B A LANS VAN EUROPA.   , Krygsraacht Grootte in (Bevolking, Inkomften,j Krygsmacht Naamen der Staaten. Grootte Bevolk, fakomft I ' te land. | ter zee. • te land | ter zee vierk.- myl. zielen. L aalders. Man f Schep, van liaie. I. Brünswyk - Lune- burg . . o, is 0,5 o, 9 1,5 500 fooooo 4>oooooo 24.000 — II. Denemarken . 1,76 1,2 1,6 4,6 7, 1 7600 2,000003 7,000000 75000 30 III. Frankryk • , 2, 30 14, 7 10000 25,000000 ' - ;— IV. Groot -Brittannien. 1,39 7,0 25,6 3,7 40, 5 6000 12,000000 U4>ooooc© 60000170 V. Vereenigde Nederlanden . . 0,15 1,5 3» 5 2,5 8,3 625 2,500000 15,000000 40000 35 VI. Oostenryk . . 2,30 n,7 M>° 18, 7 icoco 2o,ooooc0 60,000000 300000 — VII. Palts-Beyeren .0,25 1,2 1,4 1,9 1050 2,000000 6,000000 30000 -, VUL Polen : . . 2, 30 5,3 I, 4 3,1 . 10000 9>oooooo 6,000000 50000 _ IX. Portugal . . 0,40 1,3 4.2 i,9 2,4 1700 2,250000 18,000000 30000 I0 X. Pruissen . . 0,84 3,5 5,8 i2,4 3600 6,oooo0o 25,000000 200000 —. XI. Rusland . . 70,41 Ha 7 9,3 15, 5 11,9 304000 25,000000 40,000000 250000 50 \ XII. Saxen . . 0,17 1,2 1,8 1,9 725 2,000000 7,5ooooo 30000 — XIIL Sardinien ; i 0,29 1,9 1,4 is9 1250 3,250000 6,000000 830000 — XIV. z we de» . . '. 3,01 1,8 1,8 3, 1 7, ï 13000 3,000000 7j5ooooo 50000 30 XV. Sicilien . . . 0,43 3,5 1,8 1, 9 ï85o 6,000000 7,5o®ooo 30000 — XVI. Spanje .... 2, 09 6, 4 14, o 6, 2 14, 3 §coo 11,000000 60,000000 100000 60 XVII. Turkyen . . . 11,59 21, 1 8,4 18,7 6, ol 50000 36,000000 36,000000 300000 35 XVIII. Venetien . . . o, 20 1,5 2,1 o, 5 2,' 4I 85° 2-600000 9,000000 8000 ï0 100,001100, 0100, 0100, 0100, of 43175° 170,5*00000 428,5ooooo 1,607000420 In deze tafel zyn de grootte, bevolking, inkomften en krygsmacht der gezamentlyke Staaten tot de algemeene fom van 100 gebragt, en aangetoond, welk gedeelte van die fom aan eiken Staat toekomt, Om het overzicht en de vergelyking daarvan gcmaklyker te maaken, is ook vervolgens de wezenlyke fora daarby gevoegd. Evenredigheid [TWEEDE TAFEL] Wezendlyke fom der der   D E STAATKUNDIGE BALANS VAN EUROPA* MET DAARTOE BEHOORENDS TAFELEN. * Te AMSTERDAM By A- MENS janss. d D c c x b i>   INHOUD. Inleiding . Bladz. i» I. B runswyk-Luneburg,of het keurvorstendom Hanover . . 118. II, Denemarken . 128. III. Frankryk ; . 140* IV. Groot-brittannien en Ierland . . 154. V. Vereenigde NederlaN' den .... l68. VI. Oostenryk . > 180. VII. Palts-Beyeren • 191. VIII. Polen . . 199. IX. Portugal ', * aio. X. Pruissen . . 219. XI. R u s l a n d „ . 232. XII. Saxen . . . 249. * 8 XIII.  INHOUD. XUI. Sardinië n. Bladz. 260. XIV. Z w e e d e n . . 269. XV. S ï c 1 l 1 R n . : 280. XVI. Spanje . . • 288. XVII. T u r k y e n . . 297. .XV1IL Venetien 1 . 3^3' * PO-  POLITYK EVENWICHT DER STAATEN van EUROPA. INLEIDING, Staaten té waardeeren» is pmip ^eer moeijelyke en onzekere onderneeming; niet zo zeer uit gebrek aan krachten, zelfs in byzondere perfoonen, als wel uit gebrek aan die bouwftoffen, welke tot zodanigen arbeid onvermydelyk vereischt worden, en dikwyls aan den Staatsman zelve ontbreken. Nogthans is zulks voor iedereen die , ten aanzien der groote waereldfche gebeurtenisfen, geen onachtzaam aanfchouwer begeert te wezen, maar zich aanmaatigt dezelven te beöordeelen, dat is te zeggen , voor byna alle leezers van nieuwstydingen, eene ten hoogden aangenaam© <=n zeer nuttige beezigheid geworden, indien het anders nuttig zy naar gronden te kunnen oordeelen. A Se-  S FOLITYK EVENWICH'T DER Sedert het ftelzel des Evenwichts, of liever, federt het ftelzel der Alliantien, welk laatfte uit een duister gevoel van het eerfte ontfproot, in Europa is opgekomen, en op alle Kabinetten den zichtbaarften invloed heeft gehad , is het de pligt van ieder man van opvoedinge geworden, zich te laaten aangelegen zyn nopens de polityke krachten van die Staaten , welke op dit Evenwicht werken; nadien alleen zodanige kennis hem in ftaat ftelt te kunnen oordeelen, in hoe verre dat Evenwicht werkelyk plaats heeft, naar welken kant de balans meer of min overflaat, en of hetzelve door zekere omftandigheden misfchien ge., vaar loope, van geheel verbroken te zullen worden. Want hoewel het zeker is, dat het tegenwoordig Staats - Systhema, uit hoofde van de nauwe famenhang, waarin alle deszelfs byzor dere deelen tot elkander ftaan, thans zodanige vastigheid verkreegen heeft, dateene volkomen„ omwenteling, waardoor niet flechts nevelige fterren of komeeten, maar zelfs fterren van eene aanmerkelyke grootte, verdwynen en onzichtbaar worden zouden, eene zaak is, waarvan wy de mooglykheid niet ligt begrypen kunnen : lijnynr het evenwel, als of de wetten der aantrekkings-kracht, ook inde ftaat-  STAATEN VAN EUROPA. £ flaatkundige waereld , derzelver rechten geftadig meer doen gelden, en menigen planeet, die licht en warmte van eene zon ontleenen moet, zyne inftorting in dezelve te meer nadert, naar maate de loopkring kleiner is, in welke hy zich rondom haar beweegt. Daarenboven zal toch ook geen verftandig mensch zich verbeelden kunnen, dat het daarmede altoos op den tegenwoordigen voet blyven zal. Een tydperk van duizend jaaren levert ongelooflyke, ongehoorde, by gevolg ook onverwagte gabeurtenisfen op 5 maar zyn deze gefchied, zyn de duizend jaaren voorby, dan wordt de gefchiedenis daarvan verhaald, even als ware het eene gefchiedenis van gisteren. Wy weeten dat 'er iets gebeurd zy; wy weeten hoe het daar mede is toegegaan; wy vinden zulks alsdan mooglyk, begrypelyk, en verwonderen ons niet langer daarover. Dewyl nu op aarden niets beftendig, maar alles aan verandering onderworpen is; zou dan wel de vrees voor de eene of andere foort van algemeene- monarchie (want men kan zich menigerlei wyzingtn van dezelve verbeelden) in de daad een zotte inval, en het evenwicht van Europa niets meer dan een hersfenfchim wezen? Een der voornaamfte Staats-Kabinetten A 2 van  ij, P0LITYK EVENWICHT DËR van Enropa, drukte zich nog onlangs, by eene gelegendheid, welke Hechts in weinige hoofden zodanig denkbeeld zou hebben voort» gebragt, op zodanige manier daarover uit(ö), dat men de eerfte niet langer dwaas, en het laatfte niet langer belachelyk vinden zal. Het is dus ongetwyffeld de pligt van ieder man van opvoeding, dat hy zich om den toeHand van dit evenwicht te bekommere ; en niet alleen van den zodanigen, wiens eigenlyk beroep hem dezen plicht opgelegd heeft. Want zullsn wy byzondere Burgers, welker goed, bloed en polityk beftaan even zo veel belang daarby hebben, als de Kroon des Konings, als de Vryheid der Standen, als de beffen en ftaatsmantels der Regenten—zouden wy, zeg ik, met eene koele gevoelloosheid kunnen toezien , hoe volkeren vertrapt, Ryken en Staaten verdeelt, of troonen in kerkers herfchapen worden ? hoe de fterkere op zynen zwak' keren nabuur loert? hoe twee gezonden op éérien zieken aanvallen , ten einde hem de rest te geeven? En zullen wy in koelen bloede feiï Men zié de, by gelegenheid van den Bsyerjcher, Succesfie-Oorlog en voorjeflagen ruiling van landen, uitgekomen Staats - fchriften van het Pruisfifche Hof,  STAATEN VAN EUROPA. 5 - de aarifchouwen, op hoedanige wyze, het zy naby, of verre af, keetenen gefineed worden, die, van het één land naar het ander allengs verlengd, en waarmede ook eindelyk wy geboeid zullen worden? — Zyn wy geene natie?hebben wy geeneeigendommelykerechten ? zal men ons, als afhangelingen eener andere natie, niet hoonen ? zullen onze rechten alsdan ongekrenkt blyven ? hebben wy geene liefde voor onze wettige Regenten, die uit het midden van ons verkooren zyn, in ft midden van ons woonen, en ons naar recht en billykheid beftuuren? Houden wy niet onze Staatsgefteldheid in eeren? hebben wy geen gevoel van eere en van onaf hanglykheid ? zyn wy zoo diep weggezonken, dat het ons om 't even zy, door wien wy geregeerd worden, of wien wy gehoorzaamen moeten? — Wee den flaaf, aan welken het onverfchillig is wiens ketenen hy draagt! tfy is flaaf, hy denkt als flaaf, en verdient waarlyk flaaf te zyn. Aldus denkt geen Duitfcher; aldus denkt geen redelyk mensch. Deszelfs blik flaat den geheelen aardbol gade, zo verre de oogen reiken kunnen. In alle fchokken, waarvan de minde fpoor in Europa opgemerkt wordt, peemt hy aandeel, Zyn verftand wordt daar- a 3 by  6 POLITYK EVENWICHT DER by werkzaam, en zyn hart gevoelt. Nergens worftelt de vryheid met de dwinglandy; nergens worden ftaatsgefteldheden omgekeerd of trotfche Mogendheden vernederd; en nergens blinkt het oorlogs-zwaard, ten einde een plekje lands, of artykel des Koophandels, te veroveren — of, hy trekt party in de zaak. Onze opmerkzaamheid op Europa ftrekt zig nog verder uit* De nauwkeurigfte kennis van de geheele polityke gevleidheid van alle Europeefche natiën, is het belangrykst voorwerp onzer zorgvuldigfte poogingen. Wat volk bezit deze kennis in dien hoogen graad als wy (b) ? en welke verheven roem voor den Duitfcher, dat hy deze vraag, zonder on billyke zelfverheffing, doen moge! Doch hierom kunnen ook Duitfchers beter en juister oordeelen over de ftaatkundige belangen van Europa, dan alle andere natiën : daarom beöordeelen zy dezelve zoo gaarne (c). De- (2>) Rem er in Duitschland, heeft eene Statistica voor de Engelfchen gefchreeven. (c) Ik was eerst van gedagten, deze winderige De. clamatio, als geheel nutteloos, als geheel en al ongegrond , weg te laaten, doch bleef liever getrouw aan wya' pligt, als Vertaaler. — Wy zouden hier, mee veel  STAATEN VAN EUROPA. j Deze algemeene deelneeming is het zekerst bewys onzer verlichting en vryheid. Het Duitfche ryk, in zyne geheele uitgeftrektheid befchouwd, vertoont fchier in het klein, wat Europa in 't groot is. De groote macht van twee der geduchtfte Staaten van Europa, fteuntop derzeiver bezittingen in Duitschland; eenige andere Duitfche Staaten zyn, wanneer in derzelver nabuurfchap Oorlogen ontdaan , van eenen veel betekenenden invloed, en hebben hun aandeel van krachten dikwyls nadruklyk doen gelden; de overige menigte, welke, te famen genomen, aanmerkelyk genoeg is, ten einde door hunne vereeniging, een Koningryk van meer dan 3600 vierkante mylen enagt millioenen inwoonderen uit.te rnaaken, is gelukkig door haare onmacht, en onder de vleugelen des adelaars veilig. De beide groote Staaten zyn de toeflaande Mogendheden zul- °ke, veel «ond! op onze beurt den Duitfchen Schryver veei brunu, ? iandgenooten vraasen kunnen : of dan By en *yuc 6 is"™ i- —:™- eigende .echt der Vol»=n! van bet.melvke V.vtal! enz, enz, enz. Vnt(Ij Aldus noemt catterer» met eene veelbeteA 4  8 POLITYK EVENWICHT DER ke, die minder machtig zyn, moeten, of om hunne eigen veiligheid helpen toeflaan, oftegen gereede betaaling zich daartoe gebruiken laaten; terwyl de kleinere , angstvallig toezien, en in het gevoel fomtyds mede weg gefleept [worden, even als in 't overig gedeelte van Europa gefchied. Alles is dus, ieder in zynen kring bezig, opmerkzaam, uitziende, bekommerd en .wantrouwig. Dit onophoudelyk wryven van tegengeftelde krachten aan elkander, houdt de Duitfche zucht, voor vryheid, even als haare opmerkzaamheid op de ftaatkundige bedryven, altoos levendig. Byna alle Europeefche Ryken hangen met het Duitfche te famen, niet door bezittingen alleen, niet ter oorzaake van derzelverDuitfche afkomst of vermaagichapping, maar door eene aanëenfchakeling van ftaatkundige verbintenisfen. Duitschland ligt in 't midden der groote Europeefche Staaten, en is zo wel door deze zyne plaatfelyke ligging, als door zyne innerlyk gewicht, de ftaats- barometer van Europa. Alle Europeefche Mogendheden neemen kende keurige uitdrukking, de voornaamfte Staaten van Europa.  STAATEN VAN EUROPA. 9 men in deszelfs noodlot aandeel, alle worden meer of min bewoogen door elke fchok, die het ondergaat; en aldus werüt ook het Duitfche Staats-lighaam op allen wederom terug. Gronden genoeg voor den Duitfcher, om de Europeefche Republyk in alle haare deelen, met alle haare krachten en betrekkingen, op het nauwkeurigfte te leeren kennen, en zich in ftaat te ftellen, om haare wezendlyke waardy te kunnen beöordeelen. De waardy van eenen ftaat, in dezen opzichte, moet berekend worden naar deszelfs aandeel in de geheele waardy der Europeefche Republyk. Men kan zich de geheele masfa van de ftaatkundige fterkte der Europeefche Republyk voorftellen als eene éénheid , beftaande uit zoo veele deelen, als 'er Staaten aanwezig zyn, welke tot deze fterkte het hunne toebrengen. Dan deze enkele deelen verfchillen zeer veel in uitgebreidheid, en zyn elkander ook zeer ongelyk in vorm of gedaante.1 Wat is het nu, waarop het by de bepaaling de wederkeerige betrekkingen, by de beöordeeling van de polityke waardy der Staaten, by de afweeging van derzelver aandeel tot het geheel,en van hunnen invloed op dat geheel, hoofdzaaklyk aankomt ? A 5 De  ÏO POLITYK EVENWICHT DER. De betrekkelyke grootte is het eerfte, wat hierby terftond in 't oog valt, en door elke landkaart wordt aangewezen- Deze is de meetftaf waarvan de onkundige zich bedient, die Hechts in gevolge van den eerften zinnelyken indruk oordeelt. Een ftaat, die wegens zyne nabuuren onbekommerd wezen kan, welke door de natuur zelve tegen buitenlandsch geweld beveiligd is en waaraan deze het vrye gebruik zyner handen veroorlooft, heeft zichrbaare voordeelen; by gevolg is de plaatfelyke ligging voor eiken Staat gewichtig. Een weinig nadenken zal wel dra een iegelyk overtuigen, dat een klein doch vruchtbaar wel bebouwd land, meer waardig is, dan een wyd uitgeftrekte woesteny. Wy moeten dus de landbouw en voortbrengzelen, benevens alle de overigen middelen van het beftaan der inwoonderen , mede in rekening brengen. Hoe volkryker een land is, te beter moet het ook bebouwd worden, om zyne inwoonderen te kunnen voeden; hierdoor wordt het zo veel te ryker, en zo veel te meer handen heeft het tot zyne verdeediging : dus komt de volks-menigte al mede in aanmerking. Een  STAATEN VAN EUROPA. ï| Een menigte volks wil beftuurd zyn, en ï$ te minder waard, naar maate hetzelve fleg. ter beftuurd wordt. Het beftuur is een werk der Regeering. Wy mogen derhalven ook de vorm en de geest der Regeering, geenzins uit het oog verliezen. Een Staatsburger is een nuttelooze last voor den Staat, wanneer hy zyn aandeel tot de Staats behoeften niet kan toebrengen , of niet behoeft op te brengen. Uit alle dezen aandeden ontftaat eene fom van inkomften voor den Staat, welke hy tot zyne behoeften wederom uitgeeft. Hoe meer inkomften een Staat heeft, zo veel te fterker is zyn netvus rerum gerendarum, of zenuw van 't algemeen Staats-beftuur-, by gevolg moeten wy, om de kracht des Staats te beöordeelen, een juiste kennis van zyne financiën trachten te verkrygen. Elke Staat heeft, ter onderfteuning van de uitvoerende macht, maar nog meer tot beveiliging tegen buitenlandfche aanvallen, Troepen noodig. Hoe grooter hun getal, zo veel te grooter is ook zyne uitwendige zekerheid, en zyne buitenlandfchen invloed. Armeen of Vkoten zyn dus een voorwerp van zeer wezendlyk belang ; doch alvoorens over hunne fterk-  1% POLITYK EVENWICHT DER fterkte te beflisfen, moeten wy wel toezien of het aloude Macedonifche phalanxen, dan of het Hechts te famen geraapte Perfiaanfche horden zyn. Wy hooren veel van machtige verbintenisfen en tegenverbintenisfen : met wat oogmerk worden deze gefloten ? dan om zich ,~ door wederkeerige onderfteuning, een gewicht by te zeten, 't welk ieder van de verbonden Staaten op zich zeiven niet heeft. Ook deze moeten wy derhalven niet vergeeten te befchouwen. Alle deze afzonderlyke trekken, naar behooren by elkander gevoegd, en tot een enkel beeld gebragt, geeven ons een duidelyk begrip van de ftellige waardy een's Staats jgelyk wederom een groep van zodanige beelden, van alle Europeefche Staaten , welke daaronder verdienen geplaatst te worden, eensdeels de onderfcheiden partyen tot een eenig groot tafereel van de Europeefche Republyk aan ons oplevert, en anderdeels de betrekking van ieder byzondere Staat, zo wel tot elke andere, als tot het geheel, of zyne betrekkelyke waardy, aanwyst. Hier is de vraag, of de waarfchynlyke ie eeniger tyd mooglyke verbetering van eenen Staat,  STAATEN VAN EUROPA. ïg Staat, waardoor hy zich verheffen konde tot denzelfden trap van vermogen , als andere Staaten van gelyke grootte en op gelyke manier van de natuur begunfligd, doch waartoe, als nog , óf geheel geenen , óf maar eenen zeer geringen grond gelegd is, mede in rekening kan of moet gebragt worden? Aan den éénen kant fchynt zulks te moeten gefchieden, voor zo verre die krachten aldaar wezenlyk, hoewel flaapende , voor handen zyn, en uit dezen flaap ligt kunnen worden opgewekt. Dewyl men echter, aan den anderen kant, niet bepaalen kan, wanneer zodanige trap van waarfchynlyke macht zal bereikt worden; zo is en blyft dezelve niets meer dan eene ingebeelde waardy, welke Hechts haar aanwezen heeft in het ryk der mooglykheden en van het toekomende, waarvan wy de berekening aan onze nakomelingen moeten overlaaten, Het is wyders zeer zeker, dat een Staat, welks krachten reeds op het hoogfte gefpannen, of wel al te fterk gefpannen, dat is te zeggen uitgemergeld zyn, en uit dien hoofde, zelfs door het verftandigstbeleid,gepaard met de beste wil, niet veel vermeerderd kunnen worden , in zich reeds zyne hoogst mooglyke waardy bereikt heeft , en daar-i  14 POLïTVK ÉVENWICHT DER daarom, by de geduurige en onweêrftaanbaate omwenteling van zaaken hierbeneden, allengs zyn verval nadert. Aldus bezit 'een Staat, die, om dat hy nog maar eerst in zyne kindsheid zynde, eenigermaaten, hoewel nog zoo langzaam,nog zoo onmerkbaar,toeneemtj zekere eigenichap, waarmede andere Staaten, welke hunne volkomen manbaarheid reeds bereikt hebben} zich redelyker wyze, vleijen mogen — namentlyk de hoop, die zyne waardy in gelyke evenredigheid verhoogt, als de vrees de waardy der genoegzaam volwasfen Staaten in de oogen van den mensch vermindert , die van geene zyner fchikkingen eene eeuwige voortduuring zich belooven mag. Daarenboven moest men ook, indien wy eene flechts mooglyke verbetering mede in overflag wilde brengen, uit dezelfde gronden en met het zelfde recht, van Staaten welke diep in fchulden fteeken, alsdan de tyd van dezelver verlosfing; van eene ongeoeffende landmacht, de PruisüTche vaardigheid; van eene traage én wellustige natie, arbeidzaamheid en fpaarzaamheid, als toekomftige mooglykheden vooronderftellen : en aldus zouden wy het ideaal van Staaten, doch geenzins eene juiste kennis van derzelver waaren toeftand en wederkeerige even-  STAATEN van EUROPAi t$ evenredigheid, gelyk deze in de daad plaats heeft, verkrygen. Wy neemen derhalven de Staaten in 't Jaar 1790, gelyk zy in 't Jaar 1790, voor zo veel ons bekend is, werkelyk zyn niet hoedanig dezelve misfchien, of waarfchynlyk, na eenige eeuwen zyn zullen. De Europifche Staaten zyn voor meer dan ééne foort van rangfchikking vatbaar. Men verdeelt dezelve in Keizerryken, Koningryken, Keurvorftendommen, Republyken enz. Deze is de gewoone Europeefche rangfchikking , doch welke niet altoos op de wezendlyke waardy der Staaten berust, en ons, met opzicht tot derzelver innerlyke en uitwendige fterkte, geenerhande denkbeeld geeft. Men verdeelt ze ook in Staaten van de eerfte, tweede, derde en vierde grootte,en hierdoor komt men reeds eene opzichtelyke waardeering nader, wanneer men die grootheid volgens de geheele polityke fterkte van eenen Staat, en niet enkel naar zyne uitgeftrektheid afmeet» Gatterer (0 noemt de Staaten van de eer-: (e) Kurzer begriff der Geographie (of Kort begrip der Mrdryksbefchryving) Ifte D bl xxiv. De van dezen Schryver aangenomen Hoofdmogendheden, w !ke Euïopa tegenwoordig in zich bevat, zyn : Grtotbrhtan. MM,  16 POLITYK EVENWICHT DER eerfte grootte toeftaande Hoofdtmgendheden der aarde; de overigen — hier ontbreekt de bepaaling — naar vermoeden mede üunde, of — zich liaan hatende. Deze Hoofd- mogendheden gebieden alleen over Vrede en Oorlog, in de geheele befchaafde waereld. Zy alleen kunnen zich op eene onaf hanglykheid in den hoogften graad beroemen. Men zou ze derhalven, by uitneemendheid, zelfftandige mo. gen noemen; de naast volgende, welke het niet ligt wagen, zonder medewerking van de cerften, de wapenen op te vatten, balf-zelfftandige; de zulken, welke alleen nevens en onder de befcherming van eene grooter Mogendheid werkzaam kunnen worden , Auxiliair-Staaten,• en eindelyk de zodanigen,aan welken het recht om naar eigen goeddunken party te kiezen, geheel niet toegeftaan wordt, afbanglyken Staaten. Remer(/) verdeelt de- nien, Franfryk, Oostenryk, Pruis/en, Rusland en de Ottomannifche Porte, van welke laatstgenoemde nogthans een groot gedeelte haarer macht, op haare bezittingen in Afiën gegrond is. (ƒ) Handbuch der allgemeinen Gefchichte, III. D. b'. 535- Tot de eerfte en heerfchende reekent hy • Groot'. Irittannien, Frankryk, Ooster.ryk, Pruisfin en Rusland. Tot de tweede behporen volgens hem : Spanje,-De 119-  STAATEN VAN EUROPA. I? dezelve, ten aanzien hunner polityke fterkte , in drie klasfen. Die van de eerfte klasfe noemt hy te recht heerfcbende, doch laat onder dezelvenzeer te onrechte het Turkfcbe ryk weg, 't welk wel is waar voor Europa niet langer, maar toch voor zyne nabuuren nog fteeds zoo geducht is, dat twee der eerfte Mogendheden het noodig oordeelden, zich tegen het* zelve te vereenigen, en evenwel met hunne geheele legermacht, in twee veldtochten , nauwlyks de uiterfte. grensvestingen, benevens eenige openftaande provinciën , die toch in elke oorlog eene ligte prooi vallen, door allerlei middelen hebben kunnen veroveren (g> Zwiizerland daartegen behoorde men in de klas- nemarken, Zweden en de Nederlanden. In de derde Klasfe plaatst hy : Sardiniën , Napels, Portugal, Poolen, Zwitzerland, Saxen en Palts Beycren. (g) Straalt hier geene al te zichtbaare partydighekl door? Immers zal ieder onzydig Leezer, dieeenig. zins den ftaat der zaaken kent, moeten toeftaari,'dat het Turkfche ryk, zelfs na de gefloten ftilftand van wapenen met Oostenryk, by gevolg door de ïtusfifche wapenen alleen, niet flechts de aanmerkelykfte verliezen ondergaan heeft, maar zelfs, zonder de tusfchenkomst van andere Mogendheden, zeer waarfchynlyls uit geheel Europa zoü kunnen vefdreeven Worden, Vert. B  l3 polityk evenwicht der klasfe van zodanige Staaten teplaatfen, welke alleenlyk aan de voortduuring en beveiliging van hun eigen aanwezen denken, doch in de overige groote waereldfche gebeurtenisfen geen aandeel durven of willen neemen; hoedanige 'er ook in Italien en Duitschland nog veele zyn. Deze behooren, in den ftrengften zin, geheel niet onder de Europeefche Mogendheden. Voor het overige is de klasfificatie van rem er, ter bevordering van eene algemeene overzicht dienftig en naar waarheid. Doch wanneer men de zaak wel inziet, is hier geene klasfificatie noodig, en 'er kan ook geene bedacht worden, welke zeer gepast is. De beste kan zelfs, op zyn hoogst genomen , Hechts tot eene zeer ruuwe én ligt bedrieglyke waardeering aanleiding geeven; want 'er zyn geene twee Staaten in Europa van volkomen gelyke krachten en gelyke ftaatkundige waardy, ten miniïen niet in een zelfde tydftip. Elke Staat bezit zyne eigene voordeelen, en heeft ook zyne eigen feilen en gebreken, die hem van anderen onderfcheid, welke voor het overige daarmede in;gelyken rang ftaan. Dikwyls fchuilt de kwaal zoo diep ver-, borgen, dat zy door de plotzelyke waarneeming  STAATEN VAN EUROPA. Ij> ming eener onverwagte zwakheid , voor de eerftemaal eerst ontdekt wordt. Hierom is het voor iedereen, die wat meer dan eene algemeene oppervlakkige kennis begeert, volftrekt , noodig in enkele byzonderheden te treden, ten einde het gewicht van elke Mogendheid afzonderlyk af te weegen, en met dat der overige Mogendheden te vergelyken. Hoe eenvouwiger, hoe bepaalder , en hoe duidelyker de grondftelüngen by deze handelwyze zyn, zo veel te nauwkeuriger zal ook de uitkomst daarvan wezen. Het fchynt in den eerften opflag, dat een eo»d famenftel van hedendaagfche ftaatskennis iflatütica) , toereikend zy tot dit oogmerk, en daartoe geen byzonder werk vereischt wordt. Doch, behalven dat m de Statistica zo wel de ui&omften als vergelykingen ontbreeken, en noch de fchikking der behandelde onderwerpen, noch de uitvoering dat gebrek vergoeden, waardoor eene algemeene overzicht veel moeijelyker en twyf&lachtiger gemaakt wordt: kan men ook met ontkennen, dat de werken over de Statistica, aan den éénen kant veel meer, en wederom aan den anderen kant niet alles bevatten, wat hiertoe behoort. Hierom fchynt deze -gewich- R 2 O'  J20 POLITYX EVENWICHT DKR. tige ftofïe, te weeten het onderzoek van de ftellige en betrekkelyke waardy der grooter Europeefche Staaten, voor eene eigen bearbeiding even zoo bekwaam, als dezelve waardig te wezen. Het oogmerk van dit Werkje is, de polityke waardy der aanzienlyker Europeefche Staaten te onderzoeken , en derzelver wederkeerige evenredigheid te bepaalen. Hier komen derhalven maar alleen zodanige omftandigheden in aanmerking, als welke ftrekken kunnen, om aan eenen Staat, onder de overigen, rang, aanzien en gewicht by te zetten, en hem in de polityke gebeurtenisfen, door zich zelve, invloed te doen hebben. Ook zullen hier alleen zulke Staaten in aanmerking genomen worden, welke, op het Oorlogs-tooneel, zich zelf'-werkzaam vertoonen, en by gevolg op het evenwicht van Europa meer of minder werken kunnen. Alleen deze worden onder de naam van Europeefche Mogendheden begreepen. Maar welke zyn nu de Staaten, die op het evenwicht van Europa werken, en in dezen opzichte alhier een plaats verdienen? — Dewyl men Dnitschland, te recht, als het middenpunt der Europeefche Republyk en van het  STAATEN VAN EUROPA* 21 ïiet evenwicht in Europa befchouwt : zo zyn eenige Duitfche Staaten hierin opgenomen, die wel geenen merkelyken invloed kunnen hebben op zaaken in de afgelegenfte deelen van Europa, voorvallende, doch ten aanzien van dewelke men evenwel, ter plaatfe waar dit evenwicht als in één middenpunt te famen loopt, dat is in Duitschland zelve, eenen niets minder dan [geringen invloed, volftrekt niet ontkennen kan. Van dezen aart zyn: Saxen, dat door zyne volks-menigte, zynen rykdom, zyne thans voortreflyke armee, en zyne plaatfelyke ligging, in Duitfche oorlogen, dat is te zeggen in oorlogen tusfchen Duitfche Hoofdftaaten, van groot gewicht is; Falts • Beyeren, welks bezittingen, die fommige Europeefche Koningryken opweegen, door hunne groote uitgeftrektheid tusfchen byna al te famen kleine Staaten, en door zynen aanzienlyken rang onder de Duitfche Vorften, over een groot gedeelte van Duitschland gebieden konnen; eindelyk het Keurvorftendom Hanover , dat door zyne bloeijende financien, en nog meer door zyne verbintenis met Grootbrittannien, zo wel fterkte als achting verworven heeft. Venetien heeft wel, in laater tyden, geen aandeel genomen in de Staats- gefchillen van EuB 3 ropa;  22 POLITYK EVENWICHT DER ropa; het kan en moet nogthans in de Italiaanfche aangelegendheden, welke te eeniger tyd van groot gewicht voor Europa kunnen worden, eene hoofd - rol op zich .neemen ;ook zal en moet het eens, wanneer het crifis op zyn hoogst geklommen is, in de oorlogen met de Porte zyn gewicht in de Middelandfche Zee trachten te doen gelden. Waarom Zzpitzerland ontbreekt,is hiervoor reeds aangewezen; en met opzicht tot eenige andere Staaten, is de reden daarvoor blykbaar genoeg, om geene verantwoording te behoeven. IVlen kan voorzeker niet ontkennen, dat het juist de Europeefche Staaten niet geheel alleen zyn, welke op het evenwicht van Europa werken. Het was een verheven, doch waar denkbeeld, 't welk een onzer diepzinnigfte vernuften , in één van zyne fchriften, aldus uitdrukt : „ 'er wordt geen erwt in de Chinees- fche zee gefchoten, waarvan een veel zwak„ ker oog, dan het oog des Alzienden, de „ uitwerking in de Middellandfche zee niet „ zou kunnen opmerken." — De natuur-wet, welke tot dit denkbeeld aanleiding gaf, kan mede op de zedelyke en ftaatkundige waereld worden toegepast. Aldus gaf weleer een onrustige natie, aan de uiterfte grenzen van het noord:  STAATEN VAN EUROPA. 23 noord • oostelyk gedeelte van Afiën , eene gansch nieuwe gedaante aan Europa. Op gelyke manier kunnen en zullen te eeniger tyd Indiaanfche Volken, Afratifchen, Despooten, en uitgeweeken Europëers, op de macht der Europeefche Staaten werken, en daardoor liet evenwicht van Europa veranderen. Doch hetzelve te vernietigen? Zulks kan alleen geichieden door onftaatkundige verbintemsfen der Europeefche Staaten onder zich zelve. Door het verval of de verhooging van eenen Europeefchen Staat , wordt dat evenwicht nog .eenzins verbroken, maar Hechts verwrongen. Daaruit ontftaan alleen nieuwe betrekkingen; en daardoor worden nieuwe verbintemsfen noodzaaklyk. Zodanige gebeurtemsfen behooren derhalven tot het vak der gefchiedenisfe, maar niet tot het famenftel des even. wichts. Men moet dit Werkje vooral niet hooger befchouwen , dan als eene proeve over dit moeijelyk onderwerp; en de Schryver, die de* ze onderneeming waagde, belooft, op zyn woord, voor altoos daarvan te zullen afzien, by aldien men zyne proeve eene trapswyze verbetering en befchaving onwaardig acht. Doch indien zyn werk daartegen, eenige goedB 4 keu'  24 PQLIT Y K EVENWICHT DER keuring weg draagt, zal hy zyne geheele op= merkzaamheid op dit onderwerp vestigen, ten einde hetzelve, hoe langer hoe meer/dien trap van volkomenheid te doen bereiken, voor welke het uit zynen aart vatbaar is, op dat het aan lieden, die gaarne over politykezaaken denken en redeneeren, doch van de eigentlyke ftaatskennis geene byzondere ftudie maaken, tot een leiddraad, en gemaklykoverzicht van de evenredigheid der krachten, ten aanzien van alle in het evenwicht van Europa werkende Staaten, dienen moge Het voornaamfte waar het, by de bepaaling der ftellige en betrekkelyke waardy van eenen Staat, (h) De Autheur verzoekt derhalve» alle Kunse-' nchters, die over dit onderwerp met verftand oordeeJen kunnen, hem in geenerlei opzichte te verfchoonen. De u.tvoerigrte en ftrengrte beoordeelingen zullen hem de aangenaamften zyn. Elke berisping, met bewyzen getraafd, elke gegrondde verbetering, elke raad,wel. ke zyne proeve, zo in het plan als de uitvoering, vol. komener maaken, met een woord, alles wat dezelve, tot het bedoelde oogmerk nader brengen kan, zal hy dankbaar aanneemen, en, zo veel in zyn vermogen Jaat, gebruik daarvan maaken , zonder zich wegens de manier, op welken zulks gefchied, in 't minne te bekommeren, als behoorende billyk aan dedenkwyze, het zedelyk gevoel, en de faaak van ieder Kunst- rich«er te worden overgelaaten.  STAATEN VAN EUROPA 25 Staat, inzonderheid op aankomt, is bereids te vooren aangetoond. Om intusfehen het waare oogpunt te doen zien, waaruit de Auteur deze grondzuilen der macht befchouwd heeft, zal het noodig zyn, in eenige afdeelingen , nog vooraf, van ieder afzonderlyk te fpreeken. Het is hier de plaats nog het oogmerk niet, over deze onderwerpen oordeelkundige navor* fchingen in 't werk te (tellen, als welke aan uitvoerige (tatistifche werken worden overgelaaten. Het was genoeg, dc beste ftaatkundige berichten tegen elkander te vergelyken, en de daaruit opgemaakte gevolgtrekkingen aan te neemen. Eenige daarvan, by voorbeeld : de ligging, de ftaat des Koophandels, der landbouw enz, de Regeering, en buitenlandfche verbintemsfen, laaten zich op geene on gedwongen en verdraaglyke manier in getallen uitdrukken; zy zyn dus voor geene door getallen uitgedrukte evenredigheid vatbaar, en kunnen in de tafelen geen plaats beflaan. Men zal zich derhalven moeten vergenoegen, met het geen over deze onderwerpen hier of daar gezegd is, te vergelyken met de tafelen, en al6dan de evenredigheid daarvan, zo goed als mooglyk, zelve op te maaken. Doch wat de B 5 ver'  20* POLITYK EVENWICHT DER verdeediging der in de tafelen aangehaalde getallen en daaruit ontftaane evenredigheden betreft, zal zulks vooraf eene korte opheldering behoeven. De ftatistifche Schryvers geeven, met reden , altyd de nauwkeurigfte getallen aan , welke zy vinden kunnen,en vergenoegen zich geenzins met ronde fommen, wanneer zy bepaalder getallen hebben. Door eene zo nauw bepaalde opgave , tot zelfs in haare kleinfte deelen, verkrygt het bericht zekere graad van geloofwaardigheid, welke het aanflootelyk ten naasten by, dat Hechts twyfFel en tegenwerpingen verwekt, nimmer daaraan geeven kan. Maar is het niet bekend genoeg, dat van deze getallen dikwils een groot misbruik word gemaakt ? Vooronderfteld zynde, wat toch niet altoos vooronderfteld kan worden, dat het met dezelve haare volkomen richtigheid hebbe, dan worden zy toch :veele jaaren agterè'en op denzelfden voet aangenomen, even als of zy op alle tyden pasten, en voor de eeuwigheid vast gefield waren, terwyl zy nogthans meerendeels, volgens hunnen aart, aan geduurige veranderingen onderhevig zyn. Intusfchen fcheen het tot ons onderwerp voldoende, uit de bepaalde en onbepaalde, dikwyls elkander te-  STAATEN VAN EUROPA tegenfpreekende opgaven der ftatistifche Schryvers, Hechts ronde en midden getallen op te maaken , aangezien deze tot eene vergelyking in allen opzichte toereikend , beftendiger ea altoos by der hand, ook eindelyk maaralleen bekwaam zyn, om de evenredigheden in de kleinfte getallen uit te drukken. De uiterfte nauwkeurigheid doet hier weinig ter zaake; want de nauwkeurigfte getallen zyn juist de onzekerfte, wanneer zy door geene openbaare bewysftukken geauthorifeerd zyn, en ook dan houdt zelfs die nauwkeurigheid wel dra op. Midden getallen behouden hunne waardy ongelyk langer, en bewyzen den Staatkundigen juist dezelfde dienften. Een weinig te veel, of een weinig te min maakt, in de evenredigheid, een zeer gering en meerendeels onbemerkbaar onderfcheid. De bronnen waaruit onze berichten gefchept zyn, worden niet overal aangewezen; eensdeels, dewyl ons voorneemen geenzins is eeneftatutica CO te fchryven, van welke derhal' ven (i) Dit kunstwoord duidt eigentfyk die weetenfchap aan, welke ons de onderfcheiden Staaten, m detzelver tegenwoordigen toeftand , leert kennen. Bielfeld bepaald dezelve aldus : „ de StatuUca is.  58 P O LIT Yk EVENWICHT DER ven aan de zodanige, die zich in déze oceaan van kundigheden begeeren te waagen , nog fteeds een goed iamenftel onöntbeerlyk blyft, waarin zy dan ook de aanwyzing der voornaamfte bronnen by elkander vinden (*); anderendeels, dewyldeze nauwkeurigheid in de ■aanhaalingen een pedantisch voorkomen fchynt te hebben in fchrifcen , welke meer voor de menigte van liefhebbers, die zodanige by gebragte plaatfen gemeenlyk overflaan, dan voor het klein getal van eigentlyke navorfchers en kenners, beftemd zyn. Over het gebruik der tafelen zelve, is het onnoodig iets meer te zeggen, dan dat in de eerfie tafel de teller telkens op den daarboven, die weetenfchap, welke de ftaatkundige inrichting „ van alle hedendaagfche Staaten der Lekende waereld „ open legt," Zy bevat dus veel meer dan in dit Werk verhandeld wordt, 't welk zich maar flechts tot eenige gedeelten daarvan bepaald. Vert. (k) Alle goede ftatistifche Schryvers wyzen de bronnen aan, waaruit zy hunne berichten gefchetst hebben en moeten zulks doen, willen zy geloofwaardigheid aan dezelven byzetten. In de onlangs in Dmtschland uitgegeeven Litterator der Statistik van Mbüsel, vindt men alles te famen wat hiertoe behoort.  STAATEN VAN EUROPA. g£ ven, en de noemer op den ter zyde ftaanden Staat betrekking heeft; en dat de getallen in de tweed", de honderfte gedeelten uitdrukken, met welke de benoemde Staat, aan de algemeene fom van alle benoemde Staaten, aandeel neemt. i.  30 POLITYK EVENWICHT DER i. GROOTE. Niet één van de grooter Europifche Staaten, is ooit geheel en al, en met genoegzaame nauwkeurigheid gemeeten; van niet één derzelver heeft men volleedige en geauthorifeerde landkaarten, welker echtheid op zodanige meetingen berust. De beste algemeene kaarten , welke wy als nog bezitten, zyn uit een gering getal van fterrekundige waarneemingen , uit eenige goede plaatsbefchryvingen, en uit weinige byzondere kaarten van wiskundig afgemeeten landfchappen, famengefteld; ook fchatten wy derzelver bruikbaarheid en geloofwaardigheid, naar maate van de meerdere of mindere volledigheid der daartoe gebezigde opgenoemde hulpmiddelen. Om de uitgeftrektheid van een land te berekenen, wordt wel niets meer vereischt, dan eene nauwkeurige opgave van deszelfs juiste grenzen; maar hoe is deze opgave mooglyk, zonder eene mathematifche afmeeting ? Dewyl nu van niet één aanmerkelyken ftaat in Europa land:  STAATEN VAN EUROPA. 