zufters van het Koopmans-Gilde zynde), gehouden zullen zyn, de voorfz. Handfchoe- nen en Lamphers uit geftabileerde Winkels alhier in te koopen, en zich dus, binnen deeze Stad, daar van te voorzien, op de boete van drie Guldens, te verbeuren by de zulken, dewelken contrarie deezes zullen bevonden worden te hebben gehandeld. Ampliatie van de Keure voor het KOOPMANSGILDE, in dato 26 Juny 1750; van den 6 October 1790. MYNE HEEREN van den GERECHTE der STAD HAERLEM, in ferieufe overweeging genomen hebbende de welgegronde en daaglyks vermeerderende klagten van de Winkeliers en Neeringdoende Burgers en Ingezetenen deezer Stad, allen Leden van 't Koopmans-Gilde alhier, over 'timportante nadeel dat hun by aanhoudendheid wordt toegebra Requefte door de Vindfters van 't Vodden1 ËTE der STAD HAERLEM, ge-; en Lompenkoopers-Gilde, aan hun Edele JL>^ zien en geëxamineerd hebbende dei Achtb. geprsefenteerd; verzoekende om-reVtrvolg van V //. Deel, 5 Stuk. O 0 de- BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STAD HAERLEM , geïnformeerd zynde door de Vinders van hec Lakenkoopers-Gilde binnen deeze Stad, als adminiftreerende teffens de Effecten en Gelden aan het Lakenbereiders - Gilde alhier toebehoorende , dar eigenclyk geene Leden van hec Lakenbereiders-Gilde alhier meerder wierden gevonden , maar dac dezelven geheel waren uitgeftorven , en dac 'er mitsdien niemand meer in leeven was, aan wien, mee eenig rechc, geoordeeld kon worden eenige aanfpraak op, of recht tot de Effecten en Gelden , welke aan het zelve Lakenbereiders - Gilde coebeh oorden, te competeeren. Dat zy Vinders mirsdien verlangden hun Ed. Groot Achtb. goedvinden te mogen weeten , hoe zy met dezelve Effeéten en Gelden zouden behooren te handelen, en of zy op de befchreeven convocatien der Gilde-Broederen van andere Steden voortaan, als na gewoonte, zouden compareeren, of, in navolging der Stad Dordrecht, voor deeze invitatie zouden bedanken; hebben, na deliberatie, en gezien zynde de ftaat der Effeéten en Gelden van het voorfz. Lakenbereiders - Gilde , goedgevonden en verftaan , de voornoemde Vinders in hunne qualiteit als adminiftrateurs van dezelve Effecten en Gelden te auctorifeeren, zo als dezelven geauctorifeerd worden by deezen , om de gedachte Effeéten , beftaande in &c. . .... aan de Heeren Commiftariften deezer Stads Rekenkamer,tegens behoorlyke quitantie,te extradeeren en over ce geeven, welke Heeren Commiflariflen ook by deezen tot de acceptatie en overneeming van de Effeéten en Gelden wel IpeciaaJyk mede worden gequalificeerd, als mede omme dezelve ter gemelde Kamer te houden in bewaaring en adminiltratie, ter tyd en wyle by vervolg, door eene gewenfehte en vernieuwde bloei en welvaart van Traficquen en Fabricquen binnen deeze Stad , de weder oprichting van een Lakenbereiders - Gilde alhier wederom nodig en nuttig gekeurd zoude mogen worden. Ontflaan voorts, na de voorfz. gedaane afgifte, de voornoemde Vinders in gedagte hunne qualiteit , als adminiftrateuren van gemelde Effeéten en Gelden, uic dezelve hunne qualiteit, en dechargeeren hen mitsdien van alle verdere verantwoording, welke in vervolg van tyd immer van hun deswegens zoude kunnen of mogen worden gevorderd: en qualificeeren eindelyk de voorlz. Vinders, om, van wegens het Lakenbereiders-Gilde binnen deeze Stad,voor de bywooning der Comparitien, welke van tyd tot tyd hier en elders gehouden worden, by Miflive op de beleefdfte wyze, provifioneel, te bedanken. En zal Copie deezer aan de Heeren Commiflariflen deezer Stads Rekenkamer, als mede aan de voornoemde Vinders van het Lakenkoopers-Gilde, tot narichtinge worden gegeeven.  sSq KEUREN DER STAD HAERLEM. redenen daarby gemeld, dat hun Ed. Achtb. het getal der Vodden en Lompenkoopers en Verkoopers binnen deeze Stad, het welk reeds volgens Keure van den 15 Juny 1702, op twaalf is uitgeftorven, van nu af aan op het getal van zes Perfoonen gelieven te laaten uitfterven, en voorfz. Ordonnantie of Keure van het zelve Gilde daar mede zodanig te veranderen 5 hebben hun Ed. Achtb. na deliberatie en met voorkennis en volkomen goedkeuring van de Heeren Oude Wethouderen, goedgevonden en verftaan, gemelde Keure in zo verre te altereeren, gelyk dezelve gealtereerd wordt by deeze, dat het getal der Vodden- en Lompenkoopers en Verkoopers, van nu af aan zal uitfterven op agt Perfoonen ; en zal bier van worden verleend Copie aan 't voorfz. Gilde, tot derzelver naricht. A&um ter Kamere den 22 Otlober 1788 , pree [ent de Heeren ut in Regiftro. In kennifle van my, W. van SYPESTEYN. Resolutie, houdende permisfie voor Abraham Seelen, als Mr. Smit, om GLASLOOD te mogen gieten en vervaardigen, zo wel voor GLAZEN MA AKERS buiten als binnen deeze Stad^ van den 9 Septemb. 1786. De HEEREN van den GERECHTE der STAD HAERLEM, gehoord hebbende de lecïure van het Requeft aan hun Ed. Achtb. geprefenteerd door Abraham Seelen, Mr. Smit, woonende binnen deeze Stad, hebben, na deliberatie en ingekomen bericht van de Overlieden van het Loodgieters, Pompemaakers en Leydekkers Gilde, alsmede een Requeft van 't Glazenmaakers-Gilde deezer Stad, daar toe fpecleerende, goedgevonden en verftaan,den Suppliant zyn verzoek,by provifle, te accordeeren, en mitsdien te permitteeren , om het Glaslood, dat de Glazenmaakers, zowel buiten als binnen de Stad, in hunne Affaire nodig zouden mogen hebben, re mogen gie- I ten en vervaardigen, zo wei als de Loodgie- ' ters- en Glazenmaakers-baazen, die zulks zouden willen exerceeren, en daar tóe ook het nodig oud Lood te mogen inkoopen, mits gehouden zynde aan de verordeningen op het inkoopen van oud Lood reeds gemaakt of nog te maaken, en mits de Suppliant alvoorens tot het voorfz. bepaald einde, in 't Loodgieters, Pompenmaakers en Leydekkers Gilde zal zyn ingefchreeven, daar voor beraalende de helft van 't geen een Loodgieters-baas betaalt , en ook jaarlyks half zo veel als een Loodgieters-baas tot onderhoud van 't Gilde opbrengende; en zal hiervan aan den Suppliant als mede aan 't Loodgieters, Pompemaakers en Leydekkers Gilde, gelyk ook aan 'r Glazenmaakers-Gilde , Copie worden gegeeven. Resolutie, waarby aan de Leden van het METZELAARSGILDE wordt kennis gegeeven, om voortaan tot hunne Opperlieden, by prseferentie, en zo lang 'er Ingezetenen gevonden worden, te gebruiken BURGERS of INGEZETENEN deezer Stad, of Jurisdiéiie van dien; van den 8 April 1789. BURGEMEESTEREN en REGEERDERS Der STAD HAERLEM , geconfidereerd hebbende , dat, vermits de Leden van het Metzelaars-Gilde binnen deeze Stad doorgaans gewoon zyn zich in het Voorjaar,en geduurende den Zomer-  KEUREN DER STAD HAERLEM. 28i mercyd, van Vreemdelingen, van buiten deeze Stad inkomende, tot Opperlieden te bedienen , en daar door aan onderfcheidene Burgers en Ingezetenen deezer Stad, degelegendheid wordt benomen, om door middel van zodanig werk op eene eerlyke wyze aan de koft te geraaken; dat voorts ook de natuurlyke billykbeid hun Ed. Gr. Achtb. verplicht, byzonder in deezen werkeloozen tyd, zo veel in hun is , voor de belangens van deezer Stads Burgery en Ingezetenen te zorgen, en die hun Ed. Groot Achtb. geruftelyk doet vertrouwen, dar eene genoegzaame overtuiging aan de Leden van her Metzelaars-Gilde j voor de volftrekte nuttigheid en noodzaakelykheid van deeze hunne Refolutie zal opleve- ' ren; hebben, na deliberatie, goedgevonden en verftaan, aan de Leden van het voornoemde Metzelaars-Gilde door deeze te doen kennelyk zyn, dat hun Ed. Groot Achtb. dezelven aanzeggen, dat zy voortaan tot hunne Opperlieden, by praeferentie, en zo lang'er Ingezetenen gevonden worden, zullen gebruiken zodanige Lieden, welke Burgers of Ingezetenen deezer Stad zyn, of Jurisdiaie van dien, waar door aan het heilzaam en alzins Vaderlyk oogmerk, 't welke hier mede door hun Ed. Gr. Achtb. wordt bedoeld, volkomen zal worden beantwoord. En zal Copie deezer aan de Overlieden van het Metzelaars-Gilde tot hunne narichtinge worden gegeeven. Alteratie van 't eerfte Articul der Keure van den n Tanuary 1751, op het SCHEEPMAKERS-, SCHEEP- SLYTERS en ZEILEMAKERS GILDE,waarby worde vaft gefteld, wie 't Ambagt van SCHEEPMAKEN zal mogen doen, en hoe veel by vervolg voor 't inkomen van 't Gild zal moeten worden betaald ; van den 10 Mai 1780. De HEEREN van den GERECHTE der STAD HAERLEM, disponeerende op 't verzoek, aan hun Ed. Achtb. by Requefte gedaan door de Vinders van 't Scheepmakers, Scheepflytersen Zeilemakers - Gilde binnen deeze Stad , tendeerende omme verhooging van de Recognitiën en uitkeeringen, tot onderhoud van j hun Supplianten Gilde, vermits dezelve, zo als die by de Keure van den 13 January 1751, zyn bepaald, niet zyn voldoende omme hun Gild behoorlyk te kunnen onderhouden,hebben, na deliberatie, goedgevonden en verftaan, by Alteratie van het eerfte Articul der Supplianten voorfz. Gilde-Keure van den 13 January 1751, opnieuw te arrefteeren, zo als hun Ed. Achtb. arrefteeren by deeze: Dat niemand het Ambagt van Scheepmaken, binnen deeze Stad of Vrydom van dien, zal mogen doen of exerceeren, of aan eenige Schepen of Schuiten, nieuw of oud, klein of groot, vermogen te werken, of zal bevorens^ Poorter deezer Stad, en Gilde-Broeder van 't Gild moeten zyn, of eens Gilde-Broeders gehuurde Knecht, op een Boete van drie Guldens, ten behoeve van het Gild, en zal de geene, die Gilde-Broeder of GildeZufter begeert te worden, voor hunne inkomfte in het Gild, behalven de gewoone koften der Gilde-Kamer, moeren betaalen agt Guldens, aan hec Werkhuis deezer Scad, en ten behoeve van 't Gild, als volgt: Een Vreemdeling vier-en-cwincig Guldens. Een Burgers Zoon, die niec in 't Gild is, zestien Guldens. Een Gilde-Broeders Zoon agt Guldens. En een Weduwe van een Gilde-Broeder agc Guldens. Wordende voores hec verdere of andere verzoek door de Suppliancen gedaan , geweezen van de hand. Oo a Or-  282 KEUREN DER STAD HAERLEM. Ordonnantie van het SCHOENMAKERS-, LEDER-LOOYERS- en RUN -MEETERS- GILDE, binnen de Stad Haerlem; van den eerften July 1789. MYNE HEEREN van den GERECHTE der STAD HAERLEM, geëxamineerd hebbende de Requefte van Deken en Vinders van bet Schoenmakers en Leder - Looyers - Gilde binnen deeze Stad, op den 6 Mai 1789, geprefenteerd, hebben, na rype deliberatie , by Alteratie, Renovatie en Ampliatie van de Keure en Ordonnantie voor V Schoenmakers, Leder - Looyers en Runmeeters--Gil'de van tyd tot tyd gearrefteerd , goedgevonden en verftaan op nieuws te ftatueeren en beveelen, zo als hun Ed. Achtb. ftatueeren en beveelen by deeze: Ardcul I. Ten eerften zal niemand eenig Leder van nu voortaan mogen verkoopen, ofte eenige Schoenen of Muilen maaken, om die aan anderen te verkoopen, en dus eenige Meesterye van 't Schoenmaken, Lederlooyen of Leder • Verkoopen mogen oeffenen, als die als Baas zyn Proef zal hebben gedaan; ook zal niemand , zelfs geen Gilde - Broeder , eenig gemaakt Schoenmakers - Werk van buiten binnen deeze Stad mogen brengen of doen komen, om het zelve aan anderen te verkoopen of over te doen, direct of indirect, op een Boete van twaalf Guldens voor het eerfte paar, en zes Guldens voor ieder der overige aangehaalde paaren, en daar en boven verbeurte van hec alzo ingebragte Werk. II. Niemand zal tot het doen van zyn Proeve Worden toegelaaten , als die twee Jaaren , en een Vreemdeling, buiten de zeven Vereenigde Provinciën of Generaliteits-Landen geboren zynde, vier Jaaren agter den anderen, by een Baas zal hebben gewerkt, en zo lang in 't Gildeboek zal zyn aangeteekend; voor welke aantekening zal betaald worden, door een vreemden knecht twaalf Stuivers, door een vreemden Jongen twintig Stuivers, door een Burger Jongen tien Stuivers; doch zullen alle jongens uit de terye van 't Schoenmaken, Lederlooyen of buiten binnen deeze Stad mogen brengen of Godshuizen , als mede Gilde - BroedersZoonen, van deeze betaaling bevryd zyn, maar echter aangetekend moeten worden; zullende de Baazen, indien zy de Jongens niec laaten aantekenen binnen drie Maanden, verbeuren drie Guldens. III. Wanneer iemand,den tyd van twee Jaaren by een Baas gewerkt hebbende, en zyn Poorterfchap gekogt, zyn Proef wilde doen, zal hy daar van kennis geeven aan den Deken van deezen Gilde , ten minften vier dagen van te vooren; doch zal geen Proef gedaan worden in de twee laatfte Weeken voor Paasfchen, Pinxteren of Haarlemmer-Kermis ; en zal, daags voor dat de Proef begint, door den Proeveling, op de Gilde-Kamer, moeten bezorgt worden het Leder en wat verder daartoe nodig is, als mede zyn Gereedfchap. IV. Een Proeveling zal, zonder behulp van eenige daar toe mede gebragce Patroonen , moeten fnyden en maaken een paar Laarfen, een paar Vrouwe-Schoenen, en een paar Vrouwe-Muilen. V. De Proeveling zal, eer hy dezelve begint, in handen van Deken en Vinders moeten leveren een Somma van agt Guldens tot goedmaaking van de gedaane koften, indien de Proef wordt afgekeurd; doch, dezelve goedgekeurd zynde, zal de gemelde Somma hem geleeden worden in de volgende koften; als zullende een Vreemdeling aan 't Weeshuis en aan het Gild ieder betaalen agttien Guldens , een Burger aan 'c Weeshuis en aan hec Gild ieder negen Guldens, een GildeBroeders - Zoon aan 'c Weeshuis en aan 'c Gild ieder vier Guldens rien Scuivers; doch een Gilde-Broeders-Zoon , in zyn Vaders plaats fuccedeerende, zal van deeze koften bevryd zyn: verder zullen alle Proevelingen aan  KEUREN DER STAD HAERLEM. 283 aan de vier Vinders, voor hun verzuimden tyd, ieder betaalen• tien Stuivers daags, zo lang de Proef duurt, mitsgaders nog voor 't opneemen van de Proef agt Guldens. Aan den Knecht van 't Gild voor zyn Dienft, drie Guldens. Als mede in de zes Winter - Maanden voor Vuur en Licht, één Gulden en tien Stuivers. VI. Alle die genoegen zyn het Gild als Lederkooper te koopen, zonder de Proeve te doen, of te mogen Schoenmaken, zullen verpligt zyn aan Deken en Vinders te vertoonen, dat zy ten minften den tyd van twee Jaaren by een Looyer hebben gewerkt, en ook zo lange in 't Gildeboek zyn ingetekend, en dan een Vreemdeling zynde betaalen aan't Weeshuis en aan 't Gilde ieder vyftig Guldens, en een Burger aan ieder dertig Guldens, en zullen verder het Gilde, benevens de andere Gildebroeders, moeten onderhouden. VII. Zullende mede alle, die het Gild als Kalfs vellen-Koopers willen koopen, daar voorbe taaien twee Guldens zes Stuivers aan 't Weeshuis, alsmede zo veel aan dit Gild; en zullen het zelve, benevens andere Gildebroe-, ders, moeten onderhouden, zonder dat zy anders als gemelde Kalfsvellen mogen koo pen, op een Boete van twaalf Guldens voor ieder reis te verbeuren. VIII. Ook zullen die geene, die Hoedvilte Schoenen of Muilen willen verkoopen , hen in deezen Gilde moeten doen aantekenen , en daar voor betalen een Gulden, en toe onderhoud Jaarlyks agt Stuivers. IX. Ieder Gilde Broeder zal, tot onderhoud van 't Gild, alsmede tot adfiftentie van zieke arme Gilde Broeders, betaalen alle Vierendeeljaars zei Stuivers, en zal die geene, die een geheel Jaar agtcr den anderen deeze Contributie weigert of verzuimt te betaalen, van het recht als Gilde-Broeder verftooken zyn, met dien verftande egter dat zodanig GildeBroeder alvoorens veertien dagen , voor dat het Jaar verftreeken is, behoorlyk tot het betaalen van zyne agterftallen zal zyn aange maand. X. Ieder arme Gilde - Broeder, die zyn Proef gedaan heeft, zal tot adfiftentie in Ziekte, of ingevalle van Quetzuur,genieten dertig Stuivers ter Week, doch niet langer als dertien Weeken agter den anderen, cn zal de zodanige die zulks eens getrokken heeft, kort daarop en wel binnen drie Maanden daar aan volgende , zulks niet wederom kunnen genieten, ten zy de zodanige voor af behoorlyk aantoonen kan, dat hy van de eerfte Ziekte , quaal of quetfuur geheel is geneezen geweeft ; en zal voorts door het Gilde, by affterven van een Gilde-Broeder, tot zyne begravenis betaald worden agt Guldens, mits het Gild tot draagen en ter begravenis verzogt, en aan den Knecht van 'c zelve dertig Stuivers voor Nooden en Voorgaan gegeeven wordende. XI. Na het overlyden van een Gilde-Broeder zal deszelfs Weduwe, zo lang zy Weduwe blyft, het Schoenmaaken, Lederlooyen en Lederverkoopen mogen aanhouden, mits betaalende als by Articul IX is gemeld. XII. Niemand zal buiten zyn Huis mogen laaten werken anders als by een Mede-Gilde-Broeder, op eene Boete van tien Guldens; doch zullen Deken en Vinders, op verzoek van den Baas, aan een Knecht, by hooge noodzaakelykheid, mogen permiffie geeven, om een bepaalden tyd t'huis te mogen werken. XIII. Niemand zal een Knecht mogen te werk ftellen, voor en aleer de Knecht zyn voorigen Baas heeft voldaan, op een Boete van zes Guldens, als mede geen Geld by voorraad mogen opfchieten , of eenig Gefchenk gee-" ven, of door Belofte, of andere wegen van een Baas aftroonen . direct of indirect, op eene Boete van tien Guldens. XIV. Niemand zal op de Jaarmarkt worden geadmitteerd, als die een Meefter Schoenmaaker is in eene der Hollandlche Steden, Stem in Staat hebbende, den (laage daar onder begreepen; en niet anders, als op de plaatfe daartoe gefteld: en zullen niet met haar O o 3 Werk  284 KEUREN DER STAD HAERLEM. Werk langs de Huizen mogen omloopen, om hetzelve uit te venten ofte verkoopen, alles op eene Boete van vier-en-twintigGuldensen verbeurte van het ingebragte Werk, of waar mede zy mogten hebben omgeloopen. XV. Alle Gilde-Broeders, die met hun Kraam op de Jaarmarkt willen liaan, zullen zich op de Loting moeten aangeeven, en hun Kraam zetten cnder het inluiden der Jaarmarkt met het Zeil daar op,en hetzelve alzo laten liaan, ook eenige dagen gehouden zyn met hun Werk voor te liaan, om alzo hun plaarfe te bekleeden, op eene Boete van drie Guldens. XVI. Die genegen zyn met hun Kraam op de Week-Markt te liaan, zullen zich moeten aangeeven's Maandags, wanneer de Kermis wordt uitgeluid, by Deken en Vinders om te looten, en zullen op de Marktdagen hun Kraam moeten zetten, of ten minften een Plank van 't zelve brengen, 's morgens voor half zeven uuren van den eerften April tot den eerften October, en van den eerften October tot den eerften April voor half agt uuren, en zo iemand op de voorgeftelde uuren te laat mogte komen, en evenwel ter Markt wilde ftaan, zal moeten betaalen tien Stuivers; en zullen dan de Kraamen zo veel moeten opfchikken, dat dezelve op zyn geloote plaatfe kan komen te ftaan: en des namiddags zal ieder met zyn Werk van de Markt moeten wezen een quartier na vier uuren , te weeten van den eerften April tot den eerften October, en van den eerften October tot den eerften April een quartier na drie uuren, op eene Boete van drie Guldens; i maar op de ordinaris Hoogtyden een uur laater, en zullen alle Marktdagen een Kraam voortzetten en by tourcn moeten omgaan, en, of't geviel dat 'er een oneffen Kraam waare, zal hetzelve aan de Gootzyde moeten ftaan; en iemand onwillig zynde, zal daar over verbeuren tien Stuivers. XVII. Iemand van buiten deeze Stad eenig Leder by wyze van zogenaamde Omlaag willende verkoopen, zal daarvan kennis geven aan den Deken van deezen Gilde, die hetzelve door den Knecht hy alle Gildebroeders zal doen aanzeggen; doch zal de Koopman niet langer mogen verkoopen als van 's morgens ten ne¬ gen tot 's namiddags ten vier uuren, op een Boete van twaalf Guldens, en zal de Verkooper voor het Gild betalen dertig Stuivers, alsmede aan den Knecht voor 't omzeggen twintig Stuivers, doch wanneer zulks gefchiedt voor een Gilde - Broeder of deszelfs Weduwe, vyftien Stuivers. XVIII. Niemand, het zy Poorter ofte Vreemdeling, niet in 't Schoenmakers-Gilde zynde, zal zich vervorderen eenige Huiden ofte Kalfsvellen te koopen, op de Boete van vieren-twintig Guldens, doch zullen hiervan uitgezonderd zyn de Mr. Schoenmakers der Scad Leiden, mits de Gilde-Broeders alhier te Leiden gelyke vryheid genieten, ook wordt vrygelaaten aan de Liefhebbers van het Olieweiden, en aan de Vleefchhouwers, om de Huiden van Beeften, dewelke worden verkogt, terwyl de Beeften nog leeven, te verkoopen zo wel aan Huidekoopers buiten als binnen deeze Stad woonagtig, zonder dathet egter aan particulieren vry zal ftaan, dezelve eerft te koopen, en daarna aan een Huidekooper, zo buiten als binnen deeze Stad, wederom te verkoopen; ook zal geen Lederlooyer en Lederverkooper een ander mogen uitzenden of laftgeeven, om Huiden of Kalfsvellen voor hem op te koopen, dan een Knegt welke ten minften geduurende een half Jaar by den zodanigen in de Looyery ofLederwinkel heeft gewerkt, beide mede op eene Boete van vier-en-twintig Guldens. XIX. Een Gilde -Broeder of zyn Vrouw, of wel een Gilde - Broeders Weduwe, overleeden zynde, zullen hebben het recht toe een Legerftede in de Gilde-Graven in de Groote Kerk alhier, mits behooTlyken tyd te vooren daar van kennis gegeeven worde aan den Deken van deezen Gilde, en zal voor ieder Lyk betaald worden twee Guldens tien Stuivers voor het fchudden, verhoogen en verdere koften aan de Graven, en zal het voordeel van zes Guldens van ieder Lyk, dat in de drie vrye Graven gelegt worde, zyn en blyven ten voordeele van 'c Gild. XX. Een ieder, die gebruik maakt van 't Gilde - Graf, zal verpligt zyn den Overledenen door de naafte Gilde-Broeders te laaten draagen, doch zal, als van ouds, de Vinders  KEUREN DER STAD HAERLEM. 285 vry ftaan, om malkanderen, als mede derzelver Vrouwen te draagen, en zal een ieder die tot draagen verzogt wordt, zulks moeten waarneemen op de Boete van negen Stuivers, de eene derde ten profyte van het Gild, en de twee overige derdens ten voordeden van die geenen, die zulks voor hem doet, ten waare iemand om ziekte of ander wettig belet verhinderd, of om redenen van ouderdom of anderzins voor altyd geëxcufeeid wierd, en zal mede het geheele Gild door de Knecht ter Begraavenis moeten laaten verzoeken, die daar voor genieten zal twee Guldens en tien Stuivers; en dieniet ter Begraavenis komt, zal verbeuren drie Stuivers ten behoeve van 't Gild, uitgezonderd by ziekte of by abfentie uit deeze Stad, wanneer daar van behoorlyk kennis wordt gegeeven. XXI. De Vinders zullen alle Maanden, te weeten, den eerfte Maandag in dezelve, volgens ufantie, 's namiddags van vyf tot zeven uuren compareeren op de Gildekamer, om over alle Verfchillen, het Gild betreffende, als mede over de belangens van het zelve te fpreeken, alwaar zich een ieder zonder kosten kan addrelfeeren; doch iemand een buiten gewoone byeenkomft verzoekende , zal betaald worden als van ouds, twee Guldens en tien Scuivers. XXIL Alle de geenen, die de Vinders in het uitvoeren van hunnen dienft molefteerden met woorden ofte werken, fcholden of Jafterden , zullen telkens verbeuren zes Guldens. j xkni 1 Alle Boetens, in deeze Ordonnantie ge- 1 fteld , zullen komen ten voordeele van 'c ' Gild, als mede om daar uic ce vinden de no- ' dige adfiftentie aan de zieke of gequetfte arme Gilde-Broeders, of tot de Begraveniffen derzelver. XXIV. c 1 Ieder Gilde-Broeder, als mede ook de c aankomende Leden, zullen verpligt zyn een & Exemplaar van deeze Ordonnantie te ontvan- 1 gen, en zulks cegens betaling van vyf en een t halve Scuivers; doch zal zulks aan de keu- i ze van de arme Gilde - Broeders gelaacen t worden. E Ordonnantie voor de RUN MEETERS der Stad Haerlem. Arcicul I. De 'Meeters, dewelke van nu voortaan door hun Ed. Gr. Achtb., uic Gilde-Broeders van hec Schoenmakers- en LederlooyersGilde zullen worden aangefteld, zullen géhouden zyn de Zakken, dewelke hun gemerkt worden geleeverd, in goede agcinge te neemen, en by verlies van dezelve, het zy ledig ofte mee Run, gehouden zyn ce betaalen. II. De Meeters zullen goede zorge draagen op het meeten, ten einde de Looyer zyn behoorlyke Maate heeft, als ook dac de Verkooper niec worde verkort. IIL De Meeters zullen mede wezen gehouden, zo het nodig is, de Zakken met Run in de Looyery of op de Zolder van den Kooper of Looyer te draagen, te ftorten, ende alles te doen, dat hun by den Kooper wordt gelaft; doch, zo zulk werk kwame voor te vallen tuflchen het Meeten, zal als dan het draagen en inftorcen worden gedaan nier behulp van ien Looyer ofte den zynen; en de Meeters 'uilen in 't geheel voor het meeten, voeren, nwerken en ftorten ontvangen een Stuiver en vier Penningen van ieder Zak eens, zonder meer, de eene helft tot lafte van den Kooper of Looyer, en de andere helft tot 'afte van den Verkooper; alzo het werken en lorten (na het Meeten gefchied} en moet tomen ten lafte van den Looyer of Kooper. 2nde, indien iemand den Meeters het voeen en ftorten niet wilde laten doen, zal de:elve evenwel gehouden wezen de Meeters e betaalen van ieder Zak als boven. IV. De Looyer of Kooper zal gehouden zyn le Meeters te betaalen; welke Kooper de lelfte van dien van den Verkooper wedermi zal mogen korcen, behalven van de Zaken, die van Alkmaar komen, die in 'c geeel coc des Looyers lallen komen, ce weeïn ter Jura van twaalf Penningen van ieder ',ak eens, zonder meer; zonder dat de Mee;rs tot geenen tyden daar boven zullen logen eiflchen eenig Biergeld, Schuiten- of Voer-  286 KEUREN DER STAD HAERLEM. Voergeld, en wat daartoe verder zoude mogen behooren. V. De Deken en-Vinders van het Schoenmakers-Gild zullen mogen, en ook by gelegenheid moéten infpeftle neemén of het Meeten in alle gerechtigheid wordt agtervolgd. ' . VI. Of het ook gebeuren mogte, dat in deezen eenige quéftie tuflchen de Meeters on der mal/canderen, of tuflchen de Meeters en den Kooper, of den Verkooper, of de Koopluiden met malkanderen, voorviel, zullen al zulke queftien worden bygelegd, is 't doen-' lyk, by Deken en Vinders van de Schoenmaakers voorfz.; doch in cas van geen Accord zullen dezelve zich dan moeten vervoegen aan 't Collegie van Heeren Burgemeefteren. VIL En zullen de Brengers van de Run moeten gebruiken goede drooge Schuiten, die niet lek, noch met eenig.Water zyn. Aldus gedaan en gearrefteerd den eerften July 1789 ,• prefent de 3. E. Heeren Jofias Eckhardt, Hoofd - Officier; Mr. Pieter Vermeulen, Heere van Herwynen, Joan Harmen Graswinckel, Abraham Catharinus Vangelé T-zvent en Jean la Clé, Burgemeefteren ; Mr. Leonard Hoen fft, Hendrik Pieter de Pauw, Mr. Ernanttel Sandoz , Dionifius Marchant, Cornelis Boen en Mr. Gerardus Cornelis Tilenius Kr uyt bof t Schepenen der Stad Haerlem. In kennifle van my, W. van SYPESTEYN. Interpretatie van het V Articul van 't Reglement óp het houden der Duitfche en Franfche SCHOOIEN, waarby de MEESTERS van de Nederduitfche Gereformeerde Diaconie worden vrygefteld, van de betaling van eenige RECOGNITIËN aan het SCHOOLMEESTERS-GILD; van den 21 july 1773. BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STAD HAERLEM, in agdng genomen hebbende, dat in het V Articul van het Reglement op het houden van de Duitfche en Franfche Schooien binnen deeze Stad, waarby bepaald wordt de Jaarlykfche Recognitie die de Schoolmeeflers en Matreden tot onderhoud van het Gild moeten contribueeren , de Meefters van de Diaconie ook begreepen worden; en geconfidereerd hebbende, dat zedert de opregting van het nieuwe DiaconieHuis, gemelde Meefters, door hunne veelvuldige occupatien binnen 's Huis, geen tyd overig hebben, om aan particulieren eenige inftruétien te geeven. Hebben , na deliberatie, én ingenomen advis en confideratien van de Heeren Curatoren der groote Latyafche en andere Schoo¬ ien binnen deeze Stad, goedgevonden en verftaan, te verklaaren, dat van nu voortaan de Meefters van de Nederduitfche Gereformeerde Diaconie binnen deeze Stad bevryd zullen zyn en blyven van te betaalen eenige Recognitiën, hoe ook genaamd, aan het Schoolmeefters-Gild; des zullen dezelve niet vermogen eenige onderwyzingen te doen of leften te geeven, dan alleen aan die geenen die tot de gemelde Nederduitfche Gereformeerde Diaconie behooren ; ook zullen van nu voortaan de Meefters van meergemelde Diaconie niec kunnen gaudeeren van éenig Begraaffenis geld of andere prerogativen, waar van de andere Schoolmeefters binnen deeze Stad jouifle-eren, ingevolge het XI en XII Articul van 't bovengemelde Reglement. Zullende Copie deezer worden gegeeven aan Heeren Curatoren van de groote La- tyn-  KEUREN DER STAD HAERLEM. 287 Nieuwe generaale Ordonnantie en Reglement op de SCHUTTERY der Stad Haerlem, ingevolge de Publicatien van zyne Doorluchtige Hoogheid, den Heere Prince Erfftadhouder, hier na gemeld; van den 26 Auguftus 1788. \\7Y WILLEM, by de Gratie \\/ G.0^' Prince van Gratige en Nas-\ V v ' J'au, Grave van Catzenelnbogen, Wanden, Dietz, Spiegelberg, Buuren j Leerdam en Culemborg, Marquis van\ Veere en VUffingen, Baron van Breda, Dieft, Beilfiein, der Stad Grave en Lande van Cuyk, Yjfelflein, Cranendonck, Eindhoven en Liesveld, onafhanglyk Heer van de Vrye en Souveraine Erf-Heerlykheid Ameland, Heere van Borculo, Bredevoort, Lichtenvoorde, V Loo, Geertrui denberg , Glundert , Zevenbergen , de Hooge en Laage Zwaluwe, Naaldwyk. Polanen, St. Martensdyk, Soefi, Baren en ter Eem, IVillemftad, Steenbergen, Montfort, St. Vith, Butgenbach en Daasburg, Erf-Burggraat van Antwerpen, Erf-Marfchalk van Holland, Erf Stad houder, Erf-Gouverneur, Erf-Capitein J en Admiraal - Generaal der Pereenigde' Nederlanden, Erf-Capitein, Generaalen Admiraal van de Unie, Ridder van de Kousfeband en van den Zwarten Adelaar &c, fiff. &c. Allen den geenen, die deeze zullen zien of hoeren leezen, falut; doen te weeten: Alzo Ons door jonkheer Willem Guftaaf Fredrik Grave van Bentinck, Heere van Rboon en Pen dr echt, befebr even in de ordre van de Ridderfchap en Edelen van Holland en We ft- Friesland', Bailliuw en Schout van 's Gravenhage, Hoog - Heemraad van Rhynland &c., en Mr. Dirk Meerens, R.aad in den Hove van Holland, Zeelanden Friesland, welke Wy ingevolge de Authorifatie door de Ed. Gr.' Mog. Heeren Staaten van Holland cn Wef-friesland van dato 31 Oclober 1787, aan Ons verleend, 'hebben gecommitteerd om in de Stad Haerlem de goede orde te her ftellen, is gerapporteerd, dat zy Comrniffarifjen Fervolg van V II.Deel, 5 Stuk. bevonden hadden, dat wel na de gelukkige omwenteling van zaaken binnen deeze Republicq door de Regeerin" deezer Stadwas vernietigd, gediffolveerd en ontwapend, de toen fungeerende Schuttery, zo als die was gereguleerd door de Froedfchap op den 26 Maart 1787. Dan dat echter de omftandigheden der voorfz. Stad noch niet hadden toegelaaten dat ''er behoorlyke en duurzaame fchikkingen konden worden beraamd en vaftgefteld, of zodanige Opperhoofden benoemd, als by de ondervinding gebleeken was allezins noodzaakelyk en voldoende te zyn. Dat zy Commiffariffen wyders bevonden hadden, dat het Reglement voor de Schuttery e, zo als hetzelve met voorafgaande communicatie, overleg en goedkeuring van onze Fr ouwe Moeder, gloriënfer gedagtenis, by de Regeering der voorfz. Stad op den 29 Maart 1752 is vaftgefteld, voor een zeer aanmerkelyk gedeelte konde blyven fubftfleeren, alzo daarby voor de voorfz. Stad de heilzaamfte maatregulen zyn bepaald, zo voor de ordinaris Wagten, als voor of ingevalle van Brand, Confufie of Alarm, gelyk mede naderhand zyn vaftgefteld behoorlyke Jaargelden voor dezulken, die 'tot de Burgerwagt niet kunnen toegelaaten worden. Dan dat echter de verfcheiden omftandigheden , die 'er federt plaats gehad hebben, en de veranderingen die in de gefteldbeid der Stad zelve, geduurende zo veele Jaaren hebben moeten voorvallen, wel eenige Alteratie of Ampliatie zouden vereiffeben, en ook conftdereerende dat deeze generaale verbetering , boognoodzaakelyk zynde tot herftelling der ruft en van het ■vertrouwen aldaar, door haare uitgefirektheid wel nog eenigen tyd zoude'' kunnen Pp aan- tynfche en andere Schooien binnen deeze Stad, omme te Itrekken tot derzelver narigting; alsmede aan de Meefters van de Ne¬ derduitfche Gereformeerde Diaconie, omme te ftrekken tot hunne narigtinge en zich daar na te reguleeren.  2»8 KEUREN DER STAD HAERLEM. aankopen, en dat de veiligheid deezer Stad niet langer toelaat zonder Burgerwagt te zyn, zo is 7, dat wy goedgevonden hebben, deeze generaale Articulen provi/ioneel vaft te ftellen. Articul I. Dat nimmer eenig ander gewapend Burger-Corps, onder wat benaming het ook zoude mogen zyn , binnen deeze Stad zal mogen worden opgericht, buiten de alleen wettige Stads Schuttery of Burgerwagt, op poene, dat de verzoekers, en veel meer de in/lellers of deelgenoten van of tot eenig ander gewapend Corps, als verftoorders der I publicque ruit zullen worden aangemerkt,en | als zodanige naar exigenüe van zaaken geftraft. IL De Schuttery zal als van ouds beftaan uit agt Vaandels , volgens de agt Wyken , in we'ke de Stad zal verdeeld worden; zullen de vier der Vaandels behooren tot St. Joris, en vier tot de Cluveniers-Doelen , welke Doelens om de drie Jaaren in rang zullen verwiflelen. III. Elk Vaandel zal beftaan in vier Divifien, ieder uit twee Sergeants, twee Corporaals, en twintig Schutters of meer, met een Opper- en een Onder-Tambour, tot dit Vaandel behoorende. IV. De benoeming der agt Vaandels zullen blyven als van ouds; te weeten, by ieder Doelen een Oranje, een Wit, een Blaauw, en een Gecouleurd Vaandel. V. De Nachtwagt zal betrokken worden onder commando van een Opper-Officier, een Sergeanc, een Corporaal, en een geheelDivifie Schutters, VI. Geen Schutters zullen zich behoeven te laaten aanneemen, dan tuflchen de agttien en zeftig Jaaren oud, en geen gealimenteer- de, of die uit Armenkaflen eenige onderftand genieten. VII. De eerfte Divifie zal de Wagt hebben onder commando van den Kapitein, de tweede onder den Luitenant, de derde onder den Vaandrig, en de vierde Divifie zal beurtelings door de drie voornoemde Officieren worden waargenomen ; welverftaande, dat alle deeze vier Divifien, zo wel als derzelver Officieren zullen ftaan onder Oppercommando van den Kapitein, en by deszelfs abfentie aan den Officier in rang volgende. VIII. Alle Onder - Officieren en Schutters zullen hy hun aanftelüng in handen van den Krygsraad , behalven den gewoonen SchuttersEed , den Eed moeten afleggen hierna geinfereerd, volgens het Formulier by hun Ed. Groot fVlog. Refolutie van den 15 February 1788 gearrefteerd: IVy belooven en zweeren gebouw en getrouw te zullen zyn aan de Conft it ut ie en Regeeringsform van den Lande van Holland en IVeft - Friesland, beft aan de in de boogfteen f'ouvereine Overheid van hun Ed. Groot Mogende de Staaten van denzelven Lande, met het Erfftadhouder , Gouverneur-Kapitein en /}dmiraa!]cbapGeneraal, Erflyk in het Doorluchtig Huis van O range, zodanig als hetzelve in hun Ed. Groot Mogende Refolutis van den Jaare 1747 is opgedragen, en by den tegenwoordigen Heer Erfftadhouder in den Jaare 1766 aanvaard. IX. De Krygsraad zal beftaan als van ouds uit twee Collonellen, een van St. Joris- en een van Cluveniers Doelen, een Fiscaal,agtKapiteinen. en agt Luitenants, en zal provilioneel voor zes Jaaren aangefteld, en na expiratie zal door de Vroedfchap met concurrentie en approbatie van Ons nader over de continuatie of discontinuatie worden gedelibereerd. X. By vacature zal de Krygsraad eene Nomi- na- 1  KEUREN DER STAD HAERLEM. 289 natie van een dubbel getal Perfoonen aan Heeren Burgemeefteren ter Eleétie prefenteeren. XI. De Collonellen, Fiscaal, Kapiteinenen Luitenants zullen, alvorens tot het bedienen van hunne Charges te treden, gehouden zyn afteleggen, behalven den gewoonen Eed , den Eed in handen van Burgemeefteren volgens Formulier Ardculo VIII geinfereerd. Kil De Krygsraad zal als van ouds de laatfte Donderdag in iedere Maand vergaderen, om te aanhooren en te difponeeren op alle verzoeken de Schuttery concerneerende. XIII. Een vacature van een Vaandrig zal op propofitie van den Kapitein van dat Vaandel door den Krygsraad vervuld worden, en zal den gewoonen Eed in handen van den zeiven moeten afleggen, als mede den Eed fupra Arciculo VIII geinfereerd. XIV. De vacatures van Sergeanten zullen door den Krygsraad vervuld worden, dewelke in het aanftellen van dezelven voor het eerfte en vierde Divifie reguard zal neemen opdepropofirie van den Kapitein, en voor de tweede op die van den Luitenant, gelyk ook de Vaandrig een propoficie van twee Perfoonen tot het bekleeden der voornoemde Charge voor het derde Divifie zal mogen doen aan den Kapitein, op welke, wanneer Hnnrden¬ zelven favorabel wordt geadvifeerd, en geen redenen ter contrarie zyn, insgelyks reguard zal worden genomen. XV. De Perfoonen, waarneemende de Charges van Adjudant en Drilmeefter, zullen gehouden zyn zich te reguleeren naar eene Inftructie, hun nader te geeven, en zal de eerfte de rang hebben van jongfte Vaandrig, en de tweede als Sergeant; zullende gehouden zyn den gewoonen Eed in handen van den Krygsraad afteleggen, als mede de ampliatie fupra Articulo VIII vermeld. XVI. Zal de Generaale Ordonnantie en Regle¬ ment op de Schuttery deezer Stad van den Jaare 1752, met de Ampliatie en Alteratien tot den Jaare 1786, door de nieuw aangeftelde Krygsraad worden nagezien, gealtereerd en geamplieerd , zo als ten meeften nutte en dienft der Schutterye, met overleg van de Vroedfchap zal nodig geoordeeld worden , en ter approbatie aan Ons worden gepraefenteerd. XVII. Tot Leden van den Krvssraad worden aan. gefteld de Perfoonen hier onder benoemd: Tot Collonellen. Mr. Pieter Vermeulen, Jean Gysberto Decker. Tot Fiscaal. Dionijius Marchant. Tot Capiteinen. Adriaan Boe fes, Heer van Leeuwen en Puyffelick, Daniël Lodewyk Hogguer, Meindert IViardi, Carl Rein hart, Cornelis Boen, Joh. Ruys, George Alexander Lentfrinch, Laurens van Varelen. Tot Luitenants. Jacobus Luberti Auguflini, A. L. van Jeckel, J. van de Rumte, Georse Fredrik Metz. Mr. Diderik Schoock van Bree, Jan van de Waereld, Coenraad Cbr. Koch, Dr. Cornelius Eyzermans. Tot Vaandrigs. Gysbertus André Vermeulen, M. Mynders, D. Matth. Kaakebeen, P. de Boer, Hend. Herm, van Rhee, Jacobus Dykbuizen Trep, Elias Tilenius Kruythof, Kier van de Rumte. Adjudant. Ifaac van Klaveren. Drilmeefter. Coenraad Gerritzen. XVIII. De verdeeline der Schutterve zo ten aan- zien van de Compagnien als tot de Perfoonen die als Sergeanten, Corporaals, en Pp a Schut-  20o KEUREN DER STAD HAERLEM. Schutters zullen dienen. wordt gereguleerd, zo als dezelve fs bepaald in de hier nevens geinfereerde lylte. CLUVENIERS-DOELEN. Orange Vaandel. &c. &c. Gelaftende Onze voornoemde Commiffariffien om de voorzeide Collonellen, Fiscaal, Capiteinen, en verdere Opper- en Onder-Officieren en Schutters in Onzen Naam den behoorleken Eed, by het voorfz. Reglement van 1752 vaftgefteld, mutatis murandis, met de Ampliatie van dien, zo als dezelve by het bovengemelde 8 Articul is vermeld, afteneemen, en ben in de posfeffie van derzelver refpecJive Charges en Funtlien te ftellen. Gedaan in 's Gravenhage, den 18 February 1788. W. PR. V. ORANGE. QagerftcncT) Ter Ordonnantie van zyne Hoogheid. W. van Cl TT E R S. Hebbende daar nevens opgedrukt het Zegel van Hooggemelde zyne Hoogheid, in rooden Ouwele, overdekt met eene papiere ruite. WY WILLEM, by de Gratie Gods Prince van Orange en Naffau, Grave van Catzenelnbogen, Vianden, Dietz, Spiegelberg, Buuren, Leerdam en Culemborg; Marquis van Feere en Vliffingen; Baron van Breda, Dieft, Beilftein, der Stad Grave en Lande van Cuyck, TJJelftein, Cranendonck, Eindhoven en Liesveld; onafhanglyk Heer van de Vrye en Souveraine Erf-Heerlykheid Ameland; Pleere van Borculo , Bredevoort, Lichtenvoorde, 't Loo, Geertruidenberg, Cilindert, Zevenbergen, de Plooge en Laage Zwaluwe, Naaldwyk, Polanen, St. Martensdyk, Soeft, Baren en ter Eem, Willemftad, Steenbergen, Montfort., St. Vith, Butgenhach en Daasburg; ErfBurggraaf van Antwerpen; Erf-Marfcbalk van Holland; Erf-Stadhouder, ErfGouverneur, Erj-Capitein en AdmiraalGeneraal der Vereenigde Nederlanden; Erf-Capitein, Generaal en Admiraal van de Unie; Ridder van de Kousfebandenvan den Zwarten Adelaar, &c. &c. &c. Allen den geenen, die deeze zullen zien of hoor en leezen, falut; doen te weeten: Alzo Ons door eene Commiffie uit den Krygsraad der Stad Haerlem, uit naam van denzelven Krygsraad, is voorgedragen , dat ter voldoening aan bet zeftiende Articul by onze Publicatie van den 18 February deezes Jaars, betreffende de Schuttery binnen de voorfchreven Stad, vaftgefteld, by den Krygsraad, met overleg van de Vroedfchap, was geformeerd eene NIEUWE GENERAALE ORDONNANTIE en REGLEMENT op de SCHUTTERY der voorfz. Stad, welke zy de eer hadden aan Ons ter approbatie te prefenteeren; luidende als volgt: Capittel I. Van de Vergaderplaatfen der Vaandels. Articul I. Elk Vaandel zal voortaan hebben een Vergaderplaats , namelyk het Orange Vaandel van de Cluveniers-Doelen, voor het Klokhuis, het Witte Vaandel van de CluveniersDoelen op de Koudehorn by de Coraalebrug , het Blaauwe Vaandel van de Cluveniers - Doelen op de kleine Krogt by het Hofje, en het Gecouleurde Vaandel van de Cluveniers-Doelen op de Boter-Markt. Het Orange Vaandel van de St. Joris-Doelen op het Verwulft, het Witte Vaandel van de St. Joris-Doelen op het Spaarne voor de Berkenroofteeg, het Blaauwe Vaandel van de St. Joris-Doelen op de Turfmarkt, en het Gecouleurde Vaandel van de St. JorisDoelen op het Plein van de Nieuwe Keric, II. De Sergeanten en Corporaals die verhuizen buiten hun Vaandel, zullen daar door verliezen de Bediening, die zy in dat Vaandel hebben bekleed, doch zullen door den Kapitein van bet Vaandel, waar zy zullen I komen te woonen, in dezelve qualiteit waar-  KEUREN DER STAD HAERLEM. 291 in zy te vooren hebben gediend, by vacature mogen worden geè'mploycerd, inzonderheid by tyden van nood, het welk zy, des gerequireerd, niet zullen mogen weigeren, op gelyke Boetens als omtrent de fungeerende Officiers zyn geftatueerd. III. De vacatures van de Corporaals zullen door den Krygsraad vervuld worden, dewelke in het aanftellen van dezelve voorde eerde en vierde Divifie reguard zal neemen op de propolitie van den Kapitein , en voor de tweede op die van den Luitenant, gelyk ook de Vaandrig een propolitie van twee Perfoonen tot het bekleeden der voornoemde Charges voor de derde Divifie zal mogen doen, aan den Kapitein, op welke, wanneer door denzelve favorabel wordt geadvifeerd, en geene redenen ter contrarie zyn, insgelyks reguard zal worden genoomen. Capittel II. Van den Krygsraad. Articul I. De Leden van den Krygsraad zullen behalven den Eed op de Conftiturie, ook afleggen in handen van Burgemcelteren, den navolgenden Eed: Eed van Collonellen, Fiscaal, Capiteinen en Luitenanten der Schuttery. Dat zzveeren wy, Collonellen, Fiscaal, Capiteinen en Luitenants van de Schuttery der Stad Haerlem, de Edele Groot Mogende Heeren Staaten van Holland en IVeft-Friesland, re. prefenteerende de Hooge Overigheid van denzelven Lande, mitsgaders zyne Hoogheid, den Heere Princevan Orange en Naffau, als Erfftadhouder deezer Provincie, gebouw en getrouw te zyn; dat wy voorts onderdaanig zullen weezen, de Burgemeefleren , Schepenen en Regeerders der Stad Haerlem, als onze wettige Ove righeid en Magiftraat, en dat wy, volgens derzelver beveelen zullen helpen weeren, alle overlaft, en helpen voorflaaii de Handveften en Privilegiën der voorfz. Stad, en, indien V geviel dat men zoude moeten buiten plaerlem trekken, waar de Heeren Burgemeefleren of iemand van dien voorgaan, wy henluiden zullen volgen. Zo waarlyk moet ons God Almachtig helpen! Infïruclie voor den Adjudant en Drilmeefter. De Adjudant en Drilmeefter zullen op zodanige dagen en uuren, als door den Ed. Geitr. Krygsraad zal worden valtgelteld, de Schuttery in den Wapenhandel moeten oeffenen, hetzyby Vaandels of Corporaalfchappen , en zich daaromtrent reguleeren naar het Reglement van de Exercitie en verdere Ordonnantie van de Schuttery, reeds gemaakc of nog te maaken , zonder van de voorfz. Exercitie zich te mogen excufeeren, of een ander in hun plaats te Hellen, dan met kennis en fpeciaal confent van de Ed. Geltrenge Krygsraad of van de Ed. Heeren Collonellen. De Adjudant en Drilmeefter zullen alle avonden wanneer de Wagt optrekt, zich op de Vergaderplaats van het Corporaalfchap dat de Wagt heeft, beurtlings moecen laacen vinden, een einde de Onder-Officieren in hec rangeeren van de Manfchap ce adfifteeren, en voores hun dienft aanbieden aan den Heer Opper-Officier die de Wagt heeft. Van gelyke zullen de Adjudant en Drilmeefter, wanneer, ter geleegenheid van ftaacelyke Inhaalingen, ofce ook by cyden van Brand ofte Beroercens, de Schuccery ofte een gedeelte van dien, in de Wapenen moec komen , de Heeren Officieren moecen adfifteeren, en nevens dezelve opzigc houden, dac alles in goede ordre zich gedrage , zo als dezelve ook gehouden zullen weezen, wanneer hec geviele dac de Schuctery zoude moe en buiten Haerlem crekken, mede uic ce crekken, indien zulks nodig geoordeeld mochce worden. De Adjudant en Drilmeefter zullen mede by alle Monfteringen en Wapenfchouwingen moecen prefenc zyn. Zo als dezelve ook zullen gehouden weezen , de nieuw aankomende Officieren in hunne Funétien te onderrechten. De Adjudant en Drilmeefter zullen celken Jaaren, by hec houden van de laatfte Exercitie, aan ieder Vaandel, by wyze van onderrichting, communiceeren , dat wanneer de Brandklok Haat, de Heeren Opper-Officieren, Onder-Officieren en Schutters in het Vaandel daar de Brand ontftaat ,aanftondszulknmoePp 3 ten  Stoa KEUREN DER STAD HAERLEM. ten opkomen, en zich vervoegen voor het Huis daar de Brand is, alwaar de Heeren Officieren zullen ordonneeren, waar een iegelyk zal moeten gaan, om poll te houden. Voorts zal de Adjudant en Drilmeelter gehouden zyn, behalven de Eed op de Conftitutie, ook den navolgenden Eed te doen in handen van den Krygsraad. Dat zweeren wy Adjudant en Drilmeefter van de Schuttery der Stad Haerlem, dat Ringkraag aan Vaandrig j een^ Orangelint. Sergeant - een Hellebaard. Boven en behalven hun Zydgeweer, mitsgaders hunne Ecbarpes, voor de Corporaals en Schutters een goede Snaphaan, Bajonet,) Patroontas, Bandelier en Zydgeweer, mitsgaders de kopere Penning bovengemeld, zo als aan hun is ter hand gefteld, zullende zo dra zy ophouden van Schuccerlyke dienften te doen, hunne volle Wapen rufting in goede order aan den Opper-Officier van die Divifie moeten ter hand ftellen. XI. Zullende ieder der Onder - Officieren en Schutters verpligt zyn hunne Wapenrufting behoorlyk en in orde te onderhouden. XII. En zal de Corporaal 's avonds immediaat na 't leezen der Wagtrolle, behoorlyk toezigt neemen, of, zo Officieren als Schutters, van de bovengemelde Toerufting zyn voorzien en in behoorlyke orde zyn; en zullen voor ieder ftuk dat daar aan mankeert, of niec in order is, verbeuren drie0tuiver$, doch iemand hier in meermallen naJaarig bevonden wordende, zal daar over worden gecorrigeerd ter difcrede van den Capitein. XIII. De Schutters zullen gehouden zyn hunne Snaphaanen te ftellen op het geweerrak daar toe gemaakt, in orde volgens welke zy elkanderen op de Wachtrolle volgen. En zal niemand vermogen eens anders Geweer van deszelfs plaats te neemen, op een Boete van drie Stuivers, veel min hetzelve Geweer te bederven, of te befebadigen, op poene van dezelve fchade ten vollen te zullen moeten vergoeden, èn bovendien, op aanklagte van den beleedigden, door den commandeerenden Officier in zodanige Boete te worden gecondemneerd, als dezelve na omftandigheden van zaaken zal oordeelen te behooren. XIV. De Commandeerende Officier , die de Wacht heeft , zal gehouden zyn tegen de klokke elf uuren te detacheeren na ieder Hoofdpoort, ten minften twee Schutters met hunne volle wapenrufting, om toe te zien dat de Poorten behoorlyk worden gefloten, dewelke ook de Baftaart - Schutters zullen verzeilen, om de fleutels van deezer Stads-Poorten op de Wacht te brengen; deezegedecacheerde Schuccers zullen hunne laft op hec fpoedigfte moecen verrichcen , zonder zich onderwege op te houden, veel min in hec eene of andere, 't zy Herbergen, 'c zy particulier Huis in te treeden, op de Boete van twaalf Stuivers voor ieder, die overtuigd wordt zulks gedaan te hebben, en zullen in alle geval gehouden zyn, om voor dat de klok half twaalf heeft geftaagen, wederom mee de fleutels op de Wacht te zyn, op de Boete als vooren; alles ten waare het laater openhouden van de eene of andere Poort door de Heeren Burgemeefteren wierde gelaft, in welk geval daar van door den Stads - Major kennifle zal worden gegeeven aan den commandeerenden Officier op de Hoofdwacht, en zal als dan mede invoege voorfz. tegens de geftelden tyd op het fluiten van die, de vereifchte ordre moecen worden gefteld. XV. De Corporaals zullen gehouden zyn des avonds immediaac na het leezen der Wachtrolle een Schildwacht uittezecten , aan de deur van de Wachc, en dezelve doen afloflen om het haT uur, of ten langften om hec uur, zulks reguleerende na maate zich veel of weinig Manfchap op de Wacht bevindt. XVI. Zo iemand op zyn Schildwacht zal bevonden worden te flaapen of dezelve te verzuimen, zal verbeuren drie Caroli Guldens, en daarenboven arbitralyk worden gecorrigeerd. XVII. En zo iemand met geweld door eene bezeccing der Schucrerv wilde pafleeren, of een Schild-  KEUREN DER STAD HAERLEM. 297 wacht te naby wilde komen, zal alzulke moedwillige op de Hoofdwacht worden gebragt, en daar van aan den Fiscaal kennis gegeven worden, om ingevalle het een Schutter is, tegens hem naar gelegenheid der zaake te ageeren, uiterlyk tot ontfehuttering toe, en om, ingevalle de aggrefleur geen Schutter mogte zyn , of, indien 'er ook door denzelve, alwaare hy een Schutter, met de daad publicq geweld mogte gepleegd zyn, den gevangen over te leeveren aan den Heer Hoofd-Officier deezer Stad, om tegens denzelve voor den ordinairis Rechter te ageeren, zo als bevonden zal worden te behooren ; doch indien de geen die de Wacht attaqueerde zich niet gevangen wilde gee ven, maar zich ter weere (telde, en daar door gekwecd, gegriefd ofte doodgellaagen wierde, zal de handdaadige daar over niet worden geflraft, maar van het fait onfchuldig gehouden worden. XVUI. Het Woord, door de Heeren Burgemeefleren te geeven, zal des avonds voor de klokke tien uuren, door den Major, ofby deszelfs abfentie of belet, door iemand van zynentwegen , in een beflooten Biljet gebragt worden op de Wacht en overgegeeven aan den hoogden Officier zich daar bevindende , die het zelve aan de andere Officiers zal communiceeren. XIX. Des zal niemand van dezelve Officieren vermogen de leuze of het woord te geeven aan eenige Schutters, zonder uicdrukkelyke toeftemming van den hoogden Officier die zich op de Wacht bevindt, op de Boete van één Gulden en tien Stuivers. XX. Niemand, wie hy zy, van de Wacht zynde, en het woord hebbende, zal vermogen het zelve aan iemand die niet van de Wacht is, bekend te maaken, ofte daar mede van de Wacht te loopen, op een Boete van twintig Stuivers. XXI. Indien de commandeerende Officier om redenen mogte goedvinden, des Nagts te laaten pacrouilleeren, zullen de geene, door hem daartoe gecommandeerd, zulks zonder eenig tegenzeggen'moeten verrigten, zy zullen in hec doen van dezelve Patrouilles zich precifelyk moeten reguleeren na de ordres die dezelve commandeerende Officier hunlieden na tyd en omftandigheid van zaaken zal geeven, en zullen zich, geduurende hec doen der Patrouilles, onthouden van hetrooken van Tabak, veel min zullen zy vermogen ergens in huis te creden , om eenige Drank ce gebruiken, en zorg dragen om precifelyk op den tyd ,hun door den commandeerenden Officier gefteld, wederom op de Wacht te zyn, op een Boete van één Gulden en tien Stuivers voor den Officier die de Patrouille geleidt,en van zes Stuivers voor ieder Schuccer, die in hec doen van de Pacrouilieconcrarie doec. XXII. Wanneer iemand befchonken of dronken op de Wachc komc, zal hy voor eerd de Boece moeten betaalen als of hy ahlent was, daar en boven door een Commando worden t'huis gebragt, zo de commandeerende Officier zulks goedvindt, blyvende de verdere Correctie ter difpofitie van den Krygsraad. XXIII. En alzo de ondervinding geleerd heeft, dat door 't gebruik van Wyn of fterken Drank op de Wacht, zomtyds veele excedèn en ongeregeldheden zyn begaan, zo zal in 't vervolg geen Wyn of fterke Drank, hoe genaamd, op de Wachc mogen worden gebruikt , op de Boete van ééne Gulden en tien Stuivers voor ieder het contrarie doende. * XXIV. Niemand zal geduurende de Wacht, het zy eens anders, het zy zyn eigen Snaphaan uogen loden, en dus buiten nood eenig gedaas of gerucht maaken ; niemand zal ook :enig geluid met de trom mogen maaken, ds op expredè ordre van den commandeerenden Officier, alles op een Boece van drie Gullens. XXV. De Schucters op de Wacht zynde zullen gehouden zyn hunne Officieren in alles betaanelyke gehoorzaamheid en achting te bewy:en, zonder dezelve te mogen wederdr-:evig :yn, veel min door onbehoorlyke woorden Qq a of  298 KEUREN DER STAD HAERLEM. of dreigementen te beleedigen, op de Boete van drie Guldens, en boven dien door de Krygsraad als vvederhoorigen naar geleegenheid van zaaken, en naar maate van de grootte van hun wanbedryf te worden gecorrigeerd. XXVI. Gelyk ook de Schutters zullen gehouden zyn , in alle zedigheid en betaamelykheid met eikanderen om te gaan, zonder te vloeken of te zweeren, eikanderen onderling , 't zy met 'er daad, 't zy door dreigementen of fcheldwoorden, te beleedigen, op de Boete van twaalf Stuivers, en bovendien door den Krygsraad te worden gecorrigeerd als boven. XXVII. Om de Schutters te beter in de Wapenhandeling te onderhouden, zullen dezelve des avonds, zo ras de Sleutels der Poorten zyn binnen gekomen, door den commandeerenden Officier, of een ander Officier byhem daar toe te ftellen, geduurende den tyd van een uur in het doen van het Manuaal en Evolutien worden geëxceerd. En zal geduurende de Exercitie geen Tabak mogen worden gerookt, alles op een Boete van drie Guldens, door den geen te verbeuren, die zich niet conform dit Articul zal gedraagen. XXVIII. De Sleutels der Poorten en Boomen zullen zyn onder bewaaring van den commandeerenden Officier, en ten dien einde in een goede ordre worden opgehangen, of geflooten in een Kasje daartoe te vervaardigen, op het vertrek alwaar dezelve zich bevindt. XXIX. Wanneer des morgens, de Poorten nog gefloten zynde, de Jaagfchuiten aankomen,ofte afvaaren, zullen de Schutters gehouden zyn, met hunne wapenen by het openen der Zyl- en Spaarnwouder-Poorten te adfifteeren , en aldaar blyven zo lange die Poorten geopend zyn, waar toe de Schutters gekozen zullen worden, uit die geene die des avonds te vooren van het fluiten der Poorten zyn bevryd geweeft; zy zullen zich immediaat, na dat de Poorten geflooten zyn, wederom op de Wacht vervoegen, en brengen de Sleutels onder de bewaaring van den commandeerenden Officier, zonder zich onderwegen er¬ gens op te houden , op de Boete van twaalf Stuivers, voor ieder die contrarie doet, en een dubbele Boete voor den Corporaal of Schutter die het Commando als Corporaal geleidt. XXX. Wanneer des nachts een Poort moet worden geopend , zal zulks ten fpoedigfte moeten gefchieden, door een commando van Schutters, het welk echter, indien 's avonds maar twee Schutters dezelve gefloten hebben , zal konnen worden verfterkt, naar goedvinden van den commandeerenden Officier; zy zuilen ten opzichte van aanftonds weder te komen , moeren obferveeren, 'e geene in de bovenftaande Ardcul is geftatueerd , op dezelve Boete, en zullen de Schutters voor het openen van ieder Poort genieten één Gulden en vier Stuivers, als van ouds, doch zullen zich ten opzichte van Heeren van Stadswegen in Commiffie zynde, moeten reguleeren na de Refolutien van de Heeren Burgemeefteren van den eerften November 1724 en 12 Maart 1748, behelzende dat Heeren van Stadswegen in Commiffie zynde, met derzelver gevolg daar van vry zyn. XXXI. Des morgens zullen de Schutters die de Nachtpoften hebben de Poorten wederom moeten gaan openen. XXXII. De commandeerende Officier zal niet vermogen des morgens de fleutels te geeven, om de Poorten te gaan openen, voor dat de Poortklok heeft beginnen te luiden, op een Boete van zes Gulden en zes Stuivers. En zullen de Schutters de Sleutels ontvangen, en de Poorten geopend hebbende, immediaat terug komen, en gehouden zyn een half uur na 't beginnen van 't luiden der Poortklok met de Sleutels wederom op de Wacht te zyn, op een Boete van twaalf Stuivers, en wanneer de Schutters met de Sleutels van alle de Poorten zyn terug gekomen, zal de commandeerenden Officier aanftonds de Wacht laaten afgaan. XXXIII. Tot het doen der bekeuringen worden gequalificeerd allen, zo Opper- ais Onder- Of.  KEUREN DER STAD HAERLEM. 299 Officieren, die zich op de Wacht bevinden, en indien dezelve Officieren gezamentlyk zullen oordeelen dat de bekeuring te recht is gefchied , zal de bekeurde de betaaling der Boete niet mogen weigeren, maar gehouden zyn dezelve te conligneeren in handen van den commandeerenden Officier, en ingevalle hy mogte fulh'neeren ten onrechte bekeurd te zyn, zal het hem vry ftaan om zich daarover aan den eerftkomenden ordinaris Krygsraad te adrefteeren , en zal , indien zyne lultenue gegrond bevonden wordt, zyn geconligneerde Geld aan hem worden gereftitucerd, doch indien hy bevonden wordt, zich ten onrech-, te beklaagd te hebben, zal hy gehouden zyn nog eens de Boete te betaalen. XXXIV. Alle Boetens by de byzondere Wachten, zo ordinaire als extraordinaire, door de Schutters verbeurd wordende, zullen in een bofte worden gelegd, dewelke zal zyn onder de bewaaring van den oudften Sergeant van het tweede Divifie van 't Vaandel, en ten einde van 't Jaar onder de gezaamenlyke Schutters van ieder Vaandel worden verdeeld, zullende alleen hier van uitgezonderd worden het geen voor het openen der Poorten wordt ontvangen, het welk onmiddefyk door de Officieren aan alle de Morgetipoften hebbende Schutters van de waakende Divifie zal worden uitgedeeld. XXXV. ^ De Boetens van Opper- en Onder-Officieren van ieder Divifie, zullen in een aparte boffe door den oudften Sergeant van 't Vaandel worden bewaard, en jaarlyks onder de Onder - Officieren verdeeld, of na hun goedvinden door hun verteerd worden. Capittel VII. 1 I Inflruclie voor da Sergeanten en Corporaals. : Articul I. De Sergeant die de Wacht heeft zal naauwkeurig moeten in acht neemen, dat alles in , behoorlyke ordre op de Wachten toegaat, en zal ten dien einde door hun in ieder Divifie moeten worden gehouden een Wachtboek, het geene aan hem van wegen den Krygsraad zal worden ter hand gefteld, en het welk hem op de Wacht, zo ordinaris als 1 extraordinaris, zal moeten worden bezorgd, en waarin eerftelyk zal worden aangefchreven de naamen der prefente Opper- en OnderOfficieren, mitsgaders van de abfente Schutters , en voorts genoteerd alle voorvallen, welke op die Wacht mochten voorkomen , en fpecialyk alle de bekeuringen die door hen ofte iemand anders der Opper- en Onder-Officieren mogten worden gedaan, met byvoeging of aan dezelve bekeuring is voldaan, of niet, en met exprefïie aan wat perfoon en ter wat zaake dezelve gedaan zyn; welk Wachtboek kort voor het afgaan der Wacht door den Officier of Officieren, mitsgaders door de Onder-Officieren ter Wacht zynde, zal moeten worden ondertekend. II. Hoewel de bekeuringen niet alleen door den Opper-Officier, maar ook door alle de Onder-Officieren zuilen mogen gedaan worden, aan de gemeene Schutters, zal de aantekening daarvan-alleen door den Wachthebbende Sergeant, echter met communicatie van den Opper-Officier, gedaan moeten worden , welke Opper - Officier zal vermogen te ordonneeren om daar by te voegen zodanige verdere aantekening, als hem zal gelieven, waaraan hy gehouden zal zyn te gehoorzaamen. III. Ingevalle de Opper-Officier over het een :n ander in eenige Boete mogte vervallen vezen, zal de Sergeant, in behoorlyke eerbiedige termen, en buiten het by weezen van eenige der Schutters, daarvan aan den Heer Officier kennifle geven, en zulks aanrekenen, niet op het Wachtboek, maar op ?en apart blad papier, waarop de Opper-Oficier mede zodanige aantekening zal mogen loen ftellen, als dezelve zal oordeelen te jehooren, en welk blad papier gecachettèerd levens het Wachtboek aan den Heer Fiscaal ral moeten worden ter hand gefteld, ten vaare de Boete door den Opper-Officier, lanftonds wierde voldaan, als wanneer de /oornoemde fchriftelyke aantekening niet zal lehoeven, doch zal echter in alle gevallen ip het Wachtboek de fom der verbeurde ioete moeten worden gefteld. IV. Insgelyks zullen de Sergeants of Corpo aals niet in het byweezen der Schutters moQq 3 gen  3oo KEUREN DER STAD HAERLEM. gen bekeurd worden , doch ingeval van bekeuring zal hun vryftaan zodanige aantekening te ftellen als hun zal goeddunken. V. De Sergeant zal het voorfz. Wachtboek toegebonden en gecachetteerd overgeven aan den Tambour, om te brengen ten huize van den Heer Fiscaal, dewelke onder ieder Wacht, tot teken dat het Wachtboek door hem is gezien, zal ftellen het woord vifa, met zyn ondertekening bekrachtigd. En zal de Tambour het Wachtboek van daar aan den Sergeant die de volgende Wacht heeft moeten bezorgen. VI. Wanneer een Wachtboek vol gefchreeven is, zal het zelve aan den Krygsraad moeten worden overgeleeverd, om te worden bewaard, ten welken einde de Sergeant voornaamelyk en voorts ook de andere Officieten zullen hebben zorge te draagen, dat hetzelve ordentelyk en zindelyk gehouden worde, en dat daarin niet uitgefchrapt worde, veel min eenige bladen uitgefcheurd. VII. En zullen de Sergeanten het waarneemen deezer Inftrucïie naar hun vermogen moeten aanneemen op den Eed by den aanvang hunner bediening gedaan. VIII. De Corporaals zullen buiten het vifiteeren der Geweeren ook gehouden zyn re onder zoeken of ieder Schutter wel van zyn Penning voorzien is. IX. Ook zullen de Corporaals, in cas van nood ofte by eenige andere geleegenheid, de uitdeeling der Patroonen, conform de ordres van den commandeerenden Officier doen, zo als insgelyks gehouden zullen zyn , om de Patroonen die niet gebruikt zyn, wederom in te zamelen, om aan den Kapitein of Luitenant wederom te kunnen worden gereftitueerd, of anders daar mede zodanig gehandeld, als de commandeerende Officier zal oordeelen tc behooren. Capittel VIII. Fan de Exercitie. Alzo de goede orde en reputatie van de Burgerye niet alleen vordert, maar het ook ten hoogften nuttig en dierftig is , dat de Burgery in de Wapenhandeling worde geoeffend, zo zullen alle de Officieren, mitsgaders de Wachthoudende Schutters gehouden zyn zich na de volgende Articulen te reguleeren. Articul I. Voortaan zal van Mai tot Auguftus, 's avonds ten zeven uuren werden geëxerceerd op de Cluveniers-Doelen , alleen des Maandags, Dingsdags, Donderdags en Vrydags, uitgezonderd de Hemelvaartsdag , de tweede en derde Pinxterdagen, gelyk mede de Kermisdagen van Maandag tot Maandag incluis, de Hartjesdag, en voorts die dagen welke de Krygsraad in 't vervolg tot de Exercitie niet convenabel mogte oordeelen, alles ten waare de Edele Gedrenge Krygsraad goedvond, den tyd der Exercitie te prolongeeren. II. Op de voornoemde dagen en uuren zullen altyd, except die dagen dat 'er een geheel Vaandel exerceert, twee Divifien zaameneen en een half uur exerceeren ; te weeten de eerde en derde, en op dezelve wyze de tweede en vierde Divifien zullen te gelyk moeten opkomen om te exerceeren, op de uure en plaats in Articul I vermeld. III. De Ópper-Officieren en Onder-Officieren, mitsgaders de Schutters, wier tourbeurt het is om te exerceeren, zullen gehouden zyn by de Exercitiën van 't begin tot 't einde te adfifteeren, en aldaar op 't bepaalde uur te verfchynen, behoorlyk uitgcruft, en zullen gehouden zyn by alle Exercitiën ieder met een Orangellrik of Cocarde op de hoed te verfchynen. De Opper-Officieren na 't klokflag komende, zullen verbeuren twaalf Scuivers. De Onder-Officieren zes Stuivers. De Schutters drie Stuivers. De Opper-Officieren na 't half uur of in 't geheel niet komende twintig Stuivers. De Onder-Officieren, als vooren, elf Stuivers. De Schutters, als vooren, zes Stuivers. In-  KEUREN DER STAD HAERLEM. 3oi Ingevalle aan de toerufling van de ÓpperOfficieren, of van de Onder - Officieren of Schutters, iets manqueerde, zal voor ieder ftuk dat manqueert Boete betaald worden, als : Door den Opper-Officier zes Stuivers. Door den Onder-Officier vier Stuivers. Door den Schutters twee Stuivers. Alle welke Boetens zullen gaan ten profyte van alle de waakende Manfchappen, van het gautlche Vaandel, en nevens de Boetens die op de Wachten verbeurd worden, in dezelve boffen worden gelegd , en ten uiteinde van 't Jaar met dezelve te gelyk in eene masfa worden verdeeld, verteerd of anderzints worden geëmployeerd, zo als by deeze Ordonnantie is bepaald; zullende ook omtrent de invordering van de Boetens dezelve regel worden gehouden als ten opzichte der Boetens, die op de Wachten verbeurd worden. IV. Van de voorfz, Boetens zal niemand mogen worden geëxcufeerd, als die geene die aan den commandeerenden Opper-Officier zullen kunnen aanroonen, door ziekten, noodwendig verblyf uit de Stad, of andere wettige redenen, op den tyd der Exercitie belet en verhinderd te zyn geweeft. V. De Adjudant en Drilmeefter zal, met confent en goedvinden van den aanweezenden Opper-Officier, de bekwaamfte, 't zy Corporaals of Schutters tot Voorwerkers, na zyn goeddunken mogen verkiezen, zonder dat zich iemand daar over zal mogen belee digd houden, of eenigzints daar tegen ftellen. En zullen d'Onder Officieren en Schutters verders verplicht zyn omtrent d'Exercitie op te volgen, en zich exaételyk te reguleeren naar de ordres die hun door den Adjudant en Drilmeefter zullen worden gegeeven, zo wel als naar die van de aanweezende OpperOfficieren, zonder eenig rumoer met hard fpreeken, fpotten, lagchen, of anderzints te mogen maaken, alles op een Boete van zes Stuivers, te gaan ten behoeve en in voegen als vooren. VI. Op de plaats tot de Exercitie gedeftineerd, zal niet mogen worden gerookt, nog eenige Diank gebruikt op de Boete van tien Stuivers, j VIL Zo iemand de onvoorzichtigheid mogte hebben, om op de Exercitieplaats met gelaaden Geweer te komen, zal verbeuren de Boete van zes Guldens. VIII. De Tambours zullen beiden by de Exercitiën van hunne Vaandels moeten adfifteeren, en obferveeren de ordres, die hun zullen worden gegeeven, zo wel door den Adjudant en Drilmeefter als door de Opper-Officieren, op correctie van den Ed. Geftr. Krygsraad naar bevinding van zaaken. IX. Alzo 't nodig is, dac de gezamentlyke Officieren en Schutters zich behoorlyk zouden weeten te fchikken en te gedragen, als 't gebeurde dat een Vaandel te gelyk in de Wapenen moeft worden gebragt, zo zal voortaan tweemaal 's Jaars het geheele Vaandel gelyk opkomen om te exerceeren: te weeten op de eerfte agt Exercitie-dagen in de maand Mai, en op de laatfte agt Exercitie-dagen in de maand Auguftus, zullende den Krygsraad om de minkundigcn beter in den Wapenhandel te oeffenen, verder zodanige fchikkingen maaken, als ten dien einde zal oordeelen te behooren. X. De Opper-Officieren zullen hunne plaatfen mogen doen vervullen door eenen anderen Opper-Officier,"mits van hetzelve Vaandel zynde. XI. En zal in cas van verfchillen over de Boecens de decifie daar over ftaan aan den Edelen Geftrengen Krygsraad. Capittel IX. Fan de Brand. Arcicul I. Wanneer c eeniger cyd Brand binnen dee* IQ Scad of de Vrydom van dien zoude mogen Dntflaan, ('t welk God verhoede) zullen zo Officieren als Schuccers dewelke geen uictoop hebben gedaan , van dat Vaandel waarn Brand is ontflaan, of indien het buiten de  302 KEUREN DER STAD HAERLEM. de Poort is, van dat Vaandel dat het naalle is aan de Poort buiten dewelke Brand is ontdaan, gehouden zyn omme op het hooren ilaan der Brandklok aanilonds op te komen, en zich ten fpoediglle te vervoegen ter plaatfe alwaar de Brand is ontflaan, met dien verftande nochtans, dat indien mogte gebeuren, dat Brand kwam voor te vallen in een Vaandel waar van een Divifie des nachts de Wacht hadde, of hebben moeste, een Divifie van het Vaandel, het welk in order van waaken volgt, op de Hoofdwacht zal moeten opkomen, ten einde als dan het geheele Vaandel, waarin de brand is, daarby zal konnen adfifteeren, of (indien de brand by dag ontftaat) die Divi- i fie die de volgende Nacht de Wacht zoude moeten hebben, gehouden zyn de Wacht op de Hoofdwacht te betrekken, van waar de commandeerende Officier zodra mogelyk een Piquet van ten minften tien a twaalf Man, of zo veel de commandeerende Officier zal kunnen mifien, zal moeten zenden in de Corps de Guarde, onder het tegenwoordige Raadhuis. II. Dat by onverhoopte gevallen van brand, het Vaandel van die Wyk, waarin de brand ontftaat, na vier uuren by dezelve te hebben geadfifteerd, zal worden afgeloft door het Vaandel in rang volgende, en dat, ingevalle de brand als dan nog langer mogt blyven aanhouden, en zodanig een Vaandel wederom vier uuren by de brand hebbende poft gehouden , het zelve dan wederom zal worden afgeloft door het Vaandel in rang volgende, en zo vervolgens tot dat de brand zal zyn gebluCclu, zullende de rang der Vaandels gerekend worden volgens de orde by het betrekken der Nachtwacht wordende geobferveerd, zullende de eerfte vier uuren gerekend worden van 't beginnen van 't flaan der brandklok. Alles echter met dien verftande, dat zo wanneer 'er brand buiten de Nieuwe of Kennemerpoort onder de Jurisdidie deezer Stad mocht komen te ontftaan, als dan de eerfte vier uuren by de brand zullen moeten adfifteeren, de twee eerfte Divifien van 't Orange en de twee eerfte Divifien van het Blaauwe Vaandel van de CluveniersDoelen, en de volgende vier uuren de twee laatfte Divifien van ieder der gemelde Vaandels , doch indien de brand nog langer wanneer 'er brand buiten de Nieuwe of mogte aanhouden , deeze laatfte Divifien zullen worden afgeloft, door het gei « ie Witte Vaandel van de Cluveniers - Doelen , en dit wederom vier uuren hebbende geadfifteerd , door het gecouleurde Vaandel van dezelve Doelen zal worden afgeloft, en zo vervolgens na de orde hier vooren geprefcribeerd, te wceten, na de rang der Vaandelen. III. Alle zo Opper- als Onder-Officieren en Schutters zyn gehouden in zodanig geval op te komen, met hun volle Montuur en Geweer, waarop zy door den Krygsraad zyn gefteld, waarop de Sergeanten van het Vaandel naauwkeurig zullen acht geeven , en zullen zo Officieren als Schutters voor ieder ftuk dat aan hun Geweer en Toerufting mankeert, verbeuren even zo veel, als by het Xll Articul van deeze Ordonnantie op de Nachtwacht daar tegen is geftatueerd, ook zullen mede de Flambouwdraagers uit de Vaandels die in de Wapenen zyn, wanneer by avond of nacht brand ontftaat, gehouden zyn met aangeftooken Flambouwen op te komen, op dezelve Boete. Alle zodanige Opper- en Onder-Tambours als het naaft woonen by het Huis daar de brand in is ontftaan , zullen, onaangezien of zy tot dat Vaandel behooren of niet, dat zelve Vaandel aanftonds opflaan; daar mede by het in brand zynde Huis beginnen, en continueeren totdat de Tambours van het zelve Vaandel hen hier van aflofien. En iaarftelyk zal, wanneer de brand gebluft is , zulks door den Tambour - Major na bekomen order aan de Hoofdwacht worden gewaarfchouwt. IV. Iemand in 't geheel by de brand of op de Wacht niet compareerende , ofte ook aldaar komende, een geheel uur na dat de brandklok heeft begonnen te flaan, zal verbeuren als volgc: De Kapitein, Luitenant en Vaandrig vyf Guldens en vyf Stuivers. Sergeanten drie Guldens. Corporaals één Gulden en zeftien Stuivers. Schutters één Gulden en tien Scuivers. V. Van zyn gefteld, waarop de Sergeanten van het na bekomen order aan de Hoofdwacht  KEUREN DER STAD HAERLEM. 303 V. Van welke Boete alleen zullen geëxcufeerd zyn, die geene die, ten tyde van de Brand, ziek of buiten de Stad mogten zyn geweeft, en zulks behoorlyk kunnen doen blyken , als mede de twee naafte Gebuuren, aan wederzyden van hec Huis, daar de Brand is ontftaan, en de vier naafte Overbuuren (indien de Brand in een gemeene ftraat is), of dezulken die aan de luiden by wien de Brand voorvalt, of aan deszelfs gemelde naafte Buuren, in vriendfchap zouden mogen beftaan , en werklyk zullen kunnen doen blyken , dac zy aldaar binnens huis hulpe en adfiftentie hebben verleend. VI. Doch indien iemand by de Brand of op de Wacht komt, een half uur na dat de Brandklok heeft begonnen te ftaan , zal hy verbeuren de helft van de Boete, die boven Articul IV tegen de abfenten geftatueerd is; verwagtende men verder van den iever en trouwe der Schuttery voor hunne Mede-Burgers, dat zy, inzonderheid dezulken diehetnaaftby de Brand woonen , alle hunne poogingen zullen infpannen, om aldaar zo veel eerder te zyn als eenigzins mogelyk is. VII. En op dat met het leezen der Rolle geen tyd mag worden verlet, en echter de abfencen en de te Iaat komende worden oncdekc en 1 bekeurd, zal voorcaan ieder der Onder-Officieren en Schutters hebben een genommerde Kopere Penning, welkers nommer ook by hunne Naamen op de Rollen en op hunne Biljetten zal ftaan genoteerd; iemand, by de Brand of op de Wacht komende, zal deeze Penning zelf in perfoon ten eerften aan een der Officieren, zich aldaar bevindende, overleveren, dewelke, ingevalle die overlevering wat te laat gefchiedt, zo naauwkeurig hem eenigzints doenlyk is , zal annoceeren den precifen tyd , op welken die Penning, met expreflie van deszelfs nommer, aan hem is overhandigd, en zullen, wanneer de Brand geblufchc is, eer de Schuccery gedimirceerd wordt, die Penningen by eikanderen gedaan en nagezien worden , vervolgens daar uit geformeerd worden een lyft, en die geene wiens 1 Penningen niet gevonden, of, volgens getuigenis des Officiers, die dezelve ontvan- i gen heeft, een uur na het beginnen van hec ' j Vervolg van't II. Deel, 5 Stuk, flaan der Brandklok, zyn ingekomen, verbeuren de geheele Boete. En die geene wiens Penningen na het half uur zyn ingekomen, verbeuren de halve Boece; welke lyft geformeerd zynde, de Penningen aan de Officieren en Schutters zuilen terug gegeeven worden, tenoverftaan van den commandeerenden Officier. VIII. Ingevalle van difpuuc over het te laat komen, zal by den Kofter naauwkeurig worden geinformeerd na den netten cyd, wanneer de Brandklok beeft beginnen te flaan, welke Kofter ten dien einde'zal worden verwittigd om daar op, in zodanige gevallen van Brand, naauwkeurig agt te geeven, en indien het dispuut daardoor niet kan worden getermineerd, zal bet den bekeurder vry ftaan zich te addrefleeren aan den eerftkomenden ordinairen Krygsraad, mits dat hy ondertuflehen gehouden zy, de Boece, waar voor hy bekeurd is, ce conligneeren in banden van den Kapicein van zyn Vaandel, dewelke dezelve aan hem, wanneer de Krygsraad mogte bevinden abufief gedaan ce zyn, zal refticueeren. IX. . Wanneer de Brand by Nacht mogt ontftaan , zullen de Klapperluiden worden gerecommandeerd, om voor eerft den Kapitein, en vervolgens de andere Officieren en Schutters van hec Vaandel, daar in de Brand oncftaat, zo veel en zo fpoedig als hun doenlyk zal zyn, op te kloppen, ten einde dezelve ce fpoediger by de Brand zouden kunnen zyn , zullende indien een der Opper-Officieren buiten zyn Vaandel mogte woonen, aan de Klapperluiden daar van worden kennis gegeeven, voor welke moeite van opkloppen, indien de Klapperluiden zich daar in behoorlyk zullen hebben gekweeten, zy van wegen den Krygsraad zullen genieten dertig Scuivers. X. Dac wanneer voortaan by nacht Brand zal ontftaan naby een der Poorten of Vellen binnen deeze Stad, de commandeerende Officier, op dien tyd de Nachtwacht hebbende, terftond zal zenden een Detachement van één Corporaal en twee Schutters , met de Sleutels van die Poorc daar de Brand het naafte by is, ofte wel van de cwee naaftbygelegene Poorcen, zo de Brand tuflchen cwee Rr Poor-  304 KEUREN DER STAD HAERLEM. Poorten in plaats heeft, en aldaar afwachten de ordres van den commandeerenden Officier, die by de Brand de Wacht heeft, ten einde, zo ras 'er geoordeeld wordt nodig te zyn, de eene of andere Poort te openen, zulks zonder verzuim terftond zou worden in 't werk •gefteld, weshalven dan ook dit Detachement niet weder naar de Hoofdwacht zal mogen retourneeren, dan na daar toe de ordres van den Officier, die by den Brand 'tcommando heeft, te hebben ontfangen. XL De Brand by nacht ontftaande buiten de Stad, zal de Officier, die de Wacht heeft, aanftonds de Poort, die 't naaft by de Brand i is, doen openen, zonder dat in dat geval de ' Schutters daar voor de gewoonlyke vier-entwintig Stuivers zullen mogen verderen, en zal de Poort vervolgens door 't Detachement Schutters, die dezelve geopend hebben, bezet blyven, dewelke niemand zullen mogen laaten doorpafteeren , dan die geenen die wezenlyk by den Brand befcheiden zyn, en aldaar dienft kunnen doen. XII. Die geen van de Officieren, die *t eerft by de Brand prefent is, zal aanftonds zonder eenig vertoeven, behoorlyke ordres geven , dat de poften zo veel mogelyk door de Schutters, die mede 't eerfte prefent zyn, worden bezet, en de diftantien van dezelve worden gereguleerd, welke bezetting van tyd tot tyd, naar maate dat meerder getal van Schutters aankomt, zal worden verfterkt. XIII. De Officieren en Schutters op hunne posten gefteld zynde, zullen met alle mogelyke vigilantie weeren en beletten alle onnodige toeloop na de Brand, en dicnsvolgens niet laaten doorpafteeren eenige Vrouwen of Kinderen, en ook geen Mansperfoonen die by de Brand geen dienft kunnen doen, wordende hier van egter uitgezonderd bloedvrienden of zeer goede bekende van die geenen, die onder het perieul van Brand zyn, dewelke met discretie zullen worden doorgélaaten, mits zy zig aangeeven aan den commandeerenden Officier. XIV. De Officieren en Schutters zullen ook naauwkeurig acht geven, dat geene goederen buiten de bezetting van de Burgerwacht gedragen worden, dan alleen door Bloedvrienden van die geene by dewelke, of waaromtrent de Brand is ontftaan, of door zulke die fpeciaal by de Officieren der Schuttery bekend zyn, op dat dus alle fteelen en beroovingen mogen verhinderd worden. XV. De Schutters zullen gehouden zyn de Officieren van hun Vaandel alle behoorlyke achting en gehoorzaamheid te bewyzen, en zich zonder eenig tegenzeggen te begeeven op de poften hun door dezelven aangeweezen, zonder zulks temogen nalaatenof weigeren, onder wat voorwendzel het zoude mogen weeIzen, op een Boete van drie Guldens, by ieder te verbeuren die contrarie zal komen te doen. XVI. En of het mogte komen te gebeuren, dat iemand moedwillig genoeg waare, om, tegen wil en dank der Officieren en Schutteren, door de bezetting heen te willen dringen, zal dezelve, na voorafgaande ernftige waarfchouwing door de Schuttery, des noods, met geweld mogen worden gerepoufleerd, en afgeweerd , en boven dien om zyne moedwilligheid verbeuren eene Boete van drie Guldens, ten behoeve van den Armen. XVII. Het zal niemand geoorloofd zyn, de Poft waarop hy gefteld is te verlaaten, onder wat voorwendfel 'het ook zoude mogen weezen, dan met uitdrukkelyke toeftemming van den commandeerenden Officier , op een Boete van zes Guldens. XVIII. Hec zal ook niemand, zo Officieren als Schutters, geoorloofd zyn, om, zo lang zy onder de Wapenen zyn, zich te abfenteeren, en 't zy in Kroegen of Herbergen, 't zy in particuliere Huizen in te treeden, op een Boete van drie Guldens, en bovendien door den Krygsraad arbitrair re worden gecorrigeerd, wanneer nogthans het gevaar van de Brand lang duurt, en het ftreng koud is, of kwaad weder maakt, zal het den commandeerenden Officier gepermitteerd zyn, daaromtrent naar geleegenheid van tyd en zaaken eenige modera-  KEUREN DER STAD HAERLEM. 