MEMORIE, HOUDENDE•HET GENERAAL RAPPORT, VAN DE PERSONEELE COMMISSIE VAN HE T ' FINANCIE -WEEZEN, MET B IJ L A A G E N. . ■ In dato 21 Meij i?90- Ten gevolge van haar Hoog Mogende Rëfqlütfe van den 4 Meij 1785-. Met de Refolutie van haar Hoog Mogende daar op genomen $ op den si Meij 1790;   ( i ) Ëxtraót uit het Regiftër der Rcfolutién van de Hoog Mogende Heeren Staaten Generaal der vereenigde Nederlanden. Mercurïï den 19 Meij 1790. TS& Heer van Scheltinga, ter Vergaderinge praefidceren^ de, heeft aan haar Hoog Mog. voorgedraagen, en. bekend gemaakt, dat de Heer de Rook, eerfle van de Perlbncele Commiffie tot het reguleeren van de Provinciale Quotes, bij hem was gevveeft, kenniffe geevende* dat geroeide Perfpneele Commiflie in gereedheid was, om van haare verrigtingen rapport te doen: verzoekende daar toej ter Vergaderinge van haar Hoog Mogende, geadmitteerd te mogen worden. Waar op gedelibereerd zijnde* is goedgevonden ert verfiaan , dat de voorfz Perfoneele CommiÜie daar toe, op toekomende Vrijdag, ter Vergaderinge van haar Hoog Mogende, zal worden geadmitteert. Was geparapheerr* M, van Scheltinga j vt. Onder Hond, Accordeert met voorfz Reguier. WaS geteekent, k te   ( $ ) Secreet Extraófc uit het Regifter der Refolutien van de Hoog Mogende Hoeren Staaten Ge• neraal der vereenigde Nederlanden. pTenerh den 21 M&J l79°* T\& Heeren haar Hoog Mogende Gedeputeerden tot dë ^ Perfoneele CommiiTie over het reguleeren van de Quores , en het onderzoek van het Financie- Weezen van de Generaliteit, in tegenwoordigheid van Heeren Gecommitteerden uit den Raad van Staate en de Generaliteits Reekenkamer, welke uit kragte van haar Hoog Mogende Refojutie van den 4 Meij 1785, by de voornoemde Commiflie hebben geadfiileert, ter Vergaderinge en Corps gecompareert zijnde, hebben, na een zeer gepafte aanfpraak, ter materie dienende, bij monde van den Heer de Roock, eerlie van de voorzeide Commiffie, waar bij een fuccint verhaal was gedaan van de poincten bij haar geëxammeerr, aan haar Hoog Mogende overgegeeven een ampel fchriftelijk Rapport van het geen door haar in de voorLhreeve CommiÜie was gedaan en verrigt; volgende de voorfchreeve aanfpraak, als meede een gedrukt Exemplaat van het voorfchreeve fchriftelijk Rapport hier nageinfereerr. Fiat Infirtto. Waar op gedelibereert zijnde, hebben haar Hoog Mogende, door monde van den Heere van Scheltinga ter Vergaderinge praefideerende, gemelde Heeren Gedeputeerden voor derxelver genomen moeite en gedaan rapport berlnkr, en is voorts goedgevonden en verdaan, dat het voor1'.breeve Rapport zal worden gedrukt, en na de Provinciën verbonden, onder geleide van een Mifiive van haar Hoog Mogende, met inftantelijk verzoek, dat het zelve rijpelijk overwogen, en overeenkomlbg met de algemeene belangen van den Lande en het gewigt der zaaken, daar bij voorkomende, op het zelve zoodanige heilzaame, cordate en fpoedige Refolutien mogen worden genomen, als ten meeite nutte van deeze Repubücq in het gemeen, en van ieder der Provinciën in het bijzonder, zal kunnen dienen;fpecialijk de Heeren Staaien van de refpecYive Piovmcien adhorteerende, om, uit hoofde van het algemeen belang voor het dierbaar Vaderland hunne refpective Refolutien, op het zelve, ten fpoediglien, immers voor het begin of uiterlijk het midden van de maand Auguitus aanitaande, ter Verga- A 1 oe-  ( 4 ) ilermge van haar Hoog Mogende in te zenden, ten einde den Raad van Sraate bekwaame tijd en geleegeritheid te geeven, om, zoo draa doenüji;, den Staat van Oorlog te formeeren, ea dezelve aan haar Hoog Mogende over te brengen. Was geparapheert, M. van Scheltinga vt. Onder ftond, Accordeert mee voorfz Reguter. Was geteekent, H. Fagel. Het  (s) ,, j, . . HF.t mag ons eindelijk gebeuren, Hoog Mogende Heeren, na dat deeze Gommiliie ruim vier j.aren vergaderd is geweeit, aan V Hoog Mogende, ingevolge en ter voldoening van HoogÜderzelver Refolutie van den 4 Mei] 1785-, een omiiandig Rapport, aangaande het Fmanueweezen van de Retublict] te doen. De droevige omftandigheeden, waar in het Gemeenebeft zich zeedert het begin van den Engelfchen Oorlog, zoowel van binnen, als van buiten bevond, en waar dooi hetzelve in korten tijd tot een ongemeene laagte, en verdeeldheid wierd gebragt, bewoogen de Heeren Staaten van Zeeland hunne bekommering de^weegens aan de overige Bondger riooten te kennen te geeven, en bij eene circulaire M.flive van den 3 Meij 1784. Hoogftdezelven te verzoeken, met hun de handen in een te ilaan tot vereffening der oncemgheeden en herftel der vervallen zaaken in de Kepublicq. Deeze MifRve gaf aanleidinge tot het benoemen van twéé Commiffien, waar van de eene betrekkelijk de generale defenfié van den Lande, reeds rapport aan U Hoog Mog. heeft gedaan, terwijl deeze wierd gedecerneerd, om te onderzoeken het geen 't Financieweezen betreft, en bij een omilandig Rapport aan U Hoog Mogende te doen de noodige voorllagen, en Plans tot redres in de Provinciale Quores, en omtrent het emploi van de Generaliteits Gaffe; als mede op de Financieele rtlleclien, door fomroige Provinciën, van tijd tot tijd, op den Staat van Oorlog gemaakt, en op den voorllag van de Provincie van Zeeland, bij Refolutie van den 9 December T784 gedaan, tot het negoüeeren in tijd van Oorlog, door de Generaliteit, tot latten van de Provinciën, en tot het bepaalen van een generaal Fonds, om IntereiTen daar uit te vinden; ren einde het zelve Rapport door de Bondgenooten overgenoomen, en daar op in de refpective Provinciën gedelibereerd en gerefolveerd zoude worden, zoo als men zoude bevinden te behooren. Deeze zijn, Hoog Mogende Heeren! de gewigtige onderwerpen, met welkers onderzoek wij ons hebben moeten beezig houden. Wij zullen van de pretieufe attentie van U Hoog Mogende geen misbruik maaken, met thanis een ampel verhaal te doen van al het geene door ons ten dien opzigté is verrigt, daar wij de eer hebben, hetzelve bij gefchrifte, ter Tafel van U Hoog Mogende over te leggen, waar toe wij de vrijheid neemen ons eerbiedig te gedraagen. Het zij ons nogthands vergund met weinige U Hoog Mogende voor te draagen de wijze, op,welke wij ons Rapport hebben ingcrigt. Het zelve beftaat in vier deelen* waar van H&eerfle in zig bevat een voordragt van de mideteri, A 3 ■ welke Secree't. Exhibitum 3en zi Meij 1790.'  en ' welke wij hebben gemeent bij der hand te moeten neemen, om te geraaken tot een gelukkig einde, met betrekking tot het gewigtig Point van de Quotes. Het tweede een vo'orfiag van den actueden Staat van de Generaliteits Kas, met bijvoeginge van onze gedachten over het emploi van dien, en van de middelen tot verbeetermg van des Generaliteits inkumften, en belpaanng in de uitgaaven. Het derde eene belchouwing van de gebreeken, zoo gereraale. als bijzondere, van den Staat van Oorlog, met aanwijzing van de middelen tot redres. Terwijl eindelijk in de vierde afdeeling word overwogen de Propofitié door de Heeren Siaaten van Zeeland gedaan, en door ons reeds opgegeeven. 4 Tot het eerfle Point overgaande, moeten wij vooraf remarqueeren, dat niets noodzaakelijker is voor het beitaan, en den b?oei van een Bondgenootichap, dan dat de Leden van hetzelve met gelijke fchoudereri helpen draagen de latten, die tot de gemeene defentis gevorderd worden; en vermits meenigmaal, doch voornaamlek in de laadt ateeloopene jaaren, door fommige Provinciën wierd geklaagd, dat hun aandeel in de latten der Urne haar vermogens te boven ging, ja zelfs, dat een der Bondgenooten zijn bepaalde quota weigerde verder te betaalen, was het van de uiterüe noodzaakelijkheid die klagten te onumoeken, en indien dezelve gegrond bevonden wierden, eene nadere verdeelmge der Quotes te maaken, waar c^oor het vervallen evenwigt tuttellen de Provinciën hertteld, en het vertrouwen herbooren wierd. Om hier toe te geraaken Hoog Mogende Heeren! zijn bij ons verfcheide middelen in conlideratie gekomen, als de invoering van generale middelen, en dezelve in alle de Provinciën op een egaalen voet te heften ; de klaagende Provinciën te beweegen opening te geeven van den itaat haarer Finantien; door alle Provinciën te laaten opgeeven het -getal hunner Ingezeetenen, eene cordaate opening door alle de Bondgenooten te doen van hunne Finantien, zoo van de rendementen, als van de uitgaaven. Doch deeze vier middelen wierden -of onuitvoerlijk, of Jchadelijk, of ontoereikend geoordeeld, om tot een afkomlt van zaaken te geraaken. Fn daar de Leden zich, over dit onderwerp, onderling niet konden vcritaan, zoude zulks mogelijk ten gevolge hebben gehad, dat onze CommiÜie, met betrekking tot dit gewigtig Point, vrugteloos zoude zijn sfgeloopen, zoo niet Zijne Doorluchtige Hoogheid, na deszelfs gewoonen iever voor het welzijn van het Vaderland, zich dit werk had  (7). ■' ... ■ ■ had aangetrokken, en getoond zijne bereidvaardigheid, om» dóór zijne hooge toflchenkomtt, eene minnelijke fcnikking, tuilchen de Provinciën, over deeze materie te heiwerken. Het voorflel door "Zijne Hoogheid aan ons gedaan, om aan Hoogtidezelve eene luccime en accurate opening der Finantien van ieder Provincie afzonderlijk, voor zoo verre die door 'Zijne Hoogheid gevorderd zouden worden, te geeveu, wierd door ons geaccepteerd, en is aan het zelve voldaan, het welk tot gevolg had, dat Zijne Hoogheid ons op den 3 April 1789 een voorflag deede, op wat wijze de Qcotes zouden kunnen worden gereguleerd. Doch hier op vielen veele bedenkingen, dewelke de Leden de vrijheid naamen aan Zijne Hoogheid ter hand te itellen; uaar op Zijne Hoogheid eene tweede voorflag aan eenige Gedeputeerden van de Provinciën deede. Hier op vielen wederom verfcheide reflectien, het geen Zijne Hoogheid permoveerde, om een derde Propoiitie te dotn, waar door de dirrereftte gevoelens van de Leden deezer Commillie, zoo veel mogelijk wierden geconcili-erd; en wij maakeo geen zwaarigheid ons te voegen met de gedachten van Zijne Hoogheid, in die Propofitie vermeld, over de nadere verdeeling der.Quotes, zoo als dezeiven in die laailte voorflag bepaald zijn, en zulks provifioneel voor den tijd van 15" jaaren. Bij deeze gedaane voorflagcn, in ons Rapport geinfereerd, behaagde het Zijne Hoogheid teffens, zijne gedachten omtrent verfchside importante, zaaken, 's Lands bellier concermerer.de; als onder anderen ds middelen van afkomlt en contfrainie, op te geeven", waar van wij vermeend hebben, in ons Rapport melding te moeten maaken, en onze confideratien op dezelve eerbiedig aan U Hoog Mogende voor te draagen. Tot jinze tweede afdeeling, ntamlijk den Staat der Generaliteits Kalle, overgaande, — moeten wij met een woord aanvoeren, dat volgens de bovengemelde voorflag van Zijne Hoogheid, voornoemde Kas op eene Quota van ƒ 4- 8- a, in het honderd zoude konnen geheld worden, en na die proportie draagen in de Ordinaris en Fxtraordinaris Staaten van Oorlog, mits derzelver roontant niet te boven gaa eene fomma van 131 Millioem Wij hebben bij het verhandelen van het Point der Quotes, de redenen gealkgeerd, waarom wij van gedachten waren, dat de Generaliteit Kas, tot het betaalen van zoodanig een Quota, in i'aat was, waar door de Bondgenooten aanmerkelijk in het draagen der lallen van de Unie* zouden worden gefoulageert. A 4 N Boef 1  f8) Doch om hier omtrent met grond te kunfien oordeelèn* hebben wij vermeend een naauwkeurig onderzoek te moeten doen, hoedanig het aftueel met de Kas van de Generaliteit was geLteld. Om daar toe te geraaken, hebben wij de Reekeningen van alle de comptabele Onrfangers en Rentmeeiters van de Generaliteits Landen moeten onderzoeken, het geen aanleiding heeft gegeeven tot mecnigvuldige conhderaiien, en dus veel tiji en moeite hebben gekolt. De bereidvaardigheid, die wij bij de Gecommitteerden uit den Raad van Staten en van de Generaliteits Reekenkamer, hel ben ontmoet, om ons alle Flucidarien en Informaiien te fuppediteereïi, hebben veel gecontribueerd, om onze kennis van de Generaliteits Finantien, door eige onderzoek, reeds eenigermaate verkreegen, merkelijk te s ermeerderen. Wij verblijden ons, dat wij hier door de volleedigfle overtuiging gekreegen hebben, van den bloeiende Üaat, waar in de Kas van de Generaliteit zich bevind, in vergeliikinge van vroegere tijden; alsook van de voordeelige uitzigten, welke z ch nog boven dien voor het toekomende opdoen, bij continuatie van de goede directie en admimllratie door den Raad van State daar in gehouden; waarom wij ons ook mogen vleijen, dat de Bondgenooten daar over ten boogften zullen voldaan zijn, en teffens begrijpen, dat de Kas het voorgeflagen Quota van ƒ 4- 8- 2 zal konnen draagen, en nog een aanzienlijke lom tot het tormeeren van een toeieikend Fonds, in tijd van tegenfpoeden, overhouden. Doch hoe voordeelig ook de ftaat van de Generaliteits Kas moge zijn, hebben wij vermeend, dat den aard der zaake vereifchte, dat wij aan U Hoog Mogende nog behoorden op te geeven, door welke middelen dezelve zoude konnen worden gebenificecrt. De Gecommitteerdens uit de Generaliteits Reekenkamer, door ons verzogt 'zijnde, de noodige ouvertures daar omtrent te willen geeven, hebben zich bereidwillig getoond, daar aan te voldoen, en hebben ons een ampele en v\el uitgewerkte Memorie, nopens de Pointen van menage tot verligtinge van het Comptoir Generaal, ter hand gefteld, welke te vinden is onder de Bijiaagen van het Rapport, lub Litt. A. Het is op het voetfpoor van die Memorie, dat wij de vrijheid hebben genoomen ü Hoog Mogende onze confideratien op te geeven, zoo wel omtrent de middelen tot verbeeteringe van des Generaliteits Inkomtlen, als tot de Pointen van menage, die zonder ondienit van den Lande, zouden konnen worden geimroduceert, en wij konnen niet na»  < 9 ) fialaaten dezelven aan de bijzondere attentie van U Hoog Mogende, en van de Hooge Bondgenooten te recommandeeren. Bij het onderzoek van het derde Point concerneerende de Staaten van Oorlog, hebben wij overvvoogen, waar in de ordinaire laiten van de Unie behooren te bettaan; ert hoe veel dezelve precïfe bedraagen, op dat de Bondgenooten weeten, hoe veel ieder van hun, na de voorgellagene verdeelinge der Quotes jaarlijks, in tijd van Vrede, tot de generaale defenue van de Republicq, zoo te Water als te Lande, zal moeten contribueeren. Wij hadden wel gewenfcht in alles te kunnen voldoen aan het voorfchrift door U Hoog Mogende aan ons gegeeven, bij Refolutie van den 4 Meij 178;, naamlijk om de middelen tot de generale defenfie benoodigd, te fchikkeri na de rinantieele vermogens van het Bondgenootfchap in het generaal, en van ieder der Bondgenooten in het bijzonder, dog, vermits 'er zich menigvuldige zwarigheëden daar omtrent opdeeden, willen wij geen beeter middel uit te denken, dan de Heeren Gecommitteerden uit den Raad van State te verzoeken, aan ons te fuppediteeren een project Schema van een nieuwe Ordinaris en Extraordinarii Staat'van Oorlog, gezuiverd van alle zoodanige poften, als daar van , ingevolge onze deliberatien over de rinantieele reflectien, door de Provinciën gemaakt, of om andere redenen, zouden kunnen afvallen; aan welk verzoek welgemelde Heeren Gecommitteerden voldaan Hebben, door het Schema dier beide Staitctt, met overleg van Zijn Hoogheid geformeert, en bij ons Rapport gevoegd. Wij kunnen U Hoog Mogende niet verbergen, dat ons, bij het onderzoek van de Ssaaten van Oorlog, gebleeken is, dat 'er voornaame hootd gebreken, niet alleen op de Staaten zelfs in het algemeen beichouwd, maar ook op de meelle Capittels van dezelve, praats hadden; wij hebben dezelven breedvoerig in ons Rapport aangetoond, en 1 effens opgegeeven de middelen, waar door, zoo wij vertrouwen, die gebreken zouden kunnen worden geremedieerd. Eindelijk, Hoog Mogende Heeren! hebben wij, in de vierde Aldeeling, overwogen de Propofuie, door de Heeren Staaten van Zeeland gedaan , tol het negotieeren, in rijd van Oorlog, door de Generaliteit, tot lallen van de Provinciën , en tot her bepaalen van een generaal fonds, om Intereflen daar uit te vinden. Doch hoe zeer wij overtuigd zijn van het nüt vart zoodane Voorflag, hebben wij, bij een naauwkeung onderzoek veele zwarigheëden regens dezelve gevonden , en vinden ons dus, uit dien hooide, genoodzaakt U Hoog Mogende af' te raaden, daar omtrent te neemen eene bepaalde Relolutie, maar liever die zaak op den ouden voet te laateö ver";  ( ic ) verblijven, zoo dat de koften van extraordinaris middelen van defenfie, bij extraordinaire Petitiën gevorderd, en don* de Provinciën zelve, zoo lang mogelijk, gefurneerd worden; ten welken einde de refpective Provinciën behooren te worden aangemaand, bij tijds te zorgen, dat de noodige penningen voor handen zijn. Eer wij ons mondelijk rapport befluiten, kunnen wijniet afzijn, U Hoog Mogende te betuigen, de verplichting, die de Commiliie heeft , aan de Heeren Gecommitteerden uit den Raad van State, niet alleen wegens derzelver betoonde infchikkelijkheid, om, onverkort het regt van meede itemminge, in alle andere Commiiüen, hun Edele Mogende competeerend-, zich met het geeven van coniideratien en advifen wel te hebben willen vergenoegen, maar ook wegens alle informatien en eiucidatien, die van dezelve wierden verzogt, aan ons gefuppediteera; zoo dat, indien ons werk niet ten eenenual gebrekkig is, wij het voor een groot gedeelte aan hun Edele Mogende zijn verfchuldigd. Niet minder dankbaar moeten wij ons verklasren, voor de Gecommitteerden uit de Generaliteits Rekenkamer, d:e insgelijks van hun regt van Hemmen hebben afgezien, en die, door het uitgewerkte tluk, behelzende de poincten van menage, tot veviigting van het Comptoir Geneiaal, waar van wij reeds melding hebben gemaakt, een aanhoudend bewijs hebben gegeeven van den iever, waar ixeede hun Edele Mogende onophoudelijk zijn bezield geweeft, om aan deeze Commiflie hei noodige ligt, tot verbeeteringe van de Generaliteits Financie, bij te zetten. Niets zoude ons aangenaamer zijn geweeft, Hoog Mogende Heeren! dan, ingevolge hoogftderzelver intentie, onophoudelijk onze befognes te hebben kunnen voortzetten, en dus al voor lang in tlaat te zijn geweelt, vevflag van onze verrigtingen te doen, dog de moeite en den omflag, die wij hebben ondervonden , bij het onderzoek van zoo veile Hukken en documenten, zonder welker grondige kennis wij onmogelijk aan het vertrouwen der Bondgenooten konden voldoen en onze coniideratien op de poincten aan ons oedenundeert, opgeeven; de moeielijkheid, omde verfchillende begrippen der Gecommitteerdens van de refpective Provinciën over zaaken van het uiterite belang, op de befte wijze te veieffenen, en de langduurige receflen, die wij van tijd tot tijd, om verfchillende oorzaaken, hebben moeten maaken, zijn de voornaamfte redenen, dat wij hier in niet eerder hebben kunnen {lagen. Wij hoopen niet te min met ons gedaan rapport eenigzinrs'aan de intentie van U Hoog Mogende en van de hooge Bondgenooten te hebben voldaan , en wij vleijen ons, dat het zelve eerlang met zoodanige Refoiutien zal worden a jaar 1752. 68. -— 17. • zouden wilden • zouden willen 69. zoogenaamde Staaten addendum in de Meiierije van Dorpen , 's Hertogen Bofch. 70. 18. tegens eene Verkooping ■ bijgebragt*, op de Tien¬ der Tienden, den &c. 77. $en ■ ten platten Lande van moet Zyn in het overig gedeelte 4- \ Staais Braband van Staats Braband. 90. 31- ■ ■ den 3 'junij 1587 - den 30 Juni/ 15B7; 104 19' gefalarifecrd lees gefafar teerd lij. — 15' van onderen ftaat wedervulling moet zyn wedervervulling 137. —20. ftaat ƒ 6a- o- 0 . ƒ 6?-10- o 138. 25* ■ Overquartier - Ooflquartier 147. ■ 9« Staaten van Oorlog • Staat tan Oorlog ibid. ■— 25. op het einde ftaat terwijl deeze terwijl geeue 148. 27. ftaat Slaat van Oorlog. S'.aattn van Oorlog 157. 7- ƒ 222254- °" 0 ƒ 222254- o-10 158. — 8 wat dat betreft - wat dan betreft 162. — 14. /r-i5 o f 1 x-, o 17. ƒ 1-17-0 /r-i5 d 182. —-26 vandeProvincialcMa- ■ van de Provinciaalé gazijnen Stapel Magazijnen. 19Ï. -— 8. van onderen ftaat ƒ250 0-0 '5 jaars ƒ 240-o o 's/aars 193- "2. ftaat om alle de Mini/Iers addendum en Schoolmeesters 200. — 35- 1 Canonnier vah de moet Zyn Canonnier en Corpi- Timmerlieden. raai van dc Timmer¬ lieden. zag. 12. —— zouden zijn verjlrekt lees zijn verfirekt 244. 14. Hollar.dfchMagazijn addendum te Delft 256. 21. ■ zoude zijn gebragt lees is pebragt 261. •— 14. van onderen ftaat Veldmaarfcljalk van VeldtnaarfchalkGrav'e Waldek van Waldek 272. 17. ftaat Mi/Jive van Hohen- ■ Mijfive van de Vrouwe loh'e Cravinne van Hohen- lohe 280. ■— 11. van onderen ftaat als ras al ras 293. ftaat jaarlijks doen campee- omittendiim jaarlijks ren 297. —• 3. van onderen ftaat om dezelve te liqui- lees om dezelve te examl- deeren nceren en liquideeren. 303. 34. ftaat in dat Rapport vervat —— in dit Rapport vervat   (I) Hoog Mogende Heeren} TT Et is eene onloochenbaare waarheid , die geen bewijs noodig heeft dat de egalireit in het draajj gen der laden van een Bondgenootschap is de band ,j van eenigheid tuflchen de Ledén van het zelve, en jj het waare middel rot ieders behoud." Ze vloeir doch voor uit den aart der zaake, als in zich bevattende de bron van onderling vertrouwen , gevedigt op de zeekere hewudbeid van het belang der bijzondere Leden in den algerneenen voorfpoed, en de daar uit vloeiende overtuiging van het noodzaakelijke eenrr wederkeerige bereidwilligheid van allen, om gemeenf:happelijk werkzaam te zijn, tot bevordering van het geluk en den bloei der Maarfchappije.' Ze word boven dien beveiligt door de ondervinding van vroeger en laater tijden, welke ons de treffendtte bewijzen opleeveren van de kracht deezer waarheid, in d«r lotgevallen van verfchillende Volkeren en Staaten, die aan hei betragten van dezelve al hun aanzien en vermogen te danken hadden, en daar van niet zijn afgegaan, dan om weder te keeren tot hun voorig niet: en de Raad van State zegt 'er daarom te regt van, in de Generale Petitie van het jaar 175-0, dat ze, offchoon meermaalen herinnerd, echter niet te Üe:k kan worden aangedrongen. Eene waarheid zoo algemeen erkenc, zoo noodzaakelijfc voor, en van zoo veel invloed op her beflaan van eene welgeordende Maatfchappije konde voorzeeker, bij het omwerpen en daar tteUen der Unie van Utrecht, die voornaame, of liever eenige Grondwet van Neêfhndfcfi vrijen Sraat nier ontglippen aan h?c fchrander door/.igc van Prins Willem van Örange, en Graaf /an van NafïaU, twee der Grondleggers van deeze Republicq , (wier onfterfelijke naamen eene dankbaare Nakoomelingfchap üeeds met eerbied noemt.) Zij droegen derhalven zotg, dat de Bondgenooten bij het vijtde Articul van dat Verbond onderling bewilligden, dat alom in alle de Geünieerde Provinciën toe hoeding der koiien tot derzelver algemeenedefenfiebenoodigt ecnpaarlijk ende op cenen voet zouden worden opgefteld ende geheeven zeekere beladingen op de waaren van confumtie in dat Articul opgenoemd, ende al zulke andere, als men nama als met gemeen advis en confent zoude goedvinden: het zij dan, dat Zijne Princelijke Excellentie de invoering en beftendige heffing van generale en eenpaarige beladingen binnen zeven onafhangebjke Staaten, in vermogen en weivaard van elkander onderfcheiden, als mogelijk befchouwde, het zij dat Hij een oogmerk hebhe gehad, om zich volgens zijne diepe btaatkunde te voegen naar de geiteldheid dier tijden, die voorzeeker niet gedoogde eene nanuwkeurige bepaaling van een ieders aandeel in de gemeene Lasten der Unie, en dat Hij daarom liever wilde afwagten een gelukkiger tijdibp tot zoodanig werk meer geichikt. A Hes Inleiding.  Inleiding. (O Het is doch onverfchillig, welke van deeze beuk oogmerken men in hoogit den zeWen verkalt te onut;Kelten, dewijl uit den inhoud van het aangehaald Articul genoegzaam blijkt, dat zijn voornaamlte doei was, om oe S van de gemeene defenfie met gelijke fehouderen te. doen draagen door alle de Leden der Urne; het geen even. zoo wel konde gefchieden door de Provinciën aanteflaar,, met eene z'eekere Quote, als door generale middei.n, en welk doel ongetwijtteld zoude zijn bereiKt bij aldien men zich in ilaat had bevonden de generale middelen op eenen eenpaarigen voet over aliede-geünieerde Provinciën «n tram te brenoenTzoo al niet voor altoos, ten imnlten geduurende de eerlle jaaren van den Oorlog, dewijl men daar door Joude lebben verkregen een foliden grondflag, om het aandeel van ieder Bondgenoot te regelen, wanneer men m het vervolg de heffing van gelijke middelen op den duur onmogelijk of voor de Ingezetenen van fommige: beweilen al te drukkende had bevonden, en om die reede genood- zaakt was geweett elke Provincie op een zeeker aandeel te «ellen. Dan dit voordeel mogr de Republicq niet te beurt vallen, dewijl men al aanltonds na het teekenen der Urne groote zwarigheden ontmoetede, ten aanzien van het heffen en invoegen deezer algemeene middelen, gaande deeze zwaarigheden zoo ver, dat men zelfs in het jaar iS33 de Bondgenooten noch niet bad kunnen beweegen, de Penningen provenieerende van de middelen te doen komen in eene generale Kas, en te Hellen ter dispoliue van de generale regeering, zoo als men zien kan uit de Notulen van U Hoog Mogende van den 8 November 1583. Men was daarom al vroeg verplicht, en zelfs nog inhet iaar icyo, den toevlugt te neemen tot zeekere Qöotes of Aandeden, door elke Provincie in de. Latten der Unie op te brengen, eene wijze van betaaling niet ongewoon onder de oude Landsheeren vooral onder die, uit de huizen van Bourgondien en Oortenrijk, geduurende welker Regeertng de Nederlanden onder de magt van een en den zelfden Vorft geraakten, wanneer namelijk van de Provinciën eenige middelen wierden afgevorderd - doch teffens eene wijze van betaaling regelregt aanloopende tegens den dume ijken letter der Unie, en welke boven dien moeit teweeg brengen eene groote ongelijkheid tuflchen de Bondgenooten in het draagen der gemeene Lallen: want daar de toenmaalige gelteldheid van zaaken niet toeliet naauu keurig te (onderzoeken en te bepaalen het relativ vermogen oer Provinciën tot elkander, en die proportie, al had men dcztV ve al eens kunnen bereekenen, door de wiiTelvalllgheden en rampen van den Oorlog, genoegzaam ieder jg*r moe veranderen, zoo kon het met andets zyn, of zulks moeit veroorzaaken juift dat geen, het wel*: men bij de Unie zoo wijfïelijk had trachten voor te koomen.  O ) Het is wel waar, dat men in den beginne, door bet ftel- j len van de Provinciën op zeekere Quotes, niet voor altoos ichijnt te hebben afgezien van het voorneemcn, om de generale middelen in train te brengen, want men vind nog lang daar na bewijzen van het teegcndeel, zoo als door den Raad van State is opgemerkt in de Miffive van den 14 December 1716, gefchrcevcn aan deExtraordinaris Vergadering van U Hoog Mogende; doch wij twijfelen, of men daar meede wel hebbe bedoeld, de Quotes t'eeniger tijd geheel te doen ophouden, en tot het primitive Plan bij de Unie beraamd terug te keeren, en in dit vermoeden worden wij vertterkt, door het Declaratoir van de Heeren Staaten van Gelderland, vervat in hoogderzelver Confent gedraagen tot vervallinge der Lullen van den Oorlog voor het jaar 1609 J3 dat zij namelijk om haare Quote te vinden ^ zouden en ployeeren haare middelen gepn.c'iifeerd, ende noch te practifeeren volgende de nadere Unie, mitsga^ ders die Refolutie der Heeren Staaten Generaal Ao. 15^3 genomen;" als meede door eene Refolutie van welgemelde Heeren Staaten van den 14 Maart ióix, van welke ter Vergadering van U Hoog Mogende opening is gedaan, waar in zij onder anderen zeggen dat men na net j, fluiten der nadere Unie bij experientie bevonden had, .,, dat de middelen in alle de Provinciën op eenen eenpaajj rigen voet niet konden gepracïifeerd worden, en desweeJt, gens in 1583 eene nadere Refolutie gev.otr.en was, dat „ tedere Trovincie zou;>e vol/laan met eene Quote, ondcrJ3 ling met gemeene Conftnten, volgens den negenden Arjj tieul te bewill gen. waar meede de preteufie van de jj Gemeene middelen zeno>:<{zaam was veranderd, dat men daarom bij dezelve z.oude mogen perhfleeren, alzoo niet jj proviiioneel maar abfolut was, en genomen in eene iojj lemneeJe Vergadering ren dien einde uitgeïchrevcn." Vooral wanneer men daar meede vergelijkt Uwer Hoog Mogende Refolutien van den 3, 8, u, «8 en z$ October en van den 1 November 1581 alle betrekkelijk tot. de repartitie of bepaaling der Quotes van de refpedive Provinciën in de fommen toegezegd aan Zijne Hoogheid, den Hertog van Anjou, bij het Tractaat van IJourdeaux; bijzonder die van den 12, October 15-81 waar in gezegt word» ,w dat de fommen (aldaar opgenoemd) bij de Provinciën J3 refpeéivelijk zullen worden opgebragt bij repartitie 3i Quotifatie ofte verdeelinge, wel ver/taande dat dez°lve JS Trovmcten zullen tlmtrwaarts behouden beure middelen ^ van confumpttej ende alle andere aldaar loop hebbende J; (uitgenomen de Convoijen en Licenten) om daar vuijt „ heur voorfz Quote in de Repartitie refpectivelijk op ie Jt brengen. Ende wes dezelve Trovincun ofte eettip Van „ dijn tot FurmJJemtnt van heitre fijhtote vntjt de voorfz J:) middelen ttijtt en zullen moghen voldoen , zullen }t zei9t ve vinden bij fulke andere middelen3 als zij tot minitc j, quetze \an heure Gemeijnte ende zonder prajjuditie ofte nadeel van d'andere Provinciën zuilen geiaaden vinden/' A % Wm Weiding*  Inleiding* Want uit de woorden deezer Refolutie blijkt ten duidelijkfte, dat iedere Provincie konde volffaan met het hersalcn van haare Quote, om het even of zij dezelve konden vinden uit het rendement der middelen van confumtie, in den haare vallende, waar onder de generale middelen hegreepen waren, of door zoodanige andere beladingen, ais zij zouden geraaden vinden, mits zij flegts zorg droegen, dar daar door geen prejudicie of nadeel wierd toegebragt aan eene andere Provincie , terwijl boven dien aan de Provinciën wierd vrijgelaatcn, om het rendement van de eerite of generale middelen geheel voor haar te behouden. En op dar men niet gerajke in een begrip, dat bij de aangehaalde Refolutien, hoe generaal ook genoomen, alleen zoude zijn bedoeld, het maaken eencr repartitie van de fommen, die aan den Hertog van Anjou moeiten betaald worden, maar dat men destijds wel degelijk de heffing van generale middelen over alle de Provinciën als impraciicabel befchouwde, en daarom gewoon was ook de andere kollen van den Oorlog te vinden bij wijze van quotifatie, zelfs met goedvinden van Zijne Excellentie, den Heere Prince van Orange, zoo zoude men kunnen bijbrengen verfcheide voorbeelden van betaalingen op gelijken voet als de voorgaande door de Provinciën gedaan of tot derzelver lallen bij quotifatie gebragt, waar over kunnen nagezien worden Uwer Hoog Mogende Refolutien van den 14 January, zó Maart en 23 April 15-83, doch het zal genoeg zijn tot dat einde alhier in te voegen eene notabele Refolutie door de Generale Staaten genoomen, den 10 September 1583, op welke veelligt door de Heeren Staaten van Gelderland in de boven aangehaalde Refolutie van 14 Maart 1611 geoogd word, en waar uir men teffens kan zien, op welken grond/lag men destijds vermeende, dat de Quotes moeilen geregeld worden; dezelve is van deezen inhoud: Mijne Heeren de Generale Staaten hebben bij ma3> niere van raaminge goedgevonden, dat men, boven de middelen van Convoijen ende Licenten, zal eenen omflag maaken van iijc duijzend Guldens ter maand, voor " eenen tijd van zes maanden, te beghinnen primo Novembris toecomende; ende om dezelve te vijnden zal jj men generalijk eenen gelijken voet maaken van den Im,\ poüopWijn, Bier, Gemaal, SlachbeeÜen, Sout endeSee'/i pe, denwelken zal in alle de geünieerde Provinciën verjj pacht, ende gelijckelijk gheheven worden, ènde cornen ^ in een beurle, ende onder een adminiflratle, dewelke verpachtinge zal gefchieden bij authorheit ende op den 'j naame van den Raedt van State; Ende zoo bevonden werdt j dat de voorfz middelen in alle de Trovmtien geheven, te cort quamen, ern te voljirekken de voorfz drijhonderd duijfent Guldens, fl 't zelve bij de geünieerde provinciën opgebrocht worden volgende de Repartitie bij *, zijne Excellentie bij provifie te maecken; aan dewelcke „ dce-  3, deeze zaake wordt gheremittceit op Rapport, ende fal 33 ten txpwefïMü van deVerpa:ht'tnge%andevo'.rfz middelen 3 ? egard genoomen vso» dm 3 op 't ghene defelve in de re3J Jieihve 'J ïovneicn wuift brengen3 om d.jen ■volgend' dé 33 Repartitie ende anderiints naar discretie van de Provin3J cien te verboogen oft te verleeghen3 des zielen de Pko- tt VINCltN da'vr DfcSELVE NIET practicabel en zijn hel're 3t Quote in de voorsc-ireeven drij hondert duijzbnt Gul- 33 dens moeten FURNEEREN, naarvolgende de voorsz Ut1 3, partjtie van Zijne Excellentie." Deeze Repartitie wierd door Zijne Excellentie gezonden a?.n de Generale Staaten den 15: September 1583, en is in de Notulen van dien dag geinlereerd, ten bewijze, dat hooglldezelve met de algemene Staaten ten opzichte van de Generale middelen initemde, en de bepaaling van Quotes nortdig oordeelde^ blijkende dit laatüe noch klaarder uit de Notulen van den 7 en 19 November deszelven jaars, waar in voorkomt eene Repartitie van z<*s duizend Guldens, over de gezamenlijke Provinciën, door Zijne Princelijke Excellentie onderteekend, aan wien was overgelaaten te verklaaren, hoe men de vtorfz lom zoude verdeden, dewijl eenige Provinciën begrepen, dat dezelve egalijk, ende niet naar advenant de Quoten moeit betaald worden. Het is dus buiten allen t wijffel, dat de Generale Staaten cn Zijne Princelijke Excellentie zelve, in den jaare 1581 en 1583 de invoering van generale middelen over alle Provinciën op eenen gelijken voet voor onmogelijk gehouden, en om d e reden, zoo al niet geheel, immers gedeeltelijk afpaande van het 5: Articul der Unie, tot Quotes den toe* vlugt genomen nebben» Dan daar de verdeeling deezer Qüores was gerasmr ia tijd van Oorlog, en dat om die reden reeds in het jaar 1583 moeit worden gemaakt eene verandering in de Repartitie, den 18 Octobcr 1581 gearrelteerd, zoo kan men ligtelijk begrijpen, dat dezelve op den duur niet konde gevolgd, maar telkens moeit veranderd worden, vooral na dat Braband en Vlaanderen weederom waren geraakt in de macht van Spagne, en de Provinciën van Gelderland ert OverijiVel waren geworden het voornaame toneel van den Oorlog, waar door nat getal der Provinciën, die de kos» ten van de gemeene defenfie moeiten draagen, tot op viet gebragt wierd, dewijl de Stad Groningen terlt in het jaar 15-94. aan de Unie wierd gereduceerd. Het was dan ook onmogelijk, zoo lang de Troubles duurden, en de twee genoemde Provinciën met de rampen des Oorlogs hadden te worüden; het aandeel van elk der Bondgenooten in de Lallen der Unie op eenen vaften voet te bepaalen, hoe zeer tot het jaar 1594 toe, de vier, en daar naa tot het jaar ióc8, de 'vijf Provinciën, onder den naam van Contribueer ende bekend, volgens eene zeekcre Repartitie haar aandeel öpèragHfii ; Doch deezë A 3 fcwaa- tnkldihgi Zie Refolutie Stad ten General 15 Sej tcmber 15S3.  Inleiding. Refolutie Staaten Generaal i January en 25 Februaiy 1609. Refolutie Staaten Gent raai i juny lócio. Refolutie Staaten Generaal 4 Juny ïöoo. ( 6 ) zwaarigheeden waren door het fluiten van den Trêves zoo dta niet weggenomen, en de Provinciën van Gelderland en Overijiief daar door bevrijd geworden van het betaalen der Contributien a^n den Vijand, of men was bedagt op eene nieuwe verdeeling der Quotes, waar toe reeds in het jaar 1608, en dus oog voor het fluiten van den Trêves een Voorflag door den Raad van State aan de Bondgenooten fchijnt te zijn gedaan, dan vermits fommige derzeiver nietteegenilaande alle aangewende poogingen daar toe niet warende beweegen, betonden de Gezanten der Koninger. van Vrankrijk en Engeland-zich deeze zaak aan te trekken, en de Bondgenooten ferieufeiijk te vermaaneri en te exciteeren , om promotelijk te neemen eene goede Reioluüe in de Contributien, tot handhaaving van den Staat van het J and, ende van den Trêves (het welk juift zoo vreemd niet was uit hoofde der guarantie van het heiland door die Mogendheden beJoovd) oftereerende welgemelde Gezanten, bij zoo verre als men mogre goedvinden hun daar van opening te doen. ende hun advis en goed bedunken daar op te veritaan ü Hoog Mogende daar mede te dienen, ende het belle te helpen raaden (als in de zaaken onpartijdig zijnde» ten einde de Provinciën in de Contributien te vercenigen. Doch deeze vermaaning, hoe ernftig ook gedaan, was echier niet in ftaat, om de Provinciën te brengeh tot eemgheid en de gebrekigen te bewegen, lot het amplecteeren van den Voorflag van den Raad van State , op deeze materie den is February en 11 April deezes j*irs nog nader gedaan; men befloot derhalven op den x juny t) aan de Heeren Gezanten van hooggedagte Coningen door eeni" ge Gecommitteerden vuijt de Vergadering te doen voor" houden de differenten, die tuflchen de Provinciën waren, de Contributien aangaande, of mogelijk dezelve ] eenige middelen zouden weeten voor te liaan,» omme li de voorfz differenten te accommodeerenwaar toe twee uit elke Provincie wierden gecommitteerd: doch ook deeze konden de zaak niet brengen tot een gelukkig einde dewijl de Provincie van Zeeland zich niet wilde conformeeren metde andere Provinciën ofte haar different fubmitteeren aan eene onpartijdige arbitrage, lultineerende nooit op 'eene vafte & j* net aan te merken als een Wonderwerk van de Goddelijke VoorJJ zienigheid, dat een Repuhticq, welke geen valter funda* menten heelt ,> als die van deeze Vereenigde NederlanJJ den, een Republicq, welkers fundamenten van binnen J\ ondermijnd worden door het luxeeren van de Unie, en 3' welke van buiten reis op reis zwaar en aanltoot lijdt, Z noch bellaar. Alle de deliberatien doch var. lijd tot tij*, in onderfcheide tijdperken, en op verfchnlcnde manieren aangelegd tot wegneeming van 200 groote abuizen en tot herftel van de vervallen* Unie. hepen vruchteloos af, niette<-enftaande dezelve in twee buitengewoone Vergaderingen van de Bondgenooten daar toe opzettelijk bijeen geroepen, uitvoerig wierden gediscuteerd, gehjk men onderanderen zien kan uit het ad vis van den Raad van fetate en Generaliteits Reekenkamer over het werk der Liqutdatien van den 29 December 1662, én uit des Raads Miih, Vpc aan de Extraordinaris Vergadering van U Hoog Mog.  van, den 14 December 1716 en van den ï8 en 27 Januari) . 1717, vergeleken met de Generale Petitiën voor de jaareri 1754 en Ï75Si welke Stukken men kan verkrijgen een genoegzaam begrip van het geen over deeze gewichtige Poincten zeedert de erectie van de Republicq tot op dien tijd toe is voorgevallen. Het is onnoodig op te fpooren de redenen, om welke deeze poogingen tot redres nimmer hebben gehad den ge-* vtenfehten uitftfg;» ve^l ligt moet zulks worden toegefehreven aan de gevleidheid der tijden, vooral van die, m welke de Groote en Extraordinaris Vergaderingen gehouden wierden; Edoch daar deeze merkelijk waren veranderd in het jaar 1748 door de verheffing van den Heere Prince van Orangq tot de hooge Waardigheden, welke Zijne Doorluchtige Voorvaderen hadden bekleed, en daar de Republicq door die verandering was beveiligd in den flillen en gêralteh Haat, welke men in de voorige Eeuw niet kende, en waar aan deszelfs hooglte belanger.s zoo naauw verknogt zijn; Zoo fcheen eindelijk , teffens met die verandering, het gelukkig tijditip als 't ware geboortn, om met onderlinge eensgezindheid, en geholpen door den invloed van het Stadh. uderfchap, nu Êrfïijk in het Huis van Orange, over alie de Provinciën, en de daar uit voortvloeiende gelijke betrekking van het zelve op alle de Bondgenooten, handen aan 'twerK te Haan, en de belangens der Bondgenooten omtrend zulke aangeleegene Poincten eenmaal te regelen op eenen beitendigen voet, ten einde langs dien weg voor te komen do fchadelijke gevolgen, welke deeze gebreken t'eeniger tijd nog verder moeiten te weeg brengen. Zijne Hoogheid en de Raad van State zulks bczeft n« de trachteden daar van daadelijk gebruik te maaken. door de attentie der Bondgenooten, bij de Generale Petitie voor het jaar 1750 en eenige volgende te veïUgen op die zaaken, welke wel het alletmeelt redres van nooden hadden, met aanwijzing van de middelen, die daartoe in het werk gelleld moeiten worden ; Ongelukkig wierden zij echter in deeze welmeenende poogingen op geene voldoende wijze onderlieund, en het onwaardeerbaar oogenbük, waarin het Vaderland roiflehien voor ahoos had kuünen gered worden, ging geheel te loor. De zaaken bleven al weder in dien zelvden gebrekkigen ftaat als te vooren, en het wag;te llegts naar de eerite ongelegenheid, om dit aan de Republicq op nieuw en :n den voUten nadruk te doen ondervinden. Men konde nogihands met geen mogelijkheid voorzien, dat de gevolgen daar van zoo noodlottig zouden gëweelt zijn, als men zeederd heeft ondervonden, dewijl het ander* zints onbegrijpelijk zoude ueczen, dat men geen gebruik had gemaakt van zoo falutaireo raad, als door Zijne Hoogheid en de Raad van State , bij die Petitiën en bij an- B 2 dere hlcidirg.  ïnleuÈng. ( ii i dere gelegenheden aan de Bondgenooten wierd gegeeven ; door het opvolgen van welken grootëndeels zooden zijn voorgekomen veele verwarringen en verongelijkingen, en veelligt afgewend de rampen, die het VaJe.land naderhand zoo geweldig gefchokt, en tot den oever van haaren ondergang gebragt hebben. Het zoude eene moeieliike en teffens verdrietige taak 2ijn, de oorzaaken deezer rampfpoeden en de voortgang daar van alhier te fchetzen; Dezelve zijn boven dien nog verfch in ieders geheugen, en het is maar al te waar, dat ze daar uit nimmer zullen gewifcht worden, indien men eindelijk niet bedagt word, om de tóegebragte wonden te heelen, en het voorleedene zoo veel mogelijk te vergeeten; Het zij daarom genoeg te hebben opgemerkt, dat de ongelukkigen uiiflag van den Oorlog met de Kroon van Groot - Brittannien, en de daar op gevolgde onlullen met 'Zijne Roomfch-Keizerlfke Majeüeit al fpoedig deeden zien, in welk eenen deplorauelen iiaat de Republicq zich bevond met betrekking tot de defenfie zoo te Water als te Lande; Dat dit een en ander gevoegd bij een zigtbaar ongenoegen en wantrouwen, ingeboezemd aan allerlei (landen van mer.fchen, deezen S aat, wel eer zoo bloeiend in aanzien, en zoo beroemd door de wijsheid der Regeering in korten tijd tot eene onvoorbeeldige laagte en verlegenheid bragt; Dat de Heeren Staaten van Zeeland hier door bewoogen wierden, om deswegens hunne bekommering te kennen te geeven aan de overige Bondgenooten, bij eene circulaire Mi/live van den 3 Meij 1784,'en hoog/ldezelven te verzoeken, bij al wat dierbaar was in het Vaderland, met hun de handen aan het werk te flaan, tot bevreediging der oneenigheeden; daar toe 3, proponeerende juiff. jj dezelvde zaak en in dezelve bewoordingen, nis de Heeren '9i Staaten van Ovenjffel bij hun Edel Mogende Miflive van 33 4 Auguftus 1716 aan de Vergadering van U Ho Mo ge- daan hebben, in eene omüandigheid van zaaken, daar J3 het gevaar minder preflant was, dan in het jaar 1784; namelijk 33 Dat de refpeclive Bondgenooten met den anJ3 deren mogten convenieeien om ecnige weinige 33 Gecommitteerden uit iedere Provincie naar 's Hag« j3 te zenden, wel niet met dien grooten omflag als J3 in het jaar 1651 op de Groote Zaal, maar echter 33 met genoegzaame magt en authorifatie eerftetijk J; om te formeeren een Regitter van alle de Poincten en Defeélen in de Regeering, waar in verJ3 betering en redres vereiicht word, en dan ver3} volgens, om op die Poinften ten meeften dienfi 9É en nut van den Staat, tot beter onderhouding van j3 de Unie, op aggreatie van de refpeclive BondgeJ3 nooten te beraamen en valt te Hellen, zoodanige J3 Regiementen en Ordres, waar door alle misverlland jj en oneenigheid in het toekomend geweerd, de 33 Inftruclien naargekomen, en de ingekroopen abui- zen  f 13) jj zen en defeclen verbeterd künnen worden. Dat ..j de Heeren Gecommitteerden over deeze zoo nuttige en dienilige zaaken befogneerende vooraf onder folemneelen Eede behoorden te verklaaren, *j dat zij zulks doen met poilpofitie van alle bij3} zondere belangens van de Provinciën, waar uit tJ dezelve gecommitteerd zijn, den welitand van het gemeen, en de behoudenis van het lieve V'aderj, la;id alleen voor oogen hebbende" met verdere openlegging van hunne gevoelens over den lail, door hoogtidezelven aan hunne Gedeputeerden te geeven, en van de Poincten in deeze befognes te verhandelen. Dat op deeze circulaire Mifïive door de Heeren Staaten van Holland den ix Novem er 1784 wierd genomen eene Refolutie, den ij- derzelvir maand ter Generaliteit ingebragt, bij welke met voorbijgang van fommige poincten, in de Briev van de Heeren Staaten van Zeeland aangeroerd, de zaaken, welke de Unie en het generale Bondgenootfchap aangaan , die een zoo fpoedig als toereikend en vruchtbaar redres waren vereilichende, tot twee onderfcheide Hoofddeelen wierden gebragt, bevattende het eerfte alle die Poincien, welke het Financieweezen betreffen, en het tweede de middelen van de Generale defenfie, gefchikt naar de V'inancieele vermogens van het Bondgenootfchap in het generaal, en van ieder der Bondgenooten in het bijzonder. en eindelijk dat door U Ho Mo overeenkomftig den voorflag door de Heeren Straten van Holland bij d:e Refolutie gedaan, na dar de overige Bondgenooten zich met dezelve hadden geconformeerd, op den 4 Meij 1785- wierd gerefolveerd, dat tot het hoog noodig herltel der vervallen zaaken in de Republicq met affnijding van allen onnoodigen omflag zouden worden gedecerneerd twee perfoneele Commillien, om de zaaken, die deUnie en het Generale Bondgenootfchap aangaan te onderzoeken, welke zaaken bij die Refolutie, even zoo als door de Heeren Staaten van Holland was gefchied, zijn gebragt onder de twee Hoofddeelen zoo even reeds genoemd, met b;jvoeging dat ten opzigt van het eerlle Hoofddeel in bijzondere aanmerking zoude moeten komen. Eerflelijk het nader reguleeren der Trcvinciaalé Quotes in evenreedigheid van de waare vetmogens der Bondgenooten lot het draagen der lallen van het geheele Bondgenootfchap en Ten tweeden de flaat van de Generaliteits Kas,als meede het gebruik, het welk daar van tot foulaas van de Bondgenooten met beirekking tot de Generale defenfie van den Lande zoude kunnen gemaakt worden. B 3 eis Inleiding.  Inleiding. ( 14 > a en dat het examen van deeze nnancieeie Poinflen moed ooleveren den grondflag en het rigtfnoer, waarop en waar Ïa ie de fchikkingen omtrend het Militaire Weezen zoo te Water als te Land behooren gebouwd ern mgengt te worden, met het naargaan van welke daatite Horneten eene tweede CommiiTie wierd gechargeerd, die reeds op den z% October 1789 van haare bevinding aan U Hoog Most. heeft gerapporteerd; terwijl het onderzoen van oe eertte zoude uitmaaktn de werkzaamheid van deCommisfie tot het Financie Weezen; door welke moeiten geformeerd en bi| een omüandig Rapport aan ü Hoog Mogende gedaan worden de noodige Voorflagen en Plans tot redres in de Provinciaale Quotes, en omtrend het Lmploi van de Generaliteits Kas, als meede op de Financieele retiexien door fommige Provinciën van tijd tot tijd op den Staat van Oorlog gemaakt, en op den voorllag van de Provincie van Zeeland bij Refolutie van den 9 December 1784 gedaan, tot het negotieeren in tijd van Oorlog door de Generaliteit tot latte van de Provinciën, en tot het bepaaien van een Generaal Fonds, om Intereffen daar uit te vinden. ten einde het zelve rapport door de Bondgenooten overgenoomen, en daar op in de refpecTive Provinciën gedelibereerd en gerefolveerd zoude worden, zoo als men zoude bevinden te behooren. Deeze zijn, Hoog Mogende Heeren! de gewigtige objecten met welkers onderzoek de Gecommitteeroens, die door hoooüdezelven tot het waarneeroen deezer Commiflie zijn gedeputeerd, zich hebben moeten bezig houden; Zt) gaan thands over, om aan U Hoog Mogende uitvoerig verdag te doen van het geen door hun is verrigt om te voldoen aan U Hoog Mogende intentie in deezen, en zuhen op net voetfpoor van de voorfz Refolutie dit hun lapport verdeelen in vier deelen, waar van Her eer fte in zich zal bevatten eene voordragt van de middelen, welke men heeft gemeend bij der hand te moeten neemen, om te geraaken tot een gelukkig einde, met betrekking tot het gewigtig Poind van de Quotes. Het tweede een verflag van den aetueelen üaat van dc Generaliteits Kas; met bijvoeging van hunne gedachten over het emploi van dien, en van de middelen tot verbetering van des Generaliteits Inkomften en befparing in de uitgaven. Het derde eene befchouwing, van de gebreken, zoo generale als bijzondere, van den Staat van Oorlog, met aanwijzing van de middelen tot redres. Terwijl eindelijk in de vierde afdeelivg zal worden overwogen de Propofuie door de Heeren btaaien van Zeeland den 9 December 173+ gedaan en hier boven reeds' °P8^ geeven.  C *S ) EERSTE AFDEELING. Quotes. f S het een hoodzaakelijk vereifchte voor het beflaan en * c!cn bloei van een Bondgenootichap, dat de Led.n van het zelve met gelijke fchouderen helpen draagen de lallen, die tot gemeene* defenfie gevorderd worden. — Is het zeker, dat zoodanig eene gelijkheid, offchoon bedoeld en veronderUeid bij de Unie van Utrecht, nogtlunds geen plans heeft in deezen geconfo^dereerden Staat, maar dat in tegendeel eene groote disproportie ten dien op/ichren Hand grijpt , zederd de Provinciën zijn gelleld op eene bepaalde Quote. Is het al verder waar, dat eene diergehjke dispro. portie het vertrouwen luilchen de Bondgenooten ondermijnt, de vermogens van het een of ander Lid van het Iiondgenootfchap uitput, en eindelijk, zoo daar tegens niet in tijds word voorzien den totaalen val der geheele Unie moet naar zich fleepcn. gelijk dit een en ander in de inleiding is aangeweezen, dan zal het voorzeeker noodig zijn, dar 'er iets worde uifgedagt, waar door het vervallen evenwigr tuflchen de Provinciën kan herlteld, en het verft ouwen herbooren worden. Om hier toe geraaken zijn bij ons verfcheide nvddelen in conhderatie gekoomen en /;/ de eer/te plaats in overweging genoomen de wederinvoering van generale middelen in alle de Provinciën op eenen egaalen voet te hetfen , voor a\ op Waaren van Confumüe Lene weeder invoering die, zoo ze met vrucht kon worden gearreÜeerd, verfcheide belangrijke gevolgen zoude te weeg brengen. In dar geval doch zoude men niet behoeven re denken aan eene nadere verdeeling der Quotes, als welke geheel zouden vervallen , veel min aan eene moeielijke en wiil'elvalüge bereekening van het relativ vet mogen der Bondgenooten tot elkander, hoedanige bereekening volgens Uwer Hoog Mog. Refolutie van den 4 Meij 1785- den grondllag van de nadere verdecling der Quotes moet uit maaken. Ook zoude het als dan onnoodig zijn te arrelteeren eenige middelen van conllraincte tot voldoening der gedraagen Cordenten. en daar de Militie, mitsgaders de andere lasten van den Oorlog niet zouden w orden gerepartitieerd 4 zoude even daar door de betaaling van dezelve kunnengefchieden op eenen gelijken en min koilbaaren voet, eri dé Officieren bij hunne aantlelling aan minder kollen onderheevig zijn , dan tegenwoordig; Terwij! eindelijk door het ceiTeeren van de repartitie tellens zoude ophouden de betrekking van de Militie op derzelver Betaalsheeren, waar van zoo dikwijls maar voo: al in de jongit verlooptn jaaren de nadeeiige gevoigen zijn ondervonden,- Dan hoe gewigtig deeze voordeden op haaf ïelfs be~ iehotm-d ifle M. Quotes-. Noodzadlelijkheidvan eenè nadere en evenreedigê verdeelinz der Qnoteé: Èerfïé middel. Om die evenree digheicl te vinden. Invoering van generale belaflingen.  ijfe Af cl Qjiotes. ( li ) fchouwd ook mogen wezen, en hoe zeer dezelve bet volgen van deezen Voorflag aanraaden, zijn 'er echter regens de invoering van zoodanige generale middelen, door lom* mige Leden zwaavigheeden geopperd, welke Laar hunne gedachten de opgenoemde voordeden rijkelijk opwegen» en die vervolgens deezen Voorflag hebben doen vervallen, waar van her? genoeg zal zijn Hechts de voornaamfle kortelijk op te teekenen. Dezelve koomen hoofdzaakelijk daar op neder, dat de Bondgenooten in het decerneeren deezer Commifhe wei hebben beoogd eene betere fchikking or verdeeling der Quotes daar te Hellen , doch geenzints het uitdenken van een middel , waar door de Quotes onnoodig zouden worden Voorts dat de heffing van gelijke middelen in alle de Provinciën, oflchoon bij de Unie vaitgeiteld, echter van het begin af bij fommige groote tegenkanting had ontmoet, zoo dat de Voorouders zelvs door hunne lltaks daar Óp gevolgde daaden getoond hadden, dat zij dit Huk voor onuitvoerlijk hielden, waarfehijnlijk wegens het onderfcheid dat 'er is mer opzicht tot het vermogen der refpecttve Provinciën, terwijl in die, welke door den Koophandel bloeijea en boven anderen in welvaart en rijkdommen uuüeken, hoogere lallen kunnen geheeven worden, dan in de zoodanige, daar men alleenlijk van den Landbouw en Hand. teeringeri leeft , en de nijvere Arbeidsman uit hooide van de fchaarlchheid van het geld, een föber dagloon geniet,» dat derhalven dit middel wel verre van te bevorderen de egslïtëit tuflchen de Bondgenooten in het draagen der lasten van de Unie, in tegendeel de plaatshebbende ongelijkheid zoude vergrooten, en daarom niet kunde of behoorde gevolgd te worden. Bij deeze bedenkingen tegens het voorgedekte middel aangevoerd, welke in veelerlei opzichten reöeétié verdienen, fchijiu men nog te mogen voegen eene andere, die gelijk ze naar alle waarfchijnlijkheid de voornaame oorzaak was, dat de generale middelen niet lang na de erectie yan de Republicq begonden te vervallen, en eindelijk geheel te niet zijn gegaan, ook nu de beflendige heffing derielven op eenen eenparigen voet zoude verhinderen 5 Namelijk de al te groote onafhangelijkheid, die de Provinciën zich hebben voorbehouden bij het aangaan der Unie, waar uit noodwendig moe Hen ontitaan verlcheide moeielijkheeden in het doen naarkoomen der Ordonnantiën, naar welke de middelen zouden geheeven worden, want oflchoon die Ordonnantiën wierden opgefteld door den Raad van State, de Middelen verpagt van Generaliteits weege, en de gelchillen daar over gereezen door het zoo evengenoemd Collegie in het hooglle rellort bedilt , bezat het zelve nogthands geen genoegzaam vermogen om tegen te gaan den fchadelijken invloed, die de Staaten der bijzondere Gewesten , natuurlijk moeiten krijgen op de fubalternen Rechtbanken, aan welken de cognitie over diergelijke gelchillen ter  C «7 ) , ter eer fier inftantie behoorde te verblijven, mitsgaders op de Schouten of Bailluwen , de Ontfangers der Middelen, en de Pagters zei ven. Of zoude men kunnen verwagten, dat deeze Perfoonen minder af hangelijk zouden weezen van de Staaten der bijzondere Provinciën, dan dezelve zijn in deeze en geene Provincie van de Magiltraaten der Steden; Of dat de Staaten minder geneegen zouden zijn, dan de Magiilraaten tot het oeftenen van flapbeid en indulgentie omtrend haare Ingezeetenen, zoo niet meede rot het koesteren van eenen heimelijken toeleg om door die flapheid en indulgentie, Ambagten, Neeringen en Koopmanfchappen te trekken, ofte het verloop derzei ven te beletten, aan al het welk de Raadpenfionaris van Slingeland in het jaar 1717 vermeende te moeten toefchrijven , de toenmaalige tlegte en inegaale practijcq der gemeene Middelen in de Provincie van Holland. Wij weeten geen reden uit re denken, op grond van welke men zich daar meede zoude mogen en kunnen vleijen ; In tegendeel komt het ons voor", naar maate de onaf bangelijkheid der Provinciën van de Generaliteit grooter is, dan die der Magiitraaten van de Staaten eener Provincie, dat ook naar die zelfde maate vermeerdert en toeneemt, de zwaarigheid om te beletten en voor te komen her nadeel uit eene diergelijke ilapheid en indulgentie ie wagten. Het zoude derhalven niet voorzichtig zijn het voorgèflagen middel te amplecleeren, zoo lang teegens het aartgevveezen kwaad geen Ipecificq remedie is uitgevondenï het geen men in het voorbeeld van de Provincie van Holland zien kan, dat zeer moeieU\k is om uit te denken, en althands niet minder zoude zijn, ten aanzien van de gezamenüijke Provinciën, dewijl men nier kan vermoeden, dat dezelve iegetiswoördig eerder zouden re beweegen zfjnj dan bij het aangaan der Unie, om zoo veel van de rechten, welke zij aan zich hebben voorbehouden, onderling gemeen te maaken, ais 'er vereifcht word om het kwaad geheel te doen ophouden. Van geen beeter uitwerking dan het voorgaande was het tweede middel door fommige Leden geproponeerd, om tot eene afdoening van zaaken te geraaken ; Te weeten om de klaagende Provinciën te beweegen opening te geeven van den ftaat van haare Financiën, en , welke opening zoude moeten beltaan in eene cordatè openlegging en fpecüicque opgave van alle haare Irikornflen, derzefver aar£ en rendementen en de wijze van perceptie 1 eenige jaaren door eikanderen géreekend: Voorts van de / daar tegens noodige Huislasten, ten dien efiêcte, dat daar j uit met genoegzaame zekerheid zoude kunnen bepaald wor- ., den, hoe veel zpodaanige Provinciën elk in den haare voor haare Provinciale of Huislaften volllrekt noodig hadden, eh J hoe veel van haare lnkomften voor de Generaliteit konde overfchieten, na aftrek van een zeekere fom in extraordinaris gevallen i terwijl deeze overfcKiétende lommen zoüdéai G töoé*' ijle Ajch ■Quotes, Propofitic tot redres der Financien geïnü-reerd in bet fecteet Regifter van PÓlland 11 September 1727, vergeleken met het Advis van CominisfariiTen op het redres van het verval der Financie van den 25 November lój-é fol. 213. Tweede middel. Be klaage fe ie Provinciën haar ?efivaar te ?ezv ijzen en 'mare Qiiöe te redres-, eerenk  ifie Aft ' Quotes. \ Derde middel. Door alk de Provin cien op te peeven het getal van haare Inge zeetenen &c ( f.8 j noeten uhmaaken de Quores van die Provinciën in dela-lcn der Unie, en dezelve nier voldoende wórdehde bevonlen, als d.ui over het deficit zoodaanige fchikkmgen zouden'moeien beraamd worden, als men zoude oordeclen ie Dehpóreh. Want offchoon deeze Cijnofure overeenkomt met de begrippen der Voorouders, en in vroeger lijden meer dan eens is gevolgd, moet men echter toeftemmen, dat dezelve is onregelmaatig in de uitvoering, en bovendien ontoereikende, Öm 'er, uitgevoerd zijnde, het bedoelde nut van te trekken. Wanneer men doch den aart van ons Bondgenootfehap inziet, naar welkers oorfprongelijke inllelling de Importen over alle de Provinciën niet konden verhoogd of verlaagd worden dan met geween advis, en in plaats van welke Impotten de Quotes zijn ingevoerd, dan zal niemand V.gtelijk om kennen, dat 'er ieis onregelmaatig in is, dat de eene Bondgenoot alleen zoude genoodzaakt worden zijn bezwaar ie betoogen door het openleggen van zijn Financie Weezen, en (ie ander Bondgenoot daar van geheel bevrijd, vooral om dat het meerder vermogen van andere Provinciën zoo wed een grondflag van bezwaar kan zijn, als het onvermogen van de klaagende. — Hier komt bij, dat uit zoodaanig betoog alleen zoude blijken het onvermogen van fommige Provinciën, het welk niet voldoende is, dewijl en de Relolutie van U Ho: Mo: van 4 Meij i?8c, en de aart van het Bdndgenootfchap evident vorderen, dat voordaan eene proportioneele evenredigheid plaats hebbe tullchen alle de Bondgenooten in het diaagen van de lallen der Unie, hoedaanige evenreedige proportie nooit kan gevonden en daar gelleld worden, zoo lang men onkundig blijft van het relativ vermogen van alle de Provinciën. Dewijl nu de kennis van dat vermogen alleen kan en moet uhmaaken de bafis, waar op de Quotes behooren bereekend te worden, zullen dezelven evenredig zijn aan elkander, en alzoo bereikt worden het doel door de Bond■ genooten in het dcceineeren deezer CommiiTie beoogd ; Zoo is vervolgens door ons in overweeging genomen, langs welken weg men tot deeze kennis en tot eene bepaaling der Quores op dezelve gebouwd, zoude kunnen geraaken; Ten welken einde in confideratie is gekomen het doen eener opgave van het effect if getal der Ingezettenen in alle de Provinciën, zonder onderfeneid van rang of jaaren,r»ec ' derzelvcr bezittingen en middelen van beitaan, gelijk ook van de quanuteit en qualiteit der Landen, mitsgaders van de kollen, waar aan de Bewooners van ieder Dftiricl uic hoofde van deszelfs gcfieldheid en huishoudelijk heilier onderhevig zijn en moeten blijven, als meede van den aart en zwaarte der beladingen in de refpe&ive Provinciën in gebruik en van de wijze, op welke dezelve geheeven worden het zij door middel van Collecte, Verpagting of anderzints; alles om te dienen tot een grondllag van de be- paa-  ( *9 ) paaling der waare vermogens van alle de Provinciën relativ lot elkander. Dan ook dit middel wierd zoo wel als her eet 11e en tweede door veeUrlei »waarigbeeden gedrukt, dew jl deeze opgaven, zoo dezelven zouden voldoen aan het voorgethlJe orgmerk, behoorden te gefchieden op eenen eenpaatïgen voet; welke nogt hands onmogelijk zoodaanig was te bepaalen, dat ze door de Gedeputeerdens van alle de Provinciën kon worden gevolgd-? li'.ene telling doch der Ingezeetenen in die Provinciën, alwaar het getal onbekend is, 1'cheen aan veele bedenkingen onderheevig te zijn; En het getal derzelven te bereeKenen naar Geboorte, Doop, Trouw, of' Sterv-lijiten was ondoenlijk, om dat dezelve niet overal voor handen, noch ook in behoorlijke ordre zijn, om daar op eene calculatie te kunnen inrichten; Men was uit dien hoofde genoodzaakt aan de Gedeputeerden van de refpective Provinciën over te haten de wifze, op welke zij zouden oordeelen deeze opgave gevoegüjkft te kunnen doen, doch groote zwaarigheeden gevonden zijnde in het ter uitvoer brengen van dit middel, kon het zelve dus geen voortgang hebben. Maar gefield eens de voorfz opgave was gefchied, en men had daar uit nauwkeurig ku nen naagaan het getal der Ingezeetenen van de onderfcheide Provinciën; L >o was echter die kennis alken en op zich zeiven niet voldoende, tot het maaken van eene juilte verdeeling der Quotes, zoo lang men onkundig bleef van het relativ vermogen der tngezeewnen; Dit vermogen nu konde noen veel minder bepaald worden dan het getal der ingezeetenen, dewijl daar roe vereïfebt wierd eene voiïecdige kennis van dett Ihai der Commercie, Navigatie, Landbouw, Handwerken en FabnYqucn, hoedaanige kennis nier gemakkelijk is te verkrijgen; Het zoude dus onmogelijk geweeft zijn door middel van die opgave het bedoelde oogmerk te bereiken, waar toe Ten vierde en in de laat fte plaats wel wierd voorgefïeld het doen van eene cordaate opgave door alle de Provinciën van de fources en middelen van haar beüaan, derzelver rendementen loert bij foort,en de uitgaven daar tegens, en om daar bij als een gevolg in conlideiaiie te neemen den aart der bijzondere beladingen, met de wijze, op welke dezelven worden ingevorderd. , Doch al weder met een ongelukkig gevolg, dew;jl daar tegens door eenige Leden wierd gereflecdeerd, daf eene diergelijke openlegging van 's Lands Financien , offchoon dezelve zoude opleveren ten voorbeeld van cordaaiheid, eensgezindheid en onderling vertrouwen, echter nadeelig konde zijn voor den Staat, van de fchroomelijklte gevolgen voor het credit van het Bondgenootfchap, en bovendien ontoereikende tot het einde, waar toe dezelve geyor- % derd jfle Afd. Quotes. Vierde middel. Opening van het Fi~ nanth PVeezen van alk de Proviti* cien.  ijle Afd. Qitotcs. Pfopofitie van Zijne Hoogheid, om aan hoogftdmzei ve opening te geeven van den ftaat der Provinciah Financien. C 10 ) derd wierd ; Door dien men op deeze wijze wel zonde weten, hoe veel inkomen iedere Provincie had, er, hoe veel laden zij moed draagen, doch tevens verplicht zijn naa te g^an, ot eike Provincie wel zoo veele Inkomilen had, als zij konde hebben, te weeten of haare Ingezeetenen zoo veel Oelad waren, als zij gevoeglijk zouden" kunnen zijn, immers in proportie van de latten, die door-de Ingezeetenen van eene der andere gedraagen worden, waar toe vervolgens zoude moeten hereekend worden, het vermogen der Ingezeetenen van de refpective Provinciën, en alzoo dit middel met het derde of laatil opgegeevene gecombineerd, waaruit men ligtefjk konde opmaaken, hoe ondoenlijk zulks zoude zijn in de bewerking; terwijl nog daar ea boven naar de gedachten van die gcenen, ue'ke voornamelijk aandrongen op het openleggen van den itaat der Financiën van alle de Provinciën, znude moeten onderzdgt worden de wijze van perceptie der Inkomilen, in een woord de geheele adminilhatie, van hoedaan g onderzoek niet ligtelijk een gelukkig einde te voorzien was. Daar dus alle vier de middelen, tot eene afkomlt van • Zaaken geproponeerd, of onuitvoerhjk of ichadeiijk of ontoereikende wierden geoordeelt, en daar de Leden zich over dit onderwerp ondeiling niet konden verdaan; zoude zulks waarfchijnhjk ten gevolge gehad hebben, dat onze Commiflie met betrekking tot dit gewigtig Poincf vruchteloos zoude zijn afgelooien, zoo niet Zijne Doorluchtige Hoogheid, naar deszelvs gewoonen ijver voor het welzijn van het Vaderland, zich dit werk aangetrokken, en docr het volgend voordel aan eenige Leden der Commiliie gedaan, betoond had zijne bereidvaardigheid, om door zijne hooge tufTchehkomrt eene minnelijke Ichikking tuflchen de Provinciën over deeze materie te bewerken; hetzelve is van deezen inhoud: MËt leedwezen heb ik vernomen, dat de deliberatien van de Commiliie tot het regulceren der Quotes , tot nog toe van die vrucht niet zijn gewied:, dat de afdoening van dit gewigtig Point binnen kort te gemoet is te zien. 'm Ik houde mij verzeekerd , dat 'er niemand der Heeren Gedeputeerden van de refpeftive Provinciën is, die niet ten volle overtuigd is, dat van deeze zaak het daan of vallen van de Republicq afhangt, wijl het ie vergeefs is, dat Plans tot veiligheid en verdeediging van den Staat worden gemaakt, zoo lange de Leden van het Bondgenootfcbap onderling, door gebrek der Financien, worden teruggehouden, om de Contributien tot eige defenlie te helpen draagen; en is het belang het welk de magrige Nabuuren onze Geallieerden in de onafhangelijkhèid van den Staat dellen, ook te vergeefs, zoo lange de Bondgenooten, door deeze verfchillen, weder-  (tt ) derhouden worden, om de latten, welke tot de veiligheid van het Vaderland moeten worden gedraagen, op zich te neemen. Ik kan mij dus niet verbeelden, dat eenig roanquement aan goeden wil de oorzaak kan zijn van het agterbhjven deezer wenfeheiijke zaak, maar alleen de moeiehjkheid om genoegzaam voldoende gronden te Kunnen vinden , waar op het relativ vennoten van de Bondgenooten onderling, en tot malkandeien kan worden bereekend. Ik praïfereere, om geene der onderfcheiden advi* fen der Heeren Gecommitteerden van de refpective Provinciën op dit fubjed op te haaien, hoe zeer ik van dezelven niet onkundig ben gebleeven, ten einde door de discuflie derzelver advil'en, geen fchijn van preferentie te geeven aan het een boven het ander. Ik oordeele in mijne qualiteit als Stadhouder van alle de Provinciën eene gelijke betrekking tot alle dezelven ?e hebben, en dus volmaakt Neutraal en onzijdig te moeten blijven j Doch ik hebbe tefFens te veel gevoel van mijne verplichting, om niet alles aan te wenden, wat mogelijk is, ten einde de ditlerenten uit den weg te ruimen , en aan den wenfeh van alle de Leden van het Bondgenootfcbap ie voldoen, door het bevorderen van redelijke fchikk'mgen. Het is met dat inzicht, dat ik ü Ed. Mog. bij den andere hebbe verzogt, en gemeent hebbe in bedenking te moeten geeven; Ot niet ais eene convenabele weg tot j'chikking zoude kunnen dienen , indien , voor een tijd daar laatende de discuflien over de opgave van den ilaat der Financien, door de Bondgenooten onderling aan malkanderen te doen, de Heeren Gecommitteerden van de Provinciën, van welken ik zoude noodig oordeeien, zulks te requireeren; konden worden gedisponeert, om, binnen zeekeren te bepaalen tijd, in mijne handen over teleeveren, eene luccincte en accuraate itaat der Financien hunner Provincie, zoodanig als zij dezelve als Lieden van eer zouden kunnen afhrmeeren, en op dien voet ingeric t, dat alle de inkomilen van de Provincie, en'de üidinaire lallen daar tegen uit denzei ven Üm kunnen worden opgemaakt, als meede weike fomma, na aftrek der Ürdinaris Huis lallen overfchiet, en dus tot de Gemeene lallen van de Unie kan worden gecontribueert. Ik vleije mij dat met hier tegens te bdanceeren het montant van de lallen van de Unie, zulks zeer G 3 zal jflc Afd.. Quotes.  ijle Afd Quotes. a; ei v d i Eerfte voorflag daar op gevolgd over het werk der Quotes, en eenige andere poin&en daar toe betrekkelijk. ïaV faciiiteefen , om te bepaalen op hoe veel het te kort over het geheele Bondgènootfchap moet worden gecalculeerd, en zal gaarne mijne öihcien aanwenden om, nevens de Heeren Gecommitteerden van de refpective Provinciën,- en van den Raad van State, zoodanige fchikkingen uit te denker, en te beraarnen, tot vinding van het momant van het voorfchreeve te kort als meelt evenreedig met her vermogen der Provinciën, zullen geoordeeld worden, 's Hage den n julij 1788. (Was geteekent) W. Pa. v. Orakge. Du Voorilel door ons geaccepteerd, en d^en conform m Zijne Doorl. Hoogheid gegeeven zijnde eene füccincle 1 accuiatc opening der Fma.cien van de refpective Proincien, voor zoo verre die door Zijne Hoogheid is gevorerd, wierd vervolgens door hoogüdenzelven op den 3 April 780 gedaan de navolgende Vooiilag. WAnneer Ik met alle attentie hebbe geëxamineerd de Informatien nopens de Staat der Financien der refpective Provinciën, welke Ik bekoomen hebbe, en overwogen hebbe de reflburces welke de Provinciën in den haare hebben, voor zoo verre Mij die bekend zijn, is het Mij voorgekomen, dat Ik, om alle Acceleratie, die van Mij dependeert, te geeven aan eene zaak, die zoo veel i'poed requueert, en zonder welkers reguleering alles wat tot 'sLands zeekerheid en defenfie diend , op loiTe lchroeven ftaat, behoorde aan de HeerenGecommitteerdens vjn de refpective Provinc:en tot het reguleeren der Quotes een voorflag te doen, om een einde van die deliberatien te maaken door middel van eene provifioneele fchikking; Dezelve zoude hier in befhan, dat de Quote van de 'Provincie van Zeeland met vier gulden agtien Huivers, die van Utrecht met negentien Huivers, die van Vriesland met eene guJde agttien Huivers tien deniers, en die van Stad en Lande met negen Huivers in het honderd wierden verminderd, in alle de pollen die als ordinair kunnen worden geconlidereerd , en die vervat zullen zijn in de ordinaire en extraordinaire Staaten van Oorlog, zoo als dezelve op advis van het Befogne tot het reguleeren der Quotes zullen worden valigeUeki, en dus da2r onder begreepen de vaile potten, die rot aanbouw en reparatie van beliepen en jaarlijfefcrte Equipage op den extraordinaris Slaat van Oorlog zullen worden gebragt,* en dat om te vinden die agt gulden vier Huivers tien deniers, die door deeze verminderinge van Quotes worden gemdt, op de Catïa van de Generaliteit drie per cent der voorfz Lallen zouden moeten worden gerepartifieerd , dat in het honderd zoude moeten worden geretkend de Quota van  ( *3 ^ van liet Landfchap Drenthe a negentien Huivers tien ] deniers, en dat voorts de Quote van de Provincie van Gelderland zoude moeten worden verhoogd mee eene gulden eene Huiver, die van Holland met drie gulden, en die van Overijüèl met vier Huivers; Dus zouden de Quotes moeten worden bepaald op de navolgende wijze: Gelderland —— -— ƒ *5 131 3 Holland — ■ — —-. 61 61 x Zeeland — ■ 4 5- 15 Utrecht —— . 417 8 Vriesland 9 lA S Overijllel 3 15 y Stad en Lande —- ——> 5 7 7 Drenthe ——— «-— 01910 De Cafla van de Generaliteit — 300 Totaal - ■ ƒ roe 0 0 Ik zoude oordeelen, dat, zoo de Financiën der Bondgenooten over eenige jaaren zouden permitteeren om de Armée van den Staat te brengen tot vijftig duizend Man, zijnde het getal dat door de kundigHeGeneraals altoos begreepen is, dat in \ reedensti'jd om tegen den eerlten aan floot beltand te zijn, behoorde onderhouden te worden , die augmentatie op dezelve wijze zoude moeten worden betaald; doch zoo de nood vereifchie , om in tijd van OorJog , of van eenen ge.vree.sden Oorlog, meerdere Troupes, het zij in fubfidie of anderzints aan te neemen, die meerdere Troupes, zonder bezwaar van de Generaliteits Caila, zouden moeten worden betaald op dezelve voet als extraordinaire Petitiën tot extraordinaire aanbouw of Fquipage van Schepen, Leegerlalten, Fortificatiën, Magazijnen, Douceurgelden, of welke naam dezelven zouden mogen hebben, vermits de Cafla van Generaliteit, mijns bedunkens, niet met meer dan omtrent met vier en een halve a vijf Ton behoord te worden belaft. Zullende de Quotes in diergelijke extraordinaire Petitiën op eene andere wijze behooren gereekend te worden , om daar uit te vinden de drie per cent, die de Generaliteit contribueert in de gewoone LaHen, cn de Quote van het Landfchap Drenthe, welke is in de Petitiën een boven het honderd. Ik zoude denken, dat de Quotes der Provinciën daar in, in deezer voeger zouien kunnen worden gereekend, dat de Quote van Gelderland wierd verhoogd met agt fluivers, die vsn Holland met eene gulde dertien Huivers vijf deniers, die van Zeeland met agttien Huivers, die van Utrecht met vijf Huivers, die van Vries- fte Afd. Qiiotes.  tfte Afd. Qiiotes. Gelderland ■ — ƒ 7 t 3 Holland ■»*•— - 6* «9/ 7 Zeeland . — 5 3 8 Utrecht — 1 5 - 8 Vriesland ——1 — ■■ ic 3 fo Overijflel «—- ■ 3d? 5" Stad en Lande — *■ 5 11 7 Drenthe —— 1 - o Totaal ƒ 101 c o Ik achte noodig tefTens voor te draagen, dat de Provincie van Gelderland belaft zullende worden met eene zoo groote verhooginge van Quote, en zullende worden, op Holland en Vriesland na, de meelt contribueerende Bondgenoot, het zeer bjllijk zoude zijn, dat voldaan wierde aan haar gemanifesteerd verlangen, en aan dezelve geaccordeerd;een tweede Gecommitteerde inden Raad van State, zoo als zij van het oprigten van dat Collegie lot het noodlottig jaar 1671 heeft gehad; en Ik denke, dat bij de veranderinge der Quotes tellens benoor le te worden vaflgeÜeld, dat in deezen aan het verlangen der Heeren Staaten van Gelderland zal worden voldaan. Ik begrijpe, dat vermits het onmogelijk is te bepaalen wat de om/tandigbeeden der tijden zullen opJee veren, de Quotes niet wel permanent kunnen worden vaftgefteld; en Ik zoude dus voorflaan, om dezelve proviüoneel voor vijf en twdntig jaareh valt te ftellen; doch dat daar bij zoude behooren te worden vaftgefteld, dat, na afloop der voorfz vijf en en twintig jaaren, geene eigendunkelijke veranderinge daar in zoude kunnen worden gemaakt dooreen of meer der Bondgenooten, zonder gemeene bewilliging ,• en dat geene der Bondgenooten zig zelve zoude mogen recht doen en zijne Quote verminderen, zonder toeltemming van zijne Meede-Bondgenooten, of immers van derzelver Meerderheid, door het afwijzen van Laften van het Bondgenoot fchap op zijne Repartitie gebragt, of aan het GomptoirGeneraal verfchuldigd. Ik denke ook dat het noodig is de belde Staaten van Oorlog voor dien tijd te rixeeren en te bepaalen den voet van de Atmée en welke Laiten tot gemeene defenfie zoo te Lande als het zij op verzoek van hun Hoog Mogende, ter Ver. gaderinge van hun Hoog Mogende is gebragr, derzeiver Refolutie daar omtrent ter Generaliteit'in te brengen, en dat de Heer ter Vergaderinge van. hun Hoog Mogende Praelideerende, 6 3 dagen of 9 weeken na het inkomen der Petitie zal verplicht zijn te fommeeren de Provinciën die zich alsdari nog niet hebben geëxplicecrt, zullende zij in gevalle hunne Gedeputeerdens nog daar omtrent ongelaft zijn, gehouden worden als daar in te hebbent geconfenteerd, en dus verplicht om daar in derzeiver Quote te draagen, zoo die Petitie kan worden geconcludeerd. In gevalle dat abdan alle de Bondgenooten daar in zullen hebben confent gedraagen zal dezelve worden geconcludeerd; Doch wanneer 'er verfchillenheid van gedachten is, zal mneren worden nagezien of de Meerderheid der Provinciën, ftiens Quote meerder als drie vierde van de Petitie ft e Aj i Qiwtes.  • ifle Af cl Ouotes. 4 bedraagen, 'er in hebben geconfenteerd ; Loo bet xichblvind dat alsdan maar eene Provincie dis-en- tie-rd, zullen de zes geconfenteerd hebbende Provincien ieder een Arbiter, en de dillentieerende Pro* vincie vier Arbiters binnen den tijd van vier weeken, nadat de Provinciën zijn gefommeert, moeten nomineeren, welke Arbiters binnen twee weeken, na dat zij genomineerd zullen zijn, zich aan hun Hoog Mopende zullen moeten adrelleeren, om bij hoogltdezelven in Eed te worden genoomen volgens de Inüruaie van den Raad van State, met bijvoeginge dat zij niet zullen zien, in het dectdeeren, op het fentiment van de Provincie, waar uit dezelve gecommitteerd zijn, noch op deszelfs particuliere belangens, maar alleen op het geen volgens hun belle weeten, de belangens van het algemeene Bondgenootfrhap vorderen, en zouden dezelve zich ook behooren te verplichten, om elkanders advifen niet te reveleeren. Wanneer een of meer Provinciën agterlaifc waren in het benoemen der Arbiters, zoucien de Arbiters genomineerd door de Provinciën, die binnen den bepaalden termijn de benoeming derzelven gedaan hebben, moeten met de zaak doorgaan, en alle de Provinciën gehouden zijn zich aan derzelver uitfpraak te houden, en bijzonder die, welke verzuimd hebben Arbiters uit den haare binnen den bepaalden termijn te benoemen. De Arbiters zouden moeten gehouden zijn om binnen vier weeken te decideeren, en dus binnen negentien weeken na dat de Petitie ter Generaliteit zal zijn gebragt, doch in gevalle dac de ftemmen kwamen te ftaaken, zullen de Stukken gezonden worden aan den Erflladhouder in der tijd, en zal het aan ieder der Arbiters vrij (taan, zijn advis in gefchrifte bij die Stukken te voegen, en ter kenniffe van den Erflladhouder te brengen, zullende de b'rfUadhouder gehouden zijn uiterlijk binnen vier weeken, na dat de Stukken aan Hem verzonden zijn, uitfpraak te doen, en dezelve aan hun Hoog Mogende te communiceeren. In gevalle dat twee r*ro?incien difïentieeren, zal ieder der vijf geconlcnteerd hebbende Provinciën een Arbiter, en de twee dillentieerende Provinciën ieder drie Arbiters benoemen binnen den bovengemelde termijn, en zullen van die zes, door de twee dillentieerende Provinciën benoemde Arbiters, een uitgelot worden, om dit getal tot vijf te reduceeren, zullende die Arbiters den bovengemelden Eed prefteeren en de zaak, als boven vermeld is, -afdoen, of in geval van ltaaking der Hemmen, de Stukken ter decifie aan den Heer Erflladhouder in der tijd overzenden, waar bij het wederom aan ieder Amber zal geoorloojt zijn, zijn fchriftelijk advis te voegen, en zal de Erflladhouder gehouden zijn om als boven , binnen vier weeken uitfpraak te doen. Wan-  r i7 > Wanneer drie Provinciën diiTentieeren, zullen de vier geconfenteerd hebbende Provinciën ieder een, en de drie dillentieerende ieder twee Arbiters, binnen den bovengemelden termijn nomineeien, zullende al het zelve plaaife hebben dal hier boven gemeld is, en in geval van Haaking der Hemmen, zullen ook de Stukken aan den Eifftadhouder in der tijd gezonden worden, met bijvoeging der fchriftehjke aJvifen van zoodanige der Arbiters als zulks zullen veriangen om binnen vier weeken uitfpraak te doen. Doch wijl de middelen van afkomfl weinig baaien, zoo dezelve niet met eenig middel van coniirainie gepaart gaan, zoo zoude Ik voorflaan dat aan Provinciën die weigerden de eens aangenoomen Lallen te draagen, of welke meer dan een jaar ten agteren blijven in het betaalen der Renten en Interellen van de Capitaalen ten hunnen latten ten Ccmptoire Gene; aal genegotieerd, of wel weigerden om zich te lubmiiteeren aan de decifie der Arbiters, of bij itaakinge der Hemmen der Arbiters, van den Heere ErfHadhouder in der tijd, zoude behooren te worden gelchreeven, zoo ras als zulks ter kennifiè van hun Hoog Mogende komt, en bij die M;flive te worden geadhorteert, om zich niet van de Lasten van het Bondgenootfchap te onttrekken, en dus te blijven draagen hun aandeel in de vaHgeHelde Laft, daar toe gebruikende de meelt kragtiglte middelen van perfuahe en de meelt Uringeerende argumenten; en zoo binnen vier weeken daar aan niet voldaan wierde of geen voldoenend antwoord inkwam, dat alsdan een bezending van cenige Leden van hun Hoog Mogende en van den Raad van State na de zoodanige Provincie of Provinciën, zal worden gezonden, en dat zoo dezelve bezending, binnen negen weeken na het afzendeu derzeive, geen effect, heeft, daar van rapport zal moeten worden gedaan, en dat aanllonds daar na, de Gedeputeerdens, zoo ter Vergaderinge van hun Hoog Mogende, als in de verdere Generaliteits Collegien, van de zoodanige Provincie of Provinciën zouden worden geweerd, uit dezelve Vergadciingen en Collegien, met dat effect, dat de gebrekkige Provinciën zouden worden vervangen door de anderen, van den dag af, dal derzelver Gedeputeerden uit de Vergaderinge van hun Hoog Mogende en uit de verdere Generaliteits Collegien zullen zijn geweerd, tot derzelver readmifiie toe, en gehouden voor bewilligd te hebben in al liet geen , dat in de tusfchen tijd zoude mogen zijn gerefolveerd in zaaken de Unie oi de gemeene defenfie en zcekerheid betreffende; doch indien eene zoodanige Provincie aanbied den Haat van hunne Financiën aan Heeren Ge- D x de- ifte 4d. Quotes»  ï/te Afd, Quotes* ( *8 ) deputeerdens van hun Hoog Mogende en Gecom-< nmteerdens van den Raad van State open te leg. pen en aan derzelver oordeel te Hellen, hoe verre zij in Haat is, om te kunnen geitand doen haar verIchuldigd confent, zal de Commiliie tot examen dier Financien terltond worden benoemd, en zich ten Ipoedigiten na die Provincie begeeven, en uiterf|k binnen vier maamien rapport aan hun Hoog Mogende van hun verrigte doen, zullende die Provincie inmiddels provifioneel moeten voortgaan met ie betaalen, tot dat uit het Rapport van de voorgemelde Gedeputeerden en Gecommitteerden zal blijken dar zij daar toe niet in Haat is, wanneer voor die betaaling, welke zij niet uit onwilligheid, maar uit onvermogen declineert, door de overige- bondgenooten zal moeten worden gezo'rgt en die Provincie te gemoet gekomen worden in de oeiaahneen die zij proviüoneel geduurende de vooriz vier maanden boven haar vermogen zal hebben gecaan, het zij met die betaaling Quoies ge wijze over de Bondgenooten te repartitieeien, of wel door zoodanige andere mildelen, als waar omtrent men alsdan over een zal kunnen komen, ftog oordeek Ik, dat zoude moeten worden vafteeüeld, dat de Provinciën, die door afwijzingen van een gedeelte der Quotes, of van agterftaihge Renten InlnterefTen, zich eigenwillig hebben verligt van de door hun verichuldigde betalingen, verplicht zullen zijn daar over met het Comptoir-Generaal te liquideeren, en het zij deeze fommaas te reHitueeren, of daar voor Intereflen a drie per cent re betaalen jaarlijks aan het Comptoir-Geueraal; Zoo als het ook zeer billijk zoude zijn, dat de Provinciën, d e hoe zeer niet geconienteerd hebbende m bec Trattaat van Fontainebleau, evenwel de vruchten der Vreede hebben genooten, wierden bewoogen om confent te draagen, en te betaalen hunne Quote in de Millioenen die aan zijne Keizerlijke Majelteir, uit hooide van het voorfz Tradaat , hebben moeten worden betaald; als mede dat de Provinciën, die nog daar in agterlijk zijn , zich chargeerden met de betaalingen van de Penfioenen, proflueerende uit de aanwervingen, tot welke de Onluütn, die met Zijne Keizerlijke Majefteit hebben gefubfiUe^td aanleidinge hebben gegeeven; en dat ook alle Provinciën haar aandeel betaalen in de thands in dienlt zijnde overgenoome vreemde Troupes, Eindelijk vermits het doelwit der verfehikkinge van" de Quotes niet alleen moet zijn om aan de Financien van eenige der Provinciën een temporeel foulaas te bezorgen, maar om zoo doenlijk dezelve hl Haat te Hellen om de Lallen van het Bondgenoot-  C *9 ) . . . . . hootfchap fe kunnen draagen, en, wanneer de nood zulks vorderd, lot verligtinge van derzelver Mede - Bondgenooten , wederom een gedeelte van de Quote , daar zij nu meede verligt zullen worden , op zich te neemen, wanneer de tijdi voor welke deQuores thands provilioneel bepaald zullen worden , veittreeken zal zijn; en dat de Bondgenooten, welke door dit arrangement met eenhoogeren aanflag in de Quotes belalt zullen worden, zullen kunnen aantoonen niet langer dien lall te kunnen draagen, zoo zouden de geiou!ageerde Provinciën zich behooren te ver; lichten, om zorge te draagen, dar, geduurende den lijd dat de Quotes op den voorgeleiden voet zullen lubfiüeeren, derzelver Inkomen niet verminderd w?orde; en voorts dat zij zullen tragten derzelver Financien op een zoodagen voet te brengen, dat zij jaarlijks eene afloffing kannen doen, uitgenoomen wanneer de extraordinaire Lallen van het Bondgenooifchap zoodanig kwamen te rijzen, dat geene afloilinge, zoo lange als die extraordinaire Lallen door hun gedraagen. wierden , zoude kunnen gedaan worden ; en men vertrouwd i dat de overige Bondgenooten meede zullen draigen de noodige zorge voor derzelver Financien, p dai zij niet deterioreeren, en dat zij nuttige Leden van het bondgenootschap kunnen blijven. 'sHage den 3 April 1789. Was geteekent, W. Pr. v. Orange, k'erfehijlende waren de confideratien van de Leden onzer Ccmujufhe op de puincten in deeze Propoiirip vervat; JMeerendeels kwamen dezelve n>er betrekking ror de Quotes daar op neder , dat de voorgelegene repartitie waarschijnlijk bij veele Provinciën geen ingang zoude vinden. Dewijl de klaagende of zich bezwaard oordeelende naar de gedachten van derzelver Gedeputeerdens daar door niet genoegzaam wierden verligt, en andere wederom de Quote van haare Provincie te veel verhoogd reekenden, waarom het te vreezen w'as, dat de Refolutien op deezen voorflag te wagten , zoodanig uit malkander zouden loopen , dat de groote zaak zoude bevonden worden meer veragtërd dan gevorderd te zijn, dat mitsdien de CommiiTie niet van den andere behoorde te gaan, en geen rapport aan U Hoog Mogende uit te brengen zonder alvoorens alle mogelijke middelen te hebben getenteerd, om elkander door onderlinge toegeevenheid in het vriendelijke te verlfaan., Eri hier voor v>as zeekerlijk veel reden, en kon daar en boven met hoop van fucces getenteerd worden, dewijl deeze voorflag, gelijk wij ons verzeekerd houden, door Zijne Hoogheid niet zoo zeer was gedaan in de fuppofuie, dat daar door reeds zo'uden zijn vcreenigd de ondetfeheide belangens tot deeze zaak betrekkelijk (hoedanig een doelwit óp D 3 sefP ifie M.  ifle djd. Ouotes. Nadei Foor/lag vü Zijne Hm beid OVi deeze mat rie. ( 30 ) eenmaal tc bereiken ons is voorgekomen boven het menfchelijke te weezen) maar veel eer om den weg tebaanen, langs welken men tot eene finale afkomft van deeze zoo lang gewenfchte zaak zou kunnen geraaken; waarom men zich dan ook met recht mogt vleijen , dat hoogÜdezelve niet ongeneegeo zoude zijn om de refleöien van de Gedeputeerdens der Provinciën op deezen voorflag te hooren, de noodzaakelijke veranderingen daar in te admitteeren en door tull'chenipraak de verfchillende gevoelens te concilieeren 1 ten einde de zaak zoo ver re brengen, dat eenmaal aan U Hoog Mogende zoude kunnen gedaan worden een rapport, waar van de aanweezende Gedeputeerdens zich de aggrea ie van hunne hooge Principaalen met eenigen grond konden belooven. Dit oogmerk is zeedert bereikt, dewijl Zijne Hoogheid, des verzogt zijnde daadelijk bereid was de bedenkingen en bezwaaren der Leden op zijnen eerlten voorflag te hooren, daar uit vervolgens te formeeren eenen tweeden Voorflag aan de Gedeputeerden van de Provinciën gedaan tot faciliteering van de onderhandelingen over het poinct der Quotes geëntameerd, en eindelijk na dat aan hoogftdenzelve ook op deezen naderen Voorflag door de Gedeputeerdens der Provinciën reücCtien gefuppediteerd, en desweegens onderhandfche fchikkingen gemaakt waren op den %7 Januarij 1790 heeft gedaan eene derde Propofitie, waar door de differente gevoelens van de Bondgenooten over het poinct der Quotes, volgens de declaratoiren door derzelver Gedeputeerdens in onze Vergadering gedaan, na genoeg worden geconcilieerd , zijnde dezelve van deezen inhoud: T>IJ den laat/ten Voorüag betrekkelijk tot de QuoJ-^ ta's der Provinciën door Mij gédaan den 10 Ocn tober des afgeioopen jaars, hebbe Ik reeds te ken3"- nen gegeeven dat uit de Stukken welke door de r Heeren Gecommitteerden der refpeclive Provinciën, tot het reguleeren der Quota's Mij waren ter hand e" geüeld , het Mij was voorgekomen, dat het werk der Quota's niet anders dan door onderlinge toegeeflijkheid kon gevonden worden, en om tot deeze toegeeflijkheid den weg te praepareeren, hadde Ik Mijne twee voorige voorflagen ingericht: de confideratien welke Ik zeedert van de Heeren Gecommitteerden vernomen en met dezelve gediscuteerd hebbe, hebben Mij niet alleen meer en meer van deeze waarheid overtuigd (gelijk Ik ook vertrouwe dat alle de Heeren Gecommitteerden daar van overtuigd zijn) maar deeze confideratien en het refuhat van de onderhandelingen over dezelve, hebben Mij ook in ftaat gelleld een nieuwen voorflag te doen, in de hoop dat het de laatfte zal zijn, en dat Ik daar meede eindelijk de fentimenten der Gecommitteerden  den vm alle de Provinciën zal gerencontreerd heb- i ben. j Ik zoude derhalven vooTÜaan, dat de Heeren Gecommitteerden zouden convénieeren voor rapport aan de Vergadering van hun Hoog Mog. uit te brengen dat in den ordinairen en extraordinairen Staat van'Oorlog de Quota's zullen zijn in het honderd als volgt: Gelderland f 6' oro Holland 61 1 0 'Zeeland 3 o Utrecht ' 4'c o Vriesland 9 7 o Överijflel r- 3 9 J Stad en Lande — 5 7 8 Drenthe 019 to De Generaliteis Kas —— 48* Totaal — f ioc c o i . Dat in de extraordinaire Petitiën het aandeel van ha Landfchap Drenthe en van de Generaliteits Kas zal worden omgeflagcn , naar rato van de bovengemelde Quota's der Provinciën, en dat mitsdien de aandeelen der zceven Hemmende Provinciën daar meede proportioneel zullen worden vermeerderd* Zoo dat in het opbrengen van extraordinaire Petitiën de Quota's zutten z'jn als volgt 1 Gelderland — « ƒ 6l 7\ 9 Holland - — tfWrrro Zeeland —— —— 4 0 4 Utrecht 1 4 '5 ^ Vriesland —- 917 8 Överijflel . — 3 M 5 Stad en Lande — — 5 *3 10 Totaal —- f ico o o _____ __, t. Blijvende de Quota van Drenthe op een boven de honderd. Vermits het onmogelijk is vooruit te zien welke verandering de omltamligheid der tijden in den toeHand der Provinciën kan opleeveren, begrijpe Ik dat de Quota's niet permanent kunnen vattgeHeld worden, en ik zoude d is voorflaan om dezelve proviiioneel voor vijf en twintig jaaren op den bovengemelden voet te bepaalen, doch dat daar bij zoude behooren te worden valige field, dat naa den afloop van de Afd, Ouoieit  tjie Afd* Quotes* i aè Voorfz Vijf eh twintig jaarèri geen eigendunkelijke verandering daar in zoude kunnen worden gemaakt door een of meer der Bondgenooten zonder gemeene bewilliging: en dat veel min een der Bondgenooten geduurende den termijn van vijf en twintig jaaren zijne Quota zal mogen verminderen door het afwijzen van Lallen van het Bondgenootfchap op zijne repartitie gebragt of a?.n het Comptoir Generaal van de Unie veifchuldigd. Schoon Ik eerfl gemeend hadde dat de Lijfrenten die door de reipeclive Provinciën be;aald worden op den extraordinaris Staat van Oorlog zouden kunnen gebragt worden, hebbe lk echter overwoogen de inconvenienten die uit een anderen hoofde daar in geleegen waren , en mag derhalven wel lijden , dat dezelven niet worden gebragt op den extraordinaris Staat van Oorlog, maar als te vooren blijven tot lafie van de refpeétive Provinciën daar dezelve genegotieerd zijn. Belangende de Staaten van Oorlog komt het Mij voor, dat dezelve als van ouds jaarlijks behooren te worden overgebragt, maar dat de Provinciën bij het reguleeren der Quota's zouden behooren te confenteeren nu voor als dan in dezelve, voor zoo lange als de Quota's niet met gemeene bewilliging op een anderen voet zoo als hier boven gezegd is, zullen zijn gereguleerd , des dat de fomma van derzelver totaal beloop niet meer zal mogen bedraagen dan dertien en een halve millioen , maar wel zoo veel minder als zonder ondii.mll van den Lande doenlijk zal bevonden worden, en zuJJen dus de Sraaren van Oorlog geduurende den voornoemden tijd niet anders moeten worden aangezien dan als eene repartitie van geconfenteerde Lallen. Onder het montant van deeze dertien en een halve millioen, oordeele Ik dat begreepen moet zijn het Plan van de tterkte en inrichting van de Armee, als meede het Corps Mariniers beide door Mij voorgeflagen , waar omtrent Ik echter gairne mijne gedachten nader zal laaten gaan, en de coniideratien van de Heeren Gecommitteerden verneemen , op welke min koflbaare wijze het zelve oogmerk zoude kunnen bereikt worden. Gelijk het Mij ook zeer aangenaam zoude zijn* indien behoudens de defenlie en zekerheid van den Staat de korten van de Staaten van Oorlog konden Worden verminderd, en beneeden de hooglte calculatie van dertien en een halve millioen gebragt,waar toe Ik met al Mijn vermogen zal meedevverken^ doch vreeze dat zulks niet doenlijk zal zijn, wanneer  . , ( 33 ) héér men in liet oog houden wil, her geen van een ■ onvermijdelijke noodzaakelijkheid is voor 'sL-mds defenfie en de protectie der Commercie, en Ik kart nier nalaaten te repeteeren het geene Ik in mijnen laatitvoorigen Voorflag gezegd hebbe, dat 'er behoord te blijven een poll tot dé1 Fortificatiën en Magazijnen die op niet minder dan omtrent drie Ton kan worden beraamd, cn dat zonder een zodanige poll de zaaken ten dien opzichte niet kunnen gaande gehouden worden, noch de minite nieuwe Welken gemaakt, noch groote reparatien en verbeteringen aan oude Werken gedaan, noch ook de Magazijnen van de noodige behoeften voorzien worden. Ik vfeeze ook dat hèt aflaateh der Lögijsgeldert van den Staat van Oorlog aan groote inconvenienten zal onderheevig zijn: dit is ten minften notoir, dat zoo men aan de eene kant de Soldijen verhoogd* en daar tegen de Logijsgelden affchaft, het voordeel van de verhooginge der Soldijen doör het gemis der Logijsgelden voor die geenen, welke eene verhooging zuilen genieten in eflecte verminderd, en dat de Cavallerie wiens Soldije niet verhoogd word, in effecte daar doör een vermindering van Soldije in veele Garnifoenen zal hebben, waar zy thands Serviesgeld geniet: Ik zoude derhalven voördraagen om de Logijsgelden te bepaaien naar maate Van dé duurte of üegtheid der Garnifoenen, ten einde daar uit te vinden een nvddel om het fort der Troupes in de refp* c\ive Garnifoenen, zoo veel rrtogeüjk te egahfeeren: voorts om op de Logijsgelden geen zoogenaamde Smokkelpoüen meer roe te Jaaten, maar alles nchtig re doen betaalen. Wijders denke Ik dat in alle de Garnifoenen aan de Troupes of Cafernes of vrij Quartier of bij gemis van hetzelve Logijsgeld behoorde gegeeven te worden. Ik ben van oordeel, dat van de Heeren Staaten van Holland en Weitvriesiand niet te vergen is, cm derzelver Ingezeetenen met nieuwe Lallen te bezwaaren, om die der andere Provinciën van het draagen van meerdere Laifen te bevrijden, en derhalven denke Ik, dat zoo de Provincie van Holland zoo een merkelijke verhooging van Quota op zich neemt en verplicht is tot gaandehouding der zaaken nieuwe Lallen te introduceeren, zij met reden kan vraagen, dat bij de overige Bondgenooten evengelijke voorziening werde gedaan: Ik zoude dan voor eerft voorflaan dar alle de Provinciën zich onderling tot malkanders geruüheid engageerden, dat zij itaandé den rermijn van deeze nieuwe Repartitie der Quota's geene Lallen in den haaren zullen affchaften, zonder dezelve door andere equivalente middelen té remplaeeeren, teneinde de Financien daar door gée- ïjié A/A Quotes.  ijle Afcl Quotes. ( 34 ) ne vermindering komen re lijden, ren waare zulks met gemeen confent van de Bondgenooten wierd goedgevonden, en ten tweeden, dat ijder van de Provinciën in den haaren zoodanige nieuwe middelen boven de reeds in train zynde, zal opttellcn en daadeiijk heffen, waar door de Financien in tyd van Ruft en Vreede inwendig kunnen verbeeterd worden, en in tijd van Oorlog een fomme voor handen gevonden, om de eerft noodzaakelijke deperdes goed te maaken. Op deeze wijze hcude Ik Mij verzeckerd, dat de Financien van het gantfche Bondgenootfchap een valtigheid en welgelleldheid zullen ontfangen, welke tot nog toe vergeefs gewenfcht is, om dat altoos de eene of andere Provincie in het onvermogen was, en daar door zich dikwils verplicht vond de heilzaamtle Propofitien op te hóuden, te llremmen, of den lalt op den hals van een anderen Bondgenoot te fchuiven. Voor het overige laat Ik over aan de deliberatien der Provinciën op hoedaanige wijze zij (behoudens haare onafhankelijkheid van malkanderen) nogthands tot onderlinge geruitheid bewijzen zullen willen geeven dat effeftivelyk aan den inhoud van dit Articul door haar voldaan wordt. Omtrent het admitteeren van een tweede Gecommitteerde wegens de Provincie van Gelderland in den Raad van State, ben Ik van oordeel, dat hooggemelde Provincie, te meer wanneer haare Quote word verhoogt, met reden kan vraagen, dat aan haar wedergegeeven worde een voorregt, waar van zij in het begin van de Republicq lange jaaren heeft gejou'uTeert, en dat die redenen niet dezelve zijn ten opzichte van andere Provinciën die maar een Gecommitteerde in den Raad hebben. Aangaande de middelen om'tot een afkomt! van extraordinaire Petitiën te geraaken moet een ieder van de noodzaakelijkheid van zoodanige middelen overtuigt zijn, wanneer men maar alleen reflecteerd op de desordre welke in dit Stuk plaatsheeft, daar fommige Provinciën in het geheel niet, andere gebrekkig confenteerden, andere de preflatie van haare Confenten accrochterden aan de conduite der Petitie, waar van het gevolg moeft zijn, dat wanneer de Petitie niet geconcludeerd wierd v het welk meelt altijd het geval is) of de noodzaakelijke objecten waar voor de Petitie gedaan is, moeten agterblijven, of eene of meerder Provinciën welke deeze lalt, op dat die objecten niet agterbïeeven op zich gelieven te neemen, zich met de lalt bezwaaren, waar door zoo  C 3* ) Zoodanige Provinciën boven haare Quntae in de ordinaire laften van de verdeediging van den Staar, genoegzaam de extraordinaire laiten alleen zouden draagen, waar van de fcxempels recent zijn in de Petitiën tot Eqnipagie voor de laatlte jaaren , welke door de Provincie van Holland en Wettvriesland bijkans alleen is betaald. Om nu deeze ongelijkheid weg te neemen is Mij voorgekomen, dat in geval de arbitrage volgens mijn eerlien voorflag niet gegouteerd mogt worden, de Provinciën tot onderlinge gerullheid dat de extraordinaire Petitiën tot gemeene defenfie te doen, binnen een behoorlijken tijd effeft zullen forteeren, en door rigtige Purniflementen gevolgt worden, zouden kunnen relolveeren. Dat wanneer ter Vergadering van hun Hoog Mogende werd voorgeflagen een extraordinaire Petitie te doen het zij tot goedmaaking der koiten van de defenfie te Lande, ter Zee, of tot eenige andere objecten, daar op aanflonds zonder overneeming behoord te worden gerefolveerd, met de meerderheid der Provinciën, ten einde den Raad van State te verzoeken, eene Petitie te formeeren, onverminderd de vrije deliberatien van de Provinciën op dezelve, dat voorrs behoorde vafigefleld te worden dat de refpective Provinciën gehouden zullen zijn binnen neegen weeken, na dat eene Petitie door den Raad van State, het zij ex ojjicioj het zij op verzoek van hun Hoog Mogende ter Vergaderinge is gebragt, derzelver Refolutie daar omtrent ter Generaliteit in re brengen, en dat de Heer ter Vergadering van bun Hoog Mag. prselideerends zal verpligt zijn op het einde van neegen weeken of drie en zeftig dagen na het inkomen der Petitie te fommeeren de Provinciën die zich alsdan nog niet hebben geëxpliceerd, welke Provinciën, in gevalle haare Gedeputeerden nog daar omtrent ongereed zijn, gehouden zullen worden in de Petitie te hebben geconlenteert , en dus verpligt om derzelver Quote daar in te draagen, het zij de Petitie kan worden geconcludeerd of niet. Dat in geval ten minfle vier Provinciën of geconfenteert of ongereed gebleeven zijn, en dus gehouden worden voor geconfenteert te hebben, doch dat de Refolutien van de andere Provinciën in die termen leggen dat geene gaave Conclufie kan worden geformeerd, alsdan de gebreekige Provinciën bij eene iVlifrive van de Vergadering van hun Hoog Mog, ten fterkften zullen werden geadhorteerd om binnen, zeekeren te bepaalen tijd, haare gaave Confenten in te brengen, en wanneer dezelve daar aan niet komen te defereeren, dat alsdan een Bezending van li % een*» ifie Afd. ÓUOtek  ifte Afd. Qtiotes. ( 3* ) eenige Leden uit de Vergadering van hun Hoog Mog. en van den Raad van State, naar zoodanige Provincie of Provinciën zal worden gezonden, en dar, zoo dezelve Bezending mede geen effect heeft, vervolgens bij hun Hoog Mog. met overleg van Zijne Hoogheid en den Raad van State zal worden gerefolveérd welke middelen, naar gelang der ornliandigheeden verder omtrent zoodanige Provincie of Provinciën zullen behoo'en te worden in het werk gefield om hun te engageeren om aan het verlangen hunner Mede-Bondgenooten te voldoen, en in eene zoodanige Petitie te confemeeren. Dat ondertulTchen het objeft waar voor de Petitie gedaan is, na verloop van den termijn van neegen weeken hier voorgemeld, zal worden gehouden voor geaTefleerd en ter executie worden gebragt, zullende de Provinciën zoo wel die geconfenteerd hebben, als die nagelaaten hebben hunne Refolutie in te brengen, gehouden zijn haare Quotes te furneeren, zonder zich te behelpen met de exceptie dat fommige Provinciën geheel niet of gebrekkig geconfenteerd hebben, of dat de Petitie niet geconcludeerd heeft kunnen worden, en zulks onder het verband als hier na omtrent de middelen van Conltrainte zal worden vocrgedraagen. Ik kan nier afzijn bij deeze geleegenheid in bedenken re geeven, om de refpective Piovincien op het kragtigfle aan te prijzen en te verzoeken om ieder in den haare, convenable middelen van afkomll te beraamen in materiën van Confenten wa r omtrent bij de meeite Provinciën geen overiiemmiiige plaats heeft. Omtrent de middelen van CGnftrainte perfifteere Ik nog bij Mijn eertt gedaane voorilag den 3 April 1789. Teweeten, dat aan Provinciën die weigerden de eens aangenoomen Lallen te draagen, of welke meer dan een jaar ten agteren blijven in het betaalen der Renten en InterelTen voor haar aandeel ten Comptoire van de Generaliteit genegotieerd, of welke zouden weigeren of dilaijeeren om haare Quote te furneeren, in eene Petitie waar omtrent zij niet bij tijds haare Refolutie ter Generaliteit heeft ingebragt, en dus gehouden worden daar in te hebben geconfenteert, zoude behooren te worden gefchteeven zoo ras zulks ter kennifT'e van hun Hoog Mogende komt, en bij die Miffive te worden geadhorteert om zich niet van de lallen van het Bondgenootschap te onttrekken, en dus te blijven draagen hun aandeel in de vallgellelde lall, daar toe gebruikende de meelt kragtigite middelen van perfuafie en de meelt Üringeerende Argumenten, en zoo binnen vier weeken daar  C 3? ) daar aan niet voldaan vvierde of geen voldoenend ] antwoord in kwam, dat als dan een Bezending van eenige Leden van hun Hoog Mogende en van den Raad van State na de zoodanige Provincie of Provinciën zal worden gezonden, en dat zoo dezelve Bezending binnen neegen weeken na het af/enden derzelve geen effect iteeft, daar van rapport zal moeten worden gedaan, en dat aanilonds daar na, de Gedeputeerdens zoo ter Vergaderinge van hun Hoog Mog. als in de verdere Generaliteits Collegien van de zoodanige Provincie of Provinciën zouden worden geweerd uit dezelve Vergaderinge en Collegien, met dat effect, dat ,de gebrekkige Provinciën zouden worden vervangen door de anderen, van den dag af dat derzelver Gedeputeerden uit de Vergadering van hun Hoog Mogende en uit de verdere Generaliteits Collegien zullen zijn geweerd, tot derzelver readmiflie toe, en gehouden voor bewilligd te hebben in al het geene dat in de tulïchenrijd zoude mogen zijn gerefolveerd in zaaken de Unie of de gemeene defenfie en zeekerheid betreffende, doch indien eene zoodanige Provincie aanbied den Haat van hunne Financien, aan Heeren Gedeputeerdens van hun Hoog Mog. en Gecommitteerdens van den Raad van State open te leggen en aan derzelver oordeel te Hellen, hoe verre zij in fiaat is om te kunnen géftand doen haar verfchuldigd Confent, zal de Commiliie tot Examen dier Financien terhond worden benoemd, en zich ten fpoedigflen na die Provincieb?geeven, en uiterlijk binnen vier maanden rapport aan hun Hoog Mog. van hun verrichte doen, zullende die Provincie inmiddels provitioneel moeren voortgaan met te betaalen, tot dar uit het Rsppoit van de voorgemelde Gedeputeerden en Gecommitteerden zal blijken, dat zij da,ar toe niet in Haat is, wanneer voor die bctaaiing, welke met uit onwilligheid, maar uit onvermogen declineerd, door de overige Bondgenooten zal moeten worden gezorgt, en die Provincie te gemoet gekomen worden in de betaalinge die zij provifioneel geduurende de voorfz vier maanden boven haar vérmogen zal hebben gedaan, het zij met die betaaiinge Quota's gewijze over de Bondgenooten te repartitieeren, of wel door zoodanige andere middelen als waar omtrent men alsdan overeen zal kunnen komen. Met opzicht tot de liquidatie der Poffen welke door het Compioir Generaal voor eenige Provinciën Zeedert het jaar 1783 zijn voorgefchootcn, zoude Ik moeten perüfleeren bij Mijne voorige gedagten, dewijl de reedeljkheid van die retlitutie in abftratlo niet is tegen te fpreeken , bijzonder van het geene zij meerder hebben ingehouden als bevonden word dat derzelver Quota? behoorden te worden vermin* K 3 derdj (te Ml  tfiê Af cl Quotes. ( 38 ) derd , doch confidereerende aan den anderen kant, dat de Provinciën die zich in dat geval bevinden tot zulk eene" reftitutie niet kunnen komen , zonder een nieuw bezwaar op haare Financien te leggen , en dar zulks al wederom van invloed moet zijn op de meerdere of mindere mogelijkheid om de Quote aan te neemen en op te brengen, waar op Ik geproponeert hebbe dezelve te flellen, ben Ik van oordeel dat men deeze fchulden aan dezelven zoude kunnen remitteeren, en dus dat beft zoude zijn dezelve niet te vorderen , mits evenwel dat die Provinciën zich engageeren om te helpen draagen in de lallen welke de gevolgen zijn van de onluften die met Zijne Keizerlijke Majefteit hebben gefubfifteerd, fchoon, dezelve in het geheel niet, of maar gedeeltelijk, hadden geconfenteerd in de aanwervingen welke in dien tijd noodzaakelijk waren , of in de Conditiën van Pacificatie bij het Tractaat van Fontainebleau over een gekomen, als meede in deSubfidien in den jaare 1788, hij Traélaaten aan de Heeren Markgraave van Brandenburg Anfpach en Hertogen van Brunswijk en Mecklenburg toegezegd , en de beraalinge der van gemelde hunne Fürilelij: God geeve dat van deeze zaak eene fpoedige afkomt! werde gemaakt, en dat dezelve moge dienen tot bevordering van de waare belangens van het lieve Vaderlard. 'sGravenhage den zi Januarij 1790. Was geteekent, W. Pa. v. Orange. Offchoon wij als Leden der CommifTie onkundig zijn van de gronden, op welke deeze laatite repartitie berufl, maaken wij echter geen zwaarigheid ons te voegen met de gedachten van Zijne Hoogheid over de nadere verdeeling der Quotes, daar bij voorgedraagen, dewijl wij overtuigd zijn dat deeze zaak niet wel tot meer genoegen kan worden afgedaan. Wij zijn derhalven van oordeel, dat de verdeeling der Quotes van de Provinciën het Landfchap Drenthe en de Kas van de Generaliteit in de ordinaris en extraordinarii Staaten van Oorlog, en van de Provinciën in de buitengewoone Petitiën, tot welke laatfie de Kas van de Generaliteit niet kan comribueeren, als zijnde alleen fufficient tot het draaien van eene Quota van ƒ'4- 8 z in de ordinaris lalkn der Unie, en verder niet, gelijk hier na zal worden aangeweezen, terwijl de Quote van Drenthe blijvt als van ouds op één boven de honderd, door de Bondgenooten behoordt te worden gc'aggreëerd; zullende mitsdien de Quotes in de ordinaris en extraordinaris Staaten van Oorlog zijn van Gelderland • f 6\ o\\o Holland ■■ ----- &i ij o Zeeland » 1 ■ 3ji6j o Utrecht — 410 o Vriesland 1111 11 1 ■ ■ 9! 7\ ° Overijffel *—— ——- • 3 9 6 Stad en Lande • —-— 5 7j 8 Dienthe » -—- ■ ©,1910 Generaliteits Kas » 4 8j * Totaal ——■ ƒ ioo| oj o en  c 40 en in de Petitiën ijle Afd* van Gelderland —— ——• f 6 9 Qji0^eSi Holland ----- — — 651110 Zeeland —~—■ . —— 4^4 Utrecht — - « 415 z Vriesland —— - 9 17 8 Överijflel 3 «3 f Stad en Lande — *— 5*310 Totaal — ƒ 100 o o En zouden deeze Quotes proviftoneel behooren bepaald te worden voor den tijd van vijf en twintig jaaren, zonder dat daar in na expiratie van dien tijd door een of meer der Bondgenooten huiten gemeene bewilliging, eene eigendunkelijke verandering zal mogen gemaakt worden, en zonder dat aan een dcrzelven zal zijn geoorloofd om geduuren-* de dien termijn, zijne Quote te verminderen door het afwijzen van kdlen van het Bondgenootfchap op zijne repartitie gebragt , of aan het Comptoir Generaal van de Unie verfchuldigd; des dat de fomme van het totaal beloop der beide Staaten van Oorlog , waar in de Bondgenooten bij het reguleeren der Quotes meede behooren te confenteeren voor den tijd van vijf en twintig jaaren, of voor zoo lange als de Quoies met gemeene bewilliging op geenen anderen voet zullen zijn gereguleerd, niet meer zal mogen bedraagtn dan dertien en een halve millioenen, maar wel zoo veel minder als men zonder ondienlt van den Lande zal bevinden doenlijk te weezen, en dat de temporaire mitsgaders de 'uirhervende Pollen, voor zoo verre dezeive jaarlijks vermindeicn mee geene andere zuilen mogen aangevuld worden dan mer confent van de Bondgenooten. Zullende de Staaien van Oorlog derhalven, geduurende den voorfchreeven tijd niet anders kunnen en moeten befchouwd Worden, dan als eene repartitie van geconfentetrde lallen, .hoe zeer dezelve niet te min alle jaar gelijk van ouds behooren overgebragt }Q worden. WijJers erkennen Wij gaarne met Zijne Hoogheid dat het van die Provinciën, welkers Quoie thands word verhoogd, niet te vergen is, dat zij hunne Ingezeetenen met nieuwe lallen bezwaaren , om die d.r andere Provinciën van het draagen van meerdere lallen te bevrijden,, vooral, wanneer dezelve zoodanige verhooging van hasre Quote op zich neemende, daar door verplicht worden, nieuwe lasten te introduceeren, om de zaaken gaande te houden; en zouden daarom vermeenen voor eerji3 dat de Provinciën zich onderling behooren te engageeren, de plaatshebbende belaflingen (except her geval van onvoorziene calamiteiten, waar van blijken zouden moeten gegeeven worden) te doen voortduuren, of door equivalente middelen te reroplaceeren, en ten tweeden 3 dat iedere Provincie haare Financien, zoo F veel  ijle Af cl Quotes. veel mogelijk zal verbeteren of vermeerderen, om dsar donr eene fomme voor handen te hebben, waar uit bij opkoomende onluüen de eerll noodzaakelijke depenfes zullen kunnen woden goedgemaakt, en voorts gehouden zijn, hier van aan den Heer Erflladhouder in der tijd, als tor alle de Provinciën eene gelijke betrekking hebbende , te doen blijken, zoo dikwijls zulks door hoogüdezelve gevraagd zal worden. Wat betreft de admiflie van een tweedeGecommiiteerde weegens de Provincie van Gelderland in den Raad v«n State, waar van door Zijne Hoogheid in de meergemelden Voorflag mentie gemaakt word, zoo kunnen wij niet naalaaten bij deeze gelegenheid aan U Hoog IMog. te rememoreeren de inüantien door de Heeren Staaten van die Provincie gedaan tot recuperatie van een reciv , dat aan haar zeederd de erectie van den Raad heeft gecompeteerd, en in welkers genot zij tut dien hoofde behoord herlleld te worden. Aangaande de middelen door Zijne Hoogheid voorgeflagen om tot een afkomt! te geraaken in extraordinaire Petitiën, en van conltraincte, zoo komt het ons voor, dat de Bondgenooten dezelve kunnen en behooren te anefleeren, echter met die verandering, dat het getal der Provinciën, welke geconfenteerd moeten hebben in eene Petitie, voor dat de difficulteercnde mogen geadhorteerd worden tot het inbrengen van gaave Confenten, in plaats van op vier s gelijk door Z jne Hoogheid was gefchied, diend te worden bepaald op vijf3 en wanneer de gebreekige Provinciën niet defereeren aan de inüantien door U Hoog Mog. bij Miflive te doen, en de bezending uit de Vergadering van U Hoog Mog. en van den Raad van State geen effect hee/r, ais dan bij Ü Hoog Mog. met overleg van Zijne Hoogheid en den Raad van State gerefolveerd , welke middelen naar gelang der omllandigheeden , over een kom ft ig de Unie van Utrecht verder omtrend zoodanige Provincie of Provinciën zullen behooren te worden in het werk gelleld, om dezelve te engageeren om aan het verlangen hunner Meede - Bondgenooten te voldoen, en in eene zoodanige Petitie teconfenteeren, blijvend? no^thands uitgezonderd het middel van Mi* litatre executie en alle andere middelen van geweld. Terwijl de Commiffie door U Hoog Mog. en den Raad van State te benoemen tot examen der Financien van die Provincie, welke weigeren mogt, de eenmaal aangenoomen lallen te draagen, of welke meer dan een jaar ten agteren blijvt, in het betaalen van de Renten en IntereSïen door haar aan het Comptoir Generaal der Unie verfchuldigd, zichten fpoedigfte naar die Provincie zal moeten begeeven , en uiterlijk binnen vier maanden aan U Hoog Mag. rapport van haar verrichte behooren te doen, en die Provincie immiddels provifioneel moeten voortgaan met te betaalen, tot dat uit het rapport van die Commiffie zal blijken, of zij daar toe al of niet in ftaat is 3 en in het terfie geval daar  < 43 ) • £y op geeven , middelen door £oodafti*e ^röviueië (Uit toe zouden moeten taorOt'ft ddngewmd j zullende in bet laacite gevai wanneer zoodanige Provincie nier uit oowilligheid , maar uit onvermogen de betaaling declineerd, door de overige Bondgenooten voor die betaaling gezorgd worden, in voege als door Zijne Hoogheid is voorgtdraagen. Met opzicht tot de Liquidatie der pollen, welke door het Comptoir Generaal van de Unie zcderd het jaar 1783 voor eenige Provinciën z jn voorgeich;> oten, zijn wij van gedachten, dat die ichulden aan dezelve Piovincien door de Bondgenooten behooren geremitteerd te worden, dewijl door Zijne Hoogheid b'j den meermaal gemelden voorflag word te kennen gegeeven, dat de Provinciën, die zich in dat geval bevinden tot geene • leititutie van dezelve kunnen koomen, zonder een nieuw bezwaar op haaTe Financien te leggen, het welk al wederom van invloed zoude moeten zijn, op de meerdere of mindere mogel jkheid om de Quota op den voorgeftelden voet aan te neemen en op te brengen; des dat die Provinciën conform den verderen inhoud van den voorflag zich engageeren om op den voet daar bij bedoeld en hier na breeder omfchreeven, te helpen draagen in de'Lallen, welke de gevolgen zijn van de onlutten, die met wijle Zijne Keizerlijke Majeiteit hebben geiubfiiteerd, ichoon dezelve in het geheel niet of maar gedeeltelijk hebben geconfenteerd in de aanwervingen, welke in die tijd noodzaakelijk waaren; of in de Conditiën van pacificatie bij het Tractaat van Fontaineblcau ovèreengekomen, als meede in de Sublidien in den jaare aan de Heeren Markgrave van Brandenburg Anfpach, en Hertogen van Biuuswijk. en Mecklenburg toegezegd. Vermits echter bij fommige Leden van onze CommiiTie bedenking was onritaan welke Lallen Zijue Hoogheid d«»ar meede al had bedoeld , of daar door moeiten bcgreepen worden, en vermits eene diergelijke bedenking zonder eene nadere opheldering van die periode ook veelligt bij de eene. of andere Provincie zoude kunnen gemaakt worden, hebben wij gemeend tot wegneeming van dezelve geenen beteren weg te kunnen intlaan, dan door Zijne Hoogheid te verzoeken ons dien aangaande nader te willen cclaircdleeren tér voldoening van welk verzoek hoogitdezelve aan ons heeft doen voordraagcn: Jf Dat Zijne intentie daar heenen was gegaan, dat die Provinciën , aan dewelke zoude worden geJt remitieerd, het geen door het Comptoir Generaal .3 zederd het jaar 1783 voor dezelve is betaald, zich zouden behooren te engageeren, om met en nejj vcns de overige Bondgenooten haar aandeel te „ draagen: • J} Eer/ielijk in de Penfioenen van de Officieren J3 der Corplen, tot welkers oprichting de ènluiten, j, die met wijle Zijne Keizerlijke Majeiteit hebben 0> gefubfiiteerd, aanleiding hebben gegeeven, zoo als die Penlioenen op den extraordinaris Staat van M Oorlog over 1787 zijn gebragt, en verder gebragt zullen moeten worden. F % „Ten Qjiükü.  jfte Afcl Quotes. ( 44 ) ti Ten tweeden in de Intefeflen van de Capitaa!en, Ai die ingevolge Uwer Hoog Mog. Refolutien van j, den ii julij 1786 en 8 januarij 1787 ten CompJ} toire Generaal van de Unie zijn genegotieerd ter j, betaalins» van de fomma van penningen, die inge- volge het Tracdaat van Fontainebleau aan hoogJf gemelde Zijne Keizerlijke Majeiteit hebben moeJ} ten worden voldaan , en daadelijk voldaan zijn. ' Zoo als die InterefTen ingevolge de gemelde Uwer jj Hoog Mog. Refolutien reeds op den Staat van jj Oorlog over 1787 ter repartitie van alle de Proj_, vincien en her Landfchap Drenthe gebragt zijn, jj en verder gebragt zullen worden. j, En ten derden in de Subfidien, dewelke inden jaare 1788 aan de Heeren Markgrave van Hranjj denburg Anfpach en Hertogen van Brunswijk en jj Mecklenburg zijn toegezegd, volgens de Ordonjj nantien, daar van reeds gedepecheerd, en nog te jj depecheeren , en voorts in de betaaling van die jj Troupes zeiven, van den tijd af, dat de Lallen jj naar de nieuwe Quotes zullen worclen gedraagen. j, En dat het verder aan Zijne Hoogheid reedeüjk jj voorkwam, dat dezelve Provinciën meede haar jj aandeel droegen in de equivalenten, die aan verjj fcheide Officieren tot uitkoop van derzelver Penjj fioenen verftrekt, en ingevolge Uwer Hoog Mog. jj Refolutie van den 3 Meij 1706 op den gemelden jj Staat van Oorlog ter repartitie van alle de Projj vincien en het Landfchap Drenthe gebragt zijn." Door welke nadere explicatie derhalven de gemaakte bedenking vervalt, dewijl daar uit ten klaarften blijkt, dat deeze vier poften niet zijn begreepen onder de fchulden, die aan de Provinciën zonden behooren te worden geremitteerd, en welke hier boven reeds zijn opgegeeven, gelijk wij ook voor ons zeiven van opinie zijn, dat die polten daar onder niet kunnen of behooren te worden begreepen. De verdere Poincten in de voorflag van Zijne Hoogheid vervat, en tot hier toe door ons onaangeroerd gelaaien, alle betrekkelijk zijnde tot den Staat van Oorlog, zullen wij van dezelve voor het tegenwoordige nier fpreeken, maar ons referveeren, deswegens onze gedachten aan U Hoog Mogende voor te draagen, wanneer wij aan de derde afdeeling van dit Rapport zullen gekomen zijn. En daar wij derhalven, voor zoo verre dit in deeze Commiflie heeft kunnen gefchieden, overwogen hebben alle die Poincten van de voorflag, die het werk der Quotes betreffen, of als een gevolg van dien moeten befchouwd worden, zoo vertrouwen wij hier meede het ee/lte Poinct van Uwer Ho: Mo: Refolutie van den 4 Meij 1785- te mogen houden v,oor afgedaan, en mitsdien te kunnen overgaan, tot het tweede gedeelte van dit Rapport, bevattende een verflag van den aCtueelen ftaat van de Generaliteits Kas, met bijvoeging van onze gedachten over het Emploi van dien, en van de middelen tot verbetering van des Generaliteits inkomilen en befpaaring der Uitgaven. TWEE-  (4S) T WE EDE AFDEELING. Generaliteits Kas. TT Ebben U Ho: Mo: uit de eerfte AfdeeJing kunnen zien dat volgens den voorflag en naar de gedachten var /-'jne Hoogheid de Kas van de Generaliteit voordaan or eene Quote van / 4- 8- 2 in het honderd zoude kunner geueld worden, en naar die proportie behooren te draagen in de Ordinaris en Extraordinaris Staaten van Oorlog mits derzelver totaal monfant niet te boven gaa de fomrm van dertien en een halve Millioen. — Hebben wij bij die geleegendheid gezegd, dat de Kas naar ons inzien tot het betaalen van zoodanig eene Quote in Haat was — en blijkt derhalven daar uit dat de Bondgenooten uit des Generaliteits Inkomilen aanmerkelijk kunnen gefoulageerd worden m het draagen der Lallen van de Unie: — zoo zal het voorzeeker aan U Ho: Mo: aangenaam zijn breedvoerig geïnformeerd te worden van de gronden, op welken vuj gemeend hebben, ons met de gedachten van Zijne Hooghei te mogen en moeten voegen, waar door teffens zal *z-jn beantwoord de vraag aan ons gedaan, over bet gebruik, het welk van de Generaliteits Kast zoude kunnen en behoo. ren gemaft te worden tot foulaas van de Bondgenooten, met betrekking tot generale defensie van den Lande. t Wanneer in den jaare 1717 de Extraordinaris Vergade* ring van Uw Ho: Mo: begeerde geinformeerd te zijn van de gefteldheid van het Generaliteits Financie Weezert, ver. zogt zij bij derzelver Refolutien van den \z Februarij en 10 Maarr van dat jaar den Raad van State en de Generanreirs Keekenkamer, ^ om te formeeren en aan hooggeJ3 me de Vergadering te laaien toekoomen eene nette Lijft }3 en fpee ftque ftaat van het jaarlijks Inkoomtn van de Ge. ^ neralitett en van de Laften daar en tegen" en de Rekenkamer voldeed aan dit verzoek bij eene Mifïive van den zo April daaraanvolgende. Deeze^ wijze van onderzoek was zeekerlijk zeer beknopt, en waanchijnhjk voldoende aan het oogmerk van de Extraordinaris Vergadering en van de H. H. Staaten van Zeeland, op welker voorflag deeze Refolutien genoomen wierden, wij mogen echter billijk twijfelen, zoo dit voorbeeld door ons was gevolgd, of wel ten volle zoude bereikt zijn hei: geen de Bondgenooten bij het decerneeren deezer Commiliie hebben beoogd. Het is doch zeekef, wat ook de Extraordinaris Vergadering met deeze opening vati het Generaliteits Financie Weezen hebbe bedoeld, dat het oogmerk van dien tijd nimmer geweeft is, of konde zijn, om door middel'van ces Generaliteits Inkomilen de toenmaals bezwaarde Provinciën te gemoet te komen. F B Een 2de Ajd. Gen. Kas. \ 1 i 1 Oogmerken zui/ze van onderzoek naar den Jïaat van des Generaliteits Financien in het jaar  %ch Afd. Gen. Kas. ( 4<* ) Een ieder kende de bekrornpene gefleldheid van het Compioir Generaal van de Unie, en de jongfte gebeüreniflen hadden maar al te klaar doen zien, welk eene moeite men had, om de zaaken gaande te honden; Jaa het was 'er zoo verre van daan, dat men destijds zien zoude gevleid hebben, met het vooruitzigt, om m de Generaliteits Kas eeivg Soulaas voor de Provinciën te kunnen vinden, dat noch in de Miilive van de H. H. Staaten van Overi'iflei van den 4 Augultus *7i6 noch ook m het Rapport op den 7 derzelver mamd ter Vergadering van Uw Ho: Moa- uitgebragt, en welke tot de Extraordinaris V ergaderiog° aanleiding gaven, van de Generaliteits Kas iets gefpmoken word, offchoon Gedeputeerden van Uw Ho: Mo: en Gecommtiteerien van den Raad vanSiate bij het laatite Stuk ampel voordraagen, op welk eene wijze Piovincien, die bezwaard mogten zijn, zouden behooren ontlatt te worden. Wij agten het wel der moeite waardig, om de woorden Van dat Rapport alhier te laaten volgen ^ ■ fen voor zoo verre (zeggen H. ti. Gedeputeerden en Gecommitteerden) eenige Provinciën f* niet zouden mogen disputeeren, de noodwendig^ heid van het overhouden van het voorfz geJJ tal van MUitie, maar fuilineeren, niet in Itaat te " weezen, om dat getal te helpen betaalen naa haaf* re gewoone Quote, dat zoodanige Provinciën, *\ volgens de natuur van de zaak, en het oud ge'* bruik haare Financien behooren open te leggen, en bevonden wordende bij het nazien van dezelve, JJ dat die Provinciën in haare fuftcnue gefundeerd " en ontlalt behooren te worden, daar over op ge" liike wijze met gemeen overleg belioord re wor' den geconcerteerd, en middelen van infehikkin** oe of' van uitkomfte gevonden, het welk kan ge3 fchieden op driederkij wijze, of met op de an3 dere Provinciën te brengen dat geene, waarmeede de onvermogende moeten ontlalt worden, of met de onvermogende voor een tijd te ontlaiten, de andere blijvende bij haare ordinaris Quote, oj 3 met te verminderen de Quotes van de vermogenJJ de naa advenant van de ontlaftinge der onvermo33 gende, welk tweede en laatite als dan alleen plaats 33 zoude kunnen hebben, wanneer de gemeene de33 fenfie en zeekerheid eenige of eene gemeene ontZ laltinge lijden kan. Want dat anders het geheelc j3 Ligctraam zoude verlooren gaan, om dat fommige Leden buiten ftaat geraaken om na de gewoone * proportie te helpen draagen de lallen van de ge'3, meene defenfie." Behoeven wij wel iets meerder bij te brengen om te doen zien, dat men zich in de jaaren 1716 en 1717 g^n de muitte hulp van de Generaliteit beloofde, dat 'er dus een  ( 47 ) een notabel verfchil is tnfl'chen het oogmerk van de Extraordinaris Vergadering in den jaare 1717, en dat van de bondgenooten tegenwoordig in het onderzoeken van den iiaat der Generaliteits Kas. — En eindelijk dat tot bereiking van het laatite eene meer volledige kennis van het Comptoir Generaal der Unie noodig is, dan de Extraordinaris Vergadering vorderde. Laaten wij 'er tor befluit nog mogen bijvoegen, dat 200 men al eens het voorbeeld van den jaare 1717 had konnen volgen, des geenzints, eene opgave van des Generaliteits Inkomilen en Lallen door de Generaiitrits Reekenk-imer, alleen en op zich zelve genoomen, niet voldoende zoude geweeil zijn, dewijl men daar door geen inzien kon verkrijgen in de wijze van adminiitratie der financiën van de Generaliteit, als waar aan de Reekenkamer geen deel heeft, en dat men dus, om djar toe te geraaken, zijn toevlugt had moeten neemen tot den Raad van State. Edoch wie bemerkt niet, dat dus doende alle onze kundigheeden van den aftueelen ftaat der Generaliteits Kas, en hij gevolg ook die der Bondgenooten eenig en alleen zouden berult hebben op de ouvertures van de Raad, en Reekenkamer, die voorzeeker met minder omllag en zonder bezwaar van de Provinciën direct aan Uw Ho: Mo: konden gegeeven zijn, zonder dat daar toe eene zoo plegtigeCommiffie noodig was; dan het geen'de Heeren Staaten der refpective Provinciën waarfchijnh'jk niet hebben gewild, om .daar door te beter gelegendheid te hebben, door een naauwkeurig en onpaitijdig onderzoek geïnformeerd te w-orden van de directie door de Raad van State over des Generaliteits Financien gehouden. Daar wij nu voor ons zeiven niets meerder ter harte naamen, dan ter bereiking van deeze zoo gewigtige bedoelingen te mogen medewerken, hebben wij gemeend aan de taak ons opgelegd het belle te zullen beantwoorden, wanneer wij door eigen onderzoek beproefden, hoedaanig het actueel geheld was met de Ordinaris Kas van de Generaliteit. Men kan deeze Kas met regt befchouwen als de gemeene verzaamelplaats van de verichiilende Inkomilen van de Generaliteit, het fpreekt dus van z lvs, dat, zal men behoorlijk over het vermogen van d en kunnen oordeelen, men vooraf alle die Inkomilen naauwkcutig moet kennen. Wil men echter hier toe geraaken, zoo behoord men een regt denkbeeld te hebben van de gefleldheid der fuba'terne Comptoiren van de Cnrfangers en Renimeeilers in de Generaliteits Landen, — deeze fubalterne Comptoiren zoo niet alle immers verre de meelte, rendeeren jaarlijks meerder, dan de Lallen bedraagen, die daar op zijn geaffecteerd. — 2de Afd. Gen. Kas. Wijze 9 qp welke dat onderzoek thands is gefchied - en uitflag van hetzelve.  2 de Afd, Gen. Kas ( 48 ) teerd. — en het zijn deeze meerdere rendementen, die gevoegd bij eenige andere voordeelen, (waar van ilraks ' nader) de eigenilijke Kas van de Generaliteit uitmaaken. De groote of°het vermogen der laatüe hangt derhaivert alleen af van het ovevfchot van deeze mindere Comptoiren; en de groote van dit overfchot wederom van bet meerder of minder rendement der middelen, die in het teilbrt van de Generaliteit geheeven worden. Het is derhalven v.m het grootfie beting voor de Generaliteit, dat deeze middelen lteeds zoo veel mogelijk worden gebeneficeerd, en in de uitgaven der mindere Comptoiren eene behoorlijke ceconomie betrag?; cn het is niet minder noodzaakelijk voor eene Coma^tfic als de onze, dat zij zich in ftaat bevrode, om van nahij te kunnen beoordeelen, of de eeriie voor verdere^ verbetering en de laatite voor meerder menage vatbaar zijn. Dan hier toe moeiten de reekeningen van alle die Comptabelen worden ondtrzogt, en van den ftaat hunner Comptoiren balancen geformeerd, ten dien eftècie, dat daar uit konde gekend worden den aait van derzelver inkomftcn, de Lallen daar op geaffecteerd, en uit vergelijking van het een en ander opgemaakt, hoe veel ieder van die Comptoiren moet gereekend worden jaarlijks aan de Generaliteits Kas te kunnen opbrengen. Het kon niet anders zijn of zoodanig onderzoek moeft natuurlijk aanleiding geeven tot meenigvuldige Confideratien, en dus veel tijd en moeite konen. Het flrekte ons daarom -tot geen gering genoegen bij de Heeren Gtcommitteerden uit den Raad van State en Generaliteits Reekenkamer te ontmoeten alle mogelijke bereidvaardigheid, om ons door het fuppediteeren der noodige Êlucidatien en Intormatien in onze nafpooringen te fubleveeren, en tot eene plenaire kennis van zaaken te doen geraaken. En wij erkennen volvaardig, dat deeze informatien zeer veel hebben gecontribueerd, om onze kennis van des Generaliteits Fin.ancie VVeezen, door eige onderzoek reeds verkreegen merkelijk te vermeerderen, en de behandeling deezer itoffe te veraangenaamen. Wij getroolten ons dan ook gaarne al den tijd, die wij in dit werk hebben doorgebragt en verblijden ons van agteren eenen weg te hebben ingeflaagen, langs welken wij niet alleen hebben verkreegen een compleet begrip van de intriniicque gefleldheid van de Generaliteits Kas, maar ook de volleediglte overtuiging van den bloeienden Staat, waar in het Einancie Wee^en van de Generaliteit zich bevind, en van de voordeelige uitzigten, welke zig bovendien voor het toekomende opdoen bij continuatie van de fpaarzaame di-  ( 49 ) directie en goede adminiflratie door den Raad van Srate daar in gehouden, zoo door het bevoorderen van de bebouwing der inculte gronden in de Generaliteits Landen, als door het verheeteren van des Generaliteits Inkomilen, zoo dat wij U Ho: Mo: gerullehjk kunnen verzeekeren, dat vooral zedert den jaare 1753, en de interieure (bar van die Dillriétcn verbeeterd, en de Inkomilen der Geneialiteic aanmerkelijk geaccrefceerd zijn; waarom wij dan ook ons verzeekcrd houden, dat de Bondgenooten daar over ten hoogfien zullen voldaan zijn. Het zoude weinig moeite in zich hebben, alhier te laaten volgen, eene gedetailleerde ftaat van des Generaliteits Inkomilen en Lallen , en U Ho: Mo: als met een opllag van het oog te doen zien , welk eene aanzienlijke lom de de Generaliteits Kas jaarlijks overhoudt, dan daar wij met reden bedugt zijn, dat zulks zoude geeven, eene al te groo te publiciteit aan deHnancien van de Generaliteit, daar ook de Refolutie van 4 Meij 178? eene zoodanige opening niet van ons vordert; zullen wij liever het een en ander hier nog bij voegen, waar uit ten klaariie zal blijken, dat de ordinaris Generaliteits Inkomilen door het wijs bellier van den Raad van State aanmerkelijk zijn vermeerderd, en dat daar door de Kas van de Generaliteit tegens het einde van het jaar 1780 was geraakt in een voordeeliger ftaat, daar waar in zij zich geduurende deeze Eeuw had bevonden, Laaten wij tot dat einde ons oog vefligen op de Generaliteits Kas zoo a>s die was, ten tijde der Extraordinaris Vergadering van U Hoog Mog., voorts befchouwen de gebeurenilfen der volgende tijden tot den jaare I7J4, en e/nde/f/k /iet een en ander met de jongitvei loopen jaaren vergelijken. Wij hebben hier boven gezien, dat de Generaliteits Reekenkamer voor de Extiaordinaris Vergadering had geformeerd en aan dezelve gezonden een itaat van het ordinaris Inkomen van de Generaliteit en van de Lallen daarentegen. Deeze Itaat word gevonden onder de Bijlagen tot de Refolutien van die Vergadering behoorende , en het lijdt geen twijfel of de opgave van de groote der Inkomften en van de Laiten daar bij gedaan, is met alle mogelijke naauwkeurigheid bercekend. Men zoude zich nogthands merkelijk bedriegen, door die opgave te befchouwen, als een toereikend middel om de geüeldheid der Kas geduurende dat tijdperk te Ieeren kennen; aangezien onder de Laiten niet zijn gebragt de Interenen der Caphaaien, waar meede de Generaliteit destijds was bezwaard, en welke tot eene zoo aanmerkelijke hoogte gelleegen waren , dat de InteretTcn ter naauwer nood uit de Ordinaris jaarlijkfche Inkomiten konden gevonden worden. G Hes ide Ajd, Gen. lias. Voordeeligt gefleldheid van de GeneraliteitsKas in ver* gelyking van die in de jaaren 1717 en 17^aangetoond uit den ftaat der Capitaalen ten lafte van de Unie kopende.  2:k Afd. Gen. Kas. ' Zie Generale Pe. litia voor hec jaar 1726 icA. 16. \ Het is das volftrekt noodzaakelijk te weeten hoe veel lie Capiiaalen te zaamen beliepen, wi! men over den itaat ier Kas zoo als die toen was, naar behooren kunnen oorieelen, en dit is te meer noodig, dewijl men zonder hec egt verltand van den aart der Capiïa5750 4 2 192248 o o 2287998 4 2 83167 7 o g 167470 o o 79866 o o 2,47336 o o 20074 o o Vriesland - — 4H300i o 0 615383 o o 5128384 o o 190183 0 o | 334909 0 0 1S97^S c c 494624 o o 41048 o o Overyssel — — i7i9^2 18 6 1S8437 o o 190805018 6 67111 q o g 102550 o o 665S3 o c 169133 o o 13566 o o Stad en Lande —• 1816988 5 0 221116 o o 2048104 5 0 73508 o o |j 167470 o o 108734 0 0 276204 o o 21153 o o Drenthe — -H 24111c 16 i 5*771 o o 29388116! 1 1185017 o | 28720 o! o i864y 0 c 47365 o o 3800 o o Dus te laamen voor de Pro I I \ I vincien en Drenthe ƒ18727139 l9 f030177 o 0/3376541619 u f 1283388 14 ofö ƒ2900651 o o ƒ1738182 o c f 4638833 o o ƒ 3732.60: o o Op de Contributien, naderhand! \ ( || geaffecleerr op her Sublidie rt bedongen by het Traclaat vanj J I g Bardere —■ «—/ 4995682/ 6'ioj 215834814 c 7154031 010 *97454 0 o g 1785073 5 o 65374217 5 2438816 2 5 190778 7 o Capitaalen ongerepartitieerd en i tot latte van de Generaliteit * ' - 8 gelaaten •— 1 - - - - 1738124911 8 52.1437 6 9 ft 1 - - - - • - - - finxxlxx 61 9 ƒ 7i966i5!i4(,0/5830069712[ s\f 1102180, q] 9 ¥ ƒ 46857*4 5 0 ƒx391924 17I 5 ƒ7077649 2! 5 ƒ 564038 7! o   r 53) deren; waar toe men zich genoodzaakt zag win wegens den bezwaarden fiaar, waar in het Ditrict van de Generaliteit z?ch toenmaals bevond, en welke bezwaarde Itaat ons niet zal verwonderen, wanneer wij in aanfchouw neemen, dat de laatiten Oorlog in deszelvs begin was gevoerd op den bodem van den. Staat, en (zoo als de Rand zich bij de Petitie voor den jaare 1715- uitdrukt) in het gezigt van itemmende Provinciën; een Oorlog derhalven, in welkers rampen het reflort van de Generaliteit boven al had moeten deelen, en die de meeite Plaatfen met zwaare fchulden had belaaden. _ Wanneer men nu bij dit alles reflecteerd dat de Provincicn nalaatig waaren , voor de rigtige voldoening hunner contingenten in de jaarhjkfche renten en intreden te zorgen , behoeven wij dan wel te vraagen, welke de reden zij , waarom het Comptoir Generaal, gelijk reeds gezegd is , in den jaare 1715- moeit worden geilooren, en moeten wij niet veel eer bewonderen de goede directie, waardoor men zulke groote zwaarigheeden heeft weeten uit den weg te ruimen en te boven te komen. 'Er verliepen echter veele jaaren, alvoorens men in de mogelijkheid kwrfm aan eene vermindering der Schulden te denken, waar toe de aanhoudende traagheid der Provinoen in het furneeten der gelden tot voldoening der ïnterellen benoodigd, wel het meeite contribueerde, dewijl de iUad van State daar door zich genoodzaakt zag die betaaling re doen gedeeltelijk uit Furniiiemenfen zoo "door de Provincie van Holland als andere tot differente eindens gedaan en gedeeltelijk uk haare eigene Fondten, welke taatfte anderzints tot afloffing van des Generaliteits patticuliere Schulden hadden kunnen dienen, om zoo doende voor te komen, dat het Comptoir Generaal niet andermaal wierd geflooten; zoo als dit ten klaarfie is getoond door Gtccmmitïeerden van de Raad van State en Generaliteits Reekenkamcr bij het Praeadvijs uitgebragt in de Conferentie met H. H. Gedeputeerden van U Ho: Ho: gehouden, omtrent het geeven van opening van de Generaliteits Kas te vinden onder de fecreete Refolutien van U Ho: Mo. van 15- December 1784, waar toe wij ons alhier recreëren. In deezen Haat bleeven de zaaken tot aan het jaar 1745 wanneer de Republicq wederom in Oorlog geraakte, waardoor het Comptoir Generaal, het welk ter naauwernood tot verademing gekoomen was, op nieuw tot eene onvoorbeeldige laagte verviel, zoo dat de Ontfanger Generaal bij het flot van zijne reekening over het jaar 1784 weinig meer dan een honderd duizend gulden fchiildig bleev, terwijl (volgens dat zelfde Praeadvijs) het beloop der onafgehaalde Ïnterellen te dier tijd nv er bedroeg. Desniettegenllaande had de Generaliteit geduurende den Oorlog nog genoegzaam credit behouden om ten behoeve van de Provincie van Vriesland drie aanzienlijke Negotiatien te doen; G 3 waar 2de Afd, Gen. Kas<  ( 54 ) waar van het montant hierna 7al worden opgegeeven; rrrtsgaders eenige Negotiatien voor Stad en Lande, waar van het beloop door die Provincie reeds is afgeioit; om niet tegewaagen van deGeldligiinginden jaare 17*9 voor reekening vandePiovineien gedaan, doch naderhand mecrendeels afgeioit; Dan daar de Provinciën op de Renten en intereiïen op nieuw importante lommen waren ten agteren geraakt, had dit ten gevolge, dat het Comptoir met het begin van het jaar 175-4 niet kon worden geopend. Geduurende dit tijdperk waren de Schulden van de Provinciën en het Landfchap Drenthe aan de Generaliteit, wel is waar eenigermaare verminderd door het ccifeeren der twee en dertigjarige Renten en het verfterf der Lijfrenten, ook had het Quartier van Veluwe zeedetd het jaar i73x tot 1736 zeevenmaal honderd duizend guldens in mindering van. haar aandeel afgeioit, dan die Schulden wierden daar tegen Wederom vermeerderd met de Capitaalen en Lijfrenten voormaals op de Contributien gene?,otieerd en naderhand op het fubiidie van de Barrière geaffecteerd, welk fubiidie met de eetÜe jaaren van deezen Oorlog cesfeerde; Het montant der zeiven was echter zeederd het jaar 1V17 d'eels door aflolling, deels door het verfterf der Lijfrenten zoo verre verminderd dat een fom van / zoz+có-19..3 genoegzaam gereekend wierd tot betaaling der ïnterellen en Renten, welke dan ook van het jaar 1744 a^ aan en vervolgens tot op heeden door de Provinciën en Drenthe jaarlijks Quotes wijze ten Comptoire Generaal is gefurneerd geworden. Van daeze fom wierd ƒ 90630- o- o vereifcht voor de jaarhjkfche ïnterellen van de nog refteerendc onafgeloffë Obligatien, en het overige ter fommé van f 111776- xo- 3 tot voldoening der Lijfrenten. 'Er zal in het vervolg gelcgendheid zijn van deeze laatfte fom nog nader te fpreeken bij de behandeling van de materie der Lijfrenten. Wij keeren thands weder tot het Comptoir Generaal der Unie, het geen wij in de grootile ongeleegendheid geJaaten hebben, dan het weik wij ras wederom zullen zien niet alleen geopend, maar zelïs gebragt tot een grooter trap van bloei en welvaart, dan het immer te vooren 'bereikte. De Raad van State nnameüjk gefecondeerd door hec vermogend appui van Haare Koninglijke Hoogheid, Glorieuzer Gedagtenis had geduurende de agt maanden, die hec Comptoir Generaal gèflooten bleev, geleegendheid gehad om met alle de Provinciën over de rigtige betaaling van derzelver Quotes in de verfchuldigde Renten en ïnterellen, en de inpaiming der agteritailen, voldoende fchikkingen tot genoegen van dezelve te kunnen maaken, en zag zich door deeze Zie het bovengemelde Ptseadvijs en de aldaar aangehaal. de MiflWe van do Raad aan H. H. M. van 5 Aug. 1754. 2de Afd. Gen. Kas.  , f. .... ( ) deeze lcnikkingen cn door de exacte haarkooming van dien eerlang in Haat gelleld , met vrugt te kunnen bedagr zijfl op de afloliing van die Schulden, waarmeede de Ordirrris Inkomilen zeederd den jaare 1717 tm op heeden waaien beswaard gebleeven en die in dien tijd meer dan 17 Mil boenen bedragende tot bet jaar 1754 naauwüjks met zes tonnen Gbods waren vérmindeW', zoo dat de Generaliters Kas bij het einde van die laatftgenoemde jaar nog belalt uas met de jaarfljkfche ïnterellen van ruim zeltien en een halve Millioen. Ook leed het niet lang, of men befpeurde de vnordeeI'gitegevolge» uit de maatregulcn' door den Raad van State ror ,u tmde in het werk gelleld, aangezien dezelve reeds , ne" ic vler volgende; jaaren eene aanvang maakte met het ai-lollen deezerSchulden, uit haareeigenelnkomüen, cnin dit werk met zoo veel ijver voortging, dat ze met het einde van den jaare 1786 tot een fom van ƒ3651968- 7-6 naa geheel waren afgelegd, jaa zelfs dat ook dit la at (te Capuaal zoude zijn afgeioit en dus de Genera iteits Kas van de laii van aije de oude Capitaalen bevrijd, bij aldien de Staat was geMeeven buiten de onlutten zcederd het ja.r 17*6 ojMaan eerft met de Kroon van Groot-Brliranmen, en daar na met wijle Zijne Roomhh Keizerlijke Majeiteit, en zoo de Raad daar door niet was verhinderd haar voorgetelde Plan geheel Ier uitvoer te brengen, waar toe Zij anderzints zeer wel in ftaat zoude geweeft zijn, van wegens den grooten voorraad van bbntanteP'ènningen inde Generahteiis Kas voor handen , dan welke geduurende deeze onluhen ras tot geheel andere eindens wierdeu eeempioijeerd. Men kan zich eenigzints een denkbeeld vormen van de groote der Kas op dat tijdftip, wanneer men acht geeft, dat daar uit aan de O. I Compagnie in den jaare 1784 ter leen wierd vertlerkt een fom van vier Millioenen; dat de Provincie van Vriesland haar continent in de Renten en Interenen ter fomma van / 330000- o- o 's jaars mer 1781 terug hield, en rog daarenboven op het einde van 1783 een aanzienlijk deel van de Militie bij den Siaat van Oorlog !?c 1? !al-lC BebraSr» weigerde te betaalen; waar van de Soldijen sjaars meer dan/3co,ooo- o. o bedroegen en dat die Soldijen, conform Uwer Hoog Mogende Refolutien töt dat einde genoomen, zoo uel als de ïnterellen en Kernen uit de Generaliteits Kas zijn betaald, — dat de K ad van State al verder geduurende de troubles met het Huis van Oollenrijk notabele verlchotten uit de Kas heeft moeten doen tot verbeetering der Fortificatiën, aanvulling der Magazijnen, voor Aanritsgelden en Soldijen van nieuw aangeworven Manfchappen, Legerlailen en verdere onkosten van den Oorlog, dewijl de KurniuYmemcn der Provinciën op de Petitiën daar toegedaan zeer iraaglijk inkwaa"kn' a Delaaling van iommige poften geheel wierd ge weigerd door andere * op vooigeeven van in dezelve niet të 2 de A'ffr. Gen. Kds\ Gefleldheid van bet Comptoir Generaal van het jaar 1780 tot 1786,  ide Afd. Gen. Kas. Groote dei Capitaalen in het jaai 1786. En vermin dering der zeiven zeederdbetjaa,1717. te hebben geconfenteerd, en eindelijk dat de Generaliteits t£as al mede heeft moeten voldoen, en nog bezwaard bhjtt met de gevolgen deezer troubles, als daar zijn de uitkoopen geaccordeerd aan de Omeieren behoord hebbende tot de Gorpfen in de jaaren 178* en 1786 gelicentieerd, endelnteresfen van de Capitaalen tot welkersNegomue de Raad van State door V Ho- Mo: is geauthorifeerd, om te Itrekkeo in voldoening van het geüipuleerde aan den Keizer bij her Trac taat van Fontainebleau, hoe zeer beide volgens Uwer Ho: Mo- Refolutien reeds gedeeltelijk bij de laatit geformeerde Extraordinaris Staat van Oorlog over de Provinciën en Drenthe gerepartitieerd zijn. Alle welke verfchotten die te zaamen genoomen eenige millioenen bedraagen, gevoegd bij het beloop van de gedaane lotlinpen oeduurende de laatite 30 jaaren overtuigend beveiligen bet geen hier boven gezegd is van de voordeehgen itaat der Generaliteits Kas met het einde van het jaar 1780. En geKjk dit narré, voornaamelijk is ingerigs om U Hoo* Mo", in Haat te (lellen, eene oaauwkeunge vergelijkiog°ie kunnen maaken tuüchen het vermogen van de GeneraUteits Kas in het jaar t7i7 en dat van het jaar i7%6, zoo vertrouwen wij dat het aan U Hoog Mog. niet onaangenaam zal zijn hier neevens te vinden twee Staaten, waar uit de tegenwoordige groote der fcnulden zoo van het reflort der Generaliteit als van de Provinciën en Drenthe en de vermindering derzelven zederd het jaar 1717 kan gezien worden. Wij remarqueeren echter tot verftand van de eer/te Staat, bevattende eene opgave van de Losbaare Capitaalen. Voor eerjl dat de meefte Provinciën na het jaar 17*4 al ras het voorbeeld, door het Quartier van Veluwe in 173* en 1736 bereids gegeeven, hebben nagevolgd , en haare tchulden aan de Generaliteit door aanzienlijke lodingen verminderd , hebbende zelfs het voornoemde Qnarner en de Provincie van Överijflel haar aandeel geheel afgelegd. En ten tweede dat bij dien Staat, behalven de fom van f ,6*1968- 7- 6- waar van hier boven gefprooken is, onder de fchulden ten latte van het retiort van de Generalist nog word gebragt eene fom van f f°493 3- 13- 7. die in den eerlten opflag als een .nieuwe lchuld van laater tijd zoude kunnen befchouwd worden, en ook metter daad zederd het jaar 17*7 is gebooren , dan die echter voorde Generaliteit niet nadeelig is, dewijl dezelve beltaat uit Capitaalen door pieufe Corpora in de Meijerije op het Comptoir der Beden van 's Bofch belegd, volgens eene Ichikkine door den Raad van State bij derzelver Refolutie van H Januarij 17*7 met een goed oogmerk gemaakt, wor-  Staaten aantoonende de vermindering, lofling en tegenwoordige grootte der Capitaalen ? mitsgaders van de Lyfrenten loopende ten Comptoire Generaal van de Unie 3 zederd het jaar 1717 tot het jaar 17 86. No. 1. £ No. 2. ORDINARIS CAPITAALEN. LYFRENTEN. _______ . « _ —«- Beloon van'de Capitaa- Vermindering van de- Beloop van de Capitaa- Beloop van de Interes- • Beloop van de jaarlijkirho beloop der Lijfrenten , Beloop van dejaarlijkfchs len zoo ordinarii; als 32 zeiven door lolfing, en het len nog onafgeloft in het fen van die Capitaalen. ** Lyfrenten volgens der zei- a's afgeftoron ten Cotsp-: Lijfrenten alsnog ten mrk'e Renten in het jaar cefleeren van de 32 jaari- jaar 1786. I 2 vtr oorfprongelykc be- toire Generaal bekend. jComptoire Generaal op-in J,7I77 ïge Renten. / 5 ^ > ftaande in het jaar 1786. . r . . 1« / 3591x14 1 6/ 3111141 9 6} ƒ 48107/ n til ƒ 1443^ in ^ f 10383 o o/ 17511 x Af' 2871 16 8 - x . 15Ó40817 12 5 11577033 o o 4063784 ix 5 121913 ló 3 220621 o o 190193 o 4 30427 I9j 8 j-j oi* & a « u ZbEU1)D 2865-957 *j 3 4^7335 o o 2408621 1 3 ?'«#*! o | 31615 o o 27182 ïi 10 4432 8 2 Utrecht '—, 1287998 J 2 Ï692248 0 o 59575© 4 z 17871 13 o 20074 0 0 *?%6öiiu 1813 8 t Vriesland _ — 5128384 o! o 615383 o o 4513001 0 o 135390 ° o g 41048 ö o 3451717 6 653c % 6 I I $ Overvssel - 190805918I 6 190805918 6 cc o o o o g 1356^0 o 11647 2 4 191817 8 I I I 0 Y . I Stad en Lande —— 10481045 0 1331779*07 716-314145 21489 15 o g 2215-30 0 19020. 8j 9 3131 " 3 I fit I Drenthe — 193881 iö| 1 i**77*| 0 0 14111016 1 4*3*i8 4 g 3800 o| o 316114 9 538 5 3 , — "| " "I j | 1 ' " DDremhemen Pr°vinCl!!___ f3376541619'11 ƒ ao»4575iU 71 ƒ »9i9<«5 * 31 f 38758916 6 | ƒ 373-6o o 0/ 3.059410 9f 51665 9 3 fit Op de Contributien, naderhand geaf- & Verteert op het Subfidie bedongen by *» - het*Traaaat van Barrière 7154031 oio 4133031 oio 3021000 o o 90630 o o | 190778 7 o 1692791311 2149813 1 NB. Deeze Intereflen en Renten zijn 1 zederd het jaar 1744 en vervol-J I *| gens door de Provinciën en her/ / / ' ■ || Landfchap Drenthe Quoteswij- . , 33 2e betaald, met een fom van 8 ƒ102406-19-3'sjaars,van welke $ een fom van ƒ90630-o-o moeit » dienen voor de ordinaris Interes- [ & ien, terwijl het overige ter fom- S ma van ƒ111776-19- 3 was ge- s fchikt tot voldoening van del \ ® jaarlijkfche Lijfrenten, dan van J deeze laatite zullen de Provin- «s cien en het Landfchap Drenthe $ voordaan, in gevolge het ne- 1 venftaande Rapport worden be- g *qd* fit fit C*S!^ 17381x49» « 13729x81 4 6 3651968 7 x '095591 3 8 | 000 000 000 _ De Capitaalen belegd zederd het jaar g 1757 op het Comptoir der Beden te! J |§ 'sBofch, en dus tot kfte van de Ge-| ; & ' ■ £ r-r, — ■ -j - • ■ >°49»'3 7 | °H 5^-^ —--! !ƒ J8J00697IX1 yj/" 387o8o()4i 3iij/ 20097J«7i i oj/ 60*9x7' o1 8i § f 5640381 7- o! f 489874I 4 8// 74164 14    Pag. 57« Staat van het beloop der Capitaalen genegoticerd ten Comptoire Gene aal dtr Unie , op het Credit van de Gmeraliteit 3 onder guarantie van hnn Hoog Mogende, of tot gedeeltelijke voldoening van het gefiipulcerde aan wtjle Zijne Roomfch Keizerlijke Majefieit bij het 17 Articul van het Tratlaa: van Fontainebleau. Op Credit van de Generaliteit. \70or de Provincie van Vriesland den * 5 Oei ober I? 46, de fom ma van een millioen, waar van nog onafgeloft zijn - / 966000 o o Voor de Provincie van Vriesland van den 17 Julij 1747 tot ultimo Junij 1750 — 2000000 o o Voor de Provincie van Vriesland den 5 Meij 175-1 """ Vl 700000 o o Voor de Provincie van Vriesland wegens het reitant Capitaal van gemelde Pro vincie in de Generaliteits Loterije van f 7500000 o- o geconverteerd in eene ordinaris Negotiaiie tegens 3 p. ct. — \ 8676S j 11 ro Onder guarantie van hun Hoog Mog. Voorden Furft van Ooftvriesland — | / 140000] o o . de Stenden 1 ■ 219481 » 7 4 m Keurvorft van den Paltz — 175000 o o . wijle Zijne Roomfch Keizerlijke Ma- jefteit — — 5122500 o o Stad en Lande — ■— ■ 2023781 13 6 Vrankrijk ■ » - 5000000 o o NB. Dat de IntereiTen van de voorfz Negotiatien ten behoeven van deSrenden van Ooftvriesland, de Provincie van Stad en Lande en Zijne Koninglijke Majeiteit van Vrankrijk (van welke battte ingevolge het engagement deswegens aangegaan, den 21 Meij 1790 reeds geloft is een fom van /1444000 o- o) ten voorfz Comptoire worden betaald uit de penningen daar toe voor af van hunnentwege gefurneerd, doc h dat de Intereilen van de Capitaalen ten behoeven van de Fuift van Ooftvriesland, en wijle Zijne Roomlch Keizerlijke Majeiteit reeds zederd veele jaaren niet meer ten Comptoire Generaal , maar te Aurich en te Amiterdam worden betaald , moetende die voor den Keurvorft van de Paltz, reeds in den jaare 1703 genegotieerd ter fomma van ƒ 500000-o-o, voor afgedaan worden gehouden, agtervolgens de Conventie geinfereerd in de Refolutie van hun Hoog Mog. van den ii Januarij 1766. Negotiatien tot gedeeltelijke voldoening van het geftipuleerde aan wijle Zijne Roomfch Keizerlijke Majeiteit, In het jaar 1786 [ ƒ 1150000 l o] o — —, i78- I . 2750000 jojo  tiende daarentegen zoo dikwijls die Corpora uit krachtc van deeze Refolutie gelden beleggen; met het beloop derlelveh oude^ Generaliteits Ouligatien afgeioit , en dus de fchuld van de Generaliteits Kas daar door niet vermeerderd, en Ten derde dat bij deezen Staat niet zijn opgegeeven, de Capitaalen voor particuliere reekening van fdftmige Pro vincien na het jaar 17.7 opgenomen, of die onder^guaran. Li van,r Hoog Mog. het zij voor Provinciën of vreemde Mog^ndheeden zijn genegotieerd en al nog onafgeloft; ook niet de fchulden die de Raad uit krachte van Uwer Hoog Mogende Reiolunen gemaakt heeft ter voldoening aan het Traaaat van te, op welke wij gemeend hebben ons onderzoek naar den itaat van de GeneralueusKas te moeten inrigren; verre is het 'er echter van daan, dat wij Zouden denken hier meede onze taak geheel te hebben afgedaan, diar den aarr der zaak ons verpligt op te geeven Oj> en zoo jaa, door -welke middelen een Kas van zr:o veel aanbelang voor d? Republicq nog al 'meer zoude kwinen -worden gebeneficecrdiï Met dir fnzigt reeds van den beg:r,nc verkram, hebben wij niet naagelaaten van tijd rot tijd onze gedachten daar over te laaten gaan, verfchiilende coniideratien daar toe kunnende ürekken, bij een gezaameld, cn boven dien de Heeren Gecommitteerden uit de Generaliteits Reekenkamer, in onze befognes tegenwoordig verzogt, asn ons op te geeven de noodige ouvertures van de middelen tot verbetering van de Kas van de Generaliteit en bet uitvind,n v«n centge pohièlen van menage. Aan welk vt rzoek de Generahteis Reekenkamer zelve heeft voldaan, door eene ampele en wel uitgewerkte Memorie van Coniideratien en Elucïdat ten nopens de f>o:nclen van menage tot verligtittg van het Comptoir Generaal van de Vme door de Generaliteits Reekenkamer bij Mijjiye van den z Maart 1717 aan de Extraordinaris Vergader in.1, en nadrr van den 26 April 1754 aan de Ordinaris Vergadering van D Hoog Mog. voo*gedraagcv, welke Memorie hier neevens word overgelegd onder de Üijlaagen lub Litr. A. Wij kunnen onze coniideratien en de voorfhgm bij die Memorie gedaan tot verbetering van de Kas van de Gene- ra* Gen. Kal. Overgang tot de Middelen van verbetering, van des Ge* neraliteits Financien.  