31 landkaarten voorhanden zyn, welke deze zeer noodzaaklyke eigenfchap bezitten; zo volgt, dat de wezenlyke vlakte inhoud van alle Europeefche Staaten, als nog ten eeneraaale onbekend zy. Alles wat ter bepaaling van de uitgeftrektheid der .Staaten tot nu toe ondernomen is, beftaa't enkel daarin, dat men dezelve, volgens de beste daarvan voor handen zynde kaarten, op het papier heeft afgemeeten, door welk middel de uitkomst evenwel tot geene grooter nauwkeurigheid kan gebragt worden, dan dat zy misfchien de naam eener der waarheid zeer naby komende begrooting verdient. Dewyl echter van fommige «Staaten niet eens tamelyk goede kaarten voor handen zyn, en deze, zelfs met opzicht tot de uitgeftrektheid der grenzen, dikwyls zeer werkelykverfchillen; zo ontftaan daaruit menigerlei zeer wezendlyk verfghillende opgaven van derzelver oppervlakkigen inhoud, gelyk uit de befchouwing der onderfcheiden landkaarten van byzondere Staaten, ten overvloede blyken zal. Hoe onaangenaam het ook voor den Statistifchen Schryver zyn moge, zich met waarfchynlyke midden - getallen te moeten behelpen; komt het nogthans, by de bepaaling der po-i  32 POLITYK EVENWICHT DER polityke waardy van eenen Staat, minder aan op zyne grootte, dan wel op alle zyne overige betrekkingen. Een groot en wyd uitgeftrekt Ryk, bezit, als zodanig alleen, nog geene ftaatkundige voordeden, maar heeft daardoor zelfs eenige gebreken, welke deszelfs krachten noodzaaklyk verzwakken moeten. Het moet namentlyk meer krachten aanwenden tot zyne inwendige verbeetering en beveiliging, en vereischt tevens, ter oorzaake van de grooter uitgeftrektheid zyner grenzen, meerder macht, ten einde deze tegen buitenlandfche vyanden te verdeedigen. Deze krachten zullen wel is waar aanwezig zyn, en deze macht zal gevonden worden, indien de bevolking van dat Ryk Hechts evenredig is aan deszelfs omtrek; dan dit is maar van zeer weinige grooteRyken het geval. Hiervan daan die menigvuldige voorbeelden, dat kleine Staaten, aan de zulken die veel grooter zyn, den gelukkigllen tegenftand geboden hebben. De grooter Staat heeft reeds aan zich een grooter macht noodig, om de veel uitgeftrekter grenzen zyner bezittingen te befchermen; hy heeft gemeenlyk meerder nabuuren , dus ook eene veranderlyker en ingewikkelder ftaatkunde, benevens eene moeijelyker overziening van alle by-  STAATEN VAN EUROPA: 35 byzondere deelen, en minder éénvormigheid in het rege erin gs - ftelzel, uit hoofde van de verfchillende rechten en behoeften zynermeer afgelegen landfchappen; hy geniet by gevolg minder inwendige en uitwendige veiligheid, by eene grooter inftemming van krachten. Zyn 'er nog boven dien aanzienlyke provini cien des grooten Staats van den hoofd-zetel afgefcheiden, en op een' verren afftand van daar gelegen , dan vermeerderen alle deze zwaarigheden en nadeelen zeer merkelyk, en de Staat verkrygt daardoor eene zwakke zyde, welke het bezit van zodanige provinciën, meer kostbaar dan nuttig voor denzelven maaktHiervan zyn zelfs volkplantingen in andere waerelddeelen niet uitgezonderd, wanneer deze , het zy door de bevordering des Koophandels met'het vertier haarer voortbrengzelen, door het bezielen des landbouws, der manufaftuureri en fabryken uit hoofde van derzelver confumptie, of door de verfterking der zeemacht door middel van de fcheepvaart waartoe zy aanleiding geeven, aan het Moederland die nadeelen niet rykelyk vergoeden kunnen, welke van de verdeediging dezer afelegen bezittingen onaffcheidelyk zyn. De kleiner Staat heeft daartegen alle zyne C krach-  34 POLITYK EVENWICHT DER krachten in de nabyheid vereenigd : deze kan hy fneller in één middenpunt famentrekken, fneller ter plaatfe brengen waar de noodzaakheid dezelven vereischt.fpoedigeronderfteund worden , ook gevolgelyk zyne befluiten gemaklyker en behendiger ten uitvoer brengen, en dus kan hy, by alle gelegendheden, volgens een meer overeenftemmend plan werken. Hy heeft wyders eene minder uitgeflrekte grens•lyn te verdeedigen, en kan daarom, met minder aanwending van krachten het zelfde doel bereiken , waartoe de grooter Staat eene ongelyke fterker infpanning noodig heeft. Ten bewyze van de juistheid dezer aanmerkingen, behoeft men ilechts het oog te Haan op de in laater tyden algemeen ter harten genomen , en door alle grondregelen eener gezonde ftaatkunde gerechtvaardigde pooging der Regenten, ten einde hunne Staaten, zelfs met eenige opofferingen, af te ronden, of tot een aanëengefchakeld geheel te brengen. De grootte des omtreks op zich zelve,maakt derhalven nog geenen Staat groot en machtig. Het is niet te min noodig dezen omtrek mede ïn 't oog te houden, aangezien de evenredigheid der volksmenigte tot de uitgeftrektheid, uit hoofde der hiervoor reeds aangehaalde gron- .  STAATEN VAN EUROPA. 35 gronden, tot eene reeks van gevolgtrekkingen aanleiding geeft, welke alle op de polityke waardy van eenen Staat heenenwyzen. Hierr om mag ook de grootte der Europeefche Staaten met opzicht tot den inhoud van derzelver oppervlakte, van het voorwerp onzer nafpooringen niet worden uitgefloten. a. LIGGING. De ligging van eenen Staat kan denzelven, alle overige om Handigheden gelyk getteldzynde , eene byzondere uitwendige fterkte of zwakheid byzetten. Zy wordt beftemd, ten deele volgens den aart der grenzen zelve, en ook ten deele door de gefteldheid der aangrenzende nabuuren. Wordt de Staat alleenlyk door grens - fteenen en flagboomen van zyne nabuuren afgefcheiden; vloeijen de grenzen zodanig inéén, dat men de overgang, uit één gebied in het ander, flecht aan de veranderde inrichting der groote wegen en foortgelyke omftandigheden beipeurt : dan is het land open, aan vyandlyke invallen bloot gefield, en is in het open veld alleen verdeedigC 2 baar  3<5 POLITYK EVENWICHT DER baar door eene krygsmacht, welke die dervyanden opweegen kan. Door muuren en grachten kan de kunst geen land beveiligen; want zodanige werken zyn nimmer boven het bereik van kunftig uitgedagte middelen. De Chineefche muur, de Schotfche muur, en de linien vanPerecop, zyn verfcheidenmaalen, zonder buitengemeene moeite, by vyandlyke invallen beklommen. Veel duurzaamer en zekerder zyn de vastigheden, welke de natuur aan een land fchenkt/ Neemt zy de grenzen van eenen Staat onder haare befcherming, dan heeft deze niets meer te doen, dan een vërftandig gebruik daarvan te maaken, ten einde zich tegen vyandlyke invallen te beveiligen. — Zodanige natuurlyke grenzen zyn: i. Zseën. Een Staat, die geheel, of voor 't grootfte gedeelte, van de zee omringd wordt, is van de natuur tot eene Zee - mogendheid beftemd,. en kan alleen door vlooten, dat is alleen door eene andere Zee-mogendheid, worden aangetast. In de nabyheid van deszelfs kusten, heeft zyne vloot, boven elke vyandlyke vloot, altoos veel vooruit; als daar zyn nauwkeuriger kennis van de gronden en diepten der zee, naby zynde havens, gemaklyke toevoer, gemaklyke hulp, en veilige wykplaat- fen.  STAATEN VAN EUROPA» 37 fen. Zy heeft by gevolg een natuurlyk overwicht boven de vyandlyke. Dewyl met dat alles eene vyandlyke landing mooglyk is, ïo kan ook wederom de natuur de beste verdee. digings-middelen daartegen aan de hand.geeHoe hooger en fteiler de oevers, hoe zwaarder de brandingen, en hoe meer de kusten met klippen bezaaid zyn, zo veel te gevaarlyker wordt de landing, en te beter laat zich het land verdeedigen. Een ondiepe zee, vol zandbanken, waarvan de bevaarbaare plaatfen alleen aan k«nftige merktekenen, gelyk baakens en tonrifen, die ligt weggenomen kunnen worden,kenbaar zyn,formeert insgelyks^eene uitmuntende borstweering. 2. Gebergten. Hoe hooger , hoe ruuwer,1 hoe ongenaakbaarder en hoe onoverkomelyker, zo veel te beter. Het behoeft uit dien hoofde aan geene toereikende gebaande wegen in dezelve te ontbreken. Deze kunnen fpoedig verfterkt worden, wanneer men zulks noodig oordeelt, en laaten zich gemaklyk verdeedigen. De waarfchynlykheid van toekomende oorlogen , moet geene natie affchrikken van voor zich bekwaame wegen te openen, voor het genot der zegeningen des vredes, welke uit de wederkeerige Koophandel C 3 der  JS POLITYK EVENWICHT DER. der volkeren voortvloeijen. Een eenige wel bezette verfchansfing in de nauwe paden ,door wélke zodanige wegen loopen, is dikwyls genoeg, ten einde een groot leger tegen te houden. De pas by Tbermopy/ce redde de Griekenland van het juk der Peifiaanen. Met een weinig meer oplettenheid en 'werkzaamheid van de kant der Romeinen, zou hannjbal, met zyne geheele legermacht, in het Alpifche gebergte hebben moeten fneuvelen, of terug keeren- 3. Rivieren. Deze zyn insgelyks niet zelden een goede voormuur; nietzü zeer, wanneer het tegengeftelde oever onder 't vyandlyk gebied behoort, want in dat geval kan de vyand zyne maatregelen te gemaklyk neemen, en zich lang genoeg tot den beraamden aanval voorbereiden; als wel, wanneer die rivieren, op eenigen afftand van de grenzen, den vyand tot ftilftand noodzaaken , waardoor de aangevallen party het alsdan volkomen in haare macht heeft, om de overtocht aan hem ten uiterften moeijelyk te maaken, en, van haare eigen kant vooraf alle noodige voorzorgen daartegen in 'r werk te ftellen. Hierby hangt het zeer veel af van de gefteldheid desftrooms en der beide oevers. Hoe breeder en dieper de  STAATEN VAN EUROPA. 39 de rivier, hoe fneller de (broom, en hoe hoo* ger en fteiler haare oevers zyn, zo veel te beter kan het land daardoor verdeedigd worden. Een land, dat met verfcheiden zodanige rivieren, naar dien kant doorfneden is, van waar men eenen vyandlyken inval te duchten heeft, vereischt tot zyne verdeediging eene ongelyk mindere infpanning van krachten, dan de vyand tot den aanval noodig heeft. Het gebrek aan zodanige rivieren kan vergoed worden door groote binnenlandfche meiren, welke onderling famenhangen, of door moerasfen en broeklanden , inzonderheid wanneer deze raetbosfchen bedekt zyn; of eindélyk door gegraaven vaarten en kanaalen- Er zyn maar weinige aanmerkelyke Staaten in Europa, aan welken zodanige natuurlyke grenzen, aan alle zyden ontbreeken zouden; men vindt zelfs eenige daaronder, welke, van de natuur, in hunnen geheelen omtrek in diervoegen zyn verfterkt, en die zich ;zeer wel daarby bevinden. Men heeft nog ééne foort van natuurlyke grenzen, welke, boven alle anderen, een land t»gen vyandlyke aanvallen best beveiligen, doch, ten gelukke voor Europa, daarin niet meer voorhanden zyn, en ook, ter eeren van C 4 Eu*  40 POLITYK EVENWICHT DER Europa, door den.fakkel des oorlogs niet langer daarin te weeg gebragt worden; te weeten IVoestynen, of groote ftreeken lands, veele mylen lang en breed, zonder landbouw, zonder inwoonderen,zonder eetbaarevoortbrengzelen. De natuur heeft ze alleenlyk zodanige waerelddeelen aangewezen, voor dewelken zy dieren voortgebragt heeft, die, door hunne verwonderenswaardigelighaamsgefteldheid , gefchikt zyn , om tevens het noodzaaklykst voedzel hunner beftierders te draagen, en zelve eenen geruimen tyd voedzel te ontbeeren. Aldaar is het als nog eene gewoonte der Despooten;, dat zy, door de verwoesting van geheele Provinciën te vuur en te zwaard, dergelyke woestynen, tot hunne veiligheid, aan plaatfen doen ontflaan, waar de natuur gelukkige menfchen ruimfchoots voeden wilde. Iets van dezen aart, doch ongelyk minder wreed,minder onmenfchelyk, en evenwel maar al te wreed en onmenfchelyk, voor volken die zich befchaafd durven noemen, heeft zich, tot op den dag van heden toe, in Europa ftaande gehouden. Men fourageert daar niet zelden eene landftreek fchoon uit, door alle daarin voor handen zynde levensmiddelen te verteeren, en wat men niet medefleepen of verteeren  STAATEN VAN EUROPA. 4* ren kan, te vernielen', of men laat, uit de voor vyandlyke aanvallen bloot geftelde Provinciën , alles wat tot onderhoud kan verftrekken, dieper binnen 'slands brengen, ten einde den vyand aldus een lang verblyf in het zelve onmooglyk te maaken, of ten minnen hem te noodzaaken, op zyn eigen kosten, door onzekere en kostbaare tranfporten, zich de benoodigde levensmiddelen aan te fchaffen. Men moet vertrouwen, dat de opvolging van dezen Krygs-regel, tegen de gronftellingen der Staatsoeconomie, kan verdeedigd worden. Dat land eindelyk , of die uiterfte deelen van een land, welke door natuurlyke grenzen geheel niet, óf niet toereikende worden befchermd, moeten verdeedigd gorden door vestingen, over welker aanleg de natuur nogthans al mede moet worden geraadpleegd, by aldien zy aan hun oogmerk voldoen zullen. Alle deze voorzorgen van natuur en kunst; zyn te minder noodzaaklyk, naar maate eert Staat omringd is van nabuuren , welken ^et aan krachten ontbreekt, om denzelven aan te tasten. Hy is daardoor op zich zelve veilig, en heeft aan zulke nabuurige Staaten een voormuur en tooneel des oorlogs, wanneer dezelve met eene verder afgelegen natie gevoerd C 5 wordt.  44 POLITYK EVENWICHT DER wordir. Niet één van de groote Europeefche natiën heeft deeze gelukkige ligging; doch order de minder vermogende zyn 'er eenige welker ligging in deze opzichte nog veel ongelukkiger is, alzo zy ten deele omringd zyn van machtige en oorlogzuchtige nabuuren, die, wanneer het tusfchen dezelven eene vredebreuk ontftaat, haar noodzaaken om party te kiezen, of indien zy al neutraal blyven willen , zich dikwyls niet ontzien, het tooneel des oorlogs binnen hunne grenzen te verplaatfen. 3. KOOPHANDEL, LANDBOUW, FABRYKEN, RYKDOM. De rykdom van een land berust op deszelfs natuurlyke voortbrengzelen, mitsgaders op de veredeling en het vertier van dezelven. Hoe grooter de menigte en verfcheidenheid, en hoe beter de eigenaartige hoedanigheid dez«r voortbrengzelen is, zo veel te meer is ook dat land gefchikt voor manufactuuren en koophandel. Deze, benevens de bergwerken, zyn de eenig- fle  STAATEN VAN EUROPA. 43 fle bronnen van wezendlyke rykdommen,even als de ryKdommen de eenigfte bronnen zyn van polityke macht. Men is van deze waarheid zoo algemeen overtuigd , dat de bloei des Koophandels, zedert een'geruimen tyd, het vóornaamue onderwerp der voorzorge van alle Regeeringen is geworden. Een onmiddelbaar aan zee liggende Staat, bezit, ten aanzien van den Koophandel, groote voordeden boven andere- Zeemogendheden alleen kunnen hem de ommiling van zynen overvloed, tegen zyne behoef een, verhinderen. Hy is' de natuurlyke tusfehenhanlaar der dieper landwaarts in gelegen natiën$ hy beftuurt derzei ver Koophandel, en deelt met. haar alle daaruit fpruitende voordeden. Een1 bevaarbaare rivier is flechts eene zwakke vergoeding voor het gemis van zeehavens, indien het eigendom over dezelve zich niet tot aan haaren mond uitftrekt; want de fcheepvaart op dezelve kan met tollen bezwaard, gefloten, of maar tot aan zekere plaatfen vergund worden. Zodanige dwang-wetten des fterkerentegen dien die zwakker is, zyn op de rivieren van Duitschland zeer gemeen. Geen Staat in i Europa ontmeet dienvolgens meer hinderpaalen in zynen binnenlandfchen handel, dan het Duit-  if4 POLITYK EVENWICHT DER Duitfche Ryk, waar alles het aanzien heeft, als of de onderfcheiden Mogendheden van 't zelve enkel hun best doen, om de algemeene Koophandel van Duitschland ten eenemaale te vernietigen. — Ongelukkig is dien Staat, welks natuurlyke ligging hem gedoemd heeft, om zich van machtige nabuuren in dezer voe. gen te laaten drukken. De voornaamfte handeldryvende natiën, niet vergenoegd met hunne vaderlandfche voortbrengzelen trachten mede die van andere landen in bezit te krygen. Men fleept aldus de voortbrengzelen van alle waerelddeelen naar Europa , verfchaft zich , met onnoemelyke kosten, verre afgelegen bezittingen, verdeedigt deze door kostbaare oorlogen , en befchouwt het als eene toereikende vergoeding voor de daaraan verkwiste verbazende geldfommen , wanneer Hechts de bedreigde tak van Koophandel gered , of uitgebreid wordt. Het voornaamst oogmerk van alle deze pogingen is, om den Staat ryk te maaken aan gereed geld, nadien men weet, dat men met geld alles uitrichten kan. Dan de middelen, waarvan men zich ter bereiking van dit oogmerk bedient, zyn niet alle van gelyke waardy. Verre afgelegen volksplantingen verfchaf- fen  STAATEN VAN EUROPA. 45 fen wel is waar bezigheid aan eene menigte van menfchen; zy ontfangen het grootfte en kostbaarfte gedeelte hunner behoeften van het moederland •, zy zyn een kweekfchool voor IVlatroozen, en vermeerderen aldus het getal van deze, voor eene Zee - mogendheid zoo noodzaaklyke klasfe van menfchen; zy kweeken eindelyk buitenlandfche voortbrengzelen aan, welke de Europeers niet ontbeeren kunnen, om dat zy die niet willen, of ook niet mogen ontbeeren. Doch daartegen is het bezit derzelven altoos onzeker en onbeftendig, nadien zulks al te veel afhangt van het geluk des oorlogs; zy zyn daarenboven, ten minften voor een groot gedeelte, een fcherpe doorn in in het oog der Indiaanfche Vorflen, en van de daaruit verdreevene, vervolgde en onderdrukte oorfpronglyke inwoonderen, welke 'er fteeds op bedagt zyn, ten einde dat vreemd juk, by de eerfte gunftige gelegen dheid, van hunne fchouders af te werpen. Ten laatften fcheuren zy, door hunne eigene zwaarte, zich van het moederland af. Dit is en' zal de gefchiedenis zyn, van alle volksplantirigen. Aldusverghaffen dezelve flechts voorby gaande rykdommen, die men alleenlyk in zoo verre duurzaam maaken kan,wanneer zy wel aangelegd, en  46 POLITYK EVENWICHT DER en voor toekomende tyden in zekerheid gebragt worden. Niet veel zekerder is de Koophandel met vreemde voortbrengzelen, of de verarbeiding daarvan binnen 'slands. Weet men, hoe lang den uitvoer van dezelve nog zal worden toegeftaan ? wanneer de vreemde zal beginnen die zelve te verarbeiden, of ze naar andere landen over re brengen? welke andere natie zich aldaar indringen, en ons den voorrang afwinnen aal ? welke nieuwe uitwegen voor dezelve gezogt en geopend zullen worden? In alle deze gevallen wordt den Staat, die dezen handel in zyn magt hadde tot hiertoe alleen op deszelfs eigenebehoeften ingeperkt; hy verliest daardoor de voordeden der vrachtgelden, des verkoops en der verarbeiding,en zyne zeevaart wordt verzwakt: ziet daarverfcheidenbronnen van rykdommen, welke alsdan eensklaps, of allengs, uitdroogen. Hieruit blykt derhal ven, dat de eigen voortbrengfelen van een land, altoos de zekerfte en onuitputtelykfte bronnen van rykdommen zyn, welke in zynen fchoot ontfpringen, welke de natuur, die ze hem gegeeven heeft, hem Ook maar alleen ontroven kan. Deze zo veel mooglyk te veredelen en te vermenigvuldigen, ze  STAATEN VAN EUROPA. ,47 ze op de beste en fraaiste wyze te verarbeiden , zodanig, dat zy ook den buitenlander bekooren, die ze anders wel ontbeeren kan, moet onophoudelyk de geheele aandacht eener Regeering beezig houden, welke het geluk en de voorfpoed van den Staat niet van toevallen en de infchikkelykheid van anderen af hanglyk maaken, maar ze op den eigenaartige gefteldheid van den Staat zelve, als derzei ver eenige onwrikbaaren grondflag, vestigen wil. Aan den buitenlandfchen handel behoeft Hechts vryheid gegeeven of gelaaten te worden, en hy zal, zonder moeijelyke voorzorgen, zonder groote kosten van de zyde der Regeering, van zelve bloeijen. Want in geheel Europa is niet één* aanzienlyken Staat, die geene voortbrengzelen opleverd, welke andere Staaten of geheel niet, of niet zoo goed, of niet zoo goed koop , aankweeken kunnen ; niet een Staat, die geene behoeften zoude hebf5en^ welke hy in zich zelve of geheel niet, of maar flegt, en met zwaare kosten vervullen kan. Een volk dat de natuur tegenwerkt, die door de menigvuldige verdeeling haarer gefchenken, alle natiën als het ware uitnoodigt, m vrye deelgenooten te worden van haare goe-  rjfi POLITYK EVENWICHT DER. goederen, benadeelt zich zelve. En evenwel vindt men neg in onze dagen Regenten, welke waanen hnn volk zeer gelukkig te maaken, wanneer zy het van alle handeldryvende gemeenfehap met andere volkeren berooven. Want is het verbod van invoer wel iets anders? Zy willen daardoor het land dwingen, zy wil. len de handen des Volks dwingen, om producten voort te brengen, waartoe dat land en die handen onbekwaam zyn. Het gevolg daarvan is, dat den onderdaanen eene nieuwe drukkende last op den fchouderen gelegd wordt, aangezien deze alsdan ilegte waaren duur moeten koopen, welke zy, in eene betere hoedanigheid, en tot geringer pryzen, van buitenlanders verkrygen konden. Onder voorwendfel van het geld binnen 's lands te houden, worden alle kanaalen van in-en uitvoer toegeftopt, en de geheele circulatie wordt bepaald op den binnenlandfchen Koophandel, daardoor lydt het land, en de vreemdelingen lyden; men wil geen geld buiten 's lands laaten zenden, en uit dien hoofde komt ook niets daar binnen; aldus behoudt men wel.onveranderlyk de hoofd fom, maar deze brengtgeene intresfen op. Hieruit volgt, dat een Staat te meer ftaat- kun;  STAATEN VAN EUROPA. 45 kundige waardy heeft, hoe meer'eigentlyke rykdommen, dat is te; zeggen, hoe beter en menigvuldiger voortbrengfelemdèzèlve bezit, hoe fraaijer en duurzaamer de zodanige, welke voor veredeling' vatbaar zyn, veriirbeid worden, en hoe uitgeftrekter de Koophandel is, welke zyne ingezetenen niet deze Vöörtbrengfelen dryven. Tot nog toe kan men de producten def volkplantingen als eigen producten aanmerken, dewyl de gevaaren welke deze volkplantingen te eeniger tyd dreigen, nog tamelyk verre af fchynen. Nogthans moeten daarby de beftendigfte, de aan wisfelvalligheden het minst blootgeftelde takken des Koophandels en der voortbrengfelen, hoofdzaaklyk in aanmerkinge genomen worden. Men verwagte hier geene volleedige optelling van alle voortbrengfelen, geene wydloopige berichten ten aanzien van mannfacfuuren en fabryken , geen breedvoerige navorfchin» gen wegens den totaal-rykdom, de geld-fommen en den koophandel der Staaten. Dit alles behoort tot de eigentlyke {taalkennis (Sta; tïstica), en zou ook hier te minder aan hei oogmerk beantwoorden , nadien zulks geen onderwerp voor de bygevoegde tafelen zyn kan. Daartegen kan dat geen met fiil&wygett Ö wal-  5© POLITÏK EVENWICHT DER' niet voorby gegaan worden, waarop de inwendige rykdom, even als de buitenlandfche Koophandel van eenen Staat, eigentlyk gegrond zyn, ten einde daaruit die bronnen te leeren kennen , uit welke de Staat de hulpmiddelen fchept, om zyne macht te onderhouden en in werkzaamheid te brengen. cd nén.fWgtf 3or$on foT .n-jvv/jö.-naJ^ga»** & BEVOLKING. -'. •'■5i>:i->tf&-?li c3flgibf»fisc£-vdiacii aai S Op het Volk berust de macht en fterkte „ van den Staat," zegt toza (/); en dat men zich van deze waarheid, al ware het ook alleenlyk met opzicht tot het getal der ingezetenen, overtuigd houdt, bewyzen de grondregelen, volgens welke tegenwoordig alle goe-de Regeeringen te werk gaan. De voomaamfte Staaten van Europa befteeden niet alleen groote lommen, ten einde het getal hunner onderdaanen met buitenlanders te vermeerderen , maar zy trachten ook de volksmenigte (i) Staatkunde van Europa, Ü DeeJ,  •« stAATEN VAN EUROPA. 51 geftadig te vergrooten , door het aanmoedigen der huwelyken en der voordteeling, met tegenftaande men reeds tamelyk algemeen heeft beginnen tebegrypen, dat het eerfte een even kostbaar en fraai fchynend, als bedneglyk en ontoereikend middel zy; doch het laatfte met verftandige omzichugheid moet bepaald worden, by aldien uit de daarvan gehoopte voordeelen geene nadeelen cntftaan zullen. Men heeft namentlyk uit de ondervinding leeren inzien, dat alleen de menigte van mwoonderen, een Staat nog geenzins machtig maakt, by aldien deze onvermogend of ongehouden zyn» om gezamentlyk hun wettig aandeel tot de behoeften van den Staat toe te brengen, of deszelfs lasten, haar maate van hunnen toeftand, te helpen draagen. Hieruit ontftond een tegenover gefield uiterfte. Want nu fchattede men de polityke waardy een's onderdaans Hechts naar evenredigheid der door hem opgebragte belastingen, welke men, door de eenvouwige, doch in de daad valfche en belachelyke manier, om de geheele fom der Staats -inkomften over de fomme der Staatsonderdaanen te verdeden, zeer gelukkig meende vastgefteld te hebben. Dan deze manier is valsch, alzo daarby geen onderfcheid word gejj 3 maaks  $2 POLITVK EVEN WICHT DER maakt tusfchen de inkomften, welke een gevolg zyn van de naarftigheid der onderdaa* nen, en de van het geluk, by voorbeeld in het mineraal - ryk gefchonkene , of de door tranfito en koophandel van buitenlanders geheven inkomften. Zy is belacoelyk, om dat zy den Europeer diep beneden den Neger verlaagt, die tot een' veel hoogeren prys verkogt wordt, dan in eenigerhande Europeefche Staat de hoofdfom uitmaakt, voor welker rente men de fchatting aan te merken heeft, die een Europeer jaarlyks aan den Staat opbrengt; en dewyl daaruit volgt, dat de waardy der onderdaanen van eenen Staat in dezelfde evenredigheid toeneemt, naar maatehunnetoeftand aan die der Negers nader komt. Er zyn Regeeringen , van welke men bykans vermoeden zoude, dat zy tot zodanige gevolgtrekkingen bekwaam zyn; en het is te wenfchen, dat zy niet te laat van hunne gevaarlyke verblinding mogen terug komen. Men komt de waarheid ongetwyffeld nader by , wanneer men de volgende regelen vast fielt: i. Het getal der ingezetenen van eenen vStaat moet in juiste evenredigheid ftaan,ö.met de grootte, en b. met de natuurlyke gefteldheid van denzelven : 2. doch de ingezetenen . zei-  STAATEN VAN EUROPA 5? zelve moeten zyn, a. verlicht of vry,en£. arbeidzaam of wel bemiddeld. Een Staat, die met zodanige menigte van menfchen opgevuld is, dat hy aan dezelven het noodig voedzel niet kan leveren, is met inwoonderen overladen, en moet derhal ven," even als een volbloedig mensch, om gevaarlyke gevolgen voor te komen , van een gedeelte zyn 's overvloeds ontlast worden. Hier. uit ontftaan nieuwe volkplantingen, en in toekomende tyden nieuwe Staaten. Byna alle groote Europeefche natiën hebben, zedert drie eeuwen, als om ftryd gey verd, wie zich het eerst van haaren overvloed ontlasten kon; de minften hadden zulks noodig. Europeërs woonen en heerfchen genoegzaam aan alle kusten der oude en nieuwe waereld (rri), en hebben in de laatfte alreeds eenen onafhanglyken Staat opgericht, die het aan zich zelve zal te wyten hebben, zo hy niet ook eene geduchte Mogendheid wordt. Het verdient wel onderzogt te worden, of alle deze uitgewekenen, te famen («0 Europa beftaat Hechts \% gedeelte van des aardkloot* oppervlakte, en maar \T gedeelte van het vaste land; deszelfs inwoonderen maaken alleenlyk 7 gelee!;, «e van alle Waereld - burgeren uit.  $4 POLITYK EVENWICHT DER men met de zodanigen, die, in gevolge dezer onderneeming , verongelukt zyn , benevens hunne waarfchynlyke nakomelingfchap, in der zeiver vaderland genoeg zaame ruimte zouden gehad hebben, om zich daar te kunnen voeden. ' Misfchien vinden wy hierna , by eenige Staaten, gelegendheid, zulks nader op te merken. Wanneer een Staat zoo veele inwoonderen heeft, dat deze van eenen maatigen arbeid rykelyk beftaan kunnen, in diervoegen, dat, derzelver behoeften bevredigd zynde, 'er nog een overfchot blyft, daarbeneven al het bebouwbaar land werkelyk aangebouwd is, en dus ieder gedeelte van hetzelve, overeenkomitig met zyne gefteldheid, natuurlyke vereischten, en met de behoeften van den Staat, ten voordeden gebruikt wordt: dan heeft hy zyne bekwaame bevolking, en de grootfte fterkte, welke hy , door volk , ooit verkrygen kan. Want elke onevenredigheid in dezen is. eene ziekte, die den Staat verzwakt, en zyne inwendige krachten vernielt. Doch de juiste middenmaat tusfchen het te veel en te weinig, is, gelyk in veele andere zaaken, ook in dezen opzichte nog niet ontdekt, en de afwyking naar ééne van beide zyden, laat zich eers?  STAATEN VAN EUROPA 55 eerst uit de gevolgen opmaaken. Het valt nogthars veel gemaklyker in 't oog, wanneer een land te zwak, dan wanneer het al te fterk bevolkt is. • Volkverhuizingen bewyzen niet altyd, dat een land van inwoonderen overkropt zy ',;maar toch voorzeker zeer dikwyls, en wanneer men fomtyds het minfte daarvan denkt. Een liegt bevolkt land, kan te veel inwoonderen hebben, wanneer, door de verkeerde maatregelen der Regeering, dezelve in eene volkomen en behoorlyke aanbouwing van het land gehinderd, óf in eenige andere tak van nyverheid geitoord worden. In zodanig geval is dat land met inwoonderen overkropt, niet met opzicht tot deszelfs grootte en natuurlyke vruchtbaarheid, maar ten aanzien van het Staats-beftuur, welk laatfte flegts weinige inwoonderen aan dat land veroorlooft, waardoor dan de overige genoodzaakt worden hetzelve te verlaaten. Een andere Staat, die, met maar weinige natuurlyke voordeelen , veel fterker bevolkt is, kan echter dikwyls in't geval wezen, om zekere zoorten van arbeid niet door zich zeiven te kunnen verrichten : hy moet derhalven , ter vervulling van deze behoefte, of D 4 vreer>  J>S P0LITYK EVENWICHT I>E R vreemdelingen .naar zich toe te lokken, 0 die zaaken buiten s lands laaten verarbeiden. Het ontbreekt dezen Staat als nog aan werklieden ; en hy is dus niet genoeg bevolkt. Het is on-: eindig beter vooreenen Staatj op de harsigenoem .ie manier te weinige inwoonderen, dan op de eerstgenoemde, te veele inwoonderen ta ■ * ,W%J •JMiao ass/iüuu jJii: n ïwj abv^i .; Nog wederom een andere Staat, fchynt, cajer het.geheel,genomen, toereikende bevolkt te wezen; doch het grootfte gedeelte zyner inwoonderen is in zekere Provincie, of in en omttreeks de hoofdüad famen gedrongen; andere-, Provinciën liggen daartegen ten deele woest, en in andere Steden ttaa.n de huizen onbewoond en verhaten. Vi.idt deze te famen gedrongen menigte van menfeben haar onderhoud, door middel van den arbeid, aanheeft zodanige Staat het voordcel, van een groqs gedeelte zyner krachten in de nabyheid byëente hebben ; zyn volk en deszelfs behoeften gemaklyker te kunnen Overzien, alle genomen maatregelen met meer fpoed te kunnen doorzetten , en derzelver gevolgen zekerder te kunnen waarneemen. De menigte moetflechts tot geene gebreken in het burgerlyk beftuur aanleiding geeyen. Het gedrang van men- f?her|  STAATEN VAN EUROPAi 5^ fchennaar zekere ftad of landftreek,kan even^ wel ook armere oorzaaken hebben, dan degemaklykheid en zekerheid der middelen van be-1 ftaan; als, by voorbeeld : afkeer vaneenen. zwaaren arbeid in het veld, de waarfchynlyke hoop, om, zonder arbeiden, het zy door ongebondenheid, het fpel, bedrog, dievery, het bedelen, of door milde dichtingen, een beftaan te zullen vinden; of ook door zeker foort van werk te verrichten, 't welk Hechts van byzondere omftandigheden afhangt, en waarvoor alsdan de ongelyk noodzaaklyker en veel zekerder landbouw - en manufa&uur- arbeid verwaarloosd wordt. In alle deze gevallen vermindert de waardy der volks-menigte, door dit te famen dringen, zeer merkélyk. Men zal, deze gevolgtrekkingen verder voortzettende, bevinden, dat de bevolking, om van de meeste nuttigheid voor den Staat te wezen , tusfchen de Steden en het Land moet verdeeld zyn, in eene juiste evenredigheid ; dat is te zeggen, dat het getal der ingezetenen van hét platte land, in zekere evenredigheid moet ftaan tot het getal der Stadbawoonderen. Gemeenlyk fchat men deze evenredigheid op twee tegen één, invoegen de inwoonders der Steden, maar een derde van de P 5 fora.  5$ POLITYK EVENWICHT DES. fom der gefamentiyke volksmenigte bedragen moeten. Doch in dezen laat zich geene algemeen toepasfelyke maatftaf in getallen aangeeven. Want dewyl het oogmerk waarom zo veele menfchen in de Steden famen woonen, is, ten einde elke klasfe van inwoonderen een gemaklyk vertier, haarer produkten en koopmanfchappen, door- de verkeering met de an-' deren, vinde, en zich daartegen even gemaklyk van de vereischte noodwendigheden voorzien kan; zo is het klaar, dat bierby zeer veel aankomt op het klimaat, de gelleldheid van het aardryk , de ligging , de buitenlandfche koophandel en meer andere omftandigheden, en dus in 't ééne land eene geheel andere evenredigheid kan en behoort plaats te vinden, dan in het ander. Wanneer Hechts het oogmerk, te weeten het gemak en de zekerheid des wederkeerigen vertiers daardoor bereikt wordt, dan is de Staat altoos in eene juiste evenredigheid bevolkt. Maar zal het volk, hoe talryk of zwak hetzelve dan ook zy, aan den ftaat meest moogïyke nuttigheid te weeg brengen, dan moet hetzelve verlicht of vry, arbeidz aam of wel gegoed zyn. Het één is ahyd de moeder van het ander. Ven  STAATEN VAN E ÜÊ.OP A. 59 Veriicht is byna zo veel als vry; wanneer men de verlichting maar niet in de kennis eener menigte van zaaken ftelc, welke tot het burgerlyk in de daad niets toebrengen (»> Medeleden van eenen Staat, zyn, ah zodanige , toereikende verlicht, wanneer zy juiste begrippen hebben van haare rechten en plichten, (n) Zou 'er wel eene wezenlyke kennis van zaaken zyn, die niet, op zekere manier, het burgerlyk geluk bevordert? Zekerlyk zal de ééne weetenfehap of kennis meer, de andere minder, daartoe medewerken; doch men zal ook niet ligt één eenige daarvan kunnen uitzonderen. Elke kennis, elke weetenfehap: brengt den mensch een ftap nader tot de waarheid; waar mende waarheid het naast by komt, daar is ook de meeste verlichting, en waar de meeste verlichting is, daar moet noodzaaklyk het meeste geluk heerfchen. . Het zyn de onkunde en de dwaallingen van allerlei aart, die, in alle tyden, het geluk der maatfehappyen tegengewerkt hebben, en nog beftendig tegenwerken : dit een en ander zal geen redelyk mensch ontkennen durveu! Hierom erkent men ook altoos het karakter van de Dwingeland, aan zyne helfche poogingen, om de uitbreiding der verlichting tegen tegaan, dewyl deze ook levens de waare zucht tot vryheid doet gebooren worden; dat van de deugdzaame en verdienftelyken Regent daartegen, aan zyne poogingen, om de verlichting, ook by de geringfte volks ■ klasfen, zo veel mo.oglyk te bevorderen.  5» P0LITYK EVENWICHT DER ten, en gaarne overeenkomftig met dezelve handelen (o). Kennen zy dan daarenboven ook nog alle voordeden van derzelver levenswyze, neeringen en hanteeringen; gevoelen ay , dat vlyt en arbeidzaamheid , geregelde orde in hunne bezigheden, fpaarzaamheid en aanhoudend nadenken over de verbetering hunner omftandigheden, aan dezelven een gegenoegzaam en eerlyk beftaan opleveren : dan mogen zodanige menfchen nog zulke valfche denkbeelden aangaande de aarde die zy bewoonen, en het uitfpanfel des hemels dat hen omringt, hebben — zy zyn evenwel verlicht, met opzicht tot hunne waare belangen verlicht; want zy zyn voor haar zeiven gelukkige menfchen ? en nuttige Burgeiê voor den Staat. Zy ma- (e) Maar, hoe zullen zy deze begrippen verkrygen,' hoe overeenkomftig met dezelve handelen, wanneer de wezendlyke verlichting wordt tegengewerkt ? of wanneer fomtyds list en geweld te baatgenomen worden, om verkeerde denkbeelden aangaande de rechten en plichten van den mensch in het burgerlyk leven, in te voeren, uit te breiden en (taande te houden ? Alle vooroordelen, van welken aart die zyn, belemmeren den mensch in de kennis zyner rechten en plichten, by gevolg ook in het gebruik en nakomen van dezel» ven.  STAATEN VAN EUROPA. 6i triogen nu in geene volks-vergadering medefpreeken, of hunne ftem uitbrengen, noch in den Raad, door hunne Reprefentanten, zich laaten vertegenwoordigen — zy zyn met dat alles vry, want zy bevorderen hun eigen best,' uit verkiezingen genegendheid, door wettige middelen , welker uitoeffening aan haar tot eene gewoonte wordt (/>). Deze vryheid derhal ven en deze verlichting, is een Staat ook aan zyne geringfte leden verfchuldigt, by aldien zy, door hun aanwezen in hetzelve, hun aandeel tot de welvaart van den Staat toebrengen zullen (q). Vol- (p) Turpin fchryft, in de voorrede tot zyne Hhtoirs des Revolutions d'Jngleterre, dat de gehoorzaamde of afhanglykfte onderdaanen' (les fujets les plus foumis) ook de gelukkigften, en bewyst dit met het voorbeeld van Frankryk. Dit werdt nog zo Iaat als in 't jaar 1786" gefchreeven. (q) Een vreemde foort waarlyk, van verlichting ea van vryheid! Een burger behoefde aldus, volgens de leere van onzen Auteur, niets meer te kennen dan de beste middelen, ten einde van zyns neering , handwerk, of koophandel, de meeste voordeelen te trekken, en alle andere kennis blyft voor hem nutteloos. Hy behoeft ook niet meer vryheid te geuitten , dan dat hem Hechts vergund worde zyn handwerk of kostwinning, zo goed hy kan , voort te zet« ten. Of me» hen, voor 't overige, de wezendlykfte rech«  $2 POLITYK EVENWICHT DER Volgens deze grondftellingen, waaromtrent wy hier geene nadere opheldering geeven kunnen , en niet volgens het getal alleen, behoorde de volks-menigte van eenen Staat, en de waardy welke deze daardoor verkrygt, eigentiyk beoordeeld te worden. Dan dewyl het onderzoek dezer omftandigheden eene ryke kennis van de onderfcheiden natiën vereischt, diergelyke wy niet bezitten , noch zelfs hoopen kunnen ooit te zullen verkrygen : zo vergenoegen wy ons enkel daarmede, dat wy de gerechten van den mensch en burger ontneemt» ofhy aan duizenderlei knevelaaryën en mishandelingen blootgefteld zy, ofhy, als de zwakkere, door zvne machtigeren tot in het Hof vernedert wordt, en met eene flaaffche vrees voor dezelven kruipen moet, of hy; die, door zyne onfterflyke ziel, zoo edel en tot zulke verheven oogmerken van God gefchapen is, dikwyls tot beneden het redeloos dier verlaagd wordt,doet hier niers ter zaake want hy is en blyft daarom vry, zo hem Hechts vergund wordt te leven en te werken. Welke wonderbaare leere, alleen gefchikt voor het Oastersch Despotismus! Wel is waar, dat de Auteur dit onderwerp maar ter loops aanftipt, voor zo verre hetzelve tot zyn oogmerk dient; dan zulke verderfiyke Hellingen behooren, ook in een werk als dit niet onaangemerkte voorby gegaan te worden. Firtt  STAATEN VAN EUROPA» $J getallen der inwoonderen onderling vergelyken, en laaten voor 't overige het vergelyken van de zedelyke waardy der natiën aan de genen over, welke de daartoe noodige kundigheden opgedaan hebben , of zich het bezit daarvan verbeelden. 