305 rade te mogen gebruiken 5 doch zal, in allen gevalle en onder wat prstext het ook zy, niemand zich mogen abfenteeren danmetuitdrukkelyke toeftemming van den commandeerenden Officier. XIX. En zullen de Herbergiers of Kroeghouders , wanneer het de commandeerende Officier nodig oordeelt, en hun zulks ordonneert, gehouden zyn hunne Huizen te fluiten, zo Jang de Schuttery daaromtrent in de Wapenen is, en die eenige Schutters zonder bovengemelde toeflemming in huis hebben genomen, zullen daar over, op deaanklagte van den commandeerenden Officier , door Heeren Burgemeefteren worden gecorrigeerd, met zodanige Boete, of ook zelfs met fufpenfie van hunne Neering, in voegen bevonden zal worden na exigentie van zaaken te behooren. XX. En zal niemand der Officieren of Schutters van de Brand mogen heengaan, voor en al eer het gantfche Vaandel door den commandeerenden Officier gedimitteerd en bedankt wordt, op pcene van die Boete te zullen betaalen, even als of abfent geweeft was, ten waare die commandeerenden Officier mogt goedvinden om aan iemand, om byzondere omftandigheden en gewigtige redenen, zyn dimiffie te verleenen. XXI. De commandeerende Officier zal zyn Volk niet mogen dimittecren en bedanken,vooren al eer de brand zal zyn geblufcht, endeBrandfpuiten , buiten die geene die tot meerder precautie daarby mogten worden gelaaten, zullen zyn afgetrokken, en zal te gelyk kennis daar van geeven aan de Hoofdwacht, na welke boodfehap de commandeerende Officier van de Hoofdwacht ook zal moeten wagten, alvorens zyn Volk af te danken, ten waare geduurende de Brand zyn Wacht eindigde, en hy door een andere Divifie, op haare beurt de ordinaire Nachtwacht moetende betrekken, wierd afgeloft, wordendede dag gerekend als van ouds, wanneer de tyd is om de Poorten te openen, en de nacht, des avonds ten tien uuren, als de Burgery te Wacht komt. XXIL Indien iemand eenige moedwil of infolen- , de bedryft aan de Slangen, Brandfpuitcn, of ' eenige Gereedfchappen, of eenige verhindering toebrengt aan de Bedienden van de Brandfpuit, en de Arbeiders, zal daar over verbeuren een Boete van vyf-en-twintig Guldens , ten behoeve van de Armen, en boven dien door de Edele Achtbaare Heeren van den Gerechte worden gecorrigeerd, en zelfs aan den lyve geftraft, naar exigentie van zaaken. XXIIÏ. Alle de bovenftaande Boetens (except die geene by dewelke anders ftaat uitgedrukt) zullen gaan ten profyte der Manfchappen die geen uitkoop hebben gedaan, van 't gantfche Vaandel, en worden ingevorderd en verdeeld , verteerd of anders worden geëmploijeerd, op dezelve wyze en te gelyk met de Boetens, die op de ordinaire Nacbtwagt, en op tyden van Exercitie verbeurd worden. Capittel X. Van Oproer en Tumult. Articul I. Indien het de nood, 't zy van een algemeen Oproer, of eenige andere omftandigheden, mogt vereiflehen, dat de gantfche Schuttery in de Wapenen wierde gebragt, zal door 't luiden van de Brandklok, en de Klokjes, genaamd de Damiaaten, te gelyk en onder eikanderen, daar van aan de Burgery worden 't teken gegeven, en zullen in zodanig geval alle dienftdoende Officieren en ' Schutters met hunne volle Wapens gehouden zyn zich te begeeven op de refpeéïive Vergaderplaatfen van hunne Vaandels, en aldaar afwagten zodanige ordres, als aan hun van wegen Heeren Burgemeefteren of van wegen den Krygsraad zullen worden gegeeven, echter zal 't den commandeerenden Officier, in zulk een geval, vry ftaan, de uitkoopdoende Schutters op te roepen en met Wapenen te voorzien. II. Ende indien in eenige Wyk van deeze Stad eenige ongeoorloofde zamenrottingen mogten komen te ontftaan, of eenig geweld of moedwil aan een Huis of Perfoon gepleegd of gedreigd wierd, zal de Capitein van dezelve Wyk of Vaandel, of, in deszelfs ab(éntie, de Officier in rang volgende daar van ten allerfpoedigfte kennis geeven aan den R r a Heer  306 KEUREN DER STAD HAERLEM. Heer Hoofd-Officier, den Heer prefideerende Burgemeefter, en de Heeren Collonellen van den Krygsraad, en inmiddels zyn Vaandel , zonder daar omtrent eenige nadere ordre af te wagten, laaten opfiaan door de Tambours, maakende daar omtrent allen fpoed die hem eenigzins doenlyk zal zyn. III. Ende of het mogte komen te gebeuren , dat eenige zamenrotting of geweld gehouden of gepleegd wierd, op zodanig een plaats, alwaar zekere Divifie van een ander Vaandel het naafte by de hand is, om hec geweld te fluiten, zo zal de Capitein, of in rang volgende Officier van dat Vaandel, gehouden zyn, de gemelde Divifie naaft by de hand zynde by Trommelflag in de wapenen te doen komen , en zullen als dan alle de Officieren en Schutters van die Divifie ook gehouden zyn aanftonds met hunne volle Wapenen op te komen, en indien aanftonds een genoegzaam aantal by de hand is, niet na hunne Vergaderplaats behoeven' te trekken, maar immediaat met eikanderen kunnen marcheeren na de plaats alwaar beweeging of geweld gepleegd wordt, en zullen de Opper-Officieren van het gantfche Vaandel, waar van de eene Divifie die het naafte by de hand is wordt opgeflaagen,gehouden zyn met hunne Divifien daar mede by te komen, alles op dezelve Boetens, als hier na tegens de Offiren en Schutters van het Vaandel, daar het geweld zelve gepleegd wordt, geftatueerd is. IV. De Tambours de Vergadering door hec Vaandel gcflaagen hebbende, zullen immediaat en zonder zich een oogenblik op te hou- ( den, mede met hunne Trommels by hun Vaandel moeten komen, en zich, aldaar komende, immediaat aangeeven aan den hoogften Officier zich aldaar bevindende, die gehouden zal zyn den precifen tyd op dewelke de Tambours aldaar komen, naauwkeurig in acht te neemen. V. Iemand komende op de Vergaderplaats j een quartier uurs na dat de Tambours geëindigd hebben de Vergadering te ftaan, zal , verbeuren de navolgende Boete, De Capitein, Luitenant en Vaandrig drie : Guldens. De Sergeanten twee Guldens. De Corporaals één Gulden en vyf Stuivers. De Schateers één Gulden. VI. Een half uur komende na 't eindigen van 't flaan, De Capitein, Luitenant en Vaandrig vyf Guldens en vyf Stuivers. De Sergeanten drie Guldens. De Corporaals één Gulden en zestien Stuivers. De Sehutcers één Gulden en tien Stuivers. VIL Doch na hec uur of in 'c geheel niec komende, zal verbeuren, De Capitein, Luitenant en Vaandrig vyftien Guldens en vyftien Stuivers. De Sergeanten twaalf Guldens. De Corporaals zeven Guldens en tien Stuivers. De Schutters zes Guldens. VIII. Van welke Boetens alleen zullen geëxcuieerd zyn, die geene die ziek zyn, en zulks wezentlyk kunnen doen blyken, insgelyks de geene die buiten de Scad zyn, mits dac dezelve buiten de Scad zyn geweeft voor het beginnen van het Tumulc, of anderzints om hoognoodige en gewigtige redenen, waar van de decifie zal flaan aan den Krygsraad, en eindelyk de naafte Vrienden, en wederzydfche cwee naafte Gebuuren en vier Overbuuren van die geenen wiens Huis geattacqueerd of gedreigd wordt, mits dat dezelve zullen moeten kunnen aantoonen binnen in hec geattacqueerde Huis tot defenfie geëmploijeerd te zyn geweeft, of gegronde vrees gehad te hebben, om zelve mede geaccacqueerd ce worden. IX. En op dat in zodanig een geval voor al geen tyd door hec leezen der Rolle zoude worden verlee, zullen de Schutters immediaat by hun aankomen op de Vergaderplaats, zeiven in perfoon moeten ovei lecveren hunne Schutters-Penning, even op dezelve wyze als Articul VII van deeze Ordonnantie op de Brand hier boven gezegd is, en zullen de Of-  KEUREN DER STAD HAERLEM. 3o? Officieren die dezelve Penningen aanneemen, wel naauwkeurig moecen acht geeven of dezelve by tyds worden overgeleverd, dan niet, en dezulken, die hunne Penningen overgceven een quartier en een half uur na dat de Tambour, die de Vergadering heeftgcflagen, op de Vergaderplaats is gekomen, aantekenen en bekeuren of doen bekeuren, in de refpéctive Boetens hier boven Articul V, VI en VII tegens de te laatkomende geftatueerd. X. Wanneer een genoegzaam getal van Schutters, namentlyk zesden, cwintig of vier-en-twincig Man, na gelegenheid van zaaken, op de Vergaderplaacs gekomen is, zal de hoogfte Officier, aldaar prefent, of zelfs met dezelve in perfoon of onder een Commando van een ander Officier,dezelven afzenden na de plaacs alwaar ongeoorloofde zamenroccingen gehouden of eenig geweld gepleegd word, terwyl ondertuflchen een ander Opper- of Onder-Officier zal moecen blyven op de Vergaderplaacs om de overige Schuccers van tyd tot tyd aankomende mede vervolgens, indien 't de nood vereifcht, ter verfterking en adfiftentie der eerft-afgezondene te doen marcheeren. XI. En zullen, zo wel Officiers als Schutters, die op zodanige wyze gedetacheerd worden, hetzelve niet mogen weigeren , onder wat pretexc hec ook zoude mogen weezen, op een Boece van vyf-en-cwincig Guldens, voor ieder der Officieren, en van cwaalf Guldens voor ieder der Schuccers, en arbitraire correctie bovendien, maar in tegendeel de ordres hen door den commandeerende Officier gegeeven, conform hun duurgezwooren Eed en Pligc, getrouwelyk en exadtelyk moeten nakomen. XII. Doch zal de Opper- Officier alvoorens met die Schutters af te trekken, of te detachee ren naar de plaats daar de beweeging is, gehouden zyn, allen, zo Corporaals als Schutters, die gedetacheerd worden, eenige fcherpe Patroonen uit ce deelen, ten welken ein de ieder Capitein en Luitenant onder zyn bewaaring zullen hebben ten minfte cwee-enzevencig fcherpe Pacroonen, coc welker be waaring gecachecceerde Blikke Buflen zullen gegeeven worden, en welke Pacroonen alle Jaaren, of zo dikwerf als nodig is, zullen nagezien en verwhTeld worden. En welke Pacroonen zy gehouden zullen weezen in behoorlyke orde op een Boece van cwaalf Guldens op de Alarmplaacs mede ce brengen, een waare zy aan den Krygsraad voldoende reden gaven van hun verzuim, zullende daarenboven alcoos een genoegzaam gecal Pacroonen op de Geweerkamer m.oecen gereed en eer onderfcheiding van de ordinaire Pacroonen mee blaauw papier bekleed zyn. XIII. De Officier met zyn onderhebbende Manfehap, gekomen zynde eer plaatze, alwaar de beweeging of zamenrotting is, of alwaar geweld gepleegd of gedreigd wordt, zal de zamengerotte meenigte op het ernftigft en nadrukkclykft vermaanen, niet alleen zich van moedwil te onthouden, maar ook zelfs immediaat na hunne Huizen te gaan, zonder als coekykers den hoop der kwaadmeenende te vergrooten, met waarfchouwing dat hy, indien niet aanftonds aan deeze vermaaning wordt gehoorzaamd, ordre zal geeven om met fcherp te fchieten; ende indien niet wezenlyk aan deeze vermaaning en waarfchouwing immediatelyk worde geobedieerd, zal het den Opper-Officier niet alleen gepermicceerd zyn , maar wordt dezelve eens vooral geauthorifeerd, om effectivelyk mee fcherp op de zaamgerocce hoop te doen losbranden, zonder eenig aanzien of inzigt, of de geene die zich daar onder bevinden, daar als moedwillige of alleen als toekykers gekomen zyn, gebruikende evenwel daaromtrent alle mogelyke moderatie en omzichtigheid, zo veel de omftandigheden eenigzints coelaaten. XIV. En hoewel men van de Schuttery verwagt, datzy, hun Eed en Pligt indachtig, in tyden van nood alle om ftryd hun iever en gewilligheid zullen willen betoonen, om hunne Medeburgeren te adfifteeren, en te hulpe tc komen, zo wordt echter tot meerder aanmoediging voor het eerfte Detachement dat onder behoorlyk commando zal aantrekken, om moedwil en geweld te fluiten, en werkelyk daarin zal reusfeeren, zodanig dat de zamenrotting verjaagd en vetftrooid zal worden, beloofd en verzekerd niet alleen behoorlyk te zullen worden geremunereerd, maar ook daarenboven, dat de Heeren Burgemeefteren deezer Stad niet zullen manqueeren zyne Doorluchtigfte Hoogheid den Rr 3 Hee-  3o8 KEUREN DER STAD HAERLEM. Heere Prince Erfftadhouder, van het gantfche geval met alle deszelfs omftandigheden te doen kennis hebben, en voorts hetzelve ook doen aantekenen in de Regifters van den Krygsraad, met uitdrukking der INaamen van alle de Officieren en Schutters, waar uit het gemelde Detachement heeft beftaan, niet alleen ter eeuwiger memorie van hunnen betoonden moed en trouwe, maar ook op dat in 't vervolg by aanftelling van nieuwe Officieren daarop reguard zoude kunnen worden genomen. En by aldien bet ongeluk wilde, dat iemand van de Schutters by het betrachten van zyn plicht, en vooral in dierg-lyke occafien als hier voor is vermeld, mogt worden gekwetft, zal niet alleen van Stadswegen omtrent zodanige gekwetften alle vereifchte voorziening worden gedaan, tot zyn geneezingen herftelling , maar zal als dan ook aan hem zelf, of wanneer iemand aan zyn kwetfure komt te overlyden, ofte aanftonds in de rencontre gedood mogte worden, aan de Weduwe of Kinderen van dezelve van Stadswege worden toegevoegd eene zodanige remuneratie ofte dedommagement, als met de merites van 't geene gedaan heeft, en na zyne ofte deszelfs Weduwe of Kinderen omftandigheden zal geoordeeld worden meeft overeen te komen en te behooren. XV. In tegendeel zullen alle zodanige, die by diergelyke voorvallen zich kwaadwillig, on gehoorzaam of lafhartig betoonen, niet alleen arbitralvk, zelfs door ontfchuttering, by den Krygsraad worden gecorrigeerd, maar ook, indien de omftandigheden van het wanbcdrvf zodanig aggraveerende mogten zyn, dat dezelve zwaarder ftrdfföri vereifchten, zo zal de Heer Fiscaal, met toeftemming van den Krygsraad, verplicht zyn aan den Heer HoofdOfficier deezer Stad daar van kennis te geeven, en aan denzelven zyn ingewonnen informatien ter hand te ftellen , ten einde zyn Wel Ed. Geftr. tegens eenen zulken voor den oidinairen Rechter zoude kunnen agee ren: gelyk ook, alhoewel de arbitraire correftien, hier voor verfcheidenlyk gefteld zyn ter kenniffe van den Krygsraad, nogthans aan myne Heeren van den Gerechte wordt voorbehouden en gereferveerd de overkennifte van dien, mitsgaders van alle andere condemnatien van den Krygsraad , waar tegens de Krygsraad wederom zal vermogen in zaaken van merkelyke zwaarigheid. ter haarer difcre- tie en befcheidenheid, dezelve mede te renvoyeeren aan 't Ccllegie van myne Heeren van den Gerechte deezer Stad. XVI. En zullen, ten tyde niet alleen wanneer eenig oproer en beweeging ontftaat, maar zelfs met eenigen grond genpprehei decrd wordt, zo wel de Collonellen als verdere Leden van den Krygsraad en andere Officieren gehouden zyn,zo veel mogelyk is,in de Stad en by de hand te blyven, en niet dan om noodzaaketyke redenen, met kennis en goedvinden van Heeren Burgemeefteren, uic de Stad vermogen te gaan, ten einde in zodanige omftandigheden , met een (zo veel mogelyk zal zyn) volledigcn Krygsraad en prefente Officieren , de ordres zullen kunnen worden geëxecuteerd, die de Ileeren Burgemeefteren of verdere Rcgeerirg na tyds omftandigheden aan dezelve zullen goedvinden te geeven. XVII. Alle de voorfz. Boetens , ingevalle van Oproer en Tumulten verbeurd wordende, zullen, even als andere, gaan ten behoeve van de waakende Schutters van de refpéctive Vaandels, zonder dat noch Officieren noch Uitkoopers daarin eenige portie zullen mogen pretendeeren, en in de bos nevens de andere Boetens bewaard, en re gelyk uitgedeeld, verteerd of anders geëmployeerd worden, zo als in deeze Ordonnantie op de Wacht, Exercitie en Brand gezegd is. XVUL Buiten de gevallen in het voorige Capittel van de Exercitie, en ook in dit Capittel aangeroerd, zullen de Schutters ofte eenige van dien niet vermogen zich in de Wapenen re begeevcn, ofte te vergaderen, maar gehouden zyn daartoe af te wachten de ordres van hunnen commandeerenden Officier, op poene van daar over na exigentie van zaaken op het ftrengfte te worden gecorrigeerd en geftraft. En zullen van gelyke de Officieren van de Schuttery, buiten de gevallen in deeze Ordonnantie vermeld, hunne Schutters niet mogen laaten komen in de Wapenen, of te doen vergaderen, zonder fpeciaale ordre van hunne hoogere Officieren, en zullen de Collonellen van de Schuttery daar toe ook geen bevel mogen uitgeeven, dan  KEUREN DER STAD HAERLEM. 309 dan op fpeciaale ordre van Heeren Burgemeefteren. Capittel XI. Van de invordering der Boetens. Arcicul I. Indien iemand onwillig mogte zyn, om eenige Boetens in deeze Ordonnantie geftatueerd, re betaalen,zaldezelve gedagvaard worden voor den eerftkomenden ordinairen Krygsraad op zekere Boete, en aldaar of niet compareerende, of geene redenen kunnende geven van zyn weigering om de Boete te betaalen, zal dezelve door den Caftelein, van den Doelen worden gefommeerd, en vervolgens gerenoveerd, om binnen vier- en twintig uuren dezelve Boete te voldoen, en in cas van weigering door denzelven Caftelein met adfiftentie van den Kapitein van de Nachtwagt, by pandinge voor de verbeurde Boete, en de koften daarop gevallen , worden geëxecuteerd", zo als dezelve wyze van executie ook plaats zal hebben, tegen iemand, die onwillig mogt zyn om Uitkoop-, Wacht- of Contribuantgeld te voldoen. Wyders referveeren de Ed. Achtb. Heeren Raaden en Vroedfchappen deezer Stad aan zich, om, met voorkennis en approbatie van zyne Doorluchtigfte Hoogheid den Heere Prince Erfftadhouder, of van de Vrouwe Gouvernante in der tyd, zodanige Alteratie, Ampliatie, Interpretatie, of Elucidatie in de bovengemelde Ordonnantie in der tyd te maaken, als, naar omftandigheden , by vervolg nodig zullen oordeelen. ZOO IS 'T: Dat Wy het voorenflaande rypelyk overwoogen hebbende; Hebben goedgevonden de voorfz. JVieuwe Generaale Ordonnantie en Reglement op de Schuttery der Stad Haerlem, te approbeeren, gelyk Wy dezelve approbeeren by deeze: Gelaftende eenen iegelyken dien het aangaat zich daarna te reguleeren. Gedaan in V Gravenhage, den 26 Auguftus 1788. W. PR. V. ORANGE. Qagerftond') Ter Ordonnantie van zyne Hoogheid. (gecontrajigneerd) T, j. de L a r r e y. Hebbende daar nevens opgedrukt het Zegel van Hooggemelde zyne Hoogheid, in rooden Ouwele, overdekt met eene papiere ruite. Resolutie, waar by wordt vaftgelteld, dat de BIERSLEEPERS van VIER op DRIE zullen uitfterven; van den 2 Maart 1783. BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STAD HAERLEM, gehoord hebbende de le&ure van het Requeft, aan hun Ed. Groot Achtb. geprasfenteerd door de Vinders van het Sleepers - Gilde, zo voor hun zelve als voor de verdere Leden van het Gilde. Verzoekende , alzo de Koftwinning der Sleepers in 't generaal, en dat der Bierfleepers in 't byzonder,zo door devermindering der Ingezetenen, als dat 'er minder Bier binnen deeze Stad wordt gebrouwen en gedronken, dagelyks merkelyk afneemt, en zy met drie Bierfleepers genoegzaam in ftaat zyn de Burgers en Ingezetenen deezer Stad te gerieven, dac hun Ed. Groot Achtb. hun getal, het welk reeds by Refolutie van 14 Auguftus 1762 is verminderd op vier Perfoonen, goedgunftiglyk zouden gelieven te bepaalen op drie, even als dat van de Bierdraagers en Bierkruyers by hun Ed. Groot Achtb. Refolutie van den 15 Auguftus 1781 is gefixeerd. Hebben, na deliberatie, en met advisvan Heeren Oude Wethouderen, goedgevonden en verftaan, het voorfz. verzoek te accordeeren , en dienvolgende te arrefteeren , dat wanneer de vaceerende Bierfleepers plaats zal zyn vervuld, en een van de vier Bierfleepers  3io KEUREN DER STAD HAERLEM. Publicatie, waarby wordt verboden het binnen deeze Stad verkogte HOOI of STRO O door de Verkoopers zeiven, of door iemand van de hunnen, te RYDEN, of op eenigerhande wyze , binnen deeze Stad of haare Jurisdictie , aan den Kooper t'huis te bezorgen; van den 4 July 1788. MYNE HEEREN van den GERECHTE der STAD HAERLEM, in ervaringe gekomen zynde, dat,in prejudicie van 't Slecpers-Giide, binnen deeze Stad, van tyd tot tyd Hooi of Stroo door den Verkooper zelve wordt gereeden, en by den Kooper t'huis gebragt. ZOO IS T: dat hun Ed. Achtb. na deliberatie hebben goedgevonden en verftaan , aan allen en een iegelyk, wel expreflelyk te interdiceeren en verbieden, het door hun , binnen deeze Stad, verkogte Hooi of Stroo, zelf of door iemand van de hunnen te ryden, of op eenigerhande wyze, binnen deeze Stad of haare Jurisdictie, aan den Kooper t'huis te bezorgen, maar ordonneeren mits deezen , zulks door de daartoe aangeftelde Hooi-Ryders te laaten doen, en daar voor te betaalen het daartoe gefielde Loon; zullende, by gebreeken van dien, voor ieder Wagen Hooi of Stroo, die door Particulieren, in prejudicie van 't Sleepers-Gilde deezer Stad, zal gereeden worden, het voor 't ryden gefielde Loon van twaall Stuivers zo wanneer die I binnen deeze Stad, en van veertien Stuivers zo wanneer die buiten deeze Stad, doch binnen haare Jurisdiéiie, moet gebragt worden , ten behoeve van 'c gemelde Gilde, volgens de Keure daar van zynde, voldaan moeten worden, en daarenboven nog eene Doete van één Gulden, voor ieder Wagen, ten behoeve van de Nederduitfche Gereformeerde Diaconie- en Aelmoeflèniers-Armen deezer Stad; wordende echter aan allen eneenicge1 lyk vrygelaaten, om Vlooi of Stroo, door hun gekogt, met hunne eigen Paarden te mogen ryden en t'huis brengen. Aldus gedaan en gearrefteerd den 4 July 1788, prefent de Heeren jofias Eckhardt, Hoojd- Officier; Mr. Pieter Vermeulen, Heere van Herwynen, Joan Plarmen Graswinckel en Mr. Ifebrandus Johannes Faber van Riemsdyk, Burgemeefleren; Mr. Gerrit Willem van Ooft en de Bruyn, Daniël Lodewyk Hogguer, Hendrik Pieter de Pauw, Mr. Ernanuel Sandoz en Dioniftus Marchant, Schepenen der Stad Haerlem. In kennifle van my, W. van SYPESTEYN. En den 7 daar aan volgende, na voorgaande Klokkegeflag van de Puye van den Raadhuize, gepubliceerd, ten overftaan van de Heeren Jofias Eckhardt, Hoofd-Officier; Daniël Lodewyk Hogguer en Mr. Ernanuel Sandoz, Schepenen der voor/cbreven Stad. By my, W. va n SYPESTEYN. Rs- fleepers mogt komen zyne bediening te verlaaten ofte te overlyden, deszelfs plaats niet zal worden vervuld, maar dat hun getal als dan zal blyven bepaald op drie Perfoonen. En zal Copie deezer aan de Vinders van het Sleepers - Gilde tot narichtinge worden gegeeven.  KEUREN DER STAD HAERLEM. 311 Resolutie, waarby de Overlieden van het SMAL WEEVERS-GILDE worden gequalificeerd om het ZIEKENGELD te verminderen; als mede het Traftement van den Gilde-Knecht, en wyders dat tot foulaas van hec zelyeGilde 's Jaarlyks van Stadswege zekere quantiteit Turf, Brandhout en Kaarsten zal worden toegevoegd; van den 8 Juny 1770. BURGEMEESTERENen REGEERDERS der STAD HAERLEM, geïnformeerd zynde van den flegten toeftand, en liet dagelyks verval van het Smalweevers-Gilde binnen deeze Stad, door het meer en meer toeneemend verminderen der Fabrieken, waar door dan ook de inkomften van voornoemde Gilde merkelyk waaren verminderd, zo dat de Commisfarisfen ofte Geauthorifeerdens der Manufaétuuren niet meer in ftaat waaren om de nodige uitgave volgens Ordonnantie van hun Ed. Groot Achtb. te voldoen, en vermits aan het voorfz. Gild al verfcheidene maaien eenige fubfidien zyn toegevoegd, en des niettegenflaande deszelfs Geldmiddelen zodanig verminderen , dat dien aangaande eenige nadere voorzieningen dienen te worden gedaan, zo hebben hun Ed. Gr. Achtb., na deliberatie en gehoord hebbende de Heeren Super-Intendenten en Overlieden van de Manufacluuren binnen deeze Stad, tot welzyn van dit Gild, goedgevonden en verftaan te ftatueeren en te ordonneren, zo als hun Ed. Gr. Achtb. ftatueeren en ordonneeren by deeze; dat van nu voortaan, beginnende met den eerften July 1770, het Zieken-Geld zal verminderd worden op de helft, en alzo aan de Zieken in plaatfe van een uitdceünge te doen van dertig Stuivers per week, aan dezelve in 't vervolg van tyd ce geeven vyftien Stuivers. Dat ook de tegenwoordige Knecht van 't gemelde Gild Pieter van der Poel, wiens laft en moeke door dc vermindering van de Fabrieken ook merkelyk zyn verminderd, rot nu toe 's Jaarlyks genoocen hebbende een Traétement van één honderd en cagtig Guldens, in 't vervolg van tyd, insgelyks beginnende met den eerften July aanftaande, zal genieten eene fomma van één honderd en dertig Guldens, dog by aldien de tegenwoordige Knecht mogt komen te overlyden, of dat een ander in deszelfs plaats wierde aangefteld, dat dezelve als dan Jaarlyks voor Tractement zal hebben een fomma van vyftig Guldens. En hebben hun Ed. Gr. Achtb. wyders tot meerder foulaas van 't voorfz. Gild goedgevonden en verftaan, dat aan het, zelve 's Jaarlyks van Stadswegen zal worden toegevoegd, vyftien Tonnen Turf, vyf honderd korte Brandhouten en tien ponden Kaarsfen. En zal Copie deezer worden gegeeven aan Commiftariften ofte Geauthorifeerdens der Manufacluuren binnen deeze Stad, om te dienen tot narichtinge. Qualificatie op de Commisfarisfen van de Zyde en andere Manufactuuren, de SMALNEERING aangaande, omme zodanige WERKBAAZEN en KNECHTS, die zich tweejaaren met het Weeven van ZYDEGAAZEN hebben bezig gehouden, in hun Gild aan te neemen , zonder verpligt te zyn alvoorens twee Jaaren als Leerlingen te Werken; van den 7 Juny 1786. T\e HEEREN van den GERECHI I rE der STAD HAERLEM, disr poneerende op het verzoek door Vervolg van VII. Deel,$ Stuk. de CommiffarifTen of geauthorifeerdens vafi de Zyde en andere Manufaftuuren, de Smalneering aangaande , by Requefte gedaan, Ss ja  3ï2 keuren der stad haerlem. in fubftantie behelzende: dat binnen deeze Stad eenige Werklieden , die federt een geruimen tyd met het weeven van Zyde Gaazen hun koft gewonnen hebben, thans buiten Werk zyn geraakt, zonder eenige hoop om, ten minften voor eerft, wederom tot dit hun gewoone Werk geëmploijeerd te worden ; dat deeze Werklieden, om voor zich zeiven en de hunnen de koft te winnen, gaarne in der Supplianten Gild zouden treeden , doch dat zy in zulken gevalle, volgens het VII en XIV Articul van de Ordonnantie op het voorfz. Gild, van dato 25 Maart 1749, verpligt zouden zyn, den tyd van twee Jaaren als Leerlingen te werken, het geen van dezelven ("zo als de Supplianten oordeelen) niet te vergen is, verzoekende mits dien quaWucaue om zodanige Lieden in het gemelde Gild te mogen aanneemen. Hebben, na deliberatie, gelet op de redenen by de Requefte breeder geallegueerd, en inzonderheid op het gebrek aan kundige Werklieden , waar over de Supplianten zich beklaagen, goedgevonden en verftaan het voorfz. verzoek te accordeeren, en dienvolgende de Supplianten te qualificeeren , gelyk dezelven gequalificeerd worden by deeze, om voortaan zodanige Werk¬ baazen en Knechts, die den tyd van twee Jaaren zich met het weeven van Zyde Gaazen hebben bezig gehouden , en door eene Atteftatie van hunne Fabricqueur daar van bewys kunnen produceeren , in der Supplianten Gild aan te tekenen, zonder verplicht te zyn alvoorens twee Jaaren als Leerling in het zelve Gild te werken, wordende allen zodanige Werklieden, ten dien opzichte, van flipte obfervantie van het VII en XIV Articul der bovengemelde Ordonnantie van den 25 Maart 1749 gedifpenfeerd, doch blyvende voor het overige verplicht en gehouden in alle andere deelen zich aan de ordres van het meergemelde Gild te onderwerpen, en het verdichte Gildegeld te voldoen. En zal Copie deezer gegeeven worden aan de Supplianten om zich hier naar te reguleeren. A&am ter Kamere den 7 Juny 1786, prefent de Heeren ut in Regiftro. In kenniffe van my, C. A. TESTART. Ampliatie van de Keure voor het GOUD- en ZILVER- SMITS-GILDE, van dato 10July 1751, waar by wordt vaftgefteld , hoe veel Jaarlyks door ieder WINKELIER of KASHOUDER, gelyk ook door ieder VRY MEESTER, ten behoeven van dit Gild zal moeten worden betaald; van den 11 Auguftus 1774. MYNE HEEREN van den GERECHTE der STAD HAERLEM, gehoord hebbende de Lecfture van de Requefte, aan hunne Ed. Achtb. geprefenteerd door Deken , Overlieden en verdere Raaden van het Goud- en ZilverSmits-Gilde binnen deeze Stad; hebben, na deliberatie, en ten einde voor te komen dat het zelve Gild, door de groote en veelvuldige laften, waar mede het zich vindt bezwaard, niet in deszelfs decadentie en ruine worde geëntraineerd, goedgevonden en verftaan, by ampliatie van de meergemelde Keure voor het Goud- en Zilver- Smits - Gilde , van den 10 July 1751, te ordonneeren en te ftatueeren , zo als hun Ed. Achtb. ordonneeren en ftatueeren by deezen , dat voortaan ieder Winkelier of Kashouder gehouden zal zyn, Jaarlyks ten behoeven van het voorfz. Gild te betaalen twee Guldens, gelyk ook ieder Vrymeefter,eene Gulden ; boven en behalven de tien Stuivers aan den Knecht van het Gild, dewelken door de Gilde-Broeders en Gilde-Zufters aan hem Jaarlyks moeten worden voldaan. Re-  KEUREN DER STAD HAERLEM. O 1 o Resolutie, waarby de Overlieden van het GOUD- en ZILVER-SMEEDEN-G1LDE, provisioneel voor den tyd van zes Jaaren, eerftelyk van de betaaling der RECOGNITIE van DERTIG GULDENS 's Jaars aan den Heer Rentmeefter der Geeftelyke Goederen, by wegen van Huishuur, worden gedispenseerd , enz.; van den 24 Maart 1789. Compareerden ter Kamere van hun Ed. Groot Achtb de Heeren BURGEMEESTEREN en REGEERDERS deu STAD HAERLEM, Deken en Overlieden van het Goud- en ZilverS nede - Gilde binnen deeze Stad , te kennen geevende den (legten en van tyd tot tyd in verval toeneemende ftaat der Financiën van hun voornoemde Gilde , veroorzaakt door de vermindering der voordeelcn en revenuen, waar uit het zelve Gilde dient onderhouden te worden, en de daar en tegen blyvende laften, waar mede voornoemde Gilde is bezwaard, zo dat zy met leedweezen moeften betuigen, dat het zelve van Jaar tot Jaar ten agteren gaande, al verder in rchuld geraaken en vervallen zou, imploreerende des op het ernftigfte, dat het hun Ed. Groot Achtb. behaagen mogte gunftig te voldoen aan het verzoek door Deken, Overlieden en verdere Raden van het voornoemde Gilde by Requefte aan hun Ed. Groot Achtb. gedaan, teneinde een appointement te obtineeren, waar by het hun tot inftandhouding van hun voornoemde Gilde geoorlooft mogte zyn den prys der houte Kooien te verhoogen met één Stuiver per Ton. Waar op gedelibereerd , en in aanmerking genomen zynde, de nuttigheid en hooge noodzaakelykheid der inftandhouding van voorfz. Gilde, hebben hun Ed. Groot Achtb. goedgevonden en verftaan, provifioneel voor den tyd van zes Jaaren, ,tot goedmaaking en fouden van voornoemde Gilde, aan de Supplianten te verleenen: Eerftelyk ontflag der dertig Guldens Recognitie, welke Jaarlyks door hun by wegen van Huishuur aan den Heer Rentmeester van het Geeftelyk Comptoir moet betaald worden. Ten tweede vryheid, om den prys der houte Kooien acht Penningen per Ton temogen verhoogen: En laaftelyk, gelet zynde op de betoonde en louabele bereidwilligheid van Deken en Vinders, om ook het hunne tot inftandhouding van hun Gilde te willen toebrengen, met genereufe offerte zelfs, om jaarlyks de twee ter verteering gefchikte posten , welke volgens het VII Articul der Ordonnantie van voorfz. Gilde ieder op veertig Guldens bepaald zyn, op eene fomma van dertig Guldens te willen reduceeren; hebben hun Ed. Groot Achtb. het voornoemde VII Articul der Ordonnantie, ten dien opzichte, geduurende den genoemden tyd, op den voet hier vooren gemeld, voor zo veel des noods, goedgevonden te altereeren , zo als gealtereerd wordt by deezen. En zal Extraét deezer aan den Heer Rentmeefter der Geeftelyke Goederen, als mede Copie aan de Overlieden van 't Gouden Zilver-Smeeden-Gilde tot narichtgegeeven worden. Ss s Ex-  314 KEUREN DER STAD HAERLEM. Extract-Resolutie van de Heeren van den Gerechte, houdende Alteratie van de Ordonnantie op'tGecombineerde BRANDEWYN-VERKOOPERS- en TAPPERS GILD, waarby de ZETTING van den Prys op de Sterke Dranken word AFGESCHAFT ; van den i ften Maart 1769. De HEEREN REGEERENDE BURGEMEESTEREN hebben aan hun Ed. Achtb. gecommuniceerd &c. Waarop gedelibereerd zynde, hebben hun Ed. Achtb. goedgevonden en verftaan, de Zettmge van den prys op de Sterke Dranken van nu af aan geheel af te fchaffen en te doen ceffeeren, zo als dezelve afgefchaft en vernietigd wordt by deezen, zonder dat verder eenige vafte bepaalinge van prys daaromtrent plaatfe hebben of geobferveerd worden zal. Wordende mitsdien de Ordonnantie op het gecombineerde Brandewyn - Verkoopers- en Tappers-Gilde binnen deeze Stad in zo verre gealtereerd, blyvende voor het overige volkomen in 't geheel, en zulks by provifle en tot nader ordre van hun Ed. Achtb. En dat hier van by Extraét deezer Re¬ folutie kennifle zal worden gegeeven aan den Colleéleur van de Stads Exchyns op de Brandewynen, mitsgaders aan de Overlieden van het Brandewyn - Verkoopers- en Tappers - Gilde, met laft, om zich daarna te reguleeren , en het voorfz. Extract ten koften van het Gilde te doen drukken, en aan ieder van de Leden van het zelve Gilde een Exemplaar daar van ter hand te ftellen tot derzelver narichtinge. Accordeert met bet voorfz. Regif er of Memoriaal, voor zo veel het geëxtraheerde aangaat. O. van SCHUYLENBURCH. Alteratie of Ampliatie van het tweede Lid van het XXVIII Articul der Keure voor het JOSEPHS- of TIMMERMANS-GILD, gearrefteerd den 27Juny 1750, waarby eene meerdere Vcemlkek wordt gefield, op het INVOEREN van buiten deeze Stad gemaakt WERK; als mede hoe dezelve zal kunnen worden GERED1MEERD; van den 8 September 1780. De HEEREN van den GERECHTE der STAD HAERLEM, gehoord hebbende de leéhire van de Requefte, aan hun Ed. Achtb. geprefenteerd door ofte van wegen Deken en Vinders van het Jofephs- of Timmermans-Gild binnen deeze Stad; daar by te kennen geevende, dat wel, by het eerfte lid van het XXVIII Articul der Keure voor het Jofephsof Timmermans - Gild alhier , gearrefteerd den 27 Juny 1750, is geftatueerd: „darnie- „ mand van de Winkeliers, Uitdraagers of ,, andere Perfoonen, hoe genaamd, binnen „ deeze Stad en de Vrydom van dien, zal „ vermogen te brengen eenig nieuw of „ reeds buiten deeze Stad gemaakt Werk, „ om te verkoopen, uitgenomen op de ge„ ftelde Jaar-Markten, alles op de verbeur„ te van het zelve gemaakte Werk, en daar „ en boven, op eene Boete van zes Gul„ dens voor het Gild." Edoch dat, by het tweede lid van het voorfz. XXVIII ArticuS al-  KEUREN DER STAD HAERLEM. 315 alleenlyk zynde bepaald: „ Dat niemand, „ wie Hy zy, zal vermogen eenig werk van „ Muis- of Bouw-werk, buiten deeze Stad „ gemaakt, in te brengen, om het zelve, bin„ nen deeze Stad en de Jurisdiéiie van dien, ,, te zetten, op eenige Erven, of in eenige „ Huizen, hoe genaamd, niets uitgezon„ derd, op eene Boete van twintig Gul„ dens, te gaan de eene helft, ten behoeve „ van het Jofephs-Gild, en de wederhelft „ ten behoeve van het Kinderhuis." De Supplianten en de verdere Gilde-Broeders, van tyd tot tyd hadden moeten ondervinden, dat dezelve geringe Boete van twintig Guldens, zonder eenige verdere Prenaliteit , deeze en geene Perfoonen niet had afgefchrikt, omme, in vilipendie van het gedagte tweede Lid, nogthans, buiten deeze Stad gemaakt werk in te brengen, en het zelve, binnen deeze Stad of Jurisdiéiie van dien, te zetten, mitsgaders, daarover bekeurd wordende, eenvoudig de Boete van twintig Guldens te voldoen. Verzoekende derhalve, om redenen by de Requefte breeder gemeld, dat hun Ed Achtb. het voorfz. tweede Lid van het XXVIII Articul der bovengemelde Keure, zodanig geliefden te altereeren of amplieeren, als hun Ed. Achtb. zouden oordeelen te behooren. Hebben hun Ed. Achtb., na deliberatie, by Ampliatie van het tweede Lid van het XXVIII Articul der Keure van het Jofephsof Timmermans-Gild alhier, gearrefteerd den 27 Juny 1750, goedgevonden en verftaan te ftatueeren, gelyk geftatueerd wordt by deeze; dat, zo wanneer by iemand, wie het ook zoude mogen weezen, van nu voortaan, tegen den inhoud van het meergemelde tweede Lid van het XXVIII Articul der voorfz. Keure, zoude mogen worden gehandeld, de zodanige zal verbeuren, niet alleen eene Boete van twintig Guldens, by het meergemelde tweede Lid gefteld, maar ook daar en boven al het zodanige ingebragte Werk; welverftaande, dat het voorfchreeve Werk zal zyn ag.erhaald, eer en alvoorens het zelve, op de daar voor gedeftineerde plaats, is gefteld; zullende het, in alle gevallen aan den Eigenaar van zodanig van buiten ingebragt Werk vryftaan, om de voorfz. Poe ialiteit van verbeurdverklaaring te rediraeeren, met aan handen van Deken en Vin¬ ders van het voorfz. Gild te betaalen het beloop der aan het zelve Werk verdiende arbeidsloonen, en zulks ter taxatie van Deken en Vinders voornoemd; welke taxatie des noods zal gefchieden met voorkennis en tusfchenfpraak van de Heeren Burgemeefteren deezer Stad, na welke betaaling het den Eigenaar zal zyn gepermitteerd, om hetvoorfz. ingebragte Werk ter plaatfe daar toe gefchikc te employeeren; mits zich deswegens, binnen den tyd van veertien dagen, na dat het voorfz. Werk aangehaald zal zyn, aan Deken en Vinders van het meergemelde Gild declareerende, welken, ingevalle het voorfz. Werk door de Eigenaars, binnen veertien dagen, niet zal zyn geredimeerd, gehouden zullen zyn, zich deswegens by Heeren Burgemeefteren te vervoegen, omme derzelver goedvinden daaromtrent te verneemen; zullende de Penningen, uit hoofde der voorfz. Redemtie ontfangen wordende, even als de bovengemelde Boete van twintig Guldens, komen, voor de eene helft ten behoeve van het Jofephs-Gild, en voor de wederhelft ten behoeve van het Wees- en Kinderhuis deezer Stad. Aldus gedaan, geordonneerd en gearrefteerd den 8 September 1780, by de Heeren Mr. Adolf Heshuyfen , Hoofd-Officier; Mr. Carel van Dyk, Mr. Mattheus Willem van Valkenburg en Mr. Caspar Jacob Ravens, Burgemeefteren; Mr. Cornelis Baart, Jean la Clé, Jean Gysberto Decker en Dr. Nicolaas van Wyk de Pos, Schepenen der Stad Haerlem. In kennifle van my, C. A. TESTART. En den ij daaraanvolgende , ter puye van den Raadhuize gepubliceerd, ten over/laan en in prefentie van de Heeren Mr. Adolf Heshuyfen, Hoofd Officier, Jean la Clé en Mr. Cornelis Afc anius van Sypeflein Junior, Schepenen der gemelde Stad. By My, C. A. TESTART. Ss 3 RB.  3i6 KEUREN DER STAD HAERLEM. Resolutie, waarby wordt bepaald dat de TURFDR AAGERS van NEGEN-EN-TAGTIG zullen uitfterven tot op ZEVENTIG; vanden5 April 1771. BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STAD HAERLEM in achting genomen hebbende, dat zedert eenige Jaaren herwaards het getal der Ingezetenen deezer Stad merkelyk was komen te verminderen, en daar ook uit kwam te gebeuren, dat het Turfdraagersfchap, welker getal bepaald was op negen- en tag- tig, geene genoegzaame koftwinning meer was; hebben, na deliberatie, en met advis van de Heeren Oude Wethouderen, goedgevonden en verftaan, dat het getal der Turfdraagers binnen deeze Stad zal uitfterven op zeventig, ende zulks dat geen Turfdraagers plaats zal worden begeeven voor dat hun getal is gekomen op negen- en zeftig. Nadere Alteratie en Ampliatie van de Ordonnantie voor 't TURFDRAAGERS-CILDE; van den 6 April 1771. MYNE HEEREN van den GERECHTE der STAD HAERLEM,/'» ervaringe gekomen zynde, dat bet Turfdraagers Gilde binnen deeze Stad tot zeer groot verval en decadentie is komen te geraaken, en dat ook nodig is, dat omtrent zommige zaaken van V zelve Gilde eenige ordres en bepaalingen worden, gefield: ZO IS 'T, dat myne Heeren van den Gerechte voornoemd, daar in willende voorzien, en omme zo veel mogelyk eenig foulaas aan gemelde Gilde toe te brengen , hebben goedgevonden en verftaan te ordonneeren en te ftatueeren, zo als hun Ed. Achtb. ordonneeren en ftatueeren by deeze. Aïsficul I. Dat alle de Gilde-Broeders, zonder onderfcheid , hoofd voor hoofd, de Stilzitters en Zieken daar onder begreepen, Jaarlyks, ten behoeven van 't zelve Gilde, in plaatfe van twaalf Stuivers, voortaan zullen moecen betaalen dercig Scuivers. II. Dac van ieder Schip Turf, Haard - Brand voor de Burgers,her welk binnen deeze Scad geloft worde, in plaacfe van negen- en cwincig Scuivers, en van de Overmaace één Scuiver per tien Ton, van nu voortaan zal moeten worden betaald één Gulden per hondert Ton, de minder quantiteit na advenant, te bekeeren twee derde voor het Gilde, en een derde voor den Commiflaris, des dat daar en tegen de Commiflaris geene andere Leges van de Haard-Brand zal mogen genieten; en teffens mede vernietigd en afgefchaft zal worden gehouden het Traétement van tien Guldens per Maand, 'c geen de Commiflaris coc nu coe van hec Gilde heeft genoocen, blyvende voores de Turf coc Haard-Brand voor den Armen , gelyk ook de lange Turf voor de Neeringen en Traficquen, op den ouden voec, namentlyk de Armen Turf op negen- en twintig Stuivers, en de lange Turf op één - en dertig Stuivers met de Overtonnen; zodanig als by de Ordonnantie is bepaald , te genieten en ten voordeele als vooren. III. Dat voorts aan alle Turf Schippers, Turfdraagers en alle anderen, zich met het verkoopen van Turf binnen deeze Stad geneerende, zal worden verbooden, gelyk aan dezelven op het ernftigfte verbooden wordt by deeze, eenige Turf uit hunne Huizen of Schuuren langs de ftraat te venten, of dezelve eenigzincs ce vervoeren of by andere Perfoonen t'huis ce brengen, of zulks door anderen ce laacen doen, dan alleen door de gewoone Werkers uic hec Gilde, alles op een Boece van zes Guldens voor de eerfte reize, en voor de cweede reize op een Boece van twaalf  KEUREN DER STAD HAERLEM. 317 twaalf Guldens, en voor de derde reize ter arbitrage van hun Ed. Groot Achtb.; hatende niet te min vry en onverlet aan de goede Ingezetenen, hunne Tuffby de voorfz. Verkoopers zelve te haaien, of door hunne Famielje of Huisgenooten te doen haaien, als van ouds. IV. Dat ingevalle een Stilzitter, die als Heffer of Loever fungeert, 't zy aan een Godshuis, Brouwerye of andere plaatfe daar Traficq Turf gebruikt wordt, het 7 urfdraagen geheel komr te qu/teeren, de zodanige dan ook zal moeten afftaan van de Loep-er of Heffers plaatfe, en die overlaaten ten behoeven der overige Gilde - Broederen. V. Dat de Gilde - Knecht verpligt zal zyn, ingevalle een Lyk in 't Gilde mogte zyn, alle de Gilde-Broederen zonder onderfcheid, aan hunne Huizen ter Begraaveniftèn te nodigen, en zal daar voor, zo wel als voor het Voorgaan, in plaarfe van vier- en twintig Stuivers , by vervolg van tyd genieten zes- en dertig Stuivers. VI. Dat een Gilde-Broeder ter Begraavinge verzogt zynde en niet daar by adfifteerende , zal gehouden zyn de Penningen, dewelke hy by het nodigen ter Begraavenifle van den Gilde ontvangt, uitceriyk op de tweede Za turdag na de Begraaveniffè, aan den CommifTaris en Vinders te reftitueeren. VII. Eindelyk zullen Deken en Vinders zyn verpligt om alle Jaaren aan Burgemeefteren over te leeveren een nette en accurate ftaat van alle ontvang, en uitgaave , dewelken zy in 't afgeloopen Jaar voor 't voorfz. Gilde zullen hebben gehad. Aldus gedaan en gearrefteerd dm 6 April 1771, by de Heeren Mr. Jan Fredrik Parvé, Hoofd-Officier; Elbert Teflart, Mr. Carel van Dyk, Mr. Remees Floris van Zanen en Jean Salomon la Clé, Burgemeefleren; Mr. Aelft van der Hoolck de Bruyn, Mr. Herman Gerlings, Johan Fredrik Godfried Baron 'van Freisheim, Joan Harmen Graswinckel, Jean la Clé en Mr. Gerrit Jacob van Cattenburch, Schepenen der Stad Haerlem. In kenniffe van my, C. A. TESTART. En den 7 Mey daaraanvolgende, na voorgaande Klokkegeflag, ter Puye van den Raadhuize afgekondigd ten overftaan van de Heeren Jean Salomon la Clé, in plaatfe van den Heer Hoofd Officier ; Mr. Herman Gerlings en Joan Harmen Graswinckel, Schepenen der voorfz. Stad. By my, C. A. TESTART. Explicatie van het II Articul van de Ordonnantie op het TURFDRAAGERS-GILD, waarby wordt verklaard, dat de GODSHUIZEN en alle andere HUIZEN en GESTIGTEN, welke vry zyn van 's Lands Impoft, ook zyn bevryd van de nieuwe BELASTING, by 't gemelde Articul bepaald,, van den 21 Mey 1771. BURGEMEESTERENen REGEERDERS der STAD HAERLEM, geconfidereerd hebbende, dac by 't tweede Articul van de nadere Alteratie en Ampliatie van de Ordonnantie van het Turfdraagers-Gild binnen deeze Stad, by de Heeren van den Gerechte gearrefteerd, in dato 6 April deezes Jaars, waarby word vaftgefteld hoe veel de Turffchippers zouden betaalen van ieder Schip, zo voor den Com- mis-  3i3 KEUREN DER STAD HAERLEM. miflaris als voor het Gild, onder andere ook wel was geftatueerd, dat de Turf tot de Haard-Brand voor den Armen, gelyk ook de lange Turf voor de Neeringen en Fabricquen, op den ouden voet zoude blyven, namentlyk de Armen Turf op negen-en-tvvintig Stuivers, en de lange Turf op een-en-dertig Stuivers met de Overtonnen, zodanig als by de Ordonnantie is bepaald, te genieten, en ten voordeden ais van ouds; dan dat by het voorfz. Articul in generaale Termes zynde gefprooken van de Turf voor den Armen, zonder dat 'er verder eenige mende was gemaakt van de Godshuizen binnen deeze Stad; en dat daar door zoude kunnen komen te ge-, beuren, dat dieswegens eenige bedenkelykheid by den CommifTaris, Deken en Vinders van 't Turfdraagers-Gilde wierde gemaakt. | Hebben , na deliberatie, expliceerende | voorfz. tweede Articul van gemelde nadere i Alteratie en Ampliatie van de Ordonnantie voor het Turfdraagers-Gilde deezer Stad, goedgevonden en verftaan, dat de Godshuizen binnen deeze Stad, en generalyk alle verdere Huizen of Gcftigten, die vry zyn van 's Lands Impoften en Stads Excynfen, ook vry zyn van de nieuwe belafting, welke by meerj gemelde Alteratie en Ampliatie is gelegd, en | dat de Turf, die dezelve opdoen, moet gecon! fidereerd worden van dezelve natuur te zyn, ' als die geene die voor den Armen is. ' En zal Copie deezer worden gegeeven aan den CommifTaris, Deken en Vinders van 't Turfd raagers - Gild deezer Stad , omme te ftrekken tof hunne narichtinge. Elucidatie en Interpretatie van het IV Articul van de nadere Alteratie en Ampliatie Ordonnantie voor het TURFDRAAGERSGILDE van dato 6 April 1771; van den 25 September 1771. MYNE HEEREN van den GE-, RECHTE der STAD HAER-1 LEM, hebben, tot Elucidatie en Interpretatie van het vierde Articul van de nadere Alteratie en Ampliatie Ordonnantie voor het Turfdraagers Gilde van dato 6 April 177I' goedgevonden te verklaaren, zo als hun Ed. Achtb. verklaaren by deeze, dat de vafte Heffers of Loevers van de Godshuizen, Brouweryen of andere Traficquen, dewelke thans in functie zyn, in het vooriz. vierde Ar- I ticul niet zyn begreepen, en het gemelde Ar¬ ticul op dezelve niet is van Applicatie, en dat mits dien dezelve Heffers of Loevers, door ouderdom of andere toevallen, als Stilzittcrs het Turfdraagen komende te quiteeren, niet gehouden zullen zyn van hunne Heffers- of Loevcrs-plaatfe af te ftaan. En zal hier van Copie worden gegeeven aan den CommifTaris en Overlieden van het Turfdraagers-Gilde, omme te dienen tot derzelver narichtinge, cn daar van aan de voorfz. Heffers of Loevers kennifle te geeven. Alteratie van het eerfte Articul der Ordonnantie van de TURFTONNEN en de TURFMANDEN binnen deeze Stad, in dato 13 December 1638 j van den 24 November 1778. BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STAD HAERLEM, door Heeren Kerkmeefteren geïnformeerd zynde, dat &c., dan dat in het eerfte Articul van de Ordonnantie van de Turftonnen en de Turfmanden binnen deeze Stad eenige dubieteit refidcerde, voor zo verre daar by de voorfz. Excyns voor de Burgers of Koopers van Turf word gefteld op twee Stuivers van de honderd Ton, die boven of beneden de honderd zyn, niettegenftaande zederd onheuglvke tyden door de Bur-  KEUREN DER STAD HAERLEM. 319 Burgers of Koopers altoos is betaald vier penningen van de tien Ton, en dus van de honderd Ton twee Stuivers en agc penningen , verzoekende mitsdien dat het zelve Articul zoude mogen worden geredreflèerd; hebben, na deliberatie, goedgevonden en verdaan, Heeren Kerkmeefteren te qualificeeren om &c. En voorts het gemelde eerfte Articul van de Ordonnantie in dato 13 December 1638, in deezer voegen te alcereeren: Den Pachcer zal omvangen voor Excyns, te weeten, van de Schippers ofte Verkoopers van de Turf van de honderd Tonnen drie Stuivers, en van ieder tien Ton die boven of beneden de honderd Tonnen zyn zes penningen, en van de Burgers ofte Koopers van de Turf vier penningen van ieder cien Ton, zullende nogchans doordeTraficquancen en Godshuizen, als mede van de lange Turf niec meer dan cwee Scuivers per honderd Ton worden becaald, en van de tien Ton, die boven of beneeden de honderd zyn, vier penningen. Blyvende voor het overige bovengemelde Ordonnantie in haar geheel. En zal Copie deezer aan Heeren Kerkmeefteren coc derzelver narichcinge worden gegeeven. Resolutie, waarby wordt bepaald, dat de uitkeering voor de VIER oudfte ftilzittende LEDEN van het TURFDRAAGERS-GILDE, welke den ouderdom van zestig Jaaren bereikt, en twintig Jaaren als Turfdraagers gediend hebben, voortaan, en tot hoe lang, op den hier by genoemden voet zal worden verhoogd; van den 8 April 1789. BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STAD HAERLEM, gehoord hebbende hec verzoek aan hun Ed. Groot Achtb. gedaan, door den Commiflaris van het Turidraagers-Gilde binnen deeze Stad, een einde voortaan aan de vier oudfte ftilzittende Leden van dat Gilde , welke den ouderdom van zeftig Jaaren bereikt, en ten minften twintig Jaaren als Turfdraagers daadelyk gediend ' hebben , 's Weekelyks tien Stuivers meerder, dan tot nu toe is gefchied, zouden mogen worden uitgekeerd, en dus in plaats van één Gulden en tien Stuivers, twee Gulden 's Weeks Rebben , na deliberatien en geconfidereerd zynde, de veel al bekrompene omftandigheden, waarinne zodanige Leden, voor welke die vermeerdering verzogt wordt, zich bevinden, welke dus zo veel mogelyk behooren ce wor¬ den te gemoet gekomen , als mede dat de gefteldheid van de Gilde- Kaflè, zulks voor het tegenwoordige fchynt te kunnen lyden, goedgevonden en verftaan , te bepaalen en vaft te ftellen, dat de uitkeering voor de vier oudfte ftilzittende Leden van hec Turfdraagers-Gilde, welke den ouderdom van zeftig Jaaren bereikt hebben, en twintig Jaaren als Turfdraagers hebben gediend, voortaan, doch alleen zo lange de Kafte van het zelve Gilde zulks zal kunnen lyden , met tien Stuivers 's Weeks zal worden vermeerderd, en mitsdien in plaats van één Gulden en tien Stuivers op twee Guldens 's Weeks zal worden gefixeerd, te beginnen met primo Mai aanflaande. En zal Copie deezer aan den Commiflaris en Overlieden van het Turfdraagers-Gilde coc derzelver naricht worden gegeeven. Vervolgvant ILDeeIt$Stuk. Tt RE.  320 KEUREN DER STAD HAERLEM. Reglement op het SALARIS van de KLERKEN ter Secretarye, waarneemende de Verkoopingen der ROERENDE GOEDEREN; van den 8 November 1770. BURGEMEESTEREN en RE GEERDERS der STAD HAER LEM , hebben, na deliberatie en ge hoord zynde de Confideratien van de Secre^ tarilfen deezer Stad, goedgevonden te refolveeren, gelyk gerefolveerd wordt by deezen, dac voortaan de Klerken waarneemende de publieke Venduen, voor hun dienft op gemelde Verkoopingen, zullen mogen declareeren in maniere hier na volgende, als: Van de Erfhuis Verkoopingen, geduurende één dag en minder; de dag gerekend voormiddag van tien uuren tot half een uuren, en namiddag van drie tot half zes uuren. Beneden de ƒ 50-:-: — ƒ : - 15 -: van ƒ 50 tot - 100 -: -: —- - 1 - 4 -: —• - 100 — - aoo-:-: — - 1-10-: — - aoo — - 400 -: -: — - 2 - 2 -: — - 400 — - 600-:-: — - 2-14-: — - 600 — - 1000 -: -: — - 3 - 6 -: En langer dan een dag geduurende voor ieder dag drie Guldens meerder, een halve dag na rato. Van de Verkoopingen van Schilderyen, Boeken, Prenten, Tekeningen, Rariteiten , ieder dag drie Guldens; de dag gerekend voormiddag van cien coc een uuren, en namiddag van drie tot zes uuren. Van de Afbreuk Verkoopingen en lnfteek Goederen op Verkoopingen. van ƒ 10, en daar beneden, ƒ : - 6 -: — - 11 tot ƒ 20-:-: ■ — - : -12 - : — - ao — - 40 -: -: — - : -18 - : — - 40 — - 60-:-: — -1-4-: 1— - 60 — - 100 ■: -: — - 1 -1 o - : — - 100 — - 150 -: -: — - 1 - 16 -: — - 150 — - 200-:-: — - 2- 2 - : — - 200, en daar boven, - a- 8-: Van de Bloem Verkoopingen. , Beneden de honderd Nommers ƒ : - r 5 -: van 100 toe 150 - 1- 4 - : — 150 — 200 ■ - 1-12-: —- 200 — 250 i - 2 - : - : en zulks alleen voor het waarneemen der verkoopingen; zynde dus daar onder niet begreepen eenige extra dienden; door welke extra dienften verftaan wordt het geeven van Copien, het vaceeren op extraordinaire tyden, en het veilen boven den gewoonen tyd; zullende de Klerk daar voor afzonderlyk mogen declarceren ; en wel voor fimpele Copien, die op verzoek der Verkoopers doorhem zullen mogen worden gegeeven , doch niet anders als met voorkennis en permiffie van Heeren Secretariffen, naar maacc van derzelver groote als naar gewoonte. Voor ieder dag, welke hy,buicen de dagen der Verkooping, in dienft van parciculieren vaceerc, zal hy drie Guldens mogen vorderen en oncvangen; ook zal hy voor ieder geheel uur, dac langer worde geveild als de gewoone eyd hier vooren bepaald, mogen declareeren cien Stuivers, doch voor ieder half en quart uur niets; gelyk hy mede afzonderlyk zal mogen vorderen voor Notitien die Koopers of Verkoopers hem mogten vraagen, doch niet meer als vier penningen voor ieder poft op zodanige Notitien gebragt. Voorts wordt den Klerk by deeze gelaft, in het Regifter agter de Verkoopingen te ftellen , hoe veel door hem voor ordinaris Salaris volgens het voorfchrift van deeze Refolutie is genoten, en by een feparate poft wat voor de Copie, zo die mogt gegeeven zyn, is gedeclareerd geworden, als ook, zo 'er boven den gewoonen tyd mogt zyn geveild, hoe veel daar voor is ontvangen. Wordende de Klerken ter Secretarye gelaft, zich na deeze hun Ed. Gr. Achtj). Refolutie ftiptelyk ce gedragen, en Herren Sccrecariften verzogc om daar op hec oog ce houden. En zal Copie deezer gegeeven woftkjnaan Heeren Secrecariften om te dienen tot ai rzelver naricht, en aan dc Klerken om hen daar na te reguleeren. Ar.-  KEUREN DER STAD HAERLEM. 32ï Alteratie en Ampliatie van de Ordonnantie voor het UITDRAAGSTERS-GILDE, van dato den 9 September 1750, fpeciaal omtrent het IV en V Articul van dezelve Ordonnantie, raakende 't ZIEKENGELD; van den 15 December 1772. *\ /TYNE HEEREN VAN DEN GE- \ I KUCHTE der STAD HAER-LYJ_LEV1, gehoord hebbende de Lecture van de Requefte, aan hun Ed. Achtb. geprefenteerd door de Vindfters van het Uitdraagfters - Gilde binnen deeze Stad, hebben , na deliberatie en ingenomen hebbende het berigt van Heeren Secretariflen deezer Stad, goedgevonden en verftaan, by ampliatie van der Supplianten Gilde-Keure van den 9 September 1750, te arrefteeren , zo als hun Ed Achtb. arrefteeren by deeze. Eerftelyk, dat de, by het IV en V Articul van der Supplianten voorfz. Gilde-Keure , geordonneerde Weekelykfche Contributien tot onderhoud van de Zieke Gilde-Zufters, zullen moeten worden betaald alle drie Maanden op den laatften Donderdag in ieder vie^ rendeel Jaars, des morgens tuflchen negen en tien uuren in de Gilde-Kamer in het Pand, telkens met dertien Stuivers , en dat een Gilde-Zufter, die met de betaalinge van het geordonneerde Zieken-Geld wagt, en daar van in gebreeken blyft tot het half Jaar, zal moeten betaalen dubbeld geld. Ten anderen , dat een Gilde - Zufter vier Weeken agter den anderen ZiekenGeld genooten hebbende, en dan nog Ziek blyvende , of in dat zelve Jaar andermaal Ziek wordende , geen verder ZiekenGeld zal mogen genieten ten zy dezelve, weekelyks door een Declaratoir van een Doftor, doe blyken, dat zy waarlyk Ziek zy. En eindelyk, dat de geenen die door ouderdom of eenè langduurende fleepende Ziekte reeds verzwakt zyn, of in het vervolg geraaken, zulks dat daar van by Declaratoir van een Doélor confteert, of dewelke haare Winkels uirverkogt, en de Uitdragerye geheelyk verlaaten hebben, of zulks in 't vervolg komen te doen, maar zullen genieten vvftien Stuivers 's Weeks. een aehpsl Jaar lang geduurende, zonder meer, maar aaar mede van alle recht op t Zieken - Geld zullen zyn uitgellooten; des dat de zodanige dan ook van alle verdere Contributien, ten behoeve van 't Gilde zullen zyn bevryd. Ampliatie en Alteratie van het XVII Articul van de Keure van het UITDR A AGS TE RS - Gl LD E, van den 9 September 1750, tegens het aanleggen en bywoonen van heimelyke ERFHUIZEN, of Verkoopingen van GOEDEREN; van den 29 July 1778. De HEEREN van den GERECHTE der STAD HAERLEM in ervaaringe gekomen zynde, dat niet tegenftaande by de Keure van den 9 September 1750 in 't generaal wel expreflelyk het aanleggen en bywoonen van heimelyke Erfhuizen of Verkoopingen van Goederen is verboden , nogthans het falutaire en billyke oogmerk deezer voorziening van tyd tot tyd meer en meer wordt geëludeerd, in 't byzonder ook door het aanleggen van heimelyke verkoopingen , voornaamenlyk des Zondags, van Bloem-Bollen, Zilver-Werk, Snuifteryen en andere foortgelyke dingen , welker Veiling veel al in Kroegen en andere particuliere Huizen, onder het onmaTt a tig  322 KEUREN DER STAD HAERLEM. tig gebruik dikmaals van Sterkend rank, gefchiedc; waar door mitsdien , behalve de verkorting van 's Lands en Stads gerechtigtigheden, de aanleiding tot ongebondenheid vermeerderd , en het pleegen van Dieveryen van foortgelyke dingen meer en meer begunlh'gd wordt; hebben na deliberatie , tot voorkoming van alle diergelyke onbehoorlyke practyken , by ampliatie mitsgaders alteratie van het XVII Articul der bovengemelde Keure van den 9 September 1750, goedgevonden op nieuw te ordonneeren en te ftatueeren , gelyk geordonneerd en geftatueerd wordt by deezen: dat niemand, het zy Uitdraagfters, particuliere Ingezeetenen of Vreemdst), zich zullen mo-j gen vervorderen, eenige heimelyke Erf hui-1 zen of particuliere Verkoopingen van Meubelen, Goud, Zilver, Juweelen, Kleederen, Bloemplanten, Bollen of Gewaften , Snuifteryen of andere foortgelyke Goederen, aan te leggen of by te woonen, zonder Klerk van de Secretary en Stads Bode, op een Boete van vyftig Caroli Guldens, boven het dubbel Klerks en Bodes Salaris, by de geenen te verbeuren , die zodanige heimelyke Verkoopingen of Byeenkomften kwamen aan te ftellen, of in hunne Huizen te permitteeren, en vier-en-twintig Guldens by den geenen , die aldaar eenig Goed, hoe weinig het ook weezen mogt, kwam te koopen, mitsgaders zes Guldens by alle anderen, hoofd voor hoofd, die zodanige Sluip-Erfhuizen en Byeenkomften adfifteerden, alwaar hec ook dat zy niets hadden gekogt, welke Boecen refpeétivelyk zullen moecen worden becaald, al ware hec fchoon dac dusdanige zaaken één jaar na her houden of bywoonen van zulke Verkoopingen eerft wierden ontdekt; en dat alles, voor zo veel de Uitdraagfters aangaat, onverminderd de poenaliteit by 't bovengemelde XVII Articul der Keure van den 9 September 1750 tegen dezelven geftatueerd, als welke gelaaten wordt in haar geheel: zullende die geenen welken onmagtig zyn om de voorfz. Boeten te voldoen, arbitraalyk worden gecorrigeerd, naar bevind van zaaken. En worden tot het doen der voorfz. bekeuringen gequalificeerd de Heer Hoofd - Officier , de Commiftaris wan deezer Stads Keuren, de refpeéïive Vendu - Meefters , mitsgaders voor zo veel de Verkoopingen van Bloemplanten, Bollen of Gewaften betreft, ook de Directeur der Verkoopingen van Bloem-Bollen: alle devuorfz. Boetens te appliceeren, voor een derde part ten behoeve van den Heer Hoofd-Officier, een derde voor den geenen, die de bekeuring komt te doen, en het overig derde voor den Aanbrenger : des dac wanneer de aangeeving door de Vindfters van het Uitdraagfters Gild zou mogen gefchieden, de voile helft van de in deezen geftatueerde Boetens ten behoeve van 'c zelve Gild geappliceerd, en de wederhelft daar van tulfchen den Heer Hoofd - Officier en den geenen die de bekeuringe doet gelvkelyk verdeeld zal worden. Aldus gedaan en gearrefteerd den 29 July 1778, by de Heeren Mr. Adolf Heshuyfen , Hoofd - Officier ; Mr. Francois Benjamin Fagel, Antoni Kuits en Jean Salomon la Clé, Burgemeefleren ; Mr. Paul le Leu de IVühcm, Heer van Drongelen, Joan Harmen Graswinckel, Mr. Librecht Jacob Hooreman, Mr. Jacob Akerfloot Junior en Mr. Ifebrandus Joannes Faber van Riemsdyk, Schepenen der Stad tlaerlem. In kenniffe van My, C A. TESTART. En den 3 x dito, na voorgaande Klokkegeflag, ter Puye van den Raadhuize, gepubliceerd, ten over/laan van de E. E. Heeren, Mr. Adolf Fleshuyfin , Ploofd - Officier; Joan Harmen Graswinckel en Mr. Librecht Jacob Hooreman , Schepenen der gemelde Stad. By My, C. A, TESTART. Al-  KEUREN DER STAD HAERLEM. 323 Alteratie en Ampliatie van de Keure voor het UITDRAAGSTERS-GILDE; van den 4 Mai 1785. De HEEREN van den GERECHTE der STAD HAERLEM, gehoord hebbende de leftuure van de Requefte aan hun Ed. Achtb. geprefenteerd door de Vindfters van het Uitdraagfters-Gilde binnen deeze Stad, voor haar zeiven, en in naame van alle de Gilde-Zufters; hebben, na deliberatie, en om redenen by de Requefte gealiegueerd, als mede gehoord hebbende het bericht van de Secretariflèn deezer Stad, goedgevondenen verftaan, het verzoek, door de Supplianten gedaan, te accordeeren, en mitsdien, tot maintien en beter inftandhouding van het UitdraagftersGild alhier , by alteratie en ampliatie van de Keure en Ordonnantie voor het zelve Gilde van dato 9 September 1750, te ordonneeren, zo als hun Ed. Achtb. ordonneeren by deeze: dat het getal der Uitdraagfters, het welk, volgens het II Articul van de voorfz. Keure, is bepaald op vyftig, van nu voortaan tot op het getal van dertig zal moeten uitfterven en verminderen; en voorts dat de Uitdraagfters, die in vervolg van tyd, als dan zullen worden aangefteld , toe onderhoud van de zieke Gilde-Zufters, in plaatfe van eene Stuiver, twee Stuivers's Weeks zullen moeten contribueeren; en dat laatftelyk, aan de dienende Vindfters, voor Vuur, Licht, fchoonhouden van de Kamer, Pennen, Papier en Inkt, en verdere noodwendigheden tot de waarneeming en direcrie van het Gild behoorende , uit de Gilde-Kas , in eens 'sJaars zal worden uitgekeerd eene fomma van veertien Guldens. En zal Copie van deeze Relblutie worden gegeeven aan de Vindfters van het Uitdraagfters - Gilde binnen deeze Stad , omme te dienen tot derzelver naricht. Generaale Keure en Ordonnantie van het WARMOESIERS-GILDE binnen de Stad Haerlem; van den 17 Auguftus 1770. MYNE HEEREN van den GERECHTE der STAD HAERLEM , in ervaringe gekomen zynde, dat hoe zeer het IVarmoefiers - Gilde binnen deeze Stad van zeer oude tyden af •wel is voorzien gevieeft van goede Keuren en Ordonnantiën, die nog vernieuwd en in een Generaale Keure gecomprehendeerd en verzameld zyn geworden by de Ordonnantie , jongft door hun Ed. Achtb. gearrefteerd op den 4 Juny 1749, echter, door de plaatfelyke veranderinge van de Groenmarkt, in die laatfte Keure en Ordonnantie zeer veele Articulen en Pointlen onnut, vervallen of buiten applicatie zyn geraakt, hebben hun Ed. Achtb., na deliberatie, goedgevonden en verftaan, voor het IVarmoefiers-Gilde eene geheel Nieuwe Keure en Ordonnantie ie ftatueeren , zo als geordonneerd en geftatueerd wordt by deeze, met te niet doeninge van alle andere Keuren en Ordonnantiën, dewel¬ ke in voorigen tyd daaromtrent zyn gemaakt. Articul I. Dat de Markt van Warmoes, Wortelen, Kool, Groote en andere Boonen , en alle diergelyke Groentens en Vruchten, by continuatie zal worden gehouden op de Groote Krogt, mitsgaders die van Inlandfche Fruiten aan het einde van dezelve, zonder dat iemand, 't zy Warmoefiers, Huislieden, of anderen, wie het ook zoude mogen weezen, geene uitgezonderd, met eenige Groentens en Vruchten voorfchreeven, op eenige andere Plaatfen, het zy binnen deeze Stad, of daar buiten onder de Jurisdictie van dien, zullen mogen voorftaan, anders dan op de voorfz. Plaatfe, of aan der Verkoopers Woonhuizen : zullende den geenen, die met Wagens markten, Plaatfen worden aangeweezen op het einde by de Kleine Krogt, alwaar dezelTt 3 Ve  324 KEUREN DER STAD HAERLEM. ven zullen moeten voorftaan; alles op de Boete van drie Guldens, en verbeurte van de Groentens en Vruchten, waarmede contrarie deezes gedaan wordt. Dat niemand van de Gilde - Broeders of Zufters met Warmoes, Wortelen, Kool of andere diergelyke Groentens of Vruchten ter voorfz. Marktplaatfe komende , hen zullen vervorderen aldaar anders voor te ftaan dan op hunne geloote Plaats daar de NommerSteenen leggen, en niet meer dan eene regel Manden op de groore Steenen, van den Biggel argereekend, zullen mogen voortzetten , noch ook zullen mogen maaken eenige belemmeringen met Wagens, Manden of andere Goederen,en zonder dat ook iemand langs de voorfz. Markt zal mogen loopen, j om zyne Goederen te verkoopen, op de Boete van vyftien Stuivers, telkens te ver- t beuren, zo dikwyls dat (na eens waarfchou- , wens) gebeurt; des dat elk Perfoon, ter £ voorfz. Marktplaatfe voorftaande, telken v Marktdage,als hy Markt houd, aan de MarktVeegfters zal betaalen een halve Stuiver. III. a Dat op de voorfz. Markt op de Groote £ Krogt, de Burgeren en Ingezetenen vandee- f ze Stad en Vryheid van dien vooraan en op e de eerfte Plaatfen (beginnende van de hoek » van de Zylftraat) ftaan zullen: en dat de 1' Vreemden en Buitenlieden , daaraanvolgen- M de, op het einde ftaan zullen: en zo eenige ft der voorfz. Burgeren , Gilde - Broeders of ^ Vreemden, die te gelyk in 't Gild komen , liniet konden accorderen in 'r voorftaan op de / voorfz. Markt-Plaatfe , zullen zy als dan , ten o verftaan van Deken en Vinders gehou den zyn, met die in hun Regel behooren, te y looten, en hen daar na te reguleeren. je 'V. S G Dat méde een iegelyk van de voorfz. Nee- le ringe maar eene Plaatfe ter geordonneerde gi Markt-Plaatfe zal mogen hebben, zonder va door hunne Kinderen, of anderen van hunne w Familie, elk meerder dan een te mogen be- ee flaan , tot nadeel of verhinderinge van ande- kl re goede Lieden, de voorfz. Markt frequen- be teerende, op eene Boete van dertig Stui- G vers. ee V. Dat geen van de voorfz. Warmoefiers of anderen, Groentens ter Markt brengende, dezelven zullen mogen verkoopen, dan alleen op de voorfz. Groenmarkt, en datwel'smorgens van een uur na het luiden van de Poort-, klok tot dat de Klok twaalf uuren zal zyn getlagen: En, dat ieder gehouden zal zyn, het geene als dan noch onverkogt zoude mogen zyn, immediaat daar weder af te brengen: Zullende die voor ofnaden beftemden tyd vercoopt, verbeuren een Boete van drie Gullens voor de eerftemaal, zes Guldens voor le tweedemaal, en gelyke zes Guldens, boen arbitraire correctie, voor de derdemaal. VI. Dat niemand met Inlandfche Aalhefien , Cerflen, Morellen, Kruisbeflen,of metdier;elyke andere Soorten van Inlandfche VVuchen, ergens anders zal mogen voorftaan, dan Heen op de daar toe, ter Plaatfe voorfz , ;eordonneerde Gioenmarkt, op de Boete an drie Guldens. VII. Dat alle de geenen, die de Groenmarkt Ihier met behoorlyke Waaren zullen willen ebruiken, en daarop zullen willen vooraan, gehouden zullen zyn Jaarlyks op den erften Maandag, die in de Maand van Mai walt, of op zodanige andere dag, als huneden van Deken en Vinders betekend zal orden, te looten om elks Scalle of Vooraanplaatfen, op de verbeurte van dubbel larkt-Geld voor den geenen die by deeze oodnge niec verfchynt. VUL Dat allen, zo Warmoefiers als Groente ïrkoopers, die hen aan die Neeringe wili begeeven, gehouden zullen zyn hen te refleeren aan Deken en Vinders, en hen i Gilde-Broeders of Zuflers in 't voorfz. ilde te laaten inteekenen, en daar voor zul1 moeten betaalen, de Warmoefiers en oote Groente Verkoopers , die dezelven n elders ontvangen, twee Guldens; te ;eten een Gulden voor het Weeshuis en n Gulden voor het Gilde; en de andere ;ine Groente Verkoopers (daaronder niet greepen die geenen, dewelken alleen met ■oentens by de Huizen omloopen, zonder ru'ge Stalle of Winkel ten bunnen Huizen  KEUREN DER STAD HAERLEM. 32« te hebben) alleen een Gulden, ten behoeve van hec Weeshuis; welverftaande, dac de Weduwen van Gilde-Broeders hec Gild zullen behouden tot haar hertrouwen toe. IX. Dat de voorfz. Gilde-Broeders, gelyk ook alle Buitenlieden, alhier komende markeen, Jaarlyks een behoeven van hec Gild en verval van de Onkoften van dien, zullen moecen becaalen voor Markt-Geld; ce weeten, ieder Warmoefier en Buicen-Man, komende op de Markt voorfïaan, twee Guldens; ieder groote Groente Verkooper, en ieder BuicenMan, vreemde Groentens in de Stad brengende, eene Gulden, en ieder kleine Groente Verkooper, agt Stuivers; uitgezonderd deeze laatften, het eerfte ]aar van hun inkomen in dit Gilde, en de geenen welken in het voorgaande VIII Articul zyn geëximeert, in hec geheel van deeze Concributie vry zullen zyn, en dat die geenen, welken alleen met Groote Boonen binnen deeze Stad ter Markt komen, ter zaake voorfz. niet meer dan agt Stuivers 'sJaars verpligt zullen zyn te i voldoen. X. Dat de Warmoefiers Schuiten, hier ter Steede ter Markt komende, en welken des avonds voor de Markc daar binnen komen, zullen moecen komen leggen en blyven leggen in de Kraaijenhorfter-Gragt, van de Vuilnis-Brug by de Nieuwe Gragt af, tot aan de Sc. Urfula-Brug, en daar geen Plaacs meer zynde, cuffchen dezelve en de Zyl-Brugge, echter van de eerftgenoemde te beginnen; zonder dat iemand van dezelve op eenige andere Plaatfe zal mogen leggen, op een Boete van drie Guldens, by een iegelyk, deezen contrarie doende, te verbeuren, en op verbeurte van de Groentens en Vruchten, waarmede ter contrarie gedaan zal worden. XI. Dat geene Warmoefiers, die hunne Schuiten des avonds voor de Markt niet binnen brengen, gepermitteerd zal zyn, om, voor de Boom komende, ofte elders, eenige Groentens of Vruchten op te loffen, en daarmede door de Poorc ce kruijen .fleepen of draagen; maar dac dezelven mede zullen gehouden zyn na hunne voorfz. Legplaacs re vaaren, van waar zy, en ook die des avonds binnen ko men, hunne Waaren na de Markt zullen moeten brengen door de St. Urfuiafteeg en - over de Kleine Krogt; des dat die, welken geen Schuiten hebben, zullen vermogen hunne Groentens en Vruchten, die zy de Zyl-" poort inbrengen , te kruijen langs de Vellen het Weeshuis door de St. Urfuiafteeg, zonder dat iemand der Warmoefiers of hunne Bediendens eenige andere Weg zal mogen gebruiken , op de Boete van drie Guldens en verbeurte van de Goederen. XII. Dac de Warmoefiers niet zullen vermogen hunne Wagens in de Schuicen ce neemen, anders dan by befloten Water, wanneer het ieder zal gepermitteert zyn, deszelfs Wagen, by den Styger, in en uic tc halen, en de Waaren langs de Veft en het Weeshuis, als vooren , na de Markt te brengen, op de Boece van dertig Stuivers, te verbeuren by den geenen die bevonden word door de Zylftraat te kruijen. kilt Dac de Warmoefiers of hunne Bediendens, wanneer zy mee hunne Wagens gedaan hebben, dezelve niec zullen op de Scraacen of Gragcen vermogen ce Iaacen ftaan, of neder zeccen, op de Boece van eene Gulden, maar die zullen moecen brengen in de Tuinders Schuur in de Korce Margarieceflraac, daareoe geordonneerd, en voor hec gebruik van dewelke Jaarlyks door het Gilde aan de Stad moet worden becaald de Somma van zestig Guldens. XIV. Dac niemand , wie hy ook zy jong of oud, ten zy zich alvoorens in dit Giide heeft laaten infchryven, binnen deeze Stad of de Vrydom van dien, met Wagens, Karren, Schepen, Schuiten of anderzins daarbinnen komende , van nu voortaan zal vermogen langs de Straaten, en by de Huizen om te venten, of te verkoopen, in eenige manieren, eenige Warmoes-Vruchten , maar dat alle zodanigen Ongequahficeerden gehouden zullen zyn, die te brengen op de ordinaris Groenmarkt binnen deeze Stad, ofelk te houden voor of in zyn eige Wooninge (uitgezonden: Raapen, Ajuin, Aard-Appelen en Aard - Peeren, die hier van zullen vry zyn) m dit mede op de Boete van dertig Stuivers, :'elken rei?e te verbeuren by die geenen,die :ontrarie deezes zal komen te doen, boven le verbeurte van alle dezelven Vruchten;des lat hier mede ook niet wordt verftaan te zyn ver-  326 KEUREN DER STAD HAERLEM. verboden aan Burgers en Ingezetenen van deeze Scad en Vrydom van dien, omme zich van zodanige Groentens of Vruchcen, als zelfs geteeld zullen hebben, des goedvindende ce ontdoen, op zodanige wyze, als tot hier toe in gebruik is geweeft, of fchoon dit Gilde niet zoude mogen gewonnen hebben. XV. Dat geene Gilde-Broeders of Zufters, wie zy ook zouden mogen zyn , of hunne Bediendens, des avonds met hunne Schuiten in de Stad gekomen zynde, eenige Groentens zullen mogen verkoopen , opkruyen of opdraagen uic hunne Schuiten, voor des anderen daags 'smorgens , op en na dc Markt, op de Boete van dertig Stuivers, ais zy bevonden zullen worden contrarie te doen, boven de verbeurte van de Groentens, die alzo verkogt zouden mogen worden. XVI. Dat geene Appel - Verkoopers of andere Perfoonen, hen mee Appelen, Peeren, Nooten, Pruimen, Hoornfche Worcelen, Raapen, Aard-Appelen of Aard-Peeren, of andere diergelyken Aard-Vruchcen, in te koopen en weder te verkoopen geneerende, zullen mogen voorftaan, of met derzei ver Vruchten venten, roepen, of die verkoopen ter plaatfe daar de Groenmarkt binnen deeze Scad is geordonneerd , zo lange aldaar Markc worde gehouden , op de Boece van vyftien Scuivers c'elken reize, als iemand concrarie deezes worde bevonden ce doen , te verbeuren. xvir. Dat niemand eenige Peulen alhier ter Seede eer Markc zal mogen brengen, die langer Steelen hebben dan een Duim, of uiterlyk twee Vingeren breed boven de Knop, op verbeurce van de Peulen, en dertig Stuivers voor ieder Mand met Peulen. XVIII. Dat alle heele en halve Manden, waarmede de Groente of Vruchten binnen deeze Stad gemarkt, verkogt of geleeverd zullen worden , moeten zyn op de grootte en volgens de yzere Beugels daar van gemaakt, en daar op behoorlyk geëykt en gebrand, op de ver¬ beurte van dertig Stuivers op ieder Mande, mitsgaders van de Manden en Waaren. XIX. Dat vervolgens ook voortaan niemand,wie hy zy, eenige Groente, mitsgaders Aard- of Boom-.Vruchten , binnen deeze Stad zal mogen inbrengen, en daar mede markten , om die te verkoopen, anderzints dan in zyn eigen het zy heele of halve Manden, op de grootte van de voorfz. yzere Beugels, en daarop behoorlyk geëykt en gebrand (uitgezonderd alleen de fyne Vruchcen, die men al hier gewoon is in kleine Mandjes en Korfjes ce koop te brengen), op de Boete van dertig Scuivers, en verbeurte van de Manden en Waaien. XX. Dat ook niemand , het zy Ingezeten of Vreemde, eenige Groenten, Aard-of Boomvruchten , uitgezonderd Wortelen, Raapen, Aard-Appelen of Aard-Peeren, uit Zakken zal mogen overleggen of overftorten , nog ook houden ftaan in Manden, aan een ander Tuinder toebehoorende, alles op verbeurte van de Groenten en Vruchten, die in Manden, aan een ander Tuinder toebehoorende, gevonden zullen worden, en boven dien een Boete van dertig Stuivers. XXI. Dac ook alle Warmoefiers gehouden zullen zyn derzelver Manden , waarinne zy de Groencens verkogc en geleverd hebben, denzelven morgen voor elf uuren van de Kopers wederom te haaien, zonder die by dezelven re mogen Jacen ftaan, onder wae precext het ook zoude mogen zyn, op een Boece van dertig Stuivers, voor ieder Mande, die bevonden zal worden niec gehaald ce zyn, ten zy dezelve aan de Warmoefier of zyne Bediendens wierde geweigerd, wanneer die geenen, dewelke daarvan aclverhaald of overtuigd mogten worden, in deeze Boete vervallen zullen zyn. XXIL Dac mede de Warmoefiers, derzelver Vrouwen en Bediendens, hen zo op de Markc, als in het- komen en gaan, zullen hebben ftil en geruft ee houden, zonder elkanderen ce fcheiden, ce vechcen of te flaan, alles mede op de Boece van dertig Scuivers, telkens by ieder, ter contrarie doende, te verbeuren. XXIII. Dat  KEUREN DER STAD HAERLEM. 