Ö E ÖUDE en NIEUWË constitutie' DER. VEREENIGDE STATEN VAN A M E ït I £ Ai üit de beste schriften in hare gronden ontvouwd; DOOR. Mr. GERHARD DÜMBAR, Lid van de Maatfchappy der Nederl. Letterk. te Leyden, van 't Provinc. Utrechtfche Genootfcll. van Konft. en Wetenfch. en van 'tl Genootfch. pro excokndo jure patrio te Groningen. tweede deel. Te AMSTERDAM, b y J. A. C R A J E N S C H O T; ÜSCCZCITi   AAN DEN LEZER» Omtrent de twee eerfte Afdeeïingen van dit ftukje^ die eenige hiftorifche berigten bevatten en van eigen opftel zyn, heb ik niets meer te zeggen, dan het ge. ne in 't voorberigt des eerften deels over die Afdeelingen, welken van den zelfden aart waren, gezegd is. De overigen zyn wederom genoegzaam geheel uit the Federalist (*) getrokken. Het weinige, welk wy 'er van ons zei ven invlogten, ten einde, volgens het (") Afd. XII. is getrokken uit The Federalist, No. 39 en s>. Afd. XIII. uit No. 9, 10 en 14. Afd. XIV. uic No. 23, 24, 25 en 26, waar by iets gevoegd is uit Colanel Hamiltotfs Speech in the Asfembly of New-Tor k on thè \%th af Febr. 1787. te vinden in The Amer. Mufeumi Vol. I. p. 516. Afd; XV. uit No. 27, 28, 29, 30, 34 cri 43. Afd. XVI. 't voorde gedeelte, uit No. 47, 48, 49 eri &o; en 't agterfte uit No. 48, 50 en 51; * 3  IV AAN BEN LEZER. het gemaakte beftek, aan de verfpreide overgenomen ftukken den noodigen zamenhang te geven, is niet van genoegzaam belang om byzondere aanwyzing te vorderen: en het gene van elders ontleend is zal men in de aanteekeningen aangewezen vinden. Een gefchrift in de wereld te zenden, waar van men zelfs lage gedagten heeft, is een hoon voor het publiek. Nogthans, toen ik in dat zelfde voorberigt zeide, dat de meer of min gunftige wyze, waar op het eerfte deeltje ontvangen werd, het al of niet voortzetten van mynen arbeid beflisfen zoude, durfde ik niet op die onbepaalde goedkeuring hopen, met welke hetzelve in twee letterkundige tydfchriften, The Monthby Review (*) en de Algemeenc Vadetlandfche Letteroefeningen (X)i is aangekondigd; eene goedkeuring waar van de aanhaling zelve naar laatdunkendheid rieken zoude, indien dezelve niet met de herinnering gepaard ging, dat de toegekende lof moet gehouden worden eigentlyk aan de Amerikaanfche Schryvers, wier denkbeelden wy in een nieuw gewaad ftaken, te zyn gegeven. Het gewigt der onderwerpen, in dit tweede deel behandeld, doet ons denken, dat zy, die het vorige met (*) For 1793. Append. to Fel. XI. p. 501. (f) 1794. No. 4. hl. i62.  AAN DEN LEZER. V «iet genoegen ontvangen hebben, dit met geene minder belangneming zullen doorbladeren. Gaarne zouden wy zien, dat het ook in de handen van zulken onzer hedendaagfche Schryvers vallen mogt, welken, om de woorden van de ftraks aangehaalde Letteroefeningen de onzen te maken , als zy van volksregering fpreken , altoos het oog van de Vereenigde Staten van Amerika afwenden (*), of, gelyk wy ten hunnen voordeele zouden verkiezen te onderftellen, nog nooit met voldoende aandagt het oog daar op gewend hebben. Indien de zodanigen de historie, de ftaatsgefteldheid en den tegenwoordigen toefland van Noord-Amerika overwogen hadden, zouden zy begrypen, dat het, om het fchadelyke van de politieke vryheid door voorbeelden te toonen , niet genoeg is tegen eene natie te deklameren, die, door buitenlandfche wapenen aangevallen, door verradery en burgerkryg verfcheurd , nog nimmer het bedaarde tydpunt heeft kunnen vinden, welk gefchikt was om die vryhei l op eenen vasten grondflag te vestigen. Amerika biedt het eerfte voorbeeld aan van een volk, welk in 't midden van de diepfte rust, dat is in eene omftandigheid waar in de. verfchillende- begrippen en hartstogten onbelemmerdst kun- (*) AU. hl. i?8. * 3  VI AAN DEN.LEZER. kunnen te voorfchijn komen , zig zelf eene Conftitutie heeft gegeven, die geheel op de volksvryheid is gebouwd. • Men bewyze, dat daar de volksvryheid de burgerlyke verdelgt; dat daar de gelykheid tot die dwaze uiterften wordt gedreven welken men aan derzelver voorftanders zo ongerymdelyk opdringt; dat de duizenden , die uit alle hoeken van Europa, inzonderheid uit dat Britfche ryk welks zogenaamde Conftitutie eertyds zo algemeen Werd bewonderd, hunne door verjaring geheiligde regeringen derwaards ontvlieden en meer en meer anderen aanlokken, niet anders zyn dan eene fchare van misleiden, die, hunne burgerlyke vryheid door de politieke uitgeroeid en vermoord vindende, blootelyk medegenoten zoeken , om in hun onheil" te deelen, en daar door hunne fmert te verligten. Men bewyze dit, of — men zwyge. Hic Rliodus, hic Salta. Het derde en laatfte deel, waar in de byzondere inrïgting van den Amerikaanfchen regeringsvorm ftukswyze zal overwogen worden, hopen wy eerlang te laten volgen. Djin I Scft. 1794. I N-  I N H OUD. x. Verdeeldheid der gemoederen in Amerika over het ontwerp der Nieuwe Conltitutie. — Aanneming van hetzelve in de onderfcheiden Staten: Pcnnfylvanie, Delaware , Nieuw -Jerfey, Georgië , Connecticut, Maslachufetts , Maryland , Zuid - Carolina , Nieuw - Hampf hire , Virginie , Nieuw-York. -— Noord-Carolina verfchuift die aanneming. .... Bladz. I XI. Het Congres befluit tot het in werking brengen van de Nieuwe Conltitutie. — Opening' van 't Nieuwe Congres. — Verkiezing van Prefident en Viceprefident. ■— Eerbewyzingen aan den Prefident. — Het nieuwe Congres regelt de Departementen der Uitvoerende Magt, de Geregtshoven, de telling des volks en 't ftuk van Naturalizatie. ■— Aanneming van de Nieuwe Conftitutie door Noord-Carolina en Rhode-Eiland. Bladz. 86 '4 X I L  viii I N H O U D. X I I. Inleiding tot de befchomving van den aart en de waarfchynlyke uitwerkzelen der nieuwe Conftitutie , ten einde daaruit den graad van derzelver volmaaktheid tc beoordeelen. — Voor- en nadeelen der onderfcheiden regeringsvormen. •— De grondflag der Conftitutie republikeinsch. — Europifche Staten oneigenlyk Repubhken geheten. — Nadeelen der oude volksregeringen door de vorderingen in de ftaatkunde ontweken. BI. 1^9 l XIII, Gedagten van denHeerdeMontesquieu over geconfedereerde Republieken. — Gefchiktheid van cenen grooten geconfedereerden Staat tot het fluiten van Faktien. — Onderfcheiding tusfehen eene zuivere Volksregering of Demokratie en eene Republiek. ——■ De uitgebreidheid der Vereenigdo Staten niet te groot voor eene republikeinfche regeringswyze. , . t Bladz. 