5. HET KARAKTER VAN DE RE-, GEERING EN DER NATIE. Nadien de Regeeringen het geluk der fob ken en de macht der Haat en op bouwen, of om verre rukken; nadien al het leven en alle de krachten eenig en alleen van haar at hangen, gemerkt zy de ziel van alles zyn : zo kunnen en mogen ook dezelve, by het bépaalen van de polityke waardy der Staaten, niet geheel en al uit het oog verlóoren worden. Het zou echter eene met ons oogmerk ftrydende uitwyding zyn, by aldien wy hier on* derzoeken wilden, welke regeerings - vorm de beste is. Niet de vorm, maar de geest der Regeering, maakt de wetten, en waakt over dezelve. ■ Deze vorm is dan alleen fchadelyk, wanneer zy aan de natie de wegen tot haar geluk  64 PÖLITYK EVENWICHT DEÖ. -luk moeijelyk maakt, of dezelve toeftopt. En nogthans is het niet zo zeer de vorm op haar zelve, welken deze verderflyke gevolgen te weeg brengt, als veel meer de ligtvaardigheid* waarmede zy toelaat van de beste regeeringsgrondregelen af te wyken , of het misbruik dat zy aan de uitvoerende macht toeftaat, of de hinderpaalen , welke zy de wetgeevende macht in de weg legt. Doch ook met zodanige vorm zal de regeering goed zyn, wanjseer zy Hechts in goede handur is. Dit is het, waarop eigentlyk alles aankomt. Dewyl zy niet te min onderhevig is aan dagelykfche veranderingen ; dewyl geene regeering altyd in even goede handen blyft, maar de vorm daartegen , ten minden over 't algemeen genomen, eene lange reeks van jaaren onveranderlyk voortduurt: zo moeten wy veel meer de vorm van regeering, dan wel de bekwaamheid van die geenen, welke tegenwoordig de teugel van het. Staatsbeftuur in handen hebben, in aanmerkinge neemen. Elke regeering heeft gemeenlyk zeker ftelzei oïfystêma, zekere aart en manier van handelen , zeker byzonder doel waarop zy hoofdzaaklyk haare aandacht vestigt, zekere Staatkundige bril, door welke de polityke gebeur- tg*  ! STAATEN VAN EUROPA.' &5 èenisfèn haair in 't óóg vallen : dit alles maakt dè geest der regeering uit, welke haar byzonder kenfchetst. Van de geenen die aan 't roer van Staat zitten, wykt niet ligt iemand van dezen heerfchenden geest af, ten deele uit gewoonte, ten deele geraakshalven, ten deele uit vrees, en ook ten deele uit gebrek aan eigen veïnüft. Men leert dènzelven kennen , wanneer men een tydlang de handelwyzë én daaden der regeering met opmerkzaamheid gade flaat; want aan de vrugten moet men haar leeren kennen. Deze geest is het welke inzonderheid öp dén geest der natie, werkt, aan dènzelven zyne richting, en aan de natie haar karakter geeft. Hierom is hefi wel der moeite'waardig, dat mén hem van naby befpiede en trachte uit te vorfchen. Döcll men nïoet daarby met groote omzichtigheid! te werk gaan \ want 'er is geert gedeelte der Staatkunde, dat nieër gewaagde en onzekerder Hellingen oplevert, dan het karakteristiek der natiën. Et is niets örtbepaalders onder dd zönne, dan de mensch : hoe befchaafder hy is, des te onbepaalder is hy ook. En hoe veel te meer dan eene geheele natie 1 Het karakter eener natie . wordt van defi grOoten hoop opgemaakt; want aÜé beFchaafE de  66 P0LITYK EVENWICHT DER de en gevormde mannen van Europa gelyketi zich onderling, en verfchillen alleenlyk door perfoneele eigenfchappen. Geene natie is uit de natuur liegt: zy wordt zulks gemaakt door omftandigheden , welke meerendeels (r) in de macht der regeering zyn» Het is haarbedryf, of de natie verftandig of dom, befchaafd of ruuw, vlytig of traag, maatig of verkwistend, dapper of bloohartig is. Geene van deze deugden of ondeugden komt eene natie, als zodanig , in eigendom toe , of is nationaal. Een flegte regeering kan het beste volk bederven ; wel niet eensklaps, maar toch langzaam en ongemerkt; niet onmiddelbaar, maar door eene menigte van werkingen, welke eerst door eene trapswyze opklimming, eenelaater, hoewel zeer zekeren invloed aan den dag leggen. De deugden worden niet uitgeroeid, niet gedood , maar flechts onderdrukt en in ftaap gewiegd; de ondeugden niet gefchapen, maar flechts gevoed , flechts opgewekt. In ieder natie liggen de zaaden tot alles; zy kan alles; wor- f>) De invloed der luchtsgefteldheid, der voedingsmiddelen, en wat diergelyke meer zyn, wordt a!dus Lier niet geheel en al ontkend.  STAATEN VAN EUROPA. Worden, en men kan van haar alles maaken wat men wil. Men is gewoon een Staat te vergelyken met een fchip, en deze vergelyking fchynt,in menigerlei opzichten , zeer toepasfelyk. Hier voert één het hoogfte gezag. Van hem gaan alle bevelen uit, en hy ontfangt bericht van alle voorvallen. Is deeze één een eerlykjnan, en bekwaam voor den aan hem opgelegden taak j dan is 'er nevens hem geen ander noodig. De monarchaale regeéringsvom zal dus altoos de beste zyn, by aldien de Regent een wyze is 5 de republikeinfche daartegen» wanneer hy zulks niet is. Hierom verdient eene monarchie fomtyds de voorkeus boven eene republyk, maar is ook fomwylen verre beneden haar. Zy outleent haare waardy van de waardy des Regents, en gene is, zowel als dezen, aan geftadige veranderingen onderhevig. Dit maakt het goede der onbepaalde monarchaale regeeringsvorm altoos onzeker en wankelende , welke anders , nadien zy alle middelen tot eene zeer fpoedige en onbelem-inerde bevordering van het algemeene welzyn in handen heeft (0, ontegenzeggelyke voor- dee«< (0 Maar ook te zeiver tyd het vermogen, om,  63 POLITYK EVENWICHT D ÊR deelen boven elke andere regeeringsvorm zoude hebben. Dit zet aan haar minder polityke waardy by, dan eene Republyk in den uitgeflrekteren zin heeft, alwaar de Regent niet de eenige willekeurige wetgever is , alwaar dö wetten boven den Regent verheven zyn, en geheele collegien gevonden worden, welke over het nakomen dier wetten, met toereikend ge* zag , waaken. Maar zelfs deze Collegien of Staats - lighaamen , welke de hoogfte oppermacht bezitten, of onder haar verdeelen, kunnen, wanneer zy kwalyk famengefteld zyn, invoegen het ftaats - beftuur daardoor te ingewikkeld wordt en te veele hinderpaalen ontmoet , of wanneer derzelver inwendige gefteldheid te veele aanleiding tot partyfchap geeft, een polityk kwaad worden, 't welk den Staat van zyne veêrkracht berooft. Men heeft in Europa Staaten van allerlei regeeringsvormen, en het is genoeg flechts het oogpunt te hebben aangewezen, waaruit de• zeidoor een flecht beftuur, door verderflyke Oorlogen enz enz., het geheele land in eenen allerrampzalig, ften flaat te ftorten , 't welk, behalven de overige gebreken eener onbepaalde alleenheerfching, alleen de voordeden van dezelve dubbel opweegt. Veru  STAATEN VAN EUROPA. 69 zelve in dit werk, van dezen kant ,befchouwd worden. Het onderzoek wegens de waardy der onderfcheiden regeeringsvormen , komt alleen te pas in een famenftel van ftaatkunde \ en is geen onderwerp voor de hierby gevoegde tafelen* 6. FINANCIËN, Sedert het geld zodanig de waereld over<< meesterd heeft , dat daarmede alles, doch, zonder geld niets kan verricht worden; is het, ééne der zwaarwichtigfte takken van het Staatsbeftuur , eene weetenfehap geworden , het voor de behoeften van den Staat benoodigd geld, met de minfte moeite of gevaar, uit de zekerfte bronnen te voorfchyn te doen komen, en het, ten besten van den Staat, met de grootfle fpaarzaamheid te befteeden. De on« maatige en nauwlyks berekenbaare kosten, door eene buitenfpoorige vermeerdering der ftaande armeën veroorzaakt, hebben het in alle Staaten tot eenen vasten grondregel gemaakr, de inkomften zoo hoog te dry ven ais maar immer, doenlyk is, ten einde de krygsmacht daar: E 3 doos  wel dra aanmerkelyk genoeg worden kan, ten einde den Staat, tegen eene gevaarlyke verlegenheid, in hache* lyke oogenblikken te beveiligen. Een Staat die deze maatregel verzuimt, haalt zich zelve daardoor eene zwakheid op denhals, en fteit zich bloot aan rampfpoeden, welke hy vermyden kon. 4, Wordt zodanige Staat werkelyk in eenen Oorlog gewikkeld , dan moesten, óf de inkomften in Vredenstyden boven noodzaaklyk- beid  ^8 POLITYK EVENWICHT nEÊ heid verre weg verhoogd, of de fchatkist boven alle maaten opgevuld geweest zyn , by aldien de eerfte ook mede tot de krygskosten zullen toereiken, of dat de Oorlog eenige jaaren agterëen $ zo lang in onze dagen de Oorlogen gemeenlyk duuren 4 uit de laatfte kon gevoerd worden. Heeft nu geen van deze beide gevallen plaats , dan ontfpruit daaruit eene noodzaaklykheid om de belastingen te verhoogen, of krygs - fchattingen uit te fchryven. Kan deze verhooging, zonder de ruïne zonder merkelyke verarming des lands, ondermyning van neering en koophandel, volksverhuizingen enz., zoo verre gedreeven worden , dat zy tot goedmaaking van de Oorlogs-kosten toereikt — dan mag men dat land in zekere opzichten gelukkig noemen ; want het draagt wel zynen last, het duldt en lydtjmaar ziet toch eens een einde aan zyn lyden! Met de herftelde vrede keeren ook de rust, de middelen van beftaan , de gewoone belastingen enz. wederom terug : de wonde heefc alsdan uitgebloed , en geneest nu weder 1 (v) — Doch (v) Zelden; waarlyk zeer zelden, is dit het geval. De buitengemtene belastingen mogen, na den geëin* digderi Oorlog, fcmtyds wel iels verminderd, maarzit!.  STAATEN VAN EUROPA. Doch waar is de Staat in Europa, die, behalven zyne gewoone belastingen, in één enkel jaar ook nog daarenboven de kosten van éénea enkelen veldtocht opbrengen kan ? waar is de Regeering, die het waagde, om haar Volk zodanige last, waaronder het onfeilbaar moest bezwyken, op de fchouderen te durven leggen ? — Daar blyft aldus geen ander middel over, ten einde de vereischte geldfommen tot het voeren van den Oorlog aan te fchaffen,' dan het rampzalig contra&eeren van fchulden. Dit contraéieeren van fchulden is een duïdelyk bewys, dat ook Staaten hooger vliegen willen, dan waartoe hunne vleugelen gefchikt zyn. Het is eene tegennatuurlykeinfpanning,' op welke eene langduurige afmatting volgt; eene misdaad der vaderen, welkebezogtwordt aan de kinderen, tot in het duizendfte genacht. Weinige Staaten van Europa kunnen zich beroemen , van deeze misdaad vry te wezen; en eeni- zu'len zelden op den voormaligen gewoonen voet terug gebragt worden. Eenmaal ingevoerde lasten worden zelden geheel terug genomen. Dit bewyst de gefchiedenis van Engeland ; dit bewyst de gefchiedenis van ons eigen Vaderland; dit bewyst de gefchiedenis van veele andere natiën. Fert,  POLITYK EVENWICHT Ü E R eenige zyn daarin zoo diep gewikkeld , dat zy, daarmede, naar allen fchyn, de eeuwigheid wel zullen ingaan. Dan dit buitènfpoorig misbruik, 't welk aari fommige Staaten een onafzienlyken last oplegt, maakt evenwel een verftandig en gematigd gebruik des krediets geenzins verwerpelyk. Zo lang de Staat het verrrioogen heeft, om, tè gelyk met de belastingen, welke tot de lleeds aanhoudende behoeften van den Staat noodig zyn, ook nog de intresfen zyner fchulden op te brengen, èn daarenboven èene geëvenredigde forii, tot aflosfing van dezelve jaarlyké te belleden, of op te leggen; zolang de Regeering zich vast en onverbrekelyk aan dézeri 'maatregel houdt, heeft de Staat van zyne fchulden geene nadéelige gevolgen te vreezen. Maar is 'er geen zinkend fonds voorhanden, blyven de fchulden, ook in vöordeeüge jaaren , op dezelfde hoogte, en datzy, by de geringde nood, telkens vermeerderd moeten worden ; of is de Staat zelfs onvermogend, om, benevens zyne gewoone uitgaven, ook nog de intresfen der fchulden op te brengen, waardoor deze by gevolg , jaarlyks, en zelfs in goede jaaren, geduurig opklimmen, dan nadert die Staat, met rasfe fchreden, eene* dood4-;  STAATEN VANEÜROyA:- Bï «loodlyke onmacht en verwarring, gelyk wy nog maar onlangs , aan één der machtigfte Staaten des aardbodems * het voorbeeld daar-' .van gezien hebben. Om een duidelyk denkbeeld wegens den financieelen toeftand van eenen Staat te verkrygen, is derhalven de kennis zyner Schulp den onöntbeerlyk. Eigentlyk behoorde de geheele fom , welke zyne fchulden bedragen * van de hoofd fom der Staats-inkomften afgetrokken , en alleen bet overfchot, als het; fleunzel. zyner macht, aangemerkt te worden; Dewyl men echter vooronderftellen kans dat deze fchulden - last van tyd tot tyd vermindert , of ten minften verandert; nadien wyders de meeste in fchülde gedompelde Staa-; ten hun zinkend fonds, wanneer zy zodanig fonds hebben , by de uitberfting van eenen Oorlog, aantasten, en eénlge daarenboven ook niet fchroomen; om ook de betaaling der intresfen alsdan op te fchorten; nadien eindelyk maar weinige kleine Vorften edelmoedig of rechtvaardig genoeg zyn, om zulke belastingen j die enkel tot aflosfing van gecontracteerde fchulden beftemd waren, na derzelver geheele afloslïng wederom in te trekken, en. iri grooter Staaten daartegen wel fchulden beta?lt. \ jp tnaaf  8i POLITVK EVÏNWICHT fnaar geene eenmaal ingevoerde belastingen ten vollen weder afgefcbaft worden : zo kan, ten aanzien van deze afkorting, met zekerheid niets bepaald worden. Ook behoort het financie- wezen in veele Staaten tot de Staatsgeheimen ; en het is zeer zeker, dat de zulke die geen krediet begeeren, geenzins noodig hebben de nieuwsgierigheid des Staatskundigen in dezen opzichte te bevredigen. Hierom kwam het my aanneemelykst voor, flechts de volle fom der Staats - inkomften, volgens de beste opgaven welke men daarvan heeft, in de tafelen uit te drukken. 7. KRYGSMACHT. Toen de ftaande Armeen eenmaal in Europa waren ingevoerd, is allengs het zeer gevaarlyk vóóroordeel daaruit ontftaan, en heeft geduurig meer veld gewonnen, als of namentlyk de macht der Staaten byna alleen besuste op de menigte van krygslieden, welke deze in beftendige foldy hebben. Dit vooroordeel is gevaarlyk, gemerkt aan den eene kant aldus de  STAATEN VAH EÜR.OPA. êg> de Vorften hunne eere en eenigfte veiligheid ftellen in het bezit eener zeer aanzienlyke krygsmacht; en zy daarop al te veel vertrouwen; doch, aan den anderen kant derzelver onderdaanen , door het onmaatig getal van Soldaaten, die uit hun midden worden geno, men en welke zy ter zeiver tyd onderhouden moeten , dikwyls onverdraaglyk gedrukt en uitgezogen worden. Men zal van de waarheid der eerfte grondftelling zich zeer ligt kunnen overtuigen, wanneer men flechts in aanmerking neemt, hoe traag en ongaarne ieder Vorst tot het aangaan van eenen Oorlog befluiten zoude, zo hy met vooraf de middelen in gereedheid hadde, ten einde'zynen wand in het veld te ontmoeten. Veel Oorlogen konden bygevolg vermyd worden 9 by aldien de Vorften, uit hoofde hunner fteeds gereed ftaande legermachten, zich niet gemaklyk lieten verleiden tot overylde befluiten, waartoe maar al te dikwyls ook het denkbeeld niet weinig toebrengt, dat men zyne troepen beezigheid moet geeven, en ze in den Oorlog laaten oeffenen. Een moeijelyke en langwylige toerusting zou hen daartegen niet zelden tot andere gedagten brengen, en aan de onderhandelingen tyd geeven, om tot  34 POllTYX EVtNWlÖHT DER behoorlyke rypheid te kunnen komen. Alfé Europeefche Staaten zyn zekerlyk genoodzaakt, eene talryke ftaande armee op de Been te moeten houden, zo dra zulks van één derzelven flechts gedaan wordt. Doch, kan deze omftandigheid dit kwaad op zich zelve wel geringer maaken, dan het over 't algemeen is? Het is ook waar, dat fomtyds het één zwaard het ander in de fchede houdt; wanneer men namentlyk begrypt * dat men den vyand met geen meerder macht, welke de zyne overtreft, of met geene beflisfende voordee» Jen, aanvallen kan;'en de gefchiedenis levert eene ménigte van voorbeelden op, dat de langduurigheid der toerustingen, welke van weêrskanten moesten gedaan worden, ten einde den vyand nadrukkelyk het hoofd te bieden, zeer gelukkig gediend hebben om de verbroken eendracht te herftellen, en aldus den gedreigden Oorlog te vermyden. Maar het ergfte kwaad, uit onze onmaatig groote armeen voortfpruitende, treft zekerlyk den onderdaanen. Uit deze worden de Sol* daaten genomen, en van deze worden dezelve insgelyks onderhouden. De manier volgens welke dit een en ander géfchied, kan de ongelegenheden, daardoor veroorzaakt, wel vererger  STAATEN VAN EUROPA f}$ Hrgeren of verminderen, maar ze nimmer gen heel wegneemen; en zy blyven, ook zelfs by de beste inrichting, altyd zeer groot en drukkend. Er zyn Staaten, in welke de veertigftc memcb Soldaat is. Wanneer men nu al eens onderftelde, dat onder agt menfchen één zy, die, volgens de militaire en burgerlyke wet-; ten, tot deze levenswyze kan bekwaam geacht worden, dan ziet men in dit geval, uit de alleen fterke en voor het onderhoud der overigen arbeidende klasfe van ingezetenen, reeds de vyfde man werkelyk Soldaat, en de overige vier ftaan gereed om het te worden. Ik laate aan zyn plaats, of de eere, dan welde last grooter is, van Soldaat te moeten worden, en zal derhalven niet beflisfen, of de onderdaanen in zodanige Staaten gelukkiger of onge-( lukkiger zyn , dan waar in dezen opzichte geene dwang plaats heeft Qw); doch het is be- f» De Auteur, bad dit veilig mogen doen. Want kan de toeftand van een denkend mensch wel onge-, lukkiger wezen, dan gedwongen te zyn om het Sol- o daaten leven, met alle daaraan vast zynde gevaaren en, ongemakken te moeten omhelzen; fchoon dikwyls ge-? brek aqn moed, natuurlyke afkeer tegen deze levenswjze, of. zwakke lighaamsgefteldheid , hem daartoq volftiekt ongenegen en onbekwaam maaksji ? F 3 fe%  8tjT PO.HTYK EVlNw'lCHT DE^ bekend genoeg , dat in veele landen die gee.nen, welke voor den krygsdienst beftemd zyn, in menigte hun vaderland verbaten. Dus moeten daar, ten minften de jongelingen, meer afkeer van de^bezwaarlykheden, dan. gevoel voor de eere hebben, .om Soldaat te wezen. By gevolg is ook de wyze hoedanig de armee gerekruteerd wordt, of het gevaar van rekruut te worden, een last, en naar het fchynt, wel een zeer zwaan last voor deonderdaanen(Y). Hier is de vraag : of het groot getal Soldaaten alleen, de fterkte van het krygsleger uitmaakt ? Dit wordt door militaire fchryvers van (x) Hoe zwaar deze last, of dit gevaar , ten naas. ten by bereekend moge worden , daarvan geeft het Hertogdom Kleef een toereikend voorbeeld aan de hand. Aldaar koopen omtrent 90,000 menfehen, voor 60,000 daalders, of, indien men de vyfde mensch tot den krygsdienst bekwaam rekent, ieder perfoon die anders gevaar zou kunnen Ioopea om tot de krygsdienst genoodzaakt te worden, zich voor 3j daalder daarvan vry. Dewyl nu evenwel, volgens onze hier boven aangehaalde onderflelling, de.agtfte man van hun wer, kelyk in krygsdienst is, zo wordt voor ieder van die gene, welke nog daarenboven werkelyk dienen moes. ten, jaarlyksch a<5| daalders betaald , ten einde de« selven daarvan vry te koopen. Zo hoog nu fchat mera «leze last voor ieder hoofd, ten minften in het; Hert  staaten van EUROPA» van den eerften rang ontkend. De Marqais cIVrgens betuigd, dat de grootftekrygsheld onzer eeuw, frederikA eenige, dikwyls verklaard heeft, dat men met eene armee van 50 of 60,000 man, tegen 100,000 man zeer veilig en zonder nadeel kon te velde trekken; Ook heeft die Vorst, zo wel als Prins hendrïk, menigmaal met de daad beweezen,dat men, met eene geringer macht, een veel grooter macht kan tegenhouden. Een ander beroemd Veldheer, de Graaf van saxen, verklaarde rond uit, dat een armee in het veld nooit fterker, dan ten hoogften 50,000 man behoorde te wezen; nadien een Generaal, die zyne legerplaats wel. weet te neemen, daarmede een armee van 100,000 man in bedwang kan houden. Een armee die grooter is, zegt hy, brengt flechts wanorde en verwarring aan; want de Veldheer is alsdan buiten ftaat, wanneer de beide Legers handgemeen raaken,om het geheel te overzien , en moet dus een gedeelte daarvan aan andere Bevelhebbers over* laaten ; daardoor wordt de eenheid van het plan weg genomen, de nauwe famenhang van alle operatien verbroken , en de Veldheer beeft nimmer een volkomen juist denkbeeld wegens de gefteldheid van den flag. De oveF 4> ri"  8'd roiylTYK EVENWICyi DER rige Bevelhebbers het oog van den Veldheef pntweeken zynde, zullen, by voorkomend^ omftandigheden, van het hem medegedeeld^ plan naar eigen goeddunke afvvyken, en daajsj door de zegepraal, of het verlies van den flag te weeg brengen. Wy voegen hierby : een groote armee maakt zich zelve het onderhoud moeijelyk door haare menigte , 't welk den Veldheer niet zelden belet de voordeeligfte le. ger plaatfen in te neeruen, of zich daarin ftaan. de te houden; zy verhindert de vaardigheid der beweegingen ; de te onmaatige grootte maakt haar log^ en het gevolg daarvan is, dat jgulke ontwerpen, die alleen van fnelie marfchen afhangen, flechts onder zeer gunftige cn zelden voorkomende omftandigheden kunnen uitgevoerd worden. Zy put daarenboven de geldmiddelen te vroeg uit, en noodzaakt; aldus tot het fluiten van den vrede, of ver 9 meerdert de fchulden last zoodanig, dat de Staat vervolgens krachteloos en onbekwaam wordt, om een nuttig gebruik te maaken van de anders voor hem gunftigetyds omftandigIjeden. Hierdoor wordt het voor haar moeijelyk, zo niet volftrekt onmooglyk, de armee, gelyk te vooren, in eenen voltalligen ftaat te Wln.» v/aaruir dm eene valfche ttpschheid' qp  'staaten van eurgba; 3$. op eene macht ontftaat, welke niet langer aan-: wezig is, Zy bevordert eindelyk ook ziektens' en de fterfte over 't algemeen; vereischtreeds uit haar zelve, en nog meer ter oorzaake van de zich veel fterker uitbreidende krankheden , eene grooter menigte van Geneesheer. ren en Wondheelers, die alsdan zonder keuze of oordeel daartoe aangefteld worden, 't geen nogthans eene der gróotfte , doch misfchien het minfte daarvoor erkende ongemakken is van groote armeen,'t welk ongelyk meer menfchen doet fneuvelen, dan het lood en hetftaal der vyanden. De Graaf van saxen geeft de eenige juiste regel op , naar welke de fterkte der armeen behoort vast gefteld en beoordeeld te worden. „ De menigte van troepen (zegt hy) „ moet even zo wel ingericht zyn naar de tel„ kens plaats hebbende behoeften, als naar „ de regelen der fpaarzaamheid." Er moeten derhalven zo weinige troepen op de been gehouden worden, als de behoeften maar eenigzins toelaaten. Deze behoeften zyn, ten deele inwendige, ten deele uitwendige. Tot beveiliging van inwendige orde en rust, voor de algemeene zekerheid, voor de zekerheid der Regenten in 't by zonder, en tot handhaF 5 yjng  9Ö POLITYK EVENWICHT DÏR ving der Wetten en Conftitutie, hebben de. meeste Staaten flechts zeer Weinige troepen noodig. Het zyn derhaiven de uitwendige behoeften, welke de groote (taande armeen voortgebragt hebben. Hier beflisfen aldus de nabuuren. Is een Staat van zulke Staaten om« ringd, die kleiner en zwakker zyn dan zy zeb ve, dan behoeft hy deze niet te vreezen. Het zal hem in tegendeel, door eenige blyken van oplettendheid en grootmoedigheid, vrygemaklyk vallen, om dezelve jegens hem genegen en tot zyne vrienden te maaken, in welk geval zy hem tot eene barrière tegen de verder afgelegen grooter Mogendheden verftrekken kunnen, en zy zullen zyne belangen getrouw ter harten neemen. Maar heeft hy Staaten van gelyke of nog fterker macht tot nabuuren, dan is het allezins noodzaaklyk, zich ten allen tyde in dien toeftand te bevinden, dat men dezelve eerbied inboezemen, en haar tot rechtvaardigheid kan noodzaaken. De legermacht moet dan, zoo veel mooglyk, op gelyke voet ftaan met de legers der andere nabuurige Mogendheden, en te fterker zyn, naar maate men door meer van zodanige nabuuren omringd is, ten aanzien eok in gevalle eener tegen- ns«.  STAATEN VAN EUROPA. 91 natuurlyke alliantie, altoos tot tegenweer bereid te wezen (y). De minder machtige Staaten zyn mede aan dezen regel onderworpen, alleenlyk met dit pnderfcheid , dat dezelve, zonder de Staatkundige voorzichtigheid te kwetzen, zich niet onmiddelbaar mogen bemoeijen met de grooter aangelegendheden, want zy zullen gemeenlyk daarby te kort fchieten; wyders, datzy niet altoos de boog gefpannen houden, maar eerst dan hunne krachten behoeven in te fpannen, wanneer zy volftrekt niet langer neutraal kunnen blyven, of, door wezendlyke deelneeming in de zweevende gefchillen, zeec waarfchynlyk groote voordeden behaalen kunnen. Hieruit fchynt te volgen, dat groote Mo- gend- fY) Dit laat zich alles zeer fraai betoogen indetheorie; doch zo daaruit volgt, dat elke Staat altyd eene macht op de been moet houden, welke evenredig .s aan de krygsmacht riaarer geduchtfte nabuuren, dan ware in de daad ieder land ongelukkig, 't welk aan de landen van ééne grooter Mogendheid grenst, nadien hetzelve meer troepen zou moeten onderhouden, dan het met mooglykheid aanwerven en betaalen kan. Veelerlei omftaniigheen, die ieder opmerkzaam Leeser van zelve in 't oog zullen vallen, veranderen hieromtrent zeer merkelyk den ftaat der zaaken. - — • " - •" Vt7i,  ÏÖLITVK EVENWICHT fi£R gendheden derzelver armeen zo veel mooglyfc voltallig moeten houden , 't welk nogthans eene goede oeconomie, ten aanzien van de opgefchreeven manfchappen , verlofgangers, over-compleeten enz. geenzins influit. Voos geringer Staaten fchynt daartegen eene dubbel de of driedubbelde opfchryving van zodanigen, die des noods tot den krygsdienst kunnen opgeroepen worden, veel beter aan het oogmerk te beantwoorden, ten einde niet eerder dan wanneer Oorlogzuchtige bedoelingen daartoe noodzaaken , de meeste krygsmacht op de been brengen, welke de volksmenigte, benevens de Staat der financien aan hen veroorloven r» Zodanige Staaten handelen zeer voorzichtig , wanneer zy, in de jaaren vart vrede, hunne Krygs.kasfa, door bezuinigin» gen. in dien toeftand brengen, dat zy derzelver troepen, in alle gevalle zonder vreemde' OH' (V) Dit ziet op de vastgeflelde gewoonte in verscheiden Staaten, vooral van iommige Duitfche Vorften, om in ieder Kerfpel, ampt, of ander diftricc nauwkeuriger, aantekening te houden van alle jonge' manfchappen, welke voor den krygsdienst gefchiktzyn , ten einde deze, zo dra de omftandigheden zulks fchvneri te vereisfchen, tot den dienst te noodzaaken.  STAATEN VAN BUR0PA2 £g underfteuning, voltallig en wel uitgerust in het veld kunnen onderhouden. Men zou zich zeer vergisfen, zo men de kleiner Mogendheden j welke dezen wyzen grondregel volgen» naar de gefteldheid hunner troepen in vredenstyd beoordeelen wilde; het zal veelmeer noodig zyn, indien de hoogfte begrooting door haar aangenomen , niet opentlyk bekend is^ de gefchiedenis te raadpleegen , ten einde daaruit te leeren, wat zodanige Staat, door het infpannen zyner krachten heeft verrichten kunnen, en welke uitwerking deze infpanning op dènzelven gehad hebbe, op dat men weeten moge , of deze buitenfpoorig, dan wel met zyne krachten overeenkomftig geweest zy. In dezervoegen zal men zonder veele moeite het middengetal vinden, 't welk de militaire macht des Staats uitdrukt (p). De (a) Doch zich ook daarin, met opzicht tot fommfge Staaten, gemaklyk vergisfen kunnen. Zou , by voorbeeld, onder anderen onze Republyk, die, in vroeger tyden, wel eens 100,000 mannen en meer te velden gebragt, ten minften in foldy gehad heeft, behalven nog eene zeer aanzienlyke Scheepsvloot, welke tegen de geduehtfte- Zee mogendheid van dien tyd bettand was, tegenwoordig wel in ftaat wezen, om, de nood zulks vereisfchende, diergelyke Oorlogstoerustingen in 't werk te ftellen? Vert.  $4 P0LITYK EVENWICHT DB& De Krygsmacht van verfcheiden Europee: fche Staaten word verdeeld in land- en zeemacht. Zodanige' Staat alleen verdient de «aam van Zee ■ mogendheid, welke, tégen ieder andere afzonderlyke Zee - mogendheid , zyne Kusten beveiligen, zynen Koophandel befchermen, en zyne zeëen zuiver houden kan. In dezen zin zyn 'er voorzeker zeer weinige. Andere Staaten zyn wel geene Zee-mogendheden, maar hebben toch eene zeemacht, dat is te zeggen Vlooten, welke, óf als geallieerden, óf geholpen door die van andere Mogendheden , alle achting verdienen. Nog andere Staaten bezitten flechts weinige ten Oorlog uitgeruste Schepen, tegen zee roovers;deze kan rrien geene Zee-mogendheden noemen , want zy hebben eigentlyk geene zee* macht. Welke Staaten nu bevoegd zyn om Zee-mogendheden te wezen, of eene zeemacht te onderhouden , valt van zelve in 't oog. De zulke die alleen uit eilanden beftaan, by gevolg alleen te water kunnen aanvallen, of aangevallen worden, zyn, naar maate van hunne ligging en omtrek, van de natuur zelve tot Zeemogendheden beftemd. Voor de zodanigen die wel op het vaste land8 maar toch onmid-. dek  STAATEN VAN EUROPAS 95 délbaar aan zee liggen, is eene zeemacht noodzaaklyker 3 naar maate derzelver kusten zich verder uitftrekken, en zy een nuttiger ge-' brüik daarvan kunnen maaken. Alle verlichte natiën , welke zeehavens bezitten , dryven zee - handel. Hoe aanmerkelyker deze is , hoe verder hy zich uitftrekt, en boe meer de welvaart van het land daarop berust, zo veelte meer is de Regeering aldaar ook verplicht, om dien handel tegen alle inbreuken te be-: fchërmen, en tot deszelfs uitbreiding alles toe te brengen, wat met de billykheid beftaan kan.' Het eenigst middel tot dat einde, is eene geëvenredigde zeemacht. De regelen ter bepaaling van deze evenredigheid, zyn dezelfde als1 by de landmacht. AUeenlyk komen de van het moederland verre afgelegen bezittingen en volkplantingen hierby mede jn aanmerking, welke, even gelyk zy van de zeemacht des Staats de vereischte befcherming begeeren, wederom van haaren kant, tot verfterking dezer zeemacht, niet weinig toebrengen. Ook behoort men deze omftandigheid niet uit het oog te verliezen, of namentlyk een Staat de bouwftoffen, tot den aanbouw eener Vloot, in zich zelve voortbrengt; gemerkt het aanbrengen van dezelve uit vreemde landen, bene-  POtïTYK EVÊtöWïCHT DER" öevens het tranfport, veel kostbaarder,- moev jelyker en onzekerder is, dan het aanfchaffen der vereischte noodwendigheden tot het opRichten eener land armee. Eindelyk moet men de beide armeen van den Staat — te weeten de land- en zeemacht, —■ niet onderling vermengen. Zeer weinige Staaten hebben het gewaagd, in beide te gelykertyd groot te willen zyn; en aan geen derzelven is zulks tot #og toe ooit gelukt. Toen Frankryk het waagde, wierden zyne vlooten vernield : toen Eti* geland het deedt, wierden zyne krygsbenden gevangen genomen. Een Staat heeft genoeg* wanneer flechts de eene dezer armeen geducht,en de andere maar niet verachtelyk is. Het is, noch by de landmacht, noch by de zeemacht, de menigte, die alles beflist. Een gering getal welgeoeffende, van al 't noodige Wel voorziene, goed aangevoerde en gewillige troepen, verdient verre weg de voorrang, boven een veel grooter getal,* aan 't welk deze volkomenheden ontbreeken. De ondervinding levert veele voorbeelden op van deze waarheid, en zy wordt ook te algemeen erkend, dan dat zy éenig bewys zou behoeven; Het komt hierby inzonderheid op de zes volgende Zaakenaan, te weeten, discipline, uitrusting4  STAATEN VAN EUROPA^ 97 vrganifatie, geoefendheid, aanvoering en bereidwilligheid, welke wy, ieder afzonderlyk, een weinig nader ophelderen zullen. De Romeinen, de laatfte groote krygshaftige natie in de waereld, welke, ten tyde van haaren republykeinfche regeeringsvörm, dat is in haar eerbiedwaardigst tydvak, alle tegenwoordige natiën van Europa aan perfooneelen en burgerlyke vryheid overtrof, hadden, als Soldaaten> eene zeer ftrenge discipline , ftrenger dan de Pruisfifche te lande, of de Engelfche ter zee : en het is reeds lang beweezen, dat juist deze discipline, te famen met eene wel overdagte en met hunne wapenen overeenkomftige legerkunde (taSliqve), de moeder van derzei ver groote daaden geweest zy. Met haar verval by de Romeinfche legioenen, naderde ook de Romeinfche Staat allengs zyne ontbinding,«vvelke, naar het uiterlyke te oordeelen, de onverganglykheid beloofde. Aldus zyn de machtigfte Ryken, door het verval der discipline by hunne armeen, in rampfpoeden, verwarring en verval geraakt; en nog heden zien wy daarvan de klaarblykelykfte voorbeelden. Hierom moet, by de beöordeelingder fterkte eener armee, mede inzonderheid op de discipline.het oog gevestigd worden. G Het  <23 POLITYK EVENWICHT DER Het is mede een aloude polityke grondregel; dat eene armee ten allen tyde volkomen uitgerust moet wezen. Hiertoe behoort niet flechts de gewoone uitrusting des gemeenen foldaats, maar ook inzonderheid de vereischte voorraad van allerlei krygs en mond-behoeften, welke by alle operatien eener armee te velde noodig zyn. De armee moet dienvolgens altyd in dien ftaat gehouden worden, dat zy, zonder voorafgaande groote toerustingen, in 't veld verfchynen kan. Onder deze behoeften reekent men de eigentlyke veld-gereedfchappen, te famen met de noodige paarden en wagens tot vervoering van dezelve; een toereikende artülery met haar trein, eg daarenboven eene geJioegzaame referve,ten einde elk mooglyk verlies daaruit ten fpoedigften weder aan te vullen; zo veele voorraad van ammunitie, als 'er waarfchynlyk zal verbruikt worden; genoegzaame voorraad van levensmiddelen ten behoeven der armee , ten minften voor éénen veldtocht; eindelyk genoegzaame voorraad van gereed geld in de Krygs-kasfe, tot goedmaaking van de laatfle noodwendigheden, en toereikend om de geheele armee , ten minften voor één jaar, daarvan te onderhouden. Een armee die gebrek aan dit alles heeft, of, wat het-  STAATEN VAN EUROPA. 99 hetzelfden betekend, die niet altoos in eenen marschvaardigen ftaat gehouden wordt, bezit flechts haare halve waardy, en den Staat kan maar halve nadruk aan zyne polityke onderhandelingen byzetten. Aan het opvolgen van dezen grondregel is het geluk der Pruisfifche legers, in de Silefifche Oorlogen, hoofdzaaklyk toe te fchryven, en het verzuim daarvan leverde de Saxifche armee, by Pirna, in de han* den haarer vyanden. Wanneer, tot het aangaan van eenen Oorlog, nog eerst vooraf de toerustingen moeten gemaakt worden, dan verwekt zulks natuurlyker wyze argwaan; de tot den flag altoos gereed ftaande nabuur, zal voorzeker zoo lang niet wagten, tot men daarmede vaardig gekomen is; en een vyand die daartoe minder voorbereid is, wint intusfchen tyd, om zich in een' behoorlyken ftaat van tegenweer te ftellen. Een Oorlog is geen duël, of tweegevecht tusfchen byzondere perfooneni in de eerfte is eene fnelle onvoorziene flag geoorloofd , zelfs ftaatkundig , en niet zelden beflisfend. Door organisatie verftaat men de onderlinge evenredigheid der onderfcheiden foorten van troepen, uit welke een armee famengefteld is. Deze evenredigheid heeft plaats, wanneer'er Ga een  l©0 POLITYK EVENWICHT DER een toereikend getal is van ieder foort, ten einde zich onderling naar behooren te kunnen onderfteuren. Hierby komt het zeer veel op het Ichouwtooneel des Oorlogs aan. In bergachtige landftreeken doet de Infantery byna alles af, doch op effene vlakten fpeelt de Cavallary gemeenlyk de hoofdrol. In onze dagen heeft men de artillery zodanig vermeerderd, als of zy alleen de veldflagen beflisfen zoude. Er moet derhalven geen gebrek wezen aan eene talryke en goede Artillery, indien men het evenwicht begeert te houden. De ligte Troepen doen overal, doch inzonderheid in doorlneeden landen , gewichtige dienften. Een armee moet daarom altyd rykelyk daarvan voorzien zyn, en zy behoorden niet eerst by het uitberften des Oorlogs opgericht te worden ; want zodanige nieuw opgerichte VryCorplen verftaan zelden de groote kunst des kleinen Oorlogs ; en dewyl zy daarenboven overtuigd zyn van hun kortftondig beftaan, zo poogen zy zich flechts door rooven en plunderen te verrvken ; zy verwoesten aldus het land , en benadeelen daardoor even zo zeer vriend als vyand- Het i§ een wezendlyk gebrek in eene armee, wanneer ligte Troepen te voet en te paard, ook in vredenstyd, daaraan ont<  STAATEN VAN EUROPA. IOÏ ontbreeken. Elke Staat kent ten naaften by de gefteldheid van den grond, op welke hy waarfchynlyk zal moeten Oorlogen; dus moet de organifatie zyner armee naar dezelve ingericht zyn, indien men haar die waardy zaltoefchryven, welke het getal van manfchappen, waaruit zy beftaat, aan dezelve fchynt te geeven. Elke hebbelykheid en vaardigheid des hghaams vereischt oefening. De Soldaat gebruikt in den Oorlog handen en voeten. Hoe meer deze in vredenstyd tot het krygsgebruik geoeffend worden, zo veel te gemaklyker en geregelder kan hy ook zyrfe beezigheden in den Oorlog verrichten. De dienst, welke men van zynen handen vordert, namelyk de exercitie, wordt van den Soldaat fpoedig genoeg geleerd ; veel grooter zwaarigheden ontmoeten daartegen de voeten, ter verrichting van de zogenaamde manoeuvres , waarop toch alles aankomt, en waarop de geheele Oorlogskunst (taBique) berust. Een wél geoeffende armee betékent derhalven meer, dan eene wél geëxerceerde. Deze moge op de parade - plaats zeex goede vertooning maaken, maar op den dag des treffens wordt haare kunst geheel nutteloos. Een ilagveld is geen parade - plaats. Op G 3 de  102 POLITYK EVENWICHT BE R de laatfte wint een vaardige hand eere, maar op de eerfte doen het fnelle geregelde beweegingen en wendingen. In deze, dat is in de groote manozuvres van allerlei aart, moet derhalven een armee in vredenstyd geoeffend worden, ten einde in den oorlog iets meer te kunnen wezen, dan eene bloote wacht-parade. Hoe geoffender een armee op zodanige manier is, zo veel te grooter is ook haare waardy; en de gefchiedenis levert ontelbaare voorbeelden op, dat een kleine wél geoeffende armee eene veel grootere, doch welke de manoeuvres niet zo goed verftond, uit het veld geflagen hebbe. Deze geheele oeffening zal echter te vergeeffch zyn, indien de armee niet wél aangevoerd wordt. Hiertoe behooren een goed Le■ gerhoofd (Cbef) en goede Officieren» Hoe veel het in 't veld aankomt op de commandeerende Generaals, is bekend genoeg; doch minder bekend is het voordeel, 'r. welk een armee van goede fubalterne officieren heeft, die nogthans met den gemeenen foldaat in eene onmiddelbaare betrekking ftaan. Deze zyn het die dènzelven geleiden, in orde houden, en aanmoedigen; van hun hangt de nauwkeurige uitvoering der gegevene bevelen af; op hunnen moed berust de moed der troepen; het on»  STAATEN VAN EUROPA. IO3 onderwys , de vaardigheid en flipte gehoorzaamheid derzei ven is hoofdzaaklyk hun werk, zonder hun toedoen kan geene houding recht, geene wending naar behooren, en geene evo lutie nauwkeurig verricht worden. Deze zyn de wezendlyke aanvoerders, behalven dat zy alleenlyk de bevelen ontfangen, hoe ert waaihenen zy hunne onderhoorige Soldaaten moeten aanvoeren. Kunnen zy dit alles niet verrichten, of doen zy zulks niet. dan is ook de geheele armee niets waard. Om zodanige Officieren te wezen, moeten zy tevens kunde en dapperheid bezitten. De kunde wordt van haar'verkreegen, door eene, voor hunne beftemming gepaste opvoeding, waarvoor in alle Staaten , die een wel ingericht krygswezen hebben, door byzondere {lichtingen, als krygs en kadetten -fchoolen, militair - en ridder ■ academiën , artillery - en ingenieur - fchoolen, en, ten behoeve van den zeedienst, bekwaame kweek• fchoolen voor de navigatie, tenkosten van den Staat gezorgd wordt. De dapperheid wordt door het verheven denkbeeld van eere ontvonkt, 't welk men met dat beroep verbindt; en door de fchande , waarmede bloóhartigheid en het vlugten voor den G 4 vyand,  104 POLITYK EVENWICHT DER vyand, indien de dringendfte omftandigheden dit laatfte niet verontfchuldigen, geftrafc wor> den. Hierom worden, by de meeste armeen, de gewichtigfte posten flechts aan zulke mannen toevertrouwd , die met het vooroordeel bezield zyn, als bezaten zy, uit hoofde hunner geboorte, een fterker gevoel van eere, dan anderen, en men ftaat ze eenen rang toe, welke gemeenlyk maar zeer weinig overeenkomftig is met hunne inkomften, en met de levenswyze die zy kunnen goedmaaken. Dit gefchied niet zonder reden, want geen foort van menfehen in den ftaat, ftelt, volgens haar beroep, het kostbaarfte wat den mensch bezit, zyn leven namelyk, zoo oogenfcbynlyk in gevaar. Hierom zal ook geen Staat, in welke de krygsman geene byzondere achting geniet, ooit eene dappere legermacht kunnen aanwyzen (F). Eindelyk is ook de bereidwilligheid t een zeer noodzaaklyke eigenfehap, in een goed krygsleger. Zy heeft inzonderheid haare betrekking tot den gemeenen Soldaat, en wordt op (f>) Wie herinnert zich niet hierby, aan de bekende anecdote des beroemden Graafs van schaumsvro-lippe, in PoHugë^  STAATEN VAN EUROPA. I05 het zekerst voortgebragt door de manier van werving. Wie uit dwang en, met tegenzin Soldaat gemaakt wordt, zal altoos een liegt Soldaat zyn, gelyk ook den zodanigen, wiens hart geen belang ftelt in den Staat, voor den welken hy ftryden m°et. Hy zal, dit kan men niet ontkennen , den hem opgelegden plicht wel is waar volbrengen, zo lang de ftok hem nog bereiken kan; maar welke menigte van wegen ftaan voor hem in 't veld open, om zich van dien last te bevryden, welke hem zo hévig drukt! Van menfchen uit de laagfte klasfen, zonder opvoeding , zonder befchaafdheid, zonder zedelyke grondftellingen, zonder gevoel van eere, kan men redelykheid en getrouwheid maar alleen in zulke beezigheden verwagten, waartoe hunne eigen neiging hen opgeleid heeft. Welke goede trouw zal men daartegen hoopen kunnen, van eene door list en geweld te famen geraapte bende ? Zodanige benden moeten ook altyd talryker zyn, naar maate men op meer wegloopers by dezelve reeienen moet. Hierom heeft eene armee te grooter waardy, naar maate die geenen, waaruit dezelve famengefteld is, gewilliger zyn tot den dienst. Inboorlingen zyn, volgens den algemeenen regel, altoos getrouwer dan buitenlanG 5 deIS-  IOÖ POLITVK EVENWICHT DER ders. De eerden kunnen gemaklyk overtuigd worden van de plicht om hun Vaderland te dienen; zy beminnen gemeenlyk hun Vaderland, zo lang hetzelve in het blyde genot der Vryheid zich verheugen kan; zy beminnen hunnen Vorst, wanneer hy maar geen volflagen onmensen is; inzonderheid, wanneer de Vorst, zich zelve aan hUn hoofd geplaatst hebbende, zich gedraagt als een verftandig en dapper Veldheer, die de gevaaren en vermoeijenisfen des Oorlogs gewillig met hen deelt. Ook de bewustheid van de rechtvaardigheid der zaake, voor welke men zal moeten vegten, wanneer deze aan hunne zyde is, werkt by alle befchaafde natiën op den gemeenen man; het fchynt derhalven geene vergeeffche moeite te zyn, dat men zorge draagt om de geheele armee , by het uitberften van eenen Oorlog, zo veel mooglyk van deszelfs rechtvaardigheid en noodzaaklykheid te overtuigen. De by veele volken diep ingewortelde nationaal • haat jegens anderen, hoe zeer deze in de oogen van alle verftandige menfehen laag en verachtelyk is, kan nochtans wonderen verrichten : en zoude het dan wel ftaatkundig zyn, deze nationaale • haat geheel en al uit te roei-  STAATEN VAN EUROPA. lo/ roeijen (<;)• Even zo veel brengt ook het gedrag , of de handelwyze der Officieren toe, tot de bereidwilligheid des gemeenen Soldaats, of de meer of mindere defertie by de onderfcheiden Corps, is dikwyls een zekere maatftok, om het karakter hunner Chefs naar dezelve te beöordeelen : wel te verftaan, ten opzichte van byzondere Bevelhebbers, niet van onze hedendaagfche armeen over 't geheel genomen. Ziet daar de noodzaaklykfte vereischten in eene goede krygsmacht, welke, naar maate de omftandigheden de noodige veranderingen hierin maaken, mede op eene goede zeemacht kunnen toegepast worden. Men moet op deze hoedanigheden inzonderheid acht geeven, wanneer men de evenredigheid van macht tusfchen twee Staaten, welke voor 't overige genoegzaam even fterk zyn, waardeeren of bereekenen wil. Vindt men dat dezelve al te famen ten.naasten by gelyk ftaan, dan beffist eerst het getal. De dapperheid is, by alle vol- (c) Deze vraag wierdt eens tot een onderwerp der debatten in het Britfche Parlement gemaakt, by gelegenheid van het Tractaat van Koophandel tusfchen ï'rankryk en Engeland.  