327 xxur. I Dat deeze Markc dagelyks zal beginnen' 's morgens een uur na hec luiden van de Poort-; klok, «1 eindigen 'smiddags met hec liaan van cwaalf uuren, waar van, zo by het begin, als by hec afgaan van de Markc, mee hec luiden van de Bengel aan het Gilde - Huis, door den Gilde-Knechc, hec teken zal gegeeven worden, die van ieder Gilde - Broeder of Zufter, hunne Waaren met Schuiten aanbrengende, daar voor zal genieten vier Stuivers 's Jaars, en zulien die geenen, welken voor of na het luiden der Bengel iets verkoopen, vervallen in de Boetens hier vooren Articul V en XV geftatueerd. XXIV. Dat voorts de aanftcllinge van den Deken en Vinders van die Gilde zal zyn en blyven, gelyk tot hiercoe is geweeft, en over zulks alle Jaaren in de Maand April door de als dan in dienft zynde een dubbeld getal zal worden geprefenteerd aan de Heeren Burgemeefteren deezer Scad, omme daaruic, voor hec volgende Jaar, de nodige voorzieninge te doen. XXV. Ende zullen laacftelyk de voorfz. Boetens gaan voor een derde ten behoeven van den geene, welke de Bekeuringe doen zal, een derde ten behoeven vanhetWarmoefiers-Gilde, en de overige dei de ten behoeve van het Weeshuis, waaraan ook zullen moeten komen alle Waaren, dewelken uit kragce van deeze verbeurc zouden mogen worden; des zullen de Gilde - Broeders en Zufters voor hunne Knechts en Bediendens moeten inftaan en aanfpraakelyk zyn; en worden tot alle de 3ekeuringen, nevens den Commiftaris van leezer Stads Keuren,ook gequalificeerd Deten en Vinders, en alle de Gilde - Broeders 'an het Warmoefiers-Gilde , te zamen en eder ia hec byzonder. Aldus gedaan en gearrefteerd, den 17 Auguftus, 1770, prtefent de Heeren Mr. Jan Fredrik Parvé, Hoofd-Officier; Mr. Francois Benjamin Fagel, Antoni Kuits, Mr. Remees Floris van 'Zdnen, Burgemeefleren; Mr. Aelft van der Hoolck de Bruyn, Mr. Jan Diderik Pauw, geboore Hceuft, Heer van Buttingen en Zandvoorr, Heemftede, Rietwyken Rietwykeroort, Mr: Adolf Heshuyfen, Mr Alben F-abricius, Heer van Almkerk, Mr. Bierman Gerlings , Joan Fredrik Godfried Baron van Freisheim en Joan Harmen Graswinckel, Schepenen der Stad Haerlem. In kennifle van my, C. A. TESTART. En den 11 September daar aan volgende, na voorgaande Klokkegeflag, ter Puye van den Raadhuize der gemelde Stad gepubliceerd, ten over ft aan van de Heeren Mr. Jan Fredrik Parvé, Hoofd-Officier; Mr. bierman Gerlings en Joan Fredrik Godfried Baron van Freisheim, Schepenen der gemelde Stad. By my, C. A. TESTART. Vervolg van't H. Deel, 5 Stuk. Vv OR-  328 KEUREN DER STAD HAERLEM. ORDONNANTIËN * E N REGLEMENTEN O P. B OSSEN, BEURSEN, MAATSCHAPPYEN en COMPAGNIE N. Alteratie van het XI Articul van de Ordonnantie van de SCHOENMAAKERS-KNECHTSBOS, gearrefteerd den eerften Mai 1735; van den 23 April 1776. BURGEMEESTERENen REGEERDERS der SI AD HAERi.EM, gehoord hehbende de Lecture van de Requefte, aan hun Ed. Gr. Achtb. geprefenteerd door tlermanus Tbyszen, Frans van Dongen en Jacobus Bronkhorfl, Bosmeefteren van de Schoenmaakers-KnechtsBos binnen deeze Stad, te kennen geevende, dat wel by het XI Articul van het Reglement voor de Schoenmaakers-Knechts-Bos, gearrefteerd den eeTften Mai 1735, door hun Ed. Groot Achtb. is bepaald geworden, dat de Bosmeefteren zouden gehouden zyn jaarlyks aan hun Ed. Groot Achtb. te prefenteeren een Nominatie van een dubbeld getal, te weeten van zes Perfoonen, waar onder vier Proteftanten en twee Roomfchen, omme daar uit drie te verkiezen, om voor een geheel Jaar te dieren, doch dat ten deezen opzigte reeds zedert verfcheide Jaaren zich veel zwarigheden hebben opgedaan, die ook nog voortdunren, waar door dit Articul van het Reglement niet naar de Letter kan geëxecuteerd worden; behalven nog; de Inconvenienten die de ondervinding geleerd heeft, dat uit het zelve voortvloeiden , en die vooraf niet konden voorzien worden. Verzoekende om deeze en andere redenen ten Requefte zeer omöandig omfchreeven, dat hun Ed. Groot Achtb. aan hun Supplianten gelieven te accordeeren; dat het XI Articul van het Reglement voor de Bos in zo verre mogt worden gealtereerd, dat voortaan Jaarlyks, met het begin van Mai, een van de drie dienende, Bosmeefteren de oudfte in rang, zoude aftreeden, en in deeze zyn plaats aan hun Ed. Groot Achtb. een Nominatie van twee Perfoonen mogt geprefenteerd worden, ten einde daar uit een te kiezen , om met de twee aanblyvende te dienen, tot zo lang dat zy op het getal van zes Perfoonen gekomen zyn , als wanneer de eerft afgetreeden den laatften wederom zoude opvolgen, en dat dit Jaarlyks, of by "tuflchen komende vacatuuren door fterfgeval als anderzins, zoude gefchieden na voorgaande prefentatie van een dubbel getal aan hun Ed. Gr. Achtb met verdere obfervantie van het geene hun Ed. Gr. Achtb. by meergemelde XI Articul, met betrekking ' .tor  KEUREN DER STAD HAERLEM. 329 tot Proteftanten en Roomfchen hebben gelieven tc arrefteeren; alles volgens zeker plan ten Requefte geannexeerd. Dat wyders met betrekking tochecaanftaande Jaar van Mei 1776 tot ultimo April 1777, de derde der Supplianten, te weeten Jacobus Bronkhorfl, nu Baas geworden zynde, mogt gereekend worden als aftreedende, en Hermanus I'hyszencxx Frans van Dongen, de twee eerfte Supplianten, als continueerende Bosmeefteren, de eerfte voor nog een, en de laatfte voor nog twee Jaaren. Hebben, na deliberatie , goedgevonden en verftaan der Supplianten verzoek te accordeeren , en dien volgende het XI Articul van de Ordonnantie van de SchoenmaakersKnechts-Bos in deezer voege te altereeren : Dat voortaan Jaarlyks met het begin van Mei een van de drie dienende Bosmeefteren, de oudfte in rang, zal aftreeden,en in deeze zyn plaats aan hun Ed. Gr. Achtb. een Nominatie van twee Perfoonen zal werden geprefen¬ teerd , ten einde daar uit een te kiezen, om met de twee aanblyvende te dienen, tot zo lang dat zy op het getal van zes Perfoonen gekomen zyn, als wanneer de eerftafgetreeden den laatften wederom zal opvolgen, en zal zulks Jaarlyks, of by tuflchen komende vacatuure door fterfgeval als anderzints, gefchieden na voorgaande prefentatie van een dubbeld getal aan hun Ed. Groot Achtb., met verdere obfervantie van het geene by meergemelde XI Articul met betrekking tot Proteftanten en Roomfchen is gearrefteerd. Zullende met betrekking tot het aanftaande Jaar, van Mai 1776 tot ultimo April 1777» ^e derde der Supplianten, te weeten, Jacobus Bronkhorfl, nu Baas gewor* den zynde, gerekend worden als aftreedende , en Hermanus Tbyszen en Frans van Dongen, als continueerende Bosmeefteren, de eerfte voor nog een Jaar, en de laatfte voor nog twee Jaaren; en zal Copie deezer aan de Supplianten tot narichtinge worden gegeven. Resolutie, waarby Bosmeefteren van de SCHOENMAAKERS-KNECHTS-BOS, gequalificeerd worden, om het ZIEKEN GELD van VYFTIG STUIVERS op DERTIG STUIVERS per Week te verminderen &c.; van den 16 February 1781. BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STAD HAERLEM, gezien en geëxamineerd hebbende een Requeft aan hun Ed. Groot Achtb. geprefenteerd door Meuwis Voerman, Jan Overweg en Bajiiaan Geene, in qmlitek als Bosmeefteren van de SchoenmaakersKnechts- Bos; te kennen geevende : dat door het groot aantal van zieke Bos - Gaften, en de daar uit noodzaakelyk proflueerende importante onkoften , nu twee Jaaren na den anderen daar toe befteed, als mede door de wanbetaaling van zommige Bos-Gaften, de Bos tot zodanigen ftaat van verval was geraakt , dac zy Supplianten zonder het aanwenden van efficacieufe middelen van redres gantfch buiten ftaat waaren om de onkoften van het verloopen Jaar 1780 te kunnen voldoen, veel min hun Bos in ftand te houden, blykens eene Balans aan hec einde van 'c Requeft gevoegd; verzoekende de Supplianten derhalven qualificacie om by provifle, en coc zo lang dac de Bos-Schulden zullen be¬ taald, en de Bos in een eenigzints beteren ftaat gebragt zal zyn, het weekelyks ZiekenGeld der Bos-Gaften van vyftig op dercig Scuivers te verminderen, en de weekelykfche Contributie der Bos - Gaften , naar aanleiding van het XII Arckal van 'c Reglement op de voorfz. Bos, van twee tot drie Stuivers te verhoogen; en eindelyk, dat hun Ed. Groot Achtb. de Supplianten eene ampele qualificatie zouden verleenen om met meerder vigeur de agterftallige Schulden van de wanbetaalende te mogen afeifchen, en tegen hen ce mogen procedeeren, naar en op zodanige wyze als hun Ed. Groot Achcb. goedvinden ce behooren. Hebben, na deliberacie, en in 'c byzonder gelee zynde op de volftrekce noodzakelykheid, die 'er is, dac 'er middelen van redres worden in 'r werk gefteld om de voorfz. Bos uic haaren verregaande agcerlyken ftaat ce redden, goedgevonden en verftaan, de Bosmeefteren van de Schoenmaakers - KnechcsBos ce auchorifeeren, gelyk dezelven geauVv a cho-  330 KEUREN DER STAD HAERLEM. thorifeerd worden by deezen, om by provifie , en coc dac de Bos-Schulden zullen becaald en de Bos zelve in eenigen beceteren ftaat geraakc zal zyn , hec ZiekenGeld der zieke Bos-Galten ce verminderen van vyftig cac op dertig Stuivers ter Week; en om tevens ingevolge het XII Articul van 'c Reglemenc drie in plaacs van cwee Scuivers weekelykfche Concribucie van de Bos-Gaften ce vorderen en oncvangen: en op dac hun Ed. Grooc Achcb. ce eerder in ftaat gefteld zouden kunnen worden om de voorfz. bepaalde vermindering van Zieken - Geld en vermeerdering van weekelykfche Contributie , het zy in eens, het zy allengs en by trappen/, wederom in te trekken, waar toe de richtige furniflementen van 't geen door de Bos Broeders betaald moet worden, zeer veel kunnen en moeten toebrengen ; zo worden de Bosmeelteren wel exprelfelyk gequalificeerd en gelall, om op de prompte voldoening van de verfchuldigde Contribucien der Bos-Galten nauwkeurig ce leccen, en zo dra de ryd, op welken dezelve door wanbecaaling in eenige Boece vervallen zyn , daar zal weezen, hun geen Crediet, hoegenaamd, meer te gee¬ ven, maar aan dezelven het werk te doen verbieden toe dat de geheele fchuld, zo van fourniflement als Boete voldaan zal zyn; en zal geen Schoenmaakers-Baas een Knecht, aan wien ter gemelde zaake het werk verbooden zal zyn , geduurende dac verbod, wanneer het ook aan hem door Bosmeesters zal zyn bekend gemaakt, eenigzincs ce werk mogen Hellen, op pcene van aanftonds de agterftallige fchuld van zodanigen Knecht, benevens de verbeurde Boece, ce zullen moecen voldoen. En zal Copie deezer gegeeven worden aan de Suppliancen in hunne qualiceic coc narigcing en om denzelven ce /trekken daar en zo 't behoort; zullende ook extract van dezelve Refolutie worden gezonden aan de Overlieden van 't Schoenmaakers-Gild alhier, om hunne Gilde - Broeders daar van niet alleen te informeeren, maar hen ook aan te zetten om zo veel mogelyk een wakend oog te houden, dat hunne Knechtsprompcelyk hunne Turniflèmenten aan de Bos voldoen , en dat dus het heilzaam oogmerk van hun Ed. Groot Achtb. in hec maaken deezer verordeningen alzins bevorderc worde. Alteratie en Ampliatie van de Ordonnantie van het ZYDE LINTWERKERS KNECHTSGILDE, van den 28 Auguftus 1781. BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STAD HAERLEM, gehoord hebbende de Leflure van't Requefl aan hunEd. Gr. Achtb. gepra?fenceerd door Deken en Vinders van hec Zyde Lintwerkers-Knechts-Gilde binnen deeze Scad: verzoekende, tot vergoeding van de Lhade, die de Bofle van hun Gild door de meer dan gewoone Ziekte en Sterfte, die alhier en ook onder de Leden van hun Gild al een geruimen tyd heeft gegrafleerd, heeft geleden, en om dezelve voor verder verval te bewaaren: dat hun Ed. Groot Achtb., tot inftandhouding van hunne Bofle, eenige Articulen door de Supplianten ten Requefte ter neder gefteld by forme van Alteratie en Ampliatie zouden gelieven te arrefteeren, of zodanige andere of nadere voorziening doen als hun Ed. Groot Achtb. zouden vermeenen te behooren. Hebben, na deliberatie, goedgevondenen verftaan, by form van alteratie en ampliatie van de Ordonnantie van hec Zyde Lintwerkers-Knechts-Gilde binnen deeze Stad ce arrefteeren de navolgende Articulen. Ardcul I. Dat voortaan alle Vrouwen, zo die reeds als Leden in deeze Bos zyn, als die op nieuws ingecekend worden, zullen moecen betaalen (in plaats van twee Stuivers in de vier Weeken) drie Scuivers in de vier Weeken, ook zullen in 'c vervolg van tyd alle Vrouwen, die op nieuws ingecekend worden , daar voor moecen betaalen zes Stuivers. II. Wanneer een Gilde-Broeder deezer Bose trouwt, en begeert dat deeze Vrouw als  k 1 - KEUREN DER STAD HAERLEM. 331 Alteratie van het II en XXII Articul van 't Reglement van de LIEFDE-COMPAGNIE tot BEGRAAVENISSEN; van den 24 January 1771. TT>URGEMEESTERENen REIM|GEERDERS der stad HAERJL^P LEiVl, gehoord hebbende de Lecrure van de Requefte, aan hun Ed. Grooc Achtb. geprefenteerd door de agt jegenwoordige in dienft zynde Beftuurders, en zes Vinders der Liefde - Compagnie tot Begraaveniftèn binnen deeze Scad, opgeregt met approbatie van hun Ed. Groot Achtb. in dato 8 April 1749. Te kennen geevende, dat volgens het II Articul van het Reglement deezer LiefdeCompagnie alle Jaaren twee Beftuurders dewelke het Jangfte gediend hebben moeten afgaan, na dat zy door meerderheid van Hemmen cwee anderen in hunne plaatfen hebben zien aankomen. Verzoekende dat voorfz. tweede Articul van hun Reglement gearrefteerd in dato 8 April 1749, in maniere als volgt mogte worden gealtereerd. De agt jegenwoordige in dienft zynde Beftuurders, als mede die geene, die by meerderheid van ftemmen daartoe in 't vervolg in derzelver plaatfen zullen worden verkooren, zullen derzelver leven lang geduurende in dienft blyven, ten waare iemand van hun door Ouderdom of andere onbekwaam- als Lid in deeze Bofte worde aangenomen, zal hy gehouden zyn de Infchryving ce laacen doen binnen den tyd van zes Weeken na den Trouwdag, en dien cyd laacende verloopen , zal zodanige Vrouw nimmer als Lid in deeze Bofle aangenomen mogen worden. III. En wanneer een Gilde-Broeder deezer Bofte trouwt met iemand boven de veertig Jaaren oud, en baar binnen de hier vooren bepaalden cyd in deeze Bos laacende infchryven, zal hy voor deeze Vrouw boven 't ordinair recht van Infchryving moeten betaalen voor ieder Jaar, datzy ouder dan veertig Jaaren is, negen en dertig Scuivers eens. IV. Een Gilde Broeder ziek wordende, of Gilde - Broeder of Gilde Zufter overlydende, voor dat dezelve zeftien Weeken Contributie in de Bos zal hebben betaald, zal de zodanige, ingeval van Ziekte, niet uit de Bos tot onderftand kunnen genieten, en, by overlyden, niets uit de Bos tot de Begraavenis uitgekeerd worden. Blyvende voores de voorzegde Ordonnancie in haare volle kragc en vigeur. jiclum ter Kamere den 28 Auguftus 1781. In kennifle van my, O. van SCHUYLENBURCH. heid zyn oncflag daar van verzogte en verkreeg , of deeze Bos verliet. Verzoekende wyders om redenen, ten Requefte geallegeerd, dat vermits in het XXII Articul van 't voorfz. Reglement is geftatueerd, dat van de Penningen van deeze Beurs niecwes mag worden gebruikt,dan 'c geen nodig is cot Kamerhuur, Vuur en Licht, micsgaders coc Schryf of andere behoefcens van die natuur: hec aan de Beftuurders en Vinders voortaan mogte vryftaan, coc goedmaakinge van eenige weinige verteeringe op hunne ordinaire Comparitien, daar iets voor ce mogen brengen in rekening. Hebben na deliberatie goedgevonden en verftaan: eerftelyk met relatie tot hec II Articul zo als het tegenwoordig in 'c Reglement ftaac, geheel en al ce morcificeeren en te vernierigen, en in plaatfe van dien ce ftatueeren en ce ordonneeren, dac hec voorfz. 11 Articul zal worden veranderd, gelyk hier vooren is gemeld. Ten andere dac hec XXII Articul van voorfz. Reglement in maniere als volgt zal worden gealtereerd. Dat hec aan de Beftuurders en Vinders voorcaan zal vryftaan om ter goedmaakinge van eenige weinige noodwendige verteeringe Vv 3 op  332 KEUREN DER STAD HAERLEM. op de vafte bepaalde Comparitien 's Jaarlyks in Rekening te mogen brengen veertig Guldens. Zullende Copie deezer aan de Supplianten tot narigtinge worden gegeeven. Alteratie van het VI, VIII, X en XI Articul van het Reglement van de LIEFDE-COMPAGNIE tot de Begraavenisfen van de Lyken uit dezelve Liefde - Beurs, van den 10 September 1781. BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STAD HAERLEM , gezien en geëxamineerd hebbende den inhoud van V Requeft, aan hun Edele Groot Achtb. geprafenteerd door Beftuurders van de Liefde-Compagnie tot de Begraavenifife van de Lyken uit dezelve Liefde-Beurs, binnen deeze Stad, waarby dezelven om de vermindering hunner Kas, door de meer dan ordinaire Sterfgevallen veroorzaakt, verzoeken, dat het hun Ed. Groot Achtb. behaagen mogt, om zekere geprojecteerde veranderingen welke niet tot direct bezwaar der thans zynde Leden maar alleen van de zulken, die naderhand Leden mogten worden, konden ftrekken, naar het voorbeeld van het geen in andere Begraavenis-Sociëteiten plaats heeft; te arrefteeren, en daar van aan de Supplianten te verleenen appoinclement informa : hebben , na deliberatie, aggreëerende de veranderingen invoegen gemeld door de Supplianten ontworpen, goedgevonden en verftaan te arrefteeren , gelyk gearrefteerd wordt by deezen, dat het VI, VIII, X en XI Articul van het Reglement voor de voorfz. Liefde-Compagnie van den 8 April 1749, van nu voortaan zullen worden veranderd, en mitsdien geobferveerd moeten worden op de navolgende wyze: Articul VI. Met den Inleg is het aldus: Iemand als Lid van deeze Beurs aangenomen zynde, zal by zyne intreede ten behoeve van de Beurs betaalen, namentlyk ieder hoofd twaalf Stuivers, voor een Ordonnantie vier Stui vers, en voor een Quitantie-boekje twee Stuivers, voorts dertien weeken lang alle weeken twee Stuivers, en na de voorfz. dertien weeken ieder week één Stuiver; zullende ieder aangenomen Lid, ftervende na de [voorfz. dertien weeken, trekkendeuitdeeling [tot de Begraavenis, doch eerder niet, of 'fchoon zy de dertien weeken voor uit mogten betaald hebben, als welk voor uit betaalde in dat geval zal weezen vervallen ten profyte van de Beurs. VIII. In deeze Beurs zal worden ingenomen een ieder, zonder onderfcheid van Sexe of Ambacht, mits woonende binnen de Vrydom van deeze Stad, niet ouder zynde als veertig, noch jonger als twaalf jaaren, en zynde in een goeden ftaat van gezondheid en zich zodanig op de Kamer vcrtoonende, doch zal het echter vryftaan om aan iemand hooger ouderdom dan van veertig jaaren bereikt hebbende , en begeer ende in deeze Beurs ingenomen te worden-, zulks, indien 'er plaats open is, toe te ftaan, mits dat zodanig perfoon voor elk jaar, dat dezelve boven de veertig jaaren is, zal betaalen twee Guldens en tien Stuivers, en de overige Maanden naar rato, des zal tot ge mak van zodanig een, die boven de veertig jaaren oud zynde in de Beurs komt, wanneer by zo veel, als zyn opgeld bedraagt, niet te gelyk kan betaalen, bet zelve hem mogen worden gecrediteerd, om by gedeelten ingekort, of zo hy voor de volle afbetaaling daar van komt te fterven, ten aanzien van het nog refteerende aan deszelfs Begraavenis afgekort te worden: en zal ook zodanig een dat opgeld niet eerder behoeven te betaalen, dan na dat het eerfte vierdedeel jaars van deszelfs contributie uit is; maar daar in ftervende, zal deszelfs boedel van die betaaling vry weezen. En op dat in de opgeeving der jaaren alle bedrog,zo veel mogelyk, voorgekomen worde, zal een ieder, die zyne jaaren voorbedagtelyk valfch heeft opgegeeven, wanneer hy  KEUREN DER STAD HAERLEM. 333 hy daar van overtuigd wordt, aanftonds vervallen zyn van zyn recht tot de Beurs, zonder van zyn ingelegde Geld iets wederom te trekken, en zonder ten eenigen tyd wederom als Lid van deeze Beurs aangenomen te kunnen worden. X. Zo lang de Leden van deeze Beurs niet gekomen zyn tot het getal van zes honderd Perfoonen, zullen ingenomen moeten worden een Man of Vrouw , trouwende met een Lid van deeze Beurs, mits dat de zoda nige zich des Saturdags na het trouwen, of uicerlyk een week daar aan, gezond op de Kamer vertoonen , en voorts ten behoeve van de Beurs betaalen het geen hier vooren in het VI Articul,mitsgaders, ingeval van boven de veertig jaaren oud te zyn, ook het geen hier boven in het Vlll Articul is vermeld. XI. Van gelyke zullen mede, zo lang het getal der Leden van deeze Beurs niet gekomen is tot het getal van zes honderd Perfoonen, aanftonds moeten ingenomen worden die geenen, welken, Leden van de Beurs geweeft zynde, van de Vaart of uit den Militairen dienft t'huis komen, en zich binnen vier weeken, gerekend van den dag, dat zy van dien dienft ontflagen zyn geworden, in goede gezondheid ter Kamer vertoonen, zonder dat dezelven eenige andere betaalinge als weekelyks de geftelde contributien, zullen behoeven te doen, uitgenomen alleen indien zy als- i dan boven de veertig jaaren oud mogten zyn, wanneer zy gehouden iullen weezen deswegens voor elk jaar boven de veertig te betaalen twee Guldens en tien Stuivers,en de overige Maanden naar rato, ten aanzien van welke betaaling geen ander crediet zal mogen worden gegeeven, dan dat hetzelve opgeld van week tot week, te rekenen van de eerfte week af hunner terugkom ft als Leden in de Beurs, by gedeelten nevens de gewoone contributien zal mogen worden opgebragt, terwyl, indien zy voor de afbetaaling hier van komen te fterven, het refteerende daar van aan derzelver Begraaveniftèn afgekort zal worden, en zullen op dien zei/den voet, naamen lyk zonder tot andere betaaling dan van de gewoone contributien weekelyks gehouden te zyn, mede ingenomen worden die geenen, dewelken by het leven van hunne Ouders in de Beurs geweeft zyn, en na derzelver dood of ongelegenheid in een van de publieke Godshuizen in deeze Stad gealimenteerd zyn geweeft, zo wanneer zy uit dezelve Huizen zullen zyn uitgegaan ; mits dat zy zich binnen de veerden dagen van hun voorfz. vertrek in eene goede gezondheid ter Kamere vertoonen. En zal Copie deezes aan de Supplianten tot narichtinge worden gegeeven, en om denzelven verder te ftrekken daar en zo't behoort. Accordeert met'/ voorfchreeve Memoriaal. O. van SCHUYLENBURCH. At-  334 KEUREN DER STAD HAERLEM. Alteratie van 't VII Articul van de Ordonnantie van de VRYWILLIGE ALGEMEENE BOS tot Begraavenisfen en Onderftand van Hoogbejaarde boven de zestig Jaaren oud, waarby de tyd omtrent het Contribueeren van de furnisfementen , by de Op,donnantie bepaald op VEERTIEN WE EKEN, wordt geprolongeerd; van den 14 Juny 1771. BURGEMEESTERENen REGEERDERS der STAD HAERLEM , gehoord hebbende de Lecture van de Requefte, aan hun Ed. Groot Achtb. geprefenteerd door de Beftuurders en Vinders van de Vrywillige Algemeene Bos tot Begraaveniftèn en onderftand van Hoogbejaarden boven de zeftig Jaaren oud, binnen deeze Stad opgeregt, tendeerende ten einde het VII Articul van 't Reglement op dezelve Bos; van dato 3 Augustus 1752, eenigzints mogte worden gealtereerd ten aanzien van de trekkende Leden die in gebreeke mogten blyven hunne Contributien op de veertien Weeken te betaalen ; en daar by in achtinge genoomen hebbende, dat 'er zomtyds wettige redenen en toevallige omftandigheden kunnen zyn, waar door de Leden, voor al die buiten de Stad woonen, verhinderd en opgehouden wor den hunne furniftementen ter behoorlyker tyd precife te doen; en 't niet redelyk is dat dezelve daar door van alle recht en voordeel van deeze Bos ten eenemaalen zoude worden verfteeken; en dat mitsdien tot voorkominge van zodanige inconvenienten de uiteer/Te rermyn van betaalinge, by het voorfz. VII Articul op de veeraende Weck bepaald, in 't generaal wel eenigzints zoude kunnen worden geprolongeert, te meer daar zulks buiten prejudicie van dezelve Bos, en door het ftellen van eenige nadere poenaliteiten zelfs tot voordeel van dien, zoude kunnen gefchieden. Hebben, na deliberatie, goedgevonden en verftaan, te ordonneeren en ftatueeren, gelyk geordonneerd en vaftgefteld wordt by deezen, dat voorfz. VII Articul van 't opgemelde Reglement, en de poenaliteiten daar by tegen de gebreekige Contribuanten gefteld, zullen blyven in zyn geheel, onder deeze alteratien en ampliatien nogthans. Eerftelyk, dat die Leden die nog niet , trekkende zyn, wanneer dezelve meer dan 'veertien Weeken met het furneeren hunner Contributien ten agteren zyn, ook nog zullen worden geadmitteerd en ontvangen tot het volle half jaar toe, maar langer niet. mits dat dezelve als dan gehouden zullen zyn* te betaalen eene Boete van zes Stuivers en daar en boven te fourneeren dubbelde Contributien, voor zo veel Weeken als zy als dan ten agteren zullen zyn. Ofte wel indien dezelve onvermogende of ongenegen mogten zyn de voorfchreeven dubbelde Contributien direét te voldoen , als dan zullen kunnen volftaan met te betaalen de voorfz. Boete van zes Stuivers, doch in dien gevalle dan, boven den tyd dat zy aan de trekkinge zoude kunnen komen, nog zullen moeten wagten eens zo veel Weeken, als zy ingebreeken zyn geweeft te furneeren; in dier voegen dat by voorbeeld, iemand twintig Wecken gemanqueerd hebbende te contribueeren, en als dan opkomende, behalve de Boete van zes, Stuivers zal moeten betaalen veertig Weeken Contributien, of wel veertig Weeken langer wagten, eer hy eenige uitdeelinge kan genieten, boven den tyd dat hy anders aan de trekkinge geraakt zoude zyn. Ten anderen, dat die Leden, dewelke reeds kunnen trekken, insgelyks in de veertiende Week opkomende, zullen worden geadmitteerd tot het half Jaar toe, mits betaalende een Boete van zes Stuivers, boven en behalven hunne agterftallige furniftementen, en datdezelve daar en boven zullen moeten nuffen en verftooken zyn van een half Jaar uirdeelinge, die zy anderzints zouden hebben kun« nen trekken;en opkomende na hec half jaar, dezelve ook zullen worden geadmitteerd tot het volle Jaar toe, mits betaalende een Boete van twaalf Stuivers, benevens hunne agierftallige furniftementen , en daar en boven moeten miffen en verftooken zyn van een vol Jaar uitdeelinge: zullende die ook mede plaats hebben zo wel ten aanzien van zoda- ni-  KEUREN DER STAD HAERLEM. s» Resolutie, waar' by de Beftuurders en Vinders van de VRYWILLIGE ALGEMEENE BOS tot Begraavenisfen en onderftand van HOOGBEJAARDEN boven de zeftig Jaaren oud, worden gequalificeerd, de geheele Contributien en Intresfen , alleen onder aftrek van de daar by bepaalde fomma , te mogen uitkeeren, en zulks voor yyf Jaaren *, van den 6 November 1772. BURGEMEESTERENen REGEERDERS der STAD HAERLEM, gehoord hebbende de Lefture van de Requefte aan hun Ed. Groot Achtb. geprefenteerd door de Beftuurders en Vinders van de Vrywillige Algemeene Bos tot Begraaveniffen en onderftand van Hoogbejaarden boven de zeftig Jaaren oud. Te kennen geevende, dat op der Supplianten verzoek, en te kennen geeven in den Jaare 1762 , by appointement van hun Edele Groot Achtb. in dato 30 October deszelven Jaars, met alteratie van de Articulen XVI en XVII van derzelver Reglement van den 3 Auguftus 1752 , zynde gearrefteerd een verminderde doch geproportioneerde uftdeelinge voor den tyd van neegen Jaaren, en zulks 1 tot den Jaare 1770 incluis; daar by verders is geftatueerd, dat in den Jaare 1771 en vervolgens alle de Contributien en Intreften, (na aftrek van de gewoone fomma van twaalf honderd Guldens voor de Begraaveniffen) zouden moeten worden uitgedeeld, behou delyk echter dat altoos ten minften eene fomma van vyf honderd Guldens inRentgeevend Capitaal wierde aangelegd, en mitsdien voor 't maaken der repartitie, ook nog daar van wierde afgetrokken. Verzoekende, om redenen ten Requefte geallegueerd, dat hun Ed. Groot Achtb. hen Supplianten, gelieven te authorifeeren, om de geheele Contributien en Intreften, zonder eenig aftrek dan van de eerftgemelde twaalf honderd Guldens, te mogen uitkeeren, tot zo lange dat de uitdeeling voor ieder trekkend Lid wederom kome te beloopen op twintig Guldens, ofte voor zodanigen tyd van vyf of meer Jaaren by provifle, als hun Ed. Groot Achtb. zullen goedvinden te bepaalen. Hebben, na deliberatie , goedgevonden en verftaan, de Supplianten te authorifeeren , omme by provifle voor den tyd van vyf Jaaren, de geheele Contributien en Intreflen zonder eenige andere aftrek dan van de eerfte gemelde twaalf honderd Guldens te mogen uitkeeren. Zullende Copie deezer aan de Supplianten tot narichtinge worden gegeeven. Vervolg van'tII.Deel,5 Stuk, Xx Am- nige Leden die zich a&ueel in deezen gevalle bevinden, als die in 't vervolg daar in zouden mogen geraaken. En zal Copie deezer aan de voorfz. Beftuurders en Vinders worden gegeeven tot narichtinge, met ordre om het zelve te doen drukken ten koften van derzelver Bos, en aan ieder der Leden mede een Exemplaar ter hand te ftellen.  336 KEUREN DER STAD HAERLEM. Ampliatie en Alteratie van 'c Reglement op de VRYWILLIGE ALGEMEENE BOS tot Begraavenisfen, en onderftand van HOOGBEJAARDEN boven de zeftig Jaaren oud; van den 5 September 1775. BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STAD HAERLEM, gehoord hebbende de Letïure van de Requefte , aan bun Ed. Gr. Achtb. geprefenteerd door de gezamentlyke Beftuurders en Vinders van de Vrywillige Algemeene Bos tot Begraaveniftèn en Onderftand van Hoogbejaarden , boven de 1 zeftig Jaaren, met confent en permiffie van hun Ed. Groot Achtb. opgerigt den 3 Auguftus 175 a. Te kennen geevende, dat door het niet inkomen van nieuwe Leeden, immers van zeer weinige, als hebbende in de laatfte zeven Jaaren '/ getal derzelven maar bedraagen vier-en-dertig, de Inkomften deezer Bos zeer aanmerkelykverminderdzyn, zelfs in zo verre, dat, met den Jaare 1769 dezelve nog bedraagen hebbende f 5 267-3-8, nu in het laatft gepafeerde Jaar 1774, maar hebben gerendeerd f 3457-8 :, zynde een vermindering van inkomften van meer dan 400 Nommers, en zulks in verre na niet toereikende, omme, ingevolge de ampliatie en alteratie van de Ordonnantie op deeze Bos, in dato 30 Oclober 1762, daarvan, en van de Intereften van het Capitaal deezer Bos, groot f 52632-:-:, *j Jaarlyks aftezonderen eene Somma van f 1200-:-:, voor de Begraaveniftèn en Koften op de Admmifiratie als anderzins te vallen, en daar uit aan de trekkende l Leden uit te deelen f 4000. Dat evenwel tot dus verre de Supplian- i ten, nopens dezelve Uitdeelinge aan de trekkende Leden, hen zo veel mogelyk aan de fchikkingen, by die ampliatie gemaakt, hebben gedraagen ; edoch, dat zy Supplianten hen in het abfolute onvermogengefteldvinden verder daarin te continueeren; zulks dat zonder tuffchenkomende verandering, zelfs nog met deezen Jaare, eene vermindering van Uitdeeling zoude moeten plaats hebben, dewelke echter naauvulyks vallen kan, of dezelve zoude byna geheel tot niet loopen, aangezien het getal der trekkende Leden van tyd tot tyd zo conftderabel en buiten alle verwagting heeft toegenomen , dat hetzelve thans beftaat in meer dan vyf honderd Nommers, tv aar van een ieder dus maar kan genieten de geringe Uit deeling van fS's Jaars, terwyl Jaarlyks en van tyd tot tyd hetzelve getal, als uit daar van geformeerde Lyften blykende is , ftaat te vermeerderen , en de ondervinding zedert verfcheiden Jaaren doet zien, dat Jaarlyks hetzelve getal van aankomende trekkende Leden, verre het getal der geenen die daar tegens komen te overlyden, overtreft, en dus van zelve, al konde eens worden volgehouden om Jaarlyks een Capitaal van f 4000 aan hen uittedeelen (dat nogthans onmogelyk deeze Uit deeling voor ieder nog verder ftaat te verminderen, en wel te meer door het trekbaar worden van zodanige Leden, die door hunne gedaane verdubbelde Contributien , tot verdubbelde Trekkingen gerechtigd zyn. Dat gelyk uit allen deeze, en dus by de uitkomfte der zaake, ten duidelykflen blykt, dat de voorfz. Bos aan deszelfs voornaame en nuttige oogmerk en ftigting niet beftendig kan beantwoorden , namentlyk om Hoogbejaarden boven de zeftig Jaaren, met eene Uitdeeling, die hun van eenig zveezentlyk nut zoude kunnen zyn, te onder(leunen; ja dat dezelve, zonder nadere voorziening, niet beft and is om voorfz. geringe Uitdeeling van f 8 in het Jaar aan 'eder Lid te bezorgen, het alzo aan de yupplianten was voorgekomen van de uiterle noodzaakelykheid te zyn, om eene merlelyke verfchikkinge in de voorfz. Bos te naaken; en zulks wel ten dien effetle, dat voortaan geene nieuwe Leden in dezelve Bos worden aangenomen, om by derzelver leven te kunnen trekken, maar alleen om by derzelver Overlyden tot het genieten van Penningen tot een Begraavenis gerechtigd ',e zyn ; doch waarby teffens en voornamentlyk in het oog gehouden worde, dat ie thans zynde Leden derzelve Bos, zo die >'eeds trekbaar zyn, als die by vervolg trekbaar zullen worden, kunnen blyven jouis'eeren, ten minfte van zodanige Jaarlykfche Uitdeeling van f 8, voor ieder Nommer , als thans plaats heeft en uitgedeeld wordt  KEUREN DER STAD HAERLEM. 337 wordt, ten ware dezelve daar van vrywillig wilden afzien en liever op de natemeldene wyze, even als nieuw inkomende Leden, deel in deeze Bos hebben. Dat vervolgens zy Supplianten door zeer veele Leden deezer Bos en anderen, als met hen Supplianten overtuigd zynde, dat op den thans zynde voet, de voorfz. Bos onmogelyk kan 'beftaan, en dat eene fpoedige verandering hoogftnoodzaakelyk is, tot het maaken deezer verandering aangefpoord zynde, met toezegging van zeer veelen , om dan deel in deeze Bos te neemen, en zelve ook van zeer veelen der reeds zynde Leden, om van bun recht tot de genieting van Uitdeeling by hun leven af te zien, als liever verkiezende, dat hunne IVeduwen of Erven tot de genietinge van een bekwaame Somme tot een Begraavenis gerechtigd zyn; dan ook na ferieufelyk alles overwogen en nagegaan te hebben, hadden geprojecleerd eenige nadere Poinclen en Articulen, op welken zy Supplianten vertrouwen, dat op een duurzaamenenbeftendigen voet, deeze Bos, zo ten faveure van de thans zynde Leden, als van de verdere nieuw inkomende, en ter voldoening van beiden einde en oogmerk beft beft and zoude kunnen blyven. Verzoekende mitsdien daaromtrent hun Ed. Groot Achtb. nadere voorzieninge en ordres. Waarop gedelibereerd zynde, is goedgevonden en verftaan, by ampliatie en alteratie van 't Reglement deezer Bos, te ordonneeren en te ftatueeren de navolgende Poinclen en Articulen. * Articul I. Voortaan zal niemand meerder als Lid dee-* zer Bos worden ingetekend, om by deszelfs Leven tot het trekken of genieten van eenige Uitdeelingen gerechtigd te zyn, zo als by de XVI, XVII en XVIII Articulen der Ordonnantie en opgevolgde ampliatie derzelven is vaftgefteld, maar alleen om recht te hebben tot de Penningen eener Begraavenis, in diervoegen als hierna zal worden bepaald. II. Dat dienvolgende ook voortaan geene ver- i dubbeling van Contributie, zo als by de ampliatie van 't voorfz. Reglement, van dato t a8 Mai 1755 is coegelaaten, met opzigt tot 1 nieuw inkomende Leden zal plaats hebben , als zynde alleenlyk maar ingericht voor trekkende Leden, om by hun leven verdubbelde Uitdeelingen te genieten. III. Dat de weekelykfe Contributie voor ieder nieuw inkomend Lid zal blyven, zo als by » het VI Articul van het Reglement is gefixeerd, een en een halve Stuiver; doch, dat voor het recht van inkomen, in plaats van eene Gulden en zes Stuivers, zo als by hetIVArticul is gefixeerd, door ieder Perfoon maar zal worden betaald tien Stuivers , en zes Stuivers vooreen Weekboekje en Ordonnantie, zullende tot getal van de eerfte honderd nieuwe Leden worden geadmitteerd Perfoonen boven de veertig, doch niet hooger dan vyftig Jaaren oud, mits zy echter van de Jaaren die zy boven de veertig zyn, de volle Contributie betaalen, 't zy aanftonds ofte by vervolg door hunne Contributien te verdubbelen, zullende by ontbreeken of wanvoldoeninge van dien, dezelve Contributien by Overlyden van de Begraavenis - Penningen worden afgekort. IV. Dat zo iemand der nieuw inkomende Leden den tyd van drie Maanden wagt met zyn Fourniffement te voldoen, en danpromptelyk alles af betaalt, niet zal verbeuren, maar zo hy dan maar betaalt twee Maanden, dat dezelve dan zal verbeuren, voor ieder hoofd, agt Penningen, en zo hy maar voldoet eene Maand, dat dezelve dan zal verbeuren, voor ieder hoofd, eene Stuiver, en dar die geene, welke op de veertiende Week eerft komt betaalen, zal verbeuren twee Stuivers voor ieder Hoofd , mitsgaders dat wanneer als dan iemand in gebreeken blyft zyne verfchuldigde Contributie met dezelve Boete van twee Stuivers te komen betaalen, van zyn recht tot deeze Bos verfteeken zal zyn ; edoch, dat by aldien byzondere redenen daartoe dienen, ook nog zullen worden aangenomen zodanige Leden, welken meer dan 14 Weeken met hunne Contributien ten achteren zyn, tot het volle half Jaar toe, maar langer niet, mits betaalende eene Boete van zes Stuivers, en dat dezelve daar en boven zullen gehouden zyn te furneeren dubbelde Contributie voor alle de Weeken die zy dan ten agteren zullen zyn , of wel, indien dezelve ganfeh onvermogende mogten zyn de voorfz. dubbelde ContriXx 2 bu-  338 KEUREN DER STAD HAERLEM. bucien direét te voldoen, dat dezelve als dan zullen kunnen volftaan mee te betaalen de voorlz. Boece van zes Stuivers; en zullen dezelve hunne achterftallige Concribucien by vervolg dan van de Begraafnis-Penningen worden afgekorc. v. Dat tot een Begraafnis zal worden uitgekeerd , van die geene die zes- en- twincig achtereenvolgende Weeken in deeze Bos , alleen om een Begraafnis te geniecen, zal zyn ingetekend geweeft, honderd Guldens. Doch zo dra hec gecal der Leden, die alleen tot een Begraafnis concribueeren , zal zyn geaccre/ceerd tot 200, dat als dan zal worden uitgekeerd, ƒ 105 — : — : tot 300 ƒ 110 — : — : tot 400 ƒ115 — : — : tot 500 ƒ 120 — : — : tot 600 ƒ 125 — : — : tot 700 ƒ 130 — . — : en zo vervolgens na mate dezelve Bos in Capitaal of Leden zal komen toe te neemen, zo als dan bevonden zal worden te kunnen plaats hebben. vi. Dat alle de tegenwoordig zynde Leden deezer Bos, dewelke nog niet trekbaar zyn, en maar voor eene Nommer contribueeren, geneegen zynde om van hun rechc coc de ge niecinge van Uicdeeling af te ftaan, en om in plaacs van dien, even als de nieuw inkomende Leden, maar alleen coc een Begraafnis ce concribueeren, zulks zullen vermogen ce doen, en als zodanige zullen worden overgecekend; mies, indien dezelven boven de veercig Jaaren oud geweeft zyn, een tyde wanneer zy in de Bos gekomen zyn, door hen die Jaaren zullen moeten worden voldaan, ofte zo dezelven daartoe in abfolute on geleegenheid mogte zyn , dat dan die meerdere Jaaren Contribucie van de Penningen ter hunner Begraafnis zullen moeten worden afgekort. vii. Dat ook die Leden, welken door hunne verdubbelde Contributien (ingevolge de ampliatie van dato 28 Mai 1755) meerdere Nommers hebben en nog niet trekbaar zyn, insgelyks zulks verkiezende, van hun recht tot de genietingen van Uitdeelingen, zullen mogen afftaan, en alleen tot Leden die tot een Begraavenifle, invoege als voo-l ren, contribueeren (mits niet meerder dan met eene Nommer), worden aangenomen en overgetekend, wanneer aan hun voor de verdere Nommers, die zy in deeze Bos hebben, voor twee derde Porden, blyvende hec overige een derde een behoeven deezet Bofte, relticucie zal worden 'gedaan van de Penningen, die zy voor dezelve meerdere Nommers geconcribueerd hebben. vul Dac de Uicdeelinge aan de trekkende Leden , voortaan zal zyn, in plaats van zo als die by de ampliatie, van 30 October i~6i, is gereguleerd, voor ieder Nommer agt Guldens 'sJaars, zonder te mogen worden verminderd zullende, dewyl zeker de Inkomften der Bos daartoe niet toereikende zyn, van tyd tot tyd, van het Capitaal zo veel worden afgeftooken, als tot het doen dier Uitdeelingen nodig zal worden bevonden, en tot welke affteekinge en verminderinge van 't Capitaal de Beftuurders en Vinders by deeze worden geauclorifeerd en gequalificeerd, als kunnende deeze vermindering buiten prejudicie gefchieden, ter oorzaake, dat geene nieuwe Leden, om by derzelver leven te kunnen trekken , worden aangenomen; zulks dat fchoon in de eerfte Jaaren apparent het getal der trekkende Leden nog zal vermeerderen, zeker by vervolg en wanneer de verdere thans nog zynde Leden, die nog niet trekbaar zyn, trekbaar zullen zyn geworden, derzelver getal van cyd coc tyd merkelyk moec verminderen, en door den cyd geheel uitfterven, wanneerhetFonds deezer Bofte, alleen moerende dienen tot Uitdeelingen van Begraaveniftèn, van veel minder Capicaal, als waarin het zelve thans beftaat, behoeft tc zyn. ix. Dat wanneer iemand der Leden, zo nieuw inkomende als eegenwoordige, komt te trouwen, het even als by het III Articul van het Reglement is toegelaaten , aan denzelven zal vryftaan, om zyn of haar Vrouw of Man te komen aangeeven, of laaten intekenen, in de eerfte of tweede Week na dat zy zyn getrouwd, zo het dan byeenkomft is voorde Letter, waaronder zy gehooren; edoch met dat onderfcheiddat wanneer dezelve aangetrouwde boven de veertig Jaaren oud zyn , voor die meerdere Jaaren die zy hebben Contributie zal moecen worden becaald, het zy ter-  KEUREN DER STAD HAERLEM. 339 terftond , of wel na dat dezelve een half Jaar in de Bos zullen zyn geweeft, of by vervolg door verdubbeling hunner Contributien, zullende by wanvoldoeninge het zelve by derzelver Overlyden van het uit te keeren Begraafnis-Geld worden afgekort, en zal by het inkomen van dezelve aangetrouwde (die gelyk recht tot de Uickceiing voor een Begraafnis zullen hebben als hier vooren is bepaald) moeten worden betaald voor het inko men tien Stuivers. X. Dat voortaan voor de zulke, die c'eeniger tyd in het Oude Mannenhuis, of op eenig Hofje komen (en waar voor ingevolge hec XIX Articul van het Reglement, indien dezelve voor Rekening van zodanig Huis of Hofje worden Begraaven, geene Uitkeering zoude plaats hebben) zal worden uitgekeerd, indien dezelve den tyd van zes volle jaaren Leden deezer Bos zullen zyn geweeft, en anders niet, de helfte der Penningen die dezelven zullen hebben gecontribueerd. XI. Dat voortaan , wanneer iemand van de Leden in het Gafthuis komt te fterven, en Man of Vrouw nalaat, even als by het XXII Articul van het Reglement is geordonneerd, de eene helft der Penningen tot een Begraafnis gelchikc, zal vervallen aan of ten behoeven van deeze Bos, doch dac tot de wederhelft , behalven de Weduwe of Weduwenaar, en by ontbreeken van dezelve, ook gerechtigd zullen zyn des Overleedens Kinderen, en die mede ontbreekende, ook derzelver Broeders en Zufters, zulks dat niet anders dan ingevalle die allen ontbreeken , de wederhelft mede aan de Bos vervallen zal, en in dat geval niets zal behoeven te worden uitgekeerd; doch zal het echter in zodanig een geval aan de Beftuurders en Vinders deezer Bos vryftaan, om tot de verbeetering tot de Begraafnis van zodanige Lyken, iets te contribueeren. XII. Dat in plaatfe van het geftatueerde byhet XXIII Articul van het Reglement, met op¬ zigt tot die geene die zes Jaaren hebben ge» contribueerd, en zich begeeven op de vaart of in militairen dienft, voortaan zal plaats hebben, dac aan hen de helft hunner ingelegde Penningen zullen worden gerefticueerd, en dac dezelve daarmede van allen verder recht tot deeze Bos vervallen zullen zyn. Xlït Dat wanneer iemand komt te overlyden, welke Kind of Kinderen nalaat, die in een Godshuis worden aangenomen, de Penningen, welke van hec Begraafnis-Geld zullen komen over te ichieren, zullen worden eer I hand gefteld aan de Regencen van zodanig Huis, om door dezelven ce worden bewaard, een behoeven van dezelve Kinderen, om by hun uicgaan uic zodanig Huis aan dezelven te worden uitgekeerd. XIV. Dac by overlyden van Leden deezer Bos, zonder Weduwe , Weduwenaar of Erfgenaamen na ce laacen, en zonder op de beheering zyner of haarer Begraafnis eenige ordre ce hebben gefteld, de Beftuurders en Vinders deezer Bos zullen zyn bevoegd en gequalificeerd, om zodanig Lyk uit de Begraafnis-Penningen een behoorlyke Begraafnis aan te doen en die te dirigeeren en te befchikken, zo als zullen vermeenen te behooren , zonder iemands bekreun of tegenzeggen , en ingevalle, na voldoening van alle Koften en van derzelver behoorlyk Sadaris, nog iets van de voorfz. BegraafnisPenningen mogte overfchieten, dat dezelve dan zullen worden overgegeeven ten behoeven van den Armen dier Gemeente, tot welke de Overledene zal hebben behoord. Blyvende al 't geene by het voorfz. Reglement en nadere Ampliatie van dien is gearrefteerd, voor zo verre tegens deeze niec ftrydende is, in alle andere opzigcen in zyn geheel. En lallende allen en een iegelyk, zo die geene die reeds deel in deeze Bos nebben, als in dezelve in 'c vervolg zullen komen ce neemen, zich in allen opzichcen na bovengemelde Poincien en Arciculen ftiptelyk te reguleeren en te gedraagen. Xx 3 Rb-  34° KEUREN DER STAD HAERLEM. Resolutie, waarby de Overlieden van de VRYWILLIGE ALGEMEENE BOS ter Begraavenisfen, en onderftand van HOOGBEJAARDEN boven de 60Jaaren, gequalificeerd worden, om met Leden die verkiezen voor zekere Somma van hun recht afftand te doen, te mogen contraéleeren; van den 21 April 1779. Compareerde ter Kamer van de Edel Groot Achtb. Heeren BUR GE MEESTEREN en REGEER DERS der STAD HAERLEM, Jfaai Winne, Burger en Inwoonder deezer Stad, mitsgaders Lid van de Vrywillige Algemeene Bos ter Begraafnis, en onderftand van Hoogbejaarden boven de zeftig Jaaren. Te kennen geevende, dat hy federt eener geruimen tyd van Jaaren Lid van de gemelde Bos zynde geweeft, in den Jaare 1775 , wanneer op derzelver Ordonnantie eene nadere Ampliatie en Ordonnantie is gemaakt, mitsgaders by hun Ed. Groot Achtb. eene refolutie genomen, waarby de Beftuurders en Vinders van gemelde Bos geauthorifeerd en gequalificeerd wierden, omme aan de Leden de keuze te geeven, om in plaatfe van Jaarlyks voor ieder Nummer eene Uitdeeling van agt Guldens en na hun overlyden voor een Begraafnis te genieten veertig Guldens in eens, by Uitkoop voor al hun recht tot dezelve Uitdeelinge en Begraafnifle te ontvangen , als by gemelde refolutie breeder is omfchreeven \ dat hy Ifaac Winne te dier tyd had verkoozen Jaarlyks te ontvangen gemelde Uitkeering van agc Guldens, en dat alsdan na zyn overlyden aan zyne Erfgenaamen betaald zoude worden een Summa van veertig I Guldens, in boope dat hy daar alzo wede zoude hebben kunnen blyven continueeren tot aan zyn dood; dan alzo hy voor het tegenwoordige eenige contanten benoodigd zoude hebben, hy gaarne van voorfz. Uit- Ampliatie en Alteratie van de Ordonnantie op de BEURS of zo genaamde DOODE KOFFER, gedateerd 20 November 1753; van den 9 November 1781. ; 1 koop, waar toe Beftuurders en Vinders van - voorfz. Bos, in den Jaare 1775, geauchori• feerd waren aan de Leden te geeven , als nog zoude willen jouisfeeren; verzoekende mitsdien dat hun Ed. Groot Achtb. meergemelde Beftuurders en Vinders zouden gelieven te authorifeeren, omme aan hem Ifaac Winne zo veel contante penningen uic te keeren als hem ingevolge voorfz. refolutie van 5 September 1775 zoude roekomen. Waar op gedelibereerd zynde, hebben hun Ed. Grooc Achcb., na verhoor van de Overlieden van meergemelde Bos, goedgevonden en verftaan, dezelven ce auchorifeeren, aan gemelde Ifaac Winne uic ce keeren zodanige Somma als hem volgens hun Edele Grooc Achcb. Refolutie, in daco5 September 1775 ■> zoude competeeren , mies hy voor nu cn alcoos zoude moecen afzien van al zodanig rechc als hy op gemelde Bos immer zoude gehad hebben, authorifeeren en qualificeeren wyders voorfz. Beftuurders en Vinders, omme ingevalle er eenige meerdere Leden van de voorfz. Bos invoegen voorfz. afftand van hun recht tot de Bos zouden willen doen, dat zy alsdan altoos gebruik mogen maaken van hun Ed. Grooc Achtb. refolutie in dato 5 September 1775. En zal Copie deezer aan de Beftuurders en Vinders van de Algemeene Bos ter Begraafnis, en onderftand van Hoogbejaarden boven de zeftig Jaaren, coc narichcinge werden gegeeven. BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STAD HAERLEM , gezien en geëxamineerd heb¬ bende, hec Requeft, aan hun Ed. Groot Achcb. gepraïfenceerd door de Opz;eners of Hoofdmannen van de Beurs of zogenaamde  KEUREN DER STAD HAERLEM. 34i de Doode - Koffer, waar by dezelven om de vermindering, die hunne Kas door de buitengewoone Sterfte heeft ondergaan, dan waarin zy meenden dat in 't byzonder door eene verminderde en meer geëvenredigde Uitdeeling ten behoeven van de zulken, die maar korten tyd tot deeze Beurs mede gecontribueerd hebben, merkelyk zoude kunnen worden voorzien, verzoeken, dat door eene ampliatie der Ordonnantie op deeze Beurs, en byzonder van het XVIII, Articul der Ordonnantie van den 2oNovem-l ber 1753 het vooriz. defect en onevenredigheid mogt worden geremedieerd: Hebben , na deliberatie, ingevolge der Supplianten gedaan verzoek, goedgevonden en verftaan, by ampliatie en alteratie der Ordonnantie op deeze Beurs te ftatueeren, gelyk geftatueerd wordt by deezen: Dat alle de geenen, welken na den laatften December 1781 , 't zy door met een Lid deezer Beurs te trouwen, als anderzins, tot Leden derzelve zullen worden aangenomen en ingetekend, wanneer zy alleen zes Maanden als Leden zullen hebben gecontribueerd, niet meerder voor Uitdeeling zullen genieten dan zeftig Guldens, en voor ieder Jaar, dat zy langer zullen hebben gecontribueerd vyf! Explicatie van het laatfte Lid van de Ampliatie der Ordonnantie op de BEURS of zoo genaamde DOODE-KOFFER, den 9 November 1781 gearrefteerd; van den 31 December 1788. Compareerden ter Kamere van de Ed.Gr. Achtb. Heeren BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STAD HAERLEM, Willem Souffé en Hermanus van Hunfel, als Hoofdmannen van de Beurs of zo genaamde Doode-Koffer. Te kennen geevende, dat onder de gezamenlyke Hoofdmannen van dezelve Beurs, verfchillend gedagt wierd over het verftand van de uitdrukking, den eerf volgenden Zitdag , voorkomende in het laatfte Lid van de ampliatie der Ordonnantie op de voorfz. Beurs, in dato 9 November 1781, welk laatfte Lid van gemelde ampliatie aldus luidt: „ dat eindelyk, by aldien een der Leden „ door verzuim van betaaling uic deeze Beurs „ mogt komen uittevallen, de zodanige we„ derom verkiezende als Lid te worden aange„ nomen, als dan in dezelfde Claffis zal worden „ ingetekend, waar uit hy is uitgevallen, mits „ zich aangeevende op den eerjlvolgenden „ Zitdag, na dat hy uitgevallen is." Namelyk , of door die eerftvolgende Zitdag moec verftaan worden de eerfte Zitdag die volgt na dac zodanig Lid uic die Beurs is uicgevallen, of wel de eerfte Zicdag voor die Leccer waar roe zodanig uicgevallen Lid behoorc: verzoekende daarom en coc affnyding van verfchillende begrippen onder de Overlieden deswegens, hun Edele Grooc Achcb. explicacie. Waar op gedelibereerd zynde, hebben hun Guldens meerder; rot agt Jaaren toe; zullende dezelven niet eerder , dan na dat zy agt Jaaren hebben gecontribueerd, de volle Uitdeeling kunnen trekken , doch dat, wan-, neer die Uitdeeling onverhoopc mogce verminderen, de zodanigen, die nog geen agt Jaaren hebben geconcribueerd, naar evenredigheid minder zulien geniecen ; als zullende , ingevalle de geheele Uicdeeling niec meerder dan negencig Guldens moge bedraagen , iemand, die niec langer dan zes Maanden als Lid heeft gecontribueerd, genieten vyftig Guldens, en vyf Guldensmeerder voor elk Jaar daar en boven, tot agt coe, zo als hier boven is bepaald. Dac eindelyk, by aldien een der Leden door verzuim van becaaling uit deeze Beurs mogt komen uit te vallen , de zodanige, wederom verkiezende als Lid re worden aangenomen , als dan in dezelfde Claffis zal worden ingecekend, waaruic hy is uicgevallen, mies zich aangeevende op den eerftvolgenden Zitdag, na dat hy uitgevallen is. En zal Copie deezer aan de Supplianten gegeeven worden, om denzelven te ftrekken daar en zo het behoort.  342 KEUREN DER STAD HAERLEM. hun Ed. Groot Achtb. goedgevonden en verftaan te verklaaren, gelyk verklaard wordt by deezen, dat door de eerftvolgende Zitdag na dat een Lid uit de voorfz. Beurs is uitgevallen, in de bovengemelde ampliatie van den 9 November 1781 voorkomende, moet verftaan worden, de eerfte Zitdag van zodanige Letter waar toe het uitgevallen Lid behoort. En zal Copie deezer aan de Hoofdmannen van de voornoemde Beurs of Doode - Koffer tot hunne narichtinge gegeeven worden. Alteratie van de Ordonnantie van de VRYWILLIGE LIEFDE BEURS, waar by aan de Overlieden en Vinders voor hunne weekelykfe en vier-en deel Jaars Comparitien worde toegelegd, TIEN STUIVERS 's Weeks, ofte wel ZES- ENTWINTIG GULDENS in 't Jaar; van den 15 January 1772. BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STAD HAERLEM, gehoord hebbende de leef ure van de Requefte, aan hun Ed. Groot Achtb. geprefenteerd door de gezamentlyke Overlieden en Vinders van de Vrywillige LiefdeBeurs binnen deeze Stad, om redenen byde Requefte gemeld, verzoekende, dat hunEd. Groot Achtb. hun Supplianten goedgunftelyk geliefden te confenteeren en permitteeren, omme voor de koften van derzelver weekelykfe en vier-en-deel jaars comparitien, ten laften van deeze Liefde-Beurs in rekening te mogen brengen, ieder week tien Stuivers, ofte eens zes-en-twintig Guldens in 't Jaar, I en dat hun Ed. Groot Achtb. daar van geliefden te verleenen Appointement in forma. Hebben , na deliberatie , goedgevonden en verftaan het voorfz. verzoek te accordeeren, zo als geaccordeerd wordt by deeze wordende dienvolgens de Supplianten by deeze gepermitteerd om voor de koften van derzelver weekelykfe en vier-en-deei jaars comparitien ten laften van de voorfz. Vrywillige Liefde-Beurs in rekening te brengen, ieder week tien Stuivers, ofte eens zes-en« twintig Guldens in 't Jaar. En zai Copie deezer gegeeven worden aan de Supplianten tot derzelver narichtinge. Interpretatie of Ampliatie der Ordonnantie od de VRYWILLIGE LIEFDE BEURS, raakende de fournisfementen en het recht van inkomen van Perfoonen, die met een Lid deezer Beurs trouwen, en boven de veertig Jaaren oud zyn ; van den 16 February 1781. BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STAD HAERLEM , gezien en geëxamineerd hebbende den inhoud van 't Requeft, aan hun Ed. Groot Achtb. geprefenteerd door de agt thans in dienft zynde Beftuurders der Vrywillige Liefde-Beurs binnen deeze Stad, tendeerende in fubftantie om van hun Ed. Groot Achtb. by wege van Interpretatie of Amplia¬ tie der Ordonnantie op de voorfz. Beurs, tot wegneeming eener fchadelyke ongelykheid die by het inkomen in dezelve van Perfoonen, die met Leden van de gezegde Beurs trouwen, wei eens ondervonden is, tc verzoeken, dat ten aanzien van zodanige Perfoouen, met Leden van de Beurs trouwende, en volgens Articul X der Ordonnantie in de Beurs ingenomen wordende, ook plaats zou moeten  KEUREN DER STAD HAERLEM. 343 ten grypen, het geen by het VIII Articul derzelver Ordonnantie, met opzicht tot Man en Vrouw , te gelyk in de Beurs willende komen, doch waar van een van beiden reeds meer dan 40 Jaaren bereikt heeft, is bepaald; hebben, na deliberatie, en fpeciaal gelet zynde dat de verzogte voorziening niet alleen in de intentie der Ordonnantie reeds ligt opgelloocen, maar ook nog nader by hun Ed. Groot Achtb. Refolutie van den 25 July 1765 fpeciaal in 't oog gehouden en geconftateerd is, goedgevonden en verdaan, by de voorlz. reeds gemaakte difpolitien te perfifteeren, en mitsdien voor zo veel des noods nog nader te verklaaren dat het waare oogmerk van hun Ed. Groot Achtb. is en blyü: dat -wanneer een Lid van de voorfz. Beurs met iemand trouwt, die geen Lid is, maar echter begeert daartoe aangenoomen te voorden, zulks by continuatie zal moeten gefchieden, doch niet anders ten zy het gemelde aan te neemen Lid, in geval het meer dan vcer(*g Jaaren oud mogt zyn, boven het ordinair fourniffement en Inlage, ten aanzien van het inkomen in de Beurs by de orde bepaald , voor elk Jaar boven den gezegden ouderdom nog voldoe twee Guldens en tien Stuivers, en voor de overige Maanden naar rato, en zulks op den zelfden voet en wyze , mitsgaders verder onder gelyke fchikkinge, als ten aanzien van Man en Vrouw te gelyk in de Beurs willende komen, doch waar van een boven de veertig Jaaren oud is, by bet VIII Articul der gemelde Ordinantie zyn beraamd en vaftgefteld. En zal Copie deezer aan de Supplianten tot narichtinge worden gegeeven, en om denzelven verder te ftrekken daar en zo't behoort. . Resolutie van Heeren Bürgemeesteren, waarby de Directeuren van de VRYWILLIGE ALGEMEENE SOCIËTEIT tot STUT des OUDERDOMS gequalificeerd worden, om de Uitdeeling voor de vyf eerftkomende Jaaren te voldoen met een Somma van VIER-EN-TWINTIG GULDENS; van den lójanuary 1771. BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STAD HAERLEM, gehoord hebbende de Ledture van de Requefte aan hun Ed. Gr. Achtb. geprefenteerd door Directeuren van de Vrywillige Algemeene Sociëteit tot Stut des Ouderdoms, opgerigt binnen deeze Stad, volgens Ordonnantie gearrefteerd in dato 28 Mai 1755, voorzien met eene ampliatie en alteratie in dato 4 September 1756. Daar by te kennen geevende, dat by nadere ampliatie en alteratie van de voorfz. Ordonnantie in dato 27 Auguftus 1765, onder anderen is gearrefteerd en vaftgefteld, dat van toen af aan, in plaats van alle vierendeel Jaars aan de trekkende Leden uit te keeren alles wat zo wegens contributien als intreften by Cas zoude worden bevonden, alle vyf Jaaren by de Supplianten (onder approbatie van hun Ed. Groot Achtb.) zoude worden opgemaakt eene calculatie zo van de fourniftementen en intreften die in die vyf Jaaren Honden in te komen, als van het getal der trekkende LeeVervolg van VII. Deel, 5 Stuk. den dan zynde, en welken die vyf Jaaren nog zouden aankomen, waar uit dan zoude worden geformeerd eene repartitie hoe veel geduurende de vyf volgende Jaaren aan elk der trekkende Leden evenveel zoude worden uitgedeeld, zo als dat voor de toen eerftkomende vyf Jaaren was vaftgefteld op vyftig Guldens 's Jaars. Dan dat de opgemelde tyd van vyf Jaaren au verftreeken zynde zy Supplianten dan ook ingevolge van ende ter voldoeninge aan den inhoud van hunne nadere ampliatie en alteratie Ordonnantie, van dato 27 Auguftus 1765, nu op nieuws hebben geformeerd en opgemaakt de ten Requefte annexe balance of plan, omme ingevolge van dien en na bekomen Approbatie van hun Ed. Groot Achtb. de uitdeelinge voor de nu eerftkomende vyf Jaaren aan de refpéctive trekkende Leden te doen. Verzoekende geauthnrifeerd en gequalificeerd te worden, naar de door hun Supplianten geformeerde en ten Requefte annexe Yy ba-  344 KEUREN DER STAD HAERLEM. balance of plan, omme, op den voet en wyze by de laatfte ampliatie en alteratie wyders gemeld, aan de refpéctive trekkende Leden van opgemelde Vrywillige Algemeene Sociëteit tot Stut des Ouderdoms voor de nu eerftkomende vyf Jaaren uit te keeren ende te voldoen de Somma van vier-en-twintig Guldens 's Jaars, voor ieder alle drie Maanden een geregte vierde part, en waar van het eerfte vierendeel Jaars zal zyn omgekomen February aanftaande. Hebben, na deliberatie , goedgevonden' en verftaan der Supplianten verzoek zoals het legt ie accordeeren, en dien volgende aan hun te permitteeren omme in de nu eerftkomende vyf jaaren uit te keeren ende te voldoen de Somma van vier-en twintig Guldens voor ieder; ordonneerende alle en een iegelyk wien het aangaan mag zich daar na te reguleeren. Zullende Copie deezer aan de Supplianten tot narichtinge worden gegeeven. Resolutie, waar by de Direcleuren van de VRY WILT tg f ALGEMEENE SOCIETEITtot STUT des OUDER DOMS, by provifle worden geauAorifeerd, omme voortaan te reekenen van primo November 1775 > alle de in een ge-' heel Jaar inkomende Contributien met de verfcheenen Intresfen van dat Jaar, over 't getal der trekkende Leden egaal te verdeelen , en Jaarlyks aan ieder van dezelven, op attellatie de vita en quitantie, deszelfs AANDEEL uit te keeren; van den 20 October 1775. BURGEMEESTERENen REGEERDERS der STAD HAERLEM, gehoord hebbende de Lecture van de Requefte, aan hun Ed. Groot Achtb. geprefenteerd door Directeuren van de Vrywillige Algemeene Sociëteit tot Stut des Ouderdoms binnen deeze Stad, op qualificatie van hun Ed. Groot Achtb. den 28 Mai J755 opgeregt. Te kennen geevende, dat op der Supplianten te kennen geeven door han Ed. Groot, Achtb. by nadere ampliatie en alteratie van hunne Ordonnantie in dato 27 Auguftus 1765, onder anderen is gearrefteerd en vaftgefteld, dat van toen af aan , in plaatfe van alle vieren- deel Jaars aan de trekkende Leden uit te keeren alles wat zo wegens Contributien als Intreften by cas zoude worden bevonden, alle vyf Jaaren by hun Supplianten onder approbatie van hun Ed. Groot Achtb. zoude worden opgemaakt eene calculatie zo van de fuinilfemenren en Intreften van het getal der! trekkende Leden dan zynde, en welken in ! die vyf volgende Jaaren nog zouden aanko-' men, waar uit dan zoude worden geformeerd j eene repartitie hoe veel, geduurende die vyf! volgende Jaaren, aan elk der trekkende Le-! den even veel zoude worden uitgekeerd, zo als dat voor de toen eerftkomende vyf Jaaren was vaftgefteld geweeft, of vyftig Guldens 's Jaars , en ook die Jaaren verftreeken geweeft zynde met primo November 1770, voor de vyf volgende Jaaren , en zulks tot primo November deezes Jaars 7775 incluis, dat op der Supplianten nader verzoek en te kennen geeven, by appointemente van hun Ed. Groot Achtb. in dato 16 January 1771 is gefixeerd geweeft op vier- en- twintig Guldens s Jaars, voor ieder trekkend Lid. Dan alzo deeze loopende rermyn van vyf jaaren eerlang wederom zal zyn verftreeken , en dus op nieuws eene calculatie voor vyf volgende Jaaren aan hun Edele Groot Achtb. ter approbatie zal moeten worden geprefenteerd en de Supplianten zich wederom vinden inde onmogelykheid omme te kunnen voldoen aan de fchikkinge by de nadere ampliatie van 27 Auguftus 1765 gearrefteerd, verzoeken dezelven dierbalven, dat hun Ed. Groot Achtb. hun Supplianten gelieven re aucftorifeeren en te qualificeeren , omme voortaan, te reekenen van primo Nevemher deezes Jaar saf, alle de in een geheel Jaar inkomende Contributien met de verfcheenen ïn- tres-  KEUREN DER STAD HAERLEM. 345 Ampliatie en Alteratie van het XIX Articul van de Ordonnantie van de BROEDERLYKE LIEFDE BEURS; van den 12 January 1776. BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STAD HAERLEM , gehoord hebbende de Lecture van de Requefte, aan hun Ed. Groot Achtb. geprefenteerd door de gezamentlyke veertien Beftuurders en Vinders van de Broederlyke Liefde Beurs, niet approbatie van hun Ed. Groot Achtb. opgericht den 25 November 1758. Te kennen geevende, dat ingevolge het XIX Articul der Ordonnantie van voorfz. Beurfe en van de ampliatie derzelve van dato 25 April 1766, van elke twee duizend Guldens, die het Capitaal deezer Beurs meer dan zeven duizend Guldens zouderendeeren, vyf Guldens meerder voor een Begraavenis zoude moeten worden uitgekeerd; des, dat daar en boven negen tiende parten van het geene de Beurs bevonden zal worden Jaarlyks de fomma van negen duizend Guldens te boven te ftaan, in de Maand December uitgedeeld zoude moeten worden aan zodanige Leden die een en een half Jaar in deeze Beurs geweeft en zo lang gecontribueerd zouden hebben, ieder hoofd even veel, na aftrek nogthans van hunne agterftallen, mitsgaders van de onkoften die dat Jaar zouden weezen gemaakt, en voorts van zodanige Penningen als geen Stuiver per hoofd zoude kunnen uitmaaken , welke Penningen , benevens het refteerende tiende part van het gemelde overfchot, mede tot Capitaal zouden moeten opioopen. Dan, dat de Supplianten, nagaande en in aanmerkinge neemende, wanneer 't Capitaal deezer Beurs de voorfz. fomma van negen duizend Guldens te boven zal gekomen zyn (bedraagende het zelve thans ruim agt duizend Guldens), van welk gering aanbelang deeze uitdeeling, die nogthans veel moeite en omflag zoude veroorzaaken, zoude kunnen zyn, en dat zeker dezelve nooit meerder dan maar eenige weinige Stuivers voor ieder der Leden zoude kunnen beloopen , geconfidereerd dat het getal der Leden bedraagt ruim negen honderd, waar van meer dan drie vierde thans reeds meer dan ander halfjaar Leden deezer Bos geweeft zyn , ende dat het een zeer voordeelig Jaar zoude moeten zyn, wanneer het Capitaal eens zeven honderd Guldens accrefceerde; gaarne deeze fchikkinge zouden hebben te niet gedaan, en, in plaatfe van het by bet zelve Articul geftatueerde, vaftgefteld, om van ieder duizend Guldens, welke het Capitaal boven de zeven duizend Guldens rendeeren zal , vyf Guldens meerder voor een Begraavenis te moeten uitdeelen; vertrouwende zy Supplianten dat het voor de refpeéïive Leden van een weezenlyk meerder nut zal zyn, zo veel meerder voor een Begraavenis te genieten, voor zo verre zy daar van dan nog iets over kunnen houden, dan 's Jaars eene zo geringe uitdeelinge te erlangen , daar zy Supplianten ook zeker ftellen hun fonds dan tot zo veel hooger uitkeering toereikende te zullen zyn, aangezien 't Capitaal accrefceerende de Intreften mede na advenant vermeerderen. Dat verder ook wel by het XXIII Articul van voorfz. Ordonnantie is geftatueerd, dat van de Penningen deezer Beurs Yy 2 nooü treden van dat Jaar, over 't getal der trekken-1 de Leden egalyk te verdeelen, en Jaarlyks tegen behoorlyke atteftatie de vita en quitantie aan ieder trekkend Lid deszelfs gerechte aandeel uit te keeren en te laaten volgen; hebben, na deliberatie, goedgevonden en ver-' ftaan, de Supplianten, ingevolge derzelveri verzoek, by provifle en zo lange de voorfz. Sociëteit in geen favorabele omftandigheden zal zyn, te aucftorifeeren en te qualificeeren ,' omme voortaan, te reekenen van primo No-1 vember deezes Jaars af, alle de in een geheel Jaar inkomende Contributien met de verfcheenen Intreften van dat Jaar, over 't getal der trekkende Leden egalyk te verdeelen, en Jaarlyks tegen behoorlyke atteftatie de vita en quitantie aan ieder trekkend Lid deszelfs Gerechte aandeel uit te keeren en te laaten volgen. En zal Copie deezer aan de Supplianten tot derzelver narichtinge worden gegeeven.  346 KEUREN DER S TAD HAERLEM. nooit of t'eeniger tyd , behalven de uitdeeling en uitkeering aan de Leden, iets hoe genaamd zal mogen worden gebruikt, of verteerd, dan alleen tot Kamerhuur, Vuur en Licht, Schryf en andere behoeftens, die tot de bezorging van de zaaken deezer Beurs nodig gevonden zullen worden , gelyk dit dan ook getrouwelyk tot nu toe is geobfcrveerd, edoch dat het zo de Supplianten als derzelver praedecefleuren dikwerf zeer heeft tegen geftaan, om zo veel moeitens en verandwoordinge voor i zo een groot aantal van Leden op hen te moeten neemen, en echter hunne geringe verteeringen van Bier, Pypen en Tabak &c. uit hunne privé Beurfen daar by intefchieten •, zulks dat ook wel by vacature van Overlieden, en inzonderheid by het afgaan der Vinders alle drie Maanden tot twee in getal, dikwerf weigerigen gevonden worden om dezelve poften waar te neemen, en dat dierhalven zy Supplianten gaarne tot een douceur of agrement van hunne veelvuldige moeitens en verzuimenisfen, ende tot wedervergeldinge van hunne noodzaakelyke weekelykfche verteeringen , t'elken vierendeel jaars , zouden genieten en in rekening brengen tien Guldens, omme als dan door hen op hunne Kamer in 't vriendelyke te worden verteerd , eene laft diezy Supplianten vertrouwen dat voor deeze Beurs van zeer gering aanbelang zoude zyn, daar ook andere Boften van gelyken aart even gelyke, andere ofte hooger douceurs genieten. Verzoekende mitsdien dat hun Ed. Groot Achtb., by nader ampliatie van het voorfz. XIX Articul deezer Ordonnantie, gelieven te ordonneeren en ftatueeren in plaats van het daar omtrent by voorfz. ampliatie van dato 25 April 1766 geftatueerde: Dat van ieder duizend Guldens, welk het Capitaal deezer Beurs boven de zeven duizend Guldens zal komen te rendeeren, vyf Guldens meerder voor een Begraavenis zal moeten worden uitgedeeld, ende dat geene jaarlykfche uitdeelinge van negen tiende parten, wanneer dezelve Beurs een Capitaal van negen duizend Guldens te boven zal gekomen zyn, plaats hebben zal, maar dat alles tot Capitaal zal moeten oploopen; mitsgaders dat hun Ed. Groot Achtb. hen Supplianten gelieven te authorifeeren en qualificeeren , omme ieder vierendeel jaars uit de in te komene Penningen deezer Beurs te mogen afhouden en in rekening brengen eene fomma van tien Guldens, omme door hen in 't vriendelyke op hunne Kamer te worden verteerd. Hebben , na deliberatie, goedgevondenen verftaan 't voorfz. XIX Articul van meergemelde Ordonnantie, en in plaatfe van het daaromtrent by bovengemelde ampliatie van dato 25 April geftatueerde, 't zelve in maniere als vooren te amplieeren en te altereeren, authorifeeren en qualificeeren wyders de Supplianten omme 's Jaarlyks uic de in te komene Penningen deezer Beurs te mogen afhouden en in rekening brengen eene fomma van vyf-en-twintig Guldens, omme door hen in 't vriendelyke op hunne Kamer te worden yerteerd. En zal Copie deezer aan de Supplianten coc derzelver narichtinge , en omme zich daar na te reguleeren, worden gegeeven. Elucidatie cn Ampliatie van 't VII Articul der Ordonnantie van de BROEDERLYKE LIEFDEBEURS, den 25 November 1758 alhier opgericht; van den 23 Auguftus 1786. BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STAD HAERLEM , difponeerende op de Rcqueste van de gezamentlyke Beftuurderen en Vin ders van de Broederlyke Liefde-Beurs, met Approbatie van hun Ed. Gr. Achtb., den 25 November 1758 binnen deeze Stad opgericht, tendecrende rot ampliatie van het VII Articul der Ordonnantie van gemelde Beurs, voor zo veel aangaat de aldaar gemaakte bepaaling omtrent die geenen van de Leden, welke toe na de twaalfde week verzuimen derzei ver contributien op hunne Letterdagen ce voldoen. Hebben, na deliberacie, mitsgaders by elucidatie en ampliatie van hec voorfz. VII Arcicul der gemelde Ordonnantie, goedgevonden en verftaan tc arrefteeren, cn vaft te ftellen , gelyk gearrefteerd cn vaftgefteld wordt by deeze; dat een Lid van deeze Beurs de twaalfde week hebbende laaten verloopen, zon-  KEUREN DER STAD HAERLEM. 347 ronder zyne contributie op zyn letterdag te voldoen, en de vyftiende week komende, gehouden zal zyn alle zyne agterftallige contributien completelyk te voldoen, en daarcn boven nog, even als of hy als een nieuw Lid wierd aangenomen, al dat geene, 't welk by Articul VI gemeld wordt, ten einde te aller tyd als een continueerend Lid te kunnen worden aangemerkt; maar dat hy, de vyftiende week niec komende, van zyn recht tot de Beurs verfteeken zal zyn, zonder eenig recht of pretenfie op de zelve ce behouden of ce hebben. En zal Copie deezer gegeeven worden aan voornoemde Beftuurderen en Vinders, om zich hier na ce reguleeren. Resolutie, waar bv aan de Overlieden van de D00DE-B OS genaamd de BROEDERLYKE LIEFDE BEURS, wordt geaccordeerd om in plaats van Sondags Morgens van elf tot één uuren , des Saturdags Avonds van zeven tot negen uuren, te vaceeren tot de ontvangH der Contributien; van den io September 1788. BURGEMEESTERENen REGEERDERS der STAD HAERLEM, gehoord hebbende de Leélure van het Requeft aan hun Ed. Gr. Achtb. geprefenteerd, door de Beftuurders van de Doode-Bos, genaamd de Broederlyke Liefde-Beurs, hunne byeenkomft houdende inde Schoolfteeg binnen deeze Stad, te kennen geevende, dat zy Supplianten van tyd tot tyd ondervonden hebben het groot inconvenient in den tyd, welke volcens hunne Ordonnantie bepaald is, tot het ontvangen der weekelykfche contributien in de opgemelde Bos, als zynde dat Sondags 's middags van elf toe één uuren, waar door zy op de dagen hunner Zittingen, voor een groot deel verhinderd worden, in het waarneemen van den openbaaren Godsdienft , verzoekende mitsdien , dat hun Ed. Groot Achtb. geliefde te permitceeren , dac zy hunne Zittingen in plaatfe van des Sondags voortaan des Saturdags avonds van zeven tot negen uuren zouden mogen houden, aanvang necmende met den eerften Saturdag van het aanftaande Jaar 1789. Hebben, na deliberatie, goedgevonden en verftaan, der Supplianten verzoek by deezen te accordeeren, en mitsdien te bepaalen, dat ^de gewoone Zitting der voornoemde Overlieden, tot het ontvangen der Contributien van de Leden van bovengemelde Bos voortaan, in plaatfe van 's Sondags morgens, des Saturdags avonds van zeven coc negen uuren zal worden gehouden , in ce gaan met den eerften Saturdag in het aanftaande Jaar 1789, qualificeerende de Supplianten hier van aan de Leden van dezelve Bos de vereifchte kennis te geeven, ten einde zy by tyds van deeze verandering in den tyd der Contributien kennifte zouden hebben, en mitsdien daar van geene ignorantie met eenig recht zouden kunnen prsetendeeren. En zal Copie deezer aan de Supplianten tot hunne narichtinge worden gegeeven. Ampliatie van het tweede Lid van het XVII Articul der BROEDERLYKE LIEFDE BEURS, van dato 25 November 1758; van den 6 February 1789. Compareerden ter Kamere van de Ed. Groot Achtb. Heeren BURGEMEESTEREN en REGEER¬ DERS der STAD HAERLEM, de Overlieden van de Broederlyke Liefde-Beurs binnen deeze Stad, verzoekende dat hun Ed. Yy 3 Achtb.  348 KEUREN DER STAD HAERLEM. Groot Achtb. by ampliatie van het tweede Lid van het XVII Articul der Ordonnantie op gemelde Beurs , in dato 25 November 175 8, geliefden te bepaalen, dat wanneer Echtelieden van den anderen door den Rechter gefcheiden zyn, en zy weder vereenigen mogten, zy gehouden zullen zyn daar van met den eerflen de Overlieden van die Beurs te informeeren; waar op gedelibereerd zynde, hebben, hun Ed. Groot Achtb. goedgevonden en verftaan, ten aanzien van 't voorfz. verzoek, by ampliatie van het XVII Articul van de Ordonnantie op derSupplian ten voornoemde Beurs, te verklaaren, gelyk verklaard wordt by deezen , dat ingeval'e twee gefepareerde Echtelieden naderhand ' wederom mogten vereenigen , dezelve gehouden zullen zyn, voor het overlyden van een van beiden, van derzelver vereeniging aan de Overlieden van de voornoemde Beurs kennifle te geeven, op pcene van te worden aangemerkt als niet verëenigd te zyn, en zal in geval zodanige blyk van vereeniging niet aan de Overlieden gegeeven is, geen Begraavenis- Geld by de langftleevende kunnen worden genooten. En zal Copie deezer aan de Overlieden van de voornoemde Beurs tot hunne narichtinge worden gegeeven, en ten einde hier van door hun, de vereifchte kennifle aan alle de Leden tot hunne informatie gegeeven zoude worden. Reglement op de WARMOESSIERS en ALGEMEENE BEGRAAVENIS BOS; binnen Haerlem; van den 10 April 1772. BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STAD HAER-' LEM, gezien en geëxamineerd hebbende de Requefte aan hun Ed. Gr. Acbtb. geprafenteerd, door Jacob Tvdgaat, Willem scheepeling, IzAAC WyNKAMP , leendert leendertsz , Jan de breuk , abraham van Olpen, Abraham van der Sloot en Jan Visser , allen woonende binnen deeze Stad, mitsgaders zeker Reglement of Ordonnantie door hen opgefteld tot het opregten eener Begraavenis-Bos voor de Tuinders en Warmoefiers, ten einde daar uit geringe en onvermogende Lieden eene ordentelyke Begraavenis te doen erlangen , I ter ontlafiinge van de refpecJive Armen Comptoir en binnen deeze Stad, ver zoekende dat hun Ed. Groot Achtb. hen Supplianten gelieven te qualificeeren zodanig een Begraavenis - Bos te mogen oprichten en voorfz. Reglement of Ordonnantie te approbeeren; hebben, na deliberatie, goedge- j vonden en verftaan, conform der Supplian- \ ten gedaan verzoek ter oprechtinge van de voorfz. Bofte, te approbeeren en te arrefteeren het navolgende Reglement of Ordonnantie. Articul I. Het getal der Intekenaaren wordt by provifle bepaald op vier honderd Nommers, Man en Vrouw te famen een Nommer uitmaakende, edoch zal het den Overlieden vry ftaan j i om het zelve getal te vermeerderen, wanneer ' zy zulks voordeelig zullen oordeelen. II Tot dezelve Intekening en zulks tot Leden deezer Bos zullen worden toegelaaten alle Perfoonen van beide de Sexen, die boven de elf en onder de veertig Jaaren oud mitsgaders gezond en fterk zyn , zullende een iegelyk ter Intekening zich aan de Boskamer moeten komen vertoonen. III. Ieder Perfoon zal by de Intekening aan de Overlieden moeten betaalen, voor IntekenGeld, om daar uit de koften van Pennen , Inkt,Papier &c. te kunnen vinden,zes Stuivers, item voor de Ordonnantie vier Stuivers, en voor een Nommer - Boekje twee Stuivers, des zullen Man en Vrouw maar betaalen eens agtien Stuivers, dewyl zy te iamen maar eene Ordonnantie en NommerBoekje nodig hebben. IV. De Inleg zal een geheel Jaar door van ieder Perfoon niet meerder bedraagen dan twee Guldens en veertien Stuivers, dewelke, om de betaalinge des re gemakkelyker te maaken , zal moeten worden betaald in twaalf termynen, als in: Stui-  KEUREN DER STAD HAERLEM. 