VERHEERLYKT E N VERLICHT ROTTERDAM.   VERHEERLTKT E N VERLICHT M O TT JE 21 JD '&èÈï o f BESCH RTVING DER PLECHTIGÈ ILLUMÏNATIEN en DECORATIE!^, Welken binnen voornoemde Stad hs ben plaats gehad, den 8ften Maart 1788. TWEEDE STUK, Met PtAATEN. Te ROTTERDAM, By NICOLAAS CORNEL, Drukker Ü Boekverkoopef, op dë MeeïrtV   TWMEJDE XTNT DER INTEEKENAREN. A. A alen (A. van) te Rotterdam. Alberts (J.) te Rotterdam. B. Baaien (Pieter van) te Rotterdam, 2 Exempl. Best Papier. Baarle (N. van) Fransch en Duitsch, Stads- fchoolmeester te Vlaard ngen. Blok (Bastiaan ; Mr Timmerman te Rotterdam. Blok (Bartholomeus) te Rotterdam, Bresfer^Lj Boekverkooper tot 's Bosch a Exempl. Breur (Maai te) tot Hildegondsberg. C. Cappelle (A. van) tot Berkel. Carter (K.) Commies ter Thefèurie van Zyne Doorluchtige Hoogheid tot 'sHage. A D.  < 3 > D. Dingeipans (A.) te Oudewater. Dubbadcamts (van der Sluis; te Rotterdam Duren (J. van) te Dordrecht. ™tter Best Pap, Fvtfjf J0 ^tend Leeraar ^ Rotterdam. (Jan van) tot Hildegondsberg Evenhuys (M.) Med. Doftor te Dordrecht. G. mS^Ïe^ B^oop,s tot Groot (J. de) Boekverkooper te Delft, a Exempf. H. HBei P^;,V3n '£) TuiniGr in 'C Ha4(KHotdtst ^ "SS83 S&dSchepefltot«' HoogerweriT ( Wed. Domioicus) te Rotterdam; |mfen (J.) te Amfterdam, 3 ÈxcmrA Jongfta (A) te 0^,4 ^. Jo-g  < 3 > Jong (J. de) te Rotterdam. J. D. S. te Rotterdam- K, Kaas (L.) te Rotterdam. Kin (J. ) te Rotterdam. Klis (J.) Boekverkooper te 'sHage, 2 Exempl. Krielaart ( ) even builen Rotterdam. Kouwer.berg (J ) te Bleiswyk. Kuipers (J.) te Rotterdam. L. Laan (Wed Joh. van der) te Rotterdam. Lagemans C Jacob ) Koopmam te Rotterdam. Lil (J. van) Junior, Pakhuysmeester der O. t Comp. te Rotterdam. Luzak en van Damme, Boekverkoopers tot Ley- den, 2 Exempl. M. Maas (S.) te Amflerdam, Moens (R.) Koopman te Rotterdam' O Olften (Andries van) Zakkendrager te Rotterdam. P. Palm (J.) te Amfterdam. • . Poolman (J. G.) Boekverkooper te Schiedam; $ £»emplaaren.  •C 4 >' R. Pee (J. de ) Boekbinder te Rotterdam. Romieux ( M.) in 't Zwaanshals. Rooy (Pietcrde) te Lotterdsm, Best Papier Roüer CM,) te Rotterdam. S. Sampfon CA.) te Rotterdam. Schuit CAO in OQStfrieslarid, 6 Exemplaaren. Steenmeyer (Fre"dO te Rotterdam. Stevens ( Gerardus Kruvdenier Jn 's Hage. Stoel (I) te Rotterdam.' Stolkman ( Sier) Houtkooper onder Hildegondsberg, Best Pa;ier. V Vis f Dirk) Boekverkooper te Rotterdam. Visfer (Pieter) te Rotterdam. Vorfter^W.) Koopman te Rotterdam, BestPapier. Vorfter ( H. ' Boek en Papierverkooper te Doesburg» 7 Exem: laaren. Vlugt (J.de) Boekverkooper te Dordrecht. % Exempiaaren. De Prys van dit WERK voor de INT EEKENAARS. 2? Vel Qrdinair Papier \ ƒ 1\ ft, . . ƒ i - 13 - q De Plaat ...... \ ... ƒ 0 - 6 - o ƒ 1 19-0 22 Vel Best Papier a ƒ 2J ft. . . . ƒ 2 - 15 - o De Plaat ....... . . . ƒ o - 52 - o / 3 - 7-o J*Ö. Fior rf/e niet ingerekend heiben de Prys een derde hoger.  VOORBERICHTE AAN DEN LEZE R. ^J'ndervond' ik immer de waarheid var* het oudeen beleende Spreekwoord: Effen is kwalyk te pas/en, het was by de uitgaaf van het Eerfte Stuk des Werks* wiens Tweede Deel ik thans het genoegen heb mynen geëerden Stad — en Landgenooten aaatebiederi. Toen ik het voorhemen had opgevat, om het Verheerlykt en Verlicht Rotterdam der Waereld medetedeelen, ffcond ik lang in beraad over de wyze, op welke ik zulks, ten meesten genoegen van deszelfs Lez-eren, zou- ten uitvoer brengen. Reeds f hatf  i* VOORBERICHT, had ik befioten, om, zonder eenig byvoegfel, flegts dat geen te doen drukken, 't welk op den heuglyken agtften Maart, des Jaars 1788, binnen de Maasftaden derzelver omtrek by een ieder is te zien geweest; dan, nadatikalle de Vaerzen en Befchryvingen der Illuminatiën en Decoratiën had byéén verzameld, en derzelver groot getal in aanmerking nam, kwam het my voor, dat, wilde ik het écntoonige in het Werk vermyden, ®n de-szelfs lezing, zoo veel mogelyk, veraangenamen, ik myn eerlie befluit moest laten varen, en eenen anderen weg, ter bereikinge van myn oogmerk, inflaan. Ik deelde deze myne gedachte aan een' en ander' myner vrienden, welker oordeel ik vertrouwde, by gelegenheid mede; en hun eenparig gevoelen was, dat, om in dezen naar wens ch •te flagen, ik best zou doen, eenige Aanfchouwers te.i tooneele te voeren, dezelven de onderfcheiden wyken der Stad te laten doorwandelen;» en elk hunner, in zynen ftyi,  VOORBERICHT. ui flyl, naar deszelfsaart en charakter, over het geen hy zag en hoorde te doen fpreken: hier door, meende men, zou 'er eene geduurige verfcheidenheid in het voorflel der zaken plaats hebben, en, wierd zulks wel uitgevoerd, de aangenaamheid by deszelfs lezing niet weinig bevoorderd worden. Myzelven dezen raaihebbende laten welgevallen, floeg ik handen aan 'twerk, ontziende arbeid noch kosten, om het voorgeftelde doel te treffen, met dat gevolg, dat, in weerwil van de onbefchryflyke moeite die 'er aan vast was, om alles in eene behoorlyke orde te brengen, en den veel vuldigen tegenfpoed door de traagheid der drukpersfe en andere omftandigheden veroorzaakt, echter het Eerfte Deel dezes Werks op den door my aan de Intekenaren bepaalden tyd te voorfcbyn kwam. Hetzelve werd vry algemsen met genoegen ontvangen en gelezen, waar van de verkoop eener menigte -Afdrukfelen,, boven ■f % hit  W VOORBERICHT. het getal der by my ingetekende tën bewyze ftrckt; dan, het ontbrak echter niet aan zoodanige», die al vry wat tegen het uitgegeven Boekdeel hadden in te brengen. Ee*"ge 'gegronde aanmerkingen, op eene befcheiden wvzeonder het oog gebragt, hoorde ik, met dankbetuiging voor derzelver mededceling, aan. Sommigeni welke aan grilzieke bedilzucht haar ooriprong verfchuldigd waren, werden doormy mee een' lach, an* deren, die uit partydigheid of wangunst voortfproten, met een verachtend fh'lzwygen beantwoord. En aan dit laatfte zou ik my, by voortduuring, hebben blyven houden, te meer, daar het nog dagelyks toenemend vertier my ten vollen overtuigde van de krachtloosheid der pogingen, die fommigen aanwenden, om het algemeen eenen afkeer tegen dit Werk in te boezemen, ware het niet geweest, dat ik, na bedaard overleg, om voldoende redenen, raadfaamst hadde geoordeeld, myne ftiizwygenheidaf- te  VOORBERICHT. v tebreken, en de geopperde bedenkingen, zoo verre ik zulks zou goedvinden, te beantwoorden. Ik befloot des, om, by de uitgaaf van het Tweede Deel, niet alleen de misftellingen, welken in het Eerfte Deel waren [ingeflopen, naauwkeurig te verbeteren; maar tevens in het Bericht, 't welk ik voornemens was voor hetzelve te plaatzen, myn Werk, op eene befcheiden wyze, tegen de ingebragte bezwaren te verdedigen, Vergun my dan, Waarde Lezer! dat'ik U thans eenige oogenblikken met de uitvoeringe van dit myn befluit moge bezig houden. Sommigen der my voorgekomen Bedenkingen hebben hare betrekking op de Befchryving, welke ik voor het Eerfte Deel geplaatst heb, anderen raken hst Werk. zelf, t 3 Men  ri VOORBERICHT. Men zegt: In de Befchryving vindt men meestal zaken, die een y der weet, en welken bet der halven niet noodzaaklyk was door den Druk gemeen te maken. Dan, Waarde Lezer! indien alle Gefchiedfchryvers eens op deze wyze hadden gere. denkaveld: Deze zaken zyn thans vry algemeen Bekend; derhalven is 'r niet noodzaaklyk dezelven te boek te flellen: ik bid U, wat zou 'er toch van alle die Gebeurenisfen, onder'zoo veel onderfcheiden Volkeren voorgevallen, en welker kennis nu tot ons is overgekomen, geworden zyn? Zy zouden in de onwetenheid begraven liggen, én nimmer zouden wy desaangaande eenige kundigheid ontvangen hebben. Schryft men alleen voor het tegenwoordige Geflacht, of gefchiedt zulks ook ten nutte van de Nakomelingen? Of zou men dezen willen onkundig laten, aangaande de geduchte rampen, die ons dierbaar Vaderland  VOORBERICHT. vit land in den laatstverloopen tyd getroffen hebben; aangaande den hoon, de onderdrukking en vervolging, die de Zoodanigen 7 welken de gevestigde Regeringsvorm van ons Gemeenebest ftandvastig bleven aankleven , en openlyk voor het Doorluchtig Oranjehuis uitkwamen, van eene naar verandering ftaande menigte hebben moeten ondergaan? Zou men dezen willen onkundig laten, van de zoo onverwachte als ongedachte wyze, op welke de God onzer Vaderen het Land gered, de onderdrukten verlost, en hunne tegenftrevers befchaamd heeft? Behalven dat, moet ook de aandenk aan dit alles, zelfs onder het tegenwoordige Geflacht, niet geduurig worden levendig gehouden? Wordt ons daar door de duure verplichting, die wy aan God', en, naast Hem, aan de gezegende Werktuigen, die in zyne hand als Middelen ter onzer verlosfmge gediend hebben, niet geduurig t 4 voor  VOORBERICHT. voor oogen gefield? Kan zulks ons niet tot eene aanhoudende dankbaarheid opwekken; en tevens aan eene ongelukkig misleide, en «u haren misflag betreurende, menigte, ten behoedmiddel verftrekken, om in het vervolg uit eigen oogen te zien, en zich niet meer door de fchoonfchynende redenen van bun, welke den ondergang van Land en Kerk bedoelen, te laten voorinnemen. tylen zegt, in de tweede plaats: 'Er flaan verfcheiden onwaarheden in dezelve. Hier op dient: het is mogelyk dat, uit hoofde van verkeerd of gebrekkig bericht, 'er het een of ander in de Befchryving of in 't Werk zelf zal gevonden worden, 't welk juist, in alle de byzonderheden, zoo niet zal hebben plaats gehad, als men zulks zal vinden opgege- ■ venj  VOORBERICHT. IX ven; — en in welke Gefchied verhalen vindt men niet min of meer van den toedragt der zaken afwykende opgaven? — Dan , men zal in de befchryving, of in 't Werk zelf, geenenmisflag aantreffen, welke zyn oorfprong aan een opzettelyk voornemen om den Lezeq te willen misleiden verfchuldigd is; neen : myn oogmerk is fteeds geweest, om in alles der waarheid hulde te doen: en hierom verzocht ik ook, by herhaling, in de Nieuwspapieren, dat, zoo iemand eene of andere misftelling in het Werk aantroffe, hy my dezelve zou aanwyzen, dewyl ik voornemens was, om, by de uitgaaf van het Tweede Deel, de feilen, in het Eerfte Stuk des Werks m geflopen, op te geven, en te verbeteren: gelyk zulks nu ook in eene Lyst, agter dit Voorbericht geplaatst, ten aanzien van de meest in 't oog loopende gebreken, door my gefchiedt. ■f 5 Men  x VOORBERICHT. Men zegt, in de 3de plaats: Laat het al eens grootendeels waarheid zyn, wat in de Befchryving voorkomt: #L Ie waarheid moet juist niet gezegd worden. y Waar op ik antwoord, dat ik het laatfle gedeelte dezer aanmerking volmondig toefta , en evendaaröm myzelven , by het opftellen der Befchryvinge aan dezen regel gehouden heb. Hadde ik toch alle waarheid willen te boek Hellen , 'er zou nog al vry wat doormy geplaatst zyn, dat nu is agter gebleven. — Maar, dewyl ik, aan den eenen kant, van oordeel was, dat veelen myner Tydgenooten weinig fmaaks zouden vinden in de gemeenmaking van fommige woorden en daden , welken hen voor eeuwig by de Nakomelingfchap met eene zwarte kole zou. den tekenen, en ik, aan de anderezyde, de by aanvang bedarende gemoederen der Zulken , die voorheen de flagtöffers der verst*  VOORBERICHT. xr verstgaande dwingelandy geweest waren, niet op nieuws wilde gaande maken, vergenoegde ik my, flechts eenige trekken der gepleegde mishandelingen ter neder te flellen, en my breedvoerigst te bepalen, by eene zaaklyke opgaaf van dat geen, 't welk ik in eigen perfoon, zoo geduurende den gantfchen tyd der beroeringe, als inzonderheid in de. drie laatlte dagen, welken de heuglyke Omwending van zaken voorafgingen, had moeten ondergaan. Eene vierde Aanmerking betreft de Taaifeilen, welke, zoo in 't Werk zelf, als als in de Befchryving voorkomen. Ik zal de vryheid nemen, om raynen Lezeren een daar toe betreklyk Gefchrife medetedeelen, door zeker' Nederduitsch' Schoolmeester, wiens naam ik nog om redenen verzwyg, aan my toegezonden. — En zulks, ("O om dat hetzelve in zich bevat een kort famenftel van alle de Taaifeilen, welke my in het uitgegeven Boekdeel  xii VOORBERICHT. deel zyn aangewezen. OJ) Om door dien weg den geleerden Schryver in het alöm verfpreiden van het aan my mededeelen zyner Aanmerkingen, zoo veel mogelyk de behulpzame hand te bieden. (3) Ten einde daar door den Lezer in ftaat te ftellen, om des te beter te kunnen oordeelen , over de rechtmatigheid myner dankbetuiging, welke ik thans in 't openbaar aan dezen grooten Taalkenner doe, wegens de moeite, die het hem beliefd heeft te nemen, om my zyn leerzame Aanmerkingen, zoo vriendlyk als zonder eenigen fchyn van verwaandheid , medetedeelen. Het Gefchrift is, zonder verminking van één éénig woord, letter , fchriffchei- of klankteken, van dezen inhoud: Mynbeer! Het werk: Verheerlykt en Verlicht Rotterdam , op welk ik méde ingetékend hek , komt  VOORBERICHT. 'xiii konit my in zulk tenen jlechten fchryfjiyl, ongelukkige /peiling , (ik doel byzonder op de Vóórrede) wanwoord/chikking en dieponkundige fchfiftfcheiding, vóór , dat ik gaarne mynen naam zag uitgefchrapt; 'er word geen onder/cheid gemaakt tusfchen de werkende en bewerktwordende Per/onen niet alleen, maar /oms, gelyk op pag. 3 2 in de vóórréde , ganscb contrarie ; Van eenig Burger: éven als of het woord Bïïrger hier werkte; daar het nochtans bewerkt wordende vóórkomt : en 2 Régels lager : daü den Krygsraad ; dit is bewerktwordende, fiiettegenflaande Krygsraad bier de werker is: en verder ; hoe geweldig en wilkeurig zy gewoon was: Zy moest hier hy zyn, wyl '■ Krygsraad een manlyk , en geenzins een vrouwelyk woord is. Welke in het ooghopende Fouten! en wel, byna régel op régel, in een werk, daar men zo breed/prakig van opgaf. We zeggen met Boileau: Laat in uw fchrift de Taal geheiligd wé-  Jiv VOORBERICHT. wezen; Hoe ge ook den teugel vierd! 'K wil nimmer wanfpraak lézen. Men heeft ook mynen Vóórnaam Kornélis wilkeurig veranderd in Korn. welk wel Ks. had kunnen zyn; maar nooit Korn, als firydende met de kracht onzer tans ver* hêven Taal. Wilden we U, Mynheerl alle Fouten, in dit Werk vóórkomende , aanwyzen , we Zouden het ganfibe Boek moeten verfchryVtn-: alleenig - zeggen wy nog -, Jat de meeste Deelwoorden, namelyk de Werkenden, tem N agter zich hebben , welke in alle Spraakkunstfchryvers te vergeefscb zou ge. zocht wérden; gelyk op pag. 2 in de Voorréde: Z. D. H. Willem ten (dit moest al wéderom de zyn) overléden zynden : dit Deelwoord , afgeleid van het Hulpwoord zyn, zynden moet zynde zyn, gdyk op de volgende pagina, de herroeping onmagtbaar zynde , en néderwaurds , dit diende de Faclie niet: vervolgens op pag. 4; als zynden  VOORBERICHT. xv den eenen Üitlander, welk zyn moest: zynde een Üitlander. Zy nu eens zo goed, Mynheer! van aan Brenger dézes te zeggen, of Ge al of niet mynen Naam, hetrekbaar tot de Intékeniug, zal rójéren Mynheer! Uw Dzü. Br. mz. Wat zal ik nu, Waarde Lezer! op dit alles antwoorden ? — Zal ik met alle de onderdanigheid, welke een Boekverkooper aan een' Schoolmeester verfchuldigd is , onder belofte van beter optepas* fen , om verfchooning vragen ? ■— Misfchien ware zoodanig in dezen best gehandeld, ten einde in 't vervolg geen gevaar te loopen van nog heviger beftraft, of wel met de fchoolmeesterlyke plak of tuchtroede gekastyd te worden. — Dan, in hope, dat zyn Hooggeleerde niet minder befcheiden dan taalkundig zy , vervryrnoedig ik my, om met den verfchuldig- den  xvi voorbericht! den eerbied, zynen Meesterlyken Zetel té' naderen, en Hem, ter myner veröntfchuk diginge, het volgende voortedragen. (i) Dat ik, tot myn leedwezen, moét bekennen weinig kundigheid te hebben van het regelmatige onzer Nederlandfohe Sprake/ (i) Dat de Befchryving met veel overhaastige door my is opgefteld, ten einde op den bepaalden tyd het Eerfte Deel te kunnen afleveren, zynde door famenloopende omftandigheden verhinderd geworden, om dezelve vroegtydiger te vervaardigen. „ Enr" (op dat ik my een orgen^ blik tot deff Berichtfchryver zeiven keere,_) „ zou dit laatfte, Hooggeleerde Man! geen verfchooning voor my verwerven, „ by U, die, (het zy riiet allen eerbied „ gezegd,) uit dien zelfden hoofde, (uit -„ overhaasting naamlyk,^ hier en daarin „ uw Gefchrift,' tegen de fchoonheid en a regelmatigheid onzer Moedertaie fchynt a ge-  VOORBERICHT. XVI r „ gezondigd te hebben. — Wie toch zou „ aan onkunde durven toefchryven, (i^dat „ Gy Uzelven, meer dan ééns, het bezi„ gen van Onduitfche of zoogenaamde „ Bastaartvvoorden veroorlooft, daar onze „ Taalkenners, derzelver gebruik, wegens „ den rykdom onzer Moederfprake, niet „ alleen onnoodig, maar ook ten eenemaal „ verwerpelyk keuren. „ (a) Dat Gy den onvolmaakt voorleden „ Tyd der Aantaonende, in plaats van dien „ der Aanvoegende Wyze gebruikt, fchry„ vende: dat ik gaarne mynen naam ZAG „ uitgefchrapt; welk zag, indien ik wel on„ derricht ben , zage, zag", zou zien of „ zoude zien had behooren te wezen. (3) „ Dat Gy het woord onmogelyk, door „ my in de Befchryving, bladz. 3, ge„ bruikt, in.uwGefchrift,Fègel 44, gantsch ,, wilkeurig in onmagtbaar verandert. „ Welk eene zonderlinge herfchepping , Myn Heer ! — Uwe zoo zeer verfynde t t » tong  xviii VOORBERICHT. „ is, buiten twyfel, alleen in Haat, om al het -, fierlyke en nadrukvolle van dit woord te 3, proeven. Zou intusfchen deszelfs gebruik niet ruim zoo veel met de kracht „ onzer thans verheven Taal flryden , als „ het fchryven van Korn. in plaats van 5J Kornelis of K{? „ (4) Dat gy, regel 49, in de Gebit- dende Wyze een Enkelvouwig gebruikt, „ V welk in alle Spr aakkunstfchry vers te „ vergeefs zou gezogt worden; fchryven„ de: ZY nu eens zoo goed enz; daar im„ mers alle Taalkenners het hulpwoord „ Zyn, in de voornoemde buiging, door „ Wees of Zyt , doch nimmer door Zy „ uitdrukken. „ C5) Dat Gy U in de buiging van „ het Werkwoord rojeeren zoo aanmerk e„ lyk vergist, fchryvende: Zy nu eens zoo „ goed, Myn Heer ! van aan Brenger di5, zes te zeggen , of Ge al of niet mynen naam — ZAL ro'jéren; daar de minfte s, uwer  VOORBERICHT. xix 3, uwer Leerlingen, in de Tydvoeging der „ Werkwoorden ondenvezcn, en mee be3, hoorlyken aandacht werkende, hier in „ den toekomenden tyd niet zal, maar 3, zult zou fchryven. „ (6) Eindelyk, dat Gy den medeklin3, her j, in 't laatstgenoemde werkwoord „ rojeeren, met twee klankflippen tekent; „ daar immers het SPELDEBOEK DER ., VORSTELYKE KINDEREN , een „ Werkje» 't welk men den eerstbeginnen„ den Leerlingen in handen geeft, ons, s, bladz. 104, onderricht, dat dezelven\ al3, leen boven een' Klinker moeten geplaatst „ worden. „ Zou ik, op myne beurt, hier niet „ kunnen uitroepen : welke in het oog „ hopende Fouten l en wel in een Ge„ fchrift , waar in men zoo breedvoerig 3, eens anders misflagen opgeeft en bejlraft. —3, Zou ik, met zeker' Dichter, niet mo= „ gen zeggen: t t 2 # ' My»  xx VOORBERICHT. 