GENEESKUNDIGE STAATSREGELING. EERSTE DEEL»   JOHAN PETER FRANK, Med. Doft. Hofraad van Zijne Keizerlijke Koninglijke Majejieit, Hoogleeraar in de Praclijk der Heelkundt en DireEleur van het algemeen Hospitaal te Weenen , GENEESKUNDIGE STAATSREGELING. O F VERHANDELING van die middelen, welke tot aanwaï der bevolking , en bevordering der algemeens gezondheid by ons en andere volken zyn in het werk gesteld, of nog aangewend zouden kunnen worden. Naar den Tweeden Druk uit het Hoogduitsch vertaald, en met Aanmerkingen vermeerderd, door H. A. BA K E, Med. Doel. Prtehftor in de Verloskunde en Stads Vreedmeefter te Leyden. EERSTE DEEL. t«, leyd/en ik t» amsterdam, bij A. en J. HONKOOP, en J. B. EL WE, MDCCXCYIi   VOORREEDEN VAN DEN V E XL T JL JL JL E JR< J[-j[ct aanpryzend getuigenis in het eerfte Stuk der Geneeskundige Bibliotheek 1785. aan het Werk van den Heer J. P. Frank gegeeven, boezemde my de lust in, om my met hetzelve nader bekend te madken; en byhet doorleezen kwam bet my indedaad voor der Vertaaling overwaarde te zyn, daar doch van deeze zoo uitgebreide, voor de geheele Maatjehappy zoo nuttige tak der Geneeskunde geen aaneengefchakeld Samendel voor handen is , en dit IVerk met eene alge'meene goedkeuring in Duitschland ontjangen, en ten tweeden maak ter Pcrsfe gebragt is. Augendis&ScrvandisCivibus: dit is hetgreote doeleinde, het welk de Schryver hier meede poog-, de te bereiken, en met hoe veel regt zoude ik niet wegens een zoo pryzenswaardig oogmerk , als den aanwas en het behoud onzer Meedeburgeren * z te  IV VOORREËDEN is in grootfche loffpraak kunnen uitweiden , en den Vaderlandlieyenden Burger 'zoo wel als den rechtfchaapen Regent, die een menschtievend hart in zynen boezem draagt, met ie vuurigfle bewoordingen zyne verpligting, die hy tot het bevorderen van dit heilzaam oogmerk heeft, op het nadruklykst kunnen voorftellen. De flerkfte aanpryzïng , waar meede ik hei werk van den Geleerden Schryver mynen Landgenooten kan aanbeveelen , zal gewis deeze zyn, dat ik hen eene korte fchets daar van' mee de deels, voor zoo verre hetzelve my bekend is. Na eene zeer gepaste Inleiding, befchomvd de Heer Frank den veelvermoogenden invloed die de drift ter voortteeling op onze gezondheid heeft: het nadeel, het welk de Maatfchappy in het algemeen , en elk van deszeifs leeden in het byzonder , het zy hy daar in in den Geestlyken, in den Waereldlyken Stand, tif in de betrekking eenes Krygsmans geplaatst is , door de onthouding van het werk der voortteeling lyd, dit nadeel field hy op het allerovertuigendst in alle deszelfs fchadelyke gevolgen vovr. — Niet f egts de geheele verwaarlaozing van deezs ingefchaapen drift, maar ook deszeifs verkeer-  van dbn Vertaal er. v keerde bcfluuring in de Huuwlyken tusfchen te ■jonge, te oude, of ongezonde Perfoonen heeft voer den Staat, en elk dier gehuuwden, eene allernadeeligfie uitwerking, en zal dit werk der voort^ teeling ten meeften nutte der jamenleeving gedijen , het zelve moet door wyze wetten bevorderd en gereegeld worden; men weere al wat de yruchtbaarheid hinderlyk zyn kan in beide da Kunnen, en drage voor de zwangere, baarende, en kraamvrouwen, voor derzelyer dierbaare panden eene vaderlyke zorge. Zie daar den inhoud van liet Eerfte Deel; in het tweede betoogt de Schrvcr het verderjlyke en ■rffchuuwlyke der ontugt, en doed ons aan de eene zyde het oog vestigen op die JVetten, welke in verfcheide Maatjehappy en ter beteugeling van dien geesfel des menschdoms en deszclfs menigvuldige en verfocilyke gevolgen zyn vast gefield, en door eene wa/ikzaame Overheid nog beraamd zouden kunnen worden ; maar aan de andere zyde befchouwd hy tevens de ongelukkige flagtoj* fers der wellust en haare onjchuldige kinderen als voorwerpen, niet flegts van [het innigst mededoogen, maar ook der menschlievende zorge haar er Overheedm; hy field dus ook de middelen voor, waar door men de Moeder aan een onherflelbaar verderf, het onfchildig Wigtje aan, * ~ zen  VI VoORRÊEDE N een rampzalig flerflot kan ontrukken, en al wat ■ ter voorkoming van het verwekken van misdragten, om hals brengen , of ter vondeling leggen der pasgebooren kinderen in welgeregelde Staal en in het werk gefield is, of worden kan. Verre van den teder en Zuigeling , of het fiaamelend kind der vaderlyke zorge eetier Regeering onwaardig te achten , befchouwd onze Schryver in hetzelve de hoop des Vaderlands, en handelt dus met de vereischte oplettenheid over de lighaamlyke opvoeding der eerfie kindsheid, en het voorkomen van die ongevallen, die van hunne geboorte af tot hun y. jaar toe, uit deeze opvoeding kunnen voortfpruiten, en zoo niet den gewisfen dood, ten min ft e de aller aanmerkelykfle lighaams - gebreeken ten gevolge hebben. Met de overtuigendfle drangredenen field hy de verpligting eener moeder voor, om haar kind 'het natuurlyk voedzel, haar eigen Moeder - melk, ■niet te onttrekken , en betoogd in hoe verre zy hier meede het welzyn van haar kind, haar zelve, en haar Vaderland behartigt; indien echter, gelyk niémand ontkennen zal dat fomwylen plaats heeft, het volvoeren van deeze zoo aangenaams pligt onmogelyk is, moet ook voor deeze in dit geval moederlooze wigten gezorgd worden, en ten dien  VAN DEN VêRTAALER. VII dien 'einde is het van het groot/ie aanbelang, dat men door de zorge der Overheid in /iaat gefield worde om het pasgebooren kind van eene gezonde Zoogfter te'voorzien; hier om geeft onzen Schryver verfcheide navolgens - waardige voorbeelden van heilzaame , en tot dit oogmerk ftrekkende inftellingen. Weeshuizen en zodanige Ge/ligten, waarin het hulpelooze en moedwillig verlaat en Wtgtje menschlievend word opgekweekt, moeten met de groot ft e oplettenheid ingerigt en beftierd worden , hier van en van derzelver allerwenfchelykfte verbe,tetingen geeft de Heer Frank de nuttigfte voorbeelden. i Het onderwys der Jeugd, hoe zeer met het heilzaamst oogmerk , en ter vermeerdering van derzelver nuttigheid voor den burgerftaat in het werk gefteld , kan, niet behoorlyk ingerigt zynde, het bederf der gezondheid en lighaamskragten ten gevolge hebben; de Sckryver vermaant dus wel ernftig de Overheid om acht te geeven, dat in de openbaare Schooien de jeugd niet door eene te vroege infpanning der zielsvermogens, eene zittende leeyeuswyze, en anderegebreeken der Schooien in haare gezondheid benadeelt worde, en rand ten fterkften aan de lighaamsoeffe* 4 fiin-  vin Voorreeden mngen in onze openhaare opvoeding weder in te voeren. In het Derde Deel maakt de behoudenis der. algemeene Gezondheid, het voomaame onderwerp nit; ten dien einde hefchouwd de Schryver, welke fpyzen en dranken op ons lighmm tenen voor- of nadeeügen invloed hebben , en in hoe verre het aan eene Burgetiievende Overheid mo- ' Têlyk zv , om door wyze wetten het gebruik dier fpyzen, dranken of derzelver teebereidzels, die "of uit zich zeiven, of door eenige verkreegen hoedanigheeden voor de gezondheid nadeelig zyn, te bepaalen of vdfirektelyk te verbieden; hy brengt de kleederdragt ter toetje, en betoogd welke ge, deeltens deezer zoo veranderlyke verfering voor onze gezondheid ten hoogflen nadeelig zyn: de Openbaar e Vitfpanningen verdienen voorzeker onzen aandagt en de zorg eener waakzaame Repeering; deeze zyn nog voor zeer groote verbeteringen vatbaar, en zyn dikwerf oorzaak dat wy, terwxlwy ons zorgeloos verlustigen, den grondflag leggen tot kwaaien, die ons eerlang ten grave feepen. Wat kan men van grooter aanbelang feilen, dan dat wy in onze woonplaatfen zelve, het zy< dóór de ongezondheid der luchtfïr eek, het zy door de  VAN DEN V~ERTAALER. IX denadeelige Wyze van bouwen, het zy door hef verzuim der algemeene zindelykheid', ons en onze kinderen in de verbindende kaaken des doods werpen; is het dan niet de duurjle pligt eener weigefielde Regeering hier op zorgvuldig acht te «eeven, alle befmetting en onzuiverheid zoo veel mogelyk te weeren, en de bouworde der woonlnoen, en die ongezondheid die aan het Gewest zelye eigen is naar hun meeste vermoogen te verbeteren. Zie daar nu Leezer! eene zeer kortefchets der 3 Eerfle Deelen van het Werk, dat ik U in het Nedcrduitsch aanbiede; de Schryver heeft voor om hier mede voort te gaan, en door het byvoeven van hut nog ontbreekende dit allernuttigst bWerk tot een volleedig Samenftel eener Geneeskundige Staatsregeling uit te breiden. In myne Vertaaling hedbe ik het oorfpronglyk zoo naauwkeurig mogelyk is gevolgt; in dier voegen echter, dat ik dat geen, het welk alleenlyk op Duitschland toepaslyk was, en dus voor Nederlanders van minder aanbelang kon gereekend worden, hier en daar heb getragt te bekorten, zonder echter van den weezendlyken inhoud iets te verliezen; dus hebbe ik de Publicatien en Ordonnantiën in fommige Staaten van Duitschland .* S  x Voorhebben afgekondigd, niet woordelyk, maar ftegts voor zoo, verre dezelve ter bereiking van het voorgeflelde doelwit dienden , meedegedeelt, en integendeel getragt, dat geen , het welk door onze VolksVvtegenwoordigers in de Algeme'ene, Provinciaale, ofStedclyke Vergaderingen ter behoudenis der algemeene Gezondheid en Aanwas der Bevolking beraamd, en ter nakoming opentlyk afgekondigd is, magtig te worden, en zoo veel ik lieb kunnen opzamelen, den Nederlandfchen Leezer mede te deel en. Vheiligt zal het den 'een en ander myner Leezers voorkomen, dat het geen ter weering van veele misbruiken door den Schryver. word voor gefield, te veel met eene Duitfche Despotieke Regeerings•wyze overeenkomt , .dan dat het zelve in onze Repubükeinfche Regeeringsvorm uitvoerlyk zoude zyn , dat ik derhalven niets verzuimt zoude hebben met zodanige ouuitvoerlyke voorflellen. geheel en al achterweege te laaien ; aan de eene zyde erkenne ik, dat 'er in dit Werk zeer veele voorfagen zyn , die niet wel dan in eene Momarchaale Regeering tot fland gebragt kunnen Worden, maar tevens ben ik ook aan:de andere •zyde ten vollen overtuigd, dat het voorflellen van zodanige voorfagen , zelf van dezulken die door onzen Souverein behoudens onze Burgerly- ke  VAN DEN VERTAALER. XI Jee Vryheid niet wel kunnen worden in het werk gefield, echter van zeer veel nuttigheid kan zyn, door den aandagt van onze Medeburgeren op deeze voorwerpen te vestigen , het nadeel, het welk in deeze of geene misbruiken voor den Staat en elk Burger in het byzonder geleegen is, hen onder het oog te brengen , en hen aan te maanen om uit eigen beweeging, zonder door het bevel eenes Monarchs hier toe genoodzaakt te zyn, die wegen in te flaan, waar door zodanige misbruiken geweerd of verbeterd zouden kun ■ nen worden. Met dit oogmerk heb ik achter elk Hoofddeel myne Aanmerkingen laaten volgen , waar in ik het geen in dat Hoofddeel vervat is op ons Vaderland trachte toe te pasfen en aan te toonen, in hoe verre het invoeren der voor ge fagen verbeteringen in onze Republiek mogelyk zy9 zonder onze Burgerlyke Vryheid te benadeelen; en in de daad indien men deeze Vryheid zoo verre uitflrekt, en men die Vader lyke IVetten, die ons noodzaaken op ons en onzer kinderen welzyn eene behoorlyke acht te geeven, als inbreuken op d&* zelve aanmerkt, dan moet men ook alle verpligtingen, die ons beletten, ons zelf en onze meedemenfchen te benadeelen , den bodem in fiaan ; en zoo eene onbegrensde Vryheid zal dus, verre van eene allei wenschlykfie zeegen te zyn t eene af te hiddene vloek voor het Menschdom worden.  :xn Voorre eden Gy , dié in het Staats of Stadsbefuur op de Stoelen der Eere geplaatst zyt! men n-we achtenswaardige Medeburgers de bcfchervning van hen en hunne regten hebben toevertrouwd, l.iat de zorge voor hunne gezondheid een voornaam -voorwerp, uwer bedoeling zyn; de zorgelyke om■jiandigheeden, waarin ons eertyds zoo gezeegend Gemeenebest door doldriftige hecrschzugt gedompeld is, overhoopen U voorzeker met allergewigtigjle bezigheeden, maar aan welke verwisfelingen Ryken en Stadiën ook mogen onderheevig zyn de vermenigvuldiging en behoudenis der Inwoo Van de Huuwlyken tusfclten Ongezonde Perfoonen. Pag. 259 — 314» Of men billyker wyze aan ongezonden het huuwlyk verbieden kan? Van de kragten ter voortteeling nodig. Van de al te groote vryheid om een huuwlyk naar goedvinden aan te gaan. Hoe bedenklyk ook voor gezonden den Echt met eenen ziekl'yken is. Schadelykheid hier van voor de vrugtbaarheid. Overerving fommiger ziektens van de Ouders op de Kinderen. Het gevaar der befmetting word door deeze ongezonde huuwlyken vermeerdert. De Overheid moet dus alle middelen in het werk ftellen, om foortgelyke huuwlyken te beletten. Opnoeming dier gebreeken, welke het huuwlyk ongeöorloft maaken. ! De Vallende ziekte. Deeze ziekte word door de byflaap vermeerderd. Voorzorgen tegen de huuwlyken der aan de Vallende Ziekte onderheevige perfoonen. Deenfche Wetten dien aangaande. Nodige Aanmerking. In het Bisdom Spiers. Nodige voorzigtigheid in het vastftellen van zodanige wetten. Het huwlyfc geneest zomwylen deeze kwaaden. Voorfiaagen ** 4 der  #Xft I N H O Ü D. ter verbeetering. Nodige waarfchuwing. 2. De Uitteeringen, De Longenteering. Uitteeringen door ongeregeldheeden. Middelen ter verbetering, uitteeringen na langduurige en ;swaare ziekten, fioortgelykc gebreeken. Kwaadfappigheid. Groote gebreeken van het bekken. Niet alle mismaakte vrouwen hebben gebreeken aan het bekken , terwyl ook niet alle welgemaakte van dezelve bevryd zyn, Hoe zodanige Vrouwen van het huuw/yk af te houden ? Andere wanflaltigheeden. Invloed van den Soldatenpand , ter vermindering der gezonde huuwlyken. Aanfteekende en erflyke ziekte. De Venusziekte. Wat hier tegen in het werk te ftellen ? De Melaatsheid. De erfelyke Schurft, verhardingen der klieren, kanker. De Steen in de nieren of blaas. De Jigt, Podagra, Scorbut, enz. Gebreeken , of aanmerkelyke wanflaltigheeden der Deelen tot de voortteeling gefchikt. Van deeze gebreeken moet by tyds kennis gegeeven. Gewoone gebreeken by Mannen. Eene ondoorboorde of te onrecht doorboorde roede. By Vrouwen. AfweeZigheid der ftondea. Gebreeken der borften. Wanflaltigheeden. Uitzakkingen. Noodzakelyke bekendmaking deezer gebreken voor de huuwlyks verlooving. Krankheeden der Ziel. Krankzinnigheid. Verregaande zwaarmoedigheid. Nachtwandelen. Befluit van dit Hoofddeel. Aanmerking. Maatreegelen en Vermaaning teegen het aangaan van Huwelyken tusfchen ongezonde Perfoonep. VIERDE HOOFDDEEL. F~qn de Onvrugtèaarheid. Pag. 3IS — 360. Volkome en onvolkome vrugtbaarheid. Of het mooglyk is op de manlyke vrugtbaarheid eene juiste bepaaling te maaken? Of de veelwyvery voor de vrugtbaarheid in het alge-, meen voordeelig is? Waarfchynlyke bereekening van der mannen vrugtbaarheid. Voorbeelden hier van. Het geflagt der Vrouwen, is veel minder vru,gtbaar dan. dat der Mannen. AI» L ge-  INHOUD. «Hit gemeene veragting der onvrugtbaarheid. Pogingen der vrouwen tegen dezelve. Geftrenge wetten tegen de onvrugtbaare. Affchaffing deezer wetten in de Christen Eeuwen. Onderfcheid tusfchen onvermogen en onvrugtbaarheid. Het onvermogen wanneer het bewezen kan worden is ook in de Roomfche Kerk een reden tot fcheiding. Of het aantal van onvrugtbaare huwlyken in de daad zoo gering zy, als voorgegeeven word? De Voortteeling is nuttig ter behoudenis van der Vrouwen gezondheid. Verdeeling der Ooizaaken van Onvrugtbaare huwelyken. Zeedelyke Oorzaaken. Vreeze voor Kinderen. Verdorven neigingen. Tegenzin en Onverfchilligheid der Gehuwden. Geftadige tweedragt. Veronachtzaaming der vrouwlyke kwaaien. De Hartstochten der Gehuwde Vrouwen. Buitenfpoorigheden der Gehuuwden. Natuurlyke Oorzaaken der Onvruptbaarheid. By de Mannen. Gebreeken der Teeldeelen. Van de Gefneedenen. Verfcheide Breuken. Derzelver oorzaaken. Slechte Ryzadels. Het altevroeg ryden van jonge knaapen. Natuurlyke Oorzaaken der Onvrugtbaarheid by de Vrouwlyke Kunne. Een te lang verfchoven Echt. Breuken en uitzakking der Baarmoeder. Ongeregelde Maandftonden. Eene ongeregelde leevenswyze. Te lang zoogen der kinderen. Noodwendige voorzorge tegen fommige oorzaaken der Onvrugtbaarheid. Eene algemeene verbetering der Zeeden. Aan. tekening der Onvrugtbaare Huuwlyken. En derzelver waarfchynlyke Oorzaaken. Eene zorgvuldige waarneeming van des Volks neigingen. Verbanning van allen dwang met opzicht tot het Huuwlyk. Eene zorgvuldige toezicht op de inwendige rust der Huisgezinnen. En de ruuwe behandeling der Vrouwen. Strenge ftraffen op Onkuïschheid der Gehuuwden. De Castratie moet op het allerflrengst verboden worden. De vreemde Breukfnyders moeten geweerd worden. Verder verzorging der Gebroken. Noodzaaklykheid van goedkoope Breukbanden. Armen moesten voor niet hier van voorzien worden. Mee moest den Landman hier van eenig begrip geeven. 'Er moesten bekwaame Breukfnyders aangefteld worden. Wat men by *♦ S Wa"  XXIV INHOUD. Waterbreuken te verrichten hebbe. Van alle te Verrichten Breukfnydingen moest kennis worden gegeeven. Zorge voor Vrouwen aan dit gebrek onderheevig. Van de uitzakkingen der Baarmoeder. Algemeenheid van dit ongemak. Beiluit van dit Hoofddeel. Koninglyke Pruisfifche inrichting. Aanmerking. Zwaarigheeden teegen het uitvoeren der voorgenaagen Maatreegelen ter vernietiging vanhetHuwelyk tusfchen Onvrugtbaare Perfoonen. VYFDE HOOFDDEEL. Van de vrye Keuze in het Huwelyk. Pag. 361 — 37$. Hoe noodzakelyk de onderlinge liefde der Echtgenooten tot het verkrygen eener gezonde en duurzaame Nakomelingfchap is. De Overheid moet het Huuwlyk van jonge lieden, die elkander beminnen, trachten te bevorderen, en even alsinFrankryk den dwang van eigenzinnige Ouders perk nellen. Wat op het land aan zoo eene vrye keuze hinderlyk is. Gewoonte om de vryheid tot het Trouwen van een vreemd Meisje te koopen. Noodzaakelykheid om de verfcheide Stammen der Menfchen met andere Stammen te vermengen. Voorbeeld eener allernuttigfte inrichting in Frankryk. Men moet de haat en jalouzy der Dorpen tegen elkander trachten te doen ophou-len. Voorflag om de naby elkander geleegen Gemeenten met elkander te verbinden. Van het ftrafbaar uitftel in de vervulling der Huuwlyksverlooving. Noodzaakelykheid om in deezen een vasten tyd te bepaalen. ZESDE HOOFDDEEL. Vm de lighaamlyke Opvoeding der Meisjens. Pag. 377 — 395. De Natuur alleen vormt de gezondfte Moeders. De hedendaagfche Opvoeding is voor de Bevolking in het algemeen, en de  INHOUD. XX» de Vrouwlyke Sexe in het byzonder, ten hoonden nadeelig. Zy is de oorzaak van het fterven van zoo veele Kinderen. En Moeders. Zy vorderd derhalven eene zorgvuldige verbeetering. De Klooster.opvoeding is zeer fchadelyk. Noodzakelyke verbeetering derzelven. Voorbeeld der opvoeding der jonge Dochters te Lacedcemon. Noodzaakelykheid der lighaamsoerfmingen voor het vrouwlyk gedacht. Vermindering der Speelgezdfchappen, en bevordering der Wandelingen. Verkorting en verbetering der Schouwfpelen. Verbetering met opzicht tot het Dansfen. Nadeel van fommige gedeelten der kleeding voor aanftaande Moeders. Van welk een aanbelang het tyddip der maandelykfche reiniging is. Gevolgen der onkunde van jonge Meisjens, wegens deeze omftandigheid. Hoe deeze misdagen tegen te gaan. Schadelyke gevolgen van der Vrouwen zielsgebreken op de Vrugtbaarheid. Verbetering der al te groote aandoenlykheid. In hoe verre deeze verbeteringen de Overheid aangaan. Aanmerking. De lighaamlyke Opvoeding der Meisjens op onze Kostfchoolen is doorgaans zeer flegt. ZEVENDE HOOFDDEEL. Van de Noodzaaklykheid, om hen, die zich in den Echt begeeven, van de P/igten des Huwelyks te onderrigten. Pag. 396 — 490. Men heeft tot nu toe het onderricht wegens de noodzaakelykfte pligten des Huuwlyks over het hoofd gezien. Alhoewel de onkunde hier in zeer algemeen is. Van wie men dit onder' rigt verwagten moet. Waar in het zelve hoofdzaakelyk beftaan moet. Aanmerking. Onze Geestlyke konden meede hier toe behulpzaam zyn. DER»  XXn INHOUD» DERDE AFDEELING. EERSTE HOOFDDEEL. Van de Zwangerheid. t . Pa?' 401 — 45 tl Wezenlyke waarde eener Zwangere Vrouw. Algemeene eerbied voor deezen ftaat. Vryheid en voorrechten der Zwangere Vrouwen. Zelf Onechte Zwangere Vrouwen genieten fommige voorrechten. Van de Byflaap geduurende de Zwangerheid. Verdere voorregten der Zwangere Vrouwen. Pligten de Zwangere Vrouwen opgelegd. De tot nu toe in het werk gefielde maatregelen zyn ontoereikend. Algemeene Regelen. Zwangere Vrouwen moeten meer in eere gehouden worden. Zy moe. ten overal den voorrang hebben. Hoe lange men haar het ter Xerke gaan toelaaten zal. Men kon haar in de Kerken eene afgezonderde plaats geeven. In nood moet elk een haar behulpzaam zyn. Men moet dezelve geenen fchrik aanjaagen. Men ontftelle haar niet door onnodige vertelfels. Men moet het gevaar der Verlosfing zoo veel mogelyk verkleinen. Nadeel van het klokkengelui by het overlyden eener Kraamvrouw. Inbeeldingskragt der Zwangere Vrouwen. Hospitaalen voor Gebrek, kigen. Schrikbaarende tydingen. Die aan Vallendeziekte en Flaauwtens onderheevig zyn moeten uit alle vergaderingen blijven. Het ten toon (tellen der Lyken. Nadeel, het welk door hard ryden aan Zwangere Vrouwen kan toegebragt worden. Zwangere Vrouwen moeten van zwaaren arbeid verfchoond worden. De Man moest geduurende de laatfte zes Weeken van zyn Vrouws Zwangerheid, en haare Kraamtyd vryheid van Heerendienften hebben. Uitfpanningen voor Zwangere Vrouwen gevaarlyk, moeten haar verboden zyn. Zwangere Vrouwen moeten geene zittende leevenswyze leiden. Niemand moet eene Zwangere Vrouw üaan. Verzorging der Zwangere Vrouwen. Voorbeeld in Frankrijk. Kleeding der Zwangere Vrouwen. Nadeel der Keurslyven. Vooral der Planchetten. Hoe-  INHOUD» XXVII Hoepelrokken en Poches. Deeze fchadelyke Kleeding moest der Zwangere Vrouwen verboden worden. Men kan haar het zogenaamde Corfette toeftaan. Gevaar van de hooge Hielen onder de Schoenen der Zwangere Vrouwen. Nadeel der onmatigheid in het Wyn drinken voor Zwangere Vrouwen. Verfchillende Wynen. Schadelykheid der Kruiderwynen en Bieren. Van het onmatig Koffy drinken. Schadelyke lusten der Vrouwen. Van het Aderlaten der Zwangere Vrouwen. Verbod aan de Barbiers de Zwangere Vrouwen zonder voorfchrift van eenen Arts, ten zy in tyd van nood, Ader te laaten. Verbod van het toedienen van Braak- en Purgeermiddelen aan Zwangere Vrouwen. Verpligting om voor Zwangere Vrouwen door Ziekten aangetast wordende, zorge te dragen. Van de ftraffe. des te vroegtydigen Byflaaps. Voorflag om eene naauwkeurige aanteekening te houden van de Vrouwen, die over de helft haarer Zwangerheid gevorderd zyn. Wyze van zodanig eene aanteekening. Derzelver nuttigheid. Nuttigheid in het burgerlyk leeven. Aanmerking. Voorzorgen ten nutte der Zwangere Vrouwen in ons Vaderland. TWEEDE HOOFDDEEL. Van het Openen der Zwangere Vrouwen die OH' verlost geflorven zyn. Pag. 451 — 480. Van het Overlyden der Zwangere Vrouwen voor haare Verlosfing. Oorzaaken hier van. Eene Beroerte. Hevige Stuipen. Bloedftortingen. Het is zeer moeilyk hier over te oordeelen. Het, in de Baarmoeder beflooten, Iünd fterft doorgaans voor , of ten minde kort na de dood zyner Moeder. Echter niet altoos. Wet der Romeinen die de Opening der onverlost gedorvene Vrouwen beveelt. Slechte in acht neeming; van deeze Wet. Overdreeven yver in dit geval fchadelyk. Noodzaakelyke vernieuwing der Koninglyke Wet. Siciliaanfche iaftelling. Oostenrykfche Wet, Pligten van hen, die by het Ovet»  XXVIII INHOUD. Overlyden eener Zwangere Vrouw tegenwoordig zyn. Hiflderpaalen. Van het Spalkhoutje , waar van men zich in deeze gevallen plagt te bedienen. Nodige voorzorgen. Bepaaling éts tyds, wanneer deeze Operatie gefchieden moet. Wyze hoe dezelve verricht moet worden. Hier toe moest in elk Grondgebied ervaaren Heelmeefters aangefteld worden. Venetiaanfche Wet. Het befchouwen der inwendige gedeldheid na de Keizerlyke Sneede, moet een tyd lang uitgefteld worden. Of men alle zwanger geftorvene zonder onderfcheid openen moet. Zy niet, die voor de eerde helft haarer zwangerheid overleeden zyn. Zy echter wel, die na de zesde maand der zwangerheid, gedorven zyn. Hy, die het leeven van zoo een ongebooren Kind red, moest'opentlyk beloond worden. DERDE HOOFDDEEL. Van de Voorzorgen voor Baarende- en Kraamvrouwen, Pag. 481 — 528. Zwangere Vrouwe verdienen onze tederfte zorge. Voorrechten der Kraamvrouwen, Byzondere gevoelens wegens het gevaar van het Kraambedde. De Kraamvrouw overal geduurende eenigen tyd onrein gehouden. Waarop dit gegrond is. Hoe noodzakelyk het is voor Baarende- en Kraamvrouwen zorge te dragen. De Vrouw behoeft doorgaans de hulp van vreemden in het ter waereld brengen haarer Vrugt. Of de luchtsgedeldheid veel tot eene meer of minder gemaklijke Verlosfing doet ? Men moet derhalven overal lieden vinden die hier in de behulpzaame hand kunnen bieden. De Vroedvrouwen moeten hier in wel ervaaren zyn. Men trachte de Baarende Vrouwen te overreeden, de Vroedvrouw fpoedig te doen roepen. Nadeelen van het verwaarloozen hier van ontdaande. Nadeel der ontydige fchaamte der Baarende. Hoe men zoo eene misdaadige nalaatigheid kan gewaar worden, Baarende Vrouwen moeten door niemand anders , dan door beëedigde Vroedmeesters of Vroed-  INHOUD, XXIX Vroedvrouwen geholpen worden. Nadeel der al te gedienftige vrouwen vooral ter platten lande. Het moet elk een verboden worden , zonder hier toe gerechtigd te zyn, de Vroedkunde te beöeffenen. Noodzaakelykheid van bekwaame Vroedmeefters. Waarom deeze niet altoos het gehoopte nut doen. Hoe deeze zwaarigheden weg te neemen. Men moet in elk Kerfpel een of twee Kraamftoelen ten algemeen gebruiken houden. Welke werktuigen eene Vroedvrouw verder moet aanfchaffen. Van het gevaarlyk gebruik der afdryvende middelen. Hoe dit tegen te gaan. Van den toeftand der Vrouwen na de Verlosfing. Hoe men dezelve by voorkoomende Ziekten moet behandelen. Hoe deeze Ziekten zyn voor te koomen. Kwaade gevolgen der Doopmaalen voor de Kraamvrouweu. Byzonder na» deel deezer Feesten voor Kraamvrouwen. Verdere voorzorgen ten nutte der Kraamvrouwen. Onvoorzichtig gedrag van fommige Vroedvrouwen. Schadelyke Dieren moeten noodwendig van het Kraambedde verwyderd worden. Nadeelige uitwerking van het geluy der Doodklok op het gemoed der Kraamvrouwen. Van de Kraambezoeken. Deeze moet men trachten te verminderen. Men trachte allerlei gedruis van den omtrek der Kraam, kamer te verwyderen. Geene Kraamvrouw zy aan eenige bele-' digingen bloot-gefield. Keure te Haarlem ter bevordering van de rust der Kraamvrouwen. Van de Heerendiensten der Mannen wier Vrouwen in het Kraambedde liggen. Voorzorge voor Kraamvrouwen by noodlottige voorvallen. Noodzaaklyke verfchooning der Kraamvrouwen in Oorlogs tyden. Hoe zich ten opzichte der Kraamvrouwen te gedragen. Inrichting ten behoeven der arme Kraamvrouwen te Parys en op andere Plaatfen. Deeze zyn onvoldoende. Nuttige inrichting voor Baarende- en Kraamvrouwen te Florence. Ongenoegzaame Wet voor de Vroedvrouwen. Nodige voorzorgen. Pligt der Kraamvrouwen om haare Kinderen zelfs te Zoogen. Voorzorgen tegen het Dooddrukken der pas geboorne. Wat men van het te vroeg uitgaan der Kraamvrouwen te denken heeft. Tyd en geduurzaamheid der Kraamzuivering. Toeftand der Kraam- vrou-  XXX INHOUD. vrouwen. Hoe algemeen het nadeel, door het te vroeg uitgaan der Kraamvrouwen veroorzaakt, pleeg te zyn. Hoe dit kwaad te verhelpen. Aanmerking. Voorzorgen voor Baarende- en Kraamvrouwen in dit Gemeenebest. — Aanftelling van bekwaame Vroedmeesters en Vroedvrouwen. —. Een Hospitaal voor Kraainvrou» wen. I N«  INLEIDING TOT EENE GENEESKUNDIGE STA ATS1EGELIIG. OVER EENE GENEESKUNDIGE STAATSE EGELING, DE BEVOLKING iW HET ALGEMEEN, EN DE TEGENWOORDIGE TOESTAND DER VOLKSGEZONDHEID, BY BESCHAAFDE NATIËN. 3CDe inwendige veiligheid van een Gemeenebest is Btfctryliet hoofdvoorwerp der Btógertykè Wetten: Een zeer aanzienlyk gedeelte der Staatsregeling is dat, het welk s,^ehet haridhaaven der gezondheid, zoo wel der in maatfchappy leevende menfchen, als zoodaniger dieren, welke zy tot hunnen arbeid en onderhoud nodig hebben, volgens vastgeftelde regelen, ten ondsrvrèrpe heeft; En om ingevolge daar van de bevolking O) door O) Als ik hier van het bevorderen der bevolking fpreekc, meene ik hier meede geenfint*, dat net voordeeirg zoude zyn de menfchen overal, als het vare, digt op elkander te pooten; pen weet zeer -wel dat dit het middel niet is, het welk eenen gezegenden oogst doet verkrygen ; dit alleen wilde ik, dat men op die plaatfen , alwaar dezelve te dun gezaaid zyn , op dezulke, waar in zy door de meenigte gelyk verflikte A p1**"  tnlei- fioor zoodanige middelen te bevorderen, welke de menfchen in ftaat ftellcn, om duurzaam en met ftrcelend genoegen de voordeden te genieten, welke hen de fainenleeving aanbied, zonder veel te lyden door die toevallen, en ontaardingeu, die noodwendig volgen moesten , zoo dra zy het befhiit namen om voor altoos zoodanige voordeden afteftaan, welke in geenen anderen kring in die maatë gevonden wierden, als in het yz-cren lighaams geftel van den nog ruwen, enonbefchaafden mensch. In zoo verre is de Geneeskundige Staatsregeling eeven als de gdiede weetenfehap der Burgerlyke Wetten eene Verdeedigingskunst , eene leere om de menfchen en hunne redeiooze helpers tegen de nadeelige gevolgen van grooter Samenleevingen te beveiligen, en hun lighaamlyk welz n op zoo eene wyze te bevorderen,- dat zy zoo min mogelyk aan lighaamlyke ongemakken onderworpen zyn, en niet dan zeer laat voor het hun opgelegde Stervenslot bukken. Het is in de daad verv/onderlyk dat deeze leere, die voor ons geheel gefiagt: zoo belangrylc is, nog zelf tot op deezen tyd toe in zoo engen kring be¬ planten in de hoogte opfchieten, om zonder nut een plaat* te beflaan, fc!ükk:ngen maakte, om dezelve met nuttiger, hoewel in getal minder burgeren aan te vullen. Het oogmerk onzer Ge eeskundige. Staatsregeling is, de kragten der natuur met zoo veel nut te gebruiken, als mooglyk is, en zoo te beft;den , dat men van elk paar menfchen, van t.\veederlc-i kunne, onder toezicht van goede wetten, de beste, gelordfte en daurzaamfte afilammelingen bekomt. Na dat liet tot zyn ongeluk ontdekte America andermaal aan Eiropa zdo een meenigte burgeren gekost heeft , en iu Deitschland op nieuw • bloedige tooneelen geopend zyn, kou myns bedunkens zeo eene ieeic niet dan welkom zyn.  Inleiding. 3 befloten, en niet anders, dan by ftukken en brok- iniei» ken, door niemand, zoo veel ik weet, Syfthematieseh, behandeld is. Vcelhgt dewyl men pas onlangs de waarde van den mensch, en de voordeden der bevolking op hunnen regtcn prys gefehat heeft, en deeze bereekeningen voor het eerst aanleiding gegeeven hebben tot die menschlievende nalpooringen, naar de oorzaaken , waar aan men de vermindering van het menschlyk geflagt,, welke men in veele gewesten zoo betreurd , hebbe toe te fchryven. Nog onlangs beftonden alle de verrigtingen, waar Ecrtydtmede in byna alle gewesten de Geneeskundige Staats- ^JeZfpobregditJg zich bemoeide , in byna niets anders, dan in re de.rzcl~ klagten en inagtelooze uitvaaringen tegen de kwakzal- meeste vers en fchyndodoren; op het allerbest wierd, in g^w«». pesttyden, gedagt op het maaken van befchikkingen, waar door men fommigc voorbdioedzels en hulpmiddelen tegen deeze veridiriklyke plaag door den druk gemeen maakte, en voorts den artzen en doodgraaveren hunne plaatzen cn pligten aanwees. In gezon.de tyden, dan namentlyk, wanneer geene bj-zondere bdinettingen onder het Volk heerschten, bekommerde men zich zeer weinig over de algemeene gezondheids - verzorging, even als waren het llegts deeze kwaaien, welke geheele gewesten ontvolkten, cn als pi' het vcor het Vaderland niet even nadeelig was 5 als het duizende zyner burgeren aan eene en dezelfde ziekte cp eene plaats verloor, dan of dezdve op verfc'heïde plaatfen door verfchillendc oorzaaken wierden om hals gebragt: de mcenigte van ongelukken,' waar door in elk Gemeenebest de mensch, of door zyn eigen onvoorzrgtigheid , of door het toedoen zynes onvoorzigtigen Medeburgers, door den aart inm> A a nej;  '4' I N E E I U I N 6. Ineei. ner gewoone bedryven, of door andere heevigvverkende, lighaamlyke, oorzaaken uit het leeven gerukt wierd, deeze ongelukken waren nergens, ten zy misfchien in een of ander enkel gewest, alwaar het leeven en de gezondheid der burgeren aan het bellier van een werkzaamen Menfchenvriend waren toebetrouwd, het onderwerp van de zorge der Regeering; aan de herftelling der door zulke toevallen oogfchynlyk verongelukte burgeren wierd niet gcdagt; het was eene misdaad den in het water gevondenen, den in het open veld door onbekende oorzaaken overleedenen, den opgehangen mensch van zyn plaats te vervoeren , eer men een plegtig gercgtelyk onderzoek over dezelve had in het werk gefield , geduurende welkers nafieep het weinig nog flikkerend leevensvuur wierd uitgeblust, om het welke weder aan te blaazen , men zich tans als van eene nieuwe Schepping bediend; en zyn niet door deeze gezegende middelen reeds veel honderde, dus voor dood gehoudene •menfchen, onder de levenwekkende hand des menfchenviïends uit hunnen doodflaap opgewekt, en aan hun Vaderland en Vrienden terug gefchonktn! Met: welk eene doödlyke onverfchilligheid gaf men , zelf' in befchaafde Landen, nog voor 50 Jaaren, ja, he- ■ laas ! in veele gewesten nog ter deezer tyde de zwangere en baarende Vrouwen over aan eenen veragtly-ken hoop van bygeloovige Wyven O), welke mem by (n) Mogte ik myr Vaderland kannen geluk wenfehen, datl dit door onzen Duitfchen Geneesheer uitgeboezemd helaas!! op ons Nederland niet t.^epaslyk ware ! zeer veele onzen Steden zyn ia de daad veorzisn va» ervaarne en menschlie- Völld»)  T N L E I D l N g, $ by haare aanftelling door den Prediker op het aller- Inleibest, wegens eenige regelen, aangaande den Kinder- DINe* doop onderrigten liet, en heeft men niet in deeze dagen , waar in eene gezuiverde Godsdienst ons op zoo eene edele wyze de waarc Menfchenlitfdc predikt, en onze pligten jegens onze Medemenfchcn. zoo nadruklyk onder het oog brengt, heeft men niet op eene fchandelyke wyze een Wet in onbruik haten vervallen , die zelf aan het blinde Heidendom beval, om geen zwangere Vrouw ongeopend te haten begraaven ? Wel is waar, onze Voorvaders hebben op de milddadigfte wyze de meefte Gasthuizen gefügt, en voor den hongerigen en cllendigen Schuilplaatsen opgericht, Welke den roem hunner Mehschlievende voorneémens vereeuwigen moeten; Daar het egter de meeften dcezer geftigten aan een' verftartdige inrigting, ten bestmogelyken nutte der lydcnde menschheid ontbrak, en de goeden wil des Stigters veel meer dan een naauwkeurige konnis, hoe op de best:.- wyze de dringendfte nood te hulp te komen, het plan en vende Vroedkundigen; maar hee betreurenswaardig is niet de onkunde veeier Vroedvrouwen ten platten Lande , daar echter zoo veele allernuttigfle leden der Maatfchappy , daar het ongeboren pand der ouderlyke liefde , dat ten ecnigen daga der famenleeving van het grootfte nat zoude kunnen zyn , aan haare zorge en kunde worden toebetrouwd. Mogt het deerniswaardig lot van zoo veele ongelukkige het menschlievend hart onzer Vaderen des Vaderlands tivffen , en hén aanfpooren om ter verbetering gepaste maatregelen te beraamen en Hit te veeren! Waarvan in het vervolg nader zal gehandeld worden. Vertaaler, A 3  bfii>i» en ontwerp deezer pliaatfen voorfthreef, fs het niet m'NG' tc verwenderen , dnt niccnig Ziekenhuis, by gebak van een gezonde geneeskundige inrigting, eer een Voorraadhuis des doods, dan een gezondmaakend Bethesda geworden is, gelyk ik nader meene te betoogen. Hoe lang heeft niet een onbegryplyk vooroordeel der Artzen, met opzigt tot de zoo verderflyke Veeziekten, hen in dit geval voor het Vaderland geheel nutloos gemaakt, daar men, uit gebrek van eene nodige kundigheid, het behandelen eens kranken diers voor veragtlyk houdende, de behandeling van die Dieren, welke den rykdom eenes Staats u'tmaaken, aan onkundige Smccden, Herders en foortgelyke menfchen over liet, en dus den weklcnkenden en dit heerfchend vooroordeel veragtenden Geneesheer belette zyne waarneemingen hier over in het werk te {telles, en zich zelve eene beoefenende kennis deezer Ziekten te verkrygen. («) Ein- ( a~) Men meet den Artfen over het algemeen die recht doen wedervaaren, datïy zich altoos van ouqe her bereid getoond hebben den Staat ook in die gevallenmet hunnen yvervoorhet algemeene welzyn te dienen, op welke het volks vooroordeel met de diepfte veragting neder zag; de befchoui'ing der natuur, waarmede zy zich altoos be'.ig hielden, maakte dat zy te gemaklykcr zich botenden waan der menigte verhieven, ja in die tyden, waarin zelf de bloate aanraaking eens dobden lighaams hen veele dagen voor onrein deeden houden , fchroomden zy niet in de ingewanden van half bedorven lyken, in de graven het lighaarnsgeftel weetgierig ra te fpooren en den grondflag te leggen dier wetenfehap, welke tans met een zoo onbetwistbaar heilzaam gevolg der menfchen kwaaien weet te verzagten. Doch in plaatfe dat men eenen zoo nutten , zoo bsan-  Inï-eidin». 7 Emdelyk, en niet veel vroeger als met het begin lph9*ï der tegenwoordige Eeuw, wierd men op.merkzaamer Vc^ete_ op de nuttigheid eener verbeeterde inrigsrig, ten aan- ring 'hier zien der Volksgezondheid; hiar en daar wierden ,.,g(,„_ Maatfchappyen opgcrigt, aan dewelke men de zorg ^fjg' ov-r dit belangryk onderwerp toevertrouwde; deeze Gezondheids Raaden vingen aan , met kundige Genees- en Hefclineefters ten meeften nutte van hunne ge¬ brande den yver zoude .opwakkeren , hadden zy daagly' s met nieuwe zwa'igrrden te wo ft.len ; het was riet flegts liet laage ,,emeen , het v. elk hu-ne pogingen met verag: ng befchouwdc: neen zy waren elk een-ten walg, men wagttc zich wel van eenen man aan te raaien, die voor penige dagen een lyk geopend had. De God eleerden onderzogten met de grootfte ernst of het wel geoorloofd wa, in de ingewa den van een overleeden Chris.en te wroeten, cn het Roomfche Hof deel e bu'len u t ter weering van de gruwelyke ergernis, dat men eenen Christen gelovigen na zyncn dood den bu:k zoude openen. Den Priefteren die zich op de" He eoskur.de LadJen toegelegd , en zich met het geneczen van kranken b;„ig hielden , wierd bevolen wch hier van te onthouden o > dat zy niet zo als men zei le Irregulier zouden worden, wanneer zy, gelyk men van eenen Geneesmcefrer verv/agtte, zich aan menfchen moord fchuldig maakten. Men tragtte in gez -Ifcha;;pen de i^gngen bef-ottelyk te maaken van hem, die zich net ontzag, om in de natuuiiyke ukwerjelen zyr.er medemenfclien de oo/zaken of uitwerkfelen hunner krankheeden na te fpooren e ; ze'f in de gaven der die-en, in de Viikuil, de r.attmr der verderflyke veeziekten uit te vorfch^n. - Hangt! niet nog heden ten dage , te» minfte ten platten lande een foortgelyke veragting den Vroedvrouw en aan , met v ake men eertyjs de verrigtingen der Heetmeeilers te Romen befchouwde j Word niet nog (in fommige gedeelten van Duitfchland) de Vroedvrouw als de veragtlykfte perfoen van het Eorp befchouwd? en hoe lang is het gele !en dat men aldaar de b I- A 4 fchee*  8 INLEIDING'. In lei- gewesten raad te pleegen; men leide Kruidhoven ">ING' aan, ter aankwecking der Plantenkennis, en om de v nuttige gevvaslen van elke Landftreck bchoovlyk van de fchadelyke Planten derzeive te dnderfcheiden; men weet welk een voordeel dit der Land - en Vee • bouw toebragt; opentlyke Vroedkundige Schooien namen de ondcrwyzing der Vroedvrouwen op zich; men bezorgde ongelukkige, fchoon oucgte Moeders, die anders ligtelyk hunne handen met Kindermoord bezoedeld hadden, tot haar verlosfing toe in byzondere geftigten, welke tevens ten Oeffenfchoole voor Vroedvrouwen en jonge Vroedkundige verftrckten; den dooden flank der ziektens, uitwazcmende Kerkhoven wierd hier en daar buiten de Steden, de Bcgraafplaatzen buiten de Kerken verbannen, in welke zy voormaals niet zelden eene ganfche .Gemeente met doodlyke befmetting vergiftigden; men zorgde voor eene heilzaamer ligging en gezonder aanleg der Gasthuizen, voorde verbetering der lucht in de Zieken- Zaa- fcheerers en badmeeflers weigerde voor eerlyke lieden te heuden, en hunne Zooncn van alle Gilden uitfloot? Is het niet te verwonderen dat alle deeze hinderpaalen den moed der Geneeskundigen niet hebben uitgeblust, dat zy niet opgehouden hebben in weerwil der algemeene vooroordeelen hunne Hemmen voor de verwaarloosde zaak der mcnschheid te verheffen, ontwerpen ter bevordering der volksgezondheid voor te Haan, cn hunne grootfte geheimen ter verzagting en wegneemiug van anderfints ongeneeslyke kwaaien onvergolden , en met de edelmoedig/Ie belangloosheid opentlyk bekend te maaken , daaden , welke eenen Plinius , en andere befpotrers der Artfen, die hun befchuldi^den als of zy hunnen welvaard in de rampen hunner medemenfcheii zogten, voor lang moeiten ien wond geflopt hebben.  Inleiding; £ Zaaien, alwaar voormaals meer 1>dcrs door de bedor- i-nl-m» ven LiitwazeBiingen, dan wel aan de door hun medegebragte kwaaien ftieiven: naast de zoo verbeterde Hospitaalen richtte men ontleedingSchooien op, waarin de beöeffenende Geneesheer de geheime kwaaien des menfeheiyken lighaains ontdekken, zyn begaane misdagen verbeteren, onbekende Ziektens met grondiger kunde beftryden en overwinnen, en den leerling der Geneeskunde het menscblyklighaam kennen Leerden. Dus vond men zelf in kleine Steden tans die gelegenheid tot onderwys, welke men weleer nergens dan in de kostbaare opvoeding der HöOge Schooien vinden konde. Men vorderde van de Lands Dicteren hunne aanmerkingen en beoordeeling over de Inlandfche, en van buiten aangekomen befiriettelyke Ziekten, en de Gezondheidsraad bediende zich van dezelve, om alle Volksziekten , aanfteckende kwaaien en lighaamlyke gebreeken met vereende kragtea tegen te gaan: Men beloonde de Uitvinders van beroemde Geneesmiddelen ; men Helde aanzienlyke pryzen op de redding van verongelukte Menfchen; men nodigde de ervaren Geneesheeren , ter mededeeling hunner leerryke ondervindingen; men ftigtc opently* ke Schooien ter behandeling der Veeziekten , alwaar, in fpyt van alle vooroordeeien , de aan de walchelykfte kwaaien geftorven Dieren geopend, de oorzaak hunner dood beoordeelt, en ten nutte des menschdoms der grondflag tot eene betere en op gezonde, reden (leunende Geneeswyze gelegd wierd, enz. Hoe groot is niet het nut van zoodanige voorzor- Deszelfs gen, en kan men met beter grond de eere der toe- m,t' neemende Weetenfchappen verdeedigen , dan door het opnbemen deezer menschlieveuden en voor het A 5 alge-  tO I N L E 1 B i n ©. i-nlei- algemeen hoogstnuttige inrigtingen, Welke allecnlyk 'ING' aan een duidlyker opheldering en dieper befchouwiug van het algemeene weteyn der Sameuleeving te danken zyn. By dit al moet men egter toeftaan, dat wy van het Volmaakte in de kunst ter bewaaung onzer gezondheid, en ter befteeding onzer natuur- k/uïten ten meeften nutte van het Gemecnebest, nog ver verwyderd zyn: deeze goede voorb.eUen doen by veelen zeer weinig nut, en niettegenibrande de uitmuntendlle Inrigtingen, in fommig* landen plaats hebbende, laaten andere uitgeftrtkte G vv'sten , het zy uit onkunde, het zy uiteen z.k re fhapzucht, zich door den ftroom der lighaamlyke ongema' ken medefleepen, zonder denzeiven éèriige andere tegenftand te bieden , dan dat zy , even als het onvernuftig dier, onder het geweld der kwaaien fïnertclyk zuchten en, zoo de natuur zelfs geen uitkomst verfchaft, zuchtend fterven. j&»«8 zeker gewigtige oorzaak aan de hand geeven om te hfkgejiagt. wenfchen, dat de voornaamfte regelen ter verbete- ■ ring  ï W-LEIDING. iH ring der algemeene gezondheid in de meefte landen, ™*** elk een met nadruk voor oogen gelegd, en door weldenkende Voorltandcis des algemeenen welzyns tot uitvoering gebragt mogen worden. öf deeze laagten wegens de vermindering des men- J*^.. fchelvken gdlagts gegrond zyn dan niet? zelve ge- De bevolking is eene zeek, op welke de inwendige huishouding van een land, deszelfs beftuuring cu de voordeden van het levensonderhoud een zeer aanmeikeiyken invloed hebben, waar door het zeer mogelyk is het getal van deszelfs Inwooncrs, het zy door natuurlyke, het zy door bygevoegde voordeelen, te doen vermeerderen. Geftcld zynde dat ons het juifte aantal der voonnaalige Bewooncrs onzes VVaerdddeels even bekend was als wy nu hier van onkundig zyn ; zoo konden wy nog geen regelmaatige vergelyking tusfchen onze bevolking en die der vpprige Eeuwen opmaaken: Duitschland was voorzeker niet zoo volkryk als het zelve tegenwoordig is, - en waarfchynlyk waren het, nicttegenftaande die verbaazende Heiiiegcrs, waarmede zy certyds te velde zouden getoogen zyn, flegts zeer weinige Gewesten. Doch de zaak veranderd geheel en al, wan- f_a~y Daar zyn voorzeker Gewesten, welkers ontvolking klaarhlyklyk fchynt, als men het getal van derzelver Inweoneis vergelykt, niet met dat der vroegfte eeuwen, maar met dat van hunnen blocjendften toeftand, wanneer de akkerbouw en weeterfchayrpen reeds -onder hen ingevoerd waren : Spanje ligt op veele plaatfen woest federt de nyvre Moeren deszelfs Akkers niet meer bebouwen; men weet ook, hoe veele daizende van Inwooners de vreemde veroveringen in America , na het gruwzaam om hals brengen van zoo veele onfcauldige Indianen ,  '*% Inleidin». Inlei- wanneer man de vraag dus voorfteltj of de Tledendaagfche Bevolking' nut de werkelyke verbetering der Landbouw in Europa , en andere verbeterde om' ftandigheden, in zoo naauvv een verband ïtaa, als zy voor deeze niet de omzwervende cn nuttelocze levenswyze onzer Voorvaderen deed. En gefield zynde, dat onze tegenwoordige Bevolking door de toeneerning der Landbouw enz. op die van onze ruwer Voorvaderen de overhand behield, dan nog zoude de vermeerdering der Jaarlykfche verfpiiling van menfchen, waar toe wy door de toenee- mtude nen , dit en andere Ryken van Europa gekost hebben : I:alien jfchoon in fomnrge van dcstelfs gelukkigfte Provinciën zeer volkryk , kwynt egter in andere Gewesten , voor al in den Kerkelyken Staat , by gebrek van menfchen ; F:ankryk verloor door de Herroeping van het Edift van Nantes een groet aantal vlytige In wooners , het voordeel , het welk Pruïsfen en andere Protestantfche Landen van deze verdrevenen ook met opzigt tot de bevolking getrokken hebben, was louter verliei voor Frankryk; de verftoorïng die dit tydftip onder zoo veele vermogende gefiagten te weeg bragt , zette de voortplanting en vermeerdering der menfchen in dit Ryk voor een geruiroen tyd aanmerkelyk terug : zonder my met moeilyke berekeningen op te houden , is het genoeg bekend, dat in de grooter Steden van d't Ryk , de geneigdheid tot het huwlyk op de verbaazendfte wyze is afgenomen , en het aantal van onegte ki; deren aanmerklyk vermeerderd. Hier uit kan men afneemen dat Frankryk niet naar maate van deszelfs voordeelige legging in getal van inwooners is tcegenoomen. Van Zwit- ferlandt bewees Tissot de ontvolking en deszelfs oorzaken, «n de laater aanteekeningen in de Ephemeriden der Mefifcbkeit 1777. verklaaren dat niet alleen in de Stad Bazel, federd de ïaatfte 40 jaaren, meer dan de helft minder Huwlyken gevierd worden , maar dat aek ten Platten Lande , federd 10 jaaren in h«t geheele Canto» 3 het Huwlyk en geyolglyk oek de bevolking  I N t E I D I N ». IJ mende weelde, door fommige veranderingen op het oppervlak des aardbodems, nieuwe of ten minfte meer verfpreide Ziekten, eene meerdere weekheid van lighaamsgcftel, zelf door eene meerdere neiging tot de Of de a , , •eermeer- Weetenfehappen , eene onwerkzame levenswyze en dering de f. doordwaaze gebruiklykheden,gebragt zyn, dit alles ™efJ;e*a zoude de vermindering onzer bevolking meer dan ge- een dug- . tig beivys noeg bewyzen kunnen , ten zy men kon betoogen, (J voor de dat de vrugtbaarheid in onze Huwlyken over het al- f^^ige gemeen die onzer Voorvaderen overtreft, iets waar aanvat ,,,,,,, , , , der bevol- van ik om zeer klaarblykelyke redenen veel eer het king. tegendeel vast ftelle. Dat Jaar voor Jaar volgens onze Sterflysten minder menfchen de waeréld verhaten, dan 'er Jaarlyks op dezelve' geboren worden , is in geenen dele een voldingend bewys voor onze vermeerderde bevolking, daar, king zeer verminderd was. Zweeden telt ook minder Inwooners dan voor deesen , geiyk de Kon ngl. Lyfarts de Heer Back, in de Verhandelingen der Kon. ZweeJfhe Academie ï"j6^. be,weezen heeft. ■ Poolen bezit nauwlyks het derde gedeelte der Inwooners die hetzelve zoade kunnen bevatten ? hoe veele menfchen heeft den laatften Turkfchen Oorlog en de inwendige onlusten niet aan dit Ryk gekost? . Van Hongaryen kan men even hetzelfde zeggen. Maar het is hier geenfints myn oogmerk my i.. Staatkundige berekeningen in te laaten. Ik vergenoege my middelen aan de hand te gecven, om die menfchen, welke tans beftaan en hunne nakomelingen eene duurzaame gezondheid en de verdere daar uit voortfpruitende legering*!», zoo veel mogelyk te verfchaffen. Een Geneesheer behart.gc dc har.dhaav ng der gezondheid zyner medeburge en, en laate het voor het overige aan het Gemeenebest over, om voor derzelver ondeihoud te zorgen, e» hunne dienften ten algemeene nutte te belieeden,  Ï4 IüïLEIDIN». IN t, r i- £1 N G. Onzekerheid der Geboorte en Stcrftysten. 'Middel firn hier in nader by de waarheid te koenen. Uitwerking der Weelde op den aanwas der menfchen. daar, ook volgens bekentenis der Engelfchen, deeze aanteekeningen dikwerf verre van naauwkeurig zyn, cn menig vreemdeling op deeze lysten twee en meermaalen op het Register der leevende ftaat aangeteekend, terwyl daarentegen de Burger, welke op reis in het water of op eene andere wyze het leeven laat niet gereekend word; ook is het niet zoo gemaklyk telkens van plaatsveranderende fchepzelen even als vastgewortelde boomen te tellen. Zoo onzeker het is om de Geboort- en Sterflysten, waar by men zelf op veel duizende niet zien moet, tot rigtfnoeren te gebruiken, om daar door de bevolking der voorige Eeuwen met de onze ten naauwkcuiigfte te vergelyken ; eeuwen, van dewelke men geen foortgclyke aanteékeningen aantreft, en die men niet dan volgens ligtgeloovige en alles handtastciyk vergrootende Schryveren kan ter neder zetten, ,en dus verftand en waarheid verloochenen ; zoo onzeker deeze handelwyze is, zoo leerzaam is het deeze gezochte evenredigheid na te fpooren 9 door het waarneemen der verliezen , welke de tegenwoordige bevolking heeft uit te ftaan; verliezen, welke de voordcelen, die de volksvcrmeerdering door aanwas der mid leien van betlaan, door toeneeming'der Konften en Weetenfchappen zoo aanmerkelyk begunftigen , nog verre overtreffen. De Gevolgen der Weelde, om dit vooraf te herinneren , doen zich uit zoo veele en zoo verfchiïlende gezigtspunclen ter bef.houwing voor, dat veelligt beide partyen, welke als om fb-rydt derzelver lof en fchande uit al hun magt pogen te verkondigen, niet volftrekt in het o^gelyk te fielten zyn. Uit het oogpunt, waar in dezelve zich hier voordoet, befchouwd zyn-  Inleiding. fcynde, vermeerderd zy, wel is waar, op duizender- ïnliis> lei wyze de middelen van bellaan, daar zy aan den PiNÖ* noodiydenden werk verfchaft, en de fchatten der Ryken or;der het volk verfpreid, en in zoo verre fchynt zy het huwlyk te begunftigen, maar hoe deerlykwordt door de aangrocij-nde Weelde dit gewenschte nut wederom verydelt, hoe duur komt deze befchaaving des gczeliigen levens aan ons geflagt te (laan ! „ Men verg-lyke, gegt Rousseau, den toc„ ftand eenes Burgers met die van eenen Wilden ; „ men tragte, zoo het mogelyk is na te gaan, hoe „ veelcrleye wegen , zelf zonder zyne booze nei„ gingen en behoeften meede te rekenen, de cerstge„ melde zich zelve tot (inerte en dood gebaant heeft, „ men befchcmve het lighaamsgtftel, de knagende „ zielsönrust, de veifchcurende en uitputtende harts„ togteu, den bezwaarlyken arbeid, waar onder de „ nooddruftige gebukt gaat f» , en de nog fchade- iy- («) Verkwisting baa't armoede, en armoede ziekten; hoe -armoediger een Land is, des te grooter aantal gebreklyke cn •kranke inwooners heeft het te onderhonden , de fehaarsheid der noodzakelykfbe • leevensmiddelen doet geheele gefa ;ten verfmelten en hen, fchoon in het leeven blyvende, als uitgeteerde geraamten omdwaalen; dit ze'fd.' geb ek nóodfraahc "hen ter fti ling van den honger hun toevugt te nemen tot de 'onverteerbaarfte voedzels; befchimmeld brood was in de laatile 'fehaarsheid een fmaaklyke v< rfhipering voor verfche.de huisgezinnen , en den eerst begind de . bloe.idorftige Oorlog, "Wreedaartig onder de fterve ingen te woeden , wanneer hy den hongersnood ten navolger heeft: dan vallen de menfchen 'als door den gcesfel der pest geveld alom ter neder, en de -Ziekten , die uit zoodanig eene uitmergeling voortfpruiten ver"iflinden weldra geheele Ryken; de grooye en harde fpyzen be-  •j<5 Inleidin©. In lei- „ lyker verwyfdheid der ryken, waar door zy beide, *ING' de een uit gebrek, de ander uit overvloed tien ,; dood bederven even gclyk de knagende zorgen, de beste lighaamsfappen; de kinderen in zulk eene ellende voortgebragt, zyn deerniswaardige fcherfels met gezwollen buiken en verftopte ïng-wanden; zy fmelten in menigte weg. — I" deze jammer Vol^e tyden, moet de zwakke jeugd door ïwaaren arbeid een tommerlyk onderhoud tragten te verdienen , en dus de kragten die ter aanwas des lighaams moeften befteed worden, ïn harden arbeid verzweeten; dit is de oorzaak, dat men ln veele Dorpen van Duitschland, vooral in Wynlanden, alwaar de mest meest al op den rug tegen hooge bergen moet opBedragen, en het aardryk in eene gebukte houding geftadig opgekrabtmoet worden (een arbeid die eertyds aldaar minder noodwendig was), het grootfte gedeelte der jeugd krom en wanftalti™ vind; fchconheid kan zich nooit met de uiterfte armoede en vertecrende arbeid famen paaren : men fla het oog fleots op de lastdieren , wanneer men hen te vroeg zwaare las, ten oplegt; men zal als dan een fpreckend afoceldzel hebben van onze jeugd , die voor haare rypheid tot aller'ei bedryTen gedwongen word; gaan niet de fchoonfte geftalten, de ftevigfte kragten dcor een te vroegen arbeid verlooren; word jiie- het f aaiftc ras van dieren door dezelve geheel ontnart? Geene vreugde (die nodige levensbaifem) verkwikt het bedrukte hart van den zugtenden Landman, en dit alles is de vru t der verkwisting; deeze doch verhoogd den prys aller levensmiddelen , en drenkt zich met den laatften drop van het bloed der nooddruftiaen. — In alle bonnettende ziekten worden de armen het eerst aangetast; de aangeftelde Geneeshceren zyn niet voldoende om geduurende eene heerfchende ziekte voor de menigte der noodlydende behoorlyke zorge te dragen , en daar, waar broed gebrek is , ontbreeken voorzeker ■ de ncdigfle middelen, welke ter herftelling der kranken dien*ig-zyn: om deze reden reept een wanhoopige, die doch i niet dan eene zwakke begeerte tot het leeven heeft, zeldzaam den Arts terhupe ; hy «-eet dat hy geroepen zynde ko-■ men zal, maar tevens yoorziet hy dat zyne komst hem voor fff  INLEIDING. 17 „ dood ten prooye worden. («) Men flaa het oog ini,f.k „ op de grüwïykö Vervalfctiïng onzer fpyzé en drank; op zyne elende gevoe'iger zal maaken , daar dezelve hem buiten ftaatftcld de voorgefchreeven middelen magtig te worden; eene Voornaame reden, waarom een arme veel eer zyn tocvlugt tot den Kwakzalver neemt, die zyne middelen zelf, en (ten minften in fchyn) voor minderen prys levert. — Uit het bewast zyn zynes onvermogens ziet men den Landman en behoeftigen Eurger., met zyne kommerlyke krankheid belaaden , en met de dood op de hielen, zoo lang hy kan, zyne Lezjgheden verrigten , en hier door zyn befmetlyke kwaal alomme verfpreiden ; word hy geheel ter neder geworpen , weidia is liet geheele huisgezin door hem befmet, zieken en gezonden liggen hier immers Jdoor elkander; konden nu die ellendigen nog eenige oppasfmg) konden zy flegts het nodige ligt verteerbaar voedzcl genieten, dikwerf zou de Natuur alleen hen nog uitredden ; maar dit ze'f ontbreekt veel maaien , en brengt de ellende der armoede tot het uitertte toppunt. Men waane niet, dat ik hier den zwervenden Eedelaar ten voorwerpe van deeze akelige fch'ldery verkozen hebbe , neen, deeze uiterfte ellende is dikwerf by de lagere klasfe der Eurgeis niet zeldzaam, en een zyden bovenkleed bedekt dikwerf de kommerlykfte naaktheid. De Geestlyke en de Arts zyn dikwerf ooggetuigen, hoe hoog de nood gefteegen is in huizen , waarin men niet dan overvloed zoude verwagten : da verborgen traanen zyn wclfprekener gcLui.;cn der ellende , dan hét kermend gehuil der armen langs de ftraaten , welke zonder bloozen'hunnen fchrcijenden rood open leggen , en overluid om hulpe roepen kunnen: De armoede, welke op eene voorige welvaard volgt, tragt zich zoo lang mogelyk te verbergen , en zelf de gewoonte van verkwistend te leeven , maakt den tegenfpoed önverdraa'glyk : dit is het gevaarlykfte tydftip voor de eer en goede zeden , alle fnogelyke middelen om zich by zyfïe vorije lcvenswys te houden, worden by de hand genomen; eene vrouw , eene dochter worden gedwongen zich haarer jeugd en fchoonheid ten natte t» «liaken , of doen het \an zelve om de onkosten liaa.'er Weder- i> m r^aas  ï8 Inleiding» In lei- „ op derzelver verderflyke toebereiding; op de be—' „ dorven eetwaaren; de vervalschte kruideryen; het „ be- pragt te befchaaren ; als Geneesheer hadde ik hier op niets te zeggen , ware ik niet zeker , dat deeze afwykingen met lighaamlyke kwaaien geftraft worden , en dat op deeze wyze eene affchuwlyke ziekte doorgaans het lot dier geheele huishoudiug word, welke, ware het niet om de razerny hunner trotsheid te voeden , nimmer tot zoo wanhoopige middelen hadden behoeven hunnen toevlugt te nemen. (a) De overvloed geeft aanleiding tot brasferyen; een overdaad , welke door verzwakking van der menfchen lighaams en zielsvermogens geheele Ryken doed wankelen ; Rome zelf gaf voormaal hier van een voldingend bewys: — men moet ' zeggen , dat in het algemeen, vooral in Duitschland , thans even zoo zeer buitenfporïg gegeeten word als 'er voormaals onmatig gedronken wierd; veele duizende [waren eertydsd de flagtoffers der dronkenfehap , en des avonds vond men naauwlyks de helft derlnwooners van eene Stad in zoo verre nugter, dat zy met hunne huisdieren in verlland naar den prys konden dingen; deeze ondeugd is heden ten dage , ten minften in de zuidelykfte deelen merkelyk verminderd; hier tegen fteld thans de Rykaart, in plaats van 10 groote Wynflesfen , 20 Schotelen met ongezonde Spyzen opgevuld op zynen Tafel, in welke de fchoone kunne en tedere jeugd , even zoo wel als den ftevigen Mansperfoon greetig toetast, en zich het lighaam overlaad met veel fterker verhittend» toebereidfels dan de wyn was, welke eertyds alleenlyk van den Heer des huizes en zyne manlyke gasten ïngezwolgen wierd; de gevolgen onzer weltoegerigte kookeryen en baut goüt kan men in de voornaamfte huizen des morgens ontwaar worden; men beklaagt zich aldaar over de gebreklyke SpysVerteering, krimpende maagpynen en andere ongemakken, die veele onzer Artfen zeer beleefdelyk met den naam van Zenuwkwaaien bsftempelen, waarvan weinig voornaame fanu-i lien bevryd zyn, en eene ganfche fchaare van mentenen jaarlyks in het graf geftort word : is de verandering van ondeugd in dit geval wel verbeteringS dit ten jriinften, is zeker, dat tof  I N L E i D I N (j. IS> bedrog van derzelver verkoopers en toebereiders; inlei^ s> op het venyn, het welk door het vaatwerk aan de 5, fpyzcn word meedegedeeld \ men overdenke de „ aanfteekende ziekten , welke uit eene met menfchen „ al te zeer opgevulde dampkring ontftaan (ei); men be- „ rekene het onmatig drinken geen zoo kwaade uitwerking op onzé gezondheid te weeg bragt, welke eene groote maate van verhittende Spyzen veroorzaakt, en wy hebben in onze dagen buiten twyffel de ergfte keuze gedaan, wanneer men nagaatj | hoe men voormaals de zuiverde Wynin den ftaat, waar in de natuur ons dezelve fchonk, aan zyne gasten voorzette, daar men hen thans niet dan vreemde en oitlandfche Wynert fchenkt , van welker verderflyke mengfels de geheimen aan niemand dan den venynmengenden Wynhandelaar bekend zyn: — het Erandewyn drinken , het welke alom by het gemeen , maar vooral in de Noordelyke Landen , ftand heeft gegreepen , heeft niet weinig toegebragt, om hun gezond lig— haamsgeftel te verbasteren, zoo als ik in het vervolg nader zal aantoonen: men heeft ook waargenomen, dit zoo wel in America als andere Waerelddeelen , federt de invoering van, deeze verhittende drank het fterke geftel der hier aan overgegeeven menfchen merklyk is afgenomen, en zy federt die tyd in grooter aantal jaarlyks geftorven zyn. — De Wotjaken in Syberien zyn zoo wel Mannen a's Vrouwen zeer aan het gebruik der Erandewyn overgegeeven, zy verfchil- ' len ook zoo zeer van de aangrenzende Volken, dat men onder hen zeer weinig groote, fterke en welgemaakte menfchen aantreft, hunne Vrouwsperfoonem zyn vooral klein en lelyk , thans heeft men hen de vryheid om Brandewyn te ftoo- , ken benomen: zie Pal las Reize door verfcheide Provinden' des Ruspfchen Ryks 3de Deel. (a) Het aantal der Steden in Duitschland en Frankryk, is federt dat deeze Landen ender het juk gèbragt zyn, en derzelver regeeringswyze eene verandering onderaan heeft, aanmerkelyk toegenomen , en het geen deeze Landen Kier door in ttraad en aanzien gewoHnen hebben, moet van de algemeene B 3 ' *** '  20 Inleiding; ■Inlei- ■ rekene de kwaaien, welke wy aan onze vertc,, dering te danken hebben; de gevolgen van ons „ verblyf in befloten vertrekken , uit dewelke wy ,, ons onverhoeds wederom in de open lucht begeeven; de toevallen, welke uit eene onvoorzigtige „ verwisfeling van klederen ontdaan; onze zoo ci,, gen geworden ongeregelde begeerten, van welke „ wy niet zoo ligt kunnen afiland doen; voeg hier „ by braad en aardbeevingen, die geheele Steden „ verflinden , en befehouw dit alles met een wys5, geerig oog, dan zal het ons klaarlyk blyken, hoe ,, zwaar ons de verongelyktc natuur om het verwaar„ lozen haarer wetten ftraft. —— Zullen wy ons niet „ met finert en verwondering voelen aangedaan , als „ wy het verbazend getal van menfchen befchouwen, ,, welke in de golven hun graf vinden, («) het zy ■>■> zy gezondheid der inwooners weder worden afgerekend ; hoe groter het getal der famenwoonende menfchen is , des te talryker worden de jaarlykfche iïerflysten , des te bedorvener worden des voUs zeden , de kwaaien worden too veel te meer voortgeplant, eene befmetlyke ziekte heeft zoo veel doodlyker gevolgen in een Gewest naar maate het getal der Steden in dezelve grooter is , zoo men hier by de fchadelyke ledigheid en dartelheid der Stadbewooners, benevens den invloed hier van op het omliggend Land in aai merking neemt, zal men wel haast van het nadeel deezer verandering overtuigd worden. (.a) De Oostindifche Compagnie in den Jaare 1602. in Holland opgerigt, bereekend het getal hunner Schepen, welke tot op het Jaar 1740. uit de Indien terug gekomen zyn op sooo; hier tegen zyn tot op dien tyd door ftorm en anderfints verongelukt meer dan 230 Schepen, welke nimmer in het Vaderland terug gekomen zyn. Bussching Nieuwe Geographie 4 Deel Inleid. Op 73 Schepen , welke tusfchen de Jaa- *en 1734. en 1740. naar en var» de gaap de Goede Hoop zyn ge»  ,, zy door den honger, fcorbut, de zeerovers, het inlei„ vuur of fchipbreuk op de jammerlykfte wyze om DL'NG' „ hals komer Men rekene hier by de menigte ,, van ongezonde handwerken , welke het leven ver„ korten, of ten minden het lighaamsgeftel beder„ ven ; ik meene, de bergwerken , de bereidingen „ der ertzen, voornamentlyk die van het lood , ko„ per, kwikzilver, kobalt, oprement', realgar, de „ andere hoogstgevaarlyke handwerken des Leyendekkers , Timmermans, Metlélaars , Steenhou„ wers, welke dagelj ks aan eene menigte van men-v „ fehen vaaren, zyn van de 158s9 menfchen, waarmeede zy bemand waren, 1733 geftorven, en das eJf van de honderd — op elf Schepen van Batavia naar Holland terug gekomen r en met 1203 mannen voorzien, ftorven 80, dus een van de vyftien. Wanneer men zyn aandagt vestigt op het aantal van Schepen, die fommige Volken meer dan voormaals in zee zenden, op die oorlogen, welke op eenen verbazenden aflland gevoerd worden met oudtyds onbekende Volken, op de onbegrypelyke deelneeming van Duitschland, in deeze vreemde gcfchülen , door de allerkoelzinnigfle opoffering van zoo veel Duitsch bloed voor eenige dnizende .ponden Sterlings, van welk geld niet het land , maar den Voritelyken Menfchenhandelaar het voordeel geniet, en rekene de gewoone ve.liezen van menfchen , hoe ze^r ook het gevaar door de verbetering der Scheepvaart vermindert is, by die, welke door menig al te floute onderneeming, en onbezonnen, vertrouwen op meer verlichte kundigheid , veroorzaakt worden; men ga na hoe weinig de Zeevarende door hunne ftoute en byna altoosdnarende reizen tot de bevolking toebrengen, en voege hier by het nadeel, het welk zy door het bederf der zeden, in deeze klasfe van menfchen byna algemeen plaats hebbende, veroorzaaken, zoo zullen deeze weinige hoofdzaaken zeer veel bybrengen om wegens de Zeeraart het befluit op te niaaken. E 3  ja Inleiding, int.ei- „ fchen het leeven kosten O); alle deeze omftarr?I'NG' „ digheden by een genoomen, zal men in den ooï„ fprong en voortgang der merifcneTykë famenlceving „ de oorzaak der door meer dan eenen Wysgeer „ opgemerkte vermindering onzcs gcflachts ligtelyk „ vinden. " (Z>) Gelyk onze toeneemende gemak1 lyklieid en verwyfüheid onze behoeften verfynt, ch ons gebragt heeft tot begcertens, welke niet dan met het uiterfte gevaar voor ons en onzen niecdenmensch vervult kunnen worden, zoo is het ook ontwyfelbaar, dat in onze verdere befchaaving, in de konst om onze weelde in allen opzigte in te volgen, en alles, waar toe onze Voorouders handen cn voeten gebruikten, met werktuigen uit te voeren (c), dat in deeze onze (a) Men denke flegts op die honderdduizenden van Negers en andere Slaaven, welke de Earopifche Gouddorst ten ] fchande des Godsdïensts koopt, en in de mynen van Peru cn Mexico al hun leven lang opfluit en verflikken laat; aan die menigte van menfchen , welke in ongezonde plantagien bloed zweeten moeten', .op. dat wy by onze Thee en Koffy Suiker zouden kunnen gebruiken ; cn wanneer men van ongezonde handwerken fprcekt, fla men flegts het oog op de menigte van Paruikenmaakers, welke door de poejer, waarmede zy daaglyks de breinlooze herfenkasfen' beftrooijen, doorgaans ïn longziekten vervallen — de kanten febrieken, waarin duizende van jonge en oude lieden zich krom zitten om dit fyne ' tooifel te leveren, waar mede de kwistzugtige vrouwen haare mannen in den .grond helpen — de buskruid moolens, die zoo veele menfchen het leeven kosten, en eene onbegrypelyke meenigte van handwerken , die het levensgevaar tot ïn het ongeloonyke vermeerderd hebben, en waar over ik jn denverderen voortgang deez«s werks broeder zal handelen* (&)J. J. Rousseau discours fur l'origine & les Fondement ie l'hiegalitéparmi les Hommes pt. i. note 7. O) In geneer ïtajien is oyer het algemeen, ïelf by lieden van yei-  1 N L E I D I N ». 23 ze al te groote volmaaking een' voornaame oorzaak , int.Eivan onze vermindering gelegen is, cn dat, al wat Dl • men ooit ter verdeediging der weelde zeggen kan, aan de gewigtigfte tegenwerpingen onderworpen is. Indien dezelve honderd wegen ter onderhoud baand, opend weinig aanzien, geen grooter fchande , dan het te voet gaan, en zelf vreemden , fchoon zy beter mogten denken , moeten zich hier na fchikken , en het zich getroosten om voor eenen afïland van 20 fchreeden een Rytuig te gebruiken , indien zy den toegang in gezelfchappen hebben willen , en niet met veragting bejegend willen worden. „ Het te voet gaan, zegt Bry„ d o n e in zyn reis door Sicilië en Maltha, is te Napels groo„ ter fchande, dan het fteelen , en die aldaar gebruik van zy„ ne voeten maakt, word voor een Staljongen aangezien, en „ van al wat goed gezelfchap heet, veracht." In Frankryk was het een tyd lang in gebruik om fchoenen met roode hielen te dragen, dewyl men daar aan terflond zien kon of men Rytuig hield , dan of men gelyk andere verachte ftervelingen door het flyk moest baden. In Parys alleen vind men tans vyfcien duizend Koetfen, daar 'er in den Jaare 1550. flegts twee op riemen hangende Koetfen in gansch Frankryk te vinden waren-, Van tyd tot tyd is men eindelyk ïn Duitschland , in aanzien zoo ver gevorderd, dat 'er geen vermogend man is, die zich niet van paarden bediend , wanneer hy zich van de eene plaats na3r den anderen wil begeeven; en op dat dit op de zagtfte wyze volbragt worde , neemt men al wat de kun3t vermag te baat om de beweeging van het Rytuig byna onmerkbaar te doen zyn, en alles zoo in te rigten, dat men wellustiglyk van het eene gezelfchap naar het andere gewiegd worde. Wat doch kan men van deeze buitenfpoorigheeden verwagten? dan dat onze mannen, die zich reeds fchaamen Voor mannen aangezien te worden, langfamerhand in tedere Vrouwtjes en onze Vrouwen in ziellooze poppen veranderen; — Kien vond egter oudtyds groote Vorften, welke deeïe gevolgen der weelde voorzagen, en zich hier tegen poogden te Verzetten; getuige sy dat bevelfchrift, het welk Hertog Julius B 4 vaa  &4 Inleiding, ïnlei- opend zy even zoo veele afgronden, die liet k-(v:n van den Inwooner en de welvaart van het Gcmecnejbest veiflinden. Is niet een d r verderfeiykfte van haare gevolgen , dat zy de fchadelykite omitandighecden met een verblindend vernis omkleed, en de menfchen door een foort van betoovering midden in bun . ver¬ van Brunswyk 1588. liet afkondigen ; een rievclfchrift, hetwelk zyner manlySe zie'e en Duitschland zyn Vaderland eer aandoet , en h:er verdiend geplaatst te worden. „ Als wy Ons de oude Hiftörlen en door Ridder-eer beroemde gefchiedenisfen te binnen brei gen , cn in ervaring „ nemen , hoe b. vorens de waarde , befbendi^e , (route en bly„ moedige Duitfchers , van wegens hunne maniyke deugd, „ Ree.dlyk — Daoper — Eerbaar- en Standvastigheid by al'e „ Volken dennaste beroemd waren , dat zy niet alleen in ,, oorlogstogten den voorrang hadden , maar ook door hun 5, toedoen in het Heilige RoorrTche Ryk voor hun Vaderland, „ zeer dappere en manharte daaden verrigt zyn, en inzon„ derheid de mannen van dit ons gewest, wegens hitnne rus^ „ tigheid cn Oorlogswapenen binnen en buiten het Ryk den roem' gehad hebben , dat andere Volken zig gaarne nut hen verbonden: daar wy nu federt eenigen tyd met het grootfte „ verdriet bevonden , dat deeze zoo roemryke dappere cn man„ nelyk toegeruste Ruiteryin onze Vorfter dammen Graaffchapr „ p.-n en Heerlykheeden niet alleen merkelyk verminderd, maar „ zelf als vernietigd is (gelyk buiten twyffel andere Vorfien meede ondervinden), en dit voornamentlyk hier. door veroorzaakt word , dat zich tans byna alle onze Leenman„ nen , Dienarren en Maagfchappen, zonder onderfcheid van „.jaaren , zich cp de luiheid en het gebruik der Koetfen be„ ginnen toe te leggen, zoo dat weinige van ben zich van „ wel toegeruste Ruiterpaarden, wel eivaaren , beproefde en ,, der wegkundige knegten en knaapen voorzien. Daar wyna dit niet langer aanzien kunnen, maar de oude Brunswykfche en uit onzen ftam oorfpronglyke Ruitery weer poogen „ op te rigten , zoo bevoelen wy onzen Leenmannen, Dienaa1 . ren  Inleiding. Verderf nog zeer gelukkig doet fchynen ? Ik zal in het vervolg gelegenheid hebben dit verder aan te toonen; als dan zal het biyken, dat de ftëirkfte bcw'ysredenen tegen de Weelde van deszelfs fchadelyke uitwerking op ons lighaamsgeflc!, en op de algemeene gezondheid des mehschdoms afgeleid moeten worden , en dat, offèhoon vy door deszelfs vermindering een aanzienlyk gedeelte van ons inkomen moeften misten , echter de menfehclyke Maatfehappy hier door eene uitmuntende winst zoude veikrygcn. De Gedenktekenen der ! veranderingen op de oppervlakte des Aardbodems door der menfchen toedoen veroorzaakt, komen wel is waar in meenigte en grootheid te kort, by die, welke ons de natuur van haare door haar zelf te weeg gebragté omkecringen hier cn daar heeft nagelaaten, maar echter is de invloed; Welke dc eerstgenoemde op de gezondheid en het cha racter van des waerelds Inwooners gehad hebben,... ' voor „ ren en Verwanten op het ernftigfte , dat zy en elk onzer „ onderhooiigen van zoo veele Ruiterpaarden , als waar mee„ de zy ons ten dienst te ftaan verpligt zyn, voorzien moeten „ zyn en met welbeproefde , geöeifende , ervaaren en der „ wegen kundige knegten by zich, even als zy met blanke „ ftaale Wapenrusting en gefteevelde Zadels, en twee Vuur,, roers met yzere loopen en fmalle kolven voorzien, zich by j, ons zullen hebben te vervoegen, terwyl 'er geen Koetspaar„ den zullen toegelaaten worden. " Om niet minder gewigtige oorzaaken wierd het gebruik der Koetfen door Philip II. Hertog van Pommern-Stettin aan alle xyne Leenmannen verboden. Hier na zal ik aantoonen, hoe noodzake'yk het zy voor al de jeugd daar aan te gewennen v dat zy zich in al'e gelegenheeden van hunne lighaams - kragten bedienen , om dus hunne Voorvaderen in fterkte te eevenaaren. ü 5 ÏMLït-r t)IN G, Invloed % welke fommigp veranderingen op de oppervlakte des Aardbodems , op de gezona"beidvan deszelfs inwoonershebben.  'ÏHLEI»IN6, Verandering van bet klimaat in veele Gey/estcr,. f, Wanneer men iemand van de woefte vlaktens en «tgeftrekte wouden der Iroquoifen op eenmaal in het zoo vlytig beboude China overbragt (zegt een diepdenkend Gefchied-Schryver, om de evenredigheid der befchaavmg der menfchen met de bebouwing der door hen bewoonde Landen te bewyzen) hy zoude van zelf het belluït opmaaken, dat dl? Land door geheel andere menfchen bewoont wierd. M. J. ' Schmidt Gefch. derDeutfcher, Voorr. doch ik geloove met iet zelfde regt te mogen zeggen, dat wanneer een wraak, cierigen en yzer - harden Iroquois uit zyn boschagtig Vaderland ïn een meer bebouwd Gewest wierd overgezet, »yn hghaara wel haast leeniger, zyn zenuwen gevoeliger, en zynedenkwyze sagter zouden worden. O) Quis Germaniam peteret, infbrmem terris, asperam cce o, , jr a „ t, ^,vn« h«en dringen, en z90 & tegenwoordig I N L K I D I » voor den onderzoeldievenden Menfchenvriend van veel gro'oter aanbelang («): de Maatfchaplyke Samenleeving en de Weetenfchappen maakten uitgeftrekte ter nedergevelde wouden tot volkryke Gewesten, onuitoogbaare moerasfen tot beboude vlaktens: flegts zeer weinige ftreeken in Duitschland gelyken eenigermaate naar de afbeelding die in vroegere tyden van dit land gemaakt wierd (l), ook andere ryken hebben vroeg of laat foortgelyke veranderingen ondergaan; alle hebben zy hier door in hunne lucht- en grondgefteldheid zoodaanige plaatslykc eigenfchappen verboren welke op de hoedanigheden hunner Inwooners een'alierzigtbaarften invloed hebben (c). Men kan bewyzen , dat de omkeering door de Romemfche Oppennagt in Duitschland, Engeland en Frankryk te r weeg  1 H £ t t » I N &. Vjf ■ weeg gebragt niet flegts ftaatkundig geweest is. Voor Inlei.. idit tydftip hielden de meeften deezcr volken het voor BIN** ! laag en flaafagtig, om zich by elkander troepsgewy;ze tusfchen wallen en muuren in te fluiten; en tot : in de vylde. eeuw der Christelyke Jaartelling maaken . i de Romeinfche Gefchiedfchryvers zeer weinig melding •van Duitfche Steden, dewelke eerst omtrent dien ■ tyd begonnen ( Vici) met muuren omgeeven dorpen i te worden, tot eindelyk de veelvuldige aanvallen en : ftrooperyen der Hunnen en Normannen het aantal der ] befloten plaatfen vermeerderden ; de toeneemende i noodwendigheden lokten eene meenigte Handwerkslieden derwaards, terwyl het laagfte gemeen buiten ide muuren gefloten wierd om dus de bosfehen tot ' vrugtbaare akkers te leeren aanleggen, ( a ) Of wy hier by gewonnen, dan wel verlooren heb- OngevotIben zal nader blyken; zoo veel kan men hier met ^"y-oor; zekerheid vast Hellen, dat, wanneer men in aanmer- ouderen ! tóng neemt de levenswyze onzer Voorvaderen, die febeideZp : zich door hunne geduurige plaatsverwisfeling voor de °™er\ee™f < veranderingen in den dampkring ongevoelig maakten , oorzaaken i eene vogtige moerasfige Landllreek voor hen dat geene ten, ; niet was, het welk dezelve tan s voor hunne vertederde naneeven is. De menfehelyke natuur, nog in haare eerfte kragt zynde, gewend zich even gelyk aan de hitte en koude, dus ook aan de meer of minder aanmel¬ den dampkring verwarmen kunnen; hier van leid Conring de vermeerdering van onze drift ter byfiaap en de vroegere rypheid der kunnen af. De habitus Corporum Germanorum caufs proleg. p. o. («)Jacob Brunnemann Dijfert. Polit. Jurid. de Incremen[is urbim Girmamram Cop, L, Hal, Magdeb, 1703, Recuf. 173$,  i$ Inleidin »; inlei- mèrkelyke droogte en. vogtigheid des dampkrings; alleen de al te plotslyke veranderingen in dezelve doen hem aan, en zyn hem fomwykn zeer nadeelig, doch Ultwer- tegen zoodaanige is een land met uitgeftrekte wouden mtliot* voorzien kragtig genoeg beveiligt, den fchadelyken ting eener winden word den toegang afgefneden , befmcttingen landpreek . . , ■van'uitge- uit naburige landen verhinderd, de brandende zonnefcben.b°s' ftraalen , de zoo gewoonlyke oorzaaken van doodlyke ziekten in den oogst - arbeid, worden hier door afgekeerd; ■— door het uitroeijen'der bosfchen is onze luchtftreek voorzeker zagfér geworden , even gelyk Italien fans eenen warmer dampkring geniet dan in de tyden van Augustus, federt de aangrenzende ryken, Hongaryen, Poolen , en zelf Duitschland, meer bebouwd , en dus warmer zyn dan voor deezen (a) ; zelf (a) R o sie r Obfervations & Memoires fur la pbyfique, Juin 1773. Erxlïben Phyjic. Biblioth. 2 Band. S. 398. Het klimaat van Duitschland voor vyftienhonderd Jaaren is tegen het heedendaagfche naauwiyks met het klimaat der landen op den Co of 62ften graad gc'egen te vergelyken : in die tyden vroor den Rhyn dikmaais geheel vast, tans valt dit flegts zeldzaam voor. Rendierer en Elanden onthouden zich tans nog in het bovendeel van Pru:s!en ; Resdie-en bejinnen in Europa zich eerst op den 62 graad te vertoonen; Duitschland was dus over het geheel genoomen veel kouder, en zoodanig moet ook een land zyn, welkers Inwooners, alleenlyk uit Herders, Jagers en Krygslieden bcllaande , het aardryk niet beploegden , de binnenlandfche wateren niet uitdroogden, welkers grootfte oppervlakte door de omgelegen wouden van de hitte der zonneft aaien be oofd bleeven. B. A. W. Zimmermann uber die Verbrtitung und Aufartung des Menfchen Gefchlechfes, 2Abth, S. 54- 5'. Men begrypt Iigtelyk dat hier a'les op de ligging der uitgeroeide wouuen aankomt; na dat het gebergte van Piltoia , het  Inleiding. ip' Zelf is liet barre Zweeden, federt het nedervellen van In lei-, aanzienlyke bosfehen zagter van luchtftreek gewor- NQ~ den (Z>) : Door deeze vermeerderde warmte zyn niet flegts de menfchen verzwakt en vertedert zoo dat een hedendaagfehe duitfche Jonker met zyn zyden rokje, nevens zynen manlyken met een hertenvel bekleeden Stamvader een zeer verwylü figuur zouide maaken, maar tevens zyn ook de ftaande wate:rcn, moerasfen en binnenlandfche meeren zeer veel inadeeliger geworden; aan de brandende zonneftraalen Sby aanhoudenheid blootgefteld, geeven zy veel meer .dampen op en gaan zeer fpoedig tot bederf over; uien bcwyst dus op goede gronden de heilzaamer Hiehtftreek der zuidelyker landen, dewyl het meerder lhceuw en yswater in de noordelyke ftreeken poelen en meeren voortbrengt, welker uitwaafemingen in den zomer allernadeeligst zyn. (c) De Inwooners van Jamaica en Barbados zyn tans, door het onvoorzigtig vellen van meest alle hunne bosfehen, aan de fmoo- rende welk een gedeelte van Italien voor de barre noordewinden oefchuttede va.i zyne bosfehen beroofd was , vonden zich , daar ?y gelegen vlakten hier voor blootgefteld , wiereen kouder en kunnen tans naaawlyks voor 9000 menfchen het vereischte onderhoud opleeveren, daar zy voorheen w,el viermaal zoo ?eél onderhielden, en dit getuigen ook andere gedeelten:, van :taliën, dat de koude , naar maate de geberjen naar het Noorden geleegen van wouden ontbloot worden, meer en meer >oeneemt. Brieven over Italien. O) Zugabe zu der Gött. Gel. Anzeigen 1777. 6 Jlikk. (è) Blumünbach lib. de generis bumani varietatg natina p. 7. I e ) Getting. Gel, djizeig. 1757. S, 29. 30,  iMLElDiïï©; %. ■' flfttEi- rende hitte van hun brandend klimaat blootgefteld 4 *lNe* en daar zy byna alle fchaduw ontbeeren, aan oneindig meer ziektens dan voormaals onderworpen O): eene zaak, die hen voorzeeker wedervaaren moest, van hoe grooter nut de boomgewasfen op den aardbodem en vooral in heete landen zyn, daar doch, volgens naauwkeurige proeven, de lucht, door de geftaadige dierlyke uitwaafemingen bedorven, door het ryk der gewasfen allerbest kan verbeterd worden. (*) Het nut der bosfehen ter afweering van fommige winden is, gelyk gezegd is, zeer aanmerkelyk en voornamentlyk als dezelve naar het Zuiden gelegen zyn: deeze doch kunnen als eene veelvermogenden afkeering van verderflyke kwaaien aangemerkt worden (b), offchoon het hier voornaamelyk in aanmerking komt over welke landftretken de winden in hunne aankomst heen waaijen, dewyl z*y veel maaien zeer veel van derzelver natuur aanneemen en aan andere landen mededeelen; hierom willen de Romeinen niet toelaaten dat (a) Recherches Phitofophiques fir les Americains T. i. p. 27. (*) De Geleerde Ingenhousz bevestigd dit cnwederfpreeklyk in zyn werk. Experiments *patt vegetables &c. hy bevond niet flegts dat, gelyk Priestley reeds betoogd had, de door de ademhaaling befmette lucht, door de in dezelve groeijende planten binnen 6 k 10 daagen verbeterd wierd, maar dat deeze verbetering zelf binnen weinig uuren gefchiedde: zelf zonder eenig water in een glas beflooten zynde; een wyngaardblad in een glas met een once zeer vervuilde lucht geflooten zynde, zsiverde dezelve geheel en al binnen een en een half uur, VertaaleR, j. DtmiNGii Comment. Phf- & Sahbritati aèïfs Marburgen/is Cup. VI, J. 2°«  1 N L E I D I 3* ©i 31 dat men hunne tegen het Westen gelegen wouden iNiagt nederveld, als dewelke hen eenen natuurlyken voor- DINS* . muur tegen den fchadelyken Siroc of Zuidoosten wind uitleveren Clemensde XI. wilde niet dat men aan de bosfehen omftreeks Cifterna en Sermineta den byl zoude leggen, dewyl zy voor Rome ter afweering dienen, van die winden, welke over de Pompinifche moerasfen waaijen , en van dezelve eene menigte van fchadelyke en vogtige dampen meede voeren (b), even als die Stad tot haar nadeel ondervond , toen men die hooge bosfehen , welke Rome voor de zwavelige dampen van Napels beveiligt hadden , had ter neder geveld, (c) Baton berigt ons, dat op het Eiland Cayenne de Tetanus, welke aldaar twee derde der jonge kinderen in het graf ftort, alleenlyk in de digt aan de zee gelegen landftreeken woed, zonder dieper landwaarts door te dringen, en zelf zyn alleenlyk die aan zee gelegen landen hier aan onderworpen, welke door geene bosfehaadien of gebergten voor de zeelucht befchut worden; ten bewyze hier van brengt hy het voorbeeld by van eenen Heer, in welkers gebied, dat, Ifchoon zeer na aan de zee, echter zeer laag en tusifchen het gebergte met boomen befchut lag, zich deeze kwaal nog niet geopenbaart had; de eigenaars deezer bergen lieten dezelve van bosfehen ontblooten, met dit gevolg, dat van dit oogenblik aan de Tetanus zich ook in dit gebied openbaarde. ( *) Het Ca) Keysler Reifen §. i. S. 875. Qb) In den Jaare 1714. Lancisii Oper. part. 1. p. i6j, CO Rech. Philof. fur les Amer. t. c. '(*) ZieJ. J. f^ti&n'üeilktindig Mevgeherk 2 Dt  ga Inleiding. In lei- Het is waar dat te veele cn te digte wouden, daar *"1Je' zy de heilzaame uiidróoging van den grond verhinderen , en fchier alle zuivering der lucht door verfrislchende winden beletten, byna even zoo nadeelig zyn moeten ; doch dit gebrek kan door de koost in korten tyd geholpen worden, en ik boude het voorzeeker, dat onze Voorvaders wel degelyk voor het openen hunner bosfehen zullen gezorgd hebben, daar zy dezelve dag en nacht, het zy ter nafpooiïng van het wild, hun gcwoonlyk voedzel, het zy met hun tam vee moeiten doortrekken ; en om ten behoeve van het laastgemelde weiden te bekomen , moeiten zy ook in de daalen het geboomte uitroejen of af branden («,); zonder daarom, gelyk wy, den ganfehen grond te ontblootcn , hunne lighaamen aan de ongeftuime magt der winden ten prooy te gecven en op eenen droogen grond den bedorven dampkring met hunne ongelukkige nabuuren te deelen. Nadeel men met dit alles in acht neemt, dat de van der tal- oujs ingewortelde drift om groote Steden te bewoomenwo- nen, na de uitdrooging der uifgeftrekte moerasfen, vingen der i menfchen. (a) Noch bedienen zich de Inwooners van boschagtlge landftreeken , fomwylen van dit , in een huishoudelyk opzigt, zoo algemeen nadeelig middel, om namentlyk door geheele bosfehen in den br^nd te fteeken zich zeiven een goed cn uitgeflrckt weiland te verfchaffen. (*)Men bedenke llegts hoe veele ongelukken, in vlakke landen, welke door geene wouden befchut worden , de geweldige ftormwinden veroorzaaken, waar van den boschbewooner weinig gevoel heefc, ook in die rivieren, welker osvers geheel van bosfehen ontbloot zyn, vallen de overilroomingen meenigvuldig voer a wanneer heeyifis winden haaren leep ftrepeunen,  ïïJLEIDINf}, 35 de menfchen in nog oneindig ongezonder ftinkpoelen gevoerd, en tot een beftendig verblyf in dezelve verleid heeft: dat, door het by na overal ontftaane gebrek aan brandhout, verfcheide volken zich ter verwarming en zelf ter bereiding hunner fpyzen van de ftinkende fteenkoolen bedienen moeten, en dus de lucht met fchadelyke dampen vervullen (>): als men nagaat, dat de gemaklykheid der vyandlyke aanvallen in landen , door geen water doorfneden , de menfchen genoodzaakt heeft 4 zich ter hunner veiligheid in vestingen , tusfchen door konst voortgebragte moerasfen en met Hinkenden modder gevulde graften, in te fluiten; (a) Het gebrek aan hout is vooral in die Landen, alwaar men noch Turf noch Steenkoolen kan branden , eenallergewiglïgfte oorzaak der ziekten onder dè armen , die meestendeels Van toereikeride kleederen en dekfel verftooken zyn. Gryzaards, volwasfènen en tedere; kinderen , zetten zich verkleumd en door koude vérftyfc by elkander, en fchynën beevende hun ftervens lot af te wagten , daar de dieren zelfopi hunne Hallen door den nypende vorst om het leeven geraaken ; — dit was niet zoo in vroeger tyden ; de nooddruftige mogt j zonder het onmenscht verbod des boschbewaarders te vreezen, het benodigde hout opzamelen, en had hét, daar hy zelf het Bosh bewoonde , riiet verre te draagen. Ik zal ter bekwaafflér tyd aantoonen hoe wénfchelyk het waare deeze onregtvaardïgheid , die wy jegens onzen armen medemensen bcg«n af te fchaffen , en in zulk Gewest een of meerder openbaare op 's Lands kosten verwarmde vertrekken aan te leggen , alwaar den verkleumden elendeling zyn «oevlugt kon neemen. Zegen zy dén ver'mogenderi, welke ih de nypefide kóudé aan den behoeftigen gedagtig is, eu door zyne barmhartigheid' th het uitdeden der brandftoffen , het byna Hollende bloedde armen door hunne darikbaare harten eenen vryerën loop' VertStaaP-i c  34 I N E E I D I N (S. In-lei- ten, en dus hun leven te vergiftigen om het zelve te ding. , , , behouden : dat men, om m eene altoosduurende wer. kelooshcid voort te leven, door eene foort van menfchen, welke eenen eindeloozen arbeid zyn toe gewyd, het ganfche jaar door de aarde doed opkrabben , en dezelve op zekere Jaartyden rondom der menfchen wooningen rykelsk met verrotte vuilnis en mest laat jophoopen; welke eenen zoo onvërdraaglyken ftank door den dampkring verfpreiden, dat den ongevoeligiten barbaar niet zoude kunnen voorby gaan, zonder de neus op te trekken (a). -— Het is uit alle deeze waarneemingen ligtelyk op te maaken, of men by de voormaalige gedaante van ons gedeelte des aardbols meer- (a) Hesiodus verwierp het mesten der akkers en wilde dat men meer de gezondheid der inwooners, dan de vrugtbaarheid der velden in aanmerking neemen zoude. Zie RaMazzini de morbis artificum p. 627. Alhoewel men tans onder ons d.eeze raad niet volgen kan, moet men egter toeftaan, dat deeze rottende bedekking onze Tuinen en Velden foHimige tyden des jaars ongezonder maakt, dan dezelve voorma-Is waren. Perkins maakt, in eene Verhandeling over de heerjebende > Borstkoortfen te Boston , gewag van een Landman , welke jaarlyks van het begin van Odtober tot in April, omtrend 30 morgen Iands met verfche flyk het bedekken, om dezelve vrugthaar te maaken ; in de Zomer van het derde jair wierden de Inwooners deezer landflreek, die tegen het Oost- en Koord-Oost woonden , door eene kwaadaartige en in de ïneefle gevallen doodlyke koorts overvallen; deeze Ziekte fcield op met den aanvang der Herfst, en het geen ten klaaren bewyze. verftrekte , dat de bovengemelde bemesting hier van de oorzaak was , is dat deeze ziekte zich niet verder dan anderhalf myl van de wooning des Landmans uitbreidde , en dit alleenlyk in de ngting der Zuide en Zuid-Weste w«i tien üijloire de la SQtiêté Royale de Medicive torn, p. 2cj>  meerder gezondheid te verwagten had, dan by die, int,et; waar in het zelve zich in onze tyden bevind; en of niet deeze hier in te weege gebragte verandering, welke niet dan-een oog verblindende winst in kleinigheden is, in de gezondheid van geheele ryken, en het onbedorven lighaamsgeiiel der menfchen over het algemeen , eene wczendlyke ontaarding te weege gebragt heeft. Eene niet geringe oorzaak onzer vermindering zyn Van , . . nieuw- de nieuwe ziekten: u„gs Jiaane ziekten, r —— JYova febrium Terris incubuit cohors, Semotique prius tarda neces/ïtas Lethi corripuit gradum. liet is onwederfpreeklykwaar, dat heden ten dage veele ziekten, die eertyds niet dan in fommige gewesten waargenoomen wierden, algemeener geworden zyn, zedcrt de Inwooners van verfchillcnde Waerelddeelen eenen naderen omgang met elkander hebben, en zich door de uitgebreide uitzigten des Koophandels daaglyks meer en meer onder elkander vermengen; de veelheid en verfchilleridhcid der fpyzen doet hier niet alles af. (» . ^ (o) Ex nimia potus tS cibi ingluvie exuberantium bumorum fluxits atqueflatus, lacunarum infrar, in hominum corporibus exundant atque refsagnant, atqie adea varia morborum genera ingeiunt, quibus morbis Jignificandis, cogantur eruditi JJdepiaJ) Göttliebe ordnung in den Veranderwgen liet Menjehlicben Gefcblecbtts 2 Tb, S- 528. 3 Tb. g. 627. C 4  4o Inleiding. Tnlei- rol gefpeeld, toen dezelve in de noo.rdefyke gewesten ,INS? nog onbekend waren: by de Kosacken, Kalmucken en Kamtschadalen, zegt de Heer van StraiileNt 33erg, zyn.de pokken niet eer verfcheenen, voor dat de Rusfen hun die ovcrbragten; Gmelin acht het waarfchynlyk, „ dat geheel Siberien van deeze „ plaag bevryd gebleeven is tot dat het zelve door „ de Rusfen is ingenoomen; men nam zelfwaar, „ dat het ooftelyke gedeelte het laatst hier door be„ fmet wierd, cn verzeckerde my, toen ik in de „ Jaaren 1736. en 1737, aldaar was, dat deeze ziek„ te tot aan Anadirskoi Ostrog doorgedrongen was, „ zonder tot npchtoe, zoover als Kamtfchatka en de „ Korjacken gekomen te zyn: " O) Men vindt, zegt Murray, in Zvveeden geen ouder berigten wegens de Kinderpokken dan van den Jaare 1578, en in het Jaar 1718. bragten de Hollanders die voor het eerst aan de Kaap de Goede Hoop; de dieper landwaards inwoonende Hottentotten, befchutten, na door deeze kwaal een groot verlies ondergaan te hebben, zich voor deszelfs voortgang door eenen wal op te werpen, wagten uit te zetten, en dus alle verdagte lieden vut hun gewest te weeren. (£) In («)]". GeoR.8. Gmelin Reize door Siberien 2 Deel Voorreede. Ook Pauas berigt ons dat de Obifche Oftiakken , gelyk meest alle de volken van Siberien, welke de Rusfen ontdekten aan hun gebied onderworpen gemaakt hebben, voornamentlyk door de Kinderpokken en andere by hen eertyds onbekende ziekten merkelyk verminderd zyn, Reize door verfcbeide Provinciën des Rusftfcben Ryis 3 -D« t- 25. 26. (i) Rozen van Rosenstein over de Ziekten der Kinde» ten 12de Hoofdjl,  Inleiding. 41 In de Nedcrlandfche bezittingen in dit gewest woed ini.«v DING» deeze ziekte alle zeven of tien Jaaren op het allerverfchrikkelykst, fleept dikwerf geheele Familien met Ouders, Kinderen en Lyfeigencn ten grave, en dwingt de Iuwooners in de allerzorgvuldigfte afzondering hun heil te zoeken. America was, zoo veel men heeft kunnen gewaar worden, vry tot op de verovering des Mexicaanfchen Ryks: verfcheide gewesten zyn door de Engelfche en andere Europeïfche Volken met deeze befmetting vergiftigd geworden O); in zoo verre, dat tans den geheelen bekenden Aardbodem, trapsgewyze door den onderlingen omgang der Volken befmet, voor altoos door deeze moorddadige ziekte van tyd tot tyd geteiftert word. •Hier moetik eener kwaal gedagtig zyn, welke, Va« d» offchoon ten troost des menschdoms byna geheel uit Europa yerdweenen, echter in nog te verfchen aandenken is om hier, daar wy van de redenen der ontaarding en vermindering des menfehelyken geflachts handelen, niet aangeroerd te worden; ik meene de Melaatsheid (b ); ook deeze ziekte heeft in Europa toe- ^a) P. G. WERLHOFil Opera Med. Ed. Wichmanni P. 2, §. 