349 Stuivers. Stuivers. January vyf July vyf February vier Auguftus vier Maart vyf September vyf April vier Oclober vier Mal vyf November vyf Juny vier December vier V. Iemand boven de veertig Jaaren oud zynde, en begeerende in deeze Boste worden ingenomen, zal daar toe geadmitteerd worden, j mits hy voor ieder Jaar, die hy boven de veertig Jaaren oud is, betaalt vier-en vyftig Stuivers, de helfte gereed geld by zyn inkomlt en de wederhelfte by deszelfs overlyden, wanneer hetzelve van de Penningen zyner of haarer Begraavenis zal worden afgekort. VI. Wanneer iemand met een der Leden dee-' zer Bos trouwt, zal dezelve mede in deeze Bos mogen ingelaaten worden , al is het dat zodanig een Man of Wouw boven de veerrig Jaaren oud is, mits voor ieder Jaar, dat de zelve boven de vyftig Jaaren bereikt heeft, betaalende vier en vyftig Stuivers, te voldoen mede de heltte contant en de wederhelfte by deszelfs overlyden als vooren. VII. Wanneer iemand der Perfoonen, die boven de veertig Jaaren volgens het V, en die boven de vyftig Jaaren volgens het evengemelde VI Articul, Leden derzelver Bos geworden zyn, komen te overlyden binnen de eerlte zes Maanden hunner Intekening, zal aan des zodanigen Erven worden gereftitueerd hetgeen zodanig iemand, wegens zyne hogere Jaaren, om in dezelve Bos te komen betaald heefc. VIII. Het getal der Leden deezer BolTe zal onder vier byzondere Letters A B. C. en D., elk tot gelyk getal, verdeeld en gefteld worden, ten einde in ieder week, wanneer tot den Ontfangfl wordt gevaceerd , een evenredig getal ter betaalinge te doen opkomen, zul lende in de eerfte week der Maand moeten komen betaalen die onder Letter A., in de tweede week die onder Letter B., in de derde week die onder Letter Cv, en in de vierde week die onder Letter D. behooren. IX. Ieder Contribuant zal prompt op zyn voorfz. gezetten tyd moeten betaalen, op pcene dat die geene die twee poften fchuldig is, en maar een daar van voldoet en den ander laat openftaan, verbeuren zal eene Stuiver, gelyk ook die geene welke drie poften fchuldig zyn mede eene Stuiver verbeuren zal, en by verder verzuim zal de zodanige van zyn recht tot deeze Bos verftoken zyn, en het geene hy daar aan gecontribueerd heeft ten behoeven van dezelve vervallen, ten waare zulks by abuis gefchied was, het welke zal ftaan ter discretie van de Overlieden, ende mits zodanig iemand dan in de vierde week alles prompt aibetaale en het recht van Intekenen op nieuws weder voldoet, alleen in welk geval zodanig iemand weder ingefchreven en geadmitteerd zal worden. X. Zo ras de eerfte zes Maanden na primo Mai aanftaande verfcheenen zullen zyn, zullen de Overlieden hunnen geheelen Ontvang en Uitgave moeten opmaken, in den Ontfang brengende alle de Contributien en de Boetens der Leden, ende in den uitgaaf alle nodige en onvermydelyke koften, van allen het welke dezelve openbaare rekening zullen moeten doen en daar mede alle half Jaaren contribueeren. XI. De Penningen, en van tyd tot tyd aan te koopen Effeéen zullen ter geruftftelling der Leden worden bewaard in een Kift met vier byzondere Sloten , zulks dezelve niet dan door vier Overlieden kan geopend worden, en ieder van welke Overlieden dus eene byzondere Sleutel in bewaaring zal hebben, zullende dezelve Kift worden geplaatft, en de Bos-Kamer worden gehouden, provifioneelyk ren Huize van Jacob Tydgaat, op de Nieuwe Groen - Markt. XII. De uitgaave tot de Begraavenis van ieder Lyk zal uitgerekend worden, na dat 'er veel of weinig Contribuanten in de Bos zullen weezen, in deezer voege, dat wanneer'er het voorgaande half jaar vierhonderd Leden in deeze Bos zyn geweeft, zal worden uitgekeerd veertig Guldens, en voor ieder vyftig Leden die 'er minder zyn vyf Guldens minder  350 KEUREN DER STAD HAERLEM. der, des zal aan een Lid die langer als drï< Jaaren zal gecontribueerd hebben, gerekem na verloop van de eerfte zes Maanden wan neer zodanig iemand in de Bos zal zyn inge fchreeven als welke niec geteld worden, voo ieder vol Jaar dat hy of zy langer dan voorfz drie Jaaren zal gecontribueerd hebben, meer der worden uitgekeerd vyf Guldens, zoda nig evenwel dac de hoogfte uickeering nie meerder zal mogen bedraagen dan een hon derd Guldens, en dac deeze berekening cei aanzien der Leden die boven de veertig ei vyftig Jaaren in deeze Bos komen , eerft za ingaan na hec half Jaar dac dezelve als Leder ingefchreeven zy n. XIII. De voorfchreeven uickeeringen terBegraavenifle zullen worden gedaan vier- en- cwintig uuren na dat van hec overlyden aan dc Directeuren of Overlieden deezer Bos kennilfe zal zyn gegeeven, zullende van de Leden die buiten deeze Scad komen ce overlyden by Acceftacie moeten blyken, en indien iemand der Leden komt te fterven zonder Vrienden na te laaten , zal de directie en bezorging zyner Begraavenis ftaan aan de Di recteuren deezer Bos. XIV. Gelyk hier even te voren is gezegd, dat de eerfte zes Maanden welke iemand in de Bos zal zyn geweeft niec worden geteld, zo is zulks ook te verftaan ingevalle iemand binnen de eerfte zes Maanden na dat hy Lid zal zyn geworden komt te fterven, ten dien effecte dat voor de Begraavenis van zodanig iemand nietwes zal be hoeven betaald te worden , al waare het zelfs dat het half Jaar voor uir betaald was, j terwyl evenwel allen het geen door zodanig iemand gecontribueerd is ten behoeven der Bos zal zyn. XV. En zal alzo ook iemand die door verzuim van betaalinge te eeniger tyd uit de Bos gevallen doch om redenen daar weder ingelaatenis, als Arcicul IX is gemeld, niereerder kunnen trekken dan na verloop van de zes eerfte Maanden dat hy alzo weder op nieuws is ingefchreeven en mirsdien binnen dien tyd komende aflvvigte worden, zal mede nietwes voor de Begraavenis van zodanig iemand wor den uitgekeerd, maar alle hec geene door de ; zodanigen is gecontribueerd een behoeven der 1 Bos vervallen, des zal echcer den zulkedit - inmiddels uicvallen niec verder hinderlyk zyn - in de crekking na de Jaaren die hy in de Bos r zal zyn geweeft, maar die gerekend moeten . worden na zyne eerfte inkomfte, afgetrokken - alleenlyk de tyd of tyden die hy door voorfz. - verzuimen ftil gezeecen heeft. XVI. Wanneer iemand dertig achter-een-volgenI de Jaaren, hec eerfte half Jaar als hier voor is : gezegd niec mede gerekend, (zonder inmiddels uicgevallen ce zyn of al uitgevallen zynde na de zes eerfte Maanden dat hy het laatft weder ingefchreeven is) Lid deezer Bos zal zyn geweeft, zal dezelve vry van Contributie en als een ftilziuend Lid gefteld worden, zullende als dan aan hem door de Overlieden daar van worden gegeven een Bewys, op welks vertooning by deszelfs overlyden zal worden uitgekeerd toe eene Begraavenis eene fomma van een honderd Guldens. XVII. Indien iemand door Ouderdom ofte anderzins geraakc in hec Diaconie-Huis, Aalmoesfeniers-Huis of op een Hofje ofte door een of ander Gemeence werd befteed, zal voor een uiczec geniecen voor ieder Jaar dat hy of zy Concribuanc is geweeft, vyf-en-twintig Stuivers zonder meer. XVIII. Iemand der Leden in hec Gafthuis of in hec Werkhuis deezer Stad gealimenteerd of geplaatft zynde, en daar in ftervende, zal de nablyvende Man of Vrouw, daar buiten zynde doch anders niet, genieten de helfte van de Begraavenis, en de overige helfte blyven'ten voordeele van en in de Beurs, cerwyl andere Contribuancen daar in ftervende, die hunne Vrienden daar op geen hec minfte rechc zullen hebben, maar dan alles een behoeve der Bos zal zyn. XIX. Indien iemand door het AalmoeiïèniersHuis of eenig ander Godshuis buicen het zelve zal worden geaiimenceerd , zullen nogthans dezelve Huizen geen Rechc hebben om de Penningen ce naaften, maar zullen dezelve Penningen moecen verftrekken om den Overledene daar voor ter Aarde te beftellen. XX, Eeni-  KEUREN DER STAD HAERLEM. 35* XX. Eenig Lid in 's Lands dienft of anderfints ter Zee gaande vaaren zal zyn recht tot deeze Bos verliezen, doch te Huis komende, buiten dienft zynde, en zich binnen veertien dagen aan de Boskamer vertoonende, zal in deeze Bos weder worden ingelaaten. XXI. De Regeering of hec Befttuir van deeze Warmoefiers- en Algemeene BegraavenisBos zal ftaan aan agt Perfoonen, dewelke zullen dienen hun leven lang of zo lang dezelven daar toe in ftaat zullen zyn, en by overlyden of gebreken van een'van hen, zal telkens door de overigen een nominatie van een dubbeld getal aan de Ed. Groot Achtb. Heeren Burgemeefteren deezer Stad worden overgeleverd, om daar uit des gebrekendens plaats of plaatfen te vervuilen, en zyn aller eerft als Directeuren daar toe benoemd en aangefteld: Jacob Tydgaat, Willem Scheepeling, Ifaac Wynkamp, Leendert Leendert fz., Jan de Breuk, Abraham van 01pen, Abraham van der Sloot en Jan Fiffer. XXIL Op de voorfz. Nominacie zullen niet mogen worden gebragt, veel minder te gelyk in dienft zyn, Vader en Zoon, twee Broeders, nog Oom en Neef. XXIII. Vier Maandagen in ieder Maand, 's avonds van zeven tot negen uuren, zullen vier Overmannen op de Boskamer vaceeren, om den ontfang en uitgaave te doen en aan te tekenen, en verder te doen het geen vereifcht zal worden, zullende op de laatfte of vierde Maandag avond in ieder Maand alle de agt Overmannen aldaar vaceeren cm den voorfz. ontfangen uitgaave en de Gelden, mitsgaders alle het verder voorgevallen, na te zien ende te boeken, ten einde des ce gemakkelyker de rekeningen ce kunnen opmaaken. XXIV. De Overlieden zullen zo lang dezelven in dienft zyn vry weezen van Concribucien, en zullen voor ieder weekelykfche Comparitie in Uitgaave mogen brengen vyftien Stuivers, mitsgaders nog eens ieder halfjaar voorhunne te houdene groote Comparitien tot het nazien der Penningen, het opmaken der rekeningen en verdere verzuimeniiTen, eene Somma van twintig Guldens. XXV. Indien het onverhoopt kwame re gebeuren dat iemand tot deeze Bos behoorende omtrent eenige zaaken de Bos betreffende oproer kwam te verwekken, of eenige lafter ten nadeden der Overlieden of Leden kwame uit te boezemen , het zy op de Boskamer of daar buiten , zal de zodanige voor de eerftemaal verbeuren zes Stuivers, voor de tweedemaal twaalf Stuivers, en voor de derdemaal als een onwaardig Lid, met verbeurce van deszelfs geheele aandeel, voor altoos uit deeze Bos geweerd worden. Lallende hun Ed. Groot Achtb. voorts alJen en een iegelyk welke in deezen zullen zyn geinterefteerd, zich daar na precifelyk ce gedraagen en ce reguleeren, alles op de Boecen en Poenen by de refpéctive Articulen tegen de Overtreders gefteld en geftatueerd. A&um ter Kamere den 10 April 1772. Ter Ordonnantie van dezelven. O. van SCHUYLENBURCH. Fervolgvan'tII. Deel, < Stuk. Zz Am-  352 KEUREN DER STAD HAERLEM. Ampliatie van het Reglement of Ordonnantie op de WARMOESIERS en ALGEMEENE BEGRAAVENIS BOS, van den 10 April 1772, waar by eene pcenaliteit wordt gearrefteerd , tegen de vali'che opgaave der Jaaren , door Lieden welke als Leden van dezelve Bos begeeren te worden ingefchreeven; en hoe die geenen die reeds Leden zyn, en by hun inkomen in deeze Bos eene abufive opgave hunner Ouderdom gedaan hebben, het zelve zullen moeten repareeren; van den 9 Aug. 1780. BURGEMEESTEREN f.n REGEERDERS der STAD HAERLEM , gezien en geëxamineerd hebbende den inhoud van 't Requeft, aan hun Ed. Groot Achtb. geprefenteerd door Jacob Tydgaat, Izaak IVynkamp, Leendert Leendertfz., Jan de Breuk, Abraham van Olpen, Abraham van der Sloot, Jan Vijfer en Ar noldus Klots, gezamentlyke Beftuurders en Overlieden van de Warmoefiers en algemeene Begraavenis - Bos, te kennen geevende, dat zy Supplianten ondervonden hadden, dat 'er fomwylen by 'c aanneemen der Leden in dezelve Bos met het op geeven der Jaaren, by 'c Reglement op deeze Bos bepaald, ter kwaader trouwe wierd gehandeld, 't welk abfoluut tot merkelyk nadeel van de Bos veritrekken moeft; verzoekende de Supplianten , alzo 'er by 't gemelde Reglement en Ordonnantie tegen de valfche opgave der Jaaren geen pcenaliteit is gefteld , waar door zulks zoude kunnen worden belet, op de hier door aan de Bos veroorzaakte fchade vergoed, dac hun | Ed. Groot Achtb., tot voorkoming van diergelyke kwade praftyken, by ampliatie van 't voorfz. Reglement zouden gelieven te ^ voorzien , door het arrefteeren van zeker Articul, door de Supplianten tot dat einde opgegeeven. Hebben, na deliberatie, en ten einde aan het verzoek der Supplianten zo veel de natuur der zaak toelaat, te gemoet te komen, goedgevonden en verftaan by ampliatie van het Reglement of de Ordonnantie op de voorfz. Bos, door hun Ed. Groot Achtb. op den 10 April 1772 geapprobeerd en gearrefteerd, nader te arrefteeren, gelyk gearrefteerd worde by deezen : Eerftelyk dat elk , die van nu voortaan als Lid in de voorfz. Bos zal worden aangenomen, zo wanneer hy bevonden zoude mogen worden in 'c opgeeven zyner Jaaren eer kwaader crouwe ce hebben gehandeld, als een onwaardig Lid, zyn rechc cot de Bos zal verliezen, en door Overlieden uic hec getal der Leden worden uitgedaan, zonder iets van hec door hem gefourneerde geld te mogen weder eiftchen, >en zonder ooit als Lid van de Bos weder te mogen worden aangenomen, al wilde hy alle de verzweegen Jaaren ten volle voldoen; zullende ingeval eerft na het overlyden van eenig diergelyk Lid mogt blyken, dat in 'c opgeeven van deszelfs jaaren ter kwader trouwe was gehandeld, als dan mede niecs, boe genaamd, voor de Begraafnis van den zodanigen worden uicgekeerd. En een anderen, dac alle de geenen, die reeds Leden van de voorfz. Bos zyn, en zich in 'c geval mogcen bevinden , dac by hunne inkomft in dc Bos eene verkeerde en bedriegelyke opgave hunner Jaaren moge gedaan zyn, binnen zes Weeken na het arrefteeren deezer Refolutie daar van kennis zulien moeten geeven aan de Overlieden van de gezegde Bos, en aan dezelven teffens ten behoeve van de Bos voldoen, 't geen by hunne inkomft daarin uic hoofde van de verkeerde opgave van Jaaren te weinig becaald is, op pcene dac die Leden, welken de voorfz. nadere opgave en betaling niet komen doen, na verloop van den gemelden termyn van zes Weeken, zo wanneer dan. ten hunnen opzigte beweezen mogt kunnen worden dat by hunne inkomft in de Bos ter kwaader trouwe in de opnoeming der Jaaren was gehandeld, onderworpen zullen zyn aan al dat geene, 't welk hier vooren ten aanzien van  KEUREN DER STAD HAERLEM. 353 Leden, die van nu voortaan in de Bos op nieuw zouden willen inkomen , is geftatueerd. En zal Copie hier van aan de Supplianten worden gegeeven, om denzelven te ftrekken tot narichting, en ten einde door het doen drukken derzelve te bezorgen, dat elk der geincerefleerden daar van een Exemplaar bekome, om van hun Ed. Groot Achtb. intentie behoorlyk geinformeerd te zyn. Ordre en Reglement op de BOS van de KNECHTS van de refpéctive B KOU WE R YEN , AZYNMAAKERYEN en BRANDERYEN; daaronder begreepen de WaterhaaJders en Kuipers van dien; mitsgaders van andere Ambachtslieden binnen de Stad Haerlem; van den 2 April 1773. BURGEMEESTERENen RE-1 GEERDERS der STAD HAER-1 LEM, disponeer ende- op de Re-\ quefte aan bun Ed. Groot Achtb. gepresenteerd door de Finders der Bos van de Knechts in de Brouweryen, Azynmaakeryen en Branderyen, mitsgaders van de PFaterhaalders en Kuipers van dien, verzoekende om redenen, in de voorfz. Requefte breder vermeld, dat hun Ed. Gr. Achtb. uit bet nieuwe Concept-Ordre en Reglement, door hun vervaardigd, gelieven te arrefteeren en vaft te ftellen zodanige Poiniïen en Articulen, als zullen oordeelen en vinden te behooren; hebben, na deliberatie , goedgevonden en verftaan der Supplianten verzoek te accordeeren, zo als hetzelve geaccordeerd wordt by deezen, en mitsdien met te niet doening van hunne Ordonnantie van den 4 December 1748, en de daarop gevolgde ampliatien en alteratien van dien, te arrefteeren de navolgende Articulen: Articul I. In deeze Bos zal, behalven Knechts van de refpéctive Brouweryen, Azynmaakeryen en Branderyen binnen deeze Stad, mitsgaders Waterhaalders en Kuipers van dien, ook worden ingenomen alle en een ieder Ambachtsman, zonder onderfcheid van Ambacht of Religie, mits zynde gezond, zich zodanig op de Kamer van deeze Bos vertoonende,be- j neden de veertig Jaaren oud, en binnen deeze Stad of Vrydom van dien woonachtig. II. :en worden betaald eene Gulden eens; waarvoor aan de inkomende zal worden ter hand gefteld eene Ordonnantie, om zich daar na te gedraagen, nevens eene kopere Penning, waarop zyn Nommer ftaat. III. In de eerfte twintig Weeken zal ieder eerftinkomende opbrengen vier Stuivers weekelyks, zonder in dien tyd iets uic de Bos te kunnen genieten; na het eindigen van welke eerfte cwintig Weeken (met welken zodanig iemand voor een Bos-Broedergeconfidereerd zal worden) dezelve voor de twintig volgende Weeken zal moeten contribueeren drie Stuivers 's Weeks, en voorts na expiratie van die andere twintig Weeken voortaan en vervolgens niet meer dan twee Stuivers 's Weeks. IV. Die twintig Weeken of langer in de Bos geweeft is en gefourneerd heeft, zal, wanneer hy komt ziek te worden, zodanig, dat hy tot zyn ordinaar Werk onbekwaam is, uit de Bos kunnen ontfangen drie Guldens 's Weeks; ten ware de Bos minder dan zes honderd Guldens by Kas mogt hebben, in welk geval aan zodanig een Zieken Broeder weekelyks niet meerder zal worden uitgekeerd dan twee Guldens en tien Stuivers, en meerder niec, voor zo lange de Kas minder als zes honderd Guldens zal komen te bedraagen; telkens en in beiden refpecten onder kortinge van cwee Scuivers 's Weeks, een behoeven van deeze Bos. V. By hec inkomen van deeze Bos zal moe-1 Edoch, wanneer de Ziekce langer dan Zz 3 der-  S54 KEUREN DER STAD HAERLEM. dertien Weeken aanhoudt, zal in de veertiende Week en vervolgens, weekelyks maar worden uitgekeerd twee Guldens, onder aftrek van twee Stuivers, als vooren. VI. En indien' de voorfz. Indispofitie nog langer dan andermaal dertien Weeken duurende is, zal de zeven en twintigfte Week en vervolgens, tot het einde van het Jaar, weekelyks gegeeven worden één Gulden en tien Stuivers, onder gelyke kortinge van twee Stuivers. VIL Dan die een geheel Jaar ziek en onbekwaam blyft, zal als ongeneeslyk gehouden worden, en zal niet meer uit de Bos kunnen trekken, en zo dezelve in de Bos wil blyven , op hoope van herflelling, zal hjf moeten blyven concribueeren als de Mede-Broederen. via Zo als ook uit deeze Bos voor ontflaagen en uitgedaan zal worden gehouden , zo in opzichce van hec Zieken- als BegraavenisGeld, een zodanige, welke zyn Kolt zal komen ce koopen , of eenige Alimencacie zal komen te genieten of in het een of ander Godshuis belteed of ingenomen zal worden ; wordende daar echter niet onder begreepen, die als Commenfalen in het Diaconiehuis worden aangenomen, zullende voor dezelve de Weekelykfe Contributien worden gefourneerd. IX. Die op eene bedriegelyke wyze Geld genoten heeft, daar hyin ftaat was te werken, zal uit de Bos worden uitgedaan. X. Die zich met vegten of door Dronkenfchap onbekwaam maakc om voor een cyd de Kolt ce verdienen,aan zodanigen zal niets gegeeven worden, en echter dezelve gehouden zyn zyne weekelykfe Quote gelyk alle anderen te contribueeren. XI. Tot beltiering van de Bos zullen zyn zes Vinders; van deezen zullen drie te gelyk vier Weeken lang, des Saturdags's avonds van zeven tot agt uuren, op de Boskamer moe¬ ten vergaderen, zo ter ontvang van de weelykfe Contributien , waar van behoorlyke aantekeningen zuilen moeten houden, alstoc generaale beftelling van hec geene tot gemeene nutte dienftig zal zyn, alwaar en wanneer alle de Bos - Broeders zullen gehouden zyn hun FournifTement te brengen, of door een ander te zenden. XII. De geene, die daar van nalaatig hlyfc,zal verbeuren, voor de eerfte reize één Stuiver, voor de tweede reize twee Stuivers en voor de derde reize drie Stuivers; en zal de zodanige daarna, wanneer als nog niet betaalt, na eene ten overvloede gedaane Waarfchouwinge, uit de Bos worden uicgedaan. XIII. Van de voorfz. Vinders zullen alle half Jaaren cwee moecen afgaan, en zal in hec maaken van een Nominatie tot twee nieuwe Vinders, ieder Vinder een Bos-Broeder opgeeven , die ter goeder naam en faam ftaac; en zullen uit deeze Nominatie alle de Bos-Broeders by meerderheid van Hemmen de Verkiezing doen, na dat alvorens door den Knecht van de Bos (die altyd mede Bos-Broeder is, cn gelyk alle de anderen moet betaalen) daarcoe zullen verzogc zyn. XIV. Dezelve Knecht zal ten dien einde aan de Brouweryen , Azyumaakeryen en Branderyen, gelyk ook aan de particuliere BosBroederen een Penning brengen, en aan ieder Bos - Broeder overgeeven , en zo ergens ;en Bos-Broeder ablent is, dezelve aan een ndere Bos-Broeder overgeeven, om aan len abfenten te bezorgen; en zullen deeze Jenningen by alle dezelve Bos-Broederen noeten overgebragt worden, zo op het draaien van een Lyk, als om mede te begraven re laan, alles op de boece daar toe gefteld, velke die geene ook zal moeten betaalen,die rergeecen heeft de Penning een dien einde lan een abfenten ce overhandigen. Voordeele dienft zal de voorfz. Knechc uic de Bos geneten cwintig Stuivers celkens. XV. De Hoofdlieden zullen achc dagen voor le Verkiezing van de nieuwe Hoofdlieden loen behoorlyke rekening van hun oncfang en  KEUREN DER STAD HAERLEM. 355 en uitgave, en het zuiver Slot aan de aanblyvende en aankomende ter hand ftellen; ook zullen zy ieder half Jaar te zamen uit de Bos genieten acht Guldens. XVI. Indien een Bos-Broeder,bchoorlyk gewaarfchouwd van den tyd der Verkiezing, van de byeenkomft af blyft, zal hy ten behoeven van de Bos verbeuren drie Stuivers, zo ook wanneer hy te laat komt. XVII. Wanneer de Kas van deeze Bos importeert zes honderd Guldens, zal daar uit tot een Begraavenis van een geftorven Bos-Broeder worden gegeeven dertig Guldens; de Kas zeven honderd Guldens uitmaakende, vyfen-dertig Guldens; de Kas groot zynde agt honderd Guldens, veertig Guldens; de Kas negen honderd Guldens bedraagende, vyfen-veertig Guldens, en de Kas geavanceerd zynde tot duizend Guldens en daar boven, dan vyftig Guldens, en niet meerder; edoch voor de Begraavenifte van een Vrouw of Weduwe nooit meer dan twintig Guldens. XVIII. Edoch, wanneer iemand in het Gafthuis komt te fterven, zal als dan aan de zodanigens nablyvende Weduwe, Weduwenaar of Erfgenaam , alleen worden uitgekeerd de helft van het geene in het voorgaande Articul is bepaald. XIX. Aan de veertien Draagers, die by beurten het Lyk draagen moeten, zal uit het Sterfhuis ten minften drie Guldens verftrekt worden , omme daar voor te betaalen een vierendeel agt Guldens Bier, zes Stuivers aan Tabak en Pypen, en veertien Stuivers voor den Knecht van de Bos, voor zyn moeite in het bedienen van 't Gezelfchap op de Boskamer. XX. Den Knecht van de Bos zal voor de dienften, die hy by een Begraavenifte doet, uit de Kas worden gegeeven twee Guldens. Des zal daar voor aan ieder Draager en Medeganger, ter plaatfe daar hy werkt, of aan deszelfs Huis zyn Penning moeten brengen en overgeeven. XXI. Alle de Bos-Broeders zullen op de Begraavenifte geheel in 't zwart met Mantel en Bef moeten verfchynen, op een boete van zes Stuivers voor de Bos. XXII. Wiens tourbeurt in het draagen het is, die verbeurt by ongelegentheid zes Stuivers, en van deeze zes Stuivers zullen vier Stuivers gegeeven worden aan die hem in de tour volgt, en de twee andere Stuivers moeten in de Bos geftoken worden; maar indien die invallende Drager zyn poft verzuimt, verbeurt hy aan de Bos drie Stuivers, en zo verbeuren ook alle de Bos-Broeders drie Stuivers hoofd voor hoofd, die niet mede te begraaven komen. XXIII. Een ieder, welke verzogt zal zyn om te draagen, en zulks niet kan waarneemen, zal gehouden zyn daar van kennifle te geeven aan den Knecht van de Bofle, op denzelven dag dat genodigd is, op de verbeurte van tien Stuivers, te weeten, zes Stuivers ten behoeven van de Bofte, en vier voor dien geene, die in zyn plaats zal draagen. XXIV. De invorderinge van alle deeze Boetens moet door den Knecht gedaan worden, zo die niet Saturdags by de Vinders zelve voldaan worden. XXV. Tweemaal in 't Jaar, te weeten in April en in September, zullen alle de Bos-Broeders, boven haar ordinair Inleg-Geld moeten geeven zes Stuivers, en haare Weduwen drie Stuivers, om te beter te dienen voor het Begraaven der Vrouwen; zo iemand in hetbetaalen van deeze Penningen zyn Maand overtreedt, verbeurt de eerfte Week een Stuiver, de tweede Week twee, en de derde Week drie Stuivers, en zal, na gedaane waarfchouwing, by verder manquement uit de Bos gedaan worden. XXVI. Die om eenige redenen geen Draagers uit deeze Bos kunnen neemen, zullen daar Zz 3 van  356 KEUREN DER STAD HAERLEM. van vry zyn, mits echter drie Guldens aan de Draagers deezer Bos uitkeerende, te verteeren als Articul XIX. XXVII. Die op de Boskamer op Begraaveni(Ten ol daar omtrent iemand fcheldt, of disordres aanregt, zal voor de eerfte reize verbeuren zes, voor de tweede reize twaalf Stuivers, en daar nog in voortgaande uit het Gezelfchap verlaaten worden. XXVIII. Men zal op de Kamer een Kift ftellen, met twee Slooten, ter bewaaring van de Gelden en Papieren •, ieder Hoofdman zal daarvan een Sleutel bewaaren, tot dathy afgaat, wanneer hy dezelve aan zyn Succefieur zal moeten overgeeven. XXIX. Wanneer een Brouwers-, Azynmaakersof Branders-Knecht, binnen deeze Stad werkende, of zullende komen te werken, niet begeert in deeze Bos te komen, zal de zodanige gehouden zyn, omme, na dat zes Weeken in deeze Stad zal gewerkt hebben, ten behoeven van deeze Bos te contribueeren dertig Stuivers, en alzo in dacFournuTement Jaarlyks te continueeren. XXX. Zo iemand van de refpeéïive Knechts van de Brouweryen, Branderyen en Azynmaakeryen, uit deeze Bos zoude willen uitgaan, zal de zodanige echter ten behoeven deezer Bos moeten contribueeren dertig Stuivers 's Jaars. XXXI. En zal het eindelyk aan haar Ed. Groot Achtb. gereferveerd blyven, zodanige nadere difpofitien en fchikkingen op de vermeerdering en vermindering, zo van de Uitdeelingen als van de Contributien, en op de Admmiftratie van de Bos en anderzins te maaken , als haar Ed. Groot Achcb. van tyd tot cyd nodig en nuccig zullen oordeelen. Actum ter Kamere, den 2 April 1773. Ter Ordonnancie van dezelven, O. van SCHUYLENBURCH. Generaale Ordonnantie voor de VRYWILLIGE BOS van eenige Ambachtslieden, forteerende onder hetZYDEof SMALWERKERS-GILD, en andere Lieden, van wat affaire of Handwerk zy zouden mogen zyn, binnen de Stad Haerlem; van den 16 April 1773- BURGEMEESTEREN enRE-i GEERDERS der STAD HAER-' LEM, dïsponeerende op de Requeste, aan hun Ed. Groot Achtb. geprefenteerd door Deken, Vinders en Geauthorifeerdens tot bet hooren van de Jaarlykfche Rekening van de Vrywillige Bos van eenige Ambachtslieden , forteerende onder bet Zyde - of Smalwerkers - Grilde binnen deeze Stad; verzoekende, om redenen, by voorfz. Requefte in V breedege-1 meld, dat hun Ed. Groot Acbtb. uit'de door bun geconcipieerde Articulen, met te metdoeningvan alle voorige Ordonnantiën ,' Ampliatien , Alteratien en Refolutien , deeze Bos betreffende, zodanige gelieven te arrefleeren en vaft te ftellen, als hun Ed. Groot Achtb. zullen goedvinden en oordeelen te behooren; hebben, na deliberatie , goedgevonden en verftaan, met te nietdoeninge van alle voorige Ordonnantiën, Ampliatien, Alleratien en Refolutien, deeze Bos betreffende, op nieuws te arrefteeren en vaft te ftellen, zo als hun Edele Groot Achtb. arrefteeren en vaft ftellen by deeze, de Poinclen en Articulen hierna volgende: Ar-  KEUREN DER STAD HAERLEM. 357 Articul I. De Ambachtslieden , forteerende ondei het Zyde - of Smalwerkers-Gild, in deez< Vrywillige Bos begeerende te komen, zul len daartoe worden coegelaaten , mits alvoorens aantoonende , dat hun Werkbaazen- o Knechts - Brief hebben verkreegen ; en da wyders ook alle anderen , zo Mans- al Vrouws-Perfoonen, zonder onderfcheid vat Affaire of Handwerk, in deeze Bos worder toegelaaten. II. Doch zal niemand tot een Mede-Lid van deeze Bos worden geadmitteerd, als die beneeden de veertig jaaren oud, gezond van Lichaam, en niet geincommodeerd is met eenige bekende Accidenten of andere Lichaams gebreken. III. Echter zullen de Weduwen van Leden deezer Bos daar in mogen blyven, mitscontinueerende te contribueeren op den voet, als hierna in opzigte van ongetrouwde Perfoonen zal worden geftatueerd. IV. De Ambachtslieden, forteerende onder hec Zyde- of Smalwerkers-Gilde, in deeze Bos begeerende ce komen, hec zy die gehuwd of ongehuwd zyn, gelyk ook alle ongehuwde Perfoonen, buicen het zelve Gilde zynde, zullen by de Incekening becaalen eens eene Gulden voor de Bos, en twee Stuivers voor de Knecht-, edoch, dat de gehuwde Perfoonen, niet onder het voorfz. Gilde forteerende , by de Intekening zullen moeten betaalen , eens dertig Stuivers voor de Bos, en twee Stuivers voor den Knecht. V. Ieder Lid zal gehouden zyn alle Weeken ten behoeven van deeze Bos te contribueeren twee Stuivers, uitgezonderd ongehuwde Vrouwsperfoonen, het zy Weduwen of Vryfters, die in haare keuze, by het inkomen of overlyden van den Man, zullen hebben eene of twee Stuivers per Week te contribueeren, en dat refpectivelyk alle drie Weéken of uiterlyk om de twaalf Weeken te becaalen, op pcene, dac de geene, die op voorfz. cyd van cwaalf Weeken uicerlyk dan niet geheel afbetaalt, en zyne of haare achterftallcn geheel zuivere, Ivoor elke Poft, die ten achteren blyft, zal verbeuren eene Stuiver, en de halve Concribuancen na advenant; en zullen de geenen , die de geheele twaalf Weeken ten achceren blyven, geheel van de Bos verfteeken zyn; doch zullen Deken, Vinders en Geauchorifeerdens, voor hunne moeite : van de Adminiftracie, vry zyn van alle Con'' cribucie, zo lange zy in dienft zyn. VI. Die echcer op voorgemelde wyze van de Bos vervallen is, zal , fchoon boven de veertig Jaaren oud, wederom daar in worden toegelaaten , mits betaalende, boven de achterftallen en Boetens, het InkomftGeld even als een nieuw Contribuant, en de eerfte zes Maanden daarna niets trekkende, ten waare zodanig iemand, aanftonds wederom begeerende te trekken, nog daar en boven aanftonds een half Jaar Concribucie excra becaalen wilde, zonder dat die extra Concribucie in mindering van de ordinaris Concribucie komc ce ftrekken. VII. Alle de geenen, die hun Baazen-Gild by de Geauchorifeerdens van de Zyde Manufactuuren willen koopen, fchoon geen Leden van deeze Bos zynde, zullen binnen veertien dagen, na dat by de Geauthorifeerdens van de Zyde Manufactuuren zyn ingefchreeven , en alvoorens zich te mogen bedienen van de Aclens, welken zy daarvan gehouden zyn te verzoeken en te verkrygen, aan deeze Bos te betaalen twintig Stuivers, en langer dan de veertien dagen voorfz. daarmede wachtende , in plaats van eene Gulden, twee Guldens, en nog veertien dagen daarna, drie Guldens; zullende de Geauthorifeerdens voornoemd gehouden zyn de Perfoonen, voorfz. Aflens verkreegen hebbende, te renvoyeeren aan de Overlieden van deeze Bos , en daar en boven weekelyks aan dezelve Overlieden te doen toezenden een lyft van de Perfoonen, aan welken zodanig^ Actens gegeeven zyn, en derzelver Woonplaatfen. VIII. Doch zal de geene, welke reeds Contribuant of Lid is van deeze Bos, eer hy zyn Baazen - Gild koopc, niec gehouden zyn, voorfz. eene Gulden aan de Bos te voldoen. IX. Wan-  KEUREN DER STAD HAERLEM. IX. Wanneer iemand der Contribuanten komt te trouwen, zal dezelve voor een trouwpenning aan de Bos moeten betaalen vyftien Stuivers, binnen zes weeken na dac zal zyr getrouwd, op pcene, dat de langftleevende van het recht tot een Begraafnis zal zyn verfteeken , en zal een ongetrouwd Vrouwsperfoon, komende te trouwen, vermogen haat rechc coc de Bos te doen overtekenen op den naam van haar Man, die vervolgens van den trouwdag af zal moeten betaalen de volle Contributie van twee Stuivers 's weeks; doch zullen buiten zodanige overtekening dezelve Vrouwen geconfidereerd worden als ongetrouwde. X. Van de voorfz. refpeéïive Contributie zal altyd zo veel Capitaal in de Bos moeten blyven , het zy in Effecten, het zy in Contanten, of in beiden, dat voor ieder volle Contribuant (en twee halve Contribuanten voor eene volle te rekenen) drie Guldens overfchieten; en dus voor honderd Contribuanten drie honderd Guldens, en voorts na advenant. En dat, wanneer zo veel niec in de Bos is, alsdan in plaacfe van de ordinaris Concribucien van twee en een Stuiver per week, zullen moeten worden gecontribueerd drie Stuivers, en een en een halve Stuiver respectivelyk,zo lang coc dac voor ieder Contribuant wederom drie Guldens in de Bos zyn, wanneer de ordinaris Contributien wederom zullen loop neemen. XI. Iemand der Contribueerende Mansperfoonen, om Ziekte of andere Ongemakken, door een Doctor of Chirurgyn geoordeeld wordende niet in ftaat te zyn om zyn Werk te verrigten, en zich Saturdags avonds, tusfchen zeven en negen uuren, hatende aangeeven aan den Knecht van de Bos, zal een Daalder 's Weeks crekken uic de Bos, mits buiten hec Gafthuis blyvende, welverftaande, indien dezelve zes Maanden heeft gecontribueerd, en anders niet, al wilde hy de geheele Contributie zes Maanden vooraf voldoen: zullende het aan de Overlieden vry ftaan de vifitatie van de Zieken door bun Knecht te laaten doen; doch zal geenerhande Zieke-Geld aan Vrouwsperfoonen worden betaald. XII. Edoch, indien de Quaale of eenig Acci. dent door den Doctor of Chirurgyn ongeneeslyk geoordeeld wierd, zal zodanige Patiënt, na dertien Weeken achter den anderen weekelyks een Daalder getrokken te hebben, eens vooral boven het genooten Zieken-Geld, ter deezer Zaaken, worden afgezet met tien Guldens, mits blyvende voorts contribueeren als ordinair. XIII. Maarzo iemand der Contribuanten, door Dronkenfchap of vechtenderhand , eenig Accident mogte hebben bekomen, en daar door buiten ftaat geraakt mogt zyn, om te kunnen werken , zal de zodanige niets uit de Bos voor Zieken - Geld kunnen trekken, en nogthans gehouden zyn te contribuec ren, op poene van verfteeken te zyn van de Bos. XIV. Gelyk ook niemand, het gewoone Zieken-Geld genietende, zal vermogen, onder wat voorwendfel het ook zy, zich in eenige Herberg of Kroeg te begeeven, en zal de geene , die door eenen der Overlieden aldaar gevonden, of door het getuigenis van twee Leden van de Bos overtuigd worde aldaar geweeft te zyn, van hec Zieken - Geld verfteeken zyn, en het zelve niec wederom kunnen crekken, ten waare zich op nieuws liet aangeeven , ten dage en op zodanige wyze als hier voor is geordonneerd. XV. Wyders zal, wanneer iemand der Contribuanten of deszelfs Vrouw komt ce fterven, en dezelve zes Maanden heeft gecontribueerd, tot de Begraafnis uit de Bos worden gegeeven vyftig Guldens, of zo veel meer of minder als de Kas kan lyden, en Deken, Vinders en Geauthorifeerdens zullen goedvinden , doch niec minder dan vyf- en- cwincig Guldens, en voorts in deeze proporcie , dat, wanneer drie Guldens voor ieder Contribuant by Kas overblyven, zal worden uitgekeerd vyf- en- twintig Guldens; wanneer zes Guldens voor ieder overblyven , vyftig Guldens; wanneer negen Guldens overblyven, vyf- cn- zeventig Guldens, en meerder na rato: edoch zal een halve Contribuant op deeze Uitkeeringe worden gekorc vyftien Gul-  KEUREN DER STAD HAERLEM. 359 Guldens, en zal een Contribuant in 't Gafthuis of op Zee komende te overlyden, niet meer dan het halve Begraafnis-Geld worden uitgekeerd, wanneer een Man of Vrouw overblyft, en anders in 't geheel niets; zullende ingevalle zo veel niet by Kas ofwel by de Bos is, dat ten minften vyf- en- twintig Guldens voor een Begraafnis kan worden gegeeven, de Contributien tot zo verre moeten worden verhoogd. XVI. Niemand zal uit deeze Bos mogen gaan, maar zal moeten blyven contribueeren, tot dat hy alvoorens daar van behoorlyke waarfchouwing aan de Overlieden zal hebben gedaan, en alle Achterftallen , indien 'er eenigen zyn, zal hebben gezuiverd en afbetaald; gelyk ook niemand, Begraafnis-Geld genoten hebbende, de Bos zal mogen quiteeren, voor dat dezelve ten minften heeft gecontribueerd zo veel als het genooten BegraafnisGeld bedraagt. XVII. Edoch, zal de geene, die zich in het Oude Mannenhuis, of op eenig Hofje, alwaar de Bewoonftets eenige Preuven zyn genietende vbegeeft, of die in het Diaconie- of Aalmoefteniers - Huis ter Alimentatie wordt opgenoomen, voor geen Lid van deeze Bos meer worden erkend, maar met de Uitkeeringe van deszelfs aandeel, beftaande in het by de Bos zynde Capitaal, zo in Contanten als Obligatien, worden afgezet, mits agt Jaaren aan de Bos hebbende gecontribueerd, en anders, daaruit niets genieten. XV1ÏI. Deeze Bos zal voortaan worden geadminiftreerd door den Deken, vier Vinders en zes Geauthorifeerdens, door de Heeren Burgemeefteren Jaarlyks ce verkiezen, uit een Nominatie van een dubbeld getal, door Deken, Vinders en Geauthorifeerdens uit de Werkbaazen , die leezen en fchryven zullen moeten kunnen, en door geenerhande Armbezorgers worden onderhouden , te formeeren; doch zullen te zamen in die refpéctive Qualiteiten niet mogen dienen Vader en Zoon, twee Broeders, twee Zwaagers, of een Oom en Neeve: En zullen de Deken, een Vinder en cwee Geauthorifeerdens Jaarlyks afgaan, en de oudfte der drie aanblyven-1 de Vinders Deken worden; en wyders uic Vervolg van V II. Deel, 5 Stuk. een Nominacie van vier Perfoonen wederom cwee Vinders, en uic een Nominacie van vier anderen, wederom cwee Geauthorifeerdens door hun Ed. Gr. Achcb. worden aangefteld. XIX. De Deken zal op alle Zitdagen, dewelken gehouden worden in een Kamer van 't Huis in het Pand, waarin de Knecht van de Looikamer woont, prefent moeten zyn, om nevens de Vinders en Geauthorifeerdens de inkomende Penningen van de Contribuanten te ontfangen, welke Penningen, zo Contributien als de Boetens op hec nier tydig voldoen van dien, nevens de Obligatien ten laften van 'c Gemeene Land van Holland en Weft-Friesland , waarin de overfchietende Penningen zullen moeten worden belegd, bewaard zullen worden in een Kift met drie Sloten voorzien, waar van de twee jongfte Vinders en eene der Geauthorifeerdens ieder een byzondere Sleutel zullen hebben; zullende daar en boven de Deken in handen hebben een Sleutel van het Slot binnen in de Kift, en zal de Oudfte Vinder van de Penningen naauwkeurig Boek moeten houden. XX. De Deken, en ten minften twee Vinders en twee Geauthorifeerdens, zullen alle Saturdagen moeten vaceeren tot den Ontfangft: en zullen de gezamentlyke Deken, Vinders en Geauthorifeerdens , boven den vrydom van Contributien, Jaarlyks te zamen nog genieten uit de Bos vier- en- twintig Guldens eens, tot verval van derzelver perfooneele Behoefcens en Onkoften. XXI. Deken, Vinders en Geauthorifeerdens zullen t'elken Jaare, voor de Verandering derzelven, gehouden zyn, niet alleen aan eikanderen, en aan de nieuw aankomende , maar ook aan alle de Contribuanten, die zich daarby zullen willen laaten vinden , Rekening te doen van hunne Adminiftratie, en daar van dubbeld overbrengen ter Kamere van hun Ed. Groot Achtb., en zal deeze Pvekening Jaarlyks worden gedaan op den eerften Zondag van het Jaar, op voorfz. Kamer. XXIL En zulien Deken, Vinders en GeauthoriAaa feer.  36o KEUREN DER STAD HAERLEM. feerdens den Knecht van de Looykamer ook voor hun Knecht mogen gebruiken, mits hy ook Lid zy van de Bos. XXIII. Niemand, onder deeze Bos behoorende, zal zich onderwinden den Deken, Vinders en Geauthorifeerdens, ergens en veel minder op hunne Kamer, in Functie zynde, te atfronteeren, of met fcheiden, vloeken, zweeren, en diergelyke onbehoorlykheden te bejeegenen , op een Boete van twintig Stuivers ten behoeven van de Bos, welke Boete aanftonds na het uitfpreeken van de bekeuring, door Deken, Vinders en Geauthorifeerdens te doen, zal moeten worden betaald, of uiterlyk een Week daarna, op een dubbelde Boete , te betaalen binnen den tyd van veertien dagen, na dat door Deken en Vinders deeze nadere bekeuring zal zyn gedaan; en zal dan by verdere wanbetaaling, de bekeurde moeten worden geciteerd voor hun Ed Groot Achtb., omme daarover te disponeeren, zo als bevinden zullen te be¬ hooren, het zy met meerder Boeten aan den zodanigen op te leggen, of ook met te verklaaren, denzelve van de Bos vervallen te zyn, zonder daar ooit wederom te mogen inkomen, indien hun Ed. GrootAchtb.de zaak daartoe vinden gedisponeerd. XXIV. En zal het eindelyk aan hun Ed. Groot Achtb. gereferveerd blyven , zodanige nadere dispofitien en fchikkingen op de vermeerdering en vermindering, zo van de Uitdeelingen, als van de Contributien, en op de Adminiftratie van de Bos en anderzins te maaken, als hun Ed. Groot Achtb. van tyd tot tyd nodig en nuttig zullen oordeelen. A&um ter Kamere den 16 April 1773. Ter Ordonnantie van dezelven. O. van SCHUYLENBURCH. Ampliatie en Alteratie van het V, XI en XV Articul van de generaale Ordonnantie van de ZYDE of SMALWERKERS VRYWILLIGE BOS, den 16 April 1773 gearrefteerd; van den 2 September 1777. BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STAD HAERLEM, gehoord hebbende de lccture van de Requefte, aan hun Ed. Groot Achtb. geprelenreerd door de thans fungeerenóe Deken, Vinders en Geauthorifeerdens van de Zyde of Smalwerkers Vrywillige Bos binnen deeze Stad, mitsgaders Gerbrand Lotman, Jacobus van Heulen en Dirk Viffer, als afgetreeden Deken en Vinders van dezelve Bos. Te kennen geevende, dat hun Supplianten menigmaal voorkomende en zynde voorgekomen het ongenoegen van zommige Leden van opgemelde Bos, over het V Articul van de generaale Ordonnantie door hun Ed. Gr. Achtb. op den 16 April 1773 ten reguarde van deeze Bos geëmaneerd , waarby onder anderen wordt geftatueerd , „ dat ieder Lid gehouden zal zyn alle weeken ten behoeven van deeze Bos te contribueeren j twee Stuivers , uitgezonderd ongehuwde ' Vrouwsperfoonen, bet zy Weduwe of Vry fiers , die in haare keuzen by het inkomen of overlyden van haar Man zullen hebben eene of twee Stuivers per week te contribueeren," waar door aan de Weduwen en Vryfters een merkelyk avantage boven de ongehuwde Mansperfoonen, 't zy Weduwenaars of Vryers wordt gegeeven; mitsgaders ook over het XV Articul van dezelve generaale Ordonnantie, onder anderen diéteerende, „ Dat een halve Contribuant op de uitkeeringe zal worden gekort vyftien Guldens; welke beide Articulen dan ook menigmaalen oorzaak zyn geweeft, dat Weduwenaars en Weduwe, mitsgaders gehuwde Mans-en Vrouwsperfoonen, by het overlyden van hunne Vrouwen of Mannen, deeze Bos hadden gequiteerd, en ongehuwde zo Mans- als Vrouwsperfoonen, 'er geen deel in willen neemen, door welke verlaating en weigering, als mede door het geftatueerde by het XI Articul van de voorfz. ge-  KEUPvEN DER STAD HAERLEM. 361 generaale Ordonnantie, onder anderen inhoudende , „ Dat iemand der Contribueerende Mansperfoonen om Ziekte of andere Ongemakken door een Doctor of Chirurgyn geoordeeld -wordende niet in ftaat te zyn om zyn Werk te verrichten, een Daalder *s weeks uit de Bos zal trekken, in dien dezelve zes Maanden heeft gecontribueerd f het totaal verval der gedagte Bos onvermydelyk fchynt. Verzoekende mitsdien dat hun Ed. Groot Achtb. het gemelde V Articul van voorlz. generaale Ordonnantie zodanig gelieven te amplieeren, dat hec eerfte gedeelte van hetzelve betrekking hebbe tot alle ongehuwde Perfoonen, zo wel Weduwenaars als Weduwen en Vryfters; mitsgaders het gemelde Point van het XV Articul van dezelve generaale Ordonnantie gelieven te altereeren, en het daar by geftelde Lykengeld zonder opzichc toe de mindere of meerdere Contributie gelyk te ftellen; mitsgaders by het XI Articul van die generaale Ordonnantie te ftatueeren en ordonneeren, dac een Contribueerend Mansperfoon, door Ziekce of andere Ongemakken verhinderd wordende om zyn werk ce verrichcen , geen Daalder's weeks uic de Bos zal crekken, zo lange dezelve niec zal hebben bereikc den ouderdom van twintig Jaaren, en zes Maanden gecontribueerd. Hebben , na deliberatie, goedgevonden en verftaan het gemelde V Articul van voorfz. generaale Ordonnantie in deezer voegen te amplieeren; dat het begin in het vervolg van tyd aldus zal moeten worden geleezen: Articul V. Ieder Lid zal gehouden zyn alle weeken, ten behoeven van deeze Bos, te concribueeren twee Stuivers, uitgezonderd ongehuwde Perfoonen, zo wel Weduwenaars en Vryers, als Weduwen en Vryfters, die in hunne keuzen, by het inkomen of wel by het overlyden van de Vrouw of Man, zullen hebben eene of twee Scuivers per week ce concribueeren, en voores zo als hec gemelde V Articul by de generaale Ordonnantie is gearrefteerd. Wyders hebben hun Ed. Gr. Achtb. goedgevonden en verftaan, dat het XV Articul in deezer voegen zal worden gealtereerd; dat in het vervolg van tyd aan de halve contribuanten geene vyftien Guldens op de uitkeeringen, die aan hun voor een Begraavenis zal worden gedaan, zullen worden gekort , en dat mitsdien deeze Periode, „ Edocb zal een halve Contribuant op deeze uitkeering worden gekort vyftien Guldens," uit het zelve Articul gehouden worden voor geroyeerd. En hebben hun Ed. Groot Achtb. eindelyk nog goedgevonden en verftaan, met relatie tot het XI Articul van meergemelde generaale Ordonnantie te ftacueeren en ce ordonneeren. Dac een Concribueerend Mansperfoon, door Ziekce of andere Ongemakken verhinderd wordende om zyn Werk ce verrichten, geen Daalder's weeks uit de Bos zal dekken, zo lange dezelve niec zal hebben bereikc den ouderdom van cwintig Jaaren, en zes Maanden gecontribueerd. Blyvende voores de voorfz. Ordonnancie | voor zo verre hier aan niec is contrarieerende in haare volle vigeur en kragc. En zal Copie deezer aan de Supplianten cor narichcinge worden gegeeven. Alteratie van Articul XI en XII der Ordonnantie op de VRYWILLIGE BOS van eenige Ambagtslieden, forteerende onder het ZYDE of SM AL WERKERS-GILDE, &c. den 16 April 1773 gearrefteerd; van den 16 January 1782. BURGEMEESTERENen REGEERDERS oer STAD HAERLEM, gehoord hebbende de Leccure van hec Requefte, aan hun Ed. Grooc Achtb. geprefenteerd door de Overlieden van de Vrywillige Bos van eenige Ambagts¬ lieden , forteerende onder het Zyde of Smalwerkers - Gilde &c. In fubftantie te kennen geevende, dac hunne Bos door de meer dan gewoone Scerfce en menigvuldige Ziekce die zedert eenige Jaaren onder de Leden hunner BoszynvoorAaa 2, ge-  352 KEUREN DER STAD HAERLEM. gevallen en hebben geheerfcht, hunne Bos zodanig ten agteren is gegaan, dat zy op middelen hebben moeten bedagt zyn, cm derzelver totaale vernietiging voor te komen. Verzoekende mitsdien, dat hun Ed. Groot Achtb. het XI en XII Articul hunner Ordonnantie in dato 16 April 1773 in zo verre zouden gelieven te veranderen, dat het gewoone Zieken-Geld zoude worden verminderd, mitsgaders eene nadere bepaaling maaken hoe lang de Leden deezer Bos het voorfz. Zieken-Geld zouden mogen trekken. En eindelyk dat hun Ed. Gr. Achtb. hen Supplianten ter betaaling van de reeds by hun uitgefchootenPenningen,zouden gelieven te qualificeeren rot&c. Hebben, na deliberatie, naauwkeurig geëxamineerd hebbende den ftaat van gemelde Bos, en daar door gezien , dat indien het Zieken-Geld op dezelve fom van dertig Stuivers 's Weeks bleef bepaald, en dat geentermyn wierd gefixeerd hoe lang iemand het zelve zoude mogen genieten , voorfz. Bos wel haaft tot niet zoude loopen, en geheel moeten gediflblveerd worden ; goedgevonden en verftaan: dat by provifie en tot zo lange toe dat hun Ed. Groot Achtb. gezien zullen hebben, dat deeze Bos wederom in eenen beteren ftaac is gekomen, en deswegens nadere fchikkingen zullen maaken, aan de Zieken, die zich laaten aangeeven als byhet XI Articul hunner Ordonnantie is bepaald , en alle Weeken by een Briefje van den Doétor of Chirurgyn aan de Overlieden van de Bos doen blyken, dat zy nog ziek zyn en buiten ftaat hun werk te verrigten, eene Gulden 's Weeks zal worden gegeeven, welverftaande nogthans niet langer dan geduurende den tyd van zes Weeken in een Jaar. En dat wyders by aldien een der Leden deezer Bos in het geval mogt komen, als by iet Xll Articul is vermeld, dezelve, na geluurende den tyd van zes Weeken eene Gullen te hebben getrokken, zal kunnen worden afgezet op dien voet en conditiën als by het gemelde Articul is geftatueerd. En wordt eindelyk aan de Supplianten gepermitteerd en dezelven daar toe gequalificeerd, om &c. En zal Copie deezer aan de Supplianten :ot narichtinge worden gegeeven. Generaale Ordonnantie voor de VRYWILLIGE BOS van de KLEERMAKERS- en KEURSLYFMAKERS-KNECHTS, en andere LIEDEN, binnen de Stad Haerlem; van den 23 Maart 1779. BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STAD HAERLEM, geboord hebbende de Leclure van de Requefte, aan hun Ed. Gr. Achtb. geprefenteerd door de Overlieden van de Kleermakers- en Keurslyfmakers-KnechtsBos binnen deeze Stad, zo voor zich zeiven als voor het meerendeel hunner BosBroederen, om redenen, daar by in het breede gedetailleerd, verzoekende,dat hun Ed. Groot Achtb. met te niet doening van alle vorige Ordonnantiën, Ampliatien en Refolutien de voorfz. Bos concerneerende, daar en tegen conform de door de Supplianten overgegeeven Poinclen en Articulen, ofwel uit dezelven en op dien of diergelyken voet, als hun Ed. Groot Achtb. zouden goedvinden en oordeelen te behooren, zouden gelieven te arrefteeren eene gantfeh nieuwe Ordonnantie: hebben mitsdien, na deliberatie en gelet op der Supplianten verzoek, goedgevondenen ver¬ ft'aan, om met te niet doening van alle vorige Ordonnantiën en derzelver Ampliatien en Alteratien , raakende de voorfz. \Bos, op nieuw te arrefteeren, zo als gearrefteerd vjordt by deezen , de navolgende. Articul L Alle Kleermakers- en KeurslyfmakersKnechts in deeze Vrywillige Bos begeerende te komen , zullen daartoe worden toegelaaten , mits alvorens opgeevende by welke Baazen dezelve werken, cn dat wyders ook alle anderen, zonder onderfcheid van wat Affaire of Handwerk, in deeze Bos zullen worden toegelaaten, mits mede bevorens, indien dezelve Knechts of Werklieden zyn, opgeevende de Naamen van hunne Baazen of Meefters. II. Doch zal niemand tot een Medelid van dee-  KEUREN DER STAD HAERLEM. 363 deeze Bos worden geadmitteerd, als die beneeden de vyftig Jaaren oud, gezond van Lichaam en nietgeincommodeerdis met eenige bekende Accidenten of andere Lichaams gebreken. En indien naderhand bevonden mogte worden, dat iemand by het inkomen in deeze Bos niet gezond was, of een verborgen Accident hadde, zal of zullen de zodanigen van het Recht tot deeze Bos verfteeken zyn. Zullende echter die geenen, welke reeds in deeze Bos zyn, en boven de vyftig Jaaren oud zyn, daar in mogen blyven. HL Alle Kleermakers- en KeurslyfmakersKnechts, gelyk mede alle Leerjongens van de voorfz. Handwerken, zo Inboorlingen als Vreemdelingen, de eerfte tien, en de anderen zeven Stuivers daags winnende, zullen gehouden zyn ten behoeve van deeze Bos, indien dezelve weigeren daar in te komen of uit dezelve uitgaan, Jaarlyks te fourneeren dertig Stuivers, tot dat dezelven vyftig Jaaren oud zyn, hetgeen door hunne Baazen zal moeten worden ingehouden en by de eerfte ommegang betaald worden. IV. Ieder inkomende Bos - Broeder zal op de eerfte Bosdag moeten betaalen voor Inleggeld, een Vreemdeling zynde, met deeze Ordonnantie vier- en- twintig Stuivers, en een Inboorling twaalf Stuivers, met dezelve Ordonnantie, zullende alle Leerjongens zeven Stuivers daags winnende, als Bos-Broederen mogen aangenomen worden. V. Ieder Bos-Broeder zal alle Weeken tot onderhoud deezer Bos moeten fourneeren twee Stuivers, doch een Broeder komende te fterven , de eerfte Bosdag daar na twee Stuivers extra ; en zullen alle die geenen, welken in deeze Bos inkomen en boven de vyf- en- veertig Jaaren oud zyn, dubbeld moeten betaalen voor alle die Jaaren, welke zodanige Leden ouder zouden mogen zyn, te weeten indien dezelve zes- en- veertig Jaar oud zyn, een Jaar dubbeld fourniffement, en voorts ordinair; zeven- enveertig Jaaren oud zynde, twee Jaaren dubbeld fourniflement, en dan weder ordinair, en zo vervolgens tot de vyftig Jaaren toe. VI. Om de bovengemelde fourniilèmenten te ontvangen, zal om de veertien dagen, des Sondags 's Avonds van zeven'tot agt uuren, worden gevaceerd door den Overman en . Vinders daartoe gequalificeerd op een bekwaame Plaats, geen Kroeg zynde, daarop . een vry vertrek een Kift zal worden gefteld , met vier floten, waarin de Gelden en Papieren zullen worden bewaard. VIL ' Als een Bos-Broeder op den gefteldcn tyd niet fourneert, zal boven het fourniflêöfent voor de eerftemaal betaalen één Stuiver, voor de tweedemaal twee Stuivers, voor de derdemaal vier Stuivers, en de vierde Bosdag niet komende zyn agterftallige fourniflemen-een en boetens voldoen, uit de Bos geroyeerd worden, en voorts moeten betaalen of wel door zyn Baas worden ingehouden, als Art. III gemeld is. VIII. Wanneer een Bos-Broeder buiten de Stad gaat werken, zal hy gehouden zyn aan den Overman of Vinders daar van kennis te geeven , en zyn fourniflement op geftelde tyden te doen of laaten doen , en by Ziekte zich in de Stad moeten doen overbrengen, en eerder geen voordeden uit de Bos genieten, doch 't zal ten zynen keuze ftaan, zo hy uic de Stad gaat werken, om in de Bos te blyven of niet, doch zes Weeken buiten gewerkt hebbende zonder te fourneeren, zal gehouden worden als nooit in de Bos geweeft ce zyn. LX. Deeze Bos zal niet eerder aan hunne Zieken uitkeeren , als wanneer 'er by Kas zal zyn één honderd - en - vyftig Guldens, en als dan aan de Zieken weekelyks uitkeeren in geld eene Gulden, zonder meer; drie honderd Guldens by Kas zynde, zullen de Zie-, ken, ten koften van de Bos verzorgt worden van Doéfor en van de geordonneerde Medicamenten, zondermeer; vier honderd Guldens by Kas zynde, zal aan dezelven, boven de verzorging van Doctor en van de geordonneerde Medicynen worden uitgekeerd eene Gulden per Week; en vyf honderd Guldens per Kas zynde, zullen dezelven bo-' ven de voorfz. verzorging genieten twee GulAaa 3 dens  364 KEUREN DER STAD HAERLEM. dens per week, en de Bos weder ten agteren raakende, zal men ten deezen opzigte, op dezelve wyze wederom afflaan. X. Indien een Bos-Broeder een tweeden Doctor nevens den Doctor van de Bos zoude begeeren, zal na deszelfs verkiezing een ander Doétor mogen neemen, mits die uit zyn privé Beurs betaalende, en dus alleenlyk dc Medicamenten uit de Bos trekkende. xt Iemand een halfjaar Bos- Broeder gewed! zynde, en door Ziekte of eenig Ongeval zich buiten ftaat bevindende om te kunnen werken, zal des Dingsdags, Donderdags of Zondags van den Overman of van de Vinders doen haaien een daartoe geordonneerd Teeken, waarop hy als dan zyn fourniflement afbetaald hebbende, van de Bos zal genieten, zo als hier voor is gemeld; edoch zo het onverhoopt mogt komen tc gebeuren, dat een Bos-Broeder langer dan een half Jaar agter eikanderen ziek mogt blyven, zal de uitkeering en verzorging invoegen als hier voor is gemeld, ophouden, en zo lange die Ziekte verder duurt, niet meer uit de Bos trekken; ende zo een Zieke mogte komen te fterven, en zyn weekelyks fourniffementvoldaan hebben, of door den Overman en Vinders laaten inhouden, zal uit deeze Bos tot een Begraavenis gegeeven worden vier- entwintig Guldens, en daar en boven zal het Lyk door veertien Bos-Broederen worden gedraagen en uitgehaald, en zullen die van het Sterfhuis gehouden zyn aan de Bos-Broederen die de Begraafnis hebben bygewoond, te geeven een vierendeel verfch zes Gul- / dens Bier. XII. By overlyden van een Bos-Broeder, zullen alle de Bos - Broederen uit naam van den Overman en Vinders, met een Teeken ter Begraafnis verzogt moeten worden, en gehouden zyn dat Teeken by hun inkomen in het Sterfhuis aan den Overman of Vinders over te geeven , of verbeuren drie Stuivers, en ieder Bos-Broeder, die 't zyn beurt is om te draagen, en daar toe uit naam van de Overlieden met een Penning verzogt zynde, zulks niet doet, zal verbeuren twaalf Stuivers, en gehouden zyn op den eerftkomenden Bosdag zyn Penning weder aan den Overman of Vin- i ■ ders ter hand te ftellen, op een Boete van , drie Stuivers, en zo hy die verlieft zes Stuivers; gelyk mede zo een Bos-Broeder aanneemt om te draagen, en zulks niet doet, zal verbeuren vier-en-twintig Stuivers. Zullende voortaan niets uit de Bos voor het draagen worden getrokken, en daar van niemand der Bos-Broederen op hun beurt bevryd zyn, dan die geenen, welken boven de zeftig Jaaren oud zyn, en zo een Bos-Broeder niet de Begraafnifle bywoont, zal verbeuren drie Stuivers, en zo een Overman of Vinder, gezond zynde, en in de Stad, mitsgaders niet wettig verhinderd zynde, by de Begraafnifle niet prefent is, zal verbeuren eene Gulden. XIII. En zullen alle die te begraven komen, gekleed moecen zyn met een zwarte Mantel, Rok, Broek, Camifool en Kouflen, of verbeuren zes Stuivers, en die op de Begraafnifle of in de Vergaderplaats op de gewoone Bos uuren vloekt of fcheldt, zal verbeuren voor de eerftemaal drie Scuivers, voor de tweedemaal zes Stuivers, en voor de derdemaal gelyke zes Stuivers. En zal daar en boven op de eerfte aanmaaning van den Overman of van een der Vinders van daar moeten vertrekken, of anders uit de Bos geroyeerd worden, en daar en boven betaalen of laaten inhouden als Articul III is gemeld. XIV. Als ierrr.nd zich door Moedwil, Vegtery of Dronkenfchap komt te bezeeren, zal, zo hy daar van overtuigd wordt, niets uit de Bos trekken. XV. Deeze Bos zal voortaan worden beftierd door twee Overlieden, te weeten Kleer- of Keurslyfmakers-Knechts, als een van deProteftar.tfche, en een van de Roomfche Religie, waar van altoos een in dienft deezer Bos zal zyn, en een ftilzittende, die het Jaar daar na in dienft zal moeten komen, en dan weder die het laatft afgegaan is, en zo vervolgens; gelyk mede door drie Vinders, welken gehouden zullen zyn by de Nommer af te dienen, zonder onderfcheid of dezelve zyn Kleer- of Keurslyfmakers, en of het zyn Baazen of Knechts, gelyk mede van welk Handwerk die zouden mogen zyn, welke Vinders mede een Jaar agter den anderen in dienft zullen moeten zyn; zullende die geene wiens  KEUREN DER STAD HAERLEM. 365 wiens beurt het is Vinder te worden, en dien poft weigert aan te neemen, ten behoeven deezer Bos verbeuren twaalf Stuivers. XVI. En zullen zo wel de voorfz. Overman als Vinders gehouden zyn , (gelyk mede de ftilzittende Overman, wanneer hy daar toe wel expreflelyk wordt verzogt, en anders niet) by alle voorvallende gelegenheden met eikanderen over den Staat deezer Bos te handelen, als ook by het doen van Rekening en de ordinaire beraalingen prefent te zyn , als mede neerftig zorge te dragen, omme alle Boetens in te vorderen, en voorts nette aantekening van hunne Ontvang en Uitgaave moeten houden; gelyk mede een aparte aantekening van de Uitkeeringen aan wien en wanneer gedaan, als ook van de Boetens, en alle Jaaren aan malkanderen, in prefenrie van die Bos-Broederen die 'er by willen zyn, Rekening doen, en waarby de ftilzittende Overman ook zal moeten adfifteeren. XVII. Zo wanneer de hier voorgemelde in dienft zynde Overman mogt komen te overlyden , uit deeze Bos uitgaan, ofte elders gaan werken , of Baas wordt, .of deeze Poft niet langer zoude willen waarneemen, zal door den ftilzittenden Overman en Vinders, by meerderheid van Stemmen moeten worden gemaakt eene Nominatie van twee Perfoonen, van dezelve Religie als de" geweeze Overman was, welke op eenen daar toe beftemden tyd aan de prefente Bos-Broederen vertoond, en door het meerendeel van hun geapprobeerd zal moeten worden, en vervolgens aan de Ed. Groot Achtb. Heeren Burgemeefteren deezer Stad ter Verkiezing zal moeten worden overgegeeven , en zal een Overman, die deezen Poft niet langer zoude willen waarneemen, ten behoeve deezer Bos voor deszelfs ontflag moeten betaalen twee Guldens. XVIII. De in dienft zynde Overman en Vinders zullen gehouden zyn , alle veertien dagen des Zondags 's avonds van zeven tot agt uuren te vaceeren , om de fourniflementen te ontvangen , en zal de in dienft zynde Overman en ieder van de Vinders een Sleutel van de Kift moeten hebben, die de afgaande aan den aankomenden zal moeten overleeveren, en zal een Overman of Vinder, niet kunnende praefent zyn, zyn Sleutel voor het Bos-uur aan de Prtefenten moeten zenden, of verbeuren zes Stuivers. Zullende de Vinders gehouden zyn beurtelings de Zieken te gaan zien, op een Boete van twee Stuivers, het geen mede aan den Overman zal vryftaan, wanneer hem zulks goeddunkt. XIX. En zal een Zieke, die werkende bevonden wordt, in agt dagen niets hoe genaamd uit de Bos trekken, en zo een Overman of Vinder, zulks weetende, cn zodanig een niet bekeurt, zal of zullen, daar van overtuigd kunnende worden , voor de eerftemaal verbeuren dertig Stuivers, voor de tweedemaal drie Guldens, voor de derdemaal gelyke drie Guldens, en daar en boven van het Overman- of Vinderfchap moeten worden afgezet, zonder ooit dien Poft weder te mogen bedienen. XX. De in dienft zynde Overman en Vinders zullen voor hunne moeite niets trekken, dan vryheid van alle fourniflementen. En het zal een Bos-Broeder zyn Proef doende , te zyner keuze ftaan in de Bos te blyven of 'er uit te gaan. XXI. Een Bos-Broeder zo ziek zynde, dat hy zich zeiven niet kan helpen, en de Bos ten minften zeftig Leden hebbende, zullen twee Bos-Broederen op hun beurt alle Nachten by hem waaken, op een Boete van zes Stuivers, voor ieder die zulks mogte verzuimen; en zo iemand der Bos - Broederen vrywillig aanneemt by een Zieken te waaken , of iemand van zynent wegen aanneemt en zulks niet doet, zal verbeuren twaalf Stuivers. XXII. Een Bos - Broeder Ziek geweeft zynde en weder herfteld zynde, zal gehouden zyn, deszelfs Lootje of Teken op de eerfte Bosdag daaraanvolgende weder aan den Overman of Vinders van de Bos ter hand te ftellen, op een Boete van zes Stuivers. XXTIL Alle, Leden tegenswoordig in deeze Bos zynde, zullen daar in moeten blyven, ter tyd  366 KEUREN DER STAD HAERLEM. tyd toe, dac de agterftallige Schulden deezer Bos geheelyk zullen zyn voldaan enafbecaald, ofce eerder uic deeze Bos uitgaande, gehouden zyn hun Aandeel in de voorfz. Schulden, gelyk mede hunne Boecens en excra Fournisfemencen, alvorens aan den Overman en Vinders ten vollen af ce becaalen, zonder daar op af ce korcen hec geen de Bos in vervolg van cyd in Kas mogce hebben; en die der cegenwoordige Leden uic deeze Bos uitgaac of is gegaan, zal zyn agcerftallige Boecens en excra Fournilïèmenten moecen becaalen, alvorens de zodanigen weder als Leden deezer Bos mogen aangenomen worden. XXIV. En zullen de Overman en Vinders gehouden zyn, omme Jaarlyks, tot vermindering | van de agterftallige Schuld deezer Bos, uic de Kas ce betaalen en af te doen eene Somma van dercig Guldens, en daar mede zo lange Jaarlyks te continueeren, toe dac de voorfz. Schuld geheel zal zyn voldaan en afbecaald. XXV. Edoch de Leden, die na deezen in de voorfz. Bos zullen komen, en naderhand daar uitgaan, zullen niec gehouden zyn hun Aandeel bevorens in de agcerllallige Schuld te becaalen, maar vry en onverhinderd uic de Bos kunnen uitgaan, mits alvorens betaalende zodanige Boetens, als dezelve als dan ce kwaad zullen zyn. XXVI. Alle Boetens in deeze Ordonnantie vermeld, zullen komen ten voordeele van de Bos. XXVII. En zullen Overlieden en Vinders gehouden zyn, omme Jaarlyks aan de Ed. Groot Achtb. Heeren Burgemeefteren te prasfenteeren een Staat van deeze Bos. Lallende de Supplianten en allen en een iegelyk, dien zulks verder zal mogen aangaan, zich na alle de bovenftaande Articulen punótueelyk te gedtaagen op de Boetens daar by geftatueerd. En zal Copie van deeze Refolutie en Ordonnantie aan de Supplianten worden gegeeven ten einde zich daar na te reguleeren. Alteratie en Ampliatie van het Reglement van de KLEERMAKERS- en KEURSLYFMAKERSKNECHTS-BOS; van den 3 January 1776. BURGEMEESTERENen REGEERDERS der STAD HAERLEM , gehoord hebbende de Le&ure van de Requefte, aan hun Ed. Gr. Achtb. geprefenteerd door de Overlieden van de Kleermakers- en Keurslyftnakers-KnechtsBos; verzoekende, vermits gemelde Bos zich ter zaake van'/ veelvuldige ZiekenGeld, dat dezelve genoodzaakt is geweeft uit te keeren, zich in Schulden heeft moeten fteeken, dat hun Ed. Groot Achtb. by forme van Alteratie en Ampliatie van derzelver Refolutie, in dato 12 Mai 1761, hun Supplianten zouden gelieven te authorifeeren en te permitteeren, om zo lange gemelde Bos zich in Schulden zal bevinden, aan de zieke Bos-Broederen geen ZiekenGeld, hoegenaamd, uit te keeren, maar dat zy zullen kunnen volftaan, om de zieken ten koften van de Bos, te verzorgen van Doclor, Meefter en de geordonneerde Medicamenten ; dan wanneer gemelde Bos wederom uit zyne Schulden zoude zyn, dat zy als dan aan de zieken zoude mogen uitkeeren één Gulden en vyf Stuivers, en wanneer gemelde Bos honderd Guldens by Kas zoude hebben, als dan twee Guldens per week. Hebben, na deliberatie, in agting genomen zynde, dat het voorfz. verzoek met confent en toeftemming van de meefte Leden van de voorfz. Bos aan hun Ed. Groot Achtb. is gedaan, goedgevonden en verftaan, by forme van Alteratie en Ampliatie van het Reglement van meergemelde Bos en van de voorfz. Refolutie, van \i Mai 1761 , te arrefteeren. Eerftelyk, dat zo lange meergemelde Bos zich in Schulden zal bevinden, aan de zieke Bos • Broederen geen Zieken - Geld, hoe genaamd, zal worden uitgekeerd, maar dat de-  KEUREN DER STAD HAERLEM. 36> dezelve, als van ouds, ten koften van de Bos, zullen worden verzorgd vaneen Doctor, Meefter en de geordonneerde Medicamenten. Ten anderen, dat zo haaft gemelde Bos uic zyne Schulden zal zyn, dac als dan wederom aan de Zieken 's weekelyks zal worden uitgekeerd één Gulden en vyf Stuivers. En laatft elyk, dac zo dra gemelde Bos honderd Guldens by Kas zal hebben, dac als dan 's weekelyks aan de Zieken zal worden uicgekeerd en becaald cwee Guldens per week; mies de Overlieden gehouden zullen zyn jaarlyks eene ftaac van gemelde Bos aan hun Ed. Grooc Achcb. ce preien ceeren. Blyvende voor 'c overige alle de Arciculen van het Reglemenc van deeze Bos in zyne volle vigeur en kragc, en qualificeeren de Overlieden om deeze alceracie en ampliacie ten koften van de Bos te laacen drukken en te diftribueeren daar zulks behoorc. En zal een dien einde Copy deezer aan de Suppliancen tot narichtinge worden gegeeven. Alteratie en Ampliatie van het IX, XI, XII, XV en XXI Articul van de Ordonnantie op de VRYWILLIGE BOS van de KLEERMAKERS- en KEURSLY F MAKERS-KNECHTS en andere LIEDEN; van den 23 November 1787. BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STAD HAERLEM, disponeerende op de Requefte door de Overlieden en Vinders van de Vrywillige Bos van de Kleermakers- en Keurslyfmakers - Knechts en andere Lieden binnen deeze Stad, aan hun Ed. Gr. Achtb. geprefenteerd, mitsgaders gelet op eenige daar benevens gefuppediteerdeinformatien alles tendeerende tot alteratie van eenige Articulen der Ordonnantie op de voorfz. Bos den 23 Maart 1779 gearrefteerd. Hebben, na deliberatie en in achting genoomen hebbende , dat, ingevolge het fchriftelyk Declaratoir van de Supplianten, de meerderheid der Leden van meer-\ gemelde Bos zich met den inhoud van het gedaane verzoek conformeeren , goedgevonden en verftaan, by Alteratie en Ampliatie van het IX, XI, XII, XV en XXI Articul van de voorfchreeve Ordonnantie, te ordonneeren en te ftatueeren gelyk geordonneerd en geftatueerd wordt by deezen. Voor eerft, dat, zo iemand der Bos-Broederen door eenig Accidenc, Wond, of verzweering bui een ftaac moge geraaken om ce werken, en de adfiftencie by, hec IX Articul der Ordonnancie bepaald, begeerc ee geniecen, alvoorens daar coe ce kunnen geraaken , aan de Overlieden en Vinders deezer Bos zal moecen overleveren en eer hand ftellen een Declaratoir van een binVervolgvan V //. Deel, 5 Stuk. nen deeze Stad erkend geadmitteerd Chirurgyn. Ten tweeden, dat tot de Begraavenis van een Bos-Broeder, wanneer de Kas van de Bos vyf honderd Guldens of meerder mogt bedraagen, in plaats van de vier- en twintig Guldens die by het XI Articul der Ordonnantie beloofd zyn, voortaan dertig Guldens zullen worden betaald. Dat ook wanneer een Bos - Broeder buiten de Stad of in het Gafthuis alhier moge komen te fterven, aan de naafte Vrienden en Erfgenaamen van den Overledenen de helft van voorfz. fomma van dertig Guldens zal worden betaald, indien namelyk de Kas van de Bos vyf honderd Guldens of meer bedraagt, en anders nier. Ten derden, dat, by alteratie van het XII Articul, voortaan aan de Draagers voor hec draagen van het Lyk hunner BosBroederen uic de Kas van de Bos becaald zal worden aan ieder Draager zes Scuivers. Ten vierden , dac deeze Bos voortaan beftierd zal worden door vier Overlieden, ce weecen Kleer- of Keurslyfmakers-Knechrs, en wel cwee van de Proteftantfche en cwee van de Roomfche Religie, waar van alcoos cwee in dienft van deeze Bos zullen zyn, namelyk een Proceftantfcbe en een Roomfche ; zullende de cwee anderen een Jaar Uitzitten, en dan wederom in plaats vandevoorigen in dienft komen, en zo telkens elkanBbb der  368 KEUREN DER STAD HAERLEM. der vervangen, terwyl de ftilzittende gehouden zullen zyn hunne Fourniflementen, nevens andere Bos - Broederen, te betaalen; doch dat, by aldien een der dienft doende Overlieden door ziekte of ander belet verhinderd wordt zyn poft waar te neemen, een der ftilzittende Overlieden in plaats van den abfenten zal fungeeren, en als dan ook van het Fourniflement bevryd weezen. Ten vyfden, dat voortaan in plaats van drie Hechts ttvee Vinders zullen fungeeren, welke nogchans ook alle Jaaren zullen afgaan. Laatftelyk, dat de Bos-Broederen voortaan zullen bevryd zyn van het waaken, 't welk by het XXI Articul der Ordonnantie geor¬ donneerd was, wordende het zelve Articul by deeze geannulleerd en vernietigd. Terwyl verder de voorfz. Ordonnantie in haare volle kracht en vigeur zal blyven, en benevens de by deeze gearrefteerde ampliatien en alteratien, ftiptelyk zal moeten worden geobferveerd; zullende ook tot dat einde Copie deezer gegeeven worden aan de Supplianten, met laft aan dezelven, en aan alle anderen, om zich hier na te reguleeren, en authorifeeren en qualificeeren voorts nog de Supplianten omme de voorfz. ampliatie en alteratie ten koften van de Bos te mogen doen drukken. Ordonnantie op de METZELAARS-KNECHTSen OPPERLIEDEN-BOS; van den 22 Juny 1781. BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STAD HAERLEM, gehoord hebbende de Le&ure van V Requeft, aan hun Ed.Groot Achtb. geprcefenteer d door de Overlieden en Vinders van de Metzelaars-Knechts- en Opperlieden-Bos binnen deeze Stad, verzoekende, vermits het aanmerkelyk verval dier Bos, byzonder uit hoofde zo van het fteeds toeneemend getal van oude en zwakke Leden, als van de menigvuldige Sterfgevallen, daar in zedert eenigen tyd gebeurd, mitsgaders ook van de vermindering der Contribuanten, dat het hun Ed. Groot Achtb. behaasen mogte, om in de jongfte Ordonnantie, opnieuw gearrefteerd den 25 April 1766, diverfe verariderin-, gen te maaken, en daar by fpeciaal hebbende gelet dat de voorfz. Bos natuurlyker wyze eerlang geheel en al zal te niet loopen, indien daar in niet op eene kragtdadige wyze door hun Ed. Groot Achtb. worde voorzien: Hebben mits dien, na deliberatie, en ten einde het totaal verval der voorfz. Bos, en met hetzelve ook de aanmerkelyke fchade van zo veelen die daar by belang hebben, voor te komen, mitsgaders om te gelyker tyd door de thans noodzaakelyk wordende verandering in verfcheide Articulen der Ordonnantie, geen verwarring in dezelven te weeg te brengen , goedgevonden en verftaan, om met vernietiging der vorige Ordonnantie, zo als dezelve op den 25 April 1766 vaftgefteld is, op nieuw te arrefleeren , gelyk gearrefteerd worden by deezen, de navolgende Articulen , waar na een iegelyk wien het aangaan mag, zich zal hebben te reguleeren, immers by provifte en tot zo lange, dat hun Ed. Groot Achtb. na het neemen eener proeve omtrent deeze nieuwe Schikkingen eenige nadere verandering of herftelling van tyd tot tyd der voorigen zouden mogen nodig oordeelen. Articul I. Uit de gemelde Bofte zullen alleen worden geadfifteerd de geenen die daar in zullen hebben gecontribueerd. II. En zullen de Contribuanten daar uit geen adfiftentie ontvangen binnen het halve Jaar dat zy ingetekend zullen zyn. III. Wanneer iemand door ongeluk, het zy in het werken of anderzins , zich zodanig zal hebben bezeerd, dat niet in ftaat is om te werken, of ook door ziekte daartoe buiten vermogen is, zal geduurende zodanig ongemak of ziekte aan denzelven weekelyks vry geld worden uitgereikt één Gulden en tien Stuivers, doch zal dezelve betaaling van één Gulden en tien Stuivers, 's weeks niet langer gedaan worden dan een vierendeel jaars:  KEUREN DER STAD HAERLEM. 369 jaars: en indien het ongemak of ziekte nog langer continueerde, zullen zodanigen het tweede vierendeel jaars maar genieten een Gulden 's Weeks, en by langer continuatie niets, tot zo lange zy, van die ziekte herfteld geweeft zynde, op nieuw komen ziek te worden. IV. t Wel verftaande , dat die geenen , die zich zodanig ongemak zullen hebben toegebragt door dronkenfchap of dertelheid, geen adfiftentie zullen genieten , ook niet de zulken, die door de Doctors overtuigd worden van door een Venus Ziekte buiten ftaat gebragt te zyn om hun werk te kunnen waarneemen. V. En zullen de opzienders verpligt zyn, gelyk ook by deezen aan dezelven wel duidelyk gelaft wordt, de oorzaak en omftandigheden daar van te onderzoeken , en des noods den patiënt door een Doctor in de Medicynen of Chirurgyn te doen vifiteeren, het welk de geene, die deswegens adfiftentie verzoekt, zal moeten gedoogen, zonder eenig tegenzeggen , op pcene van geen onderftand te genieten. Dat geen Zieken buiten hun Huis zullen mogen gaan, zonder de Beftuurders (die in die Maand in dienft zyn) daar van kennis te geeven, het welk niet zal mogen zyn voor Vrydags, wanneer zy Saturdag daar aan bedanken zullen, op pcene van geen Zieken-Geld te trekken, ten zy het eene ziekte of kwaal mogte zyn, waarvoor het uitgaan door den Doctor of Chirurgyn wierde geordonneerd, van dewelke en in dien gevalle de Patiënt een briefje zal moeten verzoeken, en aan de Beftuurders vertoonen. En zullen ook de Zieken in hun Huis niet mogen werken, op pcene van als vooren verfteeken te zyn van het ZiekenGeld , indien zulks kan worden beweezen; en zal ieder Vinder, wiens Maand het is, gehouden zyn, alle de Zieken, die zich hebben aangegeeven, tweemaal 's Weeks te gaan bezoeken, op de Boete van één Stuiver van ieder Perfoon en voor ieder reis, die dezelve Vinders zullen overflaan en niet bezogt hebben, ten zy zy bewyzen kunnen, door Ziekte of ander toeval, daar toe niet in ftaat te zyn geweeft. VI. De geenen, die tot eenige adfiftentie te genieten uit de Bos, uic hoofde van Ziekte of ander ongemak, vermeenen te zullen zyn bevoegd , zullen zich aan de Beftuurders moecen aangeeven op Sacurdag van den eerften Maarc coc den laacften Auguftus, 's avonds van agc tot negen uuren, en van den eerften September tot den laacften February, mede des avonds van zeven toe agt uuren, ter plaatfe alwaar de Beftuurders het zelve zullen goedvinden , mede brengende een briefje van den Doctor of Chirurgyn, dewelke zullen verklaaren, dat de Zieke of Pacienc niet in ftaat is om zyn Werk ce kunnen waarneemen, en zo vervolgens alle Weeken, indien de Beftuurders hec begeeren. VII. De Weduwen van de Concribuanten zullen geniecen, wanneer dezelve onhercrouwd komen te fterven en geconcinueerd zullen hebben mee jaarlyks na haar Mans dood vieren-twintig Stuivers in de Bofte te contribueeren, zodanige fomme toe een Begraafnis, als hier na zal worden bepaald, en zullen zich moeeen aangeeven aan de Beftuurders binnen den cyd van veercien dagen na het fterven van haar Mans, op pcene, dac na de gemelde veercien dagen niet aangenomen zullen worden , en betaalen voor intekenen twaalf Stuivers, en twee Stuivers voor hec Boekje, en zullen gehouden zyn de voorgemelde vieren cwincig Scuivers te moeten betaalen in twee termynen, als twaalf Stuivers in de Maand Maart, en twaalf Stuivers in de Maand September, en zo vervolgens van Jaar tot Jaar; I doch zullen voor ieder Maand, die zy zullen laaten verloopen, na de geftelde termynen, I verbeuren twee Stuivers, en een half Jaar Jaatende verloopen, zullen zy haar recht tot de Bos verliezen, en haar naam uit het Boek worden geroijeerd; doch die een geheel Jaar voor uit gelieft te betaalen, zal zulks mogen doen. vul En zal toe de koften van de Begraavenifte worden uicgekeerd, na raco dac de Bos by Kas zal zyn, als by voorbeeld, als de Bos minder als cwaalf honderd Guldens bezie, zal de uitkeeringe voor een Contribuancs Begraavenis zyn dertig Guldens, en een Contribuants Vrouw of Weduwe vyftien Guldens; en boven de twaalf honderd Guldens tot vyftien honderd Guldens, als dan voor een Mans Begraavenis vyf - en - dertig Guldens, en voor een Vrouw of Weduw Bbb 2 twin-  37° KEUREN DER STAD HAERLEM. twintig Guldens; van vyftien honderd Guldens tot twee duizend Guldens veertig Guldens voor de IVlans, en vyf- en twintig Guldens voor een Vrouw of Weduwe Begraavenilfe; en zo vervolgens, ieder vyf honderd Guldens meerder de Kas aangroeyende in kapitaal, zal 'er ook op ieder Begraavenis vyf Guldens meerder worden uitgekeerd, zo als daar en tegen voor ieder vyf honderd Guldens, dat de Bos mogt verminderen in kapitaal , ook vyf Guldens op ieder Begraavenis minder gegeeven zal worden. En zo het onverhoopt kwam te gebeuren, dat de Bos tot vyf honderd Guldens kwam te verarmen, zullen alle de Contribuanten, zo getrouwde als ongetrouwde, gehouden zyn van den eerden April tot den laatften September ieder week één Stuiver boven zyn contributie te betaalen, dus dan drie Stuivers 's weeks, in plaats van twee Stuivers, tot dat de Bos wederom agt honderd Guldeus by Kas zal zyn. IX. Ook zullen alle Contribuanten , die getrouwd zyn, gehouden weezen (om te vinden de voorfz. Begraaveniftèn van de Vrouwen der contribuanten) jaarlyks zes Stuivers te moeten contribueeren boven den inleg; te weeten drie Stuivers in de Maand Mai en drie Stuivers in Auguftus, en zullen die geene die de gemelde zes Stuivers op de geftelde Termynen niet voldoen, daar en boven verbeuren voor ieder Maand één Stuiver; doch die geene , die geneegen is de beide Termynen in de Maand Mai te betaalen, zal zulks toegeftaan worden: en wanneer een Contribuant Weduwenaar zynde komt te hertrouwen met een Vrouw die boven de /1 Jaaren is, zal zodanige Vrouw niet in de l i Bos worden aangenoomen; doch zal zoda- t nige hertrouwde Weduwenaar in dat geval ( van 'c betaalen van 't voorfz. Vrouwen geld bevryd zyn, gelyk het zelve ook niet zal behoeven betaald te worden by Weduwenaars die niet hertrouwen. 