VERZAMELING VAN S T ÜIKE H"^ Betrekkelijk de ROTTERDAMSCHE STAATSCOMMISSIE* Vde. DEEL, Ilde. SÏUR;  AAN DEN BINDER. De bij dit Stuk afgegeven Bladen gepagineerd üiSa 218dd, moeten, bij het te fa- men- binden der beide Stukken , achter bladzijde 218. gevoegd worden, wanneer dezen Tijtel met dien van 't Vijfde Deel, Eerfie Stuk, weggeworpen en den Algcmeenen Tijtel en Inhoud van 't VIJFDE DEEL, vooraan wordt geplaatst.  VERZAMELING VAN STUKKE F# Betrekkelijk tot het zenden eenef COMMISSIE VAN hun edele groot-mogendén, d ê h peren staten van holland en westvrieslan0, NAAR. JLOÏT ER.ÖA Mi Tot het onderzoek naar de oorzaken van dé aldaar plaatshebbende on'èenigheden en het wantrouwen, en tot het beramen van gepaste middelen ter hcrflelling van de openbare rust : in den jare 1784. VIJFDE DEEL. Te DORDRECHT, By A. BLUSSÉ en ZOON,*n te ROTTERDAM^ Bi J. KRAP, A.Z. M D C C L X x x r I 1   VA l N H O U D VAN HET V Y F D E DEEL. Bladz. , I. MISSIVE van Collonellen en Capiteinen der Rotterdamfche Schutterij aan de Wethouderfchap aldaar l II. NADERE CONSIDERATIEN van Collonellen en Capiteinen K III. REQUEST van de Meerderheid der Lieutenants en Vaendrigs van de Rotterdamfche Schutterij, aan de Wethouderfchap aldaar 94, IV. NADERE CONSIDERATIEN van dezelven 96" LYLAGE No. 1. Verklaring van den Vaandrig J. de Biick. 19a * 9 B Y-  ïV INHOUD BJadx. BYLAGE No. a. Aanteekening van den Collonel J. J. Elfevier. 196 BYLAGE No. 3. Lijst van Burgemets- teren, Schepenen en Vroedfchappen 197 V. EXTR ACT uit de Refolutien van de Vroedfchap der Stad Rotterdam, van JO. December 1785 198 VI. MIS SIVE van de Vroedfchap aan de Wahouderfchap der Stad Rotterdam 203 VIL MISSIVE van de Wethouderfchap aan 4e Vroedfchap te Rotterdam cor VIII. MISSIVE van Vijf Schepenen aan de Vroedfchap te Rotterdam au IX. NADERE CONTRAAANTEE- K E N IN G van Elf Vroedfchappen 214. RAPPORT van Gecommitteerden uit de Gecombineerde Vergadering , rakende de Schutterij 218 a XI.  INHOUD. v Bladz. KI. ONTWERP van eene verbeterde Schutterij te Rotterdajn 2I9> XII. EXTRACT uit de Refolutien der Heeren Staten van Holland en WestFriesland, van den U, >«• 1786. 239 5ÜH. Idem. 247 XIV. MISSIVE van Burgemeesteren der Stad Rotterdam, aan Hun Edele Groot Mogenden 249 XV. EXTRACT uit de Refolutien van Hun Edele Groot Mogenden, van (Jen 9. Februarij 1786, 257 XVI. MISSIVE van de Vroedfchap der Stad R.otterdam, aan Hun Edele Groot Mogenden, van den 6. Februarij 1786. 258 XVJI. MEMORIE van denzelven 260 BYLAGE No. ï-7, in de Noot 33? — 8. MISSIVEwwf Zes Schepenen aande Vroedfchap der Stad Rotterdam 337 • 3 B Y*  vi I . N H O U D. Bladz, BYLAGE Np. 8. EXTRACT uit de Refolutie van de Wethouderfckap der Stad Rotterdam, van den 1%, 29, 30. en 31., 1 December 1785. 342 _ 0. PRO-MEMO- RIA van de Schepenen Havart en de MirelL 379 Litt. A. EXTRACT uit de Refolutien Van de Vroedfchap der Stad Rotterdam , van 12. Decemb. 1506, 12 Juvij 1510. en 7. Feb. 1511. 389 B. Idem van 3. Februarij 1536. aai C. Idem van 3. Jannarij , 09. April en 1. Jlfoy ,537. ^ D. Idem 19. Januarij 1549. 3Q2 E. Idem van 24. Januarij 1557. 394 Litt.  i n n o u d. ün Blad*;. Litt. Ei Idem van 7. 1557. 395 G. Idem van 29. Jugufi, i57.fi. 395 - H. Wem ra» 13. 22, jr«- //>' 1597. 398 ■ I. Idem van 13. Januari] en 10. fcgtihff 1580. • 399 —— K. Idëm %v?b 19. October 1587. 402 ■ L. Idem van 23. iöi7« 4°3 . M. Idem van 15. M?y 1617. 405 i N. Idem van 9. October 1617. 406 1 Oj Idem van 15. November 1618, ra 30. ''December 1619. 412 , P. Idem van in ^««y 1622. 413 Q. Idem r«» 26. ^w»// l65J' 4J4 . r. Idem van 16. Februarij 1652. 414 «■—-— S. Idem van 16. Junij 1652. 41$ Litt.  ▼.ii INHOUD, ' Blad*. Litti T. Idem van 11. Augus. 1652. 416 U. Idem van 23. Fcbr. 1654. 418 - V. Idem van 30. Meij i6jz. 419 W. Idem van 5. Meij 1673. 421 * X. Idem van 16. Februaij 1762. 422 <^~- Y. Idem van 9. April 1714* 424:  X 257 X EXTRACT uit de Reföl lutien van de Heeren Statejê van Holland en West - Vnesland , in Hun Ed. Groot Mogenden Vergaderinge genomen op Donderdag den 9 februarij 1785. Ontvangen een MisfiVe van de Raden en Vroedschappen der Stad ' Rotterdam , gefchreven aldaar den 6 dezer, Waarbij', tot voldoening aan het verzoek aan Gedeputeerden derzelve Stad* bij -gelegenheid der Propofitie, op den 11 der voorleden maand, nopens zeker redres en reforme van de Schutterije aldaar, [edaarij om de Memorie eufSijïlgeii', Wj die Propofitie gemeld, uiterlijk vüor den 8 dezer te exhibeeren, dezelve Memorie eri Bijlagen fuppediteeren , waaromtrent op het ernftigtlè de attentie van Hun Ed. Gr. Mog imploxeerden. Waarop gedelibereerd zijnde , is goedgevonden eh. Vèrftaari , dat de vöorfz. Memorie én Bijlagen bij de voorfz. Propofitie onder de Notulen van deriit der voorleden maand zullen worden gevoegd. Accordeert met de voorfz* Refolutien1: ?. déel4 &  ):( *58 X MISSIVE van de Raden ef Vroedfchappen der Stad Rotterdam , met een Memorie en Bijlagen, behorende tot de Propofitie , wegens de Stad, ■nopens zeker redres en reforme van de Schutterij, op den 11. Januarij 1786, ter Vergate* ring gedaan. EDELE GROOT MOGENDE HEEREN! U Edele Groot Mogenden hoogst gerefpecteerde Refolutie van den 11 Januarij laatstleden , genomen op de Propofiitie ten gemelden dage door de Heeren onze Gedeputeerden ter Vergadering van U Ed. Gr. Mog. uit onzen naam gedaan , hebbende gezien , dat de voornoemde Gedeputeerden daarbij zijn verzogt om de Memorie en Bijlagen, bij de Propofitie gemeld, uiterlijk voor den 8 dezer maand Februarij te exhibeeren: Zoo hebben wij de eer daaraan, met exhibitie der Memorie en Bijlagen , hier nevens gaande, te voldoen, en nemen voorts de vrijheid van dc 61  K *59 X attentie van U Ed. Gr. Mog. op de zaken en redenen daarbij gededuceerd, op het ernftigfte en refpectueufte te imploreeren. Waarmede wij U Ed. Gr. Mog. bevelen in de ibefcherminge Godes en blijven. Edele Groot Mogende Heeren! ( onder Hond ) U Edele Groot Mogenden. dienstRotterdam willige Dienaren» den 6 Februari] De Raden en Vroedfchap* ï785, pen der Stad Rotterdam» (Lager ftond) Ter Ordonnantie van dezelvem (Was geteekend) ^ v. Zuyleii van Nyeveltt hi 'Mik  X ):( MEMORIE tot nader adftuctie van de Propofitie van de Heeren Gedeputeerden der Stad Rotterdam, op den n Januarij 1786, ter Vergadering van Haar Edele Groot Mogenden , uit naam van de Vroedfc/utp der voornoemde Stad, gedaan. Ü^Tadien het niet mogelijk is geweest om in het kort beftek eener Propofitie te vervatten , alle de argumenten en > bewijzen , welke tot justificatie van het beklag en het verzoek, bij dezelve Propofitie gedaan, konnen en moeten dienen, en uit welke ;over de merites der zaken in dezelve vervat , behoorlijk kan worden geoordeeld, heeft de Vroedfchap der Stad Rotterdam hoognodig geacht, omme dezelven bij deze Memorie, onder het oog van Hun Ed. Gr. Mog. te brengen. En tot dat einde gemeend, bij dezen wat nader te moeten betogen. Voor eerst, dat de Vroedfchap der gemelde Stad, volgens het conftitutioneele Recht en Regeer  X *6i X £cerlngsform in de Steden van Holland, niet kan of mag worden voorbij gegaan in het beramen, maken, of invoeren van Veranderingen en nieuwe Keuren, Reglementen, of Ordonnantiën, in, of op het werk van de Schutterij en Burgerwacht binnen de voornoemde Stad, met den aankleeven van dien. Ten Tweeden, Dat de Vroedfchap der gemelde Stad van ouds is geweest, en als nog dadelijk is in de voorfz. Posfesfie. In de derde plaats, Dat desniettegenftaande bij de Heeren Hun Ed. Gr. Mog. Gecommitteerden , zich thans binnen de voorfz. Stad bevindende, en fommige Leden van de Wethouderfchap, geheel onbevoegdelijk is geprocedeerd tot het beramen, reguleeren en inftellen van een geheele ordre en reforme, tendecrende tot een totale disfolutie van het Corps der Schutterije , aldaar extecrende, en te niet doening van alle de Refolutien, Keuren en Ordonnantiën daaromtrent door de Vroedfchap, of met derzelveradvis en toeftemminggeëmaneerd, zonder zich eenigzins aan dezelve Vroedfchap te bekreunen, of derzelver advis of toeftemming daar toe te hebben gerequireerd of verkregen; niettegenftaande de minnelijke en ernftige pogingen , om zulks te verhoeden, door de gemelde Vroedfchap gedaan. En laatfielijk in de vierde plaats; dat men om de voorfz. disfolutie en zoogenaamd redres door-, R g te,-  X »«* X tedrlngen en te introduceeren heeft konnen goedvinden , om met zes Leden van het CoJIegie van de Weth; twee van de zes overige Leden, uit welke twaa.f het geheele Collegie van de Wethonderfchan is gecompofeerd, op eeiie zeer irreguliere en illegale wijze , op frivole voorwcndzels, pretenfelijk te fecludeeren van de Deliberatien in hetzelve Coilègiis :ioor het gemelde Plan van redres en defolutie vsn de Schutterij, en daar door alzoo de pranenfe Meerderheid van (temmen, tol gbedkeofïng van het voorfz. Plan, in het voorfch.Tve Collegie van de Wethouderfchap te verkrijr-n. Wat d$n voor eerst betreft het voorfz. recht, aan de refpective Collegien van Vroedfchappen in de Steden dezer Provincie conftitutioneel en volgens derzelver Regeeringsform competeerende , kan de Vroedfchap der gemelde Stad zich naauvvlijks verbeeiden, dat dit bij iemand, veel minder bii een van de Collegien van Raden of Vroedfchappen der' Steden , en vooral van die, welke mede integreerende Leden zijn van de Souveraine Staatsvergadering dezer Provincie, bij overweging van het gunt dienaangaande bij de voorfz. Propofitie is geavanceerd, in twijfel kan getrokken worden. Dan zoo men evenwel daartoe eenig nader bewijs, met voldoende authoriteit geftaafd, zou"de mogen begeeren, kan daartoe, hunnes bedunkens, geen  X *3 X geen fterker noch volleediger worden geprodaceerd, als het begrip van de Heeren Staten van Holland en West - Vriesland zelve, zoodanig als zulks is geënonceerd in derzelver Manifest of Placaat, uitgegeeven den 16. October 1587, waarin hoogstdezelven de conftitutie der Regeerings-form van deze Provincie voor een iegelijk hebben opengelegd en aangewezen : dat de waaragtige gelegenheid , zoo als hoogstdezelven zich daarin uitdrukten van de Regeering der Steden van Holland onder anderen deze is: Dat dezelve hebben een Collegie van Raden ofte Vroedfchappen, geconftitueerd zijnde van de notabelfle uit ten midden van de gantfche Burgerij. Dat de Collegien van dezelve zoo oud zijn als de Steden, ofte immers, dat geen Memorie en is van hare beginfelen. Dat bij deze Collegien alleen is de magt omme te advifeeren, refolveeren en disponeer en van alle zaken, concerneerende den Jlaat van den Lande en der Stede, refpective. Dat, wat het zelve Collegie advifeert, refolveert ende disponeert , bij de gantfche Burgerije wordt gevolgd. Dat daar tegen nooit benige inbreuk of •cppofitie van de Burgeren is gevallen. En eindelijk, dat bij deze Collegien van Raden of Vroedfchappen jaarlijks worden R4  gekoorcn de ordinairis Magiftraten, te weetenl Burgemeefteren en Schepenen. Z\}n dan ule Collegien van Raden of Vroedfchappen geconftïtueerd van de notabelfte uit het midden van de gantfche Burgerij , zijn die zoo öud als de Steden, of dat geen Memorie is van haar begin, en competeert aan dczelven alleen de zoo even gezegde magt, zoo fpreekt het immers pok van zelfs, dat 'er geen deugdelijke en wettigs Ordonnantiën of Reglementen .'op de Burger-* wacht en Schutterij , binnen de gemelde Steden konnen worden beraamd , vastgefteld of geproUiulgeerd en ingevoerd, als met toeftemming of advis van het Collegie van Raden of Vroedfchappen , inzonderheid mede, om dat de geheele Stad daarin is geconcerneerd; dat de geheele Burgexije, uit welkers midden het Collegie van Vroedis geeonftitueerd, en door welke, en wel rioor hun alleen, het gantfche Corpus der Bi'-erije wordt geraeprefenteerd, daarin een algemeen belang heeft; en dat het, noch met de natuurlijke , noch met de Burgerlijke Rechten en Vrijheden , zoude kunnen worden overeengebragt, dat vrije Burgers en Inwo.onders, zouden fyoMieti onderhevig gemaakt aan eenige lasten, of prdres en Reglementen, bij welke, aan dezelve» eenige verpligtingen of dieullen, zonder hunne to'euVmming, of het geen liet zelfde is ■ zonder advis en avéu van hunne Rcpnefentanten, zou,»  zouden worden opgelegd; als welke, bij defect van die toeftemming , notoir illegaal en nietig zouden zijn. Waarom ook de Heercn Staten bij het gemelde Vertoog te regt, en zeer opmerkelijk zeggen en erkennen, dat bij deze Collegien van Vroedfchappen alléén de magt is, om te advifeeren, refolveeren en disponeeren van alle zaken, concerneerende den plaat der Steden met deze alledns notable bijvoeging. Dat wat het zelve Collegie advifeert, refolveert en disponeert, bij de gantfche Burgerij wordt gevolgd , zonder dat daar tegen ooit eenige inbreuk, of oppofitie van de Burgeren is gevaU den. —i—» Welke bewoordingen , aan de eene kant het voorfz. regt en magt der gemelde Collegien van Raden of Vroedfchappen, niet alleen confirmeeren en buiten alle conteftatie ftellen, maar ook aan de andere kant, aanduiden de verpligting en dadelijke erkentenis, dat de Burgerije gehouden is, en zich ook nooit ontrokken heeft, om zoodanige Ordonnantiën , Keuren en Reglementen , als hier boven zijn gemeld, wanneer het advis van de Vroedfchap daarover is gehoord, en dezelve daarin heeft ingeftemd, te moeten agtervolgen en Makomen. Al het welke des te fterker plaats vindt in za£en, rakende de Schuttertje , uit hopfde, dat de R 5 bre-  X x belangen der Stedelijke Financiën , over welke door niemand anders , dan door de Vroedfchappen, of met derzelver Confent en concurrentie, gedisponeerd kan worden, daarin merkelijk zijn geinteresfeerd, en dat alzoo door het maken van diergelijke befohikkinge of reformes, als men hier in het oog heeft, zonder toeftemming of advis van het Collegie van Raden of Vroedfchappen, de geheele Stedelijke Hulshouding, en ordre van Financie, zouoe word.m gerenverfeerd, en de dispofitie daarvan, met 'er daad aan het Lichaam der Burgerije, of aan derzelver eenige wettige Repradentanten zoude worden ontnomen, en overgebragt aan zoodanige Perfoonen en Departementen, welke , en geene Reprsfentanten zijn van het geheele Corps der Burgerije, en zomtijds wel eens een geoppofeerd interest in dit point, met opzicht tot de ,Directie en Dispofitie in en over zaken de geheele Burgerije fpecteerende, en in het bijzonder omtrent het gebruik en emploij van Stads Penningen met het Corpus der Burgerije, en'dus met het Collegie van Raden of Vroedfchappen , zouden konnen hebben. — Welke inconfequentie* men ook aan de kant van Heeren Burgemeesteren en eenige met hun gevoegde Leden uit de Vroedfchap dezer Stad , fcliijnt te hebben gepenetreerd, en in effecte heeft erkend, bij derzelver Misfive tot pretenfe provifioneele elucidatie op de voorgemelde Propofitie, ten zeiven dage, dat de voor- fchre-  X »:( fomme of de jaarlijkfche nitfchot, geen verande* ringen, echter naar de tijds omftandigheden en ac- tueele Staat der Stads Financien ■ . ciie niet altoos dezelven, noch even luculent is — mitsgaders de wijze hoe, de zaken waarvoor dat die uitfchotten zouden moeten worden gedaan , en diergelijke meer, eenf merkelijk en nieuw bezwaar voor dezelve in het beoogde nieuw Plan , gelegen zouden konnen zijn , over welke de Leden van de Weth, als welke van den Staat der Stads Financien geheel onkundig zijn, en van dezelve ook geeue ouvertures mogen lietben, ten eenemaal onbevoegd en buit -n ftaat zijn , om daarover te oordeelen , veel meer noch , daar over te befiisfchen.. , • ■ Al het welk de Vroedfchap dus vertrouwt volkomen te ftrooken met de voorfz. door de Heeren Staten 'opengelegde Conftitutioneele forme van Regeering in de Steden van Holland, en ook inzonderheid met het gunt daaruit hier voor, omtrent de oudheid der gemelde Collegien van Raden of Vroedfchappen is [aangehaald; want zijn die iCollegien, zoo als de Heeren Staten in hun gemeld Vertoog zeggen : zoo oud als de Steden, immers dat geen Memorie en is van hare beginfelen. en dat bij dezelve alleen is de magt om te advifeeren, refolveeren en disponeeren van alle zaken 4 concerneerende den Staat van den Lande en der Ste■dtn refpective, zoo zijn notoir de Wethouderfchap ,  X *7o X Jchap, en anderen Stads Collegien niet alleen jon» ger, maar ook alle de magt die aan dezelven omtrent de Stedelijke Politie zoude mogen zijn gedefereerd, originair voort gevloeid uit den Boezem van de Vroedfchap , en dus ook in het hoofdzakelijke en in alles, het gunt aan die jongere Collegien niet fpecialijk is gedefereerd, omtrent het beftuur der Stads zaken en Regeeringe, en dus ook inzonderheid omtrent de beftellinge over Stads Schutterije, ofldergefchikt gebleven aan de Advifen, Refolutien en Dispofitien van de Collegien van de Vroedfchap, ten minfte niet geëximcerd geworden van daar op te moeten voor af innemen het advis van de gemelde Collegien dir met de Steden te gelijker tijd gebooren , ook van ouds de beftellinge daar over alleen hebben gehad, en dezelve?, immers niet in de Stad Rotterdam nooit aan anderen hebben overgegeven, of zich van dat radicale , en als .ingebooren recht ontdaan. Het gunt ook virtualiter deor welgemelde Heeren Staten , bij het gemelde Vertoog, wordt geindigiteerd met deze ronde woorden : dat bij de meergemelde Collegien van Raden of Vroedfchappen , jaarlijks worden gekooren de ordinairis Magiftaten, te weeten, Burgemeesters en Schepenen, tot een evident bewijs, dat de ganfche Stedelijke Regeering, eigenlijk en primario huisvest bij het Collegie van ,Raden ef Vroedfchappen en dat de Qri*  X *7* X Origine, en magt der andere Collegien van Stads bewind , | in de aan hun gedemandeerde zaken , uit dat Collegie van Raden of Vroedfchappen ïs ontleend, het geen de Vroedfchap vertrouwt rijkelijk te kunnen opwegen het geallegueerde bij de Misfive van Heeren Schout, Burgemeesteren en Schepenen, aan de Vroedfchap der gemelde Stad, in dato 24. December 1785, als eenc Bijlage nevens de Misfive van welgemelde Burgemeesteren aan Hun Ed. Gr: Mog. van den 10. Januarij 1786. gevoegd: dat namenlijk in het nabuurig Delft, de Vroedfchap nu onlangs zoude hebben geconfirmeerd het geadvifeerde van hare Ministers, dat de Vroedfchap en Wethouderfchap zijn twee van den anderen geheel en al independente Collegien. Want , behalven dat de Wethouderfchap van Rotterda m, zeer kwalijk naar de gedagten van de Vroedfchap, zoude flagen, wanneer dezelve op zich zoude willen nemen, om te betoogen, dat het advis van Ministers der Stad Delft, of fchoon geconfirmeerd bij de Vroedfchap der laatstgemelde Stad, zoude uitleveren een rigtfnoer, naar welke het Collegie van Vroedfchappen van Rotterdam, vis a vis van de Wethouderfchap der laatstgemelde Stad, zoude moeten of behooren te regulee- ren. • Zoo zoude men in zekere zin ook kon- nen toegeven, dat het Collegie van de Wethouderfchap is independent van het Collegie van de Vroedfchap vjce ver fa, of met andere woorden,  X %ê X den •, dat het Collegie van de Wethouderfchap niet is het Collegie van de Vroedfchap, dan waar uit nog geenzins zoude volgen, dat de Wethouder^ fchap zoude bevoegdzjjn , om, met voorbijgang, -en in — weerwil van de Vroedfchap te disponeeren, of bcftellingen en Ordonnantiën te maken, over zaken concernecrende de Stads Schuttererije, de Financien, en andere meerder Stedelijke zaken, het Stadsbeftuur , of Oeconcmie concernecrende, van welke de Vroedfchap nooit afftand heeft gedaan, en tot hier toe is gebleven in Posfesfie; gelijk zulks ook duidelijk bij de voorfchreve Misfive van Heeren Burgemeesteren , aan ■Hun Ed. Gr. Mog. en fpecialijk met opzigt tot Stads Financien is eikend, gelijk hiervoor is aangetoond, en waaruit dus klaar genoeg is op te maken , in hoe ver, en in welke zin, die geallegeerde Independentle der gemelde twee Collegien van den anderen, te verdaan zijn, en ho.e verkeerd dezelve, in dit geval, bij de vocrfz. Misfive is geappliceerd. De Vroedfchap vmRotterdam , onkundig zijnde, van het gunt door de Ministers van de StMpelfi zoude zijn geadvifeerd, en van het gunt daar toe aanleiding zoude mogen gegeven hebben , of daarop bij de Vroedfchap der gemelde Stad gexefolveerd en nog veel meer van de gronden, waar op die Advifen van derzelver Ministers zouden Jjebben berust, zal het dan ook hier bij laten,  X *73 X Vertrouwende dat al het gunt men verder uit dak geval tegen liun gefustineerd-, ,en, zoo als z 'j vermeent, volkomen bewezen en gewettigd recht ^ «oude willen elicieeren; door het zoo even gedemarqueerde op dit refpect, geheel en al van zeli's «al vervallen; En mitsdien als nu overgaan omi in de tweede plaats, aantetoonen dat de Vroedfehap der Stad Rotterdam van ouds is geweest * en ook als nog dadelijk is, in de voorfz: Posfesfic. Het zoude zeer wijd uitlopen, en deze Memorie merkelijk deen uitdij'gen, wanneer de Vroedfchap alle ■ hunne Acrens Posfesfoir van welke dé bewijzen voor handen zijn, van (tuk-tet ftuk», zoude willen detailleeren , en zij zul mitsdien om dit txdieus redt van i^iiten zoo veel mogelijk te meungeeren , alhier eenige derzelysn van de vroegfte .tijden af, voor zoo veel die-thans nog voor, handen zijn, tot heden toe, opgceven, onder de referve en aanbod, om dezelven , wanneer zulks> noodzakelijk gevonden, of Vanj hun gevequkeerd mogt worden, nader te mogen aanvullen, hetgeen dezelve, vertrouwt tot bewijs hunner voor!>.. Post fesfie , bij Hun Ed. Gr. Mog. , immers vcor tegenwoordig, voldoende te zullen geuordeeld worden. Daar omtrent is zeer notabel dat de zoogenaamde zilvere St,.Joris- of Schuttel;, - Brief, van den J8. Meij 1418, te vinden onder de Bijlaaeu dei V. deel; S Chro-  K *74 ):( Chronijke, of korte Befchrijving der Stad Rot' terdam, door J. Lois , behelzende verfcheide dispofitien omtrent de doenmalige Schutters der gemelde Stad, en onder anderen, rakende derzelver Monture, Wapening, Dienst, Exercitie, en de Boeten en Breuken, door de onwillige of nalatige te verbeuren, reeds het duidelijkfte kenmerk der voorfz. aloude Posfesfie van de Raden en Vroedfchap , op het Voorhoofd draagt, in deze bewoordingen: Wij Schout, Schepenen en raden der Poorte van Rotterdam, maken kond allen Luiden , dat Wij bij gemeene goeddunken der vroedschap, mits dezen , Brieven gegeeven hebben, en geeven mits dezen Brieven den Veertig Schutters in de Poorte voorfz., &c. Van die Posfesfie blijkt al verder uit Vroedfchaps Refolutien dezer Stad, van den 12 September 1506, 12 Julij 1510 en 7 Februarij 1511, hier nevens gevoegd, onder de Letter A., te weeten : dat de gemelde Vroedfchap heeft goedgevonden en geftatueerd, voor eerst: dat men de Sint Sebastiaans Schutters geeven zoude 'sjaars elk een Rijns-Gulden en de Visfcherije van de Nieuwe Vest, des dat elk Schutter gehouden foude wetfen te hebben een Staak Boog , ende een ommegaands Tuijg. Ten anderen: dat de Handboog - Schutters fouden lubben de Plaats j daar die oude Raame placht te fiaan. En  )•( 275 X Ën Voorts, dat rrien binnen de Stnd zetterï zotiden Vief Schutterijen, de Voetboog, de Handboog4 'ten Haakbus - Schutterije en een C lover- Schutterije. Uit de. Vroedfchaps Refolutie van den 3 Februarij 153Ö., ten dezen annex -—- lub B., blijkt al verder, het geen zeer notabel is, dat, daarbij den voorgemelden zilveren St. joris- of SehuttersBrief, onder anderen, aan de Schutterij was toegeftaan: Dat zij alle jaar zouden kiezen twee Hoofdmans\, en dat tij voort -alle goede Ordonnantiën ouder hen zeiven fetten ende ordineeren mogen bij hare Hoofdmans en altoos bij den Gerechte van der Poirte aanbrengen, en bij de Gerechte af ende aandoen den geenen > die nut of onnutte zijn * dut zij de Poorte voorfz., eeren, met ten Boge bewaren mogen; nu, bij deze Refolutie, door de Vroedfchap is verftaan, met de meeste ftemmen, dat men niet alleen de drie toen in wezen z;jn- de Schutterijen verlaten fonden en in bekwa¬ me tijden, als 't den Burgemeestereit met den Gerechte goeddunken fal, twee uit de drie maken fou~ de, en dat men die Schutterijen foude vrijen vaA der Steden Wegen en die Gage aan die Stede houden , ter tijd toe dat fe gekiest zijn, wanneer men hun een Gage foude toefchikken bij goeddunken vati de Heeren van de fVeth; maar dat de Vroèdfchap bij dezelve Refolutie de gemelde Schutterijen 41EEFX VËRL A A T E VAN HÉT KIEZKft § % VAN  K *r  X *7§ )•( geconfenteerd het Pondgeld mits dat (ij daar medé de voorfz. Provoost en zijne Dienaars, T> ommelfta' gers ende Wachtmeesters, of Shteldrager.. fouden betalen, en ook de extr ordinaris ende andere bosten , die de Schutterije doende zijn. Terwijl uit de hiernevens gevoegde Bijlage, fub H., 4n datis 13. & 22. Julij 1579. is te zien, dat de Vroedfchap ouder anderen, oxdre heeft gefield dat de Capiteins der Stede voortaan de loofe van haare Wachte, fouden haaien uit monde van den Burgemeesteren defer Stede —1 Zoo als tot den huidige» dag toe, nog door den Major der Stads-Schutterije wordt gedaan, —— dat beroe* rende de Wachten hij, de Burgemeesteren in de Poorte gefield, dezelve aldaar foude blijven den tijd van agt of thien dagen, ende foo verre binnen denfclven tijd, ofte ook daar na eenige faulte in defelve wachters bevo-i-len w-ierd men defelve van hun Officiefou-. de deperteeren, ende ook corrigeeren, naar gelegenheid, der faken; en wat daar meer volgd, waar toe alhier wordt gerefereerd. En van welke gene^ vale en particuliere bij de Vroedfchap, gefielde ordres op de Schutterij en Wacht, insgelijks doorfteekende bewijzen worden gevonden, in de ten dezen gevoegde Vroedfchaps - Refolutie» den 13. Januarij en 10. April 1580, getekend met de Letter J,, van den 19. October 15S7, fub. K., en van 23. Januarij 1617., fub. L, tot welkers Iectu?e alhier korUieidshalven wordt gerefereerd.  