AAN de edele mogende heeren sta aten van friesland! i . i Edele mogende heeren! HONDERT EN VYFTIG Jaaren en langer is de Magiftraat raft" Harlingen in de ongeftoorde poflèffie geweeft, om jaarJyis uit -Hun één Volmagt ten Landsdage te Stemmen; Gelyken tyd van HONDERT EN VYFTIG en meer Jaarea is dé Gc-? fwooren- Gemeente van dezelve Stad in de ruftige pofleffie geweeft, om Jaarlyks ook één Volmagt uit Hun ten Landsdage te Committeren. Dat hebben die beide Collegien gedaan, Voor dat 'er Vroedfchap te Harlingen was en na dat die is opgerigt geweeft. Dit Recht heeft de Vroedfchap van Harlingen (dat erkent zy zelve) mm;mer aan de Magiftraat en Gefworen Gemeente van Harlingen betwift, ' nimmer geexerceert, nimmer gepratendeert, 0 in deezen Jare 1784. : Wanneer de Vroedfchap heeft gefuftineert, dat die' Stemminge "is gedaan, op eene weederrechtelyke wyfe en met de Origineele Conftitutie* ftrydig. t Het Cpntririe daar v\an te betogen en aan te toonen, zal nu' het werk van de Deducenten zyn; ' Welke zulks kortelyk op volgende wyfe ten klaarften meenen te zuil len doen. ,. ; . « u - . - * -H v, A Den  Der, 5 September 1635. is de Vroedfchap. voor de eerftemaal, ten getale van feftig perfoonen opgerigt, en in den Jaré 1637. is dat getal vermindert op veertig. Dit confteert uit het Regerings Reglement in laaftgemelden Jare door den Raad van Staate voor de Stad Harlingen gemaakt, hier annex met A. Dat den 10 Oftober 1635. Volmagten ten Landsdage waren, Gerryt Keth Burgemeefter, en Adriaan Reiners Gefworen Gemeensm.m. En den 16 July 1635. Focke Pieters Hecmftra Burgemeefter, en Dirk Har mens Gemeensman geweeft zyn: Zulks geblykt uit Extrad Refolutie, van Burgermeefteren, Recht en Raden, fampt Gefworen Gemeente dei Stcede Harlingen van den ao October 1635. Annex met B. Dus voor het oprigten van de Vroedfchap een Burgemeefter en een Gemeenman. En na dien tijd een Burgemeefter en een Gefworen Gemeensman. En dat zulks zoodanig met het grootfte regt geweeft is, zal volkomen blyken, uit het volgend omftandig Betoog. Voor den Jaare 16 5. Beftonde de Regeringe in de Steeden in Magïftraten, welke (behalven te Leeuwarden en Franequer) door den Stadhouder en Raaden in den Hove op zeekere wyfe, (die in alle Steeden niet gelyk was) gekoren wierdeH. De Magiftraat verkoos in het begin van ieder Jaar uit de aanfienlykfte Burgers een zeeker getal (het welke ook overal niet even groot wat») tot. Gtjwoorcne Gemeenheden. Deeze Gelwoorene Gemeenslieden Repraefenteerden de Gemeente, Aan die wievden dc Reekeningen gedaan, Die-wierden in gewigtige zaken geraadpleegt, En door en uk die wierde ook é6n ten Landsdage gecommitteert. De Gefwopreae Gemeenten hadden en ocdenden allbo in dien tyd alle de Rechten, die thans by dc Yroedfcha;.-pen zyn. Dus was diestyds de Conftkutie der Stads Regeringen in deezc Provincie over 't algemeen. En dat het in het by zonder ook zodanig te Harlingen was, blykt ui^ het geene daar van bij de Geaccrediteerde Iliftorie Schryveren Enuntui en Schotanus met veel naukcurightid is aangeteekend. ([) De (f) Re^itur cMtcv a Senatu annuo vrrcrum VIII. quos onnes tmfuks vormt. Ui exevnte anno totidem legunt ex chium numero, maximeque ex dek&orutk Cofk üio, quod ju. rptum dicunt, &? horum noviina cum nominibus fuis mittunt ad fummam Curiam. Turn turia Suo & gubernatoris, vomine per Senatorum ur.um Hatlingam miffutn inquirit diUgtnter in omnes, & eo Leovardiam reverfo Auditoqut, at adhibitt in Cwjri/ïv.. Öiëif. , < r.atcri  De Magiftrw* te Harlingen beftond dus uit agt Burgemeefteren, die Jaarlyks wielden verandert, pe nieuwe Burgemeefteren maakten agt Gemeenslieden, tn die Gemeenslieden hadden dezelfde laft en imgt, als die van Leeuwarden en Franequer. De Gefwooren Gemeente is dus geen Collegie, dat eerft by het Regeering* Reglement voor de Stad Harlingen in den Jare 1637. is opgerigt. Maar van veel ouder tyd, ^Is blykt uit een Publicatie van den 24 Aug 1635. hier annex met C. Waar by de Ingezetenen kenniüe word gegeven van de diestyds bekekene vrye Raadsbeftellinge, Leggende op naam van Burgemeefteren, Gefworen Gemeente en Breede G%? meerite. En dat die Gefworen Gemeente in dien tyd ook reeds het regt haddë> Om Jaarlyks uit hun midden één Volmagt ten Landsdage te committeren, .is gebleken uit boven overgelegde Relblutie fub A. 1 /Dus" Was de toeftand van zaken, voor dat, wéegens de bekende Tröu. Mes in deeze Pro'vintie van de Jaren 1635. en 1636. de Steede Regeringen op eènen anderen voet gêkomén zyn, door de Regerings Reglementen by den Raad van Staete in den Jare 1637, gemaakt Welke veranderinge egter in alle Steeden niet op dezelfde wy/ê is g&> fchiedj l i . u trp| J.. klimm Maar zoodanig, als men hét met de Regering efl Jngezefénen beft kon-> 4e febikken. 1 In de meefte Steeden zyn de Gefworfefit Gemeehtefls, die Jaarlyks op Aieutf gekórett Wierden,-afgefehaft, of liever in getal vermeerdert, en in permanente Vroedfchappen verandert. . , • En van dien tyd af hebben de Vroedfchappen in de Steeden de Ingeietenên Gefepratienteert en als zódanig gehad en geoeffent, het regt, dat Voor dien tyd, by de Gefwooren Gemeente was; Dus ook het recht, om Volniagten ten Landsdage te Committeren, i Behalven te Harlingen. . Ai Daar, Mtort ex XVI illis VIII deligit, qui civitcti per arwüm proximm prctjint, five eofdem, wmum jam ma mnplius in Senqtu fuere, five alios; ld etlim ex lege liberutn. Ü ïm ram fit. ut qudtuor novi quatüof veteribv.s adddfitttr, ititerdm vetsfes, mms in fnu me ïdinquaiitart ' interdum omnes novi dejigmntur» interdutn hi aut m.p&miotn; fif mtn. Quo faBo, idem ük qui arde, Hariingm remittitur infiruêus literis mandati cdfenatum veterem, annoque Surgente in Senatu futmos coram populo 'édit, ac hos Aéip. jitraosapïdfe,' in pofiejjiönem mwUtis folenniter immttit. Tim SendtuS rfiunus fuum ucipiens VIII. Vim trituttitué peuftalis.nomiiïat, Sive eos, qui in Concilie jam Sede, rat, five alios enumtro reliquorum civium: Quorum Officium ejl in hac Ciritate, idm, fad eft Leowerdite fcf Franektrce. EMM1US ia üepubl. Frif. pag, 66 ö> 67.  - T)aar is het anders gereguleert. ' ',f Aldaar is de Gefworen Gemeente, uit agt pevfoonen beftaande, met ver- nietigd of verandert. • - Maar aan dezelve is een afzonderlyke Vroedfchap van ** Vronen, met de Burgemeefteren en Gefworen Gemeente, te zamen 40 uitmakende» ^duf kreeg men te Harlingen twee Collegien, die beide de Ingeze: tenen Repraefenteerden. Dan dit konde niet zyn, of het moeite weczen m byzondere Départs ^natuurlyk was het, datby die beide Collegien hier uit vertellen-de begrippen'en oneenigheden wierden geboren over de lim.ten van elks r Hoe verre namentlyk zulks zyn zoude by de Gefwooren Gemeente, ton hoe verre by - de Vroedfchap. Dit blykt ook gebeurt-te zyn , i , Déwvl" de Raad van State reeds in den-J»re 1638. verpl.gt geweeft fe, m beüiffmge dier gefchillen, hunne nadere Audoriteit te interponc,,., ;j -. Dit is Pefchied bv Refolutie van den 15 Febr. 1638. waar by aan de Magiftraat^ Gefworen Gemeente de prefeance dn de Vergadermgen dec .elke in de:gevallen, ftj* U en T> Artrculen van het Reglement gemeld, gehouden zouden worden, is toegekent, { ujï houden gecontenteert, by het geene m eemge andere Artuulen van het **Um* m*&mkü* A^r SPEG1ALYK is gegeven. " Do. deeze Deeifie nu wierde ten duidelykften aangeweezen, wat m ieders Departement zyn zoude. «« J • Dus men , om te onderzoeken wat tot het Departement van de *4 Vroedfchappen behoort, of in welke (tukken zy d. Ingezetenen zullen, Reprxfenteren, alleen heeft na te gaan, wat aan hun by het Reglement ^nl^lZZ -1 men bevinden, dat het zelve beftaat in deeze drie Hoofdftukken. ' " fen EerCten, in het maken der nominatien, volgens de io, II, IVU ^SS^in het verkiezen by Lotinge van vyf Perfonen om £ Stads Armevoogden en Weeshuis Rekeningen meede te aanhoren het Rap-, pot van de Landsdagen te ontvangen en het vergroten der Tradan^ S -ken van nieuwe Ampten en andere, de Stadt befwarende Laften te Confenteren, volgens de 16, 17 en 19 Arttculeru ,... En  En ten Derèa, m het Confenteren van de Contributien volgens Art. ai. ; ^oeten nu de vierentwintig Vroedfchappen zig contenteeren, met het geene hun by het Reglement gcgeeven is; 2oo fpreekt liet van zelve, dat al het overige, waar in de repraefentatie der Ingezetenen te pas koomt, gebleeven is , alwaar het te 'vooren ge» ff eeft was. Jümentlyk, aan de Gefwooren Gemeente. Waar uit dan ontegenzeggelyk volgt, dat het recht om één Volmagt ten Landsdage te Hemmen, gebleven is aan de Gefworen Gemeente , zoo als die jat recht reeds te vooren geoeffent hadde, gelyk boven getoont is. De Gefworen Gemeente heeft ook dat regt zeedert dien tyd, tot op het. gcpasfeerde Jaar ingefloten, en dus meer dan anderhalve Eeuw onafgebroken en zonder iemands teegenfpraak geoeffend. En de Vroedfchap heeft van den beginne af daar in beruft, en zulks aan de Gefworen Gemeente overgelaten, Zonder daar op ooit eenige captie of aanfpraak te maakeri. Dat beruften van den beginne af, bewyft nu volkomen, dat de intentie van den Raad van Staate zoodanig is geweeft, en dat de Vroedfchap daar van ten vollen overtuigt geweeft is. Dewyl uit de voorgevallene oneenigheeden , zeer zeker mag geftelt worden, dat zy anders daar in zoo gemakkelyk niet zouden beruft hebben. En dat zy nooit, zelfs niet in tyden van verWarringe en troubeles, daa* op eenige aanfpraak gemaakt hebben, bevestigt zulks ten vollen. Het regt van de Gefwooren Gemeente dus, gelyk deDeducenten vertrouwen, klaar getoont hebbende, Zal nu te onderzoeken ftaan, Of de exercitie van dat recht, Zoo door de Gefworen Gemeente apart, als door de Magiftraat, (want van beide fustineert de Vroedfchap dat thans) teeder rechtelyk was, en met de originele Conftitutie ftreed. Dat de Harlinger Stads Regeeringe, merkelyk verfchÜt van die der andere Steeden in deeze Provincie, confteert dus ten vollen; Want, daar in de andere Steeden maar twee Collegien, Magiftraat en fnedfchap zyn. Zoo zyn er te Harlingen drie j Magiftraat, Gefworen Gemeente, en Gemeente pf Vroedfchap. . De Rechten dier byzondere Collegien zyn deeze: De Magiftraat heeft de Regeringe. De Gefmtn Gemeente is de Gemeente, die inden Eed is, en exerceert  het Recht, dat de Vroedfchap in de andere Steeden oeffent, met alles te doen j dat in de andere Steeden door de Vroedfchap gefchied, onder eenige bepalingen, by het Reglement gemaakt. De overige Vroedfchap, zynde de Gemeente, buiten dien Eed , en onder eenen anderen, doet niets en kan niets doen, dan het geene by het Regiement fpecialyk aan haar gedemandeert is; Beftaande in de drie Hoofdpoinctcn hier voren genoemt en in de io, II, 12, 13, 14, 16, 17, 19 en u Art. van het zelve Reglement gefpecificeert. Hier uit nu volgen deeze twee {tellingen: Imo. Dat de Gefworen Gemeente niet behoort tot de Magiftraat t Met welke de Vroedfchap haar tot een Lichaam wil maken, Maar tot de Vroedfchap; en Ildo. Dat de Vroedfchappen, die buiten de Gefworen Gemeente zyn, met de Regering, boven het voorengezegde, aan haar fpeciaal gedemandeert, niet* te maken hebben. Dat de Conftitutie van Regeringe gefundeert is op Wetten, of Conftumert j of op beide, Is zeeker en zal niemand kunnen teegenfpreeken. Datr nu Wetten gemaakt zyn, moet na die Wetten gehandelt en geötfr* deelt worden; maar daar geene Wetten fpreeken, moet de Coftume ofCeit* fuetudo gelden. Van wat kragt nu de Confuetudo is, en in hoe verre die voor een regei en wet te houden is, leert het Roomfche Recht ten allcrklaarften. (*) Dat (*) Conftutüdo defimri poteft jus nori fcriptum, qtiod nfus appröbavit in iis cauffiS, in quibus fcripto jure nori utimur L. 32. pr.L.$$. et 38./. de le-gib. et quidem Joius ,—Jïni Ullo fcripto—Jine ulio traclatu aut verbis, — ipfa re, hoe eji, confenju, rebus ipfis etque faStis declarato—Et fufficiunt ad eam iritroduemdam aclus—ita Celebres et notoriit ut verifimiliter in populi notitiam venerint, et de ejur cmifenfti ctnjlare poffit.— Vim lcgis habet Confuetudo §. 9. Injl. de Jur. Nat. Gent. fc? Ciy. (&, Biccius in GoU legio Argentoratenji Ertucleato part. 1, L. 1. Tit. 3. §. 11. 6? 