146 X I V.  INHOUD, ix XIV. Oogmerken eener bondgenootfchaplyke regering. — Magt van 't Congres ter verzekering van % Lands veiligheid van buiten. — Die magt behoort onbepaald te zyn. — Staande kiygsmagt in vredes tyd. — .Waarom 's Lands Verdediging niet aan de byzondere Staten is overgelaten. — Wetten tegen eene ftaande krygsmagt onuitvoerlyk. ■— Het Congres kan geen geld tot onderhoud des legers voor langer dan twee jaren toewyzen. — Voordeden van eenen bondgenootfchaplyken Staat boven eenen enkelvouwdigcn in 't bewaren van de vryheid. — Onwaarfchynlykheid dat het Congres ooit een ontwerp van overheerfching zal kunuen uitvoeren of zelfs beramen. Bladz. 174 XV. Magt van 't Congres tot bewaring van de inwendige rust. — Door welke middelen het Congres zig van de uitvoering zyner eigen verordeningen kan verzekeren. ~ Het Congres handhaaft den re-  x INHOUD, republikeinfchen regeringsvorm en waakt tegen oproer in de Staten. —• Militie» — Andere puntert van gezag aan 't Congres gegeven -— Heffing van fchattingen. —- De behoeften dér Unie en der byzondere Staten vergeleken. Regtsgebied van 't Congres over de plaate van zyn verblyf.,overwerkten, magazynen, enz. . . Bladz. 205 XVI. De ftelregel, dat de wetgevende, uitvoerende en regterlyke magten van elkander gefcheiden en aan verfchillende handen behooren toebetrouwd te worden, in het ware licht geplaatst. »— De middelen, om ieder departement van gezag binnen zyne palen te houden,en daarin te handhaven, overwogen. «... Bladz. 225 D E  ö ë OUDE en NIEUWE CONSTITUTIE der VEREENIGDE STATEN van AMERIKA ONTVOUWD. X. Verdeeldheid der gemoederen in amerika over het ontwerp der nieuwe constituTIE. AANNEMifliU VAM HETZELVE in de onderscheiden staten: PENNsyt. VANIE, delaware, ni eu w-jersey, georgië, co n•necticut, massachusetts, markland, zuid carolina, nieuw-hampshirb, virginie, nieuw-york. — noord-carolina verschuift die aanneeming. IVIen heeft in eene voorgaande Afdeeling' van dit werk gezien, hoe vele zwarigheden het uit den aart «Ier zaak moest inhebben, de Leden zelve der ConA ven«  C a ) ventie tot eene genoegzame eenvormigheid van begrippen te brengen, om een ontwerp van eene nieuvVe Conftitutre uit derzelver midden te doen voortkomen. Men heeft gezien, dat ettelyken uit die Leden ,fchoon veel in dezelve goedkeurende, nogthans, uit hoofde van fommige' punten, niet konden overgehaald worden, om het geheele ftuk met hunne onderteekening te vereeren: ja men hoorde voorname onderteekenaren zeiven betuigen, dat zy hun ontwerp geenszins als volmaakt, maar als het beste, welk men, de omHandigheden des tyds in aanmerking genomen zynde, kon hopen te verkrygen, der Natie aanboden. Na dit alles zal het niemand verwonderen, dat dit ontwerp, onder de geheele Natie verfpreid zynde, zo vele onderfeheiden trappen van loftuiting of blaam ontmoetede , als het met verf chili ende beginzelen, vooroordecleu , inzigten , belangens of hartstogten werd ontvangen. Amerika was nog niet geheel gezuiverd van heimelyke koningsgezinden, die de verwarring en rampen, met welken het land, uit hoofde van gebrek aan klem in het algemeene beftier, gedreigd werd, fteeds met genoegen aanfehouwd hadden, en thans hunne hoop meenden te zien herleven, dat het,volk, te onvrede onder de tegenwoordige ftaatsgefteldheid, indien men het-  ( 3 ) hetzelve eveneens tegen de nieuwe konde opzetten» uit vertwyffeling ten laatften befluiten zoude, de verbroken verbindtenis met Groot-Britanje wederom te hernieuwen ( ware, zig in twee of drie onafhanglyke Gemeenebesten gefplitst hadden, dewyl deze verdeeling hun een beter kans fcheen aan te bieden om zig tot hooge eerampten te verheffen. Anderen, waarfchynlyk, hadden foortgelyke aanfpooringen om de invoering van de nieuwe Conftitutie te bevorderen: want het zoude onUillyk zyn te onderftellen, dat, in een politiek gefchil, alleen de rede van de eene zyde, en alleen verkeerde hartstogten van de andere zouden in het ftrydperk treden. De waarheid kan, zo wel als het valfche, uit ilegte inzigten worden verdedigd. Ook bleven beide partyen niet in gebreke elkander de zodanigen mildelyk toe te fchryven. Zy, welken voor die invoering waren, en met de benaming van Federalisten onderfcheiden werden, drongen doorgaans aan op de noodzaaklykheid eener meer klem hebbende regering van het bondgenootfehap; en het was uit dien hoofde, dat zy als begunftigers van een despotiek beftier door hunne tegenftrevers , de Antifederalisten , werden uitgekreten. Dezen, aan den anderen kant, daarzy zig ten uiterften nayverig toonden voor de regten des volks, en bevreesd dat wat de anderen klem in de regering noemden gevaarlyk voor de vryheid worden, konde, befchuldigde men, als of zy niets beters beA 3 doel-  C 6 ) doelden dan eenen aanhang onder de gemeente te ma» ken, en zig zei ven dus doende te verheffen. Beiden ' konden in der daad uit de agtingwaardigfte beginzelen werken: doch de waarheid gebiedt niet te ontvein, zen, het gene de historie van alle eeuwen geleerd heeft, dat 'er nimmer zekerer weg tot de verkryging van willekeurige magt is uitgevonden, dan die "van zig voor een' vriend des volks uit te geven, en dat de meesten van die genen, welken ooit de vryheid eens l;inds onderdrukt hebben, hunnen loop als deariagogen aanvingen en als dwingelanden voleindigden Q>). Toen de nieuwe Conftitutie in Amerika verfcheen, was dus de ftaat der gemoederen en begrippen zodanig, als men dien, mer uitzondering van ce wyzigingen welken plaatslyke onhandigheden kunnen te wege brengen, in alle landen waar iets diergelyks gebeurde zoude mogen verwagten. Zo lang 'er menfehen zyn zal men wezens vinden wier hartstogten tegen de reden aandruifchen. Zo lang de menfehen redeneren zullen zy verfchillende beginzelen aanne- . ■ b rnen {fi) Obfervationt on the cottflittition Pfopofedty the federal convefitiön in the Amer. Müfcum , vol. IV. p. 55 £? ^ The Federalist, No. 1.  