6. No. 31-35. P- 486- fi) Deeze kwaal verdient ook deswegens onze opmerking, dewyl dezelve in Europa de eerftc aanleiding gegeevcn heeft tot het ftigten van Gasthuizen en andere verordeningen, ten, behoeve der kranken; zy kan ook ten voorbedde dienen, hoe ligtelyk foortgelyke aanfteekende kwaaien zich mededeelen aan menfchen, welke in die Landen, alwaar deeze landziekte heerscht, zonder de nodige voorzorg zich ophouden ; hoe ligt eene op deeze wyze voortgeplantte ziekte zich in ket vreemde Gewest vestigd en wortelen fchiet, welke in C 5 eene  42 Inleiding. INI.EI- toegang gckrecgen, toen de Imvooners van dit WaeaiNa' ' relddeel, door eene allerzonderlingfte denkwyze verleid , in hunne kruisvaarden de Melaatsheid voor groote lommen van menfchen en fchatten uit Afia giugen koopen en terug brengen in landen, al waar deszelfs woede federd veele eeuwen fchcen uitgeblust. — Het was alleenlyk in Egypten , al waar de Melaatsheid in de vroegfte tyden bekend was, en aldaar wierd dezelve meeftendeels aan de overftrooming des Nyls tocgefchreeven. Est Elephas morbus, qmx propt er flumina Ni li, Gignitur Aegypto in media , neque prester ea unquam. Hier van daan breidde zy zich onder Pompejus den Grooten uit tot in Italien f>), Spanje ën eindelyk ook in Duitschland. (Z>) Naderhand wierd Europa in de elfde en twaalfde eeuw door dit affchuwelyk kwaad zoo zeer aangeftoken , dat reeds in den Jaare 1225. in Frankryk 2000 ziekenhuizen voor Melaatfchen '( Leproferies) vereischt wierden, welke door Lodewyk de VIII. elk met honderd Sols by testamen- . : te, eene lange reeks van jaaren niet kunnen uitgeroeid worden, en ter ontaarting van het menfchelyk genacht zeer veel toebrengen, Zoo dat 'er eeuwen verloopen moeten , eer de merkteekenen deezer reeds voor lang verdweenen kwaal uitgewischt zyn. ( a ) Sentit & facies heminum novos omnique avo priore incognitas non Italice modo, verum etiam univerfa prope Europee motla, — tanta fceditate ut queecunque mors prceferenda effetVhïNltis Hifi. Nat. L. 26. C. 1.; dat deeze ziekte ook toen ter iyd in Griekenland, bekend was bewyst Gruner t. c. p. 167. , ( fc) C H R. LAN6E Diprt, de Aforfc Ëndemü» &pf. i6?4- S- 2*  I ' K £ 1 I D I N Bi 43 te begiftigd wierden (r?), en dat volgens het getuig- Inl3^ nis van Mathceu Paris, op het einde der der- DI s* tiende eeuw het aantal der Melaatfchen Hospitalen in Europa, een getal van 19000 beliep (£). « Van tyÜ tot tyd heeft deeze verfchriklyke ziekte, zonder dat de Geneeskunde zich beroemen Icon, op dezelve merkelyke voordeden behaalt te hebben, als van zelf ons Waereledeel weder verhaten, in zoo verre, dat flegts hier en daar enkele gevallen daarvan zich voor doen, welke gefehikt fchyncn. om ons een voorbeeld deezer alleraiTchuwlykfte kwaal onder het oog te laaten, en ons te overtuigen, dat de Melaatsheid niets gemeens heeft met eene andere ziekte, die in laater tyden tot ons overkwam, en welker Geneeswyze, zoo wel als toevallen , van die der Melaatsheid heemelsbreedte verfchilt; het valt intusfehen niet bezwaarjyk te betoogen, dat eene zoo algemeene kwaal, die zoo lang in de ingewanden onzer Voorou-" ders gewoed heeft, en niet alleen alle hunne vaste cn vloeibaare deelen over het geheel, maar ook die fleer len, welke ter voortteeling dienen, in het byzondcr op de gruwzaamfte wyze aantastte, dat zoo eene kwaal voorzeker voor de volkomenheid hunner Nakomelingen geduurende een geruimen tyd allernadeeligst geweest is ; hier by komt, dat de verliefdheid en drift ter byflaap een toeval was deezer ziekte geheel eigen,. ( i n G. '47 een gruwzaam afgryzen vervullen zal nimmer Inlei- floot een eeuw rampfpoediger haaren kring, dan de iWsv vyftiende; de vervloekte gouddorst der Spanjaarden fleepte onnoemlykc fchatten uit het nieuwhngs ontdekt America, maar tevens fleepte zy eene affchuwlyke kwaal met zich, die den gruwzaam mishandelden en vermoorden Inboorling eene aflerftrengfte wraak op zyn en onderdmkker verfchafFen zoude, en ware het flegts op den ontmenschten Spanjaard! maar helaas l gansch Europa wierd een prooy deezer invreetende kanker, eene kanker die nog in der Volken ingewanden voortvvoed, geen barbaarfchen vyand kon een gruwzaamer middel tot ons bederf uitvinden, dan de Venusziekte; hier door immers word die hartstocht, welke gefchikt fcheen om ons noodlot het allermeest te veraangenaamen, vergiftigd, die drift, die by alle dieren een bron van de ftrcelendfte gcncuchtens is, word voor den mensch een oorfprong van fmert en wanhoop. Hoe verbaazend groot waren niet de verwoeftingen, welke deeze kwaal by haa- „ proozen hen niet onthoudende in huizen daar toe geordon„ neert, zich alle vier jaaren vervoegen zullen te Haarlem, ,, om aldaar op nieuw gefchouwe'n te worden, en haare brie„ ven te laaten vernieuwen. " Vertaaler. ( a~) Het komt nu in geenen deele met myn oogmerk overeen, my dieper in de gefchiedenis der ziekten in te laaten; hier toe zal zich naderhand eene betere gelegenheid voor doen als ik wegens de uitroeijing 'of behandeling deezer ziekte myne aanmerkingen zal meededeelen; de bewyzen, waar meede men onlangs den meerderen ouderdom der Venusziekte heeft getragt te bewyzen , hebben my hiervan nog niet kunneij ©yertuigen.  ÏNLtï- haaren eerften inval in Europa aaririgtte; met hoe ott,',tN6' befchryflyk eene fnelheid doorliep zy, als een verteerenden bhxemftraal, byna geheel dit Waerelddeel O), zoo dat, gelyk van S wie ten zich uitdrukt, de beste (a) Mén Held in het algemeen, en (zoo men «p zeer twyfelagtige bewyzen deeze kwaal geen hooger ouderdom wil toefchryven, daar de naauwkeurige opmerkers van vroeger eeuwen van deezen zoo gewigtigen geesfel voor het menschdom niet gewaagen) met vry groote zekerheid den eerften aanval deezer kwaal in Europa , in het Jaar 1493- in hct wel" ke Cu. Columbüs uit het door hem ontdekte America terag kwam, en deeze ziekte in ons Waerelddeel overbragt. In den Jaare 149;. was dezelve reeds tot in Italien i Frankryk en kort daar na tot in Duitschland doorgedrongen; 'er verliep flegts korten tyd, en verder n«ordelyke gewesten wierden meede befmet, en die geenen, zegt Pauw. Rech. Phil. fur les Amerhains %. 1. p, 236. die Hellen dat deeze kwaal eerst onder Peter den Grooten tot Rusland overgong , weeten waarfchynlyk niet, dat dezelve in 1680. reeds in Siberien en meer dan 60 Jaaren vroeger in Moscau gewoed had ; zoo dat zy reeds in 1700.-een groot gedeelte van den Aardbol doorloopen had, ƒ. e. Onder de Yslanders zoude zich naar geloofwaardige berigten de Venusziekte niet voor den Jaare 1753' vertoont hebben. Op het Eiland Otahife, met welks fchoene ïnwooneresfen het Scheepsvolk van Capitein Wallis nog in 1766. voor de prys van grooter of kleiner fpykers, volgens de meerder of minder fraayheid van het meisje, een geruimen tyd hunnen lust boetten, op dit Eiland wierd, volgens het eigen getuigenis van deezen Bevelhebber, niemand zyner manfchap met de Venusziekte befmet, het is dus waarfchynlyk, zegï hy, dat dezelve aldaar geheel onbekend was; dit niet tegenftaande, vond het Scheepsvolk van Capt. C00K dezelve aldaar, by gevolg moet het verwyt, van die gezegende landftreek aan deeze gruwelyke plaag onderworpen tê hebben, op de Franfchen of Engelfchen vallen, forster beweert, hoewel alleenlyk «it het getuigenis yan den Otahit© Mahaine, dat  iNLEXsisre. 49 beste Geneeskundigen, van dien tyd moede van vrugt- BI1^Le£I" loos algeloopen nal'pooringen, alle hoop ter gencezing deezer kwaal ter zyden Helden, en hunne lyders aan hun jammerlyk noodloot en de zorg der Empirici begonden over te laaten. Het is volftrekt onmogelyk, het getal der Slagtoff fers van deeze nieuwe en vernielende kwaal, zoo wel in onze dagen als in haaren eerften aanval met eenige waarfcbynlykheid te gisfen, men kan zich echter de dit de Venusziekte op O-tahiti en de Societeits- Eilanden zelf reeds voor de komst van Capitein Wallis bekend was, en dat Maheine's Moeder voor verfcheide jaaren daar aangeftorven was. Reize om de Wacreld 2 D. Edoch , het is in dit geval zeer onbegryplyk , hoe Captein Wal li s O-tahiti verlaaten kon; zonder eenen Venerifchen Iyder aan zyn boord, na dat zyn Matroozen dagelyks met de goedhartige Schoonen van dit lieffienryk Gewest in de naauwfte gemeenfchap geleefd hadden; en dit maakt het getuigenis van den in onze fpraik flegts ze-r weinig bedreéven Maheine zeer verdagt: daar en boven getuigd Fors ter, ten minfte met opzigt tot Flor es, een der Azorifche Eilanden , dat de Spanjaarden de Venuskwaal derwaard overgebragt hadden, als die voor hunne landing aldaar geheel onbekend was. — Eene omftandigheid, die het gevoelen van ForsteR wegens de grootere oudheid deezer ziekte zeer verzwakt: Gmelin merkte in dit jaar 1734- aari , dat in Tomsk , een voornaame Koopftad in Siberien, zeer wéinig huisgezinnen waaien , waar in niet ten minfte één perfoon met de Venusziekte befmet was, daar 'er huizen waren, alwaar het geheele huisgezin aan deeze kwaal onderwo pen was; Êene treurige befchryving, zeer overeenkomende met den akeligen toeftand, waarin zich Europa by den eerften aanvang der Venusziekte bevond, toen de menfchen niet op hunne hoede waaren om zich te behoeden voor eene kwaal, welkers aitwerkfelen zich vertoonden in toevallen , die met die der pestziekte veel overeen kwamen, ja zelf in aantal van ongelukkige lyders deezen wreeden g'eesfel overtroiferit D  £0 1 H t E I t> t N G. ivi,e i- de gevolgen eener in dien tyd doorgaans doodelyke ziekBfNG' te levendig voor {teilen , eene ziekte, waar aan de menfchen zich daag'.yks bloot Helden, door den omgang der beide Kunnen, w-ike zoo ligtelyk en op zoo veelerley wyzen elkander het doodlyk gif konden meededeelen; en dit befchouwende, zal men gemaklyk kunnen nagaan, welk een talloos heir deeze inwendig voedende vyand ten graave rukte , en dat deeze nieuwe kwaal in voikryke, en .dethalven ook ongebonden, Steden in getal van Slagtoffers, voor ■geetre der doodiykfte kwaaien behoefde te wyken O): dus holde deeze dienaresfe des doods voort, tot dat de Heelkunde een middel uitvond , door de genadige voorzienigheid gefchikt, om haaren loop eenigfins te Sluiten, en den ondergang des geheelen menschdoms voor te komen , en zelf na deeze gewenschte ontdekking, hoe veel ellendige Slagtoffers kostten de proefneemingen der Geneeskundigen niet aan het Genieènebest, eer men de beste en zeekerfte geneeswyze had uitgevonden? ja, zelf nu byna 300 Jaaren na het uitvinden van dit dieibaar tegengift, hebben wy het nog zoo ver niet kunnen brengen, dat wy alle zwaarc"toevallen deezer ziekte te ondergebragt, en haaren verderen loop geheel geftuit hebben; maar zy gaat neg zonder oph ud.n voort,.op den lyst dier tm len een nanzienSyk.n plaats te bete», welke ons geflacht vertecren, of ten minften ons gezond lig- chaams- Ca ) Küsu :s va-: mèeh'mg , dat de Venuskwaal en deszelfs gevolgen'am ons'Waerei'ddeel zoo veel inwooners gekost hebben, als den Óorlo'g, Honger en Pest te faamen zouden hebben kunnen in het graf fleepen Journal Etranger 1758. moif 4'OSobre.  chaamsgeftel tot zelf in de aderen der fchuldeloozc iM-ti» ZuL-elugen vergiftigen.—. 'Er is nog geen middel DIN°' b kendj waar doormen zich tegen den aanval deezer W.etd; plaag kan beveiligen, dan, alleenlyk eene ftipre om houding van eene geneugte waar toe yoorzeeker niet elk een bekwaam of geneigt is. Tot die Ziekten, welke in laater tyden ontftaan Van de C ./l i ,r , . Engelfcbe zyn, or ten minlt.cn by onze Voorvaderen met dan xiente. weinig hetend waren, en het getal onzer Jsarlykfche ovcrleedenen vermeerderen , behoort voorzeker de Engelfche Ziekte (Rachitis) welke zich in 1620. Voor het eerst in E. geland vertoonde, en zich leut daar na door gansch Europa verfpreidde (.e he ft - ?.n rnze tegenwoordige eeuw. (*) Buchner. Dijjerf. Med. de racbitide perfeBa & fwperfetm ^SrgenP, 1754, D 3  $»ft I N 1 I 1 D ï H #. •fNLïi- fen is deeze ziekte niet zoo algemeen; echter, waaf *1Ne' dezelve ook moge woeden , het ontbreekt den Art* fen nimmer aan voorbeelden, hoe bezwaarlyk het is deeze dikwerf zoo doodlyke ziekte te geneezen ; mert kan derhalven ligtelyk nagaan, dat het Verlies, het welk uit deeze bron voor het Gemeenebest voortfpruit, zeer aanzienlyk zyu moet ( a ); en daar de kenteekenen deezer kwaal door den opgezetten harden buik, groote hoofd, kromme magere ledemaaten, gezwollen gewrigten, zeer duidlyk aan de lyders te befpeuren zyn , waare het te wenfchen, dat in elk gewest eene naauwkeurige aanteekening ( * ) van alle die hier door aangetast waren, gehouden wierd; dit zoude, uit aan- (a) Een der grootfte nadeelen , welke deeze kwaal, behalven het verlies van zoo veele kinderen , in eenen Staat te weeg brengt, is vooral by het vrouwelyk gedacht, dat de beenderen hier door zeer wanftaltig worden , inzonderheid in he6 bekken en dus de verlosfing der ontfangen vrugt zeer bezwaarlyk zoo niet onmogelyk maaken. C *) Ik betwiste in geenen deele den geleerden Schryver het nut , het welk men uit zodanig eene naauwkeurige aanteekening tewagtenhad, maar, daar het oogmerk deezer rayne vertaaling is , om ware het mogelyk Nederland, myn dierbaar Vaderland van nut te zyn, zy het my geoorloofd aan te merken , dat eene geregtlyke aanteekening van alle door riekte aangetaste perfoonen, gelyk de Heer Frank fchynt te bedoelen, in ons Gemeenebest genoegzaam onuitvoerlyk isj de beletfelen hiervan zal het niet nodig zyn op te tellen, elk een doch, die met een oplettend oog onze Staats- en Volksgefteldheid van naby befchouwd, zal hier van overtuigd zyn, maar eene geneeskundige verzameling van getrouwe en naauwkeurige aanteekeningen wegens dit verderflyk kwaad, deor kundige Mannen in alle gedeelten onzer Povintien aangeteekend,. en by wyze van Geneeskundige correspondentie medegedeelt koa voorzeeker over deeze kwaal, en deszelfs geneezing eea uit-  Inleiding. 53 aanmerking der luchtftreek, wooningen, voedzels, kostwinning en zeden over deeze kwaal een aanmerkelyk licht verfpreiden , en der waakzaame Regeering middelen aan de hand geeven, om deeze verflindende kwaal onder hunne Ingezeetenen met vrugt te keer te gaan. Eene meenigte van andere kwaaien, te voren in Europa of geheel met of ten minfte weinig bekend , zyn thans algemecner cn fcbadelyker geworden. De Mazelen kan men in ons Waereldsdeel ecnerley ouderdom met de pokken toefchryven («). De Poolfche Haairvlegt, eene zeer moeilyke en vooral by eene verkeerde behandeling niet zelden doodlyke ziekte, wierd eerst in een Jaare 1287. in Hongaryen en Poolen waargenomen wel haast tastte dezelve geheel Poolen, Hongaryen, een deel van Rusland en de aangrenzende landen aan (c), en houdt zich nog daadelyk in deeze landen gevestigd. Wie weet niet hoe dikmaals de vreeslyke Pest uit de Afiatifche Gewesten, door onze derwaards handeldryvende Schepen tot ons is overgebragt? Was niet die verflindende Pest te Marfeille en Toulon, die nog in deeze eeuw op het allerverfchnklykst in die Stee- INLCID in G. Eenige anderen nieuwe ziektenaJs De Mazelen. DePmh fcbe Haairvlegt, Dl Pest, uitmuntend licht veiTpreiden , en fchynt my toe niet onuïtvoerlyk te zyn; dit immers is een der hoofdoogmerken der Haajfche Geneeskundige Correspondentie - Sociëteit. VEB.T4AIEX, (a) gruner /. (. p. 5J. (é) J. Schenk Obf. Med. 1.1. ƒ. 6. O) Thevenot ltiner, Or. part.i. t. i. c J. LANIt Diff, de Morb. End. I. c. $. V. D 3  54 I. N L E I D I H 6. ÏNI.BI- St'.dcn gewoed heeft, een rampzalige vrugt van on* 9IVM% zen ha .del met afgeleegen Volken ? DeFur- Alhoewel de Purper- en Vlekkoorts by de Ouden y^k-" niet g !ieel oncckend fchynt geweest te zyn, nimmer taons. echter heeft men die zoo fterk waargeneomen als in den aanvang deezer eeuw, wanneer zy de opmerking a: i onzer Geneeskundigen tot zich trokken, en verhuizend veel lyders iu het graf fleepten, hoewel dik. werf dQor toedoen der Artfen; het welk de overleeden A. de Haen, fchoon by veelen vrugteloos, voklingend heeft poogen te bewyzen De Scor- De Scorbut, eene den Ouden niet geheel onbekende kwaal (£), neemt thans oneindig meer menfchen i weg dan eertyds; de reden hier van is zeer blykbaar, het getal van hun , die aan of op zee hun ond.rhoud zoeken, is oneindig toegenomen. Daar wy ook in de toeneemende pracht onzer leevenswyze meerder Handwerks- en Arbeidslieden nodig h.bben, zyn ook na de evenredigheid der zulken ziekten toegenomen ; onze Weelde heeft de Jicht, Podagra, Aambeyenvloed, en vooral in de Wyn- ( a ) BALDINGER von der Kraniheiten einer Armee 4 Cap. Ik he rinnere my dikwerf vooral in eene heftige Epidemie in het Graaffchap Eberftein en te Gernsbach , (een aan de Wurtenbergfche grenzen geleegen Landfleekje, werwa^rds ik op last der Hoogvorst. Spierfchen enMarkgr. Badifche Regeering in 1768. ter hulpe der kranken gezonden wieid) eene groote menigte van Purperkoortfige Lyders ontmoet te hekben , of fchoon de geneeswyze verre was van verhittende te zyn. (*) j> W. Wed el 11 propempl. de woria erajp) Hippocratis  Inleiding-. gg Wynlanden den Steen der Pis- cu Galblaas veel al- - *nlei- J DIN g, gemeener gemaakt De ZüÊverplaatfingen zyn, daar in de groote Ste- Verden het zelf zoogen der kinderen by veele als fchan- riHg der d-!yk aang m rkt vvurd, zeer vermeerderd eii l^LK°df' uit deeze zoo wei-als andere oorzaaken vind men die stekten, g'vaarlyk.' koorts der Kraamvrouwen veel meenigvul- diger. Met den aunv es onzer Krygslieden zyn ook in alle landen de Leverziekten toegenomen. De I-Iypoch cidrifchc kwaaien maaken, gelyk Ztimmerman te reclit aanmerkt, de helft onzer floepende ziekten uit (O; Ln deeze, zoo wel als de in alle oorden toeneemende Zenuwziekten , zyn de noodw.edige gevolgen, zoo wel der vertedering van ons lighacm, als d.r te overmaatige infpaunirg onzer zielsvermogens Qd). - Waarfchynlyk zegt Wit her, wanneer men het Van die getal der befchanfde Volken in aanmerking neemt, ^tkè'uit houden zich thans veel minder menfchen met de Jagt, °;^,f " Vee en Akkerbouw bezig dan voorheen, „ toen vernette^ „ men ve~l minder zyne vennegens d~n Koophandel j^L*"*" „ en der Geleerdheid toewydde; veele (borten van lig„ haamsöeffeningeu zyn, als met onze tegenwoor,, dige verwyfdheid weinig ftrookenoe, geheel in on- ,, bruik (a) Dë HALLER Obferv. de caicuiis felleis frequentiorib:^ , Gott. 1749. (t) Puzos traité des jjecouch. Cu. Te. Jaeger de metajtati Ictt. Tubing. 1770. ZlMMMRMANN van de ondervinding in de Geneesk, a D. 4 B. {4) Tissot, Traité des nerfs L. 1. pr#f. D 4  g6 Inleiding. int.ei- brark geraakt, en zelf zy, die onder ons het voor» *-N<1- „ deel genieten, om tot hun leevens onderhoud hun. „ ne kragten in den arbeid te moeten bededen, en „ dus in'lighaams-welftand moeften uitmunten, zy „ zelf door hebzugt aangenoopt, werken boven hun „ vermorren, cn putten dus onvoorzigielyk hunne „ lighaamskragten geheel uit: alle deeze en veele an„ dere corzaakeu hebben het menfchelyk geflacht „ veel verzwakt; hier door zyn de onfteeking-ziek„ ten wel vermindert, maar de flepende Zenuw„ koortfen daar en tegen merkelyk toegenomen O). " Gebrekkige Spysverteering , Winden , al te groote Prikkelbaarheid , Kramp , Blocdfpuwen , Beroerte, Tcering, deeze alle zyne gebreken der heele en halve Geleerden, welkers getal men my zal toeftaan dat over het algemeen zeer aanzienlyk is. Ver. Even gel; k het -manlyk geflacht aan alle de nadeezu/akking j£n van een verzWakt lighaamsgeftel onderworpen is, yrouwiyke zoo zien wy ook de vrouwlyke kunne in die hoedam' nigheden, welke haar tot eene gezonde en gelukkige voortplanting des menschdoms bekwaam konden maaken, op de verbaazendfte wyze afneemen; het is nu ook in de meefte landen waar geworden, het weli kc Seneca van Rome's bedorvenfte tyden zegt, „ De grootfte Geneeskundige, de Stichter zelf dee^ „ zer Weetenfchap, hebben aangemerkt dat de Vrou-r 0 „ wen nooit het haair verloren of met het voet-eu„ vel gekwek waren, thans echter zien wy het tee,, gen deel; niet den aart der Vrouwen, maar haare „ lee- (a) WlTHER's bemerk, uber die Febter, die bey dem gebratllk.. tfer Arzney mittel begangtn -werden S. 2J. HoME principia Medicina p. 84,  Inleid in©» $7 I, lccvenswyze is veranderd, want daar zy zich de J^1"^ „ ongebondenheden der Mannen veroorlooven, zyn „ ook onze gebreeken haar ten deel gevallen; zy gee,, ven zich niet minder dan de Mannen aan het nachtbraaken en wyndrinkcn over, ja, drinken „ met hen als om ftryd; zy hebben den voorrang, „ welke haare kunne haar verlchaft, door haare on„ deugden verloren , cn daar zy zich niet ontza„ gen om hunne vrouwlykeleevenswyzete laaten vaa„ ren, zyn zy ook deswegens met de kwaaien aan „ het geflacht der Mannen eigen, geftraft O). " Het onmatig Koffy- en Theedrinken (Z>), die overdreevene drift om daaglyks de nachten zelf met aanhoudend fpeelen door te brengen, de vreemde kleederdragt, de gewoonte om tot duizeligheid en neervallens toe met dansfen aan te houden, de nalaatig* heid in het zoogen haarer kinderen, het verhitten haarer bloed en inbeelding door het leezen van hier to.e gefchikte gefchriften, de kant gout en duizend andere oorzaaken, welke de hedendaagfche Vrouwen zoo verre van haare Voormoederen doen verfchillen— deeze alle fleepen eenen treurigen rey van vreemde gebreken na zich; gebreeken, welke op de algemeene gezondheid der tegenwoordige menfchen eenen jammervollen invloed hebben. -— De helft onzer voornaame Vrouwen vind zich, behalven aan de ge- iwoon- (a) Seneca Epijl. ad Lueil. 95. (6) Hier van leid van S wieten die zooa'gemeene bleekstugt, de te vroege geboorten , witten vloed en Kraamvrouwen ziekten af: /. e §.1482. WlLSON, medicalrefearebes, tragt de grootere zwakheid der menfchen van het onmaatig gebruik des Satkers af te leiden.  £8 Inleiding. Inlii- woonlykcn maandelyhfchen, ook aan eenen geftadig ÏINS' afvvisfelenden Aambeyenvloed onderheevig (*), (een gevolg haarer zittende leevenswyze , overdreeven hartstogten, gebr.kkige fpysvertcermg en inwendige verhitting,) of lubben haare maandelykfche flonden zoo overmaatig 'fterfc, dat eene negenmaandfche gelukkig ten einde loopende zwangerheid onder haar meer en meer z.ldzaam woid. De andere helft verteerd door den witten vloed, een byna zoo algemeen als oncverwinlyke hindernis der Huwlyksliefde en Viugtbaaiheid. Weiwaards men in de aanzienlyke gezelfchapp n der groote Steden de oogen wend, men ziet overal bleeke, maagere aangezichten met breede blaauwe ïingcn om beide de oogen, en of opgezwollen of uicgeteerde lighaamen, welke voorzeeker niets minder dan eene gelukkige voortplanting van hun geflacht belooven. Van (*) Dit moge in Duitschland plaats hebben, het komt my egter voor dat dit toeval by onze Nederlandfche Dames niet zoo algemeen is: de leev enswyze onzer voornaame Vrouwen, hoewel in veelen opzigte met het hier boven aangehaalde van de Heer frank overeenftemmende , is misfchie» minder verhittende, dan dié der Duitfche Vrouwen, het gebruik van geestryke vogten, aldaar misfchien meer dan by ons in zwang; — de onmaatige en ontydige Honden vloed , en hier door veelvuldige misdragten zyn voorzeker ook onder onze Vrouwen jammerlyke gevolgen eener ongeregelde leevenswyze. — Wat de witte v'oed aanbelangd, deeze is, dank zy het onmatig gebruik der Koffy en Thee, gevoegd by eene meest «ittende leevenswyze, by onze Nederlandfche Vrouwen van a'ierlei rang vry a'gemeen, en in gevblge hier van is het niet zeldzaam ook zodanige wenkleurige aangezigten in de byeenkomitea en*»r Vrunwen aan te treffen.  Inleiding. 59 Van deeze oorzaaken kan men afleiden, waarom InleC het overlyden van jonge kinderen zoo veel vermeer- e' j j • j • j ■ t - ' Meerder derd is, dat in de eerite tien Levensjaarcn, volgens ovtmdenSusmilch van de 1000-418. en volgens Hens- g^ffig ler 460. (<*) de pas befchouwde waereld weder verhaten; hier by zyn ook de doodgeboorne, OP 37- 47- O) 48. 5°- (O t°t 51- (^') van de . 1000 gereekend worden, niede begreep ;r. — Maar wie zal het aantal nagaan van die, welke m den fchoot hunner dartele Moeders, voor dat zy h ei' voldraagen zyn of kort daar na wederom vernietigd w ,rden, welker teeder famenftel, voor dat zy h t licht aanfehcuwd , of onder de waereldbewooncr? g 1 * kend konden worden, balddaadig weder g. flo< ipt 'Er komen Jaarlyk's meerder kinderen aan e derpekken om dan voormaals, daar, wanr voormaals van de 15. 1 flierf, fterft nu aan zich zelf overgelaaten (alhoewel de Gcneeswyze deezer ziekte merkelyk verbeeterd is ) van de ia. 1. Gotting. Ge~ lehrte Anzeige 1766. S. 37. 38. Aan de Stuipen en Tanden krygen, overlyden volgens de Londonfche Lysten, thana driemaal zoo veel kinderen als voor honderd Jaaren; in lommige andere Hoofdfteeden in Berlyn, Breslau, heeft men even het zelfde waargenomen , door dien de zwakheid der Ouderen op de verzwakte Nakomelingfchap meer en meer word overgeplant. Zelf (o) Hensler. Beilrag zur Gefchicbte des Lebens und Fortpflantzung der Menfchen attf den lande §. 3%. Qb) Susmilch Göttl. Ordn. I. c. 24 Cqp. g. 519. O) Schwtdifche Abbandl. 17. Tb. HKNSJ.er l. (. S.23.  ÓO 1 V 1 ï I D I M G. Iniei- Zelf dat geen, het welk volgens zyne oorfprongING' lyke verordening tot behoud des menschdoms gefchikt bestiering was, is door een allcrfchadelykst gebrek in deszelfs zigttotde inrichting eene baarblykelyke oorzaak der vermeerderGenees- de fterfgevallen geworden. — De meenigte der Artmede een fen , of ten minfte van dezulke, die in alle ftanden Vér""ver- z*cn voor z°odaanig uitgeeven , doed welhgt grooter meerder- nadeel aan de bevolking, dan alle de ziekten famen gevei!eo.Se noomen, de Ridder W. Temple, zegt de En~ gelfche Speftator, I. D. N. 21. is fterk in de weer, „ om de reeden uit te vinden, waarom de Noord-» „ fchen Byenkorfvan menfchen, gelyk hy die noemt , „ thans zulke verbaazende zwermen niet uitzend, „ en met Gotthen en Wandaalen de waereld over„ ftroomt gelyk weleer, maar had deeze uitmun„ tende Schryver Hechts waargenoomen, dat 'er „ onder de onderdaanen van Thor en Woden geen „ Geneeskundige waren, welke weetenfchap tans „ in het Noorden zeer in bloey is, hy had deeze „ vraag veel ligter kunnen oplosfen; deeze Clasfe „ van menfchen kan men in ons land vcrgelyken met „ de Britfche Armee, ten tyde van Caefar, waar „ van fommige te voet, andere op wagens hun mee,, demensch vermoordden : zoo het Voetvolk 'er niet „ zoo veel afmaakt als de Wagenrydcrs, het is om ,, dat zy niet zoo gezwind van de eene ftraat tot de „ andere overgevoerd worden, en in een korten tyd ',, niet zoo veel uitvoeren kunnen; behalven deeze „ reguliere troepen zyn 'er nog Vrybuiters, welke „ zonder behoorlyk gemonfterd te zyn, oneindig „ veel kwaad doen aan hen die in hunne handen „ vallen. " Dit is zeker, een Staat moest eens vooral een be- fluit  I K t E I t> I M C. 6*1 ilüit neemen, om, of alle Geneeskundigen en hun- JI*Le*,•* ne konst geheel uit den lande te bannen, of zoodaanige wetten in deezen opzichte te maaken > welke het leeven hunner Inwooners zoo veel mogelyk, en meer dan de tegenwoordige beveiligen; op deeze, in onweetcnde handen zoo gcvaarlyke weetenfchap, word dikwyls, aangaande de wetten, veel minder acht gegeeven , dan by het geringfte gilde van Handwerks» lieden; men ziet de moorden, die 'er in dezelve door Artfen en Kwakzalvers onder onze Meedeburgers aangerecht worden, met een oneindig onverfchilliger oog aan, dan dat men het zoude aanzien als de algemeene Plantagien, niet volgens de daar opgeftelde inrichtingen gehakt wierden, alhoewel het ecrstgemelde verlies mede voor den Staac niet dan langzaam weder vergoed word, en voor dezelve van het hoogfte aanbelang is. — Meer dan de helft onzer Hoogefchoolen is zoo zeer verbastert, dat zy flechts even gelyk Linnenfabrieken jaarlyks een zeker getal Artfen uitleeveren, die fomtyds flecht genoeg uitvallen. Deeze Jonge Aefculapen bezetten weldra een zekere ftreek lands, en wee den gcenen die aan fommige hunner door blind vertrouwen op hun fraay gefchreven diploma en weitfche getuigfchriften, hun dierbaar leeven en dat hnnner waardfte panden toebetrouwen: „ dit is zeer hard gezegt, fchryft de verdienftelyke PvEIMartjs „ wanneer vraage ik doch in „ welke eeuw zyn de Univerfiteiten, die men thans zoo (*) Unterfuchung der vermunten Notbwendigbeid eines Autoriftrttn Collegii Meaiti trnd einer Medicinifehe zwang otdmng, Uamb, J781. S. si.  62 I N L E 1 » I N «. •ïnlsi- „ zoo verbasterd zegt te zyn , zoo wel ingericht gefcINC" „ weest dat zy eiiet dan Artfeu voortgebragt heb„ ben, die in hun ambt voor het Vaderland van nut waren? " Ik antwoorde alleenlyk hier op, dat het eene bevee ze zrk is, dat, alhoewel op de Univerüteiten de leerwyze in het beö.ffenene' deel der Geneeskunde zeer veibeeterd is, en 'er zieh bete; geleegenheid voordoet, om op dezelve kundijheden te veikrygen, welke men voormaals, to.n men daar niet anders dan op zwakke vooronderft Hing n (Byfot'iefcs) gegronde ftelzels leerde, aldaar v.;-geef's z ude gezogt hebben — dat, niet tegevihat.de deez- v.rbeuering '•er op zeer veele Hoogefchoolen (het zy vc:redatik grggen zcude op alk) eene Z''er oubeiaamly e loff heid in het vrleenen 'der - D-cioraate waardigheid- is doorgedrongen —— de Razerry om zich allen arb.id gemaklvk te maaken, en everi 'als wispehuurigc vfin* ders,als het ware over de oppervbkte d.r.weetenfchvppen heen te flodderen, de al te groote g dierflgheid, verkeerd geplaatfte menfehenhefde, of d kwyls ooklaagè^g^ibaat van fommige Ex-minatoren, raaa* ken dat duizend' en meer jonge lieden in G neesheeren herfcha".*1'n worden, die voormaals nimmer dee--' ze waardigheid verkrecgen zouden hebben; H t is waar, vigens flet Ouden leerwyz-e moest men het brein met een groot gedeelte Scholastiek;■h wind vullen ; maar de aanhoudende v'yt die m. n hier toe beftceden moest, de gewoonte om her v Rand met de kennis der oude taak en geleerdh id te veJieren, w is \ ior hen, die naar de Doótoraale waardigh id Ronden, eene vereisrht en voorzeiker allernuttigfte hoedanigheid; hier door gewenden zy zich by tyds •ad  I K x ï 1 Ö i N & 6*3 aart den arbeid en het nadenken, zy waren over- *nlïv tuigd, dat er tot een waar Geneesheer meer dan een weitfchen opfchik ea de konst om met een oppervlakkige kundigheid over alle takken van Geleerdheid te kunnen {happen, nodig was. Men leeze de Schriften der Artfen , welke uit de Schooien van eenen Boerhaave, Stahl, H o f f m a n n zyn voortgckoomen , de verhandelingen van Platner, Hebenstreit, Ma treil art , men vergelyke den ryken inhoud, de uitgebreidheid hunner kundigheden met de meefte hedendaagfche Schaften onzer Geneeskundigen; men zal van de meefte der laastgenoemde bevinden, dat, wel is waar, hunne fierlyke ftyl een beuzeling zelf zeer fraay kan voorftellen, maar in den grond der zaake zalmen dien ftempel des onvermoeiden yvers, dat doordringend inzigt in den ganfehen kring der Geneeskunde in dezelve vergeefs zoeken. My zyn zoo veel op zeer beroemde Hoogefchoolen bevorderde Doétoren voorgekomen , die zelf van dè eerfte gronden hunner Weetenfchap volkomen onkundig waren , en de klagten van alle oorden zyn desweegens zoo algemeen, dat ik my ten hoogften verwondere, hoe een Reimahus weegens den tegenwoordigen toeftand der meefte Hooge Schooien, en vooral wegens het onderzoek vóór de bevordering zoo gunftg denken kan. ^ „ Hoe zal men deeze zaak verbeeteren ? hoe mén „ hec ook fchikke, bet zal altoos doch op onder„ zoekingen en plechtigheden uitkomen "... Misfchien zal ik my hier ov< r ter geleegener plaatlè na■vder verklaaren; aan de meefte plaatfen laat men 'er %ich niet aan geleegen liggen, en waarom, ookzou- 4e  "04 Inleiding. toiNs!1" de men zwarigheid maaken om de gezondheid zyner Ingezeetenen toe te vertrouwen aan menfchen, die altoos nog iets van hunne weetenfchap geleerd hebben, al waare het flechts, dat zy de Aphorhmi van Boerha ave hadden van buiten geleerd, daar men de magt over dezelve tot nu toe ongeftoord in de handen van oude Wyven , Badmeefters, Scherpregters en Kwak• Zalvers gelaaten heeft (*); ik zal op een andereplaats het nadeel deezer onverfchilligheid, en het nut eener betere inrichting in deezen opzigte tragten aan te too» (*) De Magiftraat der Stad Leyden, heeft op den 16 July 17S1. eene Ordonnantie afgekondigt, der vaderlyke zorge van waare Burgervrienden over waardig : de waakzaamé oplettenheid van het Collegium Pbarmaceuticum van Leyden , zag mét innig leedweezen het daaglyks aanwasfend nadeel, hetwelk door het onvoorzigtig gebruik der flaapmiddelen aan jonge .kinderen wierd toegebragt, daar de luije en ontaarte moeder zich zelve , door deeze middelen ten koste van de lydende onnozelheid, rust poogde te verfchaffen ; het gaf hier van aan Leydens Burgervaderen kennis, en deeze haastten zich om dit kwaad zoo dra mogelyk te fluiten, door af te kondigen , „ dat zy, door het Collegium Pharmaceuticnm onderrigt zynde, „ dat 'er een veelvuldig misbruik begaan wierd in het koo„ pen en toedienen van Slaapmiddelen aan Kinderen, veel al „ in gevallen , die fpoedig door andere middelen kunnen uit „ den weg geruimd Worden, en dat dezelve dus niet alleen „ veel nadeel toebrengen, maar zelf dat de gemelde midde-„ len dikwerf in zulk eene quantiteit gegeeven wierden, dat „ zoo de Kinderen daar by het leeven niet verliezen, ('tgeen „ egter niet zelden gebeurt) ten minfteh hunne vermogens; „ zodanig daar door gekrenkt worden , dat zy naderhand on„ nutte Leeden der Maatfchappy worden j ftatueeren , dat „ voortaan niemand , het zy Apothekar , Drogist , Kruiden- verkooper of wie het ook zoude mogen zyn , zal vermoo„ gen eenige Slaapmiddel»» të verkoopen, ais namelyk dê » zo-  Inleiding. 6$ toonen, en merke hier Hechts aan, dat, dewyl het ÏNïtt. getal der Artfen met het getal van hen, die zich op 151"c' de weetentchappen toeleggen, aanwascht, in den tegenwoordigen toeftand van zaaken voorzeker in die maate ook de oorzaaken der vermeerderde fterfgevallen moeten toeneemen. De Hospitalen, Ziekenhuizen en andere Menschh'evende Geftichten zyn in deeze eeuw tot eer onzer tydgenooten weder merkelyk vermeerderd na dat 'derzelver aantal door het afschaffen der Melaatshuizen zeer afgenoomen , en derzelver ftichtingen verniecigd, of op verfchillende wyzen vervreemd waren. (Z>) De zogenaamde Syroop van Knus en Munt, Syroop Van Ven„ kei, Syroop van Slaapbollen of Slaapbollen zelve, zuivere opium of eenig ander Slaapmiddel hoe ook genaamd , dan 8, alleenlyk op voorfchrift van een Doftor in de Medicynen, „ zullende de geene die daar tegen komt te pecceeren ver- beuren voorde eerfte maal 50 guldens, waarvan 40 gulden „ zullen ftrekken ten voordeele van de Huiszitten - Armen „ deezer Strd, en 10 gulden voor den geenen, die met ge„ noegzaame bewyzen aan het gemelde Collegie zulks zullen „ kunnen aandienen ; en voor de tweede maal hun winkel geflooten of van de Markt geweerd worden. " VertaaLER. (a) Men heeft federt vyftig jaaren in Engeland een groot aantal Gasthuizen ter beter verzorging der armen opgerigt, en alle deeze Geftigten worden door de menfchen liefde van eenije byzondere Burgers behoorlyk, en zelf ryklyk onderhouden, zonder dat de Staat zich hier mede behoeft te b;moeijen, Aikin Tougbts on Hospitals. ■ (b) In eenen tyd , waarin het menschdom verre was van .gelukkig te zyn, vond men Europa met Gasthuizen gevuld, . „,"ln.de Vyfiiende eeuw, zegt een bekend Gefchiedfchryver, fj vond m«n Engeland zoflder Vloot, acnder Staatsbestuur,  66 Inleiding. Inlei- De groote menigte van Soldaaten, welke thans ge* Ï>IN8, ftadig ook in vreedenstyden alom op de been gehouden worden, en by welke niet altoos de gezondlle leevenswyze in acht word genoomen, heeft den aanwas der Ziekenhuizen in die Steden, alwaar eene tahyke bezitting ligt, onvermydelyk gemaakt, en dit heeft aanleiding gegeven, om overal meer dan te voren voor de oppasfing der kranken te zorgen. « Edoch, de gezonden hebben hier door een meikelyk nadeel geleden; de verkeerden aanleg der Gasthuizen in het midden van volkryke -Sleeden, de geftadigen omgang, die 'ertusfchen de ziekenen g-zonden plaats heeft, houd de befmetlyke ziektens geduurig in weezen , en docd het vuur der aanfteekende ziektens zon"der ophouden onder de asfche fmeulen, nu en dan in lichter laaije vlammen uitberften, en eene ver-: -fchrikkelyke verwoefting onder de Ingezeetenen aanr.chten («); het welzyn zelf der zieken, die in deeze geilicuten geplaatst waren , leed door de gebreeken .deezer gebouwen een allerwczentlykst, dikwyls onheiftelbaar 'nadeel, en deeze zoo menschlievende ea pryslyke 'óógmerken dienden flechts om het getal der „ ontbloot "vart zyne regten , zonder pragt , zonder konften „ het geheele Eyland was vervult met eene meenigte van „ Kloosters en Hospitaalen; de Adel reisde uit gebrek van een behoorlyk ïnkoomen van het eene Klooster naar het „ ander, terwyl het gemeen het eene Gasthuis na het ander „ bezogt. Deeze by;eIoovige Geftigten hielden de volken „ in ledigheid en onbefchaafdheid." Hijioire Pbilof. & Polil. des EtaUiff. & du Commerct des Europeens daas les deux Indtf f.up. 21. xxr b ■ • (O SUSMItCH /. c th. i. J. 51,  Inleiding. 6j geftorvenen aanmerkelyk te vermeerderen. —— Het inlsij overgroot aantal van kranken in één vertrek — de BIN&* door veelerley fchadelyke uitvvazemingen befmette lucht, het aanbeftee-den der Hospitaalen aan fchraapzuchtige Aanueemers, de gebrekkige waarneeming der zieken door onkundige Genees- en Heelmeefters , of door hoog beroemde Proeihcemers, die deeze ellendige lyders hier toe gebruiken; of door zodanige Artfen, welke van tyd tot tyd door den geftadigen omgang met ellendigen meer en meer verhard waren , en zich dus wegens het lot hunner lyders of de verbetering der Geneeskunde weinig of niets bekommerden , alle deeze omftandigheden hebben den toeftand der Gasthuiszieken veel gevaarlyker gemaakt, en het hunne toegebragt om den aanwasch des menfchelykcn geflachts te verhinderen. Het is waar, tegen alle deeze ziekten, die, of Vermin* nieuwlings ontftaan of in uitgebreidheid en doodlyk- f"mmSiger heid zyn toegenoomen, zyn 'er weder andere \ tegen iwaal^ de welke men gepaster genceswyzen heeft uitgevonden ; andere zyn van zelf langzaamer hand verdweenen of in gevaar merkelyk verminderd. Susmilch teld op zyn lyst van afneemende ziekten de Colkmen, de hoofdziekten en mismaakte herfenfchaalcn der kinderen , de doodlyke toevallen der kraamvrouwen, de kropgezwellen (a) en de oorzaaken van deeze ver- miö- (r>) L. e. Tb. 2. §. 62o. Hier by had ik ook geteld de ziekte , welke het gemeen aan den Duivel en Toveryen toe-. rchryft; deeze dagt ik , wyl zy niet zoo opcntlyk waargenooinen wierden, dat grootendeels verdweenèn" waren : 'egtctf federt de berugte GassneR. en zyn fcoit te E . . . henna' ]? a werk-  Sc? I 1T L t I fi ï N 6. ÏNtEi- mindering tracht hy van de verbetering der Genees- en Heelkunde af te leiden. 0/ dit Ik geloove in waarheid dat de braave Susmilch wd zeer Geneeskundige Faculteit geen enkel Compliment aanmer- D l kebjk zy. heeft willen maaken; hoe het zy, het is doch zeker, dat deeze Weetenfchappen, voor al de laatstgemc-lde in handen van groote en rechtfehaape Mannen zeer gewigtige dienfien aan het menschdom gedaan hebben, dienden, welke ik eer zyher plaatfe aan derzelver befpotters onder het oog zal brengen : de koude Koortzen, voor al die met Slaapzucht gepaaid gaan, de Gal- en Rotkoorts, de Kinderpokken en Mafelen, de Purper- en Vlekkoorts zyn in gevolge der hedendaagfche Geneeswyze veel minder gevaarlyk: in deezè en fommige andere opzichten hebben de Artfen groote reden om met de vorderingen in hunne wetenfehap Wël te vreden te zyn. —■ Doch, tevens blykt het ook, dat wy hunne hulp daaglyks meer en meer behoeven , en de ziekten meermaalen voorkomen, offchoon hunne Geneeswyze gemaklyker is. Wanneer men de Melaatsheid uitzonderd, is de vermindering der overige kwaaien nog niet zoo klaarlyk bewezen; delysten, welke men wegens de doodsoorzaak der geftorven te Londen en op andere plaatfen houd, zyn te oppervlakkig, en de ziekten niet naauwkeurig en duidelyk genoeg aangewezen; daarenboven, hoe zal men gewaar worden, welk aantal van merkwaardige bedriegeryen vertoond hebben , fèdert geheei Swaben en aangrenzende Landen hunne zieken by duizeni de als werkelyk bezeetenen , ter geneezing aan hen toezen-i den , heb ik my tot myn innig leedweezen genoodzaakt ge-: vonden deeze plaats vvedero» door te ftryken,  van menfchen van een of andere kwaal weder herfteld Inlmzyn, om daar uit te kunnen bcfluiten of deeze of D1NS' g'ene ziekte zeldzaamer geworden is, cn over het geheel fchynt de vermindering van fommige ziektens in gecne de minfte evenredigheid te ftaan, met de vermeerdering van die kwaaien , waar van ik fommige reeds heb aangevoerd; dit blyft derhal ven zeker, dat het fterke lighaamsgeftel der menfchen en derzelver ftevige gezondheid, in vergelyking met de tyden onzer Voorvaderen merkelyk aan het afneemen is. DteinaDeeze w^arhei.1 doet ons voor treurige gevolgen Paal d" duchten, gevolgen, welke wy reeds voor een ge- T/"o0!rdeelte ondervinden; want, alhoewel aan de ouder- doms,> ¥ , . nog dezel- dom der mentenen, wanneer zy uit gezonde Ouders •» ah '» geboren zyn, en volgens de wetten der natuur leeven, % Tyd™', nog even het zelfde perk gefteld is als voor duizend %a0% m Jaaren Zoo fchynt echter in alle oorden der onzedaa- Zuiker getal af te neemen, welke zich vleyen kun- mïndt?" ncn het zelve te zullen bereiken; de langer of korter Xtnik/" voortduuring onz.s leevens hangt vooral af van de oorfpronglyke goede gefteldheid onzes lighaams, even gelyk van den langer of korter leevenstyd, de meerder of minder bevolking eenes Staats afhangt. Men kan op duizend pasgebooren menfchen niet veel O) Reeds ten tyde van Moses ofDAViD,zegt Susmilch, was des menfchen hoogftcn ouderdom 70 of So Jaaren. — Aristüteles zegt dat reeds ten zynen tyde by de meefte vrouwen omtrend het veertigfle jaar de Honden ophielden, en deeze tyd voorby zynde behielden zy dezelfde tot hun vyftigfte jair de nat. anim. C. 5. dit zelfde vind men by Pmnius ffiji. Nat. L. 7. C. 14. en komt piet onze tegenwoordige tyd zeer wel overeen. E 3  7o Inleiding. 'Inleï- veel ftaat maaken, wanneer de helft daar van door fcINS' zwakheid voor haar twlntigfte Jaar om hals komt, de andere helft reeds ftokoud is op die Jaaren toen onze Voorvaders eerst begonnen te leeven, de uitgemergelde Jongeling is op zyn vyf en twintigfte Jaar reeds dood voor het Gemeenebest, offchoon hy zyn uitgeteerd lighaam geduurende nog dertig nutlooze Jaaren op de waereld omfkept. Ouder- Ik weet wel, de klagten over de verzwakking des ter kiag. menfehelyken lighaams zyn zeer oud , en de begecrtm veel- te om het voorkdene boven het tegenwoordige te u>"t-r verheffen, is het geheele menschdom zoo wel als den üOTnwr- fuiknden grysaard eigen; en deeze geneigdheid vyzelde de voortrcffelykheid der voorleden tyden, zelf tot het belagchelyke en ongeloofbaare in top; volgens de Godsdienftige verdichtfelen der Lama's Priefteren, bereikten de eerfte bewooners der waereld den ouderdom van tagtig duizend Jaaren, en hadden eene ontzagchelyke Reuzen geftalte, van tyd tot tyd daalde der menfchen keftyd tot op ons tegenwoordig perk, en dezelve zal tevens met hunne geftalte cn die irler andere fchepfelen voortgaan, af te ncemen, zoo dat dc Paarden eindelyk niet grooter clan Ilaazen, en de Menfchen naauwlyks een elk hoog zullen zyn; als dan zullen zy Hechts den ouderdom van tien Jaajen bereiken , en op den vyfden maand na hunne geboorte in het huuwlyk kunnen treeden. Pal las Rdzc I. D. Wie weet niet welke wonderen de Ouden wegens hunne goude eeuw en Reuzen geflacht beuzelden. Homerus befchreef de kragten der Trojaanfche Helden, en beklaagde tevens de verzwakking zyner tydgenooten ; van den Steen, met de welke Ajax Epicles om hals bracht, zegt hy: -~s Ne*  I ï» L E I D I N O. 71 L ■ in...in —— Neque eum facile manibus ambabus In lub ftrret vir, neque valde juvenis, qua/es nunc homi- G* nes funt. Juve'nalis had mede dit opgemerkt en zegt: Genus hoe vivo jam decrefcebat Homero en ldaagde tevens dat ten zynen tyde: Terra malos homin's nunc educat atque pujilhs. Plinius zegt: In plenum cunEto martaÏÏum generi minoren in dies ftaturam jierj, propemodum obfervatur. Paauw in zyn Recherch. PUI. fur les Americains t. i. zegt: „ 'er was by de Amerieaanen, even ge„ lyk by de oudfte Volkeren, een overlevering in ,, zwang, dat in het westelyk gedeelte van Indien „ zich voormaals een geflacht van waare Reuzen be„ vond, het welk om zyne neiging tot de fchandc,, lykfte en tevens onnatiuirlyklle der misdryven ,, door den blixem der Godheid vernield is " : de maat van Adams lengte, die benevens zyne zeven Zoonen, naar voorgeeven der Invvooners op den berg Pico op Ceylon begraaven ligt, beloopt niet minder dan 18 ellen, zyn vinger | el, nagel { el, de voeten ij ellen () Aia Eruditorum Ann. 1728. p. S57- Cf) Stem. PbyfiQl. T. VIII. lib, 30. p. 42.  I N 1 E I D I K O. 73 ben ontzenuwt, hebben wy klaarlyk voor oogen; wy 'ïnlik* zien de ontaarting , welke zelf onze huisdieren, DINe- .. fchoon die eene veel gezonder leevenswyze dan wy zelve honden, in hunnen oorfpronglyken moed en <* ' fterkte ondergaan, wanneer men die met gelykfoortige in het wilde leevende dieren vergelykt (#); wy ftaan (a) Ik fpreeke hier alleenlyk van de fterkte en moed der ongetemde dieren , in vergelyking van die geenen , die wy tot onzen dienst aanfokken want wat hunne grootte betreft, het is zeker, dat die by veele wilde dieren, veel minder is dan by onze tegenwoordige huisdieren, welke men door goede oppasfing en voortteeling uit grooter rasfen al grooter en grooter tragt te verkrygen. Het Hoornvee en de Paarden der Duitfchers waren , naar het begrip van Tacitus , klein en onaanzienlyk, zoo dat Ca;far die van weinig gebruik in den oorlog agtte , en liever de Duitfche Ruiters op Romeinfche paarden liet opzetten, het welk egter uitzonderingen zal geleden hebben , toen zy dieper in Duitschland doordrongen ; dit is ondertusfchen zeker , dat zelf in onze dagen de wilde Paarden kleiner zyn, dan die in de ftoeteryen gevonden worden; de geftadige beweegingen van een zoo fnel dier ïn de ruime Bosfehen, kon oorzaak zyn waar door de Spiervezelen vroeger verhaïd wierden , en dus een verder wasdom verhinderden; een zagter luchtsgefteldheid bevorderd den aanwas der dierlyke lighaamen , d'e verbeetering van de Duitfche luchtftreek kon dus de dieren in grootte doen toeneemen , en zelf de mensch zoude hierdoor toegenoornen zyn — de Planten, welker zaaden uit Croenland , of de koude Gewesten der Alpen , hier verplant worden , fchieten in deeze zagter lugtftreek veel hooger op , en alhoewel 'er noodwendig een zekere graadvan koude vereïscht word om de lighaamen in hunnen aanwas een zeekere vastheid te geeven , zoo fchynt cgter de «rootte der menfohen over het a'gemeen met de gcfteldheid der luchtftreek in een vry naauw verband te ftaan (vid. Blumenbach de generis bumani varietate nativa~): men moet dus Ae ontaarting der meefte hedendaagfche Valken ïn kragten E 5 <*»  74 ÏNLEIDiNéf. ïnlei- ftaan toe, dat die Vojtkën, die meer dan wy naar de *IN0' inftellingcn der natuur leeven, de Zwitfers, Tyrolcrs, Westphalingen, zeer veele en groote lighaamlyke Voorrechten boven ons bezitten; wy bemerken een zoo in het oog loopend verfchil tusfchen onze Voorvaders en hunne ontzenuwde Zopnen, dat men al te zeer ongeloovig zyn zoude, indien men de berichten der oude geloofwaardige Behryvcra, met zoo veele andere bewyzen vergezeld, alle Hiftoriesch Geloof ontzeggen wilde. — De oude Duitfchers hadden in hghaamsgeftalte den voorrang boven hunne Nabuuren, de Galliërs, offchoon deeze nog genoeg boven de Romeinen uitmunten , om hen wegens hunne kleine geftalte te bsfpotten. O) A grip pa zegt, in vertrouwen, dat hy door zyn aanfpraak de oproerige Jooden fchrïk zal aanjaagen. „ Wie van „ U lieden heeft niet gehoort van de meenigte der , Duitfche Volkeren? hebt gy niet met eigen oogen ,, dik- en lighaamsgeftalte niet flegts naar de maate der uitmuntende hoedanigheden hunner Voorouderen afmeeten , maar tevens 'er ook byvoegen die voordeelen, welke eene gunftige verandering in het luchtgeftel hun zoude hebben kunnen meededeelen, inden zy in navolging onzer ons dikwerf befchaamende huisdieren, hunne leevenswyze niet met zulke grillige gewoonten* veibasterd, en dus al den voordeeligen invloed eener- gelukkige verandering door duizenderlei middelen vrugteloos gemaakt hadden. (a) Cum turrim conjlitui, procut viderunt, primum irridere ex mm o atque increpidare vocibus, quod tanta macbinatio ah tanto fpa-in Mfltoieretm Quibusnam manibus, out quibus viribus, pr■> yzer («) flat. Josephüs de bello Judaito lib. ii. c. 16. (é) Herm. ConRingii libr. de habitus Corporum Germanieorum antiqui & novi caujjis. O) In het dagregister des Kartheufer Kloofters te Grenoble Vi»'d men aangetekend, dat de gebeenten der onlangs begraaven Monnikken in vergelyking van die, welke van lang te voren aldaar gevonden wierden, even als beenderen van Jongelingen waren. Men had opgemerkt dat de beenderen der oude Bourgondiërs, die op het flagveld by Moretgefneuvelt waren, zeer verfchitlen van die, welke men thans op onze Kerkhoven vind.  7(5 Inleiding» In lei- „ yzer van 40 ponden zwaar, in yzere Langen gevat, D1NC* „ rond loopen, en dezeh/e met veel gemak op alle „ wyze beweegen " ; want in den kring der Arbeidslieden is het, al waar wy (zoo hun het nodig voedlel niet ontbreekt, en de armoede hen door al te zwaaren arbeid in hunne Jeugd niet gekraakt heeft) de eenige uitzonder ring op onzen geftelden regel zouden moeten zoeken. Tttgn- Zoo het waar is, zegt IIaller O), dat wy wrpmg. afgenoomcn zyn, moet ook de geheele natuur verminderd cn in kragten verzwakt zyn, waar van wy echter geen blyk gewaar worden. Ant. Dit gevolg zoude zeker zyn , indien men kon ftel- mord- len, dat het menfchelyk geflacht, van zyne eerfte daaiftelling af tot nu toe, wegens lengte des tyds, van langzamerhand van zyne oorfpronglyke volkomenheid was afgeweeken, even als een (Jrysaard door ouderdom de kragten zyner jeugd verliest; dan zegge ik, zoude deeze gevolgttekking doorgaan, dat ook al het gefchapeneu in dezelfde maate vermi d rd moest zyn, maar de oorzaaken onzer ontaarting en verzwakking zyn gelegen in onze leeyarswyze, en onze zeden, welke' op onze overige mcdefchepfclen weinig of geen invloed hebben, en waar in het eene Volk zelf aan het andere ten voorbeeld ftrekt: de beste lighaamsgcfteldheid moet cindelyk voor het geweid deezer uitwendige oorzaaken bezwyken, en de v yze Schepper heeft alle algemeene lighaamlyke overtrcer dingen aan hier uit volgende lighaamlyke ftraffen onaffcheidbaar verknogt, hier mede zyn reeds verfcheide der weelde zeer overgegeeven Volken zigtbaarlyk getk nd. O) L. C. Sea. i. 5. 18.  Inleid i n g. Daar zich nu in de meefte landen de algemeene iNtti* Voksgézondheid in deezen toeftand bevind, eischt de DlNG* Menfchenliefde van eene rechtfehaapene Overigheid en Noodr i o voendig- Befchermheeren, de naauwkèurigfte oplettenheid en beid van zorgvuldigst overleg, op welke wyze den verderen voort- widlgtoKgang onzer pntaartïng verhinderd, het getal der lier- 1'andèzyvende, zoo veel van der menfchen macht af hangd, de der verminderd, en dus, was het mogelyk, ons geflacht beldofda tot zyne voorige fterkte en voortreflykheid terug ge- ™ge,e~aH bragt worden. Het is immers niet hoopeloos, der men¬ ora door heilzaame en wel ingerigte poogingen den LZvgfaanwas en verbetering van ons geflacht te bevorde- fi^dbeü. ren, waarom zouden wy met deeze proeven, op den mensch als dier befchouwd, ongelukkiger zyn, dan met andere dieren, welkers rasfen wy door vlyt en konst in een geheel land hebben kunnen verbeteren. Men legge 'er zich flechs met ernst op toe, men laate zich door de oppervlakkige befchouwing der voorkomende beletfelen niet affchrikken, men tragté met een taay geduld de oorzaaken onzer ontaarting, en het fluipend vergif in de aderen der Volken na te fpooren, en ontvvikkele, op dat ik als Arts fpreeke , den flatus morbi, waar onder het menschdom zucht; men legge zich toe, om het verlies, het welk den Staat Jaarlyks op deeze of geene wyze aan menfchen lyden moet, even zoo wel als den Jaarlykfchen aanwas der Burgeren door en door te kennen, en leere dus meer en meer den mensch naar zyne waarde fchatten (lNG' dorpen zorgvuldig onderzoeken, de aldaar heerfchen- de gen in een aoo naauw verband te ftaan, dat in die Landen de waarde eenes menfchen op zyn laagfte prys is of ten minfte voor zeer gering gehouden word , alwaar de mensch het aller ongelukkigst is, en door zyne meer vermogende Natuurgenoten het meest mishandeld word. Te Dramanet aan de Suidzyde der Rivier Senegal in Africa wierd in 1698. een manlyken Slaaf zonder gebrek tusfchen de 18 en 30 Jaaren oud, voor de waarde Van 20 Lïvres verkogt: Algemeene Hiftorie der Reizen 5 V.; aan de Goudkust eenige mylen landwaard» in onder Akkra, waar van daan de meeste ilaaven gehaalt Werden , is een handvol zout één en fomtyds 2 Slaaven waardig 9 D. 2f 8 D- ■ In het Koningryk Angola gaf men voor een grooten Bulhond , welke men vet mesten en daarna tot fpyze gebruiken zoude, 22 Slaaven , het welk het paar op 20 Ducaten gefteld zynde, 220 Ducaten uitmaakt; Pigafetta Nachricht van Conga &c,; Batte l meld dat hy 2 Slaaven voor eenen Hond heeft zien verkoopen; op Argm geld een Barbarysch Paard als het goed is 10 tot 18 Slaaven in het Koningryk Senega, geeft men voor een Paard met deszelfs tuig van 9 tot 14 zulke elendigen ; naderhand , na dat de gouddorftige Europeaan de zogenaamde Wilden in deezen menfchen handel beter onderrigt hadden, nam de prys vau Slaaven merkelyk toe. Daar en tegen fchatte men in Engeland den dood eenes ingezeeten op meer dan honderd ponden ft. RukmaNN vom Einjluz der Artzneyvjiff. auf den Staat S. 30.: op andere plaatzen word de waarde van een mensch voor den Staat op duizend Daalers gereekend. Voorzeeker zyn deeze bereekenin- gen ten hoogden ongelyk , daar de Staatkundige waarde eenes menfchen in eenen Staat van deszelfs inwendige bevolking , en de meerder of minder bezwaarlyke kostwinningen afhangt, — geen vooroordeelen zyn in de meefte en grootfte Landen van Europa voor het algemeene wehyn fchadelyker als die , welke de voortplanting vin aanftaande gezonde Burgers verhinderen, en das den aanftaanden welvaard van gc-. keele Gewesten enderraynen.  Inleiding. 7? de ziekten en derzelver, oorzaaken met de ftiptfte ïnleinaauwkcirigheid nafpooren («), de evenredigheid D,lN,J" der beide Kunnen, en van de verfchillende klasfen van menfchen, de gcboornen en geftorvencn naauvvkeurïg bereekenen, e 1 dus van elk diftrikt een foort van byzondere Landbefchryving opniaaken, yvelke de grenzen van leeven en dood, de lengte en breedte der gevaariyke zeeën, de zekerfte wegen tusfchen klippen, waar op zoo veele door onkunde fchipbreuk geleden hebben, getrouwlyk aauwyst(*); de b.houdenis van een eenig mensch moet als een daad van grooter waarde befchouwd worden, dan de verovering eener Provincie, ten koste van Burgerbloed; al wat de bevolking hindcrlyk is, vooral, zoo het ook de al- (a) In de nieuwe Inflrucft.en ,'welke de Konin; van Sleeden voor eenige jaaren aart . het Collegium Medicum tc Stokholm heeft doen vooifchryv?n , is ook order anderen bcvoolen dat het Collegium onderzoeken moest, waarom fómmige Landfcreck.-n, Steden of Dorpen ongezonder zyn 'dan andere? ( *) De beroemde Hoogleeraar G AUBius, overtuigd va? het onvergelyklyk nut, liet-welk eene Geneeskundige Corres-ondentie te weege kan brengen, en f'oorde den kundi e.i Ar_s J. J. van den-Bosch Med. Dr. in 's Hage aan om zyn ontwerp wegens zjo eene correspondentie ten uitvoer te tr-ngen; in deeze Sociëteit van Geneeskundige Br'efVis'elitTg Wierd door veelen onzer kundigfte Kannen deel genoomen', derzelver nattig en menschlievend .oogmerk- is. zoo vec-1 mogelyk, eene egte en volledige hiftorie der ziekten onzes Vaderlands voor den dag te brengen; hier toe nodigt zy alle ttederlandfche Geneeskundigen uit 'oni'rïcf in de behjh zaame fcand te bieden , door aan haar te doen toekomen een naauwkeurig berigr wegens (ie ligging van hunne Stal pf 'P.aats, de levcnswv.e van ' deszelfj inwooners, het getal der gcboornen en geftoryen , de gefte'tenis cn véianderingeri die in onzen dam-kring wo-den wairgenóomen ; en einde^ 'Ijk eene naauwkeurige befebryying der ziekten, welke a'daar ge-  10 IHLSIÖÏN». Inlei- gemeene gezondheid benadeelt, moet op alle moget>lNe- lyke wyze uit den weg ge-ruimt, en hier door eene algemeene veiligheid, zelf ook voor den nog ongeboornen, voor den nog in des moeders fchoot verborgen Inwooner. te weeg gebragt worden; het is niet genoeg, dat de zorge voor de Volksgezondheid aan eene byzondere klasfe van menfchen ongeftoord worde aanbevolen ; verftandige wetten moeten ook voor de uitvoering en het nut hunner verrichtingen zorg dragen; het werk moet alleen aan waardige Arbeiders worden opgedragen, en ter naauwkeurige opvolging der nodige regelen, welke de in ftandhoudingen verbetering van des Volksgezondheid betreffen, zoodaanige inrichtingen gemaakt Worden welke onwederfpreeklyk goed en zeer mogelyk ter uitvoering zyn. Van alle deeze en nog veel meer nuttige omftandigheden, moet dit Samenftel eener Geneeskundige Staatsregeling handelen, en ik maake het my tot eenen noodzakelyken plicht, niet het allerminfte, het welk op de algemeene gezondheid eenigen invloed heeft over het hoofd te zien. — In het vervolg zal ik een overvloedige en ryke ftoffe hebben, en door de natuur zelve der zaaken, die ik te verhandelen hebbe, meerder vryheid genieten, welkers gemis dikvvyls de wyze van voorftellen zeer gedrongen, en hier door voor den Lezer zeer onaangenaam maaken moet. geheerscht hebben , het zy dezelve door befmetting ontftaan , of der landftreeke eigen zyn 3 de meest gewoone toevallen die dezelve verzelden , of men in dezelve ook met yragt eene nieuwe geneeswyze heeft in het werk gefteid; met één woord alles wat in den kring der Geneeskundige waarneemingen kan begreepen worden. VtUA*i>ti' S Ai  SAMEN 5_T E 1L IENER volkome GENEESKUNDIGE STAATSREGELING, EERSTE AFDEEL ING. . Die age per Deos 1 ecquamnam legem primam legis* lator ponet ? —— Nonne naturte ipfius pracepto pri* mam Wam legem certo ordine conflituet,. qua gene rationis rationem definit, tanquam firmamentum generis humani ö5 rerum publicarum pritnUtn yerum pfincipium atque ornamentum. Plato de Legibus Lib» IV»  I  EERSTE AFDEELÏNG. EERSTE HOOFDDEEL. van der mens c hen drift ter voortteeling in het algemeen, en deszelfs invloed op de volks- gezondheid. { H/£C eft illa procreandi libido; qucs , ut fpecks in perpetuum falva confervaretur, cunSiis eft vi- ventibus a natura tributen ' .... Fernel. Ambian. Mediciiii Lib. VIL Ci. A.ls men zegt, dat eene bevolking, aan de natuur- Geene lyke gefteldheid, de middelen ter onderhoud en ove- d"Ji"r^Hé rige omftandigheden van een Land geëvenredigd, het «'?»ƒ' ° ° bevolking hoofdoogmerk eener gezonde Staatsregeling is, zoo voor meent men voorzeker alleen den aanwas van zoodaa- gjg nige Inwooners, welke in ftaat zyn de onvermydelykee 'jÉftfè last der gemeenfehaplyke pligten met .elkander te' draa- ■ gen, en de voordeden der Maatfchaplykc Samenwooning door een hulpbiedend onderftand voor zich zelf, en anderen verkrygbaar te maaken: in het Gemeenebest moet men. den aanwas van zieke en gebrekkige leden voor een vermeerdering van ledige kostgangers houden, welkers onderhoud aan de kiasic van F i ' be-"  $4 Geneeskundige Van dï bezige en nuttige Burgers eenen verdubbelden arbeid kosten moet; het is dus een voor den Staat allernavoort- deeligst middel van bevolking, wanneer men het aantsïun . ^ ^ Inwooners met de zulken tracht te vermeerderen , welke noodwendig het getal der gebrekkigen moeten vergrooten. i ii. Gemak- Den aanwas der menfchen, alleenlyk aan den wilkmferdf-' keur der ongeregelde driften over laatende, zouden ring der «ta dl l°°Pen ■> °f c'oor lighaamlyke oorzaaken de vrugtbaar- Genecs- heid der gehuwden verminderen, en dus het onder- oTdTrzogt zoek van den Geneesheer overwaardig zyn; voor dat moeten' jjj echter myn gevoelen deswegens meededeele , worden, vind ik het nodig van het vermogen ter voortteeling, als onze dierlyke natuur eigen, iets te zeggen , hoe wel niet voor Geneeskundigen ; de Schepper heeft het ge* heim der voortteeling met eene zoo ondoordringbaare fluijer voor ons fterfelyk oog bedekt, dat ik hier over niets zoude kunnen te berde brengen, het welk de grenzen der reeds bekende ontdekkingen te buiten ging, §• VL Woodza- -Daar 200 godvruchtig ) ontrekken ; „ een v'lnbet* " zeer vernu^'S Arts wierd, nog zeer jong en in opgehoopte „ het werk der liefde nog geheel een vreemdeling zynvoof'tf ü &e» m den droom door eene zeer aandoenlyke en tomen. ^ godvruchtige zielsvervoering dermaate verrukt, dat ,, het eene geheel onheilige uitwerking op hem had, eene uitwerking, die dikmaals in den droom den ,, zoodanigen meer ervarenen wedervaart, welkers ,, inbeelding zelf by eene geringe ophooping der „ zaadvogten op eene wellustige wyze geprikkeld „ word. " (i>) Zoo vermogend zyn de dryfveeren, welke de natuur ter voortplanting des menfehelyken gc-flachts in het werk field —■ eene wysheidvolle in» richting het groote oogmerk volkomen waardig! $. VII. Tets wegens het Als men het werktuiglyk geitel der inwendige dee- deTzaad. len , ter voortteeling gefchikt, gade (laat, valt wel dra vaaten e„ :n j-,et 00„. jat natuur een fchoon ontwerp ge- deaffebei- ding Van volgd, en eene voortrcflyke wysheid befteed heeft aan dit vogt. ^ - (a~) ltaque fi in pudendis eongefta eft feminis eopia , ea primo pruritum quendam (S titidationem naturaliter invehit, beec deinde fenfum , mox vero interiorum fentiendi faeultatem movet, non modo vigilantibus, fed 0 pterumque dormentibus 'nobis. FlRNELIUS Medicina Lib. VI. C. iz. (é) Der Pbihfopbifihe Arts 1. St. S. 45,  Staatsregelinc. #9 de werktuigen deezer allergewigtigfte affcheiding. — Vav »i Noch verre van de plaats hunner eigenlyke beftem- TER_ ming, ontfpringen uit den grootften en voornaamften v0°rtbron onzer leevenslappen beide de flagaderen, welke op hunnen weg door het fyne weefzel van het celachtig vlies omringd en beveiligd, hunne richting nemen naar die twee lighaamen , welke wel buiten het lighaam, echter in eene byzondere fchuilplaats als de bronnen eener ontelbaare Nakomelingfchap veilig bewaard worden ; ik zwyge van de kunstryke verlenging deezer by uitftek fyne vaatjens, van derzelver wonderbaare ligging en maakzel, waar door zy ter affcheiding deezer -fcheppende vogten gefchikt zyn: dit hier toe bereide zaad, het uitwerkzel hunnes vermogens , geven zy over aan twee terugvoerende kanaalen; welke het zelve aan beide zyden na de ringen der buikfpieren opvoeren, en van daar langs koriftige bogten in. eene onafgebroken , offchoon zeer geringen toevloed in de onder de pisblaas geleegen zaadblaasjes uitgieten. — Hier rust de aanftaande Nakomelingfchap, om door een kort verblyf volmaakt te worden, tot dat de menigte van dit by een vergaderd vogt deszelfs bewaarplaats uitzet, en die dus tot famentrekking en ontlediging prikkeld, terwyl deeze opvulling de verdere toevloeijing van het pas afgefcheiden zaad^ vogt eenigermaten verhinderd. $. VIII. Deeze opvulling der zaadblaasjes is het tydftip on- Tydjap zer ziedendfte begeerte ; het is dat, waar in de dieren 0'-zer ais in een onteuge'baare drift buiten zich zelf gevoerd drift. gorden; de vreesachtigfte word met moed bezield, F 5 en  oo Gimibs kundige'' Tav m en ziet ter voldoening zyner drift de baarblykelykfte T^s. doodsgevaaren onverfchrokken onder de oógen, eene teSjxg drift, welke niet eer geftiid is, voor dat de werktuiglyke ooizaak weggenomen, en de genoemde bewaarplaatzen geledigd zyn. Zede- Godsdienst, bedaarde overweging en andere omftan» aTztivt*" digheden kunnen door tegenovergeftelde indrukken, beteuge- dCn invloed der natuur op deeze deelen beteugelen, en aldus, even gelyk een fterker uitwaafeming dewaterloozing verminderd, door afleiding, deeze hevige drift dikwyls voor een aanmerkelyke tyd intomen; zelf de inflorping der vlugfte zaaddeelen kan deszelfs fpoedigen aanwas verhinderen, en aan het bloed eenige nuttige en geestryke deelen toevoeren, die fterkte en gezondheid doen toeneemen. De vermyding van al wat onze verbeelding kan verbitten O), de aanwending van al wat onze denkbeelden van het wellustige kan afleiden, lighaamsoeffeningen zelf fa) Dagelyks bewyst ons de ondervinding, dat, a'hoewel de inbeelding zeer veel ter vermeerdering der begeerte tot wellust toe kan brengen, echter deeze inbeelding doorgaans een uitwerkfel is der reeds afgefcheiden of nog met het bloed rond loopende zaaddeeltjes, welke het zenuwgeftel tot wellust aanprikkelen; van dit zaadvogt ontbloot zyde, gevoeld de man niets meer van deeze verhitte verbeelding, en deeze groeid aan naar maate deeze vogten weder aanwasfen i wellustige verbeeldingen kunnen ook een grooter toevloed van vogten naar de teeldeelen veroorzaken, en dus de affcheiding des zaads beguntligen, even gelyk de droefheid de de traanen vermeerdert: maar echter zonder het behulp der verbeeldingskragt, kan de natuur door de enkele prikkeling der zaaddeelijes alle deeze dryfveeren aan den gang brengen, welke by de dieren tot het werk der voortplanting in beweeging gezet moeten worden.  Staatsregeling. 91 zelf kunnen de aflcheiding van het zaad verminderen, ^Van ds en zeer lang de nadeelige gevolgen van deszelfs op- ter. , . c voort- hooping ahveeren. tejeunc. Menfchen, welke niet zeer zaadryk zyn kunnen , door eene lange onthouding en vermyding van alle gelegenheden tot wellustige denkbeelden, eene byzondere, hoewel tegennatuurlyke, gefteldheid van de deelen der voortteeling verkrygen. „ De Worfte,, laars en Zangers, zegt Galenus, welke ge,-, duurende hun ganfche leeven, zich zeiven zorg„ vuldig van alle wellustige daaden en zelf gedachten ,, onthouden moeten , verkrygen, even gelyk flokou„ de grysaards kleene en famengerimpelde teeldee„ len. " («) Op deeze wyze ziet men, dat by fommige mannen, na eene zeer lange onthouding, beide de zaadballen tot kleine en niets betekenende lighaamtjes verminderen, welke hen van even zoo weinig dienst zyn als of zy daadlyk ontmant waren. §. I X. Daar en tegen by menfchen, welke na de billyke Deeze« wetten der natuur en famenleving zich gedraagen; by 'den*enen hen, die een' zekere drift in hun bloed hebben, by menseh ' ' J van meer deezen reemt men de ftraks gemelde uitwerkzels niet. vermogen ligt waar, Sta hl zegt: „ dat de affcheiding van a^nder^* ,, het zaadvogt hier in van de andere affcheidingen „ verfchild, dat deszelfs loozing dikwyls zeer lang „ zonder nadeel kan geftremt worden, indien men ,, zich van wellustige denkbeelden wagt, en het lig- „ haam (<0 Pt i°"s aIe(t» L- VI. C. 6.  £ „ haam beftendig in arbeid houd; echter kunnen by '*"T „ wakkere mannen de hghaamsöeffeningen, verre van -voort- dit te weeg te brengen, door den omloop des bloeds teeling. r „ aan te zetten, veel eer eene prikkeling tot wel„ lust veroorzaaken. " («) S- X. Ophoopen Zeer veele menfchen moeten zich dus weldra aan 'vogten deeze alvermogenden invloed der natuur overgeven: dpzeifs het bloed met de fynfte en by herhaaling bearbeide lyke gevat- zaaddeeltjes bezwargerd, word meer en meer opgewniyke*1 Vü^ met die deelen, die den voortgang van deeze geflacht. aflcheiding bevorden die levenvvekkenden geest bezielt het lighaam met eene vernieuwde levenskragt, welke geduurende den byflaap zich door uitwaaieming ook aan de andere Sexe kan meede deelen; hier door word e!e aandrift onzer vogten, en gcvolgelyk ook derzelver affcheidingen vermeerderd, de hartstegten worden geweldiger, de zinnen als bedwelmt, de toevloed (a~) Theor. Med. ter p. 359. (b~) Deswegens zegt GaieNUS, een Dier het welk zich der byflaap onthoud verflikt van overvloed van Zaaddeelen. De femine l. e. C. XXV. de Ouden zeiden van dezulken dat zy bokachtig ftonken , Mos hirquitalire, vel hircum otere Censorius de die natali C. 14. en ik ben ten vollen verzekert dat de prikkeling tot byflaapen veel meer ontfeaat van het vermoogen der uit de zaadblaadjes wederom in het bloed opgeflorpte zaaddeeltjes, als van deszelfs ophooping in haar bewaarplaatfen. Deeze op'osfing is dus verre van een middel ter beteugeling te zyn, zy kan op zyn best genomen alleenlyk dienen om eene plaatslyke verftopping of foortgelyke ongemak af te wenden.  Staatsregeling. 93 vloed naar de teeldeclcn fterker, cn de zaadblaasjes, Van d» zoo veel zy maar kunnen, uitgezet. der Zoo eene overmatige uitzetting, welke zich in het JS£J£u voorjaar in de zaadballen der vogelen voordoet, is de oorzaak deezer onoverwinlyke drift, om zonder ophouden te paaren O); Wepfer vond in een wild zwyn tot acht oneen van dit zaadvogt: in zeer ritfige honden vond Buffon de zaadblaasjcs met dit vogt zeer fterk opgevuld; in eenen misdaadigen , welke zelf, toen men hem ter ftrafplaats voerde,, niet ophield naar den wellust des byllaaps te haaken, in deezen ongelukkigen wierden deeze vergaderplaatzen zeer fterk uitgezet gevonden. (/>) S- XI. Het hghaamsgeftel der vrouwelyke Sexe ondergaat Kwaade op zekere tyden zeer gewigtige veranderingen, wel- ffififc, ke eene hecvige liefdedrift ten gevolge hebben (c), vrouweiyk en ^ac^"'- (ö) A. von H aller Elem. Pbyfiolog. Tom. VII, p. 55j. (s) Bonetus in Sepulcret. men heeft fomwyljh by zeer wellustige Mannen na de dood de Zaadvaaten , of in getal, of in grootte zeer merkwaardig gevonden. Zie C. G. Grüneri Dijf. de cauffis impotentie in Sexu potiori Jen~i Dif. Med. de ObleSam. Ititommtclii Lipf, 1740. }. u» zaadblaasjes, is het 'er verre van daan, dat eene af-1 matting hier van het gevolg zyn zoude; in tegendeel, na de bedaaring deezer ontrustende, ongeihiime driften b.vind de mensch zich vlugger en fterker, als dooreenen geregelder omloop der vogten; hierom zegt AëTius («), dat de byflaap het lighaam vlugger en lterker maakt; het fpreekt van zelve, dat dit niet dan van eene zeldzaam verzadigde liefdedrift met recht kan verftaan worden. ,, Bloed„ ryke en volfappige menfchen, zegt Plaz, rade ,, ik niet om zich zelf, uit vrees van hunne krach,, ten te verfpillen, aan eene al te ftrenge en on„ voorzichtige onthouding te verbinden , en hier 5, door hunne levensgeeften als te verflikken, op dat „ niet hunne natuur, in weerwil van alle voorzorg ,, onverduldig het Juk affchudde, en 'er zich in de „ fynfte vaatjes der teeldeelen verftoppingen zetten, „ welke eindelyk de kommerlykfte gevolgen kunnen „ veroorzaaken. " (£) S. x 111. Wanneer men by hen, die in verfcheide ftanden, het zy uit plicht, het zy ingevolge hunner begrippen, dee-  Staatsregeling, 07 deeze ontlediging, zoo veel in hun vermogen is, te- Jan, d* gen gaan, geen zeer nadeelige gevolgen befpeurd; maar ter. wanneer de ondervinding ons eenen getrouwen waar- J^unÖ. nemer zyner ordensregelen, een huilenen geestlyken tot in eenen hoogen ouderdom in den bloejenften diend om ftaat der gezondheid vertoont, moet men de reden * hicr in zoeken , dat de natuur by geene afteheiding ge* dezer . r 1 ophooping met zoo eene moederiyke helde voor de mentenen ge- vaortekQ* zorgd heeft dan by deeze. Men vestige bet oog op mende droevige gevolgen, welke het opgehoopte en geftremde zog, welk eene famenhooping van gal veroorzaakt , hoe gering zyn in die gevallen de poogingen der natuur om zich zeiven uitkomst te verfchaff'en, als men die vergelykt met het geen zy in het werk fteld, zoo dra 'er van eene ophooping der zaadftoffen kwaade gevolgen zouden te vreezen zyn; ter verlichting hier van fpant zy alle haare kragten in, en werpt alle hindernisfen, een getugtigd lighaam en zedekundige redeneringen gewapender hand om ver , en vind zy by den deugdzamen beftrydcr der wellust .eenen onverwinbaaren wederftand, zy neemt zyn bloedryk temperament te baat, en verrast hem dan, wanneer zyn ziel aan lighaamlyke banden gekluiftert, in de magtelooze armen des flaaps gedolven ligt, en dwingt hem zich van het geen hem zoo lang inwendig beftreden had, te ontlasten: Zie eens hoe loos de Slaapgod is In 't droomen is geen Meisje bloó. Helaas!... Ja zelf de kuisheid kusr. G l e i Ifi Eene weldaad door den Schepper by voorrang aan Q den  9? Geneeskundig* dIjft de dsn mensch gefchonkenzyn wysheid immers voor ter zag, dat den mensch dikwerf in omftandigheden ge- . raaulö. Plaatst zoude worden , die hem konden noodzaaken zyne dierlyke driften aan het gebied zyns verftands te onderwerpen. §. x i v. Mt-itr V^aie flcC ïiet 00§merk der natuur geweest, het zitb ook overvloedige zaadvogt, zonder het lighaam te verhitande"ne tcn» en de ziel te beftormen, eenen uitgang te ver*>'g -van fchaffen, zy had zeer ligt het zeiven uit de zaad- i vet zaad- ,1_ , ^ vogt om- blaasjes door de pisbuis in een foort van natuurlyke tusfchenpozende zaadvloed, even als by de Vrouwen de maandftonden, kunnen ontlasten; gelyk by doode Mannen fomwylen gefchied, cn het welk by levende , volgens het getuigenis der uitmuntende Natuurkenners , Hall er en Zwammerdam nimmer plaats heeft. — Dat geen, het welk by een' fterke perfmg of in ziekten geloost word, is niet anders dan de flym der voorftaande klieren O); en dit fchynt ook het geval te zyn van het witte flymach- tig- O) Haller Etern. T. VIL /. 27. SeCt. 3. 5. 6. Tode ftaat Hechts in eene erge graad der Goaorrhcca die zeer zelden voorkomt, toe, dat de wegdruipende vogtigheid, zaadvogt zy, dan namelyk , wanneer door de verflapping of vertearing der openingen in de Pisbuis , of zelfs door eenig'gebrek aan de Zaa'dblaasjes tot eene geduurige zaadvloed aanleiding gegeven word: Vom Tripper p. 17. edoch-gefield-zynde , dat by o.nma.tige beweeging 'er zich by fommige menfchen uit bovenmaate opgevulde zaadblaasjes een gering gedeelte van het zaadvogt geloost word; dit kan even min een bewys"gen nay opleveren, üi datmen, dewyl » es» .".erheeyigst  Staatsushinï, 9£ tige grondzetzel in de pis van hen, die, gevaar lopende Van »^ om eene zaadftorting in den flaap te hebben, by tyds tes™ ontwakende, dezelve voorkwamen. ( a ~\ voort- De overleden Meckel heeft zich veel moeite gegeven, om proeven wegens de wederopflorping der r«g#*t zaadvogten in het werk te ftellen,. en daar deeze, w^'*f door de gewoone inflorpende buisjes nimmer fcheenen in de masfa des bloeds terug te kunnen keeren, zoo kwam het hem voor, dat andere vaatjens van een grooter foort, welke by door gelukkige infpuitingen ont* dekte, door de natuur hier toe gefchikt waaren, en hy befloot hier uit, dat men wegens eene al te groote ophooping van zaad niet behoefde bekommerd te zyn (5); hier by komt, dat, volgens Haller, „ een zeer groot aantal van menfchen, zich eenen „ zeer geruimen tyd van de mogelykheid der by* „ flaap lagchen de Pis ait de blaas onwillig wel eens word uitgedreeven , hier uit beflu'ten wilde, dat wy zonder nadeel on» Water konden ophouden, tot dat 'er by foortgelyke gelegen? heden zoo een onwillige uitloozing plaats greep. (a) Het is eene door meer dan een voorbeeld bevestjgda ondervinding , dat, wanneer ingetoogen menfchen in den droom de beginfelen eener zaadftorting gewaar wordende, dezelve uit kuisheid verder fluiten, hier uit dikwerf ongemakken der teeldeelen voortfpruiten , dit ontftaat, of om dat het jn beweeging gebragte zaadvogt de deelen, welke aan het zelfde doorgang verleenen zouden , prikkelt, uitzet of verzwakt , of om dat de natuur zich niet op haar tyd van haaren overvloed ontlasten kan ; hoe het ook zy , de natuur weet zich in beide deeze gevallen in het geheiligd recht, het welk ay op de voortteeling heeft, op het nadruklykst te handhaaven. O) Nova Experim, & Qtferv, de Fmbta Vensrum ff Fa0 f-ympk, c *  *oo Geneeskundige Van de „ flaap verftoken zien, het zy door zich aan zekere ter i 57 wetten van onthouding te onderwerpen, of dat zy ?&um. " *n gevangenisfen , galeyen , of anderfins opgeflo„ ten, hun ellendig leeven lang blyven voort zug„ ten; dat men zeer veele dieren kent die nimmer ,, eenig zaad loozen; by voorbeeld, hengften die „ nooit tot het dekken gebruikt worden, vreemde s, dieren1, die in hokken gefloten, nimmer de gele„ genheid hebben zich met hunne wyfjens te ver* „ mengen. " («) §. XV.- Of deeze Deeze tegenwerpingen zyn echter verre van toerei» kenc* te zvn' om deeze gewigdge ftelling te doen aanneemen. ,, Dat de Waereldbewooner, beftemd, „ om de voortduuring van zyn geflacht door voort,, planting te vereeuwigen, zonder nadeel, ook zelf „ met eene onberispelyke gezonde levenswys en. „ bloedryk temperament deezen drift der natuur ver* 5, fmooren kan, zonder in den omloop zyner vogs, ten, en derzelver afzonderingen hier door allerge5, vaarlykfte gevolgen te moeten duchten. " Wanneer het zaake was, om nog eenige andere affcheidingen op eene zoo geleerde wyze te mishandelen, zoude ik durven onderneemen, tamelyk dringende fchynbewyzen te berde te brengen, om nu het een, dan het ander deel des menfchelyken lighaam, voor zeer ontbeerlyk, en deszelfs werking even min, als men van de voortteeling tracht te bewyzen, tot het .(«)/. *. 5- *.  Sta atsrigeling. ioi het leeven en de gezondheid noodzaakelyk te doen voorkomen; dewyl van aHe de reeds afgefcheide vogten, de gal zelf niet uitgezonderd, een gedeelte wederom door inflorping, en voorzeker niet zonder nutrn den omloop des blocds word terug gevoerd. ■— Zelf toegedaan zynde, dat de zaadblaasjes door deeze opflorping voor een al te fterke uitzetting beveiligd wierden , zoo zyn hier door alle zwarigheden nog niet uit den weggeruimt, dewyl dit, gelyk ik §. 10. reeds aangetoont heb, niet de eenige oorzaak der zaaduitstorting is, als dewelke veel meer veroorzaakt word door de zaaddeeltjcs, welke geduurende derzelver langer verblyf in het omlopende bloed of de zaadblaasjes vlug geworden zynde , het zenuwgeftel tot wellust prikkelen ; even gelyk men in fommige ziekten waarneemt , dat derzelver fcherpte de plaats eener al te groote ophooping bekleedende, dikwyls tot nadeel van den lyder al te veel uititortingen van dit zoo no« dig vogt voortbrengt. %. XVI. Menfchen, welke het zich tot een pligt gemaakt hebben, alle lighaamlyke en gcestlyke aanlokzelen tot wellust door geftadige kastydingen te onder te brengen , menfchen, welke een waterachtig, traag en ongevoelig temperament hebben O), en eindelyk zeer ellendige en hun leeven in een jammervollen toeftand VOOrt- ftz) 11 y a eu dans tous les lems de ces temperaments beureux & fages, que la nature dispenfe de reduire en pratique la grande regie de la mulliplication. Les Orientaux les appellent Eu- miques du Soleil, Eunuques iu del faits par la main de Dieft Eniyctyedie, Celibat, G 3 VaN djc drift ter voortteeling. öptosjïag der tegenwerpingen.  ioi Geneeskundige Van' be voortfleepende menfchen, zullen voorzeker, dit fta tlk ik toe, veel zeldzamer aanprikkelingen ter wellust wsung ondervinden; zy zullen misfchien Jaaren achter een voortkwynen, zonder dat hen een bedrieglyk ftreelenden droom in den kring der voor de liefde aandoenlyke fchepzels terug brengt; -—■ Maar ik denke niet, dat men my zulke ellendelingen als voorbeelden zal tegenwerpen, wanneer wy van vrywillige verrichtingen der menfchen fpreeken, en dan onderzoeke ieder zich zelf, of hy met vryen gemoede, zonder dat de natuur zelf door eene wellustige droom hem immer verrast heeft, zich op eene langduurende allerftiptfte onthouding beroemen kan. Waar- Wat 'er inwendig in de dieren omgaat, welke men , "ympaar- 'm weerwil hunner natuurlyke behoeften, van alle verdenenan- menging met huns gelyken verfteekt , is voorzeker in reu. het algemeen weinig bekend, doch, voor eerst twyfcle ik of niet hier in een aanmerkelyk verfchil zy; het is zeer mogelyk, dat by veele dieren , welke volgens hunne natuur de drift ter voortteeling flechts op bepaalde .tyden ondervinden, als dan ook fomwylen de opgehoopte zaadvogten met de pis geloost worden, offchoon dit by menfchen geen plaats heeft, by dewelken door droomen het zelfde word te weeg gebragt, waar toe het flaapen opd5 rug liggende zeer veel aanleiding geeft, eene houding welke by llapende dieren nimmer plaats heeft. De Springhengften, welke hier toe in langen tyd r i uikt zyn , ziet men fomwylen eene witachtige vette zelfftandigheid met de pis loozen, het welk Strabo wegens de Olyphanten mede aantekend ( a ), daar (a) Geograpb. Lib. XV.  S'T A A T S B, E G E L I N <5. IO^ daar en boven zyn de-waarneemingen , dat de Heng- Van. se ften nooit anders dan by bet beipringen der Merrien hun zaad loozen, niets minder dan onbetwistbaar; In groote ftallen heeft men niet zeiden gezien, dat Henglt.cn, en vooral Muil-ëzclhengften, zich zeiven zeer duidelyk eene ontlasting der zaadvogten te weeg brengen , zelf fomtyds dermaate, dat zy daar van vermageren, en als bet ware uitteeren, —. van deHonden is die over bekend, O) Men kend de hevige verliefde verbeeldingskragt van fommige Vogelen —! deeze daaglykfche ondervindingen, oflehoon zy niet betoogen, dat ook by opgefloten dieren de volttrekte onthouding even gevaarlyke gevolgen- na zich fieept, • fchynen .echter te bewyzen, dat de natuur het in een gezond lighaam r.fgefcheide zaadvogt door geen andere, dan de natuurlyke wegen, op zekere , en naar der menfchen' temperament en verfchillende omftandigheden gefchikte tyden, ontlast. Nu koome ik tot die waarnemingen, welke ter verklaaring der menfehelyke voortplanting door groote mannen zyn aangetekend. §. XVII. . Men heeft dikwyls opgemerkt, dat eene geftrenge uitweronthouding, zonder dat de natuur zich z elven re dit 'i!"g eener <~> ; Jtrrngt verfchaft, by menfchen, wier geitel uit niet duld, ontho»eene verdrietige óngezelligheid en afgetrokkenheid te mmfche», weeg brengt; dus kan de ophooping 'des zaadvogts , • Ze^nilf even zoo zeer als deszelfs al te grootè' verfpiliing,'. strikt • - v -aeene 1 — (_b~) BlUMïS 9 ACH de Gen. Hum, vorietale ncitivap, 13. O 4  ioa Geneeskundigs Van* de voortfleepende menfchen, zullen voorzeker, dit fta ter. ik toe, veel zeldzamer aanprikkelingen ter wellust ïÉeung. ondervinden; zy zullen misfchien Jaaren achter een voortkwynen, zonder dat hen een bedrieglyk ftreelenden droom in den kring der voor de liefde aandoenlyke fchepzels terug brengt; -— Maar ik denke niet, dat men my zulke ellendelingen als voorbeelden zal tegenwerpen, wanneer wy van vrywillige verrichtingen der menfchen fprecken, en dan ondcrzoeke ieder zich zelf, of hy met vryen gcmoede, zonder dat de natuur zelf door eene wellustige droom hem immer verrast heeft, zich op eene langduurende allerftiptfte onthouding beroemen kan. tVaar- Wat 'er inwendig in de dieren omgaat, welke men , ty""paar- -n weerwil hunner natuurlyke behoeften, van alle verdenenan- menging met huns gclykcn verfteekt , is voorzeker in ren. het algemeen weinig bekend, doch, voor eerst twyl'Je ik of niet hier in een aanmerkelyk verfchil zy; het is zeer mogelyk, dat by veele dieren , welke volgens hunne natuur de drift ter voortteeling Hechts op bepaalde ,tyden ondervinden, als dan ook fomwylen de opgehoopte zaadvogten met, de pis geloost worden, offchoon dit by menfchen geen plaats heeft, by^ dewelken door droomen het zelfde word te weeg gebragt, waar toe het flaapen op dé rug liggende zeer veel aanleiding geeft, eene houding welke by llapende dieren nimmer plaats heeft. De Springhengften, welke hier toe in langen tyd i i uikt zyn , ziet men fomwylen eene witachtige vette zelfftandigheid met de pis loozen, het welk Strabo wegens de Olyphanten mede aantekendO), daar ia) Gmsrafk L». XV.  S'T A A • T S R. E G E L I N &. 10$ daar en boven zyn de waarneemingen , dat de Heng- Van bs Hen nooit anders dan by het berpringen der Merrie n ter*1" hun zaad loozen , niets minder dan onbetwistbaar; v°oRT- ' TEEL1NC. - Iu groote italien heeft men niet zelden gezien, dat Hcngftcn, en vooral Muil-ëzelhengften, zich zeiven zeer duidelyk eene ontlasting der zaadvogten te weeg brengen , z.elf fomtyds dermaate, dat zy daar van vermageren, en als het ware uitteeren, —. van deHemdea is die over bekend, O) Men kend de hevige verliefde verbeeldingskragt van fommige Voge-: len —■ deeze daaglykfche ondervindingen, ofichoon zy niet betoogen, dat ook by opgeflotei: dieren de volftrekte onthouding even gevaarlyke gevolgen- na zich fleept, '■ fchyncn echter te bewyzen, dat de natuur het in een gezond lighaam afgefcheide zaadvogt door geen andere, dan de natuurlyke wegen, op zekere , en naar der menfchen-temperament en verfchillende omftandigheden gefchikte tyden, ontlast. Nu koome ik tot die waarnemingen, welke ter verkiaaring der menfehelyke voortplanting door grpo.te'mannen zyn aangetekend. J. XVII. , Men heeft dikwyls opgemerkt,, dat eene gestrenge uitwer- onthouding, zonder dat de natuur zich zelvcn re.ht h'ns "ener verfchaft, by menfchen, wier geitel dit niet duld, ontbo*- eene verdrietige ongezelligheid en afgetrokkenheid te m"ïfeben, weeg brengt; dus kan de ophooping des zaadvogts ,• ^nft" even zoo zeer als' deszelfs al te groote ' verfpiiling, gefchikt ' ■■■ -''vK'izyn. ' ' \ 3 *" i .'Ti .<"tï .4 .'IX ,««t.''. ».'?iïi>A f »> . (b^ Blumsnj»ach de Gen. Hum, varietate nativaf, 13, O 4  ïo4 GïNïïsKCHuiet Van m eene geheele verandering van het gemoedsgeitel ver» riT* oorzaaken f>). Hier van daan neemt men ook in voort- Engeland waar, dat meer dan de huift dier men- IKïLIN(S. ..... • , , r fchen, welke uit verdriet in het leeven zich der iamenleeviug onttrekken , alleen en op hun zelf leevende Burgers zyn (é> Galenus merkt aan, dat zy, die uit eene aangeboorene Schaamachtigheid zich van alle liefdepleegingem zorgvuldig wagten, emdelyk loome en lustelooze Leden der Maatfchappy wierden, veele derzelve wierden geheel neerflachtig, treurden, zuchten, verloren alle eetlust en de nodige kragten ter fpysverteering (O- Celsus zegt, de natuur ftraft de trotfche verfmading haarer rechten' met eene traage loomheid, en is met Galenus ten vollen overtuigd , dat die menfchen, in plaats van door eeneftrenge onthouding, gelyk zy meenen hunne krachten te fpaaren, zich door eene verftandige en gematigde byflaap verfterken zouden (ri), AëTius roemt de liefde als een onvergelykiyk Geneesmiddel voor hen, die alle gezelfchap fchuwen, en met zwartgallig- en droefgeestigheid gekweld zyn; zy kan den •zinneloozen het verfland, en zy, die der vallende ziekte onderhevig zyn , de gezondheid wcdcrgeeven (O* Schwenke maakt melding van een krankzinnig Ca) ZlMMIRMAN van de ondervinding in de Geneeskunde 2 D. (*) MR. DS ChASMOND Jouw. Encyct. 1-7L mets de Juin. zelf in Frankryk neemt de zelfmoord toe, naar maate het jetal van hun die het Huwelyk als eene lastige verbintenis Ifchuwen, aangroeit. ' Ce") De loeis affetKs I. e. (d) De Medicina. —Mr UYfZER ie Arts 5 J2. (*) AëTius Serm. III. p. 130. 131. RiolanüS Univerf. Med. ■Comp. C.XXVI. Fontanus öV Sanitctte tueuda C. ï-p-7>*»  Staatsregeling. io£ zinnig Vrouwsperfoon, het welk naakt door eene Stad Vam bi in Italien rond liep en herfteld wierd, na dat zy by TER toeval in een buis geraakt was, al waar zy den nacht met Mansperfoonen doorbragt ( a _). Niets oeffend eene zoo geweldige magt op onze Heevigc ziel, als de ophooping van het zaad; het groot ver- ieTo^boofchil tusfchen volkomen menfchen en gelhedenen, ^^fjl valt elk een, zelf een onoplettend bcfchouwer in het wgtinder oog; onder de redenlooze dieren , fchynt de Os met den Stier vergeleken, van een geheel ander geflacfit te zyn; de Koe, de Zog, en fommige Visfchen door infnyding van hunne eyerftokken beroofd, misfen tevens alle neiging ter voortteeling (£); de dolverliefde Dochter van. den duitfchen Varkenfnyder, welke hy in zyn toornige drift de zyden open fneed, en de eyernesten uit nam, gevoelde federt niets van die onteugelbaare drift, die haar zoo eene zeldzame konstbewerking gekost had (c); 'er zyn waarneemingen , welke bevestigen, dat de daadlyke vallende ziekte en eene volflagen dolheid toevallig door castratie genee¬ rt a) L. I, Obf. 228. (b~) H£rm. BotRHAAVE Prarlea. in lnfi. T. V. p. 74, H aller Elem. Phyf. T. VIII. Lib. 29. ÓVfl. 1. §. 8. (*•) Boerh aave /. e. ZaCHIAs quipjl. Med. Leg. L. II. T. III. Qu. p. 203. «.43. Pott verhaald het geval van eer» Vrouw , wien men beide de eijernesten als byzondere gezwellen aan de ringen der buikfpieren afgefneden had; haare aaandftonden bleven terftond achter weege, en hsarg borftea vielen in: het is zeer zonderling dat de Wetten van Indoftan twveelen , dat eene ongedwongen cchtbreekfter , even als ook een bloedfchendige, eerst de eijernesten moeten uitge-i fheden, en zy daar na ter dood gebragt worden. A Cefr tfGentoo Laws. Zvgaie zst den Gort anz, 1778. l» *  106 Geneeskundige DE neezen zYn O)-' en dit middel geloove ik voorzct£r ker, dat by verliefde gekken van een uitmuntende xXng. «"werking kan zyn;. , Galen us pryst het in de Melaatsheid aan als een onfeilbaar Geneesmiddel (b), in welke ziekte Lucretius ons ook verhaalt, dat men het zelve by een oogfchyiilyk gevaar pleeg in . liet werk te ftellen. - Et gravitcr pu-rtim metuentes limina lethi Vivebant ferro privati parte yfrJli (c). Zoo doen ons twee, drie drachmen, tusfchen den rechten darm en pisblaas opgehouden vogt, dwaasheden' begaan, waar aan wy ons zonder dit voor de geheele waereld niet wilden fchuidig maaken. Ziekten Het is niet anders: wanneer wy Hechts een opZfcnt-"' merkzaam oog op de gevolgen der zaadsöphooping fiaan. Haan, zullen wy gcrcdelyk toeftaan, dat de natuur zich zelf tegen fommige aanvallen meefterlyk kan verdedigen. „ Eene te ftrenge onthouding van den by„•yjjtap, zegt Gaubius, doet wel is waar, zeld,, zaamer nadeel, maar men heeft echter opgemerkt, „ dat zy, die door de natuur met een overvloed van „ zaad, en een zeer gevoelig temperament befchon„ ken zyn, van een geduurige verzwakkende zaadloop, .druiper, opzetting, zwelling., pyn en ont., ftecking der zaadbereidende deelen eene onvrywil- ffiÉob;:l «v roaKW ob itb ertihrjijTos »^ ti'ia' :fii hsforv Ci)Ivo, Carnot Epiji, *3t. — Epbem. Nat. Car, Cent. V Obf. 62. :([b) Lib. HL Comm. ad l. j. Hypocratis. (O De natura rernm.  Staatss.egei.im9. 107 4, lige en ovcrdrevcne aanprikkeling tot wellust , Jan ds „ zwaarmoedigheid, ftuipen, en zelf eene verliefde ter. „ razerny ten gevolge hier van worden aangetast r»." ^^ö, S t ahl leid krankzinnigheid en zenuwtrekkingen uikwyls van deeze oorzaak af ( b). Het terug gehouden zaad word door een langer verblyf, in eene warme , en naast by den met vervuilde ftoffen opgevulde rechten darm , geleegen verblyfplaats fcherp en eindelyk vervuild (c); ja zelf, wrnneer het door het geweld eenes - fnellcn gedtmrigen omioops dikwyls door alle de deelen des lighaams pmgedreeven is, eenigermaate vergiftigd, de adem van zulke dieren, die tot eene lange onthouding gedwongen zyn, word fomwyl voor andere fchadelyk. Maller field lustloosheid, groote zwaarmoedigheid, en de vallende ziekten onder de toevallen van het, fcherpgeworden zaad ( d) ; die zelfde Geleerde fchryft die braakingen en mislykheid fommiger Vrouwen, ter- ftond O) Inftit. Pathol. 563, 823. Qb~) L. c. p. 359. men kan hier na waarheid ook met ï£(.ektius uitroepen: Dii boni! quid boe morbi efl, Adeon' bomines immutarier Ex amare, ut non cognofcas eosdem ejfc. In Eunucbo A. 2. Se. i. (r) Saüvaoks Pbyfiol. p. 21S. (rf) L. e. Tom. VIL p. 548. Zacustis Prax. Med. admirabi C 11S. 19. een uitflag op het hoofd ,. en zelf over het geheele lighaam is by volftrekt kuisfche Jongelingen, een niet zeer zeldzaam verfchynfel, het welk men met recht aan het terug gehouden zaadvogt kan toefchryven Pbil. Artz. Lqrry; zegt: dit is zeker , dat, wanneer beide de gedachten in hun groei „ geheel ontwikkeld zyn, en zy zich kuisch gedraagen, zeer „ dikwyls eene menigte v»n puisten ontftaan, even als zy » vaa  ioB Geneeskundige Van de ftond na de ontfanging aan eene uitwerking van het *^FT manlyk zaad toe, toevallen , welke men van de naauwJ^t- ]yks merkbaare uitzetting der baarmoeder zeer bezwaarlyk zoude kunnen afleiden; de Houden en andere dieren, welke zeer licht braaken, lyden in haare zwangerheid dit toeval niet; het is dus aan het menschlyk zaad eigèn, dat het de gezondfte Vrouwen dikwerf tot op de helft haarer zwangerheid doet on gefield zyn. --— Men kan aan het gezegde van den Heer Borden zyn toeftemming niet weigeren, ,, de toevallen, zegt hy, welke men by het begin „ eener ziekte waarneemt, kunnen met veel grond „ vergeleeken worden, met die, welke men terftond „ na de ontfanging befpeurd; 'tb beide de gevallen on„ dervind men eene onbefchryflyk trillende bewee„ ging, de inwendige omloop der vogten ondergaat „ eene verandering, welke niet herfteld word, voor „ 'er eene fcheiding of ontled'gmg heeft plaats ge» „ had (a~). " Men vind van eene jonge Vrouw aangeteekend, welke geduurende den byflaap door het ontfangen van het manlyk zaad, telkens in flaauwte viel, en hier door onvruchtbaar bleef (b ~): zelf het zog der zoogende ondergaat hier door eene merkelyke verandering ; de melk eener ïeef wierd door de ritfigheid zoo veran- „ Tan opgezwollen huidkliertjes uitgedreeven wierden. " Abh. mon Krcrnkh. der haut ibandEinl. S. 83. „ men vind, zegthy, 50 een zekere Sympathie tusfchen de teeldeelen en de huid, welke in de wellustige drift opzweld; deeze voorby zynde „ openbaart zich een zweet en fomwylen puistjes 5. 