12, Legt in multis Jimilis ejl confuetudo: Jus non fcriptum, moribüS Utentiian pdulatim introdtitlum, legis habens vigorem—Hanc in Jlatu denweratico populus liberrum JüO introducit arbitratu: cum enim legis condendce potejlatem habeat, ntc alia de cauffa tune quenquam lex teneat, quam quia populi judició recepta ejl, merito et ea, qm fine ullo fcripto populus probaverit, tenebunt omnes^-quia ven paullatim introducitur, neteffe fuit, non tantum longum tempus conwrere~~fed et aÜuum fiberorum, Jine viac tnetu interpofitorum, frequentiam— Nèc interejl, quibus acïfbusfuam populus volmtatem dtclaret; non cnim judiciales tantum, fed et extra judiciales ad confuetudinem introdu1*ü zoo die alhier door publijke auctoriteyt in Kerken ende Schooien geleert ende gemainóteneert wordt, mitsgaders de privilegiën, vryheeden der Lantfchappe van Vriefland ende deefer Steede, als' meede den welftand van den teegenwoordigen Staat van Regeeringe teegens allen ende een yegelijken na ons uytterfte vermoogen te zullen helpen, handhouden ende befchermert, ende dat wy ons, in ons Ampt ende bevoepinge volgens ende na inhouden van deefen voorgeftelden voet ende reglement eerlijk ende vromelijk zullen quijten, ende daar inne alle tijdt' voor oogen hebben ende helpen bevorderen den meeften dienft ende' welvaart van 't Vaderland. Soo waarlijk moet my God Almachtig helpen. F 0 K-  DEDUCTIE VOOR DE MAGISTRAAT E N # DEGESWOREN GEMEENTE VAN DE STAD HARLINGEN. Te LEEUWARDEN, By G. TRESLING, Stads-Drukker en Boekverkoper.  Gefworen Gemeente zyn, meede gerekent worden tot de Vroedfchap te behoren en daar van een Gedeelte uittemaken. Zynde de fin daar van duidelyk deeze: Dat de Magiftraat tot het arrefteren der Contributien niet zal kunnen volftaarr, met het Confent van dat gedeelte der Vroedfchap, het welke j„ de Gefworen Gemeente is, en by andere gelegentheeden de ganfche p'roeifdiap repraifenteert. Maar dat de Magiftraat in dit geval het Confent van de ganfche, Vroedfchap moet'hebben. Ten bewyze nog, dat de Gefworen Gemeente al van ouds het recht gehad heeft, om Volmachten ten Landsdage te Hemmen, kan dienen het geene Schotanus in zyne Befchryvinge van Friefland Bladf. 261., na de namen van de toenmalige Gefworene Gemeensluiden te hebben opgegeeven, \m dezelve zegt: „ Zy hebben met de Magiftraat gemeen te regeren de Policie, de 0 Stadszaken, de LANDSDAGEN en het vergeven van het Rentep meefters Ampt. Gelyk de eigen woorden aldaar zyn, en waar uit derhalven volgt, dat de Gefworen Gemeente anders met de Magiftraat niets gemeen heeft, maar. een Collegie uit de Vroedfchap en tot die behorende is. Dit nu genoeg zullende weezen ten betoge van het wettig Recht van Magiftraat en Gefworen Gemeente van Harlingen, volgens oud gebruik en cos* turnt, in het Committeren van Volmachten ten Landsdage; Zouden het de Deducenten daar by kunnen laten: Dan de Vroedfchap by eene gedrukte Dedudiie, ten tyde van het mondeling Plaidoy voor het Collegie der Ed. Mog. Heeren Ge'deputeerde Staaten ingegeven, verfcheidene poinclen hebben voorgebragt, tegen der Deducenten vaftgeftelt recht; Vinden dezelve zig in de noodzakelykheid gebragt, UEd. Mog. attentie by de Refutatie daar van nog een weinig te verzoeken. Zy zullen zoo kort mogelyk weezen, en alle redites vermyden. De Hoofdpoinclen aldaar, zyn drie: De Eerjie, dat aan Burgemeefteren en Gefworen Gemeente niet privative zoude competeren of kunnen competeren het Regt van Volmagten ten Landsdage te Stemmen, Zoekt de Vroedfchap te ftaven door vier Aanmerkingen. u De Eerfte van die, meenen de Deducenten, ten vollen opgeloft t* zyn by hun, hier vooren betoogde; Waar by de redenen aangetoont zyn, waarom de Stemminge te Harlin»-. gen verfchilt met die der andere Steeden, ■ In korte woorden deeze: C Om  • Om dat te Harlingen de Gefworen Gemeente geblceven is, die dat recht behouden heeft en de Vroedfchap dat nooit aldaar gegeven ««,. Hier door vervalt ook het eerfte Lid van de tweede Aanrncnunge,. i Want, dat de Vroedfchap nimmer gehad heelt, koude dezelve met af- ftaan: • . Dus onnodig te bedifputeren, of zy dat ^ afrtaan, En even weinig daar toe eene legale Refolutie of Acte nodig. Dan in plaatze van zulk eene Acte van afftand, is'er voor handen, en wel eene Refolutie van den *0 Februavy 1638. by Ma- JU* GV^«^^-het^^ Vm***l C°XH Vei" ^^rSveert hebben, om het Reglement van den 18 April 1637, in de Grapbie van den Bove Provinciaal te laten reg.ftrercn, En zulks, m dat de A:le van interpretatie op voorfch. Reglement gemaakt en „„gegeven by den Raad van State van den f* féu 1638. m * Vergadennge was geleezen. Als blykt uit dezelve Refolutie hier annex met D. Dus te dier tyd volkomen beruft in die interpretatie, waar by verklaart was, Dat de Vroedfchap tig gecontenteert zoude houden, by het geene m temge Art* tulen van't Reglement aan haar SPECIAAL was gegeven. En wat aan haar fpeciaal was gegeven is boven ten klaarften getoont Waar door dan het gevolg in die tweede Aanmerkinge van zelve ver. valt Gelvk óok de derde Aartmerklrige, Welke by het gededuceerde, hier boven, ten vollen » geënerveert5 Met aan te toonen, dat daar het oud gebruik te regt is gevolgt, voor 7.00 verre het Reglement niet anders bepaalde. Boven het geene tegen de vierde Aanmerkinge reede is bygebragt, zeggen de Deducenten op die met letter A. in gedagte Dcduftie. Waar bv, daar volgens de I? * P ^tïcukn geene Lallen, Cortributien &c. mogen ingewilligt norden, buiten toejiemmiuge van de Vroedfchap, geVraagd word, Wat recht dan de Volmachten wegens Burgemeefteren en Gefworen Gemeente hebben, om hunne toeftemminge te geven tot Schattinge, Lafteit en Impofitien ten Landsdage en der Ingezetenen Goederen te verbinden? Dat die redenering geheel niet ftrookt, is zeker, Wyl gemelde 17. en ai Arden, alleen fpreeken van STADS LASTEN EN CONTRIBUTIE N, als uit beide onweederfprekelyke geblykt: Want in het 17 Art. word gezegt, dat de Magiftraat en Gefworen CV «ante  «/K van Tra&ementen zuilen mogen doen, geen kxü ten maken of andere latten aanuccmen, de Atua K/wenae; n'eU'V£ Ul(Woken van zaken, die door Magt/lmat en Gefworen Gemee.