HISTORIESCH SCHOUWTOONEEL,   HISTORIESCH SCHOUWTOONEEL VAN 'S WAERELDS LOTGEVALLEN; O F KORT AANEENGESCHAKELD BERICHT DER VOORNAAMSTE GEBEURDTENISSEN VAN DEZEN TIJD: VERRIJKT MET EEN HISTORIESCH MENGELWERK, DERDE DEEL. met plaaten en kaarten. 17 9 2. TE HAARLEM, bij A, L O O S J E S, Pa.   HISTORIESCH SCHOUWTOONEEL VAN 'S WAERELDS LOTGEVALLEN. EUROPA. T U R K IJ E N. Octuber—December. j3 i de tegenwoordige gefteldheid van zaaken in VerfcheiEuropa, was de vriendfcriap der Porte van te veel den Mogewicht voor de onderfcheiden Mogendheden, dan fielten'de dat derzelver Gezanten te Conftantinopolen niet alles vriendzouden te werk gefield hebben, wat in hun vermo- ïbff rfer ' Porie. gen was , ten einde haar in de belangen hunner Hoven over te haaien. Wij hebben reeds gezien, A dat  Gedrag vai den Heer Chalgiun Gezantfcliaps-Secretaris var Frankrijk. De Heer Choiseul weigert, van zijn post als Gezant, afftand te doen. 2 HISTORIESCH dat eenige dezer Ministers in hunne poogingen geflaagd waren met opzicht tot den Heer Semonville , nieuw benoemden Afgezant van Frankrijk bij de Porte (a). Dan nadien fommige daartoe betrekkelijke omftandigheden thans nader zijn bekend geworden, kunnen wij niet af zijn een weinig terug te treden, om ook deze den Leezer onder het oog te brengen. ' Toen het Fransch Minifterie den Heer Choiseul Gouffier van zijn'post als Afgezant ontzette, zoudt het tevens volmacht aan den Heer Chalgrin , gewezen Gezantfchaps-Secretaris , om de zakken tot de aankomst van den nieuwen Gezant waar te neemen , en van den Heer Choiseul alle papieren, zijn Gezantfchap betreffende, af te eifchen in plaats van aan dezen last te voldoen, Helde Chalgrin zijne ontvangen Depêches in handen van den Heer Choiseul, en fchreef vervolgens aan den Minister van Buitenlandfche zaaken te Parijs: „ Dat „ hij een afgrijzen hebbende van de handelwijze „ der Nationaale Conventie, befloten had, zo lang „ hij leefde , een getrouw Onderdaan van zijnen „ Koning te zullen .blijven." Dit gedrag van den Heer Chalgrin baarde te meer verwondering bij het Fransch Minifterie, alzo hij nog onlangs, in een onderfchepten brief, door den Heer Choiseul aan den Graave van Artois gefchreeven, was afgefchilderd als een man van een zeer (a) Zin tweede Deel, bladz, 3.  SCHOUWTOONEEL. 3 zeer driftig karakter, die geheelenal met Jacobijnfche grondbeginzelen was doordrongen , om welke reden de Gezant hem ook eigenmachtig uit den dienst ontflagen hadde. Deze, die de belangen der uitgeweeken Franfche Prinfen, en bij gevolg ook der tegen Frankrijk verbonden Mogendheden , ten fterkften was toegedaan , weigerde afltand te doen van den post , welke hem voormaals door den Koning was aangeweezen, en poogde door alle middelen te bewerken, dat aan zijn opvolger den vrijen toegang in de Ottomannifche Staaten wierd verboden. Hij zag zich zeer nadruklijk onderfteund door den Keizerlijken Internuntius, door de Gezanten der Hoven van Napels en Berlin, en door den Heer Guastow, Zaakwaarneemer der Keizerinne van Rusland , die gelijktijdig, hoewel ieder afzonderlijk, in zeer dringende Meniorien , de factie der Jacobijnen , van welke Semonville een der gevaarlijkfte leden wierd genoemd, als eene bloeddorstige factie befchreeven, welke den geest van tweedracht en regeeringloosheid in alle landen trachtte voortteplanten , en tot een vast grondbeginzel had aangenomen alle Volken te verleiden, en aan dezelve oproer, benevens het vermoorden hunner Souvereinen, te prediken. Men bragt wijders daarin de verheven Porte onder 't oog, dat de Heer Semonville , als een gevaarlijk mensch. door het Hof van Turin , in de hoedanigheid van Fransch Gezant was afgewezen ; bij al 't welk de Baron van Herbert , Keizerlijke Internuntius, nog eene ingewikkelde bedreiging voegde, zeggende, ir A 2 zij- Eenige Gezanten leveren Memorien in tot nadeel van den Heer SüMONVIL' LE.  Uitwerking van dezelve. 4 HISTORIESCH zijne Memorie: „ Dat wanneer zijne Keizerlijke „ Majefteit, na deze waarfchouwing, mogt verneemen, dat de Porte niet geaarfeld hadde een der „ voornaamfte leden eener Seéte, die zijne perfoo„ neele vijandin was, als Gezant te ontvangen en te „ erkennen, zulks de Mogendheden, nabuuren van „ het Ottomannisch Rijk, noodzaaklijk moest ont„ rusten, uit hoofde van de mooglijkheid, dat die „ G.zant zou kunnen flagen in zijne Negotiatien, „ welke ten doelwit zouden hebben om de Porte „ tegen hen te wapenen; dat de ontrustende vooruit„ zichten maatregelen veroorzaaken zouden, welke „ de voorzichtigheid voorfchrijft, en wantrouwens, „ die noodwendig de goede harmonie zouden kren„ ken, welke gelukkig door den vrede was herfteld „ geworden Deze Memoden en daarbij gevoegde drangredenen, hadden ten gevolge, dat de Turkfche Regeering bevel gaf, aan geene Franfche fchepen den doortocht door de Dardanellen te vergunnen , alsmede aan de Gouverneurs op de grenzen, om den Heer Semonville , bij zijne komst aldaar , af te wijzen. Te zeiver tijd fchreef de Groot-Vizier een brief Hoewel de gemelde Memorien reeds den ïodcn Augustus waren ingeleverd , zijn dezelve nogthans te merkwaardig , om, voor zo verre zij eerst lang daarna bekend geworden zijn, geen plaats te vinden in deze verzameling van Staatsftukken. Men vindt ze onder Bijlagen LI en LU.  SCHOUWTOONEEL. 5 brief aan het Fransch Minifterie, met verzoek, hoewel in zeer beleefde uitdrukkingen , om een ander perfoon tot Gezant bij de Porie te benoemen, aangezien 'er redenen waren , welke deeden vreezen, dat de werkelijk daartoe benoemde perfoon , uit hoofde van zijn bekend karakter , geen voegzaam gedrag zoude houden (c). Hoe zeer dit alles de oogmerken van Het Fransch Minifterie, ten aanzien van de Porte, eenigermaaten belemmerde, en zulks de reis van den Heer Semonville vooreerst deedt opfchorten , wierd 'er nogthans geen ander in zijne plaats benoemd , en het fcheen als of men Hechts een gunstiger tijdftip wilde afwagten', ten einde hem zijn post van Gezant te doen aanvaarden. Het duurde in de daad niet lang, of men befpeurde eene merkelijke verandering in het gedrag der Turkjche Regeering, ten aanzien van den Heer Choiseul-Gouffier. De meeste in Conflantinopolen woonende Franfchen , hadden in den beginne zich gevoegd aan de zijde van dien gewezen Gezant , maar verlieten dezelve eensklaps , op eene aanfchrijving der Municipaliteit van Marfeille, waarna zij, in eene algemeene Vergadering, eenpaarig befloten, de in Frankrijk nieuw ingevoerde Conftimtie te erkennen , de post van Gezant , of Hoofd der Franfche Natie in het Turkfche Rijk, ter oorzaake dat de Heer Choiseul door de Nationaale Conventie in ftaat van befchuldiging was ge- (e) Ziet Bijlagen LUI. A 3 De reis va n Semonvillewordt vooreerst opgefchort. De Franfchen te Conflantinopolenveilaaten de zijde van Choiseul, en neemen de nieuwe Conftitmie aan.  Ook benoemendezelve provifioneel een Agent vo< de Fiati' fche Natii Welke va ds Porte daarvoor erkend wordt. Choiseul wordt ge noodzaakt het Gezantfchaps.hotel te ontruimen. En het bevel ten aanzien van Semonville ingetrokken. / 6 HISTORIESCH gefield, opengevallen te verklaaren, en den oudften Tolk Fronton provifioneel aan te (lellen tot hunnen Reprefentant bij de Porte, en om het befiuur if der zaaken, hunnen Koophandel betreffende, tot op de aankomst van den H.er Semonville waar te '■• neemen. 1 Van dit befluit wierd terfiond kennis gegeeven aan het Turksch Minifierie , en hetzelve verzogt, om niet alleen, bij voorkomende gelegenheden, met den Heer Fronton te willen handelen , maar ook alle Franfchen in de Staaten van den Grooten Heer te gelasten , denzelven als Agent van de Fran/che Natie te erkennen. Dewijl aan dit verzoek gedeeltelijk wierdt voldaan, geraakte de Heer Choiseül daardoor in zeer verdrietige omfiamiigheden , als wordende hij met geweld genoodzaakt, het Gezantfchaps-hotel te ontruimen, en eene veilige wijkplaats te zoeken in het Hotel van den Heer Guastow Zaakwaarneemer der Keizerinne van Rusland. Van dit oogenblik af fcheen het weinig moeite te zullen kosten, om de Turkfche Regeering te gelegener tijd overrehaalen, dat zij de onafhanglijkheid der Franfshe Republiek erkende. Als nog befluiteloos, hoe in het vervolg daaromtrent te handelen, herriep zij nogthans haare onlangs gegeeven beveelen , met opzicht tot den Heer Semonville , en gelastte, dat men denzelven, met zijn bij zich'hebbend gevolg, ongehinderd zou laaten doorpasfeeren. ^ Men befchouwde deze opmerkelijke verandering in de denkwijze van het Turksch Minifierie, eens-  SCHOUWTOONEEL. 7 eensdeels als eene uitwerking der kuiperijen van geheime zendelingen, welke de Porte den '. ijftand eener Franfche vloot, tot herovering van den Crim, hadden aangeboden, gepaard met de ingekomen tijdingen wegen! den vooripoed der Franfche wapenen, tegens de legers der verbonden Mogendheden ; en anderendeels als een gevolg der verkoeling, welke, ten aanzien van het Hof van Weenen , onlangs plaats gegreepen hadde. Deze was inzonderheid veroorzaakt, doordien het \ genoemde Hof zvvaarigheid maakte , aan eene der < voornaamfte artikelen van het verdrag van Sziflova te \ voldoen, inhoudende, dat zodra de Rusfifche troepen ' de Provincie Moldavïên ontruimd zouden hebben, ook de Vesting Choczim , benevens het geheel Di- 1 ftrict daartoe behoorende , door Oostenrijk aan de Porte moest terug gegeeven worden. Op de herhaalde klagten , dat dit laatfte nog niet was gefchied, ongeacht Moldavïên, reeds den i$den Maij laatstleden, door de Rus/en was ontruimd geweest, gelijk mede, dat de Porte, op infmuatie van den Keizerlijken Internuntius , al voor lang een Gouverneur had benoemd, ten einde de genoemde Vesting over te neemen , zonder het minste gevolg daarvan te zien, verklaarde eindelijk de Internuntius, bij eene Memorie : „ Dat Choczim niet terug zou gegeeven „ worden, voor de Porte haar zelve fchriftelijk ver„ bond: 1. Om de in flavernij weggevoerde kinde„ ren, beneden de dertien jaaren oud, niet te zul„ len aanzetten om van Godsdienst te veranderen, „ en al hadden de zodanige ook reeds de MahoA 4 .en en de 'ortc. ~)ver het liet tetug reeven van je Vesting Choczim. De Keizerlijke Internuntius levert deswegenseene Memorie ia.  Antwoord op dezelve. 9 3 i » 3 Heimelijk wantrou- n wen tusfchjn de 2 Hoven van g< 8 HISTORIESCH „ metaanfche leere omhelsd, dezelve evenwel uitte „ leveren: 2. Dat de tarif der tollen, ten behoeve „ der Duitfche Kooplieden, wederom herfteld zou worden , zo als die voor den oorlog was ge„ weest. 3. Dat de Porte den vrede met de Al„ gerijnen ten vollen guarandeeren zoude. 4. Dat „ alle afgeftaane Diftritften en Plaatfen in Bosniën, „ volgens inhoud van het vredeverdrag aan Oosten„ rijk zouden worden overgegeeven." Het antwoord van het Turksch Minifterie op deze Memorie, was vrij ernftig, en behelsde hoofdzaaklijk: „ Dat de Porte aannam en beloofde , al dat „ geen te zullen volbrengen , wat bi] het vredes„ traclaat was bedongen , doch ook niets meer; „ dat zij geenerbande tarif ten aanzien van de Duit„fche Kooplieden erkende, dewijl zodanige nooit „ wettig beftaan hadde ; dat zij, betrekkelijk den „ vrede met Algiers , zich tot niets anders had „ verbonden, dan alleen eene belofte van fchaaVer, goeding, zo dikwijls den Keizerlijke Onderdaanen > eenigerhande nadeelen van dien kant wierden toe, gebragt ; eindelijk , dat de helfte der afgeftaa, ne plaaifen in Bosnièn bereids waren ingeruimd , en, bij aldien het flegt winter-weêr zulks niet , ten eenemaale onmooglijk maakte , ook de ovei rigen ten fpoedigften zouden overgeleverd worden." Hoewel de Hoven van Petersburg en Conftantiipolen elkander heimelijk wantrouwden, en wederjds aan de grenzen voorzorgen namen , om , inivalle van eene vredebreuk , niet onverhoeds ver, rascht  SCHOUWTOONEEL. 9 rascht te worden, poogde de Porte nogthans in het openbaar alles te vermijden , wat aan het eerstgenoemde Hof den minften aanftoot zou kunnen geeven. Dit bleek tendeele uit den ongemaenen eerbied, welke aan den Zaakwaarneemer der Keizerinne van Rusland wierd beweezen, die, onder anderen, voor zich eene bijzondere eerenwacht had verkreegen, weike anders niet dan aan Gewoone en Buitenge» woone Gezamen wordt toegeihan. Maar boven al bewees zulks haar gedrag jegens den Poolfchen Gezant, Graal' PoTOCKi, die, na Conjlantinopolen gezonden , met oogmerk om voor den Koning en de Republiek tegen de Keizerin van Rusland en de Confederatie van Targowkz hulp te vraagen, reeds langen tijd aldaar vertoefd hadde, zonder het minste te kunnen uitwerken, en aan wien men niet onduidelijk te kennen gaf, dat de Porte wel wenschte van hem en zijne aanzoek.n ontflagen te worden. Eindelijk wierd hij door de thans in Poolen de overhand hebbende Confederatie terug geroepen , doch moest, voor zijn vertrek, nog de vernedering dulden, dat de gefchenken, welke hij, na affcheid van den Groot-Vizir genomen, als na gewoonte denzelven aanbood, aan hem terug gezonden wierden. - De binnenlandfche onlusten, welke in een gedeelte der Ottomannifche Staaten heerschten, waren ondertusfchen niet verminderd. Een Hatti Cherif, of Patent van den Sultan, had de zogenaamde Fimars, of Krijgsleenen , welke federt de veertiende eeuw reeds waren ingevoerd, en den zodanigen, die daarA 5 me- Petershurg en Conjlantinopolen. Gedrag der Potte jegens den Poolfchen Gezant. Die onverrichter zaake wederom vertrekt./f'. De zogenoemdeFimars, of Krijgsleenen , worden afgefehaft.  Misnoegen daarover. Ongehoorzaamheidvan eenige Paella's. Mahmud maakt zich in Albaniën onafhanglijk. De Bosniakken op/ roerig. 10 HISTORIESCH mede begiftigd worden, de verplichting oplegt, om, in oorlogstijden, zeker getal krijgslieden op hunne kosten in het veld te brengen , uit hoofde van de meenigvuldige wanordes , waartoe dezelve dikwijls aanleiding gaven, voor het toekomende vernietigd; invoegen deze Leenen, na het afflerven der tegenwoordige bezitters , in de Domeinen van het Rijk moesten ingelijfd worden, waartegen de Staat zich belasten wilde met het onderhoud van zeker getal geregelde troepen, evenredig aan de inkomsten welke dusdanige Leenen opbrengen. Deze fchikking mishaagde inzonderheid den SpaJiis en Janitfaaren, die daardoor het meeste nadeel zouden lijden, terwijl ook het Gemeen der Hoofdftad zijne ontevredenheid met deze en meer andere onlangs ingevoerde veranderingen, door brandftichtingen en oproerige beweegingen te kennen gaf, als het gewoone téken daarvan in een land , waar het den Onderdaanen niet geoorloofd is eenige bezwaaren, het zij bij monde, of fchriftelijk, in te leveren. In Syriën en Egypten weigerden verfcheiden Paella's gehoorzaamheid, op eene wijze, welke in alle andere landen als openbaare muiterij zou aangemerkt worden. De beruchte Pacha Mahmud , had eene legermacht van 30,000 man in Albaniën bijeen verzameld , waarmede hij dat Gewest meerendeels, aan zich onderworpen, en aldaar eene, van de Porte onafhanglijke, heerfchappij opgericht hadde. De Bosniakken verzetteden zich aanhoudend tegen den afftand van zekere Diftriclen, welke bij den laatst geilt)-  SCHOUWTOONEEL. n floten vrede aan Oostenrijk waren afgedaan , en noodzaakten aldus de Regeering, om eene menigte troepen derwaards te zenden. Ondertusfchen was het getal der yamaks, of uit Belgrado verdreeven, en, uit dien hoofde , oproerig geworden voormaaüge Ingezetenen der genoemde flad, merkelijk vermeerderd. Nadien de Porte weinig haast maakte, hun verdrag met den' Pacha gefloten , te bevestigen , en bij de oproerigen eenige agterdocht begon op te komen , dat men niet ter goeder trouwe met dezelven handelde , beflooten deze nogmaals eene kans op de Vesting te waagen. Dit gefchiedde den zijlen October, waarbij het hun gelukte, zo wel de boven als beneden Vesting, met verlies van Hechts 30 of 40 man, ftormenderhand te veroveren. Zodra de rebellen aldus hun oogmerk bereikt hadden, lieten zij den Pacha zijne waardigheid behouden, hoewel onder voorwaarde, dat hij zich aan hun hoofd zoude (lellen. Vervolgens fchreeven zij aan den Oostenrijkfchen Commandant te Semlin, dat zij de goede vriendfchap en wederzijdfchen Koophandel ingeenen deele wilden ftooren , maar alleenlijk begeerden in het gerust bezit van hunnen wettigen eigendom te mogen blijven. Verfcheiden nabuurige Pacha's verzamelden , op de bekomen tijding van deze gebeurtenis, in allerijl eenige troepen, om daarmede tegen de rebellen aan te rukken. Deze oordeelden het van hunnen kant niet raadzaam , dezelve vereenigd af te wagten , maar beflooten ze afzonderlijk aan te tasten. De Pa- Belgrach door de daaruit verdreevenvoormaaüge Ingezeten eti ingenomen. Verfcheiden nabuurigePacha'sverzamelen hunne krijgsmacht.  Waarna die van Nis fa, cour ten krijgslist 'Belgrado betovert. i ] < f 1 12 HISTORIESCH Pacha van Zwornick bevond zich met 1500 man naast bij Belgrado, hebbende zijne troepen otnftreeks Oftronüza in de Dorpen gelegd, met oogmerk om aldaar de komst der overigen af te wagten. Dan de rebellen, van deze gunstige gelegenheid gebruik maakende, vielen onverhoeds op zijne verftrooide benden aan, van welke zij eene menigte-, waar onder ook den Broeder van den Pacha, dood floegen, en deszelfs krijgskas , benevens alle zijne bijeengebragte ammunitie, buit maakten. Moedig op deze overwinning, trokken zij nu ook den Pacha van Nis/a te gemoet, die met 4500 man in aantocht was , en lieten zich met te meer vertrouwen in een gevecht met deszelfs leger in, toen zij bij hetzelve geene ruiterij in 't oog kreegen. Dan juist deze ornflandigheid veroorzaakte hun ongeluk. De Pacha, door zijne Spions onderricht geworden , dat de rebellen Belgrado onbezet hadden gelaaten , hau met zijne geheele ruiterij uit 600 Spahis beftaande, in eene bedekte plaats nabij Kroska, post gevat, en nauwlijks was het gevecht begonnen , of hij reedt met zijne ruiterij , ongemerkt ia Belgrado , waar hij des nachts aankwam, en, wnder de minde tegenweer te ontmoeten, de Vesing in bezit nam. De Jamaks intusfehen, na een ievig gevecht , door het. voetvolk van den Pacha >p de vlugt gedreeven zijnde, meenden in Belgrado :ene wijkplaats te zullen vinden, doch wierden, bij mnne komst, met het kanon zodanig begroet, dat ij , door deze krijgslist verfchalkt , in de grootte  SCHOUW TOONEEL. 13 fte wanorde moesten afdeinzen , en ten eenemaale verftrooid geraakten. De geduurige onlusten in Serviën en Bosniën, als mede in het overige gedeelte van Turksch-Illyriên , : fpoorde de regeering te Conftantinopokn aan , om zekere veranderingen te maaken in de Politieke en Militaire gefteldheid van dat land. Nadien de oorzaak daarvan hoofdzaaklijk toegefchreeven wierd aan de ondraaglijke knevelaarijen der Pacha's en hunner onderhoorige Janitfaaren, die meenden zich alles te mogen veroorloven tegen de ongelukkige Ingezetenen , welke meerendeels Christenen zijnde, van dezelve , als Ongeloovigen worden aangemerkt , befloot men in plaats van de Janitfaaren , eene bijzondere Landmilitie, meest uit Griekfche en andere Christenen beftaande, opterichten, welke onder het bevel zoude ftaan van Turkfche Officieren; wijders het gezag der Pacha's voor het toekomende meer in te perken, de Dorpen te vergrooten, en de nog woest liggende Landerijen onder de Ingezetenen , of aan zodanige lieden uittedeelen , die, van elders, na deze Provinciën zich begeeven wilden , en niet alleen vrijheid van lasten, maar ook nog andere voorrechten genieten zouden. RUS- 7e ra n deins in da Politieke :n Militaire gefteldieid vari Tttrhchtllyriën.  14 HISTORIESCH Het Hof te Petersburg houdt zijne aandacht gevestigd op de Poolfche zaaken. De Afgevaardigden ] der Confederatie 1 hebben ge- j hoor bij de , Keizerin. < j t RUSLAND. OStober—December. Terwijl de aandacht van het Hof te Petersburg inzonderheid gevestigd was op de aangelegenheden van het nabuurig Poolen, en het aandeel , 't welk de Keizerin in het verbond der Mogendheden tegen de Franfche Natie tot hiertoe had genomen, alleenlijk belfond in het draagen van een gedeelte der oorlogs-kosten, had eene Rusfifche krijgsmacht van ruim 70,000 man, ten krachtigften onderlleund door veele misnoegde Edelen, geheel Poolen overftroomd, en den Koning, benevens dat gedeelte der Natie, 't welk aan dien Vorst was getrouw gebleeven, genoodzaakt de Confederatie van Targowicz als een wettig gezagvoerend Lighaam te erkennen, en alles ?oed te keuren , wat deszelfs leden, met toeftemning van het Rusfisch Hof, goedvonden te beluiten. De Afgevaardigden, door de algemeene Confede■atie na Petersburg gezonden, waren ondertusfchen ildaar aangekomen , en hadden in 't midden van November gehoor bij de Keizerinne. Bij deze gesgenheid wierd Haare Rus- Keizerlijke Majefleit, loor den Kroons-Groot-Veldheer, Graaf Branicki, ls Woord-voerder van de Deputatie, uit naam der ^ooljche Natie, plechtig dank gezegd voor haaren eweezen bijfiand, tot herftel der oude Republikein- fche  SCIIOUWTOONEEL. 15 fche regeering, en wijders verzogt, dat het Haare Majefteit mogt behaagen, een duurzaam verbond met de Republiek aan te gaan. Het antwoord, door den Vice-Canfelier, Graaf van Oosterman, uit naam zijner Souvereine hierop gegeeven, behelsde de belofte, van altoos te zullen zorgen voor het welzijn der Poolfche Natie, en de verzekering van Haare Majefteits genegenheid, ten einde de banden van vriendfchap en goede verftandhouding tusfchen de beide Staaten, door het fluiten van een verbond, nauwer toe te haaien. Ongeacht deze wederzijdfche vriendfchaps-betuigingen , meende men nogthans uit zekere omflandigheden , boven-al uit het geftadig afzenden van nieuwe manfchappen, tot verfterking der in Poolen reeds aanwezig zijnde troepen , niet onduidelijk te kunnen befpeuren, dat de oogmerken van het RusJisch Hof zich ongelijk verder uitftrekten , dan alleen de voormaalige Conftitutie te herflellen, en al het gezag aldaar in handen te [tellen van een klein getal Edellieden. De Keizerin had onlangs haare alliantien met Oostenrijk en Pruis/en vernieuwd , waarna terftond onderhandelingen met die beide Mogendheden waren begonnen; en kort daarna zag men in de aan Poolen grenzende Staaten des Konings van Pruisfen insgelijks toebereidfelen maaken, welke al mede aan de Republiek niets goeds voorfptlden. Onder de menigvuldige blijken van Haare Majefteits afkeerigheid tegen de nieuw ingevoerde Fran- fche Geheime oogmerken ten aanzien van Poolen. De Keizerin vernieuwthaare alliantie met Oostenrijk en Pruisfen. En geeft blijken van haare afkeerigheid  van de nieuwe Conltitutie in Frankrijk. i ] Toerustingen aan de Turkfche 1 grenzen. 1 I c" 16 HISTORIESCH fche Conftitutie, was boven-al opmerkelijk, dat de naam van den Franfchen Burger Condorcet, een beroemd Geleerde, en tevens een der werkzaamfte Leden der Nationaale Conventie, die, om zijne kundigheden en verdiensten , reeds voor lang tot Lid van de Academie te Petersburg was aangenomen , op haar bevel uit de lijst van derzelver Leden moest uitgefcbrapt worden ; waartegen verfcheiden voornaame Uitge week enen, en daar onder ook de Heer de la RocHEFAUCAULT, op eene zeer voordeelige wijze, in den dienst der Keizerinne bevorderd wierden. Deze beval daarenboven aan verfcheiden van haare Gezanten bij de buitenlandfche Hoven , om alle uit hun vaderland gevlugte of verdreeven Franfchen onder derzelver befcherming te neemen , en ze op de beste wijze te onderfteunen. Wijders wierden aan de zodanigen, die eene blijvende wijkplaats in het gebied van Haare Rusfifche Majefteit begeerden, zekere landlïreek langs de Azoffche Zee :usfchen de Crim en de uitwateringen van den Don' langewezen, ten einde aldaar eene Volkplanting te lichten, wordende de buitenlandfche Gezanten geast, aan alle Franfchen die daartoe genegen mogten :ijn, de noodige paspoorten te verkenen. De aanhoudende poogingen der Franfche Natie, >m de Turkfche Regeering tot eene vredebreuk met Rusland over te haaien , maakten het van dezen :ant noodzaaklijk , de zuidelijke grenzen van het 1-ijk , zo wel ter Zee als te Lande , in een geuchten Haat van tegenweer te brengen. De Generaal  SCHOUWTOONEEL. 17 raai Suwarew, die tot hiertoe, in Finland het bevel gevoerd hadde , wierd van daar terug ontboden , en tot Opper-bevelhebber over de troepen in de Gouvernementen Kalliarinoflovï en den Cj im aangefield , werwaards bereids eene zeer aanzienlijke verfterking in troepen was afgezonden , en ook de Veldheer zelve , nog voor het einde van dit jaar, de reis aanvaardde ; terwijl de Schout bij Nacht PvIbas , die in den laatften Turkfchen oorlog zeer veel roem had verworven , op bevel der Keizerinne , zich begaf na haare havens aan de Zwarte Zee, ten einde aldaar de uitrusting eener vloot te verhaasten, waartoe te Sebajlopol, Taganok, Nicolai, en Cherfon, iü fchepen van linie, benevens lï 'fregatten , en eene groote menigte van mindere gewapende vaartuigen, in zeil vaardigen ftaat gebragt wierden. POOLEN. QEtober—December. Hoewel de Confederatie den Heer Descorches had doen aanzeggen, dat zij hem niet langer in de hoedanigheid als Gevolmachtigd Minister van het Franfche Hof erkende , bleef zich deze nogthans eenigen tijd in Warfchau ophouden, alwaar men, even als in de meeste Poolfche Heden , zeer misnoegd was tegen de bewerkers van de onlangs te B weeg De gewezen Franfche Minister Descorchesverlaat Poolen, en vertrekt na Couflatitinofokn.  De Confederatie verdeedigthaar ge- 18 HISTORIESCH weeg gebragte tegenomwenteling. Het zij nu de gewezen Franfche Minister aangemerkt wierd als een der voornaamfte aanftokers van dat misnoegen, dan of men zijn verblijf aldaar, om andere redenen, gevaarlijk oordeelde , hij ontving ten minsten, op den %den October, van den Kroons-Grootmaarfchalk eene fchriftelijke infinuatie, waarin deze hem te kennen gaf, dat hij zich niet moest vleien voortaan eenige van die voorrechten te zullen genieten, welke aan het karakter van een' buitenlandfchen Minister gehecht zijn. Nadien deze bekendmaaking meer of min het aanzien had van eene waarfchouwing, dat, zo hij nog langer in dit Rijk vertoefde, hem welligt onaangenaamheden konden overkomen, verliet hij weinige dagen daarna de Hoofdftad, en vervolgens ook geheel Fooien , met oogmerk om na Confiantinopolen te reizen, waar hij zich voormaals reeds een geruimen tijd had opgehouden, en thans hoopte die partij, welke hij in zijn Vaderland was toegedaan , van geen gering nut te zullen wezen. In eene der van hem doorgereisde Poolfche (leden, protefteerde hij gerechtelijk tegen de handelwijze te zijnen opzichte gehouden, met daarbij gevoegde verklaaring, dat, noch de Nationaale Conventie, noch hij Minister, de Confederatie van Targowicz ooit voor een wettig en fouverein Lighaam erkennen zouden. Deze, thans de naam van algemeene Confederatie aangenomen hebbende, had haare zittingen, na eene tusfehenpoozing van bijna vier weeken , te Grod.  SCHOÜWTOONEEL. 19 Grodno wederom geopend, en haastte zich haar gedrag voor het oog der Natie te verdeedigen. Dit gefchiedde door middel van een Univerfaal, waarin zij betuigde niets anders te beoogen , dan in het Vaderland die vrijheid te herftellen, welke door de drijvers van den laatften Rijksdag was vernietigd; hoewel zij ondertusfchen met leedwezen zien moest, dat in de Republiek nog eene menigte van lieden waren, die , door den ftrafwaardigften hoogmoed verblind , de zaaden van tweedracht en mistrouwen alom verfpreidden. Zij verklaarde tevens , nimmer het voorneemen gehad te hebben om de gemoederen tot overtuiging van haare heilzaame oogmerken te dwingen, maar alleen dezelve te overreden. Vervolgens wierd door haar, ten aanzien van het toekomende, afgekondigd : „ Dat alle die aan de „ laatfte Hervormings-vergadering hadden deel ge„ had, en de befluiten op den voorigen Rijksdag „ genomen, hadden helpen goedkeuren en bevesti- gen, daarvan plechtig aflland moesten doen, en „ dezelve, als niet gefchied zijnde, herroepen, of, „ bij gebreke van dien, van alle ampten en waar,, digheden voor het vervolg verdoken zouden we- zen. Wijders, dat zo min tot de Grond-verga„ deringen der Waywoodfchappen, als tot de op- gerichte algemeene Confederatie , en den eerlang „ te houdenen Rijksdag , niemand zoude worden i5 toegelaaten, dan die vooraf den daartoe vastge,, ftelden eed had afgelegd, inhoudende, dat hij be5, loofde het Monarchaal Despotismus te wederB 2 ftaan. houden gedrag voof het oog der Natie. En vordert, dat alle die de voorige Conflitutie toegedaan waren, bij eede daarvan afftand moeten doen.  HISTORIESCH Schikkfn ■ gen ten aanzien van de inkwartiering der . Rusfifche en Poolfche troepen. Duurte en ellende in Poolen. „ ftaan, en daartegen de Republikeinfche inftelling „ des Rijks, benevens het Komnglijk gezag , vol„ gens 't geen dien aangaande bij de wetten is „ vastgefteld, met alle vermogens te zullen handhaven." Terwijl men aldus de gemoederen poogde te vereenigen, wierd de Rusfifche krijgsmacht, meer dan 70,000 man uitmaakende , in diervoegen verdeeld, dat de alom verfpreide troepen van de Republiek, door het afdanken van verfcheiden regimenten en brigaden nu reeds tot 40,000 man verminderd, zich met geene mooglijkheid vereenigen konden, ten einde, het minde tegen de oogmerken der Keizerinne van Rusland te onderneemen. Warfchau alleen was met 7,000 Rus/en bezet, die insgelijks Cracau, benevens alle voornaame Vestingen , in hunne macht hadden; waartegen het eenige opmerking verdient, dat geene Rusfifche troepen in die gedeeltens van Groot-Poolen wierden gelegd, welke niet verder af zijn van de Pruisfifche grenzen, dan flechts twaalf of vijftien uuren. De inkwartiering eener zo talrijke Krijgsmacht, kwam geheelenal ten laste van de Ingezetenen. Niemand bleef daarvan verfchoond, ten ware hij zulks met geld wilde afkoopen, waarvoor eenige vermogende lieden dertig, veertig, en zelfs meer Dukaaten 's maands betaalden; terwijl het onderhoud voor dezelven zodanig gebrek in fommige deelen van Poolen veroorzaakte, en aan andere plaatfen de prijzen der eetwaaren in diervoegen' verhoogde, dat men voor  SCHOUW TOONEEL. ai voor de gevolgen daarvan begon beducht te worden. Op de herhaalde voorftellingen van Gedeputeerden uit verfcheiden Waywoodfchappen , bragt eindelijk het algemeen beltuur der Confederatie zeer dringende vertoogen in bij den Ruififchen Veldheer, zo we. gens de drukkende en ongeregelde leverantien der Poolfche Ingezetenen, als over den moedwil en wreedheden der foldaaten, en ook in 't bijzonder over de menigvuldige dieverijen der Kofakken , 't geen van den kant des Generaals eene belofte uitwerkte, dat voor het toekomende daartegen zou voorzien worden. Ingevolge hiervan, liet het algemeen beftuur der Confederatie den ^den November afkondigen: „ Dat hetzelve eene overeenkomst, ten aanzien van „ de inrichting en de prijzen der leverantien, met „ den Generael Kociiowskij had getroffen, en de,, ze aan zijne troepen , op doodftralFe had verbo„ den, om den inwoonderen van Poolen, zo der ,, fleden als het platte land , niets het allerminfte „ met geweld af te neemen." Hierdoor verbeterden nogthans de omflandigheden niet, maar de klagten hielden aan, en men befchuldigde opentlijk den Graaf Stanislaus Felix Pot ocki , benevens de verdere hoofden der Confederatie van Targowicz , als de eenige bewerkers van deze fteeds toeneemende ellende. Om ook dezen blaam, ware het mooglijk, van zich af te werpen, en die op den hals van den Koning en Van zijne partij te fchuiven, verfcheen den i/tdenNovember een tweede Univerfaal aan de Natie , waarin gezegd B 3 wierd: Algemeen misnoegen tegen de hoofden der Confederatie. Die zich, door een Univerfaal san de Natie, trachten te ontfchuldigen.  22 HISTORIESCH wierd: „ De Keizerin, heeft, bij het doen inrukt „ ken haarer troepen in Poolen , geen ander oog„ merk gehad, dan de Republikeinfche regeerings„ vorm te herftellen , en onze algemeene welvaart „ op duurzaame gronden te vestigen. Het is waar — „ en wij verneemen zulks met fmerte, dat „ het getal der Rusfifche troepen in onze Provin„ cien niet geëvenredigd is aan de voortbrengzelen „ welke dezelve opleveren , en hun verblijf dien„ volgens een nieuwe last voor de Ingezetenen is „ geworden. Maar op wie anders moeten de bit„ tere traauen der lijdende Ingezetenen vallen, dan „ op de drijvers eener Revolutie, welke ons van „ onzen kostelijkften fchat, onze vrijheid nament- » lijk, beroofde? En deze hebben nog niet . j, afgezien van hunne verwoestende aanflagen ; in „ tegendeel , zij zetten alle drijfveêren in bewee»> ging , hoopende aldus het zaad van tweedracht „ te verfpreiden , en hun voordeel te trekken uit „ de inwendige verdeeldheden. De algemeene Con„ federatie houdt zich dienvolgens overtuigd , dat „ de inwoonderen voortaan op hunne hoede zullen „ zijn tegen de listige voortellingen dezer onrust„ ftookers, die, onder het valsch voorwendzel van „ de rechten des menschdoms te willen handha„ ven, hetzelve tot oproeren aanzetten , en daar„ door aan hunne buitenfpoorigheden een fchijn van „ rechtvaardigheid meenen te geeven , even als of „ het recht van eigendom, 't welk zij op eene ver„ metele wijze fchenden, niet het eerfte en gehei- » Hgd-  SCHOUWTOONEEL. 23 „ ligdfte van alle rechten ware. De algemeene Con„ federatie verzuimt voor 't overige geene midde„ len, om de ongelukkige gevolgen van den voori„ gen Rijksdag te verminderen , en ten eenemaale „ te doen ophouden. Wanneer zij nu, ten aanzien „ haarer oogmerken , geene tegenkantingen meer „ ontmoet, noch in haaren gang opgehouden wordt, „ zal zij'daardoor in ftaat gefield zijn, met beter „ gevolg aan het plan eener vrije , onafhanglijke ., en duurzaame Republikeinfche regeeringsvorm te „ arbeiden, welke de algemeene welvaart zal ver„ zekeren." Poolen was, in de daad, zonder eigentlijke Conflitutie, en de Koning van alle gezag beroofd. VeeIe Ingezetenen hoopten nog, dat de Conftitutie van den ylen Maij 1791 , te eeniger tijd door buitenlandfche hulp zou herfteld worden. Een goed aantal voorflanders van dezelve, betuigden dienvolgens opentlijk hunne vreugde , wegens de voordeden, door de Franfche Natie op de troepen der verbonden Mogendheden behaald, welke gebeurtenis, zelfs te Warfchau, van veelen plechtig gevierd, en daarbij op denverderen voorfpoed der Franfche wapenen, het welzijn der Jakobijnen, en dergelijke meer, gedronken wierdt. Hoewel daarbij geenerhande ongeregeldheden waren voorgevallen , liet nogthans de Regeering zich van al het gebeurde zeer nauwkeurig onderrichten , en zondt een omftandig verhaal daarvan na Petersburg, terwijl vervolgens alle ftapB 4 pen Vreugde over den voorfpoed der Franfche wapenen.  Eenige ui geweeker. Grooteri verbinden zich om d Conftituti van den Zdeh Ma te hèrftelkn. Tegen wt-lke een Patent wordt afgekondigd. *4 HISTORIESCH pen van de genen, die dit feest bijgewoond hadden, zeer nauwkeurig wierden nagegaan. ■■ Deze omfhndigheid deedt zien, dat de geest der Natie over 't algemeen nog niet geftemd was , om zich goedwillig te onderwerpen aan 't geen zeer ^ veele befchouwden als eene onwettige en gewelddaadige overheerfching , onder welke de Republiek j onvermijdelijk moest te gronde gaan. Eene andere, niet minder ontrustende omftandigheid, was het bericht , dat verfcheiden uitgeweken Grooten , te Leipzig bijeen gekomen-, zich onderling bij eede hadden verbonden, om alle hunne poogingen , tot herftel der thans vernietigde Conftitutie, in 't werk te Hellen, waarna eenige derzelven na Frankrijk, Engeland , en elders vertrokken , doch de overige r.a bun Vaderland terug gekeerd waren. Om de uitwerking van zodanige verbintenis te keer te gaan, liet de algemeene Confederatie, den iGden November een Patent afkondigen, waarin, onder anderen, gezegd wordt: „ Dat, hoewel veele duizenden van „ Ingezetenen den eed, door de Confederatie voor„ gefcbreven, hadden afgelegd; nogthans zeer vee„ le de Conftitutie van den 3^72 Maij als nog niet „ hebben willen verhaten, en zelfs uit hun Vader„ laud geweeken zijn. Dat ook eene menigte van „ Officieren , fchoon aanhoudend in foldij van de „ Republiek ftaande, van hunne regimenten verlof „ genomen hebbende, uit de eene Provincie in de ,, andere floopen, zonder dat men gisfen kon, wat „ deze lieden nu hier, dan daar, te verrichten had- „ den.  SCHOUWTOONEEL. 25 den. Dat, hoewel de doorluchtige Confederatie „ reeds een Patent had laaten uitgaan, waarbij al- le Uitgevveekenen, op ftraffe van uitgeflooten te zijn van alle ampten en waardigheden, in bun „ Vaderland terug geroepen worden, en verklaaren „ zullen af te zien van de Conftitutie van den $den „ Maij , verre de meesten hunner niet te min de ,, langmoedigheid der algemeene Confederatie tot „ hiertoe gemisbruikt, en aldus beweezen hadden, „ dat zij die wederfpannelingen zijn, welke de ver„ warring en de rampen van hun Vaderland on„ derhouden , en daaraan voedzel geeven. Deze ,, wierden , uit dien hoofde , voor de laattlemaal „ gewaarfchouwd, dat, van heden den i6den No,, vember af, een termijn van twee maanden aan „ dezelve zal vergund zijn; doch, na verloop van dien niet terug gekeerd zijnde , en den eed van „ getrouwheid aan de algemeene Confederatie afge,, legd hebbende , zullen zij van alle ampten en „ waardigheden voor altoos ontzet, hunne goede,, ren verbeurd verklaard, en, zo dezelve Officieren „ zijn, nog daarenboven als eerloos gecasfeerd wor„ den." Van dit Patent kon men zich te minder eene goede uitwerking belooven, aangezien de verklaarde tegentianders der thans zegepraalende Confederatie , behalven dat zij hun Vaderland ten prooije zagen van buitenlandfche krijgslieden, ook nog, bij hunne terugkomst in hetzelve, waren bloot gefield aan de willekeurigfle vervolgingen. Het bragt derhalven B 5 niets Verkeerde Ihwerkirig i'an hetzelve.  c.6 HISTORIESCH Vernederingen w( ke den K ningaang daan vvo den. Het Hof van Petersburg be¬ niets anders te weeg, dan den haat en partijfchap te verdubbelen , en veele voormaals rijke Ingezetenen in gevaar te brengen, om van hunne goederen beroofd te worden. Men zag daarenboven al het gezag in handen van perfoonen, die bij de Natie geenzins bemind waren , terwijl de Koning , benevens r_ alle die zijne voorige maatregelen hadden goedgekeurd , niet Hechts geenen invloed hoe genaamd behouden hadden, maar ook dagelijks de grievendfte vernederingen ondergaan moesten. Deze kwamen niet alleen van den kant der Confederatie , maar men zag ook, met verwondering, dat toen de Baron van Buhler , die, als Gevolmachtigd Minister der Keizerinne van Rusland, bij de Confederatie afzonderlijk was aangefteld, bij gelegenheid dat hij te Grodno den naamdag zijner Monarchin met een prachtig feest vierde, en zijn Hotel had laaten illumineeren, het wapen des Konings uit dat der Republiek was weggelaaten, 't geen anders altoos in 't midden van hetzelve geplaatst wierd. Dit liep te meer in 't oog , aangezien men niet wel vermoeden kon, dat zulks alleen uit onachtzaamheid was gefchied, en veele dagten, dat deze blijk van minachting welligt eene kleine beftraffing wezen kon, voor de weigering des Konings, om de geloofsbrieven te ondertekenen, welke de Confederatie had mede gegeeven aan de Gedeputeerden, door haar na het Hof van Petersburg afgezonden. Deze Deputatie was inmiddels te Petersburg aangekomen , en had aldaar veele blijken van goedkeuring  SCHOUWTOONEEL. 27 ring ontvangen, waarna het genoemde Hof befloot den Graaf van Sivers , als Buitengewoon Gezant, na Poolen te zenden , ten einde de zaaken in de Republiek al verder ten genoegen van Haare Keizerlijke Majefteit te regelen , en na wiens aankomst ook aan het groote werk , de inrichting eener beftendige regeeringsvorm, zou gearbeid worden. De Confederatie hieraan den fchijn willende geeven, als of de geheele Natie , door haare Vertegenwoordigers , daartoe, medegewerkt hadde, liet aan de Magiftraaten van vijf fteden, in ieder van de drie Provinciën, een bevel afgaan, ftrekkende , om uit het midden der Burgerij, zo als dezelve voor het jaar 1790 befiaan hadde, voor elke ftad twee perfoonen te benoemen, ten einde aan de Confederatie de belangen en den wensch der fteden voor te dragen, welke tegen den i^den Februarij 1793, zich iri Grodno moesten laaten vinden. In het Univerfaal deswegens uitgevaardigd , poogde zij de Poolfche Natie te overreden, dat alles gefchieden zoude zonder eenigen invloed van vreemde Mogendheden: „ Thans is voor ons, (wordt daarin gezegd,) een' ,, nieuwe loopbaan geopend, als zijnde het noodzaaldijk geworden, om zelfs het zaad van onruft „ in het Rijk te verflikken, en deszelfs Wetboek „ te zuiveren van de menigte daarin voorkomende, „ zich zelve tegenfpreekende, ongepaste en zeer ge„ brekkige wetten. Gij, 0 Natie ! welke wij zo „ hartelijk beminnen , gij kent het waare karakter j, onzer Vrijheid, en weet, dat wij aan ons, zon- „ dei- fluit een buitengewoon Afgezant na Poolen te zenden. Om aldaar de Conftitutie te helpen lormeeren. Waartoe de Confederatie ook uic vijftien fteden Afgevaardigdender Burgerij laat oproepen.  Gefteldheid van zaaken ia Poolen. *S HISTORIESCH „ der den minden vreemden invloed hoegenaamd, eene „ eigen regeeringsvorm en eigen wetten kunnen „ geeven. Dit zo oud als roemwaardig voorrecht „ is een kostelijk goed, 't welk iaan den ijver der „ Burgeren is toevertrouwd, en, om daarvan ge„ meenfchappelijk met hun gebruik te maaken, roept „ de algemeene Confederatie derzelver raad en kun„ digheden op, terwijl zij thans bezig is met het ,j geluk der tegenwoordige en toekomende geflach„ ten, op duurzaame grondflagen, te vestigen." Hoe weinig deze verzekeringen met de waarheid imftemden, was zichtbaar genoeg uit de tegenwoordige gefteldheid van zaaken. Niet één der Leden van de Confederatie durfde, uit vrees voor perfoonlijke nadeelige gevolgen, zich in 't minst verzetten tegen alles wat in derzelver Vergadering, door eenige der voornaamften , waar onder inzonderheid de Graaf Stanislaus Felix Potocki en de Prins Sapieha , wierd voorgefteld , terwijl deze wederom niets yoorftelden , dan wat alvoorens in het zogenaamd Rusfisch Committé , met goedkeuring van den Rus- Keizerlijken Gevolmachtigden Minister, Baron van Buhler , bepaald en vastgefteld was. Wat van dien kant aan de Vergadering werd voorgedragen , moest binnen drie dagen beflist ,. en het Protocol van. al het verhandelde , telkens om de veertien dagen , aan het Hof te Petersburg gezonden worden. Men wist alleenlijk, dat befloten was den Rijksdag niet eerder te openen , dan na de Conftitutie in gereedheid zoude weezen. Voor 't ove- ri-  SCHOUW TOONEEL. 29 rige gefchiedde aldaar alles met de grootfte geheimhouding , alzo men met gefloten deuren raadpleegde ; en alle mooglijke middelen te werk ftelde, om de Natie, niet alleen wegens de belangen van haar eigen Vaderland, maar ook aangaande de gebeurtenisfen bij andere volken, volflagen blind te houden. De meeste buitenlandfche nieuwspapieren , bovenal de Franfche, waren ten flrengflen verboden, gelijk ook alle bijeenkomsten der Burgeren, of zogenaamde Clubs ; en om te beter tegen het invoeren der eerfle, en het houden der laatften te waaken, benoemde men daartoe eene Commisfie van agt Leden , ieder met een inkomen van 10,000 guldens, aan welke Commisfie de misnoegden den haatelijken naam van Inquifitie gaven. Ondertusfchen deeden zich ook van tijd tot tijd nog andere omftandigheden op , welke gansch niet na den fmaak vielen van veele Leden der Confederatie, die, hoe zeer aan de belangen van Rusland verknocht , echter nauwelijks langer twijfelen konden, of de Keizerin had zekere geheime oogmerken ten aanzien van Poolen , welke aan dat ongelukkig land niets goeds voorfpelden, maar eene nieuwe vermeerdering van rampen dreigden. De Rusfifche Krijgsmacht was, voor het einde van de maand November, reeds tot 90,000 man aangegroeid , en de op zichzelve zeer talrijke bezetting van Warfchau met nog 3000 man vermeerderd, waartegen de Lithaufche Guarde en andere Nationaale regimenten die Hoofdftad had moeten ruimen , terwijl rondom de- Poolen wordt met nieuwe rampen bedreigd.  3° HISTORIESCH De Confederatieklaagt over de handelwijze van den Rnsfifchén Ge-' neraal. dezelve, zo in de vlakte van Wola, als op de ver* dere toegangen, zo veele artillerij en militaire posten geplaatst wierden , als of de Republiek in een zeer zwaaren oorlog was ingewikkeld. Te Cracau hadden de Rusfen de Poolfche bezetting genoodzaakt de wapenen neder te leggen, 't welk de inwoonderen, bijna woedende van fpijt , geduldig moesten aanzien. De gewichtige Vesting Kaminiek, zijnde de beste in geheel Poolen, en een voormuur tegen de Turken aan de grenzen van Moldavïên, was mede door de Rusfifche troepen in bezit genomen. Met één woord, alle Vestingen waren in derzelver macht, en ook van alle kanten kwamen aanhoudend klagten in over het gedrag dezer troepen , welke vruchteloos verwezen wierden aan den Generaal Kochowsky , wiens uitfpraak daaromtrent de wet Helde. Eindelijk wierden de Maarfchalken der Confederatie bewoogen, deswegens voorftellingen te doen aan den Gevolmachtigden Minister der Keizerinne te Grodno , Baron van Buhler. Zij gaven aan denzelven een Nota over, waarin den evengenoemden Generaal en Chef niet alleen zeer drukkende afpersfingen ten aanzien van de inwoonderen, maar ook opeubaare minachting jegens de Gedelegeerden der Confederatie, wierden te last gelegd , gemerkt die Veldheer, op alle aan hem deswegens gedaane vertoogen, federt een geruimen tijd geen voldoenend antwoord had gegeeven , 't welk de Confederatie met reden aanmerkte als tegen den eerbied aandruïfchende, welke men den Vertegenwoordigers eener Na-  SCHOUWTOONEEL. 31 Natie verfchuldigd was , aan welke de Keizerin zo veele kenmerken haarer goedertierenheid en achting had gegeeven. Niet minder beklaagde men zich over het gedrag van veele Rusfifche Officieren , die aan verfcheiden plaatfcn, bijzonder in het Waywoodfchap Braclaw, door groote beloften de Boeren aanmoedigden, om hun Vaderland te verhaten, en zich, met derzelver vrouwen en kinderen, na de nieuwe Rusfifche Volkplantingen in Besfarabiën te begeeven. De Confederatie fmeekte derhalven, als eene gunst, dat men haar veroorloofde aan dien kant een Cordon te mogen trekken van Poolfche troepen, ten einde deze voor het geheele land zo nadeelige Volksverhuizingen te beletten, welke door den aanhoudenden moedwil der foldaaten dagelijks vermeerderden, waardoor bereids eene groote menigte huisgezinnen was aangedreven, om na Semlin en Moldavïên te wijken , waar dezelve met open armen ontvangen wierden. Deze vertoogen bragten niets anders te weeg, dan de belofte , dat voor het toekomende daarin zou voorzien worden , en wijders de verzekering, dat de Generaal Kochowsky , die zelve zijn ontflag van het opperbevel over de Rusfifche troepen in Poolen verzogt hadde , eerlang Hond vervangen te worden door den Generaal van Ighelström. Het verzoek om een Cordon te mogen trekken, wierdt volflrekt van de hand gewezen , 't welk te meer agterdocht begon te geeven aan de Confederatie, alzo men federt eenigen tijd reeds gemompeld had- En fmeekt om maatregelen te mogen neemen tejen de Volksverhuizingen. Geruchten wegens eene nieuwe verdeeing van Poolen.  Pniisfen maakt zich gereed, om een gedeelte van Poolen in bezit te neemen. 3* HISTORIESCH hadde, aangaande zeker ontwerp tot eene nieuws verdeeling van Poolen, ten voordeele der Hoven van Weenen, Petersburg en Berlijn, waarbij aan Rusland geheel Podolïén, benevens de Poolfche Ukraine , aan Oostenrijk de Diftriéten van Lublin en Chelm, en aan Pruis/en de fteden Thorn en Dantzig , alsmede de Waywoodfchappen Pofen en Kalisch zou worden toegeweezen. Hoewel zulks in den beginne enkel als een onzeker gerucht kon aangemerkt worden , verkreeg hetzelve nogthans hoe langer hoe meer waarfchijnlijkheid, niet alleen uit hoofde van de aanhoudende voorzorgen ten aanzien van de verdeeling der Poolfche troepen, maar ook, eensdeels, dewijl behalven de reeds in Poolen aanwezig zijnde zeer talrijke Rusfifche Krijgsmacht, nog omtren 30,000 man troepen van dezelfde Natie in het Gouvernement van Kiow, dus zo na mooglijk aan de Poolfche Ukraine en Podolïén, waren bijeen getrokken; en ook ten anderen , dewijl men aan den kant van Pruisfen toebereidzelen zag maaken, welke in de daad iets vijandelijks tegen Poolen fcheenen te voorfpellen. Uit hoofde van de zeer goede verftandhouding, welke tusfchen de drie evengenoemde Hoven plaats hadde, was het nauwlijks te denken, dat, zonder de algemeene goedkeuring der overigen , door dén derzelven iets van aanbelang tegen Poolen, zou kunnen ondernomen worden. Intusfchen ontvingen de troepen in West-Pruisfen bevel van het Hof te BerUn , om zich marschvaardig te houden tegen den loden  SCHOÜWTOONEEL. 33 loden December , terwijl aan de inwoonderen van alle Dorpen , op den weg na Dantzig liggende , wierd aangezegd , dat deze zich in tijds te voorzien hadden van de noodige fouragie, tot onderhoud voor een Corps ruiterij , 't welk dien weg moest pasfeeren. De tijding hiervan veroorzaakte de uiterfte verflagenheid te ÏFarfchau, en in dë vergadering der Confederatie te Grodno , welke laatfie terftond een bevel afvaardigde aan den Groot-Kanfelier, om daarover den Pruisjifchen Minister van Bucholtz te onderhouden. Dit gefchiedde door esne Nota, waarin hij dien Minister het loopende gerucht, benevens- de door den Poolfchen Generaal RyszeWskt, Commandant der Groot-Poolfche divifie, ingezondene berichten, aangaande dert op handen zijnden intocht van Pruisfifche troepen, onder het oog bragt, en nadere opheldering, of wel eene verklaaring van het tegendeel verzogt, ten einde daardoor in ftaat gefield te worden, om dat gerucht, 't welk hij meerde dat door vijanden der openbaare rust was uitgeftrooid , op goede gronden te kunnen tegenfpreeken. Het antwoord van den Heer van Bucholtz op deze Nota, vermeerderde de reeds opgevatte bekommering , nadien hetzelve alleenlijk inhield , dat hij Minister , tot nog toe , geene kennis had aangaande het bijeen trekken van een Pruisfisch Cordon , op de Poolfche grenzen, noch van eenen voorgenomen inval van Pruisfifche troepen in Poolen; dat hij echter de Nota der Confederatie aan zijn C Hof Waarover men door den GrootKanfeliereene Nota aan den Pruisftfchen Minister doet ter hand ftelien, Die ontkent eenige kennis daatvdn te; hebben.  34 HISTORIESCH Hof zou mededeelen , maar dat 's Konings gevoelens ten aanzien van de Republiek derwijze bekend waren, dat men, in allen gevalle, geene ongerustheid daarover behoefde op te vatten. Z W £ E D E N. OEtober—December. Nieuwe eisch van den Rrnfifchen Minister, om hulptroepen enoorlogfchepen. Waarop een weigerend antwoordwordt gegeeven. Na alle poogingen , ten einde den Regent tot deelneeming in het verbond der Mogendheden tegen Frankrijk over te haaien, vruchteloos waren afgeIoopen, liet het Hof te Petersburg , door deszelfs Minister te Stokholm , de bij het laatfie Alliantietraétaat tusfehen Rusland en Zweeden bedongen hulp van 12,000 man landttoepen, benevens zes oorlogfchepen van linie opeisfehen, met verzoek, dat deze macht tegen het aanftaande voorjaar , ter befchikkinge van Haare Keizerlijke Majefteit, in gereedheid mogt gebragt worden. Dezen eisch , in een tijdftip gedaan, terwijl Rusland in geen' eigentlijken oorlog was ingewikkeld, noch, zelfs van verre, daarmede bedreigd wierd, werd zeer natuurlijk beantwoord, met eene eenvoudige verklaaring: „ Dat „ Zweeden niet gehouden was dusdanigen bijftand „ te verkenen, dan wanneer de ftaaten der Keize„ rinne van Rusland vijandelijk wierden aangetast, „ 't geen echter, in het tegenwoordig geval, geen„ zins plaats hadde." Daar  SCHOUWTONEEL. 35 Daar men in Zweeden te wel overtuigd was, dat de diepe wonden, geduurende de laatfie regeeringsjaaren des overleden Konings aan de welvaart van het Rijk' toegebragt , niet geneezen konden , dan door het voortduurend genot van eenen gewenschten vrede, wilde de Regent van zijn' kant alles vermijden , waardoor hetzelve in een' nieuwen Krijg kon verwikkeld worden. Hij bleef derhalven niet alleen bij zijn vast befluit, om, zonder de wettigheid van het thans in Frankrijk gevestigd beftuur te erkennen , of de aldaar genomen maatregelen goed te keuren, de fliptfle onzijdigheid in 't oog te houden , en zich in geenen deele te bemoeijen met de inwendige aangelegenheden der Franfche Natie; maar ten einde dit plan met meer nadruk door te zetten, trad hij ook in onderhandelingen met het Hof van Koppenhagen , welke ten oogmerk hadden de reeds aangegaane verbintenisfen met hetzelve nog nauwer toe te haaien, met vereenigde krachten den Koophandel en de Scheepvaart der beide Natiën te befchermen, en de onzijdigheid van derzelver vlag te doen eerbiedigen. Nadien wijders de Zweedfche Zeemacht een aanmerkelijk verlies had geleeden in den jongden oorlog met Rusland, oordeelde hij het in de tegenwoordige omdandigheden noodzaaklijk, dezelve met allen fpoed op den voorigen voet te moeten herdellen ; invoegen bevel wierd gegeeven tot het bouwen van vijf nieuwe fchepen van linie, waaronder één van 90 dukken, benevens verfcheiden fregatten en mindere vaartuigen. De geldmidC 2 de- De Regent volhardt bij zijne vredejievende gevoelens. Onderhan- deiiiiKcn met Denemarken. De Zeerouchc verüeikt.  En een Commisfie tot verbetering der geldmiddelen benoemd. De post van Minister van Zee-zaaken vernietigd. Militaire Academie te Stokkolm ingewijd. 36 HISTORIESCH delen van den Staat al mede een onderwerp geworden zijnde, waarop de Regent zijne aandacht vestigde , gaf zulks aanleiding tot het benoemen eener bijzondere Commisfie, aan welker hoofd de Regent zichzelven plaatfle , ten einde de best mooglijke middelen uit te denken, om deze, zonder groot bezwaar voor de Ingezetenen, op een beteren voet te brengen , waartoe inzonderheid de affchaffing van verfcheiden nuttelooze ampten en jaargelden, met al wat verder , op eene redelijke wijze , tot bezuiniging van overtollige uitgaven (trekken konde, boven al in aanmerking moeste komen. Een der eerfte (tappen van deze, tot zulk een heilzaam oogmerk aangeftelde, Commisfie, was het intrekken van het ampt des Ministers van Zee-zaaken, waarbij eerlang meer andere fchikkingen gevoegd wierden, welke duidelijk deeden zien, dat het den Regent waarlijk ernst was eene zo lang gewenschte hervorming in het beduur der Finantien in te voeren. Hij verzuimde tevens aan den anderen kant niet, zodanige indellingen te bevorderen, welke te eeniger tijd ten nutte van de Natie drekken konden. Onder anderen wierd den eerden November, zijnde den verjaardag des Konings, die toen zijn vijftiende jaar begon, eene nieuwe Militaire Academie te Stokholm ingewijd, in welke honderd en vijftig, zo Burgerlijke als Adelijke Jongelingen, doch inzonderheid Weeskinderen en Zoonen van behoeftige Officieren, ten kosten van den Staat, in alle krijgskundige Weetenfchappen zouden ondervveezen worden. Zo  SCHOUWTOONEEL. 37 Zo haast te Regensburg de Rijks-oorlog tegen i Frankrijk was befloten , drong ook de Keizerlijke Minister te Stokholm, in eene van hem ingeleverde Memorie, ten fterkften aan op eene fpoedige afzending in gewapende manfchappen , van het Contingent , waartoe het Hof van Weenen den Koning van Zweeden, in zijne hoedanigheid als Medelid van het Duitfche Rijk wegens deszelfs Hertogdom Pommeren, verplicht oordeelde. Na gehouden raadpleeging wierd echter deze eisch insgelijks van de hand geweezen , op gronden: dat Zweeden, bij alle voormaalige Rijks-oorlogen , van dusdanig Contingent was bevrijd gebleeven. Intusfchen openbaarden zich allengs de goede gevolgen van verfcheiden verordeningen, welke de Natie aan het doorzicht van den Hertog-Regent te danken hadde. Zijn edicl tegen de fteeds toeneemende weelde bragt inzonderheid eene gewenschte uitwerking voort ; aangezien in de Hoofdftad, gelijk mede in verfcheiden Provinciën van het Rijk, veele voornaame Ingezetenen hun zelve onderling verbonden , zich van alle buitenlandfche voortbrengzelen , inzonderheid van vreemde dranken, zo veel mooglijk te onthouden , voortaan niet meer dan vier gerechten op derzelver tafels te dulden, en in hunne gezellige bijeenkomften niet flechts om zeer maatig geld te fpeelen, maar ook altoos het derde van de winst , tot onderfteuning van behoeftige medeburgeren te belteden. Kort na de afkondiging van het edict wegens de vrijheid van de Drukpers, zag C 3 men let Hof ?an Stokholm wei;ert zijn Contingent :ot den Rijks- oorog tegen Frankrijk. Uitwerkingen van het edift tegen de weelde. En der vergnnde vrijheid van de Drukpers.  3' HISTORIESCH Geest van misnoegen bij een gedeelte der Natie. i men wijders het van veelen zo geroemd , van anderen ten uiterden gelaakt werk van Thomas Paine , over de Rechten van den Mensch, door dén van 's Konings Secretarisfen in de ZweedJ'che taal overgezet , in het licht .verfchijnen , te gelijk met eene menigte van Itaatkundige fchriften en dagbladen , welke te greetiger geleezen wierden, naar maate deze Natie , onder de regeering van Gustaaf den III. uit hoofde van de toen zeer belemmerde Drukpers , van alle foortgelijke voortbrengfelen te langer verdoken was geweest. Terwijl dezelve aldus aan den eenen kant dienden om de Zweeden hoe langer hoe meer te verlichten, moesten zij aan den anderen kant ook noodwendig {trekken, om hun vrij algemeen bekend te maaken met de in Frankrijk aangenomen grondbeginzelen. Hoe zeer dienvolgens deze en meer andere maatregelen de hoogde goedkeuring van veelen wegdroegen , waren 'er nogthans wederom andere, die niet alleen zich opentlijk misnoegd betoonden tiver de bepaalingen in het edirft ten aanzien der vrijheid van de Drukpers voorgefchreeven , als vreezende, dat dezelve nog deeds een ruim veld tot gerechtelijke vervolgingen te eeniger tijd overlieten; maar ook de meeste nieuwe inrichtingen deels als beuzelingen befchouwden, enkel a;efchikt om het Gemeen, door een vertoon van valerlandsgezindheid te blinddoeken, en deels als de uitwerking van vrees, of van de overtuiging der noodïaaklijkheid, om zich bemind te maaken bij een Volk, lat van ouds bekend was wegens deszelfs zucht voer  SCHOUWTOONEEL. 39 voor vrijheid, en af keer van allen willekeurigen dwang. In verfcheiden naamlooze brieven, den Regent van & tijd tot tijd toegezonden, wierd hem onder 't oog „, gebragt: „ Dat de voortgang zijner regeering niet b „ in diervoegen, als bij het aanvaarden van dezel„ ve , aan de hoop en wensch der Natie beant„ woordde ; dat hij inzonderheid de Militairen, „ boven andere klasfen van Ingezetenen , te veel „ begunstigde, misfchien met oogmerk, om in het „ vervolg zich daarvan, tot onderdrukking van het „ volk , te kunnen bedienen ; en voorts gewaar„ fc#ouwd, zich tot geene geweldige flappen te laa„ ten verleiden door heethoofdige en onervaren jon„ gelingen, welke hij tot de eerfte posten had ver„ heven; gemerkt, in zodanig geval, 500 Gefedereerden hem welligt konden aantoonen, dat het " Zweeden als nog aan geene moedige verdedigers „' der Vrijheid , aan geen Ankerströms ontbrak, „ enz. . ." Men ontdekte eindelijk den Schrijver dezer brieven , zijnde een Predikant te Westerlöfa, in Oost-Gothland, Miden genaamd. Deze werdt op het einde van November gevangelijk na Stokholm gebragt , waar hij voor het Gerecht de daad niet ontkende, maar zeer vrijmoedig beweerde, dat hij naar waarheid had gefproken. De Regent, begeerig dezen man te zien en te fpreeken, liet denzelven voor zich brengen, en na een lang mondgefprek wederom op vrije voeten flellen. Kort daarna wierd dezelfde perfoon op nieuw befchuldigd, dat hij van den Kanfel het Volk tot oproer zou hebC 4 ben e Regent ordt in lamlooze ieven beeigd. Waarover deSclirijver van dezelve in hechtenis geaomen wordt.  Twee andere perfoonen om hunne fchriften in de gevangenis gebragt. i ! l 3 4« HISTORIESCH ben aangezet, en , uit dien hoofde , ten tweeden, rnaale na Stokholm gevoerd , waar het Hof-gericht hem veroordeelde zijn leven, goederen en eere verbeurd te hebben. Dit vonnis werd nogthans door den Regent zeer merkelijk verzagt, en zijne ftraf in eene kortduurende gevangenfchap veranderd. Alzo dit geval veel geruchts maakte, poogde men het Gemeen te overreden, dat de Predikant, meer of min in zijne hersfenen gekrenkt, als een onzinnig mensch aldus gehandeld hadde. Dit zelfde kon men nogthans niet voorgeeven van twee andere perfoor nen, beide in Zweeden om hunne fchriften zeer geacht, en die bijna gelijktijdig gevat wierden. Van deze wierd Doctor Philippson , wegens het plaatfen van verfcheiden ftukken in zijn Dagblad de Patriot, eerst de ftad ontzegd, doch in dezelve wedergekeerd zijnde, tot een gevangenis van veertien dagen op water en brood veroordeeld. De ander, Thorild genaamd, had een klein werkje in 't lichc gegeeven , onder den tijtel: de vrijheid des vernufts, ter behartiging aan den Regent en het Zweedfche Folk waarin hij eischte, dat de Regent eene onbegrensde vrijheid des verfhnds aan de Natie soude fchenken, en het geluk affchilderde, 't welk le Zweeden onder een Republikeinfche Regeering genieten konden. Voorts befloot hij zijne aanfpraak net deze woorden: „ Schenkt ons de vrijheid des , verfhnds, eer wij haar met bloed en met geweld , koopen. En gij, vier Standen, die ten allen tij, de de vier wanordens in het Rijk uitmaakt, over- 5= win.5  SCHOUW TOONEEL. 41 „ wint deze barbaarfche inftelling, en vereenigt ons „ tot één Volk!" Van dit gefchrift was bereids eene groote menigte exemplaaren door de Hoofdftad verfpreid , toen de Regeering bevel gaf de nog overgebleevene bij de Boekverkoopers op te haaien, en den Schrijver daarvan in hechtenis te neemen. Het gevolg hiervan was eene geweldige beweeging onder het volk , 't welk den Regent bewoog eene waarfchouwing aan de gezamentlijke Ingezetenen van het Rijk te doen afkondigen, waarbij deze vermaand wierden, zich door geene valfche geruchten en ongegronde beoordeelingen te laaten misleiden ; met daarbij gevoegde verklaaring : ,, Dat hij Regent , „ voor den geheiligden perfoon des jongen Konings „ en deszelfs opvoeding beftendig de grootfte zor„ ge draagen, zijn plicht, als Voogd en als eerfte „ Onderdaan , met de uiterfte nauwgezetheid ver„ vullen, en, na verloop van vier jaaren , den fcep„ ter in handen van den jongen Koning overleve„ ren zoude." Ter zeiver tijd wierden óok door eene Ordonnantie, de ftraffen vernieuwd, tegen het misbruik der vrijheid van de Drukpers, zo als deze in liet edict van den 26/ïen April 1774 waren vastgefteld , 't welk te meer opziens veroorzaakte , alzo dit Bevelfchrift juist op Kersdag van alle predik■ftoelen wierd voorgeleezen, 't geen te vooren nim-> mer gefchied was. De gemoederen hierdoor hoe langer hoe meer aan het gisten komende, deedt zulks de Regeering alle middelen te werk ftellen , ten einde een gevreesd C 5 op- Volksbeweegingenwelke daar* uit oiuihan. Waarfchouwingen verklaaring van, den Regent. Nadere bepaalingomtrent de vrijheid van de Drukpers. Men vreest te Stokholm voo| oproet,  4* HISTORIESCH oproer, indien hezelve daadlijk mogt uitbarsten, met geweld te ftillen. Zij ontbood, in allerijl, nog eenige regimenten na de Hoofditad, en liet aan de bezetting fcherpe patroonen uitdeelen, met bevel om zich gereed te houden, op een gegeeven fein, terftond in de wapenen te komen. Toen Thorild voor het Hof-gericht zou verhoord worden, eischte het volk, 't welk aldaar in groote menigte bijeen gerot was , dat zulks met open deuren moest gefchieden, welke eisch, tot voorkoming van gevaarlijker gevolgen, daadlijk wierdt ingewilligd , en zo dikwijls de gevangene zich voor zijne Rechters met zeer veele vrijmoedigheid verdeedigde, hoorde men een algemeen handgeklap en toejuiching. Deze omftandigheid deedt de Rechters het verhoor fpoedig afbreeken; waarop zij den gevangen vervolgens na het Stadhuis lieten brengen, om aldaar bewaard te worden. Op den weg derwaards omringde eene ongelooflijke menigte van menfchen het rijtuig, waarin hij gezeten was, roepende gefladig uit: vivat Thorild ! vivat de Vrijheid! zonder nogthans zijne overbrenging in 't minste te beletten. Dewijl hij vervolgens alleen des nachts en heimelijk wierd verhoord, vermeerderde zulks het misnoegen in de Hoofdftad niet alleen, maar dreigde ook tot andere deelen van het Rijk te zullen overflaan ; terwijl de Regeering van haaren kant niets verzuimde, om de gemoederen te doen bedaaren, en de noodige maatregelen te neemen,. ten einde de openbaare rust zo veel mooglijk te handhaven. DE-  SCHOUW TOONEEL. 43 DENEMARKEN. OStober—December. Hoewel het Deenfche Hof, even als dat van Stokholm niet af te brengen was van deszelfs voorgenomen plan van onzijdigheid , bij de thans zweevende Sraatsgefchillen, was echter op den Rijksdag te*, Regensburg het voeren van eenen Rijks-oorlog tegen Frankrijk niet zo dra befloten , of de Graaf van Breuner , Keizerlijke Minister te Koppenhagen , boodt het Minifterie aldaar eene Nota- aan, waarin aangedrongen wierd op eene fpoedige bezorging van het drie-dubbeld Contingent in gewapende manfchappen, 't welk de Koning van Denemarken , als Hertog van Holftein , gehouden was tot het formeeren van eene Rijks-Armée te leveren. Over dit aanzoek wierden terftond Raadsvergaderingen ten Hove gehouden, en in dezelve vastgefteld, om het evengemeld Contingent 't welk ingevolge der Conftitutie van het Duitjche Rijk niet kon geweigerd worden , niet in manfchappen, maar in geld op te brengen. Hierdoor poogde men zelfs den fchijn te vermijden , als of de Koning het minste deel nam in den begonnen oorlog, terwijl tevens de Natie aldus eene bekwaams gelegenheid wierd aangeboden , om haaren Koophandel en fcheepvaart zeer aanmerkelijk uit te breiden. Ten einde aan deze twee voornaame bron- Het Hof ivil desselfs Contingent toe den Rijksoorlog niet in manrchappen,maar in geld opbrengen. De Gui- neefche Maatfehappijvan Koophandelwordt vernietigd.  En de fcheepvaart na de Deeiifche Comptoiren aan de Kust van Guinée voor alle Natiën vrij ' gefield. i ( f I c V In Holftein ontdaan Ti eenige Volfcs-be- 1-1 weegin- b gen. v te S üj kl bi oc ne 4+ HISTORIESCH bronnen van de welvaart der Ingezetenen nog meer voedzel te geeven, vernietigde de Regeering het Octrooi, den loden April 1782 , aan de Guinee/die Handel-Maatfchappij, tot het drijven van eenen uitfluitenden handel op de Deenfche forten en bezittingen aan de Kust van Guinée verleend, wordende voortaan den vrijen Koophandel en Scheepvaart derwaards toegedaan aan alle Natiën, het zij met eigen 3f met vreemde fchepen ; met die bepaaling nogthans , dat, volgens inhoud der Ordonnantie van ien \6den Maart 1792, geen flaaven langer van daar :ouden mogen worden uitgevoerd, dan tot het e:nle van 't jaar 1802; en wijders, dat tot onderhoud n befcherming van alle Forten en Loges aan de enoemde Kust, welke de Koning nu ook van de /Iaatfchappij wederom overnam, voor het toekomene zekere belastingen van de aldaar in- en uitgeoerde goederen moeten betaald worden. Terwijl de inwoonderen van het Koningrijk Deemarken zich gelukkig achteden onder eene zagte igeering, en bovenal zeer te vreden waren met het ïftuur van den fchranderen Staatsminister , Graaf an Bernstorf , ontftonden in de Duitfche Staan des Konings hier en daar eenige volks-beweengen, welke nogthans , bij geluk, geene gevaarke gevolgen hadden. De Ingezetenen aldaar beaagden zich inzonderheid over zekere belastingen, I gelegenheid van den met Zweeden gedreigden 'rlog aan hun opgelegd, en waar omtrent zij geerhande vergoeding ontvangen hadden, niet tegen, daan-  SCHOUW TOONEEL. 45 ftaande de vrede toen zeer fpoedig was herfteld geworden. Wijders gaf ook het verbod, om , boven zekere bepaalde hoeveelheid, geen turf uit Holftein na Hamburg te mogen voeren , niet weinig aanleiding tot misnoegen, alzo zeer veele Ingezetenen van dat Hertogdom , zich daardoor in hunne middelen van beftaan grootendeels benadeeld vonden. De Regeering beloofde wel, dat alle bezwaaren , die tot wezenlijk nadeel haarer Onderdaanen ftrekten, zo ras mooglijk zouden verholpen worden j doch begreep ook tevens , dat dusdanige kleine beginzelen niet zelden tot grooter beroerten overflaan. Zij vondt derhalven goed eenige bepaalingen te maaken nopens het requestreeren van bijzondere Ingezetenen , hierin beftaande: dat alle klagten over amptenaaren en andere perfoonen , welke men aan den Koning of de Regeerings-collegien begeerde in te leveren, voortaan door een Procureur moesten opgefteld en ondertekend zijn, waartegen alle andere Voorffellingen en Memoden , door ieder een, daartoe de bekwaamheid hebbende, opgefteld en ingeleverd mogten worden, mits altoos door den opfteller onderteekend zijnde. Wijders: dat al wie zou durven onderneemen den gemeenen man tot valfche of ongegronde klagten te verleiden, zeer nadrukkelijk zou geftraft, en zodanigen, die onder eenigerhande klaag- of fmeekfchriften een verkeerden naam tekenden, tot den arbeid aan de Vesting-werken veroordeeld zouden worden. POR- De Regeering beooft alle >ezwaarent e verheljen. Doch naakt tekens zeke■e bepaaingen omTent het rerjueftreerenIer Ingezetenen.  De Koningin blijft fteeds in denzelfden ftaat. Dr. Wallis keert na Engeland terug. 46 HISTORIESCH PORTUGAL. Julij—December. Na de aankomst ten Hove van den Engel/eken Geneesheer Wallis , van wiens kundigheden men zich zo veel beloofd hadde, befpeurde men nogthans in den toefhnd der Koninginne zeer weinige veran* dering. Deze ongelukkige Vorstin bleef aanhoudend beroofd van het gebruik haarer redelijke vermogens; en hoewel bij tusfehenpoozingen eenigzins bedaarder fchijnende, was 'er nogthans zeer weinige hoop op eene volkomen herftelling. Als eene laatfie toevlugt, ried de Arts een kleine Zee-reize aan, waartoe ook reeds de noodige toebereidzelen gemaakt wierden. Dan hierover vatte het volk zodanige bekommering op, dat de zogenaamde Volksrechter (Juiz de Pivo,) eenAmptenaar, die in twijfelachtige gevallen de voorfpraak der Natie is , zich in het begin der maand Julij ten Hove begaf, en den Prins van Brazil, uit naam des Portugeefchen volks , zeer nadrukkelijk verzogt, om noch de hooge perfoon van Haare Majefteit, noch zich zeiven, aan eenen tocht op Zee te waagen. Men had ook aan de Koninginne zulken fterken afkeer tegen denzelven weten inteboezemen, dat de Prins ten laatften genoodzaakt was, van de voorgenomen reis geheelenal af te zien. Intusfchen liet de Geestelijkheid en het Volk , door diep ingewortelde vooroordeelen beheerscht, niet  SCHOUWTOONEEL. 4 7 niet af dagelijks blijken van misnoegen te geeven, wegens de zo zichtbaare voorkeuze, welke het Hof voor eenen buitenlandfchen Arts betoonde , tegens wiens Godsdienstige begrippen men ten fterkften vooringenomen was. Dit deedt het Hof eindelijk befluiten, om den Heer Wallis , na een verblijf van vier en een halve maand te Lisfabon, met Vorstelijke gefchenken overlaaden, na zijn Vaderland terug te zenden; echter niet, dan na deze alvoorens zijne denkbeelden nopens de wijze , op welke de Koningin , die hij ongeneesbaar oordeelde , moest behandeld worden, aan den Portugeefchen Hoogleeraar in de Geneeskunde te Coimbra , Tavares , had medegedeeld. Het is zeer opmerkelijk, dat eenigen tijd na het vertrek van Doctor Wallis, in alle nieuwspapieren aangekondigd wierdt, dat Haare Majefteit den ^den December was overleden, terwijl zij nogthans, hoewel met een fteeds toeneemend verval van ziels- en lighaams krachten, zich onder het getal der levendigen bevond. Voor 't overige viel 'er niets merkwaardigs in dit Rijk, voor, alwaar de Prins van Brazil, zonder formeel tot Regent van hetzelve verklaard te zijn, de teugels van het Staats-beftuur in handen hield. Alleenlijk had de Heer Chalons , die de post van Fransch Minister aan het Portugeefche Hof waarnam , in een bijzonder gehoor aan denzelven , te kennen gegeeven, dat hij, ter oorzaake van de in zijn Vaderland plaats hebbende omftandighedeu, vrij- wil- Valsch bericht wegens het overlijden der Koninginne. De Franfche Minister te Lisfabon legt zijn post neder.  