STAATKUNDIGE GESCHRIFTEN, Op^cfteld cn nagelaaten door Mr. SIMON van SLINGELANDT, Gebooren den 14 January 1664, aangefteld tot SECRETARIS VAN DEN RAAD FAN STA ATEN den 4 Auguftus 1690, RAAD EN THESAURIER GENERAAL DER VEREENIGDE NEDERLANDEN den 27 Octobcr 1725, RAADPENSIONARIS VAN HOLLANS den 17 July 1727, Overlecdcn den 1 December 1736. VIERDË DEEL. Te AMSTERDAM, By PETRUS SCIIOUTE N, x 7 8 5-  Geene Exemplaaren worden voor echt erkend , als dewelke door iemand uit de Familie van den Heer Raadpenfionaris van SLINGELANDT eigenhandig zyn ondertekend.  REGISTER DER STUKKEN IN DIT DEEL VERVAT. Historifche Verhandeling van het gefag over de Militie van den Staat der Vereenigde Nederlanden, getrokken uit de Regifters en andere publique Aften. . . bl. i — 286, Memorie over het redres der faa- ken van de Admiraliteit. . bl.287 — 354»   HISTORISCHE VERHANDELING VAN HET GESAG OVER DE MILITIE VAN DEN STAAT DER VEREENIGDE NEDERLANDEN, Getrokken uit de Regifters en andere publique Aften.   TAFEL VAN DE CAPITTELEN. 1 Capittel. Van de verfcheide foorten van Militie, en van de relatie, welke de Militie heeft tot de Generaliteit, en by die gelegentheid van den eed, van de oude wys van betaaling, en van de aanftelling der Officieren . . Lolio 5. 2 Capittel. Van de relatie, welke de Militie heeft tot de Betaalsheeren, en tot de hooge en laege Overheeden van het territoir, waar op de Militie fig bevind ..... Folio 50. 3 Capittel. Van het gefag van de Staaten Generaal, en van den Raad van Staa- te, over de Militie . . Fol: 63 4 Capittel. Van de Gedeputeerden te velde .... Folio 77. 5 Capittel. Van de Stadhouders, in qualiteit van Provinciaale Capiteins Generaal .... Folio 97. 6 Capittel. Van den Capitein Generaal over de Militie van den Staat . Folio 113. 7 Capittel. Van de Veldmaarfchalken Folio 129. 8 Capittel. Van het aanneemen en afdanken van de Militie, en by diegeleegentheid van de jaarlyxe vryheid der Confenten .... Folio 146. 9 Ca-  TAFEL va n ifs C AP ITT EL E N. 9 Capittel. Van de aanftelling der hooge militaire Officieren, of Generaals perfoonen Folio 163. 10 Capittel. Van de Patenten, en of, en hoe ver de Provinciën die mogen ophouden .... Folio iyi'. 11 Capittel. Van de militaire verlooven. Folio 194. 12 Capittel. Van de monftering . Folio 216. 13 Capittel. Van de militaire Juftitie, en van den hoogen Krygsraad . Folio 228. 14 Capittel. Van het verleenen van pardon en gratie. . . . Folio 264,  (5) EERSTE CAPITTEL. Van de verfcheids foorten van Militie, en van de relatie, welke de Militie heeft tot de Generaliteit , en by die geleegentheid van den eed, van de oude zvys van betaaling, en van cle aanfielling der Officieren* Jjfet gefag over de Militie is in de Vereenigde Nederlanden van het begin af fodanig verdeelt geweest tusfehen de Generaliteit en de Provinciën: in de Princen van Orange, welke altyd groot deel gehad hebben aan het militair commandement, hebben foo verfcheide Ampten geconcurreert: en de tyd heeft ongevoelig foo groote veranderingen gemaakt in dit ftuk, gelyk in andere: dat het vry difficiel valt te bepaalen, wat gefag over de Militie toekomt aan de eene fyde aan de Generaliteit, of (om klaar te fpreeken) aan de Provinciën in het gemeen, en uit derfelver naam aan de ordinaris Vergadering van de Staaten Generaal, en aan de Raad van Staate, foo gefamenelyk, als affonderlyk, mitsgaders onder beiden aan de hooge Generaliteits Officieren; en aan de andere fyde aan de Provinciën ieder affonderlyk, en aan de fubalterne Provinciale Overheeden. En gelyk het derhalven geen wonder is, dat doorgaans feer verfchillende gevoelens over dit ftuk in de Republicq ge weeft zyn, en dat felfs daar over te meermaalen met heevjgheit getwist is: foo kan het ook niet als nuttig weefen, het ftuk in de grond te onderfoeken, en aan te wyfen uit IV. Deel. A • de  co de Registers, en andere publique Aften, hoe het is begrepen, en gcrcguleert, geweest van het begin af, cn wat veranderingen van tyd tot tyd daar ontrent fyn voorgevallen. Vooraf moet aangemerkt worden,dat 'er dryderley foort van Militie hier te Lande is, off kan zyn : te weeten, eerstelyk Militie, die geheel, en alleen, Provinciaal, óf Steedelyk is: ten anderen, Militie, die de Generaliteit, of de Provinciën in het gemeen, aangaat, fonder de minfte relatie tot decfe of gcene Provincie in het byfonder: en ten derde, Militie, die in verfcheide refpeften te houden is voor Generaliteits, en in andere voor Provinciale, Militie. Dat de Provinciën van ouds gehad, en door de Unie van Utregt niet verlooren, hebben het regt, om Militie aan te houden tot haar particuliere dienst, booven haar quote in de geene, die onderhouden word by gemeen confent van de Bonelgenooten, heeft de Heer de Groot onwederfprekelyk beweefen in het iode Capittel van fyn Apologie: en de faak is foo klaar, dat men fclfs in het jaar iör§, doe beftaan wierd van Generaliteits weege af te danken de Waerdgelders, eerst te Utregt, en, dat gelukt zynde, in verfcheide Steeden van Holland, fchroomde het regt van de Provinciën oopentlyk, en onbepaaldelyk, tegen te fprecken. Want wanneer de Gedeputeerden van Holland den 12 July van dat jaar verfogten, dat haar Ho: Mo: wilden „ delifteeren van de deliberatie 5, over de Waerdgelders, vermids de refpective 5, Steeden defelve hadden aangenoomen tegen „ de populaire commotien tot haar verfeeke- ring,  (7) „, ring, op welke fy fodanige ordre mogten ftel„ len als haar goed dagt, fonder gehouden té „ fyn daar van aan iemand te respondeeren, efl dat in die faak nog fternjpen, nog overftem„ men, plaats had": liet men fig niet verder daar tegen uit, als dat „ de Waerdgelders „ (N: B:) in die tyd waaren tegen de ordre, dienst, en welvaaren van 't Land, en ftrek- ten tot ontrusting en diffidentie van de ge„ moederen der ingefeetenen: en dat daarorri „ foude gecontinueert worden in de aangevange „ devoiren, om defelve met de gevoeglykfte „ middelen te licentiëeren" (a): wanneer den 20 de faak weeder gebragt wierd in deliberatie, gingen de Gedeputeerden van de vier Provinciën, die op het afdanken der Waerdgelders drongen, niet verder, als dat fe verklaarden, „ dat dewyl (N: B:) de induótien om tot afdan„ king van de Waerdgelders te koomen beeter „ door befendingen, als door brieven, konden „ gefchieden , men daarom behoorde by de Hee- ren Staaten van Utregt te continueeren in de „ aangevange befending" : en de Commiffie van de Heeren, dis vervolgens den 23 gccommitteert wierden na Utregt, gaf aan haar geen andere last, of autorifatie, „ als om met de befte, ge„ voeglykfte, en bequaamfte, middelen de liee„ ren Staaten van defelve Provincie te dispo„ neeren tot afdanking van de geügte Waerd- gelders,in conformiteit van de „ bovengem:" „ Refolutie van den 12," fonder dat men dorst opening geeven van die middelen, fchoon dat daar (a) Refol: St*** Gsvf 12 Ju!y ifirSo A 2  daar op geftaan wierd door de Gedeputeerden van Holland (a). Dog, hoewel deefe eerfte foort van Militie geheel, en alleen, Provinciaal, of Steedelyk, is, foo heeft het egter fyn bedenken, of de betaaling derfelveniet kan gebragt worden ten laste van de Generaliteit, wanneer fy by fchielyk opkoomende nood geligt word tot defenfie van een Provincie. In het jaar 1665 wierd dit point gebragt ter deliberatie van haar Ho: Mo: door de Provin* cien van Vriesland en Stad en Ommelanden, die ieder eenige Militie aangenoomen hadden, boven het Confent van de Generaliteit, ter oorfaak van de fchielyken inval van den Bisfchöp -van Munfter. Men confidereerde, dat het 23 Articul der Inftruftie van de Raad van Staate meedebrengt, „ dat de Raad de Staaten fal laa„ ten by het gebruik van in tyden van nood, „ en als de faaken geen uitftel lyden, fig te waj, ter te wapenen, en Scheepen van Oorlog uit „ te ruften tot lafte van den Lande," en dat uit gelykheid van reede de Militie, die in gelykgeval geligt word by de Provinciën, meede behoorde te moogen gebragt worden ten lafte van de Generaliteit (£). Maar daar tegen verdient het eenige opmerking, dat de dispofitie van het voorf- Articul tot fondament heeft het gebruik, waar in het Art. fegt dat de Staaten waaren van fig te waater te wapenen by opkoomende nood: en vooral , dat de bepaaling van het Articul tot de ar- ma« (a) Refol: St: Geni 24 July rgis. (b) Aivis van 4en R: van St; 24 Dectmb. i65f.  (9) mature te waater, en het geen verder volgt in het Art: van de judicature van de Collegien ter Admiraliteit over de opgebragte Perfoonen, Scheepen, en Goederen, geen fin hebben foude, indien de meening was geweest, dat men fig foo wel te Land, als te waater, foude moogen wapenen ten laste van de Generaliteit. Egter verftonden de Staaten Generaal, „ dat „ het furplus der Waerdgelders, of ander Krygs- volk, by de bovengem: twee Provinciën bo„ ven haar quote aangenoomen, tot laste van „ de gefamentlyke Provinciën gebragt, en aan „ de voorf: twee Provinciën goedgedaan foude „ worden in de liquidatie teegen de Generaliteit (a). Sodanig nogtans, dat genoegfaam te fien is uit de Refolutie, dat fe niet fteunt op een regt, welk de Provinciën hadden: dewyl te gelyk een conferentie met den Raad van Staate gedecerneert wierd, „ om te overleggen, of, j, en hoe ver, in het toekoomende de refpeéti,, ve Provinciën geautorifeert fouden mogen ,, worden, om in cas van hoogdringende nood, „ en invafie van vyanden, eenig Krygsvolk te „ Lande tot laste van de gefamentlyke Provin- cien aan te moogeh neemen." Waar by het feedert gebleeven is: misfchien, om dat het geval niet weeder geëxfteert heeft. Want of wel de Provincie van Holland in het voorjaar van het jaar 1672 eenige duifent man affonderlyk aannam, foo deed defelve het niet als om tyd te winnen, terwyl ter Generaliteit gedelibereert wierd over het verlterken van de Mï- (a) Ref: St: Gen! 20 Dccemb. kjöj, A 3  C io ) Militie (a), en in verwagting der Petitie, welke de Raad van Staate den 28 April ten dien einde deed. De tweede foort van Militie is die, welke men van ouds ongerepartitieè'rde Militie genocmt heeft, hoedanige hier na getoond lal worden dat de geheele Militie geweest is tot na het vertrek van de Graaf van Licestcr: en hoedanige (om van geen andere te lpfeeken, die de Staat op verfcheide tyden in dienst gehad heeft) ettelyke Duitfche en Waliche Regimenten geweest zyn in den jongsten Oorlog (1): over alle welke, alsbetaald uit de gemcene kaffe van de Unie, gecne van de Provinciën in het byfonder eenig gefag, of fuperioiiteit, gehad of gepretendeert heeft, verder dan het territoriaal regc geeft over alle de Militie, fonder onderfcheid, die fig bevind op het fouverain territoir van een Provincie. De derde foort van Militie, en die welke principalyk te paffe komt in deefe Verhandeling,is de Militie, welke by de Provinciën refpectivelyk betaald word volgen? de Confenten op de jaarlyxe generale Petitie en Staat van Oorlog. Of deefe foort van Militie eigentlyk Generaliteits Militie is, fodanig egter, dat fe in verfcheide opfigten een particuliere betrekking heeft tot haar refpective B,etaalsheeren, die fe niet heeft tot de andere Provinciën : dan of fe eigentlyk Militie is van die Provinciën, waar door fe be- (a) Sie Ref: St: Gen! 8 en 21 April 1672. (1) N» Den Oorlog, waar van hier nevens gcfproolres word, is die van het jaar 1701, geëindigt in liet j»at J 7i3:  (II) betaald word, fodanig egter, dat die Provinciën gehouden zyn defelve te gebruyken, en te laaten gebruyken, tot de gemeene defeniie : verdient een naauwkeurig onderfoek, om dat d© gevoelens daar ontrent leer verfchillcn, en ieder pretendeert, het fyne met Refolutien en exemplen goed te maaken. Het verfchil waar ras geëindigt, foo men fig hield aan de gronden, by de Heei* de Groot gelegt in het' iide Capittel van fyn Apologie, alwaar hy fegt, „ dat de Soldaaten by ons heb- ben tweedcrley verbintenis, de eene van wee„ ge haar krygsampt, ten welken aanfien fy ftaan „ onder de Generaliteit, en de andere van wee„ ge het territoir, daar fy haar houden, ten „ welken aanfien fy ftaan onder de hooge en laege „ Overheeden van het felve territoir": fonder ander gewag te maaken van de repartitie, en betaaling, en van het regt, dat daar uit foude fpruiten, als dat hy, na geadftrueert te hebben het territoriaal regt van de Provinciën en Steeden, daar by voegt, dat de Staaten van de Provinciën „ tot meerder verfeekering van haar goed regtje„ gens alle ufurpatie" (het geen veel verfchilt van daar uit eenig particulier regt af te leiden) twee dingen gefustineert engepractifeerthebben, waar van de repartitie eene is, zynde, gelyk hy fegt, „ de meening geweest, dat in elke Provincie, „ foo veel doenlyk, die fouden worden gelegt, die by defelve Provincie betaald wierden": „ welke woorden toonen, op wat wyfe de repartitie diende tot verfeekering van het territoriaal regt: en hy fluit het Capittel met te feggen, 5, dat de Krygsluiden, fynde in ordinaris dienst" A 4 (ter  C 12 ) (ter onderfcheiding.van de Waardgeiders) „ fchuï„ dig fyn in faaken van den oorlog (dienogtans, „ foo ver het verleggen van de garnifoenen aan.,, gaat, behooren beleid te worden met advis „ van de Staaten van de Provinciën, off haar Ge„ committeerde Raaden) te obediëeren de Staa„ ten Generaal, en Raad van Staate, en voords „ de particuliere Gouverneurs en Bevelhebbers : „ maar (N:B:) in faaken van de Provincie, dat „ fy moeten gehoorfaamen de Staaten haar „ Betaalsheeren, indien (N:B:) fy in de Provin„ cie van haar betaaling logeeren, of anders de „ Staaten van de Provincie, daar fy logeeren, en „ voords de Regeerders van de Steeden en Plaat* ,, fen, daar fy garnifoen houden:" woorden, welke dc gehoorfaamheit van de Militie aan de Betaalsheeren notoirlyk bepaalen, eerstelyk tot de Provinciale faaken, in tegenftelling van de faken van den oorlog, en ten anderen, tot het actueel aanweefen van de Militie op het territoir van haar Betaalsheeren, met het vertrek van waar de Heer de Groot leert dat de vcrpligting tot gehoorfaamheit overgaat van de Betaalsheeren tot anderen : en by gevolg, dat het eigentlykniet de betaaling is, maar het territoir, welk het regt geeft,met dat onderfcheid, dat de Betaalsheeren een middel meer hebben om fig te doen gehoorfaamen door de Militie van haar repartitie, wanneer die fig op haar territoir bevind, als andere Provinciën. Dog de verfchillen, die veel jaaren daarna gereefen fyn tusfehen de Provinciën, eerst over de casfatie en reductie van een gedeelte der Militie , en naderhand over de aanftelling van een Veldmaarfchalk, hebben verfcheide Provinciën  ( 13 ) gebragt in een begryp, veel verfchillende van dat van de Heer de Groot, en hebben defelve doen fustineren, „dat de Provinciën noit de dispoütie over, en ontrent, de Militie gedefereert heb„ ben aan het gemeen lichaam van de Genera„ teit: dat de Provinciën overfulx ten opfigta s, van dien moeten geeonfidereert worden als feeven fouveraine, en van den anderen abfolut independente, Staaten: eeven in dier „ voegen gelyk als feeven fouveraine Koningen, „ die met den anderen in een Verbond, of li„ gue, getreeden, en in kragte van dien gehou- den fouden mogen weefen, tot mutueele as- fittende, en defenlie, haar refpective krygsmag„ ten te contribueeren, en te laaten gebruiken: ,, welke Koningen notoirlyk den een over des anders Militie niet foude competeeren eenig „ regt: gelyk defelve ook niet fouden vermoo„ gen, by pluraliteit van Hemmen, daar over „ eenige de minfte acte van fuperioriteit te exer„ ceeren («)." Tot bewys van dit gefuftineerde zyn in de bekende Deductie van den 17 Mey 1657 exemplen en Refolutien bygebragt, die (met refpecl: gefprooken) of niet bewyfen het geen, waar toe fe bygebragt worden, off alleen dienen om te toonen,dat de ordre van het Land niet al'tyd eeven flipt gevolgt is in de eerfte tyden van de Republicq, doe de Regeering nieuw was, en de prefente nood meenigmaal deed flappen over de forme. Men (a) Deductie van de St: van HolU 17 Mey 1657 Art: 10a en 110. A5  ( *4) Men heeft, by exempel, als een voornaam bewys bygebragt inde voorf: Deduélie,dat Prins Mauritz, en GraafT Willem Lodevvyk, refpe&ivelyk te velde trokken met de Militie van de repartitie der Provinciën, waar van fe Stadhouders waaren: fonder genoegfaam te hebben gereflecteert op de dry volgende faaken: eerftelyk, dat de Provinciale Capiteins Gen1, of de Stadhouders, aangemerkt in haar militaire qualiteit, in de eerfte tyden, en voornaamelyk tusfchen de jaaren 1588 en 1625, geduurende welke tyd 'er geen eigentlyk gefegt Capitein Gen1 van den Staat geweest is, een fonderlinge relatie gehad hebben, gelyk fe trouwens nog hebben, tot de Generaliteit, van wie fe Commiffie hadden, en in wiens eed fe waaren, gelyk hier na in het vyfde Capittel fal getoond worden: ten anderen, dat Graaf Willem Lodewyk bovendien nog gehad heeft een fpeciale Commiffie van de Generaliteit als Chef et Collonel da tous les gens de gimre, teint h chevol qua pied, etant en fervice au"Pais de Frife, uitwyfens een Refolutie van den Raad van Staate van den 4 Novemb. 1586, by welke die Commisfie vernieuwd is: ■en ten derde, dat de Stadhouders wel te velde trokken ieder met de Militie, ftaande ter befoldiging van de Provinciën, waar van fy Stadhouders waaren, maar dat daar uit niet kan beflooten worden, dat Prins Mauritz niet gecommandeert heeft het geheel Leeger uit naam van de Generaliteit, boven Graaff Willem Lodewyk. Want fchoon dat het waar is, dat Prins Mauritz geen Commisfie van Capitein Gen' van den Staat gehad heeft, foo is het egter meede waar, dat  ( IS ) dat haar Ho: Mo: in verfcheide publique Aften Prins Mauritz noemen Generaal van haar Leegers O): dat hy bekend ftaat met de naam van Vddoverjie in de Staat van Oorlog van het jaar 1598, en volgende: dat hy in een llefolutie van Holland van den 26 Aug: 1595- in tegenftelling tegen GraafF Willem Lodewyk, genoemt word Chef van den oorlog: dat hy na het uitgaan van de Treves door haar Ho: Mo: verfogt is, met het Leeger te velde te trekken, en de Raad van Staate , de Provinciën daar van by aanjchryvéns te edvertceren (f): en dat de Commisfie van de Gedeputeerden te velde geduürende fyn leeven altyd ingehouden heeft ,om fyn Excellentie. ,en niet om de Heeren Stadhouders', te ajfifleeren met raad, en daad. A1 het welk geen, of een feer oneigentlyke, fin foude gehad hebben, indien Prins Mauritz niet gecommandeert had de gehecle Militie uit de naam van le Generaliteit, maar alleen de Militie van vyf Provinciën uit de naam van de refpeftive BetaaLsheeren, en GraafF Willem die van de twee andere Provinciën uit derfelver naam, met gelyke magt, en buiten andere fubordinntie, als die misfehien, welke de ouderdom in den dienst geeft. En het diend niet wynig tot bevestiging van de illatie, welke fchynt te konnen gemaakt worden uit de aangetooge Aften en Refolutien, dat alle de Provinciën, fonder Vriesland en Stad en Landen uit te fonderen, ten tyde van het overlyden van Prins Mauritz, en van het aanftellen van Prins Fredrik Hendrik tot Capitein Ge- ne- 0) Sie Capt 6. (b) Refol: St">. Gert 18 Aug: 168r. /  neraal van den Staat, in die meening waaren, dat fe niet anders deeden als te begeeven een Ampt, dat door de dood van Prins Mauritz open gevallen was: gelyk klaar blykt uit de Refolutie van aanftelling, en uit de aanteekening, daar agter ftaande, maar infonderheit uit de Commisfie, fynde van den 23 April 1625: daar 'er nogtans geen eigentlyk gefegt Capitein Generaai van den Staat geweest was federt het vertrek van den Graaf van Licefter, gelyk ten overvloed nader getoond fal worden in 'het fesde Capittel. Men heeft ten felven einde, dat is tot bewys, dat de gerepartitiëerde Militie eigentlyk Provin. ciaal is , bygebragt in de meergemelde Deductie verfcheide Refolutien van haar Ho: Mo:, waar by de Provinqien verfogt zyn , de Militie na buiten uit te fenden op haar Próvinciaale Patenten. Maar, behalven dat onder de bygebragte Refolutien meer als ééne is, fpreekende van Compagnien van de repartitie van andere Provinciën , als aan welke het verfoek gedaan wierd, en dienvolgens niet dienende tot bewys van het regt der Betaalsheeren: men fchynt fig niet erinnert gehad te hebben, dat de ordre van het commandement in oude tyden eenigfins verfchilde van de heedendaagfche. Want, in plaats dat de Generaliteit jeegenwoordig, als 'er Militie moet getrokken worden uit een Provincie, een Patent met een oope naam voegt by de Brieff ,die ten dien einde gefchr: word aan de Staaten, en die de naam of naamen inhoud, plagt men te vooren veeltyds fimpelyk te fchryven aan de Stadhouders, en in derfelver afweefen aan de Staa-  (17) Staaten, of Gecommitteerde Raaden, welke op dat fchryven de Militie Öeeden trekken op haar Patenten uit de Provincie na de plaats, in het aanfchryvens genoemt(a): hoewel de Generaliteit ook veeltyds direólelyk Patenten gaff aan de Militie in de Provinciën, en het by geen verfoek, of aanfchryven, liet: foo als foude konnen beweefen worden met een groot getal van Refolutien, indien het nodig was. Men kan ten naaften by oordeelen uit deefe Haaltjes van de folidiceit der gronden van de bovengemelde fuftenue. Egter kan niet ontkent worden, dat 'er verfcheide Refolutien bygebragt fyn in de meergem: Deduélie, die defelve begunftigen. Maar de vraag is, of uit die Refolutien , genoomen op particuliere voorvallen, kan beflooten worden, wat de ordre van het Land meedebrengt, of dat in tegendeel daar uit alleen kan beflooten worden, dat de ordre van het Land niet altyd eeven flipt gevolgt is. En fal het daarom niet ondienflig zyn, wat nader aan te wyfen, hoe het geleegen geweest is van den aanvang van de Republicq af, en vervolgens, met den eed, en met de betaaling, van de Militie, mitsgaders met de aanftelling der Officieren: dry faaken, onder meerder, waar uit fal konnen met feekerheid beflooten worden, of, en hoe ver, van ouds begreepen is dat de Militie Provinciaal is, en of de Heer de Groot het ftuk wel, of qualyk, gevat heeft in het boven aangetooge elfde Capittel van fyn Apologie. Wat den eed belangt, het fevende Articul van de (a) Sic Capl $.  ( *s ) de Unie fprcckt van tweederley eed, de generale eed, waar door ongetwyffelt den eed aan de Staaten Generaal van de Vereenigde Provinciën gemeent word, en den eed aan de Sleeden, en 'Provinciën, waar in de Militie gelegt fal worden. Haar Hoog Mog: Refol. van den 24 September 1582, waar by het beleid van den oorlog gefield word ter dispofitie van den Hertog van Anjou, brengt te gelyk moede, dat het Krygsvolk foude eed doen foo wel aan de LandJihappen, dat is aan de vereenigde Provinciën, als aan fyn Hoogheid. Uit het eerfte formulier van den krygseed, "dat gevonden word, zynde gearresteert by de Raad van Staate den 10 Septemb: 1584, en geïnfereert in de Hollandfche Relölutien van den 12 derfelve maand, blykt, dat al het Krygsvolk doe eed gedaan heeft aan de Generaliteit, fvveerende get^ou wigheid aan de Staaten Ge- neraal, en 'aan GraafF Mauritz en den Raad van „ Staate, by de Staaten Generaal gecommitteert ten gouvernemente van de vereenigde Provin„ cien, mitsgaders de Provinciën, Steeden - en „ Sterkten, daar fy in garnifoen gelegt fUüen worden": fonder dat dien eed gewag maakt van Betaalsheeren, om dat de Militie doe betaalt wierd by de Generaliteit, gelyk aanftonds fal aangewcefen worden. En hoewel de Graaf van Hohenlo flcrk aanhielt by de Staaten van Hollan.i. ten einde dat de Provinciën van Holland en Zeeland, en ook de andere, des begeerende, mogten uitdrukkelyfe genoemt worden in het formulier van den eed, wierd daar in fwarigheit gevonden by de Staa. ten,  ( i9 ) ten, welke daar over communiceerden met den Raad van Staate: waarop de Refolutien van Holland van den 24 en van den Raad van den 25 Oftober 1584 konnen nagefien worden. Op den 1 December desfelven ja ars word een nader formulier van eed gevonden in het Register van Holland, waar in, om contentement te geeven aan de Graaf van Hohenlo, eerst de Getier aale Staaten der Vereenigde Provinciën, als Brabant,Gelderland, &c, vervolgens Graaf Mauritz en de Raad van Staate gecommitteert ten gouvernemente der voorf: Vereenigde Provinciën* en in de derde plaats de Provinciën, Steeden, en Sterkten , waar in de Militie in garnij 'oen gelegt fal worden, genoemt worden. Tentydevan het gouvernement van den Graaf van Licefter, en namelyk den 6 February 1587, refolveerden de Staaten van Holland met de Gedeputeerden van Zeeland, beide in geen geringe ongerustheid en wantrouwen geraakt ter oorfaake van het onverwagt overgeeven van Deventer , en van de Schans op de Veluwe tegen over Zutphen, door de Engelfche Gouverneurs, dat de Officieren, die in de Steeden en Sterkten van Holland, Zeeland, en Vriesland laagen, en nog fouden gelegt worden, eed van getrouwigheid en gehoorfaamheid fouden dóen aan Prins Mauritz als Gouverneur en Capitein Generaal, en het formulier, ten dien einde gcarrefteert den 20 derfelve maand, houd in, dat de Officieren beloovcn en fweeren „ gehouw en getrouw te „ weefen de Staaten Generaal van de Vereenigde „ Nederlanden, en namelyk" (dat is, daar onder met naame, of fpecialyk) „ de Staaten van >, Hoi-  ( 20 ) j, Holland, Zeeland, en Westvriesland: defel« 5, ve vromelyk &a (1). Na het vertrek van den Graaf van Licefter, en na het arrefteeren der repartitie van het Krygsvolk, wierd een nieuw formulier van eed gearresteert, welk geënfereert is in het Register van de Staaten Generaal op den 1 Juny, en in dat van Holland op den 14 Septemb: 1588, volgens welk formulier de Militie getrouwigheid moet fweeren „ aan de Staaten Generaal van de Vereenigde Nederlanden, en namelyk aan de Staaten van die Provincie, tot welker laste „ fy betaald fal worden, mitsgaders aan de Staa„ ten van de andere Provinciën, daar in fe ge„ bruikt fal worden, en ook aan de Regenten „ van de Steeden, foo binnen de Provincie van haar repartitie als daar buiten, daar in fe in garnifoen gelegt fal worden." waar uit te fien is, dat doe geen ander onderfcheid gemaakt wierd tuffchen de Betaalsheeren en de andere Vereenigde Provinciën, als dat de Betaalsheeren met naame genoemt worden in het formulier, na dat fe eerst gecomprehendeert zyn met de andere Provinciën onder de gemeene benaaming van de Staaten Generaal der V. reemgde Nederlanden. Het felve formulier van eed is van nieuws gearresteerd door de Groote Vergadering den 16 Juny 1651, alleen met by voeging van eenige claufulen, gefchikt na de geleegentheid van de tyd, en particulierlyk na de ordre op het ftuk van de Patenten. Sulx dat de Bondgenooten foo voor als in het (1) Sie gelyke fpreekwys Art: 9 van de Pacificatie *' *4 Janua: 1609, 9 Septb. 1625.  ( 3* ) Collonels te maaken: dan of 't niet beeter vvaa„ re, dat men fage dit ftuk te houden als tot daar toe, en foo de traótementen van de Col- lonels te geeven alleenlyk te velde zynde". Dan het geen oppofitie vond in het jaar 1625 is naderhand doorgegaan. Want de gcheele Ruitery is op eenmaal, en namelyk by Refol. van haar Hp: Mo: van den 21 January 1635, in Regimenten verdeelt, en het Voetvolk in verfcheide tyden, wordende gevonden dat het Gelderfch Regiment geformeert is in het jaar 1628, twee Vriefehe in het jaar 1633, net Regiment Hollandfche Gardes in het jaar 1643, het Overysfelsch in het jaar 1647 •> en het tweede Groningech in het felve jaar. Waar op de Refolutien van haar Ho: Mo: van den 10 Mey 1633, en 10 en 16 Novemb. 1643, en ^ic van den Raad Staate van den 19 en 23 Mey, 19 en 25 Septemb. 1646, 4 en 21 Janua:, en 2 Februa:i647 konnen, nagefien worden. Dog, om van deefe digresfie nopende de tyd van het verdeelen der Militie in Regimenten voort te gaan tot de oude wys van aanftelling der Capiteinen, welke alleen tot deefe materie behoord, om dat de mindere Officieren plagten aangefteld te worden door de Capiteinen, foo als (des noods) foude konnen bcwecfen worden: het waar overtollige moeite, meerder bewyfen, als de reeds bygebragte, op te haaien tot adftructie dat de Generaliteit de Capiteinen aangeftclt heeft j voor dat de Militie in het jaar 1588'gcreparti» tiëert wierd op de quotes van de Provinciën. Aan de eene kant fyn de Regifters van den Raad van die tyd vol van excmplen van de aanftelling van Ca-  C 33 ) Capiteinen, en aan de andere kant word in de Regifters van Holland , dat is van de Provincie\ die de meefte Militie betaald, geen exempel (dat men weet) van de aanftelling van Capiteinen gevonden tusfchen de opregting van den Landraad in het begin van het jaar 158 r, en de repartitie van het Krygsvolk in het jaar 1588, als alleen dat in het jaar 1584, na doode van Prins Willem, en voor de inftelling van de nieuwe Regeering, één Capitein of twee door de Staaten aarï^gefteld zyn. ] liet is waar, dat de reets aangetooge Refollxtie van de Staaten van Holland met de Gedeputeerden van Zeeland van deh 6 February 1587 meedebrengt, dat de Officieren, die doe laagen, en die verder fouden gelegt worden, in de Stceden en Sterkten van Holland, Zeeland, en Vriesland, Commiffie-van Prins Mauritz ont„ fangen, en aan de Staaten , en aan fyn Excellentie, eed van'getrouwigheïd én gehoorfaam„ heit doen fouden" («). Maar die woorden fyn notoüiyk niet te verftaan van-de aanftelling der Officieren, dewyl de Refolutie fpreékt Van het geeven van Commiffien,! niet aan Officieren ,' die fouden aangeftelt worden, maar aan Officieren, die doe laagen, en die verder fouden gelegt worden in de garnifoenen van Holland en Zeeland, welke garnifoenen bovendien maar ontrent een vierde part uitmaakten van de Militie, welke betaald wierd uit de Contributien van Holland, en de helft van die, welke betaalt wierd uit:deContributien van Zeeland, gelyk- de Staaten van de beiva) Bok 21 b. Di Groot Apol: C; rt.  C 34 ) beide Provinciën feggen in de hier boven byge. bragte Remonftrantie aan de GraafF van Licefter. Behalven, dat de voorf: Refolutie, genoomen, foo als gefegt is, tot verfeekering van het Land in een tyd, dat de Staaten vol van kommer en argwaan waaren wegens het onverwagt overgeeven van twee voornaame Plaatfen door de .Engelfche Gouverneurs, maar foude bewyfen, .dat de Staaten, in die gevaarlyke conjunéhzre .van de nood een deugt maakende, goedvonden, aan fig te trekken het geen, dat anderfins aan de Graaf van Licester en aan de Raad van Staate „toequam. Eeven gelyk de Staaten fes dagen te vooren (i), pp de ingekoome tyding van het overgaan van Deventer, aanftonds „ nodig von* ,,, den, die van den Raade van Staate te infi„ nueeren, dat fyluiden egeene kennisfe wilden neemen op de verandering van de garnifoenon „ binnen den Lande van Holland," hoewel fe anders toeftonden, dat fulx toequam aan de Raad van Staate, mids addresfeerende het geen, dat de Raad foude verftaan daar ontrent te moeten gefchieden, aan Prins Mauritz als Stadhouder, om geëffectueert te worden met advis van de Staaten, of van de Gecommitteerde Raden^ foo als onwederfpreekelyk blykt uit de voorf: Refol. van den 6 Febr: 1587, en uit de verklaaring van de Staaten, dienende onder anderen tot justificatie der voorf: beide Refolutien, te .vinden in het &2fte Boek van de Historie van Ber fol: 921 en volgende. Dog het is de moeite waard, te onderfoeken, hoe 10 3t Jtnur. 1587.  C 3?) hoe het na de repartitie van het Krygsvolk gegaan is met de aanftelling der Capiteinen, en op wat wyfe die met de daad van den Raad van Staate aan de Betaalsheeren gekoomen, en alleen een fchaduwe van aanftelling aan den Raad gelaaten is. Men vind geen Refolutien in de Regifters van de Staaten Generaal, nog in die van Holland, waar by verandering gemaakt is omtrent de aanftelling der Officieren by geleegentheit van de repartitie van het Krygsvolk: hetgeen temeer te verwonderen is, om dat Holland al in het jaar 1589 begon de aanftelling der Officieren aan te fien voor een gevolg van de repartitie, en de Raad van Staate daar op verfogt te verftaan het goeddunken van de gefamentlyke Provinciën. . Want men vind in het Regifter van de Staaten Generaal van het felve jaar op den 13 Maert, dat de Raad van Staate by occafie van de vacature van een Compagnie verfogt heeft „ te ver„ ftaan de goede meening van de Heeren Staa„ ten, wie dat de Hopman foude ftellen en com„ mitteeren, 't zy dan de Heeren Staaten Gene„ raai, de Raad van Staate, of de Provincie, „ daar op defelve is gerepartitiëert, als de Heer „ Barneveld van weege die van Holland fustineer- de": voegende de Raad daar by „ dat, hoe„ wel de Raad fulx niet ambiëerde, dat fy nog„ tans de Heeren Staaten wel wilden vermaaneri, en bidden, te willen letten op de forgelyke „ confequentie, die daar in geleegen is, "dat „ het ftellen van de Capiteinen foude gedaan „ worden by de Provinciën, byfonder, onder „ andere redenen, overmids dé Gouverneurs re-  Csö ) -„ refpective van defelve Provinciën het ftellen ■„ tot hen lullen willen trekken, om daar van te disponeeren na haarluider. goeddunken en „ affectie:' dat daarom de Raad raadfaam foude „ agten, dat men hen liet by de autoriteit, die 35 fy B:j 'n ^ee^"e tot noS toc gehad hebben7': „ ftcllendeniet te min alles in de discretie vin de „ Heeren Staten". Soo bet-Regifter van den Raad ■van Staate van de agt eerfte maanden van het jaar 1589 niet verboren was, foude men konnen feggèn , wie den fuccesfeur van den Capitein , by geleegenheit van wiens overijlden de Kaad.van Staate de bovenftaande vraag deed, aangeftelt heeft.,Maar uit de Refolutien, welke in het vervolg lullen bygebragt worden, is het meer als waar.fchynlyk , dat het de Raad geweest is,en te meer, om dat in de •Regifters van de Staaten Generaal, en van HolJand, niet de minfte deliberatie , veel min Rcft> -lutie gevonden word, het zy over de begeeving van de voorf: Compagnie in het particulier, of over de materie in het generaal, hoewel uit een -Refolutie van haar Hoog Mo: van den 12 Mey desfelven jaars blykt, dat de Compagnie doe ai met een ander Capitein beftelt was. In het felve jaar word nog een ander voorval gevonden, waar uitkan beflooten worden, dat men doe ter Generaliteit niet eens was over de •begeeving der Compagnien , en dat de Provincie van Holland doe al begon te fustineeren, dat de nominatie der Capiteinen aan de Betaalsheeren toekomt. De Ritmeefter Wolff wiens Compagnie ftond op de repartitie van Holland, overleeden zynde, verfogten de Onderofficieren, es gemeene Ruiters, by Requeste aan de Raad van Staa-  C 37 ) Staate de Compagnie voor den Lieutenant. De Raad fond de Requeste aan haar Ho: Mo:, „ ten einde die van de Compagnie fouden gelie„ ven te disponeeren" (a). Dog die waaren niet eens over de begeeving. Want, na dat den i8Augusti uitgefteld was „ te difponeeren op het „ vergeeven der voorf: Compagnie", wierd den 21 gerefolveert „ by pluralité van ftem„ men, dat men de Heeren Staaten van Holland „ foude verfoeken, de Compagnie van hunnen 't „ weege ook te gunnen den GraafF van Over„ ftein": het geen klaar doet fien, dat de pluraliteit begreep, dat de Betaalsheeren alleen de begeeving niet hadden. Maar de Staaten van Holland, welke van een ander begryp waaren, gaaven voor antwoord aan de Gedeputeerden van de Staaten Generaal, „ dat alfoo de voorf: Rui„ teren alleenlyk voor fes maanden op de repartitie „ van die van Holland waaren gekoomen,die in; ,, OcFober fouden expireeren, en daarenboven van „ weege de voorf: Ruiteren de Lieutenc tot Ritmeefter wierd verfogt, met het nomineeren en ftellen van de voorf: Ritmeefter voor het eerfte „ als nog gefupercedeert foude worden : te meer , „ gemerkt de nominatie gedaan foude moeten wor„ den by fyne Excellentie, in geval defelve Ruiteren op de Staat van die van Holland fouden worden gecontinueert". Sonder dat men heeft konnen vinden, off, en door wie de Compagnie naderhand begeeven is. Maar foo geen Refolutien gevonden worden in de («) Sic Refok Stt» Gent 15 Aw. 1589. IV. Dfist, C  C 3S ) de Regifters van de Staaten Generaal, nog in dievan Holland, waar uit geilen kan worden, hoe , en wanneer, de Betaalsheeren gckoomen fyn aan de aanftelling der Capiteinen: de, Registers van den Raad van Staate wyfen aan', hoe het daar meede toegegaan is: te weeten, dat de Raad heeft blyven de Compagnien begeeven na het arrefteeren der repartitie van het krygsvolk, gelyk te vooren: maar dat fe doorgaans (want 'er zyn ook in 't begin contrarie exemplen) vooraf daar op ingenoomen heeft het advis van Prins Mauritz , die als een lid van den Raad een ftem in de begeeving, en de meefte kennis van de bekwaamheid der Officieren, had, off ook wel van de Betaalsheeren, welker beider advifèn, en recommandatien, in korte jaaren verandert zyn in Aélen, off Brieven, van denominatie, waar op de Raad Commiffie verleende, gelyk noggefchied, fonder egter in de Commiffien gewag te maaken van die Aften, off de Betaalsheeren anders te noemen , als in de claufule, fpreekende van het verkenen van attaché op de Commiffien. Om eenige bewyfen hier toe by te brengen, men vind in het Register van de Raad van Staate op den 8 en 17 Augufty 1588, „ dat „ Doftor Frans van Malfem binnen ftaande, en 5, daar na den Advocaat Barneveld, recómman- deeren, dat het den Raad gelieve den Lieutc „ van den Capitein Haaftregt, die fyn vendel „ begeert te quiteeren, te houden voor gere- commandeert": en dat de Raad daar op refolveerde, „ dat de Requeste foude gecommu5, niceert worden met den Heere Grave Mau}, ritz van Nasfou": en vervolgens, „ dat de 5, voorf;  C 39 ) h voorf: Lieut1 foude hebben de Compagnie, , waar van hem gedepecheert foude worden j, Commisfie": op den 19 September, dat „ Ca„ pitein W: Murrai fyn Compagnie gcftelt heb„ bende in handen van den Raad om daar van „ te disponeeren", gerefolveert word, „ de„ felve te geeven aan Alexander Murrai": dat den 26 dcrfelve maand de Graaf van Nieuwenaar verfoekt, „ dat aan den Graaf van Over„ ftein Commisfie mag gegeeven worden van „ Capitein over de Compagnie paerden van wy„ len den Ritmecftcr Grocnevcld": en dat de Raad antwoord, „dat men fal refolveeren, en fien wat men met defelve Compagnie fal te doen hebben": op den 19 Oftober, dat den Advocaat van Holland Barnevelt verklaart, en rapporteert, „ dat de Graaf van Meurs hem gefchreven heeft ter recommandatie van Ca„ pitein Giftel, fulx dat hy foude goedvinden, „ dat de Compagnie van Cleerhagen aan Giftel „ gegeeven wierd": dat daar op gefegt word, dat „ men advis begeert heeft van die van Hol- land": dat den Advocaat antwoord, „ dat het „ advis niet nodig is, maar dat men 'er meede „ doorgaan foude": en dat daar op de Compagnie gegeeven word aan Giftelles, die nog ten felven dage eed deed: op den 19 en 24 December desfel. ven jaars, dat Prins Mauritz „ feer recomman„ deert, en aanhoud by den Raad, ten einde dac „ ter eerfte gelegenthcid Commisfie van Capitein „ over een vaceerende Compagnie Voetknegten „ mogt verleend worden aan Juftinus van Nasfau „ Viceadmiraal van Zeeland": op den 6 Ociober 1589» » dat op de Requefte van Adriaan C 2 vac  (40) van Lienen, en ter recommandatie van fyn „ Excell: , Commisfie van Capitein over de „ Compagnie van Capitein Olthoff aan den Sup„ pliant geaccordeert word": op den 15 November daar aan volgende, „ dat op het aangeeven van Gedeputeerden van Utregt, dat de Soldaaten van de Compagnie van wylen „ den Graaff van Nieuwen aar begonden te mu„ tineeren, met begeerte dat de Raad daar in „ foude willen voorfien, gerefolveert word, dat men Commisfie voor Chriftoffel Nikkel als Capitein over de Compagnie fal depechee„ ren": den 29 derfelve maand, „ dat de Compagnie van wylen den GraafF van Nieuwenaar „ ter repartitie van Overylfel, na communi„ catie met de Staaten Generaal, en op de recommandatie van de Gravin van Nieuwe., naar, gegeeven word aan Willem Schram, ,, en die van Overylfel daar van by refcriptie „ geadverteert" (0): op den 18 February 1590, dat op een propofitie van de Gedeputeerden van Overyffel, dat fyn Excellentie geliefde te aanvaarden feekere Compagnie, defelve verklaarde daar toe willig te zyn, „ by aldien het de Raad „ goedvond": en dat „ het alfoo goedgevonden „ wierd": op den 9, 13, en 16 iVJaert 1590, dat op de Requeste van den Lieutenant van de Compagnie van den Capitein Trail, verfoekende desfelfs Hopmanfchap , goedgevonden wierd, „ te verftaan de goede geliefte van fyn Excell:, ,, alfoo de Compagnie ftond op de repartitie van Holland": dat daar op een Brieff van fyn Excell; (a) Sic Rejol; St; Gen! 29 Ntv: 1589.  C4I ) Excell: ingekoomen zynde in faveur van Capitein Willem Brog, geantwoord wierd, „ dat 5, men denfelve feer gaem foude ftellen als Ca- pitein over de voorf: Compagnie: maar dat men gaern foude fyn Excell: goeddunken ,, verftaan" op een bedenking, rakende de perfoon van den voorf: Brog, „ als meede op het „ verfoek van den voorfz: Lieutenant, N: B: om „ daar na wyders gedisponeert te worden, „ foo men tot meeften dienft van den Lande foude bevinden te behooren": en dat vervolgens gerefolveert wierd „ de Compagnie te prefenteeren aan den gem: Brog": den 17 en 18 April 1590, dat op het aangeeven van twee Gedeputeerden van de Staaten van Utregt, dat de Staaten goedgevonden hadden Lieute,, nant Rykfe te ftellen, en aan te neemen, tot Capitein over een Compagnie aldaar tot „ haaren laste,en begeeren dat de Raad daar toe „ Commisfie wilde depecheeren", na communicatie met fyn Excell:, „ als Gouverneur van dat Quartier", wel Commisfie verleend wierd aan den gem: Licut' Rykfe , maar met een aangefegt aan de Gedeputeerden van de Staaten van Utregt, „ dat gelyke laft en Commisfien by haar 5, niet behooren uitgegeeven te wordenmaar „ dat fulx behoorde te gefchieden by den Raad „ (N: B:) met advis van fyn Excell: als Stad„ houder": den 16 July 1590, dat Commisfie van een Compagnie op de repartitie van Zeeland, op het fchryvens van fyn Excell: gedepecheert, en te gelyk goedgevonden wierd te fchryven aan fyn Excell:, dat het gefchiede „ op de goede recommandatie van die van ZeoC 3 „ land,  (42 ) „ land, en dewyl fyn Excell: daar voor is fchry,, vende, en fyn woord gegeeven heeft": den 24 April 1591, dat de Raad het verfoek van een Capitein ter repartitie van de Provincie van Utregt, om ontflaaging, tocgeftaan hebbende, aan de Staaten fchryft, „ dat fe twee a dry bequaame perfoonen willen nomineeren, om „ één van dien met het Capiteinlchap voorfien „ te worden": den 28 July 1592, „ dat jter „ recommandatie van Graaf Philip van Nas„ fou Generaal der Nederlandfche Compagnien „ in Vrankryk, en van den Collonel Balfour „ ook in Vrankryk wefende", een Commisfie van Capitein over een Compagnie verleend word , en den 14 der volgende maand een andere „ op het favorabel fchryvens van fyn Excel„ lentie", dat 5 en 14 November 1592, dat gefien de Brieven van denominatie aan fyn Excell:, by de Staaten van Holland gefchreeven , van twee perfoonen tot de Compagnie van wylen den Overften Dorp, en daar benevens de Brieff van fyn Excell:, daar by defelve verkieft Mathieu Helt, by mondelyke communicatie met fyn Excell: 'in Raade, en met plurali- teit van Hemmen, gerefolveert word Com„ misfie op demelven Mathieö Helt te depe- cheeren"; en te antwoorden aan de Heeren Gecommitteerde Raden van hetNoorderquartier, die fig beklaagden dat de Compagnie gegeeven was aan een ander als aan den Lieutenant, „ dat men de faak niet konde veranderen: maar „ dat men den Lieutenant fal houden voor ge„ recommandeert, om ter eerfte geleegentheid s) voorfien te moogen worden": den 18 en 23 der-  (43 ) derfelve maand, dat op de ernffige recommandatie van die van Westvriesland en het Noorderquartier, en gelien het voorfchryvens van fyn Excell:, en de redenen daar in verhaald", een Commisfie als Capitein verleent word: den 26 February 1593, „ op het voorfchryvens van „ fyn Excell:, met advis van de Heeren Staa„ ten van Holland": den 20 Maert, „ op de recommandatie, en nominatie van de Hee„ ren Staaten van Utregt": den 22 Oétober delfelven jaars, dat op een Brieff van GraafF Willem Lodewyk, waar by die recommandeert den Lieut' van feekere Compagnie, over welkers begeeving de Raad aan hem gefchreven had, „ als meede deeden de Gedeputeerde „ Staaten van Vriesland, en ook op de voorige recommandatie van fyn Excell:", Commislie aan denfelven Lieutenant verleent word: den 16 February 1594, dat op de Requeste van Hopman Hendrik van Hemert defielfs broeder in fyn plaats geftelt word, „ gehoord het goed„ vinden van fyn Excell:, en 't geen de Amptman van Bommel van hemgerapporteert had:" .den 5 July deffelven jaars, dat gelyk verfoek toegeftaan word, ,, mits dat fulx waar ten con„ tentemente van fyn Excell:, welke, na gc„ houde communicatie met Graaff Willem Lo,!, dewyk, verklaarde voor goed te vinden, dat ,i de Compagnie aan den Suppliant verleend ,4 wierd:" den 10 Mey en 20 Juny 1595, dat de Raad op het voorfchryvens van GraafF Philip van Naffou, en van den Lieut1 Coll: Giftelles, en op de goede atteftatie van alle de Officieren van de Compagnie van wylen den Hopman C 4 Dra-  (44 ) Draper, in Vrankryk geflagen, doed aanfcggen aan fyn Excell:, „ dat fe goedvond Commisfie „ te geeven aan den Lieutenant, ten waar dat „ fyn Excell: anders beeter vond": welke antwoorde , dat wel goed foude vinden dat de voorf: en een andere Compagnie in één gereduceert, en aan den jongen GraafF van Solms gegeeven wierd, en dat die van Holland dat ook wel fouden goedvinden: en dat daar op gerefolveert word, „ fyn Excell: daar in te be,, lieven, mids dat agt genoomen wierd op de voorf: Lieut'": den 8 Augufti 1596, „ dat op Afte van fyn Excell., daar by ter denominatie van die van Holland word voorge,, fchreeven" (hier uit blykt dat de Raad de Aften van Prins Mauritz hield maar voor brieven van voorfchryvens) „ Hendrik van Meyen,, burg", aan denfelve Commisfie als Capitein geaccordeert word: op den 7, 15, en 21 November delfelven jaars, „ dat fyn Excell: in den Raad leevert een BriefF van den Capitein William van NafFou, waar by hy verfoekt ,, fyn ontflaging, en recommandeert fyn Ven„ drig: en dat fyn Excell: verklaart, dat hy eenen, genaamd Pyl, gaarn met defelve Com,, pagnie faage voorfien": dat daar op goedgevonden word, „ de faak eenige daagen in flaate te houden, en middelertyd te doen verneemen „ na de gefteltenis van de Compagnie, en na de „ qualiteit van den Vendrig": dat vervolgens op het goedvinden van fyn Excell:, welke de Raad daar over had doen fpreeken, de Compagnie gegeeven word aan een derde: en dat fyn Excell: $n de Raad doen aanfeggen aan den Vendrig, wek  (45 ) welke overgegeeven had een oope Afte, waar by de Luitenant, Bevelhebberen, en gemeene Soldaaten van de Compagnie hem recommandeeren tot het Capiteinfchap, ,, dat men den Raad geen maate heeft te fctten , wie fy met „ het Capiteinfchap fullen voorfien": op den 19 February 1597 , dat twee Requesten aan den Raad geprefenteert fynde om de Compagnie van den Hopman Hemert, de Raad fchryft aan de Gedeputeerden van het Nymweegfche Quartier, dat fe willen letten op een bequaam perfoon, 5, om in des Hopmans plaats gefurrogeert te „ worden, en den Raad daar van advifeeren, „ om daar na met Commisfie voorfien te wor„ den": op den 13 Mey deffelven jaars, „ dat gefien het fchriftelyk advis van de Heeren „ Staaten van Holland en Wefbvriesland", een Commisfie als Capitein verleend word: op den 11 January 1599, „ op de recommandatie van ,, fyn Excell":, en op den 12 September daar aan volgende, ,, op de nominatie, en recom„ mandatie, van die van Utregt". Men foude buiten twyffel veel meerder dier- Selyke bewyfen konnen bybrengen, indien de Legrsters van den Raad van Staate van die tyd niet ingeftelt waaren by forme van korte Notulen ontrent faaken, die geen particuliere extenfie behoefden. Waarom men dan doorgaans geen andere aantekening vind van de begeeving van Compagnien , als de volgende: op het fchryyens, of, op de denominatie, of, op de Aïte van denominatie van fyn Excell., of, van de Staaten, fat Commijfte: of ook wel maar fimpelyk, fiat Commijfte, fonder gewag te maaken van fckryC $ yenst  C 40 ymsj of van denominatie. Dog de meening van die korte aanteekening moet gehaald worden üit de breeder geëxtendeerde Refolutien, waar van een genoegiaam getal hier boven bygebragt is om te ftellen buiten tegenfpraak, dat de Raad van Staate heeft blyven de Officieren aanftellen, nadat deMiliciein het jaar 1588 gerepartitiëert is over de Provinciën, volgende niet te min doorgaans het advis, recommandatie, of denominatie (woorden van eenerley beteekenis in deefe maserie, uitwyfens de verwisfeling derfelve in de aangetooge Refolutien) van de Betaalsheeren, of van Prins Mauritz, en daar door voet en aanleiding geevende aan defelve, om aan fig te trekken de aanftelling, off het esfentiëelfte deel van dien, en alleen te laaten aan den Raad van Staate, de aangeftelde perfoonen in eed te neemen, en te voorfien van Commisfie, beide op de naam van de gefamentlyke Bondgcnootcn, in welker reguard de Provinciale aanftelling eigentlyk niet meer is als de defignatie, of, na de taal van die tyd, de denominatie, van de aan te ftellen perfoonen. Het geen bovendien daar uit af te neemen is, dat de woorden ftellen en committeeren by continuatie gebruikt fyn naa het jaar 1588, als te vooren , en nog dagelyx gebruikt worden, in de Commisfien, welke van Generaliteits weege verleent worden aan de Officieren, fonder lèlfs in de Commisfien gewag te maaken van de Provinciale aanftelling: gelyk aan de andere fyde verfcheide Provinciën fig nog lang daar na bedient hebben, of nog bedienen, van het woord nomineeren in de Brieven, waar by fe de Officieren addreffeeren aan den Raad. Waarom  ( 47 ) Waarom ook haar Ho: Mo: den 17 July 1619 tot antwoord gaaven aan den Raad van Staate, die dcrfelvcr goeddunken vraagde op een BKeff van de Staaten van Overylfel, waar by de Raad verfogt wierd Commiffie te verleenen aan D: van Routenburg als Ritmeefter in plaats van W: van OldenbarneVelt, ,, dat de meening van haar Ho: „ Mo: was, dat de Raad daar in foude doen, „ gelyk fe gewoon is op de (N: B:) nominatien „ van de Provinciën tot Ritmeesters en Capi„ teinen van de Compagnien, op haar reparti- tie ftaande". En hier meede ftemt de Heer de Groot fee» -nemaal overeen in fyn Arncles, wanneer hy gefegt hebbende, quo paratius exper'irentur [lipendia, eert as colortes, tnrmasque, na'iones fingulae in Je receperunt, quibus aera de fito ntimerant, ftrax daar op laat volgen, ceptnm et hoe ufurpari (een fpreckwys, die aanmerkelyk is) ut tribunos, ■ordinumque daftres, ipji d»fia;narent. Alleen heeft de Provincie van Vriesland fig in deefen deele lang onttrokken aan de generale ordre. Maar, om voorby te gaan de ernftige devoiren, welke daar tegen gedaan fyn door de andere Bondgehooten, de Provincie van Vriesland heeft by trappen haar ongelyk erkent, door in het jaar itfjjfS toe te ftaan, dat de Hoofdofficieren van de Regimenten, en in het jaar 1653 fc>en met de haare, tot voorkooming van fraade in de monftering (V). Ten vierde om, wanneer de gefamentlyke Bondgenooten goedgevonden hebben eenige Compagnien te caffeeren, op te geeven de naamen der Officieren, welker onderhebbende Compagnien op haat repartitie fullen gecafieert, en uit den eed van de Generaliteit ontflaagen worden by aanfchryvens van den Raad van Staate, waar van breeder fal gefprooken worden in het agtfte Hoofdftuk. En eindelyk, om kennis te neeman van alle verfchillen, en pretenfien , fpruitende uit de foldyen, of waar voor defelve uit de natuur der faake aanfpreekelyk zyn. De geene, die meerder regt over de Militie toefchryven aan de Betaalsheeren, fchynen, booven het geen, dat in het eerfle Capittel deefen aangaande gefegt is, niet genoegfaam te confidereeren, dat de fouverainiteit van de Provinciën niet meer verkort word door de dispofitie, welke de Provinciën gedefereert hebben aan de Generaliteit over de Militie, als door de verbintenis , waar in defelve by de Unie getreeden zyn om verfcheide aften van fouverainiteit niet anders te pleegen, als met gemeene bewilliging. . Het verfch exempel van de trouppen, welke Groot-Brittannien en deefe Staat gedurende den jongften Oorlog gehad hebben in gemeene dienft, is hier van fonderlinge applicatie. De foldyen van welke trouppen betaald zyn ten deele by Groot? (a) Sie Cap: 12. IV. Dsil B  C 54) Groot - Brittannien, en ten deele by deefe Sfaat, volgens de repartitien, by Conventie van den 30 Augusti 1703 , en daar na van tyd tot tyd, gemaakt, met dat effect, dat elk begaf de vaceerende charges onder de Regimenten van fyn repartitie, voor foo veel de Princen, waar van de meefte van die trouppen waaren overgenoomcn, niet aan fig de begeeving behouden hadden : maar voor de rest waaren defelve in gemeene eed van Groot-Brittannien en van den Staat: het gefag daar over competeerde aan beiden in het gemeen, en onverdeeld: en na de verfcheidentheid van het territoir, waar op de trouppen fig fuccesfivelyk bevonden, wierd het territoriaal regt over defelve geëxerceert door de Staaten, en Magiftraaten, waar aan het toekomt: fonder dat al het felve na iemands oordeel de minfte atteinte gegeeven heeft aan de fouverainiteit, en aan de independentie, van Groot-Brittannien, en van deefen Staat, refpectivelyk. Wat aangaat de tweede van de boven aangetooge relatien, fpruitende uit het territoir, defelve beftrekt fig in de eerfte plaats tot de hooge Overheid van het territoir, en in de tweede tot de fubalterne. In reguard van de hooge Overheid is fe van die uitwerking, dat de Militie geen Patenten, of ordres om de wapenen te gebruiken, mag refpecteeren, als die direótelyk aan haar toekoomen van de Staaten van de Provincie, waar in fe fig bevind, of van derfelver geautorifeerdens. Sonder egter dat het gefag van de Generaliteit over de Militie daar door verkort word: de-  C 55 ) dewyl van ouds verftaan is tot wegneeming der fwarigheid, welke de Raad van Staate ten. deefen opfigtc maakte op het formulier van eed, den r Juny 1588 gearfeftëèrt, „dathet comman-j, dement moet gedaan , en geobediëert, worden „ per gradus" (a), welke woorden niet beeter konnen verklaart worden als door die van de Heeren Staaten van Holland (7>), feggende in haar Refolutie , of Provinciaal Advis , op feekere propofitie van den Ambaifadeur van Engeland, en van de Engeliche Raaden van Staate, dat „ de Refolutien, Ordonnancien, en Decreeten van den Raad", welke doe de dispofitie had over de faaken en over het volk van oorlog, „ nopende het leggen en verleggen van de gar- nifoenen, en 't ligten van het volk van oor- log, moeten geaddreffeert, en geëxecuteert, ,, worden door de Gouverneurs van de refpecli- ve Provinciën met advis van de Gecommit„ teerde Raaden van de Staaten derfelve": fodanig egter, dat defelve bevoegt zyn, ,, de be* „ fwaarnis, die fy in defelve Refolutien, Or„ donnancien, en Decreeten van den Raad ful„ len bevinden, aan denfelven Raad te openen, „ om daar op gelet, en gedaan te worden na behooren" (cj: Bovendien fyn de Staaten van de rcfpecHve Provinciën uit hoofde van het territoriaal regt be- (a) Ref: St: Gen' 4. Juni 1588./ (b) Sie RefoUn van.Holl1 van 4 tot 15 Sept: 1590. (c) Sie ook Ref- St-n van Holl: met de Gedepf» va» Zeeland 6 Febr: 1587, te vinden by Bor 21 b:, en in de Apologie van de Groot Cdp: 11, dog met geiegiftreelt i» 'h«t Rtgifitt van Htllani. D 2  bevoeg.t om te vorderen een particulieren eed van de Militie, fonder onderfcheid van repartitie, die gelegt word op haar territoir (d). Hoewel die eed in de eerfte tyden felden fchynt gevordert te fyn geweeft. Immers, wanneer de Staaten van Holland in het jaar 1617 de Militie lieten een particulieren eed afneemen, gaf Prins Mauritz daar van kennis aan den Raad van Staate,feggende,dat het afneemen van dian eed, boven den eed, by alle de Officieren in 't ontfangen van haar Commiffien aan de Generaliteit , de Gouverneurs, Provinciën, en Steeden gedaan, een nieuwigheid is : en de Prins met den Raad gaaven daar op in de Vergadering van haar Ho: Mo: voor haar advis, dat die van Holland behoorden verfogt te worden, „ alles te laaten „ blyven, als te vooren, by den eed, die de „ Capiteinen folemneelyk aan de Generaliteit „ altyd gedaan hebben" (£). Het geen de Prins, en de Raad van Staate, niet fouden hebben durven feggen, foo de voorf: eed in die tyd een geüfiteerde faak geweeft was. Ten derde fyn de Staaten uit hoofde van het territoriaal regt bevoegt, om op haar Provinciaale Patenten de Militie te verfenden van de eene Plaats na de andere binnen de Provincie, „ mits dat daar van datelyk aan haar Ho: Mo:, „ en aan de Raad van Staate, advertentie ge„ daan worde" (c), gelyk ook uit de Registers van (a) Refol: van de Gr: Vergad: 16 Juni 1651. Apologie van de Groot Cap: 11'. (b) Sie Ref: R: van St: 9 Aug: 1617. (c) Injlru&ie op het ftuk van de Patenten I6jun: drt: 9.  (57 ) van den Raad van Staate blykt, dat die advertentie tot het jaar 1672 toe ordentelyk gedaan is: Ten vierde, om uit kragte van de autorifatie, vervat in de Inftruttie op het ftuk van de Patenten van den 16 Juni 1651 (V), in cas van nood, en dat de Patenten van de Generaliteit niet konnen afgewagt worden, de Militie te verfcndcn op haar particuliere Patenten uit haar Provincie na pericliteerende Steeden en Forten, immediatelyk reforteerende onder de Generaliteit, mits geevende daar van fpoedige advertentie aan de Heeren Staaten Generaal, en aan den Raad van Staate, met byvoeging van de beweegende reedenen, mitsgaders om defelve op gelyke Patenten te doen te rug keeren binnen haar Provincie , foo wanneer de nood het komt te vereiflehen, mits doende daar van advertentie als boven: wel verftaande, dat de revocatie geen plaats heeft ontrent Compagnien, niet begreepen onder het getal van de beraamde befetting , wanneer die alvoorens ontfangen contrarie ordre van de Generaliteit: Ten vyfde, om by tyd van nood, of als de faaken van den Lande het vereifchen, ordre te ftellen op de militaire difcipline, met den aan. Ideeven van dien (£): En eindelyk, om niet alleen Commandeurs, en Wagtmeefters, of Majors, aan te ftellen in de Steeden, en Sterkten, geleegen binnen de Provinciën, aan welke de Militie moet ge- hoor- Art: 0. (6)InfttuUitR: y.-Sf: M April 1588. Art. 32, en iS July tfiji. Art: 50. D 3  C 58 ) hoorfaamen, fonder onderfchcid van repartitie maar bovendien om een Provinciaal Chef, of Opperhoofd, aan te ftellen over alle de Militie, welke fig bevind op haar territoir. Waar van breeder fal gefprooken worden in het negende Capittel. c Het regt, welk het territoir geeft aan de fubalterne Overheeden over de Militie, beftaat daar in, dat de Magiftraaten bevoegt zyn te vorderen van de Militie by het intrekken een particuliere eed van getrouwigheid, en lig daar van te bedienen tot uitvoering van haar politique beveelen (a). Waar ontrent te remarqueeren is, cerflclyk, dat de boven aangetooge formulieren van eed van de jaaren 1588 en 1651 in deefe geen onderfcheid maken tulfchen de Steeden binnen en buiten de Provinciën: en ten andere, dat defelve formulieren de Militie wel verpligten tot getrouwigheid aan de Magiftraaten, gelyk aan de Staaten: maar dat, wanneer in het vervolg van den eed gefprooken word van het rfptcteeren' en gehoorfaamen rier beveelen, de Staaten andermaal genoemt worden, maar niet de Mngiftraal ten (b), het geen feekerlyk fyn opmerking verdient, om dat daar uit af te neemen i.s, met wat fondament de Magiftraaten van fommige Steeden, ftem in Staat hebbende, fuftineeren dat de Militie defelve relatie tot haar heeft al§ tot (a) Apologie van de CxoOT Cap: 11. Re/oh van de Gr; Vergad: 25 Maert lösr. (b) Sie ook dn Inftr. van den R: van $t: 12 ^tril itg» Art: 18, en 48 July 1651. Art: 27. -*  ( 59) tot een Gouverneur, off Commandeur: en dat fv meerder regt hebben over de Militie, als om die te gebruiken tot uitvoering van haar politique beveelen. Waar van het tegendeel geleert word door de Heer de Groot in het n Capittel van fyn Apologie. Niet te min hebben de Magiftraaten van de Steeden, ftem in Staat hebbende, verfeheide voorregten ontrent' dit ftuk boven de Magiftraaten der andere Steeden. Want fe bewaaren de fleutels: geeven het wagtwoord (V): en neemen kennis van alle delicten, niet puurlyk militair zynde, of door de militairen onderling begaan wordende (*): ontrent welke pointen de Refolutie van de Groote Vergadering van den 25 Maert 1651 notoirlyk onderfcheid maakt tuffchen de Steeden, die ftem in Staat hebben, en andere. , ...... En, dewyl de verpligting van de Militie ontrent de Magiftraaten van de Steeden feer ampel ter needer geftelt is in feekere Acte, door haar Ho: Mo: verleend aan Burgemeeftcren en Raad der Stad Groningen den 16 January 1665, fal het niet ondienftig weefen alhier te laatcrj volgen het difpofitiff van die Acte. „ De Staaten Generaal der Vereenigde Ne„ derlanden allen den geenen, die deefen ful- len fien ofte hooren leefen, falut: doen te „ weeten, nademaal de Heeren Borgemeefteren „ ende Raad der Stad Groningen ons by der„ felver MimVe van den 21 December laaft" „ leede £o) Ref: van de Gr. Vefgad: 25 Maert 165U ib) Ref. St: Gtn' 24 Aug: 1629. D 4  ( 6c ) ?» leede ftilo hei geprefenteert hebben, dat of j> wel de voorf: Stad tegenwoordig in een goe5Ï de ftaat van rufte ende vrcede verfeerde, ende >» fyluiden dooronfe autoriteit, ende de aanfien?i lyke magt van 's Lands Militie fig genoegfaam 3, gefterkt bevonden , om met volkoome geruft?3 heid ende feekerheid te konnen refolveeren 5, ende uitvoeren alle het geene tot dienft van ?> de gemelte Stad, rufte van de goede ingej) feetenen van dien, ende maintien van de ?, publique autoriteit, gerequireert word, fys,' luiden nogtans niet fonder grootc reeden bes, kommert moften zyn, dat ongerufte en oproerige menfehen, om den voorf: ftaat van „ geruftheid te troubjeeren, fig fouden mogen 35 ofte konnen van verfclieidene confiderable ,, gelegentheeden ende toevallen, by de voor,, geroerde derfelver Miffive in 't breede aan 5, ons vertoond: — Soo is 't, dat wy by ryv pen raade overvvoogen hebbende de importantie ende regtmatigheid van het voorf: vcrfoek, ende ter herten neemende de conp „ fervgtie yan den welftand ende rufte van de ?, meergem: Stad tegens alle onverhoopte toe}i vallen , ende geneegen zynde, in gevolge van onfe folemneele beloften aan de welgemelde Heeren Borgemeefteren ende Raad, te meermaaien ende fpecialyk op den 43 Martii 16CJ3 „ gedaan, van voortaan de goede en fterke hand te houden aan de volkoomene handhaavinge „, van de autoriteit, defelve wettelyk compe,', teerende, ook gelet hebbende op de goede p intentie ende falutaire Refolutien , by de ?, Heeren Staaten van de gefaanientlyke Pifo- ,» vb*  C 6i ) „ vinden, in den jaare 1651 op de Groote „ Saaie 's Hofs van Holland vergadert, op 't „ ftuk van de Militie, genoomen, mitsgaders „ op den eed voor defelve gearrefteert, tot „ meerder geruftheid van de meer welgem: Heeren Burgemeefteren ende Raad, wel heb„ ben willen verklaaren,gelyk wy verftaan ende „ verklaaren by deefen, "dat alle militaire hooge „ ende laage Officieren, met hunne onderhebbende Compagnien te voet ende te paerde, tegenwoordig in de Stad Groningen garnij, foen houdende, ende die namaals daar binnen gefonden fullen worden, in gevolge van de voorgeroerde Refolutien, ende uit kragte ,, van den eed, by haar, foo aan den Staat, ende de Provincie van Stad en Lande, in 't ,, gemeen, als byfonderlyk aan de meergenoem„ de Borgemeefteren ende Raad, by 't intrek„ ken in de opgemelde Stad Groningen gedaan, „ gehouden fullen zyn defelve Stad tegens alle uitwendige invafien, ende inwendige beroer„ ten, naar uitterfte vermoogen te befchermen „ fonder fig daar van , om eenigerhande reeden, ,, van iemant, wie het ook foude moogen zyn, „ te laaten diverteeren: tot welken einde fy„ luiden promtelyk, ende fonder na eenige „ andere ordre te vertoeven , fullen hebben naar te koomen, ende praecifelyk te executeeren alle 't geene haar by de Heeren Bur„ gemeefteren ende Raad der voorn: Stad Gro„ ningen, offte van den prefideerende Borge„ meefter in der tyd, fal worden belaft ende be„ voolen, tot behoudeniffe, dienfte, ende rufte „ van defelve Stad, ende van de goede ingeD 5 „ fee-  C 62 ) „ feetenen van dien, ende byfonderlyk tot voor„ koominge ende weeringe van allerhande ma„ chinatien, desordres, oproer, ende feditie „ van den volke. Alle welke beveelen de voorfz: ,, Officieren, Ruiteren, ende Knegten fimpelyk ende abfolutelyk, fonder fig om eenigerhande oorfaak daar van te excufeeren, of eenigfins „ daar irine te vertraagen, fullen hebben te l, agtervólgen, ende daar inne te continuee„ ren, foo lange henluiden geene ordres, het „ voorf: fubjeér. rakende, by de Heeren Staaten van de Provincie van' Stad Groningen en Ommelanden, ofte derfelver geautorifeerden, fullen worden gegeeven: ende fullen de „ voorf: Officieren, Ruiteren, ende Knegten, hun na de voorf: onfe goede meeninge ende „ intentie punftueelyk hebben te gedragen, ende „ defelve in allen deelen getrouwelyk naakoo„ men, fonder daarvan eenigfins in gebreeken te blyven, op peene van daar over als we„ derhoorige, ende myneedige , anderen ten „ exemple geftraft te worden". DERDE  C 63 ) DERDE CAPITTEL. Van het gefag van de Staaten Generaal, en van den Raad van Staate, over de Militie. \J it het geen gefegt is in het voorgaande Capittel blykt, hoe ver het gefag van dc Generaliteit over de Militie bepaalt is door het regt, dat de repartitie aan de Betaalsheeren, en het territoir aan de Staaten en Magiftraaten, geeft. En foude nu vervolgens konnen overgegaan worden tot de particuliere verhandeling der •voornaamfte pointen, waar in het gefag van de Generaliteit over de Militie beftaat, welke konnen gebragt worden tot de volgende: 1, de werving , recruteering , reductie, en caffatie: 2, de 'aanftelling der hooge Officieren, of Generaalsperfoonen: 3, dc Patenten: 4, de verlooven: 5, dc monftering, met den aankleeven van dien: en ten 6den, de militaire difcipline. Maar dewyl verfcheide Collegicn, en hooge Officieren , fullen te paffe koomen in de particu- licre verhandeling dier pointer., fal het dienftig zyn vooraf te onderfoeken, door wie de Generalireit, of de gefamentlyke Provinciën, van het begin af, en vervolgens, geoeffent hebben het gefag over de Militie. Waar in te letten ffaat, eerftelyk , by wat Vergadering, of Collegie, het oppergefag over de Militie uit de naam, en van weege, de gefamentlyke Provinciën gerefideert heeft, en $en andere, door wat hooge Officieren die Ver-  C*4) Vergadering, of Collegie, het felve uitgevóert heeft. Wat het eerfte belangt, naa de affweering van den Kooning van Spagnien is de generaale Regeering , in Jdaken rakende de defenfe ende verfeekertheid der geünieerde Provinciën, of (gelyk men naderhand fprak) de difpofitie en direttie, van de faaken en over het volk van den oorlog, geweeft in handen van den Landraad, niet lang te voorcn ingefteld: dc Prins van Orange ondertuffchen het voornaam beftier der faaken hebbende, foo onder de Regeering van den Hertog van Anjou, als naderhand: waar toe geen gering gewigt bybragt, dat de Staaten van Holland en Zeeland voor de overkomft van den Hertog opgedraagen hadden aan den Prins de hooge O-erigheit, of de exercitie van de Souverainiteit, te minfte van het regt van den GraafF: waar op in Holland na het vertrek en overlyden van den Hertog van Anjou de delatie van de Graafflykheid felve foude gevolgt hebben, indien de Prins niet ongelukkig omgekoomen waar, doe men befig was met de laafte hand daar aan te leggen. Na deffelfs overlyden fyn Prins Mauritz, doe nog geen Stadhouder van eenige Provinciën zynde, onder de naam van eer/le Raad in de Regeering, en de Raad van Staate, gecommitteert tot het provifioneel gouvernement (a), met een veel brecder gefag over de faaken en het volk van oorlog, als naderhand in het jaar 1588 gegeeven is aan den Raad van Staate, ge- td) Ref: St: Gen! 29 Aug: 1584.  C 65 ) gelyk blyken kan by vergelyking der Inftructien van den 15 Augufti 1584 en 12 April 1588. Dit proviüonecl gouvernement duurde maar ontrent anderhalff jaar, wanneer het overgedragen wierd aan den Graaf van Licefter in qualiteit van Gouverneur en van Capitein Generaal over de geünieerde Provinciën, met „ volle „ magt en abfolut gebied in het ftuk van den „ oorlog, en 't geen daar aan dependeert, foo „ te Land als te Waater": of (foo als de Commiffie fegt) met „ het hoogfte gebied, en abfo„ lute opperfte autoriteit in krygsfaaken": welke magt fig ftrekte „ over alle de geüni„ ëerde Provinciën, Steeden, en Leeden van „ dien, met haar geaffociücrden, en over alle „ de particuliere Gouverneurs der Provinciën: „ en voords over alle generaale en particuliere „ Hoofden, Admiraals, etc1": welke alle moften eed doen van „ in 't geen voorfchreven is, „ en daar aan dependeert, met der daad te „ fullen bewyfen volle gehoorfaamheid aan den „ Graaf van Licefter" (0). De Graaf van Licefter fig verdraagen hebbende by Acte van den 17 Decemb: 1587 van het gouvernement en Capiteinfchap Generaal der geünieerde Provinciën, is by Refolutie en Placaat van den 12 April des volgenden jaars „ de generale Regeering deefer Landen, in de faaken, de gemeene befcherming ende Unie „ derfelver aangaande, geftelt ter bediening en „ adminiftratie van den Raad van Staate": en by (a) Ref; St: Gen* 10 Janry, en Acte en CoinmiJJle 1 Fehr  C 66 ) byhet 6 Art:derlnftru6lic,ten fel ven dage gearrefteert, is aan de Raad van Staate gegeeven„ de j, difpofitie in de faaken van den oorlog, en over het volk van oorlog": en wanneer de Raad in Juny daar aan volgende betuigde, te vreefen voor confufie uit de diverfiteit van de commandementen, om dat den eed van de Gouverneurs van de Provinciën medebragt, „ dat fy fouden nakoomen „ de Ürdonnancien, en bevcelen van de Staaten 5, Generaal,van den Raad van Staate tot de ge,, neraale regeering der Vereenigde Nederlan„ den gecommitteert, of nog te committeeren, „ in het generaal, en van de Staaten van de „ Provinciën van haar gouvernement, in bet particulier", antwoorden de Staaten Generaal onder anderen, „ dat de Heeren van den Raad „ mogten verfeekert fyn, dat de Staaten in 't „ generaal, en particulier, hen het comman3, dement van het volk van oorlog niet fullen bemoeyen, ten fy de nood, en de confervatie 3, van den Lande, fulx zal koomen te vereis,, fchen" (a). En gewis de Staaten Generaal konden in die tyd geen intentie bebben om te concurreeren met den Raad van Staate in het commandement over de Militie, dewyl fe van voorneemen waaren, na het reguleeren van de betaaling van de Militie by weege van repartitie op de quotes van de Provinciën, en naa het arrefteeren van een nieuw formulier van eed, behelfende alle de onderfcheide relatien en verpligtingen van de Militie, mitsgaders van een nieuwe In- CO Sic Ref: St: Gen! 4 Juny 158?,  (ö7 ) Inftruct-ie voor den Raad van Staate, haar Vergadering te fcheiden, en niet weeder by een te koomen als op befchryving van den Raad van Staate. Gelyk niet alleen blykt uit het 24 Art: der bovengem: Inftruftie van den Raad van den 12 April defielven jaars, maar infonderheid daar uit, dat de Vergadering den 6 September fcheide, en niet als ruim dry maanden daar naa weder byeenquam op de befchryving van den Raad van Staat. Waar op, boven het Regifter van haar Ho: Mo: de Refolutien van den Raad van Staate van den 17 , 20 en 3oSeptemb:, 8 en 20 Oclober, en 10 Decemb: van dat jaar, konnen nagefien worden. Dog, fchoon dat het gefag over de Militie overgegeeven was in handen van den Raad van State, en de Staaten verklaart hadden, fig daar meede niet te fullen bemoeyen, foo lieten fy, en haar Gedeputeerden, niet naa kennis te neemen van de krygsfaaken , en daar over te delibereeren met den Raad van Staate: oordeelende (om te gebruiken de woorden van de Heeren Staaten van Holland) „ dat niet tegenftaande de ordinaris directie van den oorlog fyne Ex„ cell:, en andere Heeren van den Raad van „ Staate, is bevoolen, de Staaten niet moogen lcedig ftaan daar op rypelyk te letten: de commoditeiten tegen de incommoditeiten, en andere pointen daar toe dienende, rypelyk te .,, overweegcn: op dat gedaan en gelaaten mag ,, worden het geen voor de Landen beft, en „ de minfte periculen fubjeét is (£). En (s) Sie Refol: St: Genl 1 Sept: en 10 Dec: 158?. 1 (*) Sie htt gedrukt Reg: 1592 f»l: 5».  C68 ) En dewyl de Vergadering van de Staaten Generaal niet lang na het jaar 1588 een permanent Collegie wierd, in welk de Provinciën te meer goedvonden dat de groote faaken van het Land fouden verhandelt en beflooten worden, om dat men was genoodfaakt geweeft te admitteeren Engelfche Raaden in den Raad van Staate, welke Raaden men fogt te houden uit het beftier der faaken, verloor de Raad van Staate daar door geen klein gedeelte van haar autoriteit en directie, en particulierlyk meede ontrent de krygsfaaken, waar van de Vergadering van haar Ho: Mo: met der tyd het geheel beftier aan fig trok: Sonder dat gevonden word, dat de Raad daar over opentlyke klagten gedaan heeft, foo lang als den Ambasfadeur fesfie had in den Raad. Maar na dat die geëindigt was in het jaar 1625 door het vertrek van den Ambasfadeur Charleton, die, lange jaaren in den Raad gefeeten hebbende, daar in was blyven fitten by gedoogen van de Staaten na de loffing der verpande Steeden, fchreef de Raad, fiende dat fe by continuatie gehouden wierd buiten het beftier der faaken, den 18 Maert 1628 een nadrukkelyke Brieff aan de Provinciën: en alfoo haar Ho: Mo:, waar aan de Raad den 15 der volgende maand copie van de Brieff fond, verfogten opening van de redenen van de pointen, in de Brieff verhaald, fchreef de Raad den 20 in het breede aan haar Ho: Mo:, en onder anderen, dat de faaken van den oorlog, „ welke den Raad fpecialyk be- voolen zyn, meerendeels niet gecommuni„ ceert wierden dan na genoome Refolutie, en dat, hoewel de Raad voor deefen altyd ec£  C 69 ) „ legialiter met fyn Excell: plagt in 't Leger ,, te gaan, tot affiftentic van fyne Excell:, en beleid van 's Lands faaken, nogtans de»fe faake doe anders beleid wierd, alfoo de Raad in eenige „ jaaren collegialiter niet in 't Leger geweeft was" (tf.)En den 15 Juli Van het jaar 1632 antwoorde de Raad aan haar Ho: Mo:, welke het advis van den Raad verfogt hadden over het fpocdig ligten van eenige duifent man by weege van recruteering der Franfche, Engelfche, en Schote Regimenten , v dat de Raad daar in met fundament niet foude konnen advifeeren, al* „ foo het eigentlyk was aangaande het uitvoeren „ van 't geen, daar toe haar Ho: Mo: goedge* „ vonden hadden voor dat jaar het Leger te em,, ployeeren, waar van in 't begin aan den Raad geen kennis was gedaan geweeft, nog van de deliberatien, die daar op gevallen waaren". Waar by men nog fal voegen een extraft uit een Brief van den Raad van Staate aan de refpeétive Provinciën van den 7 Oétober 1653, welk, hoewel wat lang, verdiend alhier geplaaft te worden. De voorf: Inftruclie", namelyk die van den 12 April 1588, „ is met verloop van „ tyd, en verandering van faaken, in veele „ deelen tot verandering, en buiten praftycq, geraakt. Want hoewel het 24 Art: van de„ felve Inftructle fegt, dat den Raad de Staaten „ Generaal fal befchryven, foo is nogtans meeft van dien tyd af een Vergaderinge van Heeren Gedeputeerden uit de refpeciivc Provinciën 3, geblceven, die alfoo mettertyd een conti- „ nuecl (a) Aitzema b: 8. ■ IV. Deel. E  C 70 ) „ nueel Collegie hebben gehoudën, over de „ meeft importanfte faaken delibereerende met „ den Raad, delfeJfs advifen en confideratien daar j, over hoorden, ende alfoo met correfpondentie „ alles dirigeerden. JN[a verloop van eenigen tyd „ is het Tra&aat met Engeland, in de InftruóHe vermeit, koomen te cesfeeren, ende de cautionarife Steeden geloft, des weeder verande„ ringe in 's Lands faaken caufeerde. Evenwel j, en is deInftruclie noifc verandert,maar geblee„ ven foo als die lag, die den Raad in de verdere pointen heeft gepraófifeert, ten besten ,, dienfte van den Lande, blyvende meede deliM bereeren , advifeeren, ende dirigeeren, de faaken rakende de oorloge ende financie, met 't geene daar van dependeert, als de twee hoofdfaaken, daar op de Raad wasgeformeert. „ Dan eenige jaaren naar uitgaan van den twaalf„ jaarigen Trefves, fyn van tyd tot tyd eenige faaa, ken alleen by haar Ho: Mo: aangehouden, als „ de deliberatien op de employen van de Legers, „ ende het uitvoeren van defelve, daar van ook dependeerde een goed gedeelte van de „ directie der Financie, daar toe, ende tot dier„ gelyke faaken, noodig. Des by mangel van „ volkoomen kenniffe, die meeft by den Raad „ was, ende niet gehoord werde, niet altyd fn de Laften gecompaffeert is naar 't vermoogen van de Landen. Daar uit feer groote „ t'agterheeden ende fchulden fyn ontftaan, „ waar van, en van de disordren, die den Raad „ daar uit bedugte te volgen, als men de Provincien kenniffe gaf in den jaare 1628, om op verfieninge te denken, ook den Raad van „ een  C7i ) „ een andere Inftiuftie te willen voorfien, is in „ plaatfe van iets vrugtbaarlyx daarop te volgen, ,, den Raad dat devoir leer qualyk afgenoomen". Ook contribueerde niet weinig tot vermindering der autoriteit en diuedie van den Raad van State ontrent de krygsl'aaken het groot c/edit van Prins Mauritz, welke liever had te hebben het geheel beftier derfelve onder haar Ho: Mo:, als het te partageeren met den Raad van Staate : gelyk ook het gebruik, welk Prins Frederik Hendrik, die na doode van Prins Mauritz verheeven wierd tot Capitein Generaal (i), na dat die hooge charge open geftaan had federt het vertrek van den. Graaf van Licefter, en Prins Willem fyn foon, maakten van de autoriteit, aan haar competeerende, aan de eene fyde als Stadhouders en Capiteins Generaal van de meete Provinciën , en uit dien hoofde niet alleen feffie hebbende in den Raad van Staate, maar ook de dispofitie over de Parenten binnen dé» Provinciën van haar gouvernement met advis van de Gecommitteerde Raaden, en aan de andere fyde als Capiteins Generaal van den Staat, en in die qualiteit het Leeger commandeerende, en de Patenten geevende in het diftricf. van ele Generaliteit. Men foude dit konnen nader illuftrceren uit de Regifters. Maar om niet buiten noodfaak op te haaien het geen, dat foude moogen te leggen vallen op het gedrag van Princen, waar aan den Staat groote verpligting heeft, in het jaar (i) 23 April 1625. E 2  (7*) jaar v5si wierd 'm de Groote Vergadering, befchreeven by occafie van het overlyden van Prins Willem, op den 13 February in deliberatie gebragt, „ of men in de generaale directie, „ en dispoiitie van oorloge, by gemeen advis „ van de Bondgenooten gedefereert aan de „ Raad Van Staate, goedvinden fal eenige ver„ andering te doen" («). Waar ontrent de advifen in het begin vry verdeeld waaren: de Provincie van Holland, met welke Zeeland fig voegde, van verftand wefende, „ dat in de generaale directie, en 5J dispofitie over de faaken van den oorlog, en „ over het volk van oorlog, by gemeen advft „ van de Bondgenooten gedefereert aan den „ Raad van Staate, geen verandering behoorde „ gemaakt, maar die directie aan den Raad ge,, laaten te worden": Gelderland, Utregt, en Overyffel in tegendeel inclineerende om die directie over te brengen aan de ordinaris Vergadering van haar Ho: Mo:, daar fe gelyke ftem hadden met de meeft contribueerende Provinciën: en Vriesland en Stad en Ommelanden geen fonderlinge infigten hebbende ontrent dat ftuk, als die het intereft van haar Stadhouder raakten Eindelyk wierd het werk tot onderling genoegen fodanig ingefchikt, „dat de Raad van State, „ met en nevens de Vergadering van de ordi„ naris Gecommitteerden ter Generaliteit foude hebben, en gebruiken, de autoriteit om „ te (a) Ref: van de Vergadering op de Gr: Z: 13 Febr: ïCSt.l (b) Ref<» vun dt Grotte Fergad: li en 21 Juny 1051.  C 73 ) te dlsponeenen in de faaken van oorlog, en „ over het volk van oorlog" (a). In voegen, dat de directie, en dispofitie, welke te vooren gecompeteert had aan den Raad affonderlyk, federt het jaar 1651 in het gemeen gecompeteert heeft aan de Vergadering der ordinaris Gecommitteerden ter Generaliteit, en aan den Raad: fonder dat men uit de woorden van het Articul afneemen kan, dat de Bondgenooten eenig meerder gefag daar ontrent hebben willen defereeren aan de eene als aan de ander. Dan het gebruik heeft ingevoert, dat de Refolutien over de militaire faaken meerendeels genoomen Worden door haar Ho: Mo:, na gehoude conferentie met Gecommitteerden uit den Raad van Staate: Uitgefondert, dat in de fecreete militaire conferentien gerefolvcert. word op de naam van haar Ho: Mo: by meerderheid van ftemmen van de Commiffariffen uit de Vergadering en uit de Raad over faaken van importantie, en welker uitflag afhangt van de fecreteffe. Waar van veelvuldige exemplen te vinden zyn in de fecreete Registers van de jaaren 1668 > 1671, 1672, 1702, en volgende: Wordende de Refolutien, op de eene of op de andere wys genoomen, doorgaans gefonden aan den Raad, om te geeven aan de Militie de ordres, welke daar uit proflueeren. Tot eclairciffement van welklaafte point dient, dat («) Art: 5 van de InftruStie van den R: van St: 18 Jut: «651. E 3  * 74 ) dat tufTchen de jaarcn ï6ji cn 1672 feer weinig exemplen gevonden worden van ordres, door haar Ho: Mo: directelyk, of anders als door het canaal van den Raad van Staate, gegeeven aan de Militie. Ontrent de Patenten, zynde de principaalfte ordres, welke aan de Militie gegeeven worden, is het bekent, dat haar Ho: Mo: die moeten fendcn aan de Raad van Staate, om door defelve meede geparapheert, geteekent, gefeegelt, en vervolgens voortgefondcn te worden. Maar met het geeven , der andere ordres is het ontrcht op de eige wys gegaan. By exempel, vonden haar Ho: Mo: goed, dat de Officieren fig fouden begecven na haar garnifoenen: dat' de Militie foude tegen een feekere tyd compleet zyn: of iets diergelyx: de Raad wierd verfogt fiitS aan te fchryven, uitwyfens haar Ho: Mo: Refolutien van den 27 April , 4 Juli , en 39 Aug" i6jr, & Janua:, 21 Maert, 20 cn 27 April, 7 en 8 Juni, en 24 Novemb: 1652, i'k Janua: en 20 Novemb: 1653 , 17 en 28 Maert, en 29 Deccmb: 1654, 15 Mey, ra en r5 Juny J655, 18Maert 1656, 22 Maert en 28 Septemb. 1657-, $8 Janua: en 28 Augnsti j 658, 9 Juny 1661, 25 Oclober 1662, 15 Mey en 31 Üecemb. 1663, ^ Mey en 30 Decemb: 1664, 30 July 1665, 10 en 13 Fcbrua:, 9 Maert,en 12 Augusti 1666,2a Februa: i66gt 11 April, 2 Septb., en 20 Octobcr 1670, 10 Juny en 11 November 1671, en 29 February 1672. Verftonden haar Ho: Mo:, dat de Militie behoorde gemonflert te warden, de Raad wierd ver-  C 75 ) verfogt, daar toe ordre te ftellen, uitwyfcns haar Ho: Mo: Refolutien van den 27 January 1666, 22 en 25 Maert 1672. Hadden defelve iets te ordonneeren aan de Gouverneurs, of Commandeurs van de Frontieren , de Raad wierd verfogt fulx te doen, uitwyfens haar Ho: Mo: Refolutien van den ïi Janua: en 23 Novemb: 1652, 13 Janua:, 17 Mey, 18 O&ob:, en 18 November 1653, 26 Maert,7 en 13 Novemb: 1654, 3 July 1655'9 29 Februa: 1656, 6 Septemb:, en 20 Octob: 1660, 28 Janua: 1661, 10 Mey 1663, 25 Janua:, 4 en 8 Mey 1664, 11 Maert, 5 Augusti, 29 Septemb:, 2 en 19 Oclob,, en 31 December 1665,2,9,en 25 January, 4,6, 11 en 16 Februa:, en goOaober 1666, 5 APnl 1667, 25 Maert 1668, 5 Janua: 1670, 5 tehrua:, 6 Maert, 30 April, en 10 Novemb: 1671, 97 Februa:, 12 en 14 April 1672: mitsgaders de fecreete Refolutien van den 12, 13, en 16 April en 18 Juny delfelven jaars. Dog of haar Ho: Mo: affonderlyk dehbereerende op de advifen, geformeert in dc conferentien over faaken, begreepen in het bovengam: vyfde Articul der Inftru&ie van de Raad van Staate, konnen daar van afgaan in haar Refolutien, fonder weder commiffonaal te maaken met de Raad de bedenkingen, ter Vergadering vallende op fodanige advifen: is gedisputeert in het jaar 1719. De redenen voor en tegen, te lang om hier ingelaft te worden, zyn te vinden in de Brieven van den Raad van den 6 en 13, en in haar Hoog Mog: Refolutie van den 11, alle April 1719- De laafte Brief van E 4 dea  C 76 ) den Raad wierd den 14 commifforiaal gemaakt met de Raad, maar de conferentie is nog te honden. Tot befluit van dit Capittel moet nog geremarqueert worden, dat hoewel de dispofitie over de faaken en over het volk van oorlog by het 5 Art: der Infr.rucr.ie van den 18 July 165:r gemeen gemaakt is tuffchen de Staaten Generaal en den Raad van Staate, en het gebruik aan dat Articul gegeeven heeft een uitleg, volgens welke de eigentlyk gelegde dispofitie byna geheel competeert aan haar Ho: Mo:, egter verfcheide pointen , welke connex zyn aan de generaale dispofitie over de Militie, gebleeven fyn aan den Raad van Staate, en door den Raad geëxerceert worden, het zy met, of fonder, concurrentie van haar Ho: Mo:: gelyk als de executie der Refolutien tot het aanneemen en afdanken van krygsvolk, de militaire Juftitie en krygsdifcipline, de monftering, en andere pointen , waar van breeder fal gefprooken worden in het vervolg. VIER,  C 77 ) VIERDE CAPITTEL. Van de Gedeputeerden te velde. X)e haaft, welke de deliberatien over dekrygsfaaken .doorgaans hebben, en de abfentie der Generaals, waar meede de krygsfaaken moeten overlegt worden, niet toelaatende den oorlog van verre te bellieren, plagt de Raad van Staate met de Legers, nevens den Generaal, te velde te trekken, of wel fig te vervoegen in de naast geleege Plaatfen, om met meerder promtitude ten dienfte van den Lande haar beveelen te doen executeeren. 'T zyn de woorden van de Staaten van Holland in de aangetooge Deduftie van den 30 January 1651. Ook is het femwyl gebeurt, dat haar Ho: Mo:, by fonderlinge voorvallen, fig én corps, of door een aanfienlyk getal van Gedeputeerden, begeeven hebben na de Plaatfen, alwaar van naby konue gedelibereert worden over de krygsoperatien. Soo ging de Vergadering in het jaar 1600, doe Prins Mauritz de togt na Vlaanderen ondernam , een togt, die men aanfag voor feer hachelyk, en corps naOftende, en refolveerde dat de Gedeputeerden van den Raad van Staate voor „ den tyd, dat de Heeren Staaten in den Leger „ fouden fyn, met defelve fouden befoignee„ ren onder de Provincie, daar van fy in den „ Raad gecommitteert waaren" (a). " 6 Soo (a) R$: St'« Gtnl 15 Juny^i6oa.  C 7« ) Soo gingen haar Ho: Mo:, en de Raad van State in het jaar 1602 in de maanden Juny, July, en Septemb:, en in het jaar 1604 in de maanden April en September, na het Leger, en belbigneerden t'famentlyk op de naam van de Generaale Staaten, door welker Griffier de Notulen voor beiden gehouden wierden. Waar op de Regifters van haar Ho: Mo:, en die van den Raad van Staate, konnen nagefien worden. Soo gingen beide in het jaar 1629, doe de vyand doorgebrooken was op de Vcluwe, en Amersfort ingenoomen had, eerff, na Utregt, en vervolgens na het Leeger voor's Hertogenbosch, van waar fe niet te rug keerden na den. Haagc, voor dat de Stad verovert was («). Soo fonden haar Hoog Mo: den 2 AugufH 1635, op de ingekoome tyding dat de vyand Schenlcefchans vermeeftert had, en dreigde den Ryn te pasfecren, het geen een generaale verflagentheid in het Land veroorfaakte, de gefamentlyke Heeren Gedeputeerden, die daar bevoorens gebefoigneert hadden over de Franfche faaken, na Arnhem, ,. om met den Heere Prince „ van Orange", tot wiens affiflentie reeds veertien Heeren in Mey te velde gecommitteert waaren , te helpen delibereercn, en refolveeren, „ fonder eenige rugfpraak , het geen fy tot „ meeften dienffc', welfland, en verfeekering van n den Staat, en refiftentic van den vyand, repousfeeren en afbreuk van dien, fouden be„ vinden te behooren: en fouden de Refolutien, „ by de gem: Heeren met fyn Excell: te nee- „ men, .rei t vi \i 1«*0 " :S (h) va) Refol: St'* Gent i$4ug:, 11 en 11 Sept: 1629,  ( 79 ) men, fyn cn blyycn van fodanige kragt en. ,', vigeur, als of dèfelvc in haar Ho: Mo: Verj", gadering waaren genoomen: doende alleenlyk van de te neemen Refolutien notificatie aan „ haar Ho: Mo:, voor foo veel de dienil van „ het Land toeliet". Soo refolveerden haar Ho: Mo:, of eerder de Heeren Gedeputeerden uit derfelver Vergadering en uit den Raad van Staate tot de fecreete militaire bcfoignes, uit kragte van de autorifatie, op haar verleend den 7 en 11 April 1672, den 4 Juny daar aan Volgende op een ingekoome Brief over het maintineeren, of verlaaten , der retrenchementen lanx den Yflelftroom, „ dat „ haar Hö:"Mó:, met en nevens den Raad van „ Staate, haar tc faamcn en corps fouden ver„ voegen binnen de Stad van Arnhem, en al* daar,gehoord de ouverture, propofitie, voor„ fhiagen, "en fentimenten van de Heeren haar '" Ho: Mo: Gedeputeerden , en Gevolmagtigden te" velde, én het advis van den Heere Prince " van Ofahge als Capitein Generaal over de Le" gers van dén Staat voor de" (doe) „ jeegen„ woordige expeditie te velde, fodanig delibereeren ,'é'n'refolveeren, als defelve ten meeften 11 dienffc van den Lande foude oordeelen " tc behooren": en vertrokken vervolgens ten gctaale van tien, namelyk fes uit de Vergadering van haar Ho: Mo: met den Griffier, cn twee uit den Raad van Staate met den Secretaris, na de voorf: Stad: alwaar fe den volgenden avond Staatswyie naamen een feer importante Refi> lutie: En 'dén 13 derfelver'maand, doe de vyand in de  C So) de Betuwe doorgebrooken was, wierd andermaal gerefolveert, „ dat baar Ho: Mo:, en de Raad van Staate, haar en corps fouden vervoegen „ na Utregt, en aldaar fouden worden gerepre- fenteert door" feeven Heeren uit de Vergadering, en twee uit den Raad, alle in de Refolutie genoemd: „ en dat dienvolgende de gemel„ de Heeren op de naam van haar Ho: Mo: alle „ Refolutien, dienende tot defenfie van den ,, Staat, met den Raad van State voornoemd „ fouden neemen: Patenten, na ingenoomen „ advis van denfelven Raad, depecheeren: en „ voords alles refolveeien, executeeren, en „ doen executeeren, 't geene defelve tot defen„ fie en befchcrming van den Lande foude oor„ deelen te behooren". Dog buiten fodanige extreeme nood fyn doorgaans met het te veld brengen van het Leger eenige Heeren gedeputeert om de veldtogt by te woonen, en den Generaal te asfifteeren met raad cn daad, woorden, die doorgaans gevonden worden in de oude Refolutien, waai- by de deputatie te velde gedecerneert wierd. De Staaten van Holland zyn lang van verfland geweest, dat de Raad van Staate behoorde, als van ouds, te veld te gaan, in plaats van Gedeputeerden uit de Vergadering van haar Ho: Mo: ec uit den Raad: foo als gefien kan worden uit derfelver Refolutien van den 27 Septemb: 1623, 16, 17, en %% July 1626, 30 Juny, % en 2 July 1627, en 20 December 1635. Niet, dat de meening van de Staaten van Holland was, dat haar Ho: Mo: fig noit behoorden te vervoegen na het Leger, 't zy en corps ,  < 8i ) corps, of by Gedeputeerden. In tegendeel verftonden fe, dat het felve behoorde te gefchieden, „ telkenmaale wanneer eenige impor„ tante deliberatien, of occurentien, dat fou„ den vereifchen". Maar fe fuftineerden dat, -,, als de Refolutie genoomen was", haar Ho: Mo:, of derfelver Gedeputeerden, „ behoorden „ weeder uit het Leeger te vertrekken, en de „ executie van dien aan fyn Excell: met den „ Raad te beveelen" (V). Dog dit had foo wynig ingang ter Generaliteit, dat men niet vind, dat na het uitgaan van de twaalfjaarigen Treves oit Gedeputeerden uit den Raad alleen te velde geweest zyn, maar wel verfcheide maaien alleen uit de Vergadering, hoewel meerendeels uit beide. Het getal der Gedeputeerden te velde, en de proportie tusfchen die uit de Vergadering van haar Ho: Mo: en uit den Raad van Staate, heeft uitermaten gevariëert. Om ouder exemplen voorby te gaan, in het jaar 162 r na het uitgaan van den Trefves hebben de Provinciën fes Heeren te veld gedeputeert, en daar onder vier uit den Raad van Staate , welke vier de Raad daags daar aan verfogt wierd daar toe te deputeeren O). In het jaar 1623 wierd by pluraliteit van Hemmen vecftaan , van de Vergadering één uit elke Provincie te committeeren. Maar men vind niet dat 'er meer als dry, en daar onder één uit de Raad van Staate, gecommitteert zyn (V). 's Jaars (a) Ref: St'" van Hall' 27 Sept: 16^3- (b) S\eRef:St:Genl 24 en 25 Aug: 1621. R: vanSt: 3®""- (c) Sie Ref: Gem 14 31) 23 Aug: iózj.  C 32 ) 's Jaars daar aan wierd maar één Fleer gecommitteert uit de Vergaderingen -één uit den Raad, beide door haar Ho: Mo: (V/). In het jaar 1Ó25, mitsgaders 1627, en J629, zyn 'er in tegendeel agt gecommitteert uit de Vergadering, en de Raad verfogt, twee a dry daar by te voegen In het jaar 1631 neegen Heeren uit de Vergadering, namelyk dry uit Holland, en één uit ieder van de andere Provinciën, en vier uit de Raad (O. In het jaar 1633 de festien Heeren Gecommitteerden uit de Vergadering tot de handeling met die van de andere fyde, met magt om te fubdelegueereri. Waar by naderhand nog vier Heeren gecommitteert wierden. Maar niemand uit den Raad van Staate (d). In het jaar 1635 twee uit elke Provincie, mids maar één van beide te gelyk te veld gaande, en wederom niemant uit den Raad (). En wanneer in het jaar 1672 dc nood aan de man quam, wierd die autorifatie nog merkelyk geè'xtendeert, eerft in opfigt van de twee Gedeputeerden en Gevolmagtigden te velde tusfchen de fa) Sie 16 Mey T63T. 19 Aug: 1633, 4 Mey 1635. (b) Sie 20 Mey 166$. 28 Jan: 1666. 12 Apr: 1668.  C 87 ) de MaaTc en dc Schelde, aan welke by Refolutie van den 15 Mey „ volkoome autorifatie" gegeeven wierd, ,, om na voorgaand advis van „ de Gouverneurs van de Steeden, in dewelke fy haar fouden moogen bevinden , of van ,, andere krygsverftandige , by haar te affü, „ meeren, te disponeeren van de Militie, mits„ gaders van de Magazynen aldaar weefende: de Compagnien naar occurentie van faaken, „ ende dcinkoomende advertentien, met advis als vooren , in defelve Plaatfen garnifoen „' houdende, uit de eene Plaats na de andere „ te moogen trekken, of ook elders yerfame„ Jen , lbo fy Heeren Gedeputeerden tot fecours „ van de een of d'ander van de voorf: Plaatfen , „ of tot afbreuk van den vyand, fullen oor„ deelen beft ende bequaamft te zyn: uit de „ Quartieren van Vlaanderen te ligten fodanig „ gedeelte van de Militie , aldaar garnifoen „ houdende, als fy fullen oordeelen dat fonder „ ondienft van 't Land van daar foude konnen „ worden opontbooden: mitsgaders ook om in ,, cas van nood naar Vlaanderen, als meede in „ de Provinciën van Holland en van Zeeland , ,, te moogen fen'den een gedeelte van defelve „ Militie, behoudclyk dat geen van de voorfz, „ Militie gefonden fal moogen worden in de „ hooggemelde Provinciën, dan na voorgaande „ o vergif te , ende Aéïe by forme van Patent, van „ de Heeren Staaten van de hooggemelde Pro„ vincicn, medebrengende, dat de Militie, die „ alfoo in de hooggem: Provincie fal weefen „ gefonden, t'allen tyden van daar wederom „ by Patent van haar Ho: Mo:, of ordre van F 2 ' „ de  C 88 ) „ de gemelde Heeren haar Ho: Mo: Gedepu,, teerden te velde, te rugge ontbooden fal „ moogen worden , fonder daar toe eenig ander „ Patent van de meer hooggem: Heeren Staaten „ van nooden te hebben": en naderhand by fecreete Refolutie van den 7 Juni in opligt van de gefamentlyke Gedeputeerden en Gevolmagtigden te velde, en daar onder van den Prins van Orange, die doe ter tyd, booven fyn praeadvis als Capitein Generaal, nog maar één ftem had in de krygsdeliberatien in qualiteit van meede - Gedeputeerde en Gevolmagtigde nevens de agt Heeren uit de Vergadering van haar PIo: Mo:, en één uit den Raad van Staate, aan welke aangefchreeven wierd, „ dat nade„ maal de faaken van oorlog alle daagen en ,', alle uuren notable veranderinge fubjecr. zyn, ,-, daar na de mefures als dan telkens fpoedelyk moeten worden genoomen, ende dat mitsdien defelve faaken van oorloge van verre niet „ kunnen werden gedirigeert, veel min met po„ fitive Refolutien gereguleert, wel expreffè„ lyk aan het oordeel, conduite, en abfolute „ dispofitie van de Heeren haar Ho: Mo: Ge„ deputeerden en Gevolmagtigden te velde, „ naa ingenoomen advis van den Hcere Prince „ van Orange, is, en als nog wert, gelaaten, s, om naar de opkoomende veranderingen , occu,, rentien , en voorvallen van faaken ,pro re natd, „ telkens te refolveeren, met de magt van het „ Land te ageeren, die in het geheel, of ten „ deele, te employëeren, ofte te vcrbrengen, „ foo als defelve naa ingenoomen advis van fyn „ Hoogheid fullen bevinden te behooren". Den  C*9) Den 21 Augusti 1702 is een lange Inftrn&ie gearreftcert voor de Heeren Gedeputeerden te velde, welke in de volgende jaaren nog geampliëert is met eenige Articulen, maar welke, foo veel aangaat het ftuk der krygsoperatien, de Gedeputeerden autorifeert, om mee den commandeerenden Generaal, „ te befluiten al het „ geen de krygsoperatien, de fubfiftentie en „ confervatie van de trouppen, en de bevor„ dering van den dienft van den Staat betreft, . „ mids brengende ter deliberatie van haaj Ho: „ Mo: alle faaken van gewigt, foo wanneer de „ tyd het kan lyden, en de faaken zyn van die natuur, dat daar op hier gercfolveert kan wor,, den". Het welk een veel bepaalder magt is als de Gedeputeerden te velde voor deefen gehad hebben. Daar en tegen hebben de Gedeputeerde te velde federt het jaar 1702, fchoon dat haar Inftructie niets daar van fegt', niet alleen aangeftelt provifioneele Commandanten in de Steeden , die met de wapenen gewonnen zyn, maar ook gedisponeert van alle Ampten van politie en financien op approbatie van haar Ho: Mo:, welke approbatie te minder gedifficulteert wierd, om dat haar Ho: Mo: en de Raad van Staate onder haar oneens waaren over het regt tot de .begeeving van verfcheide van die Ampten. Dog, hoe weinig de begeeving derfelve dooide Gedeputeerden te velde, fchoon op approbatie van haar Ho: Mo:, overeenkomt met het oud gebruik, is onder anderen af te neemen uit een Refolutie van haar Ho: Mo: van den 24 Augusti 1629 , wanneer defelve na de veroF 3 V8-  C 9°' ) vering van Wefel vermoedende, dat de Heeren Gedeputeerden fouden mogen disponeeren van de Ampten van Commiifaris van de monftering, Ontfanger van de Licenten , en Servismeefter aldaar, aan defelve fchreeven, „ dat fy in 't „ vergeeven van de voorfz: Officien buyten „ kenniffe van haar Ho: iVlo: niet fullen tree,, den: en off fulks albereits waaie gefchiet-, „ dat daar op by haar Hoog Mo: als van nieuws „ fal worden gedisponeert, om ordre te houden, „ en voor te koornen de befwaarlyke confë- quentie, die in andere geleegentheid daaruit ,, foude konnen ontftaan, en getrokken wor,, den: Hellende niet te min provifioneele or„ dre, dat de dienft van 't Land niet wor-de verfuimt". En dewyl de fecreteffe van de uiterfte aangeleegentheid is in dedeliberatien over de krygsfaaken, hebben haar Ho: Mo: by Refolutie van den 27 Oélob: 1665 de Heeren Gedeputeerden te velde verfogt, geen delfeinen, of exploicten van oorlog, fecreteffe vereifchende , over-te fchryven, als na de executie: en by fecreete Refolutie van den 28 April 1672 aan defelve gerecommandeerc „ aan niemand, 't zy bin- nen off buiten de Regeeringe, dan alleen aan „ den Heer Raadpenfionaris de Witt, mitsgaders „ den Griffier van haar Ho: Mo:, eenige ken„ niffe te geeven van eenige faaken, raakende „ eenige delfeinen van oorlog, exploicten, of krygsexpeditien, die defelve voorgenoomen „ fouden hebben te doen , of ter hand neemen, als alleen foo wanneer defelve exploicten 5, onder Godes zegen een gelukkig fucces fouden „ mo-  (9i; „ mogen hebben gehad, in welken gevalle, en „ anders niec de gem: Heeren haar Ho: Mo: ,, Gedeputeerden en Gevolmagtigden te velde ,, daar van advertentie fullen doen, aan wien „ het haar Ed: foude mogen goeddunken". Eindelyk ftaat ontrent het ftuk van de Gedeputeerden te velde aan te merken, dat van ouds gebruikelyk is geweeft, dat eenige Gedeputeerden uit de Provinciën, op welkers territoir, of Frontieren, het Leger ageerde,gevoegd wierden by de Gedeputeerden te velde: gelyk te fien is uit haar Ho: Mo: Refolutien van den I July lézji 13 April en 21 Auga 1629. Wat gefag, off ftemme,die bygevoegde Gedeputeerden gehad hebben , is onfeeker. Wordende wel gevonden in het Register van den Raad van het jaar 1589, dat de Raad één Heer committeerende om Prins Mauritz te affifteeren op een togt na het Quartier van Gornichem, „ die van Holland verfogt, fyner Excell. nog één of twee uit haarluiden middel te willen it committeeren, om fyn Excell: nevens den Raadsheere van Loofcn met raad en daad te affifteeren" (a): en in het Register van haar Ho: Mo: van het jaar 1592, dat'defelve fchreeven aan Cancelier en Raaden van Gelderland, om één of twee gequalificeerde ervarene per5, foonen te fenden by den Graaf van Hohenlo 3, na 's Heerenberg, met laft van defelve te „ affifteeren, en helpen advifeeren op alle voorj, vallende faaken , ten meeften dienfie ende verfa) Ref: R: van St: 4 Deöemb. 1589. F 4  C 92 ) „ verfeekertheid van den Lande" (0). Maar in die beide gevallen was 'er geen formeele deputatie te velde, waar meede die Gedeputeerden uit de Provinciën van Gelderland, en van Holland, refpeótivelyk konden koomen in competentie. En daarom was het niet fonder reeden, dat de Heeren Gedeputeerde van de Provincie van Gelderland in het jaar 1668 aan haar Ho: Mo: voordroegen, dat de Heeren Staaten haar principaalen in het voorgaande jaar aan haar hadden gerecommandeert, „ en aanbevoolen, |in „ cas het Leeger in de eene, of andere van de ftemmende Provinciën foude komen te „ ageeren, of genoodfaakt zyn te verblyven, „ en daar ontrent uit haar Ho: Mo: Vergade„ ring wederom Gedeputeerden te velde geëm„ ployeert worden, alle mogelyke devoiren te „ willen aanwenden, ten eindeeen vafte ordre, „ en Reglement rakende het gelag, foo van „ welgedagte Heeren Gedeputeerden, en die en „ chef foude commandecren, als van de Ge„ committeerden van de Staaten van die Pro„ vincie , daar de aóïie foude koomen te gebeu„ ren, mogte worden gearreffeert, ende nade„ maal haar Ed: Mo:, jeegenwoordig Staatsge„ wyfe vergadert, tot nog toe fodanigen Regie-. „ ment niet was voorgekoomen, dat defelve „ als nu verfogten te mogen verftaan, 't geen. „ dien aangaande mogte weefen gepaffeert, al„ foo haar Ed: Mo: van intentie waaren' vol-' „ gens de Refolutie van de Groote Vergade-' »» ring la) Ref: Sten Gen1 24 Aug: 1592.  ( 93 ) ring van Ao 1651, in val d' a£tie in haare Provincie mogte voorvallen, haare Gecommitteerden de welgemelde Heeren Gedeputeerden te velde by te voegen, om met „ malkanderen over alle voorvallende faaken te ■„ helpen delibereeren , en refolveeren" (V). Gelyk het meede niet fonder reede was, dat haar Ho: Mo:, niet gereed om die propofitie aanftonds te beantwoorden, goedvonden, dat de retroa&a daar op fouden nagefien worden, en een concept van Reglement op het papier gebragt door Commiffariffen uit de Vergadering en uit de Raad van Staate, in cas dat niet albereits fodanig een Reglement foude mogen beraamt ende vaftgeftelt weefen. Waar by het doe gebleeven is. , Maar den ir Mey 1671 wierd een nadera conferentie aangeftelt, om te overleggen, wat ordre en forme foude behooren gehouden te worden by de Heeren Gedeputeerden te velde m de uitvoering van de magt, haar aan te beveelen over de Militie van den Staat , foo wanneer defelve foude moogen gevonden, of gebragt, worden in het territoir van een Provincie , ftem in Staat hebbende: en in wat voegen alle de Provinciën beft en bequaamft. daac ontrent op een eenpaarige voet getraéteert fou-. den konnen worden: en den 4 Juni wierd het volgend Advis uitgebragt. „ Dat aan de Heeren haar Ho: Mo: Gedepu„ teerden ende Gevolmagtigdens te velde foude - „ be- (b) Sie Ref: St1» Gen! 23 Apri) i668i F 5  C 94 ) „ behooren te ftaan de dispofitie, ende dire&ie, „ ontrent het empioy van 's Lands Militie te' „ velde, met advis van den Generaal in der » tyd. n Ook felfs foo wanneer de voorf: Militie „ foude moogen gevonden, off te gebragt, wor„ den in het territoir van één van de ftem„ mende Provinciën, aan de greniën van den Staat gelee.^en, 't zy tot iècuriteit, befchermin^e, ofte recuperatie, van eenige Frontie„ ren van den Staat, in.de geraeke Provinciën, „ ofte anderfiris, behoudelyk egter ende fonder „ praejudicie van 't fouverain ende territoriaal „ regt,,de Provinciën refpe&ivelyk in den haa„ ren competeerende, in allen andere faaken, ,, die het beleit van de Militie concerneeren. 9 » Dat van weegen de Provincie, in welkers „ territoir het empioy ende de a<5tie van de „ Militie foude koomen voor te vallen, altyt „ één Heer feffie foude behooren te hebben onder de Heeren haar Ho: Mo: Gedëputeerden ende Gevolmagtigden te velde, ende „ dat misdien, in gevalle onder het getal van M de vyf Heeren, in gevolge van haar Ho: Mo: „ Refolutie in dato den n Februari 1666 te „ deputeeren, geen Heer bevonden word uitde„ felve Provincie, aanftonds één gevoegt fal 9 worden by de gemelte vyf Heeren van ge„ lyke qualiteit, als of hy originelyk in de Com„ miilie van haar Ho: Mo: was gecomprehen„ deert, omme op alle faaken meede te helpen „ refolveeren, ende disponeeren, ende dat foo lange als het Leger fig bevind in 't territoir „ van die voorf; Provincie, » Dat  ( 95 ) , Dat bovendien de voorf: Provinciën re„ ine&ivelvk de faculteit behooren te hebben, ,', eenige Heeren uit den haaren cc deputecren, " omme te communiceeren met^de Heeren haar ; Ho: Mo: Gedeputeerden ende Gevolrnagtigden £ te velde over faaken, aangaande de iecu„ riteit van derfelver refpeétive Provinciën, „ fonder dat egter defelve Heeren ftem ende „ feffie fullen hebben onder de Heeren haar Ho: Mo:gedeputeerden Gevolrnagtigden te velde, „ des dat de gemelte Heeren Gedeputeerden „ ende Gevolrnagtigden te velde alvooren iou- den behooren in te neemen de confideratien „ ende het advis van de Heeren Gedeputeer„ den van de Provincie, tot welkers fecuriteit „ de voorvallende faake fpefteeft , foo wan„ neer defelven prefent zyn". Dit Advis wierd overgenoomen door de Gedeputeerden van alle de Provinciën, en bleef niet alleen buiten conclufie, fchoon dat de Gedeputeerden van Gelderland nader aanhielden den 6 December van het felve jaar om verklaaring, „ wat gefag, en hoe veel, de Staaten „ van een ftemmende Provincie fullen geme,, ten by die geene, die een Leger, of corps, „ in defelve Provincie fal koomen te comman,, deeren: als meede, de Gecommitteerden van „ haar Ho: Mo:, of de Raad van Staate, meede te velde fynde": maar den 4 February van het volgend jaar, na dat de Provincie van Stad en Landen, de eenige, welke gevonden word haar Refolutie ingebragt te hebben op het voorf: Advis van den 4 Juni, fig daar tegen  C 96 ) gen verklaard had, verftonden alle de andere Provinciën, „ dat daar in niets konde gedaan „ worden als by een gemeene concurrentie, en „ eenparige bewilliging van alle de refpeétive „ Bondgenooten". Waar door het Advis geheel verviel, en een faak, welke wel behoord had gereguleert te worden, in onfeekerheid gelaaten wierd. HET  (9?) HET VYFDE CAPITTEL. Van hit Ampt der Stadhouders als Provinciale Capiteins Generaal. X*1 de twee voorgaande Capittelen aangeweefen zynde, by wie het gefag over de Militie uit de naam van de Generaliteit, of van de Vereenigde Provinciën, geëxerceert is van het begin af, en vervolgens, moet in de naafte plaats gehandelt worden van de hooge Officieren, welke door, en onder, defelve gebruikt zyn om de Militie te commandeeren, en daar meede tegen den vyand te ageeren, en namelyk van de Gouverneurs of Capiteins Generaal van de Provinciën, van den Capitein Generaal over de Militie van den Staat, en van de Veldmaarfchalken: ontrent de Ampten van welke hooge Officieren in het gemeen aan te merken is, dat geene van defelve Ampten fonder interruptie geëxerceert zyn: de meefte Provinciën zyn van het jaar 1650 tot 1672 , en nu weeder federt het jaar 1702, geweest fonder Provinciale Capiteins Generaal. Van het vertrek van den Graaf van Licefter tot het jaar 1625, van het jaar 1650 tot het jaar 1672, en van het jaar 1702 tot nu toe, is de Staat geweest fonder Capitein Generaal. En het Veldmaarfchalk-Ampt heeft gevaceert van het jaar 1589 tot het jaar 1607, van het jaar 1653 tot het jaar 1668, en nu weder federt het jaar 1708. Maar om voort te gaan tot de particuliere verhandeling der voorf: dry hooge krygsampten, en in dit Capittel te beginnen met dat van de Ca- pi-  ( 58 ) pitcins Generaal van de Provinciën, miffcbien lal net aan fommigen vreemd fcbyrien, dat die bier getclt worden onder de hooge Krygsofficie: ren van de Generaliteit, in plaats dat Ie doorgaans aangefien worden voor Provinciale Amptenaaren. Dog het volgende fal onwederfprekelyk aantoonen, dat fe altyd gehad hebben, en nog behouden, een fonderlinge relatie tot de Generaliteit. Te weeten, het Ampt der Stadhouders, of der Gouverneurs en Capiteins Generaal van de Provinciën, is ten deele politicq, ten deele militair, foo het niet twee onderfcheide Ampten zyn. De politique Regeering door de Unie niet gemeen gemaakt zynde, maar verbleeven aan de Provinciën elk affonderlyk, hebben de Stadhouders in hare politique qualiteit maar alleen relatie tot de Staaten van de Provincie, of Provinciën, waar van fe Stadhouders zyn. JVlaarhetis geheel anders geleegen met delèlve in haar militaire qualiteit, dewyl de defenfie van den Staat der Vereenigde Nederlanden, en het bevel over de Militie, die daar toe gebruikt word, gemeen gemaakt zyn by dc Unie. . En het komt hier van daan, dat de Stadhouders niet alleen van ouds twee onderfcheide tractementen trekken, te weeten een politicq, en een militair, maar dat het eerfte ftaat ten lafte en ter begrooting van de Provinciën van haar gouvernement, en het tweede ten lafte en ter begrooting van de gefamentlyke Provinciën, welke het betaalen op den Staat van Oorlog nevens de andere Laften van de Unie (a). Dog (a) Sic Ref: St** van Hollt 18 Sept: 1579.  C 99 ) Dog de relatie van de Stadhouders in haar militaire qualiteit tot de gefamentlyke Provinciën, of tot de Generaliteit, blykt nog klaarder uit het oud gebruik ontrent derfelver aanftelling, eed, en Commiffie, van de tyd af dat de Provinciën hbben begonnen te formceren een vrye Staatsregeering. Want doe de Staaten Generaal, na dat Don Jean Naamen ingenoomen had, begonnen hadden abfolutelyk te regeeren , hebben defelve den Baron de Villergeftelt en gecommitteert tot Gouverneur over Vriesland, Groningen, Drente, en Twente De Aersthertog Mathias, by de Staaten Generaal aangcnoomen tot Gouverneur Generaal, heeft Graaf Jan van Nasfou gecommitteert tot Gouverneur van Gelderland. De Staaten Generaal hebben in't jaar 1580 den Prins van Orange aangefteld tot Stadhouder van Vriesland (//). Het blykt uit het elfde Articul der Inftruftie van Prins Mauritz en den Raad van Staate, gecommitteert in het jaar 1584 tot het provifioneel gouvernement, dat de aanftelling van de Stadhouders aan defelve geftaan heeft, hoewel niets als ter denominatie van de refpeétive Provinciën. By het Traétaat met Engeland van den 10'* Augufti van het volgend jaar j 585 (V), is insgelyx geftatueert, dat by overlyden van een Stadhouder twee a dry perfoonen door de Staaten (a) Sie Ref: St'» van Holl* 23 Janry 1580. (£) Sie Refol:$:enGe?il2$ Mey, 10, li, en 13 Juny i$So, (c) Art: 24.  ( IOO ) ten van de Provinciën fouden geprefenteert worden aan den Gouverneur Generaal en Raad van Staate, om één daar uit te kiefen. En wanneer in het jaar 1590 de Raad van Staate verftont verkort tc weefen door de aanftelling van Prins Mauritz tot Stadhouder van Overylfel fonder haar concurrentie, wierd niet het regt van den Raad gecontefteert, maar alleen bygebragt, dat de Provincie van Overylfel fig gehouden had buiten de handeling met Engeland O): doende de Prins niet te min eed aan de Generaliteit, en Commiffie ontfangende van defelve (by tot een evident bewys, dat de Stadhouders van de Provinciën geoordeeld wierden te ftaan onder de Generaliteit, felfs buiten relatie tot het Traétaat met Engeland. Gelyk fe dan ook doorgaans, tot het jaar 1620 incluis,door de Generaliteit,foo niet aangeftelt, ten minfte geaggreëert, en ten verfoeke van de refpeótive Provinciën van Commiffie voorfien zyn: En namelyk de Graaf van Meurs en Nieuwenaar den 30 Mey 1584 als Stadhouder van Gelderland, en den 12 Augufti daar aan volgende als Stadhouder van Overyfiel (V): Graaf Willem Lodewyk van Nasfou den 10 Mey 1584 als Gouverneur der Vriefche Ommelanden, den 10 November deffelven jaars als Gouverneur van Vriesland , den 22 Juny 1595 als Gouverneur van Stad Groningen en Ommelanden, en den 24 Augufti 1590" als Gouverneur van de Landfchap Drente: De Ca) Sie Ref: Sten van EolV 8 Febr: 1590. (6) Sie Ref: St: Gen' 17 Febr: 1590. (0 Sie ook Ref: St: Genl 6 en 14 Feb; en 12 July 1584»  C tfi ) Dé Heer van Villers den 10 November 15 84 als Gouverneur van den Lande van Ucregt (V)ï En eindelyk Prins Mauritz den 8 Februari 1590 als Gouverneur van Overylfel (7>), den 2 April daar aan volgende als Gouverneur van Utregt, den 16 Mey 1591 als Gouverneur van Gelderland (O, en den 31 December 1620 als Gouverneur van Stad Groningen en Ommelanden (7). En hoewel niet gevonden word, dat Prins Maurits als Gouverneur, of Stadhouder, van Holland en Zeeland Commiffie van de Generaliteit ontfangen heeft, foo kan daar uit niet beilooten worden dat hy in die qualiteit geen relatie foude gehad hebben tot de Generaliteit: dewyl het tegendeel blykt uit den eed, den 1 Juny 1588 by Staaten Generaal gearresteert voor den Gouverneur van Holland, en mutatis muiandïs voor die van de andere Provinciën, luidende als volgt: „ Wy belooven én fweeren de Staaten Gene„ raai van de Vereenigde Nederlanden, die by de Unie in de handhoudinge van de Gerefor„ meerde Religie fullen blyven, en namentlyk den Ridderfchap, Edelen, ende Regenten „ van de Steeden, van Holland cn Weftvrics,} land, reprefenteerende de Staaten van den- felve Lande, gebouw en getrouw tc weefen, „ dat GO Sie ook Ref: St: Gen111 OSob: 1584. (fe) Sie ook Ref: St: Genl 15 en 16 Febr: 1590. (1) De Commiffie van Pr: Mauritz als Gouvernr van Gelderlt is van den R: van Staate. Sie ook Ref: Sft» C'eJ jó Mey 1591. (c) Sie ook Ref: St'n Gén' 3 April 1590= IV. Duu. G  ( t©2 ) jVdafc wy de ordonnancien en beveelen van de „ voorf: Heeren Staaten Generaal, den Raad „ van Staate tot de generaale Regeeringe van 5, de voorf: Landen gecommitteert, of nog te „ committeeren, in 't generaal, en van de „ Staaten van de voorf: Provincie van Holland „ in 't particulier, fullen nakoomen , en by den Overften, Capiteinen, en allen anderen onder „ onfen gebied ftaande , fullen doen nakoomen en agtervolgen na behooren". Na het jaar 1620 is wel het geeven van Commiffie van Generaliteits weege aan de Stadhouders, en het beëdigen derfelve, in ongebruik geraakt, maar de relatie, welke fe te vooren hadden tot de Generaliteit, heeft daarom niet opgehouden. Want niet alleen is haar militair traftement blyven ftaan, en ftaat dat van de Stadhouder van Vriesland en Stad en Landen nog ten huidigen daage, op den Staat van Oorlog onder de gemeene Laften van de Unie: maar het 5 cn 27 Articulen van de nieuwe Inftruótie van den Raad van Staate onderwerpen de Stadhouders aan de beveelen van den Raad, in defelve termen als het 6 en 18 Articulen van de oude. Deefe onderwerping beftaat eigentlyk daar in , dat de Stadhouders gehouden zyn „ trouwelyk „ na te koomen, en te doen effeétueeren, bin- nen de limiten van haar gouvernement, de „ beveelen en ordonnancien van den Raad van „ Staate,conformelykaan haar laft enlnftructie ,} geëmaneert" («): De 00 Sic de InftruUie van Pr: Mauritz als Gouverneur van MsW  ( i°3 ) De aangetooge woorden feggen, van den Raad yan Staate: niet, om dat de Stadhouders niet meede fouden moeten naakoomen de beveelen, van de Staaten Generaal: waar van het tegendeel blykt uit het bovenftaande formulier van eed: maar, om dat de beveelen van de Staaten Generaal na de oude ordre niet djreclelyk geaddresfeert worden aan de Stadhouders, maar door middel van den Raad van State: Want, wanneer de Raad, kort na het arresteeren van het meergem: formulier van eed, betuigde te vreefen voor confufie uit de diverfiteit van commandementen, waar aan het formulier de Gouverneurs der Provinciën fubjeffeer» de, gaaven de Staaten Generaal daar op tot folutie, dat voor geen confufie te vreefen was \ niet alleen, ,, om dat de Staaten in 't generaal; en particulier , hen het commandement over „ het volk van oorlog niet fullen bemoeyen, ten ,, zy de nood en de confervatie van den Lan- defulxfal koomen te vereiifchen": maar ook, „ om dat de commandementen fullen gedaan,en. „ geobediëert, worden per gradm" (V/):het geen notoirlyk feggen wil, dat de Staaten Generaal geen beveelen fullen gecven aan de Gouverneurs van de Provinciën, als met interventie, cn door middel, van den Raad van Staate. Dog, om een diftincler begryp tc gecven, hóe ver het gefag van de Generaliteit over de Stad- Hollt en Zeelant by Bor 20 boek fol: 665. gelyk ook hei 4 Art: der InftruBie van den Graaf van Meürs als Gtuverih? van de Prov: van Utregt by Bor. 20 boekf: Ö2S. .0) Sie/??/: St: Geni 4 Juni 1588. G %  C 104 ) Stadhouders van de Provinciën gaat, fal het dienftig weefen hier te infereeren het antwoord, door de Staaten van Holland gegeeven den 2 February 1590 op feekere propofitie van den Graaf van Hohenlo, luidende, foo veel het deefe materie betreft, als volgt: „ Dat de Kaa 1 van Staate volgens haarlnftruétie „ gebruikt de generaale dispofitie over de faaken van den oorlog te Lande, maar moet haare Re„ folutien addresfecren , ende doen executeeren , „ aan ende door de Gouverneurs van de refpeétive „ Provinciën, elx in haar gouvernementen, in dier voegen, dat op haare Refolutien of beveelen, nog anderfins, geen volk van oorlog uit of in de Landen, of Stceden, en Sterkten van Holland ende Weftviesland gcleit of geligt en word, of marcheerd, ten zy hen 't felve by „ fyn Excelle als Gouverneur en Capitein Ge„ neraal van de voorf: Landen, of by de Ge„ committeerde Raaden van de Staaten van Hol„ land op den naame ende van wegen fyn Excell., by Patenten bevoolen worde,ende blyft ,, fyn Excell: ende de Gecommitteerde Raden „ van de Staaten van Holland vry, om in gevalle fy hen in eenige beveelen van den voorf: „ Raade van Staate befwaart bevinden, defelve ,, te vertoonen, ende daar op redres te ver„ wagten: ende insgelyx blyft fyn Excell: vry, op fyn ordinaris autoriteit als Gouverneur ende Capitein Generaal der voorf: Landen, ,, met advis van de voorf: Gecommitteerde Raa* den van de Staaten voorns of in gevalle, „ by abfentie van defelve Gecommitteerde Raa„ den, haar advis te verfoeken niet geleegen is,  C 105 ) fonder advis derfelve, het volk van oorlog „ in de voorf: Landen, Steden, en Sterkten j, van dien felfs te veranderen, ende tot af„ breuk van de gemeene vyanden ende dienft „ der Landen te gebruiken, daar van in fuiken „ gevalle zyn Excellentie den Raade adverteert ,, tot houdinge van goede correspondentie"; en een weinig laager: „ Item overmits die van 9, den Raade van Staate voorn1 voor een prin- cipaale reeden van haare fwarigheid, waar- omme zy haare beveelen ende ordonnancien „ niet konden altyds addreffeeren, ende doen „ executeeren, aan ende door de Gouverneurs t, van de particuliere Provinciën , voorfteldcn , „ dat de Gouverneurs dikwils verre van de hand ,, waaren, ende de faaken fomtyds geen uitftel „ mogten lyden , foo is 't felve daar meede „ geremediëert, dat in fuiken gevalle de bevee-! len geaddreifeert worden aan de Gecommit,, teerde Raden van de Staaten voorn1, die als dan ook op de naam van fyn Excell: op de executie van defelve beveelen voorfien na „ behooren, ende daar van houden goede cor« „ respondentie met fyn Excell:, ende in cas „ van merkelyke fwarigheeden adverteeren eerft daar van fyn Excell:. Sulx dat als nu in alle 3, de voorf: faaken met volkoomen kenniffe, „ en goede correspondentie tuflchen den Raade van Staate ende fyn Excell:, met de Gecom„ mitteerde Raden van de Staaten voorn1, tot „ der Landen dienft geprocedeert word" (a). Hier uit volgt, dat wanneer de Staaten van Hol- (*) Sie ook Ref: St'" van Hall' .. Sfpt: 1550. fal: 371., G 3  C «O Holland feggen in de Deduftie, den 30 January J651 overgegeeven aan de Groote Vergadering, „ dat de Capiteins Gen' van de particuliere s, Provinciën gehad hebben het opperfte gefag 9y over de Militie, en het beleid der oorloge, binnen de refpeétive Provinciën, by advis „ van de Staaten, of haar Gecommitteerde Ra„ den, voor foo veel aangaat de verfeekertheid van ieder derfelver Provinciën in het partj- culier", het felve niet abfolut, en onbepaaldelyk, verftaan moet worden, maar alleen met relatie tot de Capiteins Generaal van de Generaliteit^ van welke daar ter plaatfe gefegt word dat derfelver charge beftaan heeft in het opper/Ie contmandement van de Leeger s, of Militie, buiten de Provinciën en te velde zynde, en welke noit hebben konnen foo ver brengen de autoriteit van haar charge, felfs niet in de laaft voorleede jaareii, dat de Militie, leggende in de Provinciën, waar van fy niet te gelyk Provinciale Capiteins Generaal waaren, op andere Patenten gemarcheert heefc, als op fodanige, die gedepe-cheert waaren volgens de ordre van het jaar 165 r. Voords dient het bovenftaande extraét niet alleen om te toonen, waar in eigentlyk het gelag van de Generaliteit over de Stadhouders van de Provinciën beftaat, en hoe ver het felve ^g extendeert: maar ook om een begryp te geeven 'van het regt en magt der Stadhouders ontrent het militair: t'enemaal overeenkoomende met het antwoord van de Staaten Generaal van den 10 Mey 1589 (a) op het rapport van den (a) Dit antwoord is ts vinden in het Regijler yt» ; 20 Mey .634. 31 July G 5  C «O buiten 's Lands gaan foude, uit vrees dat de Aartshertoogen iets mogten onderneemen, tervvyl dat de meefte trouppen buiten 's Lands waaren, fig „ geleedeert hield in fyn eer en reputatie", en geen genoegen nam met al, wat de Staaten Generaal, en de Raad van Staate, konden bybrengen, om hem te vreede te ftellen. Maar hoewel de Prins fyn ongenoegen oopentlyk liet blyken, en niet konde verduuwen, „ dat hy foo veel jaaren de Landen trouwlyk gediend, „ en derfelver Legers gecommandeert, hebben„ de, als nu foude t'huis blyven, daar de meefte, „ en principaalfte, forces van defelve uittrek- ken, met verfoek, dat de Heeren Staaten „ fouden gelieven daar op te letten": foo Voegt hy 'er niet een woord by van het regt om te commandeeren, hem als Capitein Generaal van de vyff Provinciën toekoomende: gelyk hy feekerlyk foude gedaan hebben, indien hy geweeft was van het begryp, waar in de queftie over de aanftelling van een Veldmaarfchalk naderhand eenige Provinciën gebragt beeft, dat hy naamelyk als Provinciaal Capitein Generaal regt had om de Militie, of het grootfte deel derfelve, te commandeeren buiten het territoir van de Provinciën van fyn gouvernement. Op al het welk men kan nafien de Refolutien van haar Ho: Mo: en van den Raad van Staate, van den 5, 6, 7, en 8 July 1610. Het oogmerk van dit Capittel alleen zynde, aan te wyfen, hoe ver de Stadhouders Generaliteits Officieren zyn in qualiteit van Capiteins Generaal van de Provinciën van haar gouverne» pientj behoord daar toe eigentlyk niet het onder-  (III) derfoek, hoe ver fy geregtigt zyn tot de begeeving der militaire charges, waar van de Betaalsheeren de dispofitie hebben : en te minder, om dat het fyn bedenken heeft, of het regt, welk fy daar toe hebben, haar niet eerder competeert in haar politique, als in haar militaire, qualiteit. Het kan egter voor geen onnutte digreffie aangefien worden, hier by te voegen, dat de Staaten van de Provinciën, na dat fe aan fig getrokken hadden dc beflelling der militaire charges, op de wyfe als getoont is in het eerfte Capittel , de eene meerder de andere minder deel daar in gegeeven hebben aan de Stadhouders. . De Staaten van Holland, om van geen andere te fpreeken, behielden aan fig onder de voorige Stadhouders de nominatie van dry perfoonen, waar uit de Stadhouders de electie deeden, en fe gaven aan defelve bovendien de begeeving der Compagnien van de vreemde Natiën, en van die, in 't veld oopen vallende (V). Waar uit in het voorbygaan aangemerkt kan worden, hoe haar Ho: Mo: twee onderfcheide Ampten faamen mengden, wanneer fe in het jaar 1633 ftaande hielden tegen de Provinciën van Vriesland en Stad en Landen, dat de begeeving der Compagnien, in het veld oope vallende, toekomt aan den Capitein Generaal van den Staat (O- Maar («) Sie Ref: St*" van Hollt o en 17 Nov: 1618. !*) Sie Ref: St; Gen* 26 Janua: 1633.  C I» ) Maar in het jaar 1672 gaaven de Staaten van Holland de nominatie meede over , defereerende aan de Stadhouder „ by provifie, en „ tot dat anders foude weefen gerefolveert, de collatie en begeeving van alle de char35 ges van, en over, de Militie van haar re- „ partitie van Vendrig tot Collonel, beide h> 5, cluis" (a) Sic Rif: St'" van HoU' 27 Aug: 1672» SE^.  C "5 ) SESDE CAPITTEL. Van het Ampt van Capitein Generaal over de Militie van den Staat. J)e titul van Capitein Generaal, die door de tyd een particuliere beteekenis gekreegen heeft, plagt voor deefe gegeeven te worden aan de eerfte, en commandeerenden, Officier van een aanfienlyk getal van Militie, 't zy te velde, of in eenig diftrict. Om maar weinige exemplen by te brengen, de Graaf van Hohenlo, die in het jaar 1584 het Leeger voor Zutphen gebood, en dat gebied afftond aan den Graaf van Meurs, word in haar Ho: Mo: Refolutie van den 10 Augufti deffelven jaars gefegt, aan defelve gecedeert te hebben het Opperveldheerfchap over het Leger, en in die van den volgenden dag het Capiteinfchap Generaal. Graaf Philip van Naffou, die in't jaar 1594 met eenige trouppen gefonden wierd na Vrankryk tot hulp van Hendrik de Vierde, draagt in fyn Commiffie, fynde van den 5 Ocfober, den titul van Capitein Generaal. Pieter Pieters Hein is by Commiffie van den 28 Maert 1626 gefonden na Weftindien met de titul van Admiraal en Capitein Generaal in de limiten van de Weftindifche Compagnie: En Graaf Johan Mauritz van JSallbu by Commiffie van den 23 Augufti 1656 na Brazil met den  ( H4 ) den titul van Gouverneur, Capitein, en Admiraal Generaal. En felfs is die titul van Capitein Generaal by Commiffien van den 22 November 1623, 14 Juny 1630, en 18 September 1636 gegeeven aan Commandeurs, gaande na Guiné. De Stadhouders zyn met een altyt geweeft Capiteins Generaal van de Provinciën van haar gouvernement, en is altyd verftaan, dat niemand buiten haar vermag direételyk eenige ordre te geeven, binnen de paaien van haar gouvernement, aan de Militie, tot wiens befolding die ook ftaan mag: felfs niet een Gouverneur Generaal: gelyk de Staaten van Holland beweerd , en ftaande gehouden, hebben tegen den Graaf van Licefter O). En vonden daarom de Staaten Generaal in het jaar 1584 niet geraaden, te laaten ihflueeren den titul van Capitein Generaal in de Commiffie van de Graaf van Meurs als Stadhouder van Gelderland, foo lang als de Graaf van Hohenlo, die het Leeger voor Zutphen commandeerde, dat commandem'ent niet goedwillig afgeftaan had (/;). 6 b En, wanneer de Raad van Staate den 5 Mey I59© Acte van Commiffie verleende aan Prins Mauritz, om te gebieden over het krygsvolk, dat te veld getrokken wierd, „ foo de dienft „ van 't Land mogt vereisfehen, dat men her, „ in den Quartiere van Gelderland en Zutphen „ foude employeeren", word daar by gevoegd in fa) Sie Refol: 6 Febr: 1587. (fc) Sie Ref. Si: Gen1 30 Mey iq ea 11 Aug: 1584;  ( "5) in de Refolutie, „ als fynde jeegenwoordig geen Stadhouder over die Provincie". Waar in het Ampt van Capitein Generaal over de Militie van den Staat eigentlyk beftaat, is niet foo gemakkelyk aan te wyfen uit de publique Regifters, als ontrent een faak van die natuur behoorde. De Graaf van Licefter, de eerfte, waar aan de Staaten Generaal dien titul gegeeven hebben, is by defelve Commiffie aangefteld tot Gouverneur en tot Capitein Generaal: foo dat niet wel onderfcheiden kan worden, wat daar in tot ieder van die twee Ampten affonderlyk behoord. Behalven, dat de Staat doe ter tyd in die verleegentheid was, dat fe foo veel gefag opdroeg aan den Graaf van Licefter, als hy felf begeerde, en meerder, als de Koningin van Engeland fcheen te approbeeren, immers, als beftaan konde met de vryheid van den Staat. Prins Mauritz, indien hy Capitein Generaal van den Staat geweeft is, is het niet geweeft by Commiffie, of Inftruftie, maar alleen by een langdurige poffeffie van de Legers geheel, off wanneer Graaf Willem Lodewyk, en naderhand Graaf Ernft Cafimir, meede te veld waaren, voor het grootfte deel, te commandeeren. Want hoewel de Staaten Generaal in verfcheide publique Aften Prins Mauritz noemen Generaal van haar Legers (V) : na fyn overlyden Prins (a) Sie de Commiffie van Prins Hend: als Genl van de. Ruitery 22 April 1603, van Uoratio Veer als Genl van de Engelfchen 3 Mey 1605, en van Graaf Ernft als Veldmaarfchalk 13 Febr: 1607.  C xi6 ) Prins Frederik Hendrik in fyn plaats nanftellen tot Capitein Generaal: en duidelyk pofeeren in een Refolutie van den 26 January 1633 " dat „ Prins Mauritz mede geweeft is Capitein Ge- neraal der Vereenigde Nederlanden", en op die politie bouwen feekere fuftenue tegen de Provinciën van Vriesland en Stad en Landen: foo word geen Refolutie van aanftelling, Commiffie , nog Inftructie, gevonden in de Regifters, waar in men alleen vind, dat by in het jaar 1588 (V) aangefteld is tot „ Admiraal Generaal van de Vereenigde Nederlanden", en tot ,, Capitein Generaal over het volk van oorlog ,, in Brabant en Vlaanderen, voor foo ver die Provinciën nog waaren onder de protectie van de Generaliteit, of met defelve by fau„ veguarde en anderfins contribueerden" (7>). In tegendeel vind men, dat de Provincie van Holland in den jaaren 1589 (Y) en 1609 (V) devoiren gedaan heeft ter Generaliteit, ten einde dat hy mogt aangeftelt worden tot Capitein Generaal: dat in de Refolutie, of Acle, van haar Ho: Mo: van den 25 September 1609, waar by deffelfs militair traftement verhoogt is op hondert twintig duifent gulden, gefprooken word van de Cqpiteinfchappen Generaal van fyne Excell:, als van foo veel feparate Ampten als 'er Pro- vin- («) 23 Mey 1588. Dc Commiffie is van den 51 Aug; daar aan volgende. (b) De Commiffie is- van den 19 July 1588. Si* Ref; St: Genl 1 Sept: 1588. bis. (c) Ref: St: van HolK 8 Maert 1589. (d) Ref: St: Genl 19 Aug: 1609. Ref: St: van H»lll z#ü 18, en 24 Maert 1609.  C "7 ) Vinden waaren, van welke hy Stadhouder, of Gouverneur, en Capitein Generaal was: en dat in de Commiffie als Stadhouder van de Provincie van Stad en Landen, fynde van den 31 December 1620, hem geen andere tituls gegeeven worden als van Gouverneur en Capitein Generaal van Gelderland, Holland, Zeeland, Wejlvriesland, Zutphen, Utregt, en Overyjfel, én van 'Admiraal Generaal (r). De Commiffie van Prins Frederlk Hendrik (2) autorifeert hem in het generaal „ om over ,, het volk van oorloge te commandeerën, eri „ ordonneeren, gelyk tot maintenement van d» „ Unie, en defenfie, bewaarniffe, ert verfèej, keringe van den Staat, rufte, fegten, ende „ Privilegiën van den Lande, foo irt 't gene„ raai, als van elke Provincie in 't particulier, ende tot befcherminge van de inwoonderen van dien, mitsgaders confervatie van dë waare Gereformeerde Religie, foo die tegen„ woordig in de Provinciën, geasfociëerde Land„ fchappen, ende Steden, by publiquë auto„ riteit word geëxerceert, ende tot handhoudinge van de tegenwoordige Regeeringe, faï „ behooren": fonder in eenigerhande wyfe te! expliceeren, hoe hy fig foude dragen in de uitvoering van foo ample en foo generaale lafti en fonder het minfte gewag . te maaken vari den Raad van Staate, fchoon bekleed „ met de geen N» Defelve, en geen andere, tituls vind men riet Placaat van haar Ho: Mo: van den 4 April 1596 teger>! 4e Pausgefinden. (2) 23 April 1625. IV, DliEL. ' H  ( ii8 ) „ generaale directie, en dispofitie,in faaken van oorlog, en over het volk van oorlog", nog ook van het territoriaal regt, aan de Staaten van de Provinciën, en derfelver Stadhouders, competeerende: beide ftrydig met de gewoone ftyl der Commiffien van de hooge militaire Officieren: waarom ook de Gedeputeerden van de Provinciën van Vriesland en Stad en Ommelanden by aanteekening forg droegen voor het regt van haar Stadhouders. Het is wel waar, dat de Commiffien doorgaans in generaale termen gecoucheert worden: maar de reede daar van is, dat die generale termen geëxpliceert, en bepaald, worden door de Inftructien. Dog men vind niet, dat een Inftruftie voor Prins Fredrik Hendrik als Capitein Generaal gemaakt is, fchoon dat de Commiffie fig refereert tot de Inftruétie, voor hem te maaken. De Commiffie, den 29 Mey 1637 verleend aan Prins Willem uit kragte van de Acte van furvivance van den 22 April 1633, is mutatis mutcmdis defelve met die van fyn Pleer Vader, en meede reJatif tot een Inftruétie, die noit gemaakt is. De laaft overleede Koning van Groot-Brittannien glorieufer geds, den 24 Februa: 1672 aangefteld wordende tot „ Capitein Generaal „ over de Leegers van de Vereenigde Neder- landfche Provinciën gedurende de tyd van de doe aanftaande expeditie", is by Commiffie geautorifeert „ om in die qualiteit onder 9, haar Ho: Mo:, en den Raad van Staate, mitsgaders onder de Heeren haar Ho: Mo: „ Ge:  («O }, Gedeputeerden en Gevolrnagtigden te velde „ gaande, volgens de Inftruétie , ten felven daage gearrefteert, over het volk van oorlog geduurendc de aanftaande expeditie te commandeeren, en ordonneeren, gelyk ter a, defenlie, bewaarnis, en verfeekering van den „ Staat in 't generaal, en van de Provinciën, Leeden, Steeden, en inwoonderen van dien „ in het particulier, bevonden fal worden te behooren": welke generaale autorifatie fodanig bepaalt is by de voorf: Inftruétie, dat het regt van het geeven van Patenten verklaard wierd daar onder niet begreepen te weefen Qa): dat hem geïnterdiccert wierd, fig eenige auto. riteit of gefag aan te maatigen binnen het territoir van de ftemmende Provinciën buiten expreffe en vrywillige overgifte, of delatie, van de Heeren Staaten van de Provinciën refpeétivelyk, en gelaft daar meede privative te laaten geworden de Heeren Staaten, en derfelver pa^ ticuliere Capiteins Generaal, of andere geautorifeerden, daar toe gequalificeert uit hoofde van de Souverain van het territoir (/?): en dat hy foude moeten executeeren de Refolutien en beiluiten van de Heeren Gedeputeerden te velde, het zy overeenkoomende met fyn fentiment, of niet: fonder aan hem in die qualiteit van Capitein Generaal ander deel te geeven in het neemen dier Refolutien, en befluiten, als by weege van preadvis (ƒ)• Wordende wel by Refolutie, ten felve daag» genoomen, aan hem een concludeerende ftem g« O) Jrt: t. (i) **rt; 5. (0 At 4 en 7, H z.  C ) gegetven,boven het voorf: praeadvis,maar sieü als in cas van difcrepantie onder de Heeren Gedeputeerden, en in qualiteit, niet van Capitein Gen1, maar van meede-Gedeputeerde, waar toe hy ten dien einde geëligeert en gefield wierd. Den 8 July daar aan volgende wierd met het Capiteinfchap en Admiraalfchap Generaal aan fyne Hoogheit „ by ampliatie van deffelfs „ Inftruétie", foo als de Refolutie fegt, dog inderdaad by een indirecte vernietiging derfelve, „ geconfereert, tot kennelyk wederfeggen toe, „ foodanige vrye magt over de Patenten , en „ andere faaken tot de Militie fpeéteerende, „ als de voorgaande Heeren Princen van Orange als Stadhouders en Capiteins Generaal ten „ refpeére van de Militie geëxerceert hadden": woorden, die met malkander confundeeren de twee feer onderfcheide charges van Capitein Generaal van den Staat, en van Stadhouder, en waar aan te breeder beteekenis konde gegeeven worden, om dat fe relatif zyn, niet tot voorige Commiffien, Inftructien, of andere publique inftrumenten , maar tot de praélyq van de voorige Capiteins Generaal, die noit Inftruclie gehad hadden, dieniet altyd gebleeven waaren in de paaien van haar Ampt, en waar van de laafte voor 22 jaaren overleeden was. Ten felven daage als hoogftged6 fyne Majeftcit aangeftelt is tot Capitein Generaal vor den tyd van de aan ftaande expeditie (i), zyn nog een aparte Commiffie en Inftruétie gearrefteert voor den Capitein Generaal, welke de Provinciën nader fouden aanftellen, en waar toe de Provincie Yan (i) 24 Fttr: 1672,  C 121 J van Holland doe nog niet gereed was: welke Commiffie den Capitein Generaal autorifeert om onder haar Ho: Mo: en den Raad van „ Staate, mitsgaders onder de Heeren haar Ho: Mo: Gedeputeerden en Gevolrnagtigden te „ velde gaande, volgens de inftruétie, ten felven „ dage gearrefteert, over het volk van oorlog te i, commandeeren, ende ordonneeren, gelyk tot „ defenfie, bewaarniffe, en verfeekeringe van den Staat in 't generaal, en van de Provincien, Leeden, Steeden, en inwoonderen van „ dien, in 't particulier, bevonden fal worden „ te behooren: de Placaaten en Ordonnancien ,, op de militaire exercitiën, en krygsdifcipline gemaakt, en nog te maaken, by een iegelykc wel fcherpelyk te doen onderhouden: een „ forgvuldig oog te houden op de Fortificatiën „ en Magazynen van den Staat, en, met coms, municatie en goedvinden van den Raad van Staate, met allen vlyt te helpen beforgen, „ dat defelve Fortificatiën en Magazynen door-, „ gaans, dog voornamentlyk in periculeufe tyden , in goede ftaat van defenfie, en van alle „ nodige behoeften wel voorfien, ook de Com„ pagnien te paert en te voet compleet, en „ altyd in goede ftaat bevonden, en gehou-* den, mogen worden: dat hy ook tot meer-» „ der fecuriteit, en veiligheid, fal onderhouden „ fecreete kondfehappen en correfpoudentien, „ omme tegens alle furprifen en ongevallen des te beeter verfeekert te mogen weefen": wordende die autorifatie voords by Inftruétie bepaald, niet alleen op gelyke wyfe als gefegt is van de Commiffie van hoogftged12 fyne Majefteit H 3 voo:  c i** p \Toor de expeditie van het jaar 1672 , maar nog daar en booven daar meede, dat de Capitein Generaal telken maale, als een Leger foude in het veld gebragt worden, foude moeten van nieuws geautorifeert worden door een fpeciale Acte, by concurrente delatie van de Provinciën, om het felve te commandeeren, en daar meede te ageeren (a). Deefe laafte Commiffie en Inftructie geeven wel het netlte begryp van het Ampt van Capitein Generaal. Maar, dewyl noit Capitein Generaal daar op aangefleld is, dienen fe eerder om te doen fien, waar in men in het begin van het jaar 1072 begreep dat het Ampt behoorde van doe voortaan te beftaan, als waarin het, foo voor, als na, beftaan heeft. Het apparentfte is, dat de Staaten van Holland de faak niet qualyk gevat hebben, wanneer fe in de meergemelde Deductie van den 30 January 1651 pofeeren, ,, dat het gefag en „ autoriteit van Capitein Generaal der geüni„ eerde Provinciën, gefield by de Staaten Ge- ncraal, in qualiteit als fodanige, niet verder „ heeft geftrekt, nog ook niet verder heeft ,, konnen ftrekken, als over het volk van oor„ loge, of over de Legers, buiten de ftemmen„ de Provinciën, en te velde zynde": beveiligende het felve met verfcheide bondige reedenen , die gefien konnen worden in de Deductie. Waar by men alleen fal voegen, dat het felve ook eenigfins daar door beveftigt word, dat haar  C 123 ) haar Ho: Mo: in verfcheide publique Aélen Prins Frederik Hendrik noemen Generaal van haar Legers, in plaats van Capitein Generaal, de eene benaaming verwiffelende met de andere , als van eene beteekenis, gelyk gefien kan worden in de Commiffien van Graaff Willem en van den Heer van Brederode van den 20 Mey 1634 en 31 July 1642. . / .. Dan hoewel het Ampt van Capitein Gen' foude moogen alleen betrekkelyk weefen tot het commandement van de Legers, foo laat het daarom niet naa fyn bedenken te hebben, of de Staaten van Holland gelyk gehad hebben met in de meergem: Deductie het voorf: Ampt nog naauwer te bepaalen, en namelyk tot het commandement van de Legers, buiten de flè'rnmende Provinciën, fonder felfs onderfcheid te maaken tuffchen Provinciën , welke een Stadhouder hebben, en Provinciën, welke geen Stadhouder hebben. Want foo een Stadhouder regt heeft, in qualiteit van Cap" Gen1 in de Provincie van zyn gouvernement , om te fuftinceren, dat niemand boven, of nevens, hem kan voeren eenig militair commandement over het krygsvolk, by wie het ook betaald word,op het territoir van de Provincie, waar van hy Capitein Generaal is, met aveu van de gefamentlyke Provinciën, welke door haar jaarlyxe Confenten op de Staat van oorlog hem erkennen voor haar gemeenen Officier in de Prove van zyn gouvernement, en in die qualiteit zyn militair traólement'betaalen onder de gemeene Lallen van de Unie: foo is de Comïnifïïe Van de Capitein Centraal van den Staat; li 4 «n  C «4 ) en in het byfonder die van den Prins Fied: Hendrik , op welke de Staaten van Holland het oog hebben in de meergem: Deduflie, gefield inveel te breede termen om daar onder niet meede te begrypen' het commandement over hei volk van oorfag; of over het Leger, te velde zynde, m een Provincie , welke geen Stadhouder heeft om daar over te commandeeren: waar toe men maar behoefd fonder vooroordeel té leefen de woorden, hier hoven aangehaald uit de voorfz. Commiffie. Soo hier op mogtgevraagt worden,indien het Ampt van Cap" Gen' van den Staat alleen betrekkelyk is op het commandem1 van de Legers, wat onderfcheid 'er dan is tuffchen de charges van Capitein Generaal en van Veld. maarfchalk: foude men miffchicn konnen volman met te antwoorden, dat het onderfcheid tuffchen beiden' bynaa het felve is met relatie tot degeheele Militie, als dat tuffchen de charges van Collonel en van Lieut' Coll:, met relatie tot een Regiment. ! Immers dit was de bevatting van de Staaten van Holland, wanneer fc. feggen in feekere Deductie vaq den 7 Augufti 1653, dat de Veld? maarfchalk „ even het felve" is, dat verfcheide Provinciën doe Graaff Willem wilden maaken , te weeten „ Lieut' van den Capitein Generaal", als fynde de Veldmaarfchalk „ naaft den Capitein 3, Generaal de eerfte, en immediatelyk hoofd3, Officier van het Leger van deefen Staat, en „ fülx by overheden, abfentie, ongeleegentj, heid,of onbequaamheid van den CapiteinGep neraal, het felve Leeger en chef commanL deerende".' ■ * Dogj  C i*5 ) Dog, om hier niet te onderfoeken, of dat feggen allefins gegrond is, men behoeft het niet te laaten by foo generaal een antwoord: dewyl ?er bovendien meer als één effentiëel onderfcheid is tuffchen de charges van Capitein Gene* taal en van Veldmaarfchalk: En namentlyk, dat een Capitein Generaal uit kragte van fyn Commiffie commandeert de Leegers , die de Staat goedvind te doen formeeren, in plaats dat een Veldmaarfchalk daar toe telkens een nieuwe, en particuliere autorifatie nodig heeft, de Commiffie van de Veldmaarfchalken, foo wel die aangeftelt zyn wanneer de Staat geweeft is fonder Capitein Generaal, als wanneer de .Staat een Capitein Generaal gehad heeft, medebrengende, „ dat fy het volk van oorlog als „ Veldmaarfchalk fullen gebieden (N: B:) onder alfulke Veldoverften, als haar Ho: Mo: van „ tyd tot tyd fullen gebruiken". En ten andere, dat de Capiteins Generaal yit kragte van haar Commiffie gelyke autoriteit gehad hebben over de Militie in Braband en Vlaanderen, reflbrt van deefcn Staat, als de -Provinciale Capiteins Generaal, of Stadhouders, Over de Militie in de refpeétive Provinciën. Want dewyl haar Ho: Mo: aan Prins Frederik Hendrik gedefereert hebben alle defelve autoriteit, welke Prins Maurits gehad had, die by Commiffie van den 19 July 1584 aangeftelt tot Capitein Generaal over Brabant en Vlaanderen, en haar Ho: Mo: noit fodanige parti» culiere Commiffie gegeeven hebben aan Prins Frederik Hendrik, nog aan de twee volgende Prinfen van Orange, foo volgt noodwendig, dat H % haar  C J26-) kaar Ho: Mo: verftaan hebben, dat het Capiteinfchap Generaal over Brabant en Vlaanderen een deel, of gevolg, is van de charge van Capitein Generaal over de Militie van den Staat tier Vereenigde Nederlanden. Boovendien zyn de fucceffive Capiteins Generaal by aparte Commiffien geweeft Capiteins Generaal over Wedde en Weftwoldingerland, en over de Landen van Valkenburg, Daalhem, en 's Hertogenrade: gelyk gefien kan worden «it de Commiffien van den 17 Mey 1633 , 7 November 1640, 29 Februari en 4 Maert 1648, en 22 September 1672. Die fig ander onderfcheid verbeelden tuffchen de charges van Capitein Generaal en van Veldmaarfchalk ^ confundeeren ongetwyffelt de autoriteit van Capitein Generaal van den Staat met die van de Provinciale Capiteins Generaal, of Stadhouders: een dwaaling, daar uit gefprooten, dat de Staat noit Capitein Generaal gehad heeft, die het niet te gelyk geweeft is van de meefte Provinciën: dog te verfchoonlyker, om dat haar Ho: Mo: felve daar in geweeft zyn, hiet alleen, wanneer fe gefuftineert hebben tegen de Provinciën van Vriesland en Stad en Landen, dat het regt tot de beftelling van alle de militaire charges, in het veld vaceerende , toequam aan den Capitein Generaal van den Staat (V), waar van het tegendeel getoont is in het voorgaande Capittel , maar' infonderheid , doe fe Prins Fredrik Hendrik aanftelden tot Capitein Generaal, vaftftellende te begeeven een charge, wel- U) Sie Ref: Sten Gen! 26 jfanut: i533*  C 127 ) welke Prins Maurits door de doot ontruimt had, fchoon dat die niet anders geweeft was als Provinciaal Capitein Generaal van fes Provinciën, by aparte Commiffien, gegeeven in verfcheide tyden, en van Brabant, Vlaanderen, en Wedde en Weftvvoldingerland , meede by aparte Commiffien: in plaats dat fe begaaven een charge, die gevaceert had federt het vertrek van de Graaf van Licefter, en die de Provincie van Holland meer als eens vrugteloos gevraagt had voor Prins Mauritz. En om die reede is het onder anderen, dat de voorftanders van de vryheid federt het jaar 1650 fig foo avers getoont hebben van een Capitein Generaal, en in teegendeel niet ongeneegen geweeft zyn om meerder autoriteit te geeven aan de Veldmaarfchalk, en, wanneer fe niet langer konden keeren de aanftelling van een Capitein Generaal, een Inftruétie doordreeven, meer dienende om te voorkoomen, dat de Capitein Generaal niet foude fig onderwinden de autoriteit, fpeéteerende tot de charge van de Provinciale Capiteins Generaal, als om aan te wyfen het devoir van de fyne. . Dog, foo de laaft overleede Capitein Generaal van den Staat weinig geleegentheid gehad heeft> om in dat opfigt fyn Commiffie te buiten te gaan, om dat hy met een geweeft is Provinciaal Capitein Generaal van vyf Provinciën, men behoeft maar te leefen de agtfte, elfde, twaalfde, en dertiende Capittelen van deefe Verhandeling, en derfelver inhoud te vergelyken met het gelag, welk men den laaft overlegden Capitein Generaal heeft fien oeffenen over de Militie in re-  reguard van de pointen, waar van gehandelt word in die Capittelen, om toe te ftemmen, dat hy veel verder geëxtendeert heeft de autoriteit van fyn Ampt als fyn Voorfaaten: om voorby te gaan, dat hy foo feer aan fig getrokken heeft het beftier der krygsfaaken , dat niet alleen de Raad van Staate, maar ook de Vergadering van haar Ho: Mo:, geen kennis daar van gehad heeft, veel min daar over gedelibereert, gelyk in voortyden, felfs niet, wanneer de laaft overleede Capitein Generaal over zee was, en het commandement over de Militie, buiten kennis van de Regeering, liet in handen van een Veldmaarfchalk. Het geen .hier met geen ander oogmerk opgehaalt word, als om te toonen, eerftelyk, dat het niet fonder reeden geweeft is, dat men voor, en in, het jaar 1672 bedagt was op een Inftruftie, eer dat men trad tot de aanftelling van een Capitein Generaal, en ten anderen, dat het moec aangefien worden voor een gevolg van de desordre van de tyd, of anders voor een van die extreme remedien, welke men niet gebruikt als in extraordinaire toevallen, dat den 8 July van het jaar 1672 foo onbepaalde magt gegeeven wierd aan den Capitein Generaal van den Staat, ais bcoven aangeweefen is-  C I29 ) SEVENDE CAPITTEL. Van het Ampt van Veldmaarschalk. Jndieïi de Commisfie van den Heer van Villers, de eerfte Veldmaarfchalk welke de Staat gehad heeft, voor handen was, foude men beeter konnen oordeelen, waar in het Ampt van Veldmaarfchalk oorfpronkelyk beftaan heeft. Dog dat het relatie gehad heeft tot de onder* houding van de ordre en krygsdiscipline in het Leger, is daar uit af te neemen, dat de Raad van Staate, als fe den 14 July 1588 refolveerde te doen depecheeren Commisfie van Veldmaarfchalk voor den Heer van Villers, te gelyk op deffelfs aangeeven aanftelde een Marchal da Logis, een Chef du Guet, een Auditeur, een Griffier, en een Huijfier: item daar uit, dat hy den 19 daar aan volgende geautorifeert wierd om iemand te committeeren als Auditeur tot de inftruétie van feeker different tuffchen twee Officieren , om vervolgens by de.nfelven Heere Maarfchalk en Krygsraade gedecideert te worden (a): en eindelyk daar uit, dat desfelfs advis ingenoomen wierd, foo over den Articulbrieff, als over de Inftruétie voor den Advocaat Fiscaal van de Generaliteit : uitwyfens de Refolutien van den Raad van Staate van den 17 September en 7 Oétob. desfelven jaars. Na het overlyden van den Heer van Villers, ni ^)Sie©ok Ref:R:vmSt:9mioAug:en sSeptemi: 158*.  C i3° ) in het volgend jaar 1589 voorgevallen, heeft het Ampt ontrent 18 jaaren open gcftaan: in welke tulfchentyd de directie over de militaire Juftitie daar van afgenoomen is door de aanftelling van een hoofd of fiperintendent van de militaire Juftitie, die naderhand gekreegen heeft de naam ' van Prefident van den hoogen Krygsraad. r. Want dat 'er van ouds geen hoofd van de 1 militaire Juftitie geweest is buiten den Veld- i maarfchalk, blykt uit een Refolutie van haar ' Ho: Mo: van den 16 July 1596, waar in het ; felve bygebragt word als een reede , waarom haar Ho: Mo: bedenken hadden om te treeden tot de verkicfing van een hoofd van de militaire Juftitie. Ook wierd daarom in het volgend jaar alleen > •en provifioneel hoofd aangeftelt (V): en, wan- j neer het Ampt van Veldmaarfchalk weder begeeven wierd in bet jaar 1607, en geconfereert op Graaf Ernft Cafimir, wierd gefet in desfelfs Commiffie, „ dat den Intendant Wernar du 3> Bois niet te min by provifie, en tot dat an- . ders foude weefen geordonneert, foude blyven „ in de directie van de faaken in den Krygsraad". Naderhand, doe men het Ampt van hoofd, off \ fuper int endent, van de militaire Juftitie, confedereerde als een permanent Ampt, wierd ook vervolgens verandering gemaakt in de Commiffie van de Veldmaarfchalk, en in plaats van de bovenftaande woorden gefet in die van de twee volgende Veldmaarfchalken, „ dat niet te 3, min de charge van Prefident van den hoo- » gen \d Sie Rtf: St; Gen !2S en R: van St: 18 J0 15*7'  t r3i ) g: gen Krygsraad foude blyven onverkort, of in „ haar geheel: fonder dat fig de Veldmaarfchalk „' daar meede nu of namaals fal vermoogen^te bemoeyen , fonder expreffe laft en ordre". Dog, hoe feer ook de directie van de militaire Juftitie fchynt door die claufulen benoemen te weefen aan de Veldmaarfchalken, fop heeft egter altyd geftaan, en Haat nog te huldigen daage, in de Commiffie van den Prefident ▼an den hogen Krygsraad, „ dat de Commiffie „ van de Veldmaarfchalken verftaan word niet „ in hetminfte geprejudiciëert, of vermindert, „ te worden door defelve, maar dat den Prc„ fident van de hogen Krygsraad gehouden „ is, foo wanneer de Veldmaarfchalken prefent „ zyn, alles te doen met derfelver kennis en j, voorweeten": Gelyk ook ftaat in die van den Fifcaal van de Generaliteit, „ dat hy fig meede fal laaten „ vinden in 't Leeger, om te affifteeren den „ Veldmaarfchalk, of hoofd van de Juftitie mi„ litaire, in het beleid van de faaken, voor den „ Krygsraad vallende". Waar uit af te neemen is, dat de fuperdirectie over de militaire Juftitie in het Leger altyd verblecven is aan de Veldmaarfchalken, onaangefien de aangetooge prohibitive claufulen uit de Commiffie van Graaf Ernft Cafimir, en van de twee volgende Veldmaarfchalken. Het welk jegenwoordig met te meerder grond kan gefuftineert worden, om dat geen fodanige prohibitive claufulen gevonden worden in de Commiffie van de Veldmaarfchalken, in, en f«dert, het jaar 1668 aangefteld. Boo*  C 132 ) Boven het geen gefegt is van het point van 4e Juftitie, fchynt van ouds de beftelling van de Wagten in het Leger, en al wat by vervolg van tyd verrigt is door den Generaal of Generaals Major, direclelyk gefpefteert te hebben tot het Ampt van Veldmaarfchalk: gelyk af te neemen is uit de forg, welke gedraagen is by de Commiffien van Graaf Willem, en van den Heer van Brederode, als Veldmaarfchalken, voor den Generaal Major van het Leger in gelyke termen als voor den Prefident van den Krygsraad» Sulx dat het origineel devoir van het Ampt van den Veldmaarfchalk niet qualyk befchreeven word in haar Ho: Mo: Refolutie van den 23 April 1633, waar in gefegt word, nodig te weefen weder een Veldmaarfchalk aan te ftellen in plaats van Graaff Ernft, „ om alle goede ordre in de krygsfaaken des te gevoeglyker „ te helpen onderhouden, ook de~commande„ meuten van fyne Excell: in 't werk te ftellen, „ en te exploicteeren"; Dog federt dat die funclien fyn verrigt geworden door de Prefident van den Krygsraad, en door de Generaal Majors van het Leger j gelyk gefegt is, moet men bekennen, dat het Ampt van Veldmaarfchalk van natuur verandert is: invoegen, dat het foude difficiel vallen te feggen, waar in het eigentlyk beftaat: en dat een Veldmaarfchalk niet anders kan aangeiien worden als voor een van de eerfte perfonagien in het generaal commandement van het Leeger. Men fegt een van de eerfte, want uit haar Ho: Mo: Refolutien van den 13 en 15 Juny 1587.  K T?3 ) ƒ537 blykt, dat dc Veldmaarfchalk doe de derde perfoon in het commandement was, en de Generaal van de Ruitery heeft rang gehad voor de Veldmaarfchalk, foo lang als Prins Hendrik era Prins Willem geweest zyn Generaals van de Ruitery, uitwyféns de Commiffien van Graaf Ernil Cailmir, en van de twee volgende Veldmaarfchalken. Ook zyn de Veldmaarfchalken', gelyk boven getoond is (a), ^tvt gefubor dineert geweest aan de Provinciaal* Capiteins Generaal, te weetcn, fonder bepaaling, foo lang die de Leegers commandeerden : maar na de aanftelling van een Capitein Generaal uit de naam van de Generaliteit, is de fubordinatie der Veldmaarfchalken aan de refpeétive Provinciale Capiteins Generaal wel Uitdrukkelyk bepaald by de Commiffien tot het territoir van de Provinciën, of Landen, van haar gouvernement. Dog, het zy dat de Veldmaarfchalken meer off minder fyn gefubordineert geweest, fe hebben noit konnen pretehdeeren het eerfte commandement uit hoofde van haar Commiffien , welke altyd ingehouden hebben, in wat tyden, dat fe ook gegeeven zyn, „ dat fy het voik van Oorlog als. Veldmaarfchalken fullen eommandeeren onder „ alfulke Veldoverftén, als' haar Ho: Mo: van tyd tot tyd fullen gebruiken". Voor de reft is de Veldmaarfchalk buit-ere funétie wanneer 'er geen Leger te veld is, tot, lbo ver, dat' de Staaten van Holland feggen in («) Capittel 5. IV. ÜUL,  ( 134 ) In de meer als eens aangetooge Deductie van den 17 Mey 1657 («), „ dat de Veldmaarfchalken uit kragte van haar Commiffien niet bevoegt zyn in vreedige tyden iets ten dienfte van den Staat te doen, of te contribueeren, nog ten opfigte van de deliberatien, die over de mi„ litaire faaken aangeftck worden, nog ten reguarde van de militaire commandementen, die gedurende de vredige tyden gewoon fyn ge,, decreteert te worden": daar by voegende, dat het Ampt van Veldmaarfchalk federt het fluyten van deVreede met Spagnien niet anders geweest was dan „ een bloote naam, en eertitul, fonder „ eenige effentiëele realiteiten": en fig dien aangaande beroepende op het begryp van de andere Provinciën, welke in de jaaren 1651 en 1652, na examinatie der Commiffie van de Veldmaarfchalk, fig gekant hadden tegen de propofitien» wegens Holland ter Generaliteit gedaan, om den Veldmaarfchalk te qualificeeren tot het neemen van kennis van de conftitutie der Frontieren, en Garnifoenen, en van het devoir der Officieren, en Soldaaten. Alleen word in het 5 Articul der nieuwe In* fr.rucr.ie van den Raad van Staate gefegt, dat de 'Raad „ na vereifch van faaken fal inneemen de „ confideratien van den Veldmaarfchalk", dog fodanig , dat immediatelyk daar by gevoegd word, ,, en andere voornaame en hooge Officieren", waar door de diftincrie in deefen deele tuffchen de Veldmaarfchalk en mindere Generaals feer vermindert word. Na («) Art: 170 en volgeide.  C «35 ) Na de 'Vreede van Utregt is een faak voorgevallen, die het de moeite waert is hier by te brengen, als dienende tot eclaircisfement, en bevestiging, van het gelegde nopende het Ampt der Capiteins Generaal, en nopende het cesfeeren van het empioy der Veldmaarfchalken, niet alleen in vreedens tyd, maar felfs, wanneer 'er in tyd van oolog geen Leeger in het veld is. De Staat had al federt vier a vyf jaaren geen hoger Officier als de Generaals van de Ruitery en Infantery ,waar van de Graaf vanTilly de derde in rang was. Dog, dewyl de Heeren van Obdam en van Slangenburg, die hem in rang voorgingen, niet geëmployeert waaren, de eerfte na het jaar 1703, de tweede na het 1705, had de Graaf van ïilly feedert het overlyden van den Heer van Ouwerkerk Veldmaarfchalk van den Staat, voorgevallen in het laaft van het jaar 1708, en chef gecommandeert de trouppen van den Staat te velde, en in de buitenlandfche garnifoenen. Welk commandement ophoudende door de Vreede, en de diftinétie tuffchen de Graaf van ïilly cn de andere Generaais van dc Ruitery en Infantery daar door weggenoomen zynde, verfopt de Graaf van Tilly, welke meende wel eenige diftinétie voor het toekoomende verdient te hebben, ,, dat haar Ho: Mo: geliefden, hem ,, te ' begunftigen met Aéte of caracter van ,, Veldmaarfchalk, of fodanige andere Aéte van „ diftinétie, als liaar Ho: Mo: fouden goedvin- den («)", en weinig daagen daar na, dat hy, on- 0») Sie Ref: St'" Gem 23 ÖSt»l\ 1713- ■ La <• w,-, • ;•. .--va air. r*t  C 13* ) ondertusfchert dat de Provinciën delibereerden op fyn verföek, „ by Refolutie mogt worden 3, gecontinueert in fyn charge van Generaal 3, Commandant der trouppen van deefen Staat, ,, gelyk hv die tot die dag toe geëxerceert had op expreffe ordre en confecutive Refolutien s, van haar Ho: Mo:: en dat de te neemen Refolu- tie aan de Generaals van de Cavallery en ln3, fantery mogt worden geïnfinueert, teneinde 3, fy fig mogten conformeeren aan haar Ho: Mo: 3, intentie" (a). Dog, dewyl hy met der tyd bemerkte, dat de Provinciën geen geneegentheid hadden tot het aanftellen van een Veldmaarfchalk, deed hy den 18 July des volgenden jaars een nader verfoek, tendeerende in generaale termen, ,, ten einde 3, dat hy mogt worden bekleed met een perma,, nente, Acte, Commiffie, of caraéter , uit hoofde van welke hy foo wel by de trouppen van den Staat, als by de vreemde Mogent,, heeden, mogt worden erkent voor Comman,, dant, en Generaal en chef, van de troup,, pen van den Staat". Dit verfoek vond foo veel meerder ingang als het voorige, dat de Gedeputeerden van de meefte Provinciën fig binnen twee daagen favorabel daar op verklaarden. Maar, alfoo die van Vriesland en Stad en Landen daar by voegden een conditie, „ dat alvoorens foude overlegt „ worden met den Raad van Staate, hoedanige ,, Commiffie en Inftruétie aan den Graaf van 3, Tilly foude behooren gegeeven te worden", gaff («) Sie Ref: Sten Genl 2 Ntv; 171J.  C 137 J gaff dit aanleiding aan de Raad van State, me.€ welke een conferentie ten voorf: einde aangefteld wierd, om, in ftecde van te advifeeren over de Commiffie en InftruStie, de Gedeputeerden van de Provinciën te informeeren van de redenen , waarom het verfoek niet behoorde toegeftaan te worden, en om onder anderen aan te wyfen, dat door het toeftaan van het verfoek meerder gefag foude gegeeven worden aan den Graaf van Tilly, als na de ordre van de Regeering toekomt aan een Veldmaarfchalk, en felfs aan den Capitein Generaal: doende ten dien einde het volgend Advis inbrengen in de conferentie. „ De Graaf van Tilly verfoekende te rmogen ,, bekleed worden met een permanente ABe, Corn,, miffie, of c ar act er, uit hoofde van welke hy, „ foo wel by de trouppen van den Staat, als by de j, vreemde Mogentheeden mooge erkent worden voor ,, Commandant, en Generaal cn chef, van de ,, trouppen van deefen Staat, fchynt wel niet an- ders te verfoeken, als de continuatie van defelve 3, eer, digniteit, en caracter, die hy gehad heeft „ in den oorlog: en. de Provinciën , welke fig „ verklaard hebben voor het verfoek, zyn on„ getwyffeld van dat begryp. „ Maar wanneer- het verfoek wel ingefien word, fal men bevinden : Eerftelyk, dat de Graaf van Tilly een ge,, heel andere, en nieuwe, faak verfoekt: ,, Ten anderen, dat zyn jcegenwoordig ver-, „ foek veel verder gaat,, als fyn voorig verfoek om hat Veldmaarfchalk Ampt. „ Ten derde, dat het verfoek foo ver gaat, „ dat het toegeftaan wordende, de Graaf van I 3 v Tilly  t»38 ) „ Tilly in der daat, hoewel onder een andere ,, naam, foude weefen Capitein Generaal van „ den Staat, en felfs met ampelder magt, als geattribueert is aan dat Ampt by Inff.ruct.ie „ van den 24 February 1672. „ Ten vierde, dat de carafter, welke de „ Graaf van Tilly verfoekt, incompatibel is met bet Ampt van Provinciaal Capitein Generaal, ,, en overfulx niet extenfibel tot de Militie, leg. gende op het fouverain territoir van de Pró„ vincie van Vriesland. „ En ten vyfde, dat het verfoek niet kan „ toegeftaan worden, foo als het legt, als met ,, praejuditie van den dienst van den Staat, felfs „ buiten opfigt tot eenige van de bovenftaande pointen. „ Tot bewys van het eerfte point diend, dat „ de GraafF van Tilly geen ander commandc„ ment gehad heeft in den oorlog als over een „ bepaald, en met naamen uitgedrukt, getal van Regimenten te voet, en te paerd, welke , van jaar tot jaar fyn geordonneert geweeft om te veld te gaan , en om, na het fcheiden ' van het Leeger, buiten 's Lands tc overwin* ' teren: fonder dat hy het minfte commande; , ment gehad heeft over de Militie, niet alleen binnen de Provinciën, maar felfs niet in het resfort van de Generaliteit. ' „ Off men moest commandement noemen, dat hy vermoogens de claufule,ten dien einde ", gefet op de voet van de Patenten, by aanfchryvens kennis gegeeven heeft aan de Re\ gimenten, binnen 's Lands leggende, en by '! Patent geordonneert om te veld te gaan , van J den  C 139 ) „ den dag, wanneer fy fouden uitmarcheeren, „ en van de rendevous van het Leeger , die „ niet wel kan uitgedrukt worden in de Paten„ ten. „ Maar nu verfoekt de Graaf van Tilly een „ commandement over alle de trouppen fonder „ onderfcheid, en mitsdien foo wel binnen de „ Provinciën, en in het reffort van de Gcne- raliteit, als daar buiten. Tot bewys van het tweede point diend, ,, dat een Veldmaarfchalk volgens fyn Commiffie „ geen Generaal en chejf, maar een fubaltèrn Ge „ neraal is, als brengende de Commiffie uitdruk- kelyk meede, dat de Veldmaarschalken het volk ,, van oorlog fullen commandeeren, onder aljutke „ Vetdoverften', als haar Ho: Mo: .van tyd lot tyd ,, fullen gebruiken. Behalvcn, dat derfelver com„ mandement geen permanent commandement „ is, maar geheel en al cësfèërt met het einde ,, van elke expeditie, of andere dienst, waar toe fe gecommandeert worden. „ In plaats dat de Graaf van Tilly nu ver- foekt een permanent commandement en dn-ff. ,, Tot bewys van het derde point diend, dat ,, het Ampt van Capitein Generaal van den Staat ,, niet befhat in het begeeven der militaire „ Ampten, het zy in campagne, of daar bui- ten, als dependeerende de begeeving derfelve „ van de refpeétive Betaalsheeren, en van de ,; autoriteit, welke defelve daar ontrent geeven „ aan haar Stadhouders, off Provinciale Capiteins Generaal: „ Nog ook in het geeven der Patenten, „ als welk daar van uitgeflooten is by het 2 Art: I 4 der  C ?4o ) „ der Inftru&ie van den 24 February da eenige Inftruétie, die oit gearrefteert is voor ,,, een Capitein Generaal , en wel naderhand ,, gcconfereert aan fyne Maf van'Groot-Brittan„ nien by Refolutie van haar Ho: Mo: van deh „ 8 July d'efffelven jaars, dog fodanig, dat uit de Refolutie blykt, dat men fig, om eenige „ fchyn aari de faak te geeven , genoodfaakt j, vond te confundeeren het Ampt van Capitein Generaal met dat van Stadhouder, uit hoofde „ van welk Ampt alleen , en niet uit hoofde t, van dat van Capitein Generaal, de voorigé », Princenvan Orange de Patenten gegeeven hadden in'de Provinciën van haar gouvernement \ de Refolutie meedebrengende, dat aan fyne ,, Hoogheid' by ampliatie van defflfs L/(lru6iie „ (hoewel inderdaad by vernietiging derfelve} ,, geconfereert word tot kennelvk wederfeggen toé fodanige vryé magt over de Patenten, en andere ,, faaken tot de Militie fpecteerende, als de voorgaande Heeren Pr ineen van Orange CN: B:~) als s, Stadhouders en Capiteinen Generaal ten rejpeüe i, van de Militie geëxerceert hadden. . „ Maar dat het Ampt van Capitein Generaal, ,, off het gefag en autoriteit (om te gebruiken de woorden van de Heeren Staaten van Hol,, land en Weftvriesiand in de Deductie, den „ 30 January 1651 öyergegceven aan de Groot» „ Vergadering) van '.de Capiteins Generaal der geünieerde Provinciën, ge/lelt by de Staaten Get1 neraal, in qualiteit als fodanige, niet verder heeft geftreh, nog ook niet verder heeft konnen Jlrekken, als, over het volk. van oorloge, of de Leegers, buuen de flemmende Provinciën, of te velde  C 141 ) », xynJe. Het geen feekerlyk veel minder is als „ te weefen permanent Commandant en Generaal. „ en chef y van de trouppen van den Staat, in „ vreede, gelyk in oorlog, en binnen, foo wel ,, als buiten 's Lands. „ Waar hy nog komt, dat de Commiffie en ,, Acte van autorifatie, den 24 February 1672 gearrefteert voor den Capitein Generaal, uit„ di'ukkèlyk meedebrengen, dat de Capitein Ge* j, neraal telkenmaale, als een Leeger fal in het veld „ gebragt worden, fal moeten van nieuws geauto„ rifeert worden door een fpecia/e A&e, by concur,, rente delatie van de Provinciën, om het felve ,, te commandeeren, en daar meede te ageeren. „ Sao dat de faveur van de tyd maar behoefd, „ 't zy nu, of namaals, de naam te voegen by de daad, om van de Graaf van Tilly, cf ,, een ander, bekleed met de autoriteit, welke „ de Graaf van Tilly nu verfoekt, te maaken ,, een Capitein Generaal, met meerder gefag, „ als volgens de aangetooge Deductie, en In,, ftructie, behoord tot dat Ampt. „ Tot bewys van bet vierde point diend, dat de Stadhouders, in qualiteit van Provinciaale Capiteins Generaal, wel moeten volbrengen i, de beveelen van den Raad van Staate in con„ formiteit van het 5 Art: der Inftructie van den Raad: maar dat het foo ver van daar is, dat „ een militair Officier buiten de Stadhouders „ foude konnen hebben eenig commandement „ over de Militie, leggende op het territoir „ van een Provincie, of Provinciën, welke een Stadhouder, of Provinciaal Capitein Ge3, neraal hebben, dat felfs dc VeldmaarfchalI 5 ken,  ( *42 ) », ken, welke aangeftelt zyn in tyden, wanneer „ alle de Provinciën Stadhouders hadden, uit„ drukkelyk gefubordineert zyn aan defelve by „ haar Commiffien: waar op die van Graaf Ernft 3, Cafimir van den 13 February 1607, van Graaf „ Willem van den 20 Mey 1634, en van den Heer van Brederoode van den 31 July 1642 konnen nagefien worden. " * . „ En wat belangt het vyfde point, het heeft „ miifchien fyn bedenken, wat van beide beeter is voor den dienft van den Staat, de forg „ en toefigt over de Militie te verdeelen tus„ fchen de Generaals van de Ruitery en van de Infantery refpeclivelyk, in conformiteit van j, elkx Ampt en Commiffie, daar by voegende „ hetgeen, dat foude moogen geoordeelt wor-. den daar aan te deficiëeren: of aan één van haar te geeven een fuperioriteit over fyn con,, fraters, fchoon gelyke Commiffie met hem v hebbende, cn defelve daar door te diftin>r guecren. Maar in alle gevallen fehynt het .