C 7 t men en tegenftrydige gevolgen trekken: en terwyl flegthoofden van allerlei foort zig nog blyven bezig houden met het aanpryzen van allerlei vormen, om het brein van alle hoofden in de zelfde gedaante te kneeden, zal de ware philofooph de godlyke wysheid hier in niet minder dan in de verfchéidenheid van aangezigten eerbiedigen, en 'er voor zig de les uit trekken, 'van voor zig zeiven te denken, 'en anderen, die het zelfde regt hebben en gebruiken, ook dan wanneer zy hem tegenfpreken, te verdragen. Dan het wordt tyd, dat wy, van deze algemcene aanmerkingen afftappende, den Lezer, volgens het oogmerk dezer Afdeeling, doen zien, wat 'er in de byzondere Staten, met betrekking tot de aanneming van de nieuwe Conftitutie, gebeurde. In Pennfylvanie had een aanzienlyk getal.der Ingezetenen, reeds voor dat het Congres het ontwerp dier Conftitutie aan de byzondere Staten verzonden had, by verzockfchriften aan de Wetgevende Vergadering, derzelver verlangen te kennen gegeven, dat de Conventie, welke daar over in hun Gewest zoüdé moeten raadpleegen , ten fpoedigften wierde byeen geroepen : en ten gevolge hier van gaf deze Vergadering, reeds den eerstvolgenden dag, na dat het Congres tot die verzending befloten had, daar toe denooA 4 di-  C 8 ) dige bevelen 00; 't welk egter niet zonder hevige ftribbelingen toeging. Zestien Leden namelyk van het huis der Reprefentanten, ziende dat de meerderheid alle hunne poogingen om deze zaak op te houden te leur ftelde, maakten eene affpraak om zig uit de Vergadering te onthouden, en daar door de overigen, wegens derzelver te kleine getal, buiten ftaat te Hellen om tot eene volkomen afdoening te komen. Dan toen het Volk van Philadelphia hier van delugt gekregen had, verzamelden zy zig in grooten getale, en, de huizen van twee Leden opengebroken heb. bende, noodzaakten zy die beiden derzelver posten te (O Dit befluit van »t Congres was, gelyk boven gezegd is, genomen op den 2p Septi 1787. Dat der Vergadering van Pennfylvanie is van den 29ftcn. Zie Refoh of the General Asfembly ofPennfylv. in the 4tner. Mufeum, vol. II. p. 2S6. Elders wordt gezegd, dat het getal der ingezetenen, welker zodanige verzoekfchriften ingeleverd hadden, alleen vo,r Philadelphia en deszelfs omtrek vier duizend bedroeg. /M. f. 37i. Nog vindt men ibid.p. w. een verzoekfchrift dei ïnwoners van Philadelphia, de diftrikten van Soutkwark en de hoorder vryheden , waar by dezelven uitdruklyk verklaren te wenfchen, dat de Conftitntie door dezen Staat ten fpoedig. fien mogt worden aangenomen. Dit fchynt van later tyd°, »aar heeft geene dagteekening.  ( 9 ) te gaan bekleden, en dus eene genoegzaame voltalligheid aan het Huis te bezorgen. Naderhand befchuldigde men deze zestien pcrfonen cjf), dat zy, daar hunne eigen bekwaamheden en invloed gering waren, zig hadden laten opftooken door anderen, welken, voordeelige ampten onder de oude Conftitutie bekledende , niet zonder reden bedugt waren, dat de nieuwe eene grooter fpaarzaamheid met opzigt tot het byzonder beftier van hunnen Staat zouden kunnen na zig fleepen: zelfs voegde men 'er by, dat dezekabaai reeds in de maand July, en gevolglyk lang voor dat het nieuwe ontwerp in gereedheid was, in eene daar toe gehouden zamenkomst zig verbonden had, om hetzelve, indien het op de Conftitutie van Pennfylvanie de geringfte inbreuk maakte, met alle magt tegen te gaan en te doen verwerpen: en in der daad, wanneer men het gefchrift, ter verdediging van hunne handelwyze aan het Volk van Pennfylvanie gerigt, te regt befchouwt, en met den wezenly- ken (rf) De hier befchuldigde party bleef ook niet in gebreke de andere van allerlei konftenaryen in 't doordryven van de Conftitutie verdagt te maken; en 't blykt dat de Staat van Pennfylvanie ten dezen tyde zeer door partyfehap' verdeeld was. Zie Amer. Mufism, vol. IV. p. 139. A5  C f 5 ken inhoud der nieuwe Conftitutie vergelykt, za] men daar in meer kenteekenen van eene opzetlykè vittery, dan van eene opregte en alleen de waarheid ten doel hebbende beoordeeling, aantreffen. In dat gefchrift zogten zy de Natie dan bevreesd ■te maken voor de grootcr onkosten, welken zy onderftelden door den voorgefteiden regeringsvorm te zullen veroorzaakt worden ; voor Regenten, die niet juist alle jaar op nieuws verkoren wierden, inzonderheid voor den Senaat, iviens Leden volle zes jaren zouden zitten; voor 't vernietigen van de Regeringen der byzondere Staten, welker overblyvend gezag zy valfchelyk beïchreven als niet veel boven dat van eene Dorpsregering of van de beftierders van een Gilde te zullen vooruit hebben; voor eene ftaande Krygsmagt in vredestyd, welke men aflcliiklerde als een fchrikbarend werktuig in de handen van 't Congres, vooral voor zo verre het dienen kon om de kollektcurs in het invorderen van de opgelegde fchattingen te onderfteunen; voor het veranderen van de oude wyze van regtspleegen, die zo hier als in Engeland als een fteunpyler der burgerlyke Vryheid werd aangezien; en wegens het agterlaten van eene Fer° klaring van Regten, hoedanig eene aan 't hoofd van de meefte Conftitutien der byzondere Staten, onder an-  anderen ook van die van Pennfylvanie, geplaatst was,, inzonderheid voor zo verre de vryheid der drukpers daar in was betrokken. Doch niet vergenoegd met dus het ftuk zelf aangetast te hebben, vielen zy ook op de omftandigheden die hetzelve verzelden, door aan te merken, dat de Leden.der Nationale Conventie, althans die, welken uit Pennfylvanie in dezelve geplaatst waren, in het vormen van 't ontwerp meer gedaan hadden, dan 't gene zy uit hoofde van hunnen lastbrief vermogten; als mede, dat drie Leden dier Conventie, gelyk wy ook boven verhaald hebben, derzelver onderteekening hadden terug gehouden. De eerfte dezer aanmerkingen fteunde op eene uitdrukking want de gedelegeerden van Pennfylvanie waren gemagtigd om de oude Conftitutie zodanig te helpe» veranderen en uitbreiden, als noodig mogte bevonden, worden, om dezelve aan- de behoeften van de Unie te doen beantwoorden ; en .men zeide dat zy meergedaan hadden, dan veranderen,, dewyl zy een geheel nieuw plan hadden ontworpen. By de;eene en andere had men uit het oog verloren, dat het thans weinig meer'ter zaak deed, door wien, en op welke wyze het nieuwe ontwerp ware in. de Wereld