I08 polityk evenwicht der volken, het gevolg van zodanige omfhndigi heden; zy is het eigendom van alle volken; geene derzelven kan zich op het uitfluitend bezit daarvan beroemen ; en zy is aan geen van dezelven in 't byzonder eigen. Een reeks van groote daaden, door eene armee bereids ten uitvoer gebragt; de uitfleekende roem, welke zy en haare aanvoerders aldus verworven hebben, kan aan de geheele armee een vertrouwen op haare dapperheid en krachten inboezemen , welke, by een voorzichtig gebruik daarvan, dezelve verre weg boven haare vyanden verheft. Deze heerfchende geest, dit efprit de corps, of hoe men het gelieve te noemen , maakt altoos eene krygsmacht geduchter, en geeft: haar veel grooter overwicht in den Oorlog, dan alle haare overige volkomenheden. Een algemeen geliefd en bewonderd Veldheer , die zyne tegenparty verre overziet, een eugenius, een frederik, een ferdinand, kan hem alleen doen gebooren worden. In de zevenjaarigen Oorlog wierden de Vruisfen te lande, en de Engelfchen ter zee , daardoor aangevuurd. Hy houdt zich zoo lang ftaande, tot eens de krygskans verkeert, of de meerdere bekwaamheid van eenen vyandlyken Aanvoerder, eene ver;  STAATEN VAN EUROPA. IO9 veranderde evenredigheid in de wederzydfche armeen te weeg brengt. De ftaatkundige bereekenaar brengt hem, als eene wisfelvallige zaak, niet mede in overlegd 8. BUI TEN LAND SC HE VERBINTENISSEN. Eindelyk werpen ook de polityke verbintenisfen geen klein gewicht in de weegfchaal der Staaten, en veroorzaaken, dat fomtyds een Staat van zeer maatige krachten, door de machtigfte Staaten zelve geërbiedigd,. of ten minften met meer achting moet behandeld wor; den. Zulke verbintenislën zyn van eenen fterkeren aart, naar maate zy meer gevestigd zyn op onderlinge voordeden, fpruitende uit eene foort van wederkeerige af hanglykheid met opzicht tot den Koophandel, óf uit eene wezenlyke vereeniging van zekere belangen des koophandels, óf wel uit hunne natuurlyke en polityke ligging, met betrekking tot eenen derden ftaat. Zy zyn daartegen zwakker, naar maate dezelve meer berusten op ras voorby gaan.  HO POtlTYK EVENWICHT DER gaande betrekkingen, of flechts een gevolg zyn van buitengewoone niet lang aanhoudende en zelden voorkomende verfchynzelen aan den polityken hemel. I Met één woord, hoe natuurlyker de verbintenis, zo veel te vaster is ook dezelve, hoe onnatuurlyker, zo veel te zwakker. Een plechtig gefloten verbond tusfchen zodanige Staaten , is, tot vereeniging hunner wederkeerige belangens te minder noodzaaklyk, hoe meer de natuur zelve den éénen Staat toeroept, of noodzaakt, om zich, misfchien tegen wil en dank, en zonder eigen onmiddelbaar voerdeel daardoor te beöogen, des anderen Staats aan te neemen. De aart dezer plaats hebbende betrekkingen, beflist wederom de graad van achting en van ontzag, welke men voor eenen Staat heeft, alleen ter oorzaake dat hy met andere in zoda« nige gemeenfehap ftaat. Want hoe zwakker deze onderlinge betrekkingen zyn, en te meer waarfchynlykheid 'er is, dat de daaruit voortfpruitende verbintenis kan verbroken worden, zo veel te minder achting heeft men voor dènzelven. De voordeden van diergelyke verbintemsfen , vallen, inzonderheid by kleine Staaten, van zelve in 't oog; en het is ook even gemak-  STAATEN VAN EUR OPA. m makkelyk te begrypen, dat het zeer veel afhangt van hunne ligging , ten einde eenen machtigeren Staat tot hunne befcherming op te roepen. Gemeenfchappelyke zeeën en bevaarbaare rivieren ; zekere voortbrengzelen, welke de één Staat van den anderen ontfangt, en die de eerde niet ontbeeren kan; het gemakkelyk en zeker vertier, 't welk de overvloed des éénen by den anderen ontmoet; de voordeden welke eenen grooten Staat, by het uitberften van eenen Oorlog, door de byftand eenes kleineren Staats geniet, al beftond zulks ook maar flechts in eene voordeelige verplaatfing van het tooneel des Oorlogs, in een gunftiger gelegenheid voor den aanval, of in het vaardiger en beter onderhoud zyner krygsmacht ; de nadeelen welke uit het tegendeel, te weeten uit eene alliantie tusfchen dien kleinen Staat en eenen machtigeren nabuur, ten aanzien van den grooten Staat konde voortfpruiten ; de lbort van voormuur welke de laatfte aldus verkrygt tegen eenen anderen Staat, die misfchien nog machtiger is dan hy «• alle deze omftandigheden kunnen de band van vriendfchap, welke tusfchen groote en kleine Staaten volgens zeer natuurlyke grondregelen be-  112 POLITYK EVENWICHT DER behoort plaats te hebben , ook zonder eene formeele alliantie, zeer vast toeknoopen. Hoe dieper de kleine Staat zich met den grooteren inlaat; hoe menigvuldiger de ver* bintenisfen zyn, welke tusfchen deze beiden plaats hebben, en hoe meer de kleiner Staat in alle ontwerpen, oogmerken en onderneemingen van eenen grooten Staat inftemt; des te veiliger kan de eerfte zich verlaaten op de byftand van den laatften, inzonderheid tegen eenen derden Staat, wiens belang het is zodanige ontwerpen en oogmerken te dwarsboomen. Men noemt een Staat, die in dezervoegen met eenen grooteren verbonden, of veel meer aan dènzelven geboeid is, van den anderen afbanglyk', en niets is zekerder, dan dat het voor elke kleine Staat hoogst nadeelig is, deze afhanglykheid zoo verre te laaten komen, dat daardoor zyne ftaatkundige vryheid den bodem wordt ingeflagen. Want de machtige zal zich alsdan maar zeer zelden vergenoegen, met aan dènzelven zyne befcherming te verleenen, of hem voor te fchryven, hoe hy zich, ten aanzien van anderen, uiterlyke te gedragen hebbe — 't geen toch in de daad reeds te verre gaat — maar hy zal zich boven dien ook nog  sïaatbn van europa. lig hog bemoeijen willen met zyne inwendige aangelegenheden , en de Regeering de handen binden, of haar verhinderen de welvaart van haar eigen land te bevorderen , wanneer het flechts de minfte fchyn heeft, als of de groote Staat daarby eenig nadeel zou kunnen lyden. Eene afhanglykheid van deezen aart brengt te weeg, dat de groote Staat den minder machtigen genoegzaam als een deel van zich zelve befchouwd en hem dus wel zeker als zodanig zal befchermen; doch de laatfte is dan bok, op zich zelve befchouwd, by de waardeer ring der Staaten, niets meer dan een nul te achten , want zyne waardy dient alleenlyk om de waardy des grooteren te vermeerderen. Zolang hy deeze ketenen draagt, is hy alleenlyk eene provincie, maar geen wezendlyke Staafc Een van de gewichtigfte drangredenen i welke groote Staaten aandryft om zich kleiner Staaten aan te trekken, en ze tegen machtige vyanden te befchermen, is het behoud des evenwichts zelve. Want dewyl een Mo« gendheidi die reeds op zich zelve geducht is^ door het overweldigen van eenen kleinen Staat, noodzaaklyk nieuwe aanwinst vari macht, tri by gevolg ook grootër gewicht in de ftaatkundige weegfchaal verkrygtzo verekehf na* H «HU*  tï4 POLITYK EVENWICHT DER tuurlyk het belang van andere Mogendheden 3 zodanige vermeerdering van macht en aanzien te beletten, of elke pooging om tot dezelve te geraaken , krachtdaadig tegen te werken. Er zyn Staaten, welke aan deze oorzaakeenig en alleen, hun voortduurend beftaan te danken hebben. Deze oorzaak werkt zoo zeker 9 dat een Staat van flechts maatige krachten, by aldien hy daarvan een behoorlyk gebruik weet te maaken, door een verftandig en moedig gedrag, te midden van ongelyk machtiger nabuuren niet alleen veilig wezen, maar ook geëerbiedigd, tot nadere verbintenisfen begeerig aangezogt worden, en zich daardoor zelfs vergrooten en verfterken kan. Er zyn veele voorbeelden in de gefchiedenis , dat op deze wyze zeer middenmaatige Staaten zich niet alleen tegen de machtigden aangekant en derzelver misnoegen getrotfeerd hebben; maar dat ook de laatiten, uit hoofde van de verbintenisfen door de eerstgenoemden aangegaan, veel zagtzinniger en toegeeflyker met hun te werk gingen, dan zy welligt tegen haare gelyke zouden gedaan hebben. Zy willen , om zulke kleinigheden, zich in geene verre uitziende gefchillen inlaaten met eenen gevreesden nabuur; óf zy willen daardoor de roem  èTAATEN VAN europa. XI<$ roem van rechtvaardigheid, onbaatzuchtigheid en gematigdheid, die men door alle middelen tracht te verkrygen, niet in gevaar brengen; of zy willen, zonder noodzaaklykheid, de nadeeligé argwaan niet verwekken , als hadden zy het voorneemen opgevat, om hunne Staaten te vergrooten — en zy doen wel daaraan. Want waardoor kan de vernedering van eenen kleinen Staat de nadeelen vergoeden, welke men zich* by machtiger Staaten, daardoor te weeg brengt ? Het gedrag van josePh 11. jegens zynen zwakkeren nabuur * leide de grondflag tot het Duitsch Vorftenverbond : en wat had joseph II. toen gewonnen? — Fr ede rik II. floot de Poorten van Dantzig,en geraakte daardoor in twist met Rusland : doch wat voordeel heeft hem zulks aangebragt? De ftaatkundige verbintenisfen mogen derhalven, by het waardeeren van eenen Staat; in genen deele vergeeten worden, want zy vermeerderen en verfterken deszelfs krachten, en zetten hem een aanzien by, dat hy anders, op zich zelve ftaande, niet bezit. Dit aanzien ' kan wel, in zekere gevallen, van even korten duur zyn, als *t welk de Staat vaneenen Vorst ontkent , wiens veiftand en bekwaamheden H 2 herai  ÏIÖ JPOLITYK EVENWICHT DER hem verre weg doen uitmunten boven alle zyne tydgenooten, doch te gelyk met dien Vorst ten grave daalt. Aldus is ook de luister, welke door voorby gaande verbintenisfen, by voorbeeld huwelyken enz., fomtyds wordt verkreegen, niet hooger aan te merken dan eene bloote toevalligheid, welke voor het te. genwoordig oogenblik misfchien wel gewichtig wezen , maar ook fpoedig wederom verdwynen kan , en, uit dien hoofde , by de waardeering van macht, niet mede in overleg fcan gebragt worden. In deze behooren alleen zulke wezendlyke verbintenisfen der Staaten, welke zodanig in de natuur gegrond zyn, dat dezelve, zo lang het tegenwoordig ftaats-geitel in wezen blyft, nimmer, of ten minften nooit zonder nadeel van de beide partyen, en ook nooit anders dan door toevallige oorzaaken, voor eene korten tyd afgebroken worden , of werkeloos blyven kunnen, en de waardy derzelven is zo veel te grooter, naar maate zy meer van de vereischte eigenfchappen bezitten, om waarfchynlyk van eene onafgebroken duurzaamheid te wezen. Dewyl nogthans ook toevallige omftandigheden zeer ligt kunnen opkomen, die zelfs de natuurlykfte verbintenisfen afbreeken; en dewyl in den loop  STAATEN VAN EUROPA. lïfc loop der waereldfche gebeurtenisfen fomtyds veranderingen kunnen voorvallen , waardoor eene te vooren zeer natuurlyke verbintenis tusfchen twee Staaten, zeer onnatuurlyk, by gevolg de tot hiertoe beftaan hebbende verbintenis ten eenemaale vernietigd wordt: zo kan derhalven het gewicht, 't welk zy de Staaten byzetten, niet zeer hoog worden aangeflagen, en de waardy daarvan vermindert nog daarenboven altoos, naar evenredigheid dat die Staakten grooter zyn. H 3 *•  Ïl8: BOI.J.T YK EVEN WICHT JjER ?I■ t tab 'qóoi BRüNSWYK-LUNEB'URG, OF HET KEURVORSTENDOM H A N N O V E R. J)e beste Aardryks- befchryvers fchatteden de oppervlakte der gefamentlyke Keur - I^runswyk • Luneburgfche landen, nog niet lang geleden , op 700 geographilche vierkante mylen , doch na eene van de Regeering bevolen en eerst onlangs volbragte algemeene afmeeting, bevond men dezelve, in vierkante Calenbergfche mylen gerekend, afc volgt: Bremen en Verden, met Hadeln 77 vierk.M.ödhonderdft. Lauenburg . 16 ^1 ■ Luneburg met Dan- neberg . 125 -—59 ». Calenb^rg metGöt- tingen . 49 — 4 —. Grubenhagen, met denHarts daaronder begreepen 15 ——23 .— Hoya en Diepholz 38 29 ■ — Te famen §2,2 vierk, mylen.  lEerfle Tafel él. 'Brunswyk-Lunenbnrg. - * —— II. Denemarken. «. »5 i- 3 .. .. iii. Frankryk. x.i* -i.«3i if.i i-ö ïf.i fél»* r , 1 XV. .Groot-Brittanriien. -•3 3 i.i* i.2| ia*.i i.Ii | IQ-1 9?-1 4?-1 4 ! ■— V. Vereenigde Nederlanden» A« i.»* 17,1- - |7H 4fi| l.aol^aal i.n i.io i *M l.if|i'«ö 1.8 i . — - VI. Oostenryk. l.lJ I.l^l ï.8| I I. 4| - I " H-»|.i-s '»--4 1-71 ^ 3.2J ï.2| -71,1 1 9j.l 5|-ï 6. 1 Ï.If 9l-i 10.1 ■1 . VII. Palts-Beyeren. n u% | i£.i | lil | - | - i\ *•1 zhl lal i^oj.io|i.»T|i^, ' j2*-' I 3 1 I 1 i VIII. Polen. \.Ij}I.2f|}I|.x{xj.x{ - } - \ï9^\j^^\^\^\6^\ ' I »■ j-^^^l »■ 1FT7^ I»' i HIX. PortugaL b E R 1 e H t; :j)oor raiddel van deze Tafel ziet men, met een opilag van't oog, de evenredigheid tusfchen eiken daarin benoemden Staat met de andere benoemde Staaten, uit eene in vier velden verdeelde vierkante vlakte. Het eer/ie veld toont namentlyk de evenredigheid aan ,vaq de oppervlakte of uitgeftrektheid; het tweede veld die der bevolking; het derde der /«■ kom/ten, cn het vierde der krygsmacht van den daarby benoemden Staat. Voor de zodanigen, welkeinsgelyks Zee-Mogendheden zyn, is het vierde veld wederom verdeeld in twee afdedingen, welker bQvenfle de evenredige fterkte der landmacht, doch de onderfle , die der zeemacht aanwyst. Alle deze grootheden zyn geftdd tegen 1, als het minfte geheel getal. Deze 1 wyst cp den daar boven benoemden Staat, wanneer hy vóór het punctum, en daartegen op den ter zyden benoemden Staat, wanneer hjagter het punftum geplaatst is. Men leest , by voorbeeld , aldus in deze Tafel : De grootte van Pruisfen is evenredig tot die van Rusland, als 1 tegen 84|, of, de grootte van Rusland is evenredig tot die van Pruisfen als $4$ tegen 1dat is, met anderewoorden gezegd: Rusland is 84| maaien grooter dan Pruisfen. Wyders, de bevolking van Groot-Brittannien en die der Vereenigde Nederlanden ftaan evenredig tegen elkander, als 4* tegen 1, of,GrootBrittannien heeft bykans vyfmaalen zo veele inwoonderen, de inkomften van dat Ryk zyn 7} maaien grooter, deszelfs landmacht is i\ maaien, doch de zeemacht aldaar 4^, of genoegzaam yyf maaien fterker dan die der Vereenigde Nederlanden. ,^1^8 |-4Qi \f*> \ « Hl^ H861 1" l-3°fi"■*M",t [■** 1"; 1-° 1 H____ XL Rusland. Zu*\Z -1 - lül*•»I-ral*'I*«M--8-M--'Htt1 . 'uit lx3f-x |t^-x | 8».x | x [ x.ix [ n.x |i3|.x 1 [ [ 1 [»3M | 4M \ ^ \ | \ ^ * JH YU Wn. r,l\^\uil\*.l\ lx5f.» | 2- x [ x | x,., j 8. x | ,o.x| x.x, [ 1 | »■»* |»M | ^.1 | 1 [ M-» j ) jï>n XJJL Safdimen. j " ~ ' ' " .Ir ,ï.T a i i 44.1 6Mi6!.I 85.1 II. ï 1 ; ■ — — ~~ " I » j g< j i.ig 1. l| I. XO| i.=6 1.31 j.i: Mi « ' ' 61,1 '•'»» wM 3-' [ i.7* '-3'11 xiv. Zweeden. , ,—,—: ; ~ , , , , !• i. I LI} !•» -I , , ,. _ - nu ü ij.ï 8.1. «.1 LU >-m * 1* "ïTT 3ï ,- . . 1.1, 1.2-,", i. !,{ •- " —- *5" j'i ' " : 1 ,3,sj 14... |.., | | 4m 13;.« | »• 11 "• 3 j_ 3t.. «• 3 sm ___" fc' ! xv. Sicllien. zrr,^7T^\^^ ' 1 '- ■1ZZ ** ;;3; xvn.^ —" . "j ' —— 1 : " ~ I 1.10 j , , . .1 . IjbiL 1.44 i.io 1.6 i.io j.4? ^ï*Tl 1,10 a=.i . .. 4 1.2*-^ in • i>-6 »•»■■ :>•« '■6 I-JTïr ' '• 2.1 4' _J_i1 ^ ,—,   STAATEN VAN EUROPA. I_S Dewyl nu, tenhoogften gerekend, ia Calenbergfche mylen op één graad van den eve« naar gaan; zo maaken deze 322 vierk.mylen niet meer uit den 503 geographiiche vierk. mylen. Wy neemen dus 500 voor het rond getal aan. L I ö G I NT Dit Keurvorftendom is zeer voordeelig gelegen tusfchen twee hoof d-rivieren van Duitschland (de Elve en Wefer), welke, nadien zy fommige gedeelten van hetzelve, tot daar zy Zich in zee ftorten, doorftroomen, zo wel tot bevordering des Koophandels, als tot de veiligheid des lands zeer veel toebrengen. De Noord - zee befpoelt deszelfs westelyke uithoek; maar tegen het Zuiden en Zuid-oosten is het land open. Onder de aangrenzende nabuuren zyn flechts twee geduchte Mogend, heden , te weeten Pruisfen en Denemarken, Tegen de eerstgenoemde, als de machtigfte, ontbreekt het dit land aan genoegzaame befcherming, en is maar alleen veilig door eene goede verftandhouding met dezelve. Tegen de laatfle fchynt het, met een weinig uitfpanïiiug zyacr krachten, op zich zelve reeds be^ U 4 ftaan*  |_@ POLÏTYK EVENWICHT DER ftaanbaar; doch het overtreft die Mogendheid, verre weg, door zyne verbindtenis met Grootbrittannien.' t-ANDBOUW, KOOPHANDEL, R ï K D O M. Een zeet sTantnerkelyk gedeelte van dit land fceftaat uit moeras, of veengrond, en heide, eri is tot den landbouw onbekwaam, ten minften nog niet toebereid; dit gedeelte blyft echter niet geheel nutteloos, en wordt ook hoe langer hoe meer aangegraven. De laage gronden hebben eene voortreflyke veeteelt. De akkerbouw is zeer fterk bevordert, door het vernietigen der gemeente - gronden, en het veranderen der heerendienften in belastingen. De voornaamfte manufaftuur door 't geheele land, is lynwaat j waarvan de uitvoer zeer aansienlyk is. De Staat trekt nogthans van geen ïieerings tak meer inkomften , dan die betrek» Scelyk is tot de mineraahn. De Hartsleevert, jaarlyksch, voor meer dan één millioen daalders aan mineraale voortbrengfelen, inzonderheid aan zilver , waarvan de winst meerendeels in de fchatkist van den Staat vloeit. Het %öuiwerk te Luneburg, brengt zoo groote me-  «TAATEN VAN EUROPAi 34* aigte van het beste zout voort, als men Hechts met mooglykheid kan afleveren. De tranfito-: handel van en naa Opper - Duitschland, geeft' de lieden Manden, Luneburg en meer andere, een aanzienlyke neering, en bevordert het vertier van inlandfche producten te meer, nademaal hy niet onderhevig is aan de minfte dwang, en daarenboven op alle mooglyke wyze wordt aangemoedigd door het onlangs opgericht Commercie-Collegie, "t welk voor den algemeene bloei des lands van groot gewicht kan worden. De nabyheid der groote Kooplieden Hamburg en Bremen, is, zoo wel ten aanzien van 's lands Koophandel, als voor het vertier der binnenlandfche producten, inzonderheid des levensmiddelen, in veele ftreeken van hetzelve ongemeen voordeelig. Maar of dit Keurvorftendom reeds tegenwoordig een aanzienlyke overwinst in den Koophandel geniet, valt, als nog zeer moeijelyk te beflisfen. bevolking. In't jaar 1756 telde men 750,000 menfchenv doch het fchynt, als of niet alleen.dwaallingen en onnauwkeurigheden, maar ook opzettelyke H 5 . y.fz  f?2 POLITYK EVENWICHT DEfr vervalfchingen, by deze optelling plaats ge* had hebben. Andere begrooten de bevolking op i,ioo,ooo menfchen, en beweeren, dat dit getal, met de aangeftelde berekeningen in de Collegien, op het nauwkeurigst inftemt. De laatfte opgave zou dus van groot gewicht wezen, indien flechts de aangeftelde bereekeningen waereldkundig waren- Spittlerohderfteld de bevolking maar ten hoogften op 850,000. Dewyl echter uit andere berichten blykt, dat zy in eene aanzienlyke evenredigheid toeneemt, zo ftellen wy het middengetal der gezamentlyke inwoonderen op 900,000 menfchen. REGEERING. De Regeering te Hannover, of de geheime Raad, heeft groot gezag, nadien de Keurvorst altoos afwezig is, en zich met de zorg voor één der maqhtigfte Staaten in de waereld bezig houdt. Nogthans worden alle gewichtige zaaken aaa den Regent ter beflisfing voor. gelegd; en dewyl de weg tot hem niet verreis, zo durft de van hem aangeftelde Regeering geenen eigendunkelyken ftap waagen, welke fchadelyke gevolgen zou kunnen hebben. Het;  .STAATEN VAN EUROPA; Ittg Het is eene zeer verftandige en gelukkige fchifc king, dat de juftitie van de eigentlyke regee« rings- en financie- Collegien ten eenemaale afgefcheiden en onaf hanglyk zy. Nademaal de Hannoverfche of Keur-brunswykfche landen, ieder met voorbehoud hunner eigendomlyke rechten en privilegiën, te famen genomen zyn, zo verftrekt het aan den eenen kant, de Re-; geering tot uitmuntende roem, dat zy deze privilegiën niet aantast, en de Landftenden in derzelver uitoeffening geene hinderpaalen in den weg legt. Dan zulks maakt, aan den anderen kant, het Keurvorstlyk Staats - recht zeer ingewikkeld en veele Collegien noodzaaklyk, *t geen wel een zeer groot bezwaar is voor de fchatkist van den Staat, maar ook daartegen den onderdaan tegen allerlei onderdrukkingen beveiligt, en de handhaving der juftitie en policie ten zynen voordeele verzekert, gelyk het insgelyks aanleiding geeft tot eene naauwkeuriger overzicht van al at geen *s lands welzyn bevorderen kan. Dit heeft by de onderdaanen een gevoel vart vryheid, en eene oprechte vaderlandsliefde voortgebragt, welke hen tot goede en getrouwe Burgers maakt. In eenige ftreeken heerscht nog wel een weinig traagheid, vooroordeel en ongeflepenheid; ook zyn aan  ÏS4 POLITYS EVENWICHT BKR zulke plaatfen, waar nog (leeds de lyfeigenfchap beftaat, de gevolgen van de haatelyklle dienstbaarheid zeer zichtbaar. De Regeegeering is echter zeer opmerkzaam tegen de misbruiken van dit laatfte jen tot de uitroeijing van de eerden, maakt men in dit land geftadig meer en beter fchikkingen. 'SÜ sb t3usi nanss ntb rtes.jsri rêstfhsv os FINANCIEN. ai :*L «lat men het niet durft waagen de geheele uitgebreidheid van macht te bepaalen, welke op zulke verbaazend kolosfaale zuilen gegrond is; JRÉVOLklNG. Volgens ëene gedetailleerde lyst, welke tof ïn de honderden bepaalde getallen oplevert '$ begroot necker Frankryks bevolking op üieer dan zes en twintig millioenen menfcben* Andere Schryvers fchatten haar op flechts 24, of 25 § millioen. Wy neemen het mid. dengetal van 25 millioenen aan, als waarfchynlyk het naast by de waarheid komende. reoeérinö. De regeermgsvorm is thans nog zodanig niet gevestigd, om dezelve met volkomen zekerheid te kunnen karakterifeeren Q>% Dit weieer (fi) Zo men het wagen mag , met weinige woör« ten een kefte fchets daarvan te geeven, dan is haai karafe*  STAATEN VAN europa. I45 eer zoo naarftig, zoo blymoedig volk, heeft deszelfs arbeidgereedfchappen tegen wapenen, en zyne vroolyke liederen tegen het Oorlogsgedruis verwisfeld. Iedereen weet wat Frankryk was — (een despotiek en kwalyk beftuurd Ryk); wat het ü zien wy voor onze oogen < (worftelende om zyne vryheid te herftellen, en deze benevens zyne toekomende welvaart op vaste gronden te vestigen); wat het zyn zal, kan eerst de tyd leeren — (naar alle waarfchynlykheid de machtigde, rykfte en gelukkigfte natie van Europa.) FINANCIËN. Door de Compte rendu enz., van necker^ heeft men de eerfte nauwkeurige kennis wegens dera karakteristiek deze : De wetgeevende macht berust b/ de geheele natie, door middel van zeker aantal wettige en van haar alleen verkooren Peprefentanten; doch de uitvoerende macht, met He voor een vry volk noodige bepaalingen, in de handen des Konings en der van hem aangeftelde Ministers, welke laatfte voor hun. ne daarfen en beftuur verantwoordelyk zyn. De Mimidualiteiten , of Stedelyke Regetnneen , en zelfs de Rechters, worden door het volk verkooren, en rie voormaalige willekeurige Gerechthoven , of Parkmen. ten, zjn vcor eeuwig afgefchaft. K Fert.  14$ POX.ITYK EVENWICHT DER den Staat der Franfche financien in laatertyden verkreegen. Volgens hem bedraagen dezelve 107 millioenen daalders. In zyn werk fut l'adminiftration des ftnances, berekent hy dezelve op 125 millioenen daalders, behalven de inzamelingskosten, heerendienften en andere lasten, welke hy op meer dan 21 millioenen daalders fchat, invoegen het Ryk, tot deszelfs Staatsbehoeften, omtrent 150 millioe. nen daalders opbrengen moest (/_). Eene door vee- (i) In het verflag, door den Heer kecker, hy de opening der Staaten Generaal in 1788, wegens de financieele omftandigheden van Frankryk, op order de» Konings gedaan , bleek het uit eene fpecifieke lyst, by dit verflag gevoegd, dat de vaste inkomften van Frankryk, daaronder begreepen 1,600000 livres; voor intresfen van het Kapitaal aan de Vereenigde Staaten van Amerika gefchoten, als ook nog 300,000 livres aan jaarlykfche renten van 6 millioenen, welke een Duitsch Vorst aan den Kroon fchuldig is, diertyds eene jaarJykfch? fom bedroegen van . 475,294000 livres £n de vaste uitgaven daartegen 531,444000 —— Invoegen het jaarlyks deficit beliep 56,156000 livres Als men nu de Franfche livre bereekend tegen p ftuivers Hollands, dan bedroegen de jaarlykfche vaste inkomften van Frankryk in 't jaar 1788, eene fom van 213,882300 Hollandfche Guldens. Deze opgave toont eenigzins de verbaazende rykdom van Frankryk aan; doch kan tegenwoordig niet lan-  STAATEN VAN EUROPA, 14? veèle Oorlogen en dé onbefchryflyke verkwistingen des Hofsontftaanezwaarefchulden-last, durkte zoo hevig op de fchatkist van den Staat, dat de inkomften federt veele jaaren niet langer toereikten voor de uitgaven, waardoor geduurig op nieuw genegotieerd moest worden, en de aldus gecontracteerde fchulden, even als de verlegenheid om geld te krygen, fteeds vermeerderden; tot eindelyk de fchulden tot de ongehoorde fom van 1500 millioenen daalders opklommen *. welke meer dan 75 millioenen daalders aan jaarlykfche renten vereisch-* te Dit veroorzaakte aldus een deficit van meef langer tot eenen nauwkeurigen wegwyzer by de waar. deering van den Staat der geldmiddelen in dat Ryfc dlecen : aangezien, zo wel in de inkomften als uitgaven , federt het genoemde jaar, eene zeer aanmerkelyke verandering is voorgevallen. Alleenlyk weet men, dat enkel den direclen impost op de roerende en onroerende goederen, over de 83 Departementen van dit Ryk, naar evenredigheid van derzelver bevolking enz* verdeeft, voortaan de juiste fom van 300 millioenen livres 's jaars zal opbrengen. Ziet verder de volgende aantekening. (k) Dat is, volgehs de begröotirig van onzen Schryver, in Hollandfche guldens gereckeftd, 2700 millioenen aan Schuld, Waarvoor een jaarlykfche fentë vnrl J35 milloeiwn guldens moest betaald worden. Wy onK 3 èeu  'U'd FOLITYK EVENWICHT DE iC meer dan 40 millioenen 's jaars, en het Hof wist langer geen raad, om daarin met mooglykheid te voorzien. Deze wanorde in den ftaat der financien, heeft wel de voornaamfte, misfchien de eenige grond gelegd tot de groote revolutie, welke eene geheele verandering in de gefteldheid van zaaken heeft te weeg gebragt. Te zeiver tyd zyn mede in de belastingen zeer groote veranderingen gemaakt, waarvan derfrellen aan den eenen kant, dat deze opgave ten naasten by met de waarheid inftemt; doch dan is daartegen ook aan den anderen kant bekend, dat, beha!ven eene aanmerkelyke bezuiniging in de gewoone en buitengewoone uitgaven van den Staat, ook nog de penningen voorkomende uit de Patriotfche Contributie, doch bovenal uit den verkoop der nationaaiegoederen , tot vermindering en aflosfing van deze Staatsfchuld beftemd zyn. Hoe veel deze daardoor verminderen zal, kan als nog met geene genoegzaams zekerheid bepaald worden : dan die fchynt zeker, dat in de zitting van den 17 May 1791, by gelegendheid dat de Heer camus aan de Nationaaie Vergadering reekenfchap deedt van den toeftand der Casfe van buitengewoone inkomften, hy de Vergadering met zeer veel vertrouwen verzekerde, dat de verkoop van alle nationaal ,goederen werkeiyk bedragen zoude, over de drie milliarden of drieduizend millioeneu livres, uituiaakende 13so millioenen Hollandfche guldens, en by gevolg juiste de helft van de hier boven opgegeeven fchuld. hrt.  STAATEN VAN EUROPA. r^cj van de juiste gevolgen tot nog toe onbekend zyn. Het is derhalven tot heden toe niet mooglyk, wegens de geregelde inkomften van dit Ryk, iets met zekerheid te kunnen opgeven. Want de financie-reekening van den r May 1789 tot den 1 May 1790, welke necker aan de Nationaaie Vergadering voorgelegd heeft, en waarin den ontfangst op 827,900000 livres, de uitgave op 728,394000 livres, en de nog in voorraad zynde penningen op 98,715000 livres begroot wordt, bevat veele artykels, welke onder de geregelde en gewoone inkomften en uitgaven volftrekt niet gerekend kunnen worden. krygsmacht. Volgens een reglement van den jaare 1786, moest de landmacht diertyds beftaan: in Vredenstyd in Oorlogstyd. de Infantery 138689 . • 161725 Cavallery 30960 . . 42428 Artillery 6247 ♦ • 11697 Jagers 505.8 . . 7596 in't geheel 180954 . . 223446 kopp. behalven de provinciaaïe troepen, welke76460 K 3 man  2#Pa POLIÏYR EVENWICHT DER man bedroegen. Dit getal was zeer gemaa* tigd , en indien de financien flechts in eenen bloeijenden ftaat waren geweest, kun zulks de krachten van het Ryk op verre na üiet uitgeput hebben. Doch hieraan ontbrak zelfs op de vredensvoet, zeer veel. Inden zevenjaarigen Oorlog befpettrde men reeds het verval der discipline en ondergefchiktheid by deze- armee, welke van trap tot trap toeneemende, eindelyk tot zodanige ongeregeldheden van allerlei aart aanleiding gaven, dat men de macht geenzins bereekenen kan, welke zy, by het ontftaan van eenen Oorlog, aan het Ryk zou kunnen byzetten. Men wil dat zy voor eenigen tyd geteld, en nauwlyks 70,000 mannen fterk bevonden zy. De Nationaaie Vergadering beiloot den 31 July 1790, dat de armee voortaan uit 150 of 154000 man beftaan zoude; te weeten 110 of 113000 man Iufantery, 31 of 32000 man Cavallery, en 30 of iiooo man Artillery. In hoe verre aan dit beffuit reeds voldaan is, kunnen wy, met genoegzaame-zekerheid, niet zeggen (/). Even (/) Eigentlyk zou dezelve, vo'gens het raport op. den 29 July jygo wegens de nieuwe organifatie der gruiee ; aan de Nationaaie Vergadering gedaan, in 't  STAATEN VAN EUROPA^ 151 Even dezelfde geest van infubordinantie is riiede by de zeemacht ingedrongen; zo dat ook deze een zeer onzekere fteun voor den Staat fchynt te wezen. Zy is, volgens de laatfte ordonnantie , in negen eskaders verdeelt, van welke ieder beftaan zoude uit 9 Schepen van linie, 9 Fregatten, en 9 mindere vaartuigen, behalven de Schepen welke nog van tyd tot tyd aangebouwd worden. In 't jaar toekomende moeten beftaan , uit i53«3o man, eri Asoco auxiliaire Soldaten. Dat aan dit beduit voor een groot gedeelte werkelyk is voldaan, is onder anderen daaruit gebleeken, nadien de Minister van Oorlog,op den 26 Maart 1791. *an *> Nationaaie Vergadering kennis geevende van den ftaat der landmacht, berichte dat deze op den eerften van die maand reeds beftónd uit 130728 man, behalven de Officieren, welke in deze opgave niet medegerekend zyn. Deze geheele armee was toen voor agtien maanden geproviandeert; en de Minister drong ten fterkften aan op de m ftand brenging e'ener auxiliaire armee van ioocoo man. Ziet de Haarlemmer Courant No. 4., van den 5 April J7o,. — De genoemde auxiliaire armee zou famenpefte'ld worden uit een klein gedeelte der Nationaaie Garde, waarvan het getal, dat is der Burgers en Ingezetenen, die, tot verdeediging hunner tegenwoordige Conftitutie, in Frankryk de wapenen opgevat hebben op byna vier en een halve mülioen koppen begroot w^rdt. Fert. K 4  J^ü POlé IT YK EVENWICHT DER jaar 1784 had Frankryk 7 Schepen van 110, 7 van 82, 49 van 74, i8 van 64, en 7 van 50 ftukken Kanon ; by gevolg, de laatften mede gerekend , 88 Schepen van linie, 69 Fregatten van 3o tot 40 ftukken en 64 kleiner vaartuigen. Sedert zoude nog gebouwd wezen, 1 Schip van 110, 1 van 82, en 7 van 74, benevens een groot getal Fregatten; h> voegen men de Franfche zeemacht niet beneden de 80 Schepen van linie zal kunnen onderftellen. Tot het bemannen van den Vloot, en tot onderwys der zeelieden, zyn in dit Ryk zeer goede fchikkingen gemaakt. BUITENLANDS-CHE VERBINTENISSEN. ' Frankryk ftaat in een zeer nauw familie-verbond met Spanje, welk Ryk aan hetzelve eene veel vermogende byftand kan verkenen, of ten minften een zeer fterke ruggefteun voor hetzelve is. Het ftaat mede in verbond met Oostenryk, hoewel deze alliantie, volgens het gevoelen van verftandige Franfche Schryveren, aan den Staat hoegenaamd geene voordeden brengt. Daarenboven is nog de Kroon, door huwelyken, aan Oostenryk en Sardinien zeer naa  STAATEN VAN EUROPA. ! ; naaverwand. De Nationaaie Vergadering heeft beiloten, alle verbintenisièn en traktaaten tusfchen Frankryk en andere Mogendheden te on« derzoeken, en naar goedvinden daarover te beflisfen. Het is nog niet bekend, hoedanige van die Vergadering goedgekeurd of verworpen zullen worden ; behalven dat zy reeds plechtig verklaard heeft, zich ftiptelyk te zullen houden aan den inhoud van het familiecontraér. met Spanje, by gelegendheid van de verfchillen, welke tusfchen dat Ryk en Engeland voor eenigen tyd ontdaan waren. K 5 IV.  POLTTYK EVENWICHT DÊR ' i iv. v^rs G R O O T B R I T T A N I E N E N IERLAND. -5iiirfr*t .jiï rjjsv worm nsb cnss namrori • ■ GROOTE. X)e groote dezer Staaten wordt gefchat tusfchen 6coo en 6300 vierk. mylen. Het eerfte, als een rond getal, en waarfchynlyk naast aan de waarheid komende, is van de beste Aardryks-befchryvers aangenomen, LIGGING. Als eilanden, zyn deze gewesten ongenaakbaar voor eiken vyand, die niet vooraf den 13ritfche vloot overwonnen heeft; ook kunnen dezelve met geene nabuuren wegens de grenzen in gefchil geraaken. Zy hebben dienvolgens eene overheerlyke ligging, zo wel met opzicht tot hunne veiligheid, als koophandel. LAND?  