1 Myn Vriend! berisp in andren niet * Een kwaad, dat door Uzelf gefchiedtJ- ,, Dan, ik wil aan myzelven gelyk bly,-, ven, de befcheidenheid jegens U aan„ houdend in acht nemen; en toch voor- al onder het oog houden, dat ik deze „ uwe misgrepen niet aan onkunde, maar 5, alleen aan overyling toe fchryve." Als eene derde reden, ter myner ont. fchuldiginge, merk ik aan , dat hy , die het werk zelf van de aanflootlykfte Taalfeiten gezuiverd heeft, zulks niet alleen in de Befchryving veronachtzaamd, maar zelfs, doorm'sverftand, devzelver getal daar in aanmerkelyk vergroot heeft. (4) Dat men de Taalfeilen, in fommige befchryvingen der Illuminatiën voorkomende , niet. my moet wyten, maar aan hun, welken dezelven dus hebben opgegeven , met byvoeging , dat, NB. geen Letter of Jota in dezelven mogt veranderd •worden. (5)  VOORBERICHT. XXI (5) Dat ik aanvanglyk reeds zorg heb gedragen, om ftyl en fpelling in dit Voorbericht een weinig te verbeteren , en in 't vervolg de zuiverheid der Tale , zoo verre tyd en bekwaamheid zulks dulden , hope in acht te nemen. Terwyl ik echter vriendiyk verfchooning verzoek, indien er wederom in dit Tweede Deel eemge Taalkundige misflagen gevonden worden ; daar ik , door veelvuldige bezigheden niet alles zelf kunnende verrichten, al dikwyls het verbeteren deidrukproeven aan een' ander' moet toevertrouwen. Men zegt, in de vyfde plaats: Het Werk is opgevuld met laage JlraattaaV. Hier op dient ten antwoord : Ik (tem gaarne toe, dat 'er verfcheiden gezegden t f 3 i»  xxn VOORBERICHT. in voorkomen, welken men in een' hefchaafder' ftyl had kunnen ter neder Hellen ; doch zou men, door dus te handelen, wel aan het oogmerk beantwoord hebben ? Had men zich niet voorgeileld , om onderfcheiden Wandelaars, en wel elk hunner overëenkoomfdg zyne denkwyze, te laten 'fpreken; moesten hier uit niet verfchillende famenforaken geboren worden; in welken, wilde men snderfms het eigenaamge behouden, een Boer zich als Boer, en een Edelman zich als Edelman moest doen hooien. Maar, zegt een zesde: Waarom niet maar alleen de Decoratiën en llluminatiën opgegeven : waartoe hadden wy die Samenfpraken noodig? Ik antwoord, dat deze laatfcen zouden hebben kunnen agter b-lyven; doch by den invang van dit Voorbericht, heb ik de ' re-  VOORBERICHT. xxiii redenen opgegeven, waarom ik verkoos dezelven tusfchen het voorftel der eerst- gemelden intevoegen. Is intusfchen iemand , uit deze of geene oorzake*, ongenegen, om de Samenfpraken te lezen , hy ga dezelven voorby , zullende dit der vloeiende lezinge van het Werk zelf in geenen deele hinderlyk zyn. Een zevende zegt; Het werk moest zediger zyn opgejïeld. Ten antwoord dient, dat ik niet weet, dat 'er grove feilen, welken de Zedekunde beledigen, in hetzelve voorkomen. — Elke zaak moet overëenkomftig derzei vejf natuur behandeld worden. — Een zedekundig werk in dezen ftyl te fchryven zou misfehien even zo verkeerd gehandeld zyn , als gemoedlyke dingen in een ft.uk f t 4 van  XXIV VOORBERICHT. van dezen aart voorteftellen. — Is welligt iemand door eene of andere niet zeer befchaafde uitdrukking geërgerd, zulks doet my leed. —— Intusfchen heb ik zorg gedragen , om het Tweede Deel van voeren af aan te doorbladeren , en door een en ander gezegde, 't welk, verkeerd wordende opgevat, aanleiding tot ergernis zou kunnen geven, de pen te halen, alvoorens hetzelve ter persfe te bezorgen. Een ander is wederom van een tegenövergefleld gevoelen, en zegt: Men moest de zoogenaamde Vryheidszoonen meer gehekeld hebben. Dan men houde onder het oog , dat myn oogmerk niet was, om een hekelfchrift op te (lellen; maar alleen den akeligen toeftand , uit welken wy verlost zyn , fchetswyze voor te dragen. Al-  VOORBERICHT. xxv Altefcherpe berispingen verbeteren zelden ; maar ftrckken doorgaans om de verbittering te fterker aan te vuuren. Lieden die wat heethoofdig van geitel zyn , mogen in dit laat/te vermaak vinden; dan hy, die weldenkt blyft het gebruik van alle daar toe leidende middelen , als hoogstlaakbaar befchouwen. — Ik heb reeds in myn antwoord op de derde Aanmerking gezegd, waarom ik niet verkoos in fommige byzonderheden breeder uitteweiden , en ik twyffel geen oogenblik , of hy, die rust en vrede boven twist en tweedragt verkiest, zal in dezen met my dezelfde gevoelens koesteren. — Nog zegt men: Dit Werk is door eenen nieuwerwetfcben Patriot opgejield. Dit gezegde raakt en my, entevens hem, t t 5 aan  VOORBERICHT. aan wien ik het verbeteren der drukproeven van dit Werk toevertrouw, die ook gedeeltelyk deszelfs Schryver is. — Wat myn perfoon betreft. — Zou het ook eenigfins noodzaaklyk zyn , myzelven tegen zulk éene aantyging te verdedigen ? Zyn allen , die my kennen , niet van het tegendeel dezer befchuldiging ten mynen aanzien overtuigd? Levert myn gedrag, gecuurende den gantfehen tyd der beroeringe, geenc bewyzenopvan het tegenövergetfelde? Strekt dat geen, 't welk my, volgens de Befchryving, voor het Eerfte Deel dezes werks geplaatst, is overgekomen , friet ten onwraakbaren getuigen van de ongegrondheid dezer Stelling ? — In plaats .dan, van myne rechtmatige gevoeligheid te toonen jegens de zoodanigen, die, uit wangunst en eigenbelang , dit alom verfpreiden, wil ik hen liever beklagen, naardien zy tyd en arbeid in dezen gantsch yr-uchtsloos vergillen. En  VOORBERICHT. xxvn • En ten aanzien van hem, die gedeelte^ jyk de Schryver van dit Werk is, en aan , wien ik het verbeteren der drukproeven toe vertrouw. Voor zoo verre de kennis, die wy van iemands gedrag hebben, ter regeling van ons oordeel over den zoodanïnigen kan ftrekken , moet ik ook dezen van den hem aangewreven laster vryfpreken. Nimmer toch zyn my eenige redenen voorgekomen , welken aanleiding tot de gegrondheid dezer befchuldiging zouden hebben kunnen geven. — 't Is waar, hy is in de dagen der verdrukking niet openlyk voor de goede Zaak uitgekomen; dan , hoe veel honderden, die wy thans als oprechte aanklevers van onzen Vorst kennen en achten, Honden toen met hem in dezen opzichte gelyk? En heeft hy nooit de belangens der Weidenkenden door het tekenen der Verzoekfchriften onderlïeund ; 'er zyn ook geene bewyzen i voor handen , dat hy die hunner tegenaan-  xxviii VOORBERICHT. ftanderen , door dit of eenig ander middel, heeft helpen bevoorderen. Eindelyk men zegt: Wilk een aantal Vaerzen heeft men voor het werk geplaatst : verraadt zulks maar met alteveel het zoeken van een ongeoorloofd eigenbelang? Dan.het laatstgenoemde was in dezen geenfins myne dryfveêr. By toeval is de menigte van gedichten voor het Eer/te Deel geplaatst, aanmerklyk uitgedyd. En fchoon verre de meesten overwaardig zyn om gelezen te worden , en verfcheiden Lieden my hunne erkentenis, wegens derzelver mededeeling, betuigen, heb ik echter die , welken ter plaatfing voor het Tweede Deel gefchikt waren, agter gelaten , ten einde bovengeftelde bedenking eensklaps aftefnyden. Zie  VOORBERICHT. xxix Zie daar, Geachte Lezer! het geen ik ter beantvvoordinge van zoo veel'onder, fcheiden , en dikwerf tegen elkander' inloopende, aanmerkingen had voor te dragen. — Ik zal thans uw reeds te lang gerekt geduld niets meer vergen. Lees dit Tweede Stuk met dat genoegen , 't welk verfcheiden Lieden, naar hunne betuiging , by het doorlezen van het eerde Stuk gefmaakt hebben. ■ Vindt Gy by deszelfs doorbladering, het een of ander, dat U niet voldoet, houd onder het oog , dat 's Menfchen beste werk, hier beneden, aan onvolmaaktheden onderhevig blyft. — Treft gy hier of daar grove misftelüngen aan, deel dezelven onbefchroomd mede; en Gy kunt verzekert zyn, dat die zullen verbeterd worden in het Derde Deel dezes Werk, met welks uitgave ik voortga allen mogelyken fpoed te maken. NICOLAAS CORNEL.   AENWYZING. E N VERBETERING, DER MISSTELLINGEN, Welken in het Ifte. Deel gevonden worden. In de Naemlyst der Inteekenaren. Pag. 3. ftaet Regel 18. Burgerhout en Zoon >moet zyn Burgerhout C- Z. gt _ 2. Onderzoekt de Schrüten, moet zyn de fchriften. , . m. 4. Houwd aen in t Lezen, moet zyn Houd aen &c. , ., . -. 6. J. van der Smisfen, moet zyn Godefridus van der Smis/en. jg, , 23. Veur Q. C.) moet zyn P. F. van der Veur, In de Korte fchets der Befchryving. Pag. 7. ftaet, dat de afte van Confulentfchsp^t t t *9ds  gyds bezworen is; doch ons is by nader oaderrichtgevend verzoek geraden, dit te herroepen , als zynde bezyden de waerheid; om reden, zoo als ons gemeld wordt, dat zyne Hoogheid nimmer die a&e bezworen heeft, maer wel de Hertog , die in handen van den Vorst den Eed afgelegd heeft. Pag. 47. ftaet, dat hare KoninglykeHoogheideerst naer Woerden gebragt is; dan by nader Bericht , 't welk < ns als authenticq wordt opgegeven , blykt het, dat men hare Koninglyke Hoogheid Woerden wel heeft voorgeflagen, maer dat de Vorftin zulks weigerende , van de Goê Jan verwelk/luis ten eersten gereden is naer Schoonhoven. Pag. 60. dat de Weih geheel verward was, — de een ging voort heên , en de ander volgden, &c —— Dan terwyl ons niets aengenamer kan zyn, dan de waerheid hulde te doen, willen wy zeer gaerne, dit gezegde herroepen. Volftrekt niemand AexLedeu van de Weth abfenteerden zich, dan alleen de toenr  ( SS} toénmaligén Hoofd-Officier, de Heer Paulus GliVfRS, Pag 61. Staet, dat de Brievèn van'tPostcomptoir gehaeld wierden. Door eene abufive opgave, of al te ongegronde voorönderftel. ling, beeft de fteller o-: wetende, de direc* tie ten Postcomptoire eenen blaem van verxnoeden opgeiegt, welke volftrekt noodig is, ter fecurireit van commercie of onderhandelingen te herroepen; en wel te meer, Wyl ons by nader onderzoek ten klaerften gebleken is, dat het moet zyn van de Veer en, alzoo zoodanig iets, wat meer is, door dca Uitgever dezes zeiven ondervonden is. In den Bundel Vaerfen. Pag. 27. Staet: Regel 18. Zy V Land" zyn vrucht en bloei enz, moet zyn En 't Land' zyn vrucht, en bloei enz. In de Omfchryving der Illuminatien, Pag. 92. Staen de getalkn 1,2,3,4. misfehieü t t t * hy  (34) by overhaes :ing in 't opnemen, of ander abuis, verkeerdcly c geplaetst: en moeten dus veranderd. N. u blyft N i. 'N°. 2 moet zyn N°. 3. N°. 3. No. 2. N". 4- blyft N°. 4. BYVOEGZELEN, Zoo in het i/?e Deel als wel in dit zde Deel. Op Pagina 68. van de korte fchets der Befchryyinge of Voorrede geplaetst voor het £ery?<; Wordt gefproken van de Roemryke waekzaemheid der Eendrachts Leden, welke in ftand bleef zeggen wy daer, tot den Sften Maert 1788, en als toen door de wettige Regering dezer Stad plechtig' bedankt en aen eenieder der Leden, van wegen de Stad gefchonken wierd: Eene Medaille z-;o van Goud, Verguld als van Zilver, echter allen van één en denzeivdün Stempel: devvyl ons nu na dien tyd de juiste Befchryving derzelver, is ter bande gekomen, als ook twee fraai en zin- Lryke  ( 35 ) ryke Vaersjes op dezelve, mecnen wy onzen Be gunftigers geenen ondiensl te doen door hetzelve alhier ie laten volgen. — D E BESCHRY VING DER MEDAILLE is aldus. Op de Voorzyde ziet men eenen Altaer j in welks Nis te lezen ftaet het woord Eendracht, (zynde de Naem of Zinfpreuk van dit Corps,) daer boven een Kusfen, waerop een Oranjetak ev. ontbloot Zwaerd kruislings gelegen z n, doorflingerd met eenen Olyftak, t teencn krans ge bogen, met dit omfchrift: GEHOUW en GETROUW. Op de Tegenzyde eene Confole of Steunpilaer, waer op het JVapenfchild der Stede Rotterdam, met de Raedsheerlyke Tcekenen en een Rundelpylen, omuingerd met een Festoen, uit Lauwerbladen te zaemgefteld : op een hier afhangend kleed leest men: t t t 3 Er'  Erkentenis voor de bewaerde Rust biinen de Stad, by de Herflellinge van V Lands wettige Con» P'ttutie, Ao. x 7 17 AcnduiJende in zynen zamenbang, boe dat ees Corps vry willige Burgeren, onder de fpreuk Een. dracht, vergaderd op hooge autoriteit, den Vrede en de Rust binnen de Stad, by de herftelling van 's Lands oude Conftitutie, fchoon met het zwaerd in <'e hand, doch in alle zachtmoedigheid, bewacrd; en dus gehouw en getrouw geweest zynde, tot eene Erkentenis aen het zelve is gegeven deze Medaille , welke op expresfen jast van de Ed. Gr. Achtb. Vroedfchap daer toeisvervaerdigd, wae'om men boven aen, ter zyde het wapen, de Letters leest S. C. dat is Senatus ConJulto, of in *t JNederduitsch: op V Raeds befluit. DICHT*  DICHTMATIGE VERKLARING DER VOORENS BESCHREVENE M M JD JL I Z JG. fö* I3it Kostelyk Metaal, o trouwe en dapre Helden ! Pronkt, uwen naam ter eer, met een GEDENKALTAAR; Op dat het Nagedacht uw grootheid moog'vermelden En denken aan de trouw van rottes Burgerschaar. — Voor dit GEDENK-ALTAAR is de EENDRACHTS NAAM te Leezen: Het KUSSEN, bol en zagt, op 't ALTAAR neêr geleid , Verbeeld de zoete rust , naar waarden nooit volpreezen! De fchoone ORANJE TAK , fchets hunn' getrouwigheid, Ei 'T- t t t 4  C 33 ) In 't midden van 't gevaar , voor nassaus stam gebieeken, Toen zy, daer ieJer zweeg , voor het oranje BLOFD, Voor v&yheio| voor het regt, vrymoedig dorsten fpreeken. HST ZWAARD beduid-niet regt, hun kieren heldenmoed! DE GROENE OLYVENTAK TOT EENEN KRANS GEBOOGEN, Verbeeld de lieve vreö , en hoe het waardig hoofd Van yder eendrachts lid , Om Zyn eelaartig poogen, Eene eere krans verdiend; daar niets zyn roem verdoofd, ZyzynaanEEDcn plicht, GEHOUW, GETPvOUW gebleeven Dit WAPENSCHILD verbeeld de stad van ROTTERDAM, DE BUNDELPYLEN, en ook DE ANDERE TEEKENS geeven .Te kennen, dat den raad , met vreugd die trouw vernam; Die heeden word beloond door' eraave burgervaad'ren.De TEEK: NS VAN DEN RAAD, zyn met een eraay festoen, (Zeer  C3SO CZecrCierlylv'tzanmscllolduic GROENE LAUWER-' ELAAD'REN) Omflingcrd; en op 't KLEED (hoe ook de nyb moog' wocn,) Leest men , in 't £aatnenhang , de zin van deeze woorden: ,, Tot eene erkentenis voor die getrouwe schaar, ,, Die, toen Een ivocsten hoop, ons drcygdcn te vermoorden, „ Vol heldenmoed bleev fta.nn in 't shdden van 't gevaar „ En teen , door GODS EESTUUR , en pruis- sciiens LErGER.scii.'a'.lF.n , „ Den Vyand wierd verjaagd, de RUST EEVEYLIGT HEEFT. Bljfa eed kl helden corps ! deeze eereprys be- waaren, \ Dien men OP 'S IHADS. BESLUYT u TOT ERKENTN1S geeft! Leef voor het VADERLAND, voor GODSDIENST, voor DE STAATEN, Voor WILLEM VAN ORANJE , en DE ACHTBRE MAGISTRAAT (De fnoode wrok ten fpytO a's trouwe onderzaaten ! Slyf toonen, dat uw deugd , het Heylooze oproer haat* t t t 5 Z09  Zoo ver de gouden zon heur koesterende Straafen Op 't aardryk nedcrfchiet; zoo ver zal V nageflagt Door Rollende Eeuwen heen, uw groote daan verhaaien , Terwyl des hemels gunst EN ZEEGEN op u Wagr. GOD wille Eens uwen Kruin met eeuwige eerlaurieren, In den onmeetbren Kreits der' stoorlooze eeuwigheid , O da pre heldenstoet! op 't Heerelykst verderen! Zoo word aan mynen wensch verhooring toegezeid! P. BAL. OP DEZELVE MEDAILLE. By derzelver bezichtiging. D e Dankbaerheid, die Hemeltelg! Wil aen den Braven, Fieren Belg, Dit Eermetiiel met vreugd vereeren, Als Lidt der Burget-Sociëteit Wier Eendracht ons de rust bereid'; Wier Moed en Edlen Aart, den ramp wist aftewereu. Dat God met heil, hun doel bekroon', Hun en hun kroost, zyn gunst betoon'; En wy hun Burgermin, naer eisch, naer waerde achtten; Dan blyft in elks Bataeffche Ziel, Wien Rust en Vrede en Vreugd beviel, Htm onuitwisbren Roem, beftendig in gedachten! L. J, B. In  C 41 ) In dit 2de Deel. Op Pagina 8 vind men de Befchryving der De* coratie van de Weduwe Eoxman , en op Pagina 9 die van A. T*esfon ——. Dan, hier tüsfchen beiden, zouden wy die van A. C, Hauck geplaecsc motten hebben, ware jbet niet, dat dezelve ons te laet opgegeven ware; echter willen wy ze onzen Lezeren niet onthouden, maer hun berichten dat dezelve beftont: In een Chasfinet boven de Deur: Verbeeldende eene meenigte van kleene Ster. ren, onder dewelken zeven grootere uifmuntede; in het midden van welke allen , 'er eene nog veel grootere en helder er uitblonk j Hier onder ten Byfchrift: Met Hem flikkeren al de anderen. Even zoo op Bladzyde 17 tot 24 ingefloten, de befchryving der Illuminatie en Decoratie by AisiDRiEs van der Valk op 't Fran. fchen Watertje , agter dewelke in enze wandeling ongetwyveld zoude hebben moe- Cen  C 4* ) ten volgen, die van H. Broedelet School, meester in V Diaconiefchool, daer omtrent; ter andre zyde van V Roozand: dan weder: om by verzuim van tydige opgave, moeten wy ons vergenoegen om dezelve alhier op deze wyze aen het licht te brengen, 't zelve beftond in een C h a s s i K E T. Van boven het wapen zyner Doorluchtige Hoogheid hangende aen eenen Oranjetak rykeiyk met vruchten voorzien; dezen tak flingerden zich rondomme het navolgende Vaersje, en wei in dezer voege: Oranje mag nu Trimnfeeren, . Oranje is nu weêr hsrllcld, Ir «Ju Oranjes Roem was ons begeeren» Oranjes haaters zyn geveld; _ -Oranjes Huis zal nu weêr bloeijen, flL. irlr Oranje blyve altoos in ftand, Oranje zal den t-.yist uitroeijeuj Oranje is voor 't Vaderland. Lyst  r 43) Lyst der vocrnaamfle Drukfeilen, die in het Tweede Deel zyn ingeflopen. Bladz. i. reg. 2, flaat Grooiemarkt, hes Gruote Markt. ■ 12. — 9, flaat eens , eerst , lees eens eerst. — f• < 24. — flaat Coeffeur, hes Coeffeiïn - ■ 34. — 18, flaat Sjufcripton, lees Soufoip- tirn. ——— 35» — 6, flaat donkre, lees donker. 97. — 10, flaat Marchér , Marcher, lees marchez, marchez. ■ 99- — 3> flaat hun, lees hem. ■ — — 4, flaat hunne, lees zyne. •' 102. — a, flaat gebrekkigen, lees gebickk;g- ' 108. — 1, flaat ftaay, lees fraai. ! Io8« — 7, flaat ftaande; hes fluande, ■ 108. — 18, flaat uw', lees uw. —-—» 108. — 23, flaat uw3 hes uw — 109. .—. a, flaat leetst, lees leest. - — 8, een'grooten,/f^e;ngroot. . 122.  (44) Bladz. 128. reg. 10, flaat dezen onzen, lees der© onze. —— 148. — 11, flaat nieuw, lees nieuws. ^ 16B. — 17, flaat meden, lus mede. ■ 169. — 20, flaat dien. lees die. ——- 170. — 10, ftaat een' anderen , lees een ander. ■ 170. — 17, flaat drukten, lees drukte. 180. — 4, ftaat dezen ouden goejen hei deze oude goede. «■ aoo. — 6. y?.7dtf 't werk, lees 't werkt. — 204. — 13, ftaat de Heer, lees den H<*er. < 208. — 8, ftaat voor, lees voort. ■■ 210. — ftaat denzelven, lees dezelve. » 232. — 9, ftaat den anderen, lees de ander. — ■■» 250. i— 7, ftaat legt-den, lees ligt-de. * 257. — 13, ftaat worde, lees worden. Behalveii deze misftellingen , zal de Lezer nog verfcheidenmalen de voor den, en een voor de aan treffen, 't welk hem believe gunüig te verbeteren»  AFBEELDING der ILLUMINATIE . óp a/eb 8 ^T^aa^&7^wc^^  1 »t (jXeeft toch een wonderbaarlyk gezicht \ zie de Grootemarkt eens; 't is één en al licht, van hier tot de Delffche Poort; ziet de Wagenftraat. Je hebt wel donkerder tyên beleeft, KlaesJe. Ja, Jan, 'tis geen goede jagttyd, met zoo veel Flambouwen overal. — Kom, 't Steiger af. — Zie hier, by Coanelis Been, Spek/lager (•). Van boven een' Krans, vastgehouden door twee Engelen: in dewelke, zyne Dotrl. Hoogheid, ftaande agter een Pedeflal, mee A ecu VYFDE f YK.  a VYFDEWYK. een Zwaerd in de hand, 't welk een En* gel overfchaduwt en weerhoud. Aen de rechte zyde van 't Pedeftal een brandend Hart, en ter linker een zwarten Adelaer, waer onder het Prinfe Wapen, met twee gekroonde Leeuwen aen weerskanten, en boven het wapen eene kroon, met een' zwarten Arend, onder welken fiaet, tusfchen 2 roede lintjes: Oranje Boven. Onder 't Wapen: Zyt ue!kom Edele Vorst dm Hemel fpaarl V hel ttvrn. Gy zyt door tut Atbeftier op Nieuw aan ons gegeven. Verfiert met Takken, Oranjebladeren en Alppelen van onderen. Het 2de ChasCnet. Een Krans, waerin de Koning yan Pruyfen overfchaduwd van een' Engel, die in zyne m rechte hand heeft een' vierkanten Vleugel, waar in ftaet. 9%  V Y.F D E W Y K. 3 Viva Oranje. èn onder dien Krans, aen- de rechtehand de Gerechtigheid; ter linkerzyde, een' Engel, hebbende ook een' vleugel in de hand, waer in ftaet: Ons wensch vervuld. En onder dien Krans, nog twee Krartsfen, ter linker en rechter zyde: in eene van dezelven Zyne Hoogheid, ih ds 'and-2 , de Vorjiin, Vérfierl in de ronte met Oranje* takken en Appelen; waar onder ftaat: God [prak tot Pruyfche Forst trek uit na Nederland\ Of hooge Watervloed Neemt frak de Overhand, ■■■ Verfiert van onderen met Oranjetakken en Appelen, . Kranfen, Kranfenl zegt Jan, terwyl Klaes voortfpoed naer Laylig, Poelier en Kok. Ziet hier Een' Oranjeboom met eenen Krans van Vrucht, dragende Oranjetakken. A % tot  4 VYFDE W Y K. Töt Byfchrift: Zoo bloeit deez' lang verdrukten Boom, Tot vreugd van Maas en Rotteflroom. Daer nog by, aen de andere zyde. Een brandend Altaar verfiert met Lofwerk, en een Anker dwars leggende. Aen de rechter kant een Wierookvat, en tusfchen dit en den Akaer een' Bybel; ter andere zyde een Beker, uit denwelken Wyn vloeit. Waer boven ftaet: Dank Ofer* Maer zacht, .... Zegt Jan, par ici, mon Ami, anders komen we weêr op de ouwe plek. «— Zie hier, by de Weduwe H. Blok, Twee Chasjinetten. Het Wapen van zyne Koninglyke Majesteit van pruyfen. Tot Byfchrift: Gantsch  VYFDE WYK. S Gantsch Neêrland wierd Ontrust Door Tweedracht en Geweld: Maar door der Pruyfchen Macht, Is V alles weêr her/leid! Op het andere, het JVapen van zyne Door. luchtige Hoogheid. Tot Byfchrift: Dat onzen harten wensch\ Met vreugden ga gepaard: Nu op deez blyden Dag, De Oranje Forst verjaard. Nu, zie in het midden die Eerepoort, dat's charmant. (•) Dezelve verheelt een vierkante Poort, waar op ftaet eene foort van verheven ontfteken Pyramiden, in de zoogenaamde Lyst van de Poort, ftaet de Maand van zyn Doorluchtige Hoogheid met aenduiding van Prinfe van Oranje, in de Pyraraide ftaet mede Vivat Oranje Boven, namelyk in en. A 3 kei-  6 VYFDEWYK. fcelc'e voorletters. De Wapens van zyne Hoogheid en van de Primes ftaen meden op dezelve, dewelken bewaerd wordon door een Nasfauw's Kleedt ook tusfchen beiden drie Oranje Appelen^ aemJuidende deSpruu ten van V Oranje Huis, met een' Oranje Boom boven op de Poort. Laat ons dwars overfleken Jantje, en op de Vendu aanhouden, by J, v.d. Me r, zie daar een Chasfinet, waai: op 't Pourtrait van Willem den Vyfde, in Medaillon, omvlochten met een'La" riertak, met dit, byfchrift: V'iva Oranje [treeft, Viva Prins Willem leeft, Tot onzer vrtugt gezang, Maar haar tot herten leed, Welk zogten dsor een Eed, Te [meen Z)n' ondergang. Nog een cJasfnct, waerop een Zandloopcr cn ' eene Zeis, verbeeldende den tjd. aen de rechte zyde, de Oranje Zon tusfchen din* kre wolken opkomende, waer by dit: Dt  VYFDE WYK. 7 De tydt Jiaet nimmer Jiil: Zy kent geen maai of -paaien', Want de Oranje Zon, Schiet nu zyn heldre jiraalen. Een derde chasfinet, vertoon ende aen de linker zyde, eene opgaande Oranjezon tusfchen donkre wolken: aen de rechte zyde eenPraiJifchen Adelaar met het Wapen van zyne Hoogheid, met dit byfchrift: By 'f opgaan der Oranjezon, Krygt Nederland zyn Gideon. 