2de Afd. Gen. Kas. Invordering van agterftalliee Renten en Interes[en verfchuldigddoor De Pro vim ie Zeeland. C 64 ï rariteit, gevoeglijk verdeeien in drieë'rleij CiaiTen, naar de; . onderfcheide oogmerken daar meede bedoeld, oflchoon al* le op het henefkeeren der Kas neerkoomendel i. Het eerile zoon deezer remarques of pfopofitïéQ bevat de zoodanige , waar door de Generaliteit op eenmaal zoude worden voorzien van eene notabele fomme gelds. x. Het tweede de middelen tot vermeerdering van des Generaliteits jaarhjkfche Inkomilen, 3. En het derde eenige poincten van mer.age die zonder ondienit van den Lande kunnen worden geïntroduceerd. Om aan de Generaliteits Kas op eenmaal te bezorgen eene notabele fomme gelds zoude in de eerfle plaats en wel voornaamentlijh-kunnen (trekken eene afbetaaling der apter Hallen , die de Generaliteit van deeze en geene Provinciën te vorderen heeft, en die te zaamen eenige millioenen beloopen. Moetende door deeze agterftallen worden v'erttaan , eensdeels al het geen, dat zederd eenige jaaren uit de Generaliteits Kas het zij bij leening of op eenige andere wijze voor deeze of geene Provincie is voorgefchooten en betaald, anderdeels eenige oude praetenfienten feite van fommige Provinciën. Het is niet noodig!, om deeze pretenfien, van welke de eeril enoemde volgens den voorflag van Zijne Hoogheid aan die Provinciën zouden worden geremitteerd, a\le en detail alhier op te geeven; Onder dezelve zijn 'er alleen drie, welke meer bijzonder verdienen de attentie van U Hoog Mog. en van de gezaamenüijke Bondgenooten, bettaande in agterftallige Renten en Interenen door de Provinciën van Zeeland, "Vriesland en Stad en Lande van tijd toi tijd onbetaald gelaaten: De eerfle bedraagd eene fomma van / 1550,000- c- o, die de Provincie van Zeeland nog fchuldig is van haar aandeel in de jaarhjklche Remen en Interenen, welker oorfprong wij kortelijk dienen te melden; Te weeten hetCol'ïegie ter, Admiraliteit in Zeeland zich in den jaare 1686 hebbende gefield in de poiiediie van het zoogenaamd Holïands half Licenr, waar van de HoHandicbe Collegien tot dien tijd toe hadden gejouitièerd, en waar toe dezelve van ouds waren geregtigd geweeü. en dit CoUegie zich in die poikfiie hebbende gemaintineerd tot den jaare 1753, wanneer het zelve bij uitfpraak van Haare Koninglijke Hoogheid in dato %i September 17$^ daar toe onbevoegd zijnd'e verklaard, eindelijk gerefol veert heeft, het voorfchreeve half Licent wederom aan die Collegien over te laaten, had zederd het jaar 1686 tot den jaare 1749 volgens eene exacte Lijft daar van geformeerd , van dit Licent genooten eene fomma van / 9x6141- o, en voorts nog het provertue van de jaaien 1750, 51 en $z, moetende echter deeze fom worden verminderd met het montant der Traktementen, welke het CoUegie in 'Zeeland aan de Bedienden van het CoUegie te Amfkrdam, die in Zeeland hebben blijven aan-  ■aanteekeoing houden van hec voorfchreeve half Licent, over ajie de voorlchreeve jaaren daar uit heeft betaald. Daar en teegen had het CoUegie te Amfterdarn bij re. torhe ingehouden zeeker fubiidie van ƒ50000- o- o 's jaars, die het zelve CoUegie ingevolge eene uitfpraak van wijle Ziine Koninghjke Majeiteit Willem de III, in dato 6 December 1687 jaarlijks aan het CoUegie in Zeeland moeit betaalen voor een dedommagement uit hoofde van eene verandering, die in het middel van de inkoomende en uitgaande Graanen in 168r was gemaakt, beloopende zulks in 31 jaaren, geduurende dewelke deeze inhoudmg is geich.ed eene iomma van ƒ 1550,000- o- o en dus aanmerke. J'jk meerder, dan het CoUegie in Zeeland uit het half Licent genooien had, zoo als uit eene vergelijking dier beide lommen blijkt. — Dit meerdere heeft liet CoUegie te Amiterdam echter nooit gereititueerd, aan dat in Zeeland. Miar bezit het zelve thands nog hoewel nullo jure. Het CoUegie in Zeeland miüe nogthands niets door dee. ze verfchillen, dewijl de Provincie van Zeeland het zeive daar van dedommageerde; dan het Comptoir Generaal der unie het welk met deeze zaak niets te doen had, was de lijdende Parthije, door dien de Provincie van Zeeland op haar Contingent in de Renten en ïnterellen zoo veelmaal ƒ 50000- o- o heeft ingehouden als de Admiraliteit te Amiterdam zulks aan dat in Zeeland ingehouden had, en hec is deeze. fom van 31 maal ƒ50000- 0-0, of ƒ 1^50,000- o- o welke de Provincie van Zeeland als nog aan de Generaliteit Ichuldig is. Hier voor, heeft de Provincie wel is waar, geoffreerd Aflignatien op het CoUegie ter Admiraliteit te Amiterdam, doch onverzettelijk gefulfineerd en blijven iu.'fineeren, nier veruer gehouden te zijn, zoo dat zelfs in den jaare 1754 bij het beraamen van arrangementen met hooggemelde Provincie over haare toekomltige betaaling op de Renten en Jniereflen, en over de inpalming van haare agreètfaJIen, de voorfz fom van ƒ 1550,000- o- o heeft moeten worden öhi een zijde gezet, terwijl de nadere arrangementen, die Jegens de bovengemelde uitfpraak van haare Koninghjke Hoogheid zouden moeten beraamd worden nopens de voldoening der agterüallen, zoo wegens het geen bij het Collegie ter Admiraliteit in Zeeiand, uit,hoofde van het voorfz half Licent was ontfangen, als van de voorfz jaailijkfche ƒ 50,000- o- o, waar van de betaaling zeederd verfcheide jaaren door het CoUegie te AmÜerdam was ingehouden; nimmer gemaakt zijn. Daar nu geen de minfle bedenking kan vallen op de deugdelijkheid deezer Praeien.'ie ten Jaite van de Provincie van Zeeland, zouden wij van gedachten zijn, dar U Hoog Mog. aan de H. H. Staaten van die Provincie op nieuw zouden benooren voor te Hellen , hoe ongegrond het is 1 cm / ide Afd, Gen. Kas*  ide Afd. Gen. Kas. Agterflallige Int ere ff ei van de Provincie van Friesland. ( 66 ) om de betaaling van htm aandeel in de Renten en Interesien van Capitaalen, ten la'le van de Bondgenooten genegotieerd, te aïïigneeren op eene Prseteniie, dieniet zij zelve, maar het Coiiegie ter Admiraliteit in hunne Provincie heeft ten lalle van een ander, te weeten het Gollegie ter Admiraliteit te Amlterdam; te meer daar het volle beloop van die Prseteniie, onmogelijk van het laatÜgenoemde Coiiegie kan worden gevorderd, zoo lang ovef de agterilallen. zoo wegens her geen bij het Coiiegie ter Admiraliteit in Zeeland uit hoofde van het half Licent is ontfangen, als van de jaarhjkfche f 50,000- o- o door het CoUegie ter Admiraliteit tot AmÜerdam over verfcheide jaaren ingehouden, geen arrangementen zullen zijn gemaakt, het welk bij de uitfpraak van Haare Koninglijke Hoogheid is gerefervterds dat U Hoog Mog. vervolgens welgemelde Heeren btaaten zouden behooren te exhorteeren, en aanmaanen, om ten Comptoire Generaal der Unie te furneeren het geen door het Coiiegie ter Admiraliteit in Zeeland van het jaar 1586 tot het jaar 1751 incluis, wegens het zoogenaamd Hollands half Licent ten onrechte genooten is. En eindelijk dat U Hoog Mog. het CoUegie te Amfterdam zouden kunnen aanichrijven en gelaiten, om aan het Comptoir Generaal der Unie uit te keeren, het geen hetzelve wegens de voorfz ƒ 50,000- o- o meer heeft ingehouden dan wegens het half Licent over de jaaren 1686 tot 175Z van het Coiiegie in Zeeland konde vorderen. De Pretentie ten lafte van de Provincie van Vriesland, offchoon meede beflaande in agterilallige Renten en Intereffen, is echter van eenen anderen aart dan de voorgaande, dewijl de deugdelijkheid van dezelve dcor de Heeren Staaten van die Provincie niet alleen niet word geconteiïeerd, maar om dar zelvs tuiTchen den Raad van State ter eenre en gemelde H. H. Staaten ter andere zijde over de trapswijze invordering en afdoening deezer agterltallen bereids in den jaare 1754 fchikkingen gemaakt zijn. De Provincie van Vriesland namelijk heeft zich als tóen , geëngageerd jaarlijks op bepaalde termijnen ten Comptoire ' Generaal der Unie te furneeren een fom van ƒ330,000- 0-0 om te llrekken eensdeels tot betaaling der Renten en ïnterellen van de Capitaalen ten haaren behoeve door de Generaliteit genegotieerd ofte als nog voor haar reekening loopende; anderdeels tot inpalming van meergemelde agteritallen die op den laatüen December van het jaar 1753 niet minder bedroegen dan de importante fom ƒ 5x90401- o- 3 doch welke zeederd dien tijd tot op ultimo December 178S met ƒ8x0491- 10- 9 en alzoo tot een fom van ƒ 4469908- 9- 6 2ijn verminderd, zullende deeze vermindering voor het vervolg merkelijk grooier zijn, wanneer de Lijfrenten zoo die voor reekening der Provinciën genegotieerd zijn geweeft als die op het fubfidie der Barrière voormaals geaffecteerd waren, worden genoomen voor reekening van de Generali-  C 2"7 ) Kteit gelijk doof ofts js voorgefiaagcp, aangezien als dan die Penningen,welke onder de gemelde ƒ330,000- 0- 0 jot betaaling dier Lijfrenten waren begreepen, mede zullen dienen tot inpalming van deeze fchuld. Wij zouden ons dus gemakkelijk hebben kunnen dispenseren van deeze PraMenfie melding te maaken, die toch aïlcngskens Srneemende door den tijd geheel zal ceiïèercn, en met de voorgaande ten laüe van Zeeland geene andere overeenkom!! heeft dan dat ze beide voortfpruiten uitdeuanbetaaling van verfchuldigde Renten en Ïnterellen, edoch daar wij van het begin onzer deliberatien af aan zorgvuldig hebben vermeid al het geen eene kwalijk geplaatile onderfcheiding zoude te kennen geeven, fcheen ons deeze materie met ongepaft om daar van een bewijs aan den dag te leggen, terwijl wij voor het overige hoopen, dat dit voorbeeld van de Provincie van Vriesland de H. H. Staaten van de Provincie van Zeeland zal aanfpooren* om ingeval de afdoening van hunne agterltallen aan de Generaliteit op eenmaal al te bezwaariijk mogte zijn voor hunne Provinciaale Financiert, deswegens alsdan met den Raad van State convenabele fchikkingen te maaken, waar toe wij vertrouwen, dat dezelve niet ongenegen zal worden bevonden. De agterftallige InrerefTen die de Provincie van Stad en Lande aan de Generaliteit fchuJdig is, bedraagen te zaamen ƒ 188894- 3- 9 n°g onbetaald van de geenen, welke zij zeederd het jaar 1691 tot den 31 December i7r4 ten Comptoire Generaal der Unie had behooren te furneeren; ooriprongelijk beiiepen dezelve een fom van ƒx14953-o-o volgens een that daar van door den Raad van State geformeerd en aan de Heeren Sraaren van Stad en Lande den z AuguUus 1715- toegezonden, waar aan hooggemelde H H. Staaten hebben geac-fuiefceerd; dan deeze fom is zeederd verminderd met ƒ 16058- 16- 3, zijnde het Contingent van voornoemde frovincie in een fom van ƒ 450,000- o- o door dc refpective Bondgenooten, op de agrerfraiJen van her jaar 1714. betaald, en welke begreepen zijn in de Furmi.ementen van de eertle vier maanden van het jaar 1716; van deeze agieriiailige fom is echter geen mentie gemaakt in de Conventie ftu'lehen H. H. Gedeputeerden van U Hoog Mog. en de H. H. Staten van hooggedachte Provincte in den jaare i7z6 geflooten, om reden dat het oog. merk toen alleen was om voorziening te doen op de rign'ge betaaling van de Renten en Interèlfen van het jaar 1714 af en vervolgens, en de Provincie te ontlaiien van de Capitaalen ten lalte van dezelve loopende, waar van het gevolg is geweeft,. dat die Poft door den Raad alleen .bij Memorie is gebragt op den itaat van Emploi van de fommen, die uit krachte zoo van de bovengenoemde fchikking, als van die geene welke in het jaar i7yi gemaakt zijn,-jaarlijks ren Comptoire Generaal van de Unie worden betaald. —• Wanneer deeze Poit in diervoege alieiceiit op I a den ide Afi. Gen. Kas, AgterjlaÏÏU ge Jnterejfen van de Provincie van Stad en Lande.  2de Afd. Gen. Kas. Verdere Middelen tot verbetering van des GeneraliteitsFinancien. ( 68 > len flaat van Emploi wierd gebragt, is daar tegens wet eenige reflectie gemaakt bij de Provincie van Stad en Lande, doch na dar de Raad van State aan de H H. Siaaten o; ening had gegeeven van de oorfprong deezer Schuld en bovendien gedeclareerd, dat de intentie niet was om dezelve in te vorderen, voor dat de fchikking in het jaar 172,6 gemaakt dieet zoude hebben geforceerd, hebben welgemelde H. H. Siaaten daar in beruft, immers geene nadere Coniideratien geopperd tegens het brengen van deeze Poit op den jaarlijklchen ftaat van Lroploi bij Memolie zoo ais zeederd bij aanhoudenheid is gefchied. Wij vertrouwen dan ook, dat bij de H. H. Staaten van Stad en Lande t'eeniger tijd over de voldoening van deeze Praètenfie geene zwarigheid zal worden gemaakt, te meer daar wij niet kunnen denken, dat gemelde H. H. Staaten, het niet vermelden van deeze Schuld in de Conventie van het jaar 1726 zouden wilden doen voorkoomen als eene omisiie of erreur, en zich daar van bedienen om hunne verplichting in deeze te ontgaan, daar de Raad van State in vroeger tijd met een wézendlijk erreur in die Conventie gevonden wordende (ais zijnde de agteritaiJen van de Provincie zeederd het jaar 1714 daar bij opgegeeven tot een fom van / 1080258- o- o terwijl dezelve maar bedroegen ƒ 1046908- o- 6) ten voordeele van het Comptoir Generaal der Unie zich niet heeft willen behelpen, maar het zelve ontdekt zijnde daar in aan de H. H. Staaten van Stad en Lande naar behooren juüitie doen. OndertulTchen zal de afbetaaling van dit agterftal dan eerft kunnen gefchieden, wanneer de fchikkingen tutTchen U Hoog Mog. en de meergemelde H. H. Staaten in de jaaren 1726 en 1751 aangegaan haar volkoomen beilag zullen verkreegen hebben, zoo dar de voldoening van dien niet kan gereekend worden onder de middelen om het Comptoir Generaal op dit oogenbhk te Üijven; en het is vervolgens alleen uit aanmerking van de overeenkomtt, welke deeze Schuld uit haaren aart heeft met de voorgaande, dat wij gemeend hebben dezelve alhier niet ongemerkt tc moeten voorbij gaan. Het ander middel waar door aan de Generaliteits Kas eene groote fomme Gelds zoude kunnen verzorgt worden is de verkooping van haare vaile Goederen, in voorige tijden meermaalen voorgeilaagen, en daarom, wel der moeite waardig, wat nader te overweegen; Algemeen genoomen kan men niet ontkennen , en het word door deskundigen toegeftemd, dat het bezit van valte Goederen voor denSouvc rain doorgaans niet voordeelig is; want behalven dat de koften op derzelver adminiilratie en onderhoud veelal hooger loopen dan wanneer zij door den Eigenaar zelve worden beüierd, zoo is voor het Gemeene Land nog een ander nadeel in derzelver bezit geleegen; zoodanige Goederen doch zijn en blijven extra commcrclum, worden dus nooit  C 69 ) nooit verkogr, of gaan bij verüerf niet over in handen var een derden, waar door het Land veritooken blijfr van hei genot der 4oHe en tfoite Penningen in cas van verkoop en van den xolle Penning of hec recht der Collaterale fuccellie. Men zou echter te verre gaan, wanneer men deezen regel zoo generaal wilde opvatten, als of alle bezit van vafte liederen voor een Souverain nadeelig was; integendeel ïcnint net ons toe, dat men, in de applicatie van dezelve op hec geva voor hanacn nief te vöorzigtig weeien kan, gejk ras zal blijken, wanneer men naagaat, welk fooit van valte Goederen de Generaliteit bezit. tP?e?r^]]u "?nde^h^en zij zich in deeze vier foor; ten Heerlijkheden of zoogenaamde Staaten 'Dorpen, TienaenJ Landerijen en Huizen. Het is onnoodig op te fpooren, hoedanig men in voorige jaaren over de verkooping deezer Goederen heeft gedagt, noch ook we ke zwa.uigheeden zich daar tegens vooral ten £",eü Van,t. Ver.ko°P der Staaten Dorpen hebben opgedaan, dewi] dit niet anders zoude kunnen zijn dan eene noooelooze herhaal ng van het geen dienaangaande breed! TllX%gi Ti?"» de Generaliteits Reekenkamer bi de derde Paragraaf der aangenaaide Memorie, die een mer kelij* licht aan deeze materie bijzet; wij zuilen ons daarom vergenoegen , met eene eenvouvvige oogave van onze pvoelen^^ tot de Staaten Dorpen is het ons voorgekoomen , dat wanneer hetl'llr \ f P^*^.«^ regalia, als bij voorbeeld fclSK e/aClK ei? V,ffclle»je» de middelbare en laage ]unsd;d;e u.erd.n verkogr, fommig. Lieden van vermogen daar door zouden kunnen worden bewoogen, om zich meuer woon naar de Meijerije te bégeeven, dat dus eene verkooping. dier Dorpen tot Ambagts-Heerlijkhceden in meer dan een opzigt kan worden befchouwd, ft voordeehg voor de tinancien van den Staat, en dat U Hoo- Mor. derhalven den Raad van State behooren te verzoeken Ö Hoog Mog. te advifeeren over de wijze, op welke dit werkitehig gemaakt zoude kunnen worden. Dan ten aanzien van de Tienden, vinden wij ons bezwaard voor derzelver verkoop zoo ffellig te advifeeren, nadien dezelve, z?o als de Generaliteits Reekenkamer zich uitdrukt, een liquide inkoomen uhmaaken, het welk deGenerniuens Kas, door de verkooping jaarlijks zoude miiTen, S« 1 zooJvee,e 1f1lten en mconvenienten niet onderheevig zijn, als andere vatte Goederen, en 'er bezwaarlijk genoegzaame Gegadigdens zouden^te vinden zijn, om ze te koopen, van wegens het aanzienlijk Capitaal, dat daar voor zoude moeten betaald worden, het welk meer dan twee mdiioenen beloopt; terwijl zoodanige verkoop al verder ten gevolge zoude hebben, dat de Tiendens langs deezen weg * 3 in 2de Afd. Oen. Kas. Verkooping der Staaten Dorpen. Tienden. Miffive aan de Ex. :raordinaris Vergalering , 2 Maart '717..  tcfe Afd. Oen. Kas. Lmideryen. Huizen. ( 7° ) m fa verfchillenae handen gebragt, en het getal der Tiendheflrrs aanmerkelijk vermeerderd wordende, deKerken, die volaens Uwer Hoog Mog, Placaat van 16 januarij 1778 een ladder Geei\el'i)ke Tienden zijn, minder wel zouden onderhouden worden , uit hoofde van de moeielijkheid om ze allen tot hun plicht te houden. Hier tekens doen zich evenwel voordeelen op, die eene verkooping der Tienden eenigzints zouden kunnen aanraaden, waar onder vooral reflectie verdiend, dat het Land, daar door zoude worden ontheven van het onderhoud en de eventueele fchadens aan Kerken enToorens, die door den tijd meer en meer Sublidien zullen noodig hebben, en ten andere, dat de waarde der Tiendens in vergelijking van vroeoer tilden confiderabel is gereezen , zoo dat zij tegenvvoordig veel meer bij verkoop zouden gelden als ooit te vooren, - Het zoude nogthands kunnen gebeuren dat de redenen voor of tegen eene verkooping der Tienden in het eene Dorp meerder con/ideratien verdienden , dan op die van een ander en wij vermeenen daarom, dat V Hoog Mog. gevoeglijk aan de prudentie van den Raad van Siate zouden kunnen overlaaten, bij voorvallende gelegendheeden, wanneer zich Gegadigdens tot Tiendens opdoen, zoodanig te handelen, als zij met 'sLands welzijn beftaanbaar zal oordeelen. Van de Landerijen worden nu en dan eenige publicq verkogt op eenen voet, die voordeclig is voor de Financiën van de Generaliteit, en wij twijfelen geenzints of de Raad zal daar meede continueeren, zoo dikwijls diergelijke Verkoopingen met hoop van fucces kunnen worden getenteerd. De Huizen die de Generaliteit als nog bezit worden door de Reekenkamer opgenoemd bij de meermaal aangehaalde 3 5 — het eerfte aldaar gemeld is zederd door den Raad verkogt, en het zoude te wenfchen zijn, dat de Generaliteit zich ook van de overige konde ontdoen, dewijl van alle vafle Goederen de Huizen het minite voordeel aanbrengen; ■ de .Reekenkamer flaat wel voor om de Wooningen van de Predikanten en School meettors in het Marnuizaat van Bergen op Zoom en Vlaanderen, aan de Gemeentens van iedere plaats op convenabele Conditiën over te doen , en aan dezelve eene jaarhjkfche fom voor huur van de noodige Wooningen te betaalen, gelijk veelal in de Meijerije plaats heeft, dan wij vreezen dat zulks niet gemakkelijk zal te efièctueeren zijn ; aangezien de Dorpen fn het Marquifaat , waar van de Predikanten-Wooningen aan het Land toebehooren, volgens aan ons gefuppediteerde informatien of zeer verarmd of zoodanig bezwaard zijn, dat hunne laiten niet gevoeglijk kunnen worden vermeerderd terwijl het onderhoud dier Wooningen in Staats- Vlaan-  ( 71 ) Vlaanderen, met meerder menage door het Land, dan door de Gemeentens kan worden bekoitigd, om dat de aaobèüeedingen daar van gemeenlijk gefchieden in eene mafla, ot met andere 'sLands Werken, waarom dan ook de Gemeentens bezwaarlijk zouden te bevveegen zijn om deeze laii op zich te neemen. Van roeerder belang zijn de Huizen door Officieren en andere 'sLands Bedienden in de meeite Frontieriteden van den Staat bewoond wordende, van welke het onderhoud zeer duur aan den Lande te itaan komt. Wij'gevoelen echter de bedenkingen door de Reekenkamer tegens het verknopen derzelven ingebracht en oordeclen derhalven, dat het belt zal weezen ook op dit reiped aan den Raad over te laaten over deeze Huizen zoodanig te ditponeeren alszij ten meeilen voordeele van den Lande oorbaar zal vinden. Dan hoe zeer door deeze voorgeflaage middelen, wan, neer die ingang mogen vinden bij U Hoog Mog., de Kas van de Generaliteit reeds aanmerkelijk zal worden gebenehceerd, zal ze echter nog meerdere voordeden verkrijgen, wanneer eenmaal gevolgd worden de middelen, die wij tot vermeerdering van haare jaarlijkfche InkomHen en veimindenng van haare uitgaven zullen aan de hand geeven, w aar toe wij thands overgaan. Dan om in deeze met alle mogelijke klaarheid en naauw. keurigheid te werk te gaan, zal het noodig zijn de onJericheidene jaarlijktche Inkomilen van de Generaliteit, die voor vermeerdering en verbeetenng Mcepübel zijn, in het bijzonder op te noemen, dewijl bij het oogeeven van onze L,onlideratien van de meeite derzciven afzonderlijk zal worden geiprooken. Wij kunnen ze hoofdzaakelijk onderfcheiden i. in de Inkomilen van Braband, Vlaanderen, de Landen van Overroaaze, Wedde en Weüwoldingerland, het Overquartier van Gelder and. 2. het rendement van het Generaliteits Klein Zegel en 3. het profijt van de Generaliteits Lotenje. De eerilgenoemde zijn wederom van een zeer verfchillenden aart, nadien in het eene Didrid laiten worden opgebragt, die in het ander of geheel niet of opeenegantfeh andere wijze worden geheeven. Wij zullen daarom tot voorkooming van verwarring van de Inkomlten van ieder Quartier afzonderlijk fpreeken en ; beginnen met Staats-Braband; waar in wij vinden de Stad en Meijerije van 'sBofch de Stad en Baronnie van Breda de Stad en Marquifaat van Bergen op Zoom de Stad en Lande van Steenbergen en de Stad Grave en Lande van Kuijk. De 2de Afd, Oen. Kas. Middelen tot verbetering van des Generaliteits Inkomften. In J3rawnd.  ide Afd. Gen. Kas. (n ) De Lallen , welke de Ingezeetenen van dit voornaame deel der Generaliteits Landen, (met uitzondèring van eenige weinige hier na te melden) ten behoeve van de Generaliteits Kas moeten opbrengen zijn Beden, Verpondingen, ■Gemeene Middtden van Confumptie, bet middel van demofte Penning in adfeendenti M Collaterali Linea, en bet middel van den Apfie en %ofle Penningen op de ver koop sngen 3 vermangeltngen j verbanden en h'ijpothecatien van onroerende Goederen. De vraag is nu ; Kunnen boven en behalven deeze laden, die reeds in train zijn, nog andere worden geïntroduceerd? Of kunnen deeze laden ook worden verhoogd, geéxtendeerd en op eenen meer voordeeiigen voet geheeven, en alzóo de Inkomilen van de Generaliteit vermeerderd of verbeterd ? Tot beantwoording van welke tweeledige vraag wij korlelijk moeten remarqueeren, dat in het reffort van de Generaliteit genoegzaam alle die LaÜen gevonden worden, die men in de Provinciën heft, dat onder dezelven eenige reeds zeer zwaar en drukkende zijn, jaa veel hooger dan in fommige Provinciën, eindelijk dat ze door de Ingezeetenen van de Generaliteit en vooral in de Meijerije tot hier toe niet gaaf kunnen opgebragt worden. en dat men derhalven over het geheel genoomen aan geene introductie van nieuwe Middelen, ten minften voor als nog met eenige hoop van fucces fchijnt te kunnen denken. Wij bedoelen echter niet, hier meede eenigzints te advoueeren de gegrondheid der klagten die door Stadhouders en ordinaris Gecommitteerden der 4 Quartieren van de Meijerije van 'sBofch, in de maand Auguüus 1780' bij eene Memorie aan den Raad van State zijn overgezonden, en die bij eene Miflïve door voornoemde Stadhouders en Gecommitteerden op den z8 Oétober van dat zelfde jaar is gebragt ter kenniile van U Hoog Mog., want hoe zeer de armoedige gelteldheid der Ingezeetenen van de Meijerije bij die Memorie met de levendigite verwen word Bfgefchilderd, is het ons echter voorgekoomen, dat de meeite klagten over deeze en geene bezwaaren veel meer te zoeken zijn in de ongelijke verdeeling, zoo niet van alle, immers van fommige Middelen vooral van de Verpondingen, tusfchen de eene en de andere Plaats, dan wel in de zwaarte dier Middelen zelve, gelijk aan Ü Hoog Mog. ras zal blijken bij de'befchouwing van de Laiten hier boven opgegeeven; Wij zullen daarom aan U Hoog Mog. communiceeren de remarques op ieder derzelven bij ons gevallen, en de befte wegen, om ze door eene betere verdeeling of heffing van meerder voordeel te doen zijn voor de Kas van de Generaliteit , terwijl wij voor het overige aan den Raad van State , tot wiens departement zulks behoort, overlaaten om over den verderen inhoud van deeze Memorie zoodanig te disponeeren, als zij zal vermeenen te behooren. De  ( 73 ) De Beden in Staats Braband worden verdeeld'in de Beden in he( Quarticr van Antwerpen, en de groote en kleine Beden van de Stad en Meijerije van 's Bofch, want de Stad Grave en Lande van Kuijk hebben nimmer in de ordinaris Beden van Braband gecontribueerd, noch,zijn daar in begreepen gcweelt, maar hebben hij extraordinaris omilag haare penningen van Contributien aan den Prince van den Lande opgebragt. Omtrend de eerffe reflecleerde men reeds in dm jaare >7"7. dat de Steden Breda en Bergen op Zoom, welke in dat Quanier geleegen zijn, niets in die Beden comribuecren, maar dat dezelven in de Reekening alleen bij Memorie worden gebragt, terwijl de Baronnie van Breda en het platte Land van het Marquifaat van Bergen op Zoom en net Land van Steenbergen met deeze Beden zijn belaft', wordende de fom van ƒ5000- o- o-, waar meede Stembergen m dezelve is uilgetrokken alleen door het Land maar niet: door de Stad van Steenbergen opgebragt. Dan de Generaliteits Reekenkamer toont te recht aan bij de ilie $. van deszei/s Memorie van pag. 8. tot pa». 12 in-3 geflooten, om welke redenen de Steden Breda èn Bergen op Zoom hier toe nimmer hebben gecontribueerd. Ln er zijn aan ons geene redenen vooreekoomen, op grond van welken deeze beide Steden nu althands met deeze lalt zouden worden bezwaard, Wij zouden daarom van gedachten zijn, dat dezelven daar van bij continuatie bevrijd behooren te blijven. Van de groote en kleine Beden in deSrad en Meijerije van 's Bofch valt niet anders te zeggen, dan dat dezelven zomtijds aan een of ander Dorp worden geremitteeid, het welk echter zelden gebeurt. Meerder opmerking verdienen de Verpondingen m het Hutten des MufWier/che Vrede in S.aars Braband ingevoerd, tóïj 1 UM' aIs ,:u'"ie uit hcï rendement der Gemeene ^ Middelen te vergoeden, het geen men door de gemaakte V i'edc kwam te miflen, namelijk de voordeden der Contnbntieh, d:e geduurende den Oorlog waren geheeven) dewijl oezelve niet gaaf kunnen opgebragt worden van wegens de remiiiien, die U Hoog Mog. op ad vis van den Raad aan veele Plaatfen in de Meijerije wegens derzelver onvermogen verplicht zijn te accordeeren. Men zal de volilrekte noodzaakelijkheid van deeze rerrniiien gemakkelijk begrijpen, wanneer men onder het oog houdt, dat de Verpondingen in vroeger tijd zijn verdeeld over de vier Quartieren van de Meijerije van den Bofch, en in de laatttgenocmde wederom over ieder Plaats, of Lorp, en dat deeze verdeeling ais nog word gevolgd; de iom door ieder Diltritf en door ieder Dorp op te brengen, wierd buiten twijfel bij het opmaaken deezer verdeehng geregeld naar de toenmaalige inteiieure geiteldheid van dezelven, dan daar deeze door den tijd aan veele verande- K rin- 2 de Afd. Gen. Kas. Beden. Zie Refolutie Staaten Generaal, 3c December 1611. Verpondingen.  2de Afd> Gen. Kas. f 74 > ringen onderhevig u-as, is het met te verwonderen, dat fom* roige Plaatfen merkelijk in welvaart zijn verminderd en daar door buiten haat gebragt op den voet van haaren ouden aanflag te blijven furneeren, terwijl andere daar en tegen zoo zeer in bloei 'zijn toegenoomen, dat ze gemakkelijk in haat zoudeu weezen, boven hunne tax te betaalen dat geen, het welk thands aan de minvermogenden moet worden geremitteerd. Het is dus geenzints een generaal onvermogen het welk deeze lalt bezwaarlijk maakt, maar waarfchijnlijk de verdeeling volgens welke dezelve word opgebragt, en gelijk het eenig middel om dit bezwaar weg te neemen, de remiilien te doen ophouden en alzoo 'i Lands Inkomilen zonder drukking der ingezetenen te vergrooten, zoude beüaan in het doen formeeren van eene nadere repartitie der Verpondingen over de vier Quartieren, of (zoo dit in de executie af te bezwaarlijk mogt worden gevonden en de aarvilag van elk Quariier uit dien hoofde zoude moeten blijven) ten minften tuflchen iedere Plaats en Dorp in elk Quai tier, zoo veel mogelijk geproportioneerd naar derzelver actueel vermogen, zoo vei blijden wij ons ü Hoog Mog. ie kunnen inrormeeren, dat overeenkomitig deeze refieciien, door den Raad van State gemaakt, bij hoogitdezeive bereids deliberatien aangelegd zijn, om te beproeven of men langs deezen weg dit gewerrfwhte doel zal kunnen bereiken, Dan 'er is behalven de reeds opgegeevene nog eene andere reden voor het formeeren van nieuwe Quohieren van de Verpondingen, daar in betlaande dat een groot gedeelte Lands voorheen onbebouwd zederd v*ele jaaren ter culture gebragt en in de Verpondingen aangeilagen is, waar van evenwel het Gemeene Land niets heeft geprofueeid, maar wel het Dorp of de Plaats, waar onder de alzoo ter culture gtbragie Landen geleegen zijn, dewijl ieder Quartier van de Meijerije en ieder Dorp cp een vaite fom in de'V erpondingen aangeüagen zijnde, verplicht is voor de betaaling dier fom te zorgen, zonder dat dezelve aan eenige verhooging onderhevig is. Het is echter de Meijerije van 's Bofch niet alleen, waar in het Gemeene Land niets trekt van de Verpondingen der nieuw bebouwde Landen. — Maar het zelfde heeft meede plaats in de overige Diitriclen van Staats Braband en voor al in de Baronnie van Breda, alwaar merkelijk veel Landen ter culture gebragt, doch in de Verpondingen niet zijn aangeflaagen, het geen daar door veroorzaakt is, dat de Verponding en aan de Baronnie van Breda en ieder Ditirift in dezelve al meede tot vaite fommen zijn aangefchreeven, waar onder de destijds ongecu'tiveerdc zoo wel, als de reeds bebouwde Landen waren begreepen. Ver-  Vérdér verdient het onze opmerking, dat hoe zeer è \ erpondihgcri genoegzaam in alle de Landen van de Ge neralueir en hijzonder door geheel Staats lirahand gevon den u-orden: —dezelven echter binnen de Stad Breda niei worden gehoeven; wij vinden de ooriprong van deeze vrij dom, en de gr inden of' a- gumt men daar voor dienende ir de eerlte I aragraaph der Memorie van de Generaliteits Rekenkamer van pag. 13. tot 15. gedetailleerd. De voornaamife is het beding door de Stad gemaakt bij net zesde Articul der Capitulatie, waar op ze in den jaare 1637 onder de magt van den Staat is overgegaan, zijnde van deezen inhoud: De Stad van Breda ende de Ingezeetenen van dien, zullen blijven bij alle hunne Privilegiën en \rijdornmen, en aldaar zullen geene meerdere laiten mogen geiteld worden, dan aldaar gelleld en zijn geweeit van den jaare 1590 tot den jaare iéif, terwijl dezelve onder de Regeeringe van de vereenigde , Nederlanden is geweeft ckc. Maar nu kan het niet worden ontkend, dat geduurende di tijdperk van 15-90 tot i6zf binnen Breda geene andere belaüingcn zijn geheeven dan de Generaale Middelen, en voor al, dat geduurende dien tijd geene Verpondingen aldaar zijn bekend geweeü, als zijnde dezelven eerit na de Munlterlche Vrede in Staats Braband geïntroduceerd, zoo als bevoorens reeds is opgemerkt, en defhalven fchijnt de Stad Hreda op grond van dit Articul tot hier toe van deeze latt bevrijd te zijn gebleeven. trJl''{erkcn1ndn S*üne, dat deeze fattenue geemints kan gezegd worden van alle fundament ontbloot te zijn, bij ald en dit zesde Articul volgens de*n letterlijken inhoud moet worden opgevat, en in diervoegen geëxpliceerd, dat al moesten andere Ledematen van de Republicq door opkoomende calamiteiten of verloop van tijden tot ftuur der gemeene zaak, zwaare lailen opbrengen, de belailingen echter binnen Breda m train, ten nutte van het algemeen, niet zouden mogen verhoogd, noch ook andere aldaar geïntroduceerd worden, dan die binnen de meergemelde Stad vaii den jaare 1^90 tot 1615 zijn bekend geweeit. Wij twijfelen echter, of eene diergelijke uitlegging van het aangehaalde zesde Articul der Capitulatie in dat geval niet zoude aanloopen tegens de verplichting, welke op ieder Lid der Maatfchappije ruit, om tegens het genot der voordecien, daar uit vloeiende, meede te helpën draagen dié meerdere Lailen, welke door verandering van tijden noodzakelijk geworden zijn, en zonder welken de eerite al ras zouden verminderen, zoo niet geheel ophouden, Zeeker is, dat door deeze fnitenue, bij aldien de wet- & tig- * ide Afd* \ Gen. Kas, Vrijdom van dezelve binnen de Stad Bredd. Groot Placaatboei 2de Deel, Col. 63». boven aan,  2de Afd. Gen. Kas. Gemeene Middelen. ( 76 ) tigheid V3n dien al eens moge worden gcadvoüeerd, de Raad van ötaie niet word verhinderd met ernit bedagt te zijn op het benehceeren der Gemeene Middelen , die in deeze Stad geheeven worden, dewijl dezelven reeds voor» het jaar iói) aldaar bekend waren. Wij zullen daar toe eenige voorflagen aan U Hoog Mog. fuppediteeren, doch bet is noodig voor af iets te meiden van de generaaïe refleciien door ons gemaakt op Gemeene Middekn; en de wijze zoo als die in Staats Braband worden geheeven. In geene belafling heeft veel ligt meerder ongelijkheid plaats dan in deeze, want in de Stad van 's Bofch worden de gemeene Middelen volgens de oude Hollandfthe, doch in de andere Steden en Diilricten van Staats-Braband naar de Brabandfche Lijft opgebragt; binnen de Steden en over een groot deel van het platte Land worden ze bij verpagting ingevorderd, terwijl ze in de Meijerije tot vaite lommen aan de Quartieren cn Dorpen zijn aangefchreeven: in welke diveriiteir zoo met betrekking tot de zwaarte ais de herring deezer Middelen, eene groote onbillijkheid voorde Ingezeetenen, en een merkelijk nadeel voor den Linde geIee»en is. — Onbillijkheid voor de Ingezeetenen, om dat in ""eene welgeordende Regeering de rechtvaardigheid vordert, dat Onderzaaten van een en denzelfden Souverain op eenerleij wijze behandeld, de een niet boven den ander bezwaard, maar alle Schattingen en Laiten met eenparige fchouders gedraagen worden, terwijl het nadeel, dat hec Land daar door lijdt, al weder ontitaat uit de continueele Remiüien in de Meijerije, en uit de ongelijke heffing der Middelen, waar door het rendement van dezelven minder bedraagr. Het is dus volitrekt noodig, dat deeze ongelijkheid weggenoomen, en tegens dit nadeel voorzien worde; waartoe bij ons in confideratie is gekomen, of niet de heffing deezer Middelen in het refVort van de -Generaliteit, immers binnen de beüooten Steden zou ie kunnen gefchieden bij Collecte, die in fommige Provinciën tot merkelijk voordeel van derzelver Financiën, in plaats van de Verpagtingen is geïntroduceerd ; waar door deeze laü op eene Nmeer egaale wijze zoude worden gedraagen, terwijl de Ingezeetenen teffens zouden ontheven zijn van de vexes der Pagters, waar aan z\j niet zelden zijn blootgeiteld. Ten anderen zoude eene herziening der Ordonnantiën met betrekking tot dieSteden, alwaar de Brabandfche voet nog gevolgd word, veel kunnen contribueeren tothetdaarilellen van eene genoegzaame evenredigheid tuflchen de Ingezeetenen van dezelven en die van 's Bofch in het draagen van deezen lalt. Ein-  C 77 ) Lir.delijk fchijnr her ons toe dar eene nadere repartitie der gemeene Middelen over de Meijerije en het aanfehr'ij. ven derzelven aan de Regenten van de Dorpen, ren platten Lande van Staats-Braband niet zonder vrucht zoude kunnen worden getenteerd, wijl het zeker is, dat dezelven aldaar met volgens de Ordonnantiën ingevorderd worden, maar dat dePagters verplicht zijn daar over met de Ingezeetenen te compoleeren, tot voorkoomiog der fraudes, die in deeze Dillncten door de nabijheid van vreemde Territoiren met meerder faciliteit dan elders kunnen gepleegd worden. Wij willen echter voor U Hoog Mog. niet verbergen, het geen de Generaliteits Rekenkamer zegt b'j de 23 paragraaph der Memorie, te wceten , dat ingeval van.a-tnfchrijving, de Ordonnantiën geheel in onbruik en vergetelheid geraaken. Dat in het vervolg van tijd geene Pagters zullen gevonden worden — en dar de doorpalieereude Vreemdelingen niets in de Middelen draagen. Dan hier op kan men billijk antwoorden dat het onverschillig is, of de Ordonnantiën m onbruik geraaken, en of 'er Pagfers gevonden worden , als de verantwoording der Middelen toch niet gefchieden kan volgens de Ordonnantiën, gelijk tegenwoordig ten platten Larde het geval is en dat, om ook de Vreemdelingen iri deeze Middelen te doen draagen, Herbergiers en anderen hooger kunnen worden aargeüaagen, — en wij zouden daarom van advife, zijn dat U Hoog Mog. den Raad van State behooren te verzoeken, in de deliberatien daar- over bereids aangelegd te continueeren en die vevbeterinoen te uuioduceeien, welke zij zal noodig oordeelen. De verdere behllingen, die in Sraars-Braband worden gevonden , zijn her Middel Oan den 20/fe Penning , op de Succellien /// adfeendenti Collaterali linea, en dat van den 4oüe Penning op alle Verknopingen en Verbanden van vaüe Goederen -~ geene der/.el ven worden echter in de Stad Breda noch ook in het DiUritf van den hijnaart geheeven. De reden waarom de Stad Breda tot hier toe ook van deeze vrijdom heeft gejouiiieerd, Uhijnt dezelfde te zijn, ■als waarom zij pretendeert toe het beualen der Verpondingen ongehouden te weezen. — Dan met betrekking tot die van den Fijnaart is het ecnigiints anders gelecgenTde. wijl die (ultineeren van de belaitmg op het Coliaierad bevrijd te zijn gebleeven uit hooide van hetTraciaat tuifehen Prins Mauvits van Naiïau en de Ingelanden van den Lilande van Willemtlad , waar onder de Fijnaart zoude gehooren , in den jaare 1585- geflooten , van welk Tractaat of liever Accord , naderhand geiegendheid zal zijn uitvoerig te ipreeken. Thands merken wij alleen maar aan, dat het argument daar uit door die van den Fijnaart voor haare gepretendeerde vrijdom gehaald, ons niet toelchijnt van dar* K 3 gg. tdè JM Geth K#& en % ofte Penningen en vrijelom van dezelven bin nen de Stad Breda, en den ■ Fijnaeirt. Zie'de Memorie pan de Generaliteits Reektnkamerj § i. in fine*  % zijnde het vijfde of laatite deel dat aan de Generaliteit toebehoord, is eerit bij het Tra&aat van Barrière van den jaare 1715-, en dus veel laater dan de anderen «gebragt onder het gebied van den Staat; het behoord echter maar gedeeltelijk aan de Republicq, terwijl het overige door het Huis van OoÜenrijk en Zijne Koningrijke Majeiteit van Pr-uilfen word bezeeten. Dit is waarschijnlijk de reden, dat U Hoog Mog. te wel bewult, hoe onverfchillig het is, onder wat naam de Middelen worden ingevorderd, in het Staatsch gedeelte gecontinueerd hebben de form van Laiten, waar aan de Ingezeetenen van ouds gewoon waren, en door die van het Ooltenrijksch en Pruiüisch Gelderland als nog worden opgebragt* te weeten , die van Snbfidien > zonder dat eenige belaffmgen die in het reffert van de Generaliteit geheeven worden, a'hier zijn ingevoerd. Deeze Subüdien kunnen echter door alle de Plaatfen, waar over ze verdeeld zijn , niet gaaf worden opgebragt maar van dezelven moeten van tijd tot tiji remifiien verleend worden om te gemoet te komen aan de defeéten van de oude Matricul. Boven dien contribueert het Land jaarlijks een fom van ƒ ^117- I7' 0 zederd de fchikking in den jaare 17^5: geïntroduceerd om Venlo en de verdere Plaatfen van dit Quar^ tier door fucceffive loilingen te ontlallen, van de Capitaalen waar meede zij bezwaard zijn; bedraagende de voorfz fom van f $117- 17- o, het een per cent van deeze Capitaalen ten Comptoire van den Landrentmeeiter van hec Overquartier geregiiireerd , en welke Capitaalen door de reeds gedaane loilingen wel verminderd, doch niet eerdeif dan in het jaar iBoi geheel zullen zijn afgelegd. Het fchijnt dus onmogelijk om voor dien tijd aan de introductie van eenige nieuwe Middelen te denken, te meer om  ( M ) om dat boven deeze La/t van de Subfid'en, die door de Generaliteit gepercipieerd worden, de Ingezeetenen no* bezwaard zijn met de jaarlijkfche Huislaiten, beioopend? ten minden een fom van ƒ 5i34- 7. 6 en met een fom van / ufo- o- o s laars, om te dienen voor een Fonds tot vergoeding van extraordinaris Calamiteiten, zederd her jaar mt opgebragt onder de benaaming van remiffions penningen, naar het voorbeeld van het geen in hec Pruifïifch ge. öeelte van het Overquartier in gebruk was, zijnde deeze lom van / njo- o-o zederd het jaar 1787 met nog f 10- o- o Mil00^ £wlfi de "eerlUkheeden Obicht en Papenhoven bij het Traftaat van Pontainebleau aan den Staat gecedeerd Zijnde , tot dit Fonds meede behoorden te contribueeren en derzelver aandeel op de bovengenoemde fom door den Kaad van State bepaald is; door de acquifitie van welke Heerlijkheedcn ook verhoogd zijn de Inkomilen van de Generaliteit uit dit Quartier. Wanneer echter de hier bovengenoemde fchulden eenmaal zuilen afgeioit en de remiffien daar door min noodvan a}}k 2eworden **)•■ ; wouden milfchien de Inkomilen fm i./A- ^uart'er kunnen vermeerderd worden door de inven, «^erjrïï ° ^ -°f 4°üe en 8oüe Penning, weshalü Ho°Z Mo& »> bedenken geeven, den Raad van v re dV'MHdH"' 0m,n3der fe ^«wcegei, of en in hoe verre die Middelen, ot een van beide in het vervolg alhier zouden kunnen geïntroduceerd worden. Offchoon nu de Generaliteit in dit Quartier geene middelen heft dan de fubfidien, zoo verfchaft echter deszeWs bezit aan haar nog eenige andere voordeden hoe wel van rSof T"g- Hct moeil natuurlijk aanleiding geeven tot C fSSf'^Z ^ tc ïnden nef dement van den Tol van S, 1 ' d*Z dee*eTo}> zi/nde eene döminiaaie GeregtigheKi van den Hertog van Braband op het Dorp Lith aan deMaaze te huis hoort, en ook voormaals aldaar wierd geneeven, maar nu te Venlo gecoïteerd word; wij hebben daarom gemeend de reden van de verplaatzing deezer Tol naar Venlo te moeten onderzoeken, van welk onderzoek, wij den uitilag zoo wel als onze gedachten daarover aan ü Hoog Mog. kortelijk zullen voofdraagen. Oorfprongelijk wierd deeze Tol door den Hertog van Braband geheeven op het Dorp Groot Lith aan de Maaze van welke zij haar naam fchijnt ontleend te hebben, maar' zoo draa was de Stad van 's Hertogenbofch in de Spaanfche Troubles met geraakt onder de magt van Ü Hoooj Mog of de toenmaalige Hertog van Braband, wierd door de VV apenen van den Staat belet den voorfz Tol te Lith te heften Hij fuftineerde echter, dat de Meijerije van den Bofch als nog was gebleeven onder zijne dominatie en rekende zich op dien grond bevoegd om deezen Tn! overtebrengen naar Venlo, alwaar ze zeederd bij continu, tteis gepercipieerd, ook zelfs na deMunfterfcheVrede (of- L * fchoon ide -Afd. Gen. Kas. Lithfcbe Tol te Venlo%  ( 84 ) fchoon de 'Meijerije van 's Bofch, waar onder het Dorp Lith behoorde daar bij wierd gecedeerd aan de Republicq) eerft door den Koning van Spagne, en naderhand door de Generaliteit, wanneer namelijk deeze Stad aan de zijde van den Staat gebragt, en aan denzelve 'bij hec Tra ftaat van Barrière in vollen eigendom afgeilaan is. Dan geheel anders wierd deeze zaak aan de Staatfche zijde befchouwd, en wel verre van de fnüenue van den Hertog van Braband over de Meijerije of de wettigheid der verplaatzing van deeze Tol, waar van men het praeciie moment nier weet, te advoueeren, hieldt men het In ceegendeel daar voor, dat dezelve Jure Be Ui op den Koning van Spagne was geacquireerd, — men ging daarom voort met deezen Tol te heffen op het Dofp Lith, edoch niet ten behoeven van het Gemeene Land, maar van de Heeren Pr meen van ürange, om reden dat de Goederen van weigenoemde Princen onder het reüort van hooggedagten Koning geleegen, geannoteerd en geconfisqueerd zijnde, van wegens den Staat gelijke annotatie en confiscatie was gedaan van de Goederen, toebehoorende aan den Koning en deszelvs Vafallen, en de Inkomilen van dien geduurende den Oorlog rocgeitaan aan hooggemelde Heeren Princen van Oiange tot een dedommagemenc. Doch deeze confiscatien bij het Traftaat van Munfter zijnde afgedaan, heeft het Land in den jaare 165^ de Inkomilen van deezen Tol aan zich getrokken, en die blijven genieten tot den jaare 1676 of 1677 , wanneer Zijne Hoogheid Prins Willem de III, onder beneficie der gronden in het breede gedetailleerd bij een Requeft van deszelvs Domeinraad op den X3 September 1676 aan U Hoog Mog. gepraefenteerd, deezen Tol wederom gereclameerd en zich rn de poiTelTie van dien gelleld hee/r, welke de Heeren Princen van Orange vervolgens tot opheeden hebhenbehouden , terwijl \3 Hoog Mog. eerit bij Refolutie van den 13 December 1676 en nader bij Reïolutie van den x3 januanj 1677, den Raad van State verzogten met het heffen deezer Tol te fuperfedeeren, tot tijd en wijle toe, dat bij U Hoog Mog.dienaangaande nader zoude zijn gedisponeerd, hoedaanige nadere dispo* fitie nogthands niet is gevolgd, niet tegengaande de Raad van State deeze zaak op nieuw levendig maakte in de jaaren 1703 en 1704, en het recht van het Gemeene Land op den meergemelde Tol trachte te vindiceeren. Wanneer men dit genarreerde nader overweegt, zoo zal daar uit voldoende blijken, aan de eene zijde dat de H. H. Princen van Orange nu meer dan hondert jaaren agter den andere onafgebrooken zijn geweeit^ in de pofleiïie van het rendement van deezen Tol ie genieten, en aan den anderen kant, dat de prnecife tijd wanneer welgemelde H. H. Princen in het genot van dien allereeril zijn gekoomen, zoo min als de titul op welke met genoegzaame zeekerheid kan worden opgegeeven, terwijl aan ons uit de Notulen 2de Afd. Gen. Kas.  C 85- ) tolen niet is gebleeken op wefke gronden de Refolutien, w aar op de tegenwoordige polfeiiie fcbijnt te ruiten, door U Hoog Mog. zijn genoomen. IntuiTchcn word deeze Tol, door de continuatie van dien te Lith thands tweemaal op het zelfde Grondgebied ingevorderd, het geen ons toefchijnt onredelijk ie zijn en beïwaarend voor de Commercie, en het is vervolgens uic ronlider.uie van dit een en ander, en van het geringe rendement van denzeiven Tol te Venlo, dat wij U Hoog'Mog. proponeeren, om den meergemeelden Tol van groot Lith thands te Venlo gecoiledeerd wordende op te heffen. De verdere Inkomlten van de Generaliteit, waar over nog het een en ander te zeggen valt, zijn het rendement van het Generaliteits Kiein Zegel, en hec profijt van de Loterije. _ Het zuiver beloop van het klein Zegel bedraagt jaarlijks niet meer dan eene fomme van ƒ24000-0-0; de redenen van dit gering rendement worden opgegeeven door de Generaliteits Reekenkamer in de jde $. der Memorie over de Poincten van menage, en uit het geen aldaar gezegd word, en door den Commi/iaris van het Zegel bij deszei vs Verbaal en Rapport op den 18 April 1771 aan U Hoog Mog. overgeleverd, en ten zeiven dage met den Raad van S'.ate commiiloriaal gemaakt, uitvoerig is voorgeüeld, blijkt ten klaarlten, dat dit middel voor veele en merkelijke Verbeeteringea vatbaar is. Roven dien word dit middel tot dus- verre niet geheeven binnen de Landen van Overmaaze, noch ook in het Overquartier Vi»n Gelderlandt en wanneer hetzelve bij eene nadere Ordonnantie van den zi Meij 1665 met een derde was verhoogd, is deeze .verhooging binnen de Stad Breda niet ingevoerd, dewijl ze zich daar tegens veriettede, iullineerende, dat zulks aanl ep tegens het zesde Ariicul der Capitulatie hier boven te mecrmaalen genoemd, en om dat U Hoog Mog. bij Refolutie van n Meij ióóóde Stad provilioneel van de introdufiie deezer verhooging eximeerden het geen te meer opmerking verdiend, om dat het Kiein Zegel bevoorens op iterative Refolutien van ü Hoog Mog. binnen Breda was geïntroduceerd, en ook nog, hoe wel roet een derde minder, geheeven word. Wij allegeeren echter deeze exemtien alleenlijk maar om U Hoog Mog. te overtuigen, dat dit middel niet alleen kan verbeterd, maar ook geëxtendeerd worden; om het welk ie bereiken wij vermeeoen, dat de deliberatien daar over in den jaare 1771 door U Hoog Mog. met den Ra;d van State aangelegd behooren te worden hervat, eene nieuwe Ordonnantie op het Klein Zegel geformeerd, en bij die geleegendheid teffens overwoogen, of men hetzelve niet in L 3 alle 2de Afd. Gen. Kas. Verdere In* komjïen van de Generaliteit. Klein Zegel. Zie de der Mèmoiie va» de iteekuikainci , rag. 15, in fine.  zrfe Afcl Gen. Kas, Profijt van de Loterije. ( 86 ) alle de Didriéten van de Generaliteit, geene uitgezonderd, op eenen egaalen voet zou kunnen invoeren. Van meerder importantie voor de Kas van de Generaliteit is het profijt van de Generaliteits Loterije, die in den jaare 1716 ten gemeenen nutte en profijt is opgerigt bij Uwer Hoog Mog. Refolutie van den 8 Januari) 17x6; De fom, welke de Generaliteit daar van tot op heeden heeft genooten, is aanmerkelijk, en opgegeeven in het Secreet Praeadvis van Gecommitteerden uit den Raad van State en Generaliteits Reekenkamer aan U Hoog Mog. hier boven op pag. 53. aangehaald. Wij zuilen de attentie van U Hoog Mog. niet bezig houden met een narré vin het geen over deeze Loterije van tijd tot tijd is voorgevallen, noch ook van de middelendoor U Hoog Mog. eit den Raad van State met ongelijken uitilag in het werk gelleld tegens de oprigting van Provinciaale en andere Loterijen, als aanloopende tegens den letter van Uwer Hoog Mog. voorfz Refolutie van 8 Januarij 17x6, volgens welke dezelven moeiten ceiïeeren. Het zij genoeg te hebben aangemerkt, dat het profijt van de twee eerfle Loterijen in den beginne is gebruikt voor Fortificatiën en Magazijnen, en dat het provenue van de volgende waarfclnjnhjk tot het zelfde einde bij continuatie zoude zijn geëmpioieeid geweeit; zoo niet de Raad van State, door de wanbetaaling der Provinciën van haar aandeel in de Renten en Ïnterellen, genoodzaakt was geworden, van dit Plan af te gaan, en het provenue van dien te befteeden tot voldoening van de meergemelde Renten en Ïnterellen, en alzoo te doen itrekken tot veriierking van de Ordinaris Kss, dewijl de gewoone Inkomilen van de Generaliteit niet heiland waren tor hoeding van alle de Lasten; — in laater tijd wanneer met de meelle Provinciën over de voldoening der ïnterellen fchikkingen zijn gemaakt, is het proftjt der Loterije gebruikt tot betaaling van zoodanige zaaken, waar toe geene bepaalde Fondfen voor handen waren, in het bijzonder voor Fortificatiën en Magazijnen, en dus in effeéte tot fouiaas der Provinciën, die deeze koffen anderzints zouden hebben moeten draagen. Uit dit geavanceerde blijkt derhalven, dat de Loterije van den begin af aan is geweeft van een wezendhjk nut voor de gezamentlijke Provinciën, en dat haar nu niet minder dan voorheen, aan de intf andhouding der Loterije gelegen ligt; naadien het profijt van dezelve thands zal moeter; dienen om de Kas van de Generaliteit te tfijven en in ftaat te houden, om bij continuatie op den voet door ons geproponeerd, de Provinciën te foulageeren in het draagen der latten van de Unie; Wij vertrouwen dan ook, dar U Hoog Mog. overtuigd van de aangelegentheid van een middel, het welk vrijwillig en voor meer dan de helft ge-  prurneera wordende door Buitenlanders, geen wcezend 11 } 5 V"°r ,de ^eetenen, maar fn tegendeel vee levendigheid in de Negotie, genoegzaam beitaan v0o veele Perfoonen, en eene groote circulatie van geld ti weeg brengt, bij de Heeren Staaten van die Provin aen, binnen weike Provinciaale Loterijen gevonden vvor den, wel zullen gelieven te herhaalen de inltamien doo, ,00gu g> blJ c"0"1^ Miflives op den 3 April 1753 aan de Heeren Staaten van de refpecïive Provinciën tegen' de opngung van particuliere Loterijen gedaan, dewijl niet Kan worden ontkend, dat de zoodanigen nadcchg kunner wjn aan die van de Generaliteit, en vervolgens hooggem n.H btaaten trachten te permoveeren om deeze Provinciaale Loterijen te laaten vaaren. Voor het overige kunnen wij hier nog bij voegen, dal p gelegenheid der jongde vacature van het Ampt van Onttanger Generaal der Unie effect heeft geforteert, des Raads Kelolutie van den 20 Februarij 1787 bij welke was veritaan, dat aan een. nieuw aankomend Ontfanger zoude worden toegelegd een half per Cent, in plaats van een pei Gen , zoo aJs bij Refolutie van den 18 Februarij-1771 bepa ld was, voor Collecte Loon der Loterije, den Ontfang, U.tgaav en verantwoording van de penningen, daar on. der begreepen de Makelaardijen, Correfpdndentien, het oyermaaken of overbrengen der penningen, het riiico voor ziine reekening, en voorts alles wat daar aan valt is, bedagt ot onbedagt, nietwes uitgezonderd, — door het opvolgen van welke Refolutie de Generaliteits Kas op iedere Loterije eene aanzienlijke fom meerder profiteert dan te vooren, terwijl het half Per Cent aan den Ontianger Generaal toegelegd, nog eene genoegzaame belooning oplec verd voor de moeite en tlücx, daar aan verknogr. ■ Aldus afgehandeld hebbende af het geen tot vermeerdering en verbetering van de jaarhjkfche Inkomilen van de Generaliteits Kas zal kunnen ihekke:», zouden wij moeten Overgaan tot het opgeev.n der poincten van menage, of van de middelen, die moeten dienen tot vermindering van des Generaliteits jaarhjkfche Uitgaven. Edoch daar wij in het doorzoeken der Reekeningen, zoo van den Ontfanger Generaal der Unie, als van de verdere Comptabelen m het reiTort van de Generaliteit, hebben ontdekt , dat jn dezelven onder den Ontfang eenige Pollen ÏC55 ,blj JMemorie worden gebragt, als bij voorbeeld de *i ff er het Comniitt'^»»s geheeven worden, de Middelen van de Wïllemjlad en eene iaarlijkfche Contributie temde Heerlijkheid van Tffèlftem ~ dat ook in vroegere Reekeningen van den Onttanger Generaal bij Memorie gebragt, doch naderhand uit dezelve geügt is de Contributie van Leerdam, Buren en Giilenbor^. Wijders daar ons is gebleken, dat'in de voorige Eeuw fe. : 2de Afd, \ Oen. Kah Poften in de reekening van den Ontfanger Generaal alleen bij Memoriè. gebragt.  2de Afd. Gen. Kas. Middelen provenieerende uit dt Landen geleegen onde) bet Commit timus. (88) ferieufelijk is gedagt, aan de Introdag ™ eeld, te betaalen door de Amptenaaren in de Generaliteits I anden - en eindelijk dat de Generaliteit overal trekt dc Inkoroflen van de Geellelijke Goederen; en daar uit. vindt het onderhoud van den Geettelijken Stand, doch dat suIks geen plaats heeft in de Baronnie van Breda, hoe zeer het I and met dc TraÖementen van eenige Predikanten aldaaf is bezwaard, zoo hebben wij ons verplicht gerekend de redenen op te fpooren, waarom de Generaliteit fommige derzelven niet meer percipieerd, andere nimmer genooten heeft, en of 'er ook mogelijkheid zoude zijn, om dezelven of eenige van dien weder te doen komen in de Kas van de Generaliteit, en de Amptgelden, hoe wel op eene andere voet als in de voorgaande Keuw, op nieuw te wjrpduceeren; welke redenen wij gemeend hebben met alle mogelijke en gepafte bescheidenheid, maar teflens met die openhartigheid en klem, die het gevoel van plicht ons inboezemt en van ons vordert, te moeten brengen onder het oog van ü Hoog Mog., op dat eenmaal worde uitgemaakt, wat men van dezelven te denken hebbe. De Middelen vallende in de Steden, Forten en Landen benepen onder het Ummïttimus, worden beltierd ., en genooten bij de Heeren Staaten van Zeeland; mettegenitaande dezelven in Staats-Vlaanderen zijn geleegen, en onder de Generaliteits Landen gehooren. ; Dit bellier is gegrond op eene Ade van de Raad van State van den 13 Auguftus 1588, waar van de echtheid voorheen meermaalen is in twijhel getrokken, dewijl ze in de Secretarie van den Raad van State niet yoor handen is, hoe zeer uit de Notulen van den Raad blijkt, dat .op. den 1- Auantfus i*88 gerefolveerd was zoodanigeAcfe teceptihee«S" S daar bi} is uitgedrukt - noch ook aan de zijde van Zeeland immer was geproduceerd mettegenllaande U Hoos Mog. bij Refolutie van 8 tebruarij 1631 aan Gecommitteerde Raaden van Zeeland aanfchr-eeven dat ze de voor te Aïte door de Heeren Gedeputeerden van dezelve Proli Je ter Vergadering van V Hoog Mog. wilden ver toon en of aan dezelve Cofie authenticq toezend* , en naderhand bij Refolutie van de Groote Vergadering van \% Augultus sóft meergemelde Provincie was vefzogt, zoo haaft doenlijk ter Vereaderine van V Hoon, Mog. te willen doen inbrengen haare bewdzen en befcheiden ut adjiruBie van het recht, dat dezelve fuseerde haar te comptteeren in 6en, dat de zaaken bij provifie, en zoo lang de in dervoe>e bereekende Quote door de Provincie van Zeeland zal borden betaald, zouden kunnen blijven in den Haat, waar in zij tegenwoordig zijn, des dat vooral U Hoog Mog. en de Raad van State zich behooren te mamtmeeren in al dat recht, het geen zij tot nu toe hebben bewaard — en dat de Provincie van Zeeland zich niet behoort te onttrekken van tegens het genot der Inkomilen ook te draagen de kollen van al het geen tot defenfie van het zoogenaamde Committïmus, en in het bijzonder van de S'ad en-Lande van Axel , tegen eenen vijar.delijken aanval m het vervolg zal noodig geoordeeld worden ,. en zich dus niet blooteliik te vergenoegen, met te zorgen voor her ordinaris onderhoud der Fortificatiewerken, maar ook in evenredigheid van het overfchot dier Inkomlten te bekoftigen al het geen de Raad van State met overleg van de Heeren Staaten van Zeeland tot verbetering der defenfie van dat Frontier noodig zal vinden, zullende de Provincie van Zeeland, ingevalleher zelve verder mogt «rekken tor meerder verzekering van het overig gedeelte van Staats-Vlaanderen in die kollen zoodanig aandeel moeten draagen, als met gemeen overleg zal geoordeeld worden redelijk en billijk te zijn. De Middelen in de Stad en Eijland van de Wiflemftad worden zederd het jaar 1587 gepercipieerd door de Heeren Princen van Orange, wanneer de Regeeringen gemeene Ingezeetenen van de Wiliemftad en van den Hjnaart en ' Ruiiaenhil bij eene Conventie den 3 Junij '5»7 geteekend in handen van den Heere Prince Maurits van Orange en Nafl'au glorieufer ged, hebben gefield de Middelen en Contributien, die aldaar geheeven wierden , en uit welke volgens Uwer Hoog Mog. Refolutie van 28 April deszelven jaars moefien worden betaald de notelijke kojten van de Fortificatiën ende andere koften van den Oorloge aldaar vallatde, waar voor dezelve Contributien zouden verbonden blijven. Offchoon nu deeze Middelen uit haar natuur indisputabel toekwaamen aan de gemeene zaak, gelijk overal m Braband reifort van deezen Staat, en de Regeering of gemeene ingezeetenen van de Wiliemftad geen het mmue reehr of geene de minile bevoegdheid hadden, om zonder bewilliging van den Souverain, waar onder zij gehooren, te disponeeren over her provenue der middelen ten behoeve van een derde, behielden nogihands Prins Maurits en de volgende Princen van Orange geduurende 1*0 jaaren daar van het ongehoord genot, emaneerden van tijd tot tijd Ordonnantiën op dezelve, deeden de Middelen op hun naam verpagten, zelfs roet kenuiffe en gedogen van de Staaten, en r & wier.  (n) vierden in de potfeffie van dien meer dan eens erkend door U Hoog Mog. en den Raad van State, ie weetert in den jaare door de gemaakte fchikkingen over het f?een zoo v.ijn Excellentie als het Land zoude onderhouden en leveren; in den jaate 1663, door de Conferentien met d e van der. Kaade en Reekeningen van Zijne Hoogheid gehouden om ordre te nellen, dat de Fortihcaue-Werken in de Wilemitad in her toekoomcnde in beter ordre wierden gebiagt, doch welkeConferenticn buiten effect of vervol* ?ija gelaat en. Voorts door de Refolutie van U Hwi M02 van den x Augulfus i684 en die van den Raad van% Meij iód(J, waar bij de vredige poiieffie word geadvoueetd. Doch wanneer Zijne Koninglijke Majeiteit van GrootRnttannien Willem de lilde gl. ged. in het begin deezer Eeuw was overleeden, fehreef de Raad van State bij Mishve van den 7 Augoitus i;ox aan U Hoog Mog. dat « m de Regilters met was te vinden, wat TïtuJ de Heejj ren Princen van Orange gehad hebben, tot het genot j, der Verpondingen en Gemeene Middelen te Wiliemftad, ,j geevendc daarom in bedenken of de voorfz Middelen op de aanitaande verpagting niet behoorden verp.nu te » wo>den van 'sLandswegen, voorbehoudens het rechr, „ het welk iemand zoude kunnen aanwijzen daar toe te hebben , en dat zoo U Hoog Mog. voor dien tijd van 0J 4e vooriz Aitul geliefden te weezen geïnformeerd, of ^ de Raaden en Reekenmeefters der nagelaaten Goederen jj van Zijne Majeiteit van Groot Bn'ttanuicn gl. g.d. daar jj toe niet behoorden te worden gelaii, en dat ten af'erjj eerüen, om d»t voor de Verpagting en het afzenden der jj Billeiten daar op eene Refolutie i'cueea genoou^en te j, moeten worden, om geen rrsejuditie te geeven aan het gemeene Land , door de Adminiürarcurs der Dftgeiaaren jj Goederen van hoogged. Zijne M.ijeireit te haten"plegen j, sïèJen fopjfotr omtrent Middelen, waar toe ligtelijk de jj Heeren Fr.ncen van Orange zouden bevonden worden jj geene andere Tuul gehad te hebben, ais de peaoneeie j, Conhdèralie, welke den Siaat met veel reden voor haar ^ gehad had , maai- welke Titul tot geene Erfgenaamen overgaat , noch grond geeft lot prad'criptie vooral niet jj omtrent Gemeene Lands Middelen , waar omtrent het jj notoir en refolut is dat tegen den Suuverain geene pra?jj icriptie valt." Op deeze Mifnve van den Raad, volsjde reeds op den 15: derzelver maand eene Memorie van de Vrouwe Furitinne Douariere van Naifau, als Moeder en Voogdeile van haaren minderjaarigen Zoon Johan Willem Fruo Prinee van Naffau, Erfgenaam Univerleel ex Teftameuto van den toen Jaatft overleeden Kooing van Groot-brittannien, om te dienen toe betoog van het recht, dat hec Huis van Orange en Naflau op de Middelen van de Willemilad vermeende te hebben; en eenige dagen daar na, te weeten M x 0? 2 de Afd. Gen. Kas.  ide Afd. Gm. Kas. f 9i ) op den nog eene nadere Memo;ie trekkende tot het zelf ie eincle. Deeze zaak vervolgens bij U Hoog Mog. in ernflige deliberatie genoomen zijnde , wierd de Raad van State bij Refolutie 30 julij 1704 „van wege U Hoog Mog. als Souverainen van dat gedeelte van Braband, in hec welk Wil\\ lemllad geleegen is, en te gelijk als Executeurs van het }> Tellamcnt van hooggedagte Zijne MajeUcit van GrootBr'.ttannien, en in die qualiteit doenoe adminiflreeren de Goederen tot de voorfz nalaatenfchap fpecleerende," verzogt bij proviiie te doen aanbefteeden en maaken de Fortificaiiewerken aldaar, en de Raaden, geauthorifeerd tot de proviiioneele adminiflratie van de meergemelde nalaaren. fchap, door U Hoog Mng. in qualiteit als Executeurs, lalt uit de Penningen geprovenieerd uit de Middelen van de Wiliemftad, de voorfz Fortificatiewerken op Aifignatien van den Raad van State te doen betaalen ; terwijl eindelijk bij die Refolutie de Raad van State nog wierd verzogt in gefchrifte te vervatten, de gronden, waar op dezelve iustineerde, dat het Gemeene Land tot de meergemelde Middelen gerechtigd zoude vveezen, en het zelve aan ü Hoog Mog. te laaten toekoomen omine de voorfz deductie geaien en geapproheerd zijnde, als dan bet different daar over gerenvoijeerd te worden aan den Raad van Braband, om binnen een bepaalden tijd geïnlirueerd en door voornoemde Raad gedecideerd te worden. Aan deeze Refolutie heeft de Raad van State wel voldaan en bij Miflive van 3 Oftober 1704 bet recht van den Lande nader gededuceerd, doch zonder eenig gevolg; tot dat deeze quaeflie in den jaare 1733 wederom op nieuw in aanmerking kwam bij gelegendheid van de extraditie van de Goederen en Domeinen tot de nalaatenichap van Koning Wilüam behoorende, wanneer bij Refolutie van U Hoog Mog. van den z8 November 1733 wierd vertiaan, dat die in conformiteit der Refolutie van 30 Julij 1704 zoude worden gebragt ter decifie van den Raad van liraband , ten w7aare de Raad van State onder approbatie van U Hoog Mog. binnen den tijd van 6 maanden na deeze Refolutie op de extraditie der Goederen genoomen, in deiminne daar over met den Heere Prince van Orange mogte convenieeren, welke, tijd naderhand bij Refolutie van 1 April 1734 wierd verlengd tot 6 maanden, na dat de extraditie van de nalaatenfchap zoude zijn gefchied. Het gevolg van dit alles was, dat na eenige minnelijke conferentien tulkhen Gecommitteerden uit den Raad van State, en die van den Raade en, Reekeninge van Zijne Hoogheid, eindelijk door de laatftgemelde wierd overgegeeven een project accord, genoegzaam overeenkoomende met het geen door Gecommitteerden van den Pvaad was ontworpen, volgens welk accord de Gemeene Midddelen van  ( 93 ) van de Wiliemftad, den Fijnaart en Ruijgenhil en verdere onderhoorige Polders, reëele, perfoneele, gecollecteerde en verpagie, en generaalijk alle de Gemeene Middelen met alle de gevolgen en aankleeven van dien door Zijne Hoogheid den Heere Pnnce van Orange zouden worden gelaaten aan U Hoog Mog. tegens de uitkeering van een fom van ioo.oco Rijksdaalders eens , — dan ook dit accord had geen ander lot, dan alle de voorige handelingen over deeze materie, want door den Raad van State bij Miilive y Maart 1737 ier kennifte van U Hoog Mog. gebragt zijnde, wierd het zelve den 6 daar aan volgende commiiloriaal gemaakt, en de zaak bleef zeederd onaangeroerd, waar toe waarfchijnlijk heeft gecontribueerd: 1. Dat tegens de onzeekere winft der Middelen door het Gemeene Land beloofd wierd een fom van 100,000 Rijksdaalders eens, en daar en boven afgezien van het Collateraal verfchuldigd, wegens de nalaatenfchap van Zijne Koninglijke^ Majefieir van Groot-Brittannien, waar over geduurende veeJe jaaren verfchil was. 2. Dat de koften van de Fortificatiën en andere Werken de inkomilen der Middelen zouden kunnen overtreffen. 3- Dat her rendement der jaarhjkfche Pagren zeer kan ontfchieten. 4. Dat die onzekerheid grooter word, om dat de prote&ie van een Pagter veel dependeert van de goede of kwaade genegendheid van de Magiftraat, En dat men ten 5". Zal hebben gehaefiteerd over de kracht van eene centenaire poiTeilie, en of die geen praelcripiie geeft cok zelfs tegen den Souverain. O.idcrtuficfien is het onvcrvolgd /aaren van deeze qusft'e dc oorzaak dat de H. H. Princen van Orange thands meer dan xoo jaaren deeze Middelen onafgebrooken hebben genooten, en daar onder den tijd van 120 jaaren zonder eenige de minlle contellatie, en het is vervolgens uit hoofde van deeze centenaire pofleffie, die geduurende dien rijd noch in rechten noch daar buiten is teegengefprooken, datdeH.H. Princen van Orange naar onze gedachten een weuig recht op de voorfz Middelen hebben verkreegen, en in het bezit van dezelven bij continuatie behooren te worden gelaaten, des dat daar uit gelijk van ouds moeten gevonden worden de Fortificatiën en de andere koftcn van den Oorloge aldaar vallende, welke Fortificatiën miifchien nooit beter onderhouden, en waar aan nimmer meerder koften hefteed zijn, dan zeederd eenige jaaren, terwijl de fuftenue door den Raad van State in de jaaren 1701 en 1704 gevoerd , namelijk dat tegen den Souverain geen prsi'criptie vak, aan ons niet is voorgekoomen buiten tegenfpraak te zijn, en dezelve in allen gevalle, niet wel kan plaats hebben in zaaken daar met den Souverain gehandeld, of die handeling door den Souverain is gehomologeerd geworden. M 1 Dë 2de Afd Oen. Kas.  ide Afd. Gen. Kas. Contributie van Ijsjelflein. ■ Doch wanneer in het jaar 17c 1 door de Repraelentantea der < 94 ) De Heerlijkheid van IJffelJrem heefr zeederi het jaar 158) en ver volgens tot den jaare 1749 ingeiiooten aan de Generaliteits Kas betaald eene Contributie van f sooo- o- o 'sjaars, echter niet intermiflie van eenige jaaren hier na op te geeven, doch heeft daar meede naderhand opgehouden, wordende dezelve in de reekening van den Ontfanger Generaal der Unie, thands ailecn bij Memorie gebragt. Tot betaaling van deeze jaarlijkfche Contributie verbnndt zich de Heerlijkheid bij een verdrag tuiichen Graaf Maurits van Naifau en den Raad var» Sia-ue ter eenre, en den DrolTand en Volmagten van Ijflenlein, Benfchop en Polsbroek, uirmaakende het Corpus der voorfz Heerlijkheid ter andere zijde, (zijnde Prins Philip Willem van Orange, Zoon van Prins W illem den l, op wien de Baronnie was gedevolveerd, des tijds gevangen in Spagne) op den ij October 1585: geilooten en wederzijds geteekend , en voldeedt dezelve iliptelijk aan de Generaliteit van dat jaar af aan en vervolgens tot over den jaare 1669 toe, doch na het jaar 1671, in het welk de Contributie over 1668 en 1669 door h?.ar betaald was, overheerd zijnde door de Wapenen van den Koning van Vrankrijk, wierd zij voor het eeril haJaafïg in het opbrengen van deeze jaarlijkfche fom, en trachiede zelfs éenigen tijd daar na, wanneer door den Ontfanger Generaal der Unie tot betaaling was geïnterpelleerd, zich van deeze verplichting geheel te ontilaan door een Adres aan den Raad van State, met verzoek, dat de voornoemde Contributie naar het exempel van die van Cuijlenbtirg uit de Regifters mogt worden geligt, en zij vervolgens door den Ontfanger Generaal der Unie, noch door iemand anders gaat over gemolelieerd; doch dit verzoek had geen ander gevolg,' dan dat hetzelve na het houden van eene conferentie met den Domeijnraad van Zijne Grootiirfftannjfche Majeileit bij dispofuif van den 24 Februarij 1700 wierd afgeflaagen zoodaanig als het lag, doch dien onverminderd aan den Ontfanger Generaal geotdonneerd, dat hij de Supplianten ongcmolefteerd zoude laaten weegens de agterihllen tot 1697 incluis, miss dat zij de f 3000. o- o 's jaars met en zeederd het jaar 1698 betaalen zoude , en daar in coniinueeren van jaar tot jaar als voorheen. Wij vinden niet, dat deeze Refolutie eenige tegenkanting ontmoete bij gemelde Domeijnraad, integendeel onderwierp de Heerlijkheid zich aan deeze mits zonder tegenfpraak van iemand, heraa'dc vervolgens even atètevoorcn/ 3000-0- o 'sjaars aan de Generaliteit tot in den jaare 1750, en erkende door deeze betaaling zoo wel als door de remiffie, welke z j uit hoofde eener geleedene inundatie verzogt en bij Uwer Hoog Mog. Refolutie van 16 September 17:18, over den tijd van drie jaaren verkreeg, dat zij overtuigd was van haare verplichting in deeze.  C 99 ) der Heerlijkheid een diergelijk verzoek om remiiTie voor 10 jaaren gedaan, maar bij Uwer Hoog Mog. Refolutie van 7 Judij 1753 alleen over de jaaren 1750 en 1751 geaccordeerd was, heien de genoemde Repradentanten na de expiratie van die remiiTie nog twee a drie jaaren vertoo: pen zonder op eenige betaaling ordre te Hellen. Echter ichijnt men te mogen twijffelen, of die van IJileiitein destijds reeds een oogmerk gehad hebben, om zich van deezen geheel te ontdoen, want toen zij ter zaake van deeze agierhjkheid door den Ontfanger Generaal der Unie wierden aangtfprooken, addrefleerden zij zich op nieuw bij Kequelte aan U Hoog Mog., waar bij zij hunne gehoudendhcid tot voldoening van de meergemelde fom geen zmts ontkenden, maar alleen verzogien, dat de verleerde remifiie mogt worden gecontinueerd; maar zoo draa was op dit tweede verzoek bij U Hoog Mog. niet ingekoomen het Advis van den Raad van State, en het zelve bii Keiolutie zö Auguitus i7cc gemaakt Commiiforiaal, of de Domeijnraad van wijle Haare Koninglijke Hoogheid Mevrouw e de Doumere Princeife van Orange, nam de zaak der Supplianten op zich, en zogt bij eene Memorie informatoir op den 3 Januarij itc7 aan U Hoog Mog. yezonden te betoogen, dat de Baronnie van IJiielitein niet ver. plicht zoude zijn de meergemelde jaarlijkfche Contributie aan de Generaliteit te betaalen. Hier tegen wierd ter Generaliteit op den 18 April deszelven jaars wel uitgebragt een zeer ampel rapporr, om te ilrekken tot debat der iuUenue van den Doneijnraad, en om te doen zien, dat ljffelfteinvan de betaalmgder ƒ3000-0-0 sjaars niet kon worden vrij gekend, doch men kwam tot geen finaal bellüh, want daar de Provincie van Holland zich alleen voegde met het Rapport, en de Gedepweerden der overige Provinciën, de fullenue van HlTehlein rnn een meer gunttig oog befchouwende, uitvoerig detailleerden de gronden, op welke zij de Heerlijkheid van deeze jaarhjkfche Contributie vrij verklaarden, werd de zaak op nieuw comminoriaal gemaakt en bleef zeederd onafgedaan, hebbende nogthands de Heerlijkheid na dien tijd geene verdere betaahng desweegen aan de Generaliteit gedaan. Wij hebben gemeend den oorfprorg deezer Contributie, en het geen daar over in onderfcheide tijdperken is voorgevallen voor af te moeten opgeeven, alvoorens onze gedachten m deezen re uiten; doch kunnen ons gevoeglijk dispenfeeren om te treeden in eenig detail van de Argumenten wt aditruaie der beide fuilenuen hinc inde dienende dewijl die alle zijn te vinden in de Memorie Informatoir van den Domeijnraad en het Generaliteits Rapport zoo even aangehaald, waar toe wij ons refereeren. Wij moeten echter advoueeren, dat de redenen aan de zijde van den Domeijnraad bijgebragt na eene attenre overweeging ons niet zijn voorgekomen van die evidentie, dat daar 2de Ajd. Oen. Kas.  I %dë Afd. Uen. Kas* ( 96 ) daar door de chgehoudendheid van TJlTelitein tot betaling van deeze jaarlijkfche Contributie zoude zijn beweezen. ïri tegendeel wanneer wij hebben geconfidereerd, dat de Heerlijkheid van IJiielitein is geleegen, eh geënclaveerd binnen het Territoir van de vereenigde Provinciën, dat haar beitaan en behoud van dat der Republicq arhsngr, en dat dus niets reedelijker is, dan dat eene diergelijke Heerlijkheid of Baronnie, hoe independent zij ook zoude mogen zijn, meede helpt draagen de laiten, die tot mainüen van de gemeene Vrijheid en Godsdienit moeten worden opgebragt 5 wanneer wij al verder hebben overwoogen dat dee4e Contributie geduurende zoo veele jaaren aan de Generaliteit is betaald, en dat dóór die van IJil'Jitein van den jaare 158? af aan tot het jaar 175:6 toe, nimmer eenige ongehoudendheid in deeze is gealiegeerd. Dan is 'er bij ons geen twijfel oveigeblee* en, of de Generaliteit kan thands nog de voorfz jaarlijkfche Contributie met het grootite recht van IJiielitein vorderen, — te meer om dat uit de meenigvuldig gedaane betaa-lingen op gelijke gronden, als bij ons advis over de Middelen van de Wiilemltad zijn ópgegeeven, een liquide recht van praèfcriptie ten voordeele van de Generaliteit tegen die van Jjilel/ieiri kan Worden afgeleid, en de poiTeflie van deeze Contributie derhalven* zoo wel aan het Gemeene Land zoude worden toegeweezeh als die van de voorfz Middelen aan de Heeren Princen van Orange, bij aldien een Rechter deeze beide zaaken moeit beüïfkn, jaa zelfs eerder, dewijl de titul van de Generaliteit om de meergemelde jaarlijkfche Contributie te trekken veel beter is, dan die, waar op voornoemde Heeren Princen hun recht op de Middelen van de Wiilemltad fundeeren, terwijl het al verder nier is te vermoeden, dat de fucceffive Baronnen van ÏJfrelüein ter goeder trouw zouden hebben gemeend , dar de Baronnie deeze fom wettig fchuldig was, en f effens geïgnoreerd de fources, waar uit die betaaiing fproot. En het is vervolgens op grond van dit alles, dat wij ons verplicht vinden, Ü Hoog Mog. te advifeeren om de conferentie bij U Hoog Mog. Refolutie van 18 April 1757 reeds gedecerneerd hoe eerder hoe beet er als nog te houden, èn deeze zaak op de eene of andere wijze ten voordeele van het Gemeene Land af te doen, of bij aldien Ü Hoog Mog. zouden mogen vallen in een begrip, dat tegen den Heer Baron van IjiTelfieih, als futtiheerende té weezen eene Souverainiteit op zich zelve, geene pisjfcriptie Elaats heeft, zulks dan ook in andere Poincten, en in het ijzonder omtrend de Middelen van de Wiliemftad te fouteneeren, en in de afdoening van dien in het oog te houden. De Graafschappen Buren, Cuijlenburg en Leerdam, hebben van en mei bet jaar 1 f85*, en dus kort na de erectie van de Republicq eenige Contributien aan de Generaliteit opgebragt, doch zulks heeft met betrekking tot de twee eerité Contributien van Buren, Cuijïenburg en Leerdam'.  C 97 ) eerfte niet langer geduurd, dan tot hef einde van her twaalf, laang heiland Terwijl Leerdam haare Contributie alleen in 15-05 en 1^6, en dus maar 1 wee jaaren voldaan heeft — het is rchrer aan ons niet gebleken, dat dieswegens met deeze Graajfchappen of derzelver Graaven fchikkingen ttemaakt, veel mm dat daar over eenige Accoiden zouden zijn aangegaan. . In den jaare 1614 J#n wel bij de Generaliteit deljbera* tien weoer aangelegd over dc Contributien van Buren en Guijlenburg, maar dezelven wierden niet gebragt ter conduite, terwijl van Leerdam niets word gevonden, ongetwijfeld, om dar de Provincie van Holland gebadineerd heeft, dat die Plaats onder hnar gehoorde en mogelijk een ifjd lang in de Laiten van die Provincie heeft gecomribueerd. Offchoon nu de Coniideratien hier bevoorens bijgebtaot met opzicht tot de Contributie van IJfïèlliein , en de daar uir voortlpruitende billijkheid, dat dezelve meede hdpe draagen de lailen, die tot maintien van de gemeene Vrijheid en Godsdienlt moeten worden opgebragt, van eene gelijke applicatie fchijnen te zijn op deeze Graaffchappen, zouden wij nogthands van gedachten zijn, daar dezelven geduurende zoo langen tijd de gemelde Contributien niet me5Vcbhe" «Pgcbragr, cn dus her gemeene Land geene poiie he in deezen kan allegueeren, daar ook bij des R.a Is Refolutie van 10 Oeiober 1691 is veritaan , dat Generaal de poft van deeze Contributien uit zijne Reekening zoude moeten laaten zonder daar van c nis r er verhaal te maaken, dat U Hoog Mog. daar in zouden kunnen heruiten, ten zij \J Hoog Mog. mogten begrijpen, dar tegen den Souverain geen praefcripue valt , in welk cas men zoude moeien naipooren , oj wat grond in de eertle tijd van de Republicq eenige Contributie van deeze Graarfchappen gevorderd, en door dezelve betaald is. De dmftgelden, ten behoeven van de Kas van deGeneraJueir, zijn tot hier toe nimmer geïntroduceerd; uanneer echter U Hoog Mog. op den 13 Januarij r63i verlangden * door den Raad van State fchriftelijk te worden geïnformeerd, waar uit beft en bekwaamft tot verval der koiien van de Fortificatiën in het rellort van de Generaliteit en lom van vijf honderd duizend guldens zoude kunnen gefurneerd en opgebragt worden ; advi.eerde de Raad op den 7 februarij deszelven jaars aan U Hoog M en /taande ter disfiofitie van den Raad van State; door welke Refolutie niet alleen alle de Generahteifs Amptenaaren en Rediendens ètnnén de 'Provinciën; maar ook de Ampienaaren en Bediendens van de Admiralueits Collegien, a's betaald wordende uit Comptoiren, die niet Haan ter djsr ifhie van den Raad van State, offchoon zij ook in het reiïoft van de Generaliteit hunne Ampten ea Bedieningen mogten bekleeden, van deezen lalt bleeven ontheeven; deeze mtzondering, vooral van de laatitgenoemde, fchijnt veroorzaakt te hebben, dat aan de gemelde Refolutie van U Hoog Mag. van 15- Julij ió8i niet is voldaan, noch ook her vooriz Amptgeld in de Generaliteit geïntroduceerd ; terwijl uit hoofde van die zelfde uitzondering eenige jaaren laater de quotifatie op alle Ampteo en Bedieningen in het redort van de Generaliteit, valfgeiteld bij Uwer Hoog Mog. Refolutie van 13 Oeiober 1695-, al mede is gebleeven ' uiten vervolg (zie de Memorie van de Generaliteits Rekenkamer $?%x.) nadien de Raad van Sta erj vervolgens aan U Hoog Mog. kennis te geeven welke die Ampten zijn, en cp hoe veel de revenuen van dien bij de N i iöötiik Me Afl Geti. Kas-,  ide Afd. Gen. Kas. Geefleïijke Goederen i de Baronm van Brede ( IGO l voorfz opgave zijn begroot , terwijl in de confereniïcn da.ir over mer den Raad van State re houden, dno- ofte van wegens den/eiven Raad zullen kunnen worden opgegeeven de Traétementen van de Arapienaaren, die bij denzelve worden aangeileld. De 1-a*fte reflectie door ons gemaakt betrof de Geefleïijke Goederen binnen de Baronnie van Breda, wa r van f het Gemeene Land geen genot heeft, hoe zeer het belaft e is met het onderhoud van een aantal Predikanten zoo binl. nen de Stad als op het platte Land van de Baronnie. Het inkoomen of rendement deezer Goederen trekt de Heer of Baron van Breda, door wien dezelven in vroeger tijden zijn dangeftaage», waar tegens nogthands de GeneraIheit in het begm der voorige Leuw zich met iever verzettede, fuflineerende dat die Goederen ten voordee e van het Gemeene Land moeflen bekeerd worden, immers dienen tot betaaling van Predikanten en Schoolmeeiters van de Gereformeerde Godsdienlt; in zoo verre zelfs, dat men in den jaare i6iz een Ontfanger van de Geefleïijke en aan het Land vervallen Goederen binnen en omtrent de Stad Breda aanfielde, en denzelven, niehegenftaande de klagren tegens deeze aanflelling door Z'jne Hoogheid den Heer Prins van Orange den z Oeiober van het zelve jaar bij U Hoog Mog. in gebragt, in die poll trachte te maintineeren, ten welken einde de Raad van State, wiens advis op de klagten van Zijne Hoogheid door U Hoog Mog. gevraagd was, bij eene notabele Miftive reeds op den 3 der voorfz maand gefchreeven , beknopteiijk ontvouwde de gronden, op welke het recht van het gemeene Land op de voorfz Goederen bcrufte. D.rar nu bij dien Briev door den Raad van State ten kragtigfte wierd gefuftineerd, dat de voorfz Goederen, geworden zijnde boua vacantm., uit dien hoofde aan U Hoog Mog. als Vniv.-rfales W diretlt dominï repraefenteerende den Hertog van Braband toebehoorden, waar over U Hoog Mog. fno jure konden ordre üellen, en'er bovendien reeds een Ontfanger over de Geeitelijke Goederen van 's Landswegen was aangeiteld, zoude men verwagt hebben, dat dit advis van den Raad zoude zijn gevolgd, ten minfte dat men het onderhoud van alle de Predikanten en Schocimeeiters in de Stad en Ba«onnie van Breda zoude hebben gelaaten aan Zijne Hoogheid tegens her genot der Inkomften van meergedagte Goederen; maar geheel het tegendeel gebeurde; want korten tijd daar na, en wel op den Z7 juni} 1613 ,wierd bij U Hoog Mog. vei {taan, dit het Traédement van een Predikant binnen Breda zou worden gevonden uit de Gemeene Middelen ; en op den zt }nnuarij \6i^ dat'Ouderlingen en Diaconen der Gereformeerde Kerk te Ooiterhouc tot behulp van het onderhoud van een Predikant zouden genieten een Oort-ftuiver van elke ituiver der rantcoenen van de verpagting der Gemeene Middelen over Oofterhout, Don-  ( ror ) Donge cn Gilfe, ook leedr her nret langer 6»n tor het har i *' ,f ?m Genera!l!c,f ordre foelde op de betaalm* van de zes Predtkamen, waar meede Zij zich van tijd tot «i.d had bezwaard; boven dien nam jft in het jaar 164; nr£ voor haar reekening het Tratfemétw van den Pred;kam te Donge, en in i64f van een Predikant te Gdfe. een?!^ van .Slale de'd echrer to den jaare 1648 n«g eene laatite toogmg, om de Generaliteits Kas van deeze hit lr,Jj' ,oende door haa^Gecommitteerd^ aan Zijne Hoogheid voordraaien, „ of de Predikanten en Pred.kants, „ W eduwen m de Baronnie van Breda niet zouden kunnen „ gebragt worden, op de Paltoraale Goederen tn h'o met „ berigt dat de Goederen, daar vin de G/r/w* buben !ée. » gen, behooren te doceercn heure tirule, omme te eximï„ neeren, of zij niet gehouden waren tot een Predikant in „ loco, of tot ceKerken of Armen aldaar meede te contri- " ,d0Sh u'fnneer hier op doorZijneHoogheidu ierd gerepliceerd, dat alzoo nopens de belading van Goederen, die men trachte te doen, daar vzn de Corpora am de andere zndê lagen , iets zoude voorkoomen, men dit dan ook nog wat zoude moeten inzien, fchiint de Raad van haar voorneemen te hebben afge£ien , althands men vindt nier dat daar over verdere deliberatien gevallen zijn, maar wel dat het Land als nog betaald de Tracïementen van twee Nederduitfche Predikanten en een Walche binnen de btad en van negen Predikanten in de Baronnie, terwijl door Zijne Hoogheid betaald worden de Traedementen van drie Predikanten binnen Breda, als meede van een Waliche, en van zes Predikanten in de Baronnie, behaïven nog het geen aan eenige wegens combinatiën word goedgedaan, en voorts de Tracicroenten van alle de Sjhoolmeelfers. Offchoon her nu voor het Land voordeelig zoude weezen, van de bemaling deezer Traflémertren te w orden onrneeven, zijn 'er evenwel eenige redenen, waarom het belt zal zijn in deeze zaak geene verandering te maai,en. Voor eer ft om dat het Land zich zoo lange met die betaaiing gechargeerd, eo daar meede begonnen heeft binnen weinige maanden na het jaar 16iz waar in men met veel ernit bedagt fcheen om de Geeitelijke Goedeien binnen de btad en Baronnie van Breda aan zich ie trekken. Tentwee. eten om dat over deeze zaak zeederd het jaar f648 geenverdere deliberatien zijn gevallen, en eindelijk ten derden dewi-J het niet is uitgemaakt, hoe het geleegen zij met het recht van confiscatie , het welk de Baron van Breda iuilinetrt te bezitten. Wij zouden derhalven U Hoog Mog' aanraden om dezelve liever te laaten op den ouden voet. N 3 Ea PJe Afd. Gert. Kas.  Afd. Gen. Kas. 1 ( Overgang , c*<7/7 Mfi- ' nage. \ ! Commijjien van hun Hoog Mog. naar Maastricht en StaatsVlaanderen. ( ïcx ) En hier meede onze gedachten over alle de voorfz poincen aan U Hoog Mogende hebbende meedegedeeld, kronen wij eindelijk tot hec laatile gedeelte van onze verhanleüng over de middelen tot vevbeetering van de Géneraii» eits Kas, te vvseten de poincten van menage door de Geïeraüseiis Reekenk-uner in den jaare 1717 aan de bxtrairdinaris Vergadering en in den jaare 1754 aan de Ordinais Vergadering van U Hoog Mog. geproponeerd, en nu jp nieuw door voornoemde Kamer geelucideerd en uitgebreid bij haare Memorie hier boven meermaalen aangenaaid, welke poinéten wij met voorbijgang nogthands van die die geenen als tegenwoordig niet meer te palle koorr.en, isn U Hoog Mog. zullen voordraagen naar de Plaa;fen en Collegien, alwaar dezelven zoo in denHage, als in het re?fort van de Generaliteit behooren te worden geïntroduceerd. Beginnende met den Hage moeten wij ons meer bijzonder bepaalen tot de Vergadering van U Hoog Mog. en het geen daar van dependeert, tot het CoUegie van den Raad van State en bij die gelegendheid rcffens tct de ordinarisCommifen van de Generaliteits Financie, tot deGeneraliteits Reekenkamer, den Raad van Braband, hetCompioir Generaal der Unie, en eindelijk tot eenige verdere obecten van menage, die meer generaal zijn, en dus relatie hebben tot de voorfz Vergadering en Collegien in het gemeen als daar zijn, Schi Ijfbehoeitens, Almanak-en Couranten gelden; KaariTen, Poit en Bodenloonen en de Bediendens van het Klein Zegel. Met betrekking rot de Vergadering van U Hoog Mog. koomen in coniideratie de Commiffien, die door U Hoog Mog. om het ander jaar gezonden worden naar Maaftriche en Staats-Vlaanderen , de Scbryjkonert in de Griffie, ten Comproire van den Com nis, en den ExpedieerendeClercq fte de 'direclie hééft om'gedrukte Refolutien inhoudende Brieven en Memovien , af te zenden aan de Miniüers van den Staat buiten 's Lands; het werk der Tranfiaaten , de koften vallende op het onderhond der Vertrekken van U Hoog Mog. Vergadering en eindelijk eenige weinige Bedtendens. Over de Commiilien naar Maaftrichr en Staats-VIaanderen maakte de Reekenkamer bereids in den jaare 1717 eenige remarques: proponeerende om de eerllgeooemde te laaten betaalen door de Stad Maaflricht, de andere geheel af re fchafïen, en het opneemen der Reekeningen van de Steden in Staats-Vlaanderen en het beitellen van de Magiftraate?. aldaar , voor het vervolg te doen gefchieden alhier in den Hage; doch deeze voorflag vondt geen ingang hy de Extraordinaris Verg-idering — de Reekenkamer lebijnt echter van dit laatite gedeei.e van dezelve als nog niet aüecn te zijn , zoo als aan U Hoog Mog. hij het jazien van da 10 § der Memorie Zal blijken; ook kunnen «rij aan haar niet tegenfpreeken, dat de Stedelijke FmaÉtïen, die alle wor-  C 103 ) worden gezegd in flegten itaat te zijn bij de vootfz fchikkmg zouden profiteeren, en dat de Reekeningen thands zoo wei in den Hage konden opgenoomen en de Magiftraaren ildaar beiteld worden, a!s zulks in de jaaren i6~x en 1673» ingevolge Uwer Hoog Mog. Refolutien door de K -raer opgegeeven, gefchied is; desniettegenitaande zullen L Hoog Mog. miflchien zwaarigheid maaken, deeze Comrniihe, u;t hoefde dat ze zoo langen tijd hes-fr plaats gehad, geheel af te fchatien. Edoch wij zien geen reden waarom de Commiliie naaf Staats-Vlaanderen in dat geval met even als die naar Maaitricht en alle de Gommishen van den Raad van State door tuee in plaats Van drie of vier Heeren zoude kunnen bekleed worJen, waar door, telkens om de andere CommiiTie, de Daggelden van een of twee Heeren zouden worden gemenageerd , en veel l gt voor de Financien der Steden in Vlaanderen een gèdeehë der Leges geprofiteerd, en wij meenen derhalven U Hoog Mog. te moeten proponeeren om de voorfz Commiliie als dan voor het vervolg alleen door twee Heeren te doen waarneemen. Het tweede voorwerp van menage, het welk van alle de Poincten die wij aan Uw Hoog Mog. zullen voordraagen, w'el het metrite redres vordert en daarom onze attentie bijzonder heeft naar zig- getrokken is de Griffie van üi dew'$ de ^mmen welke het Land jaarlijks aan Schrijfloonen betaald aanzienlijk , zeederd eenige jaaren zeer vermeerderd, en tot eene aanmerkelijke hoogte getteegen zijn, gelijk U Hoog Mog. kunnen zien uit de Staat lub No. 8, 9 en ïo, gevoegd agt er de Memorie van de Generaliteits Reekenkamer en de behagen van dit Rapport fub Lift. C. 1, z en 3, hebbende dezelven over den jaare 1785 bedraggen, ten Comptoire van den HeerGniher f77773- »o- o van den Gommis / zt98z- 1- o en dus te zaamen dc importante fom van ƒ j 0075-6- o- o; en wanneer men de schrijfloonen van den Clercq over het geen eens word gefchreeven en vervolgens gedrukt ter fomma van ƒ i6zzz- o o er bijvoegt , de fom van ƒï16978- o. o: terwijl deeze öchrijrloonentwintig jaaren tevooienmaar beliepen tenComntoire van den Heer Grifher / 61603- 17- o, vandenCoramis f 76°ar uit korte aanteekening te maaken, het geen daur en boven dat nut zal hebben, dat de geheimen van Staat'beeter zullen worden bewaard, en de Miniiters buiten 'sLands in ifaar geheid , om de zaaken, welke betrekking hebben tot de Hoven, alwaar zij relideeren, met minder i'chroom aan V Hoog Mog. over te fchrijven. Dat voor de Heeren Gedeputeerden geene Copijen van Refolutien, Brieven en andere Stukken zullen mogen gefchreeven worden, dan voor zoo verre zij die in particuliere Conferentien en Extraordinaris Commiflien of anders zullen noodig hebben. — en dat niemand alleen tot zijn particulier nut, of om zich in 's Lands zaaken bekwaam te maaken, eenige Refolutien, Brieven of andere Stukken ten kotten van den Lande in eene der Comptoiren van de Griffie zal mogen doen fchrijven. Dat in het vervolg nier meer zullen gefchreeven worden de Urdinans en Extraordinaris Staaten van Oorlog, de ge. nerale en particuliere Petitiën , de Biddags Brieven, en alle generaaie aanichrijvingen , die geen grooten haait vereillchen, mitsgaders alle Brieven tot geleide van Placaaten, Pubhcatien en andere aanfehrijvingen dienende, maar dat die allen zullen worden gedrukt, en alzoo verzonden, gelijk zulks niet alleen in de Provincie van Holland maar ook bij den Raad van State gebruikelijk is. Eindelijk dat in de Declaraüen zal moeten worden uitgedrukt of de gefchreeven Brieven, Refolutien en andere Stukken tot de fecreete of andere Notulen behooren, en op den rand der Decranuien aangereekend, voor welke Gecommitteerdens of Collegien dezelven gefchreeven zijn, gelijk dit bij U Hoog Mog. Refolutie van 15 September 1661 is verüaan, en ook eenigen tijd in gebruik geweeit is, het geen te minder bedenking kan onderheevig zijn, als men in aanfehouw neemt, dat aan de Expedieerende Ciercquen op derzelver bijzondere Declaratien alle drie maanden worden betaald f 50- o- o voor het aanteekenen èn houden van Notitie van Stuiken en Tafuren, en aan welke Heeren gezonden zijn, en van het geen daar zij van Jpreekenwelke toeleg aanvankelijk met de vierde drie maanden van het jaar 1661 aan hun is goedgedaan, ongetwijfeld, om dat bij het Reglement het welk den 15 September 1661 gearresteerd is, en met den 1 October daar aan volgende in gebruik gebragt, was verüaan, dat de Domefiicque of andere ordinaire Ciercquen van den Grifher in hunne Declara"fn' zouden moeten «ellen, voor welke Gecommitteerden of Collegien, en op welken dag zij gefchreeven hebbende Stukken, waar over zij declareeren. Dat voor het overige voor den Ontfanger Generaal van de Unie geene andere Refolutien zullen worden gefchreeven, 2de Zfd. Gen. Kas.  ïck Afd. Gen. Kas. En in het Generaal, dat in de refpecli'vc Comptoiren van de ( %Mj ) ven, dan die aan denzelven moeren worden geëxpedieerd, maar dat aan hem ten boften van den Lande zal worden geleeverd een gedrukt Exemplaar van de Ordinaris Notulen van U Hoog Mog. Dat van gelijken voor deMagiftraat der Stad Maaftticht, als meede voor Commiilariiien Inftrucdeurs aldaar geene Refolutien zullen worden gefchreeven, maar dat de zoodanige als tot nu toe voor dezelven zijn gefchreeven, zullen gedrukt en aan gemelde Magiftraat en Commiilariilen verzorgt worden. Dat met opzigt tot het geen gefchreeven word voor de Miniiters van den Staat buiten 's Lands, U Hoog Mog. Relolutie van den z$ Oótober 1669 gal worden vernieuwd en dien conform even als in het jaar 171? en eenige volgendejmren is in gebruik geweeit, voor dezelven, van welken rang ze ook z jn, geene Refolutien of andere Sfu&keq gefchreeven zullen mogen worden, maar dat zoodanige Refolutien, Memorien en Rapporten, van dewelken men zal oordeelen, dat san dezelven in qualiteit van Miniiters van den Staat communicatie dient te worden gegeeven, zullen m ;eten gedrukt worden, met uitzondering nogihands van de zoodanige, die op ordre van U Hoog Mog. of van den Heer Grifher op denzelfden dag als ingekomen zijn, aan de een of ander Minilter gezonden moeten worden. Dat insgelijks voor Heeren Gedeputeerden van U Hoog Mog. zoo in ordinaire als extraordinaire Commiflien of bezendingen geene Refolutien, Brieven of andere Stukken zullen mogen gefchreeven worden, maar aan dezelven alleen gezonden een Exemplaar van de Brieven, Refolutien &c. die voor de Miniiters van den Staat buiten 'sLands gedrukt worden. Dat m het bijzonder aan geen Minifter van den Staat buiten 'sLands zullen mogen verzorgd worden, het zij gedrukte het zij gefchreeven Brieven, Refolutien of Memorien, die betrekking hebben op zoodanige Bediening, als dezelve niettegenitaande zijne afwezigheid zoude mogen hebben behouden. — en dat van gelijken voor Gedeputeerden van U Hoog Mog. in binnenlandfcbe Commiflien niets zal mogen worden gedrukt, veel min gefchreeven, alleen op dat dezelven niet onkundig zouden zijn van het geen geduurende hunne abfentie ter Generaliteit is voorgekoo- men. . . Dat voorts ingevalle voor eenige Collegien ter Admiraliteit, of anderen uit de Griffie worden verzorgd zoogenaamde Nouvelles, voor die Collegien al meede niet zullen mogen gefchreeven worden zoodanige Brieven , Refolutien êic. die gedrukt worden, maar dat een Exemplaar van die Stukken aan dezelven zal worden gezonden.  C "3 > de Griffie geene Stukken zullen mogen gecopieerd worden dan die ter Vergadering van U Hoog Mog. in^ekomer zijn of tot dezelve behooren, immers dat voor hef copieeren van andere Stukken geen Schrijfloon ten latte van der Lande zal mogen gebragt worden. Ten laatite dat de Ciercquen onder hunne refpeSive Declaratien op den voet van des Raads Refolutie van den 26 Junij 1664, zuilen moeren ifellen de Concept verklaaring hier agter gevoegd fub Litr. F. Eindelijk, Hoog Mogende Heeren! hebben wij nog over. woogen op wat voet behooren betaald te worden het maaken en fchrijven van indices, het naazien en aanteekenen van retroafta en andere diergelijke vacatiën , waar voor (zoo als de Heer Griffier hij zijne Memorie zich uitdrukt) thands gereekend word naar den tijd, die daar aan hefteed word , weetende ieder Clercq hoe veel hij in een Var kan fchrijven; dan wij kunnen ons geen denkbeeld maaken op wat wijze zulks gereekend word, terwijl daar en bovenop dien voet ieder Clercq zijn eigen werk taxeert, het geen niet naalaat aan bedenkingen onderheevig te zijn; en om die reden zouden wij U Hoog Mog. aanraaden om tot het voorfz werk een bijzonder Clercq aan te hellen op een Traftement van twee duizend guldens 'sjaars, waar voor M ™ch mel dit werk alleen zou moeten bezig houden , zonder tot her ichrijven van eenige andere Stukken te worden geëmploijeerd. Bijaldien alle deeze fchikkingen door de hooge Bondgenooten mogten worden geapprobeerd, en in eene Refolutie geconverteerd , kunnen wij U Hoog Mog. geruttelijk verzeekeren, dat zonder etnige veragtering van 's Lands dieufl de ingelloopen misbruiken zullen zijn weggenoomen, en daar door een wezendlijk voordeel aangebragt aan de Financien van de Generaliteit; en wij vertrouwen derhalven dat U Hoog Mog. daar omtrent door het amplefleeren van onze gedaanè voorflag gereedeüjk zullen trachten te voorzien. Het werk der Cijfers en Tranftaaten3 die op ordre van den Heer Griffier van U Hoog Mog. gedaan worden, heeft zoo veel relatie tor dat der Schrijfloonen, dat de Generaliteits Reekenkamer geoordeeld heeft daar van daadelijk te moeten fpreeken, na dat zij de materie der Schrijfloonen had afgehandeld Wij volgen dit voorbeeld , en zullen op het voetfpoor van gemelde Kamer aan U Hoog Mog. communiceeren de redrefleh, welke daar in naar onze gedachten kunnen en behooren gemaakt te worden. Om echter, ook in deeze materie met alle , omzig'igheid te werk te gaan, zoo hebben wij den Heer Griiher van U Hoog Mog. verzogt , ons vooraf .te willen informeeren , of niet met opzigt tot dit P werk • 2de Afd. Gen. Kas. Tranftaaten. Zie de 15 $ der Memorie van Je Generaliteits Reekenkamer.  2de Afd. Gen. Kas, ( ii4 ) werk eenige* en zoo jaa, welke menage of verbetering geïntroduceerd zoude kunnen worden; en dasr op vervolgens van gemelden HeereGriffier óntfangen de Memoiie hier ag. ter gevoegd fub Lite. G. Wanneer wij deeze Memorie en de aangehaalde rc $ der Memorie van de Reekenkamer hebben onderzogt, zoo hebben «ij daar uit gezien dat volgens Uwer Hoog Mog. Refolutie van den 6 Maart 1660, voor Tranflaaten uit de Hoogduitfche Taal word goedgedaan een dubbel, en voor de daar van in het ret te maakene Copie, enkel en gewoon Schrijfloon, en dat op gelijken voet worden betaald de Tranflaaten uit de Kngelfche, Spaanfche, Portugeelohe en haliaanfche Taaien; welke laatite echter van weinig belang zijn en in de Declaratie van den Heer Griffier worden gebragt. Dat derhalven, overeenkomttig het borigt door den Heer Griffier aan ons gegeeven nopens de Schiijfloonen, die in de Griffie van U Hoog Mog. worden verdiend; vooreen Tranflaat uit de gemelde Taaien , bt lhande eene bladzjde van 3% regels, en 36 a 40 letters op eene regel, aan den Tranilateur word betaald dertig ftuivers , en voor de Copie, die daar van in het net gemiakt word, nog vijftien Jïuivers, en dus voor eene bladzjde, zoo als die overgegeeven word, twee guldens en vtjf fiuivers, het welk voor een geheel vei beloopt negen guldens, Wij kunnen voor U Hoog Mog. niet verbergen , dat deeze voet van betaaling ons zeer boog voorkomt, en wij meenen daarom buiten alle bedenken te moogen itellen dat, indien de Schrijfloonen, die in de Griffie door de Ciercquen verdiend worden, en tot hier toé genooten zijn, overeen kom (lig den voet door ons voorgeliaagen met een derde mogten worden verminderd, op denzelven vo tvoor het toekoomende zal kunnen en behooren te worden verminderd, het geen tegenwoordig voor het transiateeien uit de bovengemelde Taaien word betaald, wanneer voor een vet aan den Clercq, die het getranilateerd, en in hef net gefchreeven heeft, nog zullen worden goe.tgeda.m zes guldt hs, mits echter dat dit vel in alles* gefchreeven zij naar hec voorfchrift boven opgegeeven, voor de Griffie van U Hoog Mog. Doch op dat de Generaliteits Reekenkamer bij bét examineeren en liquideeren der Declaratieo van den Tranilateur uit de Hoogduitfche Taal, de noodige geruiineid moge hebben, dat alle de Translaaten, waar over gedecoreerd word, op ordre van den Heere Griffier en dus roet buiten noodzaak gemaakt zijn, zouden wij van gedachren weezen , dat gemelde Heer onder die Declaratien behoorde te verklaaren , dat alle de Stukken daar in gemeld op zijn ordre getranilateerd zijn, en getranilateerd moejfen worden. Aan-»  Aanbelangende den Tranflateur in de Franfcheen Latijnfehé Taaien, die zederd het jaar 1748 een Traclement geniet van f icoo- o o Vpars, m.iet men erkennen, dat deeze Polt zeer ruim word beloond; voornaam: lijk als men iet eensdeels op het geen daar voor is betaald voor het jaar 1717, wanneer ongetwijfeld in de voorfchreeve Taaien niet minder zal zijn getranilateerd dan nadeihand; en aan de andere zijde, dat bij Uwer Hoog Mog. Refolutie van den itt Julij 1717 is veriiaan, dat ingevalle de DeüÉritien van den Tranflateur te dier tijd in funéiie zijnde, in een rond jaajr geen/óco 0 0 bedroegen, het geen daaraan deficieerdei tot die fom toe gefuppleerf zoude worden, zonder dat gevonden word ooit geklaagd te zijn, dat meerder zoude zijn verdiend, indien voor de gemaakte Tranflaaten op den ordinaris voet gedeclareerd wierd: waar bij n<-g komt, dat zederd eenigen tijd dieniiig is geoordeeld om de antwoorden aan buitenlandfche Mogendheeden gegeeven wordende, aanttonds te coucbeeren in de Franfche Taal, waar door dus het .weik van den Tranflateur merkelijk moet verminderen. Wij zou len om die reden van begrip weezen, dar het Tra dement van den Tranflateur in de gemelde twee Taaien, bij de eerite vacature wederom zal behooren gvbragt te worden op de fom van ƒ 600 o- o* 's jaars, waar op het tot den iaa e 1748 geweeit is, bijaldien naamelijk debzelvs Declaratieo, in een rond jaar niet meerder btdraagen. Eindelijk meenen wij met betrekking tot het Traclement van dtn Clercq der Cijffers (z^ de de Poft van den Clercq der Patenten onlangs bij Uwer Hoog Mog. Refolutie van den iz Januanj t7H9 gemorrificeerd, zonder nogrhands de Inkotnifen van d/c Ampt eenigzints te verminderen) U Hoog Mog. te moeten adv/de.ren om het zelve bij vacature wederom te brengen op f 600- o- o en aan den Öuccefleur' van den tegenwoordigen Clercq niet langer te continueeren den toeleg van ƒ 400 o- o, in den jaare 1748 aan den Jauit overleeden Ciercq toegelegd, dewijl gemelde Clercq bovendien d.chreert voor het vervaardigen van ieder CijN fer op denzeliden voet, als de Schrijfloonen in de Grirhe worden goedgedaan; Voor het overige komt het ons met de Generaliteits Reekenkamer om meer dan eene reden niet ondienilig voor< om in het vervolg tor het trahflateeHen in dc Latijnfche en Franfche Taaien , en tot het werk der Cijffers te etnploijeeren een Clercq uit de Griffie van U Hoog Moo ; en wij geeven daarom U Hoog Mog. in bedenken, Sm zulks bij de eerfte gelegendheid in te voeren. De kollen vallende op het onderhoud der 'Vertrekken en Gebouwen tot de Vergadering van U Hoog Mog. behoorende, bedraagen jaarlijkfch eene aanmerkelijke fom en Ci iurpafleeren ver degeenen, die tot dc Vertrekken van den k P * Raad 2de Afd, Och, Kah Onderhoud er Vertrekm $ behoO'  ick Afd. Gen. Kas. rende tot de Vergadering van hun Hoog Mog. ( ii6 ) Raad en Reckenkamer te zaamen geïropendeerd worden, rienegenttaande de Vertrekken en Gebouwen tot' Uwer Hoog Mog. Vergadering brhoerende, weinig meerder zijn, dan die van de beide Collegien, De Reekenkamer, die dit verfchil in de 34 § van haare Memorie reflecteert en door den Staat lub No. 1$ agter dezelve gevoegd, aantoont, proponeert daarom, in naavolging van het geen zij in den jaare 175-4 had \joorgéflaagen, het aanflellen van een Opzigter over die Gebouwen, en geeft verder eenige middelen aan de hand om deeze Uit«aven te doen verminderen, het geen ons te meer noodzaakelijk voorkomt , dewijl deeze kotten in voorige jaaren en bepaaldelijk van 1740 tot 17^3 ingellooten, veel minder beliepen, zoo ais U Hoog Mog. kunnen tien uit denStaat daar van geformeerd en hier agter gevoegd fub Uit. H. Offchoon wij nu niet zullen onderzoeken, waarom deeze kollen na het jar«r 1753 zoo zeer zijn geklommen, kunnen en moeten wij echter zuiks, behalven aan meer andere oorzaaken, gedeeireljk toefchnjven a?n het emploij, dat, volgens de Memorie van de Reekenkamer, door den Deurwaarder van de Grirhe genoegzaam het geheele jaar door word gemaakt van Werkbeden, tot eindens waar toe derzelver dienlt veel te koübaar en geenzinis gelchikt is, en het is hier om voornaamelijk, dat wij ons verplicht teekenen aan U Hoog Mog. te proponceren, om op het voecfpoor van den Raad en Reekenkamer aan te iteilen een Opzigter over alle de Gebouwen en Vertrekken, tot Uwer Hoog Mog. Vergadering behoorende, op een Traclement van vier honderd guldens 'sjaars, en aan denzelve te geeven eene Initruélie, gefchoeid naar die, welke door deGeneralitehs Reekenkamer voor haaien Opzigrer is gefield en onder de Bijlagen der Memorie van gemelde Kamer gevonden word. Voorts om bij die Inftvuclie aan deezen Opzigter in het bijzonder aan te beveelen, behoorlijke zorge te draagen, dat in de Huizen en Vertrekken door 'sLands Bediendens bewoond, geenerhande Meubelen ten koilen van den Lande gemaakt of geleeverd worden, noch ook eenig Arbeider , onder welke benaaming zulks ook zouden weezen, aan den Deurwaarder tot deszelfs dienft gegeeven. De verdere menage die wij met opzigt tot Uwer Hoog Mog. Vergadering en het geen daar toe behoort, noodig oordeelen voor te flaan, betreft eenige weinige Bediendens, en wel bepaaldelijk den Hofmee/ier en de vier Tromf etters van Staat, en de jaarlijkfche fom die uit de Kas van de Generaliteit word betaald, aan zeven van de Ciercquen j die in de Griffie van V Hoog Mog. fchrijven de Stukken, welke de re/pel'live Trovincien concerneeren , te weeten aan een van iedere Provincie. Vol-  f 117 ) Volgens Uwer Hoog Mog. Re/oJurie van den 24 Februarij 1738, aangehaald door de Reekenkamer bij de 31 £ van haare Memorie, fchijnt men destijds het Ampt van Hofmeejier van den Staat reeds befchouwd te hebben als onnoodig, hoe wel de deliberatien daar over als toen aangelegd zijn gelaaten buiten vervolg; en zeeker wanneer men con/idereert , dat geene publicque intreeden van Ambafïadeurs, en vervolgens ook geene defroijementen van dezelven meer plaats hebben, dat dus het voornaamile deel der fundie van den Hofmeeiier is vervallen, en hij nu alleen geëmploijeerd word om af te haaien de Miniiters van den Keizer van Marocco en verdere Mogcndheeden op de Kult van Africa, mag men met reden twijfelen, of daar toe wel een afzonderlijk Amprenaar vereifcht word : wdj geeven daarom U Hoog Mog in coniideratie, om deezen Poll bij de eerile vacature te mortibceeren , en in plaats van dien bij voorvallende bezendingen der voorfz Mogendheeden. de een of ander Bediende van de Generaliteit ad illum a£i te gebruiken, waar door naar onze gedachten eenige menage betragt zoude worden. De Trademenfen van cc vier Trompetters van Staat Haar» op den Staat van Oorlog en worden door de Provinciën betaald, doch de (Livrijen» Baanderollen en Vaandels, worden uit dc Kas van de Generaliteit bekoüigd. Dezelve bedraagen alsnog eene roemwaardige fom, nierregenitaande de menage daar omtrent door den Raad van State geïntroduceerd en door de Rekenkamer in de 21 § van haare Memorie vermeld ; daar nu het oogmerk waartoe zij in dienit fchijnen genoomen ie zijn , geheel cesieert; immers daar zij niet meer worden gebruikt tot zoodanige eittdeos sis in vroeger tijden en hun dienit gemakkelijk kan worden gemitt; meencn wij U Hoog Mog. de im'nrtificaiie deezer Bedieningen te moeren aanranden, waar door de Provinciën van de betaaling derzelver Tradementen , en de Generaliteits Kas van den lalt der Livrijen, Baanderollen en Vaandels, zal worden ontheeven. En in gevalle U Hoog Mog. daar toe mogten refolveeren , zal het dientlig weezen, dat teflens werde veritaan, dat het geen aan dezelven door deeze en geene Amptenaaren bij hunne aanüelling word veiitrekt, zal moeten celleeren, zonder dat het geen andere Üediendens van de voorfz Amptenaaren genieten, daar meede zal mogen worden verhoogd. Van de Provinciale Ciercquen genieten 'er zeven, te weeten van iedere Provincie een, uit de Generaliteits Kas een fom van ƒ 42- 17- o 's jaars, waar van de Reekenkamer in de 33 § van haare Memorie.zegt, dat zij de. eerile oori'prong niet heeft kunnen ontdekken, maar dat dezelve reeds in den jaare ïdto als ordinaire Tradementen zijn betaald. P 3 Dan 2de Afcf. Gen, Kas. Hofmeefler van Staat. Trompetters van Staat, Jaarlijkfche toeleg aan zeven Provinciale CleffplêH}  2 de Afd. Gen. Kas. Jaarlijkfche Commiffien uit den Raad van $tate. ( "«8 ) Dan welke ook de reden moge geweeft zijn, waarom men in dè oudlle tijden der Republicq een zoodanigTractement van Generaliteiisweege aan Provinciale Ciercquen hebbe toegelegd , zoo is het nogthands te verwonderen, dat men daar meede heeft gecontinueerd na het neemen van des Raads Refolu'ie van den r6 Auguüus 1670, waar bij wierd begreepen, dat deeze Traftemewen zouden kunnen gemenageerd worden uit hoofde, dat voorfz Provinciale Ciercquen aangebeld en gefaiarieerd worden bij de Provinciën rdpeédiveiijk , en geen dieYitt doen dan aan de Provinciën ; want of wel bij U xer Hoog Mog. Refolutie van den 31 December van dat zelfde jaar wierd verftaan, dat de Provinciale Clercj, wiens Provincie praetideerde, wanneer eenige particuliere Vergaderingen, het zij voor-of namiddag wierden belegd, gehouden zoude ziju zich tegens dien tijd in de Griffie of wel in de Kamer van den Agent te laaten vinden, tot de eindens door de Reekenkamer opgegeeven, en het zich dus liet aanzien, ais of do-r' deeze Refolutie de Provinciale Ciercquen rot eenige Generaliteits dienh voortaan zouden worden geémploiieerd , zoo heeft'echter de voorfz ReJoiutie geen effect geforteerd, en is door de Provinciale Ciercquen nimmer eenige dienit gedaan aan de Generaliteit , maar alleen voor hunne Provinciën. 'Kr is dus geene de minne reden, om deeze jaarhjkfche toeleg, van hoe weinig belang ze ook weez'-n mag, bij continuatie aan hun goed te doen, en U Hoog Mog behooïen derhalven naar e nze gedachten te refolveeren,-dat dezelve bij het overlijden van de aélueel in dienit zijnde zal cefï'eeren, en niet meer bij hunne Succcfleuren genooten worden. Trn aanzien van den Raad van Srare heeft de Reeken. kamer in de jaaren 1717 en 175-4 al meede eenige voorilagen tot menage gedaan, welke wij ieder afzondeiïVtk zullen overwegen. De eerfle in de Miffive van het jaar 1717 voorkomende, handelt over de Commiflien , dié jurlijkfch Boot den Raad worden gezonden tOt het verp^g en der Middelen en Tienden, en het opneemen der Kon;fjcatfén' en Magazijnen. Dezelven worden altijd' d >or twee- Heeren bekleed; en de tijd' die de voonz O-mmiilieh mogen 'duuren, is, zoo"al niet bij expreJieRéfoiutien, ten mfnilen door een behendig gebruik bepaald. De menage, die de Ka.rd daar omtrent zederd het jaar 1717 iutft ingevoerd en door de Reekenkaroer in de 10 § va^'haare Memorie word opgegeeven, is van zoo veel belang, fclit men ïraatuvlijks eenige gepalle middeien tot verdere i.e;paaring in dee/e kan aan de hand geeven, vooral wanneer men zulks niet wil zoeken in de affchaffing van lorotrdge Commiiüen of het zenden van anderen alleen om de rw< e jaaren, zoo als wij daar in zwaarigheid zouden maaken; eensdeels urn dat de Com-  C Hg ) Commiffie tot de verpagting der Tienden (die ónder dï eeritgemelden bedoeld word; niet kan worden afaefchafr dewijl dezelve bovendien gefchikt is tot het examineercr van de Staaten der Laiten van de vier Quartieren der Meijerije, als meede van de Verbaaleh der Kerkelijke Vifi. tanen, en om op de poinclen daar in voorkomende, voor zoo verre die daar toe gefchikt zijn, te disponeeren; anderdeels, om dat wij met de Kamer van oordeel zijn, dat net niet alleen nuttig, maar zelfs noodzaakelijk is,'dat de Fortificatiën en Magazijnen in de Frontierrteden en Forten door Gecommitteerden uit den Raad van State werden gevditeerd, en deeze vifitatien 't gevoegiijkfl alle jaar gefchieden; al het geen derhalven, dat wij over deeze materie aan U Hoog Mog.kunnen voorflaan, komt hierop neder , om aan den Raad van State , die reeds zoo veel ceconomie in deeze Commiflien betragt heeft, verder over te laaten, bij aanhoudendheid toe te zien, dat daar omtrent alle mogelijke menage worde in agt genoomen. Dé tweede refmrque door de Reekenkamer bij het plan van menage van den jaare 175-4 aan U Hoog Mog. voorgedragen, betreft de vermeerdering van het Tractenfent van den Heere Thefaurier Generaal ter fomma van twee duizend en vijf honderd guldens, die te vooren in tijd van \ rede niet wierd genooten , en voor welkers affchaffing de Kamer m het jaar 175-4 advifeerde, om dat het werk van den Raad zeederd de aanftelling van een Stadhouder en Capitein Generaal van de re/feclive Ttovincien, en door den yrede m 1740 gemaakt s verminderd zijnde > alles aldaar (mar haare opnue) zoude kunnen gebragt worden oi> den enden voet. De Kamer ichijnt echter tegenwoordig zoö Tv nUit,te mchneeren fot die affchaffing; immers zij adviieert er niet voor, maar vergenoegt zich alleen met op te gïcven de trapswijze verhooging van het Tracteménc van dien hoogen Amptenaar , geduurende deeze Eeuw; het welk buiten twijfel aanmerkelijk is, doch evenwel aan ons met te groot voorkomt van wegens het aanzien en gewigt aan deszelfs Staat verknogt, en waar aan de Inkomlten eemgermaaten behooren te weezen geevenredigd ;. hoedanige evenredigheid nogthands niet langer zoude plaats hebben , wanneer de voorflag van den jaare f754 wierd gevrlgd, vooral zederd dit Traéhment wederom is gebragt op den voet, waar op het voorfz Ampt tot den jaare 178% is bekleed, en op welken het zelve naar ons inzien behoort gelaaten te worden. Offchoon wij nu om de geaüegeerde redehen de .gemelde voorhagen van de Kamer nier mogen aanraaden, zijn er echrer eenige andere poincten van menage, die met t vrucht, bij den Raad van State zouden zijn in te voeren f met betrekking naamelijk tot de Tiaétementen van de bei- t de Commifen ter Secretarie t van den tweeden Commis ter ' Jhefaurtê en van den Chartermeefter van den Raad. ü 1 In è ïde Afd ' Gen. Kdsx Traclement van den Heer Thefaurier Generaal. . Zie dè ii § der Memorie. Commifen tr Thefaiiie en Se ere* rtrie van 'en Raad ari StatQ té.  iele Afd, Gen. Kas. Commifen van de GeneraliteitsFinancie. In den jaare 175*4 advifeerde de Kamer voor een vermindering van de Tradementen van den eertten Commis ter Secrerarie en den Chartermeeiler, en boven dien voor het mortificeeren van de nieuw gecreëerde Commifen zoo in het Comptoir van de Thefaurie ais van de Secrerarie van den Raad; doch hier van is zij thands in zoo veire terug gekomen, dat zij bij de 3ófte §. van haare Memorie, alleen proponeert eene vermindering der Tradementen van de drie voorfz Commifen en van den Chartermeeller, maar voor het overige begrijpt , dat ook de nieuw gecreëerde Commisplaatiën, bij continuatie behooren te blijven. Wij erkennen gereedelijk, dat die redenen door de Kamer bij die §. btjgebragt alzints voldoende zijn, om van haar voorig advis af te gaan, — terwijl wij ons verder wel kunnen voegen met de voorflagen daar bij gedaan, en mitsdien aan U Hoog Mog. in bedenken geeven, den Raad van State te verzoeken, cm de Inkomilen van de voorfz Amptenaaren op den voer door de Reekenkamer aan de hand gegeeven, voor her toekomende te regelen, met dien verbande nogthands, dat deeze fchikkingen overeenkomüig het geadvifeerde van de Kamer niet zullen mogen veritrek-. ken ten nadeéle van den jongften Commis ter Thefaurie, en van de beide Commifen en ChartermeeÜer ter Secretarie , dewelke die Bedieningen tegenwoordig waarneemen, hoe zeer in de Tradementen tot dezelven gefchikt, en de verdere voordeden daar toe tegenwoordig behoorende, op alie dewelken zij aangeileld zijn, nog niet zijn ingevallen,maar dat dezelven eeiit zullen itand grijpen in opzigt van die geenen, welke na het arrelteeren van deeze Propofitie zullen worden aangeileld. Over de Ordinaire Commifen van de Generaliteits Financie, die vier in getal zijn hebben wij op den 2 Meij 1788 een voorloopig Rapport aan U Boog Mog. gedaan ^hier agter gevoegd onder de Bijlaagen fub Litt. I.) bij gelee, gentheid van eene vacature onder dezelven, en daar bij voorgedragen om het getal van deeze Commifen voor het vervolg te reduceeren op twee; Wij hebben destijds breedvoerig aangetoond de redenen, die ons permoveerden tot het doen van deezen voorilag, en zullen derhalven nu niet herhaalen, het geen U Hoog Mog. zoo in dat Rapport als in de 37Üe §. der Memorie van de Reekenkamer daar voor kunnen geailegeerd vinden. Alleenlijk moeten wij U Hoog Mog. herinneren, dat men volgens het voorfz Rapport, in cas de bovenftaande Propofitie effed mogt forteeren, nog zal behooren te overweegen, welke verminderingen dienen gemaakt te worden in de Emolumenten, die deeze Commifen van particulieren genieten; dewijl wij met de Reekenkamer overtuigd zijn, dat de betaaling derzelven van belang is.  (til) Voor het overige zal de Generaliteits Kas door h t mor tificeeren ven deeze CommispJaatien profheeren de Trade inenten ter fomma van ƒ noo- o- o, endeordinaireErnoIu menten zoo van Huishuur, Konijnen geld a'sanderhnrs, en a! les bij elkander genoomen een (om'van ruim / 3000- c- c 's jaars. De verdere Collegien van de Generaliteit in den Hage rehdeetende zijn, de Reekenkamer en de Raad van Braband, bij geene van welken eenige noemenswaardige menage kan worden geïntroduceerd: Integendeel zal men veel terder dienen bedagt te zijn, om de Inkomilen der Secretarieën en Ciercquen v«n de Kamer en der Leden van den Raad van Braband eeniger maate te verbeteren. Dan eer wij ons daar over verder uitlaaien, moeten wij iets zeggen van het KtiJfe»geLd3 dat alle drie jaaren aan de Leden die in de maand Meij in de Reekenkamer feffie hebben, of in dat jaar neemen, en aan beide de Secretariiien die in functie zijn tot zes en dertig guldens, in plaats van een Kuilen voor ieder word verfirekt, het welk op zich zelve een objed is van weinig belang, dan waar omtrend dit inconvenient plaats heeft, dat de Leden die voor meer dan drie jaaren worden gecommitteerd, of met de expiratie van de eeriie drie jaaren gecontinueerd, en inzonderheid die Leden, welke wegens de Provincie van Zeeland zoo a\ niet voor hun leeven, ten minrten voor verfcheide jaaren in de Kamer feffie hebben, als mede de Secretarisfen, dit Kuiïengeld meer dan eens erlangen, het weik naar de opinie van de Kamer zelve tegen den aart der zaake ichijnt aan te loopen. Dan dir inconvem'enr zal gemakkelijk kunnen geredresfeerd worden, bij aldien door de Reekenkamer (conform den voorÜag door haar bij de aangehaalde §. gedaan) ia de febikking van den jaare 1680 over het geeven van Kusfens aan de Leden en de Secretarüfen van de Kamer gearreileerd, die verandering wierd gemaakt, dat aan niemand meer dan een Kuilen zoude worden gegeeven of het Kusfengeld meer dan eens betaald, ten zij het gebeurde, dateen Heer, die in de Kamer feffie had gehad, eenigen tijd daar na op nieuws in dezelve wierd gecommitteerd, wanneer aan hem, ingeval hij feffie had in het jaar, in het welk het Kuiïengeld gegeeven wierd, hetzelve wederom zoude behooren betaald te worden: — tot het maaken van welke verandering de Reekenkamer onzes oordeels door U Hoog Mog. zou kunnen verzogt worden. Wat nu betreft het Inkomen der Secretariilen van de Kamer, het welk volgens de 4ólie $. der Memorie niet meer dan ruim vier duizend guldens bedraagt , en van de j Ciercquen ter Secretarie, zoo kan niet worden ontkend, 1 dat het werk van dc eerllgenocmden zeer omilagtig is, en 1 geenfints beloond word in evenredigheid van de moeite Q daar 2de Afd. Gen. Kas. Kujfengeld voor de Leden van de Generaliteits Rcekenkanier. Zie de 3sfte der Memorie van tle Rcekcnkamer. Secretarism en Cterc* uen ter Seretarie van re Kamer,  ide Afd. Gen. Kas. Tra&cmcnten van dt Raaden in het Hof van Braband — extraordina ris Raaden ÖV. ( w ) jait o-ïd verknogr, en dat van aile de Amptenaaren aan de drie Generaliteits Coliegien geene minder gefalarieerd worden dan de Ciercquen van de Reekenkamer. Wij zouden Offl die reden, hoe zeer onze Commiffie amfefzints niet is gefchikt tot het doen van voorilagen, waar uit een bezwaar voor de Financien van de Generaliteit refulteeren kan, wel inclineeren eenige verandering te maaken in den voet, waar op de voornoemde Secretariifen en Ciercquen tot hier zijn betaald. Fdoch daar de Kamer vermeent, dat de SecretaritTen behadvèri eene verbetering in hunne Inkomlten boven dien in hünnê wetkzaame Pollen verligt dienen te worden, en dit laatite door een verhooging van hunneyraétementen alleen, niet kan worden geëffectueerd, zoo hebben wij onderzogt of en in hoe verre dit oogmerk zonder merkelijk bezwaar van den Lande zou kunnen bereikt worden ; waar toe naar onze gedachten zoude llrekken, bijaldien U Hoog Mog. geliefden te refolveeren , tot het aanilellen van een derde Secretaris op een valt Tractement van twee duizend guldens 'sjaars zonder meer, en zonder in de Profijten bij de twee oudile Secretariitèn thands genooten wordende, te deelen , met dien verltande nogthards , dat de bediening van een der twee oudile SecretariHen openvallende , de derde Secretaris zoude moeten opkiunmen, en het meerder Traclement daar toe ttaande als dan meede genieten. Verder zijn wij van advis , dat het Traclement van den oöditen Secretaris behoott vermeerderd te worden met een duizend guldens 'sjaars, terwijl dat van den tweeden zou kunnen blijven op d;n tegenwoordigen voet , zoo echter dat de tw eede her geno; mde Jarpitts van den certten, in css van vacature zal moeten proiiteerem Eindelijk geeven wij U Hoog Mog. nog in bedenken, om de twes oudfte Ciercquen ter Secretarie van de Reekc.nkair.er,' boven het geen zij actueel genieten, toe te legrci een fom van ƒ %oo- o- o 'sjaars, en. de overige een dti twee oudile wordende, van dit douceur als dan meede te doen jouiilceren. De Leden van den Raad van Braband genieten jaarlijks van de Generaliteit een Traclement van vijftien honderd gulden;, doch hier van moeten zij aan de Provincie van H ,::.-.ml wégens de iooite en 20ofie Penning, drie honderd guldens" betaalen, en houden dus maar twaalfhonderd guldens over, het geen gevoegd pij eenige weinige emolumenten, eene geringe belooning uitmaakt voor de Poit, ' welke zij bekleeden. Meermaalen heeft de Raad van Braband zich deswegens aan U Hoog Mog. beklaagd, en ver/ogr om guiximcert te worden van de betaaling der gemelde iccft: ca zcoiie Pen-  ( rij ) Penningen, of dat anderzints V Hoog Mog. aan henlieden daar tegens een foriabel dedommagement geliefden te vergunnen. - Dit verzoek wierd in den jaare i7S9 herhaal i bi, ge egendheid, dat de eerile primerende fcaad*522 r.gheid maakte om het Amptgeld te voldoen, en op den 14 November i7j9 commiiloriaal gemaakt met den'Raad van btate en het zelve gaf vervolgens aanleiding tot een Concept Rapport, tenderende om het getal van de ueteè ordinaris Raaden op zeven te doen uitüerven, de Praffidcerende daar onder begreepen, waar door twee Traktementen ieder a ƒ,500- o- o mitsgaders de /240- o- o welke die Raaden genieten, wegens vacatiën in Fifcale en andere Generahreus zaaken, zouden worden befpaard, behalven de vermindering, die daar en boven vallen zoude in het geen gemelde Raaden voor Flambouwen, Schrijfbehoeften*, Cou" én 1 Ult d£ Kf der gén/eteji i en om daar ceerd8*JM^^W °P 3gt 20üde wee2en ceerd, aan ieder der Raaden en den Griffier jaarlijks met den aanvang der maand Meij op Ordonnantie van den Raad van State te doen betaalen een fom van ƒ iSo- o- o voor Huishuur, en aan ieder der Kamerbewaarders een fom van ff o- o. o doch wanneer het voorfz getal op zeven zoude zijn uirgeftnrven of verminderd, de voorfz refpetfive fora! men als dan te .verdubbelen, tot welk Plan Gecommitteerde Raaden van Holland wel fcheenen te inclineeren bij hun Advis van den z3 Januarij ter Vergadering van de Heeren Staaten derzelver Provincie uitgebragt den 7 Fe~ bruarij 1761. 0 & ' c ih?nTTl 2ien niet' Hodg Mo?' Heeren, waarom meh thands door eene vermindering van het getal der Leden, ZJn ,Ver/eekn Van derze]v£r Traétemenfen onder de overigen zoude re gemoer Aoomen aan een bezwaar, hetwelk op eene andere en veel betere wijze kan worden wegnomen, eensdeels, wanneer de lootte en zoohe Penningen waar van men vertrouwt dat de Provincie van HUI and uit hoofde van de redenen daar tegens op pag. 99. eeaileseerd wel zal wMllen afzien, voordaan'betaald wiei^aan deGe' nerahteits Kas, dewijl de Generaliteit ais dan in de gelegenuhetd zoude zijn, om de Inkomilen deèzer Raaden zonder nadeel van den Lande, een weinig te verbeteren. ~~ anderdeels, door het. ilritfelijk obferveeren voor het vervolg, van Uwer Hoog Mog. prohibitive Refolutien tegens de aanltelhng van extraordinaris Raaden van tijd tot tijd geromen, in conbderatie van het nadeel, dat de ordinaris Raaden door het aanftelien van extraordinaris moeten Jijden; door het naakomen of weder in train brengen vari welke Refolutien teffens aan de Generaliteits Kas eenig voordeel zou worden bezorgd , dewijl een extraordinaris Kaad zoo wel als een Ordinaris jaarlijks geniet ƒ ixo- o- o voor vacatiën, befognes en depêches, het zij in 'Fiscaals of andere zaaken de Generaliteit raakende, van wat natuur dezelven ook zouden moogen weezen ƒ 45- o-o zoo weegens.Hambouwen als Papier, Pennen éVc. het geen bevoorens Q 2 ra pJe Afd. Gen. Kak  ïde Afd. Gen, Kas. Comptoir Generaal der Unie. Tradtemen van den Ont fanger Gene raai. ( *H ) in natura'geleverd werd, en / 16- o- o in plaats van Coti> ranten en Almanakken, en' dus bij eikanderen gereeken., ƒ180- o- o in het jaar, die voor den Lafcd'e rooien worden geprofiteerd; indien geen extraordinaris Raaden meer wierden aangeileld. Omtrent het Cowpoir Generaal der Vnit rewwqueeróe óe Reekenkamer in den jaare 175-4» dat de Commilen en Ciercquen van ~den Ontfanger Generaal na de Vrede van Utrecht, en wel in den jaare 1715",niet meer heoben gesolt dan ƒ4000- o- o 's jaars, doch dat zulks nu geklommen was tot ƒ 13000- o- o behalven nog ƒ300- o- o 's jaars voor de Knegr van het Comptoir, en nog een fom van ƒ1400- o- o 'sjaars, die aan den Ontfanger Generaal bij Uwer Hoog Mog. Refolutie van den iy Juni) 17x0 is toegelegd voor zijn extraordinaris moeite, onderhoud van Commilen en adminihraiie der honderite Penningen — zoo lang ze ten profijte van het Comptoir Generaal zouden komen, en de Kamer gaf daarom afe toen «1 bedenken om den Raad van btate te verzoeken, hier omtrent nieuwe ordres tot meerder menage te willen Hellen. De Reekenkamer in de 41 § der Memorie van deeze materie fpreekende, geeft aldaar op de veranderingen in dezelve zederd 1707. gemaikt, ende redenen om webben de gemelde koften van tijd tot tijd zoo zeer zijn verhoogd, en doet vervolgens eenige voorüagen tot menage omtrent fommige van dezelven. Alvoorens echter onze gedachten daar over finaal te bepaalen , hadden wij den laattt overleeden Ontfanger Generaal der Unie verzogt ons fe dienen van zijne coniideratien op het vóórhel van de Generaliteits Reekenkamer, en daar bij teffens te advifeeren of*ook eenige verdere menage in de adminiüratie van zijn Comptoir geïntroduceerd zoude kunnen worden , aan welk verzoek welgemelde Ontfanger Generaal had voldaan bij eene Memorie hier nevens gevoegd fub Litt. K. Volgens de Memorie van de Reekenkamer zoude de in te voeren menage dienen te gaan zoo over de Inkomlten van den Ontfanger Generaal zelve, als over de Bediendens tot deszelfs Comptoir gehooiende. t Met betrekking tot de Inkomlten van den Ontfanger Ge' neraal merkt de Reekenkamer op, dat de tosleg van een " fom van vier en twintig honderd guldens *s jaars, bij Uwer - Hoog Mog. Refolutie van den 15 Jamj 17*0 geaccordeerd voor onderhoud van Commilen ter zaake van het heffen en adminitlreerert van den honderllen Penning op alle Obligatien en Rentebrieven , en bij Uwer Hoog Mog. Refolutie van den 6 Februarij 1715" gecontinueerd in conlideratie van de vermindering die de Ontfauger Gtneraal in de Inkomlten van zün Ampt had geleeden met de eerlte vacature van 'J het  C as ) het voorfz Ampr, zou Ie behooren op re houden, en aan den Opvo'ger van den tcgehwoordigcn Ontfanger Generaal, immers zoo lang de iaaxbjkl'che Loterijen zullen blijven iland grijpen, met worden goerj gedaan; eensdeels om dat deadminiltratie van den honderdlten Penning op de Obligatien tegen voordig van weinig omflag is, vooral in vergelijking van het geen voor het jaar 1716 was de adrniniüratie van de belaiiing , die toen op de Obligatien plaats had ten voordeele van fommige Provinciën, aan dewelken het beloop derzelve moeit worden uitgekeerd, waarom ook daar van afzonderlijke Reekeningen zijn gedaan; andrdecis om dat de vermindering van het Inkomen van den Ontfanger Generaal rijkelijk is vergoed, door het geen dezelve profiteert uit het Collecle-loon van de Loterijen, die jaarlijks-worden uitgelchreeven, w*aar van de Kamer vertrouwt dat een aanzienlijk voordeel overfchiet , niettegenilaande het zelve bij des Raads Refolutie van 18 Februarij 1771 op een per cent is verminderd , en daar uit alle de kolten op de Loterijen vallende, uitgenoomen die van de directie en trekking, moeten gevonden worden. De Ontfanger Generaal approbeerde echter deeze voor (lag van de Kamer nier, maar was van oordeel, dat, zoo het Inkoomen van den Ontfanger Generaal der Unie eenigermaate zoude re, endeeren aan de moeite, zorge en rilico , welke aan deeze Bediening verknogt zijn, het zelve geene vermindering behoorde te ondergaan; voor eerji van wegens de groote kotten bij gemis van een vaft Comptoir, door elk nieuw aankomend Ontfanger tot aanbouw of acquiiitie van het zelve te impendeeren, welke kolten gepaard met een zwaar Amprgeld, door hem begroot wierden opeen fom van ten mm/ren zevenrg duizend guldens; en ten anderen, uit hoofde van de reductie van bc-r Calteéleïoon der Loterijeti op een h If per Cent, nu onlangs bij den Raad gearrefteerd om bij de eertte vacature van dir Ampt ftand te grijpen, met welke fchikking van den Raad van State de Ontfanger Generaal betuigde, niet te kunnen instemmen, uit confideratie van het groote rilico, dat bijzonder omtrent de adminilirade der Loterijen plaats heeft. Offchoon nu deeze redenen door den Ontfanger Generaal tegens eene vermindering der Inkomlten van zijn Ampt opgegeeven in den eerih n opilag wel eenige refleftie ichjnen te verdienen, zijn dezelven nog;hands bij nader inzien ons niet voorgekomen van genoegzaam gewigt, om te kunnen opwegen tegens de argumenten door de Reekenkamer voor haar gevoelen bijgebragt , dewijl het bezwaar , dat in hét gemis van een vait Comptoir voor een nieuw aangeltelden Ontfanger Generaal geleegen is , zoü> dc zijn weg te neemen , door het aankoopen van een permanent Comptoir op kollen van de Unie, zoo als ten aanzien van het Comptoir Generaal van Holland is gefehied. Eh met betrekking tot de reduclie van het Colleételoon j Q 3 om 2 ck Af cl Geth Kds.  tidé Afd. GeH. Km, (tiê) om dat het half per Cent, waar op her zelve volgens des Raads Refolutie zoude worden gebragt, nog eene genoegzaame belooning aan den Ontfanger Generaal kan opleveren; aangezien dit half per Cent Coilecleloon naar het montant der Loterijen in de jaaren 1787 en 1718 gearretteerd» van iedere Loterije zoude hebben bedraagen ƒ 13680- o- o, welke fom in elk jaar nog mer eenderde moet worden verhoogt» en dus zal beloopen ƒ18x40- c-o, nadien volgens eene calculatie daar van over de laatite 10 jaaren geformeerd, binnen drie jaaren ten minften vier Loterijen worden getrokken, moetende echter van deeze fom van / 18x40- o- o worden afgetrokken, het falaris van ƒ4000- o- o het welk de Ontfanger Generaal uit zijn privé beurs, zoo men wel onderrigt is, alle jaar behaalt aan den Commis op het Loterije Comptoir, om daar uit deeze en geene kollen goed te maaken; na welke aftrek het jaarlijks zuiver profijt van den Ontfanger Generaal zal bedraagen ƒ 14000- o- o„ waar bij gevoegd wordende deszelfs traclement a ƒ5000- o- o, nevens ƒ 600.0- o voor Schrijfloon en Brievporten; ƒ1500.0-0 voor onderhoud van de Comptoiren, valfch geld &c, en ƒ300- o- o voor Huishuur, zoo blijkt, dat de revenuen van de poit van Ontfanger Generaal, behalven de bovengemelde extraordinaris toeleg van ƒx400. o- o, voor welkers intrekking bij vacature de Reekenkamer advifeerr, zich als dan nog zullen bedraagen, zonder de Leggelden en de profijten in cas van Negotiatien als anderfmts, een jaarlijkfche fom van ruim twintig duizend guldens, waar meede de moeite en omflag aan dit Ampt verknogt op eene voldoende wijze zal zijn beloond, Wij hebben dan ook geene de minile zwaarigheid gevonden ons te conformeeren met den voorllag door de Ree* kenkamer gedaan, en daar van onder de hand kennis te doen geeven aan den eerfien Heer van het Befogne, door U Hoog Mog. den 15 januarij 1790 gedecerneerd, om te overwegen, op welken voet het Ampt van Ontfanger Generaal der Unie, destijds vaceerende zoude beboeren begeeven te worden; hetwelk ten gevolg heeft gehad, dat U Hoog Mog. bij Refolutie van den X9 der zeiver maand hebben verüaan, dat de voorfz toeleg van vier en twintig honderd guldens aan den Opvolger van den laatfloverleeden Ontfanger, immers zoo lang de jaarlijkfche Loterijen zullen blijven iland grijpen, niet meer zal w?orden goedgedaan, door welke Refolutie derhalven dit Poinct reeds zijn beflag heeft gekreegen. Wijders geeven wij Ü Hoog Mog. in bedenken om uit hoofde van de inconvenienten, die in het gemis van een vaft en permanent Comptoir voor nieuw aankomende Ontfangers geleegen zijn, aan den Raad van State de verzorging van het zelve te recommandeeren, wanneer zij oordeelt dat zulks gevoeglijk zal kunnen gefchieden; en om als dan meede te overleggen, welke vermindering in dat geval zal behooren plaats te hebben, omtrent het Inkomen van  f tif) van den Ontfanger Generaal, dewijl hij als dan zal zijn ontheeven van het maaken der koften tot hef acquireeren Tan een convenabel Comptoir benoodigd, en die door zijne Prsedeceflcurs hebben moeten worden gedraagen. Kunnende eindelijk de reflccn'e van de Reekenkamer op de drie dubbelde Leggelden , die de Ontfanger Generaal geniet , als zijnde van weinig belang worden gepalfeerd, of zoo U Hoog Mog. dit mogten praefereeren aan de befchikking van den Raad van State overgelaaten. Aanbelangende de Bedienden van het Comptoir Generaal van welken het getal zederd het jaar 1707 merkelijk is vermeerderd, en om de redenen door de Kamer bijgebragt met twee Commifen en Ciercquen zoude kunnen verminderd worden, zoo was gemelde Ontfanger Genera?! meede van een tegengeifeld gevoelen; alleenlijk advifeerende om den Commis en Clercq belaft met de betaaling der Lijfrenten, wanneer dezelven nog wat meer zullen verminderd zijn, te doen ui titer ven, waar door het Land zoude proiiteeren f 1800- O' o 's jaars, en nog ƒ 300- o- o bij aflijvjgheid van den Deurwaarder van het Comptoir, die zeer zelden gebruikt word, en daarom door hem wierd geoordeeld wel tc kunnen genuit worden. Dati bet is ons voorgekomen, dat de affchaffing van den voornoemden Commis en Clercq niet behoeft te wagten naar de meerdere afneeming der Lijfrenten, maar van nu af aan kan worden vaft gelleld, en dat U Hoog Mog. derhalven behooren te refoUeeien om de voorfz Bedieningen vsn Commis en Clercq, en de Poft van Deurwaarder van het Comvtoir der Unie bij de eerile vacature re mortifi-. cecini. doch de introductie van 'de verdere menage door de Rcckcnkairer voorgeütgen, aan de beichikking van den Raad van State over re .laaten in dier voegen, dat bij afiterven van Comproirbedienden door de Reekenkamer bedoeld, hunne Pollen onbegeeven zouden blijven, wanneer nameii|k de Raad derzelver wedervuiling uit hoofde van andere nieuw opgekomene bezighecden wegens Negotiatien &c, niet voiitrekt noodzaakelijk zal oordeelen. De overige Poincten van Menage slhier in den Hage te ïmtoduceeren, betreffen de Scbriffbehoeftens, de Almanakken en Cour■ antengeiden, de Kaarpn, de Tofl- en Boden. loonen en de Bediendens van' het Generaliteits Klein Zegel. In plaats van Schrijf'behoeftens word zeederd~veeJe jaaren een zeekere fomme gelds betaald aan de Leden van Uwer Hoog Mog. Vergadering, van den Raad van State en Ge- ' neraliteits Reekenkamer, mitsgaders aan de Amptenaaren en Bediendens, met uitzondering'van eenige weinige door de Reekenkamer in de 13de §. van haare Memorie opgenoemd ; en het zelve heeft meede plaats met de Almanakken en Couranten; doch-aan de twee expedieerende Ciercquen, den 2de Afd, Gen. Kas. Commifen en Bediendens van het Comptoir. Verdere toinclen van menage op de Schrijfbe* boeftens.  ide Afd. Gen. Kas. den Deurwaarder van de Grime, en de Kamerbewaarders van U Hoog Mog., mitsgaders, aan die van den Raad en Reekenkatmr worden de Schrijf- enComptoirbehoeftens m natuia gekeverd. Op beide kan eenige menage vallen, en wel voor eerH ten aanzien van de fmiannegentig ^Uens s jaars , die de Ordinaris Gedeputeerden in Uwer Hoog Mog. Vergadering genieten voor Sch>i)f behoeftens, Almanakken ^ Oouranfen, en welke aan ieder van de 18 Gedeputeerden uit de Provincie van Gelderland betaald word; ^Kho^fl^n reden, om welke de Generaliteits Reekenkamer in den ja-re i7c.i bii het Plan van menage vermeende, dat alleen aan zes Hieven namens die Provincie het voorfz douceur van negentig guldens zoude behooren gegeeven te worden, dewiil Gelderland aan haare Gedeputeerden alleen zes tvaèJetnenten betaalde , voor onvoldoende moet worden gehouden, terwijl het alken de Quartieren van Zutphen en Yeluwe zijn, die ieder maar twee traaementen geeven, om onder de zes Gedeputeerden van elk Quartier te worden verdeeld, wordende door het Quartier van Nijmegen zes tradementen aan deszelfs Gedeputeerden goedgedaan, zoo dat in effeae tan traktementen door de Provincie van Gelderland gegeeven worden; zoo zien wij echter geen reden, waarom U Hoog Mog. de voorflag destijds gedaan niet als nog zouden kunnen en behooren te ampkaeeren ; aangezien de wijze op welke de Gedeputeerden van deeze Provincie in de onderfcheiden Quartieren betaald worden, niet anders kan worden befchouwd, dan als eene domeihcoue fchikking, welke voor de Generaliteit geen ngtfnoer Tande e zaaien weezen kan; (taande >t aan iedere Provincie vrij het getal van haare Ordinaris Gedeputeerden te vermeerderen, en aan dezelven zoo veele traktementen goed te doen, a s zij noodig keurt; zonder dat zu ks eenige veranderfng zoude kunnen maaken in het getal der Portien, die van Generaliteits wege voor schrijf behoeftens &c. tot hier toe zijn goedgedaan. Wij vermeenen derhalven op de conclufie van de meergemelde voorflag van de Reekenkamer, op nieuws bij U Hoog Mog te moeten aandringen, te meer daar men niet kan verwa|ten, dat de Provincie van Gelderland zich zoude willen of kunnen beklagen over eene fchikkmg waar doo- zii gelijk gelleld word met d.e Provinciën, welke de meeué"ordinaris Gedeputeerden in U Hoog Mogende Vergadering zenden. En ten tweede met betrekking tot de leverantie aatf de expedieerende Ciercquen, den Deurwaarder van de Griffie en de Kamerbewaarders van U Hoog Mog., naar dien de quannteit der Schrijf- en ■Comptoirbehoettens, dis aan dezelven zederd eenige jaaren gekeverd zijn, zeer aanzienlijk is, en van jaar tot jaar fchijiu te vermeerderen, zoo als uit eene opgave daar van aan ons geluppediteerd , en onder  ( ii9 ^ de Rijlaagen fub Litt L. i, 2, 3. en 4. te vinden, ten duidelijklten blijkt, zijnde de Bijlaag L. 4, bevallende de gedaane Leverantie aan de Kamerbewaarders van den Raad, met geen ander oogmerk daar nevens gevoegd, dan alleen om U Hoog Mog. te doen zien, welk eene importante menage op de Schrijf behoeftens voor Uwer Hoog Mog Bediendens kan worden geïntroduceerd, wanneer namelijk gelieven te volgen het voorbeeld van den Raad van State, die uit conuderatie van het groot import derzelven in de laatite jaaren bij het 17de Articul van de InllruClie in den jaare 1787 aan haare Kamerbewaarders gegeeven, heeft goedgevonden, dat voor Schrijf behoeftens aan ieder van de twee Kamerbewaarders alle drie maanden op eene fchriftehjke Memorie door hun in te dienen, geparapheerd door den Heer Praefideerende en geteekend door den Secretaris, zullen worden geleeverd, Twee Riemen Ordinair Schrijfpapier. Twaalf Boeken verguld Quarto, wit en zwart Poitpapier. Veertig bollen Schagten. Een en een half pond rood Lak. Een dito zwart. Een pakje Zegelgaaren. Zes iiukken rood band. Zes doozen Ouwels. Voorts wanneer zulks benoodigd mogten hebben een Schaar, Pennemes, Priem, en Vouwbeen, als meede een tinne Inktkoker en een Blaker voor Wafch-iigt. En dat zij uit deeze Schrijf behoeftens zullen moeten be/ Iïfds^uVa,n de Kramer, Befognekamer, tarfc Thefaurier Generaal, en van den Secre- Dewijl nu door deeze fchikking van den Raad eene merkelijke vermindering in de Leverancie van Schrijfbehoeftens voor haare Kamerbewaarders, en dus eene aanzienlijke beipaaring zal worden uitgewerkt, vermeenen wij U Hoog Mog. te moeten verzoeken om te examineeren, of m de Leverantie aan de expedieerende CJercouen, den Deurwaarder van de Griffie, en de Kamerbewaarders van V fi008 Mog. gedaan wordende, eene diergelijke verandering of bepaaüng, als bij den Raad van State gemaakt is, met zoude kunnen geïntroduceerd worden. Voor het overige fchijnt het ons toe, dat in den toeleg in plaats van Schrijf behoeftens zoo aan de Leden van den Raad en Reekenkamer, als aan de Miniiters en verdere Amptenaaren en Bediendens, door de Reekenkamer opeenoemd, jaarlijks betaald wordende, geene verandering behoort plaats te hebben , maar dat dezelve op den it£en. woordigen voet diendt gelaaten te worden. R Om. 2de Aftl Oen. Kas.  M Afd, Gen. Kas. Kaar f en. Pof! en Bo den-honen, Omtrent de Kaar (Ten , die gekeverd worden aan de kamerbewaarders en voor de Griffie van U Hoog Mogende (want met betrekking tot de geenen die de Bediendens van den Raad en Reeker.kamer krijgen, en waar van de Karrèr in de 16de §. der Memorie fpreekt, zijn geene verdere bepaalingen noodig, zoo dra de fchikkingen oien aangaande bi) den Raad en Reekenkamer gemaakt effect zulfen hebben geforteerd) zouden waarlchijnebjk deeze en geene misbruiken voorgekomen, en dus ^W^ff^^ ben betragt worden, wanneer de Leverancier de Kaarflen voor de Griffie of eenig ander Comptoir benoodigd aan niemand mogt leveren dan aan de Kamerbewaarder van de Griffie, en de laatitgemelde verpligt uas om te zorgen, dat die Kaarflen nergens elders wierden geconfumeerd en Verbrand, dan op de Kamer van den Agent, de Grirhe, en in de Beneedenkamers en Comptoiren, daar de eerile en andere Ciercquen fchrijven, zoo als dit bij Uwer Hoog Mog. Refolutie van 13 December 1670 is verftaan, dat gelchieden zoude (zie de róde §. der Memorie van de Reekenkamer ) dan welke Refolutie niet meer gevolgd word. Wij geeven daarom U Hoog Mog. in confiderafie, om de vooffz Refolutie weder m traio te brengen, en dien Cinfofm te refolveeren, dat voor het vervolg de Leverancier alleen 'aan de Kamerbewaarder der Griffie de benoodigde Kaarden zal mogen keveren, en dat de \wtftgegoemde niet alken verpligt zal zijn te zorgen, dat deeze Kaartten werkelijk worden gebruikt overeenkomftig de voortz Refolutie van 13 December 1670, - maar ook telkens onder de Reekening van den Leverancier op zijn Led aan den Lande gedaan, zal moeten verkiaaren, dat de gekeverde Kaarffcn negens elders dan op en in de voorfz plaatfen zijn gccofjiimeerd en verbrand. De Tolt- en Boden-honen bedragen jaarlijks eene importante lom voor de Kas van de Generaliteit, en om daar van overtuigd te zijn behoeft men alken in te zien , de Staaten door de Reekenkamer fub No. *. en 3. agter haare Memorégevoegd, wanneer men zal bevinden, dat in her jaar ,78c voor dé Bodehrèizen door het Land is betaald een fom f 4*864- 10- o en voor Poftreizen zoo ordinaire als extraordinaire f xi8c3- 6> 'o en dus te zamen ƒ'64717. *6- o. Intuffchen is aan deeze Koften met geeven* réedigd de dienit, die het'Land daar voor geniet, en de Reekenkamer is derhalven niet alleen in de jaaren 1717 en i7v4, maar ook nu met reden bedagt geweeft, om daarin èenioe menage voor te flaan. ZJfj behandelt deeze materie uitvoerig in de nde %. van haare Memorie, en int het geen daar bij is voorgedraagen, mogen wij bffli* behuifen dat de reden waarom de Poft- en Bodenloonen zoo hoog loopen, Voornamelijk is te zoeken. - Voor eerjt in hét emploij dat van de Bodens tot allerlei) fomt van reizen het zij dezelve met of zonder 'haaft moeten gelchieden, gemaakt word, het geen in den beginne (wanneer  ( nr ) alleen gebruikt wierden mt reizen zonder haajl 3 dar is de zoodanige waar toe zig bedienen van de ordinaire Schuiten en Schepen, of daar geene vaaren van de ordinaire Rijtuigen) voornaameüjk fxhijnt geichied te zijn, om aan hun een convenabel beftaan te bezorgen, dewijl hunne Traélementen en Emolumenten zeer gering zijn. Ten tweeden in de zvvaare koften, die op fommige reizen vallen, zoo dat niet zelden gebeurt, dat voor het overbrengen van eene enkele Briev meer dan honderd guldens moet worden betaald, niet tegentïaande daar voor, wanneer met de Poll verzonden was, ilegts weinige fiuivers zouden betaald zijn , en dit verdient te meer reflectie, om dar alle de depêches, die uit de Griffie van U Hoog Mog. aan de Heeren Staten van de refpective Provinciën en van het Landfchap Drenthe, aan derzelver Gedeputeerde Staaten of Gecommitteerde Raaden, aan de Collegien ter Admiraliteit, aan de Maglftraaten van Steden en in het generaal aan alle Collegien, (het zij met of zonder haait) moeten overgebragt worden, weivoeglijkheidshalve met Bodens worden verzonden. Ten derden dat door het gebruiken van Bodens tot rei* ztn met haajl fomtijds twee Bodens worden geëmploijeerd tot het overbrengen van depêches, die gemakkelijk door ten Bode zouden kunnen verzorgd worden, zoo als dit door de Reekenkamer in de aangehaalde §. pag. 53. op hec einde word beweezen. Ten vierden in de meerdere koften voor het Land, wanneer Bodens in plaats van Poltillons tot reizen met haajl gebruikt worden, gelijk te zien is uit eene vergelijking der beide Sraafen iub No. 4. en 5. agter de Memorie van de Reekenkamer te vinden. Ten vyf den in de wijze op welke de Steden, werwaards depêches met Poiiillons worden afgezonden, bij Uwer Hoog Mog. Reglement van 14 Oaober 1651 zijn gecombineerd, en welke combinatiën zoodanig zijn ingerigt, dat dikwijls op een dag twee Reisbilletten voor differente Poltillons worden afgegeeven, en de Poltmeefier voor twee Poltillons betaald, offchoon de depêches waar meede zij belalt zijn, gevoeg ijk door een Pottillon konden en ook metier daad maar door een en denzelven Toftillon overgebragt worden, waar van echter niet het Land maar de Poitmeeiter het voordeel geniet, en Ten zesden in het misbruik, dat maar al te veel plaats heeft, om aan Poltillons Brieven in retour meede te geeven, wanneer voor hunne terug reis evenveel sis voor de uitreis, en in fommige gevallen de helft word goedgedaan, offchoon die Brieven geen antwoorden zijn op de overgebragte depêches, maar van geheel andere Perfoonen, dan die aan welken dezelven waren geaddreneerd. R % Doch 2de AjL Gen. Kas.  ide Aid. 3*te. Kas. ( *3z ) Doch deeze en verdere nadeelen, die de Generaliteits Kas ondervindt door het emploi het welk thands van de Hodens en Poltillons gemaakt word, zullen veel verminderen, zoo niet geheel worden weggenoomen, bij aldien U Hoog Tvlog. gelieven te refolveeren. Dat voor het vervolg geen Bodens zullen mogen gebruikt worden tot het doen van eenige reizen, zelfs niet toe re:zcn zonder haajl 3 waar van de kollen wel is waar gering zijn, dan door wei ken aan de Bodens te laaten behouden, langzaamerhand wederom zoude kunnen iniluipec het gebruik van Bodens tot reizen met haajl; en dus ai mede niet tot het overbrengen van Placaaten, Publicatien, Waarfchouwingen en andere Pakken, die om derzelver groote niet wel met de ordinaire Poit kunnen verzonden worden, gelijk meede niet om te doen afhgeeren Biljetten van Verpagtiugeu, dewijl volgens informatien aan ons gefuppediteerd, de Bodens de affixie zelve niet doen, maar zulks ia de Steden en P!aa;fen, alwaar eenige Billetten moeten worden geafhgeerd, overlaaten aan de geenen, die daar toe gefchikt zijn. Dat alle Brieven, die geen haafl vereifïchen, zelfs die aan de Heeren Staaten van de refpective Provinciën, derzelver Gedeputeerde Staaten of Gecommitteerde Raaden, het Landfchap Drenthe, Collegien ter Admiraliteit, Magiltraaten van Steden, en aan alle audere.Collegien gefchreeven zijn/niet uitgezonderd, zullen verzonden worden met de ordinaire Poli ; zoo als in de Secretarie van den Raad van State en van Zijne Hoogheid veelal gebruikelijk is; en dat tot het overbrengen van Placaaten, Publicatien, VVaarfchouwingen, Billetten van Verpagtingen en van alle Pakken en Brieven, die om derzelver groote of andere redenen, offchoon geen haatl vcreifichende, met de ordinaire Poft niet konnen gezonden worden, mitsgaders van alle Brieven en Depêches, die h au vereifïchen, zullen worden gebruikt Poltillons van de Generaliteit. Wijders indien eenige het zij buiten, het zij Binnenlandfche reizen met haajl door Poltillons zullen worden afgelegr, dat zulks op het Reisbiljet .zal worden aangeteekend, met uitdrukking van het uur, op welk,zij afgezonden zijn, en dat in het Recepis, dat op het Reisbiüet word gefield, door den geene die de depêches ontfangt meede zal worden uitgedrukt, op wat dag en uur dezelven aan hem ter hand gebeld zijn. Dat omtrent het combineeren der reizen zonder haafl bij continuatie zal worden gevolgd Uwer Hoog Mog. Reglement van 14 Oeiober j6?i, en de Generaliteits Reekenkamcr verzogt, om te ovenveegen of de Poiliilons daar voor niet zouden kunnen betaald worden op gelijken voet als tot 'hier toe met betrekking tot de reizen der Bodens zonder baad, volgens de Lijlt in den jaare 1717 bij di Kamer gemaakt, is geobferveerd. Doch  C 133 ) Doch dar de reizen met baaff niet zuilen gecombineerd worden op den voet van Uwer Hoog Mog. voorfz Reglement, maar gefchikt naar de routes, waar op de Plaatfen leggen. Dat daarenboven de PoHmeefter van de Generaliteit op requifitie van de Reekenkamer, en zoo dikwijls als dezelve dit zal noodig oordeelen, op den Eed aan den Lande gedaan, zal moeten opgeeven door hoe veel Poltillons de aan hem bij verfcheide Reisbilletten aanbevolen depêches zi^n overgebragt. r Dat al verder de Brieven, die aan een Poftillon in retour worden meede gegeeven, zullen moeten geaddreifeerd zijn aan de hooge Collegien of derzelver Leden en Ministers of aan Zijne Doorluchtige Hoogheid den Heere Prh> ce, of aan Haare Koningiijke Hoogheid Mevrouwe de Prmcefle van Orange, voorts van dien aart weezen, dat tot het overbrengen van dezelven anderzints een exprefle zoude moeten gebruikt zijn; en ten einde de Reekenkarner daar van de noodige verzeekering hebbe, dat de geen die zoodanige brief in retour meede geeft, verpligt zal zijn op het Reis-Bi let aan te teekenen, dat hij om de noodzaakelijke fpoed den Poitiüon geordonneert heeft extra Soft te georuiken , zullende bij manquement van dien , ah leen eeu maatig douceur aan den Poltillon worden goedgedaan. ° b Dat voor het overige de Poflerijen bij continuatie zullen betaald worden op den tegenwoordigen voet, met overiaatirig aan de Keekenkamer, aan wicn de befchikking daar Z J°LaÏ!' t0t hee\^™pereerd, om daar in zoodanig te handelen als z/j zai noodig oordeelen, en dat het getal zoo van Paarden als PofiiUons , door ü Hoog Mog. roet overleg van den Raad van State en Generaliteits Reekenkamer zal werden geregeld, gelijk tot dus verre gebruikeJ.'jk geweeit is. to En eindelijk daar het niet buiten bedenken is, dat de Poltillons particuliere Bediendens van den Poilmeetter en Bietin sLands dienit zijn, dat dezelven, die volgens Refolutien van U Hoog- Mog. worden aangebonden, blijvende Bediendens van den s Bofch, Schanffen en Vrijdom van dien, op een fom van duizend, dat van den Oit fineer der Gemeene Middelen over Trelland, op een fom van zeven honderd en vijftig , en dat van den. Ontfanger der Verpon. dingen over Kemfeland op vijl honderd guldens, te vermin- S deren, 2 de Aftl Oen. Kas,  2cie Afd. Gen. Êm. Combim tien der Comptoiren. f 138 ) deren, en aan den Ontfanger van den 'lojle 'en +qjfe Tenning in de Baronnie van Breda, en in de Stad en Marquifaat van Bergen op Zcom, voor het vifiteeren der Secretarien voor het vervolg niets goed te doen; en eindelijk om den Ontfanger van de Verpondingen in de Stad en Marquifaat van Bergen op Zoom , de Stad en Landen van Steenbergen en de Heerlijkheid Trinceland, niet meer toe te leggen dan een Tradement van ƒ 500- o- o als Ontfanger der Verpondingen in de Stad Bergen op Zoom, een Traktement van ƒ600- o- o als Ontfanger van de Verpondingen in de Stad en Landen van Steenbergen, en een derde van de Traktementen geitaan hebbende tot den Ontfang van de Verpondingen in het Marquiiaat van Bergen op Zoom en de Heerlijkheid Princeland , en om hem daar voor meede te doen ontfangen de fommen, waar meede dezelve Verpondingen in het zelve Marquifaat en Princeland zijn verhoogd , na dar de voorfchreeve Traclementen gefixeerd waren , of in het vervolg hog verhoogd zouden mogen worden. Verder om aan den Ontfanger der Gemeene Middelen over Sas van Gent, Thilippine en onderhoorige 'Bolders, voor het overbrengen van zijne reekening, her vervolgen en zuiveren van het Slot van dezelve, in plaats van een honderd, alleen vijftig guldens, en aan ieder van de Ontfangers der Verpondingen in het Overquartier van Vlaanderen, van de Kerkelijke Goederen te Aardenburg enOojiburg, van 's Lands Gemeene Middelen over de Stad Grave en den Lande van Guiiek, en van de Geeftelijke Goederen w het Quartier van Te'Hand meede voor het overbrengen van hunne Reekeningen en het vervolgen en zuiveren van het Slot derzeiven, alleen vijftig guldens eens, en aan den laatitgenoemde niets meer voor een Sollicireur goed te doen. Laatüclijk proponeeren wij nog aan U Hoog Mog., de Generaliteits Reekenkamer te verzoeken, om aan zoodanige Ontfangers en Rentmeetters, aan welken voor Schrijfloon van derzelver Reekeningen, tegenwoordig een bepaalde fom voor Uitkoop word geleeden, daar voor te laaten valideeren vier ïluivers en een half per blad, de dubbele daaronder gereekend; doch teffens wel toe te zien, dat van deeze verandering door het al te zeer extendeeren of fchrijven der Reekeningen, door de refpective Ontfangers en Rentmeetters geen misbruik gemaakt worde, en zulks ontdekkende, als dan de fom voor het fchrijven derzeiven zoodanig te bepaalen, als zij overeenkomflig de grootte der Reekeningen dienitig en noodig zal oordeelen. Alle deeze veranderingen en verminderingen zouden echter niet eerder tot iland behooren te komen, dan in cas van vacature, en dus niet praejudicieeren aan de geenen, die tegenwoordig de voorfz Ampten bekleeden. ;" Wat nu betreft \\et Combineeren van deeze eti geene Comptoiren, zoo zal het rooeijelijk zijn, eenige verdere Com.  ( r.?9 ) Combinatiën valt te {lellen, dan die door de Rrekenkamer in de 6 § van haare Memorie wordm voorgeflaagen, cm dat ( zoo als de Kamer zegt) het met wel -mogelijk is de Borgt ogten zoodaniz te reguleer en, dat zij in evenredigheid zouden zijn met de fommen, die verantwoord moeten wo* dm, of zij zottdtn Z';o hoog moeten genoomen worden, dat bet zeer bezwaar Ijk zoude zjn dezelven gejleld te krijgen. Wij advifeeren derhalven alleenlijk conform de propofitie van de Reekenkamer , om de Comptoiren der Gemeene Middelen over Peelland en Kempeland , bij de eerile vacature van een dier beiden, door een Perfoon, en dat der Verpondingen over die beide Quartieren, in gelijk 'geval, meede door een Perfoon te doen bekleeden en de Traktementen van die beide Comptabelen , mitsgaders derzelver Borgt ogten, als dan te reguleeren op den zei ven voet, als bij de Refolutien van den Raad van State van den 24 April 1721 en 21 November 1732 zijn bepaald'geworden» Zijnde wij niet te min van gedachten, dat de Raad van State door U Hoog Mog. zoude kunnen verzogt worden, om bijaldien zij in het vervolg van tijd mogre bevinden, dat nog eenige andere Combinatiën zonder ondienlt van den Lande konden plaats hebben, dezelven als dan op den voet der aangehaalde Refolutien te willen introduceeren. Het oogmerk van den Raad van State in het op nieuw aanilellen van een Opzigter over de Fortificatiën te Maas- . tricht op den 9 januarij 17co, offchoon voor het affchaf- 1 fen van deeze Poll in het jaar 1717 geadvifeevd, en dezelve bij des Raads Refolutie van 9 Maart 1718 werkelijk gemortihceerd was, ichijnt alleen geweeft te zijn, om daar door aan den Perfoon tot die Poft benoemd re geeven eene belooning voor dc bijzondere dienilen, welke hij in het jonglle beleg had gedaan. ' Evenwel is bij zijn overlijden een ander Opz'gter aangeileld, waar voor wij geen reden weeien te vinden; dewijl het getal der Ingenieurs, die binnen Mrallricht doorgaans in Guarnüoen zijn, groot genoeg is, om over de Fortificatiën het noodig opzigt te houden, wij zouden daarom, U Hoog Mog. aanraaden den P*aad te verzoeken om deeze Poft, die echter van weinig belang is, bij de eeritevacature te mortificeeren. Behalven de opgenoemden zijn door de Reekenkamer geene verdere Poincten van weezendlijke menage opgegeeven ; ook hebben wij geduurende den loop van ons onderZoeft geene andere objeéten ontdekt, op welken eenige be- ^ fpaaring kan vallen, dan die bereids zijn aangeroerd. j Wij zouden dus gevoeglijk een einde kunnen maaken van deeze verhandeling over de middelen tot verbeetering der Financien van de Generaliteit, zoo niet eene zaak nog S 2 was 2de Afd. Gen. Kas* Opzigters* Plaats te Maaflricbt te mortificeeren. Memorie Generaffp'its Iteelienkauier 3. Verlies van 'e Generalint op de Zeeuwfche Zijksdaal' ter.  tdt Afd. Gen. Kas. Memorie Cener; liteits Reekenkami S 43. f I40 ) was overgenleeven, welke Uwer Hoog Mog. voorziening vordert, en die wij derhalven nog moeten brengen ter kennifie van U Hoog Mog. , alvoorens dit tweede deel van ons Rarport te befluiten, — Te weeten het verlies, dat de Generaliteits Kas lijdt, door dien de Provincie van Zeeland bij continuatie alle betaalingen doet in Zeeuwfche Rijksdaalders van drie en vijftig Huivers het {tuk, tot weikers vergoeding men tot hier toe die Provincie zoo min heeft kunnen beweegen, als om aftegaan van haare maatregelen op het huk der Munten zeederd veele jaaren gevolgd, hoe zeer de handelwijze door haar in deezen gehouden met recht mag befchouwd worden als onregelmatig, en ltrijdig met de klaare en duidelijke letter der Unie , bij welkers 12de Articul de Provinciën over het muntweczen met den anderen hebben verdraagen, en hetzelve onder elkander gemeen gemaakt; waar door teffens iedere Provincie voor haar particulier, voor altoos heeft afgezien om buiten kennis en bewilliging van de overige eenige verandering inde Cours van het geld te maaken. Daar nu de Provincie van Zeeland des niettegenflaande, én zonder agt te geeven op de nadrukkelijke reprsientatien en dehortatien, door de Bondgenooten daar tegens gedaan, de Cours van den Rijksdaalder eet ft op „nine op dien voet te murnen, waar voor loa zonde 2„n om te vreezen, dat met voordeel gesmolten o ««gevoerd kan worden, ofte op zoodanige amie,e wbz" tStfe" Generaa.meeiters%an de Munt™ mecu nuttig en dienitig mogen oordcelen. oD^el^^11 nSiaan U Hc\°S Mog. opengelegd de wijtéi * Mei ?,dT'^ a3nnÜwer Hoog Mog. Refolntie van 4 Meij ,73c de aclueelen Itaat van de Generaliteits Kas door ons rs onderzogt; w j hebben vervolgens aan U Hoog oaar van tot loulaas der Bondgenooten met betrek- d;n^^;ffgen%\a,e,defen,ie '« «en Lande a. Jen gemaakt. ~ Wij hebben al verder gezien, dat -V In bete ne"eneed2rnaS' h°£ *°*d °°k ^ieU nog voor v minilg 'f r ü,!«aaven voor merkelijke befpaaring of vermS^FMng f"fcJPr,SeJ ™ «aar toe het een en rXr middel aan de hand gegeeven. Dan Hoog Mogende Kelten* «-aar toe zou de uitvoerige voordrage van d5 «Mm"SS indien hetzelve geen ander effect hfd, dan. dde Hond' genooten zich vergenoegende met hét fouiaas bij dit Raü port bepaald alleen onze voorflag over het emiotdeeze Kas amplectec:rden, zonder teffens te befluiten'tot heC n. troduceeren der middelen tot verbetering en men ee dóór ons geproponeerd? Immers tot niets anders Jn omte °hn eene nuttelooze en kotthaare ve:zaamedurg\an dTitei 2 ltXt?£™:Ï2- M1 Van 3late ^ Generaht^R ! dit saa* teen^^r teits Kas n:et eindigen, zonder U Hoog Mo. no"ma |s" voor oogen te houden de noodza.kehjkheul om deeze Ka die meer dan eens de iteun en toevligt van onvermogen1 deeer"no^aanS,1Cn ™ zoo veeTX" deel aanbragt aan de gemeene zaak, iteeds te houden in zoodantgen ftaat, dat zij ook in vervolg van tiid aan h« Bondgenootfchap kan prsïteeren die d.enfteT, welke men daar van ,n voor.ge jaaren heeft ondervonden. m zonden tot dat einde aan ü Hoog Mog in het " ,e kunnfn gouwen hoe deeze Kas feed bij de opkom! van de Republicq onder anderen heeft ged end om f/nlt rt^^t-^ U Ho°^ Mögi door den Om- fchf^SSn, --ume' tC" nut,e va^het bondgenootchap> van rijd tot tijd waren genegotieerd, waar van d- FrOVinC!en «Wiieerd'tó J en we ke Cm, "f"s fub?,l"ne C'otnptoiren gevonden zijn, ï Sdïoeïen~ï f ° M ^ fiuifen der Muniterfche Vrede ! oeuroegen een fom v^n ƒ9x01885- 8-4 v ö 3 Wij C1 \ Gsn. Kas-, Be fluit vaü deeze AfdeeZing. Zie de GerertPetirie voor het •t 1649 io da) 8 D<-ceinb. 1048, jrgeleekttii met dïts jor het jaar iöar 1 i66z.  fzde Afd. Gen. Kas. f 142- ) Wii zouden bovendien kunnen aantoonen, dat de Bondgenooten op het laadt der voorige, enin het begin van deeze Luw een diergelijk foulaa» uit de Kas van de Generaliteit hebben genooten, wanneer namelijk door hen tot latte van dezelve wierden gelaaten een Capitaal van f 486&30&- 13-4 naa onaf'geloil van de fommen genegotieerd , 16 en na het iaar 1698 op de pott voor de Fortificatiën buiten de Provinciën; als mede een Caoitaal van ƒ 3071000- 0- 0 nog overgebleeven van de Capitaalen, op expreffe Refo.utien van de gezaamenilijke Bondgenooten geligt op de Contributien, een Fonds dat met den Vreede van Utrecht cesfeerde. Het zoude al verder niet moeielijk vallen te doen zien, dat des Generaliteits Inkomilen meermaalen en in verfchillende Tijdperken hebben geftrekt en geemploijeerd zijn, tot ontlading der Provinciën. bao wij behoeven zoo ver niet te gaan om U Hoog Mog van de aangelegendheid der Kas van de Generaliteit te overtuigen, dewijl de gebeureniilen in de laatite jaaren de waarheid onzer gezegdens ten klaarde aan den dag leggen ; wij hebben daar van reeds op pag. 55 en 56. het een en - ander opgejteckend, het geen wij nu niet zullenherhaaien, ons vergenoegende met U Hoog Mog. te vraagen, bij aldien de immenfe fommen zeederd het jaar 1780 en vervolgens uit deeze Kas betaald en aldaar aangeweezen, daar uit met hadden konnen gevonden worden, door wien als dan zouden voldaan zijn de lntereffcn bij de Próvinftie van \ nesland ingehouden, en de Soldijen van de Militie door de zoo evengenoemde Provincie en die van Zeeland afgeweezen, en tot heeden toeonbetaald gelaaten ? - Door wien de bemalingen geduurende deTroubles roet wijle Zijne Roomfch Sfiizeilnke Majeiteit en daarna gedaan? door wien eindelijk de deugdelijke Prsetenften van zoo veele Aanneemers van Fortificatiewerken, die zich door de wanbetaahng van eene Provincie, waar van men zulks het ramite kon veru-ngren, in de grootite ongelegendheid bevonden, en waarfchijnlijk reeds zouden geruïneerd zijn, bij aldien zij door middel van de Generaliteits Kas uit deezen nood niet waren gered? Men zegge niet door de Provinciën, waar van het meerderdeel nog aanzienlijke fommen uit hoofde van deeze verfchotteo aan de Generaliteit fchuldig is; Or zouden de overige, die zich in dit geval niet bevinden, welker getal nogthands zeer klein is, te beweegen geweeft zijn, deeze betaalingen voor haare Bondgenooten te doen? Ook dit kunnen wij niet denken. — Zij zouden dus alle onvoldaan gebleeven zijn. — Dan welk een nadeel zoude daar uit niet zijn ontftaan voor een notabel deel van 's Lands Ingezeetenen ? en hoedaanig zoude het vervolgens gefield z\\n geweeit met 's Lands Militie, met het pubiicq Credit, kort om met het geheele Bondgenootfchap? Wij fchroomen, Hoog Mog,  Mog. Heeren deeze Vraagen te beantwoorden, maar fneenen genoeg gezegr te hebben tot Betoog, dat zonder de Kas van de Generaliteit onmogelijk konden zijn voortkomen de noodlottige gevolgen , welke het onbetaald Laaten deezer ieholden , noodwendig moeit te weeg brengen, en bij gevolg dat het belang van de Republicq vordert, deeze Kas üeeds in goeden haat te houden. Doch wij mogen voor ü Hoog Mog. niet verbergen, dit zulks met geen mogelijkheid gefchieden kan , ten zij de middelen tot verbetering der Inkomlten en belpaaring der Uitgaven voorgedraagen door U Hoog Mog., metier daad geïntroduceerd worden, het geen te meer noodig is, om dar de lom, door de Generaliteit jaarlijkfch tot fouiaas der Hondgenooten op te brengen, door ons wel is begroot op eene Quote van ƒ 4- 8- z in het honderd, uitmaakende in bet geheele beloop van de Ordinaris en Extrordinaiis Staaten van Oorlog een lom van vijfmaal honderd vijf en negentig duizend een honderd vijf en twintig guldens 's jaars, doch alleen in de veronderitelling, dat de Inkomlten van de fir Generaliteit zullen veibeterd,deUitgaven verminderd worden; terwijl het vooriz ioulaas zeer zeeker zoo hoog met zoude genomen maar op eene veel mindere fom moeten gereekend zijn, bijaldien men vooraf konde voorzien, dat de voorilagen tot dat einde bij het Rapport gedaan, niet zouden gevolgd of geaggreeerd worden. Vooral daar de voordeden, welke men zich van dezelven belooft, zoo aanmerkelijk zijn, waar van onder anderen tot bewijs kan dienen, dat alleen on de rolt van de Schrijfloonen, ten minften vijftig duizend,' op die der Bodenloontn ruim dertig duizend guldens , en op' het onaefboud der Vertrekken en Gebouwen tot de F.rgadertng van V Hoo^ Mogende behoor en Je, meer dan de bei/C zonder ceuige verast ermg van >sLands die»ft jaarhjïjcb kunnen worden gemenageerd, en dar daarentegen het rendement van het klem Zegel aciueel maar ƒ24000 o- o 'sjaars bedraagendedoor het arreiteeren van eene nieuwe Ordonnantie, en degelijke heffing van dit Middel over het geheele reffort van de Generaliteit, verhoogd , en de Inkomilen van de Kas door het genot van de ioofte en xoohe Penningen, die de Generaliteits Amptenaaren tot nog toe aan Holland en de andere Provinciën betaalen, aanzienlijk vermeerderd zullen worden. Wij kunnen derhalven niet genoeg bij U Hoog Mog; aandringen op de daadelijke vaititelling van deeze poinclen van menage en de verdere Propoiitien van verbeteiing in dit Rapport vervat •, terwijl wij ai verder verplicht zijn tot decharge van ons zeiven, hier nog bij te voegen, dat daar door en ook daar door alleen de Kas van de Generaliteit bij continuatie aan de Bondgenooten het voot gehelde jaarhjkfche fouiaas zal kunnen furneeren, en bovendien in tijden van gevaar blijven, het geen wij gezien hebben, dat ze voormaals wab. DËRr 2de Jfef. Gen. Kc'tL Zie psg 4r. } c.  3 de Afd. Slaat van Oorlog. Reed enen, om -ivelke de Staat van Oorlog niet is geregeld ingevolge de Refolutie van den 4 Meij 17S5. ( 144 ) DERDE AFDEELING. Staat van Oorlog. Y\\\t wij in de eerile Afdeeling van dit Rapport hebben *j gezien , naar welke proportie voordaan de Lailen van het Bondgenootfchap, ingevolge den Voorflag van Zijne Hoogheid, zullen gedraagen worden door de gezaamentlijke Provinciën, het Landfchap Drenthe, en het reffort van de Generaliteit — en daar wij in de volgende Afdeeling hebben aangetoond , dat de Generaliteits Kas genoegzaam in ilait is om in de gewoone Laiten der Unie te betaalen de Quote door Zijne Hoogheid voorgeflagen. — Zoo zal het noodig zijn om in die gedeelte van ons Rapport te overvveegen , waar in die Lallen behooren te beftaan, en hoe veel dezelven pracïfe bedraagen, op dat de Bondgenooten weeten , hoe veel ieder van hun naar die verdeeling jaarlijkfch in fjd van Vreede tot de generaale defenfie van de Republicq, zoo te Water als te Land zal moeten contribüeeren. Hadden wij in alles kunnen voldoen aan het voorfchrift door U Hoog Mog. aan ons gegeeven, bij Refolutie van den 4 Meij 178?, zoo zouden de middelen, tot de generale defehhe benoodigt , zijn gefchikt naar de Financieele vermogens van het Bondgenootlchap in het generaal, en van ieder der Bondgenooten in het bijzonder; en het onderzoek van deeze Financieele Po'mften zoude hebben opgeleeverd den grondflag en het rigtfnoer, waar op en waar naar alle fchikkingen omtrent het Militaire-Weezen. zoo te Water als te Lande moeiten gebouwd en ingerigt worden, dan daar wij reeds bij den aanvang van onze deliberatien, zoo als bevoorens in de eer/ie Afdeeling is a'angeweezen, ontmoeteden verfcheidene zwarigheeden in het naarfpeuren der Financieele vermoogens van ieder der Bondgenooten, en het bepaalen van derzelver tegenwoordige groote, naderhand geheel ondoenlijk was geworden, door dc geopperde bedenkingen tegens het openleggen van den Staat der Provinciaale Financien aan deeze Commifhe, waren wij al ras in de onmogelijkheid gebragt, de voorfz Refolutie naar den letter te volgen, en den Staat van Oorlog overeenkoroftig de Bondgenootfchappelijke vermoogens te reegelen. Men verbeelde zich nogthands niet, zoo al deeze zwaarigheid niet had geëxteerd, en men generahjk bereid was geweeft rot eene openlegging van den Staat der Provinciale Financiën , dat daar meede alles zoude zijn uit den weg geruimd,, het welk konde beletten aan den inhoud van Uwer Hoog Mog. Refolutie, voor zoo verre dit poinét aanbelangt, punctueelijk te voldoen. Immers word daar bij veronderfteld, dat de Financieele ver-  • C Hs) vermoogens van her Bondgenoodchap in het generaal, én van ieder der Bondgenooten in het bijzonder, met eikanderen toereikende zouden bevonden worden 10. hoeding der middelen tor de generale defenlie benoodigd, dan wij meenen met reden te mogen twijffelen, of deeze veronderitelling wel berult op zoodanige zeekere gronden, dat men het tegenovergeftelde van dien voor onmoogeiijk zoude kunnen houden; Zoo wij doch door de Financieele vermoogens moeten verüaan die malfa van geld, welke de gezaamentlijke Bondgenooten van hunne tegenwoordige Inkomlten , na aftrek der Huishoudelijke Latten, jaarhjkfch overhouden, en dus tot Ituur van de gemeene zaak kunnen opbrengen, zoude het immers kunnen gebeuren, dat die hoofdfom minder bedroeg, dan 'er tot de generale defenfie zoo te W ater als te Land vereilcht word? en zoo dit eens, bij een naauxkeurig onderzoek van den actueelen Staat der Provinciaale Financien, in diervoegen was bevonden, hoedanig zoude men als dan den Staat van Oorlog hebben moeten inrichten? zoude dezelve in dat geval moeien veiminderd en gereegeld zijn overeenkomftig het geen de Provinciën te zaamen konden te berde brengen , offchoon ze daar door mogte gebragt worden tot eene grootere laagte, dan bellaanbaar was met de handhaaving van de fc'er en Onafhangelijkheid van den Staat? of zoude men zonder op dit algemeen overfchot reguard te neemen, den Staat van Oorlog hebben behooren te bepaalen naar gelang van de natuurlijke en politicque gefleldheid der Republicq? Het eerile kunnen wij niet denken, dat de intentie van U Hoog Mog. of van de hooge Bondgenooten geweeit is, dewijl Jangs deezen weg de middelen tot befcherming, en de veiligheid van den Lande vereilcht wordende, zoo niet geheel verwaarloosd, ren min/Ten onder gefchikt zouden worden gemaakt aan de temporaire geüeldheid der ProvinciaaleFinancien , en alzoo ten gevolge hebben eene afwijking van den zoo bekenden als algemeen aangenomen Staatkundigen reegel, te weeten, dat een veritandig Souverain zijne Uitgaven moet reegelen, niet gelijk een particulier Burger naar zij, neInkomlten, maar omgekeerd, dat is, dat hij moet beginnen met naar te gaan en te bereekenen al het geen tot onderhoud en verdeediging van den Staat volitrekt noodig is, en die bereekening gemaakt hebbende , vervolgens zijne Inkomlten zoodaanig.trachten in te richten, of te verhoogen , dat daar uit rijkelijk de vooraf bepaalde Uitgaven kunnen gevonden worden. Het zoude derhalven in dit eerfle geval onmoogeiijk zijn geweeit, de Lallen der Unie naar het Overfchot der Provinciën te bepaalen, en wanneer dit geen plaats konde hebben, zoude men wel genoodzaakt zijn geworden, tot het tweede over te gaan, en eene begrooting der Lallen te formeeren, zonder op dit Overfchot reguard te neemen; dan ook in dit geval zoude de Refolutie van ü Hoog Mog, niet zijn gevolgd. T Te'. Stdat van Oorloii  %de Afd. Staat van Oorlog ( i4* ) , Tegens dit geavanceerde doet zich nogthands in den eeriten opflag eene bedenking op, waar door dezelve geheel ichijnt te vervallen, bijaldien naamclijk door de Financieele vermogens, waar naar het werk van de generale defenfie moeit worden gefchikt, in de meergemelde Refolutie niet word bedoeld het zaamgevoegd zuiver Overfchot der Provinciaale Inkomilen , gelijk die op dit tijdjlïp zouden bevond n worden, maar zoo als dezelve efteciive kunnen bt draagen, aangezien men het met grond daar voor mag houden, dat de laaVitgemelden als dan tot betaling van de gemeene Laiten der Unie toereikende zouden geweeit zijn. Fdoch deeze bedenking verdwijnt, wanneer men corfi. dercert , dar eene zoodanige uitlegging aan de woorden van Uwer Hoog Mogende voorfz Refolutie niet kan gegeeven worden, ten zij men teffens in U Hoog Mog. veronderüelle een voorneeroen, om de Repubbcq thands met infpanning van alle haare krachten in de hoogitmogelijke itaat van tegenweer te hellen, het geen al weeder het oogmerk van U Hoog Mog. niet kan geweeit zijn, dewijl zulks dan alleen zoude te paiïe komen, wanneer de Staat met eenen vijandelijken aanval van buiten bedreigd wierd; doch geenzints in Vreedenstijdwaar in men zich meeital bepaalt tot het geen behoudens de noodzaakelijke defenfie van het Land niet kan ontbeerd worden , en zelden of nooit gewoon is tot zoodanige uitterttens te komen, voor hoedanigen tijd van Vreede nogthands de tegenwoordige middelen van de generale defenfie alleen moeten dienen en gefchikt zijn. Th welker voegen men derhalven de voorfchreeve Refolutie van U Hoog Mog. ook hebbe op te vatten , de moeiehjkheid om den Staat van QorJpg te reegelen, overeenkomltig de Financieele vermogens der bondgenooten was en bleef altijd even groot, en 'er fchoot dus niets anders ovtrig, dan in het opmaaken van dezelve zich ie bepaalen tot het geen de noodzaakelijke defenfie van het Land vordert. Dan ook bier in deed zich voor onze CommiiTie wederom eene nieuwe zwaaiigheid op, dewijl ü Hoog Mog bij de meermaal aangehaalde Refolutie aan ons nitt zoo zeer hebben gtdemandeerd het formeeren of ontwerpen van een nieuwen Staat van Oorlog, als wel eene herziening en onderzoek van de Financieele refleétien door fommige Provinciën van tijd tot tijd op dezelve gemaakt, zoo dat wij door het raamen van een nieuwen Staat van Oorlog, en het brengen van nieuwe Poften op dezelve, eenigermaaië zouden ichijnen te buiten te gaan den laft ons opgelegd, en welke zich alleen bepaalt tot het Financieele. Kdoch daar het oogmerk door de hooge Bondgenooten in het decerneeren van de beidePerfoneeleCommiflien bedoeld, flegts ten halven, zoude zijn bereikt, wanneer bij deeze gelee- gend-  ( U7 ) gendheid de middelen der generale defenfie van de Repu blicq in Vreedensnja niet wierden geconttateerd en vattge field; hebben wij ter voldoening aan dit oogmerk en tei fens tot uegneeming van de zwaarigheid zoo even geöp perd, geen ander noch beeter middel weeten uit te den ken, dan door Heeren Gecommitteerden uit den Raad vai State te verzoeken, om te formeeren, en aan ons te fup pediteeren een projeét Schema van een nieuwe Ordinari en Extraordinaris Staaten van Oorlog , gezuiverd van alk zoodanige Poften , als ingevolge onze deliberatien over dt Financieele refiectien door de Provinciën gemaakt, of on andere redenen zouden kunnen afvallen, aan welk verzoeii welgemelde Heeren Gecommitteerden , met overleg vac Zijne Doorluchtige Hoogheid hebben voldaan, zoo als hiei na zal blijken. Dan eer wij dit Schema voor U Hoog Mogende nadei ontwikkelen, moeten wij vooraf iets zeggen van de voornaamile gebreken, die tot hier toe in den Staat van Oorlog hebben plaats gehad, en waar tegens wij vertrouwen, dar door het amplecteeren der middelen hier naa op te geeven, voor het vervolg genoegzaam zal zijn voorzien. Wij zeggen de voornaam (te of hoofdgebreeken, want van die geenen, welke bepaaldelijk in fommige Capittels van den Staat voorkomen, zal afzonderlijk gefprooken worden, wanneer wij tot die Capittels zullen gekomen zijn, terwijl deeze eene meer generale betrekking hebbende op den geheelen Staat, onvoegzaam met de overigen kunnen vermengd worden; tot roeeider klaarheid zuilen wij dezelven üuks wijze aan U Hoog Mog. voordraagen; voorts opgeeven de oorzar.ken waar uk deeze gebreeken haar ooriprong hebben, en eindelijk aanwijzen de mee/r gepafte middelen waar door ze kunnen worden weggenomen. Het eerite gebrek, het welk wij bij het onderzoeken van den Staat van Oorlog ontdekken, beltaat in een groot aantal Potten, welke niet worden betaald, maar bij de Provinciën geprofiteerd , en daarom onder den naam van doode Tojlen bekend. Dezelven worden gevonden in bijna alle de Capittels van den Staat van Oorlog, doch voornamelijk onder de Wagtmteflers en Majors, de Bediendens van Artillerie, Vivres en Magazijnen, de Officieren van de Jujtitie, de Logijsgelden , de Lijjpenfioenen , en het Capittel bevattende de andere onkojlcn van den Oorloz. De oorzaak van dit gebrek hebben wij daar in te zoeken , dar de Provinciën zederd langen tijd zijn afgegaan van de gewoonte, die voorheen plaats had, naamelijk om geene betaaüngen te doen van Tracfementen en andere Pollen op den Staat van Oorlog ftaande, dan op Acies vaa verzoek door den Raad van State te verleenen; Zoo lang T i dee- ; 3 de Afd Staat . van Oer bi i • Algememe gebreken van den tegenwoordigen Staat. Eerfle algemeen gebrek. Doode Pofien»  3 de Afd. Staat van Oorlog. 7Ae generale Petitie voor den jaare i?55- P- 3- ( r4S ) dee7e pewoonte plaats had , kon de Haad ten naaÜenhij naargaan, of de Poften op deselve uilgetrokken, werkelijk Waren vervuld ; doch naa dat het vraagen deezer Aéies is verminderd, en van tijd tot tijd in onbruik geraakt, heeft zuiks ten gevolge gehad, dat fommige bedieningen buiten weeten van den Raad onvervuld gebleeven, en allengskens veranderd zijn in Poüen van profijt'voor die Provinciën, op welkers repartitie zij geplaatft zijn, waar uit een tweederlei nadeel gefprooten is , naamelijk eene onevenredigheid in het draagen van de Laiten der Unie, dewijl deeze Polten van profijt zeer ongelijk over de Provinciën zijn verdeeld, zoo dat de eene Provincie daar door aanzienlijk boven de andere is bevoordeeld, en ten tweeden, dat onder de Poüen welke onvervuld zijn , iommige gevonden worden die tot merkelijke veragtering van het gemeen belang verftorven of te niet gegaan zijn, en die ten minften voor een gedeelte behooren te herleeven , of door andere nieuwe Poften te worden geremplaceerd. Offchoon nu dit gebrek, zoo als gezegd is, voornaamelijk voorfpruit uit het ingefloopen misbruik bij de Provinciën, om betaalingen te doen op Poften van den Staat van Oorlog, zonder voorgevraagde Acles van verzoek,en wij om die reden van oordeel zijn, dat voordaan als een generaalen reegel behoort vaft te Üaan, dat geene betaalingen door de Provinciën gedaan, ofte aan de Provinciën door de Generaliteit in uitgave op de Ordinaris en Extraordinaris Staat van Oorlog gevalideerd zullen worden, dan op Aétes van verzoek door den Raad van State te verleenen, (met uitzondering echter van eenige Poften hier na op te geeven): Zoo zoude nogthands dit gebrek, maarten halve zijn weggenoomen, bij aldien men daar teegens geene andere voorziening deed, dan het weeder algemeen in train brengen van de Actes van verzoek. Want daar in voorige jaaren fommige Poften van Wagtmeeilers, Commifen, en "diergelijke meer, bij vacature onbegeeven zijn gelaaten, buiten kennis van den Ra*d, en alzoo veranderd in Poften van profijt, zoude het ook in het vervolg kunnen gebeuren, dat door de eene of andere Provincie, deeze en geene Majors en Commisplaatzen, of andere Bedieningen op haare repartitie ifaande, wierden beichouwd als min noodzaakelijk , en daarom bij vacature niet meer begeeven, zonder dat zulks zoude komen ter kenniile van den Raad, dewijl de Aétes van verzoek tot betaaling van Traflemenren niet jaar, maar alleen bij de aanitelling gevraagd worden, terwijl de Raad van het al of niet aanfteilen deezer Bediendens, wanneer zulks niet door haar gefchiedt, onkundig blijft : waar door dus de doode Poüen, van welken de Staat van Oorlog thands met zoo veel moeite gezuiverd is, weederom allengskens zouden influipen. Edoch deeze zwaarigheid kan gemakkelijk worden weggenoomen, en alzoo dit gebrek geheel verholpen, bij aldien U Hoog Mog. boven dien gelieven te reioiveeren, dat  ( U9 ) dat alle de Officieren en Bediendens, welker Traelementen op den Siaat van Oorlog gevonden worden, en hier van niet fpeciaal zijn uitgezonderd, verpligt zullen zijn, om op gelijke wijze als ten aanzien van gepenfioneerde Officieren plaats heeft, jaarlijks voor den re November aan den Raad van Stare behoorli|ke Atteüatien de vita over te zenden, het welk zal kunnen flrekken, om den Raad te doen zien, ■of ook eenige derzeiven onhegeeven worden gelaaten, en haar teffens in Haat hellen wanneer zij mogt bevinden, dat daar door de dienit van het Land niet word veragterd, dezelven als dan uit den Staat van Oorlog te ligten, edoch in het tegengeilelde geval de wedervervulling van dien te bevorderen. De ennoodigc Tojiefïin zeer veele Capittels hier boven reeds opgenoemd voorkomende, zijn een tweede hoofdgebrek van den Staat van Oorlog, naardien ze tot niets anders ilrekken, dan om het beloop van den Staat te vergrooten, en de Provinciën buiten eenige noodzaak te bezwaaren, terwijl het Land geen het minfte nut trekt van dezelven. Het getal deezer Poften is aanmerkelijk, in vergelijking van de groote der Capittels, tot welken ze behooren, waar over U Hoog Mogende zich niet zullen verwonderen, wanneer gelieven te refleéteeren, dat de meeile beilaan in Traktementen van WagtmeeÜers en Majors, Commifen van Magazijnen en Provoollen binnen zoodanige Steden en Forten, die wel eer dienden tot tluiting van eenen Vijandlijkcn aanval, en uit dien hoofden van min of meer belang waren in tijd van nood, dan welke, daar de Linie van verdediging zeederd veele jaaren zoo zeer is veranderd, thands ophouden te behooren onder de Plaatzen van defenfie; waar uit moet volgen, dat deeze Bedieningen zonder ondienü van den Lsnde, reeds voor lang konóen gemorn'ficeerd, en de Tracleraenten daar toe Üamde, b;j vacature gemenageerd geweeit zijn. Hier toe zijn ook wel van tijd tot tijd door den Raad van State voorflagen gedaan, onder anderen bij Mifiïve van Maart 1717 aan de Extraordinaris Vergadering van U Hoog Mogende gefchreeven, waar agter gevoegd is een Lijft van Traktementen, die bij vacature van den Staat van Oorlog zouden kunnen geligt worden, en tot het zelfde einde tendeerde meede het Rapport op den 10 Meij 17x1 aan U Hoog Mogende gedaan, doch geene derzeiven zijn gevolgd, terwijl de Traclementen zoo door den Raad bij de aangehaalde Miffive, als door Heeren Gedeputeerden van ü Hoog Mog. fub No. 4. van de Bijlaagen tot het voorfebreeven Rapport behoorende opgegeeven, ais nog, immers voor het grootite gedeelte, op den Staat van Oorlog aanweezig zijn. ■ Dewijl nu de Financieele refleflien van de Provinciën voornaamelijk daar heenen gaan, om den Staat van Oorlog van alle onnoodige Peilen te ontlaflen, en men zich bij het T f ibr- yle Afd. Staat van Üor/oi Tiveede algemeen gebrek. . Onnoodigi Poften.  3 de Afd, Staat van Oorlog. Derde algemeen gebrek. Ongelijke betaaling op fommige Posten. Zi» generale Petitie voor het jaai 1754. pag. 23. r ) formeeren van een memven Staat alleen heefc bepaald tot her voitirekt noodige, zoo is het ons voorgekomen, dat ook dit gebrek thands behoorde geredrefïèerd te worden» ten welken eirtde alle zoodaanige Potten, ais behoudens de noodzaakelijke defenfie van het Land kunnen gemifi worden, van den Staat van Oorlog behooren geligt , op den Extraordinaris Staar, geduurende het leeven van de Perfoonen, welke ze tegenwoordig bekleeden overgebragt, en vervolgens bij derzelver overlijden gemortificeerd te worden. Als een derde gebrek in den Staat van Oorlog merken «ij aan, dat op dezelve verfcheide Polten gevonden worden, waar van men bij het formeeren van den Staat niet konde bepaalen, hoe veel praeije zoude noodig zijn, en die daarom alleen bij raaming zijn uitgetrokken, doch dat daar op door eenige Provinciën in het geheel niets, door anderen ilegts een gedeelte, en door anderen wederom merkelijk meerder word betaald, dan de tommen bedraagen, welke daar van op ieders repartitie zijn gebragt. Verfchillende zijn de oorzaaken van dit gebrek, het welk een merkelijk groorer nadeel te weeg brengr dan de voorgaande, en waar over wij ons dan ook wat breeder moeten uitlaaten. Onder dezelven reekenen wij in de eerfteplaats, dat fommige Poiten Quotes wijze zijn gereparuueerd, tdïchoon de latten waar toe ze dienen niet Quotes wijze gedraagen worden; zoo is bij voorbeeld de Poft voor de Fortificatiën binnen de Provinciën oorfprongelijk Quotes wijze verdeeld, niet tegenftaande in de Provinciën vn Zeeland en Vriesland weinig Fortificatiën gevonden worden, en dat uir de Quote van Utrecht niet anders word betaald dan het onderhoud van de Werken aan de Grebbe, en de zoogenaamde Grebfche Linie, waar van de koften merkelijk minder zijn dan de fom ter repartitie van Utrecht uitgetrokken. Ten Tweeden, dat de Provinciën, die van de Poften op haare repartitie overhouden, niet te beweegen zijn, om dit overfchot te doen itrekken tot fuppletie van het geen daar aan op andere te kort kómt: Hierdoor is het dar de Raad van State zomwijlen in de noodzaakelijkheid gebragt word, Provinciën, welkers aandeel niet fuflïcienr is tot betaahng van het geen daar uit moet gevonden worden, bo/en haare Quote te bezwaaren, of wel de Uitgaven naauwer te beperken, dan de dientt van het Land toelaat; kunnende tot opheldering hier van weederom dienen, de zoo evengenoemde Poft van de Fortificatiën binnen de Provinciën, waar in de Quotes van Gelderland en Overijllèl op verre na niet toereikende waren tot voldoening der onkoften vallende op het onderhoud der Fortificatiën binnen dezelven geleegen, zoo dat de Raad zonder de fucceiiiven ver- hoo-  ... i ( m ) hoogingen van deeze Poft verpligt zoude zijn geweeft om die Fotuficafien gedeeltelijk buiten onderhoud ie\*Ll ten, terwijl deeze zwaarigheid niet zoude .geexteerd hebben,, en, de verhoogingen onnoodig geweeft zijn, bij aldien de Raad tot uppleue van het te kort op de Quotes van de gemelde Provinciën, met fucces had kunnen disponeeren over het aandeel van anderen, die op deeze Poft hebben geprofiteerd, of haare Quotes tot andere eindens gebruikt. »c En ten derden dat ook op deeze Poflen plaats heeft het geen hier boven met betrekking tot de Traktementen reeds is opgemerkt, namelijk, dat de Provinciën op dezelven betaalmgen doen zonder Aftes van verzoek , waar door de Raad buiten ftaat is om te kunnen bepaalen, hoe veel door de Provinciën daar op betaald word, en tot welke eindens de Penningen worden geëmpioijeerd. Wij twijffelen geenzints of U Hoog Mogende zullen met ons inftemmen, dat een diergelijk gebrek zoo in de verdeelmg der Poften, als in het emploi van dien tot eindens, waar toe dezelven m geenen deele gcfchiktzijn, ten hooa' flen 5 is, en voor alle andere redres vordert Naar maate doch van het meerder profijt, het welk fommige Provinciën op deeze Poften genieten, word de ongelijkheid in de verdeeling der Laften grooter, welke ongelijkheid te meer is af te keuren, om dat de Ordinaris Staat van Oorlog een uiterlijk vertoon maakt, van eene zoo verregaande Anthmeufche nauwkeurigheid, dat niemand der Bondee Booten met eene enkele huiver boven zijne Quote fchiint* bezwaard, terwijl dezelve nogthands vol is van inwendige oneevenheeden, wanneer wen op deeze Pollen )e"wclia^e Een gereed middel tot wegneeming zoo van deeze kwaal zelve, als van de nadeebge gevolgen, die daar uit voortvloevjen, zoude daar in geleegen zijn, dat Poften van Na tuur als deeze, voordaan over de Provinciën wierden ver deeld zoo naa mogelijk in eevenreedigheid van de jaarlijkfche benoodigtheeden in elke Provincie, en dus niet langer Quotes wijze. Vervolgens dat aan den Raad van State wierd gegeeven de bevoegtheid, om het te kort op de eene of andere Poft m eene Provincie te fuppleeren uit een gehjkfoortige Poft ter repartitie van eene andere we ke over dat jaar, waar in het te kort plaats had, niet zoude geabforbeerd worden. Eindelijk dat geene Provincie zoude mogen weigeren betaaling op Acles van verzoek m diervoegen door den Raad verleend. ~ Edoch dit middel, oflchoon men reeds verre zoude gevórderd zijn, bit aldien her zelve door de Bondgenooten wierd geamrW teerd, is alleen niet voldoende om de kwaal geheel tedoen ophouden , naardien de oneevenheid in het draagen def latten tuflchen de Bondgenooten, des niet tegengaande biï aanhooaentheid, hoewel in een minderen graad als teaén, ide voortduuren, dewijl de benoodigthèederi voor 3de JfÈi Staat van Oortog. Zie generale vci itie voor bet Ja« 755- p. i  %de Afd. Staat van Oorlog. Zie Miffive van de Generaliteits Reekenkamer van 23 December tei Generaliteit ingekomen, 27 dito 1O+1 aangehaald in de generaale Petitie van den Raad van State voor het jaar 1754, oag. 13. en 14. Vierde algemeen gebrek. Vrijheid va) jaarlijkfche Confenten. ( !ƒ! ) yoor een jaar nimmer zoo naauwkeung voor af kunnen bereekend worden , dat op fommige Pollen over alle de Provinciën te zaamen niets zoude overfchieten, en op an* deren wederom niets te kort komen; bovendien is dit middel alleen, en op zich zelvs genoomen onderheevig aan zwaarigheeden in de executie, want onder de Potten bj raamin^ op den Staat van Oorlog uitgetrokken, zijn 'er ter repartitie van fommige Provinciën, die met itaan onder de beheering noch betaald worden, op Aftes van verzoek van den Raad van State, bij voorbeeld de Polt van de Forf.ficatien op Holland, Zeeland, Vriesland en Stad en Lande, waar van zij derhalven de jaarlijkfche Uitgaven niet weet, noch ook kan beoordeelen of daar op iets overig is, om te fuppleeren het te kort op dezelven ter repartitie van anderen, waar over het bellier aan den Raad is toevertrouwd : 'er zal dus behalven het voorgeüaagen, het welk eeril en vooral behoort gearrefteerd te worden, noch een ander hulpmiddel noodig zijn, om dit gebrek radicaal te geneezen, en de verdere ongelijkheid weg te neemen. Dit Hulpmiddel zoo lang gewettfcht, waar toe van het begin van de Regeer mg van tijd tot tijd zoo veele devoiren zijn aangewend, en waar door alle jaloufien zonden weggenoomen zyn > en de Generaliteit contentement kunnen woruen vedaan, zoude beftaan in eene jiarïjkfch* liquidatie van alle de Polten op den Staat van Oorlog gebragt, die riet efTectivelijk zijn uitgegeeven, of betaald, en wel tot die bepaalde eindens, waar toe dezelven eigenthjk moeten dienen, waar van jaarlijks aan den Raad van State door het overzenden van behoorlijke declaratien door de Generaluens Reekenkamer op te neemen, en te fluiten (als zijnde daar toe onder anderen ingeheid uitwijzens haare Inllruclie van den 5 November 1607.) zal moeten blijken: zullende langs deezen weg het voornaamite gebrek van den Staat van Oorlog zijn voorgekomen. Wij onthouden ons echter voor als nog om te fpreeken over de wijze, waar op deeze liquidatie, welke niet alleen over den Staat van Oorlog, maar ook over extraordinaris Confenten dient te gaan, zal behooren te gefchieden ; ons tegenwoordig oogmerk is alleen de middelen aan te wijzen tot wegneeming van een kwaal, dewelke bijna zoo oud is als de Unie, terwijl wij voor het overige over deeze materie breedvoeriger zullen handelen, naa dat alle de gebreeken van den Staat van Oorlog, zoo bijzondere als generale door ons zullen z'jn voorgedraagen. Het vierde algemeen gebrek is, dat de Staat van Oorlcg door de Provinciën niet meer word befchouwd voor eene repartitie der geconfenteerde Laiten, zoo als voor het jaar ;6^8 pleeg te gefchieden, maar voor eene Petitie, waarop l van jaar tot jaar moet worden gedelibereerd, en waar uit eene onbepaalde vrijheid van Confenten, fomtijds is geinfereerd geworden, „ fcene illaüe, dewelke (zoo als de Raad  f I/I) zich uitdrukt in de generale Petitie voor het jaar *?£tJ „ fchijflt te volgen uit gronden, die niet directeJij'k zijn tel „ gen ie fpreeken , te weeten , dat de Staat van OorJog „ van ouds gehouden is voor eene voontaame Tent ie, voor „ een van dc ^rootfte en notabelfte Ingrediënten van de Te„ tit/en, vot>r het notabeljt Ingrediënt van de generale Tro" jtofitie > e" dat eene Petitie fupponeert de vrijheid van te „ Conienteeren of niet; doch teffens eene illatïe. die de „ Republicq eensklaps buiten poituur zoude kunnen itel,, len en in de uiterile verwarring brengen, zoo als onder „ anderen in de generale Petitie voor de jaaren ,1709 en „ 1716 is getoont. Edoch waar voor men den Staat van Oorlog ook te houden hebbe , het zij dan voor eene repartitie van geconlenteerde Luiten, het zij voor eene voornaame Petitie, dit ten minften is zeeker, dat dezelve voor de Munfterfche Vreede niet is geweeft een objecl van de jaarlijkfche deliberatien der Provinciën, noch ook alle jaar door den Raad van State, gelijk thands plaats heeft, ter Vergadering van U Hoog Mog. wierd overgebragt, maar alleen door haar gerefumeerd en geredrefléerd , wanneer 'er verandering viel in de Quotes of in de Lallen, zoo als onder anderen daar uit is af te neemen, dat zeederd het jaar 1595 tot 1648, en dus in 53 jaaren maar dertien Staaten van Oorlog door den Raad zijn geformeerd, hebbende die over 1621, wanneer, vermus het uitgaan van den Trêves, een nieuvvenStaat van Oorlog gemaakt wierd, blijven loopen tot den Vreede van Muntter, zonder dat die veranderd is om de Wervingen, die gedaan zijn in de jaaren 16ió en ióifc, waar van twee aparte repartnien wierden gemaakt en agter den Staat van Oorlog over i6z r gevoegd, en zonder zelfs dar de geredre/ieerde Sraaten van Ooilog, die de Raad van State opbelde in het jaar i643, ter oorzaake van dé redudie der Militie, welke in dat jaar gefchiede, wierd aangenomen b.j de Provinciën; wordende in de generale Petitiën tuilchen de jaaren ión en 1648 geen ander gewag gemaakt van den Staat van Oorlog , dan dat de Provinciën jaarüjkfch verzogt zijn te continneeren in de aanhouding en betaaling van het Krijgsvolkj zoodanig als het begreepen was in de Staa. ten van Oorlog en repartitie van de jaaren i6"iï, i6%6 en 1618, gelijk zulks is opgemerkt door den Raad van State in de aangehaalde Miffive van den i4 December 1716 waar uit wij het zelve hebben overgenomen. OndertufTchen is het (leeds doör kundige Regenten als een groot defeft in de Unie aangezien, dat de defenfie van het Land van jaarlijkfche Confenten afhangt, en de Raad van State verklaarde daarom reeds bij haare Propofitie tot menage van den xi November ióóo, aan U Hoog Mog. ] gedaan „ van meeninge te zijn , dat de refpeétive Bond- ! „ genooten haar zouden behooren teverdraagen eens voor- { „ al op eenen vatten ende permanenten Staat'van Oorlog, 1 „ die geduurende den toenmaaligen kalmen tijd, ende den / V „ al- J Staat van Oorlog-. Zie Mitïïve varl den Rand aan de Extraordinaris Vergailerins van ilen 14 December J7»ö. Zie Refolutie Staaten Generaal van Jen 16 DecemUjr 1644. Mifllve van der) Raad van State van den 14 Decembtï 1716 , en de generale Petitie voor het jaar 1758. in Bet begin. Zie deeze Propós tie in het Petitie; oek ter Secretarie sruftende, dezelve meede te vincien j Aitzema zaken 10 Staat en Oorlog D. pag. (>8o. $ Jï. Edit in fel,  %de Afd. Staat Mn Oorlog (Mi ,, algemeeneh Vreede zoude behooren geobferveerd te worden , om eens van alle Combinatiën, verdere CaiTatien „ ende reduclien, ende de moeijeiijkheeden van zoodanige '• „ deliberatien verlöit te blijven, ende een iegelijk eenige „ geruÜheid te geeven omtrent zijnen Staat." Ert zij drong deeze haare Propofiüe nog nader aan bij de generale Petitie voor het jaar 1661, dan men ichijnt die denkbeeld kort daar naa aan een zijde gelleld te hebben, niettegenüaande de Provincie van Gelderland bij haar Confent in dato ziOétober i66z zich bereid toonde den Staat Van Oorlog, voor zoo veel de Militie betrof, voor een permanenten Staat aan te neemen. Zeederd dien tijd tot aan het jaar 1754 is ons niet gebleeken, dat de Raad vanState of iemand der Bondgenooten wederom heeft gedagt aan het arrelleeren van een permanenten Staat in tijd van Vreede; want offchoon in de advifen van den Raad van State aan de Extraordinaris Vergadering van U Hoog Mog. gefchreeven wel gevonden worden notabele paüages, waar uit men kan öpmaaken, dat de Raad het jaarlijkfch formeeren va* en Confenteeren in den Staat van Oorlog beichouwde als een gebrek en afwijking van de oude praciijcq in de eerfle tijden van de Republicq geobferveerd, zoo heeft zij echter als toen geenen direclen voorflag gedaan tot het formeeren van een permanenten Staat, tot dat Haare Koninglijke Hoogheid en de Raad van State ( wij bedienen ons wederom van de woorden door den Raad zelve gebeezigd bij de generale Petitie voor het jaar 1758) » ter gelcegendheid, „ dat zij bij de generale Petitiën voor de jaaren 175-4 en a aan U Hoog Mogende voordroegen de noodzaake- 3, lijkheid van het introduceeren van eene generale Liqui„ datie voor het toekomende, en van het redrelleeren der ,, gel reeken en oneevenheeden van den Staat van Oor Jog, „ dit fluk op nieuws in overweeging hebben genomen en i, aan de Bondgenooten in confideratie gegeeven , of het „ niet zoude Zijn van weezentlijk nut voot den dientl van „ het Land , dat zij gedisponeerd mogten worden om te „ flxeeren , welke zouden zijn de vatle en gezette Lafieo, * die voortaan conitantelijk Zouden behooren gedraagen, en „ als zoodanige gerepartitieerd te worden op een Ordinaris „ Staat, dewelke eens aangenomen zijnde , zoude blijven ftand gtijpen, zoo lang 'er met gemeen goedvinden geen ii andere geformeert ende aangenomen zoude zijn. Daar nu in de zoo even aangehaalde Petitiën de noodzaakelijkheid van eenen permanenten Staat van Oorlog zoo duidelijk is aangeweezen, en eene jaarlijkfche onbepaalde vrijheid van Confenten, gelijk wel eens gefullineerd is, niet dan nadeelig weezen kan voor de defenfie van het Land, is het te wenfehen dat de Bondgenooten eindelijk zullen bewoogeU worden aan deeze billijke voorflagen gehoor te geeven, waar meede wij vermeenen ons nu meer dan ooit te kunnen en te mogen vleijen, daar U Hoog Mogende bij derzelver Refolutie van 4 Meij 178c,? zich bereid hebbes  ben getoond om de middelen tot de generanje defehde va de Republicq in Vreedenstijd benoodigd, thands op eenei bellendi^en v et te reguleeren en valt te Hellen, waaih wij vertrouwen dat U Hoog Mog. door de gezamentbjk< Bondgenootqn zullen gevolgd worden. Bij de reeds opgenoemde gebreeken komt nog een vijf. de, daar in beltaande, dat de Raad van State telkens, al is bet dat 'er maar een geringe Poit is afgeilorven, een nieuwen Ordinaris Staat moet formeeren, ichoon hij niets nieuws continecrr en alleen eene mindere fnmme bedraagt dan de voorgaande, waar van de reden is, dat de Ordinaris Staat van Oorlog zoo wel uitjlervende als bellendige Laiten in zig bevat. De Raad heeft daarom bij de generaale Petitie voor den jaare 1755" reeds gezegd 3, dat het natuurlijker was, jj dat altoos eene tweederlei repartitie wierde gemaakt, de ^j eene van Ordinaris, de andere van Extiaordinaris lalicn, jj de eene voor een tijd van Vreede, de andere voor het iurplus van den Oorlog, het zij te vreezen, her zij «cj, tuetbjk te voeren, en voor de overblijvende doch uitilerjj vende Lailen van dien," en zeekerlijk wanneer de Bondgenooten elkander konden verdaan over eenen permanenten Staat van Oorlog, zoude het veel gevoeglijker weezen,dat op den Ordinaris Staat geene andere dan beitendige Lasten, welke aan verandering of vermindering niet onderheevig zijn, maar erTective worden betaald, gevonden uierden, en,daar en teegens op een Extraordinaris Staat de üititervende en bij raaming bereekende Polten, waar van men de prsecife Uifgaaven niet kan bepaalen. Deeze zijn, Hoog Mogende Heeren.' de Generaale of Hoofdgebreeken van den teegenwoordigen Staar van Oorlog, en de geichikde middelen bm dezelven voor het vervolg weg te neemen; vrrre is het 'er nogthands van daan, dat wij ne Refleclien daar over door ons gemaakt zouden willen doen voorkomen, als zoo veele nieuwe denkbeelden over eene materie, welke reeds lange voor ens door twee der grootile Staatsmannen, die zich immer aan het hoofd der r mannen van de Generaliteit bevonden, onderzogt, en uitvoerig behanded is; de Brieven door den Raad van State daar over aan de Extraordinaris Vergadering van ü H002 Mog. getchreeven, de generaale Petitiën over de jaaren ü& en 1755, zijn er de bewijzen van, en wij zijn te wel overtuigd, dat door het opvolgen der middelen destijds voorgeuraagen, de ingefloopene abuizen zuilen kunnen geredietiecrd worden, dan dar wij konden nzhzien ons van dié at ukken te bedienen, gelijk wij d,n ook gaarne opentüjk erkennen hergebruik, het welk wij van dezelven reeds gemaant neoben, en nog mrermaalen verplicht zullen zijn të doen, het zelve befchouwende als eene hulde aan de naa. gedagtenis van die edele vernuften verfqhuldigd. V i Dari , Staat , van Oorlog. Vijfde algemeen gebrek. Uitjlerve/jdè Poften op den Ordinaris Staat  %de Afd. Staal \ Van Oorlog, < Bijzondere gebreeken in 1 de Capittels ; van den Staat van Oorlog, i Eerfle Ca^ pittel. Militie. Korting van 4 en 5 Man per Compagnie. c m) Dan orri weder te keeien tot den Staat van Oorlog, 'er ,ijn behalven deeze algemeene gebreeken, waar aan aezel-e laboreert, nog verfcheide andere, die in de bijzondere kapittels voorkomen, wij gaan thands over, om ook deeze urn Ü Hoog Mogende open te leggen, en op gelijke uijze i!s bi] de voorgaande op te geeven da middelen van reires, in alles volgende d„m raug der Capittels, zoo als die leplaatll zijn ter repartitie vr.n de Provincie van Hodand, lp welke de meeite Capittels van den Staal van Oorlog gevonden worden. Het eerde Capittel bevattende de Militie van den Staat, de Switzers daar onder begreepen, leevert ons al aanflonds fioffe op tot bet maaken van eenige Finaneieele remarques, waar van de eerile is, dat in het draagen van deeze lalt eene merkelijke oneevenbeid plaats hectt tuilchen de tefpe&ive Provinciën en Drenthe, welke veroorzaakt word, doordien van iedere Compagnie Cavallerie, Dragonders, Nauonaale Duitfche en Wallche Infantetie en Mineurs vier Hoofden, en van iedere Compagnie Artillerie vijf Hoofden minder worden aangehoudenen btaald, dan die Compagnien op den Staat van Oorlog zijn uitgetrokken. Deeïe mindere aanhouding gefchiet uit kragte van het ede en het 14de Artijkel van het blan van refoTme van den x Maart 1751, waar bij de Troupes van den Staat zijn gebragt op een meer foliden en min koltelijken voet, dan voor heen plaats had, en was destijds en vervolgens noodzaakelijk om te dienen tot de eindens bij de eeritgenoemde Paragraaph in het breede voorgedraagen; dan daar dezelven thands zoo niet in alle, immers in de meede Provinciën zijn bereikt, zien wij geen reden, waar om die mindere aanhouding zoude blijven voortduuren, vooral daar dezelve, gelük reeds gezegd is, eene oneevenbeid tuflchen de Provinciën en Drenthe te weeg brengt, dewijl de Militie bij den Staat van Oorlog niet is verdeeld, noch verdeeld kan worden naar de jullie Quotes, waar uit volgt, dat die P/ocien, welke boven haare Quotes in de Militie zijn aange(lagen, daar door worden bevoordeeld, en andere daar en tcegen, op welke minder Militie dan haare Quotes bedraagen, is gerepartitieerd, benadeeld. Wij zouden daarom van oordeel zijn, dat deeze korting of mindere aanhouding van Manfchappen voordaan behoort të ceifeeren, zoo als trouwens van zelfs zal plaats hebben, wanneer de Bondgenooten gelieven te ampleóleeren het Plan door Zijne Doorluchtige Hoogheid den 17 Maart 1709* tot veibeetering van de Armée aan U Hoog Mogende voorgedraagen, volgens welk Plan deeze korting moet ophouden. Naadieo echter het Quartier van Nijmegen, volgens eene öbgaave door de Gedeputeerdens van de Provincie van Gelderland aan ons gedaan * en te zien m de Bijlaagen onder  . , . ( *S7 ) onder Letter M. uit het rendement der korting van 4 Man per Compagnie, en % per Cent van de Soldije Ordonnantiën nog niet ten vollen hee.t kunnen afladen de lommen, door het zelve, ingevolge het Plan van reforme van het jiar I752* genegotieerd tot betaaling van veragterde Soldijen en Hooid-Tractementen , en welke gen■. gotieerde fommen te zaamen hebben bedraagen ƒ itzzf^ o- o; maar dat van die gelden zeederd het jaar 1753 tot 1785 alleen was afgelegd een fom van / 168114- 8- 14, en dus in het jaar 1786 nog een Capitaal van / f412.9- 11- ii moeit worden ge.'oit, het welk echter zeederd z> Maart 178Ó tot Maart 1790, door de Living van ruim f33000- o- o, waarfchijniijk tot een fom van ƒ zoooo- o- o zal zijn verminderd, waar meede het Quartier van Nijmegen thands nog is belait. — en dat ook deeze fom uit het rendement van de gemelde koning, en mindete aanhouding binnen den tijd van twee a drie jaaren geheel kan zijn afgelegd, zoo zouden wij van gedachten zijn, dat het meergenoemd Quar.ier met de koning van vier Man per Compagnie en twee per Cent van de Soldije Ordonnantiën tot dien tijd toe zoude kunnen en behooren te continueeren, en dat op gelijke wijze diend gehandeld te worden, met zoodaanige andere Provinciën, die door de vereiiclue opgaave zullen doen blijken dat zij zich in het zelfde geval als het Quartier van Nijmegen bevinden. In de tweede pUats remarqueeren wij, dat daar de Militie van den Staat buiten eenige Cooteüatie zijn Troupes van de Generaliteit, als wordende de beualing van dien door de Provinciën, gecenfeevd te gefchieden, ten Comptoire Generaal van de Unie, dezelve uit dien hoofde op eenen egaakn voer behoorde betaald, en zoo min moge/ijk bezwaard te worden, vooral in een lijdilip waar in men met reden bedagc is, o n den voet van betaaling der Militie te verbeeteren; dan dat het teegengeiieide van dien maar al te zeer plaats heeft, waar toe aanleiding geeven de verfchillende wijzen van korting der Manfchappen, die aan de Compagoien ontbreeken, de verdere kortingen welke onder differente benaamingen door alle de Provinciën van de Soldije Ordonnantiën en Militaire Traélementen geheeven worden , mitsgaders de gewoonte bij iommigeh plaats hebbende, om eenige maanden in de bemaling agterlijk te blijven, en eindelijk de Jttra of Leges „ die in de onderfcheide Comptoiren en Secretanen zoo van de Generaliteit, als van de refpective Provinciën en van zijne Door- • luchtige Hoogheid gevorderd worden, voor het bekomen van Commiilien of Aétens en het regn'heeren van dien, welke wegens derzelver groote en verdubbeling de Officieren merkelijk bezwaaren. Wij bepaalen ons echter voor het tegenwöordigen alleen bij de korting der debcieerende Manfchappen, om dat die in geen ander Capittel voorkomt, terwijl de oveiige kor- ' fingen veel verder gaan, en zich extendeereo tot alle de ■ V ? Tr'ac- j 3 de Afd. Staat van Oorlog', Andere Kortingen: Korting van ieficieerendê Manfchappen.  3 de Afd. Staat van Oorlog. Zie de generaale Petitie voor het jaar 1725. pag. 7. ( Tf8 ) Trs clement en en Penfioenen op den Staat van Oorlog Haande, waarom wij hebben voorgenoomen van deeze laaiitgenoemde eerit te fcreeken, naa den afloop van onze rciteerden over de Onderfcheide Capittels, in welke Porten gevonden worden, die aan deeze kortingen fubjecl zyn, om daar door, zoo veel mogelijk, noodelooze herhaalingen te vermijden. Wat dat betreft de wijze op welke, de ontbreekende Manfchappen gekort worden, zoo kunnen wij niet voorbij op te merken, dat deeze korting is van eenen geheel'anderen aart dan die, welke in vroeger tijd plaats had, en een notabel misbruik was, wanneer naamelijk de Provinciën gewoon waren, de Compagnien op haare repartitie te houden verre beneeden het bepaald getal van Manfchappen, zoo dat het niet vreemd was Compagnien van fommige Provinciën te vinden, die maar zo of 13, in plaats van 34 Hoofden in Rijen en Geleederen Üerk waren, wordende de Soldijen van deeze ontbreekende Manfchappen als toen bij zoodanige Provinciën geprofiteerd tot merkelijk nadeel van de overigen die haare Compagnien voltallig hielden, en daar door in proportie meerder betaalden. Edoch dit misbruik is zeederd gecefleerd, en worden de Compagnien thands alle gehouden op het getal bij den Staat van Oorlog bepaald, na aftrek van de vier en vijf Hoofden hovengemeld: Dewijl het echter aan de Ritmeetters en Capiteinen, vermits de meer en meer toeneemende bezwaarlijkheid der Recruteering, onmogelijk is om in plaats van de Manfchappen, die van tijd tot tijd aan hunne Compagnien koomen te ontbreeken, teritond nieuwe aan te werven, zoo zijn de Provinciën gewoon de Soldijen van de deficieerende te korten, doch deeze korting gefebiedt overal juirt nier op denzelvden voet, hoe zeer de dienit van het Land zoude vorderen, dat ten dien opzigte eene egaale pracdijcq plaats had bij alle de Bondgenooten en het Landfchap Drenthe, dewijl onder de Troupes, die dezelfde Mogendheid dienen, geen onderfcheid behoordt gemaakt te worden, en het eene Corps niet gunlliger dan het andere behandeld. Het is dus buiten allen twijfel, dat hier tegens op de eene of andere wijze zal dienen voorzien te worden; waar toe wij gemeend hebben vooraf te moeten inneemen de Coniideratien van Zijne Doorluchtige Hoogheid, overeenkomibg dewelken wij vervolgens zijn gevallen in het begrip, dat 'er onderfcheid dient gemaakt te worden tuflchen een tijd van Vrede, en een tijd van Oorlog, dewijl in het laatitgemelde geval de mankeerende Manfchappen en Paarden, zoo fpoedig mogelijk moeten aangefchaft worden, waar toe dan ook de Ritmeeilers en Capiteinen door Extraordinaris douceurs worden in ftaat gelleld, het welk geen plaats heeft in tijd van Vrede, geduurende dewelke derhalven aan de Ritmeeilers en Ca>riteinen behoort gepermitteerd te worden, om de Manfchappen, die zij door de dood, defertie, of het geeven van Pasport zouden mogen verliezen , een convenabelen tijd on-  ( lS9 ) ' . ongeremplaceerd re laaten, ten einde door de I eenintren welke zij inmiddels /ouden profiteeren, in itaat eeiield fi worden om andere Manfchappen aan ie fchafien, waaromtrent men nogthands zich behoort voor te Hellen, zoo wel de dienit van het Land, die vordert, dat in dienit zijn de Manfchappen, die betaald worden, als de belangen* van de Ritmeeilers en Capiteinen, aan dewelken de noodige tijd en middelen, moeien gegeeven worden, om zich te Kunnen completeereri. Op deeze gronden zijn wij van gedachten: dat in tijd van Vrede alle de Compagnien, Cavallerie en Dragonders, als mede alle de Compagnien Nationale, Duitfche en WaJfche infanterie, bet Corps Artiheriüen en de Mineurs daar onder begreepen, jaarlijks op den i April compleet zouden behooren ie zijn, en de Onder-Officieren, Trompetters; Corporaals, Tambours, Pijpers en Geroeenen, die als dan mankeeren, zouden moeten gekort worden tot den das. op welken ze weder zouden zijn aangefchaft; al ware het dat de Rnmeefrers en Capiteinen van die mankeerende Manfchappen niet hadden genooten de vier en twintig Lee n/ngen , »aar van zoo aaniionds zal worden gefprooken uitgezonderd alleen die Manfchappen, die na dln ie Maait gei orven en gedeferteerd zijn, als mede die, welke met verlof vertrokken zijnde, agterblijven, en voor Deferteurs worden verklaard, dewelken in voegen voorfz eerit zouden keereT0 " ^ wortkn' indien °P den ■ Julij manDat voorts de Manfchappen, die na den i April geduurende den verdere loop van het jaar zouden komen te mankeeren, uiterlijk vier en twintig weeken daarna zouden moeten zijn gerempiaceerd, en de geenen, die als dan niet zouden zijn aangeichaff, dadelijk gekort , zoodaanh? nogthands, dat alle de Compagnien op den i April van ieder jaar voltallig Zouden moeten zijn, zoo als ilraks is voorgedraagen, en dat ten eiode zulks zal kunnen worden geëxecuteerd voordaan, na het eindigen van ieder Heere maand, door den Collonel Commandant, of commandeerende Officier van ieder Regiment aan de Provinrie of Landlchap, op welker repartitie hetzelve ftaat, zouden moeten gezonden worden betaalings Lijsten, opgemaakt volgens het Model hier agter gevoegd, fub Litt. N. Met opiigt tot de Paarden, die bij de Cavallerie en Dragonders mankeeren, zal meer toegevendheid behooren geoefend te worden, uit hoofde dat dezelven, hoe zeer gemakkelijker te bekomen, duurder komen te «aan, en over ï? j Z°^le dlenen te wo,den vaügeiteJd, dat de Paarden van Onder-Officieren, Trompetters of Tambours, Corporaals en bemeenen nnder de Cavallerie en Dragonders, die od den i April zullen mankeeren, dadelijk zullen worden gekort. Uitgezonderd alleen die Paarden, Welke na den ie Maart zullen zijn geitorven, of door Deferteurs meedege- hoo- \de Afk Staat van Oorlog.  iele Afd. Staat van Oorlog. ( i«a ) noomen, welken niet voor den i Oétober zouden behoeven te weezen geremplaceerd, doch als dan mankeerende, gekort; in het een en ander geval tot den dag, op welken dezelven weder zullen Zijn geremplaceerd, waar van zoude moeten blijken door eene Atteüatie geteekend door den Ritmeeller, Capitein, of commandeerende Officier van de Compagnie en den Auditeur van het Guarnizoen of Regiment, welke met de eerftvolgende Betaalings - Lijft aan de Betaals-Heeren zoude moeten worden gezonden; terwijl voor het overige geene korting van Paarden, die op andere tijden van het jaar zullen mankeeren zoude behooren gedaan te worden, des dat onder de voorfz fch'ikking niet zullen begreepen zijn Paarden van Officieren, aangezien dezelven ten eertten behooren te worden aangefchaft , en uiterlijk niet langer dan drie maanden, na dat ze mankeeren, goedgedaan. Wat betreft de fomma van Penningen, die voor een mankeerend Paard van een Officier, Onder-Officier, Trompetter of Tambour, Corporaal en Gemeene onder de Cavallerie en Dragonders; als meede voor een mankeerend Onder-Officier, Trompetter of Tambour, Corporaal en Gemeene zelve, zoo onder de Cavallerie en Dragonders, als onder de Infanterie zoude behooren te worden gekort, zoo hebben wij geconfidereerd aan de eene zijdi, dat die koning niet kan beftaan in het geen het Land voor Soldije van die Manfchappen goed doet, dewijl in dat geval de Ritmeefter of Capitein uit zijn beurs zoude moeten betaalen de loopende paaijen der Monteering, doch teffens aan de andere zijde, dat de Ritmeefter of Capitein bij het mankeeren van Manfchappen geen voordeel behoort te genieten, het geen zoude plaats hebben, indien minder dan de Leening, en zelfs indien alleen de Leening gekort wierd, naa dien als dan een Ritmeeller of Capitein zoude behouden, al het geen hij op de Soldije van zijne onderhoorige Manfchappen profiteert, en geen het minfte gevaar loopen, van door defertie, dood of anderzints eenig verlies te lijden, terwijl men reden heeft van te vertrouwen, dat de Loonwagten, die voor mankeerende Manfchappen moeten worden betaald, immers bij de Cavallerie en Dragonders gevonden kunnen worden uit het geen van de Soldije door de Ritmeeilers en Capiteinen word ingehouden. Edoch daar wij geïnformeerd zijn, dat tot nu toe met opzicht tot de Cavallerie en Dragonders nimmer is bepaald hoe veel voor Leening aan de Onder-Officieren, Trompetters of Tambours, Corporaals en Gemeenen betaald moet worden, waar van het gevolg is, dat bij alle Regimenten niet evenveel betaald word; maar dat Zijne Hoogheid van intentie is, om eene CommiiTie van Generaals en Collonels te benoemen, ten einde een Oeconomie Reglement voor de Cavallerie en Dragonders te concipieeren, waar bij zal worden bepaald, hoe hoog de Leenmg en de Loonwagten moeten zijn, op welke wijze de aan te fchaffen Paarden zul-  tullen moeren worden betaald, en welke za-.ken aan de Kuiters en Dragondeis als fchhfd op het boek zullen mogen worden aangelchreeven, op dat zulks niet wlflekéSrls ii] en daardoor zoo doenlijk voorgekomen werde, dar de fchulden der Ruiters en Dragonders niet zoo üerk accrefeeeren sVot.nu,tne heef[ pliiais gehad- — En vmni!« U H ai verder hebben vernomen, dat van hei geen door het Land voor de Soldije van een Ruiter en Dragonder word betaald, niet alleen een zeekere lom word ingehouden voor de Monteering, hetgeen bij fommige Regimenten op drie guldens is bepaald, maar nog daar en boven eene andere lom bij dezelfde Regimenten ook drie guldens 'bedraagende, voor Extraordinaris onkollen, /onder daar van aan de Ruiters of Dragonders reekening te doen; Zoo is het niet mogelijk zoo lang geen Oeconomie Reglement voor de Cavailerie en Dragonders zal zijp geconcipieerd, te bepaalen, hoe veel foms voor mankeerende Manfchappen en Paarden zal behooren gekort te worden. Wij zouden echter van gedachten zijn, dat in hef generaal zoude kunnen en behooren te worden vaiigefteld, da, vooreen mankeerend Man onder de Ca va fier ie en Dragonders LT ngekor! her geen b,-!' ied^ Regiment voor Lee. mg betaald word, en in het vervolg befaald zal worden, al meede de helft van het geen ingehouden word, en i, he vervolg ingehouden zal worden voor Extraordinaris Un kotten; en dat voor een mankeerend Onder-Officier bthcZK"" °lTrb0Ur eD koraal, niet meer zo dê behooren ingehouden te «orden, dan voor een Gemeene ingehouden, dan het geen v3„ de Soldije die het Und goed doet na «ftrek van de Leenmg, en het Jen zoo voor de Monteering 8ls KxrraordirJis Onkoilfn word ingehouden, voor onderhoud van het Paard ove^hie^de ttfïll f- °Veiti daarb'j oordeel zoude hebben £n! n e tn u rerd T?' ^ een Paard voor dat overfchot toe d« Zr ünder,houden* het fchijnt ons derhalven toe, dat voor een mankeerend Paard van een Onder-Offi- de Cavallerie en Dragonders behoort gekort te worden het Paard overfch.ef, maar ook de helft van hetgeen voor Extraordinaris koften word ingehouden, en da\ë"or het ovenge voor een mankeerend Paard van een O/fitter fn het VJ*g? d,endt ,n^houden * morden, zoo veel als het Land daar voor goed doet, te weeten bij de Cavalle! voet van dvallerie ge^t 'wUen/£ -* " °P *** v$ h^t^1! te Leenin? van ee" Soldaat in de weck bepaald op f i- R. 0 maakende in de zes weeken W ƒ8* 8- o Staat van Oorlog,  %de Afd. Staat van Oorlog. C 1^2 ) ƒ 8- 8- o die voor de Grenadiers is twee Huivers hooger, en bedraagt dus f 1- 10- o, het geen in de zes weeken ' uitmaakt ƒ 9- o- o. Wijders is bij het Reglement van zijne Koninglijke Malefteit van Groot-Brittannien Prins Willem de derde, van het jaar 1701, vaflgefteld, dat ieder Capitein tot verval van de Onkoften der Kleeding aan ieder Leening 'van een Soldaat, die dus gereekend is op ƒ 1- 14- o, "1 kunnen Korten vier Huivers, en nog twee huivers voor een paar Schoenen, het geen in de zes weeken bedraagt ƒ 1- 16- a, zoo dat 'er van de Soldije, die het Land goed doet, nog overig blijft f l- ï. In het Regiment Guardes te voet bedraagt de Leening van een Musquettier weekelijks | — / 1 'i 0 En daar en boven uit de 15 Man grauh . 020 catie nog —— : ____ En dus te zaamen —— ƒ r 17 o Het welk in de 42 dagen uitmaakt ƒ10 j 10 o Doch een Grenadier geniet daar en boven — — tiog twee Huivers, en dus in het geheel . — I ƒ 1 17 o En dus in de 41 dagen /«l *l o Het is niet wel te bepaalen, hoe veel roep voor de Kleeding moet reekenen, doch wij meenen te mogen vattttellenrdat van de Soldije die het Land goed doet, met minder overig is, dan bij eene ordinairs Compagnie Infanterie, dat is ƒ 2- 1- o. Bij aldien men nu voor de mankeerende Manfchappen bij het Regiment Guardes te voet, de Nationale, Duitfche en Waïïche Regimenten niet meer zoude konen, dan de I eeninaen, d'e aan de Manfchappen efleftii betaald worden, zoo zouden de Capiteinen behouden al het geen zij op de Soldije van dezelven profheeren, en dus bij de mankeerende Manfchappen voordeel hebben, vermits, zij op dezelven geen verliezen door fterfte, delertie of anderzmts te vreezen nebben; het komt ons om die reden voor, dat voor ïeoer Man, die bij de voorfz Corpfen zoude mogen mankeeren, f de Onder-Officieren, even als bij de Cavallerie en Dragonders, meede voor Gemeenen gereekerd ) zoude behoor ren te worden gekort de Leemng, die etteciir betaald word, en daar en boven de helft van het geen na aftrek van het geen voor de Kleeding is gereekend overig is van de Soldije die het Land goed doet t en dat over zulks diende te worden vaügeitekf Dat voor een mankeerend Onder-Officier, Tambour, Pijper en Gemeene van een Compagnie Grenadiers in het Regiment Guardes te voet, in dc 41 dagen volgens den  (th) 'teegehwooid'.gen voet van beraaling zal worden gekort —* . —■— «——— f ix 2 o Voor een Onder-Officier, Tambour, Pijper en Gemeene van een Compagnie Musquet- J riers — «. n (oi o Voor een Onder-Officier , Tambour en Gemeene van een Compagnie Grenadiers bij de Nationale Duitfche en Walfche Infanterie - _ _— I0 o o Voor een Onder-Officier, Tambour en Gemeene van een Compagnie Musquettiers— ) 980 Ingeval her Plan tot verbeetering van de Armée voorgebogen, mogt worden gearrefteerd, zal zulks geene andere verandering te weeg brengen, dan dat de Leening van een Corporaal, Tambour, Pijper en Gemeene bij het Regiment Guardes, en van een Corporaal, Tambour en Gemeene bij deNationale, Duitfche en Walfche Regimenten Infanterie zal verhoogd, en dat dus voor een mankeerend Corporaal, Tambour, Pijper en Gemeene zes ffuivers 's weeks of zes en dertig ft ui vers in de twee en veertig dagen meer zoude behooren gekort te worden, dan zoo even is voorgedragen; terwijl het ons toefchijnt, dat de elf ituivers, die om de Capitenen te gemoet te komen in de koffen van de recruteering voor ieder Sergeant, Corporaal, Tambour, Pijper en Gemeene, volgens dat Plan zullen worden goed gedaan aan geene korting onderheevig kunnen of behooren gemaakt te worden. Zullende musdien vatUeileld behooren te worden, dat na het arreikeren van het gemelde Plan zal worden gekort of ingehouden voor een mankeerend Corporaal, Tambour, Pijper en Gemeene van een Compagnie Grenadiers w het Regiment Guardes te voer —- f13 \ ii I o Voor een mankeerend Corporaal, Tambour, Pijper en Gemeene van een Compagnie Musquettiers , UL 13 6 o Voor een mankeerend Corporaal, Tambour en Gemeene van een Compagnie Gre nadiers bij de Nationale, Duitfche en Wal fche Infanterie —.— , u 16 o Voor een mankeerend Corporaal, Tam- J bour en Gemeene van een Compagnie Mus- ' quettiers , _ j 11(4 0 Met opzicht tot het Corps Artilleriilen en het Regiment Mineurs en Sappeurs, vermits even weinig als hier boven omrrend de Cavallerie en Dragonders is geremarqueerd, bepaald is, hoe veel aan de Bombardiers, Canonniers, Corporaa/s van de Timmerlieden, en Timmerlieden in het eeritgenoemde Corps, en aan de Onder-Officieren en Gemeenen van her Regiment Mineurs voor Leening moet worcen goedgedaan, en dat over zulks, zoo lang daaromtrent geene voorziening zal zijn gedaan, niet zal kunnen bepaald worden hoe veel Penningen voor een mankeeiend W 2, Mai^ %de AfA Staat m Oorlog-.  Zde Afd. Staat van Oorlog. Generaal Rapport van de Perfoneek Commitfie van hel Defcnfieweezea vat den 3 8 Oftober 178S fol. 88. en 89. Het ( 164 ) Min, zouden behooren gekort te worden, zoo zouden wij van geüachjtèi» z;jo, dat ten aanzien van beide dieCoip'en zoude kunnen en behooren te worden vaügeiteld, dat voor een mankeerend Canonnier en voor een gemeen Mineur en Sappeur zal vvoiden gekort, het geen voor Leening betaaid word, of in het vervolg betaald zal worden, en daar en boven de helft van het geen overig is van de Soldye die het Land goed doet* na aftrek van het geen voor de Kleeding word gehouden, en dat gelijk bij de Cavallerie en Infanterie geen onderfcheid is gemaakt tuiichen de korting, die voor mankeerende Onder-Officieren, en die voor mankeerende Geroeenen zou le behooren gedaan te worden, eveneens voor mankeerende Bombardiers, Corporaals van de Timmerlieden en Timmerman dezelfde korting in het Corps Artillerieën, mitsgaders voor een Onder-Officier in hec Regiment Mineurs en Sappeurs, als voor een mankeerend Canonnier en Mineur of Sappeur refpectivelijk -zal worden gedaan. Voor het overige moeten wij hier nog bijvoegen, dat alle deeze fchikkingen alleen haare betrekking kunnen hebben rot de Nationale, Duitfche en Walfche Troupes in jier.fi van den Staat, terwijl het van zelfs fpreekt, dat omtrend de Xwitfers en Grifons behoort te worden verbleven, bij het geen in de Capitulatien is bepaald. De derde Financieele refle&ie op dit Capittel, betreft het Corps Artillerie, het welk volgens de verfchillende Plans daar van ontworpen (die door den Raad van State bij Miflive van den %7 April 1716, onder het oog van ü Hoog Mogende gebragt, en door U Hoog Mogende bij Refolutie van den derzelver maand, in onze handen gefield zijn) voor veel verbeetering en menage vatbaar is, gelijk door de Commiffie tot het Defenfie-Weezen meede is aangetoond bij een provisioneel of voorloopig Rapport daar over op den 13 April 1787 ter Vergadering van ü Hoog Mogende gedaan, en door dezelve bij haar generaal Rapport geïnhsreerd en nader aangedrongen. Wij bedoelen nogthands met deeze remarque niets anders dan de wezentlijke daarftehing van het voordeel, het welk voor 'sLands Financien uit eene andere inrichting van dit Corps kan genooten worden , en zeer aanzienlijk is, terwijl wij de beoordeellng over de Plans daar toe ifrekkende , als buiten ons bellek zijnde, aan U Hoog Mogende over laaten; alleenlijk fchijnt het ons toe, dat de Artillerie, het zij dan dat dit Corps verandering mogt ondergaan, of op den tegen woordigen voet blijven, op gelijke wijze als de Cavallerie en de Nationaale Duitfche en Walfche Infanterie voor het vervolg zoude kunnen betaald worden, dat is, ten 41, dagen, en alzoo op den Staat van Oorlog uitgetrokken, in plaats van ten $z dagen, gelijk tot hier toe plaats had, en dat de betaaling van de Mineurs en Sappeurs insgelijks op dien voet behoort te gefchieden.  ( ïèf) Het tweede Capittel van den Staat van Oorlog bevat d Militie ten behoeven van de geotlroïjeerde IFefl-lndifcheCom payite > of liever een lom van agt en dertig duizend ze honderd guidens, zoo veel bereekend is te bedraagen he onderhoud yan twee honderd Mannen van Oorlog, waa meede U Hoog Mogende bij het 39 Artikel van het Oc troi van den 20 September 1674, hebben beloofd de voor icnreeve Compagnie te hulp te komen, welke Pott zederc dien tijd tot op heeden, op den Staat van Oorlog gebragi is, uitgezonderd die over 168f en 1686, vermits het Octroi destijds geëxpireerd en in de continuatie van het zelve nog niet geconfenteerd was. Over dit Capittel hebben wij aan ü Hoog Mogende niets bijzonders voor te draagen, dan alleen dat de fom daar in voorkomende, voor het ve.volg zal behooren gebragt te worden op den extraordinaris Staat , dewijl het Oclroi waar bij deeze onderifand aan de Compagnie doorUHoog Mogende is toegezegt, eerlang zal expireeren, zullende all dan naar alle waarfchijnlijkheid eene nadere voorziening omtrent haare zaaken en dus ook met betrekking tot de zen 1 olt noodig zijn, welke tegenwoordig niet meer beitand is l?°u "et _°"derhoud van twee honderd Mannen, waar toe U Hoog Mogende zich nogthands hebben verbonden: voor het overige kunnen wij ons gevoeglijk dispenfeeren deeze materie dieper in te treeden, dewijl niet lange geleeden een gedetailleerd Rapport daar over aan U Hoog Mogende is gedaan, en de gefleldheid van de Weft-Inditche Compagnie, mitsgaders h,i, 1754 en vervolgens tegens deezen Poll gemaakt. V !V • \ vOOi' ' .. . Plet Capittel van Militaire Tracltm nten 3 zijnde het vierde van den Staat van Oorlog, bevat verfcheide Pollen, en wel voor eer/l het Traclement van 'Zijne Hoogheid den ' Heere Prince van Orange en Nailau, als Capitein Generaal ter fomma van honderd en twintig duizend guldens'sjaars, geplaatst ter repartitie van Holland, mitsgaders de Mjlitaite Traclemcnten van hoogüdenzelven , tot vier en twintig duizend guldens 'sjaars, op de Provincie van Vriesland, en van twaalf duizend guldens op de Provincie van Si ad en Lande gerepartitieerd. Het eerffgenoemde geniet Zijne Hoogheid als Capitein Generaal, der Provinciën van Geldeiland, Holland, Zeeland» Utrecht en OveujÜ'd , en komt aliereerir. voor op den S:aat van Ooilog, van het jaar ïóoy, In vroegere Staaten van Oorlog, zelfs reeds op die voor 1595 vinden wij d«n loennuangen C>pitein-Generaal van die vijf Provinciën met een Ordinaris en Extraordinaris Traclement,. hoewel niet onder dien Tuul,.maar naar de gewoonte van dien tijd eenvouwig met den naam van Graaff Maurits van Nassau gelijk op den Staat van OorJog over 1 ƒ8 ) . ein Generaal van die heide Provinciën, waar omtrent tn iroeger tijd het zeilde heeft plaats gehad, ais met betrekking tot het voorgaande (zie de Acre van 26 September ;6; ,, hebbende de Capiteinen Generaal van deeze Provinciën, voor den Tsêvcs insgelijks genooten een Ordinaris rn f'xtiaordinaris Tractement, die beide op de Staaten van Oorlog van 1 59> en volgende tot die van 1608 toe voorkomen, dan welke Ordinaris TraCtementen in het jaar 16zo, om gelijke redenen zijn verhoogd, en tot vier en twintig en twaalf duizend guldens op gemelde Provinciën gebragt. De laatflgenoemden zijn dus zoo wel als het eerile Militaire Traéiementen ^ en behooren op den Staat van Oorlog, gelijk door de Provincie van Holland reeds in den jaare 1649 wierd erkend., Het getn wij daarom noodig oordeelen op te merken, dewijl dezelven wel < ens belebouwd zijn als politïcque Traéiementen , en dus mère Provinciaal, hoedaanige op den Staat v;m Oorlog nimmer gebragt zijn , offchoon daar toe voorheen inüantien zijn gedaan onder anderen door de Provincie van Gelderland, bij ondencheide Confenten in den Staat van Ooi log , als van 10 Meij ió-ó, 22 Maart 1617, 24 Maart 1Ó18, en 27 Meij 16(9, dan welke poogingen geen efTeCi gehad hebben , zijnde de pohticque Tracte ;.en en van de Heeren Princen van Orange en Naflau, als Stadhouders altijd gtblceven ten particulieren latte van de Provinciën, gelijk dan ook door Vrieshnd en Stad en Lande een diergelijk politicq Traétement, boven dit Militair van / 24000- o- o, en ƒ 12000- o- o, 's jaarlijks betaald word. >* Op de Charge van den Heer Capitein Generaal, volgt die van Veldmaarfchalk tot twintig duizend guldens 's jaars, zijnde thands onb-geeven.' Indien het eenige nuttigheid konde hebben, of beflaanbaar was met het oogmerk van dit Rapport, telkens te doen eene hHlonlche belchrijving van ieder Poll op den Staat van Oorlog voorkomende, zoo zouden wij uit de Regiüers van U Hoog Mogende, en die van den Raad van Sta'.e kunnen opged\en, de veranderingen roet betrekking tot dit Ampt van ti|d tot tijd gemaakt, waar uit zou blijken, dat het zelve fomwijlen is befchouwd als een bloote naam en Eertijtel zonder eenige ejfentieele Realiteiten> en meer dan eens verfcheide jaaren agter elkander heeft gevaceerd, en dat genoegzaam bij iedere aanitelling van eenen Veldmaarfchalk, deszelfs Tractement verhoogd of ook verminderd is; dan wij zien nier, waar toe eene diergelijke opgave zoude kunnen (trekken, dan alleen om de weetgierigheid te voldoen, waar toe die Rapport niet gefchikt is. Wij merken derhalven alleen maar aan,daar dit Ampt teegenwoordig is onhegeeven, dat voor het zelve geen TtaCtement kan gebragt worden op den nieuwen Ordinaris Staar van Oorlog, welke geen Pollen in zich zal bevatten, dan die pet manent zijn en metterdaad be- N taald  . ( l6o ) taald worden, waar meede wij échter nier willen te kennen geeven, dat dit Ampt voor altoos zou behooren té worden gemortificeerd, dewijl wij niet kunnen beoordeeJen, iri hoe verre het zelve behoudens den dienit van den Lande onvervuld kan blijven; zullende het Traclement daar toe itaande provifioneel op den Ordinaris Staat, bij Memo. rjêj en wanneer U Hoog Mogende de weederaanitelling van een Veld-Maarfchalk binnen den tijd, voor weiken de Ordinaris Staat van Oorlog zal worden gearreiteerd, noodig mogten oordeelen, als dan op den Extraordinaris Staat moeten geplaatit, en na expiratie van dien tijd op den Ordinaris overgebragt worden. Het getal der Traéiementen van de Generaals, LieutenantGeneraals, en Generaals-Major van de Cavallerie en Infanterie van den Staat, voorkomende in dit Capittel, is na den Vrede van Utrecht,endusopeen tijd, waar in deFinantien van de refpeé}ive Provinciën Zoo niet meerder, ten miniten niet minder bezwaard a-aren, dan dezelven zich tegenwoordig bevinden bij Refolutie van 26 Mei j 1717, door de Extraordinaris Vergadering van U Hoog Mogende genoomen, gereguleerd op een Generaal, twee Lieuteoant-Generaals, en twee GeneraaisMajor van de Cavallerie, cn een Generaal , vier Lieutenant-Generaals, en vier Generaais-Major van de Infanterie. Volgens dien voet word nog heeden een gelijk getal TvaAememen op den Ordinaris Staat van Oorlog gevonden, welke daar op bij aanhoudenheid zouden kunnen blijven: Dan boven het voorfchreeven getal worden aftueel nog betaald een Liemenant-Genetaals Traclement aan den Generaal d'Envie, en een Generaals TraAement van tien duizend, mitsgaders een Extraordinaris TraAement van vijf duizend guldens, aan den Generaal Grave deMailieboisvwaar van het eerile na het jar i748, wanneer de Generaal dEnvie in dienil van den Staar is overgegaan, op den Staat van Oorlog gebragt is, zullende die van den Grave de Mnllebois op den eerit te formeeren Staat moeten geplaatit worden; edoch niet langer op den Ordinaris ©f'permanenten Staat, dewijl men de TraAementen van deeze beide Generaals moet coniidereeren als Extraordinaire, waarom zij dan ook tor derzelver overlijden of afitand, of tot dat kunnen betaald worden uit TraAementen op den permanenten Staat vacant gevallen, behooren gebragt te worden op den Extraordinaris Staat van Ooilog. Het Traclement van den Quartiermeefkr-Generaal van het Leger, vindt men reeds op den Staat van Ooi Jog voor den jaare 159? (de oudile van de geenen, die 1 hands ; nog voor handen zijn) en dat van den G-uartiermeeiler- ? Generaal van de Cavallerie op den Staat van het jaar 1607 doch de Poit van Quartiermeciter-Generaal van de Infanterie is van veel laater tijd, en voor het eerit op den Staat van Oorlog voor het jaar 175-0 gebragt, bij geleegenheid, dat de Collonel Boucquet, geduurende de Troubles roet den Vrede van Aken geëindigd als Quaniermeeüer-Generaal gefungeerd hebbende, in den jaare 1748101 Quartiermees- X tef %èe Afd. Staat van Oorlog. Gemrdals. Qitarticrveeflers-Ge*jeraat.  $tk Afd. Staat van Oorlog. Gouverneurs. §taven. C 170 ) ter-Generaal van de Infanterie wierd aargefieUL Het nut Si van nood getrokken v.ord van een bekwaam Ü^nierrneetier-Gencr.al van het Leger, en de onmooS K de kundigheeden daar toe vere.fcht wordende ba nen korten tijd te verkregen, maaken deszedsPoi , XI de s die van Quartiernieener-üercraal van de CavalSie wé ke als een voori ereidzel tot de eerügemede kan N chouwd worden, zeer nppdzaakelijki dan w,j zien met uaarrm men tegenwoordig b.j continuatie zou moeien in a m^X een Ouariiermetlifr Genei aal v an de Intan^JfftS^TO van Vtede niet alleen onbekend « rr 'ar van wien men zich ook zelfs toen heeft kunnen aflêeX veneer het Leger van den Staat alom geSe!^ de oeffentchool was van de groo. (te Generaals, en zoud^ om die ieder, ovei-nkomihg het aan ons meedePedeeld °ioog wijs.' Advis van ^ijne Doorluchtige Hoogheid van pedachtfn zijn, dat deeze Poll geduurende het leven van den teoenairdigen Quartier meelter-Geneml van de VSjfik 3 2» b-x raordmaris Staat van Oorlog gebragt, doch bij zijn ovclijden of afft.nd gemorubcee.t behoort te warden. Od de Traaementen der Gouverneurs van Ma^ilricht, 'shdch, Bred,, Bergen op Zoom, Sluis in Vlaanderen en de Heeren Gedeputeerden naamens de Provmcie van Geldaland in onze Bcfognes pr*lenr, bij gcleegendheid van ■oni deliberatien over dit Capittel wederom verleevenS?ad hebbende de inüantien door dc Heeren Staaten hunne p^chakn in het jaar ,749 en volgende gedaan ten einde ^rraaemnaen van de Gouverneurs der Steden Regenen Jrnl m en van de Commandeurs in ae Steden Zulten en é e Z, (door Zijne Doorluchtige Hoogne d aai geheid, endop? de rëfpe'flive Quartieren van Gelderland< en de «melde Steden tot nu toe uit haare eigene Inkomüen befaald) als zijnde ïromier steden van den Staat voor het vervolg met hunne Ttaflementen zouden gebragt worden op den Staat van Oorlog; zoo kunnen wi| met naaiaaten od dien voorflag met de woorden van den Raar, van Suite, vLkoomende in de Generale Petitie voor den jaare 1754, Te antwoorden; eerMjk, dat'er geen CommandeursTractementen in het geheel op den Staat van Oorlog gevonden worden, en ten anderen, dat de Gouverneurs van de boveneenoemde Steden in Gelderland,met ziin de eenige Goulernrars va„ Premier- Plaatfen, welke geen TnClement van het Gemeene Land trekken, als z;)nae de Gouverneurs van Heusden en Coevorden in het zclrde geval; met «eik antwoord wij vertrouwen, dat de Heeren Staaten van Gelder and eeven als de Heeren hoogltderzelver Gedeputeerden, zich zulien te vreeden houden, en mitsdien dit i omet eens vooral laaten vaaren. De verdere Poüen onder dit Capittel op den Staat van Oorlog (taande, zijn de Traaementen der Adjudanten van  , ( r;i ) den Heer Capiterh Generaal, de Staven van de Repimetiten Cavallerie, infanterie en Zwitzers, en de TrscTemenren van drie Predieanten der geweeze Schotfe Regimenten, welke laatite ingevolge de? R-iads Refolutie van z) December 1781 moeren uiiiterven, en daarom op den Extraordinaris Staat overgebragt worden, terwijl de Staven voordaan zullen bereekend worden op den voet van het Plan den 17 Maart 1789, tot verbeeterhrg van de Armée door Zijne Hoogheid voorgedraagen, wanneer het zelve d u>r de Bondgenooten zal worden geaggreè'erd. 'Er blijft dus met betrekking tot dit Capittel niets anders overig, dan de Trncfemenren der Adjudanten tan den Heer Capitein Generaal, van v\eiken het eerde tor drie honderd guldens 's rnaands, zeedert bel jaar 1673 tot 1702 in 't welk zijne Konmghjke Majeiteit van Groot-iinttannien overleed, op den brast van Oorlog heeft geliaan, doch in het jaar 1703 daar af gelaaten zijnde, is het zelve ingevolge des Raads Refolutie van den 9 Junij 1747 weederom op den Ordinaris Staat voor 1748 gebragt; vervolgens is bij des Raads Refolutie van den 9 September denzelven jaars het getal der Adjudanten Generaal van Zijne Hoogheid, bij prwtfïe gefixeerd op agt, te weeten vier van de eer (te, en vier van .de tweede Claflis, en aan de eerllgemelden v.>Or vaU Fra.iement toegelegd een fom van vijf en twintig honderd guldens 's jaars, uitgenoomen den eerile Adjudant-Generaal \n die Claflis, voor welke geaiTeftecrd bleef het Traclement varr ƒ 300- o- o 's rnaands, of f,600- o o 's jaars op den Staat van Oorlog over 1748 gebragt, terwijl het Traftemeot der Adjudanten van de tweede CUdis bij die Refolutie wierd bepaald op vijftien honderd guldens, om bij provifie betaald te worden vit dc Legertallen. Dan dit Fonds daar toe op den duur niet gefchikt z'jnde, zjn deeze zeven Traclement en allercerlt op den Staat van Oorlog over het jaar 17^0 gebragt, en zeedèrt op denzelve, eeven als dat van den eerlten Adjudant tot heeden gebieeven, bedraagende met elkander een fom van zeventien duizend een honderd gulden jaarlijks; en dus dertien' duizend vijf honderd guldens meerder, dan daar voor op vroegere Staaten van Oorlog b gelleld. Wij kunnen noch moogen voor U Hoog Mogende niet verbergen, dat hier op reeds bij den aanvang van onze deliberatien over den Staat van Ooi log tehVclie is gemaakt , en dienvolgende begieepen dat op deeze Tracdementen wel eenige menage kan worden betragt, waar over wij vervolgens gemeend hebben te moeten verzoeken en inneemen de Coniideratien cn het hoog wijs Advis van Zijne Dootluchtige Hoogheid, het geen wij de eer zullen hebben alhier te laaten volgen, en waar meede wij vermeenen, d^tt U Hoog Mog. zich 7ouden kunnen conformeeren. Het zelve komt hier op needer yj dat de meergemelde Tradementen ^ zoo als thands op den Staat van Oorlog voorkoomen, beaj hooien te blijven voor die Adjudanten, welke ze te- X % gen- 3de Afk Staat van Oorlog-, Adjudanten van den Heer Capitein Generaal.  3 de Afd, Staat Van Oorlog. Vijfde Capittel. Gedeputeerden buiten '$ Lands. ( 17* 3 jj genwoordig trekken, als meede voor dé reeds aangefleljj de Supernumerairen bij fucceflie of mvaüing, doch dal sj dezelve voor het vervolg zoodanig zouden kunnen geJ} reguleesd worden,dat de eerile zoude genieten ƒ3600- 0-0 jj de twee volgende ieder ƒ xjoo- o- o, en de vijf ove- rige ieder ƒ 1000- o- o, des dat in tijd van Oorlog, die -} van de vijf laatltgenoemden, voor zoo verre dezelven jj Zijne Hoogheid te Velde zouden vergezellen, gelijk gej, Üeld worden met Adjudanten van particuliere Genej, raals, wijders, bij aldien een der Adjudanten in het ver- volg als Miniifer buiten 's Lands mogt worden geëroJ} ploijeerd , dat zoodanig een van het Traciemear van j, Adjudant niet langer zoude behooren te jouïlfeeren, maar jj dat het zelve zoude moeten ophouden met den dag, op jj welken deszelfs Traélement als Miniiter zoude ingaan, jj dewijl die als dan in het geheel geen dienft als Adjujj dant zoude doen, des dat zulks niet zoude behooren jj plaats te hebben omtrent die geenen van hoogftde^zelfs jj Adjudanten, die reeds tot Miniiters bij Buttenlandfche jj Mogendheeden benoemd, en in FuncVien zijn, zonder jj dat het noodig zoude zijn het zelfde meede valt te ifeljj len omtrent Adjudanten , die met Gouvernementen, Comjj mandementen of Majoriteiten zijn gebeneficeerd, aangej, zien zij daar door niet worden belet, om eenigen tijd van het jaar den dienft van Adjudanc waar te neejj men." Het Capittel van Gedeputeerden huiten de Provinciën in ordre volgende op de Militaire Traéfementen, is het vijfde ter Repaititie van Holland, op welke Provincie dit Capittel bijna geheel is geplaatit, wordende alleen ter Repartitie van Vriesland gevonden het Traftercent van den Miniiler re Keulen. De groote veranderingen van tijd tot tijd gemaakt in den voet, op welken deeze Gedeputeerden of Miniiters buiten 's Lands betaald worden, en de Bijilagen aan (oramigen derzeiven boven hunne Traéiementen geaccordeerd, doch meerendeels uit de Poll der Defroijementen betaald, veroorzaaken in dit Capittel veele onvolkomenheeden, die bij het formeeren van eenen nieuwen Staat dienen verbeeterd te worden. Zoo vindt men bij voorbeeld den Extraordinaris Envoijé te VVeenen uitgetrokken op ƒ 15000- o- o, en een Reüdent bij den Koning van Pruillen op f óooo- o- o 's jaars, offchoon aan die beide Hoven thands gezonden zijn Extraordinaris Envoijés op ƒ 60- o- o daags, den Ambaiiadeur te Conüantinopolen op ƒ7500- o- o, de Miniiters in Portugal, Deenemarken en Bruflel, ieder op ƒ6000-o-o, en die te Keulen op ƒ 3000 0-0, niet teegenffaande de eerit en laatltgenoemden nog boven dien genieten ieder een bijllag van f 5-000- o- o, de tweede een bijflag van f 3000- o- o, en die in Deenemarken en te Bruflel ieder een bijflag van / 4000- o- o, die allen uit de Defroijementen betaald worden. Voor de Miniiters te Petersbuig en Luijk, den Redden 1  dent m Noord-America, cn dc tweede Predicant in Uwer Hoog Mogende Capcl te Parijs zijn in het geheel geene Traaementen op den Staat van Oorlog uitgetrokken, en het Extraordinaris Traftement van den eer/ten Predicant ' aldaar word, eeven als de voorgaande, uit de Defroijementen gevonden. J Boovendien zijn 'er eenige onder de Traéiementen van deeze Gedeputeerden, welke verminderd, en andere die geheel beipaard kunnen worden. Wij hebben daarom noodig geoordeeld naar te gaan den voet op weiken de onderfcheide Miniiters van den Staat buiten s Lands teegenwoordig betaald worden, en vervolgens overwoogen, welke veranderingen in derzelver Trac-^ tementen ot Daggelden behooren gemaakt te worden, dan wij kunnen niet ontveinzen het geen door de ReekenkarrB",meede lst opgemerkt in de 44fïe Paragraaph van haare Memorie bevoorens meermaalen aangehaald. « Dat de voet, op welken Miniiters buiten 's Lands jj moeten worden behandeld , dat is het Characler, waar JJ m,ee,de Z,J dienen bekleed te worden, en het Traclement " oï daggeld , dat aan dezelven behoort te worden toege^ legd, niet fufceptibel is van vaiie bepaalingen, maar das » zulüs altoos zal en moet afhangen van de omüandighee„ üen der tijden, in welke, en van de meer of minder » koitbaaiheid van het Hof, aan het welk een Minifter *, «aat gezonden te worden, en zelfs van het gebruik van jj andere Mogendheeden op dien tijd. Her Iraiï derhalven ligtelijk gebeuren, dar'fommige van de voorflaagen door ons over dit Capittel te doen, in vervolg van tijd verandering behooren te ondergaan, edoch daar die verandering naar alle waarfchijnlijkheid nooit in vermindering maar wel in vermeerdering der Traéiementen zal oeltaan, dewijl dezelven door ons zoo laag zijn geiteld als het verJchillend Characler der Miniiters en de meerdere of mindere koflbaarheid der Hoven, bij welken zij geaccrediteerd zijn, konde toehiaten, zoo zal zulks geen invloed behoeven te hebben op den ordinaris Staat van Oor* log, waar op dit Capittel dient te blijven , dewijl de vermeeroenngen, welke naderhand mogten worden geaccordeerd, gevonden zullen moeten worden uit de Po/tvan de Defrouemeuten op den Ordinaris Staat van Oorlog, Vervolgens overgaande tot de onderfcheide Poften tot dit Capittel behoorende, zoo zouden wij van gedachten zijn, dar bij continuatie behoort te blijven aan het Hof van Vrankrijk een ordinaiis Ambaiiadeur, op een Traftement van dertig duizend guldens 'sjaars, mitsgaders twee Predikanten om de Capel te Parijs, alwaar een groot aantal Gereformeerden gevonden worden, te bedienen, ieder op een Tradement van twaalf honderd guldens, en twee ^ 3 hon-ï jdè Afd: Staat van Oorlog*  0e Afd. Staat vast Oorlog. Refolutie Staaten Generaal, 29 Maart 1784, vergeleeken met ae Refolutie van 24 April 1775. ( I'?4 ^ honderd vijf en zeventig guldens voor Mondkoft en Wisfelgcld i even zoo als zulüs tegenwoordig aan hun word goedgedaan. Aan het Hof van Spagne een Ambaiiadeur, op een Tracternent van twintig duizend guldens, en een Prediker op zes honderd guldens Trariement en twee honderd rijf en zeventig, guldens voor Mondkoft en \Vi (Velgeld, zullende echier deeze Poll. vermits thands vacant is, op den ordtnaris Staat alleen bij Memorie, en vervuld wordende, op den extraordinaris Staat van Oorlog dienen gebragt te worden. Bij de Ottoroannifche Portc een Amhafladeur, a's meert overeenkomstig met de OoÜerfche grootsheid, opeenTractement van twaalf duizend v;jf honderd guldens 's jaars, zevenhonderd en vijftig guldens voor Willelgeid en twaalf honderd en vijftig guldens voor den Truchman te Conllantinopolen, te zaamen uitmaakende een fom van veertien duizend en vijf honderd guldens, kunnende de vermeerdering van vijf duizend guidens, die de tegenwoordige Ambaiiadeur geniet uit de Defroijemenren, maar nu op den Staat van Oorlog te brengen, niet wel worden afgelchatt, uit hoofde dat de particuliere voordeden, die deeze bezending voormaals zoo begeerlijk maakten, merkelijk ityrj verminderd, terwijl het Characler van den Staar aldaar bij aanhoudenheid gedittingueerd behoord te blijven, waar toe het voorfchreeven Traclement van twaalf duizend vijf honderd guldens op verre na niet fufheient zoude weezen .indien hij boven dien uit de Kas van den Levantfchen Plan del niet genoot eene jaarlijkfche fom van zeventien duizend en vijf honderd guldens, en dus met de zeven honderd en vijftig guldens voor Wiilë.'geld en twaalf honderd en vijftig guldens voor den Truchman , in alles een fom van twee en dertig duizend guldens, waar van hij echter moet ronden twee duizend guldens 'sjaars, die hij verplicht is, ingevolge Uwer Hoog Mogende Refolutie van den 13 April 1747 aan de Kas van gemelden Handel ie voldoen voor huur van het Paleis door hem bewoond wordende, zoo dat deeze Ainbiifadeur in het geheel geniet, even als die in Vrank* njü, een fom van 30000 guldens 'sjiars. Aan het Hof van Weer» co een Extraordinaris Envoijé en Plenipotentiaris, op, een daggeld van zedig guldens et een en twintig duizend negen honderd guldens 'sjaars, zijnde het Traclement van ƒ ïjcoo- o. o 'sjaars, thands op den Staat van Oorlog Kaande, ontoereikende , oin aan dir Plof het Characler van den Staat met decentie te kunnen fouteneeren. Voorts ee:i Predicant op gelijk Traclement en voordeden als in Spagne, het welk echter, vermits de vacature , en zoo lang dezelve zal voortduuren , alken bij Memorie op dtn ordinaris Slaat ktm worden uitgetrokken. Aan  Aan het Hof van Peiersburg een Extraordinaris Envoijé* en Plempotentiaris, op een daggeld van f6o- o- o hedraagende in het jaar een en 'twintig duizend en negen honderd guldens; zoo lang vacanr zal zijn, op den OrdU nans Siaat alleen bij Memorie te brengen. Aan het Hof van Groot-Brittannieu een Extraordinaris fcnvoije en Plempotentiaris, op een daggeld van zelhV guldens, bedraagendedn het jaar een en twintig duizendjegen honderd guldens. _Aan het Hof van Berlijn een Extraordinaris Envoijé en Plempotentiaris, op een Tradement van vijftien duizend guldens, in plaats van het Tradement of Daggejd van zestig guldens, aan den tegenwoordigen Envoijé betaald wordende, her welk ons is voorgekomen eene al te ruime belooning te zijn, om dat een. Miniiter aldaar niet genoodzaakt js tot het maaken van groote depénfes. Aan het Hof van Portugal een Extraordinarii Envoijé, op een Tractement van tien duizend guldens 'sjaars en dus een duizend guldens meer dan de Miniiter te Lilfabon reiideerende, tegenwoordig geniet, uit hoofde van de groote duurte en koftbaare levenswijze aldaar plaais hebbende, wijders een Predikant op zes honderd guldens Tradement en twee honderd en vijf en zeventig guldens voor Mondkoft en Wilielgeid, vermits de vacature bij Memorié op den ordinaris Staat te brengen, Aan het Hof van Dcenemarken een Extraordinaris Envoijé, op een Tradement van tien duizend guldens, mitsgaders een Predikant op gelijken voet als de voorgaande. Aan het Hof van Zvveeden een Extraordinaris Envo «och zoo dra moogeltjK behoort vervuld te worden, om daar door irt navolging van andere Chriften Mogendheeden geleegendheid te geeven, tot het netlenen van hunnen Godsdtenft aan zoodanige, gereformeerden , als zich daar ter ptaftfe rnogten bevinden. 1 Bijaldien deeze khikkingen door U Hoog Mogende wcr. den goedgekeurd , en de Traéiementen de? binfeMiüdfcht Miniiters voordaan op den voet door ons voorgeftaagêh op den Staat van Oorlog gebragt, houden wij ons verzeekerd, dat niet aheen zullen ophouden alle die onvolkoomenbeeden, welke tor hier toe met betrekking tor dit Capittel hehben plaats gehad, maar dat ook jaarlijks eene ueezenthjfce belpaanng zal worden te weeg gebragt op de poft van de Defroijementen, op welke vooral in de laatite tien jaaren zulke importante fommen zijn betaald. in^ftf^ befPaarint? zoljde groorer zijn, wanneer n het Reglement voor de Ambalf.den cn andere Commisben, zoo binnen als buiten 'sLands, van den jaare 1700, eenige weinige veranderingen gemaakt wierden, waar mi de Generaliteits Reekenkamer bij het Plan van menage van 7el/dll l1754 ber?dS V,00rfla* &edaa* ^eft, die, hoe zeer dezelve over het geheel genoomen, tegenwoordig niet kan gevolgd worden, echter in vcelen opzichten verdiende by deeze geleerdheid nader gebragt te worden onder het oo dat de extraordinaris bezendingen gemeenlijk waren van korten duur, en daarom ruimer behoorden gefalarieerd te u orden, dan die van een ordinaris Ambaiiadeur, die door een langer verblijf aan het Plof, waar aan hij gezonden word , kan inpalmen de meerdere depenfes , die in den beginne moeten gedraagen worden, waar bij nog komt de meer koilbaare voet, op welken een extraordinaris AmbaiTadeur wel eens verpligt kan zijn zich te ftelien, en de grootere train, welke hij volgens het il\e Artikel moet voeren; edoch daar de buitengewoone bezendingen tegenwoordig veel langer duuren, dan die bij het Reglement bedoeld, en ter naauwernood voor extraordinaris kunnen gehouden worden, daar ook de train bij het itte Artikel bepaald, thands zeekerlijk zoo niet word gevoerd, endaarmenmetredendenkt, dat, gelijk'er geen twee Pages meer gehouden worden, de verdere train proportioneel zal zijn verminderd; zoo zullen de korten van uitrusting en het Daggeld insgelijks kunnen verminderd worden, ea mitsdien vadgefteld, dat een extraordinaris Ambafladeur in het vervolg geen hooger Daggeld zal genieten, dan de fom van f 100- o- o en voor zijne uitruhing in plaats van ƒ i8oco- o- o een fom van ƒ tcooo- o- o, of bij aldien hij zijn train van den begin af in den Rouw moet kleeden een fom van ƒ ixooo- o- o in plaats van ƒ 14000- o- o zoo als thands gefchied, en in 't geval van hec afleggen der Rouw en het vernieuwen van Koetzen en Livrijen een bijflag van ƒ 4000- o o in plaats van de f 6000- o- o die volgens het 4 Artikel word goedgedaan, en zulks boven de fom van ƒ zooo- o- o die voordaan zoude behooren betaald te worden voor het vernieuwen der Livrijen in plaats van ƒ3000- o- o, daar voor bij het 10 Artikel bepaald, en welke laatite fom derhalven met / ioco- o- o zal worden verminderd; dat wijders de tijd voor de vernieuwing der Livrijen, in plaats van op agt maanden zal worden verlengd op een jaar. Dat de Huishuur van f $-00- o- o 'smaands bij Uwer Hoog Mogende Refolutie van den ia Julij 17x8 op Artikel 6 bepaald,  • 11 •■ m\ i C 179 ) paaid, geconfereerd de vermindering van train, voordaan gebragt zal worden pp ƒ400- o- o 'smaands. Dat voorts finaal zal worden afgefchaft het declareeren voor * eene eerileMiniiterieeleMaaltijd, of het brengen van een fom van ƒ 7)~o. u- o, zoo wel door ordinaris als extraordinaris Amoaliadeurs in hunne Reekeningen, volgens Uwer Hoog Mogende Refolutie, van den n November 1719, ten zij hij eene pubheque intreede gedaan, en bij die geleegendheid eene Minilterieele Maaltijd heeft gegeeven. En eindelijk dat bij aldien de AmbaiTade uit meer dan een I erioon bellaar, als dan de toeleg Art. 8 en c bepaald in proportie als vooren zal verminderd worden. Bij deeze eerile remarque kunnen wij nog voegen eene tweede, met betrekking tot de Equipage*elcten, waar mee(ie nogthands geene verandering, maar alleen eene beetere naarkooming van het Reglement word bedoeld. Vo'gens bet 14 Artikel geniet een ordinaris Ambaiiadeur, daarvoor de iom van ƒ 6000- o- o, een extraordinaris Envoijé ƒ 5-000. o- o (Artikel z6) en een extraordinaris Gedepiteerde zonder Characler J 2000- o- o (Artikel 29) terwij, aan een Envoijé, welke op een minder voet gehandeld word, khoon met den titul van extraordinaris Envoijé vereerd, ingevolge Uwer Hoog Mogende Refolutie van den 6 Mei) 175-7,, de fom van f 2000- o- o, en aan Refidenten (welk de utui van de Minifter buiten Ambaftadeurs en extraordinaris tnvoijés is) een fom van f iooo- o- o voor Equipagegeid word goed°edaan. Doch deeze voet is wet altijd gevolgd, want aan den tegen w oordigen Ambafladeor te Conllaminopolen is desweegens toegelegd / 15000- o- o, aan de extraordinaris Gedeputeerden, in het jaar 178e geweeit zijnde naarWeenen, f 5000- o- o, en aan den Minifter Plempotentiaris, laatlt gerehdeerd hebbende bij de vereenigde Staaten in America, f 10000- o- o; en van de aangehaalde Uwer Hoog Mogende Reiolutie van den 6 Meij 1757, is zoo dikwijls af. geweeken , dat de Generaliteits Reekenkamer bij Miflive van den 16 April 1774 aan U Hoog Mogende heeft voorgedraagen , de bovengenoemde Refolutie te vernieuwen of eenen naderen en vaiïen voet voor Miniiters te be! raamen, doch dit voorftel met den Raad van State en Generaliteits Reekenkamer bij Refolutie van den 2c derzelver maand commifioriaal gemaakt zijnde, is tot dus verre onafgedaan. Wij zouden daarom U Hoog Mogende in bedenken geeven om deeze Equipage-gelden weederom te hellen op den voet bij het Reglement en de voorfchreeve Refolutie bepaald, en teffens te verbaan, dat dezelven voordaan zoo veel moogebjk zullen worden gevolgd. * é È \de Afd. , Staat wt Oorlof  jtk Afd. Staat van Oorlog Zesde Capittel. Wagtme-esters en Majors. C 180 ) In de derde plaats zouden wij kunnen opmerken, ÖM voor een Arnanuenfis aan een Miniiter tegenwoordig worden goedgedaan ƒ300- o- o, oflchoon bij het aiiie • Articul daar voor maar is bepaald een fom van/r^o-o o: d.in wel verre van deeze geringe afwijking van hei Reglement af te keuren, zouden wij veel eer verrr.eentn dat U Hoog Mogende met ernit behoorden bedagt te zijn , op eene beetere belooning der Amanuenfes of liever op het aanbellen van eenige Secretariffen d'Ambaifade of Legations - Secretariilen op een convenabel Traclement , het welk zoude fubintreeren in plaats van het geen a&ueel voor het onderhoud van Secretariilen aan de refpective Miniiters word betaald, ten einde langs deezen weg kundige Ministers aan te kweeken, zdjnde de voet, op welken de tegenwoordige Sectetariiien van de Miniiters van den Staat buiten 's Lands behandeld worden, daar toe niet zeer gefchikt; en zoude de aanltelling van dezelven niet langer, gelijk thands plaats heeft behooren te geleideden door den Minifter, bij wien zij zouden worden geplaatit, maar direct door U Hoog Mog ; terw jl tot meerdere aanmoediging in Cas van vacature etner Re/idents-plaats, en alvoorens daar over (e dbponeeren door U Hoog Mog. aan de Heeren Amballadeurs, en Extraordinaris Envoijés en Plenipotentiariilen zoude kunnen u orden aangefchreevcn, om de qualitei.en als meede den tijd van dienit van den Secretaris bij bun fungeerei de op te geeven, om daar uit de belle keuze te kunnen doen ter vervulling deezer vacature, wanneer mogelijk wederom een der Secretariilen van de Reiidentett» oe vacante plaats b'j den Ambaiiadeur of Extraordinaris Envoijé op deszelfs voordragt zoude kunnen vervullen, En hier meede kunnen u ij her Czphte] van Gedeputeerden bujten 's Leftês houden voor a/ged^an, want over de Poll van vijftig duizend guldens 'sjaars in het zelve voorkomende en hakkende tot betaaling der jaarlijkfche Declaratien van de Miniiters buiten 's Lands voor onkoilen bij hen gedaan, concerneerersde hun dier.lt &c. zal geiprooken worden, wanneer wij zullen gekomen zijn aan bet Capittel bevattende de andere onkoften van den Oorlog en in het zelve tot de Poll voor de 'D-froïjementen. Het zesde Capittel van den Staat van Oorlog bevat de Tracfementen van de VV agtmeeflers en Majors; het zelve h een van die geenen, waarin net alleen verfcheide doode 'Poften voorkooroen, maar ook fommige die onnoodig zijn, dat is, die zonder ondienit van den Lande kunnen uiflierven, en met ter tijd gemortificeerd worden; wij zullen die beide foorten alhier opnoemen, doch remarqueeren vooraf, dat wij om te bepaalen in hoe vérre in de een of andere plaats een Wagtmeeiter of Major al of niet noodig is, hebben gemeend voor een generaalen regul te mogen aanneemen, dat de Majors van Steden en forten behoorende tot de Linie van dtfeniie, en van de Plaatfen binnen welken de Sou-  C iSi ) Souverain reh"deert, voor zoo verre dezelve bereids op den Staar van Oorlog liaan, aldaar dienen te blijven en bij continuatie op den Staat van Oorlog betaald, doch dat de Majors van alle andere plaatfen, onder de reeds genoemde niet behoorende, van denzelven moeten geligt en bij vacature gemorrificeeid worden. ' Volgens deezen regul dan dit Capittel onderzogt hebbende, beichouwen wij als ennoodsge 'Poften, die kunnen üitfterven, en geduurende het leèven van de thands in dienll zijnde op den fc'.xi ra ordinaris Staat behooren overgebragt te worden de Majors teThiel, Bommel, St. Andries, in de Clundert, de Major en Commis op het Fort Kabella, de Majors te Tholen, Vliffmgen en Veere, de Majors en Commilen op de Forten Pinfen en Moermonr, de Majors te Lillo, Liefkenshoek, in de Kruisfchans, de Moerfchans, her Fort Sr. Anthonij, de Jrjflrouuichans, en te Harlingen, voorts de Boomiluiter en Haavenmecaler te Geertruidenberg, de Boomiluiter te Delfzjd en Coevordcn, de Conducteur van 's Lands Militie door Drenthe, en de vier ^Trompetters van Staar. Naardien de Poll van Major en Commis op de Forten Pinfen en Moennont met die van Major en Commis op het Fort Roveren, en de Major van de Juffrouwfchans, met die van ÏJfendijke zoude kunnen gecombineerd worden, en 'er in de Steden Thiel, Bommel, Tholen, VMÏngen, Veere en Harlingen, en de Vorten in de Glundert, Iiabelle, de Moerfchans, en het Fort St. Anthonij, als niet meer behoorende tor de Linie van defenfie, en in Lillo, Liefkenshoek ende Kruisfchans, als reeds geraakt buiten de magt van den Staat geene Majors noodig zijn, terwijl met betrekking tot de verdere Posren, te wetten de Boomiluiter te Geertruidenberg, Delfzijl en CoevorJen , den Conducteur van 's Lands Militie door Drenthe, en de vier Trompetters van Staa., het ons is toegefcheei.en dat dezelven behooren uit teilerven, om dat geene andere diergelijke Bedieningen op den Sraar van Oorlog gevonden, en de laatllgenoemde om redenen hier boven pag. 117. reeds opgegeeven voor het vervolg kunnen gemui worden» De doode Tofien in dit Capittel voorkoomende zijn de YV agt meel Iers en Majors te Noordbos bij Geertruidenberg, op het Fort Hollandia, Needer Heemert, de Forten bij Steenbergen, de Noorddam, her Zuid-Fort bij de Glundert, te Delft, Neufen, op de Sandberg, het Fort Motrfpuij, St. Anne, St. Donaas, Cadfant, ÏJfendijke Arnbagt en Schoondijke, de Capitein van de Timmerlieden, de Major te Swartfluis, de Comm s te Blokzijl, de Boon.il du r aldaar, de Opziender van de Koterfchans, en de Boomiluiter van het Meppeler Diep, welke als niet meer betaald wordende, geheel kunnen geligt worden uit den Staat van Oorlog. Daar en tegen behooren op den Ordinaris Staat gebragt te worden de Major in de Bourtange tot ƒ 300- o- o, Y 3 die yk Afd Stemt van Oorlog.  2 de Afd. Staat van Oorlog Zevende Capittel Bedienden, van Artille riey Vivres en Magazij nen., < i«i ) die tot hier toe betaald is uk de Kas van de Generaliteit, dewijl 'er geen reden te vinden is, waarom dezelve minder op den S:aat van Oorlog zoude worden geplaatit, dan • de Mijors in de twee andere Forten van YVeitwoldingerland, die met gelijk tractement op denzelven gevonden worden; mitsgaders een Major en Commis op het Fort Geldersoort, en het Fort aan de Batzekade, ieder met een Traclement van f 360- o o 'sjaars, zoo dra men namelijk noodig zal oordeelen op die Forten een Major en Gommis aanzie fte'ien, zullende de verdere Majors op den Staat van Oorlog itaande, en hier boven niet genoemd op denzelven behooren te blijven, naardien zij zich bevinden in piaauen alwaar de Souverain vergadert, zoo 3ls in'i Hage, te Utrecht cn te Leeuwaarden, of die behooren tot de generaale linie van defenfie, het zij dan van de Republicq in 't generaal of van de Provincie van Holland in 't bijzonder. In het volgend Capittel bevattende de Traktementen der Bediendens van de Artillerie, Vivres en Magazijnen ontdekt men dezelfde gebreeken als in het voorgaande, te weeten, veele onnoodige en doode Toflew, met betrekr king tot de eertlgenoemde van weiken wij wederom heb. ben gevolgd denzelfden regul als onder het Capittel van YVagtmeeiten en Majors is opgegeeven, echter met dat onderfcheid, dat beha!ven de Commifen van Magazijnen, ■ in plaatzeh van defenfie , ook die van de Provinciale Magazijnen, welke in tijd van nood ten algemeenen nutte verltrekken, gelijk van ouds op den Staat van Oorlog gelaaten, maar alle andereCommifen, van denzelven geligt, op een Extraordinaris Staat overgebragt, en bij de eerlte vacature gemodificeerd behooren te worden. En het is vervolgens op deezen grond, dat naar onze gedachten dienen uit re fier ven de Commifen te Thiei, Bommel, het Fort St. Andnes, te Amlterdam, en in het Noordercjuartier, de Conducteur van 's Lands Militie door de Provincie van Gelderland pafleerende, de AmmunitieMeefter te Uirecht, de Commis op het Fort Haack, en die te Lillo en L»ef kenshoek, dewijl de twee laatlfgenoemde bij het Tractaat v.m Fontainebleau aan wijle Zijne Roomfch Keizerlijke Majefleit zijn gecedeert, en de overige niet kunnen befchouwd worden, als plaatfen van defenfie. Terwijl als doode Toften3 die niet meer worden betaald, van den Staat van Oorlog kunnen gelaaten worden, de Commis op het Fort Moerfpuij en St. Mark, de Commis te Cadfand, de poit voor het onderhoud van een Waagen tot vervoering van Ammunitien, Turf &c, de . Commifen van de Servicien te Sluis en Sas van Gendt, en de poit voor huur van hec Huis toebehoorende St. Anna Gallhuis te Sluis in Vlaanderen. Dewijl echter over bet onbetaald laaten van deezen laatilgenoemdenpoft door de Provincie van Zeeland, de Regeering der Stad Sluis zbh in ha jaar 1788 aan U PI oog Mog. heefc  ( 183 ) heeft geaddreflcerd, bij geleegenheid, dat Regenten van bet voorfz Gaiihuis aan haar bij Requerte hadden te kennen gegeeven, dat zij deswegens van de voorfz Provincie van en met 1 Januanj 1662 tot ultimo December 1787, en dus ' over den tijd yan een honderd zes en twintig jaaren no* hadden te vorderen eene fomma / 2,200- o- o, en vermits U Hoog Mogende bij Refolutie van den 6 Meij 1788 het yooriz RequeÜe aan ons hebben gezonden, ten eirde bij het examineeren van den Staat van Oorlog daar op, zoodanige reflectie te neemen, als wij zouden bevinden te behooren, zoo kunnen wij niet naalaaten aan U Hoog Mogende dienaangaande voor te draagen, dat, hoe zeer het waar is, dat de huur van het gemelde Huis zeederd honderd zesentwintig jaaren niet is betaald, echter volgens de nadere informatien van de Regeering van Sluis en Regenten van het gemelde Gaühuis gerequireerd, en aan ons meedegedeeld, niet heeft kunnen ontdekt worden, dat immer eenige repreientatien over de wanbetaaling van de huur van gemelde Huizinge zijn gedaan, dan alleenlijk, dat bij marginale ApofMle op de reekening van 1087 (waar in als onbetaald pro Memorie wierd gebragt, eeritelijk de inmraa van vier en twintig honderd ponden, over twaalf jaaren huur van 1669 tot ió8o, waar van twee onderfcheide Aftes van verzoek door den Raad van State waren verleend, als eerit over drie jaaren huur van 1669 tot 1671, en de rweede van negen jaaren van 1672 tot 1680 incluis, doch waar op geene Ordonnantiën bij de Staaten van Zeeland hadden kunnen g^obtwcerd worden, welke beide Actes in orïgvmli in het voorfz Gaiihuis Z'jnberuitende, mitsgaders nog als onbetaald insgelijks pro Memorie vermeld wierden zes jaaren huur van 1681 tot lóbó) „ is geordon„ neerd dat devoir zoude gedaan worden rot reconvre van ,» de Atfies van ve/zoe/c, mitsgaders van de verdere iaaren „ huur, en dat van wegens de Magiftraat zoude gefchree„ ven worden aan hun Edele Mogende de Heeren Raaden „ van State, om de agterilallige huur, roiVgaders prefenta„ tie gedaan worden aan dezelve hun Kdeie Mogende tot „ her koopen van het voord Huis," zonder dat men heefc kunnen ontdekken, wanneer zulks is gefchicd , of welke Reloluiie daar op bij den Raa i is genomen; en dat boe zeer deeze Huizing een geruimen tijd door Regenten van het Gaühuis fchijnt ie zijn onderhouden, dewijl in twee onderfcheide Requeften door voornoemde Regenten aan de Staaten van Zeeland geprefenteerd de datis y Februarij en ar December 1656, tot recouvre van zeven jaaren huur vervallen 1 Januarij ióeo tot den jaare 1656 incluis, tot een grondflag van hun verzoek word gezegd „dat zij ten dien„ ite van den Lande en de Juiiitie tot haare discomodatie „ ten jaare 1628 een gedeelte van het Gaühuis hebben ge„ daan approprieeren tot een Gevangenhuis van Militairen „ met een Logement voor den Provooit ofte Geweldiger, „ waar vo>r zij iucceffivelijk hebben genooten jaarlijks twee „ honderd guldens" nogthands met geen zeekerheid kan woorden opgemaakt, hoe lang het Gaiihuis heeft gezorgd voor lek Afd. Staat van Oorlog  Staat van Oorlog, . C 184 ) f voor de reparatie van dit Provooftfiuis, het welk thands en zederd veele jaaren door het gemeene Land word ond.rhouden. Daal* nu uit deeze informatien blijkt aan de eene zijde, dat de twee Actes van verzoek, die ah nog voor handen zijn en te zaamen bedraagen een lom van vier en twintig honderd guldens, door de Provincie van Zeeland tot hier toe nier zijn betaald, mair dat die Provincie dezelve thands nog ichuldig is, en aan den anderen kant dat geduurende den tijd van honderd jaaren geene inttantien door de Regeering van Sluis of de Regenten van het Gaiihuis zijn gedaan om betaaiing van de voorfz huur te erlangen, en dat bovendien het onderhoud van hetzelve Provoolihuis zeederd langen tijd door het Gemeene Land is bekottigd, zoo zouden wij van gedachten zijn, dat de twee gemelde Actes aan voorn. Regenten zouden behooren heta.dd worden door de Provincie van Zeeland, tor het doen van welke betaaling de Staaten van die Provincie door U Hoog Mog. dienen veriogt ie worden; en dat voor het overige, dewijl het gebouw zederd lange onderhouden is en word door her Gemeene Land, de praeteniie van her Gaiihuis, daar meede zoude kunnen gereekend worden te zijn afgedaan , en deeze poli voordaan van den Staat van Oorlog g;. laaten. Eindelijk kan dit Capittel nog verminderd worden met de poit van een honderd guldens 's jaars, ten behoeven van de Ammunttiemeeiter te Sluis in Vlaanderen voor het u aarneemen, doen opvoeren en uitdeden van de Turf en Kaarflen, welke poit wel niet behoort onder de uiiliervende of doodePollen, dan die echter kan gelige worden, vermits 'de Oezorging van het Vuur en Lichr voor de Militie in her vervolg ml behooren te koomen tot Lite van den lerntoiiaalen Souverain, gelijk hierna zd gezien worden. Tegen deeze uitflervende of doode Poüen, zullen onder dit Cipittel op de Ordinaris S.ait dienen gebragt re worden, de Opzichter van 's Lands Magazijnen alhier in den H;.ge, met een traclement van f+50- o- o, dewijl aan denzelven boven de ƒ 50- o- o, w«ar meede op den Staat van Oorlog itaat, nog ƒ 400- o- o uit de Ordinaris Kas van de Generaliteit zijn betaald, ora dat het tractement van ƒ $Or o- o te gering was, zullende hetzelve dus met ƒ 400- o- o worden verhoogd, ende Commifen in de Bourtange en Bellingwolderfchans , ieder met ƒ 400- o- o naardien 'er geen reden te vinden is, om welke de gemelde twee Commifen, die tot dus verre uit de Kas van de Generaliteit zijn betaald, niet eeven zeer op den Staat van Oorlog zouden worden gebragt , als de Commis in het derde Fort van Weitwöldirfgerland, die met gelijk trac.e* ment op denidven gevonden word. Voor  Voor lier overige moeten wij hier nog bijvoegen, da het 1 raclement van den Commis te Z*ol, than^edra gende een fom van ƒ 432- o- o bij de eerfle vacature or £r ?^n°if°"ien Van den Proviant en Ammunitiemees ter te Delfzijl, groot / 800- o- o in gelijk geval op ƒ400- o- 0 kan worden verminderd, waar door die van Zwol met de Commiien te Deventer en Campen, en die van Delfzijl il5?mUnm^eil*r Van Gr°ning« zal worden gehjk gefteld, terwijl de meerdere fommen van f 132. o? o en / 400- 0- 0 geduurende het leeven van den tegenwoordige^ Commis en Ammunitiemeeiïer te Zwol en Delfzijl iTwordenXCra0 S StMt °°rl°g behoorcn a«ft?Si?ir^.« en Ingenieurs voorkomende in het Sin tc £C f ,J üwer Hoog Mo§ende Refo!utie van den 15 Meij 1706 eene groote verandering ondergaan. lleS'^h ?T* V0 den Eeuwen OrdU worde™ SU'U' bij VVijie Van H^Se^^XeSïS hnZrlT'/'*' k°?C hicr omtrent in a^merking, dat bii het arrei teren van het meergemelde Plan niet alle de Capitein-Lieutenants, welker rang voor het vervolg bii hel «Is efleéhve Capneins, maar dat nog eenige Capitein-Lieu- 3de Afd. Staat van Oorlog»  fade Afd*. Staat van Oorlog s ( m ) tenants zijn overgeblceven , op her traclement van negen honderd-guidens , ue'ke de billijkheid verbood, eene vermindering van rang of tractement te dnen ondergaan, • hoe zeer zi| volgens het nieuwe Pian zouden behooren onder de Lieutenants, op een traclement van zeven honderd guldens, zijnde twee honderd minder, dan zij thands genieten, en dat derhalven deeze fom van ƒ zoo-O -o 'sjaars* zoo lang zij niet zullen zijn ingevallen als effect've Capiteins , op den extraordinaris Staat van Oorlog zal moeten gelleld worden. Jen derden, dat behalven de voorfchreeve Capitein* Lieurenant Ingenieurs op den extraordinaris Staat van Oorlof nog moeten gebragt worden, een Lieutenant Ingenieur, en° een extraordinair ingenieur die door Zijne Hoogheid in het jaar 1786 met 's Lands Schip de Heclor zijn gezonden naar de Colonien van den Staat, zoo aan de Kuiten van Africa, als. in de Weit-lndien. Onder anderen op conditie, dat bij hun retour zouden worden aangeileld, de eeritgenoemde tot Capitein Ingenieur effeCtiv, op een Traclement van f1600- o- o en de tweede tot Lieutenant Ingenieur etfeeliv op een traclement van / 7co- o- o 's jaars. Aan welke Conditie alleen in zoo verre is voldaan, dat Zijne Hoogheid bij Uwer Hoog Mogende Revolutie van den z6 Februarij 17U is verzogt om dezelven, ingevolge het gemaakte beding aan te hellen tot effective Capitein en Lieutenant Ingenieurs, en daar toe de noodige Acles aan hun te verkenen , alles buiten praejudicie van de in rang prcecedeerende Lieutenant Ingenieurs, wanneer die tot Capiteinen Ingenieurs, en van de in rang praecedeerende extraordinaris Ingenieurs, wanneer die tot effèétive Lieutenants mogten worden aangelfeid; terwij! de Gedeputeerden van de refpeclive Provinciën den voorflag ten zeiven dage gedaan om die beide Officieren te doen genieten de traéementen aan hun toegezegd, en dezelven tot dat einde te brengen op den extraordinaris Slaat van Oorlog, copielijk hebben overgenomen, om in den haare breeder gecommuniceerd te worden, waar op echter geene van de Provinciën zich tot dus verre heeft verklaard. Het zal derhalven noodig zijn, dar de eerllgenoemde, die reeds op den Staat van Oorlog bekend is, met een traclement van zeven honderd guldens, boven dien op den extraordinaris Staat gebragt worde met een fom van negen honderd guldens 'sjaars, en de tweede met het gewoone lieutenants Traclement van zeven honderd guldens, beide tot dat dezelven in de tradementen van ordinaris Capitein en Lieutenant zullen zijn ingevallen. En laatftelijk ten -vierden , daar door Zijne Hoogheid ter voldoening aan Uwer Hoog Mogende Refolutie van den 4Öe- cetn-  remher ,726 tegens her einde- van het jaar i7S3, of in het oegin van i78y naar de Ooil-Jndièn al. meede gezonden zijn een Lieutenant en een extraordinaris Ingenieur, on- „WW even als aan die £eer'en i Wélke naar de Ueü-lndfen geweeit zijn, was gedaan, van eene promotie tot U.ipttein en Lieutenant Ingenieur refpective met de Iraacaienten daar toe hoonde, en dus fuppleüe voor den ee-iten hoven het traclement van Lieutenant Ingenieur, en \oor den tweeden ten traclement van Lieutènanr Ingenieur , tot dat zij in de rraclementen van Capiteins en Lieutenants Ingenieur zullen invallen , dat derhalven ook deeze heide Officieren na hun retour op gelijke w:j/,e als de voorgaande , en zoo lang niet zullen zijn ingevallen met de aan hun toegezegde fommen, behooren te worden gebragt op den extraordinaris Staat, op welke deeze poit thands alleen bij Memorie geheld diendt te worden. Her lauile Capittel der Militaire Traflemenien , bevat oie oer üfji.uren van de Juüitiewaar in even als in de voorgaande verfcheide poften gevonden worden, welke zederd langen t.jd onbetaald zijn, en uit den Staar van Oorlog gebgt d.enen te worden, en nog andere, die kunnen uituerven. Tot de eeriigenoemde behooren de Fiscaal van het Kriigsa o1^ C ,fovircie v™ Gelderland, de Provooiten in de lolder van Namen, in het Ketranchement van Cadiandna en in het Fort Moerfpuij , en de Scherprechter re blu.s, Sas van Gend en andere Plaatfen , welke geen van alle worden betaald. Terwijl onder de ovmndige Poften welke kunnen gemorUhceerd worden, moeten gereekend w*>rdeö de GcrichisSchr.jver van het Graaflchap Zutpheo, de Provooiten te Irue!, hommel en St. Andries, de Griffier van den hoogen Krijgsraad, de Provoolt Generaal met zijp Corps, de Provooit te Woudnehem , de Fiscaal van het Krijsvolk leggende in de Provincie van Zeeland, de Griffier van den Krijgsraad aldaar, de Auditeur van de Stad en Provincie van Utrecht, bevoorens op den Staat va n Oorlof* bekend , onder den naam van GenchrsSchrijver van dén Krijgsraad, de Provoolt te Lillo, de Leden en Bediendens van het geweezen Krijgsgericht in Vriesland en Stad en Lande, en de Provoolt te Lieroort, waar van fomrmge zoo als de Griffier van den hoogen Krifeuaad, deProvnoft Generaal en de Leden van hec Krijgsgericht in Vriesland en otad en Lande, kunnen ontbeerd worden, van Wegens de afichafting Van den genoemden Krijgsraad en Gericht, andere wederom gelijk die te Lillo eo~L,eroortom dat die plaatien niet meer z jn onder het gebied van den Staats waarom dm ook bij des Raads Refolutie van den 18 No- ; vember i744 , reeds is verliaan, dat de Jaatügenoemde bij \ vacature van den Staat van Oorlog zoude gelig! worden - i terwijl een derde foort beitaat uit zoodanige", welke reeds' \ '* J in 3de 4M Staat van Oorlm Negende Capittel. Officieren van de Juftitie. t Milfive Raad vaH Itate aan de exrra'rJinaris Vsrgadeins; 25 Maart 1717; bijlage tot het Geleraüteits Rapport" o Meij tjii,  %dé Afd. Staat van Oorlog. in de jaaren 1717 en 1721 ais mnóodig wierden befchouwd, en met 'er daad, wanneer vacant worden, zonder eenige veragtering van 'sLands dienit onvervuld kunnen blijven, weshalven zij dan ook op den extraordinaris Staat, geduurende het leven van de thands in dienit zijnde, behooren overgebragt te worden , daar onder meede begreepen de traéiementen. voormaals genooten door de Leden van hec Krijgsgeticht In Viiesland , oflchoon d;e reedj alle zijn afgeitorven, dewijl de Heeren Staaten van die Provit.cie bij de affchafhng van dat Gericht, aan drie Bediendens van het zelve penlioenen hebben toegelegd, die bijna geheel uit deeze poii konden gevonden worden, waar meeje de Provincie van Vriesland ongaarne zoude zijn bezwaard. Naardien echter deeze penlioenen iets meer bedraggen, dan het montant van de poil daar voor op den Staat van. Oorlog tot dus verre gebragt, zullen dezelven niet ten voile noch ook op den vootigen voet op den extraordinaris Staat kun-' nen geheld , maar op eene andere wijze moeten geëxtendeerd worden , het geen naai onze gedachten zbude kunnen gefchieden in deezer voegen: Jf De Provincie van Vriesland op den Staat van Oorlog gehad hebbende de Gerichrs Scholtes, twee Adefibren, ^ een Secretaris, een Wijbei of Bode, Lieutenant Gejj weldige entwee Helbaardiers,'alle gehoord hebbende tot het atgefchafte Krijgsgencht in die Provincie, en te zaajj men genooten hebbende ter loopende maand ƒ 115-- o- o jj of in het jaar f ifoo- o- o, zoo word dezelve fom aljj hier gebragt, om daar uit te vinden, zoo verre itrekken jj kan, de penlioenen bij eenige perfoonen wordende gejj nooten , die tot het voorfchreeve Krijgsgerich?e hebben gehoord, als tot het penboen van ƒ 1200- o- o van A. j, van Lemnp, geweezen Capitein Geweldige, toege- j, legd ' \ fioss o o Het penüoen van Tresling Lieutenant 1 Geweldige — - - 1 3 ie l 0 o j} J. B. Hoffman, Helbaatdier « J 115- J o o f r>co| o O Welverttaande dat de voorfchreeve fom bij affterven of remplacement van een of meer van de drie voornoemde perfoonen zal moeten verminderd worden met het penfioen door den atgcitorven of geremplaceerden genooten, en eindelijk geheel geligt worden; wanneer alle drie zullen zijn overleeden of geremplaceerd. Het uitligten van de doode Tofien en het overbrengen der onnoodige van den Ordinaris op den Extraordinaris Staat van Oorlog, zijn echter de eenige veranderingen niet, welke dit Capittel behoort te ondergaan, 'er komen boven dien nog andere Poiten in voor, die op den ordinaris Staat moeten blijven, waar omtrent eenige voorziening noodig is. De  De eerfte Js de Provooft re Nijmegen, thands genietende een traclement van ƒ 25-- o- o 'smaands, of f 300- o- o sjaars, het welk tor f 6éo o- o diendt verhoogd en alzoo geli jk gelleld te worden met dat van de Provooft in het Graaf. Ichap Zutphen, dewijl door het uitüerven van deProvooftpla»tfen te Thiel, Bommel en Sr. Andries, de funclie van den Provoolt te Nijmegen, zoo min als van die te Zutphen fot «Je Stad alieen zal zijn bepaald, maar over het geheel Quanier zich uititrekken. De tweede vindt men ter repartitie van Holland, hedraagende een jaarhjkiche fom van ƒ ijo- o- o, ten behoeven van de Scherprechter te 's Bofch voor het onderhouden van een Knegt, welke poif reeds voorkomt op den Staat van Oorlog over het jaar 1649, doch niet betaald word; wij advifeeren echter niet voor het weglaaten van dezelve, maar zouden vermeenen, dat ze met f roo- o- o verhoogd behoort te worden, en vervolgens dienen voor een tractement van den Scherprechter zelve, het geen tot hiertoe wel is betaald uit de Kas van de Generaliteit, doch voordaan, zoo als ook het traclement van den Scherprechter re Bergen op Zoom tot ƒ 260 o- o 's jaars onder dit Capittel op den Staat van Oorlog behooren geplaatit te worden, aangezien 'er geen reden is, waarom die twee tractementen niet eeven zeer op den Staat van Oorlog zouden worden gebragt, als de traótementen van de andere Scherprechters, die op denzelven gevonden worden. De derde komt meede voor ter repartitie van Holland, zijnde het Traaemeot van de Provooilin 's Hage, bedraagende een fom van f 240- o- o 'sjaars, enmitsdien 60 gulden minder dan dac van andere Provooiten, op den Staat van Oorlog voorkomeode, waar over die Provooü, gelijk wij geïnformeerd zijn, zich meermaaien heeft beklaagd, op fundament, dat de toeneemende duurte der leevensmiddelen zich in deeze plaats meer dan elders doet gevoeien, en dat ook zeedert vericheide jaaren 't Guarnifoen aldaar merkelijk is geaugmenteerd, terwijl een meerder getal van gedetineerdens, wel vermeerdering van werk maar niet van voordeel, bij de tegenwoordige duure tijden veroorzaakt, om welke redenen het ons is voorgekomen, dat dit tractement lot f 300- o- o verhoogd, en alzoo met de tractemeoten van de meeite Provooiten diendt gelijk geiteld te worden. Wijders zullen de traéiementen van den Provooft te Vliflingen tot ƒ f o- o- o 'smaands of f600- o- o 'sjaars, en van die te Veere tot / 250- o- o 's jaars kunnen vermin, derd worden, het eerile op ƒ 86- 18- o en het ander op / 100- o- o 'sjaars, dewijl de Provincie van Zeeland, volgens opgave door Heeren Gedeputeerden van hooggemelde Provincie daar van aan ons gedaan niet gewoon is aan die beide Provooiten iets meerder te betaalen, kunnende over zulks deeze verminderde traaementen voor eene voldoende bclooniag gereekend worden, De 3 de Afd. Staat van Oorlog.  3 de Afd. Staat van Oorlog. Tiende Capittel. Minifters en Schoolmeefters. Petitie-Boek Raac van State , over he jaar 1602 tot 1607 fol. 609 verfo. ( 19* ) De vierde Poft, welke voorziening vordert, en reeds bekend op den Staat van Oorlog van i$9S\ is die van den Geweldigen Provoolt in Vriesland en des-zelfs Bediendens, te weeten twee Stokkeknegts en een Scherprechter bedraagende te zaamen ƒ 71- o- o ter loopende maand, of ƒ o- in het jaar, dan welke poft op ƒ 63- 0-0 ter loopende maand kan verminderd worden, dewijl volgens informatien dien aangaande bekomen actueel maar een itokkeknegt word aangehouden. Voor het overige moeten wij tot flot op dit Capittel hier nog bij voegen, dat hoe zeer het Fort aan de Batfekade waarfchijnlijk alleen door een klein Detachement van eenige weinige Manfchappen zal worden bezet en het mitsdien niet denkelijk is, dat aldaar een geweldige Provooft noodig zoude weezen, echter wanneer zulks t'eeniger tijd teegens verwagting anders mogt begreepen, en een Provooft aldaar aangefteld worden, dezelve als dan met een traclement van f 300- o- o 'sjaars onder dit Capittel op den Ordinaris Staat van Oorlog zal behooren gebragt te worden. Op het Capittel van de Officieren van de Juftitie, volgen de Traétementen der Mini fiers en Sckoolmeeftcrs, ter repartitie van Holland onbekend, de meeite derzeiven zijn al vroeg op den Staat van Oorlog gebragt, zoo vindt men reeds op die van 1598, en wel ter repartitie van de Provincie van Vriesland, de Predicant en Schooimeefter te Delfzijl, op die van het jaar 1609, dePredicanten en Schoolmeefters van St. Andries en Coevorden, en op die van 1617, de Predicant te IJzendijke, om niette fpreeken van de overige Predicanten en Schoolmeefters voor een groot gedeelte met het jaar 1640, op den Staat van Oorlog geplaatit, en tot hier toe gebJeeven. deeze zijn echter niet de eenige, welke op de oude Staaten voorkomen, want de Predicant van 's Gravenweerd word gevonden op den Staat van Oorlog over 1595:, de Predicant en Scboolmeeiter op de Voorn, een Schans geleegen in de Bommeler Waard, doch in de voorige Eeuw geflegt, op den Staat van het jaar 1607, waar van de eerile is gerepartitieerd geweeft op het Overquartier van Gelderland, en die van de Voorn op het Quartier van Nijmegen (want in dien tijd tot het jaar 1608 ingeflooten, was men gewoon, het aandeel van de Provincie van Gelderland in de Jaften der Unie, bij den Staat van Oorlog over alle de Quartieren te verdeelen, en op ieder Quartier de pollen aldaar uitgedrukt, te afiigneeren, hebbende de Provincie haar Comënt destijds ook Quartiers en niet Provincieswijze ingebragt; doch deeze gewoonte is met het jaar 1609 opgehouden, wordende op den Staat van het jaar 1607 nog alle vier de Quartieren, . en op die van 1608, de Quartieren van Nijmegen, Velu. we en Zutphen voor het laatite genoemd) de Schoolmeester te Lillo op den Staat van "1609, de Predicanten rc Aardenburg en Sluis op die van 1610 en andere meer, die zee-  zeedert van tijd tot lijd uit den S?ant van Oorlog ?ijn geligt, en om goede redenen geiaaten tor lallen van denierntonaalen Souverain. Het onderhoud doch der Bedtendev.s -van den Girtjormeerden Godsdien// (op dat wij ons bedienen, eyeti ais door Uwer Hoog Mogende Gedeputeerden in de liijlaage van hun Rapport van den 10 Meij ïizi, lub No. 4. js gedaan, van de Woorden door den Raid van State gebeezigd in eene Memorie gevoegd achter haare mdhve den r5 Maart iin aan de t£xtrao< dl naris Vergadering van U Hoog Mogende gefchreeven 1 is een lift, dié vajt is aan het territoir: en het was deeze regel, op grónd v^n welke de Raad in net jaar i7r7, en Uwer Booj?Mógende Gedeputeerdens in her jaar tfa van gedachten u-aren, dat de nog overig zijnde Predtcanten en Schoolmeesters op den Staat van Oorlog over alle de PioViflcier*, l Holland en U.recht uitgezonden) gerepartitieerd , van denzelven behoorden geligt en tot laden van den tetritónaalen Souverain geiaaten te worden; dan dit advi. destijds niet zijnde gevolgd, kunnen wij niet naarlaaten betzelve bij deeze geleegenhrid op nieuw voor te draaien* en mitsdien U Hoog Mog. nde in confidentie te geeven, om alle de Miniiters van den Ordinaris Staat van Oorlóg te hgten, en geduurende het leven van de thands in dienft zijnde op den Lxtraordinaiis Staar óver te brengen, teneinde m eas van vacature de Terriroriaale Üverheederi ofte de geenen, die daar in anderfmts belang Hellen, des goedvindende ten hunnen koiten daar omtrent kunnen voorzien, zullende ,nogthands bier van zijn uitgezonderd de poit van Glaflicaale kotten ter repartitie van Gelderland, en de tractememen van den Piedcant en Koher in de Ommericnans ter repartitie van Vriesland, die niet worden betaald en da oom behooren geroijeerd te worden, de Predicant re Weadükg de Franfche en Nederduitfche Predicanren onder hei Kruk en de Predicant en bYhoofmeettef van Delfzijl, die voortaan behooren betaald te worden uit de kas van de Generaliteit, en dus niet behoeven te komen op den Lxtraoidinaris Staat, om reih?ld, waarichjndjk om hem gtrj.v :e Hellen mee den Doétor van hei Leger, die in ra geval insgelijks vijftig ponden 's maands boven zijn gage genoot. Dat nu de volgende Heeren P in-en van Orange, daar onder ook Zijne Komrijke Majeüeit van Groot • nttftt?anmen, en dus alle de Heeren Stadhouders even als Piins Maurits altijd Lijf-Medici hebben gehad, en dat- daar voor een Traclement op den Staat vanOoriogis geplaatft geweeit, blijkt ten duidelijk Hen[luit de sanftetling van Chriitiaan Rumpff bij Uwer Hoog Mogende Refolutie van xx Hebruarij 1^44, op gelijke conditiën daar voor Jacob Valentius, (zijnde geweeit de laatite Doctor van Prins Maurits daar mé aar 'gelleld bij Commiffie van U Hoog Mogende van xx lulij 1614; want alle de Medici van dien Yoiit, d;e :ucceffive op den Staat van Oorlog voorkomen, op te noemen, is onnoodig) in de voorfchreeven quaii;eit geduu-ende zijn leven had gediend, uit die van Wihem van der Straaten bij Refolutie van den 6 Januarij 1646, en eindelijk u4t de aanüelling van Petrus Auguiii.ius Rumpt bij Reolude van %3 Januarij 1673, in wiens plaats in het jaar i68u door 5&ijne Koning ijke Majeiteit van Groot-B nannien wierd benoemd Jodaan Bruint Hein, en in het jaar 160% na de dood van Bruineltein, FrederikSchuman, die destijds reeds als Docdor van het Leger , zeedert verfcheide jaaren had gefungeerd, het welk vervolgens aanleiding fchijnt gegeeven te hebben, dat de twee Doéforen, die Schuman in het jaar 169Ó zijn opgevolgd, en te gelijkertijd Doctores van het Leger waren, door den Raad alleen wierden befchouwd als 'Doflores van het Leger, oflchoon zij te gelijkertijd ook waren Lijf-Medici van Zijne MajeHeit, zoo als dan ook alle de Doel oren hier boven gemeld op de Staaten van Oorlog over de jaaren, geduurende dewelke zij in functie zijn geweeit, voorkomen en Lijf-Medici van Zijne Hoogheid, of van Zijne Koninghjke Majeiteit van Groot-Brhtannien genoemd worden. Het lijdt derhalven geen twijffel, of deeze poit is van ouds alleen gefchikt gttweeit voer den Perfoon van den Heere Capitein Generaal in der tijd, en behoort als zoodaanig bij coatinuatie op den Staat van Oorlog te blijven. Voorts diendt nog tot opheldering van het Hoofd of Opfchrift van dit Capittel, dat in vroeger tijden en zelfs reeds in het jaar 15-95 de Armée v n den Staat van een of meer Chirurgijns was voorzien , welker traéiementen onder dit Capittel meede behooren , zoo als da r onder ook pleeg gevonden te worden het traclement van den DoCtor van het Leger , dan deeze poit bij des Raads Refolutie van den n^Maart 1740 gemortificeerd zijnde, is met het jaar 1741 van den Staat van Oorlog gela uen, zijnde het trac-  ( ta? ) tement vah Chirurefjfl Generaal reeds in 1737, vermits het overheen van Halberfchmidt, daar uit geligt. De verdere Capittels van den Staat van Oorlog zijn de Jppotntiés; oude ,-imt>ot ent e en verminkte SoldaatV»', de Logisgel'len , de anders 0nkoffen van den Oorlog , de Losrei.ten, &}f ■? enfin n°n, Officieren van de Munt , kojttn ttr zaake van het fiufltan of fluiten der Rijksmunten en de gereformeerde Officieren, waar van de drie eerlte aan zeer veele en voWnaame gebreken onderheevig, en om die reden door den Raad van State, met preteriiie van andere van minder belang, uitvoerig behandeld zijn bij de génerale Petitie voor het jaar 175-5-. Her eerfle derzeiven zijnde dat wnde Jflpoin&és, beiraat uit maar eene | oft ter fomma van driemaal honderd en zeventig dui, end guldens, en is verdeeld over alle de Pro. vincien en het Landfchap Drenthe. Volgans de Staaten van Oorlog over het iaar 1595 tot 1607 infljefloote», wierden de geappomedeerden, die men betaalde ten 48 of 31 dagen, grlaaten tegens het minder getal van de Compagnien niet compleet zijnde, en daarom onder het Capittel', bevattende de Militie, gelleld bij Memorie. Het fchijnt echter, dat men al vroeg bij de Ptovincien geïnfteerd heeft, om aan de Generaliteit over te zenden pertinente Staaten van ae Geapp undeerdens, die door hun betaald wierden, want op den San van het jaar 1598 word gezegd, dat de Geappoinctverdens worden grhaten tegens het minder getal van de Compagnien niet compleet zijnde, alzoo de Pr0vmeien des ve, maand zijnde als nog geen J>ert inenten Sradt overgeleeverd hebben, en deeze periode word nog gevonden op den Staat over het jaar 1607; doch zeederd dien tijd zijn 'er waarlchijnelijk opgaven gedaan van dé Geappoincteerdens, dewijl op den Sraat van het jaar 1609, reeds een poit voorkomt, ten behoeven van deGeappoincïeerdens die buiten de Compagnien wierden betaald , offchoon die opgaven met meer voor handen zijn, maar wel een LM van de Geappomcteerdens die door de Provinciën (Gelderland uitgezonderd; over het jaar 1610 betaald zijn, waar onder zich veele weduwen en kinderen van Officieren bevonden , en welke gevoegd is achter den Staat van Oorlog over dat jaar, moetende het overzenden van deeze Lijft beichouwd worden, als een effect van des Raads Refolutie van den 30 Meij 1609, waar bij was ver/taan, dat gefchreeven zoude worden ^aan alle en elk der Provinciën, dat *» z0. teritond overzenden volkomen Lijfle van alle Geap,j poincdeerdens, die bij haar betaald wierden, het zij de3i zelve op den Staat van Oorlog bekend waren of niet, jj of dat zij zouden verdagt zijn, dat de betaalinge der„ zeiver van weegeo de Generaliteit niet en zoude moj, gen goedgedaan worden." A a 3 W at 3de Afd. Staat van Oorlof Twaalfde Capittel. Appoin&és. Zie de Staat van Oorlog over 1595, ter repartitie van Holland fol 4. van Zeeland fol. 11 vetI> en op mter.arj'. lere plaatfen.  %de Afd. Staat van Oorlog. C 198 ) Wat 'er naderhand van deeze poft is geworden, toont ons de Raad in de boven aangehaalde Petitie, waar in gezegd word .,,van het jaar 1650 tot 1671 incluis heeft men jj'voor bafis genomen deeze proportie, dat het getal der Appoinclés gereekend wierd naar advenant van 8 op ieder 100 hoofden , en elk derzelve indifferentelijk gefj reekend op ix guldens ten 41 dagen, zulks dat ieder jj Provincie daar meede wierd aangeilagen naar rato van jj het getal Militie door haar betaald wordende, die aan93f flag wierd geduurende de jaaren 1673 en 1674 verhoogd met twee honderd vijftig duizend guldens over de vier 0j Provinciën Holland, Zeeland, Vriesland en Stad en 3jj Lande, (de overige toen onder de magt van Vrankrijk 3) zijnde) en geduurende de volgende Oorlogs jaaren is hec ,j montant van de geheele fom over alle de Provinciën en 3, het Landfchap Drenthe, geraamd geweeft op vijfmaal jj honderd duizend guldens, doch na de gemaakte Vreede jj met 1679 gereduceerd op tweemaal honderd duizend, jj op welke voet de poft gebleeven is tot het jaar 1696 j, incluis; als wanneer ze, uit confideratie dat men eens zoo veel Volk in dienft had als te vooren, over het jaar ^ 1697 met vijfn'g duizend guldens wierd verhoogd en de jj Provinciën verzogt, om dezelve niet langer in te houden of tot andere gebruiken te diverteeren. Zeederd is gemelde poll, ingevolge Uwer Hoog Mogende Refolutie van den 6 Oef ober 1699, nog verhoogd met twintig \j duizend guldens, wederom ingevolge Uwer Hoog Mogende Refolutie van den 9 Oeiober 1706, met vijftig jj duizend , en laatftelijk ingevolge gelijke Refolutie van jj den 13 Oeiober 1708, nogmaals met vijftig duizend, waar door ze geklommen is tot driemaal honderd en jj zeventig duizend guldens in het jaar, en tot den tegen'jj wonrdigen tijd zoo gebleeven, niettegenfiaande de tusichenkomfl van eene dertig jaarige Vrede, en de imjj portante verminderingen van de Militie, dewelke in het begin derzelve en zeederd wederom na het eindigen van jj de laatite troubles zijn gemaakt," waar op de Raad voorts laat volgen: j, Mogt men zich flatteeren, dat alle de Provinciën het jj montant van haar aanflag thands reëelijk emploijeerden j} tot het gebruik, waar toe de Poft is gedeitineerd, men jj zoude bedenken mogen draagen of dezelve wel zoude behooren verminderd te worden, want hoe meerder gaj, gementen men geeft, in zoo beeter Itaat worden de Troupes gehouden , de lult om dienft te neemen wakjj kerr , en de Soldaat word als het 'er op aan komt, gej, encourageerd door het vooruitzigt, dat hij in zijn verjj mmkten ftaat niet genoodzaakt zal zijn te beedelen; jj maar de Experientie van voorige tijden en het gering jj getal Militie, het welk de Republicq thands op de been jj heeft, geeven reden van te denken, dat 'er op deeze jj poft word overhouden ; in wat proportie dit profijt geit uooten word, ignoreert de Raad; de liquidatie zoude tl het  C 199 ) jj her vereffenen. Maar was net niet heeter, datalvoorens c^ne tetle queUe proportie tuiichen het getal van de Mi31 Ittie en dat der Appoinclés op nieuw wierd valfgciteld, j, en dat dienvolgende het getal van Hoofden, opi iedere ^ repartitie aanwees de grootheid van de fom, dewelke jj voor de Appoinclés aldaar moeit worden uitgetrokken; jj immers dat men bedagt was, om zoo veel doenlijk op jj de een of andere wij ie buiten de liquidatie voor te kojj men, dat 'er geen groot profijt of fchade op deeze poit jj kon vallen, en dat men alleenlijk de vereffening van dat j, gering profijt of fchade voor dé liquidatie overliet." Zoodanig dagt en fchreef de Raad over deeze Pofi in het jaar 175$, en het tegenwoordig onderzoek n ar de gefleldheid van dien Poit door ons gedaan, ilrekt tot niets anders, dan om het zelve nog naader te beveiligen en te verilerken, naardien uit eene opgave door de Gedeputeerdens der refpective Provinciën aan deezeCommiiiie gedaan van het geen geduurende tien jaaien aan Geappomcfeerdens door de onderfcheide Provinciën is betaald, ten duidelijkhen blijkt, dat op deeze poft eene aanzienelijke fom jaarhjkfch overfchier, en dat dit profijt door de Provinciën op eene zeer ongelijke wijze word genooten, hebbende de Provincie van Zeeland daar op het eene jaar door het andere, ten minften dertig duizend, en de Provincie van StaJ en Lande ruim tien duizend guldens geprofileerd, terwijl de overige Provinciën genoegzaam hun geheel aandeel, of weinig minder betaald hebben, waar uit men billijk mag beihiiten, dat de fom van driemaal honderd en zeventig duizend guldens thands op den Staat van Oorlog ltaande, wel eenige vermindering kan ondergaan, en dat naw alle waarfchijnelijkheid een poit van driemaal honderd duizend guldens in hec vervolg toereikende zai weexen, re meer, daar de gedachten van Zijne Doorluchtige Hoogheid cn van Heeren Gecommitteerden uit den Raad van State daar beenen g*an, dat voordaan op den Staar van Oorlog zoude behooren gelleld te worden een zeekere fom, om daar u?c te penfioneeren zoodanige Officieren , als door ouderdom of Ligchaams gebreeken buiten fiaat mogten geraaken den Lande langer te dienen, waar over hier na breeder zal wol den gefprooken. Het komt 'er dus maar op aan, dat voor het vervolg genoegzaam worde voorzien tegens het misbruik, het welk van deeze Poft zoude kunnen gemaakt worden, het geen wij vermeenen , dat bereikt zal worden, door dezelve op den Staat van Oorlog over de Provinciën te verdcelen in proportie van het getal der JVlilitie ter repartitie van elke Province ltaande, naar advenant van een evenreedig getal op ieder honderd Hoofden, zoo als wij gezien hebben dat in vroeger tijd het gebruik was, voorts door de Gecommitteerde Raaden of Gedeputeerde Staaten van de refpective Provinciën en het Landfchap Drenthe, aan welke de uitdeeling van de Appoinckmenten, gelijk vooiheen behoort 3 & Afd. Staat van Ocr/og. 1  jjsfe Afdi Staat van Oorlog. ( roo ) hoort te verblijven, te verpbch.én, om jaarHjkfch aan den Raad van Si*e over te zenden eene fpec h>e Nontie van alie de bij hun geapporteerde Onder-Othcieren en Gemeenen, van derzelver naamen, ouderdom, tijd van dienit, en de naamen van bet Regiment en Compagnie, waar m de voorfchreeve dienit is geprobeerd ; met bijgevoegde bewijzen dat geei e Appoinciementen zijn geaccordeerd of betaald worden, dan aan Vv agtmeeiters, Sergeauen , Corporaals, Trompetters, Tambours Major, Tambours en Gemeenen; en dat geene Gemeenen geappomdeerd zon, dan die aivoorens dertig jaaren hebben gediend, of andemms door Ligcbaams gebreeken in 's Lands dienit bekomen, onbekwaam zijn geworden om en houden, dan die invoegen voorichreeven gedaan worden aan oude en impotente OnderOfficieren en Gemeenen, en verplicht zijn te roijeeren alle die geer.cn, welke gegeeven worden aan anderen, als meede dat op deeze poit geene overbetaaling zal geleeden noch in liquidatie gebragt kunnen worden, zoodanig nogthands dat in cas van mb-der betaaling liquidatie z ieder f S4 o- o met dat ondericheid nogthands, dat aan een Trompetter dient te worden toegelegd even zoo veel als dooreen Wagtrneester en Pauker word genooten, en dat de Sergeanten en Gemeenen in het Regiment Mineurs en Sappeurs op den zelfden voet als de Sergeanten en Gemeenen van andere Regimenten behooren gegageerd te worden, terwijl de per* foonen, die thands reeds gegageerd zijn, hun leeven lang geduurende zullen blijven trekken, het geen aan hun actueel betaald word. In het Capittel van de Loiïsgdden , koomen voor de Loitsgslden 'binnen, en buiten de "Provinciën, waar van de eerile op den Staat van Oorlog over bet jaar 1609 en de andere op die van het jaar 1649 alleieeïft gebragt zijn. Het Logisgeld wderd van ouds door de Steden betaald en ictiijnt een privative lalt van dezelven geweeit te zijn; waarom zij dan ook gewoon Vaaren, in den haare eene belasting  !ing e heffen tot verval der Servicien, in fommige Steden zoo als te Utrecht onder de benaaming van Lo{is*eld bekend geweeit; doch bij het 7de Articul der Unie wierd valtgefteld, dat aan de Borger* en Inuoonders van de Fron- ï tier en andere Steden, d e, als het de nood vereifchte, ten allen tijde gehouden waren te ontlangen al zulke Guarniloenen, als de gtünjeerde Provinciën goedvonden, door de Generaliteit Logisgeld verllrekt zoude worden, het geen ook metterdaad door dezelven van Generaliteits weege is genooten, gelijk onder anderen daar uit kan blijken, dat op den Staat van Oorlog van het jaar 1609 *e Servicien van de Guarnifoenen in de Frontieren, opgenoemd worden onder dje Laflen, welke tot dm tijd toe waren betaald uit de Contributien van Braband, Gelderland en Vlaanderen; mitsgaders uit de poit van Logisgelden in den Briel rot ƒ 1500- o- o, die van Bommel tot ƒ 300- o- o geheld tot Uilen van Holland bij acïe van den Grave van Leiceüer, en van / 2700- o- o (alle ter loopende maand) tot Vlislingen en Rammekens voor de Engelfche Guarnifoenen, die reeds op den Staat van het jaar ,595 gevonden worden, in-welke tijd en nog lang daar naa deeze drie Plaatfen onder de voornaamüe Frontieren behoorden ; ten bewijzen, da het aangehaalde Articul der Unie destijds wierd gevolgd, waar voor te meer reden was, om dat de Guarnifoenen als toen verilrekten tot een merkelijk 'bezwaar van de Ingezeetenen, en wel verre van befchouwd te worden als een voordeel, geiijk tegenswoordig, in tegendeel nadeehg gereekend vvterden, waarom het dan ook niet mangelt aan voorbeelden, dat fommige Steden de verplichting tot net inneemen van Guarnifoenen trachteden te ontduiKcn ; het zoude dus van hardigheid niet zijn vrij te fpreeken geweeff, indien men de Borgers en Inwooners der bronneren door Logi.g,ld niet ml tegemoet geAo men, daar de Militie in die Plaatfen wierd gelegd tof nut van het algemeen. & Echter wierd dit Logisgeld niet ten voile betaald door de Generaliteit, gelijk blijkt uit Uwer Hoog Mogende Refolutie van den 1 Augulfus i59r genoomen op de Requeüe van de Gedeputeerden der Frontier Steden van Braband Gelderland, Vriesland, Zutphen en OverijiTel, verzoekende onderhand tot verligtinge ofte Logisgelden voor de Guarniioenen in dezelve Steden leggende, onder zeekere pr*feniatie bij henueden van weegens die Frontierlleden gedaan, bij welke Refolutie wierd bepaald en geaccordeerd, dat de Compagnien zoo Ruiteren als Voetknegten die boven het getal aldaar bepaald, (het welk door de Steden van Logispd moeit worden voorzien) na vereifch van zaaken, ende des noods in de meergenoemde Steden Zouden moogen ge^ worden, aangaande de Servicien en de Logisgelden zouden itaan en weezen tot laite van de Generaliteit. Ook zien wij uit des Raads Refolutie van den 17 No-' B D verrr-r Staat lan Oorlog;  %de Ajd. Staat van Oorlog C iox ) vember 1^95-, h dat men omme te eviteeren verfcheide confufien, en ook zonderlingen, dat men nieten zoude, " de eene Compagnie ontfangende die Servicien van we* *' gen de Generaliteit, en d'andere van wegen die SteJen, d'een meer als d'ander houden in der Generaliteits " ende der Steden dienit" aan de Gedeputeerden van de Steden aldaar genoemd, en die alle waren Frontieren, van het Land heeft voorgeflaagen, dat alle die Servicien van wegen die Steden zouden worden betaald, 33 ende dat aan de Steden weder zoude worden gerelti'J tueert het Servicie, dat volgens die genoomen Relolutie (naar alle waarfchijnelijkheid Uwer Hoog Mog. zoo eeven aangehaalde Refolutie van 1 Auguftus 159c) van wegen , die Generaliteit zoude moeten worden gefuppleerd." ""Waar uit men veilig mag befluiten, dat ook door die Sreden, offchoon Frontieren zijnde, in den haare Servicie of Logisgeld aan de Militie is betaald; Trouwens uit de poit van Logisgelden buiten de Provinciën thands nog op den Staat van Oorlog ltaande, blijkt ten duidelijkiten, dat de Steden 's Bofch, Breda en andere daar toe verplicht zijn, welke verplichting grootendeels voortlpruit uit de fchikking reeds in het jaar 1595- aangegaan, en in de meergenoemde Refolutie van U Hoog Mogende vervar. Tot vinding der Logisgelden in de Frontieren, die van Generaliteits wegen betaald wierden, en voormaals uit de Contributien van Braband, Gelderland en Vlaanderen waren gevonden, wierd dan, gelijk reeds gezegd is, op den Staat'van Oorlog over het jaar 1609 allereerlt een poit gebragt, welke echter niet altijd even groot is geweeit, noch ook quoies wijze, maar naar proportie van de iterkte der Guarnifoenen verdeeld, zoo als de Raad van State aanteekent in de generaale Petitie voor her jaar i7iT> alwaar zij teffens aanwijft het gebrek, dat ten aanzien van deeze Poit plaats heeft, wedialven wij daar uit zullen overneemen het geen zij aldaar van deeze Poit zegt. ^ De poft voor de Logisgelden binnen, is van het jaar 1679 J} "af, ( eenige weinige jaaren in het beg n deezer Eeuw uitge3\ zonderd) gefixeerd gebleeven od eene ronde fomme van % tweemaal honderd duizend guldens, niettegenltaande de Troupes van den Staat en de Guarnifoenen binnen de Pro' vincien van tijd tot tijd merkelijk hebben verlchild infterk33 te. Men heeft wel doorgaans bij de repartitie meer in het Z °°g gehouden de proportie der Guarnifoenen als die der Z Quotes, maar dit heeft niet belet, dat deeze of geene ■'■ Provincie zomtijds is overbezwaard, en andere bevoor3' deeld zijn geweeft. Precifelijk gefprooken, zoude de fom, die tor verval van deeze lalt in alle de Provinciën en in ieder derzelve noodig is, moeten worden opgemaakt uit de Iterkte der Guarnifoenen en uit de Lijft, die het j3 quantum van het Logisgeld voor ieder Officier, Onder33 Officier, Ruiter of Soldaat ter week of ter maand be"3 paald, en op die wijze fchijnen de Voorouders bet  ( 103 ) J} werk te hebben begreepen, want niet alleen is 'er altoos jj geweeit een vaiie voet waar op de Logisgelden waren j, gereguleerd , zoo als uit de ordre van den Raad jj van Sïaie van den 18 November 1595, en uit de jj Lijft van den jaare 1650, bij welke laatite ze op de jj helft verminderd wierden, kenlijk is, maar de Staaten jj van Oorlog van t6io af tot 1671. bewijzen, dat 'er gee^ j, ne ronde totale fomme tot Logisgelden over alle de jj Provinciën in dien tijd is gefixeert geweeit. het fchijnt jj zelfs, dat men bij het formeeren van den Staat heeft J} uitgereekendj hoe veel dezelve in iedere Provincie be.,, droegen naar de iterkte der Guarnifoenen, zoo als die jj dan waren. Immers de extenüe van de poit in de Staajj ten van Oorlog van 1610 af tot 165-8 incluis luidt in deej3 zer voegen. de Logisgelden voor de Guarnifoenen in de jj Front ter en van Gelder land' 3 Holland 3 &c, beloopen ter jj maand naar de tegenwoordige bezetting of naar de jongde Jt bezetting de fomme van Sèc. zoodanige accuratefle heefr, j, zeedert dat men eene ronde fomme voor de Logisgel3, den heeft gealligneerr, geen plaats gehad noch kunnen jj hebben. Maar dit gebrek is het voomaamfle nier, waar jj a n deeze poit laboreert: de Province van Stad en Lanj, de betaalt in het geheel geen Logisgelden aan haare j} Guarnifoenen en profiteert derhalven jaarlijks haar aanjj ftag in deeze poft van omtrent vier en twintig duizend j, guldens^ tot nadeel van haare Bondgenooten en van de Militie." Dusverre de Raad vanState, waar bij wij nog kunnen voegen dat de Provincie van Stad en Lande, hoe zeer dezelve geen Logisgelden aan de Militie betaalr, echter is belaft met het onderhoud der Barakken in Delfzijl, en dat die Provincie ook niet de eenige is, die op deeze poft aanmerkelijk profiteert, want volgens eene daar van aan ons gedaane opgave heeft de Provincie van Holland op deeze poft over de negen duizend guldens 's jaars gemenageerd, en de Provincie van Zeeland jaarlijks voor de Logisgelden maar betaald een fom van ruim zes duizend guldens, en dus meer dan zeventien duizend guldens alle jaar overgehouden, terwijl het profijt door de Provincie van Utrecht genooten ruim zeven duizend , en dat van Överijflel bijna zes duizend guldens 'sjaars bedraagt; al het welk ten klaariten doet zien, dat dit profijt zeer ongelijk over de Provinciën is verdeeld. Met de Logisgelden luiten de Provinciën is het niet beeter geleegen, dan ten aanzien van de voorgaande, naardien de poiten op Holland, Zeeland en Stad en Lande, volgens de aangehaalde Petitie zeedert een meenigte van jaaren zijn geweeft poiten van profijt, uitgezonderd, dat die van Zeeiand fomwijlen aan de Onder - Officieren en Gemeenen van de Guarnifoenen in Staats-Vlaanderen hebben doen betaabn Logisgeld tegens drie Huivers ter week; doch waar meede deeze Provincie zeedert lange wederom heeft opgehouden; terwijl de Provincie van Vriesland en het Landichap Drenthe wel gewoon zijn, uit deeze poll B b % op 3de Afd Staat van Oorlog. Groot Placaatboek 2de Deel, col. 447. & feqq.  \le Afd. Staat van Oorlog. En lm) , . , op aflen van den Raad ie betaalen in phats van égertlijke Logisgelden, den inkoop en reparatie van Fournha* res, die vereifcht worden inde Bellingwolder en Langakker Schaniien en binnen Coevorden, dan welke betaalingen op verre naa niet bedraagen het geen daar voor ter repende van die beiden is uitgetrokken, wordende dit meerdere dus door hun geprofiteerd, Daar nu deeze laft door de Provinciën op eenen zoo ongelijken voet gedraagen, en de MIKtié van den Staat ook in deezen opzigten naar maate van de Guarnüoenen zoo ongelijk behandeld word, vordert de billijkheid , dat tegen het een en ander nnar behooren worde voorzien. Hier toe is bij ons in de eerile plaats in conlideratie gekootnen de voorflag door de Raad van State reeds in het jaar 1717 gedaan, namelijk, om de Logisgelden zoo binnen als buiten de Provinciën geheel en al te ligten uit den Staat van Oorlog, welke propofitie, bij aldien ze door geene groote zwaangheeden wierd gedrukt, en dus konde gevolgd worden, zoude uitwerken het tweeledig oogmerk, dat men zich in deeze materie dient voor te Hellen, te weeten hec doen ophouden van de onevenreedigheid tuiichen de Provmcien in het draagen van deezen lart, mitsgaders eene egaale behandeling van de geheele Militie zonder onderfcheid van Guarnifoen. Edoch tegens het amplec)eeren van dezelve doet zich deeze zwaarigheid op, dat 'er verfcheiden Guarnifoenen zijn , binnen welken de Soldaat niet kan bellaan, ten zij hij Logisgeld geniet of in Barakken gelogeerd word, waar in men dus verplicht zoude zijn bijcontinuatie aan de Militie Logisgeld goed te doen of Barakken te onderhouden, en dezelven van de noodige Fournitures te voorzien, welk een of ander zoude moeten gedragen worden door de Staaten van de Provinciën, en in het "reffort van de Generaliteit door de Steden zelve (dewijl de Kas van de Generaliteit, na dat dezelve mei eene zoo aanzienlijke Quote in de beide Staaten van Oorlog zal zijn aangellagen, daar mede onmogelijk kan worden bezwaard; en alzoo ten gevolge hebben, dat het Logisgeld in de eene plaats in het geheel niet, en in andere wederom op een verfchillenden voet wierd betaald. — Hier komt bij, dat het van die Steden niet w?el te vergen zoude zijn, deeze laft geheet op zich te neemen, dewijl van de eerfle tijden van de Republicq af begreepen is, dat het Logisgeld van Generaliteits wege moeit worden betaald, en hetzelve ook metter daad geduurende veele jaaren betaald is, het welk ten gevolge gehad heeft, dat daar over met verfcheide Steden Contracten zijn aangegaan. Dat ook als nog meer dan eene poit tot dat einde op den Staat van Oorlog gevonden word, door welkers wanbetaaling niet word weggenoomen het regt dat die Steden hebben verkreegen op het genot der Logisgelden.  m eendelijk dat cïe financier» Van verfcheide Steden in zulk een flemen ftaat zijn, dat het onmogdijk zoude weezen dezelven met dien lalt ie bezwaaren. Onderruflchen zoüde het niet anders dan vreemd kunnen voorkomen, dat dezelfde Troupen, indien in de Provinciën Guarnüoen hielden, zoo al niet in alle ten minfte in de meehe, bij continuatie Servisgeid zouden genieten, en diar en tegen in zeer veele plaatfen van de Generaliteit hunne panieren of daar ze al in Barakken gelogeerd worden, de noodige bournitures zeer duur zouden moeten betaalen, terwijl nog veele van die plaatien ongunitigerGuarnifoenen uitleeveren dan in de meeite Provinciën. Deeze zwaarigheid nu kan door het am;.ledeeren van de voorhV boven opgegeeven niet verholpen worden, en 'er is dus geen ander middel overig, om de onegaale behandeling der MMtie in deezen opzigte weg te neemen, dan dat voorda.ni in alle de Guarnifoenen zonder eenige uitzondering op eenen egaale voet Logisgeld worde betaald , en ten dien eindeen toereikende poit op den Staat van Oorlog geiaaten. Wat nu betreft de wijze, op welke dit Logisgeld in het vervrdg zal behooren betaald te worden, en de fom, welke de Officieren, Onder-Officieren en Gemeenen daar voor dienen te genieten, zoo hebben wij onderzogt, hoedanig daar over in vroeger tijden is gedagt, en welke bezaaiingen deswegens bij de Generaliteit van tij i tot tijd zijn gemaakt, het geen wij niet ond/en/iig reekenen alhier fa je voegen alvorens ons te bepaalen over den voet voor het toekomende vail te Rellen. vDe eerfle ordre, welke door de Raad van State op de logeenng van het Krijgsvolk en de heiaaling van de Logisgelden in de Prontieren gefteld wierd, is van den ib November 159c, bij welke wierd bepaald hoe veel voor Logisgeld in de maand van 31 dagen aan de Oiticieren, Qnder-Othc-eren en Gemeenen van een Compagnie Ruiters en Voetknegten zoude worden betaald, doch deeze toeleg wierd in het jaar 165-0 ingevolge de voorflag door den Raad van Staare den 15- Julij van dat jaar gedaan, en den 18 Auguftus daar aan volgende door U Hoog Mo», geampledecrd, verminderd op de helft, op welken voet ze meerendeels als nog word betaald, niet tegenitaande door eene en andere Provincie wel eens is geproponeerd, om ze weder te brengen op den ouden voet. In de eerile tijden en zelfs nog na het jaar 1670 is geen Servisgeld betaald, dan aan de Officieren, Onder-Officieren en Gemeenen, uitmaakende de Compagnien Ruiters en Voetknegten. Naderhand is bij Refolutie van den Raad van den u Uctober 1ÓÓ5- verüaan, dat de Mariniers ten reguarde van ttt> 3 de 0 Afl Staat van Oorlog* t  3 de Afd. Staat van Oorlog. ( 106 ) de Servicien zullen worden getraceerd als de andere Soldaaten onder de refpective Compagnien milueerende. Volgens eene Acte van wijlen Zijne Hoogheid Prins Willem de" lilde hoogloffelijker gedagteniüe van den 1% februari) 1679, is ook Servisgeid betaald aan de relpeeuve Capiteinen en de Officieren, mitsgaders Canonniers van deCompaenien Artillerie; en bij Refolutie van den Raad van den 5 Juni) 1684 bepaald, dat de Canonniers zouden worden gewatteerd op den voet van Ruiters, bet welk is geconfirmeerd bp Refolutie van den Raad van den s November 1699, bij dewelke verder is valigeiteld , dat aan de Officieren van de Artillerie gelijk Servis zal worden veritrekt als aan die van de Régimenten te voet, zijnde voorts bij Refolutie van den 7 Maart 1702 bepaald, dar de Bombardters 'tullen gemeten gelijk Servis met de Canonniers, de Corporaals van de ï imroerheden en Handlangers, als de Corporaals van de Compagnien te voet , en de gemeene Timmerlieden en Handlangers als de gemeene Soldaaten. Bij Refolutie van den 24 Februarij 170* is verftaan, dat de Mineurs omtrent de betaaling van het Servis zullen worden getradeerd op gelijken voet als de Compagnien van de Artillerie. Bij Refolutie van den 14 Februari) 1702 is, n* dat Teeds bij Refolutie van den 19 Junij 1693 de noodige voorziening was gedaan, dat aan de nieuw geworven Zwuiers en Grifons het Servis- op behoorlijk geteekende rollen zoude worden betaald, goedgevonden, dat voor Servis van eene Compagnie Zwitfers en Grifons zeederd den tijd, dat dezelven zijn gecompofeerd geweeit en zoo lang dezelven gecompofeerd zullen weezen op den voer, waar op toen waren, zal worden goedgedaan ter maand van 3a dagen: Voor een Capitein ~—> If 3| 0 0 Een Capitein Lieutenant • %\ o o Een Onder-Lieutenant — zoo Een Vendrig met het Vendel — 2 10 o Agt Sergeanten ieder -— — o 17 o Tw aalf Corporaals ieder —— . o 15" o En voor alle de verdere Koppen in diüindebjk ieder — 0 Bij Refolutie van den 8 Meij 1706 is verftaan, dat het Servis aan de Dragonders zal worden betaald op den voer van de Ruiterije , voor zoo ver de Dragonders van paarden zijn voorzien geweeit, en dezelven geftald hebben op gehuurde itaHingen , doch voor zoo veel aangaat de gedemonteerde Dragonders en die Welker paarden gedaan hebben in 's Lands Hall.ngen , op den voet van het Voetvolk. Bij  Bii Refolutie van den z6 Julij t74% is bepaald, dat voor een SousL.euienant van de Cavallerie zal worden goedgedaan gelijk Servis als voor een Cornet. 6 Verder heeft de Raad (uitwijzens de Refolutie van den 14 februarij ,699, begrepen.dat wanneer gereformeerde Officieren gc-artedeerd blijven aan zeekere Regimenten en Compagnien en daar bij dienit doen, dezelveServisgeld behooien te trekken in de qualiteit, waar in zi, gediend hebben voor hunne reforme, en nog dienen als gereformeerde uincieren. Eindelijk na dat bij verfcheide Refolutien van de voorige eeuw was verklaard, dat men niet gewoon is eenigServis aan Officieren te betaalen, dan aan Capiteinen, Lieuienants en Vaandrigs van de Compagnien te voet en te paard, mitsgaders Ruiters en Soldaaten, en dus niet aan Ad^dZl ten, Reg.ments Quartiermeeiters, Chirurgijns, Provooiten, en diergelijke mindere Officieren , die ook op de Lijden van het Servis niet bekend zijn, zoo is de Raad op herhaalde vóórhellen daar toe door de Regeeringen van ver- tn\n\bleÓen m °idtrland en gedaan, daar van in het jaar I749 afgegaan, en heeft niet onvoegli k geoordeeld, dar de Adjudarten gehandeld wierden als de Cornets en Vaandrigs refpedivehjk en de Chirurgijns als Wagt- rf^sr-het gcen dan Daar en boven is zeederd veele jaaren, hoe zeer bij de zoo even gemelde Refolutie is begrepen, dat aan Re,, ments Quartiermeefters, die in tijd van vrede in die qualiteit b,j hec Land niet betaald worden, geen Swvisüeid htT/r te"?rden goedgedaan, aan een Quarriermeelter bij de Cavallerie en Dragonders als aan een Corner, en bii de Infanterie als aan een Vaandrig, Servisgeld betaald. Ook is in gebruik geraakt, dat aan een Piqueur bij de Cornet "e ^ Dr3g0nders Öervis Word beta4ld als aan'een ^llvX^ " T-bour'^or geen Servis- Eindelijk word voor den Prieiter in het Regiment Walen als voor een Vaandrig Servisgeld goedgedaan. Voor het overige word nog tegenwoordig, gelijk hier boven reeds is genoteerd, voor een Compagnie Cavallerie en Infanterie goedgedaan de helft van het Servisgeld, dat op den 18 November im is bepaald, uitgenomen dat voor Corporaals niet meer word geleeden dan voor een Gemeene vdaar bij gemelde ordre voor een Corporaal bij de Infanterie is gefixeerd vijfttfn huivers) en dat daar en tegen voor «ZaSolh?lteür bii de Infanterie zoo veel word gebragt en geleden als voor een Gemeene. * \'oor yh Afd. Staat van Oorlog.  yde Afd* Staat van Oorlog. ( 208 ) Voor eetl Compagnie Zwitfers of Grifons, Artillerie bedienden en Mineurs, word zoo veel goedgedaan als brj ce refpeclive Relolutien van den 14 en 24 Februarij en 7 Maart 1702 is gefixeerd, in zoo verre zelfs dat voor een Corporaal van de Timmerlieden in de Compagnien Artillerie worden geleden vijftien ituivers, waar op het Servisgeld voor de Corporaals bij de Infanterie den 18 November iS9> is gereguleerd , terwijl bij alle ook voor de Somciteur Fer Compagnie Servisgeld als voor een Gemeene word geleeden; Alleen is met opzigt tot de Compagnien Zwitfers en Grifons omtrent de Corporaals van de gemelde Refolutie van den 14 Februarij 170a afgeweeken, wordende voor dezelven tegenwoordigg een hooger Servisgeld dan voor een Gemeene goedgedaan , zoo ais omtrent alle andere Compagnien in dienit van den Staat in gebruik is. Verder hebben wij rhet opzigt tot de wijze van betaaling bevonden , dat reeds in de eerile ordre van het jaar icgc is. veritaan, dat de beraaling der Logisgelden zal worden gedaan alleenlijk voor die geenen, die opregte Soldaaten en in vaiten dienit van den Lande zijn, tocht en wagt doende en geene andere, en dat ook geene Logisgelden zullen genieten, die een maand abfent zijn* ten ware om bijzondere redenen en conüderatien. Dat naderhand bij Refolutie van den xo Junij 1Ó70 verüaan is, dat de Mariniers geen Servis zullen trekken geduurende dat te fcheep of in zee zijn. Dat volgens de bovengemelde Acle van Prins Willem de Tilde aan de Capiteinen, Officieren en Canonniers van de Compagnien Artillerie Servis zoude worden betaald voor den tijd dat dezelven in hunne Guarnifoenen pre/ent zijn. Dat bij Refolutie van den n Meij 1689 ordre is geüeld, dat de uitheemfche Troupes exad zullen worden gemonüerd ten einde op behoorlijk geteekende moniterrollen de billetteering gedaan, en het Servisgeld hoofd voor hooM betaald worde» Dat bij Refolutie van den 9 December 1702 is verüaan > dat het Servisgeld te 'sBofch niet anders zal worden betaald dan hoofd voor hoofd aan de prefente manfchap, ert dat de Hoofd-Officieren en Capiteinen gehouden zullen zijn niet alleen aan de Magiuraat, zoo wanneer die het zal requireeren, te leveren bjÜen van de iterkte van haare onderhebbende manfchap, geteekend op hunnen Fed, maar ook ter requiiitie van de MagiÜraat dezelve te Jaaten monfteren door den CommiiTaris van de monitering, waar in bii Refolutie van den 19 Februarij 1733 die verandering is gemaakt, dat in plaats van het monlteren der Militie, wanneer de MagilUaat het requireert, het Servisgeld door de  foldaaren in perfoon zal moeten worden opgehaald, en dat bovendien de Auditeur Militair aan de Magiftraat des re quireerende , ten allen tij ie /al geeven vide of extract uit deszelfs boek van de verloven der foldaaten. Eindelijk is bij Refolutie van den 20 Oflober 1749 verklaard, dat de retro-acta op het iiuk der Servisgelden zijnde nagezien niet bevonden is, dat hier te Lande aan titulaire Officieren ooit eenige Servisgelden zijn goedgedaan in hunne titulaire qualiteiten, maar alleen in die, waar in dezelve tractement zijn trekkende. Uit de voorfz ordres en gedeclareerde begrippen vo\°t nier alleen, dat geen Servisgeld behoordt te worden goedgedaan voor Otficieren, die van dienit zijn gedispehfeerd, gelijk meede niet voor Solüciteurs, als niet prefent zijnde, nocii tocht en wagt doende., maar ook dar, aan niemand in meer dan eene qualiteit Servisgeld behoordt te worden betaald. Verder remarqueeren wij , dar aan de Corners en Vaandrigs tien ituivets meer word betaald dan aan de Lieutenants, waarfchijnplijfc om dat in voorige tijden de Cornet en V aandrig zullen zijn gechargeerd geweeit met de bewaring van de Standaart en het Vaandel, gelijk af te neemen is uit de bovengemelde Refolutie van den 14 Februarij 1702, waar bij bepaald wordende het Servisgeld, dar aan de Compagnien Zwitlers en Gtitons zoude worden betaald, valtgeileld is , dat voor ent Vendrig met het Vaandel zouden worden goedgedaan twee guldens en tien Huivers, dat ondertuilchen de Cornets en Vaandrigs niet meer zijn gechargeerd met de bewaaring van den Standaart en het Vaandel , en over zulks aan dezelven , als meede aan de SousLieutenants, die op den zelfden voet als de Cornets en \aandngs worden getrakteerd, geen hoogtr Servisgeld, dan aan de Lieuienants zoude behooren te worden verilrekt. En dewijl zeederd het jaar T749 Servisgeld word goedgedaan voor een Adjudant en Chirurgijn - Major, zien wij geen reden, waarom ook het zelve voor een Piqueur, Pauker en Tambour-Major , die dadelijk tractement trekken, met zoude worden goedgedaan. Gelijk meede aan de Predikanten, die bij eenige Regimenten zijn , zoo wel Servisgeld zoude behooren te worden veritrekt, als aan den Prieüer bij het Regiment Walen gegeeven word. Daar en tegen begrijpen wij niet, waarom bij continuatie aan een Bombardier en Canonnier op den voet van de Ruuenje agtien huivers zouden worden goedgedaan, dewijl aan een ruiter meer word betaald dan aan een foldaat, om dat hij van een paaid voorzien is, het geen bij deAruJierUten geen plaats heeft. C c Mg 3de Afd. Staat van Oorlog.  %de Afd. Staat van Oorlog. ( HO ) Als meede dat aan een corporaal van de Timmerlieden meer zoude worden goedgedaan dan aan een Timmerman, daar zeederd lange bij alle andere Corpfen voor een Corporaal niet meer dan voor een Gemeene word gerekend. Wij zouden daarom beter oordeelen , dat aan een Bombardier wierde toegekend zoo veel als aan een Sergeant bij de Infanterie, en aan een Canonnier en Corporaal van de Timmerlieden niet meer dan aan een Soldaat. Wijders zouden wij van gedachten zijn, dat geen Servisgeld behoort te worden betaald voor Officieren van den dienit gedispenfeerd, noch ook in eene andere qualiteit dan in welke traftement genooten word , dat niemand in meer dan eene qualiteit Servisgeld behoort te trekken , en aan Sous-Lieutenants, Cornets en Vaandrigs geen hoogerServisgeld betaald te wor en, dan aan een Lieutenant; en eindelijk dat aan Solliciteurs geen Servisgeld zal worden voldaan. Wat nu belangt het quantum voor Logisgeld goed te doen, zoo zijn wij in den beginne wel geweeft in het begrip, dat daar omtrent onder voorfchreeven geringe veranderingen , zoude kunnen gevolgd worden de voet tot dus ver geobferveerd; doch wanneer wij vervolgens hebben bereekend, hoe veel als dan zoude bedraagen de poll daar voor op den Staat van Oorlog uit te trekken, zoo hebben wij bevonden, dat dezelve eene aanmerkelijke verhooging van voorfz Staat zoude moeten uitleveren, en zijn daarom bedagt geweeit, op welke wijze daar aan zoude kunnen worden te gemoet gekomen, waar toe vervolgens in overweeging is genomen, of de voorfz voet niet zoude kunnen verminderd worden met een derde, ten opzichte van de Nationaaie Duitfche en YVaHche Infanterie, voorzoo verre namelijk betreft de Servisgelden voor die Officieren en Gemeenen, welker foldijen ingevolge het Plan tot verbetering van de Armée voordraagen, zullen verhoogd worden, daar onder dus niet begreepen het Servisgeld voor de Capiteins en Sergeanten, dewijl dezelven geen verhooging van foidije zullen genieten. Het geen ons zoo aanneemelijk is voorgekomen , dat wij ons bepaald hebben , om zulks aan U Hoog Mogende voor te flaan, en zijn derhalven van gedachten, dat in de declaratie van betaalde Servisgelden zal worden goedgedaan voor een Compagnie Infanterie zoo Grenadiers als Musquettiers: ten 32 dagen. , .ten 4x dagen. Aan een Capitein ƒ,3 o o ƒ3 18,9 Aan een Capitein Comman i dant, daar 'er een gevon- den word ——• — 2.1 o o i 12 6 Aan een Lieutenant —— 1 6 8 1 15 © Sous-Lieutenant — 168 1)150 Vaandrig -— 168 1 1 15 o ~— *— Sergeant \ o 17 o| i\ z 3 Aan  ten 31 dagen. tén 42 dagen. %clè Afè. Aan een Capitein des Armes ƒ o 11 I 4 ƒ 0 j 14 I 10: . - Tambour o 8 o o j 10 ö* van OofMi En aan een Corporaal of Gre j nadier of Musquetier, ~ 0 8J o | 01 101 6 En dat voor her overige voor de Cavallerie, Dragonders en verdere Troupes het Servibgeld zal worden betaald op de volgende wijze: r ten 32 dagen, ten 42 dagen. Ten behoeven van een Rit- meetter of Capitein — ƒ 3 8 o ƒ493 Van een Lieutenant —— 280 330 ■ ■ — Cornet of Vaandrig 280 330 -— — Wagtmeeiler . 100 1 ó 3 ■ 1 rompetierofTam- bour ™ —. 0180 137 Ln van een Corporaal of gemeene Ruiter of Dra gonder . o 18 o i| 3 7 Voor een Compagnie Zwitfers en Grifons. ten 32 dagen. ten 42 dagen.' iTen behoeven van een Ca- / 1 j 1 VPkdV r~. f 3 0 0 f 3 M 9 V an een Capitein Lieutenant- 2 ol o 2 12 J 6 * Lieutenant x\ o'i o 1 2 12 { 5 — — Sous-Lieutenant - 200} 2 u 6 \aandrig / 200 2, iz 6 " Sergeant . o'i7 o 1 a' 3 Trabant o 12 I o 01 15- 9 Chirurgijn . o 12 i o o is 9 * Secretaris 0x20/ o iS 9 Tambour o 12I o o 15 9 ~ — Povooit of Pijper — o iz o 0 15 9 Ln een Corporaal of Gemeene ojixj oi 1 o {15 J 0 Voor een Compagnie Artillerieën. ten 32 dagen. tert 42 dagen. Ten behoeven van een Ca- I pitein f 3 0 D ƒ 3 l8 9 Van e-m Capitein Lieutenant ■ a o- o z n 6 Mr. Vuurwerker — | zoo z\iz 6 • Onder-Lieutenant— 200 2 12 5 < Bombardler — 0170 123 -Canonnier _ o 12 o o 15 9 Corporaal van de Timmerlieden — o iz o 0 if o En van een Timmerman — oiz 0 } 015 9 G e 2 Voor  3de Afd. Staat van Oorlog. * I a c c 1 f c ƒ v n € T t r d 8 c V d r C d v c ( h j c d d r 2 f" 212 ) Voor een Compagnie Mineurs en Sappeurs. len 32 dagen. I ren 41 dagen. ren behoeven van een Capitein ^ - -— ƒ3 o o, . ƒ 3 18 9 /an een Capitein Lieutenant- 200] z n 6 ■— — Onder Lieutenant— 200 2 1 12 0' ■— — Sergeant ■—- « 017 0 12 3 — — Tambour o 12 o o tij 9 L.n van een Corporaal of Gemeene —— r—. o it o o ij 9 Dat voor een Adjudant bij de Cavallerie en Dragonders !s voor een Cornet, en bij de Infanterie, de Zwitsers daar nder begreepen, als voor een Vaandrig Servisgeld zal woren goedgedaan, indien naamelijk een acte van Officier lebben, en anderzints als voor een W agt meetter of Se reanf. Vpor een Chirurgijn. Major bij de Cavallerie en Dragoners'als voor een Wagtmeefler, en bij de Infanterie de Zw;rsrs als boven diar onder begreepen, als voor een Sergeant. Voor een Piqueur als voor een Cornet, indien ee/;e acte an Officier heeft, en anderzints als voor een YVagcleefter. Voor een Pauker bij ieder Regiment Cavallerie, en een rambour-Major bij ieder Regiment Dragonders als voor en Wagtmeefler. Voor _een Tambour-Major bij ieder Regiment Infanteie, de 7,witfers daar onder meede begreepen, als voor een ergeant. En voor een Predikant of Priefter bij de Regimenten, die 'er van voorzien zijn als voor een Vaandrig. Aanbelmgende de wijze op welke het Logisgeld zal woren betaald, zoo komt het ons buiten bedenken voor, dat een Servis behoort te worden betaald aan Officieren, n Gemeenen, die in barakken of andere publicque gebouwen zullen zijn gelogeerd, en dat ingeval de paarden van e Cavallerie of Dragonders buiten koffen van de Officieen en Gemeenen worden geftalt, aan de Officieren, Onderofficieren en Gemeenen geen hooger Servisgeld zal woren betaald, dan aan die van de Infanterie op den voet an het jaar 165-0 tot hier toe betaald is, — ook zoude olgens de aangehaalde Refolutie van den Raad geen ervisgeld behooren te worden goedgedaan, dan aan de )fficieren, Onder-Officieren en Gemeenen, die daadelijkia et Guarnifoen praefent zijn hoofd voor hoold. Doch dewijl wij geinformeerd zijn, dat die Refolutien lilt niet overaj zijn gevolgd, en dus het introduceeren van ien voet aan veeJe rooeieh'jkheeden en omtlag zoude onerheevig zijn, zoo komt het ons verkieslijker voor, dat e betaaling voordaan gefchiede van zes lot zes weekeo aar het getal van Maniehappen, die op dien tijd pradert ulkn weezen, en dat ten dien einde niet alleen zoo dm eetiig  ( ai3 ) eenig Regiment, Esquadron, Battaillon, of Compagnie in een plaats aal zijn aangekomen aan de MagÜtraat of aan den geenen, die door dezelve met het werk der inquartier.ng of betaaling der Servisgelden zoude mogen zijn ge. chargeerd , maar vervolgens ook alle zes weeken zullen moeten overgeleeverd worden pertinente Lijlten van het eSeciiive getal Manfchappen, die ingemarchcerd zullen zijn óf zich bij het formeeren van de zes weekelijkfche Lijften in het Guarnizoen pra?fent zullen bevinden, volgens het model hier agter gevoegd, tfub Litt. O. ten einde de betaaling over de atgeloopen zes weeken naar de vooiiz Lij 11 zoude kunnen gedaan worden. Eindetijk dat de reekeningen van betaalde Servisgelden voordaan zoodaanig zullen moeten worden ingerigt, dat uit dezelven zal kunnen worden gezien, of en in hoe ver dë voorfz ordres naagekomen worden, en dat ten dien einde nevens dezelven zullen moeten worden gevoegd de noodige befcheiden, waar uit in het bijzonder zal moeten blijken, dat de fommen in uitgaaf gebragt, daadelijk en zonder eenige kortiüg betaald zijn, zoo als zijn uitgetrokken. Met dien vetftande nogthands, dat ten behoeven van de Steden of van de Servistneetters eenige korting zal mogen gedaan worden, in dier voege, dat men zal kunnen voldaan met te betaalen voor een Compagnie Cavallerie eri Dragonders; I ten 32 d3gen. I I ten 42 dagen. Ten behoeven van een Rit- j li 11 mee/Ier of Capitein —\f 3) of 0,1/ 3 / '3 9 Van een Lieutenant: *— 2, ' 2 • o l z 15 z — — Cornetof Vaandrig- 220 215-2 — — Wagtmeefler — 0 18 | o I 1 3 iö — — Trompetter ofTam- bour —— o is o 019 8 En van een Corporaal of gemeene Ruiter of Dragonder —- o 15 o 0(19 8 Voor een Compagnie Infanterie zoo Grenadiers als Musquetiers. ten 32 dagen. ten 42 dagen; Ten behoeven van een Capi- rein —— ƒ213 o f3 9 9 Van een Capitein Commandant, daar 'er een gevonden word -— 1 15 0 2 5- n Van een Lieutenant —— 134 ï 10 6 — — Sous-Lieutenant — 134 1 io\ 6 — — Vaandrig ~— 1 3 4 1 10 Ö — —Sergeant . o 15 oj, 0 j 19 8 C c 3 Van' 3 3de MT Staat van. Oorlog: \  $dê Afd. Staat van Oorlog. ten 32 dagen. ten 41 dagen* Van een Tambour — ƒ oj 6| 8 0 j 8 I 8 Kn van een Corporaal of . ■ Grenadier en Musquetier - o j 6 j 8 j o j ó | ö Van een Compagnie Zwitfers en Grifons. ten 3 2 dagen. ten 42 dagen, ten hehoeven van een Ca pitein — — / 1 '3 o / 3 9 9 Van een Capitein Lieutenant- 1 15- o 2 5 11 — — Lieutenant i i$ o 2 f ir — — Sous-Lieutenant — 1 i> o 2511 — — Vaandrig —- 1 tf o a 5* «J — — Sergeant ~—— o r? o o 19 8 — — Trabant — o io o o 13 * — Chirurgijn ^ o 10 o o 13 2- ■— .— Secretaris o 10 o o ijl * -— — Tambour —— o 10 j o o 13 * _ _ Provoolt of Pijper — o / 10 j o J o 13 x — — Corporaal of van een li 11 Gemeene — — o { 10 ( o|| o 13 2 Voor een Compagnie ArtlueriiAen. ten 32 dagen. 1 ten 42 dagen. Van een Capitein —- ƒ 2 13 o ƒ399 — Capitein Lieutenant- 1 15 o' 2 5- ir —Mr. Vuurwerker— 1 ij o 2 5 n -- — Onder-Lieutenant - 1 15 o 2 5 it te* —Bombardier ——- o 15- o o 191 8 <— — Canonnier I o I ro o 013/2 te- — Corpöraai van de Timmerlieden —— o 10 o o 13 2 En van een Timmerman — [ o 10 o \ \ 0} 13 | * Voor een Compagnie Mineurs en Sappeurs, ten 32 dagen. ten 42 dagen. Ten behoeven van een Ca \ pitein ƒ * *3 01 f 3 9 9 Van een Capitein Lieutenant- 1 15 o i| J u Ortder-Lieutenant — 1x5-0 % 5 tt - -Sergeant -— o 15- o o 19 8 Tambour o 10 o o 13 * En van een Corporaal of I Gemeene — -— o | 10 o o | 1} \ * Bij aldien echter in fommige Steden Barakken mogten gevonden en ten koffen van dezelven onderhouden, mitsgaders van behoorlijke Eöurnitures vóórzien worden, zoo ïoude het Logisgeld, voor zoo veel betreft de Manfchappen, die in dezelven gelogeerd worden, aan de Magiftraaren r die'  dier Stede» goedgeaaan, en in die plaatfen daar de Barakken door de Provinciën of de Generaliteit zijn geboawd en onderhouden worden, door dezelven geprofiteerd behoo ren te worden om te ftrekken tot een* Fonds, waar uit oude Barakken vernieuwd, en nieuwe, wanneer men het noodig mogt oordeelen, aangebouwd zouden kunnen worden. De Poüen, voorkomende onder het Capittel bekend onder den naam van andere onkofhn van den Oorlog, verdienen elk op haar zelve behandeld te worden. Wij beginnen in naarvolging van den Raad van State in de Petit.e voor het jaar t7fS$ met de poft van ScheepsvraZ. ten tot vervoering van het Krijgsvolk, mitsgaders van aL munitiën buiten de «Provinciën, welke ter repartitie van Gelderland, Oyeriiilel en Stad en Lande met andere poften is vermengd, maar op Utrecht en Drenthe niet gevonden Dezelve komt reeds voor op den Staat van Oorlog van ^t jaar im, onder de enkele benaaming van ScheeZ ZTtZ V reRrtitie T H°]land' 0f ^ScheepsvraZen Z / V'rVA0erT Zm laaten ende andere ter repartitie van Zeeland, doch word op Utrecht in het geheel met\ en op Vriesland en Groningen onder meer andere poiten genoemd, zijnde de Quartieren van Gelderland en de P o vincie van Ovenj/fel des tijds nog niet belaft met een eeniden Oorlog generaal Capitrei van a^ere onkoften van v*iïi° wCnn,hStaat7an heïu'aar fW is 2e ^br^t op gelijke ui/ze, doch op die van het jaar re98 ter repartirie van Ho]hnd onder de benaming van Scbeepsvragten voor ordiua* ris vervoermg van het Krijgsvolk buiten 'de 'Provincie van Holland, en van Scheepsvragten van vervoeringe van SoU daaten en andere buitln de Provincie van Zeeland ter repartitie van Zeeland. Welk het gebruik van deeze poft in de oudfte tijden geweeft zij, kan bij gebrek van Regifters met worden bepaald; de woorden zelve, fchijnen te kennen te geeven , dat daar uit moeiten gevonden worden koften vallende op het tranfport der Militie, die in eene der Provinciën guarnifoen gehouden hebbende naar elders wierd vervoerd. Zoo men echter mag giften uit eene aanreekening die op de Staaten van Oorlog over icqc en 1507 (zoo als die bij de Generaliteits Reekenkamer heruiten) naait deeze poit op Zeeland gevonden word, en van deezen inhoud was, te letten, of niet behooren betaald te wor. den uit de Convoijen, btfehouwde men ook deeze kotten des tijds als een lalt, die geheel door de Admiraliteiten behoorden gedraagen te worden; want „alle andere Tran„ iporten (gelijk de Raad zich uitdrukt in de generaale Petitie voor ijSS) fchijnen oudtijds geweeft te zijn ten „Jatte-van de Collegien ter Admiraliteit-, als zijnde de „ Convoijmeeikis, zeedert Ontlangers van de Convoijen en „ Li* 3de Jfd. Slaat van Oorlog* Veertiende Capittel. Andere onkoften van den Oorlog, Scheeps* v ragt en.  fé Afd. Staat van Oorlog. „ ingekoomen den n rebruanj 1070, en dat van den lv>aa van ( ill ) „ Licenten genoemd, bij U Hoog Mogende Refolutie van " 30 Augultus 1597 geauthorifeerd in voorvallende zaa' ken, den dienit van de Generaliteit aangaande, de noodige' Scheepen en Lijncaarden te huuren en ie beitel'en, ende Penningen uit haaren ontfang te betaalen. Inge„ volge van deeze Refoluiie heeft de Raad meemgvuidige Ordonnantiën op de refpective Convoijmeelters, tot be„ taaling van allerlei Scheepsvragten, voormaals gedepecheerd, en U Hoog Mogende hebben bij diverfe Relolutien de Collegien ter Admiraliteit, die zich van tijd tot tijd daar teegens oppöfeerden, aangefchreeven, dat zij ' de contrarie orders bij baar aan de Ontfangers der Convoijen en Licenten gegeeven, zouden intrekken; doch „' als wanneer in het einde van het jaar 1677 door de Hee*„ ren Gedeputeerden van Gelderland klagten aan U Hoog " Mogende wierden gedaan, dat den Ontfanger der Con" voijen en Licenien te Zutphen, weigerde te betaalen de „fchippers, die hij zelfs 'gepreit had om een Regiment „ volgens ordre van Zijne Hoogheid ie traniporteeren van „ Zuiphen naar de Koterfchans, hebben U Hoog Mogende „ op den zó Januanj 1678 genoomen eene Relolutie, waar ,', bij in het generaal is verltaan: Eerfielijk dat de onkos" ten tot bet voeren van 's Lands Militie naar het Leger " of Rendez-vous, en van daar terug naar haare Guarni" foenen gevonden moeten worden uit de penningen tot de Leoerlallen gedetoneerd: ten anderen, dat de onkos. ten wi het brengen van 's Lands Mditie naar de Vloot '1 of op de Oorlogicheepen betaald moeten worden, bij de r, Collegien ter Admiraliteit, mits daar tegen genietende ,] de quote van de Landfchap Drenthe in de Equipagien: „ ten derden dat de kolten van hei verleggen van eenige Militie in de Provincie, daar die Guarnifoen houdt, „ moeten worden gefupponeerd bij de Heeren Staaten van dezelve Provincie tn gevonden uit de poft, dien aan'', Paande t'haaren lallen op den Staat van Oorlog gebragt, „ en Uatfteltjk dat de koffen tot het brengen van eenige Militie uit Gelderland, Utrecht en Överijflel in eenige ,', Provinciën, of ook in het reilort van de Generaliteit, „ om aldaar Guarnifoen te gaan houden, moeten worden „ betaald bij de Collegien ter Admiraliteit, en betaald op „ Ordonnantie van den Raad van State door den Ontfan„ ger van de Convoijen en Licenten in het diitrift, waar „ in de fcheepen, karren of waagens worden gepreit. Dan „ met relatie tot de onkotten van de Tranfporten uit het „ re (fort van de Generaliteit in eenige van de Trovmcien, ,, of ook tn het reffort van de Generaliteit van de eene plaats „ op de andere hebben U Hoog Mogende den Raad van Siate, en de gemelde Collegien verzogt de retroacf a „ ter materie applicabel - ten allerfpoedigften naa te zien, „ en aan U Hoog Mogende te laaien toekomen, met bij„ voeging van haare confideratien en advis. Het berigt van „' het Coiiegie ter Admiraliteit in Zeeland, doch zonder „ retroacfa , is ter Vergadering van U Hoog Mogende  >, van State met bijvoeging van verfcheide retroacla den 3 „ Maart daar aan volgende. Die van de andere Collegien », word niet bevonden, dat ingekoomen zijn. ü Hoog Mog. „ hebben de twee ingekoomene gemaakt commihViaal, doch ' „ de finaale afdoening van de twee gereferveerde gevallen, „ is niet gevolgd, en het is meer dan lijd, dat die ant.ee„ keiheid en de diffèrcnten, die over het hmploi van de », Poit op den Staat van Oorlog vallen kunnen, eindelijk „ worden weggenoomen, op dat de Schippers, die tot zul„ ke Tranfporten gepreit worden , n et' moogen worden „ geweezen van het een Comptoir naar het ander om be,, taaling te krijgen, het welk die menfcheri met reeden „ baioong maakt." Bij dit gezegde, van den Raad van State, het welk wij gemeend hebben, even als dat over de Appoinclés en Logisgelden in zijn geheel te moeten plaatzen, om U Hoog Mogende te beneemen dc moeite van niet telkens te moeten inzien eene Petitie, waar bij de gebreeken van deeze en andere Poften van den Sraat van Oorlog te wel zijn voorgedraagen, dan dat men daar in iets zoude kunnen verbeeteren, kan men nog voegen, dat bij Uwer Hoog Mog. aangehadde Relolutie van 16 Januarij 1Ó78 al mede niet was bepaald, op wat voet zouden worden gevonden de koften van Tranfport van Militie uit de Provincie van Holland, Zeeland, Vriesland en Stad en Lande, in eenige Provincie of in het refiort van de Generaliteit, hoe zeer de Convoijen en Licenten in die Provinciën, en in het refforc van de Generaliteit van geen anderen aart zijn, als die in de overige Provinciën en de Scheepsvragten, in zaaken de Generaliteit aangaande, in de eene Provincie geene meerdere rehüe hebben tot de Convoijen en Licèntèn dun in de anderen; waar uit fchijnt te volgen, dat gelleld zijnde, dat de Scheepsvragten in de Provinciën Gelderland, Uirechr en Överijflel uit de Convoijen en Licenten betaald moeten worden, dezelve alemme daar uit zouden moeten worden gevonden; terwijl onder de meenigte var, Refolutien, die U Hoog Mogende voor de gemelde Refolutie van 1678 van tijd tot tijd op dit ftuk genoomen hebben, geene is, die de betaaling der Scheepsvragten uit de Convoijen en Licenten bepaald binnen de voorichreeven diie Provinciën, geene die aanleiding geeft om te denken , dat U Hoog Mogende het minHe onderfcheid van Provinciën of Plaatzen gemaakt hebben, en in teegendeel verfcheide Refolutien fpreeken van gevallen , dewelke tot de drie voornoemde Provinciën niet getrokken kunnen worden. Offchoon nu bij de aangehaalde Refolutie de drie voornoemde gevallen ongedecideerd waren gebleeven, zoo heeft nogthands de. praclijtjb met opzigt tot dezelven ingevoerd, dat de koften van het tranfponeeren der troupes uit hec rellort van de Generaliteit naa de Provinciën zijn betaald uit de Convoijen en Licenten. — Die van het tranfponeeren der Troupes van de eene plaats naa de andere in her d voorfz $efe dfeh Staat mn Oorlog*  $de Afd. Staat van Oorlog ( 2l3 ) voorfz relTort uit de Inkomlten van de Generaliteit, — er» dat de koiien, van het tranfport van de Militie uit de Provinciën van Holland, Zeeland, Vriesland en Stad en . Lande doorgaans zijn gevonden uit de poit van Scheepsvragten op den Staat van Oorlog üaande, alhoewel zeedert dertig of veertig jaaren weinige van de eeritgenoemde tranfportkoiten op de Convoijen en Licenten, door den Raad van State zijn geaiügneerd, uit hoofde van de difficulteiten daar teegens door de Collegien ter Admiraliteit van tijd tot tijd gemaakt, terwijl dc Provincie van Holland zich wel heeft wilien belatten, met de betaaling der fchippers tn haare Provincie te. huis hoorende, om het even of door hun Troupes uit Holland of uit eeue andere Provincie naar elders waren getransporteerd. Dan zulks heeft ten gevolge gehad, dat de andere Provinciën weinig Scheepsvragten hebben betaald, en dat de Provincie van Holland doorgaans het beloop van de poit op haare Repartitie ilaande verte is te booven gegaan, het geen in het vervolg, nu de Staat van Oorlog van alle poiten, die door de Provinciën niet worden betaald, gezuiverd word, van de Provincie van Hoiiand niet meer zal zijn te vergen. Wij zouden daarom van gedachten zijn, dat de Refolutie van i6 Jsnuarij róySweederom behoorde gevolgd, dochde Collegien ter Admiraliteit voordaan geeximeerd te worden van de betaaüng der Scheepsvragten, van weegens de vermindering der Inkomilen, en de vermeerdering van delasten der Collegien , zullende de betaalingen bevoorens gedaan uit de Convoijen en Licenten in het vervolg kunnen gevonden worden uit de poit daar voor op den Staat van Oorlog te brengen, wanneer dezelve zoo uit dien hoofde, als uit aanmerking van de groote uitgaven daar op zeedert de laatite rien jaaren gedaan, volgens de Lijlien daar van door de Gedeputeerdens der refpeciive Provinciën aan ons geproduceerd tot een fom van dertig duizend guldens 's jaars verhoogd, en niet meer vermengd dienen te worden met andere pollen, zoo als teegenwoordig rer repartitie van Gelderland, Överijflel en Stad en Lande plaats heeft, maar alleen verftrekken voor Scherps- en JFagenvragten tot vervoering van Krijgsvolk en Ammunitie u van Oorlog. Eindelijk, dat de Heeren Staaten van Utrecht ('welke Provincie fuftineert in de pofte ilie te zijn, van niet alleen alle de koften voor Scheepsvragten , maar ook die van "Wagens en Karren met al wat daar toe relatie heeft, uit de Convoijen en Licenten aldaar vallende, direcï te doen betaalen, en zulks zoo wel voor de Troupes, die door dezelve pafTeeren, als van die geenen, die uit de voorfchreeve Provincie na elders worden vervoerd , hoe zeer alleen de laatite, volgens de Refolutie van z6 Januanj 1678, op Ordonnantiën van den Raad van Suue uit de Convoijen en Licenten zouden betaald, en de Karren en W a&ens volgens  • ( li O ) gens het Marfch Reglement door de Ingezeetenen bezorgd, motten worden) door U Hoog Mogende behooren te worden verzogt, om daar uit geene verdere betaalingen wegens Scheeps- of Wagenvragten te laaien doen, aangezien 1 'er geen reden is uittcdenken, waarom gemelde Provincie boven haare meede Bondgenooten een diergelijk genot van de voorfchreeven Inkomlten zoude trekken. De poit van Vacatiën en Re'tskoften van de Officieren, ten dienfie van de Genetaliteit uitrazende, is ter repartitie van Gelderland, Utrecht, Överijflel, Stad en Lande en Dren- 1 ihe vermengd met de voorgaande, doch op Holland, Zee- t land en Vriesland worden dezelven afzonderlijk gebragt. e Reeds hekend op den Staat van Oorlog voor het jaar 1^9? heeft dezelve, zoo verre men zulks uit de Acte Boeken ter Thefaurie van den Raad van State beruitende, heeft kunnen ontdekken van ouds gediend, om daar uit onder anderen te betaalen de Rehkolien der Commiflariflen van de Monllering, de Traéiementen en Reiskoiten van den Fiscaal en Secretaris van 's Lands Vloot, en deszelfs Clercq -en; en in Jaater tijd tot betaaling van de AuditeursMiiitair voor h r monÜeren van Troupes, fpeciaal de Zwitlers, van Officieren geëmplóieerd tot het infpecteeren der Guarnifoenen, van de Vacarien, Reiskoiten en Schrijfloonen van den Chef van de Artillerie, en van zoodaanigé verdere Officieren, als van tijd tot lijd Commiflien m s Lands dienit waarneemcn; en zal daar toe bij continuatie moeten dienen. Echter is. de fom, welke daar voor tol h er toe op den Staat van Oorlog geitaan heeft veel te gi oot ,als bedragende tev repartitie van Holland f 26099-2 o, van Zeeland f zi3o %%- o, en van Vriesland f 1620-0- os dus te zaamen f 29^9- i4- o, om niet te iprceken van het aandeel van de overige Provinciën, eh het Landfchap Drenthe:, hei geen op derzelver repartitie met andere posten is vermengd, en waar uit even als uit de poit op Zeela. d en Vfiesland zeederi veele jaaren, zeer weinige of genoegzaarh geene Actes door den Raad van State zijn geil <->uen, of betaaling gedaan, (waarom dan ook door den Ka van State in het jaar 1717, en Uwer Hoog Mogende Gedeputeerdens in het jaar iyxt het aflaaten of roijeeren van de *e poit op die beide Provinciën , aan Ü Hoog Mogende is aangeraaden) hebbende de Provincie van Holland bijna alle de Keiskotten en Vacatiën van de Officieren in dienit van de Generaliteit gebruikt, geduurende de laatite jaaren betaald. Dan ook deeze betaalingen door de laatilgenoemde Provincie gvdaan , bedraagen veel minder dan de fom op haare repauitie gebragt. Waarfchijneüjk zou deeze poft, wanneer zé conform hef advis van den Kaad van State, vervat bij haare Miftive van %S Ma^rt 1717 aan de Extraordinaris Vergadering gefchreeven, wiefd verminderd op tien duizend guldens 's jaars, D d 2 toe^ 3de Afd. Staat mn Oorlog. Vacatiën n Reïskos-, en van Offi* teren,  SÏÏ? Afd. Staat van Oorlog. Koften van Militaire Auditie. ( «O ) . . Toereikende zijn voor de eindens, waar fee dezelve eigentlyk is gefchikt, en wij vermeenen derhalven, daVvoor déei 7.e Rèis&èn en Vacatiën vin Officieren ten aierjle van d-n Lande uitreizen de op den nieuw te formee.en Extraordinaris Staat van Oorlog, niet meer behoort gebragt re worden, dan de gemelde fom van tien duizend guidens 's jaars. Onder de poli van Scheeps- en Wagenvragten ter repartitie van Gelderland zijn al verder begreepen dé keffen en mifen van de Militaire JuPiitte, ter repmttue van Holland vermengd onder de poit van dagelijks voorva^nde zaaken; wordende echter boven dien op de gemelde Provincie nocr' gevonden een afzonderlijke pott voor mije* van Militaire juftitie jj vallende tn de Fronttere;: van s Ht*~ Wenborch, Graave en haare omleggende Forten tn BrabtndY' het is uit hoofde van deeze vermenging van de eene poit met de andere bijna onmogelijk eene jmüe cataLw te" maaken op het beloop van deeze kollen. K nde men zich vleijen, dat door de Provinciën op deeze poit geene andere betaalingen waren gedaan, dan op Aftes van verzoek door den Raad van State gedepecheerd, de zaak was raS gevonden, want men behoefde dan u;t de Acte 'Boeken ter Thefaurie bewaard wordende alleen te extraheren, hoe veel wegens kotten van Militaire julhue-geduurende de laatiten tien of twintig jaaren was geilngen-, om daar uit het beloop van een ordinair jaar te vinden, dan daar de Provinciën naar alle waarfchijnlijkhcd ooi; zonder Acïes van verzoek op deeze poit zullen< betaald hebben, en dus meerder dan bij den Raad van State bekend is, zoo zoude men door de Regifters van den kaa l te volgen, de fom daar voor op dei) Staat van Oorlog te itellen, ligtelijk al te laag kunnen neemen, het welk den Raid te meer zoude embaraifeeren, dewijl uir dee.ee poit voordaan meede zuilen moeren gevonden worden de kosten weegens de geconfineerde Deferteurs, die op zich zelfs gecalculeerd worden op een fom van f 8, a fioooo o- c 'sjaars, en tot het jaar 1786 ingeflooten betaald zijn uit de poll voormaals geltaan hebbende op den Staat van Oorlog voor den geweezen hoogen Krijgsraad, doch nna dien tijd bij Acte van verzoek op de poit van Militaire Juihtie, over alle de Provinciën zoo veel moogelijk naar de jüifTe quotes zijn verdeeld. Nietteegenftaande deeze onzeekerheid vertrouwen wij echter, dat een lom van zeitien duizend guldens, 's jaars genoegzaam zal zijn, tot hoeding van alle de kofien en miJen der Militaire Juftitie in het vervolg te betaalen, zoo in het reïfbfc vari de Generaliteit als binnen de Provinciën, over welke lom in allen gevalle even als over andere poiten zal moeten geliquideert worden, zoo dat de Bondgenooten cok met het excedent deezer calculatie (bij aldien dezelve teegen verwagting te hoog mogt gefield zijn; boven de eÖéöive uitgiften niet zullen werden bezwaard. Dc  ( om te dienen gelijk bet Opfchrift fchijnt ?amte duiden, tot betaaling van alle vooda.-nige zaaien, we lke fot geen; bepaalde. r-ollen. kouoYn gebragt of daar onder begreepen, en evenwel van Generaliteits wéegen moeiten betaald:' worden; op alle de Provinciën is deeze poit met anderei gemêleerd, waar door wij buiten Haat zi'n, om, aan U Hoog Mogende op re geeven het geen daar uit in vroeger tjjd is betaald; alleenlijk kan men zeggen, dat uit/dezelve, voor zoo verre betreft die welke op Holland geblaatjl j&, zijn gevonden de kuiten van bet Magazijn alhier in'den Hage, en verfcheide necefiiteuen van U Hoog Mogende, mitsgaders her keveren van flambouwen en Kaai hen, alles ingevolge des Kaads Refolutie van den 10 December i6co, op. verzoek van Heeren Gecommitteerde (Randen van Holland genoomen, en dewijl de laatitgenoemde bij continuatie uit deeze poit behooren betaald re worden, en men niet kan ontkennen, dat 'er zaaken kunnen voorkomen, voor welke .geene. ip-rciaale poli op den. Sta *t van Oorlog geitelt is, zoo fpreekt het van zelfs, dat' ook on'deio nieuw te formeeren Staat eene diergelijke poft .zal dienen gebrarf te worden, edoch niet vermeng i, zoo als voorheen i^et anddre poiten, maar afzonderlijk onder de henaammg van alle andere voorvu l-nde zaaken btdagt of onbeHagt • biet voorm met geboe r d, tot ecu lom vaa. vijf en wjiptig dutzer.ijl guldens 'sjaars. De vier opgenoemde pollen , te vveeten: de boften van Mil/taire , Juf/rtie , de AetsJtofiin ek Vacatten, 4e Scheefs- en f{'a^e,.vrarjt;i tot vervoering van fCroo 0 o alle op Holland ftaande. J Voor Reiskoften en Vacatiën van' Officieen ten dienfte van de Generaliteit uit. renende —*— Voor Scheepsvragten tot ordinaris vervoering van het Krijgsvolk buiten de Pro- . &. » ——-- 3 774 O vincie — Voor Boode-loonen, mifen van militaire luilitie, verdagte en onverdagte zaaken - 3600 o o Op Zeeland ltaande. Voor Boode-loonen, Reiskoften, fecreete dienften, koften van militaire Juftitie, en andere voorvallende zaaken — *<3°9 j 18 o Op Utrecht ftaande. Voor Vacatiën en Reiskoften van Officieren ten dienfte van den Lande «jmrei- ^ fende - Voor Scheeps- en Wagenvragten tot orV°diLr]S vervoering van hei Krijgsvolk bujten de Provincie en anderzints —- o o Voor Spie- en Boode-loonen en kollen van 1 1 militaire Juftitie, verdagte en onverdagte zaaken van Oorlog ^ooo 0 o Op Viiesland ftaande. Voor Scheeps- en Wagenvragten, voorziening van Turf en Kaarilen in deFron- ^ tieren 0 0 Voor Vacatiën en onkoften voor de milt taire Juftitie, fecreete dienften, verdagte en onverdagte zaaken —— 1000 * o Op Overijftel ftaande. Voor vervoering van Soldaaten en diergelijke Vacatiën en Reiskoften, raakende des Generaliteits fecreete dienften ,imh- taire Juftitie en anderzints 7 ticuhere Provinciën in Generaliteits dienft gebruikt, hoedanige nimmer uit deeze poft zijn betaald, en waar voorin vroeger tijd twee afzonderlijke poften, nu reeds voor fange gehgr, op den Staat van Oorlog gevonden wierden ie weeten een van duizend ter maand, of twaalf duizend guldens in het jaar voor Booden en Poften, gelijk op de Staaten van Oorlog over x59U en volgende tot 1621, of voor Boode-loonen van de Booden van Holland, gebruikt wordende in des Generaliteits zaaken, zoo als op de Staaten van Oorlog over 1650 tot 165y, na welk jaar deeze poft nier meer voorkomt, en een andere van dertig duizend guldens 'sjaars voor de Reis-lóonea van des Grnerahteits Booden, aftereer ft gebragt op den Staat van het jaar Ï653, onder deeze benaaming : Booden-loonen van de Tosten , en de Booden ten dienfte van de Generaliteit uitgezonden, die uit des Generaliteits Comptoiren niet langer kunnen gevonden worden, te ba aaien op Mie van den Raad van State. Dan ook deeze poü is met het jaar 1655 van den Staat van Oorlog geiaaten, ingevolge des Raads Refolutie vari den x7 December 165-5-, waar bi) verfcheide notabele posten, en daar onder ook deeze, voor reekening van de Generaliteit genomen wierden, om zoo doende de Provinciën te verhgteo , zijnde de Financien van de Generaliteit als toen m eenen veer goeden ftaat, gelijk uit de aangehaalde Relolutie kan blijken. Naar aüe waarfchijneiijkheid word door de Spie-en Boodelooren, en lecreete dienden, welke Jaatfte echter onderfcheid tt» zijn van de poft voor fecreete Correspondentie op' fionand, waar «ver hier na afzonderlijk zal gehandeldworden^ 3de Afk. Staat van Oorlog. Spie- en Boode - loè' ten.  qde Afd. Staaft van Oorlog, Turf en Kaarjfen h de Fronth ren op Over ijffel. den, een en dezelfde poft bedoeld, immers dezelven ztjn op de meeite Provinciën reeds van ouds in een poit begreepen , en hebben tot het zelfde einde gediend, dat is om daar uit aan de Gouverneurs en commandeerende Officieren van de Frontier Steden te rembourfeeren de penningen door hun verfchooten voor Gidfen en andere Perfoonen, fecreetelijk op kondfdtap en onderrichtingen van des vijands mouvementen in tijd van Oorlog uitgezonden; zoo vindt men dat op den 12 Maart 1657 door den Raad van State is verleend een arte van verzoek , op de Provincie van Utrecht aan den toenmaaligen Gouverneur der Stad M-'.aÜricht, voor -verfchooten onkofhn van Spie- en Boode» konen ten dienfte van dien Lande gedaan uit de Poit van Boode-loonen en Seceeite dienften} tuiichen de jaaren tÓ7x lot 1696 verfcheide Acles op de Provincie van Zeeland aan den Gouverneur van Bergen op Zoom, en de commandeerende Officieren van Aardenburg, Sas van Gendt en Phiüppine tot voldoening van coor hun gedaane betaalingen aan perfoonen op kondfehap, en tot ontdekking van des vijands beweegingen geduurende den Oorlog uitgezonden, betaald uit de poit van Secreete dienften-, en op den 28 Juni) 1678 een Acte op Vriesland aan den Commandeur te Lieroort over verfchoote penningen in het onderhouden van kondfehappen, en NB. Secreete dienften uit de poit van Spie- en Boode-loonen. Doch deeze kollen zijn in laater tijd vooral geduurende den Oorlog in het begin deezer fceuw gevoerd, en in die, welke met de Vreede van Aken eindigde, uit andere fondfen gevonden , te weeten uit de Petitiën tot de Legerlaiden, en zouden daar uit in cas van nood wederom betaald worden; waar door deeze poit op den Staat van Oorlog onnoodig word; waar bij nog komt dat diergelijke uitgaven , als uit deeze poft voormaals betaald zijn, weinig of liever in het geheel geen plaats hebben in tijd van Vreede, zoo dat men dezelven als dan gemakkelijk kan ontbeeren, terwijl in tijd van Oorlog, altijd in de eene of andere Petitie eene toereikende fom tot betaaling van Verspieders en Secreete dienften kan begreepen worden. Inde tweede plaats remarqueeten wij, dat door de Frontieren , welke met Turf en Kaarilen moeiten voorzien worden, ter ' repartitie van Överijflel voorkoomende, niette veritaan zijn " de Steden Deventer, Campen en Zwoll, die in zeekeren • opzigt e wel als Frontieren moeten befchouwd worden, even als de Steden van Nijmegen, Zutphen en Arnhem, dan welke Frontieren door de Generaliteit nooit zijn voorzien van Turf en Kaarflen, veel min dat daar voor eenige poft op den Sraat van Oorlog zoude gebragt zijn; maar dat door dit woord Frontieren word gezien op blokzijl, Swartfluis, Steen wijk, en andere wel eer verilerkte plaatfen in deeze Provincie, binnen welke zoo lang ze veriterkt of voor Frontieren te houden waren, door de Generaliteit de Turf en Kaaiften zijn bekoftigd. Dit  ^ 2. 2 ) t)it blijkt vw^ w/? uit de extenfie van deeze poll op oude Staaten van Oorlog, wordende op die van ido8, 1609 en 1610 gevonden een poft van ƒ 3000- o- o 's maands voor Scheepsvragten, voorziening van brand en lichten, m ' de Forten, en andere voorvallende onkolten, op die van 1613 en volgende dezelfde fom voor Scheepsvragten, voorziening van brand en lichten tn de Fouten, en eindelijk op die van 1667 een fom van ƒ 15-0- o- o ter maand voor Scheeps- en Wagenvragten , voorziening van brand ende Keerssen in oe Forten, en ten anderen, uit verfcheide acf.es door den Raad van State uit deeze po!t tot dat einde in de voorgaande eeuw gedepêcheerd, ten behoeven van den Major te Swartfluis en de Commifen te J3iokzijl en Sreenwijk, als mede uit eene acre nog in deete eeuw geil tagen, ten behoeven van den Commis te Zwoll, tot betaaling van Kaarilen , Stioo en Turf voor de wagten bii de Penanten. ^ Doch deeze voorziening aan de gemelde plaatfen komt tnands niet meer te pas, zeedert de opgenoemde plaatfen hebben opgehouden tot de Frontieren re behooren, waarom dan ook niet langer op den Staat van Oorlog eene poit voor dezelve noodig is. Men ziet dus hier uit, dat de Heeren Staaten van Overljtlel geen reden hadden om in het jaar 1717 te inlleeren op eene yerhooging van deeze poit, ten zij hoogftdezelven zulks gedaan hebben, om daar uit te vinden de Scheepsen Karre-vragten tot vervoering der Militie, gelijk wel te denken is, om dat zij wel eens geklaagd hebben, dat de poit daar voor op den Staat van Oorlog ftaande, en met die van Turf en Kaartten gemêleerd nivc toereikende was tot het aaiing der kollen op hec trant pon der Militie vallende. Op de poft van Scheeps- en Wagenvragten, Vacatiën &c. ter repartitie van Gelderland, volgt die van Turf en Kaarsfen^ ten behoeven van de Wagten in de Frontieren van 's Gravenweerd en St. Andties; naardien echter deeze poft behoordt onder die geenen, welke raakeo elke Provincie in het bijzonder, en wij voorgenomen hadden, even als door den Raad van State gefchted is in de Miliive van 15- Maart 1717 eerit af te handelen de poiten, die op alle of de meeste Provinciën gevonden worden, zullen wij voor als nog de eerftgenoemde onaangeroerd laaten, en tot de laatfigemelde overgaan. Onder dezelven vinden wij in de eerfte plaats de poft van driemaal honderd duizend guldens 'sjaars voor de Defroijementen van de Generaliteit , en vereeringen aan de uit- 11 heemfche Miniiters en Extraordinaris bezendingen van wegens den Staat te doen. Het einde waar toe deeze poft is gedeftrheerd > ontvouwt & e om Staat van Ootiogk Defröijë'enten*  y!c Afd. Staat van Oorlog. Zie de Generaale Petitie over 1755. OndenulTchen word de helft van deeze poll veel al door de f ri6 ) ons de Raad van State bij de generaale Petitie voor het jaar 175te vveeten, J}eerftelijk toe eigemlijk gezegde jj Dein i]emcnten van de Generaliteit •, ten anderen om daar uit te vinden vereeringen aan uitheemfche Ministers, ten derde tot b.xtraordinaris bezendingert van we?i gei;s den &taa« te doen, ten vierde tot betaaling van de Ponen vim Brieven van alle de. Miniiters van den btaat, en eindelijk is.iij ü Hoog Mogende Reio'utie van den 18 Jt januarijtöyi goedgevonden, dat derrig du zend guldens uit deeze poit zouden worden gt•■•emploijeerd tor onderhoud ,j en fuiientatie van de toen nog reitet-rer.de Officieren en jj sndere Perfoonen, die zich om de vérvolging rcegendie van de Religie herwaards hadden getraniporteerd." Doch dit laat 11 ge (fieldt einde is gecedeerd, behafoea dat naa het jaar \df\ op nieu.vs eenige feniioenen bij U Hooi? Weg. uit deeze poit zijn tocgdlegt aan fo romig-.- affiammelingen van zoogenaamde re»u6:Cs, welke thanos niet meer dan vijf in getal zijn, en waar van de penfioenen te zaamen genoomen, bedraagen een fom van veertien honderd guldens 'sjaars. Het geen de poft van de DefroijVmcnren bijzonder heeft boven anderen op den Staat van Oorlog gevonden wordende , is , d.u eerit dc helft gebragt woid op de upa-ituie van de P:ovirc;e van Holland alhen en de wederhelft quotes wijze o•• < r alle de Provinciën, Holland daar onder begreepen; welke wijze van verdeeling bevonden word ree>.s geï troduoet rt te ziin op den Staat van Oo log voor den jaare -613. Voor dien tijd en Wel in 't jaar 1609, wanneer allereertt een fom van honderd duizend guldens op den Staat van Oorlog wierd gebragt voor de Defroijernenten, die voor het begin van den Trêves waren betaald uir de Contributien van i3raband, Gelderland en Vlaanderen, was dezelve over alle de Provinciën, na genoeg quotes wijze verdeeld, en zulks had in het jaar 1610 mede plaats, hoewel het aandeel van Holland over dit laatItgemelde jaar een weinig hooger genoomen is, dan in her jaar 1609. — om welke reden men naderhand en wel bepaaldelijk met het jaar i6"i3 van deeze wijze van -verdeeling is afgegaan, is ons niet volkomen gebleeken. MiÜchien heeft daar toe aanleiding gegeeven, dat de andere Provinciën al vroeg nalaatig wierden, om bun aandeel aan handen van den Ontfanger Generaal te betaalen, zoo als zij verplicht waren alle maand te doen, volgens den den Staat van Oorlog; de oude ordre doch van het Land brengt meede, dat de refpetlive Qiioti-s wier den opgebragt in geld ten Cemptoire Gene?aal van de "Vtiie j endaar vandtan is het, dut noUcontra Ordonnantie of ook In conhondfr d C'n fom van ,ttee millioen "ven maal Senil» anSST ^ V,Jh'g-duiZCnd dne honderd 3Sr e" Negentig guldens en eene Huiver, bedragende voor een ordinair jaar een lom van _j f lhU6 10 8f Het welk afgetrokken van de fom ter repartitie van Holland itaande tot ƒ237464 o .0 Zoo volgt, dat die Provincie jaarlijks ~ ~~~ ~ minder heeft betaald dan haar aan | deel , ' I J 53637 l pi 3| pew/ji nu de fom, welke het eene jaar door her anf i8f8,70n,eD p°P de Defroliem^'en is betaald, bedraagt minderd >n 5 ** ï° ° 2al deeZ£ ^oit aa"™rkelijk ver- tboudtn VaVdke roe.n "°g,hands dienr in het oog forn vfn ' ' dat behalven de opgemeld? iom van _ — I ƒ183816 ioU| door de Provincie van Holland het eene jaar door het ander nog is betaald op het refpecï van Mimlters bulten 's Lands / / declareerende (welke poit tot dus verre I I geitaan hebbende in het Capittel van Ge- i deputeerden buiten 's Lands, voordaan' 1 onder de Oetroijementen in eene poit I zoude kunnen begreepen worden) een I lom van . , _ ) " 47041 11 I o dat over zulks het reëel betaalde zoo ~~ op de poit van de Defroijemen ten, als I I op het voorfchreeven refpecl van Minis ters binten s Lands, bedraagt eene jaarMdche iomrna van 1 Zl— ^oU%\ , gf en aan den anderen kant, dat onder ! de voorichreeven fom van ƒ7.30808- 1- 8? ) " begreepen een fom van j ioi6xS 0 0 die tor dus verre uit de Defroiiemen- ( ten zijn betaald, doch waar meede het j Capittel op den Staat van Oorlog van < / Ee 2 Ge-I Staat van Oorlog,  gïïè Afd. Staat van Oorlog. Fortificatiën, ( ±28 ) Gedeputeerden huiten 's Lands, volgens onze gedachren hier boven opgegeeven zou dienen verhoogd, en de poft voor de Defroijementen verminderd te wor- den, als zullende de betaaling van die I lom uit de zoo even genoemde poit in het vervolg celleeren, zoo als te zien is uit de Lijtt daar van geformeerd > en hier agter gevoegt fub Lilt. P. En dat derhalven het betaalde op de Defroijementen en het refpecl: van Miniiters buiten 's Lands &c. in een ordinaar jaar j maar zal bedraagen een fom van ——» j ƒ 129243 1 8| Ingevolge van deeze bereekening, die heruit op het beloop van de betaalingen geduurende vijftien jaaren gedaan, vermeenen wij, dat in plaats zoo van de poit van ƒ $-0,000- o- o voor het reipecl van Miniiters buiten 's Lands declareerende, ah van die voor de Defroijementen tot j 300000- 0- o op den nieuw te formeeren Sraat zoude behooren gebragt te worden een fom van eenmaal honderd en dertig duizend guldens 's jaars. Voor het onderhoud der Fortificatiën zoo binnen als buiten de Provinciën worden twee potten op den Staat van Oorlog gevonden, waar yan de laatite zeedert veele jaaren tol een ander einde heeft gediend, zoo als op zijn tijd zal gezien worden. Alvoorens echter onze-gedachren te uiten over elk dier poiten afzonderlijk, zal het noodig zijn vooraf het een en ander op te teekenen over het onderhoud der Fortificatiën in het algemeen, en wel bepaaldelijk geduurende den Oorlog met Spagne rot op de Muniterfche Vrede, dewijl het onderfcheid van twee poiten, zoo als thands op den Staat van Oorlog voorkomen, eerit is ingevoerd op den Staat van Oorlog van het jaar 1650. Het is bekend dat de Bondgenooten bij het 4 Articul der Unie met elkander waren overeengekomen en verdragen, 3J dat de Frontierfteden en ook andere, daar men des van nooden zoude vinden, om her even van welke Projj vincien die waren , bij advis ende ter ordonnantie van jj de geünieerde Provinciën, zouden vaitgemaakt ende gejj iterkt worden tot kolten van de Steden ende Provinj3 cien, daarinne die geleegen waren, mits hebbende daar jj toe adfittentie van de Generaliteit voor de eene helft, j, ende dat voor zoo verre bij de voorfz Provinciën raadje zaam mogt worden bevonden eenige nieuwe Forten of- te 'Sterkten in eenige van die Provinciën te leggen ofte jj die 'er lagen te veranderen of af te werpen, de koiten ij daar toe noodig bij alle de Provinciën in het generaal gedraagen zouden worden.. Edoch welke deeze Frontieritedsn waren, en tot wiens las-  ( 22$ ) laden de koilen tot het onderhoud van de in dier voeqen gemaakte werken benoodigd moeiten komen, word noch bij dit noch bij cenig ander Articul der Unie bepaald, en is daarom moeijelijk te beflillen. Het aangehaald articul fpreekt in het generaal van allerlei Frontierüeden, om het even in welke Provincie die lagen; het is dus bui*en allen twijfel, dat hier onder begreepen waren zoo wel de Steden binnen de vier Provinciën van ouds de contribueerende genoemd, als daar buiten ; des niettegenilaande heeft men van de vroegile tijden af ilegts een eenig voorbeeld gevonden, dat door de Generaliteit de noodige gelden zouden zijn verilrekt tot de Fortificatiën van etne Stad binnen de vier contribueerende Provinciën geleegen , te weeten de Stad van Ameisfoort, aan welke door de Generaliteit in het jaar 159c en volgende, een fom van tien duizend guldens is betaald tot reparatie van haare Poorten , tVJuuren en Fortificatiën, blijkens de reekeningen Van den Omfanger Generaal derLbde over het jaar 1595", 1596 en volgende, ofichoon het zeeker is, dat ook in de overige en bijzonder in de Provinciën van Holland en Zeeland, plaatfen geleegen zijn, die ten minilen in de eerile tijden van de Republicq konden gezegt worden te zijn Frontieien van den Staat, dan welke zoo ver men weet door de Generaliteit nimmer zijn bekottigd. Alleenlijk vindt men op den Staat van Oorlog over de jaaren 15*95" en 15-97 een poit van honderd en vijftig guldens iet maand voor de Fortificatiën, reparatien van hec Gefchut, en de andere onkolteo te Vliffingenj doch deeze is reeds op den Staat van 159S uit geiaaten, veelligt om te voldoen aan de remarque naal\ dezelve op de twee voorgaande Staaten geiield in deeze bewoordingen, te letten, of deeze Fortjjïiarien met te verhe-oginge bij d-e van Zeeland daer bij genoegd, bth oren te hortten tot lajie van de Generaliteit, uit al het welk ichijp.t te vwlgen, dat men al vroeg de Fortificatiën van de Steden binnen de contribueerende Provinciën geleegen * heeft befchouwd als een particuliere lalt van die Provinciën, en door Frontierfleden in het vierde Articul voornaamelijk bedoeld de steden van Gelderland en Överijflel , waar bij naderhand die van Braband en Vlaanderen gekomen zijn. Immers dat dit de waare meering van dit Articul is, bewijzen onder anderen de differente betaalingen van tijd tot tijd gedaan tot den aanleg of reparatie der Fortific.itiewerken van meelt alle die Steden, het zij bij wijze van fubiidie aan de Magiiiraaten dier Steden zeWe, of direft aan de aanneemefs, door wien de Werken waren opgeleeverd. Zoo vindt men onder andeten, dat aan de Stad Nijmegen in het jaar 15-98, is betaald een fom van drie duizend guldens , in mindering van twaalf duizend tot de Fortificatiewerken derzelver Stad geaccordeerd, mitsgaders nog drieduizend aan de Stad toegelegd tot een fubventie van het zesde gedeelte, dat zij gehouden was te draagen tot het opmaaken dèr nieuwe Bolwerken. Ee j' aarf %de Afd. Staat van Oorlog.  %de Afd. Staat van Oorlog ( 110 ) aan Rommel in het jaar Tfo? een fubiidie van twee duizend, en aan Thiel in her j-.ar i6>o een firn pan zesduizend, in mindering van twee en twintig duizend guidens, S als een fubiidie voor de Fortificatiewerkea dier beide Steden geaccordeerd aan de Stad Arnhem in het jaar 15*98 een fom van drie duizend guldens tot het maaken van de Fortiheatiewerken aldaar , kort te vr oren bij zijne Excellentie geürdonn-.erd, en in het jaar 1610 een Tom van tien duizend in mindering van zeiiig duizend guldens aan de Magiiiraat dier Stad van wegen de Generaliteit voor zes jaaren geacco;.. tot fubiidie van haare Fortibcaiien volgens accoord met Zijne Princelijke Excellentie en gemelde iVlagiilraat daar van gemaakt. aan de Srad Zutphen in het jaar 15-95- een fubiidie van zes duizend guldens. aan Deventer in her jaar 15-96 een fom van vier duizend guldens, om geëmploijeerd re worden tot., en in het jaar 1598 , een fom van zes duizend guldens, om re volmaaken her eerile werk van de Fortificatiën, mitsgaders in het jaar 1599 een f°ra van duizend, in rwindering van dertig duizend guldens, volgens Uwer H ->og Mogende Refolutie van den 6 Meij 1599, tot een gelijk^ einde betaald. aan de Si ad Campen in het jaar rrSrc een fom van vijf duizend, over de laatile parten, in mindering van twdntig duizend guldeus aan de Magiilra3t toegelegd, tot verval der Fortificatiën van haare Stad, volgen* contracf met Zijne Excellentie daar van gemaakr, mitsgaders nog een fom van een duizend guldens, volgens Reiolutie van den Raad van State van den 7 Maart 1614, geaccordeerd tot fubiidie van de gemelde Fortificatiën over het jaar 1615, en zulks boven de fom van twintig duizend guidens reeds genooien. En aan de Stad Zwol , in het jaar 1612 een fom van drie duizend guldens, met het zelfde oogmerk als de voorgaande, tot laite van de Generaliteit genomen. Om niet te gewagen van de verdere fubfidien, zoo aan de reeds genoemde als aan andere Steden van de Provinciën van Gelderland en OverijiTel voor het aanleggen van nieuwe of het repareeren der oude Fortiricatiewerken geaccordeerd , waar van de reekeningen van den Ontfanger Generaal over genoegzaam alle de jaaren, die de oorlog met Spagne geduurd heeft, meenigvul Jige voorbeelden aan de hand geeven,- waar bij men nog zoude kunnen voegen verfcheide betaalingen direct door de Generaliteit aan particuliere aanneemers gedaan, en in de reekeningen van dien tijd al meede gebragt, zoo wij niet vertrouwden, dat de opgenoemde voorbeelden voldoende ie kennen gaven, welke  ( 1-3 T< ) Welke Steden doof de Vooronders gehouden zijn voor Frontieren , waar van het vierde Articul der Unie 'fpreekt; het wefk -nog duidelijker te zien is uit Uwer Hoog Mogende Keiolutie van den a4 Julij 15*96- genomen bij gelee-end- ' Jwd van her verichil, tuilchen de Provinciën van Vriesland, Uvenjlfel , Stad en Lande en het Landfchap Drenth* gereezen , over het veriterken van Coeverden, bij welke U Hoog Mogende verklagen: „ tot dienite van den Lande i, en hanchouding van d'eenigheid onder de tïamentlijke 'Ji rovmcien , conform de Unie voor het heit en geraadyj iaamit te vinden, dat de Fortificatiën van het voorfchree*j ve Vlek en Fort van Coeverden, bcnëtiens de Fornricai, tie van veilheide andere Steden en Forten, opdeFron^ t,eT*n yan Braband, Gelderland, Vlaanderenj Overitffel ^ en omliggende Quartieren , buiten de Provinciën van " Hollandi; Zeeland;'Uirecht, Vriesland, Stad en Omme,, landen van Groningen geleegen , z- ude gefchieden en bezorgt worden van wegen en tot laft van dc Generaj, liteit." Waar uit wij derhalven mogen befluiten, dar de Generabreit de PoniricatLn van de StederT in Gelderland en üver■jHel als Frontieren van den Staat reeds van ouds niet alreen heeft hekoltigd maar ook beitierd, en dat daar en tegen de. Fortificatiën in de ovenige of zoogenaamde ontribueerende Provinciën zijn gebleeven tor lalt v.m elk derzelver in het particulier, moetende nogthands hier van worden uitgezonderd de Provincie van S.ai en Lande, want o/ichoon die Provincie bij de aangehaalde Reioiarie in hec ituk der For'ificatien word gelijk geheld met de Provinciën" van Holland, Zeeland, Utrecht en Vriesland; hebben echter U Hoog Mogende eenige jaaren daar na uit aa-mierkjnt:, dat de S/ad Groningen is een vin di imkert'au/teFr'ém, t terp. aatfeu van den La/tae, a/s naameLyk vin f^rit stand Overtjfel en 'Drenthe', en om meer andere góede cor.fideratien aan dezelve Stad van tijd tot lijd geaccordeerd een fubiidie va^ twaalf duizend guldens 'sjaars, lot reparatie van haare Fortificatiën , gelijk te zien is uit Uwer Hoog Mogende Refolutien van den 21 Fibiuarij 16^7., 3 Aprifróic, 23 «April 1614 en 9 Maart Dit fubiidie is naderhand' bij" Reiolutie van den 25- Meij 1666 voor alïoos gebragt op eene jaarlijkfche fom van zes duizend guidens; en zeederd betaald uit de quote van de Provincie van Stad en Lande in de poit van de Fortificatiën binnen, .en deeze fom geniet dc Stad als nog, niettegenilaande de Fortificatiën in die Provincie bij continuatie zijn gebleeven buiten het heiiier van de Generaliteit, met uitzondering alleen van de werken in laaier tijd aangelegt op de hoogte van Helpen, waar voor eene afzonderlijke poit op den Siaat van Oorlog is gebragt, ingevolge Uwer Hoog Mogende Refolutie van den 23 November 17293 zoo ais wij ihaks zien zuilen. Wij gaan nu ov;r om aan U Hoog Mogende op te geeven de tondfen, uit wdke dc opgenoemde ïubndien en ver- %de Ml Staat van Oorlog.  fge Afd. Staat van Oorlog* ( »|i ) dere betaalingen tot aan het einde van den Oorlog met Spagne zijn gevonden , want hoe zeer geduurende al dien lijd de Fortificatiewerken van de Gelderfche en Overijflelfcbe Sreden, even als die van Braband en Vlaanderen, ten C -mptoire Generaal van de Unie wierden betaald, moet men zich echter niet verbeelden, dat de Generaliteit alle die werken zoude hebben bekoitigd uit haare particuliere Inkomilen, want deeze waren vooral in het begin van den Oorlog zeer gering, bellonden voor de Munlteiiche Vrede meerendeels in contributien en wierden geconfumeerd in de Fortificatiën van de Steden buiten de Provinciën geleegen , volgens de aanteekeningen te vinden achter de Staaten van Oorlog over de jaaren 15-97 en volgende tot 1643 ingeflooten. Doch de Fortificatiën binnen de Provinciën van Gelderland en Over jdel , en het jaarlijkfch ftlMidie aan de Stad Groningen, mitsgaders de kollen benoodigd tot het veriterken der Steden buiten de Provinciën geleegen, voor zoo verre die niet konden gevonden worden uit de middelen aldaar vallende, wierden betaald door d-gezaamentlijke Bondgenooten, gedeeltelijk uit de poiten daar voor reeds in hec jaar 15-95- op den Staat van Oorlog geiteld, en gedeeltelijk uit de jaarlijkfche extraordinaris furnhkmenten, tot zoodanige fommen als de Raad van State naar gelang der otnilandigheeden, het zij bij de generale propofitie, het zij bij afzonderlijke petitiën gewoon was te vordeiem De poften op den Staat van Oorlog waren van het jaar 1595- tot het jaar 1608, twee in getal, (daar onder niet begreepen die van honderd en vijftig guldens ter maand voor de Fortificatiën, reparatien van het Gefchut, ende andere onkoiten te Vliflingen, alleen gebragt over 1595 en 15-97» doch in 1598 reeds afgelaaten, om redenen hier boven opgegeeven,"» te weeten een van vijftien honderd guldens 'smaands ter repartitie van Holland voor reparatie van de Forten vallende buiten de contribueerende "Provinciën, en een van negen honderd guldens 'smaands, in het jaar 1608 op agt honderd gelleld, ter repartitie van Zeeland, voor óm reparatie van de fortificatiën tot Ltllo, Licfkenshcek, /txe{, Neufe, Biervliet ende elders boven de middelen aldaar vallende, moetende deeze reparatien geichieden ter o-donnantie van de Staaten Generaal en den Raad van State, terwijl de beide Provinciën verplicht waren alle drie maanden over te leeveren een Staat van de betaalingen, en telken jaare daar van te doen eene aparte reekeninge. Dan deeze beide poüen zijn in het jaar 1609 van den Staat van Oorlog geiaaten , op welken als toen voor het eerit wierd gebragt^ een poll voor de fertificatien van dt ftontterplaatfen, in dat en het volgend jaar op eene ongelijke, maar bij den Staat van Oorlog voor het jaar 1613 over alle de Provinciën cjuoteswijze verdeeld tot een ioffl van honderd en vijftig duizend guldens 'sjaars, waar in z°'' lang  < ) lang denOorlog duurde, geene verandering wierd gemaakt, dan alleen in het jaar iói7, uit hoofde van de verfchikking in de Quotes, die het jaar te vooren plaats had. Deeze Quotesuijze verdeeling bragt echter geduurende al dien tijd niet te weeg dat nadeel, het welk men daar van zeederd het jaar 1650 tot op heeden ondervindt, dewijl de penningen door de Provinciën maandelijks moeiten gcfurneer 1 worden aan handen van den Ontfanger Generaal der Unie, om gevoegd met de gelden, die de Provinciën op de extraordinaris confenten jaarlijks opbragren, te verltrekken tot betaaling van alle zoodanige Fortificatiën, als ten gemeenen koite der Unie gemaakt en onderhouden wierden. Dit blijkt onder anderen uit de rubricq van het Capittel, waar. onder deeze poit op den Staar van Oorlog voorkomt, mifsg ders uit de betaaling van het iuhfidie aan de Stad Groningen, het welk volgens de Refolutien bovenopgenoemd moeit gefchieden uit de * ornjiL at ic penningen bij de 'Provincie van Stad Groeningen ende Ommelanden at reede m. qewi/iigtj ende voortaan noch ;en zeiven fine van jaar tot jaar tot bel oef van de Generaliteit teconfenteeren > doch altijd gedaan is ten Com; toire Generaal der Unie op ordonnantie van den Raad van State, ten bewij/.e dat de penningen door de Provincie aan den Ontfanger Generaal der Unie wierden beiaald en daar na dienden tot voldoening van het fubiidie door de Generaliteit aan de Stad van Groningen geaccordeerd. Edoch dit gebruik om alle de penningen voor de Fortifjcanen van de brontieren benoo iigd te furneeren in het Comproir Generaal, cetieerde geheel met het einde van den Oorlog, wordende als toen geïntroduceert de gewoonte, om de Fortificatiën van de Frontierpiaatfen te doen betaalen op attes van verzoek door den Raad van State te depêcheeren (blijkens de extenfie van deeze poit op den btaat van Oorlog voor her jaar 1649) ook wierd de poit vin ƒ 150000- c- o, die daar voor tot dien tijd toe op den Staat vanOoriog geitaan had, op die van het jaar 1649 verminderd tot honderd duizend guldens, welke fom even als te vooren quoteswijze verdeeld bleef; terwijl voor het onderhoud der Fortificatiën van de Plaatfen buiten de Provinciën geleegen, als Weefel, Emmerik, Rees, Rijnberk, en anderen, om dat men aldaar geen Comptoiren had, afzonderlijke polten op denzelven Staat wierden uitgetrokken ; en de verdere Fortificatiën in Braband en Vlaanderen geiaaten tot laiie van de Generaliteit, dan met deeze 1 atfte , als behoorende tot de Fortificatiën buiten de Provinciën, behoeven wij ons thands niet op te houden. Het zoude van belang zijn, en veel licht verfpreiden over deeie materie, bij aldien men konde opgeeven deredenen, waar door men in het jaar 1049 wierd bewoogen af te gaan Ff van 2 de At% Staat van Oorlog, Zie de Staaten van Oorlog over de jaaren 1609, lóio, 1ÓI3, I6I7, JÓU ui 1Ó43.  ïde Afd. Staat van Oorlog. C *34 ) van de gewoonte tot dien tijd toe plaats gehad hebbende, om de penningen voor de Fortificatiën te furneeren ten Comptoire Generaal der Unie, dan deeze worden niet vermeld in de Memorie , vervattende de redenen en motiven bij Zijne Hoogheid, Zijne Excellentie Stadhouder, en den Raad van State in zonderlinge confideratie genomen op de befogrse van menage gearreiteerd den x December 1648, en geinfereerd voor den Staat van Oorlog van het jaar 1649, zijnde daar bij alleen opgegeeven de gronden, op welken men vermeende de poll tot de Fortificatiën tot honderd duizend guldens te kunnen verminderen. Mogen wij echter giiTen, zoo heeft -waarfchijnlijk tot het invoeren van deeze nieuwe wijze van betaaling aanleiding gegeeven de achterlijkheid en traagheid der Provinciën in het opbrengen van de verfchuld-.gde penningen, waar over de Raad dikwijls, jaa zelfs in het heevigite van den Oorlog moeit klaagen, zoo als uit de generale Propoiitien voor de jaaren 1613, 163 7, 1638 en 1643 , en des Raads Mtilive aan de Provinciën van den %% December 162,8, kan gezien worden ; gaande de nalatigheid der Provinciën destijds zoo ver, dat de aanneemers de aan hun verleende ordonnantien naauudijks met verlies van vijf en twintig per cent konden verkoopen, waar over zij zich met reden beklaagden aan den Raad, die nogthands buiten ftaat was hunne bezwaaren weg te neemen, en zich geen i'ucces kunnende belooven van haare reprefentatien, die geduurende denOorlog weinig ingang gevonden en met het fluiten der Vrede al haar kracht verlooren hadden, veelligt begreepen zal hebben, dat de Provinciën gemakkelijker tot betaaling zouden te beweegen zijn , wanneer zij daar over wierden aangefprooken door aanneemers, die door den Raad met actes van verzoek op dezelven geaiilgneerd, en meerendeels Jn» gezeerenen waren van de Provinciën, binnen weiken zij de Fortificatiewerken hadden aangenomen* Edoch wat hier van ook weezen mag, wij kunnen niet bevroeden, dat de intentie destijds zoude geweeit zijn, om deeze poif daar door geheel van natuur te veranderen en te doen dienen voor onderhoud van alle de Fortificatiën om het even waar geleegen , en dus zoo wel binnen als buiten de zoogenaamde contribueerende Provinciën, want hoe zeer in het volgende jaar, te weeten 1650, in de extenfie van deeze poit eene verandering wierd gemaakt, en in deezer voegen gefield, de quote van de Provincie van Holland in honderd duizend guldens }sj >ars tot onderhoud van de Fortificatiewerken binnen de 'Provinciën en op derzelver Frontieren 3 volgens de atlen van verzoek door den Raad van State bedraagd jaarlijks Sêc.3 vloeit echter uit deeze verandering geenzints voort, dat de Fortificatiën in de Provinciën van Holland, Zeeland, Utrecht en Vriesland van toen af aan uit deeze poit, en dus ten kofte van de Generaliteit zouden, onderhouden worden , en noch veel minder, dat de quote van iedere Provincie , bij voorbeeld van Utrecht bepaaldelijk moeiten veriirekkefi tot de Yot- ti-  tibcatlewerken binnen dezelve geleegen , en verder nier; want dat zuIks niet kan geweeit zijn het oogmerk in het jaar 165-0, is vooral dan uit blijkoaar, dat in die Province destijds geene eigentlijk gezegde Fortiricatiewerken te vinden waren; waar bij komt, dat het als dan voor Gelderland en QverijiTel onverlcnillig zoude geweeit zijn haare Fortificatiën Unger onder het bellier van den Raad, en deeze poit al of niet op den Staat van Oorlog te laaten. Ze was doch quoteswijze verdeeld, en moeit in dat geval met meerder recht als eene Provinciaale dan als eene gemeene laft befchouwd worden; ook begrijpen wij nier/op u-elke wijze en waarom de Raad door ades van verzoek zoude hebben kunnen of behoeven te disponeeren over de Quotes van Holland, Zeeland, Uuechc en Vriedand tot beiaaling van Fortificatiën binnen dezelven geleegen, waar over zij geen het minüe bellier had , wordende evenwel uitdrukkelijk gezegd , dat zulks zoude gefchieden volgens artes van verzoek door den Raad van State ie depêcheeren, en noch veel minder, dat de Raad propria autorit.ttte, voor reekening van het geneele IJond^enootichap heeft kunnen neemen het onderhoud der Fortificatiën io die vier Provinciën, waar roe zij door de Bondgenooten vooraf niet was gequalificeerd, en ook naderhand nimmer is gecjuahriceerd geworden. Het is dus onmoogeiijk een diergelijk gevolg daar uit af te leiden, ten zij men teife/is onder/lelie, dat men in het jaar 165-0 zoude bedoeld hebben om aan Utrecht en zoodanige andere Provinciën , als zich in gebik geval bevonden^ ieder toe te leggen haare quote in deeze lom van djè Fortificatiën, als een poit van pndijt, dan welke veronderitelling van abfurdireif niet i> vrij te ipreeken. Veel eer denken wij daarom, dat de Raad van meerd Dg was, om ook de Quotes van die vier Provinciën bij continuatie te emploijeeren , gelijk van ouds tot de Fortificatiën in de andere Provinciën, wanneer derzelver quotes daar toe niet fufheient waren ; ongelukkig heeft zij zich echter hier in bedroogen gevonden door de ongelegenheid van de Provinciën , om haare quotes te laaten gebruiken tot betaaling van Werken in eene andere Provincie geleegen, niertegeniiaande de nadrukkehikite reprefentaiien door den Raad van tijd tot tijd bij de Provinciën daar tegens gedaan, die alle vruchteloos geweeft zijo. Voor het overige, weeren U Hoog Mogende, dat deeze poft ingevolge Uwer Hoog Mogende Refolutie van den 15 Meij 1666, met een fom van nog eenmaal honderd duizend guldens verhoogd, en dus op tweemaal honderd duizend guldens gebragt is, zijnde boven dien het aandeel van Gelderland in het jaar 1713 met de fom van / 677c. o- o en in bet jaar 1755 met de fom van / 9000- o- o en dat van Ovevijifel op dezelfde tijd eerit met ƒ .dj58- 7- o en naderhand ia het jaar 1752 mer nog ƒ zooo. o- o veimeer- Ff % ' d;rd ïde Afd. Staat van Oorlog.  fde Afd. Staat van Oorlog, C 236 ) derd geworden, terwijl voor her onderhoud en reparatie der Werken buiten kroningen aangelegd en onder de directie van den Raad van State ltaande, ingevolge Uwer Hoog Mogende Refolutie vm den 23 November 1719, op den Staat van Oorlog is gebragt een lom van / zpoo 0-0 'sjaars, bedraagende overzulks de geheele pott voor de Forrficatien binnen de Provinciën tegenswoordig een lom van ƒ xa51|3- 7- o 'sjaars. Bij al het geen tot Iver toe over deeze poft is aangevoerd, kunnen wij nog voegen, het geen de Raad van State daar van zegt in de generale Petitie voor het jaar 1757, in deeze bewoordingen. Die tot onderhoud van de Fortificatiën binnen wierd ü in i6-;o uitgetrokken tot honderd duizend guldens in J} het jaar, op welke fom ze gebleeven is, tot dat U Hoog i. Mogende bij Refolutie van 15 Meij 1066 goedgevonden hebben, dat ze verhoogd zoude worden tot 1 weemaal \t honderd duizend guldens, en deeze Refolutie heeft tot it vu toe ftand gehouden, Afgezonderd alleenlijk, dat men over her jaar 16*9 deeze poit van den Staat van Oorlog y$ heeft afgelasten, en in de plaats van die over dal jaar ■„ gedaan eene Petitie van vijf en zeeventig duizend guldens tot onderhoud van de Fortificatiën zonder diilinc\, tie van welke. Indien'er in iedere Provincie Fortificatiën „ gevonden wierden zoude het gebrek, het welk zich in /, de voorfchrceven poit opdoet, vooreerii daar in beftaan, r, dat het onderhoud derzeiven, zonder onderfcheid of ze j, aan de Republicq in het gemeen, immers aan eenige J} van de voornaamite Provinciën tot voormuur itrekken, „ of niet, en zonder onderfcheid of het opzigt daar over t, van Generaliteits weegen gehouden word, of niet, geJ3 roomen word tot latte van het gantfche Bondgenootfchap, en ten anderen, dat de poft quotes wijze word uitgetrokken, even als of de laft van het onderhoud dier f Fortificatiën in de eene Provincie tot die in de andere jj geproportioneerd was, als haare refpeftive Quotes. Maar J3 de voorfz. ondeiHelling is verre van de waarheid, de „ Provinciën van Zeeland en Vriesland hebben geene Fortiiicatien. De Provincie van Utrecht betaald uit haare Quotes niet anders als het onderhoud van het werk aan f, de Grebbe Sluis en aarde Linie aldaar, het welk volf, gen^ de laatite beitceding maar bedraagd eene fomme van „ elf honderd én veertig guidens in het jaar. Hoe veel de Provinciën van Holland en Stad en Lande aan haare jl Fortificatiën jaarlijks impendeeren, is aan den Raad van jj State onbekend. Dit is zeeker, dat daar de Fortificajj tien de meeite zijn, te weeten in Gelderland en Överijflel, de Quotes nvnit kunnen toereiken, en dat men daar door genoodzaakt is geworden dezelve te augrnenJt teeren met additioneeie fommen, het welk reeds tweej, maal is gefchied , met opzigt tot de quote van Over.j «Gel, en voor de tweedemaal gefchieden moet met op- JJ L fc>  r 137) „ zP fondament. jj dat het eene abiolute noodzaakelijkheid was de Steden jj en Fortreflen binnen Zeeland geleegen in tiaar van de- " hfl h"8?^*111 voor als no^ de niinüe „, Haat tot het bekomen van de bedongen limiten in jj Vlaanderen te maaken was, en de Fortificatiën van Ber j gen op Loom onopgemaakt bleeven." Offchoon nu deeze reden door de Heeren van Zeeland in het jaar i7r7 b j. gebragt teegens het plan door den Raad voorgemeld' thands geheel is vervallen dewijl Bergen op Zoom zoo ffl de fronneren in Staats Vlaanderen \i een goeden itaat eebragt en de Steden binnen de Provincie Zeeland nietgefortihceerd zijn,, en 'er ook tegens eene vermindering van de pod op Utrecht geene bedenkingen zouden kunnen gemaakt worden, zoo men maar zorg droeg, dat het overfenot groot genoeg Weef voor het "onderhoud van de w e,ken aan de Greb en de Grebfche Linie, de eenige Fort L catte in deeze Provincie; en hoewel ook deeze poit op Vriesland zoude kunnen worden ontbeerd, bij ald.en het waar is het geen wij nogthands niet be$ften, dat ,n dezelve gte c cigemh k .gezegae Fortificatie^ werken gevonden worden , ^1 3 zoo Zde Afd, Staat van ÖorlÓÈ* Zie Rffcjutre Ex.' aordiuaris Ver«awlng van 14 [17.  2de Afd. Staat van Oorlog. ( 238 ) zoo zouden wij echter nier alleen zijn van te denken, dat deeze Poll die zeedert 16io quotes wijze verdeeld U geweeft in diervoegen bij continuatie verdeeld kan blijven, zoo de Provincies ileehis gelieven te geeven die verzeekering aan elkander, dat Zij niet zullen weigeren te betaalen ce aftes van verzoek door den Raad van State ten huren latte gedcpêchecrd tot iuppietie van het te kort op deeze poft ter repartitie v^n eeue andete Provincie. Op deeze grond zijn wij vervolgens van gedachten, dat blijvende het quantum van de poft tot onderhoud van de Fortificatiën binnen de Provinciën en derzelver Frontieren, mitsgaders de beheering van dezelve op den ouden voet, de oorfpróngelijke poft van tweemaal honderd duizend guidens wederom"behoort gerepartitieerd te worden, naar de quotes zoo als die zullen worden geëtablifleerd, doch de aanliag, van de Provinciën van Gelderland en OveiijÜei verhoogd met die fommen, waar meede derzelver voorige aandeelcn van tijd tol tijd zijn verhoogd geworden, en daar en booven de poft van f 25-00- o- o voor het onderhoud en reparatie der werken op de hoogte van Helpen bij continuatie op den Siaat van Oorlog gebragt, zoo als tot dus verre heett plaats gehad. Dn wijders over deeze poft, zoo als over alle diergelijke pollen op den S aat van Oorlog itaandc jaarlijks zal worden geliquideerd, des dat die Provinciën, dewelke dc directie over haare eigene Fortificatiën behouden, zullen kunnen volttaan, met jaarlijks aan den Raad van Siate over te zenden eene fpecificatie van de bttaaling, die zij tot onderhoud van effective Fortificatiewerken, zullen hebben gfcdaan, en dat ingeval daar uit zoude mogen blyken, dat zij haare voile quotes daar toe niet hebben hefteed, de Raad van State van htt overfchot zal kunnen gebruik manken tot betaaling der kolten van het onderhoud der Fortificatiën in die Provinciën, in dewelken de beheering daar over aan haar is geiaaten, bij aldien naamentlijk de quota van zoodanige Provincie daar toe niet toereikende zoude moogen zijn. De tweede Poft voor het onderhoud der Fortificatiën en wel van die geenen welke buiten de Provinciën zijn geleegen, op den Staat van Oorlog voorkomende, bedraagt een lom van f 33463S- o- o 'sjaars, waar van ƒ 300000- o- o zijnde de oorfpróngelijke poit, gerepartitieerd is op Zeeland en het overige op Vriesland. Van dezelve zouden niet minder kunnen gezegd worden dan van de voorgaande, dan daar wij van advife zijn, dat deeze poft voordaan geheel behoort te blijven van den Staat van Oorlog, dewijl de Fortificatiën buiten de Provinciën zeedert lang worden onderhouden uit de Kas van de Generaliteit, en deeze poit door de verfchikking in de quotes niet meer behoetdt te verttrekken tol het einde, waar toe zij geduurende de laatite twintig jaaren heeft gediend, zoo zullen wij ons verge-  . , ( i-39 ) genoegen orri uit de generaale Petitie voor het jaar 175-5over ie neemen, het geen daar bij word voorgedraagen ten aanwen van het gebeurde relatif deeze poit, van het jaar 1050 af tot op dien tijd toe, met bijvoeging van Het «een 1 daar omtrent naa het jaar 1755 is voorgevallen. 5 De poit tot onderhoud van dn Fortificatiën buiten de „ 1 rovincienJ (2egt de Raad) is in het jaar 1650 uitgel » trokken geworden op tweemaal honderd duizend gul» dens. Naderhand heen de iomme gevarieerd, doch van „ het jaar 1673 af tot nu toe, is ze gefixeerd gebleeven „ op driemaal honderd duizend, behalven dat ze alleenlijk s, over het jaar 1679 in het geheel van den Staat van Oor>» l"g is aigeiaaten, en in de plaats van dien over dat jaar >, gedaan geworden eene Petitie van viermaal honderd vijf en twintig duizend guldens tot verbeetering van de For„ tificatien en het maaken van eenige nieuwe, maar in den „ jaare ^6U is ten opzigtc van het emploi van de Voortchreeve poit gevallen die notabele verandering dat U ,» Hoog Mogende bij Refolutie van den 15- Julij Van dat " F** ™** ",eer aIs vceT"8 duizend guldens uit de driemaal honderd duizend guldens tot het onderhoud der Fortificatien buiten de Provinciën hebben geiaaten, en wijders » goedgevonden op de overige tweemaal honderden zeitig " 4U1/£nd êu,dens' met nog tweemaal honderdduizend uic „ de Ordinaris of Extraordinaris middelen van de Genera>, bieit, jaarlijks daar bij te voegen, re doen negorieeren ,, een lom van vier Millioenen tot verbeetering van de JForti>, tka, worden, cm de Provinciën te verpligten tot een exaéf. ,y fumdïement bij quariaalcn van de voorfchreeve fom 'van „ drie hondf-rd duizend guldens in het jaar ; de furniilè,, menten zijn ook geduurende de eerttvolgende jaaren zoo » ngtjg geweeit, dat de voorfchreeve vier Millioenen met „ het jaar i7co reeds zijn afgeioit geweeit. Dit engageer„ de U Hoog Mogende om van nieuws op hetzelfde „ fonds, en onder dezelve verbinteniilen, verfcheide im„ portante Capitaalen re doen ligten, maar geenzints met „ hetzelve iucces van loffing: want de Furniifementen van „ de Provinciën zijn van tijd tot tijd zoo irregulier en defecu tueus geworden, dat uit de Staaten, welke de Raad in het „ jaar i7i7heeir opgemaakt van ieders agierild zeederd den i, 1 Januarif 1700 tot den laatiten December 1716 en bij „ JVhlhve van den 11 Auguflus 1717 aan de Provinciën „ toegezonden, komt te blijken, dat de Provinciën en „ Landlchap Drenthe met den anderen waren ten agteren „ geraakt eene lom van een millioen , agtmaal honderd „ twee en dertig duizend zeven honderd vijf en vijftig " M-" ^ Aai deeze uitfpraak, die in zijn geheel te leezen is in Uwer Hoog Mogende Secreete Refolutie van den 30 Oeiober 1771, is op de volgende Staaten van Oorlog tot op nëeden voldaan, als zijnde ook dir fouiaas door Hoo<* Mogcnde bij Refolutie van den 18 December 1778, op "nieuw gecontinueerd. Dan deeze continuatie thands niet meer noodig -zijnde, uit hoofde van de redenen hier booven gemeld, zoo zal deeze poit nier langer behoeven te dienen' tol fouiaas van de twee genoemde Provinciën, en mitsdien van den Staat van Oorlog kunnen afgeiaaten worden. Met ('e poll van het onderhoud der Fortificatiën heeft dc naauwlle overeenkomit d:e van de Magaziinen, want, gelijk de Raad zich uitdrukt in de generaale Pedrie voor Tiet jaar 175,-. „ daar Fortificatiën van nooden zijn, fpreekt p heC v«n' zelfs, dat wel voo-ziene Magazijnen moeten weejj zen. Dc Migazijns Goederen en Munitiën van Oorlog moe,j ten worden gehaavend, fchoon en in ordre gehouden. Die welke van tijd tot tijd geconfumeerd worden, verouderen en vergaan, moeten worden geremplaceerd." Hier van daan is het dat men reeds op de oudfte Sta^ ten van Oorlog een poit vindt gebragt voor onkoften vattende tn de Magazijnen* volgens de Staten van OorJog van 15- .C en 15-97, ter repartitie van Holland of voor de Aminunitien van Oorloi, blijkens die zelfde Staten ter repartitie van Zeeland, Utrecht, Vriesland en Stad en Lande. Op den Staat van het jaar 15-98, is ter repartitie van Holland bij raaming geheld een poli van vijf honderd guldens Ter maand 'voor de enjojfe» va/ten ie in het Magazijn te de Afd Staat van Oorlog.  $de A fd. Staat van' Oorlog. ( *44 ) , a de nooVwe aften, van verzoek, zoo als volgens de aangeholde Refolutie van den Raad, en de ex-enne van deeze poit op den Staat van Oorlog behoorde p aars te heoben. Immers zoude de Raad zich daar door m itaat hebben bevonden om te beoordeelen, of de lom in hctjaar iöSo op den Staat van Oorlog voor de Magazijnen gebragt, totdat einde bii continuatie noodig was; dan oeeze gewoonte om declaralicn over te zenden is thands ten eenenmaale m on. biuik, dewijl behalven de Commilen ,n Gelderland en OverHlTel, welkers Magazijnen direft z.jn onder het b hier van den Raad even als de Fortificatiën aldaar, waar van de eeritgenoemde de feuuele zijn, geen Commifen uit de andere Provinciën op acfes van verzoek betaald woroen, dan alleen de Commis van het Hollandfch Magazijn, wiens declavatien jaarlijks verre te boven gaan de Poll op den Staat van Oorlog ter repartitie van holland ltaande; de Raad proponeerde daarom reeds in het jaar 1711 aar1 de Extraordinaris Vergadering van U Hoog Mogende bij Misfive van den %$ Maart van dat jaar, om deeze poft te yerhoogen tot op f30000- o- o 'sjaars, dewijl de dagehjkfche onkoiten in de Maga.zijm-n van de bezette plaatien in ó> Provincie vin HolUnd, het Magazijn van Delft daar 6nd-r begreepen, de laatite twintig jaaren door een gèllaaaen, jaarlijks hadden bedraagen een lom van ƒ 17/47-0-0, vokens de geliquideerde Declaratien ter Generahuits Ree*enkaameT beruftende , waar op i\) voorts laat volgen. Het moet niet vreemd dunken aan U Hoog Mogende, " dat de dagelijkfche koften in een Provinciaal Magazijn " koomen ten lafte van de gezaamentbjke Bondgenooten; " de Voorouders, welke dat zoodaanig hebben goedgevon" den hebben wijflehik geconiidereerd, dat de dienft, wel" ke de Provincie van Holland doet aan de Generaliteit, door eene confiderabeJe quanrireir van ArtfNerie, en yan allerhande Oorlogsbehoeften, in gereedheid te houden " ten dienfte van het gemeen, zonder intereft te trekken V£m een zoo zwaar Capitaal, als daar aan te kótte gelegd " word, wel verdiende, dat het tractement van den Comr- mis en van deszelfs Conducteur, mitsgaders de dagelijk" fche onkoiten, in dat Magazijn vallende, bekoftigd wier" den bij de gezaamentbjke Provinciën, en vervolgens geV braet op den Staat van Oorlog," en met deeze voorflag conformeerden zich Uwer Hoog Mogende Gedeputeerdens bij het Genetaliteits Rapport van den 10 Meij i;it, zonder dat ze is gevolgd, zijnde de fom teegenswoordig nog dezelfde als in het jaar 172.1. Behalven de opgenoemde Poften voor de onkofien zoo in de Generaliteits als Provinciaale Magazijnen, vindt men „og op den Staat van Oorlog eene andere, welke tot aanvullinff der Magazijnen zoude kunnen dienen, zijnde die van Kruid, Loot en Lonten, het welk aan de Militie word uitgedeeld, en door ander moet worden geremplaceerd op de Provinciën van Holland, Zeeland, Utrecht, Vriesland, Stad en Lande en Drenthe, te zaamen bedraagende de lom  van een en zeeventig duizend twee honderd acht en Veer- lig guldens in het jaar; een Poit zoo noodig als eenige, dewijl het Pulver door de daagelijklche confumtie vermindert, en door den tiji veroudert; doch nier te min zee- z ózrt lange voor de meeite zoo niet alle de opgenoemde Provinciën een poit va.i merkelijk prohj;. De Raad van Staate zegt 'er van in de Petitie voor het jaar 1755-. „Men zoude zich bedriegen, indien men meen» de dat. deez,e poit in haar origine alleen was gedeitineerd ,, geweeit, om in het Voorjaar eenige tonnen Po!ver tot „ exercitie van de Militie uitieleeveren. De importantie van „ de fomme refuteert zoodanige opinie en dienvolgende moet „ men hooger op te rug zien. Men plagt naamdijk in oude 1, tijden alle acht en veertig dagen (welk getal een Heere„ maand maakte, voor dat die tot twee en veertig dagen ge„ bragt wierd; polver, loot en lonten aan de Militie uit te „ deelen, zoo als uit de Inhruflie voor de Commilen van „ de Magazijnen van den 15- Julij 1605-, en deszelts am„ pliatie van den 18 Maart 1631, beide in het Groot Pla,, caatboek te vinden , blijkbaar is. Hier van daan draagt „ dar Polver in de oude Staaten van Oorlog en elders den „ naam van het Maandkrnit, en uit die Staaten ziet men „ teffens , dat de Provincie van Holland verpligt was uit „ haaren aanilag in deeze poit, welke toen hooger was, als „tegenwoordig, meer als dertig Steden en Sterkten in Gel» „ derland , HoWand, OveiijlVel en het reffort van de Ge„ neraliteit geleegen, van kruit, Jomcn, Jooi, wapenen en ,, andere initrumenten van Oorlog te voonien, dc uitlee-. „ vering van het voorfchreeve maandk ruit wierd nadeïhand „ bij een ordre van den Raad van State van den Meij » 1637» mer goedvinden van Zijne Hoogheid, afgelcha r, en goedgevonden, dat alleenlijk voor eene rei,e aan de „ Musquettiers, in Guarrifoen komen ie, kruit zoude uit„ geleeverd worden, doch eenigen tijd daar na fchijnt de „ uitleevering zeldfaam en niet dan op fpeciaale ordre van „ den Raad van State gefchied te zijn. Zeederd hee ft de „ poit gediend, om daar uit aclen van verzoek op de Pro„ vincien, die 'er meede aan geilagen waren, te depèc.hee„ ren tot het ieeveren van Polver, lonten en kogels, fom„ tijds ook van andere munitiën van Oorlog in des Gene„ raliteits itapel en andt-re Magazijnen. Hier van getuigen „ de Regiiters van diergelijke aden, ter Thefaurie van den „ Raad van State beruftende, maar ze getuigen met een, „ dat deeze fource, waar uit ten minüen eenige behoeften „ van tijd tot tijd in de Magazijnen gefuppieerd konden „ worden, in het eind van de voorgaande eeuw en het begin „ van de tegenswoordige is uitgedroogd": Vervolgens voegt 'er de Raad nog het een en ander bij om ie doen zien hoe noodzaakelijk het was deeze poit wederom in zijn geheel te doen herleeven, en te doen dienen tot eene jaarliiKiche aanvulling der Magazijnen, waar van wij echter voor het tegenwoordige geen gebruik zullen maaien, dewijl ons oogmerk is daar toe een ander fonds aan Gg 3 V 5ch Afd. Staat au Oorlog,  yïe Afd. Staat van Oorlog. ( 14« ) U Hoog Mogende voor te liaan bij de behandeling van het Schema der beide Staaten van Oorlog. Wij fpoeden ons thands om aan U Hoog Mogende voor te draagen onze gedachten over de poüen, die in het vervolg op den Staat van Oorlog dienen gebragt te worden, eensdeels voor de dagelijkfche onkoiten in de Magazijnen, zoo in het rellort van de Generaliteit en in de Provinciën van Gelderland en Överijflel, als in de Magazijnen van de vijf overige Provinciën, anderdeels voor het kruit, hetwelk jaarlijks tot de exercitie van de Militie benoodigd is; in de begrooting en verdeeling van welke laatite wij hebben reguard genomen op de tegenwoordige Iterkte der Giiarnizoenen, en het quantum van het kruu bereekend op den voet van de Reiolutie door den Raad van State genomen den x3 April 1789, waar bij is bepaald, hoe veel ponden aan ieder Esquadron Cavallerie, en Battaillon Infanterie tot het doen van de jaarlijkfche exercitiën gcUeverd zouden worden, terwijl w ij met betrekking tot de eerfle hebben gemeend een ondedcheid te moeten maaken tulichen de itapel Magazijnen van de Generaifeir; als meede, die in de Frontieren van den Staat zoo in de Provinciën van Gelder/and en Overijifel, ais in her reliorr van de Generaliteit ? en de Magazijnen in de Provinciën van Holland, Zeeland, Utrecht, Vriesland en Stad en Lande, welke laatite niec ftaan onder het beftier van de Generaliteit, maar zuiver Provinciaal zijn , en daarom naar ons inzien Hechts voor een gedeelte behooren te komen tot lafte van het bondgenootichap, of als een fubfidie, het welk aan die Provinciën van Generaliteitswege word goedgedaan, om haar in hec dragen van deeze lalt te verligten. Wat nu betreft de onkoften, dagelijks vallende in de Stapel-Magazijnen van de Generaliteit, ais meede in de Magazijnen in de Frontieren van den Staat, zoo in de Provinciën van Gelderland en Överijflel, als in het telfort van de Generaliteit, mitsgaders de koften van het Pulver, dat aan de Militie binnen die twee Provinciën en het voorfchreeven reifort in Guarnifoen, tot hunne jaarlijkfche exercitiën moet uitgeleeverd worden. U Hoog Mogende weeten , dar voor de onkoften in de gemelde Magazijnen op den Staat van Oorlog thands gefield zijn verfcheide poiten, die te zaamen bedraagen een fotn van vijf en vijftig duizend twee honderd drie en veertig guldens; onder dezelven zijn 'er echter iommige, u-aar op boor deeze en geene Provincie iets is geprofiteerd, waar meede de voorfchreeven fom dus zoude behooren ve>minden! te worden, bij voorbeeld door Gelderland op de poft van de Magazijnen van 's Gravenweerd en St. Andries, door Zeeland op die van de Magazijnen in Vlaanderen, door Vriesland en Stad en Lande op de Magazijnen van Coeverden en de Forten in Weitwoldingerlandj daar en tegen is tot lafte van Holland, zeederd veele jaaren, voor dc  i c. t n f K '( ) de Stapel Magazijnen te Delft en Dordrecht merkelijk meer gedêpecheerd, dan de poft bedraagt, die daar voor op den btaat van Oorlog is gelleld. Wanneer men nu hier bij in conüderatie neemt, dat beha ven deeze onkoiten ,n de gemelde Magazijnen nog moet betaald wo.den het Pulver tot de jaarlijkfche exercitiën van de Minne binnen de Provinciën van Gelderland en O verijdel en het gantlche reftoft van de GeneraliteitGuarnizoen houdende, en de Iterkte van alle die Guarnizoenen met el» kander ftelt op de helft, of liever op twee derde gedeeltens van de geheele Armée van den Sraat, het geen niet te hoog genomen is, zoo zal een fom van ten minften fagtig durend guld&is 'sjaars vereilcht worden om de Genei rahten m lUat te Hellen, alle die knüen re kunnen goedmaken, u y Zoudcn daarom van advife zijn , dat de gemel- ££mo T eind{\°P nieuw te formeeren Staat behoort georagt te worden. d^T.^lv" TM^f jaar,i^ks nit te keveren aart de Mome binnen de Provinciën van Holland, Zeeland, Utrecht, Vnesland en Stad en Lande in Guarnizoen, to het doen van hunne exercitiën, komt het ons voor, dat op poft ^7 O0r!°^ d]enC te worden, een pod van agt en twintig duizend agt honde.d en vijftig guldens, om over dc gemelde Provinciën naar het getal van v PeS/ni/iezdve Garnizoen houdende, jaarlijks te h. XVer(,eddji dé*n**i die dimden zulten K$k§ JijQ alle jaar aan den Raad van State over te geeven eene fpecificatie van het geen zij ter, zaake voorfchrwven zulkn hebben gefu neerd en bekoftigd, terwijl over het geen de'zelve meerder of minder dan haare cjuore zullen hebben yerürexr even a/s over andere poüen op de gevoege/bkfïe wijze zal worden, gel quideerd, en bijaldien in het%e4o g eetnge meerdere of mindere Troupes in de gemelde Pró vincien mogten guarnizoen houden, dan 'er tegenwoordig zijn, dat als dan de voorfchreeve fom van / zU ,, denis van de voorfchreeve plaats konde dienen verzorgt ,, mogt worden, mitsgaders om door eenige Heeren bij j, gemelden Ra ui d^ar toe te committeeren, te verdaan eti te verneemen, wat gemeene Middelen ordinaris of ex,, traordinaris binnen de voorfz Stad en plaatzen daar aan » geleegen, waren geheeven, zoo wel voor, als naa dat 1, dezelve Stad bij de voorfchreeve Vijand was geoccupeerd „ geweeft, en wat middelen aldaar tegenwoordig gehee,, ven zouden kunnen en behooren te worden, refcribee,, rende aan U Hoog Mog. aanltonds bericht, aangaande i, de voorfchreeve middelen, om hetzelve gehoord, voorts gedisponeerd te worden." De gevolgen van deeZe Refolutie, en de daar op gevolgde Miiiive door den Raad van S'ate op den zy November aan U Hoog Mogende gefchreeven, waren met betrekking tot de heffing der Gemeene Middelen, dat de Raad kort daar naa bij Uwer Hoog Mogende Refolutie van den 1 December deszelven jaars wierd verzogr, om bij provili'é voor den tijd van een half jaar de voorichreeve middelen tot Bommel, en de Dorpen daar onder genoorende te doen verpagten op den voet van de Ordonnantie en uux h er bevöorens bij de Heeren Staaten van de Provincie Géf&r- land  laud geëmaneerd, tot dat anders bij U Hoog Mogmde zoude weezen gedisponeerd. Terwijl ten aanzien van het eerile point door den Raad van State zonder eenig verwijl alles in het werk wierd geheid wat m haar vermoógen was, om de meergemelde Stad in ilaat van leegenweer te brengen, Zuo als kan blijken uit des Raads millives.aan ü Hoog Mogende van deri 24 November en z December meerendeds geiniereerd rri Uwer Hoog Mogende Refolutien van den 17 November en 4 December 1673, waaruit men kan zien aan de eene zijde van welk eene aangeleegendheid men destijds dc Stad van bommel oordeelde te weezen, dezelve befchouaende als een hrontierplaats, en aan den and.ren kant, dat de Raad van b ate uit oorzaak daar bij breeder vermeld, ohmagiig zijnde om de brad van de noodige vereifchtèns van Ammun tie als anderbnts uit des Generaliteits IVtógaziinerJ te voorzien, tnj Gecommitteerde Raaden van de Provincie vah Holland aanhieldt, om haar daar in van weegens den toenraaaligen hoogen nood en volgens de ordres van hec Land, de behulpzaame hand te bieden onder vdrzeekerinV* dat het geen zij desweegens zouden furneeren, aan de lrovinue van Generaliteits weege zoude worden gevalideerd, in welk aanzoek zij door U Hoog Mogende m dc aangehaalde Refolutien wierd gèfecondeerd. Onder anderen vindt rri, n ook dat de Raad od deri rr December 1673, twee Heeren committeerde , 'om van voornoemde Heeren Gecommitteerde Raaden voor contan ten over te neemen een goede quamucit TöYf voor het Magazijn, welk verZoek aanleiding fcjfujnt gegeeven ie hebben ( vvanr eene preofe Rcfoutie word er niet van èév.-oKien ren mmütn is dezelve aan ons nier voorgekomen ) dat de Provincie-van Holland de voorziening van de Was ten binnen deeze Stad met Turf en Kaarilen voor haare reekening heert genoomen, en dat daar voor ter repartitie van de gemelde Provincie, reeds op den Staat van Oorlog over het jaar 1674, een poli van een duizend guldens is gèbragc geworden; op uélke Provincie ze geduurende den Oor log tot het jaar iêfj incluis is gebleeven; men had ze met het einde van dezelve behooren te ligten Uit den Staat van Oorlog, en niet ie brengen ter repartitie van Gelderland, zoo als aanvankelijk met het jaar 1670, en vervol gens jaarlijks geichied is, dewijl de KePublieö door de Vrede van Nijmegen weder geraakt zijnde in het ee ruit bezit van alle de Steden en Landen , die voor derf Oor/og aan haar hadden toebehoord, de Stad Bommel ces leerde te zijn een FrontierpSaats van den Staat. Ook is ze daar naa met meer gereekend onder des Generaliteits Frontieren ; en de Raad advifeerde daarom bij haar advis vari den125 M»m 1717 aan de Extraordinaris V ergaderincr van U Hoog Mogende om deeze poit niet langer re breVn op den braac van Oorlog, dan dit advis destijds niet levolgd zijnde, kunnen u ij niet naalaaten de hitlanden tor Hh 3 dar 3de Afd. Staat van Oorlog  yle Afd. Staat van Oorlog. Rijswerken van Gravenzvaard. ( *5"4 ) dat einde door den Raad destijds gedaan cp nieuw te brengen onder het oog van U Hoog Mogende, en op de roijeering van dezelve andermaal aan te dringen. De derde poft, bedrangende een fom van tien duizend guldens 'sjaars, is gerepartitieerd over de Provinciën van Gelderland, Utrecht en Overijilel ingevolge Uwer Hoog Mogende Refolutie van den zi Oeiober 171c, en diende voormaals tot reparatie en onderhoud van de Werken te'sGravenwaard en den ljiïeiftroom. Van dezelve zou ie zeer veel kunnen gezegd worden, indien 'er eenige nuttigheid in geleegen was alhier op te geeven, het geen daar van in de Kegiilers van U Hoog Mogende en den Raad vin State gevonden word; dan daar deeze poft naar ons inzien en om redenen ftraks te melden voor het vervolg niet sn er behoort te komen tot lallen van de Generaliteit, vergenoegen wij ons met korteiijk aan te merken, dat reeds van de vroegfte tij len der Republicq af de Bondgenooten zijn bezorgd geweeft, om den Rhijn, en de daaruit vloeijende Rivieren van Waal en IJflel, als. de voornanmlle bronaders der binnenlandicheCommercie, en de nar.nurjijke fterkte van den Lande in tijd van Oorlog, fteeds te doen zijn in goeden ftaat, beftaande deeze zorg voornaamelijk in het brengen en houden v,an eene zeekere evenreedigheid in de quantneit van water op die drie Rivieren, en her weeren van dè beletzelen, welke daar aan door verzandingen of verloop der Rivieren, konden hinderlijk -zijn. Om hier van overtuigd re w7eezen behoeft men Hechts in te zien de miflive door U Hoog Mogende den i% Meij 1605- gefchreeven aan de Heeren Siaaten der Provincie van Holland, geinfereerd in de ..Notulen van hun Edele Groot Mogende van den 1 Junij 1605-, folio 490 zijnde van den volgenden inhoud: Wij hebben Uwer E. bij deezen willen ad verteeren, dat wij den z junij naailkomende itilo novo, met gemeen advis beftemd hebben, om volgende verfcheide voorgaande Refolutien wederom bij der hand te neemen en vervolgen de vilitatie van de diepten en ondiepten der ilroomen van den Rhijn, Waal en IJflel, en daar in zulks te h.ir-d . ;eu en procedeeren, dat de Stroom.en refpective haaren gewoonlijken cours behouden, en niet gediverteerd en worden, en dat den eenen Stroom niet te veel, en den anderen niet te luttel water en behouder verzoekende en begeerende zulks vrundelijk, dac Uwe E.: gelieven ordre re geeven, dat die geene, die hier toe van weegen de Provincie van Holland meede zijn of zullen worden gecommitteerd , hen ten voorfchreeven dage precife, tot koite van dezelve Provincie tot Arnhem mogen laaten vinden, zonder des te blijven in gebreeken, op dat de voor- fchree-  fthreeve noodzaakelijke befognes langer niet en weiden geretardeert. Voorts de Petitie door den Raad van Stare gedaan den 13 Julij i6%s bij geleegendneii, dar den IjHel door den zwaaren Ijsgang van den voorgauiden Widter zood.iam'g was verondiept en verzandt, dat 'er geen Schepen, de mond van die Rivier kenden palïeeren, „ waar door de„ zelve ( gelijk de Raad zich uitdrukt > t'e-nemaa! verilopt „ en onbruikbaar zoude worden, indien daar inne met poe»> de zorge ende nccriligheid niet wierd voorzien, niet3 al„ leeft tot geheel verderf van de S;eden en Quartieren ,, aan dezelve geleegen, die in nood van beleegeringe, eh „ andere voorkoomende zwaarigheeden niet en zoitderi „ kunnen van beneeden geiecourterd worden, noch van „ noodige behoeften voorzien, maar ook tot groot nadeel „ en ongerief van alle de andere Provinciën gewoon zijn„ de de voorfchreeven Rivier te be va aren, en haare tra„ bcque daar over te doen; invoegen dat tot behoude„ nilie van zoo eene groote commoditeir voor de gemeene „ Landen, meede niet ueiniger dienende tot belet van des „ Vijands palfage op de Vel uwe, het welk wij ahzaameri „ weeten, hoe hooglijk voor deeze La. den is importeeren„ de." (Cieen wonder, want men had 'er maar weinig uvanden te vooren de moogelijkheid van gezien door den inval van den Vijand in de Veluwe onder Graaf Hendrik Van den t3. „ en om voorts met communicatie en goedvinden als von„ ren de Zandbergen en hooge Zandfchurren in de genie!„ de Sfroornen te bekrammen ende de Rnfingen cn de „ Kribben aan de andere zijde daar reegen gemaakt w:g „ te neemen, or' ten minften te korten, zoo als naar den „ eifch van de werken bij dezelve bevonden zoude uoi„ den te behooren." En op dat de Raad in ftaat zoude weezen de kollen tot alle deeze werken benoodigd te kunnen goedmaaken, verklaarden ten ze've dage de Provinciën van Gelderland, Plolland, Utrecht en Óvenjife! haar confent te draagen in de Petitie van den Z3 julij 1615, en goed te vinden dat bij den Raad van State daar op dechaiges zouden worden gedtpecheerd. Alhoewel nu uit deeze drieStukken en meer anderen, die men zoude kunnen bijbrengen van vroege r en laater jaaren, indien zulks noodig was, ten dui klijkiten blijkt de waakzaamheid der Voorouders voor de meergeme'de Rivieren, vindt men echter niet, dat geduuiende al den tijd, die de Oorlog met Spagne geduurd heelt, op den Staat van OorJog zoude zijn gebragt een poft tot onderhoud der werken, die tot verdieping en heneficeciing van de Rhijn en JJÜelftr.oom, van tijd tot tijd gemaakt wierden, en waarfenijneUjk veel gelds a^n onderhoud kofteden , maar wel het traélement van den Rïjsvjerksr op 's Graveuivetrd blijkens de Staaten van Ooi log over 1595-, en volgende tot 1617 ingeflooten. Het is eerft op den Staat van Oorlog voor het jaar 1649, dat 'er een poft van tien duizend guldens voorkomt ter repartitie van de Provincie van Gelderland, zijnde als toen geextendeerd in deezer voegen voor reparatie en onderhoudtnge van de Rijswerken op Schenkenfchans jaarlijks de Jom van tien duizend ponden , w.aar door men dezelfde poit moet verihun, als die geene, welke nog heeden op den Staat van Oorlog gevonden word, want Schenkcnlchans was wel eer op het eiland \ Gravenwaard geleegen, als meede een poft van drie duizend guldens 's jaars ter repartitie van Overijli'el, tot onderhoud van de Kribben en Rïjswerken tot Tffeloort, doch deeze laatite is zeedert het jaar 1677 niet meer gebragt op den Staat van Oorlog. Naar alle apparenne moeit de cerfte poit voornaamelijk zoo nier alleen dienen tot onderhoud en de reparatie van de Kribbingen, welke men had aangelegd tot beveiliging y>n. het hooft) deezer Veiling , teegens den drift van het Rhijnwater, (want dat men daar meede zoude bedoeld hebben aan de Provincie van Gelderland te geeven een fonds tot goedmaaking van haare waterwerken, is niet te denken, dewijl zulks eene Provinciale laft was, hoedanige nergens voor reekening van de Generaliteit genoomen zijn) én hier voor was zeekerlijk veel reden, naardien de Schans met zwaare kolten was gett/gt en verbeeterd, en nog lang daar naa w ierd befchouwd als een Frontier van den Staat en de fleutel van den Rhijn, die z'c/i daar  f *%7 ) daar, ter pTaatfe fot het begin van deeze Feuw, en voor bet graavcn van het Panderlche Canaal in tweeën verdeelt de, waar door derhalven daar ter plaatze eene zwaare aanllag van het Waater moeit ontitaan. Dat dit nu her reg;e gebruik van deeze pnft geweeft zij, blijkf ten klaarlien uit de Propofitie door de Heeren Gedeputeerden van Gelderland op den 13 December i66t, ter Verga dering van ü Hoog Mogende gedaan, ten ernde de poii van tien duizend gulden op den Staat van Oorlog gelleld voor de Fortificatiën van 's Gmvenweerd geaugmenteerd mogte worden tot hooger fomme, en het daar op gevo'gd deciinatoir advis van den Raad van State van den zi daar aan volgende, waar in gezegd word ,, dat het eene „ jaar door het andere^ genoomen de ordinaris onkoiten van „ de Werken te 's Gravenweerd circum circa uit deeze „poft Kunnen vervallen, en gevonden worden, maar dat „ ongel wijffeld de Heeren Gedeputeerden van Gelderland „ bij de voorfchreeve propofitie zouden hebben gtrellec,, teerd op haar Fxfraoidinaris, het welk omtrent hef Ga„ naai van 's Gravenueerd tot bene ficeering van de Rivic„ ren de Neder Rhijn en den IJlTel nu eenige jaaren her„ waards albereids was gedaan , ende nog gedaan zoude „moeten worden, om de voorfchreeve Rivieren van be„ hoorlijk water te voorzien, en dat daar toe Fxtraordi„ natis middelen zouden moeten gevonden worden, daar „ toe de voorichreeve poft van tienduizend guidens's jaars ,, (fchoon niet anders daar uit te vervallen was) in geenen „ detle luffifant is," wordende bij d e brief wijders in bedenken gegeeven, „dewijl aan dat werk voor de fecuriteit „ vari den btaat zoo hooglijk geleegen was, en dat de voor„ ichreeve Rivieren aan de aller periculeuze zijde van het „ Land de Steden van de Provinciën, ende de Frontieren van den Staat als voorgragten dienen ende dezelve dek„ ken moeren " daar toe eene Extraordinaris Petitie te doen, gelijk in deete en diergelijke zaaken van grooter importantie voor deezen meermaalen is gedaan geweeft. Het duurde echter tot het, jaar 1666, eer 'er door den Raad eene Petitie gedaan wierd tot benefLeering van den Rhijn en IJüel, waar toe veelligt aanleiding zal hebben gegeeven, dat de Heeren Gedeputeerden van de Provincie van Utrecht op den 10 April 166c, „uit fpeciaale laft „ van de Heeren hunne Principaalen met redenen daar toe „ dienende, hadden geürgeerd, ten einde dat door U Hoog „ Mogende autoriteit de Kribweiken aanSchenkenfchanstot „ benericeeringe van den Neder-Rhijn en den IJifel, ren „ fpoedigüen gepeii'ecteerd mogten worden, ende tot betaa„ ling van dezelve werken alle noodige en prompte ordre „ gelleld;' Doch de poft van tien duizend guldens voor het onderhoud der werken te 's Gravenwaard wderd niet verhoogd, en wderd zelfs, na dat ze in het noodlottig jaar van 1673 I i van %de Afd. Staat 'jan Oorlog. 6 Februarij 1666  fde Afd. Staat van Oorlog C ^8 ) van den Staar van Oorlog geiaaten was, naderhand tot het par 1683 alleen in blanco uitgetrokken tot dat bij desl Raads Refolutie van den 14 September 1Ó83 in achting ge>• noomen zijnde, dat de werken omtrent Schenkenfchans tot het benericeeren van den Neder-Rhijn en IJb'el meerendeels waren geperfectioneerd, en de reÜeerende in het kort tot haare perfectie ftonien gebragt te worden, en dat tot onderhoud der voorfchreeve werken een particuliere poit op den Staat van Oorlog was uitgetrokken geweeit, wierd goedgevonden, dat het gunt voorfchreeven zoude worden voortgebragt op het formeeren van den Staat vnn Oorlog, over het toen aanüaande ja?r van 1684, op welke itaac wederom een port van tienduizend guldens gebragt wierd, niet gelijk voorheen alleen ter repartitie van Gelderland, maar op drie Provinciën en tot gelijke fommen als dezelve thands nog is uitgetrokken. Trouwens de Provincie van Utrecht had reeds lange getoond, een bijzonder deel te neemen in dit werk, en op de Provincie van OverijlTe!,., was tot het jaar 1677 ingellooten gebragt geweeft een poit van drie duizend guldens voor het onderhoud van de Kribben, en Rijswerken te Ijlfeloort; ook reekende men destijds de belangens van die drie Provinciën op het naauwfte aan elkander verbonden met opzigt tot die Point, gelijk onder anderen te zien is uit Uwer Hoog Mogende Refolutie van 14Julij 1681, waar bij overeenkomitig het Advis van Zijne Hoogheid wierd verftaan, dat de Gedeputeerdens van Gelderland, Utrecht en Överijflel niet langer zouden worden gefecludeerd uit de befogries ofte gehouden van de deliberatien, die omtrent de verbeetering en verdieping van den IJifel en NederRhijn zouden koomen voor te vallen, des dar de h&nggemelde Provinciën, niet en zouden hebben een concludeerende' maar aJieen een advifeerende item, en niet en zouden mogen weeren , teegengaan of ophouden directelijk of indireftelijk in eeniger maniere iets, zelfs het minlte van het gunt bij de Provinciën van Holland, Zeeland, Vriesland en Stad en Lande, ofte een van hooggeraelde vier Provinciën in het bijzonder, ofte ook bij den Raad van State geordonneerd zoude mogen worden tot verdiepinge der beide Rivieren van den ijliël en den Neder-Rhrjn; het was dus niet te verwonderen, dat de poft van tien duizend guldecs voordaan over die Provinciën wierd verdeeld. Doch het geen meerder opmerking verdient, bellaar veer eerfl daar in, dat de drie Provinciën, ntetteegenftaande de aangehaalde l --Ike thands gehee? is Tot het neemen van deeze laatitgenoemde Refolutie aaf aanleiding de propofirie en inüantien door de Heeren Ge deputeerden van de Provincie van Överijflel op den 8 Oc mLVs° T GVnerameit ftcdaan; en vee ligt zijn Ü HooS «fleSen6 door 12 S hooVde%S^S "flettien door de Heeren Staaten van Gelderland, Utrecht en Oyernflel gemaakt op het weglaaten van deeze póü bi derzelver Contemen in de Staaten van Oorlog voor he Nnrl709 ^ °VCr ^nnen nagezien worden de Notulen van U Hoog Mogende van den x7 Maart, il «4 Apiü17lo I7°9' Cn die V3n 3 Janua"j' 31 Maait J^l tett,aMdere»> dat dc Generaliteit zeedert het einde SS^ató^r^^ VerpJicht ^ de ha"d 'c trekken v,n het onderhoud van Schenkenichans, en door de ^n Unfenten van anderen hebbende moeten afz'en van, en doeni üaaken het graaven van een Canaai, en het eggen beLn^.retranCheameDt in de heerlijkheid Pannerden? de behandeling van dit geheele werk daar door is geworden ^ovencraoi ln zoo verre zelfs, dat de doorfniidingen die m laater njd ondernamen zijn tot beneticeering van den Neder Rhlj„ en Jlfel, uiitsgaaders het onderhond* der wer- zi n hkl Je ldC ?"de aa0Seleêd' gelijk voorheen Wn f r ,?°?r fc cezaamentlijke Provinciën, maar alleen door Gelderland, Utrecht, en Överijflel, of door Gel* dcrland en Holland, en ook fomtvijleo door de vier Provincien te zaamen, hoewel zeldzaam, dewijl de Provincie van Ovenjüe veelal het onderhoud der werken heef gelaaten rot Ja te van Gelderland en Holland, en geduurende dê iaatfle twintig ,aaren daar toe niets betaald, zelfiï niet tot het graaven van den nieuwen mond van den IhTel m IhVïZJ77»' Waar i0 2ij nier minder dan eene van de dne andere Provinciën geintereileerd was, zijnde de kos- *i* tem Staat van Oorlog,  3dc Afd. St.aat van Oorlog. Secreete CorrefpoU' dentte. ten tot datwerk geimpendeerd, betzald door de Provin cien van Geideiland en Holland. Daar nu uit dit geavanceerde genoegzaam blijkt, -dat de poit van tien duizend guldens ter repartitie van Gelderland, Utrecht en Overijilel niet meer geémpioijeerd word voor de Rijswerken te Gravenwaard, en dat de betaalingen, die door de opgenoemde Provinciën thands jaarlijks gedaan worden aan de Rijswerken van Neder-Rnijn en Ij li el zuiver Provincia-al, op de baiancen van den Staat der Frovinciaaie Financien aan Zijne Doorluchtige Hoogheid overgeleeverd, naar alle waai fchijnlijkneid onder de liublailen bereekend, en aan de Provinciën goedgedaan zijn, en alzoo door deeze poit op den Staat van Oorlog te iaaten, iweemaal aan haar gevalideerd zouden worden, waar bij nog komt, dat in dat geval ook andere Provinciën even zeer zouden kunnen fuiiineeren, dat insgelijks op haare repartitie behoorde gebragt te worden een poit voor Rijs- of Zeemerken binnen dezelven geleegen, zijn wij van advis, dat deeze poit niet langer op den Staat van Oorlog behoort gebragt te worden. De p >ft voor Correfpondentie ter repartitie van Holland, bedraagt een fom van vier en zeven ig duizend guldens 'sjaars. Op de oudtte Staaten van Oorlog, zelfs reeds op die van 1595 tot 16x1 toe, word deeze poit in deezer voegen gebia ^t, de Seceete dienften tot diretlie van Zijne cellentïe of tot diretlie van Zijne Hooghtid3 zoo als op den Siaat van 1649. Op die van 165-0, vindt men voor de fecreete ditnften ende correspondentlen ten dienftt van den Staat te doen} iooö c£ ter maandj zijnde deeze extenlie gearresteerd bij des Raads Reiolutie van den 10 December 165-0, doch op den Staat van 1656 word gebragt rivee duizend guldens 'smaands voor de fecreete dienften en correfpoudentten3 Spie Boden - loone» &c. ten dienfte van den Lande te doen, van welke verandering de reden te zien is uit des Raads Refolutie van den iy Januari) 165-6, waar in gezegd word, „ dat door eenige Heeren van U Hoog Mogende „ en van Holland was verzogt , dat de poit op Holland „ ftaande tot fecreete dienften, mogte vermeerderd worden „ alzoo gezegd word daar meede niet toe te kunnen ko„ men, zoo als ook bij memorie uit de Financie van Hol„ land was getoond, dat in het voorgaar de jaar zeer veel „ was geëxcedeert, wordende daar bij voorts uit confide„ ratie dat op Holland had geftaan een poft van duizend „ guldens ter maand voor Boden van die Provincie, ren „ dienfte van de Generaliteit gebruikt wordende, welk ge„ bruik niet meer zoo en was zeederd de dood van Ziine „ Hoogheid, gerefolveerd dien poft uit den Staat vanOor„ log te laaten, ende in plaatfe de poft rot fecreete dien„ iten te verhoogen met die zelve lom en te extendeeren >, in diervoegen ais reeds is opgegeeven/' De groote van de poft was voor het j;ar 165-6 niet ah tijd  C z^r ) 1'jd dezelfde gewecf! { dan eens had ze neggen twee dut zend guldens ter maand, gelijk op de Staaten" van Oor]02 van de jaaren 1,97, \gjt ,,ygf „99 en 1607; dan een* duizend guldens ter maand, zoo als in 1608, ook wei agt 1 honderd guldens 'smaands, gelijk in het jaar ,609 en de^n geheelen tijd van het heiland, en dan wederom twee gut zend guldens, gelijk in het jaar ióu en volgende: docli met het einde van den Oorlog wierd ze gebragt op duizend guldens 'smaands, en bleef alzoo tot het jaar 165-6, wanneer 'er de verhooging bij kwam zoo even gemeld; men kan ligt begrijpen, dat zoo 'er redenen waren in her jaar 1656 voor deeze vermeerdering, dezelven niet minder wierden m den zwaaren oorlog van het jaar i67z, en volgende. V Hoog Mogende vonden daarom goed bij Refolutie van den 31 December ,673 den Raad van State te verzoeken , „ om in dePetirie te doen over de vier en twintig » ^oinPaRriien Paarden, die nog extraordinaris zouden woi^ „ den onderhouden, ook te willen brengen een poll van >. Vijftrg duizend guldens, tot verval van de onkoilen der „ ecreeie dienden en correspondentien." hin het was vervofceös u!i kracht van deeze Refolutie, en om dat men u aarfernjneiijk zal begreepen hebben geduurende den oorlog jaarlijks meer gelds te zullen noodig hebben, dan de poli voor iecreete dienften op den Sraat van Oorlog bed.oeg, dat op den Staat voor het jiar 1675, boven de ?èwoone poit van ƒ *ooo- o- o 'smaands door den Raad van ö.a:e nog wierd gebragt eene maandeiijkfche fomme van / 4106- »3 4, bedraagendetezaameneenfomvan/6i66-i3 4 w.ur in zeederd geene verandering gekomen is. Wat betreft de betaa ingen uit deeze poft gedaan; de Acte Boeken, ter Thefaurie van den Raad beruftende, bewijzen , dar op dezelve /ombijten 4 fles zijn geckpcche.rd: tor vo,doen;ng van fecreere dienften en correfpondentien bui ren sLands, te weeten, op den 8 Januarij xt'fS een acte van / 600- o- o tot betaaling van fecreete correspondentien te Parijs, den 18 .Maart itftj een ade van ƒ698- rS voor den Agent van den Siaat te Keulen over reisKoilen en vacatiën, den 7 Januarij 1677 een acïe van ƒ1500-o-ó voor den VeldmaaHchalk van Waldek over briefporten en andere onkoften van gehoudene correfpondentie, en op deri 6 Jumj 1689 een acïe van f 3%6t. 16 6, ten behoeven van zeekere Tromer over fecreete dienften in Engeland gedaan, behalven nog verfcheide anderen aan Gouverneurs en commandeerende Officieren van bezette Plaatfen in rijdi van Oorlog, al meede uit deeze poft in vroeger tijd betaald, doch geduurende deeze eeuw uit andere rondlen gé- V°rkn' gel'jk h'er boven °p' pag* 224 rceds is °PSe" Voor het overig? kunnen en moeten «ij ons vereenieen met het geen de Raad daar van zegt bij haave Mifhveaan de bxtraordmans Vergadering van U Hoog Mogende van den 15 Maait 1717,1e wceten, „ u-ij hebben geen kenhi£ * i J ii va# '3 de' Afd. Staat ran Oorlok  %de Afd. Staat van Oorlog. Turf en Kaar ff en in de Forten buiten Holland. Turf en Kaarjj'en binnen Slim. ( ièi) s, van het eraploi van die poli, en kunnen ook wel bes^rïi}, pen, dar dezelve van die natuur is, dat ze niet kan gead„ rn:niiireerd en verantwoord worden, op dezelve wijs als f> andere poften ; wij weeten ook wél dat eene confidera„ bele fora met nut kan beUeed worden , aan feeree:e „ correfpendentien , maar daar uit volgi niet, dat de „ Voorfz verhooging zonder andere grond als de boven„ (taande en zonder nadere deliberatie, altijd moet blijven it duuren, zoo in Oorlog als in Vreede." Wij maaken deeze woorden de onze, en zijn voorts van gedachten, dat de poit gevoeglijk op een fom van veertig duizend guldens 'sjaars kan verminderd, en op den nieuw te formeeren Staat van Oorlog onder de benaaming van fecreete Correspondent iegelden gebragt worden. De volgende poft ter repartitie van Holland, is die van Turf en Kaarflen, welke in de Frontieren t Forten en 'Plaatfen buiten Flollandj naar ouder gewoonte j gezonden worden bij raaming genomen op drie duizend drie en dertig guldens en zes ituivers 'sjaars, waar bij wij teffens voegen de poft van twee en twintig duizend twee honderd en vijftig guldens 'sjaars voor Tuffen Kaarjen „ ten behoeven van de fragien binnen Sluisj Aardenburg en de verdere Plaatfen bij den Staat van Oorlog opgenoemd, als meede de poit van drie honderd guldens 'sjaars ter repartitie van Vriesland, voor Turf en Kaarffcn in de Ommerfchans\ vermits deeze drie poiten zijn van gelijken aart, en het geen van de eene gezegd moet worden, ook toepailelijk is op de anderen Wat de oorfprong deezer poften aanbelangt, de eerfle derzeiven word reeds gevonden op den Staat van Oorlog van 15-95", op welke zoo als ook op de volgende Staaten geduurende den Oorlog geformeerd een fom van negen duizend guldens 'sjaars gebragt is ter repartitie van Holland voor Turf en Kaartfen, die of de Forten buiten Holland gezonden worden: en welke niet te hoog was genomen, wanneer men in aanfehouw neemt het groot aantal Forten, Redouten, en veriterkte Huizen, (waar meede het geheele Land, voornaamehjk langs den Rhijn, Waal en IJffel in de Spaanfche troubies als 't ware was bedekt, om daar door den vijand het komen over de Rivieren te beletten, gelijk blijkt uit de Notulen van de Heeren Siaaten van Holland van het jaar i6of fol. 703. en van 1606. fol. to}$.) die al te maal uit deeze poft moeften voorzien worden, doch waar van zeer veele met het einde van den Oorlog zijn geflegt , wordende deeze poft als toen terftond met een derde verminderd, volgens den Staat van Oorlog voor het jaar 1649. De tweede poft is allereerft gebragt op den zoo evengenoemden Staat voor het jaar 1649, en op deeze doelt de Raad van State bij de extraordinaris petitie van den 5 Meij  (* i *3 ) 165-4, waar in gezegd word: „dat de Raad geduurende ,, den Oorlog met de Koning van Spagne, onder veele an„ dcre laften meede was belalt geweeit met de verzorging „ van de noodige Turf en Kaarilen voor de Wag en en „ Corps des Guardes in de Krontieren op ende omtrent de „ Maze, de Schelde, en in Vlaanderen, van welken de be„ taaling was gedaan uit de contributien van's V jands Land „ en andere extraordinaire inkomlten ; dan dat men daar >y uit , dewijl dezelve geduurende de handelingen te Mun>» tter traaglijk inkwamen, geen inkoop tot leverantie heb„ bende durven doen, offchoon men die niet konde miiïen , „ aanvankelijk met het jaar 1649 deeze verzorging had ge„ bragt op den Staat van Ooi log tot lalte van. de Proviu„ cie van Holland. Voor de derde of laatite wierd eerft in het jaar 1677 een fom uitgetrokken van twee honderd negen en veertig guldens en veertien Üuivers, welke echter op den volgenden Staat tot drie honderd guldens sjaars wierd verhoogd, ingevolge des Raads Refolutie van den 20 Oéfober 1677. Van het eer/te begin af is deeze poit gerepartitieerd ge- ' weeft op de Provincie van Vriesland, oflchoon de Ommerfchans in de Provincie van Overijlfel geleegen is; Waar. fchijnelijk om dat de Schans voornaameli|k is aangelegd en moet dienen tot beveiliging van de cei ft gemelde Provin ^ cie^, die dus meer dan eenige andere in dit Fort is geintereiïeerd , te zaamen met de Provincie van Stad en Lande het aanleggen van deeze Schans in het jaar 16x8 bevorderd, en iteeds de noodige behoeften aldaar verzorgt heeft, waar voor op haare repartitie insgelijks een poit is gebragt geweeit Dewijl nu uit de twee eer/Tgenoemde po/Ten a'/een betaald word het vuur en licht binnen de bezette Plaatfen in het reffort van de Generaliteit geieegen, en de kotten van de Turf en Kaarilen in de Ommerfchans, als zijnde van weinig belang, gevoegijk kunnen worden gebragt in de dcclaratien van den Commis, wegens de kolten in het Magazijn aldaar vallende, zoo zouden wij van gedachten zijn, dat alle deeze poiten voor het vervolg van den Staat van Oorlog zouden kunnen blijven, en de bezorging van deeze benoodigdheeden in de Forten, Steden en Plaatfen in Vlaanderen en Braband, alwaar dezelven nog tegenwoordig door Holland worden geieeverd, geiaaten worden ten laite van de Generaliteits Kas , terwijl die in de Ommerfchans, gelijk reeds gezegt is, door den Commis in zijne declaratie behooren gebragt te worden. Behalven de opgenoemde polten vindt men nog twee andere ter repartitie van Holland, te weeten, een van vier duizend zeven honderd twee en zeitig guldens 'siaars, of drie honderd zes en negentig guldens, zeitien Huivers en agt deniers 'smaands, voor de Gierbruggen, die conthiueeJijk gehouden moeten worden, als een toe Nijmegen op de Waai Staat van üorfog* Turf en Kaarjfen in de Ommer* fchans. Zie Refolutie Sta*. :en Generaal 20 en 18 April cn 4 Meij 1628. Raid var» Staite s Julij 1023.  yée Afd. Staat van Oorlog. Onderhoud van de Gierbruggen?. ( 2 «V ) Waal, een tot Arnhem of elders op den Rhijn, en en tot Grave op de Maze , mitsgaders een poll van vijf duizend zes honderd guldens in hec jaar , of vier honderd zes en Zeftig guldens .dertien Huivers en vier deniers ter loopende maand, voor huur van het Huis van Prins Matrijs alnier in den Hage. De eerftgemelde is van ouds, hoewel onder eene andere benaaming, op den Sraat van Oorlog bekend geweeil, ook was dezelve in voorgaande tijden veel hooger; op de Staaten v.in Oorlog van 1591» if97 cn 15-98 , leeit men in het Capittel van andere onkoiten van den Oorlog ter repartitie van Holiand , de Schipsbrugge frette appendeniien kojt jaarIjks -van onderhouden ende beladen bij raaming de fomma van vijftien daiztnd ponden, komt ter kopende maand 1150 ©£. Op die van 1599 en r6o7, is 'er agter het woord beieidrn bi:gevoe;;d, mitsgaders van de bezoldingcn van de MaasSchipper s daar omtrent dienende, en de poit voons uitgetrokken op vier en twintig duizend guldens 'sja rs, ot twee duizend rei ,'oopendc maand; geduurende de tuee volgende jaaren bedroeg ze maar een duizend , en op de S aaien van i6-o,ïói3 eniój7, flegts zes honderd guldens ter ioopenoe maand, naar alle waufchijnelijkheid van wegens het Beitand , waar in de marh hen van het Krijgsvolk minder moeiten zijn, dan in-tijd van Oorlog; ook wierd de poft met het einde van den Trêves op den Staat van Oorlog voor hec jaar f621 we krom gebragt op twee duizend guldens 'smaands onder de benaaming, die ze reeds in het jaar i6o9gekreegen had , van de Scheepsbruggen metten Brngmcefler en de Scheepsgaftai daur omtrent dienende , en bleef alzoo vermits de continuatie" van den Staat van 1621 tot bet einde van den Oorlog; doch ztederd dien tijd onderging de poit eene groote verandering, waar van de eerite was, dat ze van den Sftrat van 1649 geheel wierd geUaten, op welke alleen voorkomt een fom van honderd en vijftig guldens 'smaands, voor den opzigt en het onderhond van de kleine Bruggen met haare dependentiën , ten anderen wierd bij des Raads Refolutie van den 22 April en 15 Oef ober 1649 verilaan, dar men zoude aanhouden te IVeezel , Nijtxcgen en Grave, twee groote en twee kleine Ponsen, en arie Aken, om aldaar te gebruiken, en bij bekwaam Water Gierbruggen daar van te maaken , en voorts bepaald het get;d Pontgalten daar toe aan te neemen, om bij elke Pont of Brugge te plaatfen — vervolgens wierden bij desHaads Refolutie van den 10 December 1650, geieguleerd de daggelden van den Capitein of Brugmeeiter, van de Corporaals en van de Pontgaifen (wordende de Lieutenanoplaats onroodig geoordeeld,! en ttflens gerefolveerd, dat daar voor en voor het onderhoud der Ponten en Aken op den Staat van Oorlog zoude worden gebragt een fom van drie honderd en vijftig guldens ter loo,ende maand, hedïaagende vier duizend twee honderd guldens Viaais. ö J Dan  ■ . f %6s > Dan deeze fom was flechts toereikende om d>ar u;t te vinden de daggelden van den Capitein, drie Corporaals en elf Matrnoien of Ponrgallen , waar ouder 'er twee warm te Sas van Gend , volgens den Staat van poflog van het jaar jójo; ten minilen het overfchot, na ai betaaling van die daggelden, was veel.te gering tot hoeding der koffen van onderhoud der Ponsen en Aken, en alle andere behoeften in bet magazijn van de Scheepsbrugge, met het geen daar toe behoort, onder den Equipagcmeerter te Dordrecht zijnde, weshalven de Raad bij Refolutie van den z December i6eS- raadzaam oordeelde, dat bij redres van den Staat van Oorlog ter repartitie van Holland, zoude worden gebragt een iom van drie duizend guldens 'sjaars voor reparatie en onderhoud van Ponten, Aken en diergelijke ten dienften van d n Lande gebruikt tandende, doch met deete laatite poit die zederd is vereenigd met de poften van onkoiten dagelijks vallende in de Magazijnen te Dordrecht en Delft, "en bij des Raads Refolutie van den 6 Jmuarii 1678 verhoogd tot 1200 c£ ter maand, behoeven wij ons thands niet langer op te houden. Wij keeren derhalven te rug tot de poft van f 55-0- o o eer maand, voor het eerit gebrast op den Staat van Oorlog Van het jaar röfo,, en alzoo gebleeven tot het jaar 1677, wanneer ze wierd verminderd op J 13 3- 6. 8 in de maand; de laatite verandering, welKede poft zederd ondergaan heeft is geweeft in het jaar 1718 ingevolge Uwer Hoog Mogende Refolutie van den 17 December van dat jaar, bij welke wierd verdaan, dat behaiven de Capitein van de Pontons, twee Corporaals en tien gemeene Pontgaihn, die voor de (als toen) geëindigde troubles in dienft waren geweeit, en waar van de Capitein met zedig guldens ter Joopende ma.nl op den Staat van Oorlog ler repartitie van Holl uvl haar, en boven dien voor zich en zijne voorfchreeven ihdiendens ja ïrb'jks genopt twee duizend een honderd vier en veertig guldens, uit de poft van twee duizend agt honderd guldens 'sjaars, voor de Gierbruggen &c. in dienft zoude worden gehouden een Lieutenant, met een traclement van vier honderd en ragtig gqldens 'sjiars, een Corporaal met honderd twee en tagug guldens, en tien gemeene Ponigaften ieder a honderd en dertig guldens, te zaamen uitmaakende negentien honderd en twee en zeltig guldens in het jaar, en dat dewijl het reftant van de voorichreeven twee duizend agt honderd guldens, na aftrek van de voorichreeven twee duizend een honderd vier en veertig guldens, niet alleen niet toereikende was tot goedmaaking van deeze vermeerdering, maar ook van tijd tot tijd daar uit betaald wierden de kosten op het overzetten van 's Lands Militie over de Rivieren vallende, als wordende de voorfchreeve Gierbruggen Dier meer bij de (generaliteit gehouden , de voorfchreeve poit van twee duizend agt honderd guldens zoude worden verhoogd met negentien honderd twee en zeitig guldens, en dus te zaamen uitmaaken de fom van vier duizend' zeven honderd twee en zeftig guldens in het jaar. Kk De 3 de 4fd\ Staat van Oorlog:  Zde Afd. Staat van Oorlog. Huur vat, het Huis vat. Prins Maurits. ( r66 ) De betaab'ngen uit deeze poit gedaan Voor het overzetten van 's Lands Militie, waar van in de aangehaalde Refolutie gefpruoken word, zijn altijd zeer genr.r gewëèii, \ a behalven de Pagter van het Veer te Grave vindt men genoegzaam geene voorbeelden, dat diergelijke onkoiten daar uit zouden zijn gevonden; zelfs is die te Grave voor het jaar 1736 uit een ander fonds betaald, en zoude even als die te Nijmegen en op andere Veeren wederom kunnen voldaan worden uit de poit van Scheepsvragten tot vervoering van het Krijgsvolk , in welk geval de poft voor de Gierbruggen alleen zoude dienen, om te betaalen de gages van de Compagnie Pontonniers, die tegenwoordig maar bedraagen een fom van vier duizend een honderd en zes guldens 'sjaars, en dus tot op die fom kunnen verminderd worden , dan daar het getal der manfchappen dee/e Compagnie uitmaakende, om redenen door de CommiiTie tot het Defenfie-Weezen bij haar rapport pagina 86 en volgende opgegeeven, behoort vermeerderd tn voordaan ingerigt te worden, op den voet aldaar voorgedraagen, zouden wij van gedachten zijn, bij aldien dit plan door de Bondgenooten mogt worden ge'ampieóleerd, dar als dan de kolten daa; op zullende vallen rot tien duizend vier honderd en dertien guldens, zeftien ituivers en vier deniets 'sjaars, op den Staat van Oorlog behooren gebragt , en daar tegen deeze poft uit dezelve geligt te worden; edoch zoo de Bondgenooten het voorichreeven plan niet mogten gouteeren en liever verkiezen de Compagnie te laaten, gelijk'ze tegenwoordig is, zal de meergenoemde poft op den Staat van Oorlog dienen te blijven. l Voor de huur van het Huis, waar in de ArnbafTadeurs \ in vroeger jaaren gewoon waren in te trekken en gede' froijeerd te woeden, mbsgaders voor de Meubelen en repa' ratien, extraordinaris onkoiten van het veranderen der Meubelen, en diergelijken, word zederd het jaar 165:0 gebragt een fom van vijf duizend zes honderd guldens 'sjaars. Voorheen was men gewoon voor de uitheemfche ArnbafTadeurs alhier refideerende, de Huishuuren te be.aalen, en de poft daar voor op den Staat van Oorlog ter repartitie van Holland uitgetrokken, bedroeg een fom van agt duizend vijf honderd en vijftig guldens , dan vermits V Hoog Mogende die Huishuuren hadden afgefchaft, uierd de voorlchreeve poft bij des Raads Refolutie van den 10 December 1650, verminderd op agt duizend guldens'sjaars, waar van echter twee duizend vier honderd guldens tooett. dienen tot betaaling der huur van het Huis van deK^ninginne van Boheemen; blijvende overzulks overig de/dm van vijf duizend zes honderd voor de huur'van het Hui: , gefchikt om de Ambaftadeurs in te defroijeeren. Nogthands word deeze fom niet ten volle betaald aan de eigenaars van dit Huis, maar alleen drie duizend v,Jr  ■ . r zo>) derd twee en zedig guldens en tien Puivers ; terwijl d< Provincie van Holland het rellant proflreert, en zelfs dee ze / j56z- ic- o zijn niet ge heel gefchikt voor de 'huur maar daar onder is nog begreepen een iom van wijflief honderd civee en zeftig guldens en tien Huivers, voor de in tereit van een Capitaal van vijf en twintig duizend gulders, waar op gefchal zijn de Meubelen waar meede het Huis mihchien voorraaals was voordien, dan welke tegenwoordig met meer voor handen zijn, zoo dat men zich bij den aan™ng van onze befognes in de noodzaakelijkheid heeft be. vonden, het daar toe vereilch e aan tekoopen, en meerendeels te betaalen uit de Kas van de Generaliteit. Men had deeze poft al voor langen tijd kunnen menageeren , dewijl de Ambaiïadeurs thands niet meer worden gedefroijeerd; ook hebben U Hoog Mogende Gedeputeerden reeds op den 14 Oeiober 1716 en de Raad van State bij Miihve van den ay Maart 1717, U Hoog Mogende geadvifeerd, om de huur van dit Huis op te zeggen. Jtidoch die beide voorflagen tot dus verre geen efiect gehad hebbende, kunnen wij niet uaarlaaten, om dezelven bij deeze geleegendheid nader aan te dringen, en tot de afichathng van deeze poft op nieuw te advifeeien. De verdere poP.cn, te vinden onder het Capittel, bevattende de andeie onkovUn van den Oorlog, welke alleen op de repartitie van deeze of geene Provincie voorkomen, &jn de poit van duizend guldens 'sjaars voor mden van de luhitie voor den Raad van Vlaanderen , ter repartitie van Zeeland, en die van honderd en vijftig guldens'sjaars voor een Apothecar re Coeverden, ter repartitie van Drenthe, beide zederd her jaar 1653 op den Sraat van Oorlog gebragt. 0 b Offchoon ons geene precife Refolutie bekend is, uic kracht van welke de eerftgenoemde op den Sraat van Oorog is geiteld, fchijnt het ons echter 10e, dat daar roe aanleiding gegeeven heeft het verzoek door den Raad van Vlaanderen den 26 Junij 1651 aan U Hoog Mogende gedaan, om jaarlijks te mogen trekken uit ieder gemet van alle de bedijkte Landen in Vlaanderen, tot verval van de kollen ende mifen van Juftitie, ende tot confervatie van de Hoogheid, Rechten ende Domainen, de hooge Overigheid in Vlaanderen competeerende; waar op door U Hooo Mogende den 14 Maart 1653 wierd geresolveerd, dat de*Raad van Vlaanderen bij provifie zoude ontfangen vijf honderd ponden grooten Vlaams van den Heer Ontfanger Generaal Doubleth, orarae daar meede bij provüie de voorfchreeve miien van Juftitie, vacatiën en andere voorvallende onkosten te betaalen ; dan waar tegens de Raad van Staafe den af derzelver maand aan U Hoog Mogende te kennen gaf dat er ten Comptoire Generaal der Unie over groote fchaarsheid van geld, cn overzulks de gerequireerde fom van penningen niet te vinden was; waar uit men derhal- Kk a ven ! 3de Afd. Staat van Oorlog. Mifen van de Juftitie voor den Raad van Vlaanderen.  $M Afd. Staat van Oorlog. 7j\e des Raads Refolutie van 20 Meij 1(369. ( z68 ) ven fchijnt te moeten beiluiten, dat de Raad van State, ;en einde zieh te redden uit de verleegendheid, rite destijds plaats had, belt geoordeelt heeft een poit voor de kosten der luüitie voor den Raad van Vlaanderen vallende, te brengen op den Staat van Oorlog, en ie te plaatfen ter repsrtiüe van Zeeland , binnen welke Provincie de Raad van Vlaanderen refideerr. Edoch daar de Provincie van Zeeland, in den beginne niet te bewetgén was, de acles van verzoek door den Raid van State op deeze Poit ten haaren lalte gede- ccheerd te betaalen; wierd in de maand Meij van het jaar 1Ó69, tusfchen Heeren Gedeputeerden van dc Provincie van Zeeland en Heeren Gecommitteerdcns van den Raad van State peeonvenieerd, dat voor het toekomende over In t gebruik van het Pluis en Kameis, mitsgaders Leverantie van turf en Kaarflen ten dienlle van den Raad van Vlaanderen bi) Gecommitteerde Raaden van Zeeland, van de gemelde lom van duizend guldens zoude ingehouden worden de fom van vüf honderd gulden*, en dat de refleerende vyf honderd aan den Raadkan Vlaanderen zouden volgen tor verval van de verhaalde onkoiten en mifen van Juftitie, als meede dat voornoemde Heeren Gecommitteerde Raaden zouden helpen bezorgen, dat dé vier groeten op ieder gemet jaarlijks op de Landen in de Quartieren van het Cornroittimus geleegen, zouden worden geheeven, en de penningen daar van provenieerende ten Comptoire Generaal van dc Urne gefurneerd, ingevolge Uwet Hoog Mogende Refolutie van if Oeiober 1661; en dat daar en teegen aan meergemelde Raad van Vlaanderen , boven de vijf honderd guldens bij haar E van de Heeren Staa'en van Zeeland, uit Kragte als vooren te genieren, in het toekoomende zouden gevolad en geaccordeerd worden nog gelijke vijt honderd guldens uit den ophef van vier grooren op het geroer over de Landen in Vlaanderen, tot betaahng oer Traéiementen en andere onkoiten van Julliiie dagelijks voorvallende. Deeze overeenkomit op den 20 ]ulij 1669, door dc Heeren Staaten van Zeeland gcapprobeerd zijnde, is daar aan zeeiert door den Raad van State tot op heeden voldaan, lieni^tende de Raad van Vlaanderen jawlijfcl de iom van vijf honderd guldens f>n haar uit de vier• grooten per gemet toegezegd) hij ordonnantie op den Qottangec Generaal der Unie, en zulks nietteegenit.ar.de de Provincie van Zeeland van haare zijde in gebreeken is gebleeven, om te bezorgen, gelijk zij zich geëngageerd ha dat de vier grooten op ieder gemet jaarlijks op de Landen 10 de quartieren van het Cmmittimus geleegen, zouden worden geheeven, en de penningen daar van provenieerende, ten CompiOire Generaal Van de Unie gefurneerd. War nu betreft de poit van duizend guldens op den Staat van Oorlog ltaande, zoo komt het ons voor, dat ze op de*, zelve bij eontinüatie zou kunnen blijven, mee uitiaatins  C ) nogthands van het woord Militaire 3 dewijl ze alleen dient tot goedmaaking der kolten van de Ordinaris Juiht.e voor den Raad van Vlaanderen va lende. De Iaatile poll onder dit Capittel, bedragende een fom van honderd en vijftig guldens % jaars voor den Aprahecar te Coevorden, is op den Sraat var, Ooi log gel» agt ingevolge des Raads Refolutie van den 6 Juni) 1653 Pij geleegenheid, dat door zeekere Warnaar len Broeke, Bui ge» tneelier en Apothecar te Coevorden aan den Raad bij Requeite was voorgedraagen, dat hij aldaar over de agt en dertig jaaren had gewoond, ende voorraad van alle Medicamenten gehouden tot gerief van het Guarnizoen, waar voor hij (volgens zijne opgave, want zulks is aan ons niet gebiceken) eerit had getrokken honderd en vijftig, endaar naa twee honderd guldens 'sjaars, verzoekende dat voor de continuatie van het zelve zorge mogt worden gedraagen. Wij z?en echter geen reden, waarom men deeze poft op den Staar vm Oorlog zoude behooren te laaten, te meer daar in andere Fortc'n en bezette Plaatzen geen Apothecar van Generaliteits weege word betaald', en zouden daarom van gedachten zijn, dat deeze fom bij de vernicu* wing van den Staat kan geligt worden. Het volgende of 15de Capittel van den Staat van Oorlog bevat vier Losrenten, te weeten: Een van vijf en twintig duizend guldens 'sjaars, ftaande ten naame van Zijne Koninglijke Majeiteit van Groot-Brittannien, hoogloifelijker Memorie, b'.en van negen duizend guldens voor den Grave van Hohen.ohe, Ken van zes duizend guldens voor de Vrouwen Dochteren van Prins Willem van Orange, gloricufer Memorie, geprocregerd bij Vrouwe Charloua van Bourbon, en Een 'van twee duizend guldens 's jaars voor Vrouwe Louifa van Naffau, CheurfurÜinne van de Palts. Van welke Losrenten fommigen reeds zijn afgeioit, oflchoon niet door de Generaliteit, (Baar door de Provincie van Ho! and, op welke ze meerendeeU zijn gerepartitieerd 5 dan aivoorens het quantum deezer loilingen op te geeven* zuilen wij U Hoog Mogende kortelijk voord raagen de oorfprong deezer Losrenten voor zoo verre wij die hebben kunnen ontdekken. De eerile derzeiven bedraagt een fom van vijf en twinti;» duizend guldens 'sjaars, even zoo als de drie anderen losbaar teegens den penning twintig* Van de eerile tijden af is ze op ue Provincie van Holland, Zeeland en Utrecht . gefield, doch door welk toeval deeze rente op den Staat van Oorlog is uitgetrokken, ten behoeven van Zijne Ko« LingÜjke Majeiteit van Gioot- ftrhtannien, waar door waarin k 3 fchn> 3 do Afd. Staat van Oor/ogi Apothecar te Coevorden. Vijftiende Capittel. Losrenten. Losrente van Prins Maurits vdfi Naffau.  