1 X. \ Wyders zullen alle die geenen, die zich c willen laaten infchryven, niet boven de veer- c tig Jaaren mogen zyn ; doch die vyf- en- J veertig Jaaren (en niet hooger) bereiken, v van welke opgaaven . van Jaaren in beide de z gevallen by Doopccdulle of ander foorrge- z lyk behoorlyk bewys altoos zal moeten bly- v ken, zullen mede ingefchreeven mogenwor-'v den, mits betaalende de Jaaren die zy boven de veertig Jaaren bereiken , het zy in één Termyn of zo als de Contribuanten beft zullen kunnen betaalen ; te weeten ieder Jaar dubbelde contributie, tot zo lang zy de forama betaald zullen hebben: en ook zullen die geenen, die zich willen laaten infchryven , moeten zyn gezond van Lichaam, van eerlyk gedrag, en hunne koft kunnende winnen; en zullen alle die geenen die zich hebben laaten infchryven, en eenig gebrek, dat ongeneeslyk is-, verzweegen hebben , en daar van naderhand zullen kunnen worden overtuigd, verliezen hun ingelegde Geld en hun Recht, om by nood uit de Dos te worden geaffilieerd. XI. Alle Leden, die niet minder dan een Jaar in de Bos zullen gecontribueerd hebben, en uit de Stad mogten gaan , hetzy met'er woon, of hetzy in dienft te Land of ter Zee, zullen (des begeerende) hun Recht aan dc Begraavenis mogen blyven behouden, mits betaalende twee Stuivers per Week , en zullen dan by hun overlyden een Begraavenis trekken, na advenant dat de Bos als dan zal uitkeeren, mits dat 'er aan de Beftuurders van de Bos klaar bewys van het overlyden getoond wordt; en in caszy, in leeven blyvende, dan in vervolg van tyd wederom hier in de Stad of Vrydom van dien mogten komen te woonen, en begeerig waaren om wederom deel aan het Zieken-Geld te hebben, zal zulks hun toegeftaan worden (mits dat zy altyd contribueerende Leden zedert haar verbek geweeft zyn), en als dan, na datzy zich suilen hebben aangegeeven, wederom moeen betaalen benevens de andere Leden twee 'tuivers per week, en op nieuws nog moem wagten dertien weeken eer zy Ziekengeld kunnen trekken. XII. Die zich laaten infchryven, zullen op hun ntreedetotde Bofte contribueeren tien Stuiers, en twee Stuivers voor de Ordonnantie, ;elyk ook jaarlyks zal worden gecontribueerd oor de Leerlingen (na dat zy twee Jaaren p dit Ambacht zullen zyn geweeft) tien tuivers; doch daar tegens zullen de zulken, ranneer zy naderhand Knechts geworden yn, die twaalf Stuivers daags winnen, en :ch in de Bofte willen laaten intekenen, be*yd zyn van by hun intreede te betaalen de )orgemelde tien Stuivers; en zal, by man- que-  KEUREN DER STAD HAERLEM. 371 quemene van betaalinge door den Knecht, (door ordre van de Beftuurders) tot betaalinge gemaand worden, en niet betaalende, zal men de Baazen mogen verzoeken het geld van hun Loon in te houden, en zyn de Mr. Metzelaarsbaazen, des verzogt, zulks ook gehouden te doen. XIII. De Knechts en Opperlieden, Burgers of Ingezetenen zynde, en niet begeerende zich te laaten infchryven, zullen ook niet gehou-1 den zyn tot deeze Bofle ietwes te contribueeren. XIV. Doch zullen de vreemde Knechts en Opperlieden , die in het vervolg van buiten inkomen om alhier of elders onder het toezicht van een Mr. Merzelaarsbaas binnen deeze Stad of Vrydom van dien te werken, gehouden zyn om jaarlyks ten behoeve van deeze. Bolle te betaalen dertig Stuivers, en dertig Stuivers moeten betaalen binnen vier weeken na dat zy alhier zullen hebben begonnen te werken; doch zullen niets behoeven te betaalen, wanneer zy (alhier of elders onder het toezicht van een Mr. Metzelaarsbaas bin- ' nen deeze Stad of Vrydom van dien) geen 1 vier weeken gewerkt hebben, en worden by ] deezen de Mr. Metzelaarsbaazen binnen deeze Stad en Jurisdictie van dien gequalificeerd ' en geordonneerd, om de voornoemde dertig Stuivers van de Knechts, onder hun toezicht vier weeken alhier of elders gewerkt hebbende , van hun Loon af te houden en aan de Beftuurders van deeze Bos alzo jaarlyks te verantwoorden. XV. J De weekelykfe Contributie moet preciefe- * lyk des Saturdags Avonds op den tyd, zo als Articul VI gemeld is, gefchieden,en die zich zullen hebben laaten intekenen, zyn gehouden te contribueeren weekelyks twee Stui- 2 vers, en by aldien iemand den voorfz. tyd ( van den inleg liet verloopen, en in de vol- 1 gende week voor beide weeken betaalde, zal v daar en boven voor boete moeten betaalen ii een halve Stuiver, en zo vervolgens ieder g week, die verder zal verloopen, nog moeten p betaalen voor ieder week een halve Stuiver, w en by verloop van zes weeken door den Knecht v: ter betaaling vermaand worden, en wanneer hi als dan de Boeten en Contributie niet komt al , af te betaalen, zal die geene als dan verftee- ken zyn van het recht tot deeze Bofie, wel1 kers naam vervolgens uit de Lyft zal worden 1 geroijeerd; en wanneer iemand van de Leden :- deezer Bos verhuift, (doch binnen deeze :- Stad of Vrydom van dien), zal dezelve daar van op den eerften Bostyd aan de Beftuurders of Knecht van de Bos moeten kennis geeveu, en daar in nalaatig zynde, ver„ beuren drie Stuivers; en zullen voortaan ' in deeze Bos mogen ingetekend worden Lieden van allerlei Handwerk. XVI. Als iemand der Contribuanten of van derzelver Vrouwen of Weduwen, die in deeze Bos zyn, komt te overlyden, zullen de Contribuanten niet mede ter Begraavenis behoeven \ verzogt te worden; maar zal in zodanig ge! val een ieder der Contribuanten moeten betaalen één Stuiver Lyk-Geld, en dat wel I uitterlyk één week na dat het Lyk zal Begraj' ven zyn; welke dag van betaaling aan dezel1 ven een week van te vooren zal worden aangezegd , ten einde niemand het doen van dezelve betaaling eenigzins zou verzuimen: en zullen die geenen, welke het opbrengen van dit Geld nalaaten, voor elke week verzuim verbeuren een halve Stuiver, en na verloop van zes weeken zonder al het agterftallige af. betaald te hebben, daadelyk hun recht tot de voordeelcn deezer Bos verliezen. XVII. Wanneer een Contribuant ofte Weduwe zyn of haar Tekenboekje verheft, zal de zodanige verbeuren twee Stuivers, en die hec zelve verwaarlooft, zo dat het onbruikbaar is eer dan hec heeft uitgediend, zal een ander moeten koopen, en daar voor mede twee Stuivers betaalen. XVIII. De bewaaringe van de Bofte zal zyn by zeven Opzienders, als een Deken , cwee Overlieden en vier Vinders, by deEd. Grooc Achcb. Heeren Burgemeefteren ce verkiezen, waar van Jaarlyks in November de drie oudften in dienft zullen veranderen, en een dubbeld gecal aan hun Ed. Grooc Achcb. worden geprafenreerd om die plaatfen ce vervullen ; welke Opzienders zullen^ zyn de eene helfte van de Gereformeerde Religie, en de andere helft van andere Gezindheden, en zullen zo veel als mogelyk is, Lieden gekoozen worden die Bbb 3 jee-  372 KEUREN DER STAD HAERLEM. leezen en fchryven kunnen, en die meer gediend hebben en van de zaaken kundig zyn; en zal deeze BofTe altoos moeten voorzien zyn met vier differente floten, waar van de Sleutels by de vier Beftuurders, die in die Maand in dienft zyn, bewaard zullen.worden. XIX. Om de Contributie te ontvangen zullen altyd by beurten een- Overman en twee Vinders zich Saturdags op de geftelde uuren op de Kamer moeten laaten vinden, op een boete van tien Stuivers voor ieder, en zal by belet een ander van gelyke qualiteit daar toe moeten verzoeken, die mede tien Stuivers zal i verbeuren wanneer niet verfchynt en tydelyk is verzogt; en mogen de Opzienders, voor hunne moeite en verteeringe niet meer in rekening brengen als ieder twee Guldens eens 's Jaars. XX. De rekening zal altoos moeten gefchieden jaarlyks in de tegenwoordigheid van alle Contribuanten, die daarby willen zyn, den laatften Zondag in Ocftober, tuflchen drie en vier uuren des namiddags, en zullen de Deken en Overlieden te zamen, voor het opmaken van de rekening, genieten vier Guldens, boven hun Salaris. XXI. Geduurende het doen van de rekening, tot dat dezelve volkomen tlyk zal zyn gefloten, zal geen Tabak gerookt, nog eenigen Drank gedronken mogen worden, op de boete van tien Scuivers; gelyk ook een iegelyk zich zal moeten wachten, geduurende deeze byeenkomft, te Vloeken, te Zweeren, Godsnaam te misbruiken, of anderzins onbetamelyke woorden te fpreeken, of gekyf of vegteryen aan te rechten, op de boete van twintig Stuivers, onverminderd zwaarder ftraffe na gelegenheid der zaaken. XXIL Ook zal een iegelyk zich wagten op de Bos te verfchynen, het zy op de rekening of andere Zitdagen, onbekwaam door den Drank, op gelyke boete van twintig Stuivers, en zullen ook by de eerfte order van de Opzienders aanftonds moeten ver¬ trekken, op poene van het recht van de Bos te verliezen, zonder ooit wederom aangenomen te mogen worden, gelyk ook wel duidelyk aan alle Leden belaft wordt (om ongeluk van Brand voor te komen) met geen brandende Pyp boven op de Kamer te komen om aldaar te rooken, op de boete van drie Stuivers. XXIII. " De Opzienders zullen zyn bevoegd een Knecht van de Bofle aan te neemen, en aan dezelve voor zyne moeite uit de Bosfe toe te leggen jaarlyks dertig Guldens, onder welke Loon ook zal zyn begreepen, het vermaanen van de nalarigen tot betaaling, en zal voor het affifteeren by een Lyk ter Begraavenifte genieten twee Guldens; voor het fchoonhouden van de Kamer, bezorgen van het Licht in de Gang en Kaarflen op de Bos, ten dienfle van de Beftuurders (doch niet geringer als zes in een Pond), een ordentelyk goed vuur, van twee en een half a drie uuren lang, te zamen zeven Guldens, en zal dezelve in het (luis moeten verwoonen jaarlyks veertig Guldens. XXIV. De Boetens, by deeze Ordonnantie geftatueerd, zullen worden geappliceerd ten behoeve van de Bofle. XXV. En zo wanneer (onverhoopt) komt te gebeuren, dat een der Contribuanten volgens getuigenifte van de Doftoren krankzinnig wierd, zal de zodanige, zo lang hy /an die kwaal behebt is, geen Ziekengeld sunnen trekken; doch des begeerende het recht aan de Begraavenis blyven behouden, mits betaalende alle weeken een Stuiver, of alle vier weeken vier Stuivers, en de vierde week niet betaalende zal dan voor ieder week die overgeflagen wordt verbeuren een halve Stuiver tot de dertien weeken, en als dan de Contributie en Boetens niet afbetaalende zal zyn recht verliezen en zyn naam uit het Boek worden geroijeerd, ingevalle herfteld zynde, niet aan het voorenftaande komt te voldoen. XXVI. • Als iemand van de Contribuanten voor oude  KEUREN DER STAD HAERLEM. 373 de Man in het Oude - Mannenhuis geraakt, of in eenig Godshuis gaat om aldaar gehouden of gealimenteerd te worden, zal de zo, danige mede geen rechc meer aan het Zieken - Geld hebben, maar wel tot de Begraavenis, mits daar voor weekelyks furneerende twee Stuivers, en zal dezelve, by nalaacigheid hier van, verbeuren voor ieder week een halve Stuiver, en dat tot de dertien weeken toe; en zo hy als dan de Contribucie en de Boetens niet vol uit voldoet, zal deszelfs naam uit het Boek worden geroyeerd, gelyk Articul XV is gemeld. xxvii. Als een Contribuant of deszelfs Vrouw of Weduwe in het Gafthuis komt te fterven en aldaar begraaven wordt, zuilen de Erfgenaamen maar genieten de helft van een Begraaveniftè, zo als dan de Boszaluickeerendezyn. XXVIII. En indien onverhoopt iemand der Contribuanten of derzelver Vrouwen of Weduwen het ongeluk had van in handen der Juftitie te vervallen, en door dezelve aan den Lyve of met Confinement of Banniftement geftraft te worden, zal de zulke in 't geheel deszelfs recht tot deeze Bos verliezen, en nimmer daarin weder aangenomen mogen worden. xxix. En zal deeze vernieuwde Ordonnantie ingaan en beginnen te werken met den eerften Auguftus aanftaande , voor welken tyd de Overlieden en Vinders dezelve moeten laaten drukken, ten einde dus allen den Leden gelegenheid te geeven, om van den inhoud daar van verwittigd te zyn. Reglement voor de Gecombineerde DOOD - en- BEGRAAVENIS-BOS binnen de Stad Haerlem; van den 7 January 1785. BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STAD HAERLEM, disponeerende op de Requeste, aan hun Ed. Groot Achtb. geprefenteerd door de Vinders van de Vrywillige DoodBos,in den Jaare 1724 binnen deeze Stad opgericht, mitsgaders door de Diretleuren van de Algemeene Sociëteit der Begraavenis-Bos, insgelyks alhier opgericht inden Jaare 1756, in fubftantie te kennen geevende, dat by de refpeBive Ordonnantiën van de twee gemelde Boffen bepaald was, dat ieder van dezelve zoude beftaan uit vier honderd en zes- en- twintig Leden, en dat ,by het f erven van één der Leden, door elk van de overigen zou betaald worden vier Stuivers, ten einde aan zodanig Sterfhuis uit de gedaane Fourniffementen tachtig Guldens zouden moeten worden uitgekeerd; doch dat de beide Boffen door buitengewoone meenigte van Sterfgevallen in getal van Leden dermaate verminderd en tot verval gekomen waren, dat de gemelde Contributien van vier Stuivers thans niet meer dan vyftig of zeftig Guldens konden fourneeren, waar door de tegenzin in deeze Boffen zo groot wierd, dat 'er eene to¬ taak vernietiging van dezelven te duchten was; terwyl zy Supplianten niet te min van begrip waren, dat door Combinatie van de twee tot eene Bos, en door eene geproportioneerde vermindering der Contributien, het credit voor en de toeloop tot dezelve zodanig zoude vermeerderen , dat derzelver geheele vernietiging zoude kunnen worden voorgekomen; met by gevoegd verzoek aan hun Ed. Groot Achtb., om de gemelde Combinatie te approbeeren, en het daartoe ontworpen Reglement met derzelver Authoriteit te bekragtigen. Hebben, na deliberatie, en in achting genomen hebbende, dat de beide Boffen in derzelver aclueele gefteldheid, en wegens de gelykheid der Conditiën en Bepaalingen, zo veel overeenkomft met eikanderen hebben, dat 'er genoegzaam geen het minfte verfchil, ten minfte niet van eenig belang, tujfchen dezelve plaats beeft; mitsgaders ook fpeciaal gelet op het Declaratoir door de Supplianten den 19 November laatft leden getekend, en aan hun Ed. Groot Achtb. geëxhibeerd, behelzende ,dat de Leden van deeze twee gemelde Boffen met derzelver Combinatie volkomen te vreden zyn; goed- daartoe ontworpen Reglement met derzelver Authoriteit te bekragtigen.  374 KEUREN DER STAD HAERLEM. gevonden en verftaan, de meergemelde Combinatie der voorj'z. Boften teapprobeeren, gelyk dezelve geapprobeerd wordt by deeze ,* wordende voor deeze alzo GecombineerdeDOOD en BEGRAAVENIS-BOS, gearrefteerd bet navolgende Reglement, met laft aan een iegelyk, wien het aangaan mag, om zich daarna te reguleeren: Articul I. Deeze Bos zal beftaan uit de gezamentlyke Leden van de Vrywillige Doode - Bos en van de Algemeene Sociëteit der BegraavenisBos, door welker Combinatie deeze geformeerd wordt; en voorts uit zodanige anderen , als daartoe behoorlyk zullen worden ingetekend ; zullende het getal van de Leden deezer Bos, zo nu als by vervolg van tyd, ten hoogften mogen beftaan uit zes honderd en vyftig Perfoonen. II. Tot Leden deezer Bos zullen worden ingetekend, allerhande Perfoonen, gehuwd of ongehuwd, Mans- of Vrouwen, hec zy binnen of buiten deeze Stad woonagtig; met deeze bepaaling alleenlyk, dat dezelven zullen moeten zyn boven de vyftien en beneden de vyf- en veertig Jaaren; als mede dat zy zich by. de Intekening volkomen gezond zullen moecen bevinden, en ingevalle zy buiten de Stad woonagtig zyn , een Huis binnen deezer Stads - Poorten aanwyzen, daar de verfchuldigde Contribucien gevorderd kunnen worden. ui Het getal der Directeuren zal voor eerft beftaan uit de refpéctive Vinders en Directeuren van de twee gewezene Boften , hier bovenvermeld, zullende dezelven uicfterven tot op vier, op welk gecal hec vervolgens altyd blyven zal. En zullen deeze Directeuren hec opzichc en bellier der Bos waarneemen, hun leven lang geduurende, of zolang zy daartoe in ftaac zyn; behoudens nogchans, dac hec aan hun vry zal ftaan, omwigcigeredenen daar van afftand ce doen; cerwyl by het overlyden of den afftand van een der Directeuren , door de overgeblevenen een ander in deszelfs plaats zal worden aangefteld; by welke gelegenheid men zorg zal moeten draagen, dac geen Vader en Zoon , nog Broeders of Zwagers te zamen in directie komen. IV. De Penningen, welke 'er by de twee bovengemelde Boften, ten cyde van derzelver Combinacie, voor handen zyn, zullen cot eene Cafle gecombineerd en vermengd worden, ten einde daar uit zodanige betaalingen te doen, als ten behoeve deezer gecombineerde Bos en ter Uitdeeling van het eerfte Begraavenis-Geld, hetwelk na deezen verfchuldigd zal zyn, zullen geoordeeld worden te kunnen en te moecen gefchieden. V. Als iemand der Leden komt te fterven, zal ieder der ovcrblyvenden moecen fourneeren drie Scuivers; een einde daar door Directeuren in ftaac te ftellen, om, daags na dat aan hun van het eerftvolgend Sterfgeval kennis zal zyn gegeeven, aan zodanig Sterfhuis tagtig Guldens uic ce keeren. Doch, by aldien hec gecal van de Leden deezer Bos, onverhooptelyk, wederom zo verre mogte verminderen, dac de gemelde Concribucien van drie Scuivers door ieder Lid, niet genoeg waren, om de verfchuldigde tachtig Guldens aan het Sterfhuis van het overleden Lid te fourneeren, zal hec aan Directeuren vryftaan zo veel meer ce vorderen, en zuilen de Leden verpligt zyn zo veel meer by elk Sterfgeval te concribueeren, als nodig zal zyn, om de meergemelde ragcig Guldens uit te maaken; met dien verftande echter, dat de Contributien van elk Lid by een Sterfgeval nooit hooger zullen mogen klimmen, dan tot vier Stuivers, zynde de gewoone Contributie , welke in de twee meergemelde Bosfen, waar uit deeze gecombineerde gefprooten is, van ouds pleeg betaald te worden; zullende, ingeval deeze vier Stuivers geen tagtig Guldens konden fourneeren, als dan de Uitkeeringen, in evenredigheid van de Contribucien, mogen verminderd worden. VI. De voorfz. Contributien zullen door twee Directeuren worden opgehaald; en, als iemand by het ophaalen van het Geld niec t'huis mogt zyn, of eenige ongelegenheid had, zal de zodanige verpligt zyn het verfchuldigde Geld, binnen tweemaal vier-en- twin-  KEUREN DER STAD HAERLEM. 375 twintig uuren, by een der Directeuren te bezorgen; zullende by gebreke van dien hetzelve Lid verbeuren zes Stuivers, en ter betaaling onwillig zynde nogthans verpligt blyven hec verfchuldigde Fourniffemenc'ce betaalen, en cevens zyn rechc coc deeze Bos verliezen; terwyl deszelfs Nummer aan een ander zal worden gegeeven. VII. Als iemand der Leden, binnen deeze Scad woonagcig, moge komen te verhuizen, of buiten de Stad woonende, een ander aanzegshuis verkoos, zai hy daarvan, binnen tweemaal vier- en - twintig uuren, aan de Directeuren moeten kennis geeven, op de Boete van twee Stuivers. VIII. Iemand der Leden in 't Gafthuis komende te overlyden , en nalaatende een Weduwe of Weduwenaar, zal zodanige Weduwe of Weduwenaar genieten een zuiver vierde part van het geene anderzins genooten zoude zyn, indien hy of zy buiten 't Gafthuis overleeden ware; mits dat de overledene ten minften vyf Jaaren in deeze Bos geweeft zy, en geduurende het verblyf ia't Gafthuis aan den eifch der Bos voldaan, en by voorkomende fterfgevallen de verfchuldigde Contributie gefourneerd hebbe. IX. Indien iemand der Leden, om welke redenen het ook zoude mogen wezen, mogte geraaken op een Hofje, in het Diaconiehuis of eenig ander Godshuis, of van eenige .Gemeente befteed wierd, waarvan hy of zyeen Begraavenis genieten kan, dan zal zodanig Lid , daar van aan de Directeuren kennis gevende , Coc een recompens der gedaane Contributien genieten een zuiver vierde part van het geene aan de fterf huizen der Leden genooten wordt. X. Om de vierde parten, in het voorigeVIII en IX Articul vermeld, te bekomen, zullen de Directeuren by hec eerfte fterfgeval, dac op de voorfz. gevallen volgc, één Scuiver meer dan de ordinaire Contributie van de Leden afvorderen, welke zonder tegenfpreeken door de Leden zal moecen voldaan worden;' Vervolg van VII. Deel, 5 Stuk. terwyl het Nummer zo door de plaatzingvan eenig Lid in een der Godshuizen, als anderzins opengevallen, aan een ander een fpoedigftcn zal worden begeeven. XI. Alzo fommige Leden te vooren van beide de bovengemelde Bollen, uic welker Combinacie deeze gefprooeen is, Leden geweeft zyn, zo zullen dezelven die voorrecht genieeen, dac, fchoon zy van nu af voorcaan niet meer dan flegts voor een Hoofd contribueeren zullen, nogthans by derzelver overlyden, aan hunne fterfhuizen, als reftitutie hunner dubbele Contribucien, genooten zal worden twintig Guldens meerder, -dan op zodanigen cyd by anderen genoocen worde; terwyl, om dit meerdere te vinden, door de Leden één Stuiver meer in zodanig geval gecontribueerd zal worden. XII. De Directeuren zullen celken reize, cweemaal vier- en- cwintig uuren na hec ophaalen van 'c Geld, ieder op zyn beurc, aan hunne, Huizen Comparirie moeten houden, om de opgehaalde Penningen ce verantwoorden en te vereffenen; zullende de twee Directeuren, die volgens hun beurt het Geld hebben opgehaald, tot vergoeding van hun verzuimden tyd, genieten van elke honderd en agt Nummers , waarby de ophaaling gefchied is, tien Stuivers; en die van de Directeuren , aan wiens Huis de Comparitie gehouden wordt, voor 't gebruik van zyn Huis en verdere Onkoften , eene Gulden. XIII. Op de Comparitien, in het XII Articul gemeld, zullen de nieuwe Leden worden ingetekend, die voor het intekenen betaalen zullen twintig Stuivers; doch , zo iemand verkiert aan zyn eigen Huis ingetekend te worden, zal zulks gefchieden door twee Directeuren en als dan voor het intekenen betaald worden zes - en - twintig Stuivers ; en zal dit Intekengeld gebruikc worden tot het doen drukken van Ordonnantiën, aankoop van Boeken, en andere noodwendigheden; zullende aan elk, by deszelfs Intekening , gegeeven worden een gedrukte Ordonnantie en Nommer, met een bewys van recht op deeze Bos, door een der Directeuren ondertekend. Ccc XIV. Een  3?6 KEUREN DER STAD HAERLEM. XIV. Een Man zonder zyn Vrouw, of een Vrouw zonder haar Man , Lid van deeze Bos zynde, zal zodanig Man of Vrouw, des begeerende, op zyn of haar verzoek, mee hec eerft openvallende Nummer worden ingefchreeven , mits hebbende de vereifchcen, hier boven in hec II Arcicul vermeld. XV. Wanneer oncdekc wierd, dac iemand zyn Jaaren niec gecrouw had opgegeeven, maar te jong of ce oud in deeze Bos was ingefchreeven, al wierd zulks niec eerder dan by zyn overlyden oncdekc, zal de zodanige, of deszelfs Erfgenaamen, verdoken zyn van de voordeden, welke anderzins uit deeze Bos I kunnen getrokken worden: en zullen Directeuren zich hier op, zo veel het in hun vermogen is, met alle naauwkeurigheid informeeren. XVI. By hec overlyden van eenig Lid, zal daar van aan Directeuren moeten kennis gegeeven worden, welke, vier-en-cwincig uuren na deeze aanzegging, door cwee van hun hec Geld zullen doen bezorgen aan hec Sterfhuis, indien hetzelve is geleegen binnen deeze Scad of derzelver Jurisdictie; doch iemand der Leden buiten de Stad of Jurisdictie overleden zynde, zo zullen de geenen, dien hec aan gaat, de Penningen by de Directeuren moeten afhaalen, en daar toe iemand zenden met | voldoende bewyzen van het overlyden en behoorlyke Quitantie voorzien zynde; en zullen de twee Directeuren, die het Geld bezorgen , daar voor geniecen ieder vier Stuivers. XVII. De nieuw inkomende Leden, binnen hec eerfte Jaar na hunne Intekening komende te overlyden, zullen derzelver Erfgenaamen genieten vyftig Guldens, en voorts de geenen, welke langer Leden van deeze Bos geweeft zyn, voor elk Jaar boven het eerfte Jaar, nog vyf Guldens, tot de volkomene Uitdeeling van tagtig Guldens toe. En, ingevalle onverhooptelyk de volle Uitdeeling geen tagtig Guldens meer konde bedraagen, dan zal ook de Uitdeeling, hier boven in dit Arcicul voor hec eerfte Jaar bepaald, eene evenredige vermindering ondergaan. XVIII. Geen Regencen van eenige Godshuizen of Arm-Compcoiren, zullen eenig recht hebben tot de Uitdeelingen, welke uit hoofde van eenige der bovengemelde Articulen, ge? fchieden zullen. XIX." Ieder der Leden zal recht hebben tot hot inzien van het Nummerboek , waartoe aan dezelven, des begeerende, door Directeuren bekwaame gelegenheid en plaats zal aangeweezen worden. Elucidatie en Ampliatie van het V Articul van 't Reglement op de Gecombineerde DOOD- en BEGRAAVENIS BOS, den 7 January 1785; gearrefteerd den 30 January 1788. BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STAD HAERLEM , disponeerende op de Requcste, door de Directeuren van de Gecombineerde Dood en Begraavenis Bos, aan hun Ed. Groot Achtb. geprafentcerd, tendeerende tot Elucidatie cn Ampliatie van het V Articul van 't Reglement , op de voorfz. Bos den 7 January 1785 gearrefteerd. Hebben, na deliberatie , goedgevonden en verftaan, te ftatueeren, gelyk geftacueerd wordt by deezen. Dat voortaan van 't genot van het toegezegde Begraavenis-fournilfemenc zullen zyn uitgefloten allen en een iegelyk, het zy Mans of Vrouwsperfoonen, omtrent welken blykt, dat zy zich zclvcn moedwillig cm het leven gebragt hebben, als mede de zulken, welke door de Jufticie zullen zyn ter dood gebragt: zullende mitsdien in alle zodanige gevallen de Di-  KEUREN DER STAD HAERLEM. 3z7 Resolutie, waar by de BOS, genaamd de tweede BURGER WEDUWEN SOCIËTEIT, wordt gedisfolveerd; van den 16 February 1781. BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STAD HAERLEM, gehoord hebbende de Lecture van de Requefte aan hun Ed. Groot Achtb. geprefenteerd door Directeuren en Ontvanger der tweede Burger Wed. Sociëteit binnen deeze Stad, zo voor hun zeiven, en in de naamen van de verdere Leden en Weduwen van dien. ^ In fubftantie te kennen geevende , dat, niet tegenftaande hun Ed. Groot Achtb. derzelver Ordonnantie, in dato 13 Mai 1749, reeds ten voordeele van de Sociëteit op den 10 Auguftus 1754 hadden geamplieerd, dezelve Sociëteit nogthans van tyd tot tyd nog verder zodanig was vervallen en verzwakt, dat nu maar beftond uit twintig Contribueerende Mannen, eene hertrouwde Weduwe en zes - en - dertig Weduwen, waar uit dan natuurlyk proflueerr, dat de uitkeeringen aan haar Jaarlyks zeer gering zyn geworden, en zo verre zelfs dat, met de Intreften van het in weezen zynde Capitaal, op primo Mai 1779 ieder Weduwe haare portie niet meer heeft bedraagen dan vier- en- dertig Guldens één Stuiver en agt Penningen, waar van dan nog moeft afgetrokken worden het fournisfement ter fomma van zeftien Guldens, en dus voor ieder Weduwe niet meer overbleef dan agttien Guldens één Stuiver en agt Penningen. En dat de uitdeeling op primo Mai 1780 nog minder was geweeft, als hebbende na aftrek als vooren niet meer bedraagen dan j een fomma van zeventien Guldens zes Stuivers \ en twaalf Penningen. Waar uit dan klaarlyk blykt, dat het inzigt deezer Sociëteit geheel is veriedeld; en alzo 'er geen de minfte hoop tot verbetering der i uitkeeringen aan de Weduwen te wagten is, maar van tyd tot tyd nog ftaac te verminde-1 ren, zo waaren Directeuren, Leden en Weduwen verlangende, dat deeze Sociëteit op deeze wyze mogt worden vernietigd; datalle de Obligatien en Rentebrieven aan deeze Societeic coebehoorende, welke door een der Heeren Secretarilfen deezer Stad zyn gebrandmerkt, bedraagende te zamen eene Capicaal van agccien duizend, vyf honderd- en- vyftig Guldens, door Directeuren en Ontvanger publiek wierden verkogt, en de Penningen daar van komende door de Leden en Weduwen van de overledene Leden deezer Societeic, die op den 14 Auguftus laatftleden in leven waaren, ponds ponds gelyk, en dus hoofd voor hoofd, zouden worden genooten en verdeeld , en dat zelfs de Kinderen en Erfgenaamen van een Lid of Weduwe, die na voorfz. tyd is komen te overlyden, mede hun aandeel in voorfz. verdeeling zouden genieten; en dus daar mede deeze Sociëteit een einde neemen. Verzoekende mitsdien, dat hun Ed. Grooc Achtb. deeze tweede Burger Wed. Sociëteit zoude gelieven te diüblveeren en te vernietigen op den voet hier vooren gemeld, en ten dien einde een der Heeren Secretariften deezer Stad te qualificeeren, omme de Brandmerken, ftaande op alle de Obligatien en Rentebrieven aan deeze Sociëteit toebehoorende, ce royeeren en 'er af ce neemen; en de Directeuren en Oncvanger te authorifeeren en te qualificeeren, omme dezelve Effecten door gezwoore Makelaars publiek ce verkoopen, rranfporceeren , de Kooppenningen ce omzangen, en daar voor ce quiceeren , ende /oores aan de gezamentlykegeinterefieerdens n deeze behoorlyke rekening, verantwoorling en uickeering te doen, en daar van aan le Supplianten ce verleenen appoinctement n forma. Hebben , na deliberatie , geïnformeerd Ccc 3 zyn- Directeuren niet gehouden zyn, en ook niet vermogen, de gezegde Begraavenis-Penningen geheel of ten deele uic ce keeren aan de overgeblevene Weduwenaar of Weduwe, of andere Erfgenaamen, of aan eenige aangeftelde Execuceuren , of Sequefters, of in wiens handen de Boedels der in dier voe¬ ge ter dood gekomene zouden mogen vervallen. En zal Copie deezer gegeeven worden aan de Supplianten , met laft aan dezelven en aan een ieder wien zulks zoude mogen aangaan, om zich hier na ftiptelyk te reguleeren.  378 KEUREN DER STAD HAERLEM. zynde van de éenpaarige bewilliging van alle de Leden en Wed. van deeze Sociëteit, goedgevonden en verdaan, dezelve op den voet hier boven gemeld te diflolveeren, en te vernietigen ; qualificeeren den Secretaris van Schuilenburcb de Brandmerken, ftaande op de Obligatien en Rentebrieven deeze Sociëteit toebehoorende, te royeeren en af te neemen, authorifeeren en qualificeeren Directeuren en Ontvanger van meergemelde Socië¬ teit, dezelve Effecten door gezwooren Makelaars publiek te doen verkoopen, die te tranfporteeren, de Kooppenningen te ontvangen en daar voor te quiteeren, en de voorts aan de gezaamentlyke geinterefieerdens behoorlyke rekening, verantwoording en uitkeering te doen. En zal Copie deezer aan de Supplianten tot narichtinge worden gegeeven. Resolutie, waarby de BOS, genaamd de BOS van de LANDSGENOOTEN van DEN BOSCH, wordt gedisfolveerd; van den 25 juny 1782. BURGEMEESTERENen REGEERDERS der STAD HAERLEM, gehoord hebbende de Lecture van 't Requeft aan hun Ed. Groot Achtb. geprefenteerd door Antbony van den Eynde, Bonrjesweever, Hendrik Hamelton , Lintweever, Jan van den Eynde, mede Bontjesweever, en Arnoldus Pools, Broodbakker, alle woonende binnen deeze Stad. In fubftantie te kennen geevende, dat in den Jaare 1702 binnen deeze Stad is opgerigr. een Bos, onder de benaaming van de Bos van de Landsgenooten van den Bofch, tot welkers onderhoud alle de jonge Gezellen, geboortig zynde uit 's Hertogenbofch en uit de Meyerye van den Bofch, beftaande in twee-en-zeventig Dorpen, daar onder het Dorp Gemert mede begreepen is, albereids ter dier cyd hier zynde ofte namaals komen- , de, ftaande ter goeder naam en faam, en zich geneerende met weeven van Linnen , zo blaauw, als ander Linnen, en Catoene Gaaren, en ook Gaaren Linten, gehouden zouden zyn te geeven. Dat by de Ordonnantie op de voorfz. Bos, van dato 21 February 1702, en door hun Ed. Gr. Achtb. ten zeiven dage geapprobeerd, zyn voorkomende de nodige bepaalingen omtrent de Fourniflementen en de inzameling van dien, alsmede met opzigt tot de Uitdeelingen, welke aan kranke Bos-genooten zouden worden gegeeven, benevens de nodige fchikkingen met betrekkinge tot de Begraavenis van een overleden Bosgenoot; dat voorts daarby ook is bepaald, dat uit de gemeene Bosgenooten twee tot Bezorgers, beide der Bofle en der Kranken, als ook één tot Boekhouder gekooren zouden worden, welken dit Ampt twee Jaaren na malkanderen zouden bedienen, en daar mede mogen volftaan, zonder dat men ze daar na wederom met hetzelve zoude mogen bezwaaren , en dat by het XIII of laatfte Articul van de voorfz. Ordonnantie byzonderlykgezegd en bepaald word: „Ten ,, laatfte, zo deeze ordre, van de kranken „ te verzorgen, door het klein getal der „ Bosgenooten moeft te niet gaan, zullen de „ alsdan aanweezende Bosgenooten het geld „ met de Bos, en alles wat daar toebehoort, „ aan de Bezorgers der gemeene Armen Jee,, veren, zonder hetzelve door fchenken aan „ malkanderen, of door eenige andere voor„ wendzels, in het minfte, ofte meefte, iets „ daar van te vervreemden." Dac reeds, zedert eenige Jaaren, de voorfz. Bos van tyd tot tyd merkelyk in verval is geraakt, door dien het getal van jonge Gezellen, geboortig uit 's Hertogenbofch en uit de Meyerye van den Bofch, binnen deeze Stad, van jaar tot jaar zeer fterk is verminderd, en dat tegenwoordig de drie eerfte Supplianten nog maar alleen Bosgenoocen zynde, hec micsdien onmogelyk is, de gemelde Bos in ftand ce houden, en hec dus ook ce voorzien is, dac de weinige penningen die nog voorhanden zyn, beftaande in een gering faldo van cwee honderd en eenen-veertig Guldens en vier Scuivers, zeer fpoedig zullen zyn geabforbeerd, indien een of meer van de drie eerfte Suppliancen toe krankte mogt of mogten vervallen, behalven dat het voor hun Supplianten, die by aanhoudenhcid met de bezorging van alles wat de Bos concerneert zyn belaft, ook te bezwaar-  KEUREN DER STAD HAERLEM. zwaarlyk valt, om zulks geduurig waar te neemen, terwyl ook den laatften Suppliant, die reeds een gcruimen tyd, fchoon ongehouden , als geen Bosgenoot zynde, de poft van Boekhouder heeft waargenomen, gaarne daar van zoude zyn ontflagen. Verzoekende mitsdien, dat hun Ed. Gr. Achtb. de gezamentlyke Supplianten, en wel byzonderlyk de beide eerfte Supplianten in hunne betrekking van fungeerendeBezorgers, mitsgaders den laatften Suppliant in zyne hoedanigheid van Boekhouder, gelieven te authorifeeren ende te qualificeeren, omme de meergemelde Bos, genaamd de Bos van de Landsgenooten van den Bofch, te diftblveeren, mitsgaders omme het geld, beftaande in het voorfz. faldo vart twee honderd eenen-veertig Guldens en vier Stuivers, naar aftrek van de koften op dit verzoek gevallen, I met de Bofte, en alles wat daar toe" behoort te deponeeren onder hun Ed. Groot Achtb., ten einde het geld door hun Ed. Gr. Achtb. zodanig ten behoeve der gemeene Armen te worden befteed, als hun Ed. Groot Achtb. zullen vermeenen te behooren, en dat hun Ed. Groot Achtb. teffens zouden gelieven te verklaaren, dat de gezamenlyke Supplianten, en wel byzonderlyk de beide eerften in hunne betrekking van fungeerende Bezorgers, mitsgaders de laatfte Suppliant in zyne hoedanigheid van Boekhouder, daar door voor alle ramaaningen, met opzicht tot de voorfz. Bos, zullen zyn en blyven bevryd, en dat hunEd. Groot Achtb. daar van aan de Supplianten zouden gelieven te verleenen aefte van qualificatie in forma. Hebben, na deliberatie, goedgevonden en verftaan, de gezamenlyke Supplianten, en wel byzonderlyk de beide eerfte Supplianten in hunne betrekking van fungeerende Bezorgers, mitsgaders den laatften Suppliant in zyne hoedanigheid van Boekhouder te qualificeeren , gelyk dezelven gequalificeerd worden by deezen, om de meergemelde Bos, genaamd de Bos van de Landsgenooten van den Bofch, te diffblveeren; ladende mitsdien dezelven om wegens de voorfz. Bofle behoorlyke rekening te doen aan de Regenten van het Aalmoeflèniers- en Werkhuis, mitsgaders van het Roomfche Wees- of Armenhuis ah hier, en aan dezelven het Geld, dat, na aftrek der koften op dit verzoek gevallen, by faldo van rekening van de voorfz. Bofle zal blyken over te fchieten, benevens de Bolfe dadelyk tegen quitantie over te geeven; verklaarende hun Ed. Groot Achtb. dat na hec ontvangen van de gemelde quitantie, de gezamenlyke Supplianten, en wel byzonder de beiden eerften in hunne betrekking van fungeerende Bezorgers, mitsgaders de laatfte Suppliant in zyne hoedanigheid van Boekhouder, voor alle namaaningen,met opzicht tot de voorfz. Bofte, zullen zyn en blyven bevryd. En worden de Regenten van het Aalmoesfeniers- en Werkhuis, mitsgaders van het Roomfche Wees- of Armenhuis binnen deeze Stad geauthorifeerd, om de rekening van de Supplianten wegens de voorfz. Bos op te neemen, en het faldo derzelve, 't welk, na aftrek als boven, zal blyken over te fchieten, benevens de Bofle, daadelyk van dezelve te ontvangen, en daar voor ten behoeve van de Supplianten quitantie af ce geeven; zullende het voorfz. by welgemelde Regenten refpeéiivelyk te ontvangen faldo blyven ten profyte /an hunne refpeéïive Godshuizen, en wel /oor een derde ten behoeve van hec Aalmoeseniers- en Werkhuis, en voor de andere :wee derden ten behoeve van 't Roomfche Wees- of Armenhuis. En zal Copie deezer Refolutie aan de Regenten van 'c Aalmoeflèniers- en Werkhuis, mitsgaders aan de Regenten van hec Roomfche Wees- of Armenhuis, tot narichinge worden gegeeven; gelyk ook hec nolige Extratf derzelve zal worden gegeeven lan de Suppliancen, om denzelven ce dieïen coc narichting, en verder daar en zo c behoort. Ccc 3 Re-  3So KEUREN DER STAD HAERLEM. Resolutie, waar by de VRYWILLIGE MA ATS C HAPPY, opgericht in den Jaare 1749, wordt gehouden voor GEDISSOLVEERD; van den 29 Auguftus 1788. BURGEMEESTERENen REGEERDERS der STAD HAERLEM, gehoord hebbende de Lecture van het Requeft, aan hun Ed. Groot Achcb. geprefenteerd door de Overmannen van de Vrywillige Maacfchappy binnen deeze Scad, opgerichc in den Jaare 1749, daar by in 'c breede opgeevende de redenen en motiven, welke hen in de noodzaakelykheid gebragt hebben, om bedagc ce zyn op middelen, om dezelve Maatfchappy geheel te disfolveeren, dewyl de gevleidheid der Kafte , om niec zo verre geëpuifeerd ce weezen, dac 'er niecs coc verdeeling onder de Leden overfchiec, deeze diffolucie zonder eenig uitftel vordert, en daar by teffens opgeevende den prsecifen ftaat der voornoemde Maatfchappy's Kafte , toe verificatie van hun voorfz. ce kennen geeven; verzoekende wyders zy Overmannen , alzo zy geene middelen hadden 011beproefc gelaaten, om, waare hec mogelyk, of hec nodig herftel van gemelde Maacfchappy ce bezorgen, of om de Leden, mee alle hunne baace en fchade, in eene andere Begraavenis-Bos ee doen overgaan, dan 'cwelk beide vruchceloos is beproeft: dac hun Ed. Groot Achcb. hen Suppliancen geliefden ee qualificeeren, dezelve Maacfchappy ce mógen diffolveeren en vernietigen: het huis toe gebruik daar van gefchikc ce mogen verkoopen en cranfporceeren, de Kooppenningen temogen oncvangen, en dezelve, benevens de nog in voorraad zynde Penningen, een beloope van ruim agt honderd Guldens aan i ieder der deelgenoocen, na maace van den tyd dat zy daar in gecontribueerd hebben, uic ce keeren, en voores dat daar mede de voorfz. Maatfchappy zoude mogen worden gehouden voor verniecigd, en zy Supplianten voor ontflagen van hunne Commiffie, cn voor alle namaaning, zo in als buiten Rechten, koft en fchadeloos bevryd. Hebben, na deliberatie, en gezien hebbende uit het voorfz. Requeft de volftrckte onmogelykheid , om gemelde Maacfchappy langer ce kunnen concinueeren, goedgevonden en verftaan, de Suppliancen re authorifeeren , zo als dezelven geauchorifeerd worden by deezen, om het Huis en Erve tot gebruik van de Maatfchappy gefchikt, publiek te verkoopen, en de daar van provenieerende Penningen, benevens de nog in cas zynde fomma van agt honderd Guldens, onder de refpeéïive Leden van de gemelde Maatfchappy, pro rato den tyd, welke zy daarin hebben gecontribueerd , ce verdeelen, en onder behoorlyke quitancien , cn indemniceic voor namaaning af cc geeven; wordende gemelde Maatfchappy daar mede gehouden voor dadelyk gediffolveerd en vernietigd , en de voornoemde Suppliancen in derzelver qualiceic van Overmannen voor ontflagen gehouden , en gedechargeerd van alle verplichtingen, en verdere verantwoordingen, waar toe zy in Rechten, of daar buiten, anders zouden kunnen geacht worden gehouden re zyn; mits evenwel dac zy Overlieden gehouden blyven, alvoorens geachc te kunnen worden van het laatfte Lid deezer Refolutie te profi. teeren, van hunne verrigcingen tot diffolutie der gemelde Maatfchappy een praeciesverflag en verantwoording, tot genoegen van hun Ed. Groot Achtb., aan dezelven te doen. En zal Copie deezer aan de Supplianten tot hunne narichtinge worden gegeeven. Ri  KEUREN DER STAD HAERLEM. 381 Resolutie, waar by de Overlieden van de BIERWERKERS-BOS worden geautorifeerd tot de Verkoop van een OBLIGATIE hier by gemeld; als mede om het ZIEKEN-GELD te verminderen by het VI Articul der ordre van 21 November 1753 bepaald; en eindelyk ook om eenige CONTRIBUTIE te mogen heffen van de Leden tot het furnisfement der Begraavenis by Art. IX geftatueerd ; van den 14 Maart 1783. BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STAD HAERLEM, gezien en geëxamineerd hebbende een Requeft, aan hun Ed. Grooc Achtb. geprccfenceerd door de Overlieden van de Bierwerkers-Bos binnen deeze Stad, ce kennen geevende den ftaac van dezelve Bos, en de vermindering, welke daar in plaacs heeft, waarom de Supplianten, alzo zy reeds in 'c verfchot van Penningen waren, verzogten om zekere hun nog overgebleeven Obligacie van een duizend Guldens ce mogen verkoopen, en dac verder hun Ed. Grooc Achcb. toe verbecering en in ftandhouding der gemelde Bos zouden gelieven vaft ce ftellen niec -alleen eene vermindering van hec ZiekenGeld, maar ook dat by elk fterfgeval dooide Leden van de Bos zeker Geld zoude moeten worden gefurneerd, te weeten door de Mans twee Stuivers en door de Vrouwen één Stuiver : Hebben, na deliberatie en onderzoek van den ftaat der voorfz. Bos, goedgevonden en verftaan, de Overlieden van de voorfz. Bos te autorifeeren, gelyk dezelven geautori/eerd worden by deezen, om 't zy publiek of uit de hand te verkoopen eene Obligatie tot lafte van Holland en Weftvriesland, ten Comptoire Haerlem, ftaande in blanco, in dato 9 Oélober 1702 , en geaggreëerd den 23 December daar aan volgende , No. 4236. Reg. Folio 437. onder aan G. 281. groot in Capitaal één duizend Guldens, behoorende aan de voorfz. Bos, ten einde uic hec provcnue daar van de Schulden van de Bos ce vol- j doen, en het overfchot te befteeden het zy I tot de verdere behoeften van de Bos, ofte j wel, de ftaat van de Bos eenigzins verbeterd zynde, tot aankoop van eene andere Obligatie, zo als de noodzaakelykheid en het meefte voordeel der Bofte zullen mede brengen en vereiflehen. En is wyders tot verbetering van de meergemelde Bofte, en om dezelve op een meer zekeren voet in ftand te houden, by hun Ed. Groot Achtb. goedgevonden en verftaan, de Overlieden van de Bierwerkers-Bos te qua-, lificeeren, zo als dezelven gequalificeerd worden by deezen. om by provifle, en toe dat by hun Ed. Grooc Achcb. anders mogce weezen geordonneerd , hec Zieken - Geld, by hec VI Arcicul der ordre op de gemelde Bos van den 21 November 1753 bepaald, te verminderen, zodanig dac het zelve geduurende het eerfte half Jaar zal zyn dertig Stuivers in de plaats van twee Guldens, geduurende hec derde vierdedeel Jaars vier- encwintig Scuivers in de plaats van één Gulden en tien Stuivers, en het laatfte vierdedeel Jaars zeftien Stuivers in de plaats van één Gulden , alles per week: blyvende voorts de overigen inhoud van dat Articul in zyn geheel. En worden de meergemelde Overlieden eindelyk ook nog gequalificeerd, om ter bevordering van een fpoediger redres in den ftaat hunner Bos, by provifïe met den eerften April aanftaande, en vervolgens tot nadere ordre, zo dikwyls een Bos-Broeder of Zuster komt te fterven, tot het furniftement der Begraavenis by hec IX Arcicul der voorfz. ordre op de Bos vaftgefteld, welk Articul voorts zal blyven in zyn geheel, in te vorderen en te ontvangen van elk Bos-Broeder twee Stuivers, en van elke Zufter één Stuiver: zullende tot dat einde, zo dra 'er een Lyk is, hier van door de Overlieden op den eerften Zitdag aan de Leden worden kennis gegeeven, die vervolgens verpligt zullen zyn op den tweeden Zitdag het voorfz. furniffement te betaalen, en het zelve dan niet voldoende verbeuren zullen één Stuiver, terwyl de geenen, die den derden Zitdag als nog in gebreke blyven om de betaaling van 't voorfz. Geld, benevens de Boe-  382 KEUREN DER STAD HAERLEM. Boete te voldoen , als Leden van de Bos zullen worden uitgefchrapt. En zal Copie deezer aan de Supplianten worden gegeeven , om denzelven te dienen daar en zo 't behoort; als mede om ten aanzien van de vaftgeftelde nieuwe verordeningen, daar van aan de belanghebbende op de meelt gefchikce wyze de nodige kennis te bezorgen. Resolutie, waar by de Vinders van de BIERWERKERS-BOS, op het verzoek der Leden tot vernietiging van de voorfz. Bos, worden gequalificeerd, om de P E NNINGEN en GELDEN, tot deeze Bos behoorende, tusfchen de gezamentlyke Geimeresfeerdens, tot her meefte genoegen te verdeelen, en aan een ieder deszelfs AANDEEL behoorlyk uit te keeren en te voldoen; van den 8 December 1784. BURGEMEESTEREN en REGEERDERS der STAD HAERLEM, difponeerende op de Requefte, aan hun Ed. Groot Achtb. geprtefenteerd door de Vinders van de Bierwerkers - Bos, en door of van wege de refpeclive Geinterefleerdcn ondertekend, in fubftantie behelzende, dat, niet tegenftaande diverfe middelen in 't werk gefteld waren om de gemelde Bos in ftand te houden, dezelve nogthans zedert eenigen tyd door vermindering van het getal der Leden, en van het by Cas zynde Capitaal, zodanig was vervallen, dat'er geen gegronde hoop op redres was overgebleeven, en de contribueerende Leden uit dien hoofde de vernietiging van de Bos, en de verdeeling van de voorhanden zynde Penningen, verlangden, met verzoek dar hun Ed. i Groot Achtb. de bedoelde vernietiging ge¬ liefden te approbeeren, en de Vinders tot het doen der verdeeling te qualificeeren. Hebben, na deliberatie, en gelet op het verval der Bos en de inclinatie der Leden, goedgevonden en verftaan der Supplianten verzoek te accordeeren, en mitsdien de vernietiging van de voorfz. Bierwerkers - Bos te approbceren , gelyk dezelve geapprobeerd wordt by deeze; wordende de Vinders of Overlieden van dezelve gequalificeerd en geauétorifeerd, om dc Penningen en Gelden, tot deeze Bos behoorende, tuflchen de gezamentlyke geinterefleerdcn, overeenkomftig derzelver generaale inclinatie, tot het meefte genoegen te verdeelen, en aan een ieder deszelfs aandeel behoorlyk uit te keeren en te voldoen. En zal hier van Copie gegeeven worden aan de bovengemelde Vinders tot naricht. AAN-  KEUREN DER STAD HAERLEM. 383 AANHANGSEL. Renovatie van de Publicatie van den 30 November i?68, raakende de DRENKELINGEN; van den 24 December 1778. De HEEREN van den GERECHTE der STAD HAERLEM, in ervaaringe gekomen zynde, dat, met tegenftaande by de Publicatie van hun Ld. Achtb., in dato 30 November 1768, de gepafte hulpmiddelen en behandelingen, dewelken zouden behooren toegebragt te worden aan zodanige Perfoonen , het zy jong of oud, dewelken, binnen deeze Stad of Jurisdiaie van dien, het ongeluk hadden in het Water te vallen, en, daaruit, voor Dood, opgehaald mogten worden, omftandig zyn voorgefchreeven, dezelve Publicatie in alle haare deelen niet wordt o-eobferveerd en nagekomen; maar ook dat veele Lieden in het verkeerde denkbeeld blyven verfeeren, als of zy al zulke Drenkelingen, dewelken, voor Dood, uit het Water worden gehaald en geene uiterlyke tekenen van Leven geeven, op de Wal zouden moeten laaten leggen, tot dat het Gerecht van her geval de behoorlyke kennifle bekomen had: door welke verkeerde Handelwyze en Opvattingen, indien daar in, op meuw , met wierde voorzien, veel al o-e/e- / genheid zou gegeeven worden, dat eenige Perfoonen, voor Dood, uit het Water gehaald wordende, door verzuim van de be- ! hoorlyke Hulpmiddelen en non - obfervatie ' van de voorfz. Publicatie, zouden komen te overlyden; daar dezelven anderzins, al fchoon zy een geruunen tyd onder Water gel-wen hadden , mogelyk wederom bygebragt en in t Leven behouden zouden hebben "kunnen worden. ZO IS 'T: dat hun Ed. Achtb. tot wegneeming van alle twyffeling, hoe men, in zulke gevallen , behoort te handelen , en om, onder Godes Zegen, zo veel dier On- 1 gelukkigen te redden, als eenigzins roo-Te- 1 lyk is, na deliberatie, goedgevonden heb- 1 ben en verftaan, by renovatie van de voorfz 1 . Vtrvolg van V II. Deel, 5 Stuk. Publicatie van den 30 November 1768, aan alle en een iegelyk, die, zo binnen deeze Stad, als buiten dezelve, in de Vryheid van dien, een Menfch, 't zy jong of oud, uit het Water zal hebben gehaald,niet alleen te permitteeren, maar zelfs welernuV lyk te recommandeeren, zodanigen Perfoon, fchoon uitteriyk zonder eenige beweeging of tekenen van Leven mogte bevonden worden, aanftonds en met allen mogelyken fpoed , t'huis te brengen, of, ingevalle van onbekendheid of verafgelegenheid, in een der naaft by gelegen daartoe aangeboden wordende Huizen, het zy van Particulieren of van Herbergiers en Tappers, welke Herbergiers en Tappers zich in allen gevalle niet zullen vermogen te onttrekken hunne Huizen daartoe te laaten gebruiken, en den zodanige Perfoon in te neemen, op een Boete van vyf- en- twintig Guldens, ten behoeve van de gemeene Armen te verbeuren; en voorts, ter behoudeniffe van den uit het Water getrokken Perfoon, met de uitterftefpoed en zelfs, zo het gefchieden kan, metadfilemie van een Doctor en Chirurgyn, die eerft >y de hand zal zyn, of ontboden kunnen vorden, te beproeven en aan te wenden zolanige hulpmiddelen, als thans genoegzaam »ekend zyn, en waar van het voorfchrift, loor een pryswaardig Genootfchap, te Amterdara opgericht, in druk is uitgegeeven ; 'an welk voorfchrift aan ieder Herbergier en rapper een Exemplaar zal worden ter hand gefteld, om bewaard en by de hand o-eouden worden. Ordonneerende de Heeren van den Gerech2 niet te min, dat, zo ras men begonnen eeft, het geene voorfchreeven is, in 'twerk ; ftellen, ter zelver tyd, en zonder na den ïtflag der aan te wendene Middelen te ragten, aan den Heer Hoofd-Officier beoorlyke kennis zal moeten worden gegeeDdd ven  384 KEUREN DER STAD HAERLEM. ven van hec geval met alle deszelfs omftandigheden. En belooven de Heeren van den Gerechce verders, dac, ingevalle de uic hec Water gecrokkene een onbekend of onvermogend Perfoon moge zyn , de gedaane Onkosten van Scadswege zullen worden gereftitueerd en voldaan, en de aangewende moeite , wanneer zulks begeerd moge worden, in redelykheid en naar omftandigheden van zaaken, worden beloond, het zy de hulpmiddelen van gewenfehc fucces zyn geweeft, of niec. Aldus gedaan en gearrefteerd den 24 December 1778, prtefent de Heeren \ Mr. Adolf'Heshuyfen, Hoofd-Officier; Mr. Carel van Dyk , Mr. Cornelis Afcanius van Sypeftein , Heer van j IVloermonc en Renelfe, en Mr. Cas- j par Jacob Ravens , Burgemeefteren; j Mr. Pieter Vermeulen, Mr. Caspar \ Clotterbooke, Junior, Mr. LibrechtI Jacob Hooreman, Jean Gysberto Decker , Mr. Isbrandus Johannes Faber van Riemsdyk, Willem Anne Leftevenon en Cornelis Pieter Elout, Schepenen der 'Stad Haerlem. In kennifle van My, C. A. TESTART, En den 30 December daaraanvolgende, na voorgaande Klokkegeflag, ter Puye van den Raadhuize der gemelde Stad, gepubliceerd, ten overftaan van de Heeren Mr. AdolfFles huyfen, HoofdOfficier ; Mr. Pieter Vermeulen en Cornelis Pieter Elout, Schepenen der gemelde Stad. By My, C A. T E S T A R T. R E-  REGISTER O F BLADWYZER DER VOORNAAME ZAAKEN, VAN DE VYF VERVOLG-STUKKEN. I. Betekent het Eerfte, II. het Tweede Deel. A albeffèn, by Manden aangebragt, moeten door de Appelkruiërs worden te huis gebragt. II. 210 Aalbeffèn, Inlandfche, daarmede mag niemand ergens anders voorftaan, dan op de gewoone Groenmarkt. II. 324 Aalmoeffen, Lieden, die, by continuatie,daarvan leeven, moeten hunne Kinderen in de Stads-Schoolen zenden. I. 62, 63. Hoe lang ibid. Aalmoejfen, hoe het misbruik derzelven moet geftraft worden. L 176 Aalmoeffèniers Extraordinair, moeten dien poft vier Jaaren waarneemen. I. aa8. Hoe te rekenen met hun, die buiten den gewoonen tyd worden aangefteld. ibid. Aalmoeffèniers- en Werkhuis, deszelfs Regenten ftellen een Chirurgyn voor dat Huis aan. I. 73. Traktement van denzelven. ibid. worden gelaft, voortaan , geene nieuwe bedieningen te creëeren. ibid. Wie, byvakatuur, den poft van Breukmeefter van dat Huis moet vervullen. 1 ibid. Aan/lelling, eener Nachtwacht, buiten deeze Stad, onder haare Jurisdictie. I. 115 Aanneemen, van nieuwe Schutters hoe zulks gefchiedt. II. 292 Aqntekenaars, op de Veeren, moeten , by de aantekening, hunne Boeken bedekt houden. II. 3 AelmoeJ)Venters. Zie: Aalmoeffèniers. Aard-Appelen, mogen langs de ftraaten wor¬ den uitgevent door lieden, die geen Leden van het Warmoeficrs-Gild zyn. II. 325 Accoord, tuflchen Crediteuren en Debiteuren, wat vereifcht wordt , om door Schepenen goedgekeurd te worden. I. 84. moet ter extraordinaris Rolle worden gebragt. 84, 85. Wat daarby waar te neemen. 85 Accoorden, over Infolvente Boedels , hoe te maaken. I. 12, 13. Het minderdeel deiCrediteuren moet het meerderdeel volgen. ibid. Hoe zulks te verftaan is. ibid: Wie tot geen accoord mogen genoodzaakt worden, ibid. Moeten op goedkeuring van Heeren Schepenen gemaakt worden. 13 Achterftraat, twee Buurten in dezelve gecombineerd. I, 97 Adjudant, Inftruftic voor denzelven. II. 291, 292. Moet de Schuttery in den Wapenhandel oeftenen. 291. By het optrekken der Wacht tegenwoordig zyn. ibid. By welke verdere gelegenheden hy de Officieren moet adfifteeren. ibid. Wat voorts zyn poft is. 291, 292. Welken Eed moet doen. 292 Achnijf e-Briefje, om in de Stads-Schoolen aangenomen te worden , hoe in te richten. I. 35 Adfiftenten, aan de refpeéïive Brandfpuiten, Refolutie des Krygsraads omtrent dezelven, uit de Schuttery aangefteld , door Heeren Burgemeefters goedgekeurd. I. 20. Dezelve zullen uitkoop mogen doen. ibid. Adfiftenten van Brandmeefters , vry van de Schuttery. II. 292 Adfiftentie, by de Brandfpuiten, by het comDdd 2 bi-  BL AD W YZER der bineeren der Diakonie-, en AelmoefleniersArmen, anders gefcbikt. I. 154 Advokaaten, wanneer voor de Kamer van Hee. ren Schepenen teemplooyeeren. L 104, 105 Afbraak, wordt voor vaft Goed, by de pu~ blicque Verkooping gerekend. I. 152 Afbraak - Verkoopingen , wat den Klerken ter Sekretary daar van toekomt. II. 320 Afflag, van den Vifch, Keure des aangaande. I. 89, 90, 131 — 134. Alle Zeevifch, ook Zalm, moet afgeflagen worden. 89, 131. Aan de Kerk komt een recht daarvan toe. ibid. Geen Vifch heimlyk, zonder afflaan , by de (fraaten verkoopen. ibid. Van Vifch, op ftrand gekocht, moet het recht van Afflag betaald worden. 89, 131. Insgelyks van Vifch , die van hier vervoerd wordt. ibid. Van de Vifch, door de Stad of haare Jurisdictie gebragt, boe veel op den Afflag te brengen, ibtd. 131, 132. Boete tegen de overtreeders. ibid. op welken tyd de Afflag zal worden gehouden. 132. Hoe dikwyls te herhaalen. ibid. Omllanders, hoe verre van den afteflaanen Vifch moeten ftaan. 89, 132. Boete tegen de overtreeding, ibid. Vifchluiden mogen binnen den kring ftaan. 89, 90, 132. Vifch vooraf van de Keurmeefters te keuren. 90, 132. Onder het afflaan geen gedruifch te maaken. ibid. Hoe te handelen , wanneer twee te gelyk mynen. 90, 132, 133. Boete van hem, die gemynden Vifch, niet aanvaard. ibid. De Afflager en die geen Vifchbank heeft, mogen geen Vifch in den kring mynen, om met winft over te doen. 90, 133. Wanneer de gekochte Vifch mag opgenomen worden, ibid. Vifchverkoopers moeten, na den Afflag, hunnen gekochten Vifch terftond bergen. 90. 133. Vifch, op den afflag gekocht, moet terftond worden betaald, 133. Vifchverkoopers moeten anders borgen ftellen. ibid. Hoe lang dan mogen wachten ibid. Die niet betaald hebben, mogen geweerd worden, ibid. Recht van den Afflager. po. 133. Wat hy al waar te neemen heeft. 133. Wat hy daar voor geniet, ibid. Wanneer de Nafchryver op den afflag van de Vifch moet zyn. 133. Waarin zyn poft beftaat. ibid. Moet behoorlyk Boek houden, ibid. Waar van verflag moet doen aan den Koopman die Vifch op den afflag brengt. 133, 134. Wat de Nafchryver daarvoor geniet. 134. Wat van den afgeflagen Vifch te betaalen aan de Keurmeefters. ibid. Aan den Knecht van de Vifchmarkt. ibtd. Aan den Roeper, ibid. Voor de Armen. ibid. Wat Particulieren, Vifch op den afflag koopende, boven den Koopprys moeten betaalen ten behoeve der Stad. 134 Afflager, van den Vifch, mag geene Koopmanfchap in Vifch dryven. I. 134. Maar wel Kommilfien waarneemen voor Burgers. ibtd. Moet een fchriftelyk Biljet geeven , om met Vifch langs de Huizen te mogen loopen. J35. Zie verder: Afflag. Afhaalfel, van geweeven Kant, hoe veel voor de onderfcheiden foorten daar van moet betaald worden. 11. 14 Afhuuren van Schuiten, tuflchen de Steden Haerlem en Leiden. II. 46. 47. Reglement daarop, ibid. Elucidatie en Interpretatie van dat Reglement. 181 Ajuin, mag langs de ftraaten worden uitgevent door lieden, die geen Leden van het VVarmocfiers-Gild zyn. II. 305 Alimentatie, Lieden, die, op zekeren tyd, op Atteftatie dezelve ontvangen, moeten hunne Kinderen in de Stads-Schoolen zenden. I. 61, 63. Hoe lang. ibid. Alimentatie, van de aanneeming van Perfoonen tot dezelve. I. 170, enz. Hoe daaromtrent te werk te gaan. 170. Wie daarby tegenwoordig moeten zyn. ibid. Vinders der Buurten moeten daarby compareeren. ibid. Door dezelve moeten de verzoeken gedaan worden, ibid. Hoe zy zich daarin hebben te gedraagen. 170, 171. Die tot dc Bediening begeeren aangenomen te worden , moeten getuigenis hebben van hunne Vinders. 171. Van hunne Fabrikeurs. ibid. Of Werkbaazen. ibid. Comparitie voorde Winter-Bediening, ibid. Buiten die tot de Zomer- en Winter-Bediening heeft geen aanneeming plaats. 171. Uitzondering daarin. ibid. Hoe ten aanzien van buiten inkomenden. ibid. Wie door het AclmoeflenicrsHuis , en wie door de Diaconie bediend worden. 171. Hoe lang Lidmaat moeten zyn geweeft, om bediend te worden, ibid. Wie niet mogen bediend worden, ibid. Mogen geen Hond enz. houden, ibid. Die met eenige Officie zyn begiftigd , zullen geene bediening trekken. ' 1-7 j Algemeene Sociëteit der Begraavenis - Bos, in verval geraakt. II. 373. Op verzoek, vereenigd met de Vrywillige Dood-Bos. ibid. Algemeene, Vrywillige, Sociëteit tot Stut des Ouderdoms. 7Jc: Sociëteit. Algemeene, Warmoefiers- en Begraavenis-Bos, Zié: Warmoefiers Begraavcnis-Bos. i\ l k ma ar, {Schippers - Veer tujfchen) en Haerlem , Ordonnantiën en Reglement op het zelve. II. 124-126. Zie verder: Schippers-Veer, enz. Almanakken , mogen alleen door Leden van het Boekverkoopers-Gild verkocht worden, II. 212 Ambachtslieden, alle, die aan de vereiiebten voldoen, mogen Leden der Vryvvillige-Bos van Ambachtslieden , onder het Zyde- en Smalwerkcrs-Gild forteerende, worden. II. 357 Amsterdam, Gabellen cn Veer tuflchen die Stad en II a e r l e m. Zie: Gabellen en Trekfchuit. Wagen op die Stad. Zie: Wagenveer. Amfterdamfche Binnen- en Buit en-Veer, Ordonnantie voor deszelfs gequalificeerde Beftelders; K. 132-137 Anatomie, Reglement en Ordonnantie raakende  V O O R N A A M E ZAAKE N. de dezelve binnen deeze Stad. II. 225-228. Waar en wanneer de publieke Anatomifche Lellen te houden. 226. Waar de nodige Lyken daartoe te bekomen, ibid. Wat te doen, als 'er een Cadaver is. ibid. Wie by die Lelfen moet adfifteeren. 227. Boete, by het verzuim te ondergaan, ibid. Wie dezelve moet ophaalen. 227. Hoe zich onder de Leliën te gedraagen. ibid. Hoe met het Cadaver tc handelen na het afloopen der Leffen. ibid. Ieder Chirurgyns Knecht, of Leerling, moet fchnftlyke aantekening van elke Les houden. 227. Belooning voor de twee vlytigftenderzelven. 228. Zie verder: Prale&or. Apotheek, ([Stads-) alle mooglyke menage daaromtrent te gebruiken in de Recepten. I. 66. Indien haare Medicynen niet goed zyn, wat te doen. 67. Moet, naar gewoonte, door het Collegium Medicum worden gevifiteerd. ibid. Nodige Medicamenten aan de StadsChirurgyns keveren. 69 Apothékers, mogen met de Drogiften , allen Rottekruid verkoopen. U. 54. Moeten het in verzekerde plaatfen opflüitén. ibid. Moet in peiioon door hen worden befteld. ibid. Aan wien het niet mogen geeven. 54. Boete by de overtreeding. Apothékers en Chirurgyns - Weduwen, binnen Haerlem. Zie: Beurs voor Weduwen enz. Appèl, van de kleine Bank van Juftitie,'wanneer aan te tekenen. I. 81. Excepticn, wanneer geen Appèl plaats heeft. ibid. Wanneer het zelve tc vervolgen. Si Appel-Kruiers-Gild, interpretatie van het veertiende Artikel der Keure op het zelve. II. 210. Van nog andere Artikels dier Keure. ibtd. Appelmanden, moeten door den ordinaris Merker gemerkt worden. I. 22, 23. Zie: Merker van Tuinders- en Appelmanden. Appel-Ferkoopers, waar met hunne Vruchten niet mogen voorftaan, en wanneer niet. II. 326 Aroetdsloonen, meer dan drie Jaaren onbetaald gebleeven, zyn in Infolvente Boedels, niet preferent. I 10 Arbeidshoven, van geweeven Kant te geeven moeten in gereed Geld worden betaald. II. 14. Van Bont en Lynwaat-Reeders. 15 Armbos, aan den ingang van iedere Stadsschool te plaatfen. L 37, 38. Waartoe de Penningen , daarin gevonden, te befteeden. 38 Arme Kinderkuis. Zit: Kinderhuis. Armen-Bediening. Zie: Bediening. Armen-Turf, wordt bevryd van de nieuwe belafting II. 316. Welke andere Huizen en Celhchteu daar onder ook begreepen zyn. Affiftenten. Zie: Adfiftenten, 3'7' 3'8 b. Baardraagers, Notitie voor onkoften, aan dezelven te betaalen, voor de begravenis van Lyken in de Kerken. I. 52. Op de Kerkhoven, ibid. Baardraagers, voor welke Lyken, met een Koets aan de Kerk gebragt, zy Baaren moeten bezorgen. I. 128, 129 Baardfcheeren, geadmitteerden daartoe, moeten uitfterven. H. 98. Het zelve alleen aan het Chirurgyns-Gild vergund. ibid. Baaren, behoeven by Lyken , beneden de twaalf Jaaren, met een Koets aan de Kerk gebragt, niet gebruikt te worden. V. 128, 129. Maar by Lyken, boven dien ouderdom al. I2p Baillawen, vry van j&e Schuttery. II. 292 Bakenejfer-Gragt, welke order op het draagen van Lyken in die Buurt gemaakt is. h 31 Bakenefter-Gragt, de Buurt daar van met die van de Kokfteeg vereenigd. I. 157 r^s Bakker der Diaconie, moet by de Brood'-Bediening adfifteeren. I. 174. Welke zyn poft daarby is, ; m% Bakkers, buiten de Stad, Graanen van hier haaiende, gaan in de looting voor de Bakkers binnen de Stad. Jj. 27' Bakkers. Zie: Broodbakkers-Gild. Bakkers-Dochter , na den Dood of afftand haarer Ouders, mag haar Man terftond zyne Proeve doen. jj. rp. Bakkers-Knecht, met eene Bakkers-Wedmve trouwende, mag terftond zyne Proeve doen. B- 59 Bakkers-Knecht, de oudfte op het GildeBoek, mag by het affterven van eenen Gilde-Broeder , terftond tot het doen der Proeve worden toegelaaten. n. 152 Bakkers-Zoon, mag, na den dood, of afftand zyner Ouders, terftond zyne Proeve doen. Balken, uit Pluizen niet te breeken. I. 151. Boete voor de geenen, welke daar tegen han- _ deJen- ~ ibid. Bank, Vleefchhouwer moet eene Bank in de Hal hebben. II. 152. Wanneer dezelve verandert,, 154 Bank van Juftitie, (kleine) Ordonnantie voor de Commüiarifl'en derzelve nader uitgebreid. I. 79—81- Welke Actiën onder de Actiën van Injurien by dezelven niette verftaan. 80. Iemand mag zyn eigen zaal; aldaar bepleiten.' ibid. Ook zyne Nnaftbeftaanden daartoe gebruiken, ibid. Insgelyks eigene Boekhouders, enz. ibid. Mogen daarvoor niet declareeren. ibid. Welke Solliciteurs daarvoor mogen fungeeren. ibid. Dezelve moeten Procuratie hebben. 80. Reglement aangaande derzelven Salaris, ibid. Koften wegens derzelver. Salaris niet ten laften der Partyen te brengen. 81. Mogen geene onrechtvaardige zaak bedienen, ibid. Hoe zich verder te gedraagen. ibid. Moeten de Ordonnantie, hen betreffende, beëedigen. 81. Partyen mogen van die Bank van Juftitie appelleeren. ibid. Uitzonderingen daarin, ibid. Binnen welken tyd, het Appèl moet worden aangetekend. 81. En hoe verder te Pfocedeeren. ibid. E e e Bank  BLADWYZER der Bank van Leening, hoe groot het getal der Inbrengers, of Inbrengfters, voortaan zal zyn. I. 232 Banken, in de Kerken, hoe lang de Zitplaatfen daarin moeten vooruit betaald worden. L 45 Barnefteeg, buurt van daar tot de Hoogftraat, met eene andere vereenigd. 1-97 > Bedelaars, Keuren tegen dezelven. I. 213— 227 Bedelaars, voor de derde reize, op Bedelaary betrapt, voor zes Maanden in het Werkhuis te zetten. I. 218, 219. Qualificatie van Heeren Burgemeefteren ten dien einde, ibid. Bedelaars, mogen door Schippers of Voorlieden , zonder uitdruklyke ordre der Regeering, niet worden ingevoerd. I. 224, 225 Bediend (die) worden, op zekeren tyd, op Atteftatie , moeten hunne Kinderen in de StadsSchoolen zenden. I. 62 , 63. Hoe lang ibtd. Bediening der Armen, van dezelve in 't algegemeen, en in 't byzonder. I. 171. enz. Ten aanzien derzelve, in hoe veele verdeelingen de Stad verdeeld is. ibid. Geen Regent mag van de eene in de andere overgaan. 172. Iedere verdeeling houdt haar Bedieningsboek. ibid. Wie daarin aangefchreeven worden, en op welke wyze. ibtd. Wat buitengewoons daarin wordt aangetekend. 172. Ieder Bediende moet een BedieningsBüliet hebben. 171, 172. Zieken naar het Gafthuis te brengen. 173. Uitzondering op dat geval. ibid. Van de Broodbediening. 173. enz. Van de Bediening metGeld. 174. Van de Turf bediening. 174, 175. Van de Bediening met Kleederen. ibid. Van de Bediening der Paflanten. 175, 176. Zaaken, de Bediening in 't algemeen betreffende, ibid. Bediening met Geld, algemeene aanmerking daar op. I. 174. Wie met geen Geld in 't geheel mogen bediend worden, ibid. Welke huishoudingen alleen met een geringe Stuiver Geld mogen worden bedeeld. . ibid. Beeften, mag men niet laaten loopen langs het Trekpad tuflchen Haerlem en Leiden I. 60 Beeften, het zy Paarden , Hoorn- of ander klein Vee, mag men niet laaten weiden langs het Trekpad tuflchen Haerlem en Leiden. II. 89. Waarfchouwing daar tegen. 89, 90. Boeten tegen de overtreders, ibid. Men zie ook verder: 184, 185 Beeften, hoe veel Tol voor de onderfcheidene foorten derzelver te betaalen aan de Tolhekken. II. 4. enz. Beeften, niet te laaten weiden in den Hout, of op andere publieke plaatfen. I. 146, 147. Boete door de Eigenaars derzelven , by overtreeding, te betaalen. ibid. Beeften , zo gevonden wordende , in het Schuthok te brengen. 146. Wat daar voor te betaalen. I46 , 147. Hoe lang daar mogen ftaan. ibid. Begraafnis - Bos, ([algemeene Sociëteit der) vereenigd met de algemeene Dood-Bos. 11. 373. Begraafniffen, Ordonnantiën daaromtrent. I. 9- 13 Begraafniffen , Ordonnantiën concemeerende het werk derzelven. I. 9. 30—32. 50—,6. _ 83, 84. 124-129 Begraafniffen, wie van het Recht der Kerk daaromtrent vry zyn. I, 52, 53. Goedkeuring van Heeren Burgemeefteren daar op. ibid. 53 Begraafniffen met Koetfen , hoe Veel daarby aan de Koetfiers te betaalen. I. 126. Zie: Koet fiers. Begraafplaatfen, buiten deeze Stad, orde in 't Begraaven op dezelven gefteld. I, 127 Begraaven, van Lyken in de Kerken, Notitie van onkoften daar voor te betaalen aan Gravenmaakers. I. 50, 51.— Op de Kerkhoven, ibid. — Aan Baardraagers voor het begraaven in de Kerken. 52.— Op de Kerkhoven, ibid, Belafting, tot verzorging der Militie, binnen deeze Stad Guarnifoen houdende , ingevoerd. L 112. Hoe groot en door wien te betaalen. ibid. Hoe te heffen, ibid. Hoe lang dezelve zalduuren./fó/. Dezelve wordt Verminderd. 1x3. Wie daar van geheel ontheeven zyn. ibid Bel, wie dezelve, by het afryden der Wagens op Amsterdam, by beflooten Water, gebruikt wordende, mag houden. II. 57 Belten van Vulnis, niet te laaten liggen op den trekweg tuflchen Haerlem en L e i d e n. K* 185 Berries, daar mede , vooral by avond , de kleine fteenen, langs de ftraaten, niet te bezetten. L 145 Befchaadigen (het) van Boomen, in of om de Stad ftaande , fcherplyk verboden. L 75. Boete daarop gefteld. ibid. Beft el- en Vrachtloon van veele Goederen. II. 45, 46. Wat de Knecht van de Pak- of Volk-Schuit voor het beftellen daar van geniet. 46 Befiel-Vifch, met een Adres, vry van het af■ geeven van een derde. I. 86 Beftellen van Goederen, Keure op het zelve, in eene periode, de Bonte Lywaat-Fabrikeurs betreffende, veranderd. II. 143 Beftellers , gequalificeerde , buiten dezelven mag niemand Goederen, boven 25 fè zwaar, uit de Veer- of Marktfchepen, afhaalen. II. iöi , 102. Door wien dezelve goederen moeten te huis gebragt worden. ibid. Beftelders, en Kruyers van het Amfterdamfche Binnen- en Buiten-Veer , gequalificeerde, Generaale Ordonnantia en Reglement voor dezelven. II. 132—137. Zy moeten borg ftellen voor de Goederen. 132. Wegens het beftellen der Brieven met de Schuiten, ibid. De Goederen , fpoedig te bezorgen. 132. Voorden regen bewaaren. 133. Verordening wegens de Beftelloonen. ibid. Van Goederen , die Impoft onderhevig zyn. ibid. Van  VOORNAAME ZAAKEN. Van het aanzeggen van een Garen-Vat. ibid. Hoe te maaken met Goederen , welker Adres met bekend is. ibid. Die buiten dc Stad moeten, ibid. Die aan de Lynwaat- of Garenbleekers behooren. 134. Wat zy daar voor zullen genieten, ibid. Lyft van Goederen, welken zy met de Kruywagen mogen te huis brengen. 134—136. Welke Goederen niet. 136 Beurs, Broederlyke Liefde- , Ordonnantie op dezelve II 74-80. Uit hoe veele Nommers zal beftaan. 74. Van dc beftiering derzelve. tbtd, Hoe te verkiezen, ibid. Van de\indersplaatfen. 74 , 75. Hun pligt. 75. V an den inleg. ibid. Boete, wanneer men niet betaalt, ibid. Wie in dezelve zal mogen ingenomen worden, ibid. Opgaaf van den Ouderdom. 76. Hoe een plaats in deeze Beurs te begeeven. ibid. Als een Lid trouwt, mag de aangetrouwde Lid worden, ibid. Verandering, wanneer een Lid naar de Vaart of \\\ Krygsdicnft gaat. 76. Wie bovèn het getal mag ingenomen worden. 76,77. Schikking omtrent de'Leden, die buiten de Stad verhuizen. 77. Die in een Godshuis gaan. ibtd. Van de Uitdeelingen. 77, 78. Van het doen der Rekening. 79. Wat te doen, als het Kapitaal der Beurs verminderde, ibid. Penningen, waar te bewaaren. 79. Hoe tc befteeden. ibid. Verdere verordeningen deeze Beurs betreffende. 7f 8o< Beurs, of zogenaamde Doode-Koffer Ordonnantie op dezelve. II. 27, 28. Ampliatie cn Alteratie dier Ordonnantie. 82, 83. Zie verder: Doode-Kojfer. Beurs, voor Weduwen van Doftoren, Apothekers en Chirurgyns binnen deeze Stad, het Reglement op dezelve gealtereerd. II. 172, 173- Oorfprong deezer Beurs. 172. Dezelve komt in eenen ftaat van verval. 172, 173. Haar Fonds ongenoegzaam tot het oogmerk der Beurs. 173. Middelen tot redres voorgeilagen en door Heeren Burgemeefteren goedgekeurd. Beurs, Vrywillige Liefde-, Ampliatie en Alteratie van de Ordonnantie op dezelve. II. 159, 160. Of een Lid, dat zyn aandeel genooten heeft, moet aangemerkt worden, ais zyn recht tot de Beurs verboren te hebben? 160. Uitzondering daarop, ibid. Wat den Belfaerderen der Beurs tot de korten hunner Comparitien toegeftaan wordt. 342. Wanneer een Lid met iemand trouwt, die in de beurs begeert aangenomen te worden, verordening daaromtrent. 3425 343 Beurfen, Ordonnantiën en Reglementen o'p dezelven. II. 156—173. Beurt-Schippers, van Haerlem op Zeeland, moeten zich naar de ordres, opdat Veer plaats hebbende, reguleeren. II. 223, 124 Bier, Vrydom van Excyns daarop aan Noblets-Hofje vergund, tot zekere quantite,t- I. 28 Bier, Vrydom van Stads-Exchyns daarop, vergund aan het Remonftrantfche-Hofje. I. 106 Bier, mag aan niemand anders dan tot den vollen Prys geleverd worden. II. 222. Wie daarop korten mag. ibid. Bierdraagers , het getal derzelven wordt , voortaan , bepaald op vier Perfoonen. II. 96 Bterfchippers , welke korting op den vollen Prys aan Bier en Mol mogen genieten. II. 222. Wat tot een gefchenk van de Brouwers te trekken. 223 Bierfleepers, hoe veele halve Vaten Bier dezelve mogen ryden. II. 103. Wanneer ook naar Burger-werk mogen loten. II. ibid. Bierfleepers, zullen, volgens Refolutie, van vier op drie uitfterven. II. 309 Bierfteekers, hoe veel op den vollen Prys van Bier en Mol mogen korten. II. 222. Moeten prompte rekening over het Vaatwerk houden. . 22o Bierwerkers-Bos. Zie: Bos van de Bierwerkers. Bierwerkers, hoe veel alle vierendceljaar, aan hun Gild moeten betaalen. II. ïo. Moeten hunne bedieningen zelve waarneemen. ibid. of by verhindering, Noodhulpen, daartoe aangefteld, gebruiken. ibid. Bierwerker van Heemsteede, waar buiten Haerlem, met den Buiten-Bierwerker deezer Stad, Bieren mag bewerken. II. 211, 212 Binnen Bierdraagers, Refolutie, om derzelver getal tot drie te verminderen. II. 211, 212. Verordening aangaande het bewerken der Bieren buiten deeze Stad. 211, 212 Binnen-Bierkruyers, derzelver getal moet, by Refolutie, van zes tot drie verminderen. II. 211, 212. Zo veel verminderd zynde, waar dezelve dan buiten de Stad geen Bier mogen beftellen. ibid. Binnen-Schippers, van het Veer op Amsterdam, zullen uitfterven op twaalf. II. 88. Verandering omtrent de Recognitie, by hunne aankomft te betaalen. 88,89. Schikking omtrent de Annates. ibid. Omtrent de Schippers en Knechts opdeKaarsladen. ibid. Het Loon der Knechts wordt verhoogd. ibid. Binnen-Vader , van 't Diaconie - Huis, waar, dagelyks, bericht moet doen. I. 170 Binnen-Vader en Binnen-Moeder , van het Nieuwe Diaconie-Huis binnen Haerlem, I. 180, 181. Hunne vereifchtcn. 180. Door wie aangefteld worden, ibid. De BinnenVader heeft de generaale directie over het Huis. ibid. Op welke Poften byzonder acht te geeven heeft. ibid. Op de Provilie. ibid. Op het Werken, ibid. Op het Huis of Gebouw, ibid. De Binnen-Moeder heeft ook opzigt op de Suppooften enz. van de Vrouwelyke fexe. 180.- Moet, met hulp deiMeiden , de Spyzen in goede orde toebereiden. 180. Zorg draagen, dat niets verlooren gaa. ibid. Moeten beiden hunne Inftructie nakomen. ig0, 181 Blaauwe Vaandel, van de Cluveniers-Doelen waar, in geval van Brand, b uiten de Poorten' Eee 2 dienft  BLAD W YZER der dienft moet doen. II. 63. Van de St. JorisDoelen, waar. ibid. Bleekers, mogen niet over de kleine Steenen, langs de ftraatcn, ryden. L 147. Boete op de overtreeding. ibid. Bloemplanten, Bollen of Gewajfen, geene particuliere Verkoopingen daar van aan te leggen, of by te woonen. If. 321, 322. Boete tegen de overtreders gefteld. ibid- Bloem - Verkoopingen, wat den Klerken ter Sekretary daar van toekomt. II. 320 Blok, hoe groot een Vleefchhouwers-Blok in de Hal mag weezen. II. 154 Boedels, Keuren wegens dezelven, en derzelver Tranfporten. L 9—13. Op de Preferentien. 9, 10. Octroy van dezelven. n, 12. Van het accordeeren over Infolvente Boedels. 12, 13 Boedels, (Infolvente en verhntene) hoe Curateuren daarin moeten handelen. I. 85. Zie: Curateuren. Boden, de Stads, vry van de Schuttery. II. 292. DievanRhynland,enz.insgelyks. ibid. Boekbinder, hoedaanige Proef moet doen. II. 212, 213 Boekbinders-Gild, nieuwe Keure en Ordonnantiën voor hetzelve. II. 212—216. Zie verder: Boekdrukkers. Boekdrukker, hoedaanige Proef moet doen. II. 212, 213 Boekdrukkers, Boekverkoopers- en BoekbindersGild , nieuwe Keure en Ordonnantie voor het zelve, binnen deeze Stad. II. 212—216. Vereifchtcn , om tot Lid van dat Gild te kunnen worden aangenomen. 212. Een Leerling moet drie Leerjaaren uithouden, ibid. Verordening omtrent het doen der Proeven. 212, 213. Hoe veel tot voldoening van het Gilde-Recht te betaalen. 213. Wat zodanig een Gilde-Lid al mag verkoopen. ibid. Boete, wanneer iemand buiten het Gild dergelyke dingen verkoopt, ibid. Of Nieuwspapieren enz. laat leezen. 