50. (a) Recherchesfur les Maladies Chroniques T. i'. p. 104. (*) Act. Nat. Cur. Dec. I. aim. 3. Obf. s33.  Staatsregeling. ioj> veranderd , dat haare jongen dezelve verfmaadden Qa); Van c» men moet misfchien ook die knorrigheid, walging, ter braakingen, Stuipen, welke voornaame Artfen by kin- ^jj^ deren, door zwangere Moeders gezoogt, hebben waargenomen, aan het manlyk zaad toefchryven (£)» de uit de zaadblaasjcs in het bloed opgenomen, en door het lighaam veriprcide zaadblaasjes , werken op onze zenuwen als eenen zeer vluggen geest; de pols word hier door aangezet , en in het geheel zyn de uitwerkingen daar van niet ongelyk aan die des oplums. -Oventt^ Het is eene bekende ondervinding, zegt Unzer, komst va» dat de enkele reuk des opiums zweetdryvend en tot werkingen wellust aanprikkelend is (c); de reuk aller fterk en "J' aangenaam riekende bloemen fchynt even zodanig ims. eene uitwerking op onze zenuwen te hebben: eene aanmerkelyke ophooping des zaads vult de herfenen op, de opgezwollen vaatjens der oogen brengen de fprekende natuurdrift ten duidelykfte aan den dag, de uitwaafeming word Sterker, de ademhaaling zwaarer, en de herhaalde hartkloppingen toonen eenen fnellen, maar ongelyken omloop der uitgezette vogten , het brein door een menigte het oogmerk der natuur verradende hersfenfchimmen verhit, die dezen toeftand aan eene weezendlyke bedwelming zeer gelyk maaken, en even gelyk de voornaamfte werking des op'tums in eene verdunning der vogten befiaat ()rosen, DïïESSARTS, BALI.KXIK.D, ETMÜtltR, Sec. (O 3 D. 66 ft. (rf) Ten minfte moet het tegenovergeftelde gevoelen rtoj» 4oor vaster bewyzen geftraft worden.  iio .Geneeskundig! i v«l)e men ook, dat de menigte des afgefcheiden zaads het teü. bederf bevorderd, en het vleesch van een in de bronsmuNo. tvd gev£ld hert eerder dan ander tot verrotting doet ■overgaan ( « ). ,, Willisius zegt, hy wien eene „ heevige drift tot wellust kwelt , befpeurt in zyn „ binnenfte een gloed, zyn vleesch, ingewanden en „ beenderen worden als door een vuur verteerd, en „ kunnen zeer haast tot bederf overgaan." Zelf in die dieren, welke langen tyd vruchtloos naar de vermenging haaken, word de maffa der vogten zeer ligt bedorven, Schaapen in dezen toeftand geflagt fmaaken eenigfms rans (c), het gevogelte en zelfs de visfchen worden op den tyd hunner paaring minder aangenaam, ja zelf walchelyk; hieruit befluitde Pauslyke LyÊtrts Baglivius, dat de ziekten van kuisfche en ingetogen' menfchen, de overige omftandigheden gelyk gefield zynde, moeilyker en gevaarlyker zyn dan in andere perloonen (rf). En in waarheid het is geinaklyk na te gaan, dat eene wanorde in eene zoo gewigtige aflcheiding by gc-vaarlyke ziekten ook derzelver toevallen verzwanren moet; even gelyk by ongehuwde cn fcuisfche mannen fümmige ziekten door eene zandloozing ten goede veranderen. Een zeer ingetoogen Man wierd door eene verlamming zyner leden overvallen, verzeld van eene, over het geheele lighaam verfpreide hitte en algemeene verzwakking; dit (a) Buffon Hifi. Natur. T. vi. p. 81. (J) De anima bratorum C. V. p. 45. svrach, zegt reed* die in verhitting is, is gelyk een verteerend vuur, en ho« eu hier uit ontftaan, gelyk de ondervinding leest, duizenderlei ziekten (a ) ; de Weduwnaar, by Galenus verloor alle eetlust en vertee- ringskragten, en verviel zonder eenige andere oorzaak in eene zwaarmoedigheid; alle deeze toevallen wierden weggenomen, zoo dra hy zyne voorige lceVenswys met opzigt tot de byflaap weder aannam. De Marquis de Renty te Parys nam voor, op eenmaal zich van alle, ja zelf' de geöorloftfte liefde te onthouden,. hy ftierf, zegt Z immer man , onder de beproeving, even als de Heelmeefter te Anfpach, welke zich op zyn Vrcuws bevel van den byflaap onthield , en in zoo eene pynlyke waterlozing en Samentrekking der pisbuis verviel, dat men het kleinfte werktuig daar niet door kon brengen; de oorzaak, hier van ftelde Haller in de drukking des overvloejenden zaads , en hier meede verzekd gaande vogten (c); Stahl verhaalt van een Man van 16 Jaaren , die zoo krankzinnig wierd dat men hem moest Vast binden, navier weeken veranderde dit in eene vallende ziekte, die lang aanhield, en drie , vier maaien daags weder kwam; de natuur redde zich hier weder door herhaalde zaadloozingen, waar door den lyder in een halfjaar van alle zyne kwaaien gered was (óQ , de gefchicdenis van Pater Blanchet, dat merkwaardig flachtoffer eener zyn lighaamsgeftel zoo weinig («) Quajl. Med. leg. Lib, VI. Tit. I- g. J. f. 4Jg. O) De locis affea. Lib. VI. C. V, (O Over de Ondervinding l, e, (<0 /• p, J.3J*.  Staatsregeling.' 115 big voegende onthouding, is algemeen bekend, en Vav üe het is zeker aan den ongehuuwden ftaat toe te fchry- ter ven, dat de Kloofters zoo groot een aantal krankzin- ' 0 TEELLNÉ^ nigen bevat-en —— even zulke toevallen heeft Tissot aangetekend, daar hy met eene meefterlyke handde verfchrikkelyke gevolgen eener onmaatige wellust affchilderende, de kwaade gevolgen der te ftrenge onthouding met zyne eigen ondervinding ftaafd O) , gepaard met deszelfs geneezing, door een door mechanifche middelen verwekte zaadsontlasting, welke gevallen tloor Galenus en ook Haller aangetekend (b), en waar van my mede voldingende voorbeelden bekend zyn; Hippocrates, na dat hy eene fchoone befchryving van de ziekten der ongehuuwde Vrouwen gegeven had, zegt: ,, Meisjens, welke aan de. ftraks befchreven toevallen onderhei, vigzyn, raade ik datzy, zoo dra zy kunnen, in r, het huuwlyk treeden ; wanneer zy zwanger wor„ den zullen zy haare gezondheid weder verkry4, gen f» " Hierom pleegen de Gencesheeren aan hunne onge- Het huuwde Lydcresfcn in foortgelyke gevallen den raad \s7tn\evan Hippocrates als het beste hulpmiddel aan te yesmid- del tegen pryzen; want, hoe wel 'er gevallen zyn, waar in dit veele demiddel vruchteloos is in het werk gefteld, het zy men ten, ""^ zulks moet toefchryven, om dat het zelve te laat, of ep eene verkeerde wyze gebruikt is, of veel van dat Electrique vuur, het welk aan het zelve de behoor- lyke (a) De morbis ex manuflvpratione p, I^t (fc) Rolfinc. I. t. I. 24. p. 350. JtO Morbis Virginm, H a  ïi6 Genkesktjndig-e Van de lyke werkzaamheid moet byzetten, mist, of om dat het kwaad uit eene andere bron ontfpringt, hoe hét voort- 00]j Zy- de gevallen, waar in het zelve met het alraüjNG. 3 , °. ' , , . ... lergewenscht uitwerkzcl gevolgt is , zyn oneindig mcnigvuldigcr; verfcheide Artfen poogden in gevallen , waar in dat middel niet kon in het werk gefield worden, de natuur zoo veel zy konden na te volgen, en door gepaste Mechanifche middelen verligting te weeg te brengen middelen, welkers gebruik echter met goede Zeden en Godsdienst met overeen te brengen is, offchoon fommige Geleerden zoodaanige middelen, volgens Sanchez, voor zeer geoorlooft gehouden hebben, in gevallen, wanneer de Lydercslen uit leevensgevaar hier door konden gered worden (£), zoo zyn 'er doch zeer veel, welke dezelve voor onbetaamlyk houden, en de meefte Geneeskundige zien thans deeze Geneeswyze voor alleronbetaamlykst aan , het welk zy echter dikwyls wenfehen met een geoorloofd en natuurlyk Geneesmiddel te kunnen verwisfelen; wanneer zy op het vermogen der hefde acht geeven, en de weldadige uitwerkingen nagaan , van dat leevenwekkend vuur | het welk alle onze aderen doordringt, en den' omloop der vogten tot in de kleinfte der verborgen vaatjens aanwakkert, wanneer de daaglykfche ondervinding hun voor oogen fteld, dat deeze hevige hartstocht in den mensch dat mesue pejfaria virilem penem nferentia fieri jubet qui■ius commodiffime femen cateris nihil proficientibus evocari pqjft. ere dit Cap. propr. vid. Herc. Saxon. Hoffmann Med. Rat. Syjlh. T- v. p. 164. (£) De Matrimonio Lib. IX. disp. 17. iV. 19. T. 3- Vid. Paul Zachias Qu.Med. leg. L, vi. T. i. &«, v.».3*  Staatsregeling. 117 dat is, het welk een fterk onweder voor eenen al te Vav di : ftiilen en hier door ligt in bederf overgaanden dampkring ?^rr is; dit, het is waar, werpt huizen overhoop, rukt 1 boomen omver, wanner het te hevig woed, maar in 1 tegendeel veroorzaakt het vruchtbaarheid, het bevorderd het welzyn der menfchen, dieren en planten, wanneer het in zyne juifte grenzen beperkt blyft. ■ Nog zeer verre zoude ik deeze ftoffe kunnen uitlbreiden, wilde ik alle de waarneemingen onzer be: roemdfte Geneeskundigen over dit onderwerp te ber(de brengen, welke alle met het bovengemelde inftcmimen, dat, alhoewel de kwaaien, die door eene verspilling onzer kragten ter voortteeling voorzeker de talrykfte, offchoon zy de gevolgen der affchuuwlykfte misdaaden zyn, echter ook in tegendeël eene al te geftrenge onthouding , als met het lighaamsge: ftel der meefte menfchen volftrekt ftrydende , de ali lerjammerlykfte onheilen na zich fleepen zoude , • ware het niet , dat de weldaadige natuur hier voor ; gezorgd had, en onze verbeeldingskragt en goedgunftige inrichting onzer dierlyke huishouding, ook zonder onze hulp, ja zelf tegen onzen wil, en als hec ware ter flulks voor onzen welvaard zorgden, de welke van de goede orde in onze affcheidingen, en in de behoorlyke ontlasting fommiger vogten zoo baarblykelyk afhangd, dat met een allergezondst lighaamsgeftel, eene overmatige opvulling en al te groote volsappigheid , ons echter aan byna alle en allergevaarlykfte ziekten kan onderwerpen. Ik vergenoege my derhalven met de hier ontworpen voorftelling der lighaamlyke gevolgen , welke de onthouding by eene talryke klasfe van menfchen na zich fleept, (vooronderftellende, dat men buiten zeer drinH 3 gende  i-i 8 .Geneeskundige wuft M gende oorzaaken weigert, aan de wellustige nacht* ter. verfchynzels onzer verhitte verbeelding, de zorg voor tewjng. eene ^yna onvermydelyke ontlasting over te laaten, welke tot zeer wyze eindens gefchikt is) eene onthouding, die derhal ven, als de oorzaak eener wezendlvk cn zeer groot nadeel in de Maatfchappy,- in het vak der Geneeskundige onderzoekingen met des te meer recht geplaatst is, als men zonder derzelver kennis, onmoog'elyk over den invloed van het ongehuuwd leeven der waereldlyken, op de algemeene Volksgezondheid een juist oordeel vellen kan. §. XVIII. Ik ben verre vervreemd van de bcöordeeling over den zoo uitgebreiden ongehuuwden ftaat geheel op my te neemen; en daar ik alle de inzettingen van mynen Godsdienst zonder uitzondering eerbiedige, zoo vinde ik het noodzakelyk, my hier te verklaaren, dat ik geenfmts handelen zal over die onthouding, welke zy den eerbiedwaardigften rang van menfchen, de dienaaren des Godsdiensts heeft opgelegd, daar ik vast vertrou» we, dat een mensch, die voor het afleggen zyner gelofte zich zeiven met bchcorlyke naauwkeurighcid onderzogt heeft, in ftaat is om met eene hier toe ge» fchikte leevenswyze iets te verrichten, waartoe een ander buiten ftaat is; daar deeze Zaak uit dit oogpunt van Godsdienst befchouwd, boven de menfehelyke berispingen geheel verheven is, zal ik niet onderzoeken, welke gewigtige redenen de Roomsch Catholique Kerk heeft, om aan haare geestlyke leden het gebruik eens natuurvermogens te weigeren, het welk, wel is waar, een gedeelte hunner natuur Hiti  Staatsregeling. 119/ uitmaakt, maar echter aan een hooger bevel moet Van di gehoorzamen; dit is zeker, dat de Kerk deeze ont- TER houding flechts als eene bloote tugtiging acht, we!- v££^ ke in dezelve niet ten allen tyde in gebruik was, en flechts zoo lang in gebruik moet blyven, tot het haar goeddunkt eene andere inrichting vast te ftellen. Daar intusfchen een mensch, welke zich zelve in den geestlyken ftand begeeft, alle deeze zwarigheden niet over het hoofd moet zien, maar behoorlyk overwegen, en dekerkelyke overigheid, ter eere van haaren ftand , eene gepaste keuze moet doen van zodanige Mannen, welke (onder de zoo verfchillend gevormde menfchen) het meest vermogend zyn, om hunnen vyand met goed gevolg tebeftryden; zoo is het der moeite waardig, deeze zoo aanzienlyke klasfe van menfchen niet onaangeroerd voor by te gaan, en ten. minfte die lighaamlyke oorzaaken na te fpeuren, welke benevens dezulke, welke van eenen hoogeren afkomst zyn, verfcheide millioenen van menfchen in de Christclyke landen in eene omftandigheid plaatzcn, waar in zy tot de voortplanting, in den eigentlyken zin, niets kunnende toebrengen, dit verlies door de ove-. rige klasfen weder vergoed moet worden; en tevens onder verbetering eenige raadgevingen te berde brengen, uit de welken ik hoope, dat aan beide zyden, en tot welzyn der Kerk, en ten voorfpoed van de Maatfchappy, met opzigt tot de lighaamlyke welvaart hunner Leden cenig wenfchelyk nut mooge voort fpruiten (*). (*) Men zie het geen over dit belangryk onderwerp gezegd kan worden, in de zoo overreedende voorftellingen aan 4e menschlykheid en het gezond verftand, ter opheffing van: H 4 'den  i2.o Geneeskundige Van de den ongehuwden ftaat voor de Geestelykheid der RoomDRiFT fche Kerk- ter VOORT- ÏEtUNG. Hoe zeer de Geleerde Heer Frank in dit Hoofddeel met het greotfte .echt or.s eene treurige, maar echter -waarachtige fchiidery voor oogen field van de gevolgen eener al te flrenge onthouding, k:n ik niet nahaten eenige weinige aanmerkingen wegens dit onderwerp te laaten volgen. Eene zoo hy uitnemendheid geftrenge kuisheid, dat men, door het vermyden van al wat onze verbeelding verhitten kan , de natuur zelf de gelegenheid poogt te benoemen , om in den alles verdoovenden flrap door wellustigen droomen zich eene heilzaame ontlasting te verfchafFen, zoo eene flipte kuisheid is by ons geen zoo algemeen verfchynfel, als in die landen , alwaar de talryke klasfe van Roomfche Ceestlyken een aantal bevat van achtenswaardige menfchen , die, door hunne geloften en overreeding hunner pligt, z:ch verbonden achten de vleeschlyke lusten , fchoon ten nadeele hunner gezondheid, aan hunne ordensregelen op te offeren, waar van in het volgend Hoofddeel za' gehandeld worden. Daar onze kundige Schryver met zoo akelige verwen de gevolgen eener flipte kuischheid afmaalt, en de noodzakelykheid eener matige byflaap by herhaaling op de overtuigenfie wyze poogd aan te toonen , zal zyne Zedeleer fommige onzer Lezeren misfehien voorkomen der ontucht voet te geven , maar men houde voor al in het oog, dat het geenfins de Zedenieeraar, maar de Arts is, die in dit Hoofddeel zyne medeburgers tracht aan te fpooren , om het hunne tot vermeerdering der bevolking toe te brengen , door hen af te ïehrikken van eene levenswyze , die en der maatfehappy en 'hunner eigene gewondheid ten hoogflen nadeelig is. Niet minder nadeelig, en voor hun zeiven , en voor de maatfehappy zyn de gevolgen der ontucht, daar doch de kwaaien , die de gevolgen eener verfpilling van onze kragten ter voortteeling zyn, zeer talryk zyn , en op de onwederfpreekelykfle wyze den vermogenden invloed, welke de drift ter "voortteeling, op onze gezondheid , en de algemeene voortplanting Jrieeft, aantoonen'. Men fte'le zich den wakkeren Jongeling voor, de bloem der jeugd is met een.manlyken blos op zyn aangezigt gefchilderd, het  Staatsrigelin». 121 Tiet vuur der liefde tinteld in zyne oogen , zyne houding kon- Van d« digt moed en fterkte aan, de vermogens zyner 2iel zyn aan br'ft zyne lighaams kragten evenredig , zyne verbeelding is vlug VooR.ten werkzaam, alles belooft ons eene tal.yke en gezonde na- tehunss, komelingfchap uit zyne manlyke lendenen : — ongelukkig word zyne inbeelding door zedebedervende Gefchriften en gefprekken tot wellust aangezet, zyne reeds bedorven medgezellen, gebruik maakende van zyn volbloedig temperament en gevoelig zenuwgeftel , geholpen door eerlooze Vrouwen, fleepen hem mede in den modderigen draaikolk der ontucht; hy tuimsld van de eene ongebondenheid in de andere , en verfpild de vaag zynes leevens in fchendige bordeelen ; de bloozende Jongeling is nu een affchuuw verwekkend, bleek, holoo'gig fpook geworden , zyne doffe oogen hebben het gezïgt byna volftrekt verloren, met wankelende fchreeden naderd hy in eene voorovergebogen houding , als het uitgedroogd geraamte eenes afgelcefden gryzaards, zyn eertyds werkzaamen geest is als in eene werkelooze ongevoeligheid verzonken , zyn verzwakt geheugen weigert hem het voorledene te herinneren , zyne verbeeldingskragt is voor geen andere dan wellustige denkbeelden vatbaar, en zet hem aan om telkens, in weerwil van zyn onvermogen in de tempelen der onkuischheid zyne verflenfte offerhanden armzalig op te offeren ; dus neemt zyne kwaal van dag tot dag toe, en fchoon hy van den gewoonen geesfcl der ontucht de fchandelyke venusziekte bevryd bleeve, zyne onmatige wellust alleen zoude hem aan de vreeslykfle kwaaien doen onderworpen zyn; de onlydelykfte hoofd - en lenden pynen , de verfchriklykft» ftuiptrekkingen maaken hem het leeven ondragelyk , tot dat eene fleepende teering' oorts hem als een fchar.dvlek zyns geflachts, enden walg zyner me demenfchen ,naauwlyks op de helft zyner jaaren, in den kuil der vergetelheid dompeld , zonder een eenig afftammeling na te laaten , die zyn graf met onrechte traanen der liefde befproeid. Me vero, beu ! tantis defunSum partibus clim Tartareas vivum conftat inire vias. 'Jam minor audilus , gufius minor, ipfa minora Lumina , vix taSu nofcere certa queo. Nullus dulcis odor, nulla efi jam grata voluptas 9enfibus expertem quif fuperejfe putetï H 5 **  122 Geneeskundig* Van de En letbea meam fubeunt cblivia mentent t>rift iv>c confxfa fui jam meminijfe patefl voort- ^ nuHum confurgit opus, cum corpore languet, liïEUNG» Atque intenta fuis obftupet ipfa malis. Jpfaque me fpecies quondam diletta relinquit Et vidcor formds mortuus ejfe mee Provineo, rutiloque, prius nunc inficit orot Pallor Cf exjar.guis funereusque color, Aret Jscca cutis, rigidi ftant undique nervi, Et tacerant uncs tabida membra manus; Quondam ridentes ocali, nunc fonte perenni Deplargunl poenas noSe, dieque fuas. C. Gau! Eleg. i. Zie daar een allerakeligst tafereel der gevolgen eener onmatige verfpïlling van de vermogens ter voortteeling, een tafereel, het -welk wel niet in alle voorwerpen in een en dezelfden graad befchouwd word , maar , waar van echter helaas 1 verfcheide voorbeelden aan veelen onzer zullen voor het geheugen komen. Het zoude ten uiterften overbodig zyn de nadeelig e gevolgen van zoo eene levenswyze voor de geheele famenleeving uitvoerig te willen aantoonen; deeze doch vallen elk oppervlakkig befchouwer in het oog, en moeten voorzeker eene menschlievende regeering aanzetten , om alles te kosten te leggen ter uitroeijing van die oorzaaken, welke tot dezelv* aanleiding of voedzel zouden kunnen geven. Vertaaler, T WEE»  Staatsregels Nas. 12$ TWEEDE HOOFDDEEL. van het ongehuuwd levin dek, geestlyken. S- i H et is zeer moeiiyk om het juifte tydvak te bepaa- Nataurlen, waar in den ongehuuwden ftand als een ver- l^kc°or~ eischte der geestlykheid vastgefteld is; het zy hier van dezen mede zoo het wil, men kan , onder de natuurlyke duwden omftandigheden, (zonder de edeler beweeggronden uit- Paat' tefluken) welke tot dezelve aanleiding konden geven, over het algemeen ftellen , de moeilykheid om de geestlyken een behoorlyk onderhoud .te verfchaffen, de onveiligheid waar in zy leefden , en de geftadige vervolgingen waar aan zy waren bloot gefteld; in zulke omftandigheden is doch het huuwlyk eene last, de dierlyke driften zyn minder hevig, en de voortteeling zelve fchynt eene wreedheid te zyn, als zy flechts dienen moet om de Lotgenooten van onzen rampfpoed të vermeenigvuldigen ; de vervolging maakt het zeer bezw-aarlyk zich ergens met een huisgezin ter neder te zetten, terwyl men dezelve zonder zoo eene hindernis veel gemaklyker ontgaan kan; het leevensonderhoud van ons zeiven gaat natuurlyker wyze Voor de voortplanting van ons geflacht, en men zal geen akker bezaajen ter plaatze, al waar men onzeker is of  's2.4 Genus kundige • Van hst of men in den Oogst deszelfs vrugten zal inzamelen, huuwd al waar men zelfs zynes kommerlyken leeven s- niet zeleeven keriS: Het is daar en boven, volgens den gewoon en Geestly- toedragt van zaaken, zeker, dat de verkondigers eener nieuwe leere van de vervolgingen , welke hunne bckecrelingcn, het zy wegens de denkwyze van het land, waar in deeze leer gepredikt word, het zy wegens den inhoud deezer leere zelve, of deszelfs betrekking tot de aangenome Staats- of Godsdienst gefteldheid, het zy eindelyk wegens hun gedrag zich op den hals laaden , dat zy van deeze vervolgingen het meest te lyden hebben; hunnen geftadigen arbeid aan de uitbreiding hunner parochiën verknogt, maakte hen de geruste verzorging eenes huisgezins onmogelyk, s- ii. b°-d"'T ^et 'ls van ^e a^er0Uc^^e tyden af, by de grootfte Vrouwen Volken des aardbodems een ingeworteld gevoelen ge%ddeLa- weest' dat de byflaap iets verontreinigends had, dat rer jion- de Vrouwen, geduurende hunne ftonden en kraamtyd, geheel onrein, ja zelf iets vergiftigends by zich hadden, dat men derhalven, om der Godheid eene zuivere offerhande op te draagcn, en met hoop op verhooring in den naam des Volks te kunnen bidden, zich van deeze verontreiniging zorgvuldig wagten moest.. Dit gevoelen aangaande de kwaadaartigheid van het bloed der ftonden , fchynt, volgens Haller, door Arabifche Geneeskundigen uit Afia in Europa overgebragt te zyn; het geen men Hier van zeggen kan,, is, dat in heete landen het uitgevaatte bloed welhaast tot eene fchadelyke verrotting overgaat, en dit kan aanleiding gegeven hebbes tot het oordeel, het welk  Staatsregeling*. 125 welk verfcheide Amerikaanfche Volken wegens deeze Ta»rb_ omftandighcid vellen, en tot die wetten, welke hier huuwq en daar deswegens zyn vast gefield O). Zooveel ££EERVEr* Niebuhr van de Arabieren heeft kunnen gewaar Gebst- wordcn, houden zy thans den byflaap met een Vrouw LVKÏNi * die de ftonden heeft niet voor gevaarlyk; zy vertrouwen echter, dat niemand aan dc wellust in zoo verre zoude zyn overgegeven , dat hy niet in zulke omftandigheden de onthouding kan in acht neemen (*). Een Europeaan in deeze gewesten woonende, verklaarde hier van geen nadeel ondervonden te hebben, ten bewyze dat ook in deeze landen geene kwaadaardigheid aan het maandftondeiyk bloed eigen is ( b ) De Zwarten van Isüny, zonderen hunne Vrouwen Verfcbei- • J . ■ u r j de VolksZOO lang zy de ftonden hebben, van zich at tot dat g,bruikenf. O) Het is echter niet de hitte der luchtftreek, welke de Samojeedfche Vrouwen het geheele jaar door voor haare mannen zoo verachtlyk maakt, geduurende den tyd haarer ftonden; zy moeten zich zeer dikwyls fchrylings over het vuur zetten, zich met haar van het rendier of beevergeil berooken, zy mogen de fpyze haarer mannen niet bereiden, en hen zelf niets met de hand aanbieden. P allas 3 D. (*) Een Maronitiesoh Onder-Patriarch van A'.eppo , de Akt Germano Conti, gaf aan den Geleerden Reiziger BiöRNSTaHL eene zeer uitvoerige , doch tevens aller affchuwelykfte befchryying der melaatsheid , zoo als dezelve door hem als ooggetuige was waargenomen, tevens als oorzaaken daar van opgevende , vooreerst, Gods toorn , ten tweeden de byflaap van een man met eene vrouw, terftond na haare kraam- of maandelykfche reiniging, waarom dezelve aldaar ook op ftraffe van gebannen te worden , voor den 2often dag na de kraam 3 •n de 7de na haare maandftonden verboden is. YUIiiUJ, (O Defcription de l'Afabie f>. 122.  xi6 Geneeskundige Vanhet zy geheel hier van bevryd zyn, elk dorp heeft op huuwd den atftaud 'van omtrent honderd fchreden eene hut, weven vvervvaards zich alle Vrouwen en Meisjens, geduugeest- rende dien tyd begeeven moeten, en al waar men haar al het nodige tot onderhoud bezorgd; by haar huuwlyk moeten zy allerplechtigst zweeren, dat zy de ge-* ringfte blyk deezer omftandigheid befpeurende , haare Mannen hier van zullen waaifchuwen, en dit moeten zy op leevensverbeurte naarkomen («): de Inwooneresfen van het Koningryk Angola in Africa, binden zoo lang deeze tyd duurd een band om haar hoofd en by de Hottentotten fpyzen de Mannen nooit met hunne Vrouwen uit vrees dat zy de ftonden mogten hebben, wanneer hun dit door eene oude overlevering op het fcherpst Verboden is (c); de Vrouwen zyn gewoon aldaar voor haare Mannen de fpyze te bereiden, dit echter houd op zoo dra zy de ftonden befpeuren, elk Man moet dan voor zyn huisgezin kookert, of deezen dienst van eene zyner Gebuurinnen verkrygen (d) ; even het zelfde heeft plaats ( a ) Voyages ttljjiny par te Pere Loyer. (O Dijftrt. fur la Religion des Africains p. Jy. CO P- 53- (rf) Hiflorie der Reizen 10D. onder de Kalmucken word eera vrouw drie weeken na haare verlosfing voor onrein gehouden „ en van haar man niet aangeraakt, zy mag geen fpyze toebereiden , of met anderen uit éénen fchotel eeten, tot dat zy zich, door het geheele lighaam met warm water af te wasfchen, gereinigd heeft. De gehuuwde vrouwen zyn ook geduurende haare ftonden onrein, by meisjens geeft men hie* op zoo veel geen acht, Pallas Samml. S^orifeb. NacbrH&ï Vbtr die Ifongtlifchen yolktr, S, 248,-  Staatsregeling*. 127 plaats in het Koningryk Benin op de Slaavenkust Ca): Van nat op Ceylon is elke Vrouwe gehouden de Mannen te huuwd waarfchuwen , dat zy haare ftonden heeft, op dat elk ^VEN hunner haare woonine vermyde (b}, zy verftouten geestlt* * K£n* zich ook niet op dien tyd haare tempelen of pagoden te bezoeken , ja zelf word den toegang daar toe aan ieder Man verboden, aan wiens huis zich een Vrouw in die omftandigheden bevind (c) : het is bekend dat de Joodfche Vrouwen, onrein wordende, haare Mannen moeten waarfchuwen, op dat zy zich van haar zouden onthouden, het ftaat hun niet vry, als dan iets van hunne Vrouwen aan te neemen, dezelven iets te geeven, zy eeten of drinken niet uit het zelfde vat of fchotel, zy plaatzen zich niet aan haare zyde (V/), Moses verbood den zulken, den huuwlykfchen omgang op ftrafte des doods () Supplement aux Differtations fiir la Religion des Banians p. 148. (<;) Knox Relation du Ceilan. Ook de Mohammedaanfche Vrouwe» mogen, de ftonden hebbende, de Klasfe der Panefiten 10, en die der Schafriten 15 dagen lang hunne gewoonlyke gebeden niet verrichten , dewyl men gelyk zy zeggen niet dan rein voor de Godheid verfchynen moet. Niebuhk.. (rf) Recherches fur la Religion des Juifs. (e) Levit. zo. vs. 18. tfï'fymil des aueJiiQtu propoféet # mf SjQC^ttède Savans p, ij.  I2S Geneeskundigs V\.nhet het voor de gezondheid der Joodfche Vrouwen dikhuuwd werf zoo nadelig baden, in koude plaatzen of badberVEN Elders, waar toe zy gehouden zyn, wanneer zy iets «eestly- van de ftonden gewaar worden (tf): Plinius KEN' geeft van de boosaartigheid van het bloed der ftonden eene zoo vreeslyke befchryving, dat men niet licht een vergif zal aantreffen, het welk zoo verfchriklyke uitwerkzels te weeg brengt, zoo deeze zyne verhaalen gegrond waren (£). S- IIL Onrein- Herwas niet alleen van der Vrouwen maandfton- beid wel- . ie men den, dat men van ouds her de zonderlingltc begnp"werk del Pen koefterde, aan welke de Geneeskundige voet gavoortsee- ven maar nicn breidde deeze verontreiniging me- Ung toe- fcbreef. de uit over het werk der voortplanting van ons geflacht , cn over de zaadvogten van beide de Kunnen: hier van (a~) Door eene veelvuldige Geneeskundige praftyk onder Üe Jooden heb ik opgemerkt, dat de Joodfche Vrouwen meer dan de onze aan ontydige maandftonden onderhevig zyn, en aich dus tot haar groot leedweezen, veelvuldig baden moeten (*), het onmatig gebruik der koffy, en zeer verhittende fpyzen kan behalven misfchien eene leedige en zittende leevenswyze tot dit verfchil aanleiding geven. Ct>) Lib. vii. c. 15. & xxviii. c. 7. (*) Zoude niet deeze badingen zelve by fommige var» haar oorzaak van deeze ongeregeldheid zyn kunnen? het veelvuldig aanwenden van al wat deeze deelen vernappen kan, moet voorzeker in deeze onze vogtiger en kouder Iuchtftreek eene geneigdheid tot overvloediger en fpoedig terug keerende floadeu vergorzaakea, Y t U A * 1.1 fr.  Staatsregeling. iap van moeten wy afleiden, dat de wasfehingen, na de Vanher liefdens omhelzingen, by zeer veele Volken in heete huuwd landen als Godsdienstplichten heilig wierden waarge- ^.LRV'£N nomen: Straco zegt dat de Asfyriers zich na Geötly* den byflaap voor even zoo verontreinigd hielden , als of zy een dood lighaam hadden aangeraakt, en moeiten zich dus zorgvuldig afwasfehen: even zulke Inzettingen hadden by de Jooden plaats, ,, een Man, „ als van hem het zaad des byliggens zal uitgegaan ,, zyn , die zal zyn ganfche vleesch met water baden, ,, en onrein zyn tot aan den avond («): " het is opmerkenswaardig, dat by de Jooden geen der menIchelyke uitwcrpzels voor onrein en befmettende gehouden worden , als de zodanige , welke, gelyk het bloed, zaad en flym, hunnen doorgang door de teeldeelen namen ,. daar het bloed, het welk door eenige andere weg door de neus, zelf door de aambeyen viociele, niemand verontreinigde (Z>); by de wilde Ameiïcaanen word volgens de nieuwfte berichten van f>) Levit. C. 15 vs. 16.. Dit gebod heeft in die heete 'uchtftreck een voortrcfiyk nut, cn toor.t even gelyk de meeften' der Mofaïfche inzettingen, welk een uitmuntend voordeel de oplettende zorg eenes Wetgeevcrs voor de gezondheid zyner « burgeren kan te wee-; brengen ; aldaar, waar de hitte der luchtftreek de menfchen zeer ligt tot al crlei ongeregeldheden kan aanzetten, daar is de verontreiniging, welke men op de ïaadloozing , die buiten den byflaap plaats heeft, vastfleld eene allerbeilzaamfte inftelljng : en daar , waar de grooter geneigdheid tot bederf in de vogten aan de teeldeelen door den byflaap meerder gelmken kan mededeelen , is het baden en wasfchen dier deelen eene atlernuttigfte gezondhcidsregel. (i) As ER WORMS Dijf. Med. de caufa Immudifici lejrrofi* emm Giejce j>. 14. xf.  rjó Gen bes kundige Vamhet James Adair, niemand tocgelaaten, by eenen nuuwD gewonden te komen, ten zy hy voor af verzekert leeven hebbe, dat hy zedert 24 uuren niets met zyn Vrouw gêest- heeft te doen gehad; zy onthouden zich drie nagten iyken. - van dcn byflaap? voor dat zy ten oorlog trekken, en even zoo veel wanneer zy daar van terug komen (c) , ja" zelf m veifcheide Christenlanden wierd ingevoerd, de jonge Echtgenooten naar het voorbeeld van Jacob, de eerfte dagen van hun huuwlyk alle vleeschlyke wellust te ontzeggen, en verfcheide Bisfchoppen deelden verlofbrieven uit, zonder de welke bet niet geoorloofd was in de eerfte twee of drie nagten by de Bruid té flaapén: Het Parlement van Parys gaf dus op verzoek van den Procureur-Generaal en der Magiftraat van Abbeville, aan den Bisfchop Van Amiens en de Geestlykheid van Abbeville een bevelfchrift, op dato 19. Maart 1409. van den volgenden inhoud: „ dat „ zy in het toekomende den jong getrouwden geenen „ last zouden opleggen, om de eerfte, tweede of der- „ de nagt by elkander niet te mogen fïapen, maar „ dat het afgekondigt moest worden, dat het ieder „ Bruidegom voortaan vry zoude ftaan, om den eer,, ften nagt met zyn Bruid door te brengen " (<0 Hifiny of *be American Indians. (a) Vid. Conr. Phil. HoffMANNï difeurfus bifioriea jurid. de die ae nette nuptiali; Regiomont Cf Lipf. 1731. 'er is een gefchrift, hetwelk men van den vierden Roomfchen Bisfchop Evarinns afkomftig oordeelt , over de noodzakelykheid der huuwlyks inzeegening , waarin hy zegt: Uxor orationibus at facerdote beneditatur, Cf paranympbit, ut confttetudo docet, cuftodiatur Cf confociatur Cf biduo Cf triduo orationibus vacant Cf cafiitateni tufiodiant, ut bonts foboles generentur Cf domino in aSibus fuis pla- ceant. Summa Caaomim per B arth, CarraNza. Het vierde Con-  Staatsregeling r/3 r S I V, VAVHSt HUUWO Ik zal my in het onderzoek, nopens de gevoelens "£ERVEN der voorige tyden, wegens deeze omftandigheden niet Ceestxyverder inlaaten; het zy genoeg te zeggen, dat federd KEN' de ontdekking van den omloop des bloeds en der Natuuroverige vogten ons den aart der maandftonden naauw- terklakeuriger heeft doen kennen, men ten vollen over- ^ b"T tuigd is, dat die gevaarlyke uitwerkingen, welke men dezelve toefchreef, in onze gematigde luchtftreek geen plaats vinden, wanneer zy, van wien dit bloed ontlast word, voor het overige gezonde vogten heeft} en het maandftondelyk bloed geen grooter kwaadaartigheid aanneemt, dan het zelve uitgeftort zynde, en zich op eene vogtige en warme plaats aan de lucht bloot gefield bevindende, altoos verkrygt, even gelyk het in de plooijen der baarmoederfcheede geronnen zynde, by veele Vrouwen eene rottende ftank aanneemt Hoe men de zaadvogten van gezonde menfchen en derzelver vermenging, volgens de regelen der matigbeid en betaamlykheid, onder de oorzaaken der verontreiniging kan brengen, is voor elk Natuurkundige een geheim: dit leevenfcheppend vogt is immers het Concilie van Carthagena anno 398. beval, qui, cum benediaionem aeeeperint, eadem node , pre reverentia ipfius benediaionis virginitale perntaneant Cap. 13. da) Hippocrates zegt reeds vin der vrouwen kraamzuivering Prodeunt dutem (locbia) velut fangtiis e viSima Sf Jl faha fit muiier tffana futura fit, eitoque concrefcunt & expurgantur*. de morb. muiier. Op eene andere plaats. Si vero fana nou fit fttgfier, neque fana futura, purgatiö tam parcior, turn fpecie deftrior pradit, neque cite concreftif. de net. putti* I 2  132 Geneis kundigs Vanhet het me.iterftuk der natuur, deszelfs gepaste en heil- ©nge- ' . huuwo zanr, ontlasting bevorderd onze gezondheid en ver- lelven genoegen, hoe kan'er in deeze bevordering iets ver- Geestly- nederends zyn (a). ken. j ^ j S. v. ^fe'- Het is intusfchen zonderling, dat zoo verfcheide meenbeSd ö van het Volken, aan zoo zeer verfchillende begrippen gehegt, ïuuwd echter alle hier in overeen kwamen, om aan hunne 6w";d" Godsdienffige Perfoonen den omgang met Vrouken in wen, of volftrekt, of ten minften zoo lang zy in den ^dsdiên- dienst der Godheid Waren , geheel te ontzeggen ; en J>'"- dat byna overal het gevoelen plaats had, dat men door het opofferen van deeze hartstogt een Gode behaaglyk werk verrichtte. Indien het geheime oogmerk des Wetgevers in heete landen, alwaar de ongeregeldheden , met opzigt tot ( a) Het is gemaklyk te betoogen , dat bet werk der voortteeling niets vernederends in zich heeft, zonder daarom den voorrang van het maagdelyk leeven , het welk door de Kerk als Gode behaaglyker gefield is , in twyffel te trekken : ik plaatfe hier deeze aanmerking om hunnentwille , die ten enrechte gelooven , dat ik , door het huuwlyks leeven aan te pryzen, den maagdelyken flaat pooge verachtlyk te maaken ; geen daad kan een vrywillig werkend fchepfel vernederen , waar toe hy van zynen wyzen Schepper eene inwendige neiging ontfangen heeft , en het antwoord het welk de Wysgeer Panetius aan eenen jongeling gaf, vinde ik zeer gegrond , gevraagd zynde , of hel wel tenen wyzen man betaamde verliefd te zyn, antwoordde hy , wat den wyzen mannen aangaat, laat ons hier van zwygen , maar gy en ik die geen wyzen zyn , laaten wy ons altoos wagttn voor een bartstogt dit ons tot fiaaven maakt, en by ons zeken vernederd.  Staatsregeling. 133 tot de Vrouwen onder het gemeen, veelvuldiger en Van «et ongebondener zyn, geweest ware door het denkbeeld huuwd van verontreiniging aan het werk der voortteeling te hechten, den al te hevigen minnedrift te beteugelen , geestlyzoo komt het my onbegryplyk voor , waarom aldaar K£N" de veelwyvcry byna overal ingevoerd is, en eenen bepaalden rang van menfchen, welke wegens hunnen ouderdom , edeler gemoedsgaven en gewyde ambtsbediening, voor maatiger en kuilcher moeiten gehouden worden, flechts hier van is uitgefloten. De oude Brachmannen by de Indianen mogtcn niet dan na eenen moeilyken proeftyd van zeven en dertig Jaaren in het huuwlyk treden, zoo dra dit paar hunnen ftam meteen Zoon befchonken had, kwamen de Leden deszelfs de Moeder bezoeken, om haar tot kuischheid te vermaanen In het Klooster van den grooten Dalai Lama^ word geen Vrouwsperfoon geduld, en de geheele ' geestlykhcid der Kalmuckfche Volken , moet nog heden ten dage de gelofte van kuischheid doen, en ftiptelyk navolgen De Torgoutten verlaaten Vrouw (a) Ceremonies & coulumes religieuzes des Peuples Idolatres T. II. Supplement aux dijfertations fur la Religion des Banians. Strabo Geogr. I. XV. (b~) Pallas Reizen L Deel. als een nieuw hyvoegzel by het Wetboek der Kalmukken , is een, onder bekragtiging van zes voornaame geestlyken afgevaardigt, bevelfchrifr., waarin gezegd .Word. „ Indien een gewyd Priefter zich door den byflaap „ met vrouwen verontreinigt, en deeze overtreding open„ baar word , zoo zal hy tot ftraffe aan den Churrul (de „ grootfte geestlyke vergadering, of het hoofdleeger van den „ (jverften Lama eens Ulus (Stam) een Kameel geeven. —■ „ Wanneer eenEiacon eenbyzit houd, zalhy aan den CburI 3 rut  * 34 Ge nee.s kundigs Vak het Vrouw1 en Kinderen, om zich in den geeftelykeri hucwd ftand te laaten inwyen, en meenen hier mede een rBREN Cïodebehaaglyk werk te verrichten, waar toe zy zich c-eest- door eenen proeftyd voorbereiden, eer hunnen kruin iywn. gefchooren, en zy in hunne orde worden ingewyd. De drie klasfen der Rolïins in het Arrakanfche doen gelofte van den ongehuuwden Staat, dezelve verbrekende , worden zy van hunne waardigheid beroofd, .en tot den rang van gemeene keken vernederd O), de Talapoinen in Pegu, zweeren by hunne inwijing, „ dat zy de waereld verzaaken, alle zinlyke geneug„ ten en omgang met Vrouwen en waereldfche men„ fchen zullen vlieden (£)," in Siam word den echt ■voor onrein gehouden, den ongehuuwden ftaat is aj daar een trap tot de volmaaktheid (c) : de Indiaanfche Priefters op Ceylon neemen dezelfde pligten in acht, zy mogen niet trouwen , geen Vrouw zelf aanraa.ken, ja het werken is hen verboden (^); de Chineczen doen eene Jongvrouw (Matzou), welke uit gods- 5, rul een Paard, en wegens het brandewyn drinken een Schaap geeven; als een Geestlyken Schoolleeraar deswe- „ gens word aangeklaagd, is de ftraf voor het eerstgeme'.de „ rnisdryf een Schaap , voor het tweede fle.gtsde waar.de van 5 Kopeks. <—i Zoo iemand deeze overtredingen niet wil nalaaten, men fcheide hem dan geheel af, hy zal in geen j, Kerkelyke Vergadering verfchynen , geen kerkdienst voor eenen zieken of geftorvenen verrichten , maar hy worde 3, van zyne geestlyke waardigheid verdoken , en onder dê ;; overige onderdaanen geplaatst. (a) Algemeene Seizen XI. D. (b) Cerem. & Coulumes, Rel. I. e. p. 38, (O La LoübkRe Defeript. du Roy. de Siam T- X- p. ifitt Ijfcf) Dapper. Gezandfciap naaf China.  Staatsregeling, 135 .godsvrugt eene gelofte van maagdom gedaan had, god- f Van hm lyke eer aan, en offchoon de voornaamfte Bonzen huw» zich eertyds in den Echt plagten te begeven, vind L^VEN .men echter in dit ryk verfcheide Kloofter-Geestlyken Gtssiiven Nonnen, welke zich van den omgang met het an- KBN" dere geflacht of voor eeuwig, of voor zoo lang als hunne gelofte duurt, welke het in hun magt ftaat te ,verbreken, zorgvuldig onthouden; de Monnikken van de Secte Lanzu, welke men m die landen met een Vrouwsperlbon aantreft, moeten zich aan eene zeer vernederende ftraf onderwerpen («), be lalou* Bere zegt: „ de Wysgeeren der Chineezen achten „ de vrouwelyke Sexe een voorwerp te zyn,.van „ het welk men een afkeer hebben moet, zoo dra „ men aan de oogmerken der natuur voldaan en kin„ deren van dezelve gewonnen heeft; zy veroorlo„ ven zich derhalven nooit zich in een tweede huuvv„ lykte begeven," die van de lkoïfche Secte, in Ja' pan , hebben wel de vryheid om zich in den Echt te begeeven, en hunne Kinderen in hunne Kloofters op .te voeden, weinige echter bedienen zich van deeze vryheid, Ja fbmmige yan hen gaan om des ongehuuwden leevens wille zich naar andere gewesten begeeven , al waar zy verpligt zyn lauschte leeven O). Het word by de bedevaarten der Japanners aan eiken Pelgrim op het ernftigst voorgehouden, zich zorgvuldig van den byflaap . te wagten, en hunne geestlyke opzienders verhaalen hen de jummerlykfte voorbeelden van menfchen, die op deeze hunne godvruchtige reizen (n) Purchüs Extnit des Poyages. O) Kaempiier Hifi. Japon. Lib. IV. *. 3» I 4  136 Geneeskundige Van het z»n deeze vermaaning hadden in den wind gcflaahuuwd gen ("O- De Priefteresfen van Bacchus, te Samos, leeven verlieten haar gewyd Eiland, wanneer zy met haaTe geestly- Mannen Ipreeken wilden, om het zelve niet te ontREN' heiligen (Z>), de Egyptifche Priefters moeiten zich van den wyn en het vrouwelyk geflacht zorgvuldig wagtcn (c). Julianus zegt van de Athenienfer Priefteren, dat zy byzonder kuisch leerden , en hun Hierophant of Opperpriefter zich geheel en al van alle wellust onthield (kheden was, gebruikten fommige hunner een uit de fcheerling (dolle kervel) toebereiden drank ter beteugeling hunner driften ( e) » andere fpcenden zich van vleeschfpyzen (ƒ), cn de gewyde maagden leiden voor haare inwijing de bladen van eenige kruiden onder zich in haar bedde om haare lusten te fmooren: „ Ik ben ten vollen over„ tuigd, zegt Demos the nes, dat zy, die zich „ met godsdienftige verrichtingen bezig houden, „ zich, niet flegts geduurende een zeker getal van daagen, maar hun leeven lang van alle onreine be- geertcn moeten onthouden (g-)- " De (a) Differt. fur la Relig. des Chinois & Japonnois. (b) StraBO Getgr. L- iv. Ce) Differt. fur le culte religieux par *«***. Cd) Orat. v. en HIER ON y mus L. i. adverfus Jovinianum. Ce) Phil. CaMERaRII aperts hor. fubcefiv. Cent.ï. c. i. de Campher is met veel vertrouwen een tyd lang met dit oogmerk by ons gebruikt. Cf) B r u N ig s Compend. Anliq. Gracar. Cs) I- Cap.'XÏ.p. 72.  Staatse.egei.in0. 137 De oudfte Romeinen bevalen in de wetten der Van hu twaalf tafelen aan hunne godsdienftige Perfoonen: huuwd leeven ber Divos. Cafte. Adeunto. Geistly- ken. en voor dat zy den Goden offerden, wiefchen zy het hoofd, het lighaam, de handen en voeten; met welke Uitwendige reinigingen Arnobius den fpot dreef ( a ), alhoewel derzelver geestlyke meening door Cicero duidlyk genoeg verklaard was ( £ ). De Echtfcheiding uit hoofde der inwijing in den Priefterfland , konde na willekeur gcfchieden ; men kwam door onderlinge overeenkomst by eene vriende1 yke fchikking hier toe, volgens welke eene party altoos ongehuuwd bleef, terwyl de andere naar welgevallen een ander huuwlyk aanging (c); en alhoewel een groot gedeelte der Romeinfche Priefleren gehuuwd was, het was hen echter niet geoorloofd, wanneer zy onlangs der liefde geofferd hadden, het altaar der Goden te betreden. Vos quoque abejfe proeul jubeo , discedite ab arts, Qjieis tulit hefterna gaudea nocte Venus Qd). Dee- (a"' Lib- VI. en Lactanttüs L. V. C. zo. (2>) Cr.Jle jubet lex adire ad deos; animo videlieet in que punt omnia ; nee tollit cajiimoniam earporis , fed boe oportet intelligi, cum multum animus corpori preeflet, obferveturque ut caflo eorpore adbibeantur multo ejfe in animis id fervandum magis. Nam incefium vel adfperfione aquae vel dierum numero tolli i animi labes nee diuturnitate vanefcere , nee manibus ullis elui potefi: de Leg* gibus Lib. II. (O Tertullian vs Lib. 6. de monogamia, (O TisuiLUS Lib, n. Eleg- x. 15  138 Geneeskundig b' Van het Deeze irlflalling had ook onder de Leviten plaats, huuwd welke volgens de godiyke wetten zich geduurentEEvtN de hunne dienstbeurte, even gelyk nog onder de g-xstly- Mohammedaanen gebruiklyk is, van den vleeschlyK£N' ken omgang met hunne Vrouwen op het zorgvuldigst moeften onthouden; even zoo moest zich gansch Israël d or een driedaagsch vasten en flipte onthouding van alle wellust, naar het bevel van Moses .ten plegtigen gebeede tot den Heere bereiden O): de Secte der Esfeen onder de Jooden onthield zich meeftendeels van het genot der liefde; Zy fchroomüen voor de grilligheden en ontrouw der ■Vrouwen, en voedden vreemde kinderen op, om dezelve in hunne grondbeginzels te onderwyzen; hunne leerlingen moeften, eer zy aangenomen wierden, drie Jaaren lang beproefd worden, een ter beproeving hunner onthouiing, de twee andere met opzigt op hunne zeden, Fleury tekend aan, dat het aantal dee- ( O Zelf den Christenen wierd in het Eliberifche Provinciaal Concilie, omtrent den Jaare 35°- dit bevel gegeven omns homo ante faeram communionem a proprio uxore abftinere debet tres aut quatuor out feptem dies, nee inter Catholieos connumeratitur, qui in ijlis tempor'bus paf ba, pentecnfie , natali Domini , 'non cammunicaverit. In een befluit van Paus Liberius, die omtrent de helft der vierde Chrïstelyke eeuw leef le, verbood ty zelf geduurende de 40 daagfche vasten allen vleeschlyken omgang quia pene nihil valet jejunium, quod coitjugali of ere polluitur: reeds de .fëgyptenaaren hadden hunne kleine tiendaagfche vasten , welks voornaamfte moeilykheid in de onthouding van den byflaap beftond, het fchynt zegt de Paauw, dat hy , die den Catechismus der Mufelmannen heeft opgefleld, geduurende den Ramazan eene volflrekte onthouding van alle vleeschlyke wellust eischte Recherches Pbil. fur les Egypt. &les Cbin. T. i. p.'.US.  Staatsregeling. jgp deezer goede luiden nooit meer dan 4000 bedraagen Yanh*» beeft, en dat zy doorgaans de bygelovigften (enge- huuwb' volglyk ook de domtte) onder de Jooden waren (a). §. VI. Wanneer wy uit het hier voor aangehaalde de denk- ytrmnr. wyze van veifcheide Volken, met opzicht tot het ^»Sbtt werk der voortteeling in acht neemen, wórden wy aanzUn overtuigd, dat byna overal, en ten allen tyde de *8«JdkT gaave der onthouding als eene in den Priefterftand ei- ^aa,s' genaartige en noodzaaklyke deugd is aangemerkt; men zal tevens toeftaan, dat dit gevoelen reeds zeer vroeg in de eerfte eeuwen zelf des Christendoms meer en meer is uitgebreid, en eindelyk op de algemeene begrippen zoo veel veld won, dat de huu-tflykswetten van Augustus met het zelve eene aanftotelykc tegenoverftelling begonden te maaken; eene tegenftrydigheid, welke de eerfte Christen Keizer meende uit den weg te moeten ruimen , door aan elk een vryheid te geeven om in den echt te treeden, of zonder tot den Priefterftand te behooren, met opoffering zyner natuurlyke driften Zich den roem te verwerven, van allen omgang met de vrouwelyke Kunne afgeftaan te hebben (i>). Het O) Eif.oire Bcclefiaftiane T. I. Liv. I. p. 8. o. (*) Tatius, welke ten tyde van den H. Jatinas leefde Verhief de onthcuding dermaate, dat hy het hunwlyk niets beter dan een ergernis en verfoeilykheid aanzag; het was den ^nkratiien, of de Voorftandcrs der onthouding zeer aanttootlyk dat Christus naar den vleefche van David zoude afïtam•Tienj zy fehrapten dus het £eheele geilachtregister ©nzes Zalig-  140 Geneeskundige . Vanhet Het was veel getnaklyker dit gevoelen nopens den huuwd ongehuuwden ftaat-in de gcmeentens der Christenen ™™ meer en meer te verfpreiden, dan het zelve daadlyk Geestly- in gebruik te brengen ; men kon onder de ongehuuwden niet altoos tot Opzieners der gemeenten zulke Mannen vinden, als tot dien post vereischt wierden , en zy onder hen die of daadlyk gehuuwd waren, of getrouwd geweest waren, vonden in dit gebod zwarigheden, welke hen onoverwinlyk voorkwamen. In de zoogenaamde Apostolifche Inzettingen, die tot de eerfte Christen Eeuwen behooren, wierd bevolen: „ dat geen Bisfchop of gemeen Priefter, by het aan,, vaarden zyner bediening zyn Vrouw verftooten „ zoude; dit ondernemende, zoude hy van zyne ge„ meente afgezonderd , en halftarrig blyvende , ein,; delyk geheel en al van zyne waardigheid ontzet ,, worden (aj. " Indien nu deeze wet, gelyk het onze geleerden toefchynt, in de by woning der Vrouwen niet anders bedoelde , dan eene verbintenis om voor haar onderhoud te zorgen, zonder by dezelve meerder kinderen te teelen , zoo zoude dit gebod de bezvvaarlykheid van het voorige merkelyk vergrooten, en het wss voorzeker te vreezen, dat het in lommige ogenblikken , waar van wy hier voor gewaagden, ten uiterfte moeilyk zoude zyn, om van beide zyden zich binnen iïgmakers rjit het Euangelium, en Cassius predikte volgens een der onechte Enangelien den TEgyptenaaren een gezegde van Christus, waar in men hem eene vervloeking va* den echten ftaat in den mond leidde Fleury l. t. lib. 4. p. S027 ( a ) Canon. 6.  Staatsregeling, 141' nen de juifte grenspaalen eener broederlyke en zus- Vanher terlyke liefde te houden huuwb - • ,• leeven ser. $. VII. geestlt- ke,v. Uit deeze oorzaak fchynt het afgeleid te moeten Verkeer- worden, waarom in die tyden het onder de Christe- jJ^JJ** nen, even als onder de Priefters van Cybele te Ro- demping • zyner me (b), zeer gcbruiklyk wierd zich zelf te ontman- driften. nen, (a) Sommige , welke de inflelling van den ongehuuwden Haat der Geestlyken van deeze tyden vast flellên , verftaan dezen Canon in dezer voegen , dat het niet te min om alle gevaar te vermyden, den Priefteren ongeöoiiooft was met hunne Vrouwen famen te woonen , fchoon dit echter van die tyden nog niet duidiyk blykt; echter is daarna door duidlyke Canones beflist geworden, dat in dit geval na de inwying de man zich van zyne vrouw zoude afzonderen, en met haar niet in één huis mogen Cimenwoonen; de tweede Synodus Turoniea omtrend het jaar 570 beval, dat de mindere Geestlyken altoos en overal hunnen Bisfchop moeften verzeilen , en omringen tam in eella , quam ubicumque fuerit fecum habitent. Zoo dat zy nevens zyn bedde of ten minfte in zyn ilaapkamer eene legerfteede moeften hebben, om door hun geftadig toezigt den volke alle vermoeden van gemeenfchap met zyne geweezene huisvrouw te benemen, ■ heden ten dage, Wanneer eene vrouw noch jong zynde in de inhuldiging van haaren man bewilligt, moet zy zich terflond een Kloofter tot haar aanflaand verblyf uitkiezen , en in het zelve haare. dagen eindigen. (£) Zy dronken van den Gallus, en fcheenen daar door in eene razerny te vervallen , waarin zy hun lighaam krabden en hunne teeldeelen affheeden , de Geneesheer Arctaüs, drukt zich hier over in deezer voegen uit.- ,, Zy fnyden zich de teeldeelen af, en gelooven hier mede „ hunne aangeroepen Godheden eene by uitneemenheid aan„ genamen dienst te doen; hunne verhitte, inbeelding ver- „ voerd  345 Geneeskundige VxNHrr nen, Zoo zelf dat de kerkelyke Overheid zich genoodJtouwd zaakt zag, al haar gezag hier tegen in het werk te weven ftellen; hier van gaaven de Israëlieten reeds een voorczest- beeld: „ al wat door pletteringe verwond of uitget7£ENi ^ fneeden was aan de manlykhcid, mogt in de ver,, gaderifig des Heeren niet komen: " Deuteron. 23. de Romeinen maakten zich meede hier aan fchuldig O), in zoo verre, dat M. Sekgius aan den vergaderden Raad voorftelde, de gefnedenen van de Godsdienstoefening te weeren en om deese zelfde oorzaak wierd ook eindlykaan Me tellus de Priefterlyke Waardigheid ontzegd (c), in de hier voor aangehaalde Inzettingen vind men: Middelen j» die zich zelf de manlykheid heeft afgefneden, zal 'zïraze*- " a's een zetfmoorder en vyand der godlyke fchep«y door de „ ping der geestlyken ftand onwaardig gehouden worfe't^Jert » den, en reeds een lid der Geestiykheid zynde 4 zal gefield. s> zodanig een als een zelfmoorder van zyne waar„ digheid beroofd worden CV). " En in de daad, wanneer de ontmanning als een middel, ter verkryging der hemelfche zaligheid moest befchouwd worden, even gelyk de Valefianifche Secte, dezelve in de eerfte Christentyd aan alle haare aan- t, voerd hen tot dolheid: Zy worden door eene betoveren„ de mazyk en bedwelmende wyn als beeeeten, de'aanmoe„ dïgende aanfpraak der aanfchonwers flookt deeze gewyde s) raterny aan, welke men dan aan eene Godlyke inblaazing„■ toefchryft Mercurialis Lib. 2. Variet. cap. ij. (a~) Coelius Rnodioiïjius Lib. VIL C. 2. (6) Ai. ab Alexandro Lib. 6, dier, gemat. 1.14. ( c) De Sacrificiis gentil. p. 68. (<0 Canon. z2. 23,  Staatsregeli n g. $ Medeleden als eene ter zaligheid noodwendig? zaak Vanht* aanbeval (», zoo had voorzeker het manlyk geflacht, uvvv/o wegens de gelukkige gelegendheid , welke zich tot "ERVm deeze handgreep ter zaligmaaking by het zelve voor- Ce' stdoed, boven dat der Vrouwen eenen merkelyken voorrang.. Nog in het begin der vierde eeuw verklaarde zich het Concilie vaft Nicaea deswegens oivftandiger: wanneer iemand, uit hoofde van ziekte door de' „ hand des Geneesmeefters of door vyandiyk geweld „ van zyne teeldeelen beroofd is , men zal hem van „ zynen geestlyken ftand niet ontzetten; doch zoo „ hy zich zelf deeze deelen heeft afgefneden, zal hy ,-, zyne waardigheid verliezen, zoodaanig een kan „ nimmer in den geestlyken ftand worden aangeno„ men (£)," dit zelfde verbod heeft ook plaats nopens hen, die zonder de operatie te volbrengen, dezelve hebben getragt in het werk te ftellen. In het tweede Arelatifche Concilie leest men: „ wanneer iemand, zyne vleeschlyke lusten niet kun„■ nende beftryden, zyne teeldeelen affnyd, hy zal in den geestlyken ftand niet gedoogd worden (c)." Dat echter meenig Abt meende zyne Monniken zonder verminking niet in den band te kunnen houden, blykt uit een bevel van Karei de Groote, waar by hy gebood, dat het geenen Abt zoude vry ftaan zyne Monnikken te verblinden of verminken VIII. O) BaRonitjs ann. 249. T. ii; (£ ) Canon. i. (O Cap. 7. (rf) Capit. J. 794. /. xvi. p. 59*  r44 Geneeskundige rVANHET §. VIII. onge- «uüwD Reeds met het begin der vierde Eeuw, hep den ge^VËN huuwden ftand op nieuw gevaar, om meer dan ooit Geestly- zvrj aaMziéh onder de Christenen te verhezen; de leerlingen van Eustachius begonnen opcntlyk ttogvan" te beweeren: „ dat geen gehuuwde zich met eenige iet huuvj- 3j hoop 0p God moest vleyen. " Het gevolg hier van was, dat de Vrouwen, die hier geloof aan gaven, haare Mannen verlieten, tcrwyl deeze zich van den huuwlyksband ontfiagen achtende, het verlies hunner Vrouwen onder een geltadig beroemen op hunne onthouding, met het genot van die hunner evennaaften boetten. „ Zy leerden tevens, zegt de Gangrenfifche Kerkvergadering, „ dat men eenen gehuuwden Priefter verachten, en van zyne Bondzegelen geen gebruik „ maaken moest: " ten gelukke des menschdoms fielden de Vaderen van het gemelde Concilie zich met allen magt tegen deezen verderflyken ftroom, door de volgende regelen: ,, Wanneer iemand den echten ftaat, en een ge„ trouw by haaren Man liggende godvrezende Vrouw, , „ veracht, en voor misdadig houd, als maakte zy „ zich hier door het hemelryk onwaardig, die zy „ vervloekt: die Held dat men de offerhande van „ eenen gehuuwden Priefter niet gebruiken moet, die ,, zal verworpen zyn. „ Indien iemand van die, welke om des Heeren wil hunne zuiverheid bewaaren, zich trotschlyk ,, tegen den gehuuwden gedraagt!, hy zal vervloekt „ zyn O). " §. IX. (a) Cap. I. 0 IV. Het is zeer zonderling, dat ook de Kaltnucken een getghieeyen, wee j;egen deeze dwaasheid aantoo- »en s  S'TAATSRIGUINS; I4S c tv VaNHB? 5* 1 ONGEHUUWDLEEVEN Hoe aangenaam ook de voorgemelde ftclhngen der der menfchenliefde waren, zoo vond echter de eerfte Bra- ^mY* karil'che Kerkvergadering A°. 563. op nieuw dringen- Kjeuule de redenen om al haar gezag ter weering van hieu- dwaalt wer cn dwaazer begrippen in het werk te ftellen, de pw/"/- Prifcillianen en Manicheen leerden: „ dat het huuw- li£™t' lyk en de voortteeling der kinderen in 's Moeders tbeen en „ lighaam een werk des duivels was: " en deeze Cathaient dwaasheid kwam in de dertiende Eeuw met de zoogenaamde Catharen weder boven; zy geloofden, dat de echt een ten uïterften zondige Haat was, en de mensch wegens dezelve niet minder, dan wegens diefftal, echtbreuk, ja zelf bloedfchande, ftraffe verdiende ( a ). S- X. Men ziet dus, dat van de eerfte Christentydcn af, tke seef tot nu toe, onder de inwooners van fommige gewes- meP den ' 0 gebuuw- ten, altoos een zeker overgeërfd gevoelen, ten nadeele den ftaat van het huuwlyk heeft ftand gegrepen; dat fommige feeftKer* Secten op verfcheidenerlei wyzen getracht hebben, een WCTPe'ik , , _ te mat»* foort van oneer te hegten aan eene daad, welke noch ken. door het geheim, het welk de betaamlykheid over .. ' de- nen , dewelke zegt, „ wanneer iemand zoo eenen , welke den „ Geestlyken Stand verlaaten en zich in het huuwlyk begeeven heefc, befpot, die zal tot ftraffe een Paard geevenj is „ het tot daadlykheeden gekoomen , zoo zy deeze boete ver„ dubbeld. Palus I. Veel. (a) Summa Frat. U.ENERII de Qatharis & LeoniftSs feu pan* ptribut Dn. Lugduno, K  Ï46 -Geneeskundige ▼anhet dezelve voor het oog van vreemden verfpreid, noch muuwd door haare natuur zelve, noch door den invloed die "EeRVEN zy op ons aanvveezen heeft, zodanig eene verachting Geestlï- verdiend («). Het is waar, de verdere uitbreiding SXN' deezer dvvaalingen is op verfcheide tyden door de uitfpraaken der gemelde Conciliën grootiyks geftremd, en zonder dezelve zouden fommige Eeuwen zich nog meer door dwaaze en verderflyke begrippen hebben doen onderfcheiden, begrippen, welke hen in de oogen hunner Nakomelingen ten affchrik zouden gefield hebben, daar dezelve daadlyk ten doel hadden j in de voortplanting van ons geflacht iets verneerderends, iets duivelsch te vinden, en den onmaatigen lof der onthouding ten koste der voortteelende fchepping op te zingen (£). J. XI. (a) Noch in den jaare 1744. verftoutte zich een aanzienlyk Regtsgelecrde te fchryven , quamvis ergo badie ctiam proprice eonjugis admijjio Jine impuritatc effe non pojjit, cum & Regius Propheta ex legitimo matrimonio conceptus fit & mater in delidisipfum peptrit Pf. 51. quia tarnen ipfum conjugium in fe peecatum non eft, ac eonjugis lieitus ufus ad procreationem fobolis (licet ia bae peccaminofa carne culpa non carens ibid. in fin.) ad evitandd majora mala bomini conreffus eft i Corintb.7. vs. 12.; ldeo con~ tubitas juxta dei ordonationem ad procreationem fobolis infiitutis judicio bumani improbati non pot eft , Hens. Bodinus Dijf. Jurid. de anticipato concubitu in Acad. Fredericiana babita Tbef. e P- ï. (6) „ Sommes nous pas bien brutes de 'nommer brutale j, l'operation qui neus fa'ft? — nous avons a 1'adventure rai-„ fon , de nous bias rier, de faire une ft fotte produftion que ,, 1'hom ne : d'appeiler 1'aftion honteufe Sc honteufes les par„ ties qui y fervent Michel de Montagne ejfais /rv. 3, » P. 795. *  StAATSREGSLI N.Gï ^_ J47 §. X I. Vanh^ onge- ' hül'WD Daar men tegen deeze dwalingen zich aan alle Izy- leeven den op het ernftigst verzette , daar men dezelve met Gesstly, befluiten der Kerkvergaderingen te keer ging, nam KEN" echter , in ipyt van alle die voorgenoemde zwarighe- Nader den, den ongehuuwden ftaat onder de gcestlykheid hand over hand toe, en daar de voorbeelden der Apos f" . i" " i ■-' bimwden telen tot deeze leevenswyze ten fterkfte aanleiding /iaat. fchecnen te geeven , komt het my waaifchynlyk voor, dat de ongehuuwde ftaat in den aanvang niet dan als een gebruik en welftaandshalven by de geestlyken is ingevoerd, naderhand echter als. een in verfcheide Vergaderingen door de Kerkvaders bevestigde inftelling is in acht genomen Meer is niet 110* dig aangaande deeze zaak ter neder te Hellen, daar doch dezelve, als door het Concilie van Trentcn yastgefteld , niet meer een onderwerp van geneeskundige raadgevingen zyn kan, zal ik dien aangaande flechts eenige weinige , hoe wel bclangrykc zaaken te berde brengen (b). §. XII. Het is veel maaien, en door herhaalde waarnemin- gen v<""' veele (a) Eman. GoNZALEZ Comment. perpet. in decretal.t.%. p.33. (J>) Een Arts kam van wegens, de gezondheid eener Maagd haar den ongehuuwden Staat afraaden, niét dat zy op eene ongeoorloofde wyze haar lighaam oneerlyk misbruike , maar dat zy voor zich den echten .ftaat verkieze , vide Tiraq... de leg. Cannuh. gl. 1. «. 73. Ro der. D e Castro tratt- .de Nat. muiier. C 3. lib. I. Mühlfort Vijf. 'Jurid. circa ?M>è'strn & curam eegntorum Argent. 1671. e- 8. $; VI. f. 4|- K a  148 Geneeskundige onge HM> ^en ^er ëroot^e Geneeskundigen bevestigd, dat de hüuwd gaave der onthouding een zeldzaam gefchenk der natuur is, het welk nog daar en boven eene alleropletkenSTLY" tenc^e opmerking op zich zeiven, en alle de uitwendige veel maaien geheel onvermydclyke omftandigheTnfelTte dcn vordert, dat het allerbezwaarlykst is, de affcheiv*™g ding van het zaadvogt van tyd tot tyd geheel en al gaane ge- te doen opdroegen, zonder wegens deszelfs voort'mubbTd duuring en ophooping de allerzorglykfle gevolgen te gelegen is. duchten; het is dus onbegryplyk, hoe een in de kennis van zich zelf en zyner driften nog geheel onervaren Jongeling uit vroomen yver, door overreding zyner vrienden of begeerte naar eenen ftaat, waarin hy de algemeene hoogachting met eene zeer gemaklyke kostwinning gepaard ziet, of andere oorzaaken, zich op zyn 18 of 20 Jaar Qa ) eenen ftand verkiest, ter welker behoorlyke in acht neming zoo veel vereischt word, (4) In de oudfte tyden vierden niet flechts zevenjaarige en volgens het Trufagnifche Concilie tienjaarige , maar zelf Zuiglingen, kinderen in de wieg; door hunne ouders aan het Klooster leeven gewyd, ook tevens van dit hun gefchenk lchriftelyke verzekering geevende , die niet alleen uit naam ran hunne onmondigen aan het Klooster, en gelyk zy meenden Gode alles beloofde wat zy konden, maar ook tevens alle moogelyke voorzorgen in het werk fielden, om allen moogelykheid van tot ryper jaaren gekomen zynde, zich wederom ïn de waereld te begeeven hunne kinderen te beneemen; da heilige Bernard verklaarde zich opentlyk hier tegen, en ontzag zich niet deeze wyïng van kinderen een menfchen offer te noemen : op het einde der twaalfde eeuw verbood Clejnens de Derde allen Christenen over hunne kinderen in eensn zoo tederen ouderdom dergelyke beflellingen te maaken, 2« viel ijl z* viel, oder Capitulation des Karigs van Ffanhreieb m\t Seinen erdtns geijilishen S. 194.  Staatsregeling. i^p word: hoe is het mogelyk, dat zodanig een mensch Vanmw zich zoo vroegtydig beroofd van die vermogens, wel- „uowd kers rechten en vermogenden invloed op zyn lighaamsgeftel en temperament hem nog even weinig bekend Geestlyzyn, als de aanftaande omwikkeling zyner in ryper KeN' Jaaren dikwerf zoo zeer verfchillende denkwyze, en andere mogelyke omftandigheden , die in ons zedelyk Charadler zoo groot eene verandering kunnen te weeg brengen ( a ) ? Door eene bedriegende opvoeding, door opgefierde voorbeelden en listige kunftenaryeu misleid, dikwerf door eene mislukte liefde tot verdriet in het leeven aangenoopt, neemt het onervaame Meisje den noodlottigen fluyer aan, om dezelve binnen weinige Jaaren daaglyks met de traanen der wanhoop te bevogtigen; wanneer eenmaal de tyd en verwisfeling van omftandigheden by haar op nieuw driften ontwikkelen, ter welker beftryding het niet genoeg is het tedere lighaam door de geesfelflagen der tugtiging te verfcheuren , en het door lyden nog gevoeliger gemaakte lighaam door vasten te doen bezwyken (Z>). Voor- fa) „ Hoe weinig kan men van eene boven alle menfche„ lyke beweegredenen verheven gemoedsgefteldheii verze„ kerd zyn , wanneer men in de Kloosters onervaaren jon„ gelingen aanneemt, welker weiffelende begrippen alle over55 legging verhinderen, welker al te zeer verhitte verbeel„ dingskracht het gezond oordeel onderdrukt, hun is (zelf „ na hunnen volbragten proeftyd) die gevaarlyke en aanl»k,, kelyke infpraak der hartstogten nog onbekend; zy kennen „ noch hunne inwendige vyanden, noch de hun van God verbeende kragten om dezelve te beftryden." General-Mandat Sr. Churfurft Gnaden zu Mainz die Klofier der Cburfurfi. Lande betreffend vom 30. Julii 1771- 4 abfchn: C*) Ia deyptioa s'empare aifément d'un jeune cóeur, quï K 3 na  i£Q Geneeskundige" .y^NHit Voorzeker billykt de kerk niet de flinkfehe wegen, uüuwd welke men hier en daar buiten haar wceten , maar hc« derVEN ■iaas' door de ondervinding al te zeker inflaat, cm Geest- van de zwakke en licbtgelovende Teugd het onbezonnen jawoord af te troggelen, een woord, tegen het Welk in ryper Jaaren hunne ganfche natuur in oproer komt. —— Men vergeeft der Jeugd eene menigte misflagen , uit gebrek van ondervinding en overleg, in een tydftip hunnes leevens begaan, het welk met het bedaarde eenes Hallen ouderdoms vergeleken , eene aanhoudende dronkenfchap kan genaamt worden; en in deezen zeifden ouderdom op zyn twee of drie en twintigst Jaar, ja zelf by de zwakkere Kunne noch veel vroeger, legt dezelve, na geduurende een of twee proefjaaren een zeer onzeker onderzoek, nopens de kragten hunner Zedekunde tegen hunne lighaamlyke verleidingen gedaan te hebben, eene gelofte af, welke Zoo groot eene ervarenis en 'fterkte van geest vordert , en zoude deeze onbedagte dan minder dan de eerstgemelde het medelyden der kcrkelyke en waerehilyke beftuürders, welke het vermogen bezitten om hun te verlosfen, zouden deeze het medelyden deezer Menfchenvrienden minder waardig zyn? §. XIII. fc'a point encore d'autre amour; toutes les perfonnes nubiles „■ én qui les vifions le font manifeftées , bnt pretendu ne con-" hoitre point d'homme, les extafes , les appartions les fraycurs & les raviffemens: toutes les fortes de convulfions appartienïient a la fenfibilité du genre nerveux. Clomme c'eft furtout apres la puberté , que les fpasmes & les vapeurs fe manifetlentj'Ie celibat eft tres propre a les en'tretenir dans le fexe le plus fufceptible de ces fymptomes, Hijloife Philof. # Pelit- t, i. p. tl 6. 127. '  5taatsregei.i n g. 157 «. XIII. Van ma i# ongehuuwd In verfcheide Roomsch Catholyke landen heeft de Waereldlvke macht reeds 'gepoogd d.n blinden yyer Geestder Jeugd binnen de behöorlyke grenzen te bepaalen, door eenen meer gevorderden leefiyd tot het doeu J^*"£ der klooi tergeloften te befbmmen; in de Oostenryk- beid der fche Erflanden word dezelve voor Mansperfoonen op ^l'*1* het 24, voor Vrouwen op het 20, in Frankryk voor de eerstgemelde op het 11, voor de laatstgenoemde gingen. op het 28 Jaar hunnes ouderdoms bepaald; voor welken tyd geene geestlyke gelofte voor wettelyk aangenomen mogt worden Evenwel, zoo lang men op de uitvoering deezer beveelen geen allerzorgvuldigst toezigt heeft, zoo lang de Geestlyke Overheid hier toe niet meede weikc, word, (a') LodewykXVl. heeft dit bevel van zy nen Grootvader on.langs door opene brieven bevestigd. De Senaat van Venetië heeft op den 7. Septemb. 1768. den vereischten ouderdom ter aflegging der ordensgeloften , by een plegtig befluit bepaald , waar by gezegd word „ dat het ten nutte van den „ Godsdienst en des Staats zeer dienftig is , dat geen te jonge „ perfoonen in de Geestlyke ordens worden aangenomen j ,, en zich das der pligten des famenleevens onttrekken; de Senaat beveeld derhalvcn , dat niemand voor hy ten Volle 5, 21 Jaaren bereikt heeft zich in de ordenskleeding kleeden, en niet voor de 25 Jaaren gelofte doen mag, op dat dus „ het befluit ryp en ftandvastig zy; voor deezen ouderdom ,, mag niemand onder wat voorwendfel het zy in een Kloos„ ter woonen, ten zy ïn de zulken welke al? opvoedings- fchoolen zyn ingericht. — Van deeze wet mag geen ont- flag gegeeven worden, dan met een algemeen befluit var» „ bet Collegium , en door vyf zesde gedeeltens der flerfixnen „ in den Senaat,, K 4  152. Geneeskundige Vanhet word, wel is waar, de opentlyke en plegtige afleghtow-d g'ng der klooftergeloften tot op de vereischte Jaaren t.erven Bftgéfteld, maar echter zyn die geloften, welke te Geest- voren in het geheim gedaan en aangenomen zyn, vesm. voor ^ verblinden yveraaar, die na zyne ordening reikhalst, niet minder verbindende, en de uitvoering van dit door den tegenfland meer en meer bevestigd voorneemen is niet minder zeker («). i xiv. randen Ik wil my niet vermeeten te beflisfen, dat de getwLtig" woonlyken ouderdom van 24 Jaaren, welke men verjaarigen eischt om der kerke gewyd te worden, niet voldoen- Wtderdam. ...... j i i de is (&), om een gegrond oordeel, wegens onze kragten der ziele in tegenltelling onzer dierlyke driften, te kunnen vellen, alleenlyk bceve ik, wanneer ik als Arts den volbloedigen en tevens zeer gevoc-li- gen Ook hier tegen is in het Keurvorlcendom van Mentz vaderlyk gezorgd, „ wy gebieden dat niemand voor de 2t „ Jaaren zal toegelaaten worden in een Klooster te woonen , „ en niet voor de 25. zyne geloften mogen doen , tevens de „ gezameutlyke Overheeden herinnerende, om zich te wag„ ten van ingevalle van overtreeding deezes bevels, ons „ hoogst ongenoegen te ondervinden, en zich niet bloot te Hellen aan die verantwoording, welke te vroeg afgelegde „ Kloostergeloften hun op den hals zouden laaden General Mandat. (6) De Kerk heeft vastgefteld dat niemand voor zyn 25, Jaar de Priefterlyke inzeegening mag ontfangen; men is echter dikmaals gewoon, dit gebod in diervoegen uit te leggen , dat men terftond na het voleindigen van het 24. jaar de gelofte den nieuwelingen aanneemt.  Staatsregeling. 153 gen Jongeling befchouwe; ik vreeze, dat zyne goede Van het zoo wel als zyne minder braave befluiten hunnen oor- huuwd fprong mecllendeels aan zyne driftig temperament te leeven danken hebben; en in deezen ouderdom geloove ik, geest- dat zodanig een geftel zelden die bedaarde onverfchil- LYK£N' ligkeid bezit, welke vereischt word .ter beflisfing eener vraage, van de welke het aanftaand noodlot zyns geheelen leevens onwederroeplyk afhangt. §. XV. Daar nu uit deezen hoofde in zodanige gefteilen , Of elk die veelligt het grootfte gedeelte der jonge lieden van e™n tQ*m beide de Kunnen eigen zyn in weerwil der te- vrotgtydigenwcrpmgen cn bezwaaren, welke men hun, die ging der zich tot den dienst der kerke aanbieden, gewoonlyk doet, zeer licht een overyiing plaats kan hebben, mBe* tQ'een gebrek, het welk doch doorgaans het gevolg is worden!' eener geringe kennis van zich zelf en van die omftandigheden , welke door ryper Jaaren eene omwenteling in het menfchelyk hart en denkwyze kunnen te weeg brengen; wanneer nu dit gebrek hen een ftand heeft, doen kiezen, welker eerfte en voornaamfte ordensregel niet zelden eenen altoosduurenden ftryd doed duchten, waar in of hunne gezondheid of hunne gedaane gelofte gevaar loopt te bezwyken , dit alles wel OVerWO- fJ 3]) Elk verftandïg Roomschgezinde zal toellaan , dat de Geestlyke ftand geen ftaat is, waar toe elk Christen eene algemeene roeping heeft, of waar toe zoo groot een aantal van menfchen werkelyk geroepen worden , als 'er zich in fommige landen daar in bevinden. V. JUSTI Staats Wirtbfcbqff, J. Tb, $. j5o. £. 1.7a, K 5  ï£4 Geneeskundigs Vavhet wogen zynde, laat ik het aan het doordringend oorhuuwo deel onzer Geestlyke Vaders over, de zwarigheden , tEEvEN weike net ianger tiïti?tel der geloften veroorzaakt, te geestlt- overwegen en te vergelyken met de voordeden , die - hier uit voor eene klasfe van menfchen ontftaan zou¬ den, welker zedelyke en godsdienffige voornemens, door het vooruitzigt van den vermogenden invloed, welke ons lighaam op de ziel heeft, aan eenen zeer twyffelachtigen uitflag blyven blood gefield. Ec geeve, met den grootften eerbied voor hun meerder doorzigt in deeze zaak, aan hen ter onderzoek voorfia- over; of het niet ter bevordering der inwendige rust VuttJ'dcs des gemoeds, tot welzyn der Maatfehappy, zelf ten mettseh- nutte der kerke en bevordering der gezondheid van Ooms. duizende van menfchen, nuttig ware. Voor eerst. Dat men eene wel overwogen keuze deed, met naauwkeurig opzigt tot het ziels- en lighaamsgeftel van zodanige vo< werpen, als tot den geestlyken ftand gefchikt zyn O). Ten tweede. Dat van g >en van beiden de Kunnen , eene gelofte van kuischb id voor het acht en tvvintigfte Jaar wierd aangenoomen ( b). In (a) ,, Het is ncodzaikelyk, dat zy die zich in eene Ge-st„ lyke orde bejeeven willen, te, voren door vcrïlandige en braa/e overften al'.ernaiuwkeurigst onderzogt worden , of; „ niet e^nig huislyk verdr et , onbezonnenheid , ydele be- geerte na de voorregten der Gees lyken, na een ledig en j, onbekommerd leeven, of niet dit de vöornaamfte de waa„ re gronden hunner roeping zyn. General- Mandat, (i)De Afrii-.a'.nfche Kerkvergadering ftelde eertyds vast, s, dat geen Maagd voor haar 2;. jaar in den Geestlyken ftand S) kon ingewyd worden : " Catt. 16. ook beval reeds Karei de „ Groo-  Staatsregeling. igg In deezen Ouderdom kan een verfhndiger en meer Vanuit op ervaarnis en zelfkennis gegrond oordeel, of een muuwb mensch, zich uit hoofde van zyn lighaams en ziels- LEË¥£r,f . j o der Vermogens in ftaat bevinden , de gelofte der onthou- Geestlyding geftand te doen, plaats hebben; op zoo eene K£'v* voorzigtige wyze pleeg de afgefchafte orde der Jefuiteti met deszelfs aankomelingen te handelen j nog zeer jong wierden zy in hunne proefjaaren , en tot het bpentlyk Leeraarsambt, maar niet licht voor hun a8 of 30 Jaar, wierden zy tot den Ptiefterftand toegelaaten: hier van daan zag men, in dien ouderdom, in welke fommige Leden yan andere orden s reeds zederd lang P/iefters zyn, verfcheide jonge lieden uit hunne Leerfchoolen Wederom in de waereld terug keeren, en in dezelve de fchooue opvoedingskonsü, welke deeze 'orde zoo eigen was, grootlyks eer aandoen; zy. Waren in ryper Jaaren beter dan anderen in ftaat om over hun zelf te konnen oordeelen, en de Orde had het verdriet niet,' het bezit eenes ongelukkigen en door zich zelf bedrogen Medelids aan eene jeugdige overyling te moeten toefchryven. Terwyl integendeel in de andere otdens aan hen die hier naar ftonden op hun verzoek , het Diakenfchap en Onderdiakenfchap, of de twee eerfte der groote wijingen op ,, Groote , dat geen ongehuuwd perfoon, ten zy door gegronde rsdeaen genoodzaakt, voor het 2j. jaar den fluijer zoude aannéemen (dat is even zoo veel als ten huldigen dage de geloften af te leggen). Capit. Prim. A. 780. C. LXV. p. 562.daar en tegen mogt geen Bisfchop den Weduwen de fluijer geeven Lib. VIII. en geen Priefter mogt voor zyn 30. jaar gewyd worden Capit. imerti ann. C. XX.IV, p. 787. SCHMIDT Vefihkbte der Deutfche» l- Tb. S- 6o5  I5<5 Geneeskundige Vanmet op hun 22 Jaar verleend wierden, en wanneer zelf kuuwd de Pricftervvijing tot op het voorgefchreven tydperk verfchooven wierd, zoo hadden zy zich echter voor Ceestly- lang tot de onthouding vei bonden, en dus door een Sm' bedryf der Jeugd het noodlot van hunnen geheelen leevenstyd beflist; het komt my dus zeer nuttig voor, dat, indien de overige voorflagen de gevvenschte goedkeuring al niet weg droegen , echter Ten derde. Die Jongelingen, welke, na dat zy eens voorgenomen hebben, zich der kerke te wijen , den beftemden tyd niet kunnen afwagten, maar de gunst van hunnen gewoonen Overften ter verkryging van ontflag van den gevorderden ouderdom, geftadig door Smeekfchrift op Smeekfchrift beftormen , en het zelve door alle mogelyke middelen trachten magtigte worden , dat zodanige Jongelingen terug gewezen worden met eene allernadruklykfte vermaaning van zich zelf, en hunne beftemming tot deezen allergevvigtigften ftand zorgvuldig te onderzoeken. 7e» vierde. Daar in verfcheide Roomfche Gewesten, de Geestlyke ftand enkel als eene toevlugt, ter verzorging der Jongere Zooncn eener aanzienlyke Famielle word aangezien, en de derde Zoon, voor al in Frankryk, zich zeiven altoos als een geboren Abt moet aanmerken, het zy hy hier toe geneigdheid en bekwaamheid hebbe of niet, zoo geeve ik aan Mannen van dieper inzigt in bedenking, welke gevolgen' dit met den geest der kerke weinig overeenftemmend gebruik in de famenleeving hebben moet, het, zy dat alle deeze flagtoffers hunner geflachten zich aan deeze hunne natuur geheel wederftrevende geloften onderwerpen of niet. Hoe gewigtig ook de beweegredenen fomwylen zyn kun-  Staatsreciiins. 157 kunnen , dat de aflegging der gelofte niet verder dan Van het een Zekeren jeugdigen leeftyd verlchoven word, ZOO htjuwb fchynt het my toe, by deeze meer dan by andere p™V£v aankomclingen in den geestlyken ftand vvenfchelyk te Geestlv-i zyn, dat men de gelofte tot in den manlyken ouder- KK*'' dom uitftclde, en den adelyken Jongeling den tyd laate, om misfchien op eenige andere wyze zyn geboorte eere aan te doen, wanneer hy van den ouderlyken dwang ontflagcn is, of zich hier of daar eene voor hem gunftige verandering in zyne Familie belangen mogt voordoen, in welke omftandigheid ook fomwylen ontflag van zyne geloften voor hem van Rome Verzegt en vcrkreegen word («). Ten vyfde. Dat men niet licht toeftaa, dat de wervingen in Vrouwcnkloofters door zoo veele aan- ' lokkende middelen op eene zoo fterke wyze worden voortgezet, en dus zoo veel beminlyke Leden der famenleeving in eene moedwillige onvrugtbaarheid hun leeven eindigen (&)• Hoe veele jonge Meisjens, ja misfchien verre de meeften zien met een fmertlyk naberouw op hunne Klooftermuuren, waar in zy zich onbezonnen hebben opgefloten, en waar in zy door vriendelyke aanfpraak en liefkoozingen der zodanige , die of met hunnen ftaat volkomen te vreden waren , of in tegendeel eene medclydenée Vriendin , waar mede zy hunne elende Qa ) De Domheeren des Hoogendomftifs te Paderborn , genieten hunne praebende zonder gedwongen te worden, OnderDiacon c f Priefter te zyn. (&) „ Men moet niet toeftaan; dat de andere Leden der „ orde de aankomelingen in Hitte roet allerlei ftreelende s»n„ lokfelen vleijsn, Getier, Mand.  igt Geneeskundige Van hit cnoe- iiuuwd leeven eer. .Geestlyken. Van de ipbejjing ellende konden deelen, zogten, gelokt zyn.; niet genoeg derhalven, dat men aan de zwakkere Kunne eenen rypen ouderdom tot het neemen van zoo een gewigtig befluit voorfchryft, fchynt het daar en boven noodzaaklyk te zyn, dat men niet licht toefta, dat een Meisje, zonder nog ten minflen twee Jaaren voor haaren proeftyd buiten het Kloofter of in de waereld doorgebragt te hebben, of zonder in het zelve een tweejaarigen proeftyd gcfleten te hebben, tot het aannemen van den fluyer worde toegelaaten; op dat zy dus gelegenheid hebbe, geduurende die tyd j zich zelve en alles wat op haar aanftaand lot en; gemoeds rust, eene zoo naauwe betrekking heeft, naauwkeurig te leeren beöordeelen : het is immers eene fchreeuvvende onrechtvaardigheid, zich van haare onervarendheid en gebrek aan nodig onderricht te bedienen, om eene onfchiildig en lichtgelovend Meisje tot eenen flap te overreden, die haar met der tyd in de aakligfie wanhoop ftorten kan, wanneer de ontwaakte natuur haar doed zien, dat Zy eene geheel verkeerde keuze gedaan heeft. Hier om is het ze-^ derd 1778. in het Toskaanfche verboden, dat geen Nonnenkloofter een Meisje van minder dan 10 Jaaren als kostgangfter, en niet voor haar 20, en , na een verblyf van zes Maanden buiten het Klooftere in het geestlyk kleed aannemen mag (a). $. XVI. Of men met gegrond recht het ontflag der Geestly* ken (a) Indtcation Sommaire des Regiemens & Loix de S. A. L'Artbidue Leopold Grand Duc de Toseane depris i?6j. jits^u'a la fin 'di l'Annèe 1778.  Staatsregeling. 159 ken van hunne geloften zoude mogen vvenfchen, ter Vanmw beflisfing deezer vraage , behoord een inzicht in de in- huuw» wendige geftekllieid der Kerke , waar meede ik my leeven , o O 5 J der niet kan vleijen. —Voorzeker zoude alle de nadee- Glestltlige g volgen der onthouding op het krachtigst te keer KEN*' . gegaan worden, indien het den Geestlyken vryftond der in de waereld terug te keeren ; ik kan echter niet ont- s'l°*' kennen, dat ik van myne zyde deeze geheele omkeering in de leevenswyze onzer Geeslyken , en een algemeen ontflag der gelofte van kuischheid voor eene allerneeteligfte zaak houde : alwoewel ik niet twyffele, of zoo wel de Kerk als de Staat zouden by de naairvykeuiïger keuze en zorgvuldiger zelfbeproeving der aankomelingen in den geestlyken ftand oneindig veel winnen; daar het onmogelyk is, dat menfchen, die in ryper Jaaren, alleenlyk ten gevalle eener natuurdrift, van hun voorgenomen geestlyk . leeven afftand doen , niet een vruchtbaar overblyfzel van deugd met zich in de Maatfehappy zouden meede brengen, welkers voortplanting in eenen rey van rechtfehapen Nakomelingen des te voordeeliger zyn moet, dewyl aldus de voortplanting des geflachts meer als thans eene verrichting word van wel opgevoede en ryp bejaarde Perfoonen, die hunne beste vogten niet reeds te voren in ongeregeldheden verfpild hebben, en dit zoude een gezegend middel zyn, om de vermindering des menschlyken geflachts in getal en gezonde Leden der Maatfehappy op de kragtdadigfte wyze te vergoeden (o) Men bcrekene overal het aantal der Geestlyken, zoo iri mans als vrouwen ordens (ten minfte buiten de Oostenrykrehe Staaten , welke in deezen op2igte eene groote omkeering ondergaan hebben) en men zal wel haast overtuigd ayn, dat de onthouding van zoo £root een aantal menfchen, als  i<5o Geneeskundige Van het als de Geestlyken in de meeste Gewesten uitmaaken, geen onge- geringe zaak ten nadeele der bevolking is. Frankryk heeft huuwb voigens Susmilch omtrendi2o, 947. Leeden der MaatfchapDer py> welke de gelofte van kuischheid afgelegd hebben , hetwelk GeestlY- omtrend één softe der geheele bevolking bedraagd, Recherches XENs q, Conjlderatiom fur la population de la Frame par M. MoHEAÜ p, IOi. — Echter , wanneer men, om het verlies voor de Maatfehappy minder te doen fchynen , niet het geheele getal der Geestlyken met betrekking tot de geheele masfa van het volk befchouwd , maar alleenlyk ïn aanmerking neemt, het * overfchietend getal der Geestlyken van de eene Sexe boven die der andere; zoo fchynt men te vergeeten, dat de vraag eigentlyk niet betreft dat gedeelte eener Kunne, het welk door de ongelykheid der ongehuuwd leevende Geestlyken tot de voortteeling word overgelaaten, maar wel het geheele getal der geenen, die met de beste gezondheid naar lighaam en ziel voor de Maatfehappy in betrekking tot de (geoorlofde) voortteeling geheel verlooren gaan , en in deezen opzichte is het vyftigfte gedeelte eenes ganfehen volks eeno zaak van zeer groot aanbelang. Hoe zeer de Geleerde Schryver door grondftellingen zyner Godsdienst vooringenoomen , huiverig fchynt om voor zyn gevoelen wegens de weldaad, welke men door het ontfiaan der ordensgeloften aan de Maatfehappy doen zoHde , rondborftig uit te komen, geeft hy echter genoeg te kennen! hoe nadeelig deeze met de menfehelyke natuur zoo weinig overeenkomende inftellingen zyn , en van hoe uitgebreid eene nuttigheid derzelver affchafimg voor de algemeene bevolking byzonder der Roomsch Catholyke landen wezen zoude. Veele onzer Leczers zullen misfchien , daar doch de ongehuuwde Geestlykheid ïn dit ons Vaderland geen plaats heeft, dit voorgaande Hoofdlhik als volftrekt nutteloos befchouwen. Ik achtte echter de daar in voorgedragen ftukken van te veel aanbelang, om dezelve uit deeze myne vertaaling geheel achterweege te laaten, en dus ïn het werk zelve eene zoo aanmerkelyke gaaping te veroorzaaken in de veronderftelling, dat geen menschlievend Leezer eene Verhandeling over eenen ftand, waar ïn zoo veele achtenswaardige Leeden begreepen zyn, en welke op het welzyn van zoo een aanmerkelyk aantal onzer Natuurgenooten zoo een gewïgtïgen invloed Jieeft, als ongepast en niets ter zaake doende zal verwerpen. Vertaaler. DER-  Staatsregeling. 161 DERDE HOOFDDEEL. VAN HET ONGEHUUWD LEEVEN DEft WAERELDLYKEN. Diva producas fobolem , patrumque jProJpéres decreta fuper jugandis Fozminis prolixis nova feraci Lege Marita. Hor at. Epifl. XVIII. v. 17. i i Het ongehuuwd leeven van voiwasfen , gezonde üitwetk menfchen, die tot het zelve noch door geloften, ^n'^bei noch ■ door godsdienftige oogmerken, welke de kerk 0,"usuewj wettigt!, noch door gebrek aan middelen ter verzor- heven def ging van een huisgezin, noch door de plaats door hen ™y?et™'?ê in den BiuT-crftaat bekleed , v'erpligt worden, kan befebou- 1 veen bes-» voor eene Maatfehappy, in de welke men ceh gebrek te. aan Inwooners befpeurd, onmogelyk eene onvcrfchillige zaak zyn ; in tegendeel wierd by alle Volken, wier Godsdienst dit niet verhinderde , deeze leevenswyze vopr hoogst nadeelig, en de moedwillig ongehuuwden voor blykbaar Ichadelyke Leden van den Burgerftaat gehouden, en men ftelde veele poogingen in het werk om de geneigdheid tot dezelve geheel uit te roeijen. Ik zal eenige van deeze inrichtingen hier te berde brengen;  i6a Genees kund ige Van het Hy, die in Sparta weigerde voor zich eene Vrouw huuwd teneeraen, wierd byna als eenen eerloozen behandeld; leeven net was n„m njet geoorloofd by de aldaar gebruiklywae- ke dansfen der ongekleede maagden te verfchynen; ken. " Lycurgus beval dat zodanige Jongelingen eiken Wetten wmtertyd °P de marktplaats rond gedreeven, en geder GHe- dwongen wierden een lied op hunnen toeftand vertegen. vaardigd op te zingen, waar in zy erkenden, wegens hunnen ongehuuwden ftaat deeze ftraf verdiend te hebben («), in hunnen ouderdom mogt geen jong Spartaner hen eenigen eerbied bewyzen; zodanig een oud Burger, wanneer hy in eenige vergadering kwam, waar in alle plaatzen vervuld waaren, moest dulden dat een Jongeling hem in het aangezigt zeide: „ dat ,, hy, ten zynen gevalle, zyn plaats niet wilde ver„ laaten, daar hy den Staat geen kinderen gegeeven „ had, die hem in zyn ouderdom eerbied konden ,, bewyzen. " Het voorftel van Plato was op den zelfden leest gefchoeid, „ een ieder die zyn 35 Jaar bereikt had ,, zonder gehuuwd te zyn , op dat hy deeze leevens,, wyze niet als voprdeelig en genoeglyk bleef voort„ voeren, wierd zoo lang hy nog ongehuuwd bleef' „ allen eerbied, welke jongere aan hunne ouderen ,, fchuldig zyn, ontzegd (Z>); elk Burger was, op ,, ftraffe van voor een bloodaard gehouden te wor„ den, verpligt zoo ymand by te ftaan die door een ,. moedwillig ongehuuwden twistend wierd aange„ greepen (c> " De Ca~) Plutarchus in Lycurgum T, 1. p. 64. (6) De Legibus Lib. iv» (O Lib. vi,  Staatsregeling, 163 De oudfte Romeinen hadden reeds wétten tegen Van na» den ongehuuwden ftaat, de wet der twaalf tafelen zegt huuwq uitdruklyk: WW»!. J EER vvae- CteübeSi ejfe. prohibenio! kent 1 Wetten Welke voorzorg aan het opzigt der dediles opgedra- der Ragen was O). In volgende tyden verkreeg tevens mmea> met de wellustigheid der Romeinen ook den fmaak voor het ongehuuwde leeven de overhand en toen zag men het aanftaand noodlot deezer Republiek reeds van verre naderen: de ongehuuwden ftaat is doch, wanneer dezelve niet uit deugdzaame of gods* dienftige inzigten ontftaat, en door geen onovervvinbaare zwaarigheden veroorzaakt word, ten allen tyde een' inbreuk op de rechten der Natuur en des Vaderlands, het welk altoos gerechtigd is tot de verwagting om eene talryke Nakomelingfchap uit de lendenen zyner Burgeren te zien voortlpruiten. Hier om waren volgens de Romeinfche Wetten die Straffen geenen, welke onwillig waren zich in het huuwlyk te f^J"^" begeven ten hoogften ftrafbaar; zy wierden vati hun- en heioo* ue eerambten beroofd, en tot verdere eeretrappen niet aanzet bevorderd ( c); de gehuuwden genooten daar en tegen veele voorrechten (J); die Burgemeefter, welke de meefte kinderen nog in leeven of voor het Vaderland (a) Cicero de legibus, Lib. 3. C'0 H. G. Heinecciüs AnS, Kom. Jttrispr. Syntag. L. i< Tit. 25. CO Lib. XLV. 15. ( VU, 16.  164 Geneeskundig* Janhet land opgeofferd had, liet zich, offchoon hy de jongh'wd fte was, de bondelbylen het eerst voordraagen; was lfeven heJ. aaptaj kinderen ggjyj.^ Z0Q hy? wae- daadlyk in den Echt leefde, den voorrang (a\ 'k.Eï,F)LY— o \ y K£ly. Men weet dat een Burger, die den Burgerftaat drie kinderen gefchonken had, van alle wagten vry was, een grooter getal van kinderen gaf hem des te meerder aanfpraak op opentlyke eerambten (£), de Menfchenvriend Augustus vaardigde een bevel af, 'waar by elk een geboden wierd voor zich eencVrouW te kiezen O), en in gevolge hiervan liet hy eenen Romeinfchen Ridder in rechten vervolgen, om dat hy aan deeze Wet niet gehoorzaamde • niets zoude hem van een fchandelyke ftraf hebben kunhen redden, ware het niet, dat hy aangetoond had, buiten huuwlyk, te vooren reeds drie Zoonen te hebben geteeld: — om zyne Burgers van deeze ongebonde wellustige leevenswyze af te houden, en tot het huuwlyk te noodzaaken, voerde hy eene byzondere belasting in (d), en verklaarde de erfmaakingen en wederkeerende erfenisfen van hun, die na hun' Jaar ongehuuwd ftierven, voor vervallen : hier door weerde hy alle hoerery, echtbreuk, en andere ergerlyke en onnatuurlyke misdaaden uit den Burgerftaat, en vergoedde het verlies', het welk Rome, door veele Bur- geröoor- (a) Lege Ju'ia e. 7. (Z>) Avh. Gellius nog. aft. Lib. ii. c. XV. HeinioCIUs /. r. Cc) L. Jut. V. Papia de maritandis ordinibus. (_d~) Deeze belasting wierd genoemd Dos Uxoria, üxorium pependifie dieitur , qui quod uxorent non babueril gf populo dedit For.esxü'ï wee Uxomm p. 478.  Stiaiuisuihs. 165 geröorlogen geleeden had, met rechtfchaapen Bui- Van het tt i- * 1 ONGE- gers. Hem, die wegens zyne jonge Jaaren tot het huuwd bekleeden van fommige eerambten niet gerechtigd ^VEN was, wierden zoo veele Jaaren als hy kinderen ge- waeteeld had tot zyn ouderdom toegevoegd, om hem ^ des te eerder in aanzien te doen geraaken («). Een Romein, die drie kinderen had, kon niet meer tot het aanvaarden van eenig Gezandfchap gedwongen worden; die 'er vyf had was vry van alle openbaare dicnff.cn, en een Vader van dertien kinderen genoot vrydom van alle Burgerlyke lasten (Z>). Nog heden ten dage is in het Hertogdom Florence, elk Burger die twaalf kinderen , van welke Kunne zy ook zyn, heeft geteeld, vry van alle Burgerlyke Imposten en Onderftandgejden O). De Kibitken onder de Kalmukken hebben eene wet, dat van de veertig man Jaariyks ten minften vier moeten trouwen (r/). Men liet ook, om het Romeinfche Volk van de ver- Opentiypligting, welke ieder Burger tot het huuwlyk heeft, maaninop het aUernadruklykst te overtuigen, in opetrdyke ™» voor.het zelve gehouden redevoeringen, het verbin- cm zich dende van deezen pligt, en den vermogenden in- huuwlyk vloed van dezelve op het algemeene welzyn welfpre- td'tHverbin' kend affchildcren: hier toe verkoos men Mannen van groot O) UlPlANUs L. i. ff de min. (6) A!»SIOTei,es Polit. Lib.lï. pag. 8. GlüSEPPï PassI Ravennate trattato delto ftctto maritale p. 57. de Staaten van Rennes ia Bretagne leiden in 1776. eenen Vader van 18 kinderen een jaariyks inkoomen van 600 Livres toe , om hem in derzelver opvoeding te gsraoed te komen , Gazette de deux ponts 1776. No. 105. (rf) Pallas /. c. L 3  166 ■"Geïïeeskundiöè Van hét groot aanzien, en men liet zich aan de wyze, waar hudwd °P zy zicn van deezen hunnen pligt kweeten, ten moten hoogfte geleegen leggen, AulusGellius verwae- haalt1, dat Metellus Numidicus, een zeer jJ^LY~ aanzienlyk en by het Volk zeer bemind man , eene redevoering tot dit oogmerk op de volgende wyze aanvong. „ Wanneer wy, o Romeinen ! zonder het geflacht „ der Vrouwen leeven konden, voorzeker waren wy „ van eenen grooten last ontflagen, maar daar de „ Natuur ons nu zoo en niet anders gevormt heeft, „ dat wy noch met dit geflacht volkomen gelukkig „ zyn, noch zonder het zelve op eenige wyze lee„ ven kunnen, zoo moeten wy hier in veel meer het „ zekere voordeel dan een kortftondig genoegen in „ acht neemen ). " dudite populus! fufarion kcec dicit: Malum funt mulieres, verum o Populares9 Non eft habitare domum fine malo , Nam & Uxorem ducere, cjf non ducere malum eft. Ondertusfchen wierd dit gedeelte zyner redenvoering door veelea als aanftootlyk verworpen, en men befchuldigde den Redenaar dat hy hier in een onverfchoonlyke fout begaan had, daar hy, by zulk eene gelegenheid en op zodanig eene plaats, al waar hy niet dan tot lof der Vrouwen had behooren te fpreeken, Veel eer zyne redenvoering tegen haar had ingericht; Biaar deeze groote Man zegt A. Gellius oordeel- Co ) Noa. Atticc- L. I. c C:  Staatsregeling. 167 deelde het zeer ongerymd, het Volk door eene over- Vanim dreeven loffpraak eener zaak, van welke elk hunner huuwt» hy eigen ondervinding fpreeken konde, de lustte be- ^"r* neemen om zyne geheele redenvoering aan te hooren. wa&-^ ken, S- II- Zoo poogden alle verftandige Grondleggers en Gebieders van magtige. Gemeenebesten, door alle mooglyke middelen de verderflykc geneigdheid om het gehuuwde leeven te ontwyken, zonder daarom een kuifche onthouding in acht te neemen , des te kragtdadiger te keer te gaan, hoe gevaarlyker zy de uitbreiding derzelver voor den Burgerftaat befchouwden , en hoe geringer deszelfs aanbelang is in de oogc'n van hen, die niet dan voor de tegenwoordige rampen vatbaar zyn, en voor wien het aanftaande van even wei- , nig waarde is als hunne nagedagtenis voor de Nakomelingfchap. Het lot van alle goede Inftellingen viel ook deeze Opgete beurt; men begon zich te Rome van tyd tot tyd tegen den dwang deezer gehaatte wet te verzetten. titvlug-** ten. Ferre potes dominam falvis tot reJfibuÈ ullatn ? Cum pateant altce caligentesque feneftr'd Cum tihi vicinum fe prebeat Aemilius pons en eindlyk vond men ook middel om deeze tegenwerpingen met een fchoonfchynend blanketzeï op te ren, (a) Jüvenalis Satyr. Lib. II. Sat, 6, h 4  t68 Geenbskundi e e Van het ren, het welk de wvze wetten der ouden geheel en •nge- .... ö hüuwd al van hun voong aanzien berooide. leeven Edoch, het is niet om des deugds wille, ten min- wae- fte in onze tyden, dat de meefte ongehuuwden in ïï.