3de Afd. Staat van Oorlog. Losrente van den Grave van Hobenlohe. ( 170 ) fchijnelijk vcrilaan word Zijne Hoogheid Prins Willem de UI. van Orange, kunnen wij niet bepaalen; zeeker is het dat hoogitdezeive nimmer eenig germt daar van heeft gehad, noch ook konde hebben, ais zijnde door U Hoog Mogende gecreëerd in het jaar i6oy , ten behoeven van Zijne Excellentie Grave Maurits van Naliau , en de^zelis defcendentem bij. Refolutie van den 19 AugulUis deszelven jaars, om daar door te faciSneeren de verdeeling der Nalaatenfchap van Wiüem den I, Prince van Orange, HoogloHëlijker Memorie. Men had reeds eenige maanden te vooren deeze rente toegezegd, tct behoef van Zijne Excellentie hem begevende tot een aangenaam Huweljk naar desz>Ijs qual.ttit; dan daarHoogUdezelve Op gei» andere voet inde partage had bewilligd\ dan ondtr exprtjfe v orwaardedat de meergemelde rente hem zoude mogen ge^cev^it ende geaccerdeerd worden pure en zonder eenige Conditie voor lum* zjne Erven en Nakoomelingenen dat de Gezanten van Vianktijk en Engeland den z7juniji6o9 uitdrukkelijk verklaarden, dat het (jfeil van de partage (door hun directie voleindigd) alleen berujie cp de voor ge (lagen vijf en twintig duizend guldens, terwijl Zijne Excellentie teffens had geconditioneerd zeekere tjd binnen dewelke het voorjehreeve Confent abjoluteiijk zoude motten weezen gedraagen , > „ tien, om die jeegens de Generaliteit tqt haare ontlaitin„ ge te ai igen gebruiken, en daar inne ook begrijpende >, het geene zijne Genadé van twee Compagnien zoo te „ paard als te voet, althands in dienit weezende boven de „ loopende Soldije vei fcheenen en nog te verfchijnen, zoo " LangS Z^3e Genade de voorfchreeve Compagnien in dienit „ houden zal; en dar daar vooren de Heeren Statten van „ Holland en VVeitvriesland , wei gedagre zijne Genade „ vei zeekeren zullen, dat dezelve zijn leeven lang geduus, rende, het zij of hij den Lande aftueelen dienit doer of „ niet (blijvende zijne Genade tot den voorichreeven dienit „ binnen den Lande weezende geobligeerd dat zijne Ge„ nade tradement van vijftien honderd ponden te maand, „ zijner Genade ieeven lang rot zijnen profijte cours heb„ ben en betaald zoude worden, gelijk tot nog 10e was „ gefchied, en dat het jaar, daarinne zijne Genade zoude „koomen te overlijden, meede ten volle zoude worden „betaald, en nog twee jaaren daar naa aan den geenen, „ als zijne Genade ordonneert n zoude, en dat naa de ex„ piratie van dezelve twee jaaren aan zijne Genade Erf»e„ naamen of aclre van dezelve hebbende, betaald zoude wor. „ den Me fom van tien duizend ponden van vi-enig grooteü „ het fiïfc'sjaars Lestenten, van al het weike behoorlijke „ f> teven in torma onder 's Lands groot Zegel zouden wor„ den gepafleeid." &ori 3 de Afd. Staat van Oorlog  %ck Afd. Staat van Oorlog. ( *72< ) . , Korten tijd na het neemen deezer Refolutie, fchitnt er tuflchen Heeren Gecommitteerde Raaden van holland een nader accord getroffen te zijn, met den gemeiden Heer Grave van Hohenlohe over de loffing deezer renten van tien duizend guldens 'sjaars, want uu de Refolutien van de Heeren Siaaten van Holland genoomen in hoogüderzelver Vergadering, eehouden van den zi November tot dtn c December 1606, folio itoo blijkt „ dat op het ffchnjven van de Hooft aebooren Princefle Maria van Orange, Gravinne "van Nallau Hohenlohe &C. üouariere is verdaan, dat de Gecommitteerde Raaden zouden ordre hellen, om l te doen betaak n zeitien duizend ponden over den eerften tienden termün, daar op met Zijne G L, M, op bette„ haaien der Heeren Staaten geaccordeerd was > totquijtin" ce van de affiltentie van tien duizend ponden, en uit dé Notulen van den xi December deszelven jaars fol 1118 , dat „ geleezen zijnde zeekere Miffive van Hohenlohe &c. „ om te hebben betaaling van de zéliien duizend ponden, over de eerile tiende paije zijne Genade van gemelue Mevrouwe in voldoening van alle pretenfien geaccordeerd, na deliberatie was verüaan, dat men ordre tot " de betaaling van de voorichreeven zeitien duizend ponden " zoude geeven, en daar meede het acccord houden voor «troffen van de honderd en zeihg duizend ponden te „betaalen in tien jaaren, in plaatze van de eertt geaccordeerde tien duizend ponden 's jaars erfelijke renten. Terwijl onder de Notulen van den x3 derzelver maand, folio 11x4 geleezen word. Volgens de Refolutie van de Heeren Staaten van Hol„ land en VVeitvriesland, hier vooren op den 21 Decem][ ber genoomen is geappoinéïeerd. 4 C van Mierop Ontfanger Generaal, dat hij op de ern. ttifie initantie en brieven van de Hooggtbooten Prmces- fe Maria, gebooren Princefle van Orange, Gravinne van "Nallau, ook Gravinne Douariere van Hohenlone, den ' laatften November beraale in handen van Mr. fcrk Dim- mer, Raad van denzelven haar Excellentie de fomma van ? zlWen duizend ponden van veertig grooten het pond • over ende in betaaling van den eertten tienden termim, van de fomma van honderd en zeftig duizend ponden " mume vooriz , daar op met den Weigebooren Heere "Grave Philips, Grave van Hohenlohe, Vrijheer van Langenburg &c. Hooglofïelijker Memorie, getianfigeerd ende geaccordeerd is, in plaatze van de Losrente van "tien duizend guldens 'sjaars, voor alle zijne Genade , actiën, fchuldcn en pretenfien, geene uitgezonderd oneer ' belofte van overleeveringe van titulen, munimenten. brie" ven, aden en afreekeningen met behoorlijke verhjdemiie en * Céflie tot ontiaitinge ende verzeekerheid, vejfchijnende ", denzelven termijn in de loopende maand van December, als bieeder bij dezelve Ordonnantie." Vit  ( 3 73 ) U t alle welke Rèfojotien men mag heiluiren, dar hel oogmerk van dc 1 teeren Siaaten van Holland in het jaai ï6o6 geweeit is, om deeze rente in tien termijnen, iedei van zeitien duizend guldens af te lollen; en dat daar over een accord met den Grave van Hohenlo is aangegaan ; terwijl men daar uit teffens kan zien de reden om we|ke dezelve is gebragt op den blaat van Oorlog, en dus van Generaliteits weegen betaald. 'Zulks gtfchiedde voor het eerit in het jaar 1609, en op die mitsgaders op de volgende Si aaien van Oorlog, is de poit uitgetrokken op negen duizend guldens 's jaars, doch op den Staat voor het jaar 16-5-0, leeit men Grave van Hohenlo ixm c£ 'sjaars, daar van af ge IJl in den jaare tói3, xc c£ blijft ncch naar de jcgenwoord ge rednftie vjf duizend zes honaerd ponden, compt ter Lopende maent hij3 lxvij öC xuj £ inj § De derde rente is van zes duizend guldens 's jaars, ten behoeven van de yrouwen'Dochteren van Prins IVilLmvan Orange, Glorie u/er Mcmor;e , geproireëerd bi) Vrouwe Charfofta van Bourbon, toegelegd bij Uwer Hoog Mogende Refolutien van den 25- September en 14 Oeiober 1609, zoor derzelver Vrouwen Vaderlijke Goederen, ende Erve, en tot eene et kenteniffe van de groote dienit en ende verlies van goed tn bloed voor de Vrijheid der Nederlanden van Hcoijojfelijker Gcda.nfoenen bevat even als de voorgaande Capittels eenige poiten, die kunnen gehgt worden, te weeten'. Het pennoen van zes duizend guldens s jaars voor Mevrouw de Prinees Carohna van Orange en Nasfa U. Het penilocn van Jacob van Bergen tot vijl en en zeventig guldens 's jaars. En dat van Maria Dolliers, Weduwe wijlen den Predikant Rrötiflóh rot zes honderd guldens 'sjaar.., ter repartitie van Holland ltaande. Dat van Maria van Vellen tot vijf en twintig guldens, van Jan Robbert tot agt honderd, en Anna Roleer, Dochter van Johannes Roleer tot zes honderd guldens 'sjaars, ter repartitie van Zeeland. Van /.iji.e Kooinglijke Majeiteit van Pruiüen tot vier duizend guldens, en van Anna fckfabetn Volkering rot aeht honderd gpideds 'sjaars, ter repartitie van Utrecht. Van Henr etta/Emilia, gebooren Prinees vanOrsnge, Furitinne van Anhait tot acht duizend guldens 's jaars, ter repartitie van Vriesland. Van Arent Pieter Waas, een van de Entrepeneurs van Blokzijl tot honderd, en vin Adam Hafidhout, genaamd Stckkum, tot vier honderd guidens 'sjaars, ter repartitie van,.Overijifel, en Van Walther Warmer van Embden, ten regu?.rde van den dienit in het herneetnen van Coevorden tot drie honderd guidens, ter repartitie van Stad en Lande. Vermits alle de Perfoonen, ten wiens behoeven deeze penlioenen geaccordeerd waren, reeds zijn overleeden. De verdere penfiocnen in dit Capittel (taande, behooren op den Staat van Oorlog te blijven, zoo lang de Perioontn, die dezelven trekken, in leeven zijn. Doch ten aanzien van de poli van tien duizend guldens 'sjaars onder dit Capittel meede voorkomende, die volgens Uwer Hoog Mogende Reiolutie van den 19 September 1690 moe ft dienen voor onderhoud van eenige Franfche Vrouwen van Conditie* om de Religie her waards gevlugt > zat eenige voorziening noodig zijn. Deeze poft naamelijk was wel eer een penfioen van de Hertoginne van Zimmeren, gebooren Princelle vanöfan«en door de dood van voornoemde Prinees verval'en zijnde, volgens dc ordre en gronden van Regeering nift Vermög* te worden gecontinueerd op den Staar van Oorlog, inzonderheid met eene zeekere affectatie buiten voorgaand Conient van de gezamentiijke' Bondgenooten, lot'dat op de Petitie voor onderhoud deezer ongelukkige Vluchtelingen, bevoorens gedaan, bij de Heeren Staaten van de refpective Provinciën dienthalven zoude zijn gedraagen het 'noodig Conient, doch deeze zwaarigheid vervolgens weggenoomen zijnde, wierd door u Hoog Mogende op den r$ September 1600 gerefclveerd, dat op den Staat van Oorlog zoude worden gebragt een Gcldpolt van tien duizend guldens 'sjaars, om aan eenige Franfche gerefugieerde Vrouwen gediftrihueerd te worden, en die lom gelleld ter dispofitie van Haare Koninghjke Majeiteit van Groot -Brhtannien. Waarfchijnebjk heeft de poft tot dit oogmerk veele jaaren gediend, dan daar de Perfoonen, voor welkers onderhoud ze oorfprongelijk gefchikt was, aj over lang zijn uitgeflcrven, zoo worden deeze gelden thands niet meer geemploieerd tot het voorichreeven einde, en men zoude dus deeze poft geheel kunnen hgten uit den Staat van Oorlog , zoo men niet was geïnformeerd , dat daar uit nog werkelijk aan fommige Nederlandfche Vrouwen een zeeker jaarlijks pen/ioen ivord betaald, het geen geduurende haar leven dient gecontinueerd te worden, maar met derzelver overlijden behoort op te houden. Vermits echter b:j de Generaliteit niet bekend is, welke perfoonen met deeze pennoenen zijn begunftigd, noch ook hoe veel dezelven thands bedraagen, en men verzeeKerd dient te zijn, dat de vacant vallende niet meer aan anderen zullen worden begeeven, zoo zouden wij van gedachten zijn, dat voordaan geene betaalingen van diergelijke peniioenen zullen gedaan worden , dan aan zoodanige Vrouwen, die dezelve aèlueel trekken en door het overzenden van jaarlijkfche aiteftatien van haar leven, aan den Raad van State zullen doen blijken , terwijl de Heeren Staaten van de Provincie van Holland, ter welkers repartitie deeze poit gelleld is, door Ü Hoog Mogende zouden behooren verzogt te worden , om aan den Raad van State op te geeven de naamen van alle deeze Perfoonen en het quantum der penfioenen, waar meede zij ter Financie van welgemelde Provincie bekend zijn. LI 3 Her. Slaat van Oorloge  %4& Afd. Staat van Oorlog. Zeventiende Capittel. Officieren van de Munt. ( 278 ) Het volgend Capittel bevattende de traktementen der Officieren van de Munt, behoeft geene verandering te ondergaan, en zal dus op den nieuwen Staat van Oorlog behooren gebragt te worden op gelijken voet , als op den voorgaanden. Wij remarqueeren alleen tot opheldering van de poften in het Zelve voorkoomende, dat volgens Uwer Hoog Mogende Refolutie van den 30 Meij 15-87, het ge:al der Raaden en Generaalmeefters van de Munt is gelleld op dtie, ten aanzien van oude tijden niet meer als drie Generaals van de Munten in alle de Nederlanden en zijn gehouden 3 het welk nader is beveiligd bij Uwer Hoog Mogende Refolutie van den ix Oeiober 1617, genomen op de Requeüe van Jacques Nispen „hebbende van U Hoog Mogende in den jaa„ re 1610 verkreegen expeclatif van het Generaalmeeiier„ fchap van de Munte , na de dood van zijnen Vader, „ ten einde tot de bediening van het voorfchreeve Ampt „ zoude worden gedepëcheerd Commiffie in gewoonlijke „ forme op, zijn Suppliants Perfoon." Welk verzoek door U Hoog Mogende wel wierd geaccordeerd, doch teffens eenpaarig gerefolveerd, dat men alleen drie Generaalmeesters van de Munte in den dienlf van de Generaliteit zoude onderhouden. En deeze bepaaling van het getal der Muntmeefters-Generaal, is op nieuw gemaakt bij Uwer Hoog Mogende Refolutie van den 5- September 1637, waar bij onder anderen is verftaan , „ dat men het voorfz getal van drie hier na „ niet zal mogen vermeerderen, ook niet onder pretext van „ halve gage, ofte alleen op vacatiën , en zelfs niet om „ zonder gage, wedden of vacatiën te dienen; ende op ,, dat het zelve Ampt onverbreekelijk op her zelve getal „ mogte in het toekomende meede biijven, dat geene ver„ grootinge op wat pretext het zoude mogen zijn, van dit „ getal van drie zal mogen gedaan worden, en zoo w^an„ neer het zelve fubreptivelijk zoude mogen getenteerd „ worden , dat zulks met eene itemme alleen zal mogen „ belet worden." Derzelver traclement bedroeg voorheen veel minder, doch is door U Hoog Mogende op den 27 Meij deszelven jaars gebragt op twaalf honderd guldens; terwijl de fom van zes honderd guldens 'sjaars aan ieder van dezelven toegelegd voor Reiskoften, is geaccordeerd bij Uwer Hoog Mogende Refolutie van den 3 Februarij 164c, waar tegens zij de Schuits- en Wagenvragten in conformiteit van de prefentatie den 1 Junij 1630 gedaan, moeiten neemen tot hun lafte. Uit krachte van U Hoog Mogende Refolutie van den 27 Meij 1637, zoo even aangehaald, genoot de EflaijeurGeneraai voormaals een tractement vau elf hónderd guldens  ( *79 ) dehs , doch zulks is zederd verminderd tot op zeven honderd guidens 'sjaars, waar meede hij voorkomt op den Staat van Oorlog voor het jaar 1049, boven dien is hem bij des Raads Reiolmie van den 27 September 1667 nog toegevoegd een torn van twee honderd guldens 'sjaars voor'de onkolien van fackagie, kooien, iierkwater, capelle, zilver glaalcn en andere noodige bdi'aij Initrumenten , waar voor hij hevoorens en zederd het jaar 1649, twee honderd en vijftig guldens 'sjaars had genooten, en welke fom van twee honderd guldens f hoewel ten onregt) op den Staat van Oorlog itaat uitgetrokken voor reiskoften tot Ejfaijen. aan te wenden. Wat betreft het traclement van den Secretaris van de Munt , het zelve is door U Hoog Mogende den 8 Junij IÓ73 » van de fom van negen honderd guldens aan den Clercq van de Generaalmeeiiers der Munten toegelegd , bij Reiolutie van den z Juïij 1633, voor het vervolg gereduceerd, op zes honderd guldens, edoch wanneer en bij welke Refolutie de Kamerbewaarder van de Munt heeft verkreegen een fom van honderd en Vijftig guldens 'sjaars, is ons niet gebleeken; alleenlijk kan men zien uit de Notulen van U Hoog Mogende van den 29 November 1628, dat dn tractement als toen reeds de genoemde fom van hon. derd en vijftig guldens bedroeg. Voor het fluiten of ililftaan der Rijks-Munten word zederd het jaar 1695, in een afzonderlijk Capittel gebragt ter repartit;e van Gelderland, OvenuTcl en Stad en Lande, en ten behoeven van de Steden Nijmegen, Zutphen, Deventer, Campen, Zwol en Groningen , een fom van vier duizend guliens, bedraagende te zaamen voor de zesgenoemde Steden vier en twintig duizend guldens 'sjaars, volgens eene Conventie deswegens met dezelven aangegaan. Dewijl echter bij deeze Conventie flegts voor een bepaald geral jaaren de itilliand der Rijks-Munten was bedongen, blijkens Uwer Hoog Mogende Refolutie van den 16 April 1694, zoo hebben U Hoog Mogende bij Refolutie van den 22 Oeiober 1703 verüaan, dat de Magiüraaten van de Steden daar de voorfchreeve Munten zijn, zouden worden verzogt onder de voorfchreeve recognitie van vier duizend guldens 'sjaars, haare Munten wederom voor drie of meerder jaaren te laaten itilltaan; en het is vervolgens uit krachie van deeze Refolutie, dat bij aanhoudentheid de meergemelde recognitie jaarlijks op den Staat van Oorlog is gebragt. b Her is niet noodig ons in te laaten in veele oudheidkundige naarfpooringen, over den oorfprong en het recht deezer Munten , daar her loch zeeker is, dat U Hoog Mogende al vioeg hebben erkend het recht van de meergemelde Steden om te mogen munten, en over den lhlUand van derzelver Muntflag fchikkingen gemaakt hebben. yk Jfè, Staat van Oorlog Agfiend'è kapittel Rijksmunten.  1 le Af cl Staat van Oorlog. ( 280 ) Zoo vindt men dat reeds in bet jaar bij Uwer Koog Mogende: Reiolutie van den .5 januarij a-n ieder van oe Steden Nijmegen, Deventer, Campen en %*^eMum hadden onderworpen aan de ordre van de ^enerjteit, al les ingevolge Uwer Hoog Mogende Refolutie van tien 21 en 23 Auguflus i6f9. Dewijl men echter bemerkte, dat daar door nog nietje-  ( iSi ) noegzaam was gezorgd voor het ftilfiaan der munten, ei die van Zwol en Campen nalatig bleeven, haare muntei . "aar de ordre van de Generaliteit, wierd ein dehjk bi] Uwer Hoog Mogende Refolutie van den ió Apri 1694 de fom ten behoeven van ieder der Steden voor he ihlltaan van haare munten gebragt, en is zederd gebleever op vier auizend guldens 'sjaars. », Konde men zich belooven, dar de Sleden zoo in Gel » deriand als elders , daar Rijksmunten zijn, zich in hei „ toekomende beter zouden houden aan de ordres van dc „ Generaliteit als voor deeze, het leedt geen bedenken, o] „ liet was beter voor den Staat, aan elke van die Steden „te betaalen vier honderd guldens 'sjaars, voor dat zi: „ haare Rijksmunten onderwerpen aan de ordres van de » Generaliteit, als vier duizend voor het fluiten van dezel" len' M**r. oezelve reden, die U Hoog Mogende bewo" ? 1 n 1 ln het Jaar l694» om den Staat te belaften met „ be laatiie lom, liever als de Rijksmunten langer te laa„ ten gaan, behoort on/.es oordeels U Hoog Mogende te „ beweegen, om die belaffing te continueeren, liever alsde „ Rijksmunten met geflooten te houden." Deeze" waren de redehen, waarom de Raad van State bii batte MifJive van den zS Maart 1717 aan de Extraordina. ris Vergadering van ü Hoog Mogende advifeerde voor de continuatie van deeze poften op den Sraat van Oorlog, waar meede wij ons gereedelijk voegen, eensdeels uit cortJideratie van den langen tijd, geduurende welke de gemelde weden nu reeds gewoon zijn deeze jaarlijkfche bijflag te trekken, anderdeels, om dat dezelve, wanneer dit faveur metó ingetrokken, naar aüe wanrfchijnehjkhetd zouden aangezet worden, haare munte» wederom aan den ganc te helpen, waar uit niet anders dan confufie zoude kunnen ontitaan, weshalven wij van oordeel zijn, dat de meergemelde lommen van zesmaal vier duizend guldens op dezelfde conditiën en onder gelijke reftridien, als tot hier toe heeft P^ats gehad , bij continuatie op den Staat van Oörlog behooren te blijven. r Het laai He Capittel van den ordinaris Staat van Öorloe SS^,^*C^ Met b«rekktng tot deeze poft hadden wel eer veele abuifen plaats, en de Raad van State zegt er van in de generale Petitie voor het jaar 1720, dat dezelve notoirlijk was ingevoerd en ten lafte vad oiF taSSïï rP^Vinden gebraSC' ten eillde daar «ft oude of impotente Ofbc.eren een ituk brood tot haare fubfilten- ï«rh 7 f*™ reÜeerende levenstijd zouden mogen vindenbet beloop van die poft voor het meerendeel wierd roeecorfhy*£° We',aan j°nge Vrouvven' »k »an Weduwen, of en fflie,aa,e£. ™° zouden wij door ons eenvouwig met dat vooriieMe s e gen, weinig of niets hebben toegebragt tot eene mee hjke en betere behandeling van de Militie. Her  . (itf) Het is derhalven noodig, dat 'er eeri ander middel worde uirgedagt, waar door dit oogmerk kan worden bereikt, bij aldien namelijk de voorilag van de tweede Comro Ilij geen ingang mogt vinden bij de Staaten van de refpe&.ivé Provinciën: dit middel zoude moeten beftaan in eene.geliike voet -yan korting door alle de Provinciën, dan daar het onmogelijk was een diergelijken egalen voet voor te draagen, 200 lang men onkundig was van de kortingen en belaüingen, waar aan de Militie tegenwoordig onderheevig is; zoo hebben wij begonnen met na te gaan, en a.m ons te dóen opgeeven de kot tingen, die'(hands in gebruik zijn, en vo gén die opgaven hier agter onder e'e Bijlaagen fub Lirr Q. No. 1. % en 3, ten einde U Hoog Moe. en de te doen zien, hoe zeer de Militie daar door word bezwaard en óp u\Jk eenen ongelijken voet dezelve tot hier toe is behandeld. Het zoude ons nogthands te ver afleiden, bij aldien wij de oorfprong van alle deeze kortingen, van weiken fommi-' gen zeer oud, en reeds op den Staat van Oorlog van icyc bekend zijn, zoo als bij voorbeeld de korting van den lootte penning en de gewoonte om de ioopende maand te reekenen tegen 31 dagen, afzonderlijk wilden naargaan, en zullen ons darrom vergenoegen met U Hoog Mogende kortelijk voor te draagen de veranderingen , welke daar tn naar onze gedachten zouden behooren plaats re hebben. Wij vermeenen dan, dat in het generaal van alle de foldije Ordonnantiën door alle de Provinciën, ten haaien behoeven niet meer dien it gekort tc worden dan een hondeidIte en twee honderdue penning. Dat de fo/dijen, die de Provinciën van Hollanden Utrecht, (tc weeten de eerile vier, en de anderede Ioopende Heere maand) ten agtrren, zijn, behooren :e worden aan betaald, waar toe.de Staaten van die beide Provinciën door U Hoog Mog. zouden kunnen verzogt worden. Dat van de tradementen der Subalterne Officieren, die in de ioldije Ordonnantiën zijn begreepen, geene andere korting diendt ie gefchieden, dan die geene, uelke omtrend de volle Ordonnantie plaats heeft. Dat van de overige traaementen van Generaals af tot Ritmeeilers en Capitcins tradementen incluis, in den tijd van de eerfle vier jaaren van hunne aanitelüng een geheel jaar tracfement kan gekort worden, zoo als bij de Provinciën van Holland, Zeeland en Utrecht gebruikelijk is, dan dat de equivalemen, welken men gewoon is in de Provinciën vau Vriesland en Stad en Lande door die Officieren te doen betaalen, daar na behooren gemodereerd, en de Staaten van die beide Provinciën daar toe door U Hoog Mogende verzogt te worden, en aan die van Gelderland, Överijflel en Drenthe vrij geiaaten, om deeze belaiiing al meede in den haare te introducé eren. Mm 3 Dat Staat Van Oor/og.  %dt Afd. Staat jan Oorlog. Dat echter deeze korting, voor zoo verre dezelve reeds betaald mogt zijn, geen plaats moet hebben, wanneer een Officier op eene andere repartitie word overgebragt. Eu eindelijk dat zouden behooren verzogt te worden de Staaten v«n de Provincie van Utrecht, om van de Subalterne Officieren niet meer te vorderen, het geen thands door dezelven bij hunne aaniielling word betaald, en de Staaten van de Provinciën van Zeeland, Utrecht, Vriesland en Stad en Lande, om alle-andere kortingen op de tractementen af te fchafïen. Wat betreft de verdere belailingen, zoo komt het ons voor, dat omtrend de kollen der Zegels niet wel eene verandering kan worden gemaakt, de» ijl dezelven niet gemakkelijk op eenen eenpangen voet in dc Provinciën te brengen zijn, uit hoofde van het merkelijk verfchd, het welk ten aam/den van het Zegel in de relpechve Provinciën plaats heeft, wij merken alleen maar aan, dat die i rovincien, binnen welken geen Zegel* betaald worden, eene andere belading in plaats van derzelver montant behooren te kunnen invoeren, terwijl wij voorts van gedachten zijn, Dat van iedere Soldije Ordonnantie niet meer dan drie ttuivers'van het honderd van derzelver beioop behoort te worden gekort, om geëmploieerd te worden lot jura 200 voor de Provinciale Secretarien , Comptoiren van de f inanciën als anderzints, en daar en boven jaarlijks aan de Secretariilen of Griffiers tot een douceur betaald van een Compagnie Cavallerie —— —7 f 5 1 5 0 Van een Compagnie Zwiiiers en Anih | ^ tillerie ——— —-—• Van een Compagnie infanterie 3 13 o Voorts van alle de Militaire traaementen, die niet onder de Soldüe Ordonnantie zijn begreepen een halt percent 's jaars, en voor de regiüratie van de Commillien eenmaal een en een half per cent van het jaarlijks beloop der tractementen zonder meer. Dat Officieren titulaire Aaes bekomende, daar onder meede begreepen Generaals, Lieutenant-Generaals en Generaais-Major behooren verplicht te zijn, hunnegommisben te vertonnen in de Secretarien van de refpeÖive Provinciën, op welken of zij zeiven, of de Regimenten ,in welken 2ji dienen, gerepartitieerd zijn, om gratis te worden gerep-Veetd, — dat van penfioenen geen jura dienen gevorderd te worden, en dat al het zelve behoort plaats te hebben niet alleen omtrend de Nationaale, maar in het generaal omtrend alle de .Troupes in dienit van den Staat zijnde. 1 Het fpreekt van zelfs, dat in die Provinciën, binnen wek  ( Z$7 ) leen de jura worden verminderd, de Minifter"; dienen gededommageerd te worden, en dat het aan de Staaten'van zoodanige Provinciën, alwa.ir voorheen geen jura wierden betaald, behoort vrij te iiaan, om de belading, die zij op de Militie in plaats van jura zouden willen leggen, te brengen in de Provinciaale Kas of daar omtrend naar goedvinden te difponeeren. Eindelijk vermeenen wij met opzicht tot de Leges, die zoo in de Secretarie van Zijne Hoogheid, als in de Comptoiren en aan de verdere Amptenaaren van de Generaliteit worden betaald, dat door U Hoog Mog. zoude behooren gemodereerd en bepaald te worden, her geen derzelver Kamerbewaarders, die van de Griffie, de Trompetters (zoo lang deeze niét zullen -zijn uitgeflorven) Bodens, PoHknegt en Dienders gewoon zijn te ontfangen van de Generaais, Lieutenant - Generaals en Generaals-Major, en door den Raad van State vin gelijke gemodereerd en bepaald, het g?en derzelver Kamerbewaarders genieten, en in het generaal die, voojzicning gedaan, dat het geen ter Secretarie en Thefaurie word betaald, als meede het geen de Bodens, J oflknegt en Dienders thands trekken van zoodanige Militaire Officieren, die bij den Raad van Commiflien worden voorzien, buiten kennis van den Raad niet worde verhoogd, terwijl het bett zal zijn de overige Leges te laaten blijven op den ouden voet. Deeze zijn, Hoog Mogende Heeren! onze coniideratien over de generale en bijzondere gebreken van de Ord naris en Extraordinaris Staaten van Oorlog; wij gaan nu over om nader te * overweegen her Schema van die beide Staaten, door de * Heeren Gecommitteerden van den Raad, met overleg van c A/jne Doorluchrige Hoogheid ontworpen, en met eenige geringe veranderingen overgelegd onder de Bijhtagen van ? dn Rapport, fub Litr. R. i, z. en 3. Was her doelwit der Bondgenooten in het doen nagaan, van de f inancieele reileftien door de Provinciën van tijd tot tijd op de Staaten van Oorlog gemaakt, dat dezelven door middel van dit onderzoek zouden gezuiverd worden van de gebreken, daar in gevonden wordende, en hebben wij om die reden getragr die gebreken te ontdekken, en de middelen van redres aan te wijzen, dit Schema moet dienen, om overeenkomfh'g de middelen door ons aan de Jiand gegeeven tegens die gebreken te voorzien. Hetzelve bevat in zich een geheel nieuw ontwerp zoo van den Ordinaris als van den Extraordinaris Staat van Oorlog, en bellaat derhalven uit twee deelen, welke daar in van elkander onderfcheiden zijn, dat op de eerüe te weeten de Ordinaris Staat geene andere poffen gevonden worden, dan zoodanige die aan eene jaarlijkfche vermeerdering of vermindering niet onoerheevig zijn, waar van men dus het preciie montant a prior 1 kan bepaalen, en welke daarom met recht permanente pof/en 3de Afd. Staat van Oorlog. Overgang ot hetScbena der bei* ïe Staaten 'an Oorlog.  % 'de Afd. Staat van Oorlog, Rapport van c Commiffi* tot b< Defenfie-Wcezen j 86 en 87. poften kunnen genoemd worden. Hoedanige zijn de Militie, de Militaire traéiementen, die der Gedeputeerdens huiten 's Lands, Wagtmeeiters en Majors, Bediendens van Artillerie, Vivres en Magazijnen, Direcleurs en Ingenieurs, Officieren van de Juftitie, Doctoren en Chirurgijns, Officieren van de Munt, en de onkoften ter zaake van het fluiten der Rijksmunten. En dat daar en teegen op den Extraordinaris Staat zijn geilek alle de utiitervende lallen, mitsgaders die poiten, van welken de jaarlijkfche uitgaven onzeeker zijn, en waar over derhalven eene jaarlijkfche liquidatie noodig is. Wat nu aangaat de wijze, op welke de verfchillende posten in de opgenoemde Capittels van den Ordinaris Staat voorkomende gebragt zijn, de berekening daar van is gedaan ten aanzien van de Militie, overeenkomitig het Pian 'oor Zijne Doorluchtige Hoogheid den 17 April 1789 aan U Hoog Mog. tot verbetering van de Armée voorgedraagen, en door de Gedeputeerden van de refpective Provinciën ter kennitle van hunne Hooge Commh tenten gebragt, naamehjk voor zoo veel betreft de Cavallerie, Dragonders, Hulfaren, de Nationaale, Duitfche en Walfche Infanterie, de Staven van alle die Regimenten en het Corps Mariniers, want de verdere Corpfen bij dat Plan onaangeroerd geiaaten, zijn op dit Schema uitgetrokken op denzelfden voet als tot hier toe op den Staat van Oorlog geliaan hebben, echter met die geringe verandering dat de beide Regimenten Zwitfers van het Canton van Zurichj geleid wordende door den Generaal Major Hirzel, en van de drie Cantons van Schafhauzen, Glaris en Appenzel, geleid wordende door den Generaal Major Stockar de Neuforn bereekend zijn, ingevolge Uwer Hoog Mog. Refolutie van den 7 Maart iftJH, en dat van elke Compagnie Artillerie vijf, en dat van elke Compagnie Mineurs vier Hoofden zijn afgetrokken, die tot hier toe minder wierden aangehouden, dan welke korring voordaan zal behooren op te houden. Belangende het Corps Pontonniers * op dit Schema al meede gebragt, hetzelve is gefchied in de veronderiteih'ng, dat de Bondaenooien zullen aggreëeren den voorflag door de e tweede perioneele Commiffie tot vermeerdering en verbe* tering van dit Corps aan U Hoog Mog. gedaan, het welk als zeer nuttig zijnde voor den dienit van 't Land, wij niet kunnen nalaaun bij deeze geleegenheid aan U Hoog Mog. ten fterktie aan te prijzen, terwijl wij, bij aldien dit voorliet onverhooptelijk geen ingang mogt vinden bij de Staaten van de refpecfrve Provinciën, alhier moeten herhaaien, het geen boven pag. zóó. door ons gezegd is van de poll van vier duizend zeven honderd twee en zeltig guldens 'sjaars voor het onderhoud der Gierbruggen op de voorigen Staaten van Oorlog gettaan hebbende, en waar uit de foldijen van de Compagnie Pontonniers bij continuatie zijn  . . ( *89 ) zijn betaald, naarnclijk dat de gemeidd poit in dat geval met zal kunnen ontbeerd worden, maar op den Staat van Oorlog behooren te blijven. De veranderingen in de verdere Capittels van den Staat v.m Oorlog gemaakt, en door Gecommitteerden uit den Raad agier elk Capittel van dit Schema opgeteekend, beruilen op de coniideratien door ons bereids voorgedraagen, bij de behandeling van den thands nog loopenden Staat van Oorlog, zoo als uit eene vergehjking\an het een en ander aan u Hoog Mog val blijken. Zoo zijn bij voorbeeld in bet Capittel van Mdiiaire traéiementen niet gebragt de traéiementen van den Quartierm;-eller Generaal van de Infanterie, en van drie Predikanten bij de geiveezene Schotfche Regimenten, noch ook de fommen, met welken de tracfeihentèn der Adjudanten van Zijne Hoogheid behooren verminderd te worden, nadien het ons met Zijne Hoogheid toefebeen, dat de poli van Quartiermeeder Generaaf van de Infanterie konde gemortificeerd, en de traciementen der voornoemde Adjudanten voor het vervolg bepaald worden, overeenkomih'g de Propoihiedaartoep. 171 en 172 gexdaan, terwijl de traciementen van de drie Predikanten bij deSchotfche Regimeruen, ingevolge Uwer Hoog Mog. Refoluiie van den 2.} December 1781 bij de eerfle vacature van den Staat van Oorlog moeten geiaaten worden; waar door dus deeze pollen ophouden te behooren tot de permanent; lafttnj uit welke de Ordinaris Staat alleen is zaamen geheid. Van gelijke zijn onder deeze Capittels niet gebragt alle die potten van den voorigen Staat, welke als doode offmokkelpojten bekend zijn, en daarom geroijeerd dienen te worden.— Daar en regen is het Corps van de Genie thands bij dit Schema uitgetrokken op den voet bij Uwer Hoog Mog. Refolutie van den 15 Meij 1786 gearrelleerd, en dus met de verhooging der traktementen als toen geaccordeerd, doch zeederd op den Extraordinaris Sraat voor het jaar 1787 geplaatit, om redenen p. 187 opgegeeven. Alle de Capittelen van dit Schema, die tot dus verre zijri opgenoemd, bevatten derhalven geene andere poiten, dan de zoodaanige, welke naar ons' inzien behoudens de nood-> zaakelijke defenlie van den Lande niet kunnen ontbeerd of onvervuld geiaaten, en daarom ais permanente poiten moeten befchouwd worden, dan 'er zijn behalven de reeds opgenoemden nog twee andere polten op dit Schema van den Ordinaris Staat geplaatit, re weeten die van de Defroijementen ter fomma van / 150000. o- o, en die van de Secreete Correfpondentie ter fomma van ƒ 40000- o- d 'sjaars; welke eigentlijk niet kunnen gezegd worden permanent te zijnï dewijl het montant der uitgaven, die daar uit geda«n worden in het eene jaar merkelijk kan verfchillen van die in een ander, al waarom zij eerder op den Extraordinaris don op den Ordinaris .Stait van Oorlog lchijnen te behooren. N rf yïlj 3de Afd. Staat van Oorlog.  %de Afd. Staat van Oorlog ( 2.90 ) Wij kunnen derhalven niet nalaaten aan U Hoog Mog. voor te draagen de redenen, orn welken wij hebben vermeend deeze" beide pollen des niet tegëhftaan 'e te moeten '• brengen op den Ordinaris Staat 5 dezelven zijn deeze, dat ' wanneer be poft van de Defroijementen wierd gebragt op den Extraordinaris Staat, en over die poft even ais over alle andere, waar van de uitgaven onzeeker zijn, tullchen de Provinciën geliquideerd, her zeer moeielijk zoude weezen, om aan eenig Miniiter van den Staat buiten 's Lands een bijllag te bezorgen, dewijl alle de Provinciën als dan een gelijk belang hebbende, orn op deezen poll te profiteeren bezwaarlijk zouden te beweegen zijn, in zoodanig een bijflag hoe noodzaakelijk ook op zicb zelve eenpaarig te bewilligen, het geen vervolgens aanleiding zoude kunnen geven tot veele moelelijkheeden , die vermeid zullen worden, wanneer deeze poit op een vaite fom bepaald en op den Ordinaris Staat van Oorlog gebragt zijnde, de betaaling word geiaaten op den ouden voet zonder daar over eene liquidatie te doen plaats hebben, _— en ten tweede dat in cas van eene Extraordinaris bezending buiten 's Lands te doen de difficulteiten niet minder zouden weezen, naardien het zelden gebeurdt, dat alle de Provinciën eenpaarig met elkander initemmen, ten aanzien van den voet op welken zoodanige bezendingen te doen, dan waar omtrent rnen al wederom meerder faciliteit kan verwagfen, wanneer over deeze poit niet word geliquideerd. Wat betreft de poft voor de Secreete Correfpondentie, ter fomma van ƒ 40000- o- o, waar van de jaarlijkfche uitgaven al meede verfchillende zijn, dezelve is minder dan eenige andere rolt gefchikt voor eene jaarlijkfche liquidatie, eensdeels om dat daar door telkens zoude bekend worden, hoe veel in ieder jaar tot dat einde was beifeed, andersdeels orn dat de aart en natuur van de poit verbiedt, daar over eene gelijke verantwoording te doen als van anderen, dan ook deeze inconvenienten worden weggenoomen, wanneer voor deeze poit een vaite iom op den Qidïmns Staat van Oorlog word gebragt. Veelligt zal men echter hier teegens reflecfeeren, dat door deeze beide poüen van de jaarlijkfche liquidatie uit te zonderen, aanleiding word gegeeven tot eene nieuwe onevenheid tuilchen de Bondgenooten in het draagen der laiten, dewijl het kan gebeuren, dat op dezelven in het een \mt> meer in het ander minder, eenig profijt plaats heeft, hit welk dus zoude genooten worden alleen door die Provincie of Provinciën, op dewelken dezelven door den Raad van State zullen worden gerepartitieerd; Edoch wij kunnen niet denken, dat dit voordeel ooit kan worden van zoo veel belang, dat het noodig zoude weezen om het zelve door middel van liquidatie te vereffenen, dewijl het montant van die beide polten is genoomen, in evenreedigheid van het geen daar op geduurende veele jaaren is betaald, *,oq dat 00 geene derzeiven eenig aanmerkelijk profijt te r b wag-  C *9t ) wagten u$ mair veel eer in cas van Extrao'd'nan's bezendingen meerder zal worden uitgfgéeven. in aiicn geval zoude hec voordeel uit eene diergelijke vereffening of liquidatie voor aüe de Bondgenooten te nekken, naar onze ' gedachten niet kunnen opweegen, of vergoeden de nadoelen en inconvenienten, die eene jaarlijkfche liquidatie over deeze poüen zoude te weeg brengen, en door ons zoo even zijn aangeweezen; en wij vertrouwen dan ook, dat de Bondgenooten de bijgebragie redenen voor voldoende züllen houden, óm deeze beide paüen op den Ordinaris Staat van Oorlog te laaten blijven. Uit het geen tot hier toe gezegd is van de pofien die in het vervo'g de Ordinaris Staat van'Oorlog behooren uit te maaken, hebbenUHoog Mog. reeds kunnen bemerken, uit welke poften de Extraord,naris Staat zal zijn zaam gefteld, paamelijk uit de zoodanigen, die aan eene jaarlijkfche verandering onderheevig zijn, naardien ze beftaan of in uitftervende poften geli;k de Lijfpenjioenen, de penlioenen van de gereduceerde Officieren, de traciementen van fommige Omciefen en Bedienden, welker Ampten naar ons inzien kunnen verminderd of gemonificeerd worden en diergelijke meer; of in temporaire lallen, zoo als zijn de fubtidien aan den Furltvan Waldek, den Keurvorft van Keulen, de Weft-Indifche Compagnie, de Colonie van Surinamen cn de verhoogingen door eenige Ingenieurs genooten wordende; ^eindelijk in zoodanige poften, van welken bet j«arlijkfch preeife jbdoop a prïori niet kan'worden bepaald, dewijl men vooraf niet weet, hoe veel op ieder van dezelven in elk jaar zal worden uirgegeeven, wTaar over derhalven noodzaakeJi;k aJJe jaar eer.e liquidatie behoort plaats te hebben, hoedaoige zijn de poll voor de Appoinciës, de koften voor de Marine en de poLtcu voorkomende in het Capittel van andere onkoften. Een'groot aantal deezer poften, is tot hier toe op den Ordinaris Staat geplaatit geweeft, zoo als de Lijfpenboenen, de Gereformeerde Officieren, de Appoinclés, het Capittel van andere onkoften en meer anderen; dan zulks gaf aanleiding, dat telkens, al was'er maar een geringe poft afgeitorvtn een geheel nieuwe Ordinaris Staat moeit geformeerd worden. Het was dus noodig, om ook dit gebrek bij deeze geleegd ndheid te verheipen. Tot dat einde zijn door Gecommitteerden van den Raad alle de uiiltervende en bij raaming bereekende poften, die tot dus verre op den Ordinaris Staat van Oorlog gellaan hadden, daar uit gelige en op den Extraordinaris Staat overbragt, en alïoo voldaan aan de reflectien deswegens op p, door ons gemaakt. Voor het overige is de inrigting van deeze Extraordina- Nn z ris 3 de Jfd± Staat an Oorlog.  3 de Afd. ] Staat van Oorlog. Nieuwe poften op het Schema voorkomende. Subfidie aan den Furft van Waldeck. Subfidie aan den Keurvorft van Keulei •is Staat wederom in alles overeenkomftig a^n ontflintM Wgeevene coniideratien, en zijn de verichdler.de poften Jodejiz^ven gebragt, tot zoodanige fommen uitgetrokken ,als wij hadden gemeend daar voor te moeten felle», or\voor ?do verre betreft de uitftervende laiten, tot ^fommen wehte dezelven gereekend worden, thands eöetftve te o.draagen. Naar dien echter onder de alzoo gebragte poften fomm'^n Bevonden worden, die voorheen öp den Staat van Sorloggn et z'n bekend geweeit, en daar onder eemgen, welkeggeheel nieuwe poften zijn, zoo zal het noodig weezen ove*elk derzeiven nog het een en ander tot opheldering hier bij te voegen. Pez-lven zijn vijf in getal, te weeten: t. de jaarlijkfche fubüdl"n aan den Furft van Waldeck en den Keu,vort vair Keulen, % de poft voor *^J&X$& te dtel derzints buiten ftaat geraakt, om den L^J^^ \\n nen 3 de poft voor het jaarJijkfch doen camrxeren van e"n'gedeeltePder Troupes van den Staat, 4. de poft tot v^befcrin» van de defenfie der Frootieren en om de Maverpemuic *AnA\tr* CleMmx. en verdere voorraad gazunen van het noodige Gelcnut , en ?e kunnen voorzien, en ten 5. de kollen van de m.x rine. Het fubfidie aan den Furft van Waldeck, bedraagt een fnm van f Vfoo- o- o 's jaars aan Hoogftdenzelven, roegezeBd n j tt 'de Articul L de Conventie den 9 Decetnbef 1784 "eüooten, voor het onderhouden van nog een v^fdetttadlon Infanterie, ten Het zelve word echter met betaald, wanneer het voorn Battaiilon zich hier te Lande bevindt, en t, tot ft er u. lit-r oohr^ert od den Staat van Oorlog, maar zeeaero ne. ve4ef vÊ h« Battaiilon naar Daitiohland , «I het ,aar IX door de Provincie van Holland voldaan, onder belofte da het geen deswecger.s zoude zijn voorge chooten, bi'den, eerftvofgenden Staaf aan haar zoude worden geval eerCdn, waarom dan ook dit fubiidie van ^Mf^ ™ op den eerft te formeeren Extraordinaris Staat van Oorlog behoordt gebragt te worden. Voloens de Conventie den 30 Oeiober 17^4, aangegaan me} tn\enrvorft van ^^"^^^ l. Repimenten Infanterie ten dienfte van den Staat. La ver niits de Provincie van Zeeland in dit lubfidie roe had beZ Ld, en dat om die reden bij de reeds gemelde Con^n ie was'bedongen, dat van de voorfchreeven fom zoude ^Hgetrokken de quote van eene Provm^ ter fomma ,V«n f iCtso- o- o, ion is deswecgens jaatlijM door ae ?as overige ProVlwtó »»« be<»!d een lom van f ««WO-»*  C ^93 ) welke vervoigeni; op dit Schema is uitgetrokken, en waar in voordaan alle de Provinciën behooren te draagen; ter wijl het niet redelijk zoude weczen, dat de Provincie van 'Zeeland ten dien opzigte langer boven haare meede Bona- ' genooten wierd. bevoordeeld. Dit la.ufle is derhalven geen nieuwe laft voor de Bondgenooten, en zal even als het fubiidie aan den Furit van Waldeck toegellaan, ophouden, wanneer de tijd, voor welken die Conventien zijn aangegaan, zal zijn geëxpireerd , en vervolgens van den Staat van Oorlog moeten geligt worden, ten waare de Bondgenooten als dan de continuatie van hetzelve noodig keurden, en uit dien hoofde met gemeene bewilliging tot eene prolongatie van dat iubhdie mogten befluiten. Ten aanzien van de poft van ƒ rjoooo- o- o voor Officieren, door ouderdom of anderzints buiten Haat geraakt om den Lande langer re dienen, zoo rernarqueeren wij, dar dezelve op dit Schema is gebragt in de veronderilel f ling dat de Bondgenooten zullen amplefteeren, de voorilag / daar toe gedaan bij bet Plan door zijne Hoogheid den 17 } Maart 1780» tot verbetering van de Armée aan U Hoog Mog. voorgedraagen, het geen bereids uitmaakt een objecf der deliberatien van de Staatep der refpeétiye Provinciën, al waarom wij dan ook ons gevoeglijk kunnen difpenieeren van dezelve alhier breeder te fpreeken. Voor her jnarlijkKch doen carnpeeren van een gedeelte der Militie vun den Staar, heeft men gemeend op dit Schema te moeten Hellen een poft vajp vijftig duizend guldens 'sjaars: J 'de noodzaakelijkheid om de Troupes te verzaameleu, en tot f. de groote Manoeuvres te extrceeren, vuil men eene Armée hebben > die in (iaat is om necvens anderen te worden ge'èmploijeerd* met hoop van fucces} is oorzaak dat deeze poll l niet kan ontb.erd worden, en deeze noodzaakelijkheid is v zoo evident > dat ''er bijna gten redenen noodig zijn cm ze te aclftrueëeren 3 ook kan zulks door niemand worden in 1 wijffel getrokken, die weet, dat noch Officieten noch Soldaaten in de groote Manoeuvres kunnen geoefend worden 3 , ten." >rt Wat nu betreft de fom, die 'er vereilcht word om de Pe Frontieren in Hand te brengen, en de Magazijnen van ge* :e noegzaame voorraad te voorzien, dezelve is onmogelijk voor af te bepaalen, hoe zeer men in het algemeen wel •kan zeggen, dat daar toe volgen;, het oordeel van deskundigen  ( iêf ) , digen eenige Millioenen zullen noodig zijn, en dus veel meerder, dan de gelteldfreid der Financiën toelaat op eenmaal te belteeden. Wij hebben derhalven begreepen, dat het beter was llegts een maatige jaailijkiche fom daar voor ie Hellen op den Staat van Oorlog, ten einde aan de eene zijde oen Raad te bezorgen een toereikend fonds, om langzuinurhand de f rontieren en Magazijnen van den Staar in ordre te brengen, eri van het noodige Gefchut te voorzien, en aan den anderen kant de fïotnigenooten niet af te fchrikken aan dit noodzaakelijk werk de hand te houden. De vijfde of laatile nieuwe poll op dit Schema gebragt, en welke op voorige Staaten van Oorlog niet voorkomt, is die van de Marine, begroot op een miilioen 'sjaars. W ij agren het geheel onnoodig, na al hetgeen daarover door de Commiliie tot het Defenfie-Weezen bij haar Rapport aan U Hoog Mogende is \ooigedragen, thands iets te zeggen rot betoog van de nood/.aakebjkheid deezer poft, voor welken wij geoordeeld hebben een hooger fom re moeten itdlen, dan bij het voorfz Rapport is geproponeerd, dewijl het quantum daar bij bepaald dan alleen kan toereikende zijn, wanneer de verdere voorilagcn lot verbetering in het beÜier der Marine en vermeerdering der Jnkomften der Admiraliteit in dat Rapport vervat, haar volle bellag zullen bekomen hebben, doch waar meede veelligt nog een geruime n tijd zal verlooptn, geduurende welke op eene voldoende wijze behoort gezorgd te worden voor de in handhouding van de Marine, die met zulke immenfe kosten en tor zoo merkelijk bezwaar vnn den Lande ter naau'wernood is getrokken uit den diep vervallen ff.iar, waarin zij zich zeden! veele jaaren had bevonden. Wij kunnen echter niet nalaaten bij deeze gelegendheid nader aan te dringen de inllamien door de Cófhmmie van het DefenfièWeezen bij haar Rapport gedaan, tut een fpoedig en vruchtbar redres in het geheel belluur der Marine, het zij dan op den voet daar bij voorgedragen, of op zodanige andere wijze als de Bondgenooten , met 's Lands belangens meeifc overeenkomtlig zullen oordeelen, aangezien het zeker is, dat zonder een diergelijk ipoedig redres de Marine nimmer zal kunnen gebragt of op den duur gehouden worden in dien ftaat, waar in zij behoort te weezen. Voorts moeten wij hier nog bijvoegen, dat daar het een per cent, het welk het Landfchap Drenthe gewoon is te draagen boven het honderd in de extraordinaris Petitiën,^ tot dus verre geltrekt heeft als een fonds, waar uit aan het Coiiegie ter Admiraliteit in Vriesland uir krachte van Uwer Hoog Mogende Refolutie van den \i November iy%6 is gegeeven een jaatlijks fubiidie van vijf duizend guldens, èn da;r 'er nu een vaite poit van een miilioen onder anderen tot equipage van Schepen op den Staat van Oorlog gebragt 3de Afd, Staat van Oorlog. Marine,  §de Afd* Staat van Oorlog* Verdere Poinclen al. nu te arrc fteeren. ( ) • Wm te worden, waar in de quote van Drenthe in de honderd zal zijn begreepen, het gevolg daar vani zal kunnen weezen , dat wanneer de quote van het Landfchap in de bevoorens gedaane Petitiën tot equipage zal zijn geaoiorheer i, het voornoemde CoUegie dit fubiidie op de toe hier toe gebruikelijke wijze niet meer zal kunnen genieten. 'Eindelijk kunnen wij niet voorbij te remarqueeren, dat hoe zeer het montant der beide Staaten van Oorlog thands in het geheel bedraagt ƒ 135:48414- *'9' *i en. dus ƒ48414- f9- 2| hooger, dan dertien en een nalvemillioen, hoven welke de beide Staaten, ingevolgen de voorflag van Zijne Hoogheid niet mogen gaan , deeze fom echter merkelijk verminderd en beneeden de dertien en een halve, millioen gebragt zal worden, eensdeels door de veranderingen, welke Zijne Hoogheid aan ons heeft doen te kennen geeven, dat voorneemens was te maaken in het plan, door hóogfldenzelven tot oprichting van een Corps Mariniers aan U Hoog Mogende voorgedragen, en anderdeels door de ' mindere uitgaven op de poft van de Logisgelden, die over de geheele Armée van den Staat zijn bereekend, doch welke alleen aan de prefente manfchappen zullen betaald worden» Offchoon nu door de wijze, op welke het Schema der bei ie Staaten yan Oorlog is ingerigt, in veelerlei opzigt e r zullen worden weggenomen de twee aJgemeene gebreeken, - die daar in tot hier toe gevonden wierden, en door ons pag i47en 149 zijn opgegeeven, bi'l aldien namelijk ü HoogMopende het voorgelte'lde plan, zoo als het legt, mogten goedkeuren, zoo is echter dir fdhema op zich zei ven , en al wierd dien conform de nieuwe Ssaat gedreifeerd, niet voldoende om ook de overige gebreken te doen ophouden, ten zij dan dat de Bondgenooten meede ampletfeeren de verdere middelen van redres door ons voorgeslagen, en daar onder eerit en vooral deeze drie poinclen, die de voormame gronden zijn , waar op het geheele werk van den Staat van Oorlog heruit, en zonder welken de gemaakte veranderingen geen reëel nut kunnen te weeg brengen, te weeten, Èerftehik, dat de beide Staaten van Oorlog niet langer dienen belchouwd te worden als een objeft van de jaarlijkfche confenten. maar gehouden voor eene repartitie van geconfereerde lallen, en dat mitsdien de Staaten van de refpective Provinciën bi| deeze gelegendheid eenpaarig afziende van het nadeelig iljfthema daar over tot hier toe gevoerd , bij her aanneetnen der quotes teffens behooren te conlenteeren in het arrelleeren van die beide Siaaten van Oorlog, zoo als dezelven door den Raad vanStateovercenkomltfg het plan thands overgegeeven, zullen geconcipieerd worden, geduurende den tijd van vijf en twintig jaaren, of voor zoo lange als de quotes niet met gemeene bemN  ( J97 ) ging op eenen anderen voet zullen zijn gereguleerdj met dien veriiande echier, dat het beloop van de extraordinaris Staat jaanijks zal moeten verminderd u orden met het montant van de remporaire en uitftervendc laiten, voor zoo verre die in een voorgaand jaar, zoo door verlterf als anderzints zijn vervallen, en welke uitltervende of umporaire latten inmiddels met geene andere zuilen mogen aangevuld worden, ten zij met eenpaarige bewilliging der Bondgenooten, Ten anderen, dat geene betaalingen door de Provinciën en het Landfchap Drenthe zullen mogen gedaan, of aan haar in beiaaiinge geleeden worden, van eenige potten op de Staaten van Oorlog ilaande, dan op acles van verzoek door den Raad van State te verleenen, met uitzondering nogthands van de Soldijen der Militie en van zoodanige andere poiten, als door ons bereids zijn opgenoemd, en Ten derden, dat alle jaaren aan de refpective Bondgenooten zal moeten blijken, dat de poiten op den exiraorchnaris Staat van Oorlog gebragt, effèétivelijK zijn uirgegeeven en betaald , of dat anderzints bij den eeritvoigenden Staat van Oorlog zal worden geliquideerd al het geen op den voorigen Staat is ingehouden ofte gemenageerd. Wij leggen den extraordinaris Staar, dewijl over de posten, die den ordinaris Staat voor het vervolg zullen uhmaaken, als zijnde alleen vatte potten, geene liquidatie zal noodig zijn, ten ware mogt contteeren, dat door eene langduurige vacature van deeze of geene poiten, een aanmerkelijk profijt bij een der Bondgenooten mogt zijn genooren. War nu betreft den voet of wijze, op welke deeze Iiqui- j datie zal moeten gefchieden, zoo zouden wij van gedachten zijn , dat telkens voor den laatllen dag van de maand Maart,.door elk der Bondgenooten en het LandfchapDrenthe aan den Raad van State zoude behooren geprefenteerd te worden eene ipecificque notitie of declaratie van alle de betaalingen door hun op ieder van de verfchillende Capittels van den extraordinaris Staat van Oorlog gedaan, ten einde door den Raad des goedvindende, of door de Commifen van de Financie, op ordre van den Raad geëxamineerd, en tegens de gedepêcheerde acies van verzoek geconfronteerd zijnde, vervolgens (overeenkomiiig het 4 Articul van de poinclen, bij Uwer Hoog Mogende Reiolutie van den zi Januarij 1693 gearrefteerd, tot wegneeming d f difficulteiten tuifchen den Raad van State en de Generaliteits Reekenkamer, geduurende een geruimen tijd , nopens de regiitrature van eenige Ordonnantiën gefubtitteerd hebbende) bij appoinctement van welgemelde Raad te worden gezonden aan de Generaliteits Reekenkamer om dezelve te liquideeren, en dat al verder bij den eerit te formeeren extraordinaris Sraat van Oorlog, van alle die betaalingen door Oo de Jf* Jfl ' Staat van OorfosL liquidatie.  %cie Afd. Staat van Oorlog» VIER- ( ) de Provinciën en het Landfchap Drenthe op den voorigen Staat gedaan, voor zoo verre dezelven tot lafte van het Bondgenooifchap kunnen en tnogen komen, zal dienen geformeerd te worden eene pertinente notitie, verdeeld in vier Colommen, met aanwijzing in de eerfle Colom van het geen door ieder Provincie of door het Landfchap Drenthe erFeétive had moeten betaald worden op eik Capittel, in de tweede van het geen daar op betaald is en geleeden kan worden , en in de derde of vierde van het geen dus op ieder refpecl is overbetaald of geprofiteerd, mitsgaders een Staat van egalifatie van het geen in het geheel bij ieder der Bondgenooten en Drenthe op zijne quote in de voorfz Staat mogte zijn over of te kort betaald, zullende vervolgens met even gelijke fommen de quotes van de Provinciën en Drenthe in denzelven extraordinaris Staat verminderd of verhoogd dienen te worden, naar gelang der omitandigheden van zaaken, en zoo als zulks het gercedffe en ten meeften nutte van het Bondgenooifchap zal worden geoordeeld te behooren. Dan gelijk door deeze wijze van liquidatie alleen zal worden voorgekomen , dat de eene Provincie boven de andere niet worde bevoordeeld, en daar uit niet zal kunnen blijken, of de Generaliteits Kas werkelijk heeft betaald het aandeel, het welk zij voordaan zal moeten dragen in de lailen der Unie, waar omtrent echter de Bondgenooten milfchien zullen verlangen te hebben de noodige geruftheid. Zoo zijn wij, hoe zeer 'er niet veel reden fchijnt te zijn tot het doen van eene liquidatie over de poiten, waarmeede de Kas zal worden aangeflagen, dewijl zoo op dezelven al iets mogt worden geprofiteerd, zulks zoude komen ten yoordeele van het Bondgenootfchap in het gemeen, nogthands bedagt geweeft, om ook daar regens te voorzien, waar toe als een gefchikt middel aan ons is voorgekomen, dat jaarlijks door den Raad van State zoude kunnen geformeerd en aan U Hoog Mogende gezonden worden? een Staat van de betaalingen , die op de poiten ten lafte van de Generaliteit gebragt, in ieder jaar zullen zijn gedaan, ten dien effecte, dat daar uit conlleere, in hoe verre het beloop van die poften geëmploijeerd is, waar over vervolgens even als over de poiten, die ter repartitie van de Provinciën en Drenthe gebragt zijn, zal moeten geliquideerd worden.  ( 299 1 VIERDE AFDEELING. Propofitie van de Promncie van Zeeland\ over het doen van Negotiatien ten Comptoire Generaal der Unie} voor reekening van de provinciën hij gevrecsden Oorlog. T_Tet vierde of laatite poinct aan ons onderzoek gedemanAA deerd bj Uwer Hoog Mogende Refolutie van den 4 Meij 1785 , is de voorflag door de Provincie van Zeeland gedaan, bij haare Refolutie van den 9 December 1784j den 15- daar aan volgende ter Generaliteit ingebragt, tendeerende, tot het negotieeren in tijd van Oorlog door de Generaliteit tot laile van de Provinciën, en tót het bepaalen van een generaal fonds, om ïnterellen daar uit te vinden, met de overweeging en behandeling van welk onderwerp wij ons' echter niet lang zullen behoeven bezig te houden. Wanneer men de aangehaalde Refolutie van de Heeren Staaten van Zeeland van den 9 December 1784 inziet, zod blijkt daar uit, dat welgemelde Heeren Siaaten door hum ne Gedeputeerden ter Generaliteit hebben doen declaree. ren, dat zij overtuigd van dc noodzaakelijkheid, die 'er iri de toenmaalige omllandigheeden was, om de Armée van den Staat door eene augmentatie van manfchappen in beter itaat vsn defenfie te brengen, en van denfpoed, welkt daar toe gevorderd wierd, wel bereid waren, om in d< augmentatie van 1014 paarden en rc8i3 manfchappen t< voet, door Zijne Hoogheid en den Raad van State voorge iïagen, te bewilligen voor den termijn van dc als toen fubfiifeerende troubles mer wijle Zijne Roomich Keizerlijke Majeiteit, doch niet konden aanneemen , dit hun coniem met een volleedig furniifement van penningen te agtervolgen, voor en al eer de onevenredigheid der quotes "van de gezamenilijke Bondgenooten en voornamentiijk die van de Provincie van Zeeland zoude zijn gered relfeerd, en de befognes daar over ter Generaliteit gede.erneerd, voortgezei en tot een gewenfcht einde gebragt, waarom zij dan ook relerveerden zich nader te verklaaren op de Petitie van viei millioenen tot de Legerlaiten en de verfchillende plans tol opwerving van ligte Troupes voorgeilagen. Laatende welgemelde Heeren Staaten hier op wijders volgen, dat zij ter voorkoming van het generale onheil,f hei geen uit diergelijke onvolleedige confenten of gebrekkige furnilTementen , noodwendig moet voortvloeijen, gemeend hadden als het bekwaamlte middel te moeten voorllaan, dal het montant der Petitiën, die uit hooide van de (toenmalige; onluilen met den Keizer zouden worden gedaan, wanneer daar in confent zoude zijn gedraagen , door U Hooy Mogende tot laüe der gezamentüjke Provinciën en he Oo 1 Land 4de Afd;.  4de Afd. ( 3 00 ) Landfchap Drenthe wierde genegotieerd, in navolging van hê «enriclifeerde , geduurende den Oorlog met den ,aare 7t, geëindigd, blijkens de lijft van Capitaalen, nog heden op den Staat van Oorlog vermeld en de liquidatie ren jaare 7jiS deswege* geflooten, En dat ten einde het ComoroV Generaal van de Generaliteit in ftaat te nellen tot bet3a]ina der Ïnterellen van dusdanige Negotiatien, en te ontman de thands fub uiteer ende disproportie van quotes tusfchen de refpeftive Provinciën , hangende de deliberatien over het redres derzeiven, op den voet der Unie van Utrecht en naar het voorbeeld van voorige tijden, te hens mogie worden beraamd en gearreiteerd eene generale impohtie ten behoeven van de Generaliteit , t.< 0 binnen dezelve als in aüe de Provinciën en het Landfchap Drenthe, mdjltmctelrik te beften, eene.belaiiing, welke gaande oyer de geheele Republicq, maar zeer gering zoude behoeven te zijn,, om eene importante en ter betaaling van verichuld.gde Entereffen toereikende fomme te rendeeren ; terwij hun Edele Mogende oordeelden, dat op deeze wijze: «c: gelden, die men toen voor uit zag extraordinair bcnoodigd te zijn, fooedie en ten minilen Interene zouden inkomen, verklaarende wijders bereid te zijn om nopens deeze of andere metures tot het voorfz oogmerk dienende , aan de overige Bondgenooten nadere ouvertures te doen, en voorts in deezen te helpen, refolvee.ren, zoo als ten meellen nutte van den Lande bevonden zoude worden te behooren. Offchoon wij nu moeten erkennen , dat in der daad geduurende den Oorlog, die met de Vrede van Utrecht is neeïndiad, aanzienlijke fommen voor reekening van de reinedive Provinciën, ten Comptoire Generaal van de Unie en onder verband van des Generaliteits Inkomüen genegotieerd zijn, kunnen wij echter met nalaaien op te merken, voor eerfï, dat men zich daar bij zeer kwalijk heeft gevonden, aangewen men door de nalatigheid van de Provinciën in het opbrengen van de verfchuldigde renten eninterehen is verplicht geweeft, het Comptoir Generaal der Unie in het jaar 171? te «uiten, en hoe zeer te dier tijd met de Bondgenooten fchikkingen zijn gemaakt tot bevordering van eene rigtiger voldoening der renten en ïnterellen, men het maar even heeft kunnen gaande houden, in zoo verre zelfs, dat men zich in het jaar i7S4> «a ^at de Provinciën door de troubles in het jaar 174S gcfiodjgd, wederom merkelijk waren veragterd, heeft genoodzaakt gezien het Comptoir voor de tweedemaal te fluiten; terwijl de Financiën van de Generaliteit eerit na dien tijd tot eenige verademing zijn gekomen, en langzamerhand geraakt in dien itaat, waar in dezelven door ons zijn bevonden, en dat men derhalven belchroomd moet weezen, om dit voorbeeld ter navolging aan te prijzen. En ten tweeden, daar bij de Obligatien de Inkomilen yan de Generaliteit verbonden worden, dat bij gevolg om het Credit van de Generaliteit niet geheel te ruineeren, geen  meerder negotiatien kunnen noch-behooren gedaan te worden, dan die Inkomilen kunnen draagen. Ondertuffchen zijn de rx'raordinaris petitiën, welke geduwende den jongden Om log met Fngeiand, en de daar op gevolgde orduiten met wijle Zijne Keizerlijke Majeiteit zederd het jaar 1780 hebben moeten gedaan worden, van zoodanig een important beloop ge weed, dat zoo men die lommen, volgens den voorfl.ig van Zeeland, had genegotieerd op naam van de Generaliteit, zij daar door zoude zijn belaft geworden met eene maffe van Interenen, die ha.ir vermogen verre furpaffeeren. We! is waar, dat de Heeren Staaten van Zeeland, orn dn incontinent weg te neemen, bij de aangehaalde RefoJnue al verder hebben vrtorgelreld, het beraamen en arresteren van eene generaale Impolitie ten behoeven van de Generaliteit, zoo binnen deieUe als in alle de Provinciën en het Landfchap Drenthe indiftintfeh nodige ouvertures van de middelen tot verbetering van de kas van de Generaliteiten het uitvinden van eemge pointen van menage , en daar by door dezelve hunne Mede-Leden zynde geinfteerd, dat gelvk reeds in de jaren 1717 en 1754. door de Kamer eenige Pointen van redres en menage aan haar Hoog Mog. waren voo- gedraagen, de Kamer ook nu dezelve wilden in itaat Hellen, om aan het voorfz gerequireerde te voldoen, hebben eenige tyd in beraad geftaan, op wat wyze zy zig daar omtrent gedragen zouden, Zy willen net verbergen, dat zy wel hadden gewenfcht, dat daar reeds twee malen, in deeze eeuw van hunne coniideratien over het voorfz onderwerp hadden gediend , met geen ander gevolg, dan dat eenige van de voorgeilagen Pointen, zoo door haar Hoog Mog. als door den Raad van Srate, en de Generaliteits Rekenkamer zyn ingevoerd, zonder dat over de andere eenige deliberatie gehouden, veel min reiolutie genomen is, zy zig van een nader onderzoek daar omtrent hadden kunnen ontilaan ; En als zy daar by hebben geconfedereerd de omftandigheden, waarin de Republicq zig tegenwoordig bevindt, en dezelve vergeleken met de toeftand van zaken in de jaren 1717 en 1754, hebben zy zig niet kunnen voorftellen. dat zy eenige meerder vrugt van hunnen te doene arbeid zouden zien, . . immers in den jaare 1717 jouiiTeerde de Staat dezer Vereenigde Landen na eenen gelukkig gevoerden Oorlog en een vry voordelig gemaakte Vrede, van eene gewenfehte kalmte en inwendige ruit, en wierd door geene Partyfchap nog Factiën gefchud, de zeven Geweiten waren in zoo volmaakte unie en harmonie, als naar de verfchillende belangen van ieder van dezelve mogelyk was, en volkomen overtuigd van de noodfakelykheid, om zoo nopens dè gebreken van het Staats Gebouw, als de beilommerde toeitand van de Finantie van de Provinciën in het gemeen,en van elk van defelve in het byzonder, de nodige voorziening te doen, A In  ( l) c tn den jaare 175-4. was de Finantie van de Generaliteit eensdeels door de kofteh van den Oorlog in den jare 1748 Beëindigd, andersdeefs door de agteritallen van de meeite Provinciën op de renten en interdlen van de Capitalen voor dezelve ten Comptoire Generaal van de Unie genegotieerd, cp'nieuws in zodanig verval geraakt, dat men de zaken maar even witt gaande te houden; de deliberatien van de Staaten der refpeclive Provinciën wierden zoo gelukkig beiberd, dat dezelve naauwlyks eenig bewys aan de hand caven van oneenigheid, en dat zelfde jaar 175-4 everde d*ar van een overtuigend voorbeeld op in de fchikkmgen, die met aüe de Provinciën over de rigtige betaling van derfel ver Quotes in de verfchuldigde renten en ïnterellen en de inpalming der agteritallen gemaakt wierdcn, Fn niet te min is van de aangelegde deliberatien, om de Finantie van de Generaliteit door het invoeren van Pointen van menagé te verbeteren, te dier tyd even weinig als in het jaar 1717 geworden. f , ^ \ Van de tegenwoordige toehard van de Repubhcq kan men millchien met regt zeggen, dat dezelve in geen tydperk < waar over dszelfs advifen gevraagd waren, andersdeels om dat een Conferentie gedecerneerd was alleen (zoo het fcheen) om de coniideratien van de Gecommitteerden uit den Raad vani State m te nemen , en droeg die redenen voor in eene Mnhve aan de extraordinaris Vergadering van den 13 Mey 1717. Haar Hoog Mog. namen daar mede geen genoegen, en verzogen den Raad nader by Reiolutie van den 12 derzelve "maand, om de gerequiréerde Bengten* btaaten en Advifen aan haar als nog te willen doen toekomen, Dan de Raad wel bewuil, dat zonder zyne uitgewerkte Adviien niet veel zoude kunnen worden uitgevoerd, en teffens waarfchynelyk vrezende, dat de; Vergaderingdoör het onderzoek van de huishouding van de Generaliteits Collesien en de adminillratie der middelen yan het Diitntf van de Generaliteit zoude worden afgetrokken van de voornaamtte Pointen, waar over de extraordinaire deliberatien waren aangelegd, beantwoordde de vooriz Refolutie met vrvmoed.gheid en met vee! digniteit, deduceerde daar by, 2 wat voet Conferentien met Gecommitteerden uit den Raad van State moelïen worden gehouden, en perfijteerde „let te vorderen de explicatie, die daar omtrent verzogt had, alvorens te dienen van de gerequiréerde Bengten en A Hetzelve had geen ander gevolg, dan dat de Heeren haar Hoog Mog. Gedeputeerden, rn welkers handen gefield waren de Mifl&ea van de Generaliteits Rekenkamer en van den Ontfanger Generaal , den 19 van de volgende maand Juni van hunne coniideratien op dezelve rapport deden, waar in de meeite, zoo niet alle de Pointen, die door de Rekenkamer en den Ontfanger Generaal waren opaegeven, zyn overgenomen, en het welk teffens bewyft, hoe weVnig men zig van den Raad van State te dier tyd pafleren kon, aangezien het zelve mede bragt dat genoegzaam over alle de Pointen met denzelven Raad moett worden geconfereerd, waar op dan ook het gerapporteerde wierd geiteld in handen van dezelfde Heeren haar Hoog Mog. gedeputeerden, om met Heeren Gecommitteerde Uit den Ra.d van State en de Generaliteits Rekenkamer, over de Pointen daar in vervat, refpeclivelyk in Conferen- tieDogldeeVergadering is gefcheiden zonder dat die Con- dLn^-vrrnamcn.lyk in dc eerfle jaaren zvn wd verfcheide Propofuien iet Vergadering Wl> ta« Hoog  ( s ) Mog. gedaan» en Conferentien gedecernetrd , om de Bcfognes over de menage in de huyshouding van de Genera* hteit voort te zetten, dog zonder eenig fucces, en het zal dan ook niet nodig zyn, zulks omltandiger te vermelden. De reden waarom dat werk niet is voortgezet, is gemakkelyk op te maaken uit de Brief van den Raad van State, den 10 Juni 1719. aan haar Hoog Mog. gefchreeven; De Raad namentlyk begreep, dat op de huyshouding en middelen van de Generaliteit de menage roinft te vinden W'as, maar dat die moeit worden gezogt in de voorflagen door hem gedaan, om de Militie ie brengen oj> eenen onkostelyker voet t en over de verdere ingrediënten van den Staat van Oorlog, dog de Bondgenooten zig daar omtrent niet hebbende kunnen veritaan, is derzelver iever om de menage te zoeken op dc huyshouding van de Generaliteit merkelyk verflaauwd, waar toe verder niet weinig zal hebben gecontribueerd, eensdeels de traagheid en gebrekkelykheid van zommige Provinciën in het opbrengen van haare Quote in de renten en inrerelièn van de CapitaJen voor dezelve ten Comptoire Generaal van de Unie genegotieerd, waar door ten minilen die Provinciën wederhouden 'wierden op het onderzoek van de Pinancie van de Generaliteit te inileeren; Anderdeels het ongunttig oordeel, dat de Raad by de zoo evengemelde Mitïive geveld heeft over het Rapport van den 19 Juni 1717, waar omtrent dezelve aannam te zyner tyd te zullen aanwyzen, 3} dat zommige van de vyf en >j twintig Pointen, daar in gedetailleerd, geen anderen grond j, hebben dan gebrek van informatien, dat andere inpraétij, cabel zyn, andere wederom zoo gering, als of ze tot geen SJ ander ehde daar in gebragt waren, dan om te groiïeren j, het getal der Pointen, dat het Dillricï van de GeneraJi- jj teit zoo verarmd en 100 behil is, dat eerder moet ge- j, dagt worden om het te fouJageeren, dan om in hetzelve zwaarder Schattingen in te voeren, en dat het voordeel, j, het welk in de verdere Pointen lteekt, van weinig be- j> lang is. Het brengen van de Militie van den Staat op eenen onksjtelyker voet is tot gelukkiger tyden gereierveerd geweeit, en eindelyk in het jaar 175-2. door het arreiteeren van het bekende Plan van reforme werkheilig gemaakt; Dog op de voorhagen over de verdere ingrediënten van den Staat van Oorlog zoo te dier tyd als naderhandt door der» Raad van State gedaan , en met zoo veel kragt van redenen aangedrongen, is tot nu toe geen be/luit genomen. ö t De Kamer wenfcht ieverig, dat de Bondgenoten dat Point niet uit het oog zullen verliezen, op dat 'er geen gelegenthei J zy, om op derzelver deliberatien toe te paiTen de reflexie by gemelde Miifive van den Raad voorgedragen. & _ Omtrent het Financiewezen van de Generaliteit is in het jaar 1751, op nieuws door de Heeren Gedeputeerden van B de  t*5 Provincie van Holland en Weltvriesland uit naam ende vaft wegens de Heeren Staten hunne Principalen verzogt en geinlleerd, dat het zelve mogt worden onder zogt, en by haar H00* Mog. en den Raad van State overlegd, wat mtddelen tot redres zouden kunnen worden gevonden, wat 'Pointen va* menage geintroduceerd, en welke middelen geapfliceerd , om de lajïen van de Unie egaal te doen dragen; En Hoog gemelde Heeren Staten zulks by hunne Confenten in de Staten van Oorlog voor de jaaren 17*3 en 1754 hebbende geinhereerd, zyn de Raad van State en de Generaliteits Rekenkamer by haar Hoog Mog. Refolutie van den 14 AdhI 175-3. verzogt zig daar op te bekwamen, ten eynde de BePognes daar op met vrugt hoe eerder hoe beeter houden mogen worden geëntameerd en tot een goed eyndegeb>aet en is de Rekenkamer nader by haar Hoog Mog. Refolutie van den 16 April van het volgende jaar 1754. verzogt ten fpoedigften aan haar Hoog Mog. op te geven zodantze middelen van memge als zy zoude menen, dat buiten ondienjl van den Lande geintroduceerd zouden kunnen wor~ de*Dc Kamer heeft daar aan met ten eerflen voldaan, en reeds by Miflive van den 26 derzelver maand April aan haar Hoog Mog. overgezonden een Plan van menage vervattende zodanige Pointen, als zy oordeelde, dat werkheilig gemaakt zouden kunnen worden. Dit Plan hebben de Heeren Staten van Holland ende Wedvriesland gemaakt tot een onderwerp van hunne deliberatien, en onder andere op de Pointe», daar in voorgedragen, den 9 Maart van het volgende )aar genomen eene Refolutie, die den 10 daar aan volgende ter Vergadering van haar Hoog Mog. is. ingebragt. Of de Staten van de andere Provintien daar over ook eenige deliberatien gehouden en eenige Refolutien genomen hebben is aan de Kamer onbekend. Zeker is het, dat tot nu toe by haar Hoog Mog. deswegens geene Refolutie genomen is. De Kamer zal in deze Memorie volgen de leidraad van haar Advis van den jaare 1717-. vervolgens van her bovengemelde Rapport in den zelfden jaare ter Vergadering yan baar Hoog Mog. uitgebragt, voor zoo veel daar m Artikelen voorkomen, die in het gemelde Advis met gevonden worden, en eindelyk van het Plan van menage van den ^Zy^aV op ieder Point geven die informatica dewelke nodig zullen lym om het te beoordeelen. In het byzonder zal ze opgeeven, welke werkitellig gemaakt en dus vervallen zvn, Omtrent zommige zal ze zig vergenoegen met voor te dragen de coniideratien die op dezelve vallen. Andere zal ze nader aandringen, en tot betoog van dezelve verflag doen van den voet, op welke de zaaken, waar over ze gaan behandeld worden, het welk is nagelaten. No.  Kopens eenige zai ze voorttellen de bedenkingen, diefcy haaf zy*n opgekoomen. En ny «ie Pointen van menage bevorens voorgedragen* verder voegen zodanige, als zy zal vermenen, dat nog zouden kunnen worden ingevoerd ; En gelyk de Kamer zig in vorige Advifen bepaald heeft aan. her geen voorkomt in de Rekening van den Ontfanger Genet aal van de Unie wegens het Reifort van de Generaliteit, en de huyshouding van de Generaliteits Collegien, zo zal ze ook in deze niets zeggen van de adminijhatie van de particuliere Ontvangers en Rentmeefters, en zulks te minder, om dat de Rekeningen van alle dezelve door de Leden van de perloneele Commiliie met de uirerfte naauwkeurigheid zyn geëxamineerd, en vervolgens byaldien tegen ver wagt ing in die Rekeningen eenige poften zouden m;>gen worden gevonden, waar op remarques vallen, dezelve aan de CommiÜie niet zullen zyn gee'chappeerd, zullende de Kamer bereid zyn, om des gerequireerd wordende, op zodanige Pointen nader te geeven die in o'matien en confideratienj waar toe zy zig in ftaat zal vinden. Eyi delvk zal de Kamer, indagtig, dat de Raad van State in zyne boven aangehaalde Miflive van den 10 Juni van het jaar 1719 aan haar Hoog Mog. gefchreeven heeft, dat th het Rapport van den jaare 1717 zoo web, tg gefproken word van het geen de (ienet atiteits Rekenkamer raakt, dat daar uit geloei faam af te neemen is, dat de Rekenkamer wiens Mifftve van den x Maart 1717. gcfirneerd heeft ae meefte matene tot het Rapport, fcherpzieuder geweeft is M rent andere, dan omtrent 'haar zelvs, niet nalaten melding te maken van de weinige Pointen haar zelve rakende, waar op zy meent dat eenige reflexie zoude kunnen val■Jen, en daar omtrent alleen nog remarqueeren, dat het niet wonder is, dat in de voorfz MiïJïve wern?ggefproken word van het geen de K.uner raakt, aangezien de huishouding van dezelve van weynig omflag, en de dispofuie, die ze over 's Lands Penningen heeft, zeer gering is, terwyl zy zig verzekerd houdt, dat by onderzoek zal worden bevonden, dat de Kamer in het geen van haar Departement is, geen minder ipaarzaamheid betragt heeft, dan andere Collegien. $. 1. De Steeden Breda en Bergen op Zoom, worden als nog in de Rekeningen va» de Beden van Braband en het Quartier van Antwerpen by Memorie gebragt, IVegens de ;/erpond/ngen in de Stad Breda word mede nog niets verantwoord. Van gelyke word veer de kleine Zegels te Breda gebruikt, by aanhoudendheid een derde minder dan oj> alle andere 'Plaatfen betaald. En het middel van den twintigfté 'Penning van de fuccesJien in adfeendenti et CoUattralt Linea, mitsgaders datvaü 13 % den  (8 i den veertig fien 'Penning van allé verkopingen en verhanden van vafte Goederen worden zo te Breda als m het T}ijirit~i van den Fynaart nog niet geheven; Dan met opzigt tot de Beden, waar in de Steden Breda en Bergen oo Zoom niet dragen, komt het aan de Kamer by nader reüexie voor, dat het oogmerk nooit geweeit is om dezelve daar mede te bezwaren en dat 'er ook geen reden is om zulks als nog te doen. Nadat in het jaar 1609 gefloten w?as het twaalfjarig Beitandt met den Koning van Spagne, en by haar Hoog Mog. gerefolveerd, dat de generale middelen voortaan mede zoude werden verpagt in het Land van Breda, het Marquizaad van Bergen op Zoom en het Land van Cuyk, is in het jaar 1611 gedelibereerd over het invorderen van de Verpondingen of eenen honderd/Ie Tenning over. de onroerende Goederen in Braband en. Vlaanderen, en op den 30 December van het zelve jaar by haar Hoog Mog. gerefolveerd, dat in plaats van eenen honderdfle Penning, die geoordeeld wierd, dat bezwaarlyk zoude kunnen worden ingevoerd overmits de ongewoonheid van dezelve belaiiing, in de Quartieren van Braband, de Steden niet uitgezonderd, zoude worden ge* heeven een vyfde Penning over alle onroerende Goederen dewelke daar by word gezegd al va\ den jaare 15-81 af by de Steden en Dorpen byzonder van het Quartier van Antwerpen te zyn gepraéizeerd en toen nog gepracfizeerd te worden; Dog in het volgende jaar ïórx hebben zig de Gedeputeerden van het platte Land van Breda, Bergen op Zoom en Steenbergen, zonder de Steden aan haar Hoog Mog. geaddrefleerd, en verzogt dat het zelve platte Land niet meer mogt bezwaard worden, dan voor deeze geweeit was, en daar op is ten zeiven dage vei flaan, dat 'dezelve Gedeputeerden zouden maken eene tauxatie hoe veel elk Dorp of Gehugt zoude moeten dragen in eene fomme van twintig duizend guldens, tot invordering van dewelke, naar de tauxatie daar van gedaan vervolgens op den 7 September van het gemelde jaar 1612 ordre gefield is, dog nog in het zelfde jaar door den Rentmeeifer zynde voorgedragen, dat de geordonneerde twintig duizend guldens niet fuflicienr waren, om daar uit te betalen de geafiigneerde Jaiten, is op den 2.3 November nader gerefolveerd , dat nog vyf duizend guldens zullen worden opgebragt; in het volgende jaar 16T3 is by Refolutie van den 9 Maart geconfenteerd, dat de Dorpen van Braband in plaats van den vyfde Penning voor dat jaar op te brengen, zouden kunnen volitaan met te betalen eene fomme van vyf- en twintig duizend guldens, en na dat in het jaar 1614 de Gedeputeerden van het platte Land van het Marquizaat van Bergen op Zoom, de Baronnie van Breda en Steenbergen hadden verzogt, dat de laft van de Redemtie van den yyfden Penning mogt worden gemodereerd  f 9 ) . reerd op de helft van het geen in de twee vorige iaren betaald was, of ten minüen op de fomme van twintig duy* zend guldens > waar vóór die Redemtie het eerile was geaccordeerd , en na dat daar op was verilaan, dar de Supplianten den vyfden Penning voor de jaaren 1614 en \6i$ zouden mogen redimeeren met vyf en dertig duyzend guldens jaarlyks, is die Redemtie op nadere doleantie van'gemelde Gecommitteerden by Refolutie van haar Hoog Mogj van den 16 Auguitus van het zelfde jaar 1614 verminderd en bepaald op dertig duyzend guldens 's jaars, die dan ook geduurende de Tieve jaarlyks zvn opgebragt. legen het uitgaan van het Beltandt begreep de Raad van State, dat aangezien de onzeketheid van de continuatie van dezelve het voordeeliger zoude zyn de generade middelen ten platten Landen te redimeeren, dan dezelve wederom te verpagten, met dat gevolg dat in conformitcic van deszelfs advis by Refolutie van haar Hoog Mog. van den r6 Juny ióxi met opzigt tot de Baronnie van Breda wierd verüaan , dat dezelve zoude mogen voiftaan met de betaling van vyf en vyftig duyzend guidens jaarlyks in plaats van de generale middelen , de Redemtie van den vyfden 1 enning en den Import op Hoornbeeilen tn bezaaide Landen, dan dewyl de Redetmie van den vyfden Penning was gedeÜmeerd tot betaling van de renten, gehypothequeereï op de Landen van Braband, hebben de Rentieren van die renten z'g by Requeüe deswegens aan hnar Hoog Mog. geaddrelïeerd, en over het fonds, waar uit die Renten zouden worden betaald, een en andermaal gevraagd zynde hec advis van den Raad , heeft deze eyndelyk op den xo van de maand Oeiober aan haar Hnog Mog. geadvifeerd, dat het zyne intentie niet was geweeit, en nog niet was, dat in de vyt en vyftig duyzend guldens, waar mede hy op den zó May haltledcn had ge-adviieerd, dat de Baronnie van Breda jaar/yks zoude mogen volüaan in plaats van her equivalent van de generale middelen, .zoude begreepen z\n de Redemtie van de Beden van Braband ofte den vyfden 'Penning; en is vervolgens by Refolutie van haar HoogMog..van den zo Oftober iózi verilaan, dat de redemtie . yan den vyfden Penning zoude continueeren , en dat de Ontfangers zoo generale als particuliere dezelve zouden invorderen van de tyd dat ze onbetaald is gebleeven, endaar uit betalen de Rentieren op de Landen of Beden van Bra^ band gehypothequeerd , zo als geduurende de Treve was gekhiedt, Niet te min heeft na de expiratie van dezelve Treve de voorfz redemtie ter oorzake van het wederom uitbarllen van den Oorlog niet verder kunnen worden ingevorderd, maar zyn toen wederom a!s voor de Treve ten platten Lande ingevoerd de Contributien, van dewelke de dertiende Penning tot betaling der gemelde Rentieren is geichikr. 5 Linde'yk is na het iluyten van de Munfterfche Vrede by haar Hoog Mog. Refolutie van den 7 January 165-1 verftaan, dat de Berden ofte de Redemtie van dien op het G exen*-  ( io ) exempel van de vcórgaande twaalf jarige Treve wederom zullen worden geheeven over alle de Quartieren van Braband onder haar Hoog Mog JurisdicTie ltaande, endezulks mede over het Marquifaat van Bergen op Zoom en de Baronnie van Breda, en vervolgens is van dien tyd af tot nu toe onder de naam van Beden van Braband in het Quartier van Antwerpen jaarlyks opgebragt gelyke fomme van ^dertig duyzend guldens als geduurende de twaalf jarige Treve in Redemtie van den vyfden Penning is betaald geworden. Uit het voorfz detail der deliberatien verbeeldt zig de Kamer, dat ten klaarfie blykt, dat de Redemtie van den vyfden Penning die in het jaar 1611 is ingevoerd, naderhand genoemd is de Beden of de Redemtie van dien, en deze dus dezelfde laft is als de Redemtie van den vyfden Penning; dat de Steden Breda en Bergen op Zoom nooit eenig aandeel in die laft gedragen hebben, en dat dezelve alleen is gefchikt geweeft om tiaar uk te kunnen vinden de verfchuldigde Renten op de Beden van Braband gehypoihequeerd. Dir iaatfle Point word daar en boven beveiligd door eene Miflive van den Raad van State, den 24 Mey 165-3. aan haar Hoog Mog. gefchreven, in dewelke met zoo veel woorden gezegd word , dat de Reden worden gegeven voor de Rentieren, als mede door eene Miflive van den Ontvanger Sweerts den 19 Mey 1666 aan den Raad van State gefchreven , en den 20 daar aan volgende ingekomen, waar by dezelve Berigt, dat de Bede is de intereit van de Capitalen , die de Staten ende de Landen van Braband goi dwillig aan den Koning hebben loegeltaan , waar voor de voorfz Landen van Braband aan de particuliere Crediteuren zyn gerealizeerd, ende dat dienvolgens haar Hoog Mog, niet tegenflaande veele oppoiitien van de Contribnabeleri, willende de gemene Lands Middelen in die fchuld engageeren , het voorfz middel altoos feparaat gehouden hebben, mitsgaders door het Rapport , het welk eenige Heeren Gecommitteerden uit den Raad van State over de verbeetering van de Finantie van de Generaliteit den 19 February 1695- aan denzelven Raad hebben gedaan, en in de Notulen van dien dag word gevonden, want die Heeren hebben daar by onder andere voorgedragen, dat de Reductie der Losrenten, gehypothequeerd op de Beden van Braband, die# reeds op dien 11 February des jaars i66f by haar Hoog Mog. was gerefolveerd , dog by nadere Refolutie van den 4 Juny des volgende jaars gehaakt tot dat zulks by middelen van eene goede conduite geëffectueerd zoude kunnen worden , toen ter tyd daar zo eonbderabele loiimgen ten Comptoire Generaal gedaan wierden , gevoegiyk zoude kunnen worden in het werk gelleld; dat daar in wel eenige zwarigheid feheen te Heken'ten opzigte der Capitalen , die opgezegd zouden mogen worden , om dat men door dezelve te loffeo met geiden gedeilineerd tot aflegging van Obligatien lopende tot lallen van de Generaliteit,  C ti ) een gedeelte van de Losrenten, gehypothequeerd op dè Boden van Braband , op eene indirecte wyze zoude overbrengen lot latte van de Generaliteit, dog dat het niet zeer apparent was , dat vele Capitalen opgezegd zouden worden, en men daarom zonder veel zwarigheid een proef van de zaak nemen kon, inzonderheid daar het overfchot van de Beden na aftrek van de renten daar op geveüigd, nu zoo veele jaren by de Generaliteit genoten'was, ook het profyt van de Reductie by dezelve genoten zoude worden ; Immers indien de zogenaamde Beden niet alleen tot betaling van voorfz Renten , maar in het generaal tot verval van de latten van de Generaliteit waren gefchikt, zoude en de voorfz zwarigheid, en de allegatie van het voordeel dat de Generaliteit uit de voorlz Beden genoten had, en verder genieten zoude, weinig gepaft geweeit zyn. En dewyl dan de Beden niet alleen genoegfaam zyn tot het eynde waar toe zy zyn ingevoerd, maar de Generaliteit daar op een merkelyk voordeel heeft, het geen dan ook waarfcheinelyk de reden zal zyn, waarom alleen over de Stad en Meyerye van 'sHertogenbofch, de Baronnie van Breda, het Marquifaat van Bergen op Zoom en het Land van Steenbergen, en ©ver geene andere Diflriéten Beden geheven worden, oordeelt de Kamer als nu, dat 'er geen reden is, om de Steden Breda en Bergen op Zoom van nieuws met Beden te befwaren. Voor het overige moet men weten, in de eerfte plaats dat de itaat die voor aan in de. fuccefFive Rekeningen van de Beden in het Quartier van Antwerpen gevonden word, van de fommen van Penningen, die de Godshuizen, de Steden en D/briefen onder het voorfz Quariier gehoord hebbende, in de Beden moeten betalen, in welke itaat de Steden Breda en Bergen op Zoom ook gevonden worden, is de Repartitie van her aandeel, dat die Godslmyfen, Steden en Oiilriétcn hebben betaald in de Beden die in vroegere tyden aan den Koning van Spagne zyn opgebragt, dog welke Beden by den Staat nooit zyn ingevorderd, dan misichien by retoriie zo voor als na het t\a aalt jarig befiand, voor zo veel de kans van den Oorlog en de gelegentheid zulks zullen hebben toegeiaien, en in de tweede plaatsdat hoe zeer in de Rekening van den Rentmeeiter der voorfz Beden verantwoord word eene fomme van drie duyzend guldens, als ontfangen voor het aandeel van de Stad Steenbergen in dezelve Beden , de Kamer in het zekere is onderligt, dat die lalt geheel gedragen word door het Land van Steenbergen, zonder dat de Stad daar toe helder of penning contribueert; trouwens dezelve is daar toe ook nooit verpligt geweeit, gelyk kan worden opgerrrsakt uit het geen hier boven omirent de invoering van de voorfz Beden is voorgedragen , en voor zo ver by de bovengem. Refolutie van haar Hoog Mog. van den 7 January ióyr, was verüaan, „ dat voortaan de Beden ofte de Redemtie „ van dien op het exempel van de twaalf jarige Treves „ zouden worden geheven over alle deQuameren van Bra- C 2 „ band  C 12 ) „ band onder haar Hoog Mogende Jurisdiflie (Taande, en'„ de zulks mede over het Marquifaat van Bergen op Zoom, „ de Baronnie van Breda ende de Stad van Steenbergen, „ zoo is zulks nader geïnterpreteerd en gerei»ringeerd by de aanfehryving door den Kaai van Staate den 12, May van het zelve jaar 16 $r, tot invordering van de voorfz laft gedaan, want by die Refolutie is verltaan „ dat aan de „ DroiTaarden, Schouthetten ende Regeerders van de Quaf„ tieren van Breda, Hergen op Zoom, en Steenbergen zou„ den worden gefchreven , dat de Hoog Mog. Heeren „ Staten Generaal by Refolutie van den 7 January 1651 „ hadden goedgevonden en verüaan , dat van toen voor„ taan de Beden ofte de Redemtie van dien op het exero„ pel van den voorgaande twaalf jarigen Treves zouden „ worden geheven over alle de Quartieren van Braband „ onder haar Hoog Mog. Jurisdictie ltaande , ende „ zulks mede over het Marquifaat van Bergen op Zoom, „ Baronnie van Breda ende van Steenbergen, en by aldien daar omtrent nog eenige bedenkelykheid zoude mogen overblyven, zal dezelve geheel worden weggenomen door het advis van den Raad den 9 Auguiius 165-1 op een verzoek van de Ingezetenen van de Baronnie van Breda ende het Marquifaat van Bergen op Zoom, om furfeance van de gedreigde executie tot betaling der Beden, aan haar Hoog Mog. gegeven, want daar in word met zoo veel woorden gezegd, dat by de meergemeldé Reiolutie van haar Hoog Mog. was begeerd dat de Raad .van toen voortaan^ de ordinaris Beden, naar het Exempel van den twaalf jarige Treve, de Baronnie van Breda, het Marquifaat van Bergen op Zoom, en het Land van Steenbergen, zoude opleg, gen en doen betalen. Tot de voorfz Beden is dan door gene Stad in het Quartier van Antwerpen iets gecontribueerd, en de reden daar van is niet bezwaarlyk op te fpooren; zo dra namentlyk eene der Steden den Vyand wierd ontweldigd, en onder de magt van den Staat gebragt, wierden de generale middelen, zo als men toen fprak, in dezelve ingevoerd en verpagr, dog men ondervond! ras, dat die Steden niet in Haat waren, om de Militie in dezelve Guarnizoen houdende van Servisgeld, en de Wagten van Vuur en Ligt te voorzien, als mede om Poorten, Bruggen en andere Werken te onderhouden, en verdere Stedelyke Laiten te dragen, en men was vervolgens verpligt om aan die Steden daar toe een gedeelte van de inkomilen van de middelen of eenig ander iubiidie toe te leggen. Zo vindt men onder andere, dat by eene Refolutie van haar Hoog Mog. van den 24 Maart van het jaar 1590 jan de Magiitraat der Stad Breda, en by eene andere van den 3 November van het jaar 1592 aan de Magiitraat der Stad Bergen op Zoom een gedeelte van het rendement der generale middelen is vergund geworden; En het is vervolgens zeer ligt te begrypen, dat de Steden te dier tyd van het opbrengen van andere lailen zyn bevryd,  ( 13 ) en dus ook van het dragen van eenig deel in de zoge» raamde lieden of Redemtie van dien zyn verfchoond ge bleven. 7)e Verpondingen zyn in de Stad Breda nooit ingevoerd, hoe zeer de Raad van State by Refolutie van haar Hoog Mog. van den 14 Maart 165-1. verzogt is geworden dac middel onder andere over de gemelde Stad in train te brengen, en in de rekening, die begint met den 1 Augustus 1653 en verfcheide volgende genarreerd word, dat de Rendant d.tar over verfcheide remonüraniien zo aan haar Hoog Mog. als aan Heeren Gecommitteerden uit den Raad gedaan en gefchreven zoude hebben. De reden daar van is ongetwyfïeld deze, dat by de Capitulatie, waar op de gemelde Stad in den jare 1637 onder de magt van den Staat is overgegaan,beloofd is, dat aldaar geene meerdere laiten zouden worden geheld, dan 'er geheld waren geweeit van den jaare 1590 tot den jare 1625-, immers word daar van in meer dan eene Mdiive door den Raad van State, hoe zeer over een ander onderwerp aan haar Hoog Mog. gefchreven, melding gemaakt; Ook is by haar Hoog Mog. Refolutie van den 14 Mey 163b nader verklaard, „ dat de Stad Breda zal blyven ge„ coniërveerd engemaintineerd by derzelver Rechten, Pri„ vilegien ende Gerechtigheden, gelyk ze dezelve heeft „ genoten voor het jaar 1625, in welk jaar die Stad aan „ den Vyand is overgegaan, en voorts by het geen hun by „ de Capitulatie in het voorleden jaar is geaccordeerd. Niet te min is nog by Refolutie van den gemelde Raad van den 23 Oeiober 1714 op eene Miflive door den Ontfanger der Verpondingen ter voldoening aaneen apoltilvan de Kamer in zyne Rekening geiteld, aan denze!vc\i Raad gefchreven, verüaan, „ dat aan de Magiitraat der StadBreda „ zoude worden gelafl, dat zy in conformiteit van de PJa„ caten, op den ophef der Verpondingen geëmaneerd, op„ Helle en aan den Ontfanger overlevere een behoorlyk „ Quohier van Verponding over alle de Huizen en Erven „ binnen haare Stad, of dat zy binnen 'smaands aan den „ Raad overlevere het O&roi, Privilegie of ander deugde„ lyk befcheid, uit kngte van het welk de Stad Breda „ zoude vry en exemt wezen van Verpondingen", dog het antwoord dat de Magiitraat van gemelde Stad daar op gefchreven heeft, is buiten finale dispotitie gebleven. En hoe zeer de Kamer te meermaalen gemeend heeft, dat de Verpondingen in de Stad Breda hadden kunnen en behorenteworden ingevoerd, befluit ze daar uit dat by den Raad op de voorfz Miflive van de Magiitraat derzelve Stad daar toe geen ordre is gefield, dat de Raad te dier tyd op goede gronden van andere gedagten is geweeft: ze beruil dan ook daar in tegenwoordig, en oordeelt in allen gevalle zeer bedenkelyk de Ingezetenen van gemelde Stad voor het toekomende te bezwaren met een lalt, van dewelke zy omtrent een hondert en vyftig jaaren dadelyk zyn bevryd geweeit. D Hier Ziet de Miffl • ven van den Raad van 26 Juni 1648, 28 Juninri 1649 en 24 May 1653.  ( »4 ) Hier komt nog by, dat Breda de eenige Stad met is in dewelke geen Verpondingen ten behoeven van, het gemene Land geheven worden; alle de Steden in Vlaanderen zyn in het zelfde geval. By Refolutie van haaf Hoog Mog. van den zy february 1676 was wel vetilaan, dat in het Reifort van de Generah> reit alomme geïntroduceerd zoude worden eene Verponding over de Huizen en Gebouwen zo binnen de Steden als ten platten Lande daar dienogniet was geïntroduceert, en de Ontfanger der Verpondingen binnen Huilt enHuliter Amb -gt is by nadere Miihve van den Raad van State van den 5 Maart 1678 wel gelait van de Stad Huift te vorderen en te ontfangen eene fomme van zes honderd een en dertig guldens in redemtie van de ordinaris Verponding op de Huyfen en Gebouwen binnen dezelve Stad; Ook ts die fomme aanvankelyk mee het jaar 167Ó tot den jare 1717 incluis verantwoord, dog by haar Hoog Mog. Refolutien van den 10 April 1715- en 1 Juli 17x6 is de gemeldeStad overeenkomltig de voorflag, daar toe door den Raad van State in conii ieraiie van het groot verval van derzelver Finantie by Miflive gedaan, van de betaling van de voorfz Verponding cntlaft en dezelve gelaten tot onderftand van derzelver Financie, en by nadere Reiolutie van den 18 September «72.7 is aan dezelve verleend remiiTie van de agterttallige Verpondingen. In de Steden Sluys, Aardenburg, Ooitburg , Yfendyk, Philippine en Sas van Gent zyn dezelve nooit betaald, immers niet verantwoord, en wanneer de Raad van State in den jare 172,1 by Refolutie van den 31 Juli aan de Magitlraten van de gemelde Sleden had aangefchreven, dat niet gevonden wierd, dat zy in eenige jaren betaald hadden de Verpondingen, waar mede zy in conformiteit van haar Hoog Mog. Refolutie van den xy Februari 1676 waren aangeilagengeworden,en dat zy derhalven zouden berigten, uit wat reden zy dezelve Verpondingen niet betaald hebben, of zo zy vermenen daar van bevryd te wezen, uit wat hoofde zy tot die vrydom iuitineren gerechtigd te zyn, hebben deHoegBailluw, Burgemeeiters en Schepenen der Stad Sluys, Waterrechten Nieuwmuyden, Bailluw, eerile en andere Hoofdmannen van "Yfendyk, Bailluw, Burgemeeiters en Schepenen der Stad en Schependom van Aardenburg, en Baiiluw, Burgemeester en Schepenen van het hooge en lage Sas van Gent eenparig berigt, dat zy wel bevinden, dat zy in de Verpondingen zyn aangeilagen, dat zy zelvs door 'sLands Ontfangers zyn bedreigd, dat dezelve by parate executie zouden worden ingevorderd, dog teffens dat zy daar tegen zo aan haar Hoog Mog. als aan den Raad menigvuldige remonitrantien en vertogen hebbende gedaan, in het laatite van den jare 1678 is verleend furfeance van executie, en dat toen alle de remonitrantien tot exemtie van de vooriz Verpondingen door haar Hoog Mog. ten fine van advis zyn gezonden aan den Raad, dog dat, voor zo veel aan hun bekend is, van dat advis nooit is gediend, ongetwyfteld ona gene andere redenen, dan dat haar Fdele Mog. volkomen gepertuadeerd zullen zyn geweeft, dat de bewulleVerpon-  () dingen voor de Ingezetenen van de voorfz Steden uit hoof* de van derzelver onvermogen en armoede waren eene ondrageiyke lalt, en daar en boven, dat by de Reiolutie van haar Hoog Mog. yan den 27 February 1676 uitdrukkelyk was bepaald, dat de in te voeren Verpondingen alleen zou* den worden geëmployeerd tot de Legerlaiien, en dat derhalven, de Vi ede in den jare 1678 zynde gefloten, het einde waar toe de in te voeren Verpondingen waren gefchikt, ten eenemaal was vervallen; en dat de gemelde Steden dus van de voorfz lait «aren vry gebleven, en dezelve nooit ingevorderd nog betaald. Het effecl van die Berigten is wederom geweeft, dat die zaak by den Raad is gebleven buiten verdere dispo/itie, en dat de Verpondingen in de bovengemelde Steden van Vlaanderen tot nu toe niet zyn ingevoeld. Wat betreft de drie extraordinaris Verpondingen die over het geheele Reffort van de Generaliteit volgens haar Hoog Mog. Refolutie van den 31 October 1695- hebben moeten worden geheven, waar omtrent de Kamer in haar advis van den 2 Maart 1717 gemeend heeft zonderling in coniideran'e te komen, of, de exemtie van de Stad Breda van de ordinaris Verpondingen al ten genoegen van haar Hoog Mog. bewezen zynde, dezelve even wel niet gehouden zoude zyn de voorfz extraordinaris Verpondingen te betalen, oordeeld de Kamer onnodig, om tegenwoordig na dat het gemelde Point voor omtrent zeventig jaren is gebragt ter kenniiVe van de Bondgenoten,entot nutoe buiten dispofitie gebeven, zorgvuldig te onderzoeken, of deStadBreda zoude kunnen worden gerekend gehouden te zyn geweeit de voorfz extraordinaris Verpondingen op te brengen, en zulks niet tegenilaande by Refolutie van haar Hoog Mog. den iS üdober 1601 in conformiteit van het advis van twee 's Lands Advocaten is ver/taan, dat de Stad en Lande van Breda van alle extraordinaire Belaflingen zullen zyn en byvni ètvryd ende ge'èximeerd; aangezien het aan de Kamer toeichynt dat het zelve na verloop van zo veel jaren niet gevoeglyk een onderwerp van deliberatie kan uitmaken. *De mindere betaling van de kleine Zegels } te Breda gebruikt wordende, heeft zyn oorfprong in eene Reiolutie van haar Hoog Mog. van den 22 May 1666. na dat in den jare 165-4 het middel van het klein Zegel op de Ordonnantie van den 18 May 163 5 onder andere in de Stad en Baronnie van Breda volgens nerative Refolutien van haar Hoog Mog., en laatitelyk die van den 1 July 165-3 was ingevoerd, is het zelve middel by eene nadere Ordonnantie gearretteerd den 21 May 1665-, met een derde verhoogd. Over de introduftie van deze verhoging heeft de Magiitraat der Stad Breda zig by Requeite aan haar Hoog Mog. bezwaard, fuftinerende dat zulks aanliep tegen het zesde Art. van de Capitulatie, waar op dezelve Stad in den jare 1637 onder den Staat was gereduceerd} en daar op is Da de  C t6 ) ie. Burger*) van Breda, na dat die Reqüefte door Heeren Gedeputeerden van haar Hoog Mog. met eenige Heeren Gecommitteerden uit den Raad van State wasgeëxamineerd, by de gemelde Refolutie van den 22 Mey iö6<5. by provifie van de introductie der voorfz verhoging geëximetrd ,voor zo veel haar zulks alleen raakt, en binnen de voorn. Stad voorkomt, zonder meer , en dat ter tyd en vijlen, dat de voorfz Capitulatie nevens hetgantfchewerkrakende ds voorfz introductie, nader zal Wefe» geëxamineerd. De Kamer wil hier niet verbergen dat zy op dit Art,, immers naderhand van andere gedagtengeweeit zynde, den CommifTaris van het Kleyn Zegel op deiTelfs rekening over den jaare 1707 ge lait heeft by den Raad van State aan te houden tot aftchaffing van de vooriz exemtie, waar van dezelve zig ook heeft gekweten by eene Miflive van den 19 May van het jaar 1708, dog die Miflive is by Refolutie van den Raad van State van den xi derzelver maand commifToriaal gemaakt, en buiten verdere dispolitie gebleven, terwyl de Kamer gerefumeerd hebbende de grond, waar op haar vorig begrip heeft berult, dezelve tegenwoordig niet van datgewigt oordeek, om de Burgerye van Breda, na dat by meer dan eene Refolutie van haar Hoog Mog. in verfchillende tydperken genomen, de futtenue van de Magiitraat van gemelde Stad uit hoofde van het 6 Art. van de Capitulatie, waar op dezelve in den jaare 1637 is overgegaan, in opzigt van verfcheide onderwerpen gewettigd is van de voorfz vrydom na een zo langduung genot te ontzetten. Het middel van den twintigfle Penning van de fuccefjien in adfcendentt & collaterali linea, en de veertigfte Tenmng van alle Verkopingen en Verbanden van vajle Goederen, zyn in de Stad Breda nimmer ingevoerd. De reden daar van is ongetwyffelt gelegen in het meer gemelde 6 Art. van de Capitulatie, waar op deStadinhet jaar 1637 onder het Gebied van den Staat is overgegaan, en dit zal te meer buiten bedenken voorkomen als men let, dat ook reeds by Refolutie van den Raad van State van den 14 Maart 1642 is verbaan, dat het middel op den Tabak over de gemelde Stad niet zoude worden verpagt, nademaal de Capitulatie mede brengt, dat gene middelen opgeheld zullen worden dan die in het jaar 16x9 zyn opgelteld geweeft, en die Capitulatie gehouden moet Worden, en dat by nadere Refolutie van denzelven Raad van den n October van het jaar I7i7geletzynde op het 6 Art. van, de voorfz Capitulatie, als mede op haar Hoog Mog. Refolutie van den 14 May 1638 hierboven aangehaald,ende de zoo evengemeldevan den 14 Maart 164?., is goedgevonden, dat de impoll op den Tabak federt de reductie niet geheven, nog binnen Breda in train gebragt zynde, voortaan ook aldaar niet zoude worden geheven of verpagt. Met opzigt tot het fDiJlriB van de Fynaart, en de vrydom van den xo(le en Apfte 'Penning waar van het selve jouiffeerd, heeft de Ontfanger van die middelen over de Stad  ( »7 ) Stad en het Marqoizaat van Hergen op Zoom in deri jarë ï713 by gelegeMheid dat hem door de Generaliteits Rekenkamer was gelait de voorfz middelen ook over het voorfz Diiirict te vei antwoorden of wel te produceeren valabel bewys, dat het zelve van het betalen van die middelen is ex rnt, aan den Raad van State voorgedragen, dat die vart de Fynaart fuitinereri van de voorfz belaiiing te zyn bevryd gebleven uit hoofde van het Traclaat tuilchen Prins Maurits van Natlau en de Ingelanden van den Eylande van Willemttad, waaronder de Fynaart zoude gehoren , in den ja>e i-Sj geiloten, waar op by Reiolutie van denzelven Raad van oen A'ig. 1713 aan die van de Fynaart is gelait, om binnen den ryd van eene maand aan gemelde Ontfanger over te geven Copie van het Octroi, uit hoofde van het welk zy fulïinercn de voorfz vrydorn te hebben; of en in hoe verre daar aan is voldaan, is aan de Kamer onbekend; dog by nadere Refolutie van den Raad van den i» February 1715' is aan den voorfz Ontfanger aangefchreven, dat hv tot nader ordre fuperfedere met de executie toe invordering van den 2otfe en 4oile Penning in de Fynaart ondernomen. En wanneer in het jaar 1743 eene Negotiatie van Lyfrenten onder fpeciaal verband van Goederen, in de Fynaart gelegen, wierd gedaan, is by Refolutie van den Raad van Saté van den z6 September van dat jaar verdaan, dat dewyl de Fynaart tot dien tyd toe het middel van den veertigften Penning niet heeft betaald, het zelve in het voorfz geval ook niet betaald moet worden. S. i. De Kamer heeft na.ar Uèt voorbeeld van het geen in het jaar 1717 is ven igt, de Qaóbieren van de Verpagtingen van de gemeene Middelen, die over de verfcheide Üiilriéienvan het Reiiort van de Generaliteit in het jaar 1784 en 178? zyn gedaan, welke de laatite zyn, die aan de Kamer be< rullen, wederom tegen eikanderen als mede tegen de onderfcheide Ordonnantiën op die middelen geëmaneerd, ver^ geleken, en ook wel bevonden, dat alle die middelen, die over de eene plaats en het eene Land zyn verpagt, niet van geVyke over andere verpagt zyn. omtrent enkelde van die \etfoheidenheden zoude ze wel eenige infoimatie kunnen geven, dan dewyl ze geen deel heeft aan de adminiihatie van de Finantie van de Generaliteit , en daar over nimmer geraadpleegd word, gelyk te ook daar toe niet is irigefleld, maar dat beltuer aan den Raai van State door de Bondgenoten is aanbevolen, heeft de Kamer geen kennis van de Refolutien, die omtrent de invordering ende de verpagting van de voorfz Middelen van tyd tot tyd by denzelven Raad zyn genomen, en ze kan vervolgens van alle de bevonden verlcheidenheden geen reden geven, gejyk ze onder anderen ook daarom niet kan oordelen, of en in hoe verre de voorfz Middelt n zouden kunnen worden ^etbeterd, en ze verkicft dan oofe wederom even als in het E jaar'  By de Refi lutie van ha: Hoog Mog. v; den 20 Septet ber 3r.7ii.zynb veri en behalv de affchaffingv; de thieride vc hoging verfchi de fchikkingei tot„ important fouïaas van t Staats Brabai beraamd en va geftcld. jaar 1717, zig omtrent het ten en ander të refereren tot de kennis van den Raad van Staie, die de Kamer vertrouwt dat uit zyne Regiilers zeer gemakkelyk zal kunnen opleveren alle de onderrigting, die omtrent de Quohieren van de Verpagtingen zoude mogen worden vereilcht, en door zyne kundigheid van den verfchillenden voet, waar op de gemene Middelen, die in het openbaar worden verpagt, in de onderfcheide Difiriclen van het Reffort van de Generaliteit ingevorderd en geheven worden, als mede van de verfchillende gelegenthad van die en andere Diürifien van het zelve Reilort, en van het vermogen en de middelen van beilaan van derzelver Ingezetenen, genoegzaam in ftaat zal zyn om te oordelen en aan de hand te geven of en in hoe verre de voorfz middelen, zo die verpagt als die aangefchreven worden, zouden kunnen worden verbeterd. De Kamer zal hier by alleen voegen, dat de Heeren Staten van Holland en Weflvriesland in hunne Refolutie van den 5 Maart 1755, den 10 daar aan volgende ter Vergadering van haar Hoog Mog. ingebragt, op het voorf/. fubject hebben te kennen gegeven „ dat wel by den Raad van j, State in zyne Mi/live den 10 Juni 1719 aan haar Hoog „ Mog. gefchreven, was gezegd, dat hetDtitriéi van de Gene 11 rajkefe ?.ö verarmd en belaft was, dat eerder moeft gedagt" worden om het te foulageeten, en dat ook om die re„ denen de thiende verhoging in de Meyerye en Quartiere ,', van Braband was afgefchaft by haar Hoog Mog. Refolu>- „ tie van den 20 September 172-4» <*°g dat daar door mct 11 ' wierd weggenomen, dat de Ordonnantiën zouden kunnen 1-" gerevideerd, en geëxamineerd of de Middelen tot der°' zeiver executie voldoende zyn, en of daar door wel eene ;U " egale praktyk word geobferveerd, dewyl eene inegale prakr- „ tyk niet llrekt tot fouiaas, maar alleen de Fraudareursbe:i" neficeert, en dat voor zo ver door eene betere praktyk 1 jj eenig meerder bezwaar aan verarmde Diüriden zoude et" kunnen worden toegebragt, het zelve zoude kunnen world " den geremedieerd, door permiilie aan zodanige Diftricicn te geven, om op zekeren voet te compoferen, en dat " hooggemelde Heeren Staten vervolgens menen, dat de„ wyl 'er in het Reilort van de Generaliteit zekerlyk Dillricten zyn, welke behoorlyke lallen kunnen dragen, de ' Middelen van de Generaliteit buiten bezwaar van de verarmde Ingezetenen op die wyze zouden kunnen en be'„ horen te worden verbeterd. 5. 3- Na dat in het jaar T717, het verkopen van de Heerlykheden, mitsgaders van de Molens , Hoeven , Landen en Huizen, te dier tyd aan de Generaliteit nog toebehorende, door de Rekenkamer was voorgedragen, en de Fieeren haar Hoog Mog. Gedeputeerden tot de zaken van de extraordinaris Vergadering by hun Rapport den 19 Juni van hetzelve jaar üitgebraot, geoordeeld hadden, dat die voorflag behoorde te worden vattgeiteld, hebben de Heeren Staten van de Provincie van ïkïgcht by Miffive van den 8 Maart van her  jaar ijtf om daarby geallegucerde en bekende redenen aat\ haar Hoog Mog. in bedenken gegeven, of het niet over tyd en ten hoogfte dienfiig zoude zyn, dat op hec voorbeeld van de Heeren Staten van Holland en Weflvriësland en van de Provincie van Utrecht publiquelyk wierden verkogt de Landen, Molens, Huizen, Tienden en diergelyke vaite Goederen en EiTecfen van den Staat, onder de directie van den Raad van State zynde, dewelke door particuliere met 1 meerder zorg ende minder onkoiten kunnen worden beheerd, waargenomen en verbeterd, eri hebben in aanmerking, dat zy reeds in de jaaren 1719, 1716, 1717 en 1718. daar over ferieufe reprefenratien hadden gedaan, met te meer aandrang verzogt, dat de voorfz zaak na zoo lange deliberatien in diervoege mogte worden by de hand genomen, dat daar op zoo ras doenlyk moge volgen eene Refolutie, overeenkomende met het ware intereit van de RepuMicqj die Miflive den 19 derzelver maand ingekomen en gefield zynde in handen Van dé Heeren haar Hoog Mog. Gedeputeerden tot de zaken vari de Finantie om met eenige Heeren Gecommitteerden uit den Raad van de State te examineren en de Befognes ten fpoedigite voott te zetten, heeft gemelde Raad by Miflive van den %% daar aan volgende, ter Vergadering van haar Hoog Mog. ten zeiven dage ingekomen, kennis gegeven, dat niet alleen daar over ook reeds zyne gedagten had laten gam, maav ook op den 2 daar te voren, en nader op den vovigen dag van de Renimeelters der Domeinen en Geefleiyke Goederen gerequireerd fummiere Lytfen van alle Molens, vaite Goederen en Tienden het gemeene Land toebehorende, als mede eene opgaaf van het geen iedei* Perceel in tien jaren bevorens by verpagting gerendeerd had, ais mede van de onkoiten die op ieder Perceel jaarlyks val/en, met verdere betuiging, dut gereed was d#ar over met de Heeren haar Hoog Mog. Gedeputeerden aanftonds in Conferentie te treden, ett reeds op den 18 May van het zelve jaar is by deri Raad van State nader gerefolveerd, dat dewyi de voorfz vaite Goederen niet alle zyn van eene en dezelfde natuur* de eene meer, dc andere minder voordeel opbrengende,en ook omtrent de verkoping van de eene meer bedenkelykheid vallende, dan omtrent de verkoping van de anderej in de Conferentie met Gedeputeerden van haar Hoog Mog; te houden, van wegens den Raad zoude worden voorgedragen, dat tot eene proeve een begin zoude kunnen worden gemaakt met het verkopen der Tienden in de Baronnie van Breda, en dat die verkoping zoude kunnen worden gedaan door de Heeren Gecommitteerden van deri Raad tot de Verpagting der Tienden, met verzoek dat haat Hoog Mog. den Raad daar toe gelieven te authoriferenj even geiyk dezelve by Refolutie van den'6 April 1690. was geauthorifeerd geweeit tot het verkopen van de Molens en Hoeven, zonder nogtans, dat dezelve verkoping met vrugt heeft kunnen worden gedaan; voorts zyn de E 1 Eise»  Heeren Gecommitteerden tot de verpagting der Tienden daar by verzogt en geauthonfeerd, om de voorfz auth< fiiatïe by hsar Hoog Mog. verleend zynde, de voorfz Tienden in de Baronnie van Breda te verkopen, als mede om geduurende hun aanvveezen re 's Hertogenbofch fig te informeren, of 'er meerder gelegentheid zoude wezen dan te voren, om met vrugt te onderftaan de verkoping der Molens en Hoeven en andere vafte Goederen in de Meyerye van 's Hertogenbofch voorfchreven. Op dit voordel zoude een ieder ongeiwyfTeld verwagten, dat ten minilen de voorfz Tienden zouden zyn verkogt geworden; dan geenzints, de Conferentie by de gemelde Refolutie van haar Hoog Mog. gedecerneerd, is niet gehouden, ten minften daar van is geen rapport gedaan,veel min nog over het voorfz onderwerp eenige Refolutie genomen, en niet alleen de Molens en Hoeven maar zelfs de Tienden in de Baronnie van Breda zyn onverkogt gebleven; men zoude byn'a denken, dat haar Hoog Mog.,en in het byzonder de Heeren Staten 's Lands van Utrecht niet tegenttaande hunne betoonde iever zig te vrede gehouden hebben met de bereidwilligheid van den Raad van State. Sedert dien tyd egter is aan het voorftel door de Rekenkamer in het jaar 1717. gedaan, en aan de inltantien van de Heeren Staten van Utrecht zo even voorgedragen, gedeeltelyk voldaan. 'De Hoeven, voor zo verre die nier reeds van tydtottyd in een altoosdurende Erfpagr waren uitgegeven, zyn allé in het jaar 1740. ingevo'ge de Refolutien van den Raad van State van den 24 Auguilus en den 1 September van dat jaar publicq verkogt, De meeile Molens, zo niet alle, zyn fucceffivelyk naar mate dat zig daar toe gegadigdens hebben opgedaan, verkogt of in altoos durende tfrfpagt uitgegeven, van genoegzaam alle de Underyen uitgezonderd die in de Landen van Overmaze zyn gelegen, zyn aanvankelyk met het jaar 1750 van tyd tot tyd op de minit koitbare wyze publitjue verkopingen aangelegd, en dadelyk verkogt die gene, dewelke tot eene convenable prys gelopen waren; zo dikwyls zig tot het kopen van een of ander Perceel Gegadigdens opdoen, worden dezelve nog dagelyks afgezet, en de Kamer vertrouwt, dat de Raad van State daar mede zal continueren, en wanneer in het vervolg weder geoordeeld zoude mogen worden, dat met eenig fucees eene openbare verkoping van de nog overige Partyen zoude kunnen worden aangelegd, eene proeve daar van nemen; De Penningen, die van de verkogte hoeven, molens en landeryen zyn geprovenieerd, zyn altoos ten behoeven van de Comptoiren der Geeitelyke Goederen, tot dewelke de verkogte Pet celen hebben behoord , aangelegd in Obligatien ten lafte van het Comptoir Generaal van de Unie, en de Penningen daar voor aan het zelve gefourneerd, onverwyld gebruikt tot loffing van andere Öbligathn ten latte van het zelve lopende. Va»  ( ik ) Van de hulzen, die aan her Larid hebben toebehoora; ■zyn vele van tyd tot tyd verkogt, zo dat, voor zo veel de Kamer heeft kannen nagaan, geen meerder overig zyn.dart een Huis te 's Hertogenbofch, het welk voor dertig guldens jaarlyks word verhuurd, en behoordt tot de Goederen van zeker Beneficie in Baxchoor, dewelke door deri Rentmeeiter der Episcopale Goederen in de Stad en Meyerye van 'sHertogenbofch worden geadminiilreerd. Eenige weinige Woningen voor Predikanten en Schoolmeesters in Vlaanderen en het Marquizaad van Bergen op 7.oom, en de Huizen gefchikt tot woningen voor Gouverneurs, Commandeurs, Majors en andere Bedienden iri de meeite Frontier-Steden van den Staat; De Kamer ziet geen reden, waarom de eerftgemelde Huizing niet zoude kunnen worden verkogt, En de Woningen voor de Predikanten en Schoolmeefters, waar van het onderhoud telkens voor eenige jaren publicq word aanbetieed, zouden mogelyk aan de Gemeentens in iedere Plaats op convenabele Conditiën kunnen worden overgedaan; en aan die Gemeentens eene jaarlykfebe fomme voor buur van de nodige Woningen betaald, geJ.yk in de meeite Plaatfen vooral in de Meyerye van VH ert ogen buien gefchiedt, de Kolten van het onderhoud der Huizen, in de derde plaats gemeld, zvn van meerder aanbelang, en. het zoude waarichyneVjk voordelig voor het Land zyn dezelve te verkopen , en aan de Officieren en Bedienden, voor dewelke ze tot Woningen gefchikt zyn, een convenabele fomme voor huishuur toe te leggen, dog het komt aan de Kamet bedenkelyk voor, eensdeels of wel overal Gegadigden zouden worden gevonden om dezelve te kopen,in aanmerking dat verfcheide Huilen, als te groot zynde,aan weinige zullen conveniëren, anderdeels of ingevalie die Huizen verkogt wierden, de Gouverneurs en Commandeurs in aüe Plaatzen wel bekwame Huizen te huur zouden vinden, waarom dan ook de Kamer van gedagten is, dat de Raad van State zoude behoren te worden verzogt, om te overwegen i wat gevoeglyk met de voorfz Huizen zoude kunnen werden gedaan, en daar omtrent na gedaan onderzoek en ingenomen informatien zodanig te disponeeren, als ten meelten dienite en voordele van den Landen oirbaar zal vinden. Dan de Tienden en Heerlykheeden zyn als nog onverkogt. In het jaar 1717. heeft de Kamer voor het verkopen der Tienden niet geadvifeerd, om dat dezelve een liquide in* komen uitmaken, en aan zoo veele lailen en inconvenienten, als andere vaite Goederen niet onderhevig zyn; hier by korm nog dat derzelver rendement verbetert, naar mate de prys der Granen ryÜ; en die verbetering is aarmerkelyk, als men vergelykt het geen dezelve nu opbrengen tegen het geen ze opgebragt hebben omtrent hec jaar 1717; dit word in het advis van de Kamer aan de ex- F ttaoi"-;  f2? ) rraordjnafis Vergadering in her zoo evengemelde jaar gegeven, begroot op omtrent tachtig duizend guldens jaarlyks, en in her jaar 1784 zyn dezelve verpagt voor ruim een honderd en drie duifend guldens, zonder re rekenen de dominiale Tienden, en zelfs de Geefteiyke Tienden in de Landen van Gvermaze, die onder de begroting, in het jaar 1717. gedaan, ook niet. begrepen zyn. Dit rendement is daar en boven zoo aanzienlyk, dat het bedenken}k is of wel Gegadigden genoeg zouden gevonden worden, om ze te kopen; zekerlyk zoude men niet veelte gelyk te koop moeten prefenteren. Daar tegen zyn de Heeren Gedeputeerden van haar Hoog fVlog. tot de zaken vair de extraordinaris Vergadering, by hun rapport den 19 Juni ï717, gedaan, van advis geweeit, dat de verkoping onder andere ook van de Tienden zoude behoren te worden vaügeiteid; en hoe men daar omtrent in het jaar \yi$ gedagc heeft, is hier boven reeds aangetekend. Voor dè verkoping zoude tegenwoordig negkunnën worden geallcgueerd, dat de Tienden merkelyk zyn bezwaard door het Placaat van haar Hoog Mog. van den 16 Januari van het jaar 1778 waar by geifatueerd is dat het bouwen, vernieuwen, repareren en onderhouden der Kerken ten platten Lande en van de daar aan vait zynde Gebouwen met al het geen daat toe behoordt, niets uitgezonderd, mitsgaders van'de. Torens en van, de Tiendklök, is een lalt leggende op dè Geefteiyke Tienden, Ook zyn de koften, die op'de verpagting jaarlyks vallen, zeer merkelyk; dezelve bedragen over de Tienden in de Baronnie van Breda en Meyerye van 's Bofch eene fomme van iets meer dan een duizend en drie honderd guldens, zonder nog te rekenen de fanfoen Penningen tót eenen hal ven huiver van de gulden, die een emolument uitleveren voor de Heeren Gecommitteerden van den Raad die de veipagting doen en 's Lands Rentmeefters; daar en hoven bedragen de daggelden van de Heeren Gecommitteerden van den Raad, en de verdere kofkn op die commiflie vallende jaarlyks eene fomme van twee a drieën twintig honderd guldens. Het is waar, de voorfz Tienden zouden kunnen worden verpagt door 's Lands Rentmeeiters, gelyk in Vlaanderen en te Maattricht om het andere jaar gefchiedt, en dan zoude de commiflie, die daar toe by den Raad jaarlyks word gedecerneerd, indien dezelve tot geen andere einden is gefchikt, het geen aan de Kamer onbekend is, kunnen worden afgefchaft; waar doör het Land niet alleen zoude profiteren de koilen op het bekleden van die commiflie vallende, maar nóg ruim negen honderd guldens, dié voor leges aan de Heeren Gecommitteerden betaald worden, en begrepen zyn onder de onkoften op de verpagting vallende* als mede het geeh die Heeren uit de rantfoeh Penningen genieten, het welk dan aan het Land zöudé moeten worden verantwoord, Om*  ( 23 > r Omtrent Bnt verkopen van Heerlykheden heeft zeden her. jaar 1717. by den Raad van State geen deliberatie plaats gehad . . ]n de Refolutie van de Heeren Staten van Holland endè Wefivriesland van den 5 Maart 1755-. word op den voorflag, door dc Generaliteits Rekenkamer in den jare 17541 gedaan, o?n de Domeinen, te weten de Heerlykheden,molens &c, te verkopen, tot ehicidatie gezegd, „dat in de „ jaren 16^7, 1659; ïMo en 166r. daar over al de- liheratien zyn gevallen, dar den 6 juni 1658 de verko„ ping gearreiieerd, den 11 November lófo. eenige ver„ kogrj en den jz4 September 1660. gerefolveerd is'eenige „ verder te verkopen, dog den 2.1 September j66t. we* i, derom gefurcheerd om een different, zoo als het in dé „ Notulen van haar Hoog Mog. voorkomt, tuflchen haar i, Hoog Mog. en den Raad van State, fuitinerende den „ Raad,* dat net zelve alleen ten overitaan van hem ge„ icbieden moelh * . De Kamer is als nrg vrm gedagten. cat her verkopen dcf Heerlykheden zeer voordelig zyn zoude, en zulks nietalJeen orn de bekende en te meermalen geallegueerde redenen, maar ook om dat het gemeene Land uit die Heerlykheden niets trekt, en ze oordeelt het daarom de moeite wel waardig in eenig meerder detail te treden van de deliberatien in de voorfz Refolutie van Holland aangeroerd» en daar by ie voegen het geen verder op dat fubjecl tot hare kennis is gekomen- Na dat den i? }uly 1655. ter Vergadering van ha^r Hoog Mog. gelezen waren zekere lyften van de verpande Heerlykheden, is de Raad van State den 10 November 1657. verzogt ten (poedrgtts te willen procederen en doen procederen tot aflo/Ting van de verpande Heerlykheden ende andere Goederen, gelegen in het ReiVott van deGeneraJ/re/'r, en dat voor de penningen daar voor dezelve zyn verpand, ende voorts te willen doen opf'ellen en aan haar Hoog Mog. laten toekomen de conditiën ende voorwaarden,daar op de voorfz Heerlykheden en de Goederen , of een gedeelte van dien ten meeiten oirbaar van den Lande zouden kunnen worden verkogt; ' De Raad heeft daar op by Miflive van den xo May 16$9 aan haar Hoog Mog. overgezonden een dubb'eld van de voorwaarden en de conditiën, waar op by denzelven verkogt zouden worden verfcheide Heerlykheden en Jurisdictiën in de Meyerye van 'sHertogenbofch, mitsgaders eene Memorie van zodanige Heerlykheden, als men eerit zoude mogen verkopen; en vervolgens is by Refolutie van haar Hoog Mog. van den 6 Juni daar aan volgende verilaan, dat de Heerlykheden en jurisdirlien, te verkopen voorgeflagen 4 ten overitaan van eenige Heeren uit haar Hoog Mog. Vergadering en den rneergem. Raad van S'ate reipectivelyk te committeren , verkogt zullen worden op de overgezonden conditiën en voorwaarden, die daar by roet eenige kleine veranderin gen zyn gearreiieerd, en is de Raad ver- F 2 zogt  C 24 ) , zogt alles te prepareren, het gunt ter bevordering van de voorfz verkoping zoude mogen (trekken.. Den 28 December i6?8 is ter Vergadering van haar Hoog Moe ingekomen eerte Miflive van den Hoog Schout der Staden'Meyerye van 'sHertogenbolch, die alhier verdiend genoteerd te worden, by dewelke hy aan haar HoogMog. heeft kennis gegeven, dat hy derzelver Hoogheid en HeerJykheid in de te voren beleende en toen afgeloite Heerlykheden bewaard had, voor zoo veel het crimineel en arbitraal gezag aldaar concerneerr, en dat hy dienvolgens de Voriter* der voorfz plaatzen den behoorlyken eed had afgenomen, en d? Schepenen aldaar aanbevolen alle restspleeinden te doen op den naam van haar Hoog Mogende. hi het volgende jaar 1659 hebben de Pand Heeren van de Heerlykheden Deurne, Berlicum met Middelröoi,NieuJand en Vlieroen zig aan haar Hoog Mog ge-addreiieert en verzogt die Heerlykheden te mogen redimeren en vrymaken, waar omtrent de Raad op den li May van het gemelde jaar is verzogt om door de Heeren, die eerüdaags zouden gaan op de verpagting der Tienden in de Meyerye van 's Bofch, zig pertinentelyk te doen inforroetren op de lauxatie en de eflimatie van de w^rdye der vooriz Heerlikheden, om daar van rapport gehoord, nader des aangaande gerefolveerd te worden; en is daarby teffens verftaan, dat middelerwyl van alle dezelve HefcrUkneden, gelyk van andere, het crimineel zal bh ven aan den HoogSchout, ende het civiel onder den Quartier-Schout. Vervolgens is de Raad by Refolutie van den n November i6co verzogt en geauthorizeerd om met dePand-Heeren der voorfz Heerlykheden ten meelton profyte van den Lande te handelen, en die Heerlykheden aan dezelve m koon over te laten, dog voor niet minder dan dezelve waren getauxeerd, ende dat alles zonder dat het tenreguarde van andere Heerlykheden in conferentie zoude mogen worden getrokken. . In het jaar 1660 heeft de Raad van State by Miflive van den 26 Aoguitus aan haar Hoog Mog. kennis gegeven, dat bevorens door hoogftder/elver ordre van de verpanding waren afgélöit de Heerlvkheden Deurne, Berlicum met Middelrode, Vlierden, NieuJand, Helvoirt, Efch, Oerie, Merefelthoven, Dommelen, Bergeyck, Nunen, Gerwen ende Wetten in de Meyerye van 'sBofch, daar aan eene merkelyke fomme gereed geld was gegeven en dat daar van alleen verkogt waren de eerfle vier, terwyl men vandeande.e zeer weinig voor het Land was trekkende, en heeft vervolgens in bedenken gegeven of haar Hoog Mog. niet zouden goedvinden, dat men ook de andere pubhqueiyK zoude verkopen op ds Conditiën vermeld in haar Hoog Mug. Refolutie van den 6 Juni 1658, wanneer de verko» ping ook was gerefolveerd, dog daar na weder opgenou- dC\Vaar op de Raad den 24 van de volgende maand September is veizogt alle de voorfz Heerlykheden pubheque- lyk f  lyk, ende niet_ onder de hand te doen verkopen vóJgenS en in conformiteit van gem. Conditiën. In het volgende jaar 1661 op den ia September ter Vergadering van haar Hoog Mog. geexhibeerd zynde zeker gedrukt Billet, waarby van wegens den Raad van State ingevolge haar Hoog Mog. Rciolutien van den ^ Januari ert 6 Juni 1658, mitsgaders van den ?.f September 1660 rë 'koop wierden gelleld verfcheide HeerUkhedeni Molens* Hui/en, Hoeven en Landen, gelegen in de Meyerye van 's Bofch, is na gehouden conferentie met eenige Heeren Gecommitteerden uit den Raad van State op het voorfz fubjeef: den volgende dag gereiolveérd, dat de voorfz verkoping gedaan zoude worden ten overflaan van eenige Heeren Gedeputeerden uit het midden van haar Hoog Mog. Vergadering met ende nevens eenige Heeren Gecommitteerden uit den welgem. Raad van State, uaar toe op dert volgende 17 vier Heeren benoemd zyn, na dat in dezelve Refolutie was vaftgeiteld. dat de Heeren Gedeputeerden uit het midden van haar Hoog Mog. Vergadering ende den Raad van State zullende verfcheinen op de verkoping van de bewulle Heerlykheden ende Goederen, dezelve Heerlykheden ofte Goederen niet zullen vermogen te kopen door hun zeiven ofte door andere directelyk ofte indirectclyk in generhande manieren ; Dog tegen die Refoiunen heeft de Raad zig met veel ernll verzet, zynde ten dien einde en corps verfchenen itl de Vergadering van haar Hoog Mog., en met de redenen daar toe dienende verzogt, dat de voorfz twee Refolutien in zoo verre zouden worden gealtereerd, dat het doen der voorfz verkoping alleeniyk ende prsvativeiyk aan den Raad ingevolge van deszeJfs inüruciie ende opgevolgde praktvk gelaten wet de. J Vervolgens hrefr de Raad de redenen door hem mondeling voorgedragen op het herhaald verzoek van Haar Hoog Mog. in eene Miflive vervat, die den 19 Oftober ter Vergadering van haar Hoog Mog. is ingekomen, en te dier tyd geen ander gevolg heeft gehad, dan dat cp den ïi van dezelfde rraand Oeiober is gerefolveerd, dat roet de geprojecteerde verkoping der Heerlykheden en Geeilelykë Goederen zoude worden gefupetledeerd tot nader ordre van haar Hoog Mogende? Dog naderhandt heeft de Raad zig daar over by gelegentheid, dat zeer zware reparatien aan de Molens vanSori en Hooidonk moeüen worden gedaan , in den jare 1663 nader aan haar Hoog Mog, geaddreileerd, en eindelyk by Miflive van den iojanuan K64 verzogt te mogen verüaan haar Hoog Mog. goede meninge ende intentie nopens het repareren of verkopen van de voorfz Molens, als mede dat afgedaan moge worden de furfeance, dewelke haar Hoog Mog, omtrent het verkopen van eenige gelolte Heerlykhe* den in het gemeen, by hunne Refolutie van den zi October 1661 goedgevonden hadden te interjef3eren, En daar op is' de Raad by haar Hoog Mog. Refolutie van den 17 januari 16Ó4 geauthorifeerd, om de verkoping & aisï  (r6) niet alleen van de voorfz. Molens, maar ook van de geestelyke Goederen by provifie ingevolge haar Hoog MogRefolutie van den 24 September 1660 door Gecommitteerden uit den haren ter bekwamer tyd te laren doen, alzoo haar Hoog Mog. onnodig agten eenige Gedeputeerden uit den haren daar by te voegen, tn wvders zyn de defectueufe Provinciën verzogt zig op de verkoping van de atgelofte Heerlykheden ten fpoedigfte te willenf vet klaren. 13oa hier by is het, voor zoo veel aan de Kamer bekend is, verbleven, immers tot nu toe gene Refolutie op hec verkopen der geioite Heerlykheden genomen. Integendeel is op den 30 December 1677 by den Raad van State gerefolveerd, dat voortaan de zaak zoo veel doenlyk daar been zoude worden gedirigeerd zoo by haar Hoog Mog., als by de Provinciën, ende yvyders daar zulks vereifcht zoude worden, ten einde gene Heerlykheden ofte Heerlyke Goederen, gelegen onder het reilort van de Generaliteit werden verkogt ende veraiieneerd om wat redenen, en onder hoedanigen prstext het zelve zoude mogen zyn, inzonderheid niet aan eenige Paapsgexinden. Of nu de Heerlykheden, die de Raad by Miiïive van den zó Auguitus van het jaar 1660 aan h ;ar Hoog M lg. gefchreeven heeft, dat van de Verpanding geloit waren, alle de Heerlykheden zyn, die verpand zyn geweeit, dan of 'er nog meerder zyn, die nog gelolf zouden kunnen worden, is aan de Kamer onbekend, gelyk mede of onder de overige Dorpen in de Meyerye van 's Hertogenbofch, die niet aan byzondere Heeren toebehoren, eenige gevoeglyk zouden kunnen worden verkogt. Zeker is het, dat, behalven de hier voor gem. geioite Heerlykheden, aan den Staat ook toebehoordt de halve Heerlykheid van Oirfchot, als mede de halve Heerlykheid van Hilvarenbeek, Dietleo, Riel en Weitelbeers, en dat een en andermaal aanzoek gedaan is om dezelve in koop over te nemen. Daar en boven heeft de Heer van Nuland in het jaar 1671 aan haar HoogMog. verzogt, dat ze uit hare Souveraine magt by de voorfz Heerlykheid en de Parochie van Nuland wederom volkomentlyk zouden willen voegen het gehugt en de uithoek van Heeze met alle Jurisdiclien ende Gerechtigheden daar aan competerende, of wel de gehele Heerlykheid van Rosmalen met alle Jurisdiclien aan dezelve annex by koop ofte anderszints aan hem laten toekomen. En de Raad, wiens advis daar op is gevraagd, heeft te* gen het voorfz verzoek niets anders geailegueerd, dan dat oordeelde by die conititutie van tyden niet geraden zoude zyn eenige Heerlykheden in de Meyerye van 'j; Bofcfi te verkopen ofte te demembreren in het geheel ofte ten dele, en dat men in allen gevalle eerft behoorde af te wagten de Refolutien van de gemene Bondgenoten op het verkopen der Heerlykheden voor dezen aangenomen in te brengen, overeenkomftig welk advis het voorfz. verzoek dan ook hy haar Hoog Mog. Refolutie van den 14 November 167 1 is gedeclineerd. Voor  (17) Voor het overige kan men niet nalaten te remarquerénj dat uit de voortV retroach blykt, dat in alle de Heerlykheden aan het Land toebehoren Je het crimineel behoordt rot het Ampt van Hoogfchout over de Stad en Meyerye van 's Hertogenbofch,'en het civile tot de Ampten van Quartierlchout, en dat vervolgens by aldien die Heerlykheden met het hoge gerecht wierden verkogt, de voordelen van den Hoogfchout, en in allen gevalle die van de Quatt.erfchouteo daar door zouden verminderen. Waarom eene zonderlinge opmerking verdient het geen de Raad van State by zyne bovengem. Miflive van den 18 Oeiober 1661 onder andere ter kennis aan haar Hoog. Mog. gebragt heeft, dat zedert het drukken van de Conditiën en de Billetten op het iluk van de verkoping der Heerlykheden, aan den zeiven zyn voorgekomen eenige propofitien uit den naam van eenige Regenten van die Heerlykheden, ten einde om met den Raad by form van redemtie te mogen handelen over de afgelolte Pandpenningen, ofte over den eigendom van die Heerlykheden zelfs, voegende den Raad daar by, jj d,;t zulks oordeelde van zeer grote conlideratie te zyn, jj en dat met zodanige handeling wel ligt een goed expejj dient zoude kunnen worden uitgevonden, om aan de eene 3, zyde de Finantie met eene redelyke fomme weder te ityj_, ven tegen het verfohot tot afloffing der Heerlykheden \,, gedaan, ende aan de andere zyde alle die partyen zou)} den kunnen blyven geünieerd onder de Domeinen, gejj bragt aan de directie van den Hoogfchout ende de Quar^ rierichouten relpeclivelyk." Daar en boven worden de Secretariilen in de voorfz Heerlykheden, voor zo verre dit niet eittelyk zyn, gelyk 'er fommige zyn, als mede de Voriters aangeileld door haar Hoog Mog., die dan ook van die begevingen door het verkopen der Heerlykheden zouden worden ottzer. Ëindelyk oordeeld de Kamer met te moeten verzwygen, dat de Schepenen, Gezworens, en Raden der Stad 's HertogenDofch in den jare 1658 by Miihve van den 6 Juni, den 8 daar aan volgende ter Vergadering van haar Hoog Mog. ingekomen, hebben gefultineerd, dat de voorgenomen verkopingen en aiienatie van eenige Heerlykheden, Dorpen, Chynlen, Landen, ende Goederen niet zouden mogen gefchieden, als ftrydig met de generale Privilegiën van Braband, die niet zouden toe laten dat de Prins van den Lande eenige Heerlykheden hebbende hoge, lage of middele Jurisdictie, Dorpen, Chynfen, Landen, Boffchen, Beemoden en diergelyke Goederen, aan de Domeinen van den Prinfe Tefpeétivelyk toebehorende, verzette of verkope, ten zy met expres confent ende vrywillige toeltemming der Leden en de Hoofdlieden van Braband. Wel is waar, dat haar Hoog Mog. by Refolutie van den 15 derzelve maand hebben verklaard, dat de Privilegiën by de gem. Schepenen, Gezworens en Raden der voorfz Stad geallegueerd, het voorfz fubject ganfeh niet concerneren, nog raken, en daarom aan dezelve wel ernitelyk belait, dat ze hun met de voorfz verkopinge geenzints zulien hebben G 2' ié  ( *8 ) te bemceyen, veel min dies aangaande eenig gewag te ma* ken of te fpreken van eenige proteftatien ofte andetzintsj op dat haar Hoog Mog. niet genoodzaakt werden daar tegen te voorzien. Dog des niet te min zyn er naderhand twee advizen gegeven, het eene alhier in den Haag den 16 November van het gem, jaar 1658 door negen van de meelt gerenommeerde Advocaten, en het andere te Utrecht den ? November van het volgende jaar 1659 door vier Advocaten, welke beide gevonden worden in het twede deel van de ütrechtfche confultatien, waar by de vooriz fuitenue van Schepenen, Gezworens en Raden der Stad 's Bofch insgelyks word gevoerd en geaditrueerd, waar over de Kamer zig zal onthouden eenig oordeel te vellen, maar zulks aan de Bondgenoten en de Heeren derzelver Gedeputeerden over laten. $. 4. de Refolutien van haar Hoog Mog. by dewelke vaftgefteld is, dat alle canomfyen en Geefteiyke Benefieten, ter collatie van hoogltdezelve ftaande, niet zullen worden begeven, maar dar derzelver inkomlten zullen bJyven ren voordele van de Geeitelyke Comptoiren, zyn zedert veele jaren nauwkeurig geobierveerd, zoo dat tegenwoordig geen eene van die canonifyen of andere Beneficiën begeven zyn, en de inkomlten van alle dezelve by het Land genoten worden, en vervolgens komt het aan de Kamer onnodig voor, dat die Refolutien wierden vernieuwt, of verüaan dat van dezelve om gene redenen zoude mogen worden afgegaan. $• 5*. Het middel van het klein Ze;el van de Generaliteit rendeerdt nog niet meer dan omtrent dertig duizend guidens, en de Kamer is nog van gedagten, dat het zelve zeer gevoeglyk kan en behoordt te worden verbeterd. Tot betoog daar van zal alleen behoeven te worden gezegd, dat volgens de Ordonnantie, naar dewelke het zelve word gecollecteerd, en die gearreiieerd is den % November 1695", het hoogiïe Zegel dat tot Oidonnantien, Aften van verzoek op de refpective Provintien, of eenige andere Acten, waar by eenige betabnge word geordonneerd, is van vier en twintig Huivers. dat tot Commiflien van Ampten en Bedieningen geen hoger Zegel bekend is, dan van een honderd en vyftig guldens, dat alle Teffamenten, Codicillen, Aften van Donatie ter zake des doods en generalyk allerhande foorten van uiteriten willen, zonder eenig reguard te nemen op de gegoedheid van de teflateurs, of op de grootheid van de fomme van Penningen, die gedonateerd word, moeten worden gefchreven op een Zegel van agt en veertig huivers, waar v'ad no2 uitgezonderd worden die van Ouders ten behoeven van h hunne  (ty ) hunne Kinderen wélke kunnen vollhan niet een Zegel van vier en twintig huivers, En dat het hoogde Zegel, het welk tot minuten van Obligaten als mede tot minuten van Huurcedullen moec worden gebruikt, is van twaalf huivers. Hier komt nog by, dat de CommifTaris van het voorfz middel met den gene die deszelfs Comptoir waarnam, by' Reiolutie van haar Hoog Mogende van den zo September 1769 gecommitteerd en geauthorifeerd zynde geweeit orn op den voet en in conformiteit van den inhoud der Ordonnantie, den z November 1695- geëmaneerd, in het Diitrict. van de Generaliteit , en alomme ter plaatfe, daar de omHandigheden en 's Lands nut zulks zouden mogen vereisfchen, te mogen nemen zodanige informatien en perquililien als dieollig en nodig zoude oordeelen om na te fpeuren de fources der misbruiken, die hy had voorgedragen met opzigt tot het voorfz middel te zyn ingellopen, op den 18 April van het jaar 1771. aan haar Hoog Mogende heeft overgeleverd een verbaal en rapport van zyne bevinding , en hoedanig hy had ondekt, dat de ordonnantie en opgevolgde Publicatien alomme wierden geptacti/eerd en geobferveerd, aJs mede eene Memorie van de gronden, ïedenen en motiven , waarom hy van oordeel was, dat in de Ordonnantie in vele opzigten notabie veranderingen, verbeteringen en vermeerderingen zouden behoren gemaakt te worden , gelyk hy dan ook daar by heeft gevoegd een concept Placaat en Ordonnantie, volgens welke het voorfz middel zoude kunnen worden gecollecteerd, Alle welke Stukken ten zeiven dage zyn gefteld in handen van de Heeren haar Hoog Mog, Gedeputeerden tot de z\ken van het klein Zegel, om met en nevens eenige Heeren Gecommitteerden uit den Raad van State' te viliteren en te examineren, dog het zelve is tot nu toe buiten eenig vervolg gebleven Daar en boven zoude omtrent de adminiitratie van het voorfz Zegel, en de Bedienden, die tot het teikenen en kloppen der Zegels worden gebru kt , naar de gedagten van de Kamer wel eenige menage kunnen worden aangewend. de Commiiïaris geniet voor Traclement jaarlyks . —— ƒ ioco O O het welk by Refolutie van haar Hoog Mogende van den 31 October i626 verhoogd is met — . > zoo o o voor huyshuur jaarlyks . ■ zoo c o en wegens verfchot der Materialen om de fubitantie te maken, waar mede het Papier word geplakt waar op her Zegel word geflagen , mitsgaders voor brand en ligt, nog jaarlyks ■ —1 zoo. o o en dus te zamen eene fomme van —«• ƒ 1600 o) o deze fomme komt aan de Kamer voor een ruime beloning met betrekking tot het beloop van den ontfang, en H dewyl  { .'6 ) dewvl daar en boven tot het liaan van bet Zegel geeft pap meer word gebruikt, dan alleen by de Francynen, vermeent de Kamer dat de laatll gemelde toeleg aan de opvolgers 'van den tegenwoordigen CommifTaris met zoude behoren te worden goedgedaan. voor verdere vermindering advtfeert de Kam r niet, om dar de ontfang* hoe zeer niet groot, evenwel vry laitig is, en in het bvzonder niet voor het intrekken van de huishuur , om dai de Comtn dïaris verpligt is voor de Bedienden van het Zegel een vertrek te verzorgen tot het telkenen en kloppen der Zegels. daar en boven word ten behoeven van de Zegelkloppers voor leverantie 'van Papier, dienende tot ui flag a^ de Zegels, of zo als in vroegere rekeningen gevonden vord, rot de ruiten, daar het klein Zegel op geflagen vord, jaarlyks geleden als van ouds eene iomrne van fes en fettig guldens, dog vermits het Zegel niet meer op ruiten geOage» word dan alleen by Francynen, en deze. voor zo ve* buitenden Haag gebruikt worden, door de Kloppers worden geleverd op een voet, dat zy daar op winit hebben en dus de Papiere ruiten ligt kunnen bekottigen , zoude die poit we kunnen worden verminderd met fertig guldens, zo met geheel ophouden, vermits de Papieren ruiten alleen behoeven verzorgd ie worden voor de Francynen, uaar op het /.egel alhier in den Haag geflagen word, en in beidé de gevallen zoude zulks by het overlyden van elk der tegenwoordig in leven zynde Kloppers voor een vierde behoren itand te grypen; „ voorts word aan een Contrarolleur en aan een l euenaar van het klein Zegel, aan ieder betaald eene fomme van zeven honderd guldens-, en aan vier Klappers ieder eene lomme van vyf honderd guldens voor jaarlyks Tractement, en daar en boven is 'er nog een Teikenaar en Ddfnbuteur van her Zegel alhier in den Haag, die daar v.or boven het protvt op het Papier, voor ieder vel van hei welk hv ontf ngt drie duiten, op den voet van her 6c Art. van de Ordonnantie geniet den twintigtten Penning van de Zegels door hem gediltribueerd, het welk over bet jaar 1,%$ bedragen heeft ruim drie honderd guldens. Nu zoude by het overlyden van denzelven het teikenen en dittribueren van de Zegels in den Haag zeer wel kunnen wotden gedemandeerd aan den Teikenaar van het klein Zegel, en daar door by het Land geprofiteerd het colieftloon van de ged.Ari meerde Zegels, en het getal der Zegelkloppers zoude zeer gemakkelyk op twee kunnen worden verminderd, want in het jaar 17B4 zyn niet meer dan ruim feven en fevent.g duizend, en m bet jaar 17H5- weinig minder dan fes en feventig duizend €n les honderd Zegels geflagen; men Helle het getal der Z-gels die jaarlyks geil gen worden op tachtig duizend, en rekene het jaar'op vyfug weken, en dat in iedar week vyf dagen gewekt word, het welk oplevert twee honderd en vyftig werkdagen in het jaar , en dan zullen op ieder dag niet meer dan drie honderd en twintig Zegels behoeven geflagen te worden , dat buiten twyffel zeer gemakkelyK door twee Kloppers kan worden verrigt.  $■ *. de combinatie van ontfang Hen by het advis vair» den jaïe S717 voorgefUgen, en zelfs van nog meer andere is by Refolutie van den Raad van State van dên 24 April 172 r vadgeffeld, die ook reeds voor een geruime tyd herwaards volkomen eöeét heeft gefineerd. de Kamer oordeeld verder, dat gelvk de ontfang der gemeene middelen in de Quartieren van Ooiierwyk tn Maasland gecombineerd is, zo ook op den voer van de gemelde Refolutie gecombineerd zoude kunnen worden de on,tfang van dezelve middelen in de Quartieren van Peelland en Kempeland > die nu door twee Ontfangers worden geadminiftreerd, En dat gelyk de Verpondingen in de Stad van 's Hertogenbofch en het Quartier van Maasland door eene Perfoon, en de Verpondingen in het Quartier van Ooherwyk, en de twintigste penning van de fucceffien tn adfcendenti & collaterali bnea met de veercigüe penning «an de verkopingen en verbanden van va'i: Goederen in^de Stad en Meyerye van 's Hertogenbofch mede do r eene Perfoon worden ontfangen , van gelyke op den voet van de ge* melde Refolutie door eene Perfoon zouden kunnen worden ontfangen de Verpondingen in de Quan;eren van Peelland en Kempeland, het geen nu door twee Ontfangers g. fchiedt; en by aldien dit een en ander mogt worden vaitgetteld* zouden de Borgtochten kunnen en behoren te worden gereguleerd 00 den voet van de Reiolutie van den rUad van State van den %i November 1731. Verdere combinatiën vermeent de Kamer niet te kunnen nog te moeten voorilaan, om dat het niet wel mogeJyk zoude zyn de Borgtochten zodanig te regelen, dat zy ia evenredigheid zouden zyn met de fommen, die verantwoord moeten worden, of zy zouden zo hoogmoeten worden genomen, dat het zeer bezivaarlyk zoude zvn dezelve gefield te ktygen , welke confideratie den Raid van State reeds in het jaar 1731 by het bepalen van de Borgtochten, die voor de adminiitratie van 'sLands Ontfangers en Rentmeesters in het vervolg zouden moeten worden geitelei, bewogen heeft, om in navolging van het geen in het jaar lóy? was in het oog gehouden, geen Borgtocht tot hoger fomme te fixeren, dan van vyf en twintig duizend guldens. $ 7. *De Raad en Retttmeefter Generaal der Beden van Braband in het Qjiartier van Antwerpen , geniet nog voor ordinaris Tractement eene fomme van negen honderd guldens, voor extraordinaris Traclement eene iomme van een honderd en vyftig guldens, voor een Clercq eene fomme van vyf ig guldens en voor jaarlyks Tradement van twee Commifen en Collecleurs der Beden eene fomme van vyf honderd guldens en daar en boven nog eene fomme van twee en feilig H 2 gul-  xm , guldens ên tien Huivers voor het overbrengen van penmrtgen tot betaling der Rentieren in Holland en Zeeland, die in Hoiland betaald worden, en eene fomme van dertig guldens vóór Briefporten, het geen zekerhk geeritiwsevenredig is met den voet, op welke behandeld word de Ontfanger Generaal der Beden in het Quartier van 's Hertogenbofch , die niets meer geniet dan voor Trséiement de feltiglte penning van de ontfang, het welk weinig meer dan negen honderd guldens bedraagt, daar deze aan Renten, op zyn Comptoir geaffecteerd, betaalt eene fomme van weinig minder dan dertien duizend en negen honderd guldens in omtrent zeventien honderd poiten , zonder nog te rekenen de ïnterellen die door denzelven betaald worden van de Capitalen, die zedert het jaar 1757 door Diaconien, Godshuizen* en andere pieufe Gedichten in de Meyerye van 's B< fc op het zelve Comptoir belegd zyn, en welke intereifen over het jaar van de laatite rekening hebben belopen op eene fomme van weinig minder dan feltien duizend guldens, die betaald zyn in meer dan twaalf honderd polten, terwyl de eerit gemelde aan Renten niet meer betaalt dan eene fommé van ruim zeven duizend guldens in omtrent drie honderd en vyf tig poiten. De Kamer is daar en boven geinformeerd, dat de Rentieren in Holland en Zeeland niet meer in Holland betaald worden 4 en vervolgens vervalt de reden* waarom voor het overbrengen van de daar toe nodige Penningen twee en fes-, tig guldens en tien Huivers worden goedgedaan, daar en tegen worden de Beden van het Marquizaat van Berden op Z,oora te Bergen op Zoom aan een Commis of 'Collecteur van gemelde Rentmeeiter Generaal be- ^nu'is in vroeger tyd de fomme van vyf honderd guldens* die voor twee Commifen of Collecteurs uit kragte van haar Hoog Mog. Refolutie van den $ May 1663 als nog word geleden, onderfcheidentlyk, en wel eene fomme van twee honderd guldens voor eenen Commis, of Collecteur yan het Comptoir der Beden in het Quartier van Bergen op Zoom, en de overige fomme van drie honderd guldens voor eenen Commis of Collecteur der Beden in den Quartiere van Breda gebragt, en vervolgens komt het aan de Kamer voor, dat aan de Opvolgers van den tegenwoordigen Raad en Rentmeeiter Generaal der Beden in het Quartier van Antwerpen , eene. fomme van twee honderd guldens voor eenen Commis of Collecteur te Bergen op Zoom zoude behoren te worden gecontinueerd, en dat voor het overige derzelver Tractement zeer gevoeglyk zoude kunnen worden gelyk geiteld met dat van den Ontfanger Generaal der Beden in het Quariier van 's Hertogenbofch, en dus bepaald op den zeftiglte Pen* ninc van zyn ontfang, het geen zal uitmaken eene fomme van°vyf honderd guldens jaarlyks, en aan dezelve niets geleden voor extraordinaris Tractement, nog voor een Clercq nog voor een Commis of Collecteur der Beden in den Quartiere van Breda, nog voor Briefporten, veel min nog voor  het overbrengen van Penningen om eenige Rentieren in Holland te betaalen. Aan den Raad en Rentmeefïer Generaal der Episcopale Goederen in de Stad en Meyerye van 3s Bofch ^ alsmede van de Geefteiyke Goederen in het Quartier van Maasland word als nog goedgedaan een Tractement van een duizend guldens, en voor Huishuur eene fomme van twee honderd guldens, daar en boven adminiftreert hy de Goederen,toebehoord hebbende aan het Capittel van Sr. Jan en aan de Beneficiaten van het zelve, mitsgadeis aan tien Conventen, welke in de vorige eeuw ten behoeven van het gemeene Land zyn aangellagen, en verantwoord dezelve in eene afzonderlyke rekening; hy geniet voor de adminiüratie van de Goederen van het Capittel een Traclement van twee honderd guldens, en voor die van de Goederen van een van de voorfz Conventen een Tractement van een honderd en vyftig guldens, voorts agt per cent van den ontfang van de Goederen aan de Beneficiaten van het gemelde Capittel behoord hebbende, de twintigflè Penning van de inkomilen van twee der voorfz Conventen, en dc veertigtte Penning van de inkomften van de zeven overige. Die Traciementen en tantièmes hebben over het jaar 17S4, na aftrek van die van het beloop van afgeloile pagten bedragen eene fomma van omtrent fes honderd guldens. In den jare 1717 heeft de Rekenkamer voorgeUeld, om het voorfz Rentaropt te begeven op een Tradement van twaalf honderd guldens eens, dog by refurmie van dat advis heeft ze geconfidereerd* dat de adminiiïratie van de Goederen van de voord Conventen en Capittel geen de minile gecaeenfchap heeft met Óe overige adminiüratie van gemelde Rentmeeiter, gelyk daar van ook voor deze in twaalf afzonderlyke rekeningen verantwoording is gedaan, die nadethandt tot vermyding van nodeloze omflag en kollen in eene rekening iS vervat, en dat die adminiftratie aan vry veel omflag onderhevig is, aangezien die Goederen beitaan in Landpagten* Tienden, Rogpagten, Renten en Chynfen , en daarom oordeelt de Kamer tegenwoordig, dat het gevoeglyker zoude zyn, dat voor die adminiltratie by continuatie een tantième van den ontfang wierd goedgedaan, en dat het zelve voor de Opvolgers van den tegenwoordige Rentmeeiter zonder onderfcheid van de Conventen zoude kunnen worden bepaald op den veettigften Penning; de Huyshuur, die reeds in de vorige eeuw is toegelegd om dat de Predeceffeur in een 's Lands Huis gewoond had, zoude voor het vervolg kunnen worden gemortificeerd,aangezien tegenwoordig geen een Ontfanger of Rentmeeiter in een 'sLands Huis woont, en aan gene eenige Huishuur word goedgedaan, uitgenomen den Rentmeeiler der Geestelyke Goederen in de Stad en het Marquizaat van Bergen op Zoom, aan denwelken als zelfs in een 'sLands Huis 1 g«-  ( 34 ) gewoond hebbende, wanneer dar. is verkogt, voor Huishuur is toegelegd eene fomme van een honderd en vyftig guldens, dan waar van het genot by de eerile vacature moet ophouden, de Ontfanger der gemene Middelen over Huift en Huifttr Ambagt geniet als nog boven het bepaalde ontfangloon van, het regt van den twintigile Penning van de fucceflien in adfcendenti & collaterali linea, en van den veeriigltenPenning van alle verkopingen en verbanden van vaite Goederen, een Traclement van twaalf honderd guldens, het welk de Rekenkamer in evenredigheid van het geen aan andere Ontfangers word goedgedaan by aanhoudend ei •; oordeelt, en dewyl de hoorn* en gemetgdden met hetj ar 1756 niet meer zyn verpagt, maar op eene bepaalde fomme per gemet zyn gefixeerd, en van dien tyd af door den Ontfanger der Verpondingen ontfangen, oordeelt de Kamer dat het voorfz Tradement by vacature zeer gevoeglyk op zeven honderd guldens zoude kunnen worden verminderd. De Ontfanger der Verpondingen aldaar heeft nog een Traclement van zes honderd guldens, en geniet daar en boven voor ontfangloon van de Verpondingen der Landen en Gebouwen de veertigfte Penning van den ontfang, van de Verpondingen der Tienden, Molens &c. de twintigile Penning, van de. vier grooten Vlaams per gemet tot vinding van dë Traciementen van den Raad van Vlaanderen de veertigfte Penning, en voor het collecteren van dezelve de tachtigile Penning» en eindelyk voor ontfangloon van de twee Schellingen Vlaams per gemet in plaats van hoorn- en gemergelden de veertigfte Penning van den ontfang, al het welk te iamen bedraagt ruim twee duizend en een honderd guldens; Waar omtrent de Kamer van gedagteh is, dat het voorfz Ampt by de eerfte vacature zoude behoren te worden begeven op een Traclement van zes of uiterlyk agt honderd guldens voor den ontfang der Verpondingen, en eene provific van den veertigilen Penning van het beloop van de vier groten Vlaams per gemer, van den tachiigflen Penning Voor het colledteren van dezelve, en van den veertigilen Penning van het beloop van de twee Schellingen Vlaams per gemet, wanneer het zelve nog zal opbrengen weinig minder dan een duizend of twaalf honderd guldens. Aan den Ontfanger van de Middelen over Sas van Gent, 'Philippine en onderhorige Tolders word nog goedgedaan een Tractement van negen honderd guldens voor den ontfang det gemeene Middelen, en voorts vier per cent van het beloop van het regt van den twintigile Penning van de fucceflien in adfcendenti & collaterali linea, en de veertigfte Penning van het beloop van het regt van den veertigen Penning van de verkopingen en verbanden van vatte Cos-  C 3 5" ) Goederen, van de Tienden, Verpondingen enLandpagten, al het welk tc famen uitbrengt eene fomme van ruim twaalf honderd guldens, Daar omtrent is de Kamer in het jaar 1717 vangedagfeh geweeit, dat de Ontfanger op Sas van Gent niet meer zoude behoren te genieten dan het Traclement van negen honderd guldens, dog dezelve nader geconlldereerd hebbende, dat by de Ordonnantiën op den zo en 40 Penningen is bepaald, dat voor ontfangloon van het regt op den ao Penning vier van het honderd, en van het regt op den 40 Penninp- de veertigite Penning van het beloop van hetzelve zoude worden goedgedaan, zoude de Kamer oordelen, dat indien de inkomilen van het voorfz Ampt, zo als die hu zyn, te hoog worden geoordeeld, het gevoealyker zyn zoude dé Voorfz tantièmes te laten en het Traclement voor den ontfang der gemeene middelen by de eerfte vacature te verminderen op zeven honderd guldens, hoe zeer ze niet wil verbergen, dat vóór den ontfang van zooveel verfchillende middelen, waaraan meerder moeite valt is, dan aandeontfang van een enkeld middel, eene beioning.van ruim twaalf honderd guldens aan haar niet te hoog voorkomt, dog ze zoude van gedagteo zyn, dat aan volgende Ontfangers voor het overbrengen van de rekening en het vervolgen en zuiveren van het flot van dezelve in plaats van een honderd guldens, die daarvoor nu * orden geleden,niet meer dan vyhig guldens, zoo als aan andere Ontfangers in Vlaanderen, zoude behoren te worden gevalideerd. *Zte Ontfanger Generaal der Beden in de drie Landen van Ouermaze geniet alsnog een' Tractement van een duizend guidens, en daar en boven den veenigiten Penning van den omhng der Verpondingen over den Vroenhove, en der contributie van de Dorpen van Redemtie, als mede den twaalfden Pennmg van den ontfang der Kerkelyke en Pastorale Goederen Van den Vroenhove, en van de Domeinen te Maaltricht en in denzei ve Vroenhove, dog voor het overbrengen der rekening ingevolge de Refolutie van den Raad van State van den 9 Juni 1758 niet meer dan een honderd en vyftig guldens; Ook word ingevolge de zo evengemelde Refolutie aan denzelven niet meer goedgedaan eene fomme van drie honderd guldens, die aan deszelfs PiadecelTeurs voor een Uercq, en eene fomme van zeftig guldens, die aan dezelve voor een bolliciteur in den Hage zyn geleden, Het iendement van voorfz Ampt dus reeds verminderd zynde met vier honderd en zeitig guldens, zoude de Kamer oordelen, dat het op'de,n tegenwoordigen voet zoude kunnen worden gelaten, ten ware de twaalfde Pennin* vari den ontfang der Kerkelyke en Paitörale Goederen en° der Domeinen mogt worden geoordeeld te grote beloning ie wezenj in welken gevalle zoude kunnen worden vaffgeiteld, dat ook van dien ontfang alleen de veertigfte Penming aan de öucceiléurs van den tegen*oordigen Ontfanger Generaal zoude worden gevalideerd, het geen nög eene 1 * vé'fi  ( 3^ ) vermindering van ruim twee honderd guldens zoude uitma* ken, wanneer het Tractement en de Ontfanglonen tot hec voorfz Ampt ftaande zullen belopen eene fomme van omtrent dertien honderd guldens. De Gecommitteerden in de Generaliteits Rekenkamer verder hebbende nagegaan, welke Traciementen of Ontfanglonen en andere douceurs aan de overige Ontfangers en Rentmeefters van 's Lands Middelen en Goederen worden goedgedaan, hebben bevonden, dat de Ontfanger van de gemeene Middelen over de Stad >s Hertogendof tb, Schansfen en Vrydom van dien geniet een Traftement van twaalf honderd guldens, en de Ontfanger van dezelve Middelen over het Quartier van 'Peelland een Traftement van een duizend guldens, terwyl het Traftement van de Ontfangers over de drie andere Quartieren bepaald is voor ieder op zeven honderd en vyftig guldens, en dat van de Ontfangers der gemene Middelen (in de Stad Breda, in de Baronnie van Breda en het Prinsland, en in de Stad Grave en den Lande van Cuik niet meer bedraagt dan een duizend guldens, dat aan den Ontfanger der Verpondingen over het Quartier van Kempeland word goedgedaan een Traftement van zeven honderd en vyftig guldens, daar de Onttangers van het zelve Middel óver de Quartieren van Peelland en Ootterwyk alleen genieten een Traftement van vyf honderd guldens, dat aan den Ontfanger van het regt van den twintig Jlen s Lands Middelen te Grave tn in den Lande van Cutk voor het overbrengen van zyne rekening van de gemeene middelen vyftig, en voor het overbrengen van die van den zo en 40 Penningen nog vyf en twintig guldens worden geleden, daar de verantwoording van die beide middelen in eene rekening gedaan word, en dus voor het overbrengen van dezelve niet meer dan vyftig guldens zouden behoren te worden goedgedaan; Dat op denzcltden voet aan den Ontfang van de V ertondwe» m het Ooflquartier van Vlaanderen word gepasfeerd vyftig guldens voor het overbrengen van de rekening van de Verpondingen der Landen, en nog vyf en twintig guldens voor het overbrengen van die van de v crnnndinaen der Dyken, Vhfcheryen &c / P Als mede aan den Ontfanger dr Kerkelyke Goederen te Aardenburg en Ooftburg, vm de Goederen van wyleu den Ontlader van der Swalm &c. vyftig golden, voo. het overbrengen van de rekening van de ge.mlde Kerkelyke Goederen, en nog vvf en twintig guidens voor het overbrengen van d e van de Goederen van van der bwalm , daar ook fan ieder van die Ontfangers niet meer dan vyftig guldens xouden behoren te worden geleden voor het overbrengen van detxtlvcr. rekening, in dewelke aan hunne geheele admttttftrattt verantwoording gedaan word. Dat daar voor Schr\floon van de rekening aan de meefte Ontfangers en Rentaieciters worden goedgedaan vier en een ha ve ftuiver per blad de dubbelde daaronder gerekent, aan eenige in vroeger tyd met een goed oogmerk eene bepaa de fomme by uitkoop is toegelegt, dog dat in t vervolg verfcheide van die rekeningen minder omflagtig geworden en verkort zynde, die betaling met meer evenredig is aan de grootte der rekeningen. Eindelyk dat de Hoog bailliuw van de Stad en het vrye  ( 38 ) Van Sluis, in qualiteit van Superintendent van de Lenen, gehouden wordende van den Burg van Brugge in Vlaanderen ingevolge haar Hoog Mog. Refolutie van den 13 Januari 1713 van het zuiver beloop der Heergewaden en van den tienden Penning van verkogte, vermangelde of vcibonde Leenen , dewelke ingevolge de gemelde Refolutie eerit met denzelven jare 1713 aan het Land verantwoord zyn, en bevorens ten volle door den gemelde Superintendent genoten wiemen, de helft voor zig behoudt, terwyl hy van het zuiver provenu van onbeheerde Boedels en Baüaard Goederen, die door hem mede verantwoord worden, ingevolge haar Hoog Mog. Refolutie van den 11 April 1629 alleen een derde profiteert, en de eerit Praiiiderende Raad in den Raad van Vlaanderen, als Superintendent van de Lenen in Vlaanderen, alleen een vierde geniet van den zuiveren Ontfang van de Heergewaden, en van den tienden Penning van verkogte Lenen, en de Kamer is vervolgens van gedagren, dat by de eerile vacature het Tractement van den Ontfanger van de gemene Middelen in de Stad's Hertogenbofch, Schansfen en Vrydom van dien op eene fomme van een duizend guldens, dat van den Ontfanger der gemeene Middelen in het Quartier van Peelland op eene fomme van zeven hondert en vyftig guldens, en dat van den Ontfanger der Verpondingen in het Quartier van Kempeland op eene fomme van vyf honderd guldens zouden kunnen en behoren te worden verminderd, en aan de Ontfangers van den 10 en 40 Penning in de Baronnie van Breda en in de Stad en het Marquizaat van Bergen op Zoom voor het vifueeren der Secretarien niets goedgedaan, dat zoude behoren te worden vaitgeffeld, dat de Opvolgers van den tegenwoordigen Ontfanger in de Stad en het Marquizaat van Bergen op Zoom, de Stad en Lande van Steenbergen en de Heerlykheid Prinsland alleen zullen genieten een Tradement van vyf honderd guldens als Ontfanger van de Verpondingen in de Stad Bergen op Zoom, een Tradement van zes honderd guldens als Ontfanger van de Verpondingen in de Stad en Lande van Steenbergen, en een derde van de Tradementen geftaan hebbende tot den ontfang van de Verpondingen in het Marquizaat van Bergen op Zoom en de Heerlykheid Prinsland, en gehouden zullen zyn daar voor ook te ontfangen de fommen, waar mede de Verpondingen in het zelve Marquizaat en Prinsland zyn verhoogd en in het vervolg nog verhoogd zouden mogen worden, wanneer hy nog zal genieten eene fomme van veertien honderd agt en vyftig guldens jaarlyks, het geen aan de Kamer niet te veel voorkomt, voornamentlyk om dat gemelde Ontfanger ook ontfangt den twintigflen Penning van de fuccefSen in adfcendenti et collaterali linea, en den veertigiten Penning van de verkopingen en verbanden van valk Goederen in de Stad en het Marquizaad van  ( 39 ) van Bergen op Zoom, en daar voor alleen geniet een derde van de gewone tantièmes, Dat by de eerile vacature aan den Remmeefler der Geestelyke Goederen in het Quartier yati Peelland niers meer voor een Solliciteur en voor het overbrengen van de rekening en het vervolgen en zuiveren van het Slot van dezelve alleen eens vyftig guldeus zouden behoren te worden goedgedaan, en van gelyfce aan den Ontfanger van 's Lands Middelen te Grave en in den Lande van Cuik, aan den Ontfanger van de Verpondingen in het Ooftquartier van Vlaanderen, en aan den Ontfanger van de Kerkelyke Goederen te Aardenburg en Ooilburg, aan ieder voor het overbrengert van deszelfs Rekening, en het vervolgen en zuiveren van het Slot niet meer dan eens vyftig guldens zouden behoren ie worden goedgedaan; Dat aan de Opvolgers van zodanige Ontfangers en Renrmeeiters, aan dewelke voor Schryflonn yan derzelver rekeningen tegenwoordig eene bepaalde fomme by uitkoop word geleden, daar voor zal behoren te worden gevalideerd vier en een halve Huiver per blad, de dubbelde daar onder gerekend, en eindelyk dat by de eerfle vacature de Superintendent van de Leenen, gehouden wordende van den Burg van Brugge met meer zoude behoren te genieten dan een vierde van het zuiver beloop van de Heergewaden en van den tienden Penning van de verkogte, vermangelde en verbonde Leenen, waar van de ontfang dog zeer liquide en gemakkelyk is, terwyl aan denzelven van het zuiver provenu van onbeheerde Boedels en Bafhard Goederen, die zelden voorkomen en welker adminillratie van meer omflag is, dan de eerÜgemelde ontfang, by continuatie een derde zoude kunnen worden gelaten, Voor het overige moet hier nog met een woord worden genoteerd, dat nier over het hoofd gezien is, dat de Ontfanger Generaal der Beden in het Quartier van 's Bofchi en de Remmeefler Generaal der Beden in het Quartier van Antwerpen ieder voor het overbrengen van zvne rekening geniet een honderd guldens, het geen eens zoo veel is als andere Ontfangers te 's Bofch en Breda refideerende op het meeil genieten, en hier boven is voorgedragen, dat maar zoude behoren te worden goedgedaan aan die geene, die meerder hebben, dog dat niet word geadvifeerd om zulks te verminderen, om dat de eerflgemelde Ontfanger Generaal voor zyne laltige adminiftratie zeer matig word beloond, waarom hy ook meer dan eens verhoging van zynTractement of tantième aan den Raad van State heeft verzogt, en gemelde Rentmeeiter Generaal, indien mogt worden vailgeiield de voet, op welken hier boven is voor geflagen, dat dezelve in het vervolg zoude behoren te worden gehandelt, ook geen groot inkomen zal hebben, Ki • S. &  ( 4^ ) S. 8. Het Controlleurfchaf van den Ontfanger van de Verfon/„Z inden Lande van Valkenburg en van den Vroenhove he^wek waarfchynelyk in het Advis van den jare,1.717.» beoogd, is reeds by Reiolutie van den R/ad van State van den 0 Maart S71B gemortificeetd, en by dezelfde Reiolutie » het Opzt:ter(chaf van de Fortificatiën te Maajiricht opgezegd, en de Opi.pter Ua« van ontöaagen, dog op den 9 Januari W*^™* d een nieu we Opzigter dog alleen op een 1»^^™^^ twee honderd guldens, aanvang nemende met d. n 1 Januari ,748 aangeileld, en zulks in confideraue van byzondere dieniien door dezelve Perfoon gedurende het beleg van geSe Stad gedaan; en by het overlyden van denzelven is in het jaar 1764 weder een ander aangeileld. Of deze vervulling gefchied is by inadvertentie, dan of de Raad geoordeeld heeft, dat net teg-nitaande een Dlrefteur van 's Lands Fortificatiën te Maaliricht behendig zyne refidentie houdt, en 'er doorgaans verfcheide ingenieurs fn6 Garnizoen zyn, 'er evenwel een Opzigter van de torliêeatieJ nodig is, of van dienft kan zyn, is aan de Kamer ^u^hie'r van wezen moge, zeker ^^tt^ltn niff aanhelane en daar van zoude in deze Memone geen m?ldrnfzynggem"akt, indien 'er in het advis van den jare 1717 niet van geiproken was. S. 9- Zoo lang de Commifen van de Magazynen in de Fort en in Welde- enlV^olddgerland, van ^-elke de Comm.s in de nieuwe of Langakkerfchans op den Staat van Oorlog ftaat en die in de Bourtagne en in de oude of Belhngwoldetlch ns uit de Generaliteits Middelen worden be* SSEikde? ?en Tt^emem van agt honderd guldens genoten nebben, zvn zy verpligt geweeit daar uit te bekostigen de leverantie van Turf en Kaerfien voor de Wagten, gdan is het Traftement van den Commis in de Bourtange by Refolutie van den Raad van State van den z3 December i7?4, dat van den Commis m de oude of Bellingwoldèrfchans by Refolutie van den 9 Januari 175*, en dat van den Commis in de Nieuwe of Langakkerichans by Refolutie van den 15 van dezelfde maand en^aar verminderd np vier honderd guldens jaarlyks zonder dat zy verpligt zou den zyn daar uit vuur en licht voor de Wagten te leveren, op de verzorging van het welk ten lafte van den Lan de vervolgens ordre gelleld is, en dus is ook \pW OP zigt aan het vooritel van de Kamer voldaan. §. 