STAATEN VAN EUROPAÏ Ï55 LANDBOUW,KOOPHANDEL, K Y K D O M. De voornaamfte producten van beide eilanden komen voort uit de Vee-fokkery, en Delfttoflvn. Behalven levensmiddelen en voortreffelyke Paarden, leevert het dieren - ryk ook inzonderheid de ruuwe nonen op, voor deby uitftek aanzienlyke en gewichtige manufaéluuren van Wolle - goederen; terwyl het mineraa* leri • ryk onder anderen eene groote menigte Tin en Steenkoolen, van voortreffelyke hoedanigheid , oplevert. De genoemde voortbrengzelen, te famen met den landbouw, zyn de hoofdzaaklykfte bronnen van de eigen rykdommen dezer landen. Onder de produ&en van den landbouw, is de Vlasteelt van zeer groot belang , uit hoofde der onderfcheiden foorten van Linnen-fabryken, welke hier en daar in Engeland, doch meer byzonder in Ierland aangelegd zyn, en tot welker gebruik nog zeer veel vlas en garens van buitenlands moeten ingevoerd worden. Graanen worden thans niet meer in zo grooten overvloed aangebouwd; en de Zyde-en Metaal-fabryken, verarbeiden niet dan vreemde werkftoffen. De buitenlandfche bezittingen, inzonderheid die in  155 POLITYK EVENWICHT DElt [n Allen, welke het moederland meer dan tweei maaien in groote, en in volksmenigte omtrent de helft overtreffen, brengen zo groote verfcheidenheid van onderwerpen voor den Koop. handel aan , dat maar weinige Europeefche natiën de Engelfchen daarin naby komen. Lon* ion wordt tegenwoordig aangemerkt als de grootfte koopftad , en de aldaar gevestigde bank als de eerfte in de ganfche Waereld - deelen, zelfs tot in de afgelegenfte, aan andere natiën nauwlyks bekende hoeken der aarde, welke van de Britten vlytig opgezogt worden, indien zy flechts produften voor den Kocphandel opleveren. Men begroot deszelfs waardy 200 millioenen daalders, en de balans van dezelven, ten voordeelt van Engeland, wordt gefchat op zes ten honderd. Deze zeer aanmerkelyke overwinst, benevens het bloed en merg der in Oost-indien te ondergebragte volkeren, dat hun nog beflendig van de Britten uitgezogen wordt (m), hebben Engeland met veel meer rykdommen opgevuld,daneenig an- (m) Gevoegd by de onnoemelyke Schatten, welke men de Nederlandfche Kooplieden van tyd tot tyd ontvreemd heeft. Vetti '  STAATEN VAN EUROPA. Ifö ander Staat opwyzen kan. Deze geeft moed tot nieuwe onderneemingen, en nadruk aan, de uitvoering van dezelven. Hierom vindt men ook nergens zoo veele nuttige en kostbaare fchikkingen tot aanmoediging des landsbouws, der fabryken en des koophandels, als in dit Ryk, welke al te famen wederom tot aanwakkering der algemeene nyverheid , en by gevolg tot geftadige vermeerdering desrykdoms terug werken. Hoedanige krachten, hoedanig vertrouwen op zyne krachten, moet niet een Staat bezitten, die van zulke hulpmiddelen in zyn' eigen boezem overtuigd is! BEVOLKING. Men heeft in Engeland en Schotland de inwoonderen nog nooit geteld, waarom dan ook derzelver getal zeer verfchillende opgegeeven wordt. De beste ftaatkundige bereekenaars ftellen tegenwoordig de volksmenigte van Engeland op 8 millioenen, en die van Schoüand op ten hoogften 1,400,000 menfchen. Vermits aan Ierland, wanneer men de voormaals aldaar gevormde lysten van optelling vergelykt met deszelfs tegenwoordigen toeftand, op omtrent a,6oo,ooo inwoonderen mag gefchat wqr-  153 POLITYK EVEN WlC HT DER worden; zo bedraagt de geheele volksmenig* te van Grootbrittannien en Ierland te famen twaalf millioenen (n)t * REGEERING. Alle ftaatkundige befchouwen de conftitutïe van dit Ryk als de beste order alle conftkutien' der grooter Europeefche Staaten , en als de voordeeligfte welke eenen grooten Staat hebben kan, of fehoon zy ook, gelyk alle an- de< (ti) Deze opgave fchynt wat vergroot. Ten min? ften heeft Dr. pbice, ineen werk, opzettelyk over de bevolking van Engeland gefchreeven , getracht te bewyzen , dat de volks-menigte in Engeland (het Prinsdom Wallis daar onder begreepen) in 't jaar 1790* niet hooger dan op 6 500000 menfchen kon gefchat worden; maar tusfchen het genoemde jaar en 1777, bykans anderhalf millioenen was verminderd, als kunnende zich toen nog maar beroemen op vyf millioenen inwoonderen; zynde dus, voor Engeland alleen drie millioenen minder, dan onze Schryver opgeeft. Men kan over dit bepaald onderwerp her IX hoofdftuk van wendeboens ftaat van GrootbHttannien , met vrucht naleezen; als mede het daarop volgend X hoofdfl., ■ten einde een meer gepast denkbeeld wegens de waare1 ftaat, van Engelands Koophandel en rykdorrj te veï; krygen,  STAATEN VAN EUROPA. ï$f dere menfchelyke zaaken , geenzins vry van gebreken is. Elk mensch, van welken ftaat of beroep hy zyn moge, heeft hier zyne red*? ten en voorrechten; niemand is hier alles,doch ook niemand wordt hier voor niets gefteld. In dit land is het niet de Koning, het zyn niet de Ministers, die over het geluk der natie beilisfen; maar het is de natie, of het volk, zeive. Dit laatfte geeft aan zich zelve wetten j het roept zelve die geenenter verantwoording, welke wetten overtreden; het fchryft zich zei* ve, als ftaatslighaam, zyne behoeften voor, en wyst ook tevens de middelen aan, om dezelven te bevredigen ; het onderzoekt zelve de reekeningen welke daaromtrent gedaan worden, en beftraft een flegt beftuur; het maakt zich zelve tot dat geen wat het is, en zal zich niet ongelukkig maaken. Nergens zyn minder ftaats - geheimen dan hier. Zelfs de gemeene man is onderricht wegens zyne rechten en plichten, wegens de toeftand van den Staat, en wegens de inwendige handelwyze der Regeering , of kan zich daarvan onderrichten, zo hy wil. Hierom bekommert zich de Engelschman zeer weinig, wegens de gefteldheid van andere Staaten, nadien hy zich met die van zyn eigen Vaderland te veel beezig houdt; en uit  1$S POLITÏK EVENWICHT DER worden; zo bedraagt de geheele volksmenigte van Grootbrittannien en Ierland te famen twaalf millioenen (n). RÊGEERING. Alle ftaatkundige befchouwen de conflirutie van dit Ryk als de beste onder alleconftiiutien' der grooter Europeefche Staaten , en als de voordeeligfte welke eenen grooten Staat hebben kan, of fchoon zy ook, gelyk alle an- de«; (n) Deze opgave fchynt wat Vergroot. Ten min? flen heeft Dr. pkice, in een werk, opzettelyk over de bevolking van Engeland gefchreeven , getracht te bewyzen , dat de volks-menigte in Engeland (het Prinsdom Wallis daar onder begreepen) in 'tjaar 1790» niet hooger dan op <5 500000 menfchen kon gefchat worden; maar tusfchen het genoemde jaar en 1777, bykans anderhalf millioenen was verminderd, als kunnende zich toen nog maar beroemen op vyf millioenen inwoonderen; zynde dus, voor Engeland alleen drie millioenen minder, dan onze Schryver opgeeft. Men kan over dit bepaald onderwerp het IX hoofdftuk van wendeboens ftaat van Grootbrittannien , met vrucht naleezen; als mede het daarop volgend X hoofdfl., ten einde een meer gepast denkbeeld wegens de waare ftaat, van Engelands Koophandel en rykdonj te vet» krygen, f*»rt,  STAATEN VAN EUROPA. ï$f dere menfchelyke zaaken , geenzins vry van gebreken is. Elk mensch, van welken ftaat of beroep hy zyn moge, heeft hier zyne rechten en voorrechten; niemand is hier alles, doch ook niemand wordt hier voor niets gefteld. In dit land is het niet de Koning, het zyn niet de Ministers, die over het geluk der natie be« ilisfen; maar het is de natie, of het volk, zei* ve. Dit laatfte geeft aan zich zelve wetten '7 het roept zelve die geenenter verantwoording, welke wetten overtreden; het fchryft zich zelve, als ftaatslighaam, zyne behoeften voor, en wyst ook tevens de middelen aan, om dezelven te bevredigen ; het onderzoekt zelve de reekeningen welke daaromtrent gedaan worden, en beftraft een liegt beftuur; het maakt zich zelve tot dat geen wat het is, en zal zich niet ongelukkig maaken. Nergens zyn minder ftaats- geheimen dan hier. Zelfs de gemeene man is onderricht wegens zyne rechten en plichten, wegens de toeftand van den Staat, en wegens de inwendige handelwyze der Regeering, of kan zich daarvan onderrichten, zo hy wil. Hierom bekommert zich de Engelschman zeer weinig, wegens de gefteldheid van andere Staaten, nadien hy zich met die van zyn eigen Vaderland te veel beezig houdt; en uit  l6o POLITYK EVENWICHT DER uit dien hoofde heeft ook geen mensch hoo« ger begrippen aangaande de waardy zyner natie, dan een Engelschman. De vryheid en veiligheid des perfoons en des eigendoms, welke zich over alle rangen uitdrekt (o). veroorlooft hem, om zyne neiging en talenten zonder den geringften dwang op te volgen. Hier van daan die algemeene vlyt, die poogingen om uit te munten, om eere en rykdom in te oogden; hier van daan die menigte van wel bemiddelde en vermogende lieden onder allerlei rangen; hier van daan eindelyk die groote mannen in alle vakken, welke op de befchaaving, de fmaak, en de verlichting der natie, den zichtbaarde invloed hebben. FI- (o) Behalven ten minften over de zeelieden , die toch mede een zeer talryke klasfe van menfchen uit» maaken. Deze, het zy dezelve daartoe lust hebben of niet, worden, in oorlogstyden, met geweld tot den dienst gedwongen , of geprest : in dit geval wordt ook menigen arbeidzaamen vader van een talryk huisgezin, en andere, die misfchien nog nooit een fchip beklommen, of de zee gezien hadden, onmeêdogend van hunne vrouwen en kinderen afgefcheurd, om, tegen wil en dank, een nieuw beroep te leeren , en zich, in een vreemd krakeel, te laaten dood of kreupel fchieten. Ziet insgelyks hierover wendebosm ftaat van Croatbritt. I, p. bl. 91. en volg. Ven,  STAATEN VAN EUROPA. l6ï FINANCIEN. Dezen Staat heeft tot hier toe nog maar alleen het geluk gehad, van deszelfs inkomften en uitgaven eene jaarlykfche reekening te ontfangen. De toeftand van deszelfs financien is dienvolgens bekend ; en men weet daaruit, dat Groothrittannien, eenige der laatst verloopen jaaren door elkander gerekend, meer dan 96 millioenen daalders, en Ierland ten naasten by 8 millioenen daalders aan jaarlykfche inkomften heeft gehad, zo dat derzelver gezamentlyke inkomften op 104. millioenen daalders begroot kunnen worden (p). Ketgrootfte gedeel- (f>) Volgens wesdehors, L D. bi. 104, blykt, uit het verflag van eene uitdruklyk tot onderzoek van den ftaat der geldmiddelen in 1782 van het Parlement benoemde commisfie, dat de inkomften van Engeland, voor den Amerikaanfchen Oorlog beliepen 10,057590 r- Se. en de vaste uitgaven . . 9,761826 siaakende eene jaarlykfche overwinst van . . • 895764 P-St. Na de Amerikaanfchen Oorlog bedroegen de inkomften . 14,056731 P-St. en de vaste uitgaven • . . 13,312311 *———-MMMM* blyvende 'er toen een ovetfchot van 744420 É. Sf. L  'ï4i FO&Pé«EVENWICHT DER deelte derzelven neemen echter de intresfen der fchulden weg, waarmede beide de Ryken bezwaard zyn. Deze bedroegen in 't jaar Deze vermeerderde inkomften kwamen geenzins voort uit eene vermeerderde Koophandel, maar uit een aantal van nieuw ingevoerde of verzwaarde belastingen. Dezelve zyn, ook na het genoemde jaar (782, wederom merkelyk toegenomen. Want op den r8 May dezes jaarS 179, , op welken dag de Heer pi tt zyn budget in het Parlement opende, bleek het uit de van dien Staatsminister ingeleverde reekeningen, dat de inkomften van het voorige jaar bedragen hadden • • - 10,030286 P.St. de uirgnven daartegen . . 15,969178 dus meerder ontfangen dan uitgegeeven 61108 P. Sti zynde onder deze uitgaven eén millioen begreepen, welke. volgens het zeggen des Ministers, alle jaaren van de nationaaie fchtild afgelost wordt. Oe echtheid dezer opgave • wierdt nogthans van scheridan, fox, en meer andere Parlements leden, opentlyk tegergefproken, als welke beweerden, dat de Ministers gemeenlyk de uitgaven zoo gering als mopgiyk ftetdeTÏ, en daartegen de inkomften, zonder grond of waarheid , zodanig verhoogden , dat het noodzaaklyk de fchyn moet hebhen, als of 'ereén jaarlyksch' overfchot ->o«rhanden was,, 't welk eehter in de daad niet beftond. Dan dewyl wy over de al of niet gegrondheid dezer tegenwerping geenzins kunnen oordeelen, zal men zich voor het naast aan de evengemeldë-opgave van den Heer r 1 tt kunnen houden. Ven,  STAAT E N VAN EUROPA. iGg 1787, voor Grootbrittannien alleen, meer dan 1440 millioenen daalders, welke ruim 55 millioenen aan jaarlykfche inkomften vereisenten Hierdoor ftond dat Ryk diestyds op het punt om het evenwicht zyner financien te verliezen, 't welk nogthans, federt dien tyd* zodanig wederom herfteld is, dat nu jaarlyks 6 millioenen daalders van het kapitaal afgelost wr- (?) De nationale fchuld van Engeland bedroeg in de maand Juny 1775» dat is b? het begin van den Amerikaanfche Oorlog volgens eene berekening van Dr. pr 1 ce, niet meer dan . 1*9,860018 P.St. en op het einde van dien Oorlog, in Jaunary ij-83 • • 252,584981 de rente van deze fchuld, met de daarop loopende onkosten , vereischten eene jaarlykfche uitgave van 9,008931 F. St. i Hoe veel nu van deze verbazende fom in de Iaatfte jaaren afgelost is, zou men gereedelyk kunnen opmaaken, indien het waar zy, 't geen de Engelfche nieuwspapieren verzekeren, dat namentlyk de nationale fchuld, op den 18 May dezes jaars nog bedragen zoude hebben 240,£54879 F. St. (of omtrent 26415 mffi Hollandsen). Dan deze bpgave is zeer onwaarfohynlyk, gemerkt men terftond daar by voegt, dat voor de intresfen jaarlyks betaald wordt 0,162781 (zynde ruim 100 miil. Hollands); waaruit men byna befluiten zoude, als of de fchuld, federt het jaar 1783 veeleer vermeerdert, dan vermindert was, gelyk zulks ook nog onlangs door siibridA n, in het Parlement opentlyk beweerd is. Fert. h a  t^4 POLlTYX EVENWICHT ÖÊR worden, en, als een gevolg dezer inrichting, bereids 36 millioenen daalders werkelyk afbetaald zyn (r). De fchulden van Ierland zyn van weinig aanbelang. KRYGSMACHT.' Grootbrittannien is de eerfte Zee-mogendheid in de geheele waereld. Alle daartoe behoorende fchikkingen zyn in de beste orde; de discipline is by dezelve ten uiterften geftreng ; en de tuighuizen zyn met eenen onuitputtelyken voorraad van al het noodige voorzien. In het jaar 1789 had dit Ryk, volgens eene uitvoerige in de Londoner Hof - almanak geplaatfte alphabetifche lyft : 4 Schepen van 100; io ven 98; 7 van 90; 1 van 84 \ avan 80; 69 van 74; 1 van 72; 2 van 70; 1 van 68; 43 van 64; 6 van 60, en 18 van 50 ftukken kanon : wyders 93 Fregatten van 44 tot 32; 44 van 28 tot 20 ftukken, en 74 kleiner vaartuigen van Oorlog, zo in als buiten (r Eigent'yk zou van de fchuld, jaarlyks één millioen P. St afgelost worden; doch veele twyffelen of zulks wel gefchied, Fert*  staaten van europa. l6$ ten commisfie. De geheele Britfche zeemacht beftond dienvolgens uit 178 Schepen van linie, die van 50 ftukken daaronder geteld (j); en over 't algemeen uit 395 Oorlogfchepen. Op de laatften July van 't jaar 1790 was dezelve fterk : 173 Schepen van linie, 133 Fregatten en 95' kleinder vaartuigen te famen 401 Oorlogfchepen (*)• De (t\ Welke echter, by de Engelfchen, onder de liniefchepen niet gerekend worden. Vtrt. (t) Dit vereischt een kleine opheldering. Engeland is ongetwyffeld de eerfte Zee-mogendheid, en bezit de grootfte menigte van Oorlogfchepen; welke echter doorgaans fiegc bemand, of, ten minften voor een groot gedeelte, met ongeoefend volk opgevuld worden. Men kan daarenboven, op zodanige lystén in geenen deele zich verlaaten, alzo altyd eene menigte van fchepen daarop worden gebragt, welke voor den dienst geheel onbekwaam zyn, en, op zyn best genomen, ten deele nog maar tot wagtfehepen of uitleggers kunnen gebruikt worden. In de maand May van het tegenwoordig jaar 1791, is, wederom ophoog gezag, te London een gedrukte lyst uitgegeeven van de Koninglyke marine, zo als deze op het einde van April gefteld was, waarin dezelve aangegeeven wordt, op 160 fchepen van linie, 19 van 50 ftukken, 137 Fregatten, en 108 Sloepen, Kotters enz , te famen 424 Oorlogxhepen. Van deze mpet men ten minften het vierde gedeelte als meer of min onbruikbaar aanmerL 3 kenï  l65 POLITYK EVENWICHT DER Da landmacht is in vredenstyden zwak, en alleen toereikend ter bevordering van de inwendige veiligheid, benevens de verdeediging der kusten , tot welk laastgenoemd oogmerk ook nog inzonderheid eene landmilitie van omtrent 50000 man beftemd is. Sedert de vrede van 1782, beftaan de gezamentlyke veldtroepen van dezen Staat, flechts uit 22527 man; te weeten 17443 geregelde landtroepen, 2013 Invaliden, en 3071 man van de Landmilitie welke garnifoen houden. Het getal der Infantery.regimenten is 64, en van de Dragonders 13; doch zy zyn alle zeer zwak van jnanfchap. Wanneer een Oorlog ontftaat, of dat men voor deszelfs uitberfting vreest, worden Duitfche troepen in Britfche foldy genomen, gelyk dan ook tegenwoordig 12000 man Hesfen in derzelver foldy ftaan. Door dit middel wordt fomtyds de armee uitneemend talryk. Men be. ken; en verftandige Engelfchen zullen zelve geenzins ontkennen , dat van de overigen nog maar nauwlyks de , helft kan bemand worden. Schoon men nu ook dit Iaatfte, als het naast aan de waarheid komenden, onderdek, blyft niet te min ds Britfche zeemacht zeer geducht voor haare vyanden. Fin.  STAATEN VAN EUROPA 16? beweert, dat Engeland in 't jaar 1782» met uituuiting van de land/ militie, der vreemde hulp troepen, mariniers en matroozen, mitsgaders der in dienst van de Oost • indifche maatichappy ftaande troepen enz., over 't geheel 323685 man befoldigdhebbe : eenemacht, diergelyke geen Staat in Europa ten Oorlog trekken laat. BUITENL ANDSCHE VERBINTENISSEN. Grootbrittannien ftaat tegenwoordig met Fruisfen en de Nederlanden in alliantie, waardoor dat Ryk zynen invloed op het vaste land verre boyen zyne natuurlyke krachten uitftrekt, Door dit verbond heeft, midden in Europa, zich eene land-en zee-macht gevormd, in ftaat om de overige Mogendheden van dit waerelddeel achting en eerbied in te boezemen, en tevens de algemeene fcheidsman en vredensftichter te wezen. Alle de overige tractaaten van Engeland met andere Staaten, bedoelen, voor zo veel daarvan bekend is, enkel en alleen den Koophandel, en komen derhalven hier in geene aanmerking. L4 V  163 POLITYK EVENWICHT DEri V. VEREENIGDE NEDERLANDEN. GROOTE» De groote der Vereenigde Nederlanden, te famen met de onderhoorige Generaliteits-landen , bedraagt niet meer dan 625 vierkante mylen. LIGGING. Aan den éénen kant de Noord - zee , aan den anderen kant vlak land, alwaar het beveiligd word door verfterkte Steden en Vestingen, van welke, in geheel Europa, nergens zoo veele op eene gelyke uitgeftrektheid van grond gevonden worden, als hier. Steden en geheele Provinciën kunnen door middel van inundatien, of kunftige overftroomingen, onwinbaar gemaakt worden. De zee is zoo ondiep naby de kusten, dat geene zwaare Oorlogfchepen dezelve veilig durven naderen. De 2uid-zee, door welke men tot in het hart der Re-  STAATEN VAN EUROPA^ l6$ Republyk doordringt, is voor fchepen van linie met derzelver volle laadingen volftrekt onbevaarbaar. De ontelbaare rivieren en kanaalen, welke het land van alle kanten doorfny» den, werpen den aannaderenden vyand ieder oogenblik nieuwe hinderpaalen in den weg, en maaken de verdeediging van dit land gemafclyker. Tot nabuuren heeft de Republyk : i. het Duitfche Ryk, 't welk hedendaags geene vrees verwekt; 2. Oostenryk, dat in deze gewesten, zonder buitengemeene moeijelykheden en zeer zwaare kosten, geene overmacht tegen haar in 't veld kan brengen; 5. Pruisfen , insgelyks van zyne zwakfte zyde; en 4. Frankryk , 't welk in zyne Oorlogen met Oostenryk voor de Republyk zeer gevaarlyk worden kan, zo dra deze de party trekt van Oostenryk. LANDBOUW,KOOPHANDEL, R Y K D O M. De voornaamfte tak van neering welke de grond alhier veroorlooft, is de Veefokkery, waarby echter flechts weinige menfchen hun beftaan vinden. Het grootfte gedeelte der Ingezetenen ontleent derhalven zyne middelen van beftaan uit de fabryken, als van linnen, L 5 la'  ÏJTO ' POLITYK EVENWICHT DER. lakens en andere wolle ftoffen, papier enz., doch inzonderheid van hunne visllcheryen, fcheepvaart en koophandel. Deze drie onderfchraagen foorten van beezigheden zyn de eigenlyke fteunpilaaren, welke den Staat onderfcheiden, die noodzaaklyk tegelyk met dezelve ryzen, en ook met dezelve daalen moet. De Koophandel wordt niet flechts gedreeven met de eigen produ&eu en fabryk goederen van dit land, benevens de Speceryen en andere voortbrengfelen van deszelfs by uitftek gewichtige Afiatifche en Amerikaanfche volkplantingen , maar met allerlei waaren zonder onderfcheid, waar dezelve ook voorrgebragt of gezogt worden. De Hollandfche Schepen worden van buitenlanders nog fterk tot vragtvaaren gebeezigd, hoewel die voordeelige tak van Scheepvaart federt tien jaaren zeer veel verminderd is. Door eenen verbaazend uitgeftrekten Koophandel, maar nog meer door de fpaarzaamheid der Nederlanders, is dezen Staat eene der rykllen van Europa geworden. De onmeetelyke rykdommen der ingezetenen , worden tot den Koophandel en Scheepvaart niet alleen nuttig aangewend; maar zeer aanmerkelyke fommen ftaan ook op voordeelige renten , by vieemde natiën, en on-  staaten van europa. IJl onderhouden aldus eene menigte Renteniers. Hierdoor alleen kan men begrypen, hoe deze Staat, welke de natuur flechts tot een baai of inham van de Noord-zee beftemd hadde, zo» danige fterkte heeft kunnen verkrygen, dathy niet alleen van de diertyds machtigfte Staat ii Europa zich heeft kunnen afrukken, en langen tyd als eene der eerfte Mogendheden, inzonderheid ter zee , konde optreden ; maar ook tegenwoordig, na reeds veel van zynen voormaaligen luister verlooren te hebben, nog fteeds aan de meeste groote Staats -aangelegendheden van Europa aandeel neemt, bevolking. Deze werd weleer op 2f of ten hoogften 2i millioenen menfchen begroot; doch pest el, een van haare eigen beste ftatistifche Schry-vers, bereekent de volksmenigte niet hooger dan op twee millioenen. In 't jaar 1785 ftelde de Staaten Generaal zelve, eene lyst daarvan in handen van den Grave de mmlleboiS), volgens welke zy 2,758632 zielen bedragen zoude. Dit zo nauw bepaald getal doet eene geregelde optelling vermoeden , welke toch waarfchynlyk geenzins plaats gevonden heeft. Men  1^2 POLI T YK EVENWICHT DER Men zal derhalven het middengetal wel niet hooger kunnen fchatten, dan op twee en een halve millioenen. REGEERI N G. De Staat is famengefleld uit zeven onaf hanglyken Republyken , of Provinciën , en ieder van deze wederom in uit onderfcheiden vrye Steden en Gemeenfchappen. De Reprefentanten van dezelve zyn onafgebroken in de Staaten-Generaal vergadert, welker leden nogthans, in alle gewichtige zaaken, afhanglyk zyn zyn van de inftruétien der ProvinciaalStaaten, gelyk deze wederom van het welbehagen kder byzondere Steden en Leden, waaruit dezelve zyn famengefleld. Hunne gemeenfchappelyke band is de Stadhouder , wiens door Engeland en Pruisfen thans geguarandeerde rechten, hoewel flechts als eerfte Dienaar van den Staat, zeer groot, en gelyk de ondervinding heeft geleerd, voor de eenheid en rust van den Staat noodzaaklyk zyn. Uit hoofde van de in veele opzichten niet genoeg bepaalde rechten en plichten, is het Staatsrecht dezer Republyk verbaazend ingewikkeld. Hier van daan die geest van Vryheid, welke door  STAATEN VAN EUROPA.' 173 door geheel Nederland zich vertoond, te famen met dien geest van onrust, welke als een gevaarlyke vonk nog lleeds voortglimt, fchoon hy ook niet opentlyk tot eene geweldige vlam durft uitberften. By alle inwendige beroerten heeft de Regeering nooit vergeeten, en, ingevolge van haare conftitutie nooit vergeeten kunnen, dat de Republyk een handeldryvende en zeevaarende Staat is. Zulks bewyzen haare inrichtingen en wetten, haare traktaaten en vredensverdragen. De vryheid welke men hier geniet, gepaard met de wyze voorzorgen der Regeering, en misfchien ook de noodzaaklykheid, uit hoofde van de natuurlyke armoede des lands, heeft den Nederlander uitneemend arbeidzaam , oplettend met opzicht tot alle onderwerpen die eenige winst of voordeelen kunnen opleveren, opmerkzaam (fpe' culatief), vindingryk, en een vriend van geregelde orde gemaakt. Hy zet alles op voor de verdeediging van zyne vryheid en van zyn vermogen. Over 't algemeen genomen heeft hier alles, van den gemeenen man af, tot op den Koopman toe, nog zeer bekrompen denkbeelden Qu). De Nederlanders beginnen hunne (a) Dit is het gewoon, maar hier nog zeer zagt uit'  Ï74 polityk evenwicht der ue voormaalige roem van fpaarzaaamheid en zuinigheid te verliezen, 't welk met den tyd van zeer gevaarlyke gevolgen voor de Repu. blyk zyn kan. financien; De ftaat der financien van de Republyk behoort tot de Staats «geheimen. Eenige fchatten haare inkomften op 10 millioenen daalders (of agtien millioenen guldens); andere daartegen, uitgedrukt compliment der Heeren Duitfchers, die zulks met eene flaaffche eerbied van den Engelfchen fchy nen overgenomen te hebben, jegens ons domme een« voudige Nederlanders : doch het is der moeite niet waard, ons hierover in 't minst gevoelig te toonen, veel minder die befchuldiging te wederleggen. Over 't algemeen zou op deze afdeeling, en op dit geheel artykel de Nederlanden betreffende, zeer veel aan te merken zyn : doch zal men tegenwoordig alles daar. omtrent zeggen mogen, wat de echte waarheid is ? Onze Landgenooten zyn nog te veel verdeeld, derzeiver denkbeelden loopen nog te verre uit elkander, om, de waarheid naakt open leggende, niet één van beide partyen daardoor te ergeren. Wy zwygen dus liever, en laaten alles wat hier en elders nopens den toeftand van ons Vaderland gezegd is, voor reekening Van den Koogduitfchen Schryver.  STAATEN VAN EUROPA. 175 gen, uit hoofde van de zeer drukkende belastingen , gepaard met eenen zeer grooten rykdom, met reden veel hooger, en zelfs tot op 20 millioenen daalders. Wy neemen het middengetal van vyftien millioenen daalders, of zeven en twintig millioenen guldens. De algemeene Schatkist, in welke de inkomften uit de gefamentlyke Provinciën, in gevolge van hunne vastgeftelde aandeden, uitgeftort, en uit welke de gemeenfchappelyke uitgaven der Republyk goedgemaakt worden, is zeer onderfcheiden van de byzondere kasfen der Provinciën, der Steden, en van onderfcheiden Collegien, welker inkomften- te famen gereekend, eene verbaazend groote fora bedragen zouden, indien zy Hechts bekend waren. Alle deze kasfen worden, fommige meer,' andere minder,van eene fchuldenlastgedrukt, welke men volftrekt niet begrooten kan, maar die men weet dat ongemeen aanzienlyk is. Al* leen de fchulden van den vereenigden Staat, worden ten minften op honderd millioenen daalders, of honderd en tachtig millioenen guldens begroot; en evenwel was het crediet van dezen Staat eertyds zo wel gevestigd, dat deZe benoodigde geld fcmmen ten allen tyde, te-  1?6 POLITYK EVENWICHT DER tegen zeer maatige intresfen, heeft kunnen negotieeren. KRYGSMACHT. tZV.Xs.:': v■-:''AV;v:: Krt^5 OfiV Ir:.. De laatfte nauwkeurigfte lyst der landmacht £ is van het jaar 1780. Zy beftond toen, behalven de Gardes, uit 28 regimenten Infantery, ieder van 726 man; 2 regimenten Mariniers ; 3 reg. Schotten, alle van gelyk getal manfchappen; 1 reg. Zwitzers van 1200 man. Wyders uit 2 reg. Cavallery van 168 en 5 reg. van 336 man; 2 reg. Dragonders, insgelyks van 356 man; dus te famen 2688 man Cavallery, 31047 man Infantery, 2008 Artilleristen en Mineurs, en 93 Ingenieurs, in 't geheel uitmaakende 35836 man. Het is niet te denken, dat de armee tegenwoordig zwakker zy; maar veeleer mag men dezelve , deWyl 'er federt nog vreemde troepen in dienst genomen zyn, ten minften wel op 40,000 man begroeten (v). Op (v) De wezendlyke ftaat de armee, is tegenwoordig , als volgt: 1 eskadron Garde du Corps; t reg. van 3 eskadrons Gardes te Paard; r reg. Cavallery en 1 reg. Carabiniers, ieder van 2 eskadrons, 5 reg. Cs- val-  STAATEN VAK EUROPA» Ï77 ' Op het einde van 't jaar 1780 beftotid de - Zeemacht , volgens .eene memorie van dén Heere Stadhouder, -uit 27 Schepen van linie, .meest van 50 ftukken kanon, en 35 Fregatten. Twee jaaren laater zou dezelve beftaan hebben uit 1 Schip van 70, 7 van 68 j 6 van 64 , 12 van 54', en 1 van 50 ftukkeü, by .-, . : • ge- vallery, en reg. Dragonders, ieder van 4 eskadrons 't maakende in alles 40 eskadrons Ruitery. ïnfantery : i regiment Hollandfche en i reg. Zwit« zerfche.Gardes, ieder van a bataillons; 24 Nationaaie, 7 Duitfche en 5 Zwitzerfche regimenten; ieder van t bataillons, 2 reg. Marrihiers mede van 2 fiatfifflonl', en 1 regiment Walfche ïnfantery van -} battaillons ; en 3 regiment Artilleristen van 4 bataillons, en ieder bat. van s Compagnien; 4 Compagnien Mineurs en Sap. peurs; 5 Compagnien Invaliden; en op Ingenieurs. Behalven deze heeft de.Staat nog werkelyk in dienst: I Corps Brunswykfche Troupes, beftaande uit 1 regiment Dragonders, 1 Compagnie Jagers, 2 Comp. Artilleristen, 1 bataillon Grenadiers, en a regim. Musketiers. 1 Corps Jnfpacbfe Troupes, beftaande uit; i bat. Grenadiers, 1 bat. Musktttiers , 1 bat. Jagers, en r Cotrp. Artilleristen. — 1 Corps Meckelenburgers, beftaande. Uit 1 bat. Grenadiers eh 2 bat. M.uskttieis. De Provincie Holland heeft daarenboven nog in haaren hyzondérefi dierst, 8 Comp Hus-faar'en- ~. • Amftt-rdam 2 Comp ïnfantery. De Provincie Friesland 1 Comp. Gardes ïnfantery. — En de Provincie Groningen mede 1 Comp. Gardes ïnfantery, Ytft. M  178 POLITYK EVENWICHT DEX gevolg wederom uit 27 Schepen van linie; doch in 't jaar 1783, volgens eene nauwkeurige lyst, uit 42 Oorlogfchepen van 74 tot 50 ftukken; 43 Fregatten van 44 tot 20 ftukken, en 10 Kotters. Men kan haar derhalven wel niet minder begrooten, dan op 36 Schepen van linie : De magazynen en arfenaalen der Republyk zyn wel voorzien; maar het ontbreekt haar gemeenlyk aan matroozen O). BUI» (w) Volgens eene Iaater lyst, beftond de Zeemacht van den Staat in *t jaar 1786, uit : Schepen van 70 ftukken . 9. — 60 —— . 20". — : — 50 ——. . 13. — 40 . 11. 3ö J . 10. 24 —- . 13. 11 1 1 12 22. ■ — 10 . . a. Dui in 't geheel uit 48 Schepen van linie (die van 50 ftukken daaronder begreepen) 39 Fregatten, en 25 mindere vaartuigen; dan of de tot den dienst onbekwaame Schepen mede in deze lyst gevoegd zyn, zullen wy niet beflisfen, hoewel zulks zeer oawaarfchyntyk is. Vtrj.  STAATEN VAN EUROPA. , 1?9 BUITENLANDSCHE VERBINTENISSEN. Sedert de tegenwoordige Koning van Prutsjen , deels uit ftaatkunde en deels wegens bloedverwandfchap j met hulp van Grootbrittannien, de Stadhouderlyke rechten herfteld, en; zelfs de guarantie daarvan op zich genomen heeft, ftaat de Republyk met deze twee Mogendheden in het ailernauwfte verbond, en daardoor is ook de voorheen gefloten alliantie met Frankryk krachteloos geworden. M a VI.  180 polityk évbnwiciit dér VL OOSTENRYK. g r o o x 2. De Oostenrykfche Monarchie is famengefteld uit veele Staaten, welke ten deele in geen onderling verbond ftaan, maar op een' verren afftand van elkander verftrooid liggen. Dit veroorzaakt eene moeijelyke bereekening * en maakt dat de opgaven wegens haare groote zeer merkelyk verfchillen. De waarfchynlykften zyn, als volgt: De Oostenrykfche Krëits . 2227 vierk. M. De Burgondifche . . 469 Bohemen,MoravienenSilefien 1459 — Lombardyen . . 235 . ■ De Hongaarfche Staaten . 4406 . — Galicien en Lodomirien . 1280 Irïvoege de geheele uitge- ftrektheid bedraagt 10076 vierkante mylen. Deze is de minlte opgave, doch welke  STAATEN VAN EUROPAi ï8l ke men, op goede gronden, voor de nauwkeurigfte mag houden. De hoogfte bepaalt haare groote op nöil vierk. mylen. Wy zullen derhalven, met het rond getal van i oooo, de waarheid wel 't naaste by komen. Aan zeer weinige plaatfen heeft de natuur, ten behoeve van deze Monarchie, de grenzen afgeperkt, welke dus meerendeels een gevolg zyn van voormaalige tra£taaten. Zy is. de barrière , welke zy eertyds aan het Carpatifche gebergte tegen Polen hadde, by de laatfte verdeeling van datRyk over gefprongen; doch het kan nog lang duuren, alëer Polen eene innerJyke fterkte verkrygt, welke voor de Oostenrykfche Staaten eenigzins geducht kan wezen. Bohemen , 't welk in de Oorlogen tusfchen Oostenryk en Pruisfen gemeenlyk het tooneel daarvan is, wordt van Pruis/en, ofeigentlyk van het Pruisüfch aandeel van Silenen., door het zogenaamde Reuzen* gebergtegefcheiden, dat zo wel eenen inval als. aftocht zeer bezwaarlyk maakt; doch daartegen bezit Pruis: fen aan het GraafTchap Glatz een open deur,, om in Bohemen te kunnen dringen. Het zeer verheven oever van de rivier de Elve, biedt in eenen verdeedigenden Oorlog tegen Pruisfen , eene voortreffelyke legerplaats aan, we'r M 3  iRiï POLITYK EVENWICHT DER ke door de nieuw aangelegde vesting Plesfbykans onbedwingelyk gemaakt wordt. Saxen kan tegen Oostenryk niet anders, dan als de geallieerde van eenen machtigeren vyand, het minfte onderneemen, en ook alsdan befchermt het Értz- gebergte Bohemen van dien kant, gelyk de Oorlog óver de Beyerfche erfopvolging heeft beweezen. — <- Geheel en al open leggen daartegen de Oostenrykfche btaaten tegen het Turkfcbe Ryk, 't welk geen verachtelyke Vyand is, zo als uit den laatften Oorlog is gebleéken, als mede tegen Frankryk, dat weleer de geduchtfte vyand was voor Oostenryk, tot het door eene onnatuurlyke alliantie zich daarmede tegen Pruisfen verbond; voorts naa den kant der Nederlanden, waar het juist Zyne zwakfte zyde heeft; tegen Sardini'ens welk de Oostenrykfche bezittingen in ltalien* reeds befnoeid heeft; tegen Fenetien, welke Republyk, indien zy haare krachten als geallieerde Mogendheid infpant, geenzins te verachten is; en eindelyk tegen Palts - Beyeren 9 waaromtrent men hetzelfde aanmerken kan. Het fchynt een geluk te zyn voer het Duitfche Ryk, dat het, in bedenkelyke tyds - omftandigheden, naar de grondregelen eener waare ftaatkunde, zich den byftand msg belooven van  STAATEN VAN EUROPA. van zoo veele meer en minder machtige nabuuren , voor welken al te famen het van belang moet wezen, om dat Ryk by zyne tegenwoordige gefteldheid te behouden. LANDBOUW,KOOPHANDEL^ R Y K D O M. De wyd verftrooide Staaten der Oostenrykfche Monarchie, leveren eene groote menigte van voortbrengzelen op, uit alle drie ryken der natuur. Onder dezelven munt Hongaryen byzonder uit, als het goudrykfte land van Europa, en één der gezegendften in graanen, weilanden en wyn, dat is, in de onöntbeerlykfte behoeften. Even zo voordeelig zyn ook de Italiaanfche Provinciën, ten aanzien hunner voortbrengzelen van ryst en zyde; Bohemen en Burgondien in graanen; terwyl Gallicien ryke zoutwerken heeft, en daarbeneven tot de akkerbouw' en veeteelt zeer bekwaam is. Het eigentlyke Oostenryk alleen, kan, van zyne natuurlyke voortbrengzelen, zeer weinige aan anderen overdoen, maar is daartegen de hoofdzetel der manufacturen in wolle, zyde, metaal enz., even als Bohemen en Silefien uitmunten in hunne linnen-fabryken. Op deze M 4  f§4 POLITVK EVENWICHT DER natuurlyke produéten en derzelver veredeling moet de Staat zyne fterkte grondvesten, en zé tor. dat einde eenen vryen omloop, benevens het ongehinderd gebruik daarvan, yergunnen. Men begreep, niet langgeleden, dat aan de buitenlandfche waaren den invoer te beletten, zulks een middel wezen zoude 5 om daardoor binnenïandfche nyverheid eh kiïnst-yver aan te moedigen. Dit heeft wel in de daad een Weinig daartoe geholpen, doch ook te zeiver, tyd het vertier van inIandiche■ produ&en vermindert, en de Koophandel over 't algemeen beeft hierdoor een zeer merkelyke afbreuk geleden. De Oostenrykfche Staaten grenzen, voor een zeer klein gedeelte, aan de Noordzee, waarvan de Burgondifche Kreits maar alleen voordeel, heeft, door middel van de haven van Oliënde. De Oostenrykfche Kreits , pet het daaraan grenzend Hungaryen, ftrekken zich aan den anderen kant uit, tot aan de uiterftq hoek des golfs-van Venecien, en kun.' nen, door middel van de haven van Trieste, niet alleen derzei ver eigene en de Boheemfche producten uitvoeren, maar ook naa alle gedeelde der waereld, zelfs naar Oost-Indien, hunne fcheepyaart uitbreid.eti, welk.laatite, in gevolge der plaats hebbende traktaaten., uit&* gien  STAATEN VAN EUROPA - igg gien niet mag gefchieden. Eenige provinciën hebben zeer zeker de balans des Koophandels in hun voordeel, doch andere fchynen daarby te verliezen. Of de Monarchie, over het geheel by den buitenlandfchen handel wint, of verliest, is nog niet beweezen, doch het eer11e is waarfchynlykst. Indien aan Hongaryen e^en volkomen vrye handel wordt vergund, gelyk zulks het aanzien heeft dat gefchieden zal, dan moet het binnen kort ryk en machtig, en oyer 't algemeen de voornaamfte fteunpilaar der, Oostenrykfche macht worden» BEVOLKING. Ook over deze is men het niet eens* Men heeft wel zogenaamde confcriptie-of opfchrywigs-lysten; dan dewyl dezelve zeer onwaarfchynlyke getallen opgeeven , heeft men genoegzaame reden om daarop niet blindeling te vertrouwen. Zy begrooteh, by voorbeeld, de bevolking van't jaar 1786, met eene vermeerdering van 4 millioenen voor de voorafgaande zes jaaren, op 24,757896 zielen ^aartegen de beste Aardrykskundigen haar niet hooger fchatten, dan 18 of 19 millioenen. Om tusfchen beiden de middenweg in te Haan , M 5 zul<  186 P 01» ITYK EVENWICHT DER zullen wy dezelve op twintig millioenen Hallen (x). REGIERING. byzondere Staaten, uit welke de Oog. tenrykfche Monarchie^ is famengefteld , hebben zeer verfchillende rechten en privilegiën, by gevolg een zeer verichillend karakter der Regeering en des Volks, welk laatften daarenboven uit menigerlei natiën, van zeer onderfcheiden denk- en levens- wyze , beftaat. Het was van joseph II. een geliefkoosd denkbeeld, om deze zeer ingewikkelde machine tot meer eenvouwigheid te brengen, en alom gelyke wetten, gelyke taal, en gelyke zeden-in te voeren. Gebrek aan genoegzaame voorbereiding tot het uitvoeren van zodanigontwerp, en zekere dwangmiddelen, verwekten geen klein misnoegen tegen zyne welgemeende oogmerken , -en dit misnoegen brak ook (xj De Heer caome heeft haar nogthans, in het tweede ftuk des Journals fur Staatskunde und Politik, niet lang geleden op niet minder dan 24,924062 menfchen begroot. Vert-  STAATEN VAN EUROPA. lSf ook hier en daar in heldere vlammen uit. Hy ftierf, na dat hy reeds veel wederom terug genomen hadde ; en zyn opvolger ftaat thans met de Landftenden, in genoegzaam alle zyne Staaten, in onderhandelingen, welke aan de meeste eene nieuwe conftitutie, en nieuwe, of ten minften in lang niet meer uitgeoeffende rechten, gëeven zullen. Het ware zeker wat te voorbaarig gehandeld, by aldien wy het karakter wilde fchetfen van een nog geheel niet bepaalde, veel minder vast gevestigde, Regeering; en het is flechts te wenfchen, dat men in de eisfchen, welke van alle kanten gedaan worden, niet verder gaan moge, dan de eenheid der Monarchie en de inwendige rust veroorloven (y). F I- (y) Het karakter van ieopold II. fchynt over 't algemeen gematigdheid, ftaridvastigheid, zucht voor goede orde, yver voor het algemeen welzyn zyner onderdaanen, warsheid van dwang en onderdrukking, verdraagzaamheid, 'en eene doorkneede iTaatkunde, te kenfchetzen. Hierdoor is het dien Vorst gelukt, om Byna alle zwarigheden'welke hem ,' by zyne komst tot den troon omringden, te overwinnen; en men kan niet twyffelen, of de Monarch zal voortgaan, met het geluk zyner onderdaanen, door alle mooglykemiddelen j te bevorderen. " ... Vtrt. .  