-:te En dus gur ^ ie e ^iiiü-m^n gcc: nu} worden niet by Magiftraat en Gefworen fojtfi ™4f b^r de IIEEREN STAATEN, als Souveraincn van den g,, by het 21 Art. is bepaalt, dat by Magiftraat en Gefworen Gemeente . Contributien zullen ingewilligt worden, met kenuiffe van de mfdie Vroedfchap. flóven de vorige Aanmerking, die hier ook van applicatie is. Toonen deeze laatfte woorden even zeer, dat zulks op geene Landsheil kan zien: \Vvl dan de Gecommitteerden ten Landsdage m geene fchattingen ^den kunnen confenteven, ten zy daar toe door At ganfche Vroedjcftap gelaft en gematigt waren. DIT ZOUDE STRYDEN TEEGEN DE CONSTITUTIE VAN REGE- R1NGE! Welke meede brengt , dat de Gecommitteerden ten Landsdage op alkl tnoeten delibereren en concluderen zonder ruggefpraak. En dit was reeds zoodanig in den Jare 1637. wanneer dit Reglement gearrefteert is. Dus by geene mogelykheid daar aan zulk een zin toegefchreven kan worden, als de Vroedfchap wiL Daar te boven is dit alles zeer klaar, als men den waaren zin. en jneemüg dier Arden, nagaat. . Voor den Jaie 1637. konde de Magiftraat nieuwe Ampten maken, vergrotinge van Tractamenten doen, Latten aanneemen en Contributien. inwilligen, met kenmife en toeftemnwige van de Gefworen Gemeente. By het Reglement Van 1637. word de Vroedfchap aangeltelt, En het regt der Gefworen Gemeente, die m weef en bleef, by. gemelde en 11 Artisn. geltmiteert. Zoodanig, dat de Magiftraat tot het maken van nieuwe Ampten, vergroten van Traflamentcn en het aannemen van Lallen, boven de Gefvorene Gemeente, nog zoude moeten kennen de vyf Committeerden der Vroedfchap, volgens Art. 17. E11 tot het inwilligen der Contributien, de ganfche Vroedfchap volgens Avt. 21. Het gevolg hier uit tot de Lands-zaken getrokken is derhalven geheel ibund. By letter B. wil de Vroedfchap uit den Eed, die zy moeten doen, nm Ca é.  de Privilegiën en Vryheden der Landfchappe en Stad tegen elk na hun vermogen te zullen helpen haudhoiiden en befchermen, een gevolg trekken, dat die abfurd zoude zyn, indien in het Stemmen van Volmagten niets te zeggen hadde. Dog dat gevolg is abfurd! "Want, behalven dat Magiftraats en Gefiroren Gemeentes Eed, op het fluk van de Lands Regeringe veel fterker is, dan die van de Vroedfchap, als byzonder befweerende het meefte nut, voordeel en befte van de gemeene Sake en Landen of Steeden van Friefland, 'T ZY IN LANDS REGERINGE OF KRYGSZAKEN, te zullen helpen effectueren EN DE GEMEENE MIDDELEN , by de Heer en Staaten van 't Land higeivilligt, te helpen mainteneren, Te zien uit de onderfcheidene Eeden agter het Reglement. Zoo is elk goed Burger, elk regt geaart Ingezeten verpligt, de Vryheeden en Privilegiën des Lands voor te ftaan en te befchermen. Is het dus wel vreemd, dat men die geene, die uit dezelve tot Vroedfchappen verkoren worden, daar toe by Eede verbind? Kunnen ook in dat geene, 'twelke tot het Departement van de Vroedfchap behoort, niet dikwyls zaken voorkomen, waarin tegen 's Lands Vryheédén en Privilegiën zoude kunnen gehandclt worden? En was het daarom byzonder in den tyd, wanneer het Gemeene-Beft nog niet ten vollen beveiligt was, niet nodig, dat men zulks door den Eed zogte voor te komen? Het is dan ten eencmaal abfurd, zulks tot het' Committeren van Volmachten ten Landsdage te willen bepalen. Te meer nog, daar in dat fluk, toen reeds door genoegzame Wetten bepaalt, by mogelykheid geene overtreding van die verpligting konde plaats hebben. Het is wel zoo, dat de Volmachten zelve, meer dan andere, aan die pligt gehouden en daar aan verbonden dienden te worden, Maar ook daar toe is deeze Eed niet betrekkelyk. Dewyl geen Volmacht tot het Delibereren in Landszaken word toegelaten, voor dat hy in die zyne Qualiteit den by zonderen Eed, daar toe ftaande, gepraefteert heeft. C. By deeze Afdeeling en in het verdere beloop van des Vroedfchaps Deductie, zoekt dezelve uit het 22 Art. van het Reglement een Argument tot haar voordeel te trekken} Met te ftellen, Dat by het Regerings Reglement zoude zyn bepaalt, wat aan de Magiftraat, wat aan de Gefwooren Gemeente en wat aan de overige Vroedfchap, fpeciaal zoude behoren, En  £n dat by het 22 Art. al het overige, aan de Magiftraat, Gefwooren Gemeentt Vroedfchap te zamen, zoude zyn gedefereert. Endaar uit te concludeeren, p3t nadien het committeren van Volmachten ten Landsdage aan niemand fpeciaal gedemandeert is, zulks aan de drie Collegien te zamen zoude competeren. indien de prcemihen goed waaren, goude de Conclufie wettig zyn. gaar de eerfte valsch weezende, Vervalt de laatfte. W'ant het. is volftrekt onwaar, dat by het Reglement bepaalt is, wat tot elk der drie Collegien afzonderlyk zal behoren. pe Magiftraat en Gefworen Gemeente worden daar in flegts genoemt, zonder dat 'er iets bepaald word, wat tot derzelver Departementen zal behoren. Zulks was ook onnodig; Wyl beide die Collegien lange ]aaren hadden gefubufteert en dé Grenspaalen van elks Departement, door het gebruik, genoeg bekent waven. I Maar by het Reglement is alleen bepaalt, wat tot het Departement *an de vier en twintig Vroedslieden zal behoren, En zulks was zeer nodig: ■Om dat het zelve een Collegie was, dat toen nieuwelmgs wierde opgerigrV en zyn gezag nergens, dan uit het Reglement konde afleyden. Hier uit nu volgt van zelve, de onwettigheid der Conclufie. t Indien immers, volgens dat 22 Art. al het overige, dat aan geene varl de drie Collegien Speciaal gegeven is, by de drie gezamentlyke moeflé gefchieden. I Zoo zouden de vier en twintig Vroedfchappen een wettig Regt hebben op de ganfche meede Regering van de Stad. Wyl die nergens by het Reglement Speciaal aan de Magiftraat is opgedragen,) Dat egter te abfurd is, om in iemand op te komen. , Maar, daar te boven, is het ook ten eenemaal abufief, dat by het ja Art. bepaalt zoude zyn, dat alles, wat aan ieder der drie Collegien niet afzonderlyk gegeeven is, aan hun gezamentlyk zoude ftaan:. ; Vermits de woorden zyn: Blyvende voorts aan de Magiftraats, Raads en Gemensluiden de beraminge met meefte Jlemmen van alle goede xirdre in, de Èmwgi van STADSZAKEN en het geene daar van dependeert. J)e beramingen van goede ordre nu (trekt zig niet verder uit, dan tot het formeren, fchikken en veranderen van het groote Plan van Regeringe, D Zonder  Zonder eenige dadelyke uitvoeringe in zig te bevatten. Dan, hoe men dat ook begrype, de volgende woorden, in de Regeeringe VAN STADSZAAKEN, bepalen zulks duidelyk, en wel zoodanig, dat daar toe het Committeren van Volmachten ten Landsdage by geene mogelykheid kan getrokken worden. Te minder nog, daar by die zelfde periode, in een zamenhang, gezegt word en direct volgt; hare Privilegiën, Vryheedeti en COSTÜMEN, ALS NAAR OUDER GEWOONTE. Namentlyk, biyvende aan dezelve Magiftrats Raads en Gemeenshiden, voorengenoemt. Die woorden, alleen genoeg, om daar op het regt van de Ge/noren Gemeente te veftigen! Om dat die eerder, dan dat Reglement geweeft zyn en de oude gewoonte was, dat zy Volmachten ten Landsdage Stemden. Dus zy daar in by dat Reglement, door die woorden, ten fterkften beveiligt wierden, En de Vroedfchap uitgeflooten; Om dat die 'er voor dat Reglement niet was geweeft, En Co/turnen en oude