X *79 X Zijnde ook niet minder opmerkelijk liet geen men vindt in de hier bijgevoegde Refolutie van den 15 Mei 1617, onder de Letter M., namelijk, dat, bij de gemelde Vroedfchap zijn gecommitteert en geaathorifeert Burgemeesteren twee uit de Schepenen , bij het Collegie te benoemen, mitsgaders vier uit de Vroedfchappen, onder anderen, tot het refumeeren ende arresteeten der Ordonnantie op het ft uk van de Wacht, maand gelden, en van de Dag en Nachtwaakers; in gagie van de Stad zijnde, en het getal derfelve te mogen vermeerderen of veranderen en voorts daar in te doen en refolveeren, ah de nood en dienst van de Stede vereisfchen foude. Waar bij verder wel verdient ingezien te worden de in dit refpect, mede zeer notabele Refolutie van de Vroedfchap, in dato 9. October van dat zelve jaar 1617, geteekend met de'Letter N., uit welke onder anderen confteert: 1. Dat het Collegie van de Vroedfchap daar bi] heeft gelaudeerd en geapprobeerd de reformatie van de Schutters ende haare Wacht, bij de Gedeputeerden daar toe gecommitteert , gedaan en verft aan hoognodig te zijn, de goede hand daar aan te houden. 2. Dat men de Waardgelders daar van de Stad van oude tijden omme dejelve tot defenfie der Stad en foulagement van de Burgerij te gebruiken, altijd in posfesfie zijn geweest, foude cantinueeren , en fig daar van bij geene middelen, ofte inductie ven anderen te laten deposfideeren. S 4 3-  f. $. Dat gedeputeerden op het re* DRES van de wacht, BIJ de vroedschap zi;n gelast te letten, of'er eenig nacht middel van verfykersrng. der Stad foude- mogen zijn ■ende fo defelve eenig nader middel daar toe vonden:, het felve te werk te ftellen naar haar luiden discretie, ende exigeutie .van-faken. En 4. Dat, na dat de Heeren Schepenen waren ver. . >gt te komen in de Vergadering Van de Vroedfchap en dezelve, aidaaf waren gecompareerd, bij Jiaiiluw., Burgemeesteren en Schepenen zijn voor— gelazen de refpeciive Eden voor de capjteineN ende scuutters, .den Capitein van de Waardge-ldexs «flj de YVaardgelders, en dat dezelve E drie honderd guldent foude worden verhoogd, met dien verjlande dat nooit lenige extraordinarii fübfidie onder wat prtttext het mvgte weefen, aan de Collonellen en Copiteinen fo»» de worden toegeftaan. Doch wat is het noodig deze en andere fpecia3e Actens posfesfoir van de Vroedfchap der Stad Rotterdam, met opzicht tot het beramen, vast* ftellen en introduceeren van generale en particuliere Ordres, Reglementen en Ordonnantiën voor de Schutterij aldaar, met den aankleeve van dien , breeder uit te halen, dewijl dezelve vertrouwt, dat men niet in ftaat zal zijn, om eenige Ordonnantie op de Burgerwacht der gemelde Stad, irt welkeihet geheele werk en huishouden der Schutterije is beraamd en gereguleerd, en naar welke dezelve zich tot hier toe altoos heeft gedragen, en tot welkers nakominge de Schutterije ook doof gepaste middelen gehouden is, voor den dag te kunnen brengen, welke is geëmaneerd, anders, dan met advis van de gemelde Vroedfchap, offchoon ingerigt op naam van Schout , Burgemeesteren en Schepenen. De jongst gepubliceerde Ordonnantiën op de Burgerwacht van den 30. April 1760 en 30. April 3783., welke alomme voor handen zijn, bevestigen dit volkomen, en ten allerduidelijkfte, en de Vroedfchap vertrouwt mitsdien, hier mede het bewijs'van derzelver voorfz. posfesfie volledig tc bebben voldongen, Ee£  X *&7 X Een posfesfie, die nee vi, nee dam , nee preca* rio isjigepleegd, maar opentlijk en ten aanzien van een iegelijk, zonder eenige contestatie daar in te hebben ontmoet, en waar van de wettigheid door een iegelijk is erkend, waarin de Vroedfchap van de oudfte tijden af is geweest, en die mitsdien, op zich zeiven befchouwd , aan de Vroedfchap naar rechten geeft een jus acquifitum waar van zij , door geene middelen , zoo min als private Perfoonen in gelijken geval, kan noch mag worden ontzet : En in welke zij dan ook vertrouwt door hun Ed. Groot Mogenden, te zullen werden gemaintineerd. Het derde Hoofdpoint, tot welkers verhandeling men vervolgens als nu zal toetreeden, beftaat hier in: Dat, niettegenjiaande het voorfz. incontestahel regt, mitsgaders immemori, als wettigt en erkende posfesfie van het Collegie van de Vroedfchap der Stad Rotterdam , bij de Heeren Hun Ed. Gr. Mog. Gecommitteerden, zich thans binnen de voorfz. Stad bevindende , en fommige Leden van de Wethouderfchap geheel onbevoeglijk is geprocedeerd tot het beraamen , reguleeren en uittellen van een geheele nieuwe Ordonnantie en reforme , tendeerende tot een totale disfolutie van het Corps der Schutterij, aldaar exteerende, en tot te niet doening van alle de Refolutien, Keuren en Ordonnantiën , daar omtrent door de Vroedfchap of met jgerzelyer advis en toeftemmirig geëmaneerd, zonder»  'ier zich ecnigzins aan dezelve Vroedfchap te Be-; kreunen, of derzelver advis of toeftemming daar-* op te hebben gerequireerd of verkregen, offchoon door de gemelde Vroedfchap verfcheide minnelijke en ernftige pogingen zijn in het werk gefteld om zulks te verhoeden, en alle verwijdering onder de Leden der Regeeiïng voortekomen. , Tot betoog van dit Point acht de Vroedfchap noodig om vooraf, quod ad factum te moeten voordragen : Dat zoo ras, als men bij 'publicqne gerugten vernam, dat deze materie bij de Wethouderfchap in deliberatie was gelegd, en die gerugten , mede ter ooren waren gekomen .van de Leden uit de Vroedfchap, Compofeëreride de Rekenkamer dezer Stad, dewelke tot alle befoignes » zoo voor 'sLands als Stads zaken van eenig aanbelang, gewoonlijk nevens Heeren Burgemeesteren worden gecommitteerd, en dus een van de voomaamfte Departementen, proflueerende uit de Vroedfchap dezer Stad , bekleeden , deze zich verpligt hebben geoordeeld om van Heeren Burgemeesteren de noodige ouvertures dien aangaande te verzoeken, zoo als dan ook op den 19, September laatstleden is gedaan, met -inftantie dat Heeren Burgemeesteren welke te gelijk en Leden van de Vroedfchap en van de Wethouderfchap zijn, zich wel zouden gelieven te engageeren om in die zaak, bij de Wethouderfchap niets ter conclufie te brengen, zonder alvoorens, volgens het  M *8o K conflant gebruik, het advis van de Vroedfchap daaropte hebben ingenomen, dan dat Heeren Burgemeesteren, onder proteflatie, dat de inqaietüde daar over opgevat ontijdig en ongegrond was, hebben gedifficulteerd, om daaraan te voldoen , waar uit geproflueerd is dat de voorfz. Leden, compofeerende de gemelde Rekenkamer, ten gemelde dage aan de Vergadering van de Vroedfchap hebben voorgeflagen, dat, daar in het importante werk der Schutterij, binnen weinige dagen, misfchieri een Rapport zou worden uitgebragt, tendeerendë tot totale disfolutie van de Schutterij , zoo ais de uitkomst ook heeft bevestigd, Heeren Burgemeesteren zouden worden verzogt, en des noods gelast, om het Rapport, het geen dien aangaande ftond te worden gedaan, ter deliberatie dei Vergadering van de Vroedfchap te brengen, al■ voorens deze zaak wierde geconcludeerd; en ep1 welke voordragt, ten zeiven dage in de Vroedfchap met concurrentie van Heeren Burgemeesteren een Refolutie is genomen, waar bij Heeren Burgemeesteren zijn verzogt en, des noods, gelast dat 'er geen verandering in de Schutterije dezer Stad werde gebragt ter conciufie, dan na dat dezelve alvoorens zoude zijn gebragt ter kennisfe van de Vroedfchap zie Bijlage No. i. dè Vroedfchap zich hier op verlatende, was dus niet «reinig bevreemd 5 acht dagen daarna, bij wege van eeri Declaratoir\ door Heeren Burgemeesteren op'  «de voorfz. Refolutie in de Notulen vati de Vroedfchap gedaan infereeren, hier nevens gevoegd, fub No. 2., te vernemen; dat, hoe zeer dezelven zich wel hadden willen conformeeren met de voorfz. Refolutie , om het Rapport, het gen door de daartoe gedecerneerde Commisfie in de gecombineerde Vergadering van de Heeren Hun Ed. Gr. Mog. Gecommitteerden en de JSlagijlraat, omtrent de Requeste over de Schutterij aan die Vergadering geprxfenteerd, zou worden ingebragt, te brengen ter kenfiisfe van de Vroedfchap, zij echter, ter voorkoming van verdere discus/en nu, te weten op een 16. •September, en dus agt dagen later, moesten decla* reeren daar mede niet anders ie verftaan, en geene andere intentie te hebben ,dan het doenvaN een enkele kennisgeving, om te dienen tot informatie van de vroedschap, maar geenzins o m d a a r* ©ver in de vroedschap eenige deiiberatien te doen houden, veel min zich daar mede in te l a t e n „ o? zich naar den uitslag der zelve te gedragen; gelijk dit in het breede i» te zien uit de Bijlage, fub No. 2. Welk Declaratoir, als dienende om de evengeöielde Vroedfcbaps - Refolutie , tegens deszelfs klare en gemanifesteerde zin en intentie, volftrekt illufoir en kragteloos te maken, dus heeft geoccafioneerd dat hetzelve op den 3. October daar aan  X *9i ):( aan volgende is gerefcontreerd, door eëne Contra-Aanteekening van twaalf als doenprrefent zijnde Leden, welke tot liet nemen der voorfz. Refolutie van den 19.,September, wanneer'et een en- twintig Leden pnefent waren geweest, van welke zich niemand tegen dezelve Refolutië directelijk had geoppofeerd, en negentien derzelve zich met die Refolutie zonder eenige exceptie hadden geconformeerd '-— mede hadden geconcurreerd , bij welke het captieufe en wanftaltige van het voorfz. Declaratoir en handelvvijzer van Heeren Burgemeesteren, ten opzicht van hun gedrag, met relatie to: de gemelde Refolutie van den voorfz. 19. September gehouden, ende dé zeer verkeerden interpretatie welke Heeren Burgemeesteren bij het voorfz. Declaratoir hadden gezogt aan de voorfz. Refolutie te geven , heeft moeten worden gedeveloppeerd , en te gelijker tijd, op dat de Wethouderfchap geïnformeerd zoude zijn van het ware gevoelen van de Vroedfchap is geproponeerd geworden, aan dezelve bij Misfive wegens de Vroedfchap te Verzoeken, om geene nieuwe Keure of Ordonnantie op het ftuk der Schutterije te arresteeren, zonder dat alyoorens daarop zoude ingenomen zijn het advis van de Vroedfchap, gelijk zulks altijd en onafgebroken gebruikelijk was geweest; met dat gevolg dat de gemelde Propofitie bij de Meerdérheid van de Vröéd;"chap is geapprobeerd en dien conform het fchrijT 2 veif  ):( *9s ):( 'ven der voofgefiagen Misfive aan de Wethouderfchap' gerefolveerd en gearresteerd, zoo als uit de Bijlage Nö. 3. breeder blijken kan. Edoch deze demarche was voor de Vroedfchap ■al weder van geert beter uitflag bij de Meerdérhcid van de Wethouderfchap, als hunne voorige Refolutie , nadien dezelve op fderi 17. October laatstleden in hunne Vergadering ontving tweedêrlei refcriptie, de eene op den naam van Schout, Burgemeesteren en Schepenen, gedateerd den n. en de andere geteêkérid door vijf Schepenen, in dato den 15. October, beide hiernevens gevoegd , onder Nürfl. 4. en 5., uit welke bleek. — 1. D?t Heeren Burgemeesteren zich bij eene afzonderlijke Misfive aan de Wethouderfchap hadden geaddresfeerd, ten einde dezelve te iirformecren, dat zij tot het arresteeren van de voorfz. Misfive van de Vroedfchap niet hadden geconcurreerd, -maar dezelve exprtsfelijk defavoüeerdcn, en zoo veel hun aanging, hielden als niet géfchrevén; en 2. dat de Meerderheid van de Wethouderfchap van gedagten was , dat, in het prafent geval, aan het Verlangen Van de Vroedfchap niet kan worden voldaan. Welke beide Misfives de Vroedfchap zich Op den voorfz. 17. October vergenoegde te maken Commisforiaal, verwagtende dat Heeren Burgemeesteren, in aanmerking nemende den ernst waarmede de Vroedfchap zich deze zaak toonde aantetrekken, de befoignes hierover zouden heb- feea  X *93 X ben geaceellereerd en bij die geleegenheid, wel zouden hebben gelieven de eene of andere voordag tot conciliatie der verfchillende fentiménten te doen. Dan in deze verwagting heeft de Vroedfchap zich almede te leur gefield gevonden; en vernam eerst, met de uitterftefurprife, bij public que gerugten, dat 'er bij de Meerderheid van Gecommitteerden uit de gecombineerde Vergadering een rapport was gedaan, tendeerende tot niets minder, dan tot de geheele disfolutie der thans fubfilteercnde Stads-Schutterije, en erectie van eeij geheel nieuwe, met remotie van alle de Leden van Regeering uit dezelve, doch als nog willende menageeren allen fchijn van prjecipitance, en geneegen, om op de gewoone wijze, bij wege van Befoignes met Heeren Burgemeesteren deze zaak tot onderling genoegen te reguleeren , wierden door eenige Leden van de Vroedfchap op den 19. December laatstleden , in een gehouden befoigne , het geen zij van Burgemeesteren hadden verzogt en geobtineerd, wel alle pogingen en minnelijke iuftantien gedaan, om Heeren Burgemeesteren te perfuadeeren tot een conciliatoire en harmonieufe afkomst van zaken, en dezelve in de. Vergadering van de Vroedfchap met alle ernst en nadruk herhaald, eh Heeren Burgemeesteren verzogt, het in de Weth daar heen te dirigeeren.» dat als nog mogt worden voldaan aan het verzoek van de Vroedfciap, bij derzelver voorfz. Misfive; T 3 vajs  yan den 3. October laatstleden , om namelijk geen nieuwe Keure of Ordonnantie op het ftuk der Schutterij te arresteeren, zonder advis van de Vroedfchap, aan de Heeren van de Weth gedaan, dpch alles zonder de minfte vrugt. Waarop de Vroedfchap vervolgens te rade wierd op denzelve 19. December, om andermaal, bij eene nadere Misfive, die achter de Misfive van Burgemeesteren aan Hun Ed. Gr. Mog. gedrukt te vinden is, onder protestatie van voor geene oorzaak van verwarringen en confufien , welke uit de meergemelde informeele handelwijze zouden tonnen refulteeren, te willen gehouden worden , bij de Wethouderfchap te infteeren, dat dezelve, bet Collegie van de Vroedfchap niet wilde ontzetten van eene immemoriale posfesfie, om te advifeeren in Ordonnantiën op de Burgerwacht , of tegens het advis van Collonellen en Capiteinen, tegen dat van den grooten Krijgsraad, buiten bewilliging van de Vroedfchap, en tegen het gemanifesteerd gevoelen van een groot aantal hunner Mede - Burgeren , zoodanig eene totale disfolutie der Stads-Schutterije in te voeren; en even daar door verfcheide Refolutien van de Vroedfchap , op het ftuk der Schutterije kragteloos te maken , en buiten effect te ftellen; met verder Declaratoir dat de Vroedfchap de Schutterij, die zonder hun, advis cn concurrentie mopt gecreëerd worden , niet zoude kunnen erkennen, dat zij de te geven de>  demisfien, zoo aan Collonellen , bij de Vroedfchap aangefteld wordende, als aan Capiteinen, zoo uiA de Vroedfchap als uit de Schepensbank, ingevolge eene Ordonnantie, op advis van de Vroedfchap, gearresteerd , fungeerende , voor onwettig zouden moeten houden, en gevolglijk niet zoude kunnen confenteeren in eenige Belastingen , of pecunieele uitgave voor eene Schutterije in diervoegen , buiten hun advis gecreëerd, Zoo als van dit alles uit de hier bij gevoegde Refolutie van de Vroedfchap van den 19. December 1785, onder Mum. 6,, en de voorfz. Misfive van denzelven datum confteeren kan. Dan ook deze Misfive had geen gunftiger lot, als de vorige, de Vroedfchap ontving op den 27. December 1785, wel twee Misfives, eene van de Meerderheid der VVethouderfchap, in datoden 24. dito, almede achter de voorfz. Misfive van Burgemeesteren gedrukt, en de andere van de Minderheid, gedateerd den 27- dito, hier nevens gevoegd onder No. 7. uit welke eerstgemelde het aan de Vroedfchap wel eenigzins zoo voorkwam, als of de voornoemde Meerderheid balanceerde , of zij bij hun vorig antwoord volfirekt wilde perfifteeren, dan wel nader over deze materie delibereeren, immers dat de Vroedfchap zich mogt vlei-, jen, dat de Wethouderfchap zoo als de bewoordingen der voorfz. Misfive luiden : hun werk zouden makm om die gewigtige materie met alle fcrwT 4  X x puleufe attentie te wikken en wegen, alvorens over. te gaan tot het helpen nemen en t,er uitvoer brengen eener finaale RcJolutiei en gevolglijk in deze met geen de minde pra?cipitance zoude voortgaan. Weshalven beide die Misfives ten gemelden daT ge in de Vroedfchap alleenlijk wierden gemaakt commisforiaal. Doch op den volgenden dag den 28. December. 2785-1 vernamen niet te min fommige Leden van de Vroedfchap, dat men bij de Wethouderfchap de voorfz. deliberatien had doorgezet, en op een zeer irreguliere wijze met de helfte der Leden van dat Collegie, tegen de Advifen en Protesten der wederhelft, had geconcludeerd en gerefolveerd, dat de Schutterij, ingevolge van zeker ConceptPlan , bij het rapport van eene Commisfie der Gebineerde Vergadering, zoo als men van ter zijden wierd geinformeerd gevoegd, dog welk nooit ter kennis van de Vroedfchap offchoon Heeren Burgemeesteren zich daar toe folemneei hadden geëngageerd bij hun voorfz. Declaratoir, Van 26. September 1785, was gebragt, maar voor dezelve verborgen gehouden, zoude worden, gedisfoveerd , het geen ook naderhand, uitwijzens de Misfive van zes Schepenen, in dato 2. Januarij 1786., en daar nevens overgelegde Refolutie , 'iij de We- houderfchap op gemelden 28. December, pnctenfeüjk genomen , en hier aan , fub No..  No. 8., geannexeerd, alzoo bevonden is en. op welke informatien die Leden van de Vroedfchap, welke mede waren gecommitteerd, om de gemelde daags te voren ingekomen twee Misfivesi te examineeren, en de Vroedfchap daar op te dienen van hunne confideratien en advis, benevens nog eenige andere Leden van de Vroedfchap nog des avonds van denzelven 28. December, aan de Heer Prsefident Burgemeester Boogaert deeden een verzoek om het Befoigne over de voorfz. ingekomen Misfives van de Wethouderfchap te convoceeren, tegens den volgenden dag, en teffens a's dan een Vroedfchaps Vergadering te beleggen, ten einde te precvenieeren , dat deze zaak niet verder uit haar geheel gebragt wierd. Maar, aangezien dat dit verzoek niet eerder, dan des avonds circa negen uurcn of een weinig li ter kon gefchieden, begreep de Heer Pra;fidenr, Burgemeester dat het te laat was, om daar aan te voldoen: het welk tot gevolg had, dat elf Leden van de zich in de Stad bevindende Vroedfchappen zich des anderen daags, den 29. December, vervoegd hebben ter Kamer van Heeren Burgemeesteren, en, pp de discreetfte wijze mogelijk, hebben aangedrongen de noodzakelijkheid, om, doo.r minnelijke Couferentien, en het houden van het gedecerneerd Befoigne over de ingekomen Misfives van de Wethouderfchap, de ontdane difiiculteiten te applaneercn. Met verder verzoek dat bij T 5 zpq  X *9« X jtoo verre Heeren Burgemeesteren niet mogten goedvinden daaraan te defereeren, dezelve als dan wel zouden gelieven aantenemen, om te effectueeren, dat de deliberatien bij het Collegie van de Wethouderfchap niet] verder buiten haar geheel wierden gebragt, voor en al eer aan de Vroedfchap gelegenheid zoude zijn gegeven, om zoo over het voorgevallene bij de Wethouderfchap des daags te vooren, als over de voorfz. twee Misfives van de Leden van dat Collegie aan de Vroedfchap gefchreven, te kunnen delibereeren : met dat gevolg, dat Heeren Burgemeesteren daarop aan die Leden , welke zich ah Leden van de Vroedfchap, en geenzins als Parteculiere Perfoonen, of invidues zoo als Burgemeesteren dezelve thans bij hunne Misfive aan Hun Ed. Gr. Mog. tragten te doen voorkomen, op het convoceeren van het Befoigne en beleggen der Vergadering van de Vroedfchap, en vervolgens nader op,het houden van het Befoigne en voortzetten der Deliberatien, bij Heeren Burgemeesteren hadden geinfteerd, en ook door Heeren Burgemeesteren, tot dier tijd, als zoodanige zijn geconfidereerd geworden , gelijk uit het ftraks te melden antwoord, het geen anderzins geheel ongepast en extra oleas zoude zijn geweest, volkomen manifest is, — hebben toegevoegd woordelijk dit antwoord: Heeren P,ingemeesteren kunnen , terwijl gisteren in de IVeth een Refolutie omtrent de Schutterij genomen is, niet 4-  X =99 X afgaan, om dat votum in de Gecombineerde Vergadering intebw^cn , • maar willen wel aannemen , om met de executie daar van te fupercedeeren lot de bijeenkomst van de Vergadering van Holland, ten einde aan de Vroedfchap occafte te geven van deze za/ik ter Tafel van Htm Ed. Groot Mogenden ie brengen. Zoo als de Vroedfchap dan ook zich verpligt geoordeeld heeft , de voorgemelde Propofitie te moeten doen: te meer om dat dezelve door de voornoemde zes Schepenen, uitmakende de Gerechte helft van het Collegie van' Wethouderen , bij derzelver voorfz. Misfive, fub No. 8., ten fterkfte is geïnterpelleerd geworden, als Lid der Souveraine Vergadering van Hun Ed. Gr. Mog. om gepaste middelen te beramen , door welke de executie van de prretenfe Refolutien, bij de Wetr houderfchap in de voorfz. zaken genomen, zoodanig , als uit die Misfive en Bijlagen daar nevens gevoegd, is te zien, zoude kunnen worden geprevenieerd, waartoe aan de Vroedfchap geene andere noch gepaster zijn voorgekomen voor handen te zijn, als de verzoeken, tot dat einde bij de gemelde Propofitie aan Uw Ed. Gr. Mog. gedaan , doch welk adres al mede het ongelukheeft gehad aan Heeren Burgemeesteren te misha-r «ren, dermate, dat dezelven , zoo het fchijnt, hun geduld niet hebbende konnen uitrekken tot dat Hun Ed. Gr. Mog. het voorfz. geproponeerde zou,-  X 3°° X «ouden hebben gefield in handen van de Leden der Wethouderfchap der Stad Rotterdam , om HunEd' Gr. Mog. daarop te dienen van berigt, bij welk berigt dezelve Burgemeesteren gelegenheid genoeg zouden hebben gehad, om hunne belangens en confideratien op het voorfz. geproponeerde aan Hun Ed. Gr. Mog. te fuppediteeren, en voortedragen, en perfeverende, om de deliberatien over deze zaak, zoo veel immer mogelijk te prajcipiteeren, zich, in aller ijl bij Misfive teu zeiven dage , wanneer de voorfz. Propofitie op lfist en uit naam van de Vroedfchap is gedaan, ter Vergadering van Hun Ed.' Gr. Mog. ingekomen, en in welke men bij het Slot den Hoofd-Officier Gevers en Schepen Hubert, nevens de Vroedfchappen Elfevier , Reepmaker en van Hoogflraten, als Mede-Verzoekers heeft doen paroisfeeren, aan Hun Ed. Gr. Mog. quaji provifioneel en ongevraagd, en dus, bij wege van antidotaal te elucideeren, omtrent de merite der Propofitie, welke de Gedeputeerden der gemelde Stad, als vooren gelast waren ter Vergadering van Hun Ed. Groot Mog. voortedragen, als om te bewerken, dat de Surcheance bij de bovengemelde Propofitie veiv zogt, niet, of immers niet dan voor een zeer korten en bepaalden tijd mogt worden verleend, maar onverminderd Hun Ed. Gr. Mog. deliberatien % over den verderen inhoud van die Propofitie , door Hoogstdezelven, nog in die Vcrgaderinge,  X 30i X in effecte , « offchoon met andere bewoordingen zoodanige Verklaringen zoude worden gedaan, dat met de disfolutie der vSchutterij, en het invoeren van het daartoe geformeerd en prsetenfelijk gearresteerd Plan, bij de gefustineerde Meerderheid van de Wethouderfchap, inmiddels zoude hebben moeten worden voortgegaan en alzoo de principale qüaftie, bij eene provifioneele dispofitie , zonder verhoor van de fefpective Partijen geheel zoude zijn gedecideerd mits zich ab- ftineerende van alle dispofitien , welke zouden (trekken tot een nieuw of meerder bezwaar van Stads Financien en zonder dat daar door, quafi, de Collegien der Vroedfchap en Wethouderfchap , refpective zouden worden geprrejudicieerd in alle zoodanige Rechten of Posfesfien, als elk derzelVtn, tegen den anderen in toekomende tijden en gevallen zouden mogen fustineeren, dan welke Misfive bij Hun Ed. Gr. Mog. is gemaakt Commisforiaal, in een groot Befoigne, en alzoo voor eerst gehouden buiten verdere dispofitie : waardoor dus aan de Vroedfchap ook, gelijk dezelve van de xquiteit van Hun Ed; Gr. Mog. met reden mogt verwagten^ gelegenheid is gegund, om die provifioneele elucidatoire en informatoire Misfive , zoo ten opzicht van de allegatien daarin vervat, als het verzoek daarbij gedaan, nog een weinig nader te konnen ophelderen en nagaan. Onder die allegatien vindt men in de eerfieplaats een  ):( 302 .):( éeu zoogenaamde informatie, wezenlijk ftrekkende, om Hun Ed. Gr. Mog. zelfs, voor dat die Propofitie in de Vergadering van Holland wierd gedaan, tegen dezelve te prajvenieeren met zoodanige denkbeelden , als dienen konden, om dezelve onhebbelijk te doen voorkomen, en langs dien weg te doen feponeeren, hier in beftaande: dat de last, welke aan de voorn. Gedeputeerden! is gegeven tot het voordragen der voorfz. Propofitie , eigenlijk maar afkomftig zoude zijn van de elf Vroedfchappen, hij die Misfive met namen genoemd, terwijl op den 9. Januarij, toen de voorfz. last en Propofitie is, gearresteerd, de vijf MedeVroedfchappen, aldaar insgelijks genoemd, abfent, zouden zijn geweest, en Burgemeesteren met nog vier Vroedfchappen in die Misfive genoemd, tot die Refolutie niet geconcurreerd, noch zich daarover in eenige Deliberatien hadden ingelaten, en dat dus de voorn, elf Heeren zouden uitmaken, de min- derheid van het geheele collegie van de vroedschap, welke tot het delibereer en over dat onderwerp, niet expresselijk, veel min met beschrijving, der in commissie en elders absent zijnde leden, was geconvocee r d geweest. Waar van de Vroedfchap zich genoodzaakt ziet, het abufive en notoir Captieufe om geen harder Woosd'  H 303 X woord te gebruiken, te moeten aantoonen ; het geen haar weinig moeite kosten zal.. Het is dan , in de eerfte plaats, volftrekt abufif, dat de voorfz. last eigenlijk maar afkomftig zoude zijn van elf Vroedfchappen, en dus van de Minderheid van het Collegie van de Vroedfchap. Dit kan ontegenzeggelijk blijken , uit de Registers der Refolutien van de Vroedfchap zelfs, in welke de prxfente Leden, bij elke Vergadering, door den Stads Secretaris, die dezelve adfifteertj met namen genoteerd worden; en in welke men bevindt: 1. Dat op den 2. Januarij dezes jaars prfflfent zijn geweest 19. Leden— zijndetoen abfent geweest de Heeren Burgemeesteren van Alphen en vander Goes, mitsgaders de drie Vroedfchappen van Berkel, J.P.Boogaert en d' Escurij. o. Dat als doen, na gehoord rapport van Heeren Burgemeesteren en verdere Gecommitteerden , van het gehouden Befoigne, over de hier voorgemelde twee Misflves van de Meerderheid en Minderheid der Wethouderfchap , den 27. December 1785, in de Vroedfchap ingekomen, concerneerande de Denberatien over de rapporten , door Commisfarisfen in de Gecombineerde Vergadering van Heeren Gecommitteerden van Htm Ed. Gr. Mog» en de Wethouderfchap uit-  X 304 X üitgebragt en het övergeleeverd Plan nopens het redres der Schutterije is goedgevonden en vèrftaan , dat over de voorfz. zaak en materie, een adres van wegens de Vroedfchap ten fpoedigfte zoude worden gedaan , aan Hun Ed. Gr. Mog., en dat ten dien einde door den PenfionaHs zoude werden gecoucheerd een ontwerp, om op toen aanflaanden Maandag, ter deliberatie van de Vroedfchap te worden gebragt, en daarop finaal gerefolveerd, zoo als bevonden zoude worden te behooren. 