„ accordeeren van de caraéter van permanent ■Commandant en chef over de trouppen van den „ Staat aan de oudfte van de Generaals van de „ Ruitery en Infantery voet te leggen tot een feer bedenkelyke confequentie, en den Staat „ te praejudiciëeren ontrent de vryheid, welke. „ defelve, wanneer fe geweest is fonder Capf. „ tein Generaal, gehad, en laaft in de perfoon felve van dc Graaf van Tilly geëxerceert'heeft, „ foo meenigmaai als hy en chef gecommandeert „ heeft, van namelyk het Leeger te laaten com,, mandeeren-door die van haar Generaals , wel„ ke fe van tyd .tot tyd oordeelt de bequaam-, j5 fte,  C 143 ) , fte, om-daar toe gebruikt te worden. Heb" bende de Staat tot het einde van den oorlog " toe gehad twee ouder Generaais van gelyke H carafter als de Graaf van Tilly, welke t'huis ■„ gelaaten zyn, terwyl dat hy gebruikt is als 1 Generaal ra chef. Het welk de Staat bcfwaarh lyk in het toekoomcnde foude konnen pra&i„• feeren , indien eens iogevoert "was, een ge. „ diftingueerde titul te geeven aan één van „ meerder Generaals van eguale caraóter. „ Bovendien kan de Graaf van Tilly door „ het verkrvgen van de caracter,'welke hy ver„ foekt, niet bereiken fyn oogmerk, voor foo „ veel het ftrekt om by vreemde'Mogentheeden „ erkent te woHcn voor Commandant cn Ge neraal cn elicffi van de trouppen van den Staat. „ Dewyl de quafiïeit 'van Commandant en chef, „ wanneer die niet gepanrt is met die vz&Vetó„ maarfchalk, of van 'een ander bekent militair „ emplov , foo weinig opereert by vreemde „ Mogentheeden, dat men in de laaffe Oorlog „ Gencraals-perfoonen, welke bekleed waaren „ met de qualiteit van Cnnpfiahd, -.t en.'chef van de trouppen van Koningen cn Princen, in-het „ Leeger heeft fien rouleeren, niet alleen met de Generaals van de Ruitery en Infantery, „ maar ook met de Lieutcnants Generaals, en „ Generaal Majors, naa het Ampt, waar meede „ zy buiten die qualiteit van Commandant en „ chef bekleed waaren. „ Om alle deefe redenen word geoordcelt, „ dat het ongeraaden is, aan den Graaf van Tilly „ te accordeeren fyn verfoek van een permanente v Jcle, Commiffie, of caraÜcr, uit hoofde van } wel-  C 144 ) welke hy foo voel by de trouppen van den S:aat, h ,r ah by vreemde Mogentheeden, mooge worden er- I „ kent voor Commandant, en Generaal en chcft \' 3, van de trouppen van den Staat. „ Dog , foo niet te min mogt geoordeelt i worden, dat de dienft van den Staat , en „ de gedaane dienften van den Graaf van Tilly, 1 f vereiffchen ,dat eenige meerdere autoriteit aan c », hem gegeeven worde als fyn Commiffie van Ge- 1 neraal van de Ruitery meedebrengt, foude men £ konnen by provifie, en tot dat anders foude { „ gerefolveert worden , hem autorifeeren by j „ Refolutie, maar niet by AÜe, off Commiffie", j en vooral fonder aan hem te geeven de ca- : rafter van permanent Commandant, en Gene- ( „ raai en r.hejf van de trouppen van den Siaat, i om buiten prejudicie van het Ampt, en Com», miffie, van de Generaals van de Ruitery, en „ Infantery, toefigt te hebben over de geheele „ Militie van den Staat, en te beforgen, dat „ defelve behoorlyk geëxerceert, en in goede „ ordre en krygsdiscipline gehouden worde: „ en dat de ordres, en reglementen, foo daar „ op , als op de verdere deelen van den dienft, gemaakt, en nog te maaken, praecifelyk worden nagekoomen: met magt, om ten dien einde de Garnifoenen, ia het geheel, of ten „ deele, voor hem. de revue te doen paffeeren , „ foo meenigmaal als hy het fal nodig vinden, „ mitsgaders om aan hem te doen overleeveren iyften van de fterkte en conftitutie der „ Regimenten, en van de prefenten, en abfen„ ten, en al wat hy verder noodig heeft om „ ten allen tyden te konnen reekenfqhap geeven. jj aan ;  ( 145 ) „ aan haar Ho: Mo:, en aan de Raad van Staa„ te, van de Conftitutie der Militie , eQ te „ konnen adviieeren, wat van tyd tot tyd be„ hoord geordonneert, en gedaan, te wordeü om de Militie te houden buiten verval". Dit Advis vond foo veel ingang, dat de Gedeputeerden van haar Ho: Mo:, fiende dat men misgetaft had met fig te verklaaren voor het naader verfoek van den Graaf van Tilly, fig conformeerden met de voorflag, by het Advis gedaan, welke voorflag vervolgens den 21 Augufti 1714 in de Vergadering van haar Ho: Mo: gerapporteert, en door de Gedeputeerden van alle de Provinciën overgenoomen wierd, om gecommuniceert te worden aan haar Principaalen. Sonder dat de Graaf van Tilly de faak federt vervolgt, of eenige Provincie haar advis daar op ter Generaliteit ingebragt heeft. AGT-  C HO AGTSTE CAPITTEL. Van het aannemen en afdanken van de Militie, en by 'die geleegemheid van d» jaarlyxi vryheid der Confenten. Xn het begin van het derde Capittel is gefegt, dat de voornaamfte pointen, waar in het gelag van de Generaliteit over de Militie beftaat, konnen gebragt worden tot de fes volgende: i, de werving , recruteering, reductie, en caffatie: 2, de aanftelling der hooge Officieren, of Generaalsperfoonen: 3, de Patenten: 4, de verlooven: 5, de monftering, met den aankleeven van dien:en ten ó-'sde militairedifcipline:maar dat, alvorens over te gaan tot de particuliere verhan-, deling van die pointen, dienftig was vooraf te onderfoeken, door wie de Generaliteit, of de gefaamentlyke Provinciën, van het begin af, en vervolgens, geoeffent hebben het gefag over de Militie. Plet geen gedaan zynde in het derde en in de vier volgende Capitteïen, fal men nu de voorf. fes pointen by de hand neemen, en in dit Capittel beginnen met het eerfte, of met de werving, recruteering, reductie, en casfatie, van welke, als van foo veel onderdeden, elk affonderlyk fal moeten gefprooken worden, na dat vooraf fal gefprooken wefen van het aanneemen en afdanken van het krygsvolk in het generaal. Ontrent het aanneemen en afdanken van het krygsvolk zyn twee faaken in agting te neemen, eer-  ( 147 ) «erftelyk, het regt, of de magt, om krygsvolk aan te neemen, en af te danken, en ten anderen dc executie der Refolutien, welke ten dien einde genoomen worden. Het is buiten tegen fpraak, dat geen werving kan gedaan worden fonder voorgaand Confent van de Provinciën. Maar ontrent de wys van Confent daar toe te draagen is niet altyd defelve voet gehouden. In het begin confenteerden de contribueerende Provinciën van jaar tot jaar een feekere fomme, waarvoor de Regeering, gelyk men doe fprak, onderhield de nodige Militie, defelve vermeerderende, en verminderende, na vereifch van faaken, gelyk aangevveefen is in het eerfte Capittel. Na het vertrek van den Graaf van Licefter is geen Militie aangenoomen als op fpeciaal Confent van de Bondgenooten, welke ten tyde van desfelfs gouvernement ondervonden hadden, hoe feer de paaien van de jaarlyx geconfenteerde fommen konden worden te buiten gegaan door die generaale autorifatie. En eer dat de Confenten daar toe verfogt, en gedragen, wierden, wierd de noodfaaklykheid van het verfterken van dc Militie, foo wel als het fonds, en wyfe van betaaling, overwoogen met den Raad van Staate. Het welk een foo vaste gewoonte was, dat het overgeflagen zynde ontrent de werving van tien duifent man, gerefolveert den 14 Maert 1628 (hoewel de Refolutie meedebrengt, dat fe genoomen is „ nade,, liberatie, met fyn Excell: en den Raad van Staate daar op gehouden") de Raad begreep foo feer daar door verkort te weefen, dat ie ten fel-  C h8 ) fclven daage ter Vergadering van haar Ho! Mo? gevordert, en om advis over de manier van het effecluceren der werving gevraagt zynde, antwoorde, „ dat dewyl de geheele faak tot daar „ toe beleid was fonder eenige communicatie „ met den Raad, welke daar van geen kennis „ als by ftraatgerugt gehad had, men alles ,, voords Helde ter discretie van haar Ho: Mo:": daar by perfifteerende, fodanig, dat de Prins van Orange, welke waarfchynlyk den Raad vervangen had in de deliberatie, genoodfaakt was het ook te doen in de executie, doende door eerr Commis van de Financien maaken een repartitie van de geworve Militie, welke haar Ho: Mo: tonden aan de Provinciën, verfoekende te gelyk fyne Excell: en den Raad van Staate, daar over aan de Provinciën nevens haar Ho: Mo: te willen fchryven («) , dog fonder ander effect, als dat de Raad, om te toonen dat fy fig niet wilde met de faak bemoeyeh, fimpelyk fchrdcf aan de Provinciën, „ dat alfoo de Ho: Mo: Heeren Staa„ ten Generaal aan den Raad gefonden hebben „ een Refolutie van den 24 deefer, de Raad niet heeft moogen laaten copie van defelve „ aan de Provinciën te fenden" (b~). Maar, het geen infonderheid diend ontrent dit ftuk geremarqueert te worden, is, dat de Confenten tot verfterking van de ordinaris Militie, welke de Staat in dienft had, felden gedragen zyn, niet alleen geduurende den Oorlog met Spagnien ,maar felfs nog lang daar na, voor langer tyd als voor vier maanden van twee en veer- (a) Sie Ref: St: Genl 24 Maert i«28. v6) Sic Ref: R: vanSt: 25 Maert lèzZe  ( hl) veertig daagen, of voor een half jaar, gelyk gefien kan worden uit haar Ho: Mo: Refolutien van den 14 Maert 1628, 4 Maert 1629, 31 Decemb. 1639, 14 Maert en 19 April 1645, £4 July 1652 (1), 24 Septemb:, 17 en 20 Oclob: 1665, 20 Decemb: 1670, 7 Maert 1671, 4 Februari en 28 Maert 1672, en uit de generaale Petitiën van die tyd. Welke generaale Petitiën bovendien aanwyfen, dat men, geduurende den oorlog met Spagnien, byna van jaar tot jaar delibereerde, hoe veel volk men foude extraordinaris aanneemen voor het fomerfaifoen na geleegentheid van faaken: dat men vervolgens meeft alle jaaren aannam eenige duifent Waardgeiders, of Garnifoenhouders, voor dry of vier lange maanden, om de 'Steeden te beletten, ondertulfchen dat de Militie daar uit in 'tveld getrokken wierd : en dat men de 50 Compagnien van 200 koppen, aangenoomen in het jaar 1628, en federt gecontinueert, nu hield op 200 koppen des fomers, en op 100 des winters, en dan weeder het geheel jaar door op 150 of 120 koppen. < Dit diend (gelyk gefegt is) infonderheid aangemerkt te worden, om dat de maxime van het vry Confent-, welk de Provinciën jaarlyx fouden hebben ontrent het getal van Militie, dat in het volgend jaar fal aangehouden worden, 'daar uit fchynt gefprooten te weefen: een maxime, welke, in die fin genoomen , feer raifonnabel is, maar welke in de onbepaalde fin, die door veelen daar aan gegeeven word, niet alleen ■ ftryd (1) De Ref: van den 24. July flaat in 't Secreet Regf( iV. Deel. li. • -. i .  C 150 ) ftryd met de grondreegels van alle focieteiten, maar ook met een gevoelen, dat altyt geprevaleert heeft in de Republicq, te weeten, „ dat „ geen Provincie mag verminderen, als met ge- meene bewilliging, haar aandeel inde Militie, „ welke met gemeene bewilliging aangenoomen „ is": zynde het, ten blyk van dien, altyt feer hoog opgenoomen, wanneer een Provincie het tegendeel beftaan heeft (a). Om te fwygen van laatere tyden, en van de verfchillen, over deefe materie gereefen na de Vreede van Munfter, doe een faak, die misfchien in haar felve goed was, quaad gemaakt wierd door het gebruik van onverfchoonlyke middelen, men vind, dat haar Ho: Mo: den 1 November 1623, op de gegeeve advertentie van het afwyfen door eenige Provinciën van Com. pagnien van haar repartitie, „ verftaan hebben „ met advis van fyn Excell:,en van den Raad van „ Staate, dat geene Provinciën vermoogen eige„ ner autoriteit eenige Compagnien af te wyfen „ fonder voorgaande communicatie ende Refolu„ tie van haar Ho: Mo:, en van den Raad van „ Staate: en dat, ter contrarie gefchiedende, „ daar tegen met autoriteit behoord voorfien „ te worden": en den 9 February 1Ö26, op de gedaane propofitie, dat de Heeren Staaten van Zeeland gerefolveert fouden hebben, de Compagnien, op haar repartitie ftaande, tereduceeren op 100 koppen, „ dat aan deCom- mandeurs van de Plaatfen, daarin de Zeeuw- „ fche (a) Sie gen: Petitie voor het jaar 1709, waar in deefo materie in het breede verhandelt it: Grot: de J: B: ac CU. 3, Cêp: 5, $ 17; Refol: Sten Genl 4 Febr: 1716.  C 151 ) ,y fche Compagnien leggen, fal worden gefchreven, dat fy in haar garnifoenen fodanige reductie „ niet fullen hebben toe te laaten, tot nadere or„ dre van haar Ho: Mo:: en dat daar beneevens de Heeren Staaten van Zeeland fullen wordfcri „ befonden door Gedeputeerden uit haar Ho: Mo: Vergadering, en ook door fyn Excell: felve, indien de difficulteit meerder mogt „ worden bevonden als men niet meend, om „ aan defelve voor te draagen, dat fodanige Re„ folutien fyn ftrydende directelyk tegen de Unie, „ en by ééne Provincie alleen niet konnen ge3, noomen worden, ook fchadelyk en ruïneus ,, voor den ftaat van 't Land, met haar flee,, pende niet dan confufie, en fodanige fchade,, lyke confequentien, die fonder everfie van de „ goede ordre niet konnen getolereert worden". En in het jaar 1630 wierd op de eerfte bekendmaking dat de Provincie van Vriesland gerefolvcert had af te danken agt Compagnien,' óp haar repartitie ftaande, van de vyftig, aangenoomen in het jaar 1628, by haar Ho: Mo:, ter prefentie van de Prins van Orange eh van de Raad van Staate, niet alleen gerefolveert te fchryven in feer nadrukkelyke termen aan de hooggem: Provincie, maar te gelyk een befending aan defelve gedecerneert, die voortgaan foude, foo het fchryven niet aanftonds had het gewenscht effect f». En hoewel den inhoud des Briefs niet kan gefien worden uit de Refolutie van haar Ho: Mo:, foo blykt uit de Notulen van den Raad van Staate van denfelven dag, dat fe daar (3) Ref: Sm Genl 27 en 30'Sept: i6ïo.K z-  ( 15* ) daar. heen ging „ om aan de Provincie van ,, Vriesland te vertoonen dc onbehoorlykheid ,, van haar proceduuren, en den ondienst die 3, de gemeene faak foude koomen te lyden , foo wanneer by gevolge van dien een ieder Pro3, vincie foude procedeeren tot casfatie van ee3, nige Compagnien van haar repartitie, fonder 3, kenniife van de Generaliteit, welke dus doen3, de noit foude konnen verfeekert zyn van het ,, getal van 't krygsvolk in 's Lands dienfte: ,, dat de Compagnien , hoewel op de Provinciën s, gerepartitiëert zynde, eeven wel fyn der Ge,, neraliteits krygsvolk : en dienvolgens niet moogen gecaffeert, nog gcreduceert, worden fonder kenniffe van de Generaliteit, en van 3, fyne Excell:: dat over eenige jaaren by de ,, Provincie van Zeeland meede iets diergelyx 3, gedaan was: maar dat hun haar abuis ver- toond zynde, fy 't felve heeft geredres„ feert": &c*. Dog, om niet onderworpen te weefen aan de queftie, voor hoe lang de Confenten, tot het aanneemen van Militie gedragen, de Provinciën verbinden, en aan dc ongemakken, welke daar uit konnen volgen, is in het jaar 1652 ingevoert, en tot de verandering in de Regeering, voorgevallen in het jaar 1672, gepraétifeert, dat de Confenten tot verfterking van de Militie, foo by recruteering, als by werving, gedraagen wierden, niet alleen voor een bepaalde tyd, gelyk te vooren, en niet onbepaaldelyk na de heedendaagfche wyfe, maar dat bovendien daar by gevoegd wierd, ,, dat de tyd geëxpireert zynde ?> het gedrage Confent ipfofaüo fal ^koomen te „ ces-  ( US3 ) „ cesfeeren, en het aangenoome volk door aan„ fchryving van de Raad van Staate aan de re„ fpe&ive Capiteinen wederom geiicentiëert fal worden, en de Provinciën in geen verdere betaaling gehouden weefen: gelyk ook, dat „ geen continuatie, of aanhouding, van het aangenoome volk gedaan fal worden , als by „ voorgaand nieuw Confent van de gefament„ lyke Bondgenooten: fullende in allen geval„ len de Provincie, of Provinciën, niet confen„ teerende in de continuatie, ook in de betaaji ling van dien niet gehouden weefen, maar j, fig, des noods zynde, van 't voorf: volk ef„ feétivelyk moogen dechargeren". Gelyk te fien is uit haar Ho: Mo: Refolutien van den 24 July 1652 (1), 20 September 1658, 9 April en 20 December 1670,7 Maert 1671,4 February en 28 Maert 1672. Maar, hoewel deefe claufule in de Confenten tot het aanneemen van Militie van dat effect, is, dat de Provinciën niet verder verbonden fyn uit hoofde van ieder particulier Confent, als geduurende de tyd, waar voor het gedragen is, foo neemd dat niet weg degenerale verpligting, waar in de Provinciën zyn uit kragte van de Unie, foo -wel in vreedentyd als in tyd van oorlog, om gefaamenderhand te onderhouden foo veel Militie, als by gemeen overleg geoordeeld word nodig te weefen tot defenfie en verfeekertheid van den Staat na tydsgeleegentheid. Dog het is te verwonderen,. hoe vreemd de 9i\h;vi:rx..- s : . Re- \0 De Refol: van mjul: i652ilaatinhet fecreet Register, & 3  C 154 ) Regenten van die tyd, immers die van de Provincie van Holland, geraifonneert hebben over de verpligting, fpruitende uit de Unie, en uit de Confenten, tot het aanhouden van de nodige Militie tot de gemeene defenfie: wordende gevonden in het fecreet Register van Holland op den 15 Janua: 1669, dat de Heeren Gedepcnvan Holland aan die van Utregt, welke haar ferieuslyk verfogten, „ rypelyk te willen overweegen, of de Prov- van Holland niet onbevoegt was , „ fonder voorgaand gemeen onderling concert „ met haar Bondgenooten, op 't fchadelyk „ exempel van de Provincie van Zeeland (1} ,, des Generaliteits Militie voor een gedeelte feparatelyk te caffeeren": onder anderen tot antwoord gaaven, „ dat de Heeren van Zeeland „ in haar voorneemen volhardende alle de an„ dere Provinciën voor eerft meede van felfs, naa advenant van haar refpeétive quotes, met regt worden gedechargeert, alfoo geen „ Confenten van Laften obligatoir zyn, dan „ die by alle de Provinciën bewilligt, en ook effeélive gedraagen worden, en dat niemant van de andere Bondgenooten verobligeert is de Laften van den Staat, en van de gemeene „ befcherming, voor die van Zeeland op fig te „ neemen — vcrklaarende wyders, wel te konnen „ begrypen, dat de gemeene defenfie door foda„ nige proceduuren van Zeeland in deefe tyden meer fchynt te worden verwaarloost, als't „ wel behoort". In plaats dat na Regten klaar ïs, dat de verpligting van de gefamentlyke Bond* (ï) N Zeeland had 3 Coup"1 gecaffcert.  C 155 ) Bondgenooten niet ophield door de defectueusheid van Zeeland, en dat die defeóïueusheid geen ander regt gaf aan Holland, als om gefamentlyk met de andere Bondgenooten Zeeland te houden tot preftatie van haar Confent. Wat nu in de tweede plaats betreft de executie der Refolutien,welke genoomen worden door de Bondgenooten tot het aanneemen en afdanken van krygsvolk, om daar van een net begryp te geven , moet affonderlyk gefprooken worden van de werving, recruteering, reductie, en caffatie. „ Na dat de Bondgenooten tot aanneeming „ van krygsvolk haar Confent hebben gedraa- gen, zyn wy", fegt de Raad in een Brieff van den 20 Februa: 1665 aan haar Ho: Mo:, „ volgens de conftante praéfyeq, tot nog toe „ geobferveert, als executeurs van de Refolutien „ van de gemeene Unie, bevoegt om volgens „ de Confenten de werving te doen" (a). Dog hoewel dit waar is van de wervingen, die voor het jaar 1665 gedaan zyn, met dieuitfondering alleen, dat de Princen van Orange de Officieren genomineert hebben (J>), foo kan het egter niet gefegt worden van de wervingen, welke gedaan zyn in dat en in volgende jaaren, als in een feer bepaalde fin. Want in het jaar 1665, doe twee wervingen, de eene in September, de andere in Ocfober, ge- (a) Sie Miffivt van de Sf van Hollt aan dt andere Proven 27 July 1650. O) Sie Ref: Sten Genl 4 Maert i<2o. 31 Der. 1639. 14 Maert en 19 April 1645. R: van St'" 5 Maert 1629. 2, 3, 4 Jan: 1640,17 Maert, 22, 24, en 27 April 1645, K 4  C 156 ) gerefojveert zyn, fonder voorgaande repartitie van de te werven Militie op de Provinciën , hebben haar Ho: Mo: de Collonels, en die de verdere Officieren, aangeftelt, en indejaaren 1668 en 1672, doe de repartitie te gelyk gearrefteert is met de wervingen , hebben de refpeétive Provinciën de Officieren genomineert, en aan haar Ho: Mo: opgegeeven, welke foo in het een als in het ander geval den Raad verfogt hebben , defelve in eed te neemen, en te voorfien van Commiffie, nfids hebbende de vereifchte qualificatieii: de capitulatien, waar op de wervingen gedaan wierden, door defelve te doen onderteekenen: haar te houden tot naakooming derfelve: en te procedeeren tegen de gebreekigen by casfatie, of anderfins , na geleegentheid van faaken. Waar op haar Ho: Mo: Refolutien van den 24 September, 17 en 20 Oétober 1665, 3, 10, en 11 April 16Ó8, 7 Maert 1671, en 4'February, 22, .-25, en 28 Maert 167-2 konnen nagefien worden. De recruteering van dc Militie word na de oude ordre geëxecuteert by aanfchryvens van den Raad aan de Capiteinen: waar toe geen ander bewys nodig is, boven haar Ho: Mo: Refolutien van den 9 April, 16 en 20 December 1670, als dat haar Ho. Mo: den.9 Augusty 1658 'gefchreeven hebbende aan de Betaalsheeren van de Compagnien, leggende te Embden, ten einde dat die wilden ftellen de vereifchte ordre om defelve weder te brengen op haar oude fterkte, de Raad den 17 derfelve maand fchreef aan haar Ho; Mo:, „ dat altyd alle verfterking, en reduétie, van het krygsvolk na dé genoome Refplu- tieü  C 157 ) tien van haar Ho: Mo: by den Raad zyn „ gccffectueert geworden : dat de Raad niet kon„ de bedenken ,, waarom die oude geobferveerde ,„ ordre wierd verandert: en dat de Raad ver„ fogt,dat baar Ho: Mo: geliefden daar op nader „ te letten, en van den ouden voet niet af te ,, gaan": met dat effect, dat haar Ho: Mo:, den 20 derfelve maand refolveerende een generale recruteering van 25 man per Compagnie, den Raad van Staate verfogten, die haar Ho: Mo: Refolutie ter executie te ftellen. Zynde het aanfchryvens aan de Capiteinen , in die geleegentheid gebruikelyk , te vinden in het Register van de Raad van Staate op den 22 September 1658. De reductie word, op gelyke wyfe als de recruteering, geüMfectueert door de Raad van Staate , waar op men nafien kan haar Ho: Mo: Refoxien van den 18 en 20 Mey 1609, 22 January, .3 Maert, en 1 Mey 1643, 24 en 25 Novemb: 1050, 4 en 9 July 1654, 9 Septemb: 1660, j6 Februa; 1661, 25 September 1668, 9 April , 2 juiy, en 6 Augulty 1670, mitsgaders de Refolutien van den Raad van Staate van den 1 February en 19 Maert 1643 , en het formulier van aanfchryvens aan de Officieren van den 23 February 1661, en 29 September 1668, welk laafte geregifixeert is in het Regifter der uitgaande Brieven. j Men heeft te meerder Refolutien bygebragt tot bewys van dit point, om dat daar over verfchil gereefen is in het jaar 1649, wanneer de Staaten van Holland een particuliere reductie gedaan hebbende, fuftineerden, „ dat de Heeren K 5 n Qc-  ( 158 ) Gecommitteerde Raaden op goede gronden ' „ wel wanren bevoegt geweest, de aanfchryving 1 van de reductie te doen : fodanig egter, dat fe „ evenwel om goede confideratien konden toe„ ftaan, dat fulx van nieuws wierd gedaan door „ den Raad van Staate": uitwyfens de Refolutien ■ van de Staaten van Holland van den 25 en 30 No- t vember, en 3 December 1649. Maar in het volgend jaar 1650, doe de queftie , een einde had genoomen, en de Prins over- . leeden was, verftonden defelve by Refolutie van den 10 November, ,, dat de executie van de 1 „ Refolutie over de casfatie en reductie", breeder 1 gemelt in de Refolutie, „ den Raad van Staate < „ diende aanbevoolen te worden, welke het fer- 1 ve werk eigentlyk is competeerende (V)". Deefe Refolutie diend met een tot bewys, dat de caffatie meede het werk van den Raad van State is, waar op bovendien haar Ho: Mo: Refolutien van den 12 Mey 1644, 18 Oétober 1645, 13 Novemb. 1646, 11 Septemb: 1647, : 25 Novemb. 1650, 16 February 1661, 17 Au- \ gufti en 25 Septemb. 1668, konnen nagefien ] worden, wordende de Provinciën verfogt by de t laafte op eene naa, „ de caffatie van de Com„ pagnien, ftaande op derfelver repartitie, in 1 „ het toekoomende te laaten gefchieden door „ den Raad van Staate, volgens en in conformiteit „ van de ordre van het Landt". Gelyk ook de \ Staaten van Holland, wanneer fe den ro en n February 1667 de Heeren Gecommitteerde Raaden autorifeerden, om de nieuw aangenoome ; Mi- I, (a) Sic ook Ref: 24 N»v: 1650.  C 159 ) Militie, voor foo veel die ftond op haar repartitie , te licentiëeren, by foo ver daar toe geen ordre geftelt wierd door haar Ho: Mo: voor halff April, te gelyk beflooten, „ dat de faak „ daar heenen gedirigeert foude worden, ten einde dat de Raad van Staate by haar Ho: Mo: „ verfogt mogt worden, de voorf: licentiëering „ volgens de ordre van het Land, in gelyke ge„ leegentheid gebruikelyk, ten fpoedigfte, en op de gevoeglyfte manier te effeétueeren". Dog, hoewel de calfatie geëffeétueert word door den Raad van Staate, foo ftaat het niet te min aan de refpeétive Betaalsheeren, de naamen op te geeven van de Ritmeefters en Capiteinen , welker onderhebbende Compagnien fullen gecasfeert worden door den Raad van Staate. Ten welken einde de Raad, wanneer 'er tusfchen de jaaren 1650 en 1672 Militie is gecaffeert geworden , na gemaakte verdeeling aan de refpeétive Provinciën fchreeff, om die naamen aan haar op te geeven, of aan defelve fond foo veel brieven van aanfchryvens met oope naamen, als 'er Compagnien moften gecaffeert worden op elke repartitie, om gevuld, en aan de Officieren voortgefonden, te worden: uitwyfens de Refolutien van den Raad van Staate van den 22 February i66r, en 6 Oéisober, 26 November, en 5 Decemh. 1668, mitsgaders die van de Staaten van Holland van den 26 en 30 Novemb: deffelven jaars. Dog het fchynt, dat de Betaalsheeren fyn gewoon geweeft, de caffatie meede aan te fchryven aan de Officieren van haar repartitie. Immers, hoewel de Staaten van Holland toeftonden, (gelyk beweefen is) dat de licentiëering van de Mi- H:  ( 160 ) Ktie volgens de ordre van 't Land moet geè'flfectu* eert worden door den Raad van Staate, foo 'feggen fe niet te min in een propofitie, ter Generaliteit gedaan den 21 December 1668 tot juftificatie van het afdanken, off onderfteeken, van eenige1 Compagnien, „ dat haar met bevreemding „ voorgekoomen is, dat fy van haar gedaan aan- fchryvens aan de Officieren by Miffive, als ,, voorheen, en na gewoonte, aan de Raad van „ Staate notificatie gegeeven hebbende, defelve „ Raad daar ontrent van haar fyde meede niet ,, na gewoonte geprocedeert, en gelyke aan„ fchryving aan de Officieren gedaan heeft, foo „ als de gemelde Raad eenige weeken te vooren , •„ op gelyke ontfange notificatie , wel en te'reg„ te gedaan had". En wanneer de Staaten van 'Zeeland in het laaft van het jaar 1668 dry Compagnien gelicentiecrt hadden, feggen haar Ho: Mo: in de Miffive van den 15 January 1669, waar in fe aan de Staaten van Zeeland aanwyfen. d-i onordentelykheid van diefeparate caffatie,onder, anderen, ,, dat aan de Raad van Staate felfs ja, geen directe advertentie daar vai> was' gedaan , 'v veel min verfogt geworden, om.aan de voorf: m dry Compagnien van weege de Unie meede ge- lyke aanfehryving te doen". ' Deefe voet van het effectueeren der Refolutv;n cn Confenten van de get'aamentlyke Bondgenooten , foo tot het ligten , als tot het afdanken, van krygsvolk, is ge volgt tot het jaar 1672 toe, het zy dat de Staat een Capitein Generaal had, of niet: hebbende de Heeren Princen van Orange voor die tyd noit gepretendeert, dat fulx een prerogative van haar Ampt foude wee-  C lör ) fen. Maar na het jaar 1672 hebben haar Ho: Mo: de executie daar van aanbevoolen aan fyne Majt van Groot-Brittannien als Capitein Generaal, met uitfluiting van de Raad van Staate, en in de jaaren 1678 en 1684 gefuftineert tegen de Provincie van Vriesland , dat de caffatie en reductie altoos gefcbied is „ of door den Ca„ pitein Generaal van de Unie, of door den „ Raad van Staate (V)", en dat, als de Provinciën defelve executeerden, „ aan de Unie, in de perfoon van den Capitein Generaal van de Unie, ongelyk geïnfiigeert wierd (£)": fchoon dat niet fal aangeweefèn worden, dat de voorige Princen van Orange oit fonder den Raad van Staate eenige caffatie of reductie geëffectueert hebben, felfs niet in het jaar 1650, doe by Refolutie van den 18 Augusti vaftgeftelt wierd met eenparigheyd van de advyfcn van alle de Provinciën , „ dat de caffatie en reductie van het krygs„ volk, foo te paerd als te voet, foude wor„ den geëifeótueert door fyn Hoogheid, fyn „ Excell. Stadhouder, en den Raad van Staate, „ volgens de ordre van het Land". . Uit welke woorden boovendien niet duiftelyk af te neemen is, dat de Prins niet als Capitein Gen', maar als Stadhouder, en in die qualiteit feffie hebbende in de Raad van Staate, geautorilëert is tot het helpen effeétueeren van de caffatie en reductie, om dat anders de Stadhouder van Vriesland niet nevens de Prins foude fyn genoemt geweeft. Dog men had in het jaar 1678 een foo vreemde be- (a) Sie ReJenSt: Gen1 28 OSob: en sg Deck 1678. Ref; #f: van HolU 17 Nov: 1718. (by Sie Ref: St: Gent 16 OSob: 1084.  C 162 ) bevatting van het Ampt van Capitein Generaal van de Unie, dat in de aangetooge Refolutie van den 28 Oótober gefegt word , „datdoor den Ca„ pitein Gem van dc Militie van de Unie, en den „ Raad van Staate, van jaar tot jaar, of foo „ wanneer de opkoomende nood fulx komt te „ vererffchen, de Petitiën tot onderhouding van „ het volk van oorlog gedaan worden": fchoon dat het foo ver van daar is, dat de Capiteins Generaal fouden feffie hebben in den Raad van Staate in die qualiteit, dat wanneer de Prins van Orange in het jaar 1672 aangefteld wierd tot Capitein Gen1, haar Ho: Mo: noodig oordeelden, by Refolutie vair. te ftellen, „ dat de Prins, tot j, Capitein en Admiraal Generaal verkooren wee. „ fende, ona-angefien het voorf: fyn empioy, ,, foude blyven behouden de fesfie en ftem in „ den Raad van Staate, hem op den 31 Mey „ 1670 gedefereert" («). (a) Ref: Sten Genl 24 Febr: 1675. NÉ-  C 163 ) NEGENDE CAPITTEL. t Van de aanftelling der hooge militaire Officieren , off Generaalsperfoonen. JXet is altyd buiten difput geweeft, dat de hooge militaire Officieren, of Generaalsperfoonen, door niemand anders konnen aangefteld worden als door, of van weege, de Generaliteit, als fynde gedeftineert tot het commandement van de Militie in het generaal, en niet van die, ftaande ter befoldiging, of leggende op het territoir, van deefe of geene Provincie in het byfonder, gelyk de Provinciale Capiteins Generaal , van welker oude wyfe van aanftelling gefprooken is in het vyfde Capittel. En daarom foude men in deefe Verhandeling hebben voorbygegaan het point van de aanftelling der Generaalsperfoonen, indien niet twee faaken daar ontrent quaamen in confideratie, welke verdienen wat nader geëclaircisfeert te worden uit de Registers: eerstelyk, of, en hoe ver, overftemming plaats heeft ontrent de aanftelling der Generaalsperfoonen: en ten anderen, wat regt de Provinciën hebben tot het aanftellen van een Cheffy om te gebieden alle de Militie, fonder onderfcheid van repartitie, op haar fouverain territoir. Over het eerfte point is voor de eerfte maal, foo veel men weet, verfchil gevallen in het jaar 1633, wanneer de furvivance van het Ampt van Capitein Generaal den 22 April, op de propo-  C 164 ) pofitie van de Gedeputeerden van de Provincie van Holland, met de (temmen van vyff Provin* cien gegeeven zynde aan Prins WJllem. van Orange, daar uit geleegentbeid genoomen wierd, om den volgenden dag metdeftemmen van fes Provinciën , en daar onder die van Vriesland en Stad en Landen, waar aan daags te vooren geen tyd gelaaten was om te fchryven aan haar Principaalen, Prins Fredrik Hendrik van Orange te autorifeeren tot het eligeeren van een Veldmaarfchalk in plaats van Graaf Ernst van Nasfou, die 's jaars te vooren gefheuvelt was, fonder tyd te willen geeven aan de Gedeputeerden van dc Provincie van Holland, om ftaande de Vergadering te notificeeren aan haar Principaalen , Staatsgewys by den anderen zynde, de intentie van de andere Provinciën. De queftie, hier uitgereefen, duurde ontrent dry jaaren, wanneer Holland eindelyk refolveerde, aan Graaf Willem, door de Prins geëligeert uit kragte van de bovengemelde autorifatie, toe te ftaan de qualiteit en het traétement van Veldmaarfchalk, „ onder expreife „ verklaaring, van het regt van de Provincie „ van Holland en Weftvriesland te houden onj, geprejudiciëert, en in fyn geheel (V). Het waar te wenfehen , dat gefien konde worden uit de Regifters, waar in eigentlyk het regt van de Provincie van Holland beftond, dat de Staaten verftonden gekrenkt te weefen door de voorf- autorifatie. Dog het fchynt, dat defelve daar door niets anders gemeent hebben, als de vryheid van deliberatie op een faak, die onverwagt, hoewel op het exempel van daags te vooren, (s) Sie ReJ: Sten van Hall' 2 Feb: en 24 Mey 1636.  C 16S ) ren, ter Generaliteit in deliberatie gebragt wierd. Want den 20 Mey 1634, doe de Commiflie van Graaff Willem gearrefteert, en hy daar op beëdigt was, refolveerden de Staaten van Holland, haarent'weege te doen verklaaren, „ dat de pro„ ceduuren van de andere Provinciën onbevoeg„ lyk waaren, en dat de Commiffie aan Graaff „ Willem gegeeven was buiten ordre en ge„ woonte van de Regeering", fonder iets meer daar by te voegen: en de Gedeputeerden van haar Ho: Mo:, welke in July van het volgend jaar gefonden wierden aan de Vergadering van de Staaten van Holland, om defelve te brengen inliet fentiment van de andere Provinciën, rapporteerden meede niet anders, als dat de Staaten: van Holland „ alvoorens begeerden contente- ment en fatisfaéiie, ten reguarde dat men aan „ de Heeren derfelver. Gedeputeerden geen tyd had begeert te geeven om met de Heeren haar „ principaalen te fpreeken, die ten Landdag© 5, vergadert waaren" (V). In het jaar 1657, doe ten tweede maale verfchil rees tusfchen Holland, en de andere Provinciën , over de aanftelling van een Veldmaarfchalk in plaats van wylen den Heer van Brederoode, quam het niet foo feer aan op de manier, waar op fommige Provinciën getragt hadden die faak door te dringen, als op het regt, welk de Provincie van Holland beweerde te competeeren aan de Provinciën elk in 't byfonder over de Militie van haar repartitie, ten dien effectc, dat het («) Sie Ref: Sten Gen1, 7 en 12 Mey itfjj. Rtf Sk varrt 'JSoll: li Mey 1635, JV. Düiiu L  ( 166 ) het niet foude weefen in het vermoogen van de Staaten Generaal, by overftemming aan te Hellen een Overhoofd over de Militie van de Vereenigde Nederlandfche Provinciën gefaamentlyk, welkers gefag fig meede foude extendeeren over de Militie, ftaande ter befoldiging van een Provincie, off Provinciën, niet geconfenteert hebbende in de aanftelling van dat Overhoofd (a). _ Om dit goed te maaken wierd een Deductie opgefteld, dienende principalyk tot bewys, dat de Militie Provinciaal is, en dat de Provinciën geen meerder regt over defelve gedefereert hebben aan het gemeen lichaam van de Generaliteit, als feeven fouveraine, en van den anderen abfolutelyk independente , Staaten, welke in een verbond getreeden, en uit kragte van dien gehouden fouden weefen haar krygsmagten te contribueeren tot mutueele asfiftentie en defenfie (b). Een gevoelen, waar van gehandelt is in het eerfte Capittel, dog dat, het zy gegrond, of niet, foo veel ingang vond, dat de aanftelling van een Veldmaarfchalk agterbleef tot het jaar 1668, wanneer 'er met gemeene bewilliging twee te gelyk aangefteld wierden , en dat in het vervolg niet getreeden wierd tot de aanftelling van een Capitein Generaal, hoe feer ook verfcheide Provinciën daar toe inclineerden , voordat de Provinciën door middel van een advis conciliatoirgebragt wierden tot eenpaarigheid in het begin van het jaar 1672. Sulx dat men fchynt te konnen reekenen voor een faak, waar over de Provinciën na lang twistens eens geworden zyn, „ dat ontrent de begee- j> ving (<0 Sie Ref: St: van 1MV1% Janua: 1657. (fl Sic Ref: St: van HtW 17 Mey 1657.  C 167 ) ving der hooge militaire Ampten voorf ain „ niet gegaan fal worden by overftemming": hoewel de overftemming wel foo conform fehynt te weefen aan het negende Articul van de Unie, meedebrengende, „ dat men in de faaken, het beleit van deefe confederatie en 't geen daar „ van dependeert, en uit volgen fal, aangaan„ de", waar onder het commandement van de Militie, gebruikt wordende tot de gemeene de* fenlie, notoirlyk begrëépeh is, „ hem fal regulee„ ren na 't geen geadvifeert en geflooteu fal wor- den by de meefte ftemmen van de Provinciën": met uitfondering alleen van „ Beftand, Peis, „ Oorlog, Impolten , of Contributie": tot geene van welke üitgefonderdè pointen de begeeving der hooge militaire Ampten kan gebragt worden. Wat belangt het tweede point, welk boven gefegt is wat nader te moeten geëciaircilfeert worden uit de Regifters, namelyk het regt van de Provinciën tot het aanftelien van een Chef, om te gebieden alle de Militie, fonder onderfcheid van repartitie, op het fouveraih territoir, alle de Provinciën hebben Stadhouders gehad tot het jaar 1650 toe, wélke te gelyk waaren Provinciale Capiteins Gen', en in die qualiteit hadden het bevel over de Militie, fodanig nogtans, dat fe fubjeéfc waaren aan de ordres van de Generaliteit, "ehk bcweelen is in het vyfde Capittel. M aar naderhand hebben fommi^e Provinciën ■welke geen Stadhouders hadden,"voor een tvd aangenoomen andere Officieren, om onder de •Staaten, cn derfelver Gecommitteerde Raden, off Gedeputeerden, te voeren het opperbevel over de Militie, welke most by een getrokken L 2 wor»  C i« ) worden op haar territoir: gelyk de Staaten van Holland daar toe gecommitteert hebben den 3o Decb. 1664 den lieer van Beverwaert Sergeant Major van het Leeger, en den r r Maert 1665, vermits deffelfs overlyden, den Heer van Noordwyk Collonel en Gouverneur van Sluis: autorifeerende den laafte by Refolutie van den 5 Mey daar aan volgende, en by Commiffie (onder anderen) om tot fecuriteit van de Staat „ in het generaal, en van de Provincie van Hol.,, land en Westvriesland in het particulier, alle ,, behoorlyke ordre te ftellen: mitsgaders, om „ de Militie te commandeeren, te geleiden, en te j, doen ageeren, foo als hy na geleegentheid, en „ exigentie van faaken, fal oordeelen te behooren": de Staaten van Overylfel eerft den Collonel Antoni van Haarfolte, en naderhand den Collonel Diderik Stek: en de Staaten van Stad en Landen den Lieutenant Generaal Rabenhaubt («). En is dit regt van de Provinciën in het jaar 1666 erkent by Refolutie van haar Ho: Mo:, wanneer op het aanhouden van de Provincie van Gelderland, gefecondeert door die van Overysfel, ten einde dat gedurende de winter een bequaam perfoon mogt gedispiciëert worden, die als Chef foude moogen commandeeren over de Militie, garnifoen houdende in de gemelde Provinciën, en daar ontrent: en op het vertoog „dat „ de voorf: Provinciën volgens de ordre van de „ Regeering, oude en daaglyxe obfervantie, be„ voegd waaren om daar toe de gerequireerde „ ordres te ftellen", gelyk fy dan de oogen hadden geflaagen op de perfoonen,in de Refolutie (a) Sie Rif: R: van St: 5 Mey en 16 July 161%  069) genoemt: maar dat fy, vreefende dat het aan te ftellen Chef niet foude gerefpecleert worden door de auxiliaire Franfche trouppen, en door de Commandeurs onder het reffort van de Generaliteit, wanneer eenig fecours van haar mogt gerequireert worden, daar op verfogten de goede geneegentheid, en het fentiment, „ van haar Ho: Mo:": gerefcribeert is aan de Staaten van Gelderland, dat haar £d: Mo: „ fo,, danigen Cheff over de Militie, in den haare j, garnifoen houdende, wilden aanftellen, als 3, fy fullen vinden te behooren: als ook, dat de,, felve, met onderlinge correfpondentie van de 3, Provincie van Overylfel, het voorf: hoofd foo 3, wel offenfive, als defenfive, tegen den vyand ,, met de voorf: Militie wilden doen ageeren". Soo als breder te fien is in haar Ho: Mo: Refolutien van den ir en 15 January 1666. Ook word een concept van Inftruótie voor een Provinciaal Overhoofd gevonden in het Regifter van Hollant van het jaar 1657 op den 27 January, maar waar in Articulen infiueeren, welke fchynen foo wynig over een te koomen met de ordre op het militair commandement, gearrefteert by de Groote Vergadering van het jaar 1651, dat het geenfins te verwonderen is, dat niet alleen de Staaten feer forgvuldig geweest zyn om het concept fecreet te houden, gelyk te fien is uit derfelver Refolutie van den 27 Janua: 1657, maar dat het gebleeven is buiten conclufie. Dog, behalven dat de Staaten van Holland verftaan hebben, bevoegt te weefen tot het aanftellen van een Provinciaal Overhoofd, om de Militie op haar territoir te gebiedep, foo hebben L 3 fe  C 170 ) fe bovendien in de jaaren 1667 en T6ó8, wanneer de deliberatie over de aanftelling van Veldmaarfchalken, en andere hooge Officieren , langer traineerde ter Generaliteit als de conjunclure van tyd en faaken na haar oordeel konde lyden, gemeend by langer delay te konnen „ procedee„ ren tot elecfie van fodanige Provinciale Hoof,, den over de Militie, te haare befolding ftaan„ de, als waar ontrent ten aanfien van de verkiefing der perfoonen tuffchen haar en de an„ dere Provinciën geen merkelyke discrepantie „ befpeurt, of te gcmöet gefien, wierd" (V): een fuftenue, welke het niet apparent is dat de andere Provinciën foo ligtelyk fullen toeftaan als de voorige. (a) Sie Ref: S6»> van HolhuDccb. 1667,enuJan:i66S. TIEN-  C m ) TIENDE CAPITTEL. Van de Patenten, en of, en hoe ver, de Provinciën die moogen tphouden. ]De Patenten, of de ordres, op welke de Militie marcheert van de eene Plaats na de andere, zyn van ouds gegeeven door den Raad van Staate, niet alleen buiten het territoir van de refpeétive Provinciën, maar ook daar binnen: en dat niet alleen om de Militie daar in, en uit, te doen trekken, maar ook om fe in de Provinciën te verleggen van de eene Plaats na de andere: addresfeerende de Raad haar Patenten aan de Stadhouders en Capiteins Generaal van de Provinciën, ten einde cm daar by te voegen haar Patenten, fonder welke geen Militie, binnen de Provinciën leggende, oit heeft moogen marcheeren: of ook wel haar Refolutie en intentie by aanfchryvens bekent maakende aan de Stadhouders, om door defelve geëxecuteert te worden, fonder Patenten daar nevens te fenden: fodanig egter, dat de Stadhouders bevoegt waaren, om aan de Raad by refcriptie te vertoonen de fwarlgheeden, di© zy vonden in de executie van de Refolutien en ordres van den Raad, om by den Raad daar op gelet, en nader gerefolveert, te worden (a). Dit alles foude konnen beweefen worden met «en lange reex van exemplen uit de Regifters van de 00 Sie C»fi J. L 4  1172) de Raad van Staate, indien het nodig was. Maar dewyl het buiten difput is, uitgefondert alleen, voor foo veel aangaat het verleggen van de Militie van de eene Plaats na de andere in de ftemmende Provinciën, waar ontrent de Provincie van Holland in het jaar 1651 geweest is van een ander begryp, gelyk af te neemen is uit de Deductie, den 30 January van dat jaar overgegeeven aan de Groote Vergadering, fal het niet ondienftig fyn , dat point wat nader te aclftrueeren, en wel principalyk uit de Hollandfche Refolutien, waar in men vind, dat doe de Staaten den 31 January 1587, op de ingekoome tyding van het verlies van Deventer, en van de Schans voor Zutphen, gerefolveert hadden, „ den Raad van State te „ infinueeren, dat fyluiden egeene kenniffe wilj, len neemen op de verandering van de Garni„ foenen binnen den Lande van Holland, ge„ merkt fyne Excell: met de Staaten van Hol,, land daar inne van meening waaren te voor„ fien t'haarder meefte verfcekertheid, om alle ,, confufie en onverftand te verhoeden", defelve niet alleen by nadere Refolutie van den 6 der volgende maand February het felve fodanig geë'xpliceert, of geredresfeert, hebben, „ dat van doe voortaan al het geen fyne Excell: van Licefter als Gouverneur Generaal der Veree„ nigde Nederlanden, of de Raad van Staate, ia „ reguard van de befetting van de Steeden en Sterkten van Holland, Zeeland, en Vriesland, „ verandering van de Garnifoenen , inleegering of „ doortogten in Holland, Zeeland, en Vriesland, fouden verftaan te moeten gefchieden, geaddreffeert fal worden aan fyne Excell. van  C 173 ) „ Nasfau, om by denfelve, by advis van de „ Staaten, of haar Gecommitteerde Raden 't „ felve geëfeétueert te worden": maar boovendien in haar verklaaring, overgegeeven tot justificatie van haar conduite teegen feekere Remonftrantie van den Ambasfadeur van Engeland, gefegt hebben, „ dat fy aan de Raad van Staa„ te op den laaften January (als de tydingen „ quaamen van 't verraat van Deventer, Scbanfe ,, over Zutphen, binnen Arnhem, en andere „ quade gerugten) verfogt hebben voor eenige „ daagen te willen fupercedeeren van eenige Pa,, tenten te geeven over de Garnifoenen van denfelven Lande, maar dat fyn Excell: van Nasfou haaren Gouverneur met henlieder advis ,, daar in foude voorfien, en dat by den Raad „ van Staate daar in is bewilligt en geconfenteert, daar meede kan immers de autoriteit van 't gouvernement van den Raad van Staate niet weefen verkort, 't felve gefchiedende met haar Ed: confente («)". En in het jaar 1590 feggen de Staaten in haar Advis op een propofitie van de Ambasfadeur van Engeland, en van de Engelfche Raaden van Staate, „ dat de Refolu„ tien, Ordonnancien , en Decreeten van de „ Raad van Staate , nopende het leggen en ,, verleggen van de Garnifoenen, ende 't lig„ ten van het volk van oorlog, fullen worden geaddresfeert ende geëxecuteert door de Gouverneurs van de refpeétive Provinciën met „ advis van de Gecommitteerde Raden van de Staaten derfelver, volgens het oude regt ende -> ge- JüOO Bor b: 22 ƒ: 925. L 5  C 174 ) „ gebruik van defelve Governeurs , ende den „ lalt, daar op fy haare refpeólive gouvernemen,, ten fyn bedienende (V)": Waar by men nog maar fal voegen, dat wanneer eenige kleine Steeden op de Veluwe, en in de Provincie van Utregt, in het jaar 1589 wygerden in te neemen eenige Compagnien Paerden , de Raad van Staate reprefenteerde aan de Staaten Generaal, dat deefe vvygering feer dangereus en van quaad exempel, en meerder „ confequentie was, ftrydende tegen de algemeene Unie van de Provinciën, met verfoek, dac de Heeren Staaten daar in fouden willen voorfien, en de Raad van Staate in de autoriteit, dcnfclven gedefereert, ftyven en Herken na „ behooren ten dienfte van den Lande, ten „ einde de voorf: Ruiteren in de voorf: Steeden „ ontfangen mogten worden, of dat anderfins alle faaken fouden koomen in verloop". Waar op de Staaten Generaal refolveerden, „ dat we„ gens hec gebrek van rouw voeder de voorf: Compagnien elders fouden gelegt worden, verftaande niet te min dat die van den Rade allefms fouden hebben te gebruiken de autori„ teit, haar E: geconfereert, daar in dat zy ,voor foo veel henluiden aangaat, defelve ook fullen „ helpen maintineeren na haar vermoogen (£)". Het geen aanleiding gegeeven heeft tot het fentimcnt, waar in de Provincie van Holland geweest is in het jaar 1651 ,is dat de Stadhouders altyd gehad hebben de magt, om de Garnifoenen te verleggen fonder voorkennis van den Raad van (m) Rrf-x van de Vergad: van Septb: 1590. (i) Ref: St " Genl 2j Dtcb. 1589 voor cn na middag*  C 175 ) van State,met advis van de Gecommitteerde Raden , of Gedeputeerde Staaten van de Provinciën van haar gouvernement, mits adverteerende daar van den Raad van Staate: gelyk aangeweefen is in het vyfde Capittel. Dog dit fixyd geerfins met het geen, dat nu getoond is daar ontrent van ouds gecompeteert te hebben aan den Raad. De Princen van Orange, Provinciale Capiteins Geni zynde van byna alle de Provinciën, mitsgaders van Braband , Vlaanderen, en de Landen van Overmaafe, gelyk aangeweefen is in het fesde Capittel, en in die qualiteit byna overal bevoegt zynde tot het geeven van Patenten , trokken het felve met de tyd geheel en al aan fig, en maakten daar van een lbdanig gebruik, dat de Staaten van de Provinciën, na doode van Prins Willem, nodig vonden daar in te voorfien tot haar feckerheid door de bekende ordre op het ftuk van de Patenten van den 16 Juny 1651, ingefteld met veel omfigtigheid tegen alle verkeerd gebruik,dat gemaakt kan worden van de Militie, maar ook fodanig belemmerende het goed en nodig empioy derfelve, dat men daar van heeft moeten afgaan in veel geleegentheeden, gelyk hier na breeder fal aangeweefen worden. Dog het fal niet ondienftig weefen, vooraf, te onderfoeken, eerftelyk wat gefag haar Ho: Mo: federt het voorf: jaar 1651 hebben ontrent het ftuk van 'de Patenten, en hoe ver de Raad van Staate daar aan deel heeft: en ten anderen, of, en hoe ver, de Provinciën geregtigt zyn om de Militie op te houden teegen de Patenten van haar Hoog Mog:. Wat  C -76- > Wat aangaat het eerfte, de dispofitie over het geeven der Patenten, welke te vooren gecompeteert had aan de Raad van Staate, is wel den ió Juny 1651 gedefereert aan haar Ho: Mo:, maar ten felve dage is meede gearrefteert een Infr.ruct.ie, waar na de Heeren Gecommitteerden ter Vergadering van haar Ho: Mo: fig fouden reguleeren in het geeven der Patenten, mitsgaders een formulier van eed, volgens welke defelve moeten belooven, en fweeren, niet alleen , „ dat fy haar precifelyk fullen reguleeren ,, na den inhoud van de Inftruétie, en van ieder Art: van dien, fonder defelve in eenige ge„ deelte te buiten te gaan, of daar tegens te „ doen, dircételyk of indirectelyk, nog te ge„ doogen dat daar tegens gedaan worde: maar ook deefen aangaande by eede renunciëeren „ van alle particuliere correfpondentie, het zy „ met de Provinciën, Steeden, off Leeden van „ dien, of private off particuliere perfoonen, „ voor foo veel defelve den gemeenen belle ,, hinderlyk fouden mogen weefen, en dat fon„ der aanfien van de Provinciën, of Steeden, „ daar uit zy gebooren of verkooren zyn, of het particulier profyt derfelver , van hem „ felven, of van iemand anders, en belooven „ alleen voor oogen te fullen hebben de wel„ vaart en confervatie der voorf: Landen, en „ van de gemeene faaken, en voords deefen aangaande doen dat goede en getrouwe Ge„ committeerden gehouden en fchuldig zyn te ,, doen". Wordende zy bovendien by defelve Refolutie „ gedispenfeert, voor foo veel het ftuk van de  C 177 ) „ Patenten aangaat, van de particulieren eed, ,, die defelve by het ontfangen van haar re,, fpeélive Commiffien, of anderfins, aan haar ,, Heeren Committenten gedaan hebben, of nog ,, doen fullen". Sulx, dat de Heeren Gecommitteerden ter Vergadering van haar Ho: Mo: ontrent het ftuk van de Patenten , foo wel als de Raad van Staate, befoigneeren op een Inftruólie van de gefamentlyke Bondgenooten, en gehouden zyn in even fterke termen, als gevonden worden in de Inftruétie van de Raad van Staate, onder eede te renunciëeren aan alle Provinciaale en particuliere infigten en intereifen. Waar uit notoirlyk volgt, dat de intentie van de Groote Vergadering geweeft is , dat geen i laft van Principaalen, geen overneemen, geen aanteekenen, of teegenlpreeken van conclufie, fouden plaats hebben ontrent het ftuk der Patenten. En gelyk de Refolutie en Inftruétie op het ! ftuk van de Patenten van den 16 Juny 1651 federt tot het jaar 1672 gehouden is voor een voornaam bolwerk van de vryheid, en van d© independentie van de Provinciën , foo is geduurende die tyd het afleggen van den eed op defelve aangefien voor foo noodig, dat niet alleen eens en andermaal, en namelyk den 13 Juny 1655, en 11 January 1659, verftaan is, „dat ,, alle de Heeren, alvoorens feffie te neemen „ in de Vergadering, denfclve fouden moeten „ afleggen": (want fommige meenden tc konnen volftaan met lig te onthouden van de befoignes over het ftuk van de Patenten) maar dat, ora fee-  C 178) feekerder daar ontrent te gaan, alle dc Heeren by het afleggen van den eed hebben moeten de Inftruétie onderteekenen in een boek, dat nog ter Griffie van haar Hoog Mog: te vinden is. En alfoo de Raad van Scaate fwaarigheid rnaakce ontrent het afleggen van den eed op de nieuwe Inftruétie, voor haar gearrefteert, en by gevolg meede op de Articulen, die da Patenten raaken, verftonden haar Ho: Mo: by Refolutie van den 23 Juny 1653, >> dat de j, Heeren Raden van State in handen van den „ Heer in den Raad praefideerende doen fou,, den den eed, geïnfereert in de Inftruétie op „ het ftuk van de Patenten": oordeelende gewiffelyk, dat de Raad van Staate, om deel te hebben aan de deliberatien over het ftuk van de Patenten, most gebonden weefen aan den eed, en Inftruétie, daar op gearrefteert. . Het deel, dat de Raad van Staate heeft aan de deliberatien over het ftuk van de Patenten, beftaat daar in, dat geen Patenten mogen ge» depecheert worden door haar Ho: Mo: als na ingenoomen advis van de Raad van Staate, en dat fe gedepecheert fyn de moeten gefonden worden aan den Raad, om na te fien, of fb conform zyn aan de ordre van den \6 Juny 1651 op het ftuk van de Patenten, en fe fodanig bevindende te parapheeren, teekenen, en feegelen, en vervolgens af te fenden, met de Brieven aan de Provinciën, tot de Patenten behoorende, welke moeten oope aan den Raad gefonden worden, om nagefien fynde geflooten te worden met het cachet van den Raad. Dog het verdient fyn Opmerking, dat het Ad-  C 179 ) Advis van den Raad moet fchriftelyk gegeeven worden aan haar Ho; Mo:, en niet raag by monde geüit worden door Commiirariffen in een conferentie. Waar van de reeden gegeeven word in een Refolutie van de Heeren Staaten van Holland van den 9 Juny 1654, namelyk, dat in de conferentien gebefoignfi^ft word hóêfd voor hoofd, het geen lbo veel te feggen is, als dat, wanneer de Raad advifeert aan de Vergadering , gsdelibereert word op het advis van den Raad, in plaats dat gedeliberecrt word op het advis van de meerderheid der Commilfaris- •fen uit de Vergadering en uit de Raad, wanneer de advifen op het ftuk van de Patenten geformeert worden in een conferentie. En gelyk haar Ho: Mo: op den voorf: 9 Jur.y ■ 1654 refolveerden, „ dat de text van de Ke„ folutie den 16 Juny 1651 op de groote Saaie „ genoomen, raakende hut luik van de Paten„ ten, met den gevolge cn aankleevcn van ,, dien pertinenteiyk gevolgt lal worden m de befoignes over dat ftüfc te houden," waar toe deallegatie van den Heer piclidrcxende, „dat „ jeegenwoordig danr ontrent gtbetbigncert „ wierd door Commiifariffen vjn haar Ho: Mo: „ met Gecommitteerden van den Raad van Staate ,, hoofd voor hoofd", occafie gaff (a), foo vind men aan de andere kant, dat de Raad van Staate in het jaar 1658, wanneer haar Ho: Mos een conferentie gedecerneert hadden over het verfterken van verfcheide Garnifoenen, in de conferentie deed voordraagen, ,, dat bevonden „ word by de Refolutie, den 16 Juny 1651 „ op Qa) Sie Rif: Sï<» y«» JdoW 9 Juny 1654.  