't Staet zeer zoet, doch 't is jammer dat den Horifont zoo laeg is; niet waer? — ja, maer 't brengt my met een in gedachten, dat voorval van zekren Vaderlandfchen Bidder, die vry muizig zynde, iemand ter Begraaving wilde verzoeken, die in een' Kelder woonde, doch door het meenigvuldig geroep naer beneden, zonder gehoor, zoo zwaerhoofdig werd, dat hy in den Kelder tuimelde, en om laeg liggende, vroeg: woonen de Vrinden nog laager? A 4. Zie  8 VYFDEWYK. Zie hier, by van Staveren (*)• Boven de Deur een chasfinet: met het Wapen van zyne Doorlugtige Hoogheid en dit volgende Vers. Gelukkig Nederlander die -v* U hart En tong tot Harmonie Zagtmoedig by Elk Een doet Blyken 'f Zal U met Eer En rust Ferryken Gefegent fy ook (tot Gods lof j De Prins op Nieuw in 't Statenhof En daar in alle omftandigheyt Elk Staaten Eed met Wys Beleydt Soo Glinflre ook Glansrykst vast om 'r landt Den Diamante Unie landt Willen we niet links om flaen Jantje, de Hoogftraet heen? —- ja toch, zie hier by de Weduwe Boxman. Een Chasfinet: met de Gerechtigheid in 't mid. den, zynde geblind, en houdende in hare eene hand een Zwaard, en in de andre eene Schaal: ter weêrzyden de Borstbeelden van  VYFDE WYK, 9 van 't Vorfielyk Paar: van boven een' Oranje Jirik, en van onderen een' Oranjetak. Recht uit, is de weg, niet waer? — Zoo je wilt, ja zeker, ik verlang om die ftukken te zien, die Prey gefchilderd heeft: zie hier, daer zyn ze, by Alb. Tresfon. — Dat 's fchoon, waerlyk dat 's van den eerften fmaek; die mogin we wel attentif befchouwen. Laet zien, drie chasjinetten (a). Elk van dezelven verbeeld een voorportael, opgaenden met eenige marmeren Trappen. Het middelfte, De Eendracht als eene Maagd verbeeld, met een' Lauwerkrans om 't Hoofd, in de Rechterhand de 7 Pylen: in haeren linkerarm den Hoorn des Oyervloedst [ met het Omfchnfc: Concordia Res parve crescunt. Naest haer ftaet een Vorst in RomeinscVGe- waad) . («) Hoog o, en breed 4 voeten. A 5  IQ VYFDE WYK. waad, onderfteunende met de rechte hand den arm der Maagd, in dewelken zy de Zeven Pykn houdt, terwyl Hy met de linkerhand , op haren fchouder rust. Aen hare voeten ligt de Hollandfche Leeuw, Op den voorgrond ter recfete zyde, het Wapen, van Zyne Doorluchtige Hoogheid', ter linker zyde dat van hare Hoogheid. Alles met een Hemelslicht beftraelt. Het Tweede Stuk, ter rechter zyde: De Godsdienst, als eene Maagd in 't wit gekleed, zittende op eenen Hoek/leen-, houdende den B:,bel op hare linkerhand, tervsyl zy met den vinger van de rechte hand naer het oor wyst. Voor haer ftaet een Altaer, waer op nog eenen Bybel is leggende, aen den welken de Zeven Zegelen hangen. Even als vorens met Hemellicht omftraelt. Het derde: ter linker zyde: De Koophandel'. verbeeld door eene Maagd, zittende aen eene Tafel, welke tegen twee Marmeren Tylaren ftaet; leunende met de linker arm op  VYFDE WYK. op dezelve, houdende in de rechte hand eene Schryfpenne, en in de linker een' Brief: op de Tafel ftaet een Inktkoker, Papier en verder Schryftuig. Naest dezelve, ftaet eene opende/lagen Geldkist; ver» ders het Groot Comptoirboek, eene Globe-, Land- en Zeeïaerten, Pakken, Tonnen, Ankers, Touwen, erz In 't verfchiet een Mast en het ^tót van een Zee/chip. Wat zeg je daar van, jko;z ^mï? dat's Superbe; ik heb de weerga nog niet gezien. De Beelden Levens groote, en alles zoo uitvoerig gefchilderd; 't is fiks behandelt. — Men mag 'er van zeggen wat men wil, maer Prey is één van onze beste Meefters in dezen tyd; ten minften voor dat w.rk,dunkt my, furpasfeert hy 'er velen, maer ook niet allen. — Zoo had ik hetookgedagt, Janvje: want, by voorbeeld, ziehier, by B.Paoot, MD. dn Excelleert, dat perdiabolifeert een Mensen door vinding en fmaak. Z'.e hier, Een Leeuw mtt zyn Pylen en Zwaerd, verfiert met em aantal Oranjebloemen, onder de Zinfpreuk: Een*  ia VYFDEWYK; Eendracht batrt Freede, Nou ja! —— Een dito tot een wedergaê! . By C. Lans, Makelaer, De wapens van den Prins en Princes aen el kander geftrikt door een Oranje lint. Al verder, al verder. Zie hier, by R; Pieterse, Mr. Konstyvoordraaier, —- Hel Die man is 'er dan maer eens, eerst, best agter; 't is een aertige fmaek en een rare vinding: « , Twee Pyramiden, of eenvoudige Driehoehn, als eene A. Van boven af, hangen een foort van Fejlonnen beftaende uit Sterretjes, Buisjes, langwerpige Dadels en Balletjes, allen ftukswyze gedraaid en op een' yzerdraed geregen, gefatfoeneerd even als een getrosfeerd lint. Aen dit dus fchynende lint hangen in het onderfte gedeelten van elke Pyromide, twee ovale Lysten, in de. wel-  V Y F D E W Y K. 13 welken met O. Inkt gewasfen waren. I. Het Schip van Staat, met half gebroken Masten, rustende tusfchen twee Rotzen. Op het zelve eenig velk bezig zynde om het te herftellen. Byfchrift: in een vierkant Lystje, daer onder hangende, Het Schip van Staet door Storm -Geweld, Ontramponeert, wordt thans her/lelt. s. In eene Ovale Lyst, als voorens. Eenig verbroken Krygstuig, als Vantdels, Sa . bels, Snaphanen, Kanonnen, enz. Byfchrift in een Lystje, als voorens, '# Verbroken Krygschtuig, geeft ons thans]; Een* Dageraad vol fchooner glansVa. de tweede Pyramide, gelyk aen de vorige', 3. Een  14 V Y F D E W Y K. 3- Een wakend Held, of Herder voor de Schaeps lootje, houdende een' Speer en Fak. lel; in 't verfchiet eenige Wolven en ver* fcheurend gedierten. " Byfchrift in een even gelyk vierkant Lystje. Daer waekzanmheid den Jlal bewaert; Daer /chroom men Wolf noch Tygersaart. 4. De Gerechtigheid zittende op haren Troon* welks toegang wyd open ftaet; voor haer ziet men een' Leeuw en ceti Lam. Byfchrift als vorens: v'. , . ■ , . ^'0**^"v*v "^ir^üj Gerechtigheid ten Troon gez't, Tornt Leeuw en Lam door Recht en Wet. Op elke Pyramide eene Zon, van verfcheiden ftukj.s in cén gevoegd, en in het Boven vak der Piramides een roni Lystje ter verbindinge van de Fcjlon geplaetst, waer in dit versje. , In  V Y F D E WYK. i5 In het eene: Oranje leve Zyn Haattr iive. En in het ander: Mogt Willem d'EerJlen, by het bowxen Der Staatshulk op zyn' God betrouwen: Deez' Fyfden Willem vo'gt zyn fpoor: Der Vadrzn God gaf hem gehoor l Wie dit ontkent door waan bezeten, Zalmooglijk,laeg van zie', ook van geen Godheid weten2 Boven den ingang der Deur nog een Chasfinet verbeeldende zyne Doorhichtige Hoogheid in Uniform, midden tusfchen de Land' en Zeemacht. Met dit Byfchrift. Lang leef d'Orsnje Forst. Hoe vind het onze Klaesje? Superbe, Super-  16 VYFDEWYK. perbe: zoo als ik zeg, 't is een byzondre aertige vinding , en die meenigvuldige gedraayde of geftoken' ftukjes by elkander', maaken een aerig g-heel uit; en zie die kwastjes, die Clineesfe klokjes aen e!k punt van 't lint. — Het fchrifc is ook zeer goed; volgens myn domme verftand is het iief en netjes gefchreven, ky'< ik wou wel cm een pyp tabak dat ik zoo fehry. ven kon, dan was ik nog een Vent; — Dat we deez' weg heen gingen, was dat niet best ? . . . Wel ja, zouden we de Nichjes een vifite weigeren?.. Kom, kom; zie hier, op 't Spinhuis watertje, by Thomas Braak. Laet ons lezen: De jleen die do. ood, ondier, vliedvry in Pluloos kelken Prins IVillems Jaarfeest klinkt tot aan het firmament Uyt den top van 't huys waait een fraai» Vlag. Daar zou al wat tyd m ê doorgebragt kunnen worden, om dit naer vereischte te befchouwen, Jantje! ik ben al haest moede van 't lezen; *k zju 'er liever onder een pypje over keuvelen:.... en dan het vocht daerby, Klaesje, ten fchepje Rood, niet waer? ja, 'er is teveel B 4 te  H VYFDEWYK. te zien voor zoo eenen avond. Kom, laet ons 't Roozand opfchieten. Ha! Ha! Daer heb; je onze Coejfeur ook: —— Bonjour, Bonjour ïAmi\ wel Francois, wat zegje van dat leventje!.—— Je ziet 'er uit als een Sinjeur; hebje mee al op den tril geweest? ... is 'er wat raers hier of daer? — ]k fpreek by Nacht, zoo als nu, geen Fransch, je moet Hollandsch leeren: —■ kom aen, fpreek op, is 'er iets?... je weet wel? . . . . Vol, vol Mesjieurs"? — ik benne gekom , van de Raemjïrate, plein de Monde, ze *eb channante figuren: — Maer wat meen je nou, Frans, voor de Huizen, of in de Huizen? -w! over alle: ze fpyt me dat ik de Leeze,_ ou les Mots, zoo niet te fpel len b\g. — 'k ebbe al de Uur circa practijé cp'deze Ecriture van myn Buur. —- Waer is 't, Frans, wy zullen 't je zeggen. —— ter, ier, Blesjieurs, by 'eyltjetfmait. —- Leer toch lezen, jongen, by Heyltje de Swart ftaet 'er. Wel nu hoor:_ (*) In *t Eerfte Chasfinet JU  VYFDEWYK. *5 i. De Godsvrucht: God fy gedankt Forst Willem is verbeeven,] Syn godtvrugt, viysheid en fyn'taay geduh en vast vertrouw doet fyn haatren beeve 't ft~tvaardig erf regt is aan hem vervult H. d. S. *. De Wysheid. de godt vrugt is de fteun voor 't land door wysbcidt blyft een vorst in pand daar deeze deugde in een vorst te faam doorfiraU dat doet een land en volk in glorie zeegepraale Heütie de Swart. Bedankt je, Bedankt je \ — wacht, Frans, 'k heb nog niet gedaen, 'kmoet dat inde/foo» nog lezen. B 5 Ce-  *é VYF.DE w y k, geluk prins licvcnd rolterdam met u vereerd oranie ftam d orat;iex ion die fcheen te daalen maar nu geeft fy haar gulde Braaien t% de-vyfde tui Hem is her/lelt de twccdragt is ter neur gcveh het vryte Lvid mag zecgen praaien\ vorst willcm fit in neer lands faalen lang leeft prins ivillem van nasfouw bj is tp blyft het land getrouw Heyltie de SwarC Wel wat zeg je 'er van Francois! z'ts è merveille; — Kènjé ze Frans? — Ja toghe, ze is de hrave Meisy, Ze it van de charmante levtn, en voor de koeye; ze heb nog 'emaekt dt larirgue, de onjpra'e voor de Vorfiey myn buurmanne heb ze ens perfinu.r voor de leclure. — Heb je ze in de zak, Frans? Kom, laet ze ons eens lezen. Kou, Klaas, heb geduld, hoe jachtje zoo? —- La yoila: Aan.  VYFDEWYK. *7 Aanfpraak aan Zyn DOORLUGTIGE HoOGMEIO WILLEM DE VYFDE Prins van oranie en nasfau Erfftadhoudcr Erfgouvernuer Erfkaptein generaal en admiraal der vercenigde needer. lande Erfkaptein generaal en admiraal van de unie en* cnsevs weegensdeher* fteilinge in hoogst des ftlf wettige Erfregte Door lugtyge Vorst Het heeft de Godt van Heemel en aarde en die alles in fyn hand beeft behaagt om de duyfternisfe voor ons lieve vaderland op te klaare en ons als regt ge aarde neederlandew «n op regte voor ftanders van u door lugtig hu\s waar aan wy met de teederfte liefde en hoog agting lbo aan de zyde van uwe door lugtige hoogheid als aan uwe door lug. tige voor vadren ver knogt fyn uit de doof  >? VYFDEWYK, in het leeve over te brenge watfynder woedende gohre van laster wat flroome van teegenheeden wat heemel tergende ver digt, föenfoo over uwe door Ingdge hoogheid als over uwe aankJevren over het hooft ee mn en het feheen dat n doorlugtig huys en ons .gezegent vaderland en wy naa by lytè hoogheid als het zwart fynes oogappels en over fchadWe haar met fyne goec« gunftigheid dat uwe doorlugtigheids vorfte* lyke zoone al vroeg mooge ondervinde die ge naadefis die hen in foon gewigtige post kunne Heerlyk maake hy fchenke hun de wysheid en dapperheid van hunne lofweerdige vadren de Heere bewaare en beveylige de vorile By Godt en by de Mensch? Als eenen Schat vol waarde, Daar Zult Gy Zyn by Christus Deu Koning aller Koningen. In het Huys Zyus Vaders Waar in Zyn Veele Woningen, Dit is deWensvanZynHoogheids Vriend? opZynGeboortedaa. Godt.'geef uw nu voort aan Zyu Zeegen Dag by Dag. Gegeven van een opregte Minnaar van het gcheele Orange Huys. Wa Ld. Schrik. Wat zeg jc daer van Klaas? —- Dat gaat alle begrip te boven; dat's zoo geeftig dat ik'er het ware niet van vatten kan. Aen *t vaers zou je niet zeggen, dat 'er een 'Jood woonde. Wat is 't hartiyfc en vol Christelyke gedachten, — Wat denk jy 'er van, Frans? — Kan niet yerjlacn om te jugeer; maer de joufcripton; wil ze verklqer loof ik; JcLrik, fchrik. — Neen, jongen , dat yerftaje je niet, dat's de maker van 't vaers, de Poëet, dc Dichter. — Ha\ ha', je com-  V Y F D E W Y K. 35 comprens! je comprens!— Nu, Fraxcois , wy gaen de Leeuwelaen in, we zuüen elkaar nog wel eens ontmoeten, denk ik, want jy zwerft coch meest al hier omftreeks: fans doute, fans doute, diverteer u wel. — Hier Klaesje, hier, ik dacht dat je dezen weg wel in den donkre zoudt vinden, Neen, jongen, alle tyën hebben haer weêrtyên. Nu, ziehier, byPieterSmit, in den Byënkorf Eenige Pyramiden buiten uit, met ruim twee Honderd en Vyftig lichten. In de een 't Wapen van zyne Hoogheid, en dat der Princesje; in een ander. Het Pourtrait van Willem den Vyfden; met eene Zon boven het Hoofd, en onder zyne voeten een' Leeuw, dewelke het Zwaert en de Zeven Pylen in den Poot heeft. Nevens Zyne Hoogheid, Vyf Oranjeboomen. Ca In  16 VYFDEWYK. Irj een eerde en i ierde Pyramide ziet men den Nsem der Vorfïinne, Frederika Sophia Wilhejlmina , In 't bout doorluchtig gewerkt. Ah mede nog in iedere Pyramide een Bot met 7 pvlen. en by 't Pourtrait van zyne Hoogheid eenige Oranjetakken. Nu hier, zie hier-; by Johannes Rabemaker, (*). 2 Chasfinetten. jfte Chasfinet, Verbeeld een' gekroonden Leeuw; hebbende in zyn' eenen poot een Zwoerd, in den anderen een bos met zeven Pylen; boven tien Leeuw eeri' Oranjtboom'} met het byfchrift: Hier rust ik veilig. Van onderen nog vyf Oranjebocmcn. Aaq  V Y F D E W Y X. 37 Aan weêrzyde van dezelven een blaazendt Faam; en van onderen dit devies: Geluk! o prin» draagt Ufmaat, voor kerk En leer, gec zingt; Jehwaahs Naam, ter Eerl No. s. 't Zelfde Vaersje, uitgenomen dat de Naam i niet op den kant ftondt. No, j- Oranjes Groeij is Neêrlands Bloeij. 1 't Is lieflyk Batavier dat vyftal tl aanfchouwen, Dm Forst, Vorstin, En drie der Telgen van Nas/ouwen : Vorst Willsms Naam, En Roem, En Wilhelminaas Deugden, Zy Neerlandt lang M Nut; De Telgen hun tot Vreugden'. C S Een  4* VYFDEWYK. Een vaste Bandt, Voor 't Vaderlandt! Willem de Geduldigen. of Willem de Vyfde, Prins van Orange. Indien 'Er oijt Een Job op aarden is geveest! Eb dan zoo Lydfaam, als men in den Bybel leest; Soo is in Vyfden Willem, Een tweede Job verreefen; Die Wel foo lydfaam is, als Job fchynde te wee/en. Dewyl Job flegts door e'énen duyvel viert Belaagd. T)aar Willem Wel door meer als duyfent wert geplaagt! 't Staat fraaij; Rademaker heeft'er eer van /en de Vacrsjes vloeijen vrij wel, <—ja dat's welwaer, zegt Klaas, terwijl hij Jan aen den arm floot, ■— 't is te licht, 't is te licht, Jongen hou je fatfoen, lyd wat dorst, 't is 'er te druk, we zullen wel wat op loopen, hier of daar: zie hier, by Pietér Dit Eerepoortje, boven hetzelve het Pruisjï/cht Wapen; van ondren eene Kroon , aen de zyden twee Oranjeboomen. De Poort Oranje, Branche Bleu geverft. 't I*  VYFDEWYK. 43 't Is een proper poortje, . . — kom Iaat ons < de korte Leeu'xelaen eens inloopen byÏANScHooi nn beek (*) zie hier 3 Chafinetten en 3 Eer. Kransfent en op dezelven i Vyf Oranjeboomen, waar boven» Fivat Prins De Vyf ie. ie Vers- Bewaar 0 God Der Goode De Prins Nu en Altoos Weest hem in Hulp en Noode En krenkt zyn Vyands loos Wil Dien onderfchraage Zyt hem een fone fchtlt Dield hem dog al zyn Daagen, U Zeegen Ruym en Milt. Waar onder een' wakende Leem. Hier Rust ik yeylige ) Op de ie Krans een vliegende Faam en de P'orllely ke Familie. Een dito verbeeldende een vlie* genie Faam van onderen: Prins W. D. V. 1 Dito  44 V Y F D E W Y K. i Dito i Oranjeleom met 5 Appelen, waer onder: Vivat Oranyie Hoe Zes> Kom, kom wij moeten eens overal wezen. Nu de Hofftraet in. ; Hadde ik het niet gedacht, zie hier in de Schaavejleeg by Thomas van Schaik: C*) 3 Chafinetten. ~— En wel N. 1. In wiens midden een Oranjeboom, naast denzclven de Gerechtigheid; op den voorgrond Lucifer, hebbende in de eene hand eene roê en in de andere eenen Keten, aan denwelken een oudbakken Granadier is vastgemaakt- Aan den wortel des Booms ligt een Leeuw met Zwaard en Pyïen. In 't verfchiet ziet men eenen Tempel: boven in de Lugt een vliegende Faam nederbla. zende op deezen Kees: — Loon naar Werk. daar onder leest men: De Godheyd^die zig altyd paard met 's Forst geregtigheyd. Die JehsrJttwcl uitjiel hier op aard maar wreekt zig op zyn tyd. Ver-  VYFDEWYK. 45 N. 2. Vertoond in 't midden den Holkndfchen Tu\n, y waar in de Maagd met Speer ea Hoed der Vryheid: 1 wordende t Aan de eene zyde in de Lugt omfcheenen door een Heldre Zon, terwyl aan de andere zyde zich een Adelaar vertoont met een Oranje Tak., in den bek: naar welken de Maagd haare handen uitfteekt. Op den voorgrond ziet menaan de eene zyde, ooms Zyne Doorl. Hoog» heid, Aan de andere zyde /fa^/v? Kon. Hoogheid i Daar onder leest men: Zoflang de Gulde Zon zynjlraalen zulle:;, chytfm Zal den Oranje Sta n op 't aardryk niet virdvrptm. By Jan van de Polder. % Chasfinetten, h.'bknde N. i. In 't mi Ven een heerlyk Medaillon in 't welk Zyne L oorl. Hoogheid, ondgr aan den rand van dit Medaillon: Vivat F. W. D. V. P. V. O. Bo"'cn dit Medaillon eene helderfehynende Zon, daar voor i vliegende Cupidoos; de een een* Laauwerkranj, en de andeie de Schaal va» 1 Gerechtigheid houdende. On-  V Y F D E W Y K. S3 Order dit Chasfinet leest men: ï Doorlugtige Forst! wierd gy gehaat-, . Vervolgd, veracht, gehoond, gefmaad, C.«footen van den floel der eer en \ ' % i'Door een vervloekt, en fnoodgifpuis, yVerdrukkers van uw Vorstlyk Huys iZal God zyn wraak tot nUt verteeren! N. 2. In een fraai Medaillon: Zyn Kon. Majeft van Pruisfen. Boven aan den tcp van 'c Me dal' lion, zie: nr n allerhande Krygsprhamenten: In hetzelve leest men: Vi /a r D. K. van Pbuissen. U magt o Vorst, doet nevens God, Ons juichen in ons heilryk lot! O God! zie op uw Erf volk neder, Verquïkt het met een Zegenvloed Die weêr ons Land het leven doet, Den dwaas heer1 van zyn dwaasheid weder. D 3 N. 3.  54 V Y F D E WYK, N. 3. Een dito Medallion. Waarin 't Pourtrait van Haare Kon: Hoogh: Me* vrouwe de Princesfe, boven dit Medallion een helder fchynende Zon: voer dewelke vliegende Cupdoos, waar van de een in de hand heeft een' Lauwerkrans , en de ander een open Boek verbeeldende de Wyshcid, m den rand van hetzelve ftaat: Vivat D. Ps. van Oranje. Doorluchtig en bemind Forst in! Gy ziet or.s Forst u Gemalin, Herjleld in eer en ouden Luyster; Juich tot Gods eer, Oranjehuys ! Ziet haar vervolgers , dat gefpuys, Foor t^ltoos aan een knellend kluytter Aüe deze -Medaillons zyn fierlyk met Oranje. Festonnen gegarneert. By Martinus Vonk. Een Chasfinet Ver-  V Y F D E W Y K. 55 \ Verbeeldende een Zeegezicht; waaar op een Schip b'gt te dobberen, Op desfeifs voorgrond ziet men aan de eene zyde een' grooten Boom, onder wiens Lommer 3 zich een [taanden Leeuw ■met Pylen cn Zwaard vertoont. "iAan de andere zyde, een' Tempel daar voor de Hollandfche Maagd, zittende op eenig Krygstuig en ftcunende met haare eene hand, op een Schild en houdende met de andere hand de Speer der Vryheid, aan welker top, met een Oranje ftrikje, een Schild hangt, waar op ftaat P. W .D. V. Aan den voet leest men; De Eendragt maakt alles veilig. By Jan Hofland ziet men iWoor de deur een fraaije Eerepoon met Kroon en verdere Ornamenten; GeL'lumineerd met 200 Lichten. By Dirk Serre3 2 Chafinetten Vertoonende, No. 1.  56 VYFDEWYK, No. i. 't Gezicht der Stad Gorivchem, zoo als dje is ingenomen door Pruisfifche Militairen en 'tfchandelyk uitvluchten van feNieuwerwetfche Patriotten. Darr onder leest men: Ag wat heb ik gedaan, waar zal ik heenen Vlugten Ik héb mjn Vjrst verdaemt: myn bede en myn zugten Dat helpt my nu niet meer , nu moet ik agter 't Land Gcan dooien daar myn, God, nog aarde geeft nog zand. No. 2. Het inhaalen van Zyn Doorl. //oögA.inhetVorJtlyk '5 Gravenhagen. Hier onder leest men: Zyt welkom waarde Vont hier binnen 's Gravenhagen, De God van Nederland die heeft u op doen dagen Gelyk de Guldt Zon die uit zyn Kimmen ry:t Verheerlykt nu zyn naam, dat gy zyn gaven pryst. 'k Verbeelme dat we onzen tyd zoetelyk pasfee*  VYFDEWYK. $T I feereo; dat'sraek, Vrindje; die Vaersjes zeggen ; al zoo ie:s; en 't is niet kwaad gedaen ook- —— ' tyfat noen wri? — gaen we ftil naer huis, of zo --i we 'c volhouden — Parbleu daer heb je Francois ook weêr. — Wel Sinjeur, zwerf je ier weêr, Mafoi, ze had wel kewensch pour un ducat, dat ze jy hier geweest hatte , ze heb de Klugt kczLn van de Frolyke Nichtjes, ze heb ge zong, gefp'rong, geba dineer — Wel zo wel zoo; is 't al gedaan ? — ze we- teniet. Kom ga dan meê F kans en laat ons zien •— Wacht laten we Je Pcper/lraat eerst ee inloopen. Zie hier. By Frans. Stout. (") Een fraaije verfierde Eerepoort voor 't Huys. Nog 2 Chasfmetten\ vertoonende. No. i. In 't midden een Oranjeboom met 5 Appelen, onder aan den Wortel des Booms, ziet men een (taanden Leeuw met zyn Zwaard en Pylen, en ter wederzyde van den boom, een Medaillon; boven ieder 2 blazende Faamen. In het eene D 5 M*>  5* V Y F D E W Y S. Medaillon het Pourtrait van Z. D. H. in 't ara» dere dat van Haare Koninpl. Hoocrh. daar boven leest men: Oranje agten wy een ligt Waar voor onheil en duister zwikt Wy willen ons met hem verblyden Met d'Edelmogende aan zyn zyden. No. 2. In't midden een Colom in wiens Voetfluk tweeDuiwnftaan trekbekken, 't boveneinde is omhangen met de Wapens van Haare Doorl. en Kon. Hoogheden, aan wederzyden der Wapens ziet men een vliegende Faam, aan de onderkanten een' Oranjeboom. Boven aan leest men: Gezegend zy V Stadhouderschap Fan Forst Oranje: de hoogfte trap. Van  V Y F D E W Y K. 59 Van denzelven nog deze Vaerfen. Prins Willem den Eerfle was vinder van 't Land Be Tweede aie bragt het in ft and Be Berde die plante Oranje Be Vierde vreesde Vrankryk nog Spanje Be Vyfde wierd gebooren Om dat Nederland zou nooyd gaan verboren. No. 2. Zingt nu met blyde galmen Zingt tot Prins Willems eer Looft God met vreugde Pfalmen Wy hebben ons Vryheid weer Lang leef Oranje en zyne Telgen God fchenk hen een Edlen geest Op dat hy voorts die uyt wil delgen Bie geen God nog Vorst en vreest. Bie Prins zoo goed zoo zagt van aart Heeft God ons,weer gegeven Bie Prins met zyn Gemalin gepaart Schenk hy nog een lang Leven Was gy 0 Prins, vertrapt, verdrukt God Wil u weer oprigten Gy Vorst gaat nu niet meer gebukt U haters moeten voor u zwigten Weg  VYFDEWYK. Weg weg gy katers van den Prins Oranje is weer boven V Land te verdelgen waart gy van fins Wy zullen God nu hoven Viva ; Viva lang leef Oranje Eerlang v/ord door den Huwelyks band Prins fes F. L. W.verknogt aan Grootbritianjc Jlan Koningszoon ten onder pandt No. 3. Geïyteld Ter heuglyke Verjaaring van onze teergeliefde Erfftadhouder Oranje is V die nu verjaard Oranje is "t die wierd vermaard Oranje is 't die dezen dag Nu veertig Jaar en tellen mag Oranje willen wy graag roemen Schoon V Godloos rot hem wou verdoemen Oranje is V die is her field Vit des Vyands boos geweld Oranje is V die God bewaaren Oranje bereike nog veel jaaren Oranjes huys dat mag fteeds bloeyen God doe Oranje nog fteeds groeije» Een  VVFD £ W V K. 61 Een Parel aan der Staaf en Kroon Dat zy Oranje veele jaaren God brenge hem nooit in gevaren De Fofit Prins Willem Vtifoos Zoon En als u tyd hier is ten ende Van u loop in 't Aardfche dal Wil hem jfefus tot u wende Dan druk u nooit meer ongeval' Zie hier in dit Eerepoortje, by Sikkel van Pieterson, het volgende Nu Godt het gebet zyn's Volk verhoort en we onfe Vorst zien Ongeftoort Zyn Hooge waardigheen in Hollandituyn be- (kleeden Ryst onfe dankerkentenis Uit 't Hart dat diep getroffen is Door 't Gunstryk Albeftuur gepaart Met wonderheden 't Oranye Stamhuis zy met Goëls liefdevlerk Eeuw uit eeuw in gedekt tot heil van Land en Kerk Sikkel van Pieterfon, Weêr  Hoor, daar begint hy zyn Hem te verheffe al buige de /lam al krake de riet al evel treur e de Pr in/ie niet Hoezeel Hoezee! Hoezee7 Dat's of de weercld verging; verdit endatsisdnt fchreeuwen! die lange finieur fchyntdeCWwzcwV- meester tc wezen: Kyk hy die Dame eers E s em-  63 VYFDE W Y Ê. emWasféren: ■— En wat zien ze 'er allen fhoopig uit! eest la nature esninie il fa::t. Ja dat's recht zoo, Frans; Maar willen wé *t riet rr aër voorgezien houden ? — Ja tcch , sEfegt Klaes , want te zien drinken en niet mee te Boen dat's al te hard: Kom aen dan, de JVcgefira t in naer huis. IHl, ftil, dat's fraai, by Jo. hannes Lcuron Mr. 