3- Dat conform het advis van dertien, der toen prasfente Leden , dus de Meerderheid van het geheele Collegie van de Vroedfchap, het doen van het voorfz. adres aan Hun Ed. Gr. Mog. is gearresteerd en gerefolveerd, terwijl alleen de zes overige, toen pnefent zijnde Leden, te weten: de twee Burgemeesters Bogaert en Vingerhoedt, met de vier Vroedfchappen Gevers, Elfevier, Reep. maker en van Hoogfiraten , hebben verklaard, tot die Refolutie niet te hebben geconcurreerd. 4. Dat het voorfz. ontwerp van hét invoegen voorfz., met de Meerderheid van het geheele Collegie van de Vroedfchap gerefolveerd, te maken adres aan Hun Ed. Gr. Mog., op den 9. of volgenden Maandag, door  X 3«5 X door den Penfiorraris, in forrfle van Propo* fitie, ter Vergadering van de Vroedfchap geëxhibeerd en, Commisforiaal gemaakt zijn* de, ten zeiven dage is geapprob.eerd, met last en qualificatie ©p de Gedeputeerden ter Dagvaart, om de voorfz. Propofitie nog in die week ter Vergadering van Hun Ed. Gr. Mog; te doen. Dat, wel is waar, op den gemelden 9 Januarij , negentien Leden praafent zijn geweest, als hebbende de Heeren Vroedfchappen van Berckel, y. JP. Boogaert, van der Staal, de Groot en d' Escurij die Vergadering niet bijgewoond, gelijk het mede een waarljeid is, dat de vier Heeren Burgemeesteren , mitsgaders de hier voor reeds genoemde vier Vroedfchappen Gevers , Elfevier, en van Hoogfiraten, hebben gedeclareerd tot die Refolutie rnet te hebben geconcurreerd, en dat dus die Refolutie als doen is gerefolveerd door elf Leden tegens agt, dan dat die Refplutie, niets anders behelzende dan eene approbatie van een Ontwerp en Adres aan Hun Ed; Gr* Mog., het geen agt dagen bevorens met dertien Leden zoo als getoond is en dus met de Meerderheid van de geheele Vroedfchap was gerefolveerd , dat aan Haar Ed* Gr. Mog. gedaan en het ontwerp daar van agt dagen daar na in de Vergadering van de Vroedfchap ^ ter examen en conclufie zoude Worden geëxhi-beerd 5 mitsdien dan ook daar door is gedemonV. deel, V fteerd^  ):( 3o6 K fteerd, dat de voorfz. Lasten gedane Propofitie eigenlijk afkomstig is, «iet van elf, maar van dertien Leden van de Vroedfchap bij welke de Heer tVEscurij in de eerfte daar op gevolgde Vergadering van de Vroedfchap op den 16. Januarij laatstleden heeft gedeclareerd zich te voegen, en alzoo te famen veertien Leden en dus ver de Meerderheid van het geheel Collegie van de V*oedfchap uitmakende. Waarbij laat/lelijk nog moet worden geremarqueerd, dat bij de voorfz. Misfive van Heeren Burgemeesteren, wel is gepofeerd , conform de waarheid, dat het Collegie van de Vroedfchap tot het deliberceren over dat onderwerp, niet expres- felijk ■ waar mede men wil zeggen, zoo het fchijnt, dat in de Convocatie Billietten niet was uitgedrukt, dat het voorfz. Concept Adres ofPropofitie , een onderwerp van deliberatie van dien dag zoude zijn ■ en 'ook niet bij befchrijving der in Commisjie en elders abfent zijnde Leden, is geconvoceerd geweest, dan dat in de voorfz. Misfive nergens is gepofeerd, veel min bewezen, dat zoodanige expresfe Convocatie en Befchrijving, iets omtrent de wettigheid of onwettigheid, der op de gewoone wijze geconvoceerde en gehouden Vergadering van de Vroedfchap, zoude geven of nemen, of als een poinct van orcire zoude worden gerequireerd, behalven dat ook het convoceercn of beieggen van de Vroedfchap, zijnde van het - ■ De-,  X 307 >( Departement van Heeren Burgemeesteren, en dagelijks door dezelven daartoe de nodige ordres gegeven wordende, die Captie dan ook niet met de beste Gratie uit de Pen vah Burgemeesteren fchijnt ontvallen te zijn: boven eh behalven, dat men niet kan zien , welke verandering dit in den voorfchreven ftaat der zaake, daar het doen van een Adres aan Hun Ed. Gr. Mog. ter zaake bovengemeld, bij de Vroedfchap met eene groote Meerderheid van het geheele Collegie was gerefolveerd ; 'en van de overige elf Leden , de Heer Vroedfchap van Berckel, zich in Noord-America bevond, en dus zeker niet gevoeglijk tot het bijwoonen van d'e voorfz. Vergadering konde zijn befchreven geivorden, zoude hebben konnen geven: Het zal 'er dus almede niet toe doen, of er onder de voorfz. Meerderheid zich bevonden vier Leden , die als actueele Collonel en Capiteinen der tegenwoordige Schutterij zich tegen de geprojecteerde reforme derzelve reeds ten flerhften zouden hebben verzet en zich dus -— naar de gedagten van Burgemeesteren , in de voorfz. MisuVe voorkomende —— buiten hun geheel hadden gefield, om over die Materie met de vereischte Neutraliteit te konnen delibereer en. Nadien de Vroedfchap zich met alle fiducie verheelt, dat, wel verre dat de qualiteit van Collonel en Capitein, de Leden van de Vroedfchap, wel xn wettig met die Emploijen bekleed, zoude uitV z  X 3°3 X Tuiten, om in de deliberatien van het Collegie" van de Vroedfchap, over een te maken verandering in de Ordonnantie, op een te introduceeren reforme van de Schutterije, offchoon zij zich daarover, in hunne qualiteit als Collonellen of Capiteinen gevraagd zijnde, reeds op de eene of andere wijze zouden mogen hebben geëxpliceerd, in qualiteit als Vroedfchappen, mede te konnen advifeeren en voteeren, in tegendeel, die refpective qualiteiten, als in welke dezelve de meeste en beste kundigheden van de gefteldheid der Schutterije en de nuttigheid of fchadelijkheid der geprojecteerde reformes, konnen hebben en aan den dag leggen , hun des te meer bevoegdheid geven, om daar over, ah Mede-Vroedfchappen te advifeeren en voteeren, en hunne Mede-Leden van de ware gefteldheid der Schutterij te konnen informeeren en daar omtrent te elucideeren : ja zelfs als noodzakelijk maken, dat derzelver Advifen in de deliberatien van de Vroedfchap over diergelijken materie werden gehoord, en mede geteld. — Zoo als de Vroedfchap ook niet bewust is, dat aan Leeden van de Vroedfchap , in diergelijke omftandigheden zich bevindende, ooit bevorens is gecontesteerd. Met even veel regt zoude men dan ook, als diergelijke argumentatien doorgingen , konnen fttstineeren, dat in andere gevallen, bij voorbeeld, wanneer 'er over fchikkingen of reformes, in het be-  X 309 X peftuur van Stads Thefaurie of Financien , de Wisfelbank, en diergelijke, zouden zijn geprojecteerd, die Leden van de 'Vroedfchap welke zijn gecommitteerd tot Thefauriers , Rekenmeesteren, Commisfarisfen van de VVisfelbank en wat des meer is, uit de deliberatien van de Vroedfchap over dePlansenRedresfen , tot dat einde geprojecteerd , als uit hoofde hunner gemelde ComEiisfien daar in pretenfelijk eenig belang hebbende , zouden moeten worden uitgefloten , daar men echter altoos tot hier toe in het tegengefteld denkbeeld heeft gellaan, en de noodzakelijkheid van de Advijfen der gemelde Leden in foortgelijke gevallen zoo wel heeft gepenetreerd, dat de-? zelve evengelijk als de Leden van de Vroedfchap, Collonellen en Capheinen zijnde, bij de Be^ fognes over zaken , rakende de Schutterije , door de Vroedfchap altoos zijn geadjungeerd, ook tot de befognes en deliberatien v^n dien aart, altoos zijn geadjungeerd, en mede geroepen; en, jn bunne qualiteit als Vroedfchappen daar over hebben geadvifeerd en geftemd, Behalven , dat zoo het verzetten der voor* noemde vier Leden in hunne qualiteiten van Collonellen en Capitcinen tegen de voorfz. geprojecteerde reforme, een voldoende reden zoude konnen opleeveren, om dezelven uit de gemelde deliberatien, als Leden van de Vroedfchap te fecludeejen die. zelfde reden in een tegengeftel.de zin nietminV 3 dc$  der van applicatie zoude zijn, op twee ander* Leden van de Vroedfchap, de eene Coloncl en, de andere Sergeant Major van de Schutterij, te Weten de Heeren Reepmaker en van Hoogfïraten, dewelke reeds getoond hebben bij hunne declaratoiren, den 28. December laatstleden aan de Wethouderfchap fgedaan, en te vinden in de Bijlage No. 8., hoe zij de geprojecteerde Veranderinge. zijn toegedaan, en vooral op Heeren Burgemeesteren zelye , als welke zich , gelijk al mede uit de. voorfz. Notulen van de Wethouderfchap onder No. 8. kan blijken en pasfum in het geheele beloop der zake doorfteekt, zich bij de deliberatien Van de Weth buiten gemeen fterk voor die geprojecteerde reforme hebben geinteresfeerd, en met allen ijver en praecipitance, waar van hunne voorfchreve Misfive aan Hun Ed. Gr. Mog. zelfs geen gering kenmerk draagt, getragt dezelve intevoeren , en dus uit dien hoofde dan ook in dezen, als geheel niet neutraal , zouden moeten worden geconfidereerd. En gelijk de Vroedfchap vertrouwt, hier mede , de wettigheid hunner genomen Refolutien en gegeven last, aan Heeren Gedeputeerden ter Dagvaart tot het doen der voorfz. Propofitie — hoewel ten overvloede en ongehouden te hebben, bewezen, en volkomen te hebben gezuiverd van, de ingratieufe en captieufe reflexien, die men bij" de voorfz, Misfive van Heeren Burgemeesteren, heeft  X 3" X heeft goedgevonden daarop te maken; zoo meent de Vroedfchap, alvorens hier van af te flappen, met recht te mogen vragen, van waar doch Heeren Burgemeesteren te pratenfe bevoegdheid en qualificatie hebben ontleend om, ongevraagd en ongelast, Hun Ed. Gr. Mog. in derzelver deliberatien over de voorfz. Propofitie te prsevenieeren en ware het mogelijk tegen den inhoud derzelve te praoccupeeren en een bij het Collegie van de Vroedfchap 'genomen befluit te taxeeren , en in een geheel verkeerd en allezins ongunftig daglicht, aan Hun Ed. Gr. Mog. voortedragen. De Vroedfchap zal, om het hatelijke , zoo veel doenlijk , te vermijden , deze reflexie niet verder pousfeeren, maargerustelijk aan de overweging van Hun Ed. Gr. Mog. overlaten, of zoodanige handelwijze cordaat en ^edelmoedig kan worden genaamd, en met de goede ordre van Regeering kan worden over een gebragt, en welke notabele confufien, mistrouwen, verwarring en kleinachting voor het geheele Collegie van de Vroedfchap en de ganfche Regeering der Stad Rotterdam , even, als of dezelve nog niet genoeg van hunne authoriteit en achtbaarheid was gedepouilleerd , uit zulke onvoorbeeldige demarches noodwendig, zoo in het beftuur en beleid der zaken als den invloed, welke dit op het geheele lichaam der Burgerije moet maken, zeer waarfchijnelijk kunnen yefulteeren. V 4 En  X 3" X En zal vervolgens, na dit;gepremitreerdein fac* (a rnef opzigt tot het voorfz. derde Hoofdpoint de. zer Memorie, als nu nog wat nader de jure moeten aantoonen , dat Heeren Gecommitteerden van Hun Ed. Gr- Mog. tot het beramen, reguleeren en inftellen der voorfz. reforme en Plan van disfolutie der tegenwoordige Schutterij, met en benevens eenige Leden van de Wethouderfchap in de gecombineerde Vergadering, —- onder reve? jentie— ten eenemaal zijn geweest onbevoegd: Om dit ten klaarften te doen zien, zal alleenlijk noodig wezen: Foor eerst, in het oog te houden dat de voorfz. zake, is mere Stedelijk, Huishoudelijk en Domefiicq; En inde tweede plaats, nategaan , waartoe de Commislïe, aan welgemelde Heeren Gecommitteerden en de Wethouderfchap der Stad Rotter* dam, combinatum door Haar Ed. Gr. Mog. gedemandeerd, binnen de gemelde Stad zich bepaalt, en hoe ver de magt, daar bij aan dezelve toegevoegd , zich in dezen uitftrekt. Dat het beramen van Ordonnantiën op de Schutterij , met den aankleeven van dien, is geheel Stedelijk, Huishoudelijk en Domefticq, is bij de •verhandeling van het eerfte Lid dezer Memorie — Zpo men vermeent zoo klaar bewezen, en uit den aart der zake zoodanig evident, dat men het zelve alhier vermeent te mogen houden voor gedemonfteerd. Dan  x m K Dan wat aangaat de Commisfie door Hun Ed, Gr. Mog. aan derzclven Heeren Gecommitteerden ende Wethouderfchap der Stad Rotterdam, combinattim gedemandeerd, en de magt aan dezelve toegevoegd, zoo zal zulks eenig nader onderzoek meriteeren. Dezelve Commisfie en Magt, is, gelijk men, weet , te vinden in Hun Ed. Gr. Mog, bekende Refolutie van 10. Augustus 1784., en ftrekt volgens dezelve, bepaaldelijk, ten einde gefamenlijk onderzoek te doen na de fources, tiit de welke het voorgevallene in de Siad Rotterdam, en het aldaar fubfifteerend ongenoegen en wantrouwen was vei oorx,aakt, en de rust en het vertrouwen binnen de vaorJchreven Stad wederom te herjlcllen, en daartoe se famen de bekwaamfle middelen te helpen beramen en ter uitvoer te brengen. En voorts van hunne ver-, richtingen aan Hun Ed. Gr. Mog. omftandig Rapport te doen, 'om daar op, door Hun Ed. Groet Mog. als dan verder te worden gerefolveerd, ah bevonden zal worden te behoren; met deze zeer notabele bij gevoegde nadere explicatoire verklaring nochtans: Dat de intentie van Hun Ed. Gr. Mog. daar bij geen andere is, als om zich alleenlijk op eene politicque wijze, omtrent de — toen fubfifteerende oneenigheden te doen informeeren, om vervolgens, daar op nader te konnen delibereeren en zoodanige ordres f( fieljer\, ah na gelegenheid der aake, zoude moV 5 gen  X 3*4 X gen geoordeeld worden te bebooreti: zonder daarmede in het oog te hebben, om hier door eenige kleinigheid aan de Regeering der Stad Rotterdam toetebrenpen , of zich in eenige hunner Huishoudelijke zaken of bfhiur te willen immisceeren, veel min, om daardoor aan de wel herbragte Privilegiën , vrij- en gerechtigheden van de refpective Steden en Leden van Hun Ed. Gr. Mog. Vergadering, en in het bijzonder van de Stad Rotterdam, eenigeatte'nte ff prejudicie toe te brengen. • Uit welke verklaring van Hun Ed. Gr. Mog. dien volgende ad ocujum confteert; dat de voorfclireve Gecombineerde Commisfie van Hun Ed. Gr. Mog. Gecommitteerden en de Wethouderfchap der Stad Rotterdam, zich nullo modo vermag te inmifceeren in eenige Huishoudelijke zaken , of beftuur van de Regeering der Stad Rotterdam ; veel minder noch eenige deliberatien aanleggen , of bcfluiten nemen , door welke aan de wet herbragte Privilegiën vrij- en gerechtigheden der gemelde Stad, eenige atteinte of prejudicie zoude worden toegehragt. Deze exceptien, door Hun Ed. Gr. Mog. zoo expresfief in hunne voorfz. Refolutie ingelast a meende de Vroedfchap onder Correctie dat zoo men dezelven niet als loutere niets beduidende woorden en klanken wil doen pasfeeren, de volftrekte onbevoegdheid vnn de voorfz. gecombineerde Vergadering, tot het onderzoeken , beramen  X 3*5 X men, inftellen, en arresteeren van zoogenaamd* Plans', tot reforme of redres van de fubfideerende Schutterije, en veel meer nog om dezelve dadelijk in de gemelde Stad te introduceeren, als zijnde eene mere DomrMcque en Huishoudelijke zaak, volgens de wel herbragte conftitutioneele Regeeringsform en gerechtigheden der voornoemde Stad, alleen aan de Stads- Regeering en gcene andere competeerende, op de aller evidentfte wijze doet zien; en alzoo ook hier mede de daar uit van zelfs proflueerende nulliteit van derzelver daar toe prastenfelijk genomen Refolutien, volkomen te hebben bewezen. En welke onbevoegdheid nog des te fterker in het oog loopt, wanneer hier bij verder wordtin aanmerking genomen; dat volgens de klare woorden der voorfz. Refolutie, de intentie van Hun Ed. Gr. Mog., geene andere is geweest, al- om zich alleenlijk op een politicque wijze omtrent de- fubfifeerende oneenigheden dat is die oneenig- heden , welke op den voorfz. 10. Augusti 1784- exteerden, wanneer 'er nog geen de minfte quteftie was over een disfolutie of generaal redres der fubfifteerende Schutterij , te doen informeeren, om vervolgens daarop nader te konnen delibereeren , en geenzins om die Commisfie te quaiificeeren , om op alle voorvallende zaken van Regeering, binnen de voorfz. Stad in het vervolg, onderzoek te doen, en op dezelven, wanneer onder de Le-  W Zi6 X Leo>n van Regeering daar over eenige verfcnillende fentimenten mogten ontdaan , politiquement en als explenitudinepotefiatis, met voorbijgans van de Vroedrchap, i„ Domeftique en Huisbou! dehjke Zaken , als deze, ordres te ftellen en Stedelijke Ordonnantiën te maken en intevoeren Het blijkt ook dat men zich hier mede merkelijk verlegen heeft gevonden, en daarom bij de meergemelde Misflve van Heeren Burgemeesteren getragt daaraan te geven dezen glimp : Dat de qutftte over het gefuseerd Recht van de VroedJchap, om over alles wat de Schutterij concerteert te moeten advifeeren, zich thans niet zou, de mtftrekken tot het geen bij vervolg van tijd zoude moeten plaats hebben, maar voor IE, genwoordig alleen en bepaald e- ^ zoude rouleeren over de bevoegdheid van d, Magnaat, met en bettevens de Heeren Gecomrnr, teerdens door Hun Ed. Gr. Mog. aan clat Coj} ' geadjungeerd, 0m voor deze maal zoo- danige veran i) er inge inde schut ter.j te maken , e n in train te Hengen, als die gecomb1neerde vergadering, Mik D?AAM en dienstig zoude achten. Doch, hoe of men ook moge hebben getracht om de zaak hier mede ,e verbloemen , men heeft met konnen vermijden om daar mede tacite te Ignolcceren de gefundeerdheid van hu gefufli, n«ercl  tieerd recht van de Vroedfchap niet om ove? a l l e s' wat de Schutterije concerneert, zoo als Burgemeesteren zich uitdrukken, dan welke abfurde fustenue nooit bij de Vroedfchap is ingevoerd, maar om over alle innovatien in dè Ordonnantie op de Schutterije, en vooral over een disfolutie en creatie van een geheel niéuwe Schutterije, waarover de Vroedfchap zich ten deZen Nominatim heeft beklaagd, te moeten advi* feeren, zoo als uit de voorfz. gemaakte uitvlugt, dat die verandering, innovatie en disfolutie , quafi , maar voor tegenwoordig en alleen voor deze maal, buiten kennis en advis van de Vroedfchap , offchoon deze regulatiter daarin gekend, en derzelver advis daar over gevraagd behoorde te worden , zoude worden gemaakt, op een manifeste wijze doorftraalt. De objectie hiertegen bij die Misfive aangedrongen , dat die pretenfe bevoegdheid van de voorfz. gecombineerde Vergadering tot het ftellen van zoodanige Huishoudelijke ordres, en het maken en in train brengen van zoodanige innovatien en alteratien in de Schutterij, als die Vergadering raadzaam en dienftig zoude achten , gegrond zoude zijn op de Commisfie, welkers uitvoering door Hun Ed. Cr. Mog. aan dezelve gecombineérde Vergadering zoude zijn gedemandeerd, om, namelijk de rust en het vertrouwen, binnen de Stad Rotterdam , weder te herfiellen, en daar toe de bekwaamfie middelen te beramen en ter uitvoer te brengen; is  )•'( 3*8 )'( is, naar het oordeel van de Vroedfchap — onder reverentie — van zulken verren , wijd uitgeftrekt en gedugt uitzigt, dat zij zich over die zorgelijke allegatie , uit de Pen van Heeren Burgemeesteren gevloeid, ten hoogde heeft moeten Verwonderen , en niet kan ontveinzen , door die allegatie als in twijffel te zijn geraakt, wat of dan het oogmerk van de gecombineerde Vergadering met de bij dezelve gearresteerde disfolutie van de Schutterije tog zoude mogen zijn, en of het zelve volgens die generaale extenfie, welke Burgemeesteren aan de voorfz. Commisfie kwamen te geven ; niet wel een voorbode van nog meerder eh Merker voorgenomen Veranderingen bij het gecombineerd Collegie in het Stedelijk Huishouden en beftuur der Regeering hunner Stad, zoude kunnen zijn , tot welke de gecombineerde Vergadering zich uit hoofde der voorfz; generale extenfie hunner Commisfie jot het her amen en ter uitvoer brengen van al het geen, naar hunne idéés, al ware het een geheele omkeering en vernieuwing der ordre van Regeering, de rust en het vertrouwen hintten de voorfz. Stad, zoude kunnen herfiellen, gei qualificeerd fchijnt te houden. En in geval de magt der voorfz. Gecombineerd de Vergadering zich , volgens de aan hun gedemandeeule Commisfie, zoo veren zoo univerfeelzoude uitftrekken , zoo dat alle Stads - Rechten en Privilegiën, gedurende het fubfifteerea der voorfz;  X 3>9 X gecombineerde Vergadering, als het ware zoiulea moeten finpen, en niet eerder als na het vertrek van Hun Ed. Gr. Mog. Gecommitteerden, wederom zouden kunnen irevivifeeren, zou het zeker te vergeefs zijn om Hun Ed. Gr. Mog. langer over deze zoo gewigtige materie bezig te houden, en zoo voor de Vroedfchap , ah verdere Leden van Regeering der Stad Rotterdam, niets anders overig blijven, als zich al liet geen de gecombineerde Vergadering, onder voorwendfel vatt herftel van rust en vertrouwen, zoude mogen goedvinden, binnen de gemelde Stad teordonneeren , en ter uitvoer te brengen, blindelings te onderwerpen. Dan gelijk dit geheel en al aanloopt tegen het voorfz. gedeclareerd begrip en intentie, van Hun Ed. Gr. Mog. en dat de Vroedfchap zich vleit, van de jequiteit en wijsheid van derzelve Souveraine Vergadering, met recht te mogen verwachten , dat hoogstdezclve tot zoodatiige gevaarlijke en voor ieder van derzelve, in abftacto allezins te appraïhendeeren fuftenue geenerlei voet zullen wilJen leggen, zoo zal de Vroedfchap zich dan ook abftineeren om de abfurditeit van de voorfz. gehafardeerde objectie, bij de Misfive van Heeren Burgemeesteren, breeder te betoogen. En als nu overgaan tot het vierde en laatfie Hoofdpoint, welk zij zich ter verhandeling bij de2.e Memorie had voorgefteld. Na-  X 320 X Namelijk, om aantetoonen: Dat men , om dé Voorfz. disfolutie en zoogenaamde Redres, doortedringen en te introduceeren heeft konnen goed* vinden, om met zes Leden van het Collegie van de Weth, twee van de zes overige Leden, uit welke twaalf het geheele Collegie van de Wethouderfchap is gecompofeerd, op eene zeer irreguliere en illegale wijze , op frivole voorwendfels , pretenfelijk te fecludeeren van de deliberatien in het zelve Collegie over het gemelde Plan van redres en disfolutie der Schutterije, en daar door alzoo de praetenfe Meerderheid van üemmen tot goedkeuring van het voorfz. Plan, in het voorfchreve Collegie van de Wethouderfchap , te verkrijgen. De wegen , die men om dit oogmerk te bereiken heeft ingeflagen, en de middelen die tot dat einde zijn van gebruik gemaakth zijn zoo vreemden wonderlijk, dat die wel verdienen wat nader onder het oog van Hun Ed. Gr. Mog. te worden gebragt; dewelke eerbiediglijk verzogt worden tot dat einde te willen inzien, de Misfive van de Voorn, zes Schepenen, gedateerd den 2. Januarij laatstleden, met de Bijlagen daar nevens gevoegd , en bij de Vroedfchap ten zeiven dage ontvangen , bij deze Memorie overgelegd, onder No. 8», uit Welke zal confteeren. 