C 180 ) op de groote Saaie genoomen, dat de Ver„ gadering van haar Ho: Mo: op het verleg- gen van Compagnien, en het geeven van Pa„ tenten, fal neemen het advis van de Raad van Staate: dat ook 't felve ftaat in de In„ ftruétie voor den Raad, dat de Raad daar op „ aan haar Ho: Mo: Vergadering felff fal advi. „ feeren: dat wel waar is, dat geduurende den „ Engelfchen Oorlog daar van wat is afgegaan, om de haaftigheid, of anderfins , en conferen- tien over het geeven van Patenten zyn ge„ houden: dan dat haar Ho: Mo: daar na by „ Refolutie van den 13 Juny 1654 hebben ver- ftaan, dat men weder fal blyven by de voet, ,, begreepen in de voorf: Refolutie van den 16 Ju„ ny 1651 (*)*': en dat de Raad in het jaar 1660 haar Gecommitteerden tot feekere conferentie gelafte, „ vcrdagt te zyn niet te advifeeren ,, op 't geeven van Patenten, alfoo 't felve by het Collegie van den Raad moet gedaan wor,, den volgens de ordre van het jaar 1651, en „ verfcheide Refolutien, nog feedert daar op » gevolSc" . Ook is nu en dan conteftatie gevallen tusfchen haar Ho: Mo: en de Raad van Staate over de communicatie van de reedenen, dienende tot de verandering van de Garnifoenen, of de marfch van Militie, waar over het advis van de Raad van Staate gevraagt wierd. Het geen den Raad den 19 July 1666 deed rcfolveeren, „ dat in het toekoomende niet gc„ dient fal worden van advis op eenige gene- „ raa- (a) Ref: R: van St: 15 Aug: 1658. O) Ref: R: van St: 21 Nov: Mj$Q,  C -8i ) ,, raale propofkie, tendeerende tot verandering „ van Garnifoenen . en het verieenen van Paten„ ten, maar alleenlyk op fodanige, dewelke be,, kleed fullen zyn met een fpecifique expje.sfie ,, van redenen, op dat in het formeeren van het „ advis gelet mag worden op den dienst van 't „ Land": en den ï2 November daaraan volgende den Raad deed fchryven aan haar Ho: Aio:, „ dat de Raad, onder reverentie, meende haar ,, advis niet te beftaan in een aveuvan 'tgunt al„ bereids is gedaan, nog in eenfhnple formaliteit „ tot executie van een gearresteerde laak: maar, „ na de fondameuteeie ordre van de Regeering, ,, in eenpraeadvis, 't welk in fyn natuur, en vol,, gensde gem: ordre, moet gaan vooralle dispo„ fitie, infonderheid in 't ftuk van de Patenten, en in faaken van oorlog en over het volk van ,, oorlog": en den 14 der volgende maand, „ dat „ by den Raad op 't emploi van 's Lands Mili„ tie, logeerende ontrent de grenfen van Oost„ vriesland, niet konde geadvifeert worden, by „ manquement van kennis van de conftitutie „ van faaken in het voorf: Landfchap, mitsgaders van de Tractaaten en Alliantien, welke van weege deefe Staat jongst geflooten zyn": het felve nog nader adftrueerende by Miffive van den 19 , en de Patenten niet doende parapheeren , teekenen,iegelen,en affenden, voor dat de Raad, die op den 21 verfogt wierd en corps re koomen „ in de Vergadering van haar Ho: Mo:, aldaar „ door monde van den Heer Prefident, mitsgaders j, uit de advifen van de respeétive Provinciën, „ kennis bekoomen had van de conftitutie van faakon in Ooftvriesland, en oordeelde dat daar IV. Deu. AI door.  C it* ) „ door voldaan was aan de ordre, op het ftuk „ van de Patenten gearrefteert": hoewel daar van (tot verwondering) geen aanteekening gevonden word in het Regifter van haar Ho: Mo:, aan welke de Raad den 8 September van het volgend jaar, by een andere geleegentheid, fchreef, „ dat de Raad by manquement van nodige infor„ matien in 't formeeren van haar advifen fig „ doorgaans niet konde acquiteeren ,als ten befte „ van de gemeene faake misfehien wel foude „ worden gerequireert, zynde daar door onbe„ quaam om haar advifen te bekleeden met de reedenen, en motiven, na geleegentheid van „ faaken ter materie dienende, met verfoek, dat „ haar Ho: Mo: geliefden voor het toekoomende aan den Raad de eer te doen van communica„ tie te geeven van faaken, zynde van die na„ tuur, over welke aan de Raad by Inftruétie „ of de direétie,of de executie,is aanbevoolen, „ gelyk federt de erectie van de Raad fucces„ fivelyk, genoegfaam tot deefe laafte jaaren, „ loffelyk is gepraétifeert geweest". Belangende het tweede point, namelyk, of, en hoe ver, de Provinciën geregtigt zyn om de Militie op te houden tegen de Patenten van haar Ho: Mo:, de Staaten, en Stadhouders, hebben altyd het regt gehad om te vertoonen de fwaarigheeden, welke zy vonden in de ordres van de Raad van Staate,doe de Militie op de Patenten van den Raad, of op het aanfchryvens van defelve aan de Stadhouders, marcheerde, en daar op redres, of nadere Refolutie te verwagten, gelyk aangeweefen is in het vyfde Capittel. En het is ongetwyffclt op dat fondament,dat de Provinciën van Holland en Zeeland, welke in het jaar 1651 van advis waa-  C 183 ) waaren, dat het geeven van de Patenten behoorde gelaaten te worden aan de Raad van Staate, daar by voegden, dat de Staaten , of Gecommitteerde Raden, redenen hebbende om de Compagnien niet te laaten voJgen op de Patenten van den Raad, ,, daar van in allerhaaft aan den Raad „advertentie fullen geeven, om by den;elven Raad daar over ^oordeelt te worden, en de ,', redenen niet fulfifmt vindende, dat op het „ tweede verfoek van de Raad de Compagnien, ,, inde Provincie leggende,en niet fynde van de« ,, felve repartitie, fullen moeten volgen, en die ,, van de repartitie niet dan met expres confent „ en Patent van de Betaalsheeren lullen moogen worden geligt" (V). M aar in de Refolutie, welke den r 6 Juny deffelven jaars genoomen wierd over het ftuk van de Patenten, word niet gerept van de magt van de Provinciën , om de Patenten onder de bovenftaande, of andere, bepaalingen, op te houden. JNiet dat foo een important point foude by inadvertentie overgeflaagen weefen in een Refolutie, welke met ryper overleg genoomen is als eenige Refolutie van de Groote Vergadering: nog, dat de Bondgenooten , defereerende aan de Vergadering van de ordinaris Gecommitteerden ter Generaliteit het geeven der Patenten op voorgaand advis van de Raad van Staate, fouden gehad hebben foo volkoome betrouwen in de dispofitie van de Vergadering, dat fy fouden onnoodig geagt hebben , aan de Provinciën te refervecren haar oud regt (a) Sie Regljler van de Gr: Vergad: 30 cn 3: Janua: 165-,' M 1  c i«4; regt ontrent het ophouden der Patenten in ca« van merkelyke fwaarigheid: maar de reede daar van is, dat de voorf: Refolutie meedebrengt, dat tuffchen de Bondgenooten met gemeen ad„ vis foude worden beraamt,hoe veel Compagnij, en binnen ieder der geünieerde Provinciën ful„ len worden gelaaten tot befetting van de Stee,, den en Forten van dien, mitsgaders tot affiftentie „ van de Overheeden in'tuit voeren van haar poli„ tique beveelen , welk getal door uitligting niet foude moogen worden vermindert als in „ tyd van nood, en met expres confent van de Staaten van defelve Provincie, of derfelver „ geautorifeerden , mids dat de nood voorby fynde defelve wederom fullen worden gelegt in haar „ voorige garnifoenen, of andere in plaatfe van „ dien" («). Het welk aan de eene kant aanwyst, dat de Staaten Generaal met advis van den Raad fouden hebben volle dispofitie over de Militie , welke foude leggen in de Provinciën boven het getal, welk foude worden beraamd tot een vatte en permanente befetting van ieder Provincie, fonder dat die foude moogen opgehouden worden: en aan de andere kant, dat haar Ho: Mo: geen dispofitie altoos fouden hebben over dat beraamd getal van Militie, als in tyd van nood, en met voorgaand confent van de Provinciën refpectivelyk. Maar dewyl fodanige lyst van vafte befetting niet gearrefteerd wierd, om dat de Provinciën, met welker gemeen advis die foude beraamt worden , malkander daar over niet konden verftaan, foo is al op den 20 December 1652 een Com- mis- (e"> Sie ook Infiruüie van den R: van State iZjulyióst 'firt: 10 en 13.  C 185 ) miffie gedecerneert by haar Ho: Mo: om te exa. mineeren ,, hoe ver de Provinciën bevoegt zyn „ uit kragte van de meergem: Refolutie van den „ 16 Juny 1651, of niet, om te moogen wy,, geren het uittrekken van Compagnien op Pa„ tent van haar Ho: Mo":. Dog daar van is geen rapport gedaan, foo veel men weet. Dan de reeden, en natuur der faake, brengen meede, dat wanneer 'er geen lyft van de vafte befetting, die gelaaten moet worden in elke Provincie, gemaakt is, ondertufïchen de oude ordre ontrent dit ff.uk moet blyven ftanc grypen, dewyl de ordre van den 16 Juni 1651 een fodanige lyft onderfteld. Ook fchreef de Raad van Staate dien conform aan haar Ho: Mo: den 24 Mey 1656, dat haar dagt ten allerhoogfte nodig cn dienftig ,, te zyn, dat een vafte Refolutie wierd genoo„ men, dat geene van de Provinciën het op„ houden van Compagnien meer voorneemen, maar dat in gevolge van de ordre op het gee„ ven van de Patenten de Provinciën, na ont- fangen van Patenten voor Compagnien, in „ de Provincie leggende, de reeden, die fou„ den meenen te fyn om die niet te laaten vol„ gen, als 't de tyd lyden kan, datelyk over- fchryven, om te worden geëxamineert, en, „ niet aangenoomen wordende,op de refcriptie „ terftond , fonder naalaaten , defelve laaten „ volgen". Dog daar op quam al meede geen' finaale Refolutie: gelyk ook niet op de Refolutien commiftbriaal van den 17 January 16ó2, ï July .1667,en 18 April 1668, alle tendeerende om „ te beraamen een voet en ordre, waar M 3 „ door  C »S6 ) ,, door de Provinciën gedisponeert fouden'konnen worden tot het parceren, en dtfcrecren aan de ordre, den )6 Juny 1651 op het ftuk „ van de Patenten op de groote Saaie van het „ Hoff gearrefteert, tot voorkooming van confufien in den Staat". Waar by in de laaftgemelde Refolutie feer vvyfelyk gevoegt wierd, als het waare middel om de ordre op de Patenten te doen nakoomen, „ en te beraamcn, hoe veel Compagnien binnen ieder der geünieerde Provincien fouden behooren te worden gelaaten .,, tot befetting van de Stceden, en Forten, mitsgaders tot asfiftentie van de Overheeden „ in 't uitvoeren van haar politique beveelen, „ f >o als breeder in 't fesde Art: van de voorf: Refolutie uitgedrukt ftaat". Maar, wanneer eindelyk den 4 February 1672 «cn fodanige lyft gearrefteert wierd, met byvoegin^, „ dat het getal der Compagnien", ten voorf: einde gedeftineert, „ door uitligting niet „ fal moogen worden vermindert", cV, lbo wierd te gelyk vaftgeftelt, „ dat de verdere Militie, , die booven de voorf: beraamde befetting in „ eenige Provinciën, ftem in Staat hebbende, ,, foude moogen legden, t'allen tyde tot era„ ploy vaerdig gehouden fal worden, en fulx de Provinciën gehouden fyn defelve op de gewoonlykc Patenten abfolutelyk te laaten „ volgen". Dog,dewyl men in de Refolutie van den 16 Juny 1651 op hetftuk van de Patenten principaalyk beoogt had dc fekerheid van de Provinciën tegens het misbruik, dat konde gemaakt worden van de dispofitie over de Patenten, fonder veel te  C 187 ) te refleéteeren op de onfeekerheid, langfaamheid, en andere inconveniënten, waar aan de marsch van de Militie gefubjecleert wierd door de menigvuldige precautien, in de Refolutie vervat, quam 'er geen geleegentheid voor om eenig getal van Militie te doen marchceren, off men wierd die inconveniënten gewaar , en fogt die, foo veel mogelyk was, weg te neemen, gelyk gefien kan worden uit het Advis van de Raad van Staate van den 21 December 1657, en uit dat van de Provincie van Holland van den 5 April des volgenden jaars, over het redres van de Militie, beide genocgfaam van denfelven inhoud, waar in verfcheide inconveniënten aangeweefen worden, welke men ondervonden had in het famentrekken van het corps, gedeftineert tot het appuiëeren der devoiren, die haar Ho: Mo: deeden aanwenden door Gedeputeerden uit haar Vergadering, en uit den Raad van Staate, tot wegneeming der verfchillen tulfchen den Biffchop en de Stad van Munfter. Maar particulierlyk wierden, om te remediëeren aan die inconveniënten, verfcheide formulieren van Patenten, en Aften van autorifatie ,gearrefteert in de jaaren 1666,1668, 1671, en 1672, waar by in effecte de ordre op het ftuk van de Patenten voor de tyd van de expeditie, of campagne, en in reguard van de Militie, daar toe by lyftegedestineert, opgefchorst, en buiten effect geftelt, worden in faveur van de Gedeputeerden te velde, of van den commandeerenden Generaal. En namelyk een formulier van Patenten voor Compagnien, om te mareheeren op ordre van M 4 de  C tSS ) . de Heeren Gedeputeerden en Gevolrnagtigden te velde, na ingenoomen advis van de geerie, die het commandement over de Militie albereids is, of nog aanbevoolen fal worden. Een formulier van Patenten, te depecheeren by de refpeétive Provinciën voor Compagnien, ftaande op de Lyft van empioy, om geduurende de expeditie te pareeren aan het Patent, te geeven door haar Ho: Mo:, of door de Heeren Gedeputeerden en Gevolrnagtigden te velde. Een formulier van Patenten, te depecheeren by de refpeétive Provinciën voor Compagnien , ftaande op de Lyft van empioy, om gedurende de expeditie in, en door, de refpeétive Pro vincien te trekken op Patent van de Heeren Gedeputeerden en Volmagtigden te velde. Een formulier van Patenten, te depecheeren by de Heeren Gedeputeerden en Gevolrnagtigden te velde voor de Compagnien, ftaande op de Lyft van emploi. Een formulier van Aéte van autorifatie, waar by gelaft word aan de Ritmeefters en Capiteinen van de Compagnien, leggende in feekere Plaatfen , te marcheeren, wanneer fe opontbonden worden, door de Generaal, of hoofdofficier, in de A6te genoemt. En eindelyk een formulier van Aéte, te pasfee ren by de Provinciën, om de Compagnien, door fodanig Generaal, of hoofd-Officier, of wel door de Gedeputeerden te velde, te fenden in haar Provincie, te allen tyde fonder Provinciaal Patent weder te laaten uittrekken op defielfs ordre, of Patent van haar Ho: Mo:. Alle welke formulieren gevonden worden in haar Hoog Mo: Refolutien van den 14 February 1666-,  C 189 ) ■1(556,18 en 23 April 1668,14 Decemb. i67r, en 7 April en 15 Mey 1672, waarvan de dry laafte ftaan in het fecreet Regifter. Ook hebben haar Ho: Mo: fomwylen aan particuliere Provinciën verleent Aéten van autorifatie, by forme van Patenten , om te ligten eenige Militie uit de Plaatfen van het diftrift van de Generaliteit, het zy tot haar defenfie, gelyk gefien kan worden uit haar Ho. Mo: Refolutien van den 5 en 20 Mey, en 20 Juny 1672, of tot bemanning van de Vloot, uitwyfens die van den 4 Oftober 1651, 15 Juny 1652, 26 Juny 1664, 2 April, en 6 Oftober 1665. Dog hoewel fodanige Aften van autorifatie niet gegeeven wierden als met by voeging, dat de Provinciën, uit kragte derfelve eenig volk trekkende, aanftonds fouden daar van haar Ho: Mo:, en den Raad van S'aate, adverteeren, foo lieten fe daarom niet na dangereux te weefen voor de verfeekertheid van de Frontieren. Gelyk fe daarom ook op de reprefcntatien van den Raad van den 3 Mey 1666, en 11 February 1667, ingetrokken zyn by Refolutie van haar Ho: Mo: van den ié der laaftgemelde maand. Voords was de ordre van het jaar 1651 op het ftuk van de Patenten van te difficieler executie , om dat de Patenten gedepecheert wierden , niet Regimentswyfe, maar voor ieder Compagnie affonderlyk. Bóven het welk nog aan de hoofd-Officieren van de Regimenten een aparte ordre gefonden wierd door den Raad van Staate op Refolutie van haar Hoog Mog:, wanneer goedgevonden wierd dat die fig fouden vervoegen by de Regimenten: gelyk onder anderen M 5 af  Cioo ) »f te neemen is uit de aangetooge fecreete Refolutie van haar Hoog Mo: van den 7 April 1072, en uit die van den 28 April 1664, en S April 1668. Wanc tot het jaar 1672 toe zyn «te hoofd-Officieren gedispenlëert geweest van fruiten fpeciaal aanfchryvens fig op te houden hy de Regimenten, uitwyfens haar Ho: Mo: Refolutien van den 30 Mey 1668 en 6 Aug1' téjïi en die van den Raad van Staate van den 15 January 1653, en 24 Mey 1657. Op deefe wys is gehande!t met het werk van ih Patenten tot het jaar 1672, wanneer de getreele dispofitie daar over gegeeven wierd aan fien Capitein Generaal van den Staat, voor foo veel die competeerde aan de Generaliteit, of aan Je Provinciën in het gemeen. Want hoewel uitrfrukkelyk geftatueert, en bevoorwaart, wierd by het tweede Articul der Inftruétie van den 24 February itji voor den Capitein Generaal, inhou lende niet foo feer het devoir van desïejfs Ampt, als de conditiën, waar op de Provinciën malkander, na lang twifiens , verftonden om den Prins van Orange daar toe aan te ftellen, dat den Capitein Generaal „ op den eed j, lal verbooden weefen fig eenigfins aan tc ma„ tigen het geeven van Patenten aan het volk „ van oorlog , maar dat de Patenten gedepe9» eheert fullen worden volgens de ordre en for„ me, daar toe op de groote en folemneele Ver-, gadcring den 16 Juny 1651 gearrefteert": foo is by Refolutie van den 8 July JÓ72 aan denfelve „ geconfereert, tot kennelyk wederfeggen ?, toe, fodanige vrye magt over de Patenten, ,, en andere faaken tot de Militie fpeéteerende, „ als  ( 19' ) ■ „ als de voorgaande Heeren Princcn van Oran„ ge, als Stadhouders en Capiteinen Generaal, „ ten refpefte van de Militie geëxerceert heb„ ben". Waar door niet alleen twee verfchil- - lende Ampten met malkander geconfundeertzyn, maar bovendien een onbepaalde magt over de Militie aan den Capitein Generaal gegeeven is: alfoo de Refolutie niet fimpelyk fpreekt van de magt, welke aan de voorige Princen van Orange wetielyk gecnmpete"rt heeft, maar van de magt, welke defelve geëxnreert hebben : en bekent is, dat defelve niet allefins gebleeven zyn binnen de paaien van haar Commiffie. F.n heeft vervolgens het afleggen van den eed op de Inif ucfie op het ftuk van de Patenten ter Vergadering van haar Ho: Mo: opgehouden. Hoewel defelve nog nu en dan, immers in de eerfte jaaren , by voorvallende geleegentheeden, Patenten gegeeven hebben , gelyk (onder anderen) blykt uit haar Ho: Mo: Refolutien van den 13 en 21 Mey 1676. Gelyk ook de Provinciën •van Vriesland en Stad en Landen noit Militie hebben laaten marcheeren uit haar territoir, als op Patent van haar Ho: Mo:. Syne Majc van Groot Brittannien gl: ged' in het jaar 1702 overleeden zynde, is geen het minfte bedenken gevallen by haar Ho: Mo:, nog by den Raad van Staate, of de directie, en dispofitie van de faaken van den oorlog, en over het volk van oorlog, en fpecialyk meede de dispofitie over het verleenen der Patenten, weder gevallen waaren in de handen, waar in de gefaamentlyke Bondgenooten die geftelt hebben in het jaar 1651.  C JJ2 ) Dog de Heeren Gecommitteerden ter Vergadering van haar Ho: Mo: hebben fig blyven dispenfeeren van te befweeren de Inftruétie op het ftuk van de Patenten, fchoon dat dien eed voor deefe foo nodig geagt is, als boven is aangeweefen. Dat dit niet overeenkomt met de ordre van het jaar 1651 op het ftuk van de Patenten, die gerevivifceert is met het overlyden van hoogftged- zyne Mafs, Jyd geen bedenken. Maar het verdient fyn reftexie, of het niet van een gevaarlyk gevolg is, dat een foo weefentlyk deel van een generaale ordre, door de .Bondgenooten, met foo veel omfigtigheid en overleg, en op foo een plegtelyke wys, gedecreteert, als de ordre op het ftuk van de Patenten, kan geaboleert, of buiten praótycq geftelt, worden fonder expreile Refolutie van de Bondgenooten: en of de Vergadering van haar Ho: Mo: feer bequaam is om te disponeeren over de Patenten, fonder eed gedaan te hebben op de Inftruétie. Immers de Heeren Staaten van Holland oordeelden in het jaar 1651, voor dat de Inftruétie en eed op het ftuk van de Patenten gearresteert waaren, „ dat de faaken van de directie „ van den oorlog, met het geen daar van „ dependeert, van die natuure zyn,dat defelve „ in de Vergadering van de Staaten Generaal „ niet vrugtbaarlyk, ende fulx als den dienft „ van dc gemeene befcherminge vereifcht, ver„ handelt konden worden, doordien de Heeren „ in defelve Vergadering compareerende, zyn„ 'de in den eed van de particuliere Provincie, „ daar van defelve gefonden zyn, en niet in den »? «ei  eed van de Generaliteit, door de intereflen „ van haare particuliere Provinciën ligtelyk fo- danig konden worden ingenoomen, dat daar ,, door de nodige befcherming van het gemeel ,. ne lichaam van den Staat veragtert foude „ konnen worden, om welke redenen Prins ,, Wilhelm hoogl: memorie, overgrootvader van den tegenwoordigen Prince van O3, range, in fyn tyd ferieufelyk heeft aangehou3, den, ende eindelyk meede de faaken foo ver- re gebragt, dat by goedvinden van de gc,, meene Bondgenooten de voorf: directie is ge,, defereert aan fodanig Collcgie, (te weeten 3, den Raad van State) in 't welke de Gedepu,, teerden van weegen de refpeétive Provinciën, ,, aldaar comparerende, wel zyn in ongelyk ge,, tal, ten opfigte van de ongelyke contributie, ende intereft, dat defelve hebben in de con,, fervatie van den gemeenen Staat, maar alle ,, by eede verpligt te renunciëeren van alle ,, particuliere correfpondentie, 't zy metten ,, Provinciën, Steeden, of privative ende par,, ticuliere perfoonen, voor foo veel denfelven ,, den gemeenen befte mogte weefen hinderlyk, ,, ende dat, fonder aanfien te neemen op de ,, Provincie of Steeden, daar uit defelve zyn ,, gebooren of verkooren, ofte particulier pro,, fyt derfelver, van hun felven, ofte van ie,, mand anders, fyluiden alleenlyk voor oogen „ fullen hebben de eere Godes ende de welvaart ,, en confervatie der voorfz: Landen en gemee,, ne faaken (a). («) Sie Deduttie van den 30 Janua: 1651. '1 ELF-  C 194 ) ELFDE CAPITTEL. Van de militaire verkoren. H et point van de militaire verlooven fcbynt genoegfaam te weefen van defelve natuur met dat van de Patenten. Sulx dat het niet wanvoeglyk foude weefen, en gewisfelyk veel confufie foude voorkoomen, foo de dispofitie over beide gepaart ging. Van ouds heeft het geeven der verlooven geftaan, niet alleen aan haar Ho: Mo:, maar ook aan den Raad van Staate, en aan de refpeétive Provinciën. Om van de laafte te beginnen, het blykt klaar uit het eerfte Articul van het Placaat van den 4 February 1599 op het ftuk van de monftering, en uit haar Ho: Mo: Refolutie van den 5 July 1637, dat de Provinden van ouds zyn gequalificeert geweest tot het geeven van verlooven. Maar het is niet eeven klaar, welke Provinciën daar door verftaan worden, die, op welker territoir de Regimenten, en Compagnien, le?gen, als welke voor die tyd l ebben het hoogfte, en immediaat, gefag over de Militie: of de Betaalsheeren: of beide. Maar die discusfie aan een fyde Hellende, Prins Willem de Tweede van Orange, welke met fyn Heeren Voorouders allenksl'ens het geeven der verlooven aan fig getrokken had, was n?et overleeden in het jaar 1650, of men merkte het nadeel, dat de gemeene faak leed, en  t 195 ) cn by vervolg lyden foude, door de Provinciale verlooven. Want fouden de feeven Provinciën, ieder affonderlyk, en vooral fouden de Betaalsheeren aan de Officieren van de Militie haarer repartitie , leggende buiten haar territoi'-, verlooven gecven, foo foude nog de Generaliteit, nog de Provinciën, op welkers territoir Militie van andere repartitién quam te leggen, konnen ftaat maaken op de Militie, dewyl de refpeétive Betaalsheeren die fouden konnen Héllen buiten Haat van aéiiviteit door het geeven van verlooven aan de Officieren. En daarom is den 12 July 1651 een formulier van verlooven by haar Ho: Mo: gearrefieert, waar van het oogmerk was, dat haar Ho: Mo:, en niemand anders, fouden verloff geeven: maar dat daar op attaché foude moeten verfogt, en ook geobtirice;t, worden van de Betaalsheeren, foo wel als van de Provincie, waar in het Regiment of Compagnie legt. Dog dit formulier, gearrefteert zynde by de ordinaris Vergadering van de Gecommitteerden ter Generaliteit, op een tyd (het geen wonder fchynt) wanneer de Provinciën extraordinarii, en Staatswyfe, in den Haage vergadert waaren , fchynt wynig ingang gevonden te hebben. Want niet alleen ftelden haar Ho: Mo: den 2, der volgende maand Augufti een conferentie aan met Gecommitteerden van den Raad van Staate, onder anderen, om te letten, of de refpeétive Provinciën fouden dienen aangefchreven te worden, dat defelve agtervolgens het formulier van verloff, ter Vergadering gearrefteert,  C J96 ) refteert, geen abfolut Confent aan de militaire Officieren voor het toekoomende wilden verkenen, maar alleenlyk attaché op 't verkree.e Confent van haar Ho: Mo:: maar den 6 September daar aan volgende wierd een nadere conferentie aangeftelt tot het beraamen van een generaale voet, en ordre, op het verleenen der verlooven. In die nadere conferentie fyn verfcheide voorflagen gedaan, foo van de zyde van haar Ho: Mo:, als van die van de Raad van Staate, welke niet als in generaale termen gevonden worden in derfelver Regifters, maar feer net aangeteekent zyn in dat van de Staaten van Holland onderden 20 Septemb. desfel ven jaars Cu') , en beftaan in de fes volgende. „ Dat de verlooven fouden worden gegee„ ven by haar Ho: Mo:, ook by den Raad van „ Staate, mits doende den een den anderen „ daar af notificatie, ende de beide Collegien „ fouden houden pertinent Regifter van defel„ ve, fonder nogtans dat het eene Collegie „ verloff fal moogen geeven aan den geenen, „ die het by de andere Collegie afgeflaagen is. „ Dat de verlooven fouden worden verfogt, „ ook verleend by beide de Collegien, doj „ dat geen verlooven van waarden fullen wee„ fen, het en zy dan befeegelt van beyde de Collegien. „ Dat haar Ho: Mo: alleen, naar voorgaande advis van den Raad, de verlooven fou„ den geeven, het welk dan meede befeegelt ibu- (a) Sie eols de herjlelde Leeuw fel: 192.  C 197 ) „ foude worden van den gem: Raad, fonder „ dat defelve de onderfeegelinge fullen mogen „ wygeren , ende dat dienvolgens den Raad ,, van Staate alle deRequeften, die ten dien „ einde aan haar mogten worden geprefenteert, „ fullen hebben te renvoyeeren aan haar Ho: „ Mo:. „ Dat een dag in de week foude worden vast,, geftelt, omme door de Gecommitteerden uit de beide Collegien de Requesten van verlooven te doen examineeren, en haar Ho: Mo: advifeeren, of de verfogte verlooven fouden 5, konnen toegeftaan, ofte geweigerc worden, ende dat dan de verlooven fouden worden uitgegeeven op de naam van haar Ho: Mo:, ge„ had hebbende daar op het advis van den Raad ,, van Staate, metonderzegelinge van den gem: Raad. „ Dat gelyk getal van Gecommitteerden uit „ dé beide Collegien fouden konnen worden ge„ autorifeert op de Requesten van de verlooven „ te difponeeren, ende dat dan de verlooven na „ voorgaande rapport daar van gedaan op de „ naam van beide Collegien met de onderzegelin- ge van dien fouden worden uitgegéeven. „ Datgeene verlooven fouden moogen worden „ verfogt dan van haar Ho: Mo:, die dan fulx fullen konnen afflaan, ofte anderfins renvoyee„ ren aan den Raad van Staate, om te difpo„ neeren, ende in geval het felve by den Raad „ mogte toegeftaan worden, defelve dan op de „ naam van den Raad alleen uitgecven, fonder „ nogtans dat defelve van weerden lullen weefen, 3, zy en zyn dan eerst gefeegelt van haar Ho:Mq:„ IV. D e e l. N De>  C 198 ) Deefe fes verfcheide voorflagen onderftellen alle, dat de Provinciën voortaan geen verlooven fouden geeven, maar fig fouden genoegen met het geeven van attachés. Het welk onweederfpreeklyk blykt uit de voorf: Refolutie van Holland, waar in immediatelyk volgt agter de voorf: fes voorflagen: „ en wanneer de een of de „ ander voorflag mogte worden aangenoomen, dat als dan aan de refpeétive Provinciën foude „ worden aangefchreven, ende verfogt by haar „ fel ven geen verlooven, maaralleen te geeven „ attaché van de verlooven, by haar Ho: Mo: j, of den Raad van Staate, foo als men dan fal „ goedvinden, verleend, om te verhoeden con-, „ fufie ende disordre, die defelve anders na haar fouden fleepen". Dog niet alleen haar Ho: Mo:, en de Raad van Staate, hebben in het jaar 1651 begreepen, dat de Provinciën geen verloven behoorden te verkenen: maar de Provincie van Plolland is van het felve verftand geweest. Want hoewel die gefiuétueert heeft in de keufe tuffchen de bovengemelde voorflaagen, verklaarende fig den 2 8 September voorde laafte voorflag, en den 7 Oétober en 8 December voor de derde, foo heeft fe in beide de gevallen duidelyk geconfenteert, dat de Provinciën fullen uitgeflooten zyn van het geeven van verlooven: want de Refolutie van den 28 September brengt uitdrukkelyk meede, dat ter Generaliteit fal ingebragt worden , „ dat de refpeétive Provinciën fal worden aangefchreven , en defelve verfogt, geen Aéten van verlooven informd, maar alleen„ Jyk te willen geeven attaché op de verloo- v ven>  C m ) 5, ven, op de naam van den Raad van Staate, als vooren, gedepecheert, die .defelve Officieren ook fullen gehouden weefen te verfoe-„ ken". En de 'Refolutie van den 7 Oftober, .5, dat haar Ed: Gr: Mo: in haar geheel; en on■„ geprejudiciëert, fullen weefen om haar at-„ tachen te moogen geeven, off wygeren, aan de geene , die de verlooven fullen hebben „ geobtineert, en niet te min de attaché daar •,, op fullen moeten verfoeken en vervolgen". - Maar het fchynt dat de andere Provinciën niet geweeft zyn van het felve begryp : dewyl geene fig verklaart heeft op de voorf: voorflagen, niet tegenftaande, dat de Staaten van Holland den 8 December 1651 gerefolveert hebben, dat „ ter Generaliteit fal worden gearbeid, dat de -„ refpeétive Provinciën haar confirmatoire Refo,, lutien, Staatsgewyfe genoomen, daarop ter Generaliteit meede moogen laaten bekend maaken". r En hebben vervolgens de Provinciën gecontinueert in het geeven van, verlooven, tot fob grooten ondienft van den Staat, dat de Raad van Staate fig den 24 Mey 1657 heeft genoodTaakt gevonden aan de refpeétive Provinciën :voor te dragen, ,, dat het meerendeel van de '„ Frontieren, ja de voornaamfte ,ontbloot wnaren van Officieren: 't welk daar doof ten dee3, le wierd gecaufeert overmids van de reipecti,, ve Provinciën, daar op elk is' gerepartitiëert, wiften te verkrygen verloff van hun Petaalsheeren , en daar öp jnaren en daagen-.bleeven 3, buiten haar Garnifoenen, fonder kenniffe van -,, de Generaliteit,' en tot merkelyke ondienffc N 2 ,3 van  C 200 ) „ van het Land, het geen wel eens een quaden „ uitflag foude konnen hebben,by aldiendaarin niet tydelyk wierd geremediëert: en te verfoeken, dat de refpective Provinciën gelief„ den de Officieren, in haar Provinciën zynde, „ te laften, datelyk na haar Garnifoenen te ver„ trekken, en alle verlooven fpaarfaam te gee„ ven, of die haar Ed: Mo: accordeeren te ad„ dresfeeren aan den Raad, op dat men konde j, weeten, waar elk te vinden is, en alle on„ heilen, foo veel doenlyk, mogt voorkoo,, men"- En advifeerende den 21 December deffelven jaars op verfcheide pointen, dienende tot voorkooming van alle inconveniënten, en tot herftelling van 's Lands Militie in luifter, en discipline, heeft de Raad in het Advis onder andere laaten influeeren het volgende. „ Ten vierde hebben wy bevonden ontrent j, de verlooven, die U Ho: Mo:, ende de Staa„ ten van de Provinciën , nu ende dan geeven „ aan verfcheide Officieren, dat daar van geen kenniffe met allen aan ons gegeeven word, daar door wy dan in deefe laafte expeditie met geen feekerheid hebben konnen advifee,, ren op 't empioy van eenige derfelven, niet „ weetendeof zyin haare Garnifoenen, felfs niet of zy binnen 's Lands, waaren, ende daarom „ ook by abuis tot dat empioy fodanigen voor- gedragen, die daar na bevonden zyn met ,, verloff van U Ho: Mo: over zee te zyn, „ waar in, onfes oordeels, ook wel diende ge„ remedieert, het zy met een attaché, die de imptn: van fodanige verlooven van ons fou- ;> den  ( 2or ) den moeten haaien, ofte immers by eenige expreffie in het formulier, daar by defelve „ fouden gelalf. zyn haare verlooven in onfe Se„ cretarie te doen regiftreeren"- Hier op is wel weeder niets finaals gevolgd. Maar de Provincie van Holland, hoe feer fe ook in die tyd ieverde voor het regt van de Betaalsheeren, en hoe feer fe ook daar in geïnteresfeert was boven de andere Provinciën, als betaalende alleen meerder Militie, dan de andere te faamen, was foo geperfuadeert van de noodfaaklykheid van te volgen het advis van den Raad van Staate ontrent het ftuk van de verlooven, dat fy het felve van woord tot woord overgebragt heeft in haar Provinciaal Advis van den S April 1658 op het redres van de Militie. Einde!yk hebben haar PIo: Mo: den 23 Decemb. 1669 gefchreeven aan de Provinciën, „ dat fe geen verlooven willen geeven aan de ,, Officieren van haar repartitie, leggende onder „ 't reffort van de Generaliteit, of in eene van „ de andere Hemmende Provinciën, fonder al„ voorens gefien te hebben het confent, en verloff, van haar Ho: Mo:, en in te trekken de verlooven van die natuur, welke reeds mogten verleend weefen" («). By welk verfoek, of voorflag, het geeven der Provinciale verlooven bepaald word tot de Betaalsheeren, en dat nog maar wanneer de Militie van haar repartitie legt op haar territoir. Hier boven is gefegt, dat het oogmerk van het (a) Sie ook Ref: R: van St' 16 Juny 1670. N 3  ( 202 ) het formulier van de verlooven, gearrefteert by Refol: van haar Ho: Mo: van den 12 'July 1651, was dat baar Ho: Mo:, en niemant anders, ibuden verloff geeven: het geen foo ver ging, dat hoewel de Raad van Staate tot die tyd toe niet min dan haar Ho: Mo: verlooven verleend had, egter geen de minfle mentie in het formulier gemaakt is van den Raad van Staate, felfs niet by weege van advis, regiftratic, of anderfins. En hoewel haar Ho: Mo:, om (na het fchynt) ecnig genoegen te geeven aan den Raad, op den 18 derfelve maand refol veerden, „ dat de ,, verfoeken om verloff, alvoorens daar op te disponeeren, fouden gefonden worden aan den Raad van Staate, om advis, en dat de Aften van verloff, in het toekoomende by haar „ Ho: Mo: te verleenen, aan den welgemelden „ Raad fucceffivclyk fouden worden bekent ge,, maakt", foo liet dc Raad niet na te klaagen óver bet ongclyk, dat haar door haar Ho: Mo: wierd aangedaan , reprefenteerende by Miffive van den 2 September, ,, dat de Raad van alle p oude tyden, ja van 't beginfel deefer Regee- ring, en felfs by 't leevcn van fyn Hoogheid ,, hoogl: memorie, altyd hebben gedisponeert over 't geeven van verlooven: gelyk haal' „ fulx ook fpecialyk is toegelaaten uit kragte van 't Placaat, op 't ftuk van dc monfterin^ „ geëmaneert, en dat zy daar van in volkoo,, me poffeflie waaren, fonder dat haar fulx was afgenoomen by de Vergadering van de Staa',, ten der refpeftive Provinciën, alhier op de „ groote Zaale geconvoceert,r en midsdien daar j, in te minder behoorde geturbeert te wórden". Waar  C 203; ) Waar by de Raad had konnen voegen, dat haar Ho: Mo: het regt van den Raad -uitdrukkelyk erkend hadden by derfelver Refolutien van den 18 December 1626 en 5 July 1637, zynde eigentlyk Reglementen op het ftuk der verlooven. Op die reprefentatie van den Raad volgde de nadere conferentie, en de wederzydfe voorflaagen van infchikking, waar van booven gefprooken is. Dog, dewyl geene van de voorflagen van wederzyden aangenoomen wierden, en de Raad ondertuffchen voortging met het geeven van verlooven, fchreeven haar Ho: Mo: den 30 Novemb. een Brieff aan de refpeétive Provinciën, daar in beweerende, dat zy waaren bevoegt geweeft om den Raad uit te fluytcn van het geeven van verloff, fig principaalyk beroepende op de Refolutie, den 16 Juny daar bevoorens genoomen op de groote Saai, „ vol„ gens welke aan haar Ho.' Mo: eigentlyk fou„ de incumbeeren de voornaamste forg, gefag, „ en direétie, over de Militie van den Staat, „ als zynde daar by de dispofitie over het ver„ leenen van de Patenten, en het beforgen van „ de Frontieren van den Staat, met den gevolge „ en aankleeven van dien, — aan haar ten princi„ paale gedefereert, alleen op voorgaande ad„ vis van den Raad, het welk zy ook verfton„ den dat in deefe faake geobfervcert foude ,, worden". Dog, om voorby te gaan, dat de Gedeputeerden van de Provincie van Vriesland tegen de Brief van nulliteit geprotefteert, en die van Stad en Ommelanden verklaart hebben ongelaffc N 4 te  C 204 ) te zyn: het is te verwonderen, dat haar Ho: Mo: foo ras vergeeten hadden den draat der deliberatien van de Vergadering van de groote Saai. Want uit het Regifter van die Vergadering blykt op een onweederfpreekelyke wys, dat de advifen in het eerft vry verdeelt waaren „ on„ trent het point van de directie en dispofitie „ van de faaken van oorlog, en over het volk 99 van oorlog", en dat eindelyk het werk fodanig tot onderling genoegen ingefchikt wierd, dat men blyvende by het onderfcheid , welk den 13 February,wanneer het point in formeele deliberatie gelegt wierd, gemaakt was tuffchen „ de dispofitie over het verleenen van de Paten„ ten", en „ de generaale directie en difpofitie „ van de faaken van oorlog, en over het volk „ van oorlog", op verfcheide dagen befloot, dat het eerfte Haan foude „ aan de ordi„ naris Vergadering van de Heeren Gecom,, mitteerden ter Generaliteit, met voorgaande advis van den Raad van Staate" (1): en het tweede „ aan den Raad van Staate, met „ en nevens de Vergadering van de ordinaris „ Gecommitteerden ter Generaliteit" (2). Uit dit verhaal is af te neemen , met wat fondament haar Ho: Mo:, in de voorf: Miffivevoorbygaande bet vyfde Articul der Inftruétie van . den Raad van Staate, uit de Refolutie van den i6 Juny op het ftuk van de Patenten haaien, ,, dat de voornaamfte forg, gefag, en directie „ over de Militie aan haar ten principaale gede„ fereert is, alleenlyk op voorgaande advis van „ den (1) 16 Juny l6sr. (2) 1$ July 1651.  C 205 ) den Raad van Staate": en dat zy derlialven be voegt zyn om aan den Raad te beneemen het geeven van verlof. De voorf: Brieff houd nog eenige andere redenen in, gelyk als, dat het ftuk van de fecreete correspondentien by Refolutie van de meergemelde Groote Vergadering van den 21 July privativelyk geftelt is in handen van haar Ho: Mo:, welke daarom alleen met genoegfaame kennis van faaken fouden konnen difponeeren op de verlooven: dat het Placaat op de monftering gearrefteert is by de ordinaris Vergadering , en niet by de geiaamentlyke Provinciën , Staatswyfe , of na voorgaande pointen van befchryving, vergadert: en dat het 5ofte Articul der Inftructie van den Raad meedebrengt, dat alle faaken, by de Inftruétie niet expreffelyk geftelt ter dispofitie van den Raad, fullen "blyven ter dispofitie van de Staaten Generaal, de Staaten van de particuliere Provinciën, de Magiftraaten van de Steeden en andere wettelyke Overheeden, elkx in haar reguard: en dat in tegendeel by het fcheiden van de Groote Vergadering alle faaken en befoignes, aldaar niet afgedaan, gelaaten zyn aan haar Ho: Mo:, en aan niemand anders. Dog daar tegens ftaat te confidereeren, dat het argement, genoomen van het point van de fecreete correspondentie, ver gefogt is, en tc veel bewyft, dewyl daar uit foude volgen, dat de Raad by gebrek van genoegfaame kennis van faaken onbequaam is, niet alleen <#m te disponeeren, maar ook om te advifeeren, op het ftuk van de Patenten, foo wel als op dat van N 5 'de  ( zo6 ) de. verlooven: dat het Placaat van den 4 February 1599 op het ftuk van de monftering, dat yan het jaar 1623 niet hebbende konnen in practycq gebragt worden, niet geëmaneert is byhaar ïio: Mo:, maar op derfelver naam door den Raad van Staate, gelyk uit het flot en onderteekening blykt: dat het fyn bedenken heeft, wie door de Staaten Generaal gemeent worden in het •50 Articul der nieuwe Inftruétie van den Raad van State,dewyl haar Ho: Mo: in die Inftrüétie doorgaans bekend zyn met de naam van de Vergadering van de ordinaris Gecommitteerden ter Generaliteit: en dat de Provinciën geenfins fouden toeftaan, dat alle pointen, welke niet afgedaan zyn by de Groote Vergadering, die men Weet dat verfcheide van de importantfte pointen onafgedaan gelaaten heeft, om dat de Provinciën malkander daar over niet konden verftaan, fouden gelaaten weefen aan de ordinaris Vergadering, om daar op te disponeeren fonder laffe van Principaalen: behalven, dat het point van de verlooven niet kan gereekent worden onder de onafgedaane faaken, waar van gefprooken word in de Refolutie, by het fcheiden van de Groote Vergadering genoomen, om dat de ordinaris Vergadering van haar Ho: Mos al den 12 July daar over gedisponeert had, als over een faak, waar toe (foo dc Brief fegt) haar Ho: Mo: begreepen bevoegt te weefen uit kragte van de Refolutie van den 16 Juny. Ook had de Brieff niet het beoogt effeét, "want geene'van de Provinciën worden gevonden fig verklaard te hebben ter intentie van haar %io: Mo:, als alleen de Provincie van Hollandj fo-  C 207 O Todanig egter, dat uit haar Refolutie van den 8 December 1651 niet duiftcrlyk af te neemen is, 'dat defelve begreep, dat Provinciale Refolutien Vereischt wierden om aan de Raad van State te "beneemen dc dispofitie óver de verlooven, die Refolutie uitdrukkelyk mecdebrengende, „ dat „ ter Generaliteit fal worden gearbeit, dat de "„ refpective Provinciën haar confirmatoire Refolutien, Staatsgewyfe genoomen , daar op „ ter Generaliteit meede moogen laaten bekend maaken, ten einde dat den Raad van Staate des te bëeter tot nakooming van de voorf: Refol: moge worden gedisponcert'. Maar, alfoo daar op niets volgde, is de Raad 'van Staate gebleéven in de posfeffie, waar ih fe van het begin van de Republycq geweeft was, van het geeven van verlooven, gelyk als vanjaar 'tot jaar foude konnen beweefen worden door verfcheide exemplen, fonder dat haar Ho: Mo: 'fchynen federt het jaar 1651 te hebben willen "ftaande houden haar gefuftineerde tegen den "Raad van Staate-.'hebbende alleen nu en dan , eh onder anderen den 22 April 1660 en 26 Maert .1669, een . conferentie gedecerneert tot het refumecren der voorheen geëntameerde befoignes, en tot het beraamen van een generaale voet en ordre op het ftuk dèr verlooven : mitsgaders het meergemelde formulier op den 23 December 1669 daar meede geampliëert , dat 'de verlooven fullen moeten worden geregistreerc in den Raad van Staate op peene van nulliteit. Men fal voor befluit hier by voegen het concept van Reglement óp het ftuk der militaire verr  ( 208 ) verlooven gerapporteert in haar* Ho: Mo: Vergadering^den tweeden October 1713, en waar op de Gedeputeerden van de Provinciën aangenoomen hebben fig te fullen verklaaren in wynig dagen, dog fonder dat iets daar op gevolgt is. ö „ Niemand fal fig moogen abfenteeren van „ fyn Regiment, of Compagnie, fonder behoor„ lyk fchriftelyk verloff, nog mogen uitblyven na de expiratie van het felve, fonder ver„ kreegen te hebben prolongatie van die, wel„ ke het verloff verleent heeft, alles op de ver„ beurte van fyn gage ten behoeve van het Re», giment, en voords op poene van arbitraale » correctie, en felfs van lyfftraf, naa exigen„ tie van het geval («). ,, De Gouverneurs, Commandeurs, en Ma„ jors,niet alleen in de Plaatfen van de Barrière, „ maar ook in het diftrict van de Generaliteit, „ fig abfenteerende fonder behoorlyk verloff, „ of boven het verloff uitblyvende, fullen ver„ beuren het dubbelt van haar traclement be„ loopens tyds (Ji). ,, De Gouverneurs, Commandeurs, en Ma„ jors, die in een rond jaar langer fullen abfent „ zyn als fes maanden, het zy in één of in „ meerder reifen, fchoon met behoorlyk ver„ lof, fullen niet te min miffen haar traélement „ over de tyd, welke fy boven de fes maanden „ abfent zyn, ten waare dat fy by ordre van „ de (a) Articul Brief Art: 38. Placaat 4 Feb: 1599 op 't Jluk van de monflering Art: 2. Regiem' van fyne Majt van GrootBrittan: 25 April 1701. Art: 3. (b) Refol: Sten Genl =4 Mey 1713.  C ) L de Generaliteit ontbooden, off binnen 's Lands elders geëmployeert, wierden (V). „ Geen verlooven om buiten 's Lands te gaan fullen gegeeven worden voor langer tyd als voor twee, of uiterlyk dry, Heerenmaan„ den (by. en indien, om fonderlinge redenen, j, continuatie van verloff verleent mogt worj, den, fullen de geene, welke de continuatie j, verkreegen hebben, voor den overigen tyd „ geen tractement genieten, maar het felve „ moeten uitkeeren ten profyte van de Regi,j ments kas (Y). „ De Officieren, welke tusfchen den 1 April en laaften Oéïober met verlof abfent zyn van s, de Regimenten, of Compagnien, fullen beloopens tyds van haar abfentie haartraclemen„ ten milfen ten profyte van de Regiments kas» het zy dat het Leger te veld is, of niet, van wie fy ook fouden moogen het verloff bekoo„ men hebben: fonder dat eenige exceptie, of „ excufe, hoe die ook foude mogen zyn, daar tegen fal geadmitteert worden (rf), „ De Gouverneurs, en Commandeurs ,fullen geen verlooven geeven aan de Officieren van „ haar onderhebbende Garnifoenen, als na „ voorgaand fchriftclyk advis van den Collonel, „ of commandeerend Officier, van het Regiment, en voor geen langer tyd als uiterlyk „ veertien daagen, fonder dat zy fullen moogen toeftaan prolongatie van verloff, of dat fy „ fob (a) Ref: St: Genl 24. Mey T713. h) Ref: St: Gen' 18 Dec: 1626, 5 Juk 1637. (e ) Ref: Sten van Holl: 18 Sept: i6j8, 8 Maert i$63« (i) Ref: Sttn Genl 5 July 1637.  C .210 ) $) fullen moogen in het geheel verlof geven < : wanneer het getal der Officieren van een Rei giment daar door foude vermindert worden „ beneeden het getal van twee derde parten, „ en daar onder één hpofd-Officier (V)- „ De Generaal van het Leger fal geen ver? looven geeven voor langer "tyd als voor één „ maand, en niet als na ingenoomen fchriftelyk l, advis van den Collonel, off commandeeren„ den Officier, van het Regiment, en fal bo„ vendien geen verlooven geeven tegen het „ fcheiden van het Leger, waar door hooge, \ j, of laege, Regimentsofficieren fouden gedispen„ feert worden van te marcheeren met de Re„ gimenten na de Garnifoenen (£). . I „ Als 'er Gedeputeerden te velde in het Ler 9i ger prefent zyn, fal de Generaal van 't Leger i, geen verlooven geeven aan hoger Officieren „ als Collonels dan met derfelver approbatie (c). j ,, Een Generaal, commandeerende in een de„ partement, en by fpeciale Refolutie geauj, torifeertfynde tot het geeven van verlooven , „ fü daar op moeten inneemen het advis, niet „ alleen van den Collonel, off commandeeren- j „ den Officier, van het Regiment, maar ook „ van den Commandant van de Plaats van het „ departement, alwaar het Regiment legt, en „ geen verlooven verleenen voor langer tyd -„ als voor twee maanden, fonder die termyn „ te («) Plac: 4. Febr: 1^99 op de monjlcring Art: 1. Reg!enit 1 van fyne Mnjt van Groot-Brittannien 25 April 1701. Refol-; 1 St: Genl 31 Maert r'706. (b) Refol: St: Genl 31 Maert 1706. (c) Regiem' van de Sto Genl 15' Maert 1705 Art: io-„  C 211 ) , „ te moogen prolongueeren, en falvoords, ten opfigte van het getal der Officieren, waar „ aan hy fal mogen verloff geeven, gebonden zyn aan het geen hier boven, geftatueert is „ ontrent de Gouverneurs, en Commandeurs(V), ■ „ En fal al het felve geobferveert worden, door „ wie ook de verlooven verleend worden , met dat onderfcheid alleen, dat. op de verfoeken .,, van de Officieren der Switferfche en Grifón,, fche Regimenten om verloff voor langer tyd „ als voor één maand, of fes wecken, het ad„ vis van den Collonel Generaal ingenoomen „ fal worden, welke by fyn advis fal voegen dat van den Coll., of commandeerenden Officier, „ van het Regiment. „ De advifen op het ftuk van de verlooven 3, fullen onder anderen inhouden de oorfaaken, „ waar op het verfoek .gefondeert is, met by- voeging van reedenen van weetenfcbap, mids- gaders expreffie van de tyd, welke de verfo.c„ ker is prefent geweest in het Garnifoen, cn „ eindclyk welke, en hoedanige, Officieren nog „ fullen blyven by het Regiment, en Com„ pagnie C^. „ Soo lang als een Regiment te velde geè'm,„ ployeert word, of legt in een departement, ,, waar over een Generaal commandeert met „ autorifatie om verlooven te moogen verleenen, j „invoegen als boven, fullen geen verlooven II .„ gegeeven worden aan de Officieren als door „ den Gen1 van het Leger, of van het depar„ tement, refpectivelyk. „ Aan (a) Refol: St: Genl 31 Maert T7i£. (b) Ref: Sten Genl 6 Febr: 1671.'  ( 212 ) „ Aan de Officieren van de Militie, leggende» „ op het fouverain territoir van de Hemmende „ Provinciën, fullen de verlooven verleent „ worden door, of van wege, de Staaten Van de Provincie,1 op welkers territoir het „ Regiment, of Compagnie, legt: of, verleent „ zynde van Generaliteits weege, fullen de ver* „ foekers daar op moeten obtineeren attaché „ van defelve Provincie. En fal voords ge* „ fchreeven worden aan de refpeétive Provin- cien, ten einde dat fe geen verlooven willen geeven aan de Officieren haarer repartitie, „ leggende in eene van de- andere Hemmende „ Provinciën, in het reffort van de Generaliteit, „ in de Plaatfen van de Barrière, of elders bui„ ten 's Lands (V). „ De verlooven, die alleen uitgefonderf, „ welke in voegen als boven fullen verleend „ worden door den Generaal van het Leger, „ door den Gen1 commandeerende in een depar- tement, en door de Gouverneurs en Com„ mandeurs, fullen moeten geregiftreert worden „ ter Secretarie van de Raad van Staate op „ poene van nulliteit „ De Raad van Staate fal geen verloo„ ven moogen doen regiHreeren, dan die ver„ leend zyn conform dit Reglement, en fal „ vooral letten, of de Regimenten daar door „ niet ontbloot worden van meer als van een „ derde part der Officieren, één van de hoofd- » Of- (a) Placaat 4 Febr: 1599 op de monfiering. Ref: St: Gen' 12 Jul. 1651, en 23 Decb. 1666. (i) Ref: Sten Gen1 23 Decb. i en 10. (d) InftruÉtie voor de Auditeurs militair Art: 9. IV. Deel. U  C 214 ) „ De Collonels, of commandeerende Officie„ ren, van de Regimenten, fullen viermaal in „ het jaar, en namelyk tegen den 1 January, „ r April, 1 July, en 1 Oftober, fenden aan „ den Raad van Staate een diftinfte lyft van „ alle de prefente en abfente Officieren, en „ gemeene Ruiters en Soldaden, van haar on„ derhebbende Regimenten, met aanteekening, „ niet alleen nevens de naamen der abfente Offi„ eieren, maar ook van die, welke abfent ge„ weeft zyn binnen de gepaffeerde dry maanden, ,, van wie fy daar toe verloff gehad hebben, en „ voor hoe lang, item wanneer zy gereverteert „ zyn, of nog moeten reverteeren, in confor„ miteit van de verlooven: en fullen die Lyft „ doen onderteekenen door de Major van het „ Regiment by forme van extraft uit fyn Boek, „ en, in abfentie van den Major, door den „ Officier, welke het boek houd (a)n. Dit concept is gebleeven buiten conclufie, en alleen den 31 Maert des volgenden jaars 1714, tot ftuiting der defordres, die daaglyx toenaamen door de abfentie der Officieren, by haar Ho: Mo: vaftgeftelt, „ dat de Gouverneurs, en „ Commandeurs, geen verlooven aan de Rit„ meefters, en Capiteinen, van haar garnifoen „ fullen mogen geeven, als op fchriftelyk advis „ van den Collonel, of commandeerenden Officier „ van het Regiment, en voor geen langer tyd als „ voor twee maanden in de Plaatfen binnen het „ reffort van den Staat, en voor dry maanden in de „ Plaat- (a) Advis van den R: van State ip het redres van de MiMe 21 Decb. i100 klaar aan de fwarigheeden, waarom het beft was, het te laaten by het Placaat van het jaar 1599, foo lang als de Provinciën niet beeter paften op de betaaling der foldyen , dat het tot nog toe daar by gebleeven is (b>. ' Synde federt alleen eenige nadere ordres beraamt op het effectueeren van de monstering, en op het fuiveren der Rollen (V). Voords heeft de Raad van Staate van tyd tot tyd • Ref: Raad van St: 4, 6, en ip Deer: 1623, Ref. St'* van Holl' 29 Nov: 1623. (b) Brieven- van den Raad van St: aan haar Ho: Mo: ïg July 1Ö51 cn 6 Jan: 1655. (c) Ref. Raad van St: 2 Juny 161$, 8 Dec: 1637, 19 Janua. 1638, 12 April 1645. O s  ( 21$ ) tyd doen monfleren de geheele Militie van den Staat, waar van de ordinaris en fecreètè Registers, en een menigte vari Rollen, bewaard wordende ter Financie van de Generaliteit, getuigen zyn:, En dat fonder onderfcheid van Garnifoenen (tf),en onder anderen meede in,den Haage, alwaar de Raad (om ouder tyden voorby tegaan, wanneer onder anderen de Garde van de Princen van Orange meermaal'door den Raad ,in den Hage gemonftert is) verfcheide monfieringen gedaan heeft tuffchen de jaaren ió$o en 1672, felfs over de Guarde van de Staaten, fchoon de Provincie van Holland in die tyd fécr jaloers was van het regt, haar als Betaalsheeren competeerende over de Militie haarer repartitie (*)• : ~, v"\:.' En hoe feer het werk van de monffering plagt den Raad te occupeeren, is 'onder anderen daar uit af te neemen, dat defelve in het jaar 1628 gerefolveert heeft dat twee Heeren, laaft gepjefideert hebbende , met den Tbef: Gen1, en twee Commifen van de Financie, één dag ter week fouden bef «gneeren over het examineeren en fluiten der Rollen (c): en in het jaar 1637, dat de Ra;.d 0 •' - i2 nev bus) tb abio( : (0) Ref: R:vanSt: ljul: 1625, 2 Dec: 1631,16/^)7/1631. (b) Den 31 Mtert 1655 zyn door ordre van den Raad van State in den Hage gemonftert de Compcn van de Capiten Heer van Starrenbyrg, Pauw, en Percheval, den ti Febr: 1667 die van den Ritmr Heer vanLangeveld, den 20 Mey 1670 die van den Coll: van Beaumont, Lc Qoll: de Bondt, Sergeant Major Buis, en Capn. van Treslong : item die van den St Major Hr van lange veld, e» van den Ritmt Heer van de Lek. (e) Ref: Raai van St: % N v; j6i8.  ( 219 ) Raad felf daartoe foude vaceeren alle maandagen, als zynde „het fluiten der monfterrollen een van „ de importantfte befoignes van den Raad" 't geen ook een geruime tyd gepraclifeert is (b). Haar Ho: Mo: zyn ongetwyffelt gequalificeert tot het monfteren. Dog, gelyk defelve feggen in de aangetooge Refolutien van den 10 Juni en 21 July 1588, „ dat het beleyd van de „ monfiering toekomt aan den Raad van Staate", foo hebben defelve ook het beleyd daar van aan den Raad gelaaten: wordende, dat men weet, geen exemplen gevonden van monfteringen, door haar Ho: Mo: gedaan, maar wel, dat defelve nodig vindende het doen van revue, of monfiering, haar meening aan den Raad hebben bekend gemaakt. Gelyk onder anderen te fien is uit haar Ho: Mo: Refolutien van den 5 Augufti 1588, 23 Novr 1592, 4 Oétober 1600, i8janua:i6o5, i906tob: 1622,23 Juni 14 Juli en 3 Novemb: 1625,28 Septemb: 1627,25 Oftob: 1629, 3o06tb. 1635» 2 January 1650, 27 Janua: 1666, 22 en 25 Maert 1672. Dat de Staaten van de Provinciën, en derfelver Gecommitteerde Raaden , of Gedeputeerde Staaten, insgelyx bevoegt zyn te doen monfteren , niet alleen het krygsvolk haarer repartitie, maar al het krygsvolk fonder uitfondering, leggende ter felve plaatfe met dat van haar repartitie , lyd geen bedenken, en is ten overvloede den 19 July 1662 door dep Raad van Staate, op het verfoek van de Provincie van Holland, ' • in (a) Ref: Raad van St: 19 Nov: 1637. (Jb) Ref: St; van Hollt 8 Mey 1643, O 4  C 223 ) in ernftige termen aangefchreven aan de Gouverneurs en Commandeurs van alle de Frontieren. Maar dit aanfchryvens gaf aanleiding ter Generaliteit, om te onderfpeken, of de Provinciën bevoegd zyn tot het monfteren van het krygsvolk van andere repartitien, wanneer geen van de haare fig daar bevind. De Raad van Staate, wiens advis daar over verfogt wierd (V), wasvan gevoelen, dat de Provinciën daar toe niet bevoegt zyn , en gaf fiaar van in fiibftantie de volgende redenen.: Dat de Staaten Generaal, referveerende by het 32fte Articul der Inftruétie van den Raad van State van den 12 April 1588, en by hit 50 van die van den 18 July 1651, voor fig, en voor de Staaten van de Provinciën in het particulier, het regt en de magt, om by tyde van nood, of als de faaken van den Lande fulx fullen vereiffchen, felve te moogen ordre ftellen m de faaken, gefteld ter dispofitie van den Raad, en daar onder,, op het doen van de monfiering'", uitdrukkelyk die refervatie bepaalen met de 'woorden, „ elk foo veel hen aangaat": Dat het 2He Articul van het Placaat van de monfiering, voor foo veel het fpreekt van de particuliere'Provincien, notoirlyk alleen fiet op de Militie van derfelver refpeétive repartitien, ): En ten derde, dat de Provinciën volgens het meergem:.6 Articul moeten fenden aan den Raad van State de Rollen van de monfiering, >, om „ te beveelen dat de betaaling daar na werde „ gedaan". Dit foude wel moogen fchynen maar te fien op de monfiering, waar van het 6 Articul prfncipaalyk fpreekt, namelyk van de „ Ruiteren „ en Knegten, ftaande tot lafte van de Gene- . . » ra- | • * Sie Ref: $;eK m Hallt %% July x Sie Ref: R: van St' 23 Maert en 15 OStolier 1637 ca 25 Nov: 1Ö30 Ref: St: Genl 12 Mey 1637. {() Ref: Raad van 25 Apr: en 7 en 9 Juni 1636*  ( 2*5 ) De Provincie van Zeeland, om niet fubjecl: te weefen aan de moeyelykheeden, die de Provinciën quamen nu en dan te ontmoeten in het monfteren van Compagnien, niet zynde van haar repartitie, heeft in het jaar 1634, en naderhand weeder in het jaar 1650 (1), fig voorfien van een ope Acte van den Raad van Staate, waar by „ aan alle Gouverneurs , Commandeurs , „ Majors, en anderen, belaft word, te gedoo„ gen, en de behulpfaame hand te bieden, dat „ alle Compagnien, van wat repartitien die fou- den moogen zyn, by de Commiffariffen van ,, de Provincie van Zeeland gemonftert worden, „ mids dat de Commiffariffen de Rollen van de gedaane monfiering fouden hebben overtefen» „ den aan den Raad van State". Dat andere Provinciën fig fouden voorfien hebben van gelyke A éten, word niet gevonden:maar alleen, dat defelve fig aan haar Ho: Mo:, of aan den Raad van Staate, geaddreffeert, en redres verfogt hebben, wanneer haar in het monfteren eenig belet bejeegende (0): gelyk de Provincie van Holland in het jaar 1637 fT), wanneer haar Gecommitteerden te Grol, en in het jaar 1661 CO 1 wanneer defelve te Maaftrigt, oppofitie ontmoet hadden: en die van Vriesland in het jaar 1655 00 > wanneer een Comnaiffaris door haar gefonden om te monfteren in den Briele,en in het jaar 1663 (e), wanneer een an- (r) es OBob. 1634. en 2 Janua: 1C50. (a) Sie Ref: R: van St: 29 Sept:, 1 en 15 OBob: 1637. h) Ref: U: van HolV 5 Oüob: iö37- (c) Ref: St: v: Holle 14 en 21 July 16Ö2, Ref: R: van St: 29 July 1662. (d) Ref: St: Genl 2 en 19 Janua: 1655. (e) Ref: Sten Genl: 17 en 19 Mey 1663,  ( 226) ander te Vlifimgen, insgelyx oppofitie ontmoet had. Ter occafie van welk laaste Voorval haar Ho: Mo: nadrukkelyk fchreeven aan de Heeren Gecommitteerde Raden van Zeeland , dat zy niet anders konden oordeelen, als dat de 55 voorf: wj'geringé, of 1 efus, is een pure nieuj, wigheid, dirècHfyk ftrydende jeegens den ou„ den voet, en de praftyque» ontrent het ftuk van de monfteringe van ondenkelyke jaaren „ hier te Landen geobferveert, dat daar uit niet j, dan fchadelyke,enruïneufe, confequentien te 5, verwagten fouden weefen, in cas de andere Provinciën dat exempel meede fouden willen 3i volgen,ende in den haaren in train brengen". De ordres op het ftuk van de wapening van de Militie, en de lysten van foldye, hebben foo veel gemeenfehap met het ftuk van de monftering,dat het niet ondienftig zyn kan,hier aan te teekenen, dat beide altyd gearrefteert, en foo aan de Betaalsheeren , als aan de Militie, gefonden, zyn door den Raad van Staate. Konnende ten opfigte van de ordres op de wapening nagelien worden de Refolutien van den Raad van den 19 Augufti 1588, 26 Juny 1589, geïnfereert in de Hollandfche Refolutien van den 4julydesfelven jaars, 2 January 1598, 6 January en 6 February 1599, 1 en 14 April jóis, 3 Novemb. 1Ö22, 17 Aug: 1623, 20Oftober 1639, 15 Mey 1656 en 22 Mey 1665, gelyk ook haar Ho: Mo: Refolutie van den 7 Maert 1671, en ten opfigte van de Lyften van foldyen, boven defelve Refol: van haar Ho: Mo:, die van den Raad van den 19 Augufti 1588, 6 Februa: 1599, J7 Aug: 1625,17 en 18 Aug: en 3N0V: 1648, 5 en 9  < 22? ) 5 en 9 December 1650, 20, Oftober 1661, en 12 February 1671. Men foude misfchien konnen vraagen, of, en hoe ver de Provinciën be voegt zyn omPlacaaten, en ordres, te maaken op het ftuk van de monftering. Maar, het regt daar laatende, de Provincie van Holland heeft daar op geëmaneert verfcheide Placaaten en ordres, relatif tot die van den Raad van Staate op de naam van de Staaten Generaal van den 4 February 1599 en 17 Augufti 1623, en daar van niet of wynig discrepeerende als in eenige precautien tot weering van fraudes in het monfteren, en in het fuiveren der Rollen fV)« (a) Placaat St: van Holl'17, M«y IÖ3», 27 JemUi'. I«f, 19 July 1673. DER,  C 228 ) DERTIENDE CAPITTEL. Van de militaire Juftitie, en van de Krygsraaden. J wee voornaame pointen koomen in confideraue in de verhandeling van de militaire Juftitie, eerftelyk, aan wie de adminiftratie van de militaire Juftitie competeert, en ten anderen, over wat perfoonen, en faaken, die fig uitftrekt. Wat belangt het eerfte point, het blykt uit de volgende bewyfen , dat de adminiftratie van de militaire Juftitie door de Bondgenooten gedefereert is, en dienvolgens competeert, aan den Raad van Staate. Het tiende Articul der Jnftruélic van den 18 Aug: i584autorifeert den Raad van Staate ora „ over het krygsvolk, mitsgaders over alle ge„ neraale en particuliere Overften, Bevelhebbej, ren, Commiffariffen, en Officieren van den „ oorloge, te ftellen en te onderhouden alle „ goede ordre en discipline, ook meede daar „ over ftraffe, regt, en juftitie te doen, en „ doen doen, fulx fy bevinden fullen te be„ hooren". De volgende Inftructien van den r 2 April 1588, en 18 July 1651 fpreeken foo klaar en om'ftandig niet van het ftuk van de militaire Juftitie r ongetwyffelt, om dat de faak, eens in train zynde, geen foo breede uitleg behoefde als in het jaar 1584: wordende by die Inftruftien in het generaal aan den Raad van Staate aanbevoolen „ het ftellen van ordre op de discipline militaire over  C 2*9 ) $ over het volk van oorlog": en ontrent het einde derfelve, „ het houden van difcipline mi,, litaire, en het ftralfen van alle excellen* getelt onder de faaken, welke geftelt zyn ter •dispofitie van den Raad van Staate, fodanig nogtans, dat de Staaten Generaal referveeren voor fig, en voor de Staaten van de refpeétive Provinciën, ieder foo veel haar aangaat, het regt, om „ in tyden van nood, of de faaken „ van het Land fulx vereifchende", felve te mogen daar op ordre ftellen (V). En hebben haar Ho: Mo: dienvolgens den Raad altyd erkent voor den opperften militairen Rcgter, en defelve gehandhaaft in de oeffening van haare Jurisdictie. Het geen niet alleen daar uit blykt, dat haar Hoog Mo: aan den Raad geftelt, ofte gerenvoyeert, hebben de judicature over militaire faaken, die haar voorquaamen: uitwyfens derfelver Refolutien van den 20 Maert X590, 9 Decemb. 1595, 14 en 18 Novemb. 1625, 16 Augufti 1629, 3 Decemb: 1633, 27 April en <5 Decemb. 1635,15 en 20 April f636,'17 July en 20 Auguiti 1638, 12 Nov: 1639, 9 February 1644, 27 July, 20 Nov:, en 21 Decemb. 1645, 12 Janna: en 2z Februa: 1652, 29 Oétober, 26 Novemb: en 11 December 11553, -29 Janua: cn 18 Decemb: 1654, 2, 20, en .28 Augufti 1658, 2r en 26 January en 2 Au* gufti 1666, 1 Mey xó"68, en 22 Maert.1672: Maar inlbnderlieid meede daar uit, dat haar Ho: (a) Art: it Injlruïtie 12 April 1588, en Art; 19 Inftft j8 July 1651. iV. Deel. P  C 230 ) Ho: Mo: noodig oordeelende het emaneerea van Placaaten tegens de exceflen van het krygsx'olk, en over andere diergelyke pointen, den Raad van Staate daar toe verfogt hebben: uitwyfens derfelver Refolutien van den 10 Juny 1588, 29 Juni 164.1, 18 Febr: 1645, 26 Augufti 1648, s Mey 1649, *5 Juni 1667, en 14 April 1668: En den 3 Maert 1668 gefchreven hebben aan de refpeétive Provinciën, ten einde dat die wilden „ defereeren aan het geen de Raad van „ Staate foude ftatueeren tegen militaire Officie- ren, exceifen begaande: op dat de militaire „ discipline mogt herftelt, en. exaételyk geobfer- veert worden". De Provincie van Holland en Weftvriesland, feer omfigtig in al wat de Juftitie en Jurisdictie raakt, heeft meede altyd den Raad van Staate erkent voor de opperfte Krygsraad. gelyk onder anderen daar uit blykt, dat defelve in het jaar •1589 gerefolveert heeft te doen aanhouden ter Vergadering van de Staaten Generaal ( 1), „ ten einde by Aéte de Raad van Staate ernfle?, lyk. werde vermaand, de exceffen van het j, volk van oorlog, byfonder in 't ftuk van het „ onbehoorlyk opgeeven, of verlaaten, van Sterkten, defelve bevoolen, in 't ftuk van „ muyteryen en alteratien, in de frauden der i, monfteringen, het verloopen uit de vendelen , „ en andere, daar van de kennis tot haar lafte „ is ftaande, fulx te ftraffen als den welftand „ van den Lande is vereifchende: alfoo ander- fins de ftaat van den Lande en de autoriteit vap (0 1° <*# Vergaderins van Qüiitu  ( 23» ) „ van dien, moet koomen in meerder verloop en decadentie": Dat defelve in het jaar 1626, by occafie van het different over het fluiten der Rollen, verklaard heeft (1), ,, dat haar intentie noit ges „ weeft is, of nog is, den Raad te beneemen „ de kennis en judicature over het krygsvolk, „ fervicien, of iets anders, dat daar van depen„ deert: nog ook van de fterkte van de Com„ pagnien, Garnifoenen, of Legers : maar wel ,y lyden mag, en gaerne fal verftaan, dat by „ den ,Raad daar in met een exacte kennis, en foo dat behoord, volgende de Placaaten van iK den Landen, worde geprocedeert": j Dat defelve by Refolutie van den 8 Juny 1654 getoond heeft haar genoegen aan den Heer van Brederodc, Veldmaarfchalk. van den Staat, ter faake van twee Refolutien, door hem by den Raad uitgewerkt ,behelfende een ftilfwygende erkentenisïe van den Krygsraad, welke hy by Refolutie der Heeren Staaten van den 14 Augufti 1653, en 5 Mey 1654 geautorifeert was te formèercn uit Officieren, garnifoen houdende in den Hage, en uit andere van de repartitie van Holland, aldaar prefent, om Juftitie te adminiftreeren over militaire delicten, in den Haage, en elders binnen de Provincie van Holland, begaan wordende : En eindelyk, dat defelve by Refolutie van den 30 November 1669 geordonneert heeft aan de Heeren Gecommitteerde Raden, in de beide Quartieren, „ alle Senten tien, die by den Raad! J> V'*T3 (O 23 9tab lóze. a  C ) » van Staate agtervolgens haar InftrucHe tegen „ eenige militaire Officieren en Soldaaten, in „ dienft van den Lande zynde, en op de repar„ titie van de Provincie van Holland ftaande, „ albereids fouden moogen weefen, of in het „ toekoomende nog worden uitgefprooken, „ aanftonds op de eerfte aanfchryving of be„ kendmaking van den Raad, na haare formo „ en inhoude te executeeren, fonder fodanige „ Sententien, of de meriten van de faak, te „ examineeren, veel min eenige klagten van den gecondemneerden daarteegente admitteeren". Uit dit alles blykt, dat de Bondgenooten gedefereert hebben aan den Raad van Staate de adminiftratie van de militaire Juftitie: fonder in het minfte te melden, het zy van den HoogenKrygsraad, of van de Krygsraaden in de Frontieren. Dewyl egter foo de eene als de andere van ouds bekent zyn, kan ge vraagt worden na de oorfpronk en inftelling van die Krygsraaden, en na de relatie, welke defelve hebben tot den Raad van Staate. Het is te verwonderen, dat niets gevonden word in de Regifters van derfelver inftelling, anders als dat in een Refolutie van den Raad van Staate van den 9 Augufti 1647 als een ontwyffelbaare faak geftelt word, „ dat de Generaale j, Staaten van alle de geünieerde Provinciën „ gedefereert hebben aan den Raad van Staate „ de Jurisdictie over het krygsvolk, en dat diewe„ derom byden Articul-brieff, en andere militaire) „ Ordonnancien, gedefereert heeft aan denKrygs„ raad eenige Jurisdictie over delicten en mefu> si feu  C 233 ) „ fen van het krygsvolk, fonder dat de Krygs„ raad van ieraant anders eenige Jurisdictie heeft". En dit fchynt beveftigt te worden door het boven aangetooge tiende Articul der Inftruétie van den 18 Augufti 1584, autorifeerende den Raad van Staate, „om over het krygsvolk mits„ gaders over alle generaale en particuliere Over„ ften—ftraffe,regt,en Juftitie te doen,(N:B:) en „ te doen doen, fulx fy bevinden fullen te baj, hooren": Gelyk meede daar door, dat de Raad altyd aangeftelt heeft meeft alle de Officieren van de militaire Juftitie, en namelyk de Advocaattn Fiscaals over het krygsvolk in verfcheide Provinciën, mitsgaders de Auditeurs militair, en geweldige Provooften, in alle de Frontieren, foo ftem in Staat hebbende, als andere: om te fwygcn van den Provooft Generaal, en anderen, welker aanftelling gefluftucert heeft, of door de tyd geraakt is uit handen van den Raad van Staate: En eindelyk daar door, dat de Raad den 22 April 1606 ophetaangeeven van den Fiscaal by Acte geordonneert heeft „ aan alle Collonel„ len, Ritmeefters, en Capiteinen, ter maa„ ninge van den Intendant der Juftitie militair „ fig te vergaderen, om Juftitie te pleegen, „ en Krygsraad te houden". Het geen als een vernieuwing is van de inftelling van den Moogen Krygsraad. Dog, hoe het ook geleegen zy met de inftellinp der Krygsraaden, dit is feeker, dat de Hooge Krygsraad niet anders is in haar oorfpronk, als een Krygsraad te velde. Want in de deliberatie k P 3 ge*  'C 234 } gehouden in het jaar 1597 over de aanfteihrr; van een Prefident van den Krygsraad, of, gelyk men doe fprak, van een hooft van de militaire Juftitie, word uitdrukkelyk gewag gemaakt „ van een hooft van de Juftitie over het krygs„ volk in den Leeger" En het verdiend fyn opmerking, dat het Ampt na de dood van den Praefident van Houten , voorgevallen kort voor den twaalfjaarigeh Treves, open geftaan heeft tot het jaar 1Ó21, wanneer het met het uitgaan van den Treves geconfereert is op de Heer Gooswyn van Straalen (£). Want daar uit fchynt te moogen beflooten worden, dat het Ampt onnoodig geoordeelt wiert, wanneer 'er geen Leger te veld ging, en by gevolg, dat de Krygsraad in die tyd°niet anders was als een Krygsraad te velde.; En het fchynt nergens anders aan toe te fchryven te weefen als aan het credit van Prins Mauritz, die wel begreep, hoe veel hem geleegen lag aan de directie over de militaire Juftitie, dat de Hooge Krygsraad een permanente Regtbank geworden is, welke haar refidentie gehouden heeft in den Haage buyten tyde van expeditie-, onder de naam van Groote of Hooge Krygsraad ^ of van Krygsraad nevens fyn Excellentie, en waar aan geappelleerr. is van de Vonniffen der Krygs* raaden in de Frontieren, foo wel als direételyk aan den Raad van Staate (c). Sonder dat gevonden word, dat de Raad fig heeft gekant gehad tegen het appel aan den Hooge» (3) Rif: van haar Ht: Mo: 16 July 1597. (b) Ref: van haar Ho: Mo: it Mey J.G2I, £t) Ref- Raai van St: 7 Mey l$24,  C «35 ) gen Krygsraad: hebbende alleen fig gevoebg getoond , wanneer de Hooge Krygsraad neeft willen voeren de naam van Krygsraad der Vereenigde Net erla -.den, of gepretendeert, te wyfeh by arrest («). Waar van hier na breeder. En daarom is het ook geen wonder, dat de Hooge Krygsraad van felf, en fonder een formeele affchaffing, opgehouden heeft te weefen een permanente Regtbank, en een Hof van Appel, te gelyk met het cellèeren van het gefag der Princen van Orange door het affterven van Prins Willem in het jaar 1650. Want hoewel gefegt word in een Refolutie van den Raad van Staate van den f6 December 1665, dat de Hooge Krygsraad gemortificeert is door de Bondgenooten, foo word egter geen expreife Refolutie van mortificatie gevonden, en word in tegendeel gefegt in het Confent van Holland op de generaale Petitie en Staat van Oorlog voor het jaar 1655 (1) , dat de Prefidents of Superintendents plaats van den Hoogen Krygsraad behoord afgefchaft en gemortificeert te worden, 5, naadien de Hooge Krygsraad althans komt „ te ceffeeren , en" (gelyk 'er bygevoegd word in het Confent van het jaar 1664) „in geen ge- bruik is": woorden, welke eerder infereeren een ftilfwygende, als een expreffe, affchaffing van den Krygsraad. Wordende voor de reft tuffchen de jaaren 1650 en 1672 niets anders gevonden, als dat by •TT» Ref: Raad vtn St* tl Nov: 1626, 23 Mey X639f, fi Fehn 1666. ii) « Miert Ufr ? 4  C «as* 3 by het formeeren van een veldleeger ook een Krygsraad ge.formeert wierd voor den tyd van de expeditie (a), welke Krygsraad geen kennis nam als van faaken in het Leeger voorvallende, en ophielt met het fcheiden van het felve, fonder naderhand te konnen termineeren de onafgedaane faaken Waar van een no¬ tabel exempel is in de faak van den Heer van Langerak, welke in het jaar 1665 in het Leger te regt geftelt zynde, als pligtig aan de dood van de fjon van den Ryngraaf, en het Leger gefcheiden zynde voor dat de Krygsraad had konnen de faak afdoen: addreffeerde de Ryngraaf fig by Requefte aan haar Ho: Mo: , verfoekende Juftitie, welke by Refolutie van den 21 January 1666 den Raad verfogten, een Hoogen Krygsraad te formeeren, om den Heer van Langerak te regt te ftellen. Waar op de Raad den eerfte der volgende maand antwoorde, dat „ de Krygsraad niet meer in weefen was vermids het fcheiden van het Leger, en dat mitsdien deffelfs magt en autoriteit t'eenemaal „ was koomen te ceffeeren : en dat den Raad in de faak foude regt doen, of felff, of door „ den Krygsraad by haar te formeeren" (V). De relatie van de Krygsraaden tot den Raad van Staate, of liever de fubordinatie derfelve onder den Raad , beftaat in de volgende pointen: Ecrftelyk, dat defelve regt doen na den Articulbrieff, en andere militaire Ordonnantiën, en (a) Placaat en Ordotms van den Raad van St: 18 Ai fril '1668 Art: 12. (b) Aïte van de Heeren Gedept te velde$Mey en 3 Jun: 766f, (j) Ref: van den Raad van Stutg Jan: en 1 Febr: 1666,  C 237 ) en Placaaten, door den Raad van Staate geëmaneert uit kragte van de bovenftaande generaale delatie „ van ordre te ftellen op de militaire discipline, en alle exceffen onder het krygs- volk te ftraffen" (a). Sonder dat ergens gevonden word, dat magt gegeeven is aan de Capiteins Generaal tot het emaneeren van Placaaten, Reglementen, en Ordonnancien , op het ftuk van de krygsdiscipline, en dat felfs buiten kennis en deliberatie van den Raad van Staate: het geen men egter defelve heeft fien praftifeeren , voornamelyk den laafte. Ten anderen, dat van de Vonniffen van de Krygsraaden appel valt aan den Raad van Staate , die van den Hoogen Krygsraad niet uitgeflooten, hoewel de Heeren Princen van Orange verfcheide maaien getragt hebben te beletten het verleenen van Mandementen in cas d'ap* pel van de Vonniffen van den Hoogen Krygsraad (1). In het jaar 1624 (2), als het disput vry hoog ging, is ter Vergadering van haar Ho: Mo: voorgeflaagen, „ dat Vonniffen, gewefen in „ het Leeger, den Raad niet prefent zynde, niet O) Ref R:van St: zo Aug: en 17 Sept: 1588, 13 Aug:; 4 Sept: en 12 Nov: 1550, 14 Decemb: 1600, 28 April ca 15 Dec: 1622, 28 Mey en 2 Sept: 1624, 25 Juni 1625, 3 Maert 1627, 7 Feb: 1637. 3 Maert 1640, 3 July 16U, 11 Dec: 1642, 24 Febr: 1645, 21 July en 3 Off: 1648, * Maert 1649, 16 Juni 1667, 18, en 21 Apr: 1668. ' (1) De Regifters en Partyboeken van den Raad van St» 2yn vol van exemplen. (2) 9 July IÓ24. P s  C *3* ) ~tt niet fouden appellabel wefen aan den Raad, s, foo in civiele als in militaire faaken: dat de s, Hooge Krygsraad buyten 't Leger geen ken„ nis neemen foude van civiele faaken: en dat „ van civiele faaken, in het Leger aangevanm gen» en naderhand gedecideext, appelvallen », foude aan den Raad". Dog de Raad nam geen genoegen met die voorflag, en ging voort met de faak doe in queffie, doende op den 21 November 1626 te niet het Vonnis van den Krygsraad (» Twee jaaren daar na verfogt Prins Fredrik Hendrik wederom de intrekking van een Mandement in cas d'appel van een Vonnis van den Hoogen Krygsraad, dog allegueerde alleen, dat den Impetrant Revifie verfogt en geobtineert had van den Krygsraad voor het doen van verfoek om appel (>;: fonder de qualificatie van den Raad in difput te trekken. In het jaar 5647 maakte de Prins het difput weder leevenetig, dog de Raad main tin eerde haar regt, en ging voort met de proceduuren (c). Ten derde beftaat de fubordinatie van de Krygsraaden onder den Raad van Staate daar in, dat dewyl de militaire Juftitie eigentlyk gedefereert is aan den Raad van Staate , en de Krygsraaden geen andere Jurisdictie hebben , als die door den Raad van Staate aan haar gedemandeert is, w;:ar van de bewyfen booven fcygebragt zyn, de Raad van Staate bevoegt is om (d) Ref: van den Raad van Ste 14 Cn 15 Junyy e» Vt July 1624. en 2i Nov: r62<5. (b) Ref. van den Raad van Stt 21 July 1628. \ fff) Ref: van den Raad van St zo Mey,. 7 en Ójisiiï: ï6A7i 33 Ag; cn 17 Mey .i» en »2 Offoï: 1532: Na Het point van de judicature der Krygsraaden over gemeene deli&en, en «ver citilc faaken, is nade» Kit*  C 243 ) Om dit met dry woorden te toon^n, en eerftelyk in opfigt van gemeene deliclen, de Profeiibr Voet heeft in 't breede bevveefen, foo in fyn Tractaat de Jare'miliiari, als in fyn Gomtnentari over den titel Dig. de Judkiis, dat na het Roomfche Regt de Krygsluiden nergens konnen te regt geftelt worden, foo wel over gemeene , als over militaire delicten, als voor de militairen Regter: ■ En dat het Regt hier te Lande overeenkomt met het Roomfche ontrent dit ftuk, leert niet alleen defelve Profeffor in de bygebragte Comtnentarii over den Titul de-Judiciis num: 104, maar ook Sande Deels: Lib.i tit: 1 defin: 4, Groeneweegen de Leg: abrog: ad L. 6 Coel: ae Jurisd: omnium jttdiram , en Anton: Matthaeus de jurs gladii cup: 34: Alleen met dat onderfcheid, dat hier te Lande volgens de leer van Voet preventie plaats heeft in gemeene deliclen: Gelyk het ook fig ïëlfs wyst, en overeenkomt met dc hier nevens aangetooge texten van het Roomfche Regt, dat militairen, delinqueerende buiten de Leegers, Guarnifoenen, off daar zy elders fungeeren in haar militair empioy, ook konnen te regt geftelt en geftraft worden daar zy r^linqueeren, eeven als alle andere dehnquanten. , En wat in de tweede plaats aangaat de civile faaken, de Raadsheer van Sande fegt Deci^: Lik 1 tit. i. ae/in. 4. lnter alia. privilegia et hoe mili* üitgehaalt in een Miffive van den Raad van Staate aan haat Ho:Mo: van den 30 Oiïeb; 1719,geïnfereert aan bet eiasto jiefer Verhandeling,  C 244 ) litiitts indultum tjje, ne alibi quam apad ' Ma giftrum miliium conveniantur: et h>c in caufd civili indiftin&e verum effè, en de Profeffor Voet ad tit: Dig: de Judic: nam: 107, ibid: num: 108, in caiifis civilibus, ac ptcuniariis, a Jure Romano mores magnopere receff/J/è, haud invento: adeoque^ Jive milcs a milite, Jivemiles a pagano, convcniatur, non nifi coram militari judtce lis agitanda ejl, ipfo id deftderante, met die uitfondering egter, dat militairen, welke hier te Lande gehuift, .en gehooft zyn, of fixuni domicilium hebben, ook moeten te regt ftaan over civile faaken voor haar domiciliairen Regter. En het is te minder te verwonderen, dat het Roomfche Regt met de bovenftaande bepaalingen hier te Lande aangenoomen is ontrent dit ftuk, om dat het groot getal van Engelfche, Schutfe, Eranfche, en andere vreemde Officieren, die de Staat van het begin af heeft in dienft gehad, hier te Lande niet gehuift, nog gegoed, zynde, en van den eenen dag tot den ander van garnifoen veranderende, altyt hebben konnen gemak, kelyker in regt betrokken worden voor de militairen als voor de burgerlyke Regter, foo in opligt van het regtsbedwank, als in opligt van het ■vervolg der proceduuren, en van de executie der Vonniffen, by verandering van garnifoen: de geheele Militie, en alle de Krygsraaden, faa« men reforteerendeonder één fuperieuren Regter, wiens gefag en regtsbedwang aan geen plaats bepaalt zyn, namelyk, onder den Raad van Staate. Egter is 'er een feer aanmerkenswaardige uitfondering van dit algemeene regt gemaakt in ft:  C 245 ) faveur van de Sleeden, ftem in Staat hebbende, èy de bekende Refolutie van de Groote Vergadering van den 25 Maert 1651, ftatueerende „ dat de Commandeurs met den Krygsraad in de „ gemelte Steeden niet verder fullen mogen ge3, bruiken, nog extendeeren, de militaire Ju„ risdiétie als over de nalatigheid en overtree- dinge in togten en wagten, overgaan aan den vyand , defertie van de Compagnien, „ ofte verloop van de eene Compagnie onder 3, de andere fonder pasport: mitsgaders over „ exceflèn en delicten, die de Officieren en Sol3, daaten onderling, ofte de eene tegens den an„, deren, fullen koomen te begaan, en verder „ niet". Waar door , foo de Jurisdictie der Krygsraaden in de Steedtn, ftem in Staat hebbende, gereftringeert is tot de bovenftaande govallen, die van de Krygsraaden in alle andere Plaatfen ftilfwygende geconfirmeert is, fodanig als fe in practycq was (/z). Het verdiend alhier geremarqueert te worden, dat hoewel de bovengem: Refolutie van den 2j Maert 1651 in generaale, en onbepaalde, termen telt onder de faaken, welke ftaan ter Jurisdictie van de Krygsraaden in de Steeden, ftem in Staat hebbende, „ de exceffen, en de- liften, die de Officieren en Soldaaten onder,, ling, of de een tegen den anderen begaan": egter de Heeren Staaten van Holland by twee Refolutien, van den 30 Septemb: 1654, en 16 Mey 1668, verftaan hebben, en wel na refumtie van de bovengemelde Refolutie van de Gioo* («) Sic ook Ref: St: Ötn' 23 july 1660. IV. Deel.  C 246 ) Groote Zaale, „ dat alle delicten', begaan by „ militaire perfoonen , niet puurlyk militair zynde, maar choqueerende de gemeene rufte, of „ de borgerlyke fociëteit, gemeenlyk genaamt 5, comnuwia delieta', in haar nature ftaan tot „ kenniffe, judicature, en correctie van de ordina„ ris Juftitie, of van de civile en politiquen „ Regter". Dog, met hoe wymg fondament, kan afgenoomen worden uit de volgende Brieff van den Raad van Staate aan deMagiftraatvanZvvoll(i), welke fig bediende van die twee Refolutien, om te bewyfën , dat de judicature over een Soldaat van het garnifoen, die een ander Soldaat had dood gefteeken, en geapprchendeert was door den Krygsraad, toequam aan Schepenen. Wy nebben te fyner tyd ontfangen UEd: refcriptieop onfe Miffive van den 18 Septemb; laaftleede, raakende de judicature 'over excesr ,, ftn , en delicten, die de Officieren , en Sot„ daaicn onderling, of de een tegen, den ander, begaan: en zyn gefurpreneert geweest daar „ in te vinden, dat UEd: bybrengen tot bewys, dat de judicature daar over niet foude toëkoomen aan de Krygsraaden, uitgefondert wanneer de exceffen, en deliófen, welke de militairen onderling begaan, krygsfaaken raaken , „ dat de conlideratien, door de Provincie van „ Overyffel, in het jaar 1651 op de Groote „ Vergadering uitgebragt, de judicature der Krygsraaden in het voorf: geval bepaalen tot „ krygs/daken. Want wat is klaarder, als dat „ die bepaaling, door een Provincie gemoveert, „ cn (1) * Novmh i7ï» dat  C 252 ) s, dat U Ho: Mo:, waar aan felden faaken van „ die natuur, geen gemeenfchap hebbende met 3, Staatsdeliberatien , voorkoomen , niet zyn ver* „ dagt geweest in het neemen derfelve op het „ onderfcheid tuffchen de Steeden, ftem in 1, Staat hebbende, en niet hebbende: „ £n dat ook, om wat nader te koomen tot „ het geval in queftie, veel gevoeglyker, en te „ gelyk onkoftelyker is, wanneer een Officier, „ die niets gemeens heeft met de Stad, waar „ heen hy door U Ho: Mo: in garnifoen gefon„ den is, aldaar komt te overlyden, dat des„ felfs equipagie , en wat hy verder by fig „ heeft, gaadegeflaagen en gebeneficcert wor„ den door den Krygsraad, en Commisfariffen „ van dien, beftaande uit perfoonen, die alle ,, een gemeen intereft hebben om het voordeel „ en menage van den overleede te betragten, „ als door de Geregten, en dat meenigmaal van „ flegte garnifoenplaatfen , het zy dat maar „ provifioneelyk moet geforgt worden voor de „ nagelaate equipagie, en meublen, wegens de „ abfentie der nabeftaanden , of erfgenaamen „ van den overleeden, of dat die moeten te „ geld gemaakt, en het provenu onder de cre„ diteuren gediftribueert, worden. „ In voegen, dat U Ho: Mog: fien, dat de „ fuftenue van de Magiftraat van 's Hertogen„ bofch in deefe aanloopt tegen de oude ufan„ tie, geconfirmeert door een feer folemneele ,, Refolutie, kragt van wet hebbende, en door „ de opgevolgde pra&ycq, mitsgaders tegen de „ bilhkheid, en het intereft van U Ho: Mo: „ Militie, welke het fondament zyn van de „ voorfz,-  C 253 ) voorfz. ufantie en Refolutie." en fonder dat de Magiftraat ergens in verkort word, alfoo de Bondgenooten niet hebben behoeven te „ onderwerpen aan haar judicature de Militie, „ welke U Ho: Mo: van tyd tot tyd fouden „ fenden na 's Hertogenbofch , niet om te ,, maaken een gedeelte van het lichaam der in- gefeetenen, waar van de Magiftraat het hoofd „ is, nog om te genieten dc voordeden, en te helpen,draagen de burgerlyke laften, van de „ ingefeetenen der Stad, nog om eenige re* „ latie te hebben tot defelve, maar alleen om ,, fig aldaar op te houden voor den dienft van „ U Ho: Mo: van den eenen dag, en uur, tot het andere, en fubjeéf, te weefen foo wel aan het regts- als aan het krygsbedwang van de ,, Officieren, door, of van weege, U Ho: Mo: „ over haar geftelt". Deefe Brieff commifforiaal gemaakt, en nevens die van de Magiftraat en van de Krygsraad in een conferentie geëxamineert zynde, wierd de Magiftraat by Refolutie van den 23 Maert in het ongelyk geftelt, en de direétie over den boedel van wylen den Heer van Poelgeeft gelaaten aan den Krygsraad. Maar hoewel uit dit alles genoegfaam blykt, dat de Krygsraaden , uitgefondert die in de Steeden ftem in Staat hebbende, kenniffe neemen van allerhande faaken, en niet maar alleen van militaire delicten : foo ftaan egter de volgende exceptien aan te merken: Eerftelyk, dat de militairen moeten te regt ftaan voor de burgerlyken Rcgt«r over delicten, en andere faaken, die voorgevallen Q 5 zy»  C 254 ) zyn voor dat fy fig begaaven in militairen dienft (a): Ten anderen, dat de militairen moeten te regt ftaan over faaken , raakende de gemeene Middelen, voor de gedelegueerde Regters tot de judicature over de gemeene Middelen, fonder dat de Krygsraaden moogen daar van kennifle neemen (/?): Ten derde, dat militairen, welke hier te Lande gehuift en gehooft zyn, gelyk men fegt, of welke een fixum domicilium hebben behalven haar garnifoen, moeten te regt ftaan voor haar domiciliairen Regter over faaken, niet raakende den militairen dienft (c) : fonder dat men egter vind gedecideert te weefen, of fodanige militairen, gedagvaart wordende voor den Krygsraad over faaken van die natuur, konnen proponeeren exceptie van incompetentie, en renvoi, of niet: En ten vierde, dat de Krysraaden geen kenniffe moogen neemen van de queftien tuffchen de Officieren en de Solliciteurs militair, fchoon, dat die eenigermaaten zyn te houden voor militaire perfoonen, als ftaande op de Róllen van de Compagnien onder de naam van Schryvers, en in die qualiteit 's Lands gage trekkende (d): Op deefe wys heeft het gegaan met de militaire Juftitie tot het jaar 1672 toe, wanneer de laaft overleede Koning van Groot-Brittan- nien Sie Ref: Raad van St: 24 Janua: en 10 Mant 1636. (6) Sie Ref: Raad van St' 13 Mey, 4 en óSepth: 1631, 16 Feb: 1641, *3 Mey 1646, 29 Janua: I648, 10 Juny 1640, 4 Janua: en 5 Feb: i6S7- (c) Voet ad Pand: tit: de Judic. «• 107 et iS8. („(QSie Ref: Raad van St: lJug: 1616, cn 13 Janry 1654,  C -SS ) nien van glorieufe gcds, doe Prins van Orange, aangeftelt fynde tot Capitein Generaal van den Staat, en fig bedienende van de faveur van de tyd, niet alleen de Hoogen Krygsraad deed herleeven, en wel haaft het foo ver bragt, dat niemant durfde provoceeren aan den Raad van Staate, het zy van de fubalterne Krygsraaden, of van den Hoogen Krygsraad, maar boovendicn foo ver extendeerde buyten dc voorige paaien de Jurisdictie der Krygsraaden binnen de Provinciën , dat daar uit „ meenigvuldige difpu„ ten voorvielen met de ordinaris Regters, foo „ ten aanfien van het civil, als van het crimi,, neel", gelyk erkent word in de Brieff, welke de Prins den 19 Mey 1675 fchreef aan de Staaten , of aan de Hooven van Juftitie, van verfcheide Provinciën, doende daar by de volgende voorflaagen tot provifioneele wegneeming van die difputen, eeven als of de militaire Juftitie geheel en alleen van hem dependeerde: „ Dat geene politique of burgerlyke perfoo„ nen, nog in civile of crimineele faaken, -„ fouden konnen worden geconveniêert of aan„ gefprooken voor den Krygsraad, ten waare „ de voorn: crimineele faaken fodanigen militai„ ren delict impliceerden, en met fig bragten, „ dat alleen tot kenniffe van den Krygsraad „ foude behooren te fpecteeren: „ Dat in civile faaken alle politique off bur„ gerlyke perfoonen r iets te eiffchen hebbende ' „ van militaire perfoonen, haare actie fouden ,, moogen inftitueeren voor den ordinaris civi„ len Regter, en dat de militairen haar aldaar „ fouden moeten verantwoorden: „ Dat  ( 25<5 ) ,, Dat twee militairen over civile faaken elk van den anderen te eilfchen hebbende, fulx meede fouden moeten doen voor den ordinaris „ civilen Regter: maar foo wanneer militairen „ eenige queftie fouden moogen hebben over s, haar foldy of gagie, dat het felve foude be„ hooren te worden getermineert voor den „ geenen, die van ouds daar toe zyn gequali„ ficeert geweeft: „ En foo wanneer eenige militairen fouden „ moogen koomen te begaan eenige deli&en, „ die men noemt gemeene deliéten, dat daar 3, ontrent preventie foo voor den burgerlyken 5, als militairen Regter behoorde plaatfe te heb,, ben, foo wanneer die deliéten fyn begaan aan, ,, of omtrent, burgerlyke perfoonen, off haare 3, goederen , en familien , in voegen dat den Regter, 't zy burgerlyk, 't zy militair, die „ eerft foude mogen hebben gepreveniëert,com„ petent foude behooren te weefen, foo nog„ tans, dat den militairen Regter noit tegens „ politique of burgerlyke perfoonen foude moo„ gen procedeeren, uitgenoomen alleen in de,, héten, die, als voorf: is,ganfch en t'eenemaal militair fouden weefen: dat ook, foo wan,, neer in materie van duel foude moogen voor* „ vallen tuffchen een militair en burgerlyk per,, foon, de regtspleeging over de burgerlyke perfoon voor den ordinaris Regter foude behoo,, ren te worden voltrokken: maar foo wanneer ,, queftie in het crimineel foude moogen voor3, vallen tuffchen twee militairen, fonder dat „ burgerlyke perfoonen daar meede fouden wee. „ fen gemtereffeeit, of over deliaen, die by 3, dya  C 257 ) „ den Regter genoemt en gehouden worden voor militair, dat als dan de judicature daar over alleen foude behooren te competeeren „ aan den militairen Regter". Het Hoff van Holland, waar aan de Brieff onder anderen geaddreflèert wierd, antwoorde (i) daar op met veel voorfigtigheid, in fubftantie, dat de Wetten en Privilegiën van het Land, en van de goede ingefeetenen van dien, haar verhinderden te konnen opvolgen den inhoud des Briefs, en dat het Hoff de eer had, niet van wetten te maaken, maar fig te reguleeren na de gemaakte wetten. De Staaten van Utregt in tegendeel, gelyke Brief ontfangen hebbende, fonden daar van copie aan het Hoff Provinciaal, en aan alle de fubalterne Regtbanken, om fig daar naa te reguleeren (V). Wat effect, de Brieff elders gedaan heeft, weet men niet. Maar, hoe veel ook mag te leggen vallen op de voorflaagen, daar by gedaan, het gefag, dat die attribueeren aan de militairen Regter, isgewiffelyk veel kleinder als dat, welk men den Hoogen Krygsraad, geftyft door de autoriteit van den Capitein Generaal , federt heeft fien exerceeren. Men kan vermoeden, dat het niet wynig gecontribueert heeft om de Prins te doen aanYig trekken de geheele directie van de militaire Juftitie, met uitfluiting van den Raad van Staate, dat haar Ho: Mo:, daags naa fyn aanftelling tot Capitein Generaal, hem verfogten , ,, fig te wil„ len informeeren, over het overgeeven van de j, Stee- (i) 30 Mey 1675- («; Ref; » Junins 1675,  ( ) „ Steeden Svvol en Deventer aan den vyand, „ en voords tegen de fchuldigen te doen pro„cedeeren, als naa behooren" (a): niet tegenstaande dat het ocffenen van flratïe ,, over'het onbehoorlyk opgecven van Steeden en Sterk„ ten" exprelfelyk aanbevoolen is aan den Raad van Staate by de Refolutien, in het begin van dit Capittel bygebragt, en dat de Raad, om andere exemplen voorby te gaan, in het jaar 1629 had te regt geftelt, niet alleen de Officieren , welke Amersfort hadden overgegeeven , maar'ook de Schout, en Magiftraatsperlbonen , die daar aan fchuldig waaren (b): en dat haar Ho: Mo:,felve nog maar wynig weeken geleeden, en namelyk den 22 Juny 1672, de Provincie van Holland door haar Gedeputeerden ter ■ Generaliteit verfogt hadden, ten fpoedigfte te regt te ftellen, en na behooren te procedeeren, tegen de Officieren, fchuldig aan het overgeeven van Orfoi, ftyhberk, en andere Plaatfen,' in defelve Provincie geapprehendeert, .„ of wel „ anderfins die te doen ftellen in handen van „ den R-.ad ïph Staate, ten einde dat dc gem: ,, Raad daar tegen mag procedeeren, en doen „ procedeeren, als na behooren". Syne Majc van Groot-Brittannien in het jaar T702 ovcrlcedcn zynde-, deed de Raad van Staate door Commiffariffen nafien dc rctroacta op het ftuk van de militaire Juftitie, en van den Hoogen Krygsraad', welke den 9 February des volgenden jaars, na dat den 18 January provifioneele ordre op het werk van den Krygsraad (a) Ref: St: Cen- 9 July 1672. \b) Ref: 8t*»Qcnl 16, 21, en 22 Aug: ffltJR  C 259 J raad geftelt was,rapporteerden, „dat haar niets „ feekers voorgekoomen is nopende de inftel,, ling van den Hoogen Krygsraad, als alleen, „ dat in een Refolutie van den Raad van den „ 9 Augufti 1647 als een ontwyffelbaare faak geftelt word, dat den Hoogen Krygsraad geen „ andere Jurisdictie heeft als by delatie van den „ Raad van Staate: dog dat uit feer veel Re„ folutien en andere Acïen blykt, dat 'er veele „ jaaren voor het jaar 1650 een Krygsraad ge,, weeft is, welke onder de naam van Groote „ of Hooge Krygsraad, of van Krygsraad ne„ vens' fyne Excellentie, haar feffie gehouden „ heeft hier in den Haage, buiten tyde van „ expeditie, en waar aan geappelleert wierd van „ de Vonniffen der Krygsraaden in de Frontie„ ren, foo wel als aan den Raad van Staate: „ dat van dien Krygsraad appel viel aan den „ Raad van Staate, zynde verfcheide Mande„ menten in cas d'appel met de claufule van. „ inhibitie by den Raad verleent, en Vonniffen ,, van dcnielvcn Krygsraad gecorrigeert, hoe„ wel de Heeren Princen van Orange het oti„ gaarn faagefi, en meermaalen verfogt hebben, „ dat fodanige Mandementen niet mogten ver- leend worden: dat tuffchen de jaaren 1650 „ en 1672 geen Hooge Krygsraad bekent is,hec „ zy dat fe gemortificeert is door de Bondge- nooten, gelyk gefegt word in een Refolutie „ van den Raad van den 16 Decemb: 1665, „ off dat fe, in haar begin niet anders zynde "„ als een Krygsraad te velde, en alleen door „ het gefag van de Heeren Princen van Orange een permanente Regtbank geworden zynde, » ge-  ( 2Ó0 ) 5, gecefleert heeft, foo lang dat gefag cefieerde, „ en het militair commandement buiten tyde „ van expeditie geëxerceert wierd door deri Raad van Staate, met communicatie, enveel- fins op Refolutie van haar Ho: Mo:, worden3, de in die jaaren niet anders gevonden, dan 5, dat by het formeeren van een veldleeger ook 3, een Krygsraad geformeert wierd voor de tyd van de expeditie, welke geen kennis nam 3, als van faaken, in het Leeger voorvallende, 3, en ophielt met het fchyden van bet felve, 3, fonder naderhand te konnen termineeren de 3, onafgedaane faaken, welke of by den Raad afgedaan wierden , of by een extraordinaris Krygsraad, daar toe beroepen door haar Ed: 3, Mo:: dat voor de reft niet alleen den Raad van Staate als opperfte Krygsraad, maar alle ,, de fubalterne Krygsraaden, bevonden worden ,, van over feer veel jaaren kennis genoomen 3, te hebben niet alleen van de mefufes en de- liften, begaan tegen den Articulbrieff en an,, dere militaire Ordonnantiën en Placaaten, ,, maar van allerhande civile, en particulierlyk ,, meede van huwelykx faaken,en van infolven3, te boedels van militairen, en dat daar in ge,, continueert is na' het jaar 1650, fonder an,, dere befnocying als dat by Refol: van den 3, 25 Maert 1651, genoomen by de extraordinaris 3, Vergadering van de Bondgenooten, gehouden ,, op de Groote Saai van het Hoff van Holland , 3, verftaan is, dat de Commandeurs met den ,, Krygsraad in Steeden, ftem in Staat hebben3, de, niet verder fullen moogen gebruiken nog „ extendeeren de militaire Jurisdictie als over  ■(■»*-) •5, de nalatigheid en overtreeedinge in togten en ,, wagten, overgaan aan den vyand, defertie van „ de Compagnien,off te verloop van de eene Com„ pagnie onder de andere fonder pafport, mitsga„ ders over exceffen en delicten die de Officieren „ en Soldaaten onderling, off de eene tegens den anderen, fullen koomen te begaan, en verder ,? niet: dat na het jaar 1650 alle de Vonniffen ,, van de Krygsraaden, foo in crimineele als „ andere faaken gevveefen zyn, fonder de clau„ fule van approbatie, en alleen behoudens het „ middel van appel in faaken, die appellabel „ zyn na de gemeene Regten: en eindelyk, ,, dat zy wel verfcheide exemplen gevonden „ hebben van pardonnen, en andere gratiën, ,, door den Raad verleend aan militaire delinquanten, felfs op verfoek en interceffie van ,, de Heeren Princen van Orange, -dog geen „ Refolutie, off andere grond, waar op het „ verleenen derfelve gefundeert is". En wierd daar op vervolgens gerefolveert, dat by provifie, en foo lang als geen andere „ ordre fal geftelt weefen by de gefaamentlyke „ Bondgenooten op de militaire Juftitie, ge5, volgt fal worden den voet, die daar ontrent „ gehouden is tuffchen de jaaren 1650 en 1672 , „ gelyk alomme gedaan word in meeft alle an„ dere geleegentheeden: en dat dienvolgens de „ Kryg-raad, welke fal geformeert worden by „ het famentrekken van het Leeger, geen kennis fal neemen, als alleen van faaken, die in het Leeger fullen voorvallen, en dat de ?, Griffier van den Krvgsraad aanftonds na het IV. Deel. R „ fche|-  ( z6z ) fcheiden van het Leeger fal moeten overi ,, brengen aan den Raad alle de crimineele pro„ celfen, welke niet hebben konnen in het veld „ getermineert worden, ten einde om te ftellen de vereiscbte ordre op het vervolg en afdoe,, ninge derfelve; en dat totprompter expeditie van alle andere onafgedaane faaken, defelve met het fchyden van het Leeger fullen devol- veeren aan de ordinaris Krygsraad van de ,, Plaats, alwaar de gedaagde garnifoen gaathou„ den, of, foo daar geen behoorlyke Krygsraad „ is, gelyk gebeuren kan in de Forten en Schans„ fen, aan de Krygsraad van het Gouvernement of Commandement, waar onder defelve refor„ teeren, of, foo ook daar geen genoegfaatn „ garnifoen is tot het formeeren van een Krygs„ raad, aan de Krygsraad van de naaft geleegen „ Plaats, aan welke de bovengemelde Griffier „ fal hebben met het fchyden van het Leeger 9, geëvangelifeert over te fenden de notulen, en „ dingtaalen, met de ftukken, die onder hem ful„ len gefurneert weefen: en eindelyk, dat aan„ gefchreven fal worden en gelaft, gelyk gelaft „ word by deefen aan de Commandeurs en Krygs„ raaden in de Steeden,ftem in Staat hebbende, „ praecifelyk te agtervolgen de bovengemelde „ Refolutie van de gefamentlyke Bondgenooten, waar van copie aan haar fal gefonden wor„ den: en aan alle de Gouverneurs, Comman„ deurs, en Krygsraaden indiftinftelyk, dat fy „ voortaan in alle faaken, fpecteerende te haa„ rer kennis, foo crimineele als andere, regt „ dqen foo als fy fullen oordeelen in goede Jufti- •> tie  • C 263 ) 5, tie te behooren , fonder haar Vonniffen te fenden om approbatie, als ltrydig met het „ oud gebruik, en met de gewoone wys van „ regtspleeging, voorbehoudens niet te min het „ middel van Appel in alle faaken, die appella„ bel zyn na de gemeene Regten, ende is op 5, het ftuk van de pardonnen en gratiën geen „ Refolutie gevallen".  ( 264 ) VEERTIENDE CAPITTEL. Van het verhenen van pardon en gratie. TT J_J_et pardormeeren der militaire deliéfen, welk ftuk niet als met de vinger aangeroerd word in bet bovenftaarid Rapport en Refolutie, is te weefentlyk een deel van het gefag over de Militie, om nier, wat breeder uitgehaalt te worden in deefe Verhandeling van het wettig gefag over de Militie. De Militie zynde in dienst van de Generaliteit, off van de gefamentlyke Provinciën, gelyk beweefen is in het eerfte Capittel, en de militaire delicten by gevolg begaan wordende tegen de Generaliteit , fchynt het verleenen van pardon aan de militairen alleen toe te koomen aan de Staaten Generaal, als wefende een aéte van fouverainiteit, en het is op die grond dat de Raad van Staate, wordende in het jaar 1605 door Prins Mauritz verfogt om gratie voor den Ritmeefter Ryhooven, antwoorde, dat door den Raad „ regt „ gedaan zynde, de gratie ftond by de Gene„ raale Staaten (V)": en in het jaar 1607 op een gelyk verfoek van den Ambasfadeur van Vrankryk voor den Cornet de Tarieres, „ dat „ by haar Juftitie geadminiftreert word, en geen „ gratie (*)". Hoe- fa) Ref: Raad van St* 7 Feb: 1605. (&) Ref: Raad van Ste 7 Nov: 1Ó07. Sie ook Ref: Raai van St: 29 Dec: 1604, 15 Juk 1605, 27, 28, en 29 Juvy, en 24 Juk 1607, 2,3, en 4 Jan: 1619, 10 juli 17 Mey 1631,  C **5 ) Hoewel men veel exemplen vind van pardontien, en gratiën, door den Raad van Staate verleend. Waar op de Refolutien van den 19 Novemb: 1588, 5 en 6 Februa: en 13 April 1591, 16 Oftober 1596, 17 Juny, 15 en 16 Augufti 1603, 31 Janua: 1605, 20 Decemb: 1606, 14 Febr: 1609, 20 July 1611, 24 Augufti 1612, 7 Septemb: 1613, 5, 8, 25, en 27 February-, en 1 Maert 1616, 23 Mey, 28 Novemb., en 5 December f618, 16 Mey, 4, en j4Septemb: 1619, 17 Februa: 1626, 4 Decemb: 1627, 24 Maert 1628, 21 Janua: 1630, 17 April 1631, 24 Novemb: 1638, 21 en 28 Augufti 1643, 4 Augufti 1645, 23 January en 11 Mey 1646, konnen nagefien worden. En is voords van ouds altyt gepraftifeert, dat haar Ho: Mo: geen pardonnen verleend hebben aan militairen, als naa ingenoomen advis van den Raad van Staate, uitwyfens onder anderen de fxefolutien van den Raad van den 11 February 1603, 24 July 1604, 9 en 13 February 1610, 30 Septemb: 1612, 25 Juni en 19Oftob: 1618, 8 Janua: 1619,en 17Mey 1631. Het regt, dat de Staaten Generaal hebben tot het verkenen van pardon aan militairen, daar in gegront zynde, dat de Militie in dienft van de Generaliteit is, en dat de misdaaden, welke de militairen, als fodanige, begaan, begaan worden tegen de Generaliteit, aan welke het dienvolgens alleen toeftaat die te ftraffen, of de ftraff te remitteeren, fchynt te volgen, dat het regt van de Generaliteit, of van de Staaten Generaal, om te pardonneeren niet extenfibel is tot gemeen® R 3  ( 266 ) tneene delicten, door militairen begaan wor» dende. Maar hier tegen ftaat te confidereeren, dat het regt van pardonneeren foo ver gaat als het regt van ftraffen. En, dewyl in het voorgaande Capittel beweefenis, dat niet alleen de Krygsraaden in de Steeden, geen ftem in Staat hebbende, kennis neemen van gemeene delicten, begaan wordende door militairen, maar felfs die in de Steeden ftem in Staat hebbende, foo wanneer gemeene delicten begaan worden door militaire perfoonen onderling, of de een tegen den ander, foo volgt, dat haar Ho: Mo:, uit welker naam de Krygsraaden regt doen, bevoegt zyn om gratie te verkenen van gemeene delicten, door de militairen begaan wordende, in de Plaatfen, en gevallen, waar in de Krygsraaden bevoegt zyn daar over regt te doen. Niet te min hebben de Heeren Staaten -van Holland in het jaar 1658 begreepen, dat het aan haar ftond pardon te verkenen van gemeene delicten, begaan op het territoir van de Generaliteit door Officieren van haar repartitie, en haar onderdaanen. Want als Fred: d'Inojofa Vendrig van een Compagnie, ftaande ter repartitie van de Provincie van Holland, fig geaddrefieert had aan haar Ho: Mo: om pardon van een manflag, te Maaftrigt, plaatfe van delfelfs garnifoen, begaan aan een ander Officier, leiden de hooggemelde Heeren Staaten in deliberatie, of niet by haar foude konnen wettelyk, en validelyk, gedisponeert worden op dat verfoek, en op andere  C 267 ) re van gelyke natuur («): en ordonneerden vervolgens, dat hy foude hebben het voorf: verfoek by Requefte aan haar te addrefleeren Q>), hoewel het Hoff, wiens advis de Staaten daar over innaamen, advifeerde, dat het gevoeglykft foude zyn, dat by haar Ho: Mo: gedifponeert wierd op het verfoek van den voorf: Vendrig, foo om dat de Jurisdictie van haar Ho: Mo: infonderheid was gevioleert door het delict, als om dat het fyn bedenken had, of deremiffie, welke de Staaten van Holland fouden mogen verleenen aan den Vendrig, hem foude konnen presteeren volkoome fecuriteit buiten derfelver gefag, en infonderheid op het territoir van haar Hoog Mog:: oordeelende niet te min, dat de Staaten wel bevoegt waaren om te disponeeren op het verfoek, om dat de voorf: Fred: d'Inojofa, wefende gebooren onder derfelver gehoorfaamheid, voor deefe daar onder gewoond hebbende, en als nog in derfelver befolding en eed weefende, moft gehouden worden als een onderdaan van de Staaten, en als nog onder derfelver gehoorfaamheid te hebben fyn domicilie, als weelende niet anders als reipublicae caafa abfens (c). Dog hoe ver dit na Regten beftaan kan, en of haar Ho: Mo:, en de andere Provinciën, behoefden diergelyke pardonnen van waarde te houden, word gelaaten aan wyfer oordeel. Nog is 'er eene bedenking ontrent de magt van haar Ho: Mo: om te pardonneeren, of die na- l (a) Refol: Stt» van Holh 5 Ottob: 1658. ty) Ref: St'» van Hollt 11 Ottob: 1658.. t (e) Advis vanhet Hof 11 QÜob: i6<8. R 4  C 268 ) namelyk foo vergaat, dat haar Ho: Mo: konnen pardon verleenen aan dehnquanten , gecondemneert by Sententie van de Raad van Staate. Het geen aanleiding geeft tot deefe bedenking, is een notabel exempel, in het jaar 1636 voorgevallen. Jacob Fred: van Renes tot Baar Canonyk te Santen, en woonende met fauveguarde, of pafport, in de Provincie van Utregt, ondernoomen hebbende met hulp van eenige complicen een ingefeeten van die Provincie te leveren in handen van den vyand, wierd gevat, en op Refolutie van haar Ho: Mo: geftelt ter judicature van den Raad van Staate r>), welke hem condemneerde ter dood, met verbeurte van fyn goederen Oj. Niet alleen verfcheide vrienden van aanfien, die de delinquant in meer als eene Provincie had, verfogten voor hem pardon van haar Ho: Mo:, maar de Koningin van Boheemen fchreef daar over tot tweemaalen toe feer nadrukkelyk aan defelve, en de Prins van Orange was 'er mede toe geneegen. Haar Ho: Mo: refolveerden in het eerft, den Raad met de faak te laaten geworden. Maar doe het doodvonnis gevelt was, furcheerden fe de executie op fuggeftie van de Prins, en fcheenen te inclineeren tot het verfagten van de ftraf. Dog de Gedeputeerden van Holland hielden de faak op , en de Staaten, derfelver principaalen, verftonden foo wynig, dat haar Ho: Mo: bevoegt waaren (<0 Sie Ref: Sten Genl 26 en 28 April, 20 Mey, 19, 23, 24, 27, 28, en 30 Jun:, 16 Jul:, 23 Aug:, 3 Sept:, en 23 OBob: 1636. (b) Ref. R: van St1 27 en 30 Jun:, en 13, 17, e« j« oept: 1636.  ( -69 ) ren om gratie te verleenen aan een gecondemneerden by Sententie van de Raad van Staate, dat fe ordonneerden, ,, dat van haaren't weege „ met allen ernft foude worden geïnüfteert, „ dat in de voorf: faak geen dispenfatie, ook geen mitigatie van ftraff, tegen de Sententie „ van den Raad van Staate by Refolutie van de „ Vergadering van de Heeren "Staaten Generaal, „ gelyk defelve is gecompofeert, vermag te ,, worden gedaan, als daar toe geenfins volgens „ de ordre van de Regeering zynde gequalifj„ ceert: dat in tegendeel de Raad van Staate uiü „ kragte van de Unie is geautorifeert, om Jufti„ tie te adminiftreeren als in het hoogfte reffort: „ fonder fubjeót te weefen eenige retraétatie uit „ hoofde van de Vergadering van de Heeren „ Staaten Generaal, en fonderling niet in cri„ mineele faaken, in welke extraordinarie is ge„ procedeert": met by voeging, „ dat in geval „ de Provinciën daar op andere Refolutie fouden „ verftaan te neemen, daar tegen uitdrukkelyk „ foude worden geprotefteert, met infertie van „ het proteft in de publique Refolutien, ad per„ petuam rei memoriam"{a). Ook vind men niet, dat haar Ho: Mo: voortgingen met het verleenen van gratie. Hoewel, de executie der Sententie eens gefurcheert zynde, de Raad de doodftraff fchynt gelaaten te hebben buiten executié, en die alfoo op een indirecte wyfe te hebben geconverteert ineen eeuwigduurendegevangenis,waaruit de gemelde Reneffe niet lang daar na ontquam: f» De (a) Ref: Sten van Holle I0- Jui: l6-.5# (b) Sic Aitzema d: 2, i: 17, fol: 488.  ( 27° ) De Princen van Orange hebben van overlang pardonnen verleend aan militairen (V), en felfs word in de Notulen van den Raad van Staate van den 14 Oftober xói3 een exempel gevonden van een pardon, door Prins Mauritz gegeeven aan een gecondemneerde by Sententie van den Raad van Staate. Dog, het zy dat dit een fingulier exempel is, off niet, 't fchynt niet dat Prins Mauritz nog meende gratie te konnen verleenen teegen Sententien van den Raad van Staate, of dat de Raad begreep, dat hy daar toe regt had, wanneer de Prins in het jaar 1605, gelyk gefegt is, gratie verfogt van den Raad~van Staate voor den Ritmeefter Ryhooven, en de Raad antwoorde, „ dat de gratie ftond aan de Generaale „ Staaten". Ook blykt uit verfcheide exemplen dat Prins Mauritz fig heeft laaten geleegen zyn om ontrent het verleenen van pardon te volgen het goedvinden van den Raad van Staate, die hy fchynt begreepen te hebben dat daar tot meerder regt als hy had (b~). En het verdient grootelyx fyn opmerking, dat de Prins nog in het jaar 1619 nevens den Ambaffadeur van Engeland ernftige inftantien deed by den Raad van Staate, ten einde dat die wilde pardonneeren een Schots Lieutenant Collonel, fchuldig aan gepleegt gewelt en manftag, en dat de Raad, niet goedvindende het pardon te verleenen, de faak renvoyeerde, niet aan den Prins, fchoon dat die fe gebragt had aan den Raad, (et) Sie Ref: R: van St: 30 Nov: 1592, 5, en 8 Janua: 1604+ (b) Sie Ref» R: van Si: 8 Juny 1598, 23 Mey itfoi» tn 2 Janry 161$.  C 271 ) Raad, maar aan haar Ho: Mo:, welke ook het pardon verleenden, na ingenoome advis van den Raad van Staate («). Hier op kan met reede gevraagt worden, wie de Princen van Orange gequalificeert heeft tot het verleenen van pardonnen en gratiën. De Heeren Staaten van Holland feggen daar op in een Refolutie van den 5 Oétober 1658, a, dat voor deefe remiffien zyn gegeeven by de j, Heeren Princen van Orange in der tyd: fonV, der dat bekent is, aan defelve daar toe van weege de Generaliteit, maar wel van weege ,, haar Ed: Gr: Mo:, en eenige andere particu„ liere Provinciën, autoriteit verleend geweefi: te zyn". Dan daar op valt te remarqueeren, eerftelyk, ■dat :de Princen van Orange, immers Frederik Hendrik, en fyn Soon Wilhem, zyn geautorifeert geweeft by formeele Refolutien , of Aéten, van haar Ho: Mo:,, tor het geeven van alle brie■„ ven van gratie onder het reffórt van den Raad ,, van Brabant, en te Maaftrigt, met den .„ Vroenhove (#)": en dat by gevolg niet onbepaaldelyk kan gefegt worden, dat de Princen van Orange geen autorifatie gehad hebben van Generaliteits weege tot het verleenen van gratiën: maar wel, dat de militaire delicten niet begreepen zyn onder die autorifatie, als welke niets gemeens hebben met het reffort van den Raad van Brabant, en waar Ontrent het interinement van denfelven Raad, waar van de aan- ge- («) Sie Ref. Raad van Sts 2 , 3, 4, en 8 janry löxg. -Qi) Sie RefenSt: Genl 12 April 1634,cn3i janua:i6&&,  C 272 ) getooge Refolutie van haar Ho: Mo: van den 12 April 1634 fpreekt, geen plaats heeft: En ten anderen, dat hoewel de Provincie van Holland en Weftvriesland, en eenige andere particulieretProvinciën, de Princen van Orange geautorifeert hebben tot het verleenen van gratiën, de militaire deliéfen notoirlyk geen objeét zyn van die Provinciale autorifatien: foo, om dat niets daar van gevonden word in de Regifters, foo veel men heeft konnen navorffchen: als infonderheid, om dat het een ongehoorde faak was voor het jaar 1650, te fuftineeren, dat de Militie foude weefen in befolding en eed van de particuliere Provinciën, en dat de particuliere Provinciën fouden uit dien hoofde bevoegt zyn tot het verleenen van pardon aan de Officieren van haar repartitie, en tot het geeven van autorifatie ten dien einde. Het geen het raifonnement is van de bovengemelde Refolutie van den50c~tober 1658. In voegen, dat men fchynt te moeten antwoorden op de voorgeftelde vraag, onaangefien de aangetooge woorden uit de voorf: Refolutie, dat de Princen van Orange eerder by gedoogen, als by autorifatie van de Rageering, pardon verleend hebben aan militaire dehnquanten. E Y N D E.  ( 273 ) Dat Ree. ;. 30. Octo.\ :. r. Nov.J 1719. HOOG MOGENDE HEEREN, oor dat wy ter voldoening aan U Hoog Mo: Refolutie van den 25 der voorleede maand onfe confideratien en advis uitten op een Misfive van de Raad van Braband, refideerende hier in den Hage, of eigentlyk op de confideratien en het advis van den Advocaat Fiscaal van denfelven Raad op een Misfive van Prefident en Schepenen van Breda, raakende de judicatuure over militaire Perfoonen in gemeene delicten, gaande nevens de voorfchreeve Misfive van den Raad van Braband, konnen wy niet afzyn van U Hoog Mo: te doen remarqueeren, dat het nog Prefident en Schepenen van Breda fchynen te weefen, nog de Raad van Braband, welke gemoveert hebben de queftie, waar meede U Hoog Mo:, en wy, in deefe worden moeylyk gevallen, maar alleen de gemelden Advocaat Fiscaal: Niet de Schepenen van Breda , welke wy niet konnen feggen gepretendeert te hebben, Regters te moeten weefen van Militairen in materie van delict, voor dat den gemelden Advocaat Fiscaal den 15 Julii laaftleede gefchreven heeft aan den Stadhouder van den Drolfaart de Brief, waar van aanftonds fal gefprooken worden , en welcke nu nog blyven in de termen van een fimpel verfoek om ordre. Niet den Raad van Braband, welke in haar voor-  C 274 ) voorfchreev'e Misfive fegt, dat den Advocaat Fiscaal aan Prefident en Scheepenen van Breda had gefchreven, fonder byvoeging, dat hy fulks foude gedaan nebben door haar ordre, en welke ook a^an TJ Hoog Mo: fend de confideratien en 'het advis van den Advocaat Fiscaal, fonder iets daar by te feggen, als alleen, dat dtfelve in ge-, koomen zynde fy gcrefolveert hebben fe te laaten toekoomen aan U Hoog Mo:, fig eerbiedelyk daar toe gedragende, en fonder fe voor de refr. te avcueeren, of te defavoueeren. Maar den gemelde Advocaat Fiscaal, geïnformeert zynde, dat de Stadhouder van den Drosiaart van Breda kennis gegeeven had aan den Generaal Major de Villegas, aldaar commandeerende, van een manflag, door een Ruiter van het garnifoen begaan aan een Schoenlapper, ten einde om tegen den Ruiter te doen procedeeren: een faak, waar in de Stadhouder niet -gedaan heeft als het geen, dat te Breda, en in andere Generaliteits Frontieren, altyt gepractifeert is: heeft by de reeds aangetooge Brief, uit de naam van den Raad van Braband, gerecommandeert , en geordonneert, aan denfelven Stadhouder, in het toekoomende forg te draagen, dat dier gelyke abuifen niet meer koomen voor te yallen, appliceerende in de Brieff, om eenige fchyn te geeven aan een puure nieuwigheid, op de Generaliteits Frpntieren in Brabant een Refolutie, welke uitdrukkelyk, en alleen, fpreekt van Steeden, ftem in Staat hebbende. Wy konden het hier by laaten, Hoog Mo: Heeren , dewyl een Brief van een Advocaat Fiscaal geen verandering kan maaken in de gere-  C 275 ) recepiëerde ordre van regtspleeging, gelyk wy daarom ook daar tegen voorfien hebben mee fimpelyk te ordonneeren aan de Gouverneurs, en Commandeurs, foo van Breda, als van alle andere Steeden van het reflbrt van den Raad van Brabant, de militaire "fuftitie te maimineeten, fodanig als die altyd onverbreekelyk is gepra&ifeert geweeft, en geen nieuw igheeeten daar ontrent toe te ftaan: fonder te defereeren aan het geen, dat door Officieren, en Schepenen, foude moogen daar tegen geattenteert worden, fchoon op ordre van den Raad van Brabant. Waar aan het Schepenen van Breda betaamd had te acquiësceeren, als aan een Refolutie, eeniglyk ftrekkende tot weering van nieuwigheeden: fonder U Hoog Mo: daar over laftig te vallen, en een Brieff van den gemelden Advocaat Fiscaal in een gelyke graad te ftellen met een Refolutie van den Raad van State: en te meer, om dat Schepenen van Breda feer wel weeten, gelyk wy haar ten overvloet erinnert hebben by Refolutie van den 12 Augufti laaftleede, door haar felve gefonden aan U Hoog Mo: by Miffive van den 24 derfelver maand, fonder fe in het minfte in die Miffive te contradiceeren, dat de Brieff van den Advocaat Fiscaal, en de dagvaarding, door haar dien conform verleent, ftryden met de conjlante en ongeïnterrumpeerde praéycq, en met het eigen doen van den Officier en Schepenen van Breda in alle voorige geleegentheeden, waar in Officieren en Soldaaten van het garnifoen hebben moeten te regt geftelt worden, foo wel over gemeene delicten, als fver militaire. Niet te min fullen wy, om compléetlyk te vol-  C 2?6 ) voldoen aan dé requifitie van U Hoog Mo:, wat nader toonen, dat het gefuftineerde van den gemelden Advocaat Fiscaal, of van den Raad van Braband, indien die mogt van het felve verftand weefen, dat, namentlyk de Militairen in de Steeden van haar rejfort moeten te regt ftaan voor den burgerlyken Regter, en n iet voor den Krygsraad, over gemeene delicten, niet alleen een puure nieuwigheid is, maar oock t'eenemaal ftrydig, foo met het Roomfche regt, welk hier te Lande, plaats heeft, voor foo ver het niet uitdruckelyk is afgefchaft, als met het hedensdaagfche. Dat het voorfchreve gefuftineerde een puure nieuwigheid is, behoeft geen bewys. Schepenen van Breda maaken dat bewys onnoodig, foo veel die Stad aangaat, door haar ftilfwygen, waar van foo eeven gefproken is. en niets was eerder gedaan, foo het nodig was, als het felve te bewyfen van de andere Steeden in het Diftrict van de Generaliteit. Maar dat het voorfchreve gefuftineerde ftryd , foo met het Roomfche regt, als met hetheedensdaaghfche, eischt breeder bewys, welk bewys wy egter kortheids halven byna alleen fullen haaien uyt de Schryvers, door den gemelden Advocaat Fiscaal bygebragt. De Profeffor Voet, een, en feker niet deminfte, van fyn Auteuren, bewyft in 't breede, foo in fyn Traétaat de Jure militari, als in fyn Commentari over den titul Dig: de Judiciis, dat de Krygsluiden na het Roomfche Regt nergens. konnen te regt gefteld worden, foo wel over gemeene, als militaire delicten, als voor de militairen Regter. Waar  C *77 ) Waar meede dc testen (V), door den Advocaat Fiscaal bygebragt tot bewys van het tegendeel, gcenlins ftryden, dewyl fe nog van gemeene deiicfen fpreeken in tcgenftclling tegen militaire delicten, nog van den ordinaris Regter, maar enkelyk en alleen meedebrengen, dat een Militair, buiteg zyn garnifoen delinqueerende, buiten zyn garnifoen gellraft kan worden: gelyk fonneklaar blykt uit de bloote leéture van die texteri. Dat het regt hier te Lande ontrent dit ftuk overeenkomt met het Roomfche, alleen met dat onderfcheid, dat preventie plaats heeft in gemeene delicten, word niet alleen geleerd door Voet in dc bygebragte Commentari over den titul de Judicéis Num: 104, maar ook door Sande 'deels: Lik 1 -tit: 1 dejin: 4, Groeneweegen de leg: abrog: ad L. 6 Cod: de'jurisd: omnium Judicum, beide door den gemelden Advocaat Fiscaal geciteert,en Antonius Mathaeus de Jure gladii Cap:$ 4, welker, woorden wy hier fouden by voegen, foo wy niet vreesden, van een Brieff te fullen maaken een Schriftuur van regten. Tegen een foo klaare faak, een faak, die den gemelden Advocaat Fiscaal bovendien daaglyx het praótifeeren onder het oog van het Hof van Holland, en van Schepenen van 's Gravenhage, waar mede Schepenen van Breda, en andere Brabandfche Steeden, fouden konnen fig genoegen op een gelyke voet te weefen, allegueert de gemelde Advocaat Fiscaal, dat foo de Krygs- raa- (d) L;x 3 Dig: de re militari. Ltx 22 de accufatimibyf, IV. Deel. S  C »78 ) raaden hier te Lande hadden het regt van te oor-» deelen over gemeene delicten, fyne Majefteyt van. Groot-Biïttannien,glorieufer gedachteniffe, niet foude hebben in het jaar 1675 by Miffive voorgeflaagen aan de Heeren Staaten van Utregt , dat preventie foude behooren plaats te hebben in gemeene delicten: daar by voegende, dat niet foude confteeren, dat foodanig eene preventie in het voorf hreeve geval by eenige wet, of refolutie, van den Sottverain foude zyn geaccordeert. Dog, gelyk den Advocaat Fiscaal niet gewesten heeft,dat de Heeren Staaten van de hooggemclden Provincie den voorflag aangenoomen hebben by Refolutie van den 2 Juni 1675,en dat fy daar van aan het Hof en andere Geregten kennis gegeeven hebben, om fig daar na te reguleeren: het geen hy egter ligtelyk had konnen weeten > dewyl de Refolutie van de Staaten van vooren tot agteren geïnfereert is in het bovengemelde Boek van Antonius Mathaeus de jure gladii (a): foo heeft hy niet gerefle&eert, dat de voorfchreeve Miffive eigentlyk het oog had op een Stad, die, ftem in Staat hebbende, uitgefondert was van de gemeene regel by de bekende Refolutie van de groote Vergadering van het jaar 105 r. Want U Hoog Mo: weeten, dat die Vergadering by Refolutie van den 25 Maert van dat jaar de Jurisdictie der Krygsraaden in de Steeden , ftem in Staat hebbende, bepaalt heeft tot de Militaire delicten : en dat die delicten, tot meerder klaarheit, geënumereert zyn in defelve Refolutie. Den gemelde Advocaat Fiscaal remarqueert, cn te regt, dat die Refolutie na deletter maar ap- W &P: 34-  C 279 ) applicabel is op de Steeden in de Provincie van Gelderland, Jhm in Staat hebbende. Maar de gelykheid van reeden heeft die Refolutie altyddoen aanfien voor een generaale Refolutie, genoomen ten voordeele van alle de Steeden in de Vereenigde Provinciën, Jhm in Staat hebbende, dan genoomen, dat fe maar applicabel was op de Gelderfche Steeden, foude daar uit volgen, dat fe niet geëxtendeert kan worden tot alle Steeden, daar defelve reeden plaats heeft, fonder fe met een te extendeeren tot de Brabandfche Steeden, daar die reeden geen plaats heeft? niets minder. Maar, dewyl die Refolutie een uitfondering is van het gemeene regt, gelyk boven beweefên is, foo dient fe veel eer tot beveiliging, dan tot vernietiging, van het gemeene regt in alle Steeden,die geen jitm in Staat hebben. Gelyk dan ook het gemeene regt alom buiten de Steeden, Jlem in Staat hebbende, in vigueur gebleeven is, en wel foo, dat de Prteventie, welke volgens de boven aangetooge Regtsgeleerden fchynt plaats gehad te hebben in de geünieerde Provinciën voor de voorfchreeve Refolutie van den 2.5 Maert 1651, geen plaats heefc in het reffort van de Generaliteit, maar dat aldaar de boven aangetooge dispofitie van hetrRoomfche regt voïkoome ffand grypt. Dit blykt niet alleen uit deconflantepractycq, waar van booven gefprooken is, maar, om geen meerder bevvyfen by te brengen, uit een notabel voorval van het jaar 1666, wanneer men van de zyde van de Churfurft van Brandenburg wilde brengen in het Traclaat, welk den 16 Fe-, S z- bru-  C i*8o ) fcfuary van dat jaar geflooten is, een Articul * volgens welk de Militie van U Hoog Mog:, leggende in de Steeden van het Land van Cleef, foude te regt moeten ftaan onder de Cleeffche politique Overheid in faaken, die de Militie niet concerneeren, gelyk fulx in U Hoog Mog: eige ftaat foude worden geobferveert. Dan U Hoog Mog: waaren niet te brengen om een fodanig Articul toe te ftaan, en het bleef buyten het Traélaat, dewyl de Raad van Staate, met welke U Hoog Mog: daar over te raade gingen , advifeerde (i), dat het felve om feer importante reedenen foude behooren gelaaten te worden by liet jeegenwoordig gebruik: dat wel waar is, dat in de Staat deefer Vereenigde Nederlanden de Stee* den, ftem in Staat hebbende, in eenige gevallen ever de Militie, in den haare logeer ende, hebben en oeffenen Jurisdiïlie: Maar dat te confidereeren ftaat, dat de magt, haar daar ontrent competeerende, komt te deftueeren uit het regt van Souverainiteit over de Militie, in welk regt de gemelde Sleeden, als integreerende Leeden, zyn participeer ende: en dat om die reedenen het felve regt aan de Steeden in de refpeétive Proviutien, geen ftem in Staat hebbende, niet word toegeftaan, veel min aan de Steeden, reforteerende onder de Generaliteit. Wy noemen dit een notabel yoorval, Hoog Mog: Heeren, om dat niet klaarder kan blyken, als daar uit blykt, eerftelyk, dat de Refolutie van de groote Vergadering van den 25 Maert 1651 in het jaar 1666, dat is in een tyd, wanneer niet te breede loop gelaaten wierd aan de Militaire Juftitie, geen plaats had in de Steeden, • geen £1) ir Januarii iC6é>  C ) geen ftem in Staat hebbende: of men moeit feg-» gen, dat de Raad van Staate nietwift, wat ie aan U Hoog Mog: fchreef: en ten anderen, dat U Hoog Mog:, foo wel als de Raad, van dat veritant waaren, dat die Refolutie geen plaats behoorde te hebben in de Steeden, geen ftem in Staat hebbende. Den gemelde Advocaat Fiscaal heeft egter eenige Refolutien van U Hoog Mog: bygebragt, waar uit het tegendeel van dit laafte foude blyken, en namelyk die van den 26 February 1649, 17 january 1674, en %i January 1704, want die van den 22 April 1670, en 3 July 1705, welke hy meede bygebragt heeft, fpreeken van geen te regtftelling van Militairen, gelyk aanftonds blykt uit de bloote lecfure derfelve, en doen derhalven niet ter faake. Vooraf erkennen wy gaern, Hoog Mog: Heeren, dat indien de meening van U Hoog Mog: geweeft was, door de voorfchreeve Refolutien te vernietigen, foo het Roomfche regt, als het regt, dat boven getoond is hier te Lande gerecipiëert, en in practyq, te weefen, en een ander regt in de plaats in te voeren, beide fouden moeten wyken aan de nadere dispofitie van U Hoog Mog:, als aan welke wy geenfins willen difputeeren de legiflative magt over het Diftricl: van de Generaliteit. Maar of de meening van die Refolutien is, verandering te maaken in het regt,laaten wyUHoog Mog: oordeelen, welke wy verfoeken, ten dien einde in agt te neemen, dat in die Refolutien nergens minder van gefprooken word als van iets nieuws te ftatueeren, en wel iets, dat ftryS 3 den  den foude niet alleen met het Roomfche, en met het heedensdaagfche, regt, maar ook met een Refolutie van de folemneele Vergadering van het jaar 1651, welke Refolutie, gelyk gefegt is, uitdrukkelyk onderfcheid maakt ontrent het ftuk in verfchil tuffchen Steeden ,flem in Staat hebbende, en andere, en welke een foort van wet, of reglement, is, ftilfwygens confirmeerende het gerecipieerde regt, en ufantie, in opfigte van de Steeden in het Diftriét van de Generaliteit, ter felve tyd dat fe uitdrukkelyk daar van eximcert de Steeden, flem in Staat hebbende, en geconfirmeert door de opgevolgde practyq, foo voor als naa de verandering, in de Regeering voorgevallen in het jaar 1672. Soo dat de voorfchreeve Refolutien, Refolutien, genoomen op particuliere gevallen, en fonder dat de Raad van Staate, welke notoirlyk geconccrnecrt is in al, wat de judicature over de Militaire raakt,daar in gekent is ,en de laaste van de dry op een bloote fuggeftie van den Raad van Braband, niets anders fouden bewyfen, voor foo ver fe fouden moogen ter materie dienen, als dat U Hoog Mog: niet fouden zyn verdagt geweeft in het neemen derfelve op het onderfcheid tuffchen de Steeden , ftem in Staat h-bben.'e, en de Stceden in het Diftrift van df# Generaliteit. Het welk geenfins foude weefen te verwonderen, om dat faaken van die natuur,geen gemeenfchap hebbende met Staats-deliberatien, minder voorkoomen aan U Hoog Mog: als aan ons. Maar wy konnen 'er by voegen, Hoog Mog? Heeren, dat geene van de dry bygebragte Refo- llfc  ( 2?3 ) lutien bewyft hetgeen, waar toefy bygebragt zyn. De eerfte, zynde die van den 26 February 1649, fpreekt van de te regtftelling van dry of vier Perfoonen, en daar onder twee Soldaaten van het Garnifoen van Roermonde, geapprehendeert door den Hoogfchout van 's Hertogenbofch over geweld, huisbraak, en diefftal, begaan te Dieffen Meyerye van 's Hertogenbofch. Behalven , dat hier burgerlyke en militaire Perfoonen in een feit gemengt zyn, en derhalven continentia caujae te pas komt: behalven,dat den Hoogfchout konde praeventie allegueeren: behalven, dat hier queftie is van een delict., begaan buiten het garnifoen, en waar van de daaders zyn geapprehendeert in loco deliili: het Placaat van den 29 April 1589 verfteekt uitdrukkelyk de militairen, diergelyke faiten ten platten lande perpetreerende, van het. privilegie militair. De tweede refolutie, fynde die van den 17 January 1674, fpreekt van de te regtftelling van verfcheide borgers en ingefetenen, midsgaders van een goed aantal foldaten van het garnifoen van 's Hertogenbofch, welke gerepouffeert, en fwaar gewond, hadden den Stadhouder van den Hoogfchout in het ftooren van een vergadering van Pausgefinden. Dat den Hoogfchout daar over voor Schepenen van ,s Hertogenbofch begonnen had te procedeeren, word in de refolutie felve geallegueert onder de motiven van het neemen der refolutie, foo dat de preventie fonderling in confideratie gekoomen is. behalven, dat hier weder , gelyk in de eerfte, qqeftie is van een delict,, waar in burgers met S 4 mi*  C 2S4) militairen gemengt zyn, en waar in de continentia caufae nog meer te paffe komt als in de voorige. Men foude, de refolutie leefende, defelve byna aanfien voor een delegatie over een horribel en ongehoord attentaat , gelyk de refolutie fpreekt, waar door U Hoog Mog: verftonden haar hoogheid en autoriteit, en die van dén Staat, ten hoogfte geledeert te weefen: in hoedanige extraordinaris geleegentheeden delegatien fomtyds plaats hebben: indien de refolutie niet meedebragt, dat de foldaaten fouden te regt gefield worden voor Schepenen van 's Hertogenbofch, ah politique Regters van alle militaire perfoonen in materie van delicten, niet militair zynde. Woorden , welke met geen delegatie beftaan konnen, maar op welke de bovenftaande generale folutie toepaffelyk is, en-welke men aanfien moet als het effect van de eerfte indignatie, wanneer het geen wonder is dat niet foo net op alles gelet word als anders wel gefchieden foude, de refolutie op de heete daad genoomen zynde. 1 De derde en laafte refolutie, zynde die van den 21 January 1704, fpreekt klaar, en uitdrukkelyk, tot tweemalen toe van ékile faaken, fonder te reppen van crimineele faaken, of van het onderfcheid tuffchen gemeene en militaire delicten: en dient derhalven niet ter materie, of, foo fe ter materie dient, bewyft fe eerder, dat dekennis van alle crimineele faaken, in tegenftelling tegen de civile, waar in militairen geconcerneert zyn, behoord aan de Krygsraaden, als het tegendeel. Maar, Hoog Mog: Heeren, het is den gemelden 44*  C 285 ) Advocaat Fiscaal niet genoeg, de bovenftaande nieuwigheid ftaande te houden ontrent de te regtftelling van militairen over gemeene delicten te Breda, en in andere Brabantfche Steeden. hy befluit fyn advis met weder op te haaien een niet min ongefundeerde fuftenue ontrent de directie der boedels, of equipagie en meub-len van militairen, welke koomen te overlyden in haar garnifoen, waar meede hy U Hoog Mog: lastig gevallen is by een memorie van den 17 December 1715, onaangefien de refolutie van U Hoog Mog: van den 23 Maert 1714, by welke die faak met volkoome kennis afgedaan is. Dog, nadien dat die faak geheel onderfcheiden is van de deefe, en wy bovendien ampel, en rhet de noodige reftriclien, daar op bcrigt hebben den 12 February 1714, fullen wy ons daar op niet breeder uitlaatcn , en den Advocaat Fiscaal ten opfigte van de competenten regter van de militairen in civile faaken wyfen aan de Regtsgeleerden, door hem bygebragt, en naamelyk aan den Raadsheer van Sande (.2), by welke hy fal vinden, inter alia privilegia et hoe tnilitibus indultum ejfe, ne alibi quam apud ma* gifirum miiitum conveniantur: et hoe in caufd civili indiftintle verum ejji: of aan den Profeffor Voet(£), welke, het felve beweefen hebbende uit het Roomfche regt, daar by voegt: in cavfis civilibus, ac pecuniariu, a jure Romano mores magnopere recefjïjje, hand invenio: adeoque, five tniles a milite, jive miles a pagano, conveniatur, non. {a) Dtcis: li}: 1 tit: 1 dtfin. t. Ad tit: dig: dejudic: num: 107. Md: num: 108. s s  C *8$ ) fton niji coram militari judice lis agitatida eft, ipfy id dejiderante. Waar in hy egter die uitfondering maakt, welke wy meede gemaakt hebben in de voorfchree ve Miffive van den 12 February 1714, dat militairen, welke hier te Lande gehuift en gehoofd zyn, of Jixum domicilium hebben, ook moeten te regt ftaan over civile faaken voor haar domiciliairen regter. Soo het nodig was, na al het geCegde, ons advis daar by te voegen, foude het daar heen gaan, dat gelyk wy niets anders geordonneert hebben aan de Gouverneurs, en Commandeurs, als alleen de_ militaire juftitie te maintineeren, fodanig als die altyt onverbreekelyk is gepraftifeert geweeft, en geen nieuwigbeeden daar ontrent toe te laaten, U Hoog Mog: fouden geheven te ordonneeren aan den Droffaart, Prefident, en Schepenen van Breda, fig daar ontrent meede te onthouden van nieuwigheden, en te blyven by het geen, dat aldaar altyd is gepraftifeert geweeft. Hoog Mogende Heeren, wy beveelen U Hoog Mog: in Godes H. proteftie. In den Haage den 30 Oftober 1719. (Was geparapheert) A. v. Kapellen, vt. (Onder ftond) Ter ordonnantie van de Raad van Staate der Vereenigde Nederlanden. (En was getekent) S: van Slingelandt. ME-  MEMORIE OVER HET REDRES DER SAAKEN VAN DE ADMIRALITEIT, Opgeftelt in Oclob. 1719.   Memorie over het redres der faaken van de Admiraliteit. VOORBERIGT. D e lasten van den 'oorlog te waaier, een generaale naam, waar onder de protetlie van de Commercie begreepen is, zyn van tyd tot tyd foo feer verfwaard, dat daar uit een geheele verandering gefprooten is, foo in de deftinatie der Middelen te waater, als in de manier van dispofitie over het empioy derfelve. Om dit klaarder te doen voorkoomen, en te gelyk aan te wyfen de grondoorfaaken van het verval der Commercie, en van de Middelen van de Collegien ter Admiraliteit: in het jaar 1582» doe de Convoyen en Licenten een Generaliteits Middel geworden zyn, waaren de Lasten van den oorlog te waater foo klein, of men had foo groote verwagting van de gemeenen ophef der Convoyen en Licenten over alle de Provinciën, dat defelve aangeweefen wierden aan den Hertog van Anjou nevens meer andere Middelen, om daar uit te vinden de dry millioenen 's jaars, hem ingewilligt tot Huur van den oorlog, alleen met conditie, dat uit de penningen, koo„ mende van de Convoyen en Licenten, vol„ gende heure origineele inftitutie en Confen„ ten, vooral fullen betaald worden de kosten „ van de equipagie van de Scheepen van oorlog, „ Scheepsvolk, en dependentiën van dien, de- „ wel-  „ welke foo ter zee, als binnen de Provinciën, „ refpe&ivelyk, tot bewaarnilfe van de Stroo„ men en Rivieren, nodiglyk onderhouden fullen „ moeten worden, ter ordonnantie, en dispofij, tie, van zyne Exce als Admiraal van de „ Zee'* (a'). Twee jaaren daar naa wierden de Convoyen en Licenten aan Prins Mauritz en den Raad van Staate in handen geftelt, niet om te dienen nevens andere Middelen tot ftuur van den oorlog in het generaal, gelyk te vooren, maar bepaaldelyk, om te dienen tot het equipeeren der nodige Scheepen van oorlog „ tot defenfie van de Vereenigde Nederlanden, en tot afbreuk „ van den vyand, als daar toe origineelyk ge„ destineert zynde" ' En felfs forgde men, dat defelve tot niets anders „ fouden mogen worden verftrekt": met die by voeging nogtans ,, ten waar dat 'er een „ merkelyke fomme van penningen overfchoot van de voorsz. Convoyen , welk overfchot „ foude mogen gebruikt worden tot vervalling „ van de Lasten van den oorlog te Lande". Waar uit af te neemen is, dat men doe wel geen gelyke verwagting had van het inkoomen der Convoyen en Licenten a's in het jaar 1582, maar dat rnen egter van begryp bleef, dat 'er jaarlyx een merkelyk overfchot foude konnen vallen. Ook fchynt het, dat men fig nog vleide met die gedagten in het jaar 1597, wanneer de je- gen- fa) Sie Ref: St'" Genl t April en 23 OS; 1582. Ref: Sten Van HM: 10 Mey 1582. (È) Injlr: R: v: St: 18 Aug: 1584 Art: 12.  C 291 ) genwoordige Inftruftie van de Collegien ter Admiraliteit gemaakt is, welke meedebrengt (a)„ dat „ foo verre 'er eenig overfchot is, het „ felve fal gekcert worden, daar en fulx als de „ Heeren Staaten Generaal fullen ordonnnee„ ren". Hoewel die Inftruftie voor de relt de Convoyen en Licenten fodanig „ eigent, en destï„ neert, tot vervallinge van de kosten van den „ oorloge te waater, en het aankleeven van ,, dien, ftellende defelve tot dien einde in han„ den van de Collegien ter Admiraliteit, fon„ der dat die tot eenige andere faaken fullen „ mogen worden gediverteert", dat daar uit genoegfaam blykt, dat de ondervinding doe al had doen fien, dat het inkoomen der Convoyen en Licenten wel vereifcht wierd tot verval der onkoflen van den oorlog te waater. Niet te min bleef 'er dat notabel onderfcheid tuffchfln die en volgende tyden, dat doordien de Convoyen en Licenten generalyk gedestineert waaren tot den oorlog te -waater, en niet maar" alleen tot prote&ic van de Commercie, gelyk naderhand, de Provinciën van voorneemen bleeven, niet verder te koomen in de laft van den oorlog te waater, als by weege van fubfidien, welke naam de extraordinaris Confenten tot de faaken van de Zee nog heedensdaags draagen: wanneer, namelyk, voooraf foude gebleeken weefen uit de gefloote Reekeningen der Ontfangers Generaal van de Collegien ter Admiraliteit, dat in het generaal te kort komt op de ordinaris Mid- C«) Art: 17,  ( 2j>0 Middelen van alle de Collegien, by een gereekent (ö). Maar de laft der prote&ie van de Commercie is foo feer toegenoomen met den aanwasch der Commercie, tot welkers protectie de Convoyen en "Licenten fchynen eerft en vooral te moeten dienen uit de natuur der faake, fehoon dat de bóven aangetooge Refolutie en Inftruclic niet uitr 'drukkelyk fpreeken van de protectie der Commercie, als met dry woorden in het vyf en twintigfte Articul der laaftgem: Inftruclic: En bovendien zyn de koften van den ocrlog te waater , welke lang beftaan hadden in het uitruilen van eenige ligte Scheepen, Uitleggers', en Jagten, tot beveiliging der Stranden, Zeégaaten, Eylanden, Binnenftroomen, cn Rivieren , foo verfwaart door de fwaarder equipagien < welke naderhand hebben moeten gedaan worden om eenigfins den vyand ter zee gewoogen të weefen: DajÉ het overfchot der Convoyen, en Licenten, foo 'er eenig was na aftrek van de laft der nodige protectie van de Commercie, weinig konde helpen tot verval der onkoftcn van foo fwaaré equipagien: Infonderheid, na dat de Staat genoödfaakt i$ geworden, ter zee te oorlogen met Engeland, én naderhand met meer andere-magtcn/jalours van haar Commercie en welvaart. En daarom hebben van over veele jaaren, by alle voorvallen van extraordinaris equipagien, extraordinaris Petitiën moeten gedaan worden, (a) Art: 27.  C 293 ) behelfende niet langer, als te vooren, een fubfidie, of fupplement van het geen, dat te kort quam aan de ordinaris Middelen van alle de Collegien tér Admiraliteit, by een gereekent, maar het geheel beloop der onkosten van de extraordinaris equipagien. Om te fwygen van de Petitiën tot den aanbouw van nieuwe Scheepen, en tot de toetaakeling derfelve, welke, de eene voor, de andere naa, daar by gekoomen zyn. Dan de Provinciën zyn veeltyds foo agterlyk geweeft in het draagen, en in het fuiveren, der extraordinaris Confenten tot de faaken van de Zee, dat de Collegien ter Admiraliteit al van overlang genoodfaakt zyn geworden, tot voorkooming van prefente ongemakken , de gronden te leggen van haar toekoomend verval, door de ordinaris Middelen te befteeden tot betaaling der fchulden, gemaakt op de extraordinaris Confenten, met agterftelling der protectie van de Commercie, en felfs door de ordinaris Middelen te belasten met merkelyke capitaalen, waar van de interelfen blyven abforbeeren een gedeelte van haar ordinaris inkoomen. Dit is de eerfte, en de voornaame, oorfaak van het verval van de Commercie, en by gevolg van het declin der ordinaris Middelen van de Collegien ter Admiraliteit: dewyl dog de protectie foo feer de ziel is van de Commercie, dat de Commercie bloeid, wanneer fe behoorlyk geprotegeerd word, en dat fe quynt, en verhuift, naa maate dat de protectie manqueert. Waar bykoomende.dat de ordinaris Middelen eenige jaaren herwaarts feer afgenoomen zvndooi IV. Dekl. T 'da  ( *94 ) de interruptie van den Oofterfchen handel, en door de aamvaffchende abaifen, en belemmeringen , ontrent den ophef der Middelen , waar van gefprooken fal worden in de volgende Memorie: Is eindelyk door dat alles veroorfaakt, dat de Collegien ter Admiraliteit geheel onmagtig zyn geworden om langer te geeven eenige noemenswaardige protectie aan de Commercie. Gelyk dan ook de weinige Commercie, die nog overig is, hoe langer hoe meer verhuift naa andere Landen, en wel voornaamelyknaa een nabuurig Ryk, alwaar werk gemaakt word van het behoorlyk protegeeren van de Commercie, fchoon dat, voor de reft, de uitgaande en inkoomende regten in dat Ryk doorgaans ruim foo hoog zyn, en de oogluiking ontrent het Ruiken minder, als in deefe Landen. Ken overtuigend blyk, dat de protectie de ziel is van de Commercie, gelyk gefegt is, en het waare middel om fe aan te queeken. De Commercie eens verhuift zynde, fullen het getal, en de welvaart, der ingefeetenen, infonderheid van de Provincie van Holland , meeft beftaande uit de Commercie, en vervolgens het inkoomen der gemeene Middelen, de hertader der publique financien, dermaaten verminderen, dat het fonds tot betaaling der interenen , en der andere nodige Lasten, fal man. queeren, en dat alles fal verboren gaan. Die ten volle van dit alles geconvinceert is, en niemand anders, kan eenig nut fcheppen uit de volgende Memorie: dewyl de voorflagen, daar in gedaan tot redres der faaken van de Admiraliteit,foo feer aanloopen tegen het parti- cu-  C 295 ) culier inteelt, ten deele van fommige Provinciën en Steden, ten deele van de Regenten: gelyk trouwens de wefëhtlykfte remedien van publique quaalen doorgaans meeffc daar tegen aanloopen: dat niemand lal de hand flaan aan een werk', foo vol van omiank, cn van ioo onfeekere uitflag, fonder vooraf ten volle van de bovenftaandé faaken gecohvinceert te weefen. Voorde reft volgt uit het gefegde,dat tot een compleet redres der faaken van de Admiraliteit nodig foude weefen, niet alleen te corrigeeren de defecten, en abuifen, in de generaale directie der faaken van de Admiralitek; in den ophef, adminiftratie, en verantwoording der Middelen te waater; en in de huishouding der refpeétive Collegien; zynde de ftukken, waar van gehandelt word in de volgende Memorie: Maar dat ten felven einde niet minder foude nodig weefen, dat de Provinciën meede bet ' haare bybragten om de Collegien te redden uit haar fwaare fchulden door het betaalen der geconfenteerde fubfidien , in plaats van fig te verfchoonen, gelyk fommiger gedagten fchynen eeniglyk daar heen te gaan, met de fchuld van het verval der Zee-faaken te leggen op de Collegien , en op de commei citerende Provintien en Steeden. Maar, wat ook anders daar ontrent te wagten zy van de Provinciën, het is feeker, aan de eene zyde, dat niets daar van te wagten is, en dat alle repreiëntatien, en voorflagen, op het fubject van derfelver agterftallen fullen vrugteloos weefen, foo lang als geen ordre word geftelt op het redres der faaken van de Admiraliteit: T 2 £a  C 296 ) En het is eeven feeker, aan de andere zyde, dat het redres der faaken van de Admiraliteit van feer groot nut zyn foude voor de ganfche Staat, en in het byfonder voor detrafiqueerende ïngefeetenen, al waaren felfs de Provinciën niet te beweegen tot de betaaling van haar agterft allen. Al het welk heeft moeten vooraf gefegt worden, foo om een regt begryp te geeven van de geleegentheid der Zee-faaken, als op dat niet meer gewagt worde van de Middelen, welke konnen voorgeflagen worden tot redres derfelve , als daar van te wagten is naa de natuur der faake: En dienvolgens, om het oog van den Leefer te fixeeren op het waar oogmerk van de on* derftaande Memorie. Mor  C 297 ) Memorie over het redres der faaken van de Admiraliteit. X3ry hoofdfaaken koomen in overweeging m de deliberatien over het redres der faaken van de Admiraliteit: Eerftelyk, de generaale directie der faaken van de Admiraliteit, of van de Zee: Ten anderen, den ophef, adminiftratie, en verantwoording, der Convoyen en Licenten, en andere Middelen te waater: En ten derde, de byfondere huishouding van de refpeétive Collegien. De generaale directie der faaken van de Admiraliteit, of, foo als men die eertyds noemde, de fuptrintendentie te waater en ter zee, is naa doode van Prins Willem den Oude, tot welke tyd toe de Landraad het beftier der Zee-faaken meeft gelaaten had aan de Provinciën, naaft aan de Zee geleegen, geftelt in handen van de Raad van Staate, met magt om te ftellen en te ordonneeren Collegien van Raaden ter Admiraliteit, daar het van noode weefen foude O). Naa het vertrek van de Graaf van Licefter, wiens overkomft eenige interruptie veroorfaakt had in het beftier der Zee-faaken van Generaliteits weege, is de fuperintendentie te waater en ter Zee geligt uit de Inftruétie van den Raad van Staate, en Prins Mauritz aangeftelt tot Admiraal Ge, <•) Inftr. R: y: St' ij Aug: 1534 Art: 12, T 3  C 298 ) Gsneraal der Vereenigde Nederlanden, ten einde om, gelyk de Commiffie (1) meedebrengt, opligt, en fupcrintendentie te hebben over alle faaken , en affairen, het fluk der Zee, Admira„ liteit, en den oorlog te waater, eenigfins raa„ kende": met by voeging van een Collegie fuperintendeht van de Admiraliteit (a~), welk Collegie nevens zyne Excelie foude houden „ goe5, de correfpondentie, foo met de Staaten Ge„ neraal, als met dc Raad van Staate": fyne Excell- foude volgen op alle zyne voyages, en van de eene Stad in de andere": en nevens zyne ExceJlc foude hebben „ de fupcrintendentie, bevel, en gefag, over alle de particuliere Col„ legien van de Admiraliteit in alle faaken, aangaande den oorlog te waater, mitsgaders de direótie, en het beleid, van de equipagie, „ en de Middelen, daar toe dienende" (//). In het jaar 1597 ,dat is,tuffchen de dry a vier jaaren naa de affchaffing van het Collegie fuperintendent, is een nadere Inftruétie gemaakt voor de ■particuliere Collegien ter Admiraliteit, en daar by geordonneert, dat den Admiraal Generaal „ over „ alle die voorfz. Collegien, en een ieder derfelve, „ het hoofd fal weefen (Y)"' dat de Collegien fullen ,, refolveeren in twee jaarlyxe Vergaderingen „ van de Gedeputeerde der Collegien , ten overftaan van den Admiraal Generaal,hoe men fal procedeeren op de beveiliging van de Zee, en » op (O Dc Commiffie is van den 31 Aug: 1588. fa) Sie Ref: St** Gen: 20 Mey 1588. Ref: St™ va* Jltll: van defelve datijm. . (i) Sie Tnfir* van 't Collegie fitperintenient 2; April 1583; Ie) Art: 2.  op 't beleid van den oorlog te waater": waar, en hoe veel Scheepen van oorlog in de refpeétive Quartieren geëcjuipeert, en hoe die verdeelt, en gebruikt, fullen worden (V): „ dat de Colle5, gien refpeétive altyd vafte corrctpondentie ful- len houden met de Staaten Generaal, en met „ den Admiraal Generaal, en volgende de Re,, folutie van denfelven hen reguleeren, in 't „ equipeeren, verdeelen, verleggen, en afdan„ ken, der Scheepen van oorlog": dat wanneer de nood, en voorvallende faaken, niet fullen toelaaten te' wagten naa de Refolutie van de Staaten Generaal, en van den Admiraal Generaal, zy de Staaten en den Admiraal daar van terftont fullen verwittigen (b): dat, de Staaten niet vergadert zynde, den Admiraal Generaal fal verleenen Revifie van de Sententien van de Collegien (c): en dat de Raaden ter Admiraliteit onder eede fullen belooven „ tc „ refpeéteeren, en gehoorfaamen, de Staaten „ Generaal, en den Heer Admiraal Generaal, in haar beveelen, conform haar laft en In„ ftruétie Ql). Op deefe wys zyn de faaken van de Admiraliteit beftiert tot het jaar 1650 toe, wanneer den Admiraal Generaal, welke met de tyd de voornaame direótie aan fig getrokken had, overleeden, en geen ander in de plaats aangefteld zynde, het niet lang aanliep, of men ondervond, (a) Art: aj. (b) Art: 26. (c) Art: 50. 00 Art. 6c. T4  C 3°° ) vond, dat de directie der faaken van de Admiraliteit geheel mank ging. _ Gelyk daarom al in het jaar 1652 ter Vergadering van Holland voorgeflagen wierd, eerftelyk, dat „ om de Collegien ter Admiraliteit te disponeeren tot beeter correfpondentie met de Re„ geering, en tot naakooming der Refolutien, „ by defelve met kennis van faaken genoomen", het revideeren der Inftruétie van het jaar 1597 behoorde ter Generaliteit bevordert te worden (V): het geen de regte weg foude geweeft zyn om de faaken van de Admiraliteit te brengen in beeter ordre: En ten tweede, dat door de Staaten van Holland en Weftvriesland behoorde vaftgefteld te worden, gelyk eindelyk vaftgefteld is ontrent vyftien jaaren daar naa, en naamelyk den 22 Febr: 1667 > dat alle de Raaden in de Collegien ter Admiraliteit, refideerende in de Prove van Holland en Weftvriesland, fullen gehouden we„ fen, aan haar Ed: Gr: Mo: te belooven, punctu,, eelyk, en exaételyk, te fullen naakoomen, ,, en executeeren, ook, voor foo veel in haar „ is, te fullen doen nakoomen, en executeeren, „ alle de Refolutien , en ordres, voortkoomen„ de uit den boefem van haar Ed: Gr: Mo:, en by deliberatie van derfelver Vergadering ter „ Generaliteit genoomen, en beraamt, die de ,, opgem: Collegien by of van weege de Verga„ dering van de Heeren Staaten Generaal, fulx „ en in dier voegen als defelve ordinairie is gecom9, pofeert, aangefchreven en bekent gemaakt ful- » lea O) Sic Rif: St*u v.m Hqïï; 10 Dtt: 1652.  C 3°x ) Ien'worden, fonder haar felve daar van, onder „ eenigerhande pretext, hoedaanig het felve ook foude moogen weefen, te dispenfeeren, of van j, 't gunt voorsz. is in gebreeke te blyven". Dit heeft hier moeten opgehaald worden, om dat daar uit af te neemen is, eerftelyk, dat de meening noit geweeft is, dat de generaale directie der faaken van de Admiraliteit foude weefen in handen van de particuliere Collegien: Ten andere, dat de Collegien fonder Admiraal Generaal zyn als leeden van een lichaam fonder hoofd, of een gemeen .beftierder, met opligt tot de generaale directie: En ten derde,fchoon dat de generaale directie der faaken van de Admiraliteit federt de affchaffing van het Collegie fuperintendent eigentlyk geweeft is aan de Vergadering van haar Ho: Mo:, waar van den Admiraal Generaal niet meer als een Amptenaar is, dat die Vergadering niet feer bequaam is fonder een Admiraal Generaal, of een Collegie van fuperintendentie, immers fonder een pertinente Inftructie, nader bepaalende het ampt en pligt van de Vergadering ontrent dit ftuk, om fig naa behooren te acquiteeren van die generaale directie, of om de particuliere Collegien te houden in de nodige fubordinatie. Ook zyn de particuliere Collegien geenfins gefield om deel te hebben aan de generaale directie, en vooral niet fonder een Admiraal Generaal, of een Collegie fuperintendent. Want de Collegien zyn niet alleen volkoomen independent van malkander, maar fe hebben felfs in verfcheide opfigten feer verfchillende, jaa ftrydige, interefien. T 5 En  C 3°* > En bovendien dependeeren fe foo feer van de Provinciën, waar in fe refpectivelyk refideeren, welke meede niet allefins defelve interelfen hebben ontrent het werk van de Zee: en haar innerlyke conftitutie geeft foo groote aanleiding tot die dependentie: dat fe naauwlyx konnen gehouden worden voor Generaliteits Collegien, immers gansch onbequaam zyn tot de generaale directie. Selfs hebben fe geen gemeene deliberatien, nog geleegentheid daar toe, als alleen wanneer Gecomme" van alle de Collegien door haar Ho: Mo: over feekere faaken befchreeven worden, welke Gecommen egter geen andere qualifkatie hebben als om gefaamentlyk te geeven aan Gedepeu van haar Ho: Mo: haar berigt, confideratien, en advis over het fubjeót der befchryving, fonder voor de reft de Collegien te vervangen, of iets Collegie's wyfe te konnen arrefteeren of uitvoeren. Op de tweede hoofdfaak, welke in het begin gefegt is in overweeging te koomen in de deliberatien over het redres der faaken van de Admiraliteit , namelyk den ophef, adminiftratie, en verantwoording, der Convoyen, en Licenten , en andere Middelen te waater, vallen verfcheide importante remarques: hoewel, in het generaal gefprooken, fodanig voorfien is op den ophef derfelve door het projeét-Placaat en Lyft van het jaar 172©, geïnfereert in de Notulen van haar Ho: Mo: van den 22 Novemb. van dat jaar, midsgaders door het Advis noopende de middelen van geruftheid ontrent de executie, geïnfereert in die van de Staaten van Holland van den 22 Maert 1718,dat niets anders fchynt nodig te weefen tot een behoorlyken ophef der Con-  ( 3^3 ) Convoyen, en Licenten, met den aankleeven van dien, als het voorf: projeót-Placaat, Lyft, en middelen van geruftheid te brengen tot conclufie, miffchien met deefe of geene geringe correétien: gelyk 'er dog niets foo compleet is, dat 'er niets valt by nog af te doen: en vervolgens de admodiatie in train te brengen op de projectOrdonnantie , meede geïnfereert in de Notulen van den voorf: »2 Novemb. 1720. Want voor eerft, wanneer men naauwkeurig let op het geheel gebefoigneerde, waar uit de voorfz. projecten van Placaat, Lyft, en Ordonnantie gefprooten zyn, fal men bevinden, dat defelve misflag begaan is in deefe geleegentheid, welke doorgaans begaan word in de befoignes over het redres der Middelen: te weeten, dat men de Placaaten, en Ordonnantiën, verbeetert, maar dat men geen , of geen genoegfaam , redres maakt in de Collegien, welke de Middelen heffen, en welke de Placaaten en Ordonnantiën moeten doen executeeren. Tot den ophef, en adminiftratie, der Middelen te waater zyn vyff Collegien, beftaande uit feftig Raaden, of daar ontrent, opgeregt, met een merkelyk getal van Officieren, en bedienden. Het is niet vreemd, dat al van overlang remarques daar op gevallen zyn, als op een faak van Jeer groote Jto/len, en bovendien ftrekkende tot gren kleine opfpraak van de gemeente fV). Want de tractementen alleen van de dry Collegien , refideerende in de Provincie van Holland en Weftvriesland , bedragen jaarlyx 335484:10:0, foo als fe opgegeeven zyn door de («) Sie hit Reg: vtn Holl: A* 1610fil: $ en 34,  C 304 ) de Collegien in het jaar 1685 (<0: en de necesfiteiten, foldyen en koftgelden van de Jagten, Commisfien, en vacatiën, en het onderhoud der Magazynen , fonder daar onder te begrypen de fuppletie derfelve, waar voor een aparte poll uitgetrokken is, .156525:0:0, faamen492109:10:0. Sonder te fpreeken van de twee Collegien, relideerende buiten de Provincie van Holland en Weftvriesland. Seeker geen geringe laft voor de Commercie, en die geen kleine reeden van opfpraak aan de gemeente geeft: Infonderheid, om dat „ niet als te veel bekent is", gelyk de Commiffariffen van de Heeren Scaaten van Holland en Weftvriesland, welke naa de Nymweegfche Vreede gebefoigneert hadden over het redres de'r financien, feggen in haar Rapport van den 30 Maert 1679, » met „ hoe flappe hand, en met wat groote conni„ ventie, de Convoyen, Licenten, en ande„ dere Middelen, tot de faaken van de Zee ge„ affeóteert, by de Raaden ter Admiraliteit ,, worden geëxecuteert'1: Maar boven al, om dat het groot getal der Collegien dient tot veragtering van den ophef der Middelen te waater, in plaats van te dienen tot bevordering van den ophef derfelve: foo anders waar is het geen, dat de gem: Commisfarisfen feggen in het vervolg van haar Rapport, ,, dat de eene Admiraliteit tegen de an„ dere gelyk als genoegfaam klad, en, met het „ regt van 't Land over het hoofd te fien de „ Negotie, en Negotianten, onder haar diftricr. „ foekt (9) Sie Ref: Sm vm HeW: 29 Juny i68f,  C 3°5 ) „ foekt te trekken" Een abuis, dat een ieder weet eerder toe als afgenoomen te weefen feedert het jaar 1679. Boven deefe eerfte remarque ftaat in de tweede plaats aan te merken op het point van den ophef der Middelen te waater, dat twee dingen, die van ouds vaftgefteld zyn, en die fonderling dienen tot bevordering van de egalen ophef derfelve door alle de Collegien, met da tyd geraakt zyn in ongebruik. Het een, dat ,, de Commifen Generaal niet „ fouden geattacheert weefen aan eenig Colle„ gie ter Admiraliteit in het byfonder", maar dat die „ door malkander geëmployeert, en vau „ tyd tot tyd meenigmaal verplaa&ft" fouden worden , gelyk ook „ lange jaaren met goede vrugt „ is gepract ifeert, en eerft voor weinig jaaren" (het zyn de woorden van haar Ho: Mo: in een Refol. van den 26 Febr: 1710) „ is koomen te „ ceffeeren". Het ander, dat de Collegien fouden keveren van dry tot dry maanden aan de Staaten Generaal een ftaat van ontfang en uitgaaf; dat de Ontfangers Generaal alle fes maanden fouden reekenen : en dat het overfchot van bet een Qjiartier foude verftrekt worden op Ordonnantie van de Staaten Generaal ten voordeele van het ander, daar te kort foude koomen: en, foo 'er in het generaal overfchoot, dat het overfchot foude bekeert worden, daar, en fulx, als de Staaten Generaal fouden ordonneeren (/->). Het welk gefchiedende de Collegien geen reeden konfa) Sie ook Ref: St'» Gen- 8 Aug: 1687. (*) Sie Injir. van de Ctllegien ter Adrnrd' Art. 27.  konden hebben om malkander in de weg te weefen ontrent den ophef der Middelen. Of, en hoe lang, dit Articul, welk als een gemeene kas maakt van het inkoomen van alle de Collegien, gepractifeert is , kan men niet feggen. Maar, om ouder tyden voorby te gaan, wanneer de Heeren Staaten van Holland en Weftvriesland in het jaar 1686 iets diergelyx' gerefolveert hadden ontrent de Collegien ter Admiraliteit , in haar Provincie refiderende , wierden verfcheide remarques gemaakt by de refumtie, waar over de Leeden malkander niet konden verftaan, en welke de conclufie deeden intrekken f» Sonder dat men hier fal onderfoeken, of een fodanige Refolutie konde genoomen worden by eene Provincie alleen, en of de Raaden ter Admiraliteit, op haar prefëntatie gecommitteert in de voorsz. dry Collegien, konden door defelve onder cede verpligt worden tot het naakoomen van die Refolutie, gelyk de meening was. Nog is in de derde plaats te remarquecren ontrent het point van den ophef der Middelen te waater, dat men van den aanvang af getragt heeft te fluiten een quaad, dat met de tyd feer ingekroopen is, fchoon zynde het bederf van de Middelen te waater, te weeten', dat de Magiftraaten van de Koopfteeden , om dcfeive i eeden als boven, dat is, om Negotie, en Negèi tianten te trekken , den eenpaarigen ophef der Middelen te waater indireétclyk traverfëercn, en belemmeren, foo niet openbaariyk verhinderen. Om (a)-Sie Ref: St,H van Htlk 29 Jun: en 11 July itfSS.  C 307 ) Om dit foo bederflyk quaad in de geboorta te fmooren is by defelve A£te, waar by de Convoyen en Licenten in het jaar 1582 tot Generaliteits Middelen gemaakt zyn,vaftgefteld, dat „ de Staaten en Regeerders van de Stee„ den der refpeétive Provinciën haar by eede „ fullen verbinden, dat zy hen den ontfang en „ adminiftratie van de Convoyen en Licenten, ,, nog het verminderen of vermeerderen van de „ Lyfte van dien, nieten fullen onderwinden» „ maar de hand daar aan houden dat de voorsz. „ collectatie eenpaarlyk, ende gelykelyk ge„ fchiede als vooren, (N: B:) op poene vaa ,, gehouden , ende geftraft, te worden als per„ turbatcurs van de gemeene rufte" (V). En in het volgend jaar 1583 hebben de Staaten der nader geünieerde Provinciën op nieuw vaftgeftelt, „ dat de Provinciën, Raaden, en Ma„ giftraaten derfelve, daar eenige ontfang van ,, Convoyen en Licenten is, fullen belooven, en fweeren, hen den opheeve, of adminiftra„ tie, van dien, nog ook de verhooging, of verlaeging, der Lyften, niet te fullen onder,, winden, maar dat zy met het beleid van dien ,, de Landraad aan wederzyde der Maafe lullen ,, laaten begaan" (F). Deefen eed, indien fe was in practyq gebleeven, foude te minfte de Magiftraaten van de Steeden geobligeert hebben om mee meerder omfigtigheid tewerk te gaan ontrent dit ftuk: en foude van veel meerder effect geweeft zyn als de b«- de Collegien te dekken tegen de Refolutien „ van haar Ho: Mo:, genoomen op de Apoftil„ len, of loquaters, van de Reekenkaamer, na „ voorgaand verhoor van de Collegien". Gelyk het is buiten het oogmerk deefer Memorie , particuliere remarques te maaken op de adminiftratie der Middelen te waater, foo is dat ook te minder nodig, om dat de Generaliteits Reekenkamer in haar Miffive van den 2 Maert 1717 aan de extraordinaris Vergadering van haar Ho: Mo: over het ftuk van de menage gemaakt heeft verfcheide particuliere remarques, foo op de adminiftratie der Middelen te waater, als op de hyfmdere huishouding van de refpe&ive Collegien , zynde de derde hoofdtaak, welke in overweeging komt in de deliberatien over het redres der faa^ ken van de Admiraliteit, gelyk in het begin ?efegt is. ö b Tot welke Miffive van de Reekenkaamer derhalven alhier gerefereert word, gelyk meede tot die van de gedelegueerde Regters tot de ju. dicature van eenige bedienden van het Collegie ter Admiraliteit op de Maafe van den 9 Oétob1686 en 25 Mey 1688 (*), welke gewiflèlyk iouden de weg baanen tot het nafpeuren van yerlchcide faaken,die misfehien anders fouden over het hoofd gefien worden, indien de Regeering foude willen in de grond doen onderfoeken het gedrag, en huishouding, van de refpeétiveCollegien ter Admiraliteit: hoewel fe anders maar een Collegie in het byfonder raaken, en men niet f&sl.*''™1*t$ Aï7zmi b: 2* M '3i, «1 k 26 fik 23 V3  C 3H ) niet geïnformcert is, hoe ver de abuifen, welke voet gegeeven hebben tot de remarques, daar' in gemaakt, nog in fwang gaan. Alleen fal men hier ccne faak aannaaien, raakende de huishouding van de Collegien, die maar al te wereldkundig is, te weeten, dat veel abuifen omgaan in de begeeving der Ampten, abuifen, die te fchadelyker zyn, om dat het empioy der meefte bedienden van de Admiraliteit verfeert ontrent den ophef der Middelen, welke ook, cn niet buiten waarfchynlykheid, gefegt worden niet wynig daar door te lyden, om dat de Middelen van de Collegien ter Admiraliteit, Middelen van colleéte zynde, meer als andere afhangen van de naerftigheit en van de trouwe der bedienden, welke gebruikt worden tot de collecte derfelve. Het geen, dat tot hier toe gefegt is, dient om eenige bevatting te geevsn van de jegenwoordige gefteltheid van faaken van de Admiraliteiten van de principaale defecten, en abuifen, welke dienen geredrefleert te worden. Om nu over te gaan van de qualen tot de geneesmiddelen, en in het voorfchryven derfelve, foo veel mogelyk is, te volgen het oordeel der Regenten , welke voor deefe de faaken van de Admiraliteit gcregulcert, of over het redres derfelve gebefoigneert, hebben: gelyk van de tyd af dat het opperbeftier der faaken van de Admiraliteit benoomen wierd aan de Raad van Staate altyd begreepen is,dat de principaale forg en beftier der faaken van de Admiraliteit moft weefen in handen van een Admiraal Generaal, welke onder de hooge Regecring foude weefen het hoofd.  hoofd, en als de ziel, van de Collegien ter Admiraliteit, foo foude het ter eerfte opflag fchynen vooral nodig te zyn, dat Ampt te doen herleeven. Maar de vraag is, of een Admiraal Generaal jegenwoordig foude weefen een Amptcnaar van gelyke nuttigheit als voor deefe , wegens de verandering in de forme van de Regeering, dewyl immers niet kan ontkent worden, dat de voorige Admiraals Generaal minder fouden in ftaat geweeft zyn om te beftieren de faaken van de Admiraliteit: de Collegien te handhaven by het volkoome gebruik van haar Inftruclic: en de Inftruclie allefins te doen naakoomen door de Collegien : indien fe niet te gelyk waaren bekleed geweeft met het Ampt van Admiraal Generaal, foo wel als van Gouverneur, of Stadhouder, van die Provinciën, waar in de meefte, en voornaamfte, Collegien ter Admiraliteit refidecren. 