'immerman (*) Hier ziet ifen eene Eer- of Zegepoort (§) naar de Jonica Ordre, in drie divfien verdceld, en zulks op vier Pilasters, met hunKar.telcben, Bazementen en Plinten, allen wit geverwd, uit welker Phnten een groene Oranjetak vcortkccmcn, met deszelfs Appelen verüerd. Be twee enderïfte deelen, of doorgsngen zyn vierkant, met nederhapgende Festonnen: De rmddenfte doorgang of Front, ismeteen' Toigt verbeeldende ei re Poort uit welke een Oranjetal met zyne Jppelen verfiert voort- (§) Ter breedte van 18 voeten en ter Hoogten van - n voeten.  VYFDE W Y K. (o voortkomt, en cin 'igd tot aan hc': SJotftuk. Voor de Capi ak Lyst van het doorgaande werk, welker Friefe Nasfau'ws Blaauw ge. v.rwd is, flaat met"geëte Römeinfche'Letters gefehreeven: ranje is het Cieraad der Overdeden, het Heil des Vüks} en het behoud y::n het Gcem-c:ueb:st. Op het middenfte Front, boven de Cpïtale Lyst twee Bazer, en'.'.n, met hunne Licraden van dé Dorica Order, op wel-:en gé» fchreven ftaat: Spes: Fid-s en waar op gebragt is een Jnt'ek, van Boven flaauw Ronde, op welks De'xftik is geplaats de groote Pms Maurits, de Schrik van alle Dwingelanden, (of de Bevestiger van Neerlanus zuiveren Godsdienst, en dus de fchrik van het Loevefteinfche gebroed) zeer konftig, naar her leven, in het Har. ras gefneedén, met het R pier op de zyde, d: 0:anje Sjerp over den lchouder en des ittf van Comm .nlo in de regtehand. Wyders is gezegde An'iek met Plint en LystE 3 netè  VYFDE W Y K. werk vcrfiert, welk bovenfte deel, onder het Rond, Oranjeklmr geverwd is', waar óp met Nasfauws blaauw gefchreven ftaat: VIVAT. En hier onder op het Schild ftaat op eenen witten grond, met eene Gerlyke Latynfeke Zxarte Letter, gefchreven Soo Lani Vorst Willem s Stam Bom Bloeit Wert Neer lands tnyn Noit uytgeroeit. Verders is boven yder der viergemelde P/lastets gefteld eene flambouw met derzelver BMers die door eene menigte Lampions, welken aan het Lystwerk en de Festons zyn gebragt, verlicht worden. Dit leverd een verrukkend gezicht op, en zal buiten twyffel den aandacht van alle Liefhebberen der Eouwkunde naar zich trekken.— Dat zal het ook; dan my is bericht dat dezelve Joiiannes Loüron en de Schilder GerRir Malleyn, voor hunne eigen rekening, ten  VYFDEWYK. 71 den gevalle van hunne Buurcn in de nabygele; gen Mostertjleeg nog een fraai ftuk vervaardigd 1 hebben, 't welk, vyf voeten ftraatwaards op, \voorgemelde fteeg geplaatst is. Wel, dan Stmoet het dat ftuk wezen, 't welk wy daar voor a^ons zien. —• Zoo is het ook: komt befchou- liwen wy het' van naby. — Zie daar 't is loverheerlyk ! — Ik ben blyde dac wy op deLze dag nog zoo vele blyken van fmaak en kunst iiizien kunnen; 't was maar te wenfchen dat de EKunsten en Wetcnfchappen wat meer aangemoedigd wierden : een Hollander kan zoo wel iteen Mensch van vernuft zyn als een Vreemicde Stoethaspel. — Maar hoe ziz het, men aml? .zzouden we dat fmalle paedje, dat enge wegje, nniet eens intreden ? we hebben het wel meer «bewandeld. Allons Francais voor uit.' Bruid rhy in de goot dan kunnen we zien waar hy fblyfr. — Voyez, Voyez Mesjieursï Dat's (3by Gerr.it Schrynmaher — in de Mostertjleeg. Eene Kroon en daar in 'IfVat heeft ons Nederland een onverwante glorie, We Keefen ep de vlught en voor de Piins Victorie \ E 4 Nu  72 VYFDE W Y K. Nu hier by Johannes Bakker Tapper Een Chasfinet verbeeldende de O anjezaal, waar boven: Het Oranje Huis verheven Kan cns veel vreugde ge^en. Vervolgens nog een Boog en Kroon by Lou- wiese norles. (*) Door Eendraght Is ons heele Land Gekomen tot een Groote ftand Nu 2 Draght heefr, verkwist het geld Nu wort De prins weer herfteld Door Groote frederik van Pruyfén Laat zyn vyanden Daar tegen Druyfen Nu God meewerkt kan nimand Keeren Het Komt van den Heer der Heeren. Met zinnen, met zinnen, vr'endcr ! 't gat uit daer we ingekomen zyn. Bon, bon, volei votre ■ rnere garde. *—~ Na hier is "t ruimer , laat ons zien; By s  VYFDE W Y K. 73 By J. van de Middegaal in de Wagefiraat Een Chasfinet met een' Oranjeboon waar onder Vivat Oran ie. Een Tweede, met het Wapen vm Zyne Hoogheld, en dat van den Koning van Pmyfen. By Johannus Olmer. (*) Mr Timmermm, Twee CoGsfmetten Zie op het eerfte een" vliegende Engel, komende uit eene donhe Wok; waar onder: Ziet nu thans prins Willem in zyn flaat herfielt Waar door Dwingelandy Nu is ter Neergeveld. Wet Tweede, waar op het Beeld van den Prins omhelsd door 2 Engelen, omvlogten met een lint, waar in flond: Vivat Oranyie. E ^ Oran'  74 VYFDE W Y K. Oranyie Eerst veraght verfmaat Js het Oog Het Roer Den Arm van Staat. Nu Vrienden, dat aertig Poortje, duid ons weer een toepad aen; dat's nog 'c oude foreefc- woord, niet waar, Klaasje! 't Staat lief. Gy ziet Eene Eerepoort, waar boven, in eene foort van Frontefpice een Oranjeboom, met twee dwarstakken 'er onder, en de Letters P. W. D. V. alsmede nog dit volgende Zoo lang als aen deez* Boom Oranje appels wasfchen Zal nooit een drukkend juk Op Neérlands fchouders pasjen. 't Staat proper en maakt een fraay gezicht uit, wie zou zeggen dat dit de Trouw/leeg was, kom laat ons daer doorgaen: Francois , Fran- cois! waer is onze Coefeur? Me voU  VYFDEWYK. 75 mici, Me volei. Zie hier, daer kunnen we aan 't lezen komen,by Frans Manuel,(V 't Opfchrift: P. W D. V. :tfoog Edelen Welgeboren Vorst Gerust In woeste baaren Uerfteldei van Ons Reght wat hebt G: een ry van Jaaren Vervolging uirgeftaan van Patriotfche benden ferbreekeri van ons Regt Di God en Menfchen fchende JaSchenders van hetOranyiehuys Verbrekers vanüeygeKruys Wy Moogen Nu weer vrsugde bsdïyven iingen lot Willcms Roem en Eer De Lastertong Moet Nu verdyven .Hervatten Hun Gedrag Nooyt Meer Maar Roemen Den Oranyie Stam Waar Dit Land In Vryheyd kwam Waar Viugte Nu de patriotfe Kr.aapen <)Die voor het Piinfen Volk een Moord KuylgingeMaaken ÏEÏoe Hooger Dat Gy Was in aanzien Hier Gereezen fSog laager vlugt Gy Weg Na 't Onderaardfen Weefe )Den Blyden Dag Die is voor ons Gevonden :)Dat Wy De Daaden van 't Oranyie huys verkonde Wy Roepen Nu Malkanderen toe Vivat Hoezee ons held ;I,eelt Lang voor land en Kerk Dan worde wy herfteld ie Vers  76 VYFDE W Y K. ie Vers. Vjvat Dc Prins Vivat de Prijs. Op De Gelukkige Hertelling van zyn Doorlugtige Hoog'ieyd Onze Hartefyken Geliefde ei Hoog Geëerde Erfftadhouder Enz: Enz: Enz: Weest Bly Myn Rotterdam Dank God Myn Vaaderland Zing Zing treutnf treutnf Zoo Kerk als tturgerftand Want want De Orsfnyie Zon Scheynd weer Aen uwen Kimme En zal zoo Hoog Als Qdyt In Magt en Luyster Klimmen. De Pcê'zy fchyrt hier hare Eegunlligers te vinden, Jantje ; dat's altemael vaerfen, vaerfen. —« Weiaen, laet ons zien by Casper Uytenbroer (*) Ge-  VYFDEWYK. 7/ Gedenkt - Schrift zoo van De Eerfte tot de Vyfde toe prins Willem de eerfte vinder van om Land prins Willem de Staad af Goddeloofen laet U. Zielen \V00r de Geregügheid ter trootte Nederknielen. F Op  VYFDE W YK Op het 2e leest men: Het Zwaan hang aan een Draet1 Het geen U Schilders Dreyght Zoo hinne kort U hart niet voorwaar Onder Oranyie Neygt. daar'boven De Gerechtigheid, en eene Ryzerde Zon. En by Middendorp, ftaat het volgende te lezen. Laat nu de Nyd maar Brullen, IVelmeenende die zullen He Vaendels {leken op! Oranje dat zal zwayen\ En V kwaad zal zeker drayen Den Boosaart op zyn"1 kop. XV. D. V. P. V. O. R. Dat is zoo onaartig niet: Maar laat ons voortgaan. Zie hier, by Jacobcs van der BuiCHj Schoolmeester, (*) naer 's Mans eigen opgave en fpelling: 2 Sa-  VYFDE WYK. Z3 a Safinctten. Het Eerden verbeeld een Oranjeboom, Met de Son, zig verbeelden te komen uit de wolke. Schietende zyn Straalen op die Oranjeboom; (Geen devies daer onder) Het Tweede verbeeld, een Krans, zynde s groote zware Takke; leggender wys, met Haar natuurlyke Oranje appelen; fluitende de takken van onderen in Een met Een band; hebbende vlak In de Midden dit Divies, Oranje Bloetje, Boven de Letters is een zeer Natuurlyke Keyferskrooq, De digjes zyn als volgt, zynde Gefchreve in Een Grooten Italiaenfe Letter, Vers i. Het is Oranje die fchoone Stam Die op volks beed' Ter wereld kwam Het is Oranje met zyn Telge Die men zogt uyt te delge. F 2 Vers  84 VYFDEWYK. Vers 2. A'aar onder druk en onder fmart Bieeff, Oranje Groen in t' Hart Zyn Hoogheid Telt nu weer een Jaar Oranje druk nooyt meer gevaar Lang leeft, Langjeeft Prins Willem dan Lang Bloeye de Oranje Stam Vers 3. Blyft by den Vorst o God! ïn t' Klimmen van zyn Jaaren Blyf gy zyn gunst, en Lod, Wil hem in t'Leven fpaaren Tot nut, van Kerk, en Land Blyf d'Qranje-Staw in frand» J. v. d. BURGH. Nu by Dk. BuxToiiF(^ÉenCnas/inet ,waar in zich vertoont een' Leeuw, liggende in eene woedende gedaante, hebbende in zyn' lin. ker klaauw een Zwaard, met.dit^.opfchrifc. Ik zal Verdedigen. Hou-  'VYFDE W Y K. '$$ Houdende in zyn' regterklaauw een Schudt, met een' Olyfia.k, op welk Schild ftaat: Vreede Met dit volgende byfchrift": Geen arri-us of kweeker Geen Sofyn of dweeper Geen Barneveldfe akfie Geen loevefteinfe fakfie jL Geen Vrygeest nog zoo koen Kan nimmer kwaad moer doen Of doer hun he's ge weit Meer drukken neerlants helt. Laten wy nu het va#-sie lezen, 't welk in deze fraaie Kroon hargt. Dus luidt het: ;)My dunkt V is waar' ik Zie na al de Sniert en Hoon, tGeregtigheyd en deugt Oranje op den Throon |W« is der Muytrentakin^tWasdomhaastgefnoeiJ IJa fpoedig denk men al de Wortel Uitgeroeid \tte Zien,) de Zuivre deugt bemind \ Een Chasfinet waar op verbeeld: Een' Oran. jeboom in een Pot befchermt door een Leeuw. Aen de andere zyde een Hoorn des OverF 5 yloeds  9P VYFDE W Y K. yloeds. Van Boven een Hand uit de Wolktn met een Lint en op het eene einde en op het andere Hier rust ik veilig. Een Tweede ook met een' Oranjeboom waar in Vivat Oranje. van onderen P. W. D. V. en 't Vaers. Bewaar O God der Gooden He Prins nu en altoos Weest hem in hulp en noodt En Krenkt zyn Vyand loos Wilt den Vorst onderfchraagen Zyt hem eert Zon en Schilt Deeld hem toch al zyn Daagen Uw zegen ruym en milt. Daar by een' leggende Leeuw met de 7 Pylen en een Zwaard'm. de Poot: van boven Hoezée Vivat Oranje. Het  VYFDE WYK. 91 Het Y Chasfinef verbeeld de Prins en* Pr'wces op eene Eerzuyl, waar op een Hart ftaat: hetgantfche Chasfinetmet Oranje verfierd, waer onder: Vivat Oranyie Naest de Eerzuyl verbeeld de Vryheid aen do andre zyde de Godsvrucht, onder den arm do Waarheid, agter een' Oranjeboom» waer by flaet: Oranyie in het hart geplant Is beter als veel licht gebrand 17%%. Het 4c De Bazuyn met eene vlag waar in ftaat Roept nu vry uit der Keelen Vivat, vivat Hoezee Laet het ons niet verveclen Vivat Oranyie Hoezee Vivat viva Oranyie Vivat viva Hoezée Ook Pruyfen en Britanyie Zyn ons ter hulpe mee. Ook  9* V Y F D E W Y K. Ook eene Eerepoort en boven dezelve een i vliegende Faam en -i Oranyie Potten, dezelve verbeeld een TwrAyè tem. By A. v. d. Boogaart. ' Twee Ckas/inettsn. Waerop een Medaillon, in 't welke een Oranjeboom. De Medaillon verfierd met «*», en dit Devies: Vivat Prins W. D. Vyfde Vivat de Koning van Pruysfen. Nu. by Johan W. Broekman (•) Koopman. i Chafinet boven den ingang van de deur verbeeldende een Oranjenboom wordende befchermt of gedekt f door der Staaten Leeuw: Houdende in zyn voor/Ie Klaauw het Zwaard en in de andere de Zeven Pylen ce zaem verbonden, by zich legd den Hoorn van Over* yloet. Het ze boven de beneden raem Verbeeld de beyde Vorstelyke IVapenm met hunne Kroonen en de 7>«,sw Leeuwen. Het  VYFDE WYK. 95 Het je, in de benede Raem. Verbeeldende een Groep van vier beelden voor , « den ingang van een Paleis zynde de Doorlugtigheid neder zittende; en houdende de Zon in de regterhand de Overwinning Houde cc een' //\ Gekoomen tot een Grooten ftaat Nu tweedraght heeft verkwist het Géit Nu word prins Willem weer herftëld Door Groote Frederik van Pruyzen Laat zyn Vyande daar tegen Drüyfen Nu God mee werkt kan het Nimand keererf Het komt alles van den Heer der Heeren. Wel, Amice wat,zegje, — nu zouikmoé worden ! Te Promeneer zoo zoetjes, en té dring1 en te kyk, maeke de gange ongmaklyk: En dat zoo droog monds, dat zou je vergeten Frans, dat is het ergfte Klaesje laet ons maer, tout droit naar huis gaen: -> zoete zoete, quel bruit la ■ bas? —— laet ons hooren Jantje, en de Leen* weftrdet ingaen. Welja, dat'sgöedKLAEs: Ha Ha kyk hier by Wilhelm Schrick , op de hoek C) Hier bran ik myne Ligter, voor de Kening van Pruyfe en zyn Zuster, Den Prins van Orange 'En zyn Spruyde ter Eere, Niemand maag het Weere. Vivat Orange . Wat !  VYFDE WYL '97 Wat zegje daar van vrinden ? dat's fchoon! Jdat's fuperbe ! dat overtreft alles; al had de Makker verzogt dat men 'er by zoude zetten , dat hy \het zelfs gemaakt had de; zoude wy 'er niet ankders van durven denken: (*) — Maar ftil, daer ilhoor ik weêr gezang* daer is een Viool en :teen Fluit by, kom laet ons wat nader gaen en 1 hooren — • . . Die vrouwe ftem is niet kwaed Mie Basftem vry goet . . . 't gaet lief. — L Mom Marchér, Marcher mes amis. —- Zacht! z zacht! — laet ons hooren. Wat zingt hy . * , 2 zie, 't voorhuis is vol. —— laet ons hooren. Qiiels jours bril'ans Quels jours pour nous commencenf., Notre Prince craint plus des Rivals, Dans les Airs mille cris 's elancent La Gloire, la gloire tient 1'arcier fatal . Le Soldat fier de fa vailJancc Chante fon Prince repete en choeur: Cefar avoit moins de clemence Alexander eut moins de Valeur! Cetar avoit moins de clemence Alexaadre eut moins de vaieur! eut moins de vakur! 'S? Quel (*) De Mater beert verzoet am 'er by te zette» dat qy i ittt zeitt gemaakt heeft. , G  vyfde w y k. Quel moment pour un Prince fenfibie c'cst un Pere avec fes enfans Leur amo-ur le rend invincibie Sa Grandeur les rends triomphants O Prince quon aime, pour te chanter nos coeurs, dans leurs transports fupreme ne peuvent trop repeter .... Quels jours briüans etc. etc. (§) (5) *t Bovengaande Coupletje of Zang, getrokken uiï de Opsra van Henry 4e cu le Bataille d'Ivry kont, by eene vertaaling heofdzaeklyk hier op uit: Wat fchoone dagen! Wat dagen verfchynen voor ons! Onzen Vorst vreest geen benyders meer: Duizende juichftemmen verheffen zichluchtwaards: DeZegen, de Zegen, weirhoudhetmoordendftael. De Soldaten trotsch op hunne Dapperheid, Roemen hunnen Vorst, Zingende by beurten t Cajfar was minder Goedertieren Alexander had minder moed C'Hfar was minder Goedertieren Alexander had minder moed had minder moed "5j  VYFDEWYK. 99 Welk een tydftip voor een' teerhartig Vorst, Hy leeft als eea Vader met zyne kinders Hunee liefde rnaekt hun onoverwinlyk • Hunne Grootheid doet hun dczegenpraal verwerven O Vorst! die men mind:om Uwen roem lezingen IKunnen onze harten, in hunne verheven vervoering Niet genoeg herha!e:i : Wat fchoonen dag! Wat dagen verfchynen voor ons (enzv. tot aan "5? l a merveüle! a merveille! op 'tlaetstkrygenwy Iran alles nog het beste, wat dunktje! Jantje die pasfage is ds moeite waard ? niet waer ? > j[a jongen, maer nu gaan we toch we! voldaen l . . —— naar huis! naar huis. Zie hier \n 't voorbygaan by Jan Brouwer — H. z. —• iivie is dat? Brouwer! Brouwer! die kenne ik—• dunkt me — Welja Jantje, 't is een besten brouwer, 't is een waer voorlhnder van'tOranl;ehuis! —- Zie hier: God Lof! wy zien den Prins herfteld,' d*Orahje haaters neergeveld G 2 En  xm VYFDEWYK. En Staat", Stadhguderlyk regeren-': Laar ons dan lu, verblyd van Geest, Het veértigfte veriaarings-feest Yan Willem vieren , tot Gods eeren. JAN BROUWER H, Z. "Ey lieve zie hier by de Juffrouwen Ho?»> wan .... hier — hier boven: Een Chasfinet waar op het Wapen van Zynea Hoogheid, en rondfomme, de Wapens der: Zeven Provintien 9 boven dezelve eenen Ade-\ ïaer en een hand komende uit een donkre: Wolk met een' Oranjentak en Kroon: daer onder: Dat zy vereenigd blyven- Zie zoo: — zouden we ons zegel niet hanfl gen aan den wenfeh dezer brave Godsdienstige» I Mentenen. Immers ja! of denkjeej I weêr ergers anders om Klaesje? . . . • ja . . ji I ja ... . Amke ■ om naar huis en naem Bed te gaen. wat gy? — Ik ook — a lk\ bon heure .... nous allons .... nous allonsl ZES*  lei ZESDE WYK. ij jiet daer nu myne Kinderen , nu zyn wy m ede Groots of St. Lc-.uerem Kerk, wat zegt gy i'er van, had gy lieden 't wel zoo gewacht?,hebt )gy de Kroonen wel ooit met zoo veel licht gezien, ïcn dat allen? .... Trouwens ja, A:;tje geloof K heeft het in 't jaar 1766 gezien,is 't niet zoo 1 .iAntje lief ?— ja wel Vader —— maer my dunkt ' sdat 'er nu, ruim zoo veel volk is; en het Orgelifpel veifchilt ook veel. Dat wil ik zeer gaerne jtgelooven, myn Kind! wy moeten altoos, dit )vweet gy immers ook, aen den Ouden Hagb jidig eer geven, dat weinigen hem overtrtfG 3 fttt  102 ZESDE W Y K. £en op de Fiool, doch dat hy daar en tegen een gebrekkigen Organist ware: maer Bruininkhuizem, die wy thans hooren, verdiend met reden, den roem dat hy in verfcheiden opzichten alles overtreft wat in Europa bekend is! Is het misfen I van 't gezicht een btter ongeluk! mynekinderen! j hoe veel te meer ftofFe tot dankbaarheid heeft een' zoodanig iemand, dat hyjzyne andre geest en ligchaarns vermogens, op zoo eene verwonderlyke wyze gezegend ziet. — O Ja Vader! en als men eens bégrypt, dat als zoo een Mensch zien konden , hoe veel verder hy neg niet komen zoude in de Kunst! Neen Lief.' dat's altyd niet - zeker. maer zco doende zouden wy aen het oogmerk onzer wandeling niet voldoen Kinderen; wy zullen daer wel eens nader overfpre- ken: laet ons de Kerk nog eens rond wande- len; wy moeten Wilhelmuije van Nas'fouv-en eens geheel uithooren fpelen. — ' Toontje voorzichtig ! — Vader hoor je \ fchieren wel.' daer heb je de Trom cn de Fluitjes — hoor hoor! Axtje dat moet je thuis ook eens nadoen cp je Clavecimbel — Dat kan niet gefchieden Kind als op een Orgel en door een' Kunstenaar 'k zal je dat thuis wel nader zeggen. -— Nu daer houd  ZESDE W Y K. 103 ïhoud- hy op, willen we den Oppert nrer niet in- gaenï? Ja toch Vader! Biyf hier nu ::eens ftaan Kindren en zie denO/>/>i?r* regt uit, gy tkund u "geen ftraat van ïtaiien beter verbeelden, Bron aen het einde, zoo eene Poort als 't Hofjfpoortje —1— ja denk je 'er nog wel om Valt der, toen dien Heer van Leiden vroeg, of het book een Baaken was? en of men in die kloot, Ij's Nachts vuur brandde. — ja dat's waarTooNTjs Jdat heb je wel onthouden Jongen! —— Nu ;;zie hier, kyk nu ter deeg ! Zie hier by G. Kolff. Op den grond zit de Iiollandfche Maagd, ter rechter zyde eenen Tempel, en ter linker de Wapens van 't Vorstlyk Paar. Op den voorgrond , den Leeuw met de zeven Pylen en het Zwaard. 'Het 2e Chasfmet vertoont: Drie Engeltjes, houdende een lint te zaem ge■jftrengeld vast. waar op flaat: Zynen Roem klimt op met zyne Jaaren. G 4 Va.  i«4 ZESDE W Y K. Vader dat's Lief Nu hier by Dominf Habbüma, Een Oranjeboom. Aen de regtezyde de Vryheid, met de Speer en Hoed, rustende op de Godsdienst. Ter linierzyde den Leeuw met den bor.del J>ykn en 't Zwaard, daar onder: Wiens ongeveinsd gemoed, d'Oranjeflam bemind, L ie is ook van de Kerk en V Land een waren Vrind ï Ach Vader mogt dien heven Man nog eens in onze vreugde deelen? Ja Kinderen, laet ons dankbaar zyn dat wy ons verfland nog bezitten mogen. *—— Vader, ziehier. ~— Ja Kind dat's by B. Bouwman (*) ——— {Koopman in Tabak en Thée) a Chasfineiten Het Eerfte verbeeld ons een Oorlogfckip van Staat prykende met de gewoone Vlaggen en Wim. pels le,ggsnde nu in eene kalme Zee; Zyn Hoog. heyd geplaatst op het Strand, aan hetagtereynde van het Schip rustende met den eenen arm op #eq roer van eenScbio.: en houdende in de andere hand  ZESDE WYK. im$ thand den Staf van Commando, uitgedoscht, in e eene Romeinfche Wapenrusting, üovsn de Ste. > yen van 't Schip werd de Unie van Utrecht afge1 beeld door de Wapens van de zeven Provintien : ZESDE W Y K. welke TVaapens een Ktygstropheen gezien wor J, —- onder alles dit tweeregelig Vaers Hier pryüt het Wapenfchilt van 't Vorstelyk Oranje Vereenigii deer den echt aan 't Koninglyk Germmje. Wel Toom wat zeg je 'er af, had je 't wel zoo gewacht? wel heer neen Vader: — Gaenwe dit Steegje door Vader! Ja kind dat is het JZokkerfleegje. Fen rare naemniet waer Antje ! zie daer, zie daar by Gregorïus van dl.r Paardt. Een Chasfinet Driehoekig en in 't midden een' Oranjeboom door twee Leeuwen befchermt. Daar onder leest men: Ik zal ze befchermen. Ter Rechterzyde: Getrouw tot in der aooal Hoe alles heeft gewoeld}, 'k Heb voor dit dierbaar Huys, Nog anders niet gevoeld. Ter  ZESDE WYK, jor Ter ]inkerzyde: God fchenk aan onzen Vorst Nog langen tyd het keven, Tot Vreugde van zyn Huys; En doet zyn Haaters beven. Zyn trouwen Ondirzaadt, Een ware Toeverlaadt, Een vaste fteunpilaar, Voor Kerk en Burgerhaat! 'En hier by nog Twee fraaye Pyramides. Kom, nu weer te rug. Toontje ziet raor u, den Oppert in, de linkehand om. —— By den Wel Eerwaarden Heere Certon. Een Chasfinet: aan de eene zyde de Vrede met eenen groenen Olyftak in de hand, en aen de andre zyde de Eendracht, hebbende eene Benne met bloemen op 't Hoofd, en gevende elkander de hand: terwyl zy te zamen een' Oranfentak met Bloemen en Vruchten vasthouden. van ond.ren ftaat E^che £ii CctisJjiacSt 50 fa oh;.c basen. 't h  i«* ZESDE W Y K. 't Is faaay —— . . . maar zie hier over laet ons met aendacht lezen; dat's by den Framch Kostfchoolhouder Willem Logman C*) beroemd door Kunde en Leerwyze: zie hier Behalven de Voorkamer der eer ft e Verdiepmget dewelke door een groot aantal kaarfen, op drie Fyramiden ftaande; verlicht is, ziet men, beneden voor het huis, drie Chasp.nstten, van dewelken twee, aan de zyden der voordeure geplaatst, met h«B volgende Lichtftukjen befchreven zyn: Vivat Oranje \ o Vorst! der Staaten rechtehand! Naast God de fteun van Kerk en Land*. De vreugd en wellust onzer oogen! Hoe vrolyk zingen, j*uichen wy, Nu wy, verlost van dvvinglandy Uw' veertigst Jaarfeest vieren mogen! Leef lang! leef eeuwig! dierbre Vorst} Het leed, dat U beilryden dorst, lloet nooit uw' welvaart meer begrimmen.J Smaak duurzaam heil, na langen druk; En zie de zon van uw' geluk Voorts met uw leven'jaren klimmen! O?  