48 HISTORIESCH willig afdand deedt van den aan hem toevertrouw^ den post, en flechts de vrijheid verzogt , als een ampteloos Burger, in Lisfabon te mogen blijven, 't geen hem dan ook zonder de minste bedenking wierd toegedaan. SPANJE. Öctober—December. Men vreest in Frankrijk voor eene nabijzijnde vredebreukwetSpanje. Ongeacht de vredelievende neigingen des eerden Staatsminister , Grave d'Auanda , zo wel als den zwakken daat der Spaanfche Krijgsmacht, gegronde hoop gaven, dat het zamentrekken van troepen in " Cataloniën, ten einde een Cordon aan de grenzen van Frankrijk te formeeren, benevens alle verdere toerustingen, welke van dezen kant gemaakt wierden , niet anders dan als voorzorgen tot zelfsverdeediging konden aangemerkt worden, was men nognne te Madrid. felegenleid in de vabinetten imltaliëii. Uit OostenrijkschLombardijen worden hulptroepenaan den Koning van Sardiniën gezonden.  6z HISTORIESCH Doch die te laat aan komen, om iets var gewicht tÉ onderneemen. Het Hof van Turin zoekt vergeefschhnlp in Engeland en Zwitzerland. genwoordige gefteldheid van zaaken , voor haaren Bondgenoot doen konde. Deze hulptroepen, die, in het begin van de maand ' Oétober, van Pavia op marsen gingen, kwamen , hoewel zonder gefchut of genoegzaame krijgsbehoeften , eindelijk op de voor hun beftemde plaats aan, doch in een tijdftip, dat dezelve, wegens het verre gevorderd jaargetij, niets van aanbelang onderneemen konden, noch ook , te famen met de geheele krijgsmacht des Konings van Sardiniën , toereikende geacht wierden, om den vijand uit Savoyen en het Graaffchap Nizza te verdrijven. Het Hof van Turin was aldus genoodzaakt dit gedeelte zijner Staaten vooreerst aan hun eigen lot over te laaten, en befloot intusfehen ook bij andere Mogendheden hulp te zoeken. Deszelfs Gezant te Londen ontving bevel, bij de Britfche Regeering om dien bijftand aan te dringen, welke, naar inhoud van het verdrag van Worms en meer andere tractaaten , eertijds was bedongen, doch zonder vrucht, aangezien het Hof van St. James zich beriep op deszelfs aangenomen onzijdigheid. Even vruchteloos liepen de onderhandelingen af met het Zwïtzersch Bondgenoötfchap, 't welk door den Koning van Sardiniën, in een' zeer dringenden brief, was aangezocht , met hem eene gemeene zaak te willen maaken tegen de Franfche Natie; dan waarop insgelijks ten antwoord wierd gegeeven: dat het Zwïtzersch Bondgenoötfchap vast befloten hadde, zich  SCHOUW TOONEEL. 63 zich te zullen houden aan de ftiptfle onzijdigheid, met opzicht tot de oorlogende Mogendheden. Al le hoop bleef dienvolgens alleen gevestigd op het Huis van Oostenrijk, bij't welk de Koning, door zijnen Minister te Weenen, op nieuw liet aandringen om meerder hulptroepen , met dat gevolg, dat aldaar befloten wierd nog eenige regimenten na Lomhardijen af te zenden , en tevens de overige Mogendheden van Itaiïën te vermaanen , om den Koning van Sardiniën krachtdaadig bij te fpringen. Tot bevordering van dit laatfie oogmerk, liet de Keizer aan alle Italiaanfche Ministers , te Weenen refideerende, eene officieele Nota ter hand fielten, waarin dezelven onder 't oog wierd gebragt: „ dat „ de Franfchen, onder den Generaal Montes„ Quiou, zonder eenigen tegenfland te ontmoeten, „ Neder-Savoyen hadden veroverd, en met groote „ vreugdetekenen te Cliainberij ontvangen waren , „ terwijl de Piemonteefche troepen, hoewel aan den „ kant van het Graaffchap Tarantaize verfchanst, „ waar zij verfterking afwagteden, door den fueeuw „ en vorst waarfchijnlijk genoodzaakt zouden wor„ den, om eerlang den berg Cenis weder over te „ trekken, en geheel Savoyen in de macht des vij„ ands te laaten; dat de Koning van Sardiniën, in „ deze hachelijke omflandigheden , den Keizer om „ zijne onderfteuning en voorfpraak verzogt heb„ bende, deze zich derhalven keerde tot de Itali„ aanfche Vorsten , wier belang geenzins toeliet . „ dat de fleutels van Italiën in de handen vieler „ dei Doch flaagt daarin bij het Hof van Weenen. De Keizer vermaant alle ItaliaanfcheMogendheden , om den Koning van Sardiniën bij te fpringen. ✓  ö4 HISTORIESCH Geringe uitaerkiag daarvan. „ der Franfchen , welker wapenen minder te vree* „ zen waren dan derzelver grondflellingen, als zijn„ de deze laatften zeer gefchikt , om hun in alle „ Landen aanhangers te verwekken. Dat dit ge„ vaar te grooter was , nadien de Franfchen ook „ het Graaffchap Nizza in bezit hebbende , van „ daar tot in Piemont zouden kunnen doordringen, „ en in de aangrenzende Provinciën dezelfde ge„ voelens verfpreiden. Dat alle deze zeer dringen„ de bedenkingen zijne Majefteit geen oogenblik deeden twijfelen, of de Vorsten van Italiën zou„ den met den Koning van Sardiniën eene gemeen„ fchappelijke zaak maaken tegen de Franfchen, en „ dien Vorst door alle middelen onderfteunen, wel„ ke zij, volgens den toeftand van hun land , de „ beste oordeelden, ten einde van de grenzen van „ Italiën eenen vijand te verwijderen , die in fcaat „ was zijne krijgs-operatien meer door verleidende „ inboezemingen, dan door de kracht zijner wape„ nen uittebreiden. Voor 't overige vertrouwde zij„ ne Majefteit, dat de Ministers, aan welken deze „ Nota overhandigd wierd, ieder bij zijn Hof om een fpoedig antwoord, naar den zeer dringenden „ nood gefchikt , aanhouden , en hetzelve vervol„ gens ter kennis van het Keizerlijk Hof brengen „ zouden." Deze vermaaning des Keizers bragt geene bijzondere uitwerking voort. De Groot-Hertog van Toscaanen , die zich reeds voor de Neutraliteit verklaard hadde, befloot in geenen deele van dezelve te  SCHOUWTONEEL. 6$ te zullen afwijken. Hetzelfde verklaarden thans ook de Regeeringen van Venetiën en Genua; en hoewel de Hoven van Napels en Parma hun befluit daaromtrent niet te kennen gaven, was het echter hoogst waarfchijnlijk, dewijl men in derzelver Staaten geenerhande oorlogstoebereidzelen befpeurde, dat beide insgelijks dit voorbeeld zouden navolgen» 'Er was dus niet eene Mogendheid in Italiën, Oostenrijk en Sardiniën alleenlijk uitgezonderd, als reeds werkelijk in oorlog met Frankrijk zijnde , die in het tegenwoordig tijdftip goedvond tegert de Franfche Natie opentlijk partij te kiezen , dan alleen de Paus. Deze had in verfcheiden Brevetten , met opzicht tot de Franfche Geestelijkheid uitgevaardigd , zich bediend van zeer hevige, en voor de thans heerfchende partij hoogst beledigende uitdrukkingen ; wijders had hij eene menigte van Uitgeweekenen onder zijn befcherming genomen , des Konings Broederen beloofd in hunne onderneemingen tegen Frankrijk, met geld te zullen onderfteunen , onlangs aan den Koning van Sardiniën een halve millioen Scudi, tot goedmaaking van een gedeelte der oorlogskosten, opgefchoten, en zijne bewilliging gegeeven tot den uitvoer eener menigte van graanen uit den Keizerlijken Staat na Piemont. Dit alles, met nog meer andere omftandigheden van I dien aart, had de Franfche Natie niet weinig verbitterd tegen het Opperhoofd der Roomfche Kerke, I toen een nieuwe gebeurtenis dat misnoegen nog zeer merkelijk vermeerderde. E Twee Gedrag vafl het Hof t« Romen*  Twee Franfchen worden te Romen in handen van de Inquifitie geleverd. 66 HISTORIESCH Twee voedfterlingen der Franfche Kunst-academie te Romen , Roter en Chinard genaamd , beide inboorlingen van Lyon , en Officieren der Nationaale Guarde aldaar, hadden zich eenigen tijd binnen Romen opgehouden, met oogmerk om zich verder in de Beeldhouwkunst te oefenen. Beide ftonden op hun vertrek van daar, toen zij door Gerechts-dienaars overvallen , en in handen van de Inquifitie overgeleverd wierden. Men vondt in de kamers die zij bewoonden, een hoed met eene Nationaale cocarde, alsmede verfcheiden modellen van zinnebeeldige flukken , door fhun ter eere van de Franfche vrijheid vervaardigd. Dewijl zulks geenzins toereikend was om deze lieden te veroordeelen, wierden zij befchuldigd den Godsdienst gehoond te hebben, en eenige getuigen bevestigden deze aanklagte, bijzonder tegen Chinard. Alle poogingen , ten einde die ongelukkigen uit de gevangenis der Inquifitie te verlosfen, liepen vruchteloos af, terwijl de Priesters ondertusfchen ijverig beezig waren, om het biigeloovig volk den geweldigften haat tegen de Franfche Natie inteboezemen. Dit gelukte hun zelfs in zoo verre, dat bijna geen Franschman , zonder gevaar van door het Graauw mishandeld te worden, zich langer opentlijk vertoonen durfde. Bij dit alles kwam nog het bekende voorneemen van het Hof te Romen, om deszelfs geringe macht, over welke de Paus het opperbevel aan den Oostenrijkfchen Generaal Caprara had opgedragen , te gelegener tijd bij die van andere Mogendheden te voegen, en Frank-  SCHOUWTOONEEL. 67 Frankrijk daarmede te bevechten. Hoe zeer ook de Franfche grondftellingen , in alle opzichten zoo nadeelig voor de belangen der Geestelijkheid, hiertoe aanleiding kunnen gegeeven hebben , was nogthans het verlies van Avignon eene medewerkende oorzaak tot veelerhande vijandelijke maatregelen, welke van dezen kant genomen wierden, en die de Franfche Natie noodwendig moesten aanzetten, om daar over, bij de eerfte gunstige gelegenheid, eene geduchte wraak te neemen. Ondertusfchen waren de Commisfarisfen der Na'tionaale Conventie , afgezonden om onderzoek te doen na het gedrag en de denkwijze van Montesquiou , in deszelfs leger aangekomen. De Generaal , die reeds zijn ontflag uit den krijgsdienst verzogt hadde, zo dra hij de tijding had bekomen van 't geen te zijnen opzichte in de Nationaale Conventie was voorgevallen (g) , ontkende niet , dat hij even als veele andere braave Burgeren , groot vertrouwen in la. Fayette had gefield. Dan, zijne betuigingen van diepen eerbied voor de befluiten van het Wetgeevend Lighaam, de goede fchikkingen welke zij overal door hem gemaakt vonden, de achting die de Ingezetenen hem toedroegen, ter oorzaake van de flrenge krijgstucht, aan welke hij zijne troepen had onderworpen , maar ook inzonderheid de overtuiging dat hij bij zijn leger zeer be- (g) Ziet Tweede Deel, bladz. 396". E a De Commisfarisfender Nat. Conventie komen in het leger van MoN- TESQUIOU. Die reeds zijn ontflag gevraagd hebbende ,  68 HISTORIESCH Van hun overgehiald wordt om het hoofd daarvan te blijven. Zij laaten in Savoyen tot gerustflelling der Ingezetenen, eene Proclamatie afkondigen. bemind was, deedt de Commisfarisfen zo veel vertrouwen in hem (tellen , dat deze hem verzogten op zijn post te willen blijven, waarin hij eindelijk bewilligde. In hunnen brief aan de Nationaale Conventie daarover gefchreeven , verzekerden zij dezelve, in Montesquiou een braaf Patriot en kundig Legerhoofd te hebben aangetroffen , weshalven zij niet twijfelden, of de Conventie zou haare toeftemming geeven om dien Generaal het werk verder te laaten voltooijen, 't welk hij zo gelukkig en roemwaardig had begonnen. Na deze zaak aldus gefchikt was, lieten de Commisfarisfen eene proclamatie afkondigen, waarbij de Ingezetenen van Savoyen verzekerden, dat de Franfchen hoe genaamd geen voorneemen hadden dezelve als eene overwonnen Natie te behandelen, noch zich met hunne bezittingen te verrijken ; dat men ook overal den vrijen loop zoude laaten aan de wetten , zonder zich met het inwendig beftuur, des Lands in 't minfte te bemoeijen. „ Wij zijn alleen „ gekomen , wierd daarin gezegd , om u uit de flaaffche boeijen van eenen Despoot te verlosfen, „ om uwe vrijheid en welvaart op duurzaame grond„ (lagen te vestigen. Indien gij onder het juk der „ overheerfching blijven wilt, zult gij lieden mees„ ters zijn uwe eigen keuze daaromtrent te vesti„ gen; maar wilt gij voortaan vrije lieden wezen , „ vereenigt dan u zelve , vreedzaam en ongewa„ pend, onder de befcherming der Franfche wape,, nen; laat in elke Gemeente eene vergadering ge- „ hou-  SCHOUWTOONEEL. 09 „ houden worden , tot het benoemen van eenen „ Gedeputeerden, en dat deze Gedeputeerden ver„ volgens bijeen komen, om uwe nieuwe Conftitu„ tie en wijze van regeering te ontwerpen; wij, „ van onzen kant, zullen alleenlijk aan dezelve af„ fchriften ter hand ftellen van de verklaaring der L rechten van den mensch, als den grondflag van L het beftier, 't welk de Franfchen aan geheel EuL ropa, en vervolgens aan de geheele waereld ten ,, voorfchrifc geeven zullen." Zo haast deze Proclamatie was afgekondigd , zond de Club of Maatfchappij van Vrijheid en Gelijkheid , welke , terftond na de aankomst der Franfchen, te Chamberrij opgericht, en, binnen weinige dagen , tot meer dan 1200 leden aangegroeid was, eenige Afgevaardigden door het geheele Land, ten einde de Ingezetenen nog nader aantezetten tot het fpoedig verkiezen van derzelver Gedeputeerden, waar mede zo veel haast wierd gemaakt , dat deze reeds den ziften October hunne Vergadering te Chamberij openden. Van omtrent 665 Gemeenten, welke geheel Savoyen bevat , hadden 597 aan derzelver Gedeputeerden volmacht mede gegeeven, om te {temmen voor eene vereeniging met de Franfche Republiek, 30 van dezelve waren voorzien met onbepaalden last om naar eigen goedvinden te mogen handelen ,;flechts eene Gemeente begeerde dat Savoyet voortaan eene Republiek op zich zelve zoude uitmaaken , en de weinige overigen, als nog in de E 3 mach Waarop Gedeputeerden tot eene algemeene vergaderingverkoren worden.  Die zich toe eene Nationaale Conventie formeeren. Welke den Koning van Sardiniën van zijn recht op Savoyen vervallen verklaart. Haare verdere verrichtingen. ■ 1 J v 1; g 7o HISTORIESCH macht der Sardinifche troepen zijnde, konden geen deel in deze zaak neemen. In de eerfte zitting verklaarden de Gedeputeerden hun zelve voor wettige Vertegenwoordigers des Souvereinen Volks , in eene Nationaale Conventie vergaderd ; waarna zij den Koning van Sardiniën vervallen verklaarden van zijn recht op Savoyen , en alle Ingezetenen van derzelver onderwerping en getrouwheid aan dien Vorst ontfloegen. Vervolgens wierd het afzenden befloten van vier Gedeputeerden aan de Nationaale Conventie te Parijs, ten einde eene vereeniging met de Franfche Republiek, zo ras doenlijk, tot ftand te brengen; terwijl in eenige rolgende zittingen de Kloosters afgefchaft, en de bezittingen der Geestelijkheid voor Nationaale eigendommen verklaard wierden , met last om dezelve ten voordeele der Natie te verkoopen. Ook vierden de goederen van verfcheiden Edellieden en indere perfoonen, die, op de aankomst der Franchen, na Turin of elders waren geweken, in belag genomen, en een tijd vastgefteld, binnen wel:e dusdanige uitgewekenen wederkeeren, en den eed an getrouwheid aan de Natie afleggen moesten, nder bedreiging , dat anders derzelver goederen, ïsgelijks ten voordeele der Natie zouden verkogt rorden. Na deze verrichtingen eindigde de Conentie reeds den rijten Oétober haare zittingen, latende het openbaar beftuur in handen eener veraderihg van vier Burgers uit ieder Canton, na nog voor-   A.JLoosjes Fz.Excudit ïygg.  SCHOUWTOONEEL. 71 vooraf befloten te hebben, dat deze groote gebeurtenis, den wfteti Oétober , door het geheele Land met een Burger-feest, zou gevierd worden. Terwijl de Ingezetenen van het gewezen Hertog- A dom Savoyen aldus een nieuw Gemeenebest oprich- \ teden , had de Generaal Anselme, uit naam der C Franfche Republiek, bezit genomen van het Graaf- n fchap Nizza. Ook hier wierden de Franfchen met } algemeen gejuich ingehaald, overal vrijheidsboomen15 geplant, de Nationaale cocarde opgezet, en vaderlandfche Sociëteiten geopend. Bij de plechtige in- 2 trede van het genoemd Legerhoofd , zag men des- h zelfs zuster in krijgsgewaad , aan het hoofd eener £ bende van 1500 man. Hoe zeer dit een geheel i nieuw en ongewoon fchouwfpel in deze gewesten was, leverde Frankrijk nogthans, geduurende eenen ] oorlog welke met zo veele geestdrift gevoerd wierd, , eene menigte Heldinnen op, die, met de wapenen in de vuist , de bloedigfte gevechten bijwoonden. In alle legers zag men van deze vrouwelijke krijgslieden , die , met de grootlïe onverfchrokkenheid, zich geduurig blootftelden aan alle moejelijkheden en gevaaren, doch waar onder de twee Zusters Fernig haar zeiven meest beroemd maakten , als hebbende van den beginne af, den geheelen veldtocht van het Noordelijk leger bijgewoond, en die thans den Generaal Dumouriez bij alle zijne krijgsverrichtingen verzelden. Zo haast de verovering van het Graaffchap Nizza was voltooid, maakte de Franfche Vlootvoogd Tru- E 4 guet, NSELME :emt bet vrm het rnaffcbap Jizza, uit aam der 'ra n fche .epubliek. ;ijne zus;r is aan et hoofd ener Briade. )e Fran"che legirs yorden overal ver;eld met Irijdbaare /rouwen. Onder welke de twee zusters Fernig bijzonder uitmunten. De Admiraal Truguet zeilt uit meteea  eskader, om bezit te neemen van Oneglia. Hij zendt eene Deputatie in een ilöep met een vredevlag, aan de Ingezetenen. Die eenige Officieren en ïnanfcbappenvan dezelve om 't lev%i brengen. Waarover eene zeer llrenge wraak genomenwordt. Het Fransch eskader JSeilt na Qctiua, 7* HISTORIESCH guet , wiens eskader tot het bemachtigen der fterke en fraaije haven van Villa Franca bijzonder had medegewerkt, zich gereed om ook bezit te neemen van de S;ad en het Vorstendom Oneglia. Hij verfcheen den z3flen Odtober, met 9 fchepen van linie en 3 fregatten in het gezicht dier ftad, aan welke hij eene Deputatie zondt van eenige Officieren , in een floep van een vredevlag voorzien, ten einde den Ingezetenen eene Proclamatie over te brengen. Dan, zo haast de floep tot digt bij de landingplaats was genaderd, fchoot men op dezelve met klein geweer, waardoor drie Franfche Officieren , benevens vier gemeene zeelieden fneuvelden , en genoegzaam alle de overigen gekwetst wierden. Deze verraaderlijke aanval deedt den Admiraal befluiten , om met zijn eskader de ftad te naderen, en dezelve zo geweldig befchieten, dat zij nog denzelven dag reeds grootendeels vernield was. Hier mede de dood zijner Officieren en Matroozen niet genoeg gewroken achtende , liet hij den volgenden dag eenige honderd man aan land zetten , die zich met weinig mceite van de ftad meester maakten , dezelve uitplunderden , en gedeeltelijk in de asoh leiden , terwijl haare meeste Ingezetenen naar het gebergte gevlugt waren. Na deze ftrenge wraakoefening, ftevende het Franfche eskader na Genua, voor welke ftad eenige fchepen , en de overigen voor Spezza, het anker uitwierpen. Tot hiertoe had de Regeering dezer Republiek toereikende maatregelen genomen tegen het  SCHOUWTOONEEL. 73 het verfpreiden der Franfche grondbeginzelen, doch nu begon men ook aldaar van Vrijheid, van Gelijkheid , en van de rechten van den mensen, opentlijk te fpreeken. De Raad , onzeker hoe zich in V deze netelige omftandigheid te gedragen , vergader- 2 de verfcheiden dagen agtereen ; en dewijl deszelfs ri befluiten, als naar gewoonte, zeer geheim wierden J< gehouden, vbegon het Volk daarover te morren, zich r beklaagende, dat de oogmerken der Regeering , hoe- c wel het algemeen belang betreffende, altoos meteen ondoordringbaar geheim omzwagteld bleeven. De jonge Adel, welke het zo merkelijk overgewicht der oude familien met een afgunstig oog befchouwt, vuurde den geest van verdeeldheid aan , en fcheen na eene omwenteling, zelfs na eene vereeniging met de Franfche Republiek te "haaken. Dit vermeerder- 1 de de bekommering des Raads, welke, om aan het t volk genoegen te geeven , niet alleen den misflag , zijner gehouden raadpleegingen door den druk liet < bekend maaken, maar ook toefiemde, dat de Burgerij zich wapende, en in veertig compagnien , ieder van honderd man, verdeeld wierd. Door deze en meer andere toegeeflijkheden, waar bij de Raad van zijn voórig ftelzel afwijkende, zich zo veel mooglijk, na de tijdsomftandigheden fcheen te willen fchikken, terwijl de Vlootvoogd Truguet zelve de poogingen der Regeering , ter afweering van alle onlusten, onderfleunde, bleef de openbaare rust in Genua ongeftoord. Intusfchen was geheel Jlalien in een angftige verwagting wegens de verdere E 5 f w- raar des:lfs komst ;ene gelige vergenheidij den .aad vercrzaakt. )ie toe;eeflijkervordt ten anzienran Ie Ingezeenen. [Jet Hof ;an Napels weigert ien' geruimen tijd den Franfchen Gezant te erkennen.  74 HISTORIESCH Maarneem thands des zelfs geloofsbrieven aan. "Waarna de Gezant plegtig gehoor heeft Mj den Koning. Gefield lieid van zaaken te Romen. onderneemingen van dit eskader. Deszelfs verfchijning maakte vooral eenen bijzonderen indruk op het Hof te Napels , 't welk , zints een' geruimen tijd geweigerd hadde , den Heer Mackau als Fransch Afgezant te erkennen , alzo deszelfs geloofsbrieven , door het gevangenneemen des Konings geoordeeld wierden krachteloos te zijn geworden. Na verfcheiden vruchtelooze poogingen, ten einde bij het Minifterie gehoor te verkrijgen, maakte de Heer Macï kau reeds toebereidzelen om Napels te verlaaten, ' toen hij van den Uitvoerenden Raad, uit naam der Franfche Republiek, nieuwe geloofsbrieven ontving, welke thans door het Minifterie, zonder verdere tegenkanting wierden aangenomen. Vervolgens had hij ook den lyden November plechtig gehoor bij den Koning , die bevel gaf, dat de Heer Mackau als erkende Franfche Gezant, met alle achting aan zijn rang verfchuldigd , in deszelfs Staaten zou behandeld worden, en aldus van alle gekroonde Hoofden di eerfte was , die de fouverainiteit der Franfche Republiek erkende. Te Romen heerschte wel de meeste fchrik. De Regeering had aldaar, tot gerustftelling der Ingezetenen, in de maand Odtober eene proclamatie laaten afkondigen, waarin zij verzekerde, dat de Franfchen met geene mooglijkheid eenen inval in den Kerkdijken Staat, het zij ter zee ofte lande, onderneemen konden. Thans wierd daartegen afgekondigd, dat de Franfchen welligt derwaards konden komen , met oogmerk om de fchatten van de Kerk  SCHOUWTOONEEL. 75 Kerk te rooven; weshalven aan alle bezitters derPauslijke leengoederen gelast wierd, hun behoorlijk aandeel in gewapende manfchappen, ten fpoedigften op de been te brengen , ten einde tot verdeediging van den Staat, en inzonderheid aan de Zee gelegen plaatfen, gebruikt te worden. Wijders wierden alle openbaare fchouwfpelen verboden, zekere Godsdienstige plechtigheden, even als in tijden van het grootfte gevaar, voorgefchreeven, en een ftreng verbod afgekondigd , dat niemand, op ftraiTc van tot de vestingwerken veroordeeld te worden , zo min over de oorlogszaaken , als over de aangelegenheden der oorlogende Mogendheden en van het Roomfche Hof, het zij met opzicht tot het Burgerlijk of Kerkelijk beduur, in 't openbaar zou mogen fpreeken. De Nationaale Conventie te Parijs, had inmiddels bericht ontvangen van het gevangen neemen der twee Franjïhe Kunstenaaren, en deze zaak zo hoog opgenomen , dat zij den Uitvoerenden Raad gelastte, derzelver ontflaaking op het nadrukkeüjkst te cifchen. Deze deedt zulks in een brief, waarvan het opfchrift luidde : aan den Prins-Bisfchop van Romen, zijnde opgevuld met bedreigingen , en waarin onder anderen gezegd wierd : „ Dat op „ denzelfden dag , aan welken de Inquifitie haare ,, woede tegen deze gevangenen durfde uitoefenen, „ en de opvolger van S. Peter zulks toeliet, de ,, eerfte haar beftaan eindigen, en de laatfie geen „ Vorst meer wezen zoude (/>)•" Op dezen brief volgen Ziet Bijlage LVII. De Nat. Conventie te Parijs geeft last, om van den Paus de ontflaaking der gevangen Franfchen te eifchen. Dreigende brief deswegensdoor den Uitvoerenden Raad gefchreeven.  76 HISTORIESCH De Nat. Convenue neemt de zaak van Savoyen in overweeging. ! En decre- ' teert dein- > lijving , daarvan in de Fran~ ( fche Repu- c 'bliek. volgde ook terftond het ontflag van Chinard en Roter, waardoor de Paus nog in tijds het gevaar afkeerde, van de eene of andere zijner Zeehavens op gelijke manier te zien behandelen , als onlangs met de ftad Oneglia gefchied was. Een -andere zaak van meer aanbelang , hield te zeiver tijd de aandacht der Nationaale Conventie bezig. De Gedeputeerden van Savoyen , te Parijs aangekomen, hadden aan de Conventie den wensch hunner Landgenooten voorgedragen , waarna deze aan het Committé van Wetgeeving gelastte, nauwkeurig te onderzoeken , in hoe verre de inlijving van Savoyen in de Franfche Republiek, voor de laatfie nuttig of nadeelig zou kunnen worden? Het bericht , door het genoemde Committé deswegens ingebragt,behelsde hoofdzaaklijk: „ dat het belang, „ zo wel van Frankrijk als van Savoyen , eene „ naauwe vereeniging tusfchen die beide Landen „ noodzaaklijk maakte, aangezien dezelve door gee„ nerhande natuurlijke fterkte van elkander waren „ afgefcheiden, en het Alpisch gebergte, aan dien „ kant de eigentlijke fcheidpaal van het Fransch > grondgebied behoorde te wezen , nadien anders , de Republiek genoodzaakt was , beflendig; een , flerk cordon aan de grenzen van Savoyen te on, derhouden, gelijk zij tot hiertoe gedaan hadde." Iet Committé voorzag daaruit nog meer andere 'oordeelen; weshalven de Nationaale Conventie op !en 2.-r[ien November aan den zo algeneen uitdrukten wensch der Savoyaarden voldeedt, door uit naam  SCHOUW TOONEEL. 77 naam des Franfchen volks te verklaaren : „ Dat „ Savoyen, van dat oogenblik af aan, als een we„ zenrijk gedeelte der Franfche Republiek zou wor„ den befchouwd, en een vierentachentigst Depar„ tement van dezelve zoude uitmaaken, onder den „ naam van Mont-Blanc; dat dit Departement voor„ eerst door tien Gedeputeerden bij de Nationaale „ Conventie vertegenwoordigd zoude worden , en „ men terftond vier Commisfarisfen zou derwaards „ zenden, ten einde hetzelve in Diftricten en Cantons te verdeelen." Hoewel deze toevoeging van een nieuw Departement , voor een groot gedeelte was toetefchrijven aan het beleid van den Generaal Montesquiou, die, door zijn verflag in de maand Julij bij de Nationaale Vergadering ingeleverd, ook den inval in de Staaten des Konings van Sardiniën , zo niet volftrekt veroorzaakt, ten minsten merkelijk vervroegd hadde, kon zulks nogthans niet beletten , dat die Veldheer, hoe langer ftoe meer, van flegte oogmerken wierd verdacht gehouden. Op de eerfte tijding van den gelukkigen uitflag zijner krijgsverrichtingen, doch bijzonder uit aanmerking van de zeer gunstige berichten, door de '^Commisfarisfen bij zijne Armée aan de Conventie ingezonden , had deze hel decreet van opfchorting tegen hem wel wederom in getrokken; doch thans wierd hij op nieuw befchul digd, eensdeels van eene verraderlijke handelwijzt ten opzichte van Geneve, en dat hij zich door det Raad dier ftad had laaten omkoopen, om een voo Frank Montesquiouwordt op nieuw van flegte oogmerkenverdacht gehouden. Befchuldi, gingentegen hem 1 ir.gebragt.  JU HISTORIESCH Hij verlaat de Armee, en vlugt naar Zwitserland. Kellf,rman krijgt het bevel over 't leger aan de Sllpen. Krijgsverrichtingenin Savoyen. De Ingezetenen van Nizza kla- Frankrijk nadeelig verdrag met dezelve te fluiten; anderendeels, dat hij zelve deel genomen had in de zeer bedrieglijke leverantien voor zijne Armée. 'Er wierd dienvolgens een nieuw decreet van befchuldi'ging tegen hem uitgevaardigd , en daar mede een Commisfaris na zijn leger afgezonden, met last, om hem in hechtenis te neemen, en na Parijs te doen overbrengen. Montesquiolt hiervan verwittigd, vondt niet raadzaam de komst van den Commisfaris afcewagten , maar nam de vlucht na Gerieve, en van daar met een vaartuig na Coppet , in het Canton Bern, doch met zo veele overhaasting, dat hij zijne papieren agterliet; vervolgens wierden drie Adjudanten, twee Secretarisfen, en alle de Bedienden van het ontfnapte Legerhoofd, in hechtenis genomen. Na zijne vlucht , wierd het opperbevel over het Alpisch leger toevertrouwd aan den Generaal Kellerman, die de troepen , terftond na zijne aankomst , de winterkwartieren deedt betrekken. In het Graaffchap Nizza was intusfchen weinig van belang voorgevallen, behalven dat de voorhoede van het Franfche leger, door de krijgsmacht des Konings van Sardiniën , drie uuren verre was terug *edreeven, bij welke gelegenheid de laatfie ook de lad Sofpello , benevens eenige andere plaatfen van ninder aaubelang heroverden , welke zij nogthans 'ceds den volgenden dag , op de aannadering van len Getieraal Anselme, wederom verlieten. Ook :egen dit Legerhoofd waren hevige klagten ingekomen ,  SCHOUWTOONEEL. 79 men, bijzonder over de flegte krijgstucht onder zijne troepen, 't welk de Ingezetenen van het Graaffchap bewoogen hadde , eenige Afgevaardigden na Parijs te zenden, ten einde over de geweldenaarijen te klagen, aan welke hunne landgenooten geftaadig bloot gefield waren. Nauwlijks was de Nationaale Conventie hiervan onderricht, of zij zondt met allen fpoed drie Commisfarisfen derwaards, ten einde deswegens onderzoek te doen , en die gevolmachtigd waren, om naa bevind van zaaken te mogen handelen. Voor hunne aankomst bij het leger, was aldaar reeds alles in de uiterfle wanorde. De Generaal Anselme had Sofpello andermaal ontruimd, onder voorwendzel , dat hij het te kostbaar en te moeijelijk oordeelde, die ftad in den winter te behouden. Zijne troepen, die aan de meeste benoodigdheden, doch bijzonder aan kleederen, groot gebrek leeden , waren meerendeels door het ganfche Land verfpreid, waar zij verfcheiden Dorpen uitgeplunderd , en veele Ingezetenen mishandeld hadden: dit alles wierd door den Veldheer oogluikend toegelaaten, 't welk niet alleen de bewoonders van het platte land tegen de Franfchen ten fterkflen verbitterde, maar ook aanleiding gaf, dat de meeste Vrijwilligers zijner Armée, met reden over de fchandelijke bedrijven van zo veele- hunner Landgenooten verontwaardigd, op het punt flonden zich van dezelve aftefcheiden , en een leger te verhaten , bij 't welk zij niet den minsten krijgsroem behaalen konden. Ii *en bij de Nat. Conventie over ie geweldenarijender Franfche troepen. Wanorde in het leger van Anselme. 1  Hij wordi in den dienst opgtfchort. En neemt de vluchr. De Franfche vloot verlaat Genua. Een gedeelte daarvan krijgt bevel om na Napels te ftevenen. 80 HISTORIESCH In deze gefteldheid van zaaken kwamen dè Coalmisfarisfen te Nizza. De menigte van klagten, zo van de ingezetenen, als van de troepen zelve , tegen den Generaal Anselme ingebragt, en zijne erkende onbekwaamheid om een leger te gebieden , maakte zijne opfchorting in den dienst noodzaaklijk, waarbij hem tevens bevolen wierd na Parijs te vertrekken, en zich aldaar te verantwoorden. Het Opperbevel wierd intusfchen provifioneel toevertrouwd aan den Generaal Brunet, die weldra een einde maakte van de ingefloopen wanorde , terwijl Anselme, het voorbeeld van Montesquiou navolgende , in plaats van den weg na Parijs in te liaan, zich met de vlucht redde. De Franfche vloot vertoefde in de havens van Genua en Spezza, tot den ïoden December , toen dezelve eindelijk wederom vertrok, na zich in twee eskaders verdeeld te hebben , waarvan het een na Jjaccio op het eiland Corfika (levende , om aldaar nog eenige troepen aan boord te neemen , en vervolgens een' aanval te doen tegen het eiland Sardiniën. Het ander, onder bevel van den Schout bij Nacht Latouche, aan boord van wiens fchip de Heer Semonville, benoemde Gezant bij de Porte, zich bevond, zette cours na Napels, waar het Hof reeds bericht ontvangen hadde , van de bevelen , door den Uitvoerenden Raad te Parijs aan Latouche toegezonden , om zich met eene genoegzaame macht voor Napels te vertoonen, ten einde ran den Koning voldoening te eifchen, wegens ze-  SCHOUWTOONEEL. 81 kere beleediging, door den HeerAcTON, eerfte Minister van zijne Siciliaanfche Majefteit, de Franfche Natie aangedaan. Deze beleediging beftond daarin, dat de Heer Acton aan 's Konings Gezant te Con(lantinopolen last gegeeven hadde, om de poogingen van de aldaar refideerende Ministers der tegen Frankrijk verbonden Mogendheden, ten aanzien van Semonville, nadrukkelijk te onderfteunen, hebbende hij denzelven, in de van hem uitgevaardigde Depêches , met de allerhaatelijkfte kleuren afgefchilderd. In de onzekerheid, welke gevolgen de aankomst van dit eskader voor de hoofdftad van het Rijk zou kunnen hebben, had het Hof terftond toebereidzelen doen maaken, om aan hetzelve, des noods het inkomen in de haven te betwisten, aan welker mond eene menigte kanonnen geplant wierden. Eindelijk verfcheen hetzelve , den igden December , negen fchepen van linie en eenige fregatten fterk, voor de opening van de Golf, waar een Haven-kapitein den Vlootvoogd, uit 's Konings naam , kwam aanzeggen , dat niet meer dan vijf oorlogfcbepen te gelijk, even als met die van alle andere onzijdige Mogendheden plaats hadde, in de haven konden toegelaten worden , en wel onder geene andere voorwaarde , dan na alvoorens hunne krijgsbehoeften te Pofilippo aan land gezet te hebben. De Heer Latouche gaf hierop tert antwoord: „ dat hij zijne fchepen zou doen „ ankeren onder de vensters van het Koninglijk Pa„ leis, doch dat maar één Fransch Burger zou aan „ land flappen , ten einde aan zijne Majefteit een F brief Waar men toebereidzelenmaakt om aan hetzelve het binnen loopen in de haven te beJetten. De Schout bij Nacht Latouche weigert zicli aan het gewoon gebruik te  HISTORIESCH onderwerpen. En laat zij ne fchepei in dehavei binnen loo pen. Zo- „ brief'over te brengen, waaruit deze de oogmer* ,, ken der Republiek zou leeren kennen. Dat bij „ aldien men goedvinden kon , Hechts een enkele ,, kogel op zijn eskader af te fchieten, hij die dui,, zendvouwig zou beantwoorden, en, in zulk een ,, onverhoopt geval, niet eerder van daar dagt te ,, vertrekken, voor hij de ftad Napels geheel ver„ nield hadde. Hoewel hij ten opzichte van het ,, volk, met vreedznarhe oogmerken derwaards was „ gekomen, had hij nogthans vastelijk befloten, op ,, de minste weigering des Konings, de eere zijner „ Natie te wreeken , en van de aan hem toever„ trouwde macht een verfchrikkelijk gebruik te maa„ ken." Op de aannadering der vloot, geraakte te Napels i alles in beweeging. Het Graauw dreigde de huizen 1 der aldaar woonende Franfchen in den brand te fteeken, en liet den Koning, door eenige zijner Afgevaardigden , aanzeggen , dat zijne Majefteit op vijftig duizend zijner getrouwde onderdaanen , uit deze ftad alleen, kon ftaat maaken, die gereed ftonden aan de Franfchen de landing te betwisten, indien dezelve iets vijandelijks onderneemen durfden. Dan, de Monarch bedankte het volk voor zijnen ijver, alzo hij niet twijfelde , of alles zou in het minnelijke gefchikt worden. Men boodt vervolgens niet de minste tegenweer , maar liet de Franfche fchepen ongehinderd binnen komen , en het volk bedaarde.  SCHOUWTOONEEL. 83 Zodra dezelve het anker hadden uitgeworpen , kwam de Burger Belleville , die, hoewel als gemeen Grenadier bij de Nationaale Guarde dienst 1 doende, nogthans door den Uitvoerenden Raad hier toe uitdrukkelijk gevolmachtigd was, aan land, om aan den Koning een brief over te brengen van den Heer Latouche , waarin deze voldoening eischte wegens den hoon, door den Heer Acton, Minister des Konings , de Franfche Natie in den perfoon van Semonville aangedaan. Hierbij was een affchrift gevoegd van de zo evengemelde Depêche van dien Minister, aan 's Konings Gezant bij de Porte. Wijders wierd daarin geëischt, dat de Koning verklaaren zoude , of zulks al of niet op zijn bevel was gefchied; dat hij, deze daad afkeurende, daarvan blijken geeven mogt door een Gezant aan de Republiek te zenden , en zijn tegenwoordigen Gezant van Conftantinopolen terug te roepen; zeggende de Vlootvoogd eindelijk: „ dat hem bevolen „ was, ingevalle de begeerde voldoening wierd ge„ weigerd, zulks als eene oorlogsverklaring te be„ fchouwen («')." De Koning , die in dit tijdftip alles poogde te vermijden, wat zijn Rijk in een oorlog kon verwikkelen , liet den Heer Latouche eene minnelijke fchikking voorflaan, waarbij hij tevens zijne bemiddeling aanbood, om, ware het móoglijk, den vrede tusfchen Frankrijk en de verbonden Mogendhe- der (0 Bijlage LVIU. F 2 Hij eischt voldoening wegens zekeren hoon de Franfche Natie aangedaan. De Koning flaat eene minnelijke fchikking voor. En biedt ziine bemiddelingaan om den  vrede te bewerken. h Welk afgeflagen zünde, voldoet deKoning aan alle gedaane eifchen. Het Fransch eskader fteekt, na een kort verblijf, wederom in zee. En wordt door een' zwaaren flonn verftrooid. De ItaliaanfcheMogendheden blijven over 't algemeen onzijdig. U HISTORIESCH den te bewerken. Dan dewijl de Vlootvoogd geen bepaalden last hadde, in eenigerhande onderhandelingen van dien aart te treden, gaf hij in een tweeden brief te kennen , dat de Franfche Natie geen vrede begeerde, dan die door haaren eigen moed en krachten was verkreegen ; hernieuwende tevens zijnen eisch, om eene fpoedige voldoening, welke ook, oogenblikkelijk , op de volledigfte wijze gegeeven, en aan alle die in zijn brief gedaane eifchen letterlijk voldaan wierdt (fc). Kort daarna ftak het eskader wederom in zee, om met het overige gedeelte der Franfche zeemacht vereenigd, het eiland Sardimërategaan aantasten, alwaar men intusfchen de noodige toebereidzelen gemaakt hadde , ten einde die onderneeming te doen mislukken. Deze kon echter dit jaar geen voortgang hebben , alzo de daartoe beftemde vloot, den ziften December van een verfchrikkelijken ftorm wierd overvallen , welke ook gelijktijdig in andere gedeelten van Europa woedde. In dezen ftorm vergingen eenige tranfportfchepen; terwijl verfcheiden oorlogfchepen zodanig befchadigd wierden, dat dezelve genoodzaakt waren in verfchiilende havens der Middelandfche zee binnen te loopen, ten einde de geleden fchade te herftellen. Over 't algemeen zagen de Italiaanfche Mogendheden den voortgang der Franfche wapenen in de Staaten des Konings van Sardiniën, wel met geene onverfchillige oogen aan , doch zij vreesden eene Na- 09 Ziet Bijlage LIX.  SCHOUWTOONEEL. 85 Natie te beledigen, die niet fchroomde den Koning van Napels, zelfs in zijne Hoofdftad, te trotfeeren. Zij bleeven dus, ongeacht de herhaalde voorftellingen van het Hof van Weenen, genoegzaam alle bij hun aangenomen ftelzel van onzijdigheid, en bepaalden hunne zorg alleenlijk tot het neemen van eenige maatregelen, ten einde het verfpreiden der Franfche grondbeginzelen, binnen hun gebied, zo veel mooglijk te keer te gaan. In Lombardijën en den Kerkdijken Staat alleen wierden aanhoudend krijgstoerustingen gemaakt. In den laatften was de Regee- , ring zodanig bevreesd, dat een ieder, dien men maar eenigzins verdacht hield de zaak der Franfchen toegedaan te wezen, in hechtenis genomen, of uit het land gebannen wierd ; terwijl de toerustingen tot verdeediging, hoe onbeduidend op haar zelve , de gewoone inkomften van den Staat verre te boven gingen. Veele Prelaaten en andere vermogende Ingezetenen, hadden wel vrijwillige gefchenken opgebragt, doch de Paus was niet te min genoodzaakt, ook den nagelaaten fchat van Sixtus V. aan te tasten , en met toeftemming van het Collegie der Kardinaalen , in dezen dringenden nood een halve millioen Scudi daar uit te neemen. F 3 ZWIT- Terwijl alleen in Lombariijen en . den Kerkeijken Staat :oerustin;en gemaakt worden.  96 HISTORIESCH ZWITZERLAND. OSiober—December. Officieele Nota van den Franfc/icnRdldent aan den Raad te Gerieve. la Vóór de Franfche Refident te Geneve, na de aankomst der Zwitzerfche troepen, die ftad verliet, en zich begaf na Carrouge, bij den Generaal Montesquiou , verklaarde hij, in eene officieele Nota: ,, dat „ de gedaane flap, met verachting van de in wezen „ zijnde traktaaten, en tegen de trouwe eener plech„ tig bezwooren onzijdigheid , den Uitvoerenden „ Raad in Frankrijk niet anders kon voorkomen, „ dan als eene verbreeking dier tractaaten, en van ,, de eensgezindheid en goede vriendfchap , welke „ tusfchen de flad Geneve en Frankrijk zo geluk„ kig beflaan hadde , en tevens als de uitwerking „ eener zamenfpanning met da tegen de Franfche ,, Vrijheid verbonden Mogendheden. Uat de hei„ lige plicht, om deze zelfde Vrijheid te bewaaren, „ den Uitvoerenden Raad noodzaakte dusdaanigen ,, vijandelijken maatregel door alle middelen af te wee„ ren, welke in zijne macht zijn, en dienvolgens, „ door hem Refident, die Magiflraatsperfoonen, die „ de bewerkers zijn geweest van de verdeeldheden, „ welke twee Natiën flond van een te fcheiden, die „ tot hiertoe altoos vrienden waren geweest, verant,, woordelijk verklaart vooralle gebeurtenisfen, wel„ ka daaruit ftaan te volgen."  SCHOUWTOONEEL. 87 In Frankrijk befchouwde men dien ftap, door de Regeering van Geneve gedaan, uit een allerongunstigst oogpunt. Toen de Minister der Buitenlandfche zaaken deswegens verflag deedt aan de Nationaale Conventie, zeide hij, onder anderen: „ Dat „ de twee partijen , welke de Stad en Republiek „ Geneve zinds eenen geruimen tijd verdeelden, dit „ oogenblik wederom in volle vlam (tonden ; dat „ de Ariftocratifche partij thans de overhand heb„ bende , de verraaderlijkfie voorneemens tegen „ Frankrijk fmeedde , en nu , onder voorwendzel „ van door den inval in Savoyen voor zichzelve „ beducht te zijn, van de Cantons Bern en Zurich „ een onderitand van 1600 man had verzogt en ver„ kreegen, 't geen niet alleen beleedigend was voor „ Frankrijk, maar insgelijks tegen den inhoud der „ tractaaten aandruischte; weshalven de Uitvoeren„ de Raad, het noodig oordeelende zich daartegen „ te moeten verzetten, aan den Generaal Montes„ Quiou bevel had gezonden, om het inrukken dei „ Zwitzerfche troepen binnen Geneve te beletten, „ of dezelve daar uit te liaan , indien zij reeds „ werkelijk binnen getrokken waren. Dat wijders „ de Minister van Frankrijk bij die Republiek ge„ last was, zulks aan de Regeering bekend te maa„ ken, doch tevens aan de Burgers te verzekeren „ dat hoe genaamd geene inbreuk zou gedaan wor „ den, op derzelver vrijheid of perfooneele veilig „ heid , even min als op de onafhanglijkheid de s, Republiek, en Frankrijk geene andeie voldoenin; F 4 » eiscli Hoe het inneemen van Zwitzerfchetroepen te Geneve in Frankrijk befchouwd wordt. Bevelen deswegens aan Mon- tesquiou en aan den Refident gezonden. r  De Rand van Geneve verdeedigc zijngedrag. 88 HISTORIESCH „ eischte; dan alleen het itraffen van die trouwloo„ ze en verraaderlijke Magiftraatsperfoonen , welke ii het inroepen der Zwüzerfche troepen hadden door„ gedrongen." Zodra de Franfche Refident dit bevel ontvangen had, vaardigde hij eene tweede Nota af, bijna woordelijk van dien inhoud, als hem, door den Uitvoerenden Raad was voorgefchreeven , doch niet aan de Regeering , maar aan de Burgeren en Ingezetenen van Geneve geaddresfeerd, 't welk den Kleinen Raad noodzaakte deszelfs gedrag te verdeedigen. Dit gefchiedde , in de eerfte plaats, door zelve de Nota van den Franfchen Refident ter kennis te brengen van de gezamentlijke Burgerij , bij trommelflag daartoe opgeroepen , na aan deze vooraf eene verklaaring te hebben doen voorleezen, waarin de Raad den Burgeren en Ingezetenen onder 't oog bragt: „ Dat Geneve zijne vrijheid verfchuldigd was aan „ deszelfs alliantie^met de'.Cantons Zurich en Bern. „ Dat de Raad het oorlogstooneel zijne muuren „ ziende naderen, den bij die alliantie beloofden en „ reeds zo dikwijls verleenden bijftand had gevraagd, „ waartoe Geneve, als eene fouvereine Republiek, „ een ongetwijfeld recht hadde. Dat het vraagen „ en binnen laaten dezer hulptroepen als eene vij„ andelijke daad voorteftellen , een hoon wss de „ goede trouwe van de Republiek en van het Zwit„ zersch Bondgenoötfchap aangedaan , nadien het„ zelve eene onfehendbaare onzijdigheid plechtig „ verklaard hadde, en iïandvastig aan deszelfs ver- „ bin-  SCHOUWTOONEEL. 89 „ bintenisfen was getrouw gebleeven. Dat het ge„ noemde Bondgenoötfchap , zo wel als de Over„ heid van Geneve, oprechtelijk den vrede begeer„ de; dat de laatfie , van haaren kant , alles had „ gedaan , wat in haar vermogen was , ten einde „ met den vrede ook tevens de zekerheid en vrij„ heid van het vaderland te handhaven ; dat haar „ geweeten haar met niets befchuldigde, en zij den „ uitflag haarer poogingen zou afwagten van de „ rechtvaardigheid haarer zaake, en van de befcher„ ming van het Opperwezen." Vervolgens liet de Raad aan de vergaderde Burgerij een tweede adres voorleezen , waarin hij op nieuw aandrong op de bevoegdheid om hulptroepen in te neemen. „ Zulks was te noodzaaklijker'ge„ worden, wierd daarin gezegd, nadien uit zekeren „ brief, door den toenmaaligen Finantie-minister in „ Frankrijk, Claviere, (die een inboorling was van „ Geneve , doch , uit hoofde van zijne verkleefd„ heid aan de .volkspartij, bij de omwenteling van „ 't jaar 1782. die ftad had moeten verlaaten,) in „ het laatst van September aan een zijner vrienden „ aldaar gefchreeven , noodzaaklijk moest opgemaakt „ worden , dat wanneer ook de Raad geene troe„ pen der Bondgenooten in de ftad had laaten ko„ men, de Franfche Generaal nogthans het oogmerk ,, zou kunnen hebben om zich van Geneve mees„ ter te maaken , zo haast hij zulks voor de vei,, ligheid van Frankrijk noodig oordeelde." Wijders moedigde de Raad de Burgerij ten fterkflen F < aan- En be- rchuldigt de Franfchen van gevaarlijke oogmerken jegens hunne ftad.  9ó HISTORIESCH Een gedeelte der Burgerij bedankt den Raad voor zijne zorg. Welke op nieuw 400 man hulptroepenvraagt en verkrijgt. En een zeer nadruklijkenbrief fchrijfr aan , den Minis- \ ter van aan , om zich des noods, dapper te verdeedigen, en haar vertrouwen te Hellen op den bijftand van geheel Zwitzerland , 't welk door zijne traclaaten, door zijne eer , en door de noodzaaklijkheid van zijne eigen haardfteden te befcherrnen, in het behoud van Geneve het allergrootst belang moest ftellen. Dit adres bragt bij een gedeelte der Burgerij eene gewenschte uitwerking voort. Terwijl alle die het inroepen der Zwitzerfche hulptroepen afkeurden, of om andere redenen misnoegd waren, zich uit vrees ftil hielden , boden de overigen , welke men door allerlei middelen had zoeken te overreden , dat de Franfchen geen ander oogmerk hadden dan dit klein doch bloeijend Gemeenebest in de Franfche Republiek in te lijven , nog dienzelfden dag de Regeering een fmeekfchrift aan, waarin de Raad voor deszelfs zorg bedankt, en verzogt wierd het daar heien te beltieren , dat nog meer hulptroepen , tot /erdere beveiliging der ftad en van haare Ingezetenen , mogten ingeroepen worden. Men verzogt en i/erkreeg hierop van de geallieerde Cantons nog 400 man, benevens de verzekering , dat deze , indien 3e nood zulks vereischte , door nog veel grooter lantal gevolgd zouden worden. Hoewel verre de grootfte meerderheid der buiten lewind zijnde Ingezetenen dit alles met den grootften egenzin aanfchouwde , oordeelde nogthans de Redering haar zelve thans genoeg beveiligd, tegen al t geen de voorflanders der Franfche grondbeginze- len  SCHOUWTOONEEL. 91 len zouden durven onderneemen. Zij geliet zich dienvolgens , als of binnen de muuren haarer ftad de grootfte eensgezindheid heerschte , en fchreef een zeer nadrukkelijken brief aan den Heer le Bruint , Minister van buitenlandfche zaaken te Parijs, waarin zij betuigde : „ met even groot leedwezen als „ verbaazing, uit de nieuwspapieren, een zeer on„ gunstig rapport geleezen te hebben , 't welk die „ Minister geoordeeld hadde , den ^den Oétober „ aan de Nationaale Conventie te moeten doen, zo „ ten aanzien van de denkwijze der Regeering van „ Geneve met opzicht tot Frankrijk, als wegens de „ inwendige gefteldheid van zaaken in de Repu„ bliek, en de redenen van klagten, welke zij aan „ de Franfche Natie had kunnen geeven, door van , de Cantons Zurich en Bern een onderftand te vraagen, op het oogenblik zelve, waarin Savoyen „ het toneel des oorlogs was geworden , omtrent welke zaaken de Raad zich met eene Republi„ keinfche rondborftigheid thans verklaaren zoude. ,, Het was buiten twijfel," (aldus vervolgde,dezelve ,) „ dat de Franfche omwenteling , federt haar „ begin, bij alle klasfen der Ingezetenen van Gene„ ve zeer verfchillende gevoelens en wenfehen had „ doen opkomen; maar het was eene onwaarheid, „ dat de Regeering haare gevoelens en wenfehen „ dienaangaande, op eenigerhande wijze had aan den „ dag gelegd, en noch veel minder zich de minde „ daadlijkheden tegen de Franfche omwenteling ver„ oorloofd had, waarvan de eigen onmacht der Re- Buitenlandfchezaaken te Parijs.  9* HISTORIESCH publiek , haar belang, benevens de aldaar heer- 3, fchende grondbeginzelen, ook zelfs het denkbeeld , „ verboden. Intusfchen was het maar al te waar, , „ dat de Raad, zints eenigen tijd , de allertrouw- . looste lasteringen te dezen opzichte tegen zich „ had zien verfpreiden; maar hoe gemaklijk het ook t „ denzelven zou gevallen zijn , deze om verre te < ,, flrooten , had hij echter gemeend , dat de waar- i „ digheid van eenen zwakken doch fouvereinen Staat i „ zich niet kon verlaagen tot eene opentlijke recht- 1 „ vaardiging, zo lang dusdaanige befchuldiging niet i „ openlijk gefchiedde. Daarenboven had de Fran- i „ fche Refident alle klagten zorgvuldig vermijd, t ,, welke den Raad tot dusdaanige opheldering kon- i „ den aanleiding gegeeven hebben , terwijl de ge„ tuigenisfen, welke hij, bij zijn vertrek van daar, „ nog gegeeven had, aangaande de goede verftand- , „ houding, welke tusfchen Geneve en Frankrijk zo ,, gelukkig beftond, geenzints als een ftrik konden „ aangemerkt worden, in welken hij den Raad dagt , ,, te vangen. Deze protefteerde dienvolgens voor , „ God, voor zijne Landgenooten , voor Zwitzer- , „ land en geheel Europa , dat nimmer eenig foort „ van overeenkomst tusfchen de Overheid van Ge- „ neve met de tegen Frankrijk verbonden Mogend- , „ heden had beftaan, maar de eerstgenoemde, in- „ tegendeel, de openhartigfle en ftiptfle onzijdigheid . „ aangenomen, en fteeds opgevolgd hadde , waar- „ van de Raad thans de verzekering op het aller- , „ plechtigfte hernieuwde, hoe belachelijk ook dusdaani- ,  SCHOUWTOONEEL. 93 „ ge verzekering van wegen eenen Staat mogt fchij„ nen , die, gelijk de hunne, onvoorzien was van, „ aile middelen hoe genaamd, om eenigerhande daar „ mede ftrijdige maatregelen te onderneemen." Na vervolgens den Minister verzekerd te hebben, dat de verdeeldheden, welke de Republiek zo lang ontrust hadden, ten eenenmaale waren opgehouden, dat beide partijen zich ten voordeele eener Volksregeeiïng hadden vereenigd , en zelfs de Burgerij haaren wensch te kennen had gegeeven, dat de Souvereine Raad mogt bijeen geroepen worden, ten einde aan de Sijndics en Raad een oneindig uitgeftrekter macht op te dragen, dan aan deze door de Conftitutie toegekend was, poogde dezelve wijders aan te toonen : ,, Dat het inroepen der Zwitzerfche „ troepen, wel verre van als een bewijs aangemerkt „ te kunnen worden van daadlijke verdeeldheden, ,, of van de zege, door eene partij over de ande„ re behaald, veel minder nog als een maatregel, „ door heerschzuchtige fcheurmaakers genomen, die „ den Koning van Sardiniën, of eenige andere bui,, tenlandfche Mogendheid , waren toegedaan, in„ tegendeel alleen het uitwerkzel was geweest van „ een voorzichtig wantrouwen, 't welk de zekerfte ,, waarborg der zwakken is. Dat deze ftap van de ,, uiterfte noodzaaklijkheid was geworden , door den „ inval der Franfchen in eene digt aan de Repu„ bliek grenzende Provincie, aangezien Geneve al„ dus gevaar liep , of door de troepes van de eene, „ of door die van de andere der oorlogende partij- Waarin ook verzekerd wordt, dac geene verdeeldheden te Geneve plaats hebben.  94 HISTORIESCH „ tijen , bezet te worden; dat de aankomst eener „ Franfche Armée , tot voor de poorten van Ge„ neve , eer nog de hulptroepen alle daar binnen „ waren getrokken, deze voorzorge in allen deelen „ billijkte, waarbij het onbegrijpelijk was, hoe eene „ zo talrijke Armée, als de Franfche, eenigermaa„ te kon ontrust wezen door het inneemen van „ 1600 man, in een ftad van Kooplieden , Kons„ tenaars en Handwerkers; te meer, daar zulks, „ in den volkomenften zin, overeenkomftig was met „ de in wezen zijnde f-^aaten. Dat die wettige ,, bijftand van aloude Bondgenooten en Medebur„ gèrs van eenen zelfden ftaat, bij de geheele Bur„ gerij van Geneve zeer veele goedkeuring had weg„ gedragen, en deze hunne Zwitzerfche broederen „ met zo veel genoegen ontvangen hadde, dat de „ Sijndics en Raad, zonder zich aan eene eerlooze „ daad fchuldig te maaken, dezelve niet wederom „ van daar konden verdrijven, gelijk van hun ge„ eischt wierd, voor en aleer zij deswegens met „ die twee geallieerde Cantons geraadpleegd had„ den, welker Afgevaardigden nog dienzelfden dag „ binnen de muuren van Geneve verwagt wierden. ,, Wat dan ook gebeuren mogt, zouden de Sijndics „ en de Raad niets doen , dan op hunnen raad, „ en overeenkomftig met derzelver gevoelens, waar,, van de verklaaring aan den Generaal Montes„ quiou reeds gedaan was. Eindelijk, wat de be„ dreiging aanbetrof, van die fnoode Magiftraats„ perfoonen en verraaders van hun Vaderland te „ doen  SCHOUWTOONEEL. 95 „ doen ftraffen, welke de inroeping doorgedrongen „ hadden , moesten de Sijndics en de Raad ver„ klaaren , dat die bedreiging , alreeds zo ftrijdig „ met de onafhanglijkheid van Geneve, hun noch „ verfchrikken, noch tot ftilzwijgen noodzaaken zou„ de. Dat het befluit daartoe met eenpaarigheid „ van Hemmen was genomen , ten einde het Va„ derland voor de gevaaren te beveiligen , die het „ bedreigden, en nog bedreigen konden; indien ech„ ter die gevaaren, ten kosten van derzelver bezit„ tingen en leeven konden afgeweerd worden, zou„ den zij de hand zegenen , welke die offerhande „ op hunne perfoonen zou verrichten , ten einde „ van de Franfche Republiek, nog maar in haare „ wieg zijnde , den fmet af te weeren , dat deze „ met haar alvermogen het Vaderland verpletterde, „ van dien Wijsgeer, welken zij als haaren grond„ legger aanmerkte." Ondertusfchen waren de Franfche troepen daar omftreeks, tot bijna ao,ooo man vermeerderd, heb-, bende bij zich veele zwaare Artillerij, en alles wat tot eene belegering vereischt wierd. Dezelve ontzagen als nog het grondgebied dezer kleine Republiek, en vergenoegden zich alleen den toevoer van levensmiddelen en andere benoodigdheden voor de ftad van de landzijde af te fnijden, 't geen den inwoonderen nogthans weinige ongelegenheid veroorzaakte, dewijl men den geftadigen toevoer over het meir van Geneve niet beletten kon. Montesquiou, die dikwijls onderhandelingen had met eenige Afgevaardigden De Frati' fchen vermeerderen,omtrent Geneve. En beletten den toevoer over land. Montesquiou betoont zich ongenegen  96 HISTORIESCH om Geneve aan te tasten. Nieuwe bevelen door den Uitvoerenden Raad aan hem gezonden. De Nat. Conventie herroept het traétaat van guarantie, van 'tjaari782. den uit de Regeering, ftelde, in verfcheiden zijnet1 brieven, aan den Uitvoerenden Raad te Parijs gefchreeven, het verfchil met Geneve telkens voor als eene zaak van te gering aanbelang, om de Franfche Republiek uit dien hoofde in gevaar van eene vredebreuk te brengen met het Zwitzersch Bondgenoötfchap. Frankrijk, zeide hij, zou daardoor niet alleen allen roem en alle de voordeelen weldra verliezen, welke men in Savoyen en Nizza reeds behaald hadde, maar de verbonden Mogendheden zouden ook aldus een machtige fteun verkrijgen, 't geen de Franfche Republiek te eerder behoorde te vermijden, nadien het zeer waarfchijnlijk was, dat in het aanftaande voorjaar nieuwe vijanden tegen haar in het Zuiden zouden opkomen. Deze drangredenen, even min als de brief van den Raad van Geneve, deeden niets af bij de Uitvoerende Macht in Frankrijk, welke van haar eenmaal genomen plan niet willende afzien, thans de ftelligfle bevelen zond aan Montesquiou, om- een fpoedig einde te maaken aan de onderhandelingen , of den gedaanen eisch met geweld door te zetten. Toen de Minister van Buitenlandfche zaaken hiervan verflag1 deedt aan de Nationaale Conventie, wierd zulks niet alleen in dezelve goedgekeurd , maar deze decreteerde daarenboven: „ Dat dewijl „ het edict van Geneve, van den jaare 1782, door „ geweld was ingevoerd , en het tractaat van den ,, inden November deszelfden jaars, waarbij Frank„ rijk het genoemde edict, met betrekking tot de „ al-  S C H O U W T O O N E E L. 97 „ aldaar diertijds vastgeftelde Conftitutie , guaran„ deerde , niet anders kon befchouwd worden dan „ als eene onderlinge verbintenis van dwingelan„ den, ten einde de dwingelandij op den troon te houden; dewijl ook wijders het guarandeeren van „ eenigerhande Conftitutie een wezenlijke aanval „ is op de onafhanglijkheid der geguarandeerde Mogendheid , zij diensvolgens de Uitvoerende Macht | „ beveelt, om aan de Republiek Geneve, benevens „ de Cantons Bern en Zurich, te doen verklaa„ ren, dat de Franfche Republiek voor haar aan- ! ^3, deel afziet van dat tractaat, en van alles wat het „ beftuur of de Conftitutie van Geneve eenigzins „ betreft." Dit befluit der Nationaale Conventie, gevoegd bij de voorafgegaane bedreigingen, en het fteeds toeneemend misnoegen der Burgerije, bewoog eindelijk de Regeering, om ernftig aan een verdrag te arbeiden met den Generaal Montesquiou. Hetzelve was, den zijlen October , reeds werkelijk tot ftand ge' bragt, en beftond uit zes artikelen , waarbij alle | vroeger tractaaten tusfchen de Republiek Geneve en 1 haare nabuuren geflooteh, gelijk mede het vijfde ar; tikel van het traclaat van onzijdigheid van 1782, wierden bevestigd, en men wijders onderling was overeengekomen, dat de Zwitzerfche troepen, toen 1 binnen Geneve zijnde, bij gedeelten van daar zouden uittrekken , en uiterlijk den eerften December 1 al te famen die ftad moesten ontruimd hebben. Daartegen zou al het grof gefchut uit het FranG fhe Montesquiou (luit een verdrag met den Raad van Geneve.  Verandering in de denkwijze der Zwitzers, ten aanzien vat de Franfche zaaken. os HISTORIESCH fche leger, daags na de tekening van het verdrag, na de vestingen en tuighuizen in Frankrijk terug gezonden, en bevel gegeeven worden, om de marsch van nieuw aannaderende troepen te doen ftaaken. Voorts moesten alle Franfche troepen , omftreeks Geneve gelegerd, insgelijks bij gedeelten en alle voor den eerden December, zich van daar verwijderen, laatende op den afftand van tien uuren in 't rond, flechts de noodige detachementen , om de rust en goede orde in dat gedeelte van Savoyen te kunnen handhaven. Terwijl het verfchil met Geneve aldus op het punt ftond van in der minne bijgelegd te zullen worden, als zijnde daarenboven , bij een der artikelen van hetzelve , uitdrukkelijk bepaald , dat de ratificatie ! binnen agt dagen zou moeten uitgewisfeld worden, begon men door geheel Zwitzerland , de Franfche zaaken over 't algemeen met een gunstiger oog te befchouwen , dan tot hiertoe gefchied was. Van het regiment Zwitzerfche Guarden waren ongelijk meer foldaaten in hun Vaderland wedergekeerd, dan men , ingevolge van de eerfte en zeer vergrootte vernaaien wegens de nederlaag, die hetzelve te Parijs had geleden , kon verwagten ; en dewijl deze eenpaarig verzekerden , dat zij den eerden aanval tegen het volk, op bevel hunner Officieren hadden gedaan , verminderde zulks allengs den nadeeligen indruk , welke die gebeurtenis op de gemoederen gemaakt had. Hierbij kwam nog, dat zich de Oostenrijkers, federt eenigen tijd zeker gezag over het Bond-  SCHOUWTOONEEL. 99 Bondgenoodfchap aangemaatigd, en reeds meermaalen het Zwüzersch grondgebied gefchonden hadden, waarover men, ongeacht de herhaalde voorftellingen aan de Oostennjkfche Regeering te Frijburg deswegens gedaan , geene gerustftellende voldoening had knnnen verkrijgen. Boven al klaagden de grensbewoonderen over de aanhoudende moedwil en plunderingen van fommige Oostenrijk/die Vrij-corpfen, waaronder het zogenaamd Serviesch Vrij-corps , 't welk uit een woesten hoop Serviërs , Bosniakken , Montenegri* ners en Turken famengefteld , dikwijls tot in de Zwitzerfche Dorpen ftroopte , beroovende de inwoonderen van hunne have en vee, waartegen de Franfchen, overal, de ftrengfle krijgstucht onderhielden. Van deze veranderde denkwijze zag men een doorflaand bewijs in de Regeering van het Canton Bérn, welke nog onlangs, op den Landdag xeArau, zoo zeer voor eenen oorlog met Franh ijk geijverd had de. Toen kort daar na eenige Franfche troepen zich vertoonden in het Bisdom Bafel , en de enge pasfen bij Porentru in bezit namen, was de Bernfche Regeering hierover zeer te onvreden. Zij beweerde, dat zulks zo al geenen wezenlijken aanval, ten minsten eene fchending was van het Zwïtzersch grondgebied , nadien het genoemde Bisdom met verfcheiden Zwitzerfche Cantons geallieerd zijnde, noodzaaklijk in derzelver aangenomen onzijdigheid moest begreepen worden. Te zeiver tijd liet zij een aanzienlijk gedeelte haarer krijgsmacht aan G 2 .de HetCanton Bern bekiaagt zich over hec inrifikken der Ft anjchen in he: Bisdom Bafel.  En zendt eene aanzienlijkekrijgsmacht na de grenzen. Reden, wike de Franfchen daanoe bewogenhadden. Het gefchil hierover in der minne bijgelegd. ioo HISTORIESCH de grenzen van dat Bisdom , en in het land van Waadt {Pais de Vaud^ bijeen trekken , ten einde het verder indringen der Franfchen aan dien kant te beletten, eifchende ondertusichen , dat deze de landen haarer Bondgenoot wederom ontruimen zouden. De Franfchen daartegen beweerden, dat het Bisdom Bafel een wezenlijk gedeelte was van het Duitfche Rijk , in 't welk zich de Oostenrijkfche troepen met geen ander oogmerk hadden genesteld, dan om, te gelegener tijd , van daar een inval in Frankrijk te kunnen doen; en dewijl de enge pasfen bij Porentru de fleiitels waren tot de Departementen van den Boven-rhijn en Doubs , waren zij genoodzaakt geweest hunne vijanden uit dezelve te verdrijven , en die pasfen , benevens nog andere plaatfen in het genoemde land, te bezetten, waar zij van de inwoonderen met open armen waren ontvangen. Deze redenen vonden ten laatften ingang bij het Canton Bern, 't welk niet alleen de billijkheid daarvan erkende, maar zelfs den Opperbevelhebber zijner troepen in het land van Waadt gelastte, om zulke maatregelen met den Generaal Montesquiow te overleggen, welke best gefchikt zouden wezen, zonder nogthans van de aangenomen neutraliteit in 't minfte af te wijken , alle aanleiding tot misverRand voor te komen , of de goede vriendfehap te ftooren, welke tusfchen Frankrijk en het Zwitzerfche Bondgenoötfchap zo gelukkig plaats hadde. Een gedeelte der Bernfche troepen trok te zeiver tijd weder-  SCHOUWTOONEEL. 101 derom van daar terug, terwijl 'er verzekering wiard gegeeven , dat zo haast het verdrag met Geneve door de Nationaale Conventie zou bekrachtigd zijn, ook de overgebleevene terftond terug zouden trekr ken, en alle verdere gefchillen met Frankrijk op de beste wijze gefchikt worden. Dan wel verre van daar, dat de Uitvoerende Raad het door Montesquiou gefloten en getekend verdrag zoude goedkeuren , was dezelve in tegendeel zeer misnoegd op dat Legerhoofd , bijzonder wegens het tweede artikel, waarbij bedongen was , dat zich de Franfchen tien mijlen verre van Geneve moesten verwijderen, zonder dat zulks, wederkeerig, ten aanzien van de Zwitzerfche troepen was bepaald. Om deze reden, en dewijl ook Montesquiou zijnen last in andere ftukken was te buiten gegaan, weigerde de Uitvoerende Raad hetzelve te bekrachtigen, en zondt het verdrag met eenige veranderingen terug, die hem gelast wierden dat daarin gemaakt moesten worden , waaronder ook was de vernietiging van het traktaat van 1782. Hierop wierden de onderhandelingen wederom hervat. De Gedeputeerden van Geneve verklaarden, dat zij bereid waren alle eifchen van den Uitvoerenden Raad in te willigen , alleen die ten aanzien van het gemelde traclaat uitgezonderd , 't welk zij als de veiligfte waarborg, voor de onafhsnglijkheid van Geneve befchouwden, en eischten dienvolgens , dat hetzelve niet alleen moest in wezen blijven, maar ook in een der artikelen van het verdrag uitdruklijk vermeld G 3 wor- De Uitvoerende Raad te Parijs is misnoegd op Montesquiou. En weigert bet van hem gefloten verdrag met Geneve te bekrachtigen.  Tweede verdrag gefloten. 't Welk nieuwe reden ge^ft tot misnoegen. Montesquiou var h'et bevel over het sllpisch le ger ontzet. 102 HISTORIESCH worden. Montesquiou bewilligde hierin ten tweedenmaale , waarna men den aden November een nieuw verdrag tekende, 't welk hoofdzaaklijk overeenkwam met dat van den ziften Oétober , doch waarin ten aanzien van de Zwitzerfche troepen nu ook hetzelfde, als wegens de Franfche troepen vastgefteld wierd. Hiermede voltooide Montesquiou zijnen val. Behalven eene menigte vrij zwaare klagten, bij de Nationaale Conventie tegen hem ingebragt, werd hij thans befchuldigd , de belangen en de waardigheid der Franfche Natie fchandelijk verraaden, en met eenige Ariftocraaten van Geneve een eerloos verdrag gefloten te hebben, waardoor hij de Patriotten aldaar had bloot gefield aan derzelver willekeurige vervolgingen. Uit dien hoofde wierd hij, door een formeel decreet, van het bevel over het Alpisch leger, ontzet, en last gegeeven om hem in hechtenis te neemen. De Conventie weigerde tevens het op nieuw van hem gefloten verdrag te bekrachtigen, en beval den Uitvoerenden Raad, de Regeering van Geneve aan te duiden, dat de Zwitzerfche troepen, haare ftad en grondgebied tegen den eerflen December zouden hebben te ontruimen, in welk geval de onzijdigheid en onafhanglijkheid der Republiek zou geëerbiedigd worden, en ook alle Franfche troepen, voor zo verre deze haar grondgebied mogten bezet hebben , van hetzelve zouden terug trekken, De  SCHOÜWTOONEEL. 103 De Franfche Refident Chateauneuf, die, terftand na de tekening van het eerfte verdrag , in Geneve was terug gekeerd, gaf van dit decreet aan de Regeering aldaar kennis. En deze, hieruit ziende, dat de zaak welligt de ernftigfte gevolgen voor haar zou kunnen hebben, te meer, dewijl in de Nationaale Conventie reeds opentlijk gezegd was, dat de Regeering van Geneve ter kwader trouw handelde, en Frankrijk zogt om den tuin te leiden, gaf, zonder op een formeel verdrag, of eenigerhande voorwaarden verder aan te dringen, den zyjlen November, door eene Officieele Nota, aan den Franfchen Refident kennis, dat zo wel de groote als kleine Raad, zich verlaatende op de plechtige verklaaringen door Frankrijk gedaan, befloten hadden alle Zwitzerfche troepen den eerffen December van daar weg te zenden. Zij betuigde wijders , zeer veel genoegen te neemen in het decreet der Nationaale Conventie , waarbij de acte van guarantie van den inden November 1782. was ingetrokken , nadien men zulks als een bewijs aanmerkte , dat de Franfche Republiek vast befloten hadde, geenerhanden invloed te willen hebben op de Regeering , noch op het inwendig beftuur van Geneve; dat ook de Raad, a federt een geruimen tijd was bedagt geweest , orr zo wel bij den Koning van Sardiniën en het Can ton Bern, als bij de Franfche Regeering, het in trekken der gemelde acte van guarantie te verzoe ken , maar dat de tegenwoordige Staatkundige ge fteldheidheid van Europa het zeer bezwaarlijk maa G 4 ken De Regeering van Geneve bewilligt in de eifchen door Frankrijk gedaan.  Begin vai de omvven teling in Geneve. Waar eene volkomen gelijkheid van rechten door het volk wordt ingevoerd. 104 HISTORIESCH kende zulks van deze drie Mogendheden eenpaarig te verkrijgen, de eenige reden was geweest, waarom men die zaak tot hiertoe uitgefteld hadde. 1 Nauwlijks hadden de Zwitzerfche troepen de ftad ontruimd, of een groot aantal misnoegde Ingezetenen , welke, met ongeduld , zfch verftoken zagen van het Burgerrecht, benevens alle daaraan verknochte voordeelen, vatteden terftond de wapenen op, en begeerden gelijke rechten als de andere Burgers. De Regeering hierdoor ontrust, zondt eenige Afgevaardigden uit haar midden in derzelver talrijke bijëenkomften , welke in onderfcheiden wijken van de ftad gehouden wierden , ten einde deze lieden te overreden , om de wapenen neder te leggen , alzo de Overheid gereed was aan derzelver begeerte te voldoen, door eene algemeene gelijkheid van rechten in te voeren , en het ftadsrecht van Geneve, tot nu toe alleen aan een klein .getal Burgeren vergund, tot alle Ingezetenen, zo van de ftad als het platte land uit te flrekken, waartoe het ontwerp van eene wet alreeds door den kleinen Raad was opgefteld. Dit voorftel kwam te laat. De misnoegden, die zo dikwijls te vergeefsch op eene hervorming van dien aart hadden aangedrongen, wilden dezelve nu niet meer aan de gunst der Regeering , maar aan hunnen eigen invloed te danken hebben. Zij booden dienvolgens, na zich eerst van het arfenaal benevens al het gefchut meestergemaakt, en de voornaamfte posten bezet te hebben, den kleinen Raad een  SCHOUW TOONEEL. 105 een nieuw ontwerp tot eene wet aan, door hun zelve opgefteld, welke zij begeerden, dat terftond aan den Souvereinen Raad ter bekrachtiging zou worden voorgelegd. De tijd van weigering was thans voorbij ; invoegen deze wet , door de meerderheid des volks voorgefchreeven, in alle deelen goedgekeurd, "en aldus de geheele Natie eensklaps in het bezit der fouvereiniteit gefield wierd. Daags daaraan wierden in alle wijken vrijheidsboomen geplant. Men benoemde vervolgens een Commisfie van veertig Burgeren , ten einde alle fchikkingen ten aanzien van het toekomend beftuur, eii de veranderingen welke men in de regeeringsvorm begeerde gemaakt te hebben , met de Magiftraat te overleggen. Deze Commisfie eischte onder anderen , dat verfcheiden Magiftraatsperfoonen van hunne posten ontzet , en de Militaire macht, welke tot hiertoe aan eenige Leden van den Raad was toevertrouwd, in handen moest gefield worden van een onafhanglijk Committé, uit de' Burgerij te benoemen. Aan dit verdrag, 't welk uit verfcheiden artijkelen beflond, weigerde de Magiftraat haare toeftemming. De misnoegden, die , tot op dit oogenblik zich zeer gematigd betoond hadden , wierden door deze weigering verbitterd, en kwamen op nieuw in de wapenen. De tegenpartij wapende zich insgelijks , terwijl de verdeeldheden tot die hoogte reezen , dat zeer veele ingezetenen uit vrees de ftad verlieten. Eindelijk kwamen de beide partijen in zoo verre overeen , dat de groote en kleine Raad G 5 voor- De groote en kleine Raad wor d.:n beide spgefchort.  Geheele omwenteling in de regeeringsvorm te Geneve. Alsmede in he; Bisdom Bafel. 106 HISTORIESCH vooreerst beide opgefchort, en, in derzelver plaatzen, door de Commisfie, twee Committées benoemd zouden worden, waarvan het een zorgen zoude voor het algemeen beftuur, het ander voor de algemeene veiligheid, terwijl nog een derde Committé over de krijgszaaken het bewind zoude hebben. Deze fchikking baande den weg tot eene geheele omwenteling, welke ook eerlang volbragt wierd, zonder iemand in zijn perfoon of goederen te benadeelen, en met zo weinig bloedftorting, dat daarbij Hechts één jongeling, bij toeval, door een fnaphaanfchoot gedood was. Om vervolgens allen fchijn weg te neemen, als of dezelve met geweld was ingevoerd, en gewapenderhand doorgedrongen, lieten de vereenigde Committées den voormaaligen fouvereinen Raad bijeen roepen, aan welken zij alle ftukken , tot de gebeurde omwenteling betrekkelijk , voorleiden , met verzoek dezelve te bekrachtigen. Dit gefchiedde den poften December , toen de geweezen fouvc-reine Raad, met eene meerderheid van 1884 tegen 318 ftemmen, alle tot hiertoe genomen maatregelen goedkeurde, en wijders befloot, dat de door het volk aangeftelde provifioneele macht , in de vereenigde Committées berustende, zich beezig zoude houden met eene nieuwe Conftitutie voor de Republiek Geneve te ontwerpen. In het Bisdom Bafel zag men eene bijna gelijke omwenteling. De Burgers van Porentru en eenige andere plaatfen, verklaarden, dit Gewest, in de maand November, voor eene vrije en onafhanglijke Republiek ,  SCHOÜWTOONEEL 107 bliek, bij den naam van Raurafiën, en zonden toen eenige Afgevaardigden na Parijs, ten einde den bijftand der Nationaale Conventie te verzoeken. Deze Afgevaardigden bragten dezelve onder 't oog, dat hunne Landgenooten, federt verfcheiden jaaren veele vergeeffche poogingen gedaan hebbende, om zich te ontdoen van de dubbele ketenen, waardoor hun Vaderland aan de heerfchappij des Bisfchops van Bafel en het Duitfche Rijk was geklonken , door haar decreet van den ujden November op nieuw moed gefchept, en eene Staats-omwenteling bewerkt hadden, welke hunne vrijheid op onwrikbaare grond- ftellingen zou verzekeren. Dit bragt een befluit te weeg van de Nationaale Conventie, waarbij deze nieuwe Republiek in de onmiddelbaare befcherming van Frankrijk genomen, en den Generaal over het Alpisch leger gelast wierd den noodigen bijftand aan dezelve te verleenen. Zo haast de Ingezetenen hiervan verwittigd waren, verklaarden zij den VorstBisfchop van Bafel, die na Conftantz gevlugt was, voor een meineedig Regent, wien zij alle gehoorzaamheid opzeiden, namen zijne goederen, benevens die van het Dom-kapittel , in beflag , ontfloegen alle Vorstelijke Amptenaaren, en verbonden zich onderling , om hunne pas verkregen vrijheid , tot den laatften droppel bloeds, te verdeedigen. DUITSCH- 't Welk onder de befcherming der Franfche Republiek wordt genomen.  