213, 214. Wat een Gilde-Lid niet mag doen. 213, 214. Mag geene Fabrikeurs-Merken drukken , naar ongeftempelde vormen. 214. Leerlingen en Knechts moeren ingefchreeven worden, ibid. Wat daar voor te betaaien. ibid. Wie daar van vry is. ibid. Een Knecht, willende in eens anderen dienft gaan, hoe lang zulks te vooren moet aangeeven. 214. Men mag geen Knecht buitens huis in 't werk ftellen. ibid. Een Weduwe mag de affaire aanhouden, en onder welke voorwaarde, ibid. Verordening, by het hertrouwen eener Weduwe, die in het Gild is, in acht te neemen. ibid. Ltoe veel Gildegeld, jaarlyks , te betaalen. 214, 215. Wanneer iemand de affaire quireert , wat te doen. 215. Wat een Gilde-Broeder van eene Boekverkooping aan het Gild moet betaalen.//;/^. Van de Directie van het Gild. ibid. Dezelve moet eens in dc maand vergaderen, ibid. Van den Gilde-Knecht. 215. Inllrudie voor denzelven. 217 Boekdrukkers- enz. Gild, het achtfte Artikel der Keure op het zelve , raakende het infchryven der Knechts opgehelderd. II. 216 Boeken, hoe veelerleie de Thefaurier der Kederduitfche Gereformeerde Diaconie rnoet houden. I. 168 Boeken, mogen alleen uitgegeeven en verkocht worden door Leden van het BoekverkoopersGild. II. 212. Wie daar van uitgezonderd zyn. ibid. Boekhouders, eigene, wanneer voor de Kamer van Heeren Schepenen mogen geëmployeerd worden. 1.105. Onder welke voorwaarde. ibid. Boekverkonper, hoedaanige Proef moet doen. II. 212, 213 Boekverkoopers-Gild, nieuwe Keure en Ordonnantiën voor het zelve. II. 212—216. Zie. verder: Boekdrukkers - Gild. Boekverkoopingen , openbaart , mogen alleen door Leden van het Boekverkoopers-Gild gehouden worden. II. 215. Wat daarvan aan het Gild moeten geeven. ibid. Boekverkoopingen, wat den Klerken ter Secretary daar van toekomt. II. 320 Boekweit, op een andere plaats gemeeten zynde , behoeft hier niet weder gemeeten te worden. II. 271 Bokken , niet te laaten weiden rondom de Cingels, aan de Baan, in den Hout, enz. i. 146. Zie: Beeften. Bokking, Keur en Ordonnantie op dezelve. I. 139—141. Zie verder: Zoutevifch-Markt. Bonte - Lynwaaten- , Boezels enz. Gild, Ampliatie der Ordonnantie, het zelve betreffende. II. 15, 16. Hoe veele Getouwen een Fabrikeur aan den gang moet hebben, eer hy iets buiten de Stad mag laaten bewerken. 15. Hoedaauig werk daar van buiten deeze Stad mag laaten werken, ibid. Van de Arbeidsloonen. ibid. Van het Pakken deiBonte - Lynwaaten, enz. ibid. Geene werktuigen, tot die Fabriek behoorende, uit te voeren. 15. Boeten, daarop gefteld. ibid. Wie de bekeuring mag doen. 15, 16 Bonte - Lynwaaten - Gild, nadere Ampliatie deiOrdonnantie op het zelve. II. 16—18. Een Fabrikeur van Bonte - Ly wanten moet by het Gild aangetekend zyn. 16, .17. Wat vereifcht wordt, om een Werkbaas te, kunnen laaten gaan. ibid. Moet het aandraaien deiKetting betaalen. ibid. Mag buiten de Stad niet laaten werken, zonder hier vier Getouwen aan den gang te hebben. 17. Van de Loonen. ibid. Hoedaanige Rieten daartoe te gebruiken. ibid. Bonte -Lynwaaten- Fabrikeurs, mogen hunne goederen uit het Bofle Schip, door hunne bedienden laaten afhaalen en beftellen. 11. r * , ' 143 Bonte- Lynwaaten - Pakkery, niet op te rechten zonder confent der Heeren Burgemeefteren. Ut 18 Bonte- Lynwaaten -Reders enz. Gild, Keure  VOORNAAME ZAAKEN. op het zelve opgehelderd en uitgebreid. II. 58, 59- Boom aan de Kleverlaan, Dykgraaf en HoogHeemraaden zyn vry aan denzelven, wanneer in functie. II. 47 Boomen, Ordonnantiën op het ftuk derzelven. I. 57—59. 143 Boomen , in of om de Stad ftaande, niet te befchaadjgen.i. 75. Straf, op de overtreeding gedreigd. ibid. Boomen, mag men niet leggen op den trekweg uitlenen Haerlem en Leiden. II. 185 Boomen, in den Haarlemmer-Hout, te fchenden, fcheuren, enz. ftrenglyk verbooden. I. 222. Keure daartegen, ibid. Boete der overtrederen. ibid. Booys, (Adriaan de) verzoekt, by Requeft, om Octrooi tot bet oprechten eener WïndVcrf-Cement en Runmolen binnen deeze Stad. I. 116—118. Gunftig appoinctement daamp. X1s Bortpaphr , door wien alleen mag verkocht worden. II. 215 Bosch, Qde Landsgenooten van den) rechten eene Bos op binnen deeze Stad. II. 378. Hoe dezelve ingericht, ibid. Dezelve geraakt in verval, ibid. En wordt gediflölveerd. 379- Wat met haare overgefchooten Penningen gedaan. ibid. Bos, der Zyde en Smalwerkers, uitbreiding van de Ordonnantie op dezelve. II. 65. Hoedaanige Perfoonen tot Deken en Vinders derzelve te benoemen, ibid. De Boeten, daarin vallende, ten behoeve der Bos te befteeden. ibid. Van het gebruik haarer Kamer. ibid. Wat voor de overfchietende Penningen te koopen. 65 Bos, der Zyde en Smalwerkers, nadere uitbreiding van de Ordonnantie op dezelve. II. 66. Verordening wegens het doen der Rekening. ibid. Verdere uitbreiding daarop. 66. AVat Deken en Vinders, behalve vrydom van Contributie, jaarlyks nog mogen trekken, ibid. Nadere difpoiitie omtrent het gebruik haarer Kamer. 66, 67. De Knecht moet dan vuur en licht keveren. 69. Die in twaalf weeken de Contributie niet betaalt, is van de Bos verfteeken. öi Bos, der Knechts, van Timmerlieden, Schrynwerkers , Witwerkers , Wagenmaakers , Scheepmaakers, cn alle die Houtwerken. II. 21—23. Wie in dezelve zullen mogen aangenomen worden. 21. Van welken Ouderdom, ibid. Wat by de inkomft tc betaalen. ibid. De weeklykfche inleg. ibid. Weeklykfche uitkeering in geval van ziekte of bezeering. 21, 22. Voorzorg, daarby te gebruiken, ibid. Beltiering derzelve. ibid. Waar het Geld der Bos te bewaaren. ibid. De Knechts mogen niet, dan met kennis derlloofdluiden, uit de Stad gaan werken. 22. Van den Knecht der Bos. ibid. Van de zieken. ibid. Van ee uitkeeringen tot begraafuilkn. 23. Verder verordeningen daaromtrent, ibid. Bos , Nadere^, Vrywillige , Algemeene , tot Begraafniffen en onderftand van de Leden. II* 35—4°- Getal, ouderdom en vereifchten der Intekenaaren. 35. Een Lid trouwende, mag zyn of Man of Vrouw laat intekenen. 36. Wat by het intekenen te betaalen. ibid. Van de fourniflementen. 36, 37. Wanneer dezelve moeten gedaan worden. 37. Boete van die zulks verzuimt, ibid. Hoe veele Beftuurders deezer Bos aan te ftellen. ibid. Waar de Effecten en Gelden derzelve te bewaaren. ibid. Wanneer Rekening te doen. 38. Aanltelling van een Knecht, ibid. Van de overtekeningen uit de eene Letter in de andere, ibid. Van de onderfcheidene uitkeeringen tot Begraafniffen. 38. Wanneer te verminderen. 38, 39. Hoe de overfchietende Penningen te beffeeden. 39. Verdere fchikkmg daaromtrent, ibid. Van de uitdeelingen aan alle de Leden. ibid. Verordeningen aangaande Leden, die in een Godshuis geraaken, enz. 40 Bos, van de Bierwerkers, Boete wegens het niet helpen draagen van een overleeden BosBroeder of Zufter, verhoogd. II. 171, 172. De Vinders geauthorifeerd, om eene Obligatie te verkoopen. 381. Het ZiekenGeld te verminderen, ibid. Tot fourniffement van het Begraafnis-Geld eene Contributie te heffen. 381, 382. Dezelve, op verzoek der Leden , door Heeren Burgemeefteren vernietigd. 382. Verordening omtrent de Penningen der Bos. ibid. Bos, van de Houtwerkers, ophelderingen en uitbreidingen van de Ordonnantie op dezelve. II. 72, 73. Verordening omtrent de Begraafnis van een Lid dier Bos. 72. Wat een Knecht, van buiten inkomende, aan de Bos moet betaalen, wanneer geen Lid wil worden, ibid. Kuipers - Knechts behoeven geen deel in die Bos te neemen. 73 Bos, van de Kleermaakers enKeurslyfmaakersKnechts, Extract uit de Refolutie, dezelve betreffende. II. 80, 81. Vinders van dezelve moeten een' Proteftantfchen Doctor aanftellen. ibid. Bos, Fry willige van de Kleermaakers- e'n Keurslyfmaakers - Knechts en andere Lieden, generaale Ordonnantie op dezelve, van 23 Maart 1779. II. 362 — 366. Alle voorige Ordonnantiën, met de Alteratien en Ampliatien op die , op dezelve te niete gedaan. 362. Wie al in deeze Bos mag toegelaaten worden, en onder welke voorwaarde, ibid. Hoe oud mogen zyn, die aangenomen zullen worden. 362, 363. Hoe veel alle de gemelde Knechts en Leerjongens, die zekere bepaalde fom winnen, jaarlyks aan de Bos moeten fourneeren. 363. Hoe groot het Inleg-Geld is. ibid. Hoe veel weeklyks geeven. ibid. Wanneer en waar. 363. Boete voor die zulks verzuimt, ibid. Verordening voorde Leden, die buiten de Stad gaan werken. 363. Welke uitdeeling aau Zieken wordt gedaan, boven bezorging van Bff Doe-  BLAD W YZER der Doctor en■ Medicynen. 363, 364. Wat te doen , wanneer de Ziekte langer dan een half jaar duurt. 364. Wat te trekken tot Begraafnis-Geld. ibid. Van het draagen van een overleeden Bos-Broeder. ibid. Boete voor de Leden, die de Begraafnis niet bywoonen, en niet behoorlyk gekleed zyn. 364. Die zich door eigen fchuld bezeert, trekt niets. ibid. Hoe de Bos wordt beftierd. 364, 365. Hun werk en hoe verkoozen worden. 365. Wanneer moeten vaceeren. ibid. Boete voor een Zieken, die werkende wordt gevonden , en voor een Vinder, die zulks weetende^ het niet aangeeft. 365. Wat de Beftierders genieten. ibid. Van het waaken by een Zieken BosBroeder. ibid. Een Zieke herfteld zynde, waar zyn Lootje moet te rug geeven. ibid. Niemand mag de Bos verlaaten, dan onder zekere voorwaarde. 365 , 366. Hoe de achterftallige fchuld te voldoen. 366. Uitzondering daar van. ibid. Jaarlyks rekening aan Heeren Burgemeefteren te doen. ibid. Nadere verordening omtrent het ZiekenGeld. 366, 367. Wat te doen in geval van Accident. 367. Verder verordening omtrent het Begraafnis - Geld , het draagen en bellieren der Bos en het waaken. 367. - 368 Bos, van de Knechts in de Brouweryen, Azynmaakeryen en Branderyen, en van de Waterhaalders cn Kuipers, verandering en uitbreiding van de Ordonnantie op dezelve. II. 68 , 69. De uitkeering van een Gulden 's weeks wordt vernietigd. 69. Alle Brouwers en Azynmaakers-Knechts moeten 'er deel in neemen. 69. Hoe veel in geval van weigering jaarlyks geeven. ibid. Bos , van de Knechts der refpéctive Brouweryen , Azynmaakeryen en Branderyen ; de Waterhaalders en Kuipers enz. daaronder begreepen, Order en Reglement op dezelve, van 2 April 1773. II. 353—356. De voorgaande Ordonnantie van 4 December 1748. met de Ampliatien en Alteratien te niete gedaan. 353. Wie al in die Bos mogen aangenomen worden, ibid. Wat by het inkomen te betaalen. ibid. Hoe veel weeklyks aan de Bos te contribueeren. 353. Welke uitdeeling aan een Bos-Broeder, die Ziek is, te doen. ibid. Hoe veel, wanneer de Ziekte langer dan dertien weeken duurt. 3531 351 - Hoeveel, wanneer zy nog langer duurt. ibid. Wie uit de Bos vervalt. 354. Order nopens de beftiering der Bos. ibid. Boete voor die zyn fonrmflèment niet brengt. Hoe de Vinders te verkiezen. 354. Het werk van den Knecht der Bos. ibid. Wanneer 'er Rekening moet gedaan worden. 354-> 355- Wat een Bos-Broeder verbeurt, die de Verkiezing niet bywoont. 355. Hoe veel tot Begraafnis - geld gegeeven wordt. ibid. Wat de Draagers genieten, ibid. Wat de Knecht, ibid. Hoe de Bos-Broeders op de Begraafnis moeten verfchynen. 355. Wat Wat de Draagers verbeuren , als zy op hunne beurt niet komen. ibid. Hr.lfjaarigc Contributie , behalve de Weeklykfche. 355. Wat hy geeven moet, die geene Draagers uk de Bos neemt. 355, 356. Boete voor die zich onbehoorlyk gedraagd. 356. Waar de Gelden en Papieren re btwaaren. ibid. Een Brouwers- enz. Knecht, hier werkende $ en geen Lid der Bos willende zyn, wat echter aan dezelve moet betaalen. 356. Wat hy 's jaars moet geeven, die uit de Bos gaflf. ibid. Wien het gereferveerd blyft, verdere verordeningen hierin te maaken. ibid. Bos, van de Koorndraagers, Refolutie, waarby de Koornmeeters en Koornheriers daar van worden uitgeflooten. II. 71 Bos, van de Landsgenooten van den Bofch, wanneer en door wien opgerecht. II. 37S. Haare geheele inrichting, ibid. Verordening, zo zy niet beftaan kan. ibid. Geraakt in verval. 378 , 370. Wordt, op verzoek der bezorgeren enz., hy Refolutie van Burgemeefteren gediflblveerd. 379. Beftelling over de overfchietende Penningen. ibid. Bos, van de Metfelaars-Knechts en Opperluiden, verandering en uitbreiding in de Ordonnantie voor dezelve. II. 25, 26. Verandering in het bellier der Bos. 25. Ten aanzien der Zieken, ibid. Der Bcgraafniskoften. ibid. Van het draagen van Lyken. ibid. Wat te geeven by de infchryving. 26. Wanneer de weeklykfche Inleg te betaalen. ibid. Door wien te ontvangen, ibid. Wat de Opzienders en de Knechts der Bos zullen genieten, ibid. Verdere verordeningen omtrent deeze Bos. 25, 26. Bos, van de Metfelaars-Knechts, het tiende Artikel der Ordonnantie op dezelve veranderd. II , 65. Wanneer de Zieken aan te geeven. ibid. Verandering en uitbreidingvan de Ordonnantie op deeze Bos. 70, 71. De weeklykfche uitkeering aan oude en gebrekkige Leden vernietigd. 70. Wanneer de Zieken zich moeten aangeeven. ibid. Boete voor zekere verzuimen, ibid. Voor het niet betaalen der Contributie. 70. Voordie met een brandende Pyp op de kamer komt. ibid. Van het verhuizen, ibid. Hoe lang de Overluiden zullen mogen dienen. 70, 71. Wanneer een Zieke mag uitgaan. 71. Boete voor een Draager , die of niet of te laat komt. ibid. Bos, van de Metfelaars-Knechts enz. derzelver Opzienders gequalificeerd, om het Zieken-Geld te verminderen. II. 85 Bos, van de Metfelaars-Knechts en Opper luiden, Ordonnantiën op dezelve, van den 25 April 1766. II. 165—17'x Bos, van de Schoentnaakers - Knechts, verandering en uitbreiding der Ordonnantie op dezelve, enz. II. 68. Wat een Lid zal te genieten hebben, in geval van Ziekte, ibid. Waar het Zieke-Gekl te verteeren. ibid. Van de Waakers. ibid. Van de Begraafnis. 68. Hoe  VOORN AA ME ZAAKEN. Hoe lang het Zieke-Geld getrokken wordt, enz. ibid. Bos, van Schoenmaakers-Knechts, Ordonnantie op dezelve gealtereerd. II. 328, 329. Het weeklykfch Ziekengeld verminderd, by provifie, 329, 330. WeeklyklcheContributie verhoogd. 330. Op de betaaling daaraan wel acht tc geeven. ibid. Bos, van Warmoefiers en'Algemeene tot Begraafnis. Zie: Warmoefiers ftegraafnis-Bos. Bos, Vrywillige Dood-Bos, verandering in de Ordonnantie voor dezelve. II. 24. Vermeerdering der Leden dier Bos. ibid. Uitkeeringen tot Begraafniffen. ibid. Wat de Vinders derzelve genieten, ibid. Hoe veel in de Kas moet blyven. ibid. Bepaaling van den Ouderdom. 24 Bos, Vrywillige Algemeene, tot Begraafniffen en Onderftand van Hoogbejaarden , uitbreiding en verandering van het Reglement voor dezelve. 11. 26, 27. Hoedaanige Perfoonen daarin mede mogen aangenomen worden. 27. En onder welke voorwaarden en voordeden. ibid. Bos, Vrywillige, Algemeene, tot Begraafnisfen, enz. Verandering van het Reglement op dezelve. II. 67. Op welke conditiën Perfoonen in dezelve mogen aangenomen worden. 67. Schikking omtrent de uitdeeling. ibid. Omtrent de Contributie, ibid. Bos. Zie Armbos. Bofch, Landsgenooten van den Bofch, rechten binnen Haerlem eene Bos op. II. 378. Zie verder: Bos van de Landsgenooten van den Bofch. Boffen, Ordonnantiën en Reglementen op dezelven. II. 21—40. — 65-85. — 109—120.—. 156—173. Bot, mag niet by 't pond worden verkocht. I. 91 Boter, door Vreemde Kooplieden en Schippers, uit Waterland en elders, hier niet in te voeren in 't groot, om in 't klein weder uit te venten. II. 264 Boter-Kruyers-Gild, arnpïratïe van fommige Artikels der Keureop het zelve. II. 97. .Nadere verordening omtrent de Contributie ten behoeve der Zieken, ibid. De Vinders van het zelve geauthorifeerd , om zekere Recognitie te ontvangen, ibid. Boete, wanneer de Contributie niet behoorlyk betaalen. 98. Wat tot de Begraafnis wordt betaald. ibid. Boter - Kruiers - Gild, Refolutie, waarby verfcheiden Artikels der Keure voor het zelve geroyeerd en buiten effecT: gefteld worden. II. 217, 218 Boter-Kruiers, derzelver getal zal, volgens Refolutie, van vyftien tot tien verminderd worden. II. 218. Mogen, na primo July, geene Vaten met Boter uit de Waag verwerken, die niet in dat jaar geykt zyn. 218,219 Botermarkt, order op het draagen van Lyken van ongetrouwde Perfoonen, in die Buurt. I. 15S Brand, Ordonnantiën op het ftuk van denzelven. I. 19, 20—152. Brand, Reglement omtrent het bluflehen van denzelven. II. 301—305. Welk Vaandel by het ontftaan van Brand in de Wapenen moet komen. 301, 302. Welke Divifie daar van uitgezonderd is. 302. Wanneer dat Vaandel wordt afgeloft. ibid. Uitzondering daarvan, ibid. Hoe Officieren en Schutters moeten opkomen. 302. Boete, door Officieren en Schutters te betaalen, die of in 't geheel niet, of te laat by den Brand komen. ibid. Wie al daar van uitgezonderd zyn. 303., Wie maar de helft der Boete verbeurt, ibid. Hoe te ontdekken, wanneer iemand te laat, of in 't geheel niet komt. 303. Difpuut, daarover ontftaan , hoe te befliffen. ibid. Welke fchikkingen te neemen, wanneer by nacht Brand ontftaat. ibid. Wanneer die haby eene Poort of Vefte binnen de Stad ontftaat. 303, 304. Wanneer buiten de Stad. 304. Wat door Officieren en Schutters 't eerft by den Brand te verrichten, ibid. Onnoodige toeloop tot den Brand te fluiten. 304. Wie daarvan uittezonderen. ibid. Order op het wegdraagen van Goederen. 304. Schutters moeten by die gelegenheid ook, alle gekoorznamheid aan de Officieren bewyzen. ibid. Boete voor den geenen , die door de Bezetting zou willen heen dringen. ibid. Niemand mag zyn poft verlaaten./fó/. Noch zich abfenteeren, in Kroegen of Herbergen enz. 304, 305. Moderatie wanneer daarin te gebruiken, ibid. Order, des noods, aan Herbergiers of Kroeghouders te geeven. 305. Het Vaandel niet eer te dimitteeren, voor dat de Brand geblufcht is. ibid. Beftelling over de Boeten. ibid. Brandewyn, Alteratie van het twintigfte Articul van de Ordonnantie op dezelven. I. 3. Precautien om fraudes daaromtrent te myden. 4,5 Brandewyn - Vwkoopers- en Tappers - Gild, het achtfte Artikel der Ordonnantie op het zelve, opgehelderd en uitgebreid. II, 61. Moeten binnen de Stad komen woonen. ibid. Die met 'er woon buiten de Stad gaan, zyn vervallen van het Gild. ibid. Wanneer een Groftier of Fleflier van het Gild vervalt. 61. Wanneer een Gilde-Broeder geen afftand mag doen. ibid. Brandewyn-Verkoopers- en Tappers-Gild, Alteratie der Ordonnantie op het zelve. II. 145—147. Nadere verordening omtrent de Pryzen der Brandewynen. 146. Der gediftilleerde Wateren, ibid. Omtrent de Boeten. 146. Mogen geene fooitjes geeven. ibid. Brandewyn-Verkoopers- en Tappers-Gild, de Ordonnantie op het zelve , by Refolutie, veranderd ten aanzien van de Zetting op den Prys der fterke Dranken. II. 314 Brandhout, mag door vreemde Schippers, uit hunne Schepen, op de Houtmarkt worden verkocht. I. 95. en te huis gebragt. ibid. Maar niet door de Stad te koop gedraagen. ibid. Fff 2 Brand-  BLAD W YZE R der Brandmeeflers , vry van de Schuttery. II. 292 Brandmeefters, Refolutie des Krygsraads omtrent het aanftellen derzelven uit de Schuttery, door Heeren Burgemeelters goedgekeurd. I. 20. Dezelve zullen uitkoop mogen doen. ibid. Brand-Penning, Koperen, door Onder-Officieren en Schutters by Brand over te geeven. II- 303 Brandfpuiten, de Geaffefteerden van fommigen derzelven worden vermeerderd. I. 19, 20. Brandfpuiten, nadere fchikking omtrent de adfiftentie by dezelven, by welke gelegenheid. I- 154 Brandfpuiten, eenigen moedwil, by Brand, daaraan te bcdryven, boe zulks te ftraffen. IJ. 305. Of aan de Bedienden en Arbeiders daar van. ibid. Brandflojfen, voor de Glasblaazery te Haerlem, vry van Stads-Excyns. I. 47 Brandftofren , Vrydom van Stads-Impofitien op dezelven, verleend aan de Engelfche en Schotfche Tapyt-Wcevery. 1. 122 Breukband, door een Stads - Chirurgyn, aan een Armen te leeveren , wat vooraf daartoe vereifcht wordt. I. 69. Nadere Elucidatie daar van. 70. Bepaaling van dc ondcrfcheidene Pryzen der Breukbanden, ibid. Nadere Refolutie aangaande de leverancie van Breukbanden aan de Armen. 71 Breukmeefter , (Stads-) in plaats van twee , maar één aangefteld, by het overlyden van den anderen. L 71 Breukmeefter der Diaconie, wat moet doen by het leveren van Breukbanden aan gealimenteerden. I. 70 Breukmeeflerfchap, van het Aalmoefeniers en Werkhuis, wie , by vakatuur, moet vervullen. 1. 73 Broederlyke Liefde - Beurs, Ordonnantie op dezelve. II. 74—80. Zie verder: Beurs. Broederlyke Liefde-Beurs , of het BegraafnisGeld voor een Lid, in het Dolhuis overleeden, moet worden uitgekeerd ? 11. 159. Of een Lid, in het Verbeterhuis te Alkmaar. geconfineerd geweeft, als een trekbaar Lid moet aangemerkt worden? ibid. Wanneer «le Contributien te ontvangen. 162. Verordening omtrent Leden, in het Gafthuis of Werkhuis overlydende, of door den Rechter gefcheiden. 162, 163. Bepaaling van het Begraafnis-Geld. 163. Nadere veror- dening omtrent de uitdeeling. 345, 346. Omtrent de Verteering der Vinders. 346. Wie van het recht tot deeze Beurs verfteeken zal zyn. 346, 347. De tyd der gewoone Zitting veranderd. 347. Nadere verordening omtrent gefeparcerde Echtelieden Leden deezer Beurs. 347, 348 Brood, de gewoone tax, voor een en meer Perfoonen in de Brood-Bediening. I. 174. Wie alleen met Tarwenbrood bedeeld wordt. ibid. Brood-Bediening, fpringt, ieder week , een dag over. I. 173. Wie op dezelve moeten tegenwoordig zyn. ibid. Die BroodBediening krygen, moetenze zeiven haaien. 174. Hoe dikwyls de Mansperfoonen zeiven hunne Bediening moeten haaien, ibid. Boete voor die zulks niet doet. ibid. De Suppooften moeten daarby affifteeren. ibid. Ouk de Bakker ibid. Welke zyn pligt daarby is. 174. Brood, overblyvende, waar te brengen, ibid. Spaarzaamheid in acht te neemen in het toelaaten tot de Broodbediening. ibid. Welke de gewoone Tax in bedeeling van Brood is. ibid. Broodbakker, uit de neering fcheiclende, mag zyn Gilde-Recht verkoopen. II. 144 Broodbakkers-Gild, verandering en uitbreiding van de Keure en Ordonnantie op het zelve. IJ. 59, 60. Het getal der Bakkers , waartoe zai verminderd worden. 59. Verordening wegens het doen der Proeve, ibid. Wanneer een Bakkers -Knecht met een BakkersWeduwe trouwt, mag terftond zyn Proeve doen. ibid. Insgelyks een BakkersZoon. 60. Een Bakkers- Dochter heeft gelyk recht. ibid. Jaarlykfche contributie der Gilde-Broeders onder zekere voorwaarde verhoogd. 60 Broodbakkers-Gild, Keure op het zelve veranderd. II. 104, 105. Hoe lang de Leerjaaren zullen duuren. 144. Hoe lang iemand Poorter moet zyn geweeft, eer hy zyne Proef mag doen. ibid. Verordening op het verkoopen van het Gilde-Recht. ibid. Broodbakkers - Gild , Refolutie , waarby het tiende Artikel der Ordonnantie op het zelve, uitgelegd wordt. II. 152. Of de oudfte Bak kers-Knecht op het Gilde-Boek, by't affterven eens Gilde - Broeders , terftond tot het doen der Proeve mag toegelaaten worden. L5a Broodbakkers- Gild, Ampliatie der Keure op het zelve , raakende de overdoening van 't Gilde-Recht. II. 219. Nadere Ampliatie derzelve, bctreifendc de Leerjaaren der Knechts. 220. Waar en wanneer men een KnechtsBrief moet gaan haaien, ibid. Wat jaarlyks aan 't Gild moet geeven. ibid. Boete, wanneer zy zulks verzuimen, ibid. Verdere Ampliatie van dezelve. 22r. Het getal der Bakkers of Bakfters zal uitfterven tot vyftig ibid. Verordening wegens de uitkeering aan 't Gild. ibid. Broodbakkers-Weduw , uit de neering fcheidende, mag haar Gilde-Recht verkoopen. 144 Brouwers-, skynmaakers en Branders-KnechtsBos, Alteratie en Ampliatie der Ordonnantie op dezelve. II. 68, 69. Zie verder: Bos. Brouwers, mogen aan Tappers geen Credit geeven. II. 222. Op de vaftgeftelde Pryzen geene meerdere, dan dc vaftgeftelde korting laaten doen. 223.. Wat aan hunne Calanten mogen fchenken. ibid. WattotKerciis- en  VOORNAAME ZAAKEN. en Nieuwjaarsgiften, ibid. Wat verbeuren by ovemeeding. 224 Brouweryen, waar door dezelve, binnen deeze Stad, zoo zeer in verval zyn geraakt. II. 222. Hoe veelen 'er nog overig zyn. ibid. Middelen om dezelve in ftand te houden. ibid. Brouweryen, binnen deeze Stad, wat dezelve voor het lollen van Luikfche Kooien betaalen. n. 275. Wat voor Engelfche Kooien. . ibid. Brouwneering, Ampliatie op de Keure, dezelve betreffende. 11. 222—224. ■ Bier en Mol met dan tot den vollen Prys te leveren. 222. Wie by de betaaling iets mogen korten, ibid. J appers moeren contant betaalen. ibid. Geen verichat van Import voor iemand te dóen. 222, 223. Geen Gift te leveren, dan tot een bepaalden Prys. 223. Verordening nopens de afrekening van het Vaatwerk, ibid. Geene buitengewoone korting te geeven. ibid. Welke giften mogen gedaan worden aan de Galanten. 223. Wat tot KermisGiften. tbid. Wat tot Nieuwjaars-Giften. ibtd. Boete , door de overtreeders te verbeuren. „24 Bruggen, Ordonnantiën op het ftuk derzelven. Buiten-Bakkers, Graanen van nier haaknde^ ■ gaan m de looting voor de Bakkers binnen de Stad. jr. 273 Buiten-Bierwerker, deezer Stad, waarbuiten dezelve Bieren mag en moet bewerken. 11. 211, 212 Buiten-Schuiten , van Haerlem op Amsterdam, en vice verfa, hoe veele, daaglyks, moeten vaaren. Jf. 188 , 189. Op welken tyd. ibid. Batten - Schuiten, op Amsterdam, hoe de schippers en Knechts derzelven aan te ftellen. ij «o Buiten-Spaarne, (het Zuider-) order op het draagen van Lyken, in die Buurt, aan de Hoog en Laage zyde. j. 55? 5Ó Burger-Weduwe-Sociëteit, (tweede,) verandering cn uitbreiding van het negende Arti- ' kei der Ordonnantie op dezelve. II. 83. Perfoonen, geene Burgers zynde, mogen ook daarin aangenomen worden. ibid. Burger-Weduw-Sociëteit, (tweede,) is in geheel verval geraakt. II. 377. Haar oogmerk vcriedcld. ibid. Wordt, op verzoek, by Refolutie van Heeren Burgemeefteren , vernietigd. 377 , 37s. Befchikking over haare Effeéten. ' iUi. Burger-Weeshuis , deszelfs Regenten ftellen een Doctor van dat Huis aan. I. 71. En Ctófurgyn. ibid. Traktement van beiden. ibtd. Worden gelaft , voortaan , geene nieuw.e bedieningen te creëeren. 72 Burgery:. moet alle nachten de Wacht houden, il. 294 — 299. Zie verder: Nachtwacht. Bus Ce, van de Brouwers-, Azynmaakers- en Branders-Knechts , mitsgaders Waterhaal- ders en Kuipers, Alteratie en Ampliatie der Ordonnantie op dezelve. II. 109, 110. Welke uitdeeling aan een Zieke Bos-Broeder zal gedaan worden. 110. Bepaaling van het Begraafnis-Geld naar gelang van den ftaat der Bos. ibid. Wat een Brouwers- enz. Knecht, hier werkende, en geen Lid deiBos willende zyn, echter ten behoeve der Bos moet betaalen. 110. Dat ook anderen, dan Brouwers- enz. Knechts tot Bos-Broederen mogen aangenomen worden, ibid. Van welken Ouderdom moeten zyn. ibid. Verordening omtrent een Lid deezer Bos, dat tot armoede vervalt. 110. Nadere Ampliatie en Alteratie der voorfchreevene Bos, ten aanzien van het Zieken- en BegraafnisGeld ïn Buurt, (de) der Witte Lelyfteeg wordt onder andere Buurten verdeeld. I. 21, 22. Die in dezelve Slaapers houden, mogen geen Zieken inneemen. ibid. Die der Slykfteeg onder andere Buurten verdeeld. 21 , 22. In die van de Dykftraat moeten Lyken van jonge lieden door ongetrouwden uit die buurt gedraagen worden. 30, 31. Hoe te handelen met Lyken, daar door Gildens ofBosfen te begraaven. 32. Order op het draagen der Lyken in die der Bakeneftergragt. 31, 32. De Vinders van die der Dykftraat , waartoe gequalificeerd. 55. Die buiten de Zylpoort, hoe veele Draagers tot de Lyken mag gebruiken. 55. De Buurt der Hooge en Laage Zyde van het Zuider-Buiien-Spaarne , order op het draagen der Lyken aldaar. 55 ■> 56. Die der Valkefteeg met welke gecombineerd. 65. Van 't Krom en de Vrouwefteeg, met welke vereenigd. 65. In die aan de Garen - Kokers - Sluis , van waar Draagers van Lyken te verzoeken. 97. Twee Buurten der Achterftraat gecombineerd. 97. Die der Hoogftraat, der St. Antonie-Brug, der Barnefteeg, met welken vereenigd. 97. In die van de Volders- en Zydgraften, order op het draagen van Lyken van ongetrouw1 den. 98. Die der Margarieteftraat , der Middel - Zylftraat, der Oude Kruisftraat met welken gecombineerd. 98. Die van de Dykveft en het Harmen Jansveld, den Scheepmaakersdyk , de Volders- en Zydgraften, de Vlamingftraat, de Veftefteeg, de Raax, de Zuiderftraat, de Gafthuisftraat, het Krom , den Koudenhorn, de Kokfteeg, de Bakenesfergragt, met welke gecombineerd. 156— 158. In die der Botermarkt, order op het draagen van Lyken van ongetrouwden. 158. Insgelyks , in die van 't Zuideinde van 't Kleine Heiligland, 159. Van de Lange en Korte Lakenftraaten. 160. Van de Gafthuisftraat. 161. Van de Lange Doelenftraat. 162. Van de Vlaming- , Trappenier- , en Wefterftraaten. 162, 163. Van de Ooftzyde van de Burgwal. 163. Van de Oude Raamftraat en Geuze ftraat. 164. Van de Smede- en Wyn gaar dftraaten. 164, 165 Buurt aan de Garen - Kokers - Sluis , wie by Ggg Iteff  BLAD WYZE II der fterfgevallen, tot het draagen der Lyken aldaar te verzoeken. L 97 Buurt van de Folders- en Zyd-Graften, order op het draagen van Lyken vau Ongetrouwde Perfoonen in dezelve. L 9^ Buurten, en Diakenen, Ordonnantiën omtrent dezelven. h ai. 33. 62—65 Buurtgeld, in welke Buurt het zelve, by aankoop van eenige vafte Goederen, moet betaald worden. L 155 Byhal, mag voortaan, wederom binnen deeze Stad gehouden worden. L 142 c. Cadaver, tot het doen van Anatomifche Lesfen, waar te bekomen. II. 226. Wat,na het afloopen der Leffen, met het zelve te doen. 227. Zie verder: Anatomie. Catechismus, welke op de Stads-Schoolen gebruikt wordt. L 36 Cement, in de Molen hier te maaien , mag door eigen Volk geloft worden. I. 118 Cement - Molen, binnen deeze Stad, met Octrooi opgerecht. I. ii6—ri8. Zie verder: Verfmolen. Chirurgyns , (Stads-) Reglement voor dezelven.0"!. 67—69. In hoe veele Quartieren de Stad, ten dien opzigte, verdeeld is. 67, 68. Bepaaling derzelven. ibid. De oudfte Stads-Chirurgyn zal dc eerfte keus hebben, en zo vervolgens. 68. Wie onder de bediening van ieder Quartier begreepen zyn. ibid. Ook de Godshuizen in ieder Quartier by vakatuur. ibid. Tractement, bun daarvoor toegelegd. 71, 72. Ook voor de bediening van het Aalmocfcniers- en Werkhuis. 73. Nog voor dc Bediening van het Peft- en Dolhuis. 74. Wie van hun de Gevangenen moeten vifiteeren, cn by de Schouwing van doode ligchaamen asfiftteren. 68. Nadere Elucidatie daar van. 70. Kun Salaris. 68. Moeten, op order van Heeren Burgemeefteren, bezoeken Perfoonen, diegezegd worden, aan deeze of geene gebreken te laboreeren. ibid. Moeten de Patiënten, die niet zelfs kunnen komen, daaglyks vifiteeren. ibid. Wanneer elkander affifteeren, en hoe. ibid. Mogen de geheele bezorging der Patiënten niet aan hunne Knechts overlaaten. 68, 69. Mogen de nodige Medicamenten uit de Stads - Apotheek haaien. 69. Menage daarin waar te neemen. ibid. Geene Zalven enz. uitdeden aan de Armen, aan hunne huizen, ibid. Moeten zorg draagen , dat de Patiënten van Linnen tot verbanden voorzien worden. ibid. Wat vooraf vereifcht wordt , om een Breukband aan een gcnlimeuieerden af te keveren, ibid. Nadere Elucidatie daar van. 70. Wat te doen , als een Stads - Doctor het Verband moet bywoo¬ nen. ibid. Zy moeten hunne Inftructie beeedigen. ibid. Chirurgyns, mogen alleen Hair en Baard-Schecren. r B. 98 Chirurgyns, zyn gehouden, van alle Kwetzingen en Ongelukken, op de fttaaten of binnen de jurisdilüe deezer Stad gebeurd, terftond na het eerfte verband, aan den Heet Hoofd-Officier kennis te geeven. II. 241, 242. Boete tegen het verzuim. ibid. Chirurgyns - Weduwen binnen II a e r. l e m. Zie : Beurs voor Weduwen, enz. Cingels, Ordonnantie wegens de Dammen op dezelven. I. 18. Zie: Dammen op de Cingels. Cipier van het Gevangenhuis, vry van de Schuttery. H. 292 Cifiers, niet aan te fteeken , op Nieuwjaarsavond, op de Markt of elders. I. 24 Collecteurs van het Maandgeld, lnftruclie voor dezelven. I. 7, 8 Collegie der Vroedkunde, uit hoe veele Leden zal beftaan. II. 228. Wanneer en waar het zyne vergadering houdt. ibid. Wat in die Vergaderingen tc verrichten. 229. Hoe te ftemmen en te concludecren. ibid. Wélke verfchillen voor het zelve af te doen. ibid. Wie daar voor moeten compareeren. ibid. Zich bezwaard vindende, waar zich te meiden, ibid. Wie by het zelve tot het examen als Vroedvrouw mag toegelaaten worden. IL 230 Collegie van de Heeren van den Gerechte, wanneer geconvoceerd wordt volgens gewoonte. L 104 Collegium Medicum, hoe moet handelen by graffcerende Ziekten. I. 67. Moet ook de Stads-Apotheek vifiteeren. ibid. Combineeren, der Diakonie- en AalmoefleniersArmen, geeft gelegenheid tot nadere fchikking omtrent de adfiftentie by de Brandfpuiten. I. 154 Commenfaalen, in het Nieuwe Diaconie-Huis, Reglement \vegens> dezelven. I. 182, 183. Hoedaaiiigen daarin toe te laaten , wanneer zy gehuuwd zyn. 182. Hoe veelen. ibid. Hoedaanigen, wanneer zy on gehuuwd zyn. ibid. Hoe oud moeten zyn, en hoe veel aanbrengen, ibid. Daar van niet af te gaan. ibid. Hunne Voorrechten. 183. Mogen hunne eigen Kleederen draagen. ibid. Wanneer in eene der Kerken mogen begraaven worden, ibid. Commenfaalen in dit Huis mogen in de Wed uwe nBeurfen of Boffen blyven. ibid. Zy mogen het Huis verlaaten, doch geen geld te rug vraagen. ibid. Hunne naïaatenfehap vervalt aan liet Huis. ibid. Zy genieten geen Zondags-Geld. ibid. Hunne verdienden geheel voor hun. 183. Hoe zich moeten gedraagen. ibid. Commiflaris, van de Leidfche Trckfclmiten, wat vorderen mag van het verhuuren der Roef. tl. 46 Commiflaris van bet Anfterdamfche BuitenVeer ,  voornaame zaaken. V'er, moet terftond, als de Kaarslaadeu blyven leggen, op de eerfte requifitie der Fabrikeurs, de Vragtvvagens op Abisterb am laaten in gereedheid brengen. II. 185, 186 Commiftaris van het Leidfche Veer, mag Goederen en Pakjes, buiten gebragt, om met de Pak- of Volkfchuit te verzenden, aantekenen. II. jjy Commijfarh van het Turfdraagers-Gild, wat voorheen van het Gild genoot. II. 316. Wat tegenwoordige daar van geniet. ibid. Commiftariften, yan de Kleine Bank van Juftitie , Ordonnantie voor dezelven nader uitgebreid. I. 79-81. Zie verder: Bank van Juftitie. Commiftariften, van de Kleine Bank van Juftitie, vry van de Schuttery. II. 292 Commiftien, hoe de particuliere der Nederd. Gereformeerde Diaconie door Regenten enz. verdeeld worden. I. 169 Compagnie (Liefde-) tot Begraafniffen. Zie: Liefde-Compagnie tot Begraafniffen. Compagnie», Ordonnantiën en Reglementen op dezelven. n. 156—173. Comptoir-Bedienden, eigene, wanneer ter Kamer van Heeren Schepenen mogen gebruikt worden. I. 105. Onder welke voorwaarde ibid. Comptoir-Behoeften, mogen'alleen door Leden van het Boekverkoopers-Gild worden verkocht, jj. 2i5 Contrarolleur , der Nederd. Gereformeerde Zie: Mede Thefaurier. Corporaals der Nacht-Wagt, wat in acht te neemen hebben. I. 198, 199. Zie verder: Nacht-Wagt. Inftructie voor dezelven iri de Buurten van de Wagenweg, Kleine Houtweg, en Zuider Buiten-Spaarne, Weftzyde. 205, 206. Formulier van Eed voor dezelven, als mede voor Klapwaakers of Nachwagten 111 die Buurten. 2oj Corporaals , waarop moeten acht geeven. II. 300. Moeten ook de Patroonen uitdeden en weder infamelen. \ Correctie van Kinderen, in het'Diaconie-Huis gealimenteerd wordende, wanneer zich misgrypen. I. ^4 Crediteuren, het minderdeel derzelven moet, in Infolvente Boedels, het meerderdeel volgen. I. 12, 13. Hoe zulks te verftaan is. Crediteuren, moeten hunne Schulden juftificeeren. I. 84. Hoe omtrent onwilligen te handelen. ibi(L Crediteuren, wat vereifcht wordt, om een accoord tuflchen hen en Debiteuren door Schepenen te doen goedkeuren. I. 84. Het zelve moet ter extraordinaris Rolle worden gebragt. 84, 85. Wat daarby waar te neemen is. ihkL .Crediteuren in te roepen, wanneer vafte Goederen en Boedels, nog niet Infolvent verklaard, by executie verkocht worden. 1.129, 130 Curateuren, in Infolvente en verlaaten Boedels, hoe moeten handelen. I. 85. Inftructie voor dezelven. ibid. Moeten zich gedraagen als eerlyke lieden, ibid. Zich houden aan de Keuren des aangaande, ibid. Alles , zonder uitzondering, Inventarifeeren. 85. Orde en attentie , daarby waar te neemen. ibid. Boeken, Chartres enz. in verzekering neemen. ibid. Staat des Boedels aan Schepenen overgeeven. ibid. Cufting-Brieven, waar van de laatfte termy 11 voor meer dan drie Jaaren vervallen is, zyn niet preferent, maar concurrent. I. 10 D. Dammen op de Cingels, Ordonnantie op dezelven. I. 18. Welke altyd, en welke op zekere tyden geflooten worden gehouden. ibid. Wat de Poortier voor het openen derzelven mag vorderen, ibid. Die fleutels daar van hebben, moeten ze weder fluiten. ibid. Dansfchoolen , het houden derzelven ernftig verbooden. I. 225 , 226. Boete door de overtrceden te betaalen. ibid. Debiteuren, wat vereifcht wordt, op dat een accoord tuflchen hen en Crediteuren goedgekeurd worde. L 84. Zie verder: Accoord. Declaratien der Praktizyns , te hoog gefteld zynde, mogen aan de Fleeren van den Gerechte ter taxatie worden overgegeeven. L 103 Demolieeren van Huizen, zonder toeftemming van Heeren Burgemeefteren verbooden. I. IS°—152« Boete daartegen. 151 Diaconen, uit hoe veele Perfoonen hun Kollegie zal beftaan. I. 176. Hoe veelen'ervan collecteeren. ibid.. Waar hunne byeenkomften houden, ibid. Door wien aldaar bediend worden, ibid. Waar hun generaal Boek en Kas houden, ibid. Hoe het daarmede in zyn werk gaat. ibid. Moeten alle Vierendeeljaars aan de huizen Collecteeren. 176. In Auguftus de Turfcollecte doen. ibid. Hoe met het Provenue derzelve te handelen. ibid. Waar het gecollecteerde Geld tebehandigen. 176, 177. Moeten jaarlyks het Boek voor het geheele jaar opmaaken. 177 Diaconen der Nederd. Gereformeerde Gemeente , hoe lang vry van de Schuttery. II. 292 Diaconie , wat dezelve, jaarlyks, op het Ooften Weftindifch Huis te Amsterdam, moet laaten verneemen. I 175 D iaconie•- Armen (de Nederduitfche Gereformeerde) Order en Reglement op de Directie en Bediening derzelve. I. 165-184., Generaal bericht nopens derzelver Directie. 165. Van derzelver Superintendenten. 165, 166. Regenten. 167. Mede-Regenten. 167, Ggg 2 töS.  BLADWYZER der 168. Mede-Thefaurier. 168, 169. Particuliere Commiffien. 169. Suppooften. 169, 170. Aanneeming van Perfoonen tot de Alimentatie. 170—171. Bediening in't generaal. 171, 172. Van de Zieke- en Kraambediening. 173. Broodbediening. 173,174. Bediening met Geld. 174. Turfbcdiening. 174, 175. Bediening met Kleederen. 175. Bediening derPaifauten. 175. Van zaaken, de Bediening in 't generaal betreffende. 176. De Diakenen aangaande. 176, 177- Zie verder: Superintendenten.', Regenten, Mede-Regenten cn overige Artikels. Alle de Artikels van dat Reglement jaarlyks voor re leezen. 176. En wanneer. ibid. Diaconie-Huis. Zie Nieuwe Diaconie-Huis. Ordre en Reglement voor het zelve. I. 177 Dieveryen, Keuren tegen dezelven. I. 213- 227 Dingtaal, in geval die nodig is, een Procureur voor Heeren Schepenen te gebruiken. I. 104 Divifie, eene geheele Divifie heeft telkens de Nacht-Wacht. II. 294. Hoe op elkander volgen in 't Waaken. ibid. Dotteren, (Stads-) Reglement voor dezelven. I. 65 — 07. Hoe veelen 'er zyn. 65. In hoe veele Quartieren dcStad, ten dien opzigte , verdeeld is. ibid. Bepaaling derzelven. 65, 66. De oudfte Stads-Doctor heeft de eerfte keus , cn zo voorts, ibid. By iedere vakatuur kan 'er nieuwe keus gedaan worden, ibid. Wie onder de bediening van ieder Quartier begreepen zyn. ibid. Ook de Godshuizen in ieder Quartier, by [vakatuur.ibid. Traktement, hun daarvoor toegelegd. 71, 72. Ook voor de Bediening van het Aalniocfeniers- en Werkhuis. 73. Nog voor de Bediening van het Peft- en Dolhuis. 74. Wie van hun de gevangenen moeten vifiteeren, en by de Schouwing van doode ligchaamen atlillceren. 66. Hun Salaris, ibid. Moeten, op order van Heeren Burgemeefteren bezoeken Perfoonen , die gezegd worden, Krankzinnig te zyn, enz. ibid. Moeten de Bedlegeriger! daaglyks bezoeken, idid. Maar die kunnen, moeten aan der Doctoren huizen komen. ibid. Hoe in geval van Ziekte eens Stads-Doctors te fchikken. ibid. Zy moeten alle menage in hunne Recepten gebruiken, ibid. By grasfecrende Ziekten ook het Peft- en Dolhuis vifiteeren. Orde daarop gefteld. 67. Hoe, ingeval dc Zieken aan het hoognoodige gebrek lyden, tc handelen, ibid. Wat te doen, by ontdekking van aanfteckendc Ziekte. ibid. Ook kennis daar van tc geeven aan het Collegium Medicum. ibid. Hoe tc handelen omtrent de Stads- "Apotheek. ibid. Dezelve moet door het Collegium Medicum worden gevifiteerd. ibid. Zy moeten hunne Inftructie becccligcn. ibid. Doctoren, Apothekers en Chirurgyns- Weduwen, binnen Haerlem, Beurs voor dezelven. II. 172, 173 Doelenftraat, (Lange) Ordre op het draagcu van Lyken van Ongetrouwden, in die Buurt. I. 162 Dolhuis. Zie: Peft- en Dolhuis. Donatien, aan de Diaconie, van honderd Guldens, en meer, wat daar mede te doen. I. 176 Dood, Lieden voor dood uit het Water gehaald, wat daaromtrent in 't werk te ftellen. 11. 383, 384. Moeten niet op den Wal blyven leggen, maar naar huis gebragt worden. 383. Wie zulke lieden in huis moeten neemen. ibid. Welke hulpmiddelen aan dezelven re beproeven , om ze te doen bykomen. ibid. Zie verder: Drenkelingen. Dood-Bos, vrywillige. If. 24. Zie verder; Bos. Dood-Bos, Vrywillige, moet, voortaan, door vier aanblyvende Vinders worden beftierd. II. 109 Dood-Bos, Vrywillige. Zie: Vrywillige DoodBos. Dood- en Begraafnis- Bos, de gecombineerde, Reglement voor dezelve. II. 373—376. Uit welke Boffen dezelve gecombineerd is. 373— 374. Wie tot Leden aan te neemen. 374. Getal der Directeuren, ibid. Kallen gecombineerd. 374. Contributie by iterfgeval. ibid, Hoe op te haaien. 374, 375- Schikking omtrent Leden, die verhuizen , in 't Gafthuis fterven, enz. 375. Die Leden van beide Boffen geweeft zyn. ibid. Hoe het opgehaalde Geld te verantwoorden, ibid. Het Intekenings-Geld. ibid. Wanneer Man of Vrouw van cen'Lid begeert ingetekend te worden. 376. Boete, wanneer iemand zynen ouderdom verkeerd opgeeft, ibid. Wat by het overlyden van een Lid moet gefchieden. ibid. "Nadere fchikking omtrent de uitdeeling. ibid. Geene Regenten van Godshuizen hebben recht tot de uitdeeling. ibid. Wie daar van vervalt. 376, 377 Doode-Koffer, zogenoemde, uitbreiding cn verandering der Ordonnantie voor dezelve. II. 27, 28. Die Beurs heeft grooten toevloed, ibid. Door hoe veele te bellieren. 28. Verkeerde opgaaf hunner jaaren, hoe te boeten. 28. Wanneer een Lid komt te trouwen, kan die Man of Vrouw ook Lid worden, ibid. Schikking omtrent dc uitgaaf tot de Begraafnis. ibid. Verdere verordeningen omtrent deeze Bos. ibid. Doode- Koffer , de zogenaamde, nieuwe uitbreiding en verandering der Ordonnantie op dezelve. II. 82, 83. Hoe veele Intekcnaaren 'er mogen zyn. 82. Waar het Comptoir te houden, ibid. Verordening omtrent dc uitkeering tot Begraafnis. ibid. Hoe dezelve verfchilt naar maate 'er in Kas is. 82. Wie van deeze Bos verfteeken raaken. 82. 83. Verordening, wanneer een Lid derzelve in 't Werkhuis overlydt. 83. Verandering in het getal der BefHerderen gemaakt. 134. Nieu-  VOORN-A- AME ZAAKEN. we verordening voor dezelven. ibid. Moeten jaarlyks Rekening aan Heeren Burgemeefteren doen. ibid. Aanftelling van nieuwe Hoofdmannen en Vinders. 115. Wat zy voor hunne Verteering, enz. mogen rekenen. 120. Nieuwe fchikking omtrent de Uitdeeling. 340. Onder welke voorwaarde uitgevallene Leden weder mogen aangenomen worden. 340, 341. Nadere uitlegging van zekere uitdrukking der Ampliatie van 9 November 1781. 341. 342 Doodkiften , hoe veelen 'er in de Kuilen op de Kerkhoven op elkander mogen ftaan. ï. 54 Doodklok, wat voor het luiden daar voor te betaalen. I. 51 Doopsgezinde Predikanten , vry van Contribuant-en Maand-Geld. I. 110, in. Insgelyks van het Poortgeld. ibid. Dorps - Schuiten, dc Schippers derzelven mogen geen ander Volk voeren, dan van hunne plaats. II. 138 Dorps-Vroedvrouwen, en haare Leerlingen mogen de Leften van den Praffector der Vroedkunde bywoonen. H. 230 Dorftige Kuil, Vrachtloon voor een Koets of Wagen van de ïrekfehuit naar de Dorftige Kuil. II. I5I Draagen van Lyken, order daarop in de Buurt der Bakeneflergragt. I. 31, Draagen van Lyken, order daarop in de Buurt van de Hooge en Laage Zyde van het Zuider-Buiten-Spaarne. I. 55, 56 Draagen van Lyken, orde daarop gefteld in de Buurt der Garen-Kokers-Sluis. I. 97. In de Buurt der Volders- en Zyd- Graften, ten aanzien van Ongetrouwde Perfoonen. 98 Draagen van Lyken, van gehuuwde Perfoonen, met Lykkoetfen begraaven, orde daar°P- I. 127, 128 Draagen van Lyken, order daarop, ten aanzien van die van ongetrouwde Perfoonen, in de Buurt der Botermarkt. I. 158. In die van 't Zuideinde van 't Kleine Heiligland. 158, 159. In die van het Krom. 159. In die van de Lange en Korte Lakenftraaten, omtrent Lyken van gehuuwde en ongehuuwde Perfoonen. 160, 161. In die van de Gafthuisltraat. 161. In die van de Lange Doelenftraat , ten aanzien van Lyken van ongehuuwde Perfoonen. 162. In die van de Vlaaming-Ti-appenier- en Wefterftraaten, ten aanzien van Lyken van ongetrouwde Perfoonen, 162, 163. In die van de Ooftzyde van de Burgwal, omtrent Lyken van bejaarde Perfoonen. 163. In die van de Oude Raamftraat en Geuzeftraat, betreffende Lyken van ongehuuwde Perfoonen. 164. In die van de Smede- en Wyngaardftraaten, omtrent dergelyke Lyken. 164, 165 Dranken, (fterke-) de Zetting op den Prys derzelven wordt afgefchaft. II. 314 Drenkelingen, te fchouwea door Stads-Doctoren. I. 66. Ook door Stads-Chirurgyns. 68 Drenkelingen , Renovatie der Publicatie omtrent dezelven. I.' 2'3o ,231. Zy moeten , uit het Water gehaald zynde , terftond te huis worden gebragt. ibid. Waar, in gevalle onbekend zyn. 231, Welke middelen tot herftel daar aan te wenden, ibid. Met welke adfiftentie. ibid. Waar de nodige gereedfchappen te vinden. ibid. Drenkelingen, Publicatie van de Heeren van den Gerechte deezer Stad, omtrent dezelven. II. Aanh. 383, 384. Hoe die te behandelen. 383. Verkeerd denkbeeld daaromtrent weggenomen, ibid. Zodaanige Perfoonen % fchoon geen teken van leeven geevende, moeten te huis gebragt worden. 383. Wie verpligt zyn dezelven in huis te neemen. ibid. Boete by aldien zy zulks weigeren, ibid. Welke hulpmiddelen aan zulke Drenkelingen in 't werk tc ftellen, ibid. Aan wien , middelerwyl, kennis van het geval moet gegeeven worden... ibid. Verordening wegens de onkoften. ibid. Drie - Guldens - Bierverkooptrs, hoe veel voor de Acte van Admiffie jaarlyks, moeten betaalen. I. 29. Hoe veelen 'er, in 1753, hier waren. ibid. Drilmeefter, Inftruclie voor denzelven. II. 291, 292. Moet de Schuttery in den Wapenhandel oeffenen. 291. , By het optrekken der Wacht tegenwoordig zyn. ibid. By welke gelegenheden hy de Officieren moet adfifteeren. ibid. Wat verder zyn Poft is. 291, 292. Welken Eed moet doen, 292 Drogiften, mogen ook Rottekruid verkoopen. II. 54. Doch alleen by het grof gewigt. ibid. Zie verder: Apothekers. Dronken, op de Wacht te komen, welke boete daarop gefteld is. , II. 297 Dryfzalmen , wordt aan zekere Supplianten vergund, dezelven, zonder afflag, op de Vifchmarkt hier te verkoopen. I. 14a Dykgraaf en Hoog-Heemraaden van Rhynland, enz. zyn vry aan alle Tolhekken en SJagboomen, wanneer in functie. II. 47. Ook aan den Boom aan den Kleeverlaan. ibid. Dykryders, wie door dezelven verftaan worden. II. 187, 188. Ordonnantie, raakende dezelven. \ ibid. Dykftraat , Lyken van jonge Lieden in die Buurt moeten door jonge of ongetrouwde Lieden, in dezelve woonende , gedraagen worden. I. 30, 31. Hoe in die Buurt te handelen met Lyken die door Gildens of Boffen worden Begraven. 31 Dykftraat, de Vinders van die Buurt gequalificeerd , om alle vierendeeljaars twee- en een halve Stuiver op te haaien van ieder Huisgezin. I. 55. Waartoe. ibid. Dykveft- en Harmen Jansveld, die Buurt met die van den Scheepmaakersdyk vereenigd. L 156 Bhh E. Eet'  BLADWYZER der E. Eetwaaren, Ordonnantiën raakende dezelven. 1. 56, 57 Engelfche Kooien, order omtrent het verwerken van dezelven. II. 275. Zie verder: Kooien en Koolwerkers. Engelfche Staal-Fabriek', Zie: Staal-Fabriek. Engelfche Tapyt - Wevery ; Zie: Tapyt-Wevery. Erf huizingen - Verkoopingen , wat den . Klerken tor Secretary daar van toekomt. II. 320 Erfhuizen, heimelyke, aan te leggen of by te woonen, verboden. II. 321, 322. Boete tegen de overtreeders. 322 Efffcheidingen , Keuren op dezelven. I. 19. 33. 61. 96. 148—153 Excyns op de Brandewynen, aan Flesfiers buiten den Vrydom der Stad uitgeflagen , in hoe verre te reftitueeren. I. 3 , 4. Hoe Fraudes daar omtrent voor te komen. 4 \ 5 Excyns, (Stads-) . Glasblaafery te Haerlem, vry daar van voor de Brandftöffen en Glasmateriaalen , voor 25 Jaaren. I. 47 Excyns op Turf, enz. Vrydom daarvan, tot zekere quantiteit, aan Noblets-Hofje vergund. . i. 28 Executie - Verkooping, wordt den Kafteleinen, in welker Huizen publieke Verkoopingen van vafte Goederen gehouden worden , niet voor een beurt toegereekend. I. 61 Exercitie, noodzaaklykheid om zich daarin te oeffenen. II. 300. Wanneer 'er geëxerceerd wordt. ibid. Uitzondering daarvan, ibid. Hoe veele 'er te gelyk, in het lang Exerceeren. ibid. Wie daarby moeten adfifteeren. 300. Boete van die te laat komen. ibid. Als 'er aan de toerufting iets manqueert. 301. Wie tot, en door wien de voorwerkers te verkiezen, ibid. Hoe zich op de Exercitie-Plaats te gedraagen. ibid. Wanneer een geheel Vaandel te gelyk Exerceert. 301. F. Fabriek, van Engelfche en Schotfche Tapyten opgerecht te Haerlem. I. 121 , 122. Octrooi daarvan verleend aan James White, ibid. Zie verder : James White, en TapytWeevery. Fabriekeur, van geweeven Kant, wat moet doen , om die Fabriek te mogen beginnen. II. 11, enz. Zie verder: KantredersGild. Fabriekeurs, van het Bonte Lynwaaten-Gild, wat in acht te neemen hebben. II. 15, 16. Mogen de getallen hunner Rieten vermeerderen of verminderen. ibid. Fabriekeurs, mogen geene Pluizen aan hunne Werklieden verhuuren boven de waarde. L 149, 150. Boete, door de overtreeders te betaalen. 150 Financie , Ordonnantiën betreffende dezelve. I. 3 — 8. 27 - 30. 45 — 49. 82 , 83. 105—115. Flambouw-Draagers, moeten, wanneer, by avond of nacht, Brand ontftaat, niet aangeftoken Flambouwen by hun Vaandel opkomen. II. 302 Fles/ier, in gebreke blyvende, zyn Gilde-Geld behoorlyk te betaalen, vervalt van het Gild TI. 61 Flesfiers, wanneer hun recht tot het Gild niet mogen verkoopen. I. 30 Flesfiers, mogen hun recht tot het Gild niet verkoopen, ten zy de Recognitie aan de Stad hebben voldaan. 63 Fooitjes , mogen niet gegeeven worden door Brandewyn-Verkoopers of Tappers aan hunne Calanten. II. 146 Fruit-Winkeliers, mogen ook Koek verkoopen B. 263. Voor hoe veel zy mogen inflaan. ibid. Fruiten, die met Manden of Tonnen worden uitgemeeten of verkocht, door de Appelkruiers te brengen. II. 210 G. Gabellen, aan de Tolhekken tuflchen Haerlem en Amsterdam te betaalen, conditiën van hét Verhuuren derzelven. II. 48 — 50. Lyft van Perfoonen, die van het betaalen derzelven vry zyn. 50. Byzonder aan het Hek of Schouwe by Spaarwoude. 50, 51. Aan het Hek of Schouwe by Sloterdyk. gl. Hoe verre de vrydom van Tollen en Gabellen zicli uitftrekt." ibid. Verordening wegens het onderhoud der Huizen, der Schouwen , het betaalen der Huurpenningen enz. 51, 52. Nadere voorwaarden van het Verhuuren derzelven. 52 , 53. Wanneer de Schippers de Gabellen moeten invorderen. 52. De Huurders derzelven mogen de Paflagiers laaten tcl- y'len' . 53 Gabellen , die aan de Tolhekken tuflchen Haerlem en Amsterdam moeten betaald worden , conditiën van derzelver Verhuuring, II. 90 — 95. Men zie verder: Tollen, Tolhekken, enz. Gabellen, door de Paflagiers, tuflchen Haerlem cn Leiden, in de Trekfchuitenvaarende, te betaalen, conditiën van Verhnuring derzelven. II. 141, 142. Hoe veel de Huurder van ieder Perfoon trekt. 141. Van Kin-  VOORNAAME ZAAKEN. Kinderen. ,b,d. Hoe in te vorderen, ibh Mag het getal der Paflagiers onderzoekei wa. Ontftaande verfchillen hoe te befli jen. 141. Wanneer de Gabellen moete betaald worden, door de Schippers aan dc liuurder. i41, i42. Wanneer door de «uurder aan den Penningmeefter. 14: Ue Huurder moet borgen ftellen. ibh Verdere verordeningen, deeze zaak bi treffende, (bid. Men zie ook verder; 182- Cabellen, tuflchen Haerlem en Leid en zyn, zedert 1771, niet publiek Verhuurd maar op dezelve conditiën gecontinueerd. II Gabellen, aan de Tolhekken tuiïchen Haer lem enAMST£RDAMte betaalen, Conditiën waar naar dezelven te Verhuuren. II. 191—196. Dito van primo Mai 1785 voor zes Jaaren. 19f^ 19g Gaazen, (Zyde) Werkbaazen, die zich twee jaaren met het Weevcn daar van hebben bezig gehouden, mogen in het Gild, de Sroalneermg aangaande, worden aangenomen. «• 3i 1,312- Knechts insgelyks. ibid. Garen en Twyn, Makelaarsplaatfen daarin gecombineerd, j 6 ° Garen-Kokers-Sluis, in cas vfln Sterfgevallen, wie tot het Draagen van zodaanige Lyken te verzoeken. ö I 97 Garen-Vaten, grooten en kleinen, onderfc'heidene Vragtloonen daar van te betaalen. II. Gafthuisftraat, de Bumt daar van mét die der Zuiderftraat vereenigd. I. 157. Order op het draagen van Lyken in die Buurt. 161 Geaffecteerde» , aan eenige Brandfpuiten vermeerderd, j Ig 2Q Geafe&eerden, aan de Brandfpuiten , hoe lang Vly zyn van dc Schim n Gealimenteerd,» moeten hunne Kinderen in de Stads-Schooien zenden. L ** Hoe in geval van nalaatigheid , hen daartoe tè noodzaaken. Gealimenteerden, behoeven hunne Kinderen7 die aan t Werk zyn , maar eenmaal des' Daags ter Schoole te zenden. I. 63. Zulks benaueclt hunne Alimentatie niet. 64 Gealimenteerden , als een Breukband nodig hebben, wat daarby in acht te neemen is. I. Gealimenteerden, in het Nieuwe DiacoS HuiS m te neemen. I. l8l l82. Hoe ■ het zelve met hun te handelen. ibid Gealimenteerden, (huiszittende) buiten Werk zynde, moeten in het Diaconie-Huis daar naar verneemen. I 182 Gealimenteerden der Walfche Diaconie', mogen, tegens betaaling, in het Nieuwe Diacome-Huis worden ingenomen I \%r, Gealimenteerden, uit Godshuizen, niet'op te houden. I. 216. Denzelven geene Vertee- . ringen te laaten doen. ibid. Geenerhande Uoederen van dezelven te koopen of verruilen, ma. Geene Goederen voor hun in de l. Bank van Lecning te brengen. 217. Geene I. Goederen , meer dan ter waarde van zes Ir Stuivers aan hun te verkoopen, ofhun ceen n ciediet .fe geeven. ibid, Straf tegen alle n the overtreedingen gefteld. 21°6 a,y n Geboden, (Huwelyks-) waar in te fchryvèifen '.. tc Proclameeren van onderfcheiden Gezind- &ttA }' ,123' l24' Zie verder: Huwe■- lyks - Geboden. - Gebouwen, niet te demolieeren, noch floopen, \ zonder toefemsung van Heeren Burgemeefte, ren. I. 150-152. Zie verder Huizen. , Gebuurten, Ordonnantiën betreffende dezelven. f Gecombineerde Dood- en BegJalflh-B^zt Dood- en Begraafnis - Bos. Gecouleurde Vaandel, van de Cluveniers-Do len , waar ni geval van Brand, buiten de Poorten, dienft moet doen. II V vil te St. Joris-Doelen, waar. °' Genen, niet te laaten Weiden rondom de Cmgels, aan dc Baan, in den Hout, enz. I. 146,147. Zie verder: Beeften Geld-Bediening , wie door de Diaconie daar mede met mogen bediend worden. 1. 174. ibid Gemaal, vrydom van Excyns daarop aan 't Hofje van Noblet, tot zekere quantiteit, vergund. ƒ Gemaal, vrydom van Stads-Exchyns daarop vergund aan het Remonftrantfche - Hofje. L Gerechte, wkt doordat woord ra de Ordonnantie 5"s ue Bank van Jufli£ie tc ver- Gerechte (de Heeren van den) worden/'volgens Refolutie van het Collegie, tegens den eerften Woensdag van elke Maand glconvoccerd. 1. 104. Heeren Burgemeefters hebben het vermogen, dezelven , naar welgevallen, te CQnvoceeren. Gereedfchappen (ligte) tot het Bonte Lynl Serd behoorende> «ogen worden uit- Geruchtmaaken, op de Straaten, hy de Kelken onder den Godsdienft, fcherplyk verbooden. I. 217, 218. Boete daVop ge- Geftolen Goederen- Huizen, fufpeft van diïte bevatten, door wien te vifiteeren. I. sso. Getouwen , hoe veele iemand in een huis mag hebben. II. ,3. Hoe veele Leerlingen, en hoe veele Knechten daarby mogen zyn. Geuzeftraat en Oude Raamftraat, ordefot bSST L^^-~eS Ge?*»g'"A"k als Vodigis> te vifiteeren' doolStads-Doétoren.I. 66. Ook door Stads-Chirurgyns. " Gevoeg te doen, aan de Vifchmarkt, verbooden I. 93. Onder welke Boete. ibid. Gewaften, geene particuliere Verkoopingen daar van aan te leggen, of by te wooHhh 2 n8n<  BLADWYZER der nen. II. 321, 322. Zie verder: Bloemplanten. Geweer, Keuren tegen het trekken van hetzelve. I. 213—227 Gezindheden , twee Perfoonen van verfchillende Gezindheden , willende trouwen , waarin te fchryven cn te proclameeren. I. ■ 124 Giften, aan de Diaconie, vaft honderd Guldens, en meer, wat daar mede te doen. I. 176 Gild, hoe veel ieder inkomend Lid van het Vleefchhouwers-Gild aan het Weeshuis moet betaalen. I. 105, 106 Gild, het Tappers - Gild, moet, jaarlyks, aan Regenten van het Oude Mannenhuis , de naamen en woonplaatfen der Logementhouders, overgeeven. I. 114 Gilde-Graven, der Schoenmaakers in de Groote Kerk. II. 284 Gilden, Ordonnantiën en Reglementen op dezelven. II. 10 — 20. 54 — 64. 96—108. 143 — 156 Gilden, Keuren op dezelven. II. 143—156. Gilden-Knecht van het Boekverkoopers-Gild, Inftructie voor denzelven. II. 217. Moet de Vergadering aanzeggen, ibid. De Contributien en Recognitiën invorderen, ibid. Als verneemt, dat tegen de Keure gehandeld wordt, zulks aangeeven. 217. Wat, behalve zyn aandeel in de Boeten, tot loon 's jaars geniet. ibid. Gingangen, buiten deeze Stad niet te laaten Werken, dan van zekere fynte. II. 17 Gift, tot welken Prys dezelve mag afgeleverd worden. II. 223 Glasblaazery, te Haerlem op te rechten, • krygt vrydom van Stads-Excyns op de Brandftoflen en Glasmateriaalen , voor 25 Jaaren. I. 47 Glas-Lood, Prys van het zelve hoe te bcpaa- - Ien. I. 227. Niet tot zogenaamde Koeken te verfmeltcn. ibid. Glas-Lood, aan wien het Gieten en vervaardigen van het zelve wordt vergund voor Glazemaakers zo binnen , nis buiten deeze Stad. II. 280. Wie meer vryheid daartoe hebben. ibid. Mogen ook het nodig Oud Lood daartoe inkoopen. ibid. Glas - Kraamen, waar, geduurende de Kennis, te liaan. I. 15 Glasmateriaalen, tot de Glasblaazery te Haerlem, vry van Stads-Excyns. I. 47 Goederen, (vafte') in Boedels, nog niet Infolvent verklaard, by executie verkocht, moeten de Crediteuren omtrent de Penningen, daar van gekomen , worden ingeroepen. . I. 129, 130. Recht van Praeferentie cn Concurrentie , of daaromtrent plaats heeft. 130 Goederen, (roerende), wat van de openbaare Verkoopingen derzelven den Klerken ter Sccretary daar van toekomt. II. 320 Goederen en Koópmanfchappen, Vrachtloon van • zulken, die door dc Schippers niet befteld worden. II. 45. Van zulken die zy beftellen. 45, 46. Goederen ,, welke voor Vafte Goederen gerekend worden. I. 152. Welke niet. ibid. TAe verder: Verkoopingen. Goederen, ter Waag gewogen wordende, hoe veel van Weegloon betaalen. I. 229, 230. Goederen, door Veer- cn Markt-Schepen aangebragt, door wien te huis moeten gebragt worden. II. 101, 102 Goederen, door het Amsterdamsche Binnen- en Buiten-Veer aangebragt, welke door de Botteliers met de Kruiwagen mogen te huis gebragt worden. II. 134, 136 Goud-Smits-Gild, hoe veel ieder Winkelier, of Kashouder, jaarlyks, tot onderhoud van het Gild moet betaalen. II. 312. Hoe veel een Vrymeeiter. ibid. Bekomt ontflag van het betaalen van zekere Recognitie. II. 313. Ook vryheid, om den prys der Houts-Kooien tc verhoogen. ibid. Goud, geene particuliere Verkoopingen daar van te houden of by te woonen. II. 321, 322. Boete tegen de overtreeders. ibid. Goud- en Zilver/mits- Gild , Overluiden van het zelve verkoopen dc nodige Kooien aan de Gilde-Broeders. II. 99. Moeten den nodigen voorraad daar van tegens den Winter opdoen. , 99 Goud- en Zilverfmits-Gild, bekomt ontflag Van het betaalen van zekere Recognitie. II. 313. In vryheid, om denprysderHouts-Koolcnte mogen verhoogen. ibid. Goude - Leeuw (Jn het Logement dc Oude) worden beurtling met dat van het Gulden - Vlies de publieke Verkoopingen van vafte Goederen gehouden. I. 61. Hoe met ExecutieVerkoopingen te rekenen. ibid. Graanen, buiten dc Provincie gekocht, niet aan 't Recht van de Wannemaat onderworpen. I. 83. Welke al. ibid. Loon der Koornmeeters van Graanen, buiten de Provincie gekocht. ibid. Graanen, welke, op andere plaatfen gemeeten zynde , niet weder behoeven gemeeten te worden. n. n7l Graankoopers , der Nederd. Gereformeerde Diaconie, waar uit worden aangefteld. I. 169. Moeten , zo veelmooglyk, met hec geheele Collegie raadplecgcn. ibid. 7J\eh van het advies van een Perfoon, die Negotie kundig, bedienen. 169. Behoorlyk boek houden. ibid. Graf/leden, niet voor vafte Goederen gerekend. I. 152 Graven , op de Kerkhoven, hoe diep cn wyd, moeten gemaakt worden. I. 54. Ploe veele Kiften 'er op elkander mogen ftaan. ibid. Gravenmaakers, Notitie van onkoften, aan dezelven te betaalen, voor het begraaven van Lyken in dc Kerken. I. 50, 51. Op dc Kerkhoven, ibid. Moeten zorg draagen , dat de Doodkiften op dc Kerkhoven wel met Zand bedekt worden. 54. Grom.  VOORN AAME ZAAKEN. Crtéftluiden, die te klein zynde Manden ter Markt brengen , vervallen in boete. I. 23 Groenmarkt, de, wordt verplaatft van de Zuidzyde der Groote Kerk naar de Groote Krolt. II. 149. Wanneer de lMarkt des ochtends begint, ibid. J loc lang dezelve duurt. ibid. Hoe veel Marktgeld ieder Warmoezier moet betaalen. 149 Groenten en Vruchten, waar de Markt daarvan te houden. II. 149. Zie verder: Warmoeziers-Gild. Grosfiers van fterke Dranken, welke Reftitutie van Excyns hun te geeven van Dranken , buiten de Stad verkocht. I. 3, 4. Precautien daaromtrent. 4, 5 Grosfiers, wanneer hun recht tot het Gild niet mogen verkoopen. I. 30 Grosfiers , in gebreke blyvende , hun Gildegeld tc betaalen , vervallen van het Gild. n. 61 Grosfiers, mogen hun recht tot het Gild niet verkoopen , ten zy de Recognitie aan de Stad behoorlyk hebben voldaan. II. 63 Grutters, hoe veel mogen laaten korten per Mud Meel. II. 10, n Grutters, wat dezelve, zonder Koorndraagers, zelve of door hunne Knechten mogen opdraagen. II. 273. Wat zy zelve mogen afof uitdraagen. ibid. Doch wat zy, integendeel, door Koornmeeters eii Draagers moeten laaten verwerken, ibid. Boete op de overtreeding deezer Artikelen. 273 Grutters- Waaren , door vreemde Kooplieden en Schippers uit Waterland en elders niet in te voeren, om in 't klein uit te venten. II. 264. Boete daarop gefteld. ibid. Gitarnifoen, Belafting tot verzorging van het zelve. L 112. Hoe te heffen, ibid. Door wien te betaalen. ibid. Tot hoe lang. ibid. Dezelve wordt verminderd. 113. Wie daar van ontheeven zyn. ibid. Gulden-Vlies, (in het Logement het) worden bciirtl'mg met dat der Oude Gouden Leeuw, de publieke verkoopingen van Vafte Goederen gehouden. I. 61. Hoe met ExectitieVerkoopingen te rekenen. ibid, II. II a a g. Zie 's G r a a v e n h a g f. Haerlem, Volkfchuiten tuflchen deeze Stad , en Leiden, op welke uuren moeten vaaren. II. 3 H a e r l e m, (Bcurtfchippers van) op Zeeland, nuar welke orders zich moeten reguleeren* II. 123, 124 II a e r l e m , Veer tuflchen deeze Stad en Utrecht , Alphabetifche Lyft van de Wagt en Beitel-Loonen op het zelve. II. 204 — 209, Haerlem en Leiden, Wagen-Veer tusfchen die plaatfen» II, ao Ilaerlemfche Worft, wordt in de Ooft- Gil Welt, voor alle andere voorgetrokken. II. 278. Hoe dezelve, tot voorkoming van hadrog, gemaakt wordt. ibid. Hair- en Baardfcheerders, moeten uitfterven. II. 98. Die functie wordt alleen verknocht aan het Chirurgyns-Gild. ibid. Hal, verfchetdehe verordeningen nopens het gedrag der Vlecfchhouwefen in dezelve. II. r$i* 154 Hal-Sluitft er, Ordonnantie op't ftuk van haar Salaris. I. 86, 87, 88. Wat zy zal genieten voor het openen en fluiten der Halle. 87. Onderfcheid naar het langer of korter Verblyf in de Hallei 87, 88. Haar Marl mag geene VleefchbouWery-Neering doen. 87. Hoe veel Bankgeld zy van Vleefchhouwers genieti 87, 88. ■ Bepaaling der tyden , op welken zy, het geheele jaar door, de Hal zal moeten openen en fluiten. 88 Handfchoenen, leverancie van dezelven tot Begraafniffen en Notificatien, verordening daaromtrent. II. 262, 263 Hard ryden, met Rytuigen of Paarden, langs dc Straaten, verboden. I. 147. Op welke Boeten. ibid. Haring, waar dezelve mag en moet verkocht worden. I. 139—141. '■•Keure en Ordonnantie daarop, ibid. Waarde Pekel derzelve te laaten. 141. Zie verder: ZoutevifchMarkt. LIaring-Markt, wanneer, en waar dezelve gehouden wordt. L'17, 18 Haring-Pekel, waar door de Vifchluiden uit te gieten. ' I. 92 Harmen Jansveld, de Buurt daar van met die van den Scheepmaakersdyk vereenigd. I. isö Harnas-, het zogenaamd, of Weevers-Lood, door wien mag gekocht en verkocht worden. 11. 151 LIartjes-Dag , (op), mag niemand , binnen deeze Stad, met een beflooten Koek-Kraam ftaan. II. 258 H e E ms te de, het Lantaarngeld op de Meer* kant aldaar, verhoogd. I. 46. Hoe veel door de Schepen, voortaan, jaarlyks, daar' moet betaald worden, ibid. Boete op de overtreeding gefteld. ibid. IIe e m s t e e d e , (de Bierwerker van) waar buiten Haerlem, met den Buiten - Bierwerker deezer Stad, Bieren mag bewerken1. II. 211 , 212 Heidelbergfche Catechismus, wordt in de StadsSchoolen gebruikt. L 36 Heiningen, Keure tegen het Steelen en Bree* ken van dezelven. I. 214—216. Straf, den Daaderen aan te doen. ibid. Premie, aan de ontdekkers beloofd. ibid. Heffer, geen llilzittend Turfdraagcr mag, als Heffer, aan een Godshuis enz. fungeeren., II. 317. Nadere Elucidatie van dat Artikel . v '., ■ 318 Heniup- Ly n- en Raap - Koeken, door vreemde Kooplieden en Schippers, üiÉ Waterland en Iii fcfr  BLADWYZER der elders, hier in 't groot niet in te voeren, om in 't klein weder uit te venten. II. 264 Herbergiers, mogen geen Crediet geeven, ter zaake van verteerde Drinkgelagen. I. 100. Zie: Tappers. Herbergiers, moeten eene jaarlykfche Recognitie aan het Oude Mannenhuis betaalen. I. 113, 114. Wat nieuw aankomenden moeten geeven. 114. Wanneer zich aan Regenten moeten aangeeven. ibid. Ook by verhuizing, ibid. Lyft van dezelven jaarlyks, door het Tappers - Gilde aan Regenten over te geeven. 114 Herbergiers deezer Stad, moeten de naamen en geftalten der Vreemdelingen, by hen vertoevende , opgeeven aan den Hoofd-Officier. I. 223 'Herbergiers, moeten hunne" Huizen laaten gebruiken tot behoudenis van Drenkelingen. L 23t Herbergiers, mogen, na tien uuren, geen gelagen meer zetten. I. 234, 235. Of Dranken fchenken. ibid. Byzonder voor geene Militairen tappen, na het liaan der Taptoe. ibid. Herbergiers, mogen niet weigeren, Lieden, voor dood uit Water gehaald, in huis te neemen. II. 283, 384 Heshuyfen, (aan Mr. Adolf) en Camp., als Eigenaars der Zoutkeet, wordt vrydom van Stads-Impoft op de Turf tot dezelve toegeftaan. I. 111 Hoed Engelfche Kooien , wat een Ingezceten deezer Stad voor Draagloon daarvan betaalt. II- 275 Hoeden-Kraamen, waar, geduurende de Kermis, te ftaan. \ I. 15 Hoedevilte Schoenen- of Muilen - Verkoopers, moeten, als zodanigen zich in het Schoenmaakers-Gild laaten aantekenen. II. 283 Hoff en Comp. , (Matthys Donker van der) als Eigenaaren der Zoutkeet , ontvangen vrydom van Stads-Excyns op den Turf. ï. 47 Hofje, (Remonftrantfche) ontvangt vrydom Stads-Excyns op den Turf, het Gemaal en Bier. I. 106. Voor hoe verre. ibid. Hofje van Noblet (aan het) wordt vergund vrydom van Excyns op Turf enz. tot zekere quantiteit. 1. 28 Hofjes, derzelver Leden vry van Maand-Geld. I. 8 Hoofd-Wacht der Schuttery, wordt verplaatft van het Stadhuis , op het Oude Stadhuis. n. 19 Hooge en Laage Zyde, van het Zuider-Buiten-Spaarne, hoe verre die Buurt zich uitftrekt. I. 55. Zie verder: Buiten-Spaarne, en Zuider-Buiten-Spaarne. Hoogftraat, (Buurt van de) tot de Barnefteeg gecombineerd met die van de l.ar. e eeg tot de St. Antoniebrug. f. 97 Hooi,. binnen deeze Stad verkocht, mag door den Verkooper niet Worden te huis gebragt. II. 310 Hooi- Ryders, mogen alleen het Hooi, binnen deeze Stad verkocht, te huis brengen. 11. 310 Hoornbeefien , niet te laaten weiden in den Hout, rond om de Cingels, enz. L 146. Boete door de Eigenaars derzelven , by verhoeding , te betaalen. ibid. Dezelve, zo gevonden wordende , in het Schuthok te brengen, ibid. Door wien. ibid. Wat daarvoor te betaalen. 146, 147. Hoe lang daar mogen ftaan. ibid. Hoornvee, mag men niet laaten weiden langs het Trekpad tuflchen Haeiuem en Lei- den. ' II. 89. 184 Hop, Makelaar daarin, hoe veel Provifle of Makelaardy-Loon van iedere Baal Hop, hier geloft, mag vorderen. I. 197, ïpS Hout, niet te leggen, op den trekweg tuflchen Haerlem en Leiden. II. 185 Hout , Vrachtloon voor een Koets of Wagen van de Trekichuii naar den Hout. II. 151 Hout- of Zilverfmits - Kooien , wie dezelven alleen verkoopen mogen. II. 99 Hout - Kraamen, waar, op de Kermis, moeten ftaan. I. 15 Houtryk, de Ingezetenen van, niet vry aan het Tolhek by Slooterdyk. ü. 44. Maar wel aan dat van Spaarwoude. Hout-Schippers , van buiten Brandhout aanbrengende, waar met hunne Schepen moeten liggen. ï. 95. Mogen met geen Brandhout door de Stad te koop draagen, of kruien , enz. ibid. Maar wel uit hunne Schepen verkoopen, ibid. En te huis brengen, ibid. Houtweg, (de kleine) geen Vulnis te werpen in de Laanen, beooften denzelven. I. 60. Boete op de overtreeding. ibid. Houtwerkers-Bos. II. 21—23. Zie verder ; Bos der Knechts van Timmerlieden, enz. Houtwerkers, Elucidarien en Alteratien der OrdonnantienopderzelverBos.il. 72, 73. Zie verder: Bos. Huiden of Kalfsvellen , mogen niet worden gekocht dan door lieden , die in 't Schoenmaakers-Gild zyn. B. 284. Uitzonderingen daarop. ibid. Huishuuren van Armen, mogen door Regenten niet betaald worden. I. 176 Huisjes, die by de weck verhuurd worden, wanneer moeten worden opgezegd. L 149. Die, by de Maand, wanneer, ibid. Ingevalle iemand zodanig Huisje aan iemand verhuurt, die achterftallige Huur fchuldig is, wat recht de Verhuurder op den Eigenaar van zodanig Huisje heeft. 149 Huisjes, (kleine) en Kamers, wat in dezelven te Huuren en te Verhuuren waar te neemen. I. 96 Huislieden, mogen niet over de kleine Steenen, langs de Straaten ryden. I. 147. Boete op de overtreeding daar van gefteld. ibid. Huis- of Bouwwerk , buiten deeze Stad gemaakt,  VOORNAAM 'E ZAAKEN. maakt, mag kier niet worden ingebragt. II. 3I4'. 315- Verhooging der Boete, daarop gefteld. ibid. Achterhaald zynde, hoe vry te koopen. 315 Hutzen, Keure op het Verhuuren derzelven door Fabrikeurs en Werkbaazen, aan hunne Werklieden. I. 149, 150 Huizen, mogen niet gedemolieerd, noch gehoopt worden , buiten toeftemming van Heeren Burgemeefteren. I. 150—152. Ook geene Zolderingen, Balken, Raamen enz. daaruit gebrooken worden, ibid. Boete en Straf, op de overtreeding daar van gefteld. 151 Huizen , voor vafte Goederen gerekend. I. 152 Huizen, fufpecl van geftolen Goederen te bevatten , op qualificatie van Heeren Burgemeefteren , door den Hoofd-Officier te vifiteeren. I. 220. Hoe geadftfteerd. ibid. Huurder, wanneer een klein Huisje of Kamer, by de Week of Maand gehuurd, mag opzeggen. I. 149. In hoe verre aanfpreeklvk voor achterftallige Huur. ibid. Huurders, van kleine Huisjes en Kamers, willende vertrekken , hoe lang te vooren dezelven moeten opzeggen. I. 96. Mogen niet worden aangenomen, zo de Huur hunner voorige wooning niet betaald is. ibid. Huurders der Gabellen, tuflchen Haerlem en Amsterdam mogen de Paflagiers,die met de Trekfchuiten vaaren, laaten tellen. n. 53 Huwelyks -Geboden, waar het infchryven derzelven moet gefchieden, en de afkondiging, van Perfoonen , buiten de Gereformeerde Religie. I. 103. Van zodanigen, die Ledemaaten zyn der Nederduitfche Gereformeerde Gemeente deezer Stad. 124. Van Lieden, die tot de Walfche Gemeente behooren. ibid. Van Perfoonen, waar van de eene van de Gereformeerde Religie is, en de andere tot eene andere Gezindheid behoort, ibid. Waar de afkondiging der Huwelyks-Proclamatien van dezelven moet gefchieden. ibid. Huwelyks - Proclamatien, (over) doormeerderjaarigen verzocht, mag, by oppofitie hunner Ouderen, door Kerkendienaaren nietgedifponeerd worden. I. 49, 50 Huwelyks - Zaaken , Keuren op dezelven. L 49, 50. 1235 124- I. Jaarmarkt, wanneer dezelve begint. I. 15. Hoe lang zy duurt. ibid. Waar de ondcrfcheidene Kraamers , geduurende dezelve, met hunne Waaren, zullen moeten ftaan. t 15, 16 Jachten, en andere Schuiten, welke vry zyn aan de Tolhekken tuflchen II a e r l e m cn Leiden. n. 23b" Inbrengers , in de Bank van Leening , derzelver getal wordt op acht verminderd. I. 232 Inbreng/Iers, in de Bank van Leening , derzelver getal wordt op acht verminderd. I. Inroeping van Crediteuren, moet gefchieden, w\mneer vafte Goederen, in Boedels, welke nog niet Infolvent verklaard zyn, by executie verkocht worden. I. 129, 130 Infchryven, van Huwelyks-Geboden , waar zulks moet gefchieden. I. 123, 124. Waar de Proclamatien moeten gedaan worden. ibid. Zie verder: Huwlyks-Geboden. Infolvente Boedels, hoe Curateuren daarin moeten handelen. J. §5 Infolvente Boedels, (in het accordeeren overj moet het minderdeel der Schuldeifchers het meerderdeel volgen. I. 12, 13. Hoe zulks tc verftaan. ibid. Moeten, na het voltrekken van 't accoord, van Schepenen Kamer ontflagen worden. ibid. Infpeétoren, der Stads-Schoolen, wie daartoe aan te ftellen. I. 38. 185. Hoe lang zy in dienft blyven. ibid. Hoe dikwyls zy de Schooien moeten bezoeken. 185, 186. Zyn gemagtigd , om, op hunne Ordonnantie, de nodige Schoolbehoeften van den Stadsdrukker te bezorgen, ibid. Mogen aan de beftverdienenden Boekjes tot pryzen uitdeelen. ibid. Hebben de fleutels van de Armboffen in de Stads-Schoolen. ibid. Geeven den Kinderen, die de Schooien verlaaten, Biljet van aff'cheid. ibid. Moeten over het beft der Schooien raadpleegen. ibid. Hoe dikwyls zy aan Heeren Burgemeefteren verflag moeten doen van de Schooien. ibid. Infiru£iie, voor de Collecteurs van het Maandgeld. I. 7, 8. 22. Voor den Merker van de Tuinders- en Appelmanden. 22. Voor de vier Stads- Doctooren , in de waarneeming hunner Bedieningen. 65—67. Voor de vier Stads - Chirurgyns, ten aanzien der waarneeming hunner Bedieningen. 67 69. Voorde Halfluitfter. 99. Ampliatie op het Reglement en Inftructie voor de Stads-Chirurgyns betreffende het Breuk- . meefterfchap. 194—196 InftruEtie voor de Nacht - Wagts , binnen Haerlem, wegens het doen der Ronde. I. 199—205 Inftructie voor de Corporaals der Nacht - Wagts, in de Gebuurten van de Wagenweg, Kleine Houtweg, en Zuider Buiten-Spaarne, Weftzyde. I. 205, 206. Voor de Nachtwaakers in dezelve Gebuurten. 207, 208 Inventarifeeren , van Infolvente en verlaatene Boedels, wat daarin waar te neemen. I. 85 Jongens, (fommige)uit het Roomfche Armenhuis , nog als Geaffecleerden , by fommige Brandfpuiten geplaatft. J. 19, ao Jooden, waar zy, op de Kennis, met hunne Katoen-Kraamen moeten ftaan. I. 15 Iii a Jfe*  B L A D W Y Z E R der Jooden, worden ontheeven van het betaalen van de Recognitie van ƒ 50, voor het vervoeren van Lyken naar het naait by gelegen Kerkhof. L 82 Jofephs-Gild , het tweede Lid des acht- en twintigiten Artikels van de Keure op het zelve veranderd en uitgebreid. II. 314 , 315 Juflificeren der Schulden, door Crediteuren, order daarop. I. 84 Juftitie, Ordonnantiën betreffende dezelve. I, 79—81. 103—105 Juweekn , geene particuliere Verkoopingen daar van te houden of by te woonen. II. 321, 322. Boete tegens de overtreeders. ibid. K. Kaarfen, hoe veele aan de Stads-Schoolmeefters te leveren. I. 34. Hoe veele aan de Stads-Schoolen te leveren. 40, 41 Kaarfen, aan de Stads-Schoolen geleverd, worden van Stadswege betaald. I. 62 Kaarslaaden, verordening omtrent het aanftellen van de Schippers en Knechts derzelven. II. 88 Kaarslade, als dezelve niet kan vaaren, moeten , terftond Vrachtwagens op Amsterdam ryden. II. 186, 187. Op welken tyd, en van welke plaats af te ryden. 187 Kaarsladen, hoe veele, daaglyks, van Hae rlem op Amsterdam, en van Amsterdam op Haerlem, moeten vaaren. H. 188, 189 Kaarten , mogen alleen door Leden van het Boekverkoopers-Gild verkocht worden. II. 212 Kaas, hoe veel van de honderd pond Kaas betaald wordtin het Alkmaarfche Veer-Schip. II. 126 Kalfs-Vellen-Koopers , moeten, als zodanigen , Leden van het Schoenmaakers - Gild zvn. IL 283 Kalveren, niet te laaten weiden in den Hout, of op andere publieke plaatfen. I. 146, 147. Zie: Beeften. Kamers, die by de week Verhuurd worden, wanneer moeten worden opgezegd. I. 149. Die, by de Maand, wanneer, ibid. Ingevalle iemand zodanige Kamer aan iemand Verhuurt, die achterftallige Huur fchuldig is, wat recht de Verhuurder op den Eigenaar van zodanige Kamer heeft. 149 Kammenmaakers, mogen Kammen naar buiten aan Ruuw-Linnen-Weevers verzenden. II. 16. Onder welke voorwaarde. ibid. Kamper-Laan, hoe lang de overhaalderaldaar ■ het Spaarne mag openhouden. I. 23 Kanten, (geweeven) pryzen, voor welken de onderfcheidene foorten derzelven mogen worden aanbefteed. II. 14. Dezelve moeten in gereed geld betaald worden. ibid. Kantreders-Gild, Keure voor het zelve. 11. 11— 14. Door wie het zelve te bellieren, it. Wie geweeven Kant mag fabriceereir, ibid. Uitzonderingen daaromtrent ten aanzien van Weduwen, ibid. Of die met zo een Weduw trouwt, ibid. Of een geheele fabriek overneemt, ibid. Moet zich behoorlyk aangeeven. 11, 12. Geen Werkbaas gebruiken, dan die Gilde-Broeder is. 12. Niet laaten Werken buiten de Stad. ibid. Van de Getouwen, ibid. Wat aan het Gild te geeven. ibid. Van de breedte der Laaden. 