ZESDE W Y K. ro? Op I et derde Chasfinet, buiten voor het zy? vertrek geplaat.t, leetst men de volgende regels: Triomf! zoo zien wc ons Vaderland Door 's Hoogden arm 't verderf ontrukken! Reeds dreigde een ftout verheven hand Het S'aal in 't fchuldloos hart te drukken; Toen God, wiens Neêrlartdlievend oog Nog tot behoud der Belgen waakte, Voor Prutssens helden henen toog, En 't fnood ontwerp tot zotheid maakte. —— Hy joeg den fchrik in 't aangezicht; Straks fchool de dwinglandy in 't duister, En 't langbewolkt Oranjelicht Brak vrolykdoor, met nieuwen luister. —r Nu zien we, in fpyt van list en haat, Den Vorst zyn hooge Waardigheden, Tot heil des Lands, als 't Hoofd van Staat; Naar 't wettig Erfrecht, weer bekleden^ ■ Zwaait des, Bataven! biy te moê, Aan God den dankbren wierook toe! Dat's Overheerlyk; haten wy het nog eens herlezen; want 'er zit veel in, het isDingtaell 't i*  li© ZESDE W Y K. 't is een fchoon Vaers Antje! en 't is fraay' gefchreven! Vader! konden we dit Copieeretii 'k zou het zoo graag hebben! de tyd is wat kort Antje , 't is te hoopen dat wy 't eens krygen zullen, want het zoude jammer zyn, dat zulke fchoone Regels verborgen bleven. -—■ Kom Kindren kom, Zie hier by Regnerus Petrus Bruinings Een Bloeyende Oranjeboom. 't is netjes, 't ftaet niet kwaed. maer zacht, laet ons de Lombertfche Brug eens opgaen, my dunkt ik zie iets by Doctor Scheltema, ■ ja toch zie hier Twee Chasfinetten. i. In het midden hangt het Bourtrait van Zvne Hoogheid in Medaillon, omilerd met Oranjeappelen , aan de linkezyde de Vryheid met den Hoed en de Speer: ter regtezyde de Vrede, met eenen groenen Olyftak in de hand. Van boven een Vliegende Faam, feby-  ZESDE W Y K. ui fchynende de Glorie als uit te trompetten , aan welkers Vaandel hangd een Oranjen. l'mt, waerop ftaat: Vivat Oranje, Zi. . ïn 't midden, hangt het Pourtrait van hare Koninglyke Hoogheid in Medaillon, mede verfierd met Oranjeappelen, Aen de Rechterzyde de Vriendfchap met eenengroenen Olyfiak in de hand; nevens haer ligt den Hoorn des Overvloeds' Ter linkerzyde ftaat eenen Engel met een Zon op As borst, hebbende eenen groenen Krans van Law> werieren in de hand: Boven acn ziet men een vliegende Faam, welke de Triumph uitblaest. Aen de Trompet hangd een Oranjelint waer op ftaat: Vivat Oranje. Dit zyn voorwaef twee ongemeene fraaye tukken, zoo van fmaak als van uitvoering. Al  112 ZESDE W Y KV Al voort Kinderen, den Oppert, wederom frij gegaan. —— Stil, laet ons hier zien by J Prily , KenstfchUder. —— Let wel, let wel; i Het afbeeldzei der Eendracht, levens groote, met de zeven Pylen in haare Rechterhand, en in hare linkerhand de Wapens van 't Vorflelyk Paar Ten Tweede: De Beeltenis der Vrede mede geheel tenvoe. ten uit, en houdende in hare Rechterhand het Wapen van hare Koninglyke Hoogheid, terwyl hare linkerhand de Speer der Vryheïd vasthoud. 't Is uitvoerig Myne Kinderen! ik bewonder den Kunftenaar, 't is fchoon gepenceeld en fiks behandeld. ... Ja Varer! ja zoo is 't. . . . Maar nu . . . laet ons dit bsfchouwen hier over By de B . Eenen Bloeyenden Oranjenhom onder welks Lemmer, de Hollandfche Maagd gezeten is  ZESDE W Y Ki ï 13 ten is, met de Spèer en Hoed van Vryheld. Tot Byfchrift leest men: lOranjes Lommer fcherm weer vrolyk uitgebreid IDoormengt met edele vrucht die nieuwe geur verfpreid ItZetVryheid'nu die febacuvt op haar weer neer mag daalen 7.Zich hopend by hem neer om vfyèri aem te haaien. Dat's netjes: Vader dat ftaet lief, aer- idig en zoo veel lichten! ja! myn Kind! 'erwor(den al een meenigte van kaarfen op dezen avond jverbrand! —- Maer rui -— zie hier ons geonadert tot de wooning van J. van Dyk. Beschouwen wy'dit, myne Einders met oplettendheid,' zie De Maagd van Nederland, verzeld van den Leeuw, ftaande op de Zuyl van Staat, hebbendé de zeven Pylen, omftrikt met den Oranjeband in zynen Poot. Den Stadhouder onderfteund de Maagd, zynde door een Snoer, van Lawwren, als te zamen verbonden , daer zy op de Zuyl van Staat ftaen , welk Snoer dóór eenen Engel g.houden H word'. ——  "4 ZESDE WYK, word. De Godsdienst ftaende in eene dankende geftalte, met de eene hand naer den Hemel wyzende, en met de andere rus. tende op den Bybel, De Eendracht uit den Hemel dalende met eenen Olyftak, en en Hoorn des Overvloeds in de Rechte hand, en in de linkerhand houd dezelve, eenen Blikfem, die zy op de vluchtende Nydt fchynt te laten afdaalen* welke vervolgd word door den Bruisfifchen Adelaar. Onder aen ftaet: €jCatn# 15 Ut§ 6. Welk een fraay Zinnebeeld! — de geaertheid der Menfchen, word veel al by gelegenheden als deze openbaar! ■— Let wel, myn Kinderen 'By S. J. Schuuren Junr. Mr. Timmerman, Twee Chasjinetten In het midden een brandend Hart, waar onder ftaat: De Liefde. Aen  ZESDE WYK. rxs Aen de Rechterzyde eenen Oranjeboom waer onder de letters: P. W. D. V. rfEn aen de linkerkant weder eenen Oratu moom f en daer onder: Fr. S. W. van Pr. 'Het andere Chasfinet, verbeeld eenen Lceuiv met de zeven Pylen en het Zwaard, in den Hollandfchen Tuyn: waar onder ftaet De Eendracht. an rondfomme met Oranjeappelen verfierd !By Arnoldus de Brustn, Mr. Timmerman. Een Chasfinet waarop verbeeld word eenen Oranjeboom , vóór den welken eenen H a Leeuw  ui ZESDE WYi'. Leeuw ftaet, houdende in deszelfs een*;1 Poot het Zwaard, terwyl hy met de aa dere de Wapens van Zyne koogheid en da? i harer Hoogheid vast houd. Nu ziet hier, Kinderen * aan de andere zydrf by de Jufvrouwen Leenhouwer. Eene Helderfchynende Zoti, onder dewelke ftaat: Nu fchynt hy Klaar! En' hier by G. Vis, Krmkhezoeker (*) f I Twee groene Chasfinetjes. Op het één, in de midden met groote ge* fneden Drukletteren, dit volgende: VIVAT PRINS WILLEM DE VYFDE; I Boven op een Kroontje; waar in eene Hanek de Speer en Hoed der Vryhetdvasthoudende? daar onder: Voor Altaar Ou*:  ZESDE WYK. i'7 .Onder aen hangt een Ornamentje waer in Twee Oranjeboompjes', tusfchen dezelven, , den Leeuw met de zeven. Pylen, te zamen , gebonden door den Band der Urne: ten byfehrifee Nu, zoo is *t Wel\ bp het Tweede ftaat in de midden met Letters als vorens; •V...-C cnos si' v:.;ci aD53b aevod l^Ó WAT DEN KONING VAN PRUYSCHEN! Boven op een Kroontje; waer in eene hand met een Zwaard; daar onder leest men: en Haardjlede! C Onder aan een Ornamentje, waar in 7W E VERJAAR ING VAN S Y N HO,OGHEYD |pJUISTS WXZ&EM VAN ORANJE EN NASSOUW Geluk 0 Groeten Vest en Heer Dat gy Nu Mag Vrjairen God fpaert u Lang 0 prins: in Eer En doe u Leeftyd: Baaren: Veel Heyl en Zegen: voor Kerk en Staed En wy ons Jïeeds verblyyen Dat Godt u Huys bivrydt van kvaed Maer Jieeds mag dom geiyyn Den Zegen vol van overvloet Op u Perfoon: van waer de Uw Gemalin en Telgen zoet Treft Edelfie der Aard» H 4 En  I2Q ZESDE WYK, En 's Hemels zegen Ryk yen fchat Bckraone uue Hoofde De Etr en Glorie: Regt bevat Die men u vaak ontroofde Die Blyf op u o Edel Vorst En op u Telgen Rusten Die -'derden R;kel\k uitgedost Met Hemelfchei wellusten Al van jehova''s Regterhand Tot in de Nageflagten En dat fy Mogen fyn van kandt Al wie u fnoot versgten OP DE VREUGT. Kern1: Hier Gy Ro. ter dammer fchaar Uit Nypend Druk verhevea Wy fyn verlost uit groot Gevaer Wilt nu niet Langer Beven Voor vuur en 't Stad van 't woest Gefpuys Dat ons voor Heen dee vreefen 't Legt aan den Bandt: Al dat Gedruys 't Moet nu: of | wi!: wel fiille vreefen op  ZESDE WYK. m Op dat wy op dees Grooten dag Tot Roem van Vorst Oranje En: Spruyfchen Koning die vermag Ons Roem: met Groot Brittanje Verheffen met een Groot Piazier Befchouwt dees Kroon vol kleuren Daar al de Vryheydt Zoone vlien Ziet men de ligjes Gleuren In Kroon en Boog: en aan de Peuy Van yder Huys der Braaven Men Hoort langs weg: de oranje Reuj In Huys de Keeltjes Laaven Die fyn verfchort van 't Roepen vier Lang Leeft ons Dierbaer Prinsje Een yder Maakt nu goede fier Of Het waert om een winsje Maer Neen! o Neen 't is om de Vreugt Nu Willem Mag Triumfeeren Darom Hoort men foo veel Geneugt Wie kan dees vreugde weeren. H 5 NOG  122 ZESDE'WYK NOG EEN ANDER, i. Hier ftreeft 'f Oranje Bloed Seo Fier door 'f Hart en tTJderen Hat men Haet vuyl: Gebroed Op 'f fpoor van onfe Vaderen Die met Haar ganfche Hart Hei Vorjlelyk Huys Beminden Doe Ailts ixhrt Verwart Bleef men hier Pritisgejinde Dewyl wy van der jfeugt Zeer wel Jyn onder wezen Dat men Moet met gcneugt Godt en den Koning vree/en 2. Triumf: Triumf de Vorst Regeert Tot fpydt van fyn Vyanden fVie is er die ons vreugde ween En hem weer aan durft Randen Zal  ZESDE WY K, 123 Zal niet den Pruyrfchen Adelaer Met Forst van Groot Brittanje Weer Redden uyt het groot gevaar Het Dierbaar Huys oranje Dat onfen Roem foo dier ve mag Met Alle die wel denken Weer Aan wy op dees Grooten dag Ons Fieugde offer fchenken 3 Leeft lang 0 Forst tot Heil vo.r 't Land In Zegen van den Heeren Hy fterkt u met fyn Regterhand En wil fleedts vun u weer en Den Druk en fmaet dtn Lastertong, Die u veel fmert dee Trrffen Og dat Jehova die Bedwong] Daar wy u Eer verheffen Met tfeerlantsvolke nu te faeta L'.eft Lang 0 Forst in vrede Dat Kerk en Land: door u mag fiian Dat is ons wens; en Bede Ver^  js4 ZESDE WV K. VerJief met my fyn Gemalin Die Debera van nxaerde Daer fy uyt louter Neerlants Min Heen ree tot Roem der Aarde van Gelders grond: na Hollants Staed Tot nut voor Kerk en Landen Ho? kwam dit al de Zoone kwaedt Die Haar foo fnoot Aanranden Hier Irak hun moef: en Felle iragt Wanneer fy fpoedig Hoorden Dat Fruyfches Verst met groote magt Kwam na de Hollants oorden Deze 4 Verfen fyn gemaakt: van Een opregt Btminnaer: van 't Huys van Orangïe op den 8 Maart 1788. Zoo veel te lezen, zou *t gezicht vermoeyen, maar 'k moet zeggen Antje dat gy 'er knap op zyt! Ja maar Vader myne Oogen zyn vry wat jonger dan de Uwen! ja 't is zoo myn Vind! 1 Maër let op hier over By Gerrit Teljer, Eenen  ZÈSDÈWYK. Ü$ Ëenen fchoonen Oranjeboom met Vruchten beladen. Aen de eene zyde dezes Booms ftaet een Wierookvat, over het welk twee Perfoonen eikanderen de hand geven: ten blyke der Vriendfchapp\ Aan de andere zyde ftaat Zyne Doorluchtige Hoogheid in eene Koninglyke Houding, hebbende ter zyner zyde de Waarheid en de Gerechtigheid. Onder aan den voet van dezen Boom legt eenen Vrycorporist op zyne kniën, met geweer en wapenen naest hem, fmeekende als 't ware, om genade. Aen 't ander einde van dit Chasfinet, ziet men een' Hafaer, in eene verwoede Houding met een Zwaerd in de Hand, dreigende een Mo/u fier, te verflaan, 't welk onder zyneneenen voet ligt, en onder den anderen voet ligt de Laster, in eene fchrikbaarende Houding, In het bovenfte of luchtgedeelten, ziet men eene hand komende uit de Wolken en houdende de Schaal der Gerechtigheid: Nu, hier nog by A. ten Boven: Jpotekar. 2 Chasfinetten, Bei-  iï5 ZESDE WYK- & 'i * k ' Beiden vol met iieraaden van Bloemen en Vogelen, benevens do Zinnebeelden van de Vrede, Liefde, Gerechtigheid, en Vrykeid en daar by Z. D. H. WILLEM de V'. Zie hier ons genaderd tot de Poort, myne Einders! Hé —— wy moesten 'er eens buiten gaen! . . — Neen, Neen Toontje! — dan zouden wy te verre van het fpoor afwy- ken, laet ons liefst dezen weg gaen, de Gallerye over, en 't Delfchevaart langs. O Ja. dat's goed Vader, dan zie ik de Ruyters nog eens. —— My dunkt ik hoor gezang Vader! — Ja Antje ! *t is zoo myn Kindt! die Krygsüeden, zullen ook hunne innerlyke blydfchap, doen blyken: ziet hier, hier Kinderen By Pieter Mommers. Een fierlyk Eerenpoortje, met Krans en Vlechten daar by dit Vaersje Juicht Batavieren, juicht; dat elk met vreugd zich paard, Nu Hüeérlands Graten Vorst op dezen Dag verjaard). Nu  ZESDE WVK. 127 Nu hier al weder wat anders by Henerik Otterdyk. Een Oranjeboom, met vyf Oranjeappelen, op het tobbetje de zeven Pylen te zaana gebonden. daar onder: d'Oranje Plant Is d'Unie band. In het andere Chasfinet Voor Prins Willem onfe Vorst Die Neerlands Lasten mannelvk torst Voor Nasfouws Stam en 'c Vaderlandt Zoo goed als die veel kaerfe brandt! Ziet nu hier van de Brugge af terwederzyde myne Kinderen, welk eene verrukkelyke vertooning; hoe bekoorende is het gezicht dezer meenigvuldige lichten! 't is bynaer of de ftikdonkere Nacht in den helderften der Dagen,herboren was! —— Komt laten wy onze gangen, dezen weg heen fturen. Nu zal ons onge- twy-  m 2ES D È W Y g. twyvëld, de zonderlinge Decoratie van Jan dé Adelaar, verwondering baren, ik heb dezelve gezien myne Kinders, eer die door het licht, verlicht waren, wy zullen 'er intreden, 't is der moeiten waerdig het zelve van nader by te befchouwen: de Perfoon is Knecht op het Jacht van den Raed ter Admiraliteit op de Maas, 't is een' grooten Kunstenaer, en 'er is veel roems geweest, van Mejufvrouwe; Johanna Koerten Blok, in voorige tyden; t dan dezen onzen Stadgenoot, dezen Burgerlyken Varensgezel, forsch gefpierd en ruw van handen, eischtdeste meer om dsze reden by de befchouwing onze byzondere loffpraken. —*- Wel aan den toegang fchynt vry te zyn en open te ftaan, laet ons daar in treden: . . . . zacht zacht Toontje. . . .Ik zal voorgaan! zie hier het ftuk 't welk ons aldus omfchreven word: Agt Eerenpoortjes. Waer van 'er zeven verbeelden de Zéven Proyintien. Ieder voorzien met het Wapen eener Provintie, de laetften der Poorten of verbeelding der Provimien is voorzien Van een  ZESDE WYK. 129 een afhangend Gordyn, en boven elk der Wapens op de Poorten eene doorfchynende Zon, als ook aan een ieder derzelver, groene Festonnetjes, gevormt van kleine groene hlaedjes. De Agtfte Poort verbeeld de Unie waar op aan de rechtezyde ftaat het Wapen van Engeland', in het midden der Poort het Generaliteits Wapen en daar onder dat van Zyne Doorl. Hoogheid en ook dat der Vorflinne. Deze 8 Poortjes nu op zekeren afftande van elkander vervvyderd ftaanden, worden verlicht door kaerfen, zoo, dat alles inperfpeotief geplaatst zynden, eene der zonderlingHe en verrukkelykfte vertooningen oplcverd. Alles is met de /c/z^r gemeden van eigenaertig gekleurd papier: in de Poortenfylen zyn de vorm van Bierglaesjes uitgefneden, daer agter een flukje Moscovischi Glas gehecht en wederom daer agter zeer zindelyk een ge. kleurd papiertje , zoo dat alle de fiylen der Poortjes en de Poortjes zelfs als geïllumineerd met Bierglazen, zich aan het oog voor dosn. De Pilasters der Poortjes, omflingerd met 1 gros-  13° ZESDE WYK, groene bladfestonnen, en voor de voorften der Poorten, is een /w/of£/a? gen over die Removeerders, verfchyntdeG*. regtigheid, ftaande op een pedefial, terwyl Jupyn zyn' blixem uit de Wolken fchiet. De Geregtigheid zegt: Dkcite Justitium nee removete boncs. Ten tweede meede aan de linkcrzyde bovengem. voorn, Chasfinet vertoond zig een' Engel  ZESDE W Y K. 135 gel in de Wolken met een Zweep, en Geesfel roede in de hand, uitroepende (tegen een miferabsl Schepfel, verbeeldende de Wanhoop, met een gekronkelde Slang in den boezem, en een verdorde alfemtak in de U Verderf is uit U • Naast de Wanhoop ziet men veele Vliegen, rondom een party op de Grond nedergeworpen krygs Wapenen, daar adderen uitkomen, en aan de overzyde ziet men een ftuk Land off akker werdende gezuiverd van eenige Arbeiders met Oranjecocarden: het onkruid werd in een fchuit off praam geworpen, in welke twee voorname perfonagien zitten, werdende voorn, fchuit voortgeroeit door een Man met een Qranjecocarde en Oranjeriemen,\ welken Roeyer van de Arbeiders uit het Land word toegeroepen. Reey uit de Hoofden. I 4 Naast  136" ZESDE W Y K. Naast het allereerfte genoemde Chasfinet welk het middenfte ftaat, vertoonen zich aan de regter zyde van dien, de volgende meede konftig door een eerfte hand gefchilderde Chasfinetten. als Eerftelyk: De Faam uit de Wolken, met de Bazuin in in de eene, en het Wapen van Zyn Hoog. hcid in de andere hand, uitblazende: Vbx Populi Vox Dei. Op de voorgrond Zyn Hoogheid, en de Vry. heid te famen op een pedefial, en deeze woorden: Voor Oranje en Viyheid, Wat lager ter zyde een Oranjeboom befchermt door een' Leeuw met de 7 pylen in d'eene en *$ Zwaart in de andere poot. 7 Ten  ZESDE W Y K. 13? Ten Tweeden , Een Chasfinet verbeeldende een boschgagie uit 't welk een Leeuw gekomen zynde, zyn' poot in dewelke een grooten doorn ftak aan een' Reiziger toefteekt; de Reiziger zyn Stok en Reiszak nederleggende trekt 'er de Doorn uit, en werd door den Leeuw vrierdelyk geftreeld, gevolgd, befchcrmd, en zoo als de Hiftorie zegt van de dood verlost enz. enz. onder aan dit Chasfinet leest men De dankbaarheid wo'ond zelfs in Vorjlelyke Dieren , Die deugd kan lintoos Erf, van ouds en nog verderen , Want die den Doorn trok uit ons benauwden Staat Was Willem, Pruysfchens Ee-r, enNeerlands toeverlaat Ten Derden meede aan de Regterzyde een Chasfinet. Op de voorgrond Zyn Hoogheid {kaande in des* felfs Uniform in de Hof'of Raadzaal, alwaar de Geregtigheid op een varheven geftoelte zit, J 5 gee-  13$ ZESDE W Y K. geevende aan Zyne Hoogheid den Staf van Commando, met deeze infcriptie. Geregtigheid vertrapt zelfs Opreer tn gtweld Terwyl zy weer aan Willem den Jlsf ter bande field. 't Is Superbe Vader! ik heb de wedergade nog niet gezien! Ja Antje 'er is al eene fchoone verklaring of uitlegging by te maakea, *t is zoo vol van verbeeldingen, en zoo geestig uitgedacht, dat het mcesterflukken der kunfte mogen genaamt worden, alleen is het maer te bejammeren, dat een ieder de tyd ontfehiet, om alles naer vereisch van zaken, derwyze te befchouwen, dat het zyne nieuwsgierigheid en onderzoekenden Geest voldoet. Dan, laet ons verder voortgaan en zie hier by den Heere en Meester Arnout van Zuylen van NyevelDj Secretaris van de Weeskamer. C*) Het huis brillant Geïllumineerd, voor de Elf Schuiframen, allen met gecoüleurde Bierglazen. Boven den ingang' van 't Huys een Chasfinet in Medaillon vertoonende den toeftand deze* Tydsj verbeeld door een Has-  ZESDE WYK. i39 Haspel waerop de Draden verward voorkomen die ontwarteld worden door eene Maagd verbeeldende de Vryheid, houdende in den regter arm de Speer en Hoed der Fryheid, omGerd met eenen Oranje/lrik', het Hoofd der Maagd even zoo met eenen Oranjekrans: naest dezelve ziet men een Perfonadie, in eene achtbaars houding, verbeeldende den Erfftadhouder dezer Lande, rustende tegen een Autaar, waarop de Waerheid ligt, met de Rechterhand wyst zy op de Haspel, als verbeeldende den troebelen ftaat; met de opgeheven Linkerhand eene fprekende vertooning makende, terwyj bet aengezicht opgeheven naer 't Alziend Oog, van 'c welk zy hare hulp verwacht, dat hem goedertiereniyk beftraeld. Onder aan derzelver voeten, ziet men eenen ylugtenden veelhoofaigen Draak, verbeeldende de Tweedracht, de Haat. de Nyd enzv. oorzaken van den verwarden toeftand: in 't verfchiet, ziet men uit de Kim' me eene Zon opkomen. Om  14® ZESDE W Y S. Om den rand van 't Medaillon zyn deze Letteren gefield. Dat Deus his quoque finem. dat is: God maekt ook yan dat alles een einden. Zeer aerdig en vindingryk; de gantfche Illuminatie is proper, cn netjes; en is van eene fchoone uitwerking! ~— . . . Wacht! wacht, Kinderen, 'k zie dunkt my ginder een Rytuig Haan, dat zal niet lukken, laet ons liefst te rugge keeren, en 't Haagfche Veer heen gaen, dit zal 't best zyn . . . 't is ook zoo Vader! — Kom Toontje dezen weg! ziet zoo! ziet zoo, nu kunnen wy het geen wy gezien heb--ben nog eens ter loops bezichtigen! Ey Heven Vader zie nog, eens by Adelaar, wat geeft dat een verbazend vergezicht. Ja toch! de oorzaak daar van Antje lief is de wyze van plaatzing, 't loopt alles by naer in een middenpunt te zamen, en alles redenkundig en regelmatig volgens de gezichtkunde geplaatst, geeft dus-  ZESDE WYK. 141 dusdanig eene verrukkelyke vertooning. — Zie hier myne Einders ons voor de Huizingc van Jordaan van Ryn : Broodbakker. Drie Pyramiden, luisterryk geïllumineerd; in de midden eenen Leeuw met Zwaard en Pylen: Tot Byfchrift: Eendracht maekt Macht. Nu hier by Willem Offermans Vier fraay gefchilderde Chasfinetten: 't Pourtrait van Zyne Hoogheid; Dat-Harer Ko. mnglyke Hoogheid; Het Wapen van Onzm Vorst; en Dat onzer waerde Vorfiinne. Allen met fchoone fieraden en bloemen fiks gepenseeld. By Kors van per Linden, .. Ook Vier Chasfinetten. Een Spiegelgevecht 9 door de Zon befchenen: waar  142 ZESDE tVYK. waar onder Zoo lang dc Gulde Zon hasr Jlralen zullen fchynen Zal de Or*njt Stam op aarde niet vetdv/ynen. ze. Een' Oranjeboom, waar boven twee blazen* de Faamen: Tot Byfchrift. \ Dat Vyfden Willem Neerlands vreugd Een Voedflerling der blanke deugd Tot heyl voor Land en Kerk mag leven En nog veel Oranje Spruiten mag geven. M Twee Hollandfche Schepen, op dewelken eene ryzende Zon hare flralen fchiet. 4e Eenen Oranjeboom, naast denwelken twee Leeuwen Haan met Zwaard en Pylen. waer  ZESDE WYK. 143 waar onder flaat: Ik zal ze hefchermen' Ey zie myne Einders, hoe raar vertoond zich lèet Doelwatertje He! Vader daer heb ik ncoit |nog op geweest, dat moesten wy nu eens heen ]gaen! . . . Kom aen Toontje wy zullen! <—- Nu, Nu zie by Jïan Pierre Rocques. Dat's dien verdienflelyken Man, Antje! dien Directeur der Sociëteit de Eendracht,' aan denwelken wy, nevens vele anderen die in het (troebelfte der Tyden, ons de Rust, en in de shagchelykfle dagen, den Vrede , heeft helpen behouden: waar voor ik ook niet twyffele of ter zal belooning voor gefchieden ten minften al die lieden die goed en bloed zoo hebben veil gehad in dien tyd, zyn waardig, voor altoos geze(gend te worden. Laet ons zien myne Kinders! Eene zeer fraaye Eerepoort, boven op dezelven een Gezicht van de Stad Rotterdam, daer agt«r eene Opkomende Zon: ter zyde eens  144 ZESDE W Y Kt' eene bende van Vrycorporisten. Boven als in de lucht eenen Adelaar, uit zynen Klaauw Blikfemfchichten , nederfchietende op de Vrycorporisten. Onder welk alles men leest: Zoo dra d'Oranje Zon, in Rottes muur kwam fchynsn Moest Heersehzucht en geweld, op 't Oogenbiik verdwynen. 