DEDUCTIE Voor JULIUS MATTHYS v/n BEYMA thöe Kingma • Eïgencrfdë van Frahequeradeel, Deducent ter ééne j Op ende tcgens JOHANNES WILHELMUS van HANSWYCK t dooriommige Stemgerechtigden van Franequeradeel iriede geftemt tot de Nominatie van eenen Grietman van voorfz. Grieteny ? Deduceerde ter andere zyde. ËDËLË MOGENDE HEERËNï J)e'Dedücëfit zig al wederom ten tweeden maal genoodzaakt hebbende gevonden, om ter defenfie van zijn eil zijner Medeftemgeregtigden goed recht, zig te opponecren tegen de Stemming op 6en Ongequaliüceerd Perfoon ondernomen ^ heeft het zyn pligt geacht ^ ook wederom aan UEd. Mog. by dit Schriftuur open te leggen , de redenen en hei fundament van decze zyne oppofuie \ en wel zoo veel te meer, vermits de Dedu- A cent, 26  C ! 3 cent, zedert het Dispuit tüsfchen den Heer Nagel/en hem voorgevallen j het poinót der Naturalifatie, welke tot bet obtineeren eens Grietmans Amt vercischt word, meer en meer doorgedagt heeft. By den Heer Nagelt manqueerde zo veel, dat elk Fries het vonnis vooraf reeds by zig zei ven had opgemaakt, zo ras bekend wierd dat 'er oppofitie tegen gedaan was, door den Deducent. Nu heeft men gemeent, als er drie Volmagten ten Landsdage op de Nominatie gebragt wierden, dat niemand der Stemgcregtigde Ingezetenen dan voor zyn aangeboren recht zou durven fpreekeri* En echter, Ed. Mog. Heeren! deezeNominatie, hoefchoon vernist en opgehuld, laboreert niet minder als de vorige aan onregelmatigheid; loopt niet minder als de vorige aan, tegen'sLands bezworene Wetten en Privilegiën, eri ondermijnt dus even zoo zeer als devorige (die mislukt is), de welhergebrachte en onvervreemdbaare Voorrechten des Volks in 't algemeen, en def Stemgeregtigdeii in hetbyzonder, gelyk aan UEd. Mog. uit den navolgenden korten voordragt evident zal confteerem De Deducent agt het onnodig in het breede te detailleeren, dat het voornaamfte der Vriefche Privilegiën van ouds her geweest is, dat de Amten en Rechtsftoelen bekleed wierden door Ingeboorene en bcgoedigde Pcrfonen, In het laatst der veertiende Eeuw nog, wierd tot hetvoerefl vanScholtendom, Baulluwfchapcn andere Amten vereischt een Vries van Oldercoemst, d'ie tn dien hoecke des Lands gezeten was. Getuige het Privilegie van Hertog Albrecht van Beijevcn van den 24 Augusty 1398. Van  Cs ] ' Van tyd rottyd co-ter is, gelvk aan de meefte, aan dit Privilegie confiderabelgeiuxeert, zodanig dat het zomtyds, als het ware geheel vergeten fcheen. Dog de verwaarloosing van dit voorrecht der vrije Friezen, is door alle tyden heen, befchouwt als een der fterkfte inbreuken op de wareVryheid, en als een der grootfte beletzelen van den Algemeenen Nationalen Welvaart. Ahvaaromme in latere tyden daar tegens door öriderfcheidéhe Wetten gezorgd is; zoals ten fterkfte confteert uit de Staats-refo. lutie van den iSMay i662, welks woorden in 'sLandsOrdtie. 