gewoonten op dezelve daarom van geen applicatie konden zyn. Op Co/tumen en oude gewoonten ruft derhal ven dat Reglement voor Magiftraat en Gefworen Gemeente, ' Maar niet voor de Vroedfchap! En het doet hier niets ter zake, wat regt de Vroedfchappen in ande* re Steedert hebben verkreegen of exerceren; Maar de vraag is hier, wat regt hun te Harlingen is gegeeven, en Welk regt by de Magiftraat en Gefworen Gemeente aldaar is verbleven? En dat is getoont. Byzondere afgetrokkene woorden en expresfieri in zommige Aclen ert Refolutien , waar op zig de Vroedfchap ook by de afdeelinge D., en in dé vyfde plaats het regt in qusftie zoekt toe te eigenen, doen in deezen meede niets af; Dus ook niet, als in Refolutien, by Magiftraat, Gefworen Gemeente ert het ganfche Corpus van Veertig Vroedslieden genomen, gezegt word, Onze Volmachten. Want, fchoon het woordje Onze daar zonder fpeciaal infigt op de Vroedfchap gemelt mogte worden, Zoo ftaat het egter, ten ópzigte van de Magiftraat en Gefworen Gemeente, te regte, en kan tot die met alle reeden thuis gebragt worden. Een ongelukkige defenfie voorwaar! als men zyn recht van zoo verre en v\ï enkele woorden moet halen. Gelyk  Gelyk de Vroedfchap ook tot adftruclie van haar tweede gefielde poinct3 dat namentlyk, het oud gebruik, daar deeze Deducenten zig op fundeeren, geen genoegzame grond zoude opleveren voor haar recht, en daar door de origineele rechten der Vroedfchap niet kunnen worden benadeelt, zoekt "te doen; Dog fchynt niets anders met eenigen fchyn te hebben kunnen vinden, dan eene paffage uit de Hedend. Rechtgel. van Ulr. Huber B. 4. C. 7. No. 12. Alwaar zegt Imo. Dat de Oppermacht alhier is oorfpronkelyk, by de Stemdraynéi Edelen Eigen-Erfden en Vroedfchappen, en (Na Ildo. en Illtio. gefpróken te hebben van de overdragt der oeffeninge dier Oppermagt op hunne Volmachten, en voor hoe langen tyd.) iVto. Dat niemand regt van Stemmen in het maken van Volmachten en andere prime zaaken heeft, als de Bezitters van Stemgerechtigde goederen te Land' mrts EN DIE VAN OUDS DAT ZELVE REGT IN DE STEEDEN HEBBEN. Deeze beide pasfagien allegeert ook de Vroedfchap woordelyk, vervolgens uit No. 23. van het zelfde Capittel, deeze woorden: De verbintenijfe, welke voorkomt uit de fundamenteek wetten, is die van het tiatuurlyk recht, en zy maakt, dat alk handelingen, daar teegen aangeftelt, nul en van geener waarde zyn. En maakt, na eene willekeurige uitlegginge van de woorden EN DIE VAN OÜDS DAT ZELVE RECHT IN DE STEEDEN HEBBEN, dat het dezelve zyn, die hy te vooren onder de benaming van Vroedfchappen had vermeit, deeze iluitrecden. Het recht van kiezen der Volmachten, zegt de Heer Huber, in de Steeden is de Vroedfchappen, dit is een fundamenteel beginzel onzer Regermge, alle hande* Ingen daar teegen {by gevolg ook alle oude gebruiken) zyn md en van geener waar% Dat de Heer Huber dit zegt, is onwaar. En dat de Heer Huber door DIE VAN OUDS DAT ZELVE RECHT IN BE STEEDEN HEBBEN, zonder uitzonderinge zoude meenen, dg' Vroedfchappen alleen, Ontkennen de Deducenten. Als niet mogelyk. , Wyl die groote kenner van de Rechten en Coftumen van dit Land, boren het geene dezelve uit Emmius (die by de befte kenners den NederJandjchen 'fhuanus word genoemd) Schotanus, andere en Charters (waar van ÏO de veïzamelinge door den onlangs, helaas te vroeg \' overledenen Grooten en Waardigen Vaderlander SCHWARTZENBERG thans veels vpor ham D 2 dea  L «ft, en niet onkundig™, mm denzclventen vollen bekent, £ TLl-ien in de Wen gefchieden, en da, die op onderteken, Lmm^cV^doo,SeW«t,éh,tml:tl..Men. WM * dit niet geweeten, hv zoude .ceder zonder tmzondennge gerefft hebben, de Vroedfchappen. t Z ka de Heet Huber ,net geen fchyn tct Wereld gezegt war en, MET DIK VAN OUDS DAT ZELVE REGT HEBBEN, «« hebben wilien zeggen, tk, rek, ,,„ Un* ran V*mhm » •<■ M« «rf ^Teven weinig, * ft «» /»»*»«^' R«ff«'' t Z de Heer Hnber ook beter, en .el zeek,,, * het was, ge- 4 De'HleTHn"!'Lorn ook „iet zeggen, £ 2i& *r ,«« **** «* * <•* ^r"ibB) ^ ""' Hc1-t Avas'tewel dekrzgtv»neenC»»/m.W. beken,. . En wEte dus, hoe zeer de Cofiunen en «ft hrer gehandbaaf, «in goedgekcurt wierden. Tie Conclufie van de Vroedfchap, • M 4. »»' - *» *' * «* * t# * gefundeerde prtfcriptiel Vervalt derhalvenl Maar geenfins de poffeffii van de Deducenten, Die zy niet funderen op prtfcripUe, . Maar op een al oud Recht, . Dat de Vroedfchap van Harlingen nimmer gehad heeft' De Rechts paffagien uit fat** en fhomafiis, by de Vroedfchap teegen de pr*fcriptie geallegeert, behoeven over zulks geen refutatie Daarom overgaande tot weederlegginge van des Vroedfchap* Suftenue by het derde poinct van derzelver Deduótie. Waar by ftellen, dat de Aard der Regerings-form hier te Lande vor? dert dat de Stemminge door het geheele Corpus der Veertigen gekh.ede van'één Volmagt uit Burgemeefteren, of Raadsluiden, en van een tweede uit de Gemeenslniden of Vroedfchap. . Tot Soutien van deeze ftelling, maakt de Vroedfchap eene tweede,. en wel deeze: - , Dat de Burgerien in de Steeden dezelve Rechten zouden hebben, als, ie Stemgeregtigde Ingezetenen ten platten Lande; j. j>  • jfet byvoeginge, dat de Stemgerechtigde Ingezetenen ten platten LanjÊ dat uit oeffenen door zig zelve, en dat de Burgerien der Steeden jiet zelve zouden hebben opgedragen aan het Lighaam der Steedelykc Regeiinge > dat is te Harlingen aan de Veertig Leeden der gropte Vroedfchap- la hebben getragt dit Analogice te bewyzen; Dan hier op dient, dat, gelyk in de overige Steeden van Frielland het Volk gerepraifenteerd word door de Vroedfchappen, zoo word te jaarlingen het Volk gerepraefenteert door de Gefivorene Gemeente en Vroedfifcif, 'n nunne K-efpective Departementen. pat nu het Committeren van Volmachten ten Landsdage, van de $ae, behoort tot de Magiftraat, uit dezelve, en van de andere, tot het departement van de Gefworene Gemeente, uit hun, is uit de immemoriale posfesfie en de beveftiginge daar in , by het Regeerings Reglement gefchied, ten vollen betoogd. De Stemminge in de Steeden vervolgens gelyk te willen ftellen, met die. ten platte Lande, is onmogelyk. De eenige gelykheid, die daar in is, beftaat alleen hier in, dat uit elke Stad twee Volmachten ten Landsdage worden gecommitteert, gelyk uit ieder Gvietenye. Doch in den aart en de wyze van Stemminge, is geen gelykheid ter Weereld, Ten platten