188 polityk evenwicht dee. F i n A n Cl e n. De inkomften dezer Staaten worden zeeï verfchillende opgegeeven, te weeten van 80 tot iso millioenen guldens. Hoe zeer ook eenige dezer bereekeningen tot in kleine byzonderheden gaan, denkt men echter, dat op dezelve niet veel ftaat kan gemaakt worden. Dit is zeker, dat verfcheiden provinciën niet veel in de Staats - kasfa uitftorten. De veilig, ile, te minften voorzeker gansch niet te hooge opgave, fchynt van zestig millioenen daalders te wezen; en deze zullen wy derhalven aan. neemen. KRYGSMACHT. De nauwkeurigfte en geloofwaardigfte lyst der Oostenrykfche armee', begroot dezelve' aldus: In vredenstyd, voltallig: 50 regim. ïnfantery 158750 man 5 Wallons 11075 2 " in Italien 4430 2 Garnifoens-regim. 7218 Ji regim. Granitzers (of Croaten enz )45034 1 dito . 203o 1 dito . l229 4 dito . 12064 ï dito . 1119 fam.77 regim. ïnfantery ~~ 242949 man, 2  STAATEN VAN EUROPA. 189 2 regim. Carabiniers 2898 man. iö" dito" 'Cürasfiers 10590 5 dito Dragonders 5865 1. dito dito . 1059 6 dito ligte Ruitery 7038 S dito Husfaaren 12456 3 dito dito . 1503 1 dito Slavonifche Husfaaren 995 1 dito SzeklerHusf. 2253 nog 1 Eskadron . 122 In alles Cavallery . ~ . 44779 man.' Hierby komen nog, Artilleristen, Mineurs, Sappeurs en Pontonnisten 8888 — maakende dus, voor de geheele armee, in vredenstyd 296614 man. De voltallige Oorlogftaat der ïnfantery is; van 301995, en der Cavallery, zonder de referve, 46211, doch met de referve 50905, bygevolg, alles te famen 363395 koppen. Men kan derhalven het rondgetal der Oostenrykfche Krygsmacht, voorzeker niet minder ftellendan op 300,000 man. BUI»  190 PÖMTYK EVENWICHT DER BUITENLANDSCHE VERBINTENISSEN. Oostenryk ftaat tot hier toe in alliantie met Rusland en Frankryk. De alliantie met het eerstgenoemde Ryk, Welke als zeer geducht en gevaarlyk aangezien wierdt, is, door de poogingen, der triple-alliantie, zo niet ver-, nietigd, ten minften werkeloos gemaakt. Die met de laatstgenoemde Mogendheid, waarover de Franfchen zich zeer luide hebben uitgelaaten, berust nog maar' alleen op het goedvinden der Nationaaie Vergadering, welke, terwyl dit gefchreven wordt, daarover nog niets beflist heeft. VIL  STAATEN VAN EUROPAw I9I VII. PALTS-BEYEREN. GROOTE. De vlakke inhoud der Staaten van het Keurvorftendom Palts-Beyeren wordt, met geringe afwykingen, op 1034, 1040, 1054 en 1064 vierkante mylen gefchat. Wy neemen voor het midden getal 1050. I. I G G I N G. Dit zou een fchoon Staats - lighaam zyn, indien flechts alle deelen van 't zelve binnen eéne grens-lyn waren ingefloten; waartegen de verre verftrooying derzelven, het nu zo wel inwendig als uitwendig verzwakt. Oostenryk en Frankryk zyn twee nabuuren, waarmede het zich, zonder zeer machtigen byftand, in geenen Oorlog durft inlaten; hoewel Beyeren alleen in de Oorlogen tusfchen die twee Mogendheden , dikwyls een zeer aanmerkelyke rol  192 POLITYK EVENWICHT DER rol gefpeeld heeft. Fruisfen zou veel gevaar» lyker zyn voor de Palts . Beyerfche bezittingen in Westphalen , indien deszelfs belang niet veelmeer vereischte, om het aanzien van deze Mogendheid te handhaven, dan haare macht te verminderen. Tegen alle zyne overige nabuuren heeft Palts- Beyeren eene befliste overmacht. LANDBOUW, KOOP-HANDEL j| R Y K D O M. Beyeren, maar nog meet den Palts, behooren onder de vruchtbaarfte provinciën va;ri Duitschland. De akkerbouw en veeteelt zyn daar in vry goéden ftaat, maar konden niet te min nog zeer veel verbeterd worden. De Paltfifche bergwerken zyn voordeelig, en de landbouw fpant ook aldaar verre weg de kroon, boven de Beyerfche. Met de groote overvloed van natuurlyke produdten , welke het aardryk zelfs by eene maatige bearbeiding voortbrengt, wordt een' zeer aanzienlyken koophandel gedreeven, die nog meer zou bevorderd worden door middel van de groote rivieren, de Donau en de Rhyn, welke voor een aanzienlyk gedeelte van hunnen loop aan dê»  ■ STAATEN VAN EUROPA, 195 dézen Staat onderworpen zyn, indien niét dé menigte van tollen de Scheepvaart op dezelve zeer merkelyk benadeelden. De fabryken eri manufaétuuren betekenen weinig in Beyeren', en met de Paltilfche Haat het niet veel beter; doch in Gulik en Bergsland zyn zy daartegen van zo veel te meer aanbelang. Deze, van de natuur veel minder gezegende provinciën, worden van, een een volk bewoond, 't welk door vernuft en arbeidzaamheid het natuurlyk gebrek derzelven rykïyk vergoed j en aan kunst-yver weinig zyn's gelyke heeft. Dus zyn zy ook de rykfte provinciën van dezen Staat, wiens krachten ongemeen vermeerderen zouden , by aldien de inwoonderen der overige landfchappen, byzonder van Beyeren ," in nyverheid de Gulikfche en Beyerfche evenaarden,- wanneer wyders de weldaaden der natuur meer nuttig en voordeelig aangewend, haare voortbrengzelen door kunst verbeterd, en de Koophandel met dezelve, van de verkeerde fchikkingen, bevryd wierdenwelke hem zo zeer belemmeren. BEVOLKING* Volgens de geringfte opgave, heeft Palts» N Bay-  194 POLITYK ÉVENWICHT DER Beyeren ten naasten by twee millioenen zielen, en naar de hoogfte 2,100000 doch welk laatst getal, volgens de berekeningen der Beyerfche Schryveren zelve, al te groot fchynt opgegeeven. Zo men de bevolking op tvott millioenen begroot, zal men zich daaromtrent zeer weinig vergisfen. REGEERING. ïedet byzondere provincie heeft hier ook haare byzondere rechten , wetten, en eigen ftaatsgefteldheid. Eenige zyn in bezit van veel uitfteekender vryheden, en zo wel de Landheer als de Onderdaanen bevinden zich te beter daarby. In Beyeren, weet men van geene land-dagen, en in den Palts zyn geene Landftenden, welke daartegen in Gulik en Berg in aanzien zyn gebleeven. Deze opgenoemde landen hebben in de daad niets onderling gemeen, dan de regeerende familie; doch, voor 't overige, behalven de wet van ondeelbaarheid , maar eenige gemeenfchappelyke wetten. In den Palts heeft zich de Regeering het verwyt op den hals gehaald, dat zy,- door onrechtvaardige verdrukking der Protestanten, den bloei des lands benadeelt, In Beyeren is licht  staaten van europa. 195 licht en duisternis in eenen zonderlingen ftryd. De Regeering heeft, in beide deze landen, voor de kunften en weetenfchappen zeer veeh maar voor het verftand des gemeenen man niets gedaan. Deze is in Beyeren nog zeer dombygeloovig , wellustig en traag , doch voor 'c overige fterk van ligfiaam en eerlyk van gemoed. Zy heeft ook iets gedaan ten voordeele der manufaftuuren en fabryken; doch, ten deele door de fchuld der naüe, ten deele wegens drukkende monopoliën en dwangwetten, tot hiertoe zonder veele uitwerking. Die landen in welke de meeste Vryheid heerscht, te weeten Gulik en Berg, zyn wat de verlichting^ mitsgaders de bloei der manufaauuren en der koophaneel aanbetreft, ook verre weg de gelukkigften, en voor de overigen eén leerzaam voorbeeld tèr navolging. financiën» Dè gézamentiyke inkomften van alle Palts. Beyerfche landen,worden gefchatop6,600000 daalders,en daarboven;te weeten;in 'tBeyerfche op 4, en in 't Palttffche ten naasten by óp | millioenen. Deze laatfte Opgave is bóften twyffel te hoog, niet tegenftaande de be«  i$»S POLITYK EVENWICHT BER lastingen in den Palts nog eens zoo hoog gèacht worden, als in Beyeren. Men zal dezelve misfchien veiligst één millioen minder, en dienvolgens de gefamentlyke inkomften op zes millioenen begrooten kunnen. De fchulden daartegen zyn als nog vry aanzienlyk, en zullen ten naasten by 20 millioenen daalders bedragen, waaronder niet begreepen zyn de thans byna afgeloste 4 millioenen daalders aan Saxen, volgens de vrede van Tefchen, van welke federt het jaar 1779 , jaarlyks een halyé millioen guldens moesten betaald worden. KRYGSMACHT. In eene uitvoerige lyst def Palts - beyerfche Krygsmacht, in het jaar 1785 aan 'r licht gekomen , gaf men dezelve in diervoegen aan: 3 regimenten Curasfiers en 5 reg. Dragonders, ieder van 405 man; 18 reg. ïnfantery, ieder 1005 rnan fterk, behalven 2 reg. Garde; de Artillery 500 man; en de Jagers te paarde en te voet byna even zó fterk — maakende te iamen, Cavallery 3459, ïnfantery 19566, en de geheele armee 23025 man. In 't jaar 1789 wierdt deswegens een nieuw reglement gemaakt; in gevolge waarvan dé Krygsmacht voor  STAATEN VAN EUROPA. I§7 voor 't toekomende op eenen drieledige voet, te weeten een vredens- een vermeerderden en een oorlogs-voet werdt gebragt, en uit de navolgende regimenten beftaan zoude: in vrede, verm: in oorl. 4 reg. Grenadiers 4864. 544°» 5824. 4 — ligte Infant. 2432. 2720. 3912. 14 — Fufeliers 17024. 19040. 20394. j — Artillery 1216. 1360. 1456- 1 Garnifoen-regim. 1216. 1350. I456« 2 regim. Curasfiers 1232. I376« I4724 — ligte Ruitery 2464. 2752. 2944. 2 . Dragonders 1232. 1376. I472- De geheele armee 31680. 35424. 37930. Beyeren alleen , heeft, voor deszelfs vereeniging met den Palts, dikwyls meer dan 30,000 man in Oorlogs tyden in dienst gehad; dus behoorde nu ook de Palts-beyerfche Staat, by een goed beftuur zyner financiën, veel meer dan de boven aan gegeeven Krygsmacht, en wel naby de 50,000 man te kunnen onderhouden. Tegenwoordig kan men echter de geheele fterkte der armee op nauwlyks 3,0,000, man begrooten,  198 POLITYK EVENWICHT BKR BU1TENLANDSCHE VERBINTENIS. De voormaalige verbintenis van dezen Staat niet Frankryk, is, na het beroemd verdrag tusfchen Frankryk en Oostenryk thans opgehouden. Behalven de veiligheid welke Paltsbeyeren, als één der voomaamfte Ryksftanden geniet, is hét ook, een deelgenoot geworden van het Duitfche Forftert' verbond, waartoe het zelve de eerfte aanleiding gaf, en dat zekerlyk het vermogen heeft, om deze landen Voor verdeeling, afgeperfte omruiling, en al- . ierlei verongelykingen toereikend te befchermen. . VIIL  STAATEN VAN EUROPA. 199 VIIL POLEN. O R O O T E. Na de bekende yerdeeling van Polen, in \ jaar 1772 , waardoor 3350 vierkante mylen van dit Ryk afgefcheurd wierden, is hetzelve nog een der uitgeftrekfte landen van Europa gebleeven, als wordende in zyne tegenwoordigen ftaat, gemeenlyk gefchat op 10050 vierk. mylen- Dit getal kwam eenige ftatistifche fchryvers veel te groot voor, weshalven zy deszelfs vlakke inhoud op 8932, en fommige zelfs tot 7.560 vierk. mylen verminderden. Hoe weinig, intusfchen ook het eerfte getal volkomen bewezen is, blyft toch hetzelve, naar de beste kaarten te oordeelen, zo niet in, alle opzichten nauwkeurig, ten minften veel waarfchynlyker dan de beide laatfte even min bewezen opgaven: wy zullen derhalven flechts, de 50 mylen daarvan afneemen, en begroote* dit Ryk op tienduizend vierkante mylen.  2pO POLITYK evenwichï.D^R I» I g G i n g. Onder alle Europeefche Ryken heeft Poleri pngetwy#gd de'ïiadeeirgfte ligging ,■ z0 Wel roet opzicht tot zyne verdeediging, als ftaatkundige en commercieel* belangen. Van alle kanten open/door geen zee', geen gebergte, noch.rivieren gedekt, zelfs zonder vestingen fc bet voor elkéri aanval bloot gebreid, en eeri fnellen vyand' dringt onverhoeds door tot in fe hoofdftad, vöor dat eeriè Pooïfche arrneé in ftaat kan wezen, om uit aiïe oorden Van dit wyd uitgeftrekt'land byëeri te trekken. Hierü by komen vier geduchte nabuuren, tè weeten Rustel, Oóstery-k, "Pruis/a, ën het Turkfchl Ryk, welke, ieder afeonderlyk, de Pooifche macht ft, haare tegenwoordige geftddheid', verre boven het hoofd gewasfen zyn. De-vei-' ligbed van Polen berust derhalven eehig en alleen op de' ftaaryver dézer nabuuren ;' doch de ondervinding hèeft genoeg geleerd , hóe weinig vertrouwen mén katf-ftélien eb' zodanige -veiligheid; in eene eeüw, in wélke eene valfche eergierigheid geftadig reikhalst 'na den mmm-vïiï vréémde bezittingen. Sedert mén Polen het eigendom óver den beneden . weich- fel  STAAÏEN VAH EUROPA. 2CÏ feji en Dantziger haven ontweldigt heeft, is. deszelfs koophandel van het goedvinden zyner nabuuren afhanglyk, en het bezit van Dantzig voor dit R.yk byna geheel nutteloos geworden. Een kleine ftrook van Lichauwen floot nog wel is waar aan zee; doch de haven aldaar is van het binnenfte des Ryks te verre afgelegen, en het ontbreekt 'er ook aan eene bevaarbaare rivier, om de gemeenfchap met dènzelven genraklyk te maaken. LANDBOUW, KOOPHANDEL, R Y K D O M. De grond van Polen is zeer gefchikt voor den . akkerbouw en veeteelt. Dezelve brengt graanen, vlas en hennip in overvloed voort. De groote bosfchen leveren hout enpotasch, wild, en pelteryen, als mede honig in menigte. Zeer aanzienlyk en voordeeiig is de teelt van hoornbeesten, paarden, fchaapcn enverkens. Het ontbreekt hier insgelyks aan geene mineraaien ; alleenlyk worden deze nog niet genoeg gezogt en bearbeid. Met zulke fchatten. der natuur, welke geen geweld, maar alleen ir.t verzuim van deszelfs eigen inwoonderen aan dit Ryk ontrooven kan, en waartegen dj N' 5 voort-  SOa POLITYK EVENWICHT DER voortbrengzelen der konst in geene vergelyking komen , dryft Polen eene fterken Koophandel, die, wanneer hy flechts gepaard ging met eene voordeeliger ligging, met mesr vryheid ten aanzien des landbouwers, en met eenige aanmoedigingen en bekwaame fchikkingen van den kant der Regeering, een onuitputtelyke bron van rykdommen zou kunnen worden. Tegenwoordig is het vermogen der natie in flechts weinige handen, die daarvan zelden een nuttig gebruik, ten wezendlyken voordeelen van hun vaderland 3 maaken. BEVOLKING. Het getal der inwoonderen van dit Ryk k even min nauwkeurig bekend , als deszelfs groote. Door eene vergelyking met üallicien, heeft men de bevolking daarvan op 9,32766$ koppen bereekent Dit is de hoogfte opgave; de laagfte is die van gattirer, welke haar op flechts 6 millioenen begroot. De middengetallen , naar de menigte van huizen of woonplaatfen opgemaakt, zyn, 8,372000,—8,500000, — en negen millioenen, welk laatfte getal zeer waarfchynlyk naast aan de waarheid komt. rr»  STAATEïf VAN EUROPA. -aoj regeering. De fchrar.dere chesterfield fchreef aari zynen zoon: zoude Polen eenmaal eene „ goede Regeering onder erfiyke Koningen „ verkrygen, dan zal in Europa een nieuwe „ duivel opkomen, en ik weet nut, wie hem „ beteugelen zou? Tot nu toe had Polen, onder alle Europeefche Staaten, de flegtfte, verwardfte, en onzekerfte conftitutïe. Als een fpeelbal 'van de fterkte, en het beftendig doel van de grilligheden zyner nabuuren, kon de Regeering zo min voor de innerlyke welvaart, als voor de uiterlyke veiligheid naar behooren zorg draagen. Land en Regeering beide, waren, om zo te fpreeken, in 't bezit van vreemde handen; het eerfte wierdt genoegzaam als een wingewest behandelt, en ftond op het punt om zulks in de daad te worden; de laatfte was niets beter dan een ondergefchikt collegie. Eindelyk wierpen dé Polen, op den ryksdag van 't jaar 1789, dit vreemd juk van hunne fchouderen; men verbrak de kluisters waarmede men zoo langen tyd geboeid was geweest, maakte eene zeer aanmerkelyke verandering in de opgedrongen regeèr.ingsvorm, en poogde aan den Staat die zelfftandigheid en  2D4 FOÏ.ITYK EVENWICHT DER en waardy wederom by te zetten, van welke het geduurende een lange reeks van jaaren, was beroofd geweest. Doch ook deeze mannelyke daad ontfbnd niet zo zeer uit eigen gevoel en eigen werkzaamheid, als veel meer op aanmoediging eener van buiten aankomende iluimeren.de wrok. Terwyl wy dit fchryven, is de ryksdag beezig met het ontwerp der nieuwe conftitutie, welke tot heden toe nog niet bevestigd, noch bekend gemaakt is. Het is intusfchen geenzins waarfchynlyk , dat men aan dit Ryk eene waarlyk goede naatsgefteldheid zal willen toeftaan; want alle zyne nabuuren fchynen 'er belang by te hebben, om het in eene fteeds voortduurende onmacht te laaten blyven, 't welk niet beter gefchieden kan, dan door een Koning te hebben zonder_ familie en zonder aanzien , eenen trótfehen jidel, en een flaaffch volk j£A sl - m^Umó nso nut t*j& ntfa, èi . % (s) Het za! byna onnodig zyn hier aan te merken , dat Polen thans het vreemd juk geheel afgeworpen, en' 20 wel zyn eigen onaf hang'ykheid, als He vryheid van het beste gedeelte zyner ingezetenen bevestigd heefr. Ben 3 May 1791 was de merkwaardige dag. op welke de wysheid van den grooten en menschlievenden sta. JKiSLAus auoüstus, die waarlyk gezegende omwenteling , tót. verdaazirjg van geheel Europa, mnfa het  STAATEN VAN EUROPA. 2Q$ FiNANCIÉfT, Sedert verfcheiden jaaren zyn de inkomften én uitgaven van dezen Staat bekend geworden, naar maate derzelvei bereekeningen aan de ryksdags - vergaderingen wierden voorgelegd. Zy zyn geenzins evenredig aari de groote van het Ryk, noch aan zyne bevolking. De inkomften bedroegen gemeenlyk minder dan 3,qoooco daalders , en hiervan fchooten , in laater tyden, jaarlyks nog eenige honderd duizend daalders , n?. aftrek van de uitgaven, over. Toen men in 1789 beflooten had, om zich van alle vreemde invloed onaf hanglyk te maaken, en tot dat einde eene fterke armee op te richten, was het noodig door veelerhande middelen, in welke men nog by aanhoudenheid, veranderingen en verbeteringen maakt, in de eerfte plaats ook de inkomften zoo hoog te brengen, als de voorgenomen zeer aanzienlyke vermeerdering der krygsmacht, waarvan dë hét rriinrfe bloed vergieten, zonder de minfte opfchud. ding, volbragt heeft, waardoor Polen een erflyk Kr», ningryk is geworden, en eene vaste Conftitutie heeft verkreegen, Fert.  205 POLITÏE EVENWICHT DER. de kosten alleen de tot hiertoe byëengebragte inkomften viermaalen te boven gingen, volftrekt vereischten. Het is als nog onbekend , hoe veel deeze nieuwe belastingen thans opbrengen, doch dat zy reeds de vereischte hoogte bereikt zouden hebben, is ten eenemaalé onwaarfchynlyk. Men zal dézelve - op zyn best genomen, wel niet hooger dan zes millioe' nen daalders begroöten kunnen. KRYGSMACHT. De Poolfche armee was tot hier toe in eenen zèer flegten ftaat, als zynde zwak aan manfchap, en deze nog daarenboven onder flegte discipline. Zy moest eigéntlyk beftaan uit igooo man, doch men zag dezelve nooit voltallig. Op den altoos gedenkwaardigen ryksdag van 1789 werd bellóten, om het Ryk in de daad weerbaar te maaken, en de armee eensklaps tot ioó,ccO man te vermeerderen. Men ondervond echter wel dra de groote zwaalighedén , die de uitvoering van dit betluit dwarsboomden; en 'er zal nog een' geruimen tyd verloopen kunnen, éer de armee de voorgenomen fterkte verkrygr. Volgens het toenmaals ontworpen plan, zou dé Poolfche armee voortaan beftaan , uit B brigaden nationaaie  STAATEN VAN EUROPA. 20/ Cavallery, ieder vati 1819 paarden, 4regimenten Gardes te paard van 465 man, en 5 puiks Avantgarde, 6845 man fterk' bv SevolS de geheele Cavallery uit 21862 koppen. Aan ïnfantery I regiment Garde te voet van 1556 man, Artilleristen 3326 man, 17 regimenten ïnfantery 36601 man, 4 battaillons Jagers2392 man, en 2 vaandels Hongaarfche Garde 146 man, te famen 44021 man; maakende, voor de geheele Kroons - armee, een getal uit van 65928 ikoppen. De Lithauwfche armee zoü, volgens dit ontwerp, beftaan uit 10650 man Cavallery en 21991 man Ïnfantery, te famen 32641 man; dus de geheele Krygsmacht van de Republyk uit 98596 man. Tegenwoordig is nog maar nauwlyks de helft daarvan in wezen, gemerkt de gantfche armee, volgens het ^bovenftaande ontwerp voltallig zynde , jaarlyks meer dan 7,700000 daalders aan onderhoud kosten zoude, van welke fom nog omtrent het derde gedeelte moét aahgefchaft Worden. Met de arfenaalen is het mede liegt gefteld , en de nieuwe troupen hebben derzelver uitrusting meerendeels buiten 's lands verkreegen^ hoewel alle daartoe noodige materialen in het land zelve overvloedig worden gevonden. Dit gebrek kan en zal door den  Ö08 P0ÉITYK ÉVENWICHT ÉER den tyd verbeterd worden. Men kan van dé* ze nieuw aangeworven armee juist geene byzondere vaardigheid in de groote krygsoeffehingen, zo rhin als ëene ftrénge discipline vefwagten; doch het lydt ook daartegen geene twyftel, of zy zal, wat haar in dezen opzichte nog ontbreekt, dóór middel van een goed reglement en nauwkeuriger toezicht wel verkregen. Polen kan aldus eerlang wederom eer» aanzienlyke rang onder de Mogendheden van Europa bekleeden. BÜITENLANDSCHE VERBINTENISSEN. % gelegenheid dat dé Republyk afweek vari de Rusfifche grondftellingen , heeft zy zich' rhet die van Pruisfen nader vereenigd, en met den laatstgenoemden Staat eén nauw verbond gefloten, 't welk eene wederkeerige verdeédïging en onderfteuning tot óógmérk heeft. Mé! de Ommanfche Porte ftaat: zy wegens foortgélyk verbond, als nog iri onderhandeling. Hier', door verkrygt Polen béfchérming tégen zyne overige nabuuren , maar inzonderhéid tegén Rusland (a). Hoedanige befcherming , en wel' (a) Verfcheiden omftandigheden hebben de ftnaaf'é tèï/  STAATEN VAN EUROPA.' SO^ welke afhanglykheid voor het overige ten aatfzien van de Republyk beter zy, is by de ftaatkundigen nog geene uitgemaakte zaak: het fchynt nogthans , als of ftaatkundig geoordeelt, het voor Polen beter is zich té vereènigen met het zwakker Pruisfen, dan eenen overmaatig grooten en reeds veel te machtigen ftaat te helpen verfterken; alsook, dat, doof zyne tegenwoordige verbintenisfen, deszelfs önafhanglykheid ten minften geen gevaar loöpen kan. IX. tekening van bet ontworpen traftaat met de Porte van tyd tot tyd vertraagd; en waarfchynlyk zal hetzelve, na de groote omwenteling in Polen, van den 3 May 1791» n°§ vooreerst niet ligt tot ftand komen. De Koning die daor deze omwenteling veel uitgeftrekter macht verkreegen heeft, wordt geoordeelt de belan» gen van Rusland ruim zo veel als die van Pruisferi toegedaan te wezen : het is dus niet geheel onmdog. lyk,dat de invloed van het Pruisfiseh Hof zeer merkelyfc verminderden, en daartegen die van Rusland naar even» redigheid vermeerderen zal. Dan dit ayn, tot nog toe, Hechts onzekere gisfingen. Vêth O  2lO POLITYK EVENWICHT DES. IX. PORTUGAL. GROOTE. Vo lgens de 'grootfle opgave , zou dit Ryk 2290 vierkante mylen beflaan, volgens anderen anderen 1740, of 1746; doch naar de beste kaarten wordt deszelfs inhoud bereekend op flechts 1711 vierk. mylen ,'t geen een rond getal van 1700 zodanige mylen oplevert. LIGGING. De ligging van Portugal is zeer voordeelig. Het wordt van twee kanten door den Atlantifche oceaan befpoelt, en grenst met de beide andere aan Spanje,, deszelfs eenigfte nabuur, die het in macht wel is waar verre overtreft, maar waaraan het nogthans, door goede fchikkingen en eene bekwaame aanvoering, met hulp van eene zeemacht, toereikend tegenftand kan bieden, waartoe plaatfelyke omflan* dig-  STAATEN VAN EUROPA. fiH digheden niet weinig medewerken. Het wordt daarenboven in die {treeken, waar het gemaklykst aangetast kan worden, door eenige goede vestingen verdeedigt. Ten voordeele van deszelfs koophandel, dienen niet alleen de open zee, maar ook de groote rivieren, welke zich hier in uitftorten. Geen land is in Europa beter gelegen voor de fcheepvaart na verre afgelegen gewesten der aarde-, want zo dra deszelfs fchepen flechts de havens uitgelopen zyn, bevinden zy zich reeds terftond op zulke hoogtens, werwaards de fchepen van andere natiën eerst met moeite en gevaar moeten doorworftelen. LANDBOUW,KOOPHANDEL, R Y K D O M. Het land, hoewel bergachtig, is echter zeer vruchtbaar,inzonderheid aan zuidelyke vruchten en wyn, en kon zulks mede aan graanen wezen, indien het meer bebouwd wierde. De veefokkery zou insgelyks voordeeliger kunnen worden voor den Koophandel, wanneer men haar wat meer aanmoedigde. De inlandfche fchaapen leveren even zo fyne wol, als de fpaanfche; en tot groot voordeel van dit land, O * kon  212 POLITYK EVENWICHT DER kon ook deszelfs zydeteelt nog fterk vermeerdert worden. Alle deze natuurlyke rykdommen worden van de Portugeefen zeer verwaarloosd, uitgezonderd de wyn, welke, benevens het zout, de twee voornaamfte takken der Portugeefche nyverheid en koophandel uitmaa» ken. Zy ontfangen nog daarenboven eene menigte van kostbaare waaren uit hunne bezittingen in Aften en Amerika, van welke goud , diamanten, tabak en verfftoffën de belangrykllen zyn. Met deze, ten deele inlandfche, ren deele buitenlandfche voortbrengfelen betaald Portugal niet alleen de fabryk-goederen, waarmede het van vreemde natiën moet voorzien worden, alzo de Portugeefen hoegenaamd geene lust voor zodanige foort van arbeid aan den dag leggen; maar het behoud, naar alle fchyn, ook nog eene aanzienlyke overwinst, waarvan niet te min het grootfte gedeelte in de fchatkisten van den Staat, en een ander gedeelte in de casfa van buitenlandfche kooplieden vloeit, welke hier hunne comptoiren hebben, en den ingezetenen van de moeite bevry. den om dien winst te tellen, invoegen voor den Portugeefchen Koopman en Landbouwer maar zeer weinig overfchiet. Hierom is het land op verre na zoo ryk, by gevolg ook zoo mach-  STAATEN VAN EUROPA. al 3 machtig niet, als het uit hoofde zyner heerlyke voortbrengzelen, die het uit zich zelve, of door middel zyner volkplantingen oplevert, zyn konde, en ook voor eenige eeuwen werkelyk geweest is. BEVOLKING. De inwoonderen zyn in maar weinige provinciën van dit Ryk geteld; weshalven de geheele fom derzelven, alleen door vergelyking van deze met de overigen, en door middel van de fchattingen, kan opgemaakt worden. Men heeft daaromtrent onderfcheiden opgaven, en wel van 1,80000, tot 2,250000 menfchen. Dit laatfte getal wordt van de beste ftatistifche fchryvers voor het waarfchynlykfte gehouden. Op bevel der Regeering zal thans het volk geteld worden. REGEER ING. Portugal is eene onbepaalde Monarchie. De Regent wordt dienvolgens, in zyne ontwerpen ten besten van het land, door niets de handen gebonden; doch men ziet met dat alles maar weinige fchikkingen beraamen 5 welke O 3 ten  flI4 POLITYK EVENWICHT DER ten besten van het land ftrekken kunnen. In laater tyden heeft men getracht de landbouw , inzonderheid de akkerbouw aan te moedigen, en deze door geweldige dwangmiddelen te vermeerderen ; doch de uitkomst daarvan fchynt geenzins aan de verwagting beantwoord te hebben. Men heeft ook iets ten voordeele van andere takken van neering ondernomen; maar na de dood van pombal, laat de Regeering wederom alles op den ouden voet blyven Geweetens-raaden zyn gemeenlyk flegte Staats-raaden; en waar het ftichten van kloosters eene zaak van meer aanbelang geoordeeld wordt, dan het oprichten van manufacfuuren en fabryken, daar kan men geen goed famenttel van ftaatsbeftuur vermoeden. De kweezelaary en onbedagtzaame werkeloosheid der Regeering, heeft genoegzaam de geheele natie befmet. Nogthans is de Portugees te onrustig van aart, om zyne dagen agter de ploeg, of het weef-getouw te verflyten, en beter gefchikt tot groote en gevaarlyke onderneemingen. Hy waagt dus veel liever zyn leven op zee, ten einde het geluk te veroveren, dan hetzelve, door huisfelyke vlyt en orde , te verdienen. Zo lang de Regeering zich van dezen geest der natie op eene verftandige manier  STAATEN VAN EUROPA. £ï§ nier bevoordeelde, was het Ryk machtig, Doch federt de tyd der ontdekking en verovering van ryke landen voorby is, heeft de Regee* ring zelfs de geringfte moeite niet genomen, om de nationaaie neiging op iets anders te doen vallen, en haar eigen karaéter is niet gefchikt, ten einde door haar voorbeeld, noch door verftandige en aan het oogmerk beantwoordende inrichtingen, het karakter der natie in over. eenftemming te brengen met de groote voordeden, welke de natuur aan dit land geichonken heeft. FINANCIEN. De inkomften van Portugal bedragen, volgens de beste opgaven, niet meer dan 7 millioenen daalders, waartegen Braftl, benevens de overige bezittingen van dit Ryk en Men en Afrika, aan de kroon ruim 10 millioenen opbrengen. Hierom worden de gefamentlyke inkomften gemeenlyk op agtien millioenen daalders gefchat. Of ''er thans nog ftaats - fchulden zyn, is niet bekend, maar zulks is zeer waarfchynlyk. Deze waren in 't jaar 1784 tet omtrent 20 millioenen opgeklommen, Zo dezelve federt dien tyd niet verméerdert zyn, O 4 dan  2l6 polityk evenwicht dek dan kunnen zy ook voor dezen Staat geenq drukkende last geoordeeld worden. krygsmacht; Voor het jaar 1762, was de Portugeefche landmacht genoegzaam tot niets gedaald; en dewyl Portugal dat zelfde jaar in eenen Oorlog geraakte met Spanje, moest 'er eene geheel nieuwe armee, om dus te fpreeken, gefchapen worden. Dit wierd ook in de daad verricht, door den Duitfchen Graaf van Scbau* enburg - Lippe, en zo lang deze armee onder zyn toezicht was, bleef dezelve in eenen tamelyk goeden ftaat. Dan het hof heeft haar naderhand wederom geheel laaten vervallen. Zy zoude beftaan uit i3 regimenten te voet, uitmaakende 31200 man en 12 regimenten te paard van 4200, dus te famen omtrent 36000 koppen. Doch onder deze dertig regimenten is misfchien niet één voltallig, weshalven de geheele armee op ten hoogden 30000 man kan gefchat worden. Aan groote manoeuvres en eene goede discipline is by dezelve niet eens te denken. Behalven deze geregelde troepen, heeft men in dit Ryk ook nog landmilitie, beftaande uit Portugeefche boeren, die men wil  STAATEN VAN EUROPA ÖI7 wil dat looooo man fterk zoude wezen. By de ingewortelde en in zekere opzichten gansch niet ongegronde haat der Portugeefen jegens de Spanjaarden, kon zodanige landmilitie, tegen vyandlyke aanvallen van dien kant, eene fterke borstweering zyn, indien zy flechts op eenen goeden en geregelden voet wierde ingericht. De zeemacht is mede door het hof zeer verwaarloosd. Zy beftond in 't jaar 1784 uic niet meer dan 10 Schepen van linie en 14 groote Fregatten. Deze macht was wel tegen tegen de Barbaryfche zeeroovers toereikend , maar kan geenzins met die der Europeefche Zee-mogendheden in gelyke rang gefield worden. Zy is waarfchynlyk naa dien tyd niet' vermeerdert. By dezelve ontbreekt het mede aan eene goede inrichting en bekwaame Officieren , gemerkt de Portugeefen hunne Scheepvaart flechts als een handwerk, en niet als een kunst voortzetten. BUITENLAND SC H E VERBINTENISSEN. Portugal heeft een" geruimen tyd in zeef nauwe verbintenis geftaan met Engeland, aan O $ wel»  Sl8 POLITYk evenwicht der welken laatstgenoemden Staat dit Ryk de voortduuring van zyn polityk aanzien, zo niet zyne geheele onafhanglykheid, grootendeels te danken heeft. Het zou zelfs, met een weinig toegeeflykheid, in alle gevallen op deszelfs machtige byftand zich gerust verlaaten kunnen. Doch federt eenige jaaren is Portugal, geheel onverwagt, met zynen gevaarlyken nabuur in zulke omftandigheden gekomen , en door wederkeerige huwelyken tusfchen de heerfchende familien, daarmede zoo nauw verbonden, dat het, by de tegenwoordige gefteldheid van zaaken, niets meer van denzelve fchynt te vreezen te hebben. Portugal zal nogthans eene openbaare alliantie met Spanje niet durven waagen; en even min zullen de Zeemogendheden willen toelaaten, dat de tegenwoordig plaats hebbende familie-ver bintenisfen, by eene vacatuur van den troon, voor Spanje eenmaal die voordeelige gevolgen hebben, welke het, naar de uiterlyken fchyn, daarvan zou kunnen verwagten. X.  STAATEN VAN EUROPA. SlO; X. PRUYSSEN. GROOTE. Wegens den vlakken inhoud der Pruisfifche Staaten, heeft men doorgaans weinige en maar zeer geringe afwykingen. De Koninglyke Kabinets-minister, Graaf van Herzberg,geeft daaraan 3600 vierkante mylen : zodanige op-, gave verdient achting en geloof. LIGGING. De Pruisfifche provinciën maaken niets minder dan een fraai afgerond Staats - lighaam uit; doch federt het jaar 177a liggen omtrent elf twaalfde gedeelten van dezelve in eene lange onafgebroken ftreek langs de Oost-zee, met eenige naar het zuiden en westen uittrekkende armen. Deze geheele masfa van land wordt doorftroomd van drie groote rivieren , de Oder, de Weichfel en de Elve, waarvan de twee  220 POLlTYK EVENWICHT DER twee eerstgenoemde in het Pruisiisch gebied in zee ftorten, en dus, tot bevordering van de kunften zo wel des vredes als des oorlogs, even behulpzaam zyn. De grenzen zyn overal open, behalven dat Silefien door het Reuzen-gebergte van Bohemen wordt afgefcheiden , tot welk Koningryk Pruisfen nogthans de hoofdfleutel Glatz bezit. Vyftien groote en fterke vestingen beveiligen dit land tegen fnelle en onverwagte aanvallen. Pruisfen heeft tot zyne nabuuren : i. het graan-ryk Polen, dat thans genoodzaakt is het beste gedeelte van zynen handel te moeten dryven door de Pruisfifche Staaten, en ook aan Pruisfen zyne nieur we verbeterde conftitutie te danken heeft a. Oostenryk, tegen welke Mogendheid Pruis, fen op verre naa niet zou kunnen opweegen, zo het flechts met andere Europeefche Staaten gelyke vorderingen in macht gemaakt hadde, doch waaraan het thans, uit hoofde van het uitmuntend gebruik dat het van zyne krachten maakt, volkomen evenaart ; 3. Saxen, dat ieder (b) Doch voorzeker niet de laatfte van den 3 May 1791, welke Polen eerst toteenen geheel onaf hang. iyken Staat gemaakt heeft. Fert.  STAATEN VAN EÜR.OPAÏ Ofcl ieder aanflag welke het ooit ten nadeele van Pruisfen gefmeed hadde.tot hiertoe altyd duur genoeg heeft moeten betaalen; 4. BranswykLuneburg, of Hannover, waarvan de macht, tegen de pruisfifche gereekend, zeer onbeduidend is. ~w Rusland en Denemarken grenzen wel niet onmiddelbaar aan eenige Pruisfifche provinciën, doch kunnen uit deeze laatften fpoedig aangevallen worden. De eerfte, als eene zeer geduchte Mogendheid, verdient by alle haare flappen nauwkeurig te worden nagegaan van de laatfte heeft Pruisfen niets te vrezen. Het klein afgezonderd overfchot der Pruisfifche Staaten, nog geen twaalfde gedeelte des geheels uitmaakende, wordt reeds alleen daardoor van groot gewicht, dat het den Pruisfifchen Monarch tot beheerfcher maakt van den Weier, en inzonderheid van den Rhyn. Van deze allezins zwakke zyde grenst Pruisfen, in de eerfte plaats, aan de vereenigde Nederlanden, voor welker tegenwoordige regeeiing die nabuurfchap eene zeer gelukkige cmftandigheid is; en komt daarenboven in de nabyheid van Frankryk, welks nabuurfchap, alleen door deszelfs vereeniging met Oostenryk, voor Pruisfen kan gevaarlyk worden. Aldus ftaat dit laatfte, in 't midden der machtig- fte  aaa polityk evenwicht der Ite Staaten van Europa, als fcheidsman, met de fchaal des evenvvichts in de hand, alzo deze zyni ligging het aan hem tot een plicht maakt en veroorlooft, om alle afwykingen in dezelve met geftadige opmerkzaamheid waar te neemen, en zo veel mooglyk te verbeteren. landbouw, koophandel: r y k d o m. In gevolge van de verfcheidenheid tusfchen de eene en de andere provinciën, is de Pruisfifche ftaat ten deele rykelyk, maar ook ten deele fpaarzaam, met natuurlyke voortbrengzelen gezegend. De akkerbouw en veeteelt worden in dezelve, te recht, als de grondflagen van het duurzaamst polityk geluk aangemerkt, en ook daarom door alle mooglyke middelen bevordert. Dit is de reden, dat deze landen ook dan nog overvloed aan graanen hebben, wanneer andere , die zelfs vruchtbaarder zyn, gebrek aan dezelve lyden. Hout is voor eenige landftreeken een gewichtig artykel van uitvoer, en het Scheepstimmerhout, 't welk tusfchen de Wefer en de Weichfel valt, wordt voor het beste van Europa gehouden. De zydeteelt neemt van jaar tot jaar geftadig toe,  STAAT EN'VAN EUROPA. 