2B. Tit. 21. Art. 5. letterlyk zyn ovetgehorhcn\ luidende: Dat m de beftelling van alle VLands Officien en Beneden, (daar onder beroepingen van Predikanten mede begrepen) neerfig reguard zat worden genomen, dat dezelve met anders als aan Ingehorene ofte Génaturatifeerde ende bekwame Perfoom werden gecpnfereert, die magtig zyn het Land effeffive dienst te doen. Tot het opvolgen nu dezer Refolutie, worden de Heeren Volmagten ten Landsdage by de procuratien verbonden. Dus hebben H. Ed. Mog. de Heeren Staaten dezelve niet ovcrtre den; Ja kunnen niet gepraefumeert worden, dezelve overtreden te hebben, Even zeker nu êé het is, dat geene Volgende wetten hier tegen ftryden of kunnen ftryden, even zeker ook is het, dat deze vet niet uit eene latere maar uit eene vroegere wet moet wofden uitgelegt Het komt 'er alzo maar óp aan te zien, wie in de Refolutie van den l6 May Wt. door Genaturalifeerden moeten of kunnen worden verftaan. A « ^ A 2 En  [ 4 ] En dit, (gelyk de kundige Uitlegger van 's Lands Ordonnantie de Heer Secretaris Binckes, in zync verklaaring over het voorn. 5 Art. zeer te recht aanmerkt) leert ons de Refolutie Reformatoir van den Jafe 1627. op het 6de poinaj alwaar men dit voorftel vind. De Gecommitteerden verftaan den ingeborene Landtjaten defei Landts, na de Nature meest geaffectioncerd ende genelcht, tot denwelftandtvan defen Lande, -ende tot Confervatie van den ftaat van dien, vinden goedt, dat voortaan alk de Anten van Staat tot dep Provintie behorende, geconfereert worden aan geborene Landsgefetenen, ende aan geene Vreemde ofte buitenlandfche Perfoonen , ten zy faecke, dat dezelve buitenlandfck Perfoonen, ten minften den tyd van thien Jaren binnen deze Provintie, hun Huishouding? met hun Familie gehadt hebben r en begoedigt zyn, Op welk voorftel der StaatsCommisfie by de Ed, Mog. Heeren. Staten befloten is, als volgt. „ De Staten voorn. Approbeeren. den Molt van dezen Aru reformatoir, zoo nogtans, dat zij neffens den uitheemfche Perfonen, vergrootende 't getal der Jaren in dezen geëxprimeert, ordonneer en, dat dezelve buitenlandfche Perfonen, voortaan tot Ampten van Staat tot defe Provintie behorende, niet zullen worden toegelaten, ten zy faecke, % den tyd van xx Jaren continuelyk binnen deefe Provintie hun Huishoudinge met hun Familie gehadt hebben, ende aldaar begoedigt zullen zyn. Zo immers word de eene fundamenteele wet uit de andere . verklaart. Zo ook blykt der Nakomelingfchap, hoe ten dien tvde het bedaarde Volk niet alleen, maar vooral ook den Sou; verein  [ 5 ] verein de onwaardeerbare nuttigheid van dc handhaving van dit Privilegie, zodanig doorzagen, dat zelfs de Heeren Staten het getal der Jaren, by Gecommitteerden Vöorgeflagen, verdubbelden, ten einde den invoert van Vreemdelingen in Amten en Bedieningen van Staat zo veel te moeijelyker te maaken. Ten duidelykén bewyze van zulk eene volmaakte eenftemmigheid tusfchen Volk en Redering, als een Land niet alleen gelukkig maakert, maar ook op den duur kan doen blyven- hier van daan ook zeker , dat in latere tyden niet alleen de Refolutie van 1662 genomen * maar vooral in de procuratien ter inftartdhouding word, ja moet worden geinfereem Want even zo als de Refolutie nopens de Collatie van Amten van den 16 May Ï662. door der Volmagten Jaarlykfche Procuratien tot eene Fundamenceeïe Landswet word gemaakt, even zo zeker zyn deArticulen Reformatoir van den Jare 1627. van hunnen oorfprong af aan reeds fundamenteel, en zyn op nieuw bevestigt door het 5o"fte Articul van het Regl. Reform, Van den 21 December 1748. Ook ftryden de Refolutien van den 28 Febn 1705, en n Maart 1782. (op welke de Deduceerde zeer apparent op eene ongelukkige wyze zyne Naturalifatie zal zoeken te bewyzen) geheel niet met deeze fundamenteele