1. Dat, niet tegenftaande de Adresfen , dóór de Vroedfchap, zoo op den 3. October, als  als 19. December laatstleden, bij Misfives aan de Wethouderfchap gedaan , en hier Voor breeder reeds gemeld, ten einde voor te komen , dat 'er geene veranderingen of innovatien in de Ordonnantiën op de Burgerwacht, zonder advis van de Vroedfchap mogten worden gemaakt, de Wethouderfchap echter , zonder zich des te bekreunen , had goed gevonden dag te ftellen te- " gens den 28. December, om te delibereeren en Advifeeren over de Rapporten, door Commisfarisfen in de gecombineerde Vergadering van Heeren Gecommitteerden , van Hun Ed. Gr. Mog. en de Wethouderfchap uitgebragt, en het overgeleeverd Plan nopens het redres en disfolutie der Schutterij. %. Dat zich juist op dit tijdftip , en als op het moment, dat de voorfz. deliberatien over het gemelde Plan, een aanvang flonden te nemen, zich in het gemelde Collegie hebben vertoond, twee, vooral ih dien ftaat van zaken, wonderlijke en vreemde Verfchijnfels, namentlijk: het eene de appa^ ritie van eenige Heeren Capiteinen ■, of, om accurater te reken, van een Collonel, een Sergeant Major en twee Capiteinen van de Stads Schutterije, en de andere van eenige Burgeren, die zich refpectiveiijk evefl Ti deel, X ;3  X 3** X 1 Ie voren ter Kamer van Heeren Burgemeesteren hadden gefineerd, met verzoek van te' mogen worden geadmitteerd in de Weth, en welker namen uit het Request aanHunEd. Gr. Mog. over de pretenfe incompatibiliteit van fommige Ampten en Bedieningen met die van Vroedfchap en Schepen der Stad Rotterdam, reeds bekend zijn geworden. 3. Dat de Meerderheid van de Wethouderfchap , goedgevonden hebbende, dat, en de voorfz. Burger-Officieren, en de gemelde Burgers nog voor het aanvangen der deliberatien , zouden worden toegelaten in de Weth, de voornoemde vier Heeren Officieren van de Schutterij ter faciliteering van de deliberatien en wegneming van eenige bedenklijkheden, die zij waanden dat bij fommigen welligt tegen de geprojecteerde disfolutie der Schutterij zouden konnen oprijzen, hebben gedaan een ampel declaratoir , allezins op den leest der denkbeelden van Heeren Burgemeesteren over deze zaak gefchoeid, en breeder in de gemelde Bijlage No. 8., onder den datum van a8. December te vinden, waar toe alhier wordt gerefereerd , en het welk bij het voorfz. Collegie is aangenomen voor Notificatie, en de gemelde Heeren daar voor folemneel bedankt geworden. 4.  X 3*8 X 4U Dat voorts daarop, door de voornoemde Burgers , en onder dezelven de Vader van den aldaar prtefent zittenden Schepen Hubert, mitsgaders de Zoon van den mede aldaar tegenwoordig zijn den Burgemeester Boogaert, eerst mondeling is voorgedragen, en vervolgens in Gefchrifte overgegeven een verzoek , in zijn geheel mede in de voorfz. Bijlage No. 8. , onder den gemelden 28. December 1785. , vervat en daartoe ftrekkende: Dat op de Vraag: of 'er eene generale disfolutie van de Stads Schutterij behoorde plaats te hebben, en de tegenwoordige Heeren Capiteinen , daarinne mede behooren te 'worden gecom 'prehendeerd , dan of die Heeren zouden behooren te continueeren ? niet mede uitgebragt «f immers niet mede gecomputeerd zouden worden , de flemmen dier beide Heeren Schepenen, die teffens actueele Capiteinen waren, »p fundament quafi, dat hunne voorfz. betrekking tot de tegenwoordige Schutterij dezelven naaf alle rechten en de gezonde reden, onbevoegd maakte , om in deze als, prtetenfelijk, hunne eige zaak mede te helpen disponeeren. p Dat het voorfz. verzoek döör de Heer Hoofd-Officier Gevers is aangenomen, en gedeclareerd, dat hij hetzelve in deliberaX a ti*  X 3H )■•( tie zoude brengen, ten einde daarop bij de Vergadering van de Weth zoude worden gerefolveerd ^ zoo als bevonden zoude worden te behooren. —— In welk antwoord de gemelde Verzoekers hebben verklaard, volkomen te berusten, en dat vervolgens, na dat dezelven waren vertrokken , alvorens het gemelde verzoek in deliberatie te brengen, door de Heer Gevers aan de Schepenen Havart en de Mirell, is voorgeflagen , om aan het voorfz. verzoek te voldoen, en mitsdien aftezien , om in de deliberatien over de disfolutie der Schutterij te advi- feeren en te ftemmen. Dan [dat daar in door gemelde twee Schepenen is gedifficulteerd en verklaard: zich in een zaak van die natuur, niet op ftaande voet te kunnen determineeren , maar tijd verzogt, om zich deswegens behoorlijk te expliceeren. 6. Dat hoe ongegrond en asquitabel dit verzoek in een zaak van dien aart ook was , hetzelve nogtans bij de Meerderheid der Leden van de Wethhouderfchap is afgeflagen; en daar tegen het verzoek der voorn. Burgers terftond in deliberatie gelegd, en door voorn. Heer Gevers, mitsgaders de vier Heeren Burgemeesteren en den Schepen Hubert gedeclareerd: dat zij van gedagten waren, dat de voorn, twee Sche pe-  X 3*5 X penen niet behoorden te worden geadmitteerd, om in het werk, concerneerende de Schutterij, derzelver vota uit te brengen , dan dat bij vier Schepenen zijnde geinfteerd, dat het voorfz. point, volgens de ordre der Vergadering van de Weth mogt worden gemaakt Commisforiaal , bij de voorn. Heeren Gevers , benevens de vier Burgemeesteren, en de Schepen Hubert, is goedgevonden en verdaan, dat het voorgemelde verzoek van recufatie, door eeni. ge Burgers als vooren gedaan, zoude worden geëxamineerd bij de Heeren Gevers, Schout, Fingerhoedt, Burgemeester, ende Schepenen de Loches, als in dezen vervangende den Schepen de Mirell, dan het geen door deze is geweigerd en Hubert, mits daarop, nog (taande Vergadering te dienen van derzelver confideratien en advis. y. Dat de voorn, twee Schepenen Havart en de Mirell, al wijders voor het aangaan van het in voegen voorfz. bij zes Leden gedecerneerd Befogne wel hadden verklaard , dat indien het konde (trekken, tot wegneming der bezwaren hunner Mede-Leden, zij zich zouden voegen bij het hier voorgemelde Declaratoir van den Collonel Reepmaker Cumfuis, ten zeiven dage gedaan. x 3 Doch  X 3*6 X Doch dat op het voorfz, allezins overbodi? Declaratoir , egter bij de zes andere Leden geen re-» guard genomen zijnde , voorts op een prsetens uitgebragt rapport van de Heeren Gevers Schout» Vingerhoedt Burgemeester, en den Schepen Hubert, even informeel bij zes Leden van het voorfz. Collegie van VVethouderen, namelijk : de Heeren Gevers. Boogaert, van Alphen, Vingerhoedt, van der Gees en Hubert, onaangezien de Declaratoiren, zoo bij de vier Schepenen de Loches, van 1'zendoorn, Suermond en- Hoog, van ongereed te zijn, o,m op dit Point ilico te advifeeren, als bij de twee Schepenen Havart en de Mirell, andermaal gedaan, van bereid te zijn , om zich te voegen bij het voorfz. Declaratoir van den Collonel Reepmaker Cumfuis, is genomen een prsetenfe Refolutie, inhoudende, dat de voorn, twee Schepenen, uit hoofde quafi van derzelver qualiteiten als Capiteinen , zouden worden geëxcludeerd, om in de Vergadering van de Weth te voteeren , op de Rapporten en het Plan , concerneerende het werk der Schutterij, dan tegens welke Refolutie door de voorn, zes andere Schepenen , behoorlijk is geprotesteerd van nulliteit en illegaliteit; zoo als uit de voorfz. Bijlage No. 8. , almede blijken kan. De Hemmende Leden van het Collegie van Wethouderen, als zoo langs dien weg vooraf, naar het begrip der wederhelft, van twaalf nu prasten- fe-  ):( 3*7 X felijk door de feclufie der voorfz. twee Schepenen uit de gemelde deliberatie , zijnde gereduceerd tot tien: zoo zijn daarop dan ook aanftonds, bij dezelve in deliberatie gelegd de Rapporten, beneevens het Plan der disfolutie van de Schutterij, ter Gecombineerde Vergadering uitgebragt en overgenomen , en bij de meergemelde zes Leden daar op pratenfelijk goedgevonden en verdaan, dat ter Gecombineerde Vergadering , voor advis zoude worden uitgebragt: dat de Vergadering van de Weth zich, onder beneficie van eene geringe verandering en referve, conformeerde met het Rapport van de Meerderheid der Befoignes en het Plan daar bijgevoegd, dan tegen welke Refolutie de voorn, praatenfelijk overftemde zes Schepenen „ almede ten kragtigfte hebben geprotesteerd, zoo als uit de voorfz. Bijlage No. 8., onder den voorfchreve datum, van 28. December 1785'» aimede is te zien. Waaruit dus, in het voorbijgaan, kan worden geremarqueerd, dat bij de in het hoofd dezes gemelde Propofitie, uit naam van de Vroedfchap, ter Vergadering van Hun Ed. Gr. Mog. gedaan, wel en te recht conform de waarheid is gepofeerd, — DAT HET MEERGEMELDE PLAM, TOT DISSOLUTIE DER SCHUTTER IJ E DOOR EENE PR/ETENSE MEERDERHEID MET ZES LEEDEM IN HET COLLEGIE VAN DE WETH WAS GOEDGEKEURD GEWORDEN. X 4 Dc  X 3*8 ):( De voorfz. prsetenfe Refolutie, in voegenvoorfchreve opgemelden 28, December laatstleden bij de Weth genomen, doch de refumptie nog nietgepasfeerd zijnde, zoo hebben 's daags daar aan eenige andere Burgers zich aan het Collegie van de Weth doen aandienen, met verzoek om binnen te liaan, voor dat het gerefolveerde van den 28. December, zoude worden gerefumeerd. Dan Waarop, alhoewel daags te vooren eenige andere Burgers voor het aanvangen der deliberatien bij de Meerderheid van de Weth, na voorgaande deliberatie, waren geadmiteerd geworden — de Meer-, derh,éid, nu 's daags daaraan goedvond te refolveeren, dat deze, niet eerder dan na dat de refumptie zoude zijn afgelopen, ter Vergadering zouden worden geadmitteerd om welke reden , zal uit het vervolg niet moeijelijk te rader; zijn. 1 De voorfz. refumptie vervolgens, doch niet anders , dan onder nader Protest en Declaratoir yan de twee praetenfelijk gefecludeerde Scheper uen, zoo als in de Bijlage No. 8., kan worden gezien, zijnde gedaan, zoo zijn in de voorfchreve Vergadering gecompareerd: de Oud-Schepenen de Groot en van Cattenburch, verzeld van nog twee Burgers, Buijs en Groeneveldt, zoo voor zich zeiven, als voor een groot aantal van Burgeren en Ingezetenen , verzoekende om redenen, door hun geallegueerd, en in gefchrift overgegeven,  X 3=9 X ven, dat al het geen 's daags te vooren, op in- ftantie en verzoek van de eerstgemelde als doen terftond in de Weth geadmitteerde Burgers, door de meergemelde recufatie was gerefolveerd , mogt worden gefield buiten effect, en mitsdien gehouden als of 'er ten aanzien van het bewuste Plan , der Schutterij, geene de minfte Refolutie ware genomen. — Welk verzoek ook wel in overweging is genomen; doch door de ontftane contestatien over de forme en wijze, hoedanig het onderzoek daar over zoude behooren te gefchie kn : e na diverfche wederzijdfche Declaratoiren en Protesten , als doen en tot nu toe bij de Wethouderfchap voor zoo veel aan de Vroedfchap bekend is, verder buiten deliberatie is gebleven. Vervolgens is op den 30. December bij het Collegie van de Weth in deliberatie gelegd een Concept-Publicatie, door de Heeren Gecommitteerden van Hun Ed. Gr. Mog. op dien zeiven dag i zoo als mede uit de voorfz. Bijlage No. 8. kan 'blijken geconcipieerd tot disfolutie van deStads- Schutterij, en het moment was vervolgens reeds daar, dat dezelve waarfchijnlijk werkftellig zoude zijn gemaakt , indien niet op de Communicatie door den Burgemeester Boogaert gedaan, dat op inftantie van een aanmerkelijk aantal — niet van individues, zoo als men die , bij de Misfive van Burgemeesteren , heeft gelieven te baptifeeren, maar x 5 van  X 330 )< van Rn den in de Vroedfchap der gemelde Stad, daags te vooren, door Burgemeesteren was aangenomen, van te zullen zorgen,, dat met de executie van het gerefolveerde, nopens het werk der Schutterij niet zoude worden voortgegaan, voor dat aan dezelve gelegenheid zoude zijn gegeven, om zich deswegens te kunnen adresieeren aan de Vergadering van Hun Ed. Gr. Mog.; de deliberatien over het doen der voorfz. Publicatie, met welke echter de meergemelde zes Leden van de Weth toen reeds declareerden, zich volkomen te kunnen conformeeren, en mitsdien van advife te zijn: dat dezelve te zijner tijd alzo» zoude kunnen worden gepubliceerd, onder inhjefie van vorige Protesten der zes meergemelde disfentieerende Schepenen, waren blijven deken. Uit dit naar waarheid gededuceerd beloop der verrichtingen en deliberatien van de Wethouderfchap , vertrouwt de Vroedfchap volkomen evident * en bewezen te zijn, de irreguliere en illegale wij' ze, op welke bij hetzelve Collegie, zoo tot de prsetenfe recufatie en feclufie van twee hunner Mede-Leden, ah tot disfolutie der Schutterij der Stad Rotterdam, is gerefolveerd en geprocedeerd , en in het bijzonder: Dat die recufatie is gefchied op een daartoe gedaan irregulier voorftel van eenige Burgers, tegen d. gewoone ordre, in het Collegie van de Weth geadmitteerd, voor den aanvang der deliberatien van  X 331 X van die Vergadering, welke buitengewoon ovei de zaken der Schutterij was geconvoceerd. 1 Dat dit voorftel is geëxamineerd bij een informeel befoigne , ftaande Vergadering , met adfiften- tie van niet meer dan een Schepen in plaats van twee zoo als de ordre der Befoignes van de Wethouderfchap mede brengt en dat wel van den Schepen Hubert, een der genen, welke zich aan Hun Ed. Gr. Mog. bij Requeste hebben geaddresfeerd om de Ampten van Collonellen en Capiteinen van de Burgerij, met die van Schepenen en Vroedfchap der Stad Rotterdam, in compatibel te hebben verklaard, wiens Vader zich mede bevond onder die genen, welke het evengemelde voorftel en verzoek van recufatie en feclnfie der voorn, twee Schepenen, in het Collegie van de Weth hadden gedaan, en die dus zoo min als de Heer Burgemeester Boogaert, wiens Zoon zich in hetzelve geval, als de Vader van den Schepen Hubert bevond , voor geheel onzijdig omtrent het advifeeren en delibereeren over het voorftel der gemelde Burgers konden worden gehouden , en zich dienvolgende dan ook vooral daar van had behooren te onthouden. Dat daarentegen de voorfzj twee pretenfelijk gerecufecrde Schepenen, even als de andere Leden van de Weth, tot de voorfz. extraordinair belegde Vergadering, over de zake en het Plan van disfolutie der Schutterij, zijn geconvoceerd  )■( 33* ):( ceerd geweest, zonder iemands tegenzeggen, en mitsdien door hunne Mede-Leden erkend, als volkomen gequalificeerd om ook in jdie Vergadering, even zoo wel als in voorige, over deze zake gehouden, de deliberatien daarover met hunne advifen en Hemmen, als Leden van de Weth bij te woonen, conform de conftante gewoonte en practijcq, welke tot nog toe, bij het Collegie van de Weth is geobferveerd geweest, volgens welke het buiten voorbeeld is, dat Leden der Wethouderfchap , als Capiteinen van de Schutterij zijn gerecufeerd of gefecludeerd geworden , van de deliberatien of befoignes , over het formeeren of introduceeren /an reformes , veranderingen, of nieuwe Ordonnantiën voor de Burger - Wacht en Schutterije der gemelde Stad. Terwijl men verder voor rekening van de Wethouderfchap zal overlaten, om te bewijzen, dat naar gronden van recht en billijkheid de eene helft van een Vergadering met de wederhelft in verschil zijnde, over wat zaak zulks ook zoude mogen zijn, bevoegd zoude wezen, en de faculteit hebben om in weerwil, en tégen* de uitdrukkelijke oppofuie en protesten der wederhelft aan , eenig wettig en deugddelijk befluit over zoodanig quaastieus point te kunnen nemen. Zoo als nogthans met opzicht tot de decifie van het voorfz. gedane voorftel der gemelde Burgers op den 28. December laatstleden is gebeurd; en dat wel bij over haas-  X 333 X haasting, en met een verregaande pr£cipitaf)cej zonder aan die prsetenfelijk gerecufaerde Leden, ichoon zulks uitdrukkelijk hebbende verzogt, behoorlijke tijd of gelegenheid te geven om zich tegen die pmenfe aan hun geobjicieerde eenzijdigheid, te konnen verantwoorden; hoedanigen allegatie van eenzijdigheid'm eene Vergadering van een politicq Collegie als de Magiftraat in het ma» leen van Domestique Keuren of Ordonnantiën in welke geene partijen zijn en dus geene eenzijdigheid maar wel verfchil van opinien plaats kan vinden, perfê geheel en al, is gedeplaceerd. En op welk refpect de Vroedfchap tot haar merkelijk voordeel meent te mogen nemen het aveu, welk in dit opzicht gevonden wordt in de meergemelde Misfive van Burgemeesteren ,- dat, namelijk de qwzstie over de voorfz. recufatie des noods aan de Justitie zoude hebben moeten worden gerenvoijeerd, •indien de gerecufeerde Leden daar op hadden geinfteerd; als welk renvoij aan de Justitie de notoire onbevoegdheid van de andere Leden der Wethouderfchap, om de voorfz. quajftie in het voorfz. -Collegie illico en de plano , zonder eenige bekwame tijd tot verantwoording aan de gerecufeerde Leden over te laten, of '%uur van Proces, pretenfelijk, te decideeren, ten allerklaarfte aantoont. <- En uit al het welk dan ook kan worden opgemaakt, met hoe weinig fchijn van grond men bij de  X 334 ):f de meergemelde Misfive van Burgemeesteren aan Hun Ed. Gr. Mog. tragt te obtrudeeren: dat diergelijke recufatie niet zoude zijn een nieuwigheid % maar een oud en conjiant Poinct van Ordre, in alle diergelijke gevallen pratenfelijk geobferveerd, terwijl diergelijke handelwijs, indien ze al eens in het een of ander geval plaats mogt hebben gehad , — het geen tot hier toe nergens is bewe» zen als ftrijdig met de gronden van regt en billijkheid, en de goede Ordre, die in alle Collegien van dien aart behoort plaats te hebben, en die menigvuldige gelegendheden tot kuiperij , een overheerfching onder de Mede - Leden van dezelve, zoude aan de hand geven, dan nog, verre van de naam van een point van ordre te verdienen , in tegendeel, voor een kwade inkruiping en descrdre, zoude behooren te worden gehouden en met alle kragt geweerd en tegen gegaan. Meer andere redenen van diverfe natuur, welke de twee voorn, gefecludeerde Schepenen hebben gemeend te konnen dienen tot juftificatie van hun beklag over de voorfz. pretenfe recufatie en de conduites, bij hun met opzicht tot de voorfz» zaak gehouden, zal men vinden gededuceerd ia een pro Memoria, welke bij de Misfive van de meergenoemde zes Schepenen van den 2. Januarij dezes jaars aan de Vroedfchap is toegezonden, ten dezen gevoegd onder No. 9., van welke de Vroedfchap de beoordeeling verder aan Hun Ed* Gr.  ):( 335 ):( Gf. Mog. zal overlaten. En voorts deze Memorie befluiten, in vertrouwen, dat Hun Ed. Gr. Mog., door de daarbij gededuceerde zaken en redenen , volkomen zullen zijn gevonvinceerd van de volftrekte noodzakelijkheid en verpligting, waar ïn de Vroedfchap zich bevonden heeft, om, hoewel tegens hunne intentie en ondanks alle aangewende devoiren, om de voorfz. qaeestie door eene mutueele Condescendance buiten verder vervolg te houden, deze zake, offchoon anderzins naar hun bordeel, mere domestica, volgens de daar toe' door Heeren Burgemeesteren aangewezen weg, te moeten brengen ter Tafel van Hun Ed. Gr. Mog., en dat de Propofitie tot dat einde ter Vergadering van Hoogstdezelven door de Gedeputeerden der Stad Rotterdam, in naam, en op expresfe last van de Vroedfchap derzelve Stad gedaan, na een volledig onderzoek van zaken, zal worden agervolgd door eene Refolutie van Hun Ed. Gr. Mog., bij welke, conform het verzoek, bij de voorfz. Propofitie gedaan, werde verklaard: dat geene alteratien of redresfen in de forme of Ordonnantiën en Reglementen van de Schutterij der voorfz. Stad, eenige effect zullen forteeren, ten zij dezelven , voor af zullen zijn gebragt ter kennis en deliberatie van de Vroedfchap derzelve Stad, en met derzelver advis , als naar ouder gewoonte , geconftateerd en gearresteerd zullen zijn, ga verder aan de Heeren Hun Ed. Gr. Mog. Ge- com-  X 33^ ):( - committeerden te Rotterdam voorn, aangefchreven, om zich te onthouden van alle deliberatien , tendeerende tot het conftateeren, reguleeren, ar* refteeren en executeeren van Redresfen, Reglementen en Ordonnantiën, relatif tot de Schutterij aldaar, maar al hetzelve, als Stedelijk en Do* mesticq, geheel en al privativelijk, over te laten aan het beltuur van de Regeering derzelve Stad. En wijders de praetenfe recufatie en feclulïe van de twee Schepenen Havart en de Mirell, ah Mede • Leden van de Wethouderfchap, van de delibe* ratien over de te maken Redresfen, Reglementen of Ordonnantiën voor de Schutterij der voorn. Stad , als notoir nul en onbeftaanbaar, gecasfeerd en te niet gedaan, met last aan Schout, Burgemeesteren en Schepenen aldaar, om dezelve te admitteeren tot alle deliberatien der gemelde Wethouderfchap , over zaken , concerneerende de Schutterije derzelve Stad; en hunne uittebrengen Vota, even als van andere Leden van het Collegie van de Weth, in het airesteeren, decideeren en refolveeren, van, en op dezelve zake in computatie te brengen. Nunu  K 337 X Num. 8 (*). MISSIVE, van zés Schepenen der Stad Rotterdam, aan de Vroedfchap derzelvè Stad. EDELE GROOT ACHTBARE HEEREN.' C3p den laatsten Woensdag , den dag gefielct zijnde, öm in het Collegie van de Wethouderfchap te deübereeren en advifeeren , over de Rapporten , door Commislarisfen in de Gecombineerde Vergadering van Heerért Gecommitteerden van Hun Ed. Gr. Mog., en de Wethouderfchap uitgebragt , en overgenomen, en het overgeleverde Plan, nopens het redres der Schutterij, is even voor het houden der deliberatien aan de Vergadering van de Weth, door den Heer Burgemeester £oogaert gecommuniceerd, dat eenige Burgers ter Ra- (*) De Bijlagen, No. i, tot 7., 7ijn reeds geplaatst in het Vierde Deel van deze Verzameling, bladz. 391, 3"95. 399> 4r7 en 4^7, én in dit Deel, bladzijde 198 en 211; waarom wij dezelven hier achter y,ege laten, en onze Lezers derwaards \vijzeru V. DEELi Y  )•'( 338 X Kamer van Heeren Burgemeesteren verzocht hadden, in de Weth te mogen binnen ftaan, waartoe dan ook de Heer Burgemeester Boogaert propofitie deed. Ofi'choon het aan divcrfe Leden voorkwam, dat de gewoonlijke ordre vorderde, dat de zaken, waartoe de Vergadering was belegd, alvoorens moesten afgedaan, en vervolgens partijen, die zich zouden addresfeeren zouden kunnen worden binnen gelaten, viel echter het befluit der Meerderheid , om conform de Propofitie van den Heer Burgemeester Boogaert, de gemelde Burgers ilico t.e admitteeren , waarop voor ons Collegie gecompareerd zijn de Oud-Schepenen Hubert, deMonchij, Verftolk van Soeïen, en nog eenige Burgers dezer Stad, dewelke aan de Weth, eerst bij monde, en vervolgens in gefchrifte, hebben gedaan een verzoek, tendeerende in fubfiantie, tot esclufie van twee onzer, als actueele Capiteinen zijnde, van en uit de deliberatien, en te neemenconclufie, over het punt van de geprojecteerde disfolutie der Schutterij, en de afitelling of continuatie der tegenwoordige Capiteinen van dezelve. Hoe onverwacht ons dit verzoek voorkwam, wat reprefentatien ook door ons wierden gedaan zoo nopens bet aanbelang van dit verzoek, hee welk wel eene rijpe overwceging verdiende, als nopens de 'belemmering , welke daar door wierd toegebragt aan de deliberatie, waartoe de Vergade-  K 339 ):f 'd'éring beleid was , wij hebben niet kunnen vóórkomen , dat Heeren Schout en Burgemeesteren., nevens den Heer Schepen Hubert, fchoon op Onze initantie inflemmende om het gemelde verzoek commisforiaal te maken, echter te gelijk hebben gepresfeerd, dat daarop nog ftaande Vergadering rapport gedaan en Refolutie genomen zoude worden : en dat de deliberatien over de principale materie tevens zoude voortgaan, waar na de Heeren Gevers, Schout, Vingerhoedt, Burgemeester, ert Hubert, Schepen, als Commisfarisfen, na eene abfentie van weinige minuten, een Rappört hebben uitgebragt, conform het overgeleeverdë verzoek, en, niettegenftaande de Schepenen Havar't en de Mirell, reeds hadden gedaan een Declaratoir, waar doör de gemoveerde difficuiteit nopens het mede voteeren konde worden weggenomen j tchter hebben geadvifcerd, dat dezelven van dè deliberatie over het Werk der Schutterij behoorden te worden geëxcludeerd. De overige Heeren Burgemeesteren zich met dit Rapport geconformeerd hebbende, is het gevolg geweest, dat zes Leden van de Weth, na op dè gezegde wijs twee hunner Mede-Leden te hebben geëxcludeerd, hebben geconcludeerd, om zich té voegen bij het Rapport, door de Meerderheidvati het Befoigne in de Gecombineerde Vergadering gedaan , eri het daarnevens ingebragt ConCept- y 2 risrij  'X 340 ):( Plan, met eenige zeer geringe veranderingen te öpprobeeren. Wij hebben niet kunnen afzijn deze handelwijs, waar tegens wij als illegaal en (wat de Conclufie aangaat ) vol/trekt nul, ten ernftigflen hebben geprotesteerd, te brengen ter kennis van U Ed. Groot Achtbaren, als uitmakende een Lid der Souver ai ne Vergadering van Hun Edele Groot Mogenden, met gedienftig verzoek, dat Uw Edele Groot Achtbaren gelieven te pondereeren, de gevolgen van zulk eene allerbedenkelijkfte directie; waar door in eene Vergadering van Twaalf Leden, alle prefent zijnde, de helft van dezelven, door het onwettig uitfluiten van een of meer hunner Mede-Leden, zich de Meerderheid zouden arrogeeren, en de zaken, tegen het begrip van de wederhelft, doordrijven, terwijl wij aan de cequiteit en het doorzicht van Uw Edele Groot Achtbaren geerne overlaten, om zoo veel in dezelve is, te beramen gepaste middelen , waar door de Executie van alzoo genomene Refolutien worden geprcevenieerd. En ten einde Uw Edele Groot Achtbaren, ten dezen de vereischte illucidatie niet te laten ontbreeken, zoo voegen wij hier nevens de geauthentileerde Copie van de Notulen, in de Vergadering van het College der Weth , over deze materie gehouden , benevens een Pro Memoria van de Schepenen Havart en de MirelL Wij  X 34i X Wij bevelen Uw Edele Groot Achtbarsn in de befcherminge Godes , en blijven , EDELE GROOT ACHTBARE HEEREN! (Onder ftond) Rotterdam Uw Edele Groot Achtbaren den 2 Januarij Dienstwilligen, 1786. (Was geteekend) jf. D. de Loches. P. van Tzendoorn. Adrianus Havart. W. Suermondt. Marinus Hoog. F. de Mirell. ( Onder ftond) Accordeert met deszeis Origineel. (Lager ftond) Bij mij als Secretaris. (Was geteekend) y. van Zuylen van Nyeveld. Y 2 No. 8.  