Lande beruft het recht van Stemminge by de Bezitters vaa Stemgerechtigde goederen, en leid alzoo op het goed. In de Steeden behoort het recht van Stemminge origineel aan de Burgeren g m is dus perfoneel. Op de Stemminge ten platten Lande zyn vafte wetten gemaakt, waar vait piet afgeweeken mag worden. , Voor de Stemminge in de Steeden zyn geene wetten of regels gemaakt, maar die is louter coftumier, gefchiedende in de eene Stad dus, en in de andere zoo. De Ingezetenen ten platten Lande, kunnen, zoo lang zy de Stemgerech-* tigde goederen bezitten, hun recht op geene andere overdragen of zich te andere laaten repraefenteeren. De Burgerien van de Steeden hebben zülks al kunnen doen. En zoo als die het goedvonden te doen, is het geappróbeert. Konden zy dat nu doen, gelyk het gedaan hebben, Of aan de gezamentlyke Vroedfchappen alleen, zoo als te Slooten, Hindelopen en in andere Steeden j Of aan de Magiftraat voor den eenen, en aan de Vroedfchap vbor den E twe*.  tweeden Volmacht, gelyk te Leeuwarden, Franequer, Dockum en elders ; Of aan de Magiftraat en de Gefworen Gemeente ieder voor een, als te Harlingen; Zoo kan, nog het eene, nog het andere, inconftitutioneel genoemt worden; Wyl nergens geblykt, dat de Conftitutie van Regeringe meede gebragt heeft, dat dit regt aan de Vroedfchap behoorde. Dan ter contrarie is het door dc wille des Volks aan die gekomen, aan welke men het begeerde te hebben. Was het volgens de Conftitutie zoodanig, als de Vroedfchap van Harlingen het teegenwoordig begeert; Dan konde en mogte het te Franequer en te Dockum niet anders by het Reglement bepaalt worden, En dan konde en mogte daar op geen approbatie by den Souverain ge* geven zvn. En d'it is egter gefchicd, gelyk de Vroedfchap zelve in haar Deductie zegt, in den Jaare 1642. Wanneer ook de Stemminge te Harlingen gedaan wierde als te vooren en in het vervolg, uitwyzens Extrad Refolutie van den 27 Febr. 1641 annex mctE. 5 Trouwens de Vroedfchap van Harlingen ontkent niet, dat de Magiftraat en Gefworen Gemeente aldaar dit recht, te aller tyd, nee vi, nee dam, nee metu , hebben geexerceert. En daarom rendeert daar in voor de Vroedfchap van Harlingen geene de minfte hardigheid. En even min eene vernederende, gelyk zy het op het einde van haare Deductie noemt; ■ Want zy is nimmer in de exercitie van dat regt geweeft en heeft dus, door het nu niet te exerceren, geene vernederinge ondergaan. Ook leid die vernederinge niet in de bepaling by het Reglement, dat elk Vroedfchap de waarde van ïoco Guldens aan Vaftigheden in de Stad moet bezitten, gelyk dat tot een argument daar voor by brengen. En verheffen teegen een Stem in de Landen, zomtyds geen 100Guldens waardig. Waarlyk gering! Maar als die niet betaalt is en de Vaftigheid van aooo Gl. is met betaalt, Dan zyn ze beide even vermogendel Dog dit geene attentie meriterende „ En  In het weinig daar op volgende geen inbreuk kunnende maken in der peducenten regt, Het welke by deezen, gelyk zy vertrouwen ten vollen betoogt en ten kliarften beweezen zynde. 200 hebben de Deducenten gemeent, zich aan UEd. Mog. te moeten dreflêren, vermits het Collegie der Ed. Mog. Heeren Gedeputeerde Jtaaten de zaak in Quaeftie, by Hun Ed. Mog., na gehouden mondeling pla;doy, ten nadeele van deeze Deducenten gedecideert, in gevolge het 6 Art. van het Stern-Reglement en nader Placaat van den 10 Maart L3. ter deliberatie van UEd. Mog. heeft gebragt, ten einde daaromJat iets zeekers te bepalen en by eene wet vaft te Hellen. Het welke gefchiedende, kunnen de Deducenten geene vreeze hebben, fat die ten hunnen nadele zal weezen.  BYLAGEN.  A DEn Raad van Staate der Vereenigde Nederlanden, zijnde gedeputeert ende geauthorifeert van de Hoog-Mogende Heeren Staaten Generaal, tot wegneeminge der onluften gereezen eenigen tijd herwaarts in verfcheyden Steeden van Vrieflandt, 0ver de veranderinge in de Magiftraat aldaar voorgevallen, ende in 't particulier geinformeert weezende van 't geene in de Stadt Harlingen dies aangaande gepaüeert was, ook gehoort d'oude gedepoffideerde, ende de nieusaangefielde Regenten alhier, ende partyen tot accommodatie, ende fubtniffie ten weeder zijden gedifponeert, I, . Verklaart, dattot beeter onderhoüdinge van ruft en eenigheyd allé onluften, misverftanden ende verfchillen over de veranderinge in de Raads- ende Magiftraats-beftellinge voor dato deezes gevallen, d'offeniïien aan de eene of de ander zyde gegeeven, zullen worden gehouden ende geftelt in eeuwige vergeetenheyd; niet anders als oft die nooyt gefchied en waaren; zonder dat daar over eenige reproche ofte voorder recherche zal vallen ofte gedaan moogen woiden: ende dat de geinterefïèerde in deezen onder den anderen zullen houden goede oprechte vriendfchap ;■ leevende in onderlinge liefde ende eenigheyd; zoo als goede Regenten ende Ingezeetencn betaamt.. t t. Van nu af zal worden aangeftelt, ende alle tijd blijven, een getal vati veertig Perfoonen, als Gemeents-luyden -ofte Vroedfchap deezer Steede Harlingen; daar onder begreepen de acht Magiftraats- ende acht Raadsperfoonen; zijnde alle te zaamen Leedemaaten, ofte ten minften doende pröfeffie, van de waare Gereformeerde Chriftelijke Religie,- ende die voor waarachtig erkennende; in zulke* voegen als dezelve alhier öpenbaarlijk in de publijke Kerken ende Schooien geleert, ende door authoriteyt van de Hooge Overheyd gemainteneert wordt:, voorts zijnde Patriotten ende Voorftanders van het. Gemeene-befte, gereed den Eed hier op geformeee, te prefterea, * ' iïi  X V I I I. rje Magiftraat zal niet vermoogen in 't vergeeven Van Ampten, te ge-, nieten eenige giften, directe noch indirecte, by poene dat beyeje de Ge' "t ende Ontfanger geacht zullen worden voor infame perfoonen. x i x. SjI rreede 't Rapport van Landts-dagen aan meergertfelte vijf Gecomuitteerden neffens Burgermeefters ende Raatsduyden gedaan worden. XI - Sullen meede deefe vijf Gecommitteerde 't gantfche Jaar continuerende per vides prefideren, ende hunne principalen den Vroedfchap by mal-, kinderen moogen vergaderen by confent van de Magiftraat ofte by weygeringe van dien, den twee prjefiderende Burgemeefteren 't zelve alleen landienen, XXI. By de Magiftraat ende Swooren Gemeente zullen geen Contributien ingewilligt worden als met kennifle van de gantfche Vroedfchap, XXII. , 1 Blijvende voorts aan de Magiftraat