Aftocht der Duitfche legers uit Frankrijk. 108 HISTORIESCH DUITSCHLAND. OStober—December. De onverwante aftocht der Duitfche legers uit Frankrijk, verbaasde geheel Europa. Men maakte daarover veelerhande en zeer verfchillende gisfingen; dan de eigentlijke redenen waren, toenemend gebrek aan levensmiddelen , aanfteekende ziektens , welke het onvermijdelijk gevolg geacht wierden van een zeer ongunstig jaargetij, benevens de blijkbare onmooglijkheid om tot Parijs door te dringen , of zelfs de winterkwartteren op den vijandlijken bodem te betrekken. Geduurende de geheeje maand Augustus , waren de Duitfchers bloot gefield geweest aan de felfte zomer-hitte , waarop , in September, natte koude, met aanhoudende flortregens, volgden. De landflreek , in welke zij zich bevonden , leverde niets op tot hunne verkwikking , en de verre affland der magazijnen, maar boven al de verbaazend flegte wegen , maakte den toevoer van levensmiddelen en andere benoodigdheden , ten uiterflen bezwaarlijk , terwijl intusfchen alle poogingen , om de Franfche Hoofdarmée uit haare zeer voordeelige legerplaats bij St. Menehould te lokken, even vruchteloos geweest waren; gemerkt Dumouriez , die het lot van geheel Frankrijk niet waagen wilde aan eenen beflisfenden veldflag, reeds genoeg meende gedaan te hebben , wanneer hij zich flaande hield  SCHOUW TOONEEL. 109 hield aan eene plaats, waar zijn leger van tijd tot tijd kon verfterkt worden, en dat van zijnen vijand, daartegen, noodzaaklijk verzwakken moest. Dewijl de toeftand der geallieerde legers in dezer voegen dag aan dag verergerde, bleef voor dezelve geen ander middel van behoud over, dan de terugmarsch aan te neemen. Van dezen merkwaardigen aftocht gaf Dümouriez het volgend verflag aan den Oorlogs minister: „ Volgens alle berichten „ der gevangenen en overloopers," (zeide hij,) „ is het vijandelijk leger door den honger, de ver„ moeidheid, en den rooden loop, uitgeput. Het„ zelve breekt eiken nacht op, en marcheert ieder „ dag maar één of twee mijlen , om zijne bagage „ en zwaar gefchut te dekken. Wij maaken ge„ duurig jagt op deszelfs agterhoede , en neemen „ veele krijgsgevangenen. Verdun is met vijf dui,, zend , en Gr and-pré met meer dan agt duizend „ zieken opgevuld. Ik heb het leger van la Lum „ en l'Hiron , 't welk de Pruis/en bezet hadden. „ doen onderzoeken : men heeft in hetzelve meei „ dan 300 doode en half opgegeeten paarden, ah „ ook veele agtergelaaten goederen,' benevens eener „ grooten voorraad van hout, gevonden. De grach „■ ten hunner fecreeten waren vol bloed , en alle; „ doet blijken, dat zij daar eene menigte van doo „ den begraaven hebben. De wegen zijn overa „ bezaaid met doode paarden. Gij kunt uit dez „ bijzonderheden opmaaken , hoe ellendig het me „ de vijandelijke Armée gefield zij. In de plaatfen doe Verflag van Dumouiuez wegens dézen merkwaardigen aftocht. [ l t » r  JIO HISTORIESCH De Prut!fenen Hesfen komen bij Verdun, Verdun , Longwij, en andere plaatfen door de Franfchen veroverd. door haar veroverd, als Longwij, Verdun enz., „ kunnen dezelve volftrekt niet overwinteren, de- wijl daar alle voorraad verteerd is. Zij kunnen „ ook geene belegeringen van Mezieres, Sedan, of „ Montmedi ondemeemen, in het gezicht eener ze„ gevierende Armée , en hebben dus geene andere „ toevlucht, dan, of door het Luxemburg fche te„ rug te trekken, of zich na het Hertogdom Twee,, bruggen te begeeven, om aldaar te overwinteren , „ en verfterking af te wagten." De aftocht gefchiedde in verfcheiden kolommen uitnemend langzaam, en ging verzeld met zeer veele moeijelijkheden en gevaaren, niet tegenrtaande de Hertog van Brunswijk , benevens de verdere Legerhoofden , tot verligting derzelver onderhoorige troepen alles in het werk fielden, wat men van hunne krijgskunde en ervarenheid kon verwagten. Uit hoofde van de zeer flegte wegen, kwam de laatfie kolom Pruisfen en Hesfen niet eerder dan den gden Oclober wederom bij Verdun aan. De Generaal Dillon , die haar met een corps van 12000 man op de hielen volgde , liet deze ftad terftond opeifchen, en men gaf dezelve over, zonder de geringfte tegenweer te bieden. Daags na de gedaane opeifching, wierd reeds eene der poorten aan hem ingeruimd, en den inden trok de Pruisfifche bezetting , ingevolge eener getroffen capitulatie, van daar uit. Te zeiver tyd trof Valence een verdrag met den Pruisfifchen Generaal Kalkreuth, wegens de overgave van Longwij, waarbij bepaald wierd, dat die  SCHOUWTOONEEL. 111 die vesting, den iSden October in denzelfden ftaat zou worden terug gegeeven , als waarin zij bij de overgave aan de Pruis/en was geweest. Alle de overige fteden en posten , welke de vereenigde legers op den Franfchen bodem in bezit genomen hadden, wierden voor en na insgelijks ontruimd. Den zijlen October waren op denzelven geene Duitfche troepen meer te zien, hebbende den Generaal Clairfait, met het gros der Oosienrijkfche Armée, den weg genomen na Namen, waartegen de overige Oostenrijkers, benevens de Pruïsfen en Hesfen , dien na Luxemburg infloegen. Deze gebeurtenis wierd den volgenden dag , door eene algemeene losbranding van al het grof gefchut in de Franfche legers en vestingen, der Natie aangekondigd. De Generaal Kellerman volgde , aan het hoofd der Franfche Armée, de Duitfchers van zeer nabij , terwijl verfcheiden afzonderlijke Corpfen , aangevoerd door Bournonville , Dillon en Valence , niet aflieten dezelve geftadig te ontrusten. La Bourdonnaye was intusfchen tot ontzet van Rijs fel aangerukt, en had den Hertog Albert van Saxen-Tesfchen, genoodzaakt, om het beleg dier vesting, den Sjien October op te breeken; terwijl de moedige verdeediging , welke de bezetting van Diedenhoven aanhoudend boodt, den Vorst van Hohenlohe Kirchberg eindelijk alle hoop deedt verliezen , om zich van die ftad meester te maaken, welke, na eene zeer zwaare belegering van 53 dagen, den x$den October daar van verlost wierd. De Elet beleg van Rijsfel ia Diedenhoven opgebroken.  112 HISTORIESCH Dumouriez te Parijs. Hij doet verflag aan de Nat. Conventie van zijne krijgsverrichtingen. De Veldheer Dumouriez , aan wiens fchikkingen de Franfche Natie zeer veel te danken hadde , was inmiddels na Parijs vertrokken, ten einde het plan tot de verdere krijgsverrichtingen met het Minifterie te overleggen. Hij verfcheen den inden October in de vergadering der Nationaale Conventie, waar hij, als de verlosfer van zijn Vaderland, met algemeene toejuiching wierdt verwelkomd, en een treffend verhaal deedt van de toen plaats gehad hebbende gebeurtenisfen. Van de Vrijheid fprak hij met geestdrift , van zijne Mede-bevelhebbers met hoogachting, en van zich zeiven met befcheidenheid. „Bur„ gers en Wetgeevers ! " zeide hij: „ de Vrijheid „ zegepraalt! door de Wijsbegeerte geleid , zal zij „ alle Volken verlichten , en zich overal op den „ troon plaatfen. De Dwingelanden alleen zullen „ het offer van haar alvermogen zijn. Het leger „ onder mijn bevel, heeft zich om het Vaderland „ verdienstelijk gemaakt. Dat leger, 't welk den „ ï'Sden Augustus, toen ik mij aan deszelfs hoofd „ ftelde, tot zeventien duizend man was gefinolten, „ zonder Opperhoofd, en gefolterd door verraaders, „ verfchrikte noch voor de overwinningen, noch „ voor de wreedheden van tachentig duizend fatel„ liten der Koningen. De wouden van Argonne „ waren voor ons , met meer geluk dan weleer voor „ de Spartaanen, de velden van Thermopyle; wij ,, bleeven overwinnaars, en de flaaven vonden daar „ hun graf. Ondanks de verbaazende overmacht „ onzer vijanden , hebben wij ons te St. Mene\ „ hould,  ^ 'a a a. R V ^a?i/ den v^a-tog t van Jen ^ » 1 1 11- n le n te  Algemeene fchrik in een gedeelte vnn Duitse!}' land. | ( \ UB HISTORIESCH te vertrekken, hoe zeer de laatfte aldus gevaar liepen van in 's vijands. handen te kunnen vallen. Tegen deze handelwijze protegeerde de Keizerlijke Minister, Graaf van Léhrbach, zeer nadrukkelijk, en verklaarde, dat , bij aldien de fchepen en goederen hierdoor geheel of ten deele mogten verboren gaan, men deswegens eene billijke fchaavergoeding van den Keurvorst eifchen zoude. Terwijl Custine van tijd tot tijd troepen afzond, om de Keizerlijke magazijnen aan den Boven-Rhijn weg te neemen, of te laaten vernielen, en de kloosters onder contributie te leggen , verfpreidde zich een algemeene fchrik in dat gedeelte van Duitschland, doch bijzonder aan die plaatfen , waar men de meeste befcherming aan de uitgeweeken Franfchen verleend hadde. In Heidelberg liet de Magiftraat afkondigen, dat, bij aldien de Franfchen daar mogten komen, de Burgerij zich ftil in derzelver wooningen moest houden, en verzekerd zijn kon , dat haar geenerhande leed zou aangedaan worden. Daarenboven liet de Keurvorst, aan alle Regeeringen en Amptenaaren in Beyeren en den Opper-Paltz , een bevelfchrift uitvaardigen, waarin dezelve gelast wierden, bij eene gevreesde aannadering der Franfchen reenerhande tegenweer te bieden, maar alleenlijk te :orgen , dat zijne Onderdaanen door geene al te swaare lasten gedrukt, en de leverantien door hun ;edaan, tegen billijke prijzen betaald mogten worlen. Uit Coblentz» Mentz, Frankfort, Hanau, Viewied en elders, vluchteden zeer veele Ingezetenen,  SCHOU'WTOONEEL. ïl9 tien , met alles wat dezelve konden medeneemen. Uit de eerstgenoemde ftad wierden de Pruisfifche krijgskas, de Keurvorttelijke Archiven , benevens de meeste Kerken fieraaden en andere zaaken van waardij , na Keulen gezonden. In Mentz wapende men de Burgerij, benevens de Studenten , waar bij hog eene menigte Ingezetenen , uit de Dorpen en van het Platte Land, wierden opontboden; om die ftad, des noods , te helpen verdeedigen. Te Frankfort was men zodanig met vrees bevangen, dat geen genoegzaam aantal paarden noch wagens voor de vluchtende menigte te bekomen waren, en de Magiftraat zelfs het verder uittrekken moest verbieden, op verbeurte van het burgerrecht voor de overtreders. De Keurvorften van Mentz en Trier, het Vorstelijk Huis van Baden, alsmede verfcheiden andere Duitfche Vorsten, verlieten insgelijks hunne gewoone verplijfplaatfen, na zij alvoorens derzelver voornaamfte kostbaarheden hadden weg gezonden. Het Riiks-Kamer Gerecht te Wetzlar liet al het geld, bij hetzelve in depofito berustende , in eene naast bij gelegen Hesfifche vesting overbrengen , terwijl het guarnifoen dier ftad met 400 man troepen van den Landgraaf van Hes/en Darmftad verfterkt wierd. Dan deze fchrik , welke , aan den eenen kant tot diep in Hesfenland, en, aan de andere zijde, tot Keulen toe, zich verfpreid hadde, bedaarde allengs, toen men vernam, dat de Franfchen overal de ftrengfte krijgstucht onderhielden , de Burgers en Landbewoonders ongeftoord hunne bezittingen lieten, alH 4 les IVelke allengs beiaart , op het verneemen van de goede krijgstucht der Franfchen.  120 HISTORIESCH Maatregelen te Wc e ven geno men om den oorlog voort te zetten. les met gereed geld betaalden, en het inzonderheid alleen tegen de Keizerlijke magazijnen , alsmede tegen de goederen der Geestelijkheid, fcheenen gemunt te hebben. Te Weenen kwam de eene ongunstige tijding na de andere, Naauwnjks had het Hof de onaangersaame verzekering ontvangen , dat de Nationaale Conventie, reeds in haare eerfte zitting, de Koninglijke waardigheid vernietigd hadde, of hetzelve ontving bijna gelijktijdig bericht , van de zo onvermoedde aftocht der Duüfche legers uit Frankrijk, van de verovering van Savoyen en het Graaffchap Nizza , van den inval der Franfchen in Duitschland , en van de vernieling der meeste Keizerlijke magazijnen langs den Rhijn. Deze zo onverwagte tegenfpoeden maakten het noodzaaklijk, in tijds op gepaste middelen bedacht te zijn , ten einde den oorlog met den meesten nadruk voort te zetten. Het Hof befloot dienvolgens, een groot gedeelte der Oostenrijkfche macht uit de alom verfpreidde (haten des Keizers te doen bijeen trekken, en daarvan de noodige manfchappen, met allen fpoed, na die landen af te zenden, waar dezelve meest vereischt zouden worden. De Standen van Zevenbergen, booden, uit eigen beweeging, den Keizer 2000 rekruuten', benevens 400 paarden aan , terwijl de Hongaarfche Natie 4000 rekruuten en icoo paarden inwilligde. Intusfchen had de eerfte veldtocht de geldmiddelen reeds zodanig uitgeput , dat 'er eene fchikking wierd gemaakt, uit kracht van welke alle bur-  SCHOUW TOONEEL. lai burgerlijke Amptenaaren fltchts de helft hunner bezolding in geld, de andere helft daartegen in coupons , of obligatien, ten lasten van den Staat, ontfangen zouden, welke, na den geëtndigden oorlog, met eene rente van vier ten honderd, zouden ingelost worden. Dewijl het Duitfche Rijk nu werkelijk was aangevallen, drong de Keizerlijke Gezant te Regensburg op nieuw aan op het verkenen van die hulpe, waar toe de Rijks-Randen zo ernftig door den Keizer waren aangemaand, als ook bijzonder op het fpoedig overweegen van de agt vraagen , welke, door het Keizerlijk Decreet van den ijlen September, aan de Rijksvergadering waren voorgelegd (£). Deze behelsden hoofdzaaklijk: i. Of men niet, uit naam van zijne Keizerlijke Majefteit en van het geheele Duitfche Rijk, den oorlog formeel aan Frankrijk behoorde te verklaaren ? 2. Of men alles wat door het vreede-verdrag van Munjler, gelijk mede door volgende traktaaten , aan Frankrijk was afgeftaan en overgedragen, niet behoorde te verklaaren van geene verbindende kracht voor het toekomende te wezen? 3. Of men, ingevalle tot eene oorlogsverklaaring tegen Frankrijk wierd befloten, niet, met allen fpoed, het drie dubbeld krijgs-contingent behoorde bijeen te brengen ; en of dat contingent tegen Frankrijk kon gebruikt worden? 4. Wat ten aanzien van het Opperbevel over dat krijgs contingent. er (A) Zie tweede Deel, eerfte Stuk, bladz. 136. H 5. De Keizerlijke Ge zant te Regensèurgdringt aan op het verklaaren van eenen Rijksoorlog tegen Frankrijk. Vragen aan de Rijksvergadering deswegens voürgefteld.  Waar over de raad pleefingen vooreerst worden uirgefleld. 122' H I S T O Rrl ESCH en deszelfs onderhoud, moest worden vastgefteld? 5. Hoedaanige roaatregflen men zou neemen tot het formeeren eener krijgs-kas, en wegens de uittefchrijvene contributien ? 6. Of alle Onderdaanen van het Rijk , in Burgerlijken of Militairen dienst van Frankrijk zijnde, niet onverwijld moesten terug geroepen, en de uitvoer van paarden , wapenen, krijgsbehoeften en levensmiddelen , derwaards , verboden worden? 7. Wat ten aanzien van den briefwisfel en koophandel met Frankrijk, nuttig of noodig zoude zijn te regelen? 8. Of het niet gevoeglijk ware, even als op andere tijden was gefchied , wanneer het Duitfche Rijk met Frankrijk in oorlog was , aan de Rijksftanden alle neutraliteit te verbieden, en, onder geenerhande voorwendzel dezelve te gedoogen ? De 22/?e October was bepaald , om over deze voordellen te raadpleegen. Nadien de machiigfte Leden van het Duitfche Rijk, alsmede verfcheiden van de mindere Leden zich reeds opentlijk verklaard hadden voor den Rijks-oorlog , dacht men dat dezelve als dan terftond zou befloten worden. Dan, de ontrustende tijdingen wegens den voorfpoed der Franfche wapenen, maakten eensklaps veele der Rijksftanden huiverig, om, in dit bedenkelijk tijdftip hunne ftemmen daar over uittebrengen. Men befloot derhalven deze gewichtige zaak nog vooreerst uitteftellen , waartoe de onpasfelijkheid van den KeurMentzifchen Gezant, tot een bekwaam voorwendzei diende. Se-  / SCHOUWTOONEEL. 123 Sedert de inlevering van het evengemelde Keizerlijk Decreet, waren de zaaken, inde daad, zo merkelijk van gedaante veranderd, dat het voor de kleine Vorsten, die de partij tegen Frankrijk nog niet opentlijk getrokken hadden , veel minder voor de Rijks-fteden, raadzaam kon geacht worden , aan den tegenwoordigen oorlog deel te neemen. Custine, die alle de voordeden inzag , welke het bezit van Mentz aan de Franfche Natie kon verfchaffen, meende geen oogenblik te moeten verzuimen , om een kans tegen die ftad te waagen. Hij vertoefde daar mede niet langer , dan tot de Generaal Biron genoegzaame verfterking had verkreegen, ten einde het Oostenrijksch leger in den Brisgau, onder bevel van den Vorst Esterhazij, in bedwang te kunnen houden; en zo haast hij hiervan verzekerd was , trok hij den i6den October, uit de legerplaats bij Edisheim, aan het hoofd van omtrent 18000 man, derwairds , maakte zich den i%den meester van de gierbrug te Oppenheim , welke men verzuimd had weg te neemen, en kwam reeds den volgenden dag voor Mentz. Hier maakte hij terftond fchikkingen , om, des noods, een algemeenen ftorm te onderneemen ; terwijl de bezetting , welke beftond uit omtrent 2000 man Nasfauwfche, Fuldaafche en andere Kreitstroepen , 1000 Oostenrijkers, 200 Ilufaaren, alsmede eenige Jagers en Artilleristen, met de gewapende Burgers en Studenten te famen ruim 600c man uitmaakende , zijne troepen aanhoudende befchoot uit eene menigte van zwaare ftukken, waarme- "USTINP. wil de ftad Mentz in. iszit neemen. En gaat met z«]iie Armée op marsch. Sterkte dor bezetting vwMenti.  De ftad wordt opgecischt. En gaat bij verdrag over. 124 HISTORIESCH mede de wallen bezet waren, zonder nogthans eenig I merkelijk nadeel aan dezelve toe te brengen. Toen j alles tot den aanval in gereedheid was, liet Custi- I ne de ftad opeifchen. In zijn brief aan den Com- I mandant, vermaande hij denzelven : „ haar door I „ geene vruchtelooze verdeediging, aan verwoes- I „ ting bloot te ftellen, gemerkt hij Commandant, I „ met verlies van zijn hoofd, de rampen zou moe- I „ ten boeten, welke daardoor aan de Burgerij mog- | „ ten overkomen;" daar bij voegende: ,, dat zijne I „ braave troepen , die te Spiers getoond hadden I „ waartoe hunne dapperheid in ftaat was , de ftad I „ aan den ijzeren fcepter zouden weeten te ontruk- I ,. ken van de famengezwooren Tijrannen, die geen I ,, denkbeeld hadden wat het zij een vrij volk te I „ bevechten." Hij fchreef tevens aan de Magi- I ftraat: ,, Dat hij niet gekomen was als vijand, maar I „ als vriend en weldoener, die den Inwoonderen de I „ vrijheid, en een vriendfchappelijk verbond met de I „ zegepraalende Franfche Republiek kwam aanbie- I „ den, welke niets anders beoogde, dan de Dwin- I „ gelanden te ftraffen , de Volkeren van derzelver I „ juk te bevrijden, en deze als Broeders te omhel- I „ zen. Dat dienvolgens de Magiftraat, zo wel als I „ de Commandant der vesting , maar Hechts eene I „ keuze te doen hadden, namentlijk tusfchen ver- | ,, woesting en dood, aan de eene, of vriendfchap I „ en broederlchap aan de andere zijde." De Commandant en Magiftraat verzogten vieren- I twintig uuren tijd van beraad. Dan, op het weige- \ rend É  SCHOUWTOONEEL. 125 rend antwoord van Custine , en de verzekering, dat hij den brandenden moed zijner Grenadiers , om aan te vallen , niet langer kon bedwingen , wierd terftond de capitulatie tot de overgave getekend, waarbij de bezetting den vrijen aftocht met alle krijgseer bedong, onder voorwaarde, van in een jaar tegen de Franfche Republiek niet te mogen dienen. Voorts wierd aan alle Geestelijken en Bedienden van den Keurvorst, gelijk mede aan alle Burgeren toegedaan , met hunne goederen te mogen vertrekken, en aan de bezittingen der inwoonderen alle veiligheid beloofd, waar tegen al het gefchut, beftaande in 237 (tukken van onderfcheiden kaliber, benevens de magazijnen , en eene verbaazende voorraad van krijgsbehoeften, aan de Franfchen moesten worden uitgeleverd. Naauwlijks waren dezelve in het bezit van deze gewichtige vesting, welke voor eene der besten in Duitschland wordt gehouden, of Custine verzuimde niets , om haar op alle mooglijke wijze te verfterken, en tot het middenpunt te maaken van zijne toekomende krijgsverrichtingen. Door haare ligging', aan de famenloop der beide groote rivieren, de Main en Rhijn , (telde dezelve hem niet alleen in ftaat, om den toevoer af te fnijden, welke de Oostenrijkfche legers gewoon waren langs den Donau , en voorts door middel van den Neckar en en Main, verkregen, maar hij had ook aldus een vast fteunpunt in eene der vruchtbaarfte landftreeken van Duitschland, 't welk hem niet dan met zeer vee- Groore aangelegenheidvan Mentz.  iz6 HISTORIESCH Gemaakte fchikltin gen aldaar. En geëischtecontributie. De Franfchen komen binnen Frankfort. Om van die ftad eene zwaare brandfchatting te eifchen. veele moeite, en na een langduurig 'beleg , wederom kon ontweldigd worden. Wijders bevestigde hij de burgerlijke Magiftraat, vooreerst, in het bewind , en verklaarde , dat aan de gewoone wetten den vrijen loop zou gelaaten worden , hoewel onder de uitdrukkelijke bepaaling, dat alle openbaare verrichtingen gefchieden moesten in den naam der Franfche Natie ; eindelijk zouden ook geenerhande veranderingen in de Regeeringsvorm gemaakt worden , dan na de aankomst van Commisfarisfen uit de Nationaale Conventie. Van de ftad eischte hij anderhalve millioenen guldens, tot goedmaaking van de gedaane oorlogskosten, welke fom hij naderhand tot één millioen verminderde. Van hier vaardigde Custine, reeds den volgenden dag, den Generaal-Majoor Neuwinger , met 4000 man af na Frankfort , om ook deze , door haaren koophandel zo bloeijende , ftad , te bezetten, en haar eene brandfchatting van twee millioenen guldens op te leggen. De Magiftraat liet deze troepen, toen'dezelve tot voor de ftad waren genaderd, op haare kosten wel onthaalen , en deedt haar best dezelve verfchoond te krijgen, van de inkwartiering dezer vreemde gasten , of ten minsten eene gunstige capitulatie te bedingen. Dewijl de onderhandelingen hier over wat lang uitgerekt wierden , dreigde Neuwinger ten laatften , dat hij de poort zou laaten openfchieten, en met geweld zijn last uitvoeren. Eindelijk wierpen de Franfchen, tegen den avond , binnen gelaaien , die zich vergenoeg-  SCHOUWTOONEEL. 127 noegden met vooreerst alleen de wacht aan de poorten te bezetten , terwijl de ftads foldaaten in het bezit van de hoofdwacht, en van alle verdere posten gefield wierden. De Magiflraat zondt vervolgens eenige Afgevaardigden na Mentz, om van het Legerhoofd de kwijtfchelding der haar opgelegde brandfchatting te verzoeken , en te bewijzen , dat zij niets gedaan hadden, waardoor zij aan de Franfche Re. publiek billijke redenen van misnoegen kon gegeeven hebben. Alle hunne voorflellingen mogten echter niets baaten, behalven dat alleenlijk Custine, die voorgaf, dat de geëischte fóm flechts eene geringe fchaavergoeding was voor de nadeelen, wel ke de ftad Frankfort, door het inneemen, befcher men en onderfteunen der Franfche Uitgewekenen aan zijne Natie had toegebragt, een halve miilioei afflag verleende. Voor het overige wilde hij , da de opgelegde contributie alleen door de Leden vai de Magiftraat, den Adel en de Geestelijkheid moes opgebragt worden ; met uitdrukkelijke aanzegging dat geld zonder uitftel aan hem te bezorgen; hoe wel hij tevens aan de Afgevaardigden de noodig paspoorten verleende voor eene Deputatie , welk men voorgenomen had aan de Nationaale Conven tie te Parijs aftezen den. De Magiftraat in het onvermogen zijnde, om een zo aanmerkelijke fom binnen den bepaalden tijd 0 te brengen, vermaande haare Ingezetenen, om ieder naar maate van zijn vermogen , daartoe mede t we: Een deputatie van daar aan Custinf. gezonden. Verkrijgt afflag van een halve 1 millioen. t t » 2 Custine 3 doet de ' Magiftraat •> de ichame perfte verwijtingen.  laS HISTORIESCH En vleit de Burgerij in een adres. werken. Deeze deeden zulks zeer gewillig, en zelfs de behoeftigfte lieden bragten hunnen geheel.-n voorraad aan geld, na het Stadhuis , ten einde de Regeering uit haare tegenwoordige verlegenheid te redden. Dan, nauwlijks had Custine zulks vernomen , of hij deed haar de fchamperfte verwijtingen. „ Met welke verbaasdheid," zeide hij, in een brief, over dit onderwerp aan haar gefchreeven, ,, verneem ik de wijze, op welke gij de contribn„ tie verdeelt, die ik van u begeerde ! Niet het „ volk uwer ftad beleedigde de Franfche Natie, „ door de aanneeming haarer Uitgewekenen. Niet „ het volk onttrok de Franfche Republiek haar ge„ reed geld, om hetzelve in de kisten der Prinfen „ uitteftorten. Niet het volk uwer ftad maakte val,, fche Asfignaaten, en bragt dezelve in omloop, „ ten einde de Nationaale Asfignaaten in mis-credit „ te brengen. Niet het volk uwer ftad keurde het ,, drukken van lasterlijke nieuwspapieren goed, die ,, wel het meeste toegebragt hebben, om den geest ,, der Duitfchers tegen de Franfche Conftitutie op „ te zetten; en nogthans wilt gij, dat het volk de „ van u geëischte contributie dragen zal! " ■ Te zeiver tijd liet hij, een adres aan de Burgerij afkondigen, van dezen inhoud: „Burgers! de Conftitutie is „ door de Natie enkel goedgekeurd, om aan de on„ derdrukkingen der Rijken eens eindelijk perk en „ paal te ftellen. Ik verneem dat de Bankiers en de „ voornaamfte Kooplieden uwer ftad, aan onze vijan,, denverbonden, ten einde het gereed geld uit Frank- „ rijk  SCHOUWTOONEEL. i£9 „ rijk te vervoeren , en daar voor valfche Aïfig„ fignaaten in omloop te brengen, het volk zijn aandeel aan de contributie heeft willen doen be„ taaien, terwijl ik dezelve maar alleen van de Rij„ ken wil betaald hebben. Verftaat daartegen, dat „ ieder , die niet ten minsten dertig duizend gul„ dens eigen vermogen bezit, van gemelde contributie zal bevrijd wezen, en indien de zodanigen daar toe reeds betaald mogten hebben, zulks aan „ hun zal moeten terug gegeeven worden. Ik ben „ na Duitschland gekomen, om het volk de vriend„ fchap en een verbond met de Franfche Republiek „ aan te bieden, aan de Despooten te toonen, dat ,, de vrij geworden Franfchen alleenlijk wenfehen de zwakken te befchermen , en om de onrecht„ vaardige beftierders van rijkdommen te overtui„ gen, dat de menfehen, volgens het geboorterecht, „ aan eikanderen gelijk, niet beflemd zijn om het „ juk der Rijken te draagen." Dit adres had geenzins de verwagte uitwerking. Eenige dagen na deszelfs afkondiging , boodt de Burgerij den Generaal een tegen-adres aan, waarin zij haaren dank betuigde voor zijne goede oogmerken ten aanzien van de mindere volk-klasfen, doch hem tevens verzekerde : ,, dat de Burgeren van „ Frankfort, aan geenerhande onderdrukking noch „ kwaade behandeling bloot gefteld , die vrijheid „ reeds in de daad genoten, welke hij dezelve was „ komen aanbieden. Dat de Magiftraat verkoren wordende uit de Burgerij, en zelfs uit de klasfe I „ dei Tegenadres van de Burgerij op hetzelve.  i3o HISTORIESCH der Handwerkers , uit welke ook het derde ge„ deelte van den geheelen Siads-raad was famen„ gefield, haare Leden dienvolgens derzelver Me„ deburgeren waren, die, even als alle andere Bur„ geren, in de openbaare lasten deelden , en gee„ nerhande voorrechten genoten , dan alleen die „ achting, welke men aan de waarneeming van het „ openbaar gezag verfchuidigd is. Dat de rijker „ Ingezetenen nimmer eene bijzondere klasfe had„ den uitgemaakt, maar, door hunne rijkdommen, „ wel het meefle toebragten tot den bloeijenden „ koophandel , en het geluk des volks. Dat de „ imposten zeer gering waren , en niemand zich ,, over dezelve kon beklaagen. Dat de algemeene „ welvaart te naauw verknocht was aan de geluk„ kige Regeerings-vorm, en aan den voorfpoed hun„ ner rijke Medeburgeren , dan dat zij niet , ten „ voordeele van de laatften, zich in de bresfe zou„ den flellen, en aantoonen, dat de zwaare fchat„ ting , aan dezen opgelegd, door de gevolgen, „ zeer zeker ten lasten komen moest van de be„ hoeftiger klasfen van Ingezetenen." Zij verklaarden wijders: „ Dat de Generaal zeer flrijdig han„ delde met zijnen aangenomen tijtel, van verdee,, diger der Vrijheid en befchermer van het.alge„ meene welzijn, wanneer hij de Ingezetenen van „ Frankfort niet in dien ftaat liet blijven , waarin ,, zich dezelve werkelijk bevonden , en niet afzag „ van eene contributie te vorderen, welke de rijke „ Burgeren even min verfchuidigd waren op te bren- „ gen»  SCHÖUWTOONEEL. 131 „ gen, als de arme, en die het verderf haarer ftad „ onvermijdelijk moest veroorzaaken. Dat zij voor „ het overige hunnen ijver voor de Franfche Re„ publiek niet duidelijker aan den dag konden leg„ gen, dan door den oprechtften wensch, dat de„ ze met haare Conftitutie voortaan even zo geluk„ kig wezen mogt, als de Inwoonderen van Frank„ fort met de hunne, welke zij altoos als een on„ waardeerbaar goed befchouwd hadden. De Bur„ gerij hoopte dienvolgens, dat hij haar in het ge„ not daarvan , en van alle daarmede Verknochte „ voordeden, ongeftoord zoude laaten blijven." Custine , die dusdaanige taal niet verwagt hadde, en daarenboven zeer geftoord was op de Magiftraat , dewijl deze geweigerd had aan hem het gefchut haarer ftad, tegen eenen redelijken prijs af te ftaan, kwam hierop zelve, aan het hoofd van nog 4000 man, binnen Frankfort , en liet terftond agt van de voornaamfte Bankiers in arrest neemen, welke echter , kort daarna , wederom ontflagen wierden , zo dra men, een millioen in geld betaald , .en voor het overige gedeelte borg gefield hadde. Hij verleende vervolgens aan de ftad Sauve-garde ; beloovende bij de Nationaale Conventie te zullen uitwerken , dat zij , zo lang de oorlog dnurde, van alle verdere contributien zou bevrijd blijven. In het bericht door Custine , wegens zijne krijgsverrichtingen , aan den oorlogs-miuister gefchreeven, verzekerde hijdat alle zijne overwinningen met niet meer dan 16000 man behaald waren , en, bij I a al- Agt Bankiers worden als gijzelaars in arrest genomen. Bericht van Custine wegens zijne krijgsverrichtingen.  Te Menz Wordt eene fi'Cieieit van vrij heid en geli ikheid opgericht. Aanfpraak van Custine , bij het openen van dezelve. 132 HISTORIESCH aldien zijne macht 45000 man was flerk geweest, hij door geheel Duitschland als dan eene volkomen omwenteling zou bewerkt hebben. Wijders verzogt hij., dat de Minister, den Generaal Kellerman gelasten wilde, zich met 26000 man bij hem te komen voegen, welke hulp hij zeer noodzaaklijk oordeelde, ten einde zijuen veroverden grond te kunnen handhaven, zeggende: ., dat, zo dra deze ver„ eeniging volbragt zoude wezen, wel dn; nier dén ,, Oostenrijker aan de linker oevers van den Rhijn, „ noch één enkele Duitjeher aan deszelfs rechter oever „ meer zou gezien worden." Mentz had binnen haare muuren eene menigte van Ingezetenen , die de Franjche grondbeginzelen federt lang waren toegedaan, en zich verheugden in de gelegenheid , welke hun thans wierd aangeboden , om niet alleen opentlijk voor dezelve uit te komen, maar ze ook aan hunne Medeburgeren in te prenten. Daags na de komst van Custine rechteden deze aldaar eene Sociëteit op, onder den naam van Duitfche vrienden van Vrijheid en Gelijkheid, welke fpoedig tot meer dan 600, en, in minder dan één maand, tot bijna 1500 Leden aangroeide , die zich onderling met eede verbonden, om vrij te leeven, of te fterven, Bij haare opening, deedt het Franfche Legerhoofd eene aanfpraak aan de vergaderde menigte, waarin hij dezelve alle mooglijke befcherming beloofde, en verzekerde: „ dat de vijan„ delijke legers, welke'thans het land der vrijheid „ wederom verlaten hadden , nimmer de ftoutheid „ zou-  SCHOUWTOONEEL 133 , zouden durven hebben , hem in deze vesting te „ komen aantasten ; zo zij zulks nogthans onder„ neemen mogten, hoopte hij aan de waeirèld een „ nieuw bewijs te geeven, wat vrije menfchen bo„ ven flaaven vermogen." Verfcheiden Proclamatien, door Custine om dezen tijd uitgevaardigd , fcheenen geene andere bedoeling te hebben, dan het Gemeen in Duitschland een hoog gevoelen van de Franfche Natie en van haare grondftellingen, maar tevens den geWeldigften afkeer van de Vorften in te boezemen. Onder deze waren twee [tukken zeer opmerkelijk, beide in alle plaatfen, door de Franfchen bezet, opentlijk aangeplakt , en vervolgens op zijn uitdrukkelijk bevel, in de Frankforter nieuwstijdingen geplaatst, om ze aldus door geheel Duitschland en in andere Landen bekend te maaken. In het eene, den tijtel voerende: Uitnoodiging aan de verdrukte menschheid, in Duitschland, boodt hij de Duitfchers, uit naam der Franfche Republiek, Broederfchap en Vrijheid aan, zeggende: „ dat hij de volkeren, tot de aanneeming „ daarvan op geenerhatide wijze dagt te dwingen. „ maar hun toekomend lot aan derzelver eigen be. „ fb'sfing wilde overlaaten." Wijders verklaarde hij „ dat hij. de gewoone lasten handhaven , en alle „ geconfirmeerde machten zo lang befchermen zou „ de, tot de vrije ongedwongen wensch der Bur „ geren in de fteden, en der Opgezetenen van he „ platte land, den algemeenen wil bekend gemaak „ hadde, dat hij ook geene brandfehattingen zoud 13 »e Hii poogt in Duitschland de Vorsten gehaat te maaken. Ziine uitnoodigingaan de verdruktemenschheid, t t  Eenige Nas/aufche en anderelandenonder contributie gelegd. 13+ HISTORIESCH „ eifchen, dan alleen van zodanige menfchen, die „ het volk drukkende lasten opleiden , aan welke „ zij hun zelve wisten te onttrekken (/). — Het tweede was een Proclamatie tegen den Landgraaf van Hesfen-Kasfel, waarin hij dien Vorst met de geduchtfte wraak der Franfche Natie bedreigde (?m). Eenige benden, door Custine uit Frankfort en Mentz afgezonden, maakten zich intusfchen meester van de vesting Koningsftein, als mede van het Llesfisch fteedje Nauheim, waar zij de voortreffelijke Zoutwerken, aan den Landgraaf toebehoorende, vernielden , en voor meer dan een halve millioen voorraad zout na Frankfort zonden. Alle posten en toegangen, van Bingen aan den Rhijn af , tot Frankfort toe, en wederom van daar tot Weilburg' aan den Lahn, wierden door hun bezet. De Franfchen leiden vervolgens de kleine Vorftendommen Nasfau-Ufingen en Nas [au-Weilburg onder brandfchatting , en voerden een aanmerkelijken voorraad van koorn en andere mondbehoeften van daar weg, om geene andere reden , dan dewijl eenige troepen van die Vorften te Mentz in bezetting hadden gelegen. De Kloosters en Adelijke landgoederen daaromftreeks, wierden even min verfchoond, maar al te famen onder zwaare contributie gelegd; waartegen de Hesfifche Staaten over 't algemeen bevrijd bleeven van den gedreigden inval, uit hoofde van de zeer goede (0 Ziet Bijlage LIX. O) Ziet Bijlage LX.  SCHOUWTOONEEL. 135 de maatregelen, welke tot de verdeediging daarvan genomen waren. In den benauwden (laat, waarin dit-gedeelte van Duitschland zich bevond, bleef voor hetzelve geene andere hoop of vooruitzicht op redding over, dan de fpoedige aankomst eener toereikende krijgsmacht uit de Oostenrijkfche Nederlanden, in welke thans de legers der verbonden Mogendheden, uit Frankrijk terug gekeerd waren. Men was boven al bevreesd voor Coblentz, nadien de Uitvoerende Raad te Parijs uitdrukkelijk bevolen had, die ftad daarvoor te ftraffen , dat zij het middenpunt was geweest, waarin de Franfche Prinfen, Broeders vati Lodewijk den XVI. de Uitgewekenen het eerst bijeen verzameld, en waar deze hunne aanflagen tegen Frankrijk gefmeed hadden. Alles was aldaar in de uiterfte bekommering; de Magiftraat zondt Afgevaardigden aan Custine , om wegens eene gunstige capitulatie in onderhandeling te treden , terwijl de Ingezetenen verfcheiden batterijen vernielden, welke, tot verdeediging der ftad, aan de landzijde waren aangelegd, en de weinige troepen, die te Coblentz in bezetting lagen, zich in de vesting Ehrenbreitftein wierpen. Het hing dienvolgens enkel var den wil van Custine af, die met eene genoegzaame macht in de nabijheid was, om zich van dezt gewichtige plaats, welke te recht als de fleutel vat den Rhijn aangemerkt wordt, oogenblikkelijk mees ter te maaken. Doch in plaats van deze tegenwoor dige zeer gunstige gelegenheid daar toe waar te nee I 4 men liblentz in jevaar. >  Doch wordt door de Pruisfifche Armée gered. Dumouriez maakt zich gereed tot in een inval in Bclgicn. 136 HISTORIESCH men, wilde hij, dat de Generaal Kellerman , hoewel op een' ongelijk verderen affland zich van daar bevindende , met de Armée onder deszelfs bevel, over Trier na Coblentz zoude trekken. Hij fchreef tevens aan Biron , met verzoek om aan hem eene verfterking van troepen uit den Elzas toe te zenden. De Koning van Pruis/en had daar tegen niet zo dra vernomen, dat de Franfchen binnen Mentz en Frankfort waren , of hij beval de marsch zijner troepen uit het Luxembursfiche na den RMjn te verhaasten. Derzelver voorhoede, uit omtrent 4000 Hesfen beftaande, maakte daarmede zo veel fpoed, dat zij reeds den 2.6/len October Coblentz bereikte, en eerlang gevolgd wierd door de geheele Pruisfifche Armée , als mede door 10000 Oostenrijkers, onder bevel van den Generaal Wallis. De laatfie waren beftemd , om de ftai Trier , benevens de voornaamfte posten in dat Keurvorstendom, te bezetten, terwijl de Hesfen over Limburg na Giesfen voortrukten , en de Pruisfen zich gereed maakten het leger van Custine aan te tasten. Hierdoor was Coblentz wel is waar gered ; dan deze fchikkingen, zo noodzaaklijk voor het behoud van een aanmerkelijk gedeelte van het Duitfche Rijk, verzwakten inmiddels de legermacht der verbonden Mogendheden in de Nederlanden zodanig, dat de Franfchen hierdoor in ftaat gefield wierden, om eerlang bijna geheel Belgien in hunne macht te krijgen. Dumouriez had het ontwerp daarvan den Uit-  SCHOUW TOONEEL. 137 Uitvoerenden Raad voorgelegd , en deze hetzelve goedgekeurd. Na een kort verblijf te Parijs, was hij na Valenciennes terug gekeerd, waar hij de tot zijn oogmerk noodige troepen met allen fpoed bijeen verzamelde. Het Hof te Brusfel zag deszelfs toebereidzelen met ongerustheid aan, eu, in de onzekerheid, aan welken kant de Franfchen zouden trachten door te breeken , was men genoodzaakt de in deze gewesten voor handen zijnde macht te verdeelen. De Hertog Albert van Saxen- Tesfchen , die met zijne Armée eenigen tijd bij Doornik gecampeerd hadde, trok van daar na Bergen in Henegouwen, waar hij zijn leger, omtrent 28000 man fterk, op de hoogtens bij het Dorp Gemappe in diervoegen verfchanlTe, dat het eene roekelooze onderneeming fcheen , hetzelve aldaar te komen aantasten, te meer, nadien de Generaal Clairfait , reeds met een aanzienlijk Corps uit het Luxemburg fche was opgebroken, en daar mede over Namen, na Henegouwen marcheerde , om dit leger te verfterken. Doornik, Tper en, Meenen en andere plaatzen, wierden met talrijke bezettingen voorzien, de ftraatwegen , welke van Bergen na Maubeuge en Valenciennes leiden, opgenomen , eenige bruggen, inzonderheid die te Tresfin, bij Doornik afgebroken, en alom zodanige fchikkingen gemaakt, dat, van welken kant de vijand ook mogt willen doordringen, men overal, binnen korten tijd , eene geduchte legermacht kon bijeen verzamelen. Van OJlende af, tot Namen toe, waren de grenzen door meer dan I 5 50,000 Voorzor jen, welke aldaar genomenworden.  De Franfche Armée breekt van Valencienves op. En komt in het ge zichi van' Keizerlijk leger. 138 HISTORIESCH 50,000 man gedekt, terwijl de Armée onder bevel van den Vorst van Hohenloiie Kirchberg , die men thans niet raadzaam oordeelde na den Brisgaü terug te zenden, de geheele uitgeftrektheid tusfchen Namen en Luxenburg bezet hield. Dumouriez wagtte alleen na het vertrek der Pruisfifche en Hesfifche troepen, die om zich eenigermaaten van de geleeden ongemakken te herftellen, in de nabijheid van Luxemburg campeerden. Zo haast deze van daar waren opgebroken , brak ook zijne Armée, omtrent 40,000 man fterk , van Valenciennes op , en legerde zich omftreeks Quivrain , van waar derzelver voorhoede , onder den Generaal Bournonville , reeds de Oostenrijkers had verdreeven. Labourdonnaye , die met een afzonderlijk corps in Vlaanderen was gevallen, maakte zich intusfchen meester van Lannoy , en rukte van daar verder na den kant van Doornik; terwijl een gedeelte der bezetting van Rijsfel de posten van Warneton , Comtnes , Halluin en Roncq bemagtigde , en de Generaal Valence , die thans het corps van Dillon commandeerde, de Oostenrijkers noodzaakte om Verton , benevens eenige andere plaatfen in de Provincie Luxemburg, te ontruimen. Aldus begonnen de Franfchen , van verfcheiden • kanten te gelijk , hunnen aanval tegen de Oosten' rijkfche Nederlanden, en de krijgsverrichtingen begonnen eerst recht ernftig te worden in een jaargetijde , waarin men anders gewoon was de winterkwartieren te betrekken. Inmiddels was Dumouriez,  SCHOUW TOONEEL. 139 riez, die befloten had de Armée van den Hertog van Saxen- Tesfchen flag te leveren , eer nog het corps van den Generaal Ceairfait zich daarmede kon vereenigen, met de groote Armée geftadig voortgerukt. Vier dagen na elkander vielen , tusfchen de wederzijdfche voorposten, vrij hevige gevechten voor, waarbij de Keizerlijken uit het bosch van Bousfu, en verfcheiden daarom henen liggende Dorpen, wierden verdreeven, tot eindelijk de Franfchen, op den Sden November , na eene fterke en aanhoudende kanonade, welke echter niets befliste, in het gezicht der Keizerlijke Armée, en in de vlakte, recht voor dezelve, zich nederfloegen. De laatstgenoemde Armée was allervoordeeligst gelegerd , niet verre van de ftad Bergen, op eene hoogte, grootendeels met bosfchen bedekt, en verfterkt door veertig batterijen, alle rijkelijk met gefchut voorzien, welke, in drie reijen boven elkander, tegen den fchuins afhellenden grond , in de gedaante van een amphithefiter, waren aangelegd, en bijna onwinbaar fcheenen. Haare rechter vleugel ftrekte zich uit tot aan het fterk verfchanfte Dorp Gemappe, en de linker tot aan den ftraatweg na Valenciennes'. Dewijl de Armée van Clairfait met fnelle fchreeden naderde , oordeelde Dumouriez geen oogenblik te moeten verzuimen , maar, het kostte wat het wilde, alles te beproeven , om deze hoogtens machtig te worden , door welker bezit alleen hij de ftad Bergen kon veroveren. Den 6den November liet hij, met het aanbreeken van den dag , al Gevecht bij Gemappe.  140 HISTORIESCH al het zwaar gefchut voor zijne Armée brengen, en daarmede de Oostenrijkfche batterijen befcliieten. Deze kanonnade , welke , van weerszijden , met de grootlte levendigheid voortgezet wierd, begon 's morgens ten zeven uuren, en ten tien uuren was nog niets beflist. Dit maakte de Franfche troepen ongeduldig, die grooten lust betoonden, met geveld geweer op hunne vijanden los te gaan. De Generaals Boitrnonville , Egalité, en meer andere Legerhoofden , befchouwden zulks mede als het eenige middel om de overwinning te behaalen, nadien de Oostenrijkers den rijzenden grond en wel aangelegde batterijen in hun voordeelhebbende, anders met geene mooglijkheid tot wijken konden gebragt worden. Dumouriez liet ook terftond de noodige fchikkingen daartoe maaken , en tegen twaalf uuren rukte reeds de geheele Infanterij, in verfcheiden kolommen verdeeld, van alle zijden, met zoo veele onverfchrokkenheid aan, dat zij alle de batterijen van de benedenfte linie binnen weinige oogenblikken veroverde. Toen de Franfchen vervolgens op de tweede linie aanvielen, wierden zij, herhaalde keeren terug gedreeven, zelfs in diervoegen, dat het middenpunt van hun leger in groote wanorde geraakte , en gevaar liep door de Oostenrijkfche ruiterij, w=lke toen in allerijl na de vlakte afdaalde , met oogmerk om dezelve in den flank te vallen , geheel geflagen te worden. Dumouriez dit gevaar ziende , zondt den Generaal Egalité , oudften zoon des Hertogs van Orxeans , benevens eenige andere bekwaame Of-  MOUS ingenomen., loor DUMO-TI^IEl J79**   SCHOUWTOONEEL. 141 Officieren derwaards , ten einde de verftrooide kolommen te herftellen , waarin deze boven verwagting flaagden. Hij zelve Helde zich intusfchen aan het hoofd der Franfche ruiterij , waarmede hij die der Oostenrijkers , na een kort gevecht , aan het wijken bragt. Terwijl dit in het midden voorviel, had de rechtevleugel, aangevoerd door Bournonville, de tweede rei verfchansfingen aan dien kant overmeesterd, en de Overfle Thuvenot , met een gedeelte van den linkevleugel, den vijand uit de Dorpen Carignon en Gemappe verdreeven , 't welk tot den uitflag van het gevecht zeer veel toebragt, gemerkt kort daarna alle de overige batterijen van de tweede linie, door de thans herflelde kolommen aangeval, len, na eenen zeer hardnekkigen tegenweer , ingenomen wierden. Hier wierd een verfchrikkelijk bloedbad aangericht , nadien de Franfchen alles nederfabelden, wat zich door geene overhaaste vlucht redden kon. Dit verwekte zodanigen fchrik onder de Oostenrijkers, dat deze in de derde linie, welke nu ook nog aangetast moest worden, maar zeer zwakken tegenftand booden. Want zo haast hunne vijanden , met het geveld bajonet , op dezelve indrongen, namen zij de vlucht, en geraakten ten eenemaale verftrooid. In de berichten , door Dumouriez , wegens dit merkwaardig gevecht aan de Nationaale Conventie en den Oorlogs-minister gefchreeven, betuigde bij, de buitengemeene dapperheid zijner troepen niet genoeg te kunnen roemen , als welke , onder bereik van Bericht leswezens , door Dumouïiez , inge:oaden.  i42 HISTORIESCH van het vijandelijk gefchut, en terwijl geheele reijen weggezweept wierden , fteeds dezelfde bedaardheid en kloekmoedigheid behielden, als of zij op het exercitie-veld ftonden. Dit gevecht, zeide hij, was het algemeenfte dat nog ooit gevochten was ; aangezien niet één battaillon, noch eskadron, zelfs niet één bijzonder perfoon , in hetzelve niet van nabij gedeeld hadde. Hij begrootte het verlies der Franfchen, 't geen hij echter zeide niet nauwkeurig te kunnen bepaalen , op 300 dooden en 6000 gekwetften, terwijl de Oostenrijkers, federt den %den, maar bijzonder op dezen dag, volgens zijne opgave, verlooren hadden 1500 man aan krijgsgevangenen en overloopers, en meer dan 4000 aan dooden en gekwetften , behalven verfcheiden (tukken kanon, benevens eene groote menigte wagens en krijgsbehoeften. Men kan niet twijfelen, of de Franfchen hadden ongelijk meer volk daarbij verlooren , dan Dumouriez voorgaf, aan wien men ook naderhand verweeten heeft, dat hij de Natie daaromtrent misleid hadde. De Oostenrijkers zelve begrooteden hun eigen verlies op meer dan 5000 man; dan dewijl deswegens zo min van de eene als van de andere zijde, nimmer eenig officieel bericht , waarop ftaat kan gemaakt worden, in 't licht gegeeven is, valt het moeijelijk het wederzijds verlies te bepaalen ; dan dit is zeker , dat deze veldflag , welke Hechts twee uuren duurde, allerbloedigst was , en aan beide kanten eene groote menigte volks deedt fneuvelen. Na  SCHOUWTOONEEL. 143 Na het geëindigde gevecht, liet Dumouriez terftond de ftad Bergen opeifchen. De Oostenrijkfche Generaal Bouillieu , die . zich met een paar regimenten daar binnen had geworpen , boodt aan, dezelve bij verdrag over te geeven, mits de bezetting den vrijen aftocht, met alle krijgseer wierd toegeftaan. Terwijl men hier over in onderhandeling was , verzogten de Franfche foldaaten, moedig op hunne behaalde overwinning, dat de Veldheer bevel tot een algemeenen ftorm geeven mogt. Deze beloofde zulks tegen den volgenden dag, dan , de Oostenrijkers trokken des nachts in ftilte uit, waarna de Inwoonderen, in den vroegen morgenftond, de poorten openden, en de Franfchen, die nog bezig waren met hunne batterijen in gereedheid te brengen, ongehinderd binnen lieten. Op de bezitneeming dezer gewichtige Vesting , volgde weldra de zeer fpoedige verovering van geheel Belgien en het Bisdom Luik, welke landen door de Franfche legers, gelijk een onweerftaanbaa ren vloed , overftroomd wierden. Dewijl de omftandigheden van dezen veldtocht tot de gefchiedenis der Oostenrijkfche Nederlanden behooren , keeren wij, na dezen uitftap, weder tot Custine, die , door de fnelle aanmarsch der Pruisfifche en Hesfifche Armeen, in zijne verwagting ten aanzien van Coblentz te leur gefteld, zulks enkel toefchreef aan de onwilligheid of het verzuim van Kellerman. Hierover beklaagde hij zich ten fterkften, in een De Oostenrijkers verhaten Bergen. Welke ftad door de Franfchen ingenomen wordt. Custine befchuldigt Kellermanvan lafhartigheid en piigtverzuiui.  Die zich daar tegen verdeedigt. 144 HISTORIESCH een brief aan de Nationaale Conventie, in welken hij dien Generaal niet alleen befchuldigde van voortnaalige lafhartigheid, maar ook beweerde, dat deze den hem aanvertrouwden post geheel onwaardig was. „ Deszelfs verdiensten," zeide hij, „leverden „ geene genoegzaame reden op , om hem vrij te „ fpreeken van de ftraf, welke zijne nalaatigheid verdiende j want zo Kellerman fiechts den weg , „ van hem voorgefchreeven, had ingeflagen , en „ bij tijds de Saar overgetrokken was , moesten „ Coblentz en Trier beide , zonder één droppel „ bloeds daarvoor te ftorten , onfeilbaar in de macht „ der Franfchen zijn gevallen, die aldaar verbaa„ zende magazijnen , aan de Oostenrijkers en „ Pruisfen toebehoorende, bemachtigd zouden heb„ ben." Het befchuldigd Legerhoofd verdeedigde zijn gehouden gedrag , in een brief aan de Nationaale Conventie. „Dat Custine hem lafhartigheid te last „ leide," zeide hij, ,, was waarfchijnlijk gefchied „ in een vlaag van krankzinnigheid, of aan het on„ maatig gebruik van wijn toe te fchrijven. Na „ het vertrek van Dumouriez , was zijne Armée „ niet meer dan igooo man , en het Corps van „ Valence nog geene 14000 man fterk geweest. ,, Het ware dus , ook zelfs met deze vereenigde „ macht, in geenen deele raadzaam, zich te ftellen „ tegen een leger van 55000 man , dat werkelijk „ over Trier na Coblentz was getrokken." Dewijl  SCHOÜWTOONEEL i& Wijl men te Parijs zeer wel begreep, dat de perfoonlijke vijandfchap tusfchén. deze twee Legerhoofden, te eeniger tijd zeer nadeelige gevolgen konde hebben , wierd Kellerman derwaards ontboden , en aan hem, in plaats van Montesquiou , het bevel over de zuidelijke Armée opgedragen. Eiron , die aan het hoofd was van de Franfche j legers in den Elzas en den Boven-Rhijn, was daar-' tegen terftond gereed, om aan de begeerte van Cu- i stine te voldoen. Hij beloofde denzelven niet alleen allen mooglijken bijftand, maar ftelde ook zich. zeiven en zijne geheele macht onder het opperbevel van dezen Veldheer , die nog onlangs onder hein diende , welke daad , als uit eigen beweeging gefchied, door de Franfche Natie zeer bijzonder toegejuicht wierd. Vervolgens zondt hij hem den Generaal Major van Helden , met een Corps van 6000 man , na welker aankomst verfcheiden Detachementen wierden afgezonden, die een onmeetelijken voorraad van koorn, wijn, en andere levensmiddelen , uit alle oorden daar omftreeks bijeen biagten, ten einde Mentz daarmede op te vullen. Deze voorzorg was te noodzaaklijker, nadien thans, van alle zijden, Duitfche troepen tegen de genoemde Vesting aanrukten, welke door Custine reeds in ftaat gefield was, om een langduurig be- ■ leg te kunnen uithouden. De Landgraaf van Hesfen-Kasfel, in zijne Staaten terug gekeerd, had eene menigte zijner onderdaanen tot het opvatten der wapenen bewoogen, door aan alle die zulks vrijwillig K dee- 5iron ;endt verrerkinglan CUSTI; «e. regen ivien eene menigte i/an Duitfche troepen , van ille zijden inrukken.  Hij verleent Sauve-gardeaan liet Rijks-kamergerichtte Wetz* lar. Verfcheiden Duitfche Vors 146 HISTORIESCH deeden, eene tweejaarige bevrijding van lasten en fchattingen te belooven. Daarenboven had de Regeering van Hannover, eenige regimenten doen bijeen trekken aan de Hesfifche grenzen , van welke men niet twijfelde , of zij zouden den Landgraaf, des noods , bijfpringen. Een aanzienlijks Corps Saxifche troepen, waarvan men hetzelfde oogmerk vermoedde, ftond gereed aan de grenzen van Thuringcn. Uit Bohemen en Oostenrijk waren 30,000 man Keizerlijken, en , uit het Brandenburgfche, eenige duizend Pruisfen derwaards op weg. Door deze verandering van zaaken , kwam men in de nog niet overheerde ftreeken van Duitschland een weinig terug van de algemeene ^ vrees, welke nog onlangs zo verre gegaan was, dat het Rijkskamergericht te Wetzlar, deszelfs vergadering van daar na Neurenberg had willen verleggen. Dan alvoorens dezen ftap te doen , zondt hetzelve eene Deputatie aan Custine , die niet alleen het Kamergericht onder zijne befcherming nam , en aan het zelve, benevens de ftad Wetzlar , de verzogte Sauve-garde verleende, maar ook plechtig verklaarde : „ Dat, hoewel de Franfche Natie befloten had .„ eenige Staaten van het Duitfche Rijk den oor„ log aan te doen, haar oogmerk nogthans in gee„ nen deele was, de lasten daarvan aan eenige vrije Steden , of zodanige Staaten te doen gevoelen, die aan haare onverzoenlijke vijanden geene be„ fcherming verleend hadden." Te Regensburg , waar de nabijheid der Franfchen als nog verhinderd had-  SCHOUW TOONEEL. 147 hadde tot een befluit wegens den Rijks-oorlog te t komen, begonnen eenige Afgezanten veel fterker op ] denzelven aan te dringen. De raadpleegingen daarover ( waren den $Aen November op nieuw uitgefteld, ( doordien verfcheiden Rijksvorften bedenking maakten , of het , bij de toeneemende fchaarsheid en duurte van mondbehoeften, wel raadzaam, en met het welzijn van derzelver onderdaanen over een te brengen ware, het geheele Rijk in eenen oorlog te verwikkelen ? De regeerende Prins van Salm-Kyrburg, gelastte zeifs aan zijnen Gezant te Regensburg , tegen den oorlog te (temmen, al ware hij ook de eenigfte Rijksvorst, die zijn ftem daar toe weigerde. De Keurvorst van Paltz-Beyeren verklaarde, insgelijks geen deel daarin te willen neemen, alzo hij de aangenaame vruchten eener ftrikte onzijdigheid, zo voor zich zei ven, als voor zijne onderdaanen, nog langer wenschte te genieten. Andere Vorften beriepen zich alleen op hun onvermogen , en op de beklemde omftandigheden waarin dezelve zich bevonden, nadien hunne landen, of werkelijk door de Franfchen overheerd waren, of gevaar liepen van dezelve overheerd te worden. De voornaamfte Rijksvorsten drongen niet te min aan op de noodzaaklijkheid tot het neemen van zeer fpoedige maatregelen voor de algemeene veiligheid, ■met het gevolg, dat, den ziften November, door de meerderheid der Rijksflanden wierd befloten, zonder nogthans den naam van Rijks-oorlog daaraan te geeven, tot het leveren van een driedubbeld K a aan- ;n ver- ilaaren ich tegen ien Rijkslorlog. De meerderheid befluit nogthans tot het opbrengen van een "driedubbeld contingent.  Toeneemende vrijheids-geestin fommige plaatfen in Duitsch' land. 148 HISTORIESCH aandeel, zo in manfchappen als in geld, waardoor de Rijks-armée , tot 120,000 man zou kunnen gebragt worden. De aanftelling van eenen Opper-bevelhebber over deze troepen, en het neemen van alle maatregelen en voorzorgen ten aanzien van de zekerheid des Rijks", wierd ter befchikking van den Keizer overgelaaten. In verfcheiden ftreeken van Duitschland , was men, om dezen tijd, niet weinig ingenoomen met de Franfchen , welker grondftellingen van Vrijheid en Gelijkheid hoe langer hoe meer veld wonnen, waaruit hier en daar merkelijke volksbeweegingen ontftonden. De inwoouderen van het Ampt Bergzabern in het Hertogdom Tweebruggen , van het Ampt Hartkirchen in het Vorftendom Nasfauw-Saarbruck, en van het Ampt Saarwerden in het Vorstendom NasJau- Weilburg , joegen hunne Schouten en Rechters weg , Helden , na eigen goedvinden, nieuwe Regeeringen aan, en fmeekten de Nationaale Conventie, niet alleen om bijftand, maar verzogten tevens, dat deze landen der Franfche Republiek mogten ingelijfd worden. Aan veele plaatzen in den Paltz , zelfs in Hesfenland , haakte men insgelijks na verandering. De regeerende Vorst van SalmKyrburg liet aan de Nationaale Conventie weeten, dat hij zijn volk niet langer bij den haatelijken naam noemde van Onderdaanen, maar hetzelve voortaan als zijne Medeburgeren, als zijn Vrienden en Kinderen befchouwde: hij verzogt wijders den bijftand van Frankrijk, ten einde het bijgeloof der Munni- ken,  SCHOUWTOONEEL. 149 ken, benevens de flaaffche Heerendiensten in zijne Staaten uitteroeijen. Te Keulen hadden fommige lieden, in een herberg, een zoogenaatnden Vrijheidsboom geplant , en toen twee of drie van dezelve, wegens deze daad, in .hechtenis wierden genomen; was de Magiftraat genoodzaakt hen terftond weder te ontdaan , dewijl hierdoor een geweldige oploop onder het volk ontftaan was. Te Mentz waren de Burgers, ten aanzien eener toekomende regeeringsvorm, verdeeld. De meesten begeerden, dat deze geheel naar het model van die der Franfche Republiek moest ingericht worden; weartegen andere zich houden wilden aan de voormaalige Conftitutie, met verbeetering nogthans van veele misbruiken. De Nationaale Conventie had intusfchen twee Commisfarisfen, beide uit den Elzas van geboorte, derwaards gezonden, na welker aankomst Custine de oude Regeering- en Finantiekameren, zo in het Aartsftift Mentz, als in de Bisdommen Spiers en Worms , gelijk mede de Vroedfchappen der fteden vernietigde, en, voor deze gezamentlijke landen, eene Opper-regeering aanftelde, beftaande uit een Voorzitter en agt Regeeringsleden, benevens een Procureur Generaal Syndic, aan welken hij onder anderen de macht verleende , om alle openbaare Amptenaaren , welker grondbeginzelen met de Vrijheid ftrijdig wierden bevonden, van hunne bediening te ontzetten. Voor elke ftad wierd vervolgens, even als in Frankrijk, een Maire, Gemeente-raad en Gemeente-procureur benoemd. WijK 3 ders ^USTINK /eranderc teRegeejeerings/orm te Mentz , Spiers en Worms.  En laat de . goederen van den Keurvorst en bet Dom-kapittcl verkoopen. Misnoegen onder de Ingezetenen van Frcnkfart. De Pniisjï- '. fche en Uesfifche legers na- 1 deren. ( Om 150 HISTORIESCH ders wierden ook de goederen van den Keurvorst en van het Domkapittel te Mentz , opentlijk verkogt, de laatlie onder voorwendzel , dat hetzelve den Keurvorst had toegelaaten, om niet alleen het land roet fchulden te bezwaaren , maar ook al het in de openbaare kasfen voor handen zijnde geld, zelfs van de Weeskamer niet uitgezonderd, bij zijn vertrek van daar mede te neemen. Terwijl de meeste Ingezetenen met deze veranderingen bijzonder in hun fchik waren, gaven die van Frankfort aanhoudende blijken van hunne verknochtheid aan derzelver tegenwoordige Regeering. Zij konden hun misnoegen niet verbergen over de geeischte brandfchatting , welke in Duitschland over 't algemeen befchouwd wierd als eene onverdraaglijke knevelaarij , en waarover ook zelfs veele der gematigdfte lieden in Frankrijk, als onder nietswaarge voorwendzelen gefchied, hun ongenoegen betuigden. Te vergeefsch bood Custine aan , om een gedeelte dezer brandfchatting onder de behoeftiger irolksklasfen uittedeelen ; want deze verfmaadeden iusdaanig gefchenk , zeggende dat de Magiftraat ïunner ftad alleen het recht hadde over deze pennngen te befchikken. Men haakte aldaar na de lankomst der Pruisfifche en Uesfifche legers , weite , na' Coblentz beveiligd te hebben, voor een gedeelte reeds werkelijk door het Nasfaufche en over le zogenaamde Hundsrucke, na den kant van Mentz :n Frankfort in aantocht waren.  SCHOUW TOONEEL. 151 Om deze te keer te gaan , trok Custine , die 1 op nieuw eene verflerking van troepen, onder den 1 Generaal Ligneville , had verkreegen , met het gros zijner Armée dezelven tot Homburg te gemoet, van waar hij den igden November een zeer zonderlingen brief fchreef aan den Koning van PruisJen. In dezen brief noemde hij het verbond tusfchen de Hoven van Weenen en Berlin een ftaatkundig wangedrocht, en deedt den Pruisfifchen Monarch den voorflag, om van dat verbond af te zien, en een ander met de Franfche Republiek aan te gaan. Hij ried denzelven wijders, zijne terugmarsch door Hesfenland te neemen, en zich van de geheele Hesfifche Armée meester te maaken. Niets, zeide hij, zou aan zijn geluk ontbreeken, zo de Koning hem flechts eenig bewijs van deszelfs vertrouwen wilde fchenken, en aan hem eenige zijner troepen , onder aanvoering van kundige Officieren, toezond , waarmede hij als dan denzelfden dag , aan welken de Koning de Hesfifche troepen zijne Armée inlijfde, de Vesting Ehrenbreijlein dagt te veroveren. De Koning , voegde hij daar bij , zou toch bedenken, dat door de fpoedige uitvoering van dit plan, aan de Oostenrijkjche Armée in de Nederlanden de terug' marsch na Duitschland volftrekt zou afgefneden worden , en zulks aan zijne Majefteit eene allergunstigfte gelegenheid moest verfchaffen . om Oostenrijk met eene groote overmacht aan ts tasten. K 4 Ho Custine rekt dezelve te jemoet. Zijn zeer bijzondere brief aan den Koning van Pruisfen.  Als wede aan den Voorzkter der Nationaale Conventie. ] < i l I De Pruis, feu en Hesfeu gaan 1 opmarseh | na Frank- t fort. 1 V I <3 0 Custine t' trekt tot , Hoch.it te- ^ rug. 152 HISTORIESCH Hoe zeer deze brief toenmaals waereldkundig wierd gemaakt, door middel van de in Berlin gedrukte Nieuwspapieren, zou men nogthans aan de echtheid van denzelven mogen twijfelen, bij aldien men dusdanige voorflagen niet verwagten kon, van ;en man, die, een maand te vooren, toen hij nog zijn hoofdwartier te Eldesheim had, aan den Voorzitter der Nationaale Conventie een brief fchreef, n welken hij beweerde, dat Oostenrijk en Rusland e famen een plan hadden gefmeed, ftrekkende om iet Huis van Brandenburg te vernederen, en geheel 'iilefïën, ten voordeele van den Keizer , door eene Rusfifche Armée te veroveren (n). Dan, wel verre 7an daar, dat de Koning van Pruisfen den raad van :ustine zoude opvolgen, had deze voorgenomen, net behulp der Hesfifche Armée, de Franfchen eerst dt den Wetterau, daarna uit Frankfort, Mentz en ;eheel Duitschland te verdrijven. Tot dat einde verzamelde de geheele Pruisfifche irrnée , voor zo verre deze nog in het Trierfche ecantonneerd lag, den z5Jlen November bij Monibaur , van waar zij over Limburg na Homburg oortrukte, terwijl het Corps van den Generaal van [alkreutii , benevens alle de Hefifche troepen, ie reeds eenige dagen vroeger na Giesfen waren pgebroken , hunne marsen tot Bergen , omtrent vee uuren van Frankfort, voortzetteden. Dewijl 'ustine hierdoor gevaar liep , van twee zijden te geCO Bijlage LXI.  SCHOUWTOONEEL. 153 gelijk aangevallen te worden, trok hij met zijne Armée terug na Höchst, en beval den Generaal van Helden, die binnen Frankfort commandeerde, om van daar het gefchut, met deszelfs toebehooren, na .zijne legerplaats te zenden. Nauwüjks was dit gefchied , of die ftad wierd i door den Pruisfifchen Generaal van Kalkreuth J opgeëischt. Van Helden , die geantwoord had, dat hij dezelve tot het uiterfte dagt te verdeedjgea, verzogt toen de Magiftraat om eenige ftukken kanon , benevens de noodige ammunitie, welke hem geweigerd wierden, waarop de Franfche bezetting, nog geene 1500 man fcerk , en aan welke Hechts • twee kleine veldftukken waren overgelaaten , voornam zich met geweld van het Tuighuis meester te maaken. Eenige foldaaten hadden reeds weikelijk begonnen de deuren daarvan opentebreeken, toen het volk , dat in groote menigte derwaards liep, en waar onder ook veele gewapende Burgeren waren, zich daartegen aankantede. Dit veroorzaakte een geweldigen oploop, en de beide partijen Honden op het punt om handgemeen te worden, toen het den Franfchen Bevelhebber, door verfcheiden Leden van de Magiftraat daarin geholpen , nog even in tijds gelukte om het volk te doen bedaaren. Hij verzekerde , dat alles een misverftand was geweest, alzo men geene krijgsbehoeften, maar alleenlijk vleesch uit het magazijn had willen haaien. Kort daarna kwam Custine zelve, met een klein gevolg in de ftad, en bedankte de Magiftraat voor haaren ijver, K 5 in 7ranlfort >pge- lischt. De Fr nvtIhen pooien zich ;an het Tuighuis neester te maaken. 't Welk door het volk beier, wordt. Custine belooft de Magiftraat, haare ftad aan geen  154 HISTORIESCH beleg te zullen bloot (tellen. Doch geeft heimelijk daarmede Itrijdige bevelen. Frankfort door de Hesfen en Pruisfen ingenomen. in het fluiten van dezen oploop bevveezen, verklaarende wijders: „ Dat hij niet alleen de ftad op alle moogüjke wijze zou befchermen, maar zelfs, ,, zo hij eerlang mogt genoodzaakt worden onder „ haare muuren flag te leveren , als dan veel lie„ ver de bezetting zou doen uittrekken, dan haar „ aan het gevaar eener belegering bloot te ftel„ len." Dewijl , bij zijne aankomst , het Gemeen zeer onrustig was geweest , en hem de treffendfte blijken van deszelfs afkeerigheid betoond hadde, keerde hij zeer fpoedig na zijn hoofdkwartier terug, waar na de Regeering zijne verklaaring terftond aan de Ingezetenen liet bekend maaken , welke, niet weetende dat hij aan van Helden heimelijk bevel had gegeeven de ftad te verdeedigen, zich daarmede te vreden fielden. Eenige Gedeputeerden der Burgerij begaven zich niet te min na het hoofdkwartier van den Generaal van Kalkreuth , met verzoek om hunne ftad te verfchoonen; welke van denzelven insgelijks de verzekering ontvingen , dat de Koning, overtuigd van het braaf gedrag en de denkwijze der Ingezetenen van Frankfort, hem gelast had de ftad op geenerhande wijze te befchadigen. Na deze wederzijdfche toezegging, bleef daar alles in rust, tot den iden December, wanneer, vroeg 's morgens, eenige duizenden Hesfen en Pruisfen zich onverwacht voor twee poorten vertoonden, en de ftad nogmaals opeischten. Zo dra van Helden op nieuw een weigerend antwoord had gegeeven, be-  SCHOUW TOONEEL. 155 begon terftond de aanval. De Duitfche troepen, die verfcheiden ftukkep zwaar gefchut bij zich hadden, waarmede zij hun best deeden de poorten open te fchieten, ftonden meerendeels bloot voor het musket-vuur der Franfchen , welke zich , van de wallen, anderhalve uuren lang, zo wakker verdeedigden, dat de eerften, volgens hunne eigen bekentenis , aan een goed gevolg dezer onderneeming beginnende te wanhoopen, daardoor aangezet wierden om eenige bomben en houwitzers in de ftad te werpen, waardoor veele huizen befchadigd, en ook verfcheiden Burgeren gekwetst wierden. Het Gemeen, dat de Franfchen befchouwde ais de eenige oorzaak van 't gevaar , het welk de ftad en haare Ingezetenen thans bedreigde, was intusfchen op de been gekomen, en liep, met bijlen, mesfen, en alkrleie werktuigen gewapend , na de Nieuwe Poort, waar de hevigfte aanval gefchiedde. Hier viel hetzelve op de weinige Franfchen aan , die aldaar de wacht hadden , en verdreef dezelve, na de affuiten van de twee veldftukken verbrijzeld te hebben, welke een gedeelte der bezetting derwaards aanvoerde. Vervolgens wierd de poort van binnen opengebroken, en de ophaalbruggen neergelaaten. Aan deze daad had de eigentlijke Burgerij hoegenaamd geen fchuid , alzo het meerendeels vreemden , en wel , bijzonder Hesfifche handwerks-gezellen , benevens een aantal gemeene Jooden waren , die dit geweld pleegden, na dat van Helden even te vooren, op het dringend verzoek van zommige der gegoedfte In-  Twee Franfche bataillons ontkomen het gevaar. Zwakke pooging van Custine om de bezetting te hulp te komen. Hij beschuldigtvan Helden van i56 HISTORIESCH Ingezetenen, een Trompetter na buiten had gezonden , ten einde de overgave der ftad, bij verdrag , aan te bieden. De Hesfifche ruiterij, die nu, door de geopende poort, in menigte binnen drong, fabelde, in de eerfte woede, alle Franfchen neder, die zij in de ftraaten aantrof, en van welke, tot op dat tijdftip, nog maar zeer weinige gefneuveld waren. Terwijl vervolgens ook de infanterij binnen rukte, hadden twee Franfche bataillons, de helft der bezetting uitmaade, het geluk door eene andere poort te ontkomen; alle de overigen , omtrent 700 in getal , benevens den Generaal van Helden , wierden krijgsgevangen gemaakt, na dat de Hesfen, in dezen aanval, ruim 350 man aan dooden en zwaar gekwetften verlooren hadden , onder welke laatfie zich de Prins van Hesfen-Philipsthal bevond, die, weinige dagen daarna, aan zijne wonden overleed. Custine had wel eene zwakke pooging gedaan, om de bezetting te hulp te komen, dan, dewijl op zijne aannadering , ook de geheele Pruisfifche Armée in beweeging geraakte , liep alles uit op eene niets beflisfende kanonnade, waarna hij in zijne verfchansfingen bij Höchst terug trok , alwaar te zeiver tijd de Generaal Biron was aangekomen, doch zonder eenige verfterking van troepen mede te brengen. Nadien de Veldheer zeer ligt kon begrijpen, dat het verlies, te Frankfort geleden, na een nauwkeurig onderzoek, geheel en al ten zijnen laste komen moest,  SCHOUWTOONEEL. 157 moest , aangezien het voor de geringe bezetting , 1 al had dezelve wonderen van dapperheid verricht, ' volftrekt onmooglijk zou geweest zijn, in eene ftad ; van zo grooten omtrek, zonder eenig gefchut, den ' aanval eener zo verbaazenda overmacht , met de minfte hoop op een goed gevolg , tegen te ftaan, befloot hij de geheele fchuld daar van te werpen op van Helden, en op de Ingezetenen. In zijne brieven aan de Nationaale Conventie , befchuldigde hij den eerstgenoemden van nalaatigheid en plichtverzuim , de laatfie van verraad. Door den Landgraaf van Hesfen-Kasfel, (zeide hij,) daartoe aangezet , had de Burgerij heimelijk 10000 zeer groote mesfen laaten vervaardigen, met welke zij op de Franfchen aangevallen waren , en meer dan 300 van dezelve om hals gebragt hadden, na dat men alvorens honderd en vijftig timmerlieden uit Hanau had binnen gelaaten, die, door de Burgerij geholpen , geduurende het gevecht met den vijand, de poorten hadden open gehakt. Hij verzekerde wijders, dat hij, om Frankfort te ontzetten, met niet meer dan 23,000 man, tegen de vereenigde Pruisfifche en Hesfifche legers , te famen 50,000 man fterk, dien geheelen dag had gevochten, met zeer gering verlies aan zijne zijde, waartegen deze meer dan 4000 man verlooren .hadden. Aan de Gedeputeerden van Frankfort, die te Parijs waren gekomen , ten einde vermindering van brandfchatting te verzoeken , wierd, ingevolge van deze befchuldiging huis-arrest aangezegd. De Ma- gis- riichtver:uim, en le Inge:etenenjan veraad. De Gedeputeerdenvan Frank' Fort te Parijs worden aldaar georrellcerd.  Ongegrondheidder befchuldigingvin Custi- I\E. Zelfs' volgens het getuigenis der Franfche krijgsgevangenen. De MinisterRoLANEmisbillijkt de handelwijze van Custine. 