wetten; want zy fpreken over geheel verfchillende onderwerpen. Immers in de Refolutie van 1662, en in die van 1627., beide bóven aangehaalt, word gefproken van Officien* Beneficiën en Amten van Staat, doch in de Refolutien van 1705.cn 1782. alleen van het Volmachtfchap en Amhulatoire Amften; welke Booit onder de benaaming van Oflïcien, Beneficiën en Ampten , van  C 6 3 im Kco-reecen Zv worden oneigenlyk 0B Stóf tannen worden begreepen. y j ei«en,yk T'm?7 ' genoemt, gelyk ook dit woord in ft***» altyd t« heden L gebruikelijk is: zo als de drie Jaarlykfche Begecv.ngen , alle Quarciers boeken ten duidelykften bewyzen. Erisookeene goede en valabele reden van onderfcheid waaromme in het Volmachtfehap en in Ambulatoire ****** mi„der tydperk van Jaren tot de Naturabfatie veracht word als in ordinaire Officien, Beneficiën en Ampten van Staat. Name,yk deze; om dat alle Ampten, en onder deze m de eevfte Lts het Grietmans Mft, fi eene perpetuee.e permanenteBediening die het geïeele keven duurd; terwyl het Volmachtfehap met één Jaar telkens expireerd, en de Ambulatoire Commisfen ^MtVop zyn langst ^-yW zyn. Ja wat meer is, md.en de Re- :%?:!r LL « ^, <*« ,7*. ^ *,». *. Ai±asMts^ wpt^>dan hadden (het zymet ^ eerbied gezegt) de M Mog. Heeren Staten eene daad gepleegt, tÊïtÉtv* welke | Ed. Mog,nie« bevoegt waren. - Du nu zal de ? Produceerde even weinig als deDeducent immer durven, of met ^üte. wfo grond kunnen ftellen. 4 e _ ^ g Het doet dus niets af, dat de Deduceerde is geweest en nog is Volmacht ten Landsdage, en daartoe by de Ed. Mog. Hee- t?ZZÉ!%* Gedeputeerde Staten geadmitteerd: want, om n,t te zeg- -■-r^^ dat daaromtrent gcene oppofitie geweest zynde, ook geen r^f^ . c • is P-efchied, zo word hiertoe flegts een Hu- zp* } l/, a^r- fententic of mtfpraatc is geiuncu, huI ^± s^u-. TJï^Inndfche Vrouw, of eene vyfjaarige onge- 7^JUi wc]vt met eene Hierlanai^nc v •> j a^u^a^u^i y , . • ^ _ béffoedifftheid in deeze Provim» f interrumpeerde inwoning en begoea g ^ a^w/^^^ ^L^ x'-a ^ {^j^$^f^'**>Maar ^fc^XjM^ **yA ^w^J kicken, word eene Namralifatie verëisehc door eene Twintig77•~^/' 7*7! Jarige Inwoning en Begqedigtheid. ^^^^^Jl Daar nu de Deduceerde op verre na zo veele laren in Vries-a^^^^J land niet bekend, veel min begoedigt is geweest, en Inwon i nge "^/^ «n: 7 gehad heeft, zo is dan ook de Oppolitie van den Deducent vol-^/W ^h t>;.;J ' komen gewcttigr. *^*üM En hiermede dit Schriftuur, waarin de Deducent alle optooi-9* ƒ >/■ fels en langwyligheid, als vreemd van zyne geregte zaak, ia'^—'4/^ I 1 '^jp krimi v^^ie^H 1 dikwils de hulpmiddelen om een fchyn aan eene valfche Aelling^^^^^JJ tegeeven, befluitende, verzoekt de Deducent, dat UEd. Moff'**T^ 1 in deezen gelieven tc disponeeren en te decideeren, zo als UEd?^"^?/;^ ^ Mog- tot handhaving van 'sLands Wetten en Privilegiën (welkeè^r^f^ de Deducent als Stemgerechtigd Ingezeten reclameert) in goedé A*r-***^3e Uuut I justitie zullen verftaan te behoren. ^ ^^^è^A ! j . <^7 • ' Aldus gededuceert den 15 September 1785, tZ^llj^f • W«#t 'f ^.' ^ l-*-?«-cj cU^ i ...... i 7* LEEUWARDEN, Ter van JOHANNES SEYDEL, Boekverkoop op den hoek der Koningftraat. É- J 1  DEDUCTIE VOOR JULIUS MATTHYS van BEYMA thoe Kingma, Deducent ter ée'ne; Op ende tegens JOHANNES WILHELMUS van HANSWYCK, Deduceerde ter andere zyde.