223 toe, doch moet ten minften nog tweemaal aan* zienlyker worden dan zy tegenwoordig is, eer zy aan de inlandfche fabryken genoegzaame voorraad van zyde opleveren kan. Het zyn deze fabryken, op welke de Regeering, haare oogen tot hier toe, met zeer veele oplettendheid gevestigd houdt; en welke eene aanhoudende duurzaamheid belooven, nadien zy meerendeels op de voortbrengzelen des lands gegrond zyn. Dezelve beftaan hoofdzaaklyk in linnen-laken-en leêr-manufa&uuren , benevens eenige fabryken van yzer, ftaal en koper. Minder zeker zyn de manufaduuren in zyde- en boomwolle ftoften. Ook de tabaks- en fuiker - fabryken zyn niet alleen van groot gewicht voor hetbinnenlandsch vertier, maar insgelyks voor den Koophandel na Polen. De mineraalen beginnen mede van zeer veel belang te worden, hoewel dit land noch zilver, noch goud oplevert. De Graaf van Herzberg oordeelt, dat het jaarlyks beloop der Pruisfifche fabryken over 't algemeen, meer dan 30 millioenen daal* ders bedraagt, van welke voor 14 millioenen buiten 's lands gevoerd, en het overfchot van 16 millioenen in het land zelve verbruikt wordt. Hierby komen.nog ten minften voor 2 millioen aan uitgevoerde graanen en hout, benevens een'  «24 P0LITYK EVENWICHT DEBL «en' zeer aanzienlyken tranfito-handel, door middel van Pruisfifche Schepen. Alle natuur* lyke en kunftige voortbrengzelen van dit land* mogen derhalven jaarlyks omtrent 40 millioenea daalders bedragen, waarvan de helft aan vreemde natiën verruild, doch door zulke inlandfche behoeften, als wyn , koffy , olie, boomwol enz., nog op verre naa niet verflonden wordt; invoegen de uitvoer van Pruisfifche produ&en den invoer van vreemde waaren zeer verre overtreft, en het geld in de Pruisfifche Staaten geftadig toeneemen moet. Dit laatfte wordt ook bevestigd door de ondervinding, aangezien in de bank te Berlin vee-» le milloenen liggen tegen twee en een halve percent intrest, en de waardy der goederen van tyd tot tyd hooger klimt. BÉVOLklN Gé Van Weinige Staaten in Europa is de menigte van inwoonderen zoo nauwkeurig bekend, als van de Pruisfifche. In deze wordt niet alleen het getal van geboorenen, geftorvenen en getrouwden, jaarlyks bekend gemaakt; maaide gefamentlyke inwoonderen worden ook alle jaaren geteld. Hoewel nu de byzondere optel-  STAATEN VAK EUROPA 225 tellings-lysten, waaruit vervolgens de hoofdfom opgemaakt wordt, nimmer onder 't oog van 't publyk komen; geeft nogthans de Graaf van Herzberg de geheele bevolking met zekerheid op zes millioenen aan, welke opgave met de lyst der geftorvenen overeenftemt, endaarom van de beste ftatistifche fchryvers ook wordt aangenomen. REGEER ING. Pruisfen is eene onbepaalde Monarchie,voor zo verre deze, door haare famenhang met het Duitfche Ryk, en als één van deszelfs voornaamfte leden, niet gematigd wordt, In geene Monarchie van Europa worden echter de grondwetten en privilegiën meer in eeren gehouden, dan hier, by aldien zy flechts de algemeene orde niet benadeelen. Deze orde in alle regeerings - aangelegenheden, en in '£ {taats -beftuur, bleef langen tyd onbegrype]yk, en is thans een voorbeeld voor geheel Europa. Het geheim belfond enkel in het beroemd en zogenaamd tabellen- werk, ingevolge waarvan de ontelbaare draaden van het gefamentlyk beftuur, zonder de minfte verwarring in elkander geweven zyn, en zich geduuP rig  S2Ó P0LITYK EVENWICHT DEK. rig nader aanëenknoopen , tot aan de laatfte knoop, welke in de hand des Konings is. Zes en veertig jaaren agterëen was dezen Koning één der wyste , beste en deugdzaatnfte Vorften , fteeds onvermoeid in den arbeid voor zyne onderdaanen, en altoos genegen om dezelven wel te doen. Ter bevordering van hunne welvaart, worden nog fteeds alle jaaren tusfchen de twee en drie millioenen daalders, fomtyds meer, uit de Koninglyke fchatkist hefteed. Geen wonder derhalven, dat de landbouw, neering en bevolking zoo buitengemeen fterk vermeerderden,en daardoor de zenuwen van den Staat in diervoegen verfterkt wierden, dat deze, in fpyt van al 't geen kortzichtige ftaatkundigen dènzelven, na den dood des grooten Konings , die de Schepper daarvan was, voorfpelden,nog in dezelfde volle kracht ftaan, en, uit dien hoofde van de voortreflyke opvoeding, welke de Princen van dit Koninglyk-huis doorgaans genieten, voorzeker nog lang zal kunnen ftaan blyven. FIN ANCIEN. De inkomften van dezen Staat zyn veel minder bekend, dan deszelfs groote en bevolking. Mea  staaten van europa. 22? Men maakt daarvan een geheim, doch ongetwyffeld meer uit eene oude gewoonte, waar* voor men eertyds gegronde redenen hadde* dan om ftaatkundige oorzaaken. Misfchien ontbreekt het flechts aan eene voegzaame gelegenheid, om dezelve waereldkundig te maaken; want dewyl het Hof van niemand geld begeert te borgen, zo behoeft ook niemand zich om de toeftand zyner financien te bekommeren- In geen der groote Staaten van Europa, heerscht zulke geftrenge en nauwkeurige orde in het financie-wezen, als hier;maar in geen derzelven zyn ook de financien * naaf evenredigheid, in zodanigen bloei. Bussching * en meer andere Schryvers, fchatteden de jaalykfche inkomften tot nu toe op 21 millioeneri daalders; doch, toen men begon dezelve nauwkeuriger te berekenen, bleek het dat zy meef bedragen moesten , en eenige begrooteden haar op 08 millioenen daalders. Deze fom fchynt de waarheid nader by te komen, dart de eerstgenoemde, en 'er zyn ook wel onderrichte Pruisfen, die dezelve als volkomen echt aanmerken* Men zou haar derhalven zonder bedenking daarvoor .houden kunnen, indien niet de Ridder en Lyf-arts von zimmerman,in zyn werk over fr ede rik den grooP 2 ten*  228 poi.ityk evenwicht der ten, goedgevonden hadde een brief van den Grave van Herzberg te laaten drukken, waarin deze uitmuntende Staatsman, voor wien de geheele toeftand der Pruisfifche Monarchie, in alle haare deelen 5< als in een landkaart open hgt, de gefamentlyke inkomften op 24 millioenen, en het jaarlyks overfchot op 5 of 6 millioenen daalders begroot. Van dit overfchot worden de fommen genomen, welke alle jaaren aan de verbetering van het land befteed worden, en dan het resteerende in de fchatkist uitgeftort. Wy willen derhalven, om aan die opgave naby te komen, welke zoo geloofwaardig is, voor den Pruisfifchen Staat vyfent&intig millioenen aan inkomften onderftellen. De zo evengemelde fchatkist is de eenigfte in zyn foort, in geheel Europa, alwaar voor 't overige niet eenen Staat eene wezendlyke 'fchatkist heeft, want byna alle hebben fchulden ; Pruisfen is daartegen niets fchuldig. Na het overlyden van freder ik den grooten, waardeerde men deszelfs nagelaaten fchat zeer verfchillende, te weeten van 100 tot op 300 millioenen daalders. Het eerstgenoemd getal zou waarfchynlyk naast aan de waarheid komen, indien men onderftellen mag dat de zevenjaarige oorlog dènzelven uitgeput hadde. Dan  staaten van europa» 220, Dan zulks wordt door den Ridder von zimmerman tegengefproken, die beweert, dat de. fchatkist, hy het fluiten van den vrede in 1763, nog even zo vol geweest zy, als met het begin des Oorlogs. De Koning zelve zeide, gelyk deze fchryver verhaalt, dat hy niet meer byëen verzamelen wilde , dan tot een' twaalf jaarigen Oorlog vereischt wierdt. Reekent men nu de jaarlykfche kosten tot het voortzetten van den Oorlog flechts op 20 millioenen daalders., dan kunne,n die genen evenwel gelyk hebben, welke den in voorraad zynde fchat op driehonderd millioenen begrooten (c). Doch , hoe veel of hoe weinig de reeds byeen gezamelde fom bedragen moge; zy blyft toch (c) Niet waarfchynlyk : Want indien het geheel overfchot der jaarlykfche inkomften, volgens de hiervoor gemelde opgave van den Staatsminister Grave van Herzberg, na afcrek der noodzaaklyke uitgaven , flechts 5 of 6 miüioenen daalders bedraagt, en van deze nog tusfchen twee en drie millioenen, of meer, alle jaaren aan de verbetering van het land befteed worden, dan kan, ten hoogden gerekend, niet meer dan Aie millioenen 's jaars in de fchatkist worden uitgeftort, die nog daarenboven, in ieder jaar van Oorlog, zo niet aanmerkelyk moet verminderen, toch voorzeker niet wel zal. kunnen vermeerderen. Vert. P 3  230 pqlityk evenwicht der in alle gevallen een bewys van de zeer voordeelige balans des Koophandels van dezen Staat, en een fterke fteunpilaar van deszelfs macht. krygsmacht. De Pruisfifche armee is, naast de Rusfifche en Oostenrykfche , de flerkfte in Europa, doch boven deze en alle anderen de best gedisciplineerde , in alle krygs - manoeuvres de meestgeoeffende, en de marschvaardigfte. Zy beeft maar eene zwakheid, te weeten, dat daarin te veele vreemdelingen zyn , welke meer dan een vierde gedeelte van dezelve uitmaaken; met groote kosten aangeworven worden , en by de eerfte uitberfting van eenen Oorlog in groote menigte deferteeren, doch ook gemcenlyk , na den eerften gelukkigen veldflag, zich wederom daarby voegen. Deze armee beftaat thans uit 242 bataljons, of 158816 man Ïnfantery, 235 eskadrons , of 38770 man Cavallery, en een Veld-artillery van 11000 man; dus te famen uit uit 208586 onder welke wel de Referve - troepen , doch niet de Ingenieurs, Jagers, Cadetten, Invaliden enz. begrepen zyn ; zo dat de geheele fom,  staaten van europa. 23I fora, ten naasten by, 225000 man bedragen kan. Wy zullen voor het rond getal flechts 210000 man aanneemen. buitenlandsche verbintenissen. Onder alle Europeefche Staaten heeft Pruisfen thans de meeste en machtigde alliantien. Het Porftenverbond met de voornaamfte envermogendfte Ryksvorften, heeft flechts alleen betrekking op de aangelegenheden van het Duitfche Ryk. De triple - alliantie met Grootbrittannien en de Vereenigde Nederlanden, verzekert aan hetzelve eenen machtigen byftand ter zee, en aan den Rhyn. De alliantien met de Porte en met Polen geeven Pruisfen een ontwyffelbaar overwicht, zelfs boven het fameti verbonden Oostenryk en Rusland; want tegen één van dezen Ryken alleen, heeft het zulks niet eens nodig. Hoedanig Pruisfen met Zweden ftaat is niet opentlyk bekend; doch, naar het fchynt, heeft tusfchen die twee Mogendheden ten minften eene goede verftandhouding plaats. P 4 XL  p0lityk evenwicht der. XI. RUSLAND. groote. Vol gens de tegenwoordige uitgebreidheid, van het Rusfifche Ryk, heeft hetzelve eenen omtrek, diergelyke geen ander Ryk ooit gehad heeft. Noch de Monarchie van alexander den grotten, noch het gebied der oude Romeinen , noch het hedendaagfche China, kunnen het in groote geenzinsevenaaren. Dit Ryk alleen, befiaat het dertigfte gedeelte van onzen geheelen aardbol, en meer dan het tiende gedeelte van al het vaste land op dezelven (d); invoegen, wanneer al het land op (d Hosunn zegt, in zyne Jialistifche. fchildi. rungen van Rusland (zynde verre weg het beste werk, dat 07er dit onderwerp tot heden toe gefchreven is) dat Rusland hst zevende gedeelte van het vaste land op onzen aardkloot ueflaat, en half zo groot is als geheel Afien. Veth  STAATEN VAN EUROPA. 233 op onzen planeet in gelyke groote Ryken verdeeid ware., alsdan niet meer dan tien zodanige Ryken op de aarde konden plaats vinden. Nadien wy de befchouwing der overige Europeefche Staaten, derzelver bezittingen in andere waerelddeelen niet onder hunne groote, noch onder hunne bevolking mede gerekend hebben, zou men daaruit betruiten kunnen, dat, om hierby eene gelykvormigheid in 'c oog te houden, wy insgelyks het Afiatisch Rusland van 't Europeesch gedeelte behoorden af te fcheiden. Dan het eerfte maakt met dit laatfte een volkomen aaneengefchakeld en in alle opzichten vereenigd Ryk uit, 't geen echter het geval niet is roet opzicht tot de volksplantingen , behoorende onder het gebied van andere Staaten. Aldus beide deelen te famen neemende, bedraagt de vlakken inhoud van dit verbaazend groot Ryk, volgens eene gemaatigde begrooting, 304000 vierkante geographifche mylen; van welke het Europisch aandeel 47686, en het .Afiatisch aandeel de overige mylen beftaat (e). LIÖ- (e) Deze opgave verfchilt eenigermaate van die van hermaks, welkt geheel Rusland op omtrent 2 30000, en het Europisch gedeelte daarvan op 78000 vierlt< mylen begroot. p 5 Fm.  334 FOLITYK EVENWICHT DER, LIGGING. Deszelfs ligging is zeer gefchikt tot het formeeren van zulk een uitgeitrekt gebied; en ook nergens anders, op de geheele aarde,kon een Ryk van dezen omtrek ontftaan, of zich ftaande houden. Het Europeesch Rusland, waarop wy hier hoofdzaaklyk onze oplettendheid vestigen, heeft zyne beste provinciën ten noorden (of eigentlyker ten westen) aan de Oostzee, ten zuiden aan de zwarte zee, en in 't uiterfte noorden aan de Ys zee. Het wordt van verfcheiden groote rivieren doorfneden, welke deszelfs koophandel zeer merkelyk bevorderen. Zyne nabuuren in Europa zyn : U Noorwegen, en wel in eene landftreek, waar men met geene mooglykheid eenen Oorlog voeren kan; 2. Zweden, dat alleen in vereeniging met zeer groote Mogendheden,eenige vyandlykhedert tegen Rusland zou durven onderneemen; 3. Polen, 't welk reden heeft om zich te verheugen, wanneer het, in Vrede en Oorlog, van Rusland Hechts ongemoeid wordt gelaaten ; het Ottomanfche Ryk , dat op zich zelve, zo min te land als ter zee, tegen Rusland beftaan kan, waarom dit laatfte Ryk  STAATEN VAN EUROPA. 135 Ryk dan ook, naar alle fchyn , op deze overmacht zeer gewichtige ontwerpen bouwt (ƒ). Afgelegener nabuuren, voor welker aanvallen het nogthans door geene tusfchenliggende Mogendheden beveiligd wordt, zyn: 5 Pruisfen, dat Rusland, in de uitvoering van zyne groote ontwerpen zeer hinderlyk dreigt te worden; en 6 Oostenryk, 't welk te minder een bondgenoot van Rusland zal kunnen blyven, naar maate het waarfchynlyker is, dat het daarmede, wegens de evengemelde oogmerken, m oneenigheid kan en moest geraaken. Op deze beide, hoewel niet volftrekt aangrenzende, Mogendheden, heeft het derhalven inzonderheid zyn oog te vestigen; want zy zyn de eenigfte geduchte nabuuren van Rusland. In (f) Deze ontwerpen zouden, zo als men voorgeeft, in niets minder beftaan, dan om de Turken u.t Lheel Europa te verdryven, en derzelver landen aan het Rusüsch gebied te hegten; vervolgens de zete van dat Rvk naar Conftantinopel te verleggen, en aldaar het Griek'fche Keizerryk te herftellen, of ten minften één der zoonen van den tegenwoordige Grootvorst, tot Keizer van Griekenland te verheffen. Of dit ont; werp aan het Rusfifch Hof werkelyk gefmeed, of flechts een listig verzonnen hersfenfchim is, ten einde zekere ftaatkundige oogmerken met meer fchyn van recht door te zetten, moge die geen beflisfen, die daartoe he- 1 ,-c Vert, voegu ts.  236 POLITYK EVENWICHT DER In Afiën wordt het door de Caspifche zee befchermd tegen Perfien, van welk zo hevig gefchokt en verdeeld Ryk, het boven dien niets te vreezen heeft. Hierop volgen eenige vreedzaame ïataarfche horden, en alsdan het groot Chineesch Ryk, dat, met opzicht tot deszelfs vlakke inhoud, het tweede, maar ten aanzien zyner bevolking, voortbrengfelen en rykdom, het eerfte in de waereld is. Intusfchen kan hetzelve voor Rusland geenzins geducht worden, alzo in de eerfte plaats de Chineefen geenzins beltand zyn tegen Europeefche in den wapenhandel wel bedreeven Troepen ; en ten anderen , dewyl de aangrenzende provinciën van dat belang niet zyn, om hen tot eene verroyering van dezelve aan te fpooren, ja deze zelfs aan een talryke armee niet eens een verblyf daarin veroorloven. Ten oosten wordt het Van den grooten oceaan befpoelt, en heeft aldaar, noch van Chineefche, noch van "Japanfche vlooten het allerminst te vreezen. Het ftrekt zich van daar verder uit, langs eene rei van tusfchen Allen en Amerika gelegen eilanden, tot in het noord-westelyk gedeelte van Amerika, waar het onbekende natiën begroet. De noordelijkfte kust wordt van dryvende, als mede van vastllaande ysbergen, geheel omringd, welke kust,in zyne vol-  STAATEN VAN EURO P Aï 237 volle uitgeftrektheid,ook nog nooit door fchepen is bevaaren. Uit het midden van Afiën ftroomen groote rivieren, welke, na verfcheiden Rusfifche provinciën, tot groot voordeel voor dezelven doorloopen te hebben, zich in de ys-zee uitftorten. LANDBOUW, KOOPHANDEL, R Y K D O M. Een Ryk van dezen onmeetelyken omtrek; en van zodanige ligging, moet noodzaaklyk eene verbaazende verfcheidenheid van voortbrengzelen opleveren. Het bezit ook in de daad eene menigte produkten, welke van de overige Europeefche natiën gezogt worden, waarvan fommige voor eenige derzelven onontbeerlyk zyn. Onder deze zyn : graanen, waaraan de westelyke en middelfte provinciën van het Europeesch Rusland inzonderheid , zodanigen overvloed hebben, dat men derzelver jaarlykfche uitvoer, uit Archangel en de havens van de Oostzee, op veelmeer dan een millioen daalders waardeert; even zo hoog fchat men ook de uitvoer van bom; doch van hennip en vlas , zo wel ruuw als verarbeid, wil men dat Rusland voor meer dan negen nulli-  238 PO LITYK EVENWICHT DER Koenen daalders affcheept. De tabaksbouw is mede voor dit Ryk zeer voordeelig. Uit het dierenryk teelt Rusland > voor den buitenland, fchen Koophandel, niet Hechts verkens, paar* den en hoornvee, welke laatfte alleen de waardy van byna anderhalve millioenen daalders aan jucbten, voor den jaarlykfchen uitvoer, levert; maar het Afiatisch Rusland brengt ook eene onbefchryflyke menigte van pelteryemzn, welke insgelyks een zeer voornaam artykel van Koophandel, en , ten aanzien van verfcheiden provinciën, het eenigfte inkomen der kroone uitmaaken; terwyl de visfcheryen voor den handel met vreemdelingen de kaviaar en vischlym verfchaffen. Met deze, en nog eenige andere natuurlyke voortbrengzelen, dryft Rusland eenen zo voordeeligen Koophandel, dat niet flechts alle manufaftuur - waaren, van welke het, by gebrek van eigen fabryken, zeer veele noodig heeft, daartegen ingeruild kunnen worden , maar ook nog eene overwinst in den balans des Koophandels van verfcheiden millioenen s jaars zoude hebben. Dan deze zogenaamde overwinst is niet gemaklyk overeen te brengen, met het zo zeer in 't oog loopend gebrek aan gereed geld, zelfs in de refidentie* plaats  STAATEN VAN EUROPA* plaats, welke tevens de hoofdzetel is van den buitenlandfchen Koophandel (g). De zuidelyke provinciën zyn ongemeen vruchtbaar, en derzelver voortbrengzelen uitmuntend, maar het ontbreekt haar aan gelegenheid tot de verzending, nadien zelfs de Koophandel op de zwarte zee, van welke men zich zeer veel beloofde, tot nog toe niet heeft willen lukken. Naa Perfien, China en Bucharyen vertrekken Rusfifche Karavaanen, welke echter, in vergelyking met den Europeefchen Koophandel, weinig te beduiden hebben. Wat de mynen of (g) En nogthans blykt het, uit de zeer uitvoerige tafelen, by hermans in zyne meermaals vermelde ftatistifche fchildering van Rusland aangehaald, dat des. zelfs jaarlykfche overwinst, of meerdere uitvoer van eigen producten, dan invoer van buitenlandfche goederen , werkelyk omtrent vyf millioenen roebels bedraagt. Denkelyk zal men hiervan wel eenig rabat moeten maaken , uit hoofde van de onvermydelyke lluikhandel, ter oorzaake van de zeer zwaare inkomende rechten. Een gedeelte van deze balans komt in de daad in zilveren munten in het ryk tot betaaling van de tollen enz., doch een goed gedeelte daarvan blyft ook zeker buiten 's lands, in de banken van Londen, Amfterdam enz. en het overige wordt tot de Kroons-uitgavee in vreemde landen, byzonder in Oorlugstyden befteec. VtTt.  &40 polityk evenwicht der of het mineraalen-ryk, oplevert, ftrekt meer tot byzonder voordeel van de Kroon, dan ten voordeele van de onderdaanen. Rusland heeft ook reeds voortreflyke fabryken in metaalen; doch van 't geen dezelve vervaardigen, wordt als nog weinig buiten 's lands uitgevoerd. bevolking. Men heeft optellings - lysten van alle de mansperfoonen ih Europeesch Rusland, volgens welke het getal der gefamentlyke inwoonderen,. ten naasten by kan bereekend worden. Verfcheiden ftatistifche fchryvers onder de Duitfchers, begrooten derzelver getal, voor Rusland in Europa, op 19, 20 of 21 millioenen, en voor het Afiatifche gedeelte op 4, of ten hoogften 5 millioenen; dat is, door het geheele Ryk omtrent 24 millioenen zielen. Doch de Rusfifche Schout by Nacht pleschtschew, heeft, in zyne Geograpbie des Rusfifchen Ryks, hun getal, volgens eene gefpecificeerde lyst s naar de Stadhouderfchappen en Provinciën, begroot op 26,618148 menfchen, waaronder nogthans eene groote menigte perfoonen van allerlei rang en ftaat, zelfs de  è^AATÉN VAN EUROPA. 2^f dë inwoonders van geheele provinciën, niet ééns begreepen zyn. Zo men nu deze ai té famen daarby voegt, zal men de volle fom vari alle inwoonderen des geheelen RusfifchenRyks, wel niet minder dan tot dertig millioenen kunnen aanneemen. Deze opgave mogéri wyoök onderftellen als het naast aan de waarheid ko>< mende, zo lang men ons geene gegronde redenen aanwyst, om de gédaane optelling tè wantrouwen. Men moet echter hierby wel ir* 't oog houden, dat daaronder meer dan 5 millioenen Aflaten zyn begreepen, dat is te zeggen lieden, welke tot de waare macht desryks niets het minfte toebrengende, naar billykheid van de volkomen fom moeten worden afgetrokken. Hierom kunnen wy dan ook het gètal der voor den Staat nuttige Burgeren 9 niet hooger ftellen dan op 25 millioenen RÉ- (h) Hermakn begroot mede de bevolking, in 'lt jaar 1788, op 30 millioenen menfchen; doch fchat het Èuropeesch gedeelte van Rusland op 27,200,009 ,' en het Afiatisch gedeelte flechts op a;8oo,coo ingezetenen.  1*2 polityk evenwicht DErT K E g E E R i k gj De zelf beheerfcher aller Rusfen erkent geenerhande bepaaling, met opzicht tot zyne heerfchende macht, en regeert zyn onafmeetbaar Ryk zonder de geringfte wettige deelneeming van eenig perfoon hoegenaamd , ten zy dat zulks uit kracht van zyn eigen bevel gefchiede. De onzekere troonsopvolging geeft eene foort van zwakheid aan dit Ryk, en is fomwylen de rampfpoedige oorzaak van hevige beroertens, gelyk men daarvan eene menigte voorbeelden kent. De tegenwoordige Regeering behartigt, op alle mooglyke wyze, de welvaart van den Staat. Zy heeft aan dènzelven, door eene gemaklyker verdeeling en eenvormiger gefteldheid, eene geheel nieuwe gedaante gegeeven. Zy heeft de onderfcheiden Handen, alleenlyk met uitzondering van den geringften, maar onöntbeerlykften, namelyk den boeren-ftand, nieuwe daarvoor paslende voorfchriften toegedeelt. Zy heeft naby de tweehonderd nieuwe lieden aangelegd en met privilegiën begunftigd,ten einde de zeer nuttige landbouw, door een nader vertier zyner voortbrengzelen, meer en meer aan te moedigen  STAATEN VAN EUROPA. 2 4$ gen. Zij heeft de manufactuüfeh dn fabryken krachtdaadig onderfteund. Zy heeft* met verbaazende kosten , buitenlandfche Colonien in woeste , maar vruchtbaare landftreeken gevestigd. Zy heeft, door aanzien^ lyke belooningen, vreemde Kunftenaafen en Geleerden na Rusland gelokt, de nog weinig bekende provinciën laaten onderzoeken , en nauwkeurige landkaarten van dezelve doen vervaardigen. Zy heeft den Koophandel, door' alle mooglyke wegen en middelen, getracht üit te breiden, en, zo Wel uit dien hoofde s als tot de vergrooting des Ryks, doch hoofdzaaklyk met opzicht tot deszelfs meerdere Veiligheid én vermeerdering des Koophandels, dé kostbaarfte Oorlogen gevoerd* Er fchiet nog maar ééne zaak over—en wel de hoofdzaak—s om namelyk den gemeenen Rus eene betere Opvoeding en beter onderwys te geeven. Hiettoe is mede eene begin gemaakt, hoewel volgené eene in Duitschland afgekeurde en reeds verworpen leerwyze. Aldus flaat dë Regeering haar ©og op alles, ten einde nietë te verzuimen, wat tot den bloei en innërlykë kracht des Ryks kan toebrengen. En nadien deze heilzaame beezigheid alleen j eene onafgebroken werkzaamheid der Regeeringe \ en q 2 éi  244 JPOLITYK EVENWICHT DESÜ de infpanning van alle voorhanden zynde hulp* middelen fchynt te vereisfchen : zo moet men zich te recht verwonderen, hoe zy haare oogmerken nog op veroveringen richten, en daardoor haare hulpmiddelen uitputten kan, by aldien deze oogmerken niet wezesdlyk noodzaaklyk zyn, ter bevordering van het voor de welvaart des Ryks ontworpen plan, en die welvaart door geen vreedzaamer plan kan bereikt worden» FINANCIENv Wegens de inkomften van Rusland heerscht eene groote verfcheidenheid van gevoelens j want eenige fchatten dezelve op 30, andere °P 35 » nog andere op 42, en fommige zelfs op 50 millioenen daalders. Men ontmoet deswegens wel is waar gedetailleerde bereekeningen ;doch eensdeels heeft men derzelver nauwkeurigheid in twyftel getrokken; anderendeels zyn dezelve te oud, en men meent dat die inkomften van jaar tot jaar vermeerderen. Teroorzaake van het weinig gemunt geld, 't welk in Rusland circuleert, gelyk men onder anderen uit de ongelooflyk laage pryzen der inlandfche voortbrengzelen kan befluiten, fchynt de opgave van  staaten van europa» Qtf van 50 millioenen te hoog. Het zal derhalven wel het veiligfte te wezen, om veertig millioenen daalders voor het middengetal aan te neemen. Doch Rusland is bezwaard met groote fchulden, waarvan wy nogthans niet in ftaat zyn, om flechts de waarfchynlyke fom op te geeven. krvgsmachtJ De landmacht blyft zich zelve niet altyd gelyk. In gevolge van de beste berichten beftaat de geheele Rusfifche armee uit meer dan 400,000 koppen, doch wel voor de helft ongeregelde troepen, welke in eenen geregeldenOorlog ten eenemaale nutteloos zyn, en aan de armee flechts het onderhoud moeijelyk maaken. Van de overige helft [moet zulk een aanzienlyk gedeelte voor de inwendige veiligheid van dit wyd-uitgeftrekt Ryk gebruikt worden , dat voor het leger te velde nauwlyks 130 of 150000 mannen kunnen overblyven. Wat tot veldtochten bruikbaar en onöntbeerlyk is, beftaat in de navolgende manfchappen: Guarden 10000, geregelde Ruitery 60000, geregelde ïnfantery, daaronder begreepen de ligte ïnfantery eti Q 3 fa  g2}.6 PQLITYX EVENWICHT DER Jagirs, Ï500QO , en de Artillery 10000; dus te famen 230000 man. Worden misichiennog 20000 Kola's-ken mede te velde genomen,dan klimt de hoogfte macht, waarmede Rusland zyne vyanden kan beoorlogen, op 250000 man (ij. Zo talryk zullen echter de Rushfche armeen nimmer m 't veld verfchynen. Aan (i) Deze opgave is zeker niet nauwkeurig. By mfö verblyf in Rusland, heb ik de Krygsmacht van dat Ryk, door des kundigen, gemeenlyk op 400 of450000 man hooren begrooten, fchoon men het zelier getal niet wel kan aangeeven, en zulks ook, naar maate van de omftandigheden, aan menigvuldi-, ge veranderingen onderhevig is. Een myner vrienden , die zich mede veele jaaren aldaar opgehouden heeft, zegt, in zynen Tegenwoordigen Staat van Rusland (gedrukt te Amft. by A. Eprchers, 1781), dat het getal der reguliere troepen, ettelyke jaaren te voeren, 345005 man beliep, waaronder 10188 Guarden, 34°32 Artilleristen en Ingenieurs, en 343S2 Ruiters, de rest voetvolk, ligte troepen enz. Op denzelfden tyd telde men nog aan irreguliere troepen, als Kofakken, JKalmukken enz. 261172 ; zo, «dat de geheele armee toen uit 006*78 man beftond. Een groot gedeelte der Kofakken en anderen, wel. ke onder de irreguliere troepen behooren, zyn ook tegen zulke vyanden , a{s waarmede Rusland ge. meenlyk te ftryden heeft, gansch geene verachtelyke  STAATEN VAN EUROPA. S47 Aan de vermeerdering der zeemacht is, geduurende den tegenwoordigen nog onge. eindigden Oorlog , onophoudelyk gearbeid, maar'zy heeft ook veel geleden. Men heeft haar op 60 Schepen van linie begroot; doch in de Oost - zee zyn flechts 30 , en in de zwarte zee 10 of ia te voorfchyn gekomen, waaruit men befluiten mag, dat het getal der linie.fchepen thans niet boven de 50 kan bedragen. De Rusfen zyn dappere Soldaaten, zo te water als te lande, en die niet ligt wyken. Hunne armee is beter gedisciplineerd, dan geoeffend. De Engelichen hebben kundige Bevelhebbers voor de vloot onderwezen. BÜITENLANDSCHE VERJ8lN« TENISSEN. Tot op de fluiting van het traftaat van Reichenbach,was Oostenryk met Rusland zeer nauw vereenigd. Of deeze vereeniging voortduuren zal, en de uitwerking daarvan alleenlyk voor dezen Oorlog opgefchort blyft, moet de tyd leeren. De alliantie met Denemarken zou voor Rusland, zo wel over 't algemeen wegens de Sond, als in 't byzonder wegens Q 4 Zwe- l  ^ POLITYK EVENWICHT DER, Zweden te water en, te lande, zeer gewichtig .zyn j indien de eerstgenoemde ftaat van anderen die machtiger zyn dan hy, niet te gemaklyk daarin kon tegengegaan worden, in welk geval Rusland te verre af is, om eene armee te land, of een vloot ter zee,met den vereischten fpoed tot zyne onderfteuning, derwaards te zenden. Hiervan kan zich Rusland geen grooter byftand van Denemarken belooven, dan de zeemogendheden en Pruisfen dezelven ftilj £wygend toelaaten* xir.  STAATEN VAN EUROPA. 24$ XII. S A X E N. GROOTTE* e vlakke inhoud van dit Keurvorftendom, met dien der overige aan het Keurvorftelyk huis onderhoorige landen, welke gemeenlyk al te famen op 729 vierkante mylen gefchac wor^ den, is door oanzeer begroot op 736 vierk. mylen, 't welk dus, met eene zeer ge^ ringe byvoeging, het rond getal van 750 uitmaakt. Dan dewyl hieronder ook die landen zyn begreepen, welke alleenlyk domeinen van den Keurvorst zyn, en de overigen flechts op 717 vierk. mylen bereekend worden, zullen wy, voor het eigentlyke Keurvorftendom, 725 mylen als een middengetal aanneemeu. De uitflag der meetingen a welke niet lang geleden door dit geheele. land ondernomen wier* den, is nog onbekend. q 5 19-  £50 POLITYK EVENWICHT DÏR *■ 1 O G I N G. Deze is zeer ongunftig. Van alle kanten j door aangrenzende landen, ingefloten zynde, heeft het nergens een' vryen uitweg die altyd open ftaat, noch eene .zyde, waar het voor vyandelyke aanvallen veilig is. De Elve, en zyne overige rivieren, welke ligt bevaarbaar gemaakt en onderling vereenigd kónden worden, brengen dit land maar zeer weinig voor, deelen toe, aangezien deszelfs fcheepvaart op de Elve reeds by Maagdenburg geftuit wordt. Het ligt wyders tusfchen twee. der aanzienlykfte Mogendheden van Europa, in welker Oorlogen Saxen óf genoodzaakt is party te kiezen, of zich bloot ftelt aan het misnoegen van beide. Had deze Staat wat meerder krachten, en daartegen zulke weêrlooze grenzen niet) dan kon zodanige ligging tot vergrooting van dènzelven aanleiding geeven. Doch hy heeft tegen Pruisfen hoegenaamd geene beveiliging, noch van de natuur, noch door kunst. Tegen Bohemen wordt het wel tamelyk goed gedekt door het Ertsgebergte; maar die linie van verdeediging is te uitgebreid, dan dat de Saxifche krygsmacht zou kunnen toereiken, om ze  STAATEN VAN ^EUROPA, 2$l setegen eene Oostenrykfche armoe behoorlyk te bezetten. Dresden, als vesting aangemerkt, kan geenen tegenftandbieden,zonderv?Jvield' te worden. Dus is de ftad alleen van ve?l belang als eene wapenplaatsen dat geheel Saxen geene andere bekwaame plaats daartoe oplevert, kan hetzelve alleen onfchuldigen, dat het de hoofdftad bevestigd heeft. Er is, behalven Polen, niet één eenigzins aanmerkelyke Staat in Europa, die zulk eene nadeelige en onaaagenaame ligging heeft., landbouw, koophandel; R v k i> o M. Saxen is een vruchtbaar en wel bebouwd land, 't welk grooten rykdom aan natuurlyke goederen bezit. Het planten - ryk levert aanzienlyken voorraad van graanen, een toereikende menigte van boomvruchten, berlfevens overvloed van hout en vlas. In het dieren-ryk munten inzonderheid deszelfs Schaapen uit. De voortbrengzelen van het mineraalen • ryk zyn boven al van groot aanbelang en zeer voordeelig, want men fchat het product derzelven, jaarlyks op verre boven de twee millioenen daalders. Alle deeze inlandfche ge- fchen-  052- POLITYK EVENWICHT DErÜ fchenken der natuur, met nog veele andere; welke van buiten inkomen, worden, in zo verre zy voor veredeling door menfchen handen vatbaar zyn, zeer vlytig en op de fraaifte wyze verwerkt. Van het grootite gewicht zyrr hier de Katoen - fabryken, ten aanzien van welken het alleen jammer is, dat deze fchoone tak van nyverheid eene ftoffe vereischt,' welke uit vreemde landen moet ingevoerd worden. Op veel zekerder grondilagen, namelyk op eigen inlandfche voortbrengzelen, berusten de uitmuntende linnen-fabryken , welke ook uit dien hoofde langer duurzaamheid belooven , en waarvan Jaarlyks voor meer dan derdehalve millioenen aan waarde wordt uitgevoerd. De laken-fabryken, die insgelyks op een inlandsch voortbrengzel berusten, verzenden voor meer dan één millioen daalders'sjaars. De mineralen geeven mede aanleiding, en verleenen de fcuwe ftof tot veelerhande fabryken, onder welke die van blik en kobalt de voornaamfte zyn. Behalven deze waaren, bezit Saxen nog een' anderen tak van nyverheid, welke aan dat land byzonder eigen is, te weeten de boekhandel, met de daarvan afhangende boekdrukkeryen, papiermolens en leh tergieteryen, van welke te famen genomen , Wh  staaten van ehropa. a'5§ mirabeau de jaarlykfche winst voor dis land begroot op 750000 daalders. Met alle deze en nog veele andere voortbrengzelen vannatuur en kunst dryft Saxen eenen fterken koophandel, waarvan de hoofdzetel te Leipzig is, en de aldaar gehouden wordende Misfen de voornaamfte fteunpilaaren zyn. Deze Misfer» geeven gelegenheid, zo wel tot eene gemaklyke en goedkoope bezorging der voornaamfte behoeften van dit land, als tot beter vertier des binnenlandfchen overvloeds. Van Saxens inlandfchen koophandel, welke ten minften ia millioenen bedraagt, wordt omtrent twee derden gedeelten alleen in deStadLeipziggedreeven,hoewel de geheele jaarlykfche mishandel, volgens de grootfte waarfchynlykheid, wel op 18 millioenen daalders, en de jaarlykfche overwinst des koophandels in alle Staaten van den Keurvorst, op 3 millioenen daalders mag gerekend worden. In deze naarftigheid der Saxen, waarin dezelve door niet ééne natie overtroffen worden , ligt de oplosfing van het raadzel ,1 hoe het mooglyk zy geweest, dat zulk een in den hoogden graad verwoest en uitgezogen land, als dit Keurvorftendom in 1763 was, zich binnen zoo korten tyd, ongeacht eeneii drukkenden last van fchulden en daarby komende  é54 POLITYK EVENWICHT ÖER dealgemeene landplaag, heeft kunnen herfteïlen, dat thans niet alleen de wisfelcours merkelyk tot voordeel van hetzelve is, maar ook de waardy des gelds aldaar vermindert, en die der vaste goederen daartegen vermeerdert, 't welk van den bloei eens lands altoos de zeker* fte bewyzen zyn. BEVOLKING. De inwoonderen der Keur-Saxifche Staa* ten zyn verfcheiden maaien geteld, en bedroegen in 1755 een êetai van 1,686908 menfchen. De oorlog van 1763 verminderde dezelve tot op 1,635000. Dit getal was in 1787, door de jaarlykfche overwinst van meer geboorenen dan geftorvenen, wederom met 384213 vermeerdert, en by gevolg toen reeds opgeklommen tot 2,019213. Men verkrygt nog grooter fom van bevolking, wanneer men uit dé geboorte- en fterf-lysten van de laatfte tien jaaren, de jaarlykfche middengetallen neemt, eö dat der geboornen met 28, doch de geftorvenen met 36 vermenigvuldigt. De uitkomst van beiden is alsdan 25033419, welk getal men voor dat der waare volksmenigte aanmerken  STAATEN VAN EUR OP A. 2Jfg ken kan. Wy zullen dus, voor het rond getal, twee millioenen aanneemen. R E G £ E R i N O. De Landftenden hebben, in de onderfcheïden Staaten van den Keurvorst, hunne vryheden zeer gelukkig gehandhaaft, en de Regeering gaat , met opzicht tot de gewichtigfte ontwerpen ten beste van het land, gemeenfchappelyk met de Stenden te werk. Aldus heeft de Regent een betamelyke macht, en de onderdaan bezit eene welgeregelde vryheid. In vroeger tyden had de Regeering zich het ver* wyt op den hals gehaald van buitenfpoorige verkwistingen; de tegenwoordige daartegen is beroemd om haare verftandige oeconomie ,zonder nogthans haare waardigheid daardoor te krenken. Door deze bezuinigingen, en daarby plaats hebbende goede orde, heeft zy aan het geheele land een zeer goed, doch noodzaaklyk voorbeeld gegeeven, waarvan de gevolgen reeds overal zichtbaar zyn. Zy heeft daarbenevens, tot herftel van het land, naa den verfchrikkelyken zevenjaarigen Oorlog, alles gedaan, wat de uitgeputte financie flechts veroorloofde § onder anderen heeft zy den land-  2§6 P0LITYK EVENWICHT DER landbouw aangemoedigd, en tot dat einde getracht de gemeente • gronden en het recht van weiden op dezelve te verminderen; voorts de zyde-teelt, het aankweeken van kruiden voor beesten - voeder, van vlas, tabak, hop en raapzaad, het ontginnen van woeste landeryen^ met meer andere voorwerpen des land -en akkerbouws, door het uitdeelen van eerbelooDingen bevordert; manufaótuuren en fabryken door het voorfchieten van penningen en gefchenken onderfteund j wegen en dyken in goeden ftaat gebragt, en kostbaare bruggen gebouwd, alles ten nutte van den koophandel; voorts het geheele financie-wezen, totop deszelfs grondüagen toe, verbeterd; fchaapen en fchaapherders met groote kosten, uir Spanje laaten komen, ten einde daardoor de inlandfehe wol, als een allergewichtigst voorwerp der inlandfehe manufacfuuren te veredelen , en ook dit oogmerk op het volkomenfte bereikt; insgelyks heeft men de ftoeteryen en paardeteelt dezer landen ongemeen verbeterd. Gver 't algemeen heeft de Regeering, door eene menigte van voortreftelyke fchikkingen en inftellingen beweezen, hoe zeer haar de waarö welvaart des lands ter harte gaat; en wat haaE inzonderheid eere aandoet, zy heeft eensdeels- haaw  STAATEN VAN EUROPA. 55? haare nuttige ontwerpen zo'nder de minfté dwang, óvereehkomftig mét de ftaatigefteldr heid des lands en de Saxifche vryheidsliefde, getracht door te zetten; ën ahdërendeels ; met de gtbotftë befcheidenheid zorg gedragen; oiri alle winderige praal daarby te vermyden. FlNA^ciENö Busching; als óbk de Staatsminister von heynitz, en de Pruisfifche Financieraad fisscher , hebbëh uitvoerige tafelen yari den ftaat der Keur-Saxifche financien in 'ï licht gegeeven. De eerstgenoemde reekent dé inkomften bp 5,915122 en de uitgaven op 6,414771, 't welk eeh deficit geeft van 300000 daalders. Doch 'er zyn misflagen in dèzerèekening. De tweede begroot de inkomften op' 6,909403; en de uitgavë op 6,859895 j laaiende aldus een overfchot van byna 50000 daalders. Volgens den derden was in 1778 de ohtfangst 6,779727, de uitgave 6,634153, en het overfchot 145600 daalders. Dan dewyl de Secretaris van het finahcie-collegïe, H ü n g e r , zeer ftellig verzekert, dat dé meeste fommen; in dé tafelen vart he ynitz aangebragt thans veel meer dan dienyds bedragen f  258 JPOLITYK EVENWICHT ftKR. zo kan men de ware inkomften van Saxen; veilig genoeg, op omtrent zeven en een halve millioen daalders begrooten. De fchulden waren in 't jaar 1763 opgeklommen tot tusfchen de veertig en vyftig millioenen; doch door middel van zeker fonds, 't welk tot derzelver aflosfing was beftemd, en ook heilig tot dat oogmerk befteed wierdt, waren zy reeds voor eenige jaaren tot bykans de helft vermindert, edoch in diervoegen, dat van de zogenaamde Saxifche Steur Obli« gatien, welke 29 millioenen bedragen hadden, nog geene volle 9 millioenen afgelost waren. Thans mogen deze laatfte nog omtrent 20 millioenen bedragen, maar de overige fchulden kunnen niet boven de 2 of 3 millioenen meer beloopen. KRYGSMACHT.; Deze beftaat uit eene Lyfgarde te voet van 900 man, 12 regim. ïnfantery van 1753 man ieder, een Lyfgarde te paard van 430, 2 reg. Curasfiers, 1 reg. Carabiniers en 4 reg. ligte Ruitery, ieder van 734 man, benevens eene Artillery van 1828 man, behalven de Inge-, nieurs, Cadetten, Zwitzers, Invaliden enz.  