Raadts- ende Gemeents-luyden d* beraaminge met meefte ftemmen van alle goede ordere in de Regeeringe ga Stads zaaken, ende 't geene daar van dependeert, ende ook haare privilegiën, vryheden ende coftümen naar ouder gewoonte, zo in 't ver-* geven van ftads Ampten ende; anderfins, als van ouds gebruykelijk \$ geweeft, zonder ergens inne tot particulier profijt te mogen excederen, lettende voor al öp de befte mefnagie ende 't meefte voordeel van de Stadt, ende de goede Ingefetenen van dien, ook in verteeringe, baaten, profijtten, oft vacatiën, niet gaande buyten d'ordonnantie ofte ordinaris gebruyk. t < < ■■ . X X III. «tl . : , ,v , Ende zullen tot meerder vaftigheyd van deezen, by haar Hóog-Mogenk verleent worden brieven van Octroy öonfirmatoir van deeze Ordre ia behoorlijke forme, ende onder het groot Seegel. # * Aldus,  Aldus gedaan by den Raad van Staate der Vereenigde Nederlanden tot Harlingen den xxv. Martij ouden ftijl xvjC feven-ende-dartich, was geparapheert Alex van der Capellen Vt. onderftont, Ter ordonnantie van de Raden van Staate, ende geteekent l. Eyckbergh, zijndu op 't fpathim gedrukt het Cachet van den gemelten Raad. ORdonnerende, ende niet te min ook laftende ende bevelende eenen yegelijken van de voorfz. Stadt Harlingen, van wat qualiteyt ende conditie hy zy, ende voorts allen anderen, die 'tzelve nu of in 't toekoomende tyden zoude moogen aangaan; de Magiftraat ende Regeerders voor als nu van onfent weegen aangeftelt, ende de geene die in voegen ende manieren voortz. Jaarlijks verandert ende aangeftelt zullen worden, voor haare wettige Overigheyd ende Magiftraat aan te neemen, t'erkennen, eeren, refpetteren ende t* onderdaanigen, t'allen tyden ende in allen voorvallende zaaken, gelijk goede ende getrouwe Burgeren ende Ingefeetenen toebehoort, ende fchuldig zijn te doen, op poene van geftraft te worden als perturbateurs van de gemeene rufte ende vreede, andere ten exempel: Want wy zulks ten meeften dienfte van de Provincie van Vriefland, ende de voorfz. Stadt van Harlingen bevonden hebben te behooren. Gegeeven in 's Gravenhage, den xviij Aprilis feftien-hondert feeven-ende-dartig. Was gepaiapheert W: Marienburgh Vt. Onderftonde, By mijne Heeren de Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden. L-eeger ftonde. Ter Relatie van de Raad van de Staate der Zeiver Landen, ende geteekent M: Hugens, beneffens dien het uythangende groot Zeegel van haar Hoog-Mogende, zijnde gedrukt in rooden Waffe, ende ftonde ter zijden gefchreeven. Op huyden den li Juny 1637. zijn de voorfz. Brieven van Octrooye.van den Raadhuyfe der Stadt Harlingen na'tluyden Van des zelves Stads kloeke, ten overftaan van de praefiderende Burgermeefteren D. Jacobui Hillebrants, ende Abbe Coenraads, gepubliccert door den Secretaris der Steede voorfz. In kennifle haar handen: Aétum ut fupra, was geteekent J. Hillebrants, Abbe Coenraads ende Andries Heemftra met eenige ftreeken. Welke Brieven van Oclroy aan fijn Genade Graaf Hendrik, van Naffoit ▼an de Regeerders der Stadt Harlingen zijn geoffereert in naarvolgende maniere. Refolutie  Refolutie van de Raad van Staate. Beroerende de Magiitraat, Raad ofte de Gemceme ende Vroedfchap over de Prefeance in alle Vergaderingen. AAn den Raade van Staate der Ver* eenigde Neederlanden in Vrieflandt gecommitteert, vöörge* •acht zijnde van eenige ftrijdigheyd, die in de Stadt Harlingen onder l Magiftraat en(*e ^ommiSe van ^e Vroedfchap is ontftaan, op voorgeen. dat gelijk over gelijk zoekt te heerfchen, ende minder meerder ond rleyt te gebieden, zoo eenige der Vroedfchappen meenem dat de Magï* flraat over haar zoekt te doen, waar over fchriftelijke Remonflrantie by ^ jVlagiflraat geprxfenteert, ende in handen van de gemelte Vroédfchapom te refcriberen geftelt zijnde, hebben haar bericht daar op mondelinge gedaan, zoo ook de Magiftraat weder gedaan heeft, verzoekende als noch Interpretatie om te moogen weeten waar na zich te reguleren; js't dat den Raad van Staate y tot wegneeminge van zulke ofte diergelijke differenten of ftrijdigheden, die maar tof meerder twift zouden ftrecken, by &rme van Interpretatie ende elucidatie van *t Reglement ude Oclroy der voorfz. Stadt Harlingen^ goet gevonden heeft te vef« klaaren, dat de voorfz. Magiftraat moet erkent ende gerefpecteert worden voor het Opperhooft in de Stadts Regeeringe, ende dat haar met den Raad ofte Gefwooren Gemeente de prefeance competeert in alle Ver^ gaderingen, die volgens het al', ende 22 Artikel van 't Reglement, ofte anderfins aan de Magiftraat, Raad, ende Vroedfchap t'zamentlijk fe ftaande, houdende zich de vier-en-twintig Vroedfchappen' gecontenteert by het geene in eenige andere Articulen van 't Reglement ende Odlroy aan haar fpecialijk is gegeeven. Actum tot Leeuwarden den 15 February jviC acht en-dartig. H, G R U Y S vt. Ter Ordonnantie van de Raade van Staate, J. Eyckbergh. * * 2 POR-  « FORME van den Eed te doen by de Burgermeellers ende Raadtsluyden oke Gemeentsluyden. A Lzoo ik n effens anderen in deefe ƒ jL Stadt te regeeren ben geordonneert, zoo beloove ende Svveere jjj by ende voor de Nederlandfche Geünieerde Provinciën in 't generaal, ende deefe Provincie van Vrieflandt in 't particulier, tot weederftand van Jen Koning van Hifpanien, ende alle zijne aanhang op te fetten Lijf ende Goed, de Overheyd van de voorfeide Provinciën, als de Generale Sasten, Raad van Staate, ende den Welgeboörene ónfett genaadigeti jleer Stadt-holder Graaf Hendrik van Naffbu, mitfgaders de particuliere Staaten van Vrieflandt, ende het Provinciaal Hof van Vrieflandt, elks jiaa zijn wettelijke coirimiiïïe refpe<5civelijk, trou, holt ende gehoorfaam ie zijn, alle 't geene wat de zelve Overigheeden tot meefte nut, voordeel ende befte van de gemeene zaake, ende Landen ofte Steeden van yrieflandj 't zy in Lands-regeeringe, ofte Krijgs-zaaken noodig, ende raadfaam zullen vinden, voor mij zelfs trouwelijk te helpen effectueren ende de andere Ingefeetenen deefer Stadt tot gehoorfaamheyd, vreede ende eenigheyd te wijfen ende te vermaanen; de gemeene middelen by de Heeren Staaten van 't Landt ingewillicht te helpen maincteneeren; ende voorts generalijk alle mijne raadflaagen tot meefte ruft ende eendracht van deefe Provincie te richten, de Stadt met behoorlijke amunitien, fortificatiën, proviant, wacht ende andere nooddruft ende