&ldly- * " * " ken, deeze hunne leevenswyze volharden («), en indien 0/ Ap> ^it a* 200 was' zoude het ons doen geiooven , dat de deugd zy in de kennis der menfchelyke natuur zeer geringe zy die tot . . J o o het onge- vorderingen gemaakt hadden, wanneer zy van dezel\ee7en * vü' °>idd$n in den ftorm der driften ,Neene bedaarde onverkid^g verfchilligheid vorderen, zonder de welke eene flipte onthouding niet kan verwagt worden. Als Geneeskundige, veile ik over de ziel geen oordeel , maar de uitwendige zinnen volgen hunne ingefchaapen beftemming, wanneer zy de gezogte of onvcrmydlyke indrukken getrouwlyk aanneemen, en aan de verbeeldingskragt in bewaring gceven, om te eeniger tyd door dezelve driften te verwekken, welkers Voldoening door de natuur met zoo hevig een aandrang gevorderd word 5 als zy by ongehuuwden de oogmerken des Scheppers verydeld. $• III- Gevot- Gefield zynde, het gelukte de een of ander op zyielie^vft ne hartstogten zoo heldhaftig te zegenpraalen , als hy ViZ'ijen ^olUmoed'g deezen zynen inwendigen yyand had opgezogt; hy brenge het zoo ver, dat by volftrektelyk de (&) Neque cideo vos folitudo vivendi capit, ut absque mulieribus degatis , ac non quilibet vefirum inentte leSique Jociam habectt , fed licentiam libidem ae lafcivice veflrce queeritis- Das fprak de groote Augustus in zyne Redevoering tegens de moedwillige «ngehuawden ap. jDTav, Cass. L. VI. p. 57'!.  Sï A A X S » E S Et I.» «. 1^9 de ontlasting eener ftoffe te keer gaa, welke een ten Vanhw nutte zyns Vaderlands leevend mensch had kunnen Swd voortbrengen, zoo is echter niets zekerer', dan dat LEEVIN , , , ' der ny, zoo hy anders een gevoelig temperament be- waezitte, zich zelve aan alle die noodlottige gevolgen bloot field, waar van wy hier voor gefpróoken hebben : eene overwinning gelukt echter zeer zelden, en 'er blyven dan, gelyk gezegd is, fieqhts twee wegen over om deeze ongelukkige gevolgen, die de moedwillig ongehuuwde zich zelve op den hals laad, te ontgaan ; of hy moet de zorge voor zyne gezondheid aan zyne dartele inbeeldingskragt ovérlaaten , cn de ontlasting van zyne zaadblaasjes in een wellustigeri droom zoo onverfcliillig beschouwen, als die van het vogt, het welk hy in een verkoudheid door de neus ontlast: met dit onderfcheid dat de wyze waar op de natuur zich zeifin het eerfte geval hulp verfchaft, hem minder onaangenaam is, en dat hy, zonder dè gedagten en beweegingen , die in zyne ziel vooraf gingen, naauwkeurig op te merken, zich zeiven overreed, dat hy aan deezen geheelen toédragt van zaaken zeer weinig deel genomen heeft, en dus onfchuldig is. --— Of hy (en dit is de tweede weg) is minder naauw gezet van gevveeten, hy tracht zich ten koste der Maatfehappy gezond te houden , hy betreed een verderflyk voetpad, het welke op eene reeks van sllsrverfchriklykfte wanbedryven uitloopt; hy word een verftoorer der gemeene veiligheid, een fchender van het huuwlyksbed, een verleider der onfchuld, en dikwerf het fchrikbaarend flachtölTer eener affchuwelyke kwaal, welker voortplanting, het menschdom gevoeliger flaagen dan de pest zelve toebrengt. ' - Komt deeze fchildery der ontugt fommige myner L $ Le.  170 Geneeskundige Van het Lezers als veel te fterk, te overdreeven voor, fcbync muuwd net nem toe5 datwy den moetwillig ongehuuwden en leeven echter nog weidenkenden hier in reen recht doen we- der. 0 0 vvae- dervaren , hy vestige het oog op de ondervinding van £^°LY" alle die Wysgeeren, die de waereld over het geheel en niet volgens enkele Perfoonen beoordeeld hebben , en de uitkomst zal hem doen zien, dat, offehoon ook zelf het büuwlyk geen zekere waarborg tegen alle misflagen is, dezelve echter van de meenigte der ongehuuwden vceivuldiger begaan worden, als die, welke eenevryer leevenswyze voerende, geen zodanige gevolgen te duchten hebben als de gehuuwden, by de welke de getrouwheid eener wederhelft en de natuurlyke tederheid voor hunne kinderen een vermogend hulpmiddel ter beftryding hunner ongeregelde lusten aan de hand geeven. ,, Gaa in de gevangetiisfen, gy zult ,, overal onder de misdadigën meest ongehuuwde ,, vinden; de meefte fchelmftukken worden in den „ ongehuuwden ftaat gepleegd («); een ongehuuwd ,, mensch heeft voor niemand dan zich zelf te zor,; gen, de géhuuwdë heeft dierbaare panden, welke „ even als een keten van aaneengevocgde Perfoonen „ door den elcclriken geleider aangeraakt, alle in den ,, fchok (a) Uebtr die Ebe S. 34, 3;. Dit geheel gezegde fchynt duidlyk te fterk te zyn : de fchrandere Schryver kan onmogelyk van eenen anderen ongeh-iuwden ftaat dan die der Waereldlyken gefprokén hebben. De Geestlyken dus afgereekend zynde, lette men op of de overige Klasfe der ongehuuwden, den Soldaten ftand mede ingefloten, wel veel hier tegen zal in te brengen hebben. Wat my aangaat, ik zal my zorgvuldig voor al te algemeene ftelregels en ongegronde uitleggiagen poogen te wagten.  Staatsregeling. 171 „ fchok zyner rampen en ond.ugden deelen, over het Van hm „ algemeen zynde ongehuuwde Mannen ond.ua, ?nd, huuwd „ de echteloos overgebleven Vrouwen vroom. " leeven 0 DER wae- S- iv. Wanneer ik den ongehuuwden ftaat der Waereldly- Gew00». kcn uit dit oogpunt bel'chouwe , zoo bevindc ik meer l^0e"d en meer, dat men op deszelfs invloed op eene gczon- het «nge- de bevolking , nimmer naar waaide acht heeft ge- uLemdtr geeven : Wat heeft men in de daad in de famenleeViné ^aerc!dr ° tyken op de te verwagten van eene klasfevan menfchen , die, zon- voonpicmdcr haare uitgekoozen leevenswyze met gegronde re- 'yenuf-*" dencu te kunnen verdedigen, met een zorgeloos ge- ziekte' drag geftadig alle gewenschte gelegenhééderi tot wellust najaagen , en daar zy dezelve magtfg worden, zich gaarne was het mooglyk in voorraad tegen een aanftaand gebrek daar mede wilden verzadigen; het is bekend , dat eene herhaalde afwisfeling van voorwerpen in de liefde, de lighaamskragtcn opwekt om des te fpoediger zich in het verderf te ftorten, daar nieuwe voorwerpen de aanlokfelen vernieuwen , de leevensgeestcn tot den laatften drup toe uitputten, en dus aan den loop der ongeregeldheedcn welhaast eenen noodlottigen eindpaal ftellen. Daar cn boven ge¬ beurd het dikwerf dat de brandende begeerte om zich van dezen wellustigen prikkel te ontflaan, gecne voegzaame gelegenheid hier toe aantreft, de ziedende drift geeft hem geen tyd om op eene zorgvuldiger keuze acht te geeven, hy neemt zyn toevlugt tot de verachtlykfte vrouwlieden, en deeze rampzalige, doch tevens verfoeilyke fchepzels, ftorten hem weldra in eenen poel van rampen, welke een fmertelyke, fchandclyke en  172 Geneeskundige *NGKHSt en onc*er de omuchtigfte flraatloopflers te algemeen huuwb verfpreidc venusziekte over hem kan uitftorten: Maar LtE7£n nu weet de we]justeiipg door duizend verleidende wae- valftrikken zich de ongeoorloofde gunst eener geken. huuvvde Vrouw te verwerven , en, om de andere gevolgen eener zoo misdadigcn omgang met ftilzwygen te bedekken, verfpreid zyn aanffceekende kwaal onder een onfchuldig huisgezin , een kwaal die niet dan ter ftraffe der onkuisheid gefchikt fcheen; het geen de rampen nog vermeerderd, is, dat men ter herflelling deezer heillooze gevolgen een Geneesheer te hulp roept, die de onfchuldige kinderen eenes braaven Vaders nimmer van eenige fchandelyke kwaal kan verdenken , terwyl men wel zorg draagt van hem nimmer de vereischte opheldering te geeven; herhaalde vraagen geeven eenige achterdogt van een fmet, welke den geheelen welvaard eener geachte Familie onder de voet kan werpen, terwyl de Onfchuldige echtgenoot den oprechten Geneesheer het opperen van eenige dubbelzinnige gistingen als eene kleinachtende befchuldiging der zynen te last legt, en eene veel onzekerer hulp zoekt: of hier door vermoedens verkrygt, welke, of fchoon gegrond zynde voor zyne ongelukkig huisgezin niet minder fchadelyk worden, dan de kwaal zelf, zonder echter daarom aan den Arts zoo veel te ontdekken, als ter gelukkige gcneezing vereiescht wierd. — Ik fpreeke hier uit eigene ondervinding, die veele myner Kuustgenooten voorzeker met my gemeen hebben. §• v. Hoe «o- Het is volgens deeze Natuurkundige gronden, dat te%nMJit men liet "adcel van het ongehuuwd leeven der Waereld-  Staatsregeling. 173 reldlyken , vVüiké hier toe niet gefchikt zyn , moet Vavhbibeöordeèlen , en welker nadere ontwikkeling men te huuwd deezer plaatfe met regt van my zal verwachten : daar J^EN federd verfcheide jaaren deeze ftand zoo hand over waehand veld windt, zoo laate ik het onderzoek na de Ken.ly~' oorzaak van dit bederf der zeeden aan de nafpeuring ' j , n, • n kwaad van anderen over, en ik twyfele niet, of men zal gepaste zelf alleenlyk volgens de reeds aangevoerde gron- trb? den de moedwillige ongehuuwden der. behandeling, ™efk '* met welke men hen te Rome ftrafte, overwaardig ' achten. Maar de Vryheid ? . . . Deeze is Hechts een hersfenfehim, wanneer zy op bet bederf der famenleeving gegrond is. Ik weet wel naar de leere- onzer Kerk is, de-onthouding beter dan het huuwlyk ; men wachte zich echter wel van deeze zoo zcldzaame eigenfehap ten onrechte toe te fchryven aan menfchen., welke zich hier van bedienen om de waereld te bedriegen , en hunne ondeugende driften onder den dekmantel van Godsvrucht den ruimen teugel vierende, deugd en nakomelingfchap aan hunne wellust opofferen. 1 Hem , die niettegenftaandc dit al van meening is, dat het invoeren van wetten ter bevordering van den gehuuwden ftaat tegen de Christeïyke vryheid ftryd, - y00r/ias geeve ik in bedenking, of het niet behoudens deeze om d,e., . ° moedwil- vryheid zyn kan, dat, volgens den voorflagvan .Sus- Hg ongeKiucn, de vermogende huuwlyksverachter jaarlyks jaertyk' eene zekere forn opbragt in. eene kasfe, gefchikt om be~ 1 . 0 7 c lasting ten uit dezelve de huuwelyken van onvermogende , doch" voordeelt arbeidzaame burgers, gemaklykte maaken en te onder- ""wotykt fteunen, cn dat men aldus, gelyk een geacht Schry- d™£ ^ ver zich uitdrukt, de moedwillig ongehuuwde ook krengen, met  174 Genees kundige Van het met kinderen vereerde, even gelyk men onder eene huuwd üen vreemde eijeren ter uitbroeding legt. leeven in Duitschland is het volgens de ingevoerde Romein- der o o wae- fche Wetten en gebruiken («) voor deezen vry alken?LY" gemeen in zwang geweest , dat de nalatenschap der moedwillig ongehuuwden in de algemeene fchatkist verviel, en in Brunswykfche , Wurtembergl'che Paltfii'che en andere Landen is, het zoogenaamde HagenJiolzenregt (recht op de moedwillig ongehuuwden) als nog in gebruik Qb). Men ziet echter dat hier door de maatlchappy voor haar verlies aan burgers geene vergoeding gefchiedde; waarom zoude derhalven piet een mensch, welke in zyn leeftyd alle de voordeden der famenleeving genoten heeft, zonder hêt yerlies, het welk den Staat daaglyks aan Burgers ondergaan moet, te helpen vervullen, gehouden zyn, of ( daar hy zyne roeping tot den ongehuuwden ftaat m:-t geen onwederfprecklyke bewyzen kan ftaaven) zich in het huuwlyk te begeven, of ten minften de Maatfehappy door zynen inleg in eene huuwlyks en uithuuwlykings kasfé eenigfints van nut zyn, daar hy dus op deeze wyze het zyne toebrengt om andere in ftaat te Hellen tot het voortbrengen dier vrugten, wei- fa)!. P. de Ludwig Diff. de Hagelftolztatu exide in Germania , Halee Vened. 1727. (!>) SchottELIUS A SingularibuS quibusdam Juribus Germanor. C. 1. WeR-NheRUS de Jure Hageftolziatus 1724. Willeb. Cburpfalz. Landes ordnung Tit. VIII. f. 52. Men vind plaatfenin Duitschland, alwaar iemand , die met zyn 25ftejaar geen Vrouw wil nemen, als moedwillig ongehuuwd verklaard , en welkers nalatenfchan voor vervallen verklaard word J.P.Kr eiN Dijfert. de Jure Hageftols, preiipw in ducam Cuelpberbyian» ffelmftaét 1727,  Staats heoeli ng. 175: welke hy door eigenzinnigheid der Maatfehappy Vanhïï onttrekt. °N°E- hüuwd Een diergelyke voorflag ftelde Plato voor: „ is "even ,, 'er iemand, zegt hy, in het Gemeenebest, die tot wae„ in zyn 35 Jaar ongehuuwd voortleeft, die zal des 1^LY" „ wegens tot lhaffe, zoo hy een Man van den eer„ ften rang is, Jaarlyks 100, van den tweeden 70, „ van den derden 60, van den vierden 30 dragmen „ betaalen O). " Men roemt nog de verdienden der beide Romeinfche Cenfores, Camillus en Postu» mius wegens de wederinvoering der goede orde onder de Mannen, en dat zy de moedwillig ongehuuwde ouden noodzaakten Jaarlyks het uxorium . waar van wy hier voorgelproken hebben op te brengen (Z>) : of, daar de opvoeding der vondelingen en fommiger onechte kinderen altoos ten laste der algemeene fchatkist komt, zoude men het voor geene onbillykheid kunnen houden, indien zodanige ongehuuwden met de onkosten van derzulker opvoeding belast wierden, en men dus ten koste van deeze klasfe van menfchen de rampen dier ellendelingen verlichtte, welker oorfprong en aanweezen hun menigwerf een geheim recht op zodanig een onderftand kan geeven : —. dus heeft de Vergadering van Maryland 1758, dewyl het aantal der Vondelingen daagiyks aangroeide, beflooten, 1 dat de ongehuuwde Manspcrfoonen over de 25 Jaaren ioud, gelyk meede de Weduwnaars van die Jaaren, - en daar over, en zonder kinderen zynde, en een verimogen van 100 pond St. bezittende, Jaarlyks 5 Sch. die (a) De Legib. L. VI. (b) Yaü-sk. Maximus Lib, II. C. 9»  17<5 Geneeskundige Van het die-300 pond St. bezat, 20 Scb. en zoo voort, tot onge- ,,11,/, , n hüuwd aerzelver onderhoud moeften opbrengen («). ' leeven der. vv-ae- c. vi. weldlyken. Hoe mm *n ^et Gemeenebest 30 Jaaren ongehuuwd zodanig bereikt had, moest gehouden zyn op eene daar toe een voor- , , , met beftemde plaats van zyne leevenswyze en andere om%Z'mo'cZ ftandigheden rekenfehap te geeven; daar en boven o»- zoude het nuttig zyn, zoo men van de ongetrouwden ten de Jongelingen van 25, en Meisjens van ao Jaaren zoudeLn- eene naauwkeurige lyst formeerde in elke plaats, op «en bren- welke de naamen , ouderdom, gezond geftel, ( of zy namentlyk blind , kreupel enz. of welgefchaapen waren) vermogen en gefchiktheid tot hec huuwlyk waren aangetekend. Zy, wien het beftier der Burgerlyke zaaken is toevertrouwd , moeften Jaarlyks deeze lysten met elkander vergclyken, om de vermogende moedwillig ongehuuwde (zoo hy niet door het onderhoud zyner bejaarde Ouderen of jongere Broeders of Zusters tot den echtelozen ftand genoodzaakt was, en deeze zyne pligten getrouwlyk waar nam), om deezen in dien opzigte nutteloozen Burger eene vast-» gefteide Jaarlykfche belasting op te leggen , waarvoor hy de vryheid zoude genieten, zyne anderfints voor de Maatfehappy dubbcld nadelige leevenswyze Verder voort te zetten («). S- vu. (O Sluttgartef Oeionomifcbe Juszuge I. B. 2 ft. S. 313, O) Interets de la Frame mdl eafeudus T. V. p. 416,  Staatsregeling. 177 c v T T VanmeI 3* VAX. ©NGE- huuwb Daar het der zwakkere Kunne niet vry ftaat haare ^CTEM keuze in het huuwlyk op te volgen, is dezelve waetot onze oplettendfte zorge dien aangaande gerech- kw.ly" ' tigd: het is onbegryplyk, dat men zich aan deeze Nood_ allernuttigfte medeleeden der famenleeving zoo weinig wendigé laat gelegen liggen; eene meenigte jonge, gezonde l°0TrZ°rS Boeren Meisjes treft men in byna elk dorp aan, wel- ^Tme^ït ke, ondanks haaren goeden wil, buiten haar fchuld by haare kommerh ke Ouderen verfmachten, en de gevaarlyke ftrikkcn, welke door den moedwillig ongehuuwden voor haare onfchuld gefpannen worden, door een' geftadige waakzaamheid ontwykcn ( a) , zonder dat men hier op bedagt zy, hoe men deeze Ouders verlichten, en hunne Dogters tot nuttiger Leden van den Staat maaken kan, daar men doch in den (a) Men denken/et, dat dit een platten Lande geen plaats heeft, ook daar bevinden zich vermogende ongehuuwde Jongelingen en Weduwnaars, die het twuwlyk, en niet de ontucht, fchuuwende hun werk maaken , deeze onnozele meisjes te verleiden; over het al emeen verdienen de vervolgincen, welke de vr.'liwélyke Sexe va-i den grooten , ongebonden' hoop der ongehuuwde Mannen te lyden heeft, onze ernftigite , opmerking. Je ne Scay, zegt Mo NT acne, ƒ lts exploiBs de Ctefar & d'Alcxandre furpaffent en rudeffe la rejolution d'une belle jeune f»mme nourrie a nojlre fa£on d la lumiere Sf cammerce du monde, battue de tant d'exemvles contraires & ft maintewant enüere au millicu de mille continitelles & fories pourfuites. II n'y a point de faire plus épinrux', qu'e/l eet non faire , n'y plus aalf, je trouve plus ayfé de porter une cuiraffe foute la vie, qu'un pucelage, & eft le vteu de la virginité l- plus noblc de tous les voeux, conimi eftant te plus cipres, diaboli virtas in lumbis ell dia Saint Jèrostne effais livre 3. p. 788. M  178 Geneeskundige Van het den Boerenftand de meefte Meisjes aantreft, welke HrXrwD door een gezond hghaamsgeftcl en arbeidzaame leederVE'V venswys gefchikt zyn, het Gemeenebest mét de gewae- zondfte Burgers te bevolken. Susmilch meende ken. dat op het platte Land de grootfte reden der fchaarfche bevolking deeze was, dat de Vrouvvsperfoonen aldaar te laat,- de meefte niet voor haar 30 jaar in het huuwlyk treeden («) j hoe (chaadlyk is het dus voor den Staat, wanneer in eik dorp zoo veel Meisjes ongehuuwd moeten fterven, daar het zeker is, dat zy zoo men haar met een gering onderftand geholpen had, nuttige en vrugtbaare Leden der famenleeving' ■ zouden geweest zyn. Men moest aan arme jonge Dochters of voor al aan jonge gezonde Weduwen, dewelke de Apostel het hertrouwen als zeer noodzakelyk aanbevolen heeft (Z>), aan alle ongehuuwde , met een gezond en veel belo-' vend lighaamsgeftel voorziene, Vrouvvsperfoonen, die van een goed .gedrag waren, uit de uithuuvvlykings . kasfe een zeker huuwlyksgoed mede geeven: meer vermogende Jongelingen, die de zodanige ten huuwlyk naa- (a) L. c. 1. Theit §. 253. Hier van moet men die gevaarlyke verlosGngen ten platten lande afleiden; a'les naar evenredigheid genomen zynde, verlosfen meer bejaarde Vrouwen altoos moeilyker dan jongere , haare lïghaamsdeelen verliezen derzelver rekbaarheid, en een gezonde fterke vrucht, gelyk op het Land meer dan in de Steden plaats heeft, overwind niet dan met de grootfte moeite deezen tegenftand , de zwaren arbeid der boeren meisjes bevorderd zelf voor deeze jaaren by hun deeze al te groote vastheid der deelen. (b~) Montanus verwierp het eerst onder de aloude Christenen het tweede huuwlyk, het welk Paulus echter had toegeftaan. Hl eronvmüs Ep. 54. ad Mai-tellin.  Staat sriEGEiii kg. 179 naamen, moest men eenige voorrechten, als hy voor-' V\nhet beeld: vryheid voor eenigen tyd van fommige lasten hctjwd enz. doen genieten, de bekisting, den moedwillig 011- der gehuuwden opgelegd, moest evenredig zyn aan de waedoor hem b zeteii nnddelen, om dus te kunnen toe- ^£LY~ reiken tot den ijoodwendigen onderlland van behoeftige Echtgenooten; het zoude dus ook een der menfchclykheid hoogst aangenaame dienst zyn, indien op. die pkutfen , ,al waar bet recht wegens de moedwillig ongehuuwden nog in gebruik is, deczuikcr ualatenfehapptn niet in de fchapkist der Regeering, maar in de huuwlyks kasfe wierden uitgeftort, en men dus uit hunne asfche nuttige Burgers voor bet Vaderland zag voortfnruiten , welke zy in hun leeven nimmer aan het zelve gefchonken hebben. \ §. 'VU I» . Indien zodanig een ongehuuwde zich zelven in zoo Demoed- yerre vergecten had, van een Meisje te verkragten: ^'fj'*"- zoo een moest ongelyk zwaarer eeftraft worden,dan moet D J P wegens een Jongeling , beneeden eb 25' Jaaren, en moestin ontucht eene boete ten yoordecic der huuwlyks kasfe veroordeelt worden, ten zy hy zich met de onteerde, of dit door woruen. omftandigheden onmogelyk zynde, met een ander in ,het huuwlyk wilde begeeven. Om het ongehuuwde leeven nog te meer van zyne. sanloklykheid te beroven, en de fmaak voor ongeregeldheden te beteugelen, moest een gehuuwde, andere omftandigheden gelyk ftaande, boven. een ongehuuwde , zelf fchoon hy eene ailerdeugdzaamfte leevenswyze hjeld, altoos den voorrang hebben,, en jon- ra,!g 'der ge Majmgn boyen ongehuuwden, .fchoon van gely- gJ^tuw' . M 2 ken  i?o Geneeskundige onge HET ken ranS' met eene vleijende onderfcheiding behandelt huuwd worden; dus ftaat in de meefte Ryksfteden den weff ï.eevkiv -r» • 11 i D£R ter Regeenng alleenlyk den gehuuwden open, in RtLDLY- ZwitIèrland zYn de ongehuuwden van verfcheiden ken. openüyke eerambten uitgefloten, en het is zeer billyk, voor al in vrye Gemeenebesten, dat men dezelve niet toebetrouvvd aan hen , die zich door geen naderen band, ten minfte niet dan door eene deugdzame onbeiprooken leevenswyze met hun Vaderland willen verbinden. S- i x. «t°n Z?ude het niet een heilzaam middel zyn, om ten ke met in mmlten voor het grootfte gedeelte de zoo fterk infiaat zyn kruipende ongeregeldheden te beteugelen, wanneer TalThun- "Kri in diü laijden en fteden> waar in de Manspermen rang loonen , zich in grooten getale buiten ftaat bevindenZdlriZ- de een huisgezin te onderhouden, hunne driften den tr nogte'r t£Hgel Viere" ' 01 d°01" m^ huMe geZOnd- beyorde- heid en welvaart in het verderf ftorten , zoude men bulwH- °P zulke P^atfen niet eene inrichting kunnen vast tZnZ'"g ftdlen : dat elk een van eenen voornaamen en aanziezyn- lyken rang, die zich zoo wel buiten ftaat bevind om na dien rang een Vrouw en Huisgezin te kunnen in ftand houden, als hy zich onvermogend vind om op den duur in onthouding te leeven, en zich dus met een Vrouw van geringen afkomst verbond, dat zoo iemand wel onherroeplyk en volgens de gewoone godlyke en menschlyke wetten aan haar verbonden was, maar dat echter zynoch haare kinderen zonder een byzonder verlof haares Gemaals en zyner Bloedverwanten zich van de Familienaam en Wapen zouden mogen bedienen, noch ooit, ten zy by uitfterving van het  Staatsregeling. 181 het geflacht, op het Adelyke Familiegoed eenigen Van Het aanfpraak maaken? ggj*^ Waarom zoude dit eenen IVTan van minder aanzien- geeven iyken Itand en gering inkomen niet zoo wel vry waeftaan, als het eenen van hoogeren rang, een der voor- S°LY" naamftegrooten, gcöorloft is , zich zonder noodzaak, zonder vermindering zyner hooge waardigheid in alle betaamlykheid met een Vrouw van geringen afkomst te verbinden, welke op zyne aanhoudende genegenheid en een voor haar en haar kinderen toereikend inkomen een onbetwistbaar recht heeft, zonder echter in zodanige gezelfchappen te verfchynen, cn zulke voorrechten te genieten, als waar toe de rang door haaren Gemaal bekleed, haar anderfints recht zoude geeven Qa~), een Vrouw, die dus op eeneonlaakbaare wy- (a) Met groot genoegen vond ik, na de uivoering van dit myn ontwerp, eene aanmerking van de Heer Batjmann, in het Werk van Susmilch III. Deel. p. 204. welke met myn gevoelen zoo wel inftemt. Hy zegt, dat de toeneemende weelde onder de Grooten het houden van Byzitten en Maitresfen heeft doen toeneemen ; het kwaad voorbeeld hier door aan den gemeenen man gegeven , die doch altoos een navolger der grooten is , ja zelf fomtyds veel verder gaat, doet den Staat een oneindig nadeel; zoo men dit konde uit den weg ruimen, zoude het een groote flap ter verbetering der zeden zyn; hier toe zoude het beste , zekerfle middel zyn de ongelyke huuwlyken der aanzienlyke en adelyke perfoonen te begunfligen; deeze huuwlyken , waarin de Vrouw volgens beding, geen rang nevens haar gemaal heeft, waarin de kinderen niet volgens het aanzien hunnes vaders, maar tot handwerkslieden en andere nuttige leden van den Staat worden opgevoed ; deeze huuwlyken llryden noch tegen de eerbaarheid , noch tegen de regelen des Christendoms; de Voortteeling en opvoeding der kinderen, onderlinge hulp en M 3 ech-  I $ 3 ({ENEïSKUNDIOf .Van-het wyze de oocmeiken der rwtujKH helpt bevórderen l ijiiüwD: n-jeit veele en dringende redenen om bet welzyn van LEEVEN .... i>fs ....... den WAE- ". RELDLt- — ', T' ' 1 ___ . KEN. . echtelyke trouwe maakt het wezen des huuwlyks uit; of de Vrouw en kinderen in den rang cn het vermogen des vaders komen, dan niet, zyn flegts b'afgërïyké inzettingen, die niet tot het weezen van dén echt behoóren , in veele gévallen zyn zodanig huuwlyken nuttig en nodig.- By voorbeeld, een man van voornaam, of middelbaaren rang met een gering in-koomen blyft ongehuuwd; hy mort zicli , dewyl hy geen, vrouw erl huisgezin nazyn'en rang kan onderhouden, van een beftierfter zyner huishouding voorzien , géefc dit-geen aanloklyke gelegenheid tot hoerery , kunnen hief door geen kinderen verwekt worden, wier noodlot zeer wisfelvallig is , daar het immers den man vryftaat zyn huishoudfter weg te zend en? of iemand van adel of amzien, heeft het ongeluk vroeg wecluwnaar te worden en onopgevoede kinderen te hebben -, hier . toe is zyn vermogen wel toereikend , maar_ hy moet echter een vrouw hebben die hem hier in de behulpzame hand bied , zal hy een Vrouw Van zyn rang nemen , zoo hy die-al vinden kon, en hier door zyn huisgezin met meerder-kinderen vail ^en zelfden rang vermeerderen , dit laivt hem zyn inkomeri niet toe; bok zal zoo een vrouw nïisfehien dé behoorlyke zorge voor zyne kinderen vin het eerfte bed niet hebben, hy 'kieze dus Uit perfoonen van geringer ftaat een vrouw uit, die met zyrié oogmerken het best overeenkomt;' hy maake haar zyne Wettige huisvrouw, en betrouwe haarde opvoeding zyner kinderen; de kinderen van dit tweede bed kunnen in minder ftaat opgevoed worden; wat de vrouw aangaat, zy 'daild idoor- dit huuwlyk'niet beneeden haaren ftand; haare kinderen, fchoon niet volgens haares vaders rang opgevoed; worden echter nuttige Leden der Maaifehappy. Zy kan ver' mits haar wettig huuwlyk niet als een Maitres verftooten Worden', en blyft t»t een. toereikend onderhoud ■ voor haat en haarè kinderen gerechtigd, — dus word het hóuden van Makresfen en Byzittcn verhindert, en het ergerlyke voorbeeld voor den gemeenen man weggenomen; mèn werpt hier te^ gen, dat fomwylen het vérlof toa .zoo een. ongelyk huuwlyk "*:apI c. \ „ . baï-1 ■  Staatsregeling. 183 den zoo \ narnuv met haar verbonden Man te bewaren Van ijkt , . , , u- onge- en te bevorderen, cn zich wel zorgvuldig te wag- Wlmn ■ten , van, duor eenen onkuisfeheu omgang met an- "E"EN dere dikwerf be-fmette Mansperfoonen, hem tot na- wae-. deel van haar cn haare kinderen, die zy zich nu niet i^LY" Ichaamen kan voortgebragt te hebben , te bederven: deeze redenen kunnen voor eene byzit niet zeer driugende zyn; alle haare handelingen worden beftuurd door eigenbelang en onmatige bebzugt, haar geluk vestigd zy op den ondergang haares in gezondheid ca vermogen uitgeputte minnaars, (die zich morgen veciligt in de armen eener andere lichtekooi geheel zal bederven) zonder de mildheid van andere zelf onbekende Lichtmisfen af te flaan, totdat zyzich, bui-, ten wceten van haaren eerften Minnaar, eene alicrfchaudeiykfte kwaal heeft op den hals gehaald. Ik ft.mme voorzeker toe, dat het eenen tederhartjgen en weldenkenden Vader fmerten moet, wanneer hy zyne kinderen uit een' zoo ongelyke verbindtenis gefprooten, in eenen vernederden ftand geplaatst ziet, wanneer hy eene geliefde cn getrouwe licht genoote van zyne zyde gefcheiden en uit alle gezelfchappen gc- bar,- buiten noodzaak zoude gevraagd en misbruikt worden j dit zoude door een voorgaand behoorlyk onderzoek voorgekomen kunnen worden, en gelteld.zynde.dat hier door eenig misbruik plaats hadde, dit zoude Hechts de rechten van byzondere perfenen krenken, én niet, even als door het houden van byzitten géfchied, de rechten der menschheid en de welvaard van den Staat in gevaar brengen ; het is beter by hun die onvermogend zyn na hunnen rang te trouwen een ongelyk huuwlyk , en de hieruit ontflaande zwarigheid té dulden, zoo men maar hier door het groote doeleinde , der ondeugd een perk te Hellen, kon bereiken. M 4  184 Geneeskundige bannen ziet. ü— Maar wanneer men bedenkt, dat Muuwa het geluk der menfchen zich niet tot een hoogen rang lmm h'paalt; dat geen ftand op zich zelf befchouwd, iets ontösrends heQÏZ ■> dzt een Vader dikwerf ten onrcgte S*sr. ■ wenscht, dat zyn Zoon, fchoon met minder bekwaamheden begaaft, zyne ambten bekleed; dat het Veel gemaklykn- is zyne kinderen met geringer vermogen in eenen nederigen ftaat gelukkig te maaken, daar doch een aanzienlyke vermoogen niet toereik ,-nd is, om aan veele kinderen eenen luifterrykcn ftand te bezorgen; dat men by zynen Zoon de begeerte om zich boven zynen nederigen ftaat te verheffen, niet uitblust, om dat zyn Vader niet vermogend was hem uit een luifterryker huuwlyk voort te teelen; dat het elk een vry ftaat zyn deugdzaamfle verdienstlykfte kinderen, of zoo eenige verbetering zynes inkomens hem dit toelaat, hen alle met zyn naam , waardigheden en bezittingen te begunftigen,— alle vooroordeelen, welke zich hier tegen op werpen, zal hy zeer gemaklyk overwinnen, die gaarne den aanwinst van Jnwooners voor den Staat befchouwde, die de ongeregeldheden der Mannen gaarne beteugeld, en de eerlievende Meisjens met Mannen voorzien zag, die gaarne in plaats van den aanwas der ontugt en hoerery, gevolgen van het ongehuuwde leeven, en invreetende kankers voor de Maatfehappy, de goede zeden de overhand zag neemen, zoo iemand zal lichtelyk mï) 'jj gZ'f""^ 'hiervan is het ook, dat men thans den zulken, die in den Oos'xnrykfchen of Pruififchen Krygsdienst zich in het huuwlyk willen begeeven (c), geen of ten, nïin- (a) L. Regl. voor de Ruitery Art. 4. 3. (£) Dc Re al zegt „ een Soldaat is met den kryg ge„ huuwd , en alle Krygskundige (voorzeker niet de dappere „ gehuuwde Mannen) komen hier in overeen , dat een onge3J trouwd Soldaat beter vegt dan een gehuuwd, Science da j, Gouvernement vol 6." doch dit al toegeftaan zynde, zoo is echter ook dit waar, dat 'er tien fehandelyke Deferteurs onder de ongehuuwden zullen zyn tegen één onder de getrouwde , en dat, het welk de vreeze voor fchande of dood niet verhinderen kan, word door de verbintenis aan vrouw en kinderen ligtelyk voorgekoomen Journal Encycl. Janv.1766. p. 9. (c) Het is eene federd lang bewezen waarheid , dat het geluk der maatfehappy grootendeels in de menigte van deszelfs leeden beftaat, en men dus de huuwlyken der Inwooners zoo Teel men kan moet t>egunfi;igen. Dit  192 Geneesktjnbigi Vanhet minfte zeer geringe zvvaarigheden in den weg lest i ONOIi- huuwd en dat eik Keizerlyk Werf- Üilicier de vryheid heeft , leeven der wan- krygs- lieden, ~~~ — — Dit befchouwde de tegenwoordige Koning van Pruisfen in ayne wyze enloflyke inrichtingen, volgens welke hy de huuwlyken zyner Soldaten toeftaat; alleenlyk de vreemden onder hen, van welke men zich door hunne huuwlyken met dogters der Inboorlingen het best verzekerd , móeten voor deri trouwbrief een kleinigheid betaalen; de overigen geheel niets, hen word alleenlyk aangezegd, dat men by elke Compagnie flegts y of 6 Vrouwen , of zoo veel als "er tot het wasfehen en diergelyke dienften veresicht worden, mede té velde zal nemen, welke de Overfte van elke Compagnie hier toe benoemen zal; de andere moeten, of in haare eigene of andere door de Overigheid hier toe gefchikte wooningen terug blyven; hier door voorkomt men die ongeregeldheden, welke men in de Engellche en Hollandfche I.eegers befpeurd, waarin byna zoo veel vrouwen a's mannen zyn, en men verkrygt hier door een groot nut; men bekomt hier door ongemerkt , als het waare eene nieuwe Armée van Soldaten Kinderen , die de kostbaare wervingen van vreemden veel verminderd , de getrouwde Soldaten moeten ter onderhouding hunnes huisgezin* zich met vlyt op allerhande handwerken toeleggen , en dus word van onder hun de ledigheid verbannen, de oniugt en deszelfs zondige en fohadelyke gevolgen worden hier door voorgekomen, en daar en tegen het land door gefchikte verbintenisfen fterk bovolkt, het welk des te noodzaakelykcr is hoe uitgebreider het zelve is, en hoe minder het wegens de in zwang zynde Cantonswervingen of I'resfmger. de vreemden ter inwooning aanlokt. Daar en boven op dac men door deeze bevolking niet flegts geheel ruwe en onbefchaafde Inwooners aanwïnne , zoo is hier by eene allervoortreflykfte inrichting gevoegd, dat ramentlyk elk Regiment zyne eigen Schoole , en eene ónder het opzigt de» Veldpredikers ftaande Scho Imeefter voor Soldaten Kinderen heeft, en daar fommige Officieren uit fchandelvk eigenbelang nalaatig geweest waren , dit Koniriglyk verlof bekénd te maaken, zoo moet het gelye op zekere tyden ppentlyk worden? af- 1  Staatsregeling. 193 wanneer hy een wel gemaakt jong kaerel bekomen Vanhk* j - , 1 onöe- kan, die gehuuwd is, of op geen ander voorwaarde mvwa dan van te mogen trouwen, dienst wil neemen* dit ^EN, beding met hem aan te gaans krygs- Voor de Keizerlyke Onderdaancn is in Oftober 1779. een bevel afgekondigd, waar in onder anderen geboden word: ,, het huuwlyk dier Vrouwen, die hier „ toe verlof bekomen hebben, na behoorlyke aanmel- . „ ding by het Regiment, niet te beletten, mits dat „ het geen fchandelyk berugte Perfoonen zyn , en zy „ tevens van de Huishoudlyke Regeering of de Over$ heid haarer plaatfe een getuigfchrift inleveren, dat „ zy zich verbonden hebben , by geen gelegenheid . h by het Regiment te zullen komen, noch het zelve „ ten laste te zullen worden. " Eik Boer, die in de Oostenrykfche Landen een Soldaaten kind tot zyrt 14 Jaar opvoed, geniet uit de opentlyke fchatkist Jaar- • lyks een belooning van vyftien guldens, en nog in' onze dagen heeft men te Antweipen een fchool voor Soldaaten kinderen geftigt (a): de voornaamfte tegenwerping, welke de Overheid hier tegen in brengt, is, het moeilyk onderhoud der Soldaaten Weduwen; hier om moeten thans de Oostenrykfche Officieren en Ge- afgeleezen, én hier door dit Koriinglyk bevel alom worden bekend gemaakt, M-0 ser gemengde Aanmerk, vit de Gefcbie- denisfen , Stacusregten , Zedekmde en fraaije Weïenféappen, Volgens de openlyke nieuwstydingen , is door zyn Pruisfifche Ma- jeileit py den aanvang van den laatflen Oorlog aan elke Soldaten Vrouw die niet in de Cafernen wpdnde , voer Quar- :tiergeld 6 gr. voor broodgeld S gr. en voor elk kind 4 gr. iïnaandelyks te betaalen , toegeftaan. (a)l. i, ae noiiENTKii. lib. de Pefitia C. T. $. XT P, N  104 Ge nee s kundigs indien de eerstgemelde van het Hof,'de nuuwa laatstgenoemde van het Regiment, verlof tot trouwen DEiT^- wiI!cn hekomen, aantoonen , dat zy een zeker betaamkrtow ]yk onderhoud voor hunne Weduwen kunnen nalaaten, niet door word het Hof tegen de overmydlyke noodzakelykheid, van aan dezelve pennoenen te moeten toeftaan, beveiligd. v.-§■ v 11 i. \ [ ■ De enge- Hoe het ook met de middelen ter begunftiging van 'jia"aldlder de huuwlyken der Soldaaten geleegen zy, zoo achte t°effta"n- ik dezeIvedoch het eenfigfte middel te zyn om de onleiding m betaamlyke buitenfpoorigheden, door de bezettingen ilortpitt in de Steden gepleegd, op het .kragtigst tegen te *** der gaan, en hier door ook de venerifche ziekten mer- venus- ... , ziekte. kelyk te verminderen; eene verbetering niet flechts voor deeze klasfe, maar zelf vuor het menschdom in het algemeen allerwenfchelykst, en om welk heilryk oogmerk te verkrygen alle' Menfchenvrienden. moeten famenfpannen. Daar het nu niet tc verwagten is , dat een zoo groot aantal gezonde Mannen, die zich zelve geen vrywillige gelofte van kuischheid hebben opgelegd, in weerwil hunner natuurlyke driften, eene geftrenge onthouding van de andere Kunne zullen in ' acht neemen,-zoo is het zeker, dat men door hettoeftaan van hunne huuwlyken, ter bevordering der goede zeden, meer zal uitwerken, dan door de ftrengfte beveelen ter uitroejing^der ontucht en verbanning der. hoeren, die doch door haare liefhebbers gemajdyk Wederom gevonden worden : zelf de ftraf door Keizer Fredwik den Eerften, dat men haar den neus zou-  Staatsregeling. 19J Zoude affnyden O),- hier op gezet, konden haar Van-he» niet van onder de Soldaaten verbannen (*). huuwh. ILt is voor den 'waaren Menfcheuvriend ten hoog- 0'fRvtN ften fmerteiyk, het oog te laaten gaan over de ver- krtusvv ).eftingen, w-lke deeze gedwongen ongehuuwden ftaat in zyy Vaderland verooizaakt; rondom de Steden , waar in fterke bezettingen liggen, welke ter onderhouding hunner ge zondheid de vryheid genieten , om op het omliggend platte Land de vrye lugt te fcheppen, rondom deeze Steden verfprciden zich, zoo ver dit verlof zich uitftr.kke, kwaaien, welke aan het landleeven geheel vreemd zyn; de ongelukkige Meisjes vallen wel dra eene verichriklyke befmetting ten prooye, trouwende, brengen zy devze kwaaien hunne Mannen ten huuwlyk, en planten dus het vergif voort, onder dat foort van menfchen, welker gezonde afftammelingen het verlies der Stedelingen vergoeden moest; dus heeft elke talryke bezetting haare venerieke dampkring, die, naar evenredigheid van de grootte des lighaams, waar uit dezelve voort* fpruit, zich meer en meer uitbreid, en der goede zeden zoo wel als der gezondheid hoogst nadec- "* lig word. De kinderen, welke htt ongeluk hebbèn in deeze cntugt te worden voortgeteeld, dragen het vergif hunner Ouderen in hunne aders om ; zy fterven zeer. ' ' ' . vroegt 1 ( d te verzekeren; zoude het derhalven niet billyk zyn uit der td^ rT achtin^alle ftanden aar, elanden Z t"? hUW,'g Zyn' dSt men hun • d!e ^er in den bargerflandterug keerden, een foortgelyk onderzoek deed ondergaan, eer hun verlof wierd toegeftaan? . . . Voorteker » een gewondheids-pas voor hen, die uit befmette plaatfen Jornen nlet noodzsakelyker , dan dezelve zyn zoude voor een l' f T 7™ maatfdlaPP/ 'erug keeren , aan dewelke S e eene , ert de iVnandefyküe. «ie-ate eene galanterie geworden is.  Staatsregeling. 197 maakt hem vlytig en arbeidzaam , en dempt dus eene Van het zeer vermogende bron van veclerley kwaaien O); hhuwd het zuipen , by lieden van deeze klasfe zeer algemeen , *™VEN word bier door voorgekomen, daar zy hunne leening krvgsen verdere verdienften tot nodiger uitgaaven moeten UEDm hefteden; gehuuwden geeven zich aan de dolheid der tvveegevcgten niet ligt over, hunne tederheid 'voor de hunnen doed hen by tyds de gevolgen deezer, byzonder by de Franfche Troupen, zoo algemeene onbezonnenheid ryplyk overweegen, en in het algemeen is deeze ftelling gegrond, dat een gehuuwd Soldaat de plichten der menschheid beter kend, en zoo wel in Oorlog als in Vreede, zich aan minder ongebon; dmheid fchuldig maakt, dan een losbandig Jongeling, die zyne alles overweldigende driften tot richtfnoeren zyner daaden maakt, en zich door dezelve in meenigcrlcy den gehuuwden onbekende dwaalweegen laat voortfleepen. Ik gceve nu deeze myne bedenkingen ter nader bcfebouwing over aan Mannen van dieper doorzigt, om de bygebragte natuurlyke voordeden, welke den gehuuwden ftaat der Krygslieden verzeilen , te vergelyken , deszelfs ftaatkundige mogelykheid in te zien, of men zonder nadeel voor de Nakomelingfchap een zoo aanzLnlyk cn van tyd tot tyd aanwasfend ge- Qa) Susmilch zegt: ik heb hier van in dien tyd, toen ik als Veldprediker by de Armée geftaan heb , zeer veel voorbeelden gezien, dat de ongeregeldfte menfchen, zoo dra zy gehuuwd waren, verbeterd, braave lieden ea goede Soldaten geworden zyn , daar zy te voren door hunne liederlykheid en onkuïschheid hunnen Officieren het grootfte verdriet veroorzaakten, Goltl. Ordn. L 2b. 238. S. 453. N 3  ïp§: .Geneeskundige JgeHET geta' Va" menfche"> tot eene der natuur zoo weder* huuwd ltretvende leevenswyze verbind--n kan (*) leeven • 'KJ' der KRVGIÏ ~ - " — . Heden-, (*) Het voordeel, het welk de algemeene bevolking, de gezondheid en goede zeden hier by genieten zoudenwanneer men h t huuwlyk onder de Krygslieden op alle mogelyke wyzen trachtte te bevorderen dit voordeel zoude voorzeker allérgewigtigsè, en vooral in c'ie landen, alwaar geftad g eene tahyke leegermagt op de been word gehouden allerwe, fchelykst zyn j — ook dit ons Vaderland zoude h er van die gewenschte vruchten ondervinden , die door onzen Schryver in dit Hoofddeel als gevolgen van het huuwlyk onder den Militairen ftand , met zoo veel regt zyn opgenoemd, — ma:r, meer dan eene gewigtige tegenbedenking word hier tegen irgebragt; men erkent wel dat, indien het huuwlyk onder de Soldaten alge-eener was, men voor zoo vee! defertie met zoude te vrezen hebben , dat het een kragtig middel zome zyn om de ongebonden zeeden dier klasfe van rrenrchen op het kragtigst te beteugelen , dat menig inboorling hier door aan den Staat zoude gefchonken worden, maar hoe zal de Soldaat, die van zyn fober inkomen naauvvlyks aelfs het nodige geniet, voor het oude.houd van een aanwaste^ huisgezin kunnen zorgen? zal het rantal van arme Sol daten-Weduwen en Kinieren niet eene ailerdrnkk.ndfte last Voor de armenkasfe in veele S:eden worden? en hoe moeiIyk zal het voor d.:n Soldaat zelve zyn, om by de Peduurige Guarnifoensverwisre>ïngen met vrouw en kinderende ver huizen, dikwerf van het eene einde der Republyk naar het andere? deeze beder.kinpen zyn in waarheid niet ongegrond echter zoo my veorkomt niet oncplcslyk. Het is waar zoo lang men het ter bereiking van ihWche heerschzugti^e oogmerken nuttig oordeelt den Soldaat en den Buraer zoo veel mogelvk van elkander te vervreemden, en hiertoe deRegimenten geduurig van de eene Stad naar de andere verlegt, zoo ang kan het huuwlyk voor den Militairen ftand niet anders dan een last zyn, -— maar wanneer men den Krygsman gewerd den Purger a's zynen Lands- en Stadsgenoot, als leden ééncr rraafchapry, in wc'ker welvaard zy beiden een gelyk belang hebben te befcheuwen, als men hem eerbied  Staatsregeling." 199' bied voor zynen Regenten , liefde voor zyn Vaderland en VaN'HET Medeburgers inboezemd, zullen weldra de meefte zoo niet 0NGEalle zwarigheeden, welke men tegen het huuwlyk der Solda- ,,fEVEN ten oppert, als in rook verdwyr.en. Hier toe fcbaffe men die dfr nodclooze,en zoo wel voor Officier als Soldaat, zoo aller- ^.^.^ fchadelykfle Guarnlfoens verwisfelingen geheel af, men plaatfe in elke Stad , zulke en zoo veele bezettelingen als haare ligging en andere omflandigheeden vereifchen , en doe dezelve nimmer, ten zy in de uiterfte noodzakelykheid, tot eene andere Stad overgaan; dus zal hy in zoo eene beftendige woonplaatfe als het ware wortels fchieten , en zyn lighaamsgeftel zal zich aan die luchtftreek gewennen : welk een aantal van flagtoffers zyn niet jaarlyks de prooi eener voor hun doodlyke dampkring daar zy plotslyk van eene hooge drooge landflreek op eene moerasfige of met zeedampen befmette grond verplaatst worden , een grond die echter voor deszelfs inboorlingen niets fchadelyks heeft; hy zal een voordeeüger beftaan zelf in de duurfle Steden kannen genieten, daar hy nu van een duurzaam verblyf verzekert, tot het beoeffenen van een handwerk, welkers winften aan de duurte der woonplaatfe doorgaans geëvenredigt zyn, vaste verbintenisfen kan aangaan; dus zal hy in ftaat worden gefield om een vrouw en huisgezin te onderhouden, en dit zal de pligt eener menschen Vaderlandlievende Overheid zyn zso veel mogelyk te bevorderen; zyne familie betrekkingen in zoo eene Stad zullen hem het leeven veraangcnaamen, de vaderlyke zorg zal hem van alle buitenfpoorigheden afhouden; aan de plaats zyner wooning door zulke tedere banden vastgehegd , zal nimmer zyn naam op den fchandelyken lyst der Deferteut* gebrandmerkt ftaan, en met welk eenen heldenmoed zal hy ftryden voor dat land , en die Stad , waar aan hy nu zoo naauw verbonden is , die hy nu niet meer als een blooten huurling, maar als een Vaderland en Vryheidlievcnd Burger, als een berfchermer van gaie en kroost met zynen dapperen arm verdeèdigt, — zyne nagclate Weduwe , zyne hulplooae Weezen zullen veel gemaklyker hun onderhoud, zonder, onderfteuning der armen - kasfe , vinden in eene plaats, alwaar zy en haar man jaaren herwaards gewoond hebben, waar haare kinderen geboren zyn , en zy zich midden onder haare bloedverwanten bevind, dan in eene Stad, alwaar zy ingevolge eener Guarnjfoens- verwisfelings flegts kortlings N 4 svas  iqa Geneeskundige Yan het was aangekomen, en zonder eenige betrekking van. elk ees ' huuwd al3 Cene onbckende afgewezen hulploos heen zwerft, en einleeven delyk tot de armen - kasfe haarer geboorte - ftad den toevlugt eer moet nemén. Indien het huuwlyk de Soldaten in het alge- ïjeden. ™een toeSe'rcaan wierd, het aantal van zodanige Weduwen en. Weezenzoude zeker in Oorlo.ijstyden aanmerkelyk vermeerderen , en derzelver onderhoud tot een merkélyk bezwaar, voor veele Steden zyn, maar dan zal de medogende Nederlander zyne weldoende hand mildadiglyk openen , cn, kan men te', hun onde:fleumng geen andere middelen beraamen, zyn menschlievend hart word door de traanen der ellendige^ ligtelyk vermurwd, blymoedig zal hy zyne beurs openen ten behoeven van Weduwen en Weezen , wier mannen en Vaders in de verdediging van Haardfteeden en Altaren pp het bed yan per gefneuvelt zyn. Dus komt het my voor deeze tegenwerpingen zoo niet geheel opgelost, ten minfte merkélyk ontzenuwd te hebben, en zoo 'er zich tegens het huuwlyk der Soldaten , en de beftendigheid der Guarnifoenen , waarin wy echter de voetftappen van den onlangs overledenen Oorlogskundigen F redeRik zouden drukken, nog eenige zwarigheden by den doorzigtigen Staatsman opdoen\ hy yergeiyke die alsdan, met ter zyde fteliing yan alle eigenbelang, en Vorflen - gunst', met die voordeden, welke hier uit voorde Maatfehappy, he't Vaderland en Krygsweezen der Republiek voorzeker zoude voortIprmten , en beflisfe, zoo deeze belangryke zaak immer een poma van deliberatie in onze Souveraine Vergaderingen mogt uitmaaken , als in de tegenwoordigheid van een Alweetend! «n Regtvaardig Opperwezen. Vertaaler» TWEE-  Staatsregeling. aoi TWEEDE AFDEELING. EERSTE HOOFDDEEL. VAN DE TE VROEGE HUUWLYKEN. Eft in jfu vencis, eft in equis pat rum Virtus, Ho RA Tl us. s. I. D e Bepaaling van den ouderdom, waar in men het Algemtrhuuwlyk den jonge lieden kan toeftaan, was ten allen "^„^f^" tyde voor eiken Wetgever van zeer groot gewigt, tn Huuw'er is geene befchaafde Natie, welkers wetten hier jaaren, toe niet eenen zekeren ouderdom des menfchelyken leevens bepaalcn, heneden de welke men het ongeoorloofd reekend , zich 'met de voortplanting zyns gellachts in te laaten. Jammer is het, dat de zorge voor de gezondheid der Inwooners niet altoos het hoofdoogmerk deezer bepaaling geweest is, en dat men by dezelve niet dan alleen met Huishoudelykc of* Zeedekundigc Grondbeginfclcn te raade is gegaan. IL Ter ecre der vroegere Eeuwen moet men zeggen, ïn vorige dat de te dier tyden deswegens vastgeftelde Wetten, N 5 in  2ö2 Geneeskundige tIav1oe- in vei'Sdyking VW die der jongere gcflachten zeer ge huw- volkomen, allervoortreflykst, en niet zonder de menlyken. fcrjelyke, natuur raad te plcegen ,-gegeeven waren. m™ÏZ- 'Tedier lyde wierd het huuwlyk, voor'al den ter aan- Mannen, veel laater toegeftaan dan daar na; niet gegaan. gciyk gtjffon (om de mogelykheid van de hoo-" ger ouderdom der eerfte menfchen natuurkundig te betoogen ) geloofde, wegens hunne laater huuwbaarheid , die hy ten gevalle zyner onderftelling op het 120, 130 Jaar field, welke ouderdom met de opgegeevcn ouderdom van 910 Jaaren in dezelfde betrekking ftaat, als ons 14 tot het 98 (V); doch het waren vermoedelyk geheel andere oorzaaken, welke het vermoogen ter voortteeling in die tyden eenigfints terug hielden ; want offchoon derzelver ontwikkeling in geen der vroegfte Eeuwen zoo lang fchynt vertraagd te zyn; zoo is het echter blykbaar, dat de natuur niet allen het zelfde perk gefield heeft, maar zich in deezen opzigte by beide de Kunnen grootendeels naar de verfchrllende luchtftreeken en opvoeding fciiikt. „ De Huuwbaarheid, zegt Rousseatj, en het „ vermogen ter voortteeling, ontwikkeld zich by be,, fchaafde Volken veel fpoediger, dan by de Wilden ,, en onnozelen; dé kinderen zyn ongemeen fnedig „ om de onder het apenfpel der befchaafdheid ver,, momde kwaade zeden te ontdekken, de verbloem„ de fpreekwyzen, waar meede men hen tracht "te „ paaijen , de vermaaningen tot eerbaarheid, de flui„ jer der geheimhouding, waar meede men hen de „ oogen Hijioire Natnrelle torn. q.p. 360.  Staatsregeling. 203 oogen poogt te verblinden', dit alles zyn even zoo Van de „ veele aanfpooringen voor hunne nieuwsgierigheid; ge huw„ de werkingen der natuur gaan altoos langzaam LYKEN„ voort, die der menfchen zyn doorgaans te vroeg,, tydig, in het eerfte geval wekken de zinnen de „ verbeeldingskragt, in het tweede, de verbeelding „ de zinnen op; zy fpoort hen aan tot die ontydige werkzaamheid, van de welke men niet anders ver„ wagten kan, dan eene uitputting van enkele men„ fchen, die eindlyk de verzwakking van het gan„ fche geflacht ten gevolge heeft (a). " §. HL Dit was de reeden van der ouden laater huuwly- Men ken, en 'er is geen Wysgeer, geen Wetgeever on- J0eor ze'er der hen, die niet op het in acht neemen van dit ge- ™»dzaakbruik heeft aangedrongen. —— Lycurgus verbood den Mannen zich voor hun 37 Jaar in den Echt te begeeven; de Meisjes echter, op dat zy zich te beter aan de leevenswyze haarer Mannen zouden gewennen , beval hy in haar 17 Jaar uit te trouwen; het oogmerk hier van was hoofdzakelyk, de voortteeling van gezonder en flerkcr Inwooners, want voegt Xenophon 'er by : „ hy beval, dat de „ huuwlyken na volwasfen ryphëid en fterkte des ,, lighaams voltrokken zouden woiden, om dat by „ dit van de grootfte nuttigheid in de voortteeling „ van kinderen achtte (Z>). " Plutarchus geeft Ca) Disciursfar [Origine de Vlvégatité parmi lts bommts. (b) RefpMica Laeaeietaan.  ac>4 Geneeskundige van ïje geeft nog verder eene verkïaaring van deeze Spartaan- Te VROE- r u tt 1' i . ge HUW- ïcne r-iuuvviykswet: „ op dat namen tlyk, zcgthy, ï*yk£n. J3 deeze verbindtenis, als waar toe ons de natuur „ Zelve aandryft, eene bron van liefde en genegenheid „ en geenfints van haat en vreeze zy, en de lighaa,, men der Vrouwen tot de zwangerheid voorbereid ,, wierden, als waar toe het huuwlyk word aange„ gaan O). " Aristoteles wilde, dat de Man no Jaaren ouder zoude zyn dan de Vrouw, op dat zy dus te gelyk zouden ophouden kinderen te teelen Plato drukt zichten deezen opzigtc aldus uit: „ Befchouwd gy niet by de Vrouw het „ 20, by den Man het 30 Jaar, als den bloei des „ inenschlyken leevens, als de beste tyd ter voort- ,, teeling?. Wat moet men dienvolgens vast ,, ftellen? dat de Vrouwen van haar 20 tot haar 40 „ Jaar, de Mannen van hun 30 tot hun 55 Jaar, „ zich ten nutte der Maatfehappy, der voortteeling ,, toewyen ; in deezen ouderdom paaren zich lig„ haamskragten en zielsvermoogens faamen —- in,, dien ouder of jonger onderneemen wilden, zich ,, hier meede beezig te houden, hunne onderneeming „ moet voor onwettig en fchandelyk gehouden wor„ den; het kind van zoo een volgens de wet onry„ pen Vader, offchoon uit eene huuvvbaare Moeder „geteeld, zal eenen fchandylek aaukleeven, men „ zal het zelve als een qnëerlyken baftaard hou„ den (c). " Even -) Macro bi üs Saturnal. L. VIII. C. 7. (O Heineccius beweerde' ten onregte-, dat de befchouwing der fchaamdeelen ter beöordeeling der Huuwbaarheid in foro Romano niet gebruiklyk was, daar doch Justinianus dezelve door eene plegtige wet afgefchaft heeft /. uit. e. quando tut effe dec. J. G. Heineccii Antiq. Rom.~ Jurispr. illuftrantiam Syntagma Tit. XXII. Lib. 1. Het is echter niet onwaar- fchyn-  Sta atsregeling. 207 len als onbetaamlyk en onvoldoende, weder Verwor- Van de . ^ n 'te vub. pen is (a). he «uw- §. V. Ï.ykkn. Offchoon beide deeze bepaalingen nog door kter Men jlond wetten bevestigd zyn (Z<), zoo vinde ik echter geen evcrh0'^er wet , welke eenen vroegeren Echt daadlyk verbied, buuwiykt» Justinianus verbood flechts den ongehuuwde 'Mannen eene byzit te houden", die beneeden de 12, Jaaren was (c); en, dewyl een Jongeling van 12 «Jlwrf rXnrA §jè iwmw-ao fcn»»t n r»v mofnobCT" fchynlyk , dat deeze bezïgtiging , hoewel fomwylen, echter zelden plaats had: het huuwlyk vald beneeden de 14 Jaaren, zeer zeldzaam voor; dit onderzoek had ook by de Grieken plaat» wanneer een Jongeling zich in het getal der Epheben (huuwbaare) liet aanfchryven, en de Romeinen hadden veel van hunne wetten en gebruiken den Grieken te danken, zoo zegt Aristo phanes in vespis v. 57S. Pueromm tetas quoties Jpicicitur, — licet infpexijje verenda. Een gedeelte der Romeinfche Regtsgelèerden was zeer voor het uitwendig onderzoek, en in de daad , wanneer , gelyk fomwylen gefchied , baatzugtige Ouders hunne nog onmondige Kinderen tot een huuwlyk dwongen , was hetzelve niet onbillyk; dus verdedigde een Redenaar eenen zco jong gehuuwden , die befchuldlgd wierd zyn vrouw voor geld aan een ander' ten gebruike gegeven te hebben , door hem voor het «og der Regteren te ontblooten , vragende of men zoo iemand, welke nog onmogelyk vader kon z,yn wel als gehuuwd mogt aanzien. Apud Qu in ct i li a n u 'm' de dam. 279. Zelf by de Joden was deeze bezigtïgmg in gebruik MaimoN1 d es ' Sanhedrin C. 8. 5. r. Plato /. xi. de leg wilde dat de Jongelingen voor hun huuw;yk geheel naakt, de meisjes tót aan de navel ortderzogt wierden. (a) H'ofm annus de i)it. nupt. Sf matrim. edit. Green. (£) Conftit. Caroün. Cnm. art. 162. ' (O UlpianuSi'b d. /■ i. j. cujuseunque artaiis cónctt* Vmam.bahere pojfe palam, ejl, riifi minor annis 'duodecim fit.  '208 Genee skün diöe tTavjioee jaaren' ZIC& wegens zyn jengd onvermoogend 15e"ge huw- vind, word flechts a'angeraaden, niet be-voolen, het mken. reeds gefl00ten jjumylylc te Vernietigen O), zoo dat het huuwlyk eens Jongelings, die wel tot den byllaap, maar echter wegens zyne onrype zaadvogten, ter voortteeling nog niet in ftaat is, voor wettig gehouden wierd (h% alzoo 'er hoop was, dat hy in allen deele volkomen zoude worden ( c): by de Jooden kan zich een Meisje, door haare Qaders voor haare huuwbaarheid in den Écht verbonden, tot dat zy den ouderdom van 12 Jaaren en eenen dag bereikt heeft, van haaren Man fcheiden (d); men liet echter by hen vroeger huuwlyken toe: wanneer een Romein •zich getrooften wilde, om, wanneer zyne Vrouw voor haar 12 Jaar ftierf, als Man geen het minfte recht op haare Nalaatenfchap te hebben, zoo was dit al de ftraf, die hy voor dit bedryf te duchten had(*)*, een Vader, die zyn Dochter, om haar uit te trouwen, voor twaalfjaarige opgegeevcn had, of-' fchoon O) Brunellus de Spon/al. ttmcl, 28. N. 8. (t) Sanchez de Matrimon. lib. 7. disp. 19;. CO Paulus Zachias Qfheji. Med. Legal. Lib. iii. T. X, qu. 2. n. 10. (d~) Dijfert. bijlarique touchant les Cerem. des juifs cb. 4. anders wierden. by de Joden het vrouwelvk geflagt met haar 12, de mannen op hun 13. Jaar huuwbaar gehouden Selden v s in Via. Ebree Lib, t. C. XVI. & in tras, de SucceJ. ad LL- Ebr. in bona defuusi wohlzo gen /• c. p. 99. ( *) „ Die eene Dogter onder de 20, of een Jongman ori„ der de 2j Jaaren tot het contracleeren van een huuwlyk, „ verleid zonder confent, heeft geen gewin op de goederen zelf na bekoomen Confent: Eeuwig EiiS van Keizer Karei, j, in dato 4. Qsobtr 1540, Art, 17. Vertaaler,  Staatsregeling. 109 fchoon zy dien ouderdom nog' niet had bereikt, en dus Van de onhuuwbaar Was, wierd met ligt 111 rechten betrok- ge licw. ken ; men fchreef dit bedryf meer aan eene vaderlyke LYK'tN- y tederhartige bezorgdheid, dan aan een kwaad voor» neemen toe ( §; V I. Of hu deeZe , nog heden ten dage in gebruik ,Ge»'f'- zynde, bepaahng der huuwbaare Jaaren zodanig is , beooruèt- dat men op dezelve den jonge lieden het werk der hg%, voortteeling kan toeftaan , en of de ontaarting van ze bepaa- _ .f ... . , , . I fchryven , is eene voor de Maatfehappy allerge- * Wigtigfte Vraag , in welks beantwoording het gevoelen der Geneeskundigen van het grootfte belang is. (O* De O) L. penult. J. 3. D. quod falfo tut. vid. BARN. BÏUSSONiïïs de Jurt Counub- edit. Graev. (£) Comment. ad L, Pap. & Popp. Lib. II, Cap. 5. (r) Het vrye Oeconom.fche Gezelfchap te PetersbHrg , gaf reeds in 17*9. ten Prysyraage op, „ hoe m?n , Volgens na~ „ tuur en Zeedektindij*? grondregelen , de fchadelykheid voor „ het voortplanten des menschdoms kan aantoonen van een ., gebruik, het v/elk yan oudsher in den baeren ftand is in, gekroopen , om namentlyk hunne onhuuwbaare dikwyl» „ fleohts elf jaarige knaapen aan volwasfchen en volkoomen ,i huuwbaare vrouwen van 21, en meerder jaaren uit te trou-' vfn . om lier door het getal hunner flibejdfteji te veimeeiV 0 'n d§.~  210 Geneeskundige te avroeE Dï voortteeling is die omflandigheid, van dewelke se huw- de meerder of mindere volmaaktheid der dieren groolyken. tendeels afhangd, en waar toe zekere voorafgaande Vtrmo- hoedaanigheden vercischt worden, welke niet dan in Vloed 'dér volkomen huuwbaarc Ouderen kunnen plaats hebben ; Tmgl'pons de S1"001^ omwentelingen in het menfchelyk ligngbaams- haam gefchieden terftond of ten minfte binnen het sePel' eerfte Jaar na de geboorte, en de natuur is daaglyks met zichtbaar gevolg geheel en al bezig met de hier toe vereischt wordende werktuigen te voltooijen, alleen Werk- het vermogen ter voortteeling blyft als onontwiken "inde- held, de natuur fchynt hier in veele Jaaren te flui'wilkefng raeren •> en zicü r)'lct dan met de groeijing der overige der voort- lighaamsdeelen te bemoeijen. 'kregen. Eihdelyk, na dat de mensch byna vohvasfehen is, zoo openbaaren zich by Meisjes gewoonlyk omtrent het \% tot het 15 Jaar, by Jongelingen van het 14 tot het 18 Jaar, zekere verwonderlyke verfchynzelen, welke aantoonen, • dat nu de natuur uit deeze haare fchynbaare werkeloosheid opgewekt, en thans aan de voltooijing der werktuigen ter voortteeling met nadruk, beezig is. Aan- Doch, even gelyk de werktuigen aller dierlyke verVzZakbéid richtingen by hunne eerfte d-arflelling nog eene merderzelve.^ kelyke zwakheid doen zien, even zoo een onvermogen vertoond zich by de ontwikkeling der voortteelingskragten, het welk duidlyk genoeg aantoont, dat 'er in de dierlyke. huishouding zich nog gewigtiger be- deren. " Comm. de Rebus in Siient. natur. & medie. ge/lis Vol. XIV. p. IV. p. 701. GEOK.GI Bemerk, einer Reife int Ruji(eben Reithe I. B. & 632.  Staatsregeling. 211 behoeften voordoen , dat de daaglykfehe wasdom van Va.v d* het geheele lighaam, de onbelemmerde aflcheiding 'd eenes vogts verhinderd, het welk alleenlyk gefchikt fchynt, om van den overvloed onzer leevensgeefieu onze Nakomelingen te vormen. De Natuur bewerkltelligt nooit met elkander ftry- Vaarde dende oogmerken; zy zal zich niet overhaaftcn met ^Zimh de ontlasting van vogten, welkers gemis het nog on- ™p*d&r , a 1 uitgaven volkomen lighaam zoo duur zoude te ftaan komen: u aoen hier van daan zien wy dikwerf den wel opgevoeden, den voor zeden bederf bewaarden 18 of ao Jaarigen Jongeling, onder de daaglykfehe b'yken eener uitbottende huuwbaarheid gerust voortleeven , zonder hevige aanvegtingen tot wellust, welke anderfmts werk* tuigiyke gevolgen van de aflcheiding der zandvogten zyn ; zyn lighaam ondervind het voordeel zyner laater in beweeging gebragte vermogens ter voortteeling ; daar in tegendeel de wellusteling op deezen ouderdom reeds een fchrikbeeld der gezonde natuur geworden is, en het kwynend leeven niet voortfleept, dan om een fpreekend bewys op te leeveren, dat hy moedwillig de natuur gedwongen heeft aan haaren eigen ondergang te arbeiden, en alle de voedingsftof, welke zy ter ontwikkeling des geheelen lighaams zoo nodig heeft, te verkwisten aan het affcheiden van het geestryk zaadvogt. — Men ziet zelf by de diereu , dat yilwtr. een Hengst - Veulen, het welk te vroeg tot het be- *'B* der . vroege fpnngen der Merriën gebruikt word, nimmer zyne paaring op volkomen kragten verkrygt , cn het is een der d$ d"'riT" voor- fa) RlVINUS Spirit, bomin. Fitai.' Des.yegens is het in èe Landen ran Badeiï verboden, de tweejaaiijje HengstveuO * lens  212 Geneeskundige mavro°E- vooniaamfte oorzaaken, waarom de wilde paaiden LYKErvW" door&aans kleiner zyn, zelf eene Merrie, welke vuur haar vyfde Jaar gedekt word , bekomt hier door een merklyk nadeel'(« ) W?" Ondertusfchen is het doch met het vrouwlyk ge- la»™?1 flaCht gChCel anderS gefteld' dan met dat der Mannen ; ïrZJjk ZY zy" doorgaans reeds geheel volwasfen, wanneer i'Mgt. het gewoonlyk teeken der huuwbaarheid zich geregeld by haar openbaart; zy ontlasten maandlyks die overvloedige ' vogten, welke de natuur tot verdere volmaaking haarer lighaamen niet meer behoeft — de fchoone Kunne lyd in den byflaap minder afmatting, en de natuur hefteed zorgvuldig by eene hier op volgende zwangerheid de overvloedige vogten groo' tendeels tot de voeding der vrugt, zoo dat het reeds volwasfen lighaam der Moeder door dezelve zeer weinig aanwindt het baaren is by jonger Moeders minder moeilyk; en'alles toont ons, dat de natuur, welke het manlyk geflacht de huuwbaarheid laater liet bereiken, maar ook het zelve langer tot het werk der voortteeling in ftaat hield, zeer voorzigtig aan de Vrouwen eene vroegere rypheid gefchonken heeft, op dat zy beiden, wanneer men de ouderdom van 16 Jaaren by de Vrouwen, met die van 2$ by de Mannen, voor het tydperk der volkomenheid field, in eene onafgebroken gefchiktheid ter voortteeling, aan dit groote oogmerk der natuur Zouden beantwoorden, tot 2cns noch op de «allen, noch i» de weiden by de Merriea te laaten, op dat niet door zulke flegte Hengften het goede ras van Paarden verbasterd worde. Befchct Orda. vom 1753. «■ Jtntier ». in, f» SMgardtr Pb'yfte. Oeconom ifebe Axszugr 3. B. z.fl, S. op.  Staatsregeling. 213 tot dat ook de Man die ouderdom bereikt zoude heb- Vav de ben, waar in de zorg voor zyn daaglyks meeren ^ mwffieer vvisfelvallig leeven, hem veel meer dan de voort- lyken, planting zyns geflachts moet ter harten gaan. Wanneer men by ons het tydperk der vrouwelyke Hoe mm huuwbaarheid op het zestjende, haare onvrugtbaar *' e°* wording op bet 50 Jaar vast field, en aan de Mannen -^W* het vermogen toeftaat, om zonder nadeel der gezondbeid tot hun 60 Jaar kinderen te teelen, als dan zie ^Pa*b-ttn ik niet dat 'er in dit tydvak der vruchtbaarheid ïn eer.brenbeide dc Kunnen eenige tegenftrydigheid plaats heb- ge"' be(«), maar in tegendeel vinde ik die tyd door den wyzen Schepper zeer duidelyk aangewezen, voor dewelke het, blykens de daaglykfehe ondervinding, niet zonder bedentlykhcid, ja zelf gevaar voor ons welzyn is, zich met de voortplanting eener Na» komelingfchap' te bemoeijen, welke de kenmerken der orirypheid hunner Ouderen met zich omdraagt, en dus het geflacht der menfchen meer en meer verbas» terd. De Geneeskundigen hebben dikwerf de treurige ge- Atgemte. legenheid, deeze gevolgen in al haare uitgeftrektheid ne &cvo1' , , gen eener waar te neemen, wanneer zy by te vroeg gehuuwden, tnrypt of ongetrouwde, aan eene onrype helde overgegee- ',e'de' ven Hoe zoude men anders op eene waarfehynlyke wyze kunnen overeenbrengen , dat de vrouvvlyke Kunne ophoud vruchtbaar te zyn, op een tyd wanneer ae man nog in den ' bloei zyner jaaren is? en dat op deeze wyze by echtgenooten van cenerlei ouderdom byna ao jaaren ter voortteeling onnut veilocpcn? Zoude men anders niet uit dec^e ongclykheid befluicen moeten, dat dc • veelwyvery door de natuur, uit loofde der langer vruchtbaarheid der mannen1', was vastgcfteldï U 3  214 Geneeskundige iITroe! vcnJ0ilSc liedcn> een reeks van ongeneesbaare kwaar,K huw- hen, in het byzonder de zoo gevaarlyke lendenteeue£N, ring) het D]oe(](pu\ven , de longeteering, de geraaktheid en vreeslykfte zenuwkwaaien aantreffen, waar reeds al het beste rykfte gedeelte des bloeds veripild, de zenuwen ten uiterften verzwakt zyn, en men dus het uitdroegen van den gehcelen te vroeg vrugten draagenden boöm te gemoet ziet O). En hoedanige zyn deeze vrugten ? alleenlyk zodabtr tu m£e» welke aan die fmaaklooze waterachtige vrugten, JtrTtende die eene geft°°fre hitte, in weerwil der Animerende hinéertn. natuur,- in de winterkoude voortbrengt, in alles gelyk zyn ; zodanige , welke men zelf niet wenscht van de dieren te verkrygen, daar men hen tot op eenen bekwaamen ouderdom zorgvuldig de voortteeling belet. Arisïoteles zegt dus: „ de huuwlyken „ der Jongelingen zyn tot de voortplanting van wei„ nig nut; by alle dieren zyn doch de vrugten eener ,, eerfte liefdensdrift onvolkomen 'er is aan de,, zelve geen fchoone geftalte, niets manlyks, dit „ zelfde heeft mede by menfchen plaats: dc onder„ vinding toont dit ten duidlykfte; men befchouvve „ flechts de vrugten, welke uit een huuwlyk tus,, fchen tweezeer jonge Perfoonen, voortkomen (c). " Nadeel Te jonge Moeders worden doorgaans wel haast geioo/'eT necl ongem1ckigï en baaren ontydige vrugten of ïnisjongeMoe- dragten (^), Hippocrates zegt reeds: ,, die ders. , . ,, bur- (a)TlSSOT/io< VOnanisme. CO De eijeren velke de jonge Hoenders , en ander jong gevogelte leggen , zyn wel de helft kleiner dan de gewoonlyke. CO Hiftr- Anima!, bib. v. p. xiv. id) C. f. Kaltsckmïdt Dijtere, de grtevid. morbis Jen „ ren 'er geen van te vinden f», " Men vestige het oog op veelen onzer voornaame gedachten, al waar men geloofd ter in ftandhouding der Familie niets beter te kunnen doen, dan de man■ lyke erfgenaamen zoo fpoedig mooglyk uit te huwelyken. Wanueer men ook toe ftaat, dat dit het voordeel heeft, dat men hier door een zeker foort van .ongc» regeldheden te keer gaat, zoo fchryve ik echter tevens de oorzaak hier aan toe, dat ik in veele aanzienlyke geflachten, die met een talryke afkomst pronken, een groot aantal deezer tedere Spruiten, ïn weerwil der alleroplettendfte zorg, zeer'fpoedig achter elkander zie weg fterven, en dus Vader en Moe- CO Lettres Perfanes Vol. ii. p. 200.  Staatsregeling. 219 Moeder, in hun 30 Jaar reeds onvruchtbaar, een lee- Van db yenstyd, waar in zy zich anders nog met de ftree- ™ ]™$Z lendtte hoop op Nakroost mogten vleyen, fmertelyk lyken, door kwynen, en dus den ondergang van hun geflacht te weeg brengen, door dat zclïüe middel, het welk zy in het werk gefield hadden om het zelye te vereeuwigen, §. VII I. Men heeft altoos ten voordeelc der vroege huuw- v-genlyken bygebragt, dat, door dezelve, de grovere ongeregeldheden der Jeugd tegen gegaan worden , welke de wellustige Jongeling voor hy zich in den Echt begeeft, reeds ten eenenmaale uitputten : is het niet te beklaagen, zegt merK dat een lichtekooi de ecrftelingen der leevensgeeften van den Jongeling uitput , terwyl niet dan den onnutten droezem voor het eerlyke Meisje overblyft, en kan het dus te verwonderen zyn, dat het Meisje haar best doet om by tyds eenen nog onbedorven Jongeling magtig te Worden. S- ix. Wanneer een zoo onrypen e,cht het eenig middel is Beantom onze ongebonde jeugd binnen de paaien der be- WQOrdin& taamlykheid te houden, dan beklaage ik van harten het noodlot der nakomelingen deezer baardloozen Vaders; zy doch verdienen ais onfchuldige flagtoffers der fchandelyke bedorven zeden onzer tegenwoordige tyden ons innigst medelyden, —— echter twyffeleik, of een by alle klasfen van menfchen nog niet geheel en al doorgedrongen kwaad het algemeen aanwenden Van een zoo wanhoopig middel vereischt, en of men niet  Zio Geneeskundigs tIvwe- niet-faym ovcral zagter wegen kon infiaan, om den eE huw- jongeling tot eenen zekeren ouderdom in bedwang te lyken, houden, dit jeugdig vuur zyner drif-.cn kan hem; immers fchoon gehuriwd zynde, doen uitipatteu O). Dc Mohammedaanen, zegt N je ij ü iir, trouwen zeer jong, of de Vader koopt voor zyn Zoon een Slavin, op dat hy zich niet by tyds met ligtekooijen bederve, maar dit is ook de reden, dat dit volk reeds zoo vroeg uitgemergeld is, dat veele mannen nog beneden de 30, jaaren zich wegens onvermogen by de Artfen beklaagden (Z>). Wanneer men zich ernftig toelegd op de opvoeding der Jongelingen , als eene zaak van het uiterfte gcwigt, waarvan het aanftaand welzyn der Maatfchap? py, zoo wel met opzigt tot derzelver Natuur- als Redekundige gefteldheid hoofdzaakïyk afhahgd, men zal het als dan eeniger maateook weder zoo ver brengen, als het was inde dagen onzer Voorvaderen, by vyien het fchande gereekend wierd, voor zyn 10. jaar het onderfchdi der geflachten te kennen fjr); de 011- yer- Qa) Algem. Deutfche Bibliotb. 2S. B. x.JI. S. iS. (b) Defeription del'Arabic p. ÖJ. CO Ik laate het ter beflisfing den Menfchenkènner over of het beter zy het enderrigt der jeugd in deezen opzigte aan de natuur of het geval over te Jaten, dan of het beter zy * met zoo lang hier mede te.wagten , maar den nog onrypen ' den onfchuldigen, jongeling een waar begrip van zynen oorfprong te geven , eer zodanig eene verklaring door het vuur zyner jeugdige driften y0or hem gevaarlyk worde , cn de befmetting van bedorven gezelfchap deeze onze voorzorg te leur ftelle; dit is zeker, dat de tyd wanneer, en wyze hoe het geheim der voortteeling aan de jeugd bekend word een zeer gröoten invloed heeft oP hunne opvoeding , en geyolglyk ook op. het wehjyn der Maatfehappy. " " De  Staatsrëgêling. 2üï verfchilbghcid , waar mede wy de onrreregelahcden Van d% t T uru' ■ J L , ie VROE- fïtzer jongelingen belenouwerr, is de voornaame be- ge huw- weeg- "fcKN.' De Burgerlyke Regeering moet dus een zorgvuldig toezigt hier op hebben, dat niemand der cnlchuluïge jeugd boeken of verbeeldingen in handen geeve , welke dit gedeelte der Natuurkennis op eene onvoorzichtige wyze verklaren , of met verleidende verwen affchilderen ; de verleiders der onnozele jeugd verdienen te zwaarder geftraft te worden , daar zy door és te vroege aanvuuring van nog ontydige hartstogten de zamenleeving beledigen, hunne onkuifche woorden of daaden verdienen dubbele ftraf, daar zy hier door de onfchuld ergernis gegeeven hebben. — De Geestlyken moeten de Ouders tot de uiterfte voorzichtigheid in het byzyn hunner kinderen vermaanen, en ook hier op moet dc Regeering een weakend oog houden , dat zy hunne kinderen , wanneer zy de jaarea der huuwbaarheid naderen, zoo het mogelyk is niet in hun fiaipvertrek , oT in dat de» overigen huisgezin» , zelf niet met derzelver Zusters in dezelfde kamer, veel minder in het telfde bedde te flaapen liggen: in de Hooger Schooien, en fomwylen nog vroeger word het werk der voortteeling dikwerf verhandeld voor Jongelingen zeer in jaaren verfchülende , waar onder 'er veele zyn, die het geen nadeel aan hunne toekomftige kundigheid doen zoude, indien zy voor als nog van derzelver kennis verftooken bleven; —- maar vooral word op de opentlyke toneelen de lieide niet met die betaamlyke achterhoudendheid behand*ld ? welke aan kuifche ooren zoo gevallig Ï0. Ook hiervoor kan de Oveiheïd ïorge dragen; behalven eene naauwkeurige keuze in de te vertoonen ftukken zoude men den toegang tot dezelve vooral in de Klugt- en Blyfpeelen aan de onhuuwbaare jeugd kunnen ontzeggen, at ren muifte zorgvuldig hier voor gewaakt worden, dat niets onzedigs in tegenwoordigheid van zoo veele jonge lieden wordt^oortgeplant ; de Dansfchoolen werwaards de jeugd ■van beide gedachten te famen ter onderwys gaat, zyn dikwerf Schooien eener te vroeg ontwikkelde liefdedrift, daar zy de jongelingen en meisjes nader kennen Ieeren onder het ispzigt van menfchen , van welke alie men niet vertrouwen isn  S2.2 G. ENEESKUNDIGE tT^ok! wee2reden welke verhindert , dat wy het huuwlyk; ce huw- tot eenen ouderdom uit te fteïlen, waarin de mensch i lyken. zvn£ voijiomen huuwbaarheid bereikt heeftj §• X. Bepaa- intusfchen keure ik het goed, dat men in groote: Steden, alwaar het bederf der zeden niet zoo gemaklyk uitgeroeid word, om grooter kwaad te vermyden. in fommige gevallen de vroege huuwlyken toeftaat, —maar tevens ook al wat moogiyk is aanwend, om het getal te verminderen, van hen die zoo een nadeelig Geneesmiddel nodig hebben. , Middet Men moest het als een eereteken houden, wanneer IZarig.' eeu Jongeling, door een onberisplyk gedrag, boven tÏÏZini' anderen l"tmunt, en de Maatfehappy het verdriet be*en by ipaart, van met hem zoo dra mogelyk tot het huuw3%s,hn- lyk te haaften, voor dat hy door zyn ongebonden leeven voor dezelve een nutloos Medelid worde. Daar en tegen houde men het voor het teken eener ver¬ kan dat zy genoeg door de zug* tot welzyn der maatjehappy bezield worden , om over zulke verleidende plaatfen het beftuur te hebben; hier by komt dat in deeze Schooien niet genoeg op de matiging der beweeging gelet word : meenig een door zyn drift tdt deeze oefening verleid, benadeeld lier onherflelbaar zyn gezondheid. — Het zoude derhalven wenfchelyk zyn in de behandeling deezer lighaamsoeffening naauwkeurig op het bevorderen der Iighaamsgezondheid en goede zeden te letten; de Geneesheer en Zedenleeraar kunnen elkander de hand bieden, eene naauwkeurige opvolging der gezondheidsregelen kan ter bevordering der Zedekunde van het grootfte nut zyn , even gelyk de goede zeden cV&n weüland des lighaams voorzeker begunftigen.  Staatsregeling. 223 verwaarloosde opvoeding en zwakke grondbeginze- Van »■ Jen, wanneei- een Jongeling in de Stad voor zyn 2a H Jaar in het huuwlyk treed; men moest eenen door on- lykbn* gebondenheden geheel uitgeputten Jougeling het huuwlyk geheel en al ontzeggen, dit zal ik verder nog nader aantoonen , of hem ten minfte, tot dat men klaarblyklyk zag, dat hy ten vollen van deeze zyne verzwakking herfteld was, het ongehuuwd leeven tot eene ftraffe .opleggen. Een Jongeling, welke men voor deezen ouderdom van een onbetaamlyken omgang met Vrouwen kan befchuldigcn, of die men bewyzen kan, dat voor zyne huuwbaare Jaaren, door eene toomelooze involging zyner ontydigc driften, zich tot een ilachtoffer der fchande!ykfte ziekte gemaakt «heeft, moest voorzeker , die voorrechten, welke meerder gematigde Jongelingen genieten, ontzegd worden , hoedanig eene ftraffe ook den zulken opgelegt moet worden, welke zich in hunne jeugd reeds aan de dronkenfehap overgeeven; deeze doch, verdelgd de gezondheid, en geeft aanleiding tot de allerfchadelyklte, zoo wel als fchandelykfte buitenfpoorigheden, ja zelf het matige gebruik des wyns kan niet zonder grond befchuldigd worden van in de jeugd, de hartstogten te vroeg te ontwikkelen, en dus meede gelegenheid te geeven tot de reeds gemelde ongeregeldheden in de famerüeevmg. Met even zoo groote oplettenheid zorge men voor By Mende verbetering der zeden onzer Steedfche Meisjes, met opzigt op haare aanftaande moederlyke betrekking, en ïn dit geval, zal men met de beginzelen van eer en fchande, veel gemaklyker, veel nader zyn doelwit bereiken. Men moest allen vertrouwlyken omgang met Mansper-  ftS4 Genëe skun d i- g é ïvlo" Perioonen Voor het 16 Jaar als fchandlyk, zoo ceti et huw- Meisje als Manziek, een Jongeling als een verleider twtt». der onfcriuid aanzien, de Moeders moeften voor deezen ouderdom haare Dochters nimmer alleen, cn zonder haar byvveezen, tot opentlyke verlustigingen en andere gezelfchappen van beide de Sexen toelaateii' bier toe zoude het zeer dienftig zyn eene byzondere kleeding voor Meisjes tot haar 16 Jaar in te voeren , zonder welke geen Vrouwsperfoon benceden die oirderdom in het openbaar mogt verfchynen, de Overigheid moest ten dien einde naauwkeurige kennis hebben, en aanteekening honden van de jaaren hunner jonge Burgeren en Burgeresfem §• XI. [?iyZ'id Men ]'an echter gecn "]&mcme regel voor alle eener al- landen vast ftellen, volgens welke men de Jaaren tot ïeJaeZg het huuwlyk gefchikt, bepaalen kart; de tócfiti '^deiaa- ftreek («), de leevenswyze (*), de opvoeding maakt het buuiv- jjji, lyken be- fiemd. —. _ _ (a) In Turkyen, alwaar echter de lugtftreek niet beter is dan iri Frankryk, word de huuwbaarheid der Vrouwen, door haare zittende levenswyze , het veelvuldig gebruik van gezoutte fpyzen, verhittende fpeceryen, en vooral de baden, zee* Vervroegd Journal de Medieine Avril 1776. dit is ook by onze Steedfche Meisjes het uitwerkfel eener tederer opvoeding , en het lezen van onbetaamlyke gefclVfiften in eenen ouderdom , waarin hunne moeders eertyds naauwlyks lezen konden. (*) Dat de warmer ligging van het Gewest oorzaak zy der vroeger huuwbaarheid, en dus ook jonger aithumvlyking der meisjens word zeer twyffelachtig gemaakt door het voorbeeld der Samojeeden , welker dogters op haar tiende jaar reed, uitgetrouwd worden , op haar elfde en twaalfde jaar dikwerf reeds moeders zyn, en met haar' dertigfee reeds ophouden kinderen voort te brengen, _ hunne vrouwen zyn echter niet f - ze»r  Staatsregeling* 115 in het tydpcik der huuwbaarheid een alleraanmerk- VaA bi ïykst verfchil; ook hebben vericheide Volken inge- " huW~ wortelde vooroordeelen, die hier tegen onoverkorae- LVit£-N"* lyke hinderpaalen opwerpen. Over het algemeen bereiken beide de geflachten veel vroeger hunne huuwbaarheid in heeter gewesten, op Corea huuwt men de kinderen op hun 9 of' 10 Jaar reeds uit (a). De Peififche Vrouwen achten het ten hoogften on- Vroeger gelukkig , ongehuuwd in de andere waereld over ^TrLei'? te gaan , hierom word by de Gauren de plech- *'8* der ° J 1 voort tee- tigheid des huuwlyks nog na de dood der ongehuuw- ungsh-agde Meisjes verricht (Z>), en dieswegens beveeld ook Zn')^ hunnen wet of Sadder de Jeugd vroegtydig in het dtni huuwlyk te verbinden (c), op de kust van Malabar hebben weinig Meisjes haare Maagdom na haar 9 Jaar Cd), op Java worden de huuwlyken,in het 9 en 10 Jaar geflooten (e); dit is ook het geval ia den In-' zeer vruchtbaar, het welk misfchien aan dit .teer jong ulthifnw» lyken, aan de vryheid, welke de mannen hebben om zoo veel vrouwen te nemen als zy betaalen kunnen, mjgelyk aan de kleinheid hunner geftalte, die doorgaans minder dan mjddet mati3 is, is toe te fchryven. Vjsrtaaler. Ca) Reeeuil de Voyages ad Nord pr.r le Pere Martini T. y, C&) Lord Hifi. de la Religion des anciens Perfans. CO Dijfert. fur la Religion des Perfes p. 31. Niebuiir berigt dat hy in kernen varï een'e dertiery aa'nge moeder ficórds lprekcn, dat men de meisjes met hun 9. jaar aldaar uithuuwlykc ; hy heefc een man gekend wiens vrouw niet meer dan 10. jaaren oud was ; ook worden in de Oos&erfciüe Landen d-e vrouwen voor oud- gereekend, zoo drazy de 30- jaaiptn btieikr, hebben /. c. p. 483. ( d) Oosterfcbe Reizen S. 40. 6, (O Pbd.,Ti\ms, i\o. 24^.  22.ö Geneeskundige tJWoe- 'Indoftan GO- Zelf in Spanje veroorlooven de wetge huw-, ten op zeer goede gronden, even gelyk eertyds by de utmtti. Romeinen, de Meisjes op haar 12, de Jongelingen met hun 14 Jaar te huuwen (£); de Siciliaanfche Vrouwen trouwen zoo jong dat zy voor hun 30 Jaar dikwyls reeds Grootmoeders zyn (c); op het Eiland Creta waren oudtyds de Inwooners door hunne oudfte fretten verbonden, zich zeer vroeg in het huuwlyk te begeeven ( dj. In alle deeze hier voor aangehaalde Landen fteunen deeze wetten op de vroeger huuwbaarheid, welke aldaar plaats had, maar die ook altoos van een vroegere onvruchtbaarheid uit ouderdom gevolgd word; dus befpeuren de Peififche Meisjes, de maandffonden reeds op haar 9 Jaar, maar deeze houden ook omtrent het ij Jaar weder op - op Java en verder in de Indien houden dc Vrouwen met haar 30 Jaar op kinderen te baaren, terwyl in tegendeel in koudere gewesten de huuwbaarheid deezer Kunne veel laater uitbot, maar daar en tegen ook byna eens zoo lang bloeid. Vitwer- -Byzondere gevoelens, zeide ik, zyn dikwerf be- king der J vooroor- weegoorzaaken der vroegtydige huuwlyken; de Indi%zónde?e fche Brai«inen trouwen veel jonger dan hunne overigoV°de"be gC MeedöblirSers' om nier do01' alle befmetting (Polpaaiing' lutioj voor te komen (e): De Joodfche Geleerden iZrbeid' houden het voor zondi§ het huuwlyk langer dan tot het 20 Jaar uit te ftellen, dewyl men na die ouderdom O) h aller Elem. Pbyf. T.vii. L. 23- yO Comm. de rebus in Se. Nat. & Med. Ge/lis Vol. XV-p. 469, (O Brybone Reis door Sieilien en Maltba 2. Deel. Cd) Stkabo Likte ( O Cerem. Cf Coutumes Rflig. des Peuptes Idolotres T.lLp.sg,  Staats reshi n g. £,27 dom niet wel eene flipte onthouding kan verwag- Van Hf ten f»; de Hoogenpriefter der Israëliten mogt zich ™ met geen volkomen huuwbaar Meisje in den Echt lyjoen, begeeven j maar moest altoos eene Bogereth (eene Maagd, welke binnen de zes maanden voor het eerst haare ftonden betpeurd had) trouwen (b): de wetten veroorlooven eenen Koning van Bantam, om na de dood van een zyner Onderdaanen deszelfs geheele Nalaatenfchap met Vrouwen en kinderen na zich te neemen: ter ontwyking van dit noodlot worden de kinderen reeds voor hun 8, 9 of 10 Jaar uitgehuuwtykt (O; getyk zelf by ons zeer veel Vaders hun best doen om hunne Dochters, zoo dra zy kunnen , aan den Man te helpen, om van eene moeilyke Zorge ontflagen te worden , en geen gevaar te loopen van haar ongehuuwd op den hals te,houden; de Tartaaren trouwen hunne Dochters uit zoo dra zy kun-» nen, daar by hun haare Jeugd haare grootfte waarde is, eene Vrouw moet doch, zoo dra zy ophoud,' vrugtbaar te zyn, haar plaats aan eene jonge-afftaan , en zich vergenoegen als Slavin te dienen of de huishouding te bezorgen ( d). §• X I I. Indien men nu voor de Inwooners onzer gematigde 'me mi»: luchtftreek wetten ontwerpen moest, welke in deeze hl onzc Genieste» zoo bier (a) Dijfert. Hifi. toucbant les Cerem. & Cout. des Juifs cb. 2. C*) Tbalmud. i. Infam. C. CO Receuil des Veyages qui tmt fervi a titablijfement de la Cm* pagme cspe hides Tom. I. (<0 Notes fur VMifleire des Tartares. P 2  5,28 GehiiskürSigï Vaiv de zoo belangryke zaak tot eene algemeene bepaaling se huw- Van ^et tydperk der huuwbaarheid moeften ftrekken, lyken. zoo zoude ik aanraaden, der vrouwlyke Sexe, wezouiie gens de hier 'voorgemelde oorzaaken het huuwlyk wel vTorzhm. voeger dan de Mannen, maar echter nimmer voor het 18 Jaar toe te ftaan; de Jongelingen , ten platten lande , moeften niet lichielyk voor hun 25 Jaar toegelaaten worden te trouwen; in de Steden echter, wegens het gevaar, aan eene ongebonden leevenswyze verknogt, kon men hen op hun 22 Jaar, en niet vroeger ih den Echt verbinden; daar het doch hoofdzaakelyk tot eene gezonde voortteeling van nuttige Burgers op de ryphcid des manlyken ouderdoms aankomt, en zonder deeze voorzorge, de Echtgenooteu reeds in den bloei hunnes leevens ophouden, voor de famenleeving van nut te zyn; de nog vrugtbaare Echtgenoot ligt op zyn 40 Jaar ia de armen eener reeds onvruchtbaare Echtgenoote, welkers eeniglte dienden in eene onderlinge behulpzaamheid beftaat, het welk der Maatfehappy, die van alle deszelfs Leden het meest mogelyk nut beoogt te trekken, niet onverfchillig zyn kan. Muller gaf de Overigheid reeds te raad, om de Jongelingen van de al te vroege huuwlyken af te houden O). Heister wsnschte, dat diergelyke huuwlyken in de Maatfehappy volftrekt niet geduld wierden (£ ), alhoewel het Opper- con- O) p. Muller Differl. Juni. de Calore Jwuenili Jen. 16s0. O) Laur. Hetster de Priaetpum cura circa fanitatem fubdttorum ; zelf de Kalmucken hebben eene wet aangaande de jaaren , op 'welke hunne Kinderen zich in den echt mogen begeeven , welke offclioon dezelve der meisjens het huuwlyk tamelyk vroeg op hun 14, jaar toeflaat, C.p all a s ï. D.) ech»  Staatsregeling. 229 confiftorium te Dresden het eertyds onmogelyk hield, Vam de dit zonder uitzondering ten uitvoer te brengen, daar * J^I men in veele gevallen een veel grooter kwaad te duch- LÏKIN' ten had , wanneer men deeze huuwlyken zelf in eenen nog onrypen ouderdom weigerde O). Offchoon ik geloove, dat dit in meenigerley betrekking waar is, zoo wenschte ik echter, dat men altoos het onbcgryplyk nadeel, het welk de welftand des Volks van deeze ontydige huuwlyken te wagtcn heeft , oplettend overwoog, en dat de behartiging van het belang van enkele Perfoonen geen drangreden raogte zyn tot uitzonderingen, welke het menschlyk geflacht zoo duur te ftaan komen • men kon in die gevallen met het grootfte recht eene naar evenredigheid van het geval gefchikte belasting in de hüuwlykskasfe vorderen, om dus door vruchtbaare verbindtenisfen tusfchen meer huuwbaare Perfoonen de fchaade, welke de Maatfehappy door deeze te vroege huuwlyken lyd, te vergoeden. §. XIII. Om nu deeze vastgeftelde bepaaling te doen in acht Syzonder neemen, is het niet genoeg, dat de Overheid naauw- ZTfakoT keurige kennis neeme van de Jaaren der verloofden, met dee' maar het moest de geestlykheid op het allernadruklykst worden aanbevolen, geen te jonge paaren in den Echt te verbinden; in het Brunswyk Luncn- burg- echter een bewys is, dat aelf dit zoo weinig befchaafü volk de noodzakelykheid van op de voortteeling agt te geeven, doorziet. («) MÜLL.ER /. e. ■ P3  $.$0 G JE N E E S IC UrN L> I -G E Was de burgfche, is het den geestlyken op verlies van hun ambt pe w- veiboden, Jongelingen onder de 18, of Meisjes unHffiOlt derde 15 Jaaren te trouwen (0), en deeze tydperk is echter om voorgemelde reedencn nog kort genoeg (*). In verfcheidc andere gewesten van Duitschland komt hier nog eene andere oorzaak by, die het huuwr lyk den Mannen tot in een ryper ouderdom bezwaarlyk maakt, daar namentlyk, al waar Burgers- cn "Boerenkinderen hunne Landsheeren tot een zekeren bepaalden tyd dienen moetep, is hen het huuwlyk tot hun 25 Jaar verboden; en de geestlyken kunnen hen zonder waereldlyk verlof niet in den Echt verbinden; intusfchcn poogen veele Ouders, om voor hunne Zoonen ontfiag van den krygsdienst te verkrygen zodanige vroeger huuwlyken te bewerken; tegen dit misbruik deede de Regcering van Mentz eene allernuttigfte orde afkondigen , dat de Zoonen van 0.1derdaanen, hoe wel van den Krygsdienst ontflagen , echter voor hun 25 Jaar zonder een byzonder verlof niet in het huuwlyk mogten treeden. irord. Dit zelfde gebod wierd ook op den 11. February •o* in de j^go. m de landen van den Vorst Bisfchop van Spiers Sfierfcbe ' r ■ r Landen afgekondigd. ingevoerd. Qp (a) Kircbe,n Ord. 1709. Cao. XXII. de Pruisfifche Wetten ftellen voor Jongelingen het 18. voor meisjens het 14. jaar vast. Lib. II. Tit. I. Art. 5. J. 1. (*) Aan jongmens beneden de 25. en jonge dogters beneden de 20 jaaren, worden geene huuwlyks - geboden vergunt, dan raetbyzondér confent van Ouders of nabeflaanden , ftlit. Qrdonn. van Holland r. April. 1580. Art'. 3. ïtJIiiHt,  Staatsregeling. 231 Op den 24. Maart 1753. wierd in deeze zelfde van de landen een allernuttigst Placaat bekend gemaakt, waar * -by bevolen word, de jonge lieden, die zich in eenen lyken. . te vroegen Echt willen begeeven, hier van op het . ernftigfte af te maanen, en dat een Jongeling, ongeacht deeze vermaaningen, zoo een ontydig huuvv • lyk trachtende door te dringen, en door eene voorafgegaane byflaap en ontëering de afkondiging hier van af te perien, uit den lande zal worden gebannen. §. X I V. Offchoon men aan het manlyk geflacht hier en daar .jsroedeene bepaaling, wegens dc tyd van trouwen, heeft ^fj' voorgefchreeven , zoo zyn 'er echter zeer weinig lan- * den, al waar men wegens het uithuuwlyken van nog dTiïouwbyna onhuuwbaarë Meisjes, die doch veel meer dan J' ' tot het onrype Jongelingen zich in dit geval bevinden, ge- tuuuiyk ^orgd heeft; in de landen van Spiers is wel op den ve,eticht' 31. Augustus 1763. bevoolen, dat men van góen ,, Meisje de huuwlyksgeboden mag laaten afkondi„ gen, zoo lang zy in de huishoudlyke Handwerken „ van naaijen, breijen, lpinnen en dergelyken onbé,, dreevën is; " men ziet echter hier in dat een handig, fchoon zeer jong Boerenmeisje, volgens deeze orde een voorrecht verkrygt, hetwelk haar tot eene zeer verderflyke verrichting gerechtigd maakt; ik herhaaïe derhalven, dat in deeze onze landen het vaa het gewénsthtfte nut zyn zoude, indien men eene algemeene wet vast kon ftellen, welke ook de Vrou'wen in deezen opzigte aan eene nadere bepaaling onderwierp («). In het Wetboek der Kalrnucken h zelf £<0 In de Statttta Nordlingtntia, -word oyer het algemeen P 4 ■ het  5,32 Geneeskundigs Van ce zelf eerjigcrmaate hier voor gezorgd; wanneer eene II luw- Maagd haar 14 Jaar bereikt heeft is zy huuwbaar, ia-ken. beneeden deezen ouderdom mag zy niet uitgehuuw»- Wet der lykt worden , en dit gefchied zynde, moet zy van fel1™"*' haaren Man afgenomen, en voor niet aan eenen anderen jongen Man gefehonken worden (0), S- xv. Wezen De uitzonderingen, welke in deeze met opzigt tot Met" der de huuwlyken dcr aanzienlyken fomwylen plaats moeaanzien- ten hebben, en welke fommige omftandigheden on-. iyim' vermydlyk fchynen te vereifchen'O), kunnen onder zekere bepaalingen toegeftaan worden , hoe wel het altoos te wenfehen ware, dat men zeer zcld-f zaam het belang der Maatfehappy aan het ingebeeld geluk van een enkel geflacht opofferde, en dat men 'by alle rangen van menfchen altoos in het oog hield, dat niet de billyke aanfpraak, welke de Nakomelingschap op ons heeft, met opzigt tot de zorg die wy aanwenden moeten, om door eene gezonde , eene geregelde voortteeling het welzyn van haar toekomend beftaan, zoo veel wy kunnen, te behartigen, dat n'iet deeze zoo rechtmaatige aanfpraak door de toége* vendheid en nalatigheid onzer Wetgeeyeren verwaarloost worde, het 20. en 23. jaar, als tot het huuwlyk best gefchdkt, vastgeftcld P. Hoefman Ni Scbed. da) Pall as /. e. (b) Men vind een voorbeeld van zodanig een verlof door den Bisfchop van Tours aan Lodmyk xl Korting van Frankryk verleend, om nog voor zyn 14 jaar, zyn omtrend 12 jaarige Koningin te huuwen, w9lzogén dijf. cit. §. xiv. en Reeeuil 4es Traités T. i. p. 444. TWEEv  Staatsregeling. 233 TWEEDE HOOFDDEEL. van de huuwlyken die tusschen oude of in jaaren zeer ongelyke persoonen aangegaan worden. yam pjenus aztatis, animaqut fietida Senex hircofus iu ofculare muiierem? Ut ine adveniens vomitum excutias mulieri. Plautus in Merc. 4cl. 3. Sc. 3. k §. I. *S e Moeder van Diomfms den Tyran, begeerde ran bet in haaren hoogen ouderdom van haaren Zoon dat hv hfwwlyk , , , ' ' der reeds naar aan eenen aanzienlyken man ten huuwlyk zonde benarde geeven, Dionifius antwoorde; „ Dat hy wel wille- ÏT/°°' „ keuriglyk de wetten des Lands verfmaad had, maar, „ dat hy echter zoo ver niet gekoomen was van zich „ niet te ontzien om de wetten der Natuur te over„ treeden. " Het voornaame doeleinde des huuwlyks is de voortteeling der kinderen , en men kan zonder verheeven kundigheeden zeer duidlyk gewaar worden , dat eene echtverbintenis tusfchen perfoonen , welke uit hoofde hunner ouderdom zich dwaaslyk met kinderen zouden vleijen, dat onmoogelyk zoo eene verbintenis aan het oogmerk der natuur beantwoorden kan. P5 §.H.  2^4 Genees k u n d i e e Van t>k £ T T ongelyke S' L J» uuwly- K£N" De oudfte wetten verbooden uit deezen hoofde het Spartaan- huuwlyk van oude met jonge perfoonen. De Wet- Hen Wvoor gecver van Sparta had in zyn Gemeenebest ingevoerd, wdfMan- ^ egn QU(j en onvermoogend Echtgenoot zyne jon- jonge ge Vrouw, welke hy met al haar ouderlyk vermoo- Vrouwen , , , n t\ buu-wen. gen getróuwd naa, toe moest ltaan , dat zy met een haarer naaste bloedverwanten voor de voortplanting van het nageflagt zorgde, en op deeze wyze de Maatfehappy fchadeloos ftelde; op dat echter door eene bepaalde wet blykeu zoude, wie men voor onmagtig houden moest, was'er by hun vastgefteld, „ dat „ eene vrouw ten minften drie maaien ter maand tot „ de huuwlykspligt geregtigd was; " (a) den Mo- ham- (a) Michaei de Montagne, brengt een bevel by van eene Koningin van Arragon , waar uit het klaarlyk blykt, dat een oude Solon en jonge Wetgeeflter over deeze zaak geheel verfchillende wetten ontwerpen. Te Catalogna beklaagde Zich een vrouw wegens de al te fterk aanhoudende liefkoozjngen van haar Man; (r.iet om dat dezelve haar in de daad lastig vielen, zegt Montagne, want ik geloof geen wonderwerken dan in het Huk van den Godsdienst; maar alteen o.rn door dit voorwendzel zich " geheel aan de heerfchappy liaares mans te onttrekken, en te bewyzen dat zy de involging haarer grilligheid boven het vermaak der liefde ftelde) op welke aanklagte de man dit beestachtig en onnatuurlyk antwoord gaf, dat hy zelf op een vasten dag, zich niet met minder dan tien echüyke omhelzingen kon te vreden houden ; hier op volgde het merkwaardig bevel der Koningin, „ dat na rype overlegging èn om een voorbeeld eener be„ hoorlyke geregeldheid, maatigheid en betaamlyk gedrag in „ het huuwlyk aan het nageflagt na te laten, het aantal der; „.echtlyke omhelzingen op zes daags 'vastgefteld , en als bïf— „ lyke  Staatsregeling* hammedanen is het volgens hunnen wetten gebooden Va*, -bs een ieder van hunne- vrouwen weeklyks eenmaal te bezoeken , en hier om kunnen verfcheide ïmken niet ™> meerder vrouwen nemen ( * ). De Romeinfche Wetten verboden den 60 jaarige mannen , en 50 Jaarige vrouwen vohlrekt het huuwlyk O); dewyl men vast ftelde, dat heide d. geüag* ten op deeze jaaren ter voortteeling geheel en al buiten ftaat zyn. §■ III. Naderhand wierden de huuwlykswctten van Augus- Bepa*tus, dewyl men, gelyk gezegd is, zich overtuigd vond, ljtKwb% dat het manlyk geflagt langer ter voortteeling in ftaat bleef, door een raadsbefluit onder Keizer Claudius in dL?