gekomen; daar het toch nooit hooger konde aangemerkt worden,dan «Is een bloot voorftel aan het Volk gedaan, en 'er nu  C 12 ) nu niets meer te beflisfen Mond, dan of de aanneming dan wel de verwerping van hetzelve met denwelvaart van dat Volk zoude ftrooken. Anderen hadden het voornamelyk op de nieuwe Conftitutie geladen, om dat dezelve aan het Congres de magt verleende, om, met ter zyde ftelling van de voormalige petitiën aan de byzondere Staten, regtftreeks belastingen op het volk te leggen, endezelven regtftreeks, zonder tusfchenkomst dier Staten, te doen invorderen. Sommigen zelfs bedilden de inrigting, volgens welke het Congres de fommen tot onderhoud van het leger voor een tydperk van, twee jaren zoude mogen toewyzen, daar dit in 't Parlement van Groot-Britanje voor niet meer dan een enkel jaar gefchiedde. Kortom, van alle kanten kwam zulk een drom van tegenwerpingen, dat de gemoederen van velen natuurlyker wyze door angstvallige twyffelingen moesten geflingerd worden. Zeer wyslyk derhalven handelden, onzes oordeels, de burgers van Philadelphia, welken , in eene bycenkomst opzettelyk ter overweging van het nieuwe ontwerp aangelegd £>, den Heer James Wilfon, die wegens Pennfylvanie in de Conventie ge-. zeCO Den 6 Oótqbcr 1787,  ( 13 ) zeten had, verzogten, hun zyne gedagten oVer de voornaamften dier tegenwerpingen mede te deelen : en wy denken, dat de verftandige redevoering, door denzelven by deze gelegenheid gehouden, niet weinig zal toegebragt hebben, om de Burgery van die ftad zo fterk voor de aanneming der Conftitutie te doen yveren, als ons gebleken is dat dezelve heeft gedaan. Hy eindigde met de betuiging, dat, alhoewel niet alle de punten van het ontwerp zo ingerigt waren als hy het voor zig zeiven zoude gewenscht hebben, hy nochtans niet fchroomde te verklaren, hetzelve voor den besten Regeringsvorm te houden die immer in de wereld was verfchenen. Onderwyl, daar toch de fchranderfte befpiegelingen op de onkunde of de onvatbaarheid van velen moeten affluiten, is het niet onwaarfchynelyk, dat liet gevoel der nadeelen, welken de Staat van Pennfylvanie onder de tegenwoordige Confederatie te lyden had, mede het zyne toebragt, om een groot gedeelte van deszelfs ingezetenen naar de nieuwe Conftitutie te doen reikhalzen. Een algemeen verval in alle de bronnen van welvaart liep by ieder in het oog. Het publiek krediet wankelde: de koophandel lag te kvvynen i den handwerksman ontbrak  C 14 ) brak het aan bezigheid: de huur van huizen en landeryen was op lager peil gedaald dart het iemand' te voren geheugde, en werd nog flegt betaald: de) bankrotten werden menigvuldig : de geregtshoven hadden de handen vol met geduurige uitregtingen; en de vaste 'goederen, ten gevolge daar van geveild , moesten voor beuzelagtige pryzen verkogt worden. In 't algemeen rekende men, dat de waarde der landeryen zedert den vrede ten minfteh voor een derde, zo niet voor de helft, was gezonken : en men durfde niet meer hopen, dat vreemdelingen in een land, welks Staatsgefteldhèid als zo onvast befchouwd werd, hun geld zouden willen wagen (ƒ> Het gevoel dier nadeelen deed een groot gedeelte, zeiden wy, der Pennfylvaniers naar de nieuwe Conftitutie reikhalzen. Egter had het die uitwerking op verre na niet by allen. Buiten twyffel bragteu de partyfchappen, welken in dezen Staat heerschten, daar toe het haare by. Hoe het zy, natuurlyk kozen de ingezetenen van ieder kring zodanige lieden om (ƒ) Uit verfcheiden Stukken in The 'Amer. Muf. vol,. II. p. 362 38Ó. en Pennfylvanifche Nieuwspapieren van dien tyd.  C 15 ) om in de Staats-Conventie te zitten (g), van wel*> ken men zig verzekerd hield, dat zy volgens het onder hen heerfchende gevoelen zouden ftemmpn (7/\; en de verdeeldheid, die tusfehen de onderfeheiden Graaffchnppen plaats hadde, vertoonden zig ook aanftonds. in die Conventie, in welke egter, even als onder het Volk in 't algemeen, verre het meerder getal hunne geneigdheid tot het aannemen van de Conftitutie liet blyken. Immers toen eindelyk op den 12. December deszelfdcn jaars 1787, na vele debatten, het voorftej van aanneming of verwerping regtftreeks gedaan werd, bevond men, dat juist twee derde der Leden, namelyk zesenveertig, voor de eerfte, en de overigen, ten (j-) De Verkiezing gefchiedde in 't begin van November X787, en de Conventie kwam in 'c einde dier zelfde maand byeen. (Jt) In eene byeenkomst der Ingezetenen van de Graaffchap Northampton, den 22 Oétober gehouden, werden vier Perfonen vastgefteld, op welken men zig verbond ten dage der verkiezing te zullen ftemmen, en deze Perfonen beloofden vooraf, dat zy,zitting in de Conventie van den Staat verkrygende, al hun vermogen zouden aanwenden om de nieuwe Conftitutie te doen bekragtigen. Zie Amer. Muf. vol. II. PaS". 3P3-  C i '6 ) ten getale vaa drie en twintig voor de laatften ften> den. De minderheid, wel dra bemerkende wat het lot van hare bemoejingen worden zoude, had reeds -in den aanvang der byeenkomst het voorftel gedaan, dat het ieder geoorloofd moest zyn, een protest tegen het befluit der Vergadering te laten aanteekenen: doch dit Was ook met twee derde deelen der ftemmen, namelyk met 44 tegen 22, afgeflagen By het fluiten deed dezelve nog eene pooging, met het voorftellen van eenige verbeteringen in de ontworpen Conftitutie, onder byvoeging van welken zy wilde dat men deze zoude aannemen. Dezelven hadden hoofdzakelyk ten doel: het verzekeren van de vryheid in 't ftuk van den godsdienst: de wyzevanregtpleeging: een uitdruklyke verklaring nopens de vryheid van de drukpers: de jagt en de visfchery: de bepaling der magt van 't Congres in 't heften van fchattingen, tot het opleggen van inkomende en uitgaande regten, en tot het vragtgeld der brieven die met de post verzonden werden: alle gezag aan 't Congres te ontzeggen over de verkiezing van Senatoren en Reprefentanten, welke laatften men ook in grooter getal en jaarlyks wil- (0 Amer. Mufeum, vol. II, Chren.p. 10,  ■ C i7 ) wilde benoemd hebben-: een uitgeftrekter magt over , de landmilitie aan de byzondere Staten toe te kennen, en het op de been houden van eene ftaandekrygsmagt in vredestyd volftrekt te verbieden: het invoegen