toeftcht vei te doen verfien ende bewaaien, een yeder Menfchrecht in deefe Stadt zoekende, tot fijn gerechtigheyd te helpen, niemant in fijn recht weetentlijk te bekorten, ofte in eenige onbetamelijke maniere te bezwaaien, met des gemeene Stadts goed ende nut trouwelijk tot profijt van de Stadt te handelen, ende my door geenderleye baate, fchaade, eere, fchande, vrientfehap, gunft, haat ofte nijt, teegens 't geene voorfz. is, beweegen laaten, ook voor my zeiven geenderleye profijtten te zoeken, dan zoo veel my rechtelijk toe gelaten is; beneffens dien de uytfpraake van de Raad van Staate, fampt Voet ende Reglement van Regeeringej op birrièn aan ons Magiftraaten deefer Steede overgeleevert, in alle ma- * # * nieren  nieren t'onderhouden ende doért onderhouden, naar inhouden van de zelve , ende de fecreeten van de Kaamer niet te openbaaren. Stió waarlijk help my Ged* Onderftonde Alex: van der Capellen Vt. wat leeger ftonde *t Seegel vin de Ed. M. Heeren Raad van Staate in rooden waffe gedrukt, ende met een vierkant papierken bekleed, ende ter zyden van 't zeiven getekent. Ter ordonnantie van de Raad van Staate j ende was verteekent /. Eyckbergk. Geextif  0 Geëxtraheerd uit het Refolutie Boek der Stad Harlingen. Burgemeefteren Regt en Raden Sampt gefworen gemeente der fteede Harlingen op den Raadhuize alle Coljcgialiter vergadert zynde niet alleen Approberende den Refolutie van den "5 Ju'5r 'aaft'eedcn bv ^e Staten van t Land genomen, waarinne de Heeden hunne eigen Raadsbeftellinge is veraccordeert, maar overdenkende jj£ nagedane nominatie en overfchryvinge de Magiftraat In de Refpeclive Steeden gefield en geordonneeid zyn by zyn Gen: en't Hof van Friefland. enz. 2oo is 't dat wy met advis en overroepirige Sampt toeftemminge van Gecommitteerden uit het Vroedfchap wel expres onze Ordinaris volmagten Cerryt Keth Burgemeefter en Adriaan Reiners Gefworen Gemeensmati, op den teegenffoordigen Landsdag vacerende, ordonneren en Committeren de Refolutie van den 2$July neffens andere volmagten der Steeden niet alleen te doen vertekenen, maar te Revoceren, en weeder Roepen in den alderteftea tnaniere alle Aden, uit kragte van welke Zyne Gen. en het Hof Wn Friefland dusdanig Zig de Raadsbeftelling hebben aangematigd, ofte eeniger maten zouden aanmatigen, protefterende neffens dien wel expres teegens de inhoude van zeekere Requefte den 16 July verleden by eenige Volmagten der Steeden verteekend, en onder anderen met de handen' van Focke Pieters Heemftra Burgemeefter en Dirk Harmens Gemeensmati doen ter tyd volmagten op den Landsdag uit eigener Authoriteit en buiten Laft vertekend, willende over zulx dat die gemelte Requefte neffens" 't geene laaft by den Hove geregiftreerd is, mag worden gecasfeerd en geroyeerd, belovetide onze voorfch. volmagten handen en perfonen in alles te fidlén eH jchadeloos te Ontheffen, onder verband van alle des Stads goe* ert fubmiffie -dèrzelver neffens onze perfonen in voorfch. Qualt. den,Jfove van Frieüand deeze en alle ander Geregten. Acfum Harlingen op) den Raadhuize deezen ao, Oclob. 1635 onderftonde des Stads Harlingen gegil in Groenen Wasfe uitgedrukt &c— Ter Ordtie van den Magiftraat & Gefworen gemeente voornt. In kennisfe van my Clercq (was getekend.) Theodori met eenige togen, (Lagerftonde) Nagedane Coll. isdeezen bevonden te Accorderen. In kenniffe van my Secretaris der Stad Ballingen, Andr. Heemftra, Coll. accord. met vöorf. Ref. Boek. in kennifle van my Secretaris. Harlingen den 31. Janry 1784, (get.) A. J^Conradi. *#* a Geextra-  c Geëxtraheerd uit het Ref. Boek der Stad Harlingen, aangelegd Ao. 1609. Pag. 305. verfo. DE Magiftraat, Gefworen Gemeente, Bevelhebberen en Breede Gemeente doen bij deezen alle en een iegelyk van de Ingezetenen deezer Stad Harlingen te weeten, hoe dat zy Zamentlyk Reede van 't Hof afgegaan zijnde Gerefolveerd hebben in deeze Stad voor te neemen en in te ftellen eene Vrije Raads-beftellinge ofte Kiezinge van hunne Magiftraten, op zulke voet ofte maniere/ als by de Gemeente van deeze Stad zelf en deur haar Gecommitteerde, beraamt en goedgevonden zal worden, zonder dat de Heeren Staaten van 't Land ofte hunne Gedeputeerde nogte het Hof deezer Landfchappe van Friesland hier inne iets zullen hebben te zeggen, ten ware de Ingezetenen over de voet van electie niet konden accordeeren: in welken gevalle' men alzulke perfonen of hoge overigheeden als Arbiters en Scheidslieden zullen roepen en kiezen, als by meefte ftemmen van Ingezetenen bevonden zal werden te behoren.— En is geordonneert, dat deeze na't luiden, van de Clocke van den Raadhuife zal werden gepubliceerd, op dat een' ieder goede kennifle mag hebben. Actum den 24. Aug. 1635. Collatum accordeert met desfelfs Publicatum ten overftaan van de ; princepale. In kennisfe van my Burgemeefter Walle Egberts als Gezw. Clercq Y. Feddema. Commiflaris d. 15 Aug. 1635. Geëxtia-  w 1 Geëxtraheerd uit het Ref: Boek der Stad Harlingen, aangelegd Ao. 1637. Pag. 81. DEn 20 Febry. 1638. is by de Magiftraat, Gefworen Gemeente en het ginfché" Vroedfchap CoJIc $0 °P den Raadhuize vergadert Zynde, goedgevonden en gerefolveerd, ^ de brieven van Oftroy en'Reglement van deezes Stads Raadsbeftellinge é regeringe by de Hoog Mog. Heeren Staaten Generaal der vereenigde keederladtöi aan dezelve: Stad verleenigd in dato d. 18 April 1637. zullen ^-gedrukt, en pok geregjftreerc in de Griffie van den Hove Provinciaal, m dat de Acte van Interpretatie op 't voorf. Reglement gemaakt en uit. pgtm, by de Ed. Mog. Heeren Rade van State van dato d. xS dezer in de voorf, vergadiringé was' gelezen. ntüipa.Ia keijnÜTe van. m% Seerttt. (get.) Andr, Heemftra * * » • Geëxtm»  Geëxtraheerd uit het Refol. iSoek üer Stad Harlingen. DE Magiftraat en de Gefworen Gemecnte na voorgaande aanfegginge op huiden te drie uur nt noen op den Raadhuife vergaderd, hebben tot volmagten op de aanftaande Landsdag reipeclivelyfc gecommitteerd ende geauthorifeerd: te weeten de Magiftraat uit het midden van haar aeButgemr. Rinnert Oedfes, ende Swoo*» ren Gemeentsluiden uit haar Collegie de Old Burgemr. of Gemeensman ft. Everts. Aclum op den Raadhuife. Harlingen den 27 Febr: 1641. Ter Ord. ran de Magiftr. en GemeenttL abf: Secr: 6: ZIRICUS. Coll: Accord: met Voorf: Ref. Boek in kennifle van my Secretaris. Harlingen d. 31 January 1784* (was get.) A. J. Conrati.