't Is fraay, zoo van vinding als van uitvoering , en de Poort maekt eene Excellente uitwerking: nu voorzichtig Toontje wy zullen 't voor gezien houden en langzaam wederom den zelfden weg voort wandelen, tot dat wy op 't Haegfche Veer zyn. — Vader zie hier een Blumineerkastje met eenen fraayen Oranjeboom en Vaerfen: — Ja Kind, dat's by Pieter van Baak incien ik het wel hebbe. — Antje weest gy wederom onze Lczeresfe. i. T)e Nazaat van V Oranjehuis Hoe zeer gedrukt door Kruys op Kruys Steekt  ZESDE WYK. »45 Steekt wel gemoed het Hoofd naar boven Hy flaard op 't Albefchouwend Oog! Een' flrael van Heyl daalt van om hoog Die Hem op nieuw zyn God doet loven, 2. Vryheid en Rust Is onzen lust: Voor Kerk en Staat, Voor Magiftraet, Is "t al te baat; En Huys en Goed, Als 't wezen moet: Is fieeds gereed Zeer graeg bef eed Maar toch hoord toe, met dit accoord, Dat (leeds Oranje zy het woord. jMog eenen afzonderlykèn Oranjeboom * vel Vruchten , en hier onder leest men: De Oranje Zon met nieuwe flralen Ziet thans zyn" Vyand nederdalen. & 't St32£  146 ZESDE W Y K. 't Staat byzonder, doch aerdig en toepasfe» lyk. f Nu moetea wy ons eerfte plan volgen , myne Kinderen, wy zullen thans de Raam. brug liever overgaan en het Delffche vaart langs naer huis, niet waar Antje! ... ja toch Vader: —« Zie hier na 't my voorkomt een zinryke verbeelding. By R: Post. Een Chasfinet in desfeifs midden een' Oranjeboom vol vruchten die door 't alziendeeog word omfchenen; aan de esne zyde van den Room ziet men de Vrede, aan de andere zyde een' Adelaar houdende het Zwaard en 't Wapen van Zyne D. H: uyt de poot van weiken Adelaar, blixemflraa~ len komen: op de Voorgrond een driehoofdigen draak, uit wiens eene bek komt Eigenbaat. Uyt de 2e Qyerheerfchïng, Uyt de %e Aristocratie. Onder dit Chasfinet leest men: dus hloeid i Orarjejlam, terwyl zyn hater vlugt daar pruysftsch adelaar klapwiekend in de lugt Ortrn-  ZESDE WYK. 14? Oranje deer zyn zwaard hefchermd en hulp komt toonen begunfligt door een ftraal van 't albefchouwend Cog terwyl de zagte Vreè daald van dtn jlarrenboog Om Eeuwig in den tuyn van Neerland vry tl woonen! Vivat Oranje Zegepraalt. ze Chas/lnet. In de midden Een' Oranjeboom vol Vrugten. Aan de eene zyde een' fl'aanden Leeuw met het Zwaard: aan de andere zyde der Boom een' Vyzel waar in een Vrycorporist Iegd, agter over, daar naast een' PruysftfchenSoldaat met een' fl amper in de handt welken hy op de borst van den Vrycorporist nederftoot. daar boven leest men: SMét W nicftt for Oranjes* -£mté fïampf icb t>en fcct ter UWct Ik geloof dat de Menfchen goed Hoogduitsch verftaan Vader? —— ja Kinderen, dat weet ik je niet te zeggen, Maar met dit alles is het K 2 zin-  148 ZESDE W Y K. zirrryt en krachtig. Zie hier dat gelykt 'er beter ra. maar goot geeft upt gena gebeten m op i^cfë ftag met natUetn mogen Wel fiu, dat is welmeenend: ja Vader dat's ook al wat 'er van gezegd kan worden.... Ey zie al het volk de Kerk eens uit- en inloopt: . 't is 'er druk, -— ja wat zal ik zeggen, drukker als op metnigen Sabbath. • Kccin Kinderen,- laet ons deez' weg gaan. . . . Wel hé neen Vader , laet óns c'e Torenflraat op gaen en dan de Hoogflraat, Toontje, Toontje , 't zoude u niet \ferve!sn, myn jongske.... Ja Vader hy fpeelt voor verleider . . . Kcom aen dan, 'k zal uwen zin volgen. Aktje lees dat by Gerrit Logman. ... Zie Vader d^n gantfehea winkel verlicht met kaars« fcn. , • .-Ja ja TÖontjc flil, flil. Dank ï  ZEVENDE W Y K. 165 Dank! eeuwig dank! zy Neêrlands God! Die 't ernftig bidden zyr.cr Knechten, En 't vuurig fmeekers der Oprechten Bekroont met zulk een heilryk lot! Wy zien de dwinglandy geveld; —Den Pruis belaên met krygslaurieren; ——. Oranjes onfchuld zegevieren; — En 't wettig Stadsbewind herfteld. Dat's Overheerlyk .... dat's fraoy Antje :'(lees het nog een mael. —- Dat zal ik evenn wel nathryven Vader, dan hebbe ik dat reeds. ■'—* Neen lief doet zulks niet, 't zal te la^t worden. Ik belove U, ik zal dit en 'tan- ;ider uit den Oppert moeiten doen om U te be- :zorgen. Nu goed, de eerde Regels kan ik ibynaer van buiten, ■ ik ben blyde myn ^Dochter zulks van u te hooren, 't geeft een bhlyk dat gy fmaak hebt in 't gene fmaak verdient. Ey zie dit gezicht eens, tot bynaar ,isan de Delffche Poort, één licht en al licht. — ,ldat ftaat verwonderlyk. — Toontje, lings om i:izie hier op de Hoogjlraat i% Jan George Röder, Banketen Broodbakker. k 3 Eenen  ï66 ZEVENDE W Y K. Eenen Tempel in welkers midden de Hollandfche Maagd, in eene heldhaftige houding, en oude Romeinfche kleeding: in de Rechterhand houd zy de Speer en de Hoed van Vryheid; in de linker eenen Olyftak, het teeken der overwinninge. Zy ftaet met den eenen voet op de borst van de Nydt, welke nevens haer heeft, een gebroken juk, Boeyen, en verder gereedfehap der Slaeffche Hwinglandy. Rondomme dezen Tempel ftaet in eene hyzondre Nis, voor eerst: de Godinne Ceres en Pomona, Go^■r/Sra der Band en Akkervruchten, daerna Meecürius den Go*/ des Koophandels-. — een Vrouwenbeeld met eenen graedboog in de eene, en een ro?r en fchietloot in de andere hand, verbeeldende de Zee. vaart. Verder nog de Gerechtigheid en de Hoop, Alsmeden daerby eenige, zoo wel Hedendaagfche ais aloude Krygskleederen en' Geweven, Voor dezen Tempel een alleraangenaamst Hof of Tuyngezicht: aan de rechterzyde van 't welke, een Pedefal met hqt Borstbeeld van Pn'«; Willem den Vyf- den^  ZEVENDE WYK. 167 den, ter linkerzyde ccne Uma en.[Grafnaald, waerop géfchreven ftaet: WILLEM DEN EERSTEN, Dit herinnerd ons, den Eerfisn Grondlegger en dea Befchertnef onzer Sraat. Verdvi* is het in Perfectief beplant met edele Vrucht, boomen, en door eene helderfc'iynende Zon. befixaclt. . Wat hebben we hier Kinderen, laet ons zien: at is by Aelsert Wess, Directeur der op~ echte Vadsrlandfcke Sociëteit. Twee Chasfinetten* ie. In de midden een Schryftafel, waer aen twee Per/bonen gezeten zyn. Een van dezelven houd een Papier in de Hand w:er op ge. fchreven ftaet: Tegens alle fchadelyka Nicwxighcdcn, L 4 Een  168 ZEVENDE WYK. Een ander gereedfta?.nden met eene Petitie in de hand om te teekenen, " Nog daer by drie [taande Perfoonen, van dewelken de voorften , de twee agter hem ftaanden wyst op de woorden: Be Oude Conjlitutie. Ter Rechterzyde ftaet eene meenigte Volks, zwayende met de hoeden: van dewelken de één eene Oranjevlag heeft, Op welke vlagge ftaet: Wy allen zyn daer voor. Aen de linkerzyde e:n Bazuyn hebbende in zyne hand de afteekening der Sociëteit, met eene vlagge uit het huis ftekende. Boven dezelve leest men: Opregte Vaderlandsche Sociëteit. %. Verbeeldende het Speeljagtje, waer meden men  ZEVENDE WYK. ï6o men de Vorftin heeft verwelkomt, bezig zynden op het zelve om het gefchut telosfen; een meenigte Volks op het Bek; en van agter en en van de Boegfpriet, en van den Top waayt de Prinfe Vlag en Wimpel, Voor op het Bek ftaet eenen blazenden Trompetter; en als 't ware geeft hy den klank van Wilhelmus van Nassouwen. Aen de rechterzyde in 't verfchiet het Pest. huis; aen de linkerzyde het Oude Hoofd op het welke zich Schout Plaat vertoont, bezig zynde hun tc noodzaken om aan te leggen, ten dien einden wyzende met de ftok: naest' hem ftaen twee Vrycorporisten en eenig ander Volk. Boven het Jagtje, eene Faam ftrooyende Lauwerkranfen op het zelve, en uhroepende als 't waare: Wykt Lasteraars ! wykt! de Bengd zal eindlyk triumpheren. Dat is toch een sardig oud Heer, dien goe« j jen Heer Wels 1 ja Kinderen onthoud toch al 1 wat je hier ziet: het heugt u immers nog wel dat geval van 't Speeljagtje, toen Schout Plaat E £ zoo  Ï7© ZEVENDE W Y K, zoo bezig was om de vro'yke luidjcs de fchrik op 't lyf te jagen, door hun te noodzaken om elk zyncn naem op te geven, ö hoe vigelant was dien man! — Maar Vader zoud hy die goeje Prinsluy niet wat zagter hebben kunnen behandelen en alles zoo erg niet opgenomen ? hoor eens Kinderen dien man deed het bevel van zyn' heer en meesteren kon dus niet anders handelen: — ja maar Vader moest Schout Plaat dan ahj d in de weer wezen? 'er is immers nog een'anderen Schout in de Stad? dat komt 'cr niet op aan Kind, wie het was; mageiyk zou den anderen Schout even zoogoed den wil van zyn'meester gevolgd hebben, als dezen: maar laat ons daar nunietlan" ger over fpreken 't is nu de tyd van wandelen en wat het berugte geval van dat Speeljagtje betreft in ce toekomende week als de drukten en vrolykheid wat over is, dan zullen wy eens een praatje maken by dezen ouden Heer Wels, de Heer Neustekkel , de Heer de Koning, de Heer Luwema of by anderen, dieia dit geval zyn betrokken geweest: want die lieden hebben een zwaar proces hier over gehad, en veel geld verfpild, doch ook 't proces gewonnen. • Hé Vader mogen wy dan mee gaan ? ik wenfehte zoo graag dat  ZEVENDE WYK. i7i | dat geval eens te hooren om het te onthouden.-— { Ja Kinderen, ik zal dat wel zien te fchikken. — I Ik ben verblyd dat gy zoo weetgierig zyt myne ftKinders! over twintig jaaren kunt ge nog verhaIjen in wat voor tyden wy geleeft hebben. —— IftJaar zacht laet ons na verder gaen. Zie hier f By G. J. Schopten in de IVydenkerkfiraat. (*) Drie Chasfinetten. ze Zynde een vierkant fiuk, ronciomme met Oran. jetakken en Appelen verfierd ; van onderen een Lam en Leeuw, tc zamtn weidende. waar by dit Devies: , Vryheid en Vrede zyn Goddclyke panden j Daer Godsdienst en 't regt weer bloejen in den landen H De Eendragt haar vertoont als in een Gulde Eeuw, I JVaer in de liefde blaakt fat Lam weidby den Leeuw. 2*  17* ZEVENDE WY E, Eenen Vruchtdragenden Oranjeboom waar ia tusfchen de takken deze woorden: Vivat Oranje. Aen derechtezyde den Pruisfifchen Adelaar; onder denzelven, eenen Vos, enter andre zyde eenen Leeuw, houdende in zynen eenen Poot het Zwaard en in den anderen de ito? met 2 weêr gevlogen. <— Met alle plaifier Buurtje, ik zal 't myn Vrouwtje vragen Ha, Ha, 'tis mooy weder zegt Klaas, het wyfje komt buiten. . Moeder, vergeet niet te zeggen, datje 'er zoo uitziet^ ... dat het zoo licht is, datje maar wat aan .gefchoten hebt, dat ik je zoo plaagden om uit te gaan ... Ey, Ey, hoord dat Vrouwvolk eens keuvelen Buurman! . Kom Klaasje elk vat zyn Wyf, anders mogten ze ons dien ïchat Remeveren ...— Ziet zoo, nu komen we op 't fpoor, de Lombertftraat in-. Zie hier Buurman. ö Dat 's rraay Kind! dat ftaat goed, By Jean Francois Droz. Twee Oranjeboomen, in 't midden derzelver hangd eenen Strik, vastgehouaen wordende door eenen Engel: in  A G T S T E WYK. igo in den Strik ftaat: Vrede en Eendragt. Tusfchen de Oranjeboomen, ftaat den Leeuw met de Zeven Pylen ea het Zwaard, als ook eenen Altaar waar op den Bybel en den Hoed van Vryheid. Verders ziet men de Zon op komen, en ter wederzyde een afhangend Gordyn: waar onder dit volgende in 't Fransen en in t Duitsch. God ze gene onze waare Prins van Oranje, en Mevrouw de Princesfe, en de kostelyke Spruiten, zoo lang ah de Zon en Maan op de Aav de fchynen, en onze wars Regenten van de Ow de Conflitutie. ■ By Johan van Thiljburg. Vier Chasfinetten. je. Een Hand uit de Wolken met een Zwaard. O,  I la» AGTSTE WYK, Op een Lint ftaat: Foor de Fryheid en V Geloof yogten onze Foorzaten. ze. Een Faers: Leef lang Oranje Forst, N Tot in een laat geflachten^ Z&$ hebben wy veel goeds Voor Land en Kerk te wachten. Rondomme vcifierd met Oranjeappelen. %e. Den Leeuw in den Hollandfchen-Tuyn met de Zeven Pylen in den eenen, en de ■Speer en Hoed van Fryheid in den anderen klaauw: waar onder ftaat: De Eendracht Een  AGTSTE WYK. Igz Een Amerikaan met Twee Vief ken, houden. de in de rechterhand eenen Stok waar aan twee Slangen, en in de linkerhand eenen Groenen-Tak, waar onder een Baal met deze Letters: P: Ai X: Hier, hier Buurman, Zie hier, By Hügo vam Prooyin, Z/ AGTSTE WYK. de Tweede met een Oranje Tak en de Derde een Vrede Takheva. toereikende. Waar onder ftaat. Zoo zien wy Hem met meerder Luifler, als voorheen Herfield. li. Een Altaar waar op een Brandend Hart, welk aangevuurt word door de Zon, aan de andere zyde in 't Noorde, een Donkere Wolk verdwynende georneert met Groene Sluyers. Waar onder ftaat. J)oor God Beflierdt. fVord dit gtvierdt. Pat  AGTSTEWYS. 137 Dat 's wel frcay, en zinryk, ja't is keurlyk uitgedagt en gèfcnirdèrd. Maar nu, Zie bier* zie hier, die Eerepoort by P. Lallemand. Kruidenier . ——■ 't Is netjes, niet waar vrienden, aerdig verzomen, met meer dan 250Bi:rglazen, en allen zoo fchoon gekleurd en ge« fchakeerd. 'k Moet zeggen het werkt ongemeen, Maer zk hier: By Jan de Bruin. Paruikmaker, (*) Een Chasfinet. Verbeeldende het Wapen van Zyne Doorluchtige tloogheid als meden dat van hare Koninglyks Hoogheid, omvlochten met eenen Tak van Lauwren en Oranjeappelen, De Wapens zyn verfierd met eene Kroon, op welke flaat: de Waereld Kloot. N3 Het  io8 AGTSTE WYK. Het tweede Chasfinet. Op den voorgrond ftaet eenen Oranjeboom en in 't midden een Gedenkzuil, op welke ftaet de Zeven Pylen gemoerd door eenen Oranjebandnaest denzelven legt de Godsdienst, in eene dankende geftaite. Boven in 't verfchiet ziet men de helderfchynende Zon, welke de Stralen over het hoofd van de Godsdienst fpreid. Onder dezelve leest men: Dankbaarheid. 't Is immers jammer Kind, dat wy niet eêr uitgegaan zyn, Buurman, wat hebben we aen U een verplichting! —■ ja, ja, Sukkel gy met ons maar mede, ik zal je Man op geen kwade wegen , brengen. —— zou rer ook wel eer aan te behaelen zyn? vraegt Willem Buur aan zyne Vrouw, zoo al in ftilte. Stil, Stil nu vrienden, waar zitje Klm?JE? Zie nu ter deeg1, dat's by  AGTSTEWYK. m by Samuel Willem Pistorius ; Pondgaerder. Jïi de Zydkamer Twee Pyramhles met de Letters W: F: V: In de Gang? . wat daar ? Een Chasftnct. Waer op het Pourtrait van Zyne Doorlach, tige Hoogheid, aan de eene zyde door de Ztoga? geleid wordende; vertredende met zynen linker Voet de Nydt: aan de andere zyde een Pedefial waar aan gehecht is het Wapen der Unie, en daar op een Oranjeboom. In het Bovenftukzynde/T^ewvan zyne Doorluchtige Hoogheid en deszelfsA^ ninglyke Gemalinne, vastgehouden wordende, door eene Faam, die als 't ware uit blaest: Vivat Oranje. N 4 Tot  2C0 AGTSTE WYK, Tot byfchrift hier onder: Forst Willem, Nêetiands Roem, door de Edle Deugd geleid, Vertreed het wangedrocht, de y/revele en helfche ISFydt, D^er 't Unie Wapen praelt, verheerlykt door Oranje, De Faam verbreid den Lof van Nasfouw en Germanje. 't Staat fchoon, 't werk fraay! .... wat zeide die Ferfoon daar zo even? Hebt gy het verrhan Buurtje? .... ja toch, hy verhaalden dat hy dit Huis van Agteren gezien hadde, en dat het aldaar ook aardig geïllumineerd ware, met vier Pyramide:. Aen de eene zyde van de Coupel, één Py?a* ■mids met de Letters: P: W: D.- V: Zynde Prins V/ielem den Vyfden. Aan de anders zyde, één met de KoningLyke Krqon pa de letters: F: S: W; ?yn  A G T S T E WYK. 201 Zynde Früdertca Sophia Wilhelmina. De Twee middenftc Pyramiden hadden van on. deren twee brandende Altaren, waar bo? ven, eene ryzende en eene opgegane Zon en daer boven nog twee Oranjezo omen. Dit moet zeer fraay liaan, over het water te zien, als wy ftraks kunnen, mogten wy wel daarheen gaan . . . ja, ja al naer 't fchiktKLAAs Buur! .... Maer ziet eens door deZydramen, Vrouw kund gy u begrypen wat dat voor Oranje is , dat op de Lesfenaar legt? .... ji dat weet ik wel, zegt één der Aenfchouwers die agter hun ftaet: De Lesfenaer is bedekt met een Oranje, kleed, waer op gelchilderd is, de Wa. pens: van Pruisfchen; Der Staten Generaal, Der Staten van Holland, En de Wapens van Zyne Doorluchtige Hoog. heid en deszelfs Koninglyke Gemalinne- N 5 Wel  202 AGTSTE WYK. Wel vriendje dat moet niet onaardig ftaen, dat wenschten ik wel eens te zien! ó ja Sinjeur ik hebt van me leven niet SuperberIngezien, en 't is zoo delekaat met kleuren, datje verftomt zoud ftaan, 't kost ook al een heel Sommetje — dat wil ik gaerne gelooven vriend. le 'k arcetie —- Adie Sinjeur. . Nu Buurt es zie hier: By Johan Dirk Ryke. Drie Chasfinetten. ie. Verbeeld van Boven eenen Oranjeband met Bloemen, waar onder ftaat de Hollandfche Maagd, met het Wierookvat in de Hand. .26  AGTSTE WYK, E03 ie. Waar op van Boven ftaet, in eenen Krans van Oranjeappelen: F: V/: D: V: Waar on:'er de Hollandfchc Maagd, met den Hoorn des Overvlosds. : Verbeeldende eenen Oranjeband met Bloe. men en Vendel, waer onder de Vriend, fchap met eenen Creenentak. Deze alle: In de rondten met Oranjeappelen verfierd. Wacht, wacht, zoet wat, met je permislie—-— ?Zie hier „by den Timmerman ... de Bly, rvele en fraaye vertooningen: het lykent alles wel Perfpettief, 'tiszo-t, lief en aerdig niet waer IMan! ja. Kind. . . . maer wat of 'er toch te zien  504 A G T S T E WYK. zien is, dat het 'er zoo vol ftaet ? . ja da£ weet ik niet Buurtje! De deur is digt gefloten, de luiden zyn al naer bed*. . « wel heden neen Kind daar is het niet, 't is een Eerepoort of zoo iets dat kun je aan 't licht wel Zien. We! nu laet ons dan maer het Leid. fike Veer af cn het Turfmarkt je heen gaen en 't fteegje door, als zy 't hebben willen dat wy 't weten, mogen zy 't ons vertellen, ik zoek 'er geen moeiten om te doen! • Best, Best Willem baes, want hoe kregen wy de Vrouw, ijes door 't gedrang. —.— Zie dat huis van de Heer Cattenburg, ftaet ook netjes, die Cóiipelmaekt geen onaerdigfiguurover't water. ~_ Kom vrienden, als de ganzen —- allegaer agter malkander dit Nauwe fteegja door; 'k héb wel breeder pad gewandeld- Daer zyn wy weêr in de Lcmbsrtflraat, weliekom hier Klaes Buur . r Nu ,. . lastdat maer varen, kyk 'er niet Wat  AGTSTE WYK. zos ka, hier, zie hier Wat is dat Vrouwvolk toch Ideuwsgierig! —r Zie hkr: By Adrianus Lak.es. Een Chasfinet, ll Verbeeldende een' Oranjeboom en om denztlven eenen Krans waar op gelezen word : Hoezeé Vivat Oranje^ daer onder ftast: Prins W: D: V: óp den grond legt eenen Leeuw, Met dit Byfchrift: Hier Rust ik Veilig. liet  2o5 AGTSTE WYK. Het Tweede. Eenen Leeuw met vyf Oranjebomen, waar by ftaet: Hier Rust ik Veilig. Aks nog dit vaers: 't Is li'flyk Batavier, dit Vyf tal te aanfehouwen, Den Vorst, Vorflin, en Drie Telgen van NasJouwen: Vtrst VJruuKMsnaamenroem,en Wilhelmijta's deugden. Zyn Neérland lang tot nut, de Telgen hun tot vreugden. Nu zie hier,zie hier, by Joham Hendrik Löhr. Commisfaris der Bidderye. Hier is dat waare Ligt tot eer aan Godt geweyd, Die ons uyd Slaaffe Juk in waare Vreyhcyd Leyd, Staat in de Vreyheyd Dan ó: waare Prins Gezinde Door het Orangie Huys 's Vreyheyd weer te Vinden, Godt Wil Den Braven Vorstmet Sulke WeysheidKroonen Dat Hy nooydt Patrieot zyn Gunlie weer Betoone.  AGTSTE WYK. 2or £>aé fwfj ttv ïeftffet tyfk fïe mtcT) Den (ci& art fhtct fïtffctti rkt ifct sic^t fefcen/ ofcet fst)t iytMmö je ttwfcen -? Ik kan 't niet gebeteren vriend . . . Ik zag je niet Ik heb je niet gezien mat fagt tbr? ift We .ffeaöfe ittc&t unit gemtg I,. . Ja *. i maar vriend ik kikkik . , . t§ fc&eittt mty ica ü)t p ©minden ( auf ter limfétfheit gewejen feit ƒ fca* wetót si;ne | fruttrttcfertit auëcfe ... Kom, kom voort maar 1 Buurtje, kom 't is je portuur niet, je kunt imJimers tegen, die Kaerel niet aan ... . Kom Jhier . . . kom hier maer, zie zie, J By Mejufrouw Johanna Maria van Herselem Een Chasfinet. Verbeeldende eenen Oranjeboom, aan denwel, ien zyn hangende de Wapens van 't Vot» fte-  ab8 AGTSTE WYK Relyk Huis, waar onder liggende eeneri Leeuw met de Zeven Pylen. Tot Byfchrift: Hier Rust ik VeiUgt Wyf ziet eens by den Timmerman de Lange. Een Chasfinet mooy géfchildëft, doch ik kan 'er niet by, om te zien, dus zullen wy dat overilaan en maar voor wandelen.. Nu hier laet ons zien op dat hoekje van de Meent by den Boekverkooper Nicolaas Ccrnêl. Wyf ziet eens Het /-oor A«« Superbe verlicht. Drie konftige gevormde en fraay gefchakeerde Kroonen, aardig te zaam gevloehter,, hargen in het zelve.— Rondfom hetgeheele Voorhuis verfiertmet de Vorflelyke Familie, en alle de Kaarsfen, byzonder fierlyk gelTngerd met de gewoone kleuren van Oranje Blauw en Wit: — Maerftü,.... Buurman. Buurman zie je dat wel! . . .' . Een' opgezetten Reiger, of iets gelykende naer ten' Ooyevaar, met een Briefje 'er onder Laet ons lezen: Kwar-  AGTSTE WYK. Qwartiermaker van het vliegend Leger ( a ) Ha! Ha! dat 's Kapitaal.... dat febyntje te fmaken Willem Buur! wel zou het niet? ■ wel zou het niet ! . . Ha! Ha! dat zal i ik heugen! Nu hier wat lezen we daar? \ voor de eene Schuifraam. Triumf! wy zien den Vorst herileld; 1 Tot heil der Zeven Vrye Landen, 1 Dit doet ons vrolyk Lichten branden, In fpyt van heefschzuctjt en gewei él Nu' 1 tS*' ^ D5 ^beUs Hdden, ter dier tyd, en dus ^.7 Pu v °Pier e?k™der: voorgevende dat'er ulL &Cnd LeSerKh kohaen, zouden, ©in ih Hol- eetTJriC ,va,,en' op dat«d" 2sken Wde'rnm eenen anderen keer,name. .Dit nu, wierd overal, vrr-Jw fieZC fCrapr.eo en in de puVlKque.,J>taetzea verteld en verfpreat. Doch oe Óprechte fadtrlah- di-yvenden, vcrftak'en de, ?;en ^ " d* h«« gevoelen zegende dit, ook ze-, Izvn H,T'vT~ •'««Vwrve. zoude' 'u ^«ff*** der Ojevaren: we! /  2io A O T 5 ï E WYKi Nu word men 't Land niet uitgejaagd Om 't roepen van ,, Oranje Boven" Geen Goudsbloem, zien wc ons thans ontroo- ven; Geen Houten Pop ( b ) meer aangeklaagd. Zoo C b ) Geen houten P$p &c. —- Dit ziet op zeker geval, gebeurd in 't begin van \ jaar 1787. By N. Neirop, in de Suahuisjlceg, Koopman in Nsnrenburger Waren. Onder dit asfortiment nu, de Kinderpopjes behoorende, ftelde denzelven deze ook benevens al het andere gelyk gewoonlyk ten toon. Onder deze allen, welken gemeenlyk netjes ge- kieedook worden, was "er eene gekleed m booggeck veel zwemende naer Oranjekleur. Zulks nu de nauwkeurige oplettenherd en het ftipziende Oog der toenmalige Vryheids belden, niet ontflippende; klaegden zy hier over aan de Regering, en geen wonder dat deze feitc-Jykheid. de Afliviteir met Vigeur dede werken. Tef ( voldoening" der Aenkiagers, wierd terftond dt Jtreüle { de Pop ) geMeld. Doch N. Nierop verkoos dezelve uiet alleen te laeten gaen, maer verzelde haer, op dat hy haer noodlot te wete kwame, hy namze in zyne hand , "bragt ze op 't Raedhuis, en had dus de Eer haer ïn diervoegen te introduceren. By de befchouwing liarer kleeding was den Raad zelf, niet eenrtemnng omtrent de kleur, den eenen zeide dit, den anderen wederom wat anders; de beoordeeling over het Oranje of geen Oranje, bleef in Deliberatie, en Madame gecondenmeeit aldaer te blyvea; Enfin de Uit-  AGTSTE WYK. au Zoo fnuikten hy die 't al gebiedt, Den Moedwil der geweldenaren! Hunn' arbeid van ruim Zeven jaren Deed Hy in éénen dag te niet! Wel nu, welnu, dat liegt'er ook niet om.