12. Infpeétie daar van te neemen. ibid. Van de Werkbaazen. ibid. Zie verder: JVerkbanzen. Hoe veele Getouwen in een Huis mogen zyn. 13. Hoe veele Leerlingen , en hoe veele Knechts daarby mogen zyn. ibid. Wie als Knecht mag werken. 13. Leerling, die zyn leertyd vervuld heeft, mag voor geen minder , dan Knechtsloon werken, ibid* Hoe lang zyne Leerjaaren duuren. ibid. Pryzen, tot welken de onderfcheidene foorten van Kanten mogen worden aaubclteed. 14. De Arbeidsloonen met Baargeld te voldoen, ibid. Welke onkoften zy gehouden zyn te doen. ibid. Kantreders - Gild, verandering en uitbreiding der Keure voor het zelve. II. 56, 57. Wat hy, die de Fabriek wil beginnen , vooraf moet doen. ibid. Wat een Werkbaas moet doen, als werk ontvangt. 57. Wat voor een Afhaalfel van den Knecht mag vorderen, ibid. Kantreders - Gild, Alteratie van verfchcidene Artikelen in de Keure, het zelve Gild betreffende. II. 99—101. Ampliatie of uitbreiding van anderen, ibid. Hoe lang iemand als Leerling moet ftaan. 100. Wat hy moet aan 't Gild betaalen, die eene geheele fabriek overneemt, ibid. Nadere verordeningen omtrent de Werkbaazen. 100, 101 Kantreders-Gild, Refolutie om niemand 'Tot het zelve toe te laaten , dan op fuffifante Borgtogt. II. 150 Kantreders - Gild , Nieuwe Keure en Ordonnantie voor het zelve Gild , van den 23 April 1777. II. 242 — 251. By dezelve wordt de Keure voor het zelve Gild van den 8 September 1756, benevens alle de daarop gevolgde Alteratien cn Ampliatien van dezelve, tenietgedaan. 242. Ampliatie cn Alteratie van het zeftiende Articul der gemelde Generaale Nieuwe Keure voor het Kantreders-Gild, van 2 Mai 1777. 251. Dito van het zeven- en dertigftc Articul van dezelve, van 19 February 1779. 252. Refolutie, om den Overlieden van het Kantteders-Gild de intentie van Heeren Burgemcelteren., ten aanzien der nieuwe fchikkingen, onder het oog te brengen, van 19 February 1779. 252, 253. Alteratie van het eerfte Articul der meergemelde Nieuwe Keur ivoor het Kantreders-Gild, van 8 September  VOORNAAME ZAAKEN. ter 1779. è53i| o54< N;idere Anip]intie en Alteratie derzelve Keure en Ordonnantie Voor het Kantreders-Gild, van 23 November 1781. 254-256. Difpenfatie, ten aanzien van het zeftiende Articul dier Keure, de maat der Getouwen betreffende, aan een Paffement-Fabriekeur verleend, van 1 December 1790. 256,257 Kapitein der Nacht-Wagt, wat in acht te neemen hebbe. I. 198. Zie verder NachtWagt. Karreman , moet alle namiddagen de Grom van de Vifchmarkt weg haaien. I. 94 Karren, daar mede niet te ryden over de ^kleine Steenen, langs dc Straaten. I. 145 Kashouders, tot het Goud- cn ZilverimirsGild behoorende , hoe veel jaarlyks ten behoeve van dat Gild moeten betaalen. II. 312 Kasjes - Lieden, mogen, buiten de Jaarmarkt, zonder confent, aan de Huizen van Particulieren hunne Waaien niet prefenteeren. II. 26a Kerk , (het Recht van de) omtrent Begraaffeniflèn, wie daar van vry Zyn. I. 52, 53. Goedkeuring van Heeren Burgemeefteren daarop. ^ Kerkhoven, orde in het begraaven op dezelven m acht te neemen. 1. ia7. Hoe de Kiften, nu , en in 't vervolg , daar te plaatfen. Kerkendienaaren, wat moeten doen, wanneer by het verzoek van Huwelyks-Proclamatien door meerderjaarigen, hunne Ouders zich daartegen opponeeren. I. 49, 50 1 Kermis, wanneer dezelve begin neemt. I. 15. AVanneer ingeluid wordt, ibid, Hoe lang zy duurt. ibid. Aanwyzing der onderfcheidenc plaatfen, waar de Kraamers geduurende de Kermis, met hunne Kraamen, moeten ftaan. l6 1 Kermis-Giften , welke de Brouwers mogen doen, en aan wien. jj. 2„, Kermiskoek , binnen deeze Stad gebakken, moet ook met het gewoone teken van den I Gilde-Broeder gemerkt zyn. II. 258 Kers/en, by Manden aangebragt,moeten door de Appel-Kruiers worden te huis gebragt. Kersfen, (Inlandfche) daarmede mag niemand ergens anders voorftaan, dan op de gewoone Groenmarkt. 3I. Keure, voor het Kantreders - Gild. II. 11— Keure, op het Bonte-Lynwaaten-, Boezels? K Bedtyk-, Garen-Damaft, en Garen-Reders-Gild, Elucidatie en Ampliatie op de- zc've' B- 585 59 Keuren, over allerhande Zaaken. I.' 23/33. 41, 42. 76. 99, 100. 228-235. Ki Keuren, wegens Huwlyks-Zaaken. I. 49, 50. 123, 124 Keuren, op de Erffchcidingen, Verhuuringen, Opdrachten, enz. I, 61. 96. 148 — 153. — JP4 Ma Keuren, óp het ftuk van Oiigercgeldbcdem U r , 1 , „ ' . 75- 213-227 Keuren, raakende de Negotie. L 116—122. Keuren, raakende de Markten. I. 131—142 Keuren, op het ftuk van Straaten, Wegen, Wateren, Beek, Ouden cn Nieuwen Hout. I. 144—147 Keuren, tegen Bedelaars , Ongeregeldheden, Moedwilligheden, Dieveryen, en het trekken van geweer. I. 213—227 Keuren, wegens de Gilden. II. 10—20. 54— 64. 96—108. 143—156 Keurmeefters , moeten alle morgen , als 'er Vifch is, op de Vifchmarkt, dezelve keuren. I. 90, 91. 132. Wat zv daar voor gemeten van ieder Wagen, enz. ibid. Wat van alle zoorten van Vifch. 134. Moeten ook de overgebleeven Viich keuren. 135, Wanneer zy Vifch hebben afgekeurd, wat moeten doen. 135. Naauwkeurige aantekening daar van houden. 136. Boete, op de overtrceding daar van gefteld. ibid. Mogen geene giften of gaavcn van Visfchers, enz. aanneemen. ibid. Hoe te ftraffen, wanneer zich in het keuren te buiten gaan. 136. Nadere bepaaling van hun loon. ibid. Derzelver pligt ten aanzien der Zoute VifchMarkt. 140. Hoe moeten handelen met ondeugende Vifch. 140, 141. hun loon daar voor. 141. Boete by overtreeding. ibid. Mogen in hun ampt niet gehinderd worden. 141. Moeten op de onderhouding der Keure op de Zoute Vifch acht geeven. .r. , . „ ibid, anderen, der Gealimenteerden moeten in de Stads-Schoolen gaan. I. 35. Kinderen van met Gealimenteerden, wanneer die ook daarin kunnen aangenomen worden, 35. Hoé oud zy daarin kunnen worden ontvangen. ^36. Zie verder: Stads-Schoolmeefters. anderen, m het Diaconie-Pluis gealimenteerd wordende, hoe, by misgryping, te corrigeeren. I. 1S4. Tweemaal in 't jaar te monfteren. t-f;jt 'inderen , uit Godshuizen, niet op te houden, enz. I. 216. Hun geene verteeringen te laaten doen. ibid. Geenerhande Goederen van hun te koopen, of in te ruilen, ibid. Straf daarop gefteld. ibid. Geene goederen voor hun in de Bank van Leening brengen. 216, 217. Hun geen Crediet voor meer dan zes Stuivers te geeven. 217. Hoe de overtreeders daar van te ftraffen. ibid, inderen van Gealimenteerden, die aan't Werk zyn, kunnen volftaan, met eenmaal des Daags, ter Schoole te gaan. I. 63, 64. Voorzorg daarby in acht te neemen. 64. Benadeelt de Alimentatie niet. ' jbif nderhuis, (Arme) deszelfs Regenten ftellen een Doctor van dat Huis aanv I. 72. En Chirurgyn. ibid. Traktement van beiden, ibid. Worden gel aft, voortaan geene nieuwe Bedieningen te creëeren. ibid. nderhuis, met het Weeshuis vereenisd. Kkk I. k  BLADWYZER der Deszelfs Privilegiën, Rechten , enz. gaan over aan het Weeshuis. ibid. Kinder-Lyken, te begraaven, geeft geen recht tot dubbeld Arbeidsloon. I. 9 Kiften, op de Kerkhoven, of begraafplaatfen buiten deeze Stad, hoe te plaatfen. I. 127. Zie verder: Kerkhoven. KlapbuQ'en, niet aan te fteeken, op Nieuwjaars-Avond, op de Markt, of elders. I. 24 Klapperluiden, wie zy, by Brand des nachts, het eerft moeten opkloppen. II. 303 Klapperwachts, buiten deezer Stads-Poorten, onder haare jurisdictie aangefteld. I. 115. Het onderhoud derzelven , hoe te vinden. ibid. Klapperwachts - Gild, buiten deezer Stadspoorten, onder haare jurisdictie ingevoerd. I. 115 Kleederen, geene particuliere Verkoopingen daar van te houden of by te woonen. II. 321 , 322. Boete tegen dc overtreeders. ibid. Kleermaakers en Keurslyfmaakers - KnechtsBos , Extract uit de Refolutie, dezelve betreffende. II. 80, 81. Zie verder: Bos. Kleeverlaan, wie vry van het betaalen aan den Boom aan dezelve. II. 47 Kleverlaan, die uitkoop wegens het gebruik derzelve doen, moeten ze helpen reparecren. !!• 8 Kleine Bank van Juftitie. Zie: Bank van Juftitie. Kleine Huisjes en Kamers , nadere Keure op het ftuk der Verhuuringen van dezelven. I. 148, 149 Kleine Steenen, langs de Straaten, waarmede, voor al by avond, niet te bezetten. I. 145. Noch te beryden. ibid. Zie verder: 's Heeren Straaten. \ Klein Fee, mag men niet laaten weiden langs het Trekpad tuflchen Haer l em en Leiden. II. 89. 184 Klerken ter Secretary, hun Salaris by Verkoopingen van roerende Goederen. II. 320. Wat van Erfhuis-Verkoopingen. ibid. Wat van Verkoopingen van Schilderyen, Boeken, enz. ibid. Wat van Verkoopingen van Afbraak, enz. 320. Wat van Bloem-Verkoopingen. ibid. Waar voor dezelve verder mogen declareeren. ibid. Knecht, by een Werkbaas in geweeven Kant, wat vereifcht wordt, om daar voor te werken. II. 13. Mag niet minder, dan.voor Knechts-Loonwerken, ibid. Moet puik werk maaken. *4 Knecht van deVifch-Markt, waarin zyn werk beftaat-I. 17. Zyn loon. ibid. Knecht van de Vifch-Markt, generaale Keure des aangaande, f. 93 , 94. »37 — J39Waar dezelve voorheen moeft woonen. 93. Wanneer de Vifch-Markt moet open zetten en wederom fluiten. 136, 137- Moet de Galderyen en. Banken, benevens de Straat cn Gooten om de Vifch-Markt fchoon hou¬ den. 137, 138. Ook de Secreten van de Vifch-Markt. ibid. Toezien, dat niemand zyn gevoeg maake, of vulnis brenge, op of omtrent de Vifchmarkt. 93. 137, 138. Wat geniet van ieder Wagen Vifch. 'ibid. Wat van een partytje Vifch om af te flaan. ibid. Wat van het veegen der Markt, het bewaaren van de Vifch , enz. 'ibid. Boete, zo hy meer vordert. 93, 94. 138. Moet den Karreman de Grom met de Kruiwagen aanbrengen. 94. 138. Deeze moet alle namiddagen dezelve weghaalen. ibid. Den Knecht van de Vifch-Markt niet kwaalyk te bejegenen. 94- *39 Knecht van de Vifch - Markt, wat van afgeflagen Viich geniet van de Koopers en Verkoopers. L J34 Knechts van het Binnen- Veer op Amsterdam, bekomen verhooging van Loon. 11. 88 Koeyen, welken iemand zelf geweid heeft , mag hy, fchoon geen Vleefchhouwer zynde \ in den Slagttyd laaten Slagten en verkoopen. II. 152 Koek, buiten deeze Stad gebakken, mag hier niet worden ingevoerd. II. 257, 258. Uitgenomen op de Jaarmarkt. 258. Straf tegen de overtreeders. ibid. Alle Koek, binnen deeze Stad gebakken, moet met het gewoone teken van den Gilde - Broeder gemerkt zyn. 258. Onder welke Boete, zo het niet gefchiedt. ibid. Koekebakker, hoe veele Koekebakkers binnen deeze Stad zullen mogen zyn. II. 259. Wanneer een Koekebakkers - Knecht zyne Proef zal mogen doen. ibid. Uitzondering daaromtrent, ibid. Een Koekebakker mag zyn recht tot het Gild verkoopen. 259. Of aan Deken en Vinders overdoen. 260. Tot welken prys. ibid. Wie dan, by verkooping, tot zodanig Gilderecht den voorrang heeft. 260. Ploe veel, in zeker geval, tot onderhoud van het Gild , jaarlyks , moet betaalen. ibid. Koekebakkers-Gild, Alteratie en Ampliatie der Keure en Ordonnantie op het zelve, van 8 September 1783. II. 259 — 261. Iemand?, geen Lid van het Koekebakkers-Gild zynde^ en de neering als Winkelhouder van Koek willende beginnen , moet geweerd worden. 260. In welk geval, en onder welke voorwaarde ,1 eene Weduw die neering mag aanhouden, ibid. Aan wien echter, buiten de Leden van het Gild, de neering in Koek vergund wordt. 260,261. Waar zulke Slyters en Verkoopers van Koek zich moeten aangeeven. 260. Wat zy moeten betaalen. ibid. Niemand mag, buiten behoorlyke admisfie , Koek verkoopen. 2Ó1. Boete' voor de overtreding, ibid. Uitzondering daar van. ibid. Koek - Kraam, niemand mag, buiten de_ gewoone Jaarmarkt, binnen deeze Stad of Jurisdictie , met een beflooten Koek-Kraam flaan. II. 258 Koe-  VOORNAAME ZA AKEN. Koek - Kraamen, zo van Burgers , als van Buitenlieden , op welke onderfcheidene plaatfen, geduurende de Kermis, mogen daan. I. 15. Koek-Kiften, waar. ibid. Koek-Kiften, geene vreemde Koekebakkers of Slyters mogen hier met Koek-Kiften, op de Kennis ftaan. II. 258, 259. Alleen de Burgers deezer Stad mogen dit doen. 259. Waar die Koek moet gebakken zyn. ibid. Koemarkt, waar en wanneer dezelve te houden. I. 15 Koets, by het trouwen, in het ryden naar of van de Kerk, wat daar voor aan de Stad te betaalen. J, 108 Koetfiers, hoe veel by Begraaffeniflèn met Koetfen aan dezelven te betaalen. I. 126. Nadere Interpretatie der Keure dienaangaande. Ibid. Koetfiers, zyn vry van het betaalen der Tollen, aan de Tolhekken. II. 4. 43 Koffy , onderfcheidene Vragtloonen van Vaten en Baaien Koffy te betaalen. II. 190 Koffy - Schenkers, moeten de naamen en geftalten der Vreemdelingen, by hen logeerende, eiken avond, opgeeven aan den Hoofd-Officier. • I. 223 Kokfteeg, de Buurt daar van met die van de Bakeneflergraft gecombineerd. I. 157 Kolfbaanen , overdekte , niet aan te leggen zonder toeftemming van Heeren Burgemeefteren. I. 99, 100. Ook niet van eene opene Kolfbaan eene overdekte te maaken. 100. Boete, op de overtreeding gefteld. ibid. Kolonellen , moeten niet alleen ten tyde van werklyk , maar ook van gevreesd oproer, zo veel mooglyk , in de Stad blyven. II. 308 Kooien, tot Haardbrand gebruikt, aan StadsExcyns onderworpen. I. 108—110. Hoe veel van 't Hoed te betaalen. 108. Hoe veel van een Waag Kooien, ibid. Niemand daarvan bevryd. ibid. Behalve Fabriekanten, voor hunne Fabrieken. 109. En die byzondere vergunningen hebben, ibid. Gezwoorene Meeters en Weegers daartoe te gebruiken, ibid. En geykte Maaten. ibid. Verordening omtrent het opdoen van Kooien om te verkoopen, verzenden of gebruiken. 109. Dezelve moeten aan den Gaarder van dit middel, zo van Stads- als Landswege, worden aangegeeven. ibid. Hoe en door wien de Impoft daar van te betaalen. ibid. Eer zy binnen de Stad komen, kennis daar van te geeven aan den Collecteur. 109, 110. Voor ze te loflen, kennis daar van te geeven aan den Gaarder van dit Middel, en aan wien verder, xio. Gelyk ook, voor ze re vervoeren door de Stad. ibid. Voorts zich te reguleeren in deezen naar de generaale Ordonnantie op dit ftuk. ibid. Hoede Boeten, die verbeurd mogten worden, te belleeden. ibid. Kooien, welke gewoogen worden , en welke niet. II. 275. Wat de Koolwcegers daar voor genieten, ibid. Wat de Draagers genieten van de Luikfche Kooien, ibid. Wat . van de Engelfche , alles in onderfcheidene Brouweryen. ibid. Wat by andere StadsIngezetenen van het Hoed Engelfche Kooien. 275. Wat van Luikfche dito. ibid. Koolwerkers, hoe veelen 'er zyn. II. 274. Zyn ook Koorndraagers, m. Leden van het Koorndraagers-Gild. ibid. Loon derzelven van het loflen van Luikfche Kooien in de Brouweryen. 275. Van Engelfche dito. ibid. Van beiden by andere Stads-Ingezetenen. 275. Wat zy aan den Tonftaauder moeten betaalen. ibid. Wat aan het Gild. ibid. Aan het Koorndraagen bezig zynde, wanneer zy aan het Koolenwerken mogen gaan* Koorndraagers , Bos derzelven. II. 71. Zie verder: Bos. Koornheffers, van de -Koorndraagers Bos uftgcüooteji. n. 71 Koornheffers, moeten den Eed als Koornmeeters doen. II. 264, 265. Om welke reden. ibid. Het ftaat hun vry, Koornhefferswerk buiten de Stad te verrichten, zonder dat het hun als een beurt mag aangerekend worden. 276 , 277. De verordening daaromtrent. ibid. Nieuwe generaale Keure, dezelven betreffende. 265—276 Koornmarkt, binnen deeze Stad, waar en wanneer kan gehouden worden. II. 274. Wat aldaar mag verkocht en gekocht worden, ibid. Koornmeeters, welk loon genieten van Graanen , buiten de Provincie gekocht. I. 83 Koornmeeters, van de Koorndraagers Bos uitgeflooten. . II. 71. Koornmeeters-, Koornheffers- en Koorndraagers-Gild, binnen deeze Stad, Nieuwe Generaale Keure of Ordonnantie op het 'zelve, van 25 February 1786. II. 265—276. Alle voorgaande Keuren of Ordonnantiën, en Ampliatien van dien op dat onderwerp te niet gedaan. 265. Wie tot dat Gild behooren, en deszelfs bellier, ibid. Hoeveel van ieder, en hunne vereifchten. ibid. Hunne contributien. 265, 266. Van de Noodhulpen. 266. Wat de Brouwers aan het Gild moeten betaalen. ibid. Wie voor de goede uitvoering deezer Keure moet zorgen, 266. Van de Boeten, ibid. Van de Bosfen der Leden van dit Gild. ibid. Ploe zich te gedraagen. 267. Mogen niet in eens anders werk treeden. ibid. Wat een Meeter in gereedheid moet houden, ibid. Hoe de de Koorndraagers hun werk onder elkander moeten verdeelen. ibid. Ploe hunne Huisjes fchoon te houden, ibid. In hoe veele Ploegen zy verdeeld zyn. 268. Van den tyd en de wyze van hun werken, ibid. Van de Loting. 269. Plun werk afgedaan hebbende , moeten zy zich aanftonds naar hunne Huisjes begeeven. 269, 270. Hoe de Meeters en Heffers hun werk moeten verrichten. 270. Wanneer een Meeter zonder Heffer Kkk 2 mag  BLAD W YZER der ning werken, ibid. Van het Loon der Meeters en Heffers. ibid. Der Draagers. 270. 271. Wat de Koorndraagers boven hun Loon mogen eisfchen. 271. Zy mogen niet opgehouden worden. 272. Niemand mag zyne gekochte Graanen zelf werken, ibid. Uitzondering daarop. 272, 273. Uitzondering ten aanzien der Grutters. 273. Moeten ook Zout meeten en werken. 273, 274. Verordening daaromtrent. 274. Hoe veele van de Koorndraagers , ook Koolwerkers zyn. 274, 275. Verordeningen voor dezelven. ibid. Alle de Gilde-Broeders moeten zich dipt naar deeze Keure reguleeren. 275, 276. En ten dien einde een Exemplaar daar van koopen. ibid. Koópmanfchappen, door Veer- en Marktschepen aangebragt, door wien te huis moeten gebragt worden. H. 101, 102 Koópmanfchappen , mogen , buiten de Jaar' markt, zonder confent, aan de Huizen van Particulieren, niet worden uitgevend, door Vreemdelingen, noch door Ingezetenen. II. 26a, 2.63 Koopmans- of Kraamers -Gild, niemand mag Lid daar van weezen, of moet Poorter deezer Stad zyn. II. 261, 262, 263. Deken en Vinders van het zelve moeten waaken tegen het onbehoorlyk uitventen van Waaren, aan de Huizen, door Vreemdelingen of Ingezetenen deezer Stad. ibid. De Commisfaris deezer Stads - Keuren insgelyks. ibid. Koopmans-Goederen, voorden avond van de Straaten te bergen; I. 145 Koudenhorn, de Buurt daar van met die van het Krom vereenigd. I. 157. Hoe verre de eerftgenoemde zich uitftrekt. ibid. Kousfemvagens, waar, op de Kermis, moeten liaan. I. 15 Kwetfingen , op de Straaten deezer Stad gebeurd, moeten , na het eerfle verband, door den Chirurgyn worden aangegeeven. II. 241, 242 Kraayenhorfter-Gragt, beftemd tot de Ligplaats der Warmoefiers-Schuiten. II. 325 Kraam-Bediening, door wien daar over befchikt wordt. L 173. Zie verder: ZiekeBediening. Kraamen , (van de ) in 't Pand, en op de . Zaal en Plaats van het Prinfenhof. I. 16 Kraamen, Ordonnantie over het flaan derzelven op de Groote - Markt, by gelegenheid der Week-Markten. II. 284 Kraamers, wanneer dezelve, op de Kermis, moeten looten. I. 16. Moogcn op Zondag niet verkoopen. ibid. Uitzonderingen daarop. ibid. Kraamers met Tafeltjes, waar, geduurende dc Kermis, te plaatfen. I. 16 Kraamers, mogen Schryfpapicr verkoopen. II. 212 Krcmkbezoekers , vry van de Schuttery. II. • . - 292 Kroeghouders, moeten de naamen cn gcftaltcn •j. der Vreemdelingen, by hen inkeerende, alle avonden, opgeeven aan den Hoofd-OITicjef, I. 223 Kroft, op de Groote - Kroft, voortaan, de Markt van Groenten en Vruchten te houden. II. 149. Op de Kieine-Kroft moeten flaan, die met Wagens markten, ibid. Zie ook verder bladz. 323. enz. Kroft, Groote en Kleine. Zie: Kroft. Krom, (de Vinders van V) en Vrouwefleeg, krygea ook de Valkefteeg te beltieren. $, 65 Krom , de Buurt daar van met die van den Koudenhorn gecombineerd. I. 157. Hoe verre deeze laatfte zich uitftrekt. ibid. Krom, Ci) order omtrent het draagen van Lyken in die Buurt. I. 159 Kruideniers - Waaren, door vreemde Kooplieden en Schippers uit Waterland en elders niet in tc voeren, om in 't klein uit te venten. II. 264. Wat de overtreders verbeuren, ibid. Kruyers, Boter-Kruyers-Gild, Ampliatie der Keure op het zelve. II. 97. Geauthorifeerd, om zekere Recognitie te ontvangen, ibid. Boete wanneer de Contributie niet betaalen. 98. Wat tot de Begraafnis betaald wordt. ibid. Kruyers, (gequalificeerde') mogen alken Goederen, met de Markt-en Veerfchepen aangebragt, tot zekere zwaarte, te buis brengen, II. 101, '.02 Kruyers , (gequalificeerde) en Beftellers van het Amlterdamfcbc Binnen cn Buiten-Veer, generaale Ordonnantie en Reglementen voor dezelven. II. 132—137. Zie verder; Beftellers en Kruyers enz. Kruisbeften, by Manden aangebragt, moeten door de Appelkruiers worden tehuis gebragt. II, 210 Kruisbeften, (Inlandfche) daarmede mag niemand ereens anders voorftaan, dan op de gewoone Groenmarkt. II. 324 Kruiwagens, tiaar wede de paffage niet te hinderen. I. 145. De kleine Steenen, vooral by avond , niet bezetten, ibid. Noch 'er mede over dezelven te ryden. ibid. Krygsraad , die Leden daar van geweeft zyn, vry van Maandgeld. L 6 Krygsraad, Eed door de Leden van derzelven te doen. II. 291 Kuilen, op de Kerkhoven, hoe diep en wyd moeten gegraven worden. I. 54. Hoe veele Dood-Kiften daarin op cn nevens elkander mongen worden geplaatft. ibid. Kuipers-Gild, het zes- en twintigfte Artikel der Keure op het zelve veranderd. II. 62. Onder welke voorwaarde een Kuipers-Weduwe den Winkel mag blyven aanhouden. ibid. Kuipers-Gild, Alteratic en Ampliatie der Keure voor dat Gild. II. 277, 278. Achteriykc ftaat van dat Gild. 277. Waar door zulks veroorzaakt is. ibid. Vier Poinclen , tot herftel der Gilde - Kas , gearrefteerd. 277, 278. Overlieden van dit Gild wordt ■ Ver-  VOORNAAME ZAAKEN. vergund, een yzer te laaten maaken, o de WoiRvaatjes , die van hier verzond* worden, daar mede te branden. a; kuipers-Knechts, behoeven geen deel te né men in de Houtwerkers-Bos. II. ; L. Laaden der getouwen van geweeven Kani breedte derzelven. II. i2. Infpectie da: van te neemen. Laaden van de Weefgetouwen, hoe groot dt zeiyen mogen zyn. lf. 245, 2a6. 251 Diipenihtie aan een Kantreder daaromtren gegeeven, om zyden Paflementen te maaken Labberdaan, (Pekel-) waar door de Vifchluiden uit te gieten. I. 92 Lak , door wien mag verkocht worden. II, 212. Zie verder: Zegellak. Lakenbereiders-Gild, alle de Leden van he zelve zyn uitgeftorven. II. 279. Het Gilc zelve vernietigd, ibid. Effecten en Gel den van iet zelve aan wien overgeleverd, Lakenftraaten, (lange en korte) order op het draagen van Lyken van Gehuwden en Ongehuwden, in die Buurt. I. 160, Lamphers,leverancie van dezelven tot Begraafniffen en Notifkatien, verordeningen "daaromtrent. H. 262, 263 Landen , worden voor vafte Goederen gerekend. I. 152 Landsgenooten van den Bofch, binnen Haerlem, derzelver Bos, wanneer opgericht. 1L 37S. Haare inrichting, ibid. Haarverval. ibid. I-Iaare vernietiging. 979 Lange- Turf, V00r Neeringen en Traficquen , wordt bevryd van de nieuwe belafting. II. Lantaarngeld, aan de Meer, by Hee ms tede en de Wetering, verhoogd. I. 46 Leden, die in den Krygsraad geweeft zyn, vrv van Maandgeld. . I. 6 Leder, by wyze van omlaag , hoe hier verkocht wordt. H. 284. Hoe lang zo iemand verkoopen mag. m% Letterver koepets, binnen deeze Stad, moeten, als zodanige, Leden van het SchoenmaakersGild zyn. 2g Leening, (Bank van) het getal der Inbrengers , of Inbrengfters, in dezelve hoe groot voortaan zal zyn. j °„ Leerling, by een Werkbaas in geweeven Kant" hoe te hefteden. II. 13. Wat daarvoor te betaalen. ibid. Voor hoe langen tyd. r 7- t ibid. Leerlingen in de Vroedkunde, uitvoerig Reglement omtrent dezelven. fl Legaaten, aan de Diaconie, wat daar mede te doen. j, ^ m Leiden, Volkfchuiten tuflchen die Stad en :n Haerlem, op welk uuren moeten vaa'8 ren. jj_ ^ ï- Leiden en Haerlem, Wagenveer t'us3 fchen die plaatfen. u. 20 Leidfche Trekfchuiten, hoe veel het huuren der Roef van dezelven koft by dag. II. 46, 47- By nacht. Leidfche Veer, de Trekfchuiten, op het zelve , moeten voortaan , niet met Kleeden, maar met Schuiven , gemaakt worden. 11. ir Leidfche Veer, de Commiflaris van het zelve, mag binten, Goederen en Pakjes, met de 1 ak-, oi' Volkfchuit te verzenden, aantekenen' II 137 t Lelyfteeg, (Witte) wordt, om haar verval , onder andere Buurten verdeeld. I 21, 22. Die in dezelve Slaapers houden , mogen geene Zieke Perfonen inneemen. ^.j Leffen in de Anatomie , door den Pralector' waar en wanneer te houden. II. 226. Wat : 111 dezelven al moet verhandeld worden L 224 , 226. Wie die Leffen moeten bywoonen. 227. Boete voor de geenen , die zulks verzuimen, ibid. Wie die Boeten moet ophaalen. ibid. Waartoe dezelve mede te befteeden. 228. Zie verder: Anatomie. Leften van den Pradector der Vroedkunde, mogen door de Dorps-Vroedvrouwen worden bygewoond. IL Leverancie, van Handfchoenen en Lamphers tot Begraafniffen en Notificatien, verordening daaromtrent. ' n. 060 og> Libellen, ftraf tegen de Drukkers en Verkoo1 pers van dezelven. \\t 2l% Liefde-Beurs, (Broederlyke) Ordonnantie"op dezeken, II. 74 - 80. Ziö verder: Beurs en Broederlyke Liefde - Beurs. Liefde-Beurs, (Vrywillige). Zie Beurs. Liefde-Compagnie tot Begraafniffen, Alteratie en Ampliatie van het Reglement op dezelve. B- 157, 15S. Verordening omtrent haare uitdeeling tor Begraafnis naar gelang van haar Fonds. 158. Omtrent de Penningen welke mogten overfchieten, en aan Kinderen van Leden der Comp. die in een Godhuis zyn , toekomen, ibid. Omtrent de Beftierders i en hunne Verteering. 331 332. Wat by de aanneeming in dèeze Comp. te geeven. 332. Wie in dezelve zullen mogen aangenomen worden. 331 , Litmenmarkt, waar en wanneer te3 houd en? Lintwerkers- (Zyde-) Knechts-Gild. Zit]' Zyde - Lintwerkers - Knechts - Gild. Loever, geen ftilzittend Turfdraager mag, als Loever, aan een Godshuis, enz. fungeeren. II. 317. Nadere uitlegging daarvan. Logementhouders, moeten jaarlyks zekere Re^ cognitie aan het Oude Mannenhuis voldoen, L11 L 113,  BLAD W YZER der ï; 113, 114. Wat nieuw aankomenden moeten betaalen. 114. Wanneer zich aan Regenten moeten aangeeven. ibid. Ook by verhuizing, ibid. Boete , daarop gefield. ibid. ■Logementhouders, binnen Haerlem, moeten de Vreemdelingen, by hen logeerende, hunne naamen, enz. laaten tekenen in een Boek. I. 223. Hoe zy moeten handelen met zulken, die het weigeren te doen. 224. Hoe met zulken , die verkeerde naamen , plaatfen enz. opgeeven. ibid. Moeten een Lyft daar van voor den Hoofd-Officier in gereedheid houden, ibid. Ook hun poftuur en kleeding melden. 224 Lompenkoopers, het getal derzelven zal, volgens Refolutie van de Heeren van den Gerechte uitfterven tot op acht Perfoonen. II. 279, 280 Lood, Keure tegen het Breeken en Steelen van hetzelve. I. 214, 215. Straf, daarop gefteld. ibid. Tegen het ongeoorloofd koopen en vervoeren van het zelve. ibid. Straf der overtreederen. ibid. Lood, alle uitvoer daar van, algemeen, aan allen en een ieder verbooden. 1. 226, 227. Het zelve moet in de gemeene Loodgietcry binnen deeze Stad worden gebragt. 227. Tegen welken Prys. ibid. Schikking omtrent het Thee-Lood. ibid. Op welken tyd geen Lood te vervoeren of te verwerken. ibid. Lood , (oud) mag niet gekocht en verkocht worden door Oud-Yzerkramers. ï. 210, 211 Loodgieters, alleen mogen Oud Lood van Particulieren koopen. I. 215. Onder welke hepaalingcn en voorwaarden. ibid. Loodgieters -Gild, mag het koopen of verkoopen van het zogenaamd Harnas- ofWeeversLood niet hinderlyk zyn. II. 151. Lood, tot de Weevery behoorende , niet huiten de Stad zenden, ibid. Boete daar tegen. ibid. Looiers van Iluyden, mogen Huiden en Kalfsvellen door hunne Knechten laaten koopen. II. 2S4. Lootingen, waar en wanneer door de Koornmeeters , Koornheffers en Koorndraagers moeten gedaan worden. II. 268. Verdere verordening daaromtrent. 269. enz. Loon van den Commiflaris daar voor. 272 Losrenten, niet voor vafte Goederen gerekend. L r5* Lyk, met eene Lyk-Koets, van buiten, aan 'een Kerk hier gebragt, hoe veel daar van aan het Weeshuis te betaalen. I. 107. Wat de Doodgraavcrs, by de opgaaf daar van , moeten erinneren. ibid. Lyk, tot het doen van Anatomifche Leffen, Waar te bekomen. II. 2è6. Waar bet zelve, na het afioopen der Lellen, te laaten. 227 Lyken van Kinderen, (van) te begraaven, betaalt men geen dubbeld Salaris. Ju 9 Lyken , van onvermogenden of vreemdelingen mogen, zonder Recognitie van vyftigGlilden, vervoerd worden. L 27 Lyken, in de Buurt der Bakeneffer - Gragt, order op het draagen derzelven. I. 31, 32 Lyken van Jonge Lieden, in de buurt der Dykftraat, moeten door jonge of ongetrouwde Lieden in die Buurt worden gedraagen. I. 30, 31. Wat te doen , wanneer men daar van wil afzien. Lyken, van Lieden door Gildens of Bollen, begraaven wordende uit de D\kftraat, moeten vier Uithaalders uit de Buurt worden verzocht. I. 31. Wat by andere fchikkinge te doen. ibid. Lyken , in de Kerken begraaven , onkoften daar van aan de Gravcnmaakcrs te betaalen. I. 50, 51. Op dc Kerkhoven, ibid. Kan de Baardraagers, voor het begraaven in de Kerken. 52. Op de Kerkhoven. ibid. Lyken, (van) met adfiftentie van Diaconie of andere Armen begraven, niets te betaalen voor het recht der Kerk. I. , 54. Zonder dergelyke adfiftentie, hoe veel. ibid, Lyken, in dc Buurt van de Hooge en Laage Zyde van het Zuider-Buiten-Spaarne, welke order op het draagen derzelven gefteld is. i. 55, 56 Lyken van Jooden, mogen, zonder Recognitie van ƒ 50, naar het naaftgelegen Kerkhof vervoerd worden. L 82 Lyken, van gehuuwde Perfoonen, met LykKoetfen te begraaven, orde op het draagen derzelven. L 127. Wat te doen, wanneer . de Lyken door Lhthaalcrs worden in de Koets gezet enz. 127, 128 Lyken, order op het draagen derzelven in de Buurt van 't Krom. I. 159. In die van de Gafthuisftraat. 161 Lyken van Gehuwde en Ongehuwde Perfoonen , order op het draagen derzelven in de Buurt van de Lange en Korte Lakenftraaten. I. 160, 161 Lyken van Bejaarde Perfoonen, order op het 'draagen dtóefven, in de Buurt van de Ooftzyde van de Burgwal. I. 163 Lyken van Ongetrouwde Perfoonen, order op het draagen derzelven, in de Buurt van de Botermarkt. I. 158. In die van het Zuideinde van 't Klein Heiligland. 158, 159. In die van de Lange Doelenftraat. 162. In die van dc Vlaming - Trappenier- en Wefterftraaten. 162 , 163. In die van de Oude Raamftraat en Gcuzeftraat. 164. In die van de Smede- en Wyngaardftraaten. 164, Lyk-Koets , wanneer een Lyk daar mede, van buiten, aan dc Kerk wordt gebragt, wat daar van te betaalen aan het WTeeshuis. I. 107 Lyk-Koets, het verhuuren van dezelve, aan iemand in 't Voermans-Gild vergund, itelt hem niet vry van dat Gild. II. 19 Lyn-Olie, door vreemde Kooplieden en Schippers , uit Waterland en elders , hier in 't sroot  VOORNA A ME ZAAKEN. groot niet in te voeren, om in 't klein weder int te venten. • II. 264 Lyft van, Perfoonen, die vry zvn aan de Poor- ,ten\ „ ' 1.58,59 L.ywaaten , Garen en Twyn , MakelaarsPlaatfen daar van gecombineerd. ï. 196,, Luikfche Kooien, order omtrent het verwerken van dezelven. II. 275. Zie verder: Koolwerkers. Lutherfche- Predikanten, vry van Contribuanten Maandgeld. I. 110, m. Insgelyks van het Poortgeld. ibid. 1 M. Maandgeld, de geweezene Leden des Krygsraads zyn vry daar van. I. 6. Nieuw. Quohier van het Maandgeld, ibid. Eenige orders omtrent het Maandgeld. 6, 7. Inftructie voor de Collecteurs van het zelve. 7. De Leden van het Proveniershuis en de Hofjes zyn vry van het Maandgeld. 8 Maatfchappy, Vry willige, tot Begraafniffen, een Artikel der Ordonnantie op dezelve geïnterpreteerd.. T[, 84 Maatfchappy, Vrywillige, binnen Haerlem, wordt gediflblveerd. II. 380 Maatfchappyen, Ordonnantiën en Reglementen op dezelven. jr. 150—173 Magiftraat, de Leden van dezelve 'vry van de Schuttery. n. 29a Mattrefett, mogen Koekjes aan haar Schoolkinderen verkoopen. II. 261 Makelaar in Hop, deszelfs Provifle of Make■ iMMy-Loon bepaald. I. i97, 198 makelaars-Plaatfen, inLywaaten, Garenen lwyn, worden gecombineerd. I. 196, 197. Tt^f nïoeten rot °P vier uitfterven. ibid. Schikking nopens de Annates. 196 Manden, der Warmoefiers, mogen door de Vinders van het Warmoefiers - Gild geweerd worden. 1. 23. Zie: Tuinders en Appelmanden. Manden, waar mede de Tuinders hunne Groenten en Fruiten ter markt brengen , moeten door de Koopers te rug gegeeven worden. II. 106, 107. Boete voor die ze houden. Manden , daar Groente en Vruchten mede verkocht worden , moeten de behoorlyke grootte hebben. II. 326. Niemand mag met Groente , enz. markten , dan in zyne eigene en geykte Manden, ibid. Men mag geen Groente uit zakken in eens anderen Tuinders Manden overftorten. 326. Boete tegen de overtreeders. ibid. Wanneer de Manden, daar Groenten enz. in verkocht zyn, moeten te rug gehaald worden, ibid. Boete, zo zy niet gehaald of geweigerd worden- ibid. Manden-Maakers , mogen geene Manden, die te klein zyn, den Merker behandigen. I. 22. Welke Boete daarop gefteld is. ibid. Zy mogen geene Manden, die te klein zyn, verwiflelen. 22, 23. Boete op de overtreeding gefteld. 23 Mandenmaakers - Gild', het vyfde Artikel der Ordonnantie op het zelve veranderd. II. 60. Weduwen van Gilde-Broeders van dit Gild mogen dat ambacht aanhouden metKnechts, als zy Zoonen hebben, die zullen opvolgen. ibid. Margariete-Straat, buurt van dezelve met twee anderen gecombineerd. L 98 Markten, Ordonnantiën raakende dezelven I. 14—18. 86—95. 131 — 142. Keuren omtrent dezelven. 131 —■ 142 Materiaalen, van Hout, enz. meer dan drie jaaren onbetaald gebleeven , zyn concurrent, maar niet preferent. f. IO Matten-Markt, waar, geduurende de Kermis, te houden. |, ^ Mede-Regenten, der Nederduitfche Gereformeerde Diaconie, binnen Haerlem. I. 167, 168. Worden uit het Collegie van Diaconen genomen. 167. Ploe veele, en voor hoe langen tyd. ibid. Orde daarin waar te neemen. ibid. Hun poft en functie, ibid. Nopens het Vice-Prefidentfchap derzelven. ibid. , Mede-Thefaurier , der Nederduitfche Gereformeerde Diaconie, waaruit gekooren wordt. L 168. Hoe anders genoemd, ibid. Is vry van het collecteeren. ibid. Gelyk ook nog een ander, en waarom, ibid. Waarin zyn poft beftaat. ibid. Waar van al moet aantekening houden, ibid. Moet met den Thefaurier de Kas openen. 168, 169. De bediening der Paffanten behoort tot zyn werk. 169. Wat vereifcht wordt, om betaaling van leverantien te doen. ibid. Medicum, (Collegium). Zie: Collegium. Meel, hoe veel de Grutters mogen laaten korten per Mud. II. 10, 11 Meeters, van Steenkoolen, gezwoorene daartoe te gebruiken. I. 100. Insgelyks geykte Maaten. ibid. Meefters der Gereformeerde Nederduitfche Diaconie, zyn vry van het betaalen van eenige Recognitiën aan het Schoolmeefters - Gild. II. 286 , 287. Mogen geene Leffen geeven aan Particulieren. 287. Ook niet jouiileeren van eenig Begraafnis-Geld. ibid. Melk-Emmers, met dezelven mogen lieden, die Melk aan de huizen brengen, de paflage niet hinderen. I. 145. Hoe zy dezelven moeten plaatfen. ibid. Memorie van den Pleer Hoofd-Officier deezer Stad, om het vyf- en dertigfte Artikel van het derde Capittel van het Reglement voor Vroedmeefters, enz. naauwkeurig te doen uitvoeren. II. 241. Refolutie van de Heeren van den Gerechte daarop. ibid. Merker, (de) van de Tuinders- en Appelmanden , moet daartoe gebruiken de Stads Yzeren Beugels. I. 22. Wanneer hy aan zyn huis daartoe moet vaceeren. ibid. Hymoet Lil 2 eok  BLAD W YZER der ook aan de huizen der Mandenmakers komen; en wanneer, ibid. Hy mag geene Manden merken, die te klein zyn. ibid. Die te klein zyn , moet hy op den bodem of anderzins tekenen. 22 , 23. Welk Salaris hy voor het merken ontvangt. 23. Hy moet zich onzydig gedraagen. ibid. Wie in deezen het recht van bekeuring heeft. ibid. Merken van Fabrikeurs, in Linten, Garens enz. mogen, voortaan, niet worden gedrukt , naar ongeftempelde vormen. II. 214. Boete voor dc overtreeders daarvan. ibid. Metfelaars , moeten hunne Opperlieden , by preferentie, uit de Burgers en Ingezetenen deezer Stad neemen. II. 280, 281 Metfelaars - Baazen, mogen timmeragien maaken buiten de Stad. I. 76 Metfelaars-Baazen , ontheeven van zekere interdictie, hun nopens Buiten-timmeringen gedaan. II. 14° Metfelaars - Knechts en Opperlieden-Mos. II. 25, 26. Zie verder: Bos. Metfelaars-Knechts en Opperlieden-Bos, Ordonnantie op dezelve van 22 Juny 1781. II. 263 — 373. De voorige Ordonnantie te niete gedaan. 368. Wanneer cn hoe veel zieke of bezeerde Contribuanten uit de Bos trekken. 368, 369. Voorzorg daarin te gebruiken. 369. Wat hunne Weduwen genieten, ibid. Begraafnis-Geld. 369, 370. Buitengewoone Contributie daartoe. 370. Ouderdom der in te fchryvenen. ibid. Order omtrent de geenen , die uit de Stad gaan. ibid. Wat by de intekening te betaalen. 370, 371. Wat vreemde Knechts aan de Bos moeten geeven. 371. Weekefyklehe Contributie, ibid. By 't overlyden van een Lid. ibid. Boete voor die het teken boekje vcrlieft. ibid. Beitier, ontvanglt en Rekening der Bos. 371, 372. Leden zich behoorlyk te gedraagen. 372. Wie van het Ziekengeld vervalt. 372, 373. Wie maar de helft van het Begraafnisgeld ontvangt. 373. Wie in 't geheel het recht tot de Bos verheft. ibid. Meubilaire Goederen, van de verkooping derzelven de tachtigfte Penning tc betaalen door den Kooper. 1. 107 Meubelen , geene particuliere verkoopingen daar van aan te leggen of by te woonen. II. 321, 322. Boete tegen de overtreeders gefteld. 322 Middel- Zylftraat, met de buurt daar van ecu deel der buurt dei'Margarieteltraatverecnigd. I/98 Militie, binnen deeze Stad Guarnilben houdende , Belading tot verzorging derzelve vaftgefteld. I. 112. Die Belafting verminderd. 113. Wie daar van ontheeven. ibid. Misbruiken, (het) van Aelmoeften, waar door al begaan wordt. I. 176. Hoe hetzelve tc ftraffen. ibid. Moedwilligheden, Keuren tegen dezelven. I. 213—227 Mijl, niet te laaten liggen op den trekweg tuflchen Haerlem en Leiden. 11. 185. Mol, mag aan niemand anders dan tot den vollen Prys geleverd worden. II. 222. Wie daarop korten mag. ibid. Monftering, (generaale) in het DiaconieHuis moet tweemal in 't jaar gefchieden. L 184. Waarover dezelve al gaat. ibid. Moolenaars, mogen niet, langs de Straaten, over de kleine Steenen ryden. I. 147. Boete voor de overtreeding. ibid.' Moolens, voor vafte Goederen gerekend. I. 152 Blorellen, (Inlandfche) daar mede mag niemand ergens anders voorftaan , dan op de gewoone Groenmarkt. II. 324 Mud Meel, hoe veel de Grutters daarop mogen laaten korten. II. 10, 11 Muilen van Hoedyilt, wie dezelven verkoopen mag. II. 283 N. Naaldekoop - frrouwen , mogen , huiten de Jaarmarkt, zonder confent, aan de huizen van Particulieren, haare Waaren niet te koop prelènteeren. II. 262 Naaftbeftaamlen, wanneer voor de Kamer van Heeren Schepenen mogen gebruikt worden. I. 104, 105 Nachtwaakers, in de Gebuurten van de Wagenweg, Kleine Houtweg, en Zuider Buiten-Spaarne Weftzyde, Inftruétie voor de- , zeiven. I. 207, 208. Formulier van Eed voor hun. 208 Nacht-Wagt, binnen Haerlem, Reglement voor dezelve van 23 Auguftus 178Ó, ï. 198 — 208. De Kapitein van de NachtWagt moet toezigt hebben op de Corporaals en Klapwagten. 198. Van de Corporaals der Nacht-Wagt moeten alle Nachten twee waaken. ibid. Waar en hoe lang. 198. Hoe dikwyls zy de ronde moeten doen. ibid. Moeten zeggen, in welk kwartier zy zullen patrouilleeren , en hoe lang. ibid. Zelve hunne poften waarneemen. 198, 199. Wat moeten doen , wanneer 'er bv nacht moedwilligheden voorvallen. 199. " Zo zy iets nadeeligs voor de ruft der Stad hooren, waar kennis daar van moeten geeven. ibid. Geen Nacht-Wagt mag zich van de Wagt onttrekken, ibid. Dc Kapitein mag de Wagts van hunne poften verwiflelen, ibid. In het doen der Ronde moeten de Nacht-Wagts zich Hipt naar hunne Inftructie ten dien einde reguleeren. 199 — 205. Aanwyzing van de onderfcheidene Poften der NachtWagten. ibid. Nacht-  VOORNAAME ZA AKEN. Nacht-Wagt, buiten deezer Stads Poorten, onder haare jurisdictie aangcltcld. 1. 115. De middelen, tot onderhoud derzelve, hoe te vinden. Nacht-Wagt der Burgery, uitvoerige verordening omtrent dezelve. II. -04—009. Waar de Wacht is. 294. Telkens eene Divifie. ibtd. Wanneer de Opper-Officieren op de VVachtplaats moeten verlchynen. ibid. Wanneer de rol wordt gelcezen. ibid. Boete voor die te laat komen. ibid. Schikking omtrent dc wacht der Sergeanten en Corporaals. o94, 295. Wat hy verbeurt, die na elf uur komt. 295. Wie van die Boete bevryd is. ibid. Opper- en Onder-Officieren mogen de Wacht voorelkandervvaarncemcn. 295. Onder-Officieren en Schutters mogen niet van de Wacht gaan. ibid. Een van de twee Sergeanten en Corporaals der Wacht hebbende Divifie zal op de Wacht moeten tegenwoordig zyn. 295. Officieren, met welk geweer en toerufting moeten ter Wacht komen. 296. Sergeanten, hoe moeten verfchynen. ibid. Corporaals en Schutters , hoe tocgerult moeten zyn. ibid. Wapenrufting moet in orde zyn. 296. Wie onderzoek daar naar moet doen. ibid. Waaide Snaphaanen tc plaatfen. 296. Schutters te detacheeren naar de Hoofdpoorten deezer Stad. ibtd. Wanneer en hoe laat tc rug. ibtd. Van het uitzetten eener Schildwacht. 296. Wat te doen, ingevalle een Schildwacht aangevallen wordt. 296, 2Ö7. Het Wacht - woord wanneer op de Wacht moet gebragt worden. 297. Het mag niet geéeeven worden aan Schutters, ibid. En buiten de- Wacht aan niemand , die niet van de v\ acht is. ibid. Verordening omtrent het patroiulleeren. 297. Boete voor die dronken op de Wacht komt. ibid. Geen Wyn enz. op de Wacht te gebruiken, Geen Snaphaanen op de \Vacbt te loflen, enz. 297. Schutters moeten een goed gedrag op de Wacht houden. 297, 298. In het doen van het Manuaal enz. worden geëxerceerd. 298. Waar de Sleutels der Stad tebewaaren. ibid. Welke Schutters by het^ openen der Poorten by het aankomen der Trekfchuiten moeten tegenwoordig zyn. ibid. Van het openen der Poorten des nachts. 298. Wie des morgens de Poorten moeten openen, ibid. Wanneer de Sleutels daartoe worden overgegeeven , en te rug gebragt. 298. Wie dc bekeuringen, mogen doen. 298,299. Verordening omtrent de Boeten. ogo Nacht-Wachts-Geld, buiten deeze Stad, önder haare jurisdictie ingevoerd. I. 115 Nadere, FrywMige, algemeene Bos, tot Begraaf- niffenen Onderftand van de Leden. II. 35—40 Nafchryver, op de Vifchmarkt, waarin zyn poft al beftaat. I. 133. Zie verder: Afpas: van den Vifch. Neering, tot het Koopmans-Gild behoorende, mag door niemand worden gedaan, die geen Poorter deezer Stad is. H.8ói, 262 Neeringdoende Luiden ■, welke tyd vaftgefteld is tot hunne beëediging. \4 230 Negotie, Keuren raakende dezelven. I. 116— 122 Neufvillc, (Leendert Pieter dé) ontvangt vrydom, van Stads-Excyns voor eene op te rechten Glasblaazery te Haerlem. I. 47. Voor hoe veele jaaren. ibid. Met uitiluiting van alle anderen, of een tweede Glasblaazery aldaar. 48. Mag de noodige Kunstenaars cn Werklieden daartoe aanbrengen, ibid. Krygt voorfpraak der Heeren Burgemeefteren , om hem ook Vrydom van 's Lands Impofitien te bezorgen, 49 Neurenbcrger-Kraamen , waar, op de Kermis , moeten Itaan. I. 10Niet gealimenteerden, kunnen ook, op verzoek, hunne Kinderen in de Stads-Schoolen Jaaren onderwyzen. j, o Nieuwe, algemeene Sociëteit tot Begraafniften * Ordonnantie voor dezelve. 11. 33—35. Getal der Leden en hun fourniflement. 33. Hoe veele Directeuren , en hoe te verkiezen. ibid. Van het ophaalen der fburniflementeli. ibid. Wanneer een Lid inhetGafthuisfterft, hoe met de uitkeering te fchikkeu. ibid. Ploe, wanneer in een Godshuis geraakt. 34. Wie daarin mogen worden aangciiomeu. 'ibid, Van welken ouderdom, ibid. Wat te doen, als een Lid buiten of in de Stad verhuift. 34. . Wat te betaalen.by het intekenen, ibid. Wanneer de uitdeeling zal beginnen. 34, 35. Verdere verordeningen , deeze Sociteit betreflende. 'ibid. Nieuwjaars-Avond , (op) niet te Schieten of Vuurwerken aan te fteeken , op de Markt of langs de publieke Straaten of Grachten, I. 24. Welke Boete daarop gefteld is. ibid. Nieuwjaars - Giften , welke en aan 'wien de Brouwers mogen doen. II. 223 Nieuwe Diaconie - Huis binnen Haerlem, Ordre en Reglement voor het zelve, van 26 November 1772. I. 177—184. Over de Regeering van het Huis, door Heeren Super-Intendenten, enz. i77-I7p. js \Kt zesde in rang onder de groote Godshuizen. 177. Aan wien de Directie daar van is aanbevolen, ibid. Regenten moeten daartoe eens in de week ordinair vaceeren. ibid. Van de extraordinaire Comparitien. ibid. Wat op de ordinaire weeklykfche Comparitien te verhandelen. 177. Zie verder Regenten van het Nieuwe Diaconie-Huis. — Wie in het zelve Huis in te neemen. 181, J82. _ Gealimenteerde Ouden. 181. Gebrekkigen. ibid. Kinderen van Gealimenteerden , van drie jaaren enz. ibid. Verlaatene Kinderen, enz. ibid. Hoe, by veranderde omftandigheden daar over te befchikken. ibid. Ook gealimenteerden der Walfche Diaconie, tegens betaaling, daarin aan te neemen. ibid. En alle zulken, die zonder Alimentatie niet kunnende leeven, daar menageufer kunnen gehouden worden. 181. De gealimenteerden moeten zich naar het Mmm Col-  B. LADWYZER der Collegie fchikken. ibid. Ook ftaat het aan het zelve , heden daaruit te dimitteeren. 182. Alle de gealimenteerden in het Huis, die kunnen, moeten werken, ibid. Hoe met dc Jongens te handelen, ibid. Hoe met de Meisjes, ibid. Hoe met de Oude Mannen en Vrouwen, ibid. Hoe met de onwilligen te handelen, ibid. Die werken, behouden eenig zakgeld, ibid. De huiszittende Gealimenteerden moeten, by gebrek aan werk, in het Huis daarnaar verneemen. 1*82. Van de Commenfaalen in het Diaconie-I luis. 182, 183. Zie verder Commenfaalen. Van den Uitzet der Kinderen, die in het Diaconie-Huis gealimenteerd worden. 183, 184. Zie verder Uitzet. Hoe dezelven, by misgryping, te corrigeeren. 1S4. Tweemaal in 't jaar Monftering van alle de Gealimenteerden in het Huis. ibid. Ook van de Zieken, enz. K ibid. Noblets - Hofje, (aan) wordt vrydom van Excyns op Turf enz. voor zekere quantiteit vergund. i. 28. Nooders-Plaats, (eene) aan de Noodhulpen derzelven geaccordeerd. I. 124, 125. Onder welke voorwaarden. ibid. Noodhulpen der Nooders , derzelver getal hoe veel zal verminderd worden. 1.124,125. Eene Nooders-Plaats aan dezelven vergund, ibid. Notariffen, wannéér fchrifilyke verzoeken aan Heeren van den Gerechte mogen tekenen. I. 105 O. Obligatien, niet voor vafte Goederen gerekend. I. 152 Officianten, welke tyd vaft gefteld is tot hunne beëediging. I. 230 Officie, die met eenige Officie begiftigd zyn, als Koornmeeters enz. mogen geene bediening trekken. I. 171. Uitzondering daarin. ibid. Officieren der Schuttery, mogen de Schutters niet in de Wapenen doen komen zonder order. H. 308, 309 Olyflagers - Laan, order op het fchoonhouden derzelve. I. 59 , 60. Mift enz. hoe in dezelve te loffen. 59. Modder en Mift, hoe lang men die in de Laan mag laaten liggen, ibid. Onder - Officieren, wanneer op de Wacht moeten komen. II. 294. Wat verbeuren, wanneer te laat komen. ibid. Onder welke voorwaarde de Wacht voor elkander mogen waarneemen. 295. Mogen van de Wacht niet afgaan, ibid. Uitzondering daar van ibid. Wie van dezelven altyd op de Wacht moeten zyn. ibid. Hoe toegeruft ter Wacht moeten verfchynen. 296. Hunne Wapenrufting in orde onderhouden. ibid. Onder-Schout, vry van de Schuttery. II. 292 Onder - Schouten , gevangenen vervoerende. zyn vry aan dc Tolhekken tuflchen H ae rlem cn Amsterdam. II. 92 Onechte Kinderen, de geboorte derzelven, en de naam des opgegeeven Vaders , moeten 'door de Vroedvrouwen of Vroedmeefters aan den Heer Hoofd-Officier ten eerfte worden "bekend gemaakt. II. 241. Boete op de overtreding gefteld. ibid. Ongeregeldheden, Keuren op dezelven. I. 75. 213 — 227 Ontvangers van 's Gemeenclands-Comptoiren, vry van de Schuttery. II. 292 Onvermogende, (de Lyken van) mogen, zonder recognitie van vyftig Guldens, vervoerd worden. I. 27 Onvermogende, hoe hunne Kinderen ook in de Stads - Schooien kunnen laaten leeren. I. 35 Opdrachten, Keuren op dezelven. I. 61 Opdrift, van Oflen, Koeien, Pinken, waaien wanneer zal beginnen. 1. 15 Opper - Officieren, wanneer des avonds op de Wachtplaats moeten verfchynen. II. 294. Boete , 'wanneer te laat komen. ibid. Wat verbeuren, wanneer na elf uuren komen. 295. Wie van de Boeten bevryd zyn. ibid. Mogen de Wacht voor elkander waarneemen. ibid. Met welk geweer en toerufting ter Wacht moeten komen. 296. Mogen bekeuringen op de Wacht doen. 298, 299. Wanneer zy zeiven in Boete vervallen, wat te doen. 299 Oproer, verordening voor de Schuttery, hoe zich by oproer te gedraagen. II. 304—309. Wanneer de geheele Schuttery daarby in de Wapenen moet verfchynen. 305. Wat teken daartoe te geeven. ibid. Waar te vergaderen, ibid. Wat te doen, by ongeoorloofde famenrottingen in eene of andere wyk deezer Stad. ibid. Verdere verordening daaromtrent. 306. Boete voor de geenen die een kwartier , een half- cn een geheel uur na het eindigen van het omflaan der Vergadering komen, ibid. Wie daar van verfchoond zyn. ibid. Wat te doen, wanneer een genoegzaam getal Schutters is aangekomen. 307. Niemand van hun mag weigeren op te trekken, ibid. Aan dezelven moeten eenige fcherpe Patroonen uitgedeeld worden, ibid. Wat de Officier en zyne Manfchap, op de plaats der famenrotting gekomen, moeten doen. 307. Hoe die geenen, welke zich in het fluiten van geweld belt zullen gekwecten hebben , beloond zullen worden. 307, 308. Wat gefchieden zal , zo iemand by dergclyken gelegenheid mogt gekwetft , of gedood worden. 308. Hoe tegen de ongehoorzaamen en lafhartigen te handelen, ibid. In geval van daadlyk of gevreesd oproer moeten de Officicieren , zo veelmooglyk, in dc Stad blyven. 308. Verordening nopens de invordering der Boeten. 3°9 Oranje - Vaandel, waar, in geval van Brand , buiten de Poorten, dienft moet doen. II. 63 Ora «-  VOO R N A A M E Z A, A KY E N. Oranje - Vercierfels, te draagen, wordt vrygclaaten. I. 233. Niemand daartoe tc dwingen, ibid. Of wegens het al oi'niet draagen daar van te moleffeeren. ibid. Waarfchouwing daartegen. 23.3 Ordonnantiën , concerneerende het werk der Begraafniflen. I. 9. .30—32. 50-56. 8,3, 84. 124—129 Ordonnantiën, aangaande de Dammen op dc Cmgels. 1 jg Ordonnantiën, raakende de Markten. I. '14. 86-95. m-142 Ordonnantiën, op het ftuk van den Brand. J. ^ , . 19, 20. 152 Ordonnantiën, omtrent de Buurten en Diakeuen- I. 21. 3^. 62-65 Ordonnantiën, betreffende de"Finanêï&i I. 3— s- -27— 30. 45-49- 82, 83. 105—115 Ordonnantie n, raaiende (ie Eetwaaren: J. 56, ^ j i' , 57 Ordonnantiën , op het ftuk der • Poorten , Boomen, Veilen en Bruggen. 1. 57 — 59. 143 Ordonnantiën, op het ftuk van Wegen en Straaten- t, 59; 60 Ordonnantiën, bctrefFcude' de Juftitie. I. 798r. 103—105 Ordonnantiën, betreffende dc Gebuurten. I. n , . . Tr 97—99- J53-Ï94 Ordonnantiën, op de Veeren. H. 3—9. 43— 53- ^7—95- 123—142 Ordonnantiën, op de Boften. II. 21—40. ^ , . 65—85. 109—120. 156—173 Ordonnantiën, op de Veeren. II. 103-142 Ordonnantiën, op Boffen, BeurfenMaatfchappyen en Compagnicn. II. 156 — OJften , welken iemand zelf geweid heefH niaS hy, geen Vleefchhouwers zynde, in den Slagtyd laaten Aagten en verkoopen. r\n- B. 152 Gftenmarkt, vvordt in de Plantagie verlegd. Oud-Lood, door wien niet, cn door wien al en alleen mag worden gekocht, verkocht en uitgevoerd. I. 215. Niemand mag het met zyn eigen Vaartuig of Wagen uitvoeren, ibid. Straf, op de overtreednig gefteld. ibid. Oud-Tzer, niemand mag daar mede langs de • Straaten te koop loopen, of het aan Huizen gaan opkoopen. I. 214. Of daar mede te koop zitten. fóffc Oud-Tzerkramers , inftructie voor dezelven. I. 208, 209. Wie daar onder begreepen worden, ibid, Geene Smids-Baazen zynde, moeten het Smeden-Gilde koopen. ibid. Uitdraagfters daar van uitgezonderd. 208, 209. Mogen alleen van bekende Perfoonen Oud - Yzer koopen en weder verkoopen. 209. Moeten het eerft openlyk ten toon leggen, ibid. Mogen geen geftoolen Yzer koopen. ibid. Ook geen nieuw Yzer. ibid. Waar en wanneer met OudYzer te koop mogen zitten, ibid-. Wie op de onderhouding van dien acht moeten geeven. ibid. Ampliatie dier Inftructie. 209, 210. Voorzorg, by het koopen en verkoopen van afzonderlyke Sleutels , te gebruiken. 210. De bladen van dezelven moeten gebrooken worden, ibid. Mogen geen OudLood koopen öfve'rkpopem 210,211. Maatregels, genomen om zulks te beletten. 211. Het getal derzelven tot twintig bepaald. 211,, 212 Oude Gouden Leeuw, (in het logement*) beurtIfng met dat van het Gulden-" Vlies, dc publieke Verkoopingen van vafte Goederen te houden. 1. 61. Hoe de Executie-Verkoopingen tc rekenen. 'ibid. Oude - Kruisftraat, met de buurt daar van een deel der buurt der Margariete-ftraat vereenigd. I. 98 Oude- 'Mannenhuis - Regenten, (/w) mogen ook Lieden, die geene Diakenen zyn geweeft, verkooren worden. I. 2I Oude - Mannenhuis , Regenten van het zelve trekken zekere Recognitiën, van Logementhouders, enz. I. 113, n4. Van verkoopers van Tabak. ibid. Wat nieuw aankomenden in die neering moeten betaalen. 114. Dezelve moeten zich aan de Regenten van dat Godshuis aangeeven. ibid. Boete, op de overtreding gefteld. J14 Oude /Feeshuis en Kinderhuis , vereenigd. I. 82 Overhaalder, aan dc Kamper-Laan, hoelang het Spaarne, by beflooten Water, mag open houden. \% 2o Overluiden van het Goud- en Zilverftmits-GildJ, moeten altyd een nodigen voorraad van Hout- en Zilverfmits- Kooien in gereedheid hebben. JL 99 Overluiden, van het Schoenlappers-Gild, hoe veel dezelve by het maaken der Nominatie van Overluiden mogen verteeren. II. 103 Overveen, vrachtloon voor een Koets of Wagen van de Trekfchuit naar Overveen. 11. J5i P. Paarden, niet vaft te binden aan de Muuren of Hekken der Vifchmarkt. I. 92 Paarden , daar mede niet te ryden over de kleine Steenen, langs de Straaten. I. 145. Ploe loffe Paarden langs de Straaten tc leiden. 145, 146. Niet te laaten Weiden langs de Cingcls, in den Hout, enz. 146 Paarden, mag men niet laaten Weiden langs het Trekpad tuflchen Haerlem en Leiden- II. 89. 184 Paarden- Markten, hoe veele cn waar dezelven te houden. I. 14 Pakken, met het Amfterdamfche, Binnen- of Minui 2 Bui-  BLADWYZER der Buiten-Veer aangebragt, welke met de Kruiwagen mogen befteld worden. II. 134-— 136 Pakkers van Bonte Lynwaaten, wat moeten in acht neemen. II. 15 Panden van Armen, mogen uit de Bank van Leening niet geloft worden door Regenten. I. 176 Papieren , mogen alleen verkocht worden door Leden van liet Boekverkoopers-Giid. II. 212. Wie daar van uitgezonderd zyn. ibid. Parlevinkers, moogen niet als Oud-Yzcrkramers fungeeren. I. 214, 215. Geen Lood van Particulieren koopen. 215 Pasquillen, mogen door Leden van het Boekverkoopers-Gild niet gedrukt of verkocht worden. II. 213 Paftanten, by wien derzelver Bediening moet gefchieden. I. 175. Met hoe veel geld zy ten hoogfte mogen bediend worden. 175, 176 Parementen, het fabriceeren van Zyde-Parlementen alhier door wien begonnen. II. 256. Vergunning aan denzelven, om, zyne Kantreders-Getouwen daartoe te mogen laaten vergrooten. 256, 257 Patiënten, (arme) wie derzelven tot de bediening door de Stads - Chirurgyns gerechtigd. H 68. Door hen zelven en hoe dikwyls, te vifiteeren. 68 , 69. Wanneer de Patiënten aan der Stads - Chirurgyns huizen moeten komen. 69. Hoe van het Linnen tot verband te verzorgen. ibid. Patroonen, door wien moeten uitgedeeld, en ook weder ingelameld worden. II. 300 Patroonen, ( fcherpe ) hoe op de Alarmplaats mede te brengen. II. 307. Door vne,n.ibid. Wanneer aan Schutters uit tc deelen. ibid. Ploe te öndèrfchèidén van de gewoonen. 307. Wanneer zich daar van vryelyk te bedienen, ibid. Patrouilles, het doen van dezelven, van wien gekommandeerd wordt. II. 297. Hoe zich by dezelven te gedraagen. ibid. Boete voor die daar tegen handelt. ibid. Pekel, der Haring en Zoute Vifch , waar mag en moet uitgegooten worden. I. 141 Pekel, van Haring, Labberdaan, enz. waar door de Vifchluiden moet uitgegooten worden. I. 92 Pelmeel, door vreemde Kooplieden en Schippers , uit Waterland en elders, hier in 't groot niet in te voeren, om in 't klein weder uit te venten. II. 264 Penning, de zogenaamde Schutters-Penning, wanneer en waar toe te gebruiken. II. 296 Penning, (Brand-) moet door Onder-Officieren en Schutters, by Brand compareerende, worden overgeleverd. II. 303 Perceelen, hoe veele van vafte Goederen op eene Veiling mogen verkocht worden, f. 152. Door wien, en hoe, de orde der¬ zelven te fchikken. ibid. Zie verder: Verkoopingen. Pergament, magalleen door Leden van hetBoekverkoopers-Gild verkocht worden. II. 213 Perfoonen, (Lyft van) die vry van Poortgeld zyn. I. 58, 59 Perfoonen, voor dood uit het Water gehaald, wat daaromtrent in 't werk te ftellen. II. 383, 384. Verkeerd begrip daaromtrent weggenomen. 383. Zie verder : Drenkelingen. Peft- en Dolhuis, Regenten van het zelve ftellen een Doctor van dat huis aan. I. 74, En Scliouwrneefters. ibid. Traktementen voor derzelven. ibid. Worden gelall, voortaan geene nieuwe Bedieningen te creëeren. ibid. Peulen, hier ter Markr gebragt, hoe lange fteclen dezelven mogen hebben. II. 326. Boete voor de overtreders. ibid. Piftoóltjes, ( met) niet te fchieten , binnen de Stad of jurisdictie van die , op Nieuwjaars-Avond. \. 24 Plantfoenen , in de Haarlemmer - Plout , tc lebenden, tc breeken, enz. verbooden. I. 222. Keure daar tegen. ibid. Boete, daar op gefteld. ibid. Poffertjes-Kraamen , waar, geduurende de Kermis, moeten ftaan. I. 15 Pompmaakers, mogen alleen Oud-Lood vart Particulieren koopen. f. 215. Doch alleenlyk van hunne kalanten of bekenden, ibid. Moeten voor hunne Knechts inftaan. ibid. Poort, (de Scaalkv.yker-) kan nu,des avonds, mede gepaficerri worden. I. 143. Refolutie van Heeren Burgemeefteren daaromtrent. ibid. Schikkingen omtrent den ontvangt! van het Poortgeld derzelve. ibid. Poorten, Ordonnantiën op het ftuk derzelven. I- 57-59- 143 Poorten deezer Stad, Reglement, boe dezelve door de Schutters geflooten worden. 1L 296. Waar dc Sleutels derzelven gebragt en bewaard worden, ibid. Van het openen derzelven des nachts. 298. Des morgens. ibid. Poortterrecht, deezer Stad, aan niemand te geeven , dan die zyne vafte woonplaats daarin heeft. II. 263 Poortgeld, Reglement daarop gemaakt. 1. 57—59- fl°e vecl te betaalen voor een Perfoon. ibid. Voor Rytuigen. ibid. Voor een Man te Paard. ibid. Voor Vee. ibid. Lyft van Perfoonen, die vry zyn van Poortgeld te betaalen. 58, 50 Poppenkraamen, waar dezelve, op de Kermis, moeten ftaan. I. 14 Potasch, Vragtloonen daar van te betaalen. II, 190, 191 Pottenkraamen, waar, Op de Kermis, moeten ftaan. I. 15 Poften , aanwyzing van de onderfcheidene poften der Nacht-Wachten. I. 199—205 Praleclor in de Anatomie en Chirurgie, bümen deeze Stad , Inftructie voor denzelven. 11. 224.  OVORNAAME ZAAICEN. 224, 225. Hoe dikwyls dezelve publicque Les moet geeven. 224. Waar cn wanneer. 226. Waartoe die Leffen moeten ingericht zyn. 224—226. Moet des Winters eens of meerm aaien Lyken anatomifeeren. ibid. Aan dezelve de voornaamftc heelkundige operatic n doen. 224. De Leerlingen in de Chirurgie tenteeren. 224, 225. Wie de Anatomilche Lellen vrv mogen bywoonen, en wie daar voor betaalen moeten. 225. Goe- ve-j°rde' in die Lelien-> waar te neemen. ibid. De Prasleclor moet alle de noodwendige Initrumenten , enz. zelfs bekofh'gen. ibid. Hy mag zelf alle heelkundige operatien verrichten. 225 Prcelecior in de Vroedkunde, Reglement voor denzelven. II. 229. Wanneer en hoe dikwyls hy Kan de Vroedvrouwen Les moet geeven. ibid. Wie dezelve Les moeten bywoonen. ibid. Boete voor het verzuim. ibid. Hoe die Boete te befteedeu. ibid. Hy moet jaarlyks, op een Vrouwcn-Lyk dc nodige demonftratien doen. 230. " De befte Autheuren over de Vroedkunde opgeeven. ibid. Hoe dikwyls zyne Leerlingen moet tenteeren. ibid. Ónder welke voorwaarden de Dorps - Vroedvrouwen cn haare Leerlingen die Leffen mogen bywoonen. 230 Praktizyns Declaratien, te hoog gefteld zynde, mogen door de bezwaarde Perfoonen aan de Pleeren van den Gerechte ter taxatie overgegeeven worden. I. 103 Predikanten, vry van de Schuttery. II.' 292 Preferentien, Keure op dezelven. I. 9-12. Octroy van de Priefercntien. ' 11,12 Preferentien , wie , in geval van Infolvente Boedels, het recht daartoe al of niet hebben. I. 0, 10. Geen Kufting-Brief van Huizen enz. daar meer dan drie jaaren van vervallen zyn, is preferent, ibid. Geene Materiaalen van Hout , enz. , meer dan drie jaaren onbetaald gebleeven, zyn praferenr. r> • ibid. Prenten, waarm de Regeering des Lands gehoond wordt, niet te drukken, noch te verkoopen. n. 213 1 Prent - Verkoopingen, wat den Klerken ter Secretary daar van toekomt. II. 320 Pretenfien , order op het juftificeeren derzel- I. 84, 85. Privilegiën, Rechten, Inkomen enz. van het Kinderhuis, behooren nu aan het Weeshuis. ; I. 82 Procedeeren , Alteratie van zeker Artikel in de manier daar van binnen deeze Stad. I. T> io3 Procureurs, wanneer voor Pleeren Schepenen u te gebruiken. I. io4? j05 Proclamatien, (Huwelyks-') door meerderjaarigen verzocht, wat Kerkendienaaren, in geval van oppofitie der ouderen, daarin moe- 1 ten doen. j. 40i> so Proclamatien, (Huwelyks-) waar in te fchryven , en af te kondigen, van Gereformeerden i ü en andere Gezindheden. I. 123, 124. Zie verder: Huwelyks - Gebooden. Provenierskuis, deszelfs Leden vry van Maandgeld. I. g Provooft, der Nederd. Gereformeerde Diaconie , moet in Kroegen en Herbergen, dikwyls , onderzoek doen, naar gealimenteerden. I. 170. Daar tegen mag zich geen Waard verzetten, ibid. Waar hy, daaglyks, bericht moet doen. ibid. Pruimen, by Manden aangebragt, door wie moeten te huis gebragt worden. II. 210 Publicque Verkoopingen. Zie verder Verkoopingen. Pypenftallen, waar, geduurende de Kermis, te ftaan. I. I5 Q- Quohier, wanneer het nieuwe van het Maandgeld gearrefteerd. L 6, 7 R. Raax, de Buurt daar van met die van de Voldersgragt en Veftefteeg gecombineerd. I. 156 Raamftraat, (oude) en Geuzeftraat, order op het draagen van Lyken van Ongetrouwden, in die Buurt. I. 164. Raapen, met Manden of Tonnen uitgemeeten of verkocht, door wie te huis te brengen. II. 210 Raapen, mogen langs de Straaten worden uitgevent door lieden, die geen Leden van het Warm oefiers-Gild zyn. II. 325 Raap-Olie, door vreemde Kooplieden en Schippers, uit Waterland en elders, hier niet in te voeren in 't groot, om in 't klein weder uit te venten. R. 264 lattekruid, waarfchouwing , raakende het verkoopen van • het zelve. II. 54. Wie het zelve alleen verkoopen mogen. ibid. Waar zy het moeten bewaaren. ibid. Door wien moet befteld worden, ibid. Aan wien het alleen mag gegeeven worden. ibid. lecht van Preferentie en Concurrentie, of ook plaats heeft omtrent Penningen, gekomen van vafte Goederen, by executie verkocht, van Boedels, nog niet Infolvent verklaard. J. 129, I30 lecht, (het) van de Kerk omtrent Begraaffeniffen, wie daar van vry zyn. I. 52, 53. Goedkeuring van Heeren Burgemeefteren daarop. ibiefm lecognitie, van vyftig Guldens, wanneer, by het vervoeren van Lyken, geene plaats heeft. I. 27 ^cognitie, van vyftig Guldens, niet meer t« Nnn bt«  BLADWYZER der betaalen voor het vervoeren van Joodfche Lyken. I. 82 Regenten, van het Oude - Manhuis en Weeshuis, mogen niet alleen uit Oud-Diakenen, maar ook uit andere Perfoonen, die geene Diakenen zyn geweeft, verkooren worden. 1. 21 Regenten , der Nederduitfche Gereformeerde Diaconie, binnen Haerlem. I. 167. Hoe veele en waaruit verkooren. ibid. Hoe lang derzelven poü; duurt. ibid. Wie niet mogen verkooren worden, ibid. Moeten een' Eed in handen van Heeren Burgemeefteren afleggen. 167. Hoe de Verkiezing gefchiedt. ibid. Zy mogen de aanftelling niet weige_ ren. ibid. Waarin hun poft beftaat. ibid. Hunne gewoone en buitengewoone Comparitien. 167. Boete, in geval van afweezighcid. ibid. Nopens het voorzitterfchap. ibid. Zie verder: Mede-Regenten. Regenten van het Nieuwe Diaconie-Huis, binnin Haerlem. I. 177, 178. Een derzelven moet een Memoriaal houden. 177. Moeten acht geeven op alle dc Suppooften. ibid. Hebben de bezorging van den Inkoop van 't geeiutot Comfumtic van het Huis behoort. 177, 178. Mogen geene Relblutien van aanbelang neemen, zonder Pleeren Super-Intendenten. 178. Moeten twee maal 's jaars generaale Monftering in 't Pluis houden. ^ . 184 Regenteffèn van het Nieuwe Diaconie - Huis, binnen Haerlem. I. 178, 179. Door wie, en voor hoelang, aan te ftellen. 178. Mogen die aanftelling niet van de hand wyzen. ibid. Moeten eens in de Week ordinair, in het Huis vergaderen, ibid. Wat op die weeklykfche Comparitien te verrichten, ibid. Moeten Schaft-Ceelen fchryven, en alle zuinigheid daarin betrachten. 178. Hoede Tafel der Keuken moeten inrichten, ibid. . Zorg draagen , dat de Spyzen behoorlyk worden gereed gemaakt, en niets verlooren gaa. ibid. Moeten ook in de bezorging der Kleederen alle mooglyke zuinigheid gebruiken. 178. En zorg draagen, dat KleedeTcn en Linnengoed behoorlyk worde verfteld. ibid. Insgelyks , dat reinigheid en 1 zuiverheid in het Huis heetfche, in allen opzigte. 179. Dat dc Provificn van Eetwaaren wel bewaard, en zuinig uitgedeeld worden, ibid. Moeten alle misbruiken zoeken te ontdekken en tegen te gaan. ibid. Opzigt houden op de Wollen- en Linnen-Naaikamers enz. ibid. Dat allen, zo veelmoog- . lyk, aan 't werk worden gehouden, ibid. Zorgen, dat de Stoffen, in het Huis gemaakt, ook in bet Huis worden gebruikt. 179. Moeten eens in 't jaar rekening doen van ontvangft en uitgaaven aan Super-Intendenten. enz. ibid. Hoedaanigen Eed de Regenteffèn by haare aanftelling in handen j van Heeren Burgemeefteren moeten doen. 179. By vacatuur maaken de Regenteffen I eene Nominatie van drie Perfoonen, waaruit Burgemeefteren eene verkiezen, ibid. Moeten de generaale Monftering, tweemaal 's jaars, in het Huis bywoonen. 184 Reglement, voor de Stads-Schoolmeefters. I. 34—38. Verandering van eenige Artikels van het zelve. ng Regiementen, op de Boffen. II. 21— 40. 65— 85. 109—120. 156—173 Reinigheid, (op de) in het Diaconie - Huis wet acht te geeven. I. 179 Remonftrantfche Hofje, binnen Haerlem, krygt vrydom van Stads-Excyns , op Turf', Gemaal en Bier. I. 106 Remonftrantfche Predikanten, vry van Contribuant en Maandgeld. I. xio, in. Insgelyks van het Poortgeld. ibid. Rentmeefter van Kennemerland, vry van de Schuttery. n. 292 Reftitutie, van den Excyns op de Brandewynen , aan Fleffiers uitgeflaagen , wat daar omtrent nader geftatueerd. f. 3,4. Precautien, om Fraudes voor te komen. 4, 5. Rieten , getallen derzelven mogen dc Fabrikeurs van het Bonte Lynwaaten-Gild , naar hun believen vermeerderen of verminderen. II. 15 Roef, wat voor het huuren van die van de Leidfche Trekfchuiten te betaalen. II. 47, 48 R.oeper, wat van eiken afflag van Vifch geniet. L L34 Roerende Goederen, wat van de openbaare Verkoopingen derzelven den Klerken ter Secretarie daar van toekomt. II. 320 Roeven, der Trekfchuiten tuflchen H aerlem en Amsterdam, Ordonnantie nopens het Verhuuren derzeiven. II. 131, 132. Er mag maar eene Roef verhuurd worden', wanneer 'er verfcheidene Schuiten op een uur vaaren. ibid. Rolle, kan by Brand niet geleezen worden. II. 303. Ook niet by oproer. 306, 307. Wat in die beide gelegenheden in plaats daar van te doen. 303. 306, 307 Roomfch Armenhuis, fommige Jongens uit het zelve nog, als Geaftecteerden, by fommige Brandfpuiten gevoegd. 'I. 19,20 londe, Ample Inftructie, waarnaar de Na'chtWagts, binnen IJ ae klem, zich in het doen der Ronde, prccifelyk moeten reguleeren. I. 199—205 *louw-Kamer, mag alleen Rouw-Mantels verhuuren. I. 125. Zie verder: Rouw-Mantels. R.ouw - Mantels, niet te verhuuren door Particulieren. I. 125. Boete op de overtreding. ibid. Uitzondering , ten behoeve der tegenwoordige Verhuurders, ibid. Moeten Acte van Admiffie hebben, ibid. Mogen vervolgens, alleen door de Rouw-Kamer verhuurd worden. 125 lottekruid, waarfchouwing raakende het verkoopen van het zelve. I. ai Lotterdam, (Feer tuffchen) en Haerlem, Ordonnantie en Reglement op het zei-  VOORNAAME ZAAKEN. zelve. IL 127, 131. Zie verder: Veertusfchen Ha er l e m en Rotter, da m. Ryden, (hard) met Rytuigen en Paarden, langs de Straaten, verboden. I. U7. Op welke pBOet£' • «. ' ihidRytuigen, niet vaft te maaken aan de Muuren 01 Hekken der Vifchmarkt. I 90 Rytuigen , niet onbehoorlyk te zetten' op s Heeren Straaten. I. „45 Rytuigen, die binnen deeze Stad te huur loopen, moeten jaarlyks, door zekere Infbecteurs, worden gevifiteerd. II, 105, 106. Wat daar voor te betaalen. ibid. Run ongemaalcn , in de Runmolen hier te maaien , mag door eigen volk geloft wor_den- . I. 118 Kun, moet 111 drooge Schuiten worden aange„ braSf- rt II. 286 itmmeeters, Ordonnantie voor dezelven. II. 285. Zyn Leden van het SchoenmaakersGild. ihid. Moeten acht geeven op de Zakken, ibid. Op het Meeten. ibid. Bepaaling van hun Werk. 285. Van hun Loon. ibid. Wie hun betaalen moet. 285, 286. Vinders van het Schoenmaakers-Gild moeten opzigt daarop neemen. 28Ó. Twift, hoe by te leggen. md^ Run-Molen, binnen deeze Stad , met Octrooi opgericht. I. 116—118. Zie verder: Verfmoolen. S. Salaris, ter Weeskamer te betaalen, hy het vertoonen van Teftamenten , hoe bepaald. Salaris, der Solliciteurs voor de Kleine «ank van Juftitie , Reglement daar van. Schaapen, niet te Janten weiden in den Hout° ot op andere publieke plaatfen. I. 146. Zie verder: Beeften. Schalkwyker - Poort , kan mede , gelyk de Hoofdpoorten , des avonds gepafleerd worden. I. 143. Keure en Ordonnantie daarop, ibid. Schikking omtrent het ontvangen van het Poortgeld. Scheepmaaken , wat 'er vereifcht wordt, om dat Ambacht, voortaan, binnen deeze Stad tc oeffenen. II. 281. Of maar aan Schepen of Schuiten te werken, ibid. Wat dc zulken, in t vervolg, by 't inkomen in het Gild zullen moeten betaalen.- jbid Scheepmaakers-, Scheepflyters- en Zeilenmaakers-Gild, Vinders van her zelve mogen, uit hunne Bos, tot Begraafnis van een Lid van het Gild iets bydraagen. II. 64 Scheepmaakersdyk , de Buurt daar van met die van de Dykvelt en Harmen-fansveld vereenigd, L 6 Scheepmaakers-Gild, zeker Artikel in de Keure betreffende hét zelve veranderd. II. 18 Scheepmaakers, enz. Gild, Ampliatie der Ordonnantie op het zelve. II. 148. Verordening omtrent derzelver Knechts, ibid. Hoe lang te vooren een Baas zynen Knecht den dienft moet opzeggen, ibid. Mag gecn Knechts gebruiken, die in eens anderen dienft is- 148 Scheepflyter , hoe lang te vooren zynen Knecht moet waarfchouwen , als hy hem wil laaten gaan. II. 148. Mag geen Knecht gebruiken , die aan een ander verbonden is. ibid. Scheer en, Zie: Baardfcheeren. Scheeringen, Keure tegen het breeken en fteelen van dezelven. I. 214—216. Straf door de daaders daar van te ondergaan. 214. Premie, op de ontdekking beloofd. ibid. Schepen, langs het Zuider -Buiten-Spaarne, met Paarden te trekken, Reglement daaromtrent. II. 9. Trek-Loon, daar voor te be- ' taa5en' ibid. Scheper, en Schuiten, van minder laft, hoe veel moeten betaalen , jaarlyks , voor de Lantaanien aan de Meer. i, 4g Schepen of Schuiten, door de Trekvaart'van Haerlem op Leiden vaarende, wat aan den Huurder der Tolhekken daar voor moet betaald worden. II. 138. Welke daar van vry zyn. ihld% Schepen, worden voor vafte Goederen gerekend. Schepenen, wie, behalve Procureurs en Advokaaten, ter Kamer van Heeren Schepenen, voor anderen mogen compareeren. I. 104, 105. _ Wanneer Procureurs vereifcht worden, ibid. Ieder mag 'er zyn eigene zaak waarneemen. ibid. Ook zyne Naaftbeftaanden daartoe gebruiken. 104, 105. Insgelyks eigene Boekhouders. 105. Wanneer fchriftlyke verzoeken aan Heeren Schepenen ook door Notariffen mogen getekend vvoré den- :. ibid. Scnerpe Patroonen , door wien en hoe op de Vergader-Plaats aan te brengen. II. 307. Zie verder: Patroonen. Schieten, met Snaphaanen, Piüooltjes enz. of nfficeken van Vuurwerken , als Klapbusfen, Zwermers enz., op Nieuwjaarsavond op de Markt en elders, verbooden. I. 24. Straf aan de overtreders gedreigd. Schieten, (het) met Snaphaanen, Piftooltjes' Kanonnetjes, Klapbluffchen enz. voor of na Nieuwjaar, op de Markt, of langs de Straaten enz. verbooden. I. 228, 229. Voorgaande Keuren hier omtrent beveiligd, ibid. 233, 234. Zie verder: Snaphaanen, Pistooltjes, enz. Schildery-Verkoopingen, wat den Klerken ter Secretaiy daar van toekomt. II. 320 Schildwacht, uit te zetten aan de deur der Burger-Wacht. II. 296. Boete voor die daar op flaapende wordt gevonden. ibid. Schippers, mogen geen Lood of Soudeer uit deeze Stad vervoeren, dan alleen van LoodNbd 2 gjg.  BLAD W YZER dek. gieters- en Ppmpmaakers - Baazen. I. 215. Straf tegen de overtreeders daar van. ibid. Schippers, mogen geene Bedelaars zonder uitdruklyke order der Regeering invoeren. I. 224 , 225. Boete tegen de overtreeders. 225 Schippers , met Graanen hier aangekomen , moeten zich, op den gewoonen tyd der looting, by den Commiflaris aangeeven. II. 272. Verdere verordening des aangaande. ibid. Schippers, met Kooien binnen deeze Stad aangekomen, moeten dezelve op de gewoone Lootingen aangeeven. II. 274. Wat de Commiflaris daar voor geniet. ibid. Schippers, (vreemde) mogen uit hunne Schepen, op de Houtmarkt, Brandhout verkoopen. I. 95. En te huis brengen, ibid. Maar niet daar mede te koop draagen door de Stad. ibid. Schippers der Trekfchuiten, tuflchen Haerlem en Amsterdam, moeten het getal der Paflagiers telkens aan den Huurder der Gabellen opgeeven. II. 52, 53. Boete op de overtreeding. ibid. Schippers, van het Binnen-Veer op A m s t e rdam, Ordonnantie op het zelve. II. 87, 88. Zie verder: Binnen-Schippers. Schippers, van het Amflerdamfch Buiten-Veer, mogen geene Vragtloonen vorderen van de afzenders van Goederen. II. 191. Moeten de Goederen wel behandelen. ibid. Schippers-Veer, tuffchen PI ae r lem en Alkmaar. Ordonnantie en Reglement op het zelve. II. 121—126. Zy moeten bekwaame Dam-Schuiten ofEikers houden, 124. Twee fuffifante Borgen ftellen. ibid. Zeiven hunne beurten waarneemen, en op zyn tyd vaaren. ibid. Zo fpoedig mooglyk de reis afdoen. 124,125. Bcpaaling der dagen, wanneer te vaaren. 125. Van het laaden en aantekenen der Goederen, ibid. De Veerschippers alleen mogen Perfoonen en Goederen tuflchen de voornoemde Steden vervoeren. 125. Beftemming der Vrachtloonen. 125, 126. Vermindering van dien van de Kaas. 126 Schippers-Veer, tujfchen Haer lem en Al kmaar , herhaadde Ordonnantie en Reglement op het zelve. II. 198—200. Ampliatie-Ordonnantic op het gemelde Veer. 200, 20 £ Schippers - Veer , tujfchen Haerlem en 's Gravenhage, Ordonnantie op het zelve. II. 201 — 204. Hoe dikwyls, en wanneer de Schipper moet vaaren. 201. Moet zelf vaaren, als hy kan. ibid. Voor zyne Knechts in ftaan. ibid. Ligplaats. 201. Wanneer de Veerfchuit daar moet leggen. 201, 202. Moet naauw acht geeven op de laading en ontlaading der Goederen. 202. De fchade vergoeden, ibid. Spoedig loflen en de Goederen bezorgen. 202. Aantekening te houden van de ingelaaden Goederen. ibid. Lyft der Vragt- en Beftelloonen op het gemelde Veer. 202^-204 Schoenen van Hoedevilt, wie dezelven verkoopen mag. II. 083 Schoen-Kraamen, waar, geduurende de Kermis, moeten ftaan. I. 15 Schoenlappers - Gild, Ordonnantie op het zelve uitgebreidenveranderd.il. 147, 148. Boete van de geenen die zich het Schoenlappen te onrecht aanmaatigen. 147. Wat te geeven tot de begraafnis van een overleeden Gilde-Broeder, ibid. Waar het Doodkleed te haaien, ibid. Wat by het weder inkomen in het Gild te betaalen. 147 Schoenlappers-Gild , hoe vee! de Overluiden van het zelve, by het maaken der Nominatie, mogen vertceren. II. 103 Schoenmaakers- Knechts-Bos, Alteratie en Ampliatie der Ordonnantie op dezelve. H. 68. Zie verder: Bos. Schoenmaakers-, Lcerlooyers en RunmeetersGild, Ordonnantie voor het zelve. U. 282— 286. Niemand mag Lid van dat Gild zyn, of moet zyne Proef hebben gedaan. 2S2. Noch Schoenmaakers-Werk van buiten inbrengen, ibid. Wie tot het doen der Proeve mag toegelaaten worden, ibid. Moet Poorter zyn. ibid. Wanneer geen Proef mag gedaan worden. 282. Wat hy voor een Proef moet maaken. ibid. Koften, daarby te betaalen. 282, 283. Die van het doen der Proeve uitgezonderd zyn. 283. Wie al het Gild moeten koopen, en wat daar voor betaalen. ibid. Wat de Gilde-Broeders jaarlyks moeten contribueeren. 283. Wat een arme Zieke Gilde-Broeder tot adfiftentie geniet, ibid. Een Weduw mag de affaire aanhouden, ibid. Wanneer een Knecht te huis mag Werken voor een Baas. 283. Verdere verordening omtrent SchoenmaakersKnechten. ibid. Wie met Schoen-Kraamen op de Jaarmarkt mogen worden toegelaaten. 283, 284. Moeten zich op de Looting aangeeven. 284. Verordening voor die met hun Kraam op de Weekmarkt willen ftaan. ibid. Niemand, dan die in dit Gild is, mag Huiden of Kalfsvellen koopen. 284. Uitzondering daar van. ibid. De Gilde-Broeders hebben het recht tot een Legerfteede in de Gilde-Graven in de Groote Kerk alhier. 284. Verordening omtrent het begraaven, 284, 285. Wanneer en waar de Vinders vergaderen. 285. Order op de Boeten, ibid. Ieder Gilde-Broeder moet een Exemplaar deezer Keure koopen. ibid. Schoenmaakers-Werk, buiten deeze Stad gemaakt, mag hier niet worden ingevoerd. II. 282 Schooien, (Stads-) in hoe veele wyken de Stad in dien opzigte verdeeld is. I. 34. Welke die wyken zyn. ibid. Schoolgaan, der Kinderen van de Stads-Schoolen, hoe beftemd. I. 35. Nadere bepaaling en verandering daarin gemaakt. 39, 40 Schoolhouden, van de Meefters der Stads-Schoolen , de tyd daar van bepaald. I. 35. Nader beftemd. 39, 40 Schoei-  VOORNAAME ZAAKEN. ^Schoolmeefters , ^ (de Stads-) moeten , zo na moöglyk,in 't midden van hunne wyk woonen. I. 34. In hoe veele wyken de Stad, 111 dien opzigte , verdeeld is.' ibid. Hun 1 racceméut , waar in het 's jaars beftaat. ibid. Hoe veele Kaarfen en Turf zy ontvangen, ibid. Hunne vereifchte Hoedaanigheden. 