eener regtftreckfche verklaring, dat de byzondere Staten alle magt, regtsdwang en regten zouden behouden, welken niet uitdruklyk by de Conftitutie aan 't Congres waren afgeftaan: eene vollediger affcheidingtusfchen de wetgevende, uitvoerende en regterlykemag•ten: de uitvoering van eenen Raad, welks gevoelen de Prefident zoude verpligt worden in te nemen: de bepaling , dat geene verbonden, met andere Mogendheden welken tegen de Conftitutie,of de wetten derVereenigde Staten, of tegen de Conftitutie van eenen der byzondere Staten ftrydig waren, voor dugtig mogten gehouden worden: en dat deregterlyke magt derVereenigde Staten binnen naauwer grenzen wierde beperkt. Dan dit voorftel werd met geenen beter uitflag bekroond dan het vorige: en zo dra hetzelve was van de hand gewezen, tekenden de Leden dier minderheid een ad• dres aan hunne zenders, waar in zy de redenen van hun gedrag openleiden, de door hen voorgellagen verbeteringen opgaven en aandrongen, en tevens het volk met al hun vermogen tegen de nieuwe Conftitutie zogten op te zetten, door dezelve in de hatelykfte B kleu-  c m 3 kleuren af te malen, als onfeilbaar gcfchikt om de regeringen der byzondere Staten ganfchelyk te vernietigen, en de geheele natie eerlang onder het juk eener willekeurige regering te doen buigen (* . Dit belettede niet dat de meerderheid met de zaak voortging: ten gevolge waar van de akte van bekragtiging den volgenden dag, met groote plegtighcid en onder de uitvoering van vele openbare vreugdebedryven, werd geteekend Q% Ook gaven byzondere perfonen, toen en vervolgens, blyken hunner goed, keuring van het gene verrigt was f»; waar omtrent jn- (*) Addrefi and reafom of dhfent of the minority &c. in The Amer. Muf. vol. II. p. 536. (0 Zie de akte, met de namen der ftemmen voor enteren , in The Amer. Muf. vol. ll.p. 5%, en voor 't overige, aldaar Chronicle, p. 13. («0 De Scheepstimmerlieden van Philadelphia voerden,' des avonds na de teekening, een fchip, op «deren gezet' door de ftraten, het welke met wimpels en andere verzkrzelen voorzien was, die hunne overtuiging te kennen gaven, dat handel en fcheepsvaart onder de nieuwe Conftitutie zouden herleven. Chron. ibid. p. i4. r„ Mei des volgenden jaars deden elf jonge Heeren te Carlifle, ter gelegenheid himaier promotie, redevoeringen ter aanpryzing van de nieuwe Conftitutie. Muf. vol. III. p. 494.  C t$ ) inzohderheid',verdient]gemeld te worden, dat toen de Gedeputeerden tot de Staats-Conventie uit de Graaffchap Norfhampton aan hunne zenders verflag deden van de redenen, die hen tot aanneming van de Conftitutie bewogen hadden, een aanzienlyk getal voorname ingezetenen, ten dien einde vergaderd, het befluit nam denzelven daar voor plegtig dank te zeg» gen, en dit befluit door den druk gemeen te maken («)» In de Graaffchap Cumberland daar tegen, welker afgevaardigden ook, onder anderen, in de Conventie fterk tegen de Conftitutie geyverd hadden , Werd eerlang een politieke Sociëteit van antifederalisten opge* regt, die, niet minder dan de minderheid der Conventie, al hun vermogen aanwendeden om den nieuwen regeringsvorm hatelyk te maken, en de gemeente tegen deszelfs voorftanders op te hitzen; nietfchroomende openlyk te verklaren, dat het bloed van dezen naauwlyks voldoende kon geagt worden om voor derzelver misdaad te boeten (o). In den Staat van Delaware ging de zaak veel vreed- O) Zie de ftukken in The Amer. Muf. vol. lll.p. 74^75. (e) Addrtfs to the CitizenS &c. inThe Amer.Muf.vol. III. p. 4.12. Evenwel ftonden de inwoners van de burgt Carlifle, in deze graaffchap gelegen, in geheel andere begrippen. Zie ibid.vol. II. p. 39J. B a  C =0 ) zamer voort. Dc Conventie vergaderde te Dover niet voor den derden December, en bekragtigde de nieuwe Conftitutie maar vier dagen na die van Pennfylvanie, namelyk op den zeventienden van dezelfde maand, met eenparige ftemmen QO- Dezelfde eenparigheid en nog grooter fpoed treffen wy aan in de Staats-Conventie van Nieuw-jerfey, welke, op den elfden December te Trenton byeen gekomen zynde, reeds op den agttienden hare bezigheid voleindigde en de Conftitutie aannam. De openbare afkondiging hier van werd op den volgenden dag met teekenen van algemeen genoegen ontvangen, en deze dag met eene plegtige maaltyd befloten (?> De ingezetenen van fommige Graaffchappen in dezen Staat hadden al lang te voren hun verlangen naar deze uitkomst aan de Staatsvergadering doen te kennen geven (r). Even eenparig behandelde ook de Staats Conventie van Georgië, die op den tweeden dag van het vol- gen- (p) Amer. Muf. vol. ll.p. 586. en Chron. ibid.p. 13. (?) Ibid.vol. II. Chron. p. 13, i4 g? ,5> O) Dit vinden wy, ten aanzien der graaffchappen van Burlington en Somerfet, in The Amer. Muf. vol. II. p. m.  C ai ) gende jaar 1788. het zegel harer goedkeuring aan de nieuwe Conftitutie hegtede CV). Toen, in Bloeimaand des jaars 1787, de vraag, of men Gedelegeerden naar de algemeene Conventie, welke te Philadelphia ftond geopend te worden, zoude afvaardigen , by de Staatsvergadering van Conneclicut op het tapyt kwam, werd daar toe niet zonder tegen fpraak van verfcheide Leden beftoten Op dezelfde wyze ging het toe in de Conventie van dezen Staat, waar men by 't opnemen der ftemmen door niet minder dan veertig Leden de verwerping van de nieuwe Conftitutie hoorde uitfpreken. Evenwel was de meerderheid, welke anders gevoelde, hier aanzienlyk genoeg , wordende de Conftitutie met honderd en agt en twintig ftemmen aangenomen. Dit gefchiedde op den 9 January des jaars 1788, niet meer dan vyf dagen na dat de debatten daar over geopend waren (ju). In O) Amer. Muf. vol. lll.p. 197. (t) Proceedings of the general Asfemtly of Conne&icut in The Amer. Muf. vol. II.p. 395. (») Zie een' brief der Gedelegeerden totde algemeene Conventie, ter aanpryzing van de Conftitutie, in The Amer. Muf. vol. II.p. 434. ettelyke debatten, Ibid. vol. III. p. 334-343. B 3 rei.  