'En, foo om deefe reeden, welke feeker van geen gering gewigt is, foude behooren afgcficn te worden van het weder aanftellen van een Admiraal Generaal, fchynt het naafte daar aan te weefente denken op het weder inftellen van een Collegie van fuperintendentie, waar van de particuliere Collegien fouden afhangen, of op het in een fmelten van de particuliere Collegien , en op het formeeren van een onverdeeld lichaam uit defelve. Ook zyn wegens de notoire nuttigheid der faake verfcheide maaien diergelyke voorflagen in de Vergadering van Holland op het tapyt geweeft, en dat felfs in de tyd, wanneer 'er een Admiraal Gen1 was, maar fonder een Collegie V 4 ym  C 316 ) van fupcrintendentie, als vervallen met het jaar *593- Soo vind men in het Regifter van het jaar 1600 fV), „ dat by de meefte ftemmen ten „ hoogfte nodig gevonden is, foo om de koften ?, te verminderen, als fonderling om de faaken „ van de Admiraliteit met meerder autoriteit, „ en eenpaarigheid, te doen beleiden, de faa„ ken van de Admiraliteit te ftellen in fuperin„ tendentie _ aan zyne Excelle en de Raad van „ Staate,mids dat eenige perfoonen uit Holland „ en Weftvriesland,en uit Zeeland, hen de faaj, ken van de Admiraliteit beft verflaande, mee„ de in defelve Raad fouden worden geftelt" : Off wel, „ dat een generaal Collegie van'de Admiraliteit foude worden opgeregt, dat van „ tyd tot tyd foude veranderen van refidentie": Den 15 Maert 1619 is ter Vergadering gerapl porteert door Commiffariffen, welke gebefoigneert hadden met zyne Excelle op het ftuk van de desordre ter Zee, dat zyne £xce „ vooral ,, meende, dat de remedie niet beeter te treffen „ fal weefen, als met een fuperintendent Col„ legie van de Admiraliteit hier in den Haage te ,, houden, by het welk de groote faaken te „ waater moogen worden beleid". En den 7 Aug: 1648 wierd voorgeflaagendoor Commiffariffen, ,, het contraheeren van de Col„ legien ter Admiraliteit tot één lichaam, hou„ dende refidentie in 's Gravenhage by de an„ dere Collegien van Regeering". Welke laafte voorflag egter meerder fag op de menage, als op het beeter beftier der faaken van de Admirali- tyit, (s) ƒ«/: 407 van 't gedrukt Re gr.  (317) teit, in een tyd, dat men na een tagtig jaarigen oorlog vooral bedagt was op de vermindering der Laften. Soo deefe voorflaagen, fchoon hedensdaags tydiger als oit voor deefe, egter geen meerder mgang mogten vinden als voor deefe, het zy, om dat een Collegie fuperintendent (i), geen Admiraal Generaal aan het hoofd hebbende, niet foude hebben de nodige autoriteit over de fubalterne Collegien: het zy, om dat'er reeds een Collegie, of Vergadering, is, welke die fuperintendentie in handen heeft, te weeten, de Vergadering van haar Ho: Mo:, en niets foo ongeraaden is voor een Staat, welkers faaken reeds over te veel fchyven loopen, als de Collegien nog te vermeerderen: fchynt niets anders overig te weefen,als te formeeren een Inftruétie op dit important fubjeét, voor de Vergaderin* van haar Ho; Mo:, waar aan het opperbeftier der Zee-faaken foude konnen (voor foo veel des noods) van nieuws opgedragen, of geconfirmeert, worden, getrokken uit de Inftruétie van het Collegie fuperintendent van den 2 2 April 1 * 80 uit de Inftruftie van de Collegien ter Admiraliteit van den 13 Aug: 1597, uit die van de Generaliteits Reekenkamer van den 21 Janua-1622 en uit die van de Raad van Staate van den io July 1651, met de nodige veranderingen en by- Hct,Collegie fuperintendent, den 20 Febr. i72r « Holland Toorgefltagen, foude niets gemeens hebben tehad met het Collegie fuperintendent, in het jaar S fetK^r riinï MïUdtZ ïU Adraiml Gen'' buit« , v5  ( 3i8 ) byvoegfelen: en alle de fchryvende Gecommitteerden uit defelve, foo wanneer, en foo dikwyls, als het nodig weefen fal. 2. In het exerceeren van welke fupcrintendentie, bevel, en gefag, de voorf: Vergadering fal volgen de Inftruftie, den 13 Augufti 1597 gearrefteert voor de Collegien ter Admiraliteit, voor foo veel defelve Inftruftie daar op applicabel is, en de verdere Reglementen, en ordres, by de gefamentlyke Bondgenooten gearrefteert op het ftuk van de Admiraliteit, neemende vooral goed reguard, dat de voorfz Collegien allefinsnaakoomenhaar Inftruftie , en de voorfz. Reglementen, en ordres, in het geen dat haar aangaat. 3- En om efficacieufelyk te weeren de abuifen, welke in fwang gaan, foo ontrent den ophef der Middelen te waater, als ontrent de verdere faaken, zynde van de adminiftratie en van het bewind der Collegien ter Admiraliteit, fal de voorf: Vergadering byfonderlyk goed reguard neemen, en met der daad beletten ,eerftelyk,dat geen Ampten, of bedieningen, van de Admira- li-  C 320 ) liteit dependeerende, groot, nog klein, gegeeyen worden aan kinderen, of aan andere perfoonen, welke in geen ftaat zyn om defelve Ampten, of bedieningen, in eigener perfoon waar te neemen: ten anderen, dat geene van de voorf: Ampten, of bedieningen verkoft, of met pennoenen of andere uitkeeringen belaft, worden, of, in het generaal, dat eenig voordeel daar van genooten worde als alleen by die geene, welke daar toe geregtigt zyn volgens Commiffie en Inftruftie:en ten derde, dat de voorfz Ampten, en bedieningen, perfoonlyk waargenoomen worden door de beampten felve en door niemand anders, onder wat naam, of pretext, het foude mogen weefen: en dat ten dien einde de beampten, van de Admiraliteit dependeerende , geene uitgefondert, houden haar vafte woonplaats, en gewoone refidentie, ter plaatfe alwaar haar refpeftive Ampten, en bedieningen, moeten waargenoomen worden, en nergens elders: wordende de voorfz. Ampten en bedieningen, by deefe verklaart incompatibel met eenige Staaten, Ampten, of bedieningen, welke in eeniger wyfe fouden beletten de voorfz vafte en gewoone refidentie. 4- En fal de Vergadering, het tegendeel van eenige der bovenltaandepointen bevindende, gehouden zyn fodanige beampten aanftonds te fufpendeeren van haar Ampten, en bedieningen, en ordre te ftellen op de provifioneele waarneeming derfelve ionder andere forme van proces als dat de Vergade-  ( 3» ) dering vooraf fal inneemen het berigt van den Advocaat Fiscaal van het Collegie ter Admiraliteit, waar onder fodanige beampten reforteeren, en de beampten fommierlyk fal doenhooren door Commiffariffen: mids doende, aanftonds na defufpenfie , contendeeren tot caffatie door de Fiscaal vah de Generaliteit, en door den Fiscaal van het Collegie ter Admiraliteit van het reifort als gevoegde , en fendende het proces, in ftaat van wyfen gebragt weefende, aan een Hof van Juftitie, om te formeeren een diclum van Sententie, welkonveranderlyk gevolgt, en op de naam van de Vergadering gepronunciëert, fal worden (a). 5- Saaken voorkoomende, waar over crimineelylc foude moeten geprocedeert worden tegen eenige van de Raaden ter Admiraliteit, of Ministers van de Collegien, en namelyk de Advocaten Fiscaal, Secretariffen, en Ontfangers Generaal, of ook tegen Commifen Generaal, en Equipagicmeefters, fal de Vergadering fodanige faaken ftellen in handen van de Fiscaal van de Generaliteit (1), en van den Fiscaal, of Procureur Gen', van de Provincie, CO Sie de Inflr: van hetCollegiefuperintendent 22 April 1589. (1) N» Het Ampt van Fiscaal van de Generaliteit plagt »e weefen een aanfienlyk Ampt. Nu is het foo vervallen, dat men doorgaans meend, dat de Fiscaal van de Generaliteit niets anders is als Fiscaal van den Krygsraad, en dat andere Advocaaten gebruikt worden, daar men voor deefe gebruikte de Fiscaal van de Generaliteit. Waar van het gevolg is, dat jegenwoordig niemand van Generali(feits weege het oog houd op dc nakooming der Iullruclien, Ra-  C 322 ) cie, waai- in het Collegie ter Admiraliteit rendeert, tot welk de Raaden, Minifters, Commifeh Gen1, of Equipagiemeefters, tegen welke foude moeten geprocedeert worden, behooren, ten einde om ter ordonnantie van het hoogfte Collegie Van Juftitie aldaar fig tegen de voorfz. perfoonen te informeeren: defelve te dagvaarden voor het voorfz. Collegie van Juftitie: hunluiden te maaken haar proces: het felve;te inftrueeren, en te brengen in ftaat van wyfen: en, foo de faak raakt eenige van de bovengenoemde Minifters, Commilen Gen1, of Ëqtri; pagiem'% defelve voor het voorf: hoogfte Collegie van Juftitie te vervolgen ten definitive (V). 6. Maar, foo de faak raakt iemand van de Raaden, fal het proces, behoorlyk geïnftrueert zynde, gefonden worden door het Hoff, voor welk het geïnftrueert is, aan de Staaten van dc Provincie , uit welke de aangeklaagde Raad, of Raaden, in het Collegie gecommitteert zyn, welke aangenoomen hebben , en by het arrefteeren deefer Inftructie aanneemen, en belooven., het felve proces aldaar by de ordinaris Juftitie, of ordinaris dagelykfche Regter van de aangeklaagde, te lullen doen termineeren by finale decifie binnen de tyd van fes weeken na den ontfang (/>). En Reglementen, en ordres-, en kennis geeft aan haar Ho: .Mo:, of daar het behoord, van de overtreedingen, verfuimlullen, en andere abuifen daar ontrent, veel min het ï'egt van de Generaliteit waarneemd tegen de overtrceders. Het welk gèwiffélyk een feer groot defeft is, en waar aaa, noodwendig moet geremediëert worden. ('a j Infir: Raad van St: Art: 40. {V) Ibidem.  C 323 ) 7- En fullen de Sententien, uit kragte van de dry bóvenftannde Articulen te vvyfen, aan gee?i Appel, nog Reformatie, fubjeér. zyn,maar alleen aan Revifie, te weeten , wanneer ordinaris geprocedeert,en niet op confeffie regt-gedaan, is •8. Ontrent alle crimineele faaken, raakende de mindere officianten , en bedienden , van de Collegien ter Admiraliteit, fal preventie plaatshebben tuffchen de Fiscaal van de Generaliteit, en de Fiscaal van- hét Collegie, waar onder de voorf: mindere officianten , en bedienden, reforteeren: ten dien effefte, dat de preventie fal wörden geïntroduceert door de Refolutie, of ordre van Vergadering van haar Ho: Mo:, om te informeeren, en dat de Fiscaal van de Generaliteit, in cas van preventie, fal moeten procedeeren voor het voorfz. Collegie, en dat de Fiscaal van het Collegie fig fal moogen voegen ten procelfe, en, in dat geval, lal genieten de portie, aan hem volgens de Placaaten toekoomendé in cas van pecuniëele mulcten. Def.OntfangèVs" Oeneraal van de voorfz. Col^gien ün gebrceké' blyvende van jaarlyx, binïien behoorlyke tyd, tc reekenen van haar ge«tfden ontfang adminnlratic, foo ordinaris, 00 Ibidfin. ■ , '  C 324 ) ais extraordinaris, aan de Generaliteits Reekenkaamer, fal de Vergadering, op de advertentie, daar van door de Reekenkaamer gegeeven , de gebreekige Ontfangers Generaal daar toe houden by middel van parate executie. Ten welken einde de Staaten van de Provinciën , waar in de gebreekige Ontfangers Generaal refideeren, onwygerlyk fullen verleenen A<5te van territoir. 10. De voorfz: Vergadering fal, naa ingenoomé fchriftelyk berigt van de refpeétive Collegien ter Admiraliteit, en naa gehoude conferentie met Gecommitteerden uit de Generaliteits Reekenkaamer , refolveeren op de partyen, welke door defelve Kaamer in het opneemen der Reekeningen van de refpeétive Ontfangers Generaal van de yoorfz. Collegien geroyeert, of met loquaturs befwaart zyn, foo ais bevonden fal worden te behooren ten meeften dienfte van den Lande (0). ii< _ De Vergadering van haar Ho: Mo: fal bovendien bevorderen, en door alle bequaame middelen de hand daar aan houden, dat de Raden en Magiftraaten van de Steeden, daar eenigen ontfang van Convoyen cn Licenten is, prefteeren den eed, geordonneert by de Ref:, of Aóte, van den 25 Öét: 1*82, by welke de Convoyen en Licenten gemaakt zyn van Provinciale tot Genets) Sie Injir: van dc Gmerlts Recksnk: si Janua. iö*#.  ( 325 ) neraliteits Middelen, en op heeden van nieuws gearrefteert: en fal ibnder oogluiking doen procedeeren tegen de Raaden en Magiftraaten, welke fouden mogen in gebrecke blyven van het prefteeren van den voorf: eed, of welke die fouden moogen overtreedcn, voor het hoogfte Hof van Juftitie van de Provincie, waar onder defelve reforteeren, door den Fiscaal van de Generaliteit, en door den Fiscaal, of Procur: Gen1, van de Provincie als gevoegde, als tegen perturbateurs van de gemeene rufte in conformiteit van de voorfz: Refolutie, of Acte. 12. Gelyk de Vergadering meede ten felven einde de Raaden ter Admiraliteit, Advocaaten Fiscaal, Secretarilfen, en Commifen Generaal, by derfelver aanftelling fal doen belooven onder folemneelen eede agtervolgens en in conformiteit van haar Ho: Mo: Refol. van den 8 Aug" 1687, „ fig niet te fullen reguleeren, of in eenigen „ deele obtempereeren aan eenige beveelen, » oppofitie, refidentie, of anderfins, wat het „ ook foude mogen weefen, die haar fouden „ mogen worden gegeeven, of gedaan, by, of „ van weegen de Heeren Staaten van eenige Provinciën, of de Magiftraaten van eenige „ Steeden, affonderlyk, fonder Refolutie van „ haar Ho: Mo:, of contrarie aan het Placaat „ en Ordonnantie op den ophefF der Middelen te „ waater: maar van die voorfz. beveelen, op„ pofitie, reliftentie, of wat het ook foude „ mogen weefen, aanftonds kenniffe te fullen IV. Deel. X J5 gee-  ,, geeven aan haar Ho: Mo:, en dien onvermin„ dert, en niet tcgenftaande de voorfz. bevee- lqn, of oppofitie, refiftentie, of anderfins, „ haar, voor fo veel in haar is, precifelyk te „ fullen gedragen naa het voorfz. Placaat en Ordonnantie , fonder eenige diffimulatie of ,, conniventie". Dog laatende aan de wysheid van de Regeering , op welke van de bovenftaande wyfen in de jegemvoordige omftandigheeden kan, en behoord, gcforgt te worden voor het beeter beftier en fupcrintendentie , of generaale dire&ie der faaken van de Admiraliteit, fal men alleen de vryheid neemen van te feggen, dat het foo nodig is daar voor op de een of andere wys te forgen, dat fonder die forg vrugteloos, en vergeefs , fal weefen al, wat foude moogen gerefolveert worden tot herftel der faaken van de Admiraliteit: en 'er by te voegen, dat felfs geen van de bovenftaande voorflagen van redres ontrent de generaale directie fal weefen van de beoogde uitwerking, immers niet met opfigt tot den eenpaarigen ophef der Middelen te waater, ten zy dat men te gelyk in practyq brenge, eerftelyk, den eed, in voegen als booven te doen door de Regenten van de Provinciën, en Steeden , van den eenpaarigen ophef der Convoyen en Licenten niet te fullen traverfeereft, maar in tegendeel de hand daar aan te fullen houden. Op welken eed te fterker fchynt te konnen gcftaan worden, om dat men die met reeden mag aanfien als een exprcffe conditie, welke de Provinciën , voorfiende wat van de Convoyen en Licenten worden foude, foo de Provinciale, en Stee-  C3 = 7) Steedelyke, in tereffen daar ontrent niet op het kragtigfte tegengegaan wierden, op malkander bedongen hebben by het gemeen maaken derfelve , als weelénde dien eed een voornaam articul van de Acle, waar by de Convoyen en Licenten in het jaar 1582 gemaakt zyn tot Generaliteits Middelen (V). En ten zy dat men boovendien, tot nog meerder precautie, in de tweede plaats insgelyx weder invoere den eed tegen hjt obtempereeren door de Collegien ter Admiraliteit, en derfelver Minifters, en bedienden, „ aan eenige be„ veelen, oppofitie, refiftentie, of anderfins, van dc Heeren Staaten van eenige Provinciën, of van de Magiftraten van eenige Steeden, „ affonderlyk, fonder Refolutie van haar Ho: j, Mo:, of contrarie aan het Placaat en Or„ donnantie op den ophef der Middelen te waa„ ter", boven bygebragt uit haar Ho: Mo:Refol: van den 8 Augufti r687. De voorgeflaage verandering in de generaals direüie der faaken van de Admiraliteit, met de voorfz. beide eeden, niet alleen vaftgefteld, maar foo ver in practyq gebragt zynde, dat al de wereld daar uit quam te fien, 'dat bet volkoomen ernft is aan dc Regeering de Middelen te waater te handhaaven, en defelve alom op een eenpaarige voet te doen pracliiéeren na de letter der Placaaten en Ordonnantiën, foude de admodiatie konnen in trein gebragt worden met gelyke apparentie van fuccez als onlanx gedaan is in de Ooftenryke Nederlanden. Son- (a) Sic Ref: St'n Gem 4 April en 23 OEI: 1532. Ref; St: van HolU 10 Mey 1582. X 2-  ( 3^8 ) Sonder dat men onderneemt te decideeren, of het beeter is maar een gedeelte der Middelen uit te geeven in admodiatie: het geen al is, waar toe men het hier te Lande oit heeft konnen brengen, misfchien, om dat alle de bedienden van de Collegien ter Admiraliteit in empioy blyven, wanneer maar een gedeelte der Middelen verpagt word: of wel het geheel, waar toe in het jaar 1639 ieverig, maar fonder fuccez, gearbeid wierd door haar Ho: Mo:, en door de Prins van Orange en den Raad van Staate, „ op „ het exempel van naabuurige Princen, en van „ de Middelen van confumtie hier te Lande (a). Dog om van de admodiatie weder te keeren tot het redres der faaken van de Admiraliteit, het geen, dat de dienft van het Land foo wel als de menage, na het redres in de generaale direétie, meeft fchynen te vereifchen, is een merkelyke vermindering van het getal der Collegien , en der Raaden in de Collegien, mitsgaders van derfelver Officieren en bedienden. Hier toe zyn insgelyx verfcheide maaien voorflagen gedaan, gelyk in het jaar 1600, wanneer nevens de reeds gemelde voorflag van een generaal Collegie van de Admiraliteit op „ te regten, dat van tyd tot tyd foude verande„ ren van refidentie", meede voorgeflagen wierd, „ de equipagien te laaten doen door ,, Equipagiemeefters, met by voeging van Con- trerolleurs: en de judicatuure ter eerfter in„ ftantic te ftellen aan Scheepenen Commiffaris- >» fön, (rt) Sic Ref: St'» van Heil. 26, Febr. 1639. Aitzema b. 19 f>l> 593 en de volgende.  C 329 ) 9) fen, en by provocatie aan den Raad van j, Staate'' (a). In het jaar 1610 wierd voorgeflagen, in plaats van de Collegien ter Admiraliteit, en van de Officiers van dien, welke de Vergadering van Holland „ genoeg generalyk verftond te itrek,, ken tot feer groote koften van den Lande, en „ tot geen kleine opfpraak van de gemeente, „ byfonder overmids het groot getal, daar in j, als Raaden weefende," te erigceren „ een Col„ legie van 19 perfoonen uit alle de vereenigde „ Provinciën, daar uit vyff fouden gefonden „ worden tot Amfterdam, vyf tot Rotterdam, ,, met een Fiscaal, Secretaris, Deurwaarder, „ en een Boode: dry tot Middelburg, dry tot Hoorn, en dry tot Leeuwaarden, om met de „ refpeétive Gecommitteerde Raden, of Gede„ pureerde Staaten, aldaar, by de ordinaris „ Fiscaalen, Secretarilfen, Deurwaarders, en e, Booden, van defelve Collegien, buiten kosten van de Generaliteit, uitgefondert alleen de „ dry Raaden, in dé refpeétive Steeden te 5, fenden, te befoigneeren" (/»). En den 7 Augufti 1648 is voorgeflagen, foo niet goedgevonden wierd, „de Collegien ter Ad„ miraliteit te contraheeren tot één lichaam, „ immers het getal van de Raaden in de voorfz. „ Collegien te verminderen, of defelve ook an„ dere funétien te laaten bekieeden ophetexem„ pel van de Provincie van Zeeland, alwaar dc Ge- (a) Sie Reg: van Holl: Ao 1600. fol. 407. (è) Sie' het Hollandsch Reg: iöro fol. 8 en 34. Sie ook de Ref» van de Vergod: van 11 Febr. tot 21 Maert 1612, gpait gedrukt agtcr het Reg: van dat jaar, fol. 11. x 3  C 330 ) Gecommitteerde Raden ook bedienen het Collegie ter Admiraliteit aldaar". Soo deefe laafte voorflag was gebragt geweeft ter deliberatie van de gefamentlyke Bondgenooten, foude het exempel van het Collegie ter Admiraliteit, relïdecrendc te Middelburg in Zeeland , welk doe ter tyd al veel minder als eenig ander Collegie ter Admiraliteit geleek naa 'een Generaliteits Collegie, eerder gedient hebben om die voorflag tc doen verwerpen, als om fe te doen ingang vinden. Had men, doe die voorflaagen gedaan zyn, beleeft een tyd als jegenwóordig, dat de Middelen alleen van de Collegien, refidcerende in de Prove van Holland en Weftvriesland, belaft zyn met een fomme van 185033: 4 : o (1) 's jaars wegens intcreffén van geligte capitaalen, boven de loopende laften ter fomme van 492109 :10:0, volgens de begrooting, waar van booven gefprooken is: dat de Commercie foo feer vermindert is als eenige jaaren her waards: en (het geen fonderlinge opmerking in deefe verdient) dat de geringe Commercie, die de ingefectenen dcefer Landen nog dryven, niet verfpreid is over alle de Provinciën, langs de Zee en Rivieren gefitueert, gelyk voor deefe, maar bynaa geheel en al bepaalt is tot eene Provincie, en in defelve tot (1) Onder de bovenftaande 185033 : 4 : o is begree- 400 pen den intereft van de — gl:, tot het opneemen van welke de Admiraliteit te Amfterdam geautorifeert is by Ref: van haar Ho: Mo: van den n Mey 1716. item dia van de 331600 :o :o,door het felve Collegie opgenoomen in mindering van het Milliocn, gcmelt in haar Ho; M* Ref; van den 8 Juny 1715.  C 331 ) tot weinig Steeden: men had ongetwyffelt niet geruft, tot dat één van die voorflagen was gebragt geweeft tot concluiie. Of men had by weege van expediënt voorgeflaagen, gelyk een ieder jegenwóordig foude voorflaan, die het werk met geen andere beooging infiet als van den dienft van het gemeen, en van de tranqueerende ingefeetenen, dat is, van die ingefeetenen, waar op het welvaaren van het Land principalyk ruft, de vyff Collegien te brengen tot twee, een aan de Ooflzyde en een aan de Weftzyde der Maaze, gelyk de Landraad , welke in het begin befcierde de faaken te waater en te Lande, fodanig verdeelt was. En, lbo felfs die voorflag geen ingang vond, foude te minfte het getal der Raaden in elk Collegie behooren vermindert te worden van tien, en twaalf, op feeven, in conformiteit van het tweede Articul der Inftruétie van de Collegien ter Admiraliteit: de Collegien, refidcerende in Weftvriefland en het Noorderquartier, en in Vriefland, gecombineert tot één Collegie: en door Commiffariffen van haar Ho: Mo: geformeert een Lyft van de Officieren, en bedienden, welke in de refpeétive diftriéten tot uitvoering van den laft, aan de Collegien by Inftruétie opgelegt, nodig zyn na de jegenwoordige conftitutie van faaken: en van de traétementen der voorfz. Officieren en bedienden. Soo deefe dingen vaftgefteld waaren, fouden de faaken van de Admiraliteit fekerlyk met meerder autoriteit, meerder eenpaarigheit, en meerder menage, beftiert worden: en veel abuifen , die veel opfpraak en gefchreeuw veroorfaaken, fouden van haar felve vervallen. X 4 En  ( 33? ) En men kan niet afvveefen hier in het voorbj^gaan aan te merken, dat het in het ftuk van de Admiraliteit, gelyk in feer veel andere, een ongelukkige maxime is, wanneer men van redres fpreekt, te vallen op allerhande geringe abuifen, fonder de wortel van het quaad aan te raaken. Waarom ook de ondervinding gcleert heeft, dat de remediën, welke nog fomtyds na opereufe deliberatien vaftgeftelt worden, van geen, of van geringe, operatie zyn, gelyk als, om te blyven by de faaken van de Zee, gebleeken is in voorige admodiatien van een gedeelte der Middelen van-de Collegien ter Admiraliteit: of, dat felfs de remcdien, na dat lang daar over gedelibereert is, aan een fyde gelegt worden als inpraóticabel. Het geen fchynt te lullen weefen het lot der admodiatie, waarover feedert ettelyke jaaren gedelibereert is , niemand eenig nut daar van verwagtende, fchoon dat alle andere hinderpaalen weggcnoomen waaren, fonder een voorgaand redres in het generaal beftier der faaken van de Admiraliteit. Voorts foude konnen vaftgefteld worden tot beeter ophef, adminiftratie, en verantwoording, der Middelen te waater, eerftelyk, dat de Raaden ter Admiraliteit fullen moeten belooven onder folemneelen eede, af te leggen in handen van haar Ho: Mo:, by het prefteeren van den eed op haar Commiffie en Inftruftie, „ fig te ,, fullen onthouden van alle correspondentien, „ en overeenkomften, met haar meede-Raaden , „ of met eenige van dien, directelyk, of indi„ reételyk, over de begeeving van Ampten, „ dependeerende van de Collegien ter Admira- lis  ( 333 ) „ liteit, by weege van tourbeurten, of op ee„ nige andere diergelyke wyfe, op poene van infamie": Ten andere, dat alle beampten van de Collegien ter Admiraliteit fullen moeten belooven onder eede, by het ontfangen van haar Commisfien, „ dat zy haar Ampt fullen in perfoon waarneemen, fonder fig daar van te difpen„ feeren buiten geval van fiekte, of ander dier- gelyk belet, niet van haar dependeerende": Niets foo hinderlyk zynde aan den ophef der Middelen, dat is , aan het werk waar toe meelt alle de beampten van de Collegien ter Admiraliteit gebruikt worden, als dat fodanige Ampten verkoft, met uitkeeringen belaft, of door andere bedient worden als die, welke den eed op de Commiffien en Inftruclien afgelegt hebben: en niets foo veel aanleiding geevende tot diergelyke abuifen, als dat de Ampten by weege van tourbeurten, of op eenige andere wyfe, gelaaten worden ter dispofitie van één lid van een Collegie in het byfonder: Ten derde foude konnen ten voorfz: einde vaftgefteld worden, dat de Commifen Generaal volgens de oude ordre, en het oud gebruik, van tyd tot tyd fullen ver plaat ft, en van het een diftricl in het ander overgebragt worden. En felfs foude een vafte tyd, en ordre, dienen daar op beraamd te worden. Deefe verplaatfing foude gemakkclyker doorgaan, foo de Collegien vooraf gebragt waaren op een minder getal. Maar, dewyl het verminderen van de Collegien de voorflag is, die vermoedelyk altyd de meefte tegenftant ontmoeten X 5 fal,  C 3S4 ) fal, foudp; men ongefyk hebben met daar naa uit te ftellen het vcrplaatferi derCommifenGen', infonderheid om dat het felve niet anders foude weefen als het weder in train brengen van de oude ordre, en geenfins een nieuwe voorflag: at foude by provifie maar vaftgeftelt worden, dat de Commifen Generaal in de Provincie van Holland en Weftvriesland faamen fullen rouleeren. Nog foude ten vierde konnen vaftgefteld worden, dat foo de Ontfangers Generaal van de Collegien ter Admiraliteit in haar Reekeningen bragten poften, ftrydende met de Refolutien, by haar Ho: Mo: genoomen op de Apoftillen van de Generaliteits Reekenkaamer op voorige Reekeningen, de Reekenkamer fal bevoegt zyn om fodanige poften door te flaan, fchoon betaald op Ordonnantiën van de Collegien ter Admiraliteit : fin ten vyfde, dat om de Ontfangers Generaal van de Collegien ter Admiraliteit te konnen houden tot het reekenen binnen de behoorlyke tyd, en te beletten, dat die fig niet geheel daar van dispenfeeren op het exempel van den Ontfanger Generaal van het Collegie in Zeeland: het geen niet kan belet worden door haar te dreigen met royeering van haar traftement in Reekeningen, welke niet fouden overgebragt worden: zynde egter de eenige poenaliteit, by het Advis, of Rapport, van den 8 February 1716 voorgeflagen: de Ontfangers Generaal fouden behooren voortaan voor het ontfangen van haar Commiffien over te leeveren aan haar Ho: Mo: een Acte, waar by niet alleen fy, maar ook  C 335 ) ook haar borgen , welke nevens haar fouden behooren aanTpreekelyk te weefen voor het overbrengen der Reekeningen, foo wel als voor de adminiftratie, of voor de flootcn der Reekeningen, fig fouden onderwerpen met bewilliging van de Staaten van de Provincie, waar in zy refideeren, aan de parate executie van haar Ho: Mo:. Waar by nog foude konnen gevoegt worden, dat de Ontfangers Generaal in gebreeke blyvende van te reekenen, de fubalterne Ontfangers, of Convoymeefters, fullen gehouden zyn, op het 'eerfte aanfchryvens van haar Ho: Mo: te tellen in fodanige handen, als aan haar geordonneert fal worden door haar Ho: Mo:, de penningen van haar ontfang, in plaats van die te tellen in handen van de gebreekigen Ontfanger Generaal, op poene van daar voor in haar particulier aanfpreekelyk te weefen. Soo het advis foude gevolgt worden niet alleen van de Generaliteits Reekenkamer, maar ook van de Gedeputeerden van haar Ho: Mo:, welke in het jaar 1716 gebefoigneert hebben met Commisfariffen van de Rekenkamer „ over de „ menigvuldige defecten, en abuifen, welke „ aan de Kaamer vóorquaamen in de Reekenin„ gen van de refpeétive Collegien ter Adrairalitcit,cn welke dc Kaamer buiten ftaat was van „ te konnen reJreffeeren", foude nog behooren vaftgeftelt te worden, ,, dat op geen Ordonnan„ tien van de Collegien ter Admiraliteit voortaan eenige betaaling fal worden gedaan, voor dat die Ordonnantiën in de Generaliteits Reekenkaamer fullen weefen geregiftreert, op de- „ fel-  ( 336 ) j, felve wyfe als alle Ordonnantiën, door den Raad van Staate geflaagen , aldaar gere„ gistreert worden" (V). Dog, fchoon dat het fenden der Ordonnantiën na den Hage, om geregiftreert te worden, mogt practicabel geoordeeit worden , foo fchynt deefe voorflag niet minder bedenkelyk te weefen als het gefuftineerde van de Reekenkaamer ontrent het valideeren in reekening van de poften, welke gemuniëert zyn met Ordonnantiën, van de Collegien: waar van booven gefprooken is: de meening van de Reekenkaamer niet zynde, alleen te oordeelen, of de Ordonnantiën hebben de behoorlyke uiterlyke forme, gelyk af te neemen is uit het aangetooge Advis, of Rapport, van den % February 1716, maar of de faaken, waar uit de Ordonnantiën fpruiten, de Generaliteit aangaan, en moeten betaald worden uit de Middelen van de Collegien ter Admiraliteit. Het geen foo veel foude weefen, als de fuperintendentie, of het oppergefag, over het empioy van die Middelen te ftellen aan de Gecommitteerden in de Generaliteits Reekenkaamer, in fteede dat defelve Middelen by de Inftruétie van de Collegien ter Admiraliteit aan de Collegien, fodanig als die gecompofeert zyn, in handen gefteld zyn onder het opperbeftier van haar Ho: Mo:, aan welke de Reekenkaamer, vindende by hetopneemen der Reekeningen, dat 'er abuifen begaan zyn in de adminiftratie der voorfz. Middelen, kennis moet geeven van die abuifen, „ om by haar Ho: Mo: „ daar op gerefolveert te worden, als tot meefte 1, dienft (s) Sie Ref: Sm Gen: 8 febr. 1716.  C 337 ) „ dienft van den Lande by defelve bevonden fal worden te behooren" (V). Ook dient het exempel van de Ordonnantiën , door de Raad van Staate geflaagen wordende, in geenen deelen om de voorflag van de Reekenkaamer ontrent de registratie der Ordonnantiën van de Collegien ter Admiraliteit fmaakelyk te maaken. Had de Generaliteits Reekenkaamer een fodanige fuperdirectie boven den Raad van Staate ontrent het empioy der Confenten, en andere Middelen, welker adminiftratie aanbevoolen is aan de Raad van Staate, dat het aan de Reekenkaamer ftond, by elke betaaling, welke de Raad van Staate ordonneert, te oordeelen, of de Raad wel, of qualyk, gedisponeert heeft van de Confenten, of andere Middelen: het exempeï quam ter iheede, en niemand foude behooren te feggen te vinden, dat de Collegien ter Admiraliteit fouden weefen in gelyke graad van fubordinatie met den Raad van Staate aan de Generaliteits Reekenkaamer. Maar het Ampt van de Kaamer ontrent de Ordonnantiën van den Raad van Staate beftaat alleen in het examineeren van de uiterlyk* forme der Ordonnantiën: om hoedanig een examen het de Reekenkaamer niet te doen is in regard der Ordonnantiën van de Collegien ter Admiraliteit. Het geen, dat de Generaliteits Reekenkaamer moet naafien voor het registreeren der Ordonnantiën , door den Raad van Staate gedepecheert wordende, is, of defelve verleent zyn naa de ordre van het Land, dat is, of defelve geteekent zyn (*) Injlr; Gtn" Rnktnkr Art: 6.  ( 338 ) zyn by den Thefaurier, en dry van de Raaden, wcefende van verfcheide Provinciën, en by den Secretaris: of de notule van registrata folio tali 'daar op geftelt is: en of alle de behoeften, beftekken, en andere befcheiden, tot de Ordonnantiën behoorende, daar by gevoegt zyn Solider dat ergens aan de Generaliteits Rekenkaamer gedefereert is de autoriteit om te examineeren , of Ordonnantiën, welke gedepecheert zyn naa de ordre van het Land, of, om te gebruiken de woorden van het voorfz. Advis, welke hebben de behoorlyke uiterlyke forme, fpruiten uit faaken, welke de Generaliteit aangaan, en betaald moeten worden uit de Confenten van de Provinciën, of uit andere Generaliteits Middelen: by exempel, of een befteeding, waar van het beftek gevoegt is by een Ordonnantie, heeft moeten gedaan worden ten lafte van de Generaliteit, en of de betaaling heeft moeten geordonneert worden uit het Confent, of fonds, inde Ordonnantie uitgedrukt: als faaken weefende, welke alleen behooren tot de kennis cn determinatie van dat Collegie, waar aan de adminiftratie der Confenten en andere Generaliteits Middelen aanbevoolen is. Nog heeft de Reekenkaamer in het jaar 1 1715 voorgeflaagen, „ dat de declaratien van dc Commisfien van de Admiraliteiten fouden geëxamineert, en geliquideert, worden by „ de Generaliteits Reekenkamer voor het „ depefcheeren van Ordonnnantien op defelve, » op (a) Sie de Inlir' van den Raad van St' Art: 21. Amplir mtié der Injir: van de Reckr 30 Sept: 1651 Art: 3»  C 339 ) „ op het exempel der deel aratien van de Gede„ puteerden uit de Vergadering van haar Ho: „ Mo:, en uit de Raad van Staate". Welke voorflag, raakende één van de abuifen in de byfondere huishouding van de Collegien, hier niet opgehaalt foude worden, indien daar van gewag gemaakt was in de boven aangetooge Misfive van de Reekenkamer van den 2 Maert 1717 aan de extraordinaris Vergadering over het ftuk van de menage. Want anders is het oogmerk van deefe Memorie foo weinig, te fpreeken van het redres der abuifen in de huishouding der refpeétive Collegien, als daar in gefprooken is van de abuifen felve. Het geen eigentlyk het werk foude weefen van Commisfarislen van haar Ho:. Mo:, welke, geas» fifteert met Gecommitteerden uit de Reekenkaamer, fouden konnen inneemen het berigt van de Collegien, elk affonderlyk, op alle de pointen van de meergemelde Miffive van de Reekenkaamer, midsgaders op die pointen van de voorfz. beide Brieven van de gedelegueerde Regters, welke applicabel zyn op de huishouding van de refpeétive Collegien, en vervolgens formeeren een advis op elk van die pointen. En fal men derhalven deefe Memorie hier eindigen,en alleen voor befluit doen remarqueeren de twee volgende faaken, eerftelyk, dat meelt alle de gedaane voorflaagen van redres overeenkoomen met bet begryp, dat de voorouders gehad hebben van de faaken van de Admiraliteit: het geen deefe Memorie vryfpreekt van nicuwigheit, de gewoone tegenwerping der gce-  C 340 ) geenen, die haar voordeel vinden in oude abuifen, tegen alle voorflaagen van redres: en ten andere, dat, foo de voorflaagen befwaarlyk voorkoomen, de vraag niet is , of fe befwaarlykzyn, het geen men gaern toeftaat, maar of fe nodig zyn tot redres der faaken van de Admiraliteit, en, foo fe daar toe nodig zyn, het geen vertrouwt word dat niemand fal tegenfpreeken, welk van beiden beeter is, alle kragten in te fpannen om befwaarlyke voorflaagen te brengen tot conclufie, of de faaken van de Admiraliteit te laaten fonder redres, en by gebrek van redres nog verder te iien vervallen: waar van het onnoodig is de gevolgen voor oogen te ftellen aan de fodanigen, aan welke deefe Memorie kan van eenig nut weefen. Die fauten, en omisfien, mogt vinden in deefe Memorie, gelieve te laaten dienen tot verfchooning van den Opfteller, dat het een vergeevelyke misflag is, foo het verdriet van de faaken van de Zee, waar van alles afhangt, te fien in het uiterfte verloop, iemand gaande maakt om te tentecren , of hy iets kan toebrengen tot herftel derfelve, fchoon op het hafard van mis te tasten ontrent het een of ander point. EK  C 34ï ) Extract uyt de Refolutien van dc Heeren Staaten van Hollandt ende Weft-Vrieslandt, in haar Edele Groot Mog. Vergaderinge genomen op Donder da gh den 10 Februarii 1721. D e Raadtpenfionaris heeft ter Vergaderingh cti!rS;e voorgedraagen ter occafie van de deliberatien v«« fw over het eyndelyck befluyten en arrelteeren van pennutH , het generaal Placaat enLyfte van de Middelen te water, en Ordonnantie, waar op defelve voor de helft in admodiatie fouden werden gegeeven. Dat alle het felve als nu genoeghfaam alleenlyck wierdt opgehouden en gebonden aan het beraamen van foodaanige ordres en middelen, waar door aan de Provinciën, Leeden en Stee• den refpeótivelyck over en weer gerustheyt van egaale praétycq foude konnen werden gegeeven. Het 'welcke van den beginne af was geconfidereert te weefen het esfentiëele van deefe geheele faack. Dat het manquement van foodaanige onderlinge geruftheyt was aangemerckt als het begin en oorfaake van het verval van defelve Middelen, gelyck dan oock het redres van dien principalyck foude aankoomen op het hcrftellen en beveiligen van die geruftheyt. Dat om die reedenen het arrelteeren van het gemelde Placaat, Lyft en Ordonnantie, om ter Generaliteyt ter deliberatie te werden overgebraght, t'elkens daar aan was ge- IV. Deel. Y ac-  C 342) accrocheert, en byfonderlyck by Refolutie va» den feeventienden Oftober iaatftleeden. Gelyck fulcks oock ter Generaliteyt .van wegen deefe Provincie in de krachtighfte termen was gedeclareert, dat fulcks aldaar meede in dier voegen was begreepen, en de faake foo verre was geavanceert, dat het op dit point principalyck aanquam, en het befoigne daar op by de handt genoomen ftondt te werden. Dat op die materie een ampel Advis was uytgebraght op den twee en twintighften Maart des jaars feeventien hondert aghtien, hetgeen by Miffive van de Heeren Gecommitteerde Raaden van den tweeden Januarii laaftleeden aan deLeeden was toegefonden, om daar op gereedt te koomen. Dat het felve Advis behelft de fubftantie van haar Hoogh Mog. Refolucien van don agbtften en neegenden Augufti des jaars festien hondert feeven en tachtigh en noch eenige ah. dere, en ftrifter ordres op dit fubjeft te beraamen. Dat de gemeene opinie fcbeen te zyn, dat hoo fterck de middelen in het felve Advis voorgeflaagen oock moghten zyn , echter noch yets meer vereyfcht wierdt, en fulcks oock is te kennen gegeeven, by het Advis op den aghtienden Januarii Iaatftleeden uytgebraght: Dan dat tot noch toe niet, of immers niet expreffelyck en direftélyck, refiexie is gemaackt op de oorfaake» waaromme de voorgaande Refolutien, hoe ernftigh die oock voorkoomen, geen of een feer kort gevolgh hebben gehadt. Dat men in het nafpeuren van het geen van tydt tot tydt op dit fubjeét is voorgevallen fal bevinden, dat t'elkens meer is gebcfoigneert op het vermeerderen van . 01>  ( S43 ) ordres als op de reedenen waarom defelve geen meerder effect en duyrfaamheyt hebben gchadt, of op het indageeren van het geen het leeven en de kracht aan die ordres foude moogen geeven. Even gelyck op de bevindinge van het verminderen van het rendement van de gemeene Middelen te water, of dat defelve niet fuffifant waaren tot de noodige laften, meer is gebefoigneert om die te verhoogen en te vermeerderen als om defelve ftricfelyck te doen practifeeren. Dat deefe confideratien aanleydinge quaamen te geeven, om te overweegen het voornaamfte, dat daar omtrent in deefen ftaat is gepasfeert, en het geen daar by werdt ontdeckt van het begin en aanwas van het verval, ende van de remediën, die daar tegen fouden konnen werden geadhibeert. Dat de ft aken van den oorlogh te water, equipagie en middelen daar toe dienende al van den beginne van den opftandt tegen Spagne zyn gedirigeert onder een generaal oplicht van den Landtraadt, en fuccefiïvelyck by den Raadt van Staaten. Dat al in den jaare vyftien hondert feeven en feeventigh een Commis Generaal wns aangeftelt over Hollandt en Zcelandt. Dat wel kort na die tydt meer als één Commis Generaal is aangeftelt," maar met brcede Commifïïe. Gelyck dan in den jaare vyftien hondert vier en tachtigh en namaals Henrick van der Veeke is gequalificeert Commis Generaal over de vereenighde Provinciën, met gelycke authoriteyt over alle de Provinciën als in Hollandt. En oock in den beginne van den jaare vyftien Y 2 , hon-  C 344 ) hondert vyf en tachtigh in een Verklaaringe van deefe Provincie, concerneerende den Landtraadt, onder anderen is geïnflueert, dat de Commifen Generaal by den Raadt van Staaten Commiffie moeffe werden gegeeven over alle de Provinciën. Dat ondertuffchen iterativelyck was gedelibereert gewerden op het verpachten van de Middelen te water, te weeten, in de jaaren vyftien hondert neegen en feeventigh, vyftien hondert twee en tachtigh, vyftien hondert drie en tachtigh en vyftien hondert vier en tachtigh. Dat naderhandt zynde goetgevonden de faaken te water feparatelyck van die te lande te behandelen, na langhwylige deliberatien, van den jaare vyftien hondert feeven en tachtighaf gehouden , cyndelyck is opgerecht een fuperintendent Collegie, en daar op is gemaackt een ample Inftruftie, gedateert twee en twintigh April vyftien hondert neegen en tachtigh. Op welcken dagh oock is gemaackt een Inftruftie voor de Collegien ter Admiraliteyt. Dat het voorfchreeve Collegie van fupcrintendentie door de continueerende difficuiteyt, die by de Provincie van Zeelandt daar tegen wierdt gemaackt, wederom heeft moeten werden gediscontinueert met den uytgangh van het jaar vyftien hondert drie en tneegentigh: En is fyn Excellentie verfocht de fupcrintendentie van de Admiraliteyt te dirigeeren.Dat het voorfchreeve Collegie zynde gediscontinueert, wel iterativelyck feer ernftige deliberatien zyn aangeftelt over de combinatie van de Collegien en een goede en eenpaarige Regeeringe, fpecialyck in de jaaren vyftien hondert les en tneegentigh, vyftien  ( 345 ) tien hondert feeven en tneegentigh, festien hondert , festien hondert vier, iestien hondert tien, feftien hondert elf en feftien hondert twaalf, doch fonder dat die faake ter conclufie heeft konnen werden gebraght. Dat oock niet lange na de discontinuatie van het voorfchreeve fuperintendent Collegie , te weeten , in de jaaren vyftien hondert vyf en tneegentigh en vyftien hondert fes en tneegentigh, wederom groote inclinatie is getoont tot de verpachtinge van de Middelen te water. En die faake is hervat in den jaare feftien hondert één, en van die tydt af t'elkens een fubjeét van deliberatie is geweeft tot den jaare feftien hondert drie en veertigh toe. Dat na de discontinuatie van het generaal en opper toeficht en fupcrintendentie van het hier voor gemelde Collegie, de Collegien ter Admiraliteyt fich meer en meer elck op fich felve hebben gehouden, en oock de Provinciën, de Leeden en Steeden van dien ten aanfien van de Middelen te water refpeétive meer op dc geïmagineerde proteétie van haar Ingezeetenen hebben gerefieéteert als op het gemeene welweefen in de egaale executie van de Placaaten en Ordonnantiën, en te gelyck is aangewalfen de bekommeringe van door meerder conniventie op andere plaatfen te werden verkloeckt, en daar door geoccafioneert en veroorfaackt geJycke conniventie door direéte en indirecte middelen, op het plaufibel pretext van de eygene Ingezeetenen te mainteneeren. Dat ondertuffchen door de fuggeftie van baatfocckende Menfchen by haar Rcgeeringe alle conniventien op andere plaatfen wierden geëxaggereert en breedt uytgemeeten. Y 3 Dat  C 346 ) Dat niet tegenftaande het algemeen verval de klaghten over inegaale praclycq continueerden, en op foodaanige klagten foo feer niet wierdt getracht, met reflexie op het gemeene beft, het quaadt in de grondt te weeren, als van gelycke tc doen. Dat het wel ftondt aan haar lloogh Mog., om tegen dit quaadt ordre te Hellen, gelyck oock in verfcheyde occurrentien by defelve rigoureufe Refolutien zyn genoomen. Dan dat echter niet konde werden ontveynft, dat de Heeren Gedeputeerden van de reipecrive Provinciën konden belemmert zyn door de particuliere Inftruftien van de Heeren haare Principaalen, immers dat de ordres van haar Hoogh Mog. niet altoos zyn geobtempereert geweeft met foodaanigen ernft en effect als wel hadde behoort. Dat wel in den jaare feftien hondert feeven en tachtigh feer ftereke Refolutien zyn genoomen, maar weynigh of immers geen duyrfaam effect daar op is gevolght. Dat op alle deefe confideratien hetdaar op fcheen aan te koomen, dat de pretexten, om de Ingezeetenen in de conniventie te protegceren, in de grondt wierden wrechgenoomen. Dat het feer eenvoudigh en oatuyrlyck voorquam, dat op foo langhduyrige klaghten en miftrouwen over en weder, ten deelen gefondeert en ten deelen gepretexeert, een Rechter wierde aangeftelt. en wel een onpartydigh Rechter. En heeft de Raadtpenfionaris vervolgens in bedencken gegeeven, of dit geheele werek niet konde en behoorde te werden aangefien als een faack van juftitie, foodaanigh, dat op alle klaghten van inegaliteyt recht foude konnen en moeten werden gedaan door een Kamer van juftitie, expreffelyck daar toe  C 347; toe aan te ftellen. Dat in foodaanigen overlegh men fich niet behoorde te laaten rebuteeren door een fchyn van nieuwigheyt, aangefien by deefen Staat foo wel als by andere Regeeringen van tydt tot tydt na vereysch van faaken. nieuwe ordres geftelt en Reglementen gemaackt zyn, en wel de meefte en de befte ter occafie en tot weeringe van ingefloopene en ingewortelde ongereegeltheeden. Dat men wyders alle reedts gefielde Ordres, Inftruótien en Reglementen foude konnen laaten onverandert blyven, daar geen noodtfaakelyckheyt foude werden bevonden, om daar in eenige veranderinge te maaken. Dat in die overweeginge oock foude konnen werden gelet, dat de conftitutie van deefe Kaamer of Collegie van juftitie foo veel moogelyck moghte overeenkoomen met het geen waar aan de Ingezeetenen gewendt zyn. Dat de experiëntie leerde van hoe grooten effeft en gewillige fubmisfie was alle het geen wierdt gedisponeert en gefententiëert by de Hoven van juftitie,gecompofeert uyt Raaden aangeftelt voor haar leeven, en gedetacheert van alle andere employen. £n heeft de Raadtpenfionaris vervolgens en tot befluyt in bedencken gegeeven, of foodaanigen Collegie van juftitie niet foude konnen beftaan uyt feeker getal van Raaden by de Provinciën in den beginne en by continuatie te neemen uyt de Raaden van de refpeétive Hoven van juftitie. Dat defelve Raaden fouden fungeeren voor haar leeven. Dat defelve geen ander Ampt fouden moogen hebben. Dat dit Collegie haar perpetucele refidentie ibude moeten houden in den Hage. Y 4 Dat  C 343 ) Dat het felve foude zyn voorfien van een Secretaris : Doch dat tot Fiscaal foude gebruycken den Fiscaal van het Collegie ter Admiraliteyt daar het foude voorvallen, en by different tusfchen de Collegien of om andere reedenen den Fiscaal van den Hove van Hollandt, of van de andere Provinciën daar het werck te doen mogbte weefen. Dat de judicature van foodaanigh Collegie foude gaan over klaghten van inegaale praótycq, en het geen daar toe behoort; dat het felve Collegie oock foude zyn gequalificeert en gehouden fich van tydt tot tydt te informeeren over de praótycq van de gemeene Middelen te water, en executie van de Placaaten en Reglementen, daar op gemaackt en noch te maaken. Alles met dien verftande, dat met de aanftellinge van dit Collegie geen veranderinge foude werden gemaackt in hetgeen aan de Collegien ter Admiraliteyt tot noch toe is aanbevoolen geweeft. En dat, deefe voorflagh ingresfie vindende, alle het geene daar toe fpeéteert naader foude konnen werden gematureert. Waar op gedeübereert zynde, is goetgevonden ende verftaan , dat het voorfchreeve geproponeerde door de Heeren van de Ridderfchap , ende verdere Leeden tot de faaken van de Zee «n Commercie, met en beneevens de Hollandtfche Raaden en Minifters van de Collegien ter Admiraliteyt in deefe Provincie refideerende, geëxamineert en overwoogen, ende deefe Vergaderingh van advife gedient fal werden. Accordeert met de voorfz. Refolutien.' Schets  ( 349 ) Schets van Ingrediënten, tot de Ordonnantie op het Collegie van Superinten* dentie. G eduyrigh te letten of de Inftruftien, Ordres en Reglementen voor de Collegien ter Admiraliteyt, de Ministers en Bedienden na behooren werden geobferveert, en de Placaaten en Ordonnantiën op het ftuck van de gemeene Middelen ter Zee exaéïelyck werden gepracfifeert. Ten dien eynde vooraf aan het Collegie van Supérintendentie ter handt te Rellen alle de Inftruótien, Ordres en Reglementen, Placaaten en Ordonnantiën by haar Hoogh Mog. gemaakt voor de Collegien ter Admiraliteyt, en waarna figh defelve hebben te reguleeren, gelyck meede de particuliere Reglementen, Waarfchouwingen en wat des meer is van elk Collegie. En by vervolgh meede het een en het ander naader émaneerende. W.yders ten felven eynde by het Collegie van Supérintendentie geduyrige correspondentie met de Collegien ter Admiraliteyt te houden. Byfonderlyck van de Collegien ter Admiraliteyt te ontfangen alle advertentien en klaghten, over het geen defelve moghte ontmoeten, en over het geen in andere Diftricten niet na behooren mochte werden geobferveert. En fouden de Collegien ter AdmiraliÊeyt oock gehouden zyn diergelycke faaken aan het Collegie van Supérintendentie te communiceeren. Y 5 -Voorts  C 35° ) Voorts foude het Collegie van Supérintendentie diergelycke advertentien oock ontfangen van wegens eenige Provinciën en Steeden, als meede van Particulieren. En op dat altoos na behooren moghte zyn geïnftrueert om wel aght te konnen geeven op de obfervantie van de Inftruétien, Ordres en Reglementen, en oock te beeter begryp te konnen maaken van de advertentien haar voorkoomende, foude van tydt tot tydt gehouden zyn uyt handen van de Collegien ter Admiraliteyt te vorderen, en de Collegien haar gehouden zyn te geeven generaale en particuliere openinge. Het Collegie van Supérintendentie van de Collegien ter Admiraliteyt, en derfelver Ministers ten allen tyde te moogen vorderen Extraften uyt de Boecken en Registers van de Collegien, mitsgaders Copye van de Requesten en Appointementen, als fullen goetvinden. Het geen niet foude moogen werden geweygert.' By onverhoopte weygeringe foude het Collegie van Supérintendentie daar van by Misfive kenniffe geeven aan haar Hoogh Mog., om door defelve verder kenniffe te werden gegeeven aan de Provinciën daar het voorvalt. Als aan het Collegie van Supérintendentie eenige faaken van importantie voorkoomen daar op niet bevinden eenige ordres gefteldt te zyn, daar van aan haar Hoogh Mog. by Misfive kenniffe te geven. By advertentie of anderfints kenniffe bekoomende van eenige disobfervantie van de Inftructien en Reglementen , of eenige onordentelyckheden, figh daar op te informeeren by de ColIe-  (350 legien die het aangaat, en na bekoomene onderrichtinge te disponeeren , als fullen bevinden met de Inftruótien, Reglementen, Placaaten, of Ordonnantiën, daar op flaande, over een te koomen. Het geen oock plaatfe foude hebben wanneer fal zyn geklaaght of advertentie gedaan, over de dispariteyt in de praótycq en executie van de Middelen ter Zee in differente Plaatfen. Sullende de dispofitie van het Collegie van fuperintendentie moeten werden opgevolght, foo lange by haar Hoogh Mog. niet anders fal zyn geordonneert. Aan het Collegie van fuperintendentie kenniffe zynde gegeven van eenige mefufes flaande ter judicature van de Collegien ter Admiraliteyt , daar van kenniffe te geeven aan den Fiscaal van het Collegie daar het behoort. Doch foo de mefufes fouden zyn gepleeght by de Raaden of Ministers, daar van kenniffe te geeven aan den Fiscaal van het Hof, of andere fuperieure Rechter van de Provincie daer het voorvalt. Het felve plaetfe te hebben, indien bevonden wierdt dat de Fiscaels van de Admiraliteyt voorbedaghtelyck quamen te conniveercn. De Provinciën fich te obligeeren ende op de kraghtighfte wyfe over te geeven dat ter requifitie van het Collegie van fuperintendentie by de Hoven van juftitie prompte en goede juftitie foude werden geadminiftrcert,en ten dien eynde by de refpeótive Fiscaels behoorlyck geprocedeert werden. Gelyck de Provinciën oock verder fouden over»  C 352 ) overgeeven te beforgen, en te prefteeren dat ter requiütie van het Collegie van fuperintendentie dkeftelyck , _of indireftelyck door de Fiscaals van de Admiraliteyt, fouden werden genoomen mforraatien, Getuygen gehoort, en tot het geeven van getuygeniffe genoodtfaackt, en dat daar in de Officieren en Gerechten van de Plaetfe refpeftive, elck in het fyne, de handt fouden leenen. Alle het welcke oock plaatfe foude hebben omtrent de executie van de Sententien van de Collegien ter Admiraliteyt, en van de andere Rechters, aan dewelcke eenige faaken, in gevolge van dit Reglement, fouden devolvecren. In gevalle op de requifitie van het Collegie van fuperintendentie geweygert mochte werden by de Fiscaals van de Admiraliteyt te procedeeren , of by de Raaden recht te doen, of oock by de Officieren en Gereghten van de Steden of Plaetfen de handt te leenen aan het hooren van Getuygen, het neemen van informatien en executien van de Sententien, foude het werden gehouden voor conniventie en fwaarder na de omilandigheyt, en foude het Collegie van fuperintendentie gehouden zyn daar van kenniffe te geeven aan den Fiscaal van het Hof, of andere fuperieure Rechter van de Provincie daar het foude voorvallen. De pretenfien van de Admodiateurs op den Staat tendeerende tot dedommagement, uyt wat hoofde het oock moghte zyn, door het Collegie van fuperintendentie ter kenniffe van haar Hoogh Mog. gebraght zynde, te renvoyeeren aan het Collegie van fupcrintendentie, om by defelve te  C 353 ) te werden getermineert, lullende den Fiscaal van de Generaliteyt waarneemen het recht van <3en Staat, en voorts werden gehoort de geene die daar in fouden mogen zyn geconcernecrc» voornamentlyck die fich daar in Partye fouden willen maaken, en wyders de geene die het gemelde Collegie foude vermeynen dat gehoort behoorden te werden. Men foude oock foodanige faacken eens voor al konnen demandeeren aan het Hof van Hollandt en Zeelandt, en de Fiscaal van defelve Provinciën daar omtrent eens voor al qualificeeren. Het zy defe faaken wierden gerenvoyeert aan het Collegie van fuperintendentie, of aan het gemelde Hof, foude tusfchen de Partyen moeten werden geprocedeert de plano, of op een fommiere en korte wyfe, en oock geen appel plaetfe hebben , maar alleen revifie. Ende daar toe een Reglement zyn te arresteeren, volgens het welcke die min befwaarlyck foude zyn, als de ordinaris revifien in defe Provincie. Het Collegie van fuperintendentie foude haer Hoogh Mog. van tydt tot tydt kenniffe geeven van het geen haer van importantie voorkomt. Soude oock ten allen tyde, des gerequireert, haer Hoogh Mog. moeten dienen van advis. Het Collegie van fuperintendentie foude zyn voorfien van een Secretaris, twee Commifen en een Kamerbewaerder. En Boden van noden hebbende, fich konnen bedienen van de Booden van de Gtncraliteyt. Door  C 354 ) Door den Secretaris te houden een Memoriaal van de befoignes. Voorts andere Regifters van byfondere faacken, en daar onder een Miffiveboeck van afgaende en inkomende Brieven. De Raaden van het Collegie van fuperintendentie haer vafte domicilie te moeten houden in den Haagh. Oock niet te mogen gaan in commiffie buyten den Haagh, ten zy op Refolutie en fchriftelycke ordre van haar Hoogh Mog., maar tot het geen buyten den Haagh fal te doen zyn, en geen werek van Boden is, de Commifen te employeeren. De Raaden aan te ftellen voor haar leeven. Defelve fouden geen ander Ampt moogen aanneemen, hebben of houden. Oock geen part moogen hebben in eenige Negotie nogh in eenige Leverantie aan de Admiraliteyt, en veel min, by admodiatie of anderfin ts, in de Middelen te water of ander inkoomen van de Admiraliteyt. Het praefidie te rouleeren van maandt tot maandt of voor korter of langer tydt. Naader te definiceren het getal van de Raaden. De tydt cn plaatfe van het vergaderen. Het traótement. Het formulier van eedt tot de functie boven den eedt van fuyveringe, En het geen verder tot compleeteringe noo«; digh fal werden bevonden.