34, 35. Hoedaanige Kinderen of bejaarde Perfoonen zy alleen in hunne Schooien mogen en moeten aanneemen. 35 Wanneer zy ook Kinderen van niet gealimenteerden moogen aanneemen. ibid. Op wier order zy de Kinderen van Gealimenteerden moeten ontvangen, ibid. Formulier van Admifficbriefje. ibid. Van welken ouderdom af, zy dc Kinderen moeten aanneemen. ibid. Bepaaling der dagen en uuren, wanneer zy moeten School houden. 35. Verandering cn nadere beftemming daarin gemaakt. 39. Hunne Vacantien. ibid. Zy mogen op andere uuren buiten 's Huis les geeven. ibid. Wat zy op hunne Schooien moeten leeren, en hoe zulks te verdeelen- 35, 36. Wat zy hunne Leerlingen moeten doen van buiten leeren. 36. Moeten zich bedienen van den Heidelbergfchen Catechismus, ibid. Hoe zy het zedelyk gedrag hunner Schoolieren moeten zoeken te regelen, ibid. Voor welke ondeugden hen waarfchouwen. ibid. Tot welke deugden opwekken, ibid. FIoc de ongehoorzaamen moeten vermaanen, bertraffen en kaftyden. ibid. Moeten eiken Schooltyd met het Gebed laaten beginnen cn eindigen, ibid. Hoe lang de Kinderen ter School moeten gaan. ibid. De gealimenteerden moeten hunne Kinderen ter Schoole zenden. 37. Onderfcheidene Pligtsbetrachtingen der Schoolmeefters. ibid. Moeten alle Maanden eene lyft der Kinderen overgetven aan Diakenen. ibid. Ook aan de Regenten van het Aelmoeiïem'ershuis. ibid. Gealimenteerden, die hunne Kinderen niet ter School zenden, hoe daar toe tc nooclzaaken. ibid. Verordening omtrent de Schoolboeken, ibid. StadsSchoolmcefters zyn Leden van 't Schoolmeefters-Gild. ibid. Wie lnfpecForen der Schooien zyn, en hoe lang. 38. Derzelver Pligt. ibid. Moeten op hunne Ordonnantie, de nodige Schoolbehoeften van den Stads - Drukker bezorgen, ibid. Mogen Pryzen aan de naarftigften uitdeelen. ibid. Zie verder: Infpecloren. Schoolmeefters , binnen deeze Stad, moeten jaarlyks eene Contributie tot onderhoud van het Gild geeven. II. aStf Schoonkouder, der Zoutevifch-en Haringmarkt, waarin zyn werk bellaar. I. 17. Zyn loon. 17, 18 Schorfen, van Run, in de Runmolen hier te maaien, mag door eigen volk geloft worden. i. u8 Schot fche Tapyt-Weevery. Zie verder: TapytIVeevery. Schouwen , by S p a arn wo ude cuSloter- dvk, hoe veel te betaalen voor het over-4 haaien. 11. 4, 5. 48—50. Wie vry daarvan zyn tulfchcn deeze Stad en Amster-> dam. 5. 50. Wie by Spaar n wou de. 6. 50, 51. Wie by Sloterdyk. ibid. Hoe verre die vrydom zich uitftrekt. 6, 7. 50. Van het onderhoud der Schouwen. 7. .. 5i ■> 52 Schouwing van doode Ligchaamen, moet door een Stads-Doctorworden bygewoond. I. 66 Schouwmeefter*, van het Peft-en Dolhuis, door Regenten van dat huis aangefteld. I. 74. Op welk Tractement. ibid. Verandering door Heeren Burgemecften. n daarin gemaakt. ibid. Schryfpapier, door wien mag verkocht worden, behalve door Boekverkoppers. II. 212 Schryfpennen, mogen alleen door Leden van het Boekverkoopers-Gild verkocht worden. II. 212 Schuiten , het afhuuren van dezelven tusfchen de Steden Haerlem en Leiden wat koft. II. 46 , 47. Reglement daarop. ibid. Schuiten, (Buiten-) van Haerlem op Amsterdam, en vice verfa, hoe veel, daaglyks moeten vaaren. II. 188, 189 Schuld-Brieven, niet voor vafte Goederen gerekend. I. 152 Schuld - Eifchers, Zie: Crediteuren. Schulden, order nopens het juftïficeeren derzelven door Crediteuren. I. 84, 85 Schuthok, wie gelaft, Beeften, op publieke plaatfen weidende of loopende gevonden , daarin te brengen. I. 146, 147. Wat door de Eigenaars derzelven daar voor te betaalen. ibid. Hoelang zy daar mogen ftaan. ibid. Wat daar mede te doen. ibid. Schutters , wie daartoe kunnen aangenomen worden. H. 288. 292, 293. Eed, door dezelven af te leggen. 292, 293. Die uitkoop willen doen , wat te betaalen. 294. Wanneer op de Wachtplaats moeten verfchynen. ibid. Boete, wanneer te laat komen, ibid. Wanneer in 't geheel niet komen. 295. Wie daar van bevryd zyn. ibid. Mogen van de Wacht niet afgaan, ibid. Uitzondering daar van. ibid. Met welk geweer en toerufting op de Wacht moeten komen. 296. Boete, wanneer hunne toerufting niet in orde is. 296. Waar hunne Snaphaanen op de Wacht moeten ftellen. ibid. Hoe veelen naar de Hoofdpoorten gaan om ze te fluiten. 296. Wanneer dronken op de Wacht komen, welke Boete ondergaan. 297. Mogen geen gerucht op de Wacht maaken. ibid. Moeten aan hunne Officieren alle gehoorzaamheid betoonen. 297, 298. Hoe ziek verder te gedraagen. 298. Moeten zich op de Wacht in den Wapenhandel oeffenen. ibid. Welke Schutters des morgens by het openen der Zyl- en Spaarnwouder-Poorten voor de Trekfchuiten moeten adfifteeren. 298. Schutters , die des nachjs eene Poort openen, welke order zy daar in moeten waar0 0 0 nee-  BLAD W YZER der neemen. ibid. Welke Schutters des morgens de Poorten openen. 298. Reglement voor dezelven.ibid. Boeten, door de Schutters verbeurd, hoe te belteeden. ibid. Schutters , mogen zich niet in de Wapenen bcgeeven zonder order van hunnen kommandeerendeii Officier. II. 308, 309 Schutters - Penning , by gelegenheid van Oproer, door de Schutters, by hunne aankomft op de Vergaderplaats over te geeven. 11. 306, 307 Schuttery der Stad Haerlem, nieuwe generaale Ordonnantie en Reglement op dezelve; van 26 Auguftus 1788. II. 287—309. Provifioneele Artikels, deswege door den Prins Erf-Stadhouder vaftgefteld; 288—290. Buiten dezelve mag 'er geen ander gewapend Corps binnen deeze Stad worden opgerecht. 288. Moet beftaan uit acht Vaandels, ibid. Elk Vaandel uit hoe veele Divifien, enz. ibid. Naamen der Vaandels. 288. Van de Nacht-Wacht. ibid. Vereifchten der Schutters, ibid. Van de Wacht der Divifien. 288. Nieuwe Eed der Onder-Officieren en Schutteren, ibid. Krygsraad , waaruit beftaat. ibid. Van de Electie. 288, 289. Welken Eed moet doen. 289. Wanneer vergadert. ibid. Hoe de vacatures te vervullen, ibid. Van den Adjudant en Drilmeefter. 289. Leden des Krygsraads in dien tyd. ibid. Lyft van de verdeeling der Schuttery in Compagnien enz. 289, 290. Door CommifTariflcn van den Prins Erf-Stadhouder beëedigd. 290. De nieuwe Leden des Krygsraads prefenteeren hunne geformeerde nieuwe generaale Ordonnantie op de Schuttery aan den Prinfe Erf-Stadhouder ter approbatie. 290. Dezelve handelt van de Vergaderpiaatfen deiVaandels. 290, 291. Van den Krygsraad. 291, 292. Wie vry zyn van de Schuttery. 292. Wie daartoe betreklyk, en hoe aan te neemen. 292—294. Van de Wachtgelden en Uitkoopen. 294. Van de NachtWacht. 294—299. Inftructie voor de Sergeanten en Corporaals. 299, 300. Van'de Exercitie. 300, 301. Van den Brand. 301 — 305. Van Oproer. 305—309. Van de invordering der Boeten. 309. Approbatie van den Prins Erf - Stadhouder. ibid. Schuttery, de Hoofdwacht derzelve wordt van het Stadhuis verplaatft ophetOude Stadhuis. II. 19 Scriba, der Nederd. Gereformeerde Diaconie. Zie: Mede - Thefaurier. Sequefters , in Infolvente en Verlaatene Boedels , hoe moeten handelen. I. 85. Inftructie voor dezelven. ibid. Zie verder: Curateuren. Sergeant , zyn poft op de Wacht. II. 299. Moet de bekeuringen aantekenen in een Wachtboek. ibid. Hoe hy moet handelen , als een Opper-Officier in Boete vervalt, ibid. Mag niet in byzyn der Schutters worden bekeurd. 299, 300. Moet het Wachtboek gecachetteerd verzenden aan den Fiskaal. ibid. Waar het zelve vol zynde , moet bewaard worden. 3&0 Sergeanten en Corporaals, Inftructie voor dezelven. II. 299 s Gr a a ven ha ge , Ordonnantie op het Schippers - Veer tuflchen Haerle.m en 's G r aa V e x h a g e. II. 201 — 204. Zie verder: Schippers-Veer tujfchen IIae rle m enz. 's Heeren Straaten , mogen niet belemmerd worden, I. 145. Keure omtrent de belemmeringen derzJve gerenoveerd en geamplieerd. 145, 146. Rytuigen niet onbehoorlyk te zetten op de Straaten. 145. Koopmans-Goedeien voor den avond van de Straaten te bergen, ibid. Lieden, die Melk aan de huizen brengen, mogen met hunne MelkEmmers de paffage nier hinderen. 145. Ploe zy hunne Melk-Emmers moeten plaatfen. ibid. Door Vragtfleeden , Kruiwagens enz. de kleine Steenen langs de Straaten niet tc bezetten, ibid. Met Wagens , Paarden , Karren enz. niet te ryden op de kleine Steenen. 145. Lofle Paarden hoe te leiden langs de Straaten. 145, 146. Boete, tegen de overtreeders gefteld. ibid. Slagttyd , (de) welke tyd daar voor gerekend wordt. II. 152 Slangen, tot de Brandfpuiten behoorende, by Brand , eenigen moedwil daar aan te doen, hoe zulks te ftraffen. II. 305 Sleeden, daar mede niet te ryden over de kleine Steenen langs de Straaten. I. 145 Sleepers, worden gelaft zich (tipt naar de Ordonnantie op het Sleepers-Gild te gedraagen. II. 62. Moeten bet reeds gewonnen werk afdoen, eer weder mogen looten. ibid. Sleepers, het getal derzelven moet uitfterven van twintig op zeftien Perfoonen. II. 102. Ploe veel Burger-, Bier- en Wynfleepers 'er mogen zyn. ibid. Sleepers, mogen niet, zittende of ftaande op de Sleeden, ryden. 1. 147. Niet over de kleine Steenen langs de Straaten. ibid. Boete daar voor. ibid. Veepers, kennis bekomende, dat zy Graanen moeten ryden, zyn gehouden, terftond te looten. II. 271 , 272. Hun arbeidsloon. 272 'kepers-Gild, Vinders van het zelve moeten, zo veel mooglyk aan het Sleepers-Hoofd zyn. H. 62. Waar voor verder zorg moeten ^ draagen. ibid. koopen van Huizen, zonder toeftemming van Heeren Burgemeefleren verbooden. I. 150— 152. Boeten, tegen de overtreeders daarvan ( gefteld. ibid. 'loopers, van Huizen, Schepen en Schuiten, mogen niet als Oud-Yzerkramers fungeeren. f. 214, 215. Geen Lood van Particulieren koopen. 215 l o o ï e r d y k, wat re betaalen aan het Tolhek en dc Schouwe aldaar. II. 4, 5. 48— 50. Wie vry daar van zyn. 6. 51 'lykjltcg. wordt, 0111 haar verval, onder ande-  V O O R N A A M E ZAAKE N. dere Buurten verdeeld. I. n, 22. De houders van Slaapers in dezelve mogen geene Zieke lieden inneenien. ibid. Slyters, van ftcrke Dranken, welke Reftitutie van Excyns hun te geeven van Dranken, buiten de Stad verkocht. f. 3 , 4. Precautien , om f raudes daaromtrent voor te komen, Slyters en Fcr koopers van Koek, moeten, voor• af, behoorlyke admiffie daartoe verzoeken. H. 260, 261. Wat zy daar voor moeten hetaaien. ibkL Sleutels, mogen niet afzonderlyk verkocht worden , dan onder zekere voorwaarden. I. 210 Sleutels deezer Stads Foorten, waar dezelve door de Schutters moeten gebragt, en waar bewaard worden. " ]J, ngQ- Smalneering, Commiffiariflen van het Gild, de Smalneering aangaande, gequalificeerd, om Werkbaazen , die zich twee jaaren met het Weeven van Zyden Gaazen hebben bezig gehouden , in hun Gild aan te neemen. II. 3u, 3Ia.. Knechts insgelyks. Smal-Schepen, hoe veel faarlyks moeten betaalen voor de Lantaarnen aan de Meer. c . v h 46' Smalweevers-Gi/d, deszelfs Overlieden gequalificeerd, om het Zieken-Geld op de helft te verminderen. II. 3n. Ook het Tractement van den Gilde-Knecht te verminderen. ibid. Het Gild ontvangt jaarlyks eenige Turf, Hout en Kaarfen. ibid. Smede- en Wyngaardflraaten , order op het draagen van Lyken van Ongetrouwden, in die Buurt. J. ,64, l65 Snapnaamn (met) Piftooltjes enz. niette Schieten, binnen de Stad of jurisdictie van die, op Nieuwjaars-avond. I. 24. Welke Boete daar op gefteld is. ibid. Sneeuw, waarlchouwhg aan de Ingezeetenen, om dezelven van voor hunne huizen te doen wegneemen. ï. 144. Whar dezelve te brengen, ibid. Niet uit en van de Huizen op 't midden der Straaten te werpen. 144 Sociëteit , der Begraafnis-Bos. Zie : Algemeene Sociëteit enz. Secieteit, nieuw, algemeene, tot Begraafniffen. . 33—35 Sociëteit, Tweede Burge--Weduwe-, Alteratie en Ampliatie der Ordonnantie op dezelve, e • • II. 83 Sociëteit, vrywillige, algemeene, tot Stut des Ouderdoms. 11. 29 — 31. Zie verder: Vry willige, enz. Verandering van fommige Artikelen der Ordonnantie voor die Sociëteit. c . . 32 Sociëteit ,■ vrywillige, algemeene, tot Stut des Ouderdoms, Alteratie en Ampliatie van de Ordonnantie op dezelve. II. 160, 161. Nadere fchikking omtrent de Contributien en het trekken der Leden. 160, iói. Hoe groot de uitdeeling, geduurende eenige jaaren, zou zyn. 343, 344. Nadere provilbire bepaaling omtrent dc te doen uitdeelingen. c „■ ■ ■ , 'i 344' 3+5 Soluctteurs, wie voor de Kleine Bank van Juftitie, als zodanigen, mogen fungeeren. I. 80. Hun Salaris, ibid. Mogen" geen onrechtvaardige zaaken waarneemen. 81. Hoe zich verder moeten gedraagen. ibid. Moeten de Ordonnantie ,hun aangaande, beëedi8M. 81 Sondeer. Zie verder: Lood, of Oud-Lood. Spaarne, (het) hoe lang, by beflooten Water, door den Overhaalder, aan de Kamper - Laan , mag open gehouden worden. a ; i- =3 spaarnwoude, wat te betaalen aan het Tolhek en de Schouwe aldaar. II. 4 , 5. 48 — 51. Wie vry daar van zyn. 6. cv / ft . 50, 51 Speelen, waarlehouwing tegen het zelve, op de Straaten , by de Kerken, onder den Godsdienft, fcherplyk verbooden. I. 217, 218. Boete daarop. 2i8 Speelkaarten , mogen door een ieder worden verkocht. - 2i6 Spotfchriften, tegen den Godsdienft, of de Regeering des Lands, mogen door de Leden van het Boekverkoopers-Gild niet gedrukt, noch verkocht worden. II. 213. Boete tegen de overtreeders gefteld. -ibid. Spyzen , op de bereiding derzelven- in het Diaconie-Huis wel te letten. I. 178. 180 St. Antonie-Brug , buurt van daar tot de Barnefteeg, met eene andere gecombineerd. h 97 St. Jofephs of Timmermans - Gild , Keure op het zelve veranderd. H. 145. Geen Timmermans-Knecht mag zyn dienft verlaaten, zonder agt dagen te vooren te waarfchouwen. Staal-Fabriek , (Engelfche) binnen Haerlem opgerecht. 1. n8 , 119. Vergunning daartoe aan William Worsdell'gegeeven.119. Om ze in een ordinair Woonhuis te oeffenen. ibid. Met uitfluiting van alle anderen, ibid. En vryheid, om Kimtienaars daar toe uit Engeland re ontbieden. 119. Moet borgtogt daar voor ftellen. ibid. De oeftenaar behoeft geen lid vanhetSmids-Gild te worden. , IOO Stad, in hoe veele wyken dezelve, ten aanzien der Stads-Schoolen, verdeeld is. 11 34. Welkê die zyn. aftf Stad, in hoe veele Verdeelingcn zy ten aanzien der Armen-Bediening verdeeld is. I. Stads-Drukker, levert, op Ordonnantie deiSchool - Infpeétoren , de Schoolbehoeftcn aan de Stads-Schoolen. % 3g Stads - Excyns , op Turf, Gemaal en Bier, vrydom daar van , vergund aan 't Remon.Itrantfche- Hofje. r. Jo0- Stads-Toren, aan de ooftzyde van de Hoo°-eBrug by het Spaarne, tot eene Wind- Verfmoolcn ,- enz; gecedeerd. I. 116-118 Stads-Schoolen, (de) volledig Reglement omO002 treur  BLAD WYZE R der trcnt dezelven van 10 Mai 1757. I. 34— 38> Nieuw en laatfte van 1 April 1785. 184— 194. In hoe veele wyken zy verdeeld zyn. 184, 185. Welke die zyn. ibid. Daarin mag door Infpeétoren, des nood, verandering gemaakt worden. 185. Aan den ingang van iedere Stads-School eene Armbos te plaatfen. 37, 38. Hoe veele Kaarfen en Turf aan dezelven te leveren. 40, 41 Stads-Schooien , wel dc Kaarfen , maar niet de Turf, worden van Stadswege betaald. I. 62 Stads-Vroedmeefters , Reglement voor dezelven. II. 236. Hoe veele Stads-Vroedmeesters 'er zullen zyn , en hoe dc Stad onder hen te verdeelen. 236. Moeten by alle onvermogende Baarende Vrouwen, geroepen wordende, adfifteeren. ibid. Op requifitie eener Vroedvrouw zich derwaards begeeven, zonder briefje van een Stads-Doftor. ihid. In welke gevallen zy elkanders plaats moeten vervangen. 236. Zy moeten in moeilyke gevallen elkanders byftand roepen, ibid. Wanneer zy de SeEtio Cafarea mogen verrichten. 236. Moeten voor het aanvaarden hunner functie een Eed doen. ibid. Zich ftipt naar dit Reglement gedraagen. 238. Aan wien het opzigt en de executie van het zelve ftaat. ibid. Verordening wegens de Boeten. 239. Belofte, door een Vroedmeefter te doen, voor zyne Promotie, ibid. Formulier van den Eed, door een StadsVroedmeefter te doen. 240 Stads-Vroedvrouwen , Reglement voor dezelven. II. 236. Hoe veele Stads-Vroedvrouwen 'er zullen zyn. 236. Hoe de Stad onder haar te verdeelen. ibid. Zy moeten , ieder in haare wyk, de arme Baarende Vrouwen helpen. 237. Dat werk zelve; verrichten, ibid. In welke gevallen zy elkander moeten adfifteeren, en orde, daarin waar te neemen. ibid. Geroepen wordende, moeten zy zich terftond derwaards begeeven. 237. In welk geval eeneStads-Vroedvrouw haare adfiftente mag zenden, ibid. Wanneer eene Stads - Vroedvrouw weigert te komen by eene arme Baarende Vrouw, moet zy die Vroedvrouw betaalen, welke haare plaats vervult. 237, 238. Wanneer zy een' Stads - Vroedmeefter mag en moet te hulp roepen. 238. Ploedaanig een Bord zy moeten uitfteeken. ibid. Moeten Leerlingen in haar onderwys aanneemen. ibid. Hoedaanige tot Stads - Vroedvrouwen aan te ftellen. 238. Moeten vooraf een Eed doen. ibid. Zich ftipt naar dit Reglement gedraagen. ibid. Wie het opzigt in de executie over dit Reglement heeft. ibid. Hoe de Boeten te appliceeren. 239. Belofte door eene Vroedvrouw te doen voor haare Promotie. 239. 240. Formulier van den Eed, door eene Stads-Vroedvrouw te doen. 240 Stalmeefiers, hunne Paarden uit hun land haaiende , vry van Tollen aan de Tolhekken. II 44 Steenen, (kleine) langs de Straaten, waar mede, vooral des avonds, niet te bezetten. I145. Noch te beryden. ibid. Zie verder: *S Heeren Straaten. Steenen , niet te laaten liggen op den trekweg tuflchen HaerlemchLeiden, H. 185 Steenkoeien. Zie: Kooien. Steentelder, bekomt, op zyn verzoek, verhooging van Arbeidsloon. I. 197. Hoe veel dezelven van het tellen van duizend Steenen, van verfcheideue foorten, ontvangt. • ibid. Sterke Dranken, de Zetting op den Prys derzelven wordt geheel afgefchaft. II. 314 Stilzittende Leden , (de vier oudfte) van het Turfdraagers-Gild , ontvangen verhooging van Weeklykfche uitdeeling. II. 319 Stoelen, in dc" Kerken, hoe lang moeten vooruit betaald worden. L 45 Stoelen-Geld, in de Kerken , wanneer en hoe veel reftitutie daar van te ejfchen in geval van dood of vertrek. L 45 Stoelenmarkt, waar, geduurende de Kermiste houden. I. 15 Stokvifch, waar dezelve mag en moet verkocht worden. I. 139—141. Keure en Ordonnantie daarop. Zie verder : Zoutevifch. ■ Markt. Straaten, Ordonnantie op het ftuk derzelven. I. 59, 60. Keuren op dezelven. 144— 147 Straaten, by zeer zwaaren Sneeuw , gelaft fchoon te maaken. I. 144. Men mag geen Sneeuw uit of van de Huizen brengen op het midden der Straaten. 144, 145. Waar men denzelven mag en moet brengen, ibid. Boete op de overtreeding. ibid. Zie verder: 's Heeren Straaten. Stroo, binnen deeze Stad verkocht, mag door den verkooper niet worden te huis gebragt. II. 310, Door wien zulks moer gefchieden. ibid. Slyffel, mag door vreemde Kooplieden en -Schippers, uit Waterland cn elders, hier in 't groot niet worden ingevoerd , om in 't klein uit te venten. II. 264 Suiker, onderfcheidene Vragtloon, daar voor te betaalen. II. 190 Superintendenten, der Nederduitfche Gereformeerde Diaconie , binnen Haerlem. I. 165, 166. Ploe veele, en waar uit genomen. 165. Hoe lang derzelver Commiffie duurt. 165, 166. Door wien dezelve worden aangefteld. 166. Moeten de nakoming by Eede belooven. ibid. Niemand mag die Commiffie weigeren, ibid. Boete, in dat geval. ibid. Wie daar van zyn uitgezonderd, ibid. Wie niet. ibid. Waarin hun poft of commiffie beftaat. 166. Alle Coiri paritien moeten by hen worden aangezegch ibid. Welke zy moeten bywoonen. ibid. Boete, in geval van afwezigheid, ibid. Waartoe die Boeten te befteeden. 166. Hoedaanige Hem zy in de Comparitien hebben, ibid.  V O OR N A A M E ZAAKEN. Orde in het Hemmen, ibid. Zy mogen de gen. .„ien Refolutien opfchorteh. ibid. , Supj» ■■kn, der Nederduitfche Gereformeerde Di. -onie, welke die zyn. 1. 169. Moeten op alle Comparitien adfifteere». ibid. De Arme'! wel leeren kennen, ibid. De Huis* •icziir.ien der gealimenteerden veel vifiteeren. nd. Waarnaar zy zich, in die vifitatie», moeten informeeren. 169. Daar van rapport doen, aan wien. ibid. Op den ftaat der gealimenteerden toezigt te houden. 170. Op het gedrag der Suppooften zeiven behoorlyk acht te geeven. ibid. Onder wier directie en gehoorzaamheid zy ftaan. ibid. Mogen by wangedrag worden gedimitteerd. 170. Hoe die plaats weder te vervullen. ibid. Suppooften, van het Nieuwe Diaconie-Huis, binnen Haerlem. I. 179—181. Wie al tot de Suppooften behooren. 179,180,181, Moeten, zo veel mooglyk, in het Huis zelve woonen. 181 T. Taan-Moolen, binnen deeze Stad, met Octrooi opgerecht. I. nó—118. Zie verder: Verfmolen. Tabaks - Clyfteer - Pypen , tot behoudenis van Drenkelingen, waar te haaien. I. 231 Tabaks-Verkoopers , moeten een jaarlykfche Recognitie aan het Oude Mannenhuis voldoen. I. 113, 114. Wat nieuw aankomenden moeten betaalen. 114. Wanneer zich aan Regenten moeten aangeeven. ibid. Ook by verkiezing, ibid. Boete voor de nalaatigen. ibid. Lyft van hunne naamen en woonplaatfen jaarlyks aan Regenten over te geeven. 114. Door wie. ibid. Tachtigfte Penning, van de Verkooping van Meubilaire Goederen door de Koopers te betaalen. I. 107 Tamboer - Majoor, moet, als de Brand geblufcht is, aan de Hoofdwacht kennis daar van geeven. H. 30a Tamboers , moeten by de Exercitie hunner Vaandels adfifteeren. II. 301. De naafte aan den Brand moet dat Vaandel opflaan. 302. Moeten , by Oproer , zich by hun Vaandel voegen met hunne Trommels. 306 Tapneering, van een Tapper, die Infolvent geweeft is , niet over te doen, dan ten proiyte der nog onvoldaane Crediteuren. I. 130 Tapper, Infolvent geweeft zynde, mag zyne Tapneering aan anderen niet overdoen, dan ten profyte van de nog onvoldaane Crediteuren. B 130 'Tappers, hoe veel de groote Tappers , Jaarlyks , voor de Acte van Admiffie tot verkoopen van Bier ter Secretary moeten betaalen. L 29. Hoe veelen van dezelven, in 1758, in deeze Stad waren. ibid. Tappers, mogen niemand borgen , ter zaake van by hen verteerde Drinkgelagen. L 100, Geen geld leenen aan lieden, die by hen komen drinken. ibid, Tappers, moeten jaarlyks, zekere Recognitie aan het Oude Mannenhuis betaalen. I. 113, 114. Zie verder: Herbergiers. Tappers, moeten hunne Huizen laaten gebruiken, tor behoudenis van Drenkelingen. I. 231. Ook een Exemplaar Van het voorfchrift der handelwyze omtrent dezelven te houden, by de hand hebben. ibid. Tappers, mogen, na tien uuren des avonds, geene gelagen meer zetten. I. 234 , 235. Of Dranken meer fchenken. ibid. Byzonder voor geene Militairen meer tappen, of in Huizen houden, na d,at de Taptoe zal gellagen zyn. ibid. Tappers, mogen niet weigeren, Lieden, voor dood uit het water gehaald , in huis te neemen. H. 383, 384 Tappers - Gild, moet jaarlyks , aan Regenten van het Oude Mannenhuis, de naamen en woonplaatfen der Logementhouders, Herbergiers, enz. overgeeven. I. 114 Tappers-Gild, het achtfte Artikel der Ordonnantie op het zelve geëlucideerd en geamplieerd. II. 61. Zie verder: BrandewynVerkoopers- en Tappers- Gild, Tappers-Gild, de Ordonnantie op het Zelve, by Refolutie van de Heeren van den Gerechte , ten aanzien van de Zetting op den Prys der fterke Dranken veranderd. II. 314 Tapyt-Weevery, (Engelfche en Schotfchè) binnen Haerlem opgerecht. L 121, 122. Waar? 121. Vergunning daar van aan James White gedaan. 121, 122. Behoeft deswege in geene Gilden te komen. ibid. Mag de ftoffagie, tot de fabriek nodig, door eigen bedienden opflaan. 122. Eene verwery voor de Fabriek binnen deeze Stad oprechten. ibid. Eene Schuit of Steiger leggen in de Bakene/fergracht voor zyne wooning. ibid. Verkrygt vrydom van Stads - Impofitien wegens de Brandftoffen voor de Fabriek, ibid. Onder welke voorwaarden , en hoe lang. 122 Tarwenbrood, wie alleen daar mede bedeeld worden. I. 174 Tekeningen-Verkoopingen , wat den Klerken ter Secretary daar van toekomt. II. 320 Ter myn- Brieven , van Huizen, enz., waar van de laatfte termyn voor meer dan drie jaaren vervallen is, zyn niet praïferent, maar concurrent. I. 10 Teftamenten, ter Weeskamer vertoond, welk Salaris daar van betaald moet worden. 1. ™ ' ' ' •? 42 Thee, onderfcheidene Vragtloonen van heele, halve en quart-kiftjes te betaalen. II. 190 Thee-Lood, prys van het zelve, hoe te bepaa- Ppp Ien,  BLAD W YZER der ien. 227. Mag niet onder ander Lood verfmolten worden. ibid. Thefaurier, der Nederduitfche Gereformeerde Diaconie. I. 168. Waaruit dezelve te neemen. ihid. Hoe te verkiezen, ibid. Waarin zyn werk beftaat. ibid. Hoe veele Boeken dezelve moet houden. 168. Wie denzelven moet adfifteeren. ihid. Hoe dezelve zyne jaarlykfche Rekening moet doen. ihid. Wat vereifcht wordt, om betaaling van Leverantien te doen. 169. Zie verder: MedeThefaurier. Timmeragien buiten deeze Stad, wat daaromtrent in acht te neemen. II. 104, 105 Timmering, order op het ftuk derzelve, buiten deeze Stad en haare Jurisdictie. I. 76 Timmerlieden, Schrynwerkets, enz. Knechts, Bos derzelven. Ü. 21 — 23. Zie verder: Bos. ■ Timmerman , moet aan zyne Knechten , by hun affcheid, een ichriftïyk Declaratoir geeven. II- H5 Timmermans-Baazen, mogen timmeragien maaken buiten de Stad. I. 76 Timmermans-Baazen , ontheven van zekere interdictie, hun ten aanzien van Buiten-timmeringen gedaan. H- '°4 Timmermans - Gild , het tweede Lid van het XXVIII. Artikel der Keure op het zelve veranderd en uitgebreid. II. 314, 315 Timmermans-Knecht, hoe lang te vooren moet waarfchouwen, als hy zyn Baas Wil verlaaten. II. 145 Tolhekken, wie vry zyn van Tollen aan dezelven tuflchen deeze Stad en Amsterdam. II. 5. Wieaandatby Spaarnwoude. 6. Wie aan dat IijSloterdtk. ibid. Hoe verre die vrydom zich uitftrekt. 6, 7. Verordening wegens het onderhoud der Huizen aan dezelven. 7. Wegens het betaalen der Huurpenningen, ibid. Zie vender: 'Tollen. Tolhekken, tuflchen Haerlem en Leiden, de Huurder derzelven behoeft niemand te laaten pafleeren, voor dat den Tol betaald heeft. 139. Wie al vry tiaar van zyn. 139, 140 Tollen, aan de Tolhekken tujfchen Haerlem en Amsterdam, conditiën van Verhuuring derzelven. II. 4-7. 48-53- Hoe veel aan dezelven tc betaalen voor Menfchen, Beeften en Rytuigen. 4. 48. Wat aan de Schouwen by Spaarnwoude en Sloterdyk te betaalen. ibid. Verordeningen , waarnaar zich te reguleeren, des Winters, by beflooten Water. 4, 5. 49, 50. Omtrent de Schepen en Schuiten in de Vaart. 5. 49, 50. Lyft van Perfoonen, die vry zyn aan de Tolhekken en Schouwen tuflchen deeze Stad en Amsterdam, ibid. Aan het Plek of Schouwe by Spaarnwo ul> e. 6. 50, 51. By Sloterdyk. ibid. Ploe verre die vrydom zich uitftrekt. 6,7. 51. Nadere conditiën cn voorwaarden van Verhuuring derzelven. 48 — 53. Men zie ver¬ der dezelve Conditiën ómftandig by elkander. 90—95- Tollen aan de Tolhekken, tuficben H a e rl e m en A m s t e r d a m , opheldering der voorwaarden van Verhuuring. 11. 43, 44. Wie daar van vry is. 43, 44. Wie niet. 44. Verdere verordeningen daaromtrent. ibid. Tollen, aan de Tolhekken tujfchen P] a e r l e m en Leiden, Conditiën van Verhuuring derzelven. II. 138 — 140 Wat aan ieder derzelven moet betaald worden voor Menfchen, Beeften en Rytuigen. 138. Wat aan de Haarlemlche zy.ie byzonder. ibid. Wat van de Schuiten en Schepen , door de trekvaart vaarende. ibid. Welke Jachten en Schuiten daar van vry zyn. ibid. Ploedaanige lieden door den Huurder mogen bekeurd worden. 138, 139. I 'y behoeft niemand de Hekken te laaten pafl eeren, zonder den Tol te betaalen. 139. Lyft van Perfoonen, die vry daar van zyn. 139,140. Moet de huizing glasdichr houden. 140. Verordening nopens het betaalen der Huurpenningen, ibid. De Pluurder moet borgen ftellen. ibid. Tollen , tujfchen Ha e r l e m en Leiden, Conditiën waar op dezelven verhuurd zyn. II. 177—180. Zyn zedert 1771, niet publiek verhuurd, maar op dezelve conditiën gecontinueerd. 177 Tonnen , daar mede geene verhindering in 't gebruik der Straaten toe te brengen. I. M5 Tonftaander, wie daar door verftaan wordt. II. 275. Wat dezelve van de Kooldraagcrs en Weegers geniet. ibid. Toren (eerde Stads-) aan de Ooftzyde der Hooge Brug by het Spaarne, tot eene Wind Verfmolen enz. verzocht en gecedeerd. I. 116—118 Traftement, der Stads-Schoolmeefters. I. 34 Tranjporten, en Boedels, Keuren wegens dezelven. I. 9 — 13- 32- ö4> 85. 129— 130 Tras-Molen, binnen deeze Stad, met Octrooi opgerecht. I. 116—118. Zie verder: Verfmolen. Trekken van het Geweer, Keuren tegen het zelve. I. 213—227 Trekken, van Schepen, met Paarden, aan het Zuider-Buiten-Spaarne , Reglement daaromtrent. 11. 9. Loon, daar voor te betaalen. ibid. Trekpad, tujjchen H a e r l f. m en Leiden, men mag geene Beeften daar op laaten Weiden. 1. 89. 184 Trek-Schuiten, van HaErle m op Am s t e rdam, op welke Zondagen de Komniiffaris maar eene Schuit mag Verhuuren. II. 131, 132 Trek-Schuiten, op het Leidfche Veer, moeten, voortaan, met fchuiven, in plaats van kleeden, gemaakt worden. li. 127 Trekvaart, Zeilen daarin verbonden. I. 60 Trekvaart, tulleken Haerlem en Lei- d e n,  VOORNAAME ZAAKEN. den, het Zeilen in dezelve verbooden. II. 8y. Trekweg, (de) langs de Vaart van Haerl e m op Leiden, mag op geenerhande wyze worden belemmerd. II. 184, 185. Waarfchouwing daartegen. Ibid. Boete , by de overtreeders te verbeuren. 184, 185. Geen fneeifel, icheerfel, noch onkruid, daarop te werpen. ibid. Trouwen, in beflooten Kerken, wat daar voor te betaalen. I. 107 , 108. Wat voor het trouwen in opene Kerken , op buitengewoone tyden. 108. Die zich, daar by, van eene Koets bedienen, wat deswege aan de Stad moeten geeven. ibid. Tuinders - Manden , moeten door den ordinaris Merker gemerkt worden. I. 22, 23. 'Zie verder: Merker van Tuinders- en Appelmanden. Tuinders - Manden , moeten door de Koopers van Groenten, aan dezelven te rug gegeeven worden. II. 106, 107 Tuinders - Schuur, is gefchikt tot bergplaats hunner Kruiwagens. II. 325. Waar dezelve ftaat. ibid. Wat door het WarmoefiersGild, jaarlyks, daar voor aan de Stad moet worden betaald. ibid. Tuin-Dieven, en Tuin-Dieveryen, Publicatie tegen dezelven. I. 213. Eene premie op derzelver ontdekking beloofd, ibid. Insgelyks eene , op de aanwyzing van geftolen Goederen, ibid. Renovatie dier Publicatie. 221, 222. Middelen , in 't werk te ftellen, om dezelven tc ontdekken. ibid. ' Tuinen, voor vafte Goederen gerekend. 1.152. Gronden en Opftallen. ibid. Tumult, verordening voor de Schuttery, hoe zich by tumult te gedraagen. II. 305—309. Zie verder: Oproer. Turf, in de Zoutkeet gebruikt, vry vanStadsExcyns. I. 5 Turf, vrydom van Stads-Impoft op dezelve, aan de Eigenaars der Zoutkeet vernieuwd. 1. in Turf, hoe veel aan de Stads-Schoolmeefters te leveren. I. 34. Hoe veel aan de Stads-Schoolen te leveren. 40, 4r Turf, door Diakenen, aan de Stads - Schooien geleverd , wordt hun van Stadswege niet vergoed. I. 62 Turf, vrydom van Excyns daarop aan't Hofje van Noblet, vergund tot zekere quantiteit. I. 28 Turf, Vrydom van Stads - Excyns daarop, vergund aan het Remonftrantfch - Hofje. I. 106 Turf, de Zoutkeet aan 't Zuider - BuitenSpaarne , vry van Stads-Excyns daarop. L 47 Turf-Bediening, hoe daarin te werk te gaan. I. 174. Met hoe veel tonnen Tiirf een Perfoon of Huisgezin mag bedeeld worden. 175. Hoe te handelen met lieden, die, niet gealimenteerd wordende, bedeeling van Turf op hun Lidmaatfchap verzoeken, ibid. Hoe de be¬ deeling by open-, hoe by toe-water moet gefchieden. ibid. Voorzorg by de omdeeling van Turf te neemen. 175. Hoe menigmaal , en wanneer 'er uitdeeling moet gedaan worden, ibid. Hoe de Inkoop van Turf moet gefchieden. ibid. Turfdraager, (geen) Turf verkoopende , mag Turf uit zyn huis langs dc Straaten venten , of te huis brengen, enz. II. 316, 3*7 Turfdraagers - Gild, fommige Artikels der Ordonnantie op het zelve veranderd. II. 155, 156. Verordening aangaande de uitdeeling aan Gilde Broeders, door ouderdom of ziekte buiten ftaat zynde. 155 Turfdraagers, zullen, volgens Refolutie, binnen deeze Stad tot zeventig worden verminderd. II. 316 Turfdraagers - Gild, de Ordonnantie op het zelve veranderd enuitgebreid. II. 316,317. Alle de Gilde-Broeders moeten, voortaan, tot onderhoud van het zelve betaalen. 316. Wat van ieder Schip Turf, Plaard-Brand voor Burgers in hebbende, voortaan , zal moeten betaald worden. 316. Welke Turf daar van uitgezonderd is. ibid. Geen ftilzittend Turfdraager mag als Loever of Heffer aan een Godshuis enz. fungeeren. 317. De Gilde-Knecht moet, als 'er een Lyk in het Gild is, alle de Gilde-Broeders aan hunne Huizen ter begraafnis nodigen. 317. Boete voor die, verzocht zynde, by de begraafnis niet adfifteeren. ihid. Jaarlyks moet 'er rekening van 't Gild aan Burgemeefteren worden overgeleverd, ihid. De uitkeering aan de vier oudfte ftilzittende Leden verhoogd. 319 Turf-Schippers, wat moeten contribueeren tot het Turfdraagers - Gild en ten behoeve des Commiflaris. II. 155 Turf-Schippers, zich met het verkoopen van • Turf binnen deeze Stad geneerende, mogen dien niet uit hunne huizen, langs de Straaten venten , of te huis brengen , enz. II. 316, 317- Turft onnen en Turfmanden, het eerfte Artikel der Ordonnantie op dezelven wordt veranderd. II. 318, 319 Turfryders, hoe fterk het getal derzelven is, II. 102 Tweede Burger-Weduwe-Societeit. Zie Burger Weduwe - Sociëteit. Twyn, Garen en Lywaaten, Makelaarsplaatfen daar in gecombineerd. I. 19Ó, 197 u. Uithreeken, van Zolderingen, Balken ,Raamen, enz. uit Huizen, zonder toeftemming van Heeren Burgemeefteren verbooden. I. 150-T152. Boete op de overtreeding gefteld. 151 Uitdraagfter.s, .(gequalificeerdej mogen oude Boeken uitventen. II. 212 Ppp 2 Uit-  B L A D W Y Z E R d e r Uitdraagfters- Gild, het vierde en vyfde Artikel der Ordonnantie op hetzelve, veranderd en uitgebreid. II. 321. Hoe veel de Gilde -Zufters weeklyks moeten contribueeren tot onderhoud der'zieke Gilde-Zufters. ibid. Verordening omtrent de uitkeeringen aan zieke Gilde-Zufters. ibid. Het zeventiende Artikel insgelyks veranderd. 321. Mogen geene heimelyke Erfhuizen, of particuliere verkoopingen van eenigerlei Goederen aanleggen, of bywoonen. 321, 322. Haar getal zal verminderen tot dertig. 323. De weeklykfche Contributie voor zieke Gilde-Zufters verhoogd, ibid. Wat de Vindfters jaarlyks uit de Gilde-Kas genieten. ibid. Uithaalen der Schuttery, van Lyken, die door een Gild of Bos begraaven worden, order daarop in de Buurt der Dykftraat. I. 31. In die der Bakeneflergracht. 31, 32 Uitkoop, die uitkoop doen, waar dezelve van bevryd zyn. II. 294. Het hoogfte en laagfte Uitkoopgeld. ibid.' Waartoe dat Geld te befteeden. 294. Door wien in te vorderen. ibid. Uitventen van Waaren , aan de Huizen van Particulieren, zonder confent, onder zwaare Boete verbooden. » II. 262, 263 Uitzet, der Kinderen, in het Diaconie-Huis gealimenteerd. I. 183, 184. Wanneer zy uit het Huis mogen gelaaten worden. 183. Hoe hoog de Uitzet mag zyn. ibid. Wanneer zy hunne zwarte Kleederen bekomen. ibid. Aan hoedaanige Kinderen die Uitzet mag gegeeven worden. 183, 184. Daarby op hun voorig gedrag acht te geeven. ibid. Utrecht, Veer tujfchen Haerlem*» die Stad, Alphabetiiche Lyft van de Vragten Beftel-Loonen op het zelve. II. 204 — 209 V. Vaandels, fcheiding derzelven buiten de Poorten deezer Stad , hoe gereguleerd. II. 63, 64 Vaandels, derzelver Vergaderplaatfen. II. 290. Verordening aangaande de Sergeanten en Corporaals, die buiten hun Vaandel verhuizen. 290, 291 Vaaren, van Volkfchuiten tuflchen Haerlem en Leiden, Praktyk daaromtrent bevestigd. II. 3 Vaatwerk, hoe en tot welke Pryzen, het zelve door de Bierfteekers met de Brouweryen af te rekenen. II. 223 Vakantien, der Stads -Schooien, wanneer dezelve invallen. I. 35 Valkefteeg, de Buurt derzelve, gecombineerd met die van het Krom en de Vrouwefteeg. Ui6S Varkenmarkt, de ordinaire, wanneer te houden en waar. I. 14. Van oe Friefche Varkens, waar en wanneer. I. 14, t - Varkenmarkt, (op) mag niemand, binnen deeze Stad, met een beflooten Koekkraam ftaan. II. 258 Varkens , niet te laaten "Weiden rondom de Cingels, aan de Baan, of. op andere publieke wegen. I. 14Ó, 147. Zie verder: Beeften. Vaft Goed, by publicque Verkoopingen , wordt Afbraak daar voor gereekend I. i c2 Vafte Goederen, welke daar voorgerekend worden. I. 152. Welke niet. ibid. Zie verder: Vitkoopingen. Vaten, daar mede geene verhindering in 't gebruik der Straaten toe te brengen. " I. 145 Vee, (klein) mag men niet laaten Weiden langs het trekpad tuflchen Haerlem en Lüi»\f . H. 89. 184 ree-Markten, wanneer en op welke plaatfen te houden. I. 14—16. Zie: Oft'en-, Paarden en Varkens - Markten, enz. Veer , tujfchen Haerlem en Rotterdam,' Ordonnantie en Reglement wegens het bevaaren van het zelve. II. 127— 131. Verordening wegens het getal der Schippers. 127. Beftemming van de Legplaats, en den tyd van Vaaren. ibid. Van de liquideering der Vrachtloonen onder de Schippers. 128. Wat niet voor gemeene rekening is. ibid. Wat voor provifle te rekenen, ibid. Wat al voor gemeene rekening is. 128. Schade komt voor eigen rekening, ibid. Van het aantekenen der Goederen, en wat daar voor te betaalen. ibid. Van het Laaden. ibid. Niet door zwaar Ys te vaaren. 128. Van het behoorlyk en tydig loflen. 129. Van de Knechts. Verdere Ordonnantiën nopens het gedrag der Schippers en hunner Knechten, ihid. Zy mogen geen tabak roofcen op de Veeren. 129. Lyft der Vrachtloonen tuflchen de gemelde Steden. 129, 130. Van Haerlem op Rotterdam. 129, 130. Van Rotterdam op Haerlem. i30 Veer, tujfchen Haerlem en Utrecht, Alphabetifche Lyft van dc Vragt- cn Beftelloonen op het zelve. H. 204—209 Veeren, Ordonnantiën op dezelven. II. 3^.9. ; - 43—53- s7—95- 123—142 Veer, Wagenveer, tuflchen deeze Stad en Leiden. n. 2q Veerfchuit, tuflchen Haerlem en 's Gravenhage, Ordonnantie op dezelve. II. 201—204. Zie verder: Schippers - Veer ■ tuftchen Haerlem en 's Graven- ' hage. Veer-Wagens, wanneer de iaarlvkfche Infpectie over dezelven moer gedaan worden. lf. '05, 10Ö Verhoeken , en Veilen van vafte Goederen , Keuren daarop. I. 14S—. 153 Verfhout , in het Werkhuis deezer Stad gekapt ,  VOOR NAAME ZAAKEN. kapt, waar te pletten en te maaien. 1.116— Verf-Molen, binnen deeze Stad, geoctrooiff?f ;T116; eilz- Waar ce approprieeien. ibid. Moet het Verfhout, in het Werkhuis deezer Stad gekapt, maaien of pletten. 117. Geen ander, dan met vergunning van Hegenten, ibid. Hoe lang dat Octrooi duurt. 117, 118. De Eigenaar mag ook op andere plaatfen, in deeze Stad daartoe verkreegen, dergelyke Molen oprechten, ibid. Met lutflumng van alle anderen, ibid. Ook geichikt om Cement en Run te maaien. Perhuis-Tyd, op welken dag bepaald, wanneer de eerfte Mai op een Zondag invalt. Perhuurder, wanneer een klein Huisje of Kamer, by de week of maand verhuurd, kan opzeggen. I. 149. Zyn recht op de achterftallige Huur. ibid. Verhuurders, van kleine Huisjes en Kamers , moeten de Huurders zes weekan vooraf waarfchouwen. I. 96. Mogen geene Huurders aanneemen , die de Huur hunner wooning niet betaald hebben. ibid. Verhuuren , van Huizen door Fabrikeurs en Werkbaazen, aan hunne Werklieden; Keure daarop. E 149, 150 Verhuuringen, Keuren op dezelven. I. 61 Verhuuringen, van Kleine Huisjes en Kamers, by de week of de maand, nadere Keure op het ftuk derzelven. I. 148, 149. Hoe met de achterftallige Fluur. 149. Wanneer dezelve kunnen opgezegd worden. ibid, Verkoopers van Brandewyn. Zie:'BrandewynVerkoopers-Gild. - , Verkoopers, van Drie Guldens Bier, hoe veel voor de Adte van Admilïïe te betaalen. I. 29. Hoe veelen 'er in 1758 , hier waren. rr , . ibid. Verkooping, (Executie-) of den Kafteleinen , by publieke Verkoopingen van vafte Goederen, voor eene beurt wordt toegerekend. rr 7 , I. 6l Verkooping, (op de) van Meubilaire Goederen tachtigfte Penning te betaalen door denKooPer- I. 107 Verkooping, (openbaare) van Boeken, door wien alleen mag gehouden worden. II. Verkoopingen, (openbaare) van roerende Cederen, wat den Klerken ter Secretary daar van toekomt. IIt g20 Verkoopingen (particuliere) van eenigerleïe Goederen aan te leggen of by te woonen, verbooden. II. 321, 322. Boete tegen de overtreeders gefteld. 322 Verkoopingen , (publieke) van vafte Goederen waar te houden. I. 61. En in welke orde. ibid. Zie ook: Executie-Verkooping. Verkoopingen, (publicque) van vafte Goederen, nadere Refolutie aangaande dezelven. §• 153. Wanneer dezelve moeten be¬ ginnen. 152. Wanneer het leezen der Conditiën moet geëindigd zyn. ibid. Ploe veele Perceelen 'er voor eene Veiling mogen aangeflaagen worden, ibid. Welke Perceelen voor vafte Goederen gerekend worden, ibid. Welke niet. ibid. Van de te verkoopene Perceelen van vafte Goederen , opgaaf te doen ter Secretary. 152, 153. Hoe die opgaaf moet ingericht zyn. ibid. Wat daarby te conligneeren. ibid. Hoe daar mede te handelen, ibid. De nodige Klerken ter Secretary moeten op de Vendukamer daarby tegenwoordig zyn. 153. Wat hun poft aldaar is. ibid. Ook moeten de Koopers met hunne Borgen aldaar verfchynen. 153. Orde in het Veilen der Perceelente houden, ibid. Door wien, cn op welken voet, die orde geichikt wordt. Wat de Koopers, van'elk Perceel, aan de Klerken zullen moeten betaalen. ibid. Welke Perceelen daar van uitgezonderd zyn. iyja>m Verlaatene Boedels, hoe Curateuren daar in behooren te handelen, t. Vérvoering, (by de) van Lyken heeft, byonvermoogen, de Recognitie van vyftig Guldens geene plaats. £ 27 Verwery, vergunning om eene op te rechten binnen deeze Stad , aan de Engelfche en Schotfche Tapyt-Wevery verleend. I. 121, 122. Mag niet anders Verwen, dan voor die Fabriek. ibid. Veften, Ordonnantiën op het ftuk derzelven. I.' 57—59. 143 Veftefteeg, de Buurt daarvan met die van de Raax gecombineerd. I. itf Vinders, der Buurten moeten by het aanneemen tot Alimentatie, tegenwoordig zvn. I. 170. Moeten getuigenis geeven aan lieden, die Alimentatie verzoeken. 171 Vifch, oiViftchen, mogen door Vifchverkoopers en Particulieren, die ze gekocht hebben , worden opgefneeden. I. 17 Vifch (van de) met Manden en Krielen door deeze Stad gebragt, hoe veel af te leggen. I- 56 , 57- Hoe veel van die met Wagens, ibid. Boete op de overtreeding gefteld. ibid. Nadere Precautie daaromtrent, Vifch, (Beftel-) met een Adres, vry van het afgecven van een derde. j. gg Vifch - Banken, te 11 a e r l e m vernieuwd. I. 89. Zulks geeft aanleiding tot eene generaale Keure op het ftuk van de Vifch en Viichmarkt. 89-94. Alle voorgaande Keuren op dat ftuk vernietigd. 89. Op de Zeevifch- Markt worden dezelve publiek aan de meeftbiedenden verhuurd. i3I Vifch-Banken, by die gelegenheid nog eene nadere , generaale Keure en Ordonnantie op het ftuk van de Vifch en Vifch - Markt gemaakt. 131—139. Merkelyke Alteratie en Ampliatie der voorgaande. 131. Met te niet doening van alle voorige Keuren, ibid. Nog eenige generaale orders omtrent dezelven- 138, 139 Qqq Vifch-  BLAD W YZER der Vifch-Houwer, de ordinaris, mag alleen, buiten de Koopers, de Vifch hakken. I. 17. Zyn loon. ibid. Vifch-Markt, generaale Keure des aangaande. I. 90—93. 134—137. Vifchneering alleen op de Vifch-Markt te doen. 90. 134. Uitzonderingen daar van. ihid. Vreemde lieden , wanneer en waar mogen ftaan met Labberdaan, enz. om te verkoopen. 90. 134, 135. Hoe lang die Markt duurt. ibid. VjfchVerkoopers moeten zich te vrede houden met hunne gehuurde Plaatfen. 91. 135. Wanneer de huur daar voor te betaalen. ibid. Wat zy, die geene vafte plaatfen hebben , moeten betaalen. ibid. Geen Zee-Vifch mogt, voorheen, binnen deeze Stad verkocht worden, die op Strand geftorven was. 91. Een ieder mag den gckochten Vifch zelf hakken, ibid. Wanneer de ordinaris Vifchhakker zulks moet doen. 91. 135. Zyn loon daar voor. ibid. Vifch, eens ter Markt geweeft , zonder vifitatie , niet weder te brengen. 91. 135. Zie verder: Keurmeefters. Zy moeten de Vifch examineeren. 91. 135. Wat zy daar voor genieten, ibid. Op de Zee-Vifchmarkt geen Rivier-Vifch te verkoopen. 136. Noch op de Rivier-Vifchmarkt Zee-Vifch. ibid. Geen Bot by 't pond te verkoopen. 91. 136. Op de Vifch-M arkt, alleen te verkoopen 't geen de Vifchneering aangaat, ibid. Vifch - Verkoopers, waar 't Grom of Ingewand van de Vifch moeten laaten. 91, 92. 136. Moeten hunne Banken en plaatfen telkens reinigen. 92. 136. Vifchluiden , waar de Pekel van Haring , enz. moeten uitgieten, ibid. Waar zy hunnen Vifch, Haring enz. ook Mouten enz. mogen en moeten bergen. 92. 137. Waar hunne Borden, Manden en Bennen, mogen fchoonmaaken. ibid. Aan de muuren der Vifch-Markt geene Meffen, enz. te llypen, of te breeken. 92. 137. Met geen Paard, enz. binnen de Zee-Vifchmarkt te komen. ibid. Boete , daarop gefteld. ibid. Vifchluiden mogen geene Spykers in hunne Stallen flaan. 92. 137. Moeten zich aldaar met alle zedigheid gedraagen. ibid. Geene Paarden of Rytuig, of Vee aan de Muuren of Plekken der Vifch-Markt vaft te binden. ibid. Boete daarop gefteld. ibid. Ook dezelve niet te beklimmen , noch Tobben enz. of Vuiligheid daar tegen te zetten of te leggen. 92, 93. 137. Boete daarop. 93. 137. Zie verder: Knecht van de Vifch - Markt. Vifch-Markten, de Keure op dezelven geamplieerd. I. 16, 17. Zie: Knecht van de Vifch-Markt. Vifiteeren van Huizen , fufpecl van geftoolen Goederen te bevatten ; de Hoofd - Officier door Heeren Burgemeefteren daartoe gequalificeerd. I. 220. Met welke adfiftentie. ibid. Dergelyke Qualificatie. 220, 221 Vlamingftraat, de Buurt daar van met die van de Volders- en Zydgragt gecombineerd. I. 156 Vlaming-, Trappenier- en Wefterftraaten, order op het draagen van Lyken van Ongetrouwden, in die Buurt. I. 1Ó2, 163 Vleefch-Hal, wanneer dezelve , het geheele jaar door, te openen en te fluiten. 1. 88. Zie verder: Hal- Sluitfiers. Vleefch- Hal, (Joodenj dezelve Ordonnantie omtrent dezelve, als omtrent de groote. I. 88 Vleefch- Hal, (kleine') welke onderfcheid in het openen en fluiten derzelve met de groote plaats heeft. I. 88 Vleefch-Houwers , hoe veel Bankgeld aan de Hal-Sluitlter moeten betaalen. I. 87. Ploe veel voor het openen en fluiten derzelve buiten tyds. ibid. Vleefch-Houwers-Blok , in de Hal gebruikt wordende, hoe groot mag weezen. II. 154 Vleefch- Houwers - Gild, generaale Keure en Ordonnantie op het zelve. 11. 152—155. Wie de Vleefch-Houwersncering hier mag doen. 152. Uitzondering daaromtrent, ibid. Een Vleefch - Houwer moet het Gild winnen. 153. Wat daar voor te betaalen. ibid. Moet zyn Knecht in het Gild laaten intekenen. 153. Vleefchhouwers mogen geen accoord onder elkander maaken , om het Vleefch tot zekeren prys te verkoopen. ibid. Wanneer een Zoon of Dochter eens VleefchHouwers eene byzondere Bank in de Hal mag beflaan. 153. Verfcheidene verordeningen, het gedrag der Vleefch -Houweren in de Idal betreffende. 153, 154. Ploe groot hunne blokken mogen zyn. 154. Wanneer van Bank veranderen, ibid. Wat aan 't Gild te betaalen voor een Rundbeeft, enz. ibid. Mogen in de Plal geen tabak rooken. ibid. Verordening nopens het betaalen der Boei ten. 154. Het vereffenen van gefchillen. ibid. Het bellieren van het Gild. ibid. Vleefch-Houwers-Gild , hoe veel ieder inkomend Lid daar van aan het Weeshuis moet betaalen. I- '°5r> 106 Voddenkoopers, Alteratie, der Keure op dezelven van den 15 Juny /702. II. 279, 280. Het getal der Leden van dat Gild zal uitfterven tot op acht Perfoonen. 280 Vodden-Verkoopers, mogen niet als Oud-Yzerkraamers fungeeren. I. 214, 215 Vlerlieden, mogen geen Lood of Soudeer uit deeze Stad vervoeren, dan alleen van Loodgieters en Pompmaakers-Baazen. I. 215. Straf tegen de overtreeders daar van gefteld. ibid. Voerlieden, mogen geene Bedelaars zonder uitdruklyke order der Regeering invoeren. I. 224, 225. Boete tegen de overtreeders. ibid. Voerlieden , mogen niet over de kleine Steenen, langs de Straaten ryden. I. 147. Boete op de overtreeding. ibid. Voerlieden, hunne Paarden uit hun land haaiende, vry van Tollen aan de Tolhekken. II. 44 Voerlieden der Vragtwagens op Amsterda m, wanneer niet, wanneer al Paflagiers mogen mede neemen. II. 187, 188 Voer-  VOORNAAMS ZAAKEN. Voetman , die voor Voerman ageert, vry van de Tollen, aan de Tolhekken. II. 43 Voermans -Gild , Ampliatie van de Keure op hetzelve. II. 150, 151. Vrachtloon voor het brengen van Paflagiers van de Trekfchuiten naar Overveen, de Dorlfige Kuil en den Hout. ^ Volders- en Zydgragt, de Buurt daar van met die van de Vlamingftraat gecombineerd. 1.156 Volders- en Zydgraften-Buurt , hoe met het draagen van Lyken van ongetrouwde Perfoonen m dezelve gefchikt. I. e§ Volder s-Gragt, de Buurt daar van met die'van de Raax gecombineerd. j, I50- Volkfchuiten, tuflchen Haerlem en Leiden, op welke uuren dezelve, het geheele jaar door, moeten vaaren. II. 3 Voorryders, zyn vry van het betaalen der Tollen, aan de Tolhekken. U. 4. 43 Vwrwerkers, by het exerceeren, wie daartoe te verkiezen. II. 301. Door wien zulks gefchiedt. ibtd. Onder-Officiers en Schutters moeten daarop letten. ibid. Voorzangers, van de Gereformeerde, Lutherfche en Remonftrantfche Gemeenten , vry van de Schuttery. II, 292 Vrachten op het Veer tujfchen Haerlem en Amsterdam, worden voor het geheele jaar, op een gelyken voet gefteld, II. 189. Hoe veel van ieder Perfoon. ibid. Ploe veel van Kinderen, ibid. Hoe veel van eene afgehuurde Schuit, jgg V'acht- en Beftelloonen, op het Veer tuflchen PIaerlem en Utrecht, zeer omftandige Alphabetifche Lyft van dezelven. II. 204-209 Vracht - Loon , van Goederen en Koópmanfchappen , tuflchen de Steden Haerlem en Leiden. II. 45—47. Reglement daarop, ibid. Van Goederen, die door hen niet befteld worden. 45. Van zulke Goederen, welken zy beftellen. 45 , 46. Wat de Knecht van de Pakfchuit voor 't beftellen daar van geniet. ihid, Vracht-Loonen, tuiTchen Haerlem en Alkma ar. II. 125, 125. Tulleken Haerlem en Rotterdam. I2p, 130 Vracht-Loonen, van het Buiten-Veer tufchen Haerlem en Amsterdam , Ampliatie - Ordonnantie op dezelven. II. 190, 191. Verbod, om dezelven by het afzenden te vorderen. 191. Bevel, om de Goederen met alle omzigtigheid te behandelen. ibid. V-acht-Sleeden, daar mede de kleine Steenen niet te bezetten. I. 145. Noch te ryden over dezelven. ihid. Vracht-Sleepers, moeten Goederen en Koópmanfchappen, met Veer- en Markt-Schepen aangebragt, te huis brengen. II; 101, 102 Vracht - Wagens op Amsterdam, wanneer moeten ryden, in gevalle de Kaarslaa niet kan Vaaren. II. 186, 187. Opwelkentyd, en van welke plaats dezelve moeten afryden. 186, 187. Wanneer geene Paflagiers met dezelven mogen ryden. 188. Wanneer 'er wel Paflagiers mogen mede gaan. ibid. Vreemdelingen, te Haerlem overlydende , mogen zonder betaaling der Recognitie vau vyftig Guldens, naar hunne gewoone woonplaats vervoerd worden. I. 27 Vreemdelingen , mogen met gezouten en gedroogden Vifch op de Zoute-Vifch-Markt ftaan. I. 140. Maar niet daar mede te koop loopen. ibid. Boete by overtreeding door hen te betaalen. ibid. Hunne Vifch moet ook gekeurd worden. V'eemdelingen, (reizende behoeftige') by wien derzelver Bediening moet gefchieden. 1.175. Met hoe veel Geld zy ten hoogfte mogen bediend worden. tft, I76 Vreemdelingen, binnen Haerlem logecrcndc, moeten hunne naamen enz. tekenen in een Boek. I. 223. Die zulks weigeren,moeten door de Logementhouders worden afgeweezen. 224. Hoe te handelen met zulken , die verkeerde naamen opgeeven. ibid. V'eemdelingen, mogen zonder Poorter te zyn, en-zonder Confent, hunne Goederen aati de Huizen van Particulieren niet uitventen. II. 262, 263. Ook niet zonder Biljet van Confent van Overlieden van het Koopmans-Gild hunne Koópmanfchappen aan de Winkeliers rondbrengen. 263. Wat zy Verbeuren, die zulks zonder Confent doen. 263, 264 Vreemdelingen, zich hier veftigende, hoe lang vry zyn van de Schuttery. II. 292 Vroedkunde, Order en Reglement op dezelve binnen Haerlem. II. 228, enz. Raakende, — 1. Plet Collegie der Vroedkunde. 228, 229. — 2.Den Praleftorin de Vroedkunde. 229, 230. — 3. De Vroedmeefters, Vroedvrouwen en Leerlingen in de Vroedkunde binnen deeze Stad. 230—235. — 4. De Stads - Vroedmeefters. 236. — 5. De Stads-Vroedvrouwen. 236—238. — 6. De naauwkeurige nakoming van dit Reglement. 238, 239. Zie verder: Collegie der Vroedkunde, Praleclor enz. Vroedkunde, mag door niemand gcoeffend worden zonder admiflie. II. 230. Vereifchten om geadmitteerd te worden. ibid. Vroedmeefter, wat'er vereifcht wordt, om als zodaanige toegelaaten te worden. II. 231. Wat voor zyn examen en promotie moet betaalen. ibid. Wat voor jaargeld aan het Collegie. 232. Mag ook Leerlingen der Vroedkunde onderwyzen. 232. Moet maandelyks aan het Collegie opgaaf doen van de Kinderen , in die maand door hem gehaald. 235- Insgelyks van de Kraamvrouwen, die komen te fterven. ibid. Ook van de onechte Kinderen, door hem gehaald, aan den Hoofd-Officier. ibid. Moet de orders vau het Collegie nakomen, ibid. Zie verder: StadsVroedmeefters.Vroedmeefters, Vroedvrouwen en Leerlingen in de Vroedkunde binnen deeze Stad, Reglement voor dezelven. II. 230 235 Vroedvrouw, wie als zodaanige door het Collegie der Vroedkunde mag'toegelaaten worden. II. 230. Plaar leertyd, hoe lang moet Qqq 2 duu-  BLADW YZER der duuren. 231. Moet door den Prseleclor worden getendeerd, ibid. Wat daar voor te betaalen. ibid. Haar Examen, waarover het moet gaan. ibid. Wat op het examen moet volgen, ibid. Verordening nopens eene Vroedvrouw, die van buiten inkomt, ibid. Vroedvrouwen moeten zodaanigen, die zich als Leerlingen aanbieden , onderwyzen. 232. En laaten intekenen, ibid. Wat daar voor te betaalen. ibid. Moeten alle mooglyke onderrechtingen aan dezelven geeven. ibid. Welk loon zy voor het onderwys en het Verloil'en mogen eiflchen. 232. Verdere verordeningen omtrent de Leerlingen der Vroedvrouwen, en het bepaalde Loon. 232,233. Geene Vroedvrouw mag meer dan eene Leerling aanneemen. 233. ZymaggeeneLeerling uitzenden, om baarende Vrouwen te Verloflen. ibid. Vroedvrouwen moeren, by baarende Vrouwen, van de nodige gereedfchappen voorzien zyn. ibid. Ploe zich by bivavendeVrouwen moeten gedraagen. 233. Geene Vroedvrouw mag eene Vrouw in Barensnood verlaaten. ibid. Wanneer en onder welke voorwaarde zulks gefchieden mag. ibid. Mag geene baarende Vrouw Medicamenten geeven. 234. Uitzonderingen daar van. ibid. Wanneer, en hoe zy mag kennis geeven, dat'er een Vroedmeefter vereifcht wordt.Mag de adfiftentie van eene andere Vroedvrouw, of Vroedmeefter, of Doctor niet weigeren. 234. Moet de Nageboorte vertoonen. ibid. Hoe met dezelve te handelen, ibid. Wat zy voor het opbakeren van het Kind moet doen. 234. Zy mag geen inftrument tot de Verlosfing gebruiken. 234, 235. Watzy doen moet, zo eene Vrouw onder den arbeid kwam te fterven. 235. Mag zich tegen geene operatie, door Doctoren nodig geoordeeld, verzetten. ibid. By baarende Vrouwen met ilaapen. ibid. Moet alle Maanden aan 't Collegie der Vroedkunde opgeeven, hoe veele Kinderen in die Maand door haar gehaald zyn. 235. Ook de Kraamvrouwen, die mogten komen te fterven. ibid. Zy moeten, een onecht kind gehaald hebbende, kennis daar van geeven aan den Hoofd-Officier. ibid. Ook behoorlyk achting betoonen aan de Leden van het Collegie der Vroedkunde, ibid. Zie verder: StadsVroedvrouwen.Vrouwen - Lyk, daarop moet de Prslector der Vroedkunde, jaarlyks, demonftratien doen. II. 230 Vrouwefteeg, (de Vinders van de) en 't Krom, krygen ook het bellier der Valkefteeg. 1.65. Vruchten, (Inlandfche) daar mede mag niemand ergens anders voorftaan, dan op de gewoone Groenmarkt. II. 324 Vrydom van Excyns, op Turf enz., tot zekere quantiteit, aan 't Hofje van Noblet vergund. L 28 Vrydom, van Stads-Excyns op den Turf voor de Zout-Keet gecontinueerd. I. 47 Vrydom, van het Recht der Kerk by Begraaffeniffen ,, door wie te genieten. I. 52, 53, Het Reglement daarop door Heeren Burgemeefteren'geapprobeerd. 53 Vrydom, van Stads-Excyus, op Turf, Gemaal eu Bier, vergund aanhetReinunftrantfch Hofje. I. 106 Vrydom, van Stads-Impoft, op de Turf aan de Eigenaars der Zoutkeet vernieuwd. I. 111 Vrydom , van Stads - Impofitien en Excynfen wegens de Brandltoifcn , aan de Engelfche en Schotfche Tapytweevery verleend. L 122 Vrydom, de Tolhekken tuflchen deeze Stad en Amsterdam, voor wie. II. 6, 7. En hoe verre die zich uitftrekt. 7 Vryheid, van Poortgeld, aan wien toekomt. I. 5«> 59 Vry meefters, tot het Gild der Goud- enZilverïmits behoorende, hoe veel jaarlyks ten behoeve van dat Gild moeten betaalen. II. 312. Vrywillige, Algemeene Bos tot Begraafniffen en Onderftand van Hoogbejaarden. II. 26 , 27. Nader Reglement nopens de befteeding van de Contributie en Intreffen der Bos. 115, nó. Nopens de Uitdeelingen. 117. De Beftuurders gequalificeerd , om jaarlyks eene zekere foui, voor de noodwendigheden, van de inkomende Penningen af te houden. 117, 118. Een Lid trouwende, mag zyne Vrouw of Man laaten intekenen, en waL daar voor te contribueeren. 164. Nadere verordening aangaande het Intekenings-Geld. ibid. Wanneer rekening te doen. 164, 165. Van de overtekeningen. 165. Binnen welken tydhet Begraafnis-Geld te betaalen. ibid. Verdere fchikking omtrent de uitdeeling. ibid. Nadere verordening ten aanzien der gebrekkige Contribuanten. 334, 335. Van de uitdeelingder Contributien en Intreffen. 335. Afneemende ftaat deezer Bos getoond. 336, 337. Geene nieuwe Leden, dan tot.Begraafnis-Geld aan te neemen. 337. Nadere fchikking omtrent het Intekenings-Geld.^/^. De gebrekkige Contribuanten en Begraafnis-Geld. 337 , 33b'. Ploe men van zyn recht om te trekken kan afftaan. 33S. Bepaaling der uitdeeling aan trekkende Leden. ibid. Als iemand der Leden trouwt, welke Contributie voor het aangetrouwde Lid te geeven. 338, 339.Schikkingen omtrent Leden in het Oude Mannenhuis,Gafthuis of op de Vaart. 339. Die Kinderen nalaaten, welke in een Godshuis komen; of geene Erfgenaamen nalaaten. 339. Leden mogen afftand doen van hun recht tot de Bos. 340. Zie verder: Bos. Vrywillige, Algemeene Sociëteit tot Nut des Ouderdoms, Ordonnantie voor dezelve. II. 29— 31. Uit hoe veele Nommers zal beftaan. 29. Wie daar zal mogen inkomen. 29. 32. Directie deezer Sociëteit, ibid. Wat te betaalen hy de inkomft. ibid. Weeklykfche inleg. ibid. Boete voor die zulks verzuimt, ibid. Wanneer iemand een trekkend Lid wordt. ibid. Wat de Directeurs genieten, ibid. Waartoe de overfchietende Penningen te befteeden. ibid. Waar voor de Directeurs verantwoord lyk zvn. 30.. Ver-  VOORNAAM -E ZAAKEN. Verdere fchikkingen omtrent de uitkeeringen deezer Sociëteit. 31. Van trekkende Leden, die buiten de Stad woonen. ibid. Of in dienft der Ooft- of Weftindifche Compagnie zyn. ibid. Verandering van eenige Artikels dier Ordonnantie. 32. Wie in dezelve mag worden aangenomen, ibid. Hoe de Boeten te verdeelen. ibid. Nadere fchikking omtrent de trekkende Leden. ibid. Waar van Directeuren vry zyn. ibid. Vrywillige Bos van Ambachtslieden, onder het Zyde of Smalwerkers-Gild forteerende, Generaale Ordonnantie voor dezelve, 1F. 356— 360. Wie in deeze Bos mogen worden toegelaaten. 357. Hoe oud zy maar mogenzyn, en zonder accidenten, ibid. De'Weduwen van Leden mogen daarin blyven. ibid. Wat by de intekening moet betaald worden, ibid. Ook mogen andere lieden, niet onder dat Gild forteerende, in deeze Bos worden aangenomen. 357. Hoe veel ieder Lid weeklyks ten behoeve der Bos moet betaalen. ibid. Boete op het verzuim, ibid. Moderatie daarop, ibid. Wat zy, die hun Baazen-Gild by de Geauthorifeerden der Zyde-Manufactuur willen koopen, aan deeze Bos moeten betaalen. 257. Uitzondering daar van. ibid. Als een Contribuant trouwt , wat tot een Trouwpenning aan de Bos moet geeven. 358. Verdere fchikking over de Contributie, ibid. Uitkeering aan een ziek Lid. ibid. Hoe te handelen, als de kwaal ongeneeslyk is. 358. Die door dronkenfehap of vechten een accident krygt, trekt geen Zieken-Geld. ibid. Die Zieken - Geld trekt , en in een Kroeg gaat, krygt geene verdere uitdeeling. 358. Van het Begraafnis-Geld. 358, 359. Men mag deeze Bos niet verlaaten , dan onder zekere voorwaarden. 359. Uitzondering daar van. ibid. Van het bellier der Bos. ibid. Wanneer en waar Zitting wordt gehouden. 359'. Waarin de overfchietende Penningen moeten befteed worden, ibid. Deken , enz. moeten jaarlyks rekening doen. 359. Wie tot Knecht te gebruiken. 359, 360. Leden van deeze Bos moeten den Deken , enz. behoorlyk bejegenen. 360. Boete, zo zy hierin overtreeden. ibid. Burgemeefters referveeren zich, de nodige veranderingen te maaken. ibid. Vrywillige Bos van Ambachtslieden, onder het Zyde of'Smalwerkers-Gild forteerende, Alteratie en Ampliatie op de Ordonnantie op die Bos. II. 360, 361. Van de Contributie van ongehuuwde Perfoonen. 361. Halve Contribuanten behoeven van de uitkeeringen tot begraafnis niet te laaten korten, ibid. Nadere fchikking omtrent het Zieken - Geld. ibid. Vrywillige Dood-Bos. II. 24. Zie verder: Bos. Vrywillige Dood-Bos , gerankt in verval. II. 373. Wordt, op verzoek vereenigd, met de Algemeene Sociëteit der Begraafnis-Bos. ibid. •Vrywillige Liefde - Beurs. Zie: Beurs. Vrywillige Maatfchappy, binnen deeze Stad, op verzoek van Overmannen, by Refolutie van Burgemeefteren, vernietigd. II. 380. Beftelling over haare Effecten. ibid. Vulnis, niet te werpen in de Laanen, beoolten de Kleine Houtweg. 1.60. Boete, daarop gefteld. ibid\ Vulnis, niet te gooien in de Trekvaart. II. 185 Vulnisman, moet alle namiddagen de Grom vau de Vifchmarkt weghaalen. I* 94 Vuurwerken , als Klapbuffen, Zwermers enz., op Nieuwjaars - Avond , op de Markt , Straaten of Gragten , verbooden. I. 24. Boete op de overtreeding daar vau gefteld. ibid. Waag, Reglement op het Weegloon van Goederen, ter Waag gewogen. I. 229, 230 Waag-Koolen. Zie: Kooien. Waarden, mogen zich niet verzetten tegen de vifitatie van den Provooft der Nederd. Gereformeerde Diaconie. I. 17° Waaren, mogen buiten de Jaarmarkt, zonder Confent, aan de Huizen van Particulieren niet worden uitgevent. II. 262, 263 Waarfchouwing, tegen het Schieten en Vuurwerken. *< 24 Wacht der Burgeryen, uitvoerige verordening omtrent dezelve. Zie: Nachtwacht der Burgerye. Wachtboek, in iedere Divifie moet een Wachtboek worden gehouden. II. 299. Wat daarin aantetekenen. ibid. Waar het zelve van de Wacht te zenden. 300. En waar te bewaaren, als het vol is. 'bid. Wachtgeld, wie het zelve moeten betaalen. II. 294. Het hoogfte en laagfte Wachtgeld, ibid. Waar toe te beftecden. ibid. Door wien in te vorderen. 'bid. Wafelkraamen, waar dezelve, geduurende de Kermis,'moeten ftaan. L 15 Wagens, daarmede niet te ryden over de Kleine Steenen, langs de Straaten. 1. 145 Wagenveer, tuflchen deeze Stad en L e 1 d e n , Ordonnantie op het zelve. II. 20. Wanneer de Wagens van de gemelde Steden vertrekken en aankomen, ibid. Waar verwiflelen. ibid. Vragt op de onderfcheidene plaatfen. ibid. De pryzen der Zitplaatfen zyn egaal. ibid. By het verwiflelen behoudt men dezelve plaatfen. 20. Hoe te maaken , wanneer 'er meer paflagiers zyn dan voor eenen Wagen, ibid. Wagenveer, tuflchen deeze Stad en Leiden, het vyfde Artikel der Ordonnantie op het zelve veranderd. II. 55. Plaatfen op de Wagens mogen vooraf befprooken worden, ihid. Wat te geeven voor een Lootje aan den CommifTaris» ibici. Wagenveer, tuflchen deeze Stad en Am st e r« Rrr dam,  BLADWYZER der DAM, waar Zitplaatfen op de Wagens re befpreeken. " II. 57 Wannemaat, Ordonnantie, op dezelve geamplieerd. I. 83. We.'ke Graanen aan 't recht van de Wannemaat niet zyn onderworpen, ibid. Welke al. 83 Wapen, wat voor het ophangen van het zelve in de Kerk te betaalen. I. 51 Warmoefiers- en Algemeene Begraafnis - Bos , Reglement op dezelve. II. 348 — 351. Het getal der Leden. 348. Wie tot Leden toe te laaten. ibid. Inteken-Geld. ibtd. Jaarlykfche Contributie. 348 , 349. Schikking omtrent die boven de jaaren zyn. 349. Zie Trouwen. ibid. Verdeeling der Leden in Letters. 349. Boete op wanbetaaling. ibid. HoedePenninningen te bewaaren en te belteeden. 349. Uitdeeling tot Begraafnis. 349, 350. Wanneer te betaalen. ibid. Wie niet trekt. ibid. Wie van de Contributie vry is. 350. Schikking omtrent Leden, die in het Diaconiehuis enz. komen. ibid. Het bellier deezer Bos. 351. Wanneer Zitting wordt gehouden, ibid. Overlieden vry van Contributie. 351. Boete tegen onbehoorlyk gedrag, ibid. Tegen het verkeerd opgeeven van hunnen ouderdom. 352. Hoe zy, die reeds Leden en daar aan fchuldig zyn, zulks moeten repareeren. 352,353' 'Varmoeflers-Gild, de Keure op het zelve,veranderd en uitgebreid. II. 149. Plaats, waar de Markt van Groenten en Vruchten voortaan zal gehouden worden. 149. Waar met de Wagens te [taan. ibid. Waar de WarmoefiefsSchuiten moeten liggen, ibid. Wanneer de Groenmarkt begint en hoe lang duurt. 149. W at moeten betaalen voor Markt-Geld. ibid. Varmoefiers-Gild, generaale Keure en Ordonnantie op het zelve van den 17 Augultus 1770. II.323—327. Alle voorgaande Keuren en Ordonnantiën daar door te niete gedaan. 323. Waar de Groenmarkt thans gehouden moet worden, ibid. Op dezelve moeten de Leden van het Gild ftaan op hunne geloote plaatfen. 324. Moeten den weg onbelemmerd laaten, enz. ibid. Waar de Burgers, en waar de Buitenlieden zullen ftaan. ibid. Of men meer dan eene plaats daar mag bekleeden. 324. Wanneer de Groenmarkt begint en eindigt, ibid. Wanneer de Looting gedaan wordt. 324. Wat voor het inkomen in het Gild te betaalen. ibid. Wat de Gilde - Broeders enz. jaarlyks voor Markt-Geld, enz. moeten geeven. 325. Wie daar van uitgezonderd zyn. ibid. Wanneer de Warmoefiers-Schuiten moeten komen, en waar liggen, ibid. Mogen buiten de Stad niet lolfen. 325. Langs welken weg, de Groenten naar de Markt moeten overgebragt worden, ibid. Wanneer zy hunne Kruiwagens in de Schuiten mogen neemen. ibid. Waar zy hunne Wagens moeten brengen. 325. Niemand mag, binnen deeze Stad, Warmoes-Vruchten langs de Straaten verkoopen, of hy moet Lid van dit Gild zyn. ibid. Welke Vruchten daar van uitgezonderd zyn. ibid. Zy mogen des avonds, uit hunne Schui¬ ten , geene Groenten verkoopen, opkruien . 326. Hunne Manden moeten behoorlyk geykt zyn. ibid. Moeten hunne eigene Manden hebben, ibid. Geene Groente uitzakken over te ftorten in eens anderen Tuindera-Manden. 326. Wanneer de Manden, daar Groenten in verkocht zyn, moeten te rug gehaald worden, ibid. Peuken, hoe die af te fnydén. ibid. Zich op de Markt enz. behoorlyk te gedraagen. 326. De Gilde-Knecht moet, by het begin en het afgaan der Markt,den Bengel aan het Gilde-Huis luiden. 317. Boete voor die voor of na 't luiden der Bengel verkoopen. ibid. Van de aanftelling van Deken en Vinders, ibid. Verordening over de Boeten. 327 Weduwen, van Doitoren, Apothekers en Chirurgyns , binnen H a e n l e m , Beurs voor dezelven , opgerecht. Jf. 172, 173 Weduwe - Sociëteit, Tweede-Burger, Alteratie en Ampliatie van een Artikel der Ordonnantie op dezelve. 11. 83. Lieden, geene Burgers zynde, mogen ook daarin aangenomen worden, ibid. Weegloon, van Goederen, ter Waag gewogen wordende, Reglement daaromtrent. I. 229, 230 Wegen, Ordonnantiën op het ftuk derzelven. I. 59, 60. Keuren op dezelven. 144—147 Weegers, van Waagkoolen, gezwoorene daartoe te gebruiken. I. 109. Waar naar zich moeten reguleeren. ibid. Wees-en Kinderhuis, gecombineerd. I. 82 Weeshuis - Regenten, (tot) mogen ook Perfoonen, geene Diakenen geweeft zynde, verkoozen worden. I. 21 Weeshuis, (het) ontvangt eene Recognitie van vyftig Guldens van het vervoeren van Lyken naar elders ter begraaving. ï. 27 Weeshuis, (het tegenwoordige) in 'tbezit gefteld van alle Privilegiën en Rechten van hetOude Weeshuis. I. 82. Ook van alle Privilegiën en Rechten van het geweezen Kinderhuis, ibid. Weeshuis, hoe veel van ieder inkomend Bid van het Vleefchhouwers - G iJd aan dat Godshuis tc betaalen. 1. 105, 106 Weeshuis, wat het zelve geniet vau een Lyk, met eene Lyk-Koets van buiten aan dc Kerken gebragt. L 107 Weeshuis. Zie verder: Burger-Weeshuis. Wees-Kamer, welk Salaris, by het vertoonen van Teftamenten, aldaar moet betaald worden. I. 42 Weevers • Lood, door wien mag gekogt en verkogt worden. II. i^! Weevery, Lood tot dezelve behoorende, mag niet buiten de Stad vervoerd worden. II. 151. Boete op de overtreeding gefteld. ibid. Werk - Baazen, geen Kantreeder mag dezelven gebruiken, of moeten Gilde-Broeders zyn. II. 12. Moeten hun leertyd hebben voldaan. ibid. Ploe veel jaarlyks aan 't Gild moeten betaalen. ibid. Mogen geenen Knecht te werk ftellen, ten zy hy een' Brief van het Gild heeft vertoond, ibid. Wanneer een Werkbaas hem mag gedaan geeven. 13. Wanneer van Fabrikeur veranderen. 13. Hoé veel voor een  BLADWYZER der Afhaajlèl van den Knecht mag vorderen. ibid. Moeten puik werk maaken enz. enz. 14 Werkbaazen, mogen geene huizen aan hunne Werklieden verhuuren boven de waarde I. 149, 150» Boete, door de overtreeders te betaalen. 150 Werken, dat ieder, in het Diaconie-Huis, daartoe aangehouden worde, eene hoofdzaak. I. 179, 1S0 Werkhout, daar mede geene verhindering in 't gebruik der Straaten toe te brengen. 1. 145 Werkhuis, (Aalmoefeniers en) deszelfs Regenten Bellen een Chirurgyn van dat huis aan. I. 73. Tractement van denzelven. ibid. Worden gelalt, voortaan, geene nieuwe bedieningen te creëeren. ibid. Wie, by vakatuur den peut van Breukmeefter van dat huis moet vervullen. ibid. Werktuigen, tot het Bonte Lynwaaten-Gild behoorende, niet buiten deeze Stad te voeren. U. 15 Wetering, het Lantaarngeld op de Meerkant aldaar , verhoogd. 1.46. Hoe veel door de Schepen, voortaan, jaarlyks, daar moet betaald worden, ibid. Boete op de overtreeding gefteld. ibid. White,(James) verzoekt en verkrygt vryheid, , om eene Engelfche en Schotfche Tapyt-Wee- ' very binnen Haerlem op te rechten. I. 121, 122 Wind-Molen, tot het maaien van Verfhout, Cement, Run en Taan, binnen deeze Stad geoctrooieerd. I. 116—118 Winkelhouders van Koek, moeten een Biljet van admiffie daartoe hebben. II. 260. Watjaarlyks aan 't Gild moeten betaalen. ibid. Winkeliers, tot het Goud en Zilverfmits - Gild behoorende , hoe veel jaarlyks ten behoeve yan dat Gild moeten betaalen. II. 31a Winkelwaaren, welke door de gequalificeerde Beftellers met de Kruiwagen mogen te huisgebragt worden. II. 134—136. Welke niet. 136 Witte Lelyfteeg, onder andere Buurten verdeeld. I. 21. Die in dezelve Slaapers houden, mogen geene Zieke Perfoonen inneemen. 21, 22 Witte Vaandel, van de Cluveniers-Doe/en, waar, in geval van Brand, buiten dePoorten, dienft moet doen. II. 63. VandcSt.Joris-Doelen, waar. ibid. - Woord, voor de Wacht, door wieh te geeven. II. 297. Door wien op de Wacht wórdt gebragt. ibid. Aan wien mede te deelen. ibid. Niet verder bekend te maaken. ibid. Worsdell, (William) verzoekt en verkrygt Octrooi, om eene Engelfche Staal-Fabriek binnen II a e r l e m op te rechten. I. 118,119. Worft, wordt veel uit deeze Stad naar Ooften Weit verzonden. II. 278. Hoe die Vaatjes worden gekenmerkt. ibid. Wyken der Stad, ten aanzien der Stads-Schoo- . leu. I. 34 Wyken der Stad, de Verdeeling derzelven hoe , buiten de Poorten is gereguleerd. 11.63,64 Wynkoopen-, van publiek verkochte Goederen, wanneer moeten verteerd worden. I. 10 Y. Tken, alle de Botervaten , ha primo July verwerkt , moeten geykt zyn in dat jaar. II. 218, 219 Tzer, Keure tegen het breeken en fteelen van Yzer. I. 214, 215. Straf, daarop gefteld. ibid. Tegen het ongeoorloofd koopen en vervoeren van het zelve. ibid. Straf der overtreederen. ibid. Tzer, (oud) door wien alleen mag verkocht worden. I. 208, 209 Tzer-Kraamen, waar, geduurende de Kermis, moeten ftaan. I. ] ó Tzer - Kramers, (Oud-) Inftructie voor dezelven. I. 208, 209. enz. Zie verder: OudTzer - Kraa mers. Z. Zaad- Markt, binnen deeze Stad , waar en wanneer kan gehouden worden. II. 274. Wat aldaar mag verkocht en gekocht worden. ibid. In welke hoeveelheid, ibid. Eetwaaren aldaar gebragt, aan de Keure op dezelven onderworpen. ibid. Zaaken, Keuren over Allerhande Zaaken. I. 23. 41—42. 76. 99, 100. 228—-235 Zak - Zout, van buiten ingebragt, hoe veel daar van moet worden betaald aan de Stad.I. m Zalmj moet afgeflagen worden. I. 89 Zalmen, Confent aan zekere Supplianten, om een of twee Zalmen, zonder afflag, op de Vifchmarkt hier te verkoopen. I. 142 Zeeland, (Beurtfchippers van Haerlem op-) naar welke orders zich ftipt moeten reguleeren. _ II. 123, 124 Zeep, van buiten hier ingevoerd, wanneer door den gequalificeerden Zeepwerker moet worden geloft en befteld. I. 212. Wanneerzulks byden uitvoer, insgelyks, moet plaats hebben. \ ihid. Zee -Vifch, moet afgeflagen worden. I. 89 Zegellak, mag alleen door Leden van het Boekverkoopers-Gild verkocht worden. II. 212 Zeilenmaaker, een Knecht willende laaten gaan, moet hem eene Maand te vooren waarfchouwen. II. 148. Mag geen Knecht in zyn dienft gebruiken, die aan een ander verbonden is. ibid. Zeilen, in de Trekvaart verboden. I. 60 Zeilen, in de Trekvaart tuflchen Haerlem en Leiden verboden. II. 89. Boete daarop gefteld. ibid. Zetting, op den Piys van de Sterke Dranken wordt afgefchaft. H. 314 Zieke - Bediening, wanneer dezelve plaats mag hebben. I. 173. Wat in zo een geval te doen. ibid. Hoe ten aanzien der DoctorsBriefjes te handelen. 173. Wat de ApotheRrr 2 kér  VOORNAAME ZAAKE N. ker in acht heeft te "Rflemen. ibid. Door wien daarover befchikt wordt. ibid. Omtrent net geeven van Breukbanden., moeren de vaftgeftelde orders wel in acht genomen worden. 173 Zieken (arme) wie derzelven tot de bediening door ce Stads-Doctoren gerechtigd. L 66. ■ Hoé dikwyls door hen te bezoeken, ibid. Waaneer aan hunne huizen moeten komen. ibid. Hoe by hoognodig gebrek te bezorgen. 67 Ziekten, by graffeerende, wat te doen. I. 67 Zilver, geene particuliere Verkooping daar van aan te leggen of by te woonen. U. 321, 322. Boete tegen de overtreeders gefteld. ibid. Zilver - Smits-Gild, hoe veel ieder Winkeli-r of Kashouder, jaarlyks, tot onderhoud van het Gild moet betaalen. U. 312 Zingen , Waarfchouwing daartegen , op de Straaten, by de Kerken, onder den Godsdienft. I. 217, 218. Boete daarop. 218 Zitplaatfen, in de Kerken, hoe lang vooruitte ■betaalen. I. 45. Wanneer en hoe veel reftitutie te eiffchen in geval van dood ofver- : trek. ibtd. Zitplaatfen, op de Wagens tuflchen Haerlem en Leiden, mogen vooraf befprooken worden. II. 55. Insgelyks op A m s ï e r- ' dam. 57 Zolderingen, uit Huizen niet te breeken. I. 151. Boete voor die daartegen handelen. ibid. Zout, binnen deeze Stad, of Jurisdiéiie, niet bereid, mag niet overgeftort worden in zakken, met het Haerlemfche Wapen. I. 41, 42. Boete , op de overtreeding daar van gefteld. 42 Zout, van buiten ingebragt, hoe veel van de Zak moet betaald worden, aan de Stad. f. LU Zout, wordt ook door de Koornmeeters enz. gewerkt. II. 273, 274. In de looting gaat het Zout voor. 274. Örder omtrent het meeten van Zout in de Zoutkeet, ibid. Hun Loon daarvoor, ibid. Omtrent het Zout, van buiten inkomende. 274 Zoute - Vifch, waar dezelve mag en moet verkocht worden. I. 139—141. Keure en Ordonnantie daarop, ibid. Zie. verder: ZouteVifch-Markt. Zoutkeet, vry van den Stads-Excyns op den . Turf. I- 5- 47 Zoute-Vifchmarkt, wanneer, en waar dezelve gehouden wordt. I. 17 Zoute - Vifchmarkt, Keure en Ordonnantie op dezelve. I. 139—141. Wanneer en waar dezelve moet gehouden worden. 140. Wie dan * daar met Vifch mag ftaan. ibid. Wat daar voor betaalen. ibid. Moeten goede Waaren brengen. 140. Door Keurmeefters goedge¬ keurd, ibid. Geen verfche Vifch aldaar uit te ftallen. ibid. Buiten dien tyd nergens met Zouten Vifch enz. ftaan. ibid. Doch Burgers wel voor hunne huizen. 14c Boete tegen de overtreeding. ibid. Wie met Zou-' ten Viich enz. te koop mag loopen. ibid. Dezelve moet ook gekeurd worden, ibid. Boete voor de overtreeders. ibid. Pligt der Keurmeefteren hier omtrent, ibid. Zy moeten wanzoute Vifch kemielyk uitmerken. 140. Bedorven Vifch laaten wegbrengen. 140, 141. Welk loon zy daar voor genieten. 141. Watzy, by overtreeding, verbeuren, ibid. Mogen niet gehinderd worden in hun ampt. ibid. Straf van hun, die zulks doen. ibid. Waar de Vifchliéden hunne Pekel mogen en moeten uitgieten. 141. Boete van hun, die daar tegen handelen, ibid. Keurmeefters gerechtigd , om op de onderhouding deezer Keure "te letten. 141. Hoe de Boeten te verdeelen. ibid. Zuideinde van V Klein Heiligland, order omtrent het draagen van Lyken van ongetrouwden, in die Buurt. I. 158, 159 Zuider - Buiten-Spaarne, (de Hooge en Laage Zyde van het) hoe verre die Buurt zich uitftrekt. I. 55. Order op het draagen d cr Lyken in die Buurt. I. 55, 56 Zuiderftraat, de Buurt daar van met die der Gafthuisftraat gecombineerd. I. 157 Zuinigheid in het Diaconie - Huis wel te betrachten. I. 17S. 180 Zwermers, niet aan tc fteeken, op de Markt, of elders op Nieuwjaars-Avond. 1. 24 Zyde- en Smalwerkers-Bos, Ampliatie der Ordonnantie op dezelve. II. 65. Zie verder: Bos. Zyde Gaazen, Werk-Baazen, die zich twee jaaren met het weeven daar van hebben bezig gehouden, mogen in het Gild, deSmalncering aangaande, worden aangenomen. II. 311. 312. Knechts insgelyks. ibid.- Zyde-Lintwerkers-Knechts-GÏld', Alteratie van het Reglement op het zelve. II. 156, "157. Begraafnis-GcJd wordt verhoogd. 157. Intekenings - Geld verhoogd. 330. Wanneer een Gilde-Broeder, trouwende,zyne Vrouw moet laat intekenen , zo zy Lid zal zyn. 33°■> 33T- Hoe te fchikken, als zy boven veertig jaaren oud is. 331. Wie geen Be* graafnis-Geld kan genieten. ibid. Zyden-Paftementen, binnen deeze Stad gefabriceerd. II. 256,257. Zie verder: Paftementen. Zyl-Poort, Buurt huiten dezelve, hoe veele Draagers tot de Lyken moge gebruiken. I. 55 EINDE DES BLAD TV TZER S.