Staaten van europa; Zy kan dienvolgens uit 32000 rrian beftaan; doch wy onderftellen voor de eigentlyke armee flechts 30000. Dezelve is byna ten eenemaale uit lands inboorlingen famen gefteld* ftaande voorts onder [een goede discipliné, eü is uitmuntend wel gewapend. Zy wordt ook in de groote manoeuvres geoeffend, en heeft eene Artillery j welke van geene in Europa overtroffen wordt. De arienaalen en magazynen zyn van alles rykelyk voorzien, en de geheele armee wordt altyd in een marschvaaxdi* gen ftaat gehouden. buitenlandsche verbintenissen.Saxen is één der hoofd - deelgenooten in het Duitfche Vorften-verbond, en kan dus ftaat maaken op de befchermihg, benevens alle andere voordeden welke dit verbond bedoelt. Wyders ftaat hetzelve voor zo veel men weet, met geenen anderen Staat in eene werkzaame alliantie XIII* (k) Behalven dat de onlangs gedaahe Verkiesing van den tegenwoordigen Keurvorst van Saxen tot de erfelyke Troons-opvolging vanTolen* thans zeer natuurlyk eene nauwe vereeniging tusfchen die. beide Staatea Vtrt sioet te weeg brengen. ■ R a  S6ü POLITIK EVENWICHT DER xin. SARDINIË N. groots. Men fchryft aan de Staaten des Konings van Sardinien op het vaste land, eène oppervlakte toe van 810 vierkante mylen; en begroot het eiland of koningryk Sardinien,met eenige kleine veranderingen,gemeenlyk op 44.0vierkante mylen. Jagemann begroot ditlaatfte,hoewel zonder toereikende bewyzen daarvoor by te brengen, op 590, Wy houden ons echter aan de gewoone opgave, volgens welke de gezamentlyke Staaten des Konings van Sardinien een vlakke inhoud bellaan* van iajovier: kante mylen. LIGGING. Het voornaamfte gedeelte van dezen Staat, ligt te zamen byëen in Opper- ltalien, en heeft aan het Alpisch-gebergte een natuurlyke, vry ftei-  STAATEN VAN EUR05A fterke, maar door de kunst nog meer verfterk. te voormuur , tegen zynen veel machtigeren nabuur Frankryk, als ook tegen Zwitzerland, welks verdeelde krachten hem daarenboven weinige zorg verwekken kunnen. 3Sïa den kant van Oostenryksch Lombardyen, ligt ditland wel is waar open, en wordt daar alleenlyk befchermd door eenige tamelyk vervallen vestingen; dpch hier is eene der zwakfte zyden van Oostenryk, en Sardinien kan reeds veel verricht hebben, ,eer zich Oostenryk in ftaat gefteld heeft, om hetzelve eene gelyke macht tegen te ftellen. Genua kan. geenzins als een' gevaarlyken vyand aangemerkt worden. Dit land bezit wel geene bevaarbaare rivieren; doch een fmalle ftrook daarvan reikt tot aan de Middelandfche zee, en fchenkthetzelve een paar goede havens , tot uitbreiding van den Koophandel. Sardinien is^ gedeeltelyk als eiland, en ook ten deele als een land welks bezit menige voordeelen opleverd, en waarvan het verlies aan den regeerenden Vorst niets meer dan de naakte kroon kosten zonde , tamelyk veilig, en is.zeer voordeellg voor den Koophandel gelegen. R S Ï-AH3;  %52 POX'lfYK EVENWICHT DER. LANDBOUW,KOOPHANDEL^ RïKDOM. Savoyen , als een zeer hoog gelegen en by gevolg koud land„ 't welk de hoogfte berg in Europa heeft, kan nauwlyks zyn eigen inwoonderen behoeftig voeden, en van zyne voortbrengzelen bykans niets anders raisfen, dan hout en eenige kruiden. Zo veel re vruchtbaarder zyn daartegen Piemont en het Sardinisch aandeel van Lombardyen, als behoorende, over 't algemeen, onder de vruchtbaarfte landen van Europa. De producten, op welke derzei ver koophandel, mitsgaders de rykdorn, van den Staat berust, zyn : zyde, waarvan jaarlyks voor riiéer dan twee millioenen daalders uitgevoerd wordt, boom-olie, graanen, rysi, onderfcheiden vruchten, truffels, wyn en vee, welk laatfte alleen men wil, dat alle jaaren, omtrent een millioen daalders voordeel aan het land zoude toebrengen. Sardinien is tnede niet onvruchtbaar, en trekt zyne voor* naamfte inkomften van de veeteelt, de visfcheryen en eenige mineraalen. De Sardinifche Staaten, over 't geheel genomen, zyn gansch, jpiet ryk aan circuleerend geld, nadien zij, we> gems  STAATEN VAN EUROPA. S6$ tens gebrek aan toereikende manufacturen en fabryken, waarvan alleenlyk de zyde-mam-. faftuuren tot eene aanzienlyke hoogte gebragt zvn byna alle hunne voortbrengzelen voor 't £een zy van buiten* nodig hebben, moeten weg geeven. Nogthans blyven dezelve geftadrg by eenetamelyke gelykheid van krachten , welke aan den Staat eerjeidaaraan geëvenredrgde fterkte verzekert, beVOI.KIN<«~ Geheel Lombardyen is eene der meest bevolkte landftreeken van Europa. Wat daarvan aan het Koninglyk Sardinisch huis toebehoort, bevat omtrent a,45Q°°o menfchen. In bavoyen telde men voor eenige jaaren 379621, en in Sardinien 423514 inwoonderen. Men kan derhalven de geheele bevolking dezer gezamentlyke Staaten, op 3>25oooo zielen be-: grooten. rEGEERING. De Koning is de onbepaalde beheerfcher van alle zyne Staaten. Hy ftaat wel met het Duitfche ryk als nog in een leenroerig verband, en R4 B>  ft54 PÖLITYK EVENWICHT DER is, als Hertog van Savoyen, een Vorst va» het H. Roomfche ryk ; doch maakt daarvan geen gebruik, en dit verband brengt hem ook in de uitoeffening van de Souverainiteitgeenerhande nadeel toe. Deze landen hebben het zo zeldzaam geluk gehad, dat zy eene opvolging van ftaatkundige en werkzaame Koningen x>p den troon gezien hebben ,Tvelke niet alleen het inwendig regeerings - beftuur, benevens dewelvaart hunner onderdaanen zeer ter harten namen, waar ook de kunst verftonden, om in de Italiaanfche oorlogen hunne bezittingen, zelfs ten kosten van ongelyk machtiger nabuuren, uit te breiden, hunne eigen macht te vermeerderen , en deze voor toekomende tyden te bevestigen. Het bofte Turin. werdt langen tyd als de hooge fchool voor ftaatkunde. aangemerkt; en men mag van de tegenwoordige Regeering bjllyk verwagten,dat dezelve, by voorkomende gelegenheden, op het pad,' haarer voorzaaten zal voortgaan, gelyk zy, reeds, met opzicht tot al 't geen de welvaart en beveiliging haarer Provinciën beireft, tot hier toe merkelyk gedaan heeft, en daarin door een vlytfg, yerftandig en gehoorzaam volkonderfteund wordt. vu  STAATEN VAN EU ROS Ai <&6$ f I N A N C I E N. Men heeft niet dan zeer onzekere begrootüH gen wegens de inkomften van den Staat. Gepieenlyk worden dezelve gefchüt op. 6,200000 daalders; welke fom, in yergelyking der volksmenigte 9 der voortbrengfelen des lands, en der belastingen welke zeer drukkend zyn, wel zeer gering fchynt, doch vry wat waarfchyn. lykheid ten haaren yoordeele heeft; aangezien Savoyen weinig opbrengen kan, en van Sardinien misfchien alleen het overfchot, 't welk dat eiland in de fchatkist yan den Staat uitftort., als de zuivere inkomften daarvan aangemerkt wordt. De Staat heeft nogthans groote inkomften, alzo hy geene fchulden heeft : want ter oorzaake van de zeer voorbeeldige ftaats - oeconomie, welke hier altoos in 't oog wordt gehouden , zyn de inkomften voor de uitgaven toereikend, en naar alle vermoeden fchiet van dezelven nog iets over, om daarvan desnoods gebruik te maaken. B- 5 KRYGS:  «66 S0LITYK EVENWICHT DIR K R Y O , S M A AC H T. Men kent wel het getal der regimenten, maar niet der manfchappen, welke de ara» uitmaaken. Deze beftaat uit 14 regim. ïnfantery, te weeten 10 nationaaie, 3 Zwitzerfche, en 1 Duitsch; Wyders, volgens zoramige 10 regimenten, doch volgens andere Hechts 8 r? gim. Ruytery; a legioenen ligte troepen; i corps ligte troepen; 1 corps Artilleristen en Ingenieurs, 1 corps Invaliden, en 12 regim. Landmilitie. Alle deze troepen, doch waarfchynlyk de Land militie daar onder niet begreepen , zouden niet meer bedragen dan 24000 man, en in oorlogstyden,flechts tot op een groote 30000 man vermeerderd worden. Andere fchryvers begrooten dit getal, waarfchynlyk met de Landmilitie daar onder gerekend,op 38000 man. Volgens zekere gedrukte berichten, zouden in 't jaar 1786 de 12 oude regimenten ieder met een bataljon vermeerdert, en daarenboven nog 3 nieuwe regimen, ten, te weeten 1 ïnfantery, en 2 provinciaals troepen of Landmilitie opgericht zyn, invoegen de geheele armee tusfchen de 40 en 45000 man telde. Dit getal is echter , midden in vr&;  STAATEN VAN EUROPA, 267 vredenstyd onwaarfchynlyk; en men zal dat der veld troepen, naar een midden-getal, veiligst op omtrent 30000 man begrooten kunnen. Deze troepen zyn in den wapenhandel wel*geoeffend,en van al hetnoodigevoorzien. Sardinien is geene Zee - mogendheid, en heeft ook geene zeemacht. De weinige fregatten en kleine gewapende vaartuigen welke hier zyn, dienen flechts tot beveiliging der kusten en der fcheepvaart, tegen de Afrikaanfche zee-rovers, en voldoen aan dat oogmerk. Men heeft ook nog een bataljon Mariniers ,oni dezelve te bemannen. BÏÏITENLANDSCHB VERBIS'. TENISSEN. Sardinien heeft tegenwoordig geene openbaare alliantie met eenigerhande Europeefche Mogendheid. Met Frankryk is dit Hof door een tweevouwig huwelyk vermaagfchapr, dan deze vermaagfchapping verftrekt hetzelve in de tegenwoordige omftandigheden, meer tot last dan tot voordeel. Grooter voordeden zou het te eenige tyd hebben kunnen, uit het niet lang geleden voltrokken huwelyk van eene^  2Ó8 SOLITYK EVENWICHT DER. eenen Sardmifchen Prins , met eene Princes int het Oostenrykfche huis, indien op zodani? ge verbintenisfen over 't algemeen veel ftaat kon gemaakt worden. Deszelfs vermaagfchap» ping met Spanje kan hetzelve, ten minften ter zee, tot wezendlyk nut gereiken. XIV.  (STAATEN VAN EÜR.OPA a6y XIV, TWEEDEN. grootte* De Zweedfche Schryvers, ftemraen wegens de oppervlakte van hun Vaderland geenzins overeen. Faggot begroot dezelve op 12967 doch lagerbring op 14408 vierkanteraylen; en deze zyn juist de hoogfte enlaagfte getallen, welke daarvoor opgegeeven worden. De overige Aardryksbeichryvers houden zich tusfchen beiden; wy mogen dienvolgens 13006 vierk. mylen voor het waarfchynlykst middengetal neemen* 1. 1 g a i w g* De natuur beftemde Zweden tot beheerfcher van de Oost • zee; als zynde dat ryk meester van het grootfte gedeelte der zee kusten, welke door eene ontelbaare menigte van fcheeren Q£ klippen) zeer gevaarlyk te nadere*  *70 POtYïYK EVENWfet!* fiïS ren, en dus te beter voor eene vyandlyke landing gedekt zyn. Het wordt van Noorwegen gefcheiden door een wyd uitgeftrekte keten van hooge, met ys en fneeuw gekroonde gebergten, welke flechts weinige, voor den reiziger zeer bezwaarlyke, maar ligt te verdeedigen zynde pasfen of toegangen hebben j terwyl de zuidelykfte, ten deele opene pasfen 9 door eenige fterkte vestingen gedekt worden. Aldus heeft het van Denemarken, dat Zweden boven dien aan macht ten minften gelyk ftaat, van dien kant niets te vreezen. Finland ftoot wel aan het zeer machtig Rüsfich ryk; doch zo wel Zweedsch als Rusflsch Finland zyn zodanig doorfneeden van fnelftroomende rivieren, aaneengefchakelde rotfen en holle wegen, dat dit land voor de beweegingen van groote krygslegers niet gefchikt is, en dus het lot der ftrydende partyen hoofdzaaklyk te water moet beflist worden. Ook van dezen kant is Zweden , ten minften voor eenen onverwagten aanval van een talryk leger genoeg beveiligd. Deszelfs gering aandeel van Duitschland kan nauwlyks gereekend worden tot het Zweedsch ftaatslighaam, noch de daaraan grenzende Staaten onder de nabuuren van Zweden. Dit ryk zou zelfs zyne bezittingen aldaar zeer wel misfen kun-  staaten van europa, 271 kunnen, zonder dat zyne krachten aanmerkelyk daardoor verminderen; doch deze ge«:ven hem een vaste voet in Duitschland, en ftellen hem in ftaat, om zyne belangen in dat Ryk eenigermaaten te doen gelden. Gebrek aan groote bevaarbaare rivieren enkanaalen,iszeer nadeelig voor den binnenlandfchen koophandel; daartegen bezit dit Ryk veele goede havens, tot groot voordeel van de fcheepvaart en des buitenlandfchen koophandels. landbouw,koophandel^ r y k d o M. Van dit zeer uitgeftrekt Ryk, zyn maar omtrent 1800 vierk. mylen werkelyk bebouwd , hoewel ten naasten by een derde gedeelte, of meer dan 4000 mylen van hetzelve, voor den veld - en akkerbouw bekwaam geacht wordt. Bergen, meiren en digte bosfchen , beftaan de overige grond. Schoon de luchtgefteldheid in Zweden veel zagter is, dan men onder zulk eene noordelyke breedte zou verwagten, verbouwen de inwoonderen nogthans niet genoeg koorn , vlas, hennip , en andere behoeften van dien aart, zo dat het land alle jaaren zeer aan*  *7* pölityk evenwicht ft Er iantrterkelyke förhmèh daarvóór uitgëe ven rrioersDeze uitgaven worden echter wederom vergoed j door dë inkomften van het boüt en yzer, welke de waare en tot nog toe de eenige rykdom vin Zweden nitmaaken, behalven dat het insgelyks overvloed heeft aan koperen de visfcberyen voor hetzelve mede zeer voordeelig 2yn. Door de Scheepvaart na Afien komen oostindifche en chineefche goederen in den koophandel. Dan deze eigen en buitenlandfche voortbrenzelen, de weinige manufaétuurfabryk - goederen welke Zweden den buitenlanderenkan overlaaten daarby gerekend,kunnen nauwlyks toereiken, ten einde die groote en dringende behoeften daarmede te voldoen, welke geftadig van buiten moeten ingehaald Worden , en alle fchikkingen die men in dit Ryk beraamd heeft, om hetzelve, ten minftëh met opzicht tot de graanen, als het noodzaaklykfte dezer behoeften, van buitenlanders oriafhanglyk te maaken, zyn tot hiertoe vruchteloos geweest. Hieruit ontftaat een verbaazend gebrek aan gemunt geld, dat op alle ónderneemingen den nadeeligften invloed heeft, ïntusfchen heeft de Bank te Stokholm, door éene niéuwe inrichting, haaf krediet gelukkig wederom'herftdd, en haare banknódtenóf pa- pie*  STAATEN VAN EUROpA^ 273 pieren geld,waarmede Zweden te voorenoverftroomd was, aanmerkelyk verminderd; waardoor dan ook de koophandel en burgerlyke neering over 't algemeen, een nieuw leven, en de Staat nieuwe krachten heeft gekreegen. jBÈvOLKINGi In Zweden is men zedert langen tyd gewoon geweest, om van de jaarlyks geboorenen, gestorvenen en gehuwden volleedige tafels in 't licht te geeven, waaruit zich het getal der inwoonderen met genoegzaame nauwkeurigheid laat berekenen. Deze zyn daarenboven ook geteld. In 't jaar 1769 bevond men derzelver getal 2,571800 zielen, doch't welk, volgens wargentin, in'tjaari778 tot 2,861000, en in 't jaar 1782, volgens busching, tot op 2^00000 was geklommenk Men kan derhalven tegenwoordig , wanneer men flechts een zeer maatig jaarlyks overfchot onderftelt, voor den geheelen Zweedfchen Staat in Europa, met de grootfte waarfchynlykheid, drie millioenen zielen aanneemen. § ft E"  ?74 POLITYK EVENWICHT DÊli. REGEER ING. De thans regeerende Koning heeft zyn'naam onfterflyk, en zich om zyn Ryk zeer verdiend gemaakt. Dit laatfte ontrukte hy uit eene wanorde en anarchie, waardoor het zyne geheele kracht, aanzien en zelfftandigheid verlooren hadde ; hy onderdrukte eene kabaal, welke de grondzuilen van den Staat allengs ondermynende; gaf aan delaager ftanden die rechten weder, welke voor eene vrye en verlichte natie pasfen, en tevens aan de conftitutie eene gedaante, waardoor hy zelve1, als Koning , en zoo ook zyne onderdaanen , vry blyven, zonder nogthans de fchadelyke macht te bezitten, om het Ryk, en met het Ryk zich zelve, ongelukkig te maaken. Dit alles heeft hy gedaan zonder bloed vergieten! Deez'ftaatkundig , welfpreekend en ukneemend werkzaam Monarch, heeft aldus een zwak en zeer verward Ryk, binnen het kort tydbeftek van zestien jaaren, tot eenen Staat verheven, welk met één' der machtigfte Staaten van Europa in het ftrydperk durfde treden, en niet overwonnen wierd. Hy gaf de armee, wat aan dezelve zedert lang ontbrooken hadde, te weeten  STAATEN VAN EÜROPA, 2?j ten behoorlyke oeffening, en eene volkomen krygstoerusting. Hy verbeterde het financiewezen, en vermeerderde de inkomften van den Staat. Zyne werkzaame zorg ftrekte zig uit over alle takken van het Staatsbeftuur* en over alle provinciën van zyn wyd uitgebreid Ryk die hy dikwyls doorreisde, ten einde derzelver waare toeftand met eigen oogen te zien, en te onderzoeken. Onder zyn beftuur kwamen de koophandel en fabryken weder in bloei, vonden kunften en wetenfchappen aanmoediging, en ontfingen mannen van verdienfte eene roemwaardige belooning. Eindelyk ftelde hy zich zelve, voor de zekerheid des Ryks, en ter bevestiging van deszelfs met wyshe'id afgeworpene conftitutie, aan het hoofd der armee, bloot aan alle gevaaren des oorlogs. Eene Regeering die zodanigen Monarch aan "het hoofd heeft, verdient voorzeker de achting van alle vreemdelingen, en de liefde haarer onderdaanen. FINANCIEN* De inkomften van dezen Staat zyn biet nauwkeurig bekend. Eenige fchatten dezelve S jk fleehté  i^S POLÏTYK EVENWICHT D FE. flechts op 4, andere op 6, en nog andere op 8 of 9 millioenen daalders. Dit laatfle fchynt geheel niet onwaarfcbynlyk, zedert de nieuwe verbeteringen in het financie* wezen ingevoerd zyn. Wy zullen denkelyk niet verre van de waarheid afwyken, wanner wy de inkomften,. voor een midden-getal, op zeven en een halve millioen daalders onderftellen. Deze waren, in vredens-tyden voor de uitgaven toereikend j doch de Staat, is nog bezwaard met oude fchulden , welke in den tegenwoordigen oorlog fterk vermeerderd zyn, en thans omtrent 25 of 30 millioenen daalders bedraagen mogen., KRYGSMACHT. Volgens eene geloofwaardige lyst, beftond de Zweedfche armee, in 't jaar 1789, uit 31 regimenten ïnfantery van onderfcheiden fterkte, uitmaakende 63 bataljons, en 34580 man-, voorts 2 Garden, 1 vaandel adelyke Garden, 6 reg. en 1 klein corps zwaare Cavallery, 3 reg. Dragonders, en 4 corps ligte Cavallery, te zamen 101 eskadrons en 10916 man, eindelyk nog 3430 man Artilleristen en Pioniers: dus de geheele armee 50354 man. In den laatften oorlog met Rusland kwamen nog hier-  STAATEN VAN EUROPA. 277 by, 1 brigade Dalecarliers van 6000 koppen, en 450 man Pommerfche landtroepen en Invaliden, waardoor 'de volkomen fom der landiiiacht 56804 man bedroeg. Reekent men hicrby de inwoonderen, die in den genoemden. Qorlog de wapenen vry willig opgevat hebben, en welker getal ten minften 20,000 man uitmaakt, benevens de referve - troepen der ver* deelde Regimenten, dan klimt het getal.der gewapende manfchappen in het ganfche Ryk, t.en naasten by op 100,000 man. De eigentlyke armee beftaat uit aangewonnen en verdeelde regimenten , waarvan de eerfte 21 eskadrons 1266 man Cavallery, en 27 bataljons 14090 man ïnfantery, by gevolg het geheel getal der aangeworven manfchappen flechts 15356 uitmaaken. Alle de overige troepen behooren tot de zogenaamde verdeelde regi* menten, welke volgens eene aloude fchikking, zo weinige foldy van den Staat ontfangen, dae de Cavallery jaarlyks niet meer dan 872161, en de. Ïnfantery 232765 daalders Zweeds ziL vermunt, of de geheele armee nog geene 700,000 fpeciedaalders kost. De zeemacht wordt in de groote vloot, het gakyen- eskader, en de armee of Scheer envlool verdeelt. Tot de eerstgenoemde afdeeling be. S 3- hoo°  S;8 POLITYK EVENWICHT DER hooren de oorlogfcheepen van linie , fregatten , kotters enz. De tweede, uit galeven, halve galeyen, jachten, hoekers enz. beftaande, dient tot bedekking van de kusten, en het overbrengen van troepen. De derde, zamengefteld uit chebekken, torunma's, udenma's, poyanma's, bombardeer-barkasfen, kanoneerfloepen enz., wordt gebruikt tot onderfteuning van de landmacht, of als het ware tot een vliegend leger. De groote vloot beftond in 't jaar 1789 uit 29 fchepen van linie, van 60 tot 74 ftukken, en 12 fregatten van 40 ftukken,welke mede in de linie vegten. Van deze zyn 19 fchepen van linie en eenige fregatten verlooren gegaan (welke door de Rusfen genomen, verbrand of in den grond geboord zyn); doch daartegen is de vloot wederom met verfcheiden nieuw gebouwde fchepen verfterkt, invoegen zy nog heden op 30 fchepen mag begroot worden. Nadien in dit land byna alle tot den fcheepsbouw nodige ftoffen voor handen zyn, en by gevolg het bouwen derzelve veel min kostbaar is en fpoediger voortgang maakt, dan in andere landen, kan elk geleden verlies van dien aart, in vredenstyd , fpoedig wederom herfteld worden. Alle fchikkingen nopens de zeemacht, inzonderheid de beroemde dokken te  STAATEN VAN EUROPA. 279 de Carlscrona, benevens de conftruftie der fchepen, zyn in dit Ryk voortreflyk. BUITENLAND SCHE VERBIN* TENISSEN. Zweden ftaat in eene oude, onlangs wederom vernieuwe alliantie met de Ottomanfche Porie, uit kracht van welke het dezelve, by de uitberfting des oorlogs tusfchen het Turkfche Ryk en Rusland, tegen de laatstgenoemde Mogendheid met al zyn macht bygeftaan heeft. Van andere alliantien, welke nog in kracht zouden wezen , is opentlyk niets be» kend, of men is deswegens nog aan't negoi tieeren. S 4 xv.  SSO POLITYK EVENWICHT DER XV. S i C I L I E R GROOTe. Het eigentlyk Sicilien bevat, volgens de meeting der beste landkaarten, Hechts 353, doch volgens de hoogfte opgaven 587 vierk. mylen; het Koningryk Napels heeft 1260 of 1274 vierk. mylen, invoegen de vlakke, inhoud der beide Sicilien, of van den geheelen ftaat, ten hoogften 1861, en ten minften 1795 vierk. mylen bedraagt. De gewoone begrooting is van 1850 vierk. mylen, waaraan wy ons houden zullen. LIGGING. Deze is voortrerFelyk, zo wel voor uitwendige veiligheid,als voor koophaneel eafcheepvaart. Gelegen in 't midden van de Middelandfche zee, en ten deele uit eilanden, ten deele uit door zee befpoelde landen beftaande " •"" is  STAATEN VAN EUROPA. a8f is het te verre af van de groote tooneelplaatfen des oorlogs, dan dat het door zyne plaatfelyke ligging kan genoodzaakt worden, om party te moeten kiezen, en voor vyandelyke aanvallen te wel gedekt, dan dat het noodig zoude hebben,tot zyne beveiliging groote kosten aan te wenden. De eenige nabuur van Sicilien , de Kerkelyke Staat namentlyk; dutfc, in zynen tegewoordigen toeftand, aan geene vyandlyke oogmerken denken, LANDBOUW,KOOPHANDEL, R Y K D O M. Beide deze vereenigde Ryken bezitten het fchoonfte klimaat, en eenen rykdom van voortreffelyke produkten, diergelyke weinige landen van Europa zich beroemen kunnen. Sicilien was eertyds het koorn-magazyn voor geheel Italien. Tegenwoordig voert het nog veele graanen rat; het zou echter, evenals het Koningryk Napels, nog veel grooter menigte daarvan kunnen uitvoeren , indien niét de graanhandel aan zekere bepaalingen onderhevig was, welke de voordeden van den akkerbouw onzeker maaken. De boom ■ olie is S 5 een  282 POLITYK EVENWICHT DER. een ander zeer aanzienlyk artykel van koophandel in de beide Ryken, gelyk mede de wyn, ryst, tabak, vruchten, zyde, honing, zout, faffraan enz. Napels heeft een byzonder fraai ras van paarden. De zee is daaromftreeks visryk, maar de visfcheryen konden zeer veel verbeterd en vermeerderd worden. Onder de delfftoffcn vindt men hier verfcheide fyne zoorten van het fraaist gekleurd marmer. Dq vulkaanfche landftreeken zyn onuitputtelyk aan zwavel; en onder de overige voortbrengzelen zyn de lazuur-fteen, de koraalen en het zout de voornaamften. Met deze natuurlyke voortbrengzelen betaald den Staat de hem ontbreekende kunst - produkten, van welke in het iand zelve maar weinige, en voor het buitenlandsch vertier byna geheel geene vervaardigd worden. Verkeerde fchikkingen van den kant der Regeering, inzonderheid de veele monopolien, het groot aantal van Edellieden, die de inkomften hunner verwaarloosde goederen in de hoofdftad verteeren, en van kloosters welke het land uitzuigen, zonder tot deszelfs verbeetering het minfte toe te brengen, zyn al te zamen oorzaaken, die den bloei dezer van de natuur zo ryklyk gezegende landen terug houden, en de krachten van den Staat tot dien trap  STAATEN VAN EUROPA. 283 trap van hoogte geenzins laaten.aangroeijen, welke deze, volgens zyne natuurlyke gefteldheid grootte en bevolking, al voor lang behoorde bereikt te hebben. Het gemunt geld, in het Koningryk Napels, thans in omloop, zou flechts • tusfchen de 8 en 9 millioenen daalders uitmaaken. BEV OLKING. Napels telde in 't jaar 1782 meer dan 4,675000 menfchen; en de inwoorders van Sicilien bedragen, volgens de laatfte fchatting, meer dan 1,325000. Men behoort derhalven voor de gezamentlyke beide Sicilien, of dezen geheelen Staat, ten minften zes millioenen inwoonderen te rekenen. REGEER ING. Dewyl de rechten der hiërarchie in dit Ryk zeer groot waren, heeft de Regeering tot hier toe haar oogmerk, inzonderheid gericht op het beraamen van middelen, ten einde de aanmaatigingen des Roomfchen Stoels, welke de onaf hanklykheid en Souverainiteit des troons niet zelden tegenfpraken, te verzwakken en te ver- nie-  284 P01ITYK EVENWICHT DER nietigen. Zy heeft echter, ter bereiking van dit gewichtig doelwit, het nog gewichtiger, te weeten de algemeene welvaart des lands, in geenen deele verzuimd. Men heeft getracht de landbouw verfcheiden manufaétuuren, als ook de visfcheryen en koophandel uit te breiden en te verbeteren; doch die wezendlyke I hinderpaalen, welke den bloei des lands geweldig dwarsboomen, nog niet by den wortel aangetast, en veele kwaaien blyven voor het. Hof verborgen, nadien de eigenbaat fteeds haar best doet, om daarover een'valsch licht te verfpreiden. Des Konings ernftige wensch en wil is het ten minften, om den Staat bloeijend, en zyne onderdaanen gelukkig te zien, welke laatften hy ook derhalven, hoewel volkomen onbepaald, met vaderlyk gezag reageert. FINANCIËN. - 'i ••' • '.) « Dewyl deze kasfe maar wei- ni- (*) Businello befchryft, in zyne Mstorifche le. richten van de Ottomanfche Monarchie, deze byzondere kasfe of fchatkist van den grooten Heer als ongemeen ryk, nadien ook alle verbeurd verklaarde goederen van afgezette en ter dood gebragte Basfas, de nalaa. tenfchap van alle onderdaanen, die zonder erfgenaamen everlydsn, alle geldboeten enz., daarin 'vloeijen, en 'er  STAATEN VAN EUROPA. 307 nïge bepaalde uitgaven heeft, zo wordt de groote Staats-kasfe in tyd van nood daaruit onderfteund,en uit het jaarlyksch zeer aanmerkelyk overfchot is allengs een fchat ontftaan, welke wel boven maate ryk wezen kan,zonder nogthans aan de overdreevene denkbeelden te beantwoorden, die men eertyds daaromtrend gevormd heeft. Voor 't overige heeft het Turkfche Ryk het geluk, door geene fchuldenlast bezwaard te zyn : ook laat deszelfs regeeringsvorm niet toe fchulden te maaken, aangezien het uit dien hoofde geen krediet vinden zoude. KRYGSMACHT. De armee beftaat inzonderheid uit Janitfaaren en Spahi. De eerstgenoemden maaken de bloem uit der ïnfantery, als moetende, volgens hunne eigentlyke inftelling, eerst in an« dere corpfen tot den krygsdienst)bekwaam gemaakt worden \ dan deze uitmuntende wet wordt 'er daartegen weinig uit genomen wordt. Ziet Ludesb hefchr: des Turkfchm Ryto, ^. bl. 482 en volg. Ven. V 2  go8 poli ty k evenwicht der1 wordt niet langer nauwkeurig. in acht genomen. Zy zyn verdeeld in 196 orta , welke ieder ten minften van 500 tot 800 man fterk, doch meestal nog veel fterker zyn. Het geheele corps Janitfaaren bedraagt dienvolgens verre boven de ico,ooo koppen (*). Dewyl echter veele kooplieden en handwerkers, ter oorzaake van de groote voorrechten der Janitfaaren , zich daaronder laaten aanneemen, zonder ooit te velde te trekken, kan men het getal der werkelyk dienst doenden; nauwlyksop de helft begrooten. Worden nu vervolgens ook de zulken daarvan afgetrokken, welke in de hoofdftad en vestingen in bezetting liggen , dan blyft voor den dienst te velde niet boven een vierde gedeelte van hun geheel getal over. De Spahi, de ruitery uitmaakende , beftaan uit drie corpfen, te weeten dat der eigentlyk befoldigde Spahi, welke omtrent 20,000 man eb- (*) De even aangehaakte Schryver zegt , dat de Janitfaaren tegenwoordig verdeeld zyn in 162 kamers of regimenten (CWa>, welke ieder uit icoo koppen beftaan moesten, doch thans, de ééne door de andere gereekend , nauwlyks 500 uitmaaken : het geheele corps der Janitfaaren zou dus maar omtrent 8c,ooo man bedraagen. Ludeke, ii. Deel bl. 535. Vert.  STAATEN VAN EUROPA. 309 bedragen; de Timarioten , welke leengoederen in de provinciën op die voorwaarde bezitten , dat zy in oorlogstyden, met een geëvenredigd aantal van manfchappen, op hunne eigen kosten moeten te velde trekken; en eindelyk de Grens-Spahi, ten getalle van omtrent 10,000 man, die flechts zekere maanden in het jaar dienst doen. De Artillery baftaat mede uit omtrent 10,090 man. Behalven deze troepen zyn de Basfas der Provinciën ook nog gehouden, om, in oorlogstyden, een zeer groot getal troepen te leveren, waarvan men de menigte niet nauwkeurig opgeeven kan, ea waaronder zich veel flegt gefpuis bevindt. Men zal dienvolgens de fterkte der geheele Turk-, fche landmacht, ten minften op. 400,00a. man kunnen begrooten, waarvan echter wel een vierde gedeelte voorzeker nooit in 't veld verfchynt, of ten eenemaale onbruikbaar is. Aan legerkunde en groote manoeuvres is by de Turken niet eens te denken. Hunne krygsoefieningen zyn nog even dezelfde, als voor twee eeuwen, en ook deze worden van hun verzuimd. Regeering, taal, godsdienst, nationaaie hoogmoed, vooroordeelen, zeden en gewoonten; dit alles verhindert hen om Europeefche Soldaaten te worden. Christenen V 3 kurij  gIB POLITYK EVENWICHT DER kunnen noch onder, noch nevens de Turken dienen, welke aan dezelven ook maar nauwlyks hebben willen veroorloven, om hen beter gefchut te leeren gieten. De zeemacht is in 't jaar 1786, volgens eene toenmaalige opgave, niet fterker geweest dan 20 fchepen van linie, te weeten : 1 van 72 ; 4 van 66; 4 van 58; en ïi van 50 tot 54 ftukken; wyders: 13 fregatten van 30 tot 44 ftukken, 26 kleiner vaartuigen, 6 galeijen en 3 kleine vaartuigen en 4 hombardeer-galjooten. Indien deze lyst echt is, kan deTurkfche zeemacht niet hooger dan 25 fchepen van linie fterk gerekend worde'n; want indien al eenige nieuwe fcheepen zedert dien tyd aangebouwd zyn, heeft men voorzeker, ten minften even zo veele, in den oorlog wederom verlooren. Dezelve zyn daarenboven in een' zeer flegten ftaat, want de fchepen zyh doorgaans zwaar en log, alzo de Turken weinig kennis van den fcheepsbouw, en nog minder van de zeevaartkunde hebben. Het ontbreekt hen ook aan bekwaame zeelieden, uithoofde van het gering aantal Koopvaardy- fchepen , welk de Turken in zee houden, waarom zy zich dan ook van een goed aantal christen maroozen, tot het bemannen van hunne vloot be-  STAATEN VAN EUROPA. 311 bedienen. De mariniers of fcheeps - foldaaten zyn in tegendeel al te zamen Mahometaanen, en dienen wegens het bezit van kleine leengoederen , even als de Timarioten. De Staat bezit in zich zeiven allenoodige behoeften voor den fcheepsbouw in genoegzaamen overvloed. Voor 't overige verkrygt deszelfs zeemacht, in oorlogstyden, gansch geene verachtelyke verfterking aan fchepen, welke de Afrikaanfche roof-ftaaten tot byftand van de Porte afzenden, en waarvan de Officieren ongelyk meerbedreeven zyn in de zeevaart, dan de Turken. BUITENLAND SCHE VER.BIN-, TBNISSEN. Frankryk, de aloude bondgenoot der Porte, is thans, ten deele wegens deszelfs alliantie met Oostenryk ongenegen, ten deele door deszelfs nog niet genoeg gevestigden toeftand buiten ftaat, om haar krachtdaadige hulp toete brengen. De alliantie met Zweden heeft haar een' geruimen tyd beveiligd tegen het verfchynen eener vyandlyke vloot in de Middelandfche zee, en is dus ongemeen nuttig en voordeelig voor haar geweest. In 't voorleden jaar 1790 , floot zy insgelyks eene alliantie met V 4 Pruis»  $12 SQLITYK EVENWICHT DER Pruisfen, die eene oneindige waardy voor haas hebben kan, aangezien geene andere Europeefche Mogendheid het vermogen heeft, om de Porte zoo krachtdaadig en nadruklyk tegen haare gevaarlyke vyanden by te fpringen, en deze alliantie daarenboven eenige goede uitwerkingen , van den kant der met Pruisfen geallieerde zee-mogendheden,, fchynt te belooven. Met Polen wordt insgelyks aan een verbond gearbeid (*). tflyft de Porte aan deze verbintenisfen getrouw, dan behoeft zy niet bevreesd te zyn voor de verre uitziende oog. merken haarer al te machtige nabuuren. C*) 't Welk echter waarfcïiynlyk nu niet ligt to,t Sand zal komen. Fm. XVJIL  STAATEN VAN tüROPA. XVIIi V E N E T I E N. « R O O T T E, De oppervlakte der in Italien gelegen landen van deze Republiek, worden gereekendop 6125, en die van haare bezittingen buiten Italien , op 240; by gevolg van den geheelen Staat op 865 vierkante mylen, welke het rond getal van 850 opleveren. L 1 o G I N ft.' Van den binnenften hoek der golf van Vene^ tien, waar de eigentlyke zetel der Republiek en het middenpunt haarer krachten is, ftrekt haar van deHongaarfche enTurkfche landen hier en daar afgebroken gebied zich uit, op de daar tegen overleggende kust, tot aan den ingang van denzelfden zeeboezem; om welkeredenzy dan ook deze groote golf der Middelandfche V 5 ze®  p4 POL-ITYK EVENWICHT DER zee als haar byzonder eigendom aanmerkt Hoewel zodanige verftrooide ligging aan de republiek zekere zwakte geeft, is zy nogthans op dat element, in 't welk zy haare wooning heeft opgeüagen, bezwaarlyk aan te tasten, ter oorzaake dat de zee omftreeks Venetien zoo ondiep is, dat het vaarwater aldaar met zwaare kosten onderhouden, en door tonnen en zeebakens afgeperkt moet worden. Voor eenen aanval te lande wordt zy , tegen. Oostenryk, door hooge gebergten, eenigermaate gedekt; doch na den kant van het Oostenryksch Lombardyen ligt het land geheel open, en haare in Dalmatien en Albaniën gelegen provinciën, zyn aan de invallen der Oostenrykers en Turken volkomen blootgefïeld. Zodanige ligging tusfchen deze twee overmachtige nabuuren, is dienvolgens'zeer bedenkelyk. / LANDBOUW,KOOPHANDEL, R Y K D O M. Venetiaansch Lombardyen is eene der vruchtbaarfte landftreeken in Europa; als brengende overvloed voort van allerlei levensbehoeften ,.: en  STAATEN VAN EUROPA. 3I5 én voor den koophandel inzonderheid ryst, graanen, vjyn, vlas, zyde, zuidelyke vruchten, verfcheiden zoorten van mineraalen, en zeer goede paarden. De overige landen leveren daarenboven nog rozynen, olyven, boomolie, zout, en meer andere produden. De fabryken en manufaftuuren arbeiden hoofdzaaklyk in metaalen en zyde. Op deze voortbrengzelen is de tegénwoordige rykdom van Venetien gegrond , aangezien de koophandel en zeevaart van die Repuliek, van derzelver vroegere hoogte ten eenemaal zyn weg gezonken. Zy bezit met dat alles, van de vroeger en voor haar veel gunftiger tyden, nog zeer aanzienlyke rykdommen, en de vrachtvaart haarer fchepen in de Middelandfche zee, blyft voor haar fteeds een voorwerp van veel aanbelang. BEVOLKING. In 't jaar 1769 telde men voor deze Republiek, in Italien 2,103364 ingezetenen, en het getal haarer onderdaanen in de buiten Italien gelegen provinciën, werdt toen ten naasten by begroot op 500,000 menfchen', invoege dat het beloop der gezamentlyke onderdaanen van  316 POLITYK EVENWICHT DER van dezen Staat, ten naastenby 2,600,000 ka» zyn. REGEER ING. Deze is te Venetien eene ftrengeenvolftrekte aristocratie , beftaande uit ten naastenby drie duizend Regenten, van welk overgroot getal nogthans maar driehonderd leden aandeel hebben in de gewichtigfte en geheime Staatsbeezigheden. De Doge kan in de daad niet hooger aangemerkt worden,dan als het levend beeld der in zyn perzoon voorgeftelde Souverainiteit. Voor het overige is de regeering aldaar zoo ingewikkeld, en haare leden hebben ten allen tyde zo veel met zich zei ven te doen, dat aan dezelven flechts weinig tyd en gelegenheid overblyft, om voor het heil der onderdaanen te zorgen. 'Er gefchied dus ook, van den kant der Regeering, zeer weinig tot bevordering van neering en der algemeene welvaart. Haare géheele opmerkzaamheid is. meerendeels alleen gevestigd op het onverbreekelyk behouden van den Staat, by deszelfs ukwendige en inwendige conftitutie , welk oogmerk zy ook het geluk gehad heeft te be- rei-  STAATEN VAN EUROPA» 81? reiken , door eene aan haar byzonder eigen zynde buigzaamheid of toegeeflykheid jegens buitenlandfche Mogendheden , en door een by uitftek waakzaame toezicht over haare bin-, nenlandfche aangelegenheden. FINANCIËN» Volgens de geloofwaardigfte berichten zouden de inkomften dezer Republiek, in 't jaar 1768 bedragen hebben 8,750000 daalders, en in 't jaar 1773 , byna één millioen meer. Zy zullen dus, het één jaar door het ander gerekend, omtrent negen millioenen bedragen kunnen. Deze moeten niet alleen] geheel en al worden opgebragt door haare bezittingen op het vaste land, invoege de overige landen, onder haare heerfchappy ftaande, niets het gelingfte daaraan toebrengen, maar deze laatfte kosten zelfs den Staat jaarlyks omtrent 45000 zechinen. De Staatsfchulden zyn zeker vry aanmerkelyk , nadien daarvoor alle jaaren 1,800,000 daalders aan intresfen moet betaald worden. Men wil échter dat de Republiek, zedert 1786, jaarlyks een halve miilioen van dezelve af betaale. KRYGS-  5l8 POLITYK EVENWICHT DER KRYGSMACHT. Venetien bindt zich met de uiterfte nauwgezetheid/aan den wyzengrondregel,datmaatige Staaten hunne krachten, in vredenstyd, aan het onderhond van eene menigte bezoldig» de troepen niet behooren te verfpillen. Hierom bedraagt haare geheele landmacht, in tyd van vrede, niet meer dan tusfchen de vyf en zes duizend, of jten hoogften agt duizend man. Men wil dat dezelve, in oorlogstyden, zou kunnen vermeerderd worden tot op 25 of 30,000 man. Zy huurt tot dat einde liefst buitenlanders, gelyk onk de Generaals, in dienst van deze Republiek, uit mistrouwen jegens haare onderdaanen , en zelfs jegens de medeleden der regeering, altoos vreemdelingen zyn. De armée is voor 't overige in eenen zeer ilegten ftaat, alzo hier aan krygsoefteningen en discipline nauwlyks gedagt wordt. De zeemacht wordt daartegen in veel beteren ftaat gehouden, gelyk uit haare expeditie tegen Tunis gebleeken is. Doch de Venetiaunenzyn zoo nayverig en geheim, met opzicht tot haare wezendlyke fterkte, dat de Regeering zeer zorgvuldig is, om het getal haarer Sche-  STAATEN VAN EUROPA! giQ Schepen bedekt te houden, en vooral geen lyst van dezelve bekend te maaken. Men begroot haar intusfchen op 30 oorlogsfchepen waaronder misfchien 12 fchepen van linie mogen./wezen. Zeker is het, dat de arfenaalen van al het noodige rykelyk voorzien zyn. De fterkte der vloot fteunt hoofdzaaklyk op de buitenlandfche bezittingen der Republiek, als welke de meeste matroozen en de beste materiaalen voor den fcheepsbouw opleveren. Het grootfte gedeelte haarer vloot ligt ook gemeenlyk aan het eiland Corfu. BUITENLANDSCHE VERBIN: TENISSEN. Venetien heeft 'er geene. De Regeering aldaar zoekt de vriendfchap van alle Mogendheden, trotfeert die zwakker zyn en buigt zich voor haare fterkere. Van dezen fchranderen maatregel zal zy bezwaarlyk anders dan ge* dwongen afwyken.