10. Met opzigt tot de Commiffie van Heeren Ommijfari^  ( 4' ) ^Decifettrs naar maaflricht in her advis van den jare 171? in bedenken zynde gegeven, of' her nier zodanig zoudë kunnen worden gefchikt, dat die Commiflie, welke alleen ltrekt tot nut van de Stad Maailrichf, ook by dezelve betaald wierd , hebben de Heeren haar Hoog Mogende Gedeputeerden tot de zaken van de extraordinaris Vergadering op den 19 Juni 1717 gerapporteerd, dat zulks zoude aanlopen tegen de Conventie met de Stad Maaitricht aangegaan, ende dat dewyl dezelve twee Herig is, dc Prins van Luyk voor zyne CommiifariiTen Decifeurs het zelfde zoude eisfehen, het welk voor de Stad ruineus zoude zyn, ende dat over zulks de voorfz voorflag niet behoordt te worden aangenomen; de Kamer, die geen kennis heeft van de voörfz Conventie met de Stad Maaitricht aangegaan, en even weinig weet van den Staat, waar in de Finantie van gem. Stad zig bevindt, beruit gaarne in het voorfz Rapport; Omtrent de ComtniJJie, die by haar Hoog Mog. word gedecerneerd tot het opnemen der rekeningen van de Steden in Staats Vlaanderen en het heft et len van de Mag i ft raten aldaar was by het meergem. advis voorgedragen of het een en ander niet in den Hage zoude kunnen gefchieden, gelyk zulké gedaan is in de jaren feitien honderd twee en drie en feventig ingevolge haar Hoog Mog. Refolutien van den la Juni van het eerit gemelde en van den 14 Oaober van het andere jaar, dog ook deze voorflag hebben de boveft gemelde Heeren haar Hoog Mog. Gedeputeerden geoordeeld, dat niet behoordt te worden aangenomen, aangezien het zelve aan verfcheide inconvenienren fubjëa zoude zyn, en tot grotd koiien van de Ingezetenen a/daar /trekken, die dezelve nier in /iaat zoude zyn te fupporteeren ; dan de Kamer begrypr nier, waarom het öpnérrïeh van de rekeningen en het belidlen van de Magiifraten tegenwoordig aan meer inconvenienren onderhevig zoude zyn, dan het geweeit is in de jaren lóyz en 1^73, en ze had'daaronï wel gewenichr, dat by het voorfz Rapport die inconvenien* ten waren opgegeven; ze begrypt even weinig hoe zulks tot grote kolten van de Ingezetenen zoude itrekken, voornamenilyk zoo Pevolcrd wierd de voet van de zoo even gemelde jaren , want toen is alleen gerequireerd, dat de rendanten van rekening met den Griffier of Secretaris van ieder Plaats zouden overkomen met de rekeningen, en met eert- perfecte Lyit van de Magiftraats Perloonen, die in dienit zyn, van de afgegane, en van de notabelfte en gequalifkeerde Burgers, en Ingezetenen in ieder Plaats, om de rekeningen opgenomen en gefloten, en uit de voorfz Lyil de Magifiraat veranderd, vernieuwd ofte naar gelegentheid eenige van dezelve iri hunnen dienit door de Heeren haar Hoog Mog. Gedeputeerden daar toe fpeciaal gecommitteerd ende° geauthorifeerd, gecontinueerd te worden, gelyk zulks kan wordets L g§*  C te ) tiÊti&R uit ha-ar Hoog Mog. reeds gemelde Refolutie van den 14 Oeiober 1673. Het komt veel eer aan de Kamer niet onwaarfchynelyk voor, dat de Stedelyke Finantien, die dog alle worden gezegd in flegten ftaat te zyn, by de voorfz fchikking zouden profieren; het is waar, ze weet niet of en hoe veel aan de Heeren Gedeputeerden door de Steden word verftrekt ; ongetwyffcldt zullen zy zeker regt genieten voor het opnemen \an de rekeningen, trouwens dit zoude zo al niet geheel, ten mintte. voor een gedeelte by aanhoudentheid betaald moeten worden ; daar en boven blykt uit haar Hoog Mog. Refolutie van den 15- Auguftus 1671 , die nog telkens aan de Heeren Gedeputeerden word mede gegeven, dat derzelver verblyf in de Steden en Plaatzen in Vlaanderen tot eenige onkoiten aanleiding geeft; uit welker beloop in fommige Plaatzen de kollen van het overbrengen der rekening zoo rykelyk zouden kunnen worden gevonden, dat hetzelve daar toe niet geheel zoude behoeven ve worden bedeed, terwyl aan andere Plaatzen by aldien de voorfz Commiihe wierd afgefchaft, uit het geeri het Land daar by zoude profiteren , zeer gevoegJyk eenige toeleg tot goedmaking van die kolten zoude kunnen worden gedaan. Voor het overige moet de Kamer alhier noteren, dat daar de voorfz Commiffie in het jaar 1717 jaailyks plaats h d, ze zedert het jaar 1751 alleen om het andere jaar word bekleed, gelyk hier na breder zal worden verhaald. In de CcmmiJJien van den Raad van State is zedert het jaar 1717 meer dan eene verandering ten voordele van de Finantie van de Generaliteit gemaakt. Aanltonds in het jaar 1718 is by den Raad op den 13 Januari vabgelteld, dat de ordinaris CummiJJie» naar ll'edde en IVc fiwo idinger land en langs den Neder - Rhyn en Ti/el, dewelke tot dien tyd toe even als de twee Commilhen tot het verpagten der gemene Middelen en het vihieren der Fortificatiën en Magazynen in Braband en Vlaanderen, tweemaal des jaars gedaan wierd, alleen eens gedaan zoude worden , en by Refolutie van den ïx Mal van het zelfde jaar is een van de twee ordinaris jaarlykfche Commtfiïen tot de verpagting van de gemene Middelen tn de twee andere Quartieren van het Dijiricl van de Generaliteit, en tothet vijlt eren der Fortificatiën en Magazynen in dezelve, afgefchatt, en by nadere Refolutie van den %s Juli daar a?m volgende verliaan, dat de gemene Middelen m alle de Diliricten van de Generaliteit van dien tyd af voor een geheel jaar zuilen worden verpagt , en dus is het geen daar omtrent in het advis van den jare 1717 is in bedenken gegeven, dadelyk wetkltellig gemaakt , waar door met alleen zyn uitgewonnen de, kotten op de afgefchaft e Commilhen, maar ook die op de verpagting der gemene Middelen vallende, welke laatfte te zamen bedragen eene fomme van ruim vyf duizend guldens, daar  C 43 ) , . daar en boven is by de |ëte. Refoiune van den rz May 1718 nog goedgevonden, dat de HeerenGecommitteerden, die om het andere jaar gaan naar Maaitricht, mede zulleri gaan naar Namen, Venlo en Stevensivaarr, zonder meerder tvd te bellede.-» tot de CommiÜie naar de voorfz vier P'aau zen, dan de twee maanden , welke by het Reglement op de binnenlandfche Commiflien bepaald zyn voor de Commiffie naar Maaftricht alleen. Dog het geen by het affchafren van eene van de twee ordinaris jaarlykfche Commiflien tot de verpagting der gemene Middelen en het vifiteren van de Kortificatien en Ma. gazynen in Braband en Vlaanderen is uitgewonnen, is niet geheel tot voordeel van de Kas van de Genei aliteit gebleven want by de reeds meergem. Refolutie van den iz May 1718 en de nadere Refolutie van den, 3 May 171? hom de Leden vm den Raad te meer te animeren om in het CoUegie ptefent te wezen 3 ingevoerd een preientie geld van agucn guldens daags, gerekend op vyf dagen van ordinaris Vergadering in de week, om onder de twaalf Heeren, naarmate ieder prefent is geweeit, verdeeld te worden, en aan den Heer Thefaurier Generaal in plaats van prefentie geld toegelegd eene fomme van twee honderd en vyftig guldens 'sjaars, het welk, hoe zeer tot het voorfz prefentie geld is ge?ffecteerd het K©m;ne- en Flambouw geld , het welk de den van den Raad tot die tyd toe genoten hebben, en jaarlyks ruim een duizend guldens bedragen heeft, no^tans een b?jz*aar uitlevert van ruim vier duizend guldens^ Eindelyk in den jaare 17*1 by den Raad in bedenken zynde genomen het affchaffen van een van 's Lands buiten Jagten, is ten einde zulks zoude kunnen word.n werkitel||g gemaakt, by Refolutie van haar Hoog Mog. van den 31 "Januari van dat jaar vaifge/feld, dat de Commiflie van ha.ir Hoog Mog. naar Vlaanderen om het andere jaar zal ftij (taan en met die naar Maatfricht a/terneren, en vervolgens ook by Refolutie van den Raad van State van den 21 Majjrt daar aan volgende beiloten, dat de Commiflie, door denzelven jaarlyks gedecerneerd wordende na Staats Vlaanderen en een gedeelte van Staats Braband, van toen voortaan alleen om de twee jaren zal worden waargenomen, en mitsdien om het andere jaar itilitaan; gelyk mede dat de gemene middelen telkens voor twee jaren zullen worden verpagt, waar door om het andere jaar niet alleen zyn geprofileerd de kolten op die Commiflie vallende; maar ook nog, na dat by: Refolutie van den Raad van den 12 December 175-3 is verltaan, dat van die verpagtingen, of fchoon voor twee jaren gedaan wordende, maar enkelde leges en emolumenten zullen worden genoten, de koften vallende op die verpagnngen, die te zamen bedragen eene fomme van twee duizetfd, drie honderd een en veertig guldens en tien Huivers, Derhalven worden tegenwoordig gene andere ordinaris Comuiiiïien gedecerneerd, dan dat door haar Hoog Mog. L z . in  C 44 > in hec eene jaar twee Heeren als CommilTariiTen Decifeurs worden gezonden naar Maaitricht, in het andere jaar de eene reis drie en de volgende reis vier Heeren wofden gecommitteerd naar Vlaanderen tor het horen en opnemen van de rekeningen en het veranderen van de Magiiiraten in de Steden en Plaatzen aldaar onder den Staat retiorterende, en telkens op het derde jaar twee Heeren om hier in den Haag te viliteren de authentique inürumenten en aéta van het nationale Synode in den jare 1619 gehouden, en te Leiden de autographa of authentique initrumenten van de nieuwe veriie des ouden en nieuwen Teltaments, die op her Stadhuis aldaar berutten, en dat door den Raad van State mede in het eens jaar twee Heeren worden gecommitteerd naar Maaitricht en Venlo tot het vifiteren der Fortificatiën en Magazynen aldaar , zynde de Stad Namen, zoo als over bekend is, federt eenige jaren niet meer door Troupes van den Staat bezet, en de Fortificatiën van het F'ort Stevenswaart geabandonneerd en de Magazynen ontledigd, en in het andere jaar twee Heeren naar Staats Vlaanderen en een gedeelte van Staats Braband, tot het verpagten der gemene Middelen en het vifiteren der Fortificatiën en Magazynen aldaar, voorts jaarlyks twee Heeren tot het verpagten der Thienden in de Baronnie van Breda en de Meyerye van's Bofch, die tot de Geefteiyke Goederen behoren, twee Heeren tot het verpagten der gemene Middelen te 'sHertogenbofch, Breda en Grave, en het vifiteren der Fortificatiën en Magazynen aldaar als mede te Nymegen, en twee Heeren tot het vifiteren der Fortificatiën en Magazynen in Wedde- en Weftwoldingerland en langs den Ysfel en Neder-Rhyn, welke CommiiTie zig derhalven uitflrekt tot de nieuwe werken buiten de Stad Groningen, de Forten de Bourtange en de Langakkerlchans, de Stad Coeverden en de Ommerfchans, en de Steden Campen, Hasfeit, Zwol, Deventer, Zutphen, Doesburg en Arnhem. I Hoe lang de voorfz Commiflien mogen duren, is zederd het jaar 1727 zoo al niet by uitdrukkeiyke Refolutien, ten minften door een beftendig gebruik bepaald. By het Reglement op de binnen en buitenlandfche Commiflien was reeds bevorens vaügeihld, dar de Commüfarisfen Decifeurs te Maattricht niet meer tyd zouden mogen toebrengen in de CommiÜie dan uiteilyk drie maanden de reis heen en weer daar in gerekend, en de Gecommitteerden van den Raad van State niet meer dan twee maan« den; het welk nog tegenwoordig word naargekomen, uitgezonderd, dat de Heeren CommiiTariiTen Decifeurs aanvankelyk met het jaar 1736 altoos fes en negentig dagen tot het uitvoeren van die Commiflie hebben beiteed , immers over zo veel dagen daggeld gebragt, het geen byden Raad  (40 . Raad en de Rekenkamer, ongetwyfTIdt om her gering ver^ fchijf ongemerkt is gepaifeerd. By Reiolutie van den Raad van State van den 3 Oeiober 1742 is bepaald, dat wegens de Commiliie naar Wedde eri Wettwoldingerland niet meer maar wel minder dan vyftig dagen zoude mogen worden gedeclareerd ttrt laile van den Lande, en van dien tyd af hebben de Heeien, welke die) Commiliie hebben waargenomen, altoos over vyftig dagen daggeld gebragt, en dus is hier mede in etfe&e voldaan aan het geen de Heeren haar Hoog Mog. Gedeputeerden tot de zaken Van de extraordinaire Vergadering by hun rapport in den jare «717 in het eerfie Lid van het een en twintigile point hebben voorgedragen. De Refolutien by dewelke de tyd tot het waarnemen vari de andere Commiflien is bepaald, zyn aan de Kamer niet bekend; zvtwvffcIt,cfdaartoewel Refolutien genomen zyn.' Tot de Commiflie uit de Vergadering van haar Hoog Mog. tot het villieren van de Papieren van de Nationale Synode alhier en van de Autographa te Leiden worden twee dagen befleed, en tot het doen van die naar Vlaanderen is van en met het jaar 174* altoos over twee en veertig dagen gedeclareerd. ' De Heeren die wegens den Raad van State zyn gecommitteerd geweeft naar Vlaanderen en een gedeelte van Braband, hebben zedert het iaar Ï750, en die welke bekleed hebben de Commiflie tot het verpagten der gemene Middelen te 's Hertogenbofch, Bredaen Grave, en het vifiteren der Fortificatiën en Magazynen aldaar en verder te Nymegen federt het jaar 1758 behendig over een gelyk getal van twee en veertig, en die, welke de verpagting der Tbienden in de Baronnie van Breda en de Meyerye van 's Hertogenbofch hebben gedaan, zedert het jaar 1759 altoos over een en dertig dagen daggeld gebragt; derhalven is ook in opzigt van dit point de voctflag door de Kamer in het jaar 1717 gedaan, in eiïecte werkheilig gemaakt. OndertufTchen en niet tegenflaande de merkelyke menage, die omtrent de voornoemde ordinaris Commiflien door den Raad van State van tyd tot tyd is ingevoerd, als h er boven is verhaald, bedragen de kollen op alle de voorfz Commiflien vallende nog eene aanzienlyke fomme jaarlyks, gelyk uit den hier nevens onder No. 1. gevoegden Staar vatf her beloop der declaratien van de Heeren, die dezelve1 Commiflien federt het jaar 17^0 hebben waargenomen,met een opilag van het oog kan worden gezien. Op dac men zig cgter geen verkeerd denkbeeld vormé van het beloop der declaratien op den vooriz Staat gebragt, moet alhier worden genoteerd, dat onder het zelve begrepen zyn niet alleen de daggdden van de Heeren Gecommitteerden , maar ook derzelver re:skoflen en eenige verfchotten, mhsgaders het dag en kofïgeld van een Secretaris M en  ( 4« ) , en van een Bode, uitgezonderd de declaratien van de Heeren die> wegens haar Hoog Mog. om het andere jaar gaan naar Vlaanderen, es om het derde jaar worden gecommitteerd tor het vifiteren der Autographa te Leiden,in dewelke niets voor een Secretaris gebragt wrord. Voor het overige is het voorfz onderwerp miifchien van eenige meerder menage fusceptibel. Boven en behalven de coniideratien, die in dele - zelfde § omtrent de CommiiTie uit de Vergade ring van haar Hoog Mog. naar Vlaanderen, en het geen hier hoven in de 3. § omtrent de Commiflie uit den Raad van State tbr het verpagien der Tienden is voorgediaagen, meent dc K;-.mer in overweging te moeten geven, of de eerfigeroelde Gommis* fie, indien dezelve niet gevoeglyk zoude kunnen worden afgefchaft, niet door twee in plaats van drie of vier Leden zoude kunnen worden bekleed, het geen mogelykook eenig voordeel aan de Finantien van de Steden en plaatfen in Vlaanderen zoude kunnen toebrengen; en als men verder let, dat wanneer de Raad van State in het jaar n$z by zyne Miilive van den zy January aan haar Hoog Mog. heeft voorgedragen de fc hik kingen, die vereifcht wierden om een %an 'sLands buiten Jagten .te kunnen affchafïen, daar by is ter neder gelleld,dat hetgeen merkelyk nadeel aan den dienft van den Lande zoude toebrengen, dat de >ilitatie der Fortificatiën en Magazynen in de Steden en Forten in Staats Vlaanderen om de twee jaren geichiede, en dat het verpagten der gemene Middelen voor twee jaren volgens het eenparig gevoelen van de Ontfangers dier middelen, zo al niet voordelig »ten minden niet nadelig zoude zyn, fch\nt men te kunnen vragen, of ook de Comnvffie tot het verpagten der gemene middelen te 'sHertogenbofch, Breda en Grave en het vifiteren der Fortificatiën en Magazynen aldaar en te Nymegen niec alleen orn het andere jaar aoude kunnen worden gedaan, gelyk in opzigt van de Commiliie naar Vlaanderen in het gemelde jaar 1751 is vailgefteld. Dog de Kamer word weerhouden om zig daar omtrent verder uit re laten of eenige fleJlige voorflagen te doen, om dat by den Raad van State uitwyzens de^zelfs hier boven reeds geallegueerde Refolutie van den iz May 1718 de ordinaris Commiffien worden geconfidereerd te zyn een enw> lument van het Ampt van de Leden, waar van dezelve zedert immemoriale tyden in pojjefjie zyn, en waar door zy eenigzints in /iaat worden gefield, om op hunne geringe TraC' tementen hun Ampt buiten hunne merkelyke fchade te kunnen behoorlyk waarnemen in een CoUegie, van het welk de Leden niet kunnen den een den anderen vervangen en aflojfen, gelyk in de Vergadering van haar Hoog Mog., maar in het welk ieder hoofd voor hoofd zyn poft moet w aar net men, en niet kan zig abfenteteu, dan met veragtering van 's Lands dienft en van de expeditie der zaken. daar en boven is de Kamer ten vollen* overtuigd, dat het niet alleen zeer nuttig» maar zelfs noodzakelyk is, dat de Fortificatiën en Magazynen in de Frontier Steden en Forten  ( 47 ) ten door Gecommitteerden uit den Raad van State weréeh geviliteerd, Niet te min meent de Kamer eene voorflag op dit fubjecT: gevoeglyk te kunnen en dan ook te moeten doen, of namentlyk de Commiflienaar Wedde en VVeltwoldingerland en langs den Ytfel en Neder-Rhyn, die zedert dat de gemeene Middelen in Wedde en Wcttwoldingerland niet meer verpagt, maar telkens voor eenige jaren tot eene bepaalde fomme van penningen aangefchreven worden, al» leen gefchikt is tor het vifiteren van de Fortificatiën en Magazynen in de Steden en Schanfen in die Quartieren, niet om de twee jaren zoude kunnen worden waargenomen, en ze heeft te minder geaarzeld, om zulks in bedenken te geven, eensdeels, om dat de Heeren haar Hoog Mog. Gedeputeerden tot de zaken van de extraordinaris Vergadering by hun meergemelde rapport in den jare I7i7rqeds geadvifeerd hebben, dat de voorfz, Commiffie in plaats *uan alle jaren, alleen alle twee jan en zoude behoren te worden geëxerceerd, Andersdeeis om dat in de Refolutie vrn den Raad van den 13 January 1718 hier boven reeds gemeld , gezegd word, dat de voorfz Commiffie van alle de ordinaris Comtnijjien de moeyelyk/ie en met een de minjl voordelige is, wan neer ze uitgevoerd word naar de letter van bet Reglement op de binnenlandfche Commiffien, de Kamer kan egter niet verbergen, dat zig tegen de voorfz voorflag twee zwarigheden opdoen, waar vandeeené is, dat de vilitatie der Fortificatiën en Magazynen in de Schanfen van Wetlwoldingerland gedaan word met een Heer wegens de Provincie van Vriesland en een Heer wegens de Provincie van Stad en Lande daar toe gecommitteerd, ende andere, dat door die gezamentlyke Heeren jaarlyks word gemaakt eene verdeling van de lallen die over iéder jaar moeten werden betaald, en vaügeÜeld, welke door dert Raad, en welke door ieder van de gemelde Provinciën zullen worden voldaan; dan de Kamer vertrouwt, dat indien het geen merkelyk nadeel aan den dienft van dep Lande zoude toebrengen* dat de voorfz vilitatie om de twee jaren gefchiede , de Heeren Staten van de gemelde Provinciën geen bedenken zullen dragen, om daar in zoo veel haar betreft, te bewil. ligen, aangezien zulks ook voor dezelve eene vermindering van koften zal te weeg brengen, Kn zy ziet geen reden, waarom de voorfz verdeling of liquidatie ook niet om de twee jaren zoude kunnen worden gemaakt. Met opdgt tot de Commiffie, die door Gecommitteerden uit den Raad van State naar Maaihicfif en Venlo word gedaan, zoude nog wel in overweging kunnen worden genomen, of tegenwoordig, nu die Commiffie zig niet meer uitilrekt tot Namen, en doorgaans re btevenswaard niets té vifiteren valt, de tyd van twee maanden tot die Commiflie gefchikt, niet wel met ten minften agt a tien dagen zoude M % be-  C 48 ) , behoren te worden verkort, dog daar tegen komt in conbehoren te wo Commiffie naar Maas- S Sileeo by he Reglement op de binnen en buiten, tncht alleen, oy | d yan twee landfche Commfc 1 bePasalboven geme!de Reiolutie van re'n Gecommitteerden, naar Maaftricht gaande mede zou, den g^an naar Namen', Venlo en *even^ j. ^ r» mpprnpr tvd tot dezelve Commiliie te neuede", d°ande 7^ma-den by het Reglement daar veer beenahe't is om die reden dat de Kamer zig vergenoegt m« ,ulks hier alleen aar, te tekenen, op dat men niet "rmoëden^oude, dat dit point over het hooid ... ge- zien. Of eindelyk omtrent den voet, op welke alle de voorfz ComimffienUden bekleed, en -;d— c ie daar voor gefchikt zvn, eenige menage te vinden zoude Wezen od eene wyze, dat dezelve mer decentie en buiten lchade van de Heeren Gecommitteerden kunnen worden waargenomen , xal de Raad van State beter dan de Kamer kunnen opgeven. § ^ Met het voorltel in het advis van de Rekenkamer van den Ire i7i7 gedaan omtrent bet overbrengentvan s Lands SenSonrö de idéés vervat in ^^^^ri^Ti^X Heeren Staten van Hollana en *ycimi« a„&-~rA 00 inhunne Refolutie van den S Maart 175S gerefletfeerd, Vat dc Pofteryen in Holland van natuur veranderd zyn" de de fchikkingen daar omtrent voorgeflagen, ten dele " vervallen, d« 'er ook toen geen extraordinaris Bodens " meer en maar vier Adfiftenten waren, _ en dat volgens " mfo made de depêches door de ordinaris Pollen wierden " ïeïSerd, zo ver eenigzints gefchieden kon met aan " IfBodens een ordentelyk beüaan te laten behouden,ze " dat daa- op afreeds behoorlyke menage wierd betragt, lm^dZ %^g9 dat by aldien egter nog: gem«nd zoude mogen worden, dat: eene: vermindering;van Bodens zoude kunnen worden valtgetteld, zulks met den Raad van State zoude behoren te worden overlegd, ™» a" de dianiteit van den Staat in het oog werden gehouden " om in het geval van publique Ceremoniën van een genoeg" zaam eetal te blyven voorzien. . . " Tegenwoordig *>S *>« '« S«n ex.raordmans Bodens,  (* AV ) .. ! -Km en het getal der Adfiftenten is op twee verminderd, die fcelfs ingevolge haar Hoog Mog. Refolutie van den 10 ja» nuary 1770 moeten uititerven, zo dat vervolgens alleen zullen over blyven de twee en twintig ordinaris Bodens j ook nog tegenwoordig worden zeer vele depêches met de ordinaris poüen verzonden, zonder dat daar voor dübbeld pórt betaald word, dog tot nu toe is niet bèpaald', dat alle depêches naar alle hinnenlandiche Plaatien doof de ordinaris Poitmeelier moeten werden befteld, en vervol* gens ook zyn de Tiactementen van de Bodens niet verkoorts worden aan den Poflmeeiler ingevolge haar Hoog Mog. Refolutie van den 4 Pebruary 1784H byïiet**elfeelait* flelyk is bepaald het getal van Poltillons en Paarden, die door denzelven in dienit moeten worden gehouden, niet meer «oedgedaan, dan vier Poilillons en vyf Paarden, zoó dat op dit point aan her geen door de Kamer in het jaat 175-4 is voorgeflagen, voldaan is. OndertufTchen bedragen de Pollen Bodet lonen by conti* nuatie eene zeer aan nerkelyke fomme jaarlyks; en die kosten zyn niet alleen zedert het jaar 1717 maar zelfs zedert het jaar 1754 conbderahel verhoogd , Om zulks met een opflag van het oog te doen zier), zyn geformeerd Staten van het geen de voorfz reizen zedei t het jaar 1730 tot het jaar 17 8? incluis bedragen hebben, dewelke hier nevens worden gevoegd onder No. ï. en 3. en de Kamer oordeelt vervolgens, dat daar omtrent noodzakelyk eenige voorziening gedaan, en menage betragt behoordt të worden . dog alvorens dp te'geven, waar in het een en ander zoude kunnen beilaan, zal het nodigzyrt in eenig det.iil te treden van de wyze op Welke de Poit: meelier en Bodens gehandeld worden, als mede van de reizen, die door dezelve worden gedaan, en van de voet, waar op zy voor de reizen worden betaald; de Tojlmsefier van de Generaliteit geniet jaarlyks vbor Traclement niet meer dan ƒ 100j o o voor een nieuwe jaar van haar Hoog Mog. — 251 o d . van den Raad van State »■ - ■'■ %'A o o —- van de Generaliteits Rekenkamer —' iy o 6 !__, dus te zamert —w —— —ƒ 164 o o Voor de Poilillons en Paarden die hy verpligt is in dienit' te houden, word hem voor ieder Pöftillon ingevolge de Refolutie van den Raad van State van den 4 Maart tfi$f door het Land goedgedaan negen üuivers en vdor ieder Paard tien Huivers daags, die hém egter gekort wórdéii over de dagen, die de Poftillons en Paarden opreis zyn* daar regen moet hy dragen de kolten van de Livreyvati de Poilillons. de inkoop en onderhoud der Paarden, als mede de inkoop en reparatie van Zadels,Tomen en'Valiezen*. - / . - , —. r de órdinaris Bodens vm dè Generaliteit, die tegenwoordig twee en twintig in getal zyn, zonder daar ónder te reke-  Dit Traftement heeft tot het jaar 1669 toe niet meer bedragen dan 100- o- o het zelve is by Refolutie van haar Hoog Mog. van 30 Maart 1669 verhoogt tot op 150- o o en by Refolutie van 11 December 1680 op 250- o- o. aen twee adfiftent Bodens, die gelyk 200 even reed? ge? zegd is, ingevolge haar Hoog Mog. Refolutie van den 10 january 1770 moeten uititerven, en waarom van dezelve. niet verder zal behoeven te worden gesproken, genieten ieder een jaarlyks Traclement van - f 2501 o; o voor een nieuwe jaar van haar Hoog Mog. - 75! O Q -— van den Raad van State —-— 751 °\ 0 —— van de Generaliteits- Rekenkamer — 75 0 0 /oor het oppaffen aan de Banken in de Kioos ;er Kerk te zamen f 300 o- o makende voo: ieder . " — — — 131* 9 =n dus te zamen ■—— —— —~ ƒ 488.2' o zy krygen daar en boven nog wel nieuwe jaren van de •efpeftive Provinciën en het Landfchap Drenthe, als mede van verfcheide, zoo niet alie de Collegien ter Ad mi* •aliteit, Zy genieten ook nog wel andere douceurs wegens het idfitteeren van extraordinaris Commiilien, en in hetbyzonier van de ordinaris jaarlykfche Commiilien uit de Vergadering van haar Hoog Mog,, en van den Raad van Staie, het adfitferen by deputatien, en by de trekking van de Generaliteits Loterye, het doen van eed van nieuw aangebelde Amptenaren zoo >y den Raad van State'als by haar Hoog Mog., in het byEonder van Generaals Perfoonen, dat aanmerkelyk is, het dragen van Lyken, en miiTchien nog meerdere, dog aangezien 'alle die douceurs of voor het aandeel van eder Bode van niet veel belang, oi onzeker zvn, oordeelt nen dezelve in de berekening van de vaite inkomlten der Bodens niet te moeten brengen. Dewyl dan de Traciementen van de Poflmeeiier en de, 3odens niet hoger zyn, is het zeker, dat om aan dezelve ;n voornamentlyk aan den Poftmeeiler te geven een convenabel bettaan, dezelve moeten worden gebruikt tot het loen van reizen, waar toe zy ook in den oorfprong voorlamentlyk zyn gefchikt, en dat zy daar voor moeten worlen betaald op eene wyze, dat zy daar uit eenige overvintt kunnen hebben. Nu is by een Reglement, den 14 Oeiober 165-1 door laar Hoog Mog. gearreiieerd, bepaald, welke reizen door le Poftmeeiters, en welke door de Bodens moeten worden jedaan, en teffens welke plaatzen eene reis uitmaken. Tot verftand van dat Reglement moet men weten, dat ix ten tyde wanneer het zelve is gearrefteerd, verfcheide 'oftmeefters zyn geweeit, die bevorens eenvoudig Pollen ;enoemd zyn, en gehouden waren de reizen zelfs in Peroon te doenj het geen egter ten tyde van het arrefteren van voorfi leglement geen plaats meer moet hebben gehad, want na lat by het 5 Art. is gezegd, dat de Bodens de reize zelfs moe-  moeten doen, is by het 6 Art. bepaald, dat de Poftmeëiters de reizen met hunne Paarden moeren laten doen. Naderhandt is het getal der Poitmeelters fuccesiivelyk verminderd, tot dat het eindelyk in den jare 1710 by Reiolutie van haar Hoog Mog. van den 19 Maart tot een gebragt is. Verder valt op het voorfz Reglement aan te merken, 1 dat by het 6 Art. is valtgelteld, dat de Pollmeeüers hunne reizen met hunne Paarden en niet te vo.t moeten laten doen, waar uit fchvnt te volgen^ dat de Bode-s hunne reizen te voet moellen doen; en dat dan ook deze niet zyn gefchikt geweeit om reizen met haalt te doen, maar dat de Poitmeeiterö de zodanige hebben moeten laten volbrengen; z dat by het 9 Art. is bepaald, dat om alle disordres en confufie voor re kómen, des Generaliteits reizen maar tweemaal ter weke zullen mogen worden afgezonden, ten ware de Brieven haait vereifchten, het welk aanleiding geeft om te denken, dat ook reizen zonder haait voor de Poitmeelter zyn gei'chikr, en in dit denkb eld word men veriierkr, ais men agt geeft, dat alle de reizen naar zekere bepaalde Plaat7en alleen door de Poilmeeilers moeiten worden gedaan, of men zoude moeten vaft Hellen; dat geen andere reizen met haalt konden voorvallen dan naar die Plaatzen, of dat alle reizen naar die Piaatzcn met baalt moeben worden gedaan,welk een en ander on^erymd zoude zyn; zelfs fchynt men in het algemeen by het voorfz Reglement voornamen! lyk reizen zonder hardt in het oog gehad te hebben. 3 Dut in het voorfz Reglement van geen reizen buiten 'sLands geiproken word, en dat in de Lyft der reizen gfeeri Pf-arzcn buiten het gebied van den Staat genoemd worden, dan eenige weinige in welke te dief tyd Troupes van dén Ssaat bezetting hielden, , en dar alle die Plaatzen onder de Pollreizen zyrt gefchikt, ui f gezond et d alleen bmbden en Lieroort; die met Vriesland , Groningen en de Schanslen iri .Weitwoldingerland gecombineerd zyn, en tot de reizen der Bodens gehorenj Overeenkomitig het vótfrfr Reglement zyn dan aan dé Polttneeüers gegeven reizen , die geen haait vereifchten, dog dezelve zyn voornamen lvk gebruikt om te laten doen reizen met naait, en naar Plaatzen buiten hét gebied van deri boten, en door de Bodens zyn tot voor weinige jaren toe, ffaar van rader zal worden gehandeld, alleen gedaan reizen zonder haalt, en dewy! dezelve uit die reizen moeten vinden een gedeelte van hun beltaan, is het loon, dat aan dezelve voor ieder reis betaald'word, zodanig gereguleerd, dat als'zy 'e reii «l niet te voet doeu, maar zig daar toe van de ordi- N z nafre  'baire Schuiten en Schepen, of daar geene varen, Van deör» dinaire Rytuigen bedienen, zy uit het vierde gedeelte van dat loon kunnen goedmaken de koften van de reis heen en weder, hunne vertering op reis vinden uit het twede vierde, en de overige twee vierde Voor zuyvere winit overhouden, welke twee vierde de Bodens ook gewoon zyn by een te brengen en onder eikanderen gelykelyk te verdelen, op dien voet is laatftelyk in het jaar 17*7 opgemaakt eh gearreiieerd een Lyft van het geen voor ieder van de reizen, die door de Bodens gedaan worden, zoude worden betaald. By die Lyfl is wel voor verfcheide reizen gedurende de Winter iets meer toegelegd, dan in de Zomer, dog door dien de Bodens doorgaans de reizen niet meer te voet maar met de ordinaire Vaar- en Rytuigen doen, gelyk ook door zodanige Bodens, die bejaard geworden zyn, niet wel anders gedaan kan worden, heeft de voorfz Lyll niet kunnen worden gevolgd, wanneer de reizen by befloten water gedaan zyn, In dat geval heeft de Kamer gerequireerd, dat zouden worden opgegeven de reiskoifen, die dadelyk zyn gefupponeerd , en het beloop daar van doen fubintreren in de plaats van het eene vierde part van het loon, dat voor die reis by open water gedaan, in de voorfz Lyft bepaald is* en daar by gevoegd de drie overige vierde parten van dat loon i waar door dan een Bode van die reizen het zelfde voordeel geniet als van ordinaris reizen by open water, dog hier door word veroorzaakt, dat hoe zeer de Kamer gewoon is de opgegeven reiskoften zeer merkelyk te modereren, en niet meer goed te doen, dan zy kan ontdekken dat heeft behoeven betaald te werden, het overbrengen van eene enkelde Brief aan het Land niet zelden meer dan een honderd guldens koft» gelyk kan worden gezien uit de hier nevens onder No. 4. gevoegde Lyit van bet loon, dat voor eenige reizen by open en by beiloten water betaald word, terwyl voor port van dezelve, indien met dë ordinaris Poit verzonden was, niet meer dan weinige ftuivers betaald zouden zyn, en onder tuflchen klagen de Bodens doorgaans nog dat zy uit hoofde van de koude en ongemakken, die zy op zodanige reizen moeten uit liaan, zeer (legt betaald wórden* Hier by is zedert het jaar 1760 of daar omtrent, want om het precies te kunnen bepalen zoude meerder moeite moeten worden genomen dan de zaak waardig is, nog gekomen, dat men begonnen heeft de Bodens' ook tot het doen van reizen met haalt te gebruiken, waar van bevorens gene, immers zeer weinige > voorbeelden te vinden zelfs zyn de Bodens in het jaar iyy6 ook tot her doen Van reizen buiten 'sLands gebruikt, dog dit na dien tyd geen plaats meer gehad hebbende, zal men daar van niets meer zeggen* o Het geen de eerfle aanleiding gegeven heeft om Bodens tot  [ n ) tot reizen met haart, en zelfs tol buifenfandfche reizen te gebruiken, is waarfchynelyk geweeit, dat als zytie Hoogheid zig buiten den Haag bevondt, men in Hodand verlangd heeft , dat om de Brieven en Depêches aan hooglt denzelven over re brengen, ook Hollandfche Bodens zouden worden gebruikt, daar zulks bevorens alleen door Postillons van de Poümeeiter van de Generaliteit geldbede, en vervolgens heeft die fchikking Hand gegrepen, da; de Generaliteits en Hollandfche Bodens tot het overbrengen van voorfz Depêches by beurten geêmployeerd zyn,en « wyl dse reizen dikwyls met haait moeiten worden gedaan, zyn vervolgens ook tot het doen van andere reizen met haait Bodens gebruikt; dan dit gebruik, het welkby aanhoudendheid plaatsheeft, verilrekt tot merkelyk bezwaar van 'sLands Finantie, want die reizen hebben mede niet kunnen worden afgedaan volgens de bovengem. Lytt, maar is de Kamer verpligt geueeit daar omtrent even eens te handelen als roet reizen, die by beiloten water gedaan worden, waar door de Bodens niet alleen dezelfde overu in ft op die reizen hebben ais op reizen zender haait, maar nog die winit in korter tyd verkrygen; dan het gevolg daar van is, dat voor die reizen vry meer word betaald, dan betaald zoude worden, indien dezelve door Postillons van den Poftmeeüer gedaan wierden, gelyk by vérgeVyking van de hier boven overgelegde Lylt der Bódérjl lonen tegen de hier nevens onder h°. 5 overgelegde Lylt van h:t geen voor die zelfde reizen aan den. Pollmeeitep word betaald, kan worden gezien. Men zwygt nog, dat men omtrent alle reizen niet naauwkeurig kan opmaken de kollen die toe het doen van dezelve moeten worden beileed, en men dus vtel afhangt van de opgaaf, die de Bodens van dezelve doen , térWyl men niet dan ai re veel proeven heeft, dar onder de Bodens gevonden worden die niet fchromen, om door teho-. gen opgave eene onbehoorlyke winit te doen, het geen niet tegenltaande daar toe verfcheide middelen zyn in het wok geheld, zelfs door het requireren van verklaringen op den eed aan den Lande gedaan, niet heeft kunnen worden voorgekomen; het welk ook al gedeeitelvk daar door is veroorfaakt, dat doorgaans aan de Hollandfche Bodens, zoo de Kamer geinlormeerd is, word betaald het geen dezelve opgeven uitgefchoten te hebben, en dezelve rykelyk worden beloond. Omtrent de voorfz reizen met haart heeft nog een ander misbruik plaats, daar in beitaande, dat tot het overbrengen van Depêches, die door eenen Bode zouden kunnen worden verzorgd, twee Bodens geemployeerd worden, omdat de ordinaire reizen, die zonder haait kunnen worden gedaan, in dier voegen verdeeld zyn, wanneer by voorbeeld Depêches moeten worden gezonden naar Bergen op Zoom, Huilt, Sas van Gent en Sluis in Vlaanderen/word een Bode afgezonden met de Depêches naar Bergen op Zoom en Huift, en een ander met de Depêches naar Sas O van  ( *4 ) Van Gent en Sluis, om dat die reizen, indien geen haalt vereifchten in dier voegen zyn verdeeld en gefchikt, en zulks niet tegenitaande de Rode, die naar Sas van Genr en Sluis reitt, de route over Huilt nemen moet, het geen in ordinaire reizen zonder haait geeU plaats heeft,als wordende die te water afgelegd, ondertulfchen is het gevolg van die fchikking, dat de kotten van de reis naar Hulit en te rug tweemaal ten lalle van het Land worden gebragt, daar het dezelve maar eens zoude behoeven te dragen. In de reizen, die door Poilillons van den Podmeefier woiden gedaan, word doorgaans niet uitgedrukt, of dezelve met haalt moeten worden afgelegd, en daarom worden ze alle meerendeels op den zelfden voet betaald, het geen milichien altoos,immerszedert vele jaren heeft plaats gehad met dat oogmerk ongetwyffeld dat de meerdere kollen . die op reizen met haalt vallen, zouden kunnen worden gevonden uit de meerdere winit, die op reizen zonder haait gemaakt word ; in enkelde gevallen egter wanneer meer dan gemene fpoed is gerecommandeerd, word daar op wel eens reflexie gemaakt, en Voor zodanige reizen iets meer toegelegd. Öe voorfz leizen nu worden betaalt by het uur, en gerekend naar de afftand van de Piaats, van waar de Poitfion is geëxpedieerd, tot die daar de Dej.êches moeten worden overgeleverd. Voor reizen naar Braband en Vlaanderen word ingevolge de Refolutie van den Raad van State van den 13 Auguilfus 1711, wanneer de Plaats, werwaards de Depêches moeten worden overgebragt, gelegen is binnen de twintig uuren van de Plaats, daar dezelve zyn gedc-pecheerd, gedurende den Zomer over ieder uur goedgedaan twintig Huivers,en zo die Plaats verder dan twintig uuren is gelegen, dertig Huivers, en des Winters word dat loon, het welk volgens de zo evengemelde Refolutie in redelykheid zoude moeten worden verhoogd naar advenant van de moev elykheid van de reizen, volgens de Refolutien van de Generaliteits Rekenkamer van den 27 December van het zelfde jaar 1712-, en van den zo November 17*3 • wasr by zulks op eenen vasten voet is bepaald, verhoogd met een vierde, en dus voor reizen binnen de afftand van twintig uuren goedgedaan vyf en twintig Huivers, en voor verdere reizen zeven tn dertig Huivers en een half per uur, des dat alle extraordinaris koften,zo door onbruikbaarheid der wegen en door Ysgang als anderzints veroorzaakt, door den Poitmeelter gedragen moeten worden. Voor reizen binnen de zeven Provinciën en de Landfchap Drenthe is tot het jaar 1756 zonder onderfcheid van de diitantien der Piaatfen werwaards de Depêches moeten worden overgebragt, eene gulden per uur zoo des Zomers als des Winters betaald, dog by Refolutie van den Raad van  van State van dea 31 May, van her gemelde faa* is in corihd-ratie dat 'er geen minder rede was om in de betaling van die reizen agt te geven op detftfandder Phutzen, en de m^eyeiykheid van de reizen in de W ui er, dan omtrent 'reizeq naar Braband en Vlaanderen, vabgeiteld, dat voorrei, zen die binnen de Provinciën gedaan woiden, en meer daa twintig uuren ver zyn, op den voet van gehad heeft eenige Poften of Boden te Paard, die de reizen zelfs deden; dan van dien voer is men aJ vroeg, ongctwyffeld om goede redenen, hoe zeer men die niet aangerekend vindt, afgegaan, gel) k in het begin van deze % is gemeld, ten twede doet zig de vraag op, of men ook Paarden zal aanhouden, en zo ja, wie ze zal inkopen, voor derzelver onderhoud en het verder nodige zorgen, in ten woord wie de directie van dat alles hebben zal, of zal ieder Pouillon zyn Paard inkopen en onderhouden, wie ziet niet dat zulks ook aan verfcheide inconvenienten onderhevig zoude zvn, ten derde is de vraag, hoe veel Poilillons men zal aanhouden? in ilille en geruite tyden zouden diieavier doorgaans genoeg zyn, dog in die zelfde tyden kan het gebeuren, dat men 'er eene enkelde reis meer nodig heeft, wie zal dan de noodhulpen verzorgen, of zoude men 'er altoos zoo veel aanhouden, dat geen noodhulpen ooit nodig zouden zyn? dit zoude zskerlyk niet ltrekken tot vermyding van nodelofe kollen, eindelyk zal men omtrent den voet van betaling in het zelfde geval zyn, waar in men tegenswoordig is, en men zal met geen minder zwarigheden dan nu te worllelen hebben, in tegendeel daar men nu maar met een Menfch te handelen heeft, zoude men dan met verfcheide moeten handelen ; in allen gevalle komt dit aan de Kamer zeker voor, dat die voet veel kollbaarder zyn zoude dan de tegenwoordige. in de twede plaats heeft de Kamer in bedenken genomen, of men ook eenige Poilillons in dienit van het Land aannemende, evenwel een PoÜmeefter aanhouden zoude, om de dirëéfie van her werk te hebben, aan denzelven een vaft Tradement toe/eggen, en aan ieder PoitiJJon betalen de kolten van de reizen, die door hem zouden zyn afgelegd ; dog ook dit plan word door verfcheide zwarigheden gedrukt, want al aanltonds doet zig de vraag op, naar wat rigtfnocr zal men de reizen aan de Poltillons beialen, en hier omtrent zoude men z;g in dezelfde verlegentheid bevinden als tegenwoordig; zoo men die kollen zoude voldoen volgens de opgaaf van de Poltillons, kan de Kamer door de ondervinding die ze door de reizen dewelke de Bodens met haalt doen, gekregen heeft, wel voorfpellen, dar de kolten van de pollreizen exorbitant hoog zullen lopen, en dat dat werk nog veel minder in eenige ordre te brengen zal zyn dan dat van de boden reizen, om dat men van de opgegeven kollen van buitenJandiche reizen in het geheel niet za! kunnen oordelen , en daar van ook geen voldoende informatie kunnen krygen; daar en boven zullen 'er dagelijks moeyelykheden zyn tuflchen den Poiimeeiter en de Poltillons, en deze zo wei 'sLands Bedienden zynde als den andere, zal 'er naauwlyks mogelykheid zyn om die gedurige oneenigheden uit den weg te ruimen. Q j Het  f ** 5 i • L I , Hst zoiide biet feöeyêtyk vallen meerder zwarigheden nopens de voorfz twee plans aan de hand te geven, en even Weinig om in een groter detail van de geopperde te treden, ,,/; • dog de Kamer oordeelt genoeg gezegd te hebben, om de Heeren Gedeputeerden tot het onderzoek van de Finantie van de Generaliteit in itaat te ftell?n om het werk té beoordelen; miifchien gevende voorfz confideraiienaanleiding om een beter project te maken, en het poli wezen op eenen gefohikter voet te brengen, dog ondertuiTchen meenr de Kamer te mogen befluiten, dat de voet, waarop her zelve zig tegenwoordig bevindt, b ven de idees, die zo even voorgedragen z\n, te prefereren is, terwyl aan zommige reffexien, die ze weet, dat op denzelven gemaakt worden, en waarom wel eens ge-oordeeld is, dat het Werk op eenen anderen voet zoude behoren te worden ingerigt, het geen ook de voorname, zo niet de eenige reden'is, waarom de Kamer zig daar over zo verre heeit uitgelaten, zoude kunnen worden voldaan; is men by voorbeeld van gedagten dat de Poltillons over de reizen die zy doen, ruimer zouden behoren beraald re worden, dat zy buiten 's Lands een hoger daggeld zouden behoren te genieten, dan her Land aan den Poiimeeiter goed doet, en deze aan dezelve betaalt, niets zoude gemakkelyker zyn, dan het geen aan den Poitmeeiler voor de reizen en voor daggeld van de Poltillons word goedgedaan, met zo veel te&verbogen. als men meent dat aan de Poltillons meerder zoude behoren te worden veritreki; dan dewyl de Kamer van de noodzakelykheid daar van niet overtuigd is, en zulks eene vermeerdering van kollen zoude veroorzaken, daar deze Memorie gelchikt is om Pointen van menage op te geven, zal ze zig onthouden, om eenige voorflagen tot verhoging te doen, en hier mede van hare coniideratien over het vooriz onderwerp een einde maken. §. i^. De refnarque die by het advis van den jare 171? is gemaakt, dat de brief porten hier in den Haag niet gereguleerd wierden naar zekere Reglementen , maar alleen naar de discretie der Poitmeeliers, en dat het derhalven van dienit Zoude zyn, dat de Heeren Staten van Holland en VVeitvriesland door haar Hoog Mog. wierden verzogt daar in te voorzien, het welk ook door de Heeren haar Hoog Mog. Gedeputeerden tot de zaken van de extraordinaris Vergadering by derzelver Rapport den 19 Juni 1717 gedaan, is gegouteerd, is geheel vervallen door diende Posterven alhier in den Haag niet meer door panicuherePoftmeeiters, maar door Commiilariilen van de Heeren Staten van Holland ende VVeitvriesland beftierd worden, waar by de Kamer alleen zal voegen dat onder de rekeningen van de porten der brieven aan haar Hoog Mog^r voor zo ver die door derzelver Kamerbewaarders worden betaald, dewelke van weinig belang zyn, terwyl de overige  ( *S ) door de CommilTarilTen van de nifheemfche depêches voldaan, en door de Provincie van Holland uit de politor de deiroyementen, gerembouriëerd worden, en van de brieven aan den Raad van State ge-addrelieerd, dewelke de eenige zvn» die uit het Comptoir Generaal van de Unie worden betaal 1, en dus ook alleen tot déze Memorie behoren, door de Commifen van de Polterye word verklaard, dat de briefporten daar op niet hoger gebragt zyn, dan tot' latte van particuliere gerekend worden, en dat daar onder gene brieven voor particuliere zyn begrepen. % '3. Aan de voorflag by het advis van den jare xn j gedaan, en in het Rapport van de Heeren haar Hoog Mog Gedeputeerden tot de zaken van de extraordinaris Vergadering van het zelve jaar overgenomen, orn aan ieder Heer, inde Vergadering van haar Hoog Mog., in den Raad van State en de Generaliteits Rekenkamer gecommitteerd en ,aan derzelver Minjtters in plaats van Schryf en Comptoir behoeftens die aan dezelve geleverd wierden, Couranten en de jaarlykfcbe zilvere Almanak daar onder begrepen, by uitkoop te doen betalen eene fomme van tachtig guldens jaarl\ks, en het dubbcld van dien aan den Griffier van haar Hoog Mog., den Thefaurier Generaal end*? den Secretaris van den Raad van State, is voor het grootfte gedeelte voldaan , want by haar Hoog Mog. Refolutien van den 1$ Juni en 7 Juli van het jaar 1738 is verliaan, dat voortaan de leverantie van Schryf behoeftens en Couranten, als medede diüribotje van Almanakken aan de Heeren Gedeputeerden in derzelver Vergadering, den Griffier, Commis ende Agent, als mede aan den Hofmeeüer zal cciTeeren, ende dat in de plaars van dien aan ieder zal worden betaald jaarlyks vyftig guldens voor Schryf behoeftens, tien guldens voor een Almanak, en denig guldens voor Couranten, te zamen negenn'g guldens, als mede dat de Heeren Gedeputeerden wegens haar Hoog Mog. gaande in Commiflie, ook geen Schryf behoeftens zullen genieten, maar in plaats van dien ieder vyftig guldens iu hunne declaratie zullen mogen brengen. Reeds bevorens was by Refolutie van den Raad van State van den 8 April 1738 afgefchaft de leverantie van Schryfbehoeitens, die aan ieder van de Leden naar zyn goedvinden wierd gedaan, en vallgelteld, dat in de plaats van dien aan ieder van de twaalf Heeren, in denzelven Raad feilie hebbende, by uitkoop zal worden gegeven vyftig guldens jaarlyks, en voorts in plaats van de Comtoir en Schryfbehoefters, die door de Heeren in Commiffie gaande worden mede genomen, voor ieder Commiliie toegelegd eene fomma van honderd guldens, die door de twee Heeren van iederCotnmiilie in hunne declaratie zoude worden gebragt, * dos aan den Heer Thelaurier Generaal en den Secretaris van R den  ( 66 ) den Raad* gepermitteerd, om by continuatie de nodige Comtoir en Schryf behoeftens aan hun te doen leveren, en laaftelyk was daar by nog verftaan, dat de Schippers van de twee buiten Jagten, als mede die van het binnen Jagt niet meer pro lubitu zullen mogen doen leveren Comtoir en Schryf behoeftens, maar dat de Schippers van de buiten jagten in een rond jaar niet meer zullen mogen vorderen, dan eene quantiteit, in waarde niet excederende vyf en twintig guldens, en de Schipper van het binnen Jagc niet meer dan eene quantiteit niet excederende vyftig guldens, dog deze bepaling is by Refolutie van den zo November 175-1 verminderd, en insgelyks gefield op vyf en twintig guldens, vervolgens is by Refolutie van den Raad van den i< April 1738 vattgelteld, dat aan ieder van de vier Commifen van de Generaliteits Finantie in plaats van Schryfbehoeftens jaarlyks zal worden gegeven eene iomme van fes en dertig guldens, en eindelyk by Refolutie van den Raad van den zjDecember 1740 verftaan, dat de leverantie van alle Couranten, de prys Couranten en verdere Nieuwspapieren, niet alleen die aan de Miniiters en Beampten van den Raad, maar ook die ren dienite van de Tafel van haar Üdele Mog., en verder die ter Kamere van des Generaliteits Finantie, aan den Kamerbewaarder en Clercq van dezeive gedaan wierd, voortaan zoude ophouden, als mede de jaarl kiche diilributie van Almanakken met zilver beflag, of de waarde van dien bevorens op tien guldens getauxeerd geweeit, en dat in plaats van Couranten, Nieuwspapierenen Almanakken aan ieder Van de twaalf Heeren, in den Raad feffie hebbende, aan den Heer Thefaurier Generaal, den Secretaris, den Commis van de Thefaurie, en den Commis van den Raad, als mede aan ieder van de vier Commifen van de Generaliteits Finantie jaarlyks zal worden betaald dertig guldens voor Couranten en tien guldens voor een Almanak, aan ieder van de twee oudile Ciercquen ter Secretarie van den Raad, zoo voor dezelve als ten behoeven van derzelver Confraters in plaats van de Couranten, dewelke dagelyks ter Secretarie gebragt zyn geworden, aan ieder van de twee Kamerbewaarders van den Raad, aan den Clercq ten Comtoire van de Thefaurie, aan den Kamerbewaarder als mede aan den Clercq van de Kamer van de Generaliteits Financie vyf en twintig guldens, De Generaliteits Rekenkamer had reeds by Refolutie van den 29 November 169$ goedgevonden, dat de fomme van een hondert en feltig guldens, die jaarlyks in de declaratie van den leverancier van Schryfbehoeftens voor fellien Almanakken met zilvere Sloten geleden wierd, en daar in niet meer gebragt zoude worden, voortaan onder de veertien Leden in de Kamer feiiie hebbende, en de beide Secretariilen zoude worden gediitribueerd, om door dezelve naar welgevallen beiteed te worden, en by Refolutie van den 30 April van het jaar 1714,na dat reeds by Refolutie van den 9 April 1700 had bepaald, dat door  ($7 ) door ieder van hare Leden en van de beide SecretariflVn, ats mede door den Commis van fes rot fes maanden vdof niet meer dan agtien guldens Schryf behoeftens zoudtn mogen worden ge\orderd, vallgeiteld, dat van toen voortaan aan ieder van de Heeren Leden, en van de beide Secretarillen, mitsgaders aan den Commij ter Secretarie in plaars van Schryf behoeftens zouden worden betaald les en dertig guldens om daar toe geëmployeerd te worden, en heeft eindelyk by Reiolutie van den 13 Mai van het jaar 174° verUam, dat in plaats van de Couranten, die geleverd wierden aan de Heeren Leden en Miniiters van "de Kamer als mede aan den Commis, voortaan aan iedjef van dezelve zouden worden betaald dertig guldens jaarly ks; en by Refolutie van den 1 Februari 1741 en nader Appojntement van den 17 November 1747 aan ieder van hare Kamerbewaarders voor Couranten toegelegd vyf en twintig guldens, dog het geen verder by het advis van den jare 1717 met opzigt tot de Vergadering van haar Hoog Mog, is voorgedragen, dat namentlyk ieder Provincie op /es porticn behoorde gereguleerd re worden even eens als de Flambouwen in dezelve Vergadering volgens haar Hoog Mog. Refolutie van den 13 September i66r verdeeld worden, is niet gevolgd, want de toeleg van negentig guldens, by haar Hoog Mog. boven gemelde Refolutie gedaan, is jaarlyks voldaan aan alle de Heeren ordinaris Gedeputeerden, uitgezonderd den Heer Raadpenfionaris en de twee Heeren Gecommitteerde Raden van Holland, aan dewelke alleen tien guldens in plaats van een Almanak met zilver beflag, die bevorens aan dezelve geleverd w:erd, is ter hand gelleld, aangezien aan die Heeren nooit Schryf behoef; en s nog Couranten ten laiie van de Generaliteit geleverd zyn; en derhalven is de voorfz toeleg aan agtien Gedeputeerden van de Provincie van Gelderland jaarlyks betaald. Dit heeft aan de Rekenkamer aanleiding gegeven, om by haar Plan van menage van den jare 175-4 v°or te dragen, dat dewyl de Heeren Staten van Gelderland aan de Heeren hunne Gedeputeerden niet meer dan fes Traciementen betalen, de Generaliteit die Heeren op denzelfden voet zoude kunnen behandelen, en dus het voorfz douceur van negentig guldens alleen voor fes Heeren geven, en de Heeren Staten van Holland ende VVeitvriesland hebben by hunne Refolutie van den 5 Maart 1755- ter Vergadering van haar Hoog Mog., doen voordragen „dat die „ voorilag op alle billykheid iteunt, en dat geen begrip te ,r maken is, hoe die betaling voor agtien Heeren heeft kun„ nen worden gepretendeerd, daar by de Provincie zelfs „ maar aan fes Heeren Traciementen worden betaald, en „ dat wanneer dezelve Heeren op den voet van fes wor„ den getrakteerd, dezelve zig niet kunnen beklagen, ge„ nietende dan zoo veel als de Provincie, die het mee„ fte geniet, en meer dan de Provincie van Holland „ zelfs", de Rekenkamer zal omtrent dit point alleen remarque- R 2. ren,  f 68 ) ren, dat de voorfz toeleg door haar Hoog Mog. is gedaan by uitkoop in plaats van Schryf behoeftens, Couranten efl Almanakken, en vervolgens aan alle die Leden, aan dewelke dezelve bevorens geleverd wierden, waarom ook aan den Heer Raadpenlionaris en aan de beide Heeren Gecommitteerde Raden van Holland, gelyk hier boven reeds is genoteerd, alleen tien guldens in plaats van een Almanak zyn verilrekt, en voor het overige zal de Kamer het oordeel over de bovengemelde voorilag aan de Bondgenoten overlaten. By het gem. Plan van den jare t7c4 is verder omtrent de voorfz toeleg voor Schryf behoeftens, voorgedragen, dar de Kamer oordeelt, dat de vyftig guldens die de Heeren Gedeputeerden van haar Hoog Mog., de Commis, Agent en Hofmeefter trekken, re veel zyn, en mitsdtcn dat douceur zoude kunnen worden gereduceerd op vyf cn twintig guldens jaarlyks, dat vervolgens de fomme van vyftig guldens, diede twaalf Heeren Gecommitteerden in den Raad van Stare, de fomme van zes en denig guldens, die de Commifen van de Generaliteits Finantie, als mede de fomme van zes en dertig guldens, die de Heeren Gecommitteerden in de Generaliteits Rekenkamer, de beide Secretariilen en de Commis ieder voor Schryfbe! hoehens jaarlyks genieten, ook op vyf en twintig guldens voor ieder zoude behoren te worden verminderd, ^ en die voorflag is by de Heeren Staten van Holland en VVeitvriesland, uitwyzens derzelver bovengem. Refolutie mede gegouteerd, en geoordeeld dat dezelve zoude behoren te worden geamplecreerd, te meer in coniideratie dat de Heeren Gedeputeerden vergaderd zynde, daarenboven van Schryf behoeftens tot brieven, zulks requirerende, worden voorzien; en zekerlyk indien de voorfz toelagen alleen gedaan zyn, om de Heeren Gedeputeerden in de voorfz Collegien, derzelver Miniiters en verdere bearr.pten in itaat te «ellen om zig van de Schryf behoeftens, die zy tot hun particulier behoef nodig hebben, te voorzien, zoude eene fomme van vyf en twintig guldens zeer voldoende zvn, dog als men dezelve beichouwr als een emolument,'eefubinrreerd in plaats van Schryf behoeftens, die dadelyk geleverd w.ierden, en om daar in menage te betragten,/zoude de zaak met een gunftiger oog kunnen worden ingezien, dan de Rekenkamer, die aan hare Leden enMmiftersde min/Ie toeleg gedaan heeft, en daar toe eenige jaren vroe. ger dan de andere Collegien heeft gerefolveerd, begrypfli* de dat zy her voorbeeld moeit geven, zal de beoordeling van de voorilag, door haar m den jare 175-4 <-daan, aan de Bondgenoten volvaardig. overlaten. ' Verder heeft de Kamer in den jare 1717 voorgedragen, dat ieder Coiiegie behoorde zorge te dragen dat^ de feve< rantie voor hunne Tafel, Griffie of Secretarie, en Bedienden met alle mogelyke menage gefchiede. Met  ( «9 ) Met dat oogmerk heeft de Kamer kort daaf na en mis» fchien al vroeger, bepaald de quantiteit Schryf behoeftens die zoo aan de Kamerbewaarders voor hare Tafel, als voor de Secretarie zouden moeten worden geleverd, en in den jare 1734 dezelve nog verminderd, van welke tyd af altoos dezelfde quantiteit jaarlyks geleverd is, zonder dat daar in een;oe verandering is gemaakt, dan alleen dat zedert weinige0 jaren van het geen aan de Kamerbewaarders geleverd moet worden een klein gedeelte aan den Chartermeeittr is toegewezen, . . daar en boven word op orare van de Kamer nog geleverd eene bepaalde quantiteit Schryf behoeftens voor het Comptoir van den Commis, aan den Clercq in de Griffie van haar Hoog Mog. , die de zogenaamde Nouvelles ten dïenlte van de Kamer fchryft, en aan den Opzigter over de Vertrekken van de Kamer en het Huis, waar in hare Chartermeefter woont; van alle die levenmtien gelyk mede van de Couranten, Naamregifters en Almanakken , die voor de Kamer en Secretarietge!evcr'1 worden, word eene Staat hier nevens gevoegd onder £if, 6, • en dewyl by gelegentheid van de deliberatien over deze Memorie bevonden is, dar aan de Ciercquen in de Griffie van haar Hoog Mog gelyk mede aan den Clercq, die de zogenaamde Nouvelles voor den Raad fchryft, geen Schryfbeboeftens ten kolle van den Lande geleverd worden, is by de Kamer vaftgetteld, dat wanneer in het vervolg een ander Clercq zal worden benoemd om de Nouvelles voor haar te fchryven, in plaats van den gene, die daar toe tegenwoordig word geëmployeerd, aan denzelven van gelyke gene Sc hyf behoeftens ten koite van den Lande geleverd zullen worden. Voorts zyn in den jare 17-59 door de Mimïfers van den Raad van State bepaald geworden de Schryf behoeftens, die de Clercq en Kamerbewaarder van de Finantie ieder eens in het jaar by Memorie aan den Raad zullen verzoeken, gelyk mede opgegeven het getal Naamregiiters en Almanakken, die voor den Raad, de Finantie, de Thefaurie en de Secretarie van toen af geleverd zouden worden. Voor het overige komt het aan de Kamer voor, dat het diënüïg zoude wezen, dat door den Raad van State verder bepaald wierden de Schryf behoeftens, die aan deszelfs Kamerbewaarders en Secretarie als mede de Schryfbehoeftens, Couranten, Naamregiiiers, Almanakken en Lyften van de Generaliteits Loterye, die aan het Comptoir Generaal jaarlyks geleverd zullen mogen worden, gelyk ook door haar Hoog Mog. de Schryf behoeftens, Couranten, Naamregiiiers, Almanakken en Lylien van ds Generaliteits Loterye, die door derzelver Kamerbewaarder, de Deurwaarder van de Grirhe en de expedierende Ciercquen in dezelve jaarlyks zuilen mogen worden gevraagd; en onderruilchen word hier nevens onder N°. 7 gevoegd een Staat van de koften , die op de leverantie van Schryfbehoeftens, Naamregiiiers, Almanakken, Couranten, mits- S gaders  ( fo ) gaders het inbinden van Boeken &c. in de lsatfle twintig jaren ten dienite zoo van haar Hoog Mog , als vaa den Raad van State en de Generaliteits Rekenkamer gelopen zvn. S 14. Hoezeer de Kamer in haar advis van den 2 Maart van het jaar 1717 in het generaal had te kennen gegeven, dac zy zig verbeelde, dat mede eene merkelyke menage te vinden zoude zyn op de Schryflonen tn de Griffie van hr^ar Heog Mog., indien punétuelyk wierden achtervolgt haar Hoog Mog. Refolutien van den 13 September 1661, en 24 Otfoher 1669, en al het geen, gelyk het by de laatite gelleld is, gedrukt wierd, en daarby gevoegd wierden de Staten van Oorlog, cn de Nouvelles voor den Raad van State en de Kamer, fchynt dezelve met het vermelden van de Schryflonen in de Griffie alleen in het oog te hebben gehad de Scbryjlonen van de Nouvelles voor de Mini fiers tuiten 'sLands, immers hebben de Heeren haar Hoog Mog. Gedeputeerden tot de zaken vat) de Extraordinaris Vergadering het in dier voege opgenomen en vervolgens in hun Kapporr, den 19 Juni ï7r7 gedaan, geadvifeerd, dat doordien ten aanzien van de menage op de Schryflonen in de Griffie by hit aanjlellen van den ettflen Clercq j om de Miniiters buiten 's Lands Van de gedmfae Nouvelles te bedienen, reeds was voorzien 3 het zenden van de' Nouvelles aan de Collegien geheel afgefchaft $ immers dt zelve niet gefchreven maar gedrukt zouden behoren te worden , met itilzwygen vooroy gaande het drukken van de Staten van Oorlog; dog in het Plan van menage, by Miilive van den %6 April ï75'4 aan naar Hoog Mog. gezonden, heeft de K,mer op de Schryflonen van het geen gefchreven word, zoo in de Cointoiren van den Heer Gnrficr en van den Commis, als in dat van den eetlten Clercq, meer dan eene rexarque gemaakt, en voorgemeld her affc haffen van het bladichryven, en daartegen het verhogen van het Traclement van den Heer Griffier en dat van den Commis en het fixeren van vaiie Traktementen voor de twee expedierende tn verdere Ciercquen van de Griffie. Het voorfz Plan vervolgens zynde geworden een object van de deliberatien van de Heeren Staten van Holland ende VV eitvriesland, is door de Heeren derzelver Gecommitteerden tot de zaken van de Finantien, hetzelve geëxamineerd hebbende, op den 30 November van hetzelfde jaar 1754 gerapporteerd , „ dat de Heeren Gedeputeerden van de „ Provincie ter Generaliteit behoorden te worden gelaii, „ ter Vergadering van haar Hoog Mog. voor te dragen, „ dat op de gemelde voorflag te remarqueren viel, dat van „ de ereétie van de Republicq af, voor Relolutien, brie„ ven en Stukken ter Griffie gefchreven, altoos is gede,, clareerd, zoo als nader by de Inllruétie voor den Heer „ Griffier, den 1 September 1646 gearreiieerd, Art. ty. is „ geordonneerd , dat hy de G edefut eerden van de reffetlive j, Provinciën ten allen tyde des vetzogt zynde, zal geven „ zoo-  ( n ) 5, zoodanige Extracten en Copien van Refolutien en anderè „ zaken , als by dezelve begeerd en afgevoraerd zullen wor„ den, zullende de Schryflonen van dien, als voor deze-, wor„ den htaald by de Generaliteit of de'Provineiem, voor wien dezelve gefchrtven zullen zyn; „ dat de Heer Griffier op die InftVuctie , en op eene „ Commiffie, waarby hem alle de rekten, digniteitent p*„ mine9tien , prerogattven , profyten en emolumenten 9 tot „ zynen ftaat behorende, toegejlaan worden, zynde aange„ field, het niet redelyk, en mogelyk met den dienit van „ het Land niet overeen kom ilig zoude zyn, daarin veran„ dering te mnkfn, behalven dat deze bedenkingen daarop „ vallen moeiten, dar de expeditien in de Griffie van haar „ Hoog Mog. van die natuur zyn, dat die meelt ahyd p:ompt moetende gefchieden, hetzelve belt kan worden „ verwagt, wanneer de Ciercquen naar mate van hun werk „ worden beloond, dat die beloningen niet te fchaars moe„ ten worden genomen om het groot belang, dat de Re„ publicq heeft in de conlërvatie van de SecretelTe, en om „ voor re komen, dat luiden, die de Secreten van den „ S/aar in handen hebben, in geen verzoekinge werden ge„ bragt, en na dat vervolgens is verflag gedaan van het geen de Kamer by hare Miifive van den a Maart 1717 over het voorfz point heeft gefchreven, en na vermelding van de Refolutie hy haar Hoog Mog. den zz Maart 1717, by gelegentheid van de aanitelling van den ecrlien Clercq Rumpf op het ichryven van de Nouvelles voor de Minittevs huiten 'sLatids genomen, voorgedragen, het geen door de Heeren haar Hoog Mog. Gedeputeerden tot de zaken van de Extraordinaris Vergadering op den «9 Juni I7r7 daaromtrend is gerapporteesd , word daar verder bygevoegd, „ dat uit „ her voorgaande biykr, dar men nog nooit van begrip was „ geweeit, dar het t hryven in de Grirhe op va/fe Tracïe„ menten zoude behoren te geichieden, en dat het dus niet „ zonder reden is, dat zwarigheid behoordt te worden ge„ maakt daartoe te refolveren; „ dat belangende de voorllagen , by de Miffive van de „ Generaliteits Rekenkamer van den z Maart 1717 gedaan, de „ nbfervantie van haar Hoog Mog. Refolutie van denzt Maart „ 1-717, en het rapport op de gemelde MiiTive va» den 19 Juni „ 1717 uitgebragt, dewyl niet geoordeeld kan worden, of en „ hoe verre de bovengemelde Refolutien van i66r en 1669 „ hebben kunnen worden geëxecuteerd, of niet, en of daar van „ in der tvd om gotde redenen heeft moeien worden at. „ gegaan, haar Ed. Groot Mog.menen, dar, gebieven wor„ dende by tnar Hoog Mog. Refolutie van den 21 Maart „ 1717 ten refpeéte van den eeriten Clercq in de Griffie „ genomen, zoo verre die in zyne executie practicabel is „ gevonden , met den Heer Griffier behoorde te worden „ overlegd , of op dit refpect eenige , en zoo ja, welke „ menage buiten ondienft van den Lande zoude kunnen „ worden gepractiieend, zoo dat egter gebruik gemaakt „ zoude kunnen worden van het bovengemelde Artikel van „ de Inüructie van den Heer Griffier, en geordonneerd * Sa „ dat  ( 7* ) i, 'dat de Hukken, dóór de Heeren Gedeputeerden van ds „ refpective Provinciën te requireren , en dewelke volgens „ de ordre aan dezelve niet moeten worden geëxpedieerd, of aan de Provinciën verzonden, door dezelve op hare „ Provinciën zullen mceten worden betaald. Met dat Rapport egter hebben de Heeren Staten van Holland en Wettvriesland. zig niet geconformeerd, maar ingevolge hunne Refolutie van den 5" Maart 1755 ter Vergadering van haar Hoog Mog. doen voordragen, dat zy omtrent dat point nog niet hadden gerefolveerd, de Kamer heeft by de deliberatien over deze Memorie hare vorige advifen, mitsgaders het voorfz Rapport van de Heeren haar Hoog Mog. Gedeputeerden tot de zaken van de extraordinaris Vergadering, en inzonderheid dat van de Heeren Gecommitteerden van de Staten van Holland ende VVeitvriesland, met alle aandagt en naauwkeurigheid overwogen ; en ze erkent geredelyk de gepaftheid der bedenkingen, die by het laatit gemelde Rapport zyn gemaakt tegen het fchryven in de Grirhe op vatte Traktementen, zeheeft zelfs daar by nog geconlidereerd , dat aldaar in den éenen tyd merkelyk meer dan in eenen anderen te fchryven valt, en dat dit zo notabel kan verfchillen, dat het niet te vergen zoude zyn, dat iemand in eenen geruften tyd zyn Tractement voor eenen matigen arbeid hebbende getrokken, naderhand niet eene enkelde reis, maar weken, maanden en zomtyds jaren agter eikanderen, meer dan eens zoo veel werk tegen dezelfde beloning zoude doen, en ze begrypt dan ook, dan het gevolg daar "van niet anders zoude kunnen zyn, dan dat 'sLands dienit merkelyk zoude iyden, Hier by komt nog, dat al het werk in de Griffie niet alleen door de ordinaris Cierc¬ quen , waar op Dy net nau vau nci jaar 17^4 aneen gedagt is, kan worden verrigt, maar dat daar toe nog verfcheide onder Ciercquen, we'ke getal niet bepaald is maar die alle in eed genomen, en dus ook in'sLands dienit zyn, worden gebruikt, Dog zy is niet te min vangedagten, dat, daar de Schryflonen in de Griffie van haar Hoog Mog. een object van grote koften uitmaken, het ten hoogitenoodzakelyk is, dat onderzogt worde of niet daar omtrent eenige nadere voorziening zoude kunnen en behoren gedaan te worden, en ze is daar in te meer verfterkt,, wanneer ze nagegaan hebbende, hoe hoog de Schryflonen federt het formeren van het Plan van menage van den jare 175:4 zyn gelopen, bevonden heeft, dat dezelve wederom merkelyk zyn vermeerderd, en in het byzonder die van het Comtoir van den Commis dewelke tot het jaar 1769 incluis geen agt duizend en tot het jaar 1775- incluis als men het eene jaar 1771 uitzondert, geen tien duizend guldens bedragen hebbende, in het afgelopen jaar 1785- op weinig minder dan drie en twintigduizend zyn gelopen, gelyk zulks zal blyken uit de Staten die ter continuatie van de gene, die nevens het Piari van menage van den jare i75"4 LYn overgelegd, hier nevens onder N. 8, 9 en 10 zyn gevoegd. Om het voorfz onderzoek zo veel mogelyk te facilneren, zal  zal men eerft opgeven de Refolutien, die omtrent de voorlz. Schryflonen van tyd tot tyd zvn genomen, vervolgens aantekenen, in hoe verre aan de Kamer bekend is, dat van dezelve is afgegaan, en in hoe verre mits dien dezelve worden naargekomen, j- en daar op eindelyk laten vo'gen de confiderauen, die de Kamer deswegens zal weten te fuppediteren. By haar Hoog Mog. Refolutie van den jjf September 1661, is, na dat de Heer Grifher zyne Remarques op een Reglement, door den Raad van State en de Generaliteits Rekenkamer geconcipieerd , fchriftelyk had overgegeven, en nog nader op alles was gehoord en verdaan, vaiigeiteld, „ dat van den eerhen Oeiober toen naailkomende aan „ den Grifher van haar Hoog Mog. in declaratie met zal worden geleden nog gepaileerd het Schryfloon van aden „ van verlof, allerhande Commiilien, Pasporten, Brieven „ van Voorfchryven, Sententien, Extraéten van Refolu„ tien &c: dewelke hy particuliere worden geligt, en daar , van zy het rechr volgens de Lyfi aan den Griffier heb- ben betaald, alzoo men ver/iaat, dat zodanige depêches' „ van het Schryfloon niet zullen kunnen worden gefepa„ reerd, ende dienvolgens die de depêches komt hgten, het „ Schryfloon met eenen betaalt , zonder nogtans dat hy „ Grimer de Lyft van de depêches daar mede zal mogen „ verhogen. . „ ende dat, nadien verfcheide Refolutien, Brieven, Rap„ porten ende meer andere Stukken worden afgefchreven „ voor haar Hoog Mog. Gecommitteerden, om zig daar „ van te dienen in particuliere conferentien ende extraor„ dinaris Commiflien als anders, de Domefticjue of andere „ ordinaire Ciercquen van de Griffie pertinentelyk in hun„ ne declaratien zullen hebben te Hellen, voor welke Ge„ committeerden ofte Collegien, en op welken dag zy zo„ danige Stukken zullen hebben gefchreven, zonder het „ welk het zelve niet zal worden geleden, „ dat mede voortaan voor Schryfloon van ieder blad ten „ minden van vyf en twintig regelen op ieder zyde van „ het zelve blad niet meer zal mogen worden goedgedaan „ dan drie huivers, uitgenomen het geen gefchreven word „ in Franfch, Latvn, Hoogduitfch, waar van een huiver „ meer van ieder blad zal worden gepaileerd, ende dat „ zoo wanneer eenige regelen zullen worden gebragt op „ het twede Folium tfte de twede Rechter zyde, daarvoor „ niet meer dan half geld geleden zal worden, ende voor „ de regifïrature van haar Hoog Mog. Refolutien, Bne„ ven, Acfen &c: \oor ieder blad twaalf Huivers, genomen „ tegen vier ordinaris Waderen, mits dezelve naar ouder „ gewoonte en op gelyken voet compres werden gefchre- " „ ende dat voortaan de particuliere declaratien van Cu,. nes en van Vliet, Doroeilique Ciercquen van den Heer „ Griffier zullen komen tot lailen van denzelven Griffier. „ als genietende de depêche gelden van de Stukken; waar „ van by de gem. Ciercquen word gedeclareerd. T By  <74) By haar Hoog Mog. Refolutie van den 14 October 16*9 is op het Rapport van de Heeren Gedeputeerden tot de zaken van de Griffie, die agtervolgens voorgaande Refolutien gevaceerd hadden in zaken, rakende het doen drukken van haar Hoog Mog. Refolutien, Brieven, Aften en andere Stukken, verftaan, „dat by provifie en tot eene preove „ alle de Relolutien, Brieven, Aften en andere Stukken, „ daar van vyf copien en daar boven zullen moeten wezen, „ gedrukt zullen worden, en daar van minder dan vyf co„ pien van node zyn, dat dezelve gefchreven zullen wcr„ den, gelyk toen gefchiede, ten ware anders wierde ge„ ordonneerd, „ gelyk ook dat de gehele dagelykfche extenfie, vervat„ tende de ordinaris Refolutien van haar Hoog Mog. voor „ de Miniiters van den Staat by uitheemiche Potentaten re„ fiderende, mede gedrukt zal worden, „ en dat insgelyks de copien van de inkomende Brieven, „ Mernorien van de Ambaitadeurs en diergelyke Si ukken, „ daar van de Miniiters van dezen Staat by uitheemfche „ Potentaten reiideerende communicatie gegeven zal wor„ den, zullen worden gedrukt. By de Refolutie van den n Maart 1717, die in het bovengem. Rapport, ter Vergadering van de Heeren Staten van Holland ende Wellvriesland ungebragt, is gemeld, en in dat van de Heeren haar Hoog Mog. Gedeputeerden tot de zaken van de extraordinaris Vergadering ongetwyffeld be-oogd, dog eigentlyk in de Notulen van den 30 Maart gevonden word, is niets nieuws vaftgelteld, maar de voorn. Clercq op den voet van vorige aanïtelllngen benoemd om de directie te hebben, om de Refolutien, inkomende Brieven en Mernorien, eens gefchreeven zynde, aan den ordinaris Drukker van haar Hoog Mog. om dezelve te drukken te behandigen, en voorts aan de Miniiters van den Staat buiten 's Lands re/iderende op de refpective poitdagtn af te zenden volgens en in conformiteit van haar Hoog Mog. Refolutie van den October 1669, zoo even gemeld. Tegenwoordig nog word ingevolge de gem: Refolutie van den 15- September .166.1 geen Schryfloon gebragt van Aften van verlof, allerhande Commiflien, Pasporten, Brieven van voorfchryvens, Sententien, Extracten van Refolutien dewelke by partye worden geligt, en daar van zy het recht aan den Heer Grifher hebben betaald, dog het zelve word wel gebragt van Minuten van Commiifien, van Acten van approbatie op willige condcmnatien, van Oftroyen om te teiteren, van fententien en diergelyke, waar van particuliere ongetwyileldt het recht zullen nebl en betaald, en dit heeft reeds aanftonds na de voorfz. Refolutie plaats gehad, trouwens voor het hellen van de ordinaire Notulen en van alle Brieven en dus voor alle Minuten, bU gezonderd de fecrete Notulen en de Relolutien in Befoignes genomen wordende, welke beide door den Heer Gufljer worden  (7i) den gefield, sis mede alle vodamge Brieven als door denzeken worden geconcipieerd, word Schryfloon gedeclareerd .' van gelyke word oog tegenwoordig in de declaratien van her geen ten Comroire van den Heer Griflier en van den GVrimis gefchreven is, aangetekend de datum van den dag op welken gefchreven zyn de Stukken waar voor gedeclareerd word, dog daar by word niet meer geiteld, voor welke Gecommitteerden of Collegien dezelve gefchreven zyn, dit is alleen gedurende eenige weinige jaren naargekomen, en in dien tyd zelrs nog niet beitendig, maar met interruptie dan eens van drie maanden, dan eens zelfs van een jaar. Sedert meer dan honderd jaren is het nagelaten; waar van de reien voorzeker deze zal zyn, dat het houden van aantekening van de Gecommitteerden ofte Collegien, voor wien alles gefchreven was, zoo veel omflag zal hebben veroorzaakt, dat zulks te doen niet wel mogelyk zal zyn gcvveeil, en tiaar het fchryven by vervolg van tyd zeer merkelyk is vermeerderd, moet de moeyelykneid, zoo niet de onmogelykheid van de voorfz. aantekening te houden, meer en meer zyn vergroot. Oi waar omtrent in het 13 Point van het voorfz. Rapport word ge-advifeerd, dat vaftgefteJd zoude behoren re worden, dar gene zullen worden gegeven, dan met eenparigheid van alle de Provinciën, is een* zaak, die zo weinig voorvalt dat de Kamer niet kan zien dat het nodig is, dat daar omtrent de voorgedragen Refolutie genomen werde, en zulks te minder, om dat aan haar niet bekend is dat na het jaar 1717 eenige pülegave zonder bewilliging van alle de Provinciën is vergund. § 19- Wat de Raad van State in het oog gehad heeft, wanneer hy, gelyk in het zjl Artikel van het Rapport gezegd word, in eene van zyne Brieven gefchreven heeft, dat vermeende wel iets te vinden te wezen tot verbetering van de Middelen van de Generaliteit 3 is aan de Kamer onbekend, en ze is dus buiten ftaat, om me daar van eenige opening te geeven. S 30. "Waarfchynelyk zal tegenwoordig van den Raad van State niet meer worden gevorderd, dat hy haar Hoog Mog. Aa in-  ( ico ) infofmere, waar uit de int ereffen van dj orafgelofte Capitalen die genegotieerd zyn op de contributien 3 welke gedurende den groten 0onog3 met de Vrede ian Utrecht ge-eindigd, zyn gehevenj veel min nog een .ftaat van die contributien opgevc, waar toe tendeert het 14 Art: V2n het meergem. Rapport, Ten overvloede zal de Kamer daaromtrent alleen remarqneren, eerftelyk dat de Raad reeds te voren hy eene Miflive van den 5- December van het jaar 17^ op een voldoende wyze had aangetoond niet alleen de nodeloosheid, maar zelfs de genoegzaame onmogeiykheid van een Haat der voorfz contributien te formeren, zoo dat het temeer verwonderen is, dat zulks in het vooriz Rapport nader is aargedrongen, dan dat de Raad met zoo veel vrymoedigheid in zyne Miffive van den 10 Juni 1719 in den beginne van deze Memorie gemeld, gezegd heeft, dat van de vyf en twintig pointen, in het zelve Rapport gedetailleerd, fommige geen andere grond hebben dan gebrek aan informatie, en andere impracticabel zyn, welke beide reflexien op het vooriz point wel kunnen worden toegepalt. Ten twede dat de intereflen van de onafgeJofie Capitalen op de contr/burien geregoteerd na de Vrede van Utrecht zyn gevonden uit het fubiidie by bet Traclaat van Barrière aan den Staat beloofd, en dat na de wanbetaling van het zelve de refpeftive Provinciën tot betaling van die interesfen ieder haar aandeel hebben gefurneerd en nog opbrengen. S 3i. Volgens het z£ en laatfte Artikel van het meergemelde Rapport, zoude in conlideratie moeten worden genomen, of niet behoren te ceiTeren de Huishuuren 3 die gegeven worden aan de Leden van den Raad van State, als mede de •vyftien honderd guldens f die jaarlyks aan de Generaliteits Rekenkamer worden betaald. Naar de gedagten van de Rekenkamer zal het in die overweging alleen daar op aankomen, of de Staten van de refpecdive Provinciën hunne Gecommitteerden in de gemelde Collegien zulke ruime Traéiementen betalen, dat het voor dezelve mogelyk is zig ter bywoning van de deliberatien van dezelve Collegien alhier geftadig optehouden, zoo dit zoo is, zoude 'er zekerlyk veel reden zyn niet alleen om de Huishuuren die aan de Leden van den Raad en de vyftien honderd guldens die aan de Rekenkamer betaald worden, maar ook alle andere emolumenten, die dezelve uit de Kas van de Generaliteit genieten, af te fchaffen, het welk dan zod wel op de Gedeputeerden ter Vergadering van haar Hoog Mog., als de Gecommitteerde/! in den Raad van State en de Generaliteits Rekenkamer van applicatie zoude behoren te worden gemaakt, waar door zekerlyk eene aanzienelyke verligting aan die Kas zoude worden toegebragt; dog  C I0i ) dog mdien Je Gecommitteerden in c?e voorfz Collegien door hunne Committenten niet zoo ruim betaald worden dat zy zouden Kunnen mitlen de emolumenten, die aan de' zelve uit de Kas van de Generaliteit verfirekt worden o'eIvk zulks san de Leden van de Kamer by ondervinding bewuft is, verwagt de Kamer nier, dat de bondgenoten Jio? telyk zullen overgaan tot affchafhng van die emolumenten" aangezien deze tor verügting van derzelver Finantie ver' Ürekken, en het voorname oogmerk van het opereufe onderzoek, dat zy ann hunne Extraordinaire Gedeputeerden hebben aanbevolen, zekerlyk is om te zien of ook de provinciale Finantien meerder verligting uir de Kas van de Generaliteit zouden kunnen bekomen; ook hebben de Staten van de Provincie van Holland ende VVeitvriesland reeds by de meergem. Reiolutie van den 5 Maart 1755 begrepen, dat omtrent de vooriz pointen geen verandering behoordt te wotden gemaakt. Voor het overige zal ongetwyfTeld niemand oordelen, dat de fomme van drie honderd guldens, die aan ieder van de Leden van den Raad voor Huishuur betaald word, te hoo«zoude zyn, aangezien die fomme naauwlyks voldoende is om Z!g van behourlyke Kamers geduurende een geheel jaar te voorzien, men zwyge, om daar voor een bekwaam Huis te vinden. De fomme van vyftien honderd guldens, die aan de Rekenkamer betaald word, is gefchikt om in plaats van Huishuur verdeeld te worden onder de Leden in de Kamer feffie hebbende op den voet van prefentiegeld, waar by ieder Lid uit zyne andere emolumemen nog voegt eene lomme van twee honderd en agt guldens jaarlyks, zo dat het zelve "prefentiegeld geheel uit de emolumenten van de Leden gevonden word, rerwyl het prefentiegeld voor de Leden van den Raad van Srare voor ver het grootüe Gedeelte uit de Kas van de Generaliteit betaald word, gefvfc hier boven in de 10 § is aangetoond, en het zoude derhalven niet van hardigheid vry te fpreken zyn, indien men de Leden van de Kamer van het «e« not van de vooriz vyftien honderd guldens wilde ontzetten. Het Rappsrt van de Heeren haar Hoog Mog. Gedeputeerden tot de zaken van de extraordinaris Vergadering, den 17 Juni 1717 uitgebragt, dus afgehandeld zynde, zal ' de Kamer overgaan tot de pointen by het Plan van menage van den jare 1754 voorgedragen, voor zoo ver dezelve niet reeds aangeroerd zvn, van dewelke met opzigt tot de Vergadering van haar Hoog Mogende alleen overblyfe te fpreken van de kollen vallende op'het onderhoud van de Vertrekken en Gebouwen tot die Vergadering behorende. Dog alvorens oordeelt de Kamer in de eerile plaats te moeten noteren, dat op den 24 Februari van het jaar 1738 ter Vergadering van haar Hoog Mog, is geadvifeerd dat B b nader  ( 191 ) mder geëxamineerd behoordt te worden, of het &np van Hofmeefter van den Staat by vacature niet zoude kunnen en behoren te worden gemortiiiceerd, zonder dat zulks eenig verder gevolg heeft gehad. . De funclie van dien Amptenaar, voor zoover de hamer daar van kennis heeft, bepaalt zig aan het by wonen van publique ceremoniën, daar de Vergadering van haar Hoog Mog en corps verfchjnf, en in het gaan ontmoeten ot uitgeleiden van Extraordinaris en Ordinaris Ambafladeurs, en het verzorgen van het defroyement van dezelve, omtrent welk laatite deel van deszelfs funflie op den xöNo* vember \66i ter Vergadering van haar Hoog Mog. eene Inltructie voor hem is gearreiieerd. Het is waar, zodanige ceremoniën waar by de Holmeefier van den Staat paroifiëert, vallen weinig voor, en in deeze Eeuw zyn 'er miiichien niet meer dan twee voorbeelJ den van geweeft, en federt dat geen publique intreden van AmbalTadeurs, en vervolgens ook gene delroyementen van dezelve meer plaats hebben, is het gemelde twede, en in vroegere tyden voornaamlle deel van zyne iuncdie, geheel vervallen, zoo dat hy nu alleen geëmployeerd word om af te halen de Miniiters die door den Keizer van Marocco, en andere Mo. gentheden op de Kuil van Africa van tyd tot tyd aan den Staat dezer vereenigde Nederlanden gezonden worden, en hce zeer vervolgens deszelfs bezigheden- weinig zyn ziet de Kamer even wel niet, dat hy in het geheel zoude kunnen worden gemilt, of door eenig ander Amptenaar vervangen. Deszelfs Tractement is niet meer dan een duizend guldens, en fchynt dus geen vermindering te kunnen onder* gaan, de Kamer vergenoegd zig derhalven met de voorfz informatien en coniideratien te hebben voorgedragen. § 3 3» In de twede plaats rematcpjeeTt de Kamer dat van de Ciercquen, die in de Gtiffie van haar Hoog Mog. Jchryven de Stukhen, welke de re/peelive Trovv-cien concerneren, aan eenen van ieder Provincie, en dus aan zeven uit de Kas van de Generaliteit betaald word een jaarlyks 1 ractement van twee en veertig guldens en zeventien Huivers, omme dez.e Traéementen heeft den Raad van State teeds in den jaare 1670, uitwyzens deszelfs Refolutie van den 16 Auguitns van dat jaar begrepen f dat dezelve zouden kuunen worden gemenageerd uit hoofde dat vooriz Provinciale Ciercquen aangeileld en gefalarieerd worden by de Provinciën refpecfivelyk, en geen dienft doen, dan aan deïelve Provinciën. Dit heeft egter geen effect geforteerd ; in tegendeel is hy Refolutie van haar Hoog Mog. van den 31 December van het zelfde jaar 1670 verltaan, dat wanneer des voor of des na-  ramiddiags eenige particuliere Vergaderingen zuilen worden belegd, de Provinciale Clercq, wiens Provincie p:£fideerr, gehouden zal zyn zig tegen dien tyd in de Grirhe of wel in de Kamer van den Agent te laten vinden , orri aan de Heeren haar Hoog Mog. Gedeputeerden te fuhmi. niiireren ende ter hand te Hellen alle zodanige Boeken^ reiro acla ende andere Stukken als dezelve zullen oordelen van node te hebben, en zulks op het jaarlyks Tra-Mement het welk de voorn. Ciercquen daar voor trekken en genieten. Dog de Kamer is geïnformeerd, dat de vooifz Refolutie geheel in onbruik is geraakt, en dat de voorfz Ciercquen immers tegenwoordig en ledcrt eene bmge reeks van jaren geen dientt doen dan aan de Provinciën, en zy zouden vervólgens van gedrïgten zyn, dat de voorfz Traciementen, van dewelke ze egter niet wil verbergen, dat ze de oorfprong niet heeft kunnen opfporen, en alleen ontdekken, dat ze in het jaar i6jo reeds als ordinaire Tractememen betaald zyn, wel zouden kunnen worden gemenageerd, en miisdien verdaan dat dezelve aan de Succeflèurs Van de tegenwoordige Ciercquen nier zuilen worden ver ftrekt. S 3 4- Wat nu betreft het onderhoud van de Vertrekken en Gebouwen tot de Verdering van haar Hovg Mog. behorende, zoo heeft de Kamer in bet Plan van menage van den jare 17^4 voorgedragen, dat het tot vermindering van kolten en te gelyk ror beter in itaar houding van de Gebouwen zoude verftrekken, indien haar Hoog Mog. naar het voorbeeld van het geen de Raad en Rekenkamer toen reeds gedaan hadden, mede een Opzigter over de voorfz Gebouwen aan fielden op een gelyk Traktement van twee honderd guldens jaarlyks, als aan de Opzigters over de Gebouwen tot den Raad en Rekenkamer behorende betaald word, ten ware haar Hoog Mog. zouden 4tunnen goedvinden dat werk aan den Agent te demanderen, en deze voorilag is aan de Staten van Holland ende VVeitvriesland, die eigentlyk de koiten van het vooriz onderhoud betalen uit een poit op den Staat van Oorlog ftaande, zoo wel gevallen; dat zy by de raeergem. Refolutie van den y Maart 175:5 hebben verHaan, dat ter Vergadering van haar Hoog Mog. zoude worden voorgedragen, dat zy daar in met de Generaliteits Rekenkamer zoude toiiveniee?endat op eene Injirucïie daar toe te formeren , een Opzigter over de Gebouwen op een Tractement van drie honderd guldens zoude bJjoren te worden aangefleld. De Kamer is nog van gedagren, dat het tot vermindering van koiten en wering van misbtuiken', zoo ai niet tot beter in itaat houding der Gebouwen , ten uiterfte dienflig zoude zyn, dat door haar Hoog Mog. een bekwaam Opzigter w^erd aangelteld, die onder andere eenige kundigheid zoude behoren te hebben van de Bouwkunde, b b % ets  ( IC-4 ) en ze is daar in te meer verfterkt, alsze by gelegentheid van de deliberatien over deeze Memorie heeft laten opmaken een ftaat van de koiten, die in dc jaren s78j, ijoz, 1783, 1784 en 1735" zyn gevallen op het onderhoud van de Vertrekken en Gebouwen tot de Vergadering van haar Hoog Mog., den Raad van State en de Generaliteits Rekenkamer behorende, van welke itaat een Copie hiernevens onder No. i>. word gevoegd, en zy uit dezelve bevonden heeft, dat de koiten van het onderhoud der Gebouwen tot de V ergadering van haar Hoog Mog. behorende, in de voorfz jiaren ruim het dubbeld hebben bedragen van de koften die in dezelfde tyd gevallen zyn op het onderhoud van de Gebouwen rot den Raad van State en de Rekenkamer behorende, te famen genomen, terwyl de Vertrekken en Gebouwen tot de gemelde Vergadering behorende, weinig meerder zyn, dan die van de beide andere CollegicV te famen , en als ze in de twede plaats heeft geconfsdereerd , dat zedert eenige jaren een Knegt van den Timmerman en een van den verwer het gehele jaar door in dienft zyn, en zo de Kamer geïnformeerd is veeltyds door den Deurwaarder van de Griffie gebruikt worden om hem te helpen in het wegfchtkken van Regitters en Papieren, die dagelyks gtrequireerd worden, het geen in her jaar 17^4 en verfcheide jaren daar na nog geen plaats gehad heeft, ten minfte riiec tot zo ver, dat het gehele jaar door twee Arbeidslieden in dienft van het Land geweeit zyn. Het kan wel zyn, dat in dien tyd nu en dan een Timmermans of Verwersknegt tot den voorfz dienft is gcëmployctrd, de K amer wil ook wel geloven, dat de Deurwaarder van de Griffie eenige adfittentie nodig heeft, maar ze is van be¬ grip, dat het veel gelchikter en merkelyk minder koftbaar zoude zyn, dat aan den gemelde Deurwaarder eene jaarlykfche fomme van penningen wierde toegelegd, om zig daar door de nodige adiiitentie te verzorgen, dan dat hy arbeidslieden gebruikt, die hoge daggelden trekken; en indien dit mogt worden vaftgefteld, zoude tefTens uitdrukkelyk behoren te worden verboden, dat eenig Arbeider tot adfïfientie van gemelde Deurwaarder werde gegeven en gebruikt, terwyl het verder om voor te komen dat zulks niet weder inkruipe, volttrekt nodig zoude wezen , dat een Opzigter aangeileld worde. Omtrent deüelfs Tractement is de Kamer niet alleen met de Staten van Hollanden Weftvriesland van begrip, dat het zelve op drie honderd guldens zoude kunnen worden bepaald, maar zelfs zoude ze niet vreemd vinden, dat aan denzelven, in confidentie dat de Gebouwen tot de Vergadering van haar Hoog Mog. behorende niet minder zyn dan de Gebouwen tot den Raad en Rekenkamer behorende te famen genomen, zo veel voor Traclement wierd toegelegd, als de Opzigters van de twee laatitgemelde Collegien te zanten genieten, het welk is vier honderd guldens, ein-  t ) eindelyk Hemt de Kamer met hooggemelde Heeren Staten volkomen in,dat voor zodanig Opzigter eene Inilruclie zoude behoren te worden geformeerd, en het is tot dat einde dat hier nevens onder No. 16. word overgelegd een Copie van de Inilruclie, die de Kamer in den jare 1781, voor haren Opzigter heeft gearreiieerd, waar by de Kamer niets meerder weet te voegen, dan dat by een afzonderlyk Artikel aan den aan te hellen Opzigter zoude behoren te worden bevolen, van zorge te dragen, dat in de Huizenen Vertrekken door 'sLands Bedienden bewoond generhande Meubilen ren kollen van den Lande gemaakt of geleverd u orden. §• 3f. Met betrekking tot den Raad van State heeft de Kamer by het Plan van menage van den jare 1754 voorgedragen, dat het werk van den Raad federt de aanÜelhng van een Stadhouder en Capitein Generaal van de refpeftive Provin. cien, en door het maken van de Vrede in den jare 1748 zeer verminderd zynde, alles aldaar op den ouden voet zoude kunnen worden gebragt, en mitsdien by de eerlte vacature afgefchaft, de vermeerdering van traclement van den Heere Tbsjattrier Generaal ter iomme van tweeduizend en vyf honderd guldens het geen te voren in tyd van Vrede niet is genoten, en zyn de Heeren Staten van Holland ende VVeitvriesland, uitwyzens derzelver Refolutie van den 5 Maart 1757 van gedagten geweeit, dat de voorfz verhoging om byzondere redenen en inzigten zynde gefchied, de deliberatien daar over behoorden te worden gediffereerd, tot dat dat Ampt zoude vaceeren; niet te min is het daar by tot hier toe gebleven. Ondertutfchen is zeer zonderling de voet op welken het Traclement van dien hogen Arnptenaar, aan wiens zorgde fpaarzarae adminiftratie van de Finantie van de Generaliteit in het byzonder is aanbevolen, federt het einde vandevorige eeuw fucceffivelyk is verhoogd. Het ordinaris Traftement is tot het jaar 1700 geweeit twee duizend guldens, en heeft de Heer Thefaurier Generaal daar en boven voor leggeld, huishuur, konynegeld, de dittributie van de konynegelden, porten van brieven, een domelhcq Clercq en falaris van de adminiüratie van de penningen tot verval van de neceffiteiten van den Raad gefchikt, genoten de fomme van een duizend twee honderd negen en feftig guldens en feitien Huivers. by Refolutie van den 4 November 1700 is het voorfz ordinaris Traftement verhoogd tot op vier duizend guldens, by Refolutie van den 15- Januari 1708 is aan denzelven Heer in coniideratie dat detfelfs werk merkelyk was verzwaard door deadmihiitratievan de middelen, welke geheven worden in de Landen, waar van de Staat gedurende den Oorlog de poflèflie heeft gekregen, toegelegd eene fom- C c me  ( ïo6 ) me van een duizend guldens jaarlyks te betalen uit de mid* delen van de voorfz Landen, en by eene twede Refolutie van denzelve dag is aan gemelde Heer uit hoofde van de vermeerdering van zyne moeite en occupatien gedurende den Oorlog, zonder dat zyne emolumenten te gelyk waren vermeerderd, nog vergund een extraordinaris byflag van een duizend Ryksdaaidersjaarlyks, in te gaan met den eerften Januari van dat jaar, en te continueren zoo lang de Oorlog zoude duuren, te betalen uit de regten van de Paspoorten en Sauve Gardes, deze byflag is met het einde van de Oorlog opgehouden , dog hoe zeer de middelen van de Landen, waarvan de Staat gedurende den Oorlog was in bezit geraakt, met de Vrede zyn vervallen, is de toeleg daar op geaffeclueerd, niet te min gecontinueerd, en vervoigens betaald ui hec fubiidie by het Traftaat van Barrière beloofd,, en wanneer de betaling van het zelve in 1744 ten groothen dele is opgehouden, is de voorfz toeleg van dien tyd af gevonden uit de middelen van het Overquartier van Gelderland. Met de introductie van het prefentiegeld in het jaar 1718 is aan den Heer Thefaurier Generaal in piaars van presentiegeld toegelegd eene fomme van twee honderd en vyttig guldens, en voorts by Revolutie van den Raad van den xj December 1740 voor een Almanak met Zilver beflag en Couranten eene fomme van veertig guldens jaarlyks. Wanneer naderhand ontltaan zyn de troubles, die met de Vrede van Aken zyn geëindigd , is by Reioiutie van haar Hoog Mog. van den 9 Juli 1744 aan den Heer Thelaurier Generaal toegelegd gelyke b\ flagvan een duizend Ryksdaalders, als in de vorige Oorlog by Refolutie van den 15 Januari 1708 was vergund, te beginnen met den 1 April van het zelfde jaar 1744, en te continueeren tot dat de toen fubiiiterende troubles zouden celieren, te betalen uit de poit van de legerlaflen, dog die byflag is by Refolutie van den Raad van State van den \x December 1748 aan den Thefaurier Generaal in der tyd gecontinueerd zo lang hy dien Itaat zoude bekleden en vervolgens uit de ordinaris kas van de Generaliteit betaald, en de volgende Heeren Thefauriers op denzelfden voet zynde aangefteld als hunne Praedecefleurs,zyn dan ook in het genot van dien byilag gebleven. Eyndelyk is by Refolutie van haar Hoog Mog. van den Februari van het jaar 1785 aan den Heer Thefaurier Generaal toegelegd eene fomme van vyf a les honderd guldens voor een Domeiticq Clercq, en wydcrs verltaan, dat tot egalifatie van het geen hy door de relignatie van de poli van Advocaat Fiscaal by het CoUegie ter Admiraliteit op de Maze ftondt te miiTen, de jaarlyklche inkomlten van den Thefaurier Generaal van de Unie zulien worden gebragt op tien duizend guldens; tot executie van welke Refolutie de fomme van twee honderd vyftig guldens, die de vorige Thefauriers Generaal  ( iof ) raai voor ejjo DomeÜicq Clercq hadden genoten k hoogd rot fes honderd guldens, en voorrs by Ref0L l «35 den Raad van den i Maart 1785- verdaan, dat tot eglfifailé van het vooriz gemis ten behoeven van den Heere Thi faurier Generaal eene twede Ordonnantie uit de middelen van het Overquartier van Gelderland ter fomme van een duizend guldens jaarlyks zal worden gedèpecheerd En dus zvn de inkomlten van den Staat van Raad en Thefaurier Generaal van de Unie federt bet einde van de vonge eeuw, wanneer dezelve bedroegen eene fomme van drie duizend twee honderd negen en feftig guldens en festien "invers verhoogd met eene fomme van zeven duizend een honderd en veertig guldens, en over zulks gebrast cv de lomme van tien duizend vier honderd neg n guldens en feihen Huivers, zonder te rekenen de Schryf behoeftens en Flambouwen die aan den Heer Thefaurier Generaal in natura geleverd worden, terwyl in dat zelvetydperk deTrac tementen van zeer weinig andere Amptenaren verbeterd en daarenboven is aan den Heer Thefaurier Generaal, die tegenwoordig in functie is, by de gemelde Refolutie van den 21 februari 178,- de faculreir ge/aten, om ten allen teden, wanneer hy zulks geraden mogt oordelen, zyne dimiffie te kunnen nemen met behoud van het vafte ordinaris Traclement van vier duyzend guldens. De Kamer zal zig op dit Artikel wederom vergenoegen met het geven van de voorfz informatien, en aan de Hondgenoten overlaten te beoordelen, of en in hoeverre de inkomilen van het voorfz aanzienelyk Ampt voor het toekömende zullen behoren verminderd tc worden. §. 36. By fier Plan van menage van den jare 17^4 heeft de Ka* mer verder voorgeüeld, dat ook zoude kunnen worden afgefchaft de nieuwe vet meerdering van het Tra&ement van den Commis ter Secretarie van éten Raad van State, by deszelfs Reiolutie van den 20 Auguflus 1753 geaccordeerd, als mede dat by vacature zouden kunnen worden gemorttficterd de nieuwe gecreëerde Commifen, de eene tn bet Comptoir van de Thefaurie, de andere in de Secretarie van den welgem. Rade, en dat de inkomften van het Ampt van Cbartermeefier in dezelfde Secretarie, die boven eenige kleine emolumenten trekt twee duizend guldens 'sjaars, op een duizend guldens zouaen kunnen warden gebragt. Na dat in het begin van het jaar 1748 nog een Commis ter Secretarie van den Raad was aangeileld, en denzelven toegelegd eene fomme van twaalf honderd guldens voor jaarlyks Traelement, en eene fomme van drie honderd guldens voor jaarlyks extraordinaire Traclement, welk eenen ander de oudlte Commis genoot, wyders voor en in plaats van leges, by den anderen Commis 'uit de Secretarie genoten wollende, eene fomme van twee duizend en vyfhon-* derd guldens, het welk niet te hoog genomen was naaf C e x bei  (io8 ) he*t geen de leges uit de Secretarie federt twee a drie jaren hadden opgebragt, en daar en boven gelyke kleine emolumenten zoo van Huishuur, Konvnegeld als anderzints, waar van de oudhe Commis jouilTeerde, welke te famen uitmaakten drie honderd vier en tachtig guldens en feüien Huivers, bevondt' het zig al aanltonds in het jaar f750, dat de oudtte Commis, vermits door de gemaakte vrede de leges uit de Secretarie merkelyk verminderd waren, op verre na zo veel inkomen van zyn Ampt niet had, ais de andere Commis, het welk niet redelyk ge-oordeeld zvnde aanleiding heeft gegeven dat eindelyk by Refolutie van den Raad van State van den 20 Augultus 175-3 is vailgeileld, dat om de inegaliteit der rendementen van de twee Commis Ampten weg te nemen het extraordinaris Traéteroent van drie honderd guldens, ltaande tot het oudite Commis Ampt, van toen af zoude worden verhoogd tot dertienhonderd guldens in het jaar, en dat daar tegen de fomme van twee duizend en vyf honderd guldens in de plaats van leges aan den anderen Commis toegevoegd, by overlyden of verlaten van denzelven zoude worden verminderd op vyftien honderd guldens in het jaar. Hier uit volgd dan dat de redenen, waarom de voorfz. verfchikkmg is ge-arrelteerd, by de eerlte vacature niet hebben opgehouden, gelyk de Heeren Staten van Holland en WeÜvriesland in hunne zoo dikwyls ge-allegueerde Refolutie het hebben begrepen, maar dat de vooriz verhoging aan den Succelïeur by des Raads Refolutie van den 6 December 1769 te regt is gecontinueerd, en in de daad,indien dit niet was gefchsed, zoude het rendement van het oudite Commis Ampt by aanhoudentheid minder geweeil zyn, dan dat van het andere, niet tegenltaande dit by dc gemelde Refolutie van 1753 met duizend guldens was verminderd , en over zulks zoude dezelfde inegaliteit, en onredelykheid, dewelke de Raad by die Refolutie heeft willen wegnemen, by aanhoudendheid hebben plaats gehad. Niet te min zier de Kamer geen reden, waarom het oudfte Commis Ampt niet wederom zoude worden gebragt op den voet waar op het voor de Reiolutie van den 20 Augultus 175*3 geweeit is, terwyl de inegaliteit van deszelfs rendement met dat van het andere Commis Ampt, indien dat in wezen zal blyven, zeer wel kan worden weggenomen, zo als hier na zal worden voorgefteld, na dat over het mortificeren van dat Commis Ampt, en van het ter zeiver tyd nieuw gecre- eerde Commis Ampt ter Thefaurie zai zyn gefproken. Her is zeker, dat tot het jaar 1748 toe nooit meer dan een Commis ter Thefaurie en een ter Secretarie van den Raad geweeft is, en dat niet te min het werk dat 'er niet alleen gedurende de troebles, die in 1743 zyn ontltaan,maar zelfs gedurende den groten Oorlog, die met den Vrede van Utrecht ge-eindigd is, en zoo onbegrypelyk veel bezigheden aan den Raad heeft verfchaft, is te doen geweeit, verrigt is op eene wyze, dat zekerlyk de dienft van het Land geen het minfte nadeel heeft geleden, het is ook zeker, dat in een ftille en geruite tyd geen twee  twee Commifen in de voorfz. Comrofren nodig zvn te meer daar de Commis ter Secretarie door d^e Inf el'intf vaneen Chartermeelter nog merkelyk in zyn wer*is ver? ja zelfs dat na de weder invoering van de eminentechar ges van Stadhouder en Capitein Generaal van de rlfaaï ve Provinciën, waar door de bezigheden van den Raad zekerlyk zyn verminderd, het werk ook in Oorlogs tvd met eenen Commis gemakkelyker zoude kunnen worden afgedaan dan bevorens, niet te min is aan de Kamer door zoo goede informatien dat zy daar op meent te kunnen itaat maken, bekend, dar de bezigheden van den Raad in tyd van troubles van Oorlog zoo menigvuldig zyn, dat het naauwlyks te bearyÏSJ?'.?" hVel>rV voor al van den Secretaris,het welk altoos voor veel omflagnger gehouden is, dan dat van den In' TrCr|GhTM1, ^eduurende de BemeWe twee Oorlo" gen met behulp van maar eenen Commis heeft kunnen b^deTerngf' C£ d3t vervo1^ twede Commi in beide de voorfz. Comtoiren by ryden van Oorlog kan worden gerekend noodzakeiyk re zyn, ë "anuor tin dewyl ber niet wei mogelyk zoude wezen by het ontgaan van troubles Luiden te vinden, die zoo veel b^kwaaml he.d in het werk van den Raad zouden hebben, dat men aanitonds de vereiichte dienit van dezelve zoude kunnen . uin,jen ,men daar en boven by eindigen van de troubles dezelve niet weder zoude kunnen dimitteren, zoo iJmtu rT nietAverdcr °P he< mortificeren van de meerit zef wer°rT!S/mpiCï- auan?rin6en-eQ te minder om den L f ' dG kundl8hedcn, die in de Miniileis van den Raad ve.eiicht worden, om hunne bedieningen in al!S "T behor?n waar fe nemen, zoo uitgeilrekt zyn, dat zy tot het acqoireren van dezelve wel nodig hebben de ruimte van tyd, die zy door de hu/p vaneenen twedco Commis in geruite dagen verkrygen. ' Dog de Kamer begrypt dat hec rendement van die Amnten zeer gevoeglyk zoude kunnen worden verminderd, en dat zulks zelfs uoodzakdvk is, om dat anderfmts de oudfte Commis ter Secretarie, ingevalle afgefchaft word de verhoging van duizend guldens, aan dat Ampt in 175-3 toegevoegd, zo als hier boven reeds is aangetekend, en misichien ook de oudile Commis ter Thefaurie, aan wiens Amot gene verhoging is toegevoegd, minder inkomen van hunne Ampten zouden heoben, dan de jongere. Ten dien einde zouJe kunnen, ren naar de gedagtenvan de Kamer behoren te worden vaftgeüeld, dat de lomme van agtien honderd guldens, die aan den Commis rerThefaurie boven het ordinaris Tractement van twaalf honderd guldens en de ordinaire emolumenten zoo van Huishuur, Konynegeld als anderfmts by den gewonen Commis ter ifielaurie genoten wordende, welke kleine emolumenten te iamen bedragen drie honderd negen en vyftig guldens en ieluen huivers, voor en in plaats van leges is toegelegd, zal worden verminderd op agt honderd guldens, en dat D d * de  ( ho } de fomme van vyftien honderd guldens, die den Commis ter becretarie voor en in plaats van leges is toegelegd,t.*\ worden verminderd op vyf honderd guldens, wanneer de eeritgemelde zal behouden twee duizend drie honderd negen en vyftig guldens en feftien tiuivers, en de andere twee duizend drie honderd vier en tachtig guldens en leitien Huivers, dog dat aan dezelve in tyden van troubles van Oorlog, wanneer de leges van de oudile Commifen merkelyk vermeerderen, een byflag van duizend guldens jaarlyks aan ieder zal worden goedgedaan, en dewyl dan de jongtte Commis ter Secretarie weinig meerder inkomen hebben zoude dan de Chartermeefier, aan den welken by Refolutie van den Raad van State van den X3 Februari 1748 is toegelegd een jaarlyks Tradement van fes honderd guldens, en in plaats van leges eene fomme van veertien honderd guldens jaarlyks, en daar en boven voor kleine emolumenten van Huishuur cvc. de helft van het geen de Commis genoot, en de nieuw aan te Hellen zoude genieten, zoude ook dit Ampt eenige vermindering behoren tè ondergaan, dog deszelfs rendement te brengen op een duizend guldens, zoo a/s by het Plan van menage van den jare 175-4 is voorgefteld, komt by nader reflexie aan de Kamer voor, dat het zelve te veel verminderen zoude, aangezien hec dan merkelyk minder zoude zyn dan het rendement van de bediening van ordinaris Clercq in dezelfde Secietatie, en vervolgens zoude de Kamer van gedagten zyn, dat de fomme van veertien honderd guldens, die voor en in plaats van leges aan den ChanermeeÜer zyn toegelegd, met vier honderd guldens zoude kunnen worden verminderd, wanneer dezelve zal behouden eene fomme van zeventien honderd twee en negentig guldens en agt Huivers, dog dataan denzelven in tyden van Oorlog een "byflag van vier honderd guldens jaarlyks zoude behoren ie worden goedgedaan. Voor het overige is de Kamer van begrip, dat de voorfz. fchikkingen en verminderingen, indien die al tegen verwarring fpoedig mogten worden valtgeiteld, niet behoren te veritrekken ten nadele van den jcnglten Commis ter Thefaurie nog van de beide Commifen en van den Chartermeeüer ter Secretarie, dewelke die hedieninsen tegenWöordig waarnemen, hoe zeer in de Traciementen, tot dezelvegefchikt, nog niet ingevallen zyn, maar dat dezelve verminderingen eerit zouden behoren Handt te grypen in opziet van die gene, dewelke na het arrelteren van dezelve zullen worden aangeiteld,terwyl het tegendeel voor den Chartermeeiter re harder zoude zyn, om dat die reeds federt meer dan twee jaren het Land zonder eenige belonin» gediend heeft. 0 &<" § 3 7- Het Ampt van extraordinaris Commis van de Generaliteits Finantie is by de vacature van het zelve niet weder vervuld, dan  (in ; dan dc Gecommitteerden in de Generaliteits Rekenka* rner vermenen, dar her getal van de ordinaire Comtnifen van de gemelde btnantie van vier, waar op he: by haar HoopMog. Rrfoluiie van den .8 Juli en dus reeds voof de laat e InitrUaie van de Generaliteits Rekenkamer, die ge-arre teerd is den 30 September ,6?i is bepaald, zeer gevoeg!yk op twee zoude kunnen worden verminderd, gelyk by de meergemelde Refolutie van de Heeren Stafen van Ho land ende VVeitvriesland van den 5 Maart l7re, overeenkomitig het Rapport daar toe reeds den 9 Februari 17*7 ter Vergadering van haar Hoog Mog. uireebra«n, nader k m bedenken gegeven, want als men let % dc] 'h. trucdie voor de gemelde Commifen den 16 Maart 1600 ter Vergadering van haar Hoog Mog. de Heeren Staten Geneh^r ^ n^'aCnf ? kNed"la«den ge-arreiteerd, zal men in hmiLn «4 n u cl,evimien' dat *V **g moeiten laten gerhrtlA Bef°JgneS V3n liquidatien, de¬ claratien (onder andere ook van de Provintien, gelyk uit het 5 Artikel blykt , of afrekeningen van dienften Hu nngen van rollen van Monitering, en alle Llke anSre als aan dezeiye by de Heeren Staten Generaal ofte den Ka i van bta.n ,er hand géiield en aanbevolen zullen worden gelyk mede .11 her monlferen, en verpagten van de gemene middelen, en alle zulke andere laden fals aan dezelve by ce Heeren b aten Generaal en Raad van State zouden worden opgelegd. Nu is de Rekenkamer in den jare 1607 onder andere in het byzonder ingeleid, om te examineren de declaratien van de refpedive Provinciën, en by de nadere Initructle ne?en oinlL651 V" de2eIve ^«-mandcerd het examineren opnemen en fluiten van de rekeningen van allecöroptabele van de Generaliteits middelen, als mede van vivres, Ammunitie van Oorlog en van alie andete iakömOni gene uitgezonderd, a/s mede het vi/iteren, examineren en liquideren van a/ie declaratien, waar op eenige Ordonnantiën van betaling zouden moeten worden geflagen, en derhalven biyft 'er van het werk aan dl Commifen van de Finantie oorfpronkelyk gedemandeerd, niets over dm het fluiten van rollen van monlteringe , het geen z" in tyd van Vrede alleen bepaald tot de Moniterrollen van de Regimenten Switlers in dienit van den Staat, terwvl dezelve federt langen tyd r0r het doen van monltèringen en weimg of nooit tot het verpagten van de gemene Mid delen of andere lallen gebruikt zyn B*uicue iviia- ^VR^iSrar' daE de Raid Van S'™e "a delnftrocWn de Rekenkamer nog by aanhoudendheid door de Commi" tVrtl a Finat!!ie ihecft doen e^mineren zoo nier alle zekei/yk de meeite declaratien, die aan denzelven gepre- dezeTve JègJ^ °m bcU,in8 16 Qrh^ V*n de P0«™ in dog naderhand heeft de Rand daar van afgezien, en genoegzaam alle de declaratien, die vanfómmife AmptenarVn wat vroeger, van andere wat later, direct&aan de Kamer gezonden, zoo dat tegenwoordig geen andere door de meerad a gtM  ( ) gemelde Commifen geëxamineerd worden, dan die van Heeren Gedeputeerden van haar Hoog Mog. en Gecommitteerden van den Raad, als mede die van de Miniiters van den Staat buiten 'sLands; en hier omtrent zal de Kamer aan den Raad van State gaarne over laten te be-oorde!en of zulks zonder ondienft van den Lande ook niet zoude kunnen worden nagelaten, en de Commifen van de Finantie van dat werk ontlalt. Het is van gelyke waar, dat de Kamer niet ten volle is geraakt in de behandeling van het werk, by de Inftruftie van den jare löfi aan dezelve aanbevolen, maar dat aan dezelve is onthouden het opnemen , liquideren en fluiten van rekeningen en declaratien fpruitende uit Penningen gedeitineerd tot Legertallen, Fortificatiën en diergelyke, en dat daar omtrent eindelyk na vele moeyelykheden by Refolutie van haar Hoog Mog. van den ar Januari 1693 is gemaakt die fchikking, dat aan de Commifen van de Finantie zoude verblyven het opmaken van afrekeningen van Legerdienlten en van al wat tot den train en fubiiüentie van het Leger behoordt, als mede de rekeningen van de Penningen, dewelke de Commifen van de Artillerie en Ammunirie re Velde, de Wagemeelter Generaal en andere Bedienden van het Leger gedurende de Veldtocht ontfangen tot betaling der daggelden van hun zelve, en van hunne onderhebbende Conducteors. Het is eindelyk al verder waar, dat niet tegenflaande de voorfz fchikkingen zig alleen uitltrekken tot een tyd van Oorlog, de Raad van State egter na de Vrede van Utrecht by continuatie door de meergem. Commifen heeft doen opmaken afrekeningen van de Traciementen van de Gouverneurs, Commandeurs en Majors in de Steden van de Barrière, dan het welk door het inruimen van die Steden nu is vervallen, van eenige weinige andere Amptenaren, van Serviesgelden, alsmede van Daggelden van Ingenieurs en andere Officieren, van welke laatite het getal egter gering is, mitsgaders van Scheepsvragten tot het Tranfport van Militie en Ammunitie van Oorlog, dog al het zelve is van zoo weinig omfiag, dat het door twee Perionen gemakkeiyk zal kunnen w orden verrigtt zelfs meent de Kamer te mogen vastftelien, dat tot het geen in tyd van Oorlog door de meergem, Commifen moet worden gedaan, geen groter getal nodig is, Ook is reeds den 9 April 1727 door de Heeren haar Hoog Mog. Gedeputeerden tot de zaken van de Zee, gelyk hier boven uit de Refolutie van de Heeren Staten van H 'land ende Welt vriesland van den 5 Maart 175-5- is genoteert, voorgellagen om valt te Rellen, dat de Commilen van de Generaliteits Finantie zouden uititerven op twee, en dat bv abfentie', ziekte of andere toevallen in zaken, waar in twee Commifen volgens hunne Inürudie gelykelyk moeten befolgneren, de Rekenkamer een van de Ciercquen zoude aulhoriferen, , en hier tegen hebben de Commifen op den z6 van dezelve  ( ) zelve maand April niet gerepresenteerd, dat hef werk dooi twee nier kende worden vernet, maar wel dar aan dezelve groot nadeel zoude worden toegebragt, indien vasrgeiteld wierd, dat wanneer derzelver getal op twee zoude zyn uit» geltorven, by abfentie, ziekte of andere toevallen in zaken waar in twee Commifen re gelyk moeren befoigneren, de Rekenkamer eenen van bare Ciercquen tot derzelver afliiientie zoude authoriferen, nademaa] daar door het emploi van Commis van de Generaliteits Finantie ten cenemaal van aart en gedaante zoude veranderen , als voorheen en voor de ereelie van de Generaliteits Rekenkamer, in die zelfde quahreit zelfs gefungeerd hebbende, en naderhand als Commilen het zy in het gaan in Commiilien met een Secretaris van de Generaliteits Rekenkamer (gehk zulks klaarhkzoude blyken uir haar Hoog Mog. Relolutien van den n Juni en 13 September i6~3o) als anderzints, altoos waren geconhdereerd geworden bedieningen te bezitten, dewelke veel verfcKillèn van de zodanige, die volgens de vooriz Propofitie aan dezelve zouden worden toegevoegd, en dat nog wei na daar roe door de Rekenkamer ge-authorifeerd te zyn, daar her zonne A/aar was dat zy Commilen by hunne aanltebtng en het aanvaarden van hunne bedieningen alleen gehouden zyn re befoigneren op ordres van haar f-foog Mog en ouder directie van den Raad van State, en aan dezelve ook alleen wegens hunne befoignes refponfahcl zyn, en by gevolg geen de mintte relatie hebben tot de Generaliteits Rekenkamer. Hoe zeer nu de Commifen van de Finantie by het inltellcn van hunne voorfz reprefentatie niet geconfidereerd lcnynen te hebben, dat het werk, dar zy voor de ereelie van de Rekenkamer hebben verrigt, aan hun niet is gedemandeerd geweeit als aan een CoUegie dat bevoegd was om hetzelve finaal af re doen, zoo ais zoude oordelen re behoren , maar dar zy alles voor den Raad van Srare hebben geëxamineerd en geprepareerd, om vervolgens na gehoord rapport by den Raad te worden afgedaan, gelyk zy mede niet hebben geconfidereerd, dat het aanzien van de Rekenkamer na het jaar 163 x zeer merkelyk is vergroot door hét werk, dat by de Inftruclie van den jare 1651 aan dezelveis gedemandeerd zonder daar in aan haar Hoog Mog- veelmin aan den Raad van State gefubordonneerd te zyn, waarvan het gevolg is geweeft, dat om verfchillende begrippen tusfchen de relpcciive Collegien voor te komen hoe langer hoe meer zaaken by haar Hoog Mog. met den Raad en de Rekenkamer te famen, of met de Rekenkamer alleen, geJyfc mede by den Raad met de Rekenkamer zyn en nog dageJyks worden commtfloriaal gemaakt, in welke conferentien niet alleen de Leden maar ook de Secrefarilfen van de Kamer ais Gecommitteerden uit dezelve de eer hebben in eenè volmaakte gelykheid met de Heeren Gecommitteerden van den Raad van State, en zelfs met de Heeren Gedeputeerden *an haar Hoog Mog. te verfchynen, in zoo verre dat ook hunne Hemmen by het formeren van de concluile worden geteld, en vervolgens by het doen van het rapport van E e con- By de Refolutie van n Juni 1630 een Commis van de Finantie en een Secretaris van de Rekenkamer tot eene zelfde zaak gecommitteerd, en daar van door dezelve den 13 September rapport gedaan zynde, worden in die beide Refolutien de Commis in de eerftc plaats, en dus vnor den Secretaris genoemd.  ( Tl4 ) conferentien met Gedeputeerden va» haar Hoog Mog. gehouden in hoogit derzelver Vergadering te adiiileren, 200 begrypt egter de Kamer, dat de voorfz reprefeotatie niet geheei is ongegrond, dog daar aan kan zeer gemakkelyk worden te gemoet gekomen door vaft te ff ellen , dat by abfentie, ziekte of andere toevallen in zaken , waar in twee Commifem volgens hunne Inilruclie gelykelyk moeten befoigneren, de Gommis ter Thefaurie (die eigentlvk aangeileld word tot Commis van de Finantie van de Generaliteit anders genaamd het Comptoir van de Thefaurie) door den Raad van State zoude worden ge authorifeerd, en daar in zoude te minder zwarigheid zyn, indien het Ampt van twede Commis ter Thefaurie niet word gemortificeerd; zelfs zoude in dat geval de Commis ter Thefaurie, indien in tyd van troubles van Oorlog bevonden wierd, dat het werk door twee Commifen van de Finantie niet gevoeglyk konde worden afgedaan, tot derzelver adfiftentie knnnen worden geëmployeerd. Eindelyk indien het getal der Commifen van de Finantie wierd verminderd, zoude miiichien verdienen overwogen te worden, of ook dan niet eenige vermindering zoude behoren re werden gemaakt in de emolumenten go tot meerder menage van den Lande in wezen blyvende, daar in deze alteratie kunnen worden gemaakt, dat aan niemand meer dan een kullen zoude worden gegeven, ten zy het gebeurde, dat een Heer, die in de Kamer feffie had gehad, eenige tyd daar na op nieuws in dezelve wierd gecommitteerd, wanneer aan denzelve, ingeval hy feffie had in het jaar, in het welk het kuiTengeld gegeven wierd, het zelve wederom, zo het fchynt, betaald zoud» behoren te worden. $ 40- Voor het overige is in het Plan van menage van den ja-  f "7 ) jare 175-4 met opzigt tot de Generaliteits Rekenkamer nog genoteerd, dat ieder der Secretariilen in tyd van Vrede niet meer inkomen heeft dan ruim vier duizend guldens Vjaars, en dus niet meerder dan de Commifen van haar Hoog Mog. en van den Raad van State, en de Premier Chrcq van de Griffie trekken zoude, indien de fchikkingen, ten zynen opzigte voorgéfiagen, wierden gearreiieerd. De Secretariilen van de Kamer kunnen nog niet meer maken, en hebben dus weinig meerder inkomen, dan de oudlien Commis van den Raad (zynde dat van den tweden Commis tegenwoordig minder, na dar de Refolutie van den %o Augull.us 175-3. waar van hier boven m de 35 § is geiproken, ten opzigte van dat Ampt genomen, tra cl geforteerd heeft) dog zeer merkelyk minder dan de Commis van haar Hoog Mog. en de eerile Clercq in de Griffie, aangezien dé voorflagen by het voorfz Plan omtrent die Ampten gedaan niet alleen niet zyn gearreiieerd, maar deizelver voordelen door de vermeerdering der Schryflonen aanzienlyk zyn geaugmenteerd. De Kamer moet hier verder byvoegen,dat hare Secretariilen in tyden van troubles van Oorlog geen andere vermeerdering van inkomen hebben, dan alleen het geen ontÜaat door het groter getal van Ordonnantiën van betaling, die als dan opgemaakt worden, waar door het regt, dat zy voor het regittreren van ieder Ordonnantie van betaling, meer dan eenhonderdguldensbedrager.de, genieten, meerder oplevert; dog dit regt word niet gerekend, zoo als in andere Comptoiren, naar het beloop van de fomme van penningen tot dewelke de Ordonnantie geflagen is, maar het zelve bedraagt voor beide de Secretariflen alleen twaalf huivers van ieder Ordonnantie, zonder onderfcheid van wat iomme van penningen dezelve is, vermits dog aan de regillratie en expeditie van een Ordonnantie van betaling van eene groote Iomme van penningen geen meer moeire vail is, dan aan die van eene Ordonnantie van eene kleine fomme, daar en boven moet men weten, dat van alle Ordonnantiën, die zonder Zegel worden gedepecheerd, en dus onder anderen van alle Ordonnantiën ten behoeven van de Collegien ter Admiraliteit, het voorfz regt nog gevorderd nog beiaald word. Eglêr word derzelver werk in tyden van troubles zeer aanmerkelyk verzwaard, eensdeels door dien 'er dan veel meer declaratien te examineren en te vifiteren zyn, waar voor dezelve zoo in Oorlogs als Vredes tyd niets genieten, andersdeels door dien verfcheide ordinaire rekeningen en declaratien veel omflagtiger zyn. De Kamer kan wyders niet nalaten hiér nog 'e remarqueren, dat haare Secretariilen zedert meer dan honderd jaren niet alleen geen de minüe verhoging van Traéiementen of Emolumenten, maar zelfs geen de minlle hulp in haar werk gekregen hebben, terwyl uit het verhandelde in de 14, 34 en 35 § blykt, met alleen hoe zeer de inkomilen van de Ampten van Grifher en Commis van haar Hoog Mog., en van den eeriten Clercq in de Griffie, als mede van het Ampt-van Thefaurier Generaal in dezelfde ja minder tyd F f zyn  ( n8 ) iyn vermeerdert, maar teffens, hoe aanzienelyke hulp aan den Thefaurier Generaal en den Secretaris van den Raad van State tot een important bezwaar van 'sLands Finantie is toegebragt. Ondertulïchen aarzelt de Kamer geen ogenblik om te verzekeren, en ze beroept zig daar omtrent op de kennis van alle de Leden van de Regering, die in de Kamer ooit zitting gehad, en de deliberatien van dezelve met eenige afhduiteit bygewoond hebben, dat de bezigheden van hare Secretariifen zoo menigvuldig en laltig zyn, dat zelfs de dienit van het Land wei vorderen zoude, dat aan dezelve ten miniten eenige verligting wierd toegebragt; en dit zd niemand kunnen vreemd vinden, als hy zal gelieven te letten, dat aanltonds by de in stelling van de Kamer twee Secretariilen aan dezelve zyn toegevoegd, en dat het werk van dezelve toen alleen beitondt in het opnemen en fluiten van de Rekeningen van den Ontfanger Generaal van de Unie en van de Ontfangers Generaal van de Collegien ter Admiraliteit, als mede in het examineren en liquideren van de declaratien van de Provinciën; dat dit laatite naderhand wel geheel is vervallen, doordien alle de Provinciën, de eene wat vroeger, de andere wat later hebben opgehouden hare declaratien in te leveren, dog dat daar tegen by de Inftruciie van het jaar ióyr. aan de Kamer is overoebvagt het opnemen en fluiten van alle Rekeningen zoo van 'sLands Ontfangers en Rentmeefters, als van de Commifen van 'sLands Magazynen, mitsgaders het vifiteren, examineren en liquideren van de declaratien van alle de gene, die eenige betaling van het Land te vorderen hebben, dewelke tegenwoordig een groot getal jaarlyks uitmaken, als mede het examineren en regiflreren van alle Ordonnantiën van betaling, dat daar by naderhand nog gekomen is het adviferenop alle de verzoeken, die aan haar Hoog Mog. worden gedaan, om de collatie van eenige Beurzen of zogenaamde Geefteiyke Beneficiën, of wei om approbatie van de collatien door andere gedaan te etlangen, men zwygt nog van de Conferentien met de Kamer, die zoo by haar Hoog Mog. als by den Raad worden gedecerneerd, en welk getal dagelyks vermeerderd, en dat al dat werk ongevoelig door de tyd omflagtiger word, eensdeels door dien het getal der Refolutien, op welker nakoming moet worden gelet, jaarlyks vermenigvuldigt, en andersdeels zoo dikwyls iets moet worden gerechercheerd en onderzogt, een veel groter lydperk te doorlopen is, waar van deze zelfde Memorie meer dan een voorbeeld oplevert. Het zoude vervolgens aan de Kamer niet moeyelyk vallen, om tot verligting van het werk van de SecretariiTen, die nu niet in evenredigheid van het zelve worden beloond, en teffens tot betragting van 's Lands dienit eene convenabele voorflag te doen; dan daar dat oogmerk niet kan worden bereikt zonder eenig bezwaar van de Finantie, en men tegenwoordig voornamemlyk bedagt is op het uitvinden van  ( ITO ) van pointen van mpn-,»* » , gemfy gefchik, TtöéZZg&ï ?£l M™°ne eidlf tyd/l.p veel ingang l0ude v ndeni„ " ,r voorllel .f«g.en, of dMr "^^id «' vervolge», noten word befpeurd. ë^'^cntneid by de liondge- A^^rr'^fc^^ Colbgien geen Hier boven is in de ,n "m'm>- Rekenkamer. der weinig meerder VnhllthoTdT^ dat zy ie" kunnen maken, aa" nonJerd guldens jaarlyks de premier Clercq eenier ri».r r. premier Clercq ter SeW?tmeLtl ^T» even a,s ^e fomme van twee honderd £n 1 1 ? ,ad Van ötate' e™e onder andere verplfgtTa|fe^tVT^ Waar lege" hy cretarie worden iogdeverd om otiï "}^ die in de S^ regiüreien in een Kk^w^Sïï^ te gorden, te daar by aan te tekenen de fom8 üden wo,dend^ en op, en den datum^ van den^^^ 00 M Pennin*en> vvaar zyn, ais mede alle genome 1 ' Ze êe,i^ideerd claratien en andere ^„^trSi^^^ de' der L^X^SS^ ^p'het afkerven het geen waa fchynelyk Pbh „en b"tM W0rdende, hebben, nog verminderd te würA nZ& ^S? Zal ^ dens jaarlyks voor ieder die a/„ T T Cen h°nderd êul' van contra Regiiter van'd? d^elve voor het houden toegelegd. g Van de V00rl2 betaalde Lyfrenten zyn ctt^ van de- nieuwe jaars gelden die t £! Senaamd' uitgezonderd de vele jaren gewoozyn feSvfn A?Ptena^n federt expediëren %n de Rek^nlen der V°°r- hf/ver^lyken en Jen, behalven het geen £? JSÏm r0Pa",C-ü/,ere Co™P^beven van dezelve w%rd tCn behoe- en het geen oneevordefrU T, / , ge° Zy niefs aderen, object vin gering beW t W'°rd m?rekï'is «o kan gevorderd lordenfianftvfS-fS 0m ^ het niec Zy trekken derhalven ook n J,? yd verm!nd^t. log/hoe zeer hun. werk dan^^V^ troubJes ^n Oormeer dan in gerufteVyden mtrkelyk zwaarder is, niets *&35td ïo^^Vl^^ d" aaar de en genoegzaam alle Ampten , ^vo: den dan voor deze> Hen in emolumenten ?ee l ! ?? 10 dement, ten minJykheid allezinrf voïden d« ^ Zyn <** *>«*- ien eemgfints verbeterd werden ^ CtoisAmP- S 4r. ViSSSVSTff *?,*2 * 1 1 Cora-  f HO ) Commifen en Ciercquen van den Ontfanger Generaal niet meerder hadden gekolt dan vier duyzend en fes honderd guldens 'sjaars, en zulks geklommen was tot dertien duyzend guldens, behalven nog drie honderd guldens 'sjaars voor een Comptoirknegt, en nog vier en twintig honderd guldens jaarlyks, die aan den Ontfanger Generaal by haar Hoog Mog. Refolutie van den 15 Juni 17x0 zyn toegelegd, de Raad van State zoude kunnen worden verzogt daar omtrent nieuwe ordres tot meerder menage te willen hellen. De Kamer remarqueert daar op, dat onder de fomme van vier duyzend fes honderd guldens, die de Commifen en Ciercquen in het jaar 1715- gekolt hebben, niet is begrepen het traclement van den Deurwaarder ter fomme van drie honderd guldens jaarlyks, en dat die fomme in het jaar t754 was geklommen tot dertien duizend en twee honderd guldens, het tradement van den Deurwaarder en dat van den Comptoirknegt daar onder begrepen, dog dat die fomme federt dien tyd is verminderd met eene fomme van agt honderd guldens jaarlyks, waar van in den jare 17/1 fes honderd guïdens waren toegelegd aan den Commis, die gequalificeerd was om te bétalen de intereiTen van de negotiatie by forrn van loterye in den jare 1749. gearreiieerd, en twee honderd guldens aan deszelfs Clercq, by provilie voor den tyd van tien jaren, met expiratie van welke tyd, na dat het beloop van die negotiatie was afgeloft, de voorfz toeleg niet verder is betaald, zo dat de voorfz koffen nu bedragen eene fomme van twaalf duizend en vier honderd guldens jaarlyks. Om verder te kunnen oordelen in hoe verre eenige menage omtrent het Comptoir Generaal zoude kunnen worden ingevoerd, zal het nodig zyn op te geven de veranderingen, die federt de laatite Inilruclie in den jaare 1707. voor den Ontfanger Generaal van de Unie gearreiieerd, gemaakt zyn, en den voet, waarop dezelve is gehandeld, waar door teffens zal worden voldaan aan de Refolutie van de Staten van Holland ende Weftvriesland van den $ Maart 175-5-, waar by dezelve hebben gedeclareerd, dat behoorde te worden geëxamineerd, wat tot de refpetlive verhogingen, in de Miflive van de Generaliteits Rekenkamer gemeld, aanleiding heeft gegeven, en of die zelve redenen nog fub fixeren. By het 5-1 Art, van de voorfz Inilruclie is aan den Ontfanger Generaal voor traclement toegelegd eene fomme van vyf duizend guldens jaarlyks, endaar by uitgedrukt, dat hy voor die fomme moet onderhouden zoo veel Commifen en Ciercquen, als hy zal nodig hebben, mitsgaders een Deurwaarder of Exploicleur, en daar en boven dragen alle onkoften van her Comptoir dependerende, en namentlyk het fchryüoon van zyne Boeken en Maanditattn, ende van Staten ende Extraften, welke haar Hoog Mog., de Raad van State, de Generaliteits Rekenkamer en de Thefaurier Generaal van tyd tot tyd zullen vorderen, ende generalyk alle andere fchryflonen, die van de rekeningen alken uitgezonderd,  , , . . ( m ) der ], Kern her approprieren, repareren en fchoontniicèn dn* Kamers, waann het Comptoir gehouden wordhft luJel hgt tor dezelve het halen en brengen van he gel, hier ^ 2SL?7 e° f"6 die'Se,y*e » ^nder dar kv zal mogen verzoeken verhoging van de voorfz tt'edde «m war oorzake het zoude mogen wezen, het zy om verzua ring van zyne admmiilratie, extraordinaris negotiatien of eenige andere, bedagr of onbedagt; * °* rekenm!' iï *™ ^ J^***!» dat voor fchryfloon van de ftB g7densr: P°rtCn JaadykS 231 W°rden ^den vo^nT teD^f geCOminueerd in de van de aan den eerde Commis , f I200| Q aan den t weden Commis ZZ/ 8oo 3 ^ aan drie rd,,nde Commi/en y40Q. q_ q I * en aan den Deurwaarder "°° J ° faSv^^ ^^.T en Wagenvragten en nodige tóiïïCrSE d^ hratie zullen worden goedgedaan aan de do" u-,n„,mm,-i,n, °P ^**J** W** uitrazende, dog wanneer m hec ,aar r7oo, was gedaan eene Jiarïna van twee millioenen guldens op Ly* en Losrenten, f df Ontfanger Generaal by Refolutie van haar Hoog Mog van ."ft Henu ^/^vB^horifeerd om een Commis temogen laniUlen tot betaling van de voorfz renten, waar voor hv u!dtsêTaSst0^11le Van dC Generaliteit zeven honderd H7ftc5 frn,deA' meer' ende WK« onverkort het Anicul van deszelfs Inftructie, fprekende van de Commi- ne^oti^ineTv^•naderh^,n1r WaS S««e«eerd een en andere V h HooV m™ V°S r t,er>'e' is de Ontfanger Generaal ny naai t loog Mog. Refoiutie van den 17 December r?r* geauthon/eerd een Commis re despicie?ewwSi Jen der Reeepdten, en by nadere Refolutie van den 3 beptemher i7,4. verffaan, dat de Ontfanger Generaal voot denzelven Gommis, zal genieten tot lafte "van de GeneralU m zeven honderd guldens jaarlyks zonder meer; ende zulks tt^SÖL* Anikd van de Inürüaie: f^kende Voorts is by Refolutie van den Raad van State van den 1 daaraan volgende aan den Ontfanger Generaal voor de Ciercquen, d.e hy uit kragte van "eene vorige Refo uUe 1,1 , JT3rr 1713 had «^Bomen tot het werk van jaarlyks voor ieder, dog van die Ciercquen is 'er in het jaar tnf met meer dan een aan gehouden, by Refolutie van haar Hoog Mog. van den r^Juni 1720 s aan den Ontfanger Generaal voor zyne moeite, onderhoud van de Commifen, die hy had te kennen gegeven, at hy verpligt was geweeft aan te nemen, en anderfmts ter zake van het heften en adminiftreren van den honderiten rNuinmg in den jare 1716 gefield op alle Obligatien eti Rente  C ili ) Rentebrieven ten lafte van de Generaliteit lopende, rdegéïfccrd eene fomme van vier en twintig honderd guldens jaar* lyks , in te gaan met den dag van de Refolutie, waarhy goedgevonden was den voorfz. honderiten Penning te heffen, tot zoo lang die lait ten profyte van het Comptoir Generaal zoude worden gecontinueerd. Wanneer naderhandc by R.eib!une van haar Hoog Mog. van den 9 Juni 1724 uit drie Refolutien van den Ra~d van State van den 10 November 172-2- tot de provifionele Adminiüratie van het Comptoir Generaal genomen, nader was vaügefteld het formeren van maanditaten, het geen reeds by het 29 Art: van de Inilruclie was voorgefchreven , en teffens ingevoerd eene byzondere verrekening van de onafgehaalde intereifen, heeft de Ontfanger Generaal op den 15- daaraan volgende by Memorie aan haar Hoog Mog. verzogt, dat zouden gelieven te confidereren, dat het Comptoir Generaal rdet alleen drie vierde zwaarder was geworden, federt dat het Traftement voor den Ontfanger Generaal was ge-arreiieerd, maar dat by de laatite revifie van de Initrucüe aan hem was benomen de maandelykfche declaratie van Schryflonen, en tor zyn Jatte gebragt het approprieren en onderhouden der Comptoiren, mitsgaders het vuur, licht &c. voor vyf van dezelve, en dat nog boven dien in den jare 1716 hem was afgenomen het falaris van den honderdlfen Penning, waardoor jaarlvks mille tien duizend guldens, en dat al/00 met den anderen van het Ampt van Ontfanger Generaal van de Unie was afgenomen omtrent vyf en twintig duizend guldens jaarlyks, waaruit haar Hoog Mog. zouden zien, dat hy voor het overige Traétemenc naauwlyks in itaat was om de onkoiten van het Comptoir Generaal te fupponeren, veel min zoo een exceflief zware Adminiüratie aan te gaan als by de voorfz. Refolutie van 9 Juni was gearreiieerd, en dat haar Hoog Mog. hem derhalven zouden gelieven te begunltigen met eene vermeerde' ring van Tradement, geproportioneerd naarde verantwoording van de zwaaide Adminiüratie van de -gehele Republicq, of ten mintten hetzelve gelyk te Hellen met het Tractement van den Ontfanger Generaal van HoUand, en verder de Commifen en Ciercquen te laten jouiiferen van de Tractemenren, die de Raad van State, op de provifionele Adminiüratie van het Comptoir Generaal ordre Geilende, aan dezelve had Toegelegd. en heeft gemelde Ontfanger Generaal op-den ix der volgende maand Juli om dispolitie op de voorfz. Memorie by eene nadere inlterende, daar nevens wyders gevoegd een Staat van de extraordinaris onkoften en Traciementen, dewelke tot onderhoud van het Comptoir Generaal indispenfabel volgens het nieuwe Plan van Adminiüratie moeüen worden gedragen, waar uit haar Hoog Mog. zouden kunnen zien, dat hy niet in ftaat was de voorfz. Adminiüratie voor zyne rekening te beginnen, zonder dat haar Hoog Mog. alvorens hadden gecontinueerd de Tradementen voor de Commifen en Ciercquen, by Refolutie van den Raad van  tan State «an dezelve foegevoegr, mUsg,ders ann hem ver; gund eene convenabele Iomme «ot onderhoud V3nl fl .oir, a'zoo hetzelve boven en behalven devlZy T T memen van de Commifen en Ciercquen jawIyL vvf duU zend guldens meerder zoude bedragen, dan het 2dta!l Traclement, het welk hy van het Land genoot- rd,nans na dat vervolgens de Ontfanger Generaal in he't zelfdehar 1714 nader over de lallen van zyn Comptoir was gehoord en zyn belang in eene Memorie had vervat, dewelke den 13 Augulty ,er Vergadering van haar Hoog Mog. is overgegeven zyn eindelyk by Reiolutie van haar Hoog Mo* van den è February y%s gereguleerd de Traelementen van de Commifen en Ciercquen van den Ontfanger Generaal en dat van den eerhen Commis verhoogd tot op twee en twintig honderd guldens. V r.n^nVan ^n r£'eeden Commis, betalende de Generaliteits renten en mtereifen, tot op agtien honderd guldens, dat van denderden Commis, betalende de Lvfrenten twintig en twee en dertig jarige renten, ^renun, fpnalspnmede dat van den vierden Commis, betalende de ren- guS^otrrieVder,Vyf ^ ? *» ho»derd en dat van een Comptoir Knegt op drie honderd guldens, wyders verftaan, dat de Commis geëmploveerd tot dè mtheemfche Negotiatien, alleen onder" guarantie van haar lr^n°§" g7 3a?' niCtian komen tot latte van h^t Land, dat aan den Ontfanger Generaal boven het geen seregj derhondT a V^ien h°nderd guldcns WW voor onderhoud van de Comptoiren, fchoonmaken van dezelve, vuur e„ JlcJu, zafcjesgejd , valfch geld en alle andere onkos! hebbe? UUëczondera> Wat naam die ook zouden mogen en dar hy zal blyven genieten de vier en twintig honderd guldens jaarlyks, aan hem toegelegt by h.rar Hoog Mog. Reiolutie van den 1? Juni i7zo voor de Adminillratie van den honderdlten Penning, en zulks zoo lang dezelve ten behoeve van de Generaliteit zal worden geheven Hoven en behalven de vyf Ciercquen, welker Traciementen by de zoo even gemelde Refolutie zyn gereguleerd, is by continuatie betaald de Clercq, die in het jaar 1,713 was aangenomen tor het werk van de Loterven. en ij het jaar 1717 ten kile van het Land aangehouden, gelyk hier boven1 is aangetekend, van denwelken oWtwyffeldt m de vooriz. Reiolutie geen melding is gemaatt, om dar deszeds Traftement reeds gereguleerd en voor rekening van het Land genomen was, Eindelyk is in het jaar 1749 een extraordinaris Clercq aangeileld om ge-employeerd te worden tot het boekhouden, opmaken van RgcepiiTen en het aannemen van Penningen van de generale collecle, by haar Hoog Mo* Refolutie van den 8 Mai 1749 ge arrefteerd,zoo lang zyn dienft Gg * ru>'.  ( **4 i nodig zoude zyn, en daar voor aan hem toegelegd de fomme van drie honderd guidens eens, dog vervolgens is dezelve gebruikt tot adülientie van den eerften Commis, en uit kragte van de Refolutie van dert Raad van State van den 14 January i?yi van en met het jaar 17 $0 betaald op denzelfden voet als de andere Ciercquen ten Comptoire Generaal Derhalven worden tegenwoordig behalven drie reizende Commifen door het Land betaald vier Commifen en zeven Ciercquen. van welke laatfle twee worden gebruikt tot adlillende van den eerften Commis, twee tot adlittentie van den Commis, die betaalt de Generaliteits renten en intereiïen, en de drie andere tot adfiitentie van de drie Commifen, die betalen de lyfrenten en de twintig en twee en dertige jarige renten, de renten en praemien van de Generaliteits Loteryen, en de intereiïen van de uitheemfche Negotiatien. Om nu te kunnen oordelen of het Comptoir Generaal met minder bedienden zoude kunnen worden waargenomen, heeft de Kamer nagegaan, wat fomme van Penningen over het jaar 1726', zynde het eerite jaar, na dat de Traéiementen van de vooriz. Bedienden ten Latte van het Land genomen zyn, en hoeveel over het jaar 1785- (zynde van het jaar 1786 nog geen rekening gedaan) hebben bedragen de ordinaris renten en intereiïen, de lyfrenten en twintig en twèe en dertig jarige renten, en derenten en praemien van de Generaliteits Loteryen, en ze heeft bevonden, dat over het jaar 1726 heeft moeten worden betaald, aan ordinaris renten en intereiïen — / 13114x1! 0 o aan Lyfrenten betaald is *——• 480483 17 5- aan 20 en 32 jarige renten heeft moeten worden betaald —«• > ■ » 418840 7 9 en aan renten &c. van de Loteryen - 312441! o o en dar over het jaar 1705- uit hoofde van de confiderable afloflingen der Capitalen, ten lafte van het Comptoir Generaal gelopen hebbende, die voornamentlyk federt het jaar 1756 gedaan zyn, van de afgeftorven lyfrenten, van het aflopen der twintig en twee en dertigjarige renten, dat voor meer dan veertig jaren reeds heeft plaats gegrepen, en van de vermindering van het capitaal der Obligatien uit de Loteryen gefproten, ter oorzake dat dezelve aangenomen zyn in de Negotiatie by form van Loterye in den jare 1749 gedaan, met eene fomme van vier honderd agt cn dertig duizend en drie honderd guldens, alleen heeft moeten worden betaald, aan ordinaris renten en intereiïen ——.jƒ 291205- o o aan lyfrenten betaald is — 161161U 6 ëh aan renten &c. van de Loteryen heeft moeten worden betaald „ 299292 o o en dus te famen -*—-■ / 606613 19 6 het  > C ) her welk nog de helft niet uitmaakt van het beloon dér orchnans renten en intereiïen over het bovengemeld jaar Hier uit zoude dan volgen, dat tot betaling van alle d<* renten en mtereifen tot latte van het Compfoir Generaal .Tprfck ^°g l0peDde' niet meer ^uden nodig zyn Sn Z/Jyr een.rCommis en ^ee Ciercquen, en dat derhalve^ twee Commifen en twee Ciercquen zouden kunnen uitfler- dog de Kamer is van gedagten, dat de Raad van State zoude behoren te worden verzogt, om het lelve met over wfgeT 0mfaDger Generaal ™ ^ UoienKSÏS: als mede te onderzoeken of de reden, waarom in het jaar 1751 ts gepermitteerd, dat een twede Clercq aan den eerften Commis tot zyn adfiitentie wierd toegevoegd" daa? d£\ 6 t!°5 dl,Cn ^ toe maar ee«™ Clercq tot fvn hX heeft gehad, als nog fubfifteert, 4 Y P danYe0^^ daar V00r g°ede * > of en by aldien de ee'rite Commis geen twede Ciereo tot zyn hulp nodjg hee/r, of zelfs dan een van de rwee Ce c' quen tot betahng der ordinaris renten en intereiïen geijkt daar en boven niet zoude kunnen worden gebruikt tot ad, Wtemie van den Commis, die de intereifen van de ui heemiche Negotiatien betaalt, ecra en vervolgens aan de Commiffie voor te dragen, hoéveel Commifen en Ciercquen van de gene, die her lv or. d.nair het zy extraordinair op CommiiTie van den R^d in funcfie zyn, zouden kunnen en behoren uit tc Terven ™EviC!yk: b,ykt Ü,.f de °P«egeven retro-acfa, dat de fom* OntfmVr Cn Trg,h°nderd ëu,dens jaarlyks aan den ?<\Zf^nDaUl b* hMr"°°g Mg. Refolutie van den iy Juui 1720 geaccordeerd, aan denzelven toegelegd is onder andere voor onderhoud van Commifen ter zake van ,, nlen .aammiltreren van den honderdüen Pennint* op alle Obligatien en Rentebrieven, g JLT rU" fGhynt ,e moeten Worden opgemaakt, dat die toeleg, immers voor een groot gedeelte zoude hebben kun! T, c\,ng/tr0kken' wanneer het in het jaar W belaft heeft met de Traftementen van genoegzaam al e de Commilen en Ciercquen van het Comptoir Generaal/ : dog dat die toeleg by Refolutie van den 6 Februari,*** i&üerd m ?nlidfalie «™ de vermindering die geleden GeneraaI ,n de inkomlten van zyn Ampr had fcnSf*?!» nU oan de eene 2yde de Adminirtratie Vati deri honderdüen Penning op de Obligarien tegenwoordig vari weinig omflag is, voor al in vergelyking van het geerTvoor het jaar ,716, was de Adminiitratie van* de belafting* die toen op de Obligatien plaats had ten voordele van fommige Provinciën , aan dewelke het beloop van dezelve moert worden uitgekeerd, waarom ook daar van afzonderlyke te* kenmgen zyn gedaan, y H h m  en aan de andere zyde de vermindering van her inkomenvan het Ampt van Ontfanger Generaal rykeiyk is vergled door het geen dezelve profiteert uit het colleclloon van de Loteryen, die jaarlyks worden uitgefchreven, want hoe zeer het zelve by Refolutie van den Raad van den 18 Februari 1771 is verminderd op een percent, en daar uit aüe de koUen op de Loteryen vallende, uilgenomen die yan de directie en de trekking , moeten worden gevonden, vertrouwt de Kamer, dat daar van een aanzienlyk voordeel overfchiet, zoo zou ie dezelve van gedagten zyn, dat de voorfz toeleg van vier en twintig honderd guldens met de eerfte vacature van het Ampt van den Ontfanger Generaal zoude behoren op te houden, en aan den Opvolger van den tegenwoordigen Ontfanger Generaal, immers zoo langde jaarlykfche Loteryen zullen blyven ftand grypen niet worden goedgedaan. Voor het overige geniet de Ontfanger Generaal onder andere kleine emolumenten drie Leggelden , het eene als Minifter van den Raad van State, in welke qualiteit hy tot het ligchaam van den Raad behoordt, de rwee andere even als de Leden en Minifters van de Rekenkamer, waar op mogelyk wel eenige reflexie zoude kunnen vallen. Volledige elucidatie is de Kamer buiten ftaat daar omtrent te geven. Zy vindt in eene Refolutie van den 18 Januari 16:19 dat de leggen eigent hk haren oorjprcng hebben van het horen tit doen van rekeningen, en dat van alle oude tyden by alk generale en particuliere Rekenkamers in gebruik geweeft is op het doen van de rekening jaarlyks een züvere leg te profiteren , en dewyl de rekeningen van den Ontfanger Generaal van de Unie in de eerfte tyden gehoord en opgenomen zyn by Gedeputeerden van de Staten Generaal, en de rekeningen van de particuliere comptabele, by den Raad van State, is daar aan on'&etw yftedd toe te fchryven de oorfprong van bet Leggeld , dat de Leden en Minifters van haar Hoog Mogende en van den Raad van State als nog trekken, wanneer vervolgens het horen en opnemen van de rekeningen van den Ontfanger Generaal van de Unie aan de Kamer by deszelfs inftellmg is overgebragt, hebben de Leden en Minifters van dezelve a's mede de Ontfanger Generaal en deszelfs eerile Commis aanltonds mede een gelyk Leggeld genoten, en wanneer in het jaar toyt•.