C M ) j In den Staat van Masfachufetts kon men, wegen* de ongunftige omftandigheden, naauwlyks eene genoeg bedaarde en onbevooroordeelde overweging van bet zo gewigtig fluk verwagten: en uit dien hoofde agten wy de opteekening van de byzonderhedén, welken hier de aanneming van de. Conftitutie verzelden, van dies te grooter belang. Een groot gedeelte volks, door ónrustige geesten opgeftookt, was ten hoogften onvergenoegd over de maatregelen der Regering W. Vooral had dit plaats in de westelyke Graaffchappen, waar zekere Daniël Shays, die te voren als officier gediend had, zig aan 1 hoofd der muitelingen gezet hebbende, alle wettig gezag had weten te verbannen. Van norren en bedillen , kwam men, gelyk dit meer gaat, tot het uitvinden van allerlei ontwerpen van verbetering 3 het ééne dwazer dan het andere. Men riep om vernietiging van alle fchuldvorderingen, zo van den Staat vol. IV.p. 167-170., endeaktevanbekragtiging, Ibid.voK Hl. p. 102. O) In het flot des Werks van Claviere & Brisfot, de la Franee & des Etats-ünis, worden deze opftookïngen toegefchreven aan eenige Engelfchen, en inzonderheid aan de Koningsgezinden van Nieuw-Schotland.  C n ) Staat als van byzondere perfonen: en fommigen dreven de buitenfpoorigheid tot zulk eenuiterfte, dat zy de eigendommen der ingezetenen gelykelyk onder allen wilden verdeeld hebben. Gelukkig zyn de bewerkers van diergelyke partyfehappen doorgaans te dom, te onkundig, te zwak, om eene party te kunnen ftaande houden. Zodanig was ook hier het geval: want zo dra als de Staatsvergadering, in Zomer, maand des jaars 1787, het befluit genomen had, om ettelykc honderd man krygsvolk op de been te brengen, kozen de voornaamfle belhamels het hazepad, en de verordende manfehap was nog niet half verzameld, toen men reeds bevond, dat dezelve tot geen ander gebruik meer noodig was, dan om de fchuldigften op te ligten en in verzekerde bewaring te houden 00- By iyi) Wy hebben geene, dan zeer onvoldoende berigtea nopens deze muitcry in handen gehad. Zie dezelve in The Amer. Muf. vol.\l.p.^iS'P-S°ifP-S9Z-en59^.vol.lll.p.^. Ook was zulk een algemeen verflag tot ons oogmerk genoegzaam. Evenwel zoude een breeder verhaal, onzes oordeels, belangryk en leerzaam kunnen zyn: inzonderheid nadien men in deze Masfachufettfche ftookebranden vry wat gelykheid vindt met de Tribvni in het oude Rome, die het Volk met B 4 het  C H ) By het verfchynen der nieuwe Conftitutie waren dus deze onlusten wel uitwendig bedaard, doch de onvriendlyke hartstogren, daar uitontftaan, hadden te diepe wortelen gefehoten, dan dat zy zo fpoedig konden uitgedelgd worden. Bovendien waren de begrippen, omtrent de deugdelykheid dier Conftitutie, in Masfaehufetts zeer verdeeld; en velen zogten hier, gelyk elders, zig by den volke te veraangenamen, door de woorden van aristokratie, willekeurige regering, verdrukking, en wat dies meer is, onophoudelyk in deszelfs ooren te doen weergalmen. De kinderen beminnen het verhaal van fpookverfchynzelen , naar 't welke zy niet dan zidderende kunnen luisteren. De kinderlyke menigte waant zig godsdienftig wannesr zy zig met een akelig tafereel van de helfche vlammen, en ftaatkundig wanneer zy zig met de ingebeelde ketenen van flavernylaat verfchrikken. Beide partyen, die der Federalisten en derzelver hetgedunrigevooruitzigtvanaflehaffingvan fchulden, nieuwe verdeeling van de landeryen,'en meer diergelyke fpoorlooze ontwerpen, aan hun fnoer wisten te houden, totdat 'ereindelyk zulke onafhanglyke Tribuni opftonden, welken der Natie niet alleen deze ingebeelde regten, maar zelfs het begrip van eenige regten te hebben, deden vergeten.  C *5 ) ver tegenftanders ftonden na genoeg in cvenwigt, en volgens eenen brief in November uit Boston gefchreven,konnen toen nog met geene zekerheid voorfpellen, naar welken kant de fchaal daar zoude overfiaan OO* Onder alle deze oneenigheden fchynt in dezen . Staat- een geest van gematigdheid plaats gevonden te hebben, die deszelfs ingezetenen ter eereftrekt, en van welken wy de ons voorgekomen byzonderheden niet moeten agterhouden. De Heer Elbridge Gerry, dien wy zagen als afgevaardigden uit Masfachufetts in de nationale Conventie de teekening van het nieuwe ontwerp geweigerd te hebben fjy), fchreef eenigen tyd daar na aan de voorzittende leden van den Senaat en het Huis der Reprefentanten, om de redenen van dat zyn gedrag voor dezelven open te leggen. Uit zynen brief ziet men duidelyk, dat hy, gelyk meer anderen, de regeringen'der byzondere Staten, volgens de nu voorgeflagcn inrigting, voor genoegzaam vernietigd, en de magt, aan 't Congres verleend, als gevaarlyk voor de vryheid befchouwde: doch tevens erkent hy dat (V) Zie Amer. Bluf. vol. tl. Chron. p. 12, fj) Zie I. Deel, bl.w. ' B S  C 25 ) dat het ontwerp in vele opzigten groote verdienden heeft, en dat eene volflagen afwyzi'ng van hetzelve misfehien regeringloosheid zoude na zigfleepen, en dus niet minder noodlottig kunnen zyn , dan eene onvoorwaardelyke omhelzing 5 ten befluite edelmoediglyk betuigende, dat hy, als burger van den Staat van Masfachufetts, het zig tot een pligt zoude rekenen die Conftitutie te handhaven, welke na ryp beraad ten laatften zoude worden goedgekeurd O). Nog treffender is het berigtfehrift, welk de ingezetenen van de Stad Northampton hunnen Gedelegeerden tot de Staats - Conventie medegaven: en dewyl men misfehien' niet dikwyls, zo ooit, meerder ware wysheid uit eene zo groote en noodwendig gemengelde vergadering heeft zien voortkomen, kunnen wy ons niet onthouden van deszelfs voorname gedeelte hier woordelyk op tc geven. „ Het voorwerp uwer zending, Heeren, (dus luidt i, het) is van zo groot een belang als immer in men„ fchelyke zaken kan voorkomen. — Ieder ftap,dien „ wy in 't onderzoeken van hetzelve voortgaan, be„ wyst, dat hetzelve te gewigtig, te ingewikkeld • • • : - » en O) Amer. Muf. vol. II. p. 435.  