X 34* X No. |. EXTRACT uit de Refolm tien van de Edele Grott Achtbare Heeren van de TVethti der Stad Rotterdam. Woensdag den 28. December 1785. 33e Heer Burgemeester Boogaert, heeft ter Vergadering gecommuniceerd, dat zich heden ter Kamer van Burgemeesteren hadden gefineerd, eenige Capiteinen van deze Stads Schutterije, benevens eenige Burgeren, met verzoek van te mogen worden geadmitteerd in de Vergadering va* de Weth. Waarop zijnde gedelibereerd , is goedgevonden met de Meerderheid, dat gemelde Capiteinen en Burgeren zullen worden toegelaten in de Weth , Voor het aanvangen der deliberatien , en zijn mitsdien ter Vergadering gecompareerd : de Heeren Collonel Reepmaker, Sergeant Major van HoogJlraten , mitsgaders de Capiteinen Beelaarts en Ram , welke ter Vergadering rSebben voorgedragen , en vervolgens inferiptis overgegeven, het navolgend Declaratoir: Ede-  >( 343 X Edele Groot Achtbare Heeren! 3D)e Ondergeteeken.de Capiteinen van dezer Stads-Schutterije van der zijde geïnformeerd zijnde, dat U Edele Groot Achtbaren , op heden extraordinair zouden vergaderen , om te delibereeren over de disfolutie of reforme onzer Schutterije, hebben zich verpligt geoordeeld het hunne aantewenden, om de moeite en zorgen vail U Edele Groot Achtbaren ten opzichte van die Materie, zoo veel mogelijk te fubleveeren , en ren dien einde de vrijheid te nemen aan U Edele Groot Achtbaren te declareeren : dat de bedenking, welke tegen de geprojecteerde disfolutie der tegenwoordige Schutterije bij fommigen wel ligt zoude kunnen oprijzen, als of daar door aan de thans fungeerende Capiteinen eenige laefie of onaangenaamheid zoude worden toegebragt, U Edele Groot Achtbaren geen oogenblik moeten weerhouden, zoo veel ons Ondergeteekenden aangaat, om tot dezelve disfolutie te befluiten, indien 11 Edele Groot Achtbaren daartoe anders zouden kunnen inclineeren of overgaan; dewijl wij in dat geval zeer bereid en geneigd zijn, om in handen van U Edele Groet Achtbaren te reY 4 fignee-  H 344 )•( figneeren of neder te leggen die posten, w?h ke U Edele Groot Achtbaren op ons hebben gelieven te confereeren, als (lellende wij onze grootfte glorie en genoegen, in, zoo wel door het afftaan, als door het waarneemen onzer posten, naar gedegenheid van tijden en omftandigheden, dienstbaar te zijn, ter herftelling of bevordering van de rust en het vertrouwen, welke in deze onze Stad te jammerlijk verbroken zijn, en niet fpoedig genoeg kunnen worden gereftaureerd. Wij hoopen dat U Edele Groot Achtbaren ons deze verklaring en aanbieding, als met een goede en zuivere intentie gedaan Zijnde, niet in ondank zullen afnemen , ejk hebben de eer ons te noemen Edele Groot Achtbare Heeren! (Onder ftond) U Edele Groot Achtbaren gehoorzame Dienaren, ( Was geteekend) Reepmaker, van Streyelshoeko Samuel van Hoogfiraten^ A W. Beelaarts. W. Ram. Welk  X 345 X Welk Declaratoir zijnde 'in overweging genoo» men ; is goedgevonden en verftaan, hetzelve aanteneraen voor notificatie, en gemelde Heeren voor hunne betuigde bereidwilligheid en geneigdheid, om zoo veel in hun is, tot herftel of bevorde' ring der rust binnen deze Stad, mede te willen werken, te bedanken, gelijk dezelve Heeren dan ook, weder binnen gellaan zijnde, bedankt zijn geworden. Zijn wijders ter Vergadering mede gecompawerd, de Heeren Hubert, Monchij, Verflolk Boogaert, de Jongh, van den Bosch, vander Pot* de Vogel, de Koker, Cremer en Beeldemaker welke bij monde van den Oud-Schepen Aart >' han Verflolk van Soelen, hebben voorgedragen en vervolgens overgegeven een fchriftelijk verzoek Van den volgenden inhoud : Edele Groot Achtbaren Heeren , Schout, Burgemeesteren en Schepenen dezer Stad. W"ij komen in kleine getale, 0m allen fchijn van onbehoorlijke demarches weg te nemen, maar wij repnefenteeren een groot gedeelte van die ïnwoondcrs dezer Stad, Y 5 wel-  welke in dezelve het meest te verliezen hebben . en uit dien hoofde het hoogfte belang ftellen in het gewigtig onderwerp der deliberatien van deze buitengewoone Vergadering van Lf Edele Groot Achtbaren. Wij komen echter niet, om de nëutrale Leden van dit Collegie te prevenieeren, of derzelver vrije deliberatien eenigzins te geneeren, maar alleenlijk om dit allezins billijk en regtmatig verzoek te doen : Dat op de vraag : of 'er eene generale disfolutie van dezer Stads - Schutterije be* hoore plaats te hebben, en de tegenwoordige Heeren Capiteinen, daar innc mede behooren te worden gecomprehendeerd ? —i dan of die Heeren behooren te continueeren? niet mede uitgebragt, of im¬ mers niet mede gecomputeerd worden de ftemmen dier beide Heeren Schepenen, die, teifens actueel Capiteinen zijnde , overzulks op dat point ccn perfoneel interest hebben, en zekerlijk hucne continuatie of discontinuatie niet geheel onverfchillig ca zonder eenig bijzonder genoegen befchouwen kunnen, eene betrekking welke hen, naar alle rechten cn de gezonde reden, onbevoegd maakt, om in deze hunne eigene Zaak mede te helpen disponeeren. Wij zouden dit vcorftel onnoodig geacht,  X 347 X t •ebt* en gefupponeerd hebben, dat die Heeren zich zeiven, uit eige beweging, van deze deliberatien zouden hebben geabftineerd, indien wij niet in de laatlle Memorie, ten name van Collonellen en Capiteinen dezer Stad, bladz. 4., hadden gevonden; dat de bedoelde twee Capiteinen, tellens Leden van de Wethouderfchap zijnde , zich in de Vergadering van den Krijgsraad niet hadden geëxpliceerd, ten einde hunne advifen in de Weth niet te prejudicieeren, en dat dus die Heeren of ten minften de Heer Hauirt, die dezelve Memorie geteekend , en dus alle de partijdige argumentatien , daar inne vervat, openlijk goedgekeurd heeft, zich zeiven zoo weinig kent, van des niet te min, zich neutraal genoeg te befchouwen, om mede te helpen decideeren eene quteftic, welke hij reeds zoo fterk heeft helpen bepleiten. En , fchoon de Heer Mirell zich buiten de Befoigncs over die Memorie heeft gehouden, geeft echter zijne prefentie op heden in deze Vergadering, ons genoegzame reden om te vermoeden, dat ook die Heer uit het oog verliest, hoe geheel vrij elk Lid van een Collegie, en fpeciaal van dit Collegie, en in dit tijdftip behoort te zijn, van alle Connexie zijner perfonele belangens of a- gre.  X 348 X grementen met de zaken, welke hij door zijn mede of tegenftemmen, bevorderen of belemmeren kan. (Was geteekend) Pieter de Monchij. J. Hubert. N. M. Bogaert, van Al- A. J. Verflolk, v. Soelen. blasfm. Daniël de jfongh. Kornelis van den Bosch. Gt. van der Pot , van jfacob E. de Vogel . Groeneveld. T o Theo Cremer. Pieter de Koker. y. Beeldemaker. Welk verzoek door den Heer Gevers is aangenomen , met Declaratoir, dat hij hetzelve in deliberatie zoude brengen, ten einde daarop bij deze Vergadering zoude worden gerefolveerd, als bevonden zoude worden te behooren, in welk antwoord gemelde Oud-Schepen Verflolk, van Soelen , cum fuis, hebben verklaard volkomen te berusten Is vervolgens, na dat dezelven waren vertrokken , alvorens het verzoek in deliberatie te brengen, door den Heer Gevers, aan de Heeren Havart en de Mirell voorgeflagen , om aan het voorfz. gedane verzoek te voldoen, en mitsdien aftezien, om in de diliberatien over de disfolutie der Schut- terije te advifeeren en te (temmen. Waar-  X 349 X Waarin door gemelde Heeren Havart en de Mirell, is gedifficulteerd, nadien zij verklaarden , zich in een zaak van die natuur, niet op ftaande voet te kunnen determineeren , maar tijd te verzoeken , om zich deswegens behoorlijk te kunnen expliceeren, het welk bij de Meerderheid zijnde geweigerd; is den inhoud van het gedane fchriftelijke verzoek in deliberatie gelegd, en door de Heeren Gevers, Boogaert, van Alphen, Vingerhoedt, van der Goes, waar bij zich mede heeft gevoegd, de Schepen Hubert, gedeclareerd, dat zij, gouteerende de redenen van recufatie der Heeren Havart en de Mirell, in het voorfchreven fchriftelijk verzoek voorkomende, van gedachten zouden zijn, dat dezelven niet zoude behooren te worden geadmitteerd, om in het werk concerneerende de Schutterije derzelver Vota uittebrengen. De Heeren de Loches , van Tzendoorn, Suermondt en Hoog, hebben geinfteerd, dat gemelde verzoek, volgens de order dezer Vergadering mogte worden gemaakt commisforiaal. Waarop, na voorgaande deliberatie, bij den Heer Gevers, de vier Heeren Burgemeesteren en den Schepen Hubert, is goedgevonden en verdaan, dat het reeds meergemelde fchriftelijk verzoek zoude wórden geëxamineerd bij de Heeren Gevers, Schout, Vingerhoedt, Burgemeester, de Loches, ia deze vervangende den Heer de Mirell en Hubert', Sche-  X 35ö X Schepenen , mits daarop nog flaancte Vergadering te dienen van derzelver Confideratien en Advis. . En hebben nog voor het aangaan van het gedecerneerd Befoigne , de Heeren Havart en de Mi' rel! verklaard, dat, indien het konde firekken tot Wegneeming der bezwaren hunner Mede-Leden, zij zich zouden voegen bij het Declaratoir; van den Collonel Reepmaker, cunt fuis, op heden gedaan. De Heeren Gevers, Schout, Vingerhoedt, Burgemeester, en Hubert, Schepen, de Schepen dé Loches geweigerd hebbende te vervangen, de plaats van de Schepen de Mirell, des w'jds Commisfaris van de week , en welke hij voor zich niet had gerecufeerd, ftaande Vergadering, hebbendé geëxamineerd den inhoud van het reeds meergemelde fcheiftelijk verzoek, hebben ter Vergadering gerapporteerd: Dat zij, ingevolge en ter voldoening vaa evengemelde Refolutie commisforiaal, het verzoek, door den Heer Oud- Schepen Verflolk van Soelen, aan het hoofd van nog tien andere Heeren, bij monde voorgedragen, en fchriftelijk overgegeven, geëxamineerd en overwogen hebbende, geoordeeld hadden hetzelve op goede gronden van regt en billijkheid gefundeerd te zijn, end.it zij Gecommitteerdens dierhalven Van advies zijn, dat bij deze Vergadering behoort te' ttor-  X 351 X Worden verfhall, dat de Heeren Havart en de Mirell, als actueele Capiteinen zijnde, niet kunnen worden geadmitteerd, om me* deteftemmen over de disfolutie der geheele Schutterije, en gevolglijke demisüe van alle de thans fungeerende Capiteinen, zonder dat daarin eenige verandering kan maken, dat de gemelde Heeren gezegd hebben , zich wel te kunnen en willen voegen bij het De» claratoir door de Heeren Reepmaker, Beetnam , Ram en van Hoogflraten, op heden, in deze Vergadering gedaan, om hunne Capiteins-Piaatfen , mede met genoegen te zullen refigneeren, indien de Weth tot de generale disfolutie. der Schutterije mog* te inclineeren of overgaan , dewijl zulks niet meer dan een blijk van fchuldige deferance, voor de befluiten van dit Collegie zijnde geenzins wegneemt, maar integendeel verfterkt de prefumtie, dat die Heeren hunne posten liever zouden behouden, dan verlaten, dewijl zij anders wel zonder eenige conditioneele bijvoeging bij deze gelegenheid een gaaf verzoek van ontflag hadden kunnen doen, doch welk blijk van attachement aan hunne Capiteinsplaatfen, juist de reden uitlevert, waarom zij over hunne eigene continuatie ofdiscontinuatic niet behooren medeteftemmen. Waar-  ):( 35* );C Waarop zijnde gedelibereerd, en de Heer HtS* vart hebbende verklaard, bereid te zijn, om ook in deze alle bedenkingen weg te nemen, zijnont» flag als Capitein te verzoeken, en de Heeren deLoches , van Tzendoorn, Sitermondt en Hoog, gedeclareerd ongereed te zijn , om op dit poinct ilIko te advifeeren , is conform het voorfz Rapport bij de Heeren Gevers, Boogaert , van Alphen, Vingerhoedt, vander Goes en Hubert, goedgevonden en verdaan , offchoon de Heeren Havart en de Mirell hadden gedeclareerd, bereid te zijn bij het Declaratoir van den Collonel Reepmaker, cum fuis, zich te voegen, dat zij echter, uit hoofde van derzelver qualiteiten, als Capiteuaen zouden worden gefecludeerd, om in deze Vergadering te voteeren, op de Rapporten en het Plan, concerneerende het werk der Schutterij. Tegens welke Refolutie door de Heeren Schepenen de Loches, van Tzendoorn, Suermondt en Hoog, als onwettig genomen, ten fterkfte is geprotefteerd van nulliteit , met refcrve yan zich daar nader op te zullen expliceeren. En hebben de Schepenen Havart en de Mirell, mede afzonderlijk geprotefteerd tegens de illegale wijze, op welke zij, fchoon Leden van de Wethouderfchap , zijn ontzet geworden van het geven hunner Stem, in een zaak van dat aanbelang, als is de disfolutie of confervatie van dezer StadsSchutterije. En  )••( 353 X En voorts aan zich gereferveerd om daartegens .zoodanige aanteekening te doen, als zij zullen oordeelen te behooren. Vervolgens in deliberatie gelegd zijnde, de ter gecombineerde Vergadering uitgebragte en overgenomen Rapporten, benevens het Plan der disfolutie van dezer Stads-Schutterij, hebben de Heeren Gevers, Boogaert, van Alphen, Vingerhoedt en van der Goes , waarbij zich mede gevoegd heeft jde Schepen Hubert, gedeclareerd, zich te conformeeren met het bij de Meerderheid ter gecombineerde Vergadering uitgebragt Rapport, en voorts , onder beneficie van eenige opgegevene remarques, verklaard te gouteeren het daar nevens gevoegd concept Plan, met Declaratoir echter van te zullen maintineeren, de Refolutien op het ftuk van de Wacht, met betrekking tot het niet admitteeren der Roomschgezinden, genomen. De Heeren de Loches, van Tzendoorn, Suermondt en Hoog, hebben zich geconformeerd met het advis, vervat in het ter gecombineerde Vergadering uitgebragt Rapport der Minderheid, en is vervolgens bij de meergemelde Heeren Gevers, de Heeren Burgemeesteren, en den Schepen Hubert, goedgevonden en verftaan, dat ter gecombineerde Vergadering voor advis zal worden uitgebragt , dat, onder beneficie der opgegeve remarques, deze Vergadering zich conformeert met het Rapport van de Meerderheid der Befoignes, en V. deel. Z het  X 354 X liet Plan daarbij gevoegd, doch niet te min zal blijven maintineeren de Refolutien op het ftuk van de Wacht, omtrent de Roomsch-Catholijken, genomen. En hebben de Heeren de Loches, Tzendoorn', Suermondt en Hoog, geprotefteerd tegens de genomen Refolutie, zoo met betrekking totdeforrtf, als de materie zelve, met Declaratoir van onverantwoordelijk gehouden te willen worden, vooi* dè funeste gevolgen, die hieruit voor de Rust dezer Stad zonden kunnen refulteeren , en voorts deze handelwijze voor Rekening te laten van die Heeren, die zoodanige conclufie, op zoo een onwettelijke wijze, hebben kunnen goedvinden te nemen. De Heeren Havart en Mirell, hebben geprotefteerd tegens de form en wijze, waarop voorfz. Refolutie, met recufatie van hunne vota, ter conclufie is gebragt. En hebben de Heeren Schout en Burgemeesteren, benevens den Schepen Hubert, tegens de bovenftaande Proteften, hunne Contra - Proteften en, Aanteekeningen gereferveerd. Donderdag den 29. December 1785. T er Vergadering zijnde gecommuniceerd, dat eenige Burgeren gaarne 9 voor dat het gerefolveer- de  X 355 >■( de van gisteren zoude worden gerefumeerd, ver*' langden binnen te (laan : Is, na voorgaande deliberatie, bij de Meerderheid, goedgevonden , dat dezelven ter Vergade» ring zullen worden geadmitteerd, na dat de re- fumtie zal zijn afgelopen. En is vervolgens het gerefolveerde van gisteren gerefumeerd en, na voorgaande deliberatie , gehouden voor gearresteerd; hebbende niet te min de Heeren Havart erf de Mirell, bij de deliberatien over het voorfz. gerefolveerde , gedeclareerd , dat zij, na' overweeging van de Refolutie, ten hunnen reguarde, bij de? Heeren Schout, Burgemeesteren en Schepen Hubert, op gisteren genomen, dezelve bleven aanmerken als geheel illegaal en nul, naardien zij door hunne Mede-Leden niet konden worden gedeposfedeerd van het .recht, het geen zij als Wethouderen hebben , om over alle zaken , en vooral in zaken van die aangelegenheid als is het disfoL veeren of continueeren der tegenwoordige Schutterij , hunne vota uittebrengen; en dat zij, nieé zullende toelaten, dat hun dit recht op een fpecieufe voordragt eeniger Burgeren, door hunne Mede-Leden, met eene overhaaste en onwettige Refolutie , zoude worden benomen , als hu verklaarden , dat zij, met betrekking tot het werk der Schutterij, op gisteren in deliberatie gebragt, zich volkomen conformeerden met het advis door de Minderheid van het Befoigne over die materie tet Z » ge-  X 356 X gecombineerde Vergadering uitgebragt , en dus met het geadvifeerde van de Heeren de Loches, van Tzendoorn , Suermondt en Hoog. De Heeren Schout, Burgemeesteren en de Schepen Hubert, hebben verklaard de uitgebragte advifen van de Heeren Havart en de Mirell aanternerken, als geen relatie hebbende tot het geen op gisteren deswegens is geconcludeerd en gerefolveerd. Zijn ter Vergadering gecompareerd de Heeren de Groot, van Cattenburch, Buijs en Groeneveldt, welke, bij monde van den Oud-Schepen de Groot, hebben voorgedragen en vervolgens overgegeven , een fchriftelijk verzoek, van den volgenden inhoud: Edele Groot Achtbare Heeren^ Schout , Burgemeesteren en Schepenen der Stad Rotterdam. De Ondergeteekende Burgers en Inwoonders dezer Stad, met de uitterfte furprife vernomen hebbende , dat op gisteren bij Ü Edele Groot Achtbaren , op verzoek van eenige hunner MedeBurgeren en Ingezetenen, zeggende te reprsefenteeren, een aantal andere Perfoonen, is gerefoS- veerd  >( 357 X veerd om de Heeren Regeerende Schepenen Havart en de Mirell, ten aanzien van de deliberatien van U Ed. Gr. Achtb., wegens het bewuste Plan der Schutterij dezer Stad , te recufeeren , en dus te ftellen buiten ftaat om deswegens te helpen concludeeren. De Ondergeteekenden, Ed. Gr. Achtb. Heeren, komen wel niet in grooten getale, doch echter om waarteneemen, niet alleen hunne eigen belang en welvaart, maar ook dat van een oneindig grooter aantal Burgers en Ingezetenen, als door die genen van hunne Mede-Burgers en Ingezetenen, welke zich op gisteren in het Collegie van UEd. Gr. Achtb. hebben gefifteerd, en nemen vervolgens de vrijheid U Ed. Gr. Achtb. eerbiedig onder het oog te brengen, dat, door bovengemelde recufatie, het Collegie van UEd, Gr. Achtb. ten eenemale is geworden incompleet, en vermeenen, onder eerbiedige correctie, dat wanneer het Collegie van U Ed. Gr. Achtb. niet beftaat in het gerequireerde getal van twaalf bevoegde Leden , geene deliberatien, betrekkelijk de Burgers en Ingezetenen dezer Stad, kunnen plaats hebben, veel minder finaal gerefolveerd of geconcludeerd. En, op dezen grond , en meer andere redenen , zoo neemen de Ondergeteekenden verders de vrijheid U Ed. Gr. Achtb. te verzoeken, dat al het geen op gisteren, op inftantie en verzoeke van gemelde Reprjefentanten, in de Vergadering van Z 3 UEd,  X 358 X U Ed. Gr. Achtb., door gemelde recufatie is gerefolveerd, moge worden gefield buiten effect, en mitsdien als of 'er ten aanzien van het bewuste Plan der Schutterij, geene de minde Refolutie was genomen. (Getekend) jf. Cornets de Groot. Dirk Lodewijk van Cattez- burch. Anthonij Buijs. Gillis Groeneveld. Welk verioek door den Heer Gevers is aangenomen, met Declaratoir dat hij hetzelve zoude brengen in deliberatie, ten einde daarop bij de Vergadering zoude worden gerefolveerd, zoo als bevonden zal worden te behooren; in welk antwoord de gemelde Oud-Schepen de Groot, cum fuis hebben verklaard volkomen te berusten, is yoorts, m dat dezelven waren vertrokken, het yoorfz. verzoek in overweging genomen, en door de Heeren Boogaert en Vingerhoedt verklaard zijnde van oordeel te zijn, dat hetzelve verzoek als rouleerende over een afgedane zaak, niet in deliberatie behoorde te worden gebragt, hebben de Heeren Gevers, van Alphen, van der Goes en Hubert, verklaard bereid te zijn, om daarop terftond te advifeeren, doch indien echter andere Leden van begrip mogten zijn , dat het gemelde verzoek moest  ):( 359 X moest worden gemaakt commisforiaal, zij wel mogten lijden dat zulks gefchieden, mits het Befoigne daarover nog ftaande Vergadering wierd gehouden en rapport uitgebragt. De Heeren de Loches, van Tzendoorn, Suermondt en Hoog, hebben verklaard, zich op gisteren in een gelijk geval verzet te hebben tegens alle overhaaste handelwijze, en mitsdien van gedagte te zijn, dat het voorfz. ftuk orciinario modo, behoorde te worden gemaakt commisforiaal, en gefteld in [handen van Commisfarisfen van de week. De Heeren Havart en de Mirell, bij de omvra- . ge over dit point door de Heer Gevers zijnde gepraterieerd, hebben zich daar tegens ten fterkften verzet, en gedeclareerd van advife te zijn, dat het meergemelde ftuk behoord te worden gemaakt ordinairio modo commisforiaal. Doch de Heer Gevers hebbende verklaard, dat hij het advies van gemelde twee Heeren, in gene zaken , concerneerende de Schutterije , zoude vragen, en de conclulie hebbende opgemaakt, dat het reeds meergemelde verzoek ten fine van examen en rapport zoude worden gefteld, in handen van de Heeren Gevers , Schout, Vingerhoedt, Burgemeesters , en voorts met voorbijgang van de Heer de Mirell, (fchoon Commisfaris van de week) in handen van de Heeren de Loches en Hubert, hebben alle de Schepenen, uitgezonderd Z 4 de  X 3*> X de Schepen Hubert, die zich heeft gevoegd bij de Heeren Schout en Burgemeesteren, geprotesteerd van overheerfching en geweld. En hebben de overige Heeren, hunne ContraProtest gereferveerd. Vrijdag den 30. December 1785. JCn deliberatie zijnde gelegd de Concept-Publicatie , door de Heeren Gecommitteerden van Hun Ed. Gr. Mog., op heden , tot disfolutie van dezes Stads thans fubfifteerende Schutterij , geconcipieerd, en ter gecombineerde Vergadering overgegeven , heeft de Heer Burgemeester Boogaert gecommenuceerd dat, op inftantien van een aanmerkelijk aantal Raden in de Vroedfchap dezer Stad , gisteren door Heeren Burgemeesteren was aangenomen , van te zullen zorgen dat met de executie van het gerefolveerde, nopens het werk der Schutterij , niet zoude worden voortgegaan, voor dat aan dezelve gelegenheid zal zijn gegeven, omroe zich deswegens te kunnen addresfeeren aan de Vergadering van Hun Ed. Gr. Mog. En •hebben vervolgens de Heeren Gevers, Boogaert, van Alphen, Vingerhoedt, van der Goes en Hu* bert, gedeclareerd, dat zij zich met gemelde Publicatie , zoo als dezelve was leggende, volkomen konden conformeeren, en mitsdien van advife zouden zijn dat dezelve , ter zijner tijd , alzoo zoude kunnen worden gepubliceerd, en dat hier va.n  X 3«i X van ter gecombineerde Vergadering op heden rapport zal worden uitgebragt. De Heeren de Loches, van Tzendoorn , Suermondt en Hoog hebben, met inhcefie van hun bevorens geprotesteerde op die materie, daarenboven gedeclareerd , dat zij nimmer zich zouden lenen , om bij het publiceeren van dezelve Publicatie te asfifteeren. En hebben de Heeren Havart en de Mirell, door den Heer Hoofd-Schout, in het vragen hunner advies, wederom gepranerieerd zijnde , zich tegen deze handelwijze nadrukkelijk verzet, en ziek uitende op het point in deliberatie, tevens verklaard, dat gelijk zij alles hielden voor illegaal, nul en wederrechtelijk, zij zich ook geenzins zouden leenen , dat ten hunnen overftaan gemelde Publicatie worde gedaan. Saturdag den 31. December 1785. jOCet gerefolveerde van den 29. en 30. dezer zijnde gerefumeerd, is, na voorgaande deliberatie, gehouden voor gearresteerd, Zijn ter Vergadering gecompareerd de HeerColonel dezer Stads Burgerij van Hogendorp , Ueute. nants Colonels van Mierop en van Staveren, Sergeant Mojor van Bafel', mitsgaders de Capiteinen 0breen, de Monté, Havart en de Mirell, welke ter Vergadering hebben voorgedragen en vervolgens infcriptis overgegeven de navolgende reprefentatie: Z 5 Ede-  X 3Öa X Edele Groot Achtbare Heeren l "^^ernomen hebbende, dat vier van onze Mede-Capiteinen , uamenlijk de Heeren Colloilel Reepmaker, van Strerelshoek , de Heer Sergeant Major van Hoogftraten, en de Heeren Capiteinen Beelaarts en Ram , hebben goedgevonden , zich op Woensdag morgen den 28. dezer, wanneer U Edele Groot Achtb. buitengewoon vergaderd waren, voor U Ed. Gr. Achtb. te fifteeren, ten einde hunne gereedheid te manifesteeren , om hunne Bediening van BurgerCapitenen in den fchoot van U Ed. Gr. Achtb. te refigneeren, wanneer U Ed. Gr. Achtb. ten nutte dezer Stad, mogte noodig oordeelen de tegenswoordige wettige Stads Schutterij te verlaten; zoo hebben wij het insgelijks van onzen pligt geacht, U Ed. Gr. Achtb. te adieeren, en plegtige verzekering te doen, dat ons niets, ook niet ons Goed en Bloed, te waardig is, om ter behoud of bevordering van rust, welvaart en vertrouwen onzer Burgeren opteofFeren, Dan, Ed. Gr. Achtb. Heeren! men houde het ons ten goede, hoe bereid wij ten allen tijde tot de betragting van dien pligt zullen gevonden worden; wij zouden oordeelen dezelve geheel te verzaken, wanneer.  ):( 3^3 X rrer wij bij de proteflatien van zoodanige bereidwilligheid , niet in het oog hielden de confervatie van onze eigene eer, en die menen wij Ed. Gr. Achtb. Heeren! is in dat oogenblik gelegen , in het behoud onzer Bedieningen van Capiteinen dezer StadsSchutterij. De fmaad , waarmede fommige onzer zins een geruimen tijd beladen zijn, de moeite en verdrietelijkheden, die men die en deze, uit ons berokkend heeft, de laster, waarmede men veelen onzer in openbare Gefchriften vervolgd heeft, ten einde ons te ontzetten van die achting en dat vertrouwen onzer Mede-Burgeren, het geen een onaffcheidelijk vereischte in de Opperhoofden eener Schutterije is. Dit alles, Ed. Gr. Achtb. Heeren! tot welk eene hoogte het ook mogt geklommen zijn, beneemt ons den moed niet, en, ons yerlatende op het getuigenis van ons onfchuldigend geweten, houden wij ons vol- * komen verzekerd , dat wij alle dien fmaad , — alle die verdrietelijkheden, — alle dien laster zullen te boven komen, wanneer wij Hechts onderfteund worden van die protectie--, die U Ed. Gr. Achtb. en Heeren Burgemeesteren , inzonderheid aan hunne in Eed en Plicht, getrouwe Capiteinen ( met eerbied  X 3*4 X bied gezegd,) verfchuldigd zijn, en waarop wij meenen eene zoo billijke aanfpraak te hebben, te meer, daar ons nog in versch geheugen legt, de gracieufe wijze , waarop de zeven eerst Ondergeteekenden, in de maand Meij van dit lopende jaar, bij monde van den tegenwoordigen Heer Hoofd - Officier Gevers, uit naam van U Ed. Gr. Achtb., ten deze zelve Vergadering in den dienst als Capitenen zijn gecontinueerd , bij welke gelegenheid U Ed. Gr. Achtb. ons nieuwe verzekeringen gegeven hebben van derzelver contentement over dezen -onzen dienst, en zoo ons, als de destijds op nieuws aankomende Capiteinen , waaronder de agtfte Ondergetekende zich toen bevond, aan te moedigen , om op dat zelfde voetfpo or voorttegaan. Twee onzer, de Capiteinen Havart en de Mirell, gedreigd met het harde lot om onzet te worden van hun Stemrecht als Mede - Wethouderen, over de belangens der Schutterij , hebben , tot wegneming van alle , fchoon ongepaste en captieufe , aanleiding daartoe, zich gereed getoond, om zich met het Declaratoir van de Heeren Reepmaker, van Hoogfiraten, Beelaarts en Ram, te conformeeren; ja zelfs, heeft de Capitein Havart, zijne demisfie in die qua- li-  X 3*5 X liteit pofitief gevraagd, doch ook daar mei de niet kunnende voorkomen , dat hun het recht, om als Mede - Wethouderen in dezen te advifeeren gequerelleerd wierd, zijn zij te rade geworden, geen ftap verder buiten den gewoonen weg te doen, en op het loflijk voetfpoor onzer Voorzaten , als Leden van de Weth, de belangens der Schutterij , daar zij aan verbonden zijn, en die hun in de Vergadering van Collonellen en Capiteinen aanbevolen worden, uit al haar vermogen te onderfteunen. In die gefteldheid van zaken, waarin de bewustheid van de betragting van onzen plicht , niet weinig foutien vindt in de wijze beraadflagingen van den Raad onzer Stad in het gevoelen van de helft der Leden van U Ed. Gr. Achtb. Vergadering, en in het vertrouwen van het grootfte gedeelte onzer Mede-Burgers, verklaren wij U Ed. Gr. Achtb., dat wij het als een vlek in den Tabbaard, die wij als Raden, of als Schepenen van deze Aanzienlijke Stad, verftaan worden te hebben aangenomen, zullen moeten aanzien, indien wij, zonder wettige aanklagten, zonder overtuiging van mal - verfatie of dis - obedientien van het Hoofd onzer Schutterij worden ge- licenteerd, geexcufeerd, gede- mit-  mitteerd, of weggezonden , —2- alle welke benamingen misfchien eenigzins in de form, maar geenzins in het effect der zaken zouden verfchillen; dit alles onver» mindérd betuigen wij plegtig, en als in de tegenwoordigheid van God Almagtig, dat wij met alle oprechtheid, en met een belangelooze zucht tot het helpen wegnemen van wantrouwen, zonder het vertrouwen teverplaatzen, bezield zijnen blijven, om (gelijk Collonellen en Capiteinen de eer gehad hebben, te declareeren j bij de eerfte Memorie van confideratien , ter Tafel van de Gecombineerde Vergadering overgebragt,) aan de hand te geven , al wat gefch.kt zijn zal, tot wezenlijke verbetering der Schutterij, en daartoe zelf bedacht te willen zijn , op alle zoodanige voorzorgen als de Schutters zelve $ wier vertrouwen dan nu zoo zeer vacilleert , gaarne zoude wenfchen dat in acht genomen wierde , waartoe Collenellen en Capiteinen, zich genegen verklaard hebben , en wij ons nog verklarer, om de bedenkingen van zulke uit hun, die in deze materie het meeste ervaren zijn, befcheidenlijk vooegefteld , in ernjlige en welmenende overweeging te nemen , ten «inde dezelve bekwaamlijk overwogen , en Ha den aart, van het geheele Lichaam der Schut-  Schutterij, toepas ft lijk gemaakt zijnde, 'op het favorabelst, aan U Ed. Gr. Achtbaren rosrtedragen. Eene betuiging, die volkomen ftrookfi met het Advis der wettige Meerderheid, van den Grooten Krijgsraad, op den 5. Julij laatstleden , expresfelijk geconvoceerd s, om in deze materie te dienen van Advis, en bij welk A.dvis is opgemerkt, dat het een noodzaaklijk voorafgaand vereischte was , dat de confetvatie van de tegenwoordige Schutterije, bij hare furm en conftitutie buiten discusfie wierde gefield , alvorens de Leden , den Grooten Krijgsraad compofeerende , zich konden uitlaten over de verbeeteringen , in de beheeringen en verdeelingen der Compagnien; mitsgaders in de principaalfte pointen van dienst. En in der daad, Edele Groot Achtbare Heeren , dit vereischte was des te noodzakelijker, wanneer men in aanmerking nam, van welke protectie die Leden van den Grooten Krijgsraad, die teffens Gecommitteerden Schutters waren, en op de tegenwoordige d;sfolutie der Schutterij, en vooral op de remotie van de Leden van Regeering, als deszelfs Op> per- Hoofden , infteerden , joüisfeerden , waar-  ):( $6-8 ) ( waarover' wij het oordeel gaarne aan U Edele Groot Achtbaren zelve overlaten. Wij befluiten deze onze reprxfentatie daar mede , dat, zoo als wij tot hiertoe uit als ons vermogen aan onzen bezworen Plicht van Stads ■ Capiteinen hebben getragt te voldoen ; wij alzoo zullen voortgaan met de wettige Refolutien van U Edele Groot Achtbaren Vergadering , als onze geheiligde ordres, natekomen , en het Gezag der Regeering te maintineeren. Rotterdam den 31. December 1785. ( Geteekend,) jf. F. van Hogendorp, Col. J. G. van Mierop, Lt. Col. R. F. van Staveren, Lt. Col. A. fF. Senn van Bazel, Sergeant Major. Ad. J. Obreen, Capt Johan Philip de Monté, Capt Adrianus Havart, Capt. F. de Mirell, Capt. Waarop is goedgevonden en verdaan, gemelde Heeren voor hunne betuigde bersidvvilligheid en  X 3*9 X eh geneigdheid, om, zoo veel in hun was, tot herftel of bevordering der Rust binnen deze Stad , mede te willen werken, te bedanken, zoö ais dezelve Heeren dan ook, weder binnen zijnde gedaan, zijn bedankt geworden. En is Voorts gerefolveerd, de Heeren Gevers, Schout, Vingerhoedt , Burgemeester , en de Loches en Hubert, Schepenen , te verzoeken en te commhteeren, om de gemelde reprafentatie rader te examineeren , en de Vergadering te dienen van derzelver confideratien en advis. (Onder dond) Accordeert met het voorfchrevéri Register. ( Geteekend) van Zuylen van Nyevelt: ( Onder dond ) Accordeert met deszelfs Origineel. (Lager dond) Bij mij als Secretaris. (Geteekend ) J. van Zuylen van Nyeveli. V. DËil. As Ho, 9,'  K 370 )=( No. 9. Pr° Memoria, Strekkende tot Summiere dan' wij-zing der Gronden, waar* op het gedrag, bij de Onder* geteekende Schepend'!, Havart en de Mirell, in en ten aan* zien van de Vergadering van de JVeth, van den a8 dezer 7naand December 1785. en volgende dagen gehouden, berustende is, en ( voor zoo veel des noods,) tot justificatie van hetzelve gedrag. C)m de gronden van het gedrag van de Ondergetekende Schepenen Havart en de Mhell, zoo concis mogelijk, te expofeeren, zoo wordt hier Primario en aanvankelijk aangemerkt, en als eene fnconcusfe waarheid gefupponeerd, dat de Ondergeteekenden C ^der voor zich ,) als wettig geëhgeerde en actueelijk fungeerende Schepenen , in die qualiteit tevens Leden zijn van 't Collegie van de Weth dezer Stad, als beftaande uit Schout, Bur-  x 371 x Burgenieesteren en Schepenen. Welke qualiteït en hoedanigheid ook aan de Ondergeteekenden nimmer betwist eri gecontesteerd is geworden j maar in de volle, volkomene, geruste, en vredige Posfesfien 'en Exercitie, waarvan zij tot heden , zonder iemands tègenzeggen , geweest zijlij, en nog zijn. aangefteld worden in elke  H 395 X ejke Schutterije, zesfe Hoofdmans, die haar leeven langh zullen worden geperpctueeit, daar die Burgemeesters't zeggen afhebben zullen als boven , ende zal elcke Schutter na den ouden haereomen , hebben jaarlijks een Carolus Gulden. Litt. F. Den 7. Meij 1557. Geftemmet dat men de Schutterije van Sint Sebastiaan , voor dees tijd zal bcvrijen ter fommetoe van 44. Carolus Guldens 18. Stuivers, alfoo dezelve overmits fvvare costen van Reparatien ende anders, ook dezelve Schutterije, ah nu geaugmcnteert is van vijftig Perfoonen, ten achteren is, ende indien zij namaals weder ten achteren komen , zullen 't zelfde uit haar eige Goedt betalen , volgens haar Request. (Onder ftond) Accordeert met de voorfz. Refolutien. Bij mij als Secretaris. ( Was geteekend ) jF. van Zuijien van Nijeveldt. Litt.  X 39* X Litt. G, EXTRACT uit de Re, folutien van de Vroedjchap der Stad Rotterdam, genomen op Den 29. Augustus 1576, Op te Requeste bij de Hoofdmans , van de Schutterije geprefenteert, nopende het onderhoud van eer. goede Wachte: Is geftemt, dat de voorfchreve Hoofdmans tot behoeven ende onderhoud van een goede Wachte, Provoost ende zij¬ ne Dienaars, mitsgaders Sloteldrager en Troromelflagers; ende is de voorfz. Schutterije gecon^ Jènteert het Pontgeld , ende hetzelve beginnende te ontfangen, van agt dagen na Allerheijligen, eerstkomende, mits dat fij daar mede de voorfz. Provoosten., zijne Dienaars, Trommelflagers ende Wachtmeesters of Sloteldrager zullen betalen; ende ook de extraordinaris ende andere kosten die de Schutterije doende zijn , zoo wel in het fiier dat zij jaarlijks op hare Feesten genieten als anderzints, mitsgaders de Imposten ende Accijnfen van  X 397 X tan dien , behoudelijk nogtans dat hetzelve Pond* geld, bij de Magiftraten dezer Stede zal worden verhuurt, als naar oude herkomen. (Onder ftond) Accordeert met de voorfz. Refolutien. BJ mij als Secretaris.- ( Was geteekend ) Ji van Zuijlen van JSijeve/ti Litt;  X 393 )i( Litt. Ht EXTRACT 'uit de Re¬ folutien van de Vroedfchap' der Stad Rotterdam 3 genomen óp Den 13. Juli) 1579. Is gerefolveerd dat die Capiteinen dezer Stede' van nu Voortaan de loofe van haare Wachte fullen' halen, uit monde van den Burgermeesteren dezer Stede, item dat dezelve Burgemeesteren zulks zij 't hen overdragen lullen, fal geeven de loofe ende andere de,Slótel bewaarende. Litt. H. Den 11. Julij 1579. Mijn Heeren Vroedfchappen perfifteren , bijnaar luider voorgaande Refolutie , nopende de loofe gedaan , ende dat dienvolgende de Hoofdman»van de Schutterije dezer Stede , alle avond de-, zelve loofe halen zullen , tot mijn Heeren de Burgemeesters dezer Stedé. Ende beroerende de wagte bij de Burgemeesteren  X 399 X Ttn in de poorte gefield, zullen aldaar bliiven den tijd van agt of tien dagen , ende foo verre binnen denzelven tijd, ofte ook daar naar eenige faulte in dezelve vvagtens bevonden werd, fal men dezelve van haare Officie deporteren ende ook corrigeren naar gelegentheid der faken. Item dat men dezelve wagte nu lijnde ofte namaals wefende, bij advijs van de Burgemeesteren ende Capitainen in andere poorten fal fchikken naar gelegentheid der faaken, ende ten meesten dienden ende verfekerdheid dezer Stede. Item zoo wanneer ijemande bij de Wagte fal Werden geapprehendeert, ter oorzake van eenige delicte, faulten of abuifen, meriterende gevankenisfen, zullen de Hoofdmans ofte andere, van de Wachte alfulcke Gevangens , bij advijs van de Burgemeesteren, ftellen in Stads Gevangenis , ende haarluider aanklagte van de delicte, faulten of abuifen op 's anderen daags mijn Heeren den Burgemeesteren aandienen, omme voorts daarna in der zake gedaan te worden na behooren. Litt. ï. Ben 13. Januarij i£8o. Op 't aangeven van den Capiteinen van de Schutterijen dezer Stede, verzoekende te hebben een Provoost of Executeur tot inninge van de boeten tnder den Schutters vallende, hebben de voorfz. Vroed-  X 4oo X Vroedfchappen verftaan, dat men dezelve CapU teinen aanfeggen fal , dat zijluijden daartoe orM merkelijke redenen niet en konnen verftaan , maai' ofrime de voorfz. Capiteinen te verfekeren, dat irf 't cxecuteeren ende innen van de vooifz. Boeten' geen fwarigheid-en fal wcfen, dat de Burgemeestéren eiken Capitein gewaakt hebbende, alle dagen door haren Bode óf Kamerbewaarder fnllen af-s eisfehen overleverïngé van de namen van de geefien die in Boeten vervallen fijn, ende hen fterk maken dat in gevalle dezelve den Capiteinen drie dagen daar naar geen contentement en doen , dat fij de Boeten voor den dag zullen doen executeren ende in handen van de voorfchreve Capiteinen leveren. Litt.- I. Den 10. April Ï58& Op te Requeste bij de Hoofdmans van de Schutterijen , den Vroedfchappen' dezer Stede geprefenteert, nopende het houden van de tiappe en zèer kleine Wachte; mitsgaders 't executeeren van de Boeten der onwillige Wachters, waarover fij verfoekende zijn , dat een gequalificeert Perfoon , tot Executeur foude werden geftelt, of fulke andere beter middel geordonneert, als mijn Heeren bevinden zouden te behooren, zijn gecommitteert, Pieter Granfe, Jan Verboon ende Pieter Claasz. van der Borst, die mette voorfchreven Capitei- neö  X 401 X hen maken dillen, ten einde voorfchreven feker Concept, ende 't felve mijn Heeren Vroedfchappen vertoont fijnde , daarin geordonneert ende gedaan te werden, naar behooren. Alfoo Kers Pietcsz, Doelknegt van Sint JorisDoele, niet bekwaam is omme dezelve langer te bedienen , zoo werd hij bij deefe daar af ontflagen, ende is mette meeste ftemmen in fijne plaatTe geftelt, Fincent Claasz. Coppert. (Onder ftond) Accordeert met de voorfz. Refolutien. (Lager ftond ) Bij mij als Secretaris. ( Was geteekend ) jf. van Zuylen van Nyevelt v. deel. Cc Litt}  X 4°* X Litt. K. EXTRACT uit de Refolutien van de Vroedfchap der Stad Rotterdam, genomen op Den 19. October 1587. C3p huifden is bij Gecommitteerden dezer Stede , in de Vergaderinge van de Staten geweest zijnde; den voornoemde Vroedfchappen voorgedragen de fwarigheid ofte moeiterije, binnen der Seede van Leijden onlangs gerezen, ende omme alfulke of diergelijke inconvenienten binnen dezer Stede te verhoeden ende voorkomen, is bij de voorfchreven Vroedfchappen gerefolveert ende befloten dat zekere Perfonen zullen werden gecommitteert, benefl'ens den Capitein van de Schutterije dezer Stede, die de Cedulle of Holle van de Schutterije zullen vifiteren, mede ook de Rolle van de Buurt-Wachte, omme de onbekwame Perfonen daar uit te ftellen, ende weder in te voeren, alfulke Perfonen , als zij uit de Rolle van de Buurtwachten tot Schutteren bekwaam zullen vinden , item , dat de Schutteren , wiens Wachte fal wezen, gehouden zullen zijn voortaan alle nagten zelve perfoonelijk te waken, fonder iemand anders in hare plaatfe te mogen ftellen, dan bij ziekte of abfentie uit den Stede. Dat voorts tot berer onderhoud ende verfekert>»c:d derzelver Wachte, van nü voortaan van de Hee,  ):( 403 M Heeren Vroedfchappen, alle nagten op 't Stadhuis dezer Stede, beneffens den Schutteren zullen waken, twee van dezelve Vroedfchappen voor 't eerfte, ende foo lange Burgemeesteren dezer Stede zulks noodig achten fullen, maar daar naar, ende wanneer Burgemeesteren oirbaar dunken lal, foo fal alleenlijk een uit de voorfchreeVen Vroedfchappen , de voorfchreeven Wachte waarnemen , ende verftaan de voornoemde Vroedfchappen dat van de voorfchreven Wachte vrij fullen wezen, de geenen die, overmits hare impotentie ende ouderdom , tot defelve Wachte onbekwaam zijn, namentlijk Hubert Sloot; Sehastiaan Robberiz: Bijlewerf, Üorrenboom , du Bije ± Bei/er, Spronk, mitsgaders dit in commisfie buiten dezer Stede fullen vaceeren , zoo lange zij in dezelve commisfie buiten dezer Stede fullen wefen, ende dan de voorfchreve Schutterije te helpen augmenteereh, fedresfeeren ende vermeerderen , fulx de gelegenthei: van dien fal vereisfehen ; fijn beneffens de Capiteinen gecommitteert Pieter Franfe , Efaias de Lind't, ende Reijer Arents* ZOOne (Onder fiond) Accordeert met de voorfz. Refolutien; (Lager ftond) Bij mij als Secretaris. ( Was geteekend) J. van Zuylen van Nyevelii Ce 2 i;iti|  X 404 >( Litt'L' EXTRACT uit de Rc- folntien van de Vroedfchap der Stad Rotterdam, gc« nomen op Den 23. Januarij i6I?s Tl? éindelijk is goedgevonden ende *er,rrt, Schepenen ^ ^ «er Stede, mitsgaders ook eenige Oud L «en uit 't Corpus dezer Stede fL **" S-ingetalle^iJbeurte , ,^ 3°' °f --"-en^nieoverdtwr;:^ (Onder ftond) Accordeert met de voorfz. Refolutien. (Lager dond) Bij* mij als Secretaris. (Was geteekend) % van Zuykn va» Nyevelt. Litt;  X 4°5 X Litt. M. EXTRACT uit de Refolutien van de Vroedfchap der Stad Rotterdam, genomen op Dm 15. Me ij 1617. 3Ën zijn Burgemeesteren, twee uit de Schepenen, bij het Collegie daartoe te deputeeren, mitsgaders uit de Vroedfchappen, Walenburg , Carré, Nobel en Ilartigsvelt, gecommitteert ende geauthorifeert , omme tot veifeekertheid deefer Stede, en van de Bondgenooten, des noods zijnde, te ftellen, alzulke ordre, als fij dienstig en geraden zullen vinden, ende dat fij tot dien einde zullen refumeeren ende arresteeren, de Ordonnantie op het ftuk van de Wachte , Maandgelden , ende van de Dag- en Nachtwakers, in Gagie van de Stad zijnde, ende het getal derfejve mogen vermeerderen ofte veranderen , ende voorts in al het geene voorfchreven is, met den aankleeven van dien, doen, ende refolveeren, als den nood ende diende vaq de Stede verejsfchen zal. (Onder ftoi d) Accordeert met de v >orfz. Refolutien. (Lager fiond) Bij mij als Secretaris. ( Was gètet keiid ) jt. van Zuylen vanNyeyelt, Cg 3 Litt,  ' X 4^6 y.( Litt. N. EXTRACT uit de RsToUiie* van- de Vroedf:hap der Stad Rotterdam, genomen op Den 9. October 1617. jTn deliberatie gelegd zijnde, tót ftuk van asfurantie ende confervatie aan de Regeeringe defer Stede, mitsgaders de middelen om aüe populaire factiën bequamelijk te weeren , is als nog eendrachtelijk bij alle de Vroedfchappen gelaudecrd ende geapprobcert, de reformatie van de Schutters ende hare Wachte, bij de Gedeputeerden dasr toe gecommitteert, gedaan, ende ook verftaan, hoognood.g te zijn de goede hand daar aan te houden, gelijk mede eenitemmig goedgevonden is, dat men de Waardgelders, jegenswoordig in. ordre zijnde, en de daar van defe Stad, van oude tijden omme defelve tot defenfie defer Stede, in de foulagement van de Burgerije te gebruiken, altijd in posfesfie zijn geweest, gelijk ook andere Steden zijn doende', te continueeren, ende ons daar af bij geene middelen ofte inductie van anderen te laten deposfesfeeren , alfoö derfelver dienst defe Stad , tor haare gerustheid ende confervatie van haar oude Gerechtigheden, fecr dienftig geacht werd, ende hebben Burgemeesteren verftaan, ende verkiaart defe Refolutie gehouden te moeten werden fecreet. Zijn  Zijn ook de oude Gedeputeerden, op het redres van de Wacht, gelast te letten, of'er eenig nader middel van verfeekeringe defer Stede foude mogen zijn, en die te raamen, een bequame voet om met onfe nabuurige Stéden goede Correspondentie te mogen houden, ook letten op de fake van de Franfche Compagnie , binnen defer Stede logeerende, ende foo defelve eenig ander middel daartoe vinden, defelve te werk te ftellen na haarluider discretie ende exigentie van fake , Burgemeesteren verftaan defe Refolutie fecreet gehou* den te moeten werden. Naar dat in deefe Vergadering verfogt waren te komen, de Heeren Schepenen defer Stede, omme op de navolgende faake te helpen delibereeren ende defelve al t'famen waren gecompareert, uitgefondert Pesfer en de Loo, &c. Zoo is bij Bailliuw, Burgemeesteren ende Schepenen voorgeleefen, de refpective Eede, bij de Capiteinen ende Schutters, de Capiteiu van de Waardgelders, ende Waardgelders gedaan, van woorde te woorde , alhier gefield. E E D T van de Capiteinen , van de Schutters. D at fweert gij, dat gij zult wefen Capitein , van de Schutters ende Burgeren defer Stede: Dat gij de Heeren Sraaten van Holland ende West- Vriesland, als hoogCc 4 ftti  ):( 4o8 X fte Overheid van defelve Lande, ende voórta den Burgemeesteren ende Regeerders defer Stede, zult wezen gebouw ende getrouw. Dat gij de Gerechtigheden deler Stede, ende de Authoriteit van de Magiftraateji, zult voorftaan. Dat gij alle overlast, geweld, datelijkheid ende ongehoorfaamheid, onder wat prsetext defelve foude mogen gefchieden , zult helpen weeren: Dat gij de Burgemeesteren defer Stede, zult obediëeren in het geene fij U bcveelen zullen: Dat gij met U Officiers ende Bevelhebberen zult houden goede Wachte: ' Dat gij U perfoonelijk op de Wacht ende Ronde vinden zult, om de voorfz. Wacht te te befoekcn ende wel te doen houden: Dat gij met eenige Schutters zult componeren, ofte disfimuleeren bij üitkoope ofte anderfints, om hen van de Wachte te abfenteerea , ende de Ordonnautie op de Wachte ende Schutterije, gemaekt ende nog te maaken, getrouwelijk zult onderhouden ende doen onderhouden; De Contraventeurs, zonder eenige gunRe ofte disfimulatie afnemen , ende doen afneemen, de poene daar toe gefield, ende voorts alles doen ende' laten , dat een goed ende getrouw Capitein fcbuldig is, ende. behoort te doen ende te iaten, Soo waar/;>*> Êfo EED T  E EDT, van de Schutters. üjOat fweert gij, dat gij Schutter wefen zult defer Stede: Dat gij de Heeren Staaten van Holland ende West-Vriesland, als hoogde Overheid van defelve Landen, ende voorts Burgemeesteren ende'Regeerders defer Stede, zult wefen gehouvv ende getrouw; Dat gij alle overlast, geweld, datelijkheid ende ongehoorfaamheid , onder wat jpranext derelve foude mogen gefchieden, zult helpen weeren, Dat gij de Gerechtigheden defer Stede, en de Authoriteit van de Magidraaten zult voordaan : Dat gij de Burgemeesteren defer Stede, Uwe Capitein ende fijne Bevelhebberen zult obediëeren , in het geene fij U beveelen zullen. Dat gij de Ordonnantie op het fiuk van de Wacht, gemaakt ende nog te maaken, Onderhouden zult, en dat gij voorts alles doen ende laten zult, dat een goed ende getrouw Schutter fchuldig is, te doen ente te laten; Sm waarlijk, &c. E E D T, van dc Capitein van de Waardgelders ofte Soldaten y in dienst defer Stede wefende. JC)at fweert gij, dat gij zult wefen Capitein \an eea Compagnie Soldaten, aan» Cc 5 ge.  