— Zie hier dat Chasfinet: —— Laat ons zien wat verbeeld het? — ook ai by dien Boekverkooper, Een Bloedenden en Vruchtdragenden Oranje, boom, welken door '/ Alziende Oog befchenen wordj onder het Lommer van den» zeiven,, rust de Godsdienst, de Vryheid en de Getrouwigheid veilig. Aen de eene zyde in 't verlchiec, ziet men den Toren yan TJitfpraak is biyven ftekcn, en de gearrefiesrda Pop; in hare Detenfie, tot dien tyd toe zelfs, dat de gelukkige Omwenteling haer ontflag bewerkten, wanneer zy niet dezelfde honneurs geretourneerd is, want Nierop n.jn ze weêr in handen, en bragt ze weder in hare vorens bezetene Vrydoni! ó Temporili t Mores! ö Tyden.1 ó Zeden! ü i  AGTSTE W Y KY van Babel, rö* eene aanmerklyke hoogten gebragt, door eenige Nieuwerwetfche Helden süeh in Uniform. Buven c'enzelven eene donkere Wolk, welke van den Oranjeboom afdryvende, intusfchen zich ontlast van eenige Blkfemflraaien, boven den toren, en daer dcor als 't warè, de Torenbouwers verflaet en in wanorde brengt, 't Welkeen verwonderlyk-gezicht, en eene fraaye vertooning maekt: Hebbende tot byfchrift: Door 's Hemels Oog befchenen, Is nooit Uw* Bloey verdwenen, 'tis waerlyk geêffig, en fiks behandeld, ja ik had wel gedagt dat dien Boekverkooper wat aardigs hebben zoude: heugt het u nog wel vanvoorleden jaar, toen 'er tot zevenmalen toe, de man zyn glazen zyn ingeflagen om dat hy de Bren* V . .... jm  A G T S T E WYK. £3 Prenten van d. Prins en Princes 'er voorhonp. Hos dikwijls hebben zy hem gedreigl ten poeis te fpekn , maar gelukkig de Man is het ontkomen, hy heeft het ook trouw ui gehouden, want in al. 0ie troubele ryden hebben nog nooit de Prenten ,:er Vorstlyke Famielie van de glazen gewet st. Maar kem vrienden laet ons de Meent eens verderop treden: daer is aldikwyls iets te zienge weest, 't zal 'trnuook wel wez n. Al de Huizen zi.llen nu evenwel open zyn d-nke ik: ... Ja toch, maar dat daargela.en : zie hier: By J. van Duyl Verver en Glazenmaker. Een Chasfinet. De verbeelding der Hoop, met het Anker, rustende op eenen Altaar, waer op den Bybel is leggende. Aan denzelven Altaar , hangen de Zeven Pylen, van b^ven uit de Wolken Koomt eenen Engel met de Blixem in de hand, welken hy afdoet daelen op de Nydt, die Slangen en Adders in de hand hebbende, geharnasd ligt op den^ grond. O 3 In  «14 AGTSTEWY K. In 't verfchiet ziet men de Helderfchynende Oranje Zon: Waer onder ten Byfchrift: Ifrtzt fttl baft Hln Eigen Wik. Nu hier by Valk : Provoost der Burgerwachten m Eenen Oranjeboom, onder welkers fchaduw 'er twee zitten te rus'en, met die Byfchrift: Zoo Rust men Veilig. Al ver .Ier by Willem Jansen: Zakken, drager: 4 Chasfinetten. ie De verbeelding van Zyne Doorluchtige Hoogheid  A G T S T E W Y K- 215 held te Paard gezeten, in volle Uniform. Ten Byfchrift: Onze Befcherming en Eere. 2ff. Eenen Leeuw houdende in den eenen Pooi een Zwaard, en in den anderen een Hart, waar voor ftaet Vrede, en onderaan: Ik zal Verdedigen. Verheelrlende eene Hand uit de Wolken, die de Zeven Pylen met den Oranjeband vasthoud} waer onder ftaet: Onfcheidbaar f zaam Verbondenl O 4 4*.  216" A G T S T E W Y R". ie. Eenen vliegenden Mercurius, welken eenen groenen Tak in de Hand heeft, onder welken een Lint hangd, daer op ftaet: Vivat Oranje. en tot Byfchrift van 't geheel: Be Byfiand komt. Dit behaagd my zeer, Klaas Buur watze^je 'er varj ? J'3 BuurrJ'e het voldoet my ook zeer: wel vrienden, zouden wy nu de se. Lomierdflraat niet weêr ingaen; -4 Wel ja laet ons zien tot aan het einde. - , Zegje iets Moeder? — Qch neen Kind, zoo al! de vrienden blieven.^. Daer, zien wy nog eens by | en Boekverkooper Cornel daar hebje weêr de Quar.  AGTSTE WYK. 27 Quartifrmèker van V vliegend Leger! — Seldrementen dat zal ik onthouden, zoo lang ik leef: jongen, jongen dat is een klucht die gees- tig is, >. Nu zie hier, zie hier dat ftae van buiten ook aardig, die gevlamde Kaersfen, die heb ik nog niet veel gezien, 5. 10. so. dat zyn zoo 100 Kaerfen voor de twee Schu:framen. ■ Wel 't ftaet fraay, '1 ftaet aardig. • Wel Buurman Klaas heb je nog wel rouw van je uitgang. —- Wel heden neen Buurtje. Hoor Zusje ik ben blyde dat uw' Man ons uitgehaald heeft, want wie weet of ik anders wel iets gezien zoude hebben? - — Nu zie hier, zie hier aan den overkant, by W, Vorster, Koopman in Kruideniers Waaren enz. Eene Eerepoort Netjes en fraay verlicht, en daar is iets y te lezen, Iaat ons zien: * 0 S Vorst  2lS A G T S T E WYK. Vorst Willem wierd gered, tot vreugd' der Batavieren, Dit word door Batoo's Kroost, op heeden bly herdagt, Zyn Vroegfïe Levenfcond wil men nu ftaatig vieren, Dies word er en Laurier, en Palmen aangebragt, Voorheen als een misdryf, geftraft en ftreng verbooden, Maar fints Vorst Fredrik's Magt, door 't zoeken van zyn Eer, Gefchonden in zyn Zus, door 'tHelfche rot der fnooden, Ons Land herftelde, kreeg den Belg die Vryheyd weer, De Zuyl van Nederland, van Godsdienst, Vryheyd, Wetten, Mag heeden naar myn, Wensch, door 't Godlyk oog bewaakt, fchoon  A G T S T E WYK. 219 Schoon een Vyandig rot, hem wenschte te verpletten, vVerjaaren, daar zyn Eer, en Luifier is volmaakt, Wilt dan o.' Batoo's Kroost, nu vrolyk Zegevieren, iRcgt Eertropheën op, Blaast vroolyk uw Trompet, jtDaar Neerlands God, de Zaak van Nasfauw wouw bellieren, [Kreeg hy de Zegepraal, Vorst Willem wierd geredt. Wel dat ftaat Superbe by die Vorster dat is een IMan van fmaak, kyk voor de Puy daar hebje iook nog meer als Honden Lampions hangen, ; aan een daar toe gemaakten Slinger, dat ftaat 1 heerlyk, je kunt wel zien dat 'er een waren i en besten, ouden Patriot woont: ja buurtje je 1 heb daar op de Meent wel menfchen woonen daar S je het zoo niet vind. Nu  2-o ACTSTE VV y K. Nu hier by Bos hos deze vaerfen. (*) L^n5 bloejt het Vaderlant, in voorfpoec, en in Zegen, L ng Leeft Orange, die, nu met der Staaten deegen, A s Opper Vdiheer, en Stadhouder Zit te Paart, " Dja G ffel van N.ptucn, voert in zyn Strytbaar hande Tot veyüng van de Zee, en Hollans VsyCStrande, Dat zyc op gaande Zon, Q.is niet da3 V/ruegds 3aart. f.ang Leeft Oiange, d', eer, en Kroon van, 't, Vaderlant Daar neydiege cygebaat, nu lichaam root voor moet buyge , God Zegent hem met deugt, en Vorftelyk verftandt, Dat hy zyn Halden aart, door daaden mach betU"gc, Die dat van herten wenst, aan dees Doorluchte fprayt, file drinkt met my daar op, den Prinfe Roomer uyt. Door  A G T S T £ WYK. s?f Docrluchtiegc hoo£htyt, God, die met zyn Steike handé; LU, van u, wieg^f tot, in dit uer heeft behoet, (Voor 't grimmig ongediert, en huer vervloekte tanden, KJ voort met zyn genaa, en reyke zeegen voet', Hy Strek U, dat gy ïnoogt, een Jofua verftrekks, :'Y"oorc Oude Burger Recht en 't L:eve Vaderlant,' brn 't onkruyt inden fuyh voor2igtIeg üitte trekkè, ipp dat hier de Eendracht weer, de Goude Vryheytplant. By JohamniS Kcöy Eenen Oranjeboom, voor dcnwellcen ligt eenen Leeuw met het Zwaard. Aan de rechtezyde eenen Vliegenden Arendmet bet Wapen van de Princes. Aan de ünkezyde eene Graftombe, waer op liggen yy/ Vaandels, met de J^fe»; öp één der afhangende Vaandels ftaat: Soli Deo Gloria.  22a AGTSÏE WYK. Én op een ander: Eendracht maakt macht: Voor de Graftombe ftaet: De Nydt door 'jj Pruifchens Macht, ligt hier ter neergeveld'. Terwyl den wfkkren Leeuw zig voor V Oranje Steldt. Cp den voorgrond ziet men de Nydt, liggende onder het Gefchut. By Hendrik. Blomberg. Blauwlaken Verwer. Een Chasfinet, Verbeeldende de Hollandfche Maagd, zittende in den Tuyn met de Speer en Ploed van pryheid; rustende met de hand op den By* bel weiken ftaet op eenen Altaar, voor't welk-  A G T S T E WYK. a23 welk 'gezien word een brandend hart van Liefde. Boven acn ftaet de Tydt welken eenen Breidel in de hand hond, waer aan den Leeuw met het Zwaard en de Zevefi Pylen is vastgemaakt: welk aan zyne Doorluchtige Hoogheid word toegereikt, die aan de rechtezydc Zit, in de Wolken met de Staf van Commando in zyne Hand, onder of op zyde van zyne Hoogheid komt een vliegende Faam uk de Wolken, welke zynen roem als uitgalmt; aen de linkerzyde ftaet eenm Stamboom met Oranjeappelen, waar aan hangel het Vorstelyk huis van Oranje. —— By Kwaa kaas. Lakenverwer, 2 Chasfinetten, ie. Veibeeldeadc in 't midden een' Oranjeboom,  2^4 AGTSTE WYK. waar voor ftaet den Leeuw met het Zwaard in de rechtepoot, en in de linker houdende het Pourtrait va- Z. O. H. H. en H. K. H. H. in Medaillon, —boven het Medaillon houd den Leeuw de Ze. ven Pykn in de poot, -~ voor den Leeuw ftaat eene Eerzuil, waar aan hangen, aan eenen Oranjeband gefnoerd, de Wapens van zyne Pruisfifche Majefteit, en dat van Z. D. H. H : naast de Eerzuil ftaan in 't verfchiet drie groene Takken, verbeeldende de drie Vorstlyke Telgen, naast den Oranjeboom leggen Vier Oran. jeappelen, zynde de vier eer ft e Stadhou* ders, welken ontflapen zyn. zé' Zync'é een Chasfinet waar op de Doorluchtte* held op eenen .Troon' zit,. weiken om- fehö»  AGTSTE WYK. ' 225 fchenen word, in de hand houdende dé Zon, voor den Troon flaat de Over- •winning, in de rechtehand houdende eenen Groenen Lauwertak, met een' Oranjeappel^ en in de linkerband, houdende een Hoofd in 't Harnas, 'twelk om hoog word geftoken ten teeken van Overwinning. Wat zeggen we daar van Vrienden? dat zyn fchoone Hukken, fraay van Ordonantie en keurlyk gefchilderü: —— dat 's overwaardig om op te letten, 't is maar jammer dat alles zoo te gelyk te zien is. ja Buurtje dat 's wel waar. Kom aan Vrienden, wy zullen, deKalver. piraat rond gaan, daer is veel te bezichtigen, dunkt my reeds van verre te zien. ——— Wel wel, 't begin is goed • — Zie hier: By Marynis Wilijsmse. Heibardier. Een Chasfinet. Verbeeldende twee Handen houdende een Hart P vast:  22<5 AG TS TE WYK. vast; van boven eenen Oranjeboom met vyf Appelen, en rondomme verfkrd met Oranjeappelen. Binnen in 't Hart ftaat: Vivat Prins Willem de Vyfde. en daar by: Gelukkig is het Volk dat zulk een heil verwerft, Dat met Oranje leeft, en voor Oranje flerft. by Hendrik Bosman. Twee Chasfinet. Met eenen Oranjeboom, en daar onder: Lang Leeft Oranje. Het 2c. Prins Willem de Vyfde, Stadhouder van Holland* By  AGTSTE WYK. By Machiel Kolders. Een Kroon en Boog, in de welke het Wet' pen hangt van zyne Hoogheid: en de Eetters: Lang Leeft Oranje. By Willem Lourentius. Een Kroon en Boog: en voor het Huis, Prins Willem de Vyfde. En in de Gange; Vyf Eerboogen. by Coenraad Arnold Neederhagen Smit en Geweermaker. Drie Chasfinetten. P * ir.  22t AGTSTE WYK V " 5 ••M«cba5fIgfitH3AM Eenen brandenden AU ster aen de rechtezyde Ziet men de Eollandfchè Maagd rrtet de /ioei Fryheid, en aan de linkezyde zyne Doorluchtige Hoogheid in Uniform, welken elkander de handen toereiken over den brandenden Altaer; terwyl dat de linkerhand van zyne Hoogheid rust op eenen Zuil waer cp den Bybel ftaet. Agter de Eollandfchè Maagd, ziet men eénen Tempel, waer vóór de Wapens hangen van 't Forftelyk Paar, boven aen den Tempel ftaat, eenen met het Zwaard, en de Gerechtigheid: Onder aan denzei ven ziet men den Leeuw en den Arend. Agter zyne Doorluchtige Hoogheid ftaat eenen Oranjeboom, waar aan bangd, aan één gefnoerd, de Waterig' der Zm?« Provintien. Bovenin de  AGTSTE WYK, de Wolken ziet men de Zon, Maan en Sterren helder fchynende. *t Is fraai dat moet gezegt worden, een fchoon en Zinnebeeldig (luk; doch laat ons zien wat ftaat 'er by te lezen: Prins WUlein groot vermaart Heeft ons Land en Kerk bewaart, Niet door eigen Wysheid en ver ft and, Maar door Gods kragt, heeft hy de Booswichten gedreven uit ons Land. Nu het 2«. Chasfinet, Verbeeld een Smit, welken in zynen Winkel ftaet te Smeden: aan de rechtezyde ftaet eenen Oranjeboom, waar aan hangen de Wapens van de Prins en Primes, en dat der Eendracht. Aan de. linkezyde ftaat P 3 ook  &3S AGTSTE WYK. ook eenen Oranjeboom waar aan de PVa* pens der Zeven Provintien. Boven aan flaat: W. D. V. P. V. O. En van onderen dit Vaers. Dte niet goed Oranje zy, Die gooy ik op de Smittery. Een 3' !< Wd' zy door Willems Arm eerlang weêr opgebeurd. • i Lang leev* de Oranje Vorst, Vorftin en Edele Telgen I üTot Nut van Keêrlands Volk, tot Heil van ware Belgen. tJÜoe thans ook 't Schip van Staat op Godsgenade dryv* )Dat Willem, in den Nood, toch maar den Stuurman blyv'ï iPWanneer, aan 't Hoofd van Staat, de Oranje Vorst mojt prykei Zag men des Vyaads Magt voor Neêrlands Vanen wyken, iXang bloeye in weênvil van 't Geweld, de Oranjeboom, ffot Neêrlands Heil en Eer, aan onzen Vryen Stroom. Wanneer Oranje Pronkt, op Neêrlands Scheep» Kampmje, èai vlucht en Frank en Brit en Marokkaen êö Spanje. teukt Hollands fiefe Leeuw voor den Ontaerden Bel°V Hy worde eerlang fjere'd (joor J7rjf00s t-aVl»n jei„.  £44 AGTSTE WYK; Kooit was de Godsdienst op een' Sihooner Troon gezeten, pan daar Oranje Strydt voor Vryheid en Geweten, Dat zyn aardige Vaersjes Willem Buur, .... ja, ja ik durf 'er myn zegel wel aanhan-t gen .... kon ik ze van buiten leeren, ik gebruikten ze by alle Conditiën , . . . Zie ey zie, Buurman hoe een ieder tracht uit te mun.' ten. — Ja, ja, ik had we! gedacht dat gy lieden verwondert ftaen zoude. —— 't Is alles fraai^ en de Poëten hebben het ook niet Uil aangeven, kom hier laat ons dit weêr lezen: By Masson. (*) \ Ontmaskerd Landverraed door beulen aangebcen, Wierd Neêrgeblixemd toen Orangnes Zon verfcheên, Gcrmaugnes Adelaar getergt gebelgt gefchonden, I leeft d' onfchuld aan *t belang van L,eiivyendaal ver-, bonden, Juich Godsdienst! Vryheid! Juich! Juich! trouwen Batavier, Vlegt Kroonen plukt en Sierd den Vorst metEeriauw-* rier. Aan.  AGTSTE WYK, Aan de RÖTTERDAMSCHE BURGER Y* By het eindigen der Illuminatie ter gelegenheid der Verjaringe van Zyne Hoogheid den Heere Erfftadhouder, Op den 8gj- van Lentemaand 1788= ] ]R.egtaarte Belgen die op Batoos grond geboren , IMyn Zangfter door mvdeugd en een dracht kunt bekoren, (Gun dat ik ftamerend flegts op een zwakke Lier, (LÜw nedrig danke en Uw Kruin met Lauwren Cier. Uw Deugd die eischt van my, Dat ik dit Offer WyS. ,/Aanvaerd het als het werk van dankbre erkeotenislV, Geen tyd, geen nyd, zal 't ooit uit myn geheugen wiste, i"Dat Maasftad eensgezind den blydllen Jaardag vicrd, \Met zoo veel Luifter ea 't zig met Oranje Cierd, EEn dat daar 's Volken régt verkragt was en gefebonden. |Pe Burgery zig' faam tot eendracht heef: verbonden. Q 3 H.b  H6 AGTSTE WYK, * <& ® Heb dank! heb driewerv' dank geëerde en ftille vrinden,. Voor die Grootmoedigheid in uw gedrag te vinden, Pat gy een dag zoo waard der Eendracht aanbeveejd, Terwyl 't misleide Gros in uwe vreugde deeld,. 't Was Eendracht in het rond, Men fprak als uit een Mond.; Tans roept men vergenoegt geen fterv'ling is gefchonden , Maer gants de Maasllad heeft zig tot den vreè verbanden, ö! Eensgezinden hoe herfteld gy tans uw Eer, Wyk van dit groots begin ó Braven nimmermeer. Zoo zal dit Waereldrond uw grootfche roem erkennen En Neerland zal op >t fpoor door uw bewandeld rennen, » « & Geen Tweedracht wierd gehoord geen opaftwu Men zag een Gulle vreugd waar men zyn fchreden wendt, Een Gulle vreugd gepaerd met dankb're erkentenisfe, Zag men by elk ten toets van •» onbefmet gewiste."' Hier was het dat de Rust, Door de Eendracht wierd gekust, Mea  AGTSTE WYK, 24f Men reykteelkaer de hand men wenschte 'tzaam denvreden, 't Was of men geene boey' of kluifters had geleden, Den Gryzaard met het Kind verheugden zig alom, Terwyl hun bly gejuich Klonk door het Heiligdom, $ <8> ■ $ i De Nyd die lag verbleekt geblikfemd aan den band. j Gy zaagt haar worftling aan , als knaging van 'tgeweten, t Gy woud in 't einde eens, 't voorledene vergeeten, En famen Burgers zyn, Ja leven buyten pyn, iEn volgen 't voorbeeid van den Vorst enNeèrlandsStaten, $Ten fpyt van 't hels Krakeel ca fchadelyke onverlaaten, jjiEBIyf Maasllad blyf altyd de Lust van Frffo'os Zoon, :f Een Schitt'rend pronkftuk aan der Leuwendaaler Kroon, jtDe Kroon door bloed gekogt, door Belgen aangebeeden, >|IDie '( Castiljaans geweld zoo moedig dorst vertreden. £4 By  24S A (} ï S T Ë W Y K. By Isaak Kroon; Zllverfmit. 4. Chasfinetten. Verbeeldende het Wapen van Z. D. H. H* hangende aan eenen Oranjeband gemoerd, en in de rondte veifierd met eenen Lauwertak, waar onder flaat: Willem de Vyfds Prinfg yan Oranje* ze. Het Wapen van H. K. H. H. mede hangende aan een Oranjeband, en verfierd met eenen- Groenen Lauwertak, waar-  AGTSTE WYK. waar onder ftaat: Frederica, Sophia, Wilhelmina* Prinfesfe van Pruisfen. S'Staande in het midden, eenen Oranjeboom waer aan ter rechtezyde zit, de Vryheid, met de Speer en Hoed op dezelve; naast dë Vryheid ligt den Hollandfchen Leeuw, met de Zeven Pylen en' leggende op eenige Krygsgeweren. — Aan de linkerzyde ftaat eenen Altaer, waer op den Bybel legt. Bo* ven denzelven, ftaet eene Helderfchynen. dé Zon, welke denzelven. beftraaid. Onder aan ftaat, Q S ik  *5Q AGTS, TE W Y K. dit Byfchrift: Onder deze Schaduwe Rusten wy Veilig 4* ' j Een Chasfinet r waar op ftaat: Drie Eerepoorten,; In de Middelflen, legt op den grond den Leeuw nut de Zeven Pylen, en hetZ^nsT: boven op dezeive ftaet eene Eerzuil, leggende, aan weêrzyde eenige Kygsgeweren. In die san de rechtezyde hangd, aan eenen Oranjeband gefnoerd, en met eenen Lauwertak verfkrd, het Wapen van H. K. H. H.i boven op denzelve ftaet eenen Oranjeboom — In die aan de linkezyde hangd het Wapen van Z. D H. H. me-  AGÏSTE W.Y K. 251 mede aan eenen Oranjeband gefnoerd, en met eenen Groenen Lauwertak verfierd; boven op dezelve ftaet eenen Oranjeboom, Onder aan dit Vaers: Staa Wandelaer, flaa (lil, Vraagt niet waar toe dees Eerepoort, Cf hebt gy van het Heyl, Van Néér land niet gehoord, 't Is voor de Oranje Zon, Die net van Pas komt Daagen, Om al het fnoodt gebroedt, Uit Batoos erjf te jagen. By Isaac van Meurs. Een Chasfinet. Waar op verbeeld word, het Innemen van Gorcum, benevens de Molen en de Brandery in den Brand ftaende: In 't verfchiet  AGTSTEWYK fchiet ziet men de Nieuw erwetfche Patrimen vlugten met agtedating Van alles. Aan de andere zyde ziet men de aannadering van de Pruisfifche Troupen. Aan de rechtezyde, ziet men eene Zuil waer aen hangen het Wapen van zyne Doorluchtige Hoogheid, en dat van hare Koninglyke Hoogheid: onder aan denzelven legt den Leeuw me . KrygsgeWeren. Aan de linkezyde ftaet een Gedenkzuil boven welke de Tyd ftaet, op den voorgrond ziet men de Koopman zittende op eene Baal eea Pyp te rooken : waer onder ftaet dit Vaers: - Gelyk Tabak ver.dwynt in rook, Zoo ging het met de Kezen ook, Zoo dra V Oranje vuur verfcheen, Was dat hun moed in rook verdween. By  AGTST.E WYK. HÈ By Jan Rensing, 'Zakkendrager. Drie Chasfinetten, ic. Verbeeldende Twaalf Oranjeboomen, welken uitgeknipt zyn' ie. Het Vorstlyk Huis van Oranje: van boven ftaen, twee brandende Harten van Liefde. Azn de rechtezyde, hangt het ^ptf» van "hare Koninglyke Hoogheid, en aan de Ün. kezyde dat van -yne Doorluchtige Hoogheid, sb Onder aan ftaet: Hoe Eigenbaat, En Twist en Haat, Ook op hun woed, , iu - .. God haar behoedt, 2&  254 AGTSTE WYK. 3*. Twaalf Oranjeboomen, welken uitgeknipt zyn. By Frank Visser (") Een Chasfmet. Verbeeldende een Pedefial, waar op ftaet, zyne Doorluchtige Hoogheid, in Uniform: boven zyn Hoofd den Arend met het £W4 en een Schild in zynen ^. Asn de rechtezyde ftaet een iW*/?*/ waer aan hangen de Wapens van de iV/w en Princes. Boven op het P«&/?*/ ftaet eene Kroon, nevens het zelve ligt eenen Draek op den grond; en aan de linkezyde ftaet eenen Oranjeboom, waer aan hangen de Wapens van de Zeven Provintien, nevens het zelve ligt den Leeuw met het Zwaard en de  AGTSTE WYK. S55 Zeven Pylen. In 't verfchiet ziet men eenen Tempel. Onder aan ftaet dit Vaers t Dus bloeit d' Oranje Stam, terwyl zyn" Hater vlugt, Daar Prui/ens Adelaar, klapwiekend door de lucht, Oranje door zyn Zwaard, befchermt en hulp komt toonen, Begunjligd dcorectï' Str delvan 't aldoorzienende Oog, Terwyl de zachte vreê daeld van den Starrenboog ^ Om Eêuwig in den Tuin, van Neêrland vry te wooticn, Dat is een fchoon vaërs, en waerlyk overeenkomende de gefteldheden; fmaekt je dat niet Klaas Buur? Ja zeker Buurman! 