■het opnemen van de rekeningen van de particuliere comptabele van den Raad van State afgenomen en aan de Kamer gedemandeerd is, heefc dezelve, waarfchynelyk confiderercnde , dar de Leden van haar Hoog Mog. en van den Raad by continuatie bleven genieten hetzelfde Leggeld even als te voren , niet zonderreden begrepen, dat dewyl zy het werk deedt, datdieCollegien bevorens gedaan hadden, aan haar een dubbeld leg. geld competeerde, en, rekenende dat zy het eerfte, hec welk aan hare Leden even als aan die van haar Hoog Mog. en  en van den Raad in het begin van het jaar beraa'd tvord L "icn en V = o'1" ^""J ecn W voor hare Tn de z4 e ^ mede voor den Qntranger Generaal eee^n^ v.n C°?m'S d°Cn «Wekken., en dit is al hec Wn ^ ^ VOOrf2 H*f df ^eft $ 4*. ktÜV- l°Ude /h/iCr de phatS Wezen om voor re dragen, «> 4* V^len oj> bef afhalen van de velden, dieehenl Lorei. te &ordeH gefourueerd en h bezwaar d • , dezelve Dk^ KaS Van de Generaliteit, * ar u word , ? ^m°en n W°rden gevo"den , toegebiag ïaS m- T'Jv»10 PenninSen door de Provinciën m? veel minder koiten aan het Comptoir Generaal zoud'n kunnen worden verzorgd, en in alle geVaUeV de kollen d z" s P 5en laÜe,Vf de Generaliteit kimen de zes Provinciën en de Landfchap Drenthe zouden wor leverfn gCn' ™ duS geen bezwaar voor ieder uiL* r,Hffld/VVy^hen°n?r20ek Van de Finantie van de Genedeze?ve tT h B^Qnolen niec ™> zeer is aangelegd "m dezelve to hun bezwaar re ontlaffen , als wel om ze tor hunne verligting te bezwaren, zoo voorziet de Kamer ne ^C% Z ^je doene vertogen, en zal 'er daarop S 43- AÖffi oordeelt, nk» te moeten nalaten om by deze gelegentheid ter kennis van de CommiOi* te brengén! dat de Provincie van Zee/and by continuatie alle hetalineVrt doet ,n Zeeuw/che Ryksdaalders tegen drie en vyftiiK vers het tuk het welk een zeer merkelyk verlies voo de Kas van de Generaliteit uitlevert. Na dat de Staten van Zeeland reeds in het bar iW* Ak cours van den Ryksdaalder binnen hare Provincie hadden verhoogd tot op een en vyftig huiven, hebben L i tt cours 'te4herT'T * ÓU! Cn di™ verhoogden cours te betalen het geen ze aan de Generaliteit ichddig Hot^llnNate ^ Wel Riet "gelaten aanrtonds aan Hoog gemelde Heeren Staten te reprelenteren dat dezelve de^ Pcnnrngen niet hoger kon aan rekenen aan de G liteit , dan die volgens de ordre van de Generaliteit aan" de vT\*°Vh ';e,ZClve en verdragen Hf de Unie van Utrecht, en dat de fchade, vallende op zoo n"e?U v Ti" calingC" ' by ^drageli moet wonnen niet by de Generaliteit, met verzoek dat zodanige ordre Z^Lrl? hgeg^n aan den °BlfaB^ Generaal n /.eeland, dat hy zig voortaan regulere naar de ordre van GenerÏÏkÏH M hel d°!T van oetalingei, ten Comp'oi e geweeü. ' dog 2ulks is var* 8enc ^.weVjühg Hh * Wan-  ( 123 ) Wanneer in het jaar 1716 wederom eenige betalingen op denzelfden voet gedaan waren , heeft de Raad zyne repre* 1'entatien aan de Staten van Zeeland vernieuwd, en aan dezelve gefchreven, dat gelyk de Ontfanger Generaal de fchade daar op geleden niet kon dragen , de Raad hem daar van niet kon ontheffen, zonder de Provincie van Zeeland daar mede te belatten als die de eenige oorzaak van de fchade is, door den Ryksdaalder hoger te hebben aangerekend aan den Commis van den Ontfanger Generaal, dan die ten Comptoire Generaal van de Unie kan of mag uitgegeven worden, met verzoek , dat dezelve gelieven te vergoeden het gele^ den verlies, en in het toekomende omtrent het Ituk van de Munte te blyven by de Unie , en by de ordres door de Bondgenoten gezamentlyk valtgefteld, ten minften zoover, dat zy aan de Generaliteit zelve niet verge de Penningen aan te nemen niet naar den voet van de Generaliteit, maar naar den particulieren voet daar op door dezelve geiteld, Ter zeiver tyd heeft de Raad van de voorfz gedane be* taling cn het daar op geleden verlies kennis gegeven aan haar Hoog Mog. en daar by gefchreven , dat wel had gerefolveerd, dat het zelve verlies in het Regiiter van belastingen gebragt zoude worden ten laffe van de Provincie van Zeeland, dog dat zoo lang 'er geen middel was om de Provinciën, die van de Unie afweken ende van de ordres by de bondgenoten valtgelteld, te brengen tot het naarkotnen van dezelve, de Provincie van Zeeland konde aanzien, dat zy belalt wierd in het Regiiter der beladingen, als zy ondertulTchen de Rvksdaalders aan de Generaliteit kon opdringen tot een en vyftig Huivers, door de betaling van de Generaliteits renten en intereiTen op eenen anderen voet te weigeren, dat de Raad daarom genoodzaakt was aan de eene zyde aan haar Hoog Mog. voor te dragen, dat het Comptoir Generaal zoo zeer benodigd was, dat de Provinciën, die zig niet zouden believen te houden aan de generale ordres, gelyk de Provincie van Zeeland in het voorfz geval zig daar aan niet hielde, in hare hand hadden de betalingen te doen op den voorfchreven ende noglaftiger voet, en aan de andere zyde, dat niet alleen by de ïnitruéiie van den Ontfanger Generaal uitdrukkelyk gezorgd was, dat hy zig moeit reguleren naar de Placaten van haar Hoog Mog. op het ituk van de Munt en op de cours van het Geld , maar dat her boven dien van een ver uitziende gevolg zoude wezen, zoo de Generaliteit zelve de Penningen zoude moeten aannemen niet naar den voet van de Generaliteit, maar naar den particulieren voet, die ieder Pro. vincie zoude kunnen goedvinden daar op te itellen, dat dus haar Hoog Mog. zouden zien hoe nodig het was, dat omtrent de voorfz zaak voorzien wierd voor het intereit van de Kas van dc Generaliteit zelfs buiten alle andere confideratien, haar Hoog Mog. hebben daar op de Heeren Staten van Zeeland wel verzogt om het geleden verlies ten Comptoire Generaal te zuiveren, en hunne Penningen ten zelvenComptoire te furneren in Munte dezer Landen op den voet eode de  ïSlkVfïmS de gemCne Bondgenofe" gereguleerd, dog zui*s s al mede van geen vrugr geweeit; 5 der'nT'rTr R*W* Dö« * he'c zc,fde J«'«71*. en nade n het begm van het volgende, van de voorfz ongeregelde behandeling yan de Provincie van Zeeland kennis gegeven heeft aan de Kxtnordföfril Vergadering van haar Hoog Mog die zig egter die zaak niet heeft aangecrokKen, maar de Brieven van den Raad overgelaten aan de dezeYnTr h'ï ^ Veering* en «bezeer deze m het beg.n van het jaar de Heeren Staten van Zeeland heeft verzogt de verhoging van den Zeenwichen Rvks. daalder tot een en vyftig Huivers in te trekken, ea dezelve te brengen op vyftig huivers courant geld, volgens de Placaten en den voet by de Unie vattgeiteld, hebben dezelve aan alle die vertogen in het rninile niet gedefereerd, maar vVh^f g 6 COUrs van den zeeuwfchen Ryksdaalder verhoogd tot twee en vyftig en eindelyk tot drie en vyftig ill"lEf: en/Cne ^erahn8en aan het Comptoir Generaal van de Lnie gedaan dan in Hyksdaalders tot den verhoogden /Het verlies, dat de Kas van de Generaliteit daar door fan inndeeR' ft^? V**?* ÓS "tekeningen, die daa van in de Regiilcrs der belailingen fucceffivelyk gedaan zyn, de aanmerkelyke fomme van een honderd en twintig duizend zeven honderd en zeventien guldens, die de Provincie van Zeeland dus minder betaald heeft dan ze lchulte r Bofch en Éa- de Maze. |Wedde eijWeft- Èeyden. lo en Namen. ren- ronnie van Breda. woldingcrland. 1 l73o / 6281 11 o f%S39\ 5 o / 1673, 1 o f 15-79 4, o f i7S7\*5 c f 4601 12 0 j — | - - I7U — -I - /44ïil4 o 1787 9 oi >7io 8 o 1365 8 o 185514 o 4705 1 o\f 54x13 o 1732 698616 c 31 - - *7«o( 5 o 1073 '/ o 1795 10 288419 o 425*18 o| - - - I7U Z. -! - 37r,io o 1788,16 0 165-0 2 o 1462 5 o 248610 o 48xi 4 o — 1734 6116 a 8 -1 . -! 284111 o' 1391 3 o 181717 o 1088 2 o 3502 60 463 8 o _ - %37ilx'oi 188415 o 15*3 3 o 1846 18 o 290916 0 4417 'O o — - - 1756 6496 % o ~- - - 156915 O 1668 6 c 2600 9 o 2656 6 o 447^ «6 o, " " 1737 . 1 -j - 48 49 3 o 1-16 5 0 1956 9 o 1798I17 o 269617 o 442116 o( 486 9 o 1738 636610' 0 — - " 246010 o' 1929 9 0 116012 ® 2753 14 c 4593 '5 01 — - 1 -| - 5ocoi3 o j7S7[i7 0 1871 »o° 2046 5 o 31607 o 4*90 2 o - - - ,740 6426 815 — I- " *9« 7 o 1678 13 o 2290 14 o 3847 3 o 430ih2| o 534 7 o 17I1 -i - 5oifi3 o 194610 o 1601 8 o 2034 5. o 295-1 9 o 444* o o, — - - i74x 7255 11 o — - - 187817 o 1699 1» o 207814 o 3088 o o 393c 8j o - - - ,ï?3 L - - 44Ji7 o 1971 19 o 170014 o 22io 4 0 281411 o 4796 13 c 54419 o 1744 7288 16' c -I - - *oóJi4 0 186016 o| 1990 »4 o. 294119 0 4357 7 0 — " " „Vc L -j - 4 o| 1931 1 « 169915 o 186713 o 282710 o 4416 13 o - - - 1746 7256 96 U - - 299619 8 1707 19 O 1107 7 c 278915 o 4619 14 o 503 1 o „Ti - - - - - - ~ • - - - " iI34lc O - - - 4^1 tij O - - - rlA — - - — - " ~ --i— ■-' — 'c — - * *Sl6 7, 0 " " fff A _ _ - - — - - 1601 6 o 21971° 0 298010 o 4515 00 580 6 o 1750 616411 9 - * ' >763i4 0; I741I3 o' 1161 17 o 1589 6 o 4403 o - - - ■„li _ i - -> 494011 o 283013 0 - - -; 1*37 4 o 341710 o 484514; o - - llH 7651 13 4: - - ~ - - " ^1015 O I963 ^ 0 1675 1 c 4981 7(o 680 3 o \IL U : - 50*17-0 177211 0 - - . I 1913 o o 2900 3 o 4766 5; o - - - zei 831115 o L • - 1 - - 1843 ti ö 1486 8 0 2879 8 o 506317,0 - - - Y-ït - 1 - - 57 - 2170 5 o 1623 8 o 3408 16 o 52^ 90 - I - - Yyj\ ~ Vl-- 6738,14 o ^9819 o - - - 166910 o 365119 oj 5ioi 11 o 1x0513 0 774 ooioU o - - - - - - 2217 16 o 1605 7 0 363? 3 o 519019 O, - " " Y7/i 9l i 7062'3 o 3,51, 0 - .. 2258.0; o 3516,20 5159 4 o - -■- Y7-6 88«9'ii o ~.\-'\ - -H 1161,0 ,67H° 369757 °i ^;!kl i,iciz c ,777 _ | - -I 7053 4 o' 2007 9 o - ~ - 1196 3 oj 367514 o '4, o - - - «773 84,71* o\ ~ -- - - - 2164.7 o 2274 4 o 3624 o o 5439 14 o - - - 6957 6 o 3187 5 o - 4 - -I 1195 16 o 364518 o; 535X 7 o Ui6,6 o 1780 88*811 o - !- -f - - - 1691 3 o 2311 5 o 366z 8 o 5 5c 15 o - - - 1781 — . - 7056 18 o' 2145 1 o — - - 2294 9 o! 3654 1 o 535» 9 o — - ,782 9282!i6 c - v -1 - - 2231 5 o 2324 o o 3663 1 o 5343 19 ° "59 - o 1783 — - t 63i6'i5 o 31771c o — - - 2311 4 o 3652 ic o 5415 9 © — ~ " i-r! 886812 o — ! - - — - -I 2648 2 o 2324 17 o 3646 ii o 5393 00 — \7\) ü I . J 6464'i7 -li 1878 2 o - - -jl i^v 3 3640I19 o »4* 4 O IK9 ^ o   M 2. Staat van bet hedrdag der Boden-revTen. In de jaaren 1730 TTiïïy^o 1731 ———. 939610 o 1732 ~ . 9683 15 0 *733 * 9416,1 o o 1734 ' ■ ■ 79x1 o o 173,- 8863 |0 Q 1736 970g o 0 1737 • 8166 o O 1738 • , 8052 o 0 1739 8504 10 o 1740 14918 o o 1741 - 11891 O o l74i , 12-757 11 o 1743 — 7247 15- o 1744 11868 10 o '745 n986 7 o 1746 - 11972 6 o J747 ' * 2205-9 11 o 1748 15*126 O o *749 '—'—1 10689 19 o I7jro „ 12072 17" o 1751 —— 892315" o I7j2 1 11249 18 ö 175-3 11232 1 o 1754 * 8463 I o 1?SS 886715 O 175-6 p4jx g Q *757 — ■— 12794 11 1 O 1758 - 8«4o 4 o 1759 12243 2 o 176a . 09 3 S '4 o 1761 . 10570 18 o 1762 8423 17 0 1763 ■ • iooic 14 o 1764 8651 fO o 1765 > 10137 6 o 1766 . 13313 13 O 1767 16324 7 © 1768 - 12846 o o 1769 . 18399 0 o 1770 i . 15433 o 0 1771 , 20497 18 o 1772 . 12839 7 o 1773 18126 9 o 1774 . 10131 16 o 1775 2*273 5 o 1776 . 24520 3 o 1777 1866013 o 1778 - 1739018 o 1779 „ . 15084 o o 1780 — 2388c o o 1781 —~—- 31261 7 o l78x —165-52 6 8 1783 . 18581 14 o 1784 * ■ .■» 4*3f6 2 o lySf\ .,.„1 1 4»864jio o   AT 1 O n) , IS0. 3. Staat van beloop der Poftreyzen vM Anno 1730 tot Anno 1785- incluis. "~ Ordinaire. : Extraordinaire * 1 — ». _- . ja Ao. 1730I/ 335-5-1 4 o Na Soiflbns — f8483 15- o 1731 52-95I 9 0 Na Soiflbns — — 21931 1 ó 1732 569313 0 1733 4924 8 o *734 275719 o Na Weenen en Parys — H94' o ó 1735 368411 o Na Parys ~ 33910 0 1736 3733 '3 o I 1737 3817! 2 o 1738 3656 o o Na Parys en Antwerpen — 425 12 6 *739 3 73i J9 o Va Compiegne — 289^10 o 174° 534i 13 o Na de Barrière — 389:13 0 J741 5722 17 o 1742 5195 *9, ° !743 5313 5 o 1744 9254 4\ o' By de Auxiliaire Troupes — 7656 3 o 1745 1052517 o By de Auxiliaire Troupes — 17501 18 o *74Ó 8513 16 o By de Auxiliaire Troupes — 11426! 4 o *747 22566 10' o By de Troupes — Ï2477 17 ó Aan extraordinaire Pofleryen- 1798 5 o Aan buitenlandfche Potmeesters — 1515 i9 o By den Heer extraordinaris Minifter in Vrankryk — 3259 5 o 1748 36670 9 o By de Troupes 22712 5, o 1749 23419 10 o By de Troupes 18194 2 o 1750 2758013I 0 I li 1751 15434 9! o |Na Zeeland — ■—2457 18 o 1752 15263 10; o 1753 1068115,' o 1754 828415! o 1755 8886: o o 1756 6629113! o 1757 1182013! o Na de Orange Zaal • 715 io d 1658 5562 oj o *759 9443 *oj o 1760 33©y\I6j o 1761 4251 13 o 1762 4336 9 oj 1763 6523 13 © 1764 6108 1 01 1765 9499 15 o 1766 7544 8 o 1767 12093 14 o Na 't Löö ——- ■—- 1138 6 ö NaBrunswyk, Berlyn, enz. - 3455 3 0 3768 7104 10 o Na 't Loo ■ 834 2 o 1769 10288 11 o Na 't Loo ■ ■ 1361 13 o 1770 11756 11 o Na 't Loo • ——> 869 12 0 1771 11551 8 o Wegens reizen by zyn Hoog- I heid te Breda j 's Bofch, Maaitricht en Namen, enz.- 2533 16 ® Nog' 1 i  ( 4 ) „ urainairc. ( ' ir' — ' ., AO. 1772 /I337Ó 14 o| i?73 8923 ü o Nog van t Loo, Dieren, Leen waarden en Groningen, by zyn Hoogheids verblyf al daar f 1017 17 0 1774 1005-116 o' Van Soeftdyk en 't Loo — 53 3 5 * 1775 1121911 o Van 't Loo • 655 00 1776 10194 o o Van 't Loo -— "38 c 0 1777 855613 o Van 't Loo 811 00 1778 8661 9 öj Van 't Loo -— 4r9 IC 0 1779 1088211 o 1780 13818 6 o Van 't Loo 414 f 0 1781 2837219 o Reyzen betaald uit't verhoog de Laft- en Veylgeld — 8968 0 * Nog reyzen na St. Petersburg, met de legdagen der Pottil lons, van July 1780 tot April 17-8X , . 8081 63 Ï782 19621 6 O 1783 13449 1 0 1784 27057 8 o 1785i ii54ili9 o Van 't Loo — In 7- 11  Staat van het geen aan de Hodem vèn je Generaliteit voor de ondergaande reizen word betaald. ^ ■ By open Water. By befloteh Water. Naai> ^ Zonder haaft. | Met ha"al Zonder haaft. - M^h^ Amfterdam - / 9 o o " ƒ1777 ƒ 18 o~~c, 7*3*7^ Arnhem — 24 c o 6i o o Bergen op j Zoom — 25* o o 50(00 zomers , B r, ! * j4 o o winters 73 o o 78 0 o s Bofch 24 o o yo o o 72! o o 80 0 0 Breda . — ,8 o o 48 o O 60 o o 65 o o Campen - 24 o D> 70 o o I ° Deventer — 24 o o 70 o! o Dordrecht —700 [' »6 o! o Enkhuiien - 24 o o 56 o' e 60 o o Grave 31 o o . 68 o o 82 o oi 93 0 0 Groningen — 45 o o zomers 110 o o \ \ 48 o o!winters 115 o o £ 0 0 17° c o Harlingen — 25-0 o'zomers 5 I 1 27 o o winters 7 104 00 I44i 0 0 l6S c o Hoorn -—**- 20 o ö >o o « fn' ^ J * ij^ifi 50 o o yo o o; 60 o ó Hultt 34 o o 7S\ o o zomert S 11 80 o o wintei: / 115 0 0 x3° o o Leeuwaarden- 36 o' o 110 o o zomer» 1 ; li + . 11 f O- o winters Leeuwaarde*) ' \ Gronden >'*G<°™^ "*| ° V™" \m o o ,9o 0 „ ■oiuniugcn. «36) o o winters L Het Loo — 30' o' o 75 o 01 Om dat Holland 78 o ö aan haar Bodens ■niet minder betaald, I anderzints zoude . I het te teel zyn. Maaitricht — 60 o o 112 o o T,n ^ „ Middelburg - 27 o o zomen 5 | % ° ° irL 0 Q 28 o owinters i 75 0 °\ 1x8 G 0 13*00 Rotterdam -300 IO o 9\ 7 c c l0 0 Zas van Gent- 34 o o 8ó o o Sluis in Vlaan- j deren - 30 o o 0i 0 ö j Iy ó 6 » Utrecht — 10 o o 31 o o Zutphen — 24 o o 70 o o! Zwol *-— 24 00 70 o o ^ i I '   5. Staat van V geene aan cle Toftmeefler van de Generaliteit voor de onder'ftaande reiztn word betaald. NB. Wanneer de Plaatfen verder zyn d3n 20 uuren werd goedgedaan 30 ftuivers in de Somer en 374 Huiver m de Winter per uur, en anders in de Somer ao ftuivers en in de Winter iy ftuivers per uur. In de So- In de Wiii mer. ter. Bergen op Zoom ,0 — 30 00 37 .0 o 'ck^r u * 11 10 0 2,8 ï 8 n , " 30 — 4? o o, yö f o ventef — -.8 * • Dordrecht ? , * V fcave 24 36 © o 4, o o ^fomngen $1 , 78 o o 97L o Harlingen in 1745 ge- rekend op „ 7 0 I g Leeai^aarden . ~ ,2 78 00 97^0 ^aftricht k _ l7io° o° rf; Middelburg ,4 360 0 45- o « Kotterdam —- 3 3 o d 3 lf Q Siuis in Vlaanderen - +9 73 I0 J > g Cm 1769 geregend op 49 uuren ) Utrecht • ~—. fi u e c; y-3ilcn ' 18 — 41 0 0 Ic 0 Zwolle ^ ■ 3o 45 o o 56 s o  t  (t ) n°. 6. Memorie van ScbryfhehoeftensV Niam-Reyfters j Couranten , die geleverd worden ten diexjle van de Gencraliteits Reekenkamer. Aan den Commis eens 'sjaars om in zyn Comptoir gebruikt ie worden. ö i Riem Schryfpapier. 6 Boeken quarto Poftpapier verguld op Snee. 6 Bollen Overvliegers Schagten. i Pond beft Lak. 3 Snikken rood Band. » Streng marling Touw. i Doos Ouwels, i Boek Vloeypapier. Én voorts, i Papier Schaar. i Liniaal. i Priem. i Vouwbeen en ï Pennemes. Wanneer die zal nodig hebben. Aan ydef der Ciercquen by zyne aanfteliing, \ Riem ordinair Papier, z Bollen Schagten. 4 Oneen L^k. i Doos Ouwelen. 3 Kjoentje<; Zegelgaren. ï Tinne Jncktkoker. i Pennemes. i Liniaal. i Papierfehaar en i Vouwbeen. En voorts in het begin van yder maand die Van Septen> ber f zynde Vacantie) uitgezonden voor de Secretarie, i Riem ordinair Papier. 5 Botten Schagten. 7 Oneen Lak. 3 Kiocntjes Zegelgaren. Vloeypapier en Ouwels naar vereifch. Aan den Chartermeester. Jaarlyks in drie terroynen, te weeten in February, Junv en October, 3 Riemen ordinaris Fchryfpapier. 9 Boeken groot quarto verguld. 3 Dito onverguld. 18 Bollen Schagten. 6 Stukken rood Lak. 6 Stukken zwart Lak. 9 Kloentjes Zegelgaren. 9 Stukken roo-i Band. 6 Doosjes Ouwelen. jg^  (*) Am de Kamerbewaarders yder by hunne aanjieliing. 6 Boeken ordinaris Schryfpapier. 2 Bollen Schagren. 4 Oneen Lak. i Doos Ouwelen. 6 Kloentjes Zegelgaren, i Stuk rood Band. i Tinne Incktkoker. i Schaar. i Liniaal. i Priem. i Pennemes. i Vouwbeen. Voorts alle drie maanden. 1 Riem ordinaris Schryfpapier. 7 Boeken groot quarto verguld. 5" dito onverguld. ' . 25 Boffen Schagten. i) Oneen rood Lak. 2 Oneen zwart Lak. 7 Kloentjes Zegelgaren. 3 Stukken rood Band en 2 Doosjes Ouwelen. Waar uit zy de Tafel zoo ten Burele als in de Verrat sTefLeKn " diC Van de Se^taniren van de vool" bchryibehoeftens moeten voorzien. 0 z Aan den Clercq ter Griffie van haar Hoog Mot fu^editeerende de Nouvelles aan de Kamer, alle drie maanden, ï Riem Papier. 3 Boffen Schagten. 3 Oneen rood Lak en 4 Kloentjes Zegelgaren. Aan den Opzigter over de Kamers en Huyzïnge alle twee jaaren. i Riem Papier. 4 Bollen Schagten. 6 Stukken Lak. 3 Stukken rood Band. 6 Kloentjes Zegelgaren en 4 Potlooden. Vatl y vóoVde^fir^ Naam_ReSmers' &c' wor^n Voor 16 Heeren, Vvderd^nCOpn3miS', Clerc?ue* e« Kamerbewaarders yder een Exemplaar geleverd, als Van  Van de Naam-Regillcrs der Heeren Leden van de Regering in de 7 Provinciën, des Landch, ps Drenthe en de Steeden onder het Reilort van de Generaliteit. Van Heeren Gecommitteerden in de Admiraliteiten en Bewindhebbers van de Ooit. en Weitindiiche Lompagnien. Van de Hooge Regering &c. in indien. Van de Militie. pn , r, , . Van den Haag. tSr i7ea1°g,en van Hubner. NB. Van de Berigten van den Haas word aart MoT°rf6 Cle,Cq, 'er Gdffie fair Hooï AViog. mede een geleeverd. • aan meerheide clerc, ^0"»?^ Hoog ver Secretarie' Mog- en twee v00r «kriel- PrXl£e^eUe?dr.de ™ «" ™ de   ND. 7. Be Scbryfbehoeftens, Naam- Regiflers, Almanakken , Couranten, Loterye Lyjlen , mitsgaders bet inbinden van Boeken, hebben in de volgende twintig jaaren bedragen, zoo ten dienfte van haar Hoog Mog. als den Raad van State cn de Geraliteits Reekenkamer, als volgt. Over dé t Voor haar Voor de Raad ] Voor de Genc- jaaixn. Hoog Mog. van State; I ralitcits Ree kenkamer. 1766 f 4424 9 o f 2848 ic o ƒ 8471 1 o I77 3920 19 oj 1588 n o 76.3 0 o 1768 4103 8 oj 2177 19 o 749 4 o 1769 ƒ398 2 o 2831 6 o 725 14 o 1770 4814 6 o 2561 11 o 787 5 o 1771 4121 9 o 2858 5 o 87418 o 177* 441811 o 246813 o 818 16 o *773 5973 H 01 j 2515 5 o 85-5 9 0 *774 5068 13 o 2998 o o 842 1 o 1775 5233 10 c 252813 o 859 6 o 1776 4797 1 o 249710 o 738 9 o 1777 5801 8 cj 2591 twj o 720 ic o 1778 4270 6 o\ 2878 2 o | 744 3 o 1779 433i 1 e' 1793 4 °! 744 0 1780I 4621 15 o 2882 17 o 733 '7 o 1781 5263 14 o 287711 o i 753 4 o 1782 7970 9 o 3492 3 o 750 6 o 1783 6583 5 o 3011 1 Oj 75114 o 1784 6018 13 o; 3969 i<5 c 7/S9 ii o 1785 6453 16 o^ 458c 2 c 706 10' o NB. De Drukloonen zyn tyeLj-ftenzyd onder de vooriz fom hier onder met men niet begrepen, I fepe5*wor- D r dende daar 1 voor ten liften Van den Lan Je' 1 nier gcdecla' teerde  i  N°. 8. Staat der Schryfloonen teh Comptoire van den Hjer Griffier van haar Hoog Mog. over 1752 tot 1785". Anno 1752 - /66o2i| 5 0 I"5'3[ ■ 67969 10 0 1754 62813 17 o l?S*\ 6336812. o 1756 68719 18 o 1757 ■ . 67555 14 o 1758 . . 663%9\iz o 1759 64128I16 o 1760 . 64747 14 o 1761 . 6770513 ö j76z j, 61052 4i Q 1763I 62619 4 o 1764 . 61322 3I o 1765 ■ mm 6l603!l7 o 1766 . 61602 8' o 1?rl\ f 60587 14 o 1^68 62229 18 o 1769 mi6j ? Q 1770 * 6557717. o J77' ■ 67360 5 o 1771 , , 70416 3 o 17/3 >— ! 73'304'iq o I774 ~_ j 7yx,8 j6 0 I7?773\ '—' ^6l9 8| o 1774 859l<5 * 0 17755 1 8f2,i 7 ö 1776 8948119' 0 1777 ' 8541 10 o 1778 9C7* II o 1779 8<:95 9 ö 1780 „ _ 8681 18 o 1781 1 lc(^4 IX O 1782 ■ 1 13168 3 ó 1783I 1509010 o 1784' 17016] I O i78ci ——— 161x2! O: e»   N°. 11. Staat der Schryfoonen ten dienfte van den Raad van State ter Griffie van haar Hoog Mo? over de jaaren 1760 tot 1785-. Anno 1760 . , /3I19 ' 3163 9o %% — t\l 16 ° l7fA ^ O ^ 2842 7 o ' ' 2871 o 1768 . . z686 1771 .— 3777 123 0 177* , 3f07 co 1773 — 3800 i»| o I77*' ■ r 375,4 9 ° !77^ - 434413 o 1776 . . 4óo8 J I 0 1777 . . 43 ro *77* —- 4783 10 o Elf :— 443900 \lt / 3865 i4 0 11» ■ 349711 0 IIV ' 3*co o O   Nö- 12. Staat der Schryfoonen ten ditnfte van de Generaliteits Rekenkamer ter Griffie van haar Hoog Mog. over de jaaren 1760 tot 1785. Anno 1760 . . ƒ214514 o 1761 , 2C9g , Q 1762 -~'11 — 2305 2 o 1763 , lz6? 8 0 '764 . . 2491 17 o 1765 • 2601 11 o 1766 — 2,4Ó3 y Q 1767 a7,4 8 0 17J 1674 7 0 1769 - 306917 o 1770 _— 3sfs 7 0 1771 332010 o J772 - 3139 6 o 1773 —. 171419 o 1774 . 1902 2 o 1775 - ■ 2201 11 o 1776 -' 224214 o 1777 . aIiQ g Q 1778 » 2325 4 o 1779 ~ ■ 289416 o ï7o°i ' *754" o 1781 3tól lx 0 1782 — 217912 o *7#*i ■ 223716 o 1784 2447 5 0 1785' - j ajc^ïó q   N°. 13. Specificatie van betalingen wegens Tranfiaten uit de Hoogduitfche Taal. Anno 1696 . f 55l o 0 1697 . 11 o 1698 ■ 574 i7 o 1699 ■ 970 lo 5 1700 879 14 o 1701 . 985- 7 0 1702 , IiS4 4 0 1703 ■ ■' 1139 17 o 1704 n10 9 o 17°s • 1 1190 11 o I71X • i48i n o 1723 ——-—• izói 11 o i7i4 , 2ogó ö y 17^5 1825 3 ö 1/26 - 3025 16 o 1727 3o8? 3 Q 1728 3293 II o 1739 1 3c5"o 8 o 1730 " 243613 o 1731 2338 1 o 1742 , 185-9 '3 ó 1743 1728116 o 1744 1282)16 0 1745- . / 2562? 6 ,3 1746 I 2.^57 12 o 1747 . 244-. 1 o 1748 » 2000 *7, o 1749 , 3041 2 q 1750 - 2899 7 o 1751 — 2601 9 o 1776 235-3, 3 0 1777 i m 2546 2 o 1778 2691 18 o 1779 .—— 231915' O 1780 2330III o 1781 . 22.561 6 o 1782 ■■ — - 1616 7 q I 2441 16 o 1784 .—25-00 i' o I785! ~- 2628 O, 9   N°. 14. Staat van de maande/ykje Gages va» de Officieren en Ma* iroofen op het }s Lands Buiten- In 1717. j In 1786. De Schipper 1 — f zz o 0/30 o 0 By Refolutie van 15 May 1721 verhoogt op /30: De Stuurman — ■ zc 0 0 zz o 0 De Refolutie van zz April 1727 verhoogt op fx^: De Bootsman — ■ — 15 o o i6! o o By Refolutie van zz April 1717 verhoogt op ƒ16: De Tompetter - zz o o zz o 0 Als Barbier — - .. — 4 o o! 4 o 0 Als Schryver — ——■ 50 0 5 0 0 De Cajuitwagter of Hofmeester • 16 o o zö o o By Refolutie van 4 December 1714 verhoogt op/*8: By die van 21 Maart i7jz is de Kok aangeileld tot Ca- \ juitvvagrer, op de gage by hem als Kok genoten. En by die van 10 May 1768 is een ander Cajuitwagter, op dezelve voet, aangeileld. De Kok ■ — Z4 o o z6 o 0 By Refolutie van z4February 1734 verhoogt met fx: De Conitapel — 14 o o 14 o 0 De QuartiermeeÜer — 13 00 13 00 De oudfte Matroos ■ 13 o o ! 11 oj 0 Vier Matroofen, ieder —' iz o c iz o' o   N°- 15. (1) Memorie van de koffen gevallen op het onderhond van de Vertrekken tot de Vergadering van haar Hoog Mog., den Raad van State en de Generaliteits Rekenkamer behorende, in de juren 1781 en 1785. \ Haar Hoog 1 Raad van Generaliteits | Mogende. State. j Rekenkamer. Ao. 1781. I ~— . , i Timmerman - ƒ1620 dof %s6\i7\ o\f 219 14 0 Metzehar I 775- 8 o ft\ J 0 ui\ 7 0 Loodgleter — 905 o o 7Jl4j 0 ,J Q 0 Verwer ■ i443 h% o — . _ 7J Jl 0 Glazemaker - 252115 oj 125 r o 25 2! o YÏÏkr,™- ! ï'Jl 80 64 0 0 4* 6 o izerKramer —! 399,14 0 • — - . 12 1 o Behanger ■ i 586 17 o 76 5 o — - - . _ \ f 6»4t j 4| 0 / 548 3 o ƒ 51019 o Ao. 178?. I j i Timmerman - ƒ1417:10 o ƒ 750 o o /ii4iïO ó Metzelaar 92217 o., 409 o 0 .3.2,18 o Loodgieter - b*88| 7 cj 201 6 o 390 2 « Verwer 826 ,6 o 459 7 o |ii . 0 Glazemaker - 26* 3U 42213 o I0S 1.1 0 bmie 163 19 0 448 2 o lögij o Yzerkramer — ïörfo 4818 o — . _ Behanger |w , J ° 102 6 n 33 3^ 9 o Steenhouwer - 63'i^i c 287 2 q f Stoelemaker jyj ^ \ . J — i - -j *3 8 - _J ƒ 5383 o oj ƒ 3128 14 oj / 3027) i ö Ao. 1783. j | I |*~ ~" Timmerman — ƒ 15-26 8 oj f 7S7 6 oj f 264518 o Metzelaar j 615-13 o 251 9 0 a4y ,g 0 Lootgieter - 70610 0 ,2914 0 gLg Q Verwer - go, 18 0 9415 o 78 ,3 o Glazemaker — 218 3 0! 96 2 o 17 o o Ymit 1 106 10 oj 96'i3 o 42 r7 ö Yzerkramer — | 293 0 01 681 2 o 6 o d Behanger « 263 16 0; ¥950 ~ Koperllager —j — - - — - - 40 8 - _ j ƒ 4535 "8 o, f 1583' 6 0/ 731 11. o Ao. 1784. ] | ~* Timmerman —- f 1620 19 o ƒ 1134' o of 37 3 6 Aletzelaar — 78918 o 47in 0 411; ó Lootgieter —j 901 5 o 165 10 6619 6 Verwer , 1153 io o 203' o o 38 7 o Glazemaker -4 243 4 o 1Ó518 o 1515 o Sjnitr j 23618 Oj 140 3 O 64 5 o Yzerkramer —j 302 3 o 146 80 7x0 p' Behanger *J 5o9 80 8514! o — - - Steenhouwer —jj — . . 177116 o —- - - Kabinetwerker -il -— \\'\ 121 o o — _ _ / ?757 5j p|/ 281012 o!/ 27110 o  (*) Haar Hoog N Raad van , Generaliteits j Mogende. j State. \\ Rekenkamer A o. 1785-. « — ! — Timmerman — ƒ1248,191 o\f 494 5- o||ƒ 32- 8 o Metzelaar — 126119 o 31019 oj 25- o o Loodgieter 1— 1014 6 o 167 4 01 27 10 o Verwer — 1445- 2 o 407 40 19 7 o Glazemaker — 307 11 o 113 r o 15- 14 o Smit . 503 14 o 15-4 8 o 11 10 o Yzerkramer — 629 12 o 59 15 oj 16 14 o Behanger —— 4,4 12 o 74 o oj — - - Steenhouwer — — ?4 x3 0 - - f 7%65\*5 o (ƒ1875 9 o ƒ i48| 3 o RECAPITULATIE. Haar Hoog De Raad van , Generaliteits Mogende. State. j Rekenkamer. Ao. 1781 — ƒ 6141 4 o ƒ 548 3 o ƒ 510(195 o 1782 — 5383 00 3128 14 o 3027 ij o 1783 — 4,3518 o 1583 6 o 73 i n o 1784 — 5757 9 O 28lO 12 O 271U0 O I78, — 7*6*1** o 187, 9 oj 148 3 o ln vyf jaren — ƒ29683! 2 oj ƒ 9946^ 4| o|/ 4689 4 o No. 16.  (I) No. 16. Inflruïïie voor den Opzigter ovir de Vertrekken tn de IVoningj gehorende tot de Generaliteits Rekenkamer. Art. t. L.1Y zal het opzigt hebben over de voorfz Vertrek* ken en Woning en zorge dragen, dat de nodige reparatien en vernieuwingen daar am behoor!yk worden gedaan en ze dus wel onderhouden worden. Art. x. Ten dien einde zal hy de voorfz Vertrekken en Woning van tyd tot tyd moeten infpefteren, en als hy zal bevinden, of hem anderfmts zal worden kennis gegeven, dat eenige reparatie of vernieuwing moet worden gedaan, zal hy zulks door de refpeftive Bazen die gewoon zyn voor de Kamer te Wérken of eenige Leverantien te doen, met kennis van eenen van de Secretariilen van de Kamer laten verrigten. Arr. 3, Des zal hy, ingeval eenige reparatie, vernieuwing of leverantie van belang zoude mogen zyn, en eene merkelyke fomme van penningen bedragen, daarvan alvorens met overleg, (zoo hy dat verlangt; van de Bazen, die dezelve zullen moeten doen, opmaken eene begroting van de koften , die daar op zullen vallen , of zodanige begroting van die Bazen requireren, en dezelve mtt hy voeging van zyne coniideratien in het Jaatiie geval, zoo hy 'er eenige mogt hebben, aan eenen van de Secretariilen van de Kamer overgeven , om daar op by haar Edele Mogende te worden gerefolveerd, zoo als bevonden zal worden te behoren; Art. 4. Ingeval van eenige reparatie, vernieuwing, of le^ verantie een bellek zoude moeten worden gemaakt, zal hy Opzigter daar toe gehouden zyn. Arr. 5-. Wanneer aan de voorfz Vertrekken of Woning gewirkt word, zal hy zorge dragen, dat de Materialen die gebruikt worden , goed in haar foort en tot het werk bekwaam zyn, en ten dien einde dezelve, alvorens ze verwerkt worden, zoo hy het nodig oordeeidt, aan zig doen vertonen, en by aldien hy ze niet goed Fn haar foort nog tot het werk bekwaam mogt bevinden , zal hy de zodanige moeten afkeuren, Art. 6. Voorts zal hy toezien , dat het werk naar behoren, en met de vereifchte en behooriyke iever en naarftigheid verrigt werde, en ten dien einde zal hy zoo  CM 'zoo dikwyls als het nodig zal zyn, om daar van te kunnen oordelen, naar het werk moeten zien, en zig daar by laten vinden. Art. 7. By aldien hy zoude mogen bevinden, dat het wek fiiet naar behoren gemaakt, of het Land niet wel behandeld word, zal hy niet alleen zodanig Arbeider, als zig kwalyk zal gedragen, van het werk kunnen wegeenden, en van defiëlfs Baas vorderen, dn hy eenen anderen en beteren Knegt zende, maar hy zal ook zodanige Bazen of Leveranciers, die hy bevinden zal dat niet wel handelen of gehandeld hebben, met kennis van eenen der Secretariilen van de Kamer kunnen dimmeren , en met kennis van denzelven Secretaris andere gebruiken. Art. 8. Wanneer eenige Baas tor. zyn werk Materialen zat moeten gebruiken, die by eenen anderen moeten worden gehaald , zal die Ba. s die ze vordert daar van een getekend Brief je aan die Leveranciers moeten geeven, en deze zullen gehouden zyn die Briefjes by hunne declaratien te voegen. Art. 9. Wyders zal de Opzigter-gehouden zyn de jaarlykfche declaratien van de reipeétive Bazen en Leveranciers, naauwkeurig re examineren, en in het byzonder te Jetren. 1. Of al het werk en alle de leverantien daar in gebragt met zyn kennis gedaan zyn. 2. Of daar toe gebruikt zyn alle de Arbeiders, van dewelke het loon ten lafte van het Land gebrast word 6 en befteed de tyd, over welke het zelve word gebragt & en 3. Of de pryfen daar voor uitgetrokken redelyk zyn en vervolgens onder die declaratien eene verklaring van zyne bevinding fteiien. Art. 10. De refpeflive Bazen en Leveranciers zuuen derhal* ven geen werk of arbeid nog eenige leverantien mogen doen, veel min eenig Knegt aan de voorfz Vertrekken of Woning of ten dienlle vaneenig P.ediende van de Kamer zenden dan met kennis en goedvinden van den Opzigter, uitgezonderd nop'ans de leverantien in het 8 Art. gemeld; ook zullen dezelve Bazen, op dat de Opzigter in ftaat moge zyn derzelver declaratien ingevolge het vorige Artikel te examineren, en van zyne verklaring te voorzien, op het einde van ieder week , gedurende dewelke eenige arbeid aan de voorfz Vertrekken of Woning, of eenige leverantie daar toe gedaan zal zyn, verp'^e wezen den Opzigter eene fpecifique Notitie ter hand te ftellen , inhoudende eene precife opgaaf van het werk  Deze zyn ori in tic Bazen. werk her welk is verrigt , van de Arbeiders én dé tyd daar aan geëmployeerd met uitdrukking van het dagloon , het welke die Arbeiders hebben verdiend als mede van de Materialen of leverantien daar toe' verflrekr, en moeten dè voorfz Bazen en Leveranciers veraagï zyn, dai hunne declaratien opgelyke voet moeten worden ingerigc, en dat in dezelve gene poiten geledert zuilen u-oMen, van dewelke niet behoorlyk in der tyd door bun Notitien, als voorfz is, overgegeven zyn, als mede dat gene declaratie!) zullen worden aan^ genomen, veel min geliquideerd of betaald, dieniet voorzien zyn van een verklaring van den Opzigter. Art. iii Zoo dikwyls brand mogt ontftaan binnen de drie bui:en Poorten van het Hof, als mede op het Buitenhof, en de Ongel van het Hof, deHofftraat, de korte Poten, op het Plein, de korte en lange Vyverberg en de Plaats, zal de Opzigter zig ten eerile en zoo fpoedig mogelyk begeven naar de voorfz Vertrekken en Woning, en ingevalle eenige voorziening tot precautie of anderfmts zoude mogen worden vereilcht, zal hv met overleg van den Chartermeefter van de Kamer en de Werkbazen, die ter voldoening van haar Ld. Mog. Refolutie van den 14 Maart 1753 zig mede aan de Vooriz Vertrekken zuiien bevinden, het nodige moeten verzorgen, Art. 12,. Voor zyne vacatie by gelegentheid van brand zal hy telken reize genieten vier guldens, die hem door eenen van de Kamerbewaarders van haar Ld. Mog. tegen guitantie zullen worden betaald. Arr' *?' Eindelyk zal hy Opzigter jaarlyks nazien , en onderzoeken of in eene behoorlyke Haat zyn de brand Gereedfchappen, die ingevolge haar fcd. Mog. Reiolutie van den 14 Maart 1758 aangefchaft zyn, eri gedeeltelyk onder de bewaring van den Chartermeester van deze Kamer en gedeeltelyk onder de refpective Hazen heruiten* beihande in 60 Brandzakken van Brugslinnen. *s Brandemmers gemerkt Generaliteits Rekenkamer* 3 geverwde Dekkleden. 2 Ladders van in de 30 Sporten. a dito van 22 Sporten. 6 Blikke Lantarens voor twee Kaarfen. 4 f dito voor eene Kaars. - iS Mutzen van Doek voor de Knegts van de Werk} bazen, gemerkt Generaliteits Kekenkamer* 5" geverwde Brandmecüers Stokken. 6 j Flambouwen. a I Ysbylem  ( 4 ) t Veuirl. T z Breekyzers. % Handbomen. 4 Handzagen. x Schippers Dwylöokken met Dwyiee. 6 Houte Sneeuwfchoppen en r j Kilt roet Blik gevoerd , en van boven doorgellagen met lugtgaten, gefchikt tot gedeeltelyke berging van voorfz Goederen. en van zyne bevinding zal hy aan gemelde Charlermeefter eene behoorlyke verklaring geven. Art. 14. De Opzigter zal nog van de Bedienden van de Kamer, nog van de Bazen, die door haar fid.Mog. geëmployeerd worden, eenige giften of gaven mogen ontfangen diretfelyk of indire&elyk.  (I) Ö Y L A A G E Liet. fi 1 "|!c Raden van State der Vereeniehde Nederlandilche Provinciën, Doen te weren: Alzoo Wij verlUen dagelicx vele queitien ende gefchillen te vallen in de Quartieren van den Lande van Vlaenderen't Onzen gebiede itaende ter zake van Dijckagie, Policie, gemeene Middelen, Domeijnen ende andere geannoteerde •parthien van goederen, toecomende Perfoonen contrarie partie houdende, ende dat by gebreke van behoorlick beleydt en ie refort, of dat de Luijien weten aan wien haer te addreilëren, zoo wel de Gemeene zake als vele particuliere^ Perfoonen gein'ereiTeert zyn ende clachtich blyven. SOO LEST DAT Wij begerende daar inne te voorfien tot meeiien dienfte van den Lande ende gerieve van de Ingezetenen van den voorsz. Quartiere totten beleyde ende directie der voorsz: Gemeene middeien, Domeijnen ende andere geannoteerde parthien van goederen, oock mede tot kenniffe ende decifie van de queitien ende gefchillen op dezelve, mitsgaders op de dijckagie ende politie Vallende, gecömitteert ende geauthorifeert hebben, cömitteren ende authoriferen by dezen bij provifie ende tot wederzeggen, De Gecömitteerde Raden van de Staten yan Zeelandt als naeft gezeten zijnde, om bij hun daer ihne gedaen te wordden zoo zij nae rechte, ende wtwijién der ordonnan. ende inÜrucYten daerop gemaeckt, in goede confcieniie zullen bevinden te behoiren, Behoudeiick dat indijen ijemandt van parthien haer bij den appoinfteiriente van de voorsz. Gecömitteerde Raden zouden moghen belwaert vinden, dar zij daer van aen ons zuilen rfioegen appelleren. Ende dat mede de Ontfangers ende andere Officieren van de voorsz: gemeene middelen, Domeijnen en geannoteerde goeden bij Ons geitelt zullen wordden. Gedaen in 'sGravenhaghe den derthienüeh Auguiti XVe Acht en tachtich (was geparapfr:) A: v: Mtjle. (.in dorfijimi) (Onder ftond) Aae v.rn Rade van Ter ordonnancie van den Raad State daer bij de yan State. ËSf&A (Was geteekend) gëmitteeit worden Chr. Huygcnsl tot bet beieijt cn Accordeert met het Origineel adminittraiM van door dgn Heer Qedepu- Domeijnen en lnco- , <■» -, * j j mm vaa viaeRd«. teerde van Zeeland aan de Commiftie vertoond. (Was getekend) jn volkomen inüemmen met de gevoelens door den Raad van Staate A°. 1719 in hunne Milhve gemanifeitcerd. Om egter te voldoen aan het verlangen v?.n Heeren Gecommitteerden iot de Kevilie der Quotes, om op de pointen in hunne vooriz: Refolutie vervat; zijne conii ie jatien tc zeggen, zal hij de vrijheid neemen zig tot de QRduitaande afhel en te refereeren:  Ad iO rr ( 3 ) « IVt mfrd^ d°tn drukken van van wèltè verfehetdene Copzen moeten worden gekeven fou*? Sfukken yan welke men uit hoofde van derfelver importantie, voorziet dat veer navraag Li 21 T /düs„veel1e C°Pi^n zouden moeten u^rde^ gemaakt Cwelke den G.iffier ingevolge van he ,c Articul van fijne Initrucrie niet kan weigeren l hut men feedert een.gen ti,d meer als ooit drukken. fe s!Xt "«..SP81 ï imP°rtante ™ volumineuOoft- en WelMndifche Compagnien, als van den tn h ^"m "le,f AdmiraI"eiten ter Vergadering van haar Hoog Mogende zijn ingehragt, die allen ten ger,eve van de Heeren Gedeputeerden op vooi z" wijLe ztju gedrukt geworden, vertrouwt den Gnfi S«rT-'V",1 16 2e^en' wanneer hy avanceert daar door het Land Verfcheide duizende getart te hebben waar meede anders zijne Declaratie ten zi? ïien prohjre zoude Vermeerden: zyn geweeft. J Vinder? In Dffêch«^ls generale aahfciv ij- Vingen in de Generaliteit, of aan de Miniiters, Cpnfuls, en CommiiTariiien buiten 's Lands, zouden Z iT]ï met;h Tl ^00t ^tardement, en dus tot ondtenjd van den Lande künn>n gedrukt worden; Jl«tó hei zetten, drukken, en vervolgens in uilen ve^he deVer^er )t verliffchen, daar veilcheide Ciercquen, onder diciamen: die Depêches met veel meer fpoed kunnen Vervaardigen^ het geen waarfchijnelijk de redèn n waarom al aanltonds m dat opCigt is afgegaan van haar Hond Mogende Refolutie van den 24 Oétober j669. welke ook alleen provifioneel en tot een preuve is geno^ men geweeit. r £CUÜ Egter, hoe zeef de ordre van hét Land rheeden dC or?inilrls en ^traordinaris StUSn X rV^ d?g en naSc' voor ^ Provinciën de vereifchte Copien moeten worden gemaakt erLn7„aan aJIe Pr™P*"de voldaaf word erkend den Griffier, dat hier in, miffchien, buiten grooten ondienft van den Lande\ die verande S zoude kunnen worden gemaakt;'dat dezelv^oor? ^^^•de^kunne^l^.e^den 8edrukt' *™ voor de Provinciën als voor Zijn Hoogheid, en de verdere geS rrd'en." ™ Insgelijks zouden de generaale Petitiën en indien Rrfpv^ f n°0ten hf goedvinden» 2elfs de Biddag* Brieven kunnen gedrukt worden. & & 4 Ad. »«;.  ( 4 ), . ... . Ad.Eene verandering in het veelvuldig requireeren van Copien en Jlffchriften van Stukken en Refolutien &e. Hier op zoude den Griffier zig kunnen vergenoegen met te zeggen, dat zijne Inilruclie, alsdan, moet verandert worden; doch of dat buiten ondienft van den Lande-3 eenige weinige gevallen uitgefondert, zoude kunnen gefchieden, kan uit de volgende reflexie n opgemaakt worden. De Provinciaale Clerquen, moeten elk voor de Provinciën door wien zij betaald worden fchrijven i°. de dagelijkfche Nouvelles en Notulen; 2* alle Stukken uit de ordinaire Notulen die door hunne Provinciën worden overgenomen. Hier van komt derhalven niets op de Declaratie van den Griffier. Dog alle zaaken die eenigilnts fecreet zijn, en gevolglijk ook de zoodanige die de refumtie nog niet gepaflèert zijn, kunnen volgens de ordre van den Lande, en om confufie te vermijden, niet door de Provinciale Ciercquen gefchreeven worden; en worden egter ais het Stukken van aanbelang zijn dikwijs door de Heeren Gedeputeerden gerequireerr, wanneer het toevallig op hun Pofldag valt, maar voor al dcor den Heer Raadpenfionaris als de Vergadering van Holland by een is. En dit is dikwijls van het grootfte aanbelang niet alleen voor die Provinciën, maar zelfs voor het gemeene Land voor al wanneer de refpe&ive Landdagen vergadert zijnde, op het punt liaan van te fcheiden, en de importantfte zaaken dus dikwijls tot het weder by een koomen van dezelven onafgedaan zouden moeten blijven leggen. Wanneer 'er nu intereffante Stukken ter Vergadering zijn ingekomen, of Rapporten zVm uitgebracht, kan dit fchrijven voor de Heeren Gedeputeerden, of voor den Heer Raadpenfionaris, de Ciercquen van den Griffier dikwijls tot diep in de nacht occupeeren, om dat alle die Stukken met hunne extenfien, ook noch voor den volgende ochtend in de ordinaris en fecreete Notulen moeten gebracht zijn, om gerefumeert te kunnen worden: en hoe veel overleg en werk dit alles ondertulfchen vereilcht en veroorzaakt, kan ligt begreepen worden, wanneer geconlidereert word, dat men in deeze laatile jaaren dikwijls Notulen van eenen dag gezien heeft die 3 a4oo folio Bladzijden groot waaren, houdende zaaken, waar bij de zeeven Bondgenooten even ge-interesfeert waren. In een veelhoofdige Regeering gelijk de onze moet dit natuurlijk meer fchrijvens veroorzaaken, als in een eenhoofdige; en echter vertrouwd men  (* > men dat er weinige Secrerarijen van Staar gevondeh zullen worden, die na evenreedigheid van 'i werk dat daar in veriigt word, minder koiten, Men heeft acrueel buitenlandfche Commiilmn aan een enkel Hoi, welke veel meer in een jaar aan t Land kollen als de vier Declaratien van den Griffier m een geheel jaar belopen, waar uit egter alle zijne Ciercquen gelalarieert moeten werden, en hij zeiis zijn beliaan moei vinden. Om dit nu ieder door zijne Provincie re laaten beralen zoo als wel eens is voorgeflagen , is een zaak die impradicabel is. Voor eerit kan het van den Griffier niet gevergt worden dat hij de Clercqu-n, di? met na hunne Schrijfloonen kunnen wagten, uit Zijn eigen middelen zal betalen; ieder Provincie 'zou derhalven een Fonds dienen daar re Hellen waar uit hunne Declaratien, met dezelfde promptitude konden werden voldaan, als nu gefchied uit de Generaliteits Kas. Ten anderen zou dit, voor ai in drukke tij.ien aan de grootite inconvenienten onderheevig zijn. Deeze Stukken, zoo wel als de daeeiijkfe meenigvuldige Depêches over het geheele Comptoir van den Griffier verdeelt moetende worden, is het voor de Ciercquen die dezelve fchrijven een die niet en zijn die geene die dezehe expediëren: ) onmogelijk om precies te weeien en dus op hunne Declaratien te annoteeren, voor wien die Stukken gelchreeven zijn; en indien de Ciercquen die dei'ejve expedieeren, daar van voor af differente declar.uien en uitreekeningen mollen maaken, zoude» die Stukken meellen tijds te iaat aan de Gedeputeerden ter hand koomen: ook wanneer de Stukken groot zijn, worden dezelve om meerder fpoed gecompaiieert, en dus een enkeld Stuk door diverfe handen gelchreeven, en dan vervolgens weder door anderen veriamelt, net welk dikwijls in drukke lijden met een onbegrijpelijke vaardigheid moet geichiedcn. 6 Dus zouden hier door niet als confufie veroorfaakt worden, en veeltijds de eene Provincie voor de andere betalen. Ln geen minder confufie, zonder van andere inconvenienten te fpreeken, zoude het veroorfaken, indien men die fecreete of ongereiumeerde Stukken, een ieder door zijne Provinciale Ciercquen wilde laaten fchrijven, en dus buiten het Comptoir van den Griffier doen rouleeren, alwaar alles in ordre gehouden en voor de refumtie bereid moet worden; behalven dat ieder Provincie dan noch wel een half douzijn Clercouen A 3 dien-  Ad 3 CO diende te fabriceren, die in fiappe tijden meeilendeels Jeedig zouden loopen. Daar en regen zoo dra men de Griffie van haar Hoog Mog. confidereert, niet als een parriculier Comptoir, maar zoo als defelve onder de directie van den Griffier in der daad is, als een generaale Secreiarij van Sraat voor de zeeven Bondgenooten, wat is d?n natuurlijker, en minder confufie onderheevig, als dat alles op eene generaale Declaratie komt, en uit de generale Kas betaald word! Voor het overige renvoyet rt den Griffier de Heeren Gedeputeerden dikwijl» aan hunne Provjnciaale Ciercquen, warneer zij Stukken vragen uit de ordinaris dagelijkfe Notulen, die de refumtie reeds hebben gepafleert; en hier in zoude den Griffier geiterkt kunnen worden door een exprts daar toe ie neemen Reiolutie, waar bij teffens vaftgelleld wierd, dat van de ontcijfferde Brieven de Heeren Gedeputeerden zig zouden moeten vergenoegen met een eenvoudige lecduur of korte annoiatie. Eene precifere bepaaling van het geene aan de re' fpecJive Ciercquen zoo voor het tegenwoordige ah voor het vervolg * zoude moeten worden goedgedaan, wee. gens Seht ijfloon , voor ieder Blad, inhoudende ter wederzijde 32 Regels en 40 Letteren op ieder regel. Deeze bepaaling is, voor zoo veel de Ciercquen van den Grirher betreft, zoo precies als men zou kunnen begeeren, agter hunne Declaratie verklaaren zij, op den eed aan den Lande gedaan, zig gereguleert te hebben na het Reglement van 1661. Dat Reglement brengt meede dat voor een RIadichrift, rer wederzijde 2.5 Rcegeis houdende, (do h zonder bepaling hoe veel letters op ieder RegoJ) drie l\uiveTs door het Land zal goetgedaan worden. Het kan in geen gezond verffand opkocmen, dat daar door verftaan moet worden 25- Reguls, ter heeler Blad en zoo Compres gefchreeven ais nu gedaan w^ord, en voor de depêches (wil men van "de geringite geen Boekdeelen maaken) gefchreeven moet worden, alzo als dan een Clercq hoe naarilig hij was, gewis minder zou verdienen als de geringfte Daglooner, en den Griffier daar vnn niets hebben. Men heeft derhalven in vroegere tijden onderfogc hoe veel Bladeren van 25* Reguls op ieder zijde , ruim largc Schrift, comprès ter heeler Blad gebragt kunnen worden en bevonden dat op eene zijde compres van 32 Reeguls ter heeler Blad, en 36 & 40 Letters op eene Regul, vijf blad gebragt kan worden, door welke manier van declareeien (en dit kan als een proef op de fom geconlidereert worden,) de naar-  (7} raarftigfte Ciercquen van den Griffier, zig ter nauwer nood een in koomen kunnen beforgen, evenreedig aa-n dar van de Ciercquen van den Heer Raadpeniionaiis van Holland. Op deeze wijzf heeft men tragten te voldoen aan een Reglement , zonder behoorlijk onderzoek in de Wereld gebracht, in een rijd dar de Levenswijs, voorfeeker de helft van de teegenwoordige koite, en de Lee vensmiddelen gewis twee derde beeter koop wareiï, Deeze Regul word als een ltaale wet, zeedert onheuchelijke tijden in het Comptoir van tien Grifher gevolgt; en kan den Ondergereekendc geruit verfeekeren, dat bij zijn rijd geduurende bi;na 60 jaaren, nog bij die van zijn Oom meer dan 60 jaaren, nog bij die van zijn Oud-Oom, die allen den poll van Griffier niet zonder betuigingen van het genoegen van haar Hoog Mogende bekleed hebben, geen nieuwigheden daar omtrent zijn ingevoerd. Welke verandering men dan ook in de manier van declareeren wil maken, is den Griffier a's een eerlijk Man verplicht te declareeren, dat indien mrn in de prijs der Schrijfloonen eenige vermindering wilde introduceeren, hij voor zijne Ciercquen, die dikwijls in drukke tijden als Slaven dag en mgt moeten werken, niet gaarne meer verantwoordelijk zoude willen zijn, als voor Lieden die fecreeten van den Sraat mi handen hebben, waar toe men gevo'gbjk niet a\s fatfoenclijke Lieden kan verKiezen, en 3an wien men dan ook een fatfoeneÜjk beftaan, zoo als in alle Landen gefchiet, moet beforgen. Ad 4°. fchrijven in vreemde Taaien &c. Hier voor werd door het Land een fluijver meer per Blad goetgedaan, waarfchijnelijk en met reden, om dat de geenen die dezelven niet kundig zijn meer tijd noodig hebben om een Stuk in een vreemde Taal te copieeren als een Stuk in hun Moedertaal; en het zoude een groote hardigheid en te gelijk beuzelagug zijn, die geenen die zoo een vreemde Taal magtig zijn, van dat gering voordeel te priveeten. Ad. 50. Het maaken van Indices Hier voor werd, op den Eed aan den Lande gedaan, gereekent na den tijd die daar aan befteed word, een Clercq weetende hoe veel hij in een uur kan fchrijven ; en Kan dit niet anders gereekent worden , als men nagaat hoe veel zoekens^en hoe veel leezens het vordert om een goeden index en Retroafla te maken. Dit is een van de moeijelijkite en teffens noodzakelijkite werken, zonder het welk de deliberatien van haar Hoog Mogende, welken zoo.  Ad 6' ( 8 > zoo veelerhanden refpecten uitleeverCn een Cabos vui verwarring zouden zijn. De Griffier durft zich geruit beroepen op het getuigenis van de Heeren Gedeputeerden, nopens het nut en gemak, welk zij ondervinden in de vaardigheid, waar mèede hij hun te regt kan helpen, uit de generaale Lidexen door hem zelfs in voorige jaaren gemaakt, en waar voor hij nooit iets aan het Land in reekening heeft gebracht, alzoo min, als voor het geen met fijn eige hand dagelijks zoo in de ordinaris, als vooral in de fecreete Minuien word gefchreeven. Deeze Indexen en Retroaéias moeten telkens vernieuwt en vervolgt worden, en lijn omflagtiger als ooit, zeedert hec veelvuldig overnemen, het doen van Aanteekeningen en het accrocheeren in de Confenten, van de eene zaak aan de andere; zonder re fpreeken van het omhaaien van een oneindig getal zaaken, proflueerende uit de teegenwoordige omltandigheeden van lijden en de heerfchende oneenigheden tulichen de Bondgenooten; al het welk zonder goede Indexen en Renoacla's voor den Griffier onmogelijk buiten confuiie te hcuden zouden zijn. Het legflrceren van Notulen &c. H;er door verftaan Heeren Gecommitteerden waarfchjnelijk het ordinaris Regiiter van haar Hoog Mogende en dat der Pasporten. De wijs om daar voor te declareeren komt volmaakt op het zelfde uit, het Land voor een Cotver blad, houdende vier in plaats van vijf ordinatis Bladen iz ftuivers betaalende. Daar en boven werden op expreife Refolutien van haar Hoog Mogende nog geregiftreen, alle inkoomende en uitgaande Brieven met hunne Bijlagen en Mernorien, als meede de Acten, ComrnimYn, Trachtten, Conventien &c. welke laaiden, volgens fpeciale Refolutie niet eens in orlgmali mogen gebruikt worden, al het welk is ingevoert om voor re koomen her wegraaken der origineele Stukken, wanneer die gerecjuireerr zijnde, door zoo veel handen palTeeren, zoo als daar uit blijkt dat voor her jaar 1646, wanneer zulks eerit in train is gebracht, genoegfaam weinig of niets meer voor handen is, en daar en teegen zedert die tijd de Charterkamer van haar Hoog Mog. in zodanige compleete ordre is, dat niet alleen Heeren Gedeputeerden en de Gecommitteerden ter Admiraliteit, wanneer alhier beichreeven zijn, maar zelfs de Ministers van den Raad van Staate en de Generaliteits Rekenkamer, daar toe telkens, als tot eene generaale Secretarije van Staat, hunne toevlugt neemen. Eindelijk word bij de voorfz. Refolutie van Heeren Gecommitteerden tot de Reviüe der Quotes voor-  vortrgeflaagen , dat ai verder zoude behooren te werden vajfgejleld dat het te bepalene Schrijfloon alteen zoude koomen ten profijt e van de Ciercquen zelve Öte dan dat in zodanig geval van nu af aan no- d'g, en met de billijkheid overeenkoomende, behoort bejcho'dvjt, en vaftgefteld te worden, dat de Trdclemeiiten van den Griflier * Commis 3 en Clercq Tinne worden verhoogt zoo als na een billi/k onder foek bevonden fat worden dezelven hier door in hunne Emolumenten te zijn benadeelt &c. - Of deeze fchikking tot wezentlijke menage zal ftrekken, en nog minder of dezelve hij vervolg van tijd en vooral in drukke en moeijeüjke tijden, geen nadeel aan 3sL*nds dienft zal toebrengen, zal den Griffier lieflt niet bepaalen: Dog, over het geheel, kan den Griffier, voor zoo veel hem betreft, rcclameeren den voet waar op hij, zoo wel als alle zijne PiEcdecelfeuren van de eerile ereelie van de Republicq af, zijn aangeilelt, namentlijk alle de Regten„ Digniteiten, Traëminentien 3 Trerogativen 3 Profijten en Emolumenten 3 tot zijnen ftaat behoorende ~i§c. Nu zijn die Profijten en Emolumenten, altoos geweeit het deel het geen hij in de Schrijfloonen heeft. Zijn Traclement is geringer als dat van den Ontfanger Generaal; de Lijft van zijne Depêche Gelden is nog dezelfde als in het jaar 1646, fchoon die van anderen Collegien propria auétoritate zijn verhoogt; het Ampt geld welk hij aan HoJJand bij het aanvaarden van zijn poft heeft moeten betaalen, heeft beftaan in eene fomma van dertig duizend gulAms aan welke Provincie ook daar voor nog 'sjaarJijks izoo guldens moet opbrengen; en zijn ftaat, als dar van een pv.blicq 'Perfoon, welke door alle de uitheemfche Mogeniheden, en gevolgclijk hunne Miniiters alhier altoos werd aangezien als de Secretaris, niet van een enkelde Provincie maar van de gantfche Republicq, vereifcht meer depences. Het Ampt van Griffier is uit dien hoofde altijd wel als een van de lucratiefiie, maar ook te gelijk als een van de aliermoejeHjkftej Jlaafagti^fte en vertrouwelijkfte geconfidereert. De voordeden , die den Grirfier van zijn Ampt heeft, kunnen geëquipareerc worden met die van een van haar Hoog Mogende Miniiters van den tweeden rang buiten 'sLands; of zijne arbeid en moeite daar aan gc-equipareert kunnen worden, zal hij aan het oordeel van anderen overlaaten, en zig voor het overige ten opzigte van zijn toekoomend beüaan, aan het goedvinden van haar Hoog Mog. met volle fiducie op hoogilderzelver bekende equiteit en met een dankbaar hart voor de reeds genootene weldaaden, en het tot nu toe in hem betoond vertrouwen gewillig onderwerpen. Doch dan verwagt hij tefTens dat zijne twee eer'-  ( 10 ) fie of expedieerende Ciercquen, waai* vin 'er masr één in de Refolutie van Heeren Gecommitre rde i genoemt word , fchoon beide als zodanig in de Regifters van haar Hoog Mog. bekend zijn, op uien de gantfche direéfie in de Griffie, en van de menigvuldige Depêches uic dezelve, rouleert, 'die zedert hunne aanitelling nog niets, als troubele tijden hebben beleefd, en. wiens voOrnaamfte inkoomen gevonden moet worden uit' de Schrijfloonen, in dier voegen refpeftivelijk getrafteert zullen worden, als hèt toekomt aan Lieden aan het hoofd van zoo een aanzienelijk, omflagtig en vertrouwelijk Departement geplaatit, en van wiens ijverige werkzaamheid, in deeze moeijelijke tijden, de Heeren Gedeputeerden ter Vergadering van haar Hoog Mogende, zoomin als den Griffier, zeekerlijk geen zwarigheid zullen maken, de befte getuigenis te geeven. En hier meede hoopt den Ondergeteekendê aan het verlangen van Heeren Gecommitteerden, ten opfigte van de pointen in hunne meergemelde Refolutie vervat, te hebben voldaan, en zal dus deeze Memorie befluiten met zijne vierige Wenfchen dat de lofwaardige en onvermoeide pogingen van Heeren Gecommitteerden tot de Revifie der Quotes in allen opzigten gezeegent mogen worden, ten einde deeze, zoo wel als de meer importante oogmierken van hunne gewigtige Commiffie tot heil van den Lande en hunne eigene fatisfactie mogen uitvallen en bereikt worden. 'sHage den 18 Junij 1787. (Was getcekent,) H. Pujl.  (i) B IJ L A A G E D. 2. 'Edele Mogende Et eren! r^vNtf..rren hebbende U Ed. Mogende Refolutie Van den ^ 19 December des gepalfeerden j>ars, waarbij, vermits de Heer Griffier Fagel zich bij deszelfs, Memorie niet heelt ge-expliceert in opzigt onder anderen van de Schrijtloonen van mijn Comptoir, het U Edele Mog. heeft behaagt , van mij zelfs te requireeren, eenige inlormatien en elucidatien omtrent het noovengemelde poinct, als meede weike menage na mijne gedachten, zonder ondienit van den Lande, daar omtreur bij vervolg van tijd zoude kunnen worden gemaakt. Heb ik gemeend dat de extenlie van voorfz. Refolutie natuurlijk aanleiding gaf tot twee differente poincten, voor eerit eenige informatien en elucidatien over bet gepaleerde, en ten tweeden, poinclen van menage voi r het tcekoomende. Ik zal derhalven de voorfz leidraad volgen en dan komt in het eerile aspect, Informatien en Elucidatien over het ge- paifee: de. ÜEdeJé Mogende zullen in het hoofd van mijne Declaratie, dewelke alle drie maanden word ingeleevert gezien hebben het Declaratoir van mijne twee Ciercquen J: Washington, en P: Tinne, houdende dat a\ wat in dezelve is geff/eciflceerd, gefchreeven is op ordre van hun Hoog Mog hoogitderzelver Grifher of Commis, als meede dac 'er gedeclareerd is, op den voet van hun Hoog Mogende Reglement van den 13 Seprember ióói beveelende onder anderen dat ieder blad waar voor drie duivers aan Schrijfloon zal worden goedgedaan ten minften Regu'-en zal moeten inhouden, dewijl nu ieder Menfch een differente manier van fchrijven heeft, word ter Grirhe van fuar Hoog Mogende bewaard een Legger, dewelke tot bafis dient van de Declaratien, en welke Legeer zeedert meer dan eene Eeuw van de eene Clercq overgaat tot de andere, zijnde dezelve bekend onder den nasm van gegroifeerd Blad, en inhoudende volgens het Reglement i$ regels op ieder zijde van het Blad. De differente poften op mijne Declaratie voorkoomende en aldaar volgens ordre van den Heer Griffier wordende gebragt, worden na de voorfchreeve Cijnofure bereekend, dat is te zeggen drie Huivers voor ieder blad Nederduitfefo, en vier Huivers wanneer het een ander Taal is, except dat voor het notuleeren het geen door m;j word gedirigeerd, word gedeclareerd zes Huivers per blad. Het laatfte heeft reeds in de vorige Eeuw plaats gehad, hoewel ik 'er eigentlijk de eerite origine van ignoreere, doch men zoude kunnen fuproneeren dat de Reeken kamer bij A de Metttói ie van di n Comnis Quarles teaddteffeerd lan de perfi' teefe Commissie -van het Financitweezen j y ouleet ende iver de Schrijfloon;« tt n Comptoire van den Commis van hun Hoog Mog, 1  (l) de eerfle gelegendheid dst die pofl aldus in de declaratie is gebragt, «töoet overtuigd zijn geweeit van de reedelijkheid van dezelve. Ook is het zeeker, dat het notuleeren het welk in hec generaal door geen Clercq kan gefchieden, die alleen gebruikt word om te copieeren dagelijks het meeite en zwaarile werk verfchaft, wordende des niet te min wanneer hec geen door mij genotuleerd word, voor de Minut blijft, daar niets voor gedeclareerd, doch omtrent deeze poft referveere ik mij eene voordragt aan UEdele Mog. te doen wanneer van de poinclen van menage zal fpreeken. Het woord elucidatien in U Ed. Mog. Refolutie voor* koomende heeft mij doen vallen in het begrip dat U Ed. Mog. nagegaan hebbende het poinel der Schrijfloonen op mijn Comptoir en gezien hebbende dat het montant der declaratie zeedert eenigen tijd was geaccreifeert, daar omtrent ook eenige elucidatie van mij begeerden. Het fpreekt van zelfs dat het beloop der declaratie volftrekt afhangt van het meerder of minder werk het geen wederom dependeeu van het gunt ter Vergadering van hun Hoog Mog. word voor- en ingebragt en van builen 's Lands inkomt, als meede van het geen ge-ordonneert word te fchrijven, contribueerende hier niet weinig toe de conjunclure van tijden, ja zelvs het feflie hebben in hooggemelde Vergadering van Leden dewelke zich bequaam willende maaken in 'sLands zaaken, en gebruik maakende van de geleegendheid hunner feilie, Copie van het een of ander Stuk requireeren het welk aan dezelve volgens Inilruclie niet geweigert mag worden. Als men nu nagaat het gepafTeerde zeedert weinige jaaren, in welke de Engeifche Oorlog fchieiijk is opgevolgd door de troubles met den Keizer en de innerlijke dilfentien in de Republicq, zal men ligt begrijpen dat de Notulen en bij gevolg al het geen daar uit refulteert, oneindig ge-extendeert hebben moeten zijn, zoo ais , war de Notulen aangaat, kan gezien worden bij confrontatie der gedrukte Notulen van .1774—1778 niet die van 1779 en de volgende jaaren. Hier uit volgt, dat, wanneer het werk minder opereus zal zijn, natuurlijk het beloop der declaratie na evenreedigheid zal moeten decrelleeren zoo als reeds merkelijk in 1786 en 1787 is gebleken. Alvoorens hier van af te flappen, en over te gaan tot het tweede poincl, zij het mij ge-oorloofd U Edele Mog. te doen reflefteeren, dat de differentie in het beloop der declaratie van het eene jaar of het andere met zich brengt een bewijs, dat in het formeeren van dezelve de aller ttrikfte eerlijkheid plaats heeft, en dat her zelve ook alleen zoo als  C 3 ) als boovengemeld is, afhangt van het meerdere ofminderé werk. Nu is mij nog overig te fpreeken over de pointen van menage. In het Plan in 175-4 ^oor ^e Heeren Gecommitteerden in de Generaliteits Rekenkamer aan hun Hoog Mogende overgegeeven, word geproponeerd om het blad fchrijven voor het Land af te ichaffen, en de Traciementen van de Heeren Griffier en Commis cn van dc twee eerile Ciercquen re vermeerderen, doch teegen de voorfchreeve Propoiitie zijn in het generaal zoodaanige bondige reedenen geallegueerr, ckt men van het zelve fchijnt afgegaan te zijn, oök kan ik U Ed. Mog. verzeekeren dat volgens de ondervinding die ik van het opereufe werk van de Griffie heb, her zelve door des kundigen niet eens in ferieufe aanmerking; kan genoomen worden, dus alleen overblijft of de polien op mijne Declaratie voorkomende kunnen afgefchaft, of op eene andere voet tot laffe van den Lande gebragt worden. Op dezelve ffaat vnor eerit en wel voornamentlijk de poit hekend onder den naam van Notuleeren. Hier omtrent zoude na mijne gedachten deeze verandering kunnen gefchieden dat voor het zelve in plaats van zes Huivers niet meer als vier ituivers zoude geleenen worden, maar dan zoude de billijkheid vorderen dat mijn eerile Clercq J: Washington Tractement kreeg. Die Man zeedert 39 jaaren met alle ijver en trouw zich in die bediening hebbende gedragen word uit die poit voornamentlijk gefa/arieert, heeft f 1500-0- o Ampfgeld betaald, moet jaarlijks voor ren honderdiie en tweehonderile Penning meede ïco guldens aan de Provincie van Holland betaalen, fchoon geen traclement geniet, en moet altyd na het afioopen der Vergadering zijn werk beginnen, dus dikwijls tot Iaat in den nacht ge-ocenpeerd is,met welk zijn werk laitig maakr, en ook van d+en sart is, dat zonder dagelijks onderwijl, handleijding en ijverige applicatie in het geen tor zijn Departement behoord, niet zoude kunnen voldoen aan het geen van hem word gerequireert. De andere pollen in mijne declaratie voorkoomende en welke alle a drie huivers worden bereekend, zijn niet van dat groot belang als het poinel der Notulen. Alleen zoude men kunnen vermeenen dar het fchrijven der Refolutien voor den Ontfanger Generaal van de Unie zoude kunnen worden afgefchaft, en aan hem een gedrukt Lxemptaar van dezelve geleevert; doch als men confide-1 reen dat voor gemelden Ontfanger alleen worden gefchreeven Refolutien her Financieele raakende en dewelke tot zijn poll perfé behcorèn en wel zoodaanig als dezelve tef A 2 Ver*  ( 4 ) Vergadering worden ingebragt, daar in de gedrukte Notulen dikwijls maar een Extract van dezelve gevonden word, Als meede dat hij dezelve direct krijgt het geen hem dikwijl1: te pas moet koomen, daar de gedrukte Notulen eerit maanden daar na ter zijner kennilTe zouden komen, geloof ik dat men 's Lands belangen daar meede niet zoude bevorderen; in allen gevalle zoude die Heer het belt daar over kunnen oordeelen. Het zoude ook, Ed. Mog. Heeren, een poinct van menage, hoe wel van geringe natuur voor de Generaliteits Kas zijn, indien de Stukken, waar van Copie word gerequireerd en volgens de ordre niet wordende ge-expedieert, of aan de Provinciën verzonden, wierden betaald door de Provincie uit welke zoodaanig een Heer is gecommitteerd. Behalven de boovengemelde pointen weet ik Edele Mog. Heeren geen andere die tot mijn Comptoir behooren. Waar meede hoopende aan de intentie van Uw Edele Mog. voldaan te hebben, de eer het» my met alle fubmisfie te noemen, Edele Mogende Heeren, Uw Edele Mogende onderdaanigitc 's Hage den Dienaar. 3 Maart (Was geteekend) 1788. W. Quarks.  (i) B IJ L A A G E D. 3. Aan de Edele Mogende Heeren Gecommitteerden tot üe Revijie 'der Qj Otes. EJele Mogende Heeren! T>1J Refolutie van den 19 December des afgeloopene jaars & 1787, hebben Ü Edele Mogende, van den Ondergetekende gelieven te requireeren, om tegen den 3de van ; de maand yan Maart van het volgend jiar, aan U Edele sjMoocré* W doen toekomen, de noodde informatien en ,J " . ti n vpzitfe van de Schrijfloonen, weegens het s^.sft Correspondentie met de Minifters van den Staat |p }0$È& f" t>mds j en welke menage na zijne gedagten zon- M -2 , van den Lande daar omtrent bij vervolg van 'j£t-.< f.-ff" 'ktiuiien wor dm gemaakt. Oviifergeteekende zal dus bij deezen aan die hoogfli^tfgelfifiMe ordres van U Ed. Mogende, volgens zijn bvÜe vermogen, tragten te voldoen; dog voor af de vrijheid neemen, aan U Edele Mogende voor te draagen, eene kleine fchets van de poit van Directeur van de Correspondentie met de Miniiters van den Staat buiten 'sLands, welke poft men vind, dat reeds in vroege tijden, bij de opkomtt van de Republicq noodzaakelijk is ge-oordeeld, en daarom moet men voor zeeker onderftehen, dat de opregting van dien, tot oogmerk moet hebben gehad, om de Minifters van den Staat buiten 's Lands, zoo veel als mogelijk was au fair re houden, van het geen in hun Vaderland en andere Rijken omme gong, ten einde daarvan zoodanig nuttig gebruik, tot bevordering van 'sLands dienit, in de plaatzen van hunne refpective Refidentien te kunnen maaken, als oordeelen zouden te behooren. In de allervroegfte tijden wierden daar toe eenige Ciercquen ge-eroploijeert, dog men vind reeds in den jaare 16379 dat den Heer Griffier van haar Hoog Mogende, geauthotifeert wierd, om een bequaam Perfoon te gebruiken tot het estraheeren uit de Notulen, Infertien, Mernorien en Brieven, zoodaanige Stukken, als waar van de Miniiters buiten 'sLands noodzakelijk kennis behoorden te hebben, en dit zelfs op een Tractement van ƒ 1000- o- o 'sjaars ^ dat in die tijd als zeer important kan en moet ges eekent worden, en nogtans zoo als men beiluiten moet, niet toereikende is geweeft, vermids in den jaare 1656" den Heer Griffier op nieuws weeder geauthorifeerd wierd, daar toe eenige van zijne befte Ciercquen te gebruiken, het geene gecontinueert heeft tot den jaare 10*70, wanneer den Heer Griffier andermaal verzogt wierd, aan haal Hoog Mogende voor te draagen een van zijne bekwaamile Ciercquen, orn de directie te hebben over het geene aan de Miniiters A Metnorïè van den eerden expedieeende Clerctf Tinne , gedd* ireffeerd aan ie perfoneele Commiffie tot bet Finantie" wezen rou • leerende over de Schrijfloonen van het geen eens gefchreven en gedrukt word voor en gezonden aan de Minifters van den Staat buiten 3 s Lands.  (t) van deezen Staat bij- uitheemfche Pofentaaten refideeren» de, op de refpeéiive Poitdaagen moeite afgezonden worden, volgens en in conformiteit van haar Hoog Mogende Refolutie van den 14 October 1669; deeze voer is verder tot op den huidigen dag gevolgt, en den Ondergeteekende die nu reeds in verfcheide qualiteiten den tijd van 41 jaaren in de Griffie van haar Hoog Mog. ge-emploijeerr is geweeit, is op den 12, Oftober 1780 op voerftei van den Heer Griffier Kagel aangeileld tot Expedieerent Clercq en op den 6 Aüguitus van het daar op volgende jaar bij het overlijden van Hartger van Goor, ook nog als Directeur van de Correspondentie; voor welke beijde poiten fwaare Amptgelden heeft moeten betaalen; en daar en boven voor ijder apart ook nog jaarlijks moet opbrengen, zonder dat tot een van beide eenig vatf Tractement bepaalt is, dan alleen, dat van drie tot drie maanden, op een daar toe over te geevene Memorie, bij den Raad van Staate eene Ordonnantie gedepecheert word ter fomme van f3 96-0-0 onder verfcheide benaamingen, welke als dan partageert met den Tweede Expedieerende Clercq, en dus zijn^verder beitaan alleen moet vinden uit de Schrijfloonen als Direcleur van de Correspondentie, Wat voor ijver, trouwe en onophoudelijke werkzaamheid aan deeze beide moeijehjke Departementen verknogc zijn, zonder dewelke men dezelve niet in ordre kan houden, voor al in trouble tijden zoo als den Ondergeteekende dezelve nu reeds zeedert eenige jaaren heeft waargenomen, laat den Ondergeteekende gaarne over aan het getuigende van den Heer Griffier, en durft zig ook met vrijmoedigheid beroepen, op dat, van veele der aanfienelijke Leeden van de Vergadering van haar Hoog Mog. welke aldaar eene langduurige iefiie hebben gehad, vermids het onmoogeiijk is, dai buiten dien daar van na waarheid kan ge-oordeeld worden, door de verkeerde denkbeelden, die 'er ai dikwijls geformeert worden, omtrent het betlier en de behandeling der zaaken in de Gnffie van haar Hoog Mog. die men gemeenlijk wil gelijü dellen, met de Compt fo'nen van andere Collegien, daar dezelve in der daat is een Departement der Algemeene Staaten, waaruit niet alleen alle de buitenlandfche zaaken, maar ook de binnenlandfche, de relpective Provinciën en de Generaliteit concerneerende, gedepecheert worden, en dus niet anders dan pene generaale Secrétanje van Staar, waar toe alle de Bondgenooten hun recours hebben, moet geconüdereert en aangezien worden. Volgens en in conformiteit van de Refolutie van den %\ Oétober 1Ó69 moet den Directeur van de Correspondentie aüe de Refolutien, inkoomende Brieven en Mernorien niet meer als eens fchrijven of laaten fchrijven voor den Drukker, en als dan dezelve gedrukt, en niet gefchreeven aan de Miniiters afzenden, en gevolgebjk niet meer ais voor eens ichrijvens declareereni in zoo verre rrien heeft kun-  r 3 ) kunnen tragaao, is dft voorfchrifr door zijne PrnDdeceiTeuren, even gelijk als door den Ondergeieekende zoo veet als her mogelijk is geweeit in ilille en tranquile tijden, agtervolgd'. Dog het is mer deeze poit geleegen sis met veele anderen, dat 'er hg tijden en omflandigheeden opdoen, waar in het niet mogelijk is her gewoone voorfchrifr zoo letterlijk te volgen, wanr zeedert een lange reeks van jaaren, d.it het werk in de Griffie zoo aanmerkelijk vermeerdert is, waar van de Rrgiiters van haar Hoog Mogende en de verdere Chanres en Papieren leevendige bewijzen uitleeveren, zoude het oridoenelijk zijn geweeit alle Relolutien, inkomende Brieven en Mernorien van den eenen Ppltdag tot den anderen te laten drukken, gelijk 'er ook in diergelijke tijden veele Siukken inkoomen, welke abfolurclijk niet dan met grooren ondienft van den Lande, ter DrukpeiiTe kunnen gegeeven worden, terwijle de ondervindinge maar al te veei leert, hoe zeer een gedrukt Siuk, waar van gemeenhjk de ruimte van Exemplaaren genomen word, dadelijk in handen van een ijder komr, en dikwij's gebeurt het ze is dat 'er exprelfe ordre uit de Vergadering van baar Hoog Mogende gegeeven word, om deeze of geene Brief, Memorie of andere Stukken niet tedoen drukken, en waar van den inhoud nogtans van veel nut aan de een en ander Miniiter buiten 'sLands kan zijn, en in dat geval, is men dan wel genoodzaakt, het zelve gefchreeven af ie zenden; daar zijn ook verlcheide exempelen dat 'er direcie pjtire uit de Vergaderinge van haar Hoog Mog. komt om Copije van deeze of geene Brief, Memorie of andere Stukken, die op Poildagen inkoomen, nog dienzelf* den dag aan een of ander Minifter te bezo'gen. Na mare dat de Republicq in de voorige Eeuw reeds in aanwas en luider was toegenoomen, z jn de buitenlandfche Commiilien o< k vermeerdert, en de Caracters verhoogt, dit zelfde geval exteert wanneer 'er troubles in Europa zijn, welke Negotiatien veroorzaaken, en waar toe alsdan extraordinaris Bezendingen gedaan worden, het geene dan ook natuurlijk de Schrijfloonen voor de Correspondentie vermeerdert. De dagelijks inkoomende ordinaris Brieven van Nouvelles werden altoos dadelijk gedrukt, en ook zoodanig aan alle Miniiters inddtinctelijk afgezonden, zonder dat'er ooijt een diergelijke Brief gefchreeven afgaat, dog dit kan, zoo als hier vooren reeds gezegt is, niet altoos plaats hebben met andere Siukken, die niet dan tot grooten ondienit van oen Lan ie zouden kunnen gedrukt worden fchoon den inhoud daar van nogtans van eifentiee'e nutte aan fommige Miniiters kan zijn. In vroegere jaaren wierden zoodanige Stukken op de Declaratien gebragt, zonder bij te voegen voor wien die A z ge-  t 4) > gefchreeven waren, want voor het jaar f747 zijn 'er zoo we!, als zeedert dien rijd diergelijke Stukken voor deeze en geene Miniiters gefchreeven, dog na die tijd. is het zekerlijk nog vermeerdert, nadien 'er zeedert ruim 40 jaaren meer Leeden direcT. uit de Vergaderinge van haar Hoog Mog. tot buitenlandfche Commiiiien ge-em'r U ijeert zijn, en waar van 'er veele gevonden wierden, Welke boven dien nog andere poiten, tot de Generaliteit behoorende, bekleedden, die zij tefTens zoo lange buiten 's Lands waren ook behielden, en daarom bij hun vertiek verlangden om fpeciaal geduurende hunne abfentie ge-informeert te worden, van alle het geene 'er ter Generaliteit mogte inkoomen en tot vooriz. pollen ipecteerende zijn, op dat bij hun retour au fait mogten weezen, van al het geene daar omtrent in hunne abfentie mogte zijn voorgevallen, en om hier van onder eene groote meenigte van exempelen, die men op dit fub je et zoude kunnen allegeeren, maar een of twee aan te haaien, zoo dient dat den Heer Brantzen, die eenige jaaren als Extraordinaris Ambaiiadeur te Parijs gerefideert heeft, tëffens Mummceher Generaal was, zoo dar geduurende al dien tijd aan hem rjpeciaa) ook gezonden zijn die Stukken, welke tot de zaaken van de Munte fpedeerden, en welke voor anderen .weeder niet van dat zelfde nut konden zijn, en dus voor een Exemplaar niet ter DrukperiTe konden worden gegeeven. Insgelijks is het geleegen geweeit met den Heer van Lijnden geduurende zijn Gezandfchap in Engeland, en welke tefTens behouden had de poft van Bailliuw van Huift &c. waarom ook aan dien Heer fpeciaal gezonden is, alle het geene 'er op dat fubject geduurende zijne abfentie ter Generaliteit is ingekoomen. Op deeze wijze zoude men nog een meenigte voorbeelden kunnen bijbrengen, en het welk dan ook de reeden is, dat men zeedert eenige jaaren diergelijke poften op de declaratien apart heeft gefield, om bij het formeeren van dezelve des te beeter en accurater te kunnen nagaan, wat 'er door ijder Clercq, die tot het fchrijven voor de directie ge-emploijeert wierd, gedaan was, en dus is dit alleen gefchied met een goed oogmerk om de zaaken in des te beeter en behoorlijker order te houden, dat 'er zeedert eenige jaaren voor de Heeren Gedeputeerden van haar Hoog Mogende tot de binnenlandfche Commiilien ge-emploijeert, ook (behalven al weeder de gedrukte Brieven van Nouvelles) veel apart is gefchreeven, is veroorzaakt door dien deeze CommiiTien maar zeekere korte en bepaalde tijd van een, twee of uiterlijk drie maanden duuren, de Heeren Gedeputeerden gemeenlijk t'huis kwamen, zonder dat iets wiiten, van het geene 'er geduurende hunne abfentien ter Generaliteit was voorgevallen, vermids de gedrukte Notulen, zeedert een lange reeks van jaaren, niet alleen maanden ten agteren zijn geweeit, maar zelfs in de iaatlte troubles en drukke tijden tot anderhalf jaar, terwijl het niet doenlijk was, door de volumineusheid der No- tu-  t c ) tulen van haar Hoog Mogende, al Was daar toe een geheele ap.me Drukkerij opgerigr, dezelve zon nabij aan dert gang te houden, en dit is tellens ook een weczentlijke oorzaak geweeit, dat 'er van tijd tot tijd meer en meer voor de buitenlandfche Miniiters is moeten gefchreeven worden, wilde men in veele gevallen, geen ondienft aan den Lande doen. Verders kan men met waarheid verzeekeren, dat aan die Miniiters waar aan de gedrukte Notulen van haar Hoog Mogende toegezonden worden, daar van altoos een volleedig Exemplaar toekomt, alleen met uitlaating van fommige voor ai voer buiten 's Lands geheel onverfchillige particuliere zaaken, ten einde de port, die daar voor betaald zoude moeten worden, en ten lafte van den Lande komt, te men ageer en. Wat nu aangaat de Schrijfloonen weegens het houden der Correspondentie kan den Ondergeteekende niet anders dan in gemoede verklaaren, dat zoo veel het menfchelijker wijze doenlijk is, daar inne exaft gevolgd word, dé manier van declareeren, welke in het Comptoir van den Heer Griffier Eagel plaats heeft en aldaar ge-obferveert word. Dat 'er ook tot het fchrijven voor de direétie, niet dan vertrouwde Perfoonen, die in eed en dienit van den Lande ge-empHijeert zijn, gebruikt worden; dat alles hier Omtrent met de uherile exaclitade dagelijks weid nagegaan en ge-executeert, en dat zulks altoos geduurende tien tijd van. ruim 41 jaaren dat den Ondergeteekende ter Griffie ge-empJoijeerr is, op dezelfde voer getracteerr is. Dat men ook moet conlidereeren, dat uit de Schrijfloonen, welke door het Land voor de Directie betaald worden, verfcheide en zelfs in continueele drukke tijden, tot het getal van zes a zeeven Perfoonen hun beftaan moeten vinden, en welke den gantfehen dag en dikwijls tot des nagts geoccupeert zijnde tot geene andere zaaken kunnen ge-emploijecrt worden. Den Ondergeteekende durft U Edele Mogende zelfs na waarheid betuigen dat in de laatite ongelukkige troubles, waar inne dit Gemeenebeit aan eene zoo gevaarlijke fchok blood geiteld is geweeit, uit het aandeel dat hem toekomt uit de Schrijfloonen, die door het Land voor de Direöié betaald worden, alleen in de twee laatite jaaren ruim duizend guldens aan Schrijfloonen heeft betaald, waar van nooit iets a2n het Land in declaratie is gebragt, en zulks alleen om te voldoen aan het aanhoudent verlangen van fommigeu Heeren Miniiters om van hier ge-informeertte zijn wat 'er palfeer de, ter wijle het hun ten aller uiterrte onaangenaam en zelfs fmertelijk was dikwijls het eerft van vreem- A 3 de  ( 6 ) de Minifters van andere Hoven, (e moeten verneemen wat 'er in hun eigé Vaderland ommeging en pafleerde. Uit alle het hier vooren ge-nlïegueerde zullen U Edele Mogende ligtelijk kunnen opmaken, dat het moeijeüjk zoude zijn eenige poincten van menage ten deezen opzigten, zonder ondienft van den Lande op te geeven. Dog den Ondergeteekende maakt geen zwarigheid om met een valt vertrouwen, dar zulks volkoomen bewaarheid zal worden, te vet zeekeren dar de menage op deeze en andere foortgelijke poften, welkers beftiering aan tijden en omftandia_ heeden iubject zijn uit zig zelfs ras zal koomen, wanneer het lieve V'aderlandt, dat door de ongelukkige Iweedragc zoo lange verdeelt en bijna van een gefcheurt is geweeit, door de allergelukkigfte omwenteling van zaaken en door de wijze en voorzigtige beiiiering van die kundige Mannen van Staar, die (hans aan het Roer van de voornaami\e poften van de Republicq geiteld zijn, en onder de gelukkige meedewerkinge van het eminente dierbaare Hooft, tot voorige ruit en eensgezindheid gebragt zal weezen, en het Gulde Devies van Eendragt maakt Magt, weederom heileeve, en zoo als van ouds den zoo zeer gewenfchten invloed op alle deliberatien zal hebben. Den Almagiige zeegene ten dien einde ook die van U Edele Mogende, op dat dezelve eerlang rot algemeen heil en voorfpoed, en tot des te nauwer toehaling van de Band der Unie welke de zee ven Pijlen aan een knoopt, eerlang mogen uitvallen, en dit eertijds gezeegent Gemeenebeit daar door rot zijne vorige luiiter en aanzien wederkeerende, dan daar in tot het einde der Eeuwen zonder nieuwe verilooring moge voortgaan. Den Ondergeteekende, die in deezen na zijn befte geweeten en Jangduurige ondervindinge ter goeder tronwe heeft te werk gegaan, verhoopt hier meede aan de intentie van U Edele Mogende te hebben voldaan. 'sHage den % Maait 1788. (Was geteekent,) Th: Fr: Tinne.  (I) B Y L A G E Ë, Lij/ie ende Taux rakende de depêchegelden voor de Heeren Griffiers, gearrefieert den i Septe ber 1646 bij het Articul van derzelver Injlruelte. Commiflien Militair. Van den Generaal van de Cavallerije — f 15- oj o Van den Veldmat fchalk ~ — — 25 <■ o Lt. Generaal van de Cavallerie — — 18 c o CommifTaris Generaal van de Cavallerie — 15 o ö Den Meefter Generaal van de Artillerie — iy c o Gouverneurs van de Steeden en Plaatlen daar onder gehoorende — —• —1 n o o Commiflien van Politique Ampten. Raden van State < — f Bi o o Raden in de refpective Collegien ter Admiraliteit 1— 800 Raden in den Rade van Brabant — — 8 o, o Raden in den Rade van Vlaanderen ■ 8 o o Thefaurier Generaal der vereenigde Neder- 1 landen 8 o! o Ontfanger Generaal derzelver Landen — 8 oj o Secretaris van den Raad van State g o o Commifen van des (generaliteits Financien — 800 Secretariflen des Generaliteits Reekenkamer — 00 Fiscaal van de Generaliteit —*~- — 800 Fiscalen van de refpective Collegien ter Ad miraliteit 800 Ontfangers Generaal van de gemelde refpecti- ve Collegien ter Admiraliteit — — 8 o o Secretariilen van dezelve Collegien — 800 Commifen Generaal van de Convoijen en Licenten der vereenigde Nederlanden — 800 Particuliere Ontfangers van de Convoijen en Licenten ■ 600 Contrerolleurs van de gemelde Convo:jen en Licenten 4 o, o Superintendenten van de Beden van Brabant - 400 Fiscaal van den Raad van Bnbant 600 Griffier van den Raad van Brabant — 600 Procureur Generaal van Brabant -~ —- 400 Fiscaal van den Rade van Vlaanderen — 600 Superintendent van de Leenen van Vlaanderen 6 0 o Griffier van den Rade van Vlaanderen — 600 Ontfanger van de Exploicten in Vlaanderen • 4 o o Droifard van de Landichap Drenthe — ix o o Groot Bailluw van 't V rije in Vlaanderen — 8 o o A Sche- » '  Schepenen van 't Vrije — — — r f ö; ö o Griffier van 'c Coiiegie Van den Vrije — 4 0 o Hoogfchout-Ampten —- 600 Bailluw-Ampten —■—— —— 400 Schout-Ampten — i—— 4 o o Ontfangers-Ampten van de Middelen van de Generaliteit, als Contributien, Gemeene Middelen, Domeinen en de GeeftehjkeGoederen. —- 600 Contrerolleurs Ampten van de gemelde Ontfangers van de Contributien — — 400 Generaals van de Munte der vereenigde Nederlanden —— —— 6 0I 0 Eifaijeur Generaal van de Munte 4 Q\ o Ordinaris Clercq van de Munte — -— 3 J 0 Commiifariifen lnitructeurs tot Maaitricht — 4 oi o Schout van den Vroenhove binnen Maaitricht - 4 o! o Refidenten, Commiflariffen, Agenten en Con fuls buiten 's Lands ——— 5 J 0 CommiiTaris van de Scheepen in 't Leger — 600 Cofitrerolleur van den gemeideo Commiiiaris — I 4' o o CommitfariiJen v?n de Moniteringe —- — 600 Commiflien voor Generaals, Praelidenten, Hooge, Secreete, Politique Raaden, ende dier ge lijke voornaamc Oificieren in de Ooit- en WenMndiën —*— -—* mm! 800 Agent in de Griffie van haar Hoog Mog. — 600 Doctor van S. Hd. en d'Hren. Gedeputeerden te Velde —■ _ Q Cornmiflaris van 't Klein Zegel van de Genera- Teijkenaar van de Blanken van Klein Zegel — 30 0 Kloppers van 't Klein Zegel <» ■■ ~ . J 0j Q Diltributeurs van 't Klein Zegel —* — z\ 0 0 Tollenaers van des GeneraJiteirs Tollen 4' o o Tölfchrijver — _ II 0 Bezienders van de Tollen . 300 Commiffie voor de Ordinaris Drucker van de Generaliteit _^ , óf Retors van de Latijnfche Scholen in Steden, reforteerende onder de Generaliteit , 0' Q Minder Ampten na advenant, dog niet bo- ! ven de * » T J „ _f _ » , zoo Aften ende andere Depêches. Mandamenten in cas d'appel, van Revifien, Re-r formatien ende andere de een door de an- Requeften Civiï ~H— / ^400 Sententien tuflchen Parthijen - % - 3 o d Executorialen . -. - ■ . 300 Abolitien, Pardonnen en diergelijke ■ ■ g o o Aden van Maintenue -—. mm** ***** 3100 Sau- I '  C i ) Sauvegarden, Sureté de Corps, ittftrt Sureté de i . Corps et des biens ——- ƒ3 0| ö Aclen van Creanen van Notariifen — 3 o] o Acten van Vrijgeleide —— £— 3 o) o Item van Naruralifatien —■— 7 o! ó Acten van Approbatie van Accorden tuflchen Parthijen gemaekr werdende — — 300 Mandementen v*m Comp'ainte -—- — 400 Acten van Confirmatie ——i. —^- 300 Item van Neutraliteit - — 50b Item van Dii'peniatien -i 400 Pasporten voor Perfoonen ——— j o 0 Pasporten voor WaarenenCoopmanfchappen— 3 o o Maas Pasporten ~— 10© Pasporten van vrij Wijnen —— 300 Brieven van atterminatie ofte refpijt «— 2 o o Item van Legitimatie - 70b Aden van Canoniiijen ende anclere Beneficiën ——. £ o ö Voor alle ongenomineerde , geommitteerde ofte gemeene Acten —— —* — 100 Odtroijen van groote en kleine Importantie. Van Ooft-Indien ƒ ic o ö Van Weit-Indien , —- ic o o Nootdfche » — ——- 16 o o Ende d'Ampliatien ook Prolongatien van dien haJf geld van de bovengenoemde ïomme refpecl iveh'jk Oelroijen van Bedijkingen —— 12 o ö Octroijen voor Steden o/re Plaatfen tot het heffen van eenige middelen ofte andere vergunningen —. —— 700 Octroijen van nieuwe Inventien — — j o 6 Item van Handwerken ——• > 500 Item van andere kleine ofte mindere importantie ais Boeken ofte diergelijke —■ — 400 Octroijen om te tefteeren van Leen- en andere tijdelijke Goederen ■ 70b Brieven ende andere Depêches. Nederduitfche Brieven voorfchrijvens en andere . . -— i. ƒ200 Franfche ——-. —— -—— 306 Latijnfche « ... — 4 o ö Allerhande Copijen, ieder Blad van Nederduits -vijf Jluivers; Hoofdutts, Franfch ende Latijn zes ftuivers. Hier agter zouden vo'gens den voorilag pag. 110. van het Rapport gedaan moeten gevoegd worden deeze woorden, mits ieder Blad het zij NeA z duit/eb j  ( 4 \ duit fch , Hoogduit fch 3 Franfch of Latyn niet minder bevatte dan twee en dertig regels ter heeler Blad3 en zes en dertig d veer tig Let ters of ieder regel. Extracten uit haar Hoog Mog. Regiflers der Refolutien, 't zij groot ofte klein f o t$ o Alle Appoftillen —— o ij o Van Appoftillen en alle'andere befcheiden voor de geenen die arm ende onvermogen zijn, en zal geen depêche geld werden betaald. ! ' Onder ftond, Accordeert met het Exemplaar, vertoond aan de Commiflie. Was geteekend, T. A. de Moraaz.  c >) B ÏJ L A A G E Litt. F. XTErklaaren wij Ondergercekenden op den Eed bij den aanvang van onze bediening aan den Lande gedaan, dat deeze declaratie van verdiend fchrijfloon in alles is geiteld en gedreileerd, agtervolgens en in conformhé van het Reglement den 13 September 1661 op het ftuk van de Schrijfloonen, door hun Hoog Mog. voor derzelver Griffie gearreiieerd en hun Hoog Mogende Refolutie van den waar bij eene nadere bepaaling dien aangaande is gemaakt, en dat dien volgende geene Schrijfloonen van Voorfchrijvens, Sententien, Extraéien van Refolutien &c, dewelken bij particulieren zijn geligt, endaar van aan den Heer Griffier zijn regt is betaald , in de bovenftaande declaratie zijn gebragt, gelijk ook geene Brieven, Rapporten en meer andere Stukken, voor hun Hoog Mog. Gecommitteerden ofte Collegien, die zich daar van hebben moeten dienen in particuliere Conferentien, extraordinaris CommiiTien, als anders, dan daar voor geiteld zyn de naamen van de Heeren ofte Collegien, die zich daar van uit oorzaak als vooren hebben gediend: en dat de alhier aangeteekende en geëxtendeerde Bladeren, zijn befchreeven geweeft in maniere als volgt, te weeten, dat ieder Bladzijde ten minften zijn befchreeven mer twee en dertig Regelen, en ieder Regel roet zes en dertig % veertig letters. (Onderüond) Accordeert met de Minute. (Was geteekend) T. A. de Moraaz, ConceptVerklaaring bij hun Hoog Mogende te arr e fleer en ,en "voordaan door de Ciercquen ter Griffie van hun Hoog Mogende te fielten onder de T>eclaratten van Schrijfloonen by dez'.lven verdiend, en zulks op den Eed in den aanvang van hunne bediening aan den Lande gedaan.   ( i ) BHAAGE Litt. G. Jan de Edele Mogende Iïeerèri Gecommitteerden tot de Revifie der Quotes. ff~SE Ondergeteekende, uit handen van den Heere Grave van Randwijck weder ontfangen hebbende een Extraft d uit het Rcnifier der Refolutien van de Edele Mogende He- ren f Gecommitteerden tot de Revifie der Quotes, waar bij hoogli- a dezelven, alvoorens iet* te arreiteeien op 't werk der a Tranüaaten, goedgevonden hebben deszelfs advis in te nee- ( men, of in deezen opzichte niet eenige, tn zoo jaa, wel / ke menage oj verbeetering ge-introduceerd zou kunnen wor- I den: heeft de eer te berichten, dat geene Tranilaaten op l -zijne Declaratie werden gebragt, als die uit de Engel Iche, l Spaanfche, Portugeefche en Italiaanfche Taaien, en dat de ; koiten daar van, door de zorg die hij draagt van niet als noodzaakelijke Stukken te laaten Tranllateeren, 't eene jaar door 't andere, uitwijzens zijne Declaratien, zoo een gering objeft uitroaaken , dat hij uit hoofde van de moeijelijkheid om fubjecien te vinden , die Taaien migtig aan wien men vertrouwde Stukken kan laaten tranflaateeren, niet wel kan advifeeren van op dat gering object eenige menage tc zoeken. Dat wat de Tranflateur in de Hoogduitfche Taal betreft, deeze een aparte Declaratie ïnleeveri van de. Stukken door hem getranilateerd, waar in al weder door den Ondergeteekende dezelfde voorzorg word gebruikt van nu en dan zoodanige Stukken te rug te houden , welken hem voorkomen geen vertaaling waardig te zijn. Dat wat betreft de Tranflateur in de Franfche en Latijnfche Taaien , welke te gelijk is Clerq der Patenten eri van de Cijffers, en wiens Traftement in laatitgemelde qualiteit, bij Refolutie van haar Hoog Mog. van den 27 Maart 1748 met ƒ 4C0- o- o is verhoogd, den Ondergeteekende van 't zelfde gevoelen is, als de Heeren Staaten van Holland en Weftvriesland, vervat in hoogitderzelver Refolutie van den 5 Maart 17SS » namentlijk, „ dat de vermindering „ daar van wel eenige bedenking zoude kunnen lijden om „ het grooteintereft dat de Republicq heeft, dat de fecre,, teil'e werd geobferveert, maar dat het zelve een zaak „ isi waar op bij de aanftelling van een ander op nieuws „ kan gedelibereerd worden;" ten miniten voor zoo veel de Patenten raakt ; dewijl zeederd de herüelling van het Stadhouderfchap het werk der Patenten, aan den Capitein Generaal van de Unie is overgelaaten, en het niet te vermoeden is, dat ooit wederom gedacht zal worden j om t zelve aan Zijne Hoogheid te ontneemen. A t)oê Memorie vdü en Heer Grif'er Fa^el, geidreffeerd aait 'e 'Perfoneeie Jommijfie tót et binancieVeezen, roti' eer en de over iet Werk dtf Tranflaaten.  (*) Dog waf aangaat de f 400- o- o welke aan denzeive pij evengemelde Refolutie van 27 Maart 1748, in qualiteit als Tranflateur in de Franfche en LatijnfcheTaaien, boven de ƒ doo- o- o die aan hem werden goedgedaan, is toegelegd, kan den Ondergeteekende geenzinrs advifeeren tot liet verminderen derzelve; — zoo uit hoofde van de moeijelijkheid om een fubject te vinden die beide Taaien in de grond verftaande, wil men den Ondergeteekende, die reeds op zich genoomen heeft het ftellen der LaiijnfcheStukken, niet verplichten om de Franfche Vertaalingen telkens ook jaaa te moeten zien, en fomtijds geheel te refundeeren, gelijk nu dikwijls genoodzaakt is te doen, fchoon het zijn werk niet is, en veel al meer moeite in heeft, als een geheel nieuw Tranflaat te maaken5 — als mi hoofde van de importantie daar van; die Tranflaaten altoos gedeftineert zijnde , of om aan de uitheemfche Miniiters uit naam van hun Hoog Mog. ter hand gefield te worden , of om zelvs onder het oog van gantfeh Europa gebragt te worden, wanneer dikwijls door een gebrekkige Vertaaling en ongepalte uitdrukkingen , de achtbaarheid van den Staar kan ten toon gefield worden, en deszelfs weezendlijkfte belangens benadeelt, het welk te verhoeden een object is van re veel gewigc , dan dat mea door 't intrekken van de verhooging van ƒ 400- 0- o van het Traftement van den Tranflateur zich in de onmoogelijkheid ftelle, om na het overlijden van den tegenwoordige, een ander kundig en bekwaam fubjeft in deszelfs plaats te vinden. En hier meede verhoopt de Ondergeteekende aan de intentie van haar Edele Mogende in 't requireeren van deszelfs advis andermaal te hebben voldaan. 'sHage den %6 jVJaart 1788. Was geteekent, H. Fageh  (i) B JJ L A A G E Litt. H. Memorie van de kof en gevallen op hei onderhoud van de Vertrekken tot de Vergadering van hun Hoog Mogende behoorende 3 zederd het iaar 1740 tot 175 3 incluis. A?. 174c! (Timmerman — /8óo| o o -> 142 o o V — j— —) ƒ1102 o ( Metzelaar ;— 201 o o Lootgieter, Leijdekker en Pomp. maker — ƒ 162 o o-> 1044 o o> — - - — —) 1206 o 0 Verwer ■ 300 o o IJzerkramer — / 136 oj o-> 330 o oC ■— \ f 3x76 0 o «741 (Timmerman — 1080 o 0 Metzelaar —- — 780 o; o Lootgieter &c. — — 1310 oj o Verwer * —— 100 0 0 Glazemaker mm— —— 144 °j 0 Leverancier van Laken, Fluweel &c. " *5>8 0 0 fjzerkramer —1 f 200\ o\ o\\ *45\ o] oC | [_ f _ W 445- o o 4257 0 ^ Ï741 Timmerman —f f 125" 0 o-> 1000 o o( — —} 1125 o 0 Metzelaar — 546 132 o oC — —3 381 o 0 — 3496 o O A Tim- 1  (l) AQ, *744[jTimmerman •— f yu o ) f j j j 2095 o p(! ! ;j I — —) ƒ 2.826! p o: SMetzelaar <—— —~ j 552I o p [Lootgieter &c. — — r_?74 o 01 iVerwer —— ! 375- o o'| jGlazemaker —~ 176 o oj iLeverancier van Laken en Fluweel &c. . 873 1 01 IJzerkramer — f i6r | o Os 120 o o > I j — — 5 28100 Stoelemaker —- -—- 91 3 o [7,. lil. ~~Q\ 65-48 4 o l'45 Timmerman —- —— 1618 o o I Metzelaar «- —— 75-9 15 oj, Lootgieter &c. —— — 1075 5 oj Verwer — 33b o| 0 jGlazemaker —— 18c o o jljzerkramer •—j ƒ 336! o j o-^ J 2O4 / O C I ( • { — {—) f40 rj o •74° Timmerman —- ƒ413! o oy ' 447 Q oU ) I • — "~j 860 r o: Vlet zeiaar —— —— 745 o o Lootgieter &c. f 35-9 15- o^ , 800 O Oi • — — —5 "59^ °! [ Verwer —-— ' — 15-r o o I Glazemaker —■ — 197 o o j Ijzerkramer — / 200 o O) 200 o r>y { - j — j — 51 400( o o ;t747 Timmerman -—1 603 r o. 35"*M5 0 j Merzelaar — 271 o ( j i ! Lootgieter &c. —. —— ' 5-65- oi o ( Verwer — f 113 < 3 o-) 4281 o o C Glazemaker — 1— j f<^, {^ 0 IJzerkramer — f 801 o oi 63 j o o> I 1 — —y\ j4; r o jbteenhouwer *~ _ 1 4#j 0 o ...qL 2317 3 0 ,74öj|i immerman — .■ ■ . 022j ( 0 (Metzelaar ——— . 4()7! , 0 Lootgieter &c. foJl , 0 Glazemaker ———■ - l^0\ t 0 IJzerkramer —• ƒ 169 o o; | l 164 o o> I | I _ J _ _) r 333 p O / Tim I 1 2105 ° °  (1) A . 1749 1 immerman : ƒ 5*5*31 o o Metzelaar — f 190 o o . 388 o o — —3 5-78 o r Lootgieter &c. • • — -— 345" o o Glazemaker —' — 150 o o Leverancier van Laken, Fluweel &c. —ƒ501 o 0 J 174 15 o( — -O 15 o ijzer kramer — / 91 o o-> j 86 o oQ I 'Spiegelmaker — — f9 *7 o 1 jStoelemaker -—— 74 o' o , j — f xóiz ix o 175c Timmerman —— «~ 580 o o Vleizelaar —jj 1045- o o' Loorgieter &c, —« — \ 800 o o Verwer — — j 137) o o Glazemaker ——— — 161 0 o Leverancier van Fluweel &c. — , Sc V o lljzerkramer — ƒ 841 o o 1 34*1'4 t>C I 140 o o^ ] — } | $(>(■ H o \ ; 3346 3 0 '75' Timmerman — — | 1150 c o j Lootgieter &c. — —— j 530 ( o Verwer j '040 o o I Glazemaker 1,70 o o| IJzerkramer —> — -— j 219 0 0 Stoelemaker •— 39 o < —— 314? r o Ï75"2- Timmerman • - -— | 6i< o o Metzelaar " —— j 35"0 o o Lootgieter &c» — ) 5"10 o o Verwer ' 3 70 0 0 Glazemaker —— —-—- 169 o o IJzerkramer — ƒ 187 o o •) 79 o oCj ——— J — —) i x6ó c o 1 I i ^7. 0 o t.75'3 Timmerman — •— ! 337 0 c Metzelaar —— j >»4 0 ( .Lootgieter &c. —— 550 0 c Verwer 4l6 c 0 jGlazemaker «— —- 190 o o IJzerkramer — f itt o o-> 140 o o> Stoelemaker ~* 100 o 0 1 195-8 o 0 I ' Ai Re- 1 I  A°. i74c , jj/f*76|c c 1741 , _____ 4x57! c o 1742 383619 O '743 —- ^ 3496-0 o 1744 - , 6f4g ^ c 1745 45*4c 1746 —. _ . 35-11 15- c 1747 ' — 2327 5 o 1740 —— .. 1 .—— 1205 c c '749 —— —— 261212 o i7co . 33f6 3 0 1751 3148 c c 175-2. ■, —_ 2275- o c 175-3 — - — _9^g 0 0 Dus in veertien jaaren — ƒ47422 11 0/ Het welk uitmaakt ieder jaar, (de) ) gemelde veertien jaaren dooreevl lil \ gereekend) 1 ~1 Jlf 3387 o" 8 Onder ftond, Accordeert met de opgave aan de Commiffie gedaan. Was geteekend, T. A. de Moraas. (4) Recapitulatie  ( i ) B IJ L A A G E Litt. I. "F\E Heeren van Randwijck en andere haar Hoog Mog. *^ Gedeptneerden tot de eerile Perfoneele Commiflie hebben ter Vergadering gerapporteerd, dat door de Heeren Gecommitteerden in de Generaliteits Reekenkamer bij derzelver ampele Memorie nopens de Poinclen van menage, met betrekking tot dé Commifen van de Generaliteits Financie in de 3711 e §. onder anderen is voorgedraagen. Dat 't getal van die Commifen van vier, waar op het bij haar Hoog Mogende Refolutie van den 18 Julij 1646, en dus reeds voor de laatite Inilruclie van de Generaliteits Reekenkamer van 30 September i6ji is bepaald, zeer gevoeglijk op twee zoude kunnen worden verminderd, zoo als zulU meede bij Refolutie van de Heeren Staaten van Holland en Weftvriesland van den 5 Maart 1755» overeenkomliig her Rapport daar toe reeds den 9 Februarij 1727 fer Vergadering van haar Hoog Mog. uitgebragt nader was in bedenken gegeeven. men lette op de Inilruclie voor de gemelde Commifen den 16 Maart 1600 ter Vergadering van haar Hoog Mog. gearreiieerd, men in het 3de en 4de Articul zouce b.vinden, dat zij zich moellen laaten gebruiken lot alle Befognes van Reekeningen, Liuuidatien, Declaratien (onder andt ren ook van de Provinciën, gelijk uit het 5de Art. blijkt) of af eekem'ngen van Dienllen, Üuiten van Rollen van Muniteiing, en alle zulke anderen, als aan dezelven bij haar Hoog JVlog. ofte den Raad van State zouden worden fer hand gefield, gelijk meede in het montteren en verpagten van de Gemeene Middelen, en alle zulke andere Lallen, als aan dezelven bij haar Hoog Mcg. tn den Raad zouden worden opgelegd. Dat de Reekenkamer in den jaare 1607 in 't bijzonder ingeileld zijnde om te examineeren de Declaratien van de reipeclive Provinciën, en bij de nadere Inilruclie van dert jaare 1651 aan dezelve zijnde gedemandeert het examineeren, opneêmen en fluiten van de Reekeningen van alle Comptabelen van de Generaliteits Middelen, als mede van Vivres, Ammunitien van Oorlog en van alle andere Inkomilen, als ook het viliteeren, examineeren en liquideeren vari alle Declaratien, waar op eenige Ordonnantiën van betaaling zouden moeten worden geilaagen. En derhalven van 't werk aan die Commifen oorfprongelijk gedemahdeert, niets overblijft dan '1 fluiten van Rollen van Monilenngen, het geen zich in tijd van Vreede alleen bepaalt tot de Monlterrollen van de Regimenten Switzers in dienit van den Staat, terwi)l dezelve zeedert langen tijd tot het duen van Monilenngen * en weinig of A uoöii Trovifionëêi Rapport vdti 4e 'Perfineelé Commijjie tot het Finantie wee zen, rankende het 7 educeeren vatt het getal dt f Commifen van des Generaliteits Finantie op twee, ter Vergadering vatt htm Hoog Mogende uitgebragt op detï 5 Meij 1788.  . , ( ' \ ïioöit tot het verpagten van dé Gemeene Middelen of andere Latten zijn gebruikt. Dat wel waar is, dat na rje Inftruclie van de Keekenka. mer bij die Commifen nu nog worden geëxamineerd de Declaratien van de Heeren Gedeputeerden van hun Hoog Mog. en Gecommitteerden van den Raad van State, als meede die van de Miniiters van den Staat buiten 's Lands. Dat Ook aart hun is verbleeven het opmaaken van afreeKeningen, van Legerdieniten, en van al wat tot den trainen lubfittentie van 't Leger behoord. Als mede de Reekeningen van de Penningen, dewelke de Commifen van de Artillerie en Ammunitie'ie Velde, de \Y agenmeeiler Generaal en andere Bedienden van 't Leger, geduurende den Veldiogt ontfangen tot betaaling der Daggelden Van hun en hunne onderhebbende Conducteurs* Eh eindelijk dat dezelve Commifen na de Vreede van Utrecht, bij continuatie hebben opgemaakt afreekeningen van de Tratfemenren van de Gouverneurs, Commandeurs en Majors in de Steden van de Barrière, dan 't welk door t intmmen van die Steden Was vervallen,^van eenige weinige andere Amptenaaren, van Serviesgelden, als mede van Daggelden van Ingenieurs en een gering getal andere Officieren, mitsgaders van Scheepsvragten tot 't Tranfport van Militie en Ammunitie van Oorlo». Dog dat al het Zelve Van zoo weinig omfla» is dat 't door twee Perfoonen gemakkelijk zoude kunnen worden verngt, en dat de Generaliteits Reekenkamer vermeent te mogen vafHtellen dat tot 't geen in tijd van Oorlog door de meergemelde Commifen moer worden gedaan, zelfs eeen grooter getal noodig is. 5 Dat ook reeds den 9 April 17x7 door de Heeren haar Hoog Mog Gedeputeerden tot de zaaken van de Zee, gelijk mt de Refo ut ie van de Heeren Staaten van Holland en Weftvriesland van den c Maart is genoteerd, vooreeilagen is om vaft te «ellen, dat de Commifen van de Ge nerahteits Hnancie zouden uititerven op twee, en dat bii ablentie, Ziekte, of andere toevallen in zaaken waar in twee Commilen, volgens hunne inilruclie gelijkelijk moeten befogneeren, de Reekenkamer een van de Clerquen zoude autonieeren. Dat de Commifen daar tegen op den 16 van dezelve maand April, niet hebben gerepradVnteerd, dat 't werk door twee niet konde worden verrigt, maar wel dat aan dezelven groot nadeel zoude worden toegebragt, indien vaftgelteld wierd, dat wanneer derzelver getal op twee zoude zijn uitgefturven, bij abfentie, Ziekté of andere toevallen in zaa-*  (s > zaaken waar in twee Commilen te gelijk moeten befogneeren, de Reekenkamer een van haare Ciercquen tot derzelver adfillentie zoude autorifeeren, nademaal daar door 'c Kmploi van Commis van de Generaliteits Financie, ten eenCtnaal van aart en gedaante zoude veranderen, als voorheeni en voor de ereelie van de Generaliteits Reckenkamer, in die zelfde Qualiteit zelfs gelungeerd hebbende, en naderhand als Commifen, her zij in het gaan in Commiilien met een Secretaris van de Generaliteits Reekenkamer (gelijk zulks klaarlijk zoude blijken uit haar Hoog Mog Refolu^ tien van den n Junij en 13 September 1630,) als anderi iints altoos waren geconfidereerd geworden Bedieningen té bezitten* dewelke veel verfchillen van de zoodaanige dié volgens de voorfz Propofitie aan dezelven zouden worden roegevoegd, en dat nog wel na daar toe door de Reekenkamer geauthonfeerd te zijn, daar het Zonneklaar was, dat zij Commifen bij hunne aanilelling en het aanvaarden van hunne Bedieningen alleen gehouden zijn te befogneeren, op ordres van haar Hoog Mog., en onder direéfie van den Raad van State, en aan dezelve ook alleen wegens hunne Befognes refponfabel zijn, en bij gevolg geen dé minite relatie hebben tot de Generaliteits Reekenkamer. Doch dat de Kamer heeft begreepen dat daar aan zeer gemakkelijk kan worden te gemoet gekomen, door vail te itellen dat bij abfentie, Ziekte of andere toevallen in zaaken waar in twee Commifen volgens hunne InÜruftie gelijkelijk zouden moeten befogneeren een der Commiten Van de Financie van de Generaliteit (anders genaamt 't Comptoir van de Thefaurie) door den Raad van State zoude worden geauthorifeerd. Die zelfs, indien in tijd van Oorlog bevonden wierd, dat het werk door twee Commifen van de Financie niet gevoeglijk konde worden afgedaan, tot derzelver adfiftentie zoude kunnen worden geempioijeerd. En dat eindelijk indien 't getal der Commifen van de Financie wierd verminderd, miiichien zoude verdienen overwogen te worden, of dan ook niet eenige vermindering zoude behooren te worden gemaakt in de Emolumenten die zij van particulieren genieten, ten einde deeze in de betaaling van 't geen van hun word gevorderd, 't welk meC het geen in de reipecfive Comptoiren zoo van de Generaliteit als in de Provinciën moet worden voldaan, niet naliet van belang te zijn, verligt werden. Dat wanneer zij Heeren Gedeputeerden reeds voor eenigen tijd die coniideratien geëxamineerd hebben, zij dezelven van zoo veel geuigt hebben geoordeeld, dat zij voorneemens waren geweeft omme hetzelve bij het te doehe Generaliteits Rapport aan haar Hoog Mog. meede voor te draagen, doch dat nu zij geïnformeerd zijn geworden, dat ingevolge haar Hoog Mog. Refolutie van den 23 April deezes Jaars A 2 èène  ( 4 ) een dier Commisplaatfen was komen te vaceeren, zij gemeend hebben dezelve coniideratien, zonder dien tijd af te wagten, als nu ter kennis van haar Hoog Mog. te moeten brengen, ten einde haar Hoog Mog. daar op zoodaanig reguard zouden kunnen neemen, als zij zouden begrijpen met den dienft van den Lande beft oorbaar se weezen. En hebben gemelde Heeren daar bij wijders in bedenking gegeeven, of niet in geval haar Hoog Mog. de voorflag tot vermindering van het getal dier Commifen ter Generaliteits Financie mogten amplefteeren met den Raad van State, zoude behooren te worden overlegd hoedanige vermindering meede in de Emolumenten die door de gemelde Commifen van particulieren worden genooten, zoude behooren te worden gemaakt.  (*) fi Y L A A G Ë Litt. & Aan de Edele Mogende ËeerM Gecommitteerden tot de Revijie der Quotes. ÖFn Ondergeteekende Ontfanger Generaal zich vereert < vindVnde met een Extraft nit 't Regiiter der Refo u- vm vinacuuc Mo2ende Heeren Gecommitteerden tot Oa t0, Ir Ae C,oi«"ö dafo xo Maart laatltleeden, door Het t% l^^^« handen geiteld en die tef- St> STart vvegens Heeren Gecommitteerdcns uit de Genera- dr EL Reekenkamer aan hem heeft verzorgt een Exemplaar de SaflC'v.n Coniideratien en cl de DoinAen van menage tot verligting van t Comptoir Ge- cn traTvanendeV ü„?e?Lr de vooriz to^nlM * Hoog Mog. bij Millive voorgedraagen, en bij welke Relo- ov laiï U Edele Moe. hebben gelieven goed te yinden, den m Ondergeteekende ^ verzoeken, om hooglldezelven te die. * nen van zijne coniideratien op het voorltel var'dcGencr.li. de *3» Reekenkamer, en daar % ook eenige verdere menage m de admifliftraue^an zijn hi Comptoir ge-introduceert zoude kunnen worden , heelt G K eindeaan ü Edele Mog. g^efpeéteert verzoek!na g is, eer alles in gereedhe d is eebraT Tn• ? n°°" ; ;<*np General bij ijne aankomll "'eef^ na" dien alles, mets uitgezonderd, ten ziinen t«<».8 ? om die Poft te aan vaarden ,'en^Xl^n"™*^ als weinige zijnde, die zoo e c lïtl " ï^' ten, men genoodzaakt is te moete? nSori«. ^ b?"" betaalen, en voor afloffing«zorgen" *uZr kV 1Dterf tS de verantwoording voor zijne Commifrn T rJ n°g *0mt meede de rdfenJe cZZ^^ den, mee eenige tonnen gouds onder J g°-de, t,J_ .Heen zijn ltaande r*T ^V^g^^t??* zijn vermoogen niet heeft omf hoe dezelven^il i°°n m duperen, of 7ich tegen den Omfanler rïn i°°k C°n" Jén, van zijn Comptofr te^^runnen'difni te^SnTond?^ ' fpeoale toeftemming en na examinatie van zaaken «„T* Raad van btate. En werden Vr a,n « «**en, van den in dier voegen YereSch^ ^ns een Poft komt te genieten, en duinT.vJantages van zoo leidende, zoude men da de ee - hebben Zf'VheHP°ed,g °Ver" nelijk Ampt te hebben bekleed, en 't onle uk ar,3311^ Mie geprocureert om (niet r jkelhk a I // 21J° Fa" W«U genoegzaam geruineert naJtlaaiee^om 1h" 1°°" redenen, kan den Ondergeteekende nTTJa ah! deeze geen vermindering of ceniaV m' ln goeden g^oede voor qm ttkrï dan zoude overhouden in comparat e i„ groote admmiitratie en verantwoord inge'd?n L n?' B.JKI den jaare ,7o7 toep de Initru$e' voor eln Ont?at ge?  ( 3 ) ger Generaal is geafrefleert, te vergelijken is, wanneer hét Sloth der Reekeningen van dat Comptoir nog geen 8ooco gulden importeerde , en 200 al van tijd tot tijd is geaccresceert; hier bij komt nog dat 800 gulden 'sjaars aan de hetaalmg van ïosite Penningen moet miflen; zulks den Ondergeteekende alles overlaat aan de verlichte conlideiat'en van U Edele Mog. of door eene te doene vermindering, 't zelve aan de moeite, zorge en rilico eeniger maate zoude kunnen repondeeren. De Ondergeteekende kan ech'er niet ontveinzen , dat de Loterijen zoo lange die blijven fublhleeren en aan de voorfz Poit geattacheerr, het een en ander door de tijd kunnen en moeten goedmaaken , maar als U Edele Mog. daar bij gelieven te conhdereeren het gevaar en rilico welke een Ontfanger daar inne al meede loopt omtrent zijne Collecteurs, die hij dient te vertrouwen, en onder welke 'er zijn waar meede hij bij 't aÜoopen van ieder Loterije drie jaa tot zes tonnen gouds heeft te vereffenen, en waitf van zijne Pra?deceffeur ook al onaangenaame cn fchaadelijke ondervindinge heeft gehad, alle de onkoften welke voor 't houden van een Commies, vier Ciercquen en alle andere noodwendigheeden , als van drukken der Lotbrief jes &c. moeten worden afgetrokken, zoo vertrouwt den Ondergeteekende al meede, dat daar het Collecfloon al bereids voor hem met een half per cent is vermindert ; en nu al weder met nog een half per cent minder voor zijnen Succesfeur is gefield, U Edele Mog. ligtelijk zullen begrijpen, dar hij ('r zij hem als in deeze geheel en al ook ongeintereifeert ten goede genoomen) dat hij met die gemaakte fchikkinge in gernoede niet wel kan convenieeren, als vindende 't voor den Lande van te veel aangeieegentheid om op een poft van die natuur te veel menage re zoeken, en die niet rijkelijk te fa'arieeren, daar mogelijk op anderen van vrij wat mindere aangeleegentheid, wel eenige meerdere fpaarzaamheid zoude kunnen gevonden werden. Wat dan nu vervolgens 'c Articul van de Compfoirbediendens betreft, zoo komt uit de voorfz Memorie ook te blijken, welke de redenen der vermeerdering en toeneemend bezwaar voor 's Lands Finantie zijn geweeft, en wél tot en met den jaare 1785- bereekent, en geconfidereert, dat 'er zedert weder twee Negotiatien zijn geweeit, en 't weik daar door merkelijk verzwaart, zoo zal aan U Edele Mog. nu verder blijken, hoe nodig 't tegenwoordig getal van dezelven is om 't werk na behooren te kunnen verrigten en af te doen, en moet den Ondergeteekende dan de eer hebben U Edele Mog. hier omt^tt te informeeren, dat op 'c eerfte Comptoir, alwaar zig bevinden de eerfte Commis met twee Ciercquen alle de Penningen welke ten Comptoire worden geiurneert, aioaar door den Commis worden overgenoomen, ontfangen en met behulp van den Comptoirknegt (die ter verrigting van dir, en te doene bood* fchappen van 't Comptoir niet kan worden ontbeert) wer- A z den  ( 4 ) den gewoogen, getelt, en ieder fpecie op zig zelve te boek gefield, door de Ciercquen insgelijks op de Journaaien gebragt, waar van 'er een voor den Ontfanger Generaal word gehouden, de Quitantien in gereedheid gebragt en opgemaakt, en alle de Penningen met den anderen te zaamen in de Caflen gefchikt. Daar en boven worden in dit Departement alle de Ordonnantiën van Traciementen, Aanneemers, Vacatiën en RebkoÜen, als ook de refpective Admiraliteiten betaald, bij tijden van Negotiatien die Penningen ook ontfangen; alle Je Recepiflen in gereedheid gebragt en alles weder geboekt. Zoo dat 'er eerder een Clercq meet der aldaar zoude kunnen werden ge-emploijeert als een daar van te miffen, en bij indifpofuie van de eene of andere men veel moeite zoude hebben om zonder hulp 't werk gaande te kunnen houden, terwijl daar en boven nu en dan ook al eens een Clercq daar van ten dientle van den Lande word geroepen, en een apart werk van het Comptoir word gedemandeert om 't zelve op eene bepaalde tijd te fugeftecrcn. Het tweede Departement, alwaar de InterefTen van de Ordinaris Obligatien worden betaald, en waarinne zig insgelijks etn Commis met twee Ciercquen bevinden, is van geen minder opereusheid, en vooral in tijden van Negotiatien, zoo als in deeze, zijnde 'er zeedert den jaare 1786 over de 5000 iluks Obligatien meerder bijgekomen, waar van door den Commis de Intereiïen op zijn verfchfjntijd moeten worden betaald, en met dag en datum en jaar afgefchreeven, en geboekt, en door hem en de Ciercquen alle attentie op 't uitgeeven der Penningen moet worden gemaakt; vervolgens moeten die Ciercquen alle de Obligatien in de Regiiters nazien, en ook daarinne affchrijven, alle de Obligatien van Negotiatien invullen en in gereedheid brengen, en dus rijkelijk hun werk kunnen vinden, en bij indifpofuie van een of ander al meede eer hulp nodig hebben, dan dat 'er een zoude kunnen worden gemili. Het derde Departement betaalende de Intreffen van de Loterij-Obligatien van de jaaren 17 ix cn 1713, en welkers Capitaalen omtrent nog bij de tien Millioenen bedraagen, word door een Commis en Clercq bedient , en hebben daar aan zoo veel werk, als met mogelijkheid af kunnen, en dus is hier op zoo min als op de vooi ige eenige menage te vinden. Het vierde Departement is dat van de betaalinge der Intereiïen op de Lijfrenten, waar op zig ook een Commis en eene Clercq bevinden maar dat van een geringe omflag zijnde, door dien de Lijfrenten al van tijd tot tijd verfterven, zouden die door de tijd, wanneer de betaaüngen wat meer komen ie verminderen bij uit her ving kunnen worden afgefchaft, en daar door een profijt van ƒ itfoo o- o met  met den anderen voor den Lande worden geprocureert» zoo ook nog f 300. o- o bij aflijvigheid van den Deurwaarder van 't Comptoir, die zeer zeldzaam word ge-empioijcerd, en dan in Cas van noodzaakelijkheid den Ontfanger Generaal zoude kunnen worden geauthorifeerd om voor zoo een enkeld geval een bekwaam Deurwaarder te mogen gebruiken. En wat het vijfde of laatile Departement betreft, waar op betaald worden de Intreilen van de uitheemfche, en op Credit van de Generaliteit gedaane Negotiatien, en waar op zig eene Commis en Clercq bevinden, daar van komt icn opzigte van den Commis niets ten latte van den Lande, als wordende uit de privé beurs van den Ontfanger Generaal zelve gefalarieert , en met minder dan eene Clercq van 't Land zoude die Poit waarinne ook nog al vrij wat werk is, niet wel kunnen waargenoomcn worden. Aden zoude mogelijk wel kunnen avanceeren, dat als 't werk van de bovengemelde Departementen zoo volbandig is, waarom dan niet meerder tijd daar toe genoomen, en des middags mede gevaceert. Doch hier omtrent gelieven U Edele Mog. te remarqueeren, dat het Tractement van deClercquen maar bedraagt eene fomme van ƒ 600- o o, waar van na aftrek van de heraalinge der looile Penning, maar f 540- o- o overhouden, zonder eenige Emolumenten te mogen genieten, ofte dat extra douceurs, gelijk wel anderen, verkrijgen, en zulks geen ordentlijk beftaan zijnde om met een Huishouden daar van te kunnen leeven, moeten dan het een of ander buiten het Comptoir aan de hand neemen om daar van re kunnen beftaan, en de verdere tijd van den dag ter waarneeminge daar toe emploijeeren , 't geen een Ontfanger Generaal, die voor dezelve moet inftaan en verantwoorden, gantfch niet onverfchillig is, en zig nog meer geinteresfeert vind omtrent de reizende Commifen , waar van 'er drie van de vier maar ƒ 400- o- o Traclement genieten, en na aftrek van de betaaling der ioofte Penning maar f 340- O- o overhouden, en het meerdere uit hunne dag* gelden, als op reize zijn na de Provinciën om Gelden af te haaien, moeten vinden, en dit als nu door de omltandigheeden der tijden weinig plaatfe hebbende, worden dezelven van hun beitaan bij provihe geheel gepriveert, oflchoon veel reden hebben om te verwagten, dat 'er eerlang een behoorlijke en wel noodzaakelijke fchikking voor hun beftaan zal worden gemaakt, hebbende de vierde Commis op de Provincie van Zeeland reizende, hierinne zoo veel belang niet, om dat me: die tot hier toe door overmaaking van Wiflelgeld en vaite bepaalinge der reisdagen, eene andere fchikkinge plaatfe heeft. De Ondergeteekende verhoopt hier mede aan de in- A 3 «n-  C 6 ) rent ie van U Edele Mog. te hebben voldaan, en zal de eer hebben, na over U Edele Mog. wigtige deliberatien, Perfoonen en Famisien alle heil, zeegen en voorfpoedt toegewenfcht te hebben, zig met alle veneratie en hoogagtinge te noemen. Edele Mogende Heeren! Onder ttond, U Edele Mogende Onderda's Hage nige en gehoorzaame Die- den 17 April naar. 1788. Was gereekend, van Stryen.  flylage Litt. L. i. De Schryfbehoefcens geleverd aan de expedieerende Clerquen ter Griffie var* hun Hoog Mog. hebben in de volgende vyf en twintig jaaren bedraagen. *74* l7$- 17Ö3 *764 l76S ^766176^76^17^11770 1771 I77i[i773 1774 17/1 1776 T^fi778 177c, 1780 1781^1782^17^3^7^4 178f Ordinaris Papfer. Riemen — — *7 ?!* 26 22 30 3° 28 "28 38 30 46 34 36 40 37 40 38 40 40 44 41 40 41 I 26 Poll-Papier Folio, dito • *5 3* 14 10 »5 10 ~*3 ?4~rTö" ïo~~ "4" Tö To ïö ïl ïy~~78 i~6 fj~ "78" 20" 22 26 ~.8 18 Groot Folio" Vergukfof Wit-Boeken —- u 10 6 4 5- 5T 6 ~~% T"™4 4""™ "1 "3 \ "4 4™ 5- ZZ 4 6 Ï6 FS \% ïïT Klein Folio dito - - of Wit-Boeken ■— 20 20 j 12 4 5 5" 6 ro Z" 10 4 Z 4 r- ~~i ^ 5 ^ M~ 12 12 P Klein Mediaan Boeken —— « *4 3<* 12. 2 — 10 12 18 6 — 6 6 6 6 2 "4 10I 18 — ió" 32 20 20 20 14 Groot Mediaan Boeken ■—■ 16 16 4 2 — 6 8 iT ~ZZ ZI ZZ — Z l£ II 4 — 4 — — T> 8 ~ — ~ Groot Quarto Wit-Boeken -> 4 — — — 8 4 7~ 5 — 4 4 — I0 ro 20 10 — 16 30 20 3° 30 20 — ■ £ 45- 90 _ : , Li Verguld dito f 2 — 10 20 4 iz 5 5'— 6 4 — 10 10 10 14 — 10 30 50 60 60 40 Lak Ponden —— —- \ • 14 26 22 20 28 26 28 24 xs 36 16 28 26 26 20 26 36 30 24 21 34 36 36 36 14 Overvliegers Pennen. Boften — ■ 20 34 30 36 38 54 62 60 Zfö 36 ?6 44 44 54 60 60 40 65- 70 60 71 72 72 48 Cohieren . ..... . . 48 72 70 56 60 40 60 65 5-0 I 60 50 9 5- 75- 7$ 85- 110 90 55- 7$ 65 84 90 90 90 60 Gelinieerd Papier. Boeken «—- 18 40 14 6 6 9 14 12 ZI Z" 3 — — — — --- — — — 6 — 1 — — — — Oliphants dito dito —— . — 12 8 8 7 10 20 16 8" 14" ü 13 10 10 8 u 16 4 10 6 12 16 18 18 12 Caternen gelinieerd Papier. 1 Boek —3 — \ >— 6* 6 7 8 10 4" Z 8~ 4 8 10 10 — n 12 8 4 7 "Tï 14 ï"8 18 ïT" Portefeuilles met Linten ■—- 3 8 ~TïT~iz — 6 4 4 — ~ ~J~~ZZ TZZZZT — — --i — "ZZ — — — '— — — —" —— —— —— zonder dito —— .. .,.! —- —« . — — — 4 — — — — —• — — — — — —• — — — — — — — — Kleine Ouwels. Ponden • ■ | 1 3^ a_ 3 4 2 3 ~~^~~~ZZ ZZ~ — — ZZ" — — 1 — _ _ -— 1 — — — — Groote Ouwels —— ■—— • >/ 15-003000 90015001500 800 i3°°i5oo 1000 ^oo'iooo 1500 1300 1800 — 1500 50010001000150010003000300030002000 Touw. Ponden . j j ) 8 j 6 j 6 2 — to ! 8 | 8 8 8 7 9 8 ~ — xz iT" 14 18 I 18 18 18 i7~ Bindgaaren. Pakjes .—.* , j 6* 20 12 8 4 12 20 Iz ~^8 TT 14 10 22 22 30 16 — 31 14 18 ""24 24 14 24 16 - cnickl. Rood Band. Stukken ^-— 12 14 24 12 18 30 3=> ~Ï8 12 ' 18 14 24~_24 28 2~4~ II 2I I4" Ï8~"~i2 22" 32 3Ó 36 Pennemeifen — 664 6_ 6 6 T x~"lr5 3" 3 4 4 4" 6 6 6 4 6 6 6 ~6~~6 ^ iSchaaren • 2666 6 6 ~-T 6 2 6~ 4 6 4 ^ 6 6 6 6 6 6 6 6 \ 6 6 ™~6 ^ jGelinieerde Notulboekjes — — — — — ~ 6 '4 ~ ~ ^ 5 2 l 3 5^ ' 5 1 6 "~6 Ü5 18 18 rT jPotlooden . , — — — i ~ 2 II H 'IT- "H H H "~II' Klein Quarto Verguld-Boeken — — — ~H~""Z ~ ZZ~~~ZZT~ZZ~~ZZ ZZ HH H } ZZ~~ZZT~ Z H H ZZ ZZ H""H~ 1 Priemen ——. — ~Z Z. ZZ ZZ~~ZZZZZZ II — ~ZZ 1 II UT TI II ZZ ZZT. ^ \ —» ; jGroot Folio Zwart-Boeken - . — ~H II H — II " _ J _ ~ZZ ZZ~"~ZZ IT~""7" — — ZZ_ ZZ ZZ' "ZZ" jQuarto Zwart-Boeken . . — ^- — "TT ~ZZZ ZT"" 'ZZ~""'IZ: JZ"*ZZ — ~ZZ" Z~"'I_ _ ' ,0'' I_ " _ j _ " Z. ' Z Z Z"' jBlauw Vloey-Boeken - ^. ZZ "~ Z Z Z Z Z Z —' — —' ZI Z~ZI Z Z ï Z~ ~ZZ Z Z7"TZ"ZZ Kluwen Touw —. , _ ■ ^ ZZ""TI Z ZT"ZZZI""Z"* ZT"—~ -- ^ - —- — — — IZZZ Vouw.Beenen - , _ _ _ Z" Z 'ZZ ZI Z Z" ' Z'" ZZ ZT"ZI Z ZT'Z.2 — ~Z~ — — Poppetjes Brodüof ™ 6 ' 4 — ^TIT — I — ZI ZlZZZZ _ Z ZITZZZI ZT — I _ Z_ I _ ^'ZZjZT" I ^ 11 — ~: 1 1 lil   gylage Litt. L. 2. De Schryf behoeftens geleverd aan den Deurwaarder van de Griffie van hun Hoog Moe. hebben in de volcei-fc vYf en twintig jaaren bedraagen. Ordinaris Papier. Riemen ~~~=^~~<~"~^^ 9 1 " " \ Groot Quarto Verguld-Boeken S=j -| - | 34 | ^8 | 3^ | sTriT^T 5Q~"p^1" 30 40 y " 4° 4Q ~ 40 [ 40 | 3Q 30 30 3Q .— wit -dïïrJ -L'-LLL -|Jl£T^ «* >4 ^4 30 3Q 3P 30" ,—=—-=■ =» T 1 7~~TT\7n*ïna 100 60 80 Jo 80 80 80 60 60 "Iö~ 76 76 76 7% Overvliegers Pennem Boffen — — — — — 2 — — — 40 60 60 100 1^ 00 ao ; — Befte Pennen — dito — 3- 5° 40 4§ 44 *o 46 26 — - — — — — — — Ordinaris — dito — ■ ! ~~~ \~~ \l% ~* 6 ~~ ~~ — — — — — — ~~ Lrass;——r—~~ —\ 5916Fp7~^7p^lTT 4 — 1 — 1 — 1 — — — — — — — ^ Groot Mediaan Papier Boeken —> — — — ï — — — — — --. .«- -— — — _____ Oliphants dito dito — ——' — — 1 — — — — — — — ~- — — — j — — ^ —• ^ 1—I ^ ——""_r"_r _r"zri_r" _ _. ~ ~ t dito Blauw — — 1 — — — — — — — — | ( j Gelinieerde Notulboekjes — — 16 \ 22 12 24 22 iz 18 j r8 iS 36 ' 30" 3Q j 18 24 30^ M *4 24 ï8 ^8|x8 16 11 12 12 Groot Quarto met breede zwarte randen — — — — — „ — — — — \ — . — — — — — — — 10 15 lS 15 I5 Groot of klein Fol. Verguld of Wit-Boeken - 1 j 2 — — —- — — — — — —- — — — — — —• — Beft Franfch Papier voor den Index Boeken - 8 | x3 — | — 1 — — I — — — — — — "~ — i "~ j ~* \ ~~' \ ~* ' ~~~ ' ~~ J   (*) B Ij L A A G E Liet. L §. Leverantien van Schrijf behoeftens ten aienjte van haar Hoog Mogende. t\£ Expedieerende Ciercquen en de Deurwaarder van dé U Griffie als op de bijgevoegde Siaaten fub Litt. L. i en 2. De ComraiiTaris van haar Hoog Mogende uitheemfche Depêches. - In 1741 driemaal, telkens 1 Riem Papier. • Mediaan. 6 Boek 410. I & Lak. 4 BoiTen Pennen, en bij de 2de Leverantie daar boven 1 $ W'afch Licht. 1 Pennemes, en bij de 3de Leverantie daar boven de eertle. 2 Stukken Band. 1 Doos Ouwels. Van 1763 tot en met 1785" gemeenlijk driemaal en dan telkens 1 Riem ordinaris Papier. « Mediaan. 6 Boek groot 410. Ig. of wit. 2 ffl Lak. 4 Bollen Pennen. 1 ® Wafch^ Licht. 2 Stukken Band. En bij een der LeverancienEen Kan Inkt. De TY.mflareur in de Franfche en Lat/jnfche taaien eri Clercq van de Patenten en Cijfi'ers. In 1741 (zijnde de vroegile tijd waar van de Behoeftens voor handen zijn> reeds als in 1763 en 176+, zederd wel},e gemeenlijk driemaal 'sjaars eene Leverancie van Schnjr- behoeftens is gedaan, en als dan t 1 Riem ordinaris Papier. i groot 4to. wit. 4 Boffen Pennen. 1 m Lak. 1 gg Wafch Lichr. 6 Dooien Ouwels. 1 Pint Inkt. En vorders het geen tot de Cijffers noodig heeft, als Portefeuilles, Mediaan Papier, Papier Borden, roode Inkt &c NB. In 1783 en 1784 heeft van drie Leverancien een van een dubbele portie genooten, en in het jaar 1785 wederom als ordinaris. A De  co De Öotttrarölleur van de Poiten en Boden van de Generaliteit. lAet eerfte gevonden 1747 als doe eens 12 Boek ordinaris Papier. 8 dito groot 4T0. verguld. 8 Stukken Lak. 16 Boffen Pennen. 6 Kluwen Touw. 1 Doos Ouwels. 1 Schaar. 1 Pennemes. 1 @g Wafch Licht. z Potloot Pennen. i Stukken Lint. Vervolgens van 17Ö3 toten met 1785" eens 'sjaars. ix Boek ordinaris Papier. 8 dito groot 410. verguld. 8 Stukken Lak. , 16 Bollen Pennen. 6 Kiuwen Touw. z Dooien Ouwels. 1 Schaar. 1 Pennemes. 1 gg Wafch Licht. 1 Potloot Pen. z Stukken Lint. 1 Vouwbeen en een enkele rijs 1 Inktkooker , en wanneer 't noodig heeft een Regiiter in Hoorn. De Cömmis, bedienende de Admiraliteiten ten dienften van de Heeren Gecommitteerden In tui. . 1 4 Riemen Papier J ïz Boek groot 4to. f li Boffen Pennen ~—r \ 1 €8 Lak. — —— 8 Stukken Lint —— 1 Blaker met Wafch Licht — 1 Schaar — 1 Pennemes — • 1 Kan Inkt — ——1 Almanak van Magn. — j Van 1752 tot en met 1780. 3 * iz * 18 * i|* 8 1 i 1 i 1 en daar en boven * 1 z Boek groot Folio verguld.1 Liniaal, i Jnkt Kooker. 1 Priem. 1 Pakje Zeegelgaaren. 1 Doos Ouwels. ïn 't jaar 1781 als voor die tijd, except van die Poffen welke hier boven met een {*) zijn geteekend, waar van het dubbel heeft genooten. ï7oZlals in 1781, except 4 €8 Lak en z Dooien Ouwels. l7°SC Bovendien verfcheide gebonden Regiflers. 0e  ( 3 ) De Kamerbewaarders van haar Hoog Mogende. De oudfte Kamerbewaarder Oofterdijk en zijn Succefleur VaupelL In 1741. 20 Riemen ordinair Pa¬ pier. 80 Boeken gr. 4to. zoo lg. wit als zwart. Buiten dien Schaaren, 4400 Schachten. Pennemeflen .Priemen,rood ioo Stukken Lak. j. Band,Ouwels,Potloot-Pen- In 1752. nen» Vouwbeenen en vet- 18 Riemen ordinair Pa- dere kleinigheeden. pier. ix') Boeken groot 410. 5400 Pennen. 144 Stukken. J De jongfte Kamerbewaarder Overduijn. In 1741- 21 Riemen ordinair Pa¬ pier. 102 Boeken groot 4to. 5200 Pennen. „0 Stukken Lak. ' m 23 Riemen ordinair Pa- \ pier. \ ijf2 Boeken groot 4to. j 6000 Pennen. 176 Stukken Lak. j De oudfte Kamerbewaarder Overduijn, en na hem deszelvs SucceiTeur, hebben jaarlijks genooten van 1763 tot en met 1785, uitmaakende den tijd van 23 jaaren, door een geflaagen. 20 Riemen ordinair Papier. 15-0 Boeken groot 4to. ^joo Pennen of 240 Bosfen. 470 Pijpen Lak of circa 30 ponden. De jongde Kamerbewaarder Vaupell genoot wel iets minder, doch zuiks heeft men de moeite befpaard, na te gwn, om dat zeederd 5- jaaren, van 1781 tot en met 178? de beide Kamerbewaarders egaale Portien hebben genooten. Boven de voorfz Leverancien hadden zij van tijd tot tijd A 2 «e  ( 4 ) de hier voor gemelde kleinigheeden, waar omtrent geëfl exceifen hebben plaats gehad. Zeederd f jaaren, van 1781 tot en met 178?, z\]n zonder eenige verandering de Portien van ieder Kamerbewaarder telkens geweeit 2 Riemen ord. maakt voor 10 Portien in 1785- _o Riemen. 18 Boeken Poli-Papier 10 . 180 Boeken. 40 Stukken Lak . 10 . 40o St. Laka 600 Pennen . 10 . 60co Pennen.' In voorfz ^ jaaren heeft de Kamerbewaarder Vaupel! gehad 49 en Pijbinga 48 Portien, dus na genoeg in ieder jaar 10 Portien. Bij extraordinaris gevallen, als de CommiiTie wegens Breit, wierden eenige extra Behoeftens geaccordeert. De Clerquen ter Griffie zoo ordinaire als extraordinaire, die van den Commis, de Provinciaale en de Onder-Ciercquen genieten geen Schrijf behoeftens.  B IJ L A A g e! * Litt, L 4, De Schrijfbehoeften? aan de Kamerle* ivaarders van den Raad geleverd, hebben bedraaien in de volgende jaaren. Oudile Kamerbewaarder. I 1735 *74 *755 i7ós 1775 1781 17'ós Ordinaris Papier Riemen lo af- als onafgei'nee de ■ 10 9 910 9 916 Poiipapier q°. verguld, wit en2wart Boeken 66 90 86 100 80 90 190 Lak Oneen ri6 120 128 160 144 168 448 Schachten — > .- —- 3500 5500 4000 3200 3100 2500 4300 Vloeypapier Boeken — 3 — 2 3 1 —•. — Bindgare Strengen 18 1 — — — 1 — «- —. Zegelgaaren Kloentjes 18 \ 18 1 36 1 30 12 6 — Ouwels, Doofen 18 18 18 18 18 26 <- Lint, Stukken • 18 18 12 18 18 12 — Schaaren - - ——- 6766673 Pennemeden 6666663 Vouwbeenen — — 6 7 j 2 4 5 -— Priemen —-— «—~ 3 3 3 — — — — Liniaalen -»—--» -— 2 — — — — 2 — Strykleeren ■ 1 — — -— — — — Bmdtouw, Kluwen ——1 2 — — — — 1 — — Potloot Pennen «-*--- 9 —. 1 3 1 — — j — — Doosjes Harü 9 — 1 — 1 — — — — Dliphants Papier - 2 — — — — — — lnktkookers * — — % — 1 1 — Kopere Wasl: bk —. — j — j 1 ) 1 1 — Jongfte Kamerbewaarder. Ordinaris Papier -■ \\\ 10 10 14 6 8 16 Groot q°. verguld, wit en zwart -—■.-«t 60 140 66 110 50 92 190 Schachten 7^00 5500 3500 4000 22.00 4000 9225- Lak * -• 92 144 184 256 144 272 448 Ouwels - ■ 24 ij 12 12 6 6 — Lint — -> ——~ 119 6 6 6 — — Schaaren 87 1 4 1 2 3 PennemeiTen 12 7 2 1 123 Vouwbeenen «-—--> 3 7 — — 1 1 «— Zeegel Gaaren >» 26C. 6C. — 12C» 2 P. 4P. -— Potloot Pennen 6 — —■ 2 — — — Donsjes Harit 3 — — — — — — Bindgaren Strengen ---- 26 — — — 2K. — Touw Kluwen — —• — 1 — — — — Blaker met Wafch- Inktkokers . — — — — 2 1 — **   BIJLAAGE Litt. M. Memorie van het geen het Qiiar~ tier van Nijmegen van den z<; Au aart 17$z tot den iz September 17 53., en dus tn 12 tati^e en een korte maand, volgens bet 'Plan van reducJie en incorporatie, ge arr ejl eert den z Maart 17 $z ter bitaaltnge van deszelfs agterftand van z Compagnien Cavalier ie en tt Compagnien Infanterie, bij fubdivifie cp dat Quartier genpartitiecrt, zal noo lig hebben , om na inhoud van dat 'Plan bij ti ne Negotiatie gevonden te worden uit het profijt van de 4 Man, die bi) provifie niet zouden aangeworven worden. "Oedraagende de agteritand van z Com-I j ojagnien Ca vallede in n Jangeen 1 kor te maand - A f 46$%$ 1 10 Van een Compagnie Grenadiers j 1406410 10 Van elf Compagnien Fufelieis - 130039 3 x f 190688 16 10 De agterftand der Hoofdtraclementen 4509 4 o De VV apengelden van zeven uitgevallen Compagnien ad ƒ xxoo- c- o ieder —-— 8400 o' o Iiem van twaalf Compagnien in weien ge-| bleeven ... 14400 o o \f 217998 oio Ter befaalinge van deezen ngterü,md zoude/ volgens gemaakte fchikkingen de penningen genegotieert, cn tot vinding der Intereiïen en arloifinge van het Capitaal 4 Man per Compagnie van de Soldij Ordonnantie worden gekort, ingaande den 25- Maart 175-2 bedraagt jaarlijks ƒ 7x13 9 6 En daar en boven, omdat die kortinge niet toerei- 1 kend was, nog 2 per { 1 Cent -—. 2238 | 15- 6 f ) 5 6 Uit welke Fondfen dit Capitaal cum IntereiTe in 40 jaaren zoude afgeioit zijn, volgens gealiegeerde fchikkingen, en Plan van afloffinge bij des Quartiers Refolutie van den 14 November 1752 in het breede vermeld, bedraagende de gedaane kortingen en af loffmgen uit dezelve gedaan tot den jaare 1786 incluis, dus 34 jaaren f 168124 8 14 ii Reit m— ƒ 49873 II|I2 A Waar t  . (*) Tranfport •—> f 49873 ïi 12 Waar bij volgens geallegeerde Reiolutie nog j moet gevoegt worde» » < 425-6 n 41 1 — 1 — ƒ J4Ï2-9 11 12. Re-  ( 3 ) Recapitulatie. "TVE aoierfiand op de Soldij Hoofdtracle-j ^ rnemeu en VV apengelden bedioegen tich - . —f 117998 oio Nog de VVapengelden der 4; Compagnie deri 8 cndergettoken Compagnien van Oijcni per reüo *—• — 4MÓ 0 0 f 2.22254 0 ro Waar op volgens geallegeerde Staar van af lofiinge na betaalinge der IntereiVe is afgeioit in dtn jaare 1753 — \f *91Jv 5} 9 1754 2999 2 14 I7ff I 3089 12 6 1756 . 3 1 b'2i' ó 4 l7?7 3177:151c 1758 337Ó 2I 3 1-759 3477: 7 >4 170; 3581 14 5 I-61 3689' 3 f\ i?bx\ • 377916 13 1763 -— 3953^12 J?6A 40311 5 x\ I ï?6v —— 4152 3'M| 1766 4270J15 2 I7ó7 44P>4, 1768 4f37( 4 3' t:6g < 1 467$ j 5 9 1770 4813UC 8 1-7» , 4957jl8 il 1771 5106 13 7 1773 5if9l,7 7 1774 — 54t7jï3 ^ 1 775" 553o| 3 *fr 177Ó f 5747l«2- 1 I 1777 S910\ 0 il I77g . , 6097'ïïj1» 1779 6280 iiï %\ i7g0 —— 6468 19I 9 1781 ——■ 6663 o;i4 1782 6862 18! 13 1783 ■ 7oft8 ró1 9 1784 7280 17 14 «785-, >499 6 6| 1780 772^ 6 o / 1*8114 8 14 —. —*m Relt — ,f 54IZ9 n 12 A 2 13e-/ «  ( 4" > BEreekeningin hoe veel jaaren de p|E koningin 1787 reiteerende f 5-4119- 11- 12, te doen bedroeg die het Quartier van Nijmegen met zich ■ f7956 o 8 i787nog fchuldigwasop deNatio- Af 1 per cent minnaaleSoldijen, volgens het plan van der korting — ux$ 7 8 reduclie en incorporatie gevolgt — door een gemaakte fchikking in reit • f6036 12 8 1751 wegens ter dier tijd gene- Intr. - ZOf % t gotieerde penningen, ter betaa- * , linge van Militaire agteritallen, Dat in 1787 —- ƒ704114 9 zouden afgeioit zijn, inval be- Intr. « 2iï 415- halven de kortinge der 4 Man . maar 1 per cent in plaatfe van 1788 —— ƒ725:219 g 2 per cent op voornoemde ar- Intr. - 2171113 donnantien gekort wierd. —,—- — 1789 —— ƒ747011 5- Intr. - U4 a' ^ -1790, «"--^769413,10 Intr. - 230 16 ii, ~ 1791 -— f7925 10 6 Intr. - 237 £5 $- * • 1791 — ƒ8163 5 ci Intr. - 24417 15; 1793 —-ƒ8408 3zo Bóvenftaande reftant «— f^ndu^t. De korting in 1787 \f 704114I 9 1788 7252 191 8 1789 7470:«i 5 179c —— 76041131? 1791 79^5 10 6 1792 —— 8165 5\H 1793 —— 8408 310 j— 5'3956 i8|ii Dus nog te kort — —-— ƒ 162/131 1 Het geen rijkelijk een maand korting van 1 per cent zoude be, draagen. Onder ftond, Accordeert met de opgave door de Heeren Gedeputeerden van de Provincie van Gelderland in de Commiflie gedaan. Was geteekend, T. J. de Mcraaz.  _ ~£ ■ W~~ïj~ L A A ö' Ë Lier. N. No. i. Lvfte der Sterkte van de Compagnie (Cavallerie of Dragonders) van dén Gehoorende onder het RegiVlt Z van de Maand ingaande op den en vervallen op den. guarnifoen houdende te —— — — — j" j i i i Manqaee-! Moeten IVeranderingen in deeze Heere Maand voorgevallen, zoo wel aan de Prima S* «u ' 8 i reprotcom.|xyn un Piana, als in Kyen en Geleederen. ««5 ° j o | I pleet, ioo.comple.ee, ! i j 1 lil Ü .1 !5Srpf.bpdÜ*i P K R"S O O N K N. f PAARDEN. S- I lil §> . \ \L. dj.:.'. ha, als Inl'olgens de ; ~ a = , , = • U o-j gO* i „ , p- 'g: I jl^enenGe-lvoei vanbe- g 3 I 1 g ; U - N g . |ï. Si | & -3 53 0 üg 3""° ! «§ - e leedereu. taalinge. fl -a =S S. jé*. H * f ««il 3 - 3 ^ 1 . .II8 "3 a I- :| s I if l-I^ =3^ Ei | rso« sl^ - • «•■£ 1 s «a jr !L£ t Ls —h 1 =se = = i . - „. ï i! i sj-t pll4:Siil "if 3 S SM S i : § | e I a I c S B S j| si S i | & 1- '| Sgr£lf*fl|^ | ; 5 g '| c 3 e § ! g g g § ? V §<■ | | | g • § L g li g-g | | « a 5 =3* - <2= = =S 113 j t li|Jjl|LpL(l Li ijl Li L-i ^ ^^^----^ "^^^^^^ deezen op den h,ec der daad tot de voorichreeven Compagnie gehooren. Aaum oen Maanden, a!s meede van deeze maand. deeze Maano , __ . ■■ ■ — ~ ~Z ~ f'K.r,- i, (In wit wvie vaa de Compaiü e MomiiK' Charge | Wannneer haSTSS e» ToeBiatprfQp wawvftt Qmp Ch,eNM,Toe^to ko* Charge Op w.,fjWT« ^ d^P , , .angclchaft, j 1 ' «gegaan en wanneer. jj | _ I. —- : ■ II. . ..... — " —' ! ! I 1 1 1 1 - ' ! -—.v-rr^—. . „r,Arp mpr hPr stamboek " ~ tOp deeze Plaais word die L\u onderteekent door deniK.ittnees- Deeze bovengaande Lijite is volgensjrdre me1 ther of Capitain Propriétair, of by abfentie door den Comman- Esquadron, dat dezelve wel en exaft bevonden is. — ——   ( i ) fi IJ L A A G Ë. Litt. N.No. i. Memorie, dienende tot opbelde- ringeder nevensgaande Betaalings Lijjfèi ingerigt voer alle de Compagnien Cavallerie en "Dragonders, in dtenft,e van deezen Staat, als ook hoe dezelve vervaardigt , en hy alle voorvallende omjfandigheeden ingevult moet worden. OP den Vervaldag van ieder Heeremaand, word dé Betadings Lijite, in gevolge het nevensgaande Model, door ieder Compagnie Cavallerie en Dragonders opgemaakt i en moet bij het invullen van dezelve, al het hier onder gefpecificeerde exad geobferveert en nagekoomen worden; t. De Officieren, die werklijk tot een Compagnie behooren, en dus bij dezelve betaalt worden, moeten in die CoJonnes gcplaatil worden, volgens welker Charge zij hunne Traéiementen trekken, al is het, dat den een of den andere Officier een hoogere rang bekleedt, het welke evenwel met een enkeld woord in die zelfde Colonne moet bijgevoegt worden; als mede in dien 'er Officieren zijn, welkegedispenfeert of bij de Armée geplaatit zijn. %. tn de agterjle zejlien Colonnes van de bovenfle Lijfte word geplaatit, alle de veranderingen, welke geduurende deeze Heeremaand by de Compagnie zijn voorgevallen: En word bij de Officieren * en de Paarden van de Officieren, "den dag gefpecificeerr, wanneer dezelve afgegaan, en wanneer zij aangeileld zijn, conform de Acte van Zijne Hoogheid, het zij van aanilellinge, of van verleende dimiflie; als mede den dag, wanneer zij van hunne Paarden afgelchaft, en nieu we aangefchaft hebben: En indien het een Wagtm reiter, Trompetter .Tambour, of van een Corporaal is, word altyd zoo wel in de Colonne van Perfoonen als Paarden de Charge bij het getal gevoegt, maar van alle gemeene Ruiters of Dragonders, cn Paarden van de Ruiters of Dragonders, niets anders, als eenig en alleen her getal. 2, Het fpreekt van zelfs, dat de bovenfle Lijfte van de Iterkte der Compagnie onder het Formulier van den Eed getekend moet worden, door den Ritmeester of Capitain Proprietair, en de Officieren, welke tot die Compagnie werklijk behooren; ün indien het een of het ander bij de Compagnie nog diende genoteert te worden, zoo moet zulks onder deri Eed gefchieden. A in  () 4. In de Colonnes van de onderfte Lijiie van vetkoren Manfchappen van de voor afgaande maanden, als meede van deeze maand word geplaatit , boven aan de Manfchappen, welke het allerlanglle bij de Compagnie gemanqueert, en zelfs mede op de voor afgaande Lijlten geltaan hebben, indien dezelve op de laatite Lijite van de gepalfeerde Heeremaand , nog niet geremplaceert zijn geweeit: En moeten dezelve op eikanderen volgen, zoo als zij van de Compagnie zijn afgegaan, boven aan de geene, welke hec allerlanglle gemanqueert heeft, en zoo voorts ; dus in deze Lijiie geene diilinctie van rang moet gemaakt worden, of de afgegaane Onder-Officieren, Trompetters, Tambours, Corporaals, of gemeene Ruiters of Dragonders zijn, het welk blijken moet, uit de Colonne van Charge. 5". In de Colonnes, op wat wijze van de Compagnie afgegaan, en wanneer, word in de eerite Colonne gezet, op wat wijze zij van de Compagnie afgegaan zijn, en in de tweede Colonne, wanneer zij bij de Compagnie in afgang zijn gebragt. 6. In de Colonne, geremplaceerde Manfchappen in deeze maand, worden die Manfchappen geplaatit, welke in plaatfe van de afgegaane aangenomen zijn, en wel in dezelfde Linie, zoo als in de Model Lijiie verbeeld word, door de gepuncleerde Linien; zijnde in de Model Lijite veronderiteld, dat bij die Compagnie vijf Man behoorden geremplaceerd te worden, maar dat die Compagnie in deeze Heeremaand niet meer dan twee Man heeft kunnen remplaceeren; zoo dat bij deeze Compagnie bij het expireeren van dien Heeremaand, nog drie Man blijven manqueeren, het zij Onder - Officieren, Trompetter, Tambour, Corporaals of gemeene Ruijters of Dragonders; het welke ook exact moet overeenkomen, met de Colonne manqueeren tot compleet &c.inde bovenfle Lijlten. 7. ïn de Colonne wanneer goedgedaan , moet flaan, den dag en maand, wanneer dien aangenomen Man door den Collonel Commandant of commandeerenden Officier van het Regiment of Esquadron is geapprobeert: Ln moeten die Leeningen of Daggelden, welke een Ritmeefter of Capitain aan den een of den anderen Recrut van te voren mogte gegeeven hebben, bij de overige Werf Onkoiten gebragt worden. 8. In de Colonne, tnanqueerende Taarden van de voor af gaande maanden, als meede van deeze maand, heeft dezelfde explicatie plaats, wat hier boven van de verloore Manlchappen aangehaald is 5 wordende in  C 3 ) in dc Colonne Kommer, die Nommer gezét, deu-elke het afgegaane Paard in de Compagnie gehad heeft: blijkende wijdess uit de Colonne Charge > of het een Paard van een Wagtmeefler, Trompetter, Tambour, Corporaal, of van een gemeene Rutter of Dragonder is. Verders moet gefpecificeert flaan, in de Colonne, op wat wijze van de Compagr.ie afgegaan , waar dat Paard gebleven, en in die daar naait, wanneeT-, den dag en maand, dat het zelve van de Compagnie afgegaan is, en wel op ieder Hetaaüngs Lijiie, tot dat het zelve door een ander Paard is geremplaceert geworden. De laatite Colonnes geremplaceerde T aar den in deeze maand3 hebben geene verdere explicatie nood g; wordende in deeze Model Lijite veronderfteld, dat 'er bij die Compagnie vier Paarden manqueeren, en dat vaa die vier, maar een Paard in deeze Heeremaand is geremplaceerd geworden. 9. Het fpreekt van zelfs, dat die Manfchappen en Paarden, welke afgegaan waren, en in deeze Heeremaand geremplaceerd zijn, op de Lijite van de volgende maand af gelaat en worden. 10. De on lerile Lijfte word door den Collonel Commandant of commandeerenden Officier van het Regiment of Esquadron ondertekend, na alvorens deze Lvften met het Regiments Stamboek geconfrontcert te hebben. (Onder ftond) Accordeert met de Minute. (Was getekent,) 2\ A. de Moraax,   ' ' i r i^ïW infiSfWe- wmltó? E Geboorende onder het Battaiilon van het Regi- Lylte der Sterkte v^n de Compacte Infan.ene van den - Guarnifoen houdende te — vnn ite Maand nuaande op den • en vervallen op ucii , . - ■—— ~=Z-=ZZ^— 5 1 — Fl "M™qo«-||"l^«.« | Veranderingen in deeze Heere. Maand voorgevallen, zoo wel aan de Prima reotAicom-Uyn n.i i Plana, als in Ryen en Gd eed eren. ; u j pijeer, ïoo compleet, j _ —z_r^____-----7---*. ■ —, 1 « i wel aan dejmet de ?\\ . -, I * 5 jj Prima Pla-lma Flana j .« » "= '5 ^ na, als In volgens d* 9 g & S - £ g g' . o Ryen en Ge-.|i/oet van bc 5, ii | S. ° ga g EgS s's, • leedcrea. laalinge. i |£ «= 6 g j ^= g c S 12 = e c «2 „„•'*"' ts ^.SügcQjO E 5 « « c°cS ïï' ,5 4 .: -» p * — . e - v u J u u *iarZJ 5 ! o _h | > J w r_ .. i ' ij 1 — | I I \ \ J—-— —~ ■ ^"lh ^——j . ï'.. .. i i'T: Aar* rr^H — ■ 7 ri —r Geremplaceerde Mantchappen in 1 Verloore Manichappen van de. voorafgaande.Maanden, dee/e Maand. als meede .van deeze ma urd. . f ■ Tharye i Naam en Toenaam i i Wanneer SiS^ I N.am en To.nsatn l Op wa. w ze van d, Omrag «e Cha^e, aam Koe^edaan. | ^iiai>;^ af^e^aan en wanneer- _ ; . I I ' ^ .— -=— ■ ^ TT i «n,-iprTt'pk, nt doof tot de voorichreeven Compagnie gehooren. ACtum •fj^ITi^nTïaandc Li]ile is volgTns ordre met het C den Capice.n Proprrétair, ot by ablentie door den BattaiHóns Stamboek geconfromeen, en verklaart Commandeerende Othcier van de Compagnie.) - hier meede de ondergefchreeve CoDonel of Com- \jomm-i mandeerende Officier van 't Regiment of Battail- Ion, dat dezelve wel en e^a-M hrvo'.den is . _   BIJLAAGE. Litt. N. No. 4. Memorie, dienende lot ophelderhi; ge van de hier ne evens gaan de Betaaltn^s Lijfte 3 inmengt voor de Nationaale , 'Duitfche en IValfche Compagnien Infanterie in dienft van den Staat > ais ook hoe dezelve vervaardigd, en bij alle voorvallende omftandigheeden ingevuld moet warden. OP den Vervaldag van ieder Heeremaand , word de Betaalings Lijite, in gevolge het nevensgaande Model opgemaakt, en moet bij het invullen van dezelve al hef hier onder gefpecificeerde exaéi geobferveerd worden. i. De Officieren die werkelijk tot een Compagnie behooren, en dus bij dezelve betaald worden, moeten in die Colonnes geplaatit worden, volgens welker Charge zij hunne Traciementen trekken, al is het, dat den een of den andere Officier een hoogere rang bekleed; het welk evenwel met een enkeld woord in die zelfde Colonne moet bij gevoegd worden; als mede indien 'er Officieren zijn, weike gedispenfeerd of bij de Armée geplaatit zijn. x. In de agterfle tien Colonnes van de bovenfle Lijite word geplaatit, alle de veranderingen, we;kegeduurende deeze Heeremaand bij de Compagnie zijn voorgevallen; En word bij de. Oïticieren den dag gefpecihceerd, wanneer zij aangeileld zijn, conform de Acle van Zijne Hoogheid, her zij vnn aanlteliin; ge of van verleende demiffic. tn indien het eeri b'ergeant, Capirain des Armes, Tambour, of een Corporaal is, word altijd de Chrrge bij het getal gevoegd, maar van alle gemeene Soldaaten niets anders, als eenig, en alleen het £.etal. 3. Het fpreekt van zelfs, dat de bovenfle L ijfle van de iterkte, onder het Formulier van den Eed geteekend moet worden, door denCapitain Proprietair,en de Officieren , welke tot die Compagnie werkelijk behooren: Ln indien het een of het ander bij een Compagnie nog diende genoteerd te worden, zoo moet men zulks onder den Eed plaatfen. 4. In de Colonnes van de ónderfie Lijfie, van verloor e Manfchappen van de voorafgaande maanden 3 als mede van deeze maand, word geplaatit, boven aan de Manfchappen, welke het allerlanglle by de Compagnie gemanqueerd, en zelfs mede op de voorafgaande Betaahngs Lijlten geilaan hebben, indiVn dezelve op de laatite Lijite van de gepaileerde Hecre7 * maand, nog niet gcremplaceeit zyn geweeit; En A moe-  (*) moeten dezelve op eikanderen volgen, zoo als zij van de Compagnie zyn afgegaan, boven aan de geene welke het ailerlangüe gernanqueerd heeft, en zoo voorts; Dus in deeze Lijiie geene diitinéiie van rang moet gemaakt worden, of de afgegaane Onderofficieren, Tambours, Corporaals of Gemeenen zijn geweeil, het welke als dan moet blijken uit deColonnen van Charge. In de Colonnes of wat wyze van de Compagnie afgegaan en wanneer , word in de eerile Colonne gezet, op wat wijze zij van cle Compagnie afgegaan zijn, en in de tweede Colonne, wanneer zij bij de Compagnie in afgang zijn gebragt. 6. In de Colonne geremplaceerde Manfchappen in deeze maand, worden die Manfchappen geplaatit, welke in plaatfe van de afgegsane aangenoornen zijn, cn wei in dezelfde Linie, zoo als in de Model Lijite verbeeld word, door de gepundeerdeLinien , zijnde in de Model Lijiie veronderiteld, dar bij die Comï nie vijf Mm behoorden geremplaceerd te worden, maar dat die Compagnie in deeze Heeremaand maar twee Man heelt kunnen remplaceeren; zoo dat bij deeze Compagnie bij het expireeren van dien Heeremaand, nog drie Man blijven manqueeren,het zij Onder-Officieren, Tambours, Corporaals of gemeene Soldaaten; het welke ook over een moet komen, met de Colonne manqueeren tot compleet &e. in de bovenile Lijiie. 7. In de Colonne wanneer goedgedaan } moet ilaan, den dag en maand, wanneer dien aangenomen Man door den Colionel Commandant, of commandeerenden Officier van het Regiment of Battaiilon, is geappreteerd; tn moeten die Leeningen of Daggelden, welke den Cap'uain aan een ot den anderen Recruu: van te vooren mogte gegeeven hebben, bij de overige onkollen van dien Kecrur, volgens ordre op het Leenings 13oek in uitgaave gebragt worden. 8. Het fpreekt van zelfs, dat die Manfchappen,welke afgegaan zijn, en in de Heeremaand geremplaceert zijn geworden, op de Lijtt van de volgende Heeremaand afgvlaaten worden, 9. De onderile Lijiie word door den Colionel Commandant of commandeerende Officier van het Regiment ond. rrekend, na alvoorens deeze Lijiie met . het Battaillon's Stamboek geconfronteerd te hebben. (Onder flond,) Accordeerd met de Minuïe. (Was geteckend; T. A. de Moraaz.  NU. Zie ovvr tlefze Bylaagc pa;;.. 213. van htt Rspporf. B IJL AAGE Liet. O, Lyfte der Iterkte van het üataiJion van het Regiment van ^ zoo als het zelve zich bevind by het inkoomen in het Guarnizoen te den : ; <• :Ti>c iCapit" Sergeanten, f, Corporalis, jl Tambouts. ! Gemeenen. |f Manqutert tot Com- 1 Moeten zyn. gen Cap j U., jl ;. j f j pleet. LUMi'AlïNUN, d..t. drig. - : f. gr S £ 3 E 1 ■ 3 cr ; £ g g 0^-5 3 3 f? 3 ^ ? ^ ? i ^ ? j 2 S T''' 3 2" o v r - a ♦ • • • j •|r,£--i3 • " o ! m] Grenadier N. i CO «■» - I . -t , ' B i li L —1 — 1 , »j 1 I fï g ■ —__—-———— —■' po Compagnie N. NI [■fcT/SL ___ L_ 4 i _J .. |l N. N. I rt _ t i , ___i 1 ' : i - I l | N. N, - , ' | I UI N. N. I "j j j ! —— - - — r 11 I 1 1 ( : - r , . 1—-—_—1—. 1 1 1 - \- I o ' _ r ^ ... ____ ^ 1 ———- * 1. nf _ j _ _ i 1?) ~ , Totaal = 'j 1 P f jl ~| 11 1 T~ "T _ ' ^ jl 2_-JII_XZ^ Nota bene Adjudant. Geteekent door den Commandeerenden Officier Veld-Prediker. van het Regiment of Battaiilon. ■ Tambour-Major. (Onder ftond,) Accordeert met de Minute. (Was geteekent,) T. A. de Moraaz,. _____ , ' -■ ■ 8 n [1   (») B IJ L A A G Litt. P. Staat van de fom van Penningen waar meede 'het Capittel van Gedeputeerden buiten de froptncjen mnde\ worden verboord, en welke tot nu toe uit de Tcjl van de Tfefroyementen zyn betaald geworden. DE eerfte Predikant te Parys extraorddnaris f J ^ Traclement —; . M ' De tweede Predikant ordinaris en extraordi- naris Traftement, Mondkoft en Wiflclgeld ^ ^ te hamen -■ ™ , . • ; i De exfaordinaris Envoyé en Plempotennam , aan het Hof van Groot-Brittanmen I90°| ° ° De Ambaiiadeur by de Otiomanifche Porre T *ooo o o De extraordinaris Envo>é en Plempotentiaris • v, ' __- oooo o O in Weenen ■ > De Miniiter te LiiTabon met ƒ4000-o- o, waar van tot nu toe uit de defroyementen zyn ^ ^ E^rSir«tris E^é en Plempotentiaris aan bet Hof van Berlyn — ~ ,«00 0 0 Te weeven op de ordinaris 1 1 1 Staat - — U*H ° ° hn op de extraordinaris l De Minifter bij het Gouvernement der Uos- | tenrijkiche Nederlanden — j— 4°00 0 0 Te weeten op de ordinaris Staat met - f*0O° °\ 0 En op den extraordinaris j ^ \ o\ o De fxtraordinaris Envoyé aan het Hof van ^ q Denemarken —7- . * j De extraordinaris Envoyé aan het Hot van ^ , ^ ^ DePeRdS bij de jereenigde SiMtenj» ^ J J q DeAMlX by de Keurvorft van Keulen - *ooo o o Waar van op de ordinaris 1 Staat * * En op denj^traordumis ^ q q De MiSfter bij den Prins van Luyk -7 o o De Minifter bi den Ryksdag te Kegensburg- 657o o o De Minifter aan het Hofjan den.Keurvor» ^ ^ ^ De^Sectetarh waarneemende de zaaken aan het Hof van den Keurvorft van Mentz - 43«o o j> 101615! 0 o Tot  ( z ) Tot hier toe heeft op den ordinaris Staat van Oorlog ter ' Repartitie van Holland onder het Capittel van Gedeputeerden buiten de Provinciën tot betaa'inge der Declaratien van Miniiters buiten 's Lands geitaan een Poft Vfln „_ — j ƒ s°o°° o Q En daarenboven onder het Capittel van an- * dere onkoiten van den Oorlog, voor defroyementen van de Generaliteit, vereeringen aan uitheemfche Minifters en extraordinaris bezendingen eene fomma van — 137364 o o Dus te zamen : —; ƒ187464 o o Af de vooriz. — 1016x5 o o ƒ185839 0' o (Onderftond) Accordeeid met de Minute. (Was geteekend) 'P. ji. de Moraaz,  UylagcUcc.Q. INum. T. Staac van Leges, die dror Generaals, Lieutenant Generaals, en Gene, aals Major ter occraane van zyn. 1 Hoogheid, in de Griffie van haar Hoof Mogende, Secretarie van den Raad en verdere " '— ■ '- — i 1 „ , , ^ "V T ¥ Iw^/\- l. tlCliWI * - _ I' lil il ty* Commis'.. . , _ i-, [van de Ree i Secretarie Comptoir Griffie. Kamerbe- Kamerbe- , BoJens. Trompet- Dienders Pofikr^t r«„,M o . „ kenkamer I van 2yne Bode. waarders waarders «,s i0**"S*. Cont a Secretans Commis j Kamerbewaar- voor de A&t van be :ommis enTaar omU Geheel mon- Hoogheid. » j van haar- van de £ Raad van en der* Raao. van taaling-van bet Ttac cu ren in b-^rc. pende' tart. HoogMog Griffie. btaale' Cleiquen. Staate. ; cement in de $ecreta- ie Th.fau-Wt'e Schel'' ' Me van den Raad var rie« .die van Ie Je, J 'taate ford. by de i Z ~~~ feecretariffen - Secreta- , Conm 13 ' ;V3n de Re. j rls- | „,en j kenkamer , . _^ ^ j jj Cltrcq. worden ge-; iener-als by de aanllellin2 v ' J , n, J 777TT 7TTT 7ö77~ 7Z \Z ' - - - ! , J nooten. by 't bekomen van Traclement ' l5o o c — - - - _ TT 77 TT 77 |~ " CT C t v~ (1 — L_!„J_Li I ! „I L__._J__ Ueut.'Generaal* by de aantfelling IT7T 777777 \~Z ~b ~ü ö TpTT T« TT Tq T " |—*~ 1~ —rTTU-l - -j__777_T ' Ó 'gl I0» ° ^ 0 ^ IP f °i 336 °| ° ' Tn ^ —!---J^lflü 0 0 18 V ^ o o| 16 o c|. 4^ c 500 2oooh2O0o 23o,! 9 T T - |T p TT T|T TT|T T fTT 77YT by 't bekomen van Traclement - |ioc qÜ _ . . |7T~T 77 TjT tt ~ jT7 ~\ f !~ —H" ~~ ~i - —- ~L U _J IJ 1 27919 ° b7Ti7ï^Tc"7~7rtTZT.TI 7= zEEEplfi^-- -ïüp-- -s-j- -ï--^-llJï3f Jjlj C|ZZ?ÏÏ 5ZL zZF 3tT!ET t Staat van Leges die door Collonels en verdere Officieren moeten worden betaald. De Brigadiers, Üxempis, Guidon en Cornet in de Gar- ■ \i * Ti " j , ; ... ,- „„ . des da Corps, betaien de Leges in de Secretarie var ' . ' t [ ^£^0^» fla^SSr^l] /.yre HOOgheid naar de rang die aan dezelVe QU3. ^enretarie CHt0ir - Cantra Secretaris Commis I' Kamerbe- j Bodens. Poftknegt Dienders Secretarie van de Raad . . • daar onder be- h eiten is geattacheerd , doch de tweede en eerfh * Xan Bode- . Zeegel. Raad van -en waarders 6 ültfB(?er8, « S,ae- | Commifen greependetwee Geheel. Lie««n„,tS\eedS hebbróde bekomen de Zg 'Z i ""^ ^ fe" ' I ^ S^l MntT'pSrdakn allccn de Les" V',D cen L'mt-1 1 Se"eM"s' c,„c';cn.! tesi»*, ' * in v-n de Reken- J , ' 1 i . . ' kamer worden ""7 " e — f — 1 1 . ' ' i ■« genooten. i Ktr.te LLvandeGardesduCorpsd, hebbe»de»av!nC^^ fi6 . i^^j^ J^Tl —oTc 7jjJ_ \~ F i7TTT° Tweede Lieutenant utf. ; — , , . ,,L n J1n A vr■ ■■■ • J , f l -t ~- • ■ II - .' •""{! .V' •-|,|'.' 4*-*-^--+'-- — > — .— _ * Y0 °J 'p^Jl^l^Ji. JMl^jjQ J.2;.lx 0 'i o O |. ï 4_f Tot betalingvande Traft. van deeze OhV ia4 4 c Cornet utf. —- ■ , Tn -1 • tri _. T _ ^JT™ J J' J " [■ " " " -~ — . .' _____________ —— ;~ . Ji!Jj_^ 4 l o, i c o ' i 40 eieren worden geen Aflens van verzoek ge. 164 4 ca cJuidon als hebbende rang van Lr. Colionel . 57I10 n 1 c o 8 r. r> ,J ol T ff " ' ' ; •■. T. ■> ...'„ - ' - —■ -—— ——» ■ * ^Qiionei - 1 1 !- 1 ° °l 1 °i 4 1 3 I °_f 1 4 ö derécheert, als zynde die Traft. in de Qr-, no 1 o ^empejd^^ 5 4^4^^]]ffl 4; c donnamien van Soldye begreepen. " ^"^11 Col). ofColI.Command. van de Garde te Paard - — | óihTj 1u0 15 0 o 3 J -6 o'""»olo o' ^ o"^ T^"j^ t , „ 71 J JL iH^T^TT^ 'f"'" T~ ■ — - ■ ' . ~ < f' I l -7..1.. >_l_J___ __ __. 4 100 ï 4 c / o 6i oj f 6 6 oïf 3 tl of 3 oj 01 113 i\ 0 — __. __ Dngonden —ri^.^ïiï]^^ {°\\.jÈA} ' ^ ^ °et 6l 10 P _2£ 0 C ' 36 ó O 30 O O 5-Io"~ë| 4 X O IO © I "4 o niMopgWn, om d« xeectert 6 JC^^ JO C — — s„,,zers> 6I10 0TTo' '^7L ^LL730 o o|TT7T7^TTTT" ? ' ~ —* ' 1 ord. Regimenten Cavallerie -—- 6z 10' n i 10 o ' tc! o nT ^ TTj .J _ ^'"TJt, U J ' ! 1 " I' '1 1 ll —! — ■—1 -* —™,_47_174L_L._j|__ o 4, a o .100 14c 6 6 c 6 6oj 3.18, 0! 3] oj Cl i90j oj o IZZJZIIJIZTI^^^ j 6xIOj°!r 11° °^ °'° :6 6 o 3Q^ cTX^jiz! o 4i2'o" , cc 1 ,f c 6 6 c 6 6 4~tÏÏj3 J o o 5^ Artillerie —< . riJfn^ , ,^ ^ J t -x }• 1 1 ' l. 'r. Iv . u [ v.7j| —-—h~ —4—-—^-4 -( 1 ■-■ — — — titulair van de Ai t:i!crie _ 6%\10 J Jro c fJ 0 0 3Ó 6 o; "3o^'o " 3rt'" 0i " j T0 , Q' 7 ' 74 L T~T^'STTt ' ^ [ .1 'A Xkf p —• Mineurs en Sappeurs —- 6V10 t m n Tr ^ ^ _ t~ . T™7T P :——--—u— ,— ' j ■—• ——1—-4——»-f~-|--. Llcur. Coll. van de Gardes Dragonders — ,7'1D 0' i c r 8 ,J J- J™~T JT """^ ■ —*—"f —: -\-r~ 4"~~H~~" -- S - ) ^ — _-—3 1 ° 4 ° °j l8, 0 °; 1 0 0 'I 4 0 I *|'4 8[ ^r4_^ 1 6 o ii'6 o 138 8 c "te Voet I n '--^D-.^.]^ 1 iK~^" " L — Switzers ^ 37 ïo c l $ 0| 8 7 ^—~ ^—Dragonders —, — 3i10 °j ^_ ^\~r6n i —" ^ Mineors en Sappeurs (titulair) ^..'JE^ c ''o l7TppiT^^4 Major van de Garde te Paard «——♦ , . _—J 2T f J nU _ | 7 T T ' "f" T ' ", • . 1' " —f- -4 — - | 4 . —^—- - ! ~~-4 ———I - . Eerfte van de Garde te voet -—- Q! aï o ' ^ «^f~7TT~6[ T^H—r—17—éTiTo" "H" —! ""n T"—t"" —T" '—■ ïï"—~ 4- - -—L—-* - - - . [___! 4 o o j 34 8 o 14 o oj 18 18 o 4) 2 0 1 o o 1 4 o! 6| 6 0 6| 6| cl 1 r9 o i'io oT^JJTó o • Tweede van de Garde te voet . ^ 21 < 0' o7fi "77 J ~ r M ,. 0 Jl „ . « Jl .0 ,c— " 1 . ■—-4 n— 1 , "4" —^ 11)—_ • T ;| 3 J 4 c t 34 8 o, 24 o o i8|iö q 4 2 o 1 o o L i 4 o 33c 330 160 1 6 o i_3 13 o —- van de Garde Switzers —| ^4! oj o1' z5[ 4"^^"^T o| J 4 o qt"f ~ T-^T-TTTt—TTj^TPV ■ ordin. RegiménTerrCavallaie ' ^l^W'^^^^ ïToj' ö| "14 ö 3 3 cl 3 31 0 ïïö^fl J4 4 ~~ ~ Dragonders — —" 31 5^o|^^ oJ Qj . _ ^ s^er7"7^"' ^|7r[7^ j^"p7^>Fiti^^t^^a^"™^12 oj t|'o ' o V4'7t-rjir'T'r:z J: : j   • ervo'gopBylaoeQ.Num. r Wv^nTeieTdïToW Collonels en verdere Orhcieren moeten worden betaald: ~ II I V I I I 1 f fVoor de Me van befaaling, ■irCe-mafavan de t C»*»*»;. r ,• Ij _ van het Iraélement in de 1 Reke>,kamp> ï CZlT SSS »CTrh Com™ Kamerbe- Bodens. Poflknegt Dienden ScCWta'le ?" dc Raad r , S^SSTto. IHooeheid ^ I R0aad vaH en waarder. «uwegt Dienden. van State. Commis en gWprn detwe« Geheel • btaate. Ciercquen. , Raad van . ■ r " ;(-7T' ^"r^iH • ? ' -~zZ^IÈlBJ^^ê'i^ntcn te Voet - 31 fTTor8o 1 . II Tr7 T~""(—————p—: —. ; ^._I__2 Lie^vanjde Artillerie , | o i J~l f™ *" 4—-——■ —Jj ra ^-4[T 1 o ; '. . —; lij* -S^^L^.Pe Comm. *7 4 o j< joIjM °j 2 1 o o 10 o 0 ix' o I I iTT""" ^ ^rwerte ™de ésa* =M,o oj LL "~&ThT'^TT"3o * o-#44-- -—-J — van je jMineurs T,T p — ÏL^-l^^^J JV _ I ^ f o ^ , \ " " — • J~TZrt_:ii£ .ril. 0 ^ 0 denvangeen 13 1 o 4 3/ 0 5 o o . 1 7 o . o 6 O o 7 0 ' ! ~ ~J ' 0nierHeui* Y±n ^ Artillerie - , *_T7c 0 c T k nr77T H"""^ ~-r"H—^ T ' 1 ' r-~f— ^i-Jfl!L!| [ ■ -.'P •■ • -———^ ^ 0 18i01 0 4 °[. | 4*1 ' } T T ~ I ï3| 7 ó! «; 5'j 0 Jc^ o: 1 8 _ ol öj 4! o.! o! c! 8 [ J' I" "T'j I' JT"1' ^qjudant van de Garde te Paard , . , litle J J ^""""^TT"^ hT" 1 . ~f~4~Ut—UfM^-+--=4 1 39 9 °' ordinaris Regimenten Cavallerie . 1 i8!ic'' o 0 6 o Jon TZ\ ^"TH ""i—"— f—* 4~^ 1L~ PP7^~—~--^^ ° I0|l8i °il '? ° o 5 o o i 19 o ! o to o ou o i n 8 i u 8 1 € of i dj k, t Infanterie ■ . , I -o!., 0 jT '( T ~ > La_ II I i 61 x4 o L 1 - 1 " -^—4-1---4-^■^44L,° 110 0 0M0 °' 1 7 0 0 6 ° 0 7 o in 8 ,T7T 16 0 «Uv^TT" Piqueur_ — . - _. / 7 io o — ^~-~r-f — ——---- [■.-— , j | ± ; „, . II u °| 56 »4| o — - — . j ./1° J, I c _4 0 °| 1018:0 IO o o f o, o 17 o o 6lo o 7 o" I 11 8 ui 8 PT 6 TH 7 6 o Chirurgyn van de Garde du Corps , 7x0 o - c DeC«5?~"TT~/ ; ' f 1—4— _iL-LS: ~ te Paard , . f JJ J 7'n van '^T h+ ~\ -1 i ^._L L ^ ^11 45 19 o — .jrr^^,jzrJras°nders :— —TX d - . 0 Tpn^~^~H4r-—H- 4—44— 44—4^- '7 -"~~- - - -H—4. 1411 ; IOi 7 0 ü 0 c 170060 o7o in 81 ui, 8 , 4 - - o ,„8 4H s^i., otiuzT s, ^ jugcnicuib ueraun in ce secretarie van den Raad van Staate voor de Afle van de betaling van hunne Traftemenren by der zeiver eerile aanftelling tot Lieutenants van ieder ƒ 100- c- o f 3- 3- o, en voorts by avancement wederom ƒ3- 3- o van ieder ƒ100- o- 0, welke fy alsdan meerder Traflement beI .komen.   Uvlaa*eLitc O No % Staat van de Korting die zoo van de Militaire Ordonnantiën als van de Traciementen ten voofdeele van de Kas vati ieder der y 5 'V' refpeftive Provinciën worden gedaan als mede van de laften die door de refpeétive Officieren moeten worden opgebragt, zoo ais de¬ zelve door de Heeren Gecommitteerden tot het revideeren der Quotes der reipedive Provinciën zyn opgegeeven. Kortingen van Militaire Ordonnantiën. Kortingen van Militaire Traïïenlenten. Gelderland kort niets vanj/ft/W^ kort als Holland dé viel Vtrecbt onlfangt van CoT Vrlelï^^^ équivalent en Orhcicgeld. Overhel onttangt ,uden Lanüe ontiangr ^guvuten* en ,w^^a_ de Traaementen voor het Militaire TraÉtemen-l magere jaren van alle Hoofd loncls.Lt. Collonels.Ma- ^Quival;nr \ öidweld. niClS' équivalent. i Officiegeid. Land" maar aUeen voordel ten van Co\\one\s af,; Traktementen tot Capiteinen jors, Ritmeeilers en Ca- L__I ■- ff -—~-- : " 1 j^isT Secrewrieo en Cowpioir) tot Rimeelierof Ca-} incluis. pueinen de vier magere flA, 3 y i ,«| Q, 0 Collönèl —i/ öooololo' Lt. Genera^-fiöoatt Generaal f pitein inciuis een jaar Nog van het Traaement van In- jaren; Lr°,]^ , ,/6ooo o o.Uncraal ;ƒ -tje o o u Col onel - 20000V Gener. Major, i?c od Traaementindevier genieurs- - 9i per ct. Van mindere Officieren by Lt. Co o„e ~ 3000 o o| Li Generaal - «06, 0.0 Sei^MaTor - 2000*0 o Colionel - ioo eerfte jaren. Van een Capitein - ƒ 8 c cO rt * de aanitelling. Lt. Colionel zonder Majors - 85 o( o v.SeeiS- ï?oo o o Lt Colionel • 48 o o Lieut. ~ * o.^^Lt.vandeCavaH.l/Scj o, o dat Ma or was - mS o o.Ll Admiraal - 7» Oj o rlïïfSvifcT looooo Major- lood Vaandrig. 1 ioü'8* Cornet 7c o c Major tot Lt. Col!.- 37? o o Schout by Nacht - 7* o o P*c.teVoet- 360000 gtaJ" CapUGnardeteVoet 3000 o! o Ritmeefter 360 c Worden in fTrlJT **** AnPder Capitein - lSoo o| o Uitvallen Ritmees , -1-nb, | de Guarde^ ,000 dantvandeGuarde Uitgevallen en Gre _J^ndng 100ö j te Voet kortende §jte Capitein - ,8 « o Tfffl^ 50U 200 veel te voren als ^"'r W ' ' ' Lieutenant- 14oo Lieuts. en Vaandr*. L'eutenants , Sous I _ . y Ti I hebben betaald — 375 o o Lieutenants, Cor- I, J, jJA . \ ï | 1 J 1 * 1 1 4 jaren. ' * 'Il Y~GXrrrÊTnrAN"D~~j hóllao , Z~Ë~E l a n-d~ f ÜTrTC ii TT" , V R l E TL AND. OVERYSSEL. | b l a d en l a n de. " Vier Man van iederCÖ^I'l^r" Man van ied~e7 Vier Man by ieder Compagnie. Vier Man by ieder Gom- Vier M^Tb^cdwCompagnie. "~ Vierff^° by iedcr Vier Maü by kder CoraPaSnk' pagnie die minder worden Compagnie als op Gel pagnie. Gompagn . aangehouden. derland. s Van alle Militaire Ordon- Van alle Ordonnan- Ad idem 3 per cent en nog Van ieder Ordonnantie Ad idem buiten de Zwitfers * per cent, r^Ue^deY^ * nantien buiten die der Zwit-tien buiten de Zwit-/io-c-o van ieder Ordonnan-builen de Zwitfers n per ceni Duuen ue ^wn iers _ j perctJfers \ pr. cr. ue. cent. lerSi No» voor het Wa penichuld by het Quartier Nimmegen % perct. By het Quartier Veluwe — — i perct. De Traaementen op de Staat van Oorlog van de Staven en Ingenieurs worden Ad idem> A(j iJem> Ad idem. Ad idem. Ad idem. Ad idem» betaald in Maanden van 32 t dagen, zoo dat het Land 19 dagen of 5 per cent daar by profiteert. Deze Provincie is geene Niets ten agteren by Niets ten agterefi. Twee Maanden Soldij ten Niets ten agtereö. Niets ten agteren. Niets ten agteretl; Soldyen ten agteren. de Zwitfers,Guordedu agteren, zoo dat de Capi- Corps,Guarde te Paard! teinen drie Maanden Uite¬ en Guarde Dragonders;! reit -aan de Solliciteurs be- maar by de Cavallerie; taaien, en Infanterie 6 Maan- NB. Volgens het advis den, t welk een kor1 van de HeerenGedeputeer- ting van x perct. over den V£m UlTechl den t geheel beloopt. Julij l?m in de Coramiffie NB. Na het doen van] tot het revideeren der Quo* deze opgave is door de tes uitgebragt, is dezelve Provincie van Holland Provincie* behalven de lo- van de Soldye die pende Maand alleen een aan het Regiment Guar- Maand Soldij ten agteren de Infanterie ten agte- geweeit, en heeft deeze ren was 4". en van de Maand na het doen van 6m, die aan de verdere voorfz opgaaf aanbetaald, Militie ten agteren was zoo dat met meer dan de x". afbetaald, en is dus lopende Maand ten agte- niet meer dan 4m. teö ren is. Jagteren zonder de lo- . jpende maand te rekenend , . —. s —■—~ ~~~~   c Ar» Knrrïtvren die van de Militaire Ordonnantiën, als meede van de Traaementen ten voordeele van de Secretarien &c. worden Bylaage Litt.Q.No. 3. btaat van ai^U1" & Qok yan hec gecn zoo voor Commiflien als anderfmts moet worden betaald, zoo als dezelve door de Heeren Gecommitteerden ge an, *>• tot het revideeren der Quotes der retpe&ive Provinciën zyn opgegeven. Vnrthmpn vmn Militaire Ordonnantiën. H~Q L L ~TW~D. ZEELAND. 1 U T K E C H 1. jj VR1KSLAN D. O V E K Y b S tt L. STAD kn LANDE. g__j_ L ■ P E * L , * ' ^ CW/Ari* »"©r««l^ Van ' ieder OrdoJ C**W/m,, , | Cavallerie enArtillerie. Cavallerie* AttiWrieenZwitfers ~Üymezen. Zutphen yeiuvie. nantie maandeli)k, ; . ^_ I ■— ivymegen. _ __—1__ T,^„„_ upr 7p3P1 r, o l„, Van ieder Ordonnantie als de I aatlyks . _ , NlhlL ~ CriTt tie V.» JStóSfö Wr. {fein^eege "' S «5S.«iIt As „1 J V» «der ComU, ie ex .ede, Cor___.es Ordonnan Van ieder Ordonnantie J yan dg lo0 g,_ „ f;. %. 0 Van de 0J^OTdlih« Zegel/jioV 3 I °j pedme ƒ 35 I 8 | c tte ƒ3131 14 1 " 1 ° Guarde VoorN. j. ƒ « < ° ™ ied« O-W* **Ujb i«#f«fe "V6; °| I„fmtlne m Guardel, . , ƒ 0 i ol o o o O . r30-13-o. Al3 een ord. Comp. is — 310 o Voor ieder ComD tt-j I i_ I O en Infanterie. fx5\ *\o / °i °l A/^y , Hieronder h«Zegel/5-t ^r1 — >9i 91 - «^^ff—^toS tesssw^ 4iöii Or*_r» Z-* _rr JIIOloi ^'jaarlyks. 1 . L / 24. 1 II 1 O / *l i t7 xt I |Van een Compagnie ! 8ro o ' ^l 1 VoorN. Hier onder het Zegel ƒ5-ibo | | jaar van Nieuw jaar Comp. Cavall. —] 6" 6[ o eenComp. I In6ttt;~ 3[3)°| | 1 , Zwitlers - 21 6 o , 1 ■ 1— 1 ~ " ' " , ■ ~~ ' Kortmgen van Militaire TraBementen. " — :— _ _ —- —:—7" 4 ;,nri. tc he /« ov!'T\,djüdant le Paard _j 10!x, g ! Het Zegel er on- Ritmeefters wegens de Commiüjs 14», Adjudant te Voet - 81 o o der ■ 44 ic , Capt. van de Infamene of Capt. Lomman- o Quartierm. te Voet - 8.0.0. ' Idant van een Grenadier Compagn e - 7^9 o 34 3 ghJ M jof le l , Lieut. te Paard wegens de Commiffie - <;xi6 o 2,71^ o 27 - .0 _»y j 1 Voorts van alle Traaementen Sous-Lt. en Cornet wegens de^|_g?eJ ^ _ ^ ^I?8 0 ao \\ ot Chirurgyn Major te | boven het Zegel een half per Capitein Lieut. wegens de CommiÜie 33 o o I Voef . g 0 c l cent ten behoeven van de be- Lieutenant wegens de Commiffie — 33 ° o c'Provoolt te Paard - 10 n 8 cretans van de Provincie - Sous-Lt. en Vaand. wegens de Commiflie - 16 40 1; f 7 5 j p oft w Yoet - «i o o 1 Direfteur Generaal ■ ' V\ l l c8 10 o Colionel Direfteur — — 34 * * 5« ^ ° ; Wegens de Commiffie * » — " " 47 5 „ear. Colionel Dhefteur — - M '8 ? f, °o Wegens de Commiffie j— - . |' • 1 1 Major Ingenieur —— '■ " 0 Wegens de Commiffie ■ > _ . . *t • .. IQ to O 14. O O 1 Capitein Ingenieur — ■ «s 18 o P Wegens de Commiffie — ^ ' " J ° Capitein Lieut. Ingenieur — iJ ? o 1 Wegens de Commiffie — - / - [ '4 3 ^ Lieutenant Ingenieur ? j Wegens de Commiffie - y y i Dan ook van Gepenfloneerden. , | » ., - / iooo 00000 990 I - - |ooeo 000 „,o Major _ 7„©ooo- o- o, dog deze Poit thans vacant zynde, word alhier uitgebragt voor Memorie. Een Generaal van de Cavallerie — 10000 o o Een Generaal van de Infanterie — icooo 0 o Twee Lieut. Generaals van de Ca vallerie ~ 9600 o o Vier Lieut. Generaals van de Infanterie •— 19100 0 o Twee Generaals Major van de Cavallerie ■ 4800 0 o Vier Generaals Major van de Infanterie 9600 o o De Quartiermeeüer Generaal van het] Leeger < ■ ; 162© o o De Quartiermeeüer Generaal van dej Cavallerie —1 700 o o De Gouverneur te Maaitricht —— 3000 0 o 's Bofch 240c o o ——... . Breda 3000 o o Bergen op Zoom - 1600 0 o '— SluisinVlaanderen- 3000 0 o ■» ■ ■■■ Wiliemftad 600 o o Eerfte Adjudant van Zyn Hoogheid- 3600 o o De tweede en derde Adjudant ieder ƒ 15-00- o- o > ——. 5-coo o o De vyf overige ieder f 1000- 0-0 — 5000 o o Zyn Hoogheid als Colionel van de Guarde du Corps 3600 o o c Staf van het Regiment Guarde te 1 Paard 705-6 0 o I Sraven van zes Regimenten Caval f lerie, ieder a ƒ 6^76- o- o . 41x5-0 o o ! Staf van het Regiment Guarde Dra- | gonders — 6876 0 o J Staven van 1 Regimenten Dragon- J ders, ieder a/0876- 0-0 — 13751 o o I Staf van het Regiment Lutkfche Dragonders 6876 o o ! Staf van het Regiment Hufïaaren - 6553 13 0 ! Staf van het Regiment Guarde te voet — l8o71 0 Q Staven van de 32 Nationale, Duitfche en Walfche Infanterie, ieder a ƒ 7608- o- 0 243456 o o I Staf van het eerfte Regiment Walen- 7608 o o Staf vanhet tweede Regiment Walen- 7608 o o Tranfporteere Staf ƒ 611433 13 o  Onder deze Sti ven is de Staf va bet Regiment Ewil zers van deCanton Glaris.Schafhauze en Appenfel uitge trokken tot dezelfrJ fom als die van c andere Regimente in gevolge H. ï Mog. Refolutie Maart 1788. j i Tranfport <ƒ 6ii433«*3 ö Staf van het Regiment ligte Troupes- 7608 o o 7 Cappellanen by 7 Duitiche Regimenten , ieder a ƒ 600- o- o — 4100 o ö « Cappellaan by het eeriïe Regiment Waaien 60c 0 0 Cappellaan by het tweede Regiment Waaien —— 600 0 * ■ Staf van het Regiment Zwitferfche ] Guarde 7- . ~—| ™o6° 0 0 5 Staven van de 5 ordinaris Zwitferfche 1 Regimenten, ieder a ƒ 12060-0-0 — 60300 0 O é Staf van het Regiment Artillerie — 6240 o o J Staf van het Regiment Mineurs — 3120 j> J> 7 a Summa ƒ706161 13I o Uit dit bovenftaande Capittel 2,yn gelaaten 1 1. In gevolge Refolutie Raad van Sfaate 13 December 1782. De Traciementen van drie Predikanten van de geweze Schotfche Regimenten om voor hun leeven gebragt te werden op den extraordinaris Staat van Oorlog. 2. In gevolge Refolutie van de Commiffie van 26 Auguft. 1788. Het Traaement van de Quartiermeefter Generaal van de Infanterie 3/700-0-0, het geen op de extraordinaris Staat geduurende het leeven van den tegen woordigen Quartier meester Generaal zal worden gebragr. Voorts zyn de Traftementen van de vyf jongife Adjudanten van Zyne Hoogheid alleen tot ƒ 1000 uitgetrokken. Als zynde by de gemelde Refolutie overeenkomilig de Confideratien van Zyne Hoogheid begreepen , dat de Quartiermeeüer Generaal van de Infanterie zoude kunnen uititerven. En het Traftement van den vierden Adjudant van Zyne Hoogheid met ƒ1500- o- o, en die van de vier overige ieder met ƒ500- o- o zoude kunnen worden vermindert, zodanig nogtans dat die vermindering eerft zoude behooren in te gaan, na A 2 dal  Deze Poften zyn nagetrokken vólgens het meergemelde Plan van 17 Maart 1789. NB. De Poften onder dit Capittel, voor zoo verreniet met voorige Staa ten sccordeeren, zyn gebragt overeenkotnfrig de Refolutie van den ] Augufly 178^. C 4 > dit alle de tegenwoordige ft> pemumeraire zullen zyn ingevallen, terwyl het geen dezelve meer genieten tot zoo lang zoude behooren te worden gebragt op den extraordinaris Staat van Oorlog. CORPS MARINIERS. Twee Regimenten ieder van drie Bat- taillons / 5-16188 43I Komt nog by voor drie Adelboriien by ieder Compagnie een dubbeld Traftement van ƒ 15-4-0, het welk bedraagt in 't jaar — ■ 11888115? Twee Slaven van de beide Regimenten — Ï9776 o o Een Adjudant Generaal — 2500 o o Twee Adjudanten Generaal ieder a ƒ1500- o- o - i • 30°° 0 0 3a Summa ■ \f 553351 *5 8* GEDEPUTEERDEN BUITEN DE PROVINCIËN. AmbalTadeur aan het Hof van Vrank- ryk - f 30000 o o Twee Predikanten, ieder a f600-0-0, en f 600- o- o extraordinaris Tractement, dus ƒ 1200-0-0 — — ;— 1400 o o Aan dezelve voor Mondkoft en Wis felgeld ieder ƒ175-0-0 • 55° 0 0 Extraordinaris Envoyé en Pienipoien- tiaric; aan het Hof van Groot-Brit- tannien a f60- o- o daags, komt voor 365 dagen —- — 11900 c o AmbalTadeur aan het Hof vanSpagne- 20000 o o De Predikant Truólemsnt 1 ƒ600 j o 1 o Mondkoft en WilTelgeld-j 175 jojo Dog vermits deze Poft thans vacant is, zoo word dezelve alhier gebragt voor Memorie. Extraordinaris Envojé aan het Hof van Zweden ——>. 1000c o o Een Predikant 1 600 o o Mom kolt- en Wiflelgeld <• 175 o o Ambaiiadeur by deOitomanifchePorte 14500 o o Extraordinaris Envoyé en Plempotentiaris aan het Hof van Weenen— 11900 01 o De Predikant Traclement 1 /6co \ o j o Montkolt en Willelgeid | 275 j o | o Dog vermits deeze Poit thans vacant is. zoo word dezelve alhier gebragt voor —- •— Memos ie. Ex Tranfpórteere • ƒ 111125 o o  Tranfport ï-ü- / 111115' ö Ö Extraordinaris Envoyé aan het Hoi van Portugal iooco o o De Predikant |/öo°| °i 0 MontkoüenWiirelgeld-1 175' o1 c Dog vermits deeze Poit thans vacant is, word dezelve alhier gebragi voor —- Memorie. Extraordinaris Envoyé en Plempotentiaris aan het Hof van Berlyn — työoo oj ö Dit Traftement word alhier gebragt volgensRefolutie van den 1 Auguitus 1788, het geen de te genwoordigen Envoyé boven de ƒ 15000- o- o geniet, zal op de extraordinaris Staat geplaatit worden. Committ'aris te Dantzig ' 0 0 Miniiter by het Gouvernement der Ooitenrykfche Nedeilanden —— 8000 o o Dit TVaciemenr word al meede ge bragt volgens Refolurie van den 1 Auguitus 1788 , hetgeendete genwoordige Miniiter daarenboven trekt te brengen op den , extraordinaris Staat. [ De Predikant — 6oc o; o Mondkoft en Wiflelgeld . *?5 o o Extraordinaris Envoyé aan het Hoi van Denemarken — • icoco p-, o De Predikant — -—— I 6oc o] o Mondkoft en Wiflelgeld *75 o o Minifter by de Nederfaxifche Kreitz 5000 o ö Het geen de tegenwoordige Minifter daarenboven geniet te brengen op den extraordinarii Staat ■ ~—~ Extraordinaris Envoyé en Plenipötentiaris aan het Hof van Petersburg ƒ119C0 o- o. Dog vermits deeze Poft thans va cant is, word dezelve alhier ge bragt voor Memorie Refident by de vereenigde Staaten in America ~ *°3COi c 0 De Minifter by den Keurvorft en Ma giftraat van Keulen en den Wed | phaalfchen Kreitz - , - 6cooj c: 9 Het geen de tegenwoordige Mmifte» daar en boven trekt zal op den ex traordinans Staat gebragt worden. | Minifter by den Piins van Luik - poöj c o De Commiffaris te Elfeneur ^ ^ c o Comraitlaris van de uitheemfche Pe' i peches ™ I IOO°! C Ö B DE] r~\- 4 Summa j fWf?f ° ©  ( 6 ) D E F R O V ÜMENtË N. Voor de Defroyementen van de Ge-^ I ^ ncra'iteii en Vereeringen aan de Uit-j I I heemfche Minifters, en exuaordi ,| naris Bezendingen van wegens den| Staat te doen, als meede tot beta.a-j Jing der Brievporten van de Mini-j fters buiten 'sLands, waar van de beide Commiftariflen van de Uit-j heemfche Depêches gewoon zvn te, declareeren, word ingevolge Refo-j lutien van zz Mey 1789 en 5 Maar tl 1790 uitgetrokken / i3oooo! o 0 Deze Poft zoude fubintreeren voorj de Poft van ƒ 300000- o- o, voer de Defroyementen, &c. op den ordinaris Staat van Oorlog geftaan hebbende , onder aftrek van zoodanige Tratfemenren van Minifters buiten 's Lands, als tot hier toe uit dei Defroyementen zyn betaald, en ingevolgede Refolutie van z Auguitus 1788 onder het Capittel van Gedeputeerden buiten < de Provinciën op de ordinaris en extraordinaris Staaten van Oorlog zyn gebragt, bedragende de fomme van/ioifjif- o- o. * Als meede voorde ƒ50000- o- o," waar uit gevonden zyn de Declaratien van de Minifters buiten 's Lands, op den ordinaris Staat onder het Capittel van Gedeputeerden buiten de Provinciën tot r.u toe gebragt. 5 Summa. SECREETE CORRESPONDENTIEGELDEN. Voor Secreete Correspondentie-Gel-[ den eene fomma van f 4000c 0 c Ingevolge Refolutien van zo Juny 1786 en 5 Maart 1790. En dewyl daar voor op den ordinaris Staat tot hier roe geftaan heeft eene fomme van ƒ 75"4iS\o-o, zal daar op worden geprofiteerd ƒ 3542,8-o- o. 6 Summa. WAGT- . I  (?) W AGTMFESTFKS en MAjOflS. Major te Nymegen f 605 °; ö . _i Arnhem 3*0 t 0 ■ — Zutphen —- • 300 oj o ■ — Doesburg —| 360 oj o in den Haag <— ~ 4$o o 0 te 's Bofch 1 óoo oj o ■ —Geertruidenberg « 4K0 o, o — Gorinchem — —- 360 o o en Commis te Woudrichem — $6o o o . te Heusden — 480 o o . en Commis op Loeveitein —I 560 0 ° in den Briel —• ■ :6o o o ,—_ de Wiüemliad 1 j 300; 0 o, ~ te Schoonhoven ■ • 38° °j 0 ■—- — Oudewater — —• • 2.4°; °i 0 — Breda — 600; o o . Maaitricht —■ 600 o o ■ — Steenbergen i 3o o o en Commis op Crevccoeur — 3Ó~ 0 0 te Bergen op Z^o'n 600 o ö —— op het Zuidfort by Bergen — 300 o o en Commis op het Fort Roveve- 3o°i 0 0 te Axel 1 *45N 0 0 — Huilt ■ j rfooj o 0 — Sluis ■ oooj o o — Sas van Gend 6c o o| o ■—cr — Y^endykeenJufTrouwfchans 360! o^ ö De tegenwoordige Major op dei 1 Jutïrouwfchans te brengen opi den extraordinaris Staat, 1 j I . — Philippine — —~j |cö ö o -—■ op het Fort Henricus by Steen bergen — 3°°, 0 0 « . te Utrecht 4^°J o o > te Leeuwaarden 480 o| ö — Grave ■ 480 o o . op de Oudefchans 3^0 oj o — — Ommefchans « 12.0 o o . te Deventer i— 480 o o *.— — Zwol j 480 o o —— — Campen - - '■ 4»° o 0 -— — Hail'elt — 24° o o — Groningen — —-| 600 o' o . _ Delfzyl — 1 360 o o — l^angakkerfchans 1 3°° o o — Bourtange — 3 co o o < — Coeverden -— —I 48° ö .0 7a Summa 1 1 f 177*0 0 0  t 8 l Onder het voorfz Capittel zyn! niet gebragt i. Volgens Refolutie Raad van State zo December 1784 de Major op het Fort St. Anthony, maar daar tegens op het Schema van den extraordinarisSiaat gebragt, als zynde by die Refolutie begreepen, dat deeze Bediening zoude uititerven. fc. Volgens Refolutie van de Commiffie van 18 April 1786 : De Major te Thiel — f 3<5o o o J. , 1 — Bommel — 360 o o — St. Andries — 300 o o En volgens Refolutie van 15 |uly 1786 De Major in de Clundert — 360 o o * en Commis op hefj j Fort ffabelle — 300 o o _ „ . op het Fort Pinfen 300 o o — — Moer- mont 3oo o o ,. de Juffrouwfchans - 300 o o . Moerfchans - 431 o o Fn volgens Refolutie 18 Mey 1789 De Major te Tholen — 140 o o . — Veer» *4° °i 0 i Vliffingen 480 o1 o . — Harlingen — 3^o o o Als zynde by die Refo-I lutien begreepen dat de Majors op de Forten Pin-\ fen en Moermont met de Major en Commis op het Fort Rovere en de Major op de Juffrouwfchans met die van Yzendyke zouden behooren te worden gecombineert, en die in de overige Plaatfen, als zynde van geene defenlte, uititerven, en inmiddels voor hun leeven gebragt op den extraordinaris Staat van Oorlog. 3. Ingevolge de Refolutien van 19 en io April 1786, 31 Maart en 18 Mey 1789 De Wagtmeefler te Noordbas by Geertruidenberg — 300; o o De  De Major op. het Fort Holland,* / 30000 De Major op het Fort Ne- derhemert — 0 0 _ _— _ de Forten by Steenbergen — ' 300 o o — YVagtmeeiteropdeNoorddam * Mo 0 0 . het Zuidfort by de Clundert - 2,4° 0 0 De Major te Delft — 96 o o — Neufen *4° 0 o op de Bandberg - 432- 0 0 het Fort Moer- fpuy — *4 o 0 . St. Anne — 300 o o , te Cadfant — 0 0 Yzendyke Am- bagt en Schoondyk — 240 o o De Capitein van de Timmerlieden — MO 0 o De Major te Swartfluys — *co o o De Commis te Blokzyl — 200 o o De RoomÜuiter aldaar — 100 o o De Opziender van de Koter- ich.ns o o De Boomiluiter van hetMep- pelerdiep o O Als niet meer betaald wor- i dende. In gevolge Refolutie 31 Maart 1789. De Major op St. Donaas —I 300 o o Ais zynde dit fort doorj den Keizer geoccupeert ,1 en dus niet meer onder de magt van den Staat. De Major te Lillo - S6° o o Liefkenshoek • 36o\ c o — op de Kruisichans 3°°1 0 o — Frederik Hen- 1 drik ■—■ —7- 3oc 0 o Als zynde die Forten bv het TracLat van Fontainebleau aan den Kej zer gecedeerd. Zullende de vier laatftgemelde niet te min voor hun leeven behooren gebragt te worden op den extraordinaiis Staat, terwyl die op het Fort St. Donaas niet meer betaald word. C s- ïnj '  (ïö) 5% In gevolge dezelfde Refolutie* De Boomfluiter en Have- meefter te Geertruidenberg f 71 o o De Boomfluiter te Delfzyl- ixo o o ... . — Coeverden —-— IlOj o O De Condufteur van 's Lands Militie door de Landichap Drenthe pafleerende 200 0 o Alszyndeby gemelde Refolutie begreepen , dat dewyl geeneandere diergelyke Bedieningen op den Staat van Oorlog worden gevonden, dezelve voortaan daar van zouden behooren te worden geiaaten; dog voor hun leeven gebragt op den extraordinarisStaat. 6. Eindelyk volgens Reiolutie*$j Aprii 1785. De vier Trompetters van den Staat, ieder a ƒ240-o-o - 960 0 o Als zynde begreepen, dat dezelven wel kunnen gemiit worden, des dat inmiddels voor hun leeven op den extraordina-. ris Staat zouden behooren te worden gebragr. Daarentegen is volgens Refolutie 2 April 1789 gebragt De Major in de Bourtange met ƒ 3co- o- o 'sjaars, die tot nu toe uit de Kas van de Generaliteit betaald is, als zynde by gemelde Refolutie begreepen, dat 'er geen reden te vinden is, waarom dezelve minder op den Staat van Oorlog zoude worden geplaatit dan de Majors in de twee andere Forten van Weit- woldingerland, die met gelyk Tractement op dezelve gevonden worden. En by Refolutie van 31 Maart 1789 Da twanneer noodig zal worden geoordeeld een Major en Commis op het Fort Gelder foort. En  • ( " ) En een Major en Commi« op het Fort te Bath aan te Hellen, dezelve mede op den ordinaris Staat met een Traclement ieder van ƒ360- o- o'sjaars zouden behooren te worden gebragt. Dus zal door het aflaaten van de Majoriteiten en verdere Bedieningen welke niet mter betaald wordt n, geprofiteert worden / 4386- o- o 'sjaars. ARTILLERIE, VIVRES t en MAGAZYNEN. De Commis te Nymegen ■ f 360 0, o _ Arnhem 300 o r> , Zurphen ■ 360 O o Doesburg 300 0 o De Capitein van de Guides 866 '31 o De Lieutenant van de Guides —— 405 oj o De Lieutenant W agemeefier Generaal - 480 o o De ConnaroIJeur van de Artiiierie - 900 o o De Schryver van de Artillerie 600 o o De Vet buffer van 's Lands Gefchut— 800 o o Deszelfs Knegt 300 ol o De Capitein van de BUkke Ponten— 710 o o De Comrois van den Veldtrain — 800 o o Deszelfs Conducteur — i$o o 0 De Commis Stapeüer van de Generaliteits Magazynen te Delft > 400 o o De Commis Stapelier van het Hol- landfch Magazyn te Delft 400 o o De Conducteur te Delft waarneemen de de Magazynen — — 119 0 o Die het opzigt heeft en beboorlyf • zorg draagt voor het ftuwenvandt Schepen loo 0 o De Commis Stapelier te Dordrecht 400 o o Deszelfs Conducteur — 150 o o De Equipagiemeefter van'sLands \jïu> yen te Dordrecht — - 30c o o Die aangenomen heeft het waarree men en calftteren vah 's Land* Ponten te Dordrecht "i-55 'O O Die aangenomen heeft de Bocmen aan de Werf te openen en te fluiten - 18 o o De Commis te Maaitricht 600 oi o Deszelfs Conducteur — — ifo o 0 C % De — Tranfporteere —1/10334 31 P  Tranfport — ƒ10334* 3 o De Commis te 's Bofch — —- 50c ó o Deszelfs Conduétsur '— ~— 15c o o De Commis te Breda — — 360 o o , — Grave — — 360 o o — _ ]n de Klundert 15-0 o o — Ammunitiemeefter te Geertruiden- berg — , 360 o o — Commis in de Wiliemftad » 300 o o «—• te Gorinchem en byleg- gende Guarnizoenen ■ 400 o o — Commis in den Briel — 300 o o te Steenbergen —— 36o o o — Ammunitiemeeiter te Heusden — 360 o o — Commis te Muyden, Weesp en Naarden , . 4go 0 o — Commis te Ouiewater — o o De Opzigter van 'sLandj Magazynen in den Haag '—- 4f0 0 0 De Commis van de Magazynen en! Opzigter van de Foniricatien re) Bergen op Zoom — » 42o\ 0 o Deszelfs Conducteur — — 150' o o De Commis van de Vivres en Ammu- nitien van Oorlog in Zeeland — 300 o o De Ammunitiemr. te Sluisin Vlaanderen f04 o o Deszelfs Conducteur — — 150 0 o De Commis te Huift —— A8o 0 o Deszelfs Conducteur — . 150 o o De Commis te Sas van Gent «. 480 0 o Deszelfs Conducteur — j^o o o De Commis te Yzendyke 300 o o De Commis te Philippine 300 0 o Axel m 300 o o De Baakmeefter te Sluis 3cc 0 o De Aït\Uery»en Ammunitiemeefter van het generaal Magazvn te Leeuwaarden — ~~: 4öo Q Q De Commis in de Ommerfchans —/ 240 o o Denzelven voor het onderhoud der Vivres . 104 0 q De Commis te Deventer «— 300 0 o ~ Zwol — 300 0 0 Zynde by Refolutie 19 April 1786 begreepen, dat deeze Commis by vacature zoude behooren te worden gebragt op ƒ 300- o- o en de teegenwoordrge Commis I met het geen hy meerder geniet geduurende zyn leven op den extraordinaris Staat. De Commis te Campen . 300 0 0 De Tranfporteere — ƒx0892 3I 0  ( 13 ) Tranfport *—*•'ƒ 10892/ 3 ö De Commis te HafTelt —■■ — 1 %±o o o De Opziender van 's Lands Zeefluis te Hafïelt « *—— • 60 © o Artillerymeefler te Groningen *m*- 400 o o De Proviand- en Ammunitiemeefler te Delfzyl —- —— 400 o o Zynde by Refolutie 29 April 1789 begreepen, dat deeze Proviand, en Ammunitiemeefter by vacature zoude behooren te worden gebragt op ƒ400- o- o, en de tegenwoordige met het geen hy meerder geniet geduurende zyn leven op den extraordinaris Staat De Opziender van de Fortificatiën te Deifzvl *k 164 o ö De Proviand- en Ammunitiemeefter in de Langakkerfchans - ■■- 400 o 0 « in de Bourtange * 400 o o ——-—• in de Bellingwolder Schans —- 400 o o Commis en Ammunitiemeefter te Coevorden — ■ 1 -——» 400 o o 8, Summa -—"fx37561, 3 o Onder het voorfz Capittel is dë Commis van de Veld train gebragt met een Tradement van ƒ 800- o- o , in plaats van ƒ400- o- o, waar meede hy tot hier toe op den Staat van OorJog heeft geltaan. Ln daar tegen de Commis van de Ammunitien te Velde* die op den Staat van Oorlog gevonden word met ƒ400. o-o# van dezelve afgelaaten, vermits by Refolutie van den Raad van State xi January 1751 is verliaan , dat de twee Commisplaatfen van de Anillery te Velde in het vervolg door een Perfoon op een Traclement van ƒ 8co-o-o zouden worden waargenomen. D Ver-  C ï4 ) Verder zyn niet gebragt: io In gevolge de Refolutien } zo April 1780 en zo Mey 1789. De Commis te Thiel -— / 300 o o — ——. — Bommel — 300 o o — Qp net frort Sr* Andries — 30c o o De Conducteur van 's Lands Militie door de Provincie van Gelderland paileeren- . de —— . . loc o o De Commis op het Fort Haak —• 240 o o De Ammunitiemeefter te Utrecht — — 200 6 o ■ Als zynde by die Refolutien begreepen, dat dezelven zouden behooren uit te fterven en voor hun leven op den extraordinaris Staat van) Oorlog te worden gebragt 20. In gevolge de Refolutie van 2 Auguitus 17&6. De Commis of Ammunitiemeefter van het Noorder Quartier -—— 400 o o Als zynde door Heeren Gedeputeerden van Holland gedeclareerd, dat deeze Poft altyd uit de Kas van hei Noorder Quartier is betaald, ' en dus op den Sraat van Oorlog kan worden ge- J royeerd. / 30. In gevolge de Refolutie | van 20 April 1786. De Commis re Amfterdam - loof 0} o Als zynde by die Refolu- j ( tie begreepen, dat dezelvt van den ordinaris Staat zoude behooren geiaaten,en geduurende zyn leven opden extraordinaris Staat overgebragt te worden. 40. In gevolge de Refolutie van 30 Mey 1786. De Poft voor huur' van het Huis toebehoorende St, Anna Gafthuis te Sluis in Vlaanderen ' ——~ 200 o o De Commis op het Fort Moerfpuv en St. Mark — 30c o o De Commis te Cadfant — 300 o o De Poft voor het onderhoud j van  (i«) vart een Wagen tot ver voering van Ammunitie, Turf, &c. f ico o o De Commis van de Servicien te Sluis ^— 6:0 o: o ■ teSasvanGend- 4C0 o o De Ammunitiemeefter te Sluis in Vlaanderen voor het waarneemen, doen opvoeren en uitdeelen van' \ de Turf en Kaarflen — 100 o o Als niet meer betaald wordende. 5°. D? Ammunitiemeefter te ; Lillo en Liefkenshoek''-- 360 o o Als zynde die Forten by het Traftaat vanFontainebleau aan den Keizer ge- 1 cedeerd , zullende niet te min voor 'zyn leeven lang behooren gebragt re worden op den extraordinaris Staat. I ' Daar en tegen is in gevolge Refolutie van 29 April 1789. De Opzigter van 's Lands Magazynen alhier in den Haag gebragt met f^o o o. En de Commilen in de Bourtange en Bêllingwolder Schans ieder met ƒ400-o-q. Als zynde by die Refolmie begreepen, dat dewyl aan de gemelde Opzigter boven de f50- c- o waar meede op den Staat van Oorlog ftaat, t)og f400- o- o uit de ordinaris Kas van de Generaliteit word betaald, aangezien het Tractement van ƒ5:0- ö- o te gering is, het zei e met die fomme zoude behooren te worden verhoogd. En dat 'er geen reden te vinden is waarom de gemelde twee Commifen, die tot nu toe uit de Kas van de Generaliteit zyn betaald, niet even zeer op den Staat van Oorlog zouden worden gebragt, als de Commis in het derde Fort v.^n" Weftwoldingerland, die met gelyk Traclement op denzelven gevonden word. Dus zal door het afhaten van de Commifen en verdere Bedieningen, welke niet meer betaald worden, geprofiteerd worden /iooo- o o 'sjaars. D % Dl-  ( i6 ) DIRECTEURS en INGENIEURS. f Volgens haar Hoog Mogende Refolutie van 13 Mey, en die van den Raad van xx Auguflus 1786, heiraat dit Corps tegenwoordig uit: 1 Direcleur ƒ 6000) o o 3 Collnnels Direcleurs , ieder a ƒ3600- o- o 10800 o o 4 Lieut.Coll.Direcleurs, ieder a fx6oo- 0-0 — 10400 o o ïo Majors Ingenieurs, ieder a j f2.000- o- o xoooo o o xi Capitein Ingenieurs, ieder a ƒ1600- o- o 33600 o o 26 Lieutenants a /700- o- o — 18200 o^ o 5-a Summa ƒ99000 o o 1 OFFICIEREN van de JUSTITIE. De Provooft in de Graaffchap Zutphen —/ f 600 o o De Scherpregter re Zutphen — —— 2,40' o o De Provooft te Nymegen goo 0 0 Vol gens Refolutie van 18 Mey 1789, uit/ j I ccn/ideratie dat de Provooften teThiel, Bommel en St. Andries zynde afgefchaft, die van Nymegen zoude behooren getraceerd te worden op denzelven voet, als die in de Graaffchap Zutphen. De Scherpregter te Nymegen »—• .—- 2,40 o o De Provooft te Arnhem • — 3GO 0 0 De Fiscaal van de Generaliteit — . ^0Qi 0 0 De Provooft in den Haag «—. ^Oo] 0 Q De Provooft van den Hove voor zyn Perfoon! | ƒ048- o- o, een Stokkeknegt fzi6- o- 0,1 twee Trawanten ieder ƒ144- o. o, entwee Stokkeknegrs ieder ƒ ixo- o- o, te zamen - 1392 o o Provooft te Maaitricht 300 0 Q ~ £redaL -r— 4 3oo o o Steenoergen —- 300 0 0 « in de Klundert . .. _$Q 0 Q ■ te Geertruidenberg — _ 3CO 0 Q ~« Gorinchem — . . 3ÓO 0 0 ■ Heusden . . . » 300 o o ■ in den Briel 30o 0 Q _ Wiliemftad . 1A0 0 Q . ■ - Grave .— 30C 0 0 ■ ^ Naarden — . • 3oc o o ~ Hellevoerfluis XA0 0 o De Scherpregter te 'sHertogenbofch ' 25-0 0 0 De Provooft te Vliftingen . . 26 18 o » Veere — IOO 0 a Vol- Tranfporteere . )ƒ 84x8 18 o  ( 17 > Tranfport f 8428 18 o Volgens-Refolutie van iö Mey 1789, ajs •zynde volgens de opgave door de Hee-J ren Gedeputeerden van Zeeland gedaan gehleeken, dat aan die beiden niet meer beraald word. De Provooft te Bergen op Zoom ?Tré 3°° o o Sluis 3°° 0 o 1 Yzendyke 1 300 0 o . Hulit ' 30c o o . . — Philippine 3oc 0 0 . — Axel ' 1.2c o o . _ Sas van Gend ^ ■ 3^ ° o De Scherpregter te Bergen op Zoom ■ *<5c c o Provooft te ürrecht 600 e o ■ — 'sBofch 3co o o De Provooft te Leeuwaarden voor zyn Perfoon , een Stokkeknegt en een Scherpregter — 756j 0 0 Provooft te Deventer « 3r-°\ 0 0 — — Campen ■ 3~c o o ZaoI • 300: o o L I ' - T ^ïoovr.1 ^ , 'r S' , 1 De Provooft te Groningen voor zyn Perfoon, twee Stokkeknegts cn een Scherpregter — 996' o o De Provooft in de Langakkerfchans ■ 24c' o o . . Bourtange — ~— 240! o o • 1 \ . . te Coeverden =00 0 o 10. Summa ; 1 14940 i8j o Onder dit Capittel zyn niet gebragt; i°. De Provooft te Lieroort, als zynde by Refolutie van den Raad van Staate van 18 November 1744 verftaan, dat dezelve by vacature van den Staat van OoJog zal worden geligt, om welke reden hy dan ook op den extraordinaris Staat zou behooren te worden gebragt. aa. Ingevolge Refolutien van 21 April 1786" en 18 Mey 1789. De Fiscaal van het Krygs-^ volk in de Provincie vani Gelderland — \f 200 c o De Provooft in de Polder van Namen 192 c o De Provooft in het Retran- chement van Cadfandria- 300 <. o De Provooft in het Fort Moerfpuy \ 300 c © E De  ( *8 ) De Scherpregter te Sluis,! Sas van Gend en andere) Plaatfen ƒ 300 o o Als niet meer betaald wor. dende, 3°. Ingevolge de Refolutie van 30 Mey 1786. De Gerigtsfchryver van het Graaffchap Zutphen — ïxo o o De Provoolt te Bommel — 300 o o ia—. Thiel — 180 o o —■— St. Andries- 300 o o Ingevolge haar Hoog Mog. Kefolu tie 17 Mey 1786. De Griffier van den Hoo- gen Krygsraad —- 900 o o De Provooft Generaal met zyn Corrs — . 3384 o o Ingevolge de Refolutie van( de Comm file van 18 Meyl 1789- De Provooil te Woudri-i [ chem —— . 300 o o Ingtvolge Refolutie van 30 Mey 1786 De Fiscaal van het Krygs- volk leggende in z eeland - 200 o o De Griffier van de Krygsraad - , 240 o o De Auditeur Militair der Stad en Provincie van Utrecht, die bevoorens op den Staat van Oorlog geliaan heeft onder debenaaming van Gerigtsfchryver van den Krygsraad 240 o o Gerigtsbode van de Krygs- j raad re Utrecht I20 o o Als zynde by die Refolutien begreepen dat deeze Perfoonen zouden behooren uit te fterven, en alleen geduurende hun leven opi den extraordinaris Staat van Oorlog te worden gebragt. \°. Ingevolge de Refólutie van 30 Mey 1786. De Provooft te Lillo —- 300 o' o Als zynde dat Fort by het Tradaat van FontaineMeau aan den Keizer gecedeert, des dat voor zyn leven op den extraordinaris Staat zal  C *9 ) k ïal behooren te worden; gebragt. 5». Ingevolge de Refolutien van 20 Mey en 21 Juny 1786. De" Gerigts Scholtes, twee Adfefioren, de Secretaris' van het Krygsvolk en de Gerigtswybel of Bode in Vriesland. Als meede De Gerigts Scholtes, twee AdfefToren en Gerigtsfchryver en Gerigtswybel te Groningen. Als zynde by die Refolutien begrepen, dat daar tegens voor hun leeven op den extraordinaris Staat zouden beho&ren te worde» gebragt. De geweeze Capitein Cc- f weldige met / 105-5- o' o De geweeze Luitenant Ge- j weldige met 32-0 0 0 En een geweeze Helbaar- I dier met 1 r*5" 0 ° £-n een Adfeiïbr va-n heij j Ktygsgerigt te Gronmgmj met • *9X 0 o Daar en tegen is, voVgens Refolutie van den 2 Maart 1790, het Traftement van den Provoolt in 'sHage verhoogd roet ƒ 6c- o- o, en alzoo gelyk gefteld met dat van andere Provooffen, en ingevolge Reïohnie van 29 April 1789, de poit voor den Scherpregter te 'sHertogenbofch verhoogd tot ƒ250-o- o. En daar en boven onder dit Capittel gebragt de Scherpregter teikrgenopZoorn met./x6o 0-0. Zynde by die Refolutie toegrepen, dat 'er geen reden is, waarom ó e twee. Traöementen die tot nu toe uit de Kas van de Generaliteit zyn betaald, niet even zeer -op den Sfóar van Oorlog zouden worden -gebngr, als de Tractementen van de andere Schcrpregters, di^ op denzelve gevonden worden. Voorts is by Refolutie van 18 Mey 1789 begrepen, dat wanneer noodig zal worden geoordeeld , een Provoolt op het Fort re Bath aan te Hellen, dezelve meede op den ordinaris Staat roer ee-n Traaement van /300- o- o 'sjaars zoode behooren .gebragt te worden. Dus zal door het ailaaien der Gfhckren cn verdere -Bedienden vr.n de >iitkie, welke met meer beraaki worden, geprofiteerd worden / i036- o- o 'sjaars | ^  ( 10 ) DOCTOREN en CHIRURGYNS. I j , De Lyf-Medicus van Zyne Hoogheid, ingèvolge haar Hoog Mog. Refolutie van 23 fylaiartj Voor zyn Dienaar ico o o De Lyf-Medicus van Zyne Hoogheid ter repartitie van Vriesland iiaande ƒ 55-0- o- o' voor zyn Per loon, en een Knegt /ioo- o- oj dus te zamen ■> j 25-0 o1 o n. Summa —f 135-0 o o OFFICIEREN van de MUNT. |~ Drie Raaden en Generaal meeiters van de Munt, ieder roet ƒ 1200- o o ——ƒ jtfbó] o o Aan ieder der zelve voor Rer >koilen ƒ600-o o -j igoc o o EfTayeür Generaal van de Munt 700; o o Den zeiven voor Reiskoiten tot EfTayen aan te j j wenden . 200] 0i 0 Secretaris van de Munt < $00\ 0 o Kamerbewaarder van de Munt — . j t^0\ o o 12. Summa ■—ƒ 7050; oj o ONKOSTEN ter zaake van het (lui- l ( f~ ten der RYKSMUNTEN. Voor de Stad Nymegen f 40C0 0 o » — Zutphen j ±O0O" o o . . 1 Deventer -—- j 4000! o o i . Campen « —-j- 4COo o o . » Zwol —:—■ • ! 4oco| 0 o Groningen 1 400o' o! o 13. Summa ^^fo~ RECAPITULATIE. ïJSumma — ' f 843420o'i8\3,55£ z< ,—, — 70616113 o 3. _ 55-355-2 15 8f 4. 1955751 c o f. « . 130000 o o 6. 40000 o o 7. • 17710 C O 8. — . 23756 3 o 9. • ■ 99000 C o 10. ■ ■ Ï4940 iB O 11. , 1350 o o 12. ■ 705-0 O O 13.]— 24000 O o , j , Dus bedraagt de Ordinaris Staat van Oorlog —,f 10247107 8 <\  ( II) B Y L A A G E Litt. R. 2. Schema van een Extraorak mris Staat van Oorlog, op welken gebragt zyn- alle zodanige poften, die met permanent zyn of daar voor zouden kunnen worden gehouden als mede aie mort tri uitfterven j mitsgaders die niet ten volle jaarlyks worden uitge* geven. MILITIE ten behoeven van deGEOCTROYEERDE WEST1ND1SCHE COMPAGNIE. Voor het onderhoud van aoo Mannen ■ f 38600 o o ia. Summa per fe. MILITIE ten behneven van de CO LON/E SURINAMEN. In gevolge de 8 § van het Plan van reiorme in den jaare 175* gcarres teerd ■ ■ 36000 0 ö za Summa per le. SUBSIDIEN. Aan den Furft van Waldek, voor hei onderhoud van het vyfde Battaiilon |n zyn Siaaten 3850o o o Aan den Keurvorft van Keulen — _J^1 ° Z aa Summa -— f101070 o 0 TRACTEM ENTEN. De Generaal d'Envie, op Lt. Gene raals Traflement • 4800 o ö De Generaal Maillebois, op Gene raals Tractement — j~ — i°000 0 0 Den zeiven extraordinaris Tracte- ' ^ 5000 o o jSTJUt Dc Qu,r.itrmeener Generaal ntneen ngtcr het Ca- |nfantene H ' piud van Tnae. D . d Ad;U(jant van Zyn Hoog mencen op het Sche-^e viciuc '»UJU« ICOO O Ö mn van de ordinaris heid -— ' Suat gefield. . De vjer overige ieder — f?0? °j °. loco °l 0 De drie Predikanten van de drie geweze Schot le Regimentui, ieder —| 6coj c| c t8oó o 4 F GE 1*1 Summa; \f 45800! o $  De poften ot dit Capittel zyr bragt overeenk' ïl.'g de Refülutif den i Auga 17SS. En voorts vo! de aanteekenin in h« Schema den ordinaris S onder bet zelfde Pitiei gefield. De poften onder dit en de twee vol gende Capittelen zyr gebragt overeenkomftii* de aanteekeroingen agter dezelfde Capittelen in bet Schema van den erdiaaris Staat gefield. * GEDEPUTEERDEN buiten de PRO VINCIEN. I , JjrDe extraordinaris Envoyé en Pleni m- potentialis aan het Hof van Ber van Jvn, het geen hy geniet boven her lrademenc op den ordinaris Staat en* Van Oorlog üaande - r * -De Minifter by het Gouvernement f 9°° ° ° aat der Ooitenrykfche Nederlanden utf - -De Minifter by den Neder-Saxilchen ° Kreuz utf. . De Minifter by den Keurvorft en IO°° ° ° Magiftraat van Keulen en Weit- phaalfche Kreitz utf. De Mmifter by de Ryksdag te Re- ° ° gensburg . . r De Predikant aldaar — _T 6P° 0 0 De Minifter aan het Hof van den 75 ° ° Keurvorft van de Paltz . < De Refident aan het Hof van Peters- ° ° burg . / De Secretaris waarnemende de zaken 17 ° ° aan het Hof van den Keurvorft van Mentz — . . o De Predikant te Algiers VOor Trac- 4 ° ° tement, Koftgeld en Huishuurƒ1000, doch deze Poft thans vacant zynde word alhier alleen gebragt by Mem. ' 5a Summa. f ^5 Ql Q WAGTMEESTERS en MAJORS. 'f De Major te Thiel ■—. / , \ » Bommel - 350 0 0 ■ St. Andries , 3a*° 0 0 in de Glundert 0 0 en Commis op 'c Fort lfa.j ° 01 0 belle — ,™ te Tholen - 3°° °, ° ■ Vliffingen - _ !«o I ° _ Veere f° 0 enCommis op't Fort Pinfen- 30° °j 0 ~* ' — Moermont . aoo J 0 te Lillo — 300 0 0 Liefkenshoek — lf 0 0 in de Kruisfchans ■ °f 0 . _ Moersfchans — V — op 't Fort Sr. Anthony - °\ 0 — • de Juffrouwfchans *1°° ° 0 — te Harlingen - 3?° 0 0 I~ 36c o o De Tranfporteere ~ "ÖU  (»n Tranfport ■ f 57** o o De Boomfluiter en Havenmeefter te Geertruidenberg —- — 7* b: ó De Boomfluiter te Delfzyl — 120 o o Coeverden — 120 o Q De Condticleur van 's Lands Militie pafleerende door Drenthe 200 c d De vier Trompetters van den Staat ieder ƒ240- o- o -— —— 960 o o 6* fumma • f 7184! o d ARTILLERIE, VIVRES en MAGAZYNEN. De Commis te Thiel — ~ 3°° o 0 w Bommel 300 o o St. Andries 300 o ó De Conducteur van 's Lands Militie door de Provincie Gelderland pas- feer en de 200 o o De Commis te Amilerdam — ico o ö De Ammunitiemeefter te Lillo en Liefkenshoek -—— 360I o ó De Commis op 't Fort Haak —— 2oo\ o o De Ammunitiemeefter te Utrecht — 200) o Q De Commis te Zwol, het geen hy meerder heeft dan het Traétcment waar meede op den ordinaris Staat van Oorlog is gebragt 131 o O De Proviand- en Ammunitiemeefter te Delfzyl, utf. — 400 o Ö 7* fumma f 2491 o d OFFICIEREN van de JUSTITIE. De Gerichtstchryvei in het Graaffchap Zutphen • ïió o ö De Provooft te Thiel - 180 o o Bommel 300} o o , . — St. Andries 3001 o d Woudfiehem -— 300 o d De Fiscaal van het Krygsvolk , leggende in Zeeland — -— 200 o d De Griffier van de Krygsraad -— 240 o d De Provooft te Lillo —- 300 o d Auditeur van de Stad en Provincie van Utrecht .bevorens onder denaam van Gerichtsfchryver van de Krygsraad — Mc 0 d De Gerich&böde van de Krygsraad te Utrecht 1 120 o d De Provincie van Vriesland op dén Y 1 Staat — —= Tranfportéere / 2300 ol d  Tranfport j ƒ 2300] o c Staar van Oorlog gehad hebbende de Gerichts Scholtus, twee Alles foren, een Secretaris, een VVybel, ot Bode, Lt. Geweldige, twee Hel- baardiers, alle gehoord hebbende tot het afgefchafte Krygsgerigt in die Provincie, en te famen genoten hebbende ter Ioopende maand /i25"-o-o, of in het jaarƒ15-00-0-0, zoo word dezelve fom alhier gebragt, om daar uit te vinden, zoo verre llrekken kan, de Penfioenen, by eenige Perfoonen wordende genoten, die tot het voorfz Krygsge- rigte hebben gehoord; als tot het Penfioen van /"noo- o- o aan A. V. Lennep, gewezen Capitein Ge weldige toegelegd —f ro^yi o o Het Penfioen van Tres J j ling.Lt. Geweldige- 320J o 01 J. H. Hofman, Hefbaar- f dier — 1x5- o o "~ -~—V"* 'f°o o o De Provooft te Lieroort 140 o o De Adfeflor te Groningen iy% o o Z' fumma ƒ 4232 o o MINISTERS en SCHOOL- --MEESTERS. In gevolge de Refolutie van 19 July iy%6, worden alhier voor hun Jee-, ven gebragt de volgende Predikan-j len en Schoolmeefters. De Predikant re Sr. Andries, waarnemende decombinarieteRoftum— 600 o o Claflicale onkoften «— ; 5-000 Schoolmeefter op St. Andries — ioo o o — 'sGravenweert — ico o o De Predikant te Blokzyl roet de Huis- 1 huur > J 600 o o De tweede Predikant aldaar met de Huishuur — —— ^0o o o De Predikant op het Fort Swartfluis- 45-0 o o De Schoolmeefter te Blokzyl 100 o o . . Swartfluis • 100' o| o Predikant te Coevorden 300J o! o Tweede Predikant aldaar 300' oj o Schoolmeefter aldaar —- 4Q' 0 0 Nog een Schoolmeefter • lol o1 o 9* Summa — f 3160 o o  ( i 'S ) Onder dit Capittel zyn niet ge i bragt de Predikant te Yzen | dyke . f 600 o 6 De Duitfche en Walfche Pre dikanten onder het Kruis ieder met f600. o- o, dus 1200 o o De Predikant te DeJfzyl met— 500 o o De Schoolmeefter aldaar met— 15-0 o o Als zynde by die Refolutie begreepen dit dezelven uit de Generaliteits Kas zouden behooren te worden betaald. Mitsgaders nog, De Predikant op de Ommerfchans met — — 300 'o ó De Koiler ald sar met a fumma per fé PENSIOENEN van deOfficieren van de Compagnien Dragonders, die uit de Regimenten van Tiips, Mailau en Ditfoorlt gecafleerd zyn , om de gemelde Regimenten van haare fchulden te ontlailen, volgens hun Hoog Mog. Refolutie van 30 December 1749. Deeze Penfmenen bedragen H 300 o 16 Summa per féi G x TRAC-  r i8 ï 1 K *L IEMENTEN der uitgevallen HoofdOfficieren, Ritmeefters en Capiteinen by hun Hoog Mog. Refolutie van 2 Maan i7Si aan dezelven toegelegt, Deze Tradementen bedragen u , f l6^8 Q i7a- Summa per fe. TRACTEMENTEN der uitgevallen Capi- teins Commandanten van de Grenadier Compagnien, bv hun Hoog Mog. Refolu- tie van den 2 Maart 175-2 bepaald. Deze Tradementen bedragen f ' ■ 500 o o iöa. Summa per fe TRACTEMENTEN van Officieren by de Debns en a la Suite, volgens hun Hooo Mog. Refolutie van 24 January 1749. Dezelven bedragen - 19a. Summa per fe. PENSIOENEN van Krygsgevangen geweeft zynde Officieren, gepenfïoneerd in gevoJ-j ge hun Hoog Mog. Refolutie van 24 ]a-| nuary 1749. ( Dezelven bedragen , „ \ 2-ca Summa per ie. PENSIOENEN van Officieren uit hoofde van de refpe&ive reduclien op Penfioen gefield volgens hun Hoog Mog. Refolutien iuccefiivelyk op dat fubjeft in de jaaren 1748 en 1749 genomen. Dezelven bedraagen -— — a „, fa o ~~ 17091 19 o 21a. Summa per fe. PENSIOENEN van de Officieren uit hoofde van de redudie en reforme by hun Hoog Mog. Refolutien van den 22 December 1751 en 2 Maart 17*2 gearreiieerd, opPeniioen gefield. Dezelven bedraagen _ .„/^ & c 43600 o o 22a. Summa per fe. PENSIOENEN van eenige Zwitferfche Officieren van de fes Compagnien van het Regiment van Chambrier in 1749 gecaftèerd gemeld in hun Hoog Mog. Reiolutie 12 January 175"!. Dezelven bedragen —— . c 1000 o o 23a. Summa per fe. PENSIOENEN der Officieren van de Corpfen, in gevolge hun Hoog Mogende Refolu- i  ( *9 ) folutien van den is1 December 1785- en ui April 1786, gereduceerd. Dezelven bedraagen —- 1 f 64105- 5 o 24a. Summa per fe.j PENSIOENEN voor Officieren door ouderdom of anderzints bmren itaat geraakt om den Lande langer te dienen, volgens het Plan den 17 Maart 1789 door Zyn Hoogheid tot verbetering van de Armée aan hun Hcog Mog. voorgedraagen. Dezelven bedraagen 15-0000 o o 25a. Summa per fe. APPOINTEES, OUDE IMPOTENTE en VERMINKTE SOLDATEN. Ingevolge Refolutie van 26 July 1786 , word deze Poit uitgetrokken op « 30000c o o Waar door dus ƒ70000- o~ O op dit Articul word befpaard. 26a. Summa per fe. LOGISGELDEN. Ingevolge de Refolutie van den 12 Mey 1790 word deze Poll uitgetrokken op -— 198174 3 9 2;a. Summa per fe. ANDERE ONKOSTEN. KOSTEN en MISEN van MILITAIRE JUS . TITIE by raming fóoöoJ o O Ingevolge Refolutie 21 Auguitus 1788. Reiskoften en Vacatiën van Officieren ten dienfte van den Lande uitreizende by ra ming —— -— 10000 o o Ingevolge Refolutie 29 Juny 1786. Scheeps-en Wagenvragten, tot vervoeringvan het Krygsvoik en Ammunitie van Oorlog by raming ■— 30000 o O Ingevolge Refolutie 29 Juny 1786. Alle andere voorvallende zaaken, bedagt of onbedagt, hier vooren niet genoemt, ge raamt op . l^ooo o O Ingevolge Refolutie 2 Auguitus 1786. Deze vier Poüen zouden fub intreeren in plaats van de Poft Voor Scheepsvragten, Vaca tien, Reiskoften, Mifen van Militaire juftitie en alle andere voorvallende zaaken, I H op I \  7 C 30 ) op den ordinaris Staat ier repartitie van Gelderland Haande ter fomme van / 4742 1 o Voor Scheepsvragten tot vervoering van het Krygsvolk, mitsgaders Ammunitie buiten de Provincie : 1200c o o Voor Reiskoiten en Vacatiën van Officieren ten dienfte van de Generaliteit uitreikende . 26099 2 o Voor dagelyks voorvallende zaaken , daar onder begreepen de koften van de Militaire Juftitie, en koften van de Magazynen alhier in den Haag, verfcheide neceftiteiten van hun Hoog Mogende, mitsgaders het leveren van Flambouwen en KaarlTen 600c o o Voor Mifen van Militaire Justitie vallende in de Frontieren van 's Bofch 4500 o o Alle op Holland ftaande. I Voor Reiskoften en Vacatiën ' van Officieren ten dienfte I van de Generaliteit uitreikende 213012 o Voor Scheepsvragten tot ordinaris vervoering van het Krygsvolk buiten de Provincie — 3774 l6 Q Voor Bodeloonen, Mifen van Militaire/uititie, verdagte en onverdagte zaaken . 3603 o o Alle op Zeeland ftaande. Voor Bodeloonen, Reiskoften, Secreete dienften, koften van 1 Mditaire Juftitie en andere \ voorvallende zaaken —— 23051 18 o Op Utrecht ftaande. j Voor Vacatiën en Reiskoften van Officieren ten dienfte van den Lande uitreizende — 1620 o o Voor Scheeps- en Wagenvragten rot ordinaris vervoering van het Krygsvolk buiten de Provintie en «nderzinrs ■— 2400 o o Voor Spie- en Bodeloonen en koften van Militaire Juftitie, ver- '— Tranfporteere f6oiy6\ 9! o  ( 31 ) Tranfport — f60176 oj o verdagte en onverdagte zaaken van den Oorlog 3000 o o Op Vriesland ftaande. Voor Scheeps- en Wagenvragten , voorziening van Turf en Kaarflen in de Frontie- ren „ . 1. 1.' 1200 O O Voor Vacatiën en onkoften van de Militaire Juftitie, Secree-, te dienften, verdagte en onverdagte zaaken 1000 0 0 Op OveryiTel ftaande. Voor vervoering van Soldaaten en diergelyke Vacatiën en Reiskoften, raakende des Generaliteits Secreete dienften, Militaire Juftitie en an- j derzinrs < 7^4717 0 Op Groningen ftaande. | Voor voorvallende onkoften, 1 van Vacatiën, bodeloonen en\ \ 1 onverdagte zaaken van den J Oorlog / 12,24 oj o Op Drenthe' ftaande. ƒ84448 6 o En dewyl de vier Poften hier boven gemeldl \ te faamen bedraagen ƒ81000-o-o, zoo zal door deeze verandering geprofiteerd worden ƒ3448- 6- o. Vonr Mifen van Juftitie voor de Rand van V laanderen ƒ 1 oco o o Scheeps- en Wagenvragten van Zyn Hoogheid den Heere Erflladhouder en Capitein Generaal, of voor de geenen, die by occaiie zouden mogen geëmployeerd worden in eenige zaaken hier van depcndeeren, of daar toe fpedeerende — ioccc o o Voor het jaarlyks doen campeeren van een gedeelte van de Troupes van den Staat, volgens de voorflag daar toe gedaan by den Staat van Laften den 19 April 1789 geëxhibeerd ■ 5000° 0 ° Tot verbetering van de defenfie der Frontieren van den Staat, en om de Magazynen van het noodige Gefchut en verdere voorraad te kunnen voorzien, ingevolge Refolutie van 15 Mey 1786 300000 o ö Hi Tot »  ^ ( 3* ) Tor onderhoud van de Fortificatiën binnen] r de Provinciën en derzelver Frontieren - f aocooJ o o Om te worden verdeeld over de respeétive Provinciën naar derzelver Quotes En daar en boven ter repartitie van de Provincie van Gelderland de fom van Penningen waar mede de vooriz Poit fucceiïivelyk is verhoogd geworden, bedraagende eene fomme van ~ . %$m Q Q En ter Repartitie van de Provincie van Overylfel de fom van penningen, waar mede derzelver Quote in de voorfz Poft fucceiïïvelyk is verhoogd geworden, bedraagende een fom van 6%5% ? Q En laatftélyk ter Repartitie van Stad en Lande volgens haar Hoog Mogende Refolutie van den 23 November 17x9, dienende hoogtens van Helpen buiten Groningen, een iomma -— — „ „ „ 2,500 o o Voor de koften dagelyks vallende in de Stapel Magazynen van de Generaliteit,als mede in de Magazynen in de Frontieren van den Staat zoo in de Provinciën van Gelderland en OveryiTel, als in het Reffort van de Generaliteit , ingevolge de Refolutie zz Mey ,789 _ g0000'o ó Vöor Pulver het geen jaarlyks aan de Militie binnen,de Provinciën van Holland, Zeeland, Uuecht, Vriesland en Stad en Lande./ tot der zeiver Exercitie behoort te worden uitgegeeven, volgens Refolutie van den z5 Mey 1789, een iomma van _ xgg^0 Q Om over de gemelde Provinciën naar het j getal van de Troupes in dezelveGuar- 1 niloen houdende jaarlyks te worden gerepartitieert. Voorts volgens de Refolutie van 22, Mev 1789. 1 Ter Repartitie van Holland. VoorOnkoften dagelyks vallende in de Magazynen m de bezette Plaatfen van de Provincie van Holland, het Magazyn te Delft daar onder begreepen ^ _ ^0o Ter,  C 33 ) Ter Repartitie van Zeeland, Voor Onkoften dagelyks vallende in de Magazynen in de bezette Plaatfen van de Pro vincie van Zeeland, mitsgaders Axel een lom van « f 2100 o Ö Ter Repartitie van Utrecht. Voor Onkoften dagelyks vallende in de Magazynen in de bezette Plaatfen van de Provincie van Utrecht —— » » ■ - 1200 o ö Ter Repartitie van Vriesland. x Voor^Onkoften dagelyks vallende in de Magazynen in de bezette Plaatfen van Vries- • land — . — «. 2400 o ö Ter Repartitie van Stad en Lande. Voor Onkoften dagelyks vallende in de Magazynen in de bezette Plaatfen van Stad en Lande —»• « —— 15001 0 O De voorfz Poften zouden fub-j intreeren in plaats van de navolgende, tot riier toe op den Staar van Oorlog geitaan hebbende. Ter Repartitie van Gelderland. Voor Onkoften vallende in de Magazynen van de bezette Plaatfen van Gelderland — f 5700 o o Voor Onkoften vallende inde Magazynen van 's Graven- weert en Sr. Andries 1400 o ö Ter Repartitie van Holland. Voor Onkoften dagelyks vallende in de Magazynen van de bezette Plaatfen in de\ 1 Provincie --■ 5600 o ö Voorde Koften vallende in de Magazynen te Dordrecht en Delft, eri voor het Onderhoud van 'sLands Ponten en Aken en diergelyke — 14400 o ö l Voor — Tranfporteere —-.ƒ26900 o] 0  ( 34 ) Tranfport —— ƒ16900 o{ o Voor Kruid, Loot en Lonten, het welk aan de Militie moet worden uitgedeeld - 28666 11 o Voor de Kolten vallende in de Magazynen van'sBofch, Breda, Wiilemltad, Steenbergen, de Kruisfchans, Bergen op Zoom met de Forten, mitsgaders de Huishuuren van de Commifen te 's Bofch, Breda en Bergen op Zoom - 125-00 o o Ter Repartitie van Zeeland. Voor Koiten vallende in 'de Magazynen van de bezette Plaatfen binnen Zeeland, mitsgaders Axel &c. noo o o Voor Kruid, Loot en Lonten J / i het welk aan de Militie word uitgedeeld 15-011! 9 o Voor de Kolten vallende in de) | Magazynen van Huilt met de rorren, het Fort St, Anne, de Polder van Namen, het Sas van Gent , Moer- fpuy, Philippine, Yfendyke, Sluis, Aardenburg en Ooif- burg . — 10400 o o Ter Repartitie van Utrecht. I Voor Onkoiten dagelyks vallende in de JVIagazynen van de bezette Plaatfen binnen Utrecht —,—. Iloo J 0 Voor Kruid, Loot en Lonten, het welk aan de Militie word uitgedeeld 10866 13 o .Ter Repartitie van Vriesland. Voor Onkoften dagelyks vallende in de Magazynen van de bezette Plaatfen binnen Vriesland • 2400 0 o Voor Ammunitie en andere Instrumenten van den Oorlog buiten de Provincie; item Ommerfchans, Coeverden, Bour- —. Tranfporteere -—noi44'i3 o  Tranfport — -1014413 óf Bourtange,ttellingwolder en j Langakkerfchanfen — 4800; O ó Voor Kruid, Loot en Lonten , het welk aan de Militie word uitgedeeld — f463; 3 o Voor de Kollen in de Maga- 1 zynen van de bezette Plaatfen als de Bourtange, Bel lingwolder en Langakker* fchanfen buiten de Provincie geleegen ——— — 1100 o o Ter Repartitie van OveryfTel. Voor Onkoflen dagelyks vallende in de Magazynenvan de bezette Plaatfen binnen! \ de Provincie 3100 o o Ter Repartitie van Stad en Lande. Voor Onkoflen dagelyks val lende in de Magazynen van de bezette Plaatfen binnen de Provincie 1500 o o Voor Kruid, Lood en Lonten, het welk aan de Militie word uitgedeeld ——- 95061 8 o Voor Ammunitien mitsgaders! ! Materiaalen van Oorlog, j binnen Coevorden, Belhng- woider en Langakkerfchan- I fen en de Bourtange — 300 o o Ter Repartitie van Drenthe. V oor Kruid, Loot en Lonten, het'welk aan de Militie word uitgedeeld 1733 ^ o Voor het havenen, fchoon en in ordre houden van de Goederen en Ammunitien van Oorlog te Coeverden >—- ?***r ICOO O O '138747 6 Ö En dewyl de Poften hier bo-j ven uitgetrokken , te zamen bedraagen een fomma van —171750 0 o Zoo zal door deeze verandej ring geprofiteerd worden een ; fomma van *—— ƒ16997 6 o zSa Summa —• —- - - / ^rqcöo * a I » KOS.| J I / 788883l 7i Ö  KOSTEN van de MARINE. j Tor vinding der Koften van een jaarlykfche! Equipage, Aanbouw en Reparatie van Sche-j pen ■ • —/i oooooo o o Ingevolge Refolutie van 15* Mey 1789. 19" fumma per Sé. Ingevolge hun Hoog Mogende Secreete Re* folutie van den 11 January 1786 en 8 January 1787, mitsgaders hun Hoog Mog. Refolutie van den 6 Juny 1780 zoude! voor Intereflé van een Capitaal van agti millioenen, tot betaaling van het verfchu!-: digde aan den Keyzer, als meede vaneen Capitaal van f 4x0350- o< 0 tot voldoening der Aanritsgelden voor de Brunswykiche, Anfpachfe en Mecklcnburgfe Troupes kunnen gebragt worden ƒ 152610- 10- o dan vermits niet meer dan vier millioenen / tot het voorfz einde dadelyk zyn genegotieerd,zoo worden alleen wegens Interelle van die fom gebragt -J 120000 0/ o 30* Summa pee Sé. ( RE*  ( 37 ) RECAPITULATIE. 1 Summa f 38600] oj o 2 . ■ 36000; o o 3 201970 O O . / 276570 o o 4 .. 25C00I o o 5 - . .— 41485"! o o 6 ■— 7184 o o 7 2492 oj o 8 —• 4232 o o 9 ... 3260 o! o 10 1800 o o 11 ——— 38600 O c 12 ■ 30756 O, O 13 . 22CO Q( O 14 ' 53 50 Oj O 15 475° 0 0 16 ,v -,. 30C o o 1 17 165-48 14 o jg — ^oo c o 19 • 5173 5 0 2.0 ■ 3155* o 0 27691119 o 2.1 > 436CO O O 2,3 ....... . - IOOO O O z± . 64205* 5 o —— 367680 o o 25- 150000' o o 26 ■ ' 1 300000I O O rJ 298174 3 9 2.8 , 788883! 7 O 2Q » lOOCOOO, C O 20 ■ * 120000' o o'. 1657057^ 10 9 Dus bedraagt de extraord. Staat -!ƒ3 301307110' 9 Van de voorfz Staat zullen de Potten op de 4* en volgende Capittels tot 24 incluis met ter tyd uititerven, en dus zal de extraordinaris Staat verminderen met de fom van ƒ 367680- o- o. K Staat   Van de Repartitie van Gelderland. |"JE Poll voor Turf en KaariTenten l ""—^ behoeven van de Wagten van 's Gravenu eerd en Sr. Andries — f 900. o o En voor Turf en Kaarflen voor de Wagten te Bommel — — 1000 o o Beide volgens Refolutie van 18 Mey 1789, vermits voor de kosten van Vuur en Licht voor de Wagten binnen de Provinciën geen andere Poft op den Staat van Oorlog gevonden word, en' 'er geen reden te vinden is, waarom voor Turf en Kaarflen voor de Wagten te Bommel meer dan in andere Steden van de Provinciën eenige fomme zoude be- l hooren te worden goedgedaan, terwyl de onkoften vallende op de verzorging van Turf en Kaarsfen voor de Wagten op St. Andnes voor het vervolg zouden kunnen worden gebragt in, del Declaratie van den Commis van het Magazyn. De Poft tot reparatie en onderhoud/ van de Rysw erken te 'sGraven-j weerd eh den Ydelftroom, volgens hun Hoog Mogende Refolutie van r zt Oef ober 17,10 nader gebragt, volgens Refolutie van zj July 1788 versdts niet betaald word — 3737 "7 o Van dc Repartitie van Holland. De Poft voor Turf en Kaarflen in de Frontieren en Plaatfen buiten Holland — 3033 o o En die voor Turf en Kaarilen ten behoeven van de Wagten buiten Sluis, Aardenburg en Cadiand — 2225:0 o o beide volgens Reiolutie van den 18 Mey 1789, by welke begre. pen is, dat de verzorging van Turf en Kaarflen in de Steden; en F'orten van Vlaanderen en Braband ten lafte van de Gene- K 2 ra 1 — Tranfporteere : J f 30910:17 o ( 39 ) BYLAAGE Litt. R. No. 3. Staat van de Poften die volgens de Refolutien in de Comnis' Jie tot Revifie der Quotes genO' menj zouden kunien gelift wor' den van den Staat van Oorlop,  ( 40 ) Tranfport —•— f 30920117'; o raliteir 7011de behooren te worden gela en. De Poit \oor Geerbruggen te Nvme gen, Arnhem, Grave, met de ie paratien van dc Ponten en Akc en de TracTementen van den Ca pitein en Brugmeefler, een Li* ut d'ie Corporaals en tuintig Pont gallen, aangezien het Corps Pon tonniers, d 5-600 o o Van de Repartitie van Zeeland. J De Poft tot onderhoud van de Vortifi. I caiien buiten de Provinciën, dewyl het ('o daas, dat door deze Poil a*n de Provincie is toegebragt, zal vervallen, indien de Quote van dezelve word vefminderd -—- 300000 o o Van de Repartitie van Utrecht. De Poft tot reparatie en onderhoud van de Ryswerken te 's Graven weerd en den Yilelllroom volgens hun Hoog Mogende Refolutie van 21 Oeiober 1710 nader gebragt, volgens Refolutie van 2,5- July 1788 1 vermits niet betaald word — 3883 10 o Van de Repartitie van Vriesland. De Poft voor Turf en Kaarflen in de Ommerfchans volgens Refolutie van 18 Mey 1789, zullende de koften daar op vallende voortaan in de Declaratie van den Commis in de Ommerfchans kunnen worden gebragt —— 300 o o De Poft tot onderhoud der Fortifi catien buiten de Provinciën , ais zullende" de reden, waarom deeze Poft op de Provincie gebragt is, ver- ■' ——. Tranfporteere — f 345466] 7, o  ( 40 Tranfport — \f 345"466 7 o vervallen, indien de Quote van de , zelve word verminderd 1 3463ö o o Van de Repartitie van OveryiTel. De Poft tot reparatie en onderhoud van de Ryswerken van 'sGraven\veerd en den Yffelftroom, volgens hun Hoog Mogende Refolutie van ar October *7i° nader gebraRr' volgens Refolutie van z-?July 1788, vermits niet betaald word — 2378 13 . 4 Van de Repartitie van Drenthe. De Apothecar te Coevorden, volgens Refolutie van 30 April 1789 — . i$o o a Dus zal door het atlaaten van de vooriz Poften op den Staat van Oorlog worden geprofiteerd een fomme van — f 38x633 o 4 Voorts zal nog uit hoofde van het aflaaten of verminderen van eenige Potten onder de byzondere Ca- l pittels van den Ordinaris Staat van Oorlog worden geprofiteerd. Op het Capittel van Wagtmeefters en Majors — ~ 4386 o P , , Artillerie, Vivres en Magazynen — — ioool o o . Officieren van de Juftitie — 1Q36 o 0 t —- Minifters en Schoolmeefters — 1800 o o i_ — Lyfpenfioenen - 21700 o o . , , Appointées — 70000 o o Op de defroyementen — — 118375 0 o Op de koiten van Militaire Juftitie, reiskoften en vacatiën van Officieren , Scheeps- en Wagenvragten tot vervoering van het Krygsvolk, en alle andere voorvallende zaken 3448 6 o Op de Secreete Correfpondentie gelden 35428 o o Od alle de Poften tot de Magazynen behoorende, het Kruid voor de Militie daar onder begreepen — 1^97 6 j> Somma —'7 658503I12 4 L   C i ) Hoog Mogende Heeren! DE Ondergeteekende, ingezien hebbende het Rapport door de Heeren Gecommitteerden tot de Revifie van de Quotes en bet Financie-Weezen, den 21 Meij laatftleeden, ter Vergaderinge van Uw Hoog Mogende ingebragt, vind zig in de noodzakelijkheid de precieufe attentie van Uw Hoog Mogende eenige oogenbiikken te moeten rlxeeren op dat gedeelte van het gemelde Rapport, het welk rouleert over het Departement aan welkers hoofd hij geplaatit is, en waar meede de Commiffie zig bijzonder fchijnt bezig gehouden te hebben. De Ondergeteekende zal niet opnaaien de omftandigheeden , waar in de Röpublicq zig bevond, toen deeze Commiffie, en die van het DefenfieWeezen, in de Waereld zijn gekomen; — een tijdftip vrugtbaar, voorwaar, in koftbaare perfoneele en buitenlandfche Commiflien! — Hij zal dus alleenlijk femarqueeren, dat de Leden van deeze twee Commiflien, in aanmerkelijke getallen uit de refpective Provinciën te zamen zijnde gckoomen, en, zoo als de meeften zelfs openhartig bekend hebben, weinig of geen kennis kunnende hebben van de zaaken, waar over zij hun oordeel moesten vellen , met reden hun eerfte werk hebben gemaakt van het inwinnen van de vereifchte informatien. De Commiflie van het Financie-Weezen zig tot dat einde vooraf gcaddreffeert hebbende aan de Generaliteits Reekenkamer , heeft deeze daar aan voldaan door eene breedvoerige en wel uitgewerkte Memorie, waar toe het Rapport van de Commiffie zig dan ook telkens refereert. Dog dc gemelde Kamer, in haare voorfchreeve Memorie, gekomen zijnde tot het Articul van de Griffie, en A ten  Lt. A. Lt.B. C * ) ten dien opzigte volkomen inftemminde met het Rapport ter Vergaderinge van de Heeren Staaten van Holland en ÏVeftmiesland den 50 November 1754 uitgebragt, — na alvoorens opgegeeven te hebben hec geen haar daar omtrent bekend was, refereert zig voor het overige aan den Griffier van Uïv Hoog Mogende, die, (zoo als de gemelde Kamer, 'Ag gelieft uit te drukken) door zijne langduurige ondervinding en groote ervarenheid in de dtre&ie van de Griffie , beter als iemand in ftaat was om te beoordeelen in hoe verre de gebruiken, in de Griffie plaats hebbende, met den dienft van den Lande overeenkom fig zvaren ; het welk dan ook dat na!uurlijk gevolg heeft gehad, dat de gemelde Commiliie, ter bekoming van de benoodigde Informatien , zig bij hunne Reiolutie in dato 10 April 1787, am den Ondergeteekende heeft geaddreiTccrt. Van deeze Refolutie neemt de Ondergeteekende de vrijheid hier nevens Copie aan Uw Hoog Mogende, fub Lt. A, te prefenteeren , op dat ÜW Hoog Mogende daar uit zouden kunnen gewaar worden, waar in de poincten hebben beftaan , waar over de Commiflie de confideratien van den Griffier hebben ingenoomen, en tc gelijk zouden kunnen zien dat de gemelde Commiffie, ten opzigte van een ven de voomaamfte dier poincten , naamentlijk het daarftellen van vafte Tractementen voor die geenen, welken uit dc Poft der Schrijfloonen wierden ge/aiarieert, haar gedagte reeds bepaald had. De Ondergeteekende heeft zig egter niet onttrokken aan het verzoek door de ComrmOHe aan hem gedaan; en zoo dra dezelve, na een vrij langduurig Reces, veroorzaakt door de tuflchen'beide voorgevallene Revolutie , weder bij den anderen was gekomen, heeft hij aan dezelve overcegeeven eene ample Memorie, waar van hij meede de eer heeft, Copie hier nevens, fub Lt. B, aan LJw Hoog Mogende te prefenrceren, en waar in hij, na alvoorens met die co dnatheid, welk aan een oud en eerlijk Minifter betaamt, te hebben aangetoont de waarc oorzaaken van de aanmerkelijke ver-  c n vermeerdering van de poft van de Sclirijfloörieil * zeedert het .jaar 1740, op aüe de poinéten in dè voorfz Reiolutie aan hem opgegeeven, voor zoo veel zijn Departement betreft, in het breede zijne gedagten aan de Commiffie heeft meedegedeeld; en wel met die openhartigheid en uitvoerigheid * dat hij zig durft vféijén, dat een ieder die zig dc moeite wil geeven zijne voorfz Memorie met aandagt in te zien, daar door zig een volkomen denkbeeld zal kunnen vormen van de Conflitutie van de Griffie, geconfidereert ah ee-n generaale Secretarie van Staat voor de zeeven Bondgenooten, en. dus in dat opzigt z^cr verfchillende van alle andere Departementen, die een bepaald object van Direófie hebben, zoo als de Raad van State, de Generaliteits Rekenkamer, de Admiraliteiten &c, die daar cn tegen, in hunne deliberatien en befbgnes alhier, dikwijls verpligt zijn hun toevlugt te'neemen tot de Charterkamer en Griffie van Uw Hoog Mogende; zoo als de Leden van de Commiffie zelve gedaan hebben; — dog fpeciaal dé Subalterne geempfrijcerdens van dezelve, — en welken in die qualiteit bijna dagelijks van alle de Regiftets van Staat en andere. Documenten zijn bedient geweeft; hebbende de Ondergeteekende , om de Commiffie, zoo veel in hem was, in haare navorfchingen behulpzaam te zijn, daar toe dc benodigde ordres gegeeven. Den Ondergetekende had zig dus met reede mogen vleijen'oat hij ook van zijn kant de Commiffie ua genoegen bediend had; ten minften had hij zig mogen vieijen, dat zijne beweezene bereidv> iliighcld, die uitwerking op de Commiffie zou gehad hebben, dat, indien aan haar, op het een of ander point, in zijne voorfz Memorie vervat^ eenige twijfeling was overgebleeven, zij zig daar over bij preferentie aan hem zoude hebben geaddreOeert, alvoorens zig op het zelve finaal te bepalen, of geloof te geeven aan zoodanige Informatien , zijn Departement concerneerende , als deri Ondergeteekende nu moet vcronderftellen, dat haar 9 buiten hem om, zijn toegekomen: •— zeeker is he: althans , dat hij in het "Rapport van de Commis. A 2 m  iie mentie vind gemaakt van gebruiken, welken men te vergeeffch in zijne Memorie zal zoeken; — gebruiken, welkers befchouwing echter de voornaamfte grondflag fchijnt gelegd te hebben tot de bezwaarende denkbeelden welken de Commiliie zig van de Griffie heeft geformeerd , en dus de eerfte aanleiding gegeeven te hebben tot de voorflag om 'er de Conftitutie geheel van te veranderen en den bodem in te liaan; — dog gebruiken welken het den Ondergeteekende leed doet ombewimpeld te moeten declareeren , dat alleen hun exiftentie hebben in de inbeelding van die geenen welken dezelven aan de Commiffie hebben aangebragt, en die dus de Leden van dezelve in dit voornaame point hebben misleid. Den Ondergeteekende bedoelt het geen op pag 107 van het Rapport van de Commiffie op dat fubjed te vinden is; en alwaar, na alvoorens Uw Hoog Mogende te hebben geinformeert, dat van het Schrijfloon, het welk door het Land betaald word, alleen de help aan de Ciercquen word goedgedaan , terwijl de wederhelft word genooten bii den Griffier, die daar uit egter gehouden is te falaneeren zijne twee eerfte expedieerende Ciercquen voor zoodanig werk, waar voor zij geen Schrijfloon kunnen declareeren, — men aldus voortgaat : ,, Intuüchen is de helft, die de Ciercquen van „ het Schrijfloon ontfangen , voor hun eene zoo „ ruime belooning, dat een ordinaris Clercq £ raflace niet moeten veronderïtellen, dat de Cle cquen van de Griiaer, voor het geen zij vnor Particulferèn fchrijven, thans geen ÓtèfMéoti genoote;i Het teeende:i is waar, en zij worden daar voor betaald even als voor 'alle andere Schrïftuuren , — St hoon 'er niets van op de Declaratie van het Land komt, om dat de Griffier hun daar voor uit zijn zak betaald. — Dus word hier niets meer aan de Ciercquen gegeeven als 't .veen zii reeds Knieën, ja zelfs een derde minder. — Doch her zou veel te laftig vallen alle zoortgelijke pailages in het Rapportje relcveejfeïi, _ is genoeg als men maar argwaan teegens den Omber cn zijne Onderhoorigett kan inboezemen , en men geelt zich met eens de m-ieitc dit eenigzints te masqueeren; — waar door die geenen, die niet dan eene- oppervlakkige kenwis van zaaken kunnen hebben, zig ongevoelig -hebben 'haten meeck fkefffi. " " d  C 6 5 op de actueele voet> en dus een derde hoger, bereekend zijnde) zig, door aanbejleeding van bun werk aan de onder Ciercquen, een inkomen kunnen maaken van ongeveer 750 a 1000 guidens, en dat zonder daar voor een. Letter op het Papier te zetten: — welk een misbruik, welk eene fchreeuwende verfpilling van 's Lands Penningen! — Den Ondergeteekende wil niet ontveinzen, dat hij op het leezen van deeze Articulen, en de overweeging van de gevolgen, welken daar uit konden worden getrokken, zig allergevoelig^: heelt aangedaan gevonden. In zijne hooge Ouderdom, na het Land geduurende meer als een halve Eeuw getrouw gedient, en door zijn voorbeeld getoont te hebben, en nog dagelijks te toonen, dat hij van begrip is, dat men 's Lands geld niet voor niet moet trekken (waar van getuigen zij, hec geen van zijn eigen band in de Griffie en in de fecreete Notulen en Indexen te vinden is) eensklaps voor Uw Hoog Mogende , en voor het gantfc'ne Bondgenootfchap, verdagt gemaakt te worden, als of nij zoo onverfchillig over de verfpilling van 's Lands Penningen was, dat hij, liever als zelfs voor te flaan om die pretenfe ruime belooning van zijne Ciercquen te verminderen, in zijn Comptoir een gebruik zou dulden, welk tot gevolg zou kunnen hebben, om van dezelven een twaalftal Leediggangers te maaken, die met een derde van de helft, van het geen het Land 'sjaars aan Schrijfloonen betaald, zonder daar voor iets te doen, zouden kunnen heenen gaan; mits hunne Declaratien, het zij dan dat zij werkten of niet, ten zijnen profijte maar altoos even hoog liepen! — waarlijk, Hoog Mogende Heeren, men kan het den Ondergeteekende niet qualijk duiden over die fiet riff ure zijne gevoeligheid te betoonen. Ondertuflchen is deeze geheele Helling, welke zoo als hij boven reeds geremarqueert heeft, de voornaamfte aanleiding fchijnt gegeeven te hebben tot de nadeelige denkbeelden, welke dc Commisfie zig van de Griffie heeft geformeert, en dus onder anderen tot de voorflag om het Comptoir van den  C 7 ) den Griffier zoo ongehoord te benadcelen, eene volffrekte onwaarheid. Het is omvaar dat zijne Ciercquen het recht zouden* hebben, of daar van gebruik maaken, om hun werk ten hunnen profijte aan de onder Ciercquen te kunnen aanbefleeden. En het is zoo onwaar dat dit, direct of indiredt, plaats zou hebben, dat daar en tegen> wanneer in drukke tijden, zoo als wij zeedert veele jaaren beleeft hebben, het lopende of ander werk, 'door overkropping, uit het Comptoir van den Griffier op deszelfs ordre aan eenige van de OnderCiercquen heeft moeten gegeeven worden (dan waar omtrent ook al geen aanbejleeding plaats mag hebben) deeze altoos de geheele helft daar voor genooten hebben, zonder dat de ordinaris Ciercquen van den Griffier, die ondeituirchen zelfs over dag en nagt moeiten fchrijven, een duit daar van in hun zak hebben geftooken. LViet een woord, Hoog Mogende Heeren, dat pretens gebruik is en blijft eene volflrekte onwaarheid; en om aan Uw Hoog Mogende op dit important point, alle twijifcling weg te neemen, heeft den Ondergeteekende zijne Ciercquen op den Eed aan den Lande gedaan, en welk zij hoofd voor hoofd bereid zijn voor een alweetend God daar op te vernieuwen, de Verklaaring doen onderteekenen, die Uw Hoog Mogende meede hier agter, fub Lt. C , zullen gelieven te vinden. Dog het zij verre van den Ondergeteekende om deeze gehazardeerde {telling op reekening van Heeren Gecommitteerden te plaatfen, waar van de meefte hem, geduurende hun aanweezen alhier , en vooral bij hun vertrek, te veel hartelijke vriendfehaps blijken gegeeven hebben, dan dat dit in hem zou kunnen opkomen. Het is waarïcbijnclijk dat die geenen, welken den Griffier en zijne onderhoorige wangunftig zijn, om de Commiffie te misleiden, gebruik hebben gemaakt van eene uitzondering, waar van den Ondergeteekende hier ter plaatfe mentie moet maaken ; — want het fchijnt dat men hem in de noodzaakelijkheid R i heeft Lt. C.  heeft willen brengen om van zijne eenvoudige daden reekenfchap te geeven. Het is eenige jaaren geleeden dat de Clercq die gechargeert is met het in het net fchrijven der dagehjklche Notulen, een werk dat meefc\nachts moet gefchieden, alzoo de Notulen 'sanderen daags, hoé groot dezelve ook mogen weezen voor de rëfumtie gereed moeten zijn , zig aan den Ondergeteekende addreflèerde, met verzoek dat zijn Zoon, die onder Clercq is, hem nu en dan aan de fwaarfte Notulen , mogt te hulp komen. Den Ondergeteekende heeft van zig niet kunnen verkrijgen, om deeze gering gunft te weigeren aan een Man, die zig zeedert bijna veertig jaaren gedeeltelijk aan dat lastig werk had afgefiooft, en altoos een twiw en naarftig Clercq was geweeft; — te écer daar aoor die fchikking de Heeren Gedeputeerden en der zeiver Provinciaal Ciercquen èés te eerder van de Ioopende Notulen konden gediend vjorden. Matö? neen , Hoog Mogende Heeren, bet £ehrmk waar over men doleert, rendeert met in het Comptoir van den Griffier. Het heeft plaats in dat der Onder-Ciercquen, wmr van fömmigen met vaite poften voorzien zijnde, zoo als het fchrijven der Noiuien en Nouvelles voor deeze ofjféène Collegien, als anderfmts, dan, wanneer liet werk al te meenigvuldi* is, of dat zij zeiven ziek of abfent zijn wel verpligt zijn (vermits de poft niet ftii kan ftaan) om zig door hunne Confraters te laaten helpen; en het is niet te verwonderen dat onder deeze Onder-Clercquen, welker getal vrii groot is, om dat telkens door de een of ander der Keeren Gedeputeerden 'er één word aan^ef eici, voor wien men alsdan gaarne eente werk nad, (dan het welk de Ondergeteekende zoo meemgmaal heeft zoeken tegen te gaan) fommigen gevonden worden die, om maar een fiuk brood te hebben, aannecmen om onder de prijs te fchrii ven; dog welke pariteit is 'er tuflchen deeze laatfien en de ordinaris Ciercquen van den Griffier, voor  C 9 ) voor welken hij, als Lieden die de fecreeten van den Staat in handen hebben, verantwoordelijk moet kunnen zijn, en die derhalven een ordentelijk beftaan moeten hebben? Dus dan aangetoont hebbende hoedanig men door eene valfche ftelling, op eene volftrtkte onwaarheid beruftende, de Commiffie tegens» den Griffier cn deszelfs Comptoir, heeft tragten in te neemen; en waar in men werkelijk, door deeze en veelcrhande andere middelen , en aanhoudende mondelinge Induóüen, zelfs ten opzigte van de toegeneegenfte Vrienden van den Griffier, maar al te wel fchijnt gereufteert te hebben, — zal den Ondergeteekende, van dit voor hem zoo onaangenaam point af flappen, om nog op deeze en geene gehazardeerde Hellingen en voorflaagen, in het Rapport ter neeeïer geilek, dog buiten overleg met deil Griffier, zijne coniideratien aan Uw Hoog Mogende meede te deelen. Na het geen den Ondergeteekende hier boven onwederlprcekelijfc betoogt heeft, van den geeft waar in het Rapport ten zijnen opzigte is ingerigt, is het zeekerlijk niet te verwonderen, dat het Articul, de Griffie concerneerende , en waar in men telkens affeéteert het Comptoir vrn den Griffier, met dat van den Commis en van den Directeur te vermengen, begint met eene breedvoerige uitmeeting van de vermeerdering welke zeedert eenige jaaren in de poft van dc Schrijfloonen heeft plaats genomen. De Ondergeteekende zal niets zeggen van de keus der jaaren die men goedgevonden heeft te vergelijken; — dog dan zij het hem ook gepermitteert eene andere vergelijking te maaken; —namcntlijk, van de geeft van menage ten opzigte van den Ondergeteekende en zijn Departement, met de geeft van verfpilling van 's Lands Penningen in andere objecten, welke in het zelfde tijdvak, waar in men voornam en vervolgens. executeerde om den Ondergeteekende in zijn Departement aan te vallen, heeft plaats gehad, zoo als C hij  C io ) hu reeds m het hoofd van deeze Memorie heeft aangeftipt. Zonder te fpreeken van de kofbaare Perfoneele Commiffien, en andere geldverfïinaende maatregulen, welken in dat tijdvak, zoo bij de Generaliteit, ais in de Provinciën zijn doorgedrongen , heeft men onder de direétie van die zelfde Lieden , die het op den Griffier gelaaden hadden, dog in andere zaaken van geen menage willen lucceffivehjk zien plaats neemen de koftbaarfte Buitenlandfche Commijften — als.mw extraordinaris Ambaiïadcs in Petersburg, alwaar men reeds een Refident had ; — een tweeden Ambafladcur m Viankrijk; — en drie Minifters PlenipotentianW te BmüeI: — Wanneer men nu, zonder te reeKenen de importante Praefenten in die zelve tijd bij verfcheide gelegenheeden gedaan, alleen optelt het geen die extraordinaris Commiilien aan sLmJs Fimmtien gekolt hebben, zal men vinden dat het zelve een object maakt van bij de twee tonnen gouds 'sjaars. — En wat is in vergelijking van deeze fom, de lom van 73 a 80 of 81 duizend guldens, waar op in dat zelve tijdvak de Declaratien van den Ondergeteekende , tot welkers verhooging die Extraordinaris Commiffien, cn de alles over hoop haaiende geeft van dien tijd niet weinig gecontnbueert hebben, beloopen hebben, en waar int hij , niet, gelijk de Minifters aan vreemde Hoven, een a mee Secretarieën, maar volgens het zeggen van de Commiffie zelve twaalf en meer Ciercquen te falarieeren had zonder te reekenen zijne twee Expedieerende] voor welken het Land hem niets betaald, en dat in een Departement dat in alle Landen van Europa voer het eerfte gehouden worde, en ook meeft overal net ruimfte betaald wordt? Dog den Ondergeteekende heeft zig nooens die vermeerdering der Schrijfloonen reeds in het breede m zijne Memorie aan de Commiffie uitgelaaten: — hij heeft de Commiffie verzogt de Registers van de Jaatfte jaaren (waar van fommigen twee drie a vier Boekdeekn uitmaaken) met de Regis' Iers van voorgaande jaaren te comparceren: — Hij heeft  ( ft > . , ....... heeft het 15 Articul van zijne Inftrudtie aangehaald , en het misbruik dat daar van is gemaakt, in een tijd dat zig in de Vergadering van Uw Hoog Mogende bevonden Leden die honderd He: melsbreed van elkander verfchillende zaaken te gelijk over de vloer haalden, en van alle fecreete Inllructicn, Mernorien cn Brieven wilden gediend zijn. — Hij moet zig dernalven nogmaals, omtrent dat point, rcfereeren tot zijne voorfz Memorie; te meer daar de Commiffie, zijnegegeevene oploflin^en met rlilzwijgen voorbijgaande, zig vergenoegt met woordelijk aan te haaien de reeden door den geweczen Commis van Uw Hoog Mogende in zijne Memorie aan de Commiliie opgegeeven, ter juftificaue van de zekerlijk zeer aanmerkelijke vermeerdering der Schrijfloonen in zijn Comptoir. Men zal den Ondergeteekende wel willen dispeüieeren om zijne gevcelens daar omtrent te uitten. Dog de geweezene Commis, in zijne defenfie daarlaatcnde , zal den Ondergeteekende zig vergenoegen met de Bondgenooten te renvoijeeren tót de Lijften welken dc Reekenkamer van de Declaratien, van het Comptoir vaii den Commis heeft gegeeven, ten bewijze dat M>', nog de Zijne, geduurende de ti,d dat Zij die poft bekleed hebben, nooit zoo veel daarvan gemaakt hebben; en ten belluite daar bij voegen, dat de Declaratie van Zijn Kleinzoon over het afgeloopene jaar van 1789 reeds over de zeven duizend guldens minder bedraagen heeft, als die vaii den gezvee-zen Commis over het jaar welk men iii het Rapport heeft aangehaald. En wat aanbelangt de reedenen, welken deii eerften Clercq , die de direétie heeft om dc gedrukte {tukken aan de Minifters buiten 's Lands te zenden, voor de vermeerdering van de Schrijfloonen in zijn Comptoir heeft opgegeeven, vertrouwt den Ondergeteekende dat dezelven, voldoende zullen zijn bevonden. Voorst tragt de Commiflie, op pag. 105, het voordeel, dat de Griffier uit de Schrijfloonen trekt, C 2 op  c if > op lotie fchroeven te ftellen; zeggende geen Refolutie gevonden te hebben, waar uit hem eenig voordeel daar uit is toegekend. Den Ondergeteekende refereert zig tot het geen hij daar omtrent in zijne Memorie aan de Commiffie heeft gezegd, en tot het conftant gebruik het welk ten dien opzichte , zeedert het begin van de Republicq heeft plaats gehad, waar van den oorfprong waarfchijnlijk moet gezogt worden bij de aanlielling van den Griffier Aerjfen, dewelke, wanneer hij in her jaar 1584 tot die poft, die toen genoemt wierd dm Staat van Griffier, wierd verzogt, dezelve, onder andere Conditiën, niet aannam, als onder beding dat hij van 3 tot 3 maanden regulier betaalt zoude worden, voor hem en zijne Ciercquen, en dat men hem een fonds zoude affigneeren, waar op hij immediaat betaaling zoude ont/angen, waar toe hij voorfloeg den Impofl op het Zout en Zeep, het geen de Staaten Generaal hem accordeerden. Eindelijk vind den Ondergeteekende, op pag. ïo<5 van het Rapport, een nieuw bewijs van het geen hij reeds hier boven door meer als een voorbeeld betoogt heeft. Na aldaar gezegt te hebben dat de Ciercquen, op den Eed aan den Lande gedaan, hun eigen Schriftuuren begrooten, Held de Commiffie dat werk zoodanig voor, als of, nog de Griffier,, nog de Commis, nog zelfs een van de twee Expedieerende Ciercquen daar over het oog hielden. Het contrarie is al weder waar: De Griffier, zoo dra hij gewaar word dat de Declaratie van de een of ander van zijne Ciercquen te hoog loopt, informeert daar op, en zijne twee Expedieerende Ciercquen hebben gefladig het oog daar over, dat de Ciercquen hun werk niet te hoog bereekenen; ten welken einde in hun Comptoir, even als in dat van den Commis, een gegroiTeerde Legger voor handen is, met de Reekenkamer voormaals geconcerteert. En om zig te overtuigen dat dit van alle oude tijden zoodanig het gebruik is geweeft, behoeft men maar de oudfte  ( Ï3 ) oudfte Regifters en Schriftuuren in tèzien. Vind men 'er een eenige waar van gezegd kan worden dat op iedere zijde juift een Reglement Bladftaat* en niet meer? Ter contrarie zijn de meeften zoo onaangenaam cn zomtiids onleesbaar compres geichrecven, dat 'cr geen oogenblik bedenking kan overblijven, dat men tc dier tijd, even als nu, een vatte regel had om tc weeten hoe veel men op een zijde"bragt. — Dog, zoo als den Ondergeteekende reeds heeft geremarqueerd, het fchijnt 'cr thans maar op aangekomen te zijn, om argwaan en jaloufie tegens den Griffier en zijn geheel Departement te verwekken. Van dit laatfte vind den Ondergeteekende op pag. 108 een Haaltje, het welk waarlijk beneeden de waardigheid van de Commiffie is; en dus ook al aan haar niet moet geattriboeert worden. Aldaar fchijnt men den Ondergeteekende van ter zijde te willen verwijten, dat hij aan den eenen van zijne twee Expedieerende Ciercquen, heeft toegevoegt de poft van Ontfanger van de Turkfche Paspoorten, en aan den anderen heeft bezorgt dat van Commijfaris van de Uitheemfche Depêches, welke laatfte men incompatibel wit doen voorkomen, fchoon 'er meer als eene reede is, waarom die poft nooit anders als aan een vertrouwt Perfoon in de Griffie behoorde gegeeven te worden. Den Ondergeteekende zal daar op eenvoudig antwoorden dat de Turkfche Paspoorten in de Griffie gereed gemaakt wordende , de poft van Ontfanger van dezelven natuurlijk in de Griffie t'hüis hoort, en ook altoos daar in geweeft is; — cn dat de Leden van de Vergadering van hun Hoog Mogende zekerlijk goede reedenen zullen gehad hebben om op zijn recommandatie aan den tweede, die meede een zeer werkzaam Man is, en met een zwaar Huishouden belaaden, de poft van Commiffaris toe te voegen. — En wat doet dit alles ook ter zaake of tot verligting van 's Lands Finantien, daar het immers geen nieuw gecreëerde poften zijn? Voor zoo veel nu betreft dat gedeelte van het D Rap-  Lt. D. C M ) Rapport welk de Commiffie aan de Bon-rkrenooten voorflaat, om dadelijk in een Refolutie te veranderen, den Ondergeteekende heeft niet beeter weeten te doen, dan zijne remarqnes daar op in margine aan te teekenen; en hij neemt de vrijheid zig tot dat {luk, het welk Uw Hoog Mogende meede hier agter fub Lt. D. zullen gelieven te vinden, ootmoedig te refereeren. Dog nu blijft nog een voornaam point over. De voorflag, naamentlijk, welke de Commiffie doet, van den voet op welke de Opvolger? van den Ondergeteekende, als meede de Commis, cn de twee Expedieerende Ciercquen, te gel ijker tijd dat men hun belaft laat met het omfiagrig wed: van de directie en het opzigt over de Griffie en de ordinaris Ciercquen, zouden behooren te worden gededommageert, voor het gemis van het profijt, welke zij, volgens den tegenwoordige--ï voet, uit de Schrijfloonen trekken; en met welke laatften, namentlijk het Commis-Ampt, en dat van de Expedieerende Ciercquen, men ai dadelijk fchijnt te willen beginnen; ten minften zoo den Ondergeteekende wel bevat den zin van clat Articul van het Rapport, alwaar men, op pag. 105, na alvoorens te hebben aangemerkt dat het de intentie van de CommiiTie geenzintsis, om aan de tegenwoordige Griffier iets te ontneemen ven de regten en emolumenten, waar op hij zoo wel als zijne PredeceiTeurs, is aangeileld, en dus de voorteilaane verandering omtrent de Schrijfloonen in de Griffie geen ftand behoort te grijpen als omtrent zijne Opvolgers, aanftonds laat volgen deeze paffage, —- ten minften voor zoo veel betreft bet geen ten Comptoire van gemelde IJ eer gefchreeven word, — het welk den Schrijver van dat gedeelte van het Rapport, op dat het zelve de Bondgenooten, die daar over deiibereeren moeten, wel in het oog zoude vallen, met een dikke ftreep onderhaald heeft; — pafiage, welke, fchoon 'er de volgende periodes weder eenige dubieteit aan geeven,, ten klaarften fchijnt te kennen te geeven, dat  dat de Griffier alleen van de dadelijke uitvoering van de voorgeflagenc pointen van menage is uitgezonderd. Zoo deeze uitzondering ruil op dien regel van regt en billijkheid, welke in deeze Republicq altoos in het oog is gehouden, in alle plans van menage, — namentlijk, dat, wanneer men de inkomften van een Ampt voor/laat te verminderen, sluiks nooit tot prejudicie van den actuec* len bezitter van, dat Ampt moet jl rekken, — dan ziet den Ondergeteekende niet waarom hij alleen na dien regul van billijkheid moet behandeld worden. — Is het dus eene gratie die men hem doet? — Maar den Ondergeteekende verlangt geene gratie, maar dat hij cn de zijnen na regt en billijkheid worden behandelt: — cn hoe kan men den Ondergeteekende , zoo nabij het einde van zijn loopbaan gekomen, al weeder zoo onverfchillig agten , over het geen zijn Kleinzoon, en des Ondergeteekende's twee Expedieerende Ciercquen aangaat, die 20 a 30 jaaren het Land nevens hem gedient hebben, om te vcronderftellen, dat, mits hij zijne overige dagen maar ongemoeit mogt eindigen, het hem om het eeven wa* wat lot hun na ;d n dood wedervoer. — Neen , Hoog Mogende Heeren, den Ondergeteekende zal zig bij dit fchoonichijnend gunftbewijs niet ophouden: — want om niet te ij)reeken van de naauwe betrekking, welke hij met den tweeden Griffier, thans de poli van Commis waarnecmende, heeft, — hoe kan van den Ondergeteekende gevergt worden, dat hij het Lot van zijne twee Expedieerende Ciercquen, aan welke men, zonder iets tegen hen in te brengen, dadelijk ruim de helft van hun inkomen wil afncemen, finaal op eene wijze ziet beüiüen, wrelke, het zij den Ondergeteekende ten belle geduit, hij onbewimpelt moet zeggen, dat met alle regt en billijkheid ftrijd ; wordende hier in zelfs afgegaan van het geen , de Commiffie zelve in de" praemifTèn van haare eerfle Refolutie, van den 10 April 1787 , als een grondfag en bazis van alle haare toekomende handelingen heeft ter neder gelcgt; en ook ten opzigte van alle de an- ' Da dcre  ( ifj ) dere a&uëele bezitters van Ampten in de Generaliteit, waar van men de inkomilen in het vervolg voorflaat te befnoeijen, religieus geobferveert heeft en Ipeciaal, zoo als men pag. 120 van het Rapport kan zien, „ ten opzigte van de jomfte Com„ mts ter Thefaurie, en van de beide Commifen en „ Chartermeefter ter Secretarie van den Raad. de„ welke die bedieningen tegenswoordig waarnee. „ men. Het is dus ten opzigte van de twee Expedieerende Ciercquen van de Griffier alleen dat men afgaat van dien regul van billijkheid, hier te Lande altoos plaats gehad hebbende ■ — en dat wel omtrent Lieden, die hoe zeer zij nog in de Regifters de modefte naam van 'ciercquen draagen (waarfchijöeJijk om dat hunne Predecejjeurs in de eerile tijden van de Republicq wanneer de Vergadering yan haar Hootr Mogen de, nog niet fedentair was, en de Raad van Staate de voornaamfte direaie en expeditie van alle zaaken had, weinig ce verrigten hadden) actueel gechargeert zijn met de direétie en expeditie van al het geene uit de thans permanente Vergadering van Uw Hoog Mogende, alwaar men van geene groote en kleine Vacantien weet emaneert. 9 Dog, Hoog Mogende Heeren, dit is de eemV11e en voornaamfte reeden niet, waarom den Oiidergeteekende gaarne nog bijzijn leeven, alles wat het Departement raakt, aan welkers hoofd hij zi* ul ulTm ge'fkt7^ ^t is het belang da? Uw Hoog Mogende Vergadering, dat alle de Collegien, welken relatie met haar hebben en uit haare Charterkamer en Griffie bediend worden met een woord dat den dienft van den Lande en van het gantfche Bondgenootfchap daar in hebben. Hij voorziet bij het invoeren vanfveranderingen, welken men ten opzigte van zijn De partement voorflaat, het zij men dezelve fluksewijze, (het geen impraóticabel is) of eensklapsMij zijn overlijden wil mtroduceeren, de crootfle verwarring te gemoet in de Griffie van Uw Hoog Mogen-  C '7 ) gende en in de Departementen die 'cr van afhangen. En wanneer dit kwam te gebeuren in trouble tijden van buitenlandfche onliiften of anderzints, is het niet wel te bereckenen, welke gevolgen daar uit, tot grooten ondienft van den Lande , zouden kunnen refiilteeren , vooral na dat men de Lieden, die de voornaamfte direétie onder hem moeten hebben, door allerlei wegen gedecourageert heeft. Hij wenfehte dus zijn Departement voor zijn dood, of bij zijn overlijden, in zoodanige ordre aan zijn Opvolger over te geeven, dat men daar van dien zelfden dienft cn v :id kan verwagten, waar van men in drukke tijden, en onder anderen noch geduurende de laatfte onluften met de Keizer, zoo meenig voorbeeld heeft gezien; wanneer het meer als eens is gebeurt, dat, na dat Uw Hoog Mogende Vergadering twee of driemaal was bij een geweeft, en dus de Lieden van de Griffie den gantichen dag op de been waren geweeft, eindelijk kort voor middernagt van een icheidende, niet alleen alle de gearreïteerde Depêches, na dat dezelve gemin/iteert zvaren, n >g voor Zonnen-opgang in behoorlijke ordre zijn depecheerd geweeft, maar ook de Heeren Gedeputeerden t voor derzelver refpective Pro vinden, mitsgaders Zijne Hoogheid, bedient zijn geweeft van de Copien van alle de Stukken en ihjiaagen, waarover men 's avonds te vooren, zonder refumtie, gerefolveert had. Deeze coniideratien weegen zoo zwaar bij den Ondergeteekende, dat hij met waarheid aan Uw Hoog Mogende kan zeggen, dat zijne gedagten, zeedert dat het Rapport van de Commiffie is ingekomen, bijna onophoudelijk daar meede geoccupeert zijn geweeft, zoo dat 'er geene facrifices zoo groot zijn, die hij niet bereid is te doen; eensdeels om Uw Hoog Mogende en de verdere Bondgenooten te overtuigen, dat hij en zijne Familie die eigen helang-zoekende Lieden niet zijn, welke het Rapport, op de wijze zoo als het zelve is ingerigt, en de publiciteit die men 'er aan fchijnt te willen geeven, hun aan de gantfche Waereld moet E doen  C is ) men voorkomen; anderdeels om een bewijs te geeven, dat zijn eenigfte doelwit is, om den dienft van Uw Hoog Mogende Vergaderinge en die van de Bondgenooten, zoo veel in zijn vermogen is* te bevorderen, en de te vreezene zvanofdre in Uw Hoog Mogende Griffie voor te komen. t De Ondergeteekende neemt derhalven ootmoedig de vrijheid Heeren Gedeputeerden te verzoeken, van deeze Memorie te willen overnamen* om te gelijk met het Rapport van de Commiffie bij de Heeren Staaten hunne Principaalcn in deliberatie te kunnen worden gelept. En ten einde hoogftdezelven volkomen kennis mogen dragen van zijne ware gevoelens, moet hij ten befluite daar bij declareeren: ie. Dat hij de uitfluitende gratie, in het Rapport ten zijnen opzigte voorgeflagen, na het geene vooraf gegaan is, nog kan nog mag aanneemen\ en dat hij dus, indien de Bondgenooten die fchikking ten befte van den Lande oordeelen te flrekken, volkomen bereid is om van de voordeelen, welken hij, uit hoofde van zijne Commiffie, uit de Schrijfloonen geniet, af te zien: 2e. Dat Hij ai verder zig te vreede zal houden met zoodaanig Tra&ement als de Bondgenooten, na overweeging van de coniideratien van de Ondergeteekende in de Bijlaage Lt. D. vervat, voor zijn Succefjeurs gelieven vaft te fielten; mits als dan ook, ten regarde van de adueele Bediendens van de Griffie, die regul van regt en billijkheid worde gevolgt, die altoos hier te Lande heeft plaats gehad ; en ten opzigte van de overige pointen van het Rapport zoodanig regard op de coniideratien van den Ondergeteekende, meede in de Bijlaag Lt. D. vervat, worde geflagen, dat hij in ftaat moge zijn om de Griffie van Uw Hoog Mogende in ordre te kunnen houden, en zijn omflagtio- en waarlijk onophoudelijk werkzaam Ampt na genoegen van de Bondgenooten, en ten meeften dienfte van den Lande, na behooren te kunnen waarneemen; het welk anderzints volflrekt onmogelijk zal zijn, niet alleen voor zijne Opvolgen, maar ook voor hem zeiven. i Ein-  f' $) $e. Eindelijk moet hij nog declareeren, ten W men genoegen gelieve te neemen met zijne gegcevene oplofïïngeii, dat wel verre dat hij zoude Verlangen dat deeze Zaak aan de fpijker blijve hangen, zoo ais wel eens verdagt is gehouden, hij met ongeduld een heilzaame Refolutie van de Bondgenooten daar op zal afwagtcm Het is niet zonder aandoening dat de Ondergeteekende , in deeze incenigvuldige, en zomtijds verneederende details, is getreeden; dog hij heeft zig daar toe eindelijk verpligt gevonden, zoo' uit hoofde van het geene hij aan Uw Hoog Mogende verfehuldigt is, wiens eerfte Minifter hij dc eer heeft tc zijn, en van wien hij zijne Commisfie en Inltruclic omhingen heeft, ais uit hoofde van het geene hij, niet alleen aan zig zelfs, maar ook aan zijne Voorouders, die altoos voor Lieden van eer te bock geftaan, en de reputatie daar van, zoo binnen als buiten 'sLands genooten hebben, verfehuldigt is. Hij twijflelt geenzints of hij zal die geenen, die zig ongevoelig hadden laaten meede fleepcn, dog die hy altoos een goed en getrouw hart heeft toegedraagen, volkomen overtuigt hebben. Indien hij hier of daar zijne gevoeligheid een weinig te veel den teugel heeft gevierd, vleid hij zig dat Uw Hoog Mogende, volgens hoogirderzelver gewoone Condeicendcnce, dit wel zullen gelieven te excufeeren in een Man, die zig, volgens de gewoone loop der Natuur, zoo nabij zijn einde weetende* gaarne met eere wilde ten grave daalen; dog waar in hij egter zal meede voeren , die gevoelens van dankbaarheid, voor de mecnigvuldige goedheeden van Uw Hoog: Mogende, die hij altoos in zijn hart heeft omgedraagen. 'sHagc den 21 Junij 1790. (Was geteekent) Hi Fageh   (t) Lt. A. Extract uit het Rcffiftei* dei* Refolutien van de Edele Mogende Heeren Gecommitteerden tot revilie der Quotes. Martis 10 /Ipril i'Zj, TTjE Heeren van Buren, Laan, Bisdom en Gavanon, inM gevolge het gercfolveerde op den 10 Januarij deezes jaars, in overvvccging genomen hebbende de Schrijfloonen, welke zoo wegens de Griffie van haar Hoog Mogende, als het Comptoir van den Commis, en dat der Correspondentie met de Mmiiicrs buiten 'sLands jaarlijks verdient, en in reekening aan den Lande worden gebragt, rapporteerden , dat gelijk bereids in den jaare 1717 en 175*4 °P dit point refkxien getruakt en eenige redreiïen (hoe wel tot hier toe nog niet ten effeclen gebragt) voorgeflagen waren, ook nu met aJIe reeden de auentie van deeze CommiÜie bij het examineeren van de GeneraJireits fCiffa zich daar op had geflxeert, te meer daar de voorfz Schrijfloonen zeedert eenige jaaren zoo merkelijk geaugmenteert zijnde, dat die in het laatfte jaar 178 jr, bijna eens zoo hoog waren als voor den jaare 1740» noodwendig de Generaliteits Finantie een eindeiijke fchikking daar omtrent kwam te vorderen, zulks dan ook de Generaliteits Reekenkamer zich wederom bij hunne Memorie van coniideratien dien aangaande in het brecde hadden beezig gehouden; dan hoe zeer ook het redres ten deezen opzichte allernoodzaakelijktl voorkwam, moeiten zij Gecommitteerden teffens advoueeren , dat de daarltelling niet zoo gemakkelijk was > nadien aan de eene Z'jde alle billtjke rettieit tot klachten voor hen, welke uit deeze poft wierden gcfalaricert moejlen voorgekomen , en aan den andere kant \rLands dunft in het oog gebonden worden3 dat zij Gecommitteerden om aan beide einden behoorlijk te voldoen , nodig oordeelden, alvoorens eenige fchikkingen, bij U Edele Mogende in deliberatie wierden gebragt, de coniideratien van den Heer Griffier, welke aüezints de veveifchte kunde en ervarentheid bezat, te doen inneemen, en dezelve verzogt aan U Edele Mogende op te geeven, op welk eene voet na zijne gedachten de Schrijfloonen bij vervolg, buiten ondienit van den Lande, vermmdert zouden kunnen worden, zoo door het meerder doen drukken van Stukken van welke verfcheidene Copien moeten worden geleevert, als door eene verandering in het veelvuldig requireeren van Copijen en aflchriften van Stukken en Refolutien en vooral ook door eene prrrcife bepaaling van bet geene aan de refpeclive Ciercquen zoo voor het tegenwoordige als vervolg zoude moeien worden goedgedaan wegens Schrijfloon , voor ieder blad , inhoudende ter weederzijde 31 rcgulen, cn 40 letters op ieder regul, gelijk meede voor A het  (*) het fchrijven in vreemde taaien, het maaken van Indices, regiftreeren van Notulen , en verder van al het geene na de gedachten van Hem Heer Griffier op de Griffie van hun Hoog Mogende ten profljte van den Lande, en zonder prejudicie van 'sLands dienft zoude kunnen worden gemenageerd, en verbeetert, waar toe de lbp e obfervantie van hun Hoog Mogende Refoiutie omtrent het copieeren van Nouvelles en Correspondentie met de Miniiters buiten 'sLands ook allezims dienitig voorkomt, gelijk dan ook al verder zwde b'hooren te worden vaftgefteld dat hit te befaalene Schrijfloon alleen zal komen ten profijten van de Ciercquen zelve, zonder dat daar van iemand, wie ook, eenig voordeel zal genieten buiten hem die de Stukken zelve zal hebben geichreeven , dan dat in zoodanig geval van nu af aan nodig en met de billijkheid overeenkom-nde behoord befchouwt en vattgeiteld te worden , dat de Tractement en van den Heer Griffier} Commis en Ci rca Tinne, worden verhoed, zoo als na een billijke ond^rzo.:k bevonden zal worden dezelve hier door in haare nmoiw/.enten te zullen zijn benadeelt, gelijk ook haare Succeiieurs in Öfri 10 insgelijks een matige verhooginge (fchoon in een mindete proportie als de tegenwoordige zich tn pcffeffïe bevindende ) van tractement behooren te worden geaccoi deert. Waar op gedelibereerd zijnde, is goedgevonden en verftaan, den voorilag door Heeren Gecommitteerden gedaan te ampledeeren, en den Heer van Randwijk als voorzittend Heer te verzoeken en te comrmtteeren, geifk dezelve verzogt en gecommitteert woid bij deezen, om aan d-n Heer Griffier Fagel uit naam van haar Edele Mogende den opgemelden voorilag re communiceeren, en gemelde Heer Griffier te verzoeken, haar Edele Mogende daar op te dienen van deszelfs coniideratien en advis, ten einde de Commiflie na gedaan examen van het vooriz advis zich in itaat bevinde dienaangaande zoodanig te retoiveeren, als zi/ op gronden van eqmteit ten nutte van den Lande zal vermeenen te behooren. Onder flond, Accordeert met voorfz Regiiter. Was geteekent, A. Hoijnck van Tapendrecht.  (*) B IJ L A A G E B. Aan de Edele Mogende Heeren Ge- co:;:v.it teerden tot de Revifie der Qjotcs. *T\E Ondergeteekende Griffier van haar Hoog Mogende ^ uit handen van den Heere Grave van Randwijk ontfangen hebbende een ExtraB uit het Regtfler der Rcfolu- < tien van de Ed. Mo^. Heeren Gecommitteerden tot de Revifie l der ghotcs, waar bij aan hem verfogt word op te geven, > op welk eme voet buiten ondienfi van den Laide, de Schijf- ( konen na zijn gedachten vermindert zonden binnen worden, e 7,al, z'g allect) bepaalende tot de Griffie, (de Declaratien o van den Commis Quarles en van den Direcleur Tinne an den tHffiet vaii aar Hoog \tog. aan de Commiffie tot vergegeeven 'en 18 Juni) 787 tót antwoord op haar fyfblutit van ten 10 Af ril 78;.  (\ ) Miffive van haar Hoog Mogende over de fecretefic, Copielijk hier neeyens gaande. Meer zal den Griffier, om reedenen, hier niet bii veegen; maar durft zig verfcekert houden dat de hoovenJlaande eenvoudige bplrrflingen het zelfde erieét tor geruftjftelJinè van Heeren Gecommitteerden tot de Revifie der Quotes zullen hebben, als eenige van die zelfde oplofTingen gehad hebben, tot wegneeming van den argwaan, nu ruim dertig jaaren geleeden, veroorzaakt, door den Brief Welke de Rekenkamer a!s toen goedvond, op het zelfde jubjed, door de pen van de Secretaris Buijs, aan haar .Hooit Mogende te fchrijven; en welk geen ander gevolg heek gehad, als dat daar op den 30 November van her jaar Ï754 in Holland een Rapport is uitgebragt r waar in men duidelijk gewaar word, dat de gèhazardeerde voor. öagen en projecten in de voorfz: Miflive vervat, rer dier tijd weinig ingang hebben gevonden ; wanneer anders de Heeren Staaten van de gemelde Provincie, in hunne Reiolutie van den 5-de Maart 17^, over de pointen, ia gemelde Miflive vervat, ter Vergaderinge van haar Hoorx Mogende ingebragt, zig ook wei op dat point zouden hebben uitgelaatcn; en de Reekenkamer zelfs, wiens hoofdpoint men gaarne erkent te moeten weezen het berragten van 'sLands menage, indien have toenmaaVige idéen op regt en billijkheid hadden gefleunt, defelve bij voorko. mende gelecgentheid wel weder zoude hebben verieeven- Heeren Gecommitteerden tot de Revifie der Quotes vin? den dat het zoo gemakkelyk niet is hier omtrent bepaalden ie maken, nadien aan de eene zijde alle billijke reeden tot klagten voor hen, welke uit deefe poüen worden gefalarieert, moeten voorgekomen, en aan de andere Ifanf 3sLands dienji in her oog gehouden moet worden; &n zeekerlyk is het zelve zoo gemakkelijk niet , en zoude den Griffier Heffl ge-excufeert zijn, fijne Confideraiien'op te geeven, om niet yerdagt gemaakt te worden,, zijnegen belang in het oog te hebben gehouden, wanneer eene ondervinding van ruim een halve Eeuw hem verpligt rondborlug te declareeren dat alle veranderingen geen" verbeeteringen zijn, en dat zijne gevoelens omtrent de weezentLijiCE pointen van Menace, waar op de werkfaamheid van Heeren Gecommit.teerden zig met vrugt zouden kunnen veiiigen, en waar die Ménage, zonder ondiep} van den Lande, werkelijk te vinden zoude zijn, volkomen inilemmen met de gevoelens door den Raad yan Staate Ao. 17*9 in hunne Miflive gemanifcÜeerd. ' * Om egter te voldoen aan het verlangen van Heeren Gecommitteerden tot de Revifie der Quotes, om op de pointen in hunne voorfz: Refolutie vervat , zijne coniideratien te zeggen, zal hij de vrijheid neemen zig tot 'de pnderltaande reütftie.n te refereeren; Ad i*.  (O i#. Het meerder doen drukken van Stukken van Wélke verfcheïdene Copien moeten worden geleevert. Alle Stukken van welke men, uit hoofde van deriel ver importantie, voorziet dat veel navraag zal zijn, en dus veele Copien zouden moeten worden gemaakt (welke den Griffier ingevolge van het 15Articul van fijne inftruclie niet kan weigeren:) laat men ieedert eenigen tijd meer als ooit drukken. Als men nu nagaat de importante en volumineufe Stukken, welke zeedert korte jaarert zoo van de Ooit- en VVeit-Indiiche Compagnien, als van den kaad van Staate en Admiraliteiten ter Vergadering van haar Hoog Mogende zijn ingebragt, die allen ten gerieve van de Heeren Gedeputeerden op voorfz; wijze zijn gedrukt geworden, vertrouwt den Griffier niet te veel te zeggen, wanneer hy avanceert daar door het Land verfcheide duizende gefpaart te hebben, waar meede anders zijne Declaratie ten zijnen profijte zoude vermeerdert zijn geweeit. Dog de ordinaris Depêches,als.generaleaanfehrijvingen in de Generaliteit, of aan de Miniftersj Confuls, en CommifTariiTen buiten 'sLands, zouden meeltentijds niet als met groot retardement, en dus tot ojidienft van den Lande, kunnen gedrukt worden ; alzoo het zetten, drukken, en vervolgens invullen van defelven zeer veel tijd zoude vereiifchen, daar vericheide Ciercquen, onder difbmen, die Depêches met veel meer fpoed kunnen vervaardigen 5 het geen waarfchijnelijk de reden is waarom al aanltonds in dat opfigt is afgegaan van haar Hoog Mogende Refolutie van den 24 Oeiober 1669. welke ook aJJeen provinoneel en tor een preuve is oenomen geweeit. * Egter, hoe zeer de ordre van het Land roeedebrengt, dat van de ordinaris en extraordinaris Staaten van Oorlog over dag en nagt, voor de Provinciën de vereifchre Copien moeten worden gemaakt en daar aan ook met alle promptitude voldaan word, erkend den Griffier, dat hier in, miiichien, buiten grooten ondienft van den Lande , die verandering zoude kunnen worden gemaakt, dat dezelve voortaan zouden kunnen werden gedrukt, zoo voor de Provinciën als voor Zijn Hoogheid, en de verdere Leeden van Staat welken volgens gebruik daar van gedient worden. Insgelijks zouden de generaale Petitiën,en,indien dc Bondgenooten het goedvinden, zelfs de Biddags Brieven kunnen gedrukt worden. A x Ad ze.  V 4) Ad i°. Eene verandering in hst veelvuldig requireeren van Copien en Jiffchnften Dan Stukken en Relolutien &c. Hier op zoude den Griffier zig kunnen vergenoegen met te zeggen, dat zijne Inilruclie, alsdan, moet verandert worden; doch of dit buiten ondienft van den Lande } eenige weinige gevallen uitgefondert, zoude kunnen gefchieden, kan uit de volgende reflexien opgemaakt worden. De Provinciaale Ciercquen, moeten elk'voor de Provinciën door wien zij betaald worden fchrijven i°. de dagelijkfche Nouvelles en Notulen; z°. alle Stukken uit de ordinaire Notulen die door hunne Provinciën worden overgenomen. Hier van komt derhalven niets op de Declaratie van den Griffier. Dog alle zaaken die eenigfints fecreet zijn, en gevolglijk ook de zoodanige die de resumtie nog niet gepaileerc zijn, kunnen volgens de ordre van den Lande, en om confufie te vermijden, niet door de Provinciale Ciercquen gefchreeven worden; en worden egter, als het Stukken van aanbelang zijn, dikwijls door de Heeren Gedeputeerden gerequireert, wanneer het toevallig op hun Poildag valt, maar voor al door den Heer Raadpenfionaris als de Vergadering van Holland bij een is. En dit is dikwijls van het grootite aanbelang, niet alleen voor die Provinciën, maar zelfs voor het gemeene Land, voor al wanneer de refpeclive Landdagen, vergaderr zijnde, op het punt ifaan van te fcheiden, en de importantie /aaken dus dikwijls tot het weder bij een koomen van dezelven onafgedaan zouden moeten blijven leggen. Wanneer 'er nu intereiïante Stukken ter Vergadering zijn ingekomen, of Rapporten zijn uitgebracht, kan dit fchrijven voor de Heeren Gedeputeerden, of voor den Heer Raadpenfionaris, de Ciercquen van den Griffier dikwijls tot diep in de nacht occupeeren, om dat alle die Stukken, met hunne extenhen , ook noch voor den volgende ochtend , in de ordinaris en fecreete Notulen moeten gebracht zijn, om gerefumeert te kunnen worden: en hoe veel overleg en werk dit alles ondertuiïchen vereilcht en veroorzaakt, kan ligt begreepen worden, wanneer geconfidereert word, dat men in deeze laatfte jaaren dikwijls Notulen van eenen dag gezien heeft die 3 &400 folio Bladzijden gioot waaren, houdende zaaken, waar bij de zeeven Bondgenooten even ge-interesfeert waren, in een veelhoofdige Regeering gelijk de onze moet dit natuurlijk meer fchrijvens veroorzaaken, ais in een eenhoofdige ; en echter vertrouwd men  men dat cr weinige Sccretarijen van Staat gevonden zullen worden, die na cvemeedigheid van 't werk dat daar in verrigt word, minder kollen, Men heeft aclueel buitenlandfche Commiilien aan een enkel Hof, welke veel meer in een jaar aan 't Land kollen als de vier Declaratien van deo Griffier in een geheel jaar belopen, waar uit egter aile zijne Ciercquen gefalarieeit moeten werden, en bij zelfs zijn bellaan moet vinden. Om dit nu ieder door zijne Provincie te Ja3ten betalen, zoo als wel eens is voorgeflaagen, is een zaak die impraeiicabel is. Voor eerll kan het van den Griffier niet gevergt worden dat hij de Ciercquen, die niet na hunne Schrijfloonen kunnen wagten, uit zijn eigen middelen zal betalen; ieder Provincie zou derhalven een Fonds dienen daar te ilellen, waar uit hunne Declaratien, met dezelfde prompritude konden werden voldaan, als nu gefchied uit de Generaliteits Kas. Ten anderen zou dit, voor al in drukke tijden, aan de grootiie inconvenienten onder heevig zijn. Deeze Stukken, zoo wel als de d.ngelijkfc meerügvuidige Depêches, over het geheele Comptoir van den Griffier verdeelt moetende worden, in het voor de Ciercquen die dezelve fchrijven (:en die niet en zijn die geenen die dezelve exfcdieeren:) onmogelijk om precies te weeten en dus op hunne Declaratien te annoieercn, voor wien die Stukken gefchreeven zijn; en indien de Ciercquen die defelve expedïeeren, daar van voor af differente declaratien en uitreekeningen moeilen maaken, zouden die Stukken meeiien lijds te Jaat aan de Gedeputeerden ter hand koomen: ook wanneer de Stukken groot zijn, worden dezelve om meerder fpoed geeorjopaffeert, en dus een enke'd Stuk door diverfe handen gefchreeven, en dan vervolgens weder door anderen veriamclt, het welk dikwijls in drukke tijden met een onbegrijpelijke vaardigheid moet gefchieden. Dus zouden hier door niet als confuOe veroorfaakt worden, en veeltijds de eene Provincie voor de andere betalen. En geen minder confuiie, zonder van andere inconvenienten te fpreeken, zoude het veroorfaken, indien men die fecreete of ongerefumeercle Stukken, een ieder door zijne Provinciaale Ciercquen wilde laaten fchrijven, cn dus buiten het Comptoir van den Griffier doen rouleeren, alwaar alles in ordre gehouden en vjqn» de refumtie bereid moet worden; behalven dat ieder Provincie can noch wel een half uouzijn Ciercquen A 3 diew  Ad 3 ( 6 ) dier.de fe fatarieeren* die in flappe tijden meeilendeels ieedig zouden loopen. Daar en tegen zoo dra men de Griffie van har Hoog Mog. coniidereert, niet als een particulier Comptoir, maar, zoo als dezelve, onder de directie van den Griffier, in der daad is, als een generaale Secretartj van Staat voor de z-even Bondgenooten, wat h dan natuurlijker, en minder confuiie onderheevig, als dat alles op eene generaale Declaratie, Kont, en uit de generaale Kas betaald word? Voor het overige renvoyeert den Griffier de Heeren Gedeputeerden dikwijls aan hunne Provinciaale Ciercquen, wanneer zij Stukken vragen, uit de ordinaris cageiijkie Notu'en, die de retumtie reeds hebben gepaileen; en hier in zoude den Griffier geüerkc kunnen worden door een extres daar toe te neernene Refolutie, waar bij tellens vaftgei;eld wierd, ei at van de ontcijfït rde Brieven de Heeren Gedeputeerden zig zouden moeten vergenoegen met een eenvoud ge lectuur of korte annotatie. Etne frtcifere bepaaling van het Wènè aan de refpetïive Clit cquen zoo voor het tegenwoerdr-e als voor het vervolg, zoude moeten worden goedgedaan, weegens Schrijfloon, voor ïedir Blad, thkoitde:;de ter weaerzjde 32 Regt Is en 40 Letttren op ieder regel. Deeze bepaaling is,, voor zoo veel de Ciercquen van den Griffier betreft, zoo precies als men zou kunnen begeeren; agrer hunne Declaratie verklasren 2i|, op den eed aan den Lande gedaan, zig geregu'eert te hebben na het Reglement van i6~6'f. Dat Reglement brengt meede dat voor een Blad fchrifr, ter ivederzij fe 25- Reegels houdende, (doch zonder bepaling hoe veel letters op ieder Regul) drie ftuivers door het Land zal goetgedaan worden. Het kan in geen gezond verft and opkoomen, dat daar door veritaan moet worden 25- Reguls, ter heeler Blad en zoo Compres gefchreeven als nu gedaan word, en voor de depêches (wil men van de geringite geen Boekdeelen maaken) gefchreeven moet worden, alzo als dan een Clercq, hoe naaritig hij was, gewis minder zou verdienen als de geringite D^iglooaer, en den Griffier daar van niets hebben. Men heeft derhalven in vroegere tijden onderfogt hoe veel Bladeren van 2,- Reguls op ieder zijde, ruim largo Schrift, op eene zijde comprès ter heeler Blad gebragt kunnen worden, en bevonden dat op eene zij. de van ft Reguls ter heeler Blad, en 36 a 40 Letters op eene Regul, vijf blad gebragt kan worden, door welke manier van declareeren (en dit kan als een proef op de fom geconiidereert worden • de naai -  Ad Ad 5' ( 7 ) naarfligite Ciercquen van den Griffier, $tig ter nauwer nood een inkoomen kunnen beforgen, evenreedig aan dat van de Ciercquen van den Heer Raadpeniionaris van Holland. Op deeze wijze heefr men tragten te voldosn :?an een Reglement, zonder behoorlijk onderzoek in de Wereid gebracht, in een tijd dat dc Levenswijs, voorfceker de helft van de teegenwoordige koite, en de Leevensmiddelen gewis twee derde beeter koop waren. Üeeze Regul word als een üaalewct, zeedert onheuchelijke tijden in het Comptoir vanden Griffier gevolgt; en kan den Ondergeteekende gerust verfeekeren, dat bij zijn tijd geduurende bijna 60 jaaren, nog b-j die van zijn Oom meer dan 60 jaaren, nog bi| die van zijn Grootvader, nog bij die van zijn Oud-Oom, die allen den poit van Griffier niet Zonder betuigingen van het genoegen van haar Hoog Mog. bekleed hebben, geen nieuwigheden daaromtrent zijn ingevoerd. Welke verandering men dan ook inde manier vat) declareeren wil maken, is den Griffier als een eerlijk Man verplicht te declareeren, dat indien men in de prijs der Schrijfloonen eenige vermindering wüde introduceertn, hij voor zijne Cleieq«en, die dikwijls in drukke tijden als Slaven dag en nagt moeten werken, net gaarne meer verantwoordelijk zoude willen zijn, als voor Lieden die fecreeten van den Staat in handen hebben, waar toe men gevolglijk niet als fatfoenelijke Lieden kan verkiezen, en aan wien men dan ook een fatfoenelijk bettaan, zoo «ls in alle Landen gefchiet, moet beforgen. Het fchrijven in vreemde Taaien &e. Hier voor werd door het Land een lluijver meer per blad gnetgedaan, waarfchijuelijk en met reden, om dat de geenen die dezelven niet kundig zijn meer tijd noodig hebben om een Stuk in een vreemde Taal te copiceren als een Stuk in hun Moedertaal} en het zoude een groote ha'digheid en te gelijk beuzelagtig zijn, die geenen die zoo een vreemde Taal magtig zijn, van dat gering voordeel te priveeien. Het maaken van Indices &c. Hier voor werd, oP den Eed aan den Lande gedaan, gereekent na den tijd die daar aan beftéed word, een Ckrcq weetende hoe veel hij in een uur kan fchrijven; en kan dit niet anders gereekent worden , als men nagaat hoe veel zoekens en hoe veel leezens het vordert om een goeden Index en Retroacla te maken. Dit is een van de moeijeljkile en teffens noodzakel jkile werken, zonder het welk de deliberatien van haar Hoog Mogende, welken A 4 zoo  Ad 6' ( 8 ) too veelerhanden refpeclen uitleeveren, een Cahos van verwarring zouden zijn. De Griffier durft zich geruft beroepen op het getuigenis van de Heeren Gedeputeerden, nopens het nut en gemak, welk zij ondervinden in de vaardigheid, waar meede hij hun te regt kan helpen, uit de generaaie indexen door hem zelfs in voorige jaaren gemaakt, en waar voor hij nooit iets aan het Land in reekening heeft o-ebracht, alzoo min, als voor het geen met fijn eTge hand dagelijks zoo in de ordinaris, als vooral in de fecreete Minuten word gefchreeven. Deeze indexen en Retroaclas moeten telkens vernieuwt en vervolgt worden, en fijn omflagtiger als ooir, zeedert het veelvuldig overnemen, het doen van Aanteekeningen en het accrocheeren in de Confenten* van de eene zaak aan de andere; zonder te fpreeken van het omhaalen van een oneindig getal zaaken, proilueerende uit de reegenwoordige omftandigheeden van tijden e-n de heerlchende oneemgheden tuflchen de Bondgenooten; al het welk zonder goede Indexen en Kcrroacta's voor den Griffier onmogelijk buiten confuüe te houden zouden zijn.. \ Het r eg)ft r teren van Net uien Q? ; '■ ■ ' voorgeflaagen, dat al verder zonde behooren te werden vaft ge field dat het te bepalene Schrijfloon alleen zoude koomen ten profijte van de Ciercquen zelve iSc. dan dat in zodanig geval van nu af am nodig, en net de billijkhetd overeenkoomende , behoort b>fc houwt, en vaft ge ft e ld te worden > dat de Traéiementen van den Griffier, Commis, en Clercq 'tinne worden verhoogt zoo als n» êeè billijk onderfoek bevonden /al worden dezelven hier door in hunne Emolumenten te zijn benadeelt &c. Of deeze fchikking tot vvezentlijke menage zal Ürekken, en nog minder of dezelve bij vervolg van tijd, en vooral in drukke en moeijelijke tijden, geen nadeel aan 3sLands dtenfl zal toebrengen, zal den Griffier liefit niet bepaalen: Dog, over het geheel, kan den Griffier, voor zoo veel hem betreft, reclameeren den voet waar op hij, zoo wel als alie zijne Pra?decellèuren, van de eerfle ereelie van de Republicq af, zijn aangeilelt, namentlijk alle de Regten j 'Digniteiten, Praëntmentien 3 Prerogativen , 'Profijten en Emolumenten, tot zijnen fiaac behoorende &c. Nu zijn die Profijten en Emolumenten, altoos geweeft het deel het geen hij in de Schrijfloonen heeft. Zijn Traftement is geringer als dat van den Ontfanger Generaal; de Lijlt van zijne Depêche Gelden is nog dezelfde als in het jaar 1646, fchoon die van anderen Collegien propria auctoritate zijn verhoogt; het Amptgeii welk hij aan Holland bij het aanvaarden van zijn poit heeft moeten betaalens heeft beltaan in eene fomma van dertig duizend guldens, aan welke Provincie ook daar voor nog 'sjaarlijks izoo guldens moet opbrengen; en zijn Itaat, als dat van een fublicq Perjoon, welke door alle de uitheemfche Moment heden, en gevolge'ijk hunne Miniiters alhier, altoos werd aangezien als de Secretaris, niet van een enkelde Provincie, maar van de gantfche Republicq, vereifcht meer depences.Het Ampt van Griffier is ut dien hoofde altijd we! als een van de lucratieflle, maar ook te gelijk als een v.*n de ailermoeijeitjkfle, fl«afagtigfte en vertrouwelijkfte geconildereert. De voordeden, dié denGiiffier van zijn Ampt heelt, kunnen geëquipareert worden met die van een van haar Hoog Mogende Miniiters van den tweeden rang buiten 'sLands; of zijne arbeid en moeite daar aan ge-equipareert kunnen worden, zal hij aan het oordeel van anderen overlaaten, en zig voor het overige, ten opzigte van zijn toekoomend beiiaan, aan het goedvinden van haar Hoog Mog. met volle fiducie op hoogltderzelver bekende equiteit en met een dankbaar hart voor de reeds genootene weldaaden, en het tot nu toe in hem betoond vertrouwen, gewillig onderwerpen. Doch dan verwagt hij tefTens dat zijne twee eer-  tl c ( 10 ) Jte of expedieerende Ciercquen, waar van 'er maar éen in de Refolutie van Heeren Gecommitteerden genoemc word, fchoon heide ais zodanig in de Regifters var» haar Hoog Mog. bekend zijn, op wien de gantfche dtreclie in de Griffie, en van de menigvuldige Depêches uit dezelve, rouleert, die ze" hrsLnT 1 aa"Üellinê n°S nie^ tffc troubele tijden neoben beleefd, en wiens voornaamfte inkoomen gevonden moet worden uit de Schnjjkanen, in dier voegen refpeclivelijk getraöeert zullen worden, ais -° 2annLieden aan het hoofd van zoo een aanzienehjk, omflagtigen vertrouwelijk Departement £ m«-"nan •W1ienS ijveri§e werkzaamheid , in deeze moe>,clyke tijden, de Heeren Gedeputeerden als den'rrfffi^ ^ >H°°g M^Se[ ais den Griffier, zeekerlijk geen zwarigheid zullen maken, de befte getuigenis te geeven. ° lan^en^an H± ^ den °ndergeteekende aan het ver1 1 k n Gecommitteerden, ten opzigte van dpom en m hunne meergemelde Refolutie vervat f te hebben voldaan, en zal dus deeze Memorie befluheVme7\Sl v.enge wenichen dar de /ofwaard/ge en o^Sfc gingen van Heeren Gecommitteerden tot de Rev t 5~ hunne eigene fatisfadie mogen 01^0^^!: 'sHage den 18 Junij 1787. (Was geteekent,) H. Fagel. 1  (I) Lt. C. (L. S.) VV7IJ Ondergefchreeven, alle Ordinaris Ciercquen Vaft ™ den Heer Griffier van haar Hoog Mogende, verklaren mits deezen op den Eed bij den aanvang onzer Bediening aan den Lande gedaan, en welke wij hoofd voor hoofd bereid zijn daar op te vernieuwen , dat wij geen kennis draagen van eenig gebruik, welk in ons Comptoir zou plaats hebben, om werk aan de Onder- Ciercquen aait te bejteedeni dat wij nooit direct of indirect eenig werk aan dezelve hebben aanbefteed , of daar toe geauihor.feert zijn geweeft, veel min van zoodanige aanbeüeeding eenig voordeel hebben genooten : Voorts dat wij voor het geene voor particulieren in ons Comptoir word gefchreeven, en door dezelve geligt moet worden, altoos betaald worden op den zelfden voet, als voor het geen wij voor hec Land fchrijven. A&ura 'sHagc den 17 Junij 1790. (Was geteekent) Ccrnelis Bonnet. J. C N'ieuwhnd, C. van den Ancker, P. A. Dehondt. C. Kuijpe. J. L. Quffïu IV. A. van Bereken. J. Washington. H. Nieuwen hui fen, J. van der Etm. L. P. Roejl. Jan Pieter Perrin Jaquet* CL- S ) TfC Ondergefchreeve oudile Qrdimris Clercq van den Heer ■I- Griffier van haar Hoog Mogende, gechargeert met het in 't net fchrijven van de Dageüjkfche Notulen uit de Minuut, erkenne met dankbaarheid , dat ik eenige jaaren geleeden van den Heer Griffier, op mijn aanzoek, en uit hoofde van de buitengewoone volumineusheid van de toenmaalige Notulen, geobtineert hebbe de permiiïie om mij door mijn Zoon J. van der Craght, welke als OnderClercq van de Provincie van Gelderland is beësdigt , te mogen doen helpen ; en verklaare wijders, op den Eed bij den aanvang mijner Bediening aan den Lande gedaan, dat ik geen de minite kennis draage van eenig gebruik dat in ons Comptoir zou plaats hebben, om werk aan de Onder-Ciercquen aan te btftetdtu, als in welk gevai ik geen authorifatie zoude hebben behoeven te vraagen. Acium 't,Hage den 17 Junij 1790. (Was gereekent) S. H. van der Craghtl   (*) BYL AAGE Litt. D. Cnnfideraüen van E^tratl van dat geden Griffier van haar deelt • van het Rapport Hoog Mogende, van d? Commiffie tot de Revifie der Quotes en het Finantie Wee zen , de Griffie van haar Hoog Mogende concerneerende\, welkedoorhaat word voorgeflaagen OM dadelyk in een Resolutie te werden -ceconverteeut. OM reedenen in zijne Memo-. rie geallegueert moet den Griffier voor deeze uitzondering bedanken; hij heeft daar en boven beweezen dat het allernadeeligft voor den dienft van den Lande zou Z'jo, om met het introduceeren van een/ge verandering in de Griffie tot na zyn overlyden te wagten. —- Voor zyn 1'erfuneei verlangt hy niets meer a's. een vaft TraStcmem; dan is hij van alle chicanes bevnid: — maar dan moet dat Tractement ook evenredig zyn aan de moeite en arbeid die aan de Poft verknogt zyn, cn den Staat die den Gniher moet houden. üm intulTchen een begrip tc hebben hoe higtïg men hier mtt de Inkomften van den Griflier omJpringt, verzoekt hij, dat men de Lijft van zijne jura , eens vergelijke met die van de jura van alie andere Collegien. De meelle van deezen hebben de hunnen fuccediveiijk op eigen autborileit verhoogr. De zijne zijn zeedert het jaar 164Ó, alioos op de zelfde hoogte gebleeven, en dusdc laagJle van alicn; ja zommige zoo laag dat hij 'er telkens geld op rr.oec toeleggen. Voor een Refolutie, bij voorbeeld, betaald een Particulier hem niet meer als 15^*"hec zij die Refolutie 20 Regels of 20 Paginas groot is. Dit iaat men zoo, en des nkitegenftaande kan men goedvinden, zonder eens met den Griffier daar over te fpreeken, om hem cok te beroven van het profijt, het welk bij en zijne Pi edecejjeurs altoos genooten hebben op dc Schrijfbjnen voor Particulier (io.)p\At in het vervolg alleen aan de Ciercquen zullen worden goedgedaan de Schryfloonen hierna te bepaalen, met dien verilande egter, dat omtrent den teegenwoordigen Heer Griffier deeze verandering niet.behoord plaats te hebben, maar de zaak geduurende zyn keven geiaaten op den voet, waar op hy zijn Ampt zedert zoo veel jaaren tot volkomen genoegen van Uw Hoog Mog. heeft bekleed. Dog dat aan zijn Succefleur en verdere Opvolgers, voor de directie die hij bij continuatie zal behooren te behouden over het geen ter Griffie word gefchreeven, en tot een dedommagement van het voordeel, het welk hij volgens den teegenvvoordigen voet uit de Schryfloonen zoude genieten,zal worden toegelegd een fom van zeftien duizend guldens jaarlijks bo» ven deszelfs ordinaire Tractement, en zulks zonder onderfcheid van tijde tl vatf Fr ede of Oorlog, met buitenlandfche ÊÊQg endheeden , of van andere extraordinaris tijds omfiandigheeden of gevallen die gezegd zouden kunnen werden, mar der omflag te verwekken, en verA der  (O iieren , waar aoor alleen de modiciteic van zijneandere jura eenigzints vergoed wierd, en die nu bijna tot niets zuilen gereduceert worden. Hij laaf derhalver) gaarne aan de onpartijdige Waereld over om te beoordeelen met welke naam zoo eene behandeling beflempeld moet worden. Ook is het *er zoo verre van daan, dat hij kan avoueeren de begroeting , welke vervolgers bier neevens gedaan word, van de toekomende Inkomilen van zijn Ampt (na dat alvoorens van de jura die hij a£hieel van Particulieren geniet het voordeel van de Schrijfloonen is afgenomen) dat hij wel degelijk regens deeze begroeting moet protelteeren , of dat die geëquipareert zoude kunnen worden met de Inkomflen van een Miniiter van den tweeden Rang, zoo a's anders in fiille en vreedzame lijden gedaan kan worden. Dop. wat dit aanbelangt, is de vraag eigentlijk of zijne moeite en arbeid, zelfs in de ftille en vreedfaamfte tijden, geëquipareert kan worden met die van eenig Miniiter van den Staat buiten 'j Lands, geen AmbalTadeur uitgefloten? Mij moet egter een Staat houden om metAmbasfadeurs te kunnen omgaan, het welk het geval niet is van de Minifters van andere Collegien, (den Heer Raad-Penfionaris van Holland uitgezonderd) die allen daar van gedispenfeert zijn. Daar en tegen zijn de Minifters van. vreemde Mogentheeden , door de Inftructien die zij van hunne Souverainen hebben, allen aan den Griffier, als de bekende Minifter van de geheele Republicq, direct geaddrefleert. 2 e. De Commis van haar Hoog Mogende Vergadering kan dikwijls verpligt weezen den Griffier te vervangen : zijn werk is meede zeer Oraflagtig. h het dus niet ten uitterffe onbillijk zijne Inkomflen zodanig te verminderen? — Dog de Griffier refereert zig tot het geene hij daar omtrent, en ten opzigte van zijne twee eerfle expedieerende Ciercquen in zijne Memorie gezegt heeft; en hij moet nogmaals, zco voor hem zelfs, als voor der met dien veritande, dat ook de Schrijfloonen voor Particulier en op den voet hier voor gemeld, cn dus alleen aan de Ciercquen zullen worden betaald, en de jura ingevorderd, volgens de Lijlt, in de 16. Paragraaph der Inilruclie van denzelven Heer Grirher te vinden, en agter dit Rapport gevoegd onder de Letter E. (welke na onze gedagten zoude behooren gedrukt te worden en opgehangen in de Grime van Uw Hoog Mog. even zoo als dit plaats heeft in de Secretarie van Zijne Doorluchtige Hoogheid, met de betrekking tot de Lijit der jura, die aldaar worden gevorderd) zullende deeze fom van fi6000-0-0 gevoegd bij deszelfs ordinaris Traclement en de Emolumenten , mitsgaders hec geen hij van Particulieren wegens 'Depêches geniet , ongetwijfield uil maaken een fom van f 25- a 30000-0-0 'sjaars, en dus te bovengaan het inkomen van een Minifter van den tweede Rang, waar meede de Heer Griffier de teegenwoordige voordeden van zyn Ampt heeft geequtpareerd. (zc.) Dat den Commis voor het gemis der Schryfloonen, en boven deszelfs ordinaris Traclement zal genieten vier duizend gulden 'sjaars, en ieder van de twee expedieerende Ciercquen twee duizend vijf honderd guldens, en zuJks meede zonder onderfcheid van tijden even als bij den Heer Griffier is opgegeeven. Dat  .... ($)' »uui ^ijti Aiemzoon, ner.naiiien, dat indien men daar op geen regard wil neemen, het hun onmogelijk zal zijn hunne Poften na behooren waar te neemen. Teffens moet den Griffier nog eene Remarque maken, die hier te paffe komr. Bij de Raad van Staate , om dat de natuur vpn hec werk aldaar beeter toelaat om het zelve te fpüjjen , heeft men zes Commifen; namentijk drie ter Trtfode, die eene Clercq nebben, en drie ter Secretarie die zei Ciercquen hebben, — zonder te rekenen de Commifen van het Comptoir Generaal, dat een apart Departement is, en drie Commifen ter Finantie, die een Clercq hebben. — De vafte Traciementen van alle deeze Commifen, bij een gereekend, maken al een Cap'itale fom uit, en of hun mi* daar aan evenredig is, zal den Griffier niet beoordeelen. Het zij verre van hem om die Lieden bun inkomen, of de rufl die zij tusfchen beide kunnen genieten, te misgunnen. Hij \% altoos van gedagten geweeft, dat het erg niet de Republicq moet zijn , ais men haar behuild moet zoeken in het befnoeijên van eenige fubalterne Amptenaaren, vooral wanneer zij Poften van vertrouwen en direBie hebben, en attueel in de poflelïie zijn. Al het geen den Griffier dus wil zeggen, is, dat, terwijl 'er in andere Departementen zoo veel van dat zoort van Amptenaaren zijn, fiet hart is, dat, daar 'er in Z'jn Departement, alwaar den aart van bet werk geen meerder fplij/ing toelaat, maar ttVee zu'ke Amptenaaren zijn, deeze twee aan hem nog fchijnen te werden misgunt, en althans niets gefpaard werd om die Lieden, op wien alles wat het depecbecren aangaat rouleert, te decourageeren. Ook is het al vrij remcrquabel dat men van de directie cn inkomjlen van geene van de Provinciaal* Secretarien opening heeft willen geeven ; dog hier omtrent zal den Griffier zig voor als nog niet uitlaaien. 3e- De Griffier heeft in zijne Memorie van heeden aangetoond op welke valfche grond men voorflaat om Dat aan den Clercq die de directie heeft over het geen gedrukt en gefchreeven moet worden voor en gezonden aan de Miniilers van den Staat buiten 'sLands, meede voor het verlies van het voordeel der Schryfloonen Zal worden toegevoegd een fom van vijftien honderd guldens 'sjaars, zonder nogthans uit hoofde van extraordinaris bezendingen aan denzelven eenige verhooging goed te doen, en zonder dat hij zig in zoodaanige gevallen om een extraordinaris Bijflag aan Uw Hoog Mog. zal vermogen te addrefleeren. Dat wijders nogdenHeer Griffier nog den Commis, nog ook de voorfz expedieerende Ciercquen eenig voordeel zullen mogen genieten, direcl of indirecl, uit de Schrijfloonen, hetzij dezelve door her gemeene Land worden gedraagen, of door Particulieren betaald „ en dat daar meede de Inftrucdien of Commiflien van dc twee eerltgernelde uitdrukkelijk zullen worden geamplieert, en dewijl voor de gemelde Ciercquen geene inilruclie bekend is, nog voor dezelve Commifiien gede^êcheerd worden, dat zulks zal worden gebragt in de Refolutien, waar op aangeileld worden en daar op door dezelve den Eed gedaan. f3e.) En zouden Uw Hoog Mog. by deeze Refolutie al verder dienen te bepaalen, A % dat  C 4 ) mn ^ijuc isiviiifucri van ecu uetus- van hun aelueel Schrijfloon te beroven. Mij protefbert derhalven nogmaals ten (lerkfïen daartegen» Dog hij mag wel lijden dat zijne Ciercquen, behandelt worden als de Ciercquen van den Heer RaadPen fidoaris van Holland, in wiens Comptoir, even a!s in 't zijne, de fecreete biihsnlandfchs Snikken al' leen gefchreeven worden, Men heeft wijilcfjk in Holland begreepen dat den Haag eene gevaarlyke en duurc Plaats is, ai.vaar de vorlyd'ingcn voor zulke Liedrn menigvuldig zijn, en de geHngfféLevensmiddelen t-.n dt'urjle betaalt moeten worden. 4c De Griffier begrijpt ook dat het acces tot den Souva-ain zoo weinig koftbaar gemaakt moet worden als mogelijk is; dog als men hom het v oordeel, vnn het geen Viriii culieren voor Schrijfloon betaalen, afneemt, had men ten mir.lle i ijne andere jura evenredig aan die van andere Collegien , moeten verhogen. 5r. Heeft dit plaats op de Lijft van de jura van andere Comptoiren ? waarom dan ten opzigte van hec Comptoir van den Griffier al.'een deeze mistrouwende precautie? — moeien de expedieerende Ciercquen van den Griffier, die geen voordeel van de Leges trekken, hun tijd doorbrengen, om met de Procureurs Ciercquen, die Stukken komen ligten, de Reguls en Letters daar van na te telle,). Men fpaart zig waarlijk geen moeite orn de Griffie van haar Hoog Mog. te avilifsersn en te degradeeren. fe. Dit heeft altoos zoo plaats gehad. Ie. Voor tui op eewe waazijae, zuiien moeten gebragt worden twee en dertig Regels fer heeler blad, en cj> ieder Regel zes en dertig d veertig Letters} dat voor zodanig een bladzijde , Nederduytfc'". aan den Clercq die het gefchreeven heeft, zal worden goedgedaan vijf'ftuivers:t en indien het in een andere Taal is, zes ftuivers , en dus voor een gch-el Vel in het eeriie geval eene gulden, en in het tweede vier en twintig ft ui. vers. (4e.) Dat even eens zal moeten gereekend worden het Schrijfloon Van hetgeen ten koflen van 'Particuliernt word gefchreeven, en dat voorts in de Lyft der j ra of Depêche-Gelden hier boven genoemd, en door den druk gemeen te maaken, agter de woorden allerhande Copien ieder blad van Neder duit fch vijj[ji'invers; floig. duitfchj fraufch en Latijn zes ftuivers; zal gevoegd worden het navolgende: (Ss.) Mits ieder l/lad het zy Neder duitfc b, Franfch of Latijn niet minder bevatte dan twee en dertig regels ter heeler blad, en zes en dertig a veertig Letters op iedere regel; nadien het acces tot den Souverain zoo weinig kóilbaar moet worden gemaakt als mogelyk is. (6°.) Dat op den zelfden voet zal worden goedgedaan het geen ter Griffie word geregiftreerd, mits zulks even comprefs gefchreevea werde, (7c) Dat  t 5 ) ie. Voor eerft moet de Minut, even als de Notulen zelfs, altoos ter balver blad gefchreeven wrrden, orn dc nödtgè veranderingen daar in te kunnen maken, ae. Indien de r.evenliannde bepaling plaa's nam, zou eie Clercq veel minder kunnen maken ais de ordinaris Ciercquen; want wel verre dat dit werk zoo wei ig boofJbreèlten zou korte;), als men hier voorgeeft, zijn de Frieten cn Stukken, waar van os-n korten inhoud ii) de promillen van een Refolutie moeten niteedrukt worden . ?omtijds zoo 'duijler en ingewikkeld (men lei ze maar eens onder anderen de Stukken die uit l'enlo en de andere Generaliteits Plaatfe i komen) dat het al veel oordeehn ci-rlcg verdicht' om daar van iet > ie m,ial»en. Dog de Griffier refereert zig tot het ge?B« óc geveeze Commis op da' ituk in zijne Memorie aan de Commiliie heef; gei.e^d. —■ 8*. De valfclie grond, waar op dit /.riieul gebouw t is , heeft den Griffier in zijne Memorie van heeden ten klaarlten betoogt; en refereert zig voor», omtrent de behandeling van zijne Ciercquen,tot dc voorilag hier boven gedaan. — ,f V-::.. <} > 9,t Dit heeft altoos zoo plaats ge* had. — Dit (7e.) Dat voor het Noiêi koen, het gcefi ten Comp* to're van den Commis ge* ichicd, voortaan aan den C'enq, die datr toe geëmployeerd word, niet tr.ecr dan Z(S ftuivers van zoodaa* ti.ge bladzijde als bovdi beJchreevcn is, zal worderf betaald, v\a,ir meede dit werk, net welk naar on/e gedagten niet xe&hocfdbtee> ken kan vcroorzaaken convenabel zal lijn beloond, d^g dat voor het geen door den Commis zet e word gedaan, in geen geval iets zal mogen gedeclareer d worden, maar zulks door deiuelve voor zijn Tractement ver* rigt. (8e.; Zullende het Schrijf Joon op den vooriz voet bereekend, voor ieder van de twaalf Clerquen van den Heer Griffier, en voor de twee Ciercquen van den Commis, als men daar bij voegt, het geen door Particulieren word betaald, en het uelk zy al meedezullen genieten, een Inkomen van ten minile vyftien honderd a twee duizend gulden 'sjaars kunnen uitmaaken. f9e0 VVyders zouden Uw Hoog Mog. behooren vait te (lellen dat bij continuatie, gelijk zulks volgens de Memoiie van den Heer Griiliet tegenwoordig gebruikelijk is, door de Provinciaale Clercquen voor de Provincie zullen worden gefchreeven de dagelijkfche Notulen enzoogenaamde Nouvelles, als meede de Stukken die uit de ordinaris Notulen worden overgenoomen. ü (icc.) Dal  ( « ) IO Dit approSetrt den Griffier ren npogifefl ; — mits die korte aanteekeningen \a 't Befogfi.e tel vc gefchieden , aldaar zoo een on'cijfferde Brief ten dien einde lartgfaam voorgèfeefën word. Want als hij, na dat 't Befo^ne van een gefcheiden is, die Brief to; dat einde onder de Led-n moet laaten rouleer en, kan hij niet inftaaa voor ongelukken; en daar en boven zal 't hem ommogelijk weezen in tijds de benodigde Extenlie voor de fecreete Notulen daar eic te mskeoi 't welk hij, of zjn Klen^oin, a'toos zeiven doen. Het fchijnt men hun Ampt ,00 rnoeijedijk en laftig als mogelijk is, wil maken. Ite. Hoe moeten die woorden , ( of anders zullen nodig hebben) verftaan worden? Is 'deeze exprefiie niet fingulier generaal voor zoo een bepalend Articul ? Of is deeze uitzondering voor Heeren Gedeputeerden, die zulke Stukken aan de Heeren hunne Princiraalen wi'len communiceeren ? Dog dit h-.tt den Griffier over aan de befliffing van de Heeren Staten van de refptch've Piovintien. 12e* Dit is conform aan den vo ••ilag vai) den Griffier in zijne Memorie aan de Commiffie; dog ren opzigte van de Brieven ten geleide van Placaaten, &c. ditm en de , refereert de Griffier zig aan het ee; n hij daar omtrent in zijne voorfz Memorie heeft gezeur. Eg'er, zoo dra men, door égard op zijn andere confidcratien te liaan, hem daar (roe."'' Dat volgens de voorflag: door den Heer Griffier gedaan, geene Copijen zullen mogen gefchreeven wor den van ontcyfferde Brieven, maar dat de Heeren Gedeputeerden zig zullen behooren te vergenoegen met de eenvoudige fecture van dezelve, en alseen de vrijheid hebben, om daar uit korte aanteekening te maaken, het geen daar en boven dat nut zal hebben,dat de geheimen van Siaat beeter zuilen wor • den bewaard. en de Ministers bniten 's Lands m ilaat geiteld , on* de zaaken, welke bedekking hebben tot de Hoven, alwaar zy reiideere n, met minder fchroom aan Uw Hoog Mog. over te fchrijven. (11e) Dat voor de Heeren Gedeputeerden geene Copijen, van Refolutien, Brieven en andere Stukken zullen mogen gefchreeven worden , dan voor zoo verre zij die tn particuliere Conferentien en extraordinaris Commiffien of Mi. anders ZCLLtN NODIG HEBBAN. fc,n dat niemand alleen tot zijn particulier nut, of om zig in 's Lands zaaken bekwaam te maaken, eenige Refolutien , Brieven of andere Stukken ten koite van den Lande in ^ene de-r Comptoiren van de Griffie zal mogen doen fchryven. (ne.) Dat in het vervolg niet meer zullen gefchreeven worden de ordinaire < n extraordinaris Staaten van Oorlog, de gentraale en par* ticultere Tetitien, de Biddegsbrteven, en alle generaale Aaufchryvingen, die geen  ( 7 ) ü:ar to? in naar m\ nellen, zal hij gaarne me: «zjoe expedieerende Cierctpen overlegden, «at hier omtrent ook in practijk gebragt k.in wórden, zonder de nootzakelijke vaardigheid in zommige gevallen te btnaaeelen. Op rle Declaratie van den Oniner Haat a'toos uitgedrukt of de Stukken fecreet *J)n ; do^ wat het overige aanbelangt, heeft den Grifher, in zijne Memorie aan de Commiffie, reeds de onuifüoerlykbeid daar van aangeioont, waar aan bij vg nogmaals icfcreert; 14' Hier Haat men den F>al geheel mis. Dit fpecificq aantekenen gefchied in een Hoek. waar in de tuee exp d:eercmU> C'ercquen van den Gntiier, ter hunner decharge, en op den Eed aan den Lande gedaan, omflandig noteeren, de Stukken en Depêches uit de Notulen refulteerende, die zij afgezonden hebben, en dit maakt 'sjaars e.n groot Boekdeel uir. Zoo dit nu op de drie maandelijkfehe Declaratien moet overgefchreevcn worden , ( dat om verfcheide andere redenen impraclicabel is) zjuden deze al meede een vialjg Boekdeel uitmaaken; 't geen waar'cT.ijnlijk de reedt-n is waarom dit noteeren op de Declaraties, nooit volleedig heeft plaats gehad, nog kunnen hebben-, en dat mén 'er al aanflomis geheel van is afgegaan, zonder dat h r blijkt dat de Rekenkamer, (waarfcHijnelijk om de bondige redenen die baar daar voor geg rttn geen grooten haalt vereifchen, mitsgaders alle Brieven tot geleide van Placaaten , Publicatien cn andere Aanfchrijvingen dienende, maar dat die alle zullen worden gedrukt, en alzoo verzonden, gelijk zulks niet alleen in de Provincie van Holland, maar ook by den Raad van Staate gebruikelijk is. fi3e.) Eindelyk dat in dé Declaratien zal moeten worden uitgedrukt, of de gefchreeven Brieven, Refolutien en andere Stukken tot de Jecreete of andere Notulen behoo en, en op deri rand der Declaratien aangeteekend, voor welke Gecommitteerden of Collegien dezelve gefchreeven zijn* gelijk dit bij Uw Hoog Mog. Refolutie van ijSep. tember ir5ói is verllaan eri ook eenige tijd in gebruik geweeit is, het geen té minder bedenking kan onderhevig zyn, f»4e.,| alsmen in aanlchouw neemt, dat aan de expedieerende Ciercquen op derzelver bijzondere Declaratien alle drie maanden betaald ƒ 50- o- d voor het amteekemn en houden van Notitie van Stukken en Papieren en aan welke Heeren gezonden zijn, en (NB ) van het geen daar zij van f-PREEKEN, welke toeleg aanvankelijk met dé vierde drie maanden van het jaar 1661 aan hun is goed» gedaan, ongetwijfeld, orri dat by het Reglement het welk den September; 16 >t is gearrelteert, en met den 1 Oeiober daaraanvolgende in gebruik gebragt was veritaan,dat de Domé* ilicque of andere ordinaire Cleré  ,<*4 ven zijn) daar ooit tegens gereaa- Ciercquen van den Griffier meert beeft. jn nunne Declaratien zou- IntulTchen moet het een ieder den moeten Hellen, voor onpartydiae in t 000; ipringen, ..„11 r*> 1 r dat, t, lelijker tijd dat voorsla- ^,d,ke .^committeerden of gen word om de Inkomlten'van ^OHcgien en op welke dag de expedieerende Ciercquen van Z'J gelchreeven hebben de den Griffier zoo important te ver- Srukken waar over zy de- minderen, alles uitgedagt word om Ciarceien. hunne be^igheeden te vermeer-leren — en dit rdles om maur argwaan te verwekken. I5e- Ds Griffie reie^eert zig tot het (tfe*) Dat voor het ove- geen de geweeze Commis in zijne r;ge voor t)en Qntfanter Memorie aan de CommiÜie hier Generaal van de Vnie geene omtrent gezegt heelt. „ r. . & .. b 0 andere Keioluuen zullen u orden gefchreeven, dan die aan denzeive moeten worden geëxpedieerd, maar dat aan hem ten kolie van den Lande zal worden geleverd een gedrukt Exemplaar van de ordinaris Notulen van Uw Hoog Mogende. 16e. Dit mag den Griffier wel lij- (r6e.) Dit van gelijke den. voor de Magiftraat der itad Maafirickt, als meede voor CpmmiJJ arijfm Jnjlmffeurs aldaar , geene Refolutien zullen worden gelchreeven, maar dat de zodaanige als tot nu toe voor dezelve zyn gefchreeven, zullen gedrukt, en aan gemelde Magiitraat en Commiifariffen verzorgd worden. 17e. De Griffier refereert zig tot het fï;e.) Dat met opzigt tot geen hij hier omtrent in zijne net geen gefchreeven 'word Memorie van heeden aan haar voor de Miniiters van den Hoog Mog. heeft gezegt, en aan g . . , r , f} de Memorie door den Directeur Z SLandS, UW Tinne aan de Commiffie overge- Ho°g M°gende Reiolutie geeven, van 14 Oeiober 1669 zal worden vernieuwd, en dien conform even als in het jaar 1717 en eenige volgende jaaren is in gebruik geweeit, voor dezelve, van welken rang ze ook zijn, geene Relolutien of andere Stukken gefchreeven zullen mogen worden, maar dat zooi8«. Als daa-  l8e. Als boven. ïoe. Als boven. ( 9 ) daanige Refolutien, Memo. rien en Rapporten, van dewelke men zal oordeelen, dat aan dezelve in qualiteit van Miniilers van den Staat communicatie diend teworden gegeeven, zullen moeten gedrukt worden , met uitzondering nogthans van de zodanige, die op ordre van Uw Hoog Mogende of van den Heer Griffier, op denzelfden dag als ingekomen zijn, aan den een of ander Mim'üer gezonden moeten worden. (18e.) Dat insgelijks voor Heeren Gedeputeerden van Uw Hoog Mogende zoo in ordinaire als extraordinaire CommiJJïen of belendingen geene Refolutien, Brieven of andere Stukken zullen mogen gefchreeven worden, maar aan dezelve alleen ge» zonden een Exemplaar van de Brieven, Refolutien, &c. die voor de Miniiters van den Staat buiten 'sLands gedrukt worden. (ïoe.) Dat in het bijzonder aan geen Miniiter van den Staat buiten 's Lands zullen mogen verzorgd worden, het zij gedrukte, het zij gefchreeven Brieven, Refolutien oi Mernorien die betrekking hebben op zoodaanige bediening, als dezelve nietteegenilaande zijne afweezigheid zoude mogen hebben behouden. En dat van gelijken voor Gedeputeerden van Uw Hoog Mogende in binnenlandfche Commiiïien niets zal mogen worden gedrukt , veel min gelchreeven, alleen op dat dezelve niet onkundig zouden zyn van het geen geduurende hunne abfentie ter Generaliteit is voorgevallen. 20e. Als C (ioe0 Dat  C io ) Als. boven,, 21e. Dit is een vsn die generaale bepalingen, welken den Griffier niet kan begrijpen, het zij mee eerbied gezege,dat ingang hebben kunnen vinden bij Leeden van Staat, die eenige kennis hebben van de Conftitutie van de Republicq, en van de manier waar op de zaaken, vooral de buiten'andfche, dikwijls moeien werden behandelt, en welke hij derhalven al meede denkt dat ongemerkt in het Rapport is ingefloopen. De Griffier kan in de daad aantoonen, dat'er dikwijls Stukken van de allergroorfte aangelegendheid voor 't behoud van de Republicq, en dat wel menigvuldige en volumineufe, door de vertrouvfte Lie4?n van zijn Comptoir hebben moeten gefchreeven worden, die, nog in de Vergadering van haar Hoog Mog. zijn ingekomen, nog tot dezelve behoorden, en van nie. mand anders als Zijne Hoogheid, den Heer Raad Penfionaris van Holland, en eenige weinige voornaame Leeden van de Regeeriog, poit gezien zijn geweeft of konde worden. Zal hij nu voor diergelijke Stukken geen Schrijfloon mogen reekenen, of die uit zijn zak moeten betalen, dan kan hij niet anders doen als daar voor te bedanken. Dog men fchijnt 'er zoo ieverig op uit geweeft te zijn , om de Poft van Griffier van haar Hoog Mog. te beperken, te bepaalen, tebefnoeijen ,te verminderen en te deg'radeeren,dat men 'er de wezentlyke dienft van het Land door uit hec oog verboren heeft. 22e. Zon- fioe.) Dat voorts in gevalle voor eenige Collegien ter Admiraliteit of anderen uit de Griffie worden verzorgd zoogenaamde Nouvelles, voor die Collegien al meede niet zullen mogen gefchreeven worden zoodanige Brieven, Refolutien, &c. die gedrukt worden, maar dat een Exemplaar van die Stukken aan dezelve zal worden gezonden. (ne.) En in het generaal dat in de refpecfive Comptoiren van de Griffie geene Stukken zullen mogen gecopieerd worden, dan die ter Vergadering van Uw Hoog Mogende ingekomen zijn, of rot dezelve behooren, immers dat voor het Copieeren van andere Stukken geen Schijftoen ten lafte van den Landeü zal mogen gebragt worden. Ten laatite dat de Ciercquen onder hunne refpective Declaratien op den voet van des Raads Refolutie van 16 Juny ïrSó^f zuüen moeren Hellen de Concept-Vei kiaaring hier agter geveegd fub Litt. F. t Ein-  ( M ) Zonder nainykcurige en wei nicgewerkte indices is het onmogelijk een Vergadering, als die van haar Hoog Mogende, alwaar alles refo/teert, en dus memgerhande rc(petten van zaken zijn, fe bedienen. Raad en Rekenkamer komen ook telkens die indices confukeeren, zoo ook de Gecommitteerden ter Admiraliteit, wanneer die hier befogneeren. Om die indices wel te maken , moeten de Notulen en Stukken naarliig nagelee^tn worden. Met zoeken en leezen gaat zoo veel tyd weg, dat die geen ,' die met dat werk gechargeert is, onmogelijk anders als pa zijn tijd k3n reekenen; en dit doet hij op den Eed aan den Lande gedaan. Verkiezen de Bondgenooten egter liever een vaft Traclement qaar voor toe te leggen, dan moet den Griffier zeggen dat 2000 gl. ie gering voor zoo een omflagtig en geftadig werk is — en' dat daarenboven meer als drie Ciercquen daar toe nodig zijn, als men de Jecreete Indices én het maken van Retroacla's daar bij voegt, vooral wanneer vereilcht word dat een zaak van hoog moet opgehaald worden. Dus dan heelt den Griffier zijne Conjideratien op dat gedeelte van het Rapport van de Commisfie , welk door dezelve werd voorgeflaagen, om dadelyk in eene Refolutie van Staat te morden geconverteert, vrijmoedig gegeeven, en hij vermeend in dtzelven en in zijne Memorie, heeden aan baar Hoog Mog. ovt rgegeeven, op onwrikbaare gronden te hebben betoogt, d3t indien de voorflagen van de Commiffie, zijn Departement rakende, zoo als die leggen , werden geamplecreert, hij gerulïelijk kan verzeekeren dat dezelve wel degelijk zullen ftrekken tot (ix0 Eindelijk, Hoog Mogende Heeren 1 hebben wij nog overwogen, op wat voer behooren het&tid té worden het maaken eriIVbrij • ven* van indices} bet naardien en aameekenen van retroac'ia en ander:e cliergeiyke Vacatiën3 waar voor (200 als den Heer Griffier bij zijne Memorie zig uitdrukt ) thans gereekend word naar den tyd, die daar aan beiiet'd word, weet ende ieder Clenq hoe ve>l hy in een uur kan Jvhryutn; dan wij kunnen pns geen denkbeeld maaken op wat wijze zulks gereekend word, terwijl daar en boven op dien voet ieder Clercq zijn eigen werk taxeerr, het geen niet naarlaat a?n bedenkingen onderheevig te zijn, èn om die reeden zouden wij Uw Hoog Mogende aanraaden, om tot het voorfz werk een bijzonder Clercq aan feiiellen op een Tractement van twee duizend guldens 'sjaars waar voor hij zig met dit werk alleen zou moeten bezig houden, zonder tot het fchryven van eenige andere Stukken ts worden geëmployeerd. 03e.; Bij aldien al/e deeze : fchikkingen door de hooge Bondgenooten mogen worden geapprobeerd en in eene Refolutie geconverteerd, kunnen wij Uw Hoog Mogende geruttelijk verzeekeren, dat, zonder eenige veragtering van'sLands dienft, de ingeiloopen misbruiken zullen zijn wegoenoomen en daar door een weezendlyke voordeel aangebragt aan de Finantien yan de Generaliteit, en wij C z ver-  (11) 'sLands dienft, en rfs rora/^ Bfr/fe van de Griffie van haar Hoog Mog. Hij kan derhalven niet anders doen te herbaaien, dat hij de Refolutien van de hooge Bondgenooten zal in wagten; alzoo hij als dan alleen zal kunnen oordeelen, of hij zijn Ampt naar gemoede , en ten meefien dienjle van den Lande en van de Vergadering van haar Hoog Mog. za! kunnen blijven waarneemen of niet; — En zijn Kleinzoon Hemt ten dien opzigte volkomen met hem in. .Confideratïen van den Griffier van haar Hoog Mogende. DE Griffier heeft door meer als een voorbeeld, zoo in zijne Memorie van heeden, als in zijne bovenflaande feparate Remarques , beweezen dat de Commiffie, in zaken zijn Departement rakende, en zonder dat men zijne confiderarien daar over heelt ingenomen, op eene verregaande wijze is misleid geworden. De nevenltaande Verklaaring leeven een allerlterkfl nieuw bewijs daar van op, als z'jnde alleen ingengt om verwarring en vertraging in de expeditie te veroorzaaken, en dus de Griffie van fi3ar Hoog Mog. in dit important point namentlijk de exatïitude en vaardigheid van de expeditie, waarvan in zommige gevalien, zoo als bij voorbeeld, dat van de Canonfchoot op de Schelde, om zoo te lpreeken de Vreede of Oorlog kan afhangen , geheel nutteloos te maken. In der daad, een Clercq, zoo dra hij een Stuk heeft afgelchreeven , krijg* het zelve niet meer in handen, meeft-al verpligt zijnde dade- vernauwen ocrnaiven oat Uw Hoog Mog. daar omtrent door het ampleedeeren van onze gedaane voorflag, gereedelijk zullen tragten te voorzien. Concept Verklaring (volgens de voorilag van de CommiÜie) by hun Hoog Mog. te ar* refteeren, en voortaan door de Ciercquen ter Griffie van hun Hoog Mog. te feilen onder de Declaratie van Schrijfloon by dezelve verdiendt, en zulks op den Eed in het flnk van hunne bediening aan den Lande gedaan. "Y/TErklaaren wij Ondergey fchreeve op den Èed bij den aanvang van onze Bediening aan den Lande gedaan, dat deze Declaratie van verdiend Schrijfloon in alles is geilek en gedreileert agtervolgens en in conformiré van het Regiement van den 13 September ióói. op het ituk van de Schrijfloonen door hun Hoog Mogende voor derzelver Griffie gear. reüeert, — en hun Hoog Mog. Refolutie van den waar bij eene nadere befaling dienaangaande is gemaakt , en da: dienvolgende geene Schrijfloonen van Extracten van Refolutien,Sententien, ècc. dewelke bij Particulieren zijn geligt, en daar van aan den Heer Griffier zijn regt is betaalt, in  j..r.:i. Vi i'-^ n . . ■ ... ■ < ' '\ ,. z;il die Clercq nu in ilaat zijn de nevenftaande Verklaaiing in gemoede tl tcekenen , ten zij de expedieerende Ciercquen, de ordinaris CUrcquen teikens van hun werk aftrekken, om dezelve in hun Comptoir tot getuigen te rot pen als zij de Stukken afzenden ? De verwarring en vertraging welk dit moet veroorzaaken, moet immers in het oog fpringen aan een ieder die maar het geringfte begrip heeft, van de omjlagtigheid van zoo een Departement als dat van den Griffier, en de vaardigheid welke daar in e^ter vereifeht wo'd. Mag den Griffier dus niet wel vragen wat het geheim oogmerk kan geweeft zijn, van dia geen die y.oodaanige Verklaaringen voor zijne Ciercquen aan dc Commiffie hebben voorgeflagen, ronder die vooraf met hem te nebben geconcer-, teert; en is hij des niet verpikt zig ten fterkflen hier over te beklagen. En voor zoo veel de nevenftaande bereekening aangaat is de vraag al verder, hoe een Clercq voor een begonne zijde zal declareeren. Zal hij halve, derde en vierde gedeeltens van zijden in Declaratie moeten brengen ? Hoe zal men in de Rekenkamer die gebrooke getallen verreekenen ? Is het derhalven niet waarfchijnelijk dat men juift om die reeden in den ouden tijd de Reglement! Bladen zoo klein, en op zoo een lagen prys genomen heeft, om dat dan beeter kan bereekend worden hoe veel van dezelve op een zijde gaan, zonder in gebrokens te vallen ? Dit had men moeten bedenken eer men, op een verkeerde interpretatie van het geen den Griffier daaromtrent aan de Commiffie in zijne Memorie gezegt heeft, voorfloeg om oude palen te verzetten, en nieuwe bepalingen aan zijne Ciercquen voor te fchrijven, zonder die vooraf aan hem te communiceeren. Was gete« H ju ue oovenitaamie Lïcc'.aratie /tjn gebragt, gelyk 00% gi i Ht Br icven , Rappor Ten en mar andtre Stinken voor bun hoog Mog. Gicommttnut teer den , Ofte Coilg-.en , die zig daar -van heblen moetin bedienen, in particuliere Conferentien , extraordinaire Commffien als andebs dan daar voor ge fielt zynde Naawen van de Heeren ofte Collegien, die zi^ daar van uit oorzaak als voor\n 'hebben gediend; en dat de alhier aangercekende en gcextendeerde Bladeren zijn befchreeven geweeft inmaniere als volgt, te weeten dat ieder bladzijde ten minflen is befchr eeven met tvjee en der* tig Regulen en ieder Regul met zes en dertig d veertig Letters. kent, Fagel: D   (*) ïïoog Mogende Heeren) J3Y Refolutie van U Hoog Mog. van den z6 der voorlede maand, genomen op een Propofitie van de Heeren Gedeputeerden v.m de Provincie van Vriesland, raakende het voortzetten d