X 4-° X genoomen ren dienfte van het Lind ende defer Stede: Dat gij de Burgemeesteren ende Regeerders defer Stede, zult wefen gehouw ende getrouw, dat gij de Authoriteit van de Magiftraaten defer Stede zult voorftaan, ende alle overlast, geweld, datelijkheid ende ongehoorfaamheid , onder wat pretext defelve foude mogen gefchieden , zult helpen weeren. Dat gij de Burgemeesteren defer Stede, zult obediëeren in het geene fij ü beveelen zullen: Dat gij uw Perfoonelijk op de Wachte ende Ronde vinden zult, om de voorfz. Wachte te befoeken, ende wel te onderhouden, dat gij de Ordonnantie op de Wachte gemaakt ofte nog te maaken, getrouwelijk zult onderhouden ende doen onderhouden; ende voorts alles doen ende laaten zult, dat een goed ende getrouw Capitein in dienfte ende Gagie defer Stede, ichuldig is te doen en te laaten, Soo waarlijk, &c. EEDT, van de Waardgelders ofte Soldaten, in Steden dienjle zijnde. 3Dat fweert gij, dat gij defe Stede van Rotterdam zult wefen gehouw ende getrouw : Dat gij de Heeren Burgemeesteren de-  )••( 4» )•■( defer Stede, in het geene fij (J gebieden zullen , gehoorfaam ende onderdanig wefen zult, ende foo gij verneemt, dat iemand fufpect van verraderije, dieverije ofte andere faaken, defer Stede aangaande, door de 'Poorten pasfeerde , dat gij het felve Burgemeesteren te kennen geeven zult. Dat gij geen Soldaten bij Compagnie ofte Trouppcn van buiten komende, het zij om binnen der Stede te blijven i ofte daar door te pasfeeren, binnen de Poorte zult laaten komen, voor en aleer haare Paten-. ten aan Burgemeesteren vertoond, ende het inkomen bij defeive geconfenteerd zal zijn: Dat gij den Officier defer Stede, tot allen tijde, des verfogt zijnde , zult asfifieeren , ende voorts alles doen ende laten zult, dat een goed ende getrouw Soldaat, zijnde in dienfte defer Stede, fchuldig ende gehouden is te doen ende te laaten; Soo waarlijk, &c. Ende naar dat daarop behoorlijk is gelet ende ^efelve rijpelijk geëxamineert, zijn defelve Eeden als wel gefteld, gelaudeert bij eendrachtige Hemmen. (Onder ftond) Accordeert met de voorfz. Refolutie. (Lager ftond) Bij mij als Secretaris. (Was geteekend ) van Zuylen van Nyev<. Litt.  X 41* X Litt. O. EXTRACT uit de Refolutien van de Vroedfchap der Stad Rotterdam , genomen op Den 15. November 1618. -L^Taar dat het volle Collegie van Schepenen in de Kamer vaii Vroedfchappen ware verfchenen , is , na gedaane omvraag, met meerderheid van Stemmen verftaan , dat men met den eerften fal procedeeren , tot electie van twaalf Stads - Capiteinen , in plaatfe van de.fes; ende zijnde daartoe met den aankleven van dien , uit de Vroedfchappen neffens het Collegie van de Weth gecommitteert Dullaert ende van Wielick. Den 30. December 1619. Item dat de twaalf Capiteinen'van de Schutterije defer Stede, wederom zullen werde vermindert tot fes; ende generale reformatie gedaan in het ftuk van de Wachte, ende die onwillig zijn, op redelijk maandgeld geteld, daartoe nevens de Heer Schout, Burgemeesteren en Schepenen, gecommitteerd zijn. (Onder ftond) Accordeert met de voorfz. Refolutie, (Lager ftond ) Bij mij als Secretaris. (Geteekend ) J, van Zuylen van Nyevelt* Litt.  X 413 X Li~tt.J\ EXTRACT uit de Refo¬ lutien van de Frotdjchap der Stad Rotterdam, genomen op Den ii. Junij 162a. JE/n voorts in deliberatie geleid zijnde , wat men in het toekomende fal dienen te doen, om gelijk misverftand te voorkomen, en de Stad te fubleveren ran voorfz. onkosten, is voorgeflagen de Capiteinen te verminderen van fes op vier, en dat men fe alle of het meerendeel van dien uit de Vroedfchap feu kiefen. (Onder ftond) Accordeert met de voorfz. Refolutie. (Lager ftond) Bij mij als Secretaris. ( Geteekend) J. van Zuylen van Nyevelt. Litt,  y-( 4H )t Litt. Q. EXTRACT uit de Refo¬ lutien van de Vroedfchap der Stad Rotterdam, genomen op Ben 26. Junij 1651* C3p occafie , dat de Brandmeesters verfoeken van het Maandgeld omflagen te zijn, en op de confideratie of defelve in de Wacht zullen worden getrokken. Ende voorts of niet behoort te werden gebefogneert op het affchafFen van de Maandgelden eri op het heele ftuk van de „Wachten het vergrooteri Van de Wacht ende van de Burgerije, foo zijn daartoe gecommitteert de Heeren Couivenhoven j van Berckel, Hartman ende van Bergen. Litt. Ri Ben 16. Februarij 1652. Gebefoigneert zijnde bij Heeren Burgemeesteren enGecommitteerdens van de Vroedfchap, op den inhoude van de Refolutie van 26. Junij laatsleeden, beroerende het ftuk van verbeetering van (ie Wacht en de- vergrooting van Burgerije &c. foo  X 4»S X is bij de voorfz. Heeren geoordeeld , dat de verandering van het heele ftuk van Wacht en de Burgerije geheel noodzakelijk is, — dat het ftuk van de Wacht zal dienen te werden gcredresfeert en de Compagnien van Burgerije vermeerdert, ende diensvolgens de Ordonnantie van de Wacht gecorrigeert, ende gemeikt daar uit zal moeten volgen , dat daar door de Maandgelden in hun reguard van veele Perfoonen , die in de Wacht zouden werden getrokken, foude komen te cesfeeren , foo hebben de voorfz. Heeren daar tegen geconfedereerd , dat wederom ih het reguard van anderen die op Maandgeld liaan, en noodfakelijk buiten de Wacht zullen moeten blijven , merkelijk fal kunnen worden vergroot ende geaugmenteert, ende ingevalle de Heeren van de Vroedfchap, het geen voorfz. is fouden goedvinden, dat de Burgemeesteren en de voorfz. Gecommittecrdens fouden zijn geauthorifeert om op de mode en de maniere, van voorfz. verandering , verbetering en vermeerdering van Wachte en de Burgerije met de Heeren Schepenen deler Stad te befoigneeren, en daarop een fekeren voet te arresteeren , waarop zijnde gedelibereert, foo is daarop verftaan ende gerefolveert, dat de Heeren Burgemeesteren ende voorfz. Gecommittecrdens abfolutelijk zijn geauthorifeert op het voorfz. heele ftuk te befoigneeren met de Heeren Schepenen, ende dat de ordre bij defelve coiijuaccum te beramen fal gaan ende ge- ftelt  X 4-S X ftelt werden op de naam van Bailliuw , Burgemeesteren en Schepenen, met advis van de Vroed= fchap» Litt. S* Ben 16. Julij 1652. In de voorfz. Vergadering in erndige cenfidera^ tie genomen zijnde het vergöoten ende verfterkert van ,de Burgerije ende goede ordra te ftellen op het ftuk van de Wachte, omme te konnen dienen in alle voorvallende gelegenthcden tot verfekefing ende ruste defer Stede, foo is verftaan engerefolveert, dat fonder onderfcheid alle Mansperfoonen, ïrtwoonders defer Stede die boven de XX en beneden de LX jaren oüd j en zulks mede dé Advocaten en Doctoren in de Medicijnen, in de Wacht zullen worden getrokken, én dat over dé Wacht defer Stede een bekwaam en gequalificeert Perfoon , die refpect heeft, ingeboren Burger defer Stede, als Major fal worden gefteld, en werd den dag om een foodanig Major te kiefen, geftelt Op Maandag toekomende , gelijk mede verdaan en gerefolveert is , dat ten felven dagen mede zal worden geprocedeert, tot verkiefinge van twee' Collonels, uit de Vergadering defer Stede. Litt. T. Ben 12. Augustus 1652. Getreden zijnde tot electie van twee Collonels £ zijn  .X 4-7 X zijn daartoe gekofen , de Heeren Hartman es Visch. Eerftelijk , bij de Heeren Burgemeesteren in propofitie gebragt zijnde, alvorens te procedeeren lot het maken van twee Collonels, uit kragte van de Refolutie van den 6. defer maand, wat functie de Collonels zullen hebben', waar inne haare Bedieninge foude beftaau, ende hoe lange defelve fouden dienen, is na deliberatie goedgevonden en verdaan, dat de Collonels zullen worden gea.uthorifeert, omme de Krijgsraad te convoceercn met kennisfe van de Heeren Burgemeesteren ende aldaar ordinaris te prefidecren , ten ware de Heeren Burgemeesteren, ofte iemand van defelve geliefde in de Krijgsraad te compareeren, omme aldaar iets te pro'poneeren, ( het welk .Haar Ed. altoos zullen vermogen te doen,) als wanneer defelvige zullen prefideeren , en dat d felvige zullen vermogen te ordonnecren , de Waeluen n« der gelegenheid bij verdubbeling ende anders, als mede die te vifiteeren ende de Ronde doen, 'naar behooren, ende wijders dat defelve functie fal duuren, voor den t;jd van twee jaren , doch dat de eerfte twee Collonellen , zullen dienen tot den 7. Meij 1655. toe, ende dat de gemelde Collonellen op den 7. Meij, als haar Bedieninge fal zijn geexpireert, telkens zullen werden verandert ofte gecontinueert. v* deel. Dd Litt,  X 4-8 X Lht. U. Den ij. Februari] 16^4. Geconfiderem zijnde, dat de Heer Virulij, als Gaarder van het Maandgeld, jaarlijks eenig merkelijk overfchot heelt, boven het geen hij daar uit is betalende, ende gedelibereerd of de Vergadering foude goedvinden, dat het fübfidie van Capiteinen van de Burgerije, bedragende ƒ 1500. 'sjaars, mitsgaders de Gagie van den Major op hem foude kunnen worden geasfigneert , foo is hetfelve alfoo [goedgevonden, en dat beide defe Farthijcn daarop zullen worden geaffecteert. (Onder ftond) Accordeert met de voorfz. Refolutie. (Lager ftond) Bij mij Secretaris. (Was geteekend) jf. van Zuylen van Nyevelt. Li».  ):( ai8 a >( Rapporten , over het Redres der Schutterij, ter voldoening aan de Refolutie commisforiaal van de Gecombineerde Vergadering , in dato 4. Meij 1785., in dezelve Gecombineerde Vergadering, ingebragt den 13. December ■785; Heeren tv?» Halteren , Visfcher , Po/ft)" Turcq , Baelde, Gevers en Vingerhoedt, uitmakende de Meerderheid der Gecommitteerdén tót het Redres der Schutterij binnen deze Stad, hebben', ingevolge en ter voldoening van de Refolutie Commisforiaal dezer Vergadering, in dato 4, Meij laatstleden, ter Vergadering gerapporteerd. Dat zij Heeren Gecommitteerden met alle mógelijke attentie hebben geëxamineerd: Het Request van Gecommitteerden' van een aantal Schutteren, der refpect Burger-Compagnierï, aan deze Gecombineerde Vergadering, op den 17. December 1784. gëprasfenteerd. ■ Hét Concept-Plan van provifioneele Verbetering der Schutterij; benevens v. dëel. 1 P«  X 2i8 h ):C De Concept-Ampliatie van de Ordonnantie op de Burgerwacht, welke op den30.December 1784. ter Vergadering zijn geëxhibeerd. —■— De Memorie van gebreken, en het Ontwerp van een verbeterd Plan der Schutterij hier ter Stede, door bovengemelde Gecommitteerden van een aantal Schutteren geformeerd en ter deze Vergadering op den ii. Februarij 1785. ingediend, en den 15. daaraanvolgende geleezen. — HetRequest, door Gecommitteerden uit het gewezen Vrij - Corps met de daaraan geannexeerde Bijlagen, ter dezer Vergadering op den 4. Maart laatstleden geprefenteerd en overgegeven Het Request, door Gecommitteerden uit de gezamentlijke Tekenaars van het Request op'den 15- Juüj 1784, aan Hun Ed, Gr. Mog. geprefenteerd, op den 17. Maart 1785. ter dezer Vergadering ingediend. De Confideratien van Collonellen en Capiteinen der Schutterij dezer Stad, met twee Bijlagere aan deze Vergadering op den 13. April 1785. gefuppediteerd, — Alsmede 12. Qualificatien van de Schutterij uit de refpective Burger-Compagnien op hunne Gecommitteerden, op den 28. April 1785, ter dezer Vergadering geëxhibeerd. Alle welke Stukken aan Hun Heeren Gecommitteerden , bij bovengemelde Refolutie, zijn ter hand gefield, met ysrzoek omme dezelven te exu- m'u  X 218 c y.( iiineeren en deze Vergadering te dienen van der-' zeivér confideratien en advis. Noodig hebben geoordeeld, 'de bovengemeldé Memorie van gebreken en het Ontwerp van een Verbeterd Plan der Schutterij, dóór Gecommitteerden van een aantal Schutteren, op den ti. Februarij 1785. ter Gecombineerde Vergadering ingeleverd , te ftellen in handen van den Grooten Krijgsraad der Schutterij dezer Stad, ten einde Hun Heeren Gecommitteerden tot het Befoigne, concernerende het redres der Schutterij * ten fpoediglten te dienen van deszelfs confideratien en advis; Dat j zulks gefchied zijnde op den 9; Meij dezes jaars, aan Hun Heeren Gecommitteerden op den 6. Julij daar aanvolgende, is ter hand gefteld een Extract uit het Register der Refolutien van den Grooten Krijgsraad, inhoudende deszelfs confideratien en advis. Dan, dat uit het hoofd en (lot van gemelde Extract gebleeken zijnde, dat van de 28. Leden, welke de Vergadering van den Grooten Krijgsraad hadden gecompofeerd, Vijf Leden zich van het mede (temmen hadden geëxufeerd, Twee de gearresteerde confideratien en advis hadden aangezien; en Acht van een contrarie gevoelen waren geweest; en dat gevolgeiijk gemelde confideratien en advis flegts behelsden het fentirhent en de gevoelen van 13- heden, (van welke naderhand ge. g ble*  X *ï8 d ):( bleken is, dat nog Twee niet geftemd hebben.) zij Heeren Gecommitteerden vermeend hadden ten verzoeke van de disfentieerende Leden van voorfz. Grooten Krijgsraad , met het entameeren en voorizetten der befoignes over dit gewigtig ftuk te moeten fuperfedeeren, tot dat dezelven mede hunne confideratien en advis zouden hebben ingeleverd. Dat de gemelde Confideratien en Advis van de Acht disfentieerende Leden , (waarbij de evengemelde Twee, welke op den 5. Julij niet mede hadden geftemd, alsmede nog Fier anderen, welke den gemelden Krijgsraad niet hebben bijgewoond, zich gevoegd hadden ) met zes Bijlagen, kort daar na, en wel op den j5. Julij aan Hun Heeren Gecommitteerden gefuppeditcerd, en op den 21. daar aan volgende geteeeefl zijnde , 'er een geruimen tijd is verloopen , alvoorens dezelven waren af. gedrukt, en door ieder van de Leden van het Befoigne nader geëxamineerd; en dat daar door veroorzaakt is, dat de Bcfoignes over het allezints gewigtig ftuk van 't Redres der Schntterij niereerder, dan op den 7. September laatstleden met eenige vrugt hebben kunnen worden aangevangen. Dat het aanbelang van de zaak; de volumineusheid der ftukken daartoe betrekkelijk, (welke nog vermeerderd is, door eene nadere Memorie van Collonellen en Capiteinen aan de Wethouderfchap overgegeven, en wegens dezelve op den 2. November, door den Heer Gevers, aan het Befoigne ge.  X a»8 e X gecommuniceerd,) het Examen der Refolutien zoo van het Collegie der Weth als van de Vroedfchap dezer Stad, tot de Schutterij betrekkelijk; als mede van de Lijsten der Manfchappen, welke in deze Stad gevonden worden; de verdere bezigheden van Hun Heeren Gecommitteerde-; en vooral de van den beginnen af aan zich manifesteerende contrarie .begrippen van eenige Leden van het Befoigne aanleiding gegeven hebben tot vermenigvuldiging der deliberatien, het uittebrengen Rapport, niet dan op gisteren tot conclufie heeft kunnen worden gebragt. Dat zij Heeren Gecommitteerden onnodig oordeelen bij hetzelve te deduceeren het nu van het redres der Schutterij, (waarvan de noodzakelijkheid ook door die geenen, welke derzelver tegenwoordige Conftitutie in het favorabelst licht befchouwen, niet wordt in twijffel getrokken ) maar zich verplicht achten bij het fuppediteeren van Dunne confideratien en advis, tot voorligting van deze Vergadering kortelijk openteleggen. ïfte. De Gebreken , welke zij in de tegenwoordige Schutterij hebben gevonden. ade. De Redresftn, welke in dezelve behoren plaats te hebben. 3de. De Middelen, door welke naar Hunne gedagten, die noodzakelijke Redresfen zoude kunnen worden geëffectueerd, 3 x. Dat  X ai8 ƒ):( X. Dat wat belaiigt het eerde- point, aan Huu Heeren Gecommitteerden , onder veelvuldige mindere, zijn voorgekomen de volgende yoorname in bet coglopende gebreken. 2. Dat in he: lighaam der Schutterij gevonden worden zeer veele Perfoonen daartoe niet behoorlijk gequalificeerd, en 'daartoe ten eenenmalen ongefchikt. Men bedoelt hiermede de zodanigen , die wegens hunnen lagen fiand, flegte opvoeding en gering vermogen geen genoegzaam inzien noch intrest in Stads welvaart hebben; dio dus, van den wenk van anderen afhangende , door een blinden of verkeerd beftuurden ijver zeer gevaarlijke Leden zijn van een lighaam, van welks gezonde' en onbedorvene zameftelling de rustderStad afhangt in een woord het meerendeel der tegenwoordige Rotsgezellen, die zich federt eenige Jaaren zo merkelijk hebben gefignaleerd. \. Dat in tegendeel, onder defatfoenlijkfteLieden , veelen, welke bekwaam en gefchikt zijn om Schutterlijke dienden te prsestefiren, als V/acht-Vrijen worden geconfidereerd; bij voorbeeldde Zoonen der Regenten,Leden en Ministers van kleine Collegien ècc «?, Dat de refpective 12. Compagnien thans over 't generaal te derk in Manfchappen zijn, om op eene gefchikte wijze te kunnen worden geëxerceerd en beheerd, d. Dat  ):( a«8 g ).( d. Dat de refpective Schutters, in de tegenwoordige 12. Compagnien zijn verdeeld, volgens de Wijken, waar in zij woonen; waar uit proflueert: p. Dat ieder nacht het Wijk, waarvan da Schutters waken , geheel en al van weerbaare Manfchap is ontbloot; 't welk in cas van brand in zodanig Wijk ten hoogden nadeelig voor de wakende Schutters zoude kunnen zijn. Dat de Compagnien uit hoofde van dever- fchillende grootte en Volkrijkheid der Wijken, zeer ongelijk zijn in getal van Manfcbappen. Dat 'er een merkelijk onderfcheid tusfchen dezelven plaats heeft, in zoo verre, dat fommige Compagnien voor goede, fommige voor flegte worden gehouden. g» Dat 'er zoo niet geheele, ten minde halve Compagnien zijn, op welken uit hoofde van de Meerderheid der kwalijk denkenden en handelenden geen het minde betrouwen kan worden gedeld. Men overweege de Conduites van eeriigen derzelven op den 3. en 4. April; het gebeurde op den 10. Julij 1784; en het geen de Magidraat bij deszelfs Berichten heeft gepofeerd, c. Dat volgens de tegenwoordige Conditutle 4 der  H «8 h ):(f der Schutten], aan 't hoofd der Gomp^ gnien veele Capiteinen zijn geplaatst, welke uit hoofde van andere Ampten of Bedieningen , bij gelegenheid van Brand of Alarm, wanneer hunne prsfentie allernoodzakelijkst is, elders moeten vaceeren: Men bedoeld de Vroedfchappen die veeltijds ter Dagvaart gecommitteerd worden. ' De Regeerende Schepenen die in cas 'Van Brand of Alarm, in de Weth moeten zijn &c. &c. f. Dat dezelve Capiteinen veeltijds te voren nimmer Leden van de Schutterij geweest zijnde, als ten eenemaale ongeoffend', aan hunne Mede-Burgers onbekend,. en toevallig aan het hoofd van eene Compagnie geplaatst, niet zeldzaam de liefde en het vertrouwen der refpective Schutteren ontbeeren; en daar door gelegenheid geeven, tot het verval der Compagnien, waar van zij het Commando bekomen, uit hoofde van eenen anderen post, welke hun van hetzelve behoorde uittelluiten ; En: - | Dat dezelve Capiteïnen, welke doorgaands eene Compagnie uit noodzakelijkheid, tegen hunnen wil bekomen, en met tegenzin waargenomen hebben , na een dienst Van 4, 5, a 6. Jaaren niet alleen hunne deÏQisfie obtineercn, maar ook gewoonlijk een  gedeelte hunner Opper- en Onder -Officies jren, fomtijds zelfs eenige Adelborften in hunne demisfie doen deelen, een misbruik waardoor de Schutterij van haare beste Manfchap na een' te korten dienst heroofd wordt. 2. Dat wat betreft het tweede point, het aan Heeren Gecommitteerden is voorgekomen, dat de evengemelde notoire gebreken alle behooren , en ook zeer gevoeglijk kunnen worden geredresfeerd: a. Door het lighaam der Schutterij te zuiveren, van de heffe des Volks, 't welk zich thans onder dezelve bevindt: als mede van alle Perfoonen, die niet op zich zeiven ftaan; door de geringheid van hun beroep , en hun vermogen te afhankelijk; of door hunne gedeclareerde denk- en handelwijze ongefchikt zijn, om den post van Schutter waarteneemen; en tot dezelve alleen aantemen, de zoodanigen, welken uit hoofde van hunnen ftand en vermogen in de welyaart en rust dezer Stad geinteresfeerd, en een volkomen vertrouwen zoo van de Regecrlng als van de Burgerij waardig zijn. b. Door alle fatzoenelijke Lieden, oud tus- fchen de 18. en 55. Jaaren, binnen deze Stad woonachtig, bekwaam en gefchiktom Schutterlijke dienden te prcesteeren, in de 5 Schut-  X «8 k X Schutterij te trekken; geene willekeurige Vrijdommen te verleenen; maar die welke bij de Ordonnantie, zonder genoegzaame reeden, verleend zijn, voor 't vervolg in te trekken; 't welk te noodzakelijker is, ten einde ten allen tijde uit de fatzoenlijkfte Lieden bekwame Officieren te kunnen vinden. c. Door het getal der Compagnien te vermeerderen, en dezelven van 12. tot 24. te brengen ; beftaande ieder uit circa 100. man, welke gevoeglijk kunnen worden geëxerceerd en beheerd, en genoegzaam zijn tot het waarneemen van de Wachten. b» Door geene bijzondere Wijken aan de respective Compagnien te affecteeren, maar tot Schutters in iedere Compagnie aanteïieemen een vierentwintigfie gedeelte der gequalifkeerde Burgers uit alle de Wijken;—komende deze verdeeling aan Heeren Gecommitteerden ten uitterfte nuttig voor, niet alleen om daar door een nader verband tusfchen de refpective Schutters, in diverfe Wijken wonende, te effectueeren; maar tevens allezints noodzakelijk, om dat door dezelve al!e de gebreken onder dit Articul op gegeven worden gecorrigeerd, r—— Immers door deze verdeeling wordt ieder nagt elk blonder Wijk flegts ontbloot van cea  een vierent winti gfte gedeelde van deszelfs weeibaare Manfchappen, en de daar in 't huis blijvende drie-vierentwintigfte gedeeltens zijn genoegzaam , om in cas van Brand in hetzelve de nodige adfiftentie te bieden. Door deeze verdeeling worden; tp— Alle de Compagnien egaal van Manfchappen. ' En vervalt het hatelijk onderfcheid tusfchen goede en flegte Compagnien. •==■, Daar door zal ook het vertrouwen op alle de Compagnien kunnen herfteld worden s nademaal in alle dezelven het gering getal van kwalijkgezinden, welke 'er onverl ooptelijk in mogte gevonden worden , door het.meerdergetal van allezints vertrouwde Schutteren zal (worden in teugel gehou* den. Dat Heeren Gecommitteerden echter niet wil» len ontveinfen, dat deze verdeeling en inrichting der Schutterij, waar van de nuttigheid een ie Ier moet in het oogloopen, aan eenige oppervlakkige zwarigheden fchijnt onderhevig te zijn. En wel: i, Dat de Compagnie Schutters, welke ie'er avond de Wacht betrekken m >et, door de geheele Stad verfpreid wenende, niet op de gewo ie wijze bij trenumdflag kan wor» dtn geadverteerd, Dan  X m8 « X Dan deze bedenking is van weinig aanbelang, alzoo de Compagnien eens geformeerd zijnde, ieder Schutter, 't zij door eene gemaakte Roofter, 't zij door den Schutterlijken Almanak kt i worden onderrigt, op welke dagen van 't geheele jaar zijn waakbeurt invalt, en de Provoosten en Tambours, ingevolge gemelde Rooster, zulks mede nagaande, ieder dag de Schutters die ter Wacht moeten trekken, mondeling of fchriftelijk nader hunne Wacht kunnen aanzeggen ; terwijl men ook, op eene nog eenvoudiger en gemaklijkerwijze, door het plaatfen van het Nummer der Compagnie , welke dien avond de Wacht moet houden , 't zij aan de Beurs alleen, 't zij op deze en eenige andere der meest gefrequenteerde plaatfen van de Stad, de refpective Schutters van hunne Waakbeurten zou kunnen onderrigten. §. Dat de Vaandrigs Quartieren voor veele in andere Wijken wonende Schutters afgelegen zouden zijn. Dan hier aan zoude almeede zeer gemakkelijk kunnen geremedieerd worden, bij aldien de Stads Beurfe tot eene vaste Verfamel- of Parade - Plaats yoor alle de Compagnien wierd gefield, op welke dezelven zouden kunnen vergaderen, geduu- rende de Vergadering voer de ongemakken van weêr en wind gedekt, — en tegen alle aandrang yan 't Volk beveiligd zijn.  ):( al 8 n )(( 3. Dat de refpective Compagnien niet bi] trom. melflag kunnende omgeflagen worden, en de Schatters die ter Wacht moeten komen 4 door de geheele Stad verfpreid zijnde, 'er" in cas van Brand of Alarm, meerder tijd zal verloopen, alvorens de nodige Compagnien behoorlijk in de wapenen kunnen komen, en de plaats alwaar de Brand voorvalt, of eenig Tumult ontftaat, bezetten: Dan deze zwarigheid kan almeede ligtelijk worden opgelost, door te bepalen : Dat in cas van Brand of Tumult alle de Wacht: doende Schutters uit het Wijk alwaar zulks voorvalt ( offchoon tot diverfche Compagnien behoorende) bij Trommelfiag in dat Wijk te doen , dadelijk bij eikanderen komen, en onder het opJzicht van den oudften daar prafent zjnde Officier de nodige bezetting doen. ■ Dat in cas van Brand of Tumult op. het eerst gegeven fein van 't kleppen van de groote Kerksklok de Compagnie, geduurende welker Wacht zulks voorvalt , daadelijk ten Stadhuize verga- dere. ■ En dat boven dien de Drie Compagnien, welke de naastvoorgaande nagten de Wacht gehad hebben , op de Beurs, als eene generale Loopplaats zig verzamelen als een Piquet, 't welke van alles. Voorzien , immediaat tot verfterking van de HoofdWacht, bij Brand, Tumult, of daar het elders no*  nodig mogte zijn kan worden geemploijeerd en dadelijk fubintreert in de plaats van de Vier C< mpagnien welke thans in geval van klein Alarm moeten opkomen. Terwijl in cas van generaal Alarm, waarbij de geheele Schutterij moet opkomen, alle de Schutters , fchoon door de geheele Stad verfpreid , door het luiden van de Stadhuis en greote Kerksklok» ken, en het rondflaan der Trom door de geheele Stad, even gemakkelijk als tegenwoordig zullen kunnen worden gewaarfchouwd, om op de bij de Ordonnantie te fixeeren Loop - Plaatfen te vergr> deren. Dat de verdere hier voren Sub. e, f, g, opgegevene gebreeken almeede noodzakelijk redres behoeven; en wel e. Dat tot Capiteinen behooren te worden ge-» eligeerd de zoodanigen, welke zich ten allen tijde aan het hoofd hunner Compagnien kunnen plaatfen ; en dat gevolgelijk daartoe' niet zullen kunnen worden genomineerd , alle Zoodanige Regenten, Officianten of Bedienden van hogere en mindere Collegien, Welke uit hoofde van hunne Posten of Bedieningen de ordinaire Waakbeurten , niet kunnen waarneemen, of in cas van Brand of Alarm elders moeten vaceeren of gerequireerd kunnen worden. f. Da?  X P X fi Dat dezelve Capiteinen behoorén te worden gekoozen , uit zoodanigen der Fatzoenelijkfte en Kundigfte Ingezeetenen, welke te vooren eenige Schutterlijke dienften hebben geprsefteerd, en dat aan de Schutters, welke onder hun bevel gefield worden, eenig aandeel in derzelver verkiezing zal gegeven worden. g. Dat voortaan geen Capiteinen , Luitenants Vaandrigs , noch Onder-Officieren zich van den Dienst zullen mogen onttrekken , alvoorens den ouderdom van 50. Jaaren te hebben bereikt, ten ware 'er wettige redenen tot eene vroegere demifie exteerden. Dat wat betreft, het 3. Point zij Heeren Gecommitteerden geen zwarigheid maken te declareeren, dat (daar de rust en het onderling vertrouwen binnen deze Stad nimmer zal kunnen worden herfteld noch bevestigd, ten zij de Schutterij op zodanigen refpectabelen voet gebragt worde, dat dc Regeering op dezelve een volledig vertrouwen kan ftellen, en dat de goede Ingezetenen daar in een vaste waarborg voor hunne veiligheid, de kwaadwilligen een gevreesden teugel vinden) naar Hunne gedagten, in de tegenwoordige tijds omftandigheden, met geene kortduurende en weinig batende palliativren kan worden genoegen genoomen, maar dat de in het oogloopende gebreken, met tak en wortel uitgeroeid en de Schutterij uno todem-  X *i8 iH ecdemqué actu uit derzelver verval h'erfteld, en'op fcoodanigen beftendigen voet moét gebragt worden , welke aan de voorgemelde óógmerken volkomen beantwoordt. Dat zij Heeren Gecommitteerden, de laak uit dit oogpnnt befchouwende , het Concept-Plan van Provifioneele verbetering der Schutterij, als mede de Concept-Ampliatie van dé Ordonnantie óp de Burgerwacht, ter Gecombineerde Vergadering op den 30. December 1784. geëxhibeerd,- de Confideratien van Collonellen en Capiteinen ter gemelde Vergadering óp den 13. April 1785. ingegeven ; alsmede de Confideratien en het Advis van de zoogenaamde Meerderheid van den Grooten Krijgsraad, óp den 6. Julij laatstleden aan Hun Heeren Gecommitteerden gefuppediteertd a?s onvoldoende moeten' af Keuren'wijl daarbij gefupponeerd' en geurgeerd Wordt, dat het tegenwoordig lighaam der Schutterije bij zijne Form en Conflitutle behoord te Worden geconferveerd, en bij de eerstgemeldé twee fiukken , geene de minfïe middelen van redres, óm de Gebreken in deh grond te genezen, worden aan dé hand gegeven. Terwijl zij Heeren Gecommitteerden van begrip zijn , dat de hier voren opgegevene menigvuldige Gebreken , in het tegenwoordige lighaam dér Schutterij en derzelver actueele beheering, dus in hare Form en Conflitutle refideerende , die Form en Conflitutle zeiven moet worden aangetast cn ge-  geredresfeerd; en dat liet dus voltrekt noodzak* is, om de tegenwoordige Schutterij, niet te Mokeren of te casfeeren, als of dezelve misdaan . ad , maar te verlaten of te disfolveeren, uit hoofde van de Gebreken in hare Form en Conftitutie; en eene nieuwe min gebrekkige, en luisterrijker Schut1 terij op te rigtem Dat zij Heeren Gecommitteerden, zich tot de Voorfz. Disfolutie niet bij overijling hebben bepaald , maar zich na' een ferieus onderzoek gedron* gen vinden, om voor dezelve te advifeeren, nademaal dit middel aan Hun is voorgekomen, niet alleen minder hatelijk dan eene afftelling van eenigen der tegenwoordige Hoofden, en de remotie van zeer veele ongefchikte Leden der Schutterij, maar ook alleen gefchikt en adequaat, omme de tegenwoordige gebreken fimul & femel den bodem in te flaan, en funditus te extirpeeren; en dat zij in dit Hun gevoelen te meer verfterkt zijn door dien noch Collonellen en Capiteinen , bij hunne Confideratien op den 13. April, ter dezer Vergadering ingegeven 5 noch de Meerderheid van den Grooten Krijgsraad, bij derzelver Confideratien en Advis , op den 6. Julij aan het Befoigne gcfuppediteerd; noch de disfentieerende Leden van het Befoigne eenige plaufible redenen hebben bij gebragt, waarom men thans dit middel, 't welk te meermalen binnen deze Stad is geadhibeerd, niet V. DEEL. j, Z0UJ  ):( ai8 * );( zoude gebruiken, veelmin, gelijk behoorlijk was , eenige andere middelen voorgeflagen, door welke een pront, beftendig, en genoegzaam redres der Schutterij zoude kunnen worden geëffectueerd; als hebbende de voorname, ja bijna eenige grond van het Disfenfus van gemelde Heeren beftaan, in eene verkleefdheid aan het oude gebruik, in een vreeze van misnoegen aan de Burgerij te veroorzaaken, en in een Akelig denkbeeld van funeste gevolgen, welken uit de meergemelde disfolutie en daar door opgevat ongenoegen zouden refulteeren; dan waar aan de Meerderheid van het Befoigne heeft geoordeeld niet te moeten defereeren, nademaal zij (daar laatende de particuliere discourfen in gezelfchappen, of publicque plaatzeu , gevoerd door dezen of geenen, die door de odieufe naamen van Casfatie of Abolutie was in het harnas gejaagd, en de daar uit ontleende raifonnementen) heeft gemeend, te moeten vastftellen, dat de bovengemelde disfolutie der tegenwoordige en oprichting van eene Nieuwe en Ver beterde Schutterij, gearrefteerd wordende bij Heeren Gecommitteerden van den Souverain en de Wethouderfchap dezer Stad, overeenkomftig met de denkbeelden van meer dan 500. Leden uit de tegenwoordige Schutterij; met het verzoek van alle de Leden van het gewezen Corps Vrijwillige Schutters; met het begrip van de Requestranten, wel-  X ai8 * ):( * ' welke zich op den 15. Julij 1784., aan H m Ed. Gr. Mog. hebben geaddresfeerd; met het advis van de meefte Leden van den Grooten Krijgsraad ; geen het minfte misnoegen bij eenig weldenkend Burger zal kunnen verwekken, veel min oorzaak geven tot eenige funeste gevolgen voor de rust en tranquiliteit binnen deze Stad; maar dat dezelve veel eer door allen , die een waar belang in Stads welvaart ftellen, als het gefchikfte middel om door eene refpectable Schutterij de rust en het onderling vertrouwen binnen deze Stad te herftellen , en te bevestigen, zal worden befchouvvd , — met dankbaarheid aangenomen, en thans zoo wel als in vorige tijden, zonder eenige confufie , misnoegen , of funeste gevolgen geëffectueerd. Dat zij Heeren Gecommitteerden hier omtrent bepaald zijnde , nader hebben overwogen het Plan van eene verbeterde Schutterij, op den 1.1, Februarij laatstleden , door P. Stolker, C. S. . ter Gecombineerde Vergadering geëxhibeerd , en daar in wel zeer veele nuttige fchikkingen ontdekt , doch 't zelve over 't geheel te gecompliqueert gevonden, om in alle deelen te kunnen worden uitgevoerd ; en dus noodzakelijk geoordeeld te formeeren, en, ter overweeging van deze Vergadering over te geven, een Nader Plan ( * ), het welk ( *) Dit Plan is hetzelve , welke, met eenige weinige 3 vSr-  X *l8 » X welk Hun Gecommitteerden eenvoudiger en allezints uitvoerlijk voorkomt, en tot een Bafis zal kunnen verftrekken ter oprichting van eene nieuwe veranderingen, den 30. December 1785, in de Gecombineerde Vergadering, onder den naam van ontwerp eene b. verbeterde schutterij» ïs gearresteerd en hierna op Wadi: 219. en vervolgens geplaatst, zijnde de eenige veranderingen van aanbelang de volgende: — ine. Dat in dit Plan bepaald was: „,Dat tot Collonel, Majors, Capiteins, Üeutenantsea s, Vaandrigs zoude worden genomineerd, uit de Fat* „zoenlijkfte , Kundigfle en Geoeffendfte der Burgerij, welke bevorens reeds Schutterlijke Dienften hebben s,, gepresteerd, de zoodanigcn welke tot eenige der Protes„taufche Gezindheden behooren, en &c" Welke onderhaalde woorden in het gearresteerde Ontwerp zijn weggelaten , waardoor dus die Posten voor de RoomschGezinden mede verkrijgbaar zijn gemaakt. Zie hier achter bladz. 216. En— 2de. Dat, volgens dit Plan, alleen de nu nieuw te creëeren 24. Capiteinen, 24. Lieutenants en 24. Vaandrigs, direct bij de Gecomy , bineerde Vergadering zouden worden aangefteld." „En voorts door dezelven (even gelijk een voorflag van Vier Perfoonen tot Majors) zoude moeten wor3, den geformeerd een Nominatie van Drie Peilöonen , „jut w^ke bij de Gecombineerde Vergadering, een „Collonel zoude worden geëligeerd en sairefteld; " en dat daarentegen in het gearresteerde ontwerp bepaald woidt: ,,üat de aanfteliing van den Collonel me- »4e  K 218 v x we Schutterij, waarin de hier voren aangewezene gebreken zijn gecorrigeerd, en de wettige bezwaren van de Burgerij, zoo veel doenlijk weggenomen. Dat zij Heeren Gecommitteerden niet zijn gêtreeden in alle de Details, welke de aart der zake konde aan de hand geeven, om dat dezelve Details , wanneer het geëxhibeerde Plan bij deze Vergadering mogt worden goedgekeurd, zeer gevolglijk, zoo uit de Generalia in het Ontwerp voorkomende, als uit de tegenwoordige Ordonnantie op de Schutterij, zullen kunnen wordengefuppleerd, en gebragt in eene nieuwe Ordonnantie, welke alsdan, voor de verbeterde Schutterij, zal moeten worden geformeerd,- en waar tóe zij Heeren Gecommitteerden Hunne medewerking aanbieden. Dat hoe zeer zij Heeren Gecommitteerden zorgvuldig vermijd hebben in hunne Befoignes te verhandelen eenige zaken , welke als mere Domeflkq zoude kunnen worden befchouwd, zij echter niet willen nalaten aan de Wethouderfchap, en in het bijzonder aan Heeren Burgemeesteren voortedragen, fommige poincten, welke gevoeglijk bij het vernieuwen der Schutterij zouden kunnen worden '„de direct bij de Gecombineerde Vergadering loudc „gefchieden.". Zie hier achter bladz. 229. 4  X «8 * X geredresfeerd, en dat zij mitsdien niet onvoegzaam oordeelen om aan derzelver aandagt te be-s yeelen de volgende Gonfideratien. ifte. Of het niet nuttig zoude zijn een gedeelte der Manfcbappen, welke volgens bet overgegeven Ontwerp uit de Schutterij zullen uitvallen, op eene andere manier te emploijeeren; bij voorbeeld : Tot verfterking van de Manfcbappen aan de Erandfpuit geaftectueerd; tot eene Brandwacht, ter bezetting van de Poorten, waar van in dat geval de Schutterij zoude kunnen worden geëxcufeerd; of op eenige andere convenabele wijze. ■ 2de. Of het niet ten hoogden noodzakelijk zou zijn om de Vertrekken , tot het verblijf der Schutterij, geduurende derzelver Wachten, gefchikt, zoo veel het locale toelaat, te verbeteren, ten einde daar door de Fatfoenlijkfte Burgers tot het waarnemen der Wachten te animeeren; en of niet behoort te worden gezorgd, dat dezelve Vertrekken, b'ehalven den Ingang onder het Bordes van het Stadhuis, nog van eene andere Vrije Uitgang worde voorzien. 3de. Of niet, tot luider en aanmoediging der Nieuwe Schutterij, aan dezelve eenige geringe Voorrechten bettoprden te worden ingewilligd} yij voorbeeld; Aan.  Aan den Collonel der Schutterij eene Zitplaats in de Kerken, in de Oud-Schepensbank; ^ aan de Officieren en Onder - Officieren , welke hunnen tijd hebben uitgediend, het behoud hunner Plaatfen in de Kerken; aan de Weduwen van Officieren , Onder - Officieren en Schutters , welke geduurende 15. Jaaren in de Schutterij hadden ge-» diend , Vrijdom van Maandgeld. 4de. En eindelijk of niet Heeren Burgemeesteren , bij gelegenheid der vacatuure van den Post van Drilmeester of Adjudant der Schutterij, welke ter Hunner begeeving ftaat, zouden kunnen refolveeren , om voortaan twee Adjudanten of Drilmeesters aan te ftellen, ten einde daar door de Exercitie der Schutterij gefaciliteerd werde. Dat zij Heeren Gecommitteerden met de evengemelde Confideratien dit Hun Rapport, zouden kunnen befluiten, indien zij niet nodig oordeelden als nog deze Vergadering te moeten onderhouden over een point, het welk niet minder door de acquiteit, als het belang van zoo veele Perfoonen , als daar bij zijn geinterresfeerd, de ferieufe attentie van deze Gecombineerde Vergadering mcr riteert: zij bedoelen de admisfie van Roomschgezinde Schutters tot de refpective Officiers-Posten in de Schutterij. — Zij hadden gaarn gewenscht hieromtrent aan de zoo regtmatige doleantien, in ds Memorie van Gebreken door P. Stolker, C. S, 5 voor-  'X «8 * X voorkomende, te hebben kunnen voldoen ; . en daar zij dezelven ten hoogften billijken, temogen advifeeren , om ook ten dezen de oude overblijffels van intolerantie en wrevelige Religie-haat weg te nemen; doch zij moeten bekennen eene zwarigheid te hebben gevonden, die zij niet kunnen nalaten tefïens voor deze Vergadering open te leggen, bier Hl beftaande: dat bij eene Refolutie van de Vroedfchap dezer Stad, in dato 28. April [725., de Roomschgezinden niet alleen van alle Ampten, Olhcien en Beneficiën worden uitgefloten; maar dat dit Verbod ook wordt geextendeerd, tot de Posten van Officieren van de Burger-Wacht, mitsgaders Tambours en andere Bedienden daar aan behoorende. 1 Dit zij Heeren Gecommitteerden , zich niet zullen elargeeren over deze Refolutie, noch over de Applicabiliteit der gronden, welke voor 60. Jaren aanleiding tot het neemen derzelve mogen gegeven hebben, op de tegenwoordige tijdsomfrandigheden ; maar zich vergenoegen in ernftige overweeging te geven, of niet thans, bij eene totale hervorming der Schutterij, de gepaste gelegenheid geboren is, om te effectueeren, dat aan Burgers, die gewillig alle Lasten dragen, om Land en Stad te onderhouden , en zich in dezen ook geneegen en volijverig toonen met hunne Mede - Burgers voor de veiligheid dezer Stad te waken, niet langer  ):( ai8 aa ):( ger die Voorrechten onthouden worden, waarop zij een billijke en wettige aanfpraak maken; en daar door weggenomen die hatelijke onderfcheidingen, welke meer als te lang een ongepast en ongelukkig mistrouwen gevoed hebben. Dat zij Heeren Gecommitteerden, hiermede vertrouwende aan de intentie der Vergadering te hebben voldaan, dit hun Rapport befluiten met dezen oprechten wensch, dat Rotterdam, in eene wel ingerichte Schutterij, fpoedig een Waarborg harer veiligheid en inwendige rust vinden moge. De Heeren de Loches, van Tzendoorn en van Zuylen van Nyevelt, zich. bij het Rapport der gehouden Befoignes, op heden door hunne MedeGecommitteerden , over de Redresfen en Verbeteringen der Schutterij dezer Stad uitgebragt, niet hebbende kunnen voegen, hebben mitsdien voor hun Rapport ter Vergadering voorgedragen. Dat reeds bij den aanvang van de voorfchreve Befoignes, wanneer als een prasalabel point de Disfolutie van de Schutterij, en «ene erectie van 24. Compagnien is voorgefteld, door hun is gedeclareerd, dat zij Heeren Gecommitteerden in het begrip ftonden, dat niet eene gantfche verandering, maar eene gepaste Verbetering, niet eene geheele Vernietiging van de thans fubfiftee- ren-  rende Schutterij, maar een Redres der abuijzen, welke in dezelve zouden worden bevonden , als het principe en fundament der Befoignes, in het oog behoorden gehouden te worden. Dat de Meerderheid der Leden van het Befoigne in een ander begrip ftaande, zonder dit principe geheel te rejecteeren, hetzelve van den beginnen wel heeft gecontefteerd, en) geduurende den loop der deliberatien wel heeft blijven contesteeren, doch niet dan bij refumptie der gehoudene deliberatien, tegen 't gemelde principe aan , finaal heeft gerefolveerd , om aan U Ed. Mog. en Ed. Gr. Achtb, te advifeeren, voor eene Disfolutie van de tegenwoordige Schutterij, en eene erectie van vier-en-twintig Compagnien. Dat de onzekerheid van den grondflag, op welken de deliberatien over eene materie van dat belang moesten rouleeren , ben , geduurende den loop der gemelde deliberatien , meer dan eens heeft doen infteeren, dat deswegens een' vasten en zekerder voet mogt wntdcu bcp;ali, dan dat zij Heeren Gecommitteerden zulks niet hebbende kunnen verkrijgen, hunne gedachten, roet inhxfie van hun bevoorens geoiantlelleerd principe, op veele der in deliberatie gebragt wordende pointen, wel hebben geuit, doch geenzins hebben tocgeftemd in eenige conclufien, in zoo verre die relatief zijn tot eene geheele Yernu-tiging, of ccrc to-  ):( ai8 cc ):( totaale Verandering der thans fubfifteerende Schutterij. Dat zij Heeren Gecommitteerden voorzich van gedachten zijn geweest, dat, ten minden vooreerst, tot eene proeve, in dezer Stads-Schutterij behoorden te worden ingevoerd, alle zoodanige Veranderingen en Verbeeteringen, als met behoud van haare Conftitutie , de tegenwoordige gefteldheid derzelve zoude mogen vereifchen, naardien het Hun Heeren Gecommitteerden is voorgekomen , dat door eene totaale Vernietiging derzelve , en eene erectie van 24. Compagnien, de rust en het onderling vertrouwen binnen deze Stad, niet zouden worden bevorderd. Dat zij Heeren Gecommitteerden, dienvolgens vermeenen, voor hun Advis, ter Vergadering van U Ed. Mog. en Ed. Gr. Achtb. te moeten uitbrengen. Dat ten fine voorfz., conform het op den 5. Julij laatstleden wettig uitgebragt Advis van den Grooten Krijgsraad dezer Stad, binnen een zekeren te bepalen tijd, van gemelden Grooten Krijgsraad , of wel van Collonellen en Capiteinen der Schutterij , zoude behooren te worden gerequïreerd opgave van alle zoodanige nodige Redresfen en Verbeeteringen , als met inftandhouding der 12. Compagnien, en de tegenwoordige qualiteiten der refpective Capiteinen, (zoo als de Schut-  ):( 2i8 dd ):( Schutterij nu zedert 100. Jaren is geconftitueerd geweest,) in de beheering en verdeeling van de voorfchreve Compagnien, en in de principale pointen van dienst , gevoeglijk zouden kunnen worden geintroduceerd en in train gebragt, ten einde, na examen en overweeging van dezelven, als dan te refolveeren , zoo als bevonden zal worden te behooren.  X 419 X Litt, V. ÉXTRACT uit de Rejo* lutien van de Vroedfchap der Stad Rotterdam, ge* nomen op Den 30. Meij 1672. XDe Heeren Burgemeesteren en Regeerders de* zer Stad , hebben alhier ter Vergadering kennelijk gemaakt, dat de Heeren van de Weth, hebbende een Befoigne aangelegd, omme het ftuk van de Wacht in een goede Ordre en Reglement te brengen van opinie zijn, dat zulks best zoude kunnen werden geëffectueerd en tot een gewenscht Oogmerk gebragt, bijaldien de Leden van de Vroedfchap haar tot Kapiteinen van de Burgerije 'ad wtam zoude willen laten emploijeeren , met dien verftande nogtans bijaldien zijluijden tot Burgemeesterenzoude mogen worden gecreëerd, dat in zulken geval, gedurende de voorfz. hunne Bediening als Burgemeesteren, zijluijden van de actueele Bedieninge als Capitein geëxcufeerd en middelerwijle hunne Compagnien dooreenLieutenant zoude toerde geregeerd: verzoekende daarop te verftaan , de intentie van deze Vergadefinge ende of Dd a de  'X 420 X de Leden van dezelve zig tot die voorfz. functie als Capitein zouden willen laten emploijeren: waarop zijnde gerielibereert, is goedgevonden en verftaan, alvorens daarop te refolveeren de Heeren Sonmans, Kouwenhoven en Fredenburg, te verzoeken en te comroitteeren , gelijk defelven verzogt en gecommitteerd worden mits dezen, omme hef voorfz. wérk door een befoigne met de Heeren Commisfarisfen uit de Weth, nader re examineeren en dezen Vergadering daarop te dienen, van hunne confideratien en advis, omme bij dezelve rapport gehoord, daarop gedelibereerd en gerefolveerd te 'worden, zulks men naar exigentie va» zaken zal bevinden te behooren. COnder ftond) Accordeert met de voorfz, Refolutien. (Lager ftond) Rij mij als Secretaris. ( Was geteekend ) J. van Zuylen van Kyevelt. Litt,  Litt. W. EXTRACT uit de Re^. folutien van de Vroedfchap der Stad Rotterdam, genomen op Den 5. Meij 1673,- JJLmtftelijk gedelibereerd zijnde, of niet dienftig zoude zijn ^ dat het getal van de Capiteinen van de Burgerije van deze Stad, in plaatfe van twaalf tot vier en twintig, ofte meerder getale zoude worden vergroot, zulks dat iedere Compagnie boven de Officieren zoude groot zijn ten minften honderd ofte honderd en tien Koppen : is geoordeeld én goedgevonden dat het voorfz. getal der Capiteinen , door de Heeren van de Weth, zoodanig zal worden vergroot, dat ieder Compagnie zal zijn op honderd ofte honderd en tien Koppen. (Onder ftond) Accordeert met deszelfs Origineel. (Lager ftond) Bij mij als Secretaris. ( Geteekend ) J. van Zuylen van Nyevelt. Dd 3 Litt.  X 422 j:( Litt. X. EXTRACT «// ^ x^» de Vroedfchap der Stad Rotterdam, genomen op1 Den 16. Februarij 1702. CjTehoord het rapport van de Heeren Burgemeesteren en verdere Commisfarisfen, hebbende ingevolge ende tot voldoeninge van de Refolutie, Commisforiaal van den 30. Januarij laatstleden, overlegd en overwogen, of niet een zekere vaste voet zoude konnen en behooren te werden gearresteerd, omtrent het aanftellen, Continueeren of discontinueeren van. de Collonellen en andere Officieren van de Burgerij, die uit deze Vergadering werden geëligeerd. — Is na voorgaande deliberstie goedgevonden ende verftaan , dat de Leden van deze Vergaderinge, jegeisswoordig Officieren van de Burgerij wezende, zullen worden verzogt daarin te willen continueeren dat de deliberatien overhet aanftellen of continueeren van Collonellen zal blijven bij het jegenswoordige gebruik, dat van de Capiteinen uit deze Vergadering genomen, de twee Oudfte in rang als Capiteinen zullen zijn Collonellen van de Burgerije. . Dat bij Burgemeesteren , in der tijd de zaak in de Weth daarü I heen  X 4*3 X heen zal werden gedirigeerd: ten einde altoos zes Capiteinen uit deze Vergadering werden genoo? men, en de vier jongde in rang als Capiteinen van dezelve zes Capiteinen mogen werden aangefteld tot Lieutenant-Collonellen en SergeantenMajors , en dat bij vacature worde aangedeld zoodanigen Heer uit deze Vergadering, als bij deze Vergadering zal worden goedgevonden , daartoe te difpicieeren: dat ten dien einde bij Vacature daartoe verzogt zullen werden de Leden, die in de Vergadering in rang na den Heer die de jongde Sergeant-Major zal wezen, zullen volgen, en zoo alle dezelve zich mogten excufeeren, het jongde Lid van deze Vergaderinge daartoe zal zijn geobligeerd; en wijders in achtinge genomen zijnde, dat de Heer B'dloo, zijnde de jongde in deze Vergadering, te vooren was Capitein van de Burgerije , is goedgevonden en verdaan, dat de zaak in de Weth, daar heen zal worden gederigeerd, ten einde den gemelden Heer Bidloo, tot Sergeant-Major mag worden aangedeld. (Onder dond) Accordeert met de voorfz, Refolutien. (Lager dond) Bij mij als Secretaris. (Was geteekend ) y. van Zuylen van Nyevelt. Litt.  X 4*4 X Litt. Y. EXTRACT uit de Refolutien van de Vroedfchap der Stad Rotterdam, genomen op Den 9. April 1714. -3Es gehoord het rapport van de Heeren Burgemeesteren en verdere Commisfarisfen, hebbende ingevolge ende tot voldocninge van de Refolutie commisforiaal van den 11. Maart 1713 , overlegd cn overwogen, of het Tractement van vijftien honderd Guldens 's jaars , aan Collonellen en Capiteinen, bij Refolutie van deze Vergadering van den 10. Februarij 1653. toegelegd , niet behoorde te worden verhoogd, tot verval van extraordinaris Onkosten, die zoo uit hoofde van het jaarlijks Drillen, als anderzints genoodzaakt zijn te fupporteeren : Waarop gedelibereerd zijnde , is goedgevonden en verftaan, dat het gemelde Tractement van vijftien honderd Guldens *s jaars , zal worden verhoogd op drie honderd Guldens 'sjaars, ingang nemende den Eerde November, des voorledene jaars 1713., met dien verllande, dat nooit eenige extraordinaris fübfidie, onde wat pretext het mogte wezen, aan de Collonellen en Capiteinen zal worden toegedaan. (Onder dond) Accordeert met de voorfz Refolutien. Bij mij als Secretaris ( Was geteekend ) y. van Zuylen van Nyevelt* Einde van het Vijfde Deel,