't }s kostelyk. Nu zie hier: By Gerrit Oldsnburg. Een fraaye Eerepoort', bi.  256 AGTSTEWYK. benevens Twee Chasfinetten, Het één Verbeeldende eenen Oranjeboom. En het ander een Stralende Zon. Met die Byfchrift: Nu Bloeit de Oranjeboom, Weêr heerlyk in zyn ftandl Tot Lui/Ier, Eer en Roem, Van V Dierbaar Vaderland* Nu zit gerechtigheid weêr op haar troon verheven, Eu doet den Burger ft and, gerust en veilig leven. Ha! ha! Vrienden kyk rechtsom, zie de Doelftraat eens in, zie die Twee Eerepoorten ,< Den éénea met 18 en den anderen met 22 Dichten geïiiumineert. In  AGTSTE WYK. 257 In dezen ftaat: o W. d. V. P. v. O. Hoe fchoon en hoe fraai ftaat dat in zoo een ftraat, het maakt een aardige vertooning . . . . Kom laat ons dezelve ingaan, wy zullen daar nog vry wat te zien hebben, zoo ik dcnke .... ö ja! het is toch overal thans waardig om te zien, nog Vyftig jaar lang zal ik gedenken aan dezen vrolyken Avond: het is nu wat anders te zeggen als het doodfchieten van menfchen zoo als op den y. Apïü 1784. Kom laten wy daar nu maar niet meer van praten anders wor de we maar boos. Nu zie hier, By de Weduwe Ladagen. Eene Eerepoort en drie Eerkransfen. In dc Eerepoort, 2 Chasfinetten.) R Het  *58 AGTSTE WYK. Het één verbeeld de Hollandfche 3ïaagdoea boven dezelve de Zon; Twee Kindertjes in vreugden, en den Pruis fifchen Adelaar. waar onder: Hunne komst baart Vreugde. Het Tweede Verbeeld eenen Oranjeboom befchermt door de Eendracht en een Krygsman met een Schild ia de linkerhand 5 waer op ftaat: Vivat Oranje. Tot Byfchrift: tVy zullen hem befchermen. By PrETER Lannooy. Phistimmermans knecht (*) Een fraai Eerepoortje, Gefchildert van onderen tot boven met vyf- Oran.  AGTSTE WYK. 25$ Qranjeboomen. Daar boven op verbeeld zyne Hoogheid en Gemalin, benevens de drie fprulten, met twee afhangende Fes. tonnen, in welks midden ftaet* Vivat Oranje. Midden in 'c Poortje hangt eene Draaitrommel verbeeldende de vluchtelingen van Gorcum, ten volle geïllumineerd. Aan den middenften Boom ftaat den Leeuw met de Zeven. Pylen, en aan de andere zyde eenige Amunitk. Nu zie hier , By Abraham Blokzsyl. (*) Eene Eerepoort van drie Togen Op den middenfte eene Zon: in dezelve Toog ook een Kroon en aan weêrzyden: Een Vaers: ÏL a Aae  afjo AGïSïE W Y K. A n de ëene-zyde: Wilt gy Jehovah , Neêrlands Hooft, En ftaat, met heil en Eerlauwrieren, Als Zyn Doorluchte vaderen fier en, Dan fchynt door haat of Nydt verdooft, De yoorfpoed zonder Batavieren. Aan de andere zyde: o Blyden dag, Ja roem der dagen Waar op Oranijiels Zon Herryst, Juygt Wees en Wedewen, Ouyd Jong en Maagen, V Is God Die ons dees Gunst bewyst. By Willem van Tngen. ( * ) Eene Eerepoort, een Kroon en deze Vaerfen; ie*  AGTSTE WYK. &61 \e. Orar.ie Is myn Lust, Oranjie Is Myn Leven, A' Di anders Denkt, Is Niet Waart te Leven, Verraders Van het land, Die Moete Nu van Kant. Vivat Oranyie. ie. God Alleen Zy Gedankt en verheeven. Dat Wy Orange Lieden Nog Leeven, Zvn Naam en Wonderen te loven, Daar Op Zoo Roepen Wy Orange booven. Vivat Orange. Ey Jillis van Steenveldt. ( * ) R 3 Een  zCz AGTSTEWYK. Een Chasfinet. Verbeeldende de Vyf Borstbeelden van de Vorstelyke Famiellie aan elke zyde eenen Oranjeboom. En*hier boven: Ter Eere van het Oranje Huis, En van onderen dit volgende: Gy op Rechten wilt U Verblyden, En zyt te Zaam in God verheugt, Als dat men Nu op defcn tyden, Alle zyn. in volle vrcugt. En by dit rog Drie Sierïyke Kroonen, Met Gouwd en Zilver om Gordt, en verligt met Elf Glazen, Hangende aan Twee verfierde Beogen; Naavde terfte fmaak verfiert en met verfcheyde Oranje Linte By Jan de Graaf, (*) Een  AGTSTEWYK. 2*3 • Een Chasfinet. Boven aan in een Hart: Gedaan ter Eere van het Doorluchtige Huys van Oranje en Nasfouw den 8e- Maart 1788. Op bet Chasfinet verbeeld te Vorst, Forjïin en drie der Telgen van Nasfouwe, alle Vyf ie Paard: Om den Rand ftaet: £>e Heere Zegent H Huys van Oranje, Dat 0I!S ^ mr> '* drM Juk van %,n>; Dit Huys hoop ik dat groey en bloey dag ly dag, Zoo l9ng als Zon en Maan nog fchynen mag. Onder aan .ftaat: H Is waarhg Batavieren, dit V£td «gehouwen, >D# Vorst Vorftin en drie der Telgen va» Nasjowen, Vorst milems Naam en Roem « WüMmir.ftas Deugden, Zyn Neerland Lang tot nut, do Telgen la* tot vreugde R 4 In  *<*4 AGTSTE WYK, In de Midden in twee rende Cirkels. Oranje is myn hart, gelyk een ieder hier aanjie:, Die anders is als ik, bemint Oranje niet. In Twee evengeJyke Cirkels. Cranies groey, Is Neêrlands bloey, en Ee n vasten band Voor V Vaderland. Was gemaakt door RVO. Wat zeggen 'er de Vrienden van, is dit niet met fmaak? — Het behaagd ons uitermaten; Ja: ja een ieder doet zyn best, en elk toont zyne vreugde! Nu zie hier, Want wy moeten zoo maar wat links en rechts, zoo wat over en weêr loopen: dan trekt dit ons Oog, dan dat. Nu zie hier: By Carel Klosbag. (*) Ec  A6TSTEWYK. 265 Een Lyst waar op ftaet: Vivat Oranyie Willem de V. Daerboven 1 Adelaer en 2 Schilderyen waer in Wilm de V. Prins van Oranyie-en Nasfouw. Aan weerzyen 2. Oranyieboomen. 1 D°- Frederika Soeia Wilhelmina. Ook met Orayieboomen. j Vaers Hoe Komt De Oran;:e Zon Zoo heerelyk zeegen praaien j Dit wonder Komt van God Als Uit Den Hemel Daalen Hy wil met Goed en Bloed Ons Vaderland befchermen Ik hoop op de Vrede Gos Hem eeuwig zal om arme Dankt God Die Ons In Smaat En Druk Heeft Ons uit Vyands KIouw gerukt R S Zoo  *66 AGTSTE WYK. Zoo lang De Klaaren Zon, Hier Flonkert met zyn Straelen, Zal het Oranyie bloed, Ook heerelyk Zeegenpraalen. By Pieter in *t Hout. Zand Schipper Vivat Oranje en Nasfouw Waar boven Drie Oranjeboomen;Tvree Bogen en Twee Kroonen* By Andriesse. Onder een Zinker, in eene Kroon: Gat hat in yroegertyds. *sHoogheids Anker vast geleid, Maar door het hels gefpuys, Een korten tyd ontzeid, Maar God heeft weer op niew, Zyn Anker vast doen gronden, Waar voor wy loven Got, Met hart Met Ziel en Monden- Wel  A G T S T E W Y E. 267 Wel wat zegje 'er van vrienden! my dank:? de Doeljlraat is waerd gezièfl te worden. —— Alles heefc ons voldaan Buurman, en ik hoop dat de luiden hunne onkosten met dubbelen Zegen bekroont zullen vinden. —- ö Ja Buurtje dat wensche ik ook, kom aan nu naer dezen kant .... Maer wat hoor ik, is het geznng daer ginder of is het rufie? ■ zouden we maer niet terug kecren Buurman? wel héden neen Kind laet ons zien wat 'er te zien is -—» Nu merk ik het, ze zyn vrolyk daer by de Brou. wery, op 't Molcnwerf. Kom., kom dat moeten wy zien? Z:e Buurman, Zie je.dieiWf wel, daer dansfen ze onder: die Poort is goed gemaakt, die fbet netjes, en fraai verlicht, kyk kyk, daer komen ze weêr uit fchieten! -— 6 wat zynze vrolyk: ziet dat zwart kopje eens; die manke heeft ook een fchoone Item; . zie hoe vat die lange Jochem dat aerdig Bekje, in de bouten; ziet dien an- dren de boel eens roeren. hy denkt geloof ik dat hy aan de beflagbak ftaet. Hoor, hoor, kunnen ze wel een oogenblik ïtil zwygcn. Lang leeft Prins Willem, lang keft hy dan, Bi bemin Oranje, Lang  26"8 AGTSTE WYK, Lang hloeld de ware Oranje ftam, lk bemin Oranje , Oranje, Ik bemin Oranje Jurd om deinen, al weer eens rond gedanst. —■ Kyk Stof el fchuurlokt 'er van; ziet hy 'er eens fwabberen. Hoe netjes gaat dat zoenen in zyn werk. hoe knaphandig vat hy die vies kJuk,kIuk, kluk, Hoezée! Hoezée :£aé tooifen wie fins twftefto/ .... Mm bic ji&f 2Jï^Wit| .... we! jan dori wat vat hy ze by de Vlerken, zap je dut wel Buurman. — ?(cb • • • |«.'. . ba . . . fcoê^c feoqcc i S5 gêfaCfcr. bafcen!... Sm^a 3 — a - u ba! . . . |a • ba l gicb ü)Hc ïn;n ^wt banfc cutwa^ 3*nsc i&t .... l;a fca! .... i;a ba! Ey Ey, zie ze hem e*ns rond r'raayen, cien lompen vlegel .... hy blaast 'er ai van . daer ftaen ze weêr fti! — h ■ fchynt weer te bekomen q (tcbee Wla^ün $mge mir . .. mu etöffa gefcf ta* m&ün bc»> truitcn/ fcet) fcer banb .... reit iwflm eincti ranj rbun.. 2NM Oranje, . ba ba! tmfc.n q>rin? lai?9 icfee We qJtinfen! tet-g U4> fcir tytinê Zie  AGTSTE WYK, 2Ö9 » • . Zie zie welke Bok!> efprongen. —-Weg al weer! icb liebe Wrange! .. Orange» J§e — fec gub mk ci«mal;l git ttinfm .... Jasfen unr fauffen.... Kys hy een; zwieren, vrienden let ee s op zyn Bak. kes, wat ziet hy 'er fnoepig uit: z»et hy eens met die mei 'en folie". —— jtoin QSwfcer. — Sgniber fétjern t><\$ ^öuminatio-tn feét . . . kit titté ftoeücfo jein . . . ab t tem fttctt Smterfcem flreit • • %t> H' 'ast Ut Sartbtmc ï>;mteren . . . . 2Bir eint fr&cucö .... iSitwrtó!..... SSittctia . • pif; paf/ pif paf SBhtoria!— tas jol freufcen $e»n .... $\om .... i\om . . . ias>t tmë fturcnf Sbils franje baus bewaren/ #trt) fu be^vtêttn t>£m grgenfpeco/ 2>on tic es gewit» au gpet.  »7o AGTSTE WYK. <£aêt wê ton £>ranje fyracftcn/ (£ë ia Oranje fca nnr t»m bitten; eu 't Hoekje om, de Vest op en de Bo. terfloot heen. Zie hier: By Savoyen. Kerke Knecht. Laat ons dit te- deeg opnemen en befchou. wen, want wie weet, cf het ons wel ooit vry zal ftaan om 'er iets meer van te hooren: nu dat zy zoo, zie hier: Eenen Oranjeboom, onder den welken eenen Leeuw ftaec met het Zwaard in den eenen en het Wapen van zyne Doorluchtige Hoogheid in den anderen Poot. • ■~_ 't Is Kostlyk: netjeSj fraaij Zinne6eeI. dig, 't is jammer dat wy er zoo gauw de uitleg, ging niet by kunnen maken. ■ Nu  A GTS TE WYK. 273 Nu zie hier, By Jan Klooffwyjc. ( * ) Een Chasfinet. Verbeeldende 's Lands Waare Vryheid In 't Purper blauw gekleed, houdende in haar linkehand, de Speer met den bekranften Vryheids Hoed; zy vertreed de Nydt met haare Voeten, die met Ketens aan handen en voeten geboeid is en ysfelyk fchynt te grimmen; zy geeft haar rcgterhand aan zyne Doorluchtige Hoogheid, die, gekleed in een antiek Romeins gewaad, ook zyne Rechtehand de Vryheid toereikt; houcer.de in zyne linkehand eenen Staf , tusfchen de Vryheid en zyne tloogheid, ziet men een Dank Altaar, daar een Dankoffer op Brand: en boven het zelve, het Alziende Oog, in een driehoek, met veele licht Srraelen omfcheencn. *— Agter zyne Hoog' held ziet men een Oranjeboom met zyne vrugten, en twee jonge takjes aan den wortel des booms uitfpruiten. Op den voorg,-öS3; ziet men de Schaal en het Zwaard S vanv  474 AGTSTE WY K. van de Gerechtigheid, onder het Zelve fiaen deze dichtregels: De Nyd hoe zeer zy grimd, moet dit geluk gedoogen; De Waerheid agterhaald, in 't eind de vuige loogen. Het een en ander geeft te kennen: dat de waare Vryheid en gerechtigheid, nu weder door zyne Doorluchtige Hoogheid Hersteld Zyn in haar ouden Iuifler, hoe zeer ook de helfche Nydt dat heeft zoeken te BeLetten. ■ Verders: Dat wy aan den Drie-Eenigsn God de Hoogfte Dankbaar. heid verfchuldigt zyn voor zyne Onverdiende en Genadigen byftand en Verlossin- ge. • In het Voorhuis, hangt aan de Zolder, een konftig gemaakte Pyramide zeer fraai verfierd met allerlei gekoleurde Coraalen , Bloemen, Fistonnen en Twee Ba. zuitt Blazertjcs; in de Piramide zyn Vy?-en-dertig Sp'iegeltjis en Vyf en dertig Lampions, benevens Zes Lusters, alles fraai geïllumineerd, het geen een fraai gezigt oplevcrd. Onder de Piramide hangen Zes heerlyk gekoleurde Glazen, die verligt ay&dej een fraaye vertooning geven. Bo-  AGTSTE WYK. 275 ven de Piramide hangt e Vorstelyk Oranje, Verëenigd'door den Ech t aan V Koninglyk Germanje. Wel aan nu 't Kwakernaat heen naar huis niet waar vrienden ? zoo als Buurman denkt dat goed is, want wy laten ons maar leiden. ■ ja, had jg Man dat zich wat vroeger laten doen hy zouder een ander Man zyn, en jy Buurvrouw .... nu dat is tot daar en toe ... . Zie hier, By CORNELIS VAN AppELTEERN ( • ) 2 Chaijinetten. 'Het ie. verbeeld, ds Speer en Hoed van Vryheid, welke vastgehouden word door zyne Doorluchtige Hoogheid, als ook door hare Koninglyke Hoogheid; welke beiden komen uit de Wolken Boven de hand van hare Koninglyke Hoogheid, hangt een Lint, S 3 waar  s;S AGTSTE WYK. Waar pp ftaat.: Door Deugd en Edelmoedigheid, Boven dien van zyne Doorluchtige Hoogheid ee;: Lint hangende, waar op ftaat Eendracht en Vryheid, Glans verfpreid. Onder den arm 'icr Princesfe ftaet het (Wapen van hare Koninglyke Hoogheid, onder h*t ••'! Ike'ft-'et eene: Adelaar, pikkende na Slangen en Adders, met dit opfchrift; Zy gedoogt geen Fenyn, Onder den Arm van de Prins, hangt het Wapen van zvne Doorluchtige Floogheid, onder "t welk eenen Leeuw ftaet, met dit Byfchrift: Goedertieren zynde word hy gee'ers en grimmig zynde gevreest. Nu laet ons hier lezen,By Carel Otto van Lig rENEERG. Dif Vaersje, Vuich Batavieren, Juich dat elk met vreugd zich paerd, Hu den Oranje Vorst op deztn dag Verjaard, Die  AGTSTE WYK. r?) Die Heilzon die wel eer' moest als een damp verdwenen, Mag weêr aan Neêrlands Volk in vollen Lui/Ier fihynen. Dat is een fchoon Faersjs, dat 's kort en zegt veel: 't voldoet hy uitftek. — Wat hebben we hier vrienden? By Dirk Koot. Zakkendrager, Een C/ias/ïnet. Aan de rechtezyde de Vryheid met de Speer en Hoed ftaende, en rustende met de ha td op den Byhel, denwelken op eenen Altaar ftaet. Op den voorgrond legt den Holland' fchen Leeuw. Aan de linkezyde, ftaet de Leeuw in den Hollandfchen Tuyn met de Ze. yen Pylen en het Zwvard in de Pooten. Rondomme den Tuyn ftaen Qranjehoomcn. Het Tweede Chasfinet. Ter rechtezyde het Wapen van zyne Boor. luchtige Hoogheid met eenen Groenen Olyf. tak Ter linkerzyde het Wapen der Vorfiin. ne. Den Adelaar houdende in den eenen Poot het Zwaard en in den anderen de S 4 Staf  38o A GTS T E WYK. Staf van Commando. Alles omringt met eenen Groenen Olyftak, Wel nu vrienden. ■ Ik moet u betuigen, dat ik ten uiterften voldaan ben van 't genen wy gezien hebben. —. ja ik ook, ik pok, Buurman: ik dankje wel voor je gezel- fchap. Ja dat 's wel genoeg, dat zullen we altyd wel eens van je krygen: Recht toe, Recht aan naar huis een pypje geflopt en wat uitgerust: — wat zeg je, we hebben daar. al een heel Wandelingetje afgelegt. NAEM.  Pag 2S1 NAEMLYST DER PERSOONEN- By dewelke» eenige llluminatien of Decoratie» te zien zyn geweest, en befchreven in dit Tweede Stuk. A JK delaar, ( fsn de ) op V Delffebevaan. 128 Adiichem, C H. A. van ) op de I/oogflraat. . 175 Appelteern, ( C van ) op 't Quaker mat. . . £77 B Baak, C Pieter van ) op "t Haagfcbeveer. . 144 Bakker, C Johan'nes ; in ds Mosterifteeg. . 72 Barends, f Bernardus ) in de Wagenjlraat. t>4 Been, ( Cornc is ) op 't Steiger. . « 1 Blok, C de wed, li- ) op de Vlascbmarkt. . 4 Blokzeyl, ( Abraham ) in de Doelfiraal. . . 259 Blomberg, (_ H. ) in de ie. Lombertflraat. 222 Bly, ( De ) in de Lombertflraat. . . 203 Boerrigter, ( Hendrik ) in de Peperflraat. . 62 Boogaart, C A. v. d. ) in de Wagenflraat. 92 Bofhon, ( ) in de 2e. Lombertflraat. 220 Bosman, ( Hendrik ) in de Kalverflraat. . 2:6 Bouwman, ( B. ) in dtn Oppert. . . 1,04 Boven, ( A. ten ) in den Oppert. . . 125 Boxman, ( de wed: ,. op de Hnogflraat. . 8 Braak, ( Thomas ) op 't Spinhuis Watertje. 16 Braafem, ( David den ) in de Wagenüraai. 93 Broedelet, ( A. y by 't Roozand Verbeteringen. 9 S 5 Broek-  28a N A E M L Y S T. Broekman, ( Joh. Willem ) in Je Wagenflraat. o% Brouwer, ■' Jan ) in de Wagenflraat. , ' gy, Bruin, ( Jan de ) in ds Lombertflraat. * jg? Bruinings ( Fetr. Regn. ) /'« aen Oppsn. jjö Buiyn, ( Arnoldus de ) in den Oppert. iI0 Burgh, ( J. v. d. ; Scboolmeeuer m de korte IVagenpraat. . . . g3 Buxtorf, (' D, K. ) in de korte Wagenflraat. 84 Byi, (Jacob van der ) in de Trouwfteeg* 79 B". . . , ( De ) in den Oppert. . .112 C Cattenburg, ( Lodcwyk ) in den Oppert. 204 Certon, ( Domf: ) in den Oppert. . 107 Cornel, ( Nicolaas j in de Lombertflraat. 209 Cling, Jakobus ) op t Delffchevaart. 148 D D.khuïzen (Cornelis ) in de korte TPagetiÜraat. 80 Dkkze, C Arnoldus ) in de Wagenflraat. . 88 Droz, C Jean Frangois ) in de Lombertflraat. 188 Duval, ( F. ) op de Bnterfloot. . 275 Duyl, ( J. van ) ci> ds Meent. . . 213 Dyk, ( d. van ) op de Hoogflraat. . 173 Dyfc, ( J. van 5 in den Oppert. . «113 Dyk, ( van ) in de Bagynenflraat. . £ Eerepoort, ( De ) voor de Mostertfteeg-j in de Wagenflraat. ... 71 E erepoort, ( De ) voor de Trouwsteeg. . 74 Eerepoorten, ( De ) in dz Doeiftraat. . 526Es, ( Johanne* van ) op 't Delffchevaart. . i^o. Ge-  NAEMLYST. 283 G Qenugten, ( Ary van de ) in de Zandflraat. 51 ■t üilde, ( lielena ) op 't Delffchevaart. 149 Grarf.. ( Jan de ) in de Doelflraat. • 264 Groeneweg, ( Cornelis ) in 'de Peperflraat. 63 H Habbema, C 3 in den °PPcrt. . i°4 Harche, ( David ) op ds Hw.gflraal. . i?4 Hanog, ( Johannes den ) op "t Delffchevaart. 131 Hauck, (C*. A.) op de Hoogftraat. Verbetering, n Herfelen, ( J. M. van) in de Lombertflraat' 207 Hoeven, ( Juffr. van der ) op 't Kerkwatertjr 162 Hofland, ( )an ') tn de Zandflraat. . 53 Holftein, ( Pieter ) in de Lombertflraat. 194 Hopman, ( de Juffrouw: ) in de Wagenflraat. 100 J Jansfen, ( Willem ) op de Mant. . 214 lngen, ( Willem van ) tn de Doelflraat. . 36? In 't Hout, ( ) *! * Doelflraat. . 266 K Kanters, C Adrianus ) ffl r/s Wagenflraat. 94 KerftVn, C Abraham van ) op 't Spuiwaiertjt 152 K'oofwyk C Ja" ) op do Boter/hot. . 273 Klosbag-, f Carel ) in de Doelflraat. . 264 Kolders, ( Macluèï ) in de Halver [Ir aat. . 227 Ko f, ( G. ) in den Oppert. . • 103 Koller, ( Lodewyk ) in de Lombertflraat. - 270 Koot, ( Dirk ) op -t Quakernaat. 279 Kooy, ( Johannes ) in de ie. Lombertflraat. 221 Kroon, (. izaak 1 in de ie Lombertflraat. 248 Kwaakaas, C Johannes ) in de Lombertflraat. 223 't Kuy-  284 NAEMLYST 't Kuypers Gildenhuis, in de korte Wasenfiraat' • • • . . 8r L Ladage, ( de wed. ; in de Doelflraat. 2*7 Lakes, ( Adrianus ) in de Lombertflraat. 10K Lailemand, ( Pieter ) in de Lombertflraat. jqV Lannooy, ( Pieter ) in ds Doelflraat. - 258 Lans, C Cornelis ) op de Hoogflraat. 13 Layltg ( Willem ) op 't Steiger. - 3 Leenhouwer, ( de Juffrouwen ) in den Oppert. 116 Letter, ( Micolaas de ) in de Zandflraat. 48 Lievens, ( Adrianus ) in de.ie. Lombertiiraat. 259 Ligtenberg, ( Carel Otto van ) op 't Quakernaat. - . Linden, ( Kors van der ) op 't Haagfche- ' veer. - ^ . j.j Logman, ( Gerrit ) in de Toren/Iraat. 164 Logman, f Willem ) in den Oppert. . 108 Lörh, ( Johan Henrik ) in de Lombertflraat. 20ö Lourentius, ( Willem ) in de Kalverflraat. 227 Louron, ( Johannes ) in de Wagenflraat. - 6$ M Manuël, ( Frans ) in de'Trouw Reeg. 7^ Masfon, ( P. j in de ie. Lombertflraat. 244 Meer, ( Jan van der ) op de Haschmarkt. 6 Metting, ( Johannes ) in de Wagenflraat. 94 Meurs, ( Izaak van ) in de ie. Lombertflraat. 251 Mey, ( Abraham van der ) in de Raamflraat, 65 Middegael, ( J. van de ) in de Wagenflraat: 73 Middendorp, f ; in de korte Wagenflraat. 82 Mommen, C Pieter ) op de Gallery. - ia5 Mulder, ( Pieter ) in de Zandflraat. - 51 Neye-  NAEMLYST. 2S5 N N«yevelt, (Arnout van Zuylen van ) op ytDelf- ■fchevaarl. - - ' 13P Niederhagen, ( Coen. Arn. ) in de Kalverflraat. . . i . f* .■ i «7 JNierop, C Willem vau ) tn de Kalverflraat. 232 Norles, ( Louwiefe ) in ds Moster tfleeg. 73 O Offermans, r Willem ) op 't Haagfchtveer. 141 üldenbur°', ( Gerrit) in de ie. Lombertflraat. 255 Olmer, ("johannes ) in de Wagenflraat 73 Oosthout, C Pieter ) in de Wydemarktfteeg. 183 Oosthoud, ( Johan. ) op de Boerenvismarkt. 184 Otterdyk, q Hendrik ) op de Gallery. . 127 P Paap, ( Cornelis de ) in de Zandflraat. 49 Paardt, ( Greg. van der) in het Kükksrflecgje. 106 Pieter, ( by ) op 7 Roozand. . . 4* Pieterfe, ( Reini-r ) op de HoogHraat. . 12 Pieterfun, ( Sikkel van ) in de Peperftraat. 61 Pistorius, ( S. W. ) in de Lombertflraat. 199 Plaat, C J. van der .) in de korte Wagenflraat. 8i Polder, ( Jan van den ) in de Zandflraat. 52 Pollak, ( Jan ) in de Peperllraat. . . 62 Post, ( R. ) op 't Delffchevaart. " . ï46 Prey, ( J. ) in den Oppert- . . 112 Proot, ( B. ) Med. Doft. op de Hoegftraat 11 Prooyon, ( Hugo van ) in de Lombertflraat. 191 R Rademaker, ( Johannes ) in de Leeuwen laan 36 Rees, ( j, van ) op 't Steiger. . . 181 Renfing, ( Jan ) in de ie. Lombertflraat. 253 Rocques, c Jean Pierre ) op 't Doekvatertje. 143  236 N A E M L Y S T. Roder, ( Jan George ) op de Hoogftraat. «fc ' Ryke, ( Joaan Dirk ) in de Lombertflraat. 'of ivyn, ( Jordaen van ) op 't Haagfcheveer. ui •K.(" D. v. ) op da Hoogflraat. . ^ S Joraori, ( L. ) o/> V Reozand. «3 mpfon, ( A . . . } in de Lombertflraat." 271 yen, ( ) op de Vest. S\ haaicki f Thomas van ï in de Scbaveflee'z 44 Schaap, ( Jan ) in de Trouw/lees;. s' Tg .Schans, ( jan van der j in de Wagenèraat ' ö< ^ehoonebec?;, r Jan ; in de korte Leeuzoclaan. 43 Schors, < C. F. ) in de Wagenflraat V; Scheuten, ; G. J. > in de wyde Kerkftraai 17r Schrank* ( ) in de Brteaerflees \iA Schrik, ( Wip. Ld. ) op de hoek van de ' 54 Leeuwenjtraat. , , Sghrynmaker, ( Gerrit ) in de Mostertflee*' ?r Schulnart, ( Hend: Nicol: /„ de Wagenflraat ol Sclru iren, (. S. J. ) in den Oppert. "„S Serre, f Dirk ) in de Zandflraat. ' ' Jt f r.m, Pieter) in de Byénkorfin de Leeuzv'eiaan § Smits, v Leenden ) op V Steiger . '.Xp Staveren, ( van ) op de Vlaschmarkt; ' ■ '§ Steenveldt, ( JUIÏI van ) in de Doelflraat Q6r ütephani ( Julie ) in de Peperfiraat ' " (fl. Stipriaarr, ( Dirk van ) op de Hoogflraat: l7tf S*od, ( Pieter ) op 'i Ktrkzuatertje. \a, Stolk, ( Pieter ) tn de Peperfiraat. . ■ *| Stolk, c C. van ) in de Lombenftraaf' ' ■ Stout, c Frans ) in de Peperd^aat. ' ■ ' "Ct Strasters, ( Johannes ) tn de Wagenflraat. 8q Sirauch. ( J;n ) op de Boerenvismarkt. ' jHSwart, ( Heilije de ) op 7 Rvozmd: < ' 2;] Tres-  NAEMLYST. T Telier, f Genit ) tn den Oppert, i Tfiilburg f Jo"an van : in cie Lomher:flraat* - Trêsfon, ( Albert ) op de Hoogftraat. 9 U Uiteribroek, C Casper ) in de Trouivfteeg. f6 V Valk, ( And. van der ) op 't Franfcbezuatertje. '7 Valk, C J, j op ae HoBgfiraat. . < m Valk, >' P. P* > Provoost op de Meent. . 214 Vis, ( G. ) *'« fife» Oppert. . . . nó Visfer, ( Frank ) in da ie. Lombertflraat. . 2,54 Vo"-el, C Komelis de ) op 't Delffchevaart. 152 Vopel, ( Gerrir ) in de Lombertflraat. 233 Vonk, ( Martinus ) in de Zandflraat. 54 Voster, ( ) in de :e. Lombertftraat. 1 7 V.t ( by de Heer , in den Oppert. ; 119 W Wels, ( Albert > op de Ploogftraat. . . 167 Wey, ( |. de ; op V Steiger. . . '80 Willemfe, ( Marvnus in de Halverftraat. 115 Wurmbach, C J*"G- ) °P '» Spuyewatertje. 15a  BERICHT. AAN DEN BI N D E R. Het oaaafje, of Bladzyde 53 en 54, te plaatzen in het iffe. Deel: en zoo veel doenlyk de uitgegeven Exempkaren terug te vragen, om het zelve daar in te voegen. Ter DRUKKER Y E. VAN C O M W M JU E N MDCCLXXXVilfc