^' dier voege veranderd, „ dat een man, die 60 Jaaren oud „ lyke en nodige grenspaalen beltemd wierd; om op deeze „wyze, zegt zy, door eene zoo aanme.rkelyke beteugeling „ der vrouwlyke begeertens en eisfehen eenen zeer gemak„ lyken , maar hier door ook duurzaamen en onveranderly„ ken regel vast te ftellen," en qpy s-,f,rient les Docleurs! ƒ.' Effais lib. 3. p. 771. C*)In eene huuwlykfche voorwaarde in den iaare 'jJj, in het Dorp Linne in Friesland, tusfchen Nanne Dirks Bruidegom en Folcke Maartensz. Bruid gepasfeerd , dewelke gevonden is onder zeer oude Papieren in dc Griffie 's Hoofs yan Utrecht Vind men het volgend zeer merkwaardig articul. Nanne Dircks onfen Buyre fal haar tweereyfen ter vteeke flryc- ien (den goede week niet) t verder moet fyner ieure ftaan. . : : * Nanne* Spritfe zal Folcke feilen by dage ofte lynagte, mits hy daar voor kenne, dogh tfe/ltg jaaren out zal Nanne Xynband moge* voiflaaft met queeflen of Papenfoek , enz. £a) L. Penult. C. de suft.  ü3°" Genees'kundige Van Se 0ud zynde een vrouvv nam beneeden de 50 Jaaren , ongelyke . , . , , , huwly- „ in net gerust bezit der voorregtcn aan den nuuvvKEN* „ lyken ftaat verknögt blyven zoude: dit bad echter 5? geen plaats, wanneer een vrouw van meer dan 50 „ jaaren , een man van beneeden de 60 Jaaren huuw„ de, het welk men een ongelyk huuwlvk noemde, ,, en in het zelve konden geen wederkeerige erfmaa„ king , of huuwlykfche voorwaarden plaats heb„ ben O). §• iv. Byzon- Rome was ten dezen tyde reeds merkélyk afgeweetZg{n'ki~n ken, van die denk wyze, die het zelve ten tyde van deeze Numa bezielde, toen het alle middelen aanwendde om tyden van Van de vrugtbaarheid van derzelver Burgeren , het fycurgJs" mceste nut te trekken , toen hunnen Wetgeever den Romeinen vryheid gaf „ om hunne Vrouwen , wan„ neer zy by dezeiven een gcwenscht aantal van kin5, deren gewonnen hadden, aan eenen anderen, die „ dit begeeren zoude, ten huuwlyk te mogen gee„ ven , " even gelyk Lycurgus aan eenen ouden en zwakken echtgenoot toeltond , wanneer hy inet een jonge en knappe vrouw getrouwd was, een Jongeling van goede zeeden te hulpe te roepen , en de hier van voortgeteeldc kinderen voor zyn eigenen te houden op deeze wyze poogden zy de welhaast uit-; gebluste hoop des Vaderlands weder op nieuw te doen herlesven , en dat noodlot te verzagten , het welk reeds Ca) In fragmentis Ulpiani T. 19. en in vita Claudii *pud Suetoniu.ni c. 23. O) Plutaichus in Licurgum,  Staatsregeling. 237 reeds Homerus befchotnvdeals het rampzaligst wat Van »b hy een meisje, die hem beleedigd had , kon toe hwh!* wenfchen. KE^. Audi Flava Ceres ! precor hoe mihi perfice votum, Hanc nunquam juveni matronam jurige marito, Sed tremulo fit nupta Jefti cui vertice cani Fundantur crines, gelid» fuperante fenccta Is cupiai tantum, efceto nil corpore pojjit («)« S- v. Hoe zeer ook de oudfte Wetgeevers gepoogd had- Gebeeu den de huuwlyken van oude met jonge perfoonen gc- ff{[gba£~H heel te beletten , of ten minfte, door het by voegen bet verbo*van andere voorwaarden en inzettingen, zoo veel mo- I7rè°%a" gelyk voor de Maatfehappy van nut te doen zyn; zoo ™*e*0°l wierden doch zoo wel door Waereldlyke O), als debiet» Kerkelyke Wetten (c) de huuwlyken tusfchen oude ZZu-m. en jonge perfoonen, zoo men zeide tot ondèrfteuning der menfehelyke zwakheid voor wettig verklaard: een oud gebruik by fommige volken nog plaats hebbende , geeft getuigenis der verachting, welke men eertyds voor deeze ongelyke huuwlyken had, daar de jeugd voor de wooningen van zoo een paar een wanluidend geraas van verlchillende ipeel tuigen komt maaken , en een befpottend gejuich aanvangt, het welk de Overheid, en zelf de Kerk genoodzaakt is geweest, op ftraffe te vet bieden. Ik fa) Hirodoiüs';» vilt Hemeri. (b~) Imperator. L, Sancimu: C. de-mpt. (O Cap. Nuptiarum 37. q. 1. AR Nis IUS de J»rt Connubiorvm C. 8, Lt3. 4.  238 Geneeskundige Van be Ik laate het den Lezer ter nadenking over, of niet ongelyke ,. , . .. , , , . huwxï- dit zeer oude gebruik het tegendeel bewyze van het ken.- geen men ergens tracht te beweeren: ,, dat de oude „ Duitfchers reeds hunne meer dan 60 jaarige Mannen het huuwlyk verboden hebben " alhoewel ik niet ontken, dat het vermogen der voortteeling by onze Voorvaderen langer fchynt in fland gebleeven te zyn, dan in laater tydeni §. VI. Zwarig- Wanneer men nagaat, hoe veel 'er eenen Staat, ftt"zoZ~ die Inwooners ontbreekt, aan gelegen ligt, dat de «ge huw- vrugtbaarheid der huuwlyken nergens door verminderd worde,- zoo zal men toeftaan j dat het toelaaten deezer huuwlyken veele bedenklykheden heeft; voor eerst, dewyl dezelve eene merkelyke mistasting veroorzaaken in de berekening van het getal der kinderen, naar maate der aangegaane huuwlyken; ten anderen, dewyl de gezondheid en goede zeden der Inwooners door zulke huuwlyken geen gering gevaar loopen; ten derde, dewyl de hier uit voortgeteelde kinderen zelden die gezonde gefteldheid hebben, welke ten meeften nutte der Maatfehappy vereischt worden, om niet te zeggen, dat diergelyke Ouders zelden hunne kinderen tot die ouderdom zien opwasten, in de welke zy de ouderlyke htilp ontbeeren kunnen , en dus vermeerderen zy vroegtydig het getal der Weduwen en Weezen , een kwaad, het welk door een tweede huuwlyk niet geheel weder verholpen .(«) J. P.WitiEBRAND Vijf, Jurid' de Jvrib»} diverfttoi» Climatum netis §. VIII. p. 13.  Staatsregeling. 2,3^ pen word, daar doch de opvoeding door Stiefouders Van de dikwerf een oorzaak der vermeerderde fterfiysten is. 6 KEN, | §. VIL Men bereekene dc vrugtbaarheid der huuwlyken Zy verzoo men wil, men zal altoos vinden, dat by zoda- f'«*<",« mge , die tusichen m jaaren zeer ongelyke Perfoonen baarheid zyn aangegaan, het eene gedeelte reeds ophoud vrugt- w£mw~ baar te zyn , en dus voor het Gemeenebest pro tiviliter moriuo moet gehouden worden, terwyl het an1 dere nog in vollen leevenskragten bloeid. Ook vvor1 den in deeze huuwlyken flechts de helft of nog min(der kinderen dan in andere geteeld, wanneer niet de (onovereenkomftigheid van het geheele geitel en naituurlyke driften, welke in zoo onderfcheiden oudercdom plaats hebben, eene voïftrekte onvrugtbaarheid weroorzaakt; hoe dikwerf ziet men niet, dat jonge IVrouwen jaaren lang met oude, hoewel echter desiwegens geen onmagtige, Echtgenooten gehuuwd -jrj —— i 1 , 1 «» JcvENAHS SaÜ. Lib. iv. $af, Ti  &44 , UENIES KÜSDrSl ongeIyke ongefchikte befmetting (Pollutio) veroorzaakt; de huwly- Grysaard word federd veele Jaaren, dank zy de zynen welftand behartigende Natuur! niets hier van gewaar, hy word dus dag aan dag overtuigd, dat de noodzakelykheid van zodanige ontlastingen by hem voorby is; in tegendeel befpeurd hy ten duidlykften alle de nadeelige gevolgen eener gedwongen byflaap; het reeds gebrekkig lighaam word na dezelve als geheel kragteloos, en de byzondere zwakheid van fommige deelen ( waar van zelden een Man op die Jaaren bevryd is) neemt toe, de fpysverteering word gebrekkig, en dus de grond gelegd tot beroerten, verlamming en fleepende kwaaien, welke door eene regelmatige leevenswys nog lang hadden kunnen vcrmyd worden; te recht roept men met Young uit O). O how disorder''d our 'Machine When contraditïions. mix! When Nature firikes no leff then twelve And Folly points at fix. Lighaam- Men heeft veelmaal hoog opgegeeven van het voorwerki"g~ deel» liet welk voor eenen Grysaard in het byliggen eener j°n§e MaaSd 8'eleSen is O ), en -voorzeker zoo onge- kan men niet ontkennen, dat de uitwazemingen van ^pTrfi»- Jonge Meisjes eene balzemachtige wazem en heilzaa- xtn. me {a) Young's Refignation p. II. C*)J. H. C oh au se n Hermippus rtdivivus five Exereitatio »byftco Medic de methodo rara ad CXV, aimot prorognndce falvtis per aabetUum puellarum^  STAATSREGEtI N G. 245- me verkwikking f>) zyn kan : echter zoo, dat dit, van m gelyk Ve nette ook aangemerkt heeft, ten merklyken nadeele der jonge Vrouw verftrekt Lor- ET* r y teekent aan, dat de huid van jonge Vrouwen door ' de byflaap met oude Mannen ruuvv en als verwelkt geworden is (»: wegens dit nadeel zal ik by eene andere geleegenheid nader fpreeken, en het behoeft geen verder betoog, dat de ongelyke huuwlyken, zoo zy dienen moeten, om het leeven van het eene geflacht ten nadeele van het andere'te verlengen, nimmer onder de billykë middelen ter bereiking van dit oogmerk kunnen gereekend worden. §• IX. Het verfchilt echter nog aanmerkc-lyk, of een «* -,^-.,.e « ■ -,*y "'• milch /. c. 1 Tl). C. V. §. 90. Hens. Bodinus Dijf. Jur.de Conjugi» illicito, Wöllzogen & Neühaus £}if, Jurid. politua dt Ommbiis Ivfantttm C. 1. $. VIL p, 13. Q 4  Geneeskundig* Vav de zy zich anderfin ts met zoo veel voordeel bediend om hwlyICE Zelf den loomften Jongeling aan te fpooren; welhaast word het verdorde voorweip zyner omhelzingen hem een walg; en hy moet geftadig zich zeiven poogen te misleiden, zyne jeugd in het gedwongen volbrengen zyner walgelyke huuwlykspligt doorbrengen, en eenen akker bebouwen, van dewelke hy, ponder wonderweik, nimmer eenigen oogst verwag^ ten kan. De knagende jaloersheid waakt intusfehen met een nimmerfluimrend oog over het gedrag van den door eigenbelang gehuuwden Jongeling,- en veroorzaakt dus of een allerzekerst verlies voor dc Maatfehappy, of een niet min zeker bederf van den jongen Man, eene jaloersheid, welke, zoo zy gegrond is, tot ongeregeldheden , zoo zy niet gegrond is, tot ouëeiJigheid aauleiding geeft, ja zelf misdaaden veroorzaakt, welke eene veel grooter verzwakking des manlyken lighaams na zich flecpen, dan men by Echtgenooten van gelyke Jaaren door een ongelyk grooter verfpilling der beste leevensvogten te duchten had (Z>). grrdely- Een genot zoo duur gekogt, en echter zoo weinig Zen^'V' aangenaamheids bevattende, doet des te meer reikhalzen, om eene zoo ongelukkig doorgebragte nacht , door ten minfte één gelukkiger uurtje te vergoeden, gekogt door zoo fchandlyk verkreegen ifchatlah, fchat- t\a) Juveuem vetulce junttum fslva eonfeientia cogi non pqffe ad feccaminqfos to 'tus fub fpecje pritenfi debiti (Onjugalis , quamvis in fu<£ t grond, tegen, ,, dat het niet onmogclyk is by een """""-ding „ oude Vrouw kinderen te tcclen, wyl de onder- Z"Ziyf'" „ vinding dit nu en dan getoond heeft; " dit is echter niet half zoo veelvuldig als ons fommige dikwerf zeer onzekere berigten willen wys maaken : men kan niet altoos met onbetwistbaare zekerheid de waare ouderdom deezer Moeders gewaar worden, en offchoon ook wel eens in zulke gevallen de natuur van haaren gewoonen weg afwykt, zoo zyn echter de van alle Tyden en Volken kamen gefchraapte voorbeelden O) niet zoo meenigvuldig, als die, waar in l eab; fefsxtoin ' .. : ::i •-■ v ; re; ;-:-r «• men (a) C. Pn. Hoffmannus Tratt. Jurid. dt matrimonii Sexaginarii cum Quinquagenaria ; Senis turn Juvtncuta & Vttulrr cum Juvene , Regiomont. 1743. Hall er I. c. Schenk Obf. Med. rar, lib. iv. de concept*, p l ï n i ü s Lib. vi. Nat. Hifi. C. 14. Q 5  tgO .GENEESKUNDIG» van be men zeer jonge Meisjes voor den gevvoonen tyd der BüwLr^6 vrugtbaarheid heeft zien Moeders worden; nimmer KEf'' echter heeft men deswegens het tydperk der vrouwelyke rypheid vervroegd, deeze doch is bepaald volgens den gewoonen loop, niet volgens de afwykingen der natuur; men kan dus met recht een 50 jaarige Vrouw als dood voor de voortteeling houden, en haar gelyk ftellen met eene, aan welke in haare jeugd de eiernesten waren uitgefneeden, welker huuwlyk echter met een Jongeling men nimmer billyken zoude. S- xi. Be Kin- Men befchouwe nu de vrugten deezer EchtverbindzZTnigV' tenisfen : het jeugdig vuur der Moeder zal het byna' tlïwfy uitgedoofde vonkje der voortteelingskragt in den Grysfr». , aard eenigermaate weder ontfonken, en dien volgens ftelde Ludwig vast, dat by menfchen de ouder. , dom des Vaders geen verhindering was in het voortbrengen van gezonde en fterke kinderen (aj, daar doch een ander, niet min ervaaren, Natuurkenner zegt O): „ dat de kinderen van al te oude, zoo ,, wel als al te jonge Echtgenooten, naar lighaam en „ ziel, minder kragten bezitten. " Men ondervind ook in byna alle dieren, dat de laatfte Jongen zwakker zyn, dan die, welke in den bloei des leevens zyn voortgeteelt; dit gevolg word door de Geneeskundigen, en niet ten onregte van de hoedanigheid des zaad vogts afgeleid, hetwelk AëTius zegt; ,, van. ?5 een («) Ad-verf. Med. Pr ad. VTII. p. 2. (b) A,iu-stotei,es.£të. VII. Ptkfti, C. I«,  Staatsregeling. 251 „ een kouder natuur, waterachtig, onvermoogend, Vaw se „ en dus ook onvrugtbaar te zyn O). " [ hwut-* Echter is ook deeze fchikking der Natuur niet mN bevryd van uitzonderingen ; men vind menfchen, wien het gegund word tot in eenen hoogen ouderdom, de voorrechten van hun gezond geftel te genieten, zoo bericht ons Haller van twee zynor ntêbedaanden, welke, offchoon van eene meer dan feo jaarige Moeder geboren, tot manlyke Jaaren zyr j men en zitting in den Raad bekomen hebben, eo lyk gezegt is, zyn hier van veelvuldige voorbeelden voor handen; dit alles neemt echter niet weg^ de voorbeelden aan de andere zyde, ten nadeele des menschdoms, helaas! en der Maatfehappy nadeliger en oneindig talryker zyn, ja, het ten hoogden wenfchelyk maaken, dat hier in door wyze fchikkingen , ter verhindering deezer met het oogmerk der natuur zoo zeer ftrydige huuwlyken, voorzien wierde, dit zoude, en voor onze Nakomelingfchap, en teevens voor onze oude lieden zelve van het hoogde nut zyn, Soht fenefcentem mature fanus equum, ne Peccet ad extremum vidmdus cjf Ma ducat Qb). S- x 11. Men zoude myns bedunkens, niet onbillyk die tyd, Vergefy- welke het vrouwlyk geflacht in vermogen ter voort- d" teehng voor uit heeft, aan die der Mannen, zydfcb,* , enderdoms f a) Lib. 16. Cap. 26. Paul Zackhs /. c. N. 50, (*) H»R atiüs Epiji. L. I. Ep. ï.  25* Geneeskundige Van bk ongelyke huwly- ) ken. beider ge- < flegten, en natuurlyke ' gevolgen derbepaaKng dier \ jaaren , waar in 1 bet huuw- ■ lyi geoorloofd is. Gevallen 1 waar in j lykebuuw- y lyken kan toeftaan- (^a) Het aantak der Weduwen overtreft in de meefte landen verre dat der Weduwnaars, en Susmilch fteld het volgens de naauwkeurigfte bereekeningen als 48. tot 33.; hy betend dat het getal der hertrouwde Weduwen tot dat der hertrouwde Weduwnaars was , als 100 tot 126: ten behoeve eener zoo talryke en medelydenswaardige klasfe onzer Natuurgenoten, moet men dit aanmerken: de gezondheid der Weduwen is over het geheel genoomen, en in ver^elyking met die der gehuuwde Vrouwen veel zwakker, waar toe de zorge voor een benodigd onderhoud , grootelyks kan meede werken ; hy wien de rnenfchelyke natuur eenigfmts bekend is, aal eshter gaarne jjelooven dat dè voornaame oorzaak hier van in het gemis der echtelyke omhelzingen, en der, vooral by aandoer.lyke en blaedryke geitellen , zoo hoogst noodzaaklyke ontlasting des zaadvogts (1. Afd. r. Hoofdd. 5. 11.) geleegen is, daar zy zich op eenmaal van het geoorloofde genot der liefde in eenen ftaat van gedwonge onthouding ziea overgebragt. Indien ons derhalven de befchouwing der welwaard haarer huisgezinnen voor zyne jonge Weduwen niet dringend genoeg voorkomt, om haar het aangaan vaneenen tweeden -velke men in hunnen ouderdom verlof tot het huuwyk gaf, kunnen toevoegen, en dus geen Vrouw van neer dan 48 Jaaren toeftaan met een Man van minler dan 60 Jaaren ter onderlinge hulp in den Echt te .reeden, en in tegendeel aan eenen 50 jaarigen Man :oeftaan zich eene Vrouw van a8 en meerder Jaaren e moogen kiezen, terwyl men eenen 60 jaarigen Minnaar niet toe moest ftaan eene Vrouwe beneeden e 38 of 40 Jaaren te neemen. Ter uitzondering op deezen Regel kunnen recht ebben, zy , die reeds in eene voorgaande Echt kineren geteeld, en dus ten nutte des Vaderlands, zoo •eel zy vermogten, hadden toegebragt. Dus word het hertrouwen der Weeduwen («), wel-  Sta atsregeling. 255 welke dikwerf een der gewigtigfte tegenwerpingen is, begunfligd, en ter bevordering deezer heilzaame oogmerken , kon men jonge Weeduwen, wanneer zy tot een tweede huuwlyk wierden aangezogt, ontdaan van die belasting, welke men ten voordeele der huuw- lyks- den echt toe te ftaan, zoo moet doch de gezondheid deezer nuttige leeden der zamenleeving ons voorzeeker hier toe overhaalen. Puto zegt, „als de overleeden echtgenoot het „ vereïschte getal van kinderen (van elk geilagt een) aan „ ^yne Weduwen heeft nagelaaten, zy blyve ongehuuwd, om „ dezelve volkoomen op te voeden ; indien zy echter zoa jeugdig bevonden wierd, dat zy zonder nadeel haarer ge„ zondheid niet buiten huuwlyk leeven kon , zoo moeten „ haare nabeftaande met die Vrouwen , welke het opzigt over het huutvlyk hebben, raadpleegen, en deezer heilzaame „ raadgeevingen involgen. Zoo 'er echter geen kinderen van„ den eerften echt voor handen zyn, zoo zal zy ter verkry„ ging van dezelve zich weder in het huuwlyk begeeven. '* Dc Legibus Lib. XI. Men heeft, wel is waar, t'eeniger tyd het tweede huuwlyk der Wed«wen voor onkuisheid gehouden ' en zelf .te Rome wierdeu in vroeger tyden die vrouwen welke zich met eenen echt vergenoegden met byzondere eerbewyzen behandeld, Valerius. Maximus dis, faS. q. memorab. Lib. II.; by de eerfte Christenen roemde men de onthouding van eenen tweeden echt, als eene pryswaardige daad, en in de eerfte eeuw was het den Dienaaren des Altaars verbooden ; zich met.eene Weduwe in den echt te.begeeven:—. daar het integendeel een Bramin tot fchande gereekend word, wanneer hy zich aan eene maagd verbind, y. dt PEsprit Dijfert. II. Art. XIV. p. 217. daar nu de deugd der ont-._ houding eene byzondere gaave is, waarmeede elk een niet begunfligd is, óf «ene hier toe gefchikte gefteldheid bezit, zoo kan geene beüisfing der geleerden de uitwerking deezer\ geweldige hartstogt op zeer aandoenlyke zenuwen verhoeden, of de nadeelige gevolgen die uit deszelfs geweldige beteugeling ontllaan, Yooikaompnj hut is eene onbetwistbaare waarheid Van öb bngelyki huwlxksn,  Van- »e ongelyke IKiWLYken... 4 Hoenoodzaailykhet is de trouv/lyke Sexe voor de gevolgen der ongelyke huuwlyken te waarJchmwen. ] heid, dat de gedwonge flaat der onthouding by jongë Weduwe op eene vaderlyke voorzorge der Overheid volkoomen recht heeft, daar het doch de pligt der Regeering is op dp. lighaamlyke welftand van a;lle desïelfs burgeren zonder or,derfcheid een -w»kend osg te houden. ?54 Geneeskundige lykskasfe, en uithuuvvlyking van arme Meisjes op de ongelyke huuwlyken, zoo die al plaats hadden, geilek had. Indien, by voorbeeld, een 60 jaarig Man zich met een Meisje van 20 Jaaren in den Echt wil* de begeeven, dit ftaa hem vry, mits hy haar evenredigheid zyns vermoogens en zyns meer of min gezond lighaamsgeftels, een' zekere fom in de voornoemde kasfe betaalde, welke ter uithuuwlyking van arme Meisjes befteed wordende, het Vaderland, het verlies door zyn ongelyk huuwlyk geleeden,- vergoed ; alhoewel ik echter om hier voor reeds gemelde reedenen deeze vryheid aan Vrouwen boven de 48 Jaaren niet zoude toeftaan. §. X I I I. Daar doch een oud Man, wanneer hy eene jongeVrouw huuwd, tot veele hier boven reeds opgenoemde en aan onervaarnen Perfoonen geheel onbekende ongeregeldheden aanleiding geeft; en de daaglykfehe ondervinding leerd, dat meenig braaf Meisje zich van haare eigen vermoogen ter onthouding, of van het uiterlyk aanzien haares gryzen Minnaars meer beloof-' le, dan zy naar billykheid verwagten kon; zoo is ret noodzaakelyk, dat voor de voltrekking van deeze muwlyken , beide de Perfoonen van weegens de Overheid  SffAAT. SREGELING. heid gewaarfchuuwd en van hun haglyk voorneeinen afgeraaden worden, even gelyk dit eertyds by het Opperconfiftorium te Dresden plaats had. O) , en in dc daad het mensclilyk meededogen jegens onze Meedeburgeren dit vordert (Z>); vooral heeft de zwak-' kerc Kunne na eene onberispelyke ingetoogene opvoe* ding zeer weinig geleegenheid om zich van alle mogelyke omftandigheden, van haare, aanftaande-behoeften en de uit derzelver gemis ontftaane gevolgen eenige of ten minftcn rcchtmaatige denkbeelden te Vormen: Cypr/Eus wilde veel liever dat zodanige ongelyke huuwlyken geheel verboden wierden (c), gelyk te Genua geen Man boven de 60 Jaaren een Maagd of Weduw ten huuwlyk neemen mag, welke de helft met hem in Jaaren verfchild (cV> ' Het fpreekt van zelve, dat de bovengemelde aanmerkingen die huuwlyken niet betreffen, welke, daar'2 beide Echtgenooten met opzigt tot het vermoogen'r der voortteeling aan elkander gelyk zyn, niet anders dan alleen een vriendfchaplyk gezelfchap van bejaarde en voor de voortplanting geheel onbekwaame- menfchen ten doelwit heeft; alleenlyk zorge de Over- ' heid, dat niet onder dit voorwendzel een gezond en Q33, 1 .vrugt* ■ O) CarpZoviusU. L. Def. 13. Miller JJif. eet. de caMore juvenili. Qb ) Stryk in not. ad Brunnema n ni %, Ecclef. L. 2 «e. 17. jv. 2. J CO P- 3. de J. Cos»**. C 9. J. 8. A*. co*.». Van. m DNGELYKJj üuvrns KJiN, ftfoodzaktyke'tzonde-  4£<5 G ENEES KUNDIGE Van de ongelyke HÜWLYKEN.' I (*) Het onderwerp der twee voorgaande Hoofddeelen, de te vroege , te laate , of ongelyke huuwlyken, is van te veel aanbelang , dan dat het zelve het opmerkzaam oog eenes Menfchenvriends.zoude ontflippen : de nadeelen, die uit deeze zoo verfhhillende oorzaaken voor de geheele Maatfchappy en elk Gemeenebest gewisfelyk ontftaan, deeden in vroeger en laater tvden by verfcheide volken tegen dezelve de zorgvuldigfte maatregelen, beraamen , maatregelen , die by fommige van den Godsdienst, by anderen van de burgerlyke wetten wierden afgeleid. Nederlands Wetten , die ons ten rigtfnoer onzer daaden moeten verftrekken, veroorlooven het huuwlyk aan zeer jonge perfoonen , mits met behoorlyke toeftemming van Ouders of Voogden, en ftellen den fuffenden ouderdom geene hmderpaa'en in den weg, om zich met de bloeijende jeugd in het echtgareel te koppelen: de huuwlyken tusfchen echtgenooten, die zoo pas het kinderlyk fpeelgoed terzyden gelégd hebben, om de zorg eener huishouding op hunne zwakke fchouderen te laaden, vallen echter in ons Vaderland niet dikwerf voor. Onze Landman word door geene vreeze van voor gewelddadige presfingen tot den Soldaten ftand gedwongen te worden, aangenoopt tot het aangaan van zulke onrype huuwlyken; ayne driften ontwikkelen zichfpader, dan die onzer Steedelingen; het is doorgaans ïn eenen rypen ouderdom, dat hy eene wederhelft , die hem in den landbouw de behulpzaame hand kan bieden, ten huuwlyk neemt, en uit zodanigen echt zien wy ook een ta'.ryk en welvaarend kroost geboren worden. De Handwerksman en middelmatige Burger ziet zich zeer zelden in de gelegenheid , fchoon ook het vuur der liefde zyne jonge borst mooge ontvonken, om nog zeer jong zynde aan deeze infpraak der natuur door hee huuwlyk te voldoen; eer hy zich in ftaat heeft gefield om door zynen arbeid of" kundigheeden het n'ódig onderhoud voor een .huisgezin te kunnen yerfehaffen, heeft hy reeds die jaaren bereikt f waarin ara vrugtbaar Lid der zamenleeving der Maatfehappy ont«. roofd, cn in de doode armen eener' magtelooze grysheid overgeleverd worde (*)<  Staatsregeling. 257 ihén ,200 hy zich aan geene ongéfcondenheeden heeft fchuldig gemaakt, van zyne manlyke kragten gezonde vrugten vertyagten kan. De klasfe onzer ryke en aanzieniyke heden is de eenigfte, Waarin wy deeze te vroege verbintenisfen fomwylen zien voltrekken, en dit heeft echter hier veel minder plaats, da\-in die landen , alwaar men zeer.veele Adelyke Genachten van hooger en laager rang aantreft; aldaar haast men zien om den nog baardeloozen Jonker met eene nog niet vol wasfen Freule te verbinden, de glorieryken geilachtnaam mogt anderfint* tot onherftelbaane fchade voor het Vaderland by gebrek van afflammelingen te niet gaan. Hoenuttig,hoe wenfchelyk ware het voorde Maatfehappy, dat dit uitftel van het huuwlyk tot in eenen ry; er ouderdom, een. gevolg eener welberaaden liefde tot het algemeene welzyn was, cn niet het gevolg eener huuwlykshaat en gehe/dljeid aan eene ongebo! dene leevenswyze: de ryke Jonge ng , hy die tot den rang onzer aanzieniyke en agtbaare Vertegenwoordigen door zyne geboorte gerechtigd zoude zyn , en uit wiens lendenen wy de fteunpylaaren onzer welvaard verwagten moeften, geeft zich , helaas ! veel maaien over aan eene leevenswyze, waar toe zyne verhitte verbeelding hem aanfpoort , en waar toe hy meent dat zyne fchatten hem een onbetwistbaar recht geeven; eindelyk na den bloei zyner kragten in de armen der ontu t verfpild te hebben , geeft hy gehoor aan den dringenden raad zyner bloedverwanten, hy verkiest zich eene Echtgenocte , wiens rampzalig voodlot het is zyne in het best zyns leevens reeds uitgeputte kragten te koefteren, en gelukt het hem den dierbaaren naam van Vader te mo^en voeren, het is van ellendige fchepfeltjens, die hunne medeburgers tot walg, hun Vaderland tot last zyn , en hem door hunne fleepende ongemakken van dag tot dag de ongebon- denheeden zyner jeugd verwyten. Wr.re het niet beter geweest, wanneer men geene middelenter beteugeling der ongeregeldheeden onzer wellustige onqehuuwrlen kan uitvinden en daar ftellen , dat zoo een nog zeer jong ware in den echt verbonden geweest, en ik kan niet naiaaten de gegrondheid Van het geen onzen Schryver in de 8. §. van het eerfte Hoofddeel deezer Af deeling aanveerd, in dit geval t* erkennem R Van de 3N0EIYKS HUWXY- KfcN.  258 Geneeskundige VA.N T>K ONGELYKE HUWLY- KEN. DER.- De Huuwlyken tusfchen -oude of ïn jaaren veel verfchiliende perfoonen, hebben by ons even zoo wel als by andere Vólken plaats, en het ware zeer te wenfchen dat deeze voor de maatfehappy zoo nadeelige dwaasheid met vrugt kon tegen gegaan worden, het geen onzen Schryver deswegens aanteekend verdiend voorzeker de ernflige overweeging van elk wien het heil des menschdoms en zyns Vaderlands ter harten gaat.  S TA ATS JS. E G E L I N. G. 255? DERDE HOOFDDEEL. VA N DE HUUWLYKEN TÜSSCHEÜ, ONGEZONDE PEUSO ONEN; Neque rides, Nee medici credis , nee -curator!s egere, .:. • A Prcetori dati? : ... rn | iloiiAT. Epifi. | 7v>. f, Ïn den eerlten opflag fchynt het eene onbillykheid -te zyn, iemand door eene wet van zyn natuuriyk aaiigcbooren regt op de voortplanting zyns geflachts en de vervulling zyner billykc begeertens te berooveir, zco, lang men nmnentlyk deeze verrichting voor niets meer aanziet, dan voor hetgeen, zy by de meefte Echtgenooten is, een daad namertlyk tot onderlinge wel* lu.st, en, indien het zoo uitvalt, tot voorplanting des geflagts ; maar zoo men het gewigt der kmiwlykspligten ook met .opzigt tot de Maatfehappy • iri aanmerking neemt, men zal weldra overtuigd zyn* dat niet elk een zonder onderfcheid tot deezen ftand-r Van denwelkcn het weizyn der famenleeving , ja des menschdoms zoo grootelyks-afhangt, behoord te worden, töegclaaten ; Foor eerst, dewyl het huuwlyk onder Zekere omfüandigheeden voorde geh.uuwde zelve zeer nadeelig s ja zelf doodlyk zyn kan>' ten tweede „ R a ' de-- ■■- -t a MD I Of men billyker •wyze aan ongezonde» het huwwlyk vet biedeis kan  Van db huuwxy-! ken tus5chenongezonde pêrsoonen. Van de kragten ter vtortteeling nodig. i IJ < 1 1 Van de el tegroote vryheid am 'een \t buuvolyk , . ttaargoed- 260 Gesüskündim dewyl uit zodanige verbintenisfen geen kinderen voortfpruiten, of wel dezulken, die zich zelve en der Maatfehappy tot last zyn, en wier nutlooze leeftyd van korten duur is. Ten derde, om dat dezelve de voortplanting der erfiyke kwaaien meer en meer moet voet geeven. §. tt Men behoefd geen bewysredenen ter betooging, dat de byflaap eene verlichting is, die gezonde kragten vorderd, ja zelf te fterk geöcffend wordende de (levigfte kragten uitput. Hierom gefchied de affchei3ing van het zaadvogt niet dan na dat het lighaam byna zyn volkoomen wasdom bereikt heeft, en houd op zoo dra het zelve door ouderdom verzwakt ; men heeft de uitwerking des zaadvogts op ons lighaamssreftel niet ten onregte met die der zoogenaamde leevensgeesten vergeleeken; daar doch een eenige ontyh'ge ontlasting des zaads meer verzwakt, gelyk Galenus aanmerkt, dan de fterkfte aderlaating; deszelfs uitwerking ftrekt zich tot in de ziel uit, de tuipachtigejfchokken , welke geduurende den byflaap 'Ach in onszenuwgeftelopenbaaren* de janrmerlyke gevolgen eener moedwillige verfpilling van dit vogt, zyn ene blykbaare waarfchuuwing voor zwakke fchepfe-n, om zich van deeze wellust Zorgvuldig te ontiouden. s. ui. Men rteeme nu in aanmerking hoe veele fleepende, itmergelende kwaaien den verzwakkenden byflaap alrfchadelykst doen zyn , en het zal ten klaarften yken, dat eene ongebonde vryheid om :zich naar wil-  Staatsregeling. ao"i willekeur in het huuwlyk te begeeven, met den welvaard van elk Burger op zich zelf, en met het nut der Maatfehappy onbeftaanbaar is; ziet men niet eenen met eene fleepende ziekte aangetasten Echtgenoot, na naauwlyks het vermaak des huuwlyks genooten te hebben, met verhaaste fchreden den eindpaal des leevens naderen, de uitteerende koorts (die allergevaarlykfte Gezellin der Ueepende kwaaien) verheft van trap tot trap, doet de weinige nog overig zynde kragten verfmelteu, en leevert hem in de kaaken des doods. §• IV, Zie daar het gevolg des huuwlyks voor den zieklyken, maar welke oorzaaken heeft niet de gezonde om eenen Echt, die hem zoo naauw meteenen ongezonden verbind , te verfoeijen; om niet te fpreeken van het gevaar der aanfteekende ziekten , waar aan men zich door deezen allernaauwften omgang bloot fteld, kan toen zich wel met eenig vergenoegen, met eene inwendige gerustheid in zoo een Echt vleijen? Is het voortplanten des geflachts zyn edel doeleinde in zoo een huuwlyk, hoe kan hy verwagten dat een weezén, het welk zelve ter naauwer nood beftaat, hem hier in met vrugt behulpzaam zyn zal ? Is zyn oogmerk alleen het verzadigen zyner wellustige driften ? welk eene voldoening kan hy verwagten in de omhelzingen van eene wier treurige om-r handigheden, geen wellustig denkbeeld toegang geeven, hoe kan men zich onverbreekbaar verbinden, in een vooruitzigt dat onze geöorlofde begeertens telkens door gevaar voor ons zeiven, en weigerende verontfchuldigingen van de zyde onzer wederhelfte K 3 zul- Van ds HULTWLY-l KEN TUSSCHENONGEZONDE PERSOONEN, vinden aan te gaan. Nee te- denklyk ook voor gezonden den Eebt met eenen zieklyken is.  sa5& Geneeskundige ' Van de ïjuuvvly- KLN TBS* SCHIK ONGEZONDE 1'tRSOÜiNEN. Scbadefyiheidhier van 'voor de vrugtbaarheid. i ] I < t zullen verzeld en tegengegaan worden. —m de aanprikkeling tot wellust , is echter van beide zyden door deeze beletzelen niet geheel en voor altoos uitgedooft, het is eenegeduürige verhitting, die, niet dan zelden voldaan wordende, de onontbeerlykheid deezer bevreediging te fterker doet gevoelen , en eene lighaams- en zielskwelling veroorzaakt, waaruit eene meenigte van lighaamskwaaien en zielsgebreken voorN fpruiten, % V- . Van zoo een huuwlyk heelt de bevolking niet veel goeds te verwagten, en zoo een' Vrouw fchynt veel meer gefchikt om ons tot de eeuwigheid voor te bereiden , dan om ons in dit leeven aangenaam , en in de voortplanting van ons geflacht behulpzaam te zyn. Men tracht, zoo veel mogelyk is, alle middelen ïan te wenden , welke in de Maatfehappy het getal Ier Weeduwen en Weezen kunnen verminderen , en zoude men dan met onverfchilligc oogen zien, dat Een zieke wellusteling, ter voldoening zyner driften /oor zich, eene yrugtbaare en ter voortteeling gebhikte Vrouw bemagtigde, om haar voor de Maatchappy nutloos te maaken, zyn eigen fterflot te veriaaften , en zyn geflacht, zoo hy zulk eene betrekking reeft, in rampen te ftorten? Een teeringachtige, die zich reeds federt lang bui:en ftaat bevonden heeft ter vervulling zyner büfgéfc iligten, krygt lust om ook zyn geflacht voort te planre; wat begint gy, Rampzalige? fs het u niét geloeg dat zoo veele handen voor u arbeiden moeten, n kunt gy wel genoegzaame zorge draagen voor én geflacht, het welk zelf in u alleen den Vaderlan- de  Staatsregeling. 26*3 de meer dan te veel tot last is, fpan al uw vermogen veel liever in, om, zoo het niet hoopeloos is, uwe gezondheid weder te verkrygen, vervul wederom uwe plaats in de Maatfehappy, en zeg dan: ,, ik „ zal mynen Vaderlande eenen Burger toevoegen, „ die met my tot het algemeene welzyn zal meede „ werken. " -i- Zyt gy hier toe buiten ftaat, Ellendige! zoo zie ook af van uw voorneemen, beteugel uwe lusten, en, zelf nutloos zynde, doe ten minfte de Maatfehappy nog deezen dienst, dat gy haare Jasten en tevens het getal der rampzaligen niet vermeerdert. Omturn eft, quodpatricz civem populoque dedifti Si facis ut patrice fit idoncus, utilis agris Utilis & bellorum & pacis rebus agendis (a). S- v 1. Hier moet ik een zeer gewigtig vraagfr.uk opperen, »ƒ, namentlyk: in de daad fommige kwaaien van ongezonde Ouders op de kinderen erfiyk overgaan ? Ik kan dit niet nadruklyker beantwoorden, dan met het geen Unzer deswegens zegr. „ Ik weet wel, en heb nog onlangs in een der ,, nieuwst uitgekomen werken geleczen, dat' Gc-nees„ heeren zelve deeze overervingen verwerpen , cn „ het voor ongerymd houden te gelonven, dat ziek„ ten van Ouderen op de kinderen kunnen overer„ ven; maar ik weet ook, dat men hét gezond ver: ■ • ,. Hand CO JüyeïUUS * -i .doch boven treft men niet gedachten aan , welke , in weerwil ééns geneesmiddels , het welk men als al'erhei zaamst in deeze ziekte bevonden heeft , het fchandelyk gif zich zonder eenige nieuwe befmetting tot op den naneef heeft Voortgeplant, alhoewel deszelfs uitwerkfêls döor'tusfcben... -koming .van. andere ..kwaaien meer en :m.eer onduidlyk .. Morden, en de gedaante van floepende ziektens aanne-•it.jW.mea.; welker .oorzaak zoo wei. vqór. ,den jn de vo.or lang verlooren gefchiedënis der ziekte onkundig Qenees'tëb frfiöN als v°9r -d?Hi -,Lyder. zelve :geheel onbekend-1>, en - 4 i c,:ei;.b9z?;;Wlyk.j!an,geneezen gorden, tot dat eind-, • ' !£! iTOr ;-?n,:tfd; tpt tyd het befmettend vermogen • • 1 J°.or «ne gelukkige, vwmenging met gezon- ie vogten geheel en al word te -Qnae-rgebragt. Van de huuwlyken tusscuenongezonde per. soonen.' Bit tevaar der befmetting word doordeeze Mgezoaie huuiu'yken 'vit•neerdtrt.  272 "'Geneeskundig* yAN BE üuuwlyken tusschenongezonde persoonen. 'De Overheid moet dus alle middelen i» het •werk fielten om foortgelykt huuwlyken te belette». (_a~) Volgens de Indifche Wetten zyn onder anderen de doof en blindgeboornen, of aan lighaam en ziel merklyk gebrekkige perfoonen geen wettige erven- Gott. Gel. Ant. Zugdbe 1778. S. 246- (6) Men erkend in de dieren zelf fomwylen den aart der moeder; dit neemt H ar tm a nn waar dat vooral by Paarden plaats heeft, die niet alleen in kleur , en geftalte , maar zelf in aart zeer öp de Merrien gelyken waar uit zy geteeld zyn. Pferd-und Maultb. 0c, S. 136. - doch deeze zyn elk een beleend, dit zal ik flechts aanmerken , dat de gewoonte by geringe lieden, om hunne kinderen tot op zekere Jaaren by hen te doen fiaapen, de grootfte aanleiding geeft tot het overerven dier gebreeken, waar toe zy reeds voor hunne geboorte de gefchiktheid ontfangen hebben, en dus ook ter voortplanting der erfziekten» §. VIII. Het is derhalven allerblykbaarst de pligt eener Vaderlandlievende Overheid dezulke haarer onderhoorigen^Avelke met zwaare en nadeelige erfziekten befmet zyn, niet zonder Voorafgegaan onderzoek het huuwlyk toe te ftaan (<0; men begrypt ligtelyk, dat, offchoon de manlyke Kunne op de Vorming der vrugt wel de meeften invloed fchynt te hebben, echter ook het vrouwlyk geflacht wegens de naauwe betrekking, welke tusfchen de Moeder en het kind plaats heeft , aan dezelfde wet verbonden moet zyn (Z>> Het is echter niet raadzaam wegens de meenigvuldige gebreeken, waar aan onze natuur onderworpen ; . .1 is  Staatsregeling. 273 is; dat men hier meede al te geftreng te werk gaa, en op het minfte gebrek angstvallig acht geeve, in tegendeel, gelyk ik meermaalen aangemerkt hebbe, kunnen geringe gebreeken door eene heilzaame vermenging met gezonde Echtgcnooten op het kragtdadigst verbeeterd worden ; geheel anders is het echter geleegcn met gewigtige kwaaien , vooral die in de vogten plaats hebben ; deeze. worden niet ligt door eene vermenging met gezonde vogten verbeterd, integendeel een door de venusziekte befmet Vader fteekt zyne gezonde Echtgenoote, kinderen en nakomelingen even zeker aan als een teeringachtig zyne borstkwaalen aan zyne afftammelingen ten erfenis nalaat. 'Er is dus niets natuurlyker, dan dat men met geen koele onverfchilligheid het oog kan vestigen op de omfiandighceclen van hen , die zich ten trouwe aanbieden , dat men het huuwlyk verbied aan zodanige , die door hunnen echt allerwaarfchynlykst het getal der zieklyken en ellendigen zullen doen toeneemen , de fterfgevailen vermeerderen , de erflyke kwaaien meer en meer koelteren , en de ontaarting des Hienschlyken geflachts begunftigen zullen, Ik zal trachten die omilandigheeden, welke gewigtig genoeg zyn, om in een wel ingerigt Gemeenebest het huuwlyk te verbieden, zoo naauwkeurig aan1 te wyzen , als met myn oogmerk bclbtanbaar is. Starf] §. IX. De Vallende Ziekte (Epi/cpfiaj verdiend wegens haar gevvigt hier de eerde plaats. Deeze Ziekte, welker toévallen algemeen genoeg' * Ëekend zyn, is zoo vërfchrrSryË ,• dat' men voorzeker ** S' d'es- Van de hul'wi.vK£N TUSschenONGEZONDE PEX.SOONiff.' •xg liiif'' breeken, si e kil  Van de HU'JWIV- ke-n tus- schen ongezonde m.rs00nen. loft maaken. i. De Vallende Ziekte. Deeze ziekte word door de byflaap vermeerderd. f>) Del'Epileppe §. 3. p. 29. (£) Comment. T. iii. 10. 7J- 77« £74 Geneeskundige deszelfs verdere uitbreiding door het naauwkeurigst toezigt moet te keer gaan: In zeer gevoelige geftellen is de byflaap wel eens de oorzaak deezer ziekte, ten minften word die by hen , die hier van zyn aangetast, dikwyls hier d>or vermeerderd. T1 s s o t zegt, „ik heb dikwyls opgemerkt, dat „ die toevallen der vallende ziekte, welke met eene ,, onwillekeurige ontlasting der zaadvogten gepaard ,, ging, eene grooter zwakheid na zich lieten, dan „ wanneer dit geen plaats vond. Ik weet ook dat de „ byflaap op nieuw een aanval deezer ziekte te weeg ,, bragt: hier meede Hemmen van Heer en Di;, dier overeen ; de laatstgemelde verhaalt van een „ Koopman te Montpellier, die nimmer zich aan het „ huuwlyksvermaak kon overgeeven zonder tevens „ een aanval deezer ziekte te ondergaan; " ik ben derhalven , zegt deeze Geleerde op een' andere plaats, „ metBoERHAAVE volkoomen overtuigd, dat hy , ,, die het ongeluk heeft om van deeze kwaal aangetast te worden, zich het ongehuuwde leeven als een „ pligt moet voorftellen. "O) Va n S w 1 e t e n zag een nieuwgehuuwden op den bmilofstnagt door de vallende ziekte voor het eerst aantasten en de Gefchied - boeken der Geneeskunde leeverenons menigvuldige gevallen op, welke de nadeeligheid des byflaaps voor aan vallende ziekte onderheevige fraaven; men vind zelf voorbeelden, dat een aanval deezer kwaal in zodanige omftandigheeden doodlyk was ; ik zelve hebbe voor eenigen tyd  Staatsregeling. 275 tyd een man van 39 Jaaren gezien, die federd 10 Jaaren door deeze kwaal aangetast was , wiens Vrouw my verhaalde, dat hy eenige reizen terftond na de zaadsontlasting van dit toeval overvallen was, en nü federd eenigen tyd volft rekt onmagtig tot, ja zelf geheel cn al onaandoenlyk voor het vermaak der liefde was^ daar zy echter te voren kinderen by hem geteeld had; en dit gevolg der vallende ziekte is meermaalen Waargenomen^ Men pooge, uit achting voor elke zwangere vrouw, eenen door deeze verfchriklyke kwaal aangetasten van haar gezigt te vervvyderen ; daar de fchrik in deezen toeftand van de allergevaarlykfte gevolgen verzeld kan gaan , zoude men dan toelaaten , dat een man aan deeze ziekte onderheevig met zyne zwangere vrouw famen woonde, en dus daaglyks haar en haar kind aan het grootfte gevaar bloot ftelde, daar, offchoon zelf deeze ziekte niet erflyk waare , echter' het fchrikbaarend befchouwen van dezelve zodanige uitwerkingen op het kind hebben kan, als wy meermaalen aangeteekend vinden ( a ) ? Maar de voortplanting der vallende ziekte van de Ouders op de kinderen is niet. minder b'eweezen , cn alle Geneeskundige hebben hier van zoo veele voorbeelden aangeteekend, dat allen twyffel deswegens geheel word afgefneeden. Men heeft ook in fomitóge Gewesten gezorgd , ! dat < (a) Schenb^ïus 0. 1. obf. I. de Epilepfia Van SwiEten /. 4, "Terfcheide voorbeelden van de voortplanting t\*ï ftj'.jrSc'ntige kwaaien door het aanzien vind men in £ 276 Geneeskundige" dat de huuwlyken deezer ongelukkigen of geheel verboden of ten minfte niet dan onder zekere bepaalingen toegelaaten wierden, en offchoon P. Zachias de vallende ziekte voor geen genoegzaame reeden tot echtfcheiding houd, „ dewyl, zegt hy, het gevaar „ onzeeker, en het niet onvermydlyk en ontwyffel,, baar is, dat een zodanige altoos een kind met dee„ ze ziekte befmet moet voortbrengen. " («) Zoo zyn doch niet alle Geleerden van zyn gevoelen, en Waarom zoude in eene zaak van zoo veel aanbelang het ter beflisfing niet genoeg zyn , dat men zeer dikwyls zodanig een gevolg heeft waargenomen. • In de Protestantfche Kerk word de echtfcheiding uit oorzaak deezer ziekte toegeftaan , en volgens het antwoord der Geneeskundige Faculteit te Halle, „ is „ de Vallende Ziekte , fchoon deszelfs aanval eenén „ geruimentyd is weggebleeven, weegens de te vree„ zen vvederinflorting eene billyke reden ter echt',,'fcheiding. " (£) Eene Koninglyke Deenfche Wet zegt, „ wanneer „ de Bruidegom of Bruid voor dc verlooving heimlyk „ en zonder dat jiet ontdekt is aan verborge krank„ heid , als Melaatsheid, Vallende Ziekte of ander „ aanfteekende of afgryzen verwekkende kwaal onder„ worpen geweest is, zoo zal hen des begeerende de „ fcheiding toegeftaan worden; maar wanneer deeze „ of geene na de volbragte plegtigheid met deeze of „'zodanige gebreeken bezogt word, zoo zal men „ eenen bepaalden tyd vastftellen om geduurende de■ , , - - .v , * . :"/'• » zei-  Staatsreseii N G. 277- „ zelve alle mogelyke middelen ter geneezing in het „ werk te ftellen , en deeze zonder vrugt bevonden „ wordende, zal men op volftandig verzoek de fchei„ ding toeftaan. " (ö) Maar of fchoon deeze ziekte voor langen tyd als onder de asfche begraaven ligt, zoo barst dezelve niet zelden weder op nieuw in lichter laaije vlam uit, en dus is de geneezing deezer hardnekkige kwaal nooit geheel vry van mistrouwen ; het is immers onmogeJyk voldoende te bewyzen , dat de geduurende het huuwlyk zich geopenbaard hebbende vallende'ziekte eene nieuwe en na dc huuwlyksplegtigheid ontftaane kwaal zy , daar de voorbereidende oorzaaken federd eenige maanden reeds aanweczig geweest kunnen zyn, en 'er niets dan eene geleegenheid ontbrooken heeft om geheel uit te berftcn. Hoe minder derhalven het verlof ter echtfeheiding aan gezonde, die met zodanige in het huuwlyk treeden van des Kerksweegen word toegeftaan , des te beter zoude het zyn zodanige huuwlyken maar zeldzaam toe te ftaan , het is immers veel verftandigcr zyne rechten ongefchouden te bewaren , dan na dat de zaak bedorven is middelen te moeten uitdenken om alles weder te regt te brengen (Z>). In het Bisdom Spiers zyn de huuwlyken van Perfoonen aan deeze ziekte onderheevig ten fterkften ver- ; boden , zoo zelf, dat Ouders of Voogden , welke, om O) In de Latynfche Vertaaling der Deenfche Wetten van fHoECELSlNUS L. 3. C. 16. de Conjugio J. i4. jv. 7. Br.UK>ner decif. matrimon. c. 23. ». 25. 34. (*) Bodini Disp. Jur. de Juribus infirmorum feu tegrot. ƒ»igularibns Mal. 1693. T. IV. V. p. 9. • s 3 Vav dï huuwlyken tusschenongezonde per— soonen. Nodigt Aanmerking. h' bet Sisdem Spiert.  2,78 Geseukuhdim Van de Ki'UVVI.YKFV TUSSCHENONGEZONDE PERSOONEN. Nodige voorzigItgbeia in 'bet vastzeilen van zodanige ivttttn- Het huwlyk geneest zoniwylen deeze kwaaien- 3iTi in hoe uithuuwlyken hunner kinderen geen be= letfelen te ontmoeten, deeze kwaal verborgen gthoin den hebben , door de Overheid exemplaarlyk zullen worden geftraft. Met het grootfte recht vraagt men , of dan aan elk een die der vallende ziekte onderworpen is het litmwlyk ontzegd moet worden. In het Eerfte Hoofddeel heb ik voorbeelden bygér bragt van zodanige, welke door het genot der huuwlykspligten van de vallende ziekte geneezen zyn , en Welker ziekte alleenlyk door eene bovenmaatige ophooping der zaadvogten, of een bederf in dezelve Veroorzaakt wierd; men zoude dus uit deeze en andere nog op te noemen oorzaaken zeer onbiilyk handelen , wanneer men zonder op den aart en oorfprong der ziekte eenigfmts acht te liaan, eens voor al aan elk een, die tegenwoordig aan deeze ziekte onderheevig was of voormaals geweest was het huuwlyk verbood; ScriboniusLargus zegt, dat Jongelingen en Meisjes van deeze kwaal geneezen worden zoo dra zy het vermaak der liefde beginnen te fmaaken, en reeds ten tyde van Aret/eus hadden de Geneeskundige even gelyk nog heedan ten dage al hun vertrouwen ter geneezing op dit gevvigtig tydperk des menschlyken leevens geftelt; het zy doch dat, gelyk deeze en andere Geneeskundige bewceren, dit uit geen andere oorzaak voortfpruit, dan dewyl de natuur in het temperament op dien tyd eene groote verandering ondergaat; zoo moet men echter toeftaan , dat een matig genot der liefde eene behoefte' der meeste volbloedige en aandoenlyke geftcldhcedcn is j eene behoefte , welker bevreediging meer dan" alle middelen gefchikt is ter .wegnecming van die kwaar  Staatsregeling. 279 kwaaien, welke uit eene tegennatuurlyke ophooping van vogten ontftaan zyn: en ik wilde dus, voor en al eer men zoo eenen ongelukkigen het huuwlyk verbood , oftoeftond, met eenen Geneeskundigen wegens de ouderdom, aart, oorzaaken en toeftand deezer ziekte raadpleegen O): hoe dikwerf zyn niet wormen of eenige andere in het lighaam zich bevindende prikkelende oorzaak , verzweeringen , puntige becnuitwasfeu, volbloedigheid,enz. de oorfprong deezer kwaaie, welk oorzaaken weggenoomen zynde, 'ei geen voetfpoor der ziekte meer overbleef. Elk een , die aan deeze ziekte onclerhccvig was, ei echter verlof tot het huuwlyk verzogt (Z>), moes zich voor een Raad der Gezondheid of Colkglm Mettkum ftellen, en aldaar verklaaren , en door he getuigenis zyner Ouderen, nabeftaanicn of nabuurei bewyzen: ' Voor eerst, dat noch zyn Ouderen, noch Grooi ot fa) Zodanig eene raadpleeging had Ao. te Bruch&l plaats'wegens een Jongeling, die, nog eenigfints aan de vallende ziekte onderheeyig, zieh in het huuwlyk wrlde be- %7b] Elk Burger heeft van God en de Natuur het recht om op manbaare jaaren in het huuwlyk te treeden , wanneer hy in Haat is een huisgezin te onderhouden, «>™iF** zlch buiten twyrfel aan de geheiligfte rechten der Maatfehappy, die zoo een wil dwingen tot een ftand, tegen welke zyne matuur zich verzet, en uit dit oogpunft befchoudrs de gewoonte zeerbillyk, welke in fommige landen plaat* heeft, dat namentlyk ongehuuwde Burger-Zoonen de Vorftelyke goedkeuring oP hun voorgeaomen huuwlyk verzoeken: dewyl men fcy deeze j>elegenhetf «en nuttig onderzoek m het wer* }wn ftelletf. S 4- Van i»s huuwlyken tussciienongezonde persoon en. 1 Vtorflaar gen ter ■ 'jerbete, rHg. t l :-  •Van de huuwlyken russen EN ON'G E^ON— DE I>LRjïOONEN. Nodige fyaarfekuiving. j I (b) A, R. Vogel t p£R- soonin. 2. Dë Uitteeringen. De Longentetring.  Van de huuwlyken tusschenöngïzonpe PER500nen. Uitteeringendoor ongeregeldbee- . den. .] 1 ? By Vice, 'ere manhood reaciïd lts prime , decay'd Pale, meagre looks. —— In Spoils Corporea/, now no more he deals For thofe full many a fleshly thorn he feels Aan zulke ellendigen moet men het huuwJyk niet toeftaan voor dat zy voldingend beweezen hebben , dat zy in ftaat zyn hunne ongereegelde lusten te overwinnen , en de ftaat hunner gezondheid tè verbeteren, an- der- C«) Tbe Saints, a Satire. ata Geneeskundigs zoo ligt van jonge op oudere als wel van oude op jongere overging, en dat men dit onderfcheid in dc echtfcheidingen vooral in het oog moest houden; eenen meerder gevorderden ouderdom is echter geen beveiligend middel tegen de mededeeling deezer kwaal, alhoewel de jeugd hier aan meer ouderheevig is; het gevaar is voor de gezonde wederhelft altoos van groot belang, en voor het onfchuldig nakroost doorgaans zeker; de" Overheid moet derhalven de fcheiding van zodanige Echtgenooten trachten te begimftigen , en .le met dit euvel aangeftooken kinderen zoo veel doenyk is van eikander afzonderen, ten ininfte niet toelaten dat zy te lamen in één bed flapen. Aldus is het met verfcheide foorten van uitteeringen geleegen , 'er is een van deeze, welke uit de ongc•egeldheeden der jeugd oorfpronglyk is, wanneer welustige Jongelingen door eene ontydige verkeering net het vrouwlyk geflagt, of door eene doemwaardige :elfbcvlekking alle haare gezonde vogten cn lcevens;eesten verfpild hebben.  Staatsregeling. 283 dei fints zoude eene jonge vrouw door het gevoel hunnes onvermogens in lighaam en - in zeeden bedorv n j worden, en dan zoude het gezegde van Martia- ; lis toepaslyk zyn. 1 El facet in medio flcca paella thoro Viribus huic opiri non eft («), Daar en boven is zodanig een Echt zelden vruchtbaar, en de uit dezelve voorspruitende kinderen zyn als de voortbrengfels van een geraamte, en komen doorgaans by het doorbreeken der tanden of nog vroeger om hals. Herhaalde aanvallen der Venusziekte mergelen den onbezonnen Jongeling geheel uit; niets is 'er , het welk de kragt der voortteeling zoo zeer ondermynd, als deeze kwaal, daar dog ook de geneeswyze derzelve het geheele zenuwgeftel kragteloos maakt, en die deelen , welker volkomenheid ter gezonde voortteeling zoo noodzaaklyk is, geheel bederft. %. X I. Geen Jongeling derhalven, welke bekend ftond zoo eene buitenfborige leevenswyze geleid , en eenige 1 maaien de cure ter geneezing der Venusziekte doorgedaan te hebben (Z>) , zoude het geoorloofd zyn zon- (a) Lib. II. Epigr 82. (6) Ik weet wel men zal my tegenwerpen, „dat de „ befmette Jongeling ziek als dan wel wagten zal zyn kwaal ,, ter behoorlyker plaatfe bekend te maaken , en geneezing „ te zoeken. " Doch ik wil niet, dat men den Genees- of HeelmeeHer in deezen opzigte door list of gezag zyn geheim Van db luuwt-r- L.EN TUSCIJENIN'GEZON)E PEItOONEN. ' Middelen er verbeiring.  284 Geneeskundigs Van ds HUUWLYKEN TÜSSCHENONGEZ0NDE PERÏOONEff. Uitteeringen na langduurige en zwaare mekten. ] 1 ( heim pooge te ontrukken : ten zy dat hy volkomen overtuigd ware , dat die geen , van wien men uit hoofde van eenige twyffeling een gezondheids-bewys vergie, zonder zyn tusfchenkomst het kwaad verder in de famenleeving zoude voortplanten , als dan is het zyn pligt de hier toe gefielde Overheid desv/egens te waarfchuawen , op dat zyn voorneewen verydelt en de algemeene veiligheid gehandhaafd worde. zonder voldingend bewys zyner volkomen geneezing en gevestigde gezondheid zich in het huuwlyk te begeeven, en zy, die het oog op de zeeden en leevenswyze der Jeugd hebben , moesten oplettend toezien , dat alle by hen verdagten het inleveren van zodanig een bewys niet verzuimden , en dit zoude in veele Landen te gemaklyker plaats grypen, dewyl men het niet meer als eene reden tot fchaamte aanziet een flagtoffer dier verderflyke ziekte te zyn, en men in fommige gezelfchappea zich niet meerder fchaamt om van de fmeeringen en kwyling-cure, dan van aderlaaten en Spaanfche Vliegen te discoureeren ; de veelvuldige voorbeelden, dat zodanige nog niet volkomen herftelde Jongelingen zich in het huuwlyk begeevende, hunne onfchuldige Echtgenoote en onnozel kroost met deeze affchuuwlyke kwaal befmet hebben, zetten deezer zaake nog meer gewigt by, en men moet voorzeekcr toeftaan, dat in dit vak nog. zeer weinig ten ilgemeenen nutte verrigt is. Die geenen , welke door voorafgegaane zwaare leepende ziekten in hunne gezondheid dermaaten getrenkt zyn, dat zy geen hoop meer hebben om hunïe kragten in zoo verre wederom aan te winnen, als er volbrenging der. echtelyke pligten vereischt word, >f ter voortteeling van gezonde kinderen nodig is , zul-  Staatsregeling. ao^ Zullen tot het huuwlyk niet worden toegelaaten. De Hypochondrie, wanneer dezelve zoo verre gekomen is, dat zy in eene volkomen üitteering, (Phthifis nervoJ'a) ontaart, plant zich van de Ouders op de Kinderen voort O), en in dit geval bevorderd het huuwlyk voorzeker den dood des lyders, daar het zelve de koorts doet toenceinen, eii de weinige leevensfappen geheel verteert. Nog andere uitteeringen, Welke van zwaare verpoppingen der ingewanden, van eene uitdrooging, aanhoudend nagtfweet, of van het verlies van nodige vogten oorfpronglyk zyn , van deeze heeft men wel met opzigt tot de befmetting minder gevaar te dugten, zy verhinderen echter de vervulling der huuwlykspligten, en geeven' weinig hoop op de voortteeling eener gezonde nakomelingfchap; nog behooren hier toe de zeer zwaklyke perfoonen , welke van hunne ' geboorte af een ellendig in een gedrongen lighaam en in eenen hoogen graad bedorven vogten met zich omdraagen; de zodanige moeten zich met het werk der voortplanting niet bemoeijen, wanneer men zich voorïteïd om gezonde en ten algemeenen nutte meest bcvorderlyke Burgeren in het Gemeenebest aan te kweeken. %. x i ï. Een blykbaar mismaakt cn tc eng vrouwlyk bekken. Het bekken is de beenachtige bewaarplaats der in- i wen- i O) Matth. Gattenhof DiJJ. de Hypotbond. Heidelb. 1760. (*) Ey de Rechtsgeleerden Vermoed men van de Vafetkdittarii geen byflaap Maxard de Prtefump. Concl. 318. ». i-ó. Fol.1. Zachias /. g, L. m, vii. Qi,. iv. «. 6. Van be huuwlyken tusschenongezonde persoon ïn. Soortgt* lyke gebreeken. Kwaad* happigheid. Groote ebreeken 'an bet ekken.  aSö Geneeskundige ■ Van de huuwly- . ken ïusschenongezonde p««oonen, i ] I 3 1 c I l wendige vrouw!yke teeldeelen j van deszelfs goede of kwade gefteldheid hangt het noodlot der zwangere vrouw cn haarer vrucht grootendeels af, het ongeboorne Wigt bevind zich byna geduurende de geheele zwangerheid in de baarmoeder in zodanig eene houding , welke de gedaante des bekkens hetzelve doed aanneemen, en zyne mismaaktheeden worden meermaalen door de verborgen of openbaare gebreeken van het bekken veroorzaakt; die openingen van het bekken, welke het kind eenen uitgang moeten verfchaffen, vercifchen eene bepaalde grootte om een welgemaakt kindshoofd door te kunnen laaten, want offchoon deszelfs maakfel toelaat, dat het door het geweld der baarensweën in eenen kleineren omtrek word famengeperst, zoo gefchied dit echter maar tot op een bepaalde grootte, en eene grooter engte van het bekken maakt de verlosfing voiftrekt onmogelyk, zoo zelf, dat de kunfiigfte Vroedmeefter, met behulp der Deste werktuigen, niets te weege kan brengen, en 'er in zodanige gevallen niets overblyft, dan het kind lan Hukken te fcheuren (een hulpmiddel, hetwelk, tvanneer de engte van het bekken zelf de hand den toegang weigert, zelf fomwylen onmogelyk (is), of de noeder aan de verfchriklykfle en gevaarlykfte van ale konstbewerkingen, de Keizerlyke Sneede, te onlerwerpen. Het is indedaad onmogelyk by ongehuwden alle de ;ebreeken van het bekken, zonder een zeer Onvoeg:aam onderzoek te herkennen, als dewelke zich dikverf niet openbaaren, voor dat zy in arbeid zyn; venwel eene zeer kromgeboogen ruggegraat, vvaarby e onderfte lendenwervelen meeftendeels inwaards in et bovenfte gedeelte des bekkens uitpuilen, groote ©n-  Staatsregelin e. 0&7 ongelykheden in de heupbeenderen, zeer kromme na elkander geboogen beenen, mismaakte borstbeenderen, en teckenen eener fterke graad der Engelfche ziekte O), geeven aanleiding om van de beenderen des bekkens niets goeds te verwagten, het is waar, 'er zyn voorbeelden, dat geheel mismaakte vrouwen, die tot de klasfe der dwergiunen behoorden, met opzicht tot de behoorlyke wytte van het bekken, niets gebrekkigs hadden, en zeer gelukkig groote en welgemaakte kinderen ter waereld bragten, terwyl in anderen , naar het uiterlyk aanzien, van eene welgemaakte geftalte, heimlyke gebreeken van het bekken-plaats hadden, gebreeken, welke zich niet eer dan in haaren baarensnood openbaarden, en door de dood van moeder of kind ten vollen bevestigd wierden. De ■ondervinding leert echter , dat mismaakte bekkens dooigaans by gebogchelde en kreuple vrouwen aangetroffen worden, en dat die ellendige ichepfelen, gelyk zy niet gemaakt fchynen om de volmaaking des •menschlyken geflachts , door de voortbrenging van welgemaakte kinderen te bevorderen , ook niet zeld-zaam haare ontfangen vrucht, door de wanftaltirheid haars bekkens, niet kunnende ter waereld brengen , in de noodzakelykheid vervallen , haar kind te laaten in ftukken fcheuren, of zelf tusfchen een gewisfen dood of gruuwzaamekonstbewerking te kiezen. Zoude deeze ondervinding niet genoegzaam zyn, om zodanige wanfehaapen perfoonen het Huuwlyk niet toeteftaan, zoo het niet waarfchynlyk was, dat zy haa- 0)w. smellifi Trwtife of Midwifety v. £. i. Cb. i. 5.-3. iv. p. 82. Van di HUUWLYKEN TUSSCHENONGEZOM Dï P£R_ SOONEN. Niet alle mismaakte vrouwen hebben gebreekenaan het bekken ? het nadruklykst begunftigd wierd, zy in het in ftand! houden van een talrykhuisgezin krachtdadig onderfteundl wierden , en men dus alle middelen in het werk ftelde» om het aantal van fterke, welgemaakte, en dus ook' voor de famenleeving allernuttigfte burgers meer en meer te doen aangroei jen. De beste geleegenheid ter bevordering van dit heil-zaam oogmerk zoude zyn , wanneer de Vorften op fommige tyden by groote plegtigheeden , een zeker aantal arme doch gezonde en welgemaakte perfoonen met een huuwlyksgoed begiftigden , en uithuuwJykten; op deeze wyze verkreeg het Gemeenebest Inboorlingen , weker gezondheid en goede zeden hetzelve aan zyue eigen zorge te danken had, en welker  Staatsregeling. 293 ker afftammelingen men van tyd tot tyd kon overplanten in die landftreeken , alwaar de mèrfchelyke volkomenheid , wel het meest fcheen afgenomen te zyn ; even gelyk in Duitschland zeer veele Steden zyn, welke haare eigen boomkweekery hebben, waar uit de Burgers jaarlyks met de beste en vruchtbaarfte Ooftbomen voorzien worden , dewyl men bevond, dat die plaats, welke eenen wanftaltigen boom met onfmaaklykc vruchten beflaat, ook met veel meer nut voor den boomgaard door eenen edelen boom met uitgeleezen vruchten kou vervult worden. Andermaal moet ik hier myne klagten uitboezemen, deswegens, dat het Militaire Weezen der Maatfchappye op een aanhoudend en onherftelbaar verlies van den bloem der manlyke jongelingfchap te ftaan komt, en het werk der voortplanting grootendeels aan kleine minder welgemaakte menfchen word overgclaaten, welke door eenen harden , ontydigen arbeid , door kommer en ellende in hunnen groei verhinderd zyn (V): naauwlyks ziet men een welgemaakten , wel opgefchooten knaap van onder zyne gekromde medemakkers uitmunten, of men plakt^hem op zyn 16. jaar eene Cocarde op den hoed , en zend hem naar het «aast by geleegen Guarnifoen, alwaar hy het aantal 3er voor de voortteeling onzes geflachts zoo nutlooZen, ja fchadelyken hoop vermeerderd, even als of flechts («) Wanneer men telkens de grootfte en fterkfte Zoon uit zyn Ouders huis tot Soldaat maakt , komt noodwendig de zwaarften arbeid op de Jonger en nog niet Yolwasfen Broeders aan; te meer, dewyl zy ook het verlies , het welk het huisgezin door het wegneemen des oudften1 Broeders geleede» heeft, moeten vervuUenfJ T 3 Van bk HUUWLYKEN TUSSCHENONGEZONDE ÏJdlSOONEK. Invloed van de» SoldatenJiand, ter vermindering der gezonde huuwlyken.  fip4 Geneeskundigs Van de huuwlyken tussc'1 en cwvgezon- • de persoonen. ' 1 ( a ) In vorige Jaaren waren de Krygslieden ( gelyk nog heeden by de Z witters plaats heeft) gehuuwde Burgers, welke na geëindigden veldtogt met verharde leeden jn de°armen hun- " ner Echtgenooten terug keerden , en het verlies door het Vaderland ïn den kryg geleeden, met fterke gezonde fpruiten weder aanvulden: daar ten volle uit de bovengemelde aanmerkingen blykt, het nadeel, het welke door de wervingen van vreemde Mogentheeden aan de Maatfehappy word toegebragt. flechts z.y, die door de natuur ter voortplanting van hun geflacht gefchikt zyn, verdienden aan de woede eenes vyands te worden bloot gefteld, en als of een' Boeren-Zoon van vyfde half voet niet even zoo goed? op den vyand kon losbranden , als een Kaerel van reuzen leugte: ik bidde elk menfehenvriend zyn aandagt te vestigen op deezen oorfprong der ontaartirg by het landvolk (>), dan zal hy met fmerten ondervinden , hoe zeer het ten deezen dage algemeen wordende grondbegmfcl , om groote Leegcrs op de been te hebben, en in dezelve niet dan uitgeleezen manfchap, den bloem der Inwooners te laaten opfchryven, hoe zeer dit op het algemeene welzyn van den illernadeeligften invloed is, het zy men het oog hebbe op de gebreklykheeden der gehuuwden, en derhalven voor den krygsdienst nutlooze mannen , het zy men de ongebonde leevenswyze befchouwe van den Krygsman , die zyne kragt ter voortteeling, zoo zyn ;öed geluk hem het leeven en de gezonde leeden wcrlaat, zonder nut voor de famenleeving roekloos f /erfpilt. Alle deeze aanmerkingen zyn van des te grooter anbelang voor kleine Vorftendommen, als waar uit iet grootfte gedeelte van Duitschland beftaat, elk" ■ Vorst  Staatsregeling. 295- Vorst wil immers het recht, dat hy op den krygsdienst van zyne onderdaanen heeft, zich ten nutte maaken; deezen komen dus met bedorven zeden, en een door ongebondenheden uitgemergeld lighaam op den akker weder, hunne jonger Broeders , die intusfchen nevens hunne Ouders den Akkerbou hadden waar te nemen, die door onmatigen arbeid in hunnen groei verhinderd , en in fterkte uitgeput zyn, deeze zyn het genoegzaam alleen, van wien het land zyne toekomende inwooners te wagten heeft; op deeze wyze word het menschlyk geflacht van tyd tot tyd in een klein Vorftendom van deszelfs uitmuntendfte hoedanigheeden beroofd, vooral-wanneer gezonde vreemdelingen zich in hetzelve zelden nederzetten, en door eene gezonde vermenging die nadeelen een weinig voorkomen , welke even noodzaaklyk uit zoo eene onevenredige krygsmagt ontftaan moeten, als wanneer men ter bevruchting der Merrien, jaar op jaar geen Hengften gebruikte, dan die uitgemergeld waren, en federd veele jaaren als Postpaarden gediend hadden. In groote Steden zyn het de bedorven zeden, welke de fchoonheid en het aanzien van ons geflacht het meest benadeelen ; een welgemaakt Meisje uit den burgerftand, kan in de daad niet zonder den grootften heldenmoed de menigvuldige verleidingen, die haar door de wellustige Jongelingen alle oogenblikken voorgeftcld worden, overwinnen ; en daar zy van het vermogen haarer fchoonheid, en van het voordeel , het welk zy hier door van der mannen ongebondenheid trekken kan , zeer wel bewust, zich iets groots voorftelt, zoo komt het haar veel gemaklyker voor, zich geheel aan eene wellustige leevenswyze over te geeven , dan met onzekere uitzichten T 4 op Van db huuwlyken tussch en ongezon de persoonen.  296 Geneeskundige Van di HUCWi.YKEN TUSSCn FN ONGEZONDE PLRfOONEN. fa) „ Eh! qae ne verrolt pas un homme., qui parcourroit „ en Politique & en Philofophe , tous les lienx de debauche „ de cette capitale ("Paris) (avec la precautiorr neamoins d'af, voir, corame les Triomphateurs Romains, ruelqu'en a fes „ cótés, chargé de i'avertir a tout moment, qu'i! eft un foible „ mortel) que ne verrolt pas un tel homme? partout il feroit „ affligé , indigné , révolté , en trouvant de grandes , de jo- lies filles , aux quelles de toutes les avantages de leur Sexe „ il ne manque que des mceurs, qui font perdues pour la So„ ciété, a la quelle elles auroient donné des enfans robuftes , „ bien conftitués & d'une agreable fi2ure — la debauche en„ gloutit donc ce qu'il y a de plus beau & de plus capaible de [ „ plaire (fe diroit il a lui-méme) a peu pres comme la guer„ re detruit les hommes les mïenx fait» & de la taille la plus „ riche, il s'en fuit neceffairement que le nombre de belles „ perfonnes doit infenfiblement tdiminuer, & que le petit „ nombre de celles, qni auront quelque figure , en doit être „ plus expofé a la feduftion. Jettez un coup d'cejl fur cette mul,, titude de figures presqus hideufes, qui inondent nos villes, „ voyez la laideur & les tailles peutes ou defeft-.ufes fe pro„ pager de pere en flls, de mere en fille; la nature ne tra„ vaille pas ainfi: obfervez les pays, oü le beau Sexe , n'eft [ pas auffitöt enlevé que oonnu & dans lesquels la fille d'un M paifan quélqae belle qu'elle foit, eft pour le fils d'un paifan ; ' ,, vous troaverez, que leser.fans fuccedent aux traits de ceux , ' 3, È PER— ÏOONEN. Acmflif ende en rflyk* ■dekte,  Van di huuwlyken tusschenongezonde per50qnen. De Vemzisekte. Wat hier tegtn in hel werk ' te ftellen? \ 1 l 6 d o k 2 d I 238' Geneeskundig* • huuwden ftaat , best ook deeze te keer te gaan, en . het huuwlyk niet dan na de volkomen geneezing te voltrekken, op dat dus de Burger den Echt befchouwe als een Staat , waar in een zuiver lighaam en beftendige gezondheid vereischt word , en de voortplanting van ons geflacht als eene zaak , waar over het waakzaam oog eener1 Vaderlandlievende Overheid allefints van noden is. 1 Menig Jongeling begeeft zich met het vergif der Venusziekte nog befmet op het onbezonnens! in den Echt, en fteekt dus reeds in de eerfte maanden zyner trouw zyne Echtgenoote met dit fchandelyk euvel aan ; deeze voert langen tyd zonder eenigen argwaan dit kwaad in haare vogten om, en naauwlyks is de man door de hulpmiddelen, die hy in het geheim aanwend, eenigfmts geneezen, of hy word op zyn beurt wederom door zyn vrouw befmet: zoo sene Echt is, of onvruchtbaar, of de hier uit'voortgeteelde kinderen brengen het kwaad hunner Ouderen op de waereld meéde. ' 'Er is geen middel ter voorkoming deezer wanor\t] dan dat men vastfteïle, ïhgévaSè iemand met de Venusziekte befmet, wiens toeftand in deezen opziche voor zyn huuwlyk niet in het verborgen blyven ori, zich echter verftoutte om zich met eene gezone Onfchuldige wederhelft in het huuwlyk te verbin- ■ en, het zodanig eene vrouw vry zoude ftaan, om 3 de eerfte aanklagte het huuwlyk te doen verbree:n, eh daar en boven recht hebben om met een aanenlyk gedeelte uit de bezitting des fchuldigen fcliaJoos gefield worden O). " Dee- » Het kan voorzeker ia deeze gevallen zeer bezwaarlyk zyn  Staatsregeling. zpg Deeze fchadeloosftelling is in zulke gevallen des te noodzakelykcr, dewyl deeze uit wat oorzaak dezelve ook moge ontitaan zyn, zelf na de volkomen geneezing een onteerend denkbeeld meede brengt , en de hertrouwing grootelyks belemmert , die in zodanige gevallen aan de onfchuldige toegeftaan word («); het fpreekt van zelve, dat, wanneer deeze kwaal de fchaamdeelen dermaate aangetast heeft, dat hier door de vervulling der echtelyke plichten onmogelyk gemaakt wierd, dat als dan de verbintenis ophoudt van eenige waarde te zyn, §. 15. Is de Venusziekte een gevolg der ongebonden leevenswyze geduurende den echt, zoo moet de naauwer gemeenfehap tusfchen de gehuuwden geheel ophouden, die gezond is moet volftrekt alle gemeenzaamheid met den befmetten verboden worden, tot dat dezelve ten vollen herfteld is, en de echtfeheiding op deezen grond begeerd wordende, kan door geen Geestlyke of Waereldlyke Overheid geweigerd worden. De Melaatsheid is in onze dagen grootendcels verdweenen, en de kvvaadaartige Huidziekten, welke der- zel- zyn de bron der befmetting te ontdekken, wanneer de fchuid by beide de Echtgenoten geloochend word; het vorige leevensgedrag kan als dan eenig licht verfpreiden , de langer of knrter duur deezer ziekte , de meerder of minder kwaadaartige uitwerkfelen en andere verfchyningen kunnen by nader onderzoek hier toe medewerken: in het algemeen erkent elk nieuwgehuuwde ftilzwygend de onfchuld zyner Echtgenote, zoo hy door geene dugtige bewyzen zyn vermoeden wegens haare oneerbaarheid en gefchonden maagdom flaaren kan; dit alles by elkander genomen moet hier de beste beflisfing aan de hand geeven. (.ere nequeat, propter fcortitiones vitandas & fagiendas ptrmittatur & aliud matrimonium Sarcekius in libell. de eauf. Matrim. pi 1S9. tion Luuwig gelebrte anzcigen II. Tb. 134 ft. &.72Ó. HEBtMTREiT Anthropol. foreuf. Sea. II. membr. III. €. 1. de div.-.rl artum. 0. 627. Intereft Reipublica, zegt Carpzovivs ne ipfiui cives ecclefee membra eontraSu fiedi corporis injiciar.tur ne libeei ^aterms infeBi morbis ad perpetuam mi/eriam ff commune patri* demmentum produeantur , fed ut polius fuceedente in >■»■«„ -^i.^iumfana fobole & continua hominum adjetHo,-fjkr.r, t &' cugeatur 1. e. Lib. II. Tit. 10. defm, 180. (b) Levitieus xiit. 4. 14. 46. C<0 c 2. x, de Owjag. Leproforum. zeiver plaats eenigermaate vervullen , zyn ligtelyk , kenbaar : Het moest derhalven verboden zyn, zoo lang men hiermeede befmet was, een huuwlyk aantegaan, en de fcheiding, ten minfte van bed, moest zonder veel zwaarigheden toegeftaan worden, offchoon de Roomfche Kerk niet , even gelyk de Proteftanten O), aan de gezonden een tweede huuwlyk toeftaat: het verfchild grootelyks, of deeze kwaal, geduurende. het huuwlyk, of voor hetzelve zich voor de eerftemaal geop-nbaart heeft, echter moet voorzeker het recht, dat de man op zyn vrouw heeft, wanneer het zelve niet dan ten nadeele zyner echtgenoote en nakomelingen kan gebruikt worden, ook in dit geval ophouden; en de echtgencoten zyn geweetenshalven verplicht, zich onderhng het vermaak der huuwlyks wellust te onthouden, In de Godlyke Wetten vinden wy den Melaatfchen reeds van allen gemeeuzaamen omgang uitgefloten (b\). Paus Al ex ander III. ftond de cchtlyke by wooning toe (e), ( volgens dc uitlegging van fommige Ge- leei>  Staatsregeling. 301 leerden) wanneer de Melaatsheid niet befmetlyk was (*) : my is geene geleegenheid voorgekomen, om te onderzoeken, of eene niet befmettende Melaatsheid, zelf niet door dc byflaap, voor een hersfenfehim te houden zy. Maar zelf gefield zynde, dat de vrouw geheel en al voor de kwaade uitwerkingen van zoo eene byvvooning veilig was, zouden niet de vruchten uit zoo eenen echt gefprooten aller jammerlykfte gefchenken aan de maatfehappy O) en het huuw- (*) In het Echt Reglement voor de Steden en Dorpen in de Generaliteit gearrejleerd den iS Maart 1656. word by het <(9/ïe artieul vastgefteld , „ dat geen Melaatfche immer met gezon„ de perfoonen, die nooit melaatich zyn geweest, mogen „ trouwen zelf riet Melaatfche met Melaatfche, ten zy met „ confent der Magiftraten en Euiten-Vaders of Regenten „ dier Gasthuizen , op ftraffe van bannisfement. Vertaaler. (a) De Melaatsheid die te Martigues inProvence heerscht, Zoude t zoo men zegt, zelden van de man op"de vrouw overgaan , alhoewel de kinderen uit haar gefprooten eindelyk aan deeze kwaal fterven Medical EJJais Lond. VI. dit is door Vrdal, een te Martigues woonend Geneesheer bevestigd Mem. de la Soc. Roy. de Medlc. 1776. p. 169. Onder de Arabieren is, volgens het getuigenis van Forskal, een foort van Melaatsheid in zwang, welke zy Bejfaq noemen, en in dewelke flechts hier en daar op de huid eenige kleine vlekken te voorfchyn komen, even gelyk deeze kwaal Levit. XÏII. befchreeven word ; men acht dc-elve voor eco weinig .bctmettend, dat men het byflaapen met b^fnretriT' als zonder gevaar aanziet: een ander foort van Mélaa '-hen , by wlen de . 2e ziekte de geheele r> perhted bedekt ioe ien -y Barras, by zoda-.ige word h:t haïr, het welk ïldaar ge'mèenlyk zwart is, hier door wit, en deeze worden te Damascüs in eer'ie byzondere Wyk der Stad opgeflooten; hier huuwen zy onder elkander, kinderen teelende word de ZuigUng in het gezortde gedeelte der Van d_ HDUWIYKEN TtJSSCHENóngszonDE PER— SOONETf» !  3öa Geneeskundige Van di »uuwlyken tüsschenongezonde persoonen. Dt IT- felyke Schurft, verhardingen der' klieren, kanker. De Steen in de nieren »f Haas. der Stad door eene gezonde Minne gevoed, wanneer na drie maanden de melaatsheid zich aan het kind niet openbaard, zoo word het in de' Stad opgevoed, wanneer het in de daad Melaats word geeft men het zyne moeder terugzonder dat de gezonde Minne eenig gevaar loopt van hier doör aangekken te worden Nieubuhr. de/tript. deïArahie p. izo. huuwlyk, zelf voor den Melaatfchen een zeeker mid=' del tot een vroeger fterflot zyn; den Hemel zy gedankt, dat wy met opzigt tot de Melaatschheid aan geene angstvallige voorzorge gehouden zyn ^ maar het is echter zeer te wenfchen, dat eene vaderlyke wet die geenen, die met eene boosaartige Huidziekte befmet waren , zoo lang van het huuwlyk en ide voortplanting volftrekt uitfloot. Een Erfelyke Schurft fteekt fomwylen geheele huisgezinnen aan, en bederft het bloed in' den hoogften graad, de Scrophuleuze Gezwellen zyn meede van een gebrek der vogten ooripronglyk, het welk in de fynfte vaatjens der klieren opftoppmgen teweegbrengt, het bloed bederft, en dus op de kinderen overgaat: De Kanker is eene zoo vreeslyke, en zoo ligtlyk overervende- kwaal, dat men zich hier voor niet te zorgvuldig wagten kan; alle de vogten, zelf de zaadvogten , worden door de in het bloed teruggevoerde kankeragtige ftoffe vergiftigd. Zy, die door de fteen der nieren of blaas gemarteld worden, vermeerderen hun lyden door de byflaap, daar dezelve de toevloed der vogten na deeze deelen vermeerdert, de fmerten waar door zy als verteert worden, beneemen hen het vermoogen en de lust ter verrichting hunner huuwlyksplicht, offchoon ook fomwyleu de fteen of eenig in de blaas zich bevindend vreemd  Staatsregeling. 303 vreemd- ligchaam, de teeldeelen prikkelt, en de drift tot wellust gaande maakt; de aanvallen zyn doorgaans van langen duur, zomwylen zelf geheel zonder tusfckenpoozing; men kan dus niet vermoeden, dat deeze lyders voor de voortteeling van veel nut zullen zyn, daarenbooven zyn hunne kinderen meer dan te dikwyls de flagtolfers van de kwaal hunner ouderen, ja door geheele geflachten heen ziet men dezelve voortgeplant. Even hetzelfde kan wegens de Jigt, het Podagra, de Scorbut gezegd worden, wanneer door dezelve de vogten reeds in eenen aaumerkelyken graad bedorven zyn. §. X V. Daar de voortplanting het hoofdoogmerk des huuwlyks is, zoo moeten die deelen, welke tot dit oogmerk zullen medewerken, behoorlyk hier toe gefchikt zyn, en een aanmerkelyk gebrek van dezelve is eene gegronde reden, om het huuwlyk met toeteftaan (V). Daar nu deeze gebreken dikwerf onagtzaam worden over het hoofd gezien, en de lyder zelf' fomwy- . len hier van onbewust is, zoo word meenig paar onwetend in hun ongeluk geftort; andere, van hun ge* brek zeer wel bewust, verzwygen hetzelve, uit geneigdheid tot wellust, en vleijen zich, dat hunne gemalin hetzelve niet rugtbaar marken zal, fomwylen blyft de onnozele echtgenoote neg van alles onkundig , ('$P> Podagra, , icorbut, j enz. Gebreeken , of aanmer— kelyke wanfiat'igheedender Deelen tot de voorttee'ing ge~ x huuwlyken tusschen' ongezonde persöonen. Van deeZegebreeken moet by tyds kennis gegeeven. 1 i - Gewonne gebreeken by 1 jj&qnnen. 1 1 i t C d § n v r; ' Een andoorboorde "f te , onrecht r' doorboor- ai de roede* dig, eri verliest, zonder de oorzaak te kunnen nafpeuren, in eene vreugdelooze echt haare beste leeven skragten. Men moet alle Ouders, Nabeftaanden en Voogden gelasten * om voor het huuwlyk van hunne onderhoorigen van die gebreken getrouwlyk kennis te geeven , eh op zwaare ftraffe niets te verzwygen j hetwelk naderhand tot eene fcheiding uit deezen hoofde aanleiding zoude kunnen geeven. De Vroedvrouwen moeften ook verplicht zyn, tbortgelyke gebreeken van Jonggeboornen by tyds 'hoewel aan de kraamvrouw niet voor de vierde of sesde dag ) aan dc ouders of naastbeftaanden op eene >efcheide wyze te ontdekken, opdat zy dus hier tee;en hulp zouden kunnen zoeken. De gebreeken, die als oorzaaken tot fcheiding fömvylen voorkoomcn, zyn by mannen, de afweezenheid fan een of beide de zaadballen; dit gebrek word door iet gevoel en gezigt ontdekt, want oflchoon fomwy?n deeze deelen geduurende den ganfchen leeftyd binen dc buik opgehouden worden, zöo is het echter oor ouders zeer mogelyk, om aan hunne zoonen 3t huuwbaare jaaren gekoomcn zynde, als zeeker, f ten minfte hoogstwaarfchynlyk te befpeuren, of ceze werktuigen der vruchtbaarheid daadelyk by hen emist worden, en dit zoo zynde, zoude het een lisdaadig verzuim zyn voor de echtverbintenis desreegens tot meerder zekerheid niet met des kundigen ad te pleegen, en van het bevonden gebrek kennis i geeven. Wanneer de roede niet, of op eene verkeerde aats doorboord is, en de pis zich dus door eene teiöDatuurlyke opening uitgang verfchaft; hier door word  Staatsregel*^©. 3Ö5 ■Word de byflaap niet , maar wel de vruchtbaarheid y verhinderd ; eene volftrekte afweezigheid of buiten- k g'ewoone kleinheid van dit deel; aanmerkelyke uit- *' wasfen, vooral aan het hoofd der röede, welke deszelfs D geftalte geheel kunnen veranderen ; eene onnatuurlyke kromming; een watergezwel, waar door de zaadballen fomwylen zodanig ontaarten, dat zy geheel tot haare werking buiten ftaat zyn ; Vleeschbreuken en Kanker der zaadballen; eene fleepende en ingewortelde druiper; en zodanige vernaauwing der pisbuis, dat de Pis of het zaad niet dan met de grootfte fmerten geloosd worden; darm en netbreuken, die van zoo eene aanmerkelyke grootte zyn, dat zy de volbrenging der huuwlykspligt of geheel onmogelyk, of ten minften gevaarlyk maaken alle deeze gebre¬ ken vereifchen de kundige hand eenes Heelmeefters«, eb zoo lang zy hier door niet weg genomen zyn, is het huuwlyk volftrekt af te raden; Behalven de hier voor reeds opgenoemde gebreken van het bekken , vind men vrouwen , by welke , : fchoon tot huuwbarcn ouderdom gekomen, de maand- tyfe- (a) Alleenlyk breuken van eene aanmerkelyke grootte belëtten de voortteeling c. g. Ludwig Infl. Med. Forenf. §. 399of fchoon BoiltH aav E, die zonder onderfcheid voor oorzaaken der onvruchtbaarheid te boek fielt: Ik heb zelf, zegt H aller, hier van het tegendeel, en met breuken gekwelde menfchen dikwerf zeer vruchtbaar gezien ; echter is de huuwlykspligt voor hen niet zonder gevaar , en de zaadvaaten worden door de uitgezakte ingewanden gedrukt Prcel. Acad. p. ï. Vol. v. j. 4öï. g run er. Dij", de (dupe Impot. in Sex. poliori Jen. 1774,- V fAN Me juwly- ; tus- HEN JGEZONï PERIONEN', By Vrotiï, ven.  Van. de HUUW LYKE TUSSCHEiVONGEZONDE PERSOONEN. ■dfiveeZigheidder /landen. Gebreeken der iorjlen. (ywooning tot nadeel van hun zeiven en van hun Valeriand zoude kunnen verftrekken, dat zy zich als an hier meede vry willig verbonden van het recht, iet welk de tegenwoordige plegtigheeden hen op eilander geeven zoude, afftand te doen , cn zich volomen aan de Kerkelyke Wetten te onderwerpen ; 1 het algemeen , dat zy zouden trachten hunne inderen , indien hen dezelve door de Voorzienigeid gefchonken wierden , ten nutte des Vader.nds, niet flechts Christelyk, maar ook gezond op ; voeden. Die-  STA4TSRI6HIM». ï Die geen echter van wien het bekend is, voormaals met zwaare gebreken bezogt geweest te zyn , of nog te zyn, moest opgelegt worden, ontwyiTelbaar te bewyzen , dat zyne voormaalige kwaal, of van zelf, of door dienftige geneesmiddelen reeds federd veele jaaren geneezen is, en geene gevolgen nagelaaten heeft, welke voor hen zelf, hun huisgezin, of nakomelingen eenigfints zouden te dugten zyn. Dus zoude men den eerften, den zoo nodigen ftap doen ter lighaamlyke verbetering des meuschlyken geflachts, die ter zeedelykc verbetering den wegmoet baanen; dus zullen de kinderen uit gezonde Ouders gefprooten eene duurzaamer leevensloop genieten, en de tot hier toe geheel onbegryplyke, en echter in veele Gewesten fterk toeneemende vermeerdering der fterfgevallen, zal wederom afneemen, daar zy de anderfints zoo onvermydlyke en doodlyke ziekten en ongemakken , als het tanden krygen, de Pokken , enz. veel gemaklyker kunnen doorftaan, en voor eene menig-, te van andere kwaaien minder vatbaar zouden zynj de Vallende Ziekte, de Teering en meer andere geesfclen des menschdoms zouden zeldzaamer zyn , de huuwlyks vruchtbaarheid zoude het Vaderland begiftitigen met jonge Burgers, die reeds van de baarmoeder af aan een gezond geitel, en eene gefchiktheid tot alle oeffeningen en onderneemingen, die vlugheid on kragt vorderen, meede ter waereld brengen; —■ Hy, die voor zoo gewigtige voordeden onverfchillig is , die ter verkryging derzelve uit eene lustelooze te vredenheid met den tegenwoordigen loop der zaaken, alle middelen, zoo zy maar eenigfints moeilyk zyn, als «nnitvoerlyk in den wind flaat, zoo een fchynt T 4. va» Van ïms HUTJwXTKEN TUSSCHENONGEZOfï de na- iCONJKN,  3Ia Geneeskundige Van di huuwlyken tusschenongezonds persoonen. (*) De voortplanting der kwaadaartige , aanfteekende, en erflyke kwaaien is voorzeker een onaffeheïdelyk gevolo Van naauwere vcrbintenisfen tusfchen gezonde perfoonen en de zodanige, die met deeze gebreeken befmet zyn; de baarblyklykfte voorbeelden hier van zal een ieder zich onder den kring zyner bekenden kunnen te binnen brengen , de Vallende Ziekte, die zoo verfchriklyke kwaal , gaat niet zelden door overerving van Ouders op kinderen en kindskinderen overEenaauwde borstziekten worden op deeze wyze voortgeplant:' de Zoon eenes teerïngachtigen Vaders brengt eene voorbereidende oorzaak deezer noodlottige kwaal met zich op de Waereld , naauwlyks" bereikt hy zynen huuwbaaren ouderdom of zyne lange hals , platte borst, bloezende verw, verraden den fehuilenden vyand zynes jeugdigen leevens, de minfte aan leidende oorzaak brengt hem in den hagchelykften toeftand en weldra moet de Geneesheer met het innigst medelyden hem ln den bloei zyner jaaren het onherroeplyk doodvonnis aanzeggen: Ovidius zingt te regt; K.m eft in Medico femper relevetur ut ceger. ImcrMnn ditta plus vatet art, mulurn , Ceri.u , ut e molli fdnguif' pulmone remijfus Ad Stygias certo 'limit, du:at aquas. Heeft hy ,ich in weerwil van. zyne aangeërfde kwaal echter in het huuwlyk begeeven , welke vruchten kan men van hem fchoon zelf aan „ne gezonde vrouw verbonden , «et rechl verwagten; bf g,en{ , of de zodanige, die nutloos voor de Maat- van eenen Vader geboren te zyn, wiens zieklyk zielsgeftel alle de opgenoemde lighaamskwaalen verre overtreft , en de vermeerdering van dit fchaadlyk geflagt der onverfchilligen , zoude men met regt als eene ftraffe des Hemels mogen aanmerken (*).  Staatsregeling. 313 Maatfehappy , het Vaderland ten last zyn, en niet dienen, dan om hunne teeringachtige kwaaien tot in het laatfle nageflagt rampzalig voort te planten; even dit kan men ook van hen zeggen, die met andere erflyke kwaaien en aanfteekende ziekten befmet , echter het werk der voortteeling aan hunne gezonde Medeburgeren niet willen ovcrlaaten , maar tevens met hunne ellendige afftammelingen ook hunne kwaaien aan de onfchuldige nakomelingfchap als een noodlottig erfgoed nalaaten , zoude het derhalven zoo onbillyk en met ome Nederlandfche Vryheid ftrydende zyn , indien men op a'le mogelyke wyze den zulken uit den gehuuwden ftaat poogde te weeren , en men ten dien einde hen, die zicbj ten ondertrouw aanbieden , allemaauwkeurigst afvroeg o£ zy of hunne Ouders met eenige erflyke, aanfteekende, ofbefmeflyke kwaaien zyn aangetast geweest, en indien men eenige zekerheid of gegrond vermoeden heeft , dat zy zich in deeze ongelukkige omftandigheeden bevonden , men hen niet toeftond zich in den echt te verbinden , voor het door een voldoend getuigfchrifc gebleeken was, dat zy hier van in zoo verre hcrfteld zyn , dat men deswegens geene nadeelige gevolgen voor hen of hunne nakomelingen te dugten heeft; waarom doch zoude deeze zorge voor het algemeen en byzonder welzyn minder met onze burgerlyke vryheid llrooken, dan wanneer men de verloofden afvraagd of zy ook eenige andere trouwbelofte hebben aangegaan. Gy, myne waarde, fchoon ongelukkige Medeburgers! wïen de hand des Almagtigen met zodanige kwaaien bezogt heeft welke door overerving cf befmetting tot het onfchuldig nakroost kunnen overgaan , laat doch het belang der Maatfehappy , en den welvaard van uw Vaderland u in zoo verre ter harten gaan, dat gy een gedeelte uw«r lusten hier aan, zelf zonder door de beveelen uwer hooge Vertegenwoordigers hier toe genoodzaakt te zyn, vrywilüg opóffert; dus bevorderd gy niet flechts als rechtgeaarte Vaderlanders het algemeene welzyn, maar in zeer veele gevallen bevoordeelt gy ontwyrFelbaar uwe gezondheid en verlengt een leeven , het welk offchoon in een ongehuuwden ftaat echter voor uwen medemensen, voor uwe bloedverwanten , uw zelf en uw Vaderland van de grootfte nuttigheid gyn kan. V 5 e- VAV D3 HUUWLYKEN TUSSCHENONGEZONDE 1'EHS00NEN.  Van de huuwlyken tus8chen6NGEZ0Nt>e pers00nen. : 3 > 4 i l ï i % 314 Geneeskundige Staatsregeling. Én gy beminlyke Kunne! (zoo iemand Uwer dit Werk door-, bladerd) die door even het zelfde belang aan het welzyn vani óns dierbaar Vaderland verbonden zyt, gy hebt daar en bo'- ■ ven eene allergewigtigfte drangreden, uw zelfbehoud, die n i noopt zorgvuldig op uwe hoede te zyn van U nimmer in het; huuwlyksgareel te laaten verbinden met een wederhelft , dia i of door eigen toedoen , of doof een onvermydbaar ongeluk , of door overerving met eene aanfteekende kwaal bezogt; is, — en befpeurd gy aan die deelen U door den Alwyzen Schepper tot de voortteeling gefchonken, zodanige gebreeken, die of de ontfanging, de voeding of baaring der vrucht hinderlyk zyn of onmogelyk maaken, onthou U alsdan zorgvuldig van het huuwlyk , gy zoud U aan het ombrengen uwer kinderen, of ' aan zelfmoord fchuldig maaken; is het bekken door een overblyffel der Engelfche Ziekte of van eenig ander gebrek dermaate misvormt, dat gy geene andere verlosfing, dan of ten koste van het leeven uwer vrucht, of daor de verfchriklykfte Ier konstbewerkingen kundt verwagten , met welk een doodsmgst zult gy dit naderend uur dan niet te gemoet zien • 10e dikmaals zult gy niet wenfchen aan de vlejende beden ran uwen onbedagtzamen Minnaar geen gehoor gegeeven te lebben , en, moet gy en uwe onfchuldige vrucht de rampialige flagtoffers deezer enroorzichtigheid zyn , hoe zal zyn ïart niet door de felfte wroeging geneepen worden, wanneer ly zich van de beminnelyke Gezel'in xyns leevens beroofd riet, en niet kan nalaaten zich zelf, daar hem doch uwe misormde geftalte voorzichtigheid had behooren in te boezenen , als de noodlottige oorzaak te befchouwen, die U :n Uw ongeboorne van het dierbaar leeven, hem zelf Van en geliefde wederhelfte, uwe maagfchap van eene beminde loedverwante , uwe Vriendinnen ran eene tederhartige 'riendin , «w Vaderland van eene nuttige Burgeres bejofd heeft^ Nog eens, myne Waarde Nataur- en Landgenooten! reriyd om der Maatfehappy , om uw Vaderhand, uwer Vrienden, m uw zelfs wil, het huuwlyk met zulke perfoonen die met rflyke of aanfteekende kwaaien bezogt zyn. Eindt van bet EerJÏ& BteU) Eerjle Stuk,  EENER VOLKOME GENEESKUNDIGE staatsregeling; EERSTE DEELS, TWEEDE STUK.   VIERDE HOOFDDEEL. Over de Vrugtbaarheid in dem Echt, en het geen hier aan hinderlyk zyn kan. Lafierilité en tout genre eft ou un vice de la Nature, ou un attent at contre la Nature. Qiieft: Sur VEncyclopédie, §. I. T X er bereiking van het edelfte doelwit des Huwlyks, de voortplanting van ons geflagt, word niet flegts vereischt, dat de deelen ter voortteeling gefchikt in beide de kunnen wel en volgens dit oogmerk gevormd zyn, maar tevens moet ook eene zekere, ons meerendeel nog onbekende, overeenkomst tusfchen dezelve plaats hebben, zonder welke de Natuur weigert het werk der voortteeling met haare moederlyken invloed te begunftigen, en deeze onderlinge gelchiktheid noemt men Vrugtbaarheid: al hoewel men gewoonlyk geen Echt vrugtbaar noemt, dan die reeds daadlyke blyken van deeze gefchiktheid gegeeven heeft.' Men heet volkoomen Vrugtbaarheid, wanneer iemand met elk voorwerp der andere kunne , gezond, van een jgefchikten ouderdom, en in geene hier tegen ftry;dende omftandigheden, in ftaat is Kinderen te teellen — eene onvolkomens, öf flegts bepaalde vrugtbaarheid noemt men, wanneer de voortteeling niet dan met izekere byzondere voorwerpen , en met eene zeer beX 2 paal- Vcliomen en ol volh,men vrugtlaarbeidi  Van »e on- yrugt- BAAR- h£id. Of het meoglyk is op de manlyk e vrugtbaarheideene juiste bepaaling te maaien ? ' f i Of de < veelwyvery voor de vrugt- [ baarheid , in het al- t gemeen ] voordeelig is? \ I t t b 318 Genïeikunpige paalde overeenkomst mogelyk is, niets, geen verwisfelïng van lugtftreek zelve, verhinderd een volkomen gezond paar deeze icheppende natuur gaave op het allervolkomenst uit te oeffenen, de rustige Europeaan bezwangerd even zeker zyne lely blanke blonde, als de Castanie bruine inwooneresfe van Ava en de glimmend zwarte fchoone van Aethiopien. s- 11. .De Natuurlyke vrugtbaarheid der mannen is nieÉ ligt naauwkeurig te bereekenen , voor al niet in anden, alwaar de natuurlyke vryheid door Wetten Deteugeld word. Het best voorziene Serail zelf kan jeen genoegzaam bewys uitleveren in hoeverre de nogelyke vrugtbaarheid van deszelfs bezitter zich uittrekt; zoo lang hetzelve niet dan met gedwongene n ter wellust gekogte Slavinnen vervuld word, de rryheid, die alles vuur en leeven byzet, heeft op de oortteeling eenen veel vermogenden invloed. Het is 'er verre van daan, dat de veelwyvery ons ti ftaat zoude ftellen om wegens de waare vrugtbaareid van beide de kunnen een gegrond oordeel te vel jn. Men heeft zelf reden om te denken, dat dezele, uit aanmerking der genoegzaam bewezen evensdigheid der geflagten, over het algemeen der voortteling hinderlyk is, al hoewel men in dezelve eenige yzondere gevallen aantreft Jdie ons doen zien, wat men an de onbeperkte kragt der voortteeling in gezonde urgers zoude mogen verwagten. f» In- (a) Het is geenfints myn zaak. te beflifien, of de Veelwy)ry met onze natuur overeenflemt, dan niet, en men moet ft£«'  Staat sr.egei.ing. 3*9 Indien men ftelt, dat, het geen debefchaafde Europeaan liefde noemt, ook by wilde volkén bekend is, zoo moet zelf deeze liefde tot eene en dezelfde vrouw aan de vrugtbaarheid hinderlyk zyn, daar doch een teder en ftandvastig minnaar , van de tekenen der zwangerheid zyner beminde niet dan fpade verzekerd zynde, eenigen tyd by haar, wier drift ter omhelzing met de zwangerheid niet ophoud, een reeds bezaaiden akker beploegt, terwyl meenig een vrugtbaar veld vaak blyft liggen. Het is mogelyk, dat een gezond man Van zyne manbaare jaaren af tot in zyn vyf en vyftigst jaar toe jaarlyks tot meer dan honderd byliggingen in ftaat is, zoo niets hem wederhoud en ten minfte een vyfde gedeelte daar van zal by vrouwen van eene gewenschte gevleidheid, en die niets ter vernryding der zwangerheid in het werk ftellen, vrugtbaar zyn; daar zyn voorbeelden genoeg voorhanden, dat één man uiteen grooter of kleiner getal van vrouwen een mcenigte- kin- ' dezelve uit meer dan alleen uit een natuurkundig oogpunt befchouwen , zal men wegens deszelfs invoering iets meer beflisfends , iets meer dan reeds voorlang is aangemerkt, voor den dag brengen; Ik voor my achte de Veelwyvery, zelf alleenlyk volgens de natuur wetten befchouwd zynde, en zonder de befmetting der Venusziekte in aanmerking te neemen, aan veel meer tegenwerpingen onderworpen , dan de door Plat o voorgeflagen en door goede wetten in order gehouden algemeenheid der Vrouwen , de hier uit voortfpruitende Kinderen moesten als Kinderen van het gemeenebest op gemeene kosten tot die ftand, waar toe zy door hunne natuurlyke bekwaamheid het gefchiktüe waren , na een wel ingerigt plan opgevoed worden,' X 3 Vav o.vvrugtbaarHBlb. ' Waarfchynlykehereekening van der manlen vrugtbaarheid- Voor beelden ien hier tan  320 Geneeskundige j>t?m. kinderen heeft voort gebragt: (*) al hoewel, gelyk gezegd vruct- is, de veel wyvery zelf nog veele hinderpaalen met mis' opzigt tot de natuurlyke vrugtbaarheid niet uit den weg ruimt, maar men heeft in alle gewesten voorbeelden genoeg, dat een man in één hirwïyk 16. 20 ja . tot 28 of 30. kinderen verwekt heeft, (Z>) en zodanige voorbeelden van 24 en 25. kinderen zyn my zelf bekend, (c) S- lij* fiag!lder Offchoon zoo eene vrugtbaarheid iets zeldzaams is, 'h'veeT* 200 is Iiet doctl mfiestendee's der mindere vrugtbaarminder heid der vrouwen toetefchryven dat men over liet geheel ""JandlT elken Egt op niet meer dan 4 kinderen Hellen kan, der Ma»- eene vrouw, die niet dikwils tweelingen gebaard heeft, .en de phgten eener moeder zelve waarneemt, haare kinderen met eigen zog voed, zal zeer zelden 16 of- 20. (3) De Heilige Bladeren zelve leveren ons hier van merkwaardige voorbeelden op, Gideon had even a's Ahab 70 Zoonenj Rehabeam had SS Kinderen. Susmilch /. c. §. 2;z Artaxerxes bragt 115 Zoonen voort. Just. Majoli /. c. p. xoo. de geleerde Tiraquellus verkreeg uit verfcheide Huwlyken 30 Kinderen , welker opvoeding hem egter niet verhinderde de geleerde Waereld met even zoo vee! wel doorwrogte Gefchriften te vertieren : te Londen leefde 1772 een honderdjaari? Man, die by S Vrouwen 37 Zoonen en 9 Dogters geteeld had Journ. Bucycl. Janv. 1772. C*) H a l l e R Elem. Phyf. T. VIII. p. 460, het is in ZwitzerIand met zeldzaam 24 Kinderen van téne Moeder aan te treffen. (O Daar men anders gewoonlyk voor elk Kind met Zwangerheid en Zoogen twee jaaren field, en de tyd der voortteeling by de Vrouwen op omtrent 2; Jaaren gereekend word, kan men by befiendige gezondheid van elke Vrouw 12 Kinderen verwagten Susmilch 8?. S. 168  S T A £ T S R E G B L I TSt 4. £*I 2.0. kinderen ter waereld brengen : de blaam der onvrugtbaarheid wierd dus by allen Volken, vooral by de Jooden, den vrouwen ten laste gelegd, en het leeven wierd haar onaangenaam gemaakt door een ongeluk, welkers afwending zelden in haar vermogen was. S- I V. Men toonde van ouds her by alle, zelfde meest befchaafde, Natiën de grootfte veragting voor eene onvrugtbaare vrouw, en de voortteeling is de eenige dierlyke verrigting, waarin zy zonder nadeel haarer goeden naam nietnalaatig zyn kan: Inden Indoftan word wel de wet, welke de weduwen der Braminen beveelt zich leevend met haare geftorven mannen te doen verbranden , voor eene eervolle onderfcheiding van deezen Stam aangezien, waarna ook andere weduwen in den eerften aanval haarer droefheid freikhalzen; maar egter gelyk deeze wet aan de Jalouzy eens bramins zyn oorfprong verfchuldigt fchynt, die in het graf nog het bezit zyner, by hem misfchien geduurende zyn leeven zeenflegt geplaatfte fchoone aan een ander benydde; zoo verbind ook de gemelde wet geene weduwe tot een zoo gruwzaam bewys haarer huwlyks liefde, ten zy in dit geval,dat zy by haaren man geen kinderen heeft. O ) Het is derhalven niet te verwonderen, dat het vrouwlyk geflagt ten allen tyde zoo veel in haar vermogen was hier tegen gezorgd heeft. Tor- ia) Hifi. PMof.&polit. des Etablisf, dis Zvrop. dans les deus Indes 1.1. p. 50, X 4 TJf OïfVRUGTBAAR,HELÖ. Alge* tneene veragting der onvrugtbaarbeid»  FAf* Eli o.vvrugt- ba'ar.- Pogingen der vrouwen tegen dezelve. i ! 1 1 f (a) Juvenalis Sat- Lib. II. - (i) S, Augustinüs * Civitate DefLib. VII, c.24. (O Ovidius Lib.ll. Fqfior. ^22. fat E N E E-S K -U lï n I G E . Tormentum ingens. mibentibus hceret, Qitod nequeunt parere &partu retinere maritos. (ji) %. V. Men {telde dus hier tegen alle mogelyke middelen in het werk, men ontzag lomtyds nuch betaamlykheid noch eerbaarheid; bet is bekend, wat eertyds de aanzieniyke Jondlchc vrouwen, die by hunne mannen met geen Kinderen gezegend wierden, beftonden, en dit alles is mislchien niets in vergelyking van hetgeen men niet weet. I>e Romeinfche vrouwen ftelden een Crodsdienftig venrvmvei) op zekere beeltenis Priapoles,Mutunus, Tuiunus genaamd,waarop Jonggehuwle vrouwen zich plagten te plaatfen , (£) en zoo deeze Sympathetifche Cure miste, ontzagen zy zich liet hunne bloote ruggen door byzondere Priefters, velke op fommige dagen naakt en half dol de ftraaten >p en neder liepen, met boksleedere zweepen te doen ;eesfelen «■■y- Sua terga maritce Pellibus exfeclis pereutienda dabant. (c) :11e gebeden, zegeningen en geneesmiddelen fchoo:en verre te kort by het vertrouwen, het .welk de choone kunne in deeze geheimvolle zweepfiaagen :elde. Nup\  Staatsré&elins. gig Nupta quid exfpeclas ? non tu pollentibm herbis, Necprece, nee magico carmine'mater eris, Excipe fcecundccpatienter verbera dextrce jFam Socer optati nomen habebit avi. («) Intusfchen waaren niet zelden alle deeze hulpmiddelen van eene gewenschte uitwerking verftooken. — Nil animis in Corpore Juris Natura indulget. Steriks moriuntur, & {/tij Turgida non prodejl condita pyxide Lyde (Z>) Neeprodeft agilipalmas prcabtre Luperco, (c) J. V I. De Man kon zich van de Vrouw affcheiden zonder dat zy zich hier over beklaagcn kon; dewyl van de oudfte tyden af de Cenfores elk Man die zich in het huwlyk begaf eenen eed afnamen, „dat zy eene vrouw „ trouwden ten einde met haar kinderen te teelen " (d) een vrouwsperfoon, het welk zich zeiven zonder dit oogmerk aan eenen man ten besten gaf, wierd hier door volftrekt eerloos, en mogt, volgens een oude wet van Numa, het altaar van Juno niet aanraaken, en wanneer zy dit deed, zoo moest zy de Godin (wien ter eere de vrouwen voorgaaven haare haairen te vlegten en op te fleren,) in eene allcrveragtlykfie klee¬ ft) id. (£) EenWyf, dat wegens haare zalven tegen de onvingtbaarheid zeer beroemd was. (O JüVENALIS /. e. (<0 „ Uxerem fe liber&m quatrendüm gratia babiturum v a„ ler. maximus Lib.ll. c.x. «.4.'< X5 . Van DE on- t vrugtbaarheid, Gefirenge wetten tegen de tnvrugtbaare.  324 ÖSNEESKUNDIGÏ van kleeding met verwarde en losfe haairlokken naderen en vrugt" tot verzoening een moeder-lam ten offer brengen, (a) baar- Sp. Carvilius Ruga liet zich van zyne, om haar voortreflykgedrag, aller beminlykfte O) egtgenoote fcheiden,wylzy hem geen kinderen baarde; Plato ftelde de vrouwen 10. jaaren binnen welke tyd zy bewyzen van haar Vrugtbaarheid geeven, of aan eene andere haare plaatfe in het huwlyks-bed meest inruimen, (c) Wanneer iemand onder de Jooden tien jaaren met zyne huisvrouw geleefd had zonder uit haar nakroost verkreegen te hebben, was het hem niet meer gcöorlooft in deezen ftaat te blyven, hy moest of haar verftooten , of by haar eene andere vrouw neemen; de verftootene kon egter ook met een ander man zich verbinden, en wederom eene tienjaarige proeve aanvangen, zoo haar te eeniger tyd een miskraam of ontydige geboorte overkwam, als dan wierden, volgens de ■ Rabbynfcbe huwlykswetten, de proefjaaren van die tyd afgerekend; (J) doch indien men van de on- vrugt- (a) De wet luidde dus: „ Pellex. Aram. Junonis. Ne. Tagi„ to. Si. Taget. Junani. Crinibus. Demisfts. Arnum. Fceminam, •1 Cc.idito. " (6) Aul. Gellius Non. Attie. Lib.IV. e. 3. (O » Procreatio autem liberorum , eorumque qua liberis pro., creandis operam dant, decennium non éxcedat, quando adefi ge„ nerandi facultas & fcecunditas. Quod fi qua? ad illud usque tem,y.pus Steriles fuerint, confilio cum cognatis & mulieribus huie rei „prajeSis" (het fchynt dat-te dier tyd reeds de Vroedvrouwen tot fomrnlge g.eregtlyke onderzoekingen geregtigd wierden , deeze doch denke ik dat hier verftaan worden,) babito &*, pro ut commoium opportmumque utrisque judieatum füent, disjungr.ntur. Ve Legibus Lib. VI. Cd) Tbalmud. I. Jefam 6. e. m. 4.  Staatsregeling. 3^ vrugtbaarheid eener vrouwe ten vollen verzekerd was, Van zoo mogt zy als eene veragte Ajonith van geen Jood vrugÏ ten huwlyk genomen worden, ten zy van zulk een baardie reeds by.andere vrouwen kinderen had voortgebragt, Rabbi Jhtjdah verdeedigt dit gevoelen dat zodanig eene vrouw voortgaande met haar man te leeven eene Sonah eene hoere is, en dat hierop door Hose a C. 4. V. ig. gedoelt word, alwaar hy zegt: zy zullen hoerery bedryven en egter niet vermenigvuldigen. Dus befluit hy dat eene byllaap, waaruit men geen kinderen kan verwagtcn , niets minder dan hoerery is; O) hierom, om geen tyd voor het werk der voortplanting nutteloos te verflyten , wierd een man in eene onvrugtbaare Egt leevende niet genoodzaakt te velde te trekken of eenig openbaar ambt aan te neemen. Qb ) De Gauren, die de oude Perfifche Godsdienst nog aankleefden , wierd in den Sadder hun wetboek, het welk zy tot een rigünoer hunnes leevens hielden, gebooden „zich met al hun vermogen op de voorttee„ ling van kinderen toe te leggen," zy neemen met toeftemming hunner onvrugtbaare Egtgenoote een tweede vrouw ten huwlyk om deeze pligt te vervullen ; (c) dit heeft met de handelwyze der Aartsvaderen zeer groote overeenkomst. En by de Italiaanfche Jooden is dit nog in gebtuik: (dj in het Koningryk Tongking en op Caap Cormorin is de onvrugtbaarheid meede in de grootfte veragting , eene onvrugtbaare vrouw is ( a~) L. e. m. j. S. 26. (i) Maimonides Bal. Mei. e. 7, (O Disfert. fur la Religiën des Perfes p. 30. (d) Disf: hifioT'. touch atit les Gerem : & Coutumes Hes Juifs t.Z,  Van DC onvrugtbaarJJEIB' Geneeskundige is aldaar door de wet verpligt voor haaren man eene beminlyke maagd uit te kiezen en hem voorteflellen; (V) . ook is by de Hottentotten de fcheiding wegens onvrugtbaarheidgeoorloofd. (bj §. VII. Affchaffing deezerwettenin de Christen eeuweu. Onderfcheid tusfchen onvermogenen on•vrugtbaarheid- Met onvermogen•wanneer het bewezen kan worden is ■ooi in de Rocmfche JCeri een reden tot febeiding. Deeze wetten zyn door de Christelyke Godsdienst afgefchaft. Dikwerf worden dé woorden onmagtig en onvrugtbaar, offchoon van eene meerder en minder uitgeftrekte betekenis , met elkander ten onregte verwisfeld, een man ter byflaap onmagtig kan niet vrugtbaar zyn, daar egter een onvrugtbaar man zeer wel tot den byflaap kan in ftaat zyn. . Wanneer het onvermogen bewezen kan worden en voor het huwlyk reeds aanwezig geweest is, is dit in de Roomfche Kerk eéne wettige reden ter Egtfcheidmg en niet flegts, als by de Proteftanten 5 een verlof tot fcheiding, maar zy verbied zelf ten ftrengfle allen vleeschlyken omgang tusfchen zodanige Egtgenooten. Zy ftaat ook de vrugtbaare man of vrouw toe zich op nieuw in eenen anderen Egt te verbinden , voor korten tyd is nog in dit Bisfchoplyk Echtgerigt zodanig een onvrugtbaar huwlyk wegens onvermogen dés mans vernietigd, hoewel hetzelve vóór 9 Jaaren gefloten was, en der vrouwe toegeftaan zich in een ander huwlyk te begeeven, het is by veelen nog in versch aandenken, dat, nog in -deeze zeventiende eeuw, volgens eene zonderlinge Burger-wet in Fran- (3) Lettresedifidntes & curieufes lil, recueilf. 10. de l'efprit, 222, tÓ Oofi-Ind. Reizen,  Staatsregeling; 327 Frankryk, het onvermogen voor een hier toe aange- Vam ftelde commisfie aangetoont moest worden, tot dat v1ugt~deeze onbillyke wet door een byzonder geval afge- BAARi fcbaft wierd. («) ÖKIe* Daar en tegen is fomwylen een huwlyk volftrekt onvrugtbaar zonder dat men eenig onvermogen tot byflaap of voortteeling kan bewyzen, en deeze onvrugtbaarheid veel ligt flegts betreklyk is, en van onbekende, misfchien flegts eenigen tyd duurende oorzaaken, afhangt, in dit geval veroorloofd noch Roomfche noch Prcteftantfche huwlykswet de Egtfcheiding: en ik herinner myj nog niet dat men ergens een gezette tyd bepaald heeft, na dewelke men de fcheiding van een onvrugtbaar huwlyk vorderen kan, en dus is het ook gelegen met het onvermogen, het welk ftaande het huwlyk ontftaat, noch Roomfche noch ProteftantfcheKerk ftaat in dit geval de fcheiding toe ; maar vermaanen flegts den gezonden met zwakheden , des gebrekkigen geduld te hebben. (Z<) In eenen Godsdienst, in dewelke men het huwlyk alleenlyk als eene verbintenis of contract tusfchen twee perfoonen van eene verfchillende kunne befchouwd, zonder even als in de Roomfche Kerk aan deeze verbintenis de waarde eenes Sacraments te hegten, in zoo eene Godsdienst is het, alleen volgens het regt der natuur befchouwd, bezwaarlyk te begrypen, waarom eene lieve gezonde vrouw, die zich zelf tot onthouding niet gefchikt gevoeld, hiertoe moet gedwongen worden, om dat haar Egt- («) Le Ridant code Matrimonial. Pitaval eau/es celebres t. VIII. p. 191. (ft) J. Berger 1 difp. Jurid. de priviieg; agrotorum Witleb* mix t. 2, ï. vu.  32.8 Geneeskundige Van Egtgenoot zelf geduurende het huwlyk ter byflaap en vrugt- voortteeling onvermogend word, zonder dat 'er getwAR.- gronde hoop is, dat dit onvermogen binnen eenen 'niet al te langen tyd kan weg genomen worden. —• Waarom is doch het huwlyk het eenigfte contract, waar in het eene gedeelte voor altoos zelfs met gegevaar zyner gezondheid aan zyn woord verbonden blyft, zonder dat het ander deel de bihykfte voorwaarde vervuld ? Zy die wegens een gevorderden leeftyden koelbloedig geftel van hunne onthouding niets kwaads te dugten hebben, zouden voor zeker zeer onbillyk na eene Egtfcheiding ftaan , maar is het voor jonge Egtgenooten niet veel beter zich op eene betaamlyke wyze van eene onvrugtbaare wederhelft af te zonderen, om eene geoorloofde vervulling hunner behoefte en een wettig middel ter afwending van het gevaar, het welk uit de onthouding kan voortfpruiten , te zoeken , dan ten nadeele hunner gezondheid , ten kofte der bevolking hunne befte leevensjaaren in eene nuttelooze onvrugtbaarheid door te brengen: ten zy het onvermogen zyner wederhelfte uit een aanhoudende lighaams kwaal oorfpronglyk was , als dan doch heeft zy het grootfte regt op de meedelydende hulpe haares Echtgenoots, en het zoude ten hoogden onbillyk zyn door Echtfcheiding hier van verftoken te worden , even onbillyk zoude het zyn eene Echtvriendin teverftooten, wanneer haar onvermogen ter voortteeling uit eene voorafgegaane moeilyke verlosfing ontftaan is, en een weldenkend Echtgenoot zoude voor zeker zich eeuwig verwyten , wanneer hy zyne Gemalin verliet om eene reden , waar van hy eenigermaate zich zelfs als oorzaak kan befchouwen; zoo eene Vrouw verre van ver- agt-  I STAATSRïesUHB. agtlyk verftooten te worden , vordert methet grootfte Vau regtdehertefyketederheidhaares Echtgenoots als eene billyke vergoeding haarer ongelukkigen toeftand van dieEchtverbintemsfen, welkeronvrugtbaarheid eeen aan'al ander bewys heeft dan eene kinderloos lamenwoonmg ZOo komt my egter de bereekening, even als of &5# van de iooo Huwlyken zich 10 in deezen toeftand zou daadzo° den bevinden , niet voor met de ondervinding over een te ftemmen ; veel eer zal men myns bedunkens, wanneer elk zyn onderzoek binnen zyn eigen land! ftreek bepaald, bevinden , dat van de honderd Huwlyken ten minften 6 a 7 zonder Kinderen zyn en blvven, zonder eenige voor het oog zigtbaare reden van onvrugtbaarheid , men befchouwe flegts met aandast het aantal van voornaame Geflagten , ( welker aantal m evenredigheid der Burger-Familien egter zeer gering is,) die by mangel van Afilammelingen geduurende eene eeuw uitfterven , en maake hier uit op of de onvrugtbaarheid eene in alle Staaten zoo zeldz am voorkomend gebrekzy j het is waar de ongebonde leevenswyze, die by de jonge Lieden van voornaameGeHagten meer dan by eene mindere Clasfe plaats heeft 1S dikwerf ook by hun meer dan by de anderen eene oorzaak der onvrugtbaarheid , en men zoude dus in den rang der aanzienlyken de algemeene grondflag van zodanige bereekeningen „iet zoeken kunnen; zoo niet ongelukkigiyk de Burgerftand in de groote Steden meer enmeerde buitenfpoorigheden der voornaame poogde te evenaaren; wanneer men nu vastfteld, dat men onder honderd Huwlyken vyf onvrugtbaaren aantreft, en men alle de Echtverbintenisfen door elkander genomen op met meer dan elk op vi?r Kinderen reekenen kan, , Z09  3§o Geneeskundigè Van zoo blyft 'er doch voor de Maatfehappy een verhes vlvoT- van twintig Kinderen , over , welke door het onverbaar.- vuIq1 blyven van het hoofd-oogmerk des Huwlyks HEID. , n 1 voor den Staat veiiooren zyn. rieVoort- Hiei' hy komt,dat het Kinderteeien voor de Gezond- tvttng is heid (ier -gehuwde Vrouwen niet flegts voordeelig, nuttig ter & . . b . *" behoudenis maar oyna onontbeerlyk is ^ men ziet ten minsten de ^Vrodwen meeste Vrouwen in eene onvrugtbaaren Echt een kwySbei™d~ nenc^ ^eeven ^yten •> tot dat zy een of meer Kinderen hebben ter waereld gebragt, als dan houden de meeste ongemakken op , het zy men die als gevolgen of oorzaaken der onvrugtbaarheid aanmerke, de Maandelykfche reiniging gaat by veelen ook geregelder, deeze waarneeming is der Vrouwen zeer wel bekend, die ook ongefteld zynde niet ten onregte, na dat zy Moeder geworden zyn ^ op eene betere gezondheid hoopen. Van S wie ten hoorde meermaalen deOoftenrykfche Vrouwen, die doorgaans zeer vrugtbaar zyn,zich beklaagen , dat zy niet meer dan 6 of 8 Kinderen hadden ter waereld gebragt, dewyl zy verzekerd waaren , dat zy by elke verlosfing iets nadeligs ont* laften, het welk terug blyvende haar Weldra eene gevaarlyke ziekte op den hals zoude jaagen ; en in de daad de waarneeming, dat eene matige vrugtbaarheid, wanneer de verlosfingen , zonder van bykomende toevallen verzeld te zyn, niet al te kort op elkander volgen , der Vrouwen gezondheid verfterkt, verdiend de' opmerking der Phyfiologiften ^ eertyds befchouwde men de Baarmoeder als de verzamelplaats van kwaadaartige vogten, welke ten tyde der maandelykfche Stonden en Kraamzuivering door de natuur ontlast wierden, misfchien is de uitzetting en verwyding van ie vaaten der Baarmoeder, geduurende de Zwanger^ heid  Staatsregeiiiiq 33 x Jieid plaats hebbende, oorzaak , dat den omloop des Van:. bloeds door dezelve daarna met te grooter gemak ge- y^™' fehied; de prikkeling in het Zenuwgeftel doof de bewec- baar.ging van het kind in de zwangere Baarmoeder is veelligt dienftig om de werkzaamheid van dit deel te vermeerderen, en tot eene fterkere faamentrekking by de aanftaande verlosfïng voor te bereiden; de fchok', die dezelve op dit tydftip aan liet geheele Zenuwgeftel meededeelt, dient veelligt om de traager omloopende voch-' ten in beweeging te brengen , en de voortdryvende kragt der Spiervezelèn op nieuw op te wekken ,• deeze omftandigheden verdienen voor zeker onze opmerking, en dienen buiten twyffel om de waarde vari eenen vrugtbaaren echt te verheffen. Indien dit nu Waar is, gelyk de ondervinding het veel maaien bevestigddar de voortteeling voor der Vrouwen gezondheid nuttig, ja nodig is, kunnen wy dan hier byniet tellen die Vrouwen, welke by gebrek hier van aan veele ongemakken orderhevig zyn, en eindelyk uitteeren?' en valt het dan niet blykbaar in het oog, welke eene uitgebreiden invloed de onvrugtbaarheid op het aantal, zoo wel als op de gezonde gefteldheid der menfchen heeftzonder zelf dat men het Staatkundig tiadeel door het uitfterven van voornaame Familien '>j hier doorveroorzaakt, in aanmerking neemt. §, V 11 I; Dé oorzaaken dor onvrugtbaarheid" verdienen voor- yerdee. zeker eene byzondere opmerking; zy zyn Zeer ver- li«s Ji* fchillend," en, wanneer men 'er die afrekend, die te- ken van vens door eenê onmagt tot byflaap verzeld zyn, in h^Tuhet algemeen weinig bekend, men verdeeld die ge- w<*y*«». Y voeg-  3.3a Geneeskundige Vai* voeglyk in Zeedelyke en Natuurlyke, beiden vorderen VRUGT- zy zeer verfchillende hulpmiddelen. baar- Vooreerst wat aanbelangd de Zeedelyke Oorzaaken. Zeedely- Er zyn Steden, Vlekken en Dorpen alwaar zelf gez«nde, welgezeten Burgers niet meer dan 1 of ten hoogften 3 Kinderen hebben, en zich zorgvuldig voor \u?m?m~ dcn aanvvas hunner geflachtenhoeden; bezorgd zynde van een talryk gezin niet zoo wel te kunnen onderhouden, en met 'er tyd zonder eene al te groote vermindering van hunne overblyvende bezitting op een orden telyke wyze in de waereld ter neder te zetten; Zien wy niet in groote Steden, alwaar de weelde op den troon zit, datzeer weinig deraanzienlyftegedachten in aantal van aframmelingen uitmunten, de fchandelyke kunst, die te Rome wel eer bekend was, fchynt dus by ons niet geheel onbekend te zyn. *-' facet aurato vix ulla puerpera leclo Tantum artes hujus , tantum medicamina pojfunt, Qjiafteriles facit, atque homines in ventre necandos Conducit. , . _____ JuVENAL IS ™fnc7~ ■dccze v1 eczc v00r kinderen 9 gevoegd by eene wellusfrgïm tlêc ongebonden leevenswyze, doet de gehuuwden tegennatuurlyke wegen inflaan, om het oogmerk des .Scheppers te verydelen. zXon. De teSenzin' welke by gehuuwden, meer door baatverftbiWg- zuc«t en trotsheid dan door onderlinge liefde aan elkanciiuw- der verbo«den, niet zelden plaats heeft, doet elke ge*n. legenheid greetig byde hand neemen, die een voorwendfel opleveren kan, om zich aan de last der huuwlyks pligt te onttrekken, die behalven dat door de wed.rzydfche yskoude ouverfehilligheid zelden vrugtbaa- re  Staatsregeling. 333 re gevolgen heeft, hier over zal ik ter betoog van de Van fchadelykheid zodaniger huuwlyken voor de bevolking vrugtby vervolg nader handelen. baar.- ° heid. ' Hier toe behoort ook die verbittering en haat, die Gejiadiby gehuuwden door een of ander ongelukkig verfchil of aanhoudenden argwaan plaats grypt, en onuitroeibaare wortels fchiet, in zodanige Fainilien is de vervulling der huuwlykspligt iets zeldfaams, en de vrugtbaarheid , daar het vuur der liefde door haat gedoofd word, een ongewoon verfchynfcl. Vem»- ~ . • • • athtzaa- tene onverfchulige veronachtzaaming der Vrouwly. mivg'Ur 1 ke kwaaien en gebreken heeft dikwerf plaats by de \^™hn* Landlieden; deeze koelzinnige nalaatigheid heeft wel niet altoos doodlyke, dikwerf echter fleepende ziekten ten gevolge, die tevens ook alle hoop op na-kroost afIhyden. . „ ■ . 1 De al te hevige hertstogten der vrouwen , vooral de ^mmionmaatige gramfchap , zyn veelmaalen oorzaaken der undergt-, onvrugtbaaiheid , want ik houde ook die vrouwen voor v"om»L, onvrugtbaar, die wel het vrugtbaar zaad in haaren baarmoeder ontfangen, maar nimmer de vrugt tot volkoomen rypheid brengen. De Burgerlyke Regeering voert wel geen gebied over de ziels - gebreken , haar waakzaam oog kan tot in de ichuiihoeken van het hart niet doordringen, den arm haarer magt kan zich zoo verre niet uitftrekken, zeer groot is echter haaren invloed op de openbaare opvoeding, die den grondflag legt der toekomende leevenswyze haarer Bnrgeren , en in zoo verre ftaat het in haar magt eene verbetering van zeeden te weeg te' brengen. • ■, .. • .. • . v • . " Ouverichilligheid tusfchen echte lieden van den aan- fpoorigk*e\ zienlyken en Burgerftand, en eene geheime overeen- *™u"e^ Y 2 komst **  334 Geneeskundige _7Al^ komst om zich wederzydsch aan alle buitenfpoorighevRuot- den eener onechte liefde overtegeeven, en intusfchen wao* a"en naamveren omgang met eikander te vermyden, deeze ondeugden zyn in groote Steden tot zelf onder den middelmatigen Burgerftand doorgedrongen , ik zwyge van het zeedenbederf uit eene zoo ongebonde lr.venswyze voortfpruitende, en vestige alleenlyk myne aandagt op de onvrugtbaarheid , die zodanige huuwlyken verzeld: vooreerst, verfpilt de man zyne beste leeven skragten in de onkuifche armen eener byzit, zonder nut voor de bevolking, zeer zelden immers brengt eene ontuchtigen omgang den ftaat nuttige Burgers aan. Ten tweede , wend de ongebondene echtgenoote alle middelen, zelf de allermisdaadigfte aan, om het vermaak der wellust te blyven genieten zonder zwanger te worden , en haaren man kinderen aan te brengen, welke hy zeer wel weet dat hem niet toebehooren. Natuuv- In de tweede plaatfe koomen in aanmerking de Nazaj^n' tuurlyke Oorzaaken der onvrugtbaarheid; deeze zyn d^u^n~ menigvuldig r Het manlyk geflacht is, behalven het eiHaarhtiH. gentlyk gezegd onvermogen, waarvan in de voorige /Jannen., afdeeling gefprooken is , aan verfcheide toevallen oncfefteei" derworpen, welke de vrugtbaarheid zoo niet geheel deelen' en al weg neemen , ten minften zeer verminderen moeten; de gebreken der piswegen, der uit- en in •' wendige teeldeelen, vooral ongemakken en befchadigingen der zaadballen , veelerley breuken, enz. Van de Het is eene onuittwistbnare fchande voor het menschep»»***- ^Qm ^ vooral voor h- ken. kunnen opmaaken, tevens ook vvaarneemende, of de oorzaak der onvrugtbaarheid aan eenig in het oog loopend En der- a 1 zeiver lighaamsgebrek der Ecbtgenooten, aan eene aankon " waar- dende oneenigheid tusfchen dezelve, aan eene buiten- ^orzaa' fpoorige leevenswyze moest toegefchreven worden, ken, en of het eene Gewest, de omftandigheden met opzicht tot de Echtgenooten dezelfde zynde, gunftiger voor de voortteeling was dan het ander, en welke waarfchynlyke reden men hier van kan geeven: dewyl het geflacht der menfchen , hoewel meer dan eenig foort van dieren voor alle luchtftreeken gefchikt, echter in de eene landftreek voorfpoediger voortgeplant word, dan in de ander. Dus had Egypten eenyds den roem van zeer vrugtbaar te zyn, en men fchreef dit toe aan het Nyl-water : men meent waargenomen te hebben , dat volken langs de Zeekusten woonende, en grootendeels van Visch leevende een grooter aantal kinderen gewinnen. Men vestige met alle opmerkzaamheid-het oog op Eene de neigingen des volks, om, zoo dra men befpeurd dat *"trs^*l 'dezelve eene richting neemen niet de wetten der natuur neeming cn goede zeeden niet overeen kom ftig, die door heil- volks nei.zaame inftellingen eene betere leiding te geeven: toen z",s,a' .het huuwlyk te Rome in eene diepe en byna algemeene verachting was, verkogt'men >de Jongens ten aller-  34- Genees kundige Van lerfchandelykften misbruike opent]yk op de markt vrugt- zonder eenige fehaamte, de amzienlyken onderhielden mw' die by nonderden in hunne paleizen; Augustus poogde dit affchuuwlyk kwaad door het begunfligen van den Echten Staat, en het ftraffen der moedwillig ongehuuwden uit te roeijen; Conftantinus poogde dit oogmerk zekcrer te bereiken door die onnatuurlyke misdaad met de dood te ftraffen O) ; een Wetgeever trachte dus zyn oogmerk te bereiken langs zulke wegen, welke met den aart en neigingen des volks, die hem derhalven grondig bekend moeten zyn, het best overeenkomen. Verban- Op dat de gemoederen der Echtgenooten door ffee- timg van ■ , , „, . „ ° & allen ne ingewortelden afkeer tegen elkander ingenomen zoudZT\p- dün zyn ■> en het werk der voortteeling uit deezen hetb "" boo^de mmder hindeipaalen zoude ontmoeten, zy fyi. mw~ het der zorge eener waakzaame Overheid op het ern» ftigst aai bevolen de ouderlyke magt met opzicht tot het huuwlyk hunner kinderen binnen de juiste gren- zen te houden en niet te dulden, dat in dit gavigtig bedryf eenen onredelyken dwang plaats hebbe. Een zorg- Zy befcherme de inwendige rust en eendragt der 7uhlVp7e huisgezinnen, en weere met nadruk alle eigendunklyr*ustndegr ke fcne'dingen, wanneer gehuuwden om eenig gereebuisgezL- zen verfchil zich vrywillig van elkander begeeven, en nen' zonder gewigtige oorzaaken afgezonderde woonplaatfen betukken, — men trachte by tyds van deeze gefchillen kondfehap te verkrygen, en door tu^fchenfpraak van Vrienden of Geestlyken, ja zelf des noods door • ^ het (a^ L 3. Cod. Tbeodos ad l. Juliani de «eiuU, l, 31, Cqd, Jud. cd 1. jhü ni de adult, Nov, li, 141,  Staatsregeling. 343 het tnsfchenkoomend gezag der Overheid die by te Van leggen , en den hardnekkigen in het rechte fpoor te vrustleiden baar- Zy houde een waakzaam oog over de riiawe behandeling der Vrouwen, vooral in den boerenftand , rfuweiedoor haare lompe en redenlooze mannen, deeze doch han^l), op ftraffe dat hy, zoo zy by dit verzuim het leeven infehoot, allen aanfpraak op het door haar aangebragte goed verbeurd ( a ) Si vir & uxor, animis infelici acerbitate diffipatis atque difiraBis , minime inter fe eonvenientdecent viri cx legum cufiodum collegio , qui borum difjidiorum medii 6" interpretes funt, ex lege conftituti, Ö" deccm mulieres matrimoniis quoqueprcefeSice bis difiractionibus providento. Quod fi illorum intermedia recbneiliari poterunt; btec rata funto: Sin vero ipforum animi majiribus odiis ex offenfionibus ceftuarint; novas utrique queerunto fedes , alioque commigranto. Apparet enim in bujusmodi ingeniis acerbiores nattra mores ineffe. Itaque maturiera queedam Gf mitiora ingenia illis accommodanda funt, ut Irgitimo quoiam modo tantemperentur PLATO de Legibus lib. xi. O) Bartol. ad L. 13. c. de Negot. Gejl. vid. Diff. inL.zo, c. de Jure dot,  344 Geneeskundige Va>j beurd(rf); zoo vorderd ook de billykheid, dat men be oN- beter toezicht hebbe op de inachtneeming deezer wet, vrugt- baar- dan men tot nog toe op veele plaatfen gehad heeft, H£ID' en men dus van de zyde der Overheid, de zwakkere en in veclen opzigten zoo zeer verongelykte Kunne in befcherming neeme (*). strengt Ook die ftraksgemelde onverfchilligheid tusfchen %ea^'o"n-P echtgenooten, waar door zy zich van beide zyden kuisMeid aan het genot eener otiwectige wellust overgeeven, bZiwdin, ook deeze buitenfporigheid moet het oplettend oog der Overheid niet ontduiken; fchoon beide de misdoende partijen door- eene onderlinge overeenkomst mogten fchynen de uitwendige rust en orde der Maatfehappy niet te Hooren, het verlies , het welk de faamenleeving aan nuttige burgers hier door lyd, de fchade aan de goede zeeden hier door toegebragt, en de ergernis aan hunne meedeburgers gegeeven , dit alles vor- (a) JuxtaSent. Glof. & Dijf. ad L. 10. f. i.ff.folut. molrim. (and. 10. 40. per tot. (*) De huisvrouwen onzer landlieden hebben geen zoo harde behandeling van haare mannen te verwagten , de onbefchaafde landman is te veel overtuigd van het onontbeerlyk nutvan een handig en ervaren Wyf en van het voordeel, het welk haar hulp in het bezorgen zynes huïsgezins, de behandeling van het Vee, en bereiding van het Zuivel hem aanbrengt, dat hy, al was het flechts uit hoofde van zyn belang , zich wel wagten zal haar te veronachtzaamen , geen Nederlandfche Boerin zoude zich zoo eene flaaffche behandelingvan haaren man laaten welgevallen, zeldfeam zal zy dus tot de befcherming haarer Overheid den toevlugt behoeven te nemen , onder welker raderlyke vleugelen zy echter a!s dan verzekerd ïoude zyn eene veilige fchuïlplaats te zullen vinden, . V e r t a' a l e r.  Staatsregeling-. 34ó vorderd eene geftrenge oplettenheid , de onechte kin- Va* deren op deeze onwettige wyze voortgebragt kunnen dit geenfints vergoeden, het grootfte gedeelte derzei- BAARver komt by gebrek van eene liefderyke cn zorgvuldi- HHD' ge opvoeding wel haast om hals , of worden nuttelooze burgers der Maatfehappy. De Bisfchop van Wirtsburg beval, dat de Geestlyken naauwkeurig zouden het oog houden op de gehuuwden, en zoo zy 'erontdekten, dewelke zich vrywillig van tafel en bed gefcheiden hadden, dat zy dezelve op het ailerernftigst tot eene echtelyke bywooning zouden vermaanen, des noods moesten zy dezelve aan da Waereldlyke Overheid dier plaats bekend maaken, en deszelfs hulp verzoeken, en dit alles niet flaagende dezelve ter verder beöordecling aan het Confiftorie of Echtgericht oveigeeven. In de Oostenrykfche Staaten is dit geval, even als over het algemeen de verfchillen tusfchen gehuuwden, aan de toezicht van den Wacreldlyken en geenfints van den Geestlyken Rechter bevolen (*). Ten (*) Ten allen tyde heeft de Wetgeevende Magt deèxer Landen zich op het allernadruklykst tegen de ongebondenheden der gehuuwden trachten te verzetten. Keizer Ka Rel V verklaarde by Placaate in dato 4. OSober 1540. Art. 18. dat niemand, die met recht van Overfpel befchuldigd kon worden tot Magiftraatsperfocn verkiesbaar was. De Staaten van Holland arrefteerden in de Politieke Ordonn. van Holland in dato 1. April 1580. Art. z?—-l8. dat een echte mamn overfpcl bevonden, met een ongehuuwde Vromvsperfoon, dezelve man verbeurt zyn ampt en ftaat, en verklaat zal worden eerloos en onnut om eenige ftaat of ampt binnen -de Landen of Steden te bedienen , verbeuren daar cn boven Voor de eerfte een boete van ƒ 100 ; o : o. voor de tweede reis  £4<5 Geneeskundige Van Ten tyde van Keizer Hadrianus wierden die Heelvrugt- meesters, die zich tot het ontmannen der Romeinmiö' fclie Jongens gebruiken lieten , met de dood geftraft. (V) Zelf deed men hen, die dezelve flechts op de Joodtratie ' fche wyze befneeden , deeze ftraffe ondergaan' (è); TeTathr- °-e 'Keizers Conftantinus en Juftinianus verzetteden ftrengs* zich met de grootfte ftandVastigheid tegen die dolheid dorden! der Priefters van Cybele, waar door zy hunne'Uitwendige teeldeelen affneeden, en ftelden op dit wanbedryf even dezelfde ftraf als op eene weezendlyken moord (c): wy hoopen , dat die landen, in de welke reis een boete van ƒ 200 : o : o .en voor ;o Jaaren gebannen ; de ongehuuwde Vrouw zal voor de eerfte reis 14 dagen te water en brood geleicf worden , voor de tweede reis ge bannen voor 50 Jaaren. Indien het overfpel gedaan is van een echte man met eene getrouwde vrouwe, ZHlten zy beiden daar en boven voor den tyd van 50 Jaaren uit den Lande gebannen worden: Indien een ongehuuwd man met eene echte vrouwe overfpel bedryft, »al hy mede 14- dagen te water en tje brood geleid worden , en boven dien verbeuren eene boete van ƒ ico : o : o voor de eerfte reis, voor de tweede reis zal hy eeuwiglyk uit de Landen gebannen worden Groot Placaat-Poek I. D. Col. 334. Zy die by een voorgaand huwelyk met elkander in overfpel geleeft hebben mogen niét te famen in den Echt treden, op ftraffe van nulliteit van' zodanig een huuwlyk, en daar en boven arbitrairelyk te worden gecorrigeert. Zie Ampliatie op de Polit. Ordottn. in dato 18. Maart 1666. als mede Refotutie vvn de Staaten man Holland in Publictttie gebragt by het Hoff rp den 25. Juny 1666. en Placaat van' dt Staaten van Holland 16. Jaly 1674. ,. v e r, t a a l e k. (a) L. 4. uit. ff ad L. Corn. de Sicc. (é) P au lus recept. Sent. L V. T. 22. 5. 3. Lampe Diff. Hijlor. Jurid. de honore privileg. & Jurib. Medicor. p. 12. 13, C O .>• H11» Lau r. Wit hof Diff fur les Eumques a Dvii' beurg 175Ö. *  Staatsregeling. 347 ke men tot nu toe den allerfchandelykften handel in van gefneedenen onbefchaamd' gedreven heeft, deeze gru- y^verweldaad zullen affchalTen, en de geheiligde rechten baar- , . ' hei»' der natuur met meer op zoo eene gevveldaadige wyze vertreedenzullen; laat ons intusfchen hierop uit zyn, om hen , die onder het voorwcndfel van het heelen der breuken meer dan te veel de ontmanning in het werk durven ftellen , de handen te binden ; men volge het voorbeeld van den weidenkenden en menschlievenden Vorst Carel Freckrik Markgraave van Baden Durlach, die by eene Ordonnantie van den z7. Augustus 1766. beval „ dat de Operatie van breukfnyden, te dier „ plaatfe, alwaar zich Heelmeesters bevonden, die ,, dezelve zonder Castratie konden in. het werk ftel,, len, door hen en niemand anders ten uitvoer gebragt wierd; dat de Leerlingen der Heelkunde 'er zich op, ,', moesten toeleggen ,omde geneezing der breuken zon-. „ der Castratie te leeren , en hier over by het doen hun» „ ner examina byzonder ondervraagd moesten worden. In Frankryk heeft de Regeering ook begonnen met ernst een waakzaam oog op deeze moordaadige konst-. bewerking te Vestigen:.. De Societé Roy. de Medicina maakte in den Jaare 1779.' in het eerfte deel haarer verhandelingen bekend het gevoelen van drie voornaame en hier toe uitgenodigde Geneeskundigen Pouiletier de ïa'Sdtfe, Andry en Ficq d'Azyr wegens dit onderwerp, by gelegenheid, dat aan dit gezelfchap van wegens de eerfte Minister een zeer gewigtig ontwerp was meedcgedeelt, het welk eigenlyk ten oogmerke had het beflisfen deezer vraage. „ Hoe groot het na- '. „ deel zy voortvioeijende' uit de Castratie, die met „ oogmerk om de breuken volkoomen te geneezen, ,j door veele Heelmeesters Wd 'in liet werk' g\.lWd?"' Z Reeds  548 Geneeskundigs devon- Reeds Dï0NIS) zeggen zy, daagde eenen zooge» vrugt" naamden Breukfnyder ter verantwoording opentlyk uit, hejdT welke ■> wanneer hy.'by de Operatie der breuke der kinderen Zaadballen afgefneden had, dezelve aan eenen grooten hond, die altoos onder de tafel lag, toewierp, die dezelve greetig opflokte; (en hier van ben ik ook by eenen laateren Breukfnyder ooggetuigen geweest.) De Breslaufche Verzamelingen gewagen van eenen Breukfnyder, dewelke in die Stad alleen meer dan 200 Kinderen op deeze wyze verminkt had , en dit heeft, volgens Haller, in fommige Zwitferfche Cantons by zeer veele menfchen plaats. De Intendanten te Parys van Languedoc waaren de eerfte, die deswegens hunne klagten voor het Ministerie bragten , by gelegenheid dat men bevond, dat eene menigte van jonge lieden , die men als Soldaaten wilde opfchryven, door eene geheele of gedeeltelyke Castratie hier toe buiten ftaat gebragt waaren, (men weet dat veele Jongelingen, uit vrees voor den Soldaaten ftand zich verminken lieten, en veelligt heeft deeze drangreden ook veele Ouders des te eerder tot de Castratie hunner Zoonen doen overgaan;) men liet door hier toegeftelde Heelmeesters onderzoeken , waar, en door welk flag van menfchen deeze konstbewerking wel het meest ondernomen wierd ; de naamen deezer ontdekte Breukfnyders wierden door de Sociëteit ter algemeene waarfchouwinge opentlyk bekend gemaakt. De Bisfchoppen van Montauban en Saint-Papoul in ervaaring gekoomen zynde, dat het voorbehoedings middel tegen de breuken, het welk fommige Kwakzalvers met Trompetten gefchal lieten afkondigen te bezitten , niet anders was, dan alleenlyk de Caftratie ; detz«  Staatsregeling* 349 dccz? waardige Prelaaten verzuimden geen ogenblik de van. . Intendanten hier van bericht te doen toekoomen, de vrugt-" fommé , welke zoo eene Breukfnyder zich voor elke konsib'evverking betaalcn liet, was niet minder dan 30 Livrcs, in het byzonder berichte de Bisfchop van SaintPapcul, dat htm by onderzoek gebleken was, dat het getal der op deeze wyze verminkte kinderen in zyn Keripcl alleen meer dan 500 bedroeg ; deeze Menfchenvriend had onder de Landlieden verfcheide elastieke breukbanden doen uitdeelen , welke deeze onbefchaamde Breukfhyders zich niet ontzagen weg te neemen cn te verduisteren; het genoodfehap verzekert, door berichten van verfcheide Gewesten overtuigd te zyn, dat dit misdryf nog in veele andere Provinciën van Frankryk in zwang was , het zelve drong dus met allen ieyer aan , dat 'er een algemeen Koninglyk verbod mogt afgezonden' worden , waarby de geneezing der breuken met Castratie aan elk een verboden wierd. Men moest de omzwervende Breukfnyders, die door De een gerfeepen tong of winderig gezwets den bekommerden Landman ligtelyk tot zoo eene gevaarlyke ders m,JS~ flap overhaalen, uit den lande weeren , of hen ten weed*' minde het onderneemen van eenige Heelkundige konst- W9rd"»> bewerking, voor af het breukfnyden op het itrengst verbieden; — de Geestlyke, wiens byftand'doorgaans by elke geyaarlyke konstbewerkiug verzogt word, kan in dit geval der menschheid van grooten dienst zyn, door hunne lecken van het gevaarlyke, nadeelige en misclaadige van zodanig eene onderneeming op het nadruklykst te onderrichten, of dit niet baatende, ter behoorlyker 'plaatle hiervan bericht te geeven , op dat méér' vermogende middelen ter weering van dit kwaad in het werk kunnen gefield worden. Z sr Daar  35"° Geneeskundigs de^'on- Daar echtei' de arbeidzaame burger aan dit gebrek" vrugt- zeer veel onderheevig is, hetzelve door verzuim van lyd tot lYd aanwast, en eindelyk door het uitzetten Verduf der breukzak aanleiding^tot de allergevaarlykfte toevalVZZordcr le" 8CCfC' dcn arbeid' i'1 Méégaan zelf zeer bezwaarlik fïeïrotZ. nmkt ï en de ïtist, ja zelf de mogelykheid tot den byflaap uitdoofd, en voor den gcbrokenen zelf met le'evc-nsgevaar doed verzeid gaan, zoo moest zïalfyl 1 • Elke Stads of Doi'Ps - Chirurgyn voorzien zyn van goedje' v"fch2ide> dooreen kundig en door het Collegium brexkban- Chirurgicum hier toe aangevveezcn werkman vervaardigde , breukbanden voor allerlei foorten van breuken in beide de Kunnen. t£S£ ~' Deeze moest hy voor eene maat!'ge en bepaalde piys voor niet aan den geringen Burger afleveren , den armen , voorzien wier nooddruft door een gewettigd getuigfchrift narden. hem gebleeken is, voor met en op 's lands kosten hier van voorzien , cn dezelve aanleggen, hem tevens duidlyk onderrichtende, hoehy zich in deeze gevallen gedragen moét, en van hoedanige gevaarlyke gevolgen de Operatic door eene onkundidige hand ondernomen verzeid kan zyn. Men 3. Het zoude zeer nuttig zyn dén Landman reeds van moest den j„_ • j r ... Landman der JeuSd at aan ecmg begrip van dit, ongemak, en h!ZigZ- eenige algemeene regelen , hoe zich daar in te gcg'ip gee- dragen, meede te deelen; ik heb met de grootfte aandoening eenige ongelukkige voorbeelden van de fchadelykheid deezer onkunde gezien, de ongelukkige arbeidzaame Landman aan dit ongemak onderheevig zonder eenige voorzorg hier tegen aan te wenden , zonder zelf eenige kunde, hoe zich hier in te gedragen, word op het onverwagt in het veld door eene geklemde breuk overvallen, ■ * eene  Staatsregeling. 351 eene verkeerde en kwalyk geplaatfte fchaamte,op Va* het land niet ongemeen, verhinderd hem zyne kwaal vrugt-" by tyds te openbaaren, de omfteeking in den aanvang niet gefluit, neemt hand over hand toe , en £'D' weldra word het weder inbrengen der darmen onmoogelyk zonder het in het werk ftellen der konstbewerkiug , en in den geheelen omtrek is geen Heelmeester die deeze Operatie anders dan met de ontmanning verrichten kan. 'Er moest derhalven, .4. In elk diftricl een kundig, en vooral in het verrich- 'Mrmorsten deezer kunstbewerking zonder Castratie, er- f"^' vaaren Heelmeester aangefteld worden, die altoos ^"V"*daar het de nood vorderde by de hand zyn moest, g'/ieiT"' om deeze Operatie, indien het eenigfints moogelyk wordenis, zonder befchadiging der teeldeelen in, het werk te ftellen. 5. Daar eene zekere foort van Breuken , die door in Watme* of buiten het fcheedeylies der teelbal en zaadftreng !wf,f"~ verzameld water ontftaat, en onder den naam van *', Hateroreuk bekend is, éertyds meestendeels door bebbt. dc Castratie geneezen wierd, en dezelve thans, wanneer de bal niet aangetast is, op eene veel zagter wyze geheeld kan worden, zoo moest men aan alle Heelmeesters in het algemeen beveelen , om in deeze Operatie de deelen der Voortteeling zoo veel doenlyk te fpaaren, en zich toe te leggen , om hunne Lyders in dit geval volgens de geneeswyze van Pot en Richter te behandelen; ten deezen einde moesten zy in het ondergaan van hunne examina blyken van hunne kundigheid in deeze heelwyze geeven. 6. Aan alle de Heelmeesters eener 3and.ft.reek moest Van alle bevolen worden, dat zy telkens van elke Breuk- '^freukZ 3 f'ny-  3£b Geneeskundige Van fnyding die zy verrichten moesten tevooren ken^ 'vrugt- nisfe geeven aan de Overheid en den Geneesmees- heiad.: ter' en na bct verrichten der Operatie zonder na- jhydmre» laatigheid aan het Collegium Medico -Chirurgi- moeaken- Cum , een uitvoerig bericht wegens de gedaane nis war- - : , ö ° dengtgee- kunstbewerking cn derzelver gevolgen doentoekoomen(*> Zorge De Vrouwlyke Kunne moest van wegen haar tede- vosrVrQu- -.. : " P. wen aan rer lignaamsgettel van allen zwaaren' arbeid, een voorïnJflKe- naamè oorzaak der breuken, bevryd zyn; het tegenvig. ' deel zien wy dagelyks onder onze landlieden, geen arbeid is voor haar te zwaar, zelf met den zwangeren buik zien wy haar dm gahtfehen dag door in de fchuur dorfchen , zwaare lasten dragen', en allerlei manlyk werk verrichten; dit alles is ten nadeele eener gelukkige (*) De Voorzorgen, welke onze Schryver der Eurgerlievende Overheid aanpryst ter afweering van die , voor den ongelukkigen Lyder , ja voor de geheele Maatfehappy zoq nadeelige gevolgen eener door drieste onkunde te onrecht in het werk gefielde kunstbewerking , deeze voorzorgen kunnen voorzeker, of geheel of ten deele by ons en elke befchaafle natie met het grootfte nut ten uitvoer gebragt worden. Onzen geringen Burger en Landman is dikwerf liet flachtoffer eener beklagenswaardige nalaatigheid, jaaren lang gaat hy veort om zonder voor zyne breuk door eene bekwaime band eenige voorzorge te neemen , zynen gewoonen arbeid te verrichten , en niet dan in den uitersten nood, wanneer hec dikAverf reeds te laat is, neemt hy tot den Heelmeester zyn toevlugt, en de Operatie , niet dan na het openbaaren van «adeelige tekenen in het werk gefield, heeft dus veeltyds eenen ongelukkigen uitflag, waardoor andere, met het zelfJe ongemak federd lang bezogte Lyders, afgefchrikt worden, om zich aan een anderfints zoo héilzaam hulpmiddel te ondeïyerpen. Vertaaler,  Staatsregeling. 353 kige bevolking; het fchynt echter tot die misbruiken v\t i te behooren , 'welke tot eent noodzaakelykheid gevvor- vrugt*" den zyn; de Breuken zyn der vrouwen niet zoo zeer in den byflaap als wel in de verlosfing hinderlyk, als dan , belemmeren zy door haare grootte, drukking en gevoeligheid den doorgang van het kind, en worden niet zelden door eene allergevaarlykfte ontfteeking aangedaan. Het is derhalven van het grootfte aanbelang, dat de meisjens reeds by tyds door haare Ouders van de kentekenen der breuken, en de noodzakelykheid om in tyds daar tegen middelen aan te wenden, op het zorgvuldigst onderricht worden; op dat geene valfche fchaamte oorzaak zy, dat het kwaad de overhand kryge, en zy dus ook in ftaat zyn , moeder wordende , dit ongemak vroegtydig in haare kinderen te kennen, en daar tegen de nodige hulp te zoeken. , Ik heb hier voor reeds aangemerkt, dat het ontydig Van dt afhaalen der nageboorte door onkundige Vroedvrou- èeTder' wen , het al te vroeg op de been en aan het werk be- ^armoegeeven der Kraamvrouwen , dikwyls oorzaaken geeven tot de uitzakkingen der baarmoeder , deeze veroorzaaken niet Hechts een gewigtig ongemak in haare bezigheden, maar het werk der voortteeling zelve word hier door merkélyk benadeelt; om niet te fpreeken van het walchelyke waarmeede dit ongemak verzeid is , is het niet waarfchynlyk dat, daar de inwendige teeldeelen niet op hun plaats zyn , de vrouw ligtelyk zal bezwangerd worden en blyven, en dit al gebeurende zal deeze uitzakking ongetwyffeld de moeilykheid, en het gevaar by de verlosfing merkélyk vergrooten; ook worden de uitgezakte deelen dikwerf Z 4 met  3ó"4 GENEESKU N D I G ET t>7Aon met zweeren en verhardingen bezet, en dus verdwynt vrugt- a'le hoop op eene vrugtbaare byflaap. hIidT *k hebbe waargenomen, dat de uitzakkingen der baarmoeder of der fchcede , onder de Vrouwen der mecnheid Landlieden even alg:meen waaren, als de breuken by de m'gerfat Manspersonen: is deeze bedanking alleen niet een allergev. !>:ig(te drangreden tot het in het werk ftellen eener verbetering onder de Vroedvrouwen , daar nog daar cn boven zeer veele andcifints vrugtbaare moeders, deeze haare r,ii:;;ge vnigibaarheidten ecnenmaaj verliezen , na dat zy cennual dcor de gewelddaadige handen cener onweecende Vroedvrouw mishandeld waaren ; maar OOI tot het reedt gemelde ongemak terug te keerea, daar nu de fclmti:ach:igheid der vrouwen dit haar gebrek in een fchadelyk ftilzwygen begraafd, daar het zelve door beide de Echtgenooten doorgaans voor ongeneeslyk gehouden word, is het dan wel te ' verwonderen, dat het zelve óp de voorplanting de allernadeehgfte gevolgen heeft; het is echter by geluk niet geheel en al ongeneesbaar, wanneer het by tjds aan des kundigen word bekend gemaakt: behoorden derhalven niet alle Vroedvrouwen eene befchouwende én beöeffenende kennis van deeze zoo heilzaame middelen te hebben, moeten zy niet haare Zwangere en Kraamvrouwen getrouwelyk waarfchuwen voor alles wat zodanig eene uitzakking kan veroorzaaken , haar, en zoo het nodig is ook haare mannen , de fchadelyke en gevaarlyke gevolgen van dit ongemak, en de mogelykheid van deszelfs geneezing overtuigend voor oogen ftellen? De Stads en Dorps Vroedvrouwen moeften op 's Lands kosten van een genoegzaam getal behoorlyk gemaakte moeder-ringen voorzien zyn, ten gebruike ' '■ ' 'der  Staatsregeling., ictf der arme vrouwen, en zoo dit middel niet genoeg- van zaam was, moeten zy de Lyderes trachten te be- vrugtwcegen by een ervaaren Vroedmeester hulp? te zoe- B*Ailktn, welke hier toe gemagtigd de behoeftigen van de nodige middelen op 's Lands kosten moest voorzien. S- x. Eindelyk, om de fchade, welke de Maatfch appy Befluit door de onvrugtbaare huuwlyken lyd , zoo fpoediï Hoofddeel moogelyk is te vergoeden, moet men , in die gevallen , waarin beide de partyen om onvrugtbaarheid onmagtof andere gewigtige redenen, die tegen Kerkelyke noch waereldlyke rechten ftryden, vernietiging hunner echtverbintenis verzoeken, hun deeze fcheiding op zoo eene wyze toeftaan, dat zy hier door niet geheel van alle beftaan beroofd en tot den bedelzak gebragt werden, of door den langen duur der rechtsgedingen lust cn vermogen verliezen om in een anderen Echt blyken 'hunner vrugtbaarheid te geeven elk onvrugtbaar paar moest na verloop der eerfte 10 Jaaren ondervraagd worden, aan welke oorzaak het deeze zyne onvrugtbaarheid meende te kunnen toefebryven , dit onderzoek zoude meenigc gezonde en vrugtbare vrouw uitlokken tot het uitboezemen eener klag- (") Si generandi impotentia tiquido poffi demonflrari ; primxTio matrimonii fint non minus efl adverfa , quam plenaria frigiditas. Quod dicunt, fiecunditatem effe penes Deum , adeo non obftat , ut quod moremur *>ix dignum ft» • — quod eadem rationa foret abfurduin , ac fi qüis cacus cuidam fe feribatn ebtrudere velit, propterea quod oeulos prajlare , ft penes Deum J. B. A W0.1. zogen Dij. de Connubiis Infantum ; c. i. p. 39. Z 5  Geneis kundige Van klagte, welke zy dus lange door fchaamte in haaren vrugt- boezem gefmoort had, hier door zoude men in ftaat zYn naar die middelen , welke Kerkelyke en waereldlyke wetten haar tegen dit voor haar, haar geflacht, ja de geheele maatfehappy zoo nadeelig kwaad toeftaan , ja aanpryzen, aan de hand te geeven. Kon. In gevolge eener Koningl. Circulaire Brief van BerfcZ'fn- hn d. 27. Sept. 1751. „ moet aan Echtgenooten , richting. ^ tusfchen dewelke Inimicitits capitales cjf notor'uz ,, heerfchen, en uit welker verbintenis men niets dan „ kwaad, en het verderf van een of andere party te „ wachten heeft, de fcheiding, wanneer zy hier om „ verzoeken ,' niet moeilyk gemaakt worden, maar, ,, wanneer zodanig eene vyandfehap behoorlyk beweezen is, den band des Echts tusfchen hen ter,, ftond, en zonder fcheiding van tafel en bed te doen „ vooralgaan , verbroken worden. " Deeze Inrichting heeft men echter uit hoofde van het misbruik, het welk van het veelvuldig verzoek ter Echtfcheiding gemaakt wierd, eenigfints moeten bepaaien: maar zoo noodzaakelyk als deeze nadere bepaaling ook geweest mooge zyn, zoo is het doch ten uiterften grievend voor een gezond en vrugtbaar Echtgenoot zich de onmoogelykheid eener zoo biliyke fcheiding voor te ftellen, daar doch de onverbreekbaarheid des Huuwlyksbands op geene wetten der natuur, maar alleenlyk op zwaarigheden, die uit een Kerkelyk Leerftelfel vloeijen gegrond is, eene band door de waardigheid eenes Sacraments aanzienlyk gemaakt, maar die niet tegenftaande dit alles dikwerf voor ten onrechte faamengevoegde Echtgenooten, ja zelf voor de geheele maatfehappy eene noodlootige keeten van rampen is, waar aan deugd en rechtfehapenheid niet zelden  Staatsregeling. 357 den tot haar onherftclbaar ongeluk gekluisterd zyn. Van Eu daar de verbreeking deezer band niet zonder we- vrugtderzydfche toeftemming kan gefchieden, waarom moet het doch van den willekeur dikwerf eenes deugniets afhangen , om zyne onfchuldige wederhelft van de faanienleeying met een waardiger bedgetioot voof al haar leeven te beroven. Eene Burgervrouw gaf voor omtrent 16. Jaaren haaren naarftigen , en haar liefhebbenden man een vry groote gift Cubalt in, het welke hem zeer na aan het graf bragt, de vergifgceffter week geduurende eenige jaaren uit het land, de geredde man mogt zich niet wederom in het huuwlyk begeeven, offchoon de natuur en zyne huislyke omftandigheden hem daar toe ten fterkften drongen (*); was het zyn fchuld,dat hy vergeeven, en daar na verlaten was. Doch dit en foortgelyke gevailen laate ik ter oplos? fing dier mannen , die door een hoogeren geest beft uurd , (*) Onze Burgerlievende Overigheid befliste een foortge'yk geval op eene geheel andere , rnet de billykheid en het algemeene welzyn meer overeenkomflige wyze; wanneer de Staaten der Vereenigue Nederlanden op den 30. December 1732. by refolutie een huuwlyk vernietigden , en aan de Vrouw teertonden een ander huuwlyk aan te gaan , uit hoofde dat de Man eene moedwillige moord begaan had , en uit den lande gevlugt was. Vol. ons het 91. Articul van het Echt Reglement gearreflecrd den iS. Maart i6;6- by Hun Koog Mog. word die geen , die malitieus verlaaten is na genoegzaam bewys wederom tot het huuwlyk teege'aatén; de verlaater word met bannisfement geftraft : Voor defertïe word meede gehouden eene gedurige onttrekking van den huuwlyks-pligt , zelfs na gedaane klagten van de zyde der Vrouwe , en aanmaaning van den. Rechter. VERTAALÊRj,  358 .Geneeskundige Van Ituurd, de ontknooping zodaniger op eene andere wyze vrugt- onoplosbaare zwaarigheden kunnen ontwikkelen (;:;). BAAR- heib' . (*) De Heer fr an k field zich door hen aanpryzen der fcheiding van onvrugtbaare huuwlyken zoo zeer ïn de bresle voor den aanwas onzer bevolking , dat hy zeer veele , zeer gewichtige zwaarigheden fchynt over het hoofd te zien , die noodwendig plaats vinden, wanneer de onmagt ter voortteeling by een van beide de Echtgenooten, of de aanhoudende onvrugtbaarheid van een huuwlyk eene voldingende reden is, om de Echtfcheiding, niet alleen toe te flaan , maar zelf te beveelen : ik kan voorzeker niet ontkennen, dat de bevolking ten hoogflen hier by zoude bevoordeelt worden, indien alle huuwlyken met vrugtbaarheid gezegend waaren; dat het derhalven dc pligt van elk menfehenvriend is, hier toe zoo veel mogelyk de behuipsaame hand te bieden ; dat men zelf het huuwlyk aan zulke perfoonen, die met overervende of befmettende lighaamskwaalen, of aanmerkeiyke gebreken der teeldeelen beweezen konnen worden bezogt te zyn , volflrekt moest weigeren, gelyk meede aan vrouwen, wier bekken zodanig misvormt is, dat zy zwanger wordende niet dan ten kosten van haar of haar kindsleeven konnen verlost worden , «ene wanfehapenheid, die in veele gevallen zelf uitwendig zeer zichtbaar is ; dit alles zal geen onzydig beöordcelaar ontkennen , maar tevens , hoe moeilyk , hoe netelig zyn niet de gevallen, waar in eene onmagt of onvrugtbaarheid de oorzaak eener Echtfcheiding zyn zal; hoe bezwaarlyk is het voldingend te bewyzen, by wien dit gebrek plaats heeft! aal men zich wel aan een der betaamlykheid zoo kwetfend onderzoek onderwerpen? een onderzoek, het welke nimmer plaats kan hebben , dan na voorafgegaane klagten van een der Echtgenooten ; zal men een huuwlyk, het welk geduurende eenige Jaaren onvrugtbaar geweest is, vernietigen zonder toeflemming der beide partyen, en hier door twee aan elkander gehechte perfoonen ongelukkig maaken , veellicht zonder voordeel der bevolking? een denkbeeld, het welk niet dan in het ontwerp fmeedend brein van den floutflen dwingeland kan opkoomen! gefchiedde fcheiding op verzoek van een «f beide de partyen, welk een tyé verloep zal men be- paa-  Staatsrégeling. 359 paaien om de vrugtbaarheid eenes huuwlyks te beflisfen? zyn Van niet fommige Echtgenooten na 10. 12. 16. ja meerder jaaren M 0N~ voor het eerst met kinderen gezegend ? en is het volgens J^'1*31'" de door den Heer Frank hier voorgemelde onderfclieiding HHD." eene onvolkoomc onvrugtbaarheid , hoe bezwaarlyk zal het als dan vallen te bcfiisfen, by wie die plaats hebbe, wie zal men in dit geval na' de fcheiding verlof geeven tot het aan- . gaan van een ander huuwlyk? aan beide ? loopt men dan geen gevaar van de maatfehappy wederom van een ander ter voortteeling allernuttigst lid te berooven , zoo namentlyk by eender gefcheiden Echtgenooten eene verborgene oorzaak der onvrugtbaarheid plaats heeft : Zie daar eenige bedenkingen met opz.cht tot de onmagt en onvrugtbaarheid, als oorzaaken der Echtfcheiding; maar worden alle huuwlyken aangegaan eenig en alleen met oogmerk om de voortplanting des menschdoms te bevorderen ; Zyn niet perfoncel behaagen, tydlyk belang, en meer andere redenen aliervermogendfle dryfveeren tot het aangaan van e.en huuwlyk, dryfveeren , die door de onvrugtbaarheid in geehén deele yerflapt worden , en de Echtgenooten beletten om wegens hunne onvrugtbare faamenwoning, vernietiging van hunne verbintenis te verzoeken, dryfveeren, dié, fchoon met opzicht tot de Maatfehappy flechts in de tweede plaats in aanmerking koomende, echter voorde verbonde partyen van te veel aanbelang zyn, en tot hun onderling geluk te veel toebrengen, om zonder op dezelve acht te Haan twee anderfints wel gepaarde Echtgenooten alleen uit hoofde van eene langdurige onvrugtbaarheid te fcheiden. ' Onder de voornaamfle oorzaaken der onvrugtbaarheid teld onzen Sehfvver 5. S. de vreeze voor Kinderen , het is niet te ontkennen , dat hy, die met'eene vrolyke onbezorgdheid den aanw.s zynes huisgezins kan afwachten, en daar toe het zyne rr.ee blytnoedighcid kan toebrengen, ook doorgaans zyn gedacht met een grooter aantal van gezonde Spruiten zal zien ve-meerderen , maar echter zyn my geen zodanige rampzalige Steden of Dorpen ia ons Vaderland bekend, waarin de armoede en de bezwaarlyke kostwinningen oorzaak zyn, dat hy de middelmatig gegoede burgers derzelver het getal der kinderen zelden boven de 2 of 3 beloopt , gelyk de Heer Frank van fommige plaatfen in Duitschland aanteekend, integendeel vind nen by de behoeftige, by de armfte klasfe eejf,onzer inwooners, het talrykst kroost: indien wy de on- viugt-  360 Geneeskundige Van vrugtbaarfte huuwlyken wilden nagaan, deeze zoude men ook »£ ON- by ons onder onze lieden van aanzien en vermogen moeten Jaar"11" zoe'ien > ^e oorzaak hier van is ligtelyk te vinden, zonder H£lD> dat wy, met de Schryver, onze Meedeburgers van eene allerfchandelykfte en misdaadige verydeling van het oogmerk des wyzen Scheppers behoeven te verderken , gaan wy flechts de opvoeding en leevenswyze onzer aanzieniyken na, zien wy hoe zy zich zoo in den ongehuuwden als gehuuwden ftaat gedragen , en weldra zal het voor ons niet duifter meer zyn, waaraan wy het gebrek aan af.lammelmgen by veelen hebbe toe te fchryven; hier by komt, dat der zodanigen huuwlyken veelmaalen door ftaatzucht, belang , of trotsheid gekoppeld' worden, zonder dat eenig perfoneel behaagen, veel min onderlinge liefde, hier toe meede gewerkt hebben; het minfte vèrfchil baart weldra verwydering, onverfchilligheid, ja haat en verbittering, en hoe zal men uit zodanige verbintenisfen met goede grond een talryk nakroost kunnen verwachten! De verdere oorzaaken der onvrugtbaarheid door onzen Schryver in dit Hoofddeel opgenoemd, zyn in ons Vaderland even als by meest alle de befchaafde Volken in eene meerder" of minder maate te vinden , de hulpmiddelen hier tegen voorgefteld zyn der aandagt eenes Volksbeflierders , zoo wel als van elk burger, wien het welzyn van zyn Vaderland ter harte gaat , overwaardig : de naauwkeurige aanteekening der onvrugtbare huuwlyken, en derzelver vermoedelyke oorzaaken §. 9. zoude in dit ons Gemeenebest voorzeker groote , zos geene onoverkoomelyke zwaarigheden ontmoeten , het is en blyft echter altoos de pligt, zoowel als het genoegen van elk' Vaderlandmïnnaar , al wat in zyn vermogen is tot deszelfs' bloei en welvaard toe te brengen. V El H i 1 Hl V Y  Staatsregel.'in •.. 361 VYFDE HOOFDDEEL. Van het Nadeel, het welk men uit het verhinderen eener vrye keuze in het Huuwlyk voor den aanwas eener gezonde bevolking te wachten. heeft. §• I 7 ouder de wederzydfche.liefde der Echtgenooten ffoe„m^ is liet Huuwlyk op zyn best genomen niets meer, dan ^teiykde eene.-bnverfchillige fmaaklooze faamenwooning , het tff% werk der voortteeling op zoo eene koelzinnige wyze nootJ''m ondernomen zal niet dan laffe vrugten, dan lustlooze /-"', ver° kinderen voortbrengen , dit poogde de goedgunffige natuur voor te komen, door het vuur der liefde in den "uwza "* boezem der Echtgenooten te ontfteekcn, en ik kan waarlyk, zoo dikmaals my een traag, gemelyk menfch voorkomt, niet nalaaten by my zelf te gisfen zoude ook de Vader half llaapend 'zynen huuwlykspligt voldaan, zoude de Moeder ook ten ontyde gefniest hebben: Zodanige kinderen, welke hun aanweezen meer aan pligt, dan aan eene driftige opwelling der wellust te danken hebben, fchynen hunnen rol op het toneel der waereld zeer onverfchilhg, even als waare het hen geen rechten ernst, af te fpeelen, zy dienen meestendeels voor figuranten, om de ledige vakken in het tooneel des leevens te vullen , flaa het oog eens  36a Geneeskundige Van de eens op de vrugten van zodanige huuwlyken, waar keuze in van belang, of eerzucht den onverbreekbaaren band HET fmeedden, daar onderlinge liefde den bruilofts fakkel Huuw- iyk. niet aanftak, men zal zich welhaast overtuigen kunnen , dat 'er eene zekere maate van liefdensvuur vereischt word, om menfchen voort te teelen, welke zoo eene leevendige werkzaamheid bezitten, als tot het uitvoeren van zaaken van aanbelang noodwendig vereischt word, en zonder welke men niets meer, dan een nutloos inwooner in de faamenleeving is. De Voortbrengfels der liefde , die helaas! grootendeels in onecht worden voortgebragt, munten doorgaans uit door hun leevendig uitzicht, en eene werkzaamen aart, welke men by de meeste echte afftammeIiugen vrugtloos zal zoeken, is het dus niet den welmeenende wensch van elk menfchen vriend, dat men by tyds trachte voor te koomen , dat het werk der voorttteling by echte lieden niet eindelyke geheel en al wcrktuiglyk worde. §. II. VeOver- heid moét De Overheid boude voor al een waakzaam oog hier biylbvan' °P5 dat geen Vader van zyne magt ten nadeele der ^dèn'dieeï maat*cüaPPy nrisbruïk maake , door zyne huuvvbaare kanderbe- kinderen tot een huuwlyk te noodzaaken, het welk TraeTten lllin teg™ de borst is, en hen geen andere denkbeel*f hevor' den, dan van afkeer en ellende over laat; niet dat ik aeren , en ' even ais wilde, dat men der losbandige jeugd;den vryen teugel '"yk^d'èn zoudevieren, door aan eene ongelukkige ,öf onbedwang zonnen keuze den welftand eener gantfche Familie op van eigen- 0 11 r zinnige te offeren; maar nimmer moeten eigenzinnigheid, fertiel- gierigheid , eerzucht of andere laage oogmerken de Ita, . Wr»  Staatsregeling. gog verbintenis verhinderen tüsfchefi perfoonen, by wien een onderling, liefde - vuur in de aderen gloeit, en die tot het werk der voortteeling övereenkomftig de wetten der natuur en hunnes Vaderlands voor de maatfehappy van hèt grootfte nu' zouden zyn. In Frankryk is eene wet, welke aan elke huuwbaare jonge dochter toeftaat, ieder eerlyk man, die haar zyne hand aanbied ^ haar jawoord te geeven , wanneer men tegen hem niets onbetaamlyks kan inbrengen, en indien haar Vader uit eigenzinnigheid zyn toeftemm'ing weigert, zoo kan zy' tot drie reizen toe haar Vader tot het voortbrengen der redenen zyner weigering opeisfchen , waar na het haar vry ftaat ook zonder zyne toeftemming zich in het huuwlyk te begeeven ; volgens eene oude gewoonte in de Provinciën Anjou en Le Maine kan een jonge dochter boven de 25. Jaaren oud zich doen beftaapen zonder dat het haar Vader vry ftaat haar deswegens te onterven (0). Ziet men niet in andere lahdeu veelvuldige voorbeelden , dat een Vader uit onbetaamlyke eerzucht, ot zulk een , die by het huuw'yk van zyn dochter aan dezelve haare moederlyke erfportie rhoet uitkeeren, zich zoo lang moogelyk tegen haar huuwlyk met alle magt verzet, tot dat zy hoopeloos aan ongebondenheden zich overgeeft, of ónder het getal der wanhoopige oude vryfters een kwynend leeven nutloos yoortileept , zonder dat het haar vryftaat baar recht tot een nuttige en met de natuur overeenkomftige ftaat door de wetten te ftaaven'. i UI. (.a ) Encyclopedie Tom» X. art. defloratie, A % Vav de vrye keuze lH h!;t . Huuw x/ïk.5  3|«j| Geneeskundige Van ds 0 t t t vry£ 5- 111. keuze in Huw- Waar zoude men de vryheid in het huuwlyk met tYK. grooter recht zotken, dan in den boeren ftand, daar Wat o," onbaatzuchtige liefde de harten verbind, en men geene caVZi hinderpaalen aantreft, die den eenvondigen Landman VeïzeVn- verlfderen zyne neiging i" te volgen , en echter is Jeriyk «. het 'er verre van daan; eene menigte gezonde Landmeisjens blyven in den bloei haares leevens in eene treurige eenzaamheid , daar zy onder de Jongelingen van haar Dorp geen gefchikte wederhelft kunnen vinden, en geen vreemde vryer zonder leevensgevaar haar zyne hand kan aanbieden ; naauwlyks befpeuren de Jongelingen eens Dorps , dat een vryer van een ander Dorp zich by een hunner meisjens poogt aangenaam te maaken, of zy ftellen alles in het werk om hem hier van aftefchrikken, geene kwelling is 'er, die hy van hun niet te verwachten heeft, ja zelf heeft men veelvuldige voorbeelden, dat hy dit zyn onderncemen met de dood heeft moeten bekoopen, deeze wrok is in de daad iets zonderlings, welke de eene Gemeente wegens haare ongehuuwde vrouwsperfoonen tegen de* andere voet, zonder dat hier tegen eenige maatregelen genomen zyn' S- i v. Gewoon- In tegendeel is het op veele plaatfen (van DuitschZyZ/tlt land) noS in g^i'uik , dat men niet toeftaan wil, dat tl 'Zl ee" J°nSeli"g buiten zyn Dorp huuwe, ten zy hy een deeze vryheid door eene zekere fomme gelds voor zich Z",%*,. ko°Pe ' en dan nog loopt dit dikwerf niet zonder top» .vechtparty af, dit onaangenaam vooruitzicht doet meenig Jongman , die in zyn Dorp geen Meisje naar zyn  Staatsregeling. %6$ zyn fmaak kan aantreffen, geheel en al van het huuw- van »e Iyk afzien: op andere plaatfen moet het Meisje, wan- ?*™E nerr zy in een ander Dorp uitgehuuwlykt word, een het -gedeelte haarer bezitting ter afkooping eener zoge- juf^W" naamde, aldaar in zwang zynde, Lyfeigenfchap, achttriaaten , een gebruik waar door meenig huuwlyk .verydeld word. ..... ■ ....... s. v,„., :■ Intusfchen is het zeker, dat de meeste ftammen der jy00lj. .menfchen zeer fteik in volmaaktheid afneemcni, \aak'W-, ' - beid om de wanneer zy zich met geene andere Hammen verrneh- verMeide 'gen , maar geduurig onder elkander trouwende , al- ^T'mln"toos de zelfde vrugten op denzelfden akker zaaiien. fch'n m,t ,— J andere De voortteeling aer dieren kan hier van een duchtig flammen bewys opleveren, in diergaarden neemen de gedachten ■ der aldaar op zich zelf voortteelendc dieren , in weerwil van alle aangewende voorzorgen,-zichtbaarlyk in grootte en fchoonheid af; om dit voor te komen moet men in de floeteryen de Merrien vreemde Hengften , of de Hengften vreemde Merrien geeven, zoo dra men ■befpeurd dat de Veulens kf'iner of gebrekkig worden, het welk niet zelden reeds met het tweede gedacht plaats heeft., Bu.ffon gist, „ dat onder de men,, fchen ook deeze oorzaak van even dezelfde uitweri, kiug zoude gevolgt zyn, en die wet, welke het „ huuwlyk tusfchen dc naaste bloedverwanten ver- bied,, en voor ons van een Godlyken oorfprong is', m soude by andere volken , de oubefchaaffte zelve, „ niet zoo algemeen zyn, indien dezelve flechts op i, Staatkundige oogmerken gevestigd waare, veel eer fchynt het een ingefchapen wet der natuur te zyn ; ta welker overtreding de ondervinding getoont heeft A a a dat  %66 Geneeskundige vTye DE " dat voor de Vo"tomenlieid van het menschlyk geïkuze in flacht van de nadeeligfte gevulgen is " hi t ti . HuUW- "et IVK. (a) Hilioire Naturelle t. 2. dit gevoelen is" echter niet vry Van tegenfpraak , men Hond wel toe , dat het tér inftandhoudin j van het ras der dieren de vermenging met Vreemde raSfen nodig was, maar met opzicht fot het geflacht der menfchen ontkende men de overeenkomst. „ L'on fuppofe, qu'i! en eft 3, des hommes , eomme des animaux domeftiques, doi.t quelques5, uns fe rabougriffe t par les accoupiemens incejlueux: te qui a in„ diquê, ainjl qu'on fait ", la nee fjité de mêler ou de croifer les races t, pour en maintenir la vigueur 6" en perpetuer la beauté II conjl» „ par des experiences fnites depuis peu fur une feule espèee , que la degeneration eft plus grande & plus prompte par une fuite a'ac„ eouplemens dans la ligne collaterale, que dans la dgne defcen„ dante; & c'efi' la un refultat, au quel on ne feferoit affurement f, point attendu. — Mais ce n'efl qu'une pure fuppnfirion , dont „ nous avons rendu compte , au fujet de la degeneration, que les „ accouplemens intejlueux pourroient oceaftoner dans l'espec» hu,, maine, eomme dans quelques especes animales. La verile eft, „ que nous ne fommes pas & que nous ne ferons point di ft tót ffez „ inftruit fur un objet important pour pouvoir en parler avec as- „ furance te qui demontre au refie , qu'il ne faut raifonner „ fur la necpffite de croifer les races lorsqu'il s'agit des hommes, eomme lorsqu'il s'agit des animaux domeftiques , c'eft que les Cir- cufftens & les Mingreliens tonflituent un peuple, qui ne fe méle ja„ mais avec un autre , & ou les degrês, qui empèchent le mariage „ font tres peu étendu ; eepeniant le fang y eft, eomme l'on fait 5, le plus beau du monde , au moins dans les femmes; & i s'cn )s.faut b eau coup, que les hommes y faient auji laids , que le dit, „ dans fes voyages au Levant le Chevalier D'a R ViE u, dont U te- moignage eft tres oppofe a celui de Mr- SbaSDIN, qui avort „ êtê fur les lieux & le Chevalier D*AR viE u n'y a point été- D'un „ autre coté les Samoyedes, qui ne fe meient, ni avec les La„.pons-, ni avec les Rujfes, conftituent un peuple tres chttif & ab„ folument imberbe , quoque nous facbions a n'en pas douter par „■ les obfervations de Mr. Klingstad que jamais les Samojedes „ ne eontraSent des mariages incejlueux, eomme on l'affure dcute » 1"el-  Staatsregeling. 367 Het is ook zeer natuurlyk dat eene maatfehappy van »s -by voorbeeld 400 menfchen , die zich altoos onder kevie in elkander in den Echt verbinden ,.van tyd tot tyd eene. h™*. gelykvormigh .id in de vochten , en gevolgelyk ook in l?k> de daar uit -v ©rtfpruitende gebreken varkrygan^ dus worden de g bftfcèn van een mensch met 'er tyd aan de geheele ftam eigen, en daar tegen worden de goede hoedanigheden der gezonde gtKlachten door zoo eene opeenhooping van onvolmaaktheden verflikt: het is voorzeker waar, dat tegenftrydige gevleidheden met elkander verbonden zynde , de wederzydfche gebreken door deeze vermenging in het nakroost verbetert worden , even gelyk de wrange fappen van den wilden appelboom door het daar op geënte renetten - takje zich laaten verbeteren ; ingevolge deezer Helling gaat men te werk in de Kloeterijen , wanneer men de tegenoverftaande gebreken der Hengst en Merrie in het uit deeze vermenging fpruitend Veu'en tracht te verbeteren ja zelf by menfchen heeft dat plaats omtrent de uitwendige geftalte; de groove half Tar- taarf quelques rrlations, dont les auteurs êtoient tres mal tnformës." Dittionair1 Encyclopedique Tom. ii. dit alles bewyst echter niet dat de geduurige voortplanting van het zelfde bloed, vooral eoo het gebrekkig en befmet is, niet eindelyk in eene geheele ontaarting deezer Ham zoude eindigen; het is zeer mogelyk, dat een land, het welk ( gelyk Circasfien) groot genoeg is om zonder de verbintenisfen der naaste bloedverwanten, de geflachten te vermengen,'hier van geene kwaade uitwerkingen bef.ieurd; en alhoewel aldaar geen daadlyke wet tegen het huuwlyl" der naastbeflaanden voor handen is, zoo Vereischte het toch een nader onderzoek, of iodanïge"vër-' bintenisfen aldaar meer dan elders in zwang zyn< O) Hartman^, l. e.p. 161. Aa 3 4 "'"  3^8 Geneeskundige v?ve D1 taarfcne Perfiaan verzagt zyne natuurlyke ruwe gekcuzs in laatstrekken door zyne vermenging met de fchoooe ïirow- Spinnen van Teflis O); de zwakke Esquimaux iïK. naauwlyks 4 voeten lang aan de Hudibns-baay waren onuitfpreeklyk Verheugd, wanneer in 1747. de welgefchapen Engelfchen de goedheid hadden hunne hun aangeboden vrouwen voor lief te nemen (Z>), en deeze goedwilligheid der Engelfchen zal voorzeker ten minften voor een tyd de uitwerking der koude op de geringe geftalte van dit gastvry volk eenigfints verbeterd hebben; de vermenging van den koolzwarten Neger met eene Lelyblanke Europeaane hrengt immers eene alleraanmerkelykfte verandering in de uitwendige gedaante in de door haar voortgebragte kinderen te weege. §. VI. Twbteid Men heeft dus uit dit halftarrig befluit van fommiYerttHtig-' ge Gemeenten , om Zich met geen vreemd bloed te ~ihtg'Hrïn~ vermengen, "iet dan allernadeeligfte gevolgen te verirgukrytt wachten, tfn eene waakzaame Regeering kan het zelve niet ongemerkt laaten voorbygaan; het is dus met het grootfte recht dat het Parlement van Dyon uit eene vaderlyke zorge voor het nut der bevolking, en de openbaare veiligheid dit misbruik door eene merkwaardige inrichting heeft getracht tegen te gaan , inhoudende, dat „ Het Parlement door 's Konings Procureur Gene- ■ - ' ... 5> raai (a) ïdées rf'a» hoimé'te homme i. part. p. 23. (6) Der Philofophifcbe Arts 4 Th. p, 107.  Staatsregeling „ raai verwittigd zynde, dat federd eenigen tyd een Van 'le „ misbruik was ingeflopen, het welk aanleiding tot IN ,, veele ongeregeldheden gaf; dat de Jongelingen 00 «ff „ het land zich aanmatigden iets te vorderen van die lyk. „ geenen , die zich in den Echt begaaven , vooral „ wanneer dit gefchiedde met vreemde meisjens, dat, wanneer zy weigerden aan deeze onbillyke eisfchen te voldoen , eene geheele bende met kneppels, ja zelf „ met Degens en Piftooleu gewapend, het huis der „ nieuwgehuuwden omringt, de deur open loopt, en „ hen gedurende den ganfehen nagt beleedigd: dat by ,, zulke geit genheden geweldadigheden gepleegd wor„ den, die niet zonder bloedftorten afloopen , zoo dat „ hier by reeds in fommige Dorpen verfcheide perfoo,, nen gevaarlyk gewond zyn; dat zelf, wanneer de „ nieuwgehuuwden aan deezen eisch voldoen, dit de „ baldadigheden niet belet, daar gedurende het ver„ teeren van het op deeze onbillyke wyze verkreegen, „ dikwerf op nieuw meerder buitenfporigheden ge„ pleegt worden. ,, Dat de Geestlykheid, hier tegen door heilzaame „ vermaaningen niets vermoogende , haare klagten by ,, de waereldlyke Overheid ingebragt had , om dus van het-hofhier tegen krachtdadiger hulp te erlangen. „ Dat verder de Koninglyke Procureur Generaal ,j voorgefteld had, dat ingevolge dit verzoek ter on-* „ derfteuning van den loflyken yver der Geestlykheid aan alle inwooners der Dorpen mogt verboden wor,, den zich in haar Kerfpel by bruiloften te faamen te „■ rotten, of, onder welk voorwendfel dit ook zyn „ mooge, met eenige wapenen verfchynen, op ftraf„ fe voorde eerfte reize Van 50 Livres, voor de twee9, de reize van aan den lyve te worden geftraft, dat Aa 4 „ in  37° -Geneeskundige Van de „ in dezelve ftraffe vervallen zullen zy, die van nieuwkeuze in 5» gehuuwden, fchoon zelf met eene vreemde jonge Htov- " Dochter gehuuvd, iets het genngfte, zelf onder ïvtc „ wat voorwendfel zulks zoude moogen zyn, of eis„ fchen, of aanneemen , en daar en boven gehouden „ zyn te vergoeden alle de fchaden door zodanige „ baldadigheden veroorzaakt zonder eenig appel, enz. „ Zoo heeft het Parlement goedgevonden inovereenkomst met 's Konings Ordonnantiën deswegens „ 12. Maart 1653. 3°- Maart 1688. 18. August. „ 1696. 24 Septemb. 1705. geftatueert, qp nieuw te s, beveelen, dat ,i. ,, Op ftraffe eener daadlyke gevangenneeming , „ geldboete van 50. Livres , en andere zelf lig[ „ haamlyke ftraffen, alle faamenrotting en het dra„ gen van wapenen by gelegenheid van een huuw„ lyk ten platten lande zal verboden zyn. 2. „ Zal het op de gemelde Lyfftraffe en boete van „ 300 Livres verboden zyn yan Nieuwgehuuw„ den iets hoe gering ook te eisfchen, of als een „ vrywillig gefchenk , onder welk voorwendfel dit ook mooge zyn, aan te neemen. 3. „ De overtreeders deezer Ordonnantie zullen zon„ der uitzondering ter voldoening deezer boete „ zonder eenig appel gedwongen worden. „ Aan dezelfde ftraffe zullen onderworpen zyn, „ die Herbergiers of Gasthouders, die hunne hui„ zen of Herbergen hier toe laaten gebruiken. „ Word bevoolen aan alle Overheden op de ftip„ te ep onzydige nakooming van dit bevel een „ waakzaam oeg te houden. #. „ Dit bevel moet door den Procureur Generaal aan alle Gerechten gezonden, ter behoorlyker . i ■>, tyd'  Staatsregeling. 371 tyd en plaats voorgeleezen worden , en dee^fe Van ds „ voorleezing moet ten minften eenmaal 'sjaars keuze w ,, in alle Parochie - kerken des Zondags na de Pre- ggj^ „ dicatie herhaald worden. iyk. „ Gege' ven in het Parlement te Dion den 6. Aüi G u g t o n. S- VII. Het waare zeer te wenfchen, dat men deeze on- Menmoet verftandige wrok, vooral die onder de Jongelingen van het eene Dorp tegen die van het andere plaats heeft, der Dordoor alle mpogelyke middelen trachtte uit den weg f#"„rffr'° te ruimen , het is immers zeer natuurlyk, dat een "^hten ' * 7 te doen ep- meisje onder de Jongelingen van haar Dorp, met wel- houden. ke zy door dagelykfchen omgang te gemeenzaam be? kend word, niet zoo ligt een minnaar aantreft, dan onder die van een ander Kerfpel, en ter bevordering zodaniger huuwlyken is niet anders nodig, dan om de jeugd yan verfcheiden Dorpen nader met elkander bekend te maaken; met dit oogmerk beval Lycurgus, dat men te Sparta jaarlykfche byeenkomften tusfchen de jeugd van beide de Sexen houden moest, waar by de meisjens, om het manlyk geflacht te meer aan te lokken-, naakt verfchynen moeften; de Asfyriers bragten hunne huuwbaare Dochters in eene Stad te faamen, alwaar ay door haar aanftaande mannen ge-, koozen, gekogt en weggevoerd wierden. f». Het beste my toefchynend middel zouden de Feest- roorjiag da- dina~ (<0 Aeuanus yar. Hijior, Lib. IV. C. z, sin Aa 5  37" Geneeskundige vIye DE daSen zvn> °P welke de jeugd der by elkander geleekeuze in gen Dorpen onder het opzicht haarer Overheid met Huuw- ell«"der eenige dagen in eene betaamlyke vrolykheid "k. doorbragt , geen haat of jalouzy moest hier geduld %r'lkehe'. wordetl' Ilv' wiens wreveligen aart hem tot een verf Z geGt~- fto°rer der algemeene rust en vrolykheid maakte , TaZZe, m°est by de eerfte beweeging daar toe uit het gezel'uTJlbin fChaP gebanneu ' en naar vei'dienften geftraft worden. e/f»." Dus verzamelden onze Voorvaders hunne jeugd onder lommerryke eiken, alwaar hy hunne liefde wekkende danfen meenig gelukkig huuwlyk : gefloten wierd, even gelyk by ons op Kermisfen en Feesttyden meenig flukfche Jongeling het bloozend meisje welmeenende huuwlyks voorllaagen doet: men trachte dus nimmer deeze openbaare landvermaaken af te fchaffen, om eenige ongeregeldheden, die zeer wel konde voorgekomen worden: de Jooden , (een volk het welk zich in weerwil van alle onderdrukkingen heeft weeten ftaande te houden,) behouden zelf onder ons (in Duitschland ) de gewoonte om op elke Feestdag haare jeugd te doen by eikander komen, en blymoedig arm aan arm dóór de ftraaten te doen wandelen, §• VIII. firafïaa" N°g eenC omftand]'ghcid verdiend de opmerking «Wei m eener menschlievende Overheid niet te ontgaan; 'er : %T*tr Z^n mannen' die i het zy ïöt goede, het zy uit kwaatrri7oyis' dC Cn onverfcnoon!yke oogmerken, zich met meisjens ving. verlooven zonder bepaaling van tyd, wanneer zy deeze hunne beloften vervullen zullen, dus laaten zy jaar op jaar voor by gaan, terwyl zy , of een voorbaarig en ongeoorloofd genot van hunne belofte genie-  Staat sregelin». 373 nieten, of zonder zich aan het verloofde meisje te be- Van di kreunen, onbekommerd voort leeven , terwyl zy zich KEÜZ£ IN ter dood toe kvveld, en eindelyk nog tot loon haarer ftandvastigheid door haaren meineedigen minnaar ver- lyk. laaten word; dus lyd niet flechts haare gezondheid een onherftclbaar nadeel, daar eene geftadig te leur gefielde verwachting , haar in eene kwynende ziekte en kwaad fappigheid doet vervallen , maar tevens ver? loopt ook de tyd, waar inzy eene andere verbintenis zoude kunnen aangaan, en voor haar zelve , haar geflacht , en de maatfehappy zoude van ,nut kunnen zyn; terwyl intusfehen de ecrloozen vcrlaater in de armen der ontucht, zyne gezondheid en het vermogen om zyne voormaals aangegaane verbintenis te vervullen, moedwillig verfpilt, Zoo eene verlooving aan een huuwbaar meisje ge- Niodgeeven moest, wanneer dezelve binnen drre jaaren heidotnm niet vervuld was, ophouden voor haar verbindende te de**™sten zyn , zonder dat zy hier door zoude vervallen zyn tyj te **van haaren eisch, om deswegens door den verlaater iaalen' fchadeloos gefield tc| worden; het zy dat hy in den ongehuuwden ftaat bleef voort leeven, het zy dat hy flechts zich van dit tydverloop bedienen wilde, om van zyn eerfte belofte ontllagen te worden, en aan eene andere zyn hand aan te bieden: zelf onder de Kalmukken geniet de vrouwlyke Sexe eeniger maate dit voorrecht, daar 'er onder dit volk eene wet plaats heeft, Welke fielt, dat een verloofd meisje niet laatef dan met haar ao. Jaar in haar huuwlyk mag treden , en, wanneer hy, aan wien zy verloofd is, haar op die tyd niet ter vrouwe neemt, na dat hy van haarentwegen driemaalen gewaarfchuwd is, zoo mag zy met voorkennis van den Nojou J aan een ander uitge- huuw-  374 Genees k undige VRrf M huuw)yl« worden, de reeds ontfange buuwlyksgïfte, keuze in mag de Vader der Bruid voor zich behouden. Huw- E'-n meisje is in de maatfehappy eene waar, die flechts v"or een korten tyd kan bewaard worden, haare ingek han. n neiging, en de verleiding der manlyke Kunne ftellen haare deugd daagly^s in gevaar, en deeze zelf ongeschonden blyvenrle , verliest zy weldra, wanneer den bloem der jeugd verwelkt, die hoedanigheid , welke haar voor de faamenleeving van een allergewenscht nut doet zyn, haar edelfte vrugtbaarheid; met wdk recht zal dirbalven een man, die onberaaden , of zelf met flinkfche oogmerken, zich aan een meisje verloofd heeft, en deeze zyne beloften binnen een geruimen tyd niet ka» of wil vervullen „ met welk recht zal zoo een man haar het aangaan eener andere verbintenis verhinderen kunnen, — zal een veel beloovend verleider, in weerwil van alle billyke wetten den bloem dei maagdelyke jaaren ongeftraft afplukken en bederven, en dus de maatfehappy van het voordeel, het welk zy zichbillyk uit haare vrugtbaarheid belooven mogt, verfteeken, alleen om dat het hem goed dunkt zyne zwakkere naruurgenoote aan de vervulling zyner ongeregelde driften op te offeren ? Wanneer de verlooving tusfchen beide de gefhehten op deeze voorwaarde gefchied, dat het meisje, indien dezelve binnen drie jaaren niet vervuld word Zich geheel ontilagen kan rekenen , wanneer de man, zoo hy zich in deezen opzichte onredelyk, en met de goede zeeden onbeftaanbaar gedraagt, voorzeker deswegens eene rechtvaardige ftraffe te duchten heeft, als dan zal gewis de Jongeling, die van zyn toekomend feeftaan nog geheel onzeker is,-dan zal de fchoone Kun-.  Staatsregeling. 375 Kunne in het ontydis! toeftaan haarer gunften aan den Van »g vryc fchoonfchynende verleider veel behoedzaamer zyn. keuze m Een tweede minnaar , zal zich niet meer veitrou- hJuwwen wegens de onfchukl der vorige verkeering, aan- wc bieden; die mMsjens, welker eerfte iiefdensonderhandeling na drie jaaren haares ondarks op niet is uitgeloopen, Zullen veel eer vooronderfteld worden, haare maagdelyke kuischheid behouden te hebben, danzy, die in vol vertrouwen op de ftandvastigheid haares minnaars , die haar op eene onherroepelyke wyze trouwbeloften had gegeeven, in een gerust vooruitzicht op de onfchenbaarheid haarergelofte, veele jaaren achter een als minnaar en minnares geleeft hadden. Z >o zich aan de andere zyde eene verloofde van de aan haar toegeftaane vryheid niet wil bedienen, en haaren draalenden minnaarniet voor een ander wil laaten' vaaren, zoo moet dit haar vryftaan, daar doch eene gedwongen Echt, zoo wel voor de gezondheid der • wederzydfche Echtgenooten, als voor eene gelukkige bevolking zeer nadeelig is; echter,- daar de manlyke Sexe zich op deeze wyze van de fterker driften der beminlyke Kunne ingeplant, bedient, om derzelver fchoon fchynende beloften met een onfchuldig vertrouwen te doen aanneemen, zoo is het de pligt der Overheid voor de nakooming deezer beloften op het nadruklykst te zorgen, en de moedwillige verlaating eener fchandelyk bedrogene op het ftrengst en wel ■naar maate des verlooren tyds, tot vergoeding der beleedigde onfchuld , en van het in zyne billyke verwachting te leur gefteldc vaderland te doen ftraffen, op dat zodanige opmerkclyke voorbeelden andere van zulke ongeregeldheden moogen affchrikken, en de maatfehappy het voordeel der ongedwongen huuwlyken in den aan-  37ö Geneeskundige vT™ DE aanwas haarer gezonde en -gelukkige leden, meer en keuze ix meer mooge ondervinden (*). het | . Hww- (*) De vrye keuze in het aangaan eener verbintenis van 200 veel aanbelang , waar van het wezenlyk geluk van ons leeven grooten deels afhangt, is niet flechts roor de wederzydfche Echtgenooten eene zaak van het uiterfte gewigt, maar der Maatfehappy, he,t Vaderland ligt hier aan grootelyks gelegen , zonder deeze kan men immers, volgens de zeer gegronde aanmerking van onzen Schryver , geene gezonde aframmelingen van een gelukkigen Echt, geene nuttige werkzaame leden der Maatfehappy verwachten ; het i» derhalven de pligt eener rechtgeïarte Regeering , den onbillyken dwang van Ouders of Voogden paaien te ftellen; hierom moeten volgens de wetten van bns Vaderland , minderjaarige, wanneer zy in den Echt zullen treden, duchtige bewyzen Van hunner Ouderen of Voogden toeftemming te voorfchyn brengen ; nimmer echter kan vuige gierigheid, trotsheid, haat of hardnekkige grilligheid, het huuwlyk van meerderjaarige verhinderen; indien Ouders of Voogden, als dan nog hunne toeftemming hier toe blyven weigeren; moeten zy de redenen van deeze hunne weigering der Overheid open leggen ; dit niet idaende , of dezelve niet gewigti? genoeg bevonden zynde, heeft het huuwlyk der verloofden voortgang, zonder dat het zelve door ontaarte Ouders of onbillyke Voogden kan verhinderd worden. Die jaloezy tusfchen nabuurige Dorpen, met opzicht tot het uithuwen haarer huuwbaare Meisjens §. 3. heeft by ons geene zoo zorglyke gevolgen, en , fchoon voorzeker meenig flukfche boeren gast, met geen goede oogen aanziet, dat een zyner knappe buurmeisjes, hem door eenen vreemden vryer voor dé neus weg gehaald word , zeer zeldzaam echter fpruiten hier «enige gewelddadigheden uit voort. Het uitftel in het volbrengen der trouwbeloften , of het fchandelyk verlaaten van het onfchuldig meisje zyn ftrafwaardige misdaaden, die in ons Nederland meer dan te dikwerf plaats hebben: het geen onzen Schrvver , §. 8. ter voorkoming van derzelver rampzalige gevolgen voor de beminlyke Kunne , ter afkeering van het nadeel , hier door aan de Maatfehappy toegebragt , aanpryst, is voorzekerfonzen aandachc ©verwaardig. Vertaaler. ZES-  ZESDE HOOFDDEEL. Van de geschiktste middelen, om volwasse meisjens tot aanstaands rechtschape moeders te vormen. • : :.'t.._ :..Z'j :iuisn isti 3M*^?!QjBa|ïSHl3.--A «V ,;uu „ Par Vextreme mollejfe des femmes commence „ celle des hommes. Les femtees ne doivent „ pas êtrè rohuftes eomme eux ; mais pour eux; pour que les hommes qui naitrmt „ d'elles, le foient aujji. J. J. Rousseau de FEducation. F) ■L^e Natuur zelve vormt der menfchen uitwendige De Na« gedaante tot het oogmerk, waar toe zy hen met 'er '««*■ tyd gefchikt heeft, en, wanneer men haar ongeftoort dTgezo»"ct aan haar zelve overlaat, koomen uit haare handen by- -§'rf m"~ na niet dan meesterftukken; zy laat het voor den mensch over om van menfchen, dieren en boomen, gebreklyke dwergjes te vormen: de meeste volken, die' men den fcheldnaam van wilden geeft, hebben eene voortreflyke geftalte , de meisjens zyn vlug, en tot alie verrichtingen haare Kunne eigen uitmuntend ge-fchikt , voor al tot het werk der voortteeling, het welk by hen ongelykgemaklykeren gelukkiger afloopt, dan by ons; zoo dat volgens Graunts waarneemin •  378 GENEESKUNDIGS' ircHAAM- mingen 'm America Van de duizend kraamvrouwen lyke op" naauwlyks ééne fterft. voi-ding DER. T" <"• **» flechts ten halven leevende fchepfeltjens geboren gejiaebt. worden. Een ftaat, die met een onverfchillig oog de gebreken in de opvoeding haarer aanftaande moeders aanziet , verwaarloost tevens, ten koste der nakoomelingfchap, alle die voordeelen eener Hevige gezondheid, welke onze voorouders met zoo groot eene zorgvuldigheid zoo lang door eene geheel andere leevenswyze hebben weeten te behouden. Van welk nut doch zyn voor het Vaderland het borduurwerk , de kostbaare kanten en manchetten, met welkers vervaardiging zy eenen tyd verfpild hebben , die tot het verkrygen eener beftendige gezondheid en ftevig lighaamsgeftel had moeten hefteed worden ? is niet het lot der landmeisjens, met opzicht tot haaren weliland, zooverre boven dat der Stads inwooneresfen te verkiezen, als haare bezige opvoeding van die droomige opvoeding onzer Stedelingen verfchillend is. Eene burgerlievende Overheid moest derhalven door verftandige overreeding en eigen voorbeeld de natuurlyke geneigdheid tot eene'vadzige ledigheid, de vrouwen in de Steden zoo zeer eigen, trachten tegen te B 3 gaan,  384 Geneeskundigs : Van Df. gian, en die gebreken, welke van tyd tot tyd in de xyke^'op" opvoeding der meisjens van aanzieniyke en middelmaavo.ding tjge burgers zyn ingefloopen, op het krachtdadigst te Doch- verbeteren. §. VI. dvZg'dêr ^-en moest de geneigdheid tot de daaglykfehe fpeelfpeei>e- partyen der vrouwen poogen tegen te gaan, en in 'penden pkratfe hier van het vermaak der wandelingen trachten tin°nidc~r m te voeren, het aanleggen van openbaare wandelïvande- wegen is derhalven een nuttig fieraad van groote Steden, de aandacht eener goede regeering ten hoogden waardig; en het zoude zeer nuttig zyn den fpeeigezelfchappen , waar by zich ook het manlyk geflacht bevind , eene bepaalde tyd te ftellen, boven dewelke zy zich niet aan de fpeeltafel mogen vinden laaten. §• VII. ferior- Ut. zal niet onderzoeken in hoe verre de Schouwfpeverbete- len, zoo als die thans zyn , tot de verbetering der ScboJw- zeeden van het geflacht der vrouwen meedewerken, jpein. 0f niet; dit is zeker, dat, daar voor deezen geen wel opgevoedde ongehuuwde vrouw zich wegens de geneigdheid der Spelers tot ergerlyke klugten by eenige Schouwfpelen vertoonde, thans,federd het kuifche oor door dezelve niet meer geërgerd word, dit een der meest gezogtfte uitfpanningen geworden is: het aandoenlyk hart onzer meisjens, word dus vervuld met minnekozeryen, niet altoos op de leest der ilrengfte zedekunde gefchoeid , haare verbeeldingskragt word gaande gemaakt, en in haar teder zenuwgeftel aandoeningen verwekt, die nog voor den rust haarer zielen ,  Staatsregeling. g§5 len, nog voor de gezondheid haares lighaams voor- Van t>% deelig kunnen zyn. -ES^E Maar het geen daar en boven onze byzondere aan- p°*DINtt dacht verdiend, is den te langen duur onzer Tooneel- doshfpelen, hier door word de vrouwlyke Kunne meer en TERS' meer aan eene ledige, zittende leevenswyze gewoon, het langduurend verbJyfin de bedompte Schouwburg, met allerlei uitwaafemii gen en fchadelyken kaars-damp opgevuld, is der gezondheid voorzeker zeer nadeelig; men moest dus van wegen de Overheid een korter tyd voor het tooneel bepaalen , en het zoude misfchien van veel nuts zyn eenen dag ter weeke te beftemmen , waarop ter eere onzer ongehuwde vrouwen zodanige ftukken vertoond wierden , die byzonder tot haare kering en verbetering gefchikt waaren, en van dewelke men zich op het gemoed onzer jonge Dochters eene gewen schte uitwerking kon belooven. VIII. Tot hier toe de lighaamsoeffeningen en beweeging rerbeteter behoudenis en verbetering van der vrouwen rins. ,met 0 opzicht >ot gezondheid hebbende aangeprezen, moet ik nu ook bet dansaan de andere zyde aanmerken, dat deeze beweeging ^en' niet al te heevig zyn moet; de veelerlei dansfen zyn voor fommige vrouwen, die op dit vermaak ten uiterften verzot zyn, eene voornaame oorzaak van veele ziekten, zy beroemen zich verfcheide haarer dansgenooten, ten einde adem gedanst te hebben, en hoe duur komt haar dikwerf deezen roem te ftaan! 'er zyn weinige Steden, die geen voorbeelden opleveren van zodanige Dans - heldinnen, die dit hun overgedreven vermaak met de dood hebben moeten boeten, Bb 4 vooral  380* Geneeskundigs lichaam* voora^ 200 zy door deeze heevige beweging verhit, lyke op- zich door eenen frisfchen dronk poogen te verkoelen, voeding of zich onvoorzichtig aan de koude der nachtlucht bloot poen- ftellen. Dat foort van Dansfen , het welk eene fnelle en aanhoudende beweging vordert, zet het bloed in eene gisting , die niet dan bezwaarlyk te dempen is, en aan de gevaarlykfte toevallen oorzaak geeven kan, en hoe dikwerf is de fchoone Sexe niet in eene toeftand, die het gevaar van zoo eene heevige beweging, ten minfte Verdubbelt. Zoude dus de Overheid het recht niet hebben, om ten nutte der gezondheid haarer burgeren , den tyd der danspartyen te bepaalen , en tevens alle heevige danfen te verbieden. Zoude het niet pryzcnswaardig zyn , dat zy aan Ouders of nabeftaanden verbood de meisjens aan haare zorge toebetrouwd, zonder opzicht, vooral niet op zekere tyden, tot zoo heevige oeffeningen toegang te geeven; dat zy bepaalde, dat geen dansgezellchap van een mogt fchciden voor ten minfte een half uur in ftilte gerust te hebben, en ter verderen aandrang de gevaarlyke gevolgen eener te fterke verhitting opentlyk liet bekend maaken. De Magiftraat van Bazel, als meede die van het Canton Solothurn verbooden, op eene boete van 50 ponden , dat foort van danfen, waarin eene geduurige heevig ronddraaijende beweeging gemaakt word (Walzetanzen.) S- ix. ÈAdtêi De Overheid moet verder zorgen, dat geene wyzen Vig/'iê- yan kleeding ingevoerd, of van de Ouders nagevolgd wor-  Staatsregeling. 3^7 worden, welke in ftaat zyn den groei der meisjens te Van de verhinderen, of haare gezondheid te benadeelen ; op ltoce*"opeene andere plaats zal ik deswegens my verder uit- J"™1NG laaten; thans zegge ik alleen, dat het te wenfehen Dochwaare, dat, even als ik met groot genoegen in het TïRS' Oostenrykfche gezien hebbe, dus ook overal de ddeef'"lee_ keurslyven uit enkele menfchenliefde voor altoos uit dirig voor der vrouwen kleeding gebannen wierden; zy verhin- dT^mo»deren de natuurlyke uitzetting van den buik, die ten eeniger dage voor de zwangere baarmoeder ruimte zal moeten verfchaffen, zonder welke de ontfangen vrugt zich nimmer behoorlyk ontwikkelen kan , en hier door ziet men te vroege geboorten of misdragten ontdaan , of de gefladige drukking van dit nutloos harnas verlamt de buikfpieren, zoo dat zy by de verlosfing geene genoegzaame hulp kunnen bybrengen , daar en boven verhinderen deeze keurslyven, den groei der borften, vooral het behoorlyk uitfteeken der tepels, en ftellen dus zeer veele vrouwen buiten de mooglykheid haare kinderen zelfs te zoogen; zien wy niet dagelyks hoe-het met zodanige moeders gaat, die geduurende haare jeugd geftadig in zoo een harnas ingeregen waaren, wanneer zy haar kind met eigen melk voeden willen, de meeste hebben zeer weinig verheven, fommige zelf geheel geene tepels , het wichtje kan dezelve met de lippen en tong niet omvatten, en moet dus tevens met zyne moeder al de ongemakken, welke een verwaarloosd zelf zoogen verzeilen, ondervinden. Men trachte veel eer de kleeding onzer jonge Dochters ligt en gemaklyk te maaken , eene knellende kleeding is der gezondheid en bevolking zeer nadeelig, de vochten worden hier door van de oppervlakte naar de B b 5 in-  ggg Genees kundig^ Van de inwendige deelen voortgeftuwd , en dus ontftaat eene ltgiiaam- . . lvk' op- inwendige volbloedigheid , hevige bloedftortingen , votDiNG . aambeijen, en een gantsch heir van moeiiyice en gePoch- vaarlyke kwaaien. TLR.S. §. x. Van welk Niets heeft op de gezondheid der vrouwen en der* V-la^he] z;'wr vrugtbaarheid een grooter invloed,dan de meer lyitiipder of minder gelukkigen aanvang haarer maandelykfche 'lyif, he reiniging , daar het zeer onzeker is, op welke jaaren reiniging jltt mejsje dit teeken der huuwbaarheid voor het eerst zal gewaar worden , zoo gebeurd het dikwrerf, dat men het zelve door fterk afdryvende middelen te voorfchyn poogt te brengen, terwyl de goede natuur, om zeer gewig'ige redenen, dat nog wilde uitftellen, of dat men verzuimt de nodige middelen aan te wenden, om die hindernisfen uit den weg ce ruimen, die het zelve in weerwil van de poogingen der natuur terug gehouden; in beide de gevallen begaat men eenen misfiag, die het veel beloovend meisje, of in den bloei haarer jaaren in het graf ftorten , of haar geduurende haar geheele leeven ongelukkig maaken kan ; geen oud wyfis'er, die zich niet gerechtigd oordeeld, om in zoo een geval, meer dan den kundigften Geneesheer gcraad'pleegt te worden, men dwingt het ongelukkig flagtoffer der hardnekkige onkunde, met dol geweld het eene hevig middel na het ander in, eer men 'er aan denkt, om met eenen ervarenen Arts raad te plegen. De Dorps-barbier en Kwakzalver doen meede hun best om den toeftand nog ongeneeslyker te maaken , ' daar zy door herhaalde aderlatingen de tedere vezels nog verder verzwakken, of door aloë en bitteren  Staat s-regeling, 3°,$ teren brandewyn het zenuwgeftel geheel in den grond Van ds j 00 lighaam- helpen. lyke op- De onweetenheid der jonge meisjens, in eene zoo ^DINQ beiangryke zaak is dikwerf de oorzaak der gevaarlyk- ï>qchfte gevolgen, en eene ontydige fchaamte maakt, dat deeze doorgaans zeer lang verborgen gehouden worden. Gevolgen c 0 der onkun Nog onkundig van deeze, in het vrouvvelyk geitel, de, va> zoo wonderbaare verfchyning veroorzaakt dezelve, pmJ"sjcns zoo zy te vooren'door geen moeder of vriendin op eene «" voorzichtige wyze gewaarfchuuwd is, by het onnozel ftand, meisjen eene hevige ontroering, die niet zelden dezefc bJ'u' ve terftond wederom doet ophouden, en eene menigte van moeilyke gevolgen nalaat , zy vervalt in eene kwaadfappigheid, eene verbasterde eetlust doet haar de maag en] ingewanden met de onvertet ' irfte ongezondfte ftoffen opvullen , eene zekere loomheid in alle de ledemaaten doet haar meer en meer tot rust en vastigheid overhellen, tot dat eindelyk de geheele gezondheid onder de voet geworpen is, en een kwynend leeven , onvrugtbaarheid, of ellendige deerniswaardige afftammelingen , de gevolgen deezer. onkunkunde zyn; ter afwending van zoo veele en groote Hoedeeonheilen moeten verftandige middelen in het werk ge- "€nm',f£~„ fteld worden ; middelen , welke voor kinderlievende *e gaan. Ouders , zoo zy hier van Hechts onderricht zyn, niet moeilyk zullen zyn aan te wenden. De Ouders moeten hunne dochters, ten laatfte op het einde van haar 13. jaar, van de gewigtige verandering, welke haar te wachten ftaat, voorzichtig kennis geeven , en haar waarfchuwen zich wegens deszelfs eerfte verfchyning niet te ontftellen, maar haar terftond hier over raad te plegen , het gewigt van dit tydftip moeten zy hier op het ernftigst voorftellen; .. .. ■ haar  39° GlNEESKTJNBïGlü itchaam- haar waarfcnuwen5 zich a's dan vooral naar de ftipi-yke op- fte regelen der zorvuldigheid te gedragen, zich van derMNG alle nadeelige fpyzen en dranken te onthouden, zich i£wH" zelven als dan eene matiSe lighaamsoeffemng in de ruime lucht te verfchaffen , en vooral moeten zy haar een vertrouwelyke openhartigheid jegens haar moeder of Geneesheer inboezemen, haar voor oogen ftellende, dat het in de daad eene zwakheid en zeer fchadelyk vooroordeel is, wegens eene zo natuurlyke zaak eene verkeerde fchaamte te voeden, en hier over niet met haare naastbeftaanden te durven raaddleegen , voor dat men zich door ftilzwygen reeds een ongemak heeft op den hals gehaalt. Men moest op zeer ftrenge ftraf de Kwakzalvers, Dorps - barbiers , Vroedvrouwen cn bemoeizieke Doctoresfen , verbieden door aderlaten, of andere middelen jonge meisjens, die haare ftonden of niet, of niet dan zeer ongeregeld gehad hebben, te willen geneezen, dit tydftip is voor het vrouwelyk geflacht van te grooten aanbelang, om de zorge geduurende het zelve aan onkundige handen over te laaten, het vorderd eene veel grooter kunde, en -men heeft dikwyls het fchranderst doorzicht nodig om te bcflisfen , of men in dit geval eenige middelen in het werk moet ftellen, dan niet. De Overheid moet met geen onverfchillig oog aanzien , als een meisje in den bloei haarer jaaren een deerniswaardig flachtoffiT van verzuim en onkunde word, dewelke door een veiftandiger voorzorge eene vrugtbaare moeder van nuttige burgers had kunnen worden • , ' ' §• XL C«) Natura imperia gemimus , cum funus adulla Virgivis Qccurry. JUYENA.LIS Set, LH, v. Sa;, XV*  Staatsregeling 391 «. x I. van w j ughaamI.yke op- Zoo veel de zwakheid van der vrouwen lighaams- ™£DINQ geitel in de post, haar als moeders opgelegt, hinder- Dochlyk is, zoo nadeelig een invloed heeft men Van haare T£RS" al te groote gevoeligheid te vreezen. SchadeAls dan beginnen de gebreken haarer eerfte opvoe- gen^lan ding zich in haare vollè kragt te vertoonen, en hier fenliei^ door veroorzaaken zy het zedelyk, Zoo wel als het na- ^eken tuurlyk ongeluk haarer huisgezinnen. trugt- Eene aan toorn, onmatigheid en hevige driften zeer ***r*rt* overgegeeven vrouw, is ter voortplanting van ons geflacht even zeer onnut, als eene vrouw aan aanmerkelyke lighaamsgebreken onderhevig. Eene omftandigheid, welkers verbetering niet zeer verieteveel moeite zoude kosten, is deeze: dat men byna rj"fegf0Z algemeen den kinderen toelaat voor verfcheide zaaken f aan- u 1 aofnlyk- een byzonder afgryzen en vrees op te vatten, welke beid. met de jaaren toeneemt, en eindelyk door geene verftandige redeneeringen meer uit te roeijen is; het affchieten van een geweer, de weerlicht, het onweder, eene Spin, Slang, Padde, Muis en diergelyke, doordringt dikwerf het zenuwgeftel eener vrouw met de hevigfte ontfteltenis, die niet zelden van flaauwten gevolgd word; hoe ligt kan haar zoo iets geduurende de ftonden, of zwangerheid voorkoomen, en dus tot eene misdragt, of andere voor haar en haare vrugt aller nadeeligfte gevolgen aanleiding geeven: men kan derhalven de Ouders niet genoeg aanraaden , om dit kwaad in deszeis begin tegen te gaan, hunne dochters met al diergelyke zaaken gemeenzaam te maaken, en dus in haare eerfte j'eugd deeze zoo fehadelyke vooroordeelen af te fiiyden,, $. XII.  392 Geneeskundige Van de §. X I I, lighaamlyke op- voeding Daar het doch fchynen moet, als waare het voor Doch- de Overheid veel te omflachtig om elk paar gehuuw- ter.s. den van hunne pligten te onderrichten, zoo zal ik in In hoe myne volgende Afdeeling de noodzaakelykheid en zTlevhê- moogelykheid van zodanig een onderricht trachten te teringen bitOOgen (*). de Over- ö v beid aangaan. _ ('j De belangryke aanmerkingen door onzen Schryver in dit Hoofddeel voorgefteld, kannen wy voor het grootfte gedeelte op de opvoeding onzer meisjens, met het grootfte recht toepasfen , alleenlyk is de gewoonte om onze jonge Dochters in Kloosters te doen opvoeden , niet dan by eenige onzer Roomschgezïnde meedeburgers in gebruik; ik heb derhalven de wydiopiger verhandelirag van den Heer Frank , dien aangaande merkélyk bekort , integendeel , fchynt het my toe van veel grooter nut te zyn, wanneer wy de Schooien, vooral de Kostfchoolen , waar in onze vrouwlyke Kunne van de kindsheid af tot de huuwbaare jaaren toe word opgevoed, kortelyk in aanmerking nemen. De Dcchters enzer aanzieniyke cn vermogende burgers zyn naau wlyks de kindsheid ontwasfen , of eene meestal zit-, tende leevens.vyze word haar lot, men fcherpt haar wel zorgvu'dig in , dat het haar nu niet meer voegt, zich met fpringen en loopen te vermaaken , de kinderlyke leevendigheid, die onaffcheïdbaar is aan een jeugdigen gezond lighaamsgeftel, moet nu plaats maaken voor eene gedwonge jufferlyke bedaardheid ; in haare Schooien , of onder het opzicht haarer Gouvernantes , flyten zy het grootfte en beste gedeelte van den dag , om van de vrye lucht, die balfem des leevens, afgefloten, zich in eene zittende en gedwonge houding op . allerle'.juffrrlyke handwerken toe te leggen,'zoo het haar al vry ftaat in een ruimer lucht adem te haaien , het is niet, dan na zich in eene prangende kleeding geftooken te hebben . en om met afgepaste fchreeden , en eene gedwongen hoadi'ng «ndér de vleugelen haarer 'Gouvernante ftaatig voo-  Staatsregel* n e„ gï Het geen onzen Schryver }. 6. aanbeveelt, om namentlyk dé lighaamtyd, die men aan de fpeeltafel mag belleden, door wèt:en te Y0edjn(/' bet-aaien , dit is in ons Gemeenebest volllrekt onuitvoerlyk; der men kan echter der vrouwlyke Kiïnnè niet te fterk waar- Dochfchuwen van zich aan haare geneigdheid tot het fpel niet te itRS' veel over te geoven , en hat aanleggen van openbaare wandelwegen , gelyk by\eelen onzer Steden reeds plaats heeft, is onze bnrgerlievénde Overheid ten hcogften aan te pryzen- Wat hzt geduurig verblyf in den Schouburg aangaat, f. 7. ik kan niet ontkennen, dat dit voor veele vrouwen ailernadeelir;st zyn kaft , hoewel dit nadeel méér uit den^, door veélerie-i uitwaafemingen bef netten dampkring , dan wet uit hef zittend postuur is af te leiden; deeze uitfpanring heeft d-:cli' meest in de winter avonden jJaats , en de uuren , die hier aan hefteed worden , zyn doorgaans ter wandeling niet gefchikt; de grootfte zorge zal derhalven moeten zyn, om dén dampkring in het gebouw zelve' zoo veel mogelyk is te verbeteren , en, indien 'er geen andere Hukken, dan die niet flechts onergerlyk, maar zelf leerzaam zyn, ten tooneele gevoerd worden , is déeze nitfnanhing voorzeker niet te verwerpen. V e r t a a L e kV Q 0 % E- 1  jqó Geneeskundige ZEVENDE HOOFDDEEL. VAN be noodïaakilykheid.. om hen die zich in den ECHT begeeven van de pligten des HüUWEüvks te onderrichten. s- i. SZt£ ^et isniet genoeg, dat men door heilzaame wethrfch7tZ ,ten het huuw!vk van gezonde, en in jaaren met elgens de- Kander overeenkoomende perfoonen tracht te bevorde7e°iy'ftea' ren> men moet ook pooges de jonge Echtgenooten £S» by tydS Van de rligten aan hunneQ feat verbonden te over- iet onderrichten; op veele plaatfen is het in gebruik, dat %P f de jonge lieden, voor zyzich in den Echt verbinden, wegens hunne zedelyke pligten met hunnen Leeraar raadpleegen, dit onderricht is dikwyls zeer gebrekkig , de Geestlyke ftelt hun een geheeljregister voor van zonden , die tusfchen echte lieden wel eens gepleegd worden, en waarfchuuwt hen van misdaaden, welker denkbeeld misfchien nooit in hun hart zoude zyn opgekoomen; die omftandigheden, welke op het algemeene welzyn de naanwfte betrekking hebben , hoe de vrouw zich tot behoudenis van haar en haare vrugt gedurende haare zwangerheid gedragen moet , van deeze zaaken word geen melding gemaakt; jus blyft het huuwlyk, die gewigtige ftaat, misfchien de eeni-  Staatsregeling, 397 ge ftand, welke men zonder eenige voorbereiding of Noodvoorafgaand onderricht aanvaarden kan. lyk'on- DïRRICHX j in de II. «jgten * »ES ? iji Huuw-i Het is 'er echter verre van daan, dat de meeste Echt- LYKS' genooten van de pligten hunnens ftands, van de oog- diboewet merken der natuur, van de moederlyke pligten, van /, die, welke haar gedurende haare zwangerheid opge- "^najje' legd.zyn, eenige juiste begrippen vormen. Zonder eenige kennis van dit alles, treed hetjjonge paar blymoedig in den gewigtigften ftand des leevens, het onervaaren vrouwtje heeft in dezelve naauwlyks een vierendeeljaars doorgebragtof geraakt zwanger, zy vaart voort in haare gewoone leevenswyze, even als of zy nog ongehuuwd waare, alleenlyk zyn haare bedryven nu vryer en ongebondener, die ingetogenheid, aan welke zy zich voor haar huuwlyk welftaauds halven moest onderwerpen, behoeft zy, ml eene getrouwde vrouw zynde, niet meer in acht te neemen, offchoon in den ftaat des Huuwlyks eene nieuwlinge zynde, fchaamt zy zich echter by haare gehuuwde vriendinnen, wegens omftandigheden tot die ftaat betreklyk om raad te vervoegen, zy houd zich niet verzekerd zwanger te zyn , voor dat het voor elk een zichtbaar is, intusfchen vaart zy onachtzaam in haare gewoone leevenswyze voort, en baant zich zeiven den weg tot veele en gewigtige ongemakken ;', dit is zeker, dat even gelyk de eerfte maanden voor, moeder en kind van het grootfte belang zyn, dus ook de gelukkige of ongelukkige uitflag der eerfte zwangerheid en verlosfing den grondftag legt tot de volgende»'  398 Geneeskundige Noob- s III, ZAAKE- J tVK onderricm? Wien past het meer deeze zoo nadeelige onkunde in de b pligten ■ tegen te gaan , en den worteï van zoo gewigtige mis- HoW. Algen uit te roeijen, dan den getrouwen , den yve- ly« rigen Geestlyken ? hier toe moet hy door de Regee- Van wie ring aangefpoord worden , dus doen de volken van TnJ ,r%t' Siërra Leo/ia hunne huuwbaare meisjens in een byzon- verwaW; der huis, in elk hunner Vlekken hier toe gefchikt.. ten moet. ' 0 , ? door dcugdzaame oude lieden in alles-j wat op het welzyn van haare aanftaande ftand invloed hebben kan, onderwyzen. Waarin Een menschlievend, getrouw Geestlyke, niet zoo tolfazaa- eeI1 ? die door een onnatuurlyken dwang van een der ieiyk be- gevvijïtigfte oogmerken zynes aan wezens beroofd , ftaan , ut ,, . moet._ het vertrouwen zyner Meedeburgers m dit geval mis* fen moet, maar hy, die zelf een gelukkig Echtgenoot en waardig Vader zynde, zoo een billyk vertrouwen met recht eisfchen kan, zoo een moet de jonge Echtgenooten vermaanen tot eene ingetoogcnhcid, hen, vooral gedurende de zwangerheid, andere ongefteldheden en het zoogen zoo noodzaakelyk, zoo welvoeglyk; ernftig moet hy de aanftaande moeder voor oogen ftellen de gewigtige verbintenis, die zy by het aanvaarden-van haaren nieuwen ftaat, op nieuw met haar Vaderland aangaat; met welke eene zorgvuldigheid zy zich zeiven moet in acht neemen , om het zwakke begiriieï, het welk zy door den fcheppende zegen des Almagtigen in haare baarmoeder ontfangen heeft niet moedwillig -wederom te vernietigen: in het algemeen heeft men , gelyk ik hier na verder zal aantoonen, een geheel verkeerd begrip wegens het oogenbiik , wanneer het ontfangen vrugtje begint] te keven-  Staatsregeling. 399 ven, en eene moeder fielt geen belang , dan maar alleen voor zoo verre bet haar zelf betreft, by het be- LyK- 0nhoud haarer vrugt voor de helft haarer zwangerheid, fNLR^T gedurende de vyf eerfte maanden, bekommert zy zich pugten niet wegens haaren gezegenden toeftand, zy verzuimt kluwniet even gelyk te vooren danspartyen , allerlei plasfier- UKSreisjens en vermaakelykheden, fchoon van hevige lighaams bewegingen verzeid, by te woontn: >— zeldzaam pleegt zy met eenen Arts raad wegens toevallen , die eene aanftaande misdragt doen duchten , een ongeval ,hct welk men echter dikwerf nog zoude kun-' nenvoorkoomen, indien men eene vrugt van vier maanden eenigfints van meer waarde fchatte , dan de gc- ronne bloedklompjes, die tevens met dezelve geloosd worden ; terwyl echter volgens het getuigenis aller onzer hedendaagfehe Geneeskundigen , en volgens de deswegens! in het werk geftelde proefneemingen , den omloop der vochten en gevolglyk het dierlyk leeven eener vrugt reeds inden.eerften aanvang der zwangerheid een begin neemt. • De pligten der Echtgenooten jegens elkander, wanneer een van beide door eene ziekte word aangetast, zoo wel met opzicht tot hun eigen welzyn, als tot de gevolgen , die van den byflaap by zodanige omftandigheden te wachten zyn. De pligt om de vrugten der huuwlyksliefde zelf te zoogen , en veele andere omftanetigheden, overwaardig om door een mensch- en Vaderland-lievend Geestlyke op het nadruklykst op de gemoederen der Echtgenooten te worden aangedrongen ; zodanig eene welmeenende en niet minder ernftige vermaaning kan niet nalaaten op het ligt bewogen gemoed dér fchoone Kunne eenen gewenschten indruk te maaken , Cc 3 • te ,  '%öö Geneeskundige JIake" te meer' daarzy zoo duidlyk haar eigen welzyn daar xyk on- meede verknogt ziet; en het zoude van de grootfte »errtcht nuttigheid zyn, zoo een menschlievend Geneeskundipijgten ge, ter handleiding dier Geestlyken een werkje verHuuw- vaardigde , het welk binnen weinige bladzyden beifr grepen was, en op eene duidlyke wyze een kort faamenftel bevatte van die drangredenen, van welke men zich het heilzaamst gevolg op het gemoed der Echtgenooten belooven kan (?). (*) Onze achtenswaardige Geestlykheid zoude ook bier in de Maatfehappy, de gewigtigfte dienilen kunnen bewyzen, deeze mannen doch bezitten , uit hoofde van hun eerwaardig ambt, eenen veel vermoogenden invloed in onze meeste huisgezinnen, hunne vermaaningen , met opzicht tot het geen onzen Schryver in dit Hoofddeel , en in verfcheide andere met zoo' veel recht heeft aangemerkt, zouden in veeier gemoederen ligtelyk ingang vinden , en ten nutte des Vaderlands heilzaame indrukken na zich laaten. Waardige Mannen! oordeelt het niet beneden de pligten Van uwe voortreflyke bediening ,' ook tot het tydlyk welzyn van uwe Nataurgenooten het uwe toe te brengen; zyn niet die pligten, ter welker betrachting gy uwe Meedeburgers met de overtuigendile drangredenen moét aanlpiooren, ayn niet deeze pligten op eene zuivere Zedekunde gegrondvest, en volvoert gy dus, «ïoor den welvaard van uw Vaderland , den aanwas en gezondheid van deszelfs Inwooners te bevorderen, niet tevens een voornaam gedeelte van, uw gewigtig ambt, het bevorderen van Deugd en Godvrucht 1 '•" ■ V E R T A A L I R. ACHT-  Staatsregeling. ^ot DERDE AFDEELING. EERSTE HOOFDDEEL. Van de Zwangerheid in hit algemeen, deszelfs voorrechten, en p e noodzaakelyke voorzorgen ter beveiliging der zwangere Moeder en haare vrugt. H et Vrouwelyk Geflacht verdient voorzeker met Wezt*** achting gehandeld te worden , wanneer zy zich in eenen ^d'^tinn toeftand bevinden , waar door het menschlyk geflacht zrwta^UVll in ftand gehouden, de wdvaard der Gemeenebesten bevorderd , en de gcflachten vereeuwigd worden: eene goede Regeering moet derhalven voor deeze zoo nuttige , zoo noodzaak.-lyke klasfe van menfchen zorgvuldig waaken, en haar by haare rechten en vryheden behouden: zy pooge met allen yver alles, het welk op eenigerlei wyze aan de voortplanting onzes geflachts hinderlyk kan zyn , uit den weg te ruimen, en dus ook met eene vaderlyke zorgvuldigheid alle gevaaren , welke moeder of kind dreigen, trachten af te wenden, op dat elke zwangere vrouw het eindperk van haaren' gezegenden ftaat blymoedig en ongeftoord ten ein& brenge. Cc 4  '4oas Geneeskundigs Van de . •§. I I. Zwangerheid. Alle tefchaafiïe Volken hebben gcmeent in deezen mfne Staat iets zoo achtenswaardigs te vinden , dat zy dèzelv7or'fJee- vü mct zekere voorrechten begiftigd hebben , echter zen fttat. zyfj c}e nicesten deezer voorrechten reeds van dc oud- ' fte Wetgeevers afkomftig, en het is 'er verre van daan, dat men dezelve in laater tyden vermeerderd zoude hebben , de meeste derzelver zyn byna overal van tyd tot tyd in vergetelheid geraakt, zoo dat deeze achtenswaardige Staat thans by dc meeste Volken zonder eenig ondericheidend voorrecht onder de meenigte vermengd is. Vryheid De Atheners droegen haare Burgeresfen , die zich in 'rechtTndr'r eenen gezegenden ftaat bevonden , zoo groot eene zwangere acritjnP- coe , dat een moordenaar, die in zyne vlugt eene Zwangere Vrouw bereiken kon, onder haare befcherming veilig was O) : de Perfifche Koningen befchonken elk derzelver met eene dubbele goude munt O): de Jooden, welke, gtlyk bekend is, hunne wetten zoo geftrengolylt in acht hielden, ftonden hunne zwangere vrouwen , wanneer zy hanre lusten niet konden overmeesteren, toe zich met Zwynen vleesch te verzadigen ( c ). Wanneer elk een te Rome , by de aannadering van een Magiftraatsperfoon, genoodzaakt was op het onftuimig gefchreeuw der bondeldragers ruim baan te .maaken, zoo was het nog eene gehuuwde vrouw, be- ne- (a) Guev. nor. pr. lib. II. e. 16". (b) L. c. en Th. Barthqlinus depuerperio veterump. 2o. (_c) Maimonides de cibk yetitit e. XIV. ƒ.242.  Staatsregeling. 403- nevens haaren , nevens haar zittenden Echtgenoot, Zv^N DE geöoorloofd, voorby te ryden, op dat haar door eenig gerheid. niterlyk geweld geen leed geichiede Caj; dc Aegyptenaars bragter) geene zwangere vrouw ter dood, voor dat zy verlost was Qb~): de Rfiad van Atheene beval, dat men dc doodfrielfe eener vergifmengftcr uit zoude ftellen, tot na haare verlosfing , op dat niet haare onfchuldige vrugt tevens met de moeder geftraft wierde (c); deeze biNyke wet was ook by de Romeinen in gebruik, zy verboden zelf over eene zwangere vrouw een gerechtlyk onderzoek te houden (cl); de Jooden alleen waaren zoo wreed, van in dit geval anders te handelen , indien het waar is, het geen de Thalmud zegt: ,, wanneer eene dood fcbuldtge'vrouw ter ftraf„ fe gevoerd word, wachte men niet, zoo zy zwanger ,, is, tot zy gebaard heeft, zy zullen beide fterven , ,, alhoewel het een eigendom des mans is; wanneer ,, echter een kind in de geboorte ftaat, word het „ niet "meer a's een deel van des moeders lighaam, maar ,, als een lighaam op zich zeiven aangezien; zit zo„ danig eene reeds op den kraamftoel, als dan wachte „ men zoo lang (e). Volgens de Romeinfche wetten mogt' men geene zwangere vrouw , Zcir'niet by wyze van bedreiging , op den pynbank leggen, wanneer'haare zwangerheid door FeSTUS de Verborum pgnificatione lib, XII. (J)Diodoros Sicui.os lib. I. Plutarchus de tarda Hei vindi&a Clemens Al.ex. lib. II. Stromat. Qc~) Aelianus var. biflor. lib. V. e 18. ( d) L. 3. D. de poen. vid- bris-sonius /. c. lib. II. e. £o. (e) Mifcbnab V. V. KadafMn V. jtmfcb 2. o, 4. uitgaave tjsi 'VTJC .W^(& ,1 A$A .iVwmTk b» atttftnY. f - ! Cc 5  404 Geneeskundige -van- de door het onderzoek van Geneeskundigen bevestigd scheld *s c a ) '•> en de beijisfing der Vroedvröuwen en Artfen , is zelf in dit geval tot op de helft der zwangerheid zeer onzeker; men ga derhalven met alle omzichtigheid te werke, op dat men, gelyk weleer te Parys gefchiede, de zwangere vrouw niet tevens met haare vrugt om het leeveH brenge Bartholinus verhaald meede van eene vrouw, welke men, na dat « zy gehangen was, van tweelingen zwanger bevond, en in dit geval kan het de Overigheid tot geene verontfchuldiging dienen, dat derzelver verantwoording niet voor rekening van den Rechter, maar der Vroedvrouw komt, gelyk Leyser zegt (c); zy doch is verpligt elke zwangere tegen wie het ook zyn mooge te befchermen , en mag derhalven eene doodfchuldige, die zich zegt zwanger te zyn, geen uitftel van rechtspleeging weigeren , uit hoofde van het eenftemming getuigenis der Vroedvrouwen , die haar voor onbevrugt verklaaren. Gy , die over uwen meedemensch het doodvonnis moet uitfpreeken! acht doch het bericht van zodanige getuigen om 's Hemels wil niet onfeilbaar, en hecht meer geloof aan de uitfpraak onzer ervarendfle Artfen en Vroedkundige, die als uit éénen mond verklaaren , dat eene vrouw zich zwanger kan bevinden, zonder dat zich in de eerfte maanden hier Van kenbaare teekenen openbaaren, —< de grootfte zwarigheid, die hier tegen ingebragt kan worden, en dit is ook de tegenwerping van Leyser, is, dat op X'a0 L. pregnante: 3. ff. pan. Paul. recept. Sent. S. U c. 12. f.V. (hy Paul Amman, IrenicoNuma Pomp.il. cum Hippocrate p, les.. (•- "3 Meditat, ad PandeS. VoU l, Spet, XIV. $. 11. p. 143*  Staatsregeling. 405 op deeze wyze eene misdaadige met den Rechter den Van de fpot kan dryven , en de ïlratbeffening doen uitliet- gÈrhsiv len -—f maar, dit toegeitaan zynde , is het niet beter zich door eene ongelukkige 'een paar maanden te laaten om den tuin leiden, dan eene onerkende zwangere vrouw ter dood te doen brengen, is zoo geweetenloos, dat hy het bloed des ong..,. tje op zich zal nemen ( a ) ? Wanneer eene misdaadigc zich in de gevang! m iaat bezwangeren, een geval, het welk in Ei-g.; u-.ü niet zeldzaam is, dan zelf is het billyk haar het voorrecht aan haaren ftaat verknogt niet te weigeren, tot a-.i het einde haarer Zwangerheid : Qbj de Geesfeling word aan geene zwangere vrouw iu het werk gefield, wanneer zy over de helft gevorderd is , uit vree ze voor eene te vroege verlosfing (c) indien zy nog niet over de helft is , word deeze ftrafifi op fommige plaatfen, hoewel minder geftreng aan haar volvoerd ( d ); eene vrouw, die op het punet haarer verlosfing is, mag niet uit den lande gebannen worden, voordat zy gebaard heeft, op dat haar den arbeid «iet op den weg -overvallc (f), en echter word eene in onecht bezwangerd vrouwsperfoon iu fommige landen op eene alleronmedogendftc wyze van het eene Dorp naa r het ander voort- fa) B ALI>. ftrtune 2V. *".  'xoö Geneeskundige Zw^an13* voortgejaagd; eene bevrugte vrouw kort op dé tyd s£rh£id- haarer verlosfing zynde word nimmer tot het geeven van getuignis of afleggen van eenen eed voor het- Gerecht geroepen , maar indien dit onvennydlyk is, word een gernagtigde aan haar huis gezonden om haar den eed af te neemen , dit heeft in fommige landen plaats, hoe wel het in andere, benevens verfcheide der zwangere vrouwen door de Romeinfche Wetten toegeftaane Vryheden, in onbruik geraakt is (a) Zelf ou- Volgens een Koninglyk bevel van den 30. Octeber 'Jwangere en 2.8. Maart 1637. ftaat het geen Fiscaal of •vrouwen Rechter vry een onsrehuuwd vrouwsperfoon , het wel- gemeten 1 1 fommige ke zich heeft aangegeeven zwanger te zyn , door rechUn.r'Ch' ter'yk onderzoek te dwingen , dat zy of haare Ouders de Vader van haar kind openbaaren , indien zy volhard dezelve te willen geheim houden. In Duitschland mag in oorlogstyden geene zwangere vrouw beroofd , of geweld aangedaan worden; in den Artikelbrief van Keizer Maximiliaan II. vind men: j, Zwangere Vrouwen moeten de Krygsknechten be„ fchermen, en op geenerlei wyze beledigen; " het Krygsrecht der Vereenigde Nederlanden zegt: „ by ,, aldien iemand eene zwangere vrouw flaan , ftooten „ of dreigen mogt, hy zal zonder geld of paspoort afgedankt, en naar bevinding van zaaken arbitra„ lyk geftraft worden. " Die in de Oosterfche Landen , zegt Ballexserd, „eene zwangere \i vrouw beledigde, wierd als een ondier aangezien , „ het welk men verdelgen moest, en die haar niet de „ te- CO drg. I. 2. 5. 4. ff. /, a4 perfonas ij. ff. til Jurejur. Mul- ier /. C. T. 10.  Staatsregeling 407 „ tederhartigfte believingen bewees , wierd fchuldig van du „ gereekend aan het fchenden van een godsdienftig gebruik , 't welk zy met de uiterfte zorgvuldig- heid deeden onderhouden ( a). f De Wet, van zich met geene zwangere vrouw te Van de vermengen , was eertyds by de aanzienlykfte Natiën ^Znde' des Aardbodems in kragt, en word nog by fommige dgerbz^n" volken in acht genomen, en dit is wel een der voornaamfte oorzaaken der veelwyvcry ; in geheel Nigriticn, is de byflaap met eene zwangere vrouw een aflchuuwlyke daad: in het Koningryk Benin op de Slaaven-kust, by de volken , die tusfchen Siërra LeoBa en de Rivier Sestro , en die aan de Gambra woonen, is het niet Hechts eene gruwel zich met eene zwangere vrouw te vermengen , maar zelf haar met een wellustig oogmerk aanj te raaken (Z>) : Montagne zegt te recht, dat de byllaap met eene zwangere vrouw, na de Platonii'ohe wyze, een foort van menfchen moord is , en by de Oosterfche Volken en veele andere, als eene gruwelyke misdaad befchouwd wierd (c); de Secle der Esfeen onder de Jooden had hier van de grootfte afkeer (V); de H. Hieronimus zegt ook , „ die geenen , welke „ voorgeeven, dat zy tot nut van 't algemeen, en „ van hef menschlyk geflacht zich in den echt be■ „ geeven, en kinderen teelen , moeten ten minften „ het (_a~) Beantwoording der vra*ge wegens de voornaamfte oorzaaken Van bet overlyden van zoo veele Kinderen p. 20. (b) Algem. Hip. der Reizen. Differt. fur la Relig. des Aft'ttains p. 3. ' Ce ) Effais Liv. i. Cb. 19.'p. 129. id) Fl.wius Jos|pjtvs dt bello Judaica Hitll. e. 7,  tpci Geneeskundigs !Van dk ->•> net voorbeeld der onvernuftige dieren volgen , en Zwan- wanneer hunne vrouwen zwanger zyn, de vrugt „ niet wederom vernietigen, maar zy moeten zien „ met opzicht tot hunne vrouwen, veel meer als „ Echtgenooten, dan als minnaars gedragen («)• *' De Kerkelyke Rechtsgeleerden verbieden eenftemmig den byflaap met zwangere vrouwen , wanneer eene te vroegtydige verlosfing of miskraam hier van te vreezen is (li), gelyk by de zodanige, die tot dit toeval gefchikt zyn, zeer gemaklyk plaats kan hebben; Zachias beweerd, dat eene zwangere vrouw met het hoogfte recht allen echtelyken omgang aan haar man kan weigeren (c); Klinkoscii ftaaft'zyne redekaveling wegens het nadeel der omhelzing in dit tydgewricht door het voorbeeld van eene gezonde vrouw, die reeds vyfmaal te vroeg verlost was, doch eindelykop zyn aanraaden zich geduurende haare zwangerheid van den byflaap onthoudende, was zy eene blyde moeder van drie welgefchaapen en voldragen kinderen geworden; en het is zeer gemaklyk te begtypen , dat eene zwangere baarmoeder , door deeze drukking zéér kan benadeelt worden; het teder faamenweeffel der pas gevormde vrugt word ligtelyk wederom vernietigd, of ten minfte grootelyk befchadigd; door de toevloed der vochten worden de vaaten der baarmoeder meer en, meer uitgezet, en hier door oorzaak tot derzelver verftopping en ontfteeking gegee- ven , O) Lib.l. Contr. Jmir.iax. C. V. XXXII. Qu. 4 OaiGINEi homil. $. fuper Genef. 19. j. j. Beck Vijf. de conjng. debit. preepat. §. 18. O) Paul Zachias Q. M. Leg, lib, VU, t, 3. Qa.3. JV. 1* CO L< & 20.  staatsregeling. aö£ ven, of voor den aandrang des bloeds wykende, ont- van ftaan 'er gevaarlyke bloedftortingen uit de vaaten der ZwAN" baarmoeder. gerheid, Een voornaam- man verloor beide zyne eerfte Echtgenooten door dien by op raad der vroedvrouw, zoo zy dacht ter bevordering der verlosfing, haar op het einde haarer zwangerheid omhelsde; eene zeer gezonde nog zwangere vrouw begon kort na haares mans omhelzing over zeer heevige pyncn en zwelling in den buik te klaagen, weldra volgde hier op koorts en eene bloedftorting uit de baarmoeder, zy verloste van een dood kind van 8' maanden , en overleed op den derden dag na haare verlosfing ; by de opening van haar lyk wiferd men duidlyke blyken eener ontfteeking in de baarmoeder gewaar (aj. Het is derhalven uit aanmerking van het hier voorgezegde de pligt eenes menschlievenden Geestlyken, daar dit doch niet zoo zeer onder de zorge der Overheid valt, de jonge Echtgenooten dit gevaar voor oogen te ftellen , en hen de intooming hunner vleesfchelyke lusten geduurende de zwangerheid aan te bevee- ' len O) (*). De O) Offert. Mei. SsleS. Pragenfes „ól. i. jy. XV. de Hydra», pbalo Fcetus rariori ej-nque caufa p. 257. (£) Van dit gevaar is niet alle bijllaap met zwangere vrouwen verzeid, gelijk uit de ondervinding duidlijk blijkt, men Waarfchuwe echter de jonggehuuwden , de paaien der voorzichtigheid en matigheid niet te overtreeden , en vooral op het laast der zwangerheid hunne driften in te toornen. (*) De Reden, zegt Justi (dart der Wetten 8. ffoofdJJ. 3- 4fd. 5. 207.) moet de begeerte tot de voortteeling bellieren; let is das eene onwederfp-eeklyke eigenfchap met den aart van een verftandig weezen oYereen^oraende, dat de man de \Tronw  r4io Geneeskundige ' Van de De Zwangere vrouwen zyn aan de geftrenge regc-f len der vasten , m de Roomfche Kerk op fommige dagen ingevoerd, niet verbonden, en zoo Jang deeze Verdere , b n , ] • , ■ voorree- haaren toeitand duurt gemeten zy even zodanige vryz'wange- heden als der zieken toegeftaan worden. re vrou- Eene Zwangere Vrouwe kan zittend haar gebed •diets, doen, wanneer de andere leden der vergadering verpligt zyn zich op hunne knies te werpen; men is gewoon niet ligt aan eene Zwangere Vrouw eene fpyze te weigeren, waarop zy byzonder gezet fchynt, eene gedieniligheid , die haare gezondheid dikwyls benadeelt; op veele plaatfen in Duitschland zal een Hovenier , zoo by maar kan , de gelegenheid zotken, om de eerfte vrugten van een nieuw geplanten boom eene bevrugte vrouw aan te bieden, dewyl hy gelooft, dat hy hier door de vrugtbaarheid van den boom bevorderde $-• IIL vrouw niet meer beflaapt, zo dra hij van haar zwanger zyn verzekerd is ; het oogmerk deezer dierlyke bedryven is doch Voor een verftandig weezen de voortplanting van zyn geflacht , en niet de Itilling van zyn begeerten, de misdaad van Onan , en het vermengen met eene zwangere vrouw zyn' in den grond , en ten aanzien van de zeedelykheid der zaak eenerlei , de natuur heeft de wyfjens van byna alle dieren eenen afkeet voor de vermenging, ingeplant, zoo fpoedig zy ontfangen hebben, indien deeze onthouding geduurende de zwangerheid niet met de natuur der menfchen overeenkomt, zoo zoude het volgen, dat, daar de mensch niet tot de fchepfelen behoort, die alleen op zekere vast bepaalde tyden deeze drift ontwaar worden, de veelwyvery in de rechten der Ns^ tuur gegrond was. V S R T A A L E R,  S t X a t S u Ë d Ë l i n e. 4» i $. I I L Van t>i ZWAN- „ gekheid, Zoo veele én aanzieniyke Voorrechten zyn aan den' zwangercn ftaat verknocht., zoo heilzaam zyn de voor- fe"*w™n. fchriften haar, tot haarer en haares vrugts welzyn, voor- g^evroügefchreven, en de juifte grenzèn, binnen welke men haare vryheden op fommige plaatfen beperkt heeft; het is doch maar al te waar, het geen weleer de Frankfortfche Geneesheer J. S. Car l zeide , „ wanneer „ wy flechts het menfchtlyk leven zelf in de baar„ moeder befchouwen, zoo bevinden wy, dat het,, zelve, voornamentlyk by aanzienlyken, wyzen en „ ryken, die doch doorgaans naar kinderen verlangen, „ even Zoo veel aan moedwillige moord is bl'ood ge,, field, a's by de openbaare ligte kooijeh («).'" De Carthagimenfers verboden de nieuwgehuuwden' het gebruik des wyns, op dat het ongeboorne door hier uit onftaane gebreken niet befmet wierde (£)• 1 Men vergunne haar nimmer den toegang tot fchrik' verwekkende en affchuuwlyke voorwerpen : het is in fommige gedeelten van Lotharingen onder het ge-' nteene volk in gebruik, dat zy eene zwangere vrouw, v die van een of ander fchrikbaarend voorval ooggetuige' is, uit loutere vricndfchap een flag in het aangezicht geeven, om hier door de voorafgegaane indrukken te ver- fa) Medicina au'ica p. 314. Zie meede S levogtius Differt. de crimine abortus: Jent» 17c5. OviD'lus, zégt reeds ten zynen' .tyde Eleg. de Nuce Nunc uterum vitiat, quce vult formofa vidcri Raraque in > boe s rer zwangerheid overtuigd is; dat dit voorrecht, fchoon niets wezendiyks in zich behelzende , echter voor deeze vrouwen iets ftreelends heeft, zal niemand, die het menfchelyk hart kent, in twyffel trekken, §. V I I. j Het kerk gaan moest eene zwangere vrouw in den S$e lam zomer niet na de vier laatfte weeken haarer zwanger- faar""het heid toegeftaan worden; in de winter zyn de reede- *er kerie ' J gaan tor¬ nen, waarom men haar zelf in de twee laatfte maan- laaten zal, den haarer dragt de openbaare Godsdienst oeffening moest ontzeggen , nog veel dringender, men bedenke flechts, hoe wankelbaar en onzeker de gang eener be.vrugte vrouw is, welke vreeslyke ongemakken voor haar en haar kind de gevolgen kunnen zyn, indien zy door de gladheid der wegen en Iftraaten ter neder ■vallej en zelf zonder zoo een ongeluk, van welke, eene fchadelyke uitwerking kan eene nypende winterkoude op de uit - en zelf inwendige deelen der voortteeling zyn. .. . ,. , j . In de kerken moet elk een verpligt zyn voor eene Men kan zwangere vrouw terftond eene plaats te ruimen, ten \a*kr™de waare men, en dit zoude groote nuttigheid hebben, eene afgevoor de zwangere vrouwen van elke rang eene afge- ^«Z**' zonderde plaats in de zelve verordende, alwaar zy, gewen, zonder gevaar te loopen van gedrongen, geftooten, of beledigd te worden , in rust de Godsdienst kort* den by woonenP D da §. VUL  414 Geneeskundige v\n m j. V 111. ZWANCERHEID' in nood Elk een moet verpligt zyn voor eene bevrugte vrouw Te»''baar u^ ^en vve£ te gaan5 of haar, zoo zy van eenig toe- trbuip- vil overvallen word, zyne hulp en geleide aanbieden. saam zyn. moet zwaI)gere vr0UW;i zerf eene onechte, wanneer zy op weg door den arbeid, hetbreeken der watervliezf-n„ en hevige weeën overvallen word, Zoo dat zy zonder gevaar haaren weg niet kan vervorderen , vryftaan, by den naaften den besten burger in huis te gaan , en deeze moet gehouden zyn , haar naar al zyn vermogen bulpe te bieden; vind de hier by geroepen vroedvrouw, dat men haar zonder gevaar niet verder kan vervoeren, zoo moet hier van aan de Regeering kennis gegeeven worden , en deeze moet zorgen, dat den behoeftigen burger op alle wyze onderfteund, en zoo veel moogelyk ichadeloos gefield worde, en het der kraamvrouw aan niets nodigs ontbreeke. Bevind echter de vroedvrouw, dat het nog tyd is de vrouw te vervoeren , zoo moet elk der byftanders het zyne toebrengen , om dezelve op de gemaklykfte ■ wyze tot haarent over te brengen. §• IX. Men moet Men ftraffe' hem , die moedwillig eene zwangere fe*'™ vrouw door fchieten, het aanhitfen van honden, of fekrikaan- 0p Welken wyze bet ook zyn mooge, eene fchrik aanjaagd , op het allergeftrengst, hy zy daar en boven voor de kwaade gevolgen deezer ontfteltenis , verantwoordlyk; — integendeel, vermyde men zao het pioogelyk is het fchieten by haare wooningen, men ber  Staatsregeling. 415 beveele hen , die van wegen hun handwerk of bc- Van di roep verpligt zyn groote honden te houden, dat zy q^heio. dezelve vast leggen, en nimmer langs de ftraaten en wegen loopen laaten. $. X. Niemand veriioute zich eene zwangere vrouw door Jflhn]%£ vertellingen en onverwachte berichten van ongelukken , met daar 1 • 1 onnodige voorat met met verhaalen van ongelukkige verlos- venei/ets. fingen , en overleeden kraamvrouwen te ontftellen ; vroedvrouwen en bakers moeten vooral ernftig gewaarfchuwd worden , dat zy haare zwangere en kraamvrouwen, om zich by dezelve des te grooter aanzien te geeven, niet voorzwetfen van haare heldendaaden, die zy by deeze en geene moeilyke verlosfing door het kind te keeren, en anderfmts hebben uitgevoerd; ik weet verfcheide voorbeelden van zwangere vrouwen, die, met diergelyke verhaalen geduurende haare zwangerheid onderhouden zynde , wanneer zy in {[arbeid waaren , en de verlosfing niet in allen deelen voorfpoedig afliep, de grootfte angst uitftonden, en hier door haare heldhaftige en grootfpreekende Vroedvrouwen in de grootfte verlegenheid bragten. 5. XI. Integendeel trachte men zoo veelmoogelykter weg- Menmiet neeming van alle vrees, by alle gelegenheden het ge- oZl^vVrvaar, het welk de verlosfing vergezeld, zoo veel losfingzo, ' veel moe- moogelyk te verkleinen , en daar het overlyden van gefyt vereene vrouw onder de verlosfing eene ganfche gemeen- ik'neu' te fchrik aanjaagd, pooge men door gegronde redenDd 3 ka-  4i6 Geneeskundig» Van Bk kavelingen dit voor te koomen, of tegen te gaan , obphod. nien ftelie'de vrouwen voor , dat, daar elke klasfe van menfchen het fterven onderworpen is , men geene uitzondering ten voordeele der zwangere vrouwen in deezen algemecnen regel verwachten kan: dat echter ingevolge der beste waarneemingen, de vrouwen geduurende haare zwangerheid minder fterven', dan in een ander tydftip haares leevens (a), en men volgens geloofwaardige betichten ' heeft uitgereekend , dat over het algemeen van alle baarende vrouwen , Hechts de zestigfte, zeventigfte (£) of zelf, gelyk by voorbeeld in Zweeden, de twee of drie en tachtigfte (c) den onvermydelyken tol der natuur betaald, en hier onder zyn nog1 begreepen , die vrouwen, welke in het kraambedde fterven, daar anders in Ween en , van de 400. vrouwen , Hechts een by de verlosfing het leven 'infehiet (V). :' Maar voorzeker is het beste middel om deeze vrees met grond te verbannen , dat men elk kersfpel vah een genoegfaam getal bekwaame vroedvrouwen voorziet, waar aan de zwangere vrouw zich met eeri ge■ rust hart kan toevertrouwen. S- xii. Nadeel j^et is in Duitschland in fommmige kleine Steden van bet „ ' 7° Uoiienge- het gebruik, dat men terftond na het overlyden met lZer!yden een'hier toe gefchikte klok, de doodklok genoemd *eni 27-  STAATlRÉSEIIN'è. 42$ voorflellen, dan de toevallen deezer ellendige opleve- van d* ren: zelfs zy 4 die voor bezwymingen bloot liggen, f^^j, moesten verpligt zyn , of geheel en al uit de openbaare Godsdienst -oeffeningen te blyven , of achter de overige toehoorers zich eene plaats uit te kiezen, alwaar hunne \ toevallen aan niemand kunnen hinderlyk zyn, dus wierd ook in de eerfte Christen kerken door de Bisfchop^ pen en Conciliën geboden, dat de Demoniaci niet anders dan in den tyd, dat zy vry van hunne aanvallen waaren „ zich tot den Doop of het Avondmaal niogten aanbieden, dat zy niet in gemeenfehap met het verzamelde volk, maar van hetzelve afgezonderd, moesten bidden (« ). i x v 1. Het ten toon ftellen derlyken, voornaamentlyk in Hitun de kerken, moest .in die Landen, alwaar deeze nut- TertytZ looZe plegtigheid nog in gebruik is, van weegen de nadeelige uitwerking, welke hier van op aandoenlyke zwangere vrouwen te vreezen zyn , afgefchaft worden; even gelyk in het Oostenrykfche by eene Ordonnantie van den 4den February 1756. gefchied is. Desgelyks moeten vrouwen , die zich in deezen toeftand bevinden, van openbaare lyfïlraiFen, zwaare Heelkundige operatien, en diergelyke tooneelen verwyderd worden (_b). S- xvii. Eene' byzondere aandacht verdienen zwangere Vrou- Nadeel, „,„„ bet welk Wen5 daar bard ————————— ■ ryden aan O) Free Inquiry in te tbc miraculeus Powers, by CoNQERS IWlDDLETON Mifcellan: works vol I p 21s. É»Ba0MEr. fandamenta Peliti* Mfdieet,  424 .Geneeskundige ! van de wen, met opzicht tot haare rust en lighaamsbeweeging, Zwan- weJkers onmatigheid aan moeder en kind ten hoogften ER HEID, 0 , nadeelig zyn kan: Ryke, aanzieniyke vrouwen veroor™ZZn. zaaken dikwerf zich zelf miskraamen door het vermaak, kan toege- ^tt vveik zv heDben in zelf op een ongelyke grond bragtvjor- J „■'■„'. ■ „ dtn. hard te ryden, zy ftellen 'er eene eer in elk een voorby te rennen, het te paard ryden, waarin veele zoo groot een vermaak fcheppen, dat zy zich tot ver in haare zwangerheid hier in toegeeven, moet voorzeker door het fchokken van het onderlyf tot misdragten aanleiding geeven, eene zwangere vrouw worde dus in het rytuig niet dan langfaam en gemaklyk voortgevoerd, nimmer beftyge zy in deeze toeftand het rypaard. §. XVIII. Zwan- 1° den boerenftand, en by de arbeidslieden verpligt gere vrom- 0nverfchillige man zyne zwangere huisvrouw dik- wen moe- j ten van werf tot den moeilykften arbeid, by doet haar met den Irbel"" hoogzwangeren buik op glibberige wegen, in eene felvetfeheond \s winterkoude, zwaare lasten torfchen of voorttrek- worden. „ . 1 • j 1 ken, of in eene gebukte houding eenen arbeid verrichten, die haare kragten te bovengaat; 'hoe zeer dit in haare omftandigheid van hoogstnadeelige gevolgen zyn kan,' valt elk een in het oog; en het zoude derhalven allernuttigst zyn, indien men dit misbruilc van der mannen magt kon tegengaan, en geene vrouw in de twee laatfte maanden haarer zwangerheid, door de kwaadaartigheid, gierigheid of luiheid van haaren man, tot|diergelyken zwaaren arbeid, vooral niet tot het dorfchen, een werk, het welk ten platten Lande door vrouwen , zelf hoogzwangere, veelmaalen verricht word, kon genoodzaakt worden; nood echter breekt  Staats*'* ©i zï n ff; ^ breekt hier Veelmaalen de wet, eer. arm daglooner, Van tt met een huisgezin van kleine kinderen bekaden, kan f,™' zonder de hulp zyner vrouw niet aan de kost koomen, zy is genoodzaakt tot op het uiterst haarer zwanger'heid zich den hardden arbeid te getrooften, zonder van haaren man eenige hulp te kunnen verwachten. In het gebied van Baden is eene merrie, in'de laatfte 6 weeken haarer dragt, en 6 weeken na het wer- ^sfMsn pen , vry van werken, en haar eigenaar is niet ge- ™"r™Te noodzaakt haar gedurende die tijd tot heerendienften ttlfL te gebruiken, en zou niet een arm landman, wan- IZZ" neer zyne vrouw haare verlosfing elk ogenblik te ge- z™"»ger- ■ :moed ziet, vry zyn om van zyne xvooning verwydérd, w/" • den ftaafTcheri hals onder het juk der heerendienften ite bukken. ^XKortom, elk Ingezeeten zy verantwoordelyk voor ffitT :de gevolgen eener onmatigen arbeid, zyne zwangere ■vrouw zonder noodzaak' opgelegd, en zy, wegens ihet verwaarloozen van deeze zoo blykbaare pligten .der menschlykheid, ten ftrengften ftrafbaar. Geen zwangere vrouw ftelie zich zelf zonder noodhaak in gevaar,-van door zwaaren arbeid, het draagen van zwaare lasten, vallen of andere ongelukken, ?zich zeiven en haar ongeboorne te benadeelen, desweigens zy zy en haaren Echtgenoot aan de waakzaame (Overheid verantwoording fchuldig. * §. xx. Geen zwangere vrouw worde tot openlyke danspar- üitfpan* tyen, masqueraden, fledevaarten enz.' toegelaaten; f^'n Zuc- zwans'>'»  456* GEKEE5KHSBI6Ï ivanbe Zuckert was van gevoelen, dat het haar echter gÈrheiq- geoorlofd moest zyn eene gematigde beweeging in eene gemaklijke, en niet al te lang aanhoudende dans wouwen, ° J ' ° . gevaartyk te neemen. ■ Zoo zy reeds verre in haare zwan- Ta'arler gerheid gevorderd is, zoo haare fterke drift tot het Uden zyn. ^ansfen het haar moeilyk maakt zich binnen de paaien der maatigheid te houden, zal het beter zyn, mijns bedunkens, zodanige gezelfchappen niet by te woonen.- \. XXL Eene geftadig zittende levenswyze is ten allen tyde w7n VmoT- nadeelig , voornamentlyk echter geduurende de zwante^se™e heid; alle dieren zyn geduurende haare dragt in bellevens- weeging, zoo lang den zwangeren buik het haar toe7én.e M' laat: ^ natuur heeft zelf aan de onvoldraagen vrugt eene beweeging meedegedeelt, die voor de eerfte helft der zwangerheid naauwlyks merkbaar, van maand tot maand fterker word, en ter ontwikkeling der deelen volftrekt nodig is; het zwakke hart der vrugt fchynt, zonder eene vrye beweeging der moederlyke vochten, het door de navelftreng aangevoerde bloed met geene genoegzaame kragt tot in de "einden der vaaten te kunnen voortdryven; de meefte kinderen van altoos zittende moeders fterven dus voor dat zy voldraagen zyn, het is niet zoo zeer eene wezendlyke ziekte, dan wel eene ongelyke en mager omloop der' vochten, die het ongeboorne wicht reeds in des moeders buik zyn graf doet vinden; en het is niet flechts de zittende levenswijze, die hier al het nadeel veroorzaakt; in befloten, al te warme, met veelerlye dam? pen en uitwaasfemingen vervulde vertrekken, brengen veeier onzer aanzieniyke vrouwen den middag, avond e»  'Staats regeling. 42,7 en nacht, zittende aan de fpeeltafel door; hier by komt Van m nog, dat de zwangere vrouw in deeze gezelfchappen f^wa»» 'niet verfchynen kan in eene kleeding, naar haaren toeftand gefchikt , het ellendige in den buik der zergeloozemoederbeflooten wichtje word dermaate ineen 'geperst,'dat alle beweegingen voor hetzelve onmoogelyk worden, en het üuren aan een in een en dezelfde houding moet doorbrengen,'en. is dit niet voor volwasfesen zelf 'eene Wezenlyke pyniging, kan hier door alleen een kind niet ziek, niet wanftaltig worden? De vochten, dus in hunne vrije beweeging verhinderd, hoopen zich natuurlyker, wyze op in die deelen, welke niet gekneld worden', cn veroorzaaken dus eene ongelyke voeding en groei in fommige gedeelten des lighaams O): even gelyk de gezondheid der moeders door deeze levenswyze van tyd tot tyd ondermyhr. word, zoo moet ook voorzeker het lighaamsgeftel der kinderen hierdoor een merklyk nadeel lyden s en hit is derhalven geenfints te verwonderen, dat onder de 'kinderen der aanzieniyke zoo veele gebrekkige fchepTeltjens gevonden worden, en dat het getal der ge.ftorven onder dezelve zoó aanmerklyk is, te meer, wanneer men hier by nagaat de nadeclige uitwerk- fels, (o) Alio bujusce modi modo mulilantur pucri, uti uleri lotus, tnquo mutüati fuerunt, angufius futrit, turn neceffe fit corpus, quod angufto loco moretur, illic mittilum fieri: Nen fecus ac atboret, quce' terra continentur, neque fatis amplum Jpatium balen! , fed, vel a lapide, vel'alia quapiam re,, detintntnr , cun•txoriuntur tortuofi? evüdunt, aut parte una crajfo , altera tiflues; Sic cer'e eirca puerum .contingit, fi pars quidam eorport, ' in utsro amgujliore loco, quam atstea tïntineatur,. HïPPOC*,»- .TEi dt Genitura Seit. llh E e  4&S GSSEÏSKÏÏMDISÏ Van öb fels, welke men van de by de fpeeltafel zoo dikwerf cejuuid. oncftelde driften te wachten heeft. Geen nuttiger wet zoude derhalven kunnen uitge» dagt worden, dan dat men de zwangere vrouwen ♦erbood langer dan één uur aan de fpeeltafel door te brengen, en het gezelfchap, zoo het vriendlyk voor» ftel van haaren moederlyken pligt de drift tot het fpel niet kon beteugelen, moest liever voor die tyd het fpel ftaaken, dan dulden, dat den avond en nacht in het bederven der gezondheid van moeder en kind wierd doorgebragt. §. XXI I. NUmavid In die landen, alwaar de ruwer klasfe van mannen ™1»gZ' zich van het hun toegelaaten recht bedienen, om hunvrow ue vrouwen met flagen te kastyden, moet dit echter, even gelyk in het Ooftenrykfche, geduurende de zwangerheid verboden zyn, hier meede word immers de onfchuldige vrugt dikwerf benadeeld, en de zwangere vrouw ftaat thans onder de onmiddelyke befcherming der Overheidde Goddelyke wetten zelf verklaaren zich hier omtrent ten duidlykfle : Exod. 23- alwaar de Wetgeev;r zegt: „ hy die eene „ zwangere vrouw flaat zoo dat haar de vrugt afgaat, „ doch geen doodlyk verderf en zy, zoo zal hy ze„ kerlyk geftraft worden, gelyk als hem der vrou„ wen man oplegd, ende hy zal het geeven door de „ Rechteren; maar indien daar een doodlyk verderf ,, zal zyn; zoo zult gy geeven ziele voor ziele." Zy moet ook voorzeker tegen alle beledigingen, ook van andere menfchen, beveiligd worden , het tergen, fchelden, dreigen, alles wat haar tot toorn verwek- ken  Staats REOEiiN®, 4-29 ken kan j ftelt haar en haare vrugt voor de jammer- ..Van d3 : lykfte gevolgen bloot. Zwan- In gevallen, wanneer een kwaadaartig, hardnekkig wyf, die het geduld van een Socrates zelf ten einde zoude helpen , ligtelyk oorzaak tot zoo eene kastyding zoude kunnen geeven , die der vrugt een blykbaar nadeel moet toebrengen, in deeze gevallen moet echter de man geftraft worden, naar maate van het nadeel aan moeder en kind te weeg gebragt,- §. XXIII. By lieden vaiï eene laage klasfe, met behoeftigheid Verten worftclende, volgt dikwerf de eene zwangerheid ter- ^wan^rè ftond op de andere eene gezonder levenswyze,' zeld- trouwen'-' zaamer echtelykc omhelzing en minder oorzaaken, die 1 de pasgevormde vrugt wederom kunnen vernietigen , i kunnen ons hier van de waarfchynlyke redenen ople' veren, en vermeerderen dus de gevallen 4 waarin de i kommerlykfte armoede de bevrugte vrouw niet Hechts • van alle de aangenaamheden, maar zelf van de drinigenfte noodwendigheden des levens berooft;- het is 'waar, zy heeft even als alle behoefcigen eene billyke ;aanfpraak op' de meederydende onderfteuning haarer ïmeedeburgeren, maar hoe fpaade komt dikwerf deeze iafgeperfte hulp, en de rampzalige moederydie , zwan» jger zynde, te fterker na de verkwiklyfehedeh des leeivens haakt, fmelt met haare vrugt wTeg door kommerlyke armoede. $. XXI V/ In Frankryk is reeds in den Jaare 1679. op den voorbeeld ü8. February, by eene Ordonnantie vastgefteld , dat E e 2 wan-  43° 'GENEESKUNDIGS Van de wanneer eene arme vrouwsperfoon, vooral eene arme oÈrheto. dienstmeid, zich als zwanger aangeeft, die geen, welke zy voor vader van haare vrugt verklaart, cf zoo zy twee noemt,- met dewelke zy verkeering gehad heeft, by voorraad en tot nadere opheldering toe, hy, op wien het gegrondst vermoeden valt, haar van de nodige leevensmiddelen moet verzorgen, en haar geduurende haar' kraambedde onderhouden, dewyl men van de verwaarloozing van zodanige eene rampzalige allerlei kwaade gevolgen te duchten heeft. En waarom heeft men in elk Gemeenebest geen wet , dat elke hoog zwangere, gehuuwde of ongehuuwde , zich in dringende armoede bevindende, het recht heeft om, zonder tot het meededoogen fhaaret meedcburgeren, welkers weigerend antwoord haar als een fcherpe dolk door de ziel dringt, toevlugt te neemen , zich tot haare Burgervaderen te vervoegen, en van dezelve een dubbel deel tot onderhoud te vorderen, zy is immers eene burgeres, zy kan noch door' beedelen, noch door arbeid de kost verdienen, en bevind zich in eene toeftand die ter opbouw der Maatfehappy van het grootfte nut is. §. XXV. Sleeding De wyze van kleeding der zwangere vrouwen is ferevnm- van ^et Srootlte belang met opzicht tot haar en haavien. rer kinderen welvaard, en verdiend derhalven de waakzaame zorg der Overheid. Het is bekend, dat men in veele landen de geftalte eener vrouw dan eerst voor fchoon, voor welgemaakt: houd, wanneer men haar middel gemaklyk omfpan-' nen kan. yrou- •  Staatsregeling. 431 Vit uwen , die gaarne voor aarzienlyk gehouden Van am w1 en zyn, neemen deeze mode nog getrouw in acht, etaHEio. dan zelf, wanneer zy hoog zwanger zyn, en ik kan Verklaaren meer dan eens met de grootfte ernst, als geen geringe nuttigheid van deeze gewoonte te hebben hooren bybrengen, dat door dezelve de onmaatige wasdom van het kind in de baarmoeder verhinderd , en dus de verlosfing gemaklyker gemaakt wierd; en dit is ook de reden, waarom de vrouwen der Japonneezen dit gebruik geduurende haare zwangerheid getrouw in acht neemen. (a) Wel befchouwd zynde is dit eene volftrekte dwaasheid, eene dier onvernuftige redenkavelingen , die den mensch, welke zich beroemd op het verftand een uitfluitend recht te hebben, alleen eigen zyn: Hoe! zoude de alweetende Formeerder niet gezorgt hebben, dat de grootte van een welgemaakt kind aan de wytte van der vrouwen bekken evenredig was, en tevens. in het lighaamsgeftel der vrouw die kragten gelegd hebben, om het hoofd des kinds , indien het nodig is, faamen tepersfen, en uit de holligheid des bekkens uit te dryven. Reeds omtrent de derde maand der zwangerheid be- Kadert gint zich het moederlyk lighaam in dikte en breedte lyven. uit te zetten, en dit neemt, gelyk bekend is, trapswyze toe, tot omtrent het einde haarer zwangerheid, het is dus overeenkomftig aan de wetten der natuur, dat zoo eene vrouw eene geftalte verkrygt, geheel tegenovergefteld aan die, welke de mode haar voor» .fchryft, en die door behulp der keurslyven ten fpyt S«»«ï ::: '■ rwr m-:« ow. . s ...C .-, .döf im . ■ • """ ",— ■ " " "■"" r- (a)}OH. Cg,AS»ST. Ja£oneJ!fche Kircbengefchichte ƒ XX. .- ■ E e 3  •432, Geneeskundige Van de der natuur verkregeu word, waar door de baarmoeder en onderbuik verhinderd worden zich verder uit ' te zetten ; haare vaaten worden gekneld, en elke persfing, zelf die des ademhaalens, drukt op de geknelde vrugt, en veroorzaakt eindelyk eene miskraam of te vroege geboorte; van dit middel bedienen zich meerr maaien zy die buiten den echt bezwangerd zyn, en maar al te dikwyls bereiken zy hier door haar nnsdaadig oogmerk. Voorst Is dit keurslyf nog daar en boven met een yzeren der Plan- pianchette voorzien, zoo zyn de nadeelen der drukiï'V' king van het bovenfte en onderfle gedeelte van dit harnas nog veel aanmerkelyker, en men heeft voorr beelden van mismaakte kinderen, welke zeer duidelyk : het merkteeken van het onderfte einde der pianchette i in het hoofd droegen O). De: (a) j. J- P lat NER tooncin Opufc. Tom. i. Dijf- 3- de Tbo-: faeibus 2. op het allerovertuigendst de nadeelen aan, welke voor moeder en vrugt van de keurslyven te wachten zyn; pit deeze zoo gewoone oorzaak leid hy de rniskraamen, wan-i flalligheden , zwak- en gebreklykheden der kinderen ten duide* iyktten af; daar doch doer deeze kleeding de vrye ademhaalinji merkélyk verhinderd word, kan het niet anders zyn, of dd fpys verteering moet meede gebrekkig gaan, «n de vrugt worr door raauwe niet behoorlyk bewerkte vophten gevoed . dat ren oorzaakt niet zelden een zwak en ongezond geftel geduurenr de hunne gantfche leevensloop, en geeft aanleiding tot deEni gelfche ziekteDe Zweedfche Lyfmedicns V, Sck houd het inrygen van de! zwangeren buik , eene gewoonte die in Stockholm zeer in zwanr is voor een der voornaamfte oorzaaken, waarom binnen dt voornoemde Hoofdftad ïn 9 Jaaren tyds meer kraamvrouwei geftorven zyn, daa ergens anders door het geheele ryk , Stbvii difibt's Magazyn ï B. ƒ. 423. 8.UISEL merkt aan dat de vrovi wei  Staatsregeling. De Hoepelrokken, Cu/s de Paris, Poches of zakken, Van rat drukken met hunne geheele zwaarte op de zyden van f^h^n, der vrouwen lighaam, ja zelfs het gewigt der rokken Hotpet_ alleen, welker aantal en zwaarte by den gemeenen man rokten en en onder den boerenftand al vry aanmerkelyk is, is " volkoomen in ftaat om de geregelde uitzetting der baarmoeder merkélyk te verhinderen, en dus voor moeder en vrugt ten hoogften nadeelig. Wat kan derhalven billyker zyn, dan dat deeze zoo Deeze nadeelige kleederdragt der zwangere vrouwen verboden {'w/^*' worde, en men die onbezonnene, welke in weerwil moes' der ' ' zwangere van verbod en waarfchuwing hardnekkig de zwange- vrouwen re buik in het verderflyk harnas wil inpersfen, eene „orden* aan haare roekeloosheid evenreedige ftraffe oplegt. Daar nu de meeste vrouwen reeds van haare jeugd Men ken af aan der maate aan het keurslyf gewend zyn, dat z°/er. haare, door deeze geftadige drukking, byna verlamde ™™ed,ett rug-fpieren, niet meer in ftaat zyn h&t lighaam regt neftaa». overeinde te houden, zoo moet men de zulke het gebruik eener, met eenige weinige baleinen voorziene, Corfette toeftaan, en daar en tegen op de ftrengfte ftraffen het gebruik van yzere of houte planchetten zwangere vrouwen volftrektelyk verbieden. Vrouwen van eene kleine geftalte, zoeken dit haar gebrek, door van hooger hielen voorziene fchoenen, te hooge bie. gemoet te koomen, Platner. heeft reeds met het de"}"hd0Z groot- rien der zwangere | vrouwen. wen in Aleppo zich geduurende haare zwangerheid in 't geheel niet rygen, cn dit ftelt hy een der voornaamfte oorzaazaaken te zyn dier gemaklyk? yerlosfingen , welke men in geheel Syrien waarneemt. Zückek.t diaet der Sihviangern VHd Kiaétfjiermntm 3 Ktg. \.x%. ƒ 3?.  434 G E N E E S K-U N D I GE- zWahM grootfte recht aangemeikt ,;dat door het gaan op zodassu&K nige fchoenen het lighaam voor o ver helt, en dat der- . halven de regte buikipieren, waaronder de zwangere. baarmoeder ligt, in eene geftadige fpanning gehouden., worden , • welke der vrugt nadeelig zyn kan; daaren- • boven veroorzaaken deeze fchoenen eene onzekere waankelende gang, en ftellen dus de zwangere vrouw, die zonder deeze ooizaak door de verandering in haar;, zwaarte-puncl ligtel)k het evenwigt verliest, voor eene allergevaarlykfte val bloot; ook deeze gewoonte, om zich grooter te willen vertoonen, moest voor zwangere vrouwen afgefchaft worden, en het haar niet ge-. Dorloofd zyn andere fchoenen tedragen, dan dezulken,; 'die noch moeder noch kind in leevensgevaar brengen. Ik zal by eene andere gelegenheid my over de gezonde en ongezonde kleederdragt verder uitlaaten , en aantoonen, dat het eene waakzaame Overheid iu alleij I deelen vry ftaat, ja dat zy verpligt is, de dwaaze tenfporig'ieden, voor al in der vrouwen klccding, ai (*) De geleerde Camper in zynè vManaHling over dn* ' besten feboen, te vinden/» bet tweede dp'el'Van bet Genees- Na- I tuur- en Huishoudkundig Kabinet „ .van T. Voeci:.v van ESoele* zegt pag.: 2SS. de hooge hak heeft by de vrouv/en no% ditongelukkig, gevolg, dat zy om reg? t-errftaan de leeden vet'- ' velen" doet ïnwaards buigen , 'derzeive'r 'vêreenïgi'ng ' met'"* het heilig been inwaards fchieten, en derhalven het bekken vernaauwen , 't welk teffens gelegenheid gecjt,jor..de moei- _ lyke verlosfingen en geklemde hoofden, die_ na meer dan te vooren, en in de lieden fcel' menigv^ldi^er/dan op 'hel'' platte land, voorvallen. Ook leid l;y Mer van af het veel-" vuldig breeken der kniefchyf, welk ongemak by vrouwen ye.sl' tatery dan by mannen, plaats heeft.'*' ,mM'""*' "»* 3 3*4 Vï» ta x i t k  STAATSREGELING.' 4$5'- te fcbalfen : De Athenienfers, Lacedemoniers en andere Van at volken hadden hunne Magiftraats-perfoonen, die hier f^H_TD. voor byzondcr waakten, en de minfte overtreeding der hkr op-gefielde wetten door ftraf tekeer gingen. . §. XXVI. Verhittende dranken , wyn en (gelyk in de noorde- Nadeel lyke landftreeken vooral in gebruik is) de brandewyn, ttgbelTVn dit alles veroorzaakt eene allernadeeligfte gisting in h^.^n het bloed, en bloedvloeijingen, waarmede de vrugt „«r doorgaans tevens ontlast word, eene aan den drank ^w/C ' overgegeeven vrouw baart zelden veele kinderen , en de meesten daarvan zyn zoo zwak, met zoo veele en zwaare gebreken beimet, dat zy doorgaans niet dan zeer knrt het lecvenslteht befchouwen («). Hierom verboden de Cartlraë'uacnfcrs de nieuwgebouwde vrouwen alle gebruik des wyns „ op dat de vrugt hier door. „ niet gibiekkut word'-- (&)." i Numa verbood de 1 i'/iiu' -.v Ij vri. :v::n ro het tlreng'st de wyn (c), A ulus Ct.LDus zegt, d*t zy, die over de leeveriswyac der Latynfebe en R jmeinfche vrouwen gelchre- -. . H ven behben , ccnllemmig haare onthouding van den wyn ■? rats, loCgcflacht naboen, en dat dit de oorzaak is, waarom - - . . •' _ __________— - (ynen,tn ^oor verhittende planten meestendeels aangezet, kunnen even zoo wel als de met fpeceryen toebereide bieren zodanig eene uitwerking veroorzaaken (c). Vm hei Het onmatig koffy drinken, vooral wanneer dezelve Vojfr'driv zeer ^:er's ê^rand 's» kan onder de waarfchynlyke Un. oorzaaken der hedendaagfehe veelvuldige miskraamen gefteld worden. Schudt- Daar der vrouwen grillige lusten zich fomwylen uitlyke lustta ftrekken tot zaaken, welke haar en haare vrugt nadeewin.™*' deelig zyn, moet geene ongepaste gedienftigheid haar hierin te wille zyn, haare naastbeftaanden zyn verpligt haar (_) Non. Altic. lib. X- t. 13. f 212. Mifctll. tip}. Hm. i. (é) Aeuanüs var. bi Hor. lib. XIII. e. VI. f/t) Zuck_k.t /. e. {. 34>  St aatsk.egei,ing. 437 haar op eene vriendelyke wyze hier van af te brengen, vaw u» en het zy niemand geoorloofd haar zodanige zaaken te zwv^ geeven of te verkoopen, die of uit haaren aart, of door haare meenigte, nadeelige uitwerkfels te weege konnen brengen. Men geeve derhalven het algemeen een eenvoudig en veiftaanbaar bericht van de nadeelige gev< >lgcn, welke deeze misbruiken na zich fleepen, en de Overheid zorge zoo veel moogelyk is, om alle buitenfpoorigheden der zwangere vrouwen tegen te gaan. S. xxvii. Het is in Duitschland van tyd tot tyd als eene mode Van he, ingefloopen, dat de meeste zwangere vrouwen, v< >oi dtrzwande ryke, in deezen toeftand zich dikwerf eene ad'; g^evreu- veen. doen openen, in zooverre zelf, dat men op fommige plaatfen geloofd allerlei onheil te duchten te hebben , zoo men zich niet elke week eenige fchoteltjes vol bloed liet aftappen, wanneer dit op voorfchrift van haaren Geneesheer gefchied, laate ik het terzyner verantwoording over, en beklaage flechts de meenigvuldige onheilen , welke door fommige geleerde Syfihemata veroorzaakt worden, terwyl men, door zoo een onbezonnen bedry f, de natuur van onvoorzigtigheid bclchuldigt, dat zy terftond met den aanvang der zwangerheid de ftondenvloed doet ophouden, om hier door de vrugt voedfel te bezorgen, en' door deeze volbloedigheid het rnenfchelyk ei in de hier door meer en meer verwarmde baarmoeder als het waare uit te broeden O). De £«) VAN SWISTSN T.iV. f. «94-5  438 Geneeskundige db De Ervarenis van beroemde Mannen heeft reeds voor bolheid. lang bevestigd ,■ dat de meeste" zwangere vrouwen, welke gedurende haare zwangerheid de llondenvloed behouden, zwakke bleeke kinderen ter waereld brengen, hoe veel te meer zullen dan zy, die in navolging eener fchadelyke gewoonte haare vrugt moedwillig van het voedend bloed berooven, uitgemergelde, ellendige fchepfels voortbrengen, die bet pas geopend oog wel dra voor het leevenslicht fluiten, en tot hun voorig niet teiug. keeren De in ontucht bezwangerde weet het zeer wel, (en hoe kan het de gehuuwde verbórgen zyn), dat het dikwerf herhaalde aderlaaten niet zelden de vrugt afdryft, eene vesting, door geeft' onverzaagde ftorm te verove' ren, word wel door. hongersnood tot overgaave gedwongen, eene verzwakking der moeder-lleept dus de dood der tedere vrugt na zich, de nadeelige gevolgen yjrn dit misbruik bepaalen zich zelf niet hier by, de.-, verzwakte moeder word buiten ftaat gtftekl in het vervolg voldragen kinderen ter waereld te brengen, en dan nog fchenkt zy de Maatfehappy niet dan zwakke uitgemergelde burgers, die dezelve meer tot last, dan tot nut zyn. Verbod Het moest dus geenen Barbier geoorloofd zyn, op Barbiers eigen goeddunken het aderlaaten eene zwangere vrouwe gerevroV- a m te n3-^tn■> or" °P naar e'Sen begeerte in het werk wen zon- te ftellen, en dus voor een gering loon, ten kostefcbrifTva'n der Maatfehappy, moeder en vrugt van de zoo nodige Arts" ten yoc^tt'a te berooven, maar het moest alle Barbiers, zy in tyd . Chj- van nood, ader te . laat: n. (a) d. g. t eb es rus obf. de larviore & repetita in gravidis V. S. infanttm imbesillittm taufa Ephem. Nat.. Cur. T. J., p. !%  Staa'tïhe guihg, 439 Chirui'gyns, Vroedmeesters en Vroedvrouwen verbo- Van. d_ den zyn, om, (tenzyin de hoogde noodzaaklykheid j^H-o» 'en waar het uitftel met gevaar verzeid is,) zonder het Voorfchrift van een geordend Geneesheer een aderlaating aan eene zwangere vrouw in het werk te ftellen : zij moesten ook daar en boven verpligt zyn, naauwkeurig aan te teekenen de dag en uur, wanneer, de de naam des Arts, op wiens aanraaden, zy aan een of andere vrouw, die hen toefcheen zwanger te zyn, eeu ader geopend hebben, welkers naam zy tevens -moesten aantcckenen. «. XXVIII. Tevens moest aan elk een, uitgenomen den Ge- Verbod , neesheeren, verboden zyn aan eenige zwangere ge toTdime» huuwd of ongehuuwd, onder welk voorwendfel het vanbraakook zy, eenige braak- of purgeermrddelen toe te die- geermidnen, en ten deezen opzichte boude men vooral het oog d^"ng°^* op de vroedvrouwen, die zich op haare kunde en er- vrouwen, varenheid in de ziekten der vrouwen veel laatende voorftaan, door zodanige ongepaste middelen meenig eene miskraam te veroorzaaken. De Apothekars moeten verpligt zyn het oorfpronglyk voorfchrift met den naam des Arts, voor wie het geleverd is, en op welke dag, zorgvuldig aan te teekenen , en te bevvaaren. i XXIX. Elk burger moet verpligt zyn, om terftond, zoo ferpugdra eene meer dan gewoone öngefteldheid zich l y Lmt ** zyne zwangere huisvrouw openbaart, de nodige 1 y- *™^/" ftand door ziek-  44^ OlNEISKUHDiet ▼an di ftand te zoeken, en moet voor de gevolgen, welke ZwAM" een verzuim van deezen aart na zich fleepen kan, ver- SERHiJD. , ,. antwoordlyk zyn: een Man die zyne vrouw de nodige iw*"w»r- hulp weigert, en dus meer genoegen in haar dood dan dendt, jn naar keven toont te fcheppen, verbeurd met het Vragen' grootfte recht al het geen,- hetwelk zyn vrouw hem in huuwlyk heeft aangebragt («), en is wegens het in gevaar ftellen van twee zyner onfchuldige medemenfchen ten hoogften ftrafbaar. Het gewoone voorwendfel „dat zy niet meenden, dat de ziekte hunner zwangere vrouw van eenig aanbelang was," kan tot geene verontfchuldiging dienen; Voor eerst, dewyl de gevaarlykfte ziektens in hunnen aanvang dikwerf niet dan op het uiterlyk aanzien geringe toevallen hebben: ten tweede, om dat het Zyn zaak niet is over de meer of minder gevaarlykheid der ziekte te oordeelen,- ten derde, dewyl alle kwaaien, die eene zwangere vrouw treffen, ( de gewoone ongemakken deezer toeftand uitgezonderd) zoo veel te meer oplettenheid verdienen , daar het leeven van twee perfoonen hier door in gevaar is, en dus eenen tydigen byftand vereisfehen, vooral in geval eener bloedftorting. S- xxx. Pan dt 1^ ner) refeds meermaalen aangemerkt, dat zoo wel %£oed" oudtyds als heden ten dage het afdryvan der onvoldra* dtgen ty- gen vrugt, zoo om het jeugdig fchoon en bevallige {laaps. te («) £. IOi fj. t.fffol- matrinr. I. §• " en li. ff. de ttdil. tdiSr, U 4. ff dt agnöfc & at end tiber. vil. J. J. MiiHLPFOB-T diff. Jurid- eirea mtrbum & euram egroiorim Argtnt. X671» C 81. {. z.  StaatsïegïItISs; jj^f te behouden, als (gelykwel by gehuuwden gefchied) tan b» om den Jast van het onderhoud veeier kinderen te ont- 2wAN" gaan, gepleegd wierd en nog word. Deeze verbor- 8KUJ£U* gen misdaaden kan eene waakzaame Overheid niet altoos voorkoomen , zy trachte echter door verbetering der zeden en gemaklyker middelen tot onderhoud , de oorzaaken van zoo eene gruweldaad uit den weg te ruimen; zelf komt het my voor in onze wetten eene fterke aanleiding tot het pleegen van zoo eene misdaad gevonden te hebben, ik bedoele die op veele plaatfen ingevoerde ftraffe des te vroegtydigen byflaaps, de voorbaarige liefde, die zich aan geene wetten onderwerpen wil, verdiend voorzeker door ftraf in toom gehouden te worden; op die plaatfen echter, alwaar deeze ftraffe met eene openlyke fchande verzeid word, kan het vooruitzicht deezer onteerende boete aanleiding geeven, om dezelve door het misdaadig afdryven der vrugt te ontgaan. De openlyke beftraffing in de kerk, welke op fommige plaatfen, als by voorbeeld in geheel Hesfen-land, in gebruik is, kan, om van de kwaade gevolgen, die het vooruitzicht derzelve op moeder en kind hebben kan, niet te fpreeken, dikwyls oorzaak zyn, dat de onvoorzichtige jonge dochter deeze haare openlyke onteering door het afdryven haarer vrugt poogt voor te koomen ( §eva^ §eene kerkelyke boete, of onteerehde beftraf3, fing, maar alleen eene verbeurte van geld plaats f9 hebben zoude " («) (*) Muller, poogde de Godgeleerden , die anders hier over dachten , in zyn gevoelen te brengen, door aan te raaden , dat men in deeze gevallen op het voorafgegaane gedrag des fchuldigen acht geeven moest, en, opdat deeze al te groote toegeevenheid geen ergernis geeve, naar bevind van zaaken den begaanen misftap aan de gemeente voordellen Dit is ook in de Kerkelyke Ordonnantie in het Hertogdom Weimar ingevoerd. Ik laate het aan de beflisfmg der Overheid over, of het nadeel, het welk door deeze vreeze voor fchande veroorzaakt word, op kan weegen tegen de verbetering der zeden, die hier door te weeg gebragt word; en of 'er niet een middel te vinden zoude zyn , het welk zonder zodanige fchadelyke gevolgen de ongebondenheid der verliefden kan intoomen. De Geestlykheid zoude buiten twyffel zeer veel hier tegen hebben in te brengen, het waare echter te wenfchen, dat zy, die het lot van zoo veele duizende hunner meedemenfchen in handen hebben, het juk der vooroordeelen affchudden, en, in navolging van den wyzen Fr.eder.ik, de door eene overdreeven heifa) In refponf. ad Senat. Hatlenf. ann. 1641» {*) Volgens het Echt Reglement voor de Steden en Derpen in de Generaliteit, gearrefteerd den 18. Maart i6ï6. art 48. vervallen die voor de trouw of ondertrouw als gehuuwden faamengewoor.t hebben, jonge dochters of weduwen , die te vooren .gedefloreerc of bezwangerd zyn , in een boete van ƒ 40 : o: o Vertaale*. (t) P. MUJ.ler dijt. de ptenit. EccleJ. Jen. 1678,  Staatsregeling. 443 heiligheid gekrenkte rechten der raenschheid in hun- van ik ne befcherming namen. IÈruud. i XXX; Daar nu alles, wat deswegens tot hier toe gemeld is, £föfj£ niet in acht genomen, daar de voorrechten der zwan- «»««»gerheid niet behoorlyk gehandhaaft, of voor de zoda- aanteekt- m'ge de noodige zorge kan gedragen worden, wan- JgJ^* neer het niet by tyds aan de Overheid word bekend van aih ' , r , vrouwen, gemaakt, welke van haare inwoonereslen t©t deeze aie over haare vaderlyke waakzaamheid gerechtigd zyn , zoo fa^{* geeve ik het elk een , die niet,, door Vooroordeelen mangifr verblind, eene zaak verwerpt alleen om dat dezelve v'0'rJeSr7 nieuw, en buiten gebruik is ,• in bedenking, of het niet van het grootfte nut zoude zyn ,■ overal eene naauwkeurige aanteekening te houden van die vrouwen , welke over dc helft haarer zwangerheid gevorderd zynde, zekere teekenen van haaren gezegenden ftaat befpeuren. Marcus Anto nïnus beval, dat elke Romein , ook zy , die in andere Provinciën woonden, de geboorte zyner kinderen binnen de dertig dagen by den Prxfe&us aerarii fchriftelyk zoude doen aanteekenen, en van deeze aanteekening een affchiïft in eigen handen bcwaaren terwyl een tweede copy in het aèrarium wierd weggelegd («)-■' Wanneer in China een zwangere vrouw gevyaar word, daf het eindperk haarer zwangerhe i 1 naderd, moet zy hier van aan haare outlfte nabeftaaaden kennis geeven, en. dan '£"^" vader des huisgezins kon, of in eigenen perfoon, of by gefchrifte, of door iemand der zynen hen zyn bericht doen toekoomen, en het geen de omftandigheden der verlosfing aanging, moeften die geenen, welke de Vroedkunde beöeffenen, verpligt zyn, van al het merkwaardige ter behoorlyker plaatfe opgaave te doen, het nut van zodanig eene inrichting komt my voor zeer uitgebreid te zyn. Niemand van hen, die zich de kennis der belangen eener Maatfehappy eenigfints hebben eigen gemaakt, zal ontkennen, dat het van de grootfte nuttigheid is. van het aantal der huuwlyken , derzelver vrugtbaar» heid, als meede het getal der overleedenen, kortom ,; van alle de voorgemelde zaaken op het naauwkeurigst onderricht te zyn. —— Lysten van het getal der geboornen en overleedenen treft men in de meefte landen aan, en zoude het niet zeer moogelyk zyn , om' aan eenige, door de Regeering hier toe aangeftelde, perfoonen, kennis te geeven van die geenen onzer meëdeburgeresfen, die over de helft van haaren gezegenden toeftand gevorderd zyn, zoo eene aangeeving zoude voor niemand bezwaarlyk zyn, en van het grootfte nut verzeid gaan; men konde als dan met ; grooter oplettenheid de oorzaaken van het verlies van zoo veele ongeboorne burgers, waarop den Staat te vergeefs gehoopt had , gaade Haan en trachten te verbeteren. /£y , die buiten echt bezwangerd waare», moeften F f a naauw^  44ö Geneeskundige Vw de naauwkeiifig in het oog gehouden worden, om dus geheid, het afdryven en ombrengen vart het onfchuldige ongeboorne voortekoomen en te verhoeden, en deeze aanteekening zonde, wanneer 'er een gerechtlyk onderzoek wegens eene afgedreeven misgeboorte plaats had, zeer veel kunnen toebrengen, om; den ouderdom der vrugt 9 welkers kenteekenen verre zyn van onfeilbaar te zyn, juifter te bepaalen ; de ligtztnnige vrouw, welkers vrugt nu onder eene meer onmiddelyke befcherming der Overheid ftaat, zoude hier door terug gehouden worden, van zich toe te geeven in zodanige buitenfpoorigheden, die haar eene ontydige verlosfing kunnen op den hals haaien; het bedrogen meisje, de ongebonde ligtekooi zal hier door afgéfchrikt worden, om onder het oog eener waakzaame Overheid, haar onfchuldige vrugt van onder het yskoude moeder-hart weg te dry ven .- Men kan dus niet ontkennen', dat zodanig eene aangeeving der zwangere vrouwen , ten minfte met het einde der vyitie maand, van wezendlyk nut moet zyn; en men kan zich niet genoeg verwonderen, dat 'men tot nog toe het noodlot der ongebaorne, die zo gemaklyk en , helaas I zo dikwyls van het pas genooten leven beroofd worden, met zoo een onverfchillig oog heeft aangezien. Hoe meenige vrouw viert haar vermaak in heevig en langduurig dansfen, als waare zy een ongehuuwd meisje, den vryen teu- ■ gel, om, thuis koomende, zich met even weinig naberouw en leedwezen van haare vermoorde vrugt te; ontlasten , als waare het een onwerktuiglyk bloedklompje? hoe veele vrouwen zyn 'er niet wient dit vier en vyfmaalen wedervaart, zonder dat mem hier op eenige acht flaat? —- moet de Maatfehappy zicbi  Staatsregeling. '447 zich hier meede niet bemoeijen ? zyn de onge- zVan* boorne vrugten geen leden van den Staat ? — ver- glrmew. dienen zy niet deszelfs befcherming, die zy zoo zeer behoeven —• ? kan een kweekhof des menschlyken geflachts voor eene mensch- en burgedievende Overheid onverfchilh'g zyn? Eer ik deeze afdeeling befluite moet ik nog aanmerken, dat zoo eene aanteekening meede van het grootfte turgeriyk nut zyn kan, wanneer het op bewys van afkomst, geboorte, ouderdom, naamen en rang der ouderen aankomt, zaaken, die men voormaals en heden ten dagen niet dan uit het doopboek bewyzen kan , het verlies van zodanig een doopregister, of de gebrekkige aanteekening in hetzelve, kan tot de grootfte zwarigheden aanleiding geeven, en dit heeft zoo ligt geen plaats, wanneer zodanig eene aanteekening onder het oog der Overheid gefchied. De Romeinen waaren reeds gewoon de naamen hunner kinderen en van beide de ouderen, de dag hunner geboorte, de Burgemeefter, onder wiens regeering zy in de waereld gekomen waaren, gerechtelyk te laaten aanfehryven («). Het is dus in Frankryk door oude en nieuwe wetten ingevoerd , de doopregisters in de Koninglyke Griffie onder het oog der waereldlyke Overheid te bewaaren (£), en het is door een Koninglyk Bevel van (a) L. t. C. ft min. vel ma), fe dixit II. Li NCKEN difc. Jurid. de Uiterts natalit. Jen. 1677. t (b ) Dus luid de Wet : qu'il ferois fait par cbacun an deux regiftres , pour ecrire les baptêmes, mariages &feptltures, dont l'utt ferviroit de minute & demeureroit enlre les maius du curé ou du vicaire , G1 l'autre feroit porté au grejfe du fiege royal pour y fervir de groffe Ordonn. d'Avril 1677. Titr. XX. art. 8. Het koninglyk bevel van 9. April 1736. zegt; qu'il y aura dans tbaque paroiffe Ff 3 *  448 Geneeskundigs Van bk van den 14. Mey 1724. op nieuw aan elk een bevoo«erh£"d' len, hunne kinderen binnen de eerfte 24 uuren na hunne geboorte te doen doopen, en de Fiscaalen gelast acht te geeven , dat de geboorten door de vroedvrouwen , of andere daarby tegenwoordig geweest zynde perfoonen, terftond aan den Geestlyken worden bekend gemaakt („). §. XXXI. Hier moet ik eindelyk gewagen van het treurigst noodlot, het welk eene zwangere vrouw kan te beurte vallen, dat namentlyk, wanneer zy onder den arbeid voor haare verlosfing in eene doodlyke verzwakking wegzinkt, en den leevensadem uitblaast, dit bejammerens-waardig geval verdiend, als zynde van een zeer groot aanbelang, in het volgend Hoofddeel naar verdienfte afzonderlyk behandelt te worden ( * ). du Royaume deux regiftres qui feront reputes tous deux autbentiquet dans fix femaines au plus tard apres l'expiration de cbaaue annèet lts Curès , Vicaires, deffervans, chapitres, fuperieurs des com— jnunautées ou adminifirateurs des bopitaux doivent porter ou fairet porter un des deux regiflres mentionnês au greffe du Baillage, O) Arg. I. 3. 5. de Cnrb. Edia. (*) De achtenswaardige klasfe der zwangere vrouwen heeft, voorzeker het grootfte recht op de vaderlyke zorge en kragtda— dige befcherming eener burgerlievende Overheid, op de menschlievende hulp en onderfteuning haarer Meedeburgeren, en de£ tederhartigfte zorge' haarer Echtgenooten en Nabeftaanden,, maar zy zelf liggen ook onder eene duure verpligting, om alles aan te wenden, wat tot behoud van haar en haare vrugti dienen kan , en alles te vermyden, wat aan een van beidt< fchadelyk zoude kunnen zyn. Deeze nuttige meedelederi der Maatfehappy, genieten onder ons geene byzondere voor-rechten; hoe navolgenswaardig zya echter niet die blykerr vui  Staatsregeling. 449 Van achting en vad«rlyke zorge, welke zy, volgens onzen yAN D1E Schryver, by veele oude en hedendaagfehe volken genieten; Zwande zwangere moeder, dje de hoop des Vaderlands onder het Ci.rheid. hart draagt , te beveiligen voor alles wat haar droefheid, fchrik en afgryzen kan verwekken , voor alles wat haar of haare vrugt be'eedigen kan, integendeel alles by te brengen, wat haar het leven kan veraangenamen, haar, zoo zy behoeftig is, zoo zy ziek is, met al het nodige naar vermogen te onderfteunen, zyn de aangenaame pligten van rechtfeha- pen Vaderen des Vaderlands. Elk lid der Maatfehappy befchouwe de zodanige met achting, en verleene haar met eene menschlievende bereidwilligheid de nod;ge hulpe, zonder echter haare fjhadelyke grilligheden blindelings in te volgen, integendeel, zoo zy zich aan haare drift voor een of ander vermaak , voor eene lighaamsoeffening , ten nadeele van haar of haare vrugt , wilde over geeven , deeze drift moet m.=t allen ernst tegen gegaan worden , en de aanwezige perfoonen moeten veel eer zich zeiven van zodanig een vermaak, als by voorbeeld, het langduurig kaartfpel, het aanhoudend danfen, vrywïUig berooven , dan hier door gelegenheid te geeven tot die rampzalige gevolgen, die door het involgen van zoo eene drift, voor de zwangere vrouw en haare vrugt ontftaan zoude kunnen. De rechtgeaarte Echtgenoot behandele zyne zwangere huisvrouw met de tederhartigfte omzichtigheid, het is zyn pligt voor het behoud van haar en haare vrugt zorgvuldig te waaken, hy zorge dat haar geene geneesmiddelen, dan door den kundigen , den ervaren Geneesheer voorgefchreven , Worden toegediend, geene aderlaatingen, dan op zyn voorfchrift , in het werk gefteld worden , de onberedeneerde toegeevenheid van hem en haare nabeftaanden en vriendinnen, gaa echter niet zoo verre , dat zy alle haare lusten en grilligheden involgen, of fchoon dezelve ten duidclyklten blyken haare gezondheid te benadeelen. De zwangere vrouw zelve is ten duurfte verpligt, naauwkeurige zorge voor zich en haare vrugt te draagen , het is niet flechts het zelfbehoud, die in alle diïrlyke fchepfelen jngefchapen drift, niet flechts de moederlyke tederhartigheid voor het ongeboorne, die haar hier toe moet aanfpooren , neen! als Mensch is zy verpligt het oogmerk des grooten Schepper», de voortplanting des geflachts, niet te wedeiilreeF f 4  4JO Geneeskundige Vw de ven> als meedelid der Maatfehappy ligt zy onder de duurfle Zww- verpligting, de yooifpoed van haar Vaderland, welks welGhRHiiID. vaald grootelyks in het aantal van nuttige en gezonde burgers gelegen is , naar haar vermogen te bevorderen ; zy geeve zich dus nimmer toe in lusten en grilligheden die der gezondheid nadeelig zyn; in haaren leevensregel houde zy altoos denwcllland van haar cn haare vrugt in het óog : het misbruik van wyn, waar van onzen Schryver §. 2;. gewaagd , heeft by ons niet zoo zeer de overhand, maar integendeel , benadeelen zeer veele onzer vrouwen zich zeifin den flcrkften graad, door het onmatig gebruik der wateragtige dranken, koffy en thee, de fchadelyke gevolgen hier van zyn te over bekend, en te meermaalen aangetoond, dan dat ik verder hier over zoude uitweiden, Ook zal onzen Schryver by eene volgende gelegenheid hier toe aanleiding geeven. Haare kleeding zy gefchikt naar haaren toeftand , en verhindere de zwangere baai moeder niet zich tot den vereischten omtrek uit te metten; laat geene ontydige fchaamte haar den zwangeren buik in een knellend harnas doen inpersfen , veel min zy eene fchandelykc Coquefterie , eene misdaadige begeerte om, in weerwil van den uitgezette baarmoeder, een in haar oog welgemaakte geftalte te vertoonen , oorzaak , dat het fchuldeloos ongeboorne, zoo niet geheel en al vernietigd, en ontydig uitgedreeven , ten minfte verminkt en verzwakt gebooren worde. De Heer Frank wilde alle deeza misbruiken door het geSag der Overheid , door geftrenge wetten te keer gaan , deeze weg ftaat ïn onze Rcpubliekeinfche Regeeringsfoim hier toe niet wel epsn, gelyk ik meermaalen hebbe aangemerkt; 'er blyfe dus niet anders over, dan onze Meedeburgeren en hunne Echtgenooten op het ernftigst de oplettende naleezing van het door onzen Schry-er voorgeftelde aan te beveelen. Eene naauwkeurige Opttekening van de zwangere vrouwen, 100 dra zy over de helft haarer zwangerheid gevorderd zyn, in dier voege als de Heer Frank g. 30. met zoo vee! aandrang voorfteld , pal niemand ontkennen , dat voor het Gemeenebest eene zeer uitgebreide nuttigheid zoude hebben, ik vreeze echter , dat wy dezelve altoos onder de gewenschte , maar ïn onze Republiek nimmer daargeftelde, verbeteringen zullen moeten tellen. VêRTaaler. TWEE-  Staatsregeling. 4** TWEEDE HOOFDDEEL. Van het openen der zwangere vrouwen, die onverlost gestorven zyn, ter redding haarer vrugt. Muiier. quce. pregnant, mortua. ne. humatar. antequam. partus, ei. excidatur. quei. fecus. faxit. fpei. animantis. cum. gravida. occiftz. reus. epjo. Marcellus digeft. S- Ir E ene Vrouw is geduurende haaren gezegenden yan net toeftand aan veele gevaarlyke toevallen onderworpen, 27zwandie haar niet zelden voor het eindperk haarer zwan- gerè ^magerheid ten grave rukken, en fchoon zy ook dit ge- XZnvtrwenschte tydftip gelukkig bereike, fchoon alle om- '°sf"'£Handigheden zich op het voorfpoedigst voordoen, en alles zich tot eene blyde verlosfing fchynt te fchikken, dan nog word deeze vleijende hoop wel eens eensklaps uitgeblust, zy, die zich vleide een teder wichtje blymoedig in de armen te zullen drukken, word onve wacht de dood ten prooije, en het rampzalig wichtje volgt weldra het fterflot der ongelukkige moeder, of gaat haar zelf daarin voor. Ff 5 §• IL  452 Geneeskundigs Van hst c t t .openen der. on- verlost i3e oorzaaken, die eene zoo onverwachte, als ver- «e*tor- ' ' vene fchriklyke omwenteling kunnen veroorzaaken, zyn wm!" veelerlei: dus fterft fomwylen de baarende vrouw, onOorzaa- der hevige baarensweeën, plotfelyk aan eene beroerte, van.1"6' ontftaande door eene merkelyke verhindering in den omloop des bloeds, vooral, wanneer de groote flag- rfer"e.Be~ ader •> gedrukt wordende, het bloed zich in het hooft ophoopt, en de vaatjens van het teder hersfengeftel hevig uitzet, of doet berften («). Hevige De Baarensweeën, in eene al te fterken graad , Stuipen, veroorzaaken by vrouwen van een gevoelig zenuwgeftel de allerhevigfte ftuiptrekkingen in het geheele lighaam, of een voornaam gedeelte van het zelve, en geeven haar eenen gewisfen dood ten prooi je. Slae£f_ Eene geweldige bloedftorting, die veelal door een flortingen. ie fpoedig losgeworden, of aan den mond der baarmoeder vastgehechte moederkoek, of zelf door eene verfcheuring der baarmoeder ontftaat, doet de ongelukkige vrouw, door verhes van bloed, het welk als een onbedwingbaare ftroom uit de losgereeten vaten ftort, den levensadem uitblaazen. S- IU Het is Wanneer eene zwangere vrouw, uit welke eene takbier"' 00rzaa^ net 00'i zyn mooge, de bleeke doodverw ever te zet, is het altyd zeer moeilyk terftond het juifte tydaordeeien. pUn(cj. te bepaalen, wanneer zy waarlyk geftorven is: en O ) V a n swisten Comment. T, iii. j. 110.  Staatsregelin». 453 en daar doch, gelyk ik ter zyner plaatfe zal aantoo- nen, de zekere teekenen des doods zeer weinig, en der on- de meefte derzelver zeer bedrieglyk zyn, hoe veel cestor- meer zal dit plaats vinden in eene zwakkere kunne, YENE r Vroü- die daarenboven zich in eene omftandigheid bevind, wen.' welke zeer ligtelyk van zodanige fchynbaare teekenen des doods verzeid word, die het gefleepenst oordeel ligtelyk misleiden kunnen. Daar eene beroerte by zwangere, even min als by andere vrouwen ten allen tyde en volftrekt doodlyk is, daar echter in dit toeval alle de verrichtingen van lighaam en ziel volftrekt fchynen optehouden, is het dus niet ten uiterften bezwaarlyk deeze dikwerf doodlyke ziekte van den dood zelve te onderfcheiden? Zien wy niet zelf onbezwangerde vrouwen door moeder-kwaaien in zodanige langduurige bezwymingen vervallen, die niet anders dan het evenbeeld des doods voorftellen, waar uit zy echter, na verloop van eenige uuren , zonder eenig nadeelig gevolg, weder tot zich zelf koomen ? zoude men in die gevallen, wanneer men alleenlyk uit het afzyn der gewoone levensteekenen oordeelen wilde, zich niet grovelyk misleiden? en hoe gemaklyk kan dit by zoo aandoenlyke zwangere'vrouwen door de hevige baarensweeën, welke uit haaren aart dikwerf van opftygingen verzeid zyn, plaats hebben. De hoeveelheid van het verlooren bloed kan ons hier geen zeker teeken aan de band geeven, de eene mensch fchiet by het verlies van eenige weinige ponden bloeds het leven in, terwyl een ander dat van 75 ponden bloeds overleeft wie zal derhalven zoo (a)HAtLER Elem, Piyf. T. II. /. V. fia. I. p. 45.  45"4 Geneeskundige Van het zoo ftout zyn, dat hy op eenen beflisfenden toon, mrnon- wegens eene vrouw, die hy na eenen fterken bloedverlost ftorting koud en bleek vind, zonder te fchroomen, gestor- ö -> ' vene eene gewigtigen misdag te begaan, onbefchroomd wenv" beflist, of zy dood , dan leevend zy? gewis niemand. Een zoo groot, zoo beroemd Ontleeder als Vesalius wierd eertyds wegens zodanig een voorbaarige beflisfing befchuldigd en geftraft (aj: hoe ligtelyk zouden wy, die geen Vefaliusfen zyn, ons in ons oordeel, over het leven of de dood eener vrouw, in deeze omftandigheden, bedriegen; hoewel Heister. twyffelt, of 'er van de honderd duizend dier geenen , die door het gemeen voor dood gehouden worden, wel een eenige weder in het leeven gekoomen is, en voorvast ftelde, dat nog geen eene zwangere fchynbaar overleedene van onder het mes des ontleeders weder lecvend geworden is (Z>). Men twyffeld met recht, of men in het verzamelen van waarneemingen, die in dit geval beflisfend zullen zyn , wel de behoorlyke oplettenheid heeft gebruikt, en of men in het bekennen van deezen ongelukkigen misflag wel altoos der waarheid heeft hulde gedaan : vooral, om dat men in hedendaagfehe aanteckeningen veelvuldige voorbeelden van zodanige fchynbaar geftorven, en echter wederom opgewekte perfoonen vind te berde gebragt; is die afgryslyke gefchiedenis niet waereldkundig, dat eene hoogzwangere vrouw, aan welke men, na dat zy in eene bezwyming gevallen was, de Keizerlyke Sneede wilde in het werk ftellen, ge- (a) a D a MI vitte medicorum. O) Injlit. Chirurg. P- ïl.fett. V. f. 113, p. 71e.  geduurende deeze verfchriklyke konstbewerking weder Vanhex tot zich zeiven kwam, hoewel zy door het verlies deronvan bloed den geest moest geeven (r'" de, vrouw, een kind , het welk in de baarmoeder zelf vrou- gewond was, met dat gevolg heeft uitgefneeden, dat W£N" hetzelve nog eenvierendeel uurs daarna gekeft heeft (li). i v. Men kan hieruit als gevolgtrekkingen afleiden: L Dat men zeer ligtelyk in dit geval zich bedriegen kan, en eene zwangere vrouw voor dood houden , die nog leeft ; en men dus geen onbedrieglyk kenteeken eenes zekeren doods kan vastftellen, voor 'er tweemaal 24. uurennahet overlyden verkropen zyn. ïï. Dat een ongebooren kind wel doorgaans tevens met, of kort na de moeder fterft, maar ook III. fomwylen dezelve nog eenen geruimen tyd overleeft. Hier uit volgt derhalven, dat men a ) alles moet aanwenden , om het, misfchien nog leevend kind, uit den moederlyken fchoot te doen gebooren worden , maar, b ) dat het niet even veel zy hoe zulks gefchiede ,' maar dat de voorzichtigheid beveelt zodanig eene kunstbewerking in het werk te ftellen , waar door (ö) Diff. med. forenf. qua ofienditur, fietum ex utero matris mortua mature exfeindendum ejfe. Valerius diff. de parte baminis poft morfem. (fc) Van Swiiten ex Cangia Mita Embryo!. Saer. Comm, T. IV. §• 131e.  Staatsregeling. 459 door het leeven des kinds gered kan worden, zonder daar door de veelligt nog leevende moe dpr on- „ , n ..■ 1 verlost der een doodlyke wonde coe te brengen, ei ST0R. vene Vrou- §« V I. wen. Men heeft reeds van oudsher het ten uiterfte nood- ^eidef zaakelyk gehouden, een kind, het welk men kon ver- nen, die J 55 7 ' , de opening onderftellen in het lighaam zyner geftorven moeder dermvernog te leeven ^ ten allerfpoedigfte uit de baarmoeder ^"J^j te verlosfen; een oude Schryver heeft ons de Wet van «» -i veel!. Numa Pompilius meedegedeeld , welke ik aan het hoofd van dit hoofddeel geplaatst heb, die voorzeker de menschheid tot eere ftrekt ( a ). Deeze zoo fchoone inftelling is nog onder de benaaming van de Koninglyke Wet (Lex Regia) (6) bekend, en ftrekt niet flechts uit tot zodanige zwangere vrouwen, van welker bevrugt zyn men verzekerd was , en welker vrugt reeds een zekeren ouderdom bereikt had, maar, gelyk Ro.thïus te recht aanmerkt (c), ook tot die geene, die onder verdenking van eene kort voorgegaane verlosfing overleeden zyn, opdat hier door bekend worde, of diergelyke perfoonen in den arbeid, of door vergif, door zich zelf,- of door eene vreemde moorddaadige hand, om, het (a) Paul. Merci la de legib. Rom. C. V. van deeze' Üonstbew.rking.fpreeken zelfde oudfle Schryvers, LuciaNUS in dialogo Neptuni Ëf Mercurii. virgilius Aen. 10. J.' 315. Ovidiös metam. L. 2. v. 628. (*) Dtgefl l. xi. tit. Vm'. (c)Roihius diff. jur. dt hominis mtftm fepnlfura frehibitaj Jen. 168J. C. 4- 5» V. Gg  4ÓO GENEESKUNDIG! o™ET het. leeven g*oomen zyn. De Overheid moet vooral ber' on- dü i" onecht bezwangerde Vrouwen in het oog houc"torI den' en 'dezeIve fieftorvcn zynde, doen openen, deevloö- ZC °"Selukk;ge zyn doch dikwerf de flagtoffers der ww~ hevigweikenkende middelen, waar meede zy gepoogd hebben de vrugt aftedryven, en de godloozen veröorzaaker haares ongeluks geeft haar, om zyne misdaad en lchande in den boezem der aarde te fmooren, haar, die in haaren minnaar niets minder dan een ontmenschten mooidenaar venvacht, onder de afdryvende middelen een vergif, om het ligtgeloovig meisje, en haare onfchuldige vrugt, te faamen van kant te helpen S zoo een gruwelyk geval weet ik onopgemerkt onder het oog der Overheid gebeurt te zyn, het zwangere meisje, in eene raazende wanhoop geftorven, is in ftilte ter aarde befteld. §• VIL stietsrein Ik weet niet uit welke oorzaaken eene zoo nuttige ming"Tan Wet in onze dagen geheel in onbruik geraakt is, en dit zoude nog algemeener plaats hebben, indien niet de Roomfche Geestlykheid, door der kinderen zaligheid aan de plegtigheid des Doops te verbinden, nog eenigfints voor het behoud der in oogfchynlyk geftorven moeders befloten vrugten met eenen menschlievenden yver gezorgt had ; in de twaalfde eeuw, beval den Bisfchop.Odon te Parys, dat in den arbeid geftorven vrouwen geopend moeften worden, : wanneer 'er waarfchynlykheid was, dat het kind nog leefde; Confi. Synod. het Confilie te Langres verleende in den Jaare 1404. aan hen, die in zodanig geval deeze operatie zouden aanraaden , 40 dagen aflaat*.  Staatsregeling. 461 laat (aj. En , op voordragt van den beroemden Vankeï Morgagni, beval ook Benedigtus XIV. ^ondeeze konstbewerking Cb~). verlost gestor,*^ De Vorften en Overheden, zegt Heister, vene „ ftraffen met het grootfte recht de Vroedvrouwen, „ wanneer door haare nalaatigheid in het afbinden der navelftreng, of andere voorzorgen een kind om het leeven komt,! maar ik verwondere my, dat ook „ niet zy, die zorgeloos het ongebooren kind,in den „ buik zynes overleeden moeders, in de aarde delven 9 „ voor ftraffchuldig verklaart worden, dewyl het in „ dit geval, even >oo zeer als in de voorgemelde, om i, het leeven van een hulploos wicht te doen is (c) ", v 11 i Aan de andere zyde is het waar, dat een overdree- J * are even ven, hoewel zeer wehneenenden, yver in dit geval, yverindti de noodlottigfte gevolgen hebben kan; de menschlie- fdtdiiyb, vende, doch meeftendeeïs hier in geheel onkundige, Zielbezorger, ziet zoo dra niet de onverloste vrouw in (a)VERDiER Jurisprudence de la Chirurgie en Frame Terri.lU f. 627. Cb) haller biblioth. jur. T. x. /. 6. Cc') L.c. Part. II. p. 711. Diff. ejusd. de Fcetu ex utero matris mortute mature exfcindendo & ditf. de principum cura tirca Sanitatem fubditorum. In zyne Verhandeling de Utilitate Medicina in Jurisprudentia, Helmfl. 1730. §. 42. zegt hy : Ego & dixi cfcriptt meam fenteniiam, animamque meam boe ipfo fervafe credo, 130' rum nunc erit, legem tam piam, tam utilem , denm infiaurare quam profetto non nip temporibus barbaris ob negleSam nudicjnanf fitcmi asatomen, venfft in defttetudinem arbitm,  462 Geneeskundige Van hit in eenen toeftand, waarin hy haar gelooft overleeden dmTon- te zyn' of ^y dringt met den grootften yver aan op verlost iiet jn net werk ftellen der opening van de zwangere veneR" baarmoeder, en word hier aan gehoor gegeeven , zoo wen1" za^ waarfchynlyk meenige zieltoogende vrouw, in haare laatfte oogenblikken , deeze konstbewerking ondergaan. S- 1 x. * Noodzaa-- Niets kon derhalven van grooter nut zyn , dan ^nillwTJg dat de vaderlyke zorge eener menschlievende Regee- tTngiX ring ' de olldc K011"^1^ Wet in voor,'g aanzien wit. poogde te herftellen , en maatregelen- beraamde, welke de nadeelige gevolgen , zoo wel des voorbaarigen yvers, als zorgelooze nalaatigheid trachtte voor te koomcn , en af te wenden; zonder deeze voorzorgen, gaat in de meefte zwaare en tegennatuurlyke verlosfingen, alles in verwarring toe, moederen kind worden by gebrek van geregelde maatregelen, om hals gebragt ; het is nodig, dat men aan zulke luiden, die van haare oude vooröordeekn niet af te brengen zyn , maar met eene driefte onkunde , die tot eene ftandvastige reegel van hun gedrag maaken, uit naam der Overheid voorfchryft, hoe zy zich in zekere gevallen gedraagen moeten. S- x. SitM- Ten voorbeefde eener zoo verftandige, als menschInftmg. bevende inftelling, zal ik hier te berde brengen, de Siciliaanfche vernieuwing der Koninglyke Wet, van den Jaare 1749. ,, Wanneer iemand , dus luid dezel„ ve: door list, geweld of nalaatigheid, de opening „ dei;  Staatsregeling 463 „ der onverlost geftorven vrouwen, of de zogenaam- VAsjap „ de keizerlyke fnecde, in gevallen, alwaar dezelve DER 0s. „ ter redding der vrugt vereischt word, verhinderd, J*£J^_ „ of te lang uitfteld, hy zal voor moordenaar gehou- vene^ „ den worden, en den Koninglyken ambtenaaren W£N. „ word bevolen, de zodanige zonder oogluiking te „ behandelen, hen gevangen te neemen, en volgens „ de wetten des Ryks, naar de maate hunner mis„ daad en het gepleegde geweld, list of verzuim, „ even gelyk andere moordenaars, te ftraflèp. In de „ Ooftenrykfche landen is meede door eene Ordor- Ooflen„ nantie van den 13. April 1757. het openen der Zet. " „ zwanger geftorven vrouwen op het ernftigst bevoolen, S- XL Zy , die by het affterven van eene zwangere vrouw Pligten J " * " van oen , tegenwoordig zyn , moeten het zich tot eene onver- #e by het mydelyke pligt reekenen, voor het behoud der vrugt ™%fen te zorgen, en een Geestlyke moet alle de aanwezen- zwangere n 7 ■* ijl vrouw te- de deeze hunne verpligting, vooral den echtgenoot genvj00ren nabeftaanden , op het nadruklykst herinneren , van dis zr»hem doch verwacht men eene welfpreekende voorfpraak der menschheid, en in de daad, men treft nu en dan zulke getrouwe en godvruchtige mannen aan , maar hoe word hunne aangewende moeite beloond , met welke hindernisfen dwarsboomt men niet hunne welmeenende pogingeneen echtgenoot, denabeftaande der overleedene, houden het voor een heiligfehen- Hindernis het mes aan de geftorvene te ftellen, en alle zyne paal,tt' welfpreekenheid is niet in ftaat, die vooröordeelen zoo fpoedig uit den weg te ruimen , dat deeze draaling aan het zwakke ongeboorne niet het leven koste. G g 3 In  464 Geneeskundige Van het In diergelyke zorglyke gevallen , pleeg men zich deTon- °P veele plaatfen van een ftukje houts te bedienen , verlost om de overleedene vrouw den mond open te houden , gestor- ' ' vene opdat, gelyk men waande, het kind niet verflikken .wen!' zoude. Het Keulfche handboekje voor de Vroedvrouwen 9 fpaikbout- beval haar, op goedvinden van het, in den jaare 12?*. vd» me"n aWaar gehouden, Concilie, zich van dit middel te bezub in dienen. vaifen &S Hoe onfchuldig ook dit middel fchyne, zoo is het Pie%n"n. ec^ter van gevaar verzeid , uit hoofde van het vertrouwen , het welk men door onkunde van het vrouwlyk lighaamsgeftel hier in ftelt, en waar door men verzuimt, de zoo noodzaakelyke hulpmiddelen 9 ter redding der vrugt op het fpoedigst in het werk te ftellen; terwyl men met deeze nutteloozc middelen den kostlyken tyd verfpilt, fterk het kind. Nodige rje Overheid moest derhalven op zwaare ftraffe, *trn.ZOr hen, die zich by het overlyden eener zwangere tegenwoordig bevinden, gebieden, van dit voorval op het fpoedigst aan naastgeleegen Genees - of Heelmeefters kennis te geeven, zelf zoo het moogelyk was, nog voor het daadlyk affterven der vrouw, die dit moedr willig verzuimt, of verhindert, moet voorzeker als fchuldig aan den dood des kinds gehouden worden; de echtgenoot, de vroedvrouw, moeten ten fpoedigfte de Geestlyke en Waereldlyke Overheid kennis geeven, van het gevaar, waar in de zwangere vrouw zich bevind, en of men tot het te hulp roepen eenes Vroedmeefters reeds de nodige maatregelen genomen heeft. Van wegen de Overheid moest een perfoon aangefteld zyn, die in zulke gevallen zich ten fpoedigfte naar  Staatsregeling. 465 naar de wooning der zwangere vrouw begaf, om alle oyiAN*HET hindernisfen, die door der overleedenen bloedyerwan- der' on- ten tegen het openen van derzelver lyk in hét weik cotor- geftcld korden worden, voor te koomen en te ver\ .le-, vrNE " V8ou- len: de hooglofièlyke Regeerirg der vry? Ryksftad wen. Ulm, heeft in het Jaar 174™. eene allernuttiafte Wet dien aangaande g geeven, waarvan den vooi naamen inhoud is: „ dat men in die gevallen, alwaar de zwangere vrouw, of reeds overleeden is, of zich in „ eene volftrekt onheiftelbaaren toeftand bevind, en „ men nog teekenen van leeven by het kind befpcurt, ,, opdat het by tyds door het openen der baarmoeder „ gered worde, het volgende in acht moet neemen ". I. Dat men behalven den Geestlyken en den „ hiertoe gefchikten Heelmeefter, ook den „ Ambtman , of ander hiertoe gemagtigd per„ foon moet roepen, die den Heelmeefter de „ nodige byftand en befcherming verleenen , „ cn wegens de konstbewerking getuignis „ geeven kan. ïl. „ D< Geestlyke moet den echtgenoot en vers, dere aanweezende trachten te overreeden, dat „ verre 'er van daan , dat hier door aan de „ vrouw eene wreede behandeling, of onno„ dige fmerten aangedaan worden , het hun „ pligt is, het onfehuidig, moogelyk nog lee„ vend, wicht, zoo het doenlyk is, nog te „ redden, en ten minfte den Doop te doen g< nieten, en dat men dit nalaatende, zyn ge„ weeten op eene moedwillige wyze bezwaard. Ingevalle echter de echtgenoot voiffandig bleef weigeren, zyne huisvrouw te doen openen, zao kan hy hier toe niet gedwongen Gg 4 „ wor-  466 Geneeskundige Van het 55 worden, daar doch doorgaans deeze kinde,- der^on- ?' ren ziéhoogend , en de beweegingen , die verloste 9? men by dezelve befpcurd, doorgaans ftuip- vfne 55 achtig zyn , en zy meefhendeels ond^r de •>•> konstbewerking fterven. Deeze oorzaak , om van de operatie af te zien, komt my voor verre van toereikend te zyn ; moet een 1 vader door eene halftarrige gehechtheid aan zyne fchadelyke vooröordeelen gerechtigd zyn , den hulpbiedenden arm zyner Overheid te rug te houden, en, in weerwil der meenigvuldige voorbeelden , van uit een dooden baarmoeder leevend geredde kinderen, zyn onfchuldig wichtje aan eenen zekeren dood ten prooije geeven, III. „ De Hec-lmeeftcrs moeten in dit geval met „ alle moogelykevoorzichtigheid tewerk gaan, en yooraf ten fterkften overtuigd zyn, dat * ,, de moeder waarlylc dood is, en niet in eene „ bezwyming ligt; en wanneer zy weezenlyk „ geftorven is , wel acht geeven, of 'er aan „ het kind teekenen van leeven te befpeuren „ zyn, en het zelve waarfchynlyk gered zoude „ kunnen worden , als dan moet ÏV. ,, De Heelmeefter, die zich zelven tot zoo ,, eene gewigtige operatie in ftaat oordeeld, (zal niet elke baardfehrapper dit van zich zelfvertrouwen ? en was het dus niet best, het op hun oordeel niet te laaten aankoomen, maar dat de Overheid zelve mannen van bekende kunde hier toe aanftelde?) ,, ten fpoedigfte den buik ,, en baarmoeder der overleedenen openen , de vrugt voorzichtiglyk op zoeken , en zo„ danig uit neemen, dat dezelve hier door niet „ gekwetst word. V.  Staatsregeling. 467 V. ,, Hv moet het kind terftond aan de vroed- Van hst , in 1 openen „ vrouw overgeeven , die de navelftreng be- UER 0N_ „ hooilyk afbinden , het kind koefteren en 1^°^ verfterken , en zodra moogelyk den Doop vene " . Vrou- ,, moet doen genieten; waarna wen, VI. het lighaam der overleedene weder te faamen gc„ hecht en ter aarde befteld moet worden Zodanig een, door de Overheid hiertoe aangefteld perfoon, moet de magt hebben , om den Heelmeefter, wanneer hy, na behoorlyk onderzoek, aangaande het leeven der vrouw, deeze konstbewerking in het werk ftelt, voor alle de aanvallen der kwaadaartigheid of vooröordeelen op het kragtdadigst te befchermen , aanvallen, welke den Heelmeefter in het vervullen van deezen zynen pligt met gevaar zyns leevens dreigen; Heister wierd door de Broeder eener zwangere overleedenen, welkers leevend kind hy door het openen der baarmoeder redden wilde, met overgehaalden haan den dood gedreigd, zoo hy het lyk nog eene fchreede naderde, het kipd moest dus zonder byftand fterven (£). Genoegzaam hetzelfde wedervoer M a u- ■ r ic eau, van eenen man, wiens dochter hy in een foortgelyk geval wilde openen (c). Zodanige geweldaadige verhinderingen moeten door de Overheid kragtdaadig tegengegaan worden , deeze doch zouden de beste, de menschlievenfte wetten te leur ftellen. §. XII. f>) Kerke» Ordonnantie van ÜLM 1747. N. 7- §■ x5- P' 3"» (i) L. e. Inftit- ƒ. 712. (O O&ferv. 345. Gg $  4 b ai li,et traité hiflorique des Enfant divenus e titer e; par leun etudes, M par yWs ecrits p. J70.  Staatsregeling. 479 tot die klasfe van rampzaligen, die ongelukkiglyk aan 0vEA^*sr een oogfchynlyk doodsgevaar zyn blootgefteld; zoo der. ovis het ook billyk, dat op hunne redding, even als 1^'°^ ©p die van andere ongelukkigen, eene openbaare belooning gefteld worde; hy, die zoo een kind door een wsn. wel beftuurde en gelukkig uitgevoerde konstbewerking, in het leeven behoud, verdiend, wegens de redding van een lid der Maatfehappy, zoo wel beloont te worden, als hy, die eenen oogfchynlyk verdronkenen uit het water red, en leevend aan zyne vrienden weder geeft; Maar aan de andere zyde moet men tevens verzekerd zyn, dat hy niet, door eene ontydige Operatie, om het kind te redden , de moeder dermaate gewond heeft, dat zy, die flechts in fchyn en op het uiterlyk aanzien overleeden was, hier door onherftelbaar verboren word; de gelukkige redding der vrugt zelve, kan hem de verdiende ftraffe zyner roekeloosheid niet verfchoonen , het is immers de pligt eener menschlievende Overheid voor de veiligheid van alle deszelfs burgeren eene Vaderlyke zorge te dragen (*). (*) Hoe beklaagenswaardig is niet het noodlot eener ongelukkige , die, na de ongemakken der zwangarheid door geflaan te hebben , nu zy het met zoo veel zorg gedraagen wicht ter waereld xal brengen , nu zy dat gewigtig oogmerk haares aanwezens zal vervullen , en der Maatfehappy een nieuw lid zal fchenken, ïn die benaauwde oogenblikken eener moeilyke verlosfing bezwykt, en , even gelyk een moedig krygsman, in het volbrengen van haaren pligt, op het bed van eere fneuvelt. Zodanig een rampzalig ongeval voor te koomen, en zoo het reeds plaats heeft, het ongelukkig ongeboorne door eene gelukkige handgreep , of gepaste konstbewerking eenen gewisfen dood te ontrukken, is voorzeker zoo wel de pligt, ais het zielflreelend genoegsn van elk Hh 3 men-  480 Geneeskundige Van het menfchenvriend; het voorgeftelde van onzen Schryver ten openen deezen einde , verdiend gewisfelyk de aandacht onzer BurVerlost" gervaderen, ter beraarning van zodanige maatregelen, waar- Gestor- door dit heilryk oogmerk bereikt kan worden. Dat zy, vene die de Genees- Heel- of Vroedkunde beöeffenen , het Ven1" zelve met oplettenheid overweegen, om van de hier in veri, vatte aanmerkingen, in deeze gevallen geroepen zynde, eer» gepast gebruik te maaken : Ja elk een onzer meedeburgeren , worde door dit voorftel opgewekt, om , verre van door ontydige beletfelen, den ervaaren Genees- Heel- of Vroedmeefler, in het volbrengen van dit menschlievend oogmerk te verhinderen, alles wat in zyn vermogen is toe te brengen t wat ter redding van het ongeboorne wichtje dienen kan. Vertaalkr. DER-  Staatsregeling. 481 DERDE HOOFDDEEL. Van de in elk Gemeenebest zoo nodige voorzorgen voor b a a- rende- en kraam-vrouwen. s- t De ftaat eener zwangere vrouw, die tot het tyd- rf^^f punt haarer verlosfing naderd, deeze ftaat bezield voorzeker elk aandoenlyk hart met een zekeren eerbied, zeteci,rjie en doet ons , in het noodlot van zoo eene, een wezend- zo^elyk deel neemen, wy zien haare ontbinding met eene angstvallige bezorgdheid te gemoed, en haaren toeftand boezemd ons eene teederheid voor dezelve in, die de alwyze Schepper den ongevoeligften barbaar zelf niet geweigerd heeft, en zoo men den zwangeren ftaat, in onze dagen, met een onverfchilliger oog befchouwd, is het minder aanzien, waar in de gehuuwde ftaat tegenwoordig is, veelligt hier van de voornaamfte oorzaak; dit ten minften is zeker, dat de oudfte volken veel grooter achting aan deeze zoo eerbiedwaardif.en ftaat bewezen hebben , dan laater eeuwen, (indien men op fommige plaatfen de laatst verloopen vyftig jaaren uitzonderd,) jegens dezelve aan den dag hebben gelegd. §. II. De Rechtgeleerden hebben de vraage, of eene zwan- v^A. sere of kraamvrouw als gezond, dan of zy ah ziek KraamS 3 Hh4 • be,mmnv  4§a Geneeskundigs bfehouwd met worden, voor lang reeds beflist, eri Z0° CCne Vr°UW ' ]"dien 'er ffeene tegennatuurlyke de! en belediging plaats had, yoor gezond verklaart f>); VRotT" mytlS bcdunke«s moet dit echter met onderfcheid ver#EN. ftaan worden, hoe natuurlyk de verlosfing ook zyn mooge, en hoe min men het werk der voortteeling onder de ziekten tellen mooge, zoo kan men echter van geene hoogzwangere, van geene kraamvrouw ersfchen, dat zy, even als elke gezonde vrouw, haare gewoone - bezigheden aanhoudend , en met vlyt verrichte, en dit behoord voorzeker tot het denkbeeld, hetwelk wy ons van eene gezonde vrouw moeten maaken, gelyk het ook een onmenschlievend hart zoude aanduiden, zoo men der kraamvrouw die voorrechten weigeren wilde , die aan elke zieke gereedelyk worden toegeftaan, ik geloove derhalven, dat men eene hoogzwangere en kraamvrouw, op zichzelven befchouwd, als gezond mag aanmerken, maar echter dezelve, wanneer het aankomt op die dienften, welke haare medemenfehen van haar zouden kunnen eisfchen als krank befchouwen moet. Vrouwen, dewelke den ftaat eenen burger gefchonken hadden, genootten oudtyds groote voorrechten waar van fommige heden ten dage nog hier en daar in wezen zyn: Lycurgus verbood de Spartaanen hunne of hunner vrienden naamen op hunne graffteeden te vermeldan, ten zy het mannen waaren , die in den ftryd voor het Vaderland gefneuveld waren, 0f Vrou- ( a) U l pi a n v x L. i. 5. 4. f, q„u cautimüu, & L_ T , r 2 ie Aedihth ediOo Leyïir Medil. ad Pand, 9, Vel.l. Speè. Xiyj  Staatsregeling,. 483 vrouwen, die by de verlosfing het leven hadden ver- Van di ' j ° zorgen loeren voor By de Romeinen wierd de wooning van eene kraam- be "Ên" vrouw met eene eerenkrans verfiert. Kraamvrouwen. —1 — Foribus fufpende coronam, jfam pater es •> (£). Niet voor den veertigften dag na de verlosfing was het, volgens de Romeinfche wetten, geöorloft, eene befchuldigde viouw op den pynbank te brengen (c), en deeze tyd is in fommige gevallen nog te kort ( v00j. onrdn gehouden. vq]gens de godjykc w£t_, VRoa-" ten Was eene vrouw5 die een knechtje gebaard had, W£N. veertig dagen , die een meisje ter waereld gebragt had,, duurende tachtig dagen lang onrein, niets heiligs mogt zy aan- ■ ZoJTn* roeren > in het heiligdom mogt zy niet verfchynen, b'oïd™.' t0t dat de dagen haarer reiniging vervuld waren f»: by de Grieken was het aanraaken van eene kraamvrouw even zoo zeer verontreinigend, als het aanroeren van een dood lighaam f», een vrouw moest dus ook by hen , na het kraambedde, eene reiniging ondergaan: de Inwooners van Siam reinigen hunne kraamvrouwen vier wecken lang, door den rook van een tamelyk groot vuur, waarvoor zy geplaatst zyn: de Peguanen leggen dezelve op een roofter van bamboes, geduurende vyf dagen, boven een vry fterk vuur(c): de Tartaren doen hunne kraamvrouwen over een groot vuur fpringen; de Oude Perfen verboden hunne kraamvrouwen iemand te naderen , zy mogten het ftroomend water niet aanzien, noch haare oogen naar zon , maan of fterren opheffen; voorden ngfon.fag mogten zy het hoofd en aangezicht niet wasfchen, voor den veertigften geen aarden of houten vaten aanraaken ; by de Bucharen is eene kraamvrouw 40. dagen onrein, zoo dat haar zelf het gewoonlyk gebed verboden is; de Kalmucken ftellen meede dit tydperk der onzuiverheid op 40. dagen. §# v> Ca ) Levifteus 13. 3. (*) Theophrastus M. Charas. Cap. 17. nee tengere Sepulcrum , nee puerpere ItBum. CO Ceremonies & eoutumes religienfes lom, ix p. 7?.  Staatsregel ins. 487 k V Van d* " ZORGEN VOOR. Dit, by zoo verfchillende volken zoo overeenftem- 5A.ARE™' _ _ j 1 • Ij EN— EN- mend gebruik , is op deeze algemeene waarneeming k*aamgegrond, dat eene te vroege te rug keering tot haare wen?" gewoone bezigheden de kraamvrouwen ten hoogften Waarop nadeelig is : de verlosling, offchoon in alle land- ^S~h. ftreeken niet even moeilyk, word echter overal gevolgd van zodanige veranderingen in het lighaam der vrouwen, die het overtreeden dëezer wyze inzettingen ten hoogften gevaarlyk maaken ; het is my echter niet moogelyk te gisfen , welke de reeden zy, waarom de Wetgeever der Jooden, de tyd der reiniging na de geboorte van een meisje eens zoo lang gefteld heeft, dan na het ter waereld brengen van een manlyke fpruit, ten zy men dezelve zoeken moet in zodanige beweegreedenen, die op byzondere waarneemingen, aangaande den lighaamlyken welvaard der vrouwen, in die verafgelegen en ons zoo weinig bekende landftreeken, gegrond zyn. | Vf. Wie is rer, die niet deezen ftand met de gevoelig- Hoe fte deelneeming befchouwd, eene ftand, aan dewelke wy allen ons aanwezen verfchuldigd zyn, wie, van "MOr baa- , , ' rende e» eene vrouw gebooren, zal met met de grootfte bereid- traamwilügheid, alles aanwenden, om het noodlot der baaren- IZ'gTtï de vrouw , op alle moogelyke wyze te veraangenaamen. dra'se»- Geen dier is- 'er, het welke in het ter waereld bren- Devrouva gen haarer jongen, de hulp van anderen zoo zeer van dotfLn, noden heeft, als de mensch , de oorzaak hier van de hah m f . van Heelt men, en niet ten onrechte, gezogt in de aan- vreemden in het ter mer-  488 Geneeskundige Van ee inerkelyke grootte van de hoofden onzer kinderen ,■ vooRtN waarby men tevens met veel waarfchynlykheid voemN^en gcn"maë ' de nieerder aandoenlykheid van ons ligKhaam- haamsgeftelj de grofgefpierde boerin brengt met onwenT eindig minder moeite haar kind ter waereld, dan de waereld teedere gevoelige ftedelinge, het geen men uit reisbaaret befebryvingen , wegens die ongemeene gemaklykheid, waar meede de vrouwen onder fommige wilde volken hunne kinderen ter waereld brengen, verhaalt, is niet waarfchynlyk dat algemeen plaats heeft, of wy moeten het tegengeftelde, het welk wy ondervinden, toefehryven , aan eene alleraanmerkelykfte ontaarting in het lighaamsgeftel onzer vrouwen, eene ontaarting, die een onvermydlyk gevolg is onzer verkeerde leevenswyze en gebrekkige opvoeding. ryfje Brydone vermeende de oorzaak hier van in lucbtge- de meerder of mindere koude der luchtftreek te kunnen 'ieefZt vinden ; in koude bergachtige landftreeken zyn de ^fmZdfr verlosfingen zeer moeilyk, in laage warme landen daar gemakiyke en tegen gemaklyker , de koude lucht maakt in de ™ottif,ng eerstgemelde de fpiervezelen hard en onbuigzaam, daar een zachte lucht die in de laatstgenoemde leenig en meegeevende maakt: -— in Sicilien zyn de verlosfingen over het algemeen zeer gemaklyk, zelden komt aldaar eene vrouw in het kraambedde om , integendeel fterft in Zwitferland en omtrent de Alpifche bergen byna de helft der vrouwen in het kraambedde,-" (deeze reekening is voorzeker te fterk) en zy, die het doen kunnen, begeeven zich eenige weeken voor haare veilosfing naar de laager landen, en vinden aldaar een gemaklyker verlosfing (a ), voorzeker doet de O) Reine door Sieilie en lialtba iüilU  Staatsregeling. 489 de leenigheid der fpiervezelcn zeer veel tot eene ge- van dï maklyke verlosfing, wanneer bejaarde vrouwen voor ^or** het eerst baaren moeten, gefchied dit doorgaans niet baarenz;:nder groote mocilykheid ; echter komt het my kraamvoor, dat men dit ruim zoo veel aan den vroegtydi- Wg°ü~ gen en al te zwaaren arbeid der bergbewooneresfen, en aan de al te laate huuwlyken onder de landlieden , dan wel aan den regiftreekichen invloed der luchtftreek moet toefchryven: de Siciliaanfche vrouwen begeeven zich volgens verzekering van Brydone, zeer jong in het huuwlyk, en dit kan wel een der voornaamfte reedenen zyn, waarom zy gemaklyker baaren : over het algemeen zyn de. fteden der laager landen en de omliggende dorpen , beter van Vroedvrouwen voor* zien, dan die in het gebergte gelegen zyn, en dit kan eene aanmerkelyke reeden zyn , waarom aldaar de veiiosfingen van minder gevaar vergezeld zyn. En offchoon men toeftaat, gelyk het ook niet te ontkennen is, dat by fommige volken de vrouwen, wegens een gefchikter lighaamsgeftel, met eene gemaklyker verlosfing bevoorrecht zyn, zoo is doch dit zeker, dat die moeilyke geboorten, welke uit eene tegennatuudyke ligging des kinds ontftaan, by haar even zoo wel als by andere vrouwen voorkoomen , en dat in die gevallen geen voordeden eener gelukkige gefteldheid haar eene gemaklyke verlosfing verfchaffen kunnen, maar hier in moet de kunst te hulp koomen, en ik kan geen reeden vinden, Waarom dit by andere Natiën minder dan by ons zoude waargenomen worden , ten zy men de knellende kleedingen als oorzaaken wilde ftellen , die door de persfing der baarmoeder rot zodanige fcheeve liggingen aanleiding kunnen geeven. (. VII.  490 Geneeskundige Van de C. VI I. zorgen voor. baaren- Het menschlyk geflacht heeft dus, om gelukkig ter kraam- waereld te koomen, doorgaans den byftand zyner na« Ve°n' tuurgenooten nodig; eene tydige en door eene kundige Menmaet lland aangebragte hulp, kan het gevaar, waar meede iZtaUi" de §eboorte verZeld gaat5 grootelyks verminderen. den vinden By de oudfte volken waaren het, gelyk thans nog tebïZip- by de wilde Americaanen plaats heeft («), de manfndl n nen bunne haarende vrouwen byftonden, en het nen bie- is zelf onder onze befchaafder volken niet ongewoon dat de huisvader deezen dienst verricht, of ten minfte de baarende vrouw op zyne knien, even als op een kraamftoel, plaatst, en het kind door een zyner gebuunnnen ter waereld laat brengen* i* VUL ■ De Het is ten hoogften onverantwoordelyk het noorfvreuwen lot eener baarende vrouw ongeftoort in de handen van Zerinwei onkundige vrouwen over te laaten, en onverfchillig ervaaren zonder eenige deelneeming aan te zien , dat eene mezyn' nigte nuttige , vrugtbaare burgeresfen, rechtfchapen moeders, op de barbaarfte wyze worden om hals gebragt, dat jaarlyks een rampzalig aantal onfchuldige wichten , voor zy het leevenslicht aanfchouwden,• door driefte onkunde, affchuuwlyk worden vermoord; dit verlies der Maatfehappy komt voor reekening van die zorglooze Overheid, die nalaatig is, de haar toe- ver- («) Th. Bartholinus de infolitis parms vitus liber Cmp. XVH^ij2. f. Boernïr dij. de re tnidiea veterum Eireetrum 5. XLIII.  Staatsregeling. 491 vertrouwde inwooners van elk Kerfpel te verzorgen Van ds van eene kundige en welonderweezene Vroedvrouw, y'0oREN en tevens iri elk deftricï ; van eene maatige uitgebreid- ^AAR™" beid, een bekwaam en ervaaren Vroedmeefter aan te kraamftelleri: hoe kan eene zwangere vrouw door zoo 1^.' Hechte voorzorgen, ten haaren opzichte, bemoedigd worden ? zal zy niet vol vreeze het zorglyk oogenblik haarer verlosfing zien naderen, wanneer zy genoodzaakt is haar dierbaar leven , en dat van haar ónfchuldig wichtje , in de handen eener onkundige Vroedvrouw over te geeven ? zal niet deeze zoo gegronde vreeze op' haar en haare vrugt een alleraanmerkelykften invloed hebben ? zal elke vrouw, in deeze omftandigheden , niet op alle moogelyke wyze het zwanger Worden pobgen té ontgaan ? zal zy zich by eene misdragt en te vroege verlosfing", indien dié door geene zwaare toevallen gevolgd word, niet wegens het ontgaan eener verlosfing, waar aan zy niet dan met fchrik kan denken , bertelyk verheugen, §• IX. Het is niet voldoende, dat men overal bekwaame Men Vroedvrouwen aanftelt, en aldus zorgt, dat het in XS£H£ moeilyke en tcgennatuurlylce verlosfmgèri , niet aan be- ^TZ'n'eBoorlykcn byftand mangele : men moet daar en boven den, de trachten te bewerken „dat elke zwangere vrouw , zoo „ haast haar de barensweeën overvallen, terftond eene Jjföf*» „ vroedvrouw doet haaien " het gefchied doch'niet fen. dan al te dikwyls, dat zy dit tot het laatfte tyditip uitftellen, wanneer zy door de uiterfte nood gedrongen worden, en haar kind geheel in de geboorte is: veel vrouwen draagen rüem'daar op',: dat zy op deeze 11 wy-  49a Geneeskundig» Viv db wyze haar kind, zelf nog voor de komst der vroedToókZN vrouw, hebben ter waereld gebragt, ik kenne'er vee»faren" 'en' bet altoos hierop laaten aankoomen, vooral Kraam- zy, die by eene vorige verlosfing door valfche weeën Ven.' lang geplaagt zyn, en nu, denkende, dat dit wederom zoo lang zal aanloopen , fchroomen andermaal een loos alarm te verwekken, zy ftellen dus het te hulp roepen eener vroedvrouw dikwyls zoo lang uit, als zy kunnen, en geeven zich zëlven en haar kind bloot aan de gevaaiiykfte toevallen, zy berooven zich Sff"1'* en haar kind van eene fpoedige byftand, die dikwerf vtrwaar- in die gevallen noodzaakelyk, ja onöntbeerlyk is: zyn loozen hier , . , , , r , van ont- er niet voorbeelden van vrouwen , wien het onmoogeflaande. jyj{ was } wegens de hevighekl der kort op elkander volgende weeën, zich te bedde te begeeven; terwyl het kind, hier door gebooren, ter aarde ftortte, dit kan op eene geweldige wyze de navelftreng doen afbreeken , of de geheele nageboorte doen affcheuren, het kind kan hier door zwaarlyk befchadigd worden, en de kraamvrouw hevige bloedftortingen , en hier uit voortfpruitende toevallen, ondergaan •— hier by komt, dat, indien het kind eener baarende, zich in eene tegennatuurlyke ligging voordoet, het uitftel, in het te hulp roepen eener vroedvrouw, de zaak ten hoogften verergerd ; de vliezen gebrooken zynde, loopt het water weg , de baarmoeder vast om het kind fluitende, is de keering zeer bezwaarlyk, ja fomwylen byna onmoogelyk, en de dood van het kind is byna onvermydlyk; — een derde deel der ongelukkige verlosfingen, is veelligt aan deeze nalatigheid dank te weeten. Indien de vroedvrouw al tegenwoordig is, verhinderd haar nog by fommige vrouwen eene ontydige fchaam-  Staatsregeling 493 fchaafnte j om zich by tyds door een noodzaakelyk on- Van m derzoek, wegens den waaren toeftand en ligging van v(0I0^ai de baarmoeder en het kind te verzekeren, hiervan baaren* pe - en zyn my verfcheide voorbeelden bekend , waarin het kraamkind fcheef in het kleine bekken Was doorgezakt, of vy*°°" de riavelftreng met het hoofd tevens was doorgedron- Nadeei gen; gevallen, die de dood van het kind dikwerf ten %e0"'y~ gevolge hebben, en welke door de tydige hulp van feSaamti eene ervaaren vroedvrouw , hadden kunnen worden «»*.• voorgekoomen. Het zoude dus voor het algemeene welzyn zeer zyn aan te pryzendat men aan alle huisgezinnen , op zwaare ftraffe beval, om by de eerfte teekenen eener aannaderende verlosfing, eene vroedvrouw te hulp te roepen ; deeze pligt vooral den echtgenoot en naafte bloedverwante, op het fterkst aanbeveelende, en ter voorkooming van ongevallen, moest het niet geöo:= loofd zyn, eene zwangere vrouw , geduurende de laatfte tyd haarer zwangerheid, alleen te laaten; tevens moest men naauwkeurig onderzoek doen naar die gevallen, wanneer eene vrouw zonder hulp der Vroedvrouw haar kind ter waereld gebragt heeft , en indien zy niet, gelyk fomwylen gebeurd, op liet allerfpoedigst doof de verlosfing verrast is, maar Zoo een onvoorzichtig uitftel hier van de oorzaak is^ moet zy desWegens voorzeker geftraft worden. Opdat zodanig een misdaadig verzuim niet verbor= Moe me». r ° ,. zoo eene genblyve, moest elke vroedvrouw verpligt zyn, tot misdaadl. haare eigene verontfchuldiging, en tot verhoeding van ffj^fa zoo eene nalaatigheid, van deeze gevallen ter behoor- gewaar lyker plaatfe kennis te geeven,' het zy zy te laat nier by geroepen is, of dat de vrouw, uit eene verkeerde en onverantwoordlyke fchaamte geweigert heeft, een li a nood-  494 Genees kundige Vav de noodzaakelvk onderzoek toe te laaten; het zoude im- zorgen _ „ , , voor mers de grootfte ongerymdheid zyn , dat het eene t>e -r en zol'gelooze moeder ongeftraft vry zou ftaan, haar lee- vrouM" ve"' en dat Van 'iaar on^cnn'd'§ wichtje, aan haare ■wen. grilligheid op te offeren, hier tegen moet eene waakzaame Overheid, wien de zorg voor de openbaare veiligheid is toebetrouwd, oplettend waaken. Het is niet genoeg , dat de vroedvrouw eene baarende , die weigert het noodzakelyk onderzoek toe te ftaan, na voorafgegaanewaarfchuwing en voorftelling, van het hier uit te verwachtene nadeel en gevaar, aan haar eigen noodlot overlaat, maar tevens moet ook zodanige eene onwillige vrouw kunnen voor uit zien, dat zy wegens dit haar gedrag, fchoon het zelf van eenen gelukkige uitflag gevolgd wierd , verpligt zal zyn, aan haare Overheid reekenfchap te geeven, en dat zy, zoo haar kind door deeze grilligheid dood ter waereld komt, hier voor zal moeten boeten; eene vroedvrouw zal derhalven op eigen gezag eene tweede vroedvrouw of vroedmeefter mogen roepen, om wegens de toeftand der baarende, zoo wel als wegens haare hardnekkigheid, ter behoorlyker plaatfe getuigenis te kunnen geeven ; men gebruike den invloed eener geestlyken, om haar tot reeden te brengen, en is dit alles vrugteloos , als dan is het raadzaam, de Overheid hier van kennis te geeven, opdat zy, zoo haar kind fterft, hier voor eene billyke ftraf ondergaa, zoo zy zelf het leven hier by infchiet, haare nagedachtenis, tot affchrik van andere, met fchande gebrandmerkt worde..  Staatsregeling. 495 V ZORGEN VOOR Opdat men van 't nakoomen der voorgemelde regelen verzekerd zy , moet men de gehuuwden bevelen, AA^zich by de geboorte hunner kinderen , van geen ander wenhulpe , dan van die eener beëedigde Vroedvrouw of BaarenVroedmeefter te bedienen,' ten zy de verlosfing onver- ilZ'moewacht plaats had. — TemZd In elk dorp vind men zekere goedhertige wyvcn, anders, die , onder den titul van vriendfchap en menfchenlief- , dae"e^°Je de. haare dienften den baarende vrouwen aanbieden, • Vroed- ' -ij meeltere of en zelf opdringen, men kan met ontkennen, dat vee- ffrocd_ le derzelve, eene zeer goede gefchiktheid tot de vroed- "^J^ kunde bezitten, en in de keuze van vroedvrouwen, worden. mas men de zodanige wel in het oog bcuden, deeze Nadeel " oef cil te leerlingen der ondervinding, fchoon zeer wel gefchikt gedienjiige om by eene natuurlyke geboorte , met raad en daad ZZailer te hulp te koomen, zyn echter in tegennatuuilyke, Plat£n of moeilyke verlosfngen, geheel en al ten einde raad, en leggen als dan haare onkunde en lchadelyke voorÖordeelen ten klaarlren aan den dag, het vertrouwen, het welk zy by haare gebuurinnen verkreegen hebben , doet alle andere hulp overbodig fchynen, en zy zelf trachten, zoo lang het moogelyk is, de kundige vroedvrouw of vroedmeefter te verwyderen, en zoo ,'er iets, met haar hoogwys advys ftrydende, word in het werk gefield , dit word weldra met een btllisfenden toon van haar verworpen; dus beneemen zy den ervaaren vroedkundige den moed, en zoo zich eenige nadeelige toevallen openbaaren , zoo zy of haar kind het leven 'er by infehieten , hier van word de fchuld op den hals van hen geworpen, die te laat te hulp geroepen waaren, zy vestigen zich, door haar li 3 on-  496" Geneeskundige êTrgei/*1 onbefcnaamd gezwets, in het vertrouwen der domme voor. gemeente, en berooven hier door de ervaaren vroedde^n" kundige yan de gelegenheid haare onkunde te onfc Vrou^" maskeren , en eene zekerder hulp toe te brengen, ,mN. Men moet ook diergelj'ke onbevoegde perfoonen Het moet °P ^renge ftraffti verbieden, om , zonder de grootfte verboden noodzaake'ykheid, de post van vroedvrouw op zich worden, te neemen ; indien zy de baarende vrouw te hulp t°ier7oe willen koomen, laaten zy haar ten fterkfte aanraaden gerechtigd eene vroedvrouw te doen roepen , en deeze, zoo te zyn, dt Vroed- zy tegenwoordig is, in het waarneemen haarer pligIrfeffenen. ten niet verhinderen of ongegrond tegenfpreeken, dus betoonen zy het best haare vriendfchap jegens de baarende, dus handelen zy overeenkomftig met de regelen eener welgeplaadle menfchenliefde; en hoe zal het getuignis van zodanige onbeyoegde perfoonen Van eenig gcwigt zyn, wanneer het noodig is, wegens de wettigheid der geboorte, ouderdom, leven of dood van het kind, of andere belangryke omftans digheden, eene rechterlyke uitfpraak te doen. §. XI. Noedzaa- Niet zelden koomen by de verlosfingen zodanige wnbt- gevallen voor, welke den kundigften man werk ge'vToed- noe^ klinnen verfchaffen, die derhalven verre boven tsetjiers. het vermogen eener anderfints icrvaaren vroedvrouw zyn; 'er worden derhalven overal bekwaame vroedmeefters vereischt, die in zodanige gevallen de hehulpzaame hand kunnen bieden ; op eene andere plaats zal ik de vraag trachten te beflisfen, „ of het nuttig ,, is dat men , gelyk thans in veele groote Steden in s, Frankryk plaats heeft, het verlosfing«-werk geheel „ en  Staatsb.egei.ins. 49? „ en al aan de manlyke Sexe overlaate "; dit is ech- Van ds ter zeker, dat wy het nimmer zoo ver zullen bren- VoolbN gen, dat wy de vroedvrouwen ten platten Lande die ^AAR^" kundigheid zullen kunnen verfchaffen, die zy in alle kraamvoorkoomende gelegenheden nodig hebben ; het gebruik der werktuigen is reeds zederd lang, op goede gronden, de vroedvrouwen verboden, en, moet men haar bevelen , om by moeilyke en buitengewoone gevallen de hulp eenes vroedmeefters te begeeren, zoo zorge men vooral dat dit zoo nuttig bevel door geene hardnekkige onwilligheid der baarende vrouw, of haarer bloedverwanten verydeld worde; in de meefte ge- Waarom vallen word de vroedmeefter te laat geroepen, het zy d£™s mb''t omdat de vroedvrouw te veel op haar eigen kunde gehoopte . nut aoeiu vertrouwd, of dat men de aanmaamng tot het byroepen van deeze hulpe in den wind flaat, en dit gefchied uit fchaamte, eigenzinnigheid, of vreeze voor zwaare onkosten. Deeze verhinderingen trachte men door gepaste Hoe eteemaatregelen uit den weg te ruimen , ten deezen einde 'fgheTn' moet men de vroedvrouwen eenen bepaalden tyd ftel- ™*Sm'*n len, die zy tot het onderzoek van moeilyke verlosllngen moogen befteeden. Men trachte door verftandige voorftdlcn, vooral door middel der geestlyken, het VOOTBönJöd Degen de hulp der mannen in moeilyke verlosfingeo, zoo veel moogelyk uit te roei jen. Men ftelie den vroedmeefteren eene billyke tepaaling, in het geen zy voor hunne dienftcn kunnen vorderen, en verfchafte den bth gelegenheid, om door eenen hier toe aangeftdden, en van 's Lands of Stads wegen betaalde vroedmeefter, voor niet geholpen te worden, li 4 Zoê  4905 Geneeskundige Van de Zoo haast eene vroedvrouw of alleen, of met invoor. ftemming der andere, zoo eene tweede hier by gedearkn" roePen is 5 de hulp eenes vroedmeefters nodig, oorKraam- deelt, moet zy hier yan terftond, in tegenwoordigwTn,~ heid van een of' twee getuigen, de naastbeftaande kennis geeven, en hier op aandringen; hier eenigen tegenftand ontmoetende, zil zy de byftand der geestlyken verzoeken, en dit niet baatende, de Overheid hier van kennis geeven, het lighaam van eene vrouw, |n deeze omftandigheden overleeden, moet geopend worden, opdat zy, die, door de verhindering eener tydige hulp, aan de dood van vrouw of kind fchuldig bevonden worden, eene verdiende ftraffe niet ontgaan. §• 2 11. Me» moest Het vrouwlyk geflacht kan in verfcheide lighaams in elkKer- i i • , fpel een of houdingen, met even dezelfde gemaklykheid baaren , Traam: wanneer de verlosfing natuurlyk is; hierom hangen poeim ten deeze houdingen veelal van de gewoonte af; by fom- alzemee- • ,, /.,..,, , „ . nen ge- mige volken getcrned de verlosfing altoos op een bed, aSrf by andere in hier toe gebikte kraamftoelen, by fommige ftaande, by andere knielend. Eene welgemaakte kraa'mftoel is echter een werktuig van zeer veel nut, voornaaraentlyk ten platten Lande, alwaar men het geen tot eene gemaklyke verlosfing vereischt word, zelden vind; zoo.een ftoel.moet zoo gemaakt zyn, dat de vroedvrouw in het beöeffenen haarer kunst niet verhinderd Word, noch de uitgang van het kind belemmerd, maar in tegendeel, dat alle de kragten der baarende vrouw, in de uitdryving van hetzelve aangewend worden , terwyl zy tevens de gele- ] genheid heeft, om tusfchen de weëen de verfpilde ! krag-  Staatsregeling. 499 kragten, door rust en flaap te doen herftelien; dit zVagvend1s alles kan men in de gewoone kraamftoelen niet ver- voor. wachten. Men moest dus in elk Kerfpel een of twee DA.A^N" kraamftoelen bezitten, welke volgens deeze vereischfen gemaakt waaren; men vind veele fóorten van dee- wen.. ze werktuigen , de minstkostbaare en eenvoudigften zyn voorzeker de besten, deeze kunnen ligter aangefchaft, gemaklyker onderhouden en behandeld worden; zodanige zyn die, welke door Stein en Friede zyn uitgevonden, hoedanige ook in de Landen van Spiers overal zyn ingevoerd. §. X I I Li Daarenboven moest men in elk Kerfpel, ten ge- Welke . , werkiui- bruike der Vroedvrouwen, zodanrge werktuigen aan- g,„ een fchaffen, welke zy uit hunne fobere inkomften nier kunnen bekostigen, en die haar echter onöntbeerlyk zyn; by voorbeeld, eene tinae clylteerlpuit, de blaa- fchaffen. zen, als het berften te veel onderhevig zynde, zyn' van zeer weinig nut; een kasje, waarin een ftompe fchaar, ter afihyding van de navclftreng, eenigé ftompe kromme naalden, om dezelve te onderfchep-' pen en af te binden, vooral in die gevallen, waarin het kind in een of ander deel derzelver gewikkeld is: een lang tinne fpuitje, welke by de Roomschgezinde tot den Doop van het kind, of ook tot infpuitingen in de baarmoeder gebeezigd kan worden: twee (frikken , benevens een baleine ftaafje , tot het aanleggen derzelver: eikenzwam en aluin, tot bloedfterhping: een flesje met fterken geest van ammoniaczout of hartshoorn, om de moeder of het kind uit eene bezwyming op te wekken: daar en boven is het Ii 5 nood-  §qo Gekeesktjndi©» Van m noodzakelyk , dat een vroedvrouw met een zeker zorgen „„. , , voor getal van moeder-ringen, tegen de uitzakking der de-aevN" baarmoeder, voorzien is; en eindelyk verzorge men kraam- haar van zuigglaazen en eene zogpomp, om zogverwen." ftoppingen in de klieren der borften voor te koomen ; zoude niet zodanig eene inrichting van het grootfte nut zyn, zoude men immer de Dorps - inkomften tot beter oogmerk kunnen befteeden ? S- xiv. ge^ZS Wanneer de verlosfing eenigfints draalt, de baarende™/-* de vrouvv deswegens ongeduldig word, en men bemende ry Ipeurd, of vermeent te belpeuren , dat de kragten vermiddtu». minderen, ja zelfs wanneer de nageboorte niet terftond na de verlosfing van het kind volgt; zie daar den geheelen vrouwenftoet in beweeging,om die middelen aan te brengen, welke kind en nageboorte wel haast zullen uitdryven, deeze middelen, hoe groot ook het vertrouwen zy, het welk men eertyds in dezelve ftelde , zyn meest altoos zeer nadeelig voor de baarende vrouw, zy beftaan doorgaans uit verhittende fpeceryen en geestryke drankendie de reeds aanwezig zynde aanleidende oorzaak tot ontfteeking der baarmoeder en bygelegen deelen merkélyk vermeerderen, en de koorts en bloedftorting doen toeneemen : ik zal daarna nader aantoonen, hoe gewigtige reedenen men hebbe om het aanwenden van inwendige middelen de vroedvrouwen geheel en al te ontzeggen, hier raade ik vooral aan, om door eene allerftrengfte wet de bloedverwanten en al te gedienftige wyven te verbieT den, om de baarende vrouw eenige afdryvende middelen voor te flaan of toe te dienen, ten zy dezelve door eenea  Staatsregeling. 5-01 «enen Geneesheer of Vroedrneester voorgefchreeven zyn; de wyn is het eenigfte middel, het weikin kleine voor^ gedeeltens toegediend, meer dan alle andere geestryke de- en vochten ter opwekking der kragten dienen kan : echter ^AA^ heb ik baarende gezien, die hier van zoo veel genut- Wen. tïgd hadden, dat men haar wezenlyk voor dronken houden kon , en die zoo wel de kragten als de bewustheid verboren hadden, om op de behoorlyke tyd en wyze de vveëen aan te zetten , en de verlosling te bevorderen ; dit is in de Wynlanden niets zeldzaams. Vorderen niet deeze misdry ven, tegen de eerfte plig- H<^ dit ten der menschheid, het zorgvuldig toezicht der Over- ' heid: worden niet twee menfchen hier door in leevensgevaar gebragt, en geheele geflachten in rouwe gedompeld ? van hoe groot een nut zoude derhalven die wet zyn, welke alle die geenen, die by eene Verlosfing tegenwoordig geweest zyn , wegens een misdryf van deezen aalt, het toedienen van eenig verhittend afdryvend middel, aan eene geftrenge verantwoording onderwierp 5 de Vroedvrouwen moesten op het ernftigst aangemaand worden, zich tegen zoo een onzinnig gebruik ftandvastig te verzetten, en indien zy geen gehoor kunnen verkrygen daar van kennii te geeven ter behoorlyker plaatfe; daar zy het eigentlyk zyn, wien de ftaat het leven zyner zwangere burgeresfen heeft toevertrouwd, die derhalven verpligt zyn, aan de Overheid wegens de waarfchynlyke oorzaak van derzulken overlyden kennisfe te geeven, %. XV. Nu koome ik tot den toeftand der Kraamvrouwen, toeftand De vrouw na eene gelukkige verlosfing, bevind zich ^J^J Ba vtrlosjint.  goi -Geneeskundige v*-» de na evenredigheid haarer omftandigheden welvaarend, zorgen c ■ i voor or zy is, na door eene moeilyke verlosfing veel geleede-aenN" den te hebben' daadlyk krank. vroAV1" ^°z3* mer van de nodige verzorging van het pas gewen." •■< booren kind niet fpreeken, hier over zal ik in het vervolg handelen : de toeftand der pas verloste moeder verdiend hier alle myne andacht, en ik bidde mynen leezer, op het geen ik wegens de beveiliging van eene zoo uitgebreide, zoo achting- en meedelydens -waarr dige klasfe onzer natuurgenooten zal aanroeren, oplettend acht te geeven. Hoe me» Is eene kraamvrouw door de moeilyke ligging van vloïkoo-* haare vrugt, door eene langduurige verlosfing, door v-Tlcheide toevallen, of begaane misdagen zeer afgemoet be- mat, heeft zy hierdoor veel geleeden, zoo vereischt an e en. jj^jg toeftand voorzeker eene vaardige hulpe, de echtgenoot ^ de bloedverwanten zyn onder eene dm> bele verpligting, om voor haar de tederfte zorge te dragen: de vroedvrouwen, op welker uitfpraak men zich in deeze gevallen veelmaalen verlaat, moeten van die kenteekenen, welke by eene kraamvrouw eenen ongelukkigen uitflag voorfpellen, grondig onderricht, en ambtshal ven verpligt zyn , van dezelve ten fpoedigften aan den echtgenoot, de nabeftaande, de Geestlyke , en indien het nodig is .ook der Overheid hehoorlyke kennis te geeven. Geene. vroedvrouw, of wie hy ook zy, indien hy geen geördent. Genees- of Vroedmeester is, fta het vry in zulke gevallen geneesmiddelen toe te dienen, daar doch, over het algemeen, befchouwd, de ziekten van het kraambedde van zeer veel gewigt en moeilyk te geneezen zyn; men moet dus , wil men het kxven der vrouw niet aan een oogfchynlyk gevaar ' bloot-  Staatsregeling. &03 blootftellen, de tyd, die nog tot haare redding ge- ZVJA|ENOT bruikt zoude kunnen worden, niet verzuimen , of door voor. het aanwenden van onvoldoende middelen nutloos ver- nE"_- ENfpillen; meer dan eenmaal heb ik gezien, dat de be- ^*At"".flisfende uitfpraak eener domme gebuurin, (elk oud wen,, wyf dat eenige kinderen ter waereld gebragt heeft, is doch in deeze gevallen by zich zelfs en haare gebuurinnen een onwederfpreeklyk orakel,) nopens de toeftand der kraamvrouw, de getrouwe waarfchouwingen der vroedvrouw, of anderen welmeenende verydelde, de rampzalige kraamvrouw in weerwil van haar eigengevoel in de gevaarlykfte omftandigheden gerust ftelde, en dus het te hulp roepen van een nog tydige byftand verhinderde; dit valt meer maaien voor, wanneer'er eene-opftopping der kraarnzuivering plaats heeft, of wanneer men eene doodlyke inwendige ontfteeking, onder den fchyn der gewoone, fchoon eenigfints heeviger, naweeën, doed doorgaan, en tegen welke toevallen weldra elke bestemoer met Comynpappen , rosmaryn melk met faffraan , ja zelf met bitteren brandewyn te velde trekt, en dit doorgaans met een nadeelig gevolg: Men onderwerpe dus zoo eene onbevoegde raadgeeffter aan eene gcè'evcnreedigfte ftraffe, en fterft de ongelukkige kraamvrouw , na dat de vroedvrouw hier van behoorlyk gewaarfchuuwd heeft, zoo zy de dood van dit rampzalig flagtoffer der driefte onkunde ter haarer verantwoording. * Maar ook in die gevallen , alwaar de verlosfing zeer Hoe dee. gelukkig en gemaklyk gegaan is, alwaar de kraam- z^"^e* vrouw zich genoegzaam welvaarend bevind, in die te koamem gevallen moet men voor haar verder behoud bezorgd zyn; of fchoon ïiamentlyk het baaren eene natuurlyke ve-  £04 Geneeskundig* Van 6e verrichting, het kraambedde geene wezentlyke ziekte voorf* *s' moet men ecnter dezelve met T i s s o t even als Baaren- zwaar gewonden befchouwen , by dewelke eene gerinKraam- ge misflag de doodlykfte gevolgen hebben kan; daagwenT lv'cs z*et men ten P^atten lande, voorbeelden van vrouwen j die by haare verlosfing geen kragten fchynen verlooren te hebben, maar reeds in de eerfte dagen na dezelve het kraambedde verlaaten , en tot haare huislyke bezigheden wederkeeren , een doorflaand bewys, dat niet alle vrouwen by deeze verrichting even veel lyden; de reisbefchryvingen leeren ons, dat by de wilde volken het vrouwlyk geflacht zich aan de Verlosfing zeer weinig bekreund, maar terftond na dezelve zich ter reiniging van haar "en haar kind in de naastby gelegen rivier begeeft, en terftond daarn* haare gewoone beezigheden wederom hervat* Eene Kalmuckfche kraamvrouw ftygt niet zelden op den tweeden dag weder te paerde j en in dit geval vertoont zich vooral de verzwakking der lighaamsgefteldheid onzer Steedfche vrouwen, die doch naauwlyks in ftaat zyn de infpanning van zoo veele kragten , als tot da verlosfing nodig zyn , uit te ftaan zonder na dezelve in eene heete koorts, of geheele magtloosheid te vervallen, eene voornaame oorzaak der meerder fterfgevallen onder de kraamvrouwen , in de fteden dan ten platten lande, offchoon aan de andere zyde de ftedelingen het voorrecht genieten van bekwaamer Vroedkundigen te bezitten ,* In allen gevallen is het' aantal derj overleedenen onder de kraamvrouwen nog veel te groot, dan dat men veronderftellen kan, dat dit met de wyze fchikking des algoeden Scheppers overeenftemt, en de ondervinding der kundigfte Genees- en Vroed-meesters bevestigt het, dat ten minfte  Staatsregeling* $6$ fte twee derde gedeelten der rampzalig om hals ge- van et bragte kraamvrouwen door eene gefchikter leevens- Vooren wyze, of betere voorzorgen hadden kunnen behouden Baarenworden; de waereldlyke Overheid kan de zoo gegron- kraamde klagten der Genees- en Vroedkundigen nimmer ge- ^wJ" rtoeg ter herte neemen, en haare onverfchilhgheid in deezen opzichte behoort voorzeker onder de grootfte misdryvcn door nalaatigheid. §. XVI. Onder die misbruiken, welke op den toeftand der jtwaadt kraamvrouw eenen allernadeeligften invloed hebben, zvn eevolsen ° ' J der Doof gewis de Doopmaalen, die op fommige plaatfen, en maaien vooral ten platten lande, nog maar al te veel in zwang xTaamzyn : men heeft ter beteugeling der verkwisting, wel- vrommn, ke by die gelegenheid den behoeftigen landman uitmergeld, hier en daar door wyze wetten de onkosten , welke men als dan aanwenden , het getal der fchotels, welke men de gasten voorzetten mag, voorzichtig bepaald; dus verbood de Regeering van Neurenburg by Ordonnantie van den 20. jfu/y 1619. de doopmaalen, als meede het zenden van fpyzen of wyn ten gefchenke aan de kraamvrouwen , op eene boete van tien gulden , dit verbod is in den jaare 165a. vernieuwd ; en in waarheid dit misbruik verdiend, uit hoofde der allerfchadelykfte gevolgen voor de kraamvrouwen, door geftrenge wetten ernftig verboden te worden; het is immers niets wonders de kraamvrouw zich by die gelegenheid by de gasten te zien aan tafel voegen, zich even zoo wel als of zy volkoomen welvaarend waare, de maag met eene meenigte van fpyaea te zien overlaaden, en zich hier door aan de gevaar-  £oö Geneeskundige Van de vaarlykfte toevallen bloot ftellen, van Swieten voorEN ze^t' dat ny mcernge kraamvrouw gezien heeft, die jj Baaren- wegens het veelvuldig gebruik van wynfoppen , weikraam- nige uuren na de verlosfing dronken was O) , ik heb vroo- eene boerin , welke vier daagen te vooren van een kind verlost was, en lëderd die tyd van een tweede in arbeid zat, volftrekt dronken verlost, men had haar geduurende al die ryd tot verfterking met geestryke dranken opgevuld. De z. igenaamde doop- en kraammaalen beftaan doorgaans uit zeer verhittende toebereidzels, wyn of bier met faiïraan, caneel, foely, mufcaat'-noot, kruidnagelen en diergelyke; de kraamvrouw , die buiten dien tot koorts zeer ligt'geneigd is, voelt na het gebruik derzelven wel dra eene gloeijende hitte, en hier van' kan eene ontfteekingder baarmoeder, gevaarlyke koorts' der kraamvrouwen, bloedftorting, of verftopping der kraamzuivering, de noodlottige gevolgen zyn. Het is derhalven billyk, dat men eene zoo fchadelyke gewoonte 'met alle magt pooge te weeren, ten deezen einde zyn in de Landen van Baden de doopmaalen verboden, en door eene algemeen bevel van ao. Augustus 1655. aan alle Vroedvrouwen aangezegd,dat zy op firenge ftraffe gehouden zyn, alle overtreedingen tegen dit bevel, en het houden van doopmaalen by haare Overheid aan te geeven; dit bevel kon nog hier meede vermeerderd worden, dat elke vroedvrouw gehouden zoude zyn de kraamvrouw tegen de kwaade gevolgen van dit misbruik getrouwlyk te waarfchuwen, en in gevalle zy des niet tegenftaande zich moedwillig hier tegen verzette , of haar egtgenoot haar C<0 Comment.' T. iv.'J, 1314,  STAATSREfcELiNd. $6f haar noodzaakte om, kort na de verlosfing, zich tot die Van ris bezigheden te begeeven, welke haaren toeftand niet VO0R" gedoogt, hier Van ter behoorlyker plaatfe kennisfe te ®F4_AR|*" geeven. DeGAuREü hielden het Voor eene gods- Kraamdienftige pligt, dat eene kraamvrouw zich, noch in haar wtN," Voedzel, noch in haare overige leevenswyze te buiten ging in die zaaken 4 die haar in haaren toeftand fchadelyk zoiiden kurinen iyn (#)'. Deeze gastmaalen Verftoorèn de rust des lighaams, J3**^ en die bedaardheid des gemoeds, die eene kraamvrouw deezer zoo nodig zyn, het overlaaden der maag is dus niet het eenigfte, zelfs niet het geWigtigfte, gevolg der- Kraamzeiven (Z>); behalven eène, met veele menfchen en "r " e ' andere uitwafemingen vervulden, dampkring, heeft men van het woelig gefchreeuW der mannen, het onop* houdelyk gekakel der wyven, die doorgaans beiden by zulke gelegenheden dronken Zyn , voor de rust ert welftand der kragtelo'oze vrouw niet dan de nadeeligfte uitwerking te wachten, en, zoo zich eenig toeval voordoet , de Vroedvrouw bevind zich doorgaans buiten ftaat, om eene gepaste hulp te verkenen; daar deezè klasfe van menfchen zich veelmaalcn in znike gelegenheden bevinden , neemen veele haarer ook de gewoonte aan van zich' te bezuipen ,' en dit is deeze foort van vrouwen reeds Voor lang vei weeten. —t —- heébinm addü'ci Jubes t Sane pol illa temulenta eft muiier & temeraïia Nee fatis digtia, cui committasprimo partu muiier em^ Adducamt Import utiitatem Speclate aniculae (c)/ $. XVII. * (a) Dijferi. fur la Religion des Perfes p. 32. (»•) Kmphoff Diff. de incommodo & perica!'0 ex comivk Sapiifwali imminente Erfurt. 1756. (.() Teren Tics in Andria AS. I. Sc. 4. K k  508 Geneeskundige ,van m XVII. zorgen j voor, dearen~ ^et *s de der ^verne^ te zorgen, dat niemand kraam- eene kraamvrouw oorzaak tot fchrik, vreeze of droefwen?" geeve i de gevoeligheid der vrouwen is in deeze omftandigheden zoo fterk, dat elk deezer aandoeninvoTrzor-' gen haar m levensgevaar brengen kan. gen ten j)e eerfte vraag der vrouw, zoo dra zy haar kind nutte der ° ' ' Kraam- ter waereld gebragt heeft, is doorgaans of haar kind vrouwen- weigefcnaapen js• dikwerf zyn de Vroedvrouwen zoo x?cbtigTge- onvoorzichtig van niet Hechts een gebrek, indien zy zodrag van danig een aan het kind befpeuren - onbewimpeld der fommige 0 * 1 Vroed- kraamvrouw te openbaaren, maar zelfs maaken zy de vrouwen. doorgaans veei erger dan zy m de daad is, en jaagen dus de teedere kraam vrouw eenen, voor haar dikwerf doodlyken , fchrik op hetlyf,dus verhaalt Morg a g n i van eene vrouw, die zeer naar het bezit van een zoontje verlangende , een meisjen ter waereld bragt, haar man had de onvoorzichtigheid haar dit onverhoeds bekend te maaken , wel dra overviel haar zoo hevige benaauwdheden , dat zy kort daar na den geest gaf: men beveele derhalven de Vroedvrouwen op het nadruklykst, geene gebreken van het pasgeboooren kind, zoo dezelve voor de moeder kunnen bedekt gehouden worden, aan haar op eene onvoorzichtige wyze, en zonder voorafgegaane voorbereiding door haare naastbeftaanden, te openbaaren, veel minder daarover eene luidruchtige alarmkreet aanteheffen; te meer dewyl zeer veele van deeze gebreken of van zelf verdwynen, gelyk de indrukfelen in het hoofd enz. of door tydige en gepaste hulpmiddelen kunnen weggenomen worden, zoo als de kromte der beenen en diergelyken. Op  Staatsr.4cêlinö. 509 Op eene andere plaats heb ik door eene waarneeming Van eb , . ', , , , , 2orgen getracht te bewyzen van hoe groot eene noodzaakelyk- vooR heid het is, dat de Vroedvrouw voor , geduurende en na ^ff^' de verlosfing, katten en diergelyke fchadelyke dieren Kraam- 1 - Vrou- vei wyderd, daar ik gezien heb, dat eene kraamvrouw in W£N. leevensgevaar geraakte , doordien een kat, zonder baar glhaJ^ weeten, onder de kraamftoel verborgen was, en zich, fyu dit-, ren moe- zo dra de nageboorte tevoorlchyn gebragt was, onge- te„ „00j. ftuimig op de fchaamdeelen wierp, dezelve zeei fterk be- ™™% fchadigde, en eene opftopping der kraamvloed Veroorzaakte: katten of jonge honden worden dikwerf door de verveydeïd warmte uitgelokt om zich op het kind te liggen, dus word borden. het zwakke wichtje jammerlyk in de wieg gefmoord. Ik heb hier boven reeds gelprooken van de fchade- N^deeiilyke uitwerking, welke het luyen van eene afzonder- f/„^C»" lyke doodklok op het gemoed der kraamvrouwen heeft; dfrgeJ^ vooral in die tyden, wanneer 'er onder de kraamvrou- tiokop^beè, wen eene aanmerkelyke fterfte plaats heeft, als dan f' leeven alle de kraamvrouwen in eenen geftadigen angst, vfo»i»^ de vreeze maakt haar ziek, of vermeerderd derzelver gevaarlyke toevallen, zoo dra begint als dan niet de noodlottige klok zich te laaten hooren, of debeangfte kraamvrouw fiddert van fchrik, en poogt echter met eebe angstvallige nieuwsgierigheid, de oorzaak van dit geluy na te lpooren: zoude niet deeze reeden, al waare 'er geene andere voorhanden, ten hoogften voldoende zyn 1 om de affchaffiug van zoo eene doodklok te weege te brengen. Ten nutte der kraamvrouwen waare het te wen- J^J^ fchen, dat men, zoo veel doenlyk is, de al te veelvul- ^e"kn% dige en talryke bezoeken overal affchafte : het is moogelyk , dat in fommige gelukkige luchtftreeken deeze bezoeken, zelf in de eerfte dagen van het kraambedde, Kk a van  gió Geneeskündige Vav de van geene nadeelige gevolgen vergezeld gaan, vooral voor.£N daar, alwaar men befchaafder inwoonders en eene züiBa aren. verer luchtftreek vind Ca), maar dit al treft men ten plat- de- en . s r Kraam- ten lande met aan, de wyven geeven by zodanige be•wen?" zoeken Zoo weinig acht op den toeftand der kraamvrouw , zy fnappen met zoo groot eene luidruchtigheid over allerlei onderwerpen i verhaalen zoo veele gevallen en vieren haare hartstochten zoo zeer den ruimen teugel, dat het niet te verwonderen is, dat de kraamvrouw", die zich doorgaans in een laag en eng vertrek bevind, telkens, na het vertrek van dit zoo nadeelig gezelfchap, in erger * ja dikwerf in allergevaarlykfte omftandigheden gevonden word. Deeze Het is derhalven nodig, aan deeze zoo nadeelige 'trTcbte'nte aanloop by de kraamkamer paaien te ftellen, niet toe verminde- te jaaten ? fat zich buiten noodzaakelykheid meer dan twee perfoonen tevens by de kraamvrouw ophouden , dit is ook een der articulen in de vernisuwd: Ordonnantie der Magiftraat van Neurenberg, in dato den i. September 1626. als meede van het 9. Art. delOrdonnantie van Nas/au Catzeneüenbogen. De Vroedvrouwen moet bevolen worden, dat zy niet Verzuimen haare kraamvrouwen te waarfchuwen van in de eerfte 4. of 6. dagen , geduurende dewelke zy het meest aan gevaarlyke toevallen zyn blootgefteld, zich zorgvuldig te wachten van alles wat gerucht maakt, alle bezoeken af te liaan, en dus de kraambezoeken, zoo lang zy kunnen, trachten uit te ftellen. Mentraeh. Alle gedruis moet in den omtrek der kraamkamer gedrufsrt"' zorgvuldig vermyd worden, tot zoo eene oplettende zorg- C«)Brydone, reize dm Sicilien tn Maltin, ii. DiiU  Staatsregeling. 511 zorgvuldigheid is deeze achtenswaardigenftand gerech- van ds zorgen tigd, het losbranden van fchietgeweer9 geraas, ge- Voor kyf, gevecht, dansferyen, al wat de rust ftooren kan, baajienmoet op zwaare ftraffen van de nabuurfchap der kraam- kraam- j j e- \ VR0U" vrouw geweerd worden > wen. 'Er zyn zelf voorbeelden dat het fchieten ; het trom- van den pettengefchal en diergelyke bardklinkende geluiden, niet J™^*r flechts op de kiaamvrouw, maar zelf op het kmd de mer te nadeehglte, ja doodelyke uitwerking gehad heeft. verwyde- Uit deeze zelfde oorzaak worde het ook ten fcherp- Geene fte verboden, dat iemand zich verftoutte op eeniger- vrouw zy hande wyze eene kraamvrouw te beledigen, of zich ^"ed-^' met dezelve in eenig krakeel in te laaten : vooral zy gen bloothet den Echtgenoot verboden, zyne vrouw geduurende ge^ela' haar kraambedde met woorden of daaden te mishandelen , het welk niet zelden by eene laagere klasfe van jnenfchen plaats heeft, de arbeidsman verlaat dikwerf zyne vrouw, terwyl zy het bedde moet houden, moedwillig geheele dagen en nachten , en dus moet zy van alle hulp verftooken, zelf al haar werk verrichten, en zich nog gelukkig achten, zoo zy van haar dronken t'huiskoomend man niet met woorden of daaden dermaate mishandeld word , dat hier uit, gelyk ik zelf gezien hebbe, doodlyke gevolgen ontftaan; tegen zodaanige misdryven moet de Overheid op het allerzorgvuldigst waaken, en dezelve met de allergeftrengfte ftraffe te keer gaan, hier van verhaalt Heister een merkwaardig voorbeeld (b). Te (a) Richter diff. de cunis. Infant, praecipue nobil. p. 2j. van Swieten Comm. 8- 1353. ( b) De Medicina* nfilitate in Jurisprudentie Helmflad 1730. S- 44- P- 3». Kk 3  Geneeskundigs Van de Te Haaflem heeft men , ter voorkooming van alle |po|EN gedruis •> iri de nabuurfchap der kraamvrouwen, eene Baaren- keure, die verbied in den omtrek van derzelver wooKr aam- ningen eenig krakeel of geraas aan te vangen, ten dien ^R°y~ einde is altoos aan de huisdeur een zichtbaar en welber kend teeken geplaatst: zoo lang dit teeken zich aldaar Keure te b 1 f ' . ; Haarlem bevind mag geen gerechts-bode or dienaar der Jultitie Terh-ZZn in dit huis trecden „ zulke eene liefderyke zorge, derustder Zz&t van S wie ten, draagt deeze Overheid voor Kraam- " , i ènuwe*. ,, elke vrouw, die den Vaderlande eenen burger ge„ fchonken heeft, de Inwooner yan der Jeugd af aan „ "de getrouwe waarneeming deezer wet gewoon, ,, word hier door van de kindsheid af eene achting ,, voor vrugtbaare vrouwen en eene omzichtige zorge „ ten haaren opzichte ingeboezemd (a).? Hoe navolgenswaardig is niet zoo eene inftelling, hoe dikwerf is niet fchandelyke onvoorzichtigheid, of ftrafbaaren moedwil, oorzaak van het verlies eener beste, nuttigfte burgeres: men zorge zoo veel men kan dat: deeze zoo achtenswaardige leden der Maatfehappy in haare zoo nodige nachtrust niet geftoord worden, em verbiede uit deezen hoofde het gefchreeuw, gezang,, en geraas , het welk in veele, vooral de groote Steden,, zelf den gezonden zoo hinderlyk is. Is 'er iets, het welk op het allergevoeligst het gemoed der kraamvrouw moet treffen, het is voorzekerr dan, wanneer geduurende deeze omftandigheden de; ongeduldige fchuldeisfcher op betaaling aandringt: bett is derhalven ten hoogften billyk dat, geduurende diee 6. weeken, welke het kraambedde vorderd, geene ge.< . ..... a ! iqch- (a~) L. e. §• I3»7'  Staatsregeling. £13 rechtlyke afeisfching der fchulden, veel min eene in Van de iii 3,1 Zorgen beflagneeming der goederen plaats nebbe, op dat de Voor fcnrik der fchroomagtige kraamvrouw haar, of haar on- ^A.VR^" fchuldig kind geen wezendlyk nadeel teebrenge, of zy kraam- geduurende die tyd van de onontbeerlyke behoeften des WEN, leevens beroofd worde. Het is uit deezen hoofde onbegrypelyk, hoe men den van dt man eener zwakke kraamvrouw, zoo lange zy genood- di^'„fl"„ zaakt is zich in het bedde, of ten minfte binnens huis der man- ' nen wier te houden, Heerendienften kan opleggen, terwyl hy vrouwen vrouw en kind , hulploos aan honger en armoede ten \nraaembej. prooije moet laaten, hierom is ook in de Landen van dt liggen. Spiers en Baden een boer, geduurende de zes weeken van zyn vrouws kraambedde, vry van Heerendienften. §. XVIII. By Brand, Overftroomingen, of diergelyke rampen, voorzorzorge men vooral voor de redding der zwangere- en gKra°amkraam - vrouwen, by de Brand-Ordonnantie in Saxen vrouwen 3 J by noodiot- WOrd bevolen ,, dat men in elk diftricl zodaamge tigevoor- „ plaatfen moet aanwyzen werwaards men, in geval vallen' „ van brand, kinderen, zieke of oude perfoonen in „ veiligheid brengen kan," en het zoude zeer billyk zyn, vooral ten opzichte der kraamvrouwen, te bevelen , dat elk welgefteld burger , op eene veilige plaats woonende, gehouden zoude zyn een kraamvrouw liefdadig in zyn huis te ontfangen, tot dat het gevaar geheel verdweenen is. Het zoude insgelyk der menschheid tot eere zyn, indien men op de redding van zwangere- of kraamvrouwen uit zodaanig of ander leevensgevaar eené cvenreedige belooning ftelde. Kk 4 S- XIX.  £i4 Geneeskundigs Van de «• y t v ZORGEN 3' AlAl Voor b4aren- tr de - en Het waare te wenfchen, dat de Vorften in oorlogsty: Vrou-" den °P net allergeftrengst bevalen de hulplooze kraam- wen. vrouwen tegen alle oyeikst en moedwil der ongevde- NooJ- lige krygslieden te befehermen, en alle mishandelin- wfcbM- gen van de zodanige alleriiaauwkrurigst onderzogten, ning der en met allen ernst ftiafen: de verpligtina; tot zöda- Araam- m r o r> wouwen nige voorzorgen zal het niet nodig zyn breedvoerig uit l"den°.rl0SI de wetten der Natuur te bewyzen. i §. X X. Hoe zitjt Daar nu mcenige kraamvrouw, uit hoofde van haapdtr'be- re deerniswaardige armoede, zich zelf in de deërlykffee hKraam- onhandigheden bevind, en yan al het noodwendige •vrouwente verltooken is, zoo! is het een wezendlyk gebrek in gedragen. eene wej jngerjcrrtc Regeering, indien dezelve naar geene maatregelen, ter vóorkooming van dit onheil, omziet^ van Sonnenfïls wil , dat de vroedvrouw, of ( gecsrlyke, der Overheid kennis moet geeven, indien zy bevinden , dat eene kraamvrouw van haar noodwendig onderhoud ontbloot is, op dat in dit geval de Regeering het kind na zich zoude kunnen neemen (a) ; deezen voorftig is zeer menschlievend , echter fchynt het my toe beter te zyn het kind by deszelfs moeder te laaten, tot dat het haare zorge minder behoefd, en veel liever aan haar en haar kind, ten minfte geduurende haar kraambedde, en zoo lang zy niets verdienen (<0 e. $.100.  Staatsregeling.. 515 nen kan, zoo veel toe te leggen als zy en haar kind VAM P" 3 00 ZORGEN tot onderhoud nodig heeft; alleenlyk blyft nu de vraa- voor ge over; hoe dit met het meeste nut ten uitvoer ^en*" gebragt? kraam- & & Vrou- In Parys heeft men tot dit einde voor eenige Jaaren eene wen. inrichting tot ftand gebragt: men huisvest in een ge- inrichting zond gedeelte der ftad, in het zogenaamde Hotel de San te» té, alle vrouwen; welker verlosfing op handen is, en arme bezorgt dezelve voor zoo verre alleenlyk de verlosfing Ar™^w aangaat, wanneer zy arm zyn, voor niet: zy eg- Parys en ,. , . , , op arden ter, die meer vermogend zyn, betalen voor het ver- plaatfen. lof om in dit Hotel te bevallen, twaalf livres, indien zy terftond na de verlosfing wederom naar haare wooningen terug gebragt worden; zy, die haar kraambedde geduurende negen dagen aldaar willen houden, moeten dertig, en zoo zy langer blyven voor elke dag twee livres betaalen; men kan ook aldaar, wanneer men voor eene kraamvrouw eene meer naauwkeurige oppasfing begeert, tegen betaaling van een hooger kostgeld naar genoegen geholpen worden («). Dit is voorzeker eene allervoortreflykfte inrichting voor een groote ftad: daar het doch altoos, zoo wel uit menfchenliefde, als ter bevordering der belangen, en eere der natie pryzenswaardig is, dat voor kranke vreemdelingen , voor zwangere vrouwen , welke op haare reize door een vroegtydige verlosfing overvallen worden, liefderyk gezorgd worde, daar de kostbaarheid, de woeligheid der herbergen dezelve tot zeer ongefchikte verblyfplaazen voor de zodanige maakt, is (a)sGazette Salutairt 1776. N. XXIII. Etat dt Meditint t*i$t p. 369» Kk (  gió Geneeskundige Van di is het ftichten van zodanige Hospitaalen in dezelve van voor de grootfte nuttigheid, maar vooral voor middelmabeaen'~ geg°ede heden; de geheele klasfe der volftrekt Kraam- arme lieden word echter hier door niet geholpen, daar wen' doch de kraamvrouw terftond na haare verlosfing deeze fchuilplaats wederom verhaten moet, en zy dus van allen byftand verftoken worden in die tyd, wanneer zy dezelve het meest behoeven. In het groote Hotel-Qieu word voor een gedeelte behoeftige burgeresfen gezorgd, welke wegens armoede buiten ftaat zyn in haar verlosfing en kraambedde het nodige te verkrygen: tot dat gewigtig oogmerk zyn twee zaaien gelchikt, de eene den H. Jofeph, waarin 113. de andere der H. Margaretha gewyd, waarin 12. bedfteeden, de zwangere diend zich zelf, zonder eenige andere aanbeveeling, aan, ten aller uure by dag of nacht, worden daarin aangenoomen, en voor niet, geduurende eene behoorlyke tyd, opgepast, waar toe behalven andere oppasfers, ook verfcheide vroedvrouwen voorhanden zyn, elk van dewelke na dat zy drie maanden in het Hotel-Dieu gediend heeft, door eene commisfie aangelteld word, en het recht van Meestresfe (Dt oit de Maitrljfe) verkrygt. In verfcheide andere plaatlen in Frankryk, Engeland, Duitschland en andere Landen vind men Kraamvrouwen-Hospitaalen, waarin gehuuwde en ongehuuwde zwangere vrouwen toegelaaten worden, en geduurende haao- verlosfing en kraambedde voor niet eene behoorlyke oppasfing genieten, welke Geftich ten ook tevens kweekfchoolen voor de vroedkunde zyn. Deeze ^ 'Er zyn ondertusfehen zeer veel zwangere en kraam* éoen°de.° yrouw en, vv üre van de bovengemelde inrichtingen geen nut kunnen trekken: om nu niet van de inrichting zelve  Staatsrege-ling. 517 ve, van diergelyke huizen, te fpreeken, die zelden het van be getal der overleeden kraamvrouwen verminderen, daar ^00R doch de omftandigheid der kraamvrouw zelve, tot de £AA*™verontreiniging des dampkrings, in die vertrekken, zeer Kraam. groote aanleiding geeft, en het eene buitengewoone w*° / . rykeftichting zoude moeten zyn,;welke in ftaat zoude zyn eene zoo nodige zindelykheid in dezelve te verfchaffen; behalven deeze zoo gegronde zwaarigheid, zoo kan geene behoeftige vrouw, met verfcheide kleine kinderen bekaden, zich zelve, geduurende eenigen tyd, van dezelve afzonderen en die van haar moederlyk opzicht verfteeken : geene arme kan befluiten zich in een kraam-hospitaal te begeeven, het welk hoofdzaakelyk gefchikt is voor onechte zwangere vrouwen, die, van eene vaste woonplaats verftooken, ellendig heenen zwerven. Hoe navolgenswaardig isde Inrichting door den Groot Nuttigt Hertog te Florence in den Jaare 1776. deswegens voor baa- vastgefteld, deeze wyze Menfchenvriend en teederhartig Vader zyner Ondcrdaanen, door de ellende der be" vrouwem* hoeftige kraamvrouwen bewoogen, leide elk derzelve in zyne Refidentie - Stad, uit zyne byzondere inkomften , de fomme van zes livres toe, daarenboven zorgde hy, dat in elk der vier wyken der ftad zich eene, hier toe aan gefielde, vroedvrouw bevond, welke de arme baarende vrouw voor niet, zonder hier voor, zelf by wyze van gefchenk, het minfte te moogen ontfangen, moest helpen, indien zy by zodanig eene geroepen was, mogt zy die niet voor eene andere, by dewelke zy betaaling verwachten kon, verlaaten: en op dat tevens ook voor zwaare verlosfingen gezorgd wierde, ftelde hy ook tevens Vroedmeesters aan, die der armen, voor niet, eene behulpzaame hand moesten bieden, daarenboven zyn alle de vroedmeesters. en vroedvrouwen  5i8 Geneeskundige Van jse wen der Stad verpligt, om, by eene arme vrouw ge* ZORGEN j ï i voor roepen zynde, haar hulp met te onttrekken; en in het dp-^eT Koninglyk hospitaal van 5, Maria Nutva, worden Kraam- aan alle arme kraamvrouwen voor niet zodanige noodytm~ druftigheden uitgedeelt, als zy in deeze haare omftandigheid van noden hebben. Het waare te wenfchen , dat men in elk Gemeenebest de zaak der behoeftige kraamvrouwen in allen ernst ter harte naame, en niet voortging de droevige gevolgen der opentlyke verwaarloozing onzer zoo huiplooze , zoo achtenswaardige meedeburgeresfen, met een zoo onverfchillig oog aan te zien: Hoe ligtelyk kan het niet gefchieden, dat eeneMoeder door zoo eene akelig vooruitzicht genoopt word , haare vrugtbaarheid, zelf door de allerfchadelykfte middelen, te beperken, en de pas gevormde vrugt ter baarv moeder heimelyk uitte dryven ? hoe veel wanbedry- ven, hoe veele moorden gefchieden 'er niet jaarlyks uit deezen hoofde, die men meteen weinig meer gevoel van menfchenliefde en meedelyden had kunnen voorkoomen , hoe troostlyk zoude het niet voor eene arme zwangere vrouw zyn, wanneer het tydftip haarer verlosfing naderd, dat zy van wegens haare menschlievende Overheid, geduurende den tyd van haar kraambedde, van alle haare nooddruftigheden zal verzorgd worden. Onge- Het is waar men beveelt byna overal de vroedvrou- me wet wen, dat zy met even zoo veel geduld en vriendelyk- ZZcff heid de arme als de iyke bymoet ftaan»dat zynim- vrouwen. mer eene arme baarende vrouw verlaaten moet, om eene ryke te gaan helpen. — Maar kan men denken, dat het den zodanigen wetgeeveren ernst geweest zy, wanneer zy een arm wyf, het welk zy tot vroedvrouw hebben aangenomen, zodanig eene verpligting opleggen, zonder haar deswegens fchadeloos te ftellen, of kan  Staatsregeling £is> kan men verwachten, dat zy uit zuivere edelmoedigheid van m de belooning der ryke verwaarloozen zullen, om eene V00R arme voor niet te gaan helpen, terwyl intüsfchen zy j^**1^ en de baare te huis, van alle behoeften ontbloot zyn ; — kraamMen ziet trouwens ook dagelyks hoe gruwzaam deeze w^.~ ellendige voorwerpen verzuimd worden, hoe zy by alle gelegenheden aan «ryker Worden opgeofferd , of ten minde om de verlofing te verhaasten op de rüuwfte wyze behandeld worden. Nimmer zal men Zich ergens kunnen vleien dit misbruik afgefchaft te hebben, zoo niet elk burger- g«n. bevende Overheid aan die vroedvrouwen, welke geen jaarlyksch vast inkoomen genieten, voor de verlosfing van eene arme vrouw, even dezelfde belooning toelegd, die zy voor liet verlosfen eener middelmaaïig gegoede burgeres, verwachten kunnen, dan eerst heeft de Magiftraat het recht, om toe te zien , dat eene arme vrouw met dezelfde trouw en vaardigheid geholpen Word, als eene ryke, dan eerst kan zy de overtreeding deezer wet op het fcherpfte ftraffen. Voor den Staat zouden deeze onkosten van zeer weinig aanbelang zyn, daar het echter voor eene arme Vroedvrouw opeen gering dorp eene groote hardheid is-, jaarlyks 8 a 10 verlosfmgen voor niet te moeten doen; en een tyd, waarin zy misfchien zichzelve, in het helpen van meer gegoede, merkélyk kon bevoordeelen , te befteeden, om dagen achter een de verlosfing eener arme vrouw af te wachten, terwyl intüsfchen haar behoeftig huisgezin , vöor het welk zy nu niets verdienen kan, gebreklyd; de fomme, waarop eene betere voorzorg voor de kraamvrouwen het Vaderland jaarlyks zoude te ftaan koomen, is, in vergelyk Van het nut voor de bevolking, van zeer weinig aanbelang, en geen  gio Geneeskundige Van de geen volk kan men onderllellen zoo van alle gevoel voor™ ontbloot te zyn, dat het niet gewillig tot een zoo Iaaen'~ nutt'ê' oogmerk het zyne zoude bybrengen, indien Kraam- maar de verdeeling zoo gefchiede, dat de meer verwen\~ mogende gemeenten de armer byltonden, en dus de behoeftige kraamvrouw eens armen dorps even zoo goed voor niet geholpen wierd, als de arme eener voornaame Stad, geen gunst, geen aanzien van perfoonen moest in Haat zyn een gedeelte deezer zoo menschlievende ftichting te misbruiken j ten voordeele van zodanige, die deezen byftand niet behoeven. S. XXI. Pligt der Hier Was het de plaats om te fpreeken, Van de ÏTetZn moederlyke pligt, om zoo het moogelyk is, zelf haar déren k'z"~if te zoo§en » vooral dewyl de vervulling van deeze te zoogen. pligt zoo eenen aanmerkelyken invloed heeft op den toeftand der kraamvrouw, deeze omftandigheid is vart zoo veel aanbelang, dat ik in een volgend deel hier toe een afzonderlyk hoofddeel gefchikt heb, het zal genoeg zyn hier aan te merken; dat geen zoogfter, zonder een byzotider verlof aangenoomen, of geen kind, zonder eene vergunning, op het land befteed moest worden: ten tweeden, dat van wegen de Overheid alle Geneesmeetters, Vroedmeefters en Vroedvrouwen, verpligt moeften zyn, aan alle kraamvrouwen het zoogen haarer kinderen op het fterkst aan te bevelen, en van het al of niet vervullen deezer pligt ter behoorlyker plaats kennis te geeven, deeze aangeeving kon gevoeglyk door de Vroedvrouw of nabeftatnde, te gelyk met het hier voer gemelde bericht, gefchieden. %4 XXII.  Staatsregeling1. £it' Van ds « XXII. zorgen * voor Baaren- Een vooroordeel, bygeloovigheid, of kwalyk geplaat- £*AA™ fte teederhartigheid, doet de moeder haar pas gebooren Vrociwichtje by zich in het bedde neemen, en ftelt hetzelve dus bloot aan het gevaar om dood gedrukt te wor- Y^geTb* den, van dit misbruik en de voorzorgen hier tegen do°nidd™k~ Zal in het volgend deel nader gehandeld worden. peu ge- boorne. % X X 11 1- Nu nog een woord van het uitgaan der kraarhvrou- tfrat mm wen, en de tyd hiertoe door Verfcheide Wetgeevers gefteld; men heeft namentlyk, gelyk hier voor §. 4. s^Jf §. 5. reeds gezegd is , overal de kraamvrouwen j geduu vrouwen rende eenigen tyd, voor onrein gehouden, en haar verboden met de gezonden eenigen naauweren omgang te hebben ; 40. dagen of zes weeken is de gewoonlykftebepaaling, ofichoon het zyn kan, dat de plegtige aanneeming van een nieuw burger in de Maatfchap* py , de dankbaare opdraging van het pas gebooren wicht door de handen zyner moeder aan het Opperwezen, eenige aanleiding tot: zoo eene Wet gegeeven hebben , zoo moet men die echter grootendeels afleiden van de onreinheid der kraanazuivcring. Het geflacht der vrouwen komt fpoediger of laater »» ° n geduur- tot voorige kragten, naar maate het lighaams - geitel zaambeid fterkerof zwakker, de verlosfing moeilykerof gemakly- ^amzuiker geweest is: de kraamzuivering is by dat gedeelte *ering. der vrouwen, die met haaren arbeid de kost winnen , doorgaans minder en van korter duur dan by onze voornaame vrouwt;n, die ook doorgaans de ftonden over-  £22 ÖENSESKUNDIÖÊ zor^M overvloed'ger hebben f»; Hippocrates vond voor goed den duur der kraamzuivering, na de geboorte van de-aenN" een meisie °P 42. na de geboorte van een knechtje op' kraam- flegts 30. dagen vast te ftellen (£), zonder dat dee- Vrou- u i j wen» ze öepaaling door de onderving van andere Geneeskundige bevestigd wierd. In het algemeen kan nien vastftellen, dat dezelve by de meefte vrouwen vier of vyf weeken duurt, by zeer' veelen komt de Vloed, na dat die eenige dagen was opgehouden , wederom, tot dat zich eindelyk met de vierde week de ftonden wederom vertoonen, en de inwendige deelen haaren vorigen ftand wederom verkreegen hébben 5 vrouwen, die niet zoogen neemt men waar, dat in het algemeen langer deeze ontlasting hebben , en daarenboven nog lang met de witten vloed geplaagd worden, hier van zyn zoogende vrouwen doorgaans bevryd, de toevloed der vochten naar de borften leid de overtollige vochten van de baarmoeder af (e). J^fland Hier by komt nog dat het geflacht der vrouwen ge- kraam- duurende den ganfehen tyd, dat haare Natuur bezig ""*• is zichln haar vorigen ftaat te herftellen, ten uiterfte gevoelig is voor alles, wat haar ziel óf ligchaam treft, elke, anderflhts geringen misfhg, heeft als dan dubbele gevolgen, deeze toeftand fs zoo wel uit het verlies der' vochten , als van de fchok die het: zenuwgeftel geleeden heeft, oorfpronglyk, en ftelt de vrouwen aan een fchroom- (a) Van Swi sten r. IV. J, 132». t>) De Nat. Paeri. CO B'allexserd Dijfert. far rEdmiation Pbyf.que des Enfans, p. 43.  Staatsregeling 523 fchroomlyk aantal van rampen bloot, die niet dan J^bi door rust voorgekoomen kunnen worden, en dit was V00R ook het oogmerk deezer wyze wetten: maar helaas! Baarenhoe flecht worden dezelve, vooral ten platten lande, Kraam, in acht genomen; meeftendeels ftaat het boerenwyl WLN. reeds met den tweeden of derden dag na de verlos- ^ aU fing van haar kraambedde op, en neemt de huislyke g^nte, bezigheden wederom op zich; reeds op den tienden dror be\ u of twaalfden dag, ja zelf vroeger, laaten zich de meefte boerinnen door den geestlyken weder wyen, en dan, gelooven zy, is alles afgedaan, en zy behoeven wrw. zich met geene voorzorg te bekommeren: in de fte- ^ den zyn niet alle vrouwen zoo voorbaarig , doch de xyn. klasfe onzer gemeene burgeresfen is niet voorzichtiger, dan de boerinnen, zelden houden zy de helft haarer kraamtyd uit. De ondervinding toont veelmaalen de wrange vrugten deezer misflagen, de gevolgen eener opgeftopte kraamvloed, maaken eene groote verwoefting ten platten lande onder de gezondfte vrouwen 5 hier door ontftaan heete koortfen, gevaarlyk uitflag, en zogverplaatfingén, vooral wanneer geduurende de winter de koude en vochtige lucht het zoo flecht befchutte onderlyf der vrouw aanraakt, en de vaatcn der baarmoeder eensklaps toefluit: hier uit ontftaan verftoppingen, verzweeringen der borstklieren , die anders ten platten lande, daar de moeders doorgaans haar eigen kinderen zoogen, veel zeldzaamer zouden zyn; hier van ook, gelyk ik te vooren reeds gemeld heb, de uitzakkingen der baarmoeder; de vrouwen zelffchryven zeer veele toevallen, die haar haar leeven lang bybryven, en dikwyls niet ten onrechte, aan een met behoorlyk in acht geflagen kraambedde toe, de bleeke couleur alleen is een zichtbaar bewys vart de ZwakLl beld»  524 Geneeskundige Van de heid, waar in de vrouw zich na de verlosfing bi vind, en ITa™ toont dat het even gevaarlyk is in die omftandigheid baaren- 0p de kragten te pogchen, als voor iemand, die uit Kraam- eenige zwaare ziekte herfteld is; en niet ten onrechte wX" ö 'er bv de Katfchinziiche Tartaren een wet of gebruik, die de kraamvrouwen het toebereiden van alle fpyzen, geduurende ten minfte tien dagen, ontzegd O). Hm dit Men moest geftrengelyk de gewoonte in acht doen kZab%'L neemen ■> van eene vrouw nog eenigen tyd na haare verlosfing van alle gezelfchappen te verwyderen, baar zelf verbieden uit te gaan; het is pryfelyk, dat fommige Roomfche Geestlyken geen kraamvrouw wederom wyen, ten zy zy haaren kraamtyd volkoomen uitgehouden hebbe, en dit is het gefchiktfte middel om het ongeduld der onvoorzichtige kraamvrouw te beteugelen ; men moest als eene wet vastftellen, dat geene kraamvrouw in den winter voor de zesde, in den zomer voor het einde der vierde week, haare bezigheden als gezond wederom aanvinge; in warme landen kan men het uitgaan vroeger toeftaan; de arme daglooners vrouw kan haar kraambedde niet zoo lang uithouden , als haare gezondheid vereifchen zouden, maar gegoede vrouwen,'welker te vroegen uitgang alleen aan ongeduld is toe te fchryven, verdienen voorzeker deswegens ftraffe, zy moeten vooral zodanigen arbeid voor het einde der zesde week niet aanvangen , die haar nog niet ten vollen herftelde gezondheid wederom in een oogfchynlyk gevaar brengen kan; men ziet niet zelden 14 dagen na de verlosfing een £«) Pallas 3, D, pag. 304.  Staatsregeling. 525 :een boeren wyf tot aan de knien in het water ftaan, van- ije :en den ganfchen dag met wasfen en uitwringen van Ilinnen doorbrengen , alhoewel zy tot diergclyken arIbeid, als meede het dorfchen, dragen van zwaare las- kraamiten en diergelyke, niet volftrekt genoodzaakt zyn: y*^" Daar het nu niet anders zyn kan, of diergelyke bui" 1 tenfporigheden moeten het vrugtbaar lighaamsgeftel ■van zoo veele gezonde vrouwen volftrekt bederven, en het getal der zwakke en gebreklyken in de Maat: fchappy doen aangroeijen; en daar het zeker is, dat de ruwe en harde behandeling der mannen hier van zeer dikwerf de oorzaak is, zoo moet de Regeering zorge dragen , dat foortgelyke misdryven voorgekoomen worden, en ten dien einde moet elke Huisvader, wegens het veroorzaaken of toelaaten derzelve, voor zyne Overigheid ter verantwoording geroepen worden, op dat dus de welvaard van het dierbaare geflacht der vrugtbaare vrouwen op alle moogelyke wyze bevorderden beveiligd worde (*). (*) Welk mensch, zo hy niet van alle gevoel, van alle menrchenliefde beroofd is , zal niet eene zwangere vrouw , vooral wanneer zy tot naby het tydftip haarer verlosfing genaderd is , en gereed ftaat, om met gevaar van haar eigen leven der Maatfehappy een meedelid , het Vaderland eenen burger te fchenken, wie, zegge ik, zal niet zoo eene vrouw met achting behandelen, en het zich tot een genoegen reekenen, al wat in zyn vermogen is toe te brengen, ten e.nde haar in het vervullen van deezen, dikwerf zoo moeilyken post, behulpzaam te zyn- . Hy, op wiens fchouders de last der Regee ïng gelegd if, dx aanfpreeklyk is wegens het gebruik, het welk hy van het vertrouwen zyner meedeburgeren gemaakt heeft, is wel l1 a zee"  $i6 Geneeskundige zorgen^ zeker verantwoordelyk roor die onheilen zyner meedeburvoor geren , welke hy door het daarftellen of handhaaven van wyBaaRitn- ze wetten had kunnen voorkoomen of verbeteren. Kraam1 ^6 eer^e P'aats komt hier in aanmerking de noodzaake- Vrou- Ivkheid, om zoo wel de Heden, als het platte land van beWen. kwaame Vroedmeefters en Vroedvrouwen te voorzien; deeze zyn immers de voornaame werktuigen eener gelukkige bevolking! wat de eerstgemelde aanbelangd, de gefchiktfte middelen om kundige Vroedmeefters te verkrygen, zyn voorzeker de openbaare lesfen van ervaaren mannen in de Vroedkunde , en een Hospitaal voo/ kraamvrouwen , alwaar de befchouwende kennis ter beöeffening gebragt word, en de leerling der Vroedkunde, onder het opzicht zyner leeraaren, de hdnd aan het werk legt. , Maar met innig leedweezen moet ik erkennen, dat in deeeen opzichte ons Vaderland by alle deszelfs nabuurige landen verre te kort fchiet; in fommige onzer hooge Schooien, on-> te voornaamfte zelf, woid de Vroedkunde , die fchoone Weetenfch'ap , waar aan zoo veele het dierbaar leven verfchuldigd zyn, in veele Jaaren in het geheel niet geleeraart, en een kraamhospïraal , eene menschievende fchuilplaats voor behoeftige vrouwen, die tot het einde haarer zwangerheid genaderd zyn , een oeffenfchoole der Verloskunde, is by ons. nergens te vinden. Mogten de Beftuurders onzer Academiën het zich tot een pligt reekenen te zorgen, dat de Vroedkundige lesfen op eenen vasten voet gehouden worden; hy, die zich op de Genees- of Heel-kunde toelegt, ja elk beminnaar der Weetenfehappen , zal gaarne deeze zoo nuttige, zoo noodzaakelyke lesfen bywoor.en , men zal dezelve ten minfte zoo nuttig houden , als het onderwys in het gebruik der Globen, in de Bovennatuurkunde, of andere enkel befchouwende Weetenfehappen; een Hospitaal, alwaar de zwangere vrouw verlost kon worden , en geduurende de tyd van haar kraambedde eene behoorlyke oppasfing genieten, alwaar tevens ook de Genees- Heel» en Vroedmeefters gevormd worden ; zoo een weldaadig, voor het Gemeenebest, ja voor het menschdom zoo allerwenfchelykst gedicht, is zedert lang de vuurige begeer e geweest van elk , die van deszelfs voordeel over{a'gd is5 zodanig een Hospitaa' is te Jena opgerecht, tot weikef  Staatsregeling. 517 ker onderhoud en verzorging elk volwasfenen Inwooner J^^s 's Jaarlyks eene grosfebe betaald; voorwaar eene geringe fom, yooR in vergelyking van het nut voor den Staat in het algemeen, baarende behoeftige zwangere vrouwen , en de Vroedkunde in het j^J^ byzonder! Eene in onecht bezwangerde is van alle Kerkelyke Vrqu_ en Waereldlyke ftraffe bevryd, wanneer zy zich ter haarer WEN. verlosfing in dit Hospitaal begeeft: de kraamvrouwen genieten aldaar, onder het opzicht van de Heeren Loder en starke, eene menschlievende verzorging. De kundigheid? onzer Vroedvrouwen zal voornaamelvk hier van afhangen, dat zy een behoorlyk onderwys genieten, en nimmer in de Steden aangenomen, of gerechtigd worden zich als zodanige ten platten lande neder te zetten, dan na zonder eenige oogluikiug een allerflrengst onderzoek ondergaan , en hier in proeven van haare bekwaamheid gegeevert te hebben; in dit onderzoek zal het nodig zyn, dat zy, niet alleen wegens de gewoone en allernoodzakelykfte kundigheden ondervraagd worden, maar men trachte vooral, en in haaf onderwys, in haare ondervraagingen alles wat motelyk ia aan te wenden , ter uitroeijing van die meenigte vfiorHordeelen, die vcornaamelyk deeze klasfe onaffchei| k aankleeft, «r. by dezelve, zoo veele jammerlyke on!: :eti vCroofïaakt: hoe zeer het billyk zy , dat zy , door hiarc ervarenheid het ver: ouwen der kraamvrouw volkoomen genieten, zoo mO*f «dit» dit blinde vertrouwen niet zoo verre gaan, d«t ry Efch verftouten, zonder voorafgaand voorIbhrift vai een Cenecjiundige , eenige inwendige, het zy , het *y rusttniddelen voortefchryven. Dit moet httf nimmer vryftwm , en zoo hier uit kwaade gevolgen mogten gebooren worden, moeten zy naar bevind van zaaken deswegens ten allerflrengst geftraft worden. In de Ordonnantie op de Vroedvrouwen te Rotterdam , op den 10. April 1759. geëmaneerd, word bevoolen, dat een vroedvrouw, gehaald wordende , verpligt zal zyn ogenbliklyk meede te gaan, op eene boete van ƒ 25 : o : o. Geene vroedvrouw mag op gelyke boete, onder welk prjetext ook , van de eene baarende vrouw naar de andere gaan, ten waare zy de vrouw hier van te vooren gewaarfchuwd , en eene andere, wel onderricht, in haar plaats gefteld had, voor welker gedrag zy echter verantwoordelyk blyftj eene vroed-  428 Geneeskundige Staatsregeling. Van de vrouw moet in ftaat zyn een clyiler te zetten , en het water Zorgen af te tappen; en uitgehaald zynde , mag zy zonder dei hier voor ,. . „ . . , 1 Baaren- toe nodige inftrumenten met uitgaan , op verbeurte telkens be- en van ƒ 10 : o : o de vroedvrouwen moeten van alle de kinde- VrouM~ ' rï°°r 'laar genaa!t*» net zy dood of leevend , naauwWEN. keurig boek houden, op boete van ƒ3:0:0 telkens; de Stads Vroedvrouwen moogen van geen arme voor de verlosfing eenig loon eisfehen, op boete van ƒ 25 : o : o maar worden hier voor van Stads weege betaald. Zie daar de menschlievende voorfchriften van Rotterdams Burgervaderen . hoe wenfchelyk waare het, dat deeze en diergelyke inrichtingen ïn alle onze lieden en ten platten lande plaats hadden. Onder de voornaame reedenen , die den gemeenen man , ja zelf den middelmatigen burger wederhouden, om by moeilyke en tegennatuurlyke verlosfingen den toevlugt tot de hulp eenes Vroedmeeftert te neemen , is voorzeker ook de buitenfpoorige belooning die fommige hunner, zelf by den gemeenen man, vorderen, en van die benaauwde ogenblikken gebruik maakende, hen van het hart knevelen; de aanzienlyken, de gegoeden burger zal gaarne den behouder van het dierbaar leven van gade en kroost mildelyk beloonen, en dit is ten hoogften billyk: de Regeering ftelie de fchraapzucht der Vroedkundige paaien, door vast te ftellen hoeveel het loon zy, het welk hy van den geringen burger vorderen kan: de verlosfing van arme vrouwen moet van Stads of 's Lands wegen betaald worden; zie hier over de Verhandeling van onzen Schryver : eene Verhandeling , die ïn desaelfs geheel overwaardig is , om ook in dit ons Vaderland met de grootfte aandacht van elk een, het zy Regent, het zy burger , geleezen en overdacht te worden. Vertaaler. Einde van het Eerfte Deel.