C V ) ,, en te uitgebreid is om daar over haastiglyk te be„ flisfen. — Veel tyds en een onvermoeide infpan. „ ning worden 'er vereischt om hetzelve in alle zyne „ deelen na te fpooren. De agtbaarheid en de voor„ fpocd van dezen Staat, van de Vereenigde Staten „ in 't gemeen, en misfehien vanhetganfehemensch„ dom, hangen af van de wyze waar op deze groote „ vraag zal worden beantwoord: en ons verlangen „ is, dat gy, Heeren, alle de redenen, die voor en „ tegen de aanneming zullen te berde gebragt wor„ den , geduldiglyk aanhoort en met aandagt beproeft. Laten plaatzelyke omftandigheden geenen onbehoorlyken invloed hebben op uwe gemoede- „ ren. Laat de noodzaaklykheid van eene ge- „ lykmatige, kragtdadige, bondgenootfchaplyke re„ geringswyze onophoudelyk voor uwen geest zyn. it _ Gy zult over den welvaart en de agtbaarheid „ van de geheele Unie, zo wel als over die vanMas„ fachufetts, hebben te raadpleegen, — en laat u, „ terwyl gy de regten en voorregten des volks zoekt „ vast te houden, niet affchrikken om tevens aan de „ algemeene regering van het land alle die takken „ van gezag toe te wyzen, welken volftrekt noodig ,, zyn om de nationale eer en geluk te bevorderen en „ té handhaven. t% Daa  C 28 ) „ Dan het is onze meening niet, Heeren, u een „ ftellig berigtfchrift te geven, volgens't welke gy « verpligt zoudt zyn of voor of tegen de ons aahge-' „ boden Conftitutie te ftemmen. In de Conventie „ verfchenen zynde, zult gy de wysheid van dezen « Staat' als iu één Punt verzameld, voor u hebben 5 » gy zult alles hooren wat over het onderwerp kan gezegd worden, en gcvolglyk zult gy in ftaat zyn », om uw oordeel op de beste gronden te vellen: en „ nadien wy in uwe ftaatkunde, braafheid en vader„ landsliefde het volledigfte vertrouwen ftellen, on„ derwerpen wy ons onbefehroomd aan de uitfpraak „ die gy op het zo boven alles gewigtige voorftel „ zult geven; fmeekende den alwyzen Beftierder der „ wereld, dat hy de Conventie metzynen heiligen „ invloed beziele, op dat de uitkomst ten meesten * nutte des volks van de vereenigde Staten vanAme, « rika moge gedyen (V)»" , Toen deStaats.Conventie eindelyk in den aanvang van het nieuwe jaar was byeen gekomen , zag^ men van beide zyden kampioenen in het ftrydperk treden, die elkander de fcherpte hunner wapenen en O) Amer. Muf. vol. II. p. 585. (*) Deze was uitgefchreven tegen den tweeden Woensdag ia January 1788.  C *9 > hunne bedrevenheid in dezelven te behandelen op alle mogelyke wyzen poogden te doen gevoelen (V): maar zo dra was de ftryd niet ten voordeele der nieuwe Conftitutie afgelopen, of men zag ook het zwaard in de fcheede, en de brocderlyke welmeenendheid, die in de hitte van 't kampen alleenlyk fcheen geflapen te hebben, herleven. De minderheid namelyk liet niet alleen alle verder tegenkanting varen, maar verklaarde tevens hare geneigdheid, om den nu wettig aangenomen regeringsvorm met al haar vermogen te onderfteunen: en dit deed zy,niettegenftaandehaar getal, in evenredigheid tegen dat van de bovendryvende party, fterker was, dan in éénen der Staten, van wier Conventies tot hier toe is gefproken. Zy beftond uit 168 ftemmen, en de meerderheid uit niet meer dan 187 (V). De (e) Sommige debatten voor en tegen zyn te vinden in The Amer. Muf. vol. III. p. 343-362. fV) Amer. Muf. vol. lll.p. 199. In een ander Stuk Ibid. vol. IV. p. 139. waar in aan dit gedrag der minderheid, wegens de daar in doorftralende ware repubilkehifche gevoelens, den verdienden lof gegeven wordt, leest men, dat dezelven de akte van bekragtiging ook mede onderteekenden: doch dit is een misflag; want de akte zelve hield ia,dat dieonder- tee-  C 30 ) De'hieuwe Conftitutie werd in dezen Staat Wel örtvoorwaardelyk , ingevolge den eisch der nationale Conventie aangenomen: maar de akte van befcragti* ging bevattede te gelyk eenige artikelen, welken de Conventie van Masfachufetts oordeelde ter verbetering van dezelve te kunnen ftrekken 3 benevens den uitdruklyken last voor de Reprefentanteh van dit Gemeenebest in het toekomftige Congres, om ten allen tyde, volgens de regelen in die Conftitutie voorga fchreven, hunne beste poogingen in 't werk te ftellen, ten einde de goedkeuring daar van te vewerven. Deze artikelen liepen op den volgenden zin. „ x. Dat duidelyk moge verklaard worden, dat „ alle gezag, welk niet uitdruklyk by de Conftitutie „ is opgedragen, aan de byzondere Staten zal voor„ behouden blyven. „ 2. Dat 'er één Reprefentant zal zyn voor ieder „ dertig duizend perfonen, volgens de telling by de „ Conftitutie beraamd, tot dat het geheele getal der Reprefentanten zal gebragt zyn tot 200. n 3. Dat teekening alleen door den Prefident, Vice-Prefident, en den Sekretaris zoude gefchieden. Het fchynt, dat de meerderheid ook gematigd genoeg dagt, om hunne andersdenkende medeleden in dit opaigt eene onaangenaamheid te benemen.  C 31 9 . £ 3. Dat het Congres' van de magt, aan,hetzelve „ by de vierde Afdeeling van:den eerften Artikel ge„ geven, geen gebruik zal maken, dan in die geval„ len wanneer een Staat de verordeningen daarinver„ meld verwaarloost of weigert uit te voeren , of „ zulke verordeningen maakt als zouden kunnen ftrek„ ken om de regten des volks, tót eene vrye en ge„ lykmatige vertegenwoordiging in het Congres ovcr,, eenkomftig met de Conftitutie, te verkorten. „ 4. Dat het Congres geene regtftreekfche belas„ tingen zal opleggen, dan wanneer de penningen „ uit de imposten en accyzen^voortkomende niet toe„ reikende zullen zyn tot de behoeften des gemeenen „ lands; en dan nog niet, voor dat het Congres eerst „ eene petitie zal gedaan hebben aan de byzondere „ Staten , tot het uitfchryven, heffen en betalen van „ derzelver quoten daar in, volgens de telling by de „ Conftitutie bepaald, op zodanige wyze als de wet„ gevende vergaderingen van ieder Staat zullen goed„ vinden — en in zulk een geval, indien eenige „ Staat mogt nalaaten of verweigeren zyne quote, „ ingevolge zodanig eene petitie, te betalen, zal het „• Congres bevoegd zyn de quote van zulk eenen „ Staat uit te zetten en te heften, te zamen met de renten daar op lopende, tegen zes ten honderd in „ 't jaar,  C 3? ) „ 't jaar, te rekenen van den tyd af, op welken de betaling, ingevolge de petitie, had moeten ge,, fchieden. ■ „ 5. Dat het Congres geene handel -kompagnieu „ met uitfluitende voorregten zal mogen oprigten. ,, 6. Dat niemand zal mogen te regt gefield wor„ den wegens eenigerhande misdaad, die eerloosheid „ of verbeurte van het leven kan ten gevolge heb„ ben, dan na dat de aanklagte vooraf door eene groo* „ te Jury zal zyn goedgekeurd (e), uitgezonderd in „ gevallen, welken tot het bellier van de land- of „ zeemagt betrekking hebben. „ 7. Dat het hoogfte geregtshof der Confederatie „ geenen regtsdwang zal hebben in zaken tusfchen „ burgers van onderfcheiden Staten, ten zy het ge- » fchil (e) Volgens de Engelfche Wetten mag de gewone Jury geene aanklagt aanneemen, voor dat dezelve eerst door eene groote Jury, uit zeventien gezworens beftaande, is goedgekeurd. Deze groote Jury is ingevoerd om aan alle, uit kwaadaartigheid voortkomende, of ook anderzins ongegronde, befchuldigingen aanftonds den bodem in te flaan, en indien dezelve een aanklagt van dien aart verklaard te zyn, is de befchuldigde zonder verder verhoor vry. Men kan dit breeder vinden in Wendeborm Staat van Groot-Britanje, II. Deel, bladz. 