158 HISTORIESCH giftraat verzuimde daartegen geen oogenblik, om de eere haarer Burgerij te redden. Zij bewees , dat deze wel verre van eenige Franfchen vermoord te hebben, in tegendeel veele derzelven, van eene anders onvermijdelijken dood , door haare voorfpraak en befcherming had beveiligd. Wijders beloofde zij eene premie van duizend Louis d'Or , aan al wie zekere bewijzen bijbrengen kon, dat eenige Burgers gewapend waren geweest met zodanige mesfen, als Custine voorgaf; en toonde eindelijk, volgens een nauwkeurig onderzoek aan , dat, bij het inneemen van Frankfort, niet meer dan 51 Franfchen gefneuveld, en naderhand 19 aan derzelver wonden, in de gasthuizen overleeden waren , in welke laatfie men de gekwetften met de grootfle menschlievenheid behandeld hadde. Dit alles wierdt niet alleen geftaafd door de verklaaringen der toen nog in de ftad aanwezig zijnde krijgsgevangenen, maar ook door het getuigenis van van Helden, en ruim veertig zijner Mede-officieren , die reeds na Marpurg waren overgebragt, van waar deze een brief fchreeven aan den Voorzitter der Nationaale Conventie , in welken zij verzekerden , dat wel hunnen vijand in de hand gewerkt was door de Gemeente te Frankfort , doch tevens het gedrag van de Magiftraat en Burgerij geroemd wierdt (0). Deze vonden zelfs hunne voorfpraaken en verdeedigers in Parijs, alwaar de Mi- nis- f» Bijlage LXH. '  SCHOUWTOONEEL. 159 nister Roland opentlijk beweerde, dat de geftrenge handelwijze van Custine ten aanzien van Frankfort, op geenerhande wijze kon gebillijkt worden , gemerkt die ftad zich in alle opzichten jegens Frankrijk wel had gedragen; weshalven, zo wel de waardigheid als de geheiligde verklaaringen der Republiek eischten , dat men de van haar zo onbillijk gevorderde brandfchatting terug gave, en haare inwoonderen als vrienden behandelde. ■ Dewijl 1 echter hierop zo min deze teruggave, als het ont- , ilag der Gedeputeerden, volgde, liet de Koning van < Pruisfen den Generaal van Helden , benevens j twaalf andere Franfche krijgsgevangen Officieren , na 4 het Kasteel van Maagdeburg brengen, ten einde als gijzelaars voor de veiligheid der Gedeputeerden van Frankfort te verftrekken. Na het inneemen dezer laatstgenoemde ftad, floeg de Prins van Hoiienlohe het beleg voor Konings-' jlein, waar Hechts 600 Franfchen in bezetting lagen. Toen deze plaats opgeëischt wierd, liet de Overfte Meunier. die aldaar het bevel voerde, zijne foldaaten onder de wapenen komen, en vroeg dezelven, in tegenwoordigheid van den Pruisjifchen Officier, of zij, nevens hem, befloten hadden, hunnen post, ftandvastig en onvertzaagd , tot den laatften man toe, te verdeedigen? Op het eenpaarig geroep, dat zij overwinnen of fterven wilden , zeide de Commandant tegen den Officier: „ Gaa nu heenen, en„ boodfchap uwen Bevelhebber wat gij gehoord en „ gezien hebt: dit is mijn antwoord." De Sevolgen 'an het arefteeren[er GeJemteerden'an Frankcort. Koninglein belegerd.  Waar de bezening zich zeer dapper verdee- digt. Wordt gebombardeerd en bijna geheel verbrand. Gedrag van Custine te Mentz. 1 i 160 HISTORIESCH De eerfte aanvai der Pruis/en tegen deze niet zeef fferke Vesting, viel ongelukkig uit voor de belegeraars , die , ziende dat de Franfchen van hunnen kant geen enkelen fchoot deeden , hierdoor in de verbeelding wierden gebragt, als of men daar binnen gebrek aan krijgsbehoeften had. Zij naderden aldus, in groote menigte , tot digt onder de Vesting ; doch thans wierd de met fchroot gelaadene artillerij, eensklaps, zo hevig en aanhoudend losgebrand , dat de aanvallers zich genoodzaakt zagen, met groot verlies terug te wijken. Om dezen hoon te wreeken , bombardeerde men de ftad verfcheiden dagen agtereen, in diervoegen, dat dezelve genoegzaam geheel en al in den asch gelegd wierd. Maar ook deze omftandigheid , zo rampfpoedig voor de Ingezetenen , benam de bezetting den moed niet, welke zich zo dapper verdeedigde, dat eindelijk het beleg in een blokkade wierd veranderd , ten einde haar aldus , door den honger, :ot de overgave te dwingen. Ondertusfchen wierden de Franfchen , door de jroote overmacht hunner vijanden , zeer ras verJreeven uit alle de overige voormaals van hun besette posten , en als het ware binnen Mentz en ïaare fterk verfchanfle voorftad Casfel ingefloten. Custine liet aldaar opentlijk afkondigen: ,, Dat de „ vijanden weldra die ftad zouden komen naderen, „ doch dat hij niets hartelijker wenschte , en ook „ niet twijfelde , of de~ inwoonderen zouden met „ hein even eens denken: deze mogten zich, toch „ niet  SCHOUWTONEEL. i6t niet verfchrikken laaten door het verbranden van „ Koningflein , aangezien de Franfche Natie veel „ te edelmoedig was, om de fchade niet weder te „ vergoeden, welke hun, door eene belegering mogt ,, toegebragt worden." Dewijl nogthans veele Burgeren derzelver ongerustheid niet ontveinzen konden, wierd deze vermaaning onmiddelbaar gevolgd van eene waarfchouwing, waarbij een iegelijk, van welken rang hij zijn mogt, die Hechts van de overgave van Mentz of Casfel fpreeken durfde, met de galg bedreigd wierd. Terwijl men, van de Pruisfifche zijde , de noodige toebereidzelen tot de belegering van die Vesting maakte, hoopte het Franfche Legerhoofd, dat eerlang, of uit Lotharingen, of uit den Elfas, hulp voor hem zou komen opdagen. Biron, die na een kort verblijf te Mentz , na Landau terug gekeerd was, had zich aan het hoofd gefield van een vrij aanzienlijke macht , waarmede hij reeds tot Frankenthal was voortgerukt , met oogmerk om verder tot Mentz door te dringen. Hiertoe was hij te eerder in flaat gefield, doordien het Oostenrijkfche leger in den Brisgau , onder bevel van den Vorst Esïerhazij, langen tijd geheel werkeloos was geweest. Doch eensklaps veranderde het vooruitzicht. Esterhazij wierd na Weenen geroepen, en de Generaal Wallis , die hem in het bevel opvolgde , zag zijn leger niet zo dra verfterkt met 15000 man verfche troepen, of hij maakte zich gereed daarmede in den Elfas te vallen. Hierbij kwam nog de L on- BlRON poogt hem uit den Elfas te hulp te komen. Doch moet onverrichter zaak terug keeren. Aankomst van 15000 Oostenrijken, in de Paltz.  BoURNONville tracht door Trier na Coblentz te komen. 162 HISTORIESCH onzekerheid , welke partij de Keurvorst van den Paltz, die eene zeer talrijke bezetting in Manheim had doen komen , bij deze omftandigheden kiezen zoude. Custine had wel deswegens aanvraage gedaan , en tot antwoord bekomen, dat de Keurvorst bij de ftriktfte onzijdigheid volharden wilde ; doch uit hoofde van den nu befloten Rijks-oorlog, was op deze verzekering weinig flaat te maaken. Dit een en ander noodzaakte Biron , om met allen fpoed terug te keeren, ten einde de Franfche grenzen tegen den gedreigden inval te dekken. Custine , van dezen kant aan zijn eigen lot overgelaaten, ftelde thans zijne eenigfte hoop op Bournonville, (of BeuRnonville,) die de Franfchen hunnen Ajax noemden, en den Generaal Kellerman in het bevel over deszelfs leger was opgevolgd. Deze verliet Lotharingen in het begin van December, ten einde, met ruim 25000 man, door het Keurvorstendom Trier, Coblentz te naderen, en aldus ten voordeele van Custine, eene afwending te maaken. Hij had de fteden Mertzig, Freudenberg en Saarburg reeds in bezit genomen , en behoefde nu nog maar alleen Trier te veroveren, ten einde ongehinderd tot Coblentz voort te trekken. Doch op de hoogtens nabij Trier en het Dorp Pillingen lagen 18000 Oostenrijkers , onder den Vorst van Hohenlohe , allervoordeeligst verfchanst. Alles wat natuur en kunst vermag , was door dien Veld- ! heer te baat genomen , ten einde de onderneemingen des vijands daar ter plaatfe te doen mislukken, i: Op I  SCHOUW TOONEEL. 163 Op alle wegen, tot zelfs de minste voetpaden toe, waren verhakkingen van op elkander geftapelde hoornen aangelegd , agter welke het gefchut geplaatst was. Maar noch deze bijna onoverkomelijke hinderpaalen, noch de zeer grimmige koude van eenen ftrengen winter , noch de diep gevallen fneeuw , welke den grond , aan de meeste plaatzen , meer dan drie voeten hoog bedekte , konden de Franfchen niet beletten, den eenen aanval na den anderen te waagen. De Oostenrijkers getuigden zelve, dat derzelver vijanden , dwars door eene hagelbui van kogels heenen, tegen hunne verfchansfingen aanftormden, even als of zij zich aan het vuurfpuwend gefchut verwarmen wilden , en het gelukte hen in de daad verfcheiden zeer gewichtige posten te veroveren. Hohenlohe deedt daartegen alles , wat men van een moedig en bekwaam Legerhoofd kon verwagten. Na dat van beide zijden , zo in het beltonnen als verdeedigen, meer dan veertien dagen agter een, dag aan dag met de voorbeeldigfte dapperheid was geftreden, bemerkte Bournonville eindelijk , dat hij zijn oogmerk om Trier machtig te worden , niet bereiken kon , weshalven hij van deze onderneeming afzag, de reeds veroverde plaatfen wederom ontruimde, en met zijne troepen, die intusfchen, zo door ziektens als in de gevechten , zeer aanmerkelijk gefmolten waren, na Lotharingen terug keerde , om dezelve de winterkwartieren te doen betrekken. L 2 Ter* 't Geen hem mislukte.  Gevolgen van den veldtocht in de Nederlanden,voor fommige Duitfche Staaten. Cleefsland wordt met eenen inval gedreigd. Gedrag der Regeerings collegien aldaar. 164 HISTORIESCH Terwijl dit aan de oevers van den Rhijn en Moefel voorviel, had Dumouriez den Generaal Clairfait genoodzaakt, met het overfchoi zijner Armée den Nederlandfchen bodem te ontruimen, waardoor eenige digt aangrenzende Duitfche S aaten voor eenen vijandelijken inval wierden bloot gefield. Het geheele Bisdom Luik , benevens de Rijksftad Aken , waren in de macht der Franfchen ; en in het Hertogdom Cleef twijfelde men zo weinig aan een bezoek van dezelven, dat, reeds in het begin van December, alle in dat land zich bevindende uitgeweeken Franfchen aangezegd wierd, hetzelve binnen twee dagen te verlaaten. De weinige Pruisfifche troepen, welke hier en daar in bezetting lagen, trokken al te famen binnen de Vesting Wezel, van waar de Heer la Fayette en zijne medegevangenen na Maagdeburg wierden overgebragt , en zelfs ontvingen de Regeerings-collegien aanfchrijving, om , zo haast de vijand naderde, met alle 's Lands gelden en archiven , insgelijks derwaards te wijken. Dit laatfie bevel veroorzaakte eene algemeene verflagenheid onder de Burgeren , die wederom eenigermaaten gerust gefield wierden, door het eenpaarig befluit der Collegien , om tegen zodanigen flap vertoogen in te leveren, en vooreerst op hunnen aanvertrouwden post te blijven. Zij gaven hiervan kennis aan de Ingezetenen , met de daarbij gevoegde vermaaning: „ Dat deze , ingevalle eener daadlijke „ inrukking van vreemd krijgsvolk, zich op geener„ hande wijze tegen hetzelve zouden te verzetten „ heb-  SCHOUWTOONEEL. 165 „ hebben, aangezien men uit het gedrag der Fran„ fcken , tot hiertoe in andere landen gehou en, „ niets anders kon verwagten, dan dat deze de ze„ kerheid van perfoonen en van eigendommen onge„ kreukt zouden laaten, 't geen dan ook 's Lands „ Collegien, bij derzelver aannadering door hunne „ Gedeputeerden, zouden doen verzoeken." Zij vonden zich, in de daad, in deze verwagting . niet bedrogen. In het midden van December kwa- ' men, uit het leger van Miranda, die zijn hoofd- , kwartier te Roermond had genomen , omtrent dui- 1 zend man, onder aanvoering van den Generaal Lamarliere, binnen Gelder. Toen de Magiftaat de fleutels van de poorten haarer ftad aan hem ter hand ftelde, gelastte hij dezelve op haaren post en aanhoudend waakzaam te blijven voor de veiligheid van de perfoonen en het eigendom der Ingezetenen, met de verklaaring: „ Dat zijne troepen zich over„ al gedragen zouden met die waardigheid , welke „ waare Republikeinen betaamde." Vervolgens zondt hij van daar kleine benden af na Meurs, Creyelt, Goch, Gennip en andere plaatfen, waar dezelve aanzienlijke brandfchattingen vorderden, en tot zekerheid voor de betaaling van dien , Gijzelaars medenamen , maar voor het overige de ftrengfte krijgstucht onderhielden , en al 't geen door bijzondere perfoonen aan hun wierd geleverd, met gereed geld betaalden. De Regeering van Cleef had wel eene Deputatie na Gelder gezonden, ten einde met Lamarliere in onderhandeling te komen, die ook geL 3 zegd Vankomst Ier Franchen te leider , :nz. Waar zij brandfchatting eifchen.  Innerlijke gefteldbeid der nieuwe Republiek. 1 1 ] 1 ] 166 HISTORIESCH zegd hadde, haar de plaats nader te zullen aanwijzen , waar hij met de Gedeputeerden der landen van Cleef, Meurs en Marck, nader fpreken zoude; doch van deze famenkomst kwam niets; Cleef en verfcheiden andere fteden bleeven van het bezoek der Franfchen verfchoond, alzo deze, na een zeer kort verblijf, over de Maas terug trokken. F RANK R IJ K. October—December. Het Decreet der Nationaale Conventie, waardoor deze het Koningfchap vernietigde, en dit uitgebreid Rijk, eensklaps, in een vrij Gemeenebest herfchiep, wierdt, door geheel Europa, vrij algemeen befchouwd als eene zeer onbezonnen daad , die geene andere gevolgen hebben kon, dan dat dit ontzachlijk gevaarte , thans van deszelfs Monarchaal fteunpunt geroofd, zo al niet onder de Hagen van Uitheemèhe vijanden, toch zeker door zijne eigen zwaar:e , en het geweld der regeeringloosheid , welke nen meende dat in alle takken van het openbaar jewind onvermijdelijk ontftaan moesten , weldra zou noeten inftorten ; te meer , nadien zulks ondernonen was in een tijdftip , terwijl talrijke legers in ;antocht waren, om Lodewijk de XVI. in de volle litoeffening van zijn voormaalig gezag te herftellen. n Frankrijk dacht men daarover geheel anders. Hier  SCHOUWTOONEEL. 167 Hier was het evengemelde Decreet niet zodra in de Departementen afgekondigd, of uit alle oorden zondt men adresfen aan de Nationaale Conventie, ten einde haar de ongemeene blijdfchap en dankbaarheid der Natie, wegens deze groote gebeurtenis , onder het oog te brengen. De moed en het vertrouwen op eene gelukkige uitkomst , wakkerde hoe langer hoe meer aan. De verdeeldheden en partijfchappen, die aan fommige plaatfen , doch bijzonder in de hoofdftad heerschten, hadden,wel is waar, geenzins opgehouden , doch men vreesde weinig de gevolgen welke daaruit konden voortkomen , en fchroomde niet te beweeren , dat zij meerendeels wierden aangeftookt door geheime zendelingen van buitenlandfche Hoven , welke hunne fchatten aanhoudend verfpilden, om de binnenlandfche onlusten te doen voortduuren. De Manifesten der verbonden Mogendheden, welke algemeene fchrik en verflagenheid bij de Natie verwekken moesten, hadden in de daad niets anders voortgebragt, dan nieuw voedzel te geeven aan de reeds ontvlamde geestdrift, invoegen de meeste Ingezetenen geene opofferingen te groot achteden, indien daardoor de Vrijheid en het Vaderland gered konden worden. In de meeste Departementen en Diftricten, ook zelfs in bijzondere afdeelingen van dezelve , gelijk mede in de voornaamfte lieden, wierden , op eigen kosten, nieuwe bataillons Vrijwilligers aangeworven en gewapend. Men zorgde voor het onderhoud der kinderen en huisgezinnen van hen , die na de legers L 4 trok-  Zwaar belegenbombardeëringvan Rijsfel. trokken, terwijl de agteiblijvende landbewoonderen 168 HISTORIESCH trokken, terwijl de agterblijvende landbewoonderen op zich namen, de akkers hunner ftrijdende nabuuren, om niet, te bearbeiden. Zeer veele bijzondere perfoonen booden de Nationaale Conventie geld, kostbaarheden, wapenen, en krijgsbehoeften aan , ten nutte van den ftaat , en de zucht om voor het Vaderland te flrijden, nam zodanig toe, dat , met het begin van de maand Oclober , reeds zesmaal honderd duizend Burgeren , tot verdeediging van hetzelve, gereed ftonden. Sedert la Fayette en Luckner niet langer het bevel voerden , zag men onder de Legerhoofden eene toeneemende werkzaamheid , welke ieder een verbaasde, en zelfs de levendigfte verwachting der Natie verre overtrof, ieder dag bragt te Parijs tijding aan van nieuwe voordeden, door de .troepen der Republiek behaald, terwijl deze, in verfcheiden afzonderlijke legers , onder aanvoering van Dumouriez , Kellerman , Dillon en Valence, verdeeld, de terug wijkende vijanden, op derzelver langzaamen en zeer moeijelijken aftocht, geftadig vervolgden , en noodzaakten, om alle door hun veroverde fteden en vestingen, de eene na de andere, te verlaaten , zonder in eenige van dezelve de minste tegenweer te bieden. Aldus vielen mede Verdun en Longwij, de eerfte ftad den nden , de laatfie den ïüden October, wederom in handen der Franfchen , welke , den ziften van die zelfde maand door eene losbranding van het gefchut langs de grenzen aankondigden , dat  SCHOUWTOONEEL. 169 dat derzelver vijanden het grondgebied der Republiek ten eenemaale ontruimd hadden. Nu was alle vrees verdweenen , en deze groote verandering in den uiterlijken toeftand der zaaken, gaf de Franfche Natie nieuwe ftof tot algemeene blijdfchap. Zij juichte over de dapperheid, waar; mede de zo onlangs aangeworven, en, voor weinige dagen, aan het oorlogsvuur nog geheel ongewoone benden, de geoefendfle legers van Europa hadden durven onder de oogen zien. Boven al persten de voorbeelden van buitengemeene moed en ftandvastigheid , welke de Bezettingen , te famen met de Ingezetenen van Diedenhoven en Rijs fel gaven , zelfs de zodanigen van derzelver vijanden lof en bewondering af , die edeldenkend genoeg waren, de verdienften.in anderen te waardeeren. Het beleg der laatstgenoemde ftad, door een leger Oostenrijkers en Franfche Uitgewekenen , onder bevel van den Hertog Albert , van Saxen-Tesfchen, hoewel van korten duur, was echter boven maten ftreng geweest. Het bombardement, 't welk den 29/ïe» September was begonnen, wierd, bijkans zes dagen, en zo veele nachten, onafgebroken voortgezet, en in dien tijd meer dan 30,000 gloeijende kogels, benevens 5000 bomben, waaronder van 360 tot 500 ponden zwaarte, in de ftad geworpen, terwijl de belegeraars de wallen en vestingwerken met voordacht verfchoonden. Zij had waarfchijnlijk moeten bukken , zo niet de af keerigheid der Burgeren tegen het inneemen eener Oostenrijkfche bezetting, deze bemoedigd had , om L 5 aan-  i?o HISTORIESCH Men zendt van daar Afgevaardigden na Parijs. aanhoudend de dreigendfte gevaaren te verfmaaden. De Commandant Ruault en de Maire André , ftelden , aan hunnen kant, alle middelen te werk, ten einde niet alleen dappere tegenweer te bieden, maar ook den bijna ieder oogenblik ontftaanen brand ten fpoedigften te doen blusfchen. Hiertoe waren een genoegzaam getal lieden in elke wijk beftemd, die, onder een geftadig geroep van lang leve de Natie ! telkens na zulke plaatzen henen fnelden , waar de nood derzelver tegenwoordigheid vereischte. Zoo dra was niet een huis onbewoonbaar gefchoten , of de nabuuren beijverden zich , hunne wooningen en mondbehoeften met die ongelukkigen te deelen, die derzelver haardfteden hadden moeten verlaaten. De algemeene nood maakte ieder een, in den hoogden graad, mededeelzaam en menschlievend. Men vreesde niet te min, dat, binnen de muuren dezer volkrijke ftad, zich eerlang het gebrek mogt openbaaren; weshalven van daar Afgevaardigden na Parijs wierden gezonden, om bijftand te fmeeken van de Nationaale Conventie, en haar plechtig te betuigen, dat de Inwoonderen hunnen gedaanen eed getrouwelijk zouden nakomen : „ Vreest niets!" zeiden deze: „ onze Medeburge„ ren hebben ons gelast , aan u de verzekering te „ brengen , dat de laatfte klopping van hun hart „ voor de Vrijheid wezen zal. Maar zij willen „ vechtend fterven , niet door den honger omko,, men ; en nogthans worden zij , uit hoofde van het toeneemend gebrek aan levensmiddelen, eer- » lang  SCHOÜWTOONEEL. 171 „ lang met den geweldigften hongersnood bedreigd."— Na deze korte , maar veel beduidende aanfpraak , beloofde de Vergadering daadlijk de begeerde hulp, en liet de daartoe noodige penningen terftond aan den Minister van binnenlandfche zaaken uitkeeren. De verbittering der Ingezetenen van Rijs/el , te- ] gen de verwoesters hunner ftad , was uitermaaten 1 groot. Dewijl de laatften zich meestal fchuil hielden agter hunne verfchanfingen , waar zij voor de kogels uit de ftad veilig waren, befchoot men hen meerendeels alleen met bomben, welke fomtijds eene verfchrikkelijke uitwerking deeden. Toen de Oostenrijkfche Veldheer , den 30/fon September , als ook den volgenden dag, een korten ftüftand van wapenen liet voorflaan, ten einde de onder het bereik van het Fransch gefchut liggende dooden en gekwetften te doen weg haaien, wierd zulks niet alleen beide keeren geweigerd, maar de bezetting , die op den eerften October eene verfterking had verkreegen van ruim 3000 man , deedt dienzelfden dag een algemeenen uitval , waardoor zij vijf van de agt poorten geheel en al vrij maakte , en de Oostenrijkers noodzaakte , hun hoofdkwartier van Fiers, agter uit, na Anappe te verleggen. Nu verkreeg de ftad niet alleen genoegzaame toe- : voer van levensmiddelen , maar den %&en O&ober j waren ook bereids 10,000 man, zo uit Douay als andere plaatfen, daar binnen getrokken, welke omftandigheid, gevoegd bij de aannadering van een talrijk Corps Franfchen , onder bevel van den Generaal )appere egenweer. )e ftad verkrijgt oevoer run levens niddelen in verfter- ting.  Het beleg opgebroken. Vreesfelijke verwoestingaUiaar aangericht. Alsmede in de omliggende dorpen. 172 HISTORIESCH raai la Bourdonnaye , met oogmerk om de ftad te ontzetten , oorzaak was , dal het beleg eerlang wierd opgebroken. Het verfchrikiijk bombardeeren enbefchieten,dat allengs verminderde, hield 's avonds van den Oden Oétober geheel op, en den Bjien was geen vijand omftretks de ftad meer te zien. Intusfchen waren in dezelve 500 huizen en tw<;e kerken ten vollen afgebrand, en meer dan 3000 huizen, of andere gebouwen , zwaar befchadigd. Niet meer dan vijftig Burgers, en ruim honderd Franfche krijgslieden , hadden het leven daarbij ingefchoten; waartegen het getal der gefneuvelden, van den kant der belegeraars, ten minlten op 2000 man begroot wierd. Toen la Bourdonnaye , door de Commisfarisfen van het Noordelijk leger verzeld, binnen de ttad aankwam, en de verbaazende verwoesting zag, welke deze ondergaan hadde, verklaarde hij: dat de dienst, welke de Inwoonderen van Rijsfel aan hun Vaderland hadden beweezen, boven allen lof zijnde, zelfs de minfte fchade, door hun geleden, wederom zou vergoed worden. Dit gebeurde kort daarna, als wordende, in de eerfte plaats, drie millioenen Livres verdeeld, de ééue helft onder de behoeftigfte Ingezetenen der ftad , en de andere helft onder de Landlieden , terwijl men de meer gegoede Burgeren, een weinig laater fchadeloos ftelde voor de verliezen, die zij ondergaan hadden. In geen' minderen graad dan de ftad zelve, ondervonden mede de omliggende dorpen de rampen des oorlogs, nadien de Boeren in menigte geprest, en  SCHOUW TOÖNEEL. 173 èn gedwongen wierden aan de verfchai fingen der Belegeraars te arbeiden, waardoor veele van die ongelukkigen, door het vuur hunner eigen landgenooten, fneuvelden. De vijandlijke ligte troepen, die overal rondzworven, hielden niet op de dorpen en eenzaatne wooningen uit te plunderen, 't welk-de daaromftreeks woonende landlieden eindelijk deedt befluiten, zich nadruklijk tegen derzelver ftrooperijen te verzetten. Dit gefchiedde inzonderheid den %den October, toen eene bende Oostenrijkers zich wat verre van derzelver legerplaats verwijderd hebbende, meer dan zcoo Boeren, op het luiden der alarmklok, op de been kwamen, die, verwoed, op hunne vijanden aanvallende, eenige derzelven dood floegen, en de overigen noodzaakten onverrichter zaak terug te keeren. Dan deze daad wierd reeds den volgenden dag zeer ftreng gewrooken, nadien de Oostenrijkers in veel grooter getal wederkeerende, deze dorpen in den brand ftaken, en verfcheiden Ingezetenen om het leven bragten. De Franfche Uitgewekenen, of zogenaamde Emigranten , die de legers der verbonden Mogendheden volgden, munteden bovenal uit in het bedrijven van \ dusdanige geweldenaarijen, en verzuimden geene ge- ' legenheid, om hunnen haat tegen derzelver republikeinschgezinde voormaalige landgenooten den vrijen teugel te vieren. Veele klagten waren daarover reeds ingebragt bij be Nationaale Conventie, welke eindelijk deze zaak in' ernftige overweeging nam, na de Commisfansfen bij het Noordelijk leger Wreedheid jer Fran "che TJicjewekeïen.  174 HISTORIESCH Die het DorpFoncq geheel uitplunderenen verbranden. ger haar gefchreeven hadden, dat de geheele land* (treek, zo verre de vijanden op den Franfchen bo* dem waren doorgedrongen, overal bewijzen opleverde van de verfchrikkelijkfte verwoestingen , en gepleegde gruwelen. Aan deze , zeiden de Commisfarisfen, hadden de Pruisfen zich het minst, de Oostenrijksrs in een ongelijk hoogeren graad, fchuldig gemaakt ; doch het onmenfchelijk gedrag der Uitgewekenen overtrof alle verbeelding, als hebbende deze, wijd en zijd, alles vernield of weggeroofd, en, om ook zelfs het water te bederven, veele lijken van gefneuvelde of geftorven menfchen, benevens alle hunne doode paarden, daarin geworpen. Uit fommige plaatzen, die het meest geleden hadden, kwamen Afgevaardigden voor de Vergadering, ten einde haar van het gebeurde kennis te geeven, en om bijftand te fmeeken. Eene bende dezer Uitgewekenen , had, onder anderen, ook het dorp Voncq , in het Departement van Ardennes , ten eenemaale uitgeplunderd, en vervolgens in den brand geftoken, waardoor de kerk, benevens 200 huizen en landhoeven, een prooi der vlamme waren geworden. Deze fchade wierd begroot op anderhalve millioenen livres. Daarenboven waren verfcheiden kinderen in de vlam omgekomen, nadien men derzelver Moeders, met geweld, belet hadde, haar kroost uit de brandende wooningen te mogen redden, terwijl agttien der gegoedftejngezetenen, met de handen op den rug, aan de (taarten der paarden vast gebonden, in dien ftaat mede gefleept waren.  SCHOUWTOONEEL. 175 ren. Toen eene bezending , uit dit nog onlangs welvaarend, maar nu geheel verwoest dorp, voor •de Nationaale Conventie verfcheen, en deze jammerlijke gefchiedenis verhaalde , was haare eerfte zorg die ongelukkigen te troosten , met de belofte eener volkomen fchavergoeding, te vinden, uit de verkooppenningen van de goederen der Uitgewekenen zelve. Vervolgens wierd door haar gedecreteerd : dat alle Notarisfen , Bankiers, Rentmeesters en anderen, die eenige fondzen of renten, aan Uitgewekenen toebehoorende, in handen hadden, op ftraffe des doods, gelast wierden, binnen vierentwintig uuren na de afkondiging van het Decreet, dezelve te moeten leveren in de Nationaale fchatkist, of in de kasfen der bijzondere diftridten, waaronder zij behoorden. Dit Decreet wierd fpoedig gevolgd van een tweede, 't welk de doodftraf vastftelde tegen alle Uitgewekenen, die, door eene daartoe aangeftelde Commisfie, overtuigd konden worden, dat zij de wapenen tegen hun vaderland opgevat hadden. Dewijl fommige Leden, bij deze gelegenheid, hunne vrees te kennen gaven, dat dusdanige wet, in de vijandelijke legers aanleiding zou kunnen geeven tot eene geweldige fchending van het recht der Volken, ten aanzien van de Franfche krijgsgevangenen, 't geen men alsdan misfchien zou beftempelen met den naam van wedervergelding; deedt zulks de Conventie nog daarenboven vastftellen: dat de Mogendheden verantwoordelijk zouden zijn wegens elke fchending van Decreet Ier Nar. Donv. werens de Uitgewekenen. Nader Decreet tegen dezelveu.  Verandering in he laatst genomen De creet. Zonderlinge brief vanDiLLON *76 HISTORIESCH van het recht der Volken, tegen Franfche Burgeren gepleegd, die, door eene verkeerde toepasfing op hetzelve, mogt begaan worden. Weinige dagen na de Vergadering dit befluit ge■ nomen had, wierden dertien Uitgewekenen te Parijs binnen gebragt, die, in eene fchermutfeling, aan de grenzen gevat waren, en van welke fbmmige met den dood geftraft, doch de overigen, die men niet kon overtuigen dat zij werkelijk tegen hun Vaderland geftreeden hadden, vrijgefproken wierden. Nadien deze uitfpraak volgens de eigentlijke letter van het laatstgenomen Decreet gefchiedde, begreep men, dat aldus zeer veele, die, volgens de thans heerfchende denkwijze, zich aan hoog verraad fcbuldig gemaakt hadden, de verdiende ftraf ontgaan konden; weshalven de Conventie, door een nader Decreet, vastftelde: dat alle Franfche Uitgewekenen, voor eeuwig zouden gebannen zijn van het grondgebied der Republiek , en zo eenige derzelven, in verachting van deze wet, aldaar wederkeerden , de zodanigen met den dood gemaft zouden worden, al ware het ook , dat zij de wapenen tegen hun vaderland niet hadden opgevat. Hiervan bleeven nogthans Kooplieden, Kunstenaars, en alle anderen uitgezonderd , die bewijzen konden , dat zij met geen ander oogmerk waren buiten 's lands gegaan, dan om derzelver beroepsbezigheden voort te zetten. > Hoe zeer thans eiken dag de voordeeligfte berichten aanbragt uit de onderfcheiden legers , was men  SCHOÜWTOONEEL. 177 men nogthans niet voldaan over het gedrag van ibmmige der legerhoofden. Onder deze had de Generaal Arthur Dii.lon , 'die het bevel voerde over de voorhoede der Noordelijke Armée j een brief gefchreeven aan den Landgraaf van Hesfen- Casfel , wien hij aanraadde , met deszelfs troepen vreedzaam na zijn eigen land terug te trekken , in welk geval hij beloof.ie, hem de beste middelen aan de hand te zullen geeven, om veilig voorbij de Franfche Armée te komen , welke in het bezit was van verfcheiden pasfen, waardoor anders de afmarsch zijner troepen zeer bezwaarlijk kon gemaakt worden. Toen de Nationaale Conventie de inhoud van dezen brief onder het oog gebragt wierd, was dezelve niet weinig verwonderd over dusdanige handelwijze. Men herinnerde zich terftond de voormaalige naauwe vriendfchap tusfchen Dillon en la Fayette , doch boven al het gedrag van den eerstgenoemden, ten tijde, dat aan hem de cpfchorting der Koninglijke waardigheid, benevens het gebeurde op den loden Augustus, was bekend gemaakt (0). Sommige Leden berispten, bij die gelegenheid, ook zelfs het gedrag van Dumouriez , zeggende * dat deze eerst van allen het gevaarlijk voorbeeld van foortgelijke onderhandelingen met den vijand had gegeeven. Dan, de verfchijtiing op dat zelfde tijdftip van Dumouriez zeiven in den Vergadering der Conventie, en het voor de Franfche Natie zo vleijend verflag, 't welk O) Ziet II. Deel 1 Stuk, bladz. 313. M aan den Landgraaf van HesfenCasfel. Misnoegen daarover iri de Nationaale Conventie. Waar ook het gedtag van Du MOURIEZ berispt wordr. Die in pér> foon verflag doei  van zijne krijgsverrichtingen, De Conventie bepaair het gezag dei Leger hoofden. 178 HISTORIESCH 't welk hij afleide, aangaande zijne krijgsverrichtingen en den aftocht der vijandelijke legers, doofde eensklaps al het wantrouwen tegen hem uit, 't geen meerendeels veroorzaakt was door eenige uitdrukkingen in zijne Memorie aan den Koning van PruisJen (b). Men vroeg hem : wat hij van dien brief dacht, welke Dillon aan den Landgraaf van HesJen- Casjel had gefchreeven? waarop hij antwoordde: dat hij denzelven befchouwde , als alleen afgezonden, om den Landgraaf te trotzeeren, nadien Dillon niet had opgehouden de Hesfen zeer moedig te vervolgen. Dit kon echter niet beletten , dat de zaak vrij ernftig wierd opgenomen: „ De bewijzen, zei,, de één der Leden, dat fommige Generaals zich ,, in onderhandelingen met den vijand hadden inge„ laaten, verdienden de hoogde opmerking der Ver,, gadering , als zijnde het alleen om de vijanden ,, te bevechten, maar niet om met dezelve in on„ derhandeling te treden, dat het bevel over de le„ gers aan hun was toevertrouwd. Gaan onze „ Veldheeren, vervolgde hij, in dier voegen voort, „ dan maatigen zij zich het karakter aan van Ver„ tegenwoordigers der Natie, 't welk hun niet is ,, opgedragen , en dan zien wij onder ons weldra „ het Keizerlijk Despotismus herleven , dat voor„ maals den ondergang der Romeinjche Republiek „ veroorzaakte." Deze zeer gegronde aanmerking gaf aanleiding tot het uitvaardigeu van een wet , waar- Ziet Bijlaage XXXVII.  SCHOUW TOONEEL. m , Waarbij aan de Legerhoofden de paaien van hun ge:Zag, en van derzelver verrichüngen , voor het toekomende wierdt voorgefchreeven. De Vergadering ging vervolgens over tot het beinoemen van een Commité van Wetgeeving, gelast, imet het ontwerpen eener nieuwe Conftitutie, welke i gefchikt zoude wezen voor eene zuivere Republikeinfche Regeeringsvorm, waartoe haare keuze viel op deri Abt Seyes, Brissot, Petiiion, Vergniaud , Gensonné , Barrere , Danton , en Condoücet, benevens nog zes andere Leden der Conventie, die, des noods, in de plaats konden treden van eenige dezer opgenoemden; terwijl alle vrienden van Vrijheid en Gelijkheid in alle landen, dooreen formeel Decreet, wierden uitgenoodigd, om derzelver bedenkingen wegens de middelen , welke zij. tot het vestigen eener goede Conftitutie , heilzaam en nuttig oordeelden , aan dit Commité mede t« deelen, dat terftond fcheiden zoude, zo dra het des. zelfs ontwerp de Conventie had aangeboden. Twe< maanden na de inleevering, zou hetzelve eerst eet onderwerp haarer raadpleegingen mogen worden, o] dat een ieder het aangeboden plan bedaard overwee gen , en zijne aanmerkingen daarover in het liet brengen konde. Ondertusfchen waren , door het Commité va Waakzaamheid, waaraan de voorige Nationaale Vei gadering het onderzoek der papieren, zo in de Tui leries, als bij de Heeren la Porte en Septeutl den iaden Augustus gevonden , opgedragen had M a 4 En benoemt een Commité van Conftitutie. Naamen der Leden van hetzelve. t > t ^ Nieuwe befehuldigiogen te- - gen den Koning. n  i8o HISTORIESCH en het welk uit Leden van den Gemeente-raad van Parijs famengefteld was, nieuwe befchuldigingen tegen den Koning ingebragt. Den eerften October kwam dit Commité de Nationaale Conventie aanzeggen , dat het thans den draad had gevonden van alle lameuzweeringen, door het Hof gefmeed. Vervolgens las hetzelve een uitvoerig bericht voor , zijnde meerendeels eene herhaaling, van 't geen deswegens aan de Nationaale. Vergadering , voor deze haare zittingen eindigde, reeds was ingeleverd (Y), doch waarin nu ook nog gezegd wierd: „ dat eene „ menigte dezer papieren klaar aantoonde, dat het „ Hof zeer aanzienlijke fommen had hefteed , niet „ alleen tot het opkoopen van fuiker , koffij , en „ andere zaaken van dien aart , met oogmerk om „ het volk , door een arglistig veroorzaakt gebrek „ aan dusdanige benoodigdheden , tot oproer aante„ zetten , maar ook zelfs tot het omkoopen van ,, verfcheiden Leden der Wetgeevende Vergadering, „ ten einde zekere befluiten in dezelve door te drin„ gen, welke tot nadeel van het algemeen welzijn „ verftrekten, doch die het Hof, voor deszelfs bij„ zondere belangen , toenmaals noodig oordeelde." Hierbij gaf het Commité een lijst over van de fommen, aan veele ijveraars voor het Hof uit de Civile Lijst betaald, en toonde eindelijk aan, dat, op de beide dagen van den jden en (jden Augustus , telkens een (O Ziec ifte Stuk, bladz. 3Ó8.  SCHOUW TOONEEL. 181 een halve millioen Livres aan den Koning was opgefchoten. Dewijl het tegenwoordig bericht in eene zeer voor- ^ naauie zaak , te weeten met opzicht tot de Gedeputeerden der Nationaale Vergadering, die zich door het Hof zouden hebben laaten omkoopen , van het eerfte zeer merkelijk verfchilde, begreep de meerderheid der Conventie, dat alle deze papieren behoorden gefield te worden in handen van eene Commisfie, welke uit haar midden was verkooren, ten einde', met den meesten fpoed , dezelve nader te onderzoeken , op dat alsdan een begin kon gemaakt worden met het rechtsgeding des Konings. Men benoemde dienvolgens eene Commisfie van vierentwintig Leden, welke reeds den r^den October haar eerfte bericht uitbragt , 't welk hoofdzaaklijk inhield: „ dat vier maanden naauwlijks konden toereiken, „ om dien verbaalenden hoop papieren, haar door ", het Commité ter hand gefield, met de vereischte " naauwkeurigheid na te zien. In de drie dagen en zo veele nachten, welke zij daarmede had toegebragt , had zij nogthans ontelbaare bewijzen ]] gevonden, dat de Koning een verraader was, en „ ook beftendig van verraaders was omringd ge'„ weest, maar niet één bewijs kunnen vinden, ten '„ laste van eenige Leden der voorige Nationaale , Vergadering, noch van zeer veele Burgeren, die, alleen op aanklachte van het Commité van Waak", zaamheid, in de gevangenisfen waren geworpen , Het was derhalven maar al te zeker, dat, der M 3 « ^ ")epapieen in de Mlleriei :nz. ge jonden, worden in handen gefield van eene Coramisfie» Eerde bericht door dezelve ingeleverd. I t  't Welk tot hevige gefchillen aanleiding geeft. i s s 9 t 9 1 »: m HISTORIESCH ,\nden September en eenige volgende dagen, eene „ menigte onfchuldige lieden in hunne keikers wa„ ren omgekomen, waarvan de fchuld gehed en al „ moest vallen op de hoofden der zodanigen, die, „ op eene allefints willekeurige wijze, bevel hadden „ gegeeven, om deze ongelukkigen in hechtenis te „ neemen." Dit bericht vervulde de meefte aanwezenden met verontwaardiging tegen de aanleggers van dat fchandelijk bedrijf, waaraan Robespierre en Marat , als gewezen Leden van dat Commité , ouderlteld wierden, zeer veel aandeel gehad te hebben. De laatstgenoemde vatte ook terftond het woord hiertegen op. „ De Commisfie," zeide hij, „had voor,, zeker alle papieren niet naauwkeurig nagezien, „ anders had zij daarin de overtuigendfte bewijzen „ moeten aantreffen, dat verfcheiden Leden der Wet» „ geevende Vergadering geld hadden getro!, ken . ten „ einde een Decreet door te drijven, waardoor", in„ dien hetzelve tot ftand was gekomen, een groot gedeelte der penfioenen, welke op de Civüe Lijst , ftonden, ten laste van den Staat zouden gebragt , geweest zijn : hij begeerde derhalven , dat deze , ftukken al te zamen mogten gedrukt worden, op , dat de .geheele Natie die veiraaderlijke Volksver- , tegenwoordigers kon leeren kennen." En wij, iepen verfcheiden Leden , „ begeeren , dat zulks' , met zodanige ftukken gefchiede, die ten bewijze , jtrekken van de gruwelen , welke Frankrijk* fchoon- #e11 daS bezoedeld hebben, op dat zij, die de- „ zei-  SCHOUWTONEEL. 183 ,„ zelve pleegden, hunne welverdiende ftraf ontvan.„ gen mogen." Een Gedeputeerde van Marfeille, IBarbaroux genaamd, ging nog verder: „Burgers!" : zeide deze, „wat ik onder die papieren klaarst van „ allen beweezen heb gevonden, is, dat de Leden „ van het Commité van Waakzaamheid lasteraars „ zijn, en dit neem ik aan, morgen met de ftuk„ ken te bewijzen." Een ander Lid , op Marat wijzende, voegde daarbij: „ Hoe lang Burgers! „ zult gij onder u een man dulden , wiens fchrif„ ten niets dan verbanningslijsten zijn ; een man , „ die, terwijl hij zich den vriend des volks noemt, " niet ophoudt hetzelve tot de zwartfle misdaaden „ aan te zetten; een man, wien de Despooten met '„ alle hunne fchatten behoorden te beloonen, alzo „ hij geen ander oogmerk heeft, dan ons door tweedracht te verzwakken, en alom, door de ganfche " Republiek , fchrik en wantrouwen te verfprei,, den." Deze zo hevige aanval tegen een man , die , m fpijt van de menigvuldige aanklachten , door Roland, Brissot, en anderen van hunne partij, tegen hem ingebragt , nog fteeds de gunsteling was van het Volk, had dien dag geene verdere gevolgen, nadien de Vergadering overging tot het raadpleegen over andere onderwerpen, na alvoorens aan de Commisfie gelast te hebben, de papieren in gefchil, vooral 'met betrekking tot den gewezen Koning, na der te onderzoeken, en, zo ras doenlijk, een volle diger bericht daarover uit te brengen. M 4 D De Conventie gelast die papieren nader te onderzoeken.  184 HISTORIESCH Toe (Tand des Konings. Aan wier de vernieti ging der Koning!!;ke wa^rclipheid,enz. be- De onttroonde Koning was intusfchen onkundig van al 't geen de Nationaale Conventie te zijnen opzichte had befloten. Met het begin van October was hij overgebragt na de voor hem en zijne medegevangenen gereed gemaakte vertrekken van den Tooren, welker venfters in diervoegen waren ingericht, dat men door dezelve wel de lucht , maar niet na beneden op de aarde zien kon. Hier bewoonde hij thans, met zijn Zoon en één Kamerdienaar , Clery genaamd , de tweede verdieping , terwijl zijne Gemaalin, Dochter en Zuster, benevens de overige Bedienden, in de eerfte verdieping huisvesteden. De eerstgenoemden bezogten hem driemaalen daags, telkens een uur langt, bij het morgenontbijt , het middagmaal, en den avondmaaltijd. Op gezette tijden ftond ook de tuin voor hun open, waarvan de Koning nogthans zelden gebruik maakte. Een wacht van 400 Vrijwilligers , bewaakte het Gebouw van den Temple, onder het opzicht van vier Officieren der Municipaliteït, aan welke laatften alleen geoorloofd was om met de gevangenen te m^gen fpreeken, en die , op hunne verantwoording , moesten zorgen, dat niemand in deze treurige verblijfplaats wierd toegelaten , dan op uitdrukkelijk bevel der Nationaale Conventie , welke het eindelijk noodig oordeelende , den gewezen Koning kennis te doen geeven van de grondlegging der Republiek , en de vernietiging der Koninglijke waardigheid, den voormaaligen Procureur-Generaal der Gemeente , MaPjuel, met die onaangenaame boodfchap belastte. De,  SCHOUWTOONEEL. 185 Deze in de Vergadering terug gekeerd zijnde , om verflag te doen van zijne afgelegde Commisfie, gaf, onder anderen, aldaar te kennen: dat Lodewijk de XVI. zijne geheele aanfpraak , welke hij met deze woorden had geëindigd: „ Gij zijt thans geen Ko„ ning meer , en ziet daar eene fchoone gelegen„ heid voor U, om een goed Burger te worden," met de grootfte onverfchilligheid had aangehoord, en even ongevoelig fcheen wegens zijne tegenwoordige gevangenfchap, als hij over deszelfs voormaaligen toeftand op den troon geweest was. In hoe verre dit bericht met de waarheid ftrookte, en boe veel geloof de verdere bijzonderheden verdienen, welke diestijds, en ook naderhand, aangaande den toeftand dezer aanzienlijke gevangenen, doch op zeer verfchillende wijze verhaald wierden, is, als nog, onmooglijk te beflisfen ; gemerkt niemand binnen den omtrek van den Tooren wierd toegelaaten, behalven eenige Leden der Municipaliteit van Parijs, en de zeer weinige perfoonen, die de gevangenen bedienden. Zekerer is het, dat de Franfche Natie hoe langer hoe meer blijken gaf van haare afkeerigheid , tegen al 't geen haar aan de Koningen , of aan derzelver voormaalig gezag kon herinneren. Bijna alle gedenktekenen, ter eere van de vroegere Monarchen gefticht , hoe fraai en uitmuntend dezelve ook wezen mogten, wierden overal verbrijzeld, en zelfs de naamen van fteden, ftraaten, openbaare gebouwen , en diergelijken , welke met den naam des Konings, of met de Koninglijke M 5 waar* kehd ge- traint wordt. fVfkcerig;ieid van a les, wat met den naam des Konings iets gemeensheeft.  Geene Le den der Conventie mogen hip nenzes jaa ren na he eindigen van dezel ve, eenij openbaar ampt bekleeden. Het voorftel, om een Lijf wacht vtor 186 HISTORIESCH waardigheid iets gemeens hadden, door het geheele Rijk veranderd. Aldus herdoopte men de Stad en Haven van Port Louis,,op het verzoek haarer Ingezetenen , in Port de-la-Liberté. Fort Louis in Fort-Vauban, enz. De gouden muntfpecien, bij den naam van Louis d'Or bekend, verkreegen dien van Francs d'Or, en het dragen van het kruis der Ridder-orde van St. Louis, waarmede hier en daar nog eenige lieden pronkten, fchoon die Orde reeds door een Decreet was vernietigd, wierd thans op zwaare itraf verboden. Daarenboven decreteerde de Conventie, dat, van alle Munten en Asfignaaten, voortaan het beeld des Konings, benevens de woorden: de Natie, de Wet en de Koning, zouden worden weggelaaten, om het eerfte te doen vervangen door op de Vrijheid toepasfelijke zinnebeelden , en het laatfie door het opfchrift: de Franfche Republiek. Om de zodanigen den mond te floppen, die voorgaven , dat veele Vertegenwoordigers des volks, • door hunne gewaande zucht voor de Vrijheid, niets t anders bedoelden , dan het verkrijgen der aanzienlijkfle en voordeeligfle ampten in den Staat, wierd ; mede door een formeel Decreet vastgefteld, dat geene Leden der tegenwoordige Nationaale Conventie, binnen de eerfte zes jaaren na het aflopen van dezelve , eenigerhande openbaare bedieningen bekleeden mogten. Het voorftel van den Minister Roland , in het laatst van September gedaan , ten einde een foort van Lijfwacht voor de Nationaale Conventie op te riek-  SCHOUWTOONEEL. 187 richten, welke beftaan zoude uit 4470 man, waarvan een derde gedeelte ruiterij, en uit alle Departementen moest getrokken worden , bleef ondertusfchen het geliefkoosd plan van zeer veele haarer Leden, terwijl andere zich daartegen zeer nadruklijk verzetteden, en hetzelve inzonderheid een fteen des aanftoots was geworden voor de Gemeente-raad en het volk van Parijs , die niet wilden , dat de Conventie door eenige andere macht zou omringd en befchermd worden , dan alleen door de Ingezetenen van die ftad zelve. Deze zeer verfchillende denkwijze, gaf op nieuw aanleiding tot verregaande partijfchappen. De zogenaamde Gematigden, welke men thans Brisfotijnen, ook Girondisten , Federalisten, en Qrganijateurs begon te noemen, beweerden , dat de moord, onlangs aan de gevangenen gepleegd , geheel toetefchrijven was aan de opruijingeu van Robespierre , Marat , en eenige andere heethoofden; dat deze nog, aanhoudend , het volk tegen alle waare voorftanders van het Vaderland en de Vrijheid aanhitften ; dat de weldenkende Leden der Nationaale Conventie, uit dien hoofde, niet langer binnen Parijs veilig waren: dat deze ftad geheel Frankrijk zogt te overheerfchen, en haare Gemeente-raad , met verachting van de befluiten der Conventie , het eigendunkelijkst gezag bleef uitoeffenen. Hunne tegenpartij, welker voorftanders zich oprechte Republikeinen noemden, en die vervolgens meer bekend wierden bij den naam van la Montagne, of den Berg , ter oorzaake dat de daar onder behoo- ren- de Nat. C'ouv. op te richten, geeft tot verregaande partijfchappenaanleiding.  Welke overllaan tor-de Clubs der jfakokij- tien. in HISTORIESCH rende Leden der Conventie zich plaatften in de verhevenfte zitplaatfen van de zaal der Vergadering, doch van de Girondisten , met de naamen Desorganifateurs en Anarchisten beftempeld wierden, beweerde daartegen , dat Brissot en zijn aanhang haar met geen ander oogmerk in verdenking zogten te brengen, dan om het volk te misleiden, en hunne eigen gevaarlijke aanflagen tegen de Vrijheid en Onverdeelbaarheid der Republiek, onder den fchijn van gematigdheid, te verbergen. Wijders , dat de van Roland voorgeftelde Lijfwacht even ftrijdig was met de Vrijheid, als, bij het begin der Nationaale Vergadering het bijeen brengen eener Koninglijke Armée onder de muuren van Parijs, welke de Koning toen genoodzaakt was geworden van daar weg te zenden; dat zodanige gewapende macht welligt geene andere bedoeling zou kunnen hebben , dan den Koning uit Parijs weg te voeren , en de vergadering der Conventie na eene andere plaats te verleggen. Zelfs gaven fommigen voor, dat het oogmerk der Girondisten was, Frankrijk in eene menigte van kleine famen verbonden Republieken, na het voorbeeld van Noord-America, te verdeelen; terwijl nog andere die partij van Koningsgezindheid befcbuldigden, en beweerden, dat zij Hechts na eene bekwaame gelegenheid omzag , ten einde de Koninglijke waardigheid te hefftellen. Dan, hoedanig ook de uitzichten van de hoofden dezer partijen, welker heimelijke oogmerken het diestijds zeer moeijelijk was te doorgronden, mogen geweest  SCHOUWTOONEEL. 189 weest zijn, is het ten minften zeker, dat men, van b.'ide zijden, in het openbaar den geweldigften afkeer betuigde , van 't geen zij elkander wederkeerig ten laste leiden. In de Club der Jakobijnen wierden de naamen van Brissot , Condorcet , Vergniaud , Göadet , en verfcheiden andere der ijverigfte Girondisten , van de lijst der Leden uitgefchrapt, 't welk veroorzaakte, dat de Jakobijnen, in fommige fteden, op het punt ftonden, om alle gemeenfchap met die van Parijs aftebreeken. Toen de Gemeente-raad, vervolgens , door een formeel befluit, vastftelde , dat alleen Burgers uit de wijken van die ftad, en geene anderen, tot Lijfwacht voor de Volks-vertegenwoordigers verftrekken mogten , zond men uit verfcheiden Departementen adresfen aan de Nationaale Conventie, waarbij de Ingezetenen hun ongenoegen des wegens betuigden , en verklaarden, nimmer te zuilen gedoogen, dat eenigerhande Departement, Stad, Burgerij, noch bijzondere perfoonen, die heimelijk na het oppergezag dongen , geheel Frankrijk regeeren , of overheerfchen zouden. Hoe zeer ook de Conventie dat befluit terftond vernietigde, bleef men niet te min, aan veele plaatfen, in de vaste verbeelding, dat dezelve niet langer vrij was in haare raadpleegingen , maar geheel en al onder bedwang wierd gehouden door het gemeen van Parijs, of liever door deszelfs aanvoerders, die aldus een' zeer fchadeiijken invloed hadden weeten te verkrijgen op de belluiten, welke van haar wierden genomen, invoegen eenige Departementen Wantrouwen in foramige Departementen tegen Parijs.  De Girondisten ver krijgen de meerderheid in de Kat. Conv. ioo HISTORIESCH ten noodig oordeelden , gewapende Vrijwilligers, tot befcherming van de Nationaale Conventie, na Parijs te zenden, waartoe de ftad Marfeille alleen duizend man leverde. De aankomst van zo veele gewnrjende lieden, die niet ontveinsden, dat zij' met geen ander oogmerk waren gekomen, dan om de Volks-vertegenwoordigers , tegen den overlast van het Gemeen, te beveiligen , mishaagde den Ingezetenen dezer ftad, welke zich op hunne beurt, bij de Conventie beklaagden, en begeerden dat de Gefedereerden, die, federt een geruimen tijd, zich binnen Parijs hadden opgehouden , te gelijk met de nieuw aangekomenen , genoodzaakt mogten worden te vertrekken , ten einde de legers aan de grenzen te verfterken. Dan nadien de Girondisten , tot welker partij nu ook Pethion, Manuel , en verfcheiden andere Leden der Conventie, waren overgegaan, in de Vergadering de-meerderheid verkreegen hadden, bleef dit verzoek vooreerst zonder uitwerking. De genoemde partij had haare maatregelen zo wel genomen , dat zij doorgaans als de eenige waare vriend en voorftander der Vrijheid wierd befchouvvd , waartegen die van den Berg flechts aan weinige plaatfen , maar inzonderheid te Parijs , een' fterken aanhang had verkreegen , om welke zo veel mooglijk te verzwakken , de Girondisten, bij elke gelegenheid, den toeftand van die ftad met de zwartfte verwen affchilderden, en haare inwoonderen ten toon fielden als een hoop jammerlijk misleide menfehen, die, ieder oogenblik ,> ge-  SCHOUWTOONEEL. 191 gereed (tonden tot het bedrijven van de fnoodfte euveldaaden. Vervolgens klaagden zij ook Marat in de Nationaale Conventie aan, als den voornaamften bewerker van alle inwendige tweefpalt, en daaruit voortfpruitende onheilen. Zijne daaden , zeiden de Girondisten, beweezen, dat hij , of een allerftrafwaardigst booswicht , of een krankzinnige wezen moest, die niet langer onder de Vertegenwoordigers der Natie behoorde geduld te worden; want, niet genoeg, dat hij, in zijn bekend dagblad , het volk tot moord en oproer geduurrg aanhitfte , had men hem nu ook, in de ftraaten van Parijs , de voorbijgangers opentlijk hooren toeroepen, dat dezelve, ten getalle van eenige duizenden, moesten opkomen, om de Nationaale Conventie uit elkander te jaagen. Bij eene andere geltgenheid zou hij gezegd hebben, dat de Leden van die Vergadering meerendeels Konuwgezinden en verraaders waren , en de rust in Franknjk niet kon herlteki worden, ten ware alvorens nog tweemaal honderd duizend koppen vielen. De Gemeente van Parijs, voegden zijne befchuldigers daarbij, gedoogde, met verzaaking van haaren plicht, alle diergelijke aanftookingen en oproerigheden, en verzuimde, moedwillig, de noodige middelen in 't werk te (tellen , ten einde de ffeeds toeleemende volks-beweegingen te (tuiten, Marat wilde tegen deze, en meer foortgehjke befchuldigingen, zich verdeedigen, door verfcheiden daaden, welke hem ten laste gelegd wierden, te ontkennen , andere in een gunstiger licht te doen voor- ko- In welke Marat aangeklaagdwordt. Die wederom Roland, enz. van kwaadeoogmerken befchuldigt.  1(}2 HISTORIESCH De Gemeenteraad van Parijs rne de aangeklaagd. komen, en daartegen den Minister Roland te be* fehrijven als een gevaarlijk mensen, die de heersch-* zuchu/fte oogmerken koesterde, en met behulp van Brissot en zijnen verderen aanhang, alle gezag alleen in handen poogde te krijgen, om de pas ontlooken Vrijheid den doodfteek toe te brengen. Dan , deze aanval tegen een man, die , in dat tijdftip, nog- het onbepaaldst vertrouwen van verre het grootfte gedeelte der Franfche Natie bezat, wierd niet alleen aangehoord met de zichtbaarfte blijken van afkeerigheid, maar de Vergadering befloot ook alle beichuldigingen, tegen Marat ingebragt , in handen te doen ftellen van het Commité van algemeene Veiligheid, om door hetzelve nader onderzogt te worden. Twee dagen later, wierden, in de Nationaale Conventie, nogmaals hevige klachten-tegen den Gemeenteraad van Parijs ingeleverd, door eenige Burgers , die zich Afgevaardigden uk de Burgerij noemden. „ De Vrijheid," zeide hunne Woordvoerder, „ mag „ geen ijdele' klank wezen, maar, overal waar deze „ gevestigd is , moet een ieder , die dqor geene „ misdaaden , tegen, de algemeene Veiligheid ge„ pleegd , zich dezelve onwaardig heeft gemaakt, „ het volkomenfte genot daarvan hebben, en wan„ neer, bij eene groote Staatsomwenteling, de wet„ ten fomtijds voor een oogenblik zwijgen, behoo„ ren deze, zodra het onweder voorbij is, terftond „ wederom in volle kracht te heerlchen." Hij beweerde vervolgens : ,, dat de wetten aanhoudend wier-  SCHOUWTONEEL. i9i 9,5 wierden gefchonden door de Commisfarisfen der Gemeente van Parijs, die, zonder eene voorafgaande geregelde rechtspleeging, zeer veele Bur„ geren in de gevangenisfen hadden laaten werpen , „ waardoor de Ingezetenen der Republiek , bij al„ dien aan dusdanige handelwijze niet terftond paal „ en perk wierd gefield, nog meer aan verdrukkingen bloot gefield bleeven , dan de onderdaanen „ van het wreedfte Dtspotismus. Hierom verzogt „ hij, uit naam van het beste gedeelte zijner Me„ deburgeren, dat de Conventie, voor elke Wijk, „ twee Leden uit haar midden wilde benoemen, „ die zich ua de gevangenisfen zouden begeeven, ,, om in dezelve nauwkeurig onderzoek te doen na „ de naamen der gevangenen, de redenen om wei„ ke zij gevat waren , en de manier op welke zij „ behandeld wierden , ten einde aan de Vertegen„ woordigers der Natie een getrouw verflag te kun„ nen doen van de misbruiken, welke daaromtrent plaats hadden." Nauwlijks was aan dezen eisch voldaan, en de Leden tot het begeerde onderzoek benoemd, of de partij van Brissot klaagde den Gemeente-raad op nieuw aan, onder voorwendzel, dat zekere perfoonen, die zich haare Commisfarisfen noemden , onlangs te Lyon waren gekomen, waar deze het volk verleid hadden om de gevangenisfen open te breeken, en twee in hechtenis zittende perfoonen te vermoorden. Ook aan veele andere plaatfen , voegden zij daarbij, doch boven al te Parijs, wierden allerN lei Nieuwe klachten tegen dezelve.  Ongunstig verflag van Roland , wegens den toeftand van Parijs. 194 HISTORIESCH lei poogingen in het werk gefield, om eene tegen- i omwenteling tot fland te brengen; en het leed den i minden twijfel niet, of alle zodanigen waren tot dat I oogmerk omgekogt, die , zonder ophouden , hun I best deeden, het Gemeen tot oproer en allerlei gru- | weldaaden aantezetten , die losbandigheid predikten I in plaats van Vrijheid , en de laatde in de oogen I van het geheelal, zogten gehaat te maaken, uit I hoofde van de fehandelijke misdrijven , welke, on- I der voorwendzel en in fchijn van Vrijheid, gepleegd I wierden. Dewijl niemand kon ontkennen, dat indedaad vee- I le ongeregeldheden, zelfs met opzicht tot het open- I baar beduur, waren gepleegd, hoewel over de oog- I merken en eigentlijke bewerkers van dezelve , zeer E verfchillende gedacht wierd, gelastte de Conventie, zo wel den Minister van Binnenlandfche zaaken Ro-1 land, als het Commité van algemeene Veiligheid, I om, ieder afzonderlijk, binnen drie dagen verflag te I komen doen wegens de tegenwoordige gedeldheid van Parijs. De Minister wagtte daarmede den bepaalden tijd niet af, maar kwam reeds den volgenden dag in de Vergadering, waar hij een breedvoerig bericht voorlas, in 't welk hij, onder anderen, zeide: ,, dat, na- den gelukkigen dag van den loden „ Augustus , de Gemeente-raad van Parijs, zich „ deeds het hoogde gezag aangematigd, en de wet„ ten eigendunkelijk veranderd had ; dat die Ge„ meente-raad, bij de toenmaalige omdandigheden, n wel is waar, de nuttigde diensten aan den Staat „ had  SCHOUWTOONEEL 19$ „ had beweezen, doch tevens fcheen vergeeten te „ hebben, dat de macht, door de omwenteling aan „ hem verleend, Hechts een korten tijd had mogen „ duuren , en deze vergetelheid de bron was ge„ weest van zeer veele onheilen." Hij noemde vervolgens een lang register op, van de menigvuldige misdrijven, waaraan de Commisfarisfen des Gemeente-raads, zich hadden fchuldig gemaakt, en befchreef den toeftand van Parijs met deze woorden: „ een „ wijs Departements-beftuur zonder macht , een „ waakzaame , doch willekeurige Gemeente-raad , „ eene uitmuntende, maar liegt aangevoerde Natio„ naale Guarde, en braave Inwoonderen , doch „ waarvan het beste gedeelte was bevreesd gemaakt, „ terwijl de overigen, door lasteraars en laage vlei„ jers van het volk, tot wanbedrijven wierden aan„ gehitst." Eindelijk gaf hij de Vergadering noch te kennen, dat men zwanger ging met het ontwerp, om, binnen die ftad, een nieuw moordtooneel, gelijk aan dat van den idm September , te openen; dat men ook hem zeiven dacht van kant te helpen, dewijl hij mede op de lijst ftond van die perfoonen, welke voor de Crimineele Rechtbank waren aangeklaagd. De buitengemeene fpoed , waarmede de Minister dit bericht inleverde, gaf zijne tegenpartij gelegenheid om aantemerken , dat de facYte van Brissot deze omftandigheid voorzien, of waarfchijnlijk zelve bewerkt hebbende, zodanig ftuk reeds in voorraad Na- had Aanmerkingen op hetzelve.  En daarmede ftrijdig bericht van het Commité van algemeene Veiligheid. l96 HISTORIESCH bad opgefteld, 't welk geheel en al ingericht fcheen, :en einde de hartstochten der toehoorderen op te wekken, en hen met afgrijzen tegen zulke perfooien te vervullen , die daarin als de fnoodfte booswichten wierden afgefchilderd. Zij toonde wijders lan, dat, noch zijne befchrijving van de gevaaren, ivelke niet alleen alle waare en oprechte volks-vrienJen, maar ook de geheele Republiek, naar zijn voorgeeven, dreigden , noch de bewijzen waarmede hij zijn gezegde poogde te ftaaven, bij een nauwkeurig onderzoek , den toets der waarheid konden doorstaan. Het bericht van Roland verfchilde, indedaod, ook zeer merkelijk van het tweede, door het Commité van algemeene Veiligheid, kort daarna ingeleverd, als waarin hetzelve verzekerde , dat de toeftand van Parijs, over 't algemeen, zeer gunstig was, en de allergegrondfte hoop voor eene gelukkige toekomst opleverde. De gevaarlijkfte omftandigheden , benevens de menigte van befchuldigingen, tegen den Gemeente-raad en het Volk, waarover de Minister zo breedvoerig uitgeweid hadde, wierden in hetzelve meerendeels. tegengefprooken, en beweerd, dat het laatfte in geenen deele had medegewerkt tot de misdaaden van den zden September , noch tot den diefltal in de Guarde-meuble, noch tot meer andere geweldenaarijën, die men aan hetzelve zo ruimfchoots ten laste leide; als zijnde, alle deze euveldaaden bedreeven door opzettelijke booswichten en vermomde Ariftocraten, even als de moord, aan de gevan-  SCHOUWTOONEEL. 197 vangenen van Orkans, te Verfailles gepleegd , alleen was uitgevoerd door lieden, die de partij des Konings opentlijk waren toegedaan. Nadien Roland , in zijn bericht niet onduidelijk had te kennen gegeeven, dat Marat aan het hoofd was eener famenzweering , ten einde de partij en heerschzuchtige oogmerken van Robespierre te onderfteunen, daagde de laatstgenoemde alle de Leden der Conventie uit, die iets ten zijnen laste hadden in te brengen, om opentlijk daarvoor uit te komen. Terftond boodt zich één derzelven , Louvet genaamd, hiertoe aan, die in eene redevoering, welke bijna twee uuren duurde, hem, benevens Danton , Marat , en meer anderen van derzelver partij, met eene geheele aaneenfchakeling van misdaaden befchuldigde , en inzonderheid Robespierre aanklaagde, als het voornemen hebbende, om, op de puinhoopen van het Nationaal gezag , zich tot den rang en het aanzien van een Dictator te willen verheffen. Dan deze verdeedigde zich daartegen , met zodanigen nadruk en welfpreekendheid, dat hij met veele toejuiching wierd aangehoord , en over zijne tegenpartij den volkomenften zegepraal behaalde. Marat was zo gelukkig niet. Men had te veele bewijzen van zijnen woelzieken aart; en de-' wijl hij opentlijk (taande hield, dat onder de Leden i der Conventie, zo wel als onder de Legerhoofden ' en bewindvoerende Lighaamen door geheel Frankrijk , eene menigte omgekogte fchelmen en vermomde Koningsgezinden waren, dat ook de tegenswoorN 3 dï- ROBES- piERREverdeedigtzijn gehouden gedrag. wordt in laat van >efchuldi;ing geleld.  De Gemeenteraad te Pa rijs door de Nat. Conv. gecasfeerd. En dezelfde Leden door de Burgerij op nieuws daartoe benoemd. i98 HISTORIESCH iige Regeeringsvorm zijne goedkeuring geenzins weg Iroeg , en uit dien hoofde behoorde veranderd te Arorden, was zulks reden genoeg, om eindelijk een Decreet van befchuldiging tegen hem uittevaardigen. Eiïj ontkwam nogthans het gevaar, van in hechtenis genomen te worden, door zich eenige dagen in :en onderaardsch gewelf te verbergen ; tot de Nationaale Conventie de ongepastheid van dusdaanige knibbelaarijën, alsmede de vertraaging, welke daardoor aan haare beraadflagingen wierd toegebragt, in aanmerking neemende, verklaarde, deze zaak voor geheel afgedaan te houden, waarna hij wederom te voorfchijn kwam, en, op nieuw, plaats nam in de Vergadering der Volks-vertegenwoordigers , terwijl het Gemeen hem, om deze ligte vervolging, als een martelaar voor de Vrijheid befchouwde. De partij van Roland en Brissot, bereikte ondertusfchen in zo verre haar oogmerk, ten aanzien van den Gemeente-raad, dat deze, deels ter oorzaake van de daartegen ingebragte befchuldigingen , doch ook ten deele, doordien hij, op den loden Augustus , Hechts provifioneel was aangefteld , door de Nationaale Conventie vernietigd, en bevel gegeeven wierd eene nieuwe te verkiezen. Dan juist dit geval bevestigde zijn gezag, en toonde aan, hoe zeer de Burgerij het gedrag des Gemeente-raads goedkeurde; gemerkt alle Leden, die denzelven tot hiertoe uitgemaakt hadden , door de volks-ftem , op nieuw, tot het bekleeden van dien post wierden opgeroepen. Het onderzoek in de gevangenitfen te Pa-  SCHOUWTOONEEL. 199 Parijs gedaan, viel mede tot deszelfs voordeel uit, nadien zulks zeer weinige bewijzen opleverde , van 't geen den Raad daaromtrent ten laste gelegd was, welke zich insgelijks zuiverde ten aanzien van het oproer te Lyon, door aan te toonen, dat hetzelve niet was aangeftockt door eenige zijner Leden, maar enkel een gevolg was geweest van het aldaar plaats hebbend gebrek aan levensmiddelen. Geduurende dezen fchandelijken twist, hadden verfcheiden Leden der Conventie fterk aangedrongen , om de zaak van den gewezen Koning , die men thans Lodewijk Capet noemde, ten allerfpoedigften te onderzoeken, en een einde aan zijn rechtsgeding te maaken , nadien het bericht wegens de papieren, in het Comptoir der Civile Lijst gevonden , zo als hetzelve den i6den September bij de Nationaale Conventie Ingeleverd, en federt door den druk gemeen gemaakt was (d), naar hunne gedachten, ten vollen toereikte, om hem van verraaderlijke oogmerken te overtuigen. Andere daartegen, en wel inzonderheid de meeste Girondisten , wilden , dat men aan dit Rechtsgeding niet eerder zou beginnen, voor de twee gedecreteerde hoofdzaaken, te weeten, de vernietiging der Koninglijke waardigheid, en het invoeren eener Republikeinfche Regeegeeringsvorm , aan de goedkeuring des volks, in des- CO Ziet II. Deel, 1 Stuk, bhdz. 368. Het bericht zelve is te vinden, Bijlage LXIII. N 4 Men dringt in de Nat. Conv. aan, om de zaak des Konings te onderzoeken.  Vraagen daarover aan het Commité van Wet- geeving voorge field. De Nat. Conv onr. vangt veele papieren van aangelegenheid. Waaruit men de onderhandelingen ontdekt, met de Porte. Alsmede die wegens hetRegentfchap. *-* HISTORIESCH deszelfs Grondvergaderingen , waren voorgefteld. Hoewel de Vergadering dit laatfie afkeurde, befloot zij niet te min de verdere raadpleegingen over deze zaak zo lang uitteftellen , tot het Commité van Wetgeeving de vraagen : kan de geweezen Koning te recht gefield worden? door wie? en op hoedaanige wijze moet zulks gefchieden ? naauwkeurig onderzogt, en daarover een Bericht zou ingeleverd hebben. Terwijl het genoemde Commité beezig was met dit onderzoek, zondt de Generaal Kellerman eene menigte brieven en papieren aan de Conventie, welke gedeeltelijk gevonden waren , na de herovering van Vitdun, in een huis, waarin Monfieur, oudfte Broeder des Konings zijn verblijf aldaar had genomen , en de overigen bij verfcheiden gelegenheden, op de Uitgewekenen waren buit gemaakt. Uit deze ontdekte men , onder anderen, de geheele handelwijze van den Heer de Choiseul te Conflantinopolen, alsmede den inhoud der Memoden , door de Afgezanten der Hoven van Weenen. Berlijn, Petersburg en Napels, bij de Porte ingeleverd, waarover bij eene andere gelegenheid reeds gefproken is (e). Wiiders zag men daaruit, de inflmélien van 's Konings beide Broeders , aan den Grave Dumoustier , gewezen Minister van Frankrijk te Berlijn, ten einde bij de Hoven van Weenen en Berlijn te bewerken, dat Monfieur tot Regent des Rijks mogt (e) Ziet bladzi 2. en volgende.  SCHOUWTOONEEL. *o* mogt worden verklaard. In dezelve wierd aan dien Minister gelast, om, bij aldien de genoemde Hoven eenige zwaangheid deswegens maakten , ter oorzaake, dat eene voorafgaande toeftemming des Konings en der Koninginne , tot zodanigen flap , vereischt wierd, hij daarop ten antwoord zoude geeven: „dat „ zijne Majefteit, door deszelfs Protest den liften „ Junij 1701, aan zijne Broederen den weg voorgefchreven hebbende , welke deze volgen moes„ ten , zij zich daardoor ten vollen bevoegd oor„ deeHen , om het Regentfchap voor Monfieur te „ mo^en eifchen." Zo haast de Vergadering onder het voorleezen van dit ftuk , gewag hoorde maaken , van een Protest van Lodewijk den XVI., gaven de aanweezenden hunne verwondering daarover te kennen ; waarop Pethion verzekerde : „ dat ,, hij, eenigen tijd geleden, wegens het aanwezen „ van zodanig Protest was onderricht geworden, „ door iemand, die zelve daarbij tegenwoordig was „ geweest, toen het , door den Baron van Bre„ teuil , aan het Hof van Brusfel was aangebo„ den; dat het diestijds aan alle Hoven van Euro„ pa was gezonden, en de gewezen Koning daar„ bij niet alleen protefteerde tegen alle Decreeten, „ door hem bekrachtigd, of in het vervolg te be„ krachtigen , maar ook de Prinfen zijne Broeders „ volmachtigde, tot het doen, in zijn' naam, van „ geldleeningen , onder verpanding van de Doraei- „ nen, aan de Kroon toebehoorende." Thans merkte men deze omftandigheid , als een nieuw beN 5 wijs En van een Protest des Konings.  HISTORIESCH De papieren worden in handen gefteld van eene Coramisfie. Welke bij de Nat. Conv. haar bericht inlevert. (ƒ) Deze Memorie is te vinden onder de Bijlagen tot het I. Deel van het Hiftoriesch Schouwteoneel, voor het jaar 1791. zijnde Bijlage XVI, bladz. 103. wijs aan, der verraaderlijke oogmerken van Lodewijk den XVI. , waartegen nogthans de vrienden van den Koning naderhand beweerden, dat het Protest, van 't welk in den brief aan Dumoustier wierd gefproken, eigentlijk niet anders zou geweest zijn, dan de Memorie, door den Koning, bij zijne vlucht uit Parijs, op den ziften Junij 1791. agtergelaaten (ƒ). Na men vervolgens nog eenige brieven en papieren, alle van min of meer aanbelang, had voorgeleezen, onder welke mede het antwoord was van den zo even genoemden Minister, waarin hij aan 's Konings Broederen kennis gaf, dat niet zo zeer het Hof van Berlijn, als wel dat van Weenen , zich telgen het Regentfchap verzette, doch hij hoop hadde eerlang deszelfs toeftemming daartoe te verkrijgen; wierden zij al te famen overgeleverd aan de Commisfie van Vierentwintig, terwijl de gewezen Graven van Choiseul-Gouffier en Dumoustier , benevens de Bisfchop van Arras , in ftaat van befchuldiging wierden gefteld , met onmiddelijke verbeurdverklaring hunner goederen. Den 6den November bragt de genoemde Commisfie haar bericht in de Nationaale Conventie , over de papieren, door het Commité van Waakzaamheid bijeen verzameld. In hetzelve wierd gezegd: ,, dat „ de  SCHOUWTOONEEL. aeg „ de Koning op verre na zo onnozel niet was, als „, waarvoor men hem gemeenlijk had gehouden, na,„ dien de eere der uitvinding, ten aanzien van zeer ,„ veele gefmeedde ontwerpen, hem alleen toekwam. „, Dat hij een werkzaam deelgenoot was geweest >„ in het complot van Bouillé , en , ten aanzien ,„ van het ontwerp, om Frankrijk door de wape,„ nen der verbonden Mogendheden , op nieuw, ,„ onder het juk des eigendunkelijken gezags te bren„, gen, het altoos eens was geweest met zijne ge.„ vluchte Broeders , benevens de verdere Hoofden .„ der Uitgewekenen, dat hij daarover, niet alleen .„ met het Hof van Berlijn briefwisfel had gehou.,, den , maar ook de dringendfte poogingen in .„ het werk gefield hadde, ten einde den weg te , „ baanen tot het verklaaren van eenen oorlog , „ waarvan de eenigfte bedoeling was , de Na„ tie in het uiterfte verderf te ftorten; dat hij gee„ ne middelen onbeproefd had gelaaten, om zwak„ ke gemoederen te verleiden; dat hij een Mono„ polist en opkooper was geweest van graanen . „ koffij en fuiker , tot welken handel verfcheiden „ millioenen hefteed waren , ten einde het volk, „ door de aldus veroorzaakte fchaarschheid en duur „ te dezer behoeften , tot oproer aan te zetten; „ dat hij de fchatten en het zweet der Natie , to' ,, het bevorderen zijner oogmerken, zeer ruimfchoot; „ verkwist hadde; gelijk de Commisfie meende ti „ kunnen bewijzen, uit de berekening der verbaa „ zende fommen , uitgegeeven om eene tegen-om „ wen Behelzende zeer veele befchuldigingen tegea den gewezen Koning.  Haare aanmerkingenwegens deszelfs onfch endbaarheid. m HISTORIESCH „ wenteling te bewerken; als hebbende alleen de „ toebereidzelen tot zijne vlucht, in het jaar 1791, „ meer dan zes millioenen Livres aan de Civile 55 Lijst gekost , waarvan de rekeningen eerst den „ i6den April laatstleden waren vereffend, en van „ welke fom Bouillé , voor zich alleen, omtrent „ één millioen Livres had getrokken, om daarvoor „ het Camp bij Montmedij te formeeren; eindelijk, „ dat door hem geene minder aanzienlijke fommen „ waren hefteed, zo wel om veele Leden der Wet„ gevende Vergadering als andere perfoonen om te „ koopen; gelijk mede. tot het onderhoud zijner ge„ wezen Guardes du Corps te Coblentz, het heimelijk aanfchaffen van wapenen en krijgsbehoeften, „ het befoldigen eener menigte van lieden, gehuurd „ om tegen de omwenteling te fchrijven , der za,, mengezwoornen in de Tuilleries , en het betaa„ len van peuftoenen aan wederfpannige Priesters „ en Uitgewekenen , waaronder zelfs een pennoen „ was van 2co;ooo Livres , aan de kinderen van „ zijnen jongden Broeder, den Grave van Artois „ verleend, na dat hunnen Vader bereids in daat „ van befchuldiging gefield was." De Commisfie poogde alle deze, en nog meer befchüldigingen van dien aart, zo veel doenlijk was, te daaven met de noodige bewijzen, waarna haaren Woordvoerder dit bericht befloot, met eenige aanmerkingen op de onfchendbaarheid, welke de Conditutie aan den Koning verzekerde. Na de noodzaaklijkheid van zodanige indelling, in eene Monarchie ,  SCHOUW TOONEEL. ac.5 cchie, erkend te hebben, beweerde zij: „ dat men ,„ dezelve in geen ander licht kon befchouwen, dan „, als een fpreekend bewijs van de ondeugendheid ,„ dezer foort van Regeerings-vorm , vermits men „, zich aldus gedwongen zag, in den Staat een man ,„ te duiden en te erkennen , die onafhanglijk was ,„ van de wetten, en tegen wien men niet één middel ,„ van gerechtelijk bedwang kon gebruiken. Men ,„ kon derhalven niet anders vermoeden, dan dat, ,„ bij deze inftelling , meer verraad dan onkunde had ,„ plaats gehad, en men waarfchijnlijk aan den Ko.„ ning het onfeibaar recht verkocht hadde, om het .„ Rijk ongeftraft te mogen verwoesten. Wanneer „, men echter deze onfchendbaarheid des Konings . „ uit haar waare oogpunt befchouwde , moest het „, van zelve blijken , dat de weldenkende meerder. „ heid der Conftitueerende Vergadering , des Ko.„ nings onfchendbaarheid geenzins in dien volftrek.,, ten zin kon verftaan hebben, welken zijne vrien„ den daaraan poogden te hechten. De genoemde „ Vergadering,namentlijk,had gemeend, dat Frank„ rijk een Koning moest hebben, die belast was „ met de uitvoering der wetten , en zij had den„ zeiven ohfchendbaar verklaard ten aanzien van de „ middelen, welke hij, ter uitvoering van de wet„ ten, zoude beezigen ; dat is te zeggen: dat de „ Koning niet verontrust noch lastig gevallen kon „ worden , uit hoofde van wezenlijke of voorge„ wende misilagen, de middelen van uitvoering be„ treffende. Dit was uitgedrukt in de' letter van „ de  aofj HISTORIESCH „ de Conftitutie zelve; uit welke echter insgelijks „ voortvloeide, dat, bij aldien de Koning zich opentlijk tegen de wetten aankantede, of, wanneer hij „ zich onmiddelbaar daaraan vergreep, hij alsdan, „ onder geen voorwendzel van onfchendbaarheid , „ de ftraf deswegens kon ontduiken. Wijders, dat ,, hoewel de eenige ftraf, welke de Conftitutie voor „ eenen Koning bepaalde , die de daarin aangewe„ zen misdaaden beging, in de onttrooning beftond, „ Lodewijk Capet nogthans veel meer gedaan had„ de, dan waartegen in de Conftitutie gezorgd was; „ gemerkt, hij, onder meer anderen, zelfs den Uit„ heemfchen vijand befoldigd, en denzelven uitge„ noodigd had, tot in het binnenfte zijner Staaten „ door te dringen. Tegen zodanige misdaad , waar„ van men de mooglijkheid niet had kunnen voor„ zien, had de Conftitutie geene ftraf bepaald; bij* „ gevolg kon hij , in dit geval , ook geenzins de „ Conftitutie inroepen, ten einde alleenlijk met de „ onttrooning geftraft te mogen worden , te meer „ nog, nadien het Koningfchap reeds werkelijk was „ vernietigd: hierom oordeelde de Commisfie , dat „ Lodewijk Capet , of op eene andere wijze voor „ misdrijven van dien aart moest geftraft worden, „ of dat de Nationaale Conventie behoorde te ver„ klaaren, dat zijne misdaaden ongeftraft zouden „ blijven (g)." Zo O) Bijlage LXIV.  S C II O ü W T O O N E E L. 207 Zo haast de voorleezing van dit merkwaardig ftuk was afgeloopen, (telde men de vraag voor, of hetzelve zou gedrukt worden ? Eenige Leden verzetteden zich daartegen. Barbaroux zeide : dat in de Commitées van Waakzaamheid en der algemeene Veiligheid, gelijk mede in de Griffie der Crimineele Vierfchaar en van het Hoog Nationaal Gerichts~hof , nog eene menigte (tukken voorhanden waren , alle betrekking hebbende tot de verraaderij van Lodewijk den XVI., doch waaromtrent de Commisfie geen verflag had kunnen doen. Hij eischte derhalven , dat alle deze (tukken in handen gefteld wierden van het Commité van algemeene Veiligheid, en de Vergadering over dat onderwerp niets mogt laaten drukken , voor deswegens een algemeen bericht zou opgemaakt zijn. Rabaud de St. Etienne, die het thans ingeleverd bericht, een partijdige en flordige verzameling van ftukken noemde, was van hetzelfde gevoelen, gelijk mede Pethion en Sergent , van welken de laatstgenoemde beweerde , dat het Protest des Konings, waarvan Pethion onlangs gewag maakte , volgens een verfpreid gerucht was gelegd bij de Archiven van het geweezen Parlement , waar men na hetzelve onderzoek moest laaten doen. Dan op de aanmerking van Danton: „ dat hoewel het „ raport der Commisfie indedaad zeer gebrekkig „ was, alzo hetzelve ongelijk meer omftandigheden „ had kunnen behelzen, en tegen de voorgewende „ onfchendbaarheid des Konings veel fterker drang„ redenen konden aangevoerd worden , de Verga- ,, de- Debatten daarover ia de Nationaale Conventie.  Het Commité van Wetgeeving beantwoordt de vraagen: of? door wie?en op lioedanige wijze de Koning kan terecht gefield worden ? aoS HISTORIESCH „ dering nogthans behoorde indachtig te zijn, dat „ zij, voor het geheelal, en het Nakomelingfchap, zich moest rechtvaardigen wegens het vonnis, „ 't welk tegen den Koning zou worden uitgefpro„ ken; en men dus, vooral in een tijdftip, terwijl „ men het volk door allerlei middelen poogde te be„ roeren, voor hetzelve niet moest verbergen, enz." wierd eindelijk, met meerderheid van Hemmen, befloten, het voorgelezen bericht door den druk gemeen te maaken. Den volgenden dag deedt het Commi'é van Wetgeeving insgelijks raport over de voorgetlelde vraagen , waarin hetzelve poogde te bewijzen , dat de geweezen Koning aan een gerechtelijk oordeel onderworpen was , wegens misdaaden, door hem op den Conftitutioneelen Troon gepleegd. ,, De Con,, ftitutie," zeide het Commité, „ had, wel is ,, waar, den perfoon des Konings onfchendbaar en ,, heilig verklaard ; maar die onfchendbaarheid be„ tekende niets voor de vierfchaar der Natie , ge,, merkt het geene mindere ongerijmdheid, dan open„ baare fchending wezen zoude van het Souverein „ gezag der Natie, indien deze aflland had gedaan „ van haar recht, om alle daaden van een man te ,, onderzoeken en te beoordeelen, dien zij wel aan „ het hoofd van het openbaar bewind gefield, maar „ geenzints boven de wetten verheven hadde. De „ macht, aan den Koning toevertrouwd, was hem „ met geen ander oogmerk opgedragen, dan om de „ Vrijheid der Natie te verdeedigen. Zo hij der- „ hal-  SCHOUWTOONEEL. 209 halven getrouw was gebleeven in de uitoefening }, zijner plichten , moest hij het ontwijfelbaar ge3, not hebben, van die onfchendbaarheid, door wel,, ke men gehoopt had de Vrijheid te bevestigen; 3, dan, daar de Koning zich van zijne macht, al,, leen tot onderdrukking van de Natie , had be,, diend, had hij daardoor zich zeiven het recht be,, nomen , om zich op zijne onfchendbaarheid te kunnen beroepen." Na alles , wat hier tegen zou kunnen ingebragt worden, breedvoerig wederlegd te hebben , toonde het Commité wijders aan, dat, om den geweezen Koning te recht te (tellen, fiechts twee wegen open (tonden, als moetende dit gefchieden, of door een Vierfchaar uit de geheele Natie famengefteld, of wel door de Nationaale Conventie zelve, aan welken laatften weg men de voorkeus behoorde te geeven, ter oorzaake dat zij de Franfche Republiek volkomen vertegenwoordigde, en met de geheele macht der Natie uitdruklijk bekleed was. Om de manier van 's Konings te rechtftelling nader te bepaalen , boodt het Commité twaalf Artikelen aan, ten einde tot een grondflag te dienen van het Decreet, door de Conventie daaromtrent te neemen , en die ook naderhand hoofdzaaklijk gevolgd wierden (*> Ten aanzien van de Koningin , zeide het Commité alleenlijk, ,, dat haare zaak niet kon noch moest vermengd worden met die van Lodewijk. „ den (h) Bijlage LXV. O Deszelfs sericht wegens de Koningin,  HISTORIESCH De Nat. Conv. ontvangt gunstige tijdingen uit de legers. „ den XVI., dewijl het hoofd der Vrouwen, 'twelk in Frankrijk den naam droeg van Koningin, nooit „ önfchendbaarder of heiliger was geweest, dan het „ hoofd der menigte van rebellen of famenzwcer„ ders. Indien derhalven de Nationaale Conventie ,, zich met haare zaak onledig wilde houden, had „ deze niets meer te doen , dan te onderzoeken, „ of tegen haar een Decreet van befchuldiging plaats ,, hadde, 't welk als dan aan de gewoone Vierfchaa„ ren moest verzonden worden." De algemeene goedkeuring, waarmede dit bericht, zo door de Leden der Conventie, als door de verdere aanwezenden, wierd toegejuicht, was een allerduidelijkst bewijs van derzelver ongunstige denkwijze, ten aanzien van den gewezen Koning. De Vergadering befioot, dat hetzelve niet alleen -gedrukt, en- na alle Departementen , Municipaliteiten en Legers verzonden, maar ook in alle taaien overgezet zoude worden. Zij bepaalde vervolgens het begin der raadpleegingen over deze zaak, op den volgenden Maandag, om alsdan onafgebroken daarmede voort te gaan, tot het geheel rechtsgeding zou afgelopen zijn. Intusfchen verwekten de thans ingekomen tijdingen , wegens de • overwinning , door het leger onder bevel van Dumouriez , over de Oostenrijkfche Armée bij Gemappe behaald, alsmede van de verovering der ftad Bergen in Henegouwen, zodanige blijdfchap, dat men befioot, deze gebeurtenis door een Nationaal feest te vieren; terwijl de verdere, zeer fpoedig elkander opvolgende, tijdingen  SCHOUWTOONEEL. au gen van den voorfpoed der Franfche wapenen in de Nedet landen , den Uitvoerenden Raad twee zeei merkwaardige btfluiten deedt uitvaardigen. Bij het eerfte wierd den Generaal Dumouriez gelast, de vijandelijke legers overal te vervolgen , waar men dezelve eene fchuilplaats zoude willen verleenen (i); en, door het tweede, otn alle middelen in 't werk te ftellen, ten einde de vrije fcheepvaart op de Rivieren de Schelde en Maas, aan de Ingezetenen der Oostenrijkfche Nederlanden te verzekeren (k). Hoe zeer dit laatfte befluit niet kon misfen, aan Frank rijk nieuwe vijanden te berokkenen, veranderde nogthans de Nationaale Conventie hetzelve in een Decreet , 't welk den lyden van die zelfde maand wierd gevolgd door een nader Decreet, dat zeer natuurlijk ftrekken moest, om verfcheiden nabuurige Mogendheden te ontrusten. De aanleiding daartoe gaf zekere brief, door de Sociëteit der vrienden van Gelijkheid en Vrijheid te Mentz gefchreeven, waarin deze aan de Conventie voorftelden: „ dat zij vreesden, te eeniger tijd, bij „ aldien de plans der aldaar bevelvoerende Generaals „ zulks vereischten, aan hun eigen lot te worden „ overgelaaten ; en dewijl dezelve , in dat geval, „ onder de voormaalige Regeering wederkeerende, „ gevaar liepen, wegens hunnen ijver voor de Vrij-j, heid, geftraft en mishandeld te worden, verzog- m te« (O Bijlage LXVL (kj ■ LX VII. O * iuuva vcici»i_ihcii, aan uuu eigen lOt te WOraen 'i" rrua- . üefluic om den vijand o/eral re vervolgen. Alsmede om de vrije fcheepvaart te openen op de Maas en Schelde. Eenige Ingezetenenvan Menis en andere Duitfche Staaten verzoeken het Fran- . fche Uurjer-recht.  aia HISTORIESCH Voordel deswegens in de Con ventie gedaan. Decreet, waarbij aan alle volken die hunne vrijheid trachten te herneemen, hulp en broedetfchaptoegezegd wordt. Men begint eenig wantrouwen tegen Dumouriez op te vatten. „ ten zij, dat de Conventie, door een formeel be„ fluit verklaaren wilde, of zij, voortaan, al of „ niet als Franfche Burgeren zouden aangemerkt „ worden?" Vervolgens gaf één der Leden aan de Vergadering te kennen , dat ook de Ingezetenen van nog andere Duitfche Staaten , die onder het getal der Franfche Burgeren wenschten te worden aangenomen , uit hoofde van derzelver zucht voor de Vrijheid , blootgefleld waren aan zwaare vervolgingen, weshalven hij verzogt, dat de Vergadering gepaste maatregelen wilde neemen, ten einde dusdanige Volkeren, voor de onderdrukking hunner Dwingelanden te beveiligen. Beide deze voordellen drookten diestijds zo wel met de gevoelens van de meerderheid der Vergadering, dat deze terdond het evengemelde Decreet uitvaardigde, waarbij de Conventie uit naam der Franfche Natie, verklaarde; „ dat zij aan alle „ Volkeren, die derzelver Vrijheid zouden trachten ,, te herneemen , hulp en broederfchap verleenen ,, wilde, gelastende dienvolgens den Uitvoerenden ,, Raad, om aan de Generaals de noodige bevelen „ toe te zenden, ten einde die Volkeren te onder„ deunen, en zulke Burgeren, onder hunne befcher„ minge te neemen, die, wegens de zaak der VrijV „ heid, zouden kunnen vervolgd worden." Hoewel het aan verdandige lieden niet ontbrak, die dusdanige befluiten, welke genoegzaam alle Souvereinen van Europa tegen Frankrijk in het harnas moesten jaagen, als vrij ontijdig befchouwden, ontmoeteden dezelve nogthans zeer veele goedkeuring bij  SCHOUWTOONEEL 115 bij het gros der Natie, zo uit hoofde haarer aangenomen grondbeginfelen ten aanzien van het recht der volkeren , als om de voordeden welke men zich daarvan beloofde, en dewijl zij aangemerkt wierden, als zeer natuurlijke gevolgen van de zegepraal der Franfche wapenen. Iu haare oogen was Dumouriez de Held, die, aan geheel Europa, de Vrijheid zou verfchaffen , en alle Natiën met Frankrijk moest vereenigen. Dan , te midden van den lof, welke hem in dat tijdftip wierd toegezwaaid, wierd deszelfs getrouwheid bij veelen zeer verdacht gehouden, zo ter oorzaake van zijne bekende onderhandelingen met den Hertog van Brunswijk. , als om dat hij de Pruisfifche Armée , op haare terugmarsch , niet had aangetast en geheel verflagen , gelijk men uit den zwakken ftaat, waarin deze zich toenmaals bevonden had, meende, dat gemaklijk had kunnen gefchieden. Thans wierd hem zelfs zijne overwinning bij Gemappe , van fommige Leden der Conventie, als eene misdaad toegerekend. Het aantasten van een zo fterk verfchanst leger, met eene geringe macht, zeiden deze, kon, van de beste zij ie befchouwd, niet anders worden aangemerkt , dan als eene zeer roekelooze daad, welke door den allergelukkigften uitflag geenzins kon ontfchuldigd worden, nadien men dezelve alleenlijk te danken had , aan de uitftekende dapperheid der Franfche krijgslieden; daartegen had men redenen genoeg om te denken, dat die gewaagde aanval met een verraaderlijk oogmerk was ondernomen, ten einde de legermacht der O 3 Re-  ai4 HISTORIESCH Die zich bij de Nat. Conv daar over be klaagt. Republiek , aldus , aan eene volkomen nederlaag bloot te (tellen. Zo haast deze , voor Dumouriez gansch niet vleijende taal , hem ter ooren kwam , liet hij niet na zich daarover bij de Nationaale Conventie te beklagen, en haar onder het oog te brengen: ,, dat „ dusdanige verdenkingen, welke men zich niet ont„ zien haide, ten deele in het midden haarer Ver„ gadering uit te brengen, alleenlijk konden voort„ komen uit den boezem zijner verbitterdfte binnen„ landfche vijanden , welker getal onvermijdelijk „ moest toeneemen, naar maate hij meer over den „ buitenlandfchen vijand zegepraalde. Om, zo veel „ mooglijk, vervolgde hij, alle aanleiding tot het : „ vermoeden weg te neemen , als of hij na een ; „ hooger gezag (beefde, dan voor zijn Vaderland | „ nutrig en voordeelig was, had hij, eenige dagen » „ geleden, reeds aan den Oorlogs-minister gefchree- ■ \ „ ven, en daarbij afïland gedaan van het bevel over i „ het leger der Ardennes, 't welk de Uitvoerende « „ Raad wederom had opgedraagen, aan den Gene- L „ raai Valence , met last , om daarmede in het l „ Bisdom Luik te vallen. Hij wenschte voor zich p „ alleen het bevel te mogen behouden over het le- n „ ger in de Nederlanden; verzekerende, dat hij, \ „ na den geëindigden oorlog, terftond zijn Degen j „ aan den fpijker hangen, van alle zijne waardig- c s, heden afftand doen, en vervolgens als een verge- t „ ten Burger leven wilde." t De-  S C H OUWTOONEEL. bij Deze brief wierd fpoedig gevolgd van meer ande- . re, alle opgevuld met klachten, over de traagheid, [ iwaarmede het benoodigde voor zijn legér aan hem • iwierd toegezonden. Sedert hij daarmede in de Ne- l :derlanden was gerukt, zeide hij, had hetzelve geibrek gehad aan magazijnen, aan hospitaalen, aan igeld en aan betaalslieden, hij zou derhalven al ras ;genoodzaakt zijn geweest, dien veldtocht te moeten eindigen, zo niet de moed zijner troepen alle hiniderpaalen te boven ging. Om niet langer aan zulIke ongeregeldheden bloot gefield te zijn , begeerde i hij, dat men, aan hem alleen , de zorg overlaaten :zoude, voor het proviandeeren en betaalen der Ar; mée, met volmacht, om de daartoe noodige fommen op de Nationaale fchatkist te mogen trekken, verklaarende, op geene andere voorwaarde dan deze , het plan tot den veldtocht te kunnen uitvoeren, 't welk hij reeds federt lang ontworpen had. Toen deze zeer zonderlinge eisch in de Nationaale Conventie wierd overwogen , merkten verfcheiden haarer Leden aan , dat , hoe meer roem een Legerhoofd behaalde , men ook te meer reden had denzelven geen meester te laaten over de fchatten van de Republiek , ter oorzaake van het zeer gevaarlijk misbruik, 't welk daarvan kon gemaakt worden. Andere fchilderden Dumouriez af als een zwak mensch, omringd van fchelmen en bedriegers, die zijne vertrouwelingen waren, terwijl hij zelve, op meer dan eene wijze zich verdacht gemaakt hadde, weshalven aien alle zijne flappen zorgvuldig behoorde na te O 4 gaan. Msraede >ver de verzorging ran zijn le;er. Eifchen door hem deswegens jedaan.  Welke af- geflagen worden. Eenige van 2ijne Leveranciersworden in hechtenis genomen. En vier Commisfarisfen na zijn leger gezonden. De raadpleegingenover de zaak des Konings hervat. Verdeeldheid in de gevoelens. ai5 HISTORIESCH gaan. Dewijl ook de Ministers, van hunnen kant, verzekerden, dat de klachten , in den brief van Dunouriez vervat, van allen grond ontbloot waren, wieid niet alleen zijn eisch van de hand geweezen1, maar ook de betaaling geweigerd van 300.000 Livres , welke hij, zonder de begeerde volmacht af te wagten, bereids op de Nationaale fchatkist had getrokken. Eenige perfoonen , met welke Dumouriez , uit eigen macht , contracten had gefloten, ten einde geld en andere benodigdheden voor zijne Armée aantefciialfen , doch die meestal voor lieden van een flegt karakter te boek Honden, wierden in flaat van befchuldiging gefield, en eindelijk door de Conventie vier Commisfarisfen uit haar midden benoemd, met last, om zich te begeeven na het leger in de Nederlanden , en aldaar nauwkeurig onderzoek te doen na den eigentlijken toefland van hetzelve. Ondertusfchen hadden de raadpleegingen over de zaak des Konings, op den daartoe bepaalden dag, zijnde den inden November, wederom een aanvang genomen. In plaats van alleen de vraag te overweegen, of de gewezen Koning kon geoordeeld worden? gelijk men,op het voordel van Pethion,befloten hadde, begon men terdond te onderzoeken, of hij al of niet ter dood moest veroordeeld worden? Hieromtrent waren de gevoelens merkelijk verdeeld. Sommige Leden beweerden, dat het wederrechtelijk was, den geweezen Koning met'den dood te drafEen, eensdeels, dewijl de Conditutie hem onfchend- baar  SCHOUWTOONEEL. 217 baar had verklaard, en anderendeels, dewijl'er*geene eigentlijke wet beftond, volgens welke zijne terechtltelling zou kunnen gefchieden. Andere bragten hier tegen in, dat, in het voor handen zijnde geval, de Conftitutie niets afdeedt , alzo deze niet vrijwillig was aangenomen , noch door de Natie , maar bovenal niet door den Koning , als die , in zijn eigen Manifest, verklaard hadde, dat hij toenmaals een gevangen man , en de Natie onder den dolk van la Fayette was geweest. Verfcheiden dagen wierden , agtervolgens met hetzelfde onderzoek doorgebragt, waarbij, zo vóór, als tegen de doodftraffe, met geen minder klem van redenen wierd gefproken. Alle Leden ftemden daarin overeen, dat de Koning fchuldig was, terwijl dezulken, die hem in het leven wilden fpaaren , zijne onttrooning en gevangenis als eene genoegzaame ftraf voor zijne misdaaden aanmerkten. Onder de fterkfte voorftanders van dit laatfie gevoelen, was Morisson, Voorzitter in het Commité van Wetgeeving , die , na vooraf verklaard te hebben , dat ieder verraader van zijn Vaderland , volgens het Lijfftvaffelijk Wetboek , met den dood moest geftraft worden, zeide: „ dat Lodewijk de „ XVI. ontegenzeggelijk zijn Vaderland had verraa„ den ; dat hij zich fchuldig had gemaakt aan de „ afgrijselijkfte trouwloosheden; dat hij, bij ver„ fcheitlen gelegenheden , openbaar meinëedig had gehandeld; dat hij een gedeelte van Europa tegen M de Franfche Natie in het harnas had gejaagd, ten O 5 „ eia- \dvis van Morisson.  si8 HISTORIESCH „ einde haar op nieuw onder het juk des eigendun,, kelijken gezags te vernederen, dat hij de fteden „ en bezittingen der Burgeren. in de handen des „ vijands overgeleverd, en het geld der Natie, ten „ behoeve der tegen haar gewapende vijanden, bui„ ten 's Lands gezonden had; dat hij had getracht „ geheel Frankrijk in wanorde en regeeringloosheid „ te dompelen; dat hij duizenden van Burgeren had „ doen om hals brengen, welker eenigfte misdaad, „ ten zijnen opzichte , daarin beftond, dat zij de „ Vrijheid en hun Vaderland beminden ; dat het „ bloed dezer ongelukkige flachtoffers nog in dien ,, omtrek rookte, en alle Franfchen, tot wraake op„ riep: maar dat men nogthans, als onzijdige Rech„ ters, die geene driften kenden, gemoedelijk moest „ zijn onder de beheerfching van de Wet. Wan„ neer men, dienvolgens, de Lijfftraffelijke Wetten „ bedaard raadpleegde , zou zulks de Vergadering „ overtuigen, dat deze niet konden toegepast wor„ den op Lodewijk den XVI. verrriits 'er, ten tij„ de dat hij zijne wanbedrijven pleegde, eene ftel„ lige Wet beftond, die eene uitzondering ten zij„ nen voordeele maakte. Hij kon daarenboven al,, leen verantwoordelijk geacht worden, wegens daa„ den, door hem zeiven , zonder medewerking zij„ ner Ministers , ondernomen ; op deze had de „ Conftitutie de onttrooning vastgefteld ; de Ko„ ning was onttroond, en hierbij moest de Con„ ventie nu ook de zaak laaten berusten, als zijn„ de zodanige ftraf misfchien ftrenger voor een „ Des-  SCHOUWTOONEEL. 219 „ Despoot , dan de andere ftraffen door de Wet bepaald." Fauchet, Bisfchop en Gedeputeerde van Calvados, die mede van gevoelen was, dat men den Koining niet ter dood moest veroordeelen , maar hem ;zo lang doen opfluiten , tot het Wetgeevend Lig;chaam zulks, voor de veiligheid ven den Staat niet Hanger noodig zoude oordeelen , drukte zijne meeining in diervoegen uit: „ De verkondiging der rech,„ ten van den mensch," zeide hij, „ biedt ons de „ algemeene grondregel aan, dat niemand kan of , „ mag geftraft worden, dan uit kracht eener Wet, „ welke reeds vóór het bedrijven van de misdaad, „ vastgefteld en afgekondigd is. Deze grondregel „ laat geene uitzonderingen toe. Maar vraagt men: „ zal Lodewijk de XVI. ongeftraft blijven ? dan „ is het antwoord: neen! hij zal zulks niet; doch „ men zal hem in 't leven fpaaren, en alsdan zal „ de Franfche Natie tegen alle volken kunnen zeg„ gen: ziet gij dit foort van menfchen-eeter wel, „ die het zich ten fpel maakte , om de eene helft „ der Natie te verflinden, ten einde over de ande,, re helft te tijrannifeeren. Het was een Koning! „ 'Er beftond geen wet , die zijne misdaaden kon „ bereiken; maar de Natuur wreekt ons , wegens „ het aloude onvermogen onzer Wetgeeving : zij „ legt hem eene ftraf op, veel verfchrikkelijker dan „ den dood ; zij verlengt zijn beftaan in de alge„ meene Vrijheid, zij fielt hem, als 't ware, op „ het fchavot der eerloosheid, ten fchouwfpel voet hei Van Fauchet, Gedeputeerdevan Cal' vados.  220 HISTORIESCH Vaa Rou« ZET. „ het gansch heelal, van waar hij, in eene ftomrne wan„ hoop de gelukkige vorderingen der vrijmaaking vaa „ het menschdom aanfchouwen zal. — En , welk eene ftraf! onophoudelijk zal hij de gelukkige en te„ gengeftelde uitwerkzelen zijner misdaaden , de ede„ le, de onfterfelijke wraakneemingen aanfchouwen, „ van die grootmoedige Natie , welke hij , in alle „ akeligheden der flavernij heeft willen dompelen, „ Deze duurzaame vernedering van den gefchandvlekten Despoot, die, door de mislukking zijner „ euveldaaden , de Natie tot de voltooijing haarer ,, Vrijheid heeft aangedreeven , zal een heilzaam „ voorbeeld zijn, en hij nog lang tot een levendig „ getuige verflrekken kunnen , van de ongerijmd„ heid en gruwelijkheid, met welke de inftelling der „ Koninglijke waardigheid zelve omwonden is." Een ander Gedeputeerde, Rouzet genaamd, beweerde, ,, dat een onfchendbaar wezen een wange„ drocht was in de maatfchappelijke orde; dat de „ Koning zich aan zwaare misdaaden had fchuldig „ gemaakt, maar dat het belang der Natie vorder„ de, hem niet ter dood te veroordeelen. Dewijl „ daarenboven in Frankrijk de Troon niet meer „ beftond , en' de ftraf van onttrooning , bij ge„ volg, niet langer plaats grijpen kon , gebood de „ menschlievendheid en rechtvaardigheid, om hem „ geene andere ftraf op te leggen. De Franfche ,, Natie , was nu , voor altoos , verlost van den „ geesfel der Koningen , en even daardoor genoeg „ gewrooken. Men moest derhalven aan het geheet »5 ^3  SCHOUWTOONEEL. 22ï .„ al, dat zijne oogen op de Vergadering gevestigd .„ hield, het fchouwfpel aanbieden van eenen groo.„ ten Koning, die, met zijne familie, in de klasfe . „ des Burgerftands wederkeerde, 't welk een onein.„ dig treffender tooneel, een verhevener les wezen , „ zoude, dan de lesfen, welke alle fcherprechters, „ te famén vereenigd, aan de waereld konden gee- ï9 ven." Payne wilde: „ dat Lodewijk de „ XVI. als een bijzonder perfoon aangemerkt, der „ Nationaale aandacht en beftiaffing onwaardig was; „ maar te recht moest gefield worden als het hoofd „ der famenzweerders, ten einde de nog verborge„ ne bijzonderheden hunner famenzweering , niet „ alleen tegen de Franfche Vrijheid, maar tegen die „ van alle volkeren gefmeed, te ontdekken. Wan„ neer men alsdan een genoegzaam licht over dezen „ baijerd van ijsfelijkheden had verfpreid, zou men „ hem in het leeven kunnen fpaaren , doch alleen „ als het gevolg van medelijden en der Nationaale „ grootmoedigheid, en geenzins het voortbrengzel „ van het befpottelijk denkbeeld eener voorgewende „ onfchendbaarheid." Deze weinige voorbeelden zijn genoeg , om aan te toonen , hoedanige denkwijze in deze Vergadering , over 't algemeen heerschte. Zij zijn ontleend uit de redevoeringen der gematigdfte Leden, terwijl de overigen , meestal, nog veel heviger tegen den Koning en de hem aangetijgde misdaaden uitvoeren. Alle partijen, zelfs die van den Berg en de Girondisten, hoe vijandig ook in andere opzichten tegen el- En van Payne. De Girondisten po eigen den Koning bij het leven te behouden.,  222 HISTORIESCH Veele (leden en Departementen eifchen den dood des Konings. elkander, fcheenen zich thans vereenïgd te hebben, om, bijna eenpaarig te verklaaren , dat Lodewijk de XVi. gerechtelijk moest geoordeeld worden, als hebbende den dood verdiend, en dat zijne onfchendbaarheid , hem door de Conftitutie toegedaan , in geene aanmerking konde komen. Men verfchilde alleenlijk ten aanzien van de gevolgen zijner veroordeeling. Zeer veele Leden der Conventie verklaarden zich nu reeds voor de onmiadelijke dooddraffe , zo haast zijne misdrijven opentlijk beweezen, en het vonnis over hem zou uitgefproken zijn; terwijl dezulken, die het derkile ijverden om hem in 't leven te behouden, niet wilden dat zulks gtfehiedde als een gevolg der Koninglijke onfchendbaarheid, veel minder uit medelijden, maar alleen, of om dat de wet geene andere draf voorfchreef dan de onttrooning , en onder voorwendzel dat de toeiland van Lodewijk den XVI., in een daat van gevangenfchap en vernedering , oneindig zwaarder draf wezen zoude, dan de dood zelve; of wel uit hoofde, dat eene gezonde daatkunde de FranfcHe Natie voorfchreef, den gewezen Koning niet ter dood te brengen , en hem veeleer zorgvuldig te bewaaren, als gijzelaar en onderpand tegen de aa* (lagen zijner Broederen , en der tegen Frankrijk verbonden Mogendheden. Indien men het algemeen gevoelen der Natie beoordeelen moge uit de adresfen, welke, in dit tijddip , zo uit naam van de meelle Steden, als van geheele Departementen , der Nationaale Conventie wier-  S C II O U W TONEEL. 223 :wierden aangeboden, dan zou men daaruit moeten ibeÜuken, dat verre het grootfte. gedeelte des Franfchen volks, den dood van deszelfs voormaligen Koining eischte. In alie deze adresfen wierd de Vergadering geluk gevvenscht met het begin van haaren ; arbeid-, het verbreken van den Koninglijken fcepter, : en het grondvesten der Republiek, waarbij de meeste hunne begeerte te kennen gaven, dat Lodewijk de XVI. aan het zwaard der gerechtigheid mogt worden overgeleverd. Sommige deeden zulks in uitdrukkingen , welke de hevigfte verbittering aanduideden. De Burgeren van Rennes zeiden in hun adres: .,, Een groot misdaadiger moet nog geftraft „ worden: hij was eens Koning, maar vermoordde „ zijn Volk." Die van Rosni, benevens de algemeene Raad der Gemeente van St. Claude, eisch,, ten : ,, dat de gewezen Koning , te gelijk met „ zijne Gemalin, ter dood zoude gebragt worden, „ ten einde, door deze ftraf, eiken heerschzuchü„ gen aftefchrikken, die naar het oppergezag durf,, de dingen." De Inwoonderen van Craon zeiden: „ Onze Wetgeevers hebben noch krachten , noch „ moeds genoeg , om het wangedrocht te verdel„ gen, 't welk ons allen dreigde te verflinden: zij „ hebben eenige hoofden afgeflagen, doch deze „ groeiden weder aan, en zullen voortgaan geftadig ,, aan te groeijen, indien gij u niet fpoedt, die al „ te famen, met éénen flag, neder te vellen." In het adres , door de zich noemende Vrienden van Vrijheid en Gelijkheid te Pilluven, der Vergadering aan-  Nieuwe papieren aan een verborgen plaats in de Tuilleries ontdekt. »24 HISTORIESCH aangeboden, drukten zich dezelve daarover uit, iii deze woorden : „ De afgefcheiden geesten onzer „ Broederen, de flachtoffers der trouwloosheid van ,, dien lafhartigen moordenaar en zijner medeplich„ tigen, roepen luide om wraak. Wij begeeren de„ zelve ; wij eifchen , dat de verraader door het „ zwaard der Wet vallen moge." -— Doch 'er zou geen eind aan wezen , indien wij alle voorbeelden van de verregaande verbittering der Franfche Natie, jegens haaren onttroonden Koning , wilden mededeelen. Te midden van de raadpleegingen over dit onderwerp, kwam de Minister Roland de Vergadering, op nieuw, eene menigte papieren aanbieden, welke, volgens zijn bericht, gevonden waren in een verborgen kast, in een der vertrekken van de Tuilleries. Deze kast zeide hij, was in de muur uitgehouwen, met een ijzeren deur gefloten , en door de lambrifeering in diervoegen bedekt geweest , dat men, daar ter plaatfe, niets van dien aart zou vermoed hebben , zo niet de Werkman , die deze geheime bewaarplaats had vervaardigd, dezelve den Minister had aangeweezen. Dewijl hij, onder de aldaar verborgen papieren eigenhandige brieven des Konings, en van verfcheiden Generaals, alsmede van fommige Gedeputeerden, zo der Gecontinueerde als Wetgeevende Vergadering , benevens een groot aantal Memorien, Plans, en andere belangrijke ftukken , had gevonden, welke over eene menigte van gebeurtenisfen, bijzonder over die van den loden Augustus,  SCHOUWTOONEEL. 225 tus, groot licht verfpreideden , had hij het. noodig geoordeeld, dezelve niet af te geeven aan de Commisfie van Vierentwintig, maar liever onmiddelbaar aan de Nationaale Conventie zelve , op dat deze, naar eigen goedvinden , daarover mogt beféhikken. Men las vervolgens eenige ftukken daaruit voor, waarna eene Commisfie' van twaalf Leden, door het lot wierd verkoozen, ten einde deze papieren nader te onderzoeken. Aan verfcheiden plaatfen was het Gemeen ondertusfchen vrij oproerig geworden , ter oorzaake van de ongemeene duurte der eetwaaren, bijzonder van het koorn. In het Departement Loire en Cher, waren eenige duizenden misnoegden famengerot , die, van de eene ftad na de andere trekkende, overal de magazijnen en koornfchuuren plunderden, en de eetwaaren eigendunkelijk op prijs (telden , welk voorbeeld weldra in vijf of zes van de omliggende. Departementen wierd nagevolgd. Deze zonden , met allen fpoed, Afgevaardigden na Parijs, om aan de Nationaale Conventie hiervan kennis te geeven, en haar tevens te verzekeren , dat bij hun geen wezenlijk gebrek aan koorn was, maar de fchaarsheid van hetzelve ten deele moest worden toegefchreeven aan de poogingen van baatzuchtige lieden, die den meesten voorraad opgekocht hebbende, het koorn thans op een' onmaatig hoogen prijs hielden, en ten deele aan de trouwlooze inboezemingen van kwaadwillige perfoonen, welke het volk, door allerlei middelen , opftookten, om de vrije vervoering van eetwaaP ren Welke in handen van eene Commisfie gefteld worden. Oproer in fommige Departementen. Oorzaaken van hetzelve.  £20 HISTORIESCH Maatregelen door de Nat. Conv. daartegen genomen. Eenige van haare Afgevaardigdenworden mishandeld. ren te beletten, of te verhinderen, dat de markten daarmede behoorlijk voorzien wierden. Om hier aan een einde te maaken, benoemde de Vergadering, uit haar midden , negen Commisfarisfen , met volmacht, in de hun aangewezen Departementen, den vrijen handel met de graanen te herftellen, de eigenlijke oorzaaken der plaatshebbende wanorde te onderzoeken , en de fchuldigen te doen ftralTen. Zes van deze Afgevaardigden Haagden gelukkig in de uitvoering van hunnen last; waartegen de drie overigen, die na het Departement Eure en Loire waren afgezonden , weldra onverrichter zaak terug kwamen. Te Courville hadden zij den oproerigen hoop, tusfchen vijf en zes duizend man fterk, aangetroffen, die in het eersï gehoor fcheen te willen geeven aan derzelver vermaaning , om uit elkander te gaan, en zich te verlaaten op de zorg der Nationaale Conventie, welke trachten zoude den overvloed te herftellen; dan, op het geroep van eenige der belhamels: dat men deze kwakzalvers niet moest gelooven ; dat het Ariftocraaten waren , die den Godsdienst wilden overhoop werpen, en het volk door gebrek doen omkomen, viel het Gemeen , woedend, op de Commisfarisfen aan , die hun leven, 't welk een' geruimen tijd in gevaar was , alleen onder die voorwaarde behielden , dat zij de willekeurige tax, welke de oproerigen begeerden dat op de prijzen der levensmiddelen gefteld zoude worden, door hunne ondertekening, uit naam der Conventie , bekrachtigden. De-  SCHOUW TOONEEL. 227 Deze begreep, dat haare Afgevaardigden zich veeleer door het graauw hadden moeten laaten vermoorden , dan de levensmiddelen op een' bepaalden prijs te Hellen, en aldus de Wet te verkrachten , waarbij zulks op het allerfcherpfte was verboden. Zij. vernietigde dienvolgens alles, wat de drie Commisfarisfen verricht hadden, en zond eene gewapende macht derwaards, welke de muitelingen weldra vcrftrooide, en verfcheiden aanvoerders van dezelve in handen van den Rechter overleverde. Dit oproer, 't welk in den beginne zeer ernftige gevolgen dreigde , was aldus in deze Departementen wel gefruit , doch men ging intusfchen in de meeste deelen van het Rijk, voort, den handel met eetwaaren, zo heimelijk als in het openbaar, allerlerlei hinderpaalen in den weg te werpen, waardoor ook de toevoer na Parijs aanmerkelijk verminderde , en aldaar , even als aan veele andere plaatfen, eene ontrustende fcbaarsheid en duurte van le? vensmiddelen zich begon te openbaaren. De Minister Roland, die geene gelegenheid verzuimde, om alle ongeregeldheden op den hals van den Gemeenteraad te fchuiven, klaagde denzelven bij de Conventie aan , als de voornaamfte oorzaak van het ge* brek, 't welk Parijs dreigde. In zijn brief, hierover aan de Vergadering gefchreven, zeide hij, onder anderen: ,, dat de Gemeente-raad hem over,, laadde met geduurige klachten , verwijtingen en ,, bfiluiten , zonder op zijne vermaar.ingen de minde „ acht te liaan, of de vraagen, door hem gedaan, te P 2 „ be- Einde van het oproer. Schaarsheid en duurte van levensmiddelen in Parijs. Roland klaagt den Gemeenteraad aan , als oorzaak van dezelve. Zijn brief daarover aan de Nat. Conv.  aa8 HISTORIESCH „ beantwoorden; dat de Wijken geheel en al door „ deszelfs invloed beftuurd, en alle deelen van het „ openbaar bewind verwaarloosd wierden , waaruit „■ eene afgrijslijke wanorde ontftond, welke hij de „ Vergadering moest aankondigen , al zoude hem „ zulks zijn hoofd kosten. De Pachters en Boe„ ren, vervolgde hij, durfden, met hunne graanen, „ niet langer ter markt komen , noch een' eenigen „ zak koorn verzenden of verkoopen, alzo dezelve ,, gevaar liepen, onder voorwendzel van opkoopers „ te zijn, door het graauw vermoord te worden, „ waartegen de Burgerlijke Overheid niet de minste „ voorziening deedt. Deze had, integendeel, om „ zich eenige oogenblikken bij het volk bemind te „ maaken , het meel onder den inkoopsprijs ge„ field, 't welk aanleiding gaf, dat alle omliggen„ de plaatfen hun benoodigd meel uit Parijs lieten „ komen , waardoor de fchaarsheid dag aan dag „ vermeerderde, en men, te midden van den over„ vloed, op het punt flond van gebrek te vergaan." Hij weidde vervolgens breed uit over de gisting, in welke Parijs, naar zijn zeggen, op dat tijdflip zich bevond, als de heillooze vrucht van het onophoudelijk gefchreeuw , waardoor men de gemoederen gaande maakte , en alom fchrik verfpreidde. Dit alles was het bedrijf van fommige woelgeesten , die een complot hadden gefmeed , ten einde het vuur des oproers , waarvan Parijs het middenpunt wezen moest, en waaruit de plaatshebbende Volksbeweegingen in verfcheiden Departementen , reeds wer-  SCHOUWTOONEEL. 229 werkelijk waren voortgekomen, door het geheele Rijk aanteblaazen. Tegen dezen brief, die zeer veel opziens verwekte , wierd , door verfcheiden Leden der Conventie terftond aangemerkt, dat de Minister voorzeker een zeer overdreeven , zo niet volftrekt valsch bericht had ingeleverd, gemerkt men in Parijs , voor het tegenwoordige, zelfs geen zweem zag van eenigerhande gisting. Dit wierd bevestigd door Santerre, Opperbevelhebber der Nationaale Guarden, en nog nader bekrachtigd door eene Deputatie uit de ftads Regeering, welke de Vergadering verzekerde, dat de Burgeren van Parijs zeer verre af waren van het oor te willen leenen aan de inboezemingen van eenige verraaders, die het volk, onder allerlei voorwendzels , tot een opftand poogden te beweegen. Zij ontkende wel niet, dat de prijzen van het brood en andere behoeften van de eerfte noodzaaklijkheid , tot een buitengemeene hoogte waren gefteigerd , maar beweerde , dat zulks geenzins aan wezenlijk gebrek, en nog veel minder aan de zorgeloosheid des Gemeente-raads , was toe te fchrijven , wiens gedrag zij verdeedigde, als hebbende de prijzen van het meel met een zeer goed oogmerk verminderd , ten einde daardoor den gemeenen man een weinig te gemoet te komen; voegende eindelijk nog daarbij: dat de hooge prijs der eetwaaren , gelijk mede de hier en daar ontftaane oproeren, enkel moesten toegefchreeven worden aan de kunstgreepen der Koningsgezinden , die fteeds P 3 hoop Welke sis zeer overdreevenaangemerktwordt. En door Sakterre, aismede door de ftads Regeering , wordt tegengefproken, Die de duurte der levensmiddelen aan de kunstgreepen  der Ko ningsgezinden toefchrijfcDe buiten Jandfche, en inzonderheidEngelfche Bankiers, worden mede als bewerkers daarvan verdacht gehouden. I-Jet uit. voeren van levensmid-j delen enz, cp doöditrafïe verboden. Roland aangeklaagd als een opkooper van graanen. 230 HISTORIESCH hoop koesterden, joxxï door dat middel , Lodewijk dm XVI. in het leven, en ware het mooglijk, zelfs op den Troon te behouden. Dewijl dit verflag volmaakt inftemde met het gevoelen van veele Leden der Vergadering, die begeerden , dat men uit dien hoofde, nauwkeurig acht zoude flaan op het gedrag van fommige buitenlandfche, doch inzonderheid Engel/ene Bankiers, welke millioenen verfpilden, ten einde de fchaarsheid van levensmiddelen te bewerken , en het Gemeen tot oproer aan te zetten ; decreteerde de Conventie , nog dien zelfden dag, de doodftraffe tegen aile, die eenig koorn, meel, of gedroogde groenten uit Frankrijk voerden, gelijk mede tegen een ieder, die zich verfhouten durfde, onder welk voorwendzel het ook wezen mogt, den vrijen omloop der graarjen , op eenigerhande wijze, te verhinderen. Zij loofde wijders premiën uit, voor den invoer van buitensLands, en gelastte den Minister van binnenlandfche zaaken, dat hij, zonder verzuim, de dienfligfte maatregelen neemen zoude, om den toevoer van levensmiddelen na Parijs' te bevorderen. Men verwonderde zich niet weinig over de ftoutheid van Marat , die, geduurende de raadpleegingen over dit onderwerp gehouden, verklaarde, dat Roland zelve verdiende aangeklaagd te worden als een opkooper, nadien hij, te famen met den Oorlogs-minisrer Pache, zeer groote partijen koorn tot laage prijzen had ingekogt, welke men nu wederom, tot zeer hooge prijzen , voor rekening van de Re- pu-  SCHOUWTOONEEL. 231 publiek afleverde. Deze befchuldiging, gevoegd bij de dikwijls geheel ongegronde klachten van Roland tegen den Gemeente-raad en Inwoonderen van Parijs, bragt denzelven niet weinig in den haat des Volks, en van alle die zich door hem beleedigd oordeelden. Het duurde indedaad niet lang, of verfcheiden wijken lieten, ingevolge van een genomen befluit, bekend maaken, dat deez' Minister het vertrouwen der Burgerij had verlooren. In deszelfs ongunst deelden weldra de verdere hoofden der G> rondisten, welke men opentlijk verraaders begon te noemen, die niets anders zogten, dan den Burgeroorlog te ontfteeken, en Parijs te laaten verwoesten. Men voer inzonderheid zeer hevig uit in de Club der JacoHjnen, tegen alle die de partij van Brissot en Roland waren toegedaan , waaruit men derzelver nabij zijnden val voorfpelde, als kunnende deze zich nu maar alleen flaande houden door hunnen invloed in de Nationaale Conventie, waar zij tot nog toe eene kleine meerderheid hadden, en door den grooten aanhang, welke de Girondisten, in verfcheiden Departementen, fteeds behielden. Het was bij deze gefteldheid van zaaken, dat de Commisfie van twaalve, den %den December een voorloopig bericht, en, drie dagen daarna, een uitvoeriger verflag aan de Nationaale Conventie inleverde, wegens de papieren, welke onlangs, aan een verborgen plaats in de Tuilleries ontdekt waren. Zij beweerde daarin, op nieuw, de klaarfie bewijzen te hebben gevonden , dat Lodewijk de XVI. P 4 niet Seraakt 10e langer 10e meer in den haat des Volks. Welke tot de Girondistenoverflaat. De Commisfie van twaalve levert haar verflag in wegens de laatst ontdekte papieren.  Waarin la Fayette en de overleden Mirabeau als af hangelingenvan het Hof voor komen. Gelijk ook fommige Leden der INationaale Vergadering enz. j | i 1 i 1 I 232 HISTORIESCH niet alleen het ontwerp tot eene tegenomwenteling gefmeed, maar ook, verbaazende fommen uitgegeeven had, om, lieden van allerlei foort tot dat einde om te koopen. Men was niet zeer verwonderd, op de lijst der zodanigen, die, in fchijn, het Hof hadden tegengewerkt, doch heimelijk behulpzaam waren geweest, om den Koning in zijn voormaalig gezag te herftellen, den naam te vinden van la Fayette ; maar te meer verbaasde het een ieder, toen men hoorde, dat ook de overleden Mirabeau een loontrekker van het Hof was geweest, die de taak op zich had genomen , om de Departementen , door allerlei middelen, ten voordeele van het Koninglijk gezag te winnen, terwijl Talon, gewezen Rechter der Burgerlijke zaaken in het Chatelet, zulks doen moest ten aanzien der Inwoonderen van Parijs. In deze ftad befoldigde de Koning, volgens het bericht der Commisfie, zeer veele perfoonen, die op het algemeen gevoelen merkelijken invloed hadden , waar onder zelfs Leden der Nationaale Vergadering, der onderfcheiden Commiiées , der Municipaüreit, en Ier Clubs of Voiks-focieteiten, alsmede Schrijvers m\ dagbladen en andere tijdfchrifien , die alle , ïoewel op verfchillende wijze, de oogmerken van iet Hof begunftigden; wijders eene groote menigte [eringer lieden, welke de gaanderijen der Nationaa2 Vergadering dagelijksch opvulden, om de aldaar ;edaane voordellen en redevoeringen, op eene luiduchtige wijze, toe te juichen of af te keuren, naar laate de omflandigheden zulks vereischten; en ein? de»  SCHOUWTOONEEL. 133 delijk een geheele zwerm van fortuinzoekers, die in de fchouwburgen, tuinen, kombuizen, kroegen, en andere openbaare plaatfen, de hun aangewezen rol fpelen moesten. Verfcheiden brieven, tot deze verzameling behoorende, toonden aan, dat Uufresne de St. Leon, Talon, en Sainte-Foix , de voornaamlte handelaars bij alle deze omkoopingen waren geweest, tegen welke , gelijk mede tegen Quesinoy , Maire van Nancy, den Bisfchop van Autun, en eenige andere perfoonen, een decreet van befchuf iiging wierd uitgevaardigd. Men had daaronder ook nog brieven gevonden van en ann Dumouriez , van wien, alsmede van Dieterich , gewez m Maire van Straatsburg, en Kersainï gefproken wierd, als niet lang geleden door het Hof beftemd zijnde, de eerfte tot Minister van buitenlandfche, de tweede tot Minister vaa binnenlanöfche zaaken, en de derde tot Minister van het zeewezen. Dieterich was onlangs na Parijs gekomen, om zich te verantwoorden wegens zijne vlucht van Straatsburg, doch op eene nadere befchuldiging, dat hij die (tad in de handen der Oostenrijkers had willen leveren, weinige dagen voor dit geval in hechtenis genomen. Andere papieren gaven niet onduidelijk te kennen, dat fommige Leden der Nationaale Vergadering, welker naamen echter niet genoemd wierden, loontrekkers van het Hof waren geweest; terwijl ook daarin van Barrere, Merlin, Kersaint, Guadet en Royer, alle Leden der tegenwoordige NaP 5 "o- En veele andere perfoonen.  234 HISTORIESCH Eenige Leden der Nat.Conv. in de pa pieren benoemd , verant woorden 2?cb deswegens. Het beeld van Mirabeau door het Volk opgehangen- De Conventie decreteert,dat de Koning door baar zal te recht geil-ld worden. tionaale Conventie, wierd gefproken als van lieden, op welker bijftand de Koning zich veiiaaten kon. Barrere, die Voorzitter was in de Vergadering, toen deze ftukken wierden voorgelezen, verdeedigde deszelfs gehouden gedrag federt de omwenteling, en meende daaruit te kunnen bewijzen, dat, zo het Hof op zijne medewerking had ftaat gemaakt, het zich in die verwachting zeer bedrogen hadde. De overige daarin betrokken Leden zuiverden zich mede, tot genoegen van de Conventie, welke, ten aanzien van den overleden Mirabeau befioot, dat deszelfs beeltenis, in de zaal der Vergadering geplaatst, zo lang met een kleed zou bedekt blijven, tot daarover nadere ui:fpraak zou gedaan wezen. Dan het Volk, wiens Af^od hij in zijn leeftijd was geweest , maar 't welk nu zijn naam, als die van eenen verfoeilijken verraader, vloekte, hing terftond zijn beeld, op de gewoone gerechtsplaats, aan een galg, en de Inwoonderen van de Wijk, na hem Mirabeau genaamd, veranderden den naam daarvan in die van Montblanc. Tot hiertoe hadden veele zich gevleid, dat het rechtsgeding des Konings op de lange baan zou worden gefchooven, alzo de Conventie, nu reeds drie weeken agtereen, had doorgebragt met het onderzoek der vraage: of de Koning kon te recht gefteld worden? zonder deswegens tot een befluit te komen. Dan, bij gelegenheid, dat het voorloopig bericht, wegens de laatst ontdekte papieren, in de Vergadering wierd voorgeleezen, beweerden ver- fchei-  SCHOUWTONEEL. 535 Ifcheiden Leden, dat alle binnenlandfche onlusten, iten voordeele van Lodewijk den XVI. waren aangeftookt door de Agenten der buitenlandfche Mogendheden, en niet zouden ophouden, zo lang de gewezen Koning nog in leven was. Dewijl ook de orde van den dag eischte, dat men over deze zaak moest raadpleegen , haalde Robespierre eindelijk de Vergadering over, om het Concept-decreet te volgen, van den jden November, invoegen de Conventie dien dag, door een formeel decreet, vastftelde, dat Lodewijk de XVI. zou te recht gefield worden, en dat zulks door haar zou gefchieden. De volgende dagen bragten wederom verfcheiden nieuwe befluiten voort, alle betrekkelijk tot dat gewichtig onderwerp. Onder deze waren meest opmerkelijk : dat, al wie trachten , of Hechts het voordel doen zoude, om de Koninglijke waardigheid, of eenig ander gezag, ftrijdig met de Souvereiniteit des Volks, op nieuw in Frankrijk in te voeren, met den dood zou worden gedraft. Wijders, dat de Conventie, voortaan, ieder dag, van 's morgens ten elf, tot 's avonds ten zes uuren, zonder tusfchenpoozing , zich zoude beezig houden met de rechtspleeging van Lodewijk den XVI.; ondertusfchen zouden alle Gedeputeerden verplicht zijn, telkens de Vergadering bij te woonen , ten einde tot het Vonnis van den gewezen Koning mede te werken. Het opmaaken der acte van befchuldiging, en van de vraagen , aan den Koning bij zijn verhooi En neemt verfchei den befluiten, daartoe betrekkelijk.  Waaronder een ten aanzien van de manier, hoedanig zulks gefchieden zoude. De Gevangenen in den Temple worden csauwer, «J.;n te vooren, bewaakt. 236 HISTORIESCH- hoor voorteftellen, wierd overgelaaten aan de Commisfie van twaalve, welke thans den naam verkreeg van een en twintig, als zijnde dezelve vermeerderd met nog negen Leden, te weeten, drie uit de Commisfie van vier en twintig, en een gelijk getal uit ieder der Committées van Wcgeeving en der algemeene veiligheid. Eindelijk wierd ook nog vastgefteld, dat de acte, door deze Commisfie opgemaakt, het onderwerp zoude zijn van de raadplegingen op Maandag den loden December; daags daarna zou Lodewijk Capet voor de Vergadering worden gebragt, ten einde de vraagen te hooren voorleezen , welke aan hem gedaan zouden worden ; van deze, als mede van de acte van befchuldiging, moesten alsdan affchriften aan hem worden ter hand gefield; twee dagen laater zou het verhoor gefchieden, en den volgenden dag zou de Conventie, door hoofd voor hoofd te flemrnen, over deszelfs lot beflisfen. Eindelijk wierd nog aan den uitvoerenden Raad bevel gegeeven, om, geduurende dit rechtsgeding, de meest g'efchikte maatregelen te neemen tot behoud van de algemeene rust, waarvoor de genoemde Raad verantwoordelijk zoude blijven. Van dit oogenblik af, bewaakte men de gevangenen in den Temple nog zorgvuldiger , dan tot hiertoe gefcheid was. . De algemeene Raad der Gemeente liet aan dezelve alle fnijdende en fcherpe werktuigen ontneemen, van welke ieder die hun naderde , zich insgelijks moest ontdoen, daarenboven mog-  SCHOUWTOONEEL. 237 mogten geene bedienden , voortaan hun nachtverblijf in den tooren_houden, waar alles , wat in en uit denzelven werd gelaaten, vooraf aan eene zeer naauwkeurige doorzoeking wierd onderworpen. Van een' anderen kant ftelde men veelerhande middelen te werk, ten einde het volk medelijden met de gevangenen inteboezemen , waartoe eene menigte gefchriften onder hetzelve wierden verfpreid. In eenige van deze fchetfte men den gewezen Hertog van Orleans af, als een zeer gevaarlijk man, die een' fterken aanhang had gemaakt, met oogmerk , om zo dra men Lodewijk den XVI. zou van kant geholpen hebben , zich zelve tot het hoofd der Regeering optewerpen; 't geen men beweerde de waare reden te zijn, om welke deszelfs vrienden zo fterk op de veroordeeling van Lodewijk den XVI. aandrongen. Dewijl de Hertog federt lang bekend ttond als een mensch van zeer Hechte zeden en denkwijze , vondt deze befchuldiging vrij wat ingang bij veele lieden , die zijn gewaand Patriotismus begonnen te wantrouwen, 't geen hem noodzaakte om zich daartegen te verdeedigen. Hij deedt zulks, in eene gedrukte verklaaring aan zijne Medeburgeren , waarin gezegd wierd: ,, dat hij op alle „ dusdanige bcfchuldigingen, als geheel ongegrond, „ zou gezweegen hebben , indien dezelve niet en„ kei waren uitgedacht, ten einde de rust en eens„ gezindheid te verftooren. Nimmer had hij iets „ anders bedoeld , dan de dwinglandij uit Frank„ rijk te verbannen, en het Rijk van Vrijheid en „ Ge- Men poogt iet volk nedelijden net dezelve inteboesernen.De gewezen Hertog van Orleans van. gevaarlijke oogmerkea befchuldïgd. Verdeedigt zich daartegen , in eene verklaaringaan zijne Medeburgeren.  Aanklagté tegen Lodewijkden XVI. 238 HISTORIESCH „ Gelijklieid te helpen dichten ; hem bezielde niet „ minder dan ichadelijke heerschzucht , en al„ le zijne daaden beweezen, dat hij oneindig meer ,, waardij ftelde in den grootfchen tijtel van Fransch „ Burger, dan in die van Prins van den Bloede, „ van welken laatften, hij, zeer gewillig, voor altoos „ afftand had gedaan; terwijl hij, voor het overi„ ge, de Natie kon verzekeren, dat ook zijne kin„ deren , even als bij , gereed flonden , dezelfde „ vaderlandlievende gevoelens met hun bloed te be„ krachtigen." Intusfchen naderde de dag, aan welken de Koning zich moest verantwoorden tegen de menigte van befchuldigingen, welke hem ten last gelegd wierden. Het was in eene buitengewoone avond-zitting van den ïoden December, dat de Commisfie van Eenentwintig , den éden te vooren daartoe benoemd, haar bericht inleverde, waaruit de acte van befchuldiging tegen hem zou opgemaakt worden. In dat bericht wierd hoofdzaaklijk gezegd: „ Dat de ge„ wezen Koning bij het volk aangeklaagd ftond als „ een Tijran , die onophoudelijke poogingen had „ gedaan , ten einde de vorderingen der Vrijheid „ hinderlijk te wezen, of ten minften tegen te hou„ den, en haar, door hardnekkige en herhaalde aan„ vallen, ten laatften geheelenal te verdelgen ; als „ een Tijran, die, toen hij, door de infpanning zij„ ner poogingen , en door zijne misdaaden , eene „ vrije Natie niet had kunnen terug houden , van „ haar zelve Wetten en eene Conftitutie te gee- „ ven,  SCHOUW TOONEEL. 23? „ ven , het plan tot eene famenzweering , welke „ den Staat zou overhoop werpen, ontworpen, be„ ftuurd en uitgevoerd had. Dat de aanflagen van „ Lodewijk , geduurende de zittingen der eerfte „ Couftitueerende Vergadering en der eerfte Wet„ geeving , aaneengefchakeld waren , en tot een „, zelfde plan behoorden van verdrukking en ver,„ nieling, 't welk eenig was in zijne foort. Dat l'm zijne aanneeming der Conftitutie, deszelfs vooraf ,„ begaane misdaaden en boosheden, nog in het te,„ genwoordig oogenblik, met den fluijer der open,„ baare toegeevendheid zou bedekt hebben, indien ,„ niet Lodewijk die dolken, welke hij, in 't jaar 1791, in alle werkplaatfen van Europa had doen ,„ fmeeden , in het jaar 1792. in den boezem van . „ het Vaderland gedrukt , en hetzelve verfcheurd . „ hadde." De Commisfie ging vervolgens over, om aan te toonen : „ Dat , na de Vertegenwoordigers des „ Volks, door de noodzaaklijkheid daartoe gedron„ gen , bijeen waren gekomen , de Koning derzel„ ver zittingen en beraadflagingen, op den zojlen „ Junij 17K9, gewelddaadig had geftremd, en den „ asflen van die zelfde maand , de zaal der Ver„ gadering met gewapende manfchappen zodanig had „ doen omringen , dat de Gedeputeerden, niet dan „ tusfchen de bajonetten henen, tot de plaats hun„ ner raadpleegingen hadden kunnen doorbreeken. „ Dat hij, van alle kanten , troepen tegen Parijs hadde doen aanrukken, met oogmerk , om da „ Na- Hoedanig zijn gedrag , voor den ïodcn Augustus daarin befchreevenwordt.  a4o HISTORIESCH „ Natie onder het juk te brengen ; en , toen ds „ Nationaale Vergadering hein verzogt hadde , die „ troepen weg te zenden, hij daarop ten antwoord had gegeeven : dat het zijne zaak was zodanige maatregelen te bevelen, als hij, tot handhaving „ der openbaare rust , noodig oordeelde , en hun „ verzoek niet kon toettaan. Dat hij, daags daar „ aan had geweigerd, den Voorzitter der Nationaa„ le Vergadering in zijne tegenwoordigheid toe te „ laaten, terwijl het volk met ongerustheid de troe„ pen had gezien, welke, op het veld van Mars, „ bijeen verzamelden, en de gramfchap des Volks „ ten toppunt was geklommen, toen het vernam, „ dat eene Deputatie, door hetzelve na den Com„ mandant der Bajïille gezonden, daar binnen ge„ laaten, maar ook terftond onder den voet gefchoo„ ten was. Dat Lodewijk, die niet verwagtte, dat „ het volk de Bafiilk had kunnen inneemen , na „ die gebeurtenis, in de Vergadering der Volksver„ tegenwoordigers was verfcheenen, en gezind fcheen „ derzelver raad te volgen, terwijl hij nieuwe aan„ flagen fmeedde om de Vrijheid te verwoesten. „ Dat zulks, onder anderen, daaruit was gebleken, dat hij had geweigerd de verklaaring der rechten „ van den mensch aan te nemen, alsmede, om het „ befluit der Vergadering goed te keuren, waardoor „ de flaaffche Heerendienften , enz. wierden afge„ fchaft. Dat hij Bouillé had benoemd tot Ge., neraal over een machtig leger, 't welk, zonder „ eenige noodzaaklijkheid, op de been gebragt, of „ liej  SCHOUWTUONEEL. a4ï 9) liever alleen beflemd was , om zijne voorgenot „ men vlucht te begunstigen, welke kort daar- na zou gebeurd zijn, zo niet het volk na Ver„ failles was getrokken , en dat voornemen had „ verijdeld. Dat men nogmaals , in Jttlij 1790, „ verraaderlijke poogingen in het werk gefield, den „ Burgeroorlog in het Zuiden ontftoken , en een „ Camp te Jales geformeerd had, terwijl Bouillé „ den moord te Nancy pleegde, en door den Ko„ ning beloond was geworden voor het bloed , „ 't welk hij aldaar had doen flroomen. Dat de „ winter van jaar 1791 het tijd flip was geweest, „ in 't welk de plans van famenzweering zich ont„ wikkelden, en la Porte, te famen met Talon, „ de middelen beraamde, om de vlucht des Konings „ te verhaasten , ten einde alsdan eene tegenom„ wenteling tot ftand te brengen , waartoe men „ flaat maakte op de medewerking van la Fayet„ te, en niet alleen Mirabeau, maar ook ver,, fcheiden andere Leden der Nationaale Vergade» „ ring, had weeten om te koopen. Dat dit ont,, werp, in gevolge der zeer listig genomen maat„ regelen , ook zeker zou gelukt zijn, zo niet het „ volk , op nieuw, zich verzet hadde tegen het ver- trek des Konings uit Parijs. Dat hij bemerken„ kende , het algemeen vertrouwen en de achting „ des volks verlooren te hebben , zich van een ,, fnoode list had bediend , ten einde de Natie en „ haare Vertegenwoordigers om den tuin te leiden, „ als hebbende, in Maij'1791, aan zijnen Minister van Q „ bui-  £42 HISTORIESCH „ buitenlandfche zaaken, gelast, aan de vreemde Hoven, door zijne Afgezanten te doen verklaaren, dat „ zijn voorneemen was bet regeeringsbeftuur aan te ,, neemen, 'twelk h et Franfche volk zich geeven wil„ de , en hij al zijn gezag zou aanwenden, ten ,, einde dat beltuur te handhaven. Dat dusdanige „ ftap allen fchijn hebbende van welmeenendheid en ,, oprechtheid, de dankbaarheid der Nationaale Ver„ gadering had aangevuurd , die deswegens eene ,, plechtige Deputatie aan den Koning had afgezon- „ den, terwijl hij, te zeiver tijd, op nieuw het ont- „ werp Imeedde, om Parijs te verlaaten, en zich „ aan het hoofd der Uitgewekenen te ftellen. Dat „ hij ook , door zijne vlucht , zulks' gedeeltelijk „ had uitgevoerd, met agterlaating eener eigenhan„ dig gefchreeven verklaaring aan de Franfche Na„ tie, waarin hij haar de rampen der omwenteling „ voor oogen ftelde, en het regeerings-beftuur, door „ de nieuwe Conftitutie vastteftellen, met de haate- lijkfte kleuren aflchilderde. Dat dit Manifest in „ handen was gefield van la Porte , en Lode,, wijk, terftond daarna, was vertrokken met zijne ,, Bloedverwanten, van welke alleen deszelfs Broe„ der de Belgifche Nederlanden had bereikt, ter„ wijl hij zelve te P~ar~ennes was aangehouden. Dat hij , ftout geworden door de toegeevendheid „ der Natie , den ijden Julij , op het veld van s, Mars een groot getal Burgeren had doen fneuve„ len , waartoe de Koning, hoewel toen reeds in s, zijne bedieningen opgefchort, daadlijk het bevel „ had  SCHOUW TOONEEL. 243. ,„ had gegeeven. Dat de voornaamfte fteun , op „, welken alle hoop en verwachtingen van Lodewijk ,„ toemaals hemsteden, de Conventie was geweest „, van Pilnitz, welke, den ziften Julij , tusfchen ,„ den Keizer en den Koning van Pruis/en was ge„, troffen, waardoor deze zich verbonden, om den ,„ Troon der Monarchie in Frankrijk te herftellen,. „, en de eere der Kroonen, tegen de onderneemin„, gen van het Volk, te beveiligen. Dat Lodewijk ,„ dit verbond ^ waartoe men ook de nabuurige Mogendheden poogde over te haaien, zo weinig „, afgekeurd had , dat alle zijne volgende daaden „, hem , integendeel , als het hoofd daarvan ken,„ merkten. Dat hij ondertusfchen de ontworpen ,,, Conltitutie wel had aangenomen , maar tevens „, verklaarde te gelooven, dat dezelve niet tot het ,„ geluk des volks ftrekken, en de ondervinding de „, gebreken van dezelve aantoonen zoude. Dat, >„ om deze onderftelling te eerder zijn beflag te „,' doen verkrijgen , hij zijn oogmerk vestigde op „, eene toekomst*, die niet meer verre af fcheen; 15, want terwijl deszelfs Broederen , met meer an„, dere Prinsfen van den Bloede, in zijn naam, de „, buitenlandfche Hoven tot hunne toetreeding in de „, Conventie van Pilnitz trachteden te beweegen, „, had Lodewijk het vuur des Burgeroorlogs in ,„ verfcheiden Departementen ontftoken , en tevens „, alle maatregelen genomen, ten einde de verwar„, ringen in de Volkplantingen te doen voortduuren. ,„ Dat men, op datzelfde tijdftip , nieuwe omkooQ 2 „ pin-  a44 HISTORIESCH pingen in het werk gefield, en de fchatten van ,, den Staat verfpild had, door dezelve uit te dee„ len aan lieden van allerlei rang, die zijn plan be,, gunstigden , gelijk mede aan de Uitgewekenen , „ en om daarmede zijne voormaalige Lijfwacht te „ befoldigen , welke diertijds zich te Coblentz op„ hield. Dat de Broederen van Lodewijk alle Uit,, geweken onder hunne vaandels bijeenverzameld „ hebbende, in de grensfteden van Frankrijk den „ ftandaart des oproers geplant , in de Duitfche „ Staaten Regimenten aangeworven, en geldleenin„ gen gedaan hadden, waarvoor de Nationaale Do„ meinen tot onderpand vertlrekten , en wijders, 5, in den naam des Konings , met buitenlandfche „ Hoven, Staaten , en bijzondere perfoonen , in on„ derhandelingen getreden waren. Dat verfcheiden ,, getuigen verzekerden, de Acte gezien te hebben, „ waarbij Lodewijk zijne Broedertn tot dusdanig* „ daaden volmachtigde, welke hij zelve niet eerder ,, afkeurde, dan toen hij meende zeker te zijn, dat „ deze afkeuring niet langer aan zijne oogmerken „ kon hinderlijk wezen; te weeten , kort vóór de „ inmarsch der vijanden op Fransch grondgebied. „ Dat de Confütueerende Vergadering voor lang be„ floten hebbende, de legermacht van den Staat op ,, den voet van oorlog te brengen, deze nogthans, „ ten einde van het jaar 1791, nog niet boven de „ 100,000 man was fterk geweest , en op het ge- „ nomen befluit, om haar met nog 50,000 man te 4„ vermeerderen , de Oorlogs-minister Narbonne 1  S C H O U W T O O N E E L. 245 „ weldra de begonnen wervingen geftaakt, en eene menigte Burgeren , die zich reeds tot den krijgs„ dienst hadden aangegeven, had terug gezonden, ,, onder voorwendzel, dat de Armée reeds overtollig „ was. Dat de oorlog, den 2o(len April 1792 was „ verklaard, zonder dat de Uitvoerende Macht alvoo,, rens de minde toebereidzelen daartoe had gemaakt , ,, waarna, binnen zeer korten tijd, vijf onderfchei,, den Oorlogs-ministers elkander in het bewind wa,, ren opgevolgd ; een van welken , Dumouriez „ namentlijk, toen hij zijn ampt nederleide , aan ,, de Wetgeevende Vergadering verklaarde, dat de „ misdaadige achteloosheid zijner voorgangeren hem „ onhelftelbaar toefcheen , gemerkt de Natie noch „ legers, noch wapenen , noch magazijnen had , en ,,, de vestingen buiten ftaat waren om eene belege. „ ring te kunnen uithouden. Dat de Wetgeevende „ Vergadering , op het voordel van den Oorlogs. „ minister Servan , het formeeren gedecreteerd .,, hebbende van een Corps van 20,000 man , 't , „ welk, op eenigen afdand van Parijs, uit de Na, „ tionaale Guarden van alle Departementen zou bij, „ eengetrokken worden , het zij om daaruit de le,,, gers teverderken,of,des noods, derzelver aftocht „ te kunnen dekken, Lodewijk niet alleen had ge, „ weigerd haar Decreet te bekrachtigen , maar ook, ,„ in de plaats van dit zo gemakkelijk hulpmiddel, „ de oogenblikkelijke aanwerving van drieënveertig 1nieuwe battaillons had voorgeflagen, hoe zeer het 1 „, blijkbaar was , dat deze maatregel met den verq 3 5> "sck-  24tf HISTORIESCH „ eischten fpoed, onmooglijk kon te werk gefield „ worden. Dat men bericht ontvangen hebbende ,, van de aanmarsch van 50,000 Pruis/en, tegen het Franfche grondgebied, Lodewijk, die hunne „ aankomst vuurig te gemoet zag , zorg gedragen hadde , de Franfche legermacht te verdeelen, ,, en, onder voorwendzel van gevreesde vijandelijk„ heden van de zijde des Konings van Sardiniën, „ het zuidelijk leger geheel werkeloos had gehou„ den. Dat hij de macht der Departementen had „ ontzenuwd , door dezelve te doen aanfchrijven, dat zij de jonge lieden zouden terug houden, ,, die zich wilden laaten vinden bij de federatie „ van den i<\den Julij, om wijders na de grenzen „ te trekken. Dat het gevolg tvan alle dusdanige „ trouwloosheden was geweest, dat Longwij en Verdun aan den Koning van Pruisfen waren „ overgeleverd, die daarvan , in den 'naam van Lo„ dewijk , bezit had genomen, terwijl men, veer,, tien dagen lang, niet meer dan 15,000 man in „ het veld had gezien , beftemd om eene vijande,, lijke Armée , welke vijfmaalen Merker was, het „ hoofd te bieden. Dat, om de verlooren en ver„ raaden Natie , die aldus aan haare vijanden ten ,, prooi was overgegeeven , van haar bijna onver„ mijdelijk verderf te redden , wonderen vereischt „ wierden , welke zij ook indedaad verricht had„ den. Eindelijk , dat de vernietiging der Zee„ macht, den opMand der volkplantingen , en de „ binnenlandfche verwarringen ,al te famen, op ge- sj lij-  SCHOUWTOONEEL. 247 „ lijke wijze, tot het plan van Lodewijk. behoo„ rende , daartoe de fchadelijkfte middelen door ,, hem gebeezigd waren, waarbij hij hardnekkig had ,, geweigerd in eenigerhande maatregelen" te treden, ,, door welke de rust in het binnenlie des Rijks „ kon herlteld worden. Na alle deze omftandigheden ontvouwd te hebben, kwam de Commisfie op het gebeurde van den loden Augustus, zeggende: „ Het volk, aldus ver„ raaden, eischte recht , en begon zich tegen de „ onderdrukking te verzetten. Lodewijk dacht in„ middels op eene nieuwe onderneeming, ten einde „ de Vrijheid de gevoeligfte flagen toetebrengen , „ waarvan het plan, ja zelfs de dag , op welken „ het Hond uitgevoerd te worden, reeds vooraf te Milaanen, in de voornaamfle buitenlandfche fle„ den , en in verfcheiden Departementen bekend „ was. Een brief, vóór den ïoden Augustus aan „ la Porte gefchreeven, ftrekte hiervan ten be- ,, wijze. De Antipatriottifche denkwijze zijner ,, Lijfwacht , het afdanken van dezelve noodzaak„ lijk gemaakt hebbende , hield hij deze nogthans ,, in zijne foldij, terwijl ook de voormaalige Zwt'f„ zerfche Guardes, in fpijt van de Constitutie, en „ van een Decreet des Wetgeevenden Lighaams, „ aanhoudend in zijnen dienst bleven. Daarenbo„ ven ftonden bijzondere Compagniën , tot eene „ geheime onderneeming beftemd, gereed, om zij„ ne bevelen uittevoeren, en, men wierf heimelijk v nog meer volk , ten zijnen behoeve. Eindelijk Q 4 „ be- Alsmede liet gebeurde op den loden Au» gustus.  Befluit van deze aanlachte. *48 HISTORIESCH „ bewerkte het Hof de gebeurtenis van den iaden „ Augustus , waarvan het eigenlijk oogmerk daar „ henen ftrekte , om de inwoonderen der voorfte„ den tot oproer aantezetten. Deze wilde men tot „ digt bij het Kasteel laaten voorttrekken , maar „ dezelve alsdan met het gefchut in den rug val„ len, en jammerlijk doen fneuvelen , welk voor„ neemen was beweezen , door een bevel , gegee„ ven aan den Commandant der Nationaale Guar„ den, en door eene menigte van getuigenisfen be„ vestigd. Den yden had men alle vertrekken van „ het Kasteel opgevuld gezien met gewapende lie„ den, die den nacht in hetzelve doorbragten, en „ den volgenden dag had Lodewijk , 's morgens „ ten vijf uuren , in den tuin der Tuilleries de „ wapenfchouw gedaan over de Zwüfers, welke „ hij den eed van getrouwheid aan zijn perfoon had „ laaten afleggen. Kort daarna waren de Burgeren „ van Parijs, benevens de Gefedereerden, met een „ onbekommerd vertrouwen na het Kasteel getrok„ ken , waaruit men op dezelven had gefchoten. ,, Na herhaalde moordfchoten op hun gedaan, was „ het tusfchen de Zwitzers en de Burgeren tot een „ bloedig gevecht gekomen, waarin de Dwingeland „ overwonnen, en zijn Troon, terwijl Lodewijk „ in de armen der Volksvertegenwoordigers eene „ verblijfplaats zogt , verbrijzeld was geworden." De Commisfie befloot haare aanklachte, met deze woorden: „ Lodewijk is wegens alle deze misdaa„ den, aan welker plan hij beftendig gearbeid heeft,,  omgebragl den xui.jiïlij.^iDccLXXxxiiL   SCIIOUWTOONEEL. *49 „ heeft, federt het begin der revolutie, en waarvan „ hij de uitvoering meermaalen heeft beproefd, ftrafH fchuldig. Alle zijne flappen, in den geheelen „ loop zijner onderneemingen, waren op een zelfL de doel gericht, en deszelfs groote wensch was, L zijn voormaalig gezag te herkrijgen, door alles, L wat zich tegen zijne poogingen aankantte , on„ der de voeten te vertreden. Veel aanhoudender „ en ftandvastiger in zijne oogmerken, dan alle zij„ ne Raadslieden, is hij nimmer door zijne Minis„ ters verleid geweest ; ook kan hij zijne misdaa„ den op dezelven niet fchuiven, gemerkt hij hen, „ of geftadig na zijne oogmerken geleid , of eigen„ dunkelijk hun affcheid had gegeeven. Het ver„ bond tusfchen de buitenlandfche Hoven, de van „ dezen aan Frankrijk verklaarden oorlog, de nog ', onder de asfche glimmende vonken van eenen „ verderfelijken Burger-krijg , de verwoesting der „ Volkplantingen, de inwendige verwarringen: de„ ze waren , al te famen , de middelen geweest , " waardoor hij zijnen Troon had willen herftel„ len, of zich onder deszelfs puinhoopen doen be- „ graven (70- Den volgenden dag wierd de Vergadering geopend, met het voorleezen der eigentlijke Acte' van befchuldiging, welke niets anders was dan eene korte herhaaling, van al het bovengaande , behalven , dat bij elke afzonderlijke daad, een -lijst was gevoegd, van (A) Bijlage LXVIII. Q5 Makat rpreekr tea voorde. Ie van den Kctnug.  Voorzorgen in Parijs genomen. i Gebeurde met den Koning ia 25a HISTORIESCH van de daartoe dienende bewijsflukken. Marat vatte thans het woord op, om, voor de eerftemaal, iets te zeggen ten voordeele van den aangeklaagden, 'ten wiens opzichte hij begeerde , dat uit de Acte van befchuldiging alles zou worden weggelaaten, wat voor deszelfs aanneeming der Conftitutie was voorgevallen. Dan deze eisch wierd verworpen , en men befioot, dat , na de gemelde Acte , in de tegenwoordigheid des Konings, nogmaals was voorgeleezen, de Voorzitter daaruit de noodige vraagen aan hem zoude voorftellen, en , boven dien, ook nog zodanige vraagen moest doen, als hij, tot nadere opheldering der gegeeven antwoorden, dienftig oordeelde. Terwijl de Nationaale Conventie zich hiermede beezig hield, nam men de noodige maatregelen, om de openbaare rust in Parijs te handhaven, 's Morgens ten agt uuren ftond reeds de geheele Burgerij onder de wapenen. De openbaare plaatfen waren ieder bezet met een wacht van twee honderd man , en zeer fterke patrouilles doorkruisten de ftraaten, ten einde alle famenrottingen te beletten, terwijl, in elke Wijk, een genoegzaam Corps de re/erve gereed itond, om deze, des noods te onderfteunen. Ook bleeven alle bewindvoerende Machten, gelijk de Uitvoerende Raad, de Departements-befluurderen , de 3emeente-raad, en de Commitées der Wijken, dien ?eheelen dag vergaderd. Op het voorplein van den Temple was een aanzienlijk gedeelte der gewapende macht bijeen gekomen.  SCHOUWTOONEEL. ftJS men. Toen men daaromftreeks de trommel begon c te roeren, fcheen zulks den Koning te ontrusten, t die , met eene zichtbaare verlegenheid aan den bij hem zijnde Commisfaris vroeg : wat zulks beduiden mogt, dewijl hij niet gewoon was dat geluid zo vroeg te hooren ? Deze gaf voor, niet te weeten waarom zulks gefchiedde , en herhaalde hetzelfde, toen de Koning , kort daarna , opmerkte , dat hij ook het getrappel van paarden op het plein hoorde. Vervolgens nam hij , als naar gewoonte, het ontbijt met zijne familie , welker ongerustheid oogenfchijnlijk toenam, naar maate het gedruis- der troepen in de nabijheid vermeerderde. Na zijne Gemaalin , Dochter en Zuster , reeds een' geruimen tijd, in derzelver apartementen waren teruggekeerd, gaf de Commisfaris eerst aan hem te kennen , dat hij een bezoek zou ontvangen van den Maire, maar dat deze hem niet kunnende fpreeken in de tegenwoordigheid van zijn Zoon , het dus noodig was, dat Kind na de kamer van deszelfs Moeder te doen brengen. Dit gefchied zijnde, deed de Koning nog verfcheiden vraagen , welke de Commisfaris zeer kort beantwoordde, waarna hij zich in een armftoel plaatfte, en, eenigen tijd, in diepe gedachten verzonken bleef. Eindelijk trad de Maire Chambon , door eenige Leden der Municipaliteit , benevens den Geheimfchrijver des Gemeente-raads verzeld , een weinig na één uur in zijn vertrek*, en fprak den Koning met deze woorden aan: „ Ik ben door de Wet ge- ,, last, en Temle. Aan wiera kennis wordt gegeeven , dat hij voor de Conventiemoet vcrfcbijnen.  Hij beklaagt zie over de harde behandelinghem aangedaan. En begeef zich na d< Vergadering. 35* HISTORIESCH „ last, u te verklaaren , dat de Conventie u voot „ haare balie verwagt ; ik zal u derwaards gelei»» den-" Hier na las de Geheimfchrijver het vijfde Artijkel voor van het Decreet, den 6den December genomen, luidende aldus : „ Lodewijk Capet zal, „ Dingsdag den uien dezer , voor de balie der „ Conventie worden geleid , om te antwoorden „ op de vraagen , die hem door den Voorzitter „ zullen gedaan worden." De Maire hem vervolgens gevraagd hebbende, of hij na beneden geliefde te gaan ? zeide de Koning , na zich eenige oogenblikken bedacht te hebben: „ Mijn naam is niet „ Lodewijk Capet , mijne Voorouderen hebben h „ dien gehad , maar nimmer heeft men mij aldus „ genoemd. Voor het overige is dit almede een „ gevolg van de harde behandelingen , welke men „ mij, federt vier maanden, heeft aangedaan. De„ zen morgen heeft men, een uur te vroeg , mijn „ Zoon van mij gefcheiden , en mij daardoor van „ een wezenlijk genoegen beroofd. Ik had u reeds „ vroeger hier verwagt." Zonder iets te antwoorden, verzogt de Maire hem, ten tweedemaale, na beneden te gaan , waarin de Koning bewilligde. Door den tuin gaande , iloeg hij zijne oogen op den tooren, en men meende optemerken, dat hem eenige traanen in de oogen kwamen. Op den weg na de zaal der Conventie , hield hij den meesten tijd een diep ftilzwijgen, terwijl de trein langzaam voortreed door eene driedubbele rei van Nationaale Guarden , die , bij zijne aannadering, het geweer pre-;  SCHOUWTOONEEL. *53 prefenteerden. De koets, in welke de Koning met den Maire en twee Municipaal-Officieren zat, werd vooraf gegaan en gevolgd van iaoo man, zo ruiterij als •voetvolk, benevens eenige veldftukken, en ter zijden van dezelve gingen dertig Municipaal-Officieren. Zo haast de trein tot bij de zaal w«s genaderd, verfcheen Santerre, Opperbevelhebber der Parijfche Nationaale Guarden , om aan den Voorzitter "Bar re re kennis te geeven, dat Lodewijk Capet daar was gekomen , en de bevelen der Conventie afwagtte. De Voorzitter gelastte, hem voor de balie te geleiden, waarna hij de Vergadering met deze woorden aanfprak: „ Volksvertegenwoordigers! „ Gij ftaat gereed de Nationaale rechtvaardigheid „ uitteoefenen; alle Ingezetenen der Republiek flaan „ hunne oogen op het ftandvastig en wijs gedrag, „ dat gij, bij deze gelegenheid zult houden. Ge„ heel Europa luistert na uwe woorden , de ge„ fchiedenis verzamelt uwe gevoelens en uwe daa„ den, en het onpartijdig Nakomelingfchap zal de„ zelve, met de uiterfte gellrengheid, beoordeelen. „ Laat uwe handelwijze overeenkomftig zijn met „ de plichten, welke u zijn opgelegd. Standvas„ tigheid , gepaard met de volkomenlte bedaard„ heid, zijn plichten , welke den Rechter allezins „ betaamen. Dat de waardigheid van uw gedrag „ beantwoorde aan de Majefteit des Franfchen „ volks. Door u zal den Koningen een groote les, „ en een nuttig voorbeeld gegeeven worden , tot „ vrij- Aanfpraak rail den Voorzitter , aan do Leden en A3nfchouwers.  Alsmede aan den Koning, bij zijne !) Bijlaage LXX. R 4 Hoe ur-n hetzelve in de Kabinetten van Europa befchouwde. De gewezen Hertog van Orleanskomt hoe langer hoe meer in verdenking.  Voorflel in de Nat. Conv. gedaan , om de geheele familie der Bourbons Uir Frank rijk te b in^en. i 1 i X { tfe HISTORIESCH en ftaat, in zijne belangen over te haaien, en vooraj eenen geduchten aanhang te winnen onder het Gemeen te Parijs , waartoe zijne gemeenzaamheid met het Volk, en de fchiju van zeer ijverige Republikeinschgezindheid, pier. weinig medegewerkt hadden. Veelmaalen had men, in gefchriften, reeds de gevaaren aangetoond, waaraan de Vrijheid bloot gefield bleef, indien men zulk een verrpqogend, aanzienlijk en listig man, in de Vergadering der Volksvertegenwoordigers, of zelfs op het grondgebied der Republiek, nog langer duldde; tot eindelijk een der Gedeputeerden in de Nationaale Conventie, Buzot genaamd, aan zijne Medeleden voorftelde , dat men, na het voorbeeld der Romeinen, die, te gelijk met hunnen Koning Tarquinius , deszelfs geheele familie uit den Staat verbanden, thans ook den geheelen (lam der Bourbons het grondgebied der Republiek behoorde, te ontzeggen. De vrienden yan Orleans, die de eigentlijke bedoeling van dit voorlid zeer gemaklijk srjsten, verzuimden niets , om hetzelve te keer te jaan. Zij traden dus zeer ijverig in zijne belanden, fcbetzende, voor het oog der Conventie een seer vleiend tafereel van deszelfs gehouden gedrag, edert de Revolutie , verhefteu hemel-hoog zijne /rijheid- en Gelijkheid-ademende grondbeginzelen , n roemden de uitneemende diensten , gelijk men, iet noemde, welke hij en zijne Zoonen, die beide Q het leger dienden, aan den Staat beweezen nadien; doch alles met zo weinig vrucht, dat zij einelijk in het voorgeiTtlde Decreet, flechts eene uitzon-  SCHOÜWTOONEEL. 265 zondering, ten behoeve van Orleans, poogden te bewerken. Toen zij ook hierin te leur gefield wierden , nadien derzelver tegenpartij aantoonde, dat een oprecht Vaderlander geen oogenblik behoorde te twijfelen , op hoedanige wijze te beflisfen tusfchen de bijzondere welvaart van één enkel mensch, en het algemeen welzijn eener geheele Natie , Remden de aanhangers van Orleans , zulks gereedelijk toe, maar drongen 'er te zeiver tijd op aan, dat de Vergadering, dien flelregel aanneemende, dan ook tevens de Ministers Roland en Pache van het bewind moest verwijderen, nadien het Minifterie, door hen in partijen was verdeeld, welke, tot groot nadeel van het algemeen belang, elkander geduurig befchuldigden, en aldus tot eene fchadelijke tweedracht aanleiding gaven. Deze aanmerking was gar.sch niet ongegrond. 'Er heerschte , indedaad , geene mindere verdeeldheid tusfchen de Leden van het Minifterie, als tusfchen die van de Conventie zelve. Beide partijen hadden, in de laatfie ieder eenen flerken aanhang, als zijnde Roland het orakel der Girondisten , of der zogenaamde Gematigden, terwijl Pachü zich, bij alle gelegenheden, onderfteund zag door die van den Berg , en daarenboven bij het Volk zeer gezien was. Het voorflel der vrienden van Orleans , onder welke verfcheiden Leden waren, gelijk Chabot , Marat, Bazire, Thuiuot, en Merlin, die vrij wat invloed hadden , verwekte, dienvolgens, niet alleen een hevige twist tusfchen de verfchillen-; R 5 de Dpfchudding daar3ver in dg Vergadering.  266 HISTORIESCH Het Decreet van verbanning tegen de "Bourbons genomen, met uitzondering van Orleans. Door wiens partij het Volk daartegen opgezet wordt. de partijen in de Vergadering, maar ook de aanfchouwers gaven deswègens hun misnoegen , met zo veele onltuimigheid, te kennen, dat zij zich genoodzaakt zagen hetzelve wederom intetrekken , waardoor Orleans groot gevaar liep , in het Decreet tegen de Bourbons begreepen te worden, voor hetwelk de meerderheid zich reeds verklaard hadde. Eene laatfie pooging tot zijn behoud , deedt echter , nog even in tijds , de' verwagte uitwerking. Men toonde aan, dat hij, in zijne hoedanigheid als Lid der Nationaale Conventie , een der Vertegenwoordigers van het fouvereine Volk zijnde, uit dien hoofde niet kon verbannen worden, zonder de Souvereiniteit des Volks te fchenden, waarop eindelijk het Decreet in diervoegen wierd genomen, dat alle de aframmelingen der Bourbons-Capet, uitgezonderd de gevangenen in den Temple , alsmede den geweezen Hertog van Orleans , over wien de raadpleegingen wierden uitgefteld, binnen drie dagen het Departement van Parijs, en binnen agt dagen het grondgebied der Republiek, mitsgaders van alle Landen, door de Franfche legers bezet, ontruimen moesten, met behoud nogthans van alle derzelver goederen en bezittingen , waarover zij naar welgevallen , befchikken mogten. Orleans , met die van zijnen aanhang , waren hierdoor nog niet volkomen gerust gefield , nadien zij het genomen Decreet, als eene voorbode aanzagen , van 't geen hem zeiven eerlang zou kunien overkomen. Hun geheele invloed wierd derhalven  SCHOUWTOONEEL. 267 ■ ven in 't werk gefield , ten einde de uitvoering daarvan te verhoeden. In alle fteden en plaatfen, waar nog eenige overgebleeven Leden der Koninglijke familie hun verblijf hielden, leide men de ingezetenen, ter ondertekening, adresfen voor aan de Nationaale Conventie, waarin op de daadlijke herroeping van het Decreet wierd aangedrongen , uit hoofde zo wel van de onberekenbaare nadoelen, welke Frankrijk , door het vertrek, met alle derzelver rijkdommen, van zo veele vermogende huisgezinnen lijden zoude, als om dat het de hoogfte onrechtvaardigheid inhield , alle de Bloedverwanten van Lodewijk den XVI. om de misdaaden van fommige uit die familie te veroordeelen. Ook de meeste Wijken van Parijs bragten zodanige adresfen in de Vergadering, en het Gemeen begon aldaar, wegens deze zaak zo onrustig te worden , dat de Conventie eenen geweldigen opftand vreezende , eindelijk genoodzaakt was de uitvoering van haar Decreet op te fchorten, en vast te ftellen, dat zij de verbanning der Bourbons op nieuw in overweeging zoude neemen, na alvoorens het lot van Lodewijk den XVI. beflist te hebben. De Franfche Natie had zo zeer haare aandacht gevestigd op deze gebeurtenisfen, dat zij weinig getroffen fcheen door de zeer ontrustende berichten uit haare West-Indifche Volkplantingen , waar zij bedreigd wierd , deze voor haaren koophandel en fcheepvaart zo aangelegen bezittingen uit haare handen Veele adresfen daarover ingeleverd. Waarop de uitvoering vat) bet Decreet vooreerst opge('chortworde. Nadeelige berichten uit' de f-Fest-fndifche Volkplantingen.  Vooruitzichten van oorlog met Engeland. De Minister le Brun bericht de Conventie wetiens den ftaat der zaalten met dat Rijk. 263 HISTORIESCH den te zien wringen. Even min had zij eenige bekommeringen wegens de vooruitzichten van eenen kort op handen zijnde oorlog met Engeland , tot eindelijk de Minister le Rrun kennis gaf aan de Nationaale Conventie, van de onverwagte bijeenroe-/ ping des Brüfchen Parlements, en haar vermaande, bijzonder opmerkzaam te zijn op de maatregelen, welke in dat Rijk genomen zouden worden. Hij fchetfte, bij die gelegenheid , den ftaat der zaaken tusfchen de twee nabuurige Volkeren. „ Het En? „ gelsch Minifterie," zeide hij , „ had deszelfs „ Gezant uit Parijs terug geroepen, terftond na het „ gebeurde van den loden Augustus , het zij in „ overtuiging eener fpoedige tegenomwenteling , of „ om dat hetzelve het beneden de waardigheid des „ Brüfchen Monarchs oordeelde, een Vertegeuwoorj, diger te hebben bij eenen Uitvoerenden Raad, „ die niet gezalfd was, met de heilige olie-kruik te „ Rheims. De Uitvoerende Raad bad echter dat „ voorbeeld niet nagevolgd, maar een Minister van „ de Republiek te London gehouden, en denzelven , gelast, de Engelfche Natie, bij elke gelegenheid, ,, te verzekeren, dat het Franfche Volk niets vun, riger weoschte, dan haaré achting te verdienen, ,, en de vriendfchap aan te kweeken , welke twee ,, edelmoedige Natiën voor altoos behoorde te ver, eenigen. Dat Frankrijk ook dikwijls de overtui, gendfte bewijzen had ontvangen van het genoegen , des Engelfchen Volks, over den voorfpoed zijner „ wa-  SCHOUW TOONEEL. atfö wapenen; dan dat zulks aanleiding had gegeeven tot vijandelijke maatregelen, welke, hoewel uiter„ lijk tegen zekere volksbetveegingen in Engeland ,, gericht, dok eenigermaaten tegen Frankrijk be„ ftemd waren, gelijk gebleeken was , uit de a'art„ lpraak des Konings aan het Parlement gedaan. „ De bevolen toerustingen hadden evenwel , voor „ als nog , weinig te beduiden , als beltaande al„, leenlijk uit vier fchepen van linie, boven het ge„ woone getal in voorige jaaren. Dat hij, Minis„ ter voor de Commitées zou open leggen de on„ derhandelingen, klachten, tegenwerpingen, voor^ „ Hellen , en aanbiedingen , wederkeerig gedaan, 4, benevens de Inftruótien aan de Agenten der Re„ publiek gegeeven, uit welke men gezien hadde, dat de bezwaaren van het Eritsch Minifterie te„ gen Frankrijk, beftonden: vooreerst in de gede* „ creteerde opening der Schelde; ten tweeden in „ het Decreet van den ïyden November , waarbij aan alle Natiën , die hunne Vrijheid herneemen „ wilden, hulp en broederfchap beloofd wierd; en „ ten derden in de voorneemens, welke men, ten „ aanzien van de Republiek der Vereenigde Neder„ landen, bij Frankrijk onderftelde. Dit alles had ,, de Uitvoerende Raad op eene gepaste wijze doen „ beantwoorden , met eene daarbij gevoegde ver„ klaaring: dat, zo hzt Engehch Minifterie volllrekt „ eenen Oorlog wilde , zulks blijkbaar een oorlog 4, zoude wezen van dat Minifterie, en men, van „ dezen kant, niet zou nalaaten zich plechtig te „ be-  De Conventie gelast de vei vallen Zet macht te kerftellen. Vergeeffche pooging om een opfland in Parijs ie verwekken. a?o HISTORIESCH „ beroepen op de Engelfche Natie, welke tot een „ Rechter tusfchen Frankrijk en het Britfche Ka„ binet zou gefield worden (7)." Sedert een geruimen tijd was de Franfche Zee. macht buitengemeen verwaarloosd geweest; zelfs de - meeste Officieren, tot de Koningsgezinde partij behoorende, hadden het Land verïaaten, en maakten thans een afzonderlijks Corps uit, in het leger der Uitgeweken Prinfen. Men had onlangs wel begonnen dezelve eenigermaaten te herftellen; doch nu begreep eindelijk de Conventie , dat daartoe fterker poogingen moesten ingefpannen .worden, weshalven zij bevel liet geeven , om, zonder uitftel, fchikkingen te doen maaken , tot het uitrusten van een goed getal oorlogfchepen in de onderfcheiden havens, en de Zeemacht der Franfche Republiek op eenen geduchten voet te brengen. Hiertoe waren de Scheepstimmerwerven en Arfenaalen, met de meeste benoodigdheden rijkelijk genoeg voorzien; en men hoopte het gebrek aan Officieren te vergoeden, door het aanftellen op de Oorlogs-vloot, van de bekwaamfle Koopvaardij-fchippers, en andere ervaren Zeelieden. In den nacht van den z5fun op den nCjlsn December , zag men te Parijs eenige poogingen in 't werk ftellen , ten einde een opftand te verwekken , ten voordeele van den Koning , die den volgenden dag, nogmaals, voor de balie der Nationaale (0 Bijlage LXXI.  SCHOUWTOONEEL. £71 le Conventie, moest verfchijnen. Deze aanflag wierd echter zeer fpoedig verijdeld , door de voorzorgen welke tot bewaaring van de openbaare rust waren genomen. Met het aanbreeken van den dag, haalden de Maire en verfcheiden andere Magifiraatsperfoonen, onder bedekking van een klein detachement ruiterij , den Koning af, die thans veel geruster fcheen, dan bij zijn eerfte verhoor, en den geheelen weg over, met de bij hem in de koets zittende Heeren, fprak over letterkundige onderwerpen. Eer hij voor de Vergadering verfcheen, hield hij een afzonderlijk mondgcfprek met zijne Raadslieden , in de Zaal der onderhandelingen, waar deze op hem gewagt hadden. Intusfchen waren de gaanderijen van de Zaal der Conventie opgevuld met eene bijna ongelooflijke menigte aanfchouwers, van welke veele den nacht aldaar hadden doorgebragt , en die door den Voorzitter zeer ernftig vermaand wierden , om zich van alle tekenen van goedkeuring of misnoegen , zorgvuldig te onthouden. De jongfte van 's Konings Raaden , de Seze, las deszelfs verdeediging voor, in welke hij zich inzonderheid beriep op de onfchendbaarheid, door de Conftitutie aan den Koning toegeftaan. Hij toonde vervolgens de gevallen aan, in welke de Conftitutie den Koning ftraf baar verklaarde, en bewees daaruit, dat, van welken aart ook de aangetijgde misdaaden wezen mogten, de Conftitutie nogthans geene zwaarder ftraf daarvoor bepaald had , dan de out De Koning ten twee- demaale voor de balie der Conventie gebragt. Zijne verdeediging.  47* HISTORIESCH onttfoonïng, of veeleer de onderftelling, dat de Ko* ning afftand van den Troon had gedaan. Na hierover vrij breedvoerig gefproken te hebben , door^ liep hij alle tegen Lodewijk ingebragte befchuldigingen, welke hij tweeleedig befchouwde , te weeten: als gebeurtenisfen betreffende, welke vóór zijne aanneeming der Conftitutie, ën dezulke, die na zijne aanneeming van dezelve, waren voorgevallen. De eerften, zeide hij, hoe zeer dezelve als misdaadig onderfteld en beweezen mogten zijn, waren vergeeten en nitgedelgd, toen de Koning de Conftitutie had aangenomen. De overigen waren daar.en, die, of alleen ter verantwoording konden komen van Ministers, of den Koning in éigen perfoon betroffen. Ten aanzien van de eerften, kon men op geenerhande wijze eifchen, dat hij, te gelijk met zijne Agenten, daarvoor aanfprakelijk zoude wezen; eii van de laatften poogde de Redenaar aan te toonen,. dat de Koning , of onfchuldig was omtrent dezelven, of dat de ftukken, in de Acte van befchuldigïng voorkomende, in een verkeerd en nadeelig daglicht geplaatst waren. De Seze eindigde zifne redevoering , met te zeggen: „ dat Lodewijk , op „ zijn twintigfte jaar den Troon beklommen hebbende ^ het voorbeeld had gegeeven van goede „ zeden, van rechtvaardigheid en zuinigheid ; dat ,, hij de flavernij in zijne Domeinen had vernie„ tigd; dat, toen zijn Volk de Vrijheid begeerde, j, hij die aan hetzelve had gegeeven, en men herri i, den  SCHOUWTOONEEL. 273 ,„ den roem niet kon betwisten, van altijd het ver- langen des volks voorgekomen te zijn (m>" "'Zo haast de Redenaar geëindigd had, ftond Lo-Aa: iDE wijk. op, en las het volgend opftelvoor: „Bur- nin gerst men heeft u mijne middelen van verdeedt1 ging voorgedragen , en ik zal hier niet herhaa', len, wat daarin gezegd is. Daar ik thans, moog" lijk voor de laatfte maal, in uw midden fpreek, " betuig ik, in dit plechtig tijdftip, dat ik mij zeiven niets te verwijten heb, en mijne verdeedigers " u de waarheid gezegd hebben. Nimmer vreesde ', ik een openbaar onderzoek van mijn gedrag 5 " maar mijn hart wordt verfcheurd , door , in de " Adle van befchuldiging , te zien , dat men mij " verwijt, het bloed des Volks te hebben wil" len ftorten. Ik ontveins niet, dat de memgvul" d'ge en doorflaande blijken mijner onbegrensde " liefde voor dat Volk, mij toereikend fcheenen, " om mij voor zodanige aantijging te bevrijden; te " meer daar ik mij aan de grootfte gevaaren zon " hebben bloot gefteld, ten einde het bloedvergie" ten voortekomen. Ik dacht, dat ik voor zodanige befchuldigingen nimmer behoefde te vree- „ zen." . Bij Thierrij, gewezen Kamerdienaar des Konings, had men onlangs eenige neutels gevonden, meteen daaraan gevoegd briefje, te kennen geevende , dat zij hem door den Koning zeiven waren ter haQ^e- (;«) Ziet Bijlage LXXII. S 1 (braak Kogs. Die ondervraagdwordt wegens den neutel van de verborgen kast in de Tuilleries.  Hevige di batten in de Nat. Conv. ov( de zaak de Konings. m HISTORIESCH fteld. Men had vervolgens bevonden, dat één dezer fleutels twee kabinetten , en tevens de verborgen ijzeren kast in de Tuilleries opende, waarvan reeds meermaalen is gefproken. Toen men dezelve aan Lodewijk, in zijne gevangenis, voorleide, betuigde hij die niet te kennen, en nu dezelve hem , in het midden der Vergadering, op nieuw vertoond wierden, verklaarde hij, zich wel te kunnen herinneren eenige fleutels aan Thierrij te hebben gegeeven , maar niet te kunnen zeggen, of het juist dezelfde waren. Hij bega^ zich vervolgens, met zijne Raaden, na een ander vertrek, om het befluit der Conventie aftewagten , welke decreteerde, dat Lodewijk na den Temple zou terug gebragt, en het Proces-verbaal van den ftaat des Rechtsgedings, tevens met zijne verdeediging , gedrukt, na alle Departementen zou verzonden worden. Toen hij de Zaal verliet, befpeurde men eene merkelijke verandering in zijn gelaat , en zag hem eenige traanen ftorten. :- Tot hiertoe had in de Vergadering eene diepe ftilte geheerscht, welke alleenlijk, voor een korte poos, r was afgebroken, door een hevig gemor op de gaans derijen, toen de Seze deze woorden voorlas: „ Het „ Volk wilde de Vrijheid , en Lodewijk gaf het „ dezelve." Na het vertrek des Konings , ontftond daartegen een ergerlijk tumult, waaraan zo wel de meeste Leden der Conventie , als de aanfchouwers, deel namen. De partij der Girondisten wilde, dat men de raadpleegingen over deszelfs Rechts-  S C H O U W T O O N E E L. s-75 'Rechtsgeding drie dagen opfchorten zoude, waarbij . eenige van hun op nieuw eischten, dat men het lot ■ van Lodewijk moest onderwerpen aan het oppermachtig oordeel des Volks, in deszelfs grondvergaderingen. Dan hiertegen verzetteden zich die van den Berg, en ook vooral Orleans, welke wilden, dat de Juftitie onverwijld voortgang hebben moest, en de Vergadering, door oproeping van ftemmen, terftond behoorde te beflisfen , of Lodewijk de doodftraffe al of niet zou ondergaan ? In plaats van hierover een tweeledig voorftel te doen , bragt de Voorzitter het eerfte maar alleen in omvraag, en verklaarde vervolgens, dat de opfchorting der raadpleegingen over deze zaak , met eene groote meerderheid van ftemmen was befloten. Doch nauwlijks had hij deze uitfpraak gedaan, of de meeste Leden tot de partij van den Berg behoorende, verbeter hunne zitplaatfen , en omringden het geftoelte vai den Voorzitter , aan wien zij , onder meer andert hem aangedaane fmaadheden, verweeten, dat hij he vertrouwen onwaardig was, waarmede de Vergaderinj hem vereerd hadde, nadien hij geheime onderhande lingen met de Raaden des Konings had gehouden Thans kwamen de Girondisten insgelijks op de been en naderden , in grooter getal, derzelver tegenpartij met eene dreigende houding, waarop een algemee verward gefchreeuw de ganfche Zaal vervulde. Reec ftonden de partijen gereed, om woedend op elkar der aan te'vallen, toen de Voorzitter, door de b< dreiging, dat hij de uiterfte geftrengheid van zijn g S 2 De partijen ftaan op het punt om handgemeen te worden. i t » j 3 s I  Onbetnamlijk gedrag der aanlchouwers. Wsarregen maatrege len genomen worden. J < Redenen, vóór de be- j roeping op het Volk ( ingebragt. 1 v f 276 HISTORIESCH zag oogenblikkelijk zou doen gelden, eindelijk een weinig ftilte verkreeg , en de verhitte gemoederen deedt bedaaren. Men liet vervolgens eenige der Girondisten hunne gevoelens vrij uitfpreeken , en decreteerde ten laatften, dat de Conventie, boven alles , zich zoude beezig houden met het Proces van Lodewijk, tot deszelfs vonnis was uitgefproken. Den volgenden dag waren de gaanderijen bijna even fterk opgevuld met toehoorderen, die, zodra een der Leden de zaak des Konings verdeedigen, of, hoewel hem fchuldig verklaarende, denzelven bij het leven behouden wilde, of maar zelfs te kennen gaf, dat de beflisfing van zijn vonnis aan het' Volk behoorde te worden overgelaaten, telkens'blijken garen van derzelver misnoegen; waartegen zij dezulken zeer luidruchtig toejuichten, die voor eene fpoe*é doodftralfe flemden. Dan deze onbetaamlijkheid duurde flechts een' korten tijd , nadien fpoedig maat•egelen wierden genomen, om een einde daaraan te naaken, waarna, geduurende de weinige overige daren van de maand December, de raadplegingen over lit onderwerp onafgebroken wierden voortgezet, en le Leden der Vergadering hunne gevoelens, zo vóór Is tegen het doodvonnis, ongehinderd uitbragten. Onder de genen die het meest aandrongen , om an het Volk de uitfpraak van het eigentlijk vonnis iver te laaten, was de Salles , die de noodzaakjkheid daarvan bewees uit de nadeelige gevolgen, /elke, ten aanzien van de Conventie, konden voorfluiten , zo wel bij aldien deze Lodewijk den XVI. ter  SCHOUWTOONEEL. 277 , ter dood veroordeelde, als wanneer zij hem, eigenmachtig in het leven fpaarde. „ Indien het eerfte „ gebeurt, (zeide hij,) zou het volk niet alleen „ het lot van deszelfs voormaaligen Koning beklaa'„' gen, maar ook zou de tegenpartij, in dat geval, niet nalaaten alles aantewenden, om de Conven„ tie met de zwartfte verwen aftefchilderen. En al ware het ook, dat zij dusdanige verwijtingen ont" kwam, zou zij echter den ftrik niet ontgaan kunnen, door alle de Vorsten voor haar gefpannen, " als 'welke, hoewel zwijgende, geheel niet onver" fchillig konden zijn, wegens het lot van hun ge„ lijken. Deze wilden geenzins Lodewijk, maar de " Koninglijke waardigheid, redden, en zijne ftraf zou kracht geeven aan hun ftelzel. Zij wensch" ten zelfs, (vervolgde hij,) zijnen dood, om zich „ alsdan te kunnen wreeken op de Conventie, en „ de Franfche omwenteling den bodem in te (laan. '„ Zo nu, aan Frankrijk, daardoor eenigen tegenfpoed trof, was de vraag: of niet het volk zou „ opgeruid worden, om van de Conventie, wegens „ het vergooten bloed, rekenfchap te eifchen. De„ ze'wierd zelfs bedreigd door het mededoogen , „ dat men voor ieder misdaadigen heeft, die ter dood „ wordt gebragt; de Conventie zou dienvolgens ge„ lasterd, gevloekt en verdelgd worden , en het ko', ninglijk gezag zou andermaal, uit de puinhoopen der Vrijheid , deszelfs hoofd weder opfteeken. „ Indien zij daartegen, door deze vooruitzichten afrefchrikt, de uitfpraak deedt, dat Lodewijk niet S 3 „ Her-  S73 HISTORIESCH „ fterven zoude, zou zij waarfchijnlijk in een ftrib ,, vallen, die nog vreeslijker was dan de eerfte. Het „ mededoogen voor Lodewijk zou alsdan wel zwij„ gen , maar hierdoor zou de weg geopend wor„ den voor de verregaandfte verdeeldheden ; gemerkt „ onbezonnen Redenaars de verfchrikkelijke leere „ reeds gepredikt hadden van het recht, dat ieder „ Burger tegen het leven van Lodewijk hebben „ zoude, indien de Conventie hem het fchavot niet „ deedt betreden. Deze Redenaars wilden zelfs den „ bijl tegen de Conventie keeren, indien zij naliet „ het doodvonnis van Lodewijk uittefpreeken. Aan „ haar alleen zouden wijders alle ongelukken wor,, den toegefchreeven, die het gevolg daarvan kon„ den wezen, dat zij Lodewijk in het leven fpaar„ de. Hij zoude het zijn , die voor de vijanden „ van Frankrijk den weg baande, om deszelfs vel,, den te verwoesten, deszelfs fteden te vernielen, „ deszelfs kinderen te vermoorden ; of liever het „ was de Conventie, die, van het volk gevloekt, „ verdelgd en uitgeroeid, het opperbewind aan den „ eerstkomenden Dwingeland zou moeten overgee„ ven. 'Er was dus maar een eenig middel over, „ om deze vreesfelijke onheilen te verhoeden, te „ weeten, dat de Conventie, na Lodewijk fchul„ dig verklaard te hebben, zijne ftraf aan het volk „ overliet. In dat geval, hoedanig ook de gevolgen „ daarvan mogten wezen, zou de Conventie buiten „ verantwoordelijkheid gefteld, alle factiën daardoor „ vernietigd, en de Republiek aan haaren volkomen „ on-  SCHOUWTOONEEL. 279 . „ ondergang ontrukt worden. Zo men vraagen wil, „ de: hoe het volk uitfpraak doen kon ? had die .„ tegenwerping alleen eenige kracht, indien de mis.,, daad nog moest beweezen worden; maar men on,„ derzogt niet langer of Lodewijk fchuldig was .„ of niet. Zijne misdrijven hadden, van het eene „ eind van Frankrijk tot het ander, als uit eenen „ mond, de gelukwenfchingen wegens de vernieti, „ ging der Koninglijke waardigheid te weeg gebragt. ,„ De vraag, hoedanig men een vast befluit zou kun„ nen uitbrengen , was even gemakkelijk te beant, „ woorden ; want was Lodewijk fchuldig , dan „ moest hij zekerlijk geftraft worden. Maar hoe? , „ met den ban ? Neen, want tot den vijand kee.„ rende, zon hij zijne vlucht na Varennes voltooi,, jen; en zo hij eenmaal moest gebannen worden, . „ kon zulks alleen dan gefchieden, wanneer Frankrijk den vrede, en de bevestiging zijner Vrijheid „ had bevochten. 'Er waren dienvolgens flechts „ deze twee vraagen voor te Hellen: Zal Lodewijk ,, flerven? of zal hij gevangen blijven? En men be„ hoorde ten allen tijde te kunnen zeggen: het was „ geheel Frankrijk, geenzins het volk van Parijs, „ dat het vonnis over Lodewijk den XVI. heeft „ uitgeproken." Van hetzelfde gevoelen waren Biussot, Vergniaud , Rabaud de St. Etienne , Tiiuriot , en veele anderen. Derzelver tegenpartij bragt echter geene minder flerke drangredenen in , om aan te toonen: „ dat wanneer zulks aan het Volk wierd „ over- Alsook regen de/.eïve.  Eenige Wijken van Parijs eifchen den dood des Konings. Hun verzoekwordt, door de Conventie, fi8ö HISTORIESCH ,, overgelaaten , die flap onvermijdelijk eenen Bur* „ ger-oorlog ten gevolge hebben moest , 't welk „ iuist de zodanigen zogten, die op geene andere „ wijze hunne verderffelijke oogmerken konden be„ reiken. Het Volk (voegde men daarbij,) had aan „ de Conventie alle macht in handen gegeeven, en „ haar tevens gelast, om alles te verrichten, waar„ door deszelfs Vrijheid kon gevestigd worden. De„ ze, en het welzijn des volks , vereischten, dat „ Lodewijk zonder uitftel wierd veroordeeld; het „ was derhalven van het uiterfte belang, dat de „ Conventie haar zelve, en ook het volk, van dien „ valftrik redde , in welke de vijanden der Repu„ bliek , waarvan het in Parijs vermeldde, en die „ door het gantfche land verfpreid waren, dezelve ,, gaarne ftorten wilden." Dit Rechtsgeding, waarvan men den uitflag nog niet voorzien kon , was in Parijs genoegzaam het eenig onderwerp der gefprekken , en de denkbeelden deswegens verfchUdem, onder de Ingezetenen van die ftad , niet minder , dan onder de Leden der Conventie. De meerderheid des Volks fcheen den dood des Konings te begeeren; zelfs zonden agttien Wijken Afgevaardigden aan de Nationaale Conventie, „ om zodanig vonnis te verzoeken. Dan hun verzoek wierd met verontwaardiging aangehoord, en de Afgevaardigden verkreegen alleen tot antwoord: „ dat „ de Conventie , het vonnis over den geweezen Ko„ ning zoude vellen, volgens de uitfpraak van haar „ gevveeten, maar dat geene verzoekfchriften, noch iets,  SCHOUWTOONEEL. 281. „ iets, van welken aart het wezen mogt, den min- 1 „ ften invloed daarop zouden hebben." Verfchei- j den andere Wijken keurden mede dien Hap ten hoog- S ften af, en verzekerden de Vergadering, in derzelver adresfen , dat de Burgerij van Parijs , over 't algemeen, het oordeel der Conventie ftilzwijgend zoude afwagten. Uit de meeste Departementen kwamen insgelijks adresfen, alle opgevuld met betuigingen van het vertrouwen, 't welk de Natie in haare Vertegenwoordigers ftelde. Van de onzijdige Mogendheden, fchenen de Hoven van Madrid en Londen, ten voordeele van Lodewijk den XVI. wel het meest te ijveren. Wij hebben, bij eene andere gelegenheid, reeds den inhoud gezien, van den brief, door den Spaanfchen Chargé d'Affaires te Parijs aan den Minister le Brun gefchreeven, welke eene zijdelingfche verklaaring behelsde, dat de voortduuring der onzijdigheid van Spanje veelal afhangen zoude van het vonnis, 't welk over den gewezen Koning zou uitgefproken worden (rij. Toen deze brief, in de zitting der Conventie van den riften December , wierd voorgeleezen , merkte men omtrent denzelven aan, dat de taal van Spanje volkomen inftemde met die van Engeland , en men niet alleen de beweegingen van beide Mogendheden wel in 't oog moest houden, maar ook behoorde te zorgen, door geene vreemde Mogendheden zich de wet te laaten vooifchrijven Zelf! («) Zie bladz, 56. T net vef- J mtWaardl;ing, afgeIagen. WtxSpaanfche Hof doet poogingen om denKoning bij bet leeven te behouden. Hoe de brief deswegens , van deszelfs Chargé 'd'Arfaires, bij de Nat. Conv. aangemerkt wordt.  Staat der zaaken tusfchenFrankrijk en 'Engeland. i 1 ( t c e Verflag 2 des we- t| gens, door den Minis- b ter van bui- v renlandfche zaaken " gedaan. 59 5» JJ *•» HISTORIESCH Zelfs wilden fommige Leden, door een Decreet vastgeftdd hebben , dat hoedanige Memorien over deze zaak ook wierden aangeboden , de Conventie geene derzelven leezen zoude , voor het lot van Lodewijk Capet beflist ware. Ten aanzien van Engeland , waren de vooruitzichten nog ruim zo ongunstig, en lieten bijna geen twijfel meer over, aan eene kort op handen zijnde vredebreuk. De Regeering aldaar, had twee fchepen met koorn gelaaden , en na Franfche havens beftemd , op de Thames in beflag doen neemen , 't welk men in Frankrijk als eene vijandelijke daad aanmerkte. Daarenboven was in Engeland op nieuw bevel gegeeven , tot het uitrusten van verfcheiden wrlogfchepen , waarbij nog kwam het doorzetten ran een BUI, welke zeer ftrenge maatregelen belelsde tegen alle foorten van vreemdelingen, nadien le Koning daarbij wierd gemachtigd , om verdache vreemdelingen te doen vatten , dezelve te gebieen op flaanden voet het Rijk te ontruimen, of aan ene andere plaats hun verblijf te houden , en derelver wooningen te laaten doorzoeken. De Minis!* van buitenlandfche zaaken , den 3uhn Decetnsr, hiervan verflag doende aan de Nationaale Conditie, zeide, onder anderen: „ dat dusdanige maatregelen niet alleen onrechtvaardig waren , en tegen de aangenomen gebruiken onder befchaafde Volken ftreeden, maar ook regelrecht aandruischten tegen den duidelijken inhoud van het traftaat van Koophandel, in i736. tusfchen de beide Na- tien  SCHOUWTOONEEL. aH „ tien gefloten, 't welk de Franfche Natie al„ toos heilig nagekomen had, fchoon het zeer verj re af was, dat de voordeelen daarvan weder„ keerig zouden wezen. Dat de Uitvoerende Raad, „ nog eene laatfte pooging tot behoud van den „ vrede willetde doen, aan den Franfchen Minister te Londen had g'elast, van het Britfche Mi,', nifterie een klaar en duidelijk antwoord te eisfehen ', op de vraag: „ of, onder de algemeene benaa„ ming van vreemdelingen , ook de Franfchen be", greepen waren ? en in gevalle zulks bevestigd wierd , „' of dat men , binnen den tijd van drie dagen , „ geen antwoord daarop gaf, alsdan te verklaaren, „ dat de Franfche Republiek de voornoemde BUI ], niet anders kon befchouwen, dan als eene verbree„ king van het traétaat van 1786, en hetzelve dien„ volgens te houden voor verbroken en vernietigd." " In het vooruitzicht , dat nog meer Mogendheden zich eerlang tegen Frankrijk verbinden zouden, ten einde hetzelve , van alle kanten, met verdubbelde krachten aan te vallen, hoopte men aldaar, zo geen onmiddelbaaren Bondgenoot, ten minsten een nuttig Vriend te zullen vinden, aan de Staaten van NoordAmerika, Met dat oogmerk, en om de tusfchen de beide Natiën reeds plaats hebbende verbindtenisfen naauwer toetehaalen , wierd Genet , als gevolmachtigd Minister van de Franfche Republiek, derwaards gezonden. De brief, bij die gelegenheid aan den Prefident der Vereenigde Staaten van Nvord-Amsrika gefchreeven, was vol betuigingen van viiendfchap, T 2 ei Genf.t, nis gevolmachtigdMinister na NoordAmcrikagezonden. l  284 HISTORIESCH SCHOUWTOONEEL. en behelsde tevens de verzekering , dat Frankrijk zijne Vrijheid, moedig en ftandvastig, tot den laatften man zou verdeedigen (o). O) Bijlage LXX1II. GROOT-  SCHOUWTOONEEL. GROOTBRIT TANNIEN. October—December. Niets valt rnoeielijker, dan de eigenlijke oogmerkt n der Staats-kabinetten te doorgronden, zo lang de caarop gevolgde gebeurtenisfin het gordijn voor dezelve nog niet weggefchooven , en haar , voor het oog der Naden, blootgefteld hebben. Het is derbalven geen wonder , dat men een gcruimen tij! onzeker bleef, hoedanige rol de Btitfche Regeering, bij de tegenwoordige gefteldheid van zaaken , fpeelen wilde. Zij fcheen, naar het uiterlijke, alles zorgvuldig te vermijden , waardoor dit Rijk in den oorlog kon verwikkeld worden. De Staatsminister Pitt , benevens verfcheiden andere Leden van het Kabinet, onthielden zich den meesten tijd op hunne landgoederen, en kwamen Hechts bij enkele gelegenheden ten Hove, ten einde de Raadsvergaderingen aldaar bijtewoonen ; men verwagtte nog vooreerst geene bijeenroeping van het Parlement; en het verzoek des Konings van Sardiniën, om een Engeljche vloot, tot bijftand zijner Staaten, in de Middelandfche zee te zien verfchijnen, was op gronden van de Britfche onzijdigheid afgeflagen. Men had dus reden om te denken , dat de kuiperijen van Calonne, die, na eene lange afwe1792. II.D.ILSt. V zend¬ en zeker- ïeid ren lanzien der jogmerken uan het Minifterie. ■  2S6 HISTORIESCH De Natie over 't al gemeen tot den vrede genegen. Viert den zegepraal der Fran fche wapenen. Menigte van Clubs opgericht. zendheid, te Londen wedergekeerd was, om, ware het mooglijk, Engeland een werkzaam aandeel te doen neemen in de thans zweevende Stastsgt fcbillen, geheel vruchteloos zouden afloopen, hoe zeer deze ijverige onderhandelaar voor de uitgeweken Franfche Prinsfen, door verfcheiden buitenlandfche Ministers, doch inzonderheid door den Keizerlijken Gezant , in zijne poogingen nadrukkelijk onderfteund wierd. Nog minder was de Natie over 't algemeen genegen , om , enkel ten gevalle der Koninglijke familie in Frankrijk , de lasten te draagen van eenen kostbaaren oorlog, welke haar geenerhande voordeelen beloofde, maar wel onberekenbaare nadeelen kon te weeg brengen, De Franfche grondftellingen van Vrijheid en Gelijkheid, hadden bij haar, federt eenigen tijd , op eene verbaazende wijze veld gewonnen. Gelijk men , aan veele plaatzen, de verjaaring der Franfche omwenteling reeds gevierd had, eveneens vierde men , zo haast de aftocht van de legers der verbonden Mogendheden uit Frankrijk was bekend geworden , in de meeste fteden van Engeland , Schotland en Ierland , den zegepraal der Franfche wapenen, met het geeven van maaltijden, het branden van vreugdevuuren , en het uitfteeken van vlaggen, voorzien met toepasfelijke zinfpreuken. Overal wierden Clubfen of Sociëteiten opgericht, welker Leden zich vrienden van het Volk noemden. Van deze waren inzonderheid drie in Londen, bekend  SCHOÜWTOONEEL. 237 lkend bij de naamen van Revolutie-Sociëteit, WMg~ tClubb, en Sociëteit van Conllitutioneel onderzoek, < welke openlijk verklaarden voorftanders te zijn van ide Franfche grondftellingen , met opzicht tot de Vrijheid, Gelijkheid en Rechten van den mensch. Dezelfde denkwijze heerschte ook bijzonder in Ierland, waar, boven dien, nog eenige misnoegden wierden gevonden, welke gevoeglijk in twee onderfcheiden klasfen verdeeld kunnen worden. De eer fte beftond alleen uit Roomschgezinden , die geen gehoor verkreegen hebbende op derzelver herhaalde klachten, thans een algemeen Commité uit hun midden benoemden , ten einde hunne zaak met nadruk door te zetten. Dit Commité , bij den naam van Roomsch-catholijke Gedelegeerden van Ierland , te Dublin vergaderd, gaf een opftel in 't licht van derzelver bezwaaren , waarin het aantoonde , dat de voornaamfte Kooplieden en Grondeigenaars,. hoe zeer belijdenis doende van den Roomfchen Godsdienst, echter geenzints onderfteld konden worden weiniger belang te hebben bij de rust en welvaart van hun Vaderland , dan de Proteftantfche Ingezetenen , dat ook derhalven niets billijker was, dan dat de eerften , op gelijken voet als deze , tot den rang van Burgeren wierden toegelaateu. Zij eischten , uit dien hoofde, dat de drukkende wetten, onder welke zij tot hiertoe gezucht hadden, mogten worden ingetrokken , en zij ook in Ierland dezelfde voorrechten mogten genieten, als aan derzelver geloofsV 2 ge- Misnoegen der Lloomsch?ezindenin Ierland. Die een Commité benoemen. Derzelver bezwaaren. Eifchen dezelve rechten als de Proteftanten.  s88 HISTORIESCH Misnoegen der Ieren, over den fterken uitvoer van koorn, enz. Nieuwe corpfen Vrijwilligers aldaar opgericht. Als ook eene menigte van genooten in Engeland en Schotland, door eene Afte van het Britfche Parlement , in het voorleden jaar waren toegedaan. Wijders befioot hetzelve eenige Afgevaardigden na Londen te zenden, teneinde den Koning een onderdaanig adres daarover aantebieden. De zeer fterke uitvoer, en daardoor veroorzaakte duurte van koorn, meel, en andere eetwaren, had de tweede klasfe van misnoegden in Ierland voortgebragt, bijzonder onder het Gemeen, 't welk aan fommige plaatfen oproerig famenrotte, en niet alleen verfcheiden koorn-zolders plunderde, maar ook eenige moolens vernielde, en niet ongenegen fcheen, te eeniger tijd , behulpzaam te willen zijn , om eene verandering in de Conftitutie te bewerken. De militaire macht was te zwak, om deze ongeregeldhe. den krachtdadig te beletten , en de Regeering had weinig hulp te wagren van de nog in wezen zijnde Nationaale gewapende Vrijwilligers , als welke met de Franfche grondbeginzelen meerendeels ten fterkften waren ingenomen. Men begon zelfs, hier en daar, nieuwe corpfen Vrijwilligers opterichten, waaronder dat te Dublin , 't welk zeer talrijk was, op de knoopen van deszelfs monteering een Harp, zijnde het wapen van Ierland, doch zonder koorn liet zetten, met het opfchrift: Vrijheid en Gelijkheid), en de naam aannam van Nationaale Guarde. In de meeste fteden ontftonden insgelijks nieuwe Sociëteiten, bij den naam van/er/de Jacobijnen, Federa- lis-  SCHOUWTOONEEL. 289 listen, Republikeinen, Vrienden des Volks, enz. Aan Sc het hoofd van de voornaamfle dezer Sociëteiten , welke den naam droeg van Vrienden der Conftitutie, derVrijheid en des Vredes , beftaande meerendeels uit de aanzienlijkfte en vermogendtte lieden van het Rijk,' was de Hertog van Leinster. Deze Sociëteit liet door den druk bekend maaken: „ dat de gronden B „ der Engelfche Conftitutie, met een erffelijk Mo- ™ „ narch, als het hoofd der Uitvoerende Macht, de & „ Wetgeevende Macht geplaatst in eene vergadering ,, van Edelen, afkomende van de Kroon, en een „ ligchaam van Vertegenwoordigers, door eene al„ gemeene en vrije verkiezing uit het Volk famen„ gefteld, wel gefchikt was tot bewaaring der Vrij„ heid, en om het geluk des Volks te bevorderen; „ maar dat het gedeelte der wetgeeving, 't welk „ het Volk vertegenwoordigde, geenzins door eene „ algemeene en vrije verkiezing, volgens de eigen„ lijke gronden der Conftitutie aangefteld wierd. „ Dat diensvolgens de vrede en het welzijn van „ Ierland op geene duurzaame wijze konden ge„ vestigd blijven, dan door het wegneemen van al„ le Burgerlijke en Staatkundige onderfchcidingen, „ voortkomende uit het verfchil van Godsdienstige „ gevoelens, en door eene daadlijke hervorming in „ de Kamer der Gemeente van het Parlement." Op dit grondbeginzel voortgaande, noodigde zij de geheele lerfche Natie uit, om in alle' Graaffchappen en Steden, gelijke Asfociatien opteiichten, ten einV 3 de- :ietei- ?kendlakingn eene rzelven. 1 In hanre litnoodiïing aan de ferfche Made.  De Revolinie-focieteit te Londen zendt een adres van geluk wenfching san de Fïanfche Nat. Conv. i < i 1 s 1 F c soo HISTORIESCH de gpmeenfchappelijk te werk te gaan, elkander te onderfteunen , en niet eerder aftelaaten van hunne poogingen , ter verkrijging van de bedoelde en zo algemeen als noodzaaklijk erkende hervorming in het Parlement, voor dezelve daadlijk zou tot (land gekomen zijn, waartoe alle die tot Leden van zodanige Sociëteit begeerden toegelaaten te worden, zich vooraf fchriftelijk verbinden moesten. Hoewel verre de meeste dezer Sociëteiten in Engeland, Schotland en Ierland hoofdzaaklijk hetzelfde doel beoogden, gingen nogthans fommige ongelijk verder, en klaagden niet alleen over het kostjjaaï regeerings-beftuur, benevens^ de onmaatigheid der belastingen, waardoor zij zeiden dat de Natie uitgeput wierd , maar eenige namen zelfs vrijheden, welke de Regeering onvermijdelijk ontrusten moes:en. Bij gelegenheid dat de Revolutie-focieteit in Londen, 'met het begin van November, den verjaardag vierde van de omwenteling in r688, welke den Brüfchen fcepter uit de handen wrong van den laatten Koning uit het huis van Stuart , was de aanIrang verbaazend groot, om in dat feest deel te leemen. Te midden van de vreugde, welke aldaar eerschte, onderteekenden alle de aanwezenden een dres aan de Franfche Nationaale Conventie, waarï men haar geluk wenschte met den zegepraal der \anfche Natie over de Monarchie, en de herfcheping van dezelve in eene vrije Republiek; met den aarbij gevoegden wensch, dat de heerfchappij der Vrij-  SCHOUWTOONEEL. 291 'Vrijheid zich fpoedig over den geheelen aardbodem imogt verfpreiden! ; Dit voorbeeld wierd weldra nagevolgd door eene ^ • menigte andere Sociëteiten , waarvan eenige zelfs, n. Afgevaardigden na Parijs zonden, om de Nationaa- w le Conventie derzelver adresfen aantebieden, en daar ^ benevens infchrijvingen openden, ten einde de Fran- y fche Natie met geld en wapenen te oriderfteunen. f< ' Die van Conftitutioneel onderzoek te Londen, zond 6 een gefchenk van 6000 paar fchoenen, ten behoeve a van de Franfche krijgsmacht, zeggendein haar adres: fi „ dat de geestdrift voor de Vrijheid zich door alle h „ deelen van Engeland verfpreidde; dat de gemoe- f „ deren een algemeenen indruk daarvan ontvingen , en zij voorfpellen durfde , dat de Franfche Na„ tie eerlang gelukwenfchingen zenden zoude aan " de Nationaale Conventie in Engeland." In een ander zeer merkwaardig adres, door 5000 Burgeren onderteekend , gaven deze , in de allerfterkfte uitdrukkingen, hunne afkeuring te kennen van den aanval der vereenigde Mogendheden tegen Frankrijk, en beklaagden zich over hunnen eigen vernederden toeftand (d). Te Dundee, in Schotland, gelijk mede in eenige andere fteden van de drie Koningrijken , wierden door het volk Vrijheids-boomen geplant; maar toen men zulks te Londen insgelijks doen O) Bijlage LXXIV. ■ X4 Welk! ior veele gevolgd ordt. ie te zel:r tijd inhrijvinïti ten jordeele ?r Franke Natie penen,en aar gedenkenanbieden. [nverfchei3en fteden worden Vrijheidsbomenjeplant.  Dat aan he volk te Londen be let wordt. De ma- troozen eifchenver hooging van foldij Valfche ge ruchten van eene gefmeedde famen- zweeiing. Waartegen zeer erafiige. raiddelen beraamd worden. ffi* HISTORIESCH t doen wilde, Ontbood de Regeering , welke hiervan . bericht ontvangen had, in allerijl een regiment Dragonders , dat nog even in tijds de daartoe beftemde plaats bezette, en aldus dit voorneemen verijdelde. Dusdanige gebeurtenisfen, benevens een foort van opftand in onderfcheiden zeehavens , waar de matroozen, op eene zeer onftuimige wijze verhooging van maandgeld eischten, maar bovenal het verfpreiden eener menigte gefchriften tegen de vastgeflelde Conftitutie , met aanprijzing van eene Republikeinfche regeeringsvorm volgens de tegenwoordige Fran. fche grondbeginzelen , konden niet nalaaten de Regeering opmerkzaam te maaken, en haar aan'tefpooren tot het neemen van gepaste maatregelen. Al ras ontltond nu een algemeen gerucht, 't geen, door middel van de nieuwspapieren , zeer ijverig voortgeplant wierd, dat meer dan vijf duizend perfoonen, bij eede zich verbonden hadden , de geheele Conftitutie van Engeland omtekeeren, het Koningfchap te vernietigen, en het Parlement door eene Nationaale Conventie te doen vervangen; wijders, dat de eerfte aanval dezer famengezwoornen zou, gefchieden tegen den Tower te ^Londen , ten einde zich meester te maaken van de aldaar voorhanden zijnde voorraad van wapenen, en vervolgens de ftad aan verfcheiden hoeken in den brand te fteeken. Hoe onwaarschijnlijk ook deze toeleg wezen mogt, waar voor men naderhand niet één bewijs heeft kunnen vinden, maakte hetzelve nogthans op veele lieden, in-  SCHOUWTOONEEL. 293 inzonderheid op het Gemeen , den (te.rkflen indruk, en men zag fpoedig de ernfliglte middelen in het werk fielten, om denzelven te verijdelen. Na alle Graaffchappen wierd bevel afgevaardigd, om de ordonnantie van den ziften Maij, tegen de oproerige fchriften (b), ftiptelijk na te komen, ingevolge daarvan nauwkeurig onderzoek te doen na de fchrijvers en verfpreiders van dezelve, en deze naar de ftrengfte letter van de wet, zonder de mintle oogluiking, te ftraffen; alsmede, om alle bijeenkomsten, onder den naam van Ciubs of Sociëteiten te ftooren, in welke grondbeginzelen geleerd wierden, die ftrijdig konden geacb* worden met de gevestigde Conltitmie, of dagelijks ftaatkundige voorlezingen , in het bijzijn van veele toehoorderen, wierden gehouden. Te zeiver tijd beval de Koning, in verfcheiden, doch bijzonder in de Noordelijke Graaffchappen, de Landmilitie op de been te brengen, de Tower wierd in eenen meer verdeedigbaaren ftaat gebragt, de bezetting daarvan met drie honderd Artilleristen en honderd-en-vijftig ftukken gefchut vermeerderd ; verfcheiden regimenten moesten uit de Provinciën na de Hoofdftad trekken, invoegen de militaire macht, in en omftreeks dezelve, binnen weinige dagen bijna tien duizend man bedroeg; overal wierden de wachten verdubbeld, en meer andere voorzorgen genomen; eenige Officieren , die Le- (£) Ziet I. Deel, IL Stuk, bladz 374. V 5 De Landmijt ie in verfcheiden Graaffchappenopgeroepen en meer andere voorzorgen.  HISTORIESCH De Regeering moedigt nieuwe Sociëteiten aan , ingericht om haare belangen te y er deed igen. Beken dmaakingvan eene derzelven. Leden waren van Sociëteiten , welke intekeningen hadden geopend tot onderfteuning der Franfche Natie tegen haare vijanden , wierden uit den dienst ontflagen, en verfcheiden Ingezetenen aangeklaagd, of in hechtenis genomen, wegens het uitgeeven en verfpreiden van oproerige gefchriften. Behalven deze maatregelen, poogde de Regeering ook inzonderheid de uitwerking der volksgezinde Sociëteiten te keer te gaan , door alle mooglijke aanmoediging te geeven aan een geheel andere foort van Maatfcbappijen, welke thans opgericht wierden, en waarin men de tegengeflelde grondbeginzelen verdeedigde. Het oogmerk derzelven bleek uit de inftelling van eene derzelven, in het midden van November geopend, welke den naam van Maatfchappij tot behoud van Vrijheid en eigendom, tegen Republikeinen en Gelijkmaakers, had aangenomen, doch waarvan de meeste Leden Amptenaaren of Penfioentrekkers waren. Deze liet alom bekend maaken : ,, dat de Leden der genoemde Maatfchappij zich ,, inzonderheid verbonden , om alle oproerige ge„ fchriften tegentegaan , welké tot verftooring van ,, de openbaare rust konden ftrekken, en, zo wél „ door redeneering , als door het verfpreiden van ,, goedkoope boeken en kleine fchriften, dat gedeel,, te *van het volk op den rechten weg te bren„ geij, 't welk misleid was geworden, door het in„ boezemen van gevoelens, even gevaarlijk voor het „ Volk zelve, als voor het welzijn van den Staat,  SCHOUWTOONEEL. 295 „ en om tevens de behoorlijke uitvoering der Wet,, ten, tot befcherming van perfoonen en eigendom„ men gemaakt, te onderfteunen." In de meeste fteden van Engeland vondt deze Maatfchappij terftond navolgers, en men zag weldra eene menigte van zogenaamde Conjlitutioneele Sociëteiten opkomen , terwijl de Burgerlijke Overheden , op het voorbeeld door den algemeenen Raad der ftad Londen gegeeven , alom openlijk verklaarden , dat zij vasteüjk befloten hadden de tegenwoordige Conftitutie te handhaven , den Koning getrouw te blijven, en gehoorzaam te zijn aan de vastgeftelde wetten, met eene daarbij gevoegde vermaaning aan de Burgerijen, om, naar hun best vermogen, daartoe mede-te werken. Terwijl deze nieuwigheden de oplettendheid der Eritfche Natie beezig hielden, bragt de onverwagte keer , welke de oorlog op het vaste land had genomen, als ook de blijkbaare onmacht der Oostenrijkfche legers, om den voortgang der Franfche wapenen te fluiten, benevens de fnelle verovering van geheel Belgien , het Minifterie , welks oogmerken zeer geheim gehouden wierden, in volle beweeging. Men kon zeer ligt voorzien, dat de Franfchen, ingevolge van derzelver grondftellingen , den vrijen koophandel en fcheepvaart op de Schelde zouden trachten te herftellen, zodra Antwerpen in hunne macht wezen zoude , en dit bleek ook al ras het waare oogmerk te zijn, toen het befiuit van den Uitvoe- ren- fïet Minifierie befUm de Rep. der Ver. Ned. bij 'e fhan, en zich tegen de v! ije irasrt. c p Je Schilde te terzetten.  ao6 HISTORIESCH renden Raad, den i6den November deswegens genomen, door de Nationaale Conventie goedgekeurd wierd. Nauwlijks bad de Baron van Nagel, Minister van de Republiek der Vereenigde Nederlanden , eene Memorie over dit onderwerp aan het Hof ingeleverd , of het befluit wierd daadlijk opgevat, om die Republiek bij haare rechten te handhaven, en, ingevalle zij door Frankrijk vijandelijk mogt aangetast worden , alsdan een aanzienlijke macht, tot bijftand van dezelve, aftezenden. Het Minifterie fcheen echter alvoorens te willen beproeven , of het den oorlog kon afkeeren door middel van onderhandelingen, waartoe voor hetzelve een' zeer gemakkelijke weg open ftond, nadien Chauvelin , gewezen Minister van Frankrijk bij het Britfche Hof, zich nog» fteeds te Londen onthield, en van den Uitvoerenden Raad bevel hadde, van alles wat hij kon , tot behoud van den vrede aantewenden. Dan wel verre van dezen weg inteilaan, of eenig gehoor te geeven aan de voorllagen, tot hetzelfde einde door den Generaal Dumouriez, aan Lord Auckland , Minister van Engeland in den Haag gedaan, verkoos het Minifterie veel liever een Afgevaardigden na Parijs te zenden, met kst, om, in de eerite plaats de herroeping van het evengemelde Decreet te bewerken, vervolgens de Nationaale Conventie aanteduiden , dat zij behoorden aftezien van haare zucht tot veroveringen , en tevens te zorgen, dat aan geene der veroverde fteden en Waar over een Afgevaardigdena Parijs wordt gezonden. Iaftrnétien voor denzelven medegegeeveu.  SCHOUW TOONEEL. 297 en landen de ftaatkundige grondftellhrgen van Frankrijk wierden opgedrongen, eindelijk de bemiddeling van Engeland, tot het bijleggen der gtlchillen tusfchen Oostenrijk en Frankrijk, aantebieden. Deze bezending liep nogthans geheel vruchteloos af, eens ' deels, dewijl de Uitvoerende Raad het beneden de , waardigheid der Franfche Natie oordeelde, zich van eene andere Mogenheid de wet te laaten voorfchrijven, en ook anderendeels , nadien de Onderhandelaar, Lindsay genaamd, niet alleen met geen openbaar karakter bij de Franfche Republiek was bekleed , maar daarenboven ook gelast was, alles zorgvuldig te vermijden , wat maar eenigzins den fchijn kon hebben , als of Engeland de onafhanglijkheid der Franfche Republiek erkende. Men twijfelde in Frankrijk niet, of het Britfche Minifterie wagtte fltcbts na eene bekwaame gelegen- 1 heid, om in den oorlog deel te neemen , zó haast , het zich daartoe in ftaat gefteld hadde, mits het de Natie, welke daarvan zeer afkeerig fcheen, kon overreden, dat men tot dezelve was genoodzaakt geworden , ten einde aldus een Nationaal voorkomen daaraan te geeven. Hiertoe kon het voorwendzei niet ontbreeken, indien Hechts de Conventie bij haar befluit, ten aanzien van de opening der Schelde bleef volharden. Hoe zeer derhalven de Uitvoerende Raad geweigerd hadde, met den Heer Lindsay eenige onderhandelingen aantegaan, liet hij nogthans , door middel van Chauveein , aan het En- geUh Doch viens be:ending-ruchteoos at'oopt. LIoe daar>ver in «5 ankrijk jedacht, vordt. /erklaaing van Chauvc-  Welke 01: b.atjt woord bleef. De Land militie in het Kcurvorftendom Hantioverwordt vermeerderd. 298 HISTORIESCH gehch Minifterie de onbeduidendheid der tegen Frank? rijk ingebragte bezwaaren onder 't oog brengen, en 3an hetzelve verklaaren: „ dat men niet begreep, „ wat toch het Engelsch Minifterie kon beweegen, „ indien hetzelve indedaad genegen was den vrede „ te bewaaren , om zich de zaak van de Schelde „ zo fterk aantetrekken, daar het hoe genaamd geen „ aandeel had genomen in het gefchil, 't welk tus„ ichen den Keizer en de Republiek der Vereenig. „ de Nederlanden, eenige jaaren geleden, was ont„ ftaan , toen de eerstgenoemde van de onlusten „ gebruik maakende , welke diertijds in de Repu„ bliek heerschten, insgelijks de vrije vaart op de „ Schelde tot aan Zee, ten behoeve van zijne Bel„ gifche Onderdaanen geëischt, en de vijandelijk„ heden tegen de Republiek reeds werkelijk begon„ hen hadde." . Deze verklaaring bleef, van de zijde van het En? gehch Minifterie, onbeantwoord , 't welk duidelijk genoeg aantoonde , dat 'er weinige hoop was, om de zaak in gefchil, door den weg van vreedzaame onderhandelingen, te beflisfen, en men begon, hoe langer hoe méér , den oorlog als onvermijdelijk te befchouwen. De Koning had , in zijne hoedanigheid als Keurvorst van Hanover, na deszelfs Duit. fche Staaten reeds bevel gezonden tot vermeerdering van zijne krijgsmacht aldaar, en, door een gedeelte van dezelve , langs de grenzen een cordon doen trekken, tot dekking van de Staaten des Land- ■ graafs  SCHOUWTOONEEL. • 299 fgraafs van Hesfen-Kas fel. Thans befioot de Staatsiraad, om ook de Landmacht in Engeland, met tien ,man voor ieder compagnie, te vermeerderen, en imen begon ijverig te arbeiden aan het uitrusten van ■ oorlogfchepen. Intusfcben hadden de veelerhande voorzorgen, tot behoud van de inwendige rust genomen , gevoegd bij de openbaare bekendmaakingen van zodanige Sociëteiten , welke zich voorftanders van de Conftitutie noemden , eene geheel verfchillende uitwerking voortgebragt, dan men van dezelve had mogen verwagten. Want het Gemeen, door derzelver'fclnïkbaarendeberichten aangevuurd, fchreef de aanflagcn, welke men voorgaf dat tot omkeering van de gevestigde Conftitutie gefmeed wierden , alleen toe aan de Presbyterianen en Unitarisfen. Het gevolg hiervan was , dat hetzelve , in verfcheiden fteden , onder het geroep van: Lang leve de Koning ! op de huizen van de voornaamfte Leden dier gezindheden aanviel, fommige daarvan uitplunderde, veele perfoonen mishandelde , en te Cambridge een gebouw onder den voet haalde, waarin de Presbyterianen hunne Godsdienstige vergaderingen hielden. Deze oproeren wierden , wel is waar , fpoedig gefluit; dan dewijl de Regeering, te zeiver tijd, eenige Schrijvers en Drukkers van nieuwstijdingen en andere gefchriften , waarin het gedrag van het Minifterie meer of min gelaakt wierd, met de uiterfte geftrengheid liet vervolgen , vermeerderde daardoor het misnoegen van een groot gedeelte der Natie (graafs van Hesfen-Kas fel. Thans befioot de Staats- Toebereid- Toebereidselen in£«%eland. Oproerige beweegin- gen.  I Iet Parlement zeet on verwart bijeen geroepen. , Men poogt eene vereerigingtusfchen de beide partijen te bewerken. 't Welk door de tegenpartijwordt van de hand gtweezen. 300 HISTORIESCH tie tegen de Regeering, en verfcheiden van de Volksgezinde Sociëteiten heten openlijk bekend maaken, dat zij de vrijheid der Drukpers , welke men oordeelde dat gefchonden was , door alle mooglijke middelen zoude handhaven en verdeedigen. Het Parlement, welks bijeenkomst was aangezegd tegen den isden November , doch toen , voor cle tweedemaal, was opgefchort tot den %den Januarij, wierd nu zeer onverwagt bijeen geroepen tegen den lylen December. Dewijl men zeer wel voorzag, dat de tegenpartij van het Minifterie niet zou nalaaten, op de door hetzelve genomen maatregelen zeer veel aantemerken, poogde men inmiddels eene vereeniging tusfchen de beide partijen te bewerken. Aan Fox, gelijk'mede aan de verdere hoofden van de tegenpartij , wierd diensvolgens het voorftel gedaan, om alle voorige vijandfchap aan een kant te zetten , en zich , van weerzijden, voortaan alleen met de welvaart van het Rijk bezig te houden, als het krachtdaadigst middel, om eenmaal een einde te maaken van de inwendige verdeeldheden, en de Uitvoerende Macht de noodige klem bijtezetten, bij aldien Engeland in oorlog mogt geraaken. Fox wees echter alle aanbiedingen van de hand, die hem van wegens het Minifterie gedaan wierden. Hij 'was te oud, zeide hij , en bezat te weinige eigenliefde, om nu nog onder de banieren van het Minifterie dienst te neemen ; zo hetzelve zijne afwezendheid noodig oordeelde, ten einde aan het uitvoerend gezag  SCHOUW TOÖNEËL. 301 sag meerder klem bijtezetten , wilde hij zjch wel eenigen tijd buiten 's Lands begeeven, doch was hetzelve daaromtrent onverfchillig, dan dacht hij zijn plicht, als Lid van het Parlement, getrouw te blijven waarneemen, en de maatregelen, welke in hetzelve wierden voorgefteld, volgens de infpraak van zijn geweeten, zonder aanzien van perfoonen , te billijken of wraaken. Toen hij onverzettelijk bij dit voorneemen bleef, zogt men de zo zeer gewenschte vereeniging buiten hem te bewerken, weshalven aan den Hertog van Portland , Lord Lougborough , en meer andere van de voornaamften uit de tegenpartij, zeer aanzienlijke en voordeelige ampten wierden aangeboden ; dan ook deze weigerden dezelve , op de aan hun voorgeftelde voorwaarden, aanteneemen , waardoor de hoop geheelenal verviel, om eene volkomen eensgezindheid in het Parlement tot fiand te brengen. Hoe zeer men algemeen overtuigd was, dat het Minifterie de overweegende meerderheid in hetzelve zoude hebben, en dus alles naar deszelfs zin kon doordrijven, was nogthans de Natie niet weinig in haar fchik met deze ftandvastigheid der tegenpartij, en hoopte , dat men de gevreesde vredebreuk met Frankrijk nog misfchien daardoor zou kunnen voorkomen , terwijl men van de andere zijde niets onbeproefd .liet , om haare opmerkzaamheid daarvan aftetrekken , en onder anderen haar poogde te overreden, dat Pitt, overtuigd van de billijkheid der bezwaaren , waarover zo algemeen geklaagd wierd, thans aan een plan arbeid179a. II. D. II. St. X de,  Aanfpraak des Konings aan het Parle ment. 30* HISTORIESCH de , ten einde eene gematigde hervorming in het Parlement te bewerken. Bij deze gefteldheid van zaaken wierd het Parle» ment, op den daartoe bepaalden dag geopend. In de aanfpraak des Konings, aan de beide Kamers gedaan , verklaarde hij, met opzicht tot de binnenlandfche aangelegenheden: ,, dat de geest van oproer, „ welke , federt eenigen tijd , meer openbaar was „ geworden , daaden van muiterij en opftand had „ voortgebragt , die de tusfchenkomst der militaire „ macht, tot onderfteuning van de Burgerlijke Over„ heid, noodzaaklijk gemaakt hadden; dat de vlijt, „ waarmede men, onder verfchillende voorwendze„ len , misnoegen in ondeiTcheiden deelen van het ,, Rijk poogde te verwekken, hem toegefcheenen „ hadden uit' een oogmerk voorttekomen, om de „ Conftitutie overhoop te werpen, en alle orde en „ Regeering omtekeeren ; dat dit oogmerk klaar„ blijkelijk agtervolgd was , in famenhang en af„ fpraak met perfoonen in vreemde landen, om al „ 't welk tegen te gaan, vereenigde waakzaamheid „ en poogingen vereischten." Met opzicht tot de buitenlandfche zaaken, zeide de Koning: ,, Dat hij, „ in den tegenwoordigen oorlog op het vaste land, „ eene flipte onzijdigheid waargenomen , en zich „ onthouden had van alle inmenging ten aanzien „ der inwendige zaaken van Frankrijk ; dan , dat „ het hem onmooglijk was geweest, zonder de ern,, ftigfte ongerustheid , de toeneemende blijken te „ zien van een oogmerk , om onlusten in andere „ Lan-  SCHOUWTOONEEL. 303 3, Landen te verwekken, de rechten van neutraale „ volkeren te miskennen, uitzichten van verovering „ en vergrooting te agtervolgen, en tegen deszelfs „ Bondgenooten, de Staaten Generaal, maatregelen „ te zien neemen, welke nocti^övereenkomflig waren met de wet der volken, noch met de in we,, zen zijnde tractaaten. Onder alle deze omftan» „ digheden, had hij het van zijnen onvermijdelijken , „ plicht geoordeeld , toevlucht te moeten neemen .„ tot die middelen van innerlijke verdeediging, wel.,, ke hem door de wet waren toevertrouwd, als .„ ook flappen te doen tot vermeerdering der Zee,„ en Landmacht, in de overtuiging, dat zodanige .,, poogingen noodzaaklijk, en best gefchikt waren, .„ ten einde de inwendige rust te handhaven, en .,, de zegeningen van den vrede te behouden." Deze aanfpraak wierd , in het Laagerhuis, door Ifommige Leden van de tegenpartij , fterk gegispt. IFox beweerde, dat zij, als de taal van den Ministter aangemerkt, van het begin tot het einde toe, wol onwaarheden en lasteringen was tegen het Britjfche volk, dewijl men daarin een geest van oproer raan hetzelve toefchreef, welke in geenen deele beIftond. „ De aangekondigde gevaaren," zeide hij, ,„ waarin het Rijk van binnen, zo wel als de Ver„, eenigde Nederlanden, uit hoofde van den gedreigden aanval der Franfchen, zich bevinden zouden, „, waren louter herfenfchimmen ; men kon uit alle ,,, omftandigheden opmaaken, dat het Minifterie zel,„ ve daaraan niet geloofde, en het tot hiertoe geX 2 hoüj- Welké, door fommige Leden van het Laagerhuis, fterte gegispt wordt.  Gelijk mede in het Hoogerh li is. De maatregelen van het Minifterie worden goedgekeurd.Nieuwe aanvallen van de tegenpartij. 304 HISTORIESCH „ houden gedrag van Frankrijk, hoewel niet in al„ le opzichten goedtekeuren, kon de Eritfche Re„ geering geenzins wettigen , om de Franfche Na„ tie den oorlog aan te doen; de Clubs en Socie„ ten betreffende , van welke men met zoo veele „ vergrooting fprak , als of daarin fomtijds al te „ vrije taal wierd. gevoerd , had hij daar omtrend „ alleen aantemerken , dat het een geboorterecht ,, was van ieder Engelschman, om zijne gevoelens s, over ftaatkundige en andere onderwerpen, vrij„ moedig aan den dag te leggen; voor het overige „ was 'er hoe genaamd geen grond voor de vrees, „ welke het Minifterie, door de Landmilitie op de „ been te brengen, en het Parlement zo onverwacht „ bijeen te roepen, onder het volk verwekt hadde, „ met oogmerk om het vervolgens na deszelfs zin „ te leiden:" hij ftelde derhal ven voor, dat het gedrag der Ministers door het Laagerhuis zoude afgekeurd worden. In het Hoogerhuis fpraken de Hertog van Norfolk , de Marquis van Landsdown , en twee of drie anderen , genoegzaam uit denzelfden toon, 't geen echter niet beletten kon, dat, alle maatregelen, door den Koning en het Minifterie genomen, met eene zeer groote meerderheid wierden goedgekeurd. Dit benam de tegenpartij nogthans den moed niet, we$e haare aanvallen, in eenige volgende zittingen , dagelijks hervatte. Fox , door de meesten van zijne partij onderfteund , verweet het Minifterie , dat hetzelve geene vroegere poogingen had gedaan,  SCHOUWTOONEEL. 305 cdaan , om den voortgang des oorlogs te fluiten, imaar daarmede gewagt hadde , tot de zaaken op ede tegenwoordige hoogte w,aren gekomen , en de iFranfchen zich niet alleen meester hadden gemaakt wan geheel Vlaanderen, maar ook reeds de vestingen aan de grenzen van de Republiek der Vereenigde .Nederlanden, veroverd hadden. Het was evenwel :nog tijds genoeg, vervolgde hij, om een oorlog met . Frankrijk voortekomen , mits Engeland niet langer 1 draalde met de Franfche Republiek te erkennen. Hij ftelde derhalven voor, om zijne Majefteit, dooreen adres te verzoeken, dat het denzelven mogt behaaeen gevolmachtigd Minister na Parijs te zenden , ten einde met de tegenwoordige Regeering in Frankrijk , betrekkelijk haar verfchil met Holland, in onderhandeling te treden, op dat, bij aldien de onderhandelingen alsdan vruchteloos afliepen , de oorlog met eere begonnen, en op eene roemwaardige wijze voortgezet kon worden. De herhaalde poogingen , om dit voorftel in het Huis der Gemeenten doortezetten, hadden geene andere uitwerking, dan dat het afzenden van een gevolmachtigd Minister na Parijs , als vernederend voor de Kroon van Engeland, wierd van de hand gewezen. Een ander voorftel door de tegenparti; gedaan, onderging hetzelfde lot. Deze had 'er zeei fterk op aangedrongen, dat eene gelijke befchermin< der wetten zich voortaan zoude uitftrekken over alh Inwoonderen van het Rijk, nadien de maatregelen door de Regeering, tot handhaving van de algemee X 3 n Voordel van Fox, D'n de Franfche Rep. te erkennen. 't Welk van ite hand geweezenwordt. • Detegen, pan ij doet 1 het voor' Hel, om alle Inwoonde■ ren gelijke ; befcher-  ming dei wenen u doen genieten. Dat insgelijks wordï verworpen. 306 HISTORIESCH ne rust, tot hiertoe genomen , aan het bedoelde oogmerk niet voldeeden, gelijk gebleeken was uit de oproerige beweegingen, onlangs te Manchester, Birmingham, en iu meer andere fteden, ontftaan, welke nooit genoegzaam onderzogt waren. De tegenpartij had hierbij het oog op de mishandelingen, welke onlangs den Presbyterianen en Unitarisfen waT ren aangedaan, doch waarvan men de daaders niet in rechten vervolgd, veel minder geftraft hadde. Zijtoonde, bij die gelegenheid aan, dat deze oproerige beweegingen ten deele waren veroorzaakt door de laatfte proclamatie des Konings , welke het Gemeen tegen braave en vredelievende Burgeren in het harnas had gejaagd, doch wel meest aan de inboezemingen, komende van den kant der nieuw opgerichte Sociëteiten , welke , onder voorwendzel van de Conftitutie te handhaven en de oproermaakers te keer te gaan , het ligtgeloovig Gemeen in den waan bragten, dat alle voormaalige onheilen , zelfs de Amerikaanfche oorlog, de verbaazende vermeerdering der Nationaale fchuld, en diergelijke meer, alleen aan de Presbyterianen, en andere gezindheden, die geene^leden zijn van de heerfchende Kerk in Engeland, moesten toegefchreeven worden. Dan die zelfde meerderheid des Parlements , aan ' welke deze beweegingen, weinige dagen te vooren, gewichtig genoeg hadden toegefcheeaen, om deswegens de militie te doen opkomen, en zelfs de krijgsmacht te vermeerderen , oordeelde dezelve van zo. weinig aanbelang, dat het gedaane voorftel, 't welk ei-  SCHOUW TOONEEL. s°7 ceigentlijk dienen zoude om de Presbyterianen tegen itoekomende mishandelingen te beveiligen, als overuollig en beleedigend voor de Natie , zo wel als •voor de wetten, wierd verworpen. Dewijl de Franfche Asfignaaten, en andere papie- t ren van dien aart, in Engeland zeer fterk vermenig- f vuldigden, en men, aan fommige plaatfen, reeds „ begonnen had de Fabrikanten en Handwerkslieden daarmede te betaalen , meenden de Ministers een fpoedig einde hieraan te moeten maaken, door aan het Parlement een Bill voorteftellen , welke ook zonder de minfte tegenkanting doorging, waarbij de omloop van zodanige papieren verboden , en dat verbod uitgeftrekt wierd tot allerlei promesfen , briefjes , orders , of fchuldbekentenisfen hoegenaamd, uitg'egeeven op publiek gezag, of op het gezag van eenigerhande Vergadering, of Collegie, in Frankrijk. Een zaak van verdere uitzichten, hield vervolgens het Parlement verfcheiden dagen agtereen bezig. De menigte van Franfche vluchtelingen , welke, federt de maand Augustus , zich na Engeland begeeven hadden , was thans zodanig toegenomen, dat, te Londen alleen, het getal derzelven, in het midden van de maand December, reeds bijna 8000 CO perCO In bet Hifi. Schomvtooneel voor Julij -Septembei i70, is, aangaande het getal der Franfche vluchtelingen •p bladz. 410. regel 2 van onderen , een drukfeil ingefloo X 4 Pen il! tegen t Franke Asfigaaten enz. En tegen de menigte van aankomendevreemdelingen.  Debatten daarover in het Hoo gerhuis. 1 i 3o8 HISTORIESCH perfoonen uitmaakte, behalven nog meer dan 10,00a anderen, die door verfcheiden deelen van het Rijk verfpreid waren. Hoe zeer men voorgaf, dar daar onder eene menigte geheime zendelingen, fpionnen, brandftichters, en diergelijke, zich bevonden, welke met de misdaadigfte oogmerken waren overgekomen, had de Regeering nogthans het doen van openbaare collecten voor dezelve toegeftaan , en zelfs, door brieven van voorfchrijving, den Ingezetenen tot het opbrengen van milde gaven, ter onderileuning van de behoeftigften dezer vluchtelingen , aangemoedigd. Thans fcheen het Minifierie voor gevaar , van den kant dezer lieden te vreezen; althans hetzelve bragt het opflel van een Bill in het Parlement , ftrekkende om zekere bepaalingen te maaken, ten aanzien van de vreemdelingen welke zich in Engeland kwamen ophouden, en maak-' te zo ongemeenen fpoed, om dezelve door beide Kamers van het Parlement bekrachtigd te krijgen, dat, toen d,e Bill voor de tweedemaal in bet Hoogerhuis zou geleezen worden, de Marquis van Landsdown de overhaasting berispte, waarmede de Ministers een wet poogden door te drijven , in welke zeer veele smdandigheden en bepaalingen voorkwamen, welke, rolgens zijn gevoelen, tegen de waare gronden der Vntfche Conftitutie regelrecht aaudruischten. Hij er- 'en, moetende aldaar 3000, in plaats van 30,000, geleeen worden,  SCHOUW TOONEEL. 3°9 erkende 'niet te min de noodzaaklijkheid , om voor die menfehen eenigermaaten te moeten zorgen , als welke, voor een groot gedeelte alleen hun biftaan vonden in de daaraan uitgedeelde liefde-giften , waartoe duizend ponden Sterlings 's weeks nauwlijks toereikten. Vervolgens deed hij twee voordellen, die onmooglijk in den fmaak van het Miuiflerie konden vallen , om namentlijk den Koning te verzoeken , dat hij Afgezanten na Parijs wilde zenden, eensdeels, ten einde aan de perfoonen, welke aldaar het bewind voerden, zijne bekommering opcnteleggen wegens den ongelukkigen toedand, waarin Lodewijk den XVI. zich bevond, en alle zijne poogingen aantewenden, om het gevaar aftekeeren ,. waarmede die Vorst bedreigd wierd, anderendeels, om met dezelve in onderhandeling te treden over de menigte van Franfche Uitgewekenen , die zich thans in Engeland bevonden, en aan hun voorflagen te doen , ten einde het behoeftigde gedeelte van dezelven, met goedkeuring en bijdand der Fran* fche Natie, na Canada te zenden , om aldaar eene Volkplanting opterichten. Hiertegen verzette zich, de Staats-minister Lord Grenville , met zeer veel nadruk, zeggende: dat men , hiertoe overgaande , de Franfche Republiek zou erkennen; doch genomen dat zulks daaruit niet volgde , dan zou de Britfche Regeering zekerlijk niet kunnen nalaaten , haare verontwaardiging ovei het gedrag der Franfche Natie jegens den gevanger Koning, bij zodanige gelegenheid ten derkden uit X 5 te IVaar op nieuw eoorge(leld wordt om een Gezant na Parijs te zenden. Waartegen zich het Miniilerie verzet.  Schampere aanmerkingen van Lord Grenville tegen de Nat. Conv. Als ook van Burke in het Laagerhuis. ; < j Sio HISTORIESCH tedrukken, 'c welk dan enkel dienen zoude, om de gezagvoerders aldaar nog meer te verbitteren , en deze te doen overgaan tot het bedrijven eener misdaad , waarvoor men nu nog maar alleen vreesde. Wat de Uitgewekenen betrof, waren het geenzins onderdrukte en vervolgde menfchen, vervolgde hij, die door liefdegiften wierden onderhonden , waar! voor men eenige vrees behoefde te hebben ; maar onder de aangekomen vreemdelingen fchuilde een andere foort, welker oogmerken zeer verdacht waren; en dewijl het niet wel mooglijk was de goeden van de kwaaden te onderfcheiden, moesten zij al te zameu onder eene behoorlijke bepaaling gebragt worden. Voor het overige Hond hij verbaasd over den gedaanen voorflag, om zich, met betrekking tot die Uitgewekenen, bij de Nationaale Conventie in Frankrijk te vervoegen, en betuigde niet te kunnen begrijpen , hoe iemand in het Hoogerhuis het voorftel had kunnen doen , om Grootbrittannien in onderhandeling te doen treden met Bandieten , die aan alle gekroonde Hoofden wraak gezwooren, en zich fchuldig gemaakt hadden aan misdaaden, welke het bloed in de aderen deed verftijven. Niet minder fcherp waren de aanmerkingen van 3urke, den geduchtften voorvechter voor het Miïifterie in het Lagerhuis, die alles uitbragt, wat de roogfte graad van verachting tegen het beftuur in frankrijk, hem kon inboezemen. Hij verzekerde, mder anderen , dat zich thans werkelijk negentien rranfche moordenaaren in Engelandb e vonden, ge- wa-  SCHOUWTOONEEL. 311 wapend met dolken, ten einde de Koninglijk-e familie uitteroeijen. Dat men te Birmingham eenige duizend dolken had laaten vervaardigen, doch waaromtrent hij niet bepaalen kon , hoe veele van dezelve na Frankrijk gezonden, en hoe veele tot eigen gebruik in het Rijk gebleeven waren. Bij deze woorden zwaaide hij met een groote ponjaard in zijn hand , welke hij vervolgens met geweld ter aarde fmeet, zeggende: ,, ziet daar de Franfche Broeder„ fchap, deze dolk is gemaakt na het model van „ die , welke men te Birmingham befteld heeft. „ Wanneer de Franfchen eene Natie in beroering „ gebragt, haare Regeering overhoop geworpen en „ vernietigd , haare eigendommen geplunderd , en „ haar een dolk in den boezem gedrukt hebben, „ dan zeggen zij, met zodanige Natie in broeder„ fchap te wezen." Terwijl de Bill tegen de vreemdelingen bijna het eenig voorwerp van aangelegenheid was , waarmede zich de beide Kamers van het Parlement, geduurende de laatfte dagen van het jaar, bezig hielden, liet de tegenpartij niet af, alles aantewenden , om dezelve te doen voorkomen als eene ongepaste en fchadelijke maatregel, welke de uitberfting van der oorlog tusfchen de beide Natiën niet zou kunner nalaaten te verhaasten. Zij poogde onder anderer aantetoonen, dat het eenig doelwit van het Minifte rie werkelijk de oorlog was ; dat hetzelve alleei met dat oogmerk de vrees voor gevaaren zeer vee vergrootte, en een valsch alarm onder de Natie ver fpreid De tegenpari ij be1'chtildiJthet Minifterie, van oorlog met Frank riïk te zoeken. I 1 l  Inhoud van de Bill tege de vreen den. -Hoe dezeL ve in Frankrijk 3ia HISTORIESCH fpreidde, ten einde de opmerkzaamheid van het Pu-' bliek afteleiden ran het gedrag der Ministers, en die op andere zatken te doen vestigen. Dan deze tegenkantingen konden niet beletten, dat eene zeer , groote meerderheid, zich ten voordeele van de Bill , verklaarde , welke hoofdzaaklijk inhield: dat alie vreemdelingen , in Engeland komende , ter plaatfe waar zij eerst aan land traden, nauwkeurige opgave zouden moeten doen van derzelver naamen, beroep, voormaalige woonplaats, en wat hun bewoogen had zich 'erwaards te begeeven; wijders zouden derzelver wapenen in beflag genomen, en door de Magiftraat paspoorten aan hun ter hand gefteld worden, welke zij vertoonen moesten in elke plaats, die zij doorreisden. Onder gelijke verplichting wier-' den ook gelegd de vreemdelingen, reeds in Engeland aanwezig zijnde, voor zo verre deze federt den eerften Jan uarij 1792 waren aangekomen, welker wooningen doorzogt mogten worden, ter ontdekking van wapenen, en krijgsbehoeften. Aan de Regeering wierd daarbij de macht verleend, om elke verdachte vreemdeling ten fpoedigfren het Rijk te doen ontruimen, en aan de Secretarisfen van Staat, om alle vreemdelingen aan te houden. Eindelijk wierd daarin bepaald, dat deze wet in kracht zoude blijven tot den eerften Januarij 1794 , en de overtreders daarvan, voor hunnen geheelen leeftijd, na de volkplantingen gebannen zouden worden. In Frankrijk was men ten uiterften geftoord, over de menigvuldige beledigende uitdrukkingen, welke, ge-  SCHOUWTOONEEL. 31$ geduurende de tegenwoordige zitting van het Brit- bel fche Parlement , zo ten aanzien van de Franfche ' Natie over 't algemeen , als bijzonder met betrekking tot de,Leden der Nationaale Conventie, waren uitgebragt. Daarenboven wierd de evengemelde Ml befcbouwd, niet alleen als zeer geftreng , onrechtvaardig, en ftrijdende tegen alle gebruiken tusfchen de Natiën plaats hebbende, maar ook als oogenfchijnlijk inbreuk doende op het traftaat van Koophandel in 1786 tusfchen Frankrijk en Engeland gefloten', nadien bij het vierde artikel van dat traótaat uitdrukkelijk bepaald was, dat de wederzijdfche Ingezetenen en Onderdaanen, de volkomen vrijheid zouden hebben, om in elkanders Europeefche Staaten te mogen komen , aldaar te reizen , en zich naar welgevallen op te houden, zonder daartoe eemgerhande paspoort, of vrij geleide, te behoeven. De Uitvoerende Raad zondt terftond de noodige ( bevelen aan Chauvelin, om het gedrag der Fran- J fche Natie te verdeedigen, en van het Britfche Mi- f nifterie nadere ophelderingen te vraagen , wegens 1 deszelfs ergentlijke oogmerken. Hij verzogt tot dat , einde gehoor bij den Staatsminister Grenville , doch zulks aan hem geweigerd zijnde, zond hij aan dezelve eene officieele Nota, hhoudende: „ dat de Uitvoerende Raad het openbaar gedrag van Grootli brittannien jegens Frankrijk niet onverfchillig „ kunnende aanzien, met leedwezen daarin de ken'„ merken had ontdekt van eene kwaadwilligheid , '' waaraan de Raad nog poogde geen geloof teflaan, „ maar :houwd rdt, !hauve> in veroekt ver;eefsch geoor bij ïrenvil.e. iVaarop hij iezeUen sen officiseleNotalaat toekomen.  Waarin ophelde^ ring vra van deszelfs oc merken jren$ Fr ank rij En de b fluiten d Nat. Con verdeedigt. N Verklaarende geen voorneemen te hebben om dn Vereenigde Nederlanden aantetasten. 3i4 HISTORIESCH „ maar nogthans al te wel gevoelde, dat de Fran» „ fche Natie niet langer in onzekerheid moest ge„ laaten worden, waarom men hem gelast hadde, h»J „ het Britsch Minifterie rondborstig aftevraagen, of lgt ,i men Engeland moest befchouwen als- eene onzij« dige, dan als eene vijandelijke Mogendheid? dat f " de Ultv«e«-ende Raad deredenen nagaande, wel„ ke Engeland zouden kunnen bepaalen om met „ Frankrijk te breeken, deze enkel had kunnen ont» dekken , in eene misfchien verkeerde uitlegging van het Decreet van den ujden November, waarr. „ bij de Nationaale Conventie nimmer had begree„ pen eenige muiterijen te begunstigen, ofoproer„ maakers bijftand te bieden , veel minder in een „ onzrjdig en vriendfchappdijk land onlusten te „ verwekken , maar 't welk alleen toepasfelijk was " °p, V0lken' die' na hunne Vrijheid herwonnen te „ hebben, door eene plechtige en geenzins dubbel» zinnige uitdrukking van den algemeenen wil de „ hulp en broederfchap der Franfche Republiek 'zoti„ den inroepen. Dat Frankrijk de onafhanglijkheid „ met alleen van Engeland dacht te eerbiedigen „ maar ook die van deszelfs Bondgenooten , met „ we ken Frankrijk niet in oorlog was; en hij diens* » volgens gelast was op eene plechtige wijze te „ verklaaren, dat Frankrijk geen voorneemen had „ om Holland vijandelijk aantetasten ,. zo lang die „ Mogendheid zich jegens Frankrijk zoude houden „ binnen de paaien eener flipte onzijdigheid. Dat „ dus de opening der Schelde, als de eenigfte zwaa-  SCHOUWTONEEL. 3^5 i righeid kon aangemerkt worden , maar dat eene ., zaak van dien aart, als door de reden en de bil„ lijkheid onherroepelijk betlist zijnde , geen voor„ werp wezen kon, 't welk men, in waaren ernst, „ tot een beweeggrond voor den oorlog zou kunnen „ maaken. Zo Engeland zulks evenwel doen wil- 1 „ de, zou dat, indedaad, eene geheime neiging te J „ kennen geeven, om, ten kosten wat het wilde, , „ eene vredebreuk te verwekken, en zich te bedie„ nen van het nietigst voorwendzel, ten einde eeni„ gen fchijn te geeven aan eenen lang voorgeno„ men en onrechtvaardigen aanval. Dat hij Minis„ ter, in deze onderltelling, al mede gelast was de „ waardigheid des Franfchen Volks te handhaven, „ en te verklaaren : „ dat het genoemde vrij en „ „ machtig volk den oorlog aanneemen , en een „ „ zo baarblijkelijk onrechtvaardigen, en, van zijn „ „ kant, zo weinig uitgedaagden aanval, met ver„ „ ontwaardiging afkeeren zoude (dj." " Het overige van deze Nota behelsde de fterkfte verklaaringen, wegens- de zuiverheid der oogmerken en vredelievende geneigdheid van Frankrijk, waarbij Chauvelin tevens poogde aantetoonen , dat alle verantwoordelijkheid des oorlogs, vroeg of laat zou moeten vallen op de bewerkers van denzelven , en dat het gedrag van Engeland niet misfen kon de Natiën te overtuigen, dat zodanige oorlog indedaad niets anders wezen zoude, dan een oorlog van het Brit- 00 Bijlage LXXV. Doch ook len oorlog net Enge'and niet :e vreezen. Waarvan alle de verantwoordelijkheidop het Britsck Minifierie zou moeten vallen.  Antwoord van Grenville op die Nota. 5 5 ! 316 HISTORIESCH Britfche Minifterie tegen de Franfche Republiek. Hij verzogt eindelijk, dat de geheele Raad van zijne Grootbrittannifche Majefteit, de verklaaringen en verzoeken daarin begreepen, met de ernftigfte aandacht wilde overweegen, en om hem een fchriftelijk antwoord daarop te geeven. Dit wierd nog voor het einde van 't jaar aan hem ter hand gefteld. Bij die gelegenheid betuigde Greimville: „ Dat, de„ wijl zijne Grootbrittannifche Majefteit noodig had „ geoordeeld, alle minifterieele verftandhouding met „ Frankrijk, na het gebeurde van den 10^72 Au„ gustus , optefchorten , het Minifterie derhalven „ met hem niet kon handelen in de hoedanigheid, „ als in zijne Nota was uitgedrukt. Dat hij nog„ thans, hoewel niet officieel, zich duidelijk en be„ paald wilde verklaaren over de drie onderfchei„ den ftukken in de Nota van Chauvelin , en „ dienvolgens, in de eerfte plaats , had aantemer„ ken, dat Engeland in het Decreet der Nationaa„ le Conventie van den ïoden November, het voor„ neemen van Frankrijk ontdekte , om deszelfs ,, nieuwe grondbegingelen van Regeering alom voort, teplanten , en den geest van onrust en omwen, teling in alle, zelfs onzijdige landen , aantemoe, digen. Dat, zo deze uitlegging aan eenige twij, fel onderhevig was, dezelve maar al te veel weg, genomen wierd door het gedrag der Conventie, , welke zich het recht fcheen aantemaatigen , om , zich te mengen in de binnenlandfche aangelegen, heden van Engeland , wanneer zij zulks zoude „ goed-  SCHOUWTOONEEL. 317 „ goedvinden , en wel op eene wijze , die onbe„ ftaanbaar was met de openbaare inftellingen in „ alle landen van Europa. Dat , ten aanzien van „ het tweede ftuk, de verklaaring namentlijk , dat „ Frankrijk geen voorneemen had om Holland aan„ tetasten , zo lang die Mogendheid zich hield bin„ nen de paaien eener flipte onzijdigheid , zulks „ genoegzaam dezelfde uitdrukking was, van welke „ hij, Chauvelin, in de maand Junij laatstleden, „ zich, van wegens zijne Allerchristelijkfte Maje„ fteit , bediend hadde. Dan, dat federt die eerfte „ verklaaring, een Officier, zeggende in Franfchen „ dienst te zijn , het grondgebied en de onzijdig„ heid van de Republiek der Vereenigde Neder„ landen opentlijk had gefchonden, door de Schelde „ optevaaren, om het Kafteel van Antwerpen aan„ tetasten, niet tegenftaande de Regeering aldaar, „ door een formeel protest, zich daartegen had ver„ zet. Dat , bij aldien Frankrijk het recht had , „ om de bepaalingen, wegens de Schelde gemaakt, „ te vernietigen, het ook alle andere gemaakte ver„ bintenisfen, tusfchen de Mogendheden van Euro„pa, den bodem konde inllaan. Dat Grootbrit„ tannien, getrouw aan deszelfs grondbeginzelen, „ nooit onverfchillig zoude aanzien, dat Frankrijk „ opentlijk of heimelijk zich tot fouverein der Ne„ derlanden, of tot algemeen fcheidsman der Rech„ ten en Vrijheden van Europa opwierp. Bij al„ dien Frankrijk dus, indedaad, in vrede en vriend„ fchap met Engeland wenschte te blijven, moest 1702. II. D.II.St. Y „ het-  Vooruitzichtenvan oorlog. Voornaa- me Franfche Uitgewekenworden zeer gunstig ten Hove ontvangen. Onderhandelingenmet verfcheidenMogendleden.Alle gevraagdefubfidien ingewilligd.Vermeer dering der zeemacht. 318 HISTORIESCH ,-, hetzelve zich geneigd betoonen, om van deszelfs „ oogmerken van aanval en vergrooting aftezien, „ en zich bepaalen binnen zijn eigen grondgebied, „ zonder andere Regeeringen te beleedigen , derzel,, ver rust te ftooren, of hunne rechten geweld aan „ te doen («)•" Dit antwoord , gepaard met verfcheiden andere omftandigheden, beloofde niet veel goeds voor het behoud van den vrede, te meer, dewijl men opgemerkt had, dat Chauvelin , hoe zeer verfcheiden maaien gehoor gevraagd hebbende bij den Staatsminister , telkens was afgeweezen, waartegen den Hertog van Choiseul, de Marquis van Bouillé, benevens verfcheiden andere voornaame Franfche Uitgewekenen , dagelijks zeer minzaam ten Hove ontvangen, en met gunstbewijzen overlaaden wierden. Daarenboven zette het Minifterie zijne onderhandelingen met verfcheiden der tegen Frankrijk verbonden Mogendheden, inzonderheid met de Hoven van Weenen en Berlijn, onafgebroken, en zeer ijverig, hoewel met de uiterfte geheimhouding, voort. Het Parlement willigde , bijna zonder tegenkanting, alle de fubfidien in , welke de Staatsminister Pitt iioodig oordeelde, niet alleen tot vermeerdering van 3e landmacht, maar ook om 25,000 matroozen*tot aemannihg van de vloot, in dienst te neemen, zijnie 9000 meer, dan het jaar te vooren, en 'er wierd verkelijk bevel gegeeven tot het uitrusten van vijfen- (O Bijlage LXXVI.  SCHOUWTOONEEL. 3*9 entwintig fchepen van linie, twee van vijftig ftukken, ruim twintig fregatten, en verfcheiden mindere vaartuigen, behalven de gewoone wachtfchepen. Men maakte wijders allen fpoed met htt uitrusten van een klein fmafdeel, beftemd, om, onder bevel van den Vlootvoogd Murray, naden mond van de Schelde teftevenen en aan Franfche gewapende vaartuigen het opzeilen van die rivier te beletten. Men kon dus niet langer twijfelen of Engeland had het voorneemen , om eerlang het verbond der Mogendheden tegen Frankrijk toetetreden , 't geen nog nader bleek uit eene gebeurtenis, waarover men in Frankrijk niet kon onverfchillig blijven. Op de herhaalde klagten wegens den fterken uitvoer van meel en koorn, inzonderheid na Frankrijk, had de Engelfche Regeering, in het laatst van November, het verzenden daarvan , voor zo verre het binnenlandsch gewas betrof verboden, doch alle van buiten ingebragte graanen hiervan uitgezonderd. Thans wierden twee fchepen, belaaden met van buiten ingevoerde tarwe, van welk het een beftemd was na Bayonne , tot fpijziging der zuidelijke Departementen van Frankrijk, en het ander na Brest, ten behoeve van de Franfche zeemacht, op bevel van de Regeering aangehouden , welke , op de voorftellingen deswegens aan haar gedaan, uitdrukkelijk verklaarde, dat de Britfche Raad niet gedoogen zou de, dat een enkele laading vreemd koorn , uit de havens van Engeland wierd verzonden, ten zij mer Y a al- En een klein (maldeel tot beveiligingder Schelde uitgerust. Twee koornfehepen ra Frankrijk beliemd, worden in beflag genomen. En verklaard niet te zullen gedoogen , dat eenig koorn na Frankrijk uitgevoerd wordt.  3io HISTORIESCH alvoorens borg Helde, dat zodanige graanen niet na Frankrijk zouden overgebragt worden. OOSTENRTJKSCHE NEDERLANDEN. October—December. Verdeeldheid en misnoegen onder de Ingezetenen. Zo lang de legers der verbonden Mogendheden op het Franfche grondgebied vertoefden , gebeurde in deze Provinciën zeer weinig, dat waardig is opgetekend te worden, behalven dat de oude vijandfchap tusfchen de aanhangers van van der Noot en de Vonckisten nog geftadig voortduurde, het misnoegen der Ingezetenen tegen de Oostenrijkfche, Regeering in geenen deele verminderde, maar veeleer dag aan dag fcheen toeteneemen, en men overal, bijzonder in de groote fteden , na eene nieuwe omwenteling haakte , hoe zeer ook de beide genoemde partijen daarbij zeer verfchillende oogmerken bedoelden. De Vonckisten , beftaande uit het meest verlichte gedeelte der Natie , wenschten eene volkomen vrijheid, volgens de tegenwoordige Franfche grondftellingen ; waartegen de meerderheid der Ingezetenen zich hielden aan de oude Conftitutie van het Land, mits alleenlijk van de heerfchappij van het Huis van Oostenrijk ontflagen zijnde , begrijpende, dat de fouvereiniteit voortaan alleen en ten vollen moest berusten in de drie ordens der Staaten, als de eenige wettige Vertegenwoordigers der Natie, De  SCHOUW TOONEEL. 321 De omflandigheden waren ondertusfchen eenigen C tijd gansch niet gunstig geweest voor de eene of „ andere dezer partijen, die zich zo lang fr.il hielden, h tot men tijding kreeg van de aanmerkelijk; verlie- * zen, welke de legers der verbonden Mogendheden t in Frankrijk ondergaan hadden. Van dat oogenblik af openbaarde zich wederom, hoe langer hoe meer, de geestgefteldheid der Natie, en het Gouvernement zelve fcheen weldra minder te vreezen voor de wapenen zijner vijanden , dan voor het misnoegen , 't welk door het ganfche land heerschte. Deszelfs belang eischte diensvolgens, om de gefchillen zo ras mooglijk te vereffenen, welke tusfchen hetzelve en de Staaten van Braband, zo over de uitfluiting van vijf Leden uit den Grooten Raad', als over andere gebenrtenisfen, waardoor de Staaten in hun Conftitutioneel gezag en daarmede verbonden voorrechten meenden verkort te wezen, van tijd tot tijd ontdaan waren. Men had, te dien einde, onderhandelingen begonnen , en hoopte reeds alle bezwaaren door eene minzaame fchikking uit den weg te zullen ruimen , alzo het Gouvernement, tegen deszelfs gewoonte , zeer veele infchikkelijkheid daaromtrent, betoonde. Dan deze hoop wierd eensklaps verijdeld, nadien van den kant der Staaten , welke in de tegenwoordige gefteldheid van zaaken, zich liever de gunst des Volks , dan van het Hof , verzekeren wilden , de onderhandelingen op het onverwagtst wierden afgebroken, door eene verklaaring, dat zij Y 3 bij nderhan- ;lingen [sCctien et Gou- ïrnement n de Staa- :n. Welke door de Staaten worden afgebroken.  Streng verbod tegen het leezen van Franfche nieuwspapieren,enz. Verfcheiden perfoonen worden in hechtenis genomen. 3*a HISTORIESCH bij alle derzelver voormaalige eifchen en protesten volharden moesten. De Staaten bereikten hierdoor hun oogmerk ten vollen, bij dat gedeelte der Natie, 't welk zeer veel op hadde met zijne gewoone regeering-vorm en aloude voorrechten, waartegen het Gouvernement veel minder ftaatkundig handelde , door het doen van eenen ftap , welke het volk nog meer verbitterde. Om dit laatfte, zo veel mooglijk, onkundig te houden van den fnellen voortgang der Franfche wapenen , liet hetzelve alle buitenlandfche nieuwspapieren uit de Koffijhuizen en andere openbtare plaatfen ophaalen, en verbood het verkoopen, verfpreiden en leezen van Franfche , het zij gedrukte of gefchreeven tijdfchriften, onder hoedanige benaaming deze ook mogten voorkomen, alsmede van allprleie foorten van boeken, welke ftrekken kond>.n om de grondbeginzelen der Franfche Conftitutie voortteplanten of te bevorderen , op eene boete van duizend guldens, telkens te verbeuren. Verfcheiden perfoonen wierden verbolgens , uit hoofde van de vrijmoedige taal, welke zij, bij fommige-gelegenheden, gevoerd hadden, in hechtenis genomen, en men waakte met de uiterfte zorgvuldigheid over het gedrag der zodanigen , die geacht wierden Franfche zendelingen, of maar Hechts ■ voorftanders van eene Volksregeering te wezen. Deze voorzorgen konden echter niet beletten, dat de tegenfpoeden van de legers der verbonden Mogendheden, ten minsten gedeel-  SCHOÜWTOONEEL. 323 deeltelijk, bekend wierden, waarmede de misnoegden niet nalieten hun voordeel te doen , ten einde de Belgifche Natie tot de zo lang begeerde omwenteling voortebereiden. Dewijl ook het Gouvernement , na den zo overhaasten als onverwagten terugtocht der legers, niet1 langer twijfelen kon aan eenen kort op handen zijnde inval der Franfchen wierd deszelfs toeftand" aldus zeer bedenkelijk ; want terwijl Dillon , Kellerman en Valence, de uit Frankrijk wederkeerende Armeen van zeer nabij volgden, en la Bourdonnaye eene menigte troepen bij Douay verzamelde, met oogmerk' om Rijsfel daarmede te ontzetten, was Dumouriez, na een kort verblijf te Parijs , waar hii zich beroemd hadde , dat hij den i^den November meester van Brusfel dacht te wezen, in het laatst van Oftober te Valenciennes gekomen , om de noodige fchikkingen tot den winterveldtocht in gereedheid te brengen. Van hier zondt hij een Manifest af aan de Belgifche Natie, waarin hij zeide: „ dat de Franfchen gereed ftonden haa„ ren grond onmiddelijk te betreden, ten einde haar „ den Vrijheids-boom te helpen planten , zonder „ zich eenigermaaten te willen bemoeijen met de „ Conftitutie, welke zij verkiezen zoude aantenee„ men, mits zij alleenlijk de fouvereiniteit des volks „ vestigde , en afzag van voortaan te leven onder „ eenigerhande Despooten, hoegenaamd; belooven„ de wijders, de bezittingen en wetten der Inwoon„ deren te zullen eerbiedigen , en dat, van de zijY 4 „ de De Nederlanden met Den' aanval der Franfchen bedreigd. Manifest van Oomouriezaan de Belgen.  Aanfpraak van denzel ven aan zij ne troepen En voor fchrift aan de Generaals. De Hertog van SaxenTesfchenbiedt de uitgeweken Brabanders en Luikenaa ren vergif fenis aan. ZH HISTORIESCH „ de der Franfche legers , de ftiptfte krijgstucht „ zou in acht genomen worden (ƒ)." Tot dit laatfie vermaande hij ook zijne troepen, door eene aanfpraak , hebbende de woorden Vrijheid en Gelijkheid aan het hoofd, welke op zijn bevel, gedrukt, en> in menigte door het leger verfpreid wierd, waarin hij aan dezelve te kennen gaf, dat hij hun leiden zoude in de fchoone Belgifche Provinciën, om deze te verlosfen van de flavernij ; gelastende hen de Oostenrijkfche krijgsgevangenen met zagtheid te behandelen, en zich als Broeders te gedragen tegen de Ingezetenen , ten ware deze de wapenen tegen hun opvatteden, 't geen hij dagt dat niet gefchieden zoude. Behalven deze twee ftukken, liet hij' ook nog aan de Generaals een gedrukt voorfchrift ter hand Hellen , wegens het gedrag dat zij in de Nederlanden moesten houden (g). Hertog Albert van Saxen-Tesfchen had ondertusfchen , op de aannadering der Armée van den Generaal la Bourdonnaye, het beleg voor Rijsfel opgebroken, en was met zijn leger tot bij Doornik terug getrokken, van waar hij alle uitgeweken Brabanders en Luikenaar en , die in menigte onder de Franfchen dienst genomen hadden , volkomen vergiffenis liet aanbieden, mits dezelve de wapenen nederleggen, en binnen veertien dagen, na hunne wooningen terug keeran, of onder de Oostenrijkfche re- gi- (ƒ) Bijlage LXXVIL (g) , LXXVIII.  SCHOUW TOONEEL. 3*5 gimenten dienst neemen wilden , 't geen deze op 1 eene voor hem fmadelijke wijïe van de hand wezen. ! In het laatst van Oétober verplaatfte hij wederom zijn Hoofdkwartier van daar na Bergen in Henegouwen , alzo Dumouriez aan dien kant zijne grootfte macht bijeen verzamelde , hoopende aldaar eerlang verfterkt te zullen worden door de Atmée onder bevel van den Generaal Clairfait , welke, met dat oogmerk, door het Luxemburgjche na Namen marcheerde, terwijl het Corps onder bevel van den Prins van Höhênlohe-Kirciiberg in hetfLuxemburgfche post vatte, ten einde die Provinciewegen de geduurige invallen der Franfchen te beveiligen , en de Franfche Uitgewekenen, door den Prins van Condé aangevoerd, bevel ontvingen , zich na het Bisdom Luik te begeeven. Denzelfden dag, aan welke de Armée des Hertogs van Brunswijk. het Fransch grondgebied ontruimde, begonnen reeds de Franfchen hunnen aanval, en waren overal in beweeging. Valence, die nu het opperbevel had gekregen over het leger der Ardennes, van 't welk Dumouriez vrijwilligen afftand had'gedaan, verdreef de Oostenrijkers uit verfcheiden posten in het Luxemburgjche, en veroverde de kleine ftad Virton , van waar hij zich na Namen keerde, om die plaats te belegeren, terwijl la Bourdonnaye , na Rijsfel verlost te hebben, op Vlaanderen aanrukte, en het groote of Noordelijk leger, onder Dumouriez , allen 'fpoed maakte , ten eindi de Armée des Hertogs van Saxen-Tesfchen aante Y 5 tas )ie zulks ran de ïand wijlen. Begin van den inval der Franfchen.  DüMOU- rifz verovert Bergen. En verklaart het volk vrij, enz. : 1 326 HISTORIESCH tasten , en, door .het veroveren van Bergen , den weg na Brusfel te openen , eer nog de voorgenomen vereeniging met het leger van Clairfait kon volbragt worden. Eenige weinig beduidende fchermutzelingen waren de geduchte voorboden van den bloedigen (lag bij Gemappe, op den 6den November voorgevallen, welke voor ditmaal het lot van Belgien befliste (li). Den dag na dit gedenkwaardig gevecht, trok Dumouriez , aan het hoofd zijner zegepraalende benden, binnen B'eïgeri, onder het aanhoudend vreugdegejuich der Ingezetenen. Toen de Magiftraat hem de fleutels haarer ftad aanbood , weigerde hij dezelve, zeggende : dat de Franfchen waren gekomen, als Broeders, maar niet als veroveraars. Hij betuigde nogmaals hetzelfde, in eene Proclamatie, waarbij hij het volk vrij, oppermachtig, en van alle onderwerping aan het Huis van Oostenrijk ontQagen verklaarde, en hetzelve vermaande, om ten fpoedigtten een begin te maaken met zijne MagiIxaaten en Beftuurderen te verkiezen , beloovende, ht noch de Franfche Republiek, nöch haare Gene•aals, niets bevelen wilden met opzicht tot de regeringsvorm der Belgifche Provinciën , zelfs daarin liet den minflen invloed, noch eenig beftuur over de ipenbaare inkomften, begeerden te hebben, hoewel mder bedreiging, dat alle Provinciën, Steden, Vlekken of Dorpen, welke de haar aangeboden vrijheid wei- (h) Ziet bladz. 139.  SCHOÜWTOONEEL. 3*7 weigerden, door de Franfchen als vijanden zouden behandeld worden. Voor het overige was deze Proclamatie geheel overeenkomftig met het voorfchrift, weinige dagen te vooren, door htm aan de Legerhoofden gegeeven. Ingevolge hiervan, vergaderde terftond de geheele ] Burgerij, welke eenpaarig den eed alleide, om de j Vrijheid en Gelijkheid te zullen handhaven. Zo haast ' dit gefchied was, verkoos dezelve, uit haar midden, dertig proviiioneele Magiftraats-perfoonen, die, bij den naam van bewindvoerenden Raad, de onderfcheiden takken van het openbaar befiuur onder zich verdeelden. Het gezag der Staaten , en van alle andere Regeerings-collegien, door het volk niet ingefteld, wierden toen vernietigd; de Adel, benevens alle verdere onderfcheidingen, afgefcuaft; die te vooren van eenigerhande lasten bevrijd, of op eene andere wijze bevoorrecht waren, met de overige Burgeren op gelijken voet gefield ; voorts alle banden met het Huis van Oostenrijk verbroken, en gezwooren , nimmer eenig ander gezag dan de Belgifche 1'üuvereiniteit te zullen erkennen. Twee avonden agtereen was de geheele ftad verlicht, en de nieuwe bewindvoerende Raad befioot duizend man , ten dienftê van de Franfche Republiek, aantewerven. Op de eerfte tijding van de nederlaag der Oostenrijkers bij Gemappe, maakten de voornaamfte Keizersgezinden zich overal gereed , om een Land te ontruimen , 't welk zij reeds als verlooren aanmerkten. Het Gouvernement te Brusfel liet alles, tot Cieuwe tegeering ldaar. Welke de heerfchappij van Oostenrijk afzweert. Het Gouvernementvlugt uit Brusfel.  Twee verklaaringender Gouvernante. Welke te Leuven door het volk ge- 328 HISTORIESCH tot de geringde meubelen van de Hofhouding , in* pakken , en kort daarna vertrokken het Hof, de Regeering, alle Franfche Uitgewekenen, en eene menigte andere perfoonen, van daar , de Uitgewekenen meerendeels na Engeland en de Vereenigde Nederlanden, de voornaamfte Amptenaaren, alsmede de Groote Raad van Mechelen, met de Archiven van het Gouvernement, na Roermonde, en de Gouvernante met haar gevolg na Maaflricht, zij liet echter, voor haar vertrek, de Staaten van Braband nog twee aanfchrijvingen ter hand fielten, waarvan de eerfte inhield : „ dat zijne Majefteit de „ Keizer befloten hebbende, tusfchen zich en zijne „ Belgifche Onderdaanen , zo veel mooglijk, dat „ vertrouwen te herftellen, 't welk tot verzekering „ van de algemeene welvaart noodig was, de Bra„ bandfche Conftitutie en de Blijde Inkomst onver„ anderlijk dacht te handhaven, en diensvolgens de „ verklaaring van den zsften Februarij 1791. als niet „ gefchied , en enkel als provifioneel, moest aange„ merkt worden." In de twüede wierd te kennen gegeeven : „ dat het Gouvernement-Generaal, bij „, wijze van voorzorg , de wijk nam na Roermon„ de, bevelende aan de zorg en voorzichtigheid der 1 „ Staaten de belangen der Provincie, geduurende „ deze crifis, welke zij zich vleide eerlang te zien ,, eindigen." De Gouvernante wierd op haar vlucht, te Leuven van het volk gehoond. Aan verfcheiden plaatren begon het Gemeen moedwilligheden te bedrijven,  SCHOUWTOONEEL. 3*9 ven, inzonderheid te Diest, Aalst en Antwerpen, k waar het de wooningen van eenige Keizersgezinden, ^ of zogenaamde Vijgen, en Franfche Uitgewekenen, „ plunderde. Veele vluchtelingen , welke hunnen f weg door Antwerpen namen, wierden, voor derzei- j ver komst aldaar, reeds van alles beroofd door het i graauw, dat in menigte de ftad had verhaten, met oogmerk om het platte land afteftroopen. Deze wanorde nam hand over hand toe, en de Regeering zag zichzelve , in dit hachelijk tijdftip , genoodzaakt, om aan de Burgerij, welke zij voor een' geruimen tijd de wapenen had afgenomen, dezelve nu wederom in handen te geeven, waarop deze , door de militaire macht geholpen, een fpoedig einde maakte aan de ongeregeldheden, door fommige der plunderaaren in hechtenis te neemen , en alle posten, zo aan de poorten als bij de comptoireh en magazijnen, te bezetten. Het leger van Hertog Aleert van Saxen-Tesfchen was ondertusfchen geweken na den kant van Brusfel, waar het zich in de nabuurfchap van Halle verfchanste , en door eenige bijkomende troepen verfterkt wierd. Hier bleef het niet langer, dan tot den nden November, toen hetzelve na Leuven begon optebreeken , terwijl de Generaal Clairfait met zijne Armée na Luik, en Beaulieu met de zijnen na Namen marcheerde. De defertie was ongemeen groot, onder deze benden, bij welke zodanige wanorde heerschte, dat men voor eenen algemeenen opftand beducht was. Overal, waar dezelve oond rordt. lat ook, an veele laatfen, loedwilighedenledrijft. De Oostenrijkerstrekken overal terug. Groote defertie onder dezelven.  Hunne piunderiii- «en. Dumou«uzkomtte Brusfel. Vleiende aanfpraak van de Magiftnat,veüte hem de fleutels «»er ftad aanbiedt. Die hij weigert aanteneemeu. 330 HISTORIESCH ve kwamen, plunderden zij vriend en vijand; onder anderen wierden het fteedje Halle , benevens verfcheiden omliggende Dorpen, en , vóór de Keizerlijke bezetting Brusfel verliet, ook de magazijnen aldaar, door dezelve geheel, uitgeplunderd. Veele foldaaten hadden zich zodanig met den geroofden buit belaaden , dat zij naauwlijks in Haat waren hunne wapenen te gebruiken. Dumouriez vertoefde niet lang in Bergen, maar eene genoegzaame bezetting daar binnen gelaaten hebbende, iloeg hij, met zijne Armée, den weg in na Brusfel, waar hij den Hden November deszelfs intrede hield, na de voorhoede van zijn leger, daags te vooren, bij Anderlecht , in een.hevig gevecht met de Keizerlijke agterhoede, de overwinning had behaald. De Magiftraat, die geene zwaarigheid maakte haare ftati , zonder het minfte voorbeding , aan de Franfchen over te geeven, boodt den Overwinnaar de fleutels daarvan aan, met eene zeer vleiende aanfpraak, waarin zij hem den onfterfelijken Held noemde , die alie harren voor zich had gewonnen, en van wien zij vertrouwde, dat, onder zijn bevel, de wetten in kracht , en de eigendommen' ongefchonden zouden blijven. Men was ten uiterften voldaan over het antwoord van den Generaal: „ dat het nu geen tijd meer was voor zulke „ flaaffche gebruiken, welke, onder vrije volkeren , , moesten afgefchafc worden; dat hij ook niet was' , gekomen onï veroveringen te maaken , maar aan , eene edelmoedige Natie haare vrijheid te bezorgen;  SCHOUWTOONEEL. 331 „ gen; dat de Burgerij die fleutels zelve kon be„ waaren, en zich niet langer door vreemdelingen „ behoorde te laaten regeeren , maar wel zoude „ doen, zich met derzelver Vrienden en Broeders, „ de Franfchen, te vereenigen, ten einde de DuiV„ fchers te verdrijven, en met onderlinge overeen„ ftemming , de wapenen niet eerder afteleggen, „ dan wanneer 'er geene Dwingelanden meer we„ zen zouden." Thans wierd de Veldheer met eerebewijzen overlaaden ,en, daags na zijne aankomst, in den Schouwburg, met een lauwerkrans gekroond, terwijl allerlei vreugdebedrijven , verfcheiden dagen agtereen , de blijdfchap der meeste Ingezetenen aankondigden. De Vrijheidsboom wierd met veele plechtigheden geplant , en men richtte eene Sociëteit op der Vrienden van Vrijheid en Gelijkheid, welke zich terftond bezig hield met het beraamen van de middelen , om tachentig provifioneele Volksvertegenwoordigers, uit alle klasfen van Burgeren, aanteftellen. Tot dezen post wierden onder anderen benoemd de Hertogen van Ahremberg en Ursel , de Burggraaf Walkiers , en meer andere voormaalige Hoofden der Volkspartij, zij namen terftond bezit van één. der Zaaien, in welke gewoonlijk de Staaten van Braband vergaderden, waar dezelve onderling, en hoofd vonr hoofd, tien eed afleiden, van getrouw te zullen zijn aan de zaak van Vrijheid en Gelijkheid, de eeuwige rechten des Volks van Brusfel uit al hun vermogen te zullen verdeedigen, en, des noods, in de ver- Vreugdebedrijvenaldaar. Men verkies ProvifioneeleVolksvertegenwoordigers.  Welke de gehoorzaamheidaan het Pui» van Oostenrijk afzweeren. En de goederen der Uitgewekenen in beftag geBüiaen. 33* HISTORIESCH verdeediging van hunnen post te fterven. Dumouriez , die bij deze plechtigheid tegenwoordig was, beloofde de Belgifche Natie met alle macht, en met alle de fchatten der Franfche Republiek te zullen bijflaan: „ dat voortaan de naam van Belg" (vervolgde hij ,) „ de eenige bekende zij in deze Ge„ westen; dat de naamen van Henegouwers, Vla„ mingen, Doornikers, Brabanders, enz. voor eeu„ wig verdwijnen, en de Ingezetenen , onder dezelf„ de beheerfching der wetten, al te famen maar den „ volk van Broeders uitmaaken ! " De nieuw benoemde Vertegenwoordigers herhaalden hunnen eed, nogmaals, opentlijk voor het volk, waarna zij den Raad van Braband vernietigden, en verfcheiden Commitées , als van Wetgeeving, Finantien , Koophandel, Opzicht en Politie, benevens eene provifioneele Rechtbank aanflelden, en alle gehoorzaamheid aan het Huis van Oostenrijk, in den naam des fouvereinen Volks, afzwoeren. Zij maakten zich vervolgens meester van de fchatkist der Staaten van Braband , in welke niet meer dan de geringe fom van zestig duizend guldens wierd gevonden. De goederen der Nationaale Uitgewekenen wierden vooreerst in beflag genomen , om , indien de eigenaars , binnen zekeren bepaalden tijd , niet wederkeerden, ten voordeele der Natie verbeurd verklaard te worden, en men maakte fpoedig een begin met het aanwerven van verfcheiden Nationaale bataillons , onder welke eene menigte Oostenrijkfche Deferteurs dienst namen. Te  SCHOUWTOONEEL. 333 Te Mechelen hadden de Keizerlijken zeer aanzien- 1 llijke magazijnen aangelegd van krijgs- en mondbe- £ Ihoeften, waaraan het Fransch leger, bij deszelfs in- l irukking in Belgien , groot gebrek hadde. Om de [ 1 vervoering of vernieling dezer magazijnen te belet- i tten, zondt Dumouriez, reeds denzelfden dag, aan 'welken hij van Brusfel bezit nam, den ColonelTiiE(GEVille met drieduizend man en eenige ligte artik llerij, onder geleide van vier Gedeputeerden uit de ] Magiftraat, derwaards. Aan deze poogde de bezet-' iting eenige tegenweer te bieden, doch wierd, na een kort gevecht, genoodzaakt, de ftad met den geheele aldaar voorhanden zijnde voorraad , bij ver1 drag overtegeeven, waarna de Franfchen, onder het aanhoudend gejuich der Ingezetenen binnen trokken. Zo veele herhaalde, tegenfpoeden, fcheenen den Hertog Albert van Saxen-Tesfchen den moed te beneemen , die aan Dumouriez het voorftel deed, om, uit hoofde van het verre gevorderd jaargetij, de noodzaaklijkheid om de .wederzijdfche troepen, na zo veele uitgeftaane vermoeienisfen , een weinig rust te gunnen, en om den Landbouw niet langer te benadeelen, voor een' bepaalden tijd een ftilftand van wapenen te fluiten, geduurende welke men de winterkwartieren zou kunnen betrekken, en waarin ook de Provincie Luxemburg, benevens het Corps van den Prins van Hohenlohe, zouden begreepen zijn. Dan dit voorftel werd verworpen, nadien Dumouriez, in zijn antwoord, betuigde: dat hij, even als de Oostenrijkfche Generaal , de verwoes1792. ILD.II.St. Z tin- ie Fran:hen ververen de [eizerlije magazijen te Mechelen. De Hfrrog iran SaxenTesfchenverzoeke ;en ftilftand van wapenen. Welkehem geweigerd wordt.  Waarna hij van het bevel over de Armée afftand doet. Leuven door de Franfchen in bezit genomen. Krijgsverrichtingenin Vlaanderen. 334 HISTORIESCH tingen beklaagde, waaraan het platte land was bloot gefield , en de ongemakken, welke de krijgslieden in dit guure jaargetij moesten doorftaan; doch dat hij Bevelhebber zijnde in dienst van eene Republiek , aan te nauwgezette bevelen gebonden was, om iets van dien aart op zich te kunnen neemen, en dus niets meer doen konde, dan den Uitvoerenden Raad hiervan kennis te geeven. Deze , wel verre van in den wapenftilftand te bewilligen, zond aan Dumouriez uitdrukkelijk bevel , om de vijanden der Franfche Republiek geenerhande tusfchenpoozing te vergunnen, maar dezelve overal te vervolgen , waar men hun ergens eene fchuilplaats zou verleenen (f). De Hertog verliet kort daarna de Nederlanden, na alvoorens het opperbevel over zijne Armée, welke op den Tzerenberg, bij Leuven, zeer fterk verfchanst lag, aan den Keizerlijken Generaal Veldtuigmeester , Graaf van Clairfait , in handen gefield te hebben, die het niet raadzaam oordeelende de Franfchen aldaar aftewagten, dit leger vroeg 's morgens van den aqften November , liet opbreken , neemende den weg na Thienen , waarop de Franfchen ook terftond Leuven in bezit namen. In Vlaanderen en de overige Provinciën, ging het den Keizerlijken niet voordeeliger. La Bourdonnaye , die 22,000 man onder zijn bevel hadde, verdreef dezelve uit alle hunne posten, en had den ijlen November reeds bezit genomen van Doornik, » na (O z»et de Bijlage LXVI.  SCHOUW TOONEEL. 35 na die ftad door haare bezetting was verhaten. Het duurde niet lang , of hij was insgelijks meester van Tperen , Mennen, Kortrijk, Brugge, Gent, Ooftende en vetfcheiden mindere plaaif.n, injoegen deze geheele Provincie, tot aan de grenzen van de Tv. publiek der Vereenigde Nederlanden zeer fpoedig in de macht der Franfchen geraakte , die nergens eenigen tegenftand ontmoeteden. Te Ooftende < wagtte men derzelver komst niet eens af, maar de • Maaiitraat zondt uit haar milden Afgevaardigden aan la Bourdonnaye, ten einde hem verzekering te geeven, van de algemeene bereidwilligheid der Ingezetenen, om zich der heerfchappij, van het Oostemijkfche Huis te onttrekken. Inmiddels wierden de Keizerlijke wapenen voor het Stadhuis en andere openbaare gebouwen weggenomen, de Franfche cocarde opgezet , de Vrijheids-boom geplant , en de geheele omwenteling kreeg haar volkomen beHag, eer nog een enkel Franschman zich aldaar vertoond hadde. Na het bemachtigen van Vlaanderen , trok la Bourdonnaye met zijn leger na Antwerpen, waar men de poorten voor hem opende, en hij door de Magiftraat zeer plechtig ingehaald wierd. In het Kasteel lag eene bezetting van omtrend duizend man, die, hoe zeer buiten ftaat om hetzelve tegen de overmacht der Franfchen te verdeedigen, echter dezen post niet wilde overgeeven , dan onder voorwaarden van een' vrijen aftocht , en dat men haar toeftond alk wapenen, bagage, krijgsbehoeften en Z a nia- )mwente- ing re )flende. Antwerpen in genomen. De bezettin i van het Kasteel wil zich verdeedigen.  Doch wordt bele gerd en to de overga ve gedwongen. Plechtig heden we! ke daarbij plaats had den. 336 HISTORIESCH magazijnen te mogen medeneemen. Na deze vert klaarinS wierden. ouder opzicht van den Generaal - Miranda, eenige batterijen tegen het Kasteel opgericht , de loopgraven in de voortrad Berchem geopend, en men begon hetzelve den riften November met bomben en gloeiende kogels zo geweldig te befchieten, dat een felle brand den Commandant noodzaakte eene wapenfchorfing van vierentwintig uuren te verzoeken , ten einde den brand te blusfchen , en over de capitulatie te handelen , welke ook reeds den volgenden dag wierd getroffen, waarna de overgave met veele plechtigheden gefchiedde. Een ftaatelijke optocht van verfcheiden Detachementen , zo ruiterij als voetvolk, hebbende aan het hoofd den Generaal la Bourdonnaye, benevens de verdere Legerhoofden en Staf-officieren, alle te paard, gevolgd door een trein artillerij en ammunitiewagens, met palmtakken verfierd, marcheerden, onder een keurig veld-muzijk , uit de legerplaats na het plein voor het Kasteel. Een Burger van Antwerpen droeg de driekleurige vlag der Franfche Natie , terwijl een aantal Burgeren den Vrijheidsboom, aan welks top de roode muts , met lauwriertakken en driekleurige linten, vastgemaakt, op een wagen voortrokken; verfcheiden divifien linietroepen befloten dezen trein, welke zich , bij de buitenwerken van het Kasteel in drie reien fchaarde, waarna de Keizerlijken met hunne veldftukken, vliegende vaandels en flaande trommen, het Kasteel verlieten, de wapenen nederleiden, en zich krijgsgevangen overga-  SCHOUWTOONEEL. 337 gaven. Zo haast dit gefchied was wierd daar ter plaatfe de Vrijheidsboom opgericht; en dewijl,het Decreet der Franfche Republiek, aangaande de opening der Schelde, eenige dagen te vooren in Antwerpen was afgekondigd, vierde men den volgenden Zondag deze beide gebeurtenisfen, door eene algemeene illuminatie en allerlei vreugdebedrijven. De Keizerlijken hadden nu , in geheel Belgien, 1 niet eene fterkte meer vaneenig aanbelang, dan al < leen Luxemburg en Namen. De eerstgenoemde ves- , ting was niet alleen voorzien van eene zeer talrijke bezetting, maar dewijl zij daarenboven gedekt wierd door de Armée onder bevel van den Prins van Hohenlohe-Kirchberg , zou het eene aanzienlijke legermacht vereischt hebben , om het beleg daarvan te onderneemen. Met Namen was het zo gunstig niet gefield. Het leger van Valence was tegen die ftad in vollen aantocht, en kwam ongehinderd tot Charleroi, 't welk de Keizerlijken op zijne aannadering verlieten. Hier wierden de Franfchen , gelijk overal, met veel gejuich door de Burgerij ingehaald, welke terftond de heerfchappij van het Oostenrijkfche Huis afzwoer, een nieuwe Regeering aanftelde, en den naam haarer ftad in die van Charle-furfambre veranderde. Van hier vervolgde dit leger zijne marsch, om zich te plaatfen tusfchen Namen en de Armée van Beaulieu , welke die vesting poogde te ontzetten , doch , na eenige kleine gevechten , zich gedwongen zag tot Huy terug te trekken. Valence thans de handen ruim hebben Z 3 de relu op te;en Natien. Komt te Charleroi. Verovert de ftad Na i men.  De Keizer, lijken weigeren hec Kasteel overtegeeven. IIoiihnlo- riE en Beaulieu poogen hetzelve te ontzetten. i IVO a ' 1 338 HISTORIESCH de, liet terftond Namen opeifchen, en na een weigerend antwoord was gegeeven, eenige bomben en houwitzers in die ftad werpen , waarop de Commandant aanbood dezelve aan de Franfchen over te geeven, mits deze zich verbonden, om daarin niet meer dan duizend man te leggen, geene brandfehattingen te eifchen, ook geene veranderingen in haare conftitutioneele Privilegiën te zullen maaken, en binnen de wallen geene batterijen tegen het Kasteel te mogen oprichten. Deze eifchen wierden al te famen afgeflagen, nadien Valence zich tot niets wilde verbinden, dan geenerhande maatregelen te zullen neemen, waardoor aan de Inwoonderen eenige ongelukken of nadeelen konden toegebragt worden , bij aldien dezelve niet noodzaaklijk. wierden gemaakt, ten einde Belgien door de Oostenrijkers te doen ontruimen. Op deze enkele belofte wierd de ftad, met de daarin zijnde wapenen en magazijnen, den a^Jien November aan hem overgeleverd; doch in het Kasteel lag eene bezetting van 4000 man , onder aan-, voering van den Generaal Moitell , die verklaarde, hetzelve tot het uiterfte te willen verdedigen. Ondertusfchen was de Prins van Hohenlohe, met het grootfte gedeelte zijner Armée , insgelijks' tot ontzet van de belegerde vesting opgebroken, en trachtte zich met het Corps van Beaulieu te verenigen , die het Franfche leger van nabij in het )og hield. Doch eene verfterking van 13000 man, loor dén Generaal Harville aangebragc , ftelde /alence in ftaat, om niet alleen deze vereeniging te  SCHOUWTONEEL. 339 'te beletten , maar ook aan Beaulieu flag te leve- N ren, en denzelven met een aanmerkehjk verlies aan g manfchappen, tot Marche terng .te drijven. Na dit gevecht wierd de belegering zo nadrukkelijk voortgezet, dat de overgave van het Kasteel w Namen reeds den zden December bij verdrag geschiedde, wordende de geheele bezetting krijgsgevangen ge- Aan een' anderen kant zettede Dumouriez z.jne ( overwinningen onvermoeid voort. Op deszelfs aan nadering, Boeg de Armée van Clairfait den weg in na Luik, wordende door de Franfchen van zo nabij gevolgd, dat, tusfchen de wederzijdfche troepen daaglijks kleine gevechten, meestal tot nadeel van de Keizerlijken, voorvielen, welke daarenboven nog aanhoudend, zeer veel volk door defertie verlooren, en zich eindelijk niet verre van inlegerden Deez' ftad en het kasteel wierden, met allen fpoed in ftaat van verdeediging gebragt, en dewijl zulks deed vermoeden , dat de Keizerlijken aldaar het uiterfte wilden afwagten, verlieten zeer veele Ingezetenen een land, 't welk men vreesde dat op het punt ftond om het tooneel- te zullen worden van eenen verfchrikkelijken oorlog. Dan ook hier verklaarde zich het krijgsgeluk, zeerfpoedig, ten voordeele van de Franfchen, die op deze marsch niet alleen groot gebrek leden aan mondbehoeften welke het leger agter na gezonden werden, alzo d Keizerlijken, op hunnen weg alles verwoest had den , maar ook inzonderheid aan kleederen en d Z4 noC ederlaag n Beau- eu. Ilairfait etireert na 'Mik. iVerwaards lij door de Franjchen gevolgd; i e  En na een hardnekkig gevecht gedwongen wordt dat liisdom te verlaa ten. De Frati' fchen trekken binnen Luik. Toeftand aJdaar. , i ( 1 £ c h v i n II 340 HISTORIESCH noodige bedekking. Zij tasteden niettemin het leger van Clairfait, den z7lien November, in de vermaarde vlakte van Rocou, aan. Hier boden de Keizerlijken, in den beginne, wel zeer moedige tegenweer, en de zege bleef een' geruimen tijd twijfelachtig, doch eindelijk drongen de Franfchen, met gevelde bajonetten, zo geweldig op derzelver gelederen in, dat de eerften , na eene menigte volks verlooren te hebben, het flagveld verlieten, en, in de grootfte wanorde, over de Maas , tot Herve, Aken, en voor een gedeelte zelfs verder , de wijk' namen , waarna de Franfchen binnen Luik trokken. In deze ftad , alsmede door het geheele Bisdom leerschte nog fteeds dezelfde geest van verdeeldheid, velke, in het laatst verloopen jaar, aanleiding had ;egeeven tot het inrukken van Rijkstroepen , ten inde de gereezen onlusten aldaar te dempen. De niddelen hiertoe aangewend , met het daarop geolgde Plakaat van kwijtfchelding , 't welk tevens en bevel inhield, om alle, die door eenige daaden, f gefprekken , de vrees voor toekomende onlusten ernieuwden, ten ftrengften te vervolgen (k), had eele misnoegde Ingezetenen doen befluiten hun Vaerland te verlaaten , en zich meerendeels te vereenigen et de uitgeweken Belgen, die in de foldij der Franfche Na- (*) Ziet Hifloriesch Schsuwtooneel voor 't jaar 179? . Deel, bladz. 332.  SCHOUWTOONEEL. m Natie overgegaan zijnde, de wapenen voor dezelve opgevat hadden. Ook de verkiezing, op den lóden Augustus gefchied, van den Graaf Francois Antoine de Mean , tot Prins Bisfchop , in plaatfe van den overleden Graaf van Hoensbroek, had in den ftaat der zaaken geene verandering te weeg gebragt, maar de verbittering van het grootfte gedeelte der Ingezetenen tegen de thans bovendrijvende , partij, was, federt dien tijd, aanmerkelijk toegeno"'rnen, zo uit hoofde van de gerechtelijke vervolgingen, welke veele hunner ondergaan hadden, als ter oorz'aake van de befcherming , door.de tegenwoordige B-egeering aan de Franfche Uitgewekenen verleend. Alle Steden , Vlekken en. Dorpen van dat land waren met de laatften zodanig opgevuld, dat dezelve tot een ondraaglijken last verftrekten voor de' Ingezetenen , die genoodzaakt wierden aan deze vreemde gasten, welker denkwijze met die der mees. te Luikenaar en geenzins ftrcokte , inkwartiering en onderhoud te bezorgen. Deze lieden, die, in zeer grooten getale, hun Vaderland hadden verlaaten, om dat zij zich niet wilden onderwerpen aan de aldaar ingevoerde nieuwe fchikkingen, doch verre af waren van door gelijke beweeggronden daartoe aangedreeven te zijn , nadien zij in gevoelens en vooruitzichten zeer merkelijk verfchilden , hadden meerendeels den laatften veldtocht bijgewoond, doch in denzelven zeer weinig roem behaald. Hunne belachelijke hoogmoed hac dezelve bij de Oostenrijkfche en Pruififche leger: Z 5 Se Menigte van Franfche Uitgewekenen. Die overal veracht, en uit de meeste Staatenver- dreeven zijnde;  SAX HISTORIESCH gehaat, en de wreedheden, door hun op den Franfchen bodem gepleegd, in de oogen zo wel van vrienden als van vijanden verachtelijk gemaakt. Aan de meeste Hoven , waar zij , in den beginne , zeer gunstig waren ontvangen , wierden zij thans met minachting overlaaden , en genoodzaakt diezelfde Staaten te ontruimen, waar men hun, kort te vooren, befcherming toegezegd en verleend hadde. De Koning van Sardiniën had, reeds in het begin van Oétober, bevel gegeeven, dat alle Franfche Uitgewekenen binnen twintig dagen uit Piemont moesten vertrekken. In het Aartsbisdom Mentz kreegen zij mede aanzegging, om zich niet langer dan tot den ijlen November aldaar te mogen ophouden, en in het Keurvorftendom Keulen was de §den Novemr ber tot derzelver vertrek bepaald. Te Coblentz, en in alle Steden en Dorpen van het Trierfche grond, gebied, waar zij, niet lang geleeden , hunne algermeene vergaderplaats hadden, wierd dezelven thans geen langer verblijf, dan van vierentwintig uuren, toegeftaan. De Hertog van Tweebruggen liet bij Publicatie afkondigen, dat zijne aangenomen onzijdigheid hem niet toeliet , eenige Franfche Uitgewekenen in zijne Staaten te dulden. Zij wierden wijders uit het Keurvorftendom Hannover, als ook uit het Hertogdom Cleef, en alle de overige Staaten des Konings van Pruisfen in Westphalen, gebannen , met bevel, dat de doortrekkenden zich niet langer dan twee dagen in dezelve mogten ophouden. Te Hamburg, en in verfcheiden andere Rijks- fte-  SCHOUWTOONEEL. 343 fteden , maakte men ten hunne opzichte zodanige bepaalingen , dat een lang verblijf aldaar zeer bezwaarlijk was geworden. Ook de Zwitzerfche Cantons, benevens de Zwabifclie en eenige andere Duitfche Kreitzen , weigerden aan hun eenigerhande fchuilplaats, terwijl de poorten van Regsnsburg en meer andere fted.n van Duitschland , voor hun gefloten bleeven. De Uitgewekenen , aldus de voorwerpen jn geworden van mededoogen en verachting, dwaalden^' meerendeels om in de diepfte armoede, en vertoon- ge den een tafereel van ellende , 't welk nauwlijks te befchrijven is. Die in de legers gediend hadden, wierden , op de terugmarsch uit Champagne, door de Pruisfifche foldaaten niet zelden mishandeld en geplunderd. Veele maakten , uit wanhoop, zelvé een einde aan hun leeven , terwijl andere, in kleine benden verdeeld, en na de Franfche Nationaale cocarde opgezet te hebben, onder voorwendzel van tot het leger onder Custine te behooren, hier en daar het platte land afftroopten , brandfchattingen eischten, en veelerhanden moedwil bedreeven. In de Oostenrijkfche Nederlanden was hunne [ toeftand niet veel gunstiger. Alle Uitgewekenen, ' die , van het begin der omwenteling af, in geen , werkelijken krijgsdienst waren geweest, gelijk mede \ derzelver vrouwen en kinderen, moesten, met het begin van October de ftad Luxemburg verhaten , en kreegen bevel, om, zonder uitftel zich te begeeven na het Limburgfche, of na andere plaatfen, waar zij de militaire operatien en het onderhoud der tros» een'zeer endigen ;(hnd raaken. loe dezel- 'e in de lost.'NeUrl. beïandeldvorden.  344 HISTORIESCH troepen niet belemmerden. De Inwoonderen van Namen , waarbij zich die van nog meer Belgifche fteden voegden, booden de Regeering fmeekfchriften aan, ten einde deze te verzoeken, dat zij hun verlosfen wilde van de menigte Uitgewekenen, welke zich in die fteden ophielden. Kort daarna kwam te Brusfel een Keizerlijke Ordonnantie te voorfchijn, van den 23/^72 Oftober, inhoudende, dat alle Uitgewekenen , tot het leger der Franfche Prinfen behoorende, zich nergens zouden mogen ophouden, dan in plaatfen , tot de cantonnementen voor dat leger aangewezen , en , ingevalle van overtreding, dezelve als verftoorders van de algemeene rust behandeld zouden worden; dat wijders alle Uitgewekenen, van welken rang of ftaat zij wezen mogten, binnen agt dagen fchriftelijke opgave zouden hebben te doen van hunne naamen, beroep, tegenwoordige en voormaalige woonplaats, alsmede de naamen van derzelver dienstbooden en verder, huisgezin , met aanzegging, dat alle die geen huis of vaste verblijfplaats gebuurd hadden, of de geëischte opgave verzuimden , of zich veroorloofden witte cocarden of pluimen op de hoeden te draagen , binnen agt dagen na de afkondiging van dat bevel, de Oostenrijkjche Nederlanden zouden hebben te ontruimen. Wijders wierd alom een bericht aangeplakt, waarbij aan de Franfche Edellieden ten ftrengften wierd verboden, het zij onder elkander, het zij in openbaare huizen, eenig hazarnfpel te mogen fpelen, of eenigerhande gefprekken te houden over Staatkundige  SCHOUWTOONEEL. 345 ■ ge en Krijasgebeurtenisfen ; met daarbij gevoegde vermaaning, om, zo door hun gedrag, als onderworpenheid aan de wetten en gewoonten des Lands, zich de fchuilplaats waardig te maaken, welke zijne Majefteit de Keizer , benevens de Gouverneurs-Generaal der Nederlanden, in dezelve aan hun hadden toegedaan. Deze en meer andere foortgelijke maatregelen , ; hadden de meeste Uitgewekenen doen befluiten, om zich na het Bisdom Luik te begeeven , waar zij hoopten meerder vrijheden te zullen genieten. De Graaf van Provence had, federt eenigen tijd, zijn verblijf aldaar genomen op het Kasteel la Neuvfille, werwaards de Graaf van Artois hem fpoedig volgde. Toen de Franfche Generaal Valence tegen ■Namen aanrukte, ontving het Corps Uitgewekenen, 't welk, omtrent 5000 man fterk, onder bevel des Hertogs van Bourbon, en den Graaf van Egmont, daaromftreeks had gelegen, bevel, om insgelijks na het Bisdom Luik te vertrekken, waar hetzelve nauwlijks was aangekomen , of deze en alle de overige Uitgewekenen wierden uit den Krijgsdienst ontflagen, behalven vier regimenten, welke in Keizerlijke foldij overgingen. Dewijl de meesten aldus genoodzaakt waren na een goed heenkomen om te zien, moesten veele behoeftige Edellieden zich getroosten . als gemeen foldaat bij de Oostenrijkers dienst te neemen , terwijl de overigen de komst hunner over winnende voormaalige Landgenooten vreezende, ns Engeland of Holland vertrokken. Di 3e meesen begee;en zich na iet Bisdom Luik. Waar zeer veele van hun uit den den krijgsdienst ontflagen worden.  De Bisfchop , me de Leden van het Dom-Kapittel en Franfche Prinfen ne men de vlugt. Proclamatie van Dumouriez. i 1 y i ( 346" HISTORIESCH t De Prins Bisfchop , met het geheele Dom-Kapittel, en alle die aan de Regeering verknocht waren , alsmede de Franfche Prinfen , verlieten mede dit land, op de aannadering der Franfchen, welke door de overige Ingezetenen, die, terftond naden aftocht der Keizerlijken, de wapenen wederom opvatteden, met blijken van de levendigfte blijdfchap, en onder allerlei vreugdebedrijven, verwelkomd , en als derzeiver verlosfers aangemerkt wierden. Dumouriez liet hier , terftond na zijne aankomst , door eene Proclamatie aan het volk bekend maaken, dat hij gekomen zijnde om den Prins-Bisfchop te verdrijven, thans, uit naam der Franfche Républiek, verklaarde , dat de fouvereiniteit alleen aan het volk toebehoorde, en hetzelve nadruklijk zou worden bijgeftaan, ten einde de banden te verbreeken, welke dit gewest weleer aan het Duitfche Rijk verbonden; vermanende het volk wijders, om uit deszelfs midden alle driften en zaaden van verdeeldheid te verbannen, en, voor eeuwig, alle onderfcheidingen te vernietigen, welke zo ftrijdig waren met de grondbeginzelen van Gelijkheid, dat het zich moest haasten , met de vruchten te plukken van deszelfs onvervreemdbaar recht, om mede te werken tot het naaken van zijne eigen Regeeringsvorm; dat de Ingezetenen, bij voorraad, Magiftraaten behoorden te >enoemen , tot handhaving der algemeene order, vervolgens zich te vereenigen in grondvergaderin;en, en overgaan tot het verkiezen der Leden voor ene Nationaale Conventie, van welker deugden en be-  SCHOUW TOONEEL. 347 bekwaamheden, zo hij zeide, het toekomend lot van hun Vaderland zoude afhangen. Dit laatfte gefchiedde zonder de minste opfchud- D ding, als zijnde het Luikfche volk, over 't alge- 1;C meen, zeer vergenoegd met zijnen nieuwen toeftand. d Men befioot, dat de Nationaale Conventie zou be- S ftaan uit honderd en twintig Leden, waartoe de ftad Luik twintig Afgevaardigden, en alle de overige Gemeenten , in dertien Wijken verdeeld , honderd Afgevaardigden benoemen zouden. Alle die, het zij uit misnoegen tegen de Bisfchoppelijke regeering, of uit hoofde der plaats gehad hebbende vervolgingen, het Land verlaaten hadden, wierden thans teruggeroepen, en in hunne bezittingen herfteld, terwijl de algemeene toejuiching hunner Medeburgeren dezelve, wegens de ondergaane ballingfchap, eemgermaate fchadeloos ftelde. In de meeste Belgifche Provinciën en Steden, ging het, met de invoering der nieuwe fchikkingen, ongelijk minder vreedzaam toe. In de verbeelding, dat de Franfchen de oude Priviligien, waarmede de meerderheid der Ingezetenen ten fterkften was ingenomen, doch waarop de Souverein zo dikwijls inbreuk gemaakt hadde, in alle opzichten handhaven , en bevestigen zouden, had men dezelve bij hunne komst, overal met blijdfchap ontvangen. Dewijl zij daarenboven , ten aanzien van het volk, zich gehee anders gedroegen dan de Oostenrijkers, de Burger; niet den minften overlast aandeeden, en de ftrengfti krijgstucht onderhielden, was het Gemeen met de zei e Luikhe bsnneïgen wor;n terug sroepea. Minzaam gedrag der Franfchen in de Oost. Ned.  Waarin bijna alle (leden nieuwe Vertegenwoordigersverkooren worden. 348 HISTORIESCH zeiven zeer wel in zijn fchik, en verwonderde zich niet weinig over hunne ongedwongen levenswijze, waarvan men, onder eene geregelde krijgsmacht, noch nimmer het voorbeeld gezien hadde. De Franfche Generaals , Officieren en Soldaaten, noemden zich onderling broeders, en fpijsden te famen, zeer gemeenzaam , aan dezelfde openbaare tafels , alzo men geenerhande onderwerping der Gemeenen aan hunne Officieren eischte , dan wanneer de troepen onder het geweer (tonden. Hoewel veele foldaaten, de iiraaten nacht en dag , vrolijk zingende, omzwierven , bedreeven zij echter geenen moedwil, en wilden zelfs niet dulden, dat de een Burger den ander beledigde. De nieuwigheid van dit verfchijnzel, gevoegd bij de afkondiging, in alle Franfche legers gedaan, dat ieder, het zij Officier of Soldaat, die zich aan eenige ongeregeldheden fchuldig maakte, of de Priesters in hunne openbaare Godsdienst-oefeningen hinderde , terftond eerloos verklaard, en aan de Vierfchaaren des Lands zou overgeleverd worden, doch bovenal de herhaalde verzekeringen , dat de Franfche Natie geene wetten aan de Ingezetenen van Belgien wilde voorfchrijven, maar aan het volk zelve overliet , om zijnen toekomenden regeeringsvorm, na eigen welgevallen, te regelen, gaf zo veel genoegen aan de Burgers over 't algemeen, dat dezelve, in meest alle fteden , Antwerpen nogthans uitgezonderd , overgingen tot het benoemen van provifioneele Vertegenwoordigers, die zo lang het bewind zouden voeren,  SCHOUW TOONEEL. 319 ren, tot de OoUenrijkfche legers uit geheel Belgien en het Land van Luik verdreven waren , waarna men eene Nationaale Conventie zou bijeen roepen, ten einde het nieuw Staatsbeftuur vastteftellen. Het duurde echter niet lang, of men begon de Franfchen als gevaarlijke vijanden van den Roomfchen Godsdienst te befchouwen, ter oorzaak, dat zich dezelve zeer afkeerig betoonden van alle geweetensdwang, bijgeloof en dweeperij. De Geestelijkheid , voor het gevaar beevende , van eerlang haare fchatten te zien aantasten , hefte de alarmkreet aan, zeggende, dat de Franfchen alleen waren gekomen om de oude Conftitutie te vernietigen, met welker val , ook te gelijk de Roomfche Godsdienst ftond uitgeroeid te worden. Zij nam diensvolgens haaren geheelen invloed te baat, ten einde het volk aantezetten, om voor de handhaaving der Blijde Iukomften, oude Privilegiën en vastgeftelden Godsdienst , te waaken. Hierbij kwam, dat de grondbeginzelen van Vrijheid en Gelijkheid , welke de Franfchen, bij alle gelegenheden, poogden voortteplanten, in geenen deele ftrookten met de ArifiO' cratifche denkwijze der voomaamfte Ingezetenen. Het viel dus hard voor den Adel en de meeste Grooten, die langen tijd aan het openbaar bewind deel gehad hadden; de eerften, om niet alleen het kusfen van Staat te verlaaten, maar ook afltand te doen van derzelver wapenfchilden en andere rangtekenen ; de laatften, om te moeten afzien van de ia* komften en voordeden, welke aan hun voormaalig 1792. II. D. II. St. Aa Ampts« Men be- ;int misïoegen teren de Franfchen >ptevatten. t Welk ïange- tookt ivordtdoor le Geeste* ijkheid. Den Adel.  En Deken! der Gilden Het volk te Bergen eischt de bivvaaring zijner oude Conltitutie. Waarover Afgevaardigden na Brusfel worden gezonden. Antwoord van den Generaal MoRETON. ' 35° HISTORIESCH Amptsbeftuur gehecht waren. Zelfs de Dekens der Gilden en Ambachten in de Hoofdlieden , konden het de Franfchen niet vergeeven , dat zij genoodzaakt zouden worden, hunnen post, als Vertegenwoordigers des volks , vaarwel te zeggen ; en alle die tot de evengenoemde klasfen behoorden, deeden onvermoeid hun best,.om een geduchten aanhang te maaken, ten einde den gevreesden flag te verhoeden. Aldus duurde de eerfte vervoering van blijdfchap flechts een' korten tijd, en weldra zag men, in de mee^e fteden, ruim zo veele misnoegde, als vergenoegde Ingezetenen. Te Bergen in Henegouwen, waar men de heerfchappij van Oostenrijk het eerst had afgezwooren , en in welke ftad de Franfche grondftellingen van Vrijheid en Gelijkheid onherroepelijk aangenomen fcheenen , eischte een gedeelte van het volk, reeds weinige dagen daarna., op eene zeer onftuimige wijze , de bewaaring zijner oude Conftitutie, waartoe men hetzelve, door aangeplakte biljetten, had opgeroepen. De nieuw aangeftelde Reprefentanten, onvermogend om hun gezag te doen gelden , zonden twee Afgevaardigden na Brusfel, aan den Generaal Moreton, als Commandant van Braband en Henegouwen, ten einde aan hem de eifchen van het volk voorteftellen. Deze was van geroeien, dat men hetzelve met geweld moest noodhaken , om zich aan de gemaakte fchikkingen te onlerwerpen. „ De Franfche Natie," zeide hij, „was , weigenegen opofferingen te doen, ten einde aan „ de  SCHOUWTOONEEL, 351 de Belgen hunne vrijheid te verzekeren , maar ti zou ook itandvastig alle kabalen verijdelen, waar" door bijzondere perfoonen hun eigen Despotis" mus, op de puinhoopen van dat van het Huis '„nn Oostenrijk, wilden vestigen. Daarenboven had Dumouriez hem uitdrukkelijk gelast, de tegenwoordige gefteldheid van zaaken , tegen alle „ aanvallen der vijanden van Vrijheid en Gelijkheid, " te handhaven j men moest dienvolgens de buiten» „ fpoorigheden beteugelen, welke het volk , door „ fcheurmakers misleid, tegen de Beltuurderen van „ Bergen begaan mogt , en zodanige verleiders m „ hechtenis doen neemen. Deze raad wierd ook terftond opgevolgd, en zodra waren niet de oproerigften gevat, of de openbaare rust was , door de geheele Provincie van Henegouwen, zeer fpoedig wederom herlteld. In Braband liepen de onlusten vrij honger. De thans ontbonden Staaten hadden in hunne Vergaderzaal, eene Afte nagelaaten , waarbij zij tegen alles protefteerden, wat de nieuwe Volksvertegenwoordigers , welker aanfteliing zij onwettig verklaarden, mogten goedvinden te onderneemen. • Vervolgens wierd te Brusfel, van wegens dezelfde Staaten, een bericht aangeplakt , dat deze den Aden December, op het Stadhuis, als de gewoone plaats hunner zit* tin-en, vergaderen zouden, ten einde de pacht dei Tolhekken te vernieuwen , en tot onderhoud van de openbaare wegen aanbeltedingen te doen. Hol ' zeer deze daad van gezag op zichzelven onuitvoerAa 2 W De Staaten van Braband protefteeren*  Het volk Brusfel tegen de Franfchen opgezet. Alle onwettigeVolks-vergaderingenverboden. Het giaauw wordt oproerig. j 1 i j 35* HISTORIESCH lijk was, en de Vergadering op den voorfchreevea tijd geen plaats hadde , behielden de Staaten, zo wel als de Adel en de Geestelijkheid, nogthans zeer veel invloed op het volk, en fpaarden noch geld , noch andere middelen van overreding, om hetzelve tegen de Franfchen aantehitzen. Ook de aanhangers van van der Noot, die zich nu Staatsgezinden noemden , en , insgelijks het behoud der oude Conftitutie begeerden , begonnen de hoofden wederom optefteeken, houdende, aan onderfcheiden plaatfen, geregelde bijeenkomften, in welke over de algemeene aangelegenheden wierd geraadpleegd. Hun gedrag liep eerlang zodanig in 't oog, dat Dumouriez alle vergaderingen yan dien aart ten fterkftan verbood, welke, zonder verlof van de provifioneele Volk-vertegenwoordigers, waren aangelegd, terwijl deze , bij eene Publicatie , lieten afkondigen, dat men de Brabandfche cocarde, welke door veele lieden opgezet was , moest afleggen , en ieder Inwoonder zich van eene driekleurige Franfche cocarde te voorzien hadde. Men nam wijders nog andere maatregelen, tot handhaving van de openbaare rust, 't geen echter niet beletten kon, dat het ^raauw zich zeer oproerig gedroeg, en niet alleen ;ew|ld pleegde aan de huizen van eenige bekende rSonfkisten, maar dezelve zou geplunderd hebben, ;o de Franfchen zulks niet gewapenderhand belet ladden. De nieuwverkoozen Maire Simon , die n de voorige omwenteling, een der ijverigfte Voncisten was geweest, wierdt met de lantaarnpaal bedreigd .  S C H O U W T O ON E E L. 355 dreigd, en was genoodzaakt zich onder de onmidbaare befcherming van Dumouriez te begeeven. Na het vertrek van dat Legerhoofd, namen de onlusten binnen Brusfel dag aan dag toe. De Godsdienst verftrekte inzonderheid tot dekmantel voor dezelve, en de vrij zwaare contributie , aan fommige rijke Ab lijen opgelegd , gaf de Geestelijkheid nieuwe aanleiding , om het volk in den waan te brengen, als of de Godsdienst groot gevaar liep. Te zeiver tijd ijverden ook de Staatsgezinden, ten einde de Burgerij op haare zijde te trekken, waartoe men zich bediende van eene menigte piakfchriften en boekjes, welke overal aangeplakt en rijkelijk uitgeftrooid wierden. In deze beftempelde men de Vonckisten, van welke Walkiers, Balsa, Simon, en verfcheiden andere, bij naame genoemd wierden, gelijk mede alle die de Staaten van Braband als de wettige Vertegenwoordigers des volks niet erkenden , met de naamen van Koningsgezinden en heerschzuchtige verraaders, die vóór, in, en na de voorige omwenteling, alle waare Vaderlanders vervolgd, zo veele onfchuldige menfchen vermoord, en zo dik wijls de algemeene rust geftoord hadden, maar ziel nu tot verdeedigers van het volk wilden opwer pen, hoe zeer dezelve aan de belangen van het Hui van Oostenrijk verknocht waren, en door den Kei zer bezoldigd wierden. Het leugenachtige van dez onbefchaamde taal, liep zulke Burgeren , die maa eenigzints verlicht waren, al te veel in 't oog, omzie hierdoor te laaten misleiden. Deze waren van h< Aa 3 t ")e onlus» en vermeerderen. Men poogt de VonckiS' ten ver dacht te maaken. i r h :t i-  334 HISTORIESCH Het volk wordt bijeengeroepen om de Staaten var Braband te herftellen. Voorzorgen door den Commandantgepoinen. Die de eifchen van het volk weigert. tegendeel te wel overtuigd, en hadden de vervolr gingen nog niet vergeeten , welke de Vonckisten , ten tijde der overheerfching van van der Noot, ondergaan hadden. Zodanige gefchriften , waarin tevens het volk van Brusfel wierd opgeroepen, om, op zekere aangewezen plaats, bij elkander te komen, ten einde onderling den eed van vereeniging afteleggen , de Staaten , benevens den Raad van Braband. te herftellen, en, des noods, de wapenen tot verdeediging der oude Wetten, Privilegiën en Conftitutie optevatten, maakten dus alleenlijk een' diepen indruk op het ligtgeloovig graauw, dat hierdoor fteeds oproeriger begon te worden. Dit noodzaakr te den Commandant Moreton, om hier en daar, in de ftraaten, kanon te planten , nacht en dag te laaten patrouilleeren, en eene zeer nadruklijke Pror clamatie tegen alle famenrottingen uittevaardigen, waarin hij de Burgeren waarfchouwde tegen de aanflagen dier trouwlooze beroerders, welke belang hadden in dezelven te misleiden. Ongeacht deze Proclamatie, vergaderde nogthans eene groote menigte volks op de beftemde plaats. Moreton , door eenige gewapende Franfchen verzeld, begaf zich mede derwaards, en vroeg de aanwezenden , wie de hoofden en beleggers van dat werk waren ? Deze traden daarop te voorfchijn, en eischten van hein de herftelling hunner oude Conftitutie, 't geen hij niet alleen weigerde , maar hij toonde hun ook de ongerijmdheid van dien eisch aan, waarna hij de menigte gelastte, om oogenblik^ ke.  SCHOUWTOONEEL. 355 kelijk uit elkander te gaan. Vervolgens liet hij de En voomaamfte hoofden der Staatsgezinden voor zich ^ ontbieden, aan welke hij , op een' zeer ernft.geii, g toon, verzekerde, dat bij aldien binnen Brufe, het minfte oproer ontftond, hij zich niet vernaaien zoude op het Graauw, maar oP de aandookers van hetzelve, welke, met het verlies van hunne hoofden, daarvoor boeten zouden. Te Leuven verdeelde zich de Burgen] , zo haast V de Keizerlijken waren uitgetrokken in twee Partijen, waarvan de eene de Brabandfche, doch de andere de Franfche cocarde opzette en tusfchen welke een vrij hloedig krakeel ontfton , dat zeer erge gevolgen kon gehad hebben, zo de Franfchen niet inmiddels binnen de ftad gekomen waren. Dumouriez liet de beflechting van dit gefchil over aan een Officier, Brunot genaamd, dien hij tot Commandant aanftelde. Deze deed terftond de Ingezetenen oproepen, om tot de verkiezing van derzelver prov ftoneele Magiftraat bijeen te komen ; doen al ras vernomen hebbende, dat de meerderheid afkeeng was van de veranderingen, welke, in de tot hiertoe plaats gehad hebbende regeeringsvorm, gemaakt zouden worden, liet hij de vergadering bijna even fpoeeig wederom afzeggen. De Staatsgezinden kwamen nogthans bijeen , en beflooten zich te houden aan de oude Wetten en Conftitutie van Braband, mede aan den Roomsch-catholijken Godsdienst; wijders , om geene andere perfoonen voor oerzelver wettige Reprefentanten te erkennen , dan de drie de >fden Snats:indenlieigd. erdetld:den te ;uvcn. Waar de Staatsgezinden tegen alle veranderingen in de Confli-. tutie pro^tefteeren.  Derzelver Woelingen, alsmede die der Geestelijkheid. Eenige I rtistver- . Hoorders worden In 1 hechtenis 2 genomen. n g Verkiezing van Volks- j vertegenwoordigers g< te Mwher w ien, ge 356 HISTORIESCH Staaten van Braband, benevens derzelver Magiftraatprotefteerende dienvolgens tegen alles , wat door" iemand, wie het 00k mogt wezen , ftrijdig met de oude Conftitutie zou kunnen ondernomen worden. Van deze verklaaringen het protest, wierd terftond eene Notarieele Acle opgemaakt, en dezelve aan de nog met ontflagen Magiftraat aangeboden. Vervolgens deelde men ook te Leuven, onder het volk, boekjes uit, waarin hetzelve wierd opgeroepen om zyne Magiftraat, benevens de Hoofdheden der Gtldens, tot het handhaven der oude Conftitutie, van den Roomfchen Godsdienst, en der Blijde Inkomfte, te noodzaaken, en geene verandering in eemgerhande misbruiken te dulden, dan met de vereenigde toeftemming der drie Hoofdlieden , Leuven Brusfel en Antwerpen. ,De Geestelijkheid fpeelde' wederom hierin een zeer voornaame rol, en weldra -vas het gemeen daardoor zodanig opgewonden, dat ?eep bekend Vonckist langer voor deszelfs woede '"lig was. De Commandant Brunot maakte noghans een fpoedig einde aan de ongeregeldheden , ^elke hieruit voortkwamen, door eenige der werkaamfte rustverftoorders te doen vatten, en dezelve a het Kasteel van Valenciennes te laaten overbren:n. 1 In Mechelen en fbmmige andere -Brahanifche fte■n , ging men over tot het verkiezen van Verte^woordigers, zonder dat daarbij aanmerkelijke bergingen plaats hadden. Geheel anders was het Held te Antwerpen , waar men algemeen beweerde,  SCHOUWTOONEEL. 357 de, dat de toekomende welvaart des Lands ten IV eeuemaale van het behoud der oude Conftitutie af- * hing, mits alleen het eenhoofdig gezag daaruit wierd t< weggenomen. De Hoofdlieden van de Poorterij , P Wijkmeesters, en Dekens der Ambachten, verzetteden zich dienvolgens, uit alle macht, tegen het beleggen van Volksvergaderingen, en verklaarden, uit naam des gezamentlijken volks, van begrip te zijn, dat de gevestigde Conftitutie , van alle tijden , het geluk der Natie uitgemaakt hebbende, in haare volle kracht behoorde te blijven , als zijnde het ten uiterften gevaarlijk , eenige veranderingen daarin te maaken, behalven, dat ten aanzien van de Uitvoerende Macht , iets naders behoorde vastgefteld te worden. Het ging in de overige Provinciën bijna even eens ] toe, als in Braband, behalven dat het verkiezen van * proviftoneele Volksvertegenwoordigers, in de meeste ; fteden , bijzonder in die van Vlaanderen , minder i tegenkanting ontmoeteden. Nogthans gelukte het de Staatsgezinden te Gent, om deze, na hunne aanftelling, bij het gemeen haatelijk te maaken, 't welk aanleiding gaf tot een geweldigen oploop, waarin het Graauw, onder veele bedreigingen , derzelver afzetting eischte, roepende, dat de Staaten de eenige Reprefentanten van het volk waren. Dit oproer wierd niet geftild, dan na de Franfche bezetting in de wapenen was gekomen, en zevenendertig van de voornaamfte belhamels gevat hadde, waaronder verfcheiden Edellieden en Priesters , die zich tot hoofden Aa 5 en [en ver- ;t zich laitegerj : slritwer',n. ll Vlaanderen, enz. intmoer, uiks minler tegenlahting. Dploop te Sent. iVaar 37 perfoonen gevat worden.  DüMOU- kiez geeft een adres aan de Belgifche Ka tie. Gevolgen ) daarvan te Brusfel. 355 HISTORIESCH en aanvoerders van het volk hadden opgeworpen. Dumouriez begreep zeer wel, dat alle deze onlusten en tegenkantingen alleen moesten toegelchre-, ven worden aan den invloed, welken de Geestelijkheid, de Adel, en de voormaalige Regeering, nog fteeds op het Belgisch volk hadden behouden. Dit ipoorde hem aan , om een uitvoerig en wel opgefteld adres aan hetzelve in 't licht te geeven, waarin hij het volk zeer nadruklijk aanried , om. zich van zijne oude vooroordeeien, inzonderheid ten aanzien van de Priesters , te ontdoen , de in wezen zijnde Conftitutie te verwerpen , en te kiezen tusfchen vrijheid offkvernij, tusfchen zijne eigen Souvereiniteit, of het Despotismus van eenen meester, tusfchen eene Volksregeering of eene rustelooze 'Ai ïftocratie , zeggende: „ Dat bet thans deszelfs lot „ in zijne eigen handen hadde, en, of wijslijk ge„ bruik ging maaken van het tegenwoordig tijdftip „ van Vrijheid , ten einde eene Republiek te vor„ men , welke gegrond was op het natuurlijk recht, „ of haar te verliezen, door zijne gebrekkige Cou„ ftitutie te behouden (/)." -— Dit ftuk maakte weinig indruk op de groote menigte. Toen hetzelve te Brusfel , in de Sociëteit der Vrienden van Wijheid en Gelijkheid, wierd voorgeleezen, was de Zaal opgevuld met Staatsgezinden, die niet ophielJen de voorleezing daarvan te ftooren, door allerlei teCO Bijlage LXXIX.  SCHOUW TOO NE E L. 359 tekenen te geeven van volftrekte afkeuring, gelijk mede door het aanhoudend geroep, van Vivat de Staaten! Vivat de oude Conftitutie! Eindelijk begon de meniste zo oproerig te worden, dat men om militaire hulp moest zenden, door welke eenige der voornaamfte aanleggers van dit bedrijf gevat wierden, doch door de ftads foldaaten, onder welker bewaaring zij gefteld waren, terftond wederom wierden losgelaaten. Ook te Antwerpen verwierp A men niet alleen het adres van Dumouriez , maar J overal waar hetzelve aangeplakt was, werd het door ^ het volk afgefcheurd, en met voeten getrapt.' Gelijke ^ minachting .betoonde men daarvoor in verfcheiden d andere fteden, welke tevens protesten inzonden, tegen alles, wat door de nieuw verkoozen Reprelentanten, ten nadeele van de oude Conftitutie, kon verricht worden. Deze aanhoudende tegenkantingen, deeden de Franfchen zeggen, dat de Belgifche Natie nog met rijp voor de Vrijheid was; 't geen ook op het talrijkfte gedeelte van dezelve, met zeer veel recht, kon toegepast worden , hoe zeer , in alle fteden, eene menigte verlichte en onafhanglijke Burgeren, even fterk ijverden voor het invoeren der Franfche grondbeginzelen, als de Staatsgezinden voor het behoud hunner oude Conftitutie. De verbitteiing tusfchen twee zo verfchillend denkende partijen, zou, aan veele plaatfen , dikwijls tot daadlijkheden zijn uitgeborsten, zo de Franfche krijgsmacht de Staats- ls ook te \ntyver>,n. n in meer idere fteen. 5e Repre- entanten /an eenige [t }den zenHen Afgegevaaroigden na Parijs.  Bun verzoek aan de Nat. Conv. Antwoord daarop gegeeven. 36o HISTORIESCH gezinden, benevens het Graauw, niet had in toom gehouden. Terwijl deze hunne afkeerigheid van het nieuw regeeringsftelzel bij alle gelegenheden aan den dag leiden, zonden de Volksvertegenwoordigers van Brusfel, Gent, Doornik, Bergen, en meer' andere fteden, Afgevaardigden na Pa,ip, om de Nationaale Conventie dank te zesgen voor het herftel van derzelver vrijheid, en haar te verzoeken, reeverdere gerust ftelling van het misleid gedeelte der Na. ie opentlijk te willen verklaaren, dat de Franfche Republiek zich met de Belgen en Luikenaars had verbonden, en geénerhande verdrag met eenige Mogendheid dacht te fluiten, zonder dat daarbij de onafhanghjkheid der beide Natiën erkend en verzekerd wierd; beloovende, dat, zo haast dit gefchied was, terftond 40,000 Belgen de wapenen opvatten , en zich bij de Franfche legers voegen zouden. - Ongeacht het zeer gunstig onthaal, dat deze Afgevaardigden wedervoer , wierd nogthans aan hunne begeerte niet voldaan , nadien dezelve alleenlijk ten antwoord kreegen: „ dat de Conventie reeds plech„ tig verklaard hebbende, alle volken , nu en voor „ altoos, te zullen bijfhan, welke hunne Vrijheid „ begeerden, men zulks als eene toereikende verze„ kering behoorde aantemerken, dat 'er voor geen „ bedrog of verraad, van de zijde der Franfche Na„ tie, te vreezen was; dat, voor het overige, de „ Conventie met leedwezen de vooroordeelen be„ fpeurde , welke nog fteeds in Belgien beersch- „ ten,  SCHOUWTOONEEL. 361 , ten, en men eerst moest trachten dezelve uitte°, roegen .alvooréns de Vrijheid op duurzaame groud„ (lagen kon gevestigd worden." Deze vooroordeelen, en verdeeldheid tusfchen de 1 Ingezetenen, w.aren ondertusfchen de eenige zwaarigheden niet, waarmede de Franfchen in de Nederlanden te worftelen hadden. Hunne legers waren zeer aanmerkelijk verminderd, zo door de menigvuldige gevechten , als doordien een groot getal Vrijwilligers , die Hechts voor een' bepaalden tijd hadden dienst genomen, en nu dagten dat hun Vaderland gered was , dezelve thans verlieten. Hierbij kwam het gebrek, waaraan de troepen zeer dikwijls blootgefteld waren. Dumouriez , die zulks aan verwaarloozing van den kant des Oorlogsministers toefchreef, hield niet op daarover klagten intebrengen, en dreigde eindelijk zijn ontflag te zullen neemen, indien, binnen agt dagen, geene verandering in het verzorgen van zijn leger wierd gemaakt. Hij klaagde niet" minder over het belluit van den Uitvoerenden Raad , om den vijand overal te vervolgen . 't geen hij, uit hoofde van den flegten flaat zijnet Armée, en na zo veele uitgeflaane vermoeijenisfen, volflrekt onuitvoerbaar verklaarde. De Conventie volhardde niet te min bij het eenmaal genomen^ befluit, om den veldtocht geduurende den winter voorl te zetten, en gaf de Heiligde bevelen , zo om hel leger van Dumouriez ten fpoedigllen te verderken als om hetzelve met geld en al het benoodigde t< voorzien. Zij zondt daarenboven vier Gedeputeer dei >taat der Franfche egers. Klagten van Dumouriezover het verwaarloozen van dezelve. 1  De Nat. Conv. zendt Ge deputeer den na di Nederlanden. De Keizer lijke Le ger hoofden verzoekennogmaals om ftilftand van wapcnan. 't. Welk door Du- MOUillEZ wordt verworpen. Die deKei zerlijken noodzaakt de Provincie Limburg te omruimen. 362 HISTORIESCH den derwaards , waaronder Danton en la Croix j _ twee zijner vertrouwdfte vrienden, met iast, om den ftaat der Armée opteneemen, tot het voortzetten der ; krijgsverrichtingen behulpzaam te wezen, en, in de Nederlanden allés ten genoegen van de Volksgezinde partij te regelen. Na het gevecht bij Luik, was de Keizerlijke Hoofd-armée over de Maas getrokken, met oogmerk om de Provincie Limburg te dekken, terwijl Beau* heu, met een afzonderlijk Corps, na het Luxem. burgfche marcheerde , 't welk door den Franfchen Generaal Valence bedreigd wierd. Meer dan eens waren, door de Oostenrijkfche Legerhoofden , de dringendfte aanzoeken tot een ftilftand van wapenen 4 al ware het flechts voor agt dagen, gedaan, doch deze telkens door Dumouriez verworpen, die verklaarde, dat hij na geenerhande voorflagen kon luisteren , voor en aleer de Keizerlijken over den Rhijn terug getrokken waren. De aankomst van een goed getal verfche troepen , ftelde den Franfchen Veldheer kort daarna in ftaat , om hen , na een zeer hardnekkig gevecht, op den aden December, van de hoogtens bij Vervier te verdrijven, en den Generaal Clairfait hierdoor te noodzaaken, om het geheele Land van Limburg, benevens de ftad Men te ontruimen. Zijn leger, 't welk, bij het begin van den veldtocht in de Oostenrijkfche Nederlanden s in een zeer geduchten ftaat was geweest , en ook dat grondgebied niet verhaten hadde, dan na het* selve aan zijnen vijand , als het ware voet voor voetj  SCHOUWT O ONEEL. 36J voet, betwist, doch ook alom de fpooren van verwoesting en roofzucht nagelaaten te hebben , was tot minder dan de helft gefrnolten , en trok thans terug tot tusfchen Gulich en Keulen, in welke laatfie ftad Clairfait zich meester maakte van het Arfenaal, als hebbende zeer veel van zijn gefchut in verfcheiden gevechten , doch vooral op dezen aftocht , moeten agterlaaten. Door de aldus aangenoomen ligging, aan den linker oever van den Rhijn, behield dit leger de gemeenfchap open met dat gedeelte der Pruisfifche Armée , 't welk , onder bevel van den Prins van Hohenlohe , het Keurvorstendom Trier dekte. Dumouriez oordeelde het niet raadzaam hetzelve daar ter plaatfe te vervolgen, maai vergenoegde zich de Keizerlijken, van tijd tot tijd, te doen ontrusten , waardoor wel geduurige fchermutzelingen, tusfchen de wederzijdfche troepen, voorvielen , doch welke niets afdeeden. De Veldheer ontfchuldigde dit gedrag, 't weikin Frankrij) ten flerkften afgekeurd wierd, met den zwakken ftaa van zijn leger, dat te Luik , Aken , en daar om ftreeks, geheel werkeloos bleef, hoe zeer hetzelv onlangs verflerkt was geworden door 15,000 man uitmaakende het leger der Ardennes , 't welk ge cantonneerd lag in het land van Stablo, Malmedij Spa, Vervier en Hüy, raakende aan zijnen rechte vleugel, terwijl een Corps van tien duizend man onder den Generaal Harleville , de Maas, va Givet tot Namen bezet hield , en het Noordeli; leger, flerk agttien duizend man, na de bemacht g» En tusfchen Galick en Keulen post te vatten. Politie der wederzijdfche legers. t' r » n k i- g  Het be\ over het Noordeli leger aan Miranda gegeeven Die Roei monde ir neemt, e eenige Pruisjlfch Staaten on der brand fchatting legt. Misnoegen der Belgen, over het invoeren des Asfif■aaten. 364 HISTORIESCH ging van het Kasteel te Antwerpen, zich des noods met zijne Armée had kunnen vereenigen, el Dit laatde wierd van hem tot een geheel ander | oogmerk gebruikt. Een gefchil, tusfchen Dumouriez en la Bourdonnaye ontdaan, was oorzaak, dat deze als Commandant na Rijsfel gezonden, en het bevel over het Noordelijk leger opgedragen wierd aan den Lieutenant-Generaal Miranda , een Spanjaard uit Mexico, en gunsteling van Dumouriez, die hem gelastte daarmede de Keizerlijken uit Roermonde te verdrijven, en vervolgens de daaraan grenzende Pruisfifche Staaten onder brandfchatting te • dellen. Miranda volvoerde dit bevel, zonder erj gens de minde tegenweer te ontmoeten, alzo de be_ zetting van Roermonde , die dad , voor zijne aan; komst, reeds verhaten had. Van daar verfpreide. den zich de Franfchen doof geheel Pruisfisch Gelderland en het Vorstendom Meurs , alsmede door een gedeelte van het Hertogdom Cleef, waar zij ruim 600,000 guidens aan brandfehattingen ophaalden, van welke de dad Crevelt alleen, 225,000 guldens moest betaalen, waarna zij op Roermonde wederom terug trokken, hatende den roem na, van zich overal zeer wel gedragen te hebben. Het invoeren van Franfche Asfignaaten, leide den grond tot nieuw misnoegen in de Oostenrijkfche Nederlanden, waar de Ingezetenen, evenals die van veele andere Landen, zich gemaklijk aan dit papieren geld zouden gewend hebben, zo niet eene groo- ■ te menigte valfche Asfignaaten te zeiver tijd in om- loop  SCHOUWTOONEEL. 3^5 loop waren gekomen, van welke men onderftelde, dat dezelve buiten 's Lands vervaardigd , en herwaards gebragt wierden, ten einde de echte Asfignaaten, door dit middel, haar credit te beneemen. Deze omftandigheid bood den Staatsgezinden eene gunstige gelegenheid aan , om het volk, tegen de onlangs ingevoerde fchikkingen, nog meer optezetten. Hierbij kwam het Decreet der Nationaale Con- / ventie van den 15de» December 0h), dat even min j aan de verwagting voldeed van de meerderheid der c Belgifche Natie, als aan haare provifioneele Vertegen- < woórdigers, welke hetzelve niet alleen aanmerkten als ftrijdig met de hun toegezegde vrijheid en fouvereiniteit des volks, en met de Proclamatie van Dumouriez, bij zijne intrede in de Nederlanden gedaan , maar waarin zij ook zelfs het voornemen meenden te ontdekken , om de volken, onder den fchijn van aan deze hun'ne vrijheid te bezorgen , ten eenemaale aan de grondbeginzelen en befluiten der Nationaale Conventie te onderwerpen. De Provincie Henegouwen , welke de eerfte was geweest, mét de Oostenrijkfche heerfchappij aftezweeren, en Afgevaardigden na Parijs te zenden , ten einde de Conventie, voor de aan haar gefchonken vrijheid, plechtig dank te zeggen, liet haar thans, door dezelfde Afgevaardigden onder 't oog breugen , dat het genoemde Decreet, in geenen. deele overeenkomftig was met den eerbied, welke zij bij andere gelegenheden voor de fou- ve» (jni) Zist bladz. 262. 1702.ll. D. II. St. Kb .ismede ver het leereer, er Nat. ^onv. van 5 üec. Waarover Afgegaardigde uit de Provincie Henegouwenzich beklaagen.  Doch 't welk doo andere Af gevaardigden van daar goed gekeurd wordt. Aankomst van de eerfte zeefchepen te Antwerpen. 366 HISTORIESCH vereiniteit des Volks had betuigd ; dat het deszelfs geheiligdfte rechten openbaar aanrandde , en alles om verre wierp, wat de Vergadering van Volksvertegenwoordigers, tot hiertoe, opgebouwd hadde. Men voegde daarbij nog meer andere drangredenen, en eindigde met een zeer dringend verzoek, om de uitvoering van het Decreet optefchorten. Dan, eer [ nog de Conventie hierover iets befliste , verfcheenen te Parijs andere Gedeputeerden uit deze Provincie, die afgezonden waren door de Sociëteit der Vrienden van Vrijheid en Gelijkheid te Bergen, ten einde aan de Nationaale Conventie de blijdfchap en het genoegen des volks, over hetzelfde Decreet, te betuigen, 't welk zij zeiden te befchouwen als' de fterkfte borstweering voor de fouvereiniteit des volks, waardoor aan de Ariftocratie de laatfie flag was toegebragt, en uit dien hoofde verzogten , dat de Conventie haar Decreet, op voordracht van fommige Leden der algemeene Volks-vertegenwoordigers van Henegouwen, niet zoude intrekken. Dewijl deze taal met de oogmerken der Conventie beter ftrookte , wierd ook aan hun verzoek terftond voldaan, en befloten, dat hetzelve in alle deelen zeer ftiptelijk zou agtervolgd worden. Te Antwerpen, waar men het Fransch fregat de Ariël , met nog zes andere ten oorlog uitgeruste fchepen, welke de eerfte vaartuigen waren , die, federt bijna anderhalve eeuw, onmiddelbaar uit zee die ftad hadden mogen naderen, den ijlen December had zien binnen komen , en deze gebeurtenis, als  SCHOUWTOONEEL. 367 als de eerfte vrucht van het openen der Schelde, met veelerlei vreugdebedrijven gevierd hadde , vereenigden zich de Staatsgezinden hoe langer hoe meer met de aanhangers van van der Noot , en fpanden gezamentlijk alle krachten in , om de drie Orden van Staat op het kusfen te houden. Met be-'" hulp der Geestelijkheid, die niets verzuimde, wat J dienen kon , om het vuur van tweedracht aante- 1 blaazen, had men weldra de meeste Gilden overge- 1 haald , tot het inleveren , aan den Breeden Raad , van eene verklaaring , waarin deze betuigden, dat het de eenpaarige wensch en begeerte der Ingezetenen was, om te leeven als een vrij volk , en beftuurd te worden volgens de aloude Conftitutie van den Lande van ^Braband , behoudens dat over de Uitvoerende Macht nader zou befchikt worden. De Burgerij maakte diensvolgens weinig haast met het benoemen van haare Vertegenwoordigers ; en toen dezelve eindelijk daartoe overging, viel haare keuze j meestal op zulke perfoonen , die blijken gegeeven , hadden van hunne af keerigheid van de Franjehe grond- ' beginzelen. Nauwlijks hadden deze den eed aan het , volk afgelegd, of zij protefteerden, in den naam van hetzelve tegen het Decreet van den 15de» December, met daarbij gevoegde verklaaring, dat zij geene andere, dan de federt lang in Braband gavestigConftitutie begeerden aan te neemen. Verfcheiden Steden, Vlekken en Dorpen , volgden dit voorbeeld na, waartegen de Volksvertegenwoordigers te Brusjel, het genoemde Decreet in hunBb 2 ne Vaar de 'erdeeldleden getadig toeeérnen. De Burge» ij verkiest iaare Veregen-_voordi»ers. Velke teren het De:reet van den ï^den Oec. pro:edeeren. Hetzelfde Decreet ta Brusfel afgekondigd.  36S HISTORIESCH Oproerige beweegin gen aldaar. Strenge Publicatie tegen dezelve. Dumouriez verzet zich mede tegen hetzelve. ne ftad lieten afkondigen, en het aldus in den beginne fcheenen goed te keuren. Het duurde echter niet lang , of derzelver vergaderingen wierden telkens geftoord , en zij zelve gehoond door eene menigte onrustige lieden ; zelfs ging 'er bijna geen dag voorbij, of men zag aldaar oproerige famenrottingen van het Graauw, dat onophoudelijk fchreeuwde om het behoud van zijne Staaten en der oude Conftitutie, en alle degenen met plundering, zelfs met den dood , dreigde, die zich tegen deszelfs begeerte durfden aankanten. Dit ging ten laatften zo verre, dat de provifionetle Reprefentanten eene Publicatie lieten afkondigen , waarbij de doodftraffe wierd vastgefleld, tegen die die de handen durfden fiaan aan eenige in bediening zijnde Volksvertegenwoordigers, met oproerige oogmerken in derzelver vergadering verfcheenen, of deel namen in eenigerhande complotten, welke ftrekken konden om de gewezen Staaten in hun voormaalig gezag te herftellen , als wordende zulks , in die Publicatie, een misdaad genoemd van beledigde Nationaale Majefteit, •aangezien gebooren Reprefentanten, bij geene mooglijkheid, beftaanbaar konden wezen met de fouvereiniteit des volks. ^ Dumouriez gaf zelve niet weinig voedzel aan het hand overhand toeneemend misnoegen, nadien hij opentlijk verklaarde, dat het Decreet van den isden December regelrecht aandruischte tegen zijne Proclamatie van den yden November, en alle middelen beloofde in 't werk te zullen Hellen, om hetzelve te doen  SCHOUWTOONEEL. 369 doen herroepen. Hij fchreef daarover aan de Na- E tionaale Conventie , van welke hij tevens verlof * vroeg, om na Parijs te mogen komen, tot herftel- t< ling, zo hij zeide, van zijne gezondheid , die hij k voorgaf, door de vermoeijende bezigheden van den afgeloopen veldtocht, veel geleden te hebben, alsmede, om aan de Conventie zijne bedenkingen, zo ten aanzien van eene betere inrichting en verzorging der legers , als van de middelen om de Belgen in de hun aangeboden Vrijheid fmaak te doen krijgen, voor te leggen; doch eigentlijk met geen ander oogmerk, gelijk hij naderhand , in zijne Memorien, zelve bekende, dan om, ware het mooglijk, de op- , fchorting van het rechtsgeding tegen Lodewijk den XVI., deszelfs bevrijding uit zijne gevangenfchap, en het herftel der vernietigde Monarchie, te bewerken. Het gedrag , door Hit Legerhoofd , tot hiertoe, in Belgien gehouden, was, in veele opzichten, zeer dubbelzinnig. Hij verzuimde niet , zich , in alle zijne Proclamatien, de waare vriend en befchermer van het Volk te noemen, en hetzelve zo veel mooglijk te vleien, terwijl de van hem aangeftelde Commandanten in de Hoofdlieden , zich ondertusfchen zeer gehaat maakten, door eene ftrenge handelwijze en veelerhande knevelarijen. Sedert zijn leger de Oostenrijkers had verdreeven, en meerendeels in het Bisdom Luik, benevens de Provincie Limburg gecantonneerd lag, was bij hetzelve de krijgstucht bijna geheel verwaarloosd, en de buitenfpoorigheden, Bb 3 wel- n vraagt ;rlof om i Parijs '. mogen amen. Zijn dubnelzinniggedrag. De krijgstucht onder zijne troepen verwaarloosd.  370 HISTORIESCH Andere be lchuldigingen tegen hein. Slegte handelwijzevan twee Commisfarisfen der Nat. Conv Nader Proclamatievan Dumouriez. welke zijne troepen hier en daar bedreeven, gaven dikwijls aanleiding to.t bloedige' tooneelen. Men heeft hem naderhand te last gelegd , dat hij zelve de oorzaak was van de flegte verzorging zijner legers, waarover hij nogthans onophoudelijk klaagde, als ook van de zeer aanmerkelijke defertie onder dezelve; dat hij de Nationaale Vrijwilligers had aangezet , om verfcheiden Kerken en Kloosters uitteplunderen, en het volkomen eens was met de twee Commisfarisfen der Nationaale Conventie, Danton en la Croix , die niet ophielden het misnoegen der Belgen te vermeerderen, door beflag te leggen op de Nationaale en Geestelijke goederen, de openbaare inkomften aan zich te trekken,en het beduur over 's Lands penningen geheel alleen in handen te neemen. Zo haast Dumouriez verlof verkreegen had, om het leger, voor een' korten tijd, te verlaaten, (lelde hij het bevel daarover in handen van den Generaal Valence , en fpoedde zich na Brusfel, waar hij terftond na zijne aankomst, nogmaals eene Proclamatie aan de Belgen deed afkondigen , welke voor zijn vertrek uit Luik reeds opgemaakt, en ria alle fteden verzonden was, waarin hij dezelve vermaande , om de Grondvergaderingen, tot het benoemen van Kiezers voor de Leden der aanflaande Nationaale Conventie, zo ras mooglijk te beleggen, en de ftad Aalst, in Vlaanderen, tot het houden der algemeene Vergadering beftemde , voegende daarbij de noodige voorfchriften, wegens de wijze, hoedanig men in dezen behoorde te werk te gaan , als ook  S'CHOUWTOONEEL. 37» .,on hpr getal haarer Leden (n). ook ten aanzien van het geui \ en zelfs begonnen de provilioneeie ivcpi van d uad, welke, tot nog toe, alle maauege- « len o Dumouriez voorgefchreeven , nauwkeu*g opgevolgd hadden, thans,een ander gedrag aan e neemen. Deze ftelden een adres op aan de FranL Nationaale Conventie, tegen haar Decreet van , JZ "sten December, waarin zij poogden te bew, , Zn, dat hetzelve een wezenlijke aanval was oP ( te Belgifche vrijheid, en de grootfte tegenftnjdigh id in de aedaane beloften en daarop gevolgde daaden, behefsde ; herinnerde haar wijders aan de S e 'beloften , bij verfcheiden gelegenhe daan , van hoegenaamd geene aanfpraak te willen maaken op het recht van overwinning, maar de B oe ers Vrienden en Bondgenooten te zullen zijn v alle volken, die derzelver vrijheid begeerden daar het nogthans klaarblijkelijk was, dat, zo tnen in Frankrijk dwangwetten decreteerde welke in BeLn moesten ingevoerd worden, of het beftuur der Belgifche Reprefentanten afhanglijk dacht te ma* ken van de Franjche Republiek, zulks de fouvexeiniteit des volks ten eenemaale den bodem in 1 gebiedende taa floeg, en niets anders, dan als geu van eenenoverwinnaar, kon aangemerkt worden g (n*\ Bijlage LXXX. W . LXXXI. Bb 4 :ran delg in het drag der eprefennten van rusjel. felke oorftelngenoen aan le Nat. 2onv. teren haar Decreet van 15 Dec. I t  En een protest t gen hetzi ve inleveren. Het beleggen der' grondvergaderingengeeft te Brusfel aanleiding tot een nieuw oproer. 37* HISTORIESCH . Mf dk adres' waarbÜ nadruklijk protest ge, ,,. yoegd was tegen het genoemde Decreet, 20 van de Volksvertegenwoordigers te Brusfel (p) , als die van Antwerpen en verfcheiden andere Brabandfche (teden, wierden, zonder tijdverzuim, Afgevaardigden gezonden aan de Nationaale Conventie, welke reeds m zo verre haar Decreet veranderd hadde, dat ook Geestelijke, Adelijke , en andere bevoorrechte perfoonen, even gelijk recht van Remming en verkiezing zouden hebben, als alle overige Burgeren , mits aivoorens den eed op de Vrijheid en Gelijkheid afleggende, en van alle derzelver voormaalde bijzondere voorrechten Schriftelijk afftand doende. Irtusfchen was ook Dumoluuez na Parijs vertrokken, en de Grondvergaderingen moesten, volgens zijn bevel, den 29ften December te Brusfel geopend worden. Daags te vooren had men eene menigte oproengegefchriften, onder het volk uitgedeeld, waarin hetzelve nogmaals wierd aangezet, om geene andere Vertegenwoordigers te erkennen , dan de drie Staaten van Braband, de oude Conftitutie , wetten en gebruiken te agtervolgen en te handhaven en zijn ftem aan geene andere perfoonen te geeven dan aan waare voorftanders van de oude Conftitutie' D.t bragt al ras de bedoelde uitwerking voort ' vant toen de Grondvergaderingen geopend zouden gorden, ten einde voor ieder van de eenentwintig Mjken, ,n welke de ftad verdeeld wierd, twee Kie- C/0 Bij^ge LXXX1I.'  SCHOUWTOONEEL. 373 zers te benoemen, weigerden de aldaar bijëen gekomen Burgeren den aan hun voorgefchreeven eed af le leggen, zeggende, geen anderen eed van getrouwheid te willen doen, dan aan de gewezen Staaten, aan van der Noot en van Eupen; vervolgens wierden alle die hiermede niet inftemden, met geweld uit de vergadering verdreeven, en, onder een woest gefchreeuw , alleen voor zodanige perfoonen gedeind , die voor de heetfte aanhangers van van der Noot bekend (tonden. Men bragt zelfs eene menigte van ftemmen uit, ten behoeve van dit verachtelijk voorwerp, hoewel federt een geruimen tijd in ballingfchap omzwervende, alsmede voor den Advokaat van der Hoop , een zeer berucht oproermaaker, die onlangs in hechtenis was genomen, en meer andere perfoonen van dien aart , terwijl het opgeruide Graauw , bij geheele benden, door alle Wijken van de ftad rond liep, roepende, dat men eene goede Conftitutie had, en de Staaten van Braband de eenige Vertegenwoordigers waren , welke het volk begeerde. Deez' dag zou zonder plondering en bloedvergieten niet geëindigd zijn, zo niet de Franfche Commandant de geheele bezetting in de wapenen had doen komen , en in de ftraaten , hier en daar, gefchut geplant hadde. Inmiddels bleeven de provifioneele Reprefentanten dien geheelen dag vergaderd, en deeden, na de zaaken in diervoegen waren afgeloopen, een Proclamatie., in den naam des fouvereinen volks, afkondigen , waarin zij de Burgerij onder 't oog Bb 5 brag- Proclamaïie van de Volks-reprefetuantén.  m HISTORIESCH Inde meeste Provinciën en Steden houden de onlusten aan. bragten: „ dat de Franfdien gebruik hadden kunnen maaken van het recht van verovering, doch ver„ zekerd hadden zulks niet te zullen doen, dan al„ leen, ingevalle men de fouvereiniteit des volks ver„ wierp, en aldus afftand deed van de aangeboden „ Vrijheid en Gelijkheid; dat eene ongelukkige par„ tijzucht het Decreet der Nationaale Conventie van „ den i$den Decembar reeds had voortgebragt, en „ men niet te min , in plaats van de Nationaale „ fouvereiniteit in de Grondvergaderingen te beften„ digen, de broederlijke uitnoodiging der Franfchen verworpen, de handhaving eener ongerijmde Ari' „ floeratie ingeroepen en bezwooren', en den eed „ op de Vrijheid en Gelijkheid verworpen had, ten „ einde het Despotismus en de flavernij te bezwee- ren. Zij protegeerden dienvolgens tegen deze „ fchennis, aan de Vrijheid, Gelijkheid, en Natio„ naale Souvereiniteit toegebragt; en dewijl zulks „ de Ingezetenen bloot ftelde , om , bij recht van „ verovering, als vijanden van de Frnfchen te wor„ den behandeld , verklaarden zij alle aanleggers , „ medewerkers, en begunstigers van dusdanige aan„ vallen, voor verraaders van bun Vaderland (5)." Dewijl ook te Antwerpen , Leuven, Mechelen, en in verfcheiden kleiner Steden, de onlusten in geenen deele verminderden , en , bij het houden der Grondvergaderingen, zulke oproetige beweegingen voorvielen, dat de Generaal Moreton genoodzaakt was, (?) Bijlage LXXXIII. '  SCHOUWTONEEL. 375 was, tot ftilling van dezelve, troepen derwaards af te zenden, was de Volksgezinde partij in Braband. niet weinig beducht, dat de Franfche Nationaale Conventie wdligt decreteeren zoude , om die provincie als een overwonnen land te behandelen , en onder zwaare brandfchatting te leggen. Om dezen gevreesden flag aftekeeren, zonden de provifioneele Vertegenwoordigers te Brusfel affchriften van hunne evengemelde Proclamatie aan derzelver Afgevaardigden te Parijs , en gaven daarvan insgelijks kennis aan den Generaal Valence , ten einde zijne tusfchenkomst te verzoeken. In de Provinciën Namen en Limburg, vertoonde zich de geest van Anfiocratie, even als in Braband, onder allerlei gedaanten en men verzette zich aldaar, met geen minder ijver te*en al 't geen door de Franfchen was voorgefchreeven. In Vlaanderen, Henegouwen en Door- B nik wierden , integendeel , de Grondvergaderingen ^ zeer geregeld gehouden, en de keuze van het volk „ viel doorgaans op Burgeren, die de ijverigfte voor- e ftanders waren van eene Volksregeenng ; zelfs fcheen de meerderheid der Ingezetenen met ongenegen, om zich met Frankrijk ten naauwften te vereenigen. Deze verdeeldheden deeden te Weenen allengs de i hoop herleven , dat men deze fchoone Provinciën ; nogmaals tot onderwerping zou kunnen brengen, . indien Hechts de Franfche -genoodzaakt konden worden, dezelve weder te ontruimen. In dat vooruitzicht, liet de Keizer eene verklaaring afgaan met opzicht .5: ïhalven Vlaan•ren , He'gouweni Doorik. ferklaaing van len Keiier, ten lanzien van de Oost. Neierl.  376 HISTORIESCH zicht tot de Oostenrijkfche Nederlanden , in welke hij de herftelling beloofde van alle derzelver rechten en vrijheden , benevens eene algemeene kwijtfchelding, met de verzekering, van zich eerlang, in eigen perfoon, na de Nederlanden te zullen begeeven, ten einde met de drie Staaten in onderhandeling te treden, over al 't geen tot bevordering van de rust en het geluk dezer Provinciën mogt ver-, eischt worden (r). VEREENIGDE NEDERLANDEN. October—December, Aanhoudende verdeeldheden. Even als de denkwijze der Ingezetenen , in alle landen van Europa, ten aanzien der Franfche zaaken , zeer merkelijk verfchilde, zo was het ook in dit Gemeenebest, waar de voorftanders van het tegenwoordig regeerings-ftelzel niet alleen ten flerkften afkeurden, wat tot bevestiging der onlangs vastgefielde Republikeinfche Conftitutie in Frankrijk was, en nog dagelijks wierd ondernomen, maar ook veelal hun best deeden , om de Franfche Natie , door allerlei middelen, gehaat te maaken; waartegen de bij haar ingevoerde grondbeginzelen van Vrijheid en Gelijkheid, door eene menigte van Burgeren, zo bij monde als in gefchrift, opentlijk verdeedigd wierden. 00 Bijlage LXXXIV.  SCHOUW TOONEEL. 377 den. Dewijl men hierbij, van weerszijden, zelden de gematigdheid in het oog hield, maar beide partijen even fterk voor hunne verlchillende gevoelens ijverden, moesten de federt lang plaats gehad hebbende verdeeldheden daardoor onvermijdelijk toeneemen , 't welk dan ook aanleiding gaf, dat de Staaten van Holland en Westfriesiand , om in de nadeelige gevolgen te voorzien, welke, te eenigertijd, hieruit konden voortkomen, den uden Oclober eene aaufchrijving lieten afgaan aan de Officieren, Burgemeesteren en Regeerders van de fteden hunner Provincie , ten einde de nauwkeurigfte toezicht te neemen op de handelingen en gedragingen van alle perfoonen, van welke men vermoeden kon, dat zij, door woorden of daaden, aanleiding gaven tot het ftooren van de openbaare rust, of het oogmerk hadden om eenige verandering te maaken in de vastgeftelde regeeringsvorm der Provincie ; mitsgaders tegen de zodanigen, indien het Ingezetenen waren die zich daaraan fchuldig maakten , overeenkomftig te handelen met de Wetten en Placaaten van den Lande, bijzonder die van den uden December 1787. en iden Oftober 1788 , alsmede van het Plaeaat var kwijtfchelding van den iSden Februafij deszelvei jaars; doch vreemdelingen zijnde, deze terftond, ei buiten vorm van rechtspleeging , de inwooning 0 verblijf binnen hunne ftad te ontzeggen , onvertnin derd nogthans de Actie, welke men vermeende, ui dien hoofde tegen dezelve te moeten inftellen. Ora v"oorzorren door de Staaten van Holland daartegen genomen. 1 1 t f t  Aanfchrijving deswegens aan de fiajjuwen, enz. ( 8 A I t I O V V M ]V te m ze te! ra tij ee vil vo ge roi 3?8 HISTORIESCH Om dezen maatregel nog meer klem bij te zetten, wierd wederom, den zóflen van dezelfde maand\ allen Baljuwen, Drosfaarden, Schouten enz., aangefchreeven , dat Hunne Edel Groot Mogende den Procureur-Generaal der Provincie bijzonder aanbevolen en gemachtigd hadden, om derzelver befluit van len iiden Ocïober ftiptelijk te onderhouden, en te loen onderhouden. Zij wierden dienvolgens gelast, an den Procureur-Generaal kennis te geeven van He zaaken en gebeurtenisfen, in derzei vet Diftrift oorvallende, welke hun eenigzins mogten toefchijen , het zij dadelijk of in derzelver gevolgen , te unnen ftrekken tot verftooring van de rust van dit -and, of om eenige verandering te maaken in de arfpronglijke en wettige regeeringsvorm der Proincien , of van den Staat over 't algemeen; ook Doral zorg te dragen, dat, geduurende de tegenoordige omiTandigheden , welke Hun Ed. Groot log. genoodzaakt hadden tot het neemen van buingewoone voorzorgen , alle Herbergiers en Logeenthouders, door de vreemdelingen, welke bij dehun intrek kwamen neemen, een billet te doen tenen, inhoudende derzelver naamen, woonplaats, ig, beroep , de plaats van waar gekomen , den i welke zij dagten te blijven, en aanwijzing van ïige perfoonen, het zij daar of elders in de Proicie, bij welke zij bekend waren; alles op flraffe or de Herbergiers en Logementhouders, dat, in/alle van verzuim , de uitoefening van hun be:p aan dezelve zou verboden worden; eindelijk, om  SCHOUWTOONEEL. 379 om met de uiterfte zorgvuldigheid acht te geeven op alle reizenden, het zij met de fchuiten of op de gewoone postwagens , de Schippers en Koetziers noodzaakende, van de perfoonen, welke zij voeren, eene uitduiding te geeven, alsmede een nauwkeurig verhaal van alles , wat men ten hunnen opzichte , zo veel de welleevendheid toeliet, zou kunnen ontdekken , bijzonder of die perfoonen dikwijls heen en weder reisden, en of onder dezelve zich bevonden , die, wegens de laatfie onlusten, het land verhaten hadden. Het verval der Zeemacht van dezen Staat, waarover reeds zeer lang, en met zo veel nadruk, was geklaagd, fcheen thans eenigermaaten te zullen verholpen worden, nadien Hun Hoog Mogende befloten , ten einde fteeds een genoegzaam getal bekwaame Zee-officieren, Schippers, Stuurlieden en Kanonniers in dienst te hebben, een vast Corps van zes compagnien, of 840 man , Scheeps-arülleristen opterichten, 't welk verdeeld zoude zijn in drie divifien, ftaande ieder onder het bevel van een' Vlagofficier, en het geheele Corps onder dat van eenen Luitenant Admiraal. Wijders wierd de rang van Commandeur of K"pitein-Luitenant ter Zee , wederom herfteld, en goedgevonden;, dat op den aanftaanden ftaat van oorlog , te beginnen met den ijlen Januarij 1793, de volgende tractementen voor Zee-officieren, als een vaste post, zouden gebragt worden: Aan Oprichting van een vast Corps Zee-artilleristen. De rang van Commandeurter Zee wordt herftjld.  38o HISTORIESCH Eenige Uitgewekenen hou den, bij den Uit voerenden Raad in Frankrijk aan, op de vervulling van voormaalige beloften. Aanfpraak van eene Deputatie uit dezel ven, aan Aan 62 zo Vlag-officieren als Kapiteins, ieder, 's jaars . ƒ 720 guhL ■ 62 Kapitein-Luitenants of Commandeurs . ƒ 450 —■* 62 Luitenants van de eerfte Klasfe ƒ 360 > 190 Luitenants van de tweede Klasfe ƒ 300 —- 36 Schippers, en een gelijk getal Stuurlieden . ƒ 150 ■ met verdere bepaaling, dat de Vlag-officieren en Kafiteinen , het evengemelde traétement genietende, daarvan niets zouden trekken, wanneer en zo lang zij in Commisfie waren , doch waartegen alle de overigen dit traétement, benevens hunne gewoone grgie, zouden blijven behouden. De gunstige keer, welke de oorlog ten aanzien van Frankrijk had genomen, beurde niet weinig de hoop op van eene menigte voormaalige Ingezetenen der Republiek, die, ingevolge de omwenteling van 1787, hun Vaderland hadden verlaaten, of uit hetzelve gebannen waren , en zich meerendeels , federt dien tijd, in Frankrijk hadden opgehouden. Deze lieten niet na , bij den Uitvoerenden Raad ten fterkften aantedringen op de eindelijke vervulling van de belofte, door het Fransch Minifterie, in vroeger tijden aan dezelven gedaan, en waarmede men naderhand nog aanhoudend hunne verwagtingen geftreeld had. Bij gelegenheid dat eenige Commisfarisfen der Nationaale Conventie, in het begin van November, te Duinkerken kwamen , wierden dezelve opgewagt door eene  SCHOUWTOONEEL. 3$ eene Deputatie van een vrij groot gejal dezer Uit- < gewekenen, die aldaar en in andere Noordelijke fte- j den hun verblijf hielden, en ook ten deele in Fran- i [eken krijgsdienst getreden waren, welke aan dezel- ; ven onder 't oog bragten: „ dat , hoe ongelukkig „ zij ook in hun eigen Vaderland , door hunne „ liefde voor hetzelve, waren geworden , zij ech„ ter niet hadden willen aatsfelen, op het oogen„ blik waarin de Franfchen, hunne Broederen, de „ zaak der Vrijheid ter harten namen, de wapenen „ weder optevatten, ten einde dezelven daarin be„ hulpzaam te wezen ; en dewijl zij hoopten, te „ eeniger tijd in hun Vaderland , Vrijheid en Be„ zittingen, zegepraalend herfteld te zullen worden , „ zij niet anders konden doen, dan den bijftand van „ hunne braave Franfche Medeburgeren , en dus „ ook van derzelver Vertegenwoordigers, aftefmee„ ken." Het antwoord , door één der Commisfarisfen op deze aanfpraak gegeeven, was zeer merkwaardig: „ De Hollanders," zeide hij, „ zijn ons „ voorgegaan, en hebben ons den weg tot de Vrij„ heid aangeweezen. Wij zijn gelukkiger geweest „ met de Pruisfen te verdrijven , dan gij lieden , „ doch de Franfchen hebben u verraaden. Ik word „ fchaamrood , wanneer ik daaraan denke; maar „ wijt zulks niet aan de Natie , het was de daad „ van een trouwloos Minifterie, van eenen eerloo„ zen Erienne : doch de tijd nadert , dat gij in „ zegepraal zult worden herfteld , en dat wij de „ Vrijheid bij u lieden planten zullen." 1792. ILD.1I.St. Cc Wei- Ie Com- nisfaris(en Ier Nat. Zom. te Juinker:en. Merkwaardig antivoord op dezelve.  Men begint den oorlog met Franki ijk te vreezen. Engeland belooft de getrouwe nakoming van het alli antie-trac taat van 1788. Publicatie ,tegen de menigte 382 HISTORIESCH Weinige dagen laater volgde het Decreet der Nationaale Conventie, waarbij deze aan alle volken, welke trachten zouden derzelver Vrijheid te herneemen , hulp en broedeifchap beloofde (Y), 't geen, te famen met haar Decreet wegens de vrije vaart op de Schelde, als het voorteken van eenen nabijzijnden oorlog met de Republiek bcfchouwd wierd. De ongerustheid, welke daardoor bij de Stadhouderlijke partij ontftond , verdween eenigermaaten, door de verzekering, dat men, in allen gevalle, zich verlaaten kon op den bijftand van Engeland , en ook ongetwijfeld op die der tegen Frankrijk verbonden Mogendhedeu. Want op denzelfdun dag, aan welken de Franfche Uitvoerende Raad tot de opening der Schelde befioot, gaf Lord Aucklaind , buitengewoon Amba.sfadeur en gevolmachtigd Minister van zijne Grootbrittannifche Msjefteit, eene Memorie in den Haag over , waarin hij de Staaten Generaal, uitnaam des Konings, vermaande, met aanhoudende oplettendheid en ftandvastigheid alle poogingen te beteugelen , welke tot ftooring van de binnenlandfche rust mogten ondernomen worden; met daarbij gevoegde verklaaring, dat de Koning alle bepaalingen van het alliantie traftnat van 178:), met de nauwgezetfte getrouwheid zoude nakomen (£). Intusfchen had de komst van veele duizenden vluchtelingen, zo Franfchen, als Brabanders en Luikers') Ziet bladz. 212. (O Bijlage LXXXV.  SCHOUW TOONEEL. 383 kenaaren , die zich alomrne over het grondgebied v der Republiek, bijzonder in de Generaliteits Lan- d den, verfpreid hadden, aanleiding gegeeven tot ver- \] fcheiden nadere Ordonnantiën , ten aanzien van de d aankomende of zich aldaar ophoudende vreemdelingen, van welke men rekende, dat, tusfchen den üften en zSften November, door Maaftricht alleen, 16-300 waren getrokken. Van den laaistgenoemden dag af, wierden geene dier vluchtelingen aldaar meer toegelaaten, na Hunne Hoog Mogende bereids, door eene Publicatie van den uden November, bevolen hadden, dat alle vreemdelingen in de fteden en plaatfen onder het gebied der Generaliteit, welke niet konden aantoonen in ftaat te zijn voor derzelver middelen van beftaan te zorgen , gehouden zouden wezen, om , uiterlijk binnen den tijd van vierentwintig uuren, van daar te vertrekken. Zo ras het Decreet wegens de vrije vaart op de Schelde en Maas was bekend geworden , trok het Britfche Minifterie zich deze zaak ten fterkften aan, en men twijfelde in geenen deele, of Engeland zou, ingevolge van de zo onlangs gedaane verzekering, de Republiek krachtdaadig behulpzaam zijn, in zich te verzetten tegen zodanige inbreuk op het uitfluitend recht, 't welk haar, door verfcheiden tractaaten, was verzekerd. De voorftellingen, bij de Uitvoerende macht in Frankrijk daaromtrent gedaan, waren echter vruchteloos, nadien deze beweerde, dat de loop der rivieren een gemeen eigendom zijnde van alle Landen, welke door derzelver wateren Cc a be- an vreemjlingen in e Generateits Lanen. Vruchte- looze voorftellingen van het Britsch Minifterie, tegen de vriie vaart op de Schelde.  Aankomst van twee Franfche kanoneer booten in den mond der Schelde. 384 HISTORIESCH berproeid worden', dienvolgens ook alle belemmeringen en hinderpaalen , welke de Koophandel en Scheepvaart, zo op de Schelde als'Maas, tot hiertoe hadden geleden, drijdig waren met het natuurlijk recht, 't welk de Franfchen gezwooren hadden te zullen handhaven; dat eene Natie , zonder onrechtvaardig te zijn, niet vermeenen kon eenig recht te hebben, om, bij uitfluiting van anderen, den uitloop eener riviere te bezetten, en aldus te verhinderen, dat de nabuurige Volken , welke aan haare boven-oevers grenzen, hetzelfde voorrecht genieten; dar dusdanig recht een overblijfzel was van de leenroerige flavernij, of, op zijn minst, eene haatelijke monopolie , welke niet dan door geweld kon vasrgedeld, of door het onvermogen toegedaan zijn , en dus, in weerwil van gemaakte overeenkomd^n, ten allen tijde herroepelijk bleef, gemerkt de Natuur even zo min bevoorrechte volken, als bevoorrechte bijzondere perfoonen, erkende; eindelijk, dat de roem der Franfche Republiek eischte, dat overal, waar zich de befcherming haarer wapenen uitbreidde, de Vrijheid herdeld , en de Dwinglandij verbrijzeld wierden (uj. Het was op deze gronden, dat de Franfche Natie haaren eisch , in het Decreet vervat, deed berusten, en waarvan zij vervolgens niet wilde afwijken. Inmiddels had men te Duinkerken eenige fchepen ten oorlog uitgerust, en na Oflende gezonden, om (») Ziet Bijlage LXVII.  SCHOUW TOONEEL. 3^5 om van daar verder na Antwerpen te ftevenen, ten einde het beleg van het Kasteel te onderfteunen. Van deze verfcheenen eerlang twee gewapende ka- Aai nonneerbooten voor den mond der Schelde, aan wel- mc ker Bevelhebber niet zo haast was te kennen gegee- we ven, dat die fchepen, volgens den inhoud der trac-wc taate'n, niet hooger mogten opzeilen, of hij liet dezelve , agter het aldaar geplaatfte wachtfchip , het anker uitwerpen , wagtende het antwoord af, dat Hunne Hoog Mogende zouden geeven op zijn verzoek wegens den vrijen doortocht, waarmede hij een Officier na den Haag had afgevaardigd. Dit antwoord beftond in eene formeele weigering. Zelfs IV de Keizerlijke Gevolmachtigde Minister, Graaf van £ Stahrenberg, was van gevoelen , dat de Staaten u Generaal zich behoorden te verzetten tegen den ge- « daanen eisch, en wel uit hoofde van derzelver aan- v genomen onzijdigheid, 't geen hij te kermen gaf bij eene Memorie (v) , welke in dezer voegen wierd beantwoord: „ Dat Hunne Hoog Mogende, federt ] het begin der onlusten tusfchen hei Huis van ',' Oostenrijk en Frankrijk ontftaan, fteeds de fliptr fte onzijdigheid in acht genomen, en altoos ge" tracht hadden , de plichten daarvan gepaard te " doen gaan met die vriendfchap en hoogachting, H welke zij zijne Keizerlijke Majefteit ten allen tij„ de hadden toegedragen; dat zij insgelijks begree" pen, dat het tegen de onzijdigheid zoude aanloo- pen, O) Ziet Bijlage LXXXVI. Cc 3 i welke doorhi geigerdrdt. [emorie m den eizerlij;n Minisxover dat nderrerp. in antroord van 1. H. M. vp dezelve.  386 HISTORIESCH Er komen nog meer gewapende fchepen bij de eerrte. Voor wel ke insgelijks de doortocht verzogt wordt. Maar, ongeacht het weigerend „ pen , indien gewapende Franfche vaartuigen de „ Schelde mogten opvaareu , om het Kasteel van „ Antwerpen vijandelijk aantetasten; dat zulks even„ eens Itrijden zoude met de in wezen zijnde trac„ taaten , en zij dus het verzoek van den Bevel„ hebber der twee Franfche kanonneerbootea niet „ hadden kunnen toeftaan , maar aan zijne Hoog„ heid, den Admiraal Generaal , verzogt hadden, ,, den Oflicier, bevel voerende over het wachtfchip ,, dat aan den mond van de Schelde was geplaatst, „ tegelasten, dien doortocht niet toetelaaten, maar „ den Franfchen Bevelhebber te kennen te geeven, „ dat de Schelde , ingevolge de tractaaten , voor „ Zeefchepen was gefloten." Ongeacht deze weigering, kwamen eerlang, te zeiver plaatfe, nog een Fransch fregat met verfcheiden andere gewapende vaartuigen, welker Bevelhebber op nieuw den doortocht na Antwerpen verzogt, uit aanmerking , gelijk daarbij gezegd wierd , van de goede overectiftemming, welke tusfchen de Republiek der Franfchen, en die der Vereenigde Nederlanden, plaats hadds , hoopende hij dienvolgens, dat men, van dezen kant , alle hulp en broederfchap aan de manfchappen van dat eskader verleenen zoude, ten einde derzelver vijanden te kunnen vervolgen ; hij betuigde wijders, geenerhande vijandelijkheden tegen dezen Staat te bedoelen , en dat hij ook geenfints gekomen was, met oogmerk om de Schelde te openen. Hoe zeer nu op dezen eisch hetzelfde antwoord wierd gegeeven, als. te vooren, en de Staaten  SCHOUWT'O ONEEL. 3^7 ten bij baar befluit bleeven , vervolgde nogthans én dit eskader zijnen weg, niet tegenftaande de daar, fc tegen gedane protesten , en kwam weimge dagen daarna voor Anvnrpen, waar hetzelve met veel gejuich wierd ingehaald. ' Het was inzonderheid toetefchrijven aan der, zwak- y ken ftaat , waarin de Republiek zich werkelijk be- J vond, als hebbende, in dat tijdrtip, maar zeer weinige ten oorlog uitgeruste fchepen, eene geringe en alom verfpreidde landmacht, en geene genoegzaame bezettingen in de frontleven , terwijl men ook vooreerst geene krachtdadige hulp van Engeland, maar nog minder van de afgematte krijgsmacht der verbonden Mogendheden , te wagten had, dat de Staat zich thans niet verzette tegen dezen inbreuk 0P de tractaaten, Ondermanen trok het Noordelijk leger der Franfchen , onder bevel van ^,anDA van Antwerpen na Roemende. De Generaal St'eustache, in bet laatst van November met de voorhoede in de nabijheid van Maaiïncht aangekomen zijnde, eischte insgelijks den vrijen doortocht door die vesting, voor 1500 man , benevens eenige artillerij, zeggende, dat hij hoopte, ut: hoofde van de goede verftandhouding welke tusfchen de beide-Natiën plaats hadde, men aan dat verzoek wel zon willen voldoen. Hiervan zond de Gouverneur Prins van Hesfen- Kas fel , terftond bericht na den Haag, en ontving weldra van wegens de Staaten Generaal, de ftelligfte bevelen, om met aleer den geëischten doortocht te weigeren , maar zelis, Cc 4 twoord o zein. wakle aat der .epublick. De Franfchen ei7 [chen een vrijen doortocht door Maastricht.  Tumouriïz wil Maastricht en Venlo in bezit neeinen. ; 't Geen hem door den UitvoerendenRaad ver ■1 boden i Wordt. 3^8 HISTORIESCH des noods, geweld met geweld te keeren. Men liet vervolgens , in allerijl , verfcheiden regimenten na Maaftrkht trekken, ten einde de bezetting daarmede te verfterken, terwijl tevens aan het Hof van Engeland hiervan kennis wierd gegeeven. Hoewel deze omftandigheid toenmaals geene verdere gevolgen had , nadien St. Eustache, na in eigen perfoon een bezoek bij den Prins van HesfenKasfel afgelegd te hebben , van den gedanen eisch afzag, en buiten het grondgebied der Republiek een brug liet flaan, om aldaar de Maas overtetrekken, had nogthans Dumouriez werkelijk het voorneemen opgevat, zo al niet om aan de Republiek den oorlog te doen verklaaren, ten minften Maaflricht en Venlo in bezit te neemen. Met dat oogmerk liet hij te Luik en Tongeren zeer veel zwaar gefchut bijeen brengen, en deed inmiddels zijn best, om den Uitvoerenden Raad van de noodzaaklijkheid van dusdanigen ftap te overtuigen, door denzelven te verzekeren, dat het, zonder Maaflricht in zijne macht te hebben, voor hem onmooglijk was de oevers van de Maas, benevens het land van Luik, te kunnen verdeedigen; andere oorlogen, zeide hij in zijne brieven, leverden voorbeelden genoeg op van diergelijke Rappen; men kon dus deze vestingen neemen en rooreerst behouden, onder verband, van dezelve, >p het einde des oorlogs te zullen wedergeeven. gijn voorftel wierd nogthans , door den Uitvoerden Raad , van de hand geweezen, welke hem ütdrukkelijk beval, de ftiptfte onzijdigheid , ten aan-  SCHOUWTOONEEL. 389 aanzien van de Vereenigde Nederlanden in acht te neemen. Deze weigering mishaagde het genoemde Leger- 1 hoofd, te meer, daar het .geen geheim meer was, , dat le Brun , toenmaalige Minister van buitenland- / fche zaaken, kort te vooren aan fommige Uugewe- f ken Nederlanders te Parijs verzekerd hadde , dat v de Franfche Natie alle poogingen zoude aanwenden, j ten einde hun zegepraalend in het Vaderland te doen wederkeeren, en dit zelfde ook gefchied was door de Commisfarisfen der Nationaale Conventie , aan de Uitgewekenen te Duinkerken, hoe zeer aan deze . belofte niet kon voldaan worden , zonder met de Republiek in openbaaren oorlog te komen. Het gedrag van dien Minister was in de daad vrij zonderling, en fcheen eene befluiteloosheid aan te duiden, waarvan men de eigentlijke reden niet wel kon gisfen. Want terwijl, aan den eenen kant, Chauvelin het Britfche Minifterie trachtte te overtuigen van de vredelievende oogmerken der Franfche Natie, en in eene officieele Nota aan hetzelve verklaarde, dat Frankrijk de Republiek der Vereenigde Nederlanden ongemoeid zou laaten, zo lang zich deze hield binnen de paaien eener flipte onzijdigheid, en, aan den anderen kant, onderhandelingen in den Haag waren begonnen tusfchen den Gezant des Konings van Engeland en den Raad-penfionaris van de Spiegel, met de Maulde de Hosdan , die federt den *sfta Augustus zijn verblijf in den Haag had gehouden, doch niet opentlijk in de hoedanigheid als Gevol Cc 5 mach e 15 run -looft de Ieder tndfche Jitgeweenen den lijfland der 7ranfche «Jacie. Tegenfttijdighedenin deszelfs gedrag, ten aa'izien van de Republiek. Onderhandelingen in den Haag.  39° HISTORIESCH Welke, door de terugroepingvan de Maulde , worden af gebroken. De Franfchen naderen de Republiek. machtigd Minister van Frankrijk erkend was, waarbij de eerften aanbooden te zullen bewerken , dat Engeland, te famen met dezen Staat, de Franfche Republiek erkende, gaf de Minister le Brun niet alleen geen antwoord op het bericht, 't welk de Maulde, reeds den zijlen November, over dit gewichtig onderwerp aan hem bad afgevaardigd, maar hij bewerkte ook deszelfs terugroeping, onder voorwendzel, dat dé Maulde de Franfche Republiek, met het inkoopen van geweeren, had bedrogen. De zaaken bleeven aldus op een' onzekeren voet; want hoe zeer Dubois de Thainville, vervolgens na den Haag wierd gezonden, met last aan de Maulde om na Parijs terug te keeren, en zijne papieren hem Thainvïlle overtegeeven , wierden nogthans de begonnen onderhandelingen hierdoor ten eenemaale afgebrooken. Men was vrij algemeen van gedagten, dat de evengemelde aanbieding alleen gefchiedde om tijd te winnen , en het Engelsen Minifterie in de daad den oorlog begeerde, doch niet voor het zich daartoe behoorlijk in ftaat gefield hadde. Geduurende deze onzekerheid, naderden de Franfchen al meer en meer de grenzen van den Staat, en het gaf geen geringen argwaan ten aanzien .van derzelver oogmerken, dat het zogenaamd Bataafsch legioen, beftaande voor een groot gedeelte uit misnoegde of gebannen Ingezetenen dezer Republiek , allernaast aan de grenzen wierd gelegd, en de troepen over 't algemeen, in, en omftreeks Antwerpen zeer  SCHOUWTOONEEL. S9g zeer fterk vermeerderden. De Franfchen waren, wel Do is waar, vrij behoedzaam ten aanzien van het grond- ^ Kebied der Republiek, doch zulks belette niet, aat gel zij hetzelve nu en dan betraden. Dit gebeurde onder anderen te Lommei, een Dorp in de Meijeri] van den Bosch , waar een vrij fterke partij begeerde te overnachten; dan zo dra had de Schout dezelve niet aangeduid, dat die plaats onder het gebied van den Staat behoorde, of deze manfchappen keerden oogenbükkelijk terug. Toen eene anderij part.] in het land van Valkenburg voeragie opgehaald had, zond de Prins van Hesfen-Kasfel, Gouverneur van Maaflricht , twee Officieren aan Dumouriez , die zich toen te Lmk bevond, om daarover klagten in te brengen, waarop deze zich deswegens ontfchuidigde, zeggende dat zulks tegen zijne meening was gefchied , en hij door vaifehe kaarten misleid was geworden, waarom hij niet alleen aanbood de daardoor veroorzaakte fchade te vergoeden , maar ook beloofde te zullen zorgen, dat zulks voortaan niet meer gebeurde.- Men befchouwde niet te min den oorlog tusfchen Frankrijk en Engeland, als bijkans onvermijdelijk; en dewijl déze ook noodzaaklijk die met de Republiek ten gevolge hebben moest, gaf zulks aanleiding tot het houden van menigvuldige Raadsvergaderingen, en het dagelijks afzenden van Couriers na • Engeland. De Stadhouder deed ter Vergadering van Hun Hoog Mog. dèn voorflag, om de Armée met vijfden man voor ieder compagnie te vermeerderen. J Een ;h verden r grondiied. v"oor(lag □m de Armée van den Staat met 15 man per compignie te vermeerderen.  392 HISTORIESCH Voorzor- Een gedeelte der troepen van den Staat marfcheerde aanzien UIt het binnenfte van de Republiek na de Grensves Schei 'T"' £n ^ de2£ la3tflen Wierden alle alda" «i^ dingen. gehuisveste vreemdelingen aangezegd , om dezelve daadlijk te verl&aten, terwijl in Engeland een kleineskader fregatten wierd uitgerust, om tot bijftand van dezen Staat gebruikt te worden. AME-  SCHOUW TOONEEL. 393 A M ERIK A. Julij—December. Het gefchil, tusfchen den Senaat en de Kamer \ der Vertegenwoordigers, te Philadelphia ontdaan, / was wel door den Voorzitter Washington , ten d genoegen van de meerderheid des Volks, bijgelegd, doch in verfcheiden Staaten van Noord Amerika bleeven noch fteeds verdeeldheden plaats grijpen , nadien fommige Ingezetenen, te onvreden met de vastgeftelde Regeeringswijze , eene andere begeerden, welke meer overeenkomftig met die van Engeland zoude wezen. Hiertegen wierden, in de meeste fteden , verbintenisfen aangegaan, zo tot handhaving der tegenwoordige Conftitutie, als om eene vrije en zuivere verkiezing te hebben van Volks-vertegenwoordigers, en te eifchen, dat de Senaat, over de algemeene aangelegenheden van den Staat, met open deuren raadpleegen zoude. Dan deze vreezende, dat zulks voor zijn gezag zeer nadeelig konde worden, en daarenboven het aanzien willende behouden van een Hoogerhüis , eenigermaaten gelijk aan dat in Engeland, befloot in dit ftuk niets toetegeeven, aan den uitgedrukten wensch van de meerderheid der Na- 'erdeeldsden in hord Imerika. Misnoegen over her, befluit van den Senaat, om met gefloten deuren te vergaderen.  BI oei jende toe- > fland der Vereenigde Staaten. Welker getal tot vijftien vermeerderdwordt. 394 HISTORIESCH Natie, maar even als tot hiertoe gefchied was, met gefloten deuren te vergaderen. Dit befluit mishaagde niet alleen aan de meeste Burgeren, welke daarin , even als in verfcheiden andere aanmaatigingen van dat zelfde lighaam, het treffendst bewijs meenden te vinden, dat lieden die in eenig Regeeringsbewind zijn gefield , veelal poogingen aanwenden , om hun gezag verder uittebreiden; maar men begon ook opentlijk te beweeren , dat het gevaarlijk is, zelfs in een Land, waar de Vrijheid der Ingezetenen op de duurzaamfle grondflagen gevestigd fchijnt, de Regeering in twee Kamers te vestigen, hoezeer ook de bepaaling van ieders gezag, met de meeste behoedzaamheid, ingericht worden. Ongeacht deze geringe verdeeldheden, van welke het geenzints te duchten was, dat dezelve gevaarlijke gevolgen konden hebben , bevonden zich de Vereenigde Staaten Van Noord-Amerika in veel bloeijender toeftand , dan zij nog ooit geweest waren. Dezelve hadden een nieuwe aanwinst van macht verkreegen , doordien de twee uitgebreide Provinciën Virmont en Kentucky , met welker bevolking nog maar weinige jaaren geleden een begin gemaakt was, nu reeds zodanig in krachten waren toegenomen, dat beide , op den />den Junij dezes jaars, voor vrije en onafhanglijke Staaten verklaard, en in het algemeene verbond van 'vereeniging aangenomen Wierden , met vergunning aan ieder van dezelve, om twee hunner Reprefentanten zitting te doen neemen in den Senaat , en twee Afgevaardigden in de Ka-  SCHOUW TOONEEL. 395 Kamer der Vertegenwoordigers. Hierdoor beftond thans het Gemeenebesi van Noord-Amerika uit vijf tien vereenigde Staaten , in welke men , den Adtn Julij , de zestiende veijaardag van derzelver onafharg«jkheid, gelijk ook den 14*11 van dezelfde maand 'de verjaardag der Franfche omwenteling, bijzonder in de ftad Philadtlphia, zeer luisterrijken met veele plechtigheden vierde. Voor het overige namen de koophandel, fabnjken, fcheepvaart, visicherijen, akkerbouw, rijkdommen en bevolking, nog fteeds bijna ongelooflijk toe. Voloens eene nauwkeurige opgemaakte lijst, waren, in bet jaar ift* , ter waarde van ruim zeventien en een halve millioen Dollars, meerendeels eiger voortbrengzelen des Lands , na onderfcheiden Ge westen uitgevoerd. Men had hier en daar nieuw wegen aangelegd, en de rivieren aan veele plaatfei uitgediept, of deze, door middel van gegraven vaar ten, onderling vereenigd , hoedanige onderneemin gen , zo nuttig tot bevordering des Koophandels door'het Congres, met het toeftaan van aanzienli. ke gelrifommen , onderfteund wierden. Ook had me geregelde Posten ingefteld , waar dezelve nog on breeken mogten, onder welke die na Danville, c Hoofdftad van den nieuwen Staat Kentucky, hoew 800 Engelfche mijlen van Philadelphia verwijdert de heen en terugreisin weinig meer dan veertien dagi afleide. De geduurige aankomst van zeer veele han werkslieden, en kunstenaars,uit Engeland, Trlan Frankrijk , Vlaanderen en Duitschland, bewo< v< Man viert Jen v er jaarring der Franfche 0 :n wenteling. Nuttige inrichtingen. n '.eil » :n J- Verfchei- 1 den nieuwe ' fabrieken, 'g enz. aangeX' legd.  Oorlog me de India■ tien. 35* HISTORIESCH verfcheiden Kooplieden tot het aanleggen van nieuwe fabrijken en manufacturen , van welke eenige vrij wel gelukten , doch andere zo goed niet tot ftand wilden komen , zo wel ter oorzaake van den onmaatig hoogen prijs der arbeidsloonen , als om den laagen prijs der landerijen, 't geen veele vreemdelingen aanfpoorde, hun medegebragte kapitaal tot het aankoopen van een ftuk gronds te belleden en aldus Landbouwers te worden. In den Staat van Jerfey wierd, onder anderen, eene zeer aanzienlijke Nationaale fabrijk , onder befcherming van het Congres opgericht, waartoe aan de deelneemers het benoodigde land, benevens de lom van 600,000 Dollars gefchonken , en ten nutte van dezelve een nieuwe ftad, bij den naam van Patterfon , gebouwd wierd. : Alle deze voordeelen wierden eenigermaaten verbitterd , door de rampen van eenen wreeden oorlog. De Generaal St. Clair, dien men befchtildigde, dat zijn wangedrag de oorzaak was geweest van de nederlaag, welke deszelfs leger, in het voorleden jaar, ondergaan hadde, was, door het Congres ten vollen daarvan vrijgefproken. Terwijl men bezig was een nieuw leger op de been te brengen, deeden de vijandelijke Indianen, ftout op hunne behaalde overwinning, geduurige invallen, en bragten de,Ingezeten aan de grenzen , vooral in het Zuid-westelijk gedeelte van Penfylvanien, benevens de daaraan ftootende gewesten van Virginiën , in den beklagenswaardigften toeftand. Hierbij kwam , dat ook de Che.  SeiiOÜWTOONÈÈL. m Cherokees- en Cr eek-Indianen de wapenen tegen dé Amerikanen opvatteden, uit hoofde van verregaande" beleedigingen j hun door bijzondere perfoonen aangedaan, behalven dat, kort daarna, nog meer andere wilde Natiën, woonende bij , en benoorden het Meir Erie , en in Beneden-Canada, een algemeen verbond floten, ten einde de bezittingen hunner nabuurige Amerikanen aantetasten. Men had dus alle reden te vreezen 4 dat de Zuidelijke Natiën zich bijdie van het Noorden zouden voegen * waardoor deze oorlog voor Penfylvanien en andere Provinciën zeer gevaarlijk konde worden. Te vergeefsch tracht- I te men dien ramp aftelteeren, door Afgevaardigden, 1 met voorfhgen van vrede, aan de wilde Natiën te , zenden , nadien deze onmenfchelijk genoeg waren, om de Afgevaardigden van het leeven te berooven, en daarmede aanteduiden, dat zij den hun aangeboden vrede volftrekt van de hand wezen. Op het Eiland St. Domingo , 't welk door den geesfel des Burger-oorlogs ten deele reeds verwoest was, had de aankomst van het Decreet der Nationaale Conventie, van den suften Maart f», eene zeer goede uitwerking voortgebragu Zö haast hetzelve in de ftad Kaap Francais was bekend geworden , vereenigden zich daar alle klasfen van vrije Ingezetenen j die, ten blijke hunner verzoening, den ï^den Julij het Federatie-feest vierden, bij welke gelegenheid de Blanken, Mulatten, vrije Negers, Na- ttefc (V) Ziet I Doel, Wadz. 333. 1792. II. D. II. St. Dd 3ie de A£' ;evaardiglen vernoorden,velke bun Jen vrede tanbiederi. Verzoening tusi fchen de Blanke eit Gekleurde Ingezetenen van KaapFrancoik  Als ook te Port-au ■ Prince en andere plaatfen op St. Domingo. De Gou verneur wordt be fchuidigd als bewerker van de vcortduude onlusten. 393 HISTORIESCH tionaalé Guardefl, en Linietroepen, zich gezatnentlijk verbonden, om alle macht aantewenden , ten einde het Noorder-kwartier te verlosfen van de muitelingen , die zich noch aldaar in grooten getalle ophielden , en dat gedeelte dezer fchoone Volkplanting, door hunne misdaaden en wreedheden, bezoedelden. Ook te Poft au-Prince, en aan verfcheiden andere plaatfen, had hetzelve de zo hoog noodige verzoening tusfchen de Blanken en de lieden van de Kleur te weeg gebragt, welke nog veel algemeener zou tot ftand gekomen zijn, zo niet de trótschheid van veele vermogende Blanken , die zich vernederd waanden, bij aldien de Mulatten, en andere lieden van de Kleur, gelijke rechten met hun genieten zouden, niet hier en daar het vuur van tweedracht op nieuw aangeflookt, en aldus te weeg gebragt hadden, dat de oproerige Negers niet zo fpoedig konden te onder gebragt worden. De Gouverneur Blanchelande wierd aangemerkt als de voornaamfte bewerker van deze voortduurende onlusten, alzo hij de gemoederen der Mulatten en vrije Negers geheel van zich had verwijderd, door zijne allerhevigfte Proclamatie, van den %den Januarij laatstleden , waarin hij dezelve behandelde als wezens van eenen minderen aart, die, door de Natuur zelve, tot ondergefchiktheid aan de Blanken beftemd waren , en hen wijders , onder veelerhande bedreigingen, met de fmaadelijkfte 'fcheldwoorden beflempelde. Zijn volgend gedrag was oorzaak, dat van alle zijden klachten tegen hem inkwamen, met welke Af- ge-  SCHOUWTOONEEL. 399 «vaardigen m Frankrijk wierden gezonden die tevens gelast waren zijne herroeping, het aanftellea van J anderen Gouverneur, en vereng van krijgsmacht te verzoeken. Ondertusfchen had de Na- D; tionaalé Conventie, voor hunne aankomst, bereids ^ Commisfarisfen, die van een genoegzaam aantal troe- » pen verzeld waren , na Su Domingo doen vertrek- J ken- ten einde de rust aldaar te herftellen. Deze heten, na hunne aankomst te Kaap-Francois, terftond alle vrije Coloristen bijeen roepen tot het £ Ie.™ der Grondvergaderingen, terwijl zoalle De- ■ creeten en Wetten , betreklijk tot de omwenteling v n den léden Augustus, de afzetting van LodeTjk den XVI., het bericht raakende de mtsdaaden waarmede hij befchuldigd wierd, het tormeeren der Nationaale Vergadering, en wat verder daarop gevol d was, deeden afkondigen. De Gouverneur I Blanchelande, wierd vervolgens in zmie bedie-( rüng opgefchort, en genoodzaakt , aan boord van , een fregat , na Frankrijk te vertrekken, ten einde « zkh voor de Nationaale Conventie, wegens de tegen , hem ingebraetebefchuldigingen, te verantwoorden. ■ Terwijl dit op St. Domingo voorviel, blaaste insgelijks het vuur van tweedracht op de eilanden Guadeloupe en Martinique , waar de meerderheid der Ingezetenen, het voorbeeld van hunnen Gouverneur en Luitenant-Gouverneur volgende, »eh voor Kordngsgezinden verklaarden , de witte vlag ophetscb, ten en alle die den eed van getrouwheid aan den Koning weigerden, in den kerker fmeeten. Die zich Dd 2 aaa ! Nat. )\1v. ndiCoaïsfarisfentroepen rwaards. iLANCHR- ande als Jouver' eur opgechort,[Vljgt last >ra na v/anki ijk e venreitten. De Ingezetenen van GuadeloUen Martir nique verklaarenzich voor Koningsgezinder.  Weigerer, fchepen t troepen u Frankrijk binnen te laaten. i En zenden Afgevaardigden na Engeland. 400 HISTORIESCH aan dit gevaar niet wilden Bloot ftellen , begaveri zich, in grooten getalle , na de Britfche eilanden, met agterlaating van het beste gedeelte hunner be! zittingen, welke door derzelver tegenpartij in beflag , Stomen wierden. Bij deze gefleldheid van zaaken „ kwam, in het midden van September, een klein eskader • fchePen» dat uit Frankrijk was afgezonden, om een regiment voetvolk, benevens eenige Nationaale Vrijwilligers, te famen omtrent 2000 man uitmaakende, onder bevel van den jongeu Rochambeau, na Martinique en Guadeloupe overtebrengen. Dan dit eskader wierd genoodzaakt, van beide deze eilanden onverrichter zaak terug te keeren, dewijl men aan de fchepen niet alleen het binnen komen belette, maar zelfs daaraan water en andere ververfchingen weigerde. De Colonisten lieten de Bevelhebbers, zo der fchepen als der manfchappen , daarenboven aanduiden , dat zij zeer wel te vreden waren met hunne tegenwoordige Regeering , en geene de minfte verandering daarin begeerden. Rochambeau vertrok dienvolgens met zijne troepen na St. Domingo, waar, in het begin van December , nieuwe onlusten uitborften, welke nogthans, door het vatten en wegzenden der voornaamfte Koningsgezinden , ras gedempt wierden; terwijl de Planters van Martinique en Guadeloupe, befloten Afgevaardigden na Engeland te zenden , met verzoek, om door de Britfche Regeering onder haar befcherming genomen te worden.