31.  C 33 ) „ fchil ten minften de waardyfran drie duizend dol„ lars bedrage: en dat de regterlyke magt der Coni, federatie zig ook niet zal uitftrckken over eenige „ regtsgedingen tusfchen burgers van onderfcheiden „ Staten, wanneer de zaak in verfchil niet ten min„ ften de waarde van vyftienhonderd dollars evenaart. „ 8. Dat in zekere foort van burgerlyke regtsdin- gen (hier by nader omfchreven (ƒ)) de regtsplee„ ging met eene Jury zal gefchieden, indien een der i, partyen dit vordert. „ 9. Het Congres zal nimmer toeftaan, dat eenig „ perfoon , die een ampt van vertrouwen of voordeel „ onder de Vereenigde Staten bekleedt, eenen titel „ van adeldom, of eenigen anderen titel' of bedie„ ning, van eenigen Koning, Vorst, of vreemden Staat aanneme (g)." Op (ƒ) Wy vonden ons buitert Staat deze omfchryving iu haar geheel te vertalen als fteunende op de Engelfche manier van procedeeren, die wy niet verftaan. Zie hier de eigen woorden: In civil aftions, betweeh citizens of different States, every ijfue of fa ft, avijing in aftions at dommón law, fhatl ie tried by a Jury, if the parties, or either of thetn re' juest it. (g) Amer. Muf. vol. lll.p. 161. C  C 35 ) - Op dezen voet gefchiedde in den Staat va» Masfa-chufetts de bekragtiging van de nieuwe regerfngswyze op den zesden der maand February: en tweedagendaar na betoonden de handwerkslieden van Boston, by welken zig ook een groot aantal der voornaamfte kooplieden gevoegd hadden, benevens de huislieden van het omliggende land, hunne vreugde over deze gebeurtenis, door het houden eener ftaatelyke procesfie, waar by ieder ambagt de werktuigen van zyn beroep omdroeg, en waar in vooral uitmuntede een fchip, Federale Confllmh geheten , welk door dertien paarden• werd voortgetrokken, en, behalven ettelyke officieren, met dertien fcheepslieden was beBiand-<70. Misfehien deden die handwerkslieden dit met grooter yver, nadien men, toen de Staats-Conventie hare raadpleegingen ftond te beginnen , had uitgeftrooid , dat zy doorgaans ongunftig over de nieuwe Conftitutie dagten; een gerugt, welk zytoen ïeeds geoordeeld hadden te moeten tegengaan, door het nemen en openbaar maken van befluiten , waarby zy hetzelve als hoonende voor hunnen goeden naam aanmerkten, en integendeel hun ernftig verlangen, dat (*) Amer. Muf. vel. lll.p. 16$,  C 35 ) dat die Conditutie mogte aangenomen worden, té kennen gaven (O- Schoon de party der Federalisten in Maryland, gelyk by de uitkomst bleek, verre de fterkfte was|, maakte men daar egter geenen zeer grooten haast met het benoemen van eene Staats Conventie; en het Huis der Gedelegeerden ging hier toe niet over, dan na de Leden, welken namens dezen Staat de algemeene Conventie te Philadelphia by gewoond hadden, verzogt te hebben, om in hunne vergadering te verfchynen, en de noodige ophelderingen omtrent de handelingen van die Conventie mede te deelen (£). Ook werd de Marylandfche Conventie niet voor den m April des jaars 1788 te Annapolis geopend: maar toen ging het werk ook fpoedig voort; in de eerde plaats, doordien men bet befluit nam, dat de voorgedragen nieuwe Conditutie alleenlyk in haar geheel zo als zy lag, en niet ieder gedeelte van dezelve in 't byzonder , het voorwerp van de raadpleegingen zou- (0 Amer, Muf. vol. lll.p. 76. (£) Refol. 23 Nor. 1787. in the Amer. Muf. vol. W.p. 5801 tn 't laatfte der zelfde maand werd door de Algemeene Vergadering van Maryland tot het byëenroepen eener Staats-Conventie befloten, C *  C 36 ) zoude maken ; en ten anderen , dewyl de debatten blootelyk van den kant van die genen voortkwamen, welken hunne aanmerkingen tegen fommige punten van het ontwerp wilden inbrengen. De overigen namelyk, hoe zeer daar toe uitgenoodigd, weigerden ftandvastig zig in eenige oplosfing van de gemaakte tegenwerpingen in te laten, of op eenig ander voorftel dan het eindelykc, namelyk of men dat ontwerp al of niet zoude aannemen , te antwoorden. Zelfs verklaarden de Afgevaardigden van twaalf der agttien graaffchappen, uit welken deze Staat is zamengefteld, en van twee der vyf voorname fteden, te weten Anapolis en Baltimore : „ dat zy door hunne zenders 5, verkoren en gelast waren om de voorgcftclde Con„ ftitutie te bekragtigen, en wel zo dra mogelyk, „ en om boven dat niets te verrigten; dat na de bev> kragtiging hunne volmagt ophield; en dat zy zig „ niet bevoegd agteden om over eenige verbeteringen „ te raadpleegen." 1 Evenwel, na dat de groote vraag op het tapyt gebragt, en de nieuwe Conftitutie met drieënzestig tegen elf ftemmen aangenomen was, wist de minderheid het nog zo verre te brengen, dat 'er eene Comroisfie uit het midden der vergadering gemaakt wierd, om de verbeteringen, die men noodig mogte oordee- lenr  C 37 ) kn, op het papier te brengen, ten einde dezelven, door de Conventie goedgekeurd zynde, niet regtftïèekif (gelyk WY fa'aks zagen door die van Mafachufètts befloten te zyn) by het aanftaande Congres voor te dragen, maar wel der overweging van het volk van Maryland aan te bevelen: doch fchoon die Commisfie het, na vele twistredenen, uit een veel grooter aantal van opgeworpen verbeteringen, op ettelyken eens wierd, kwam egter van het voorgenomene niets: dewyl de Conventie vervolgens wederom van gevoelen veranderde, en niet meer van verbeteringen wilde hooren. De minderheid, dus in alle hare verwagtingen te leur gefield, liet niet na de gemelde handelingen, zo van de Conventie als van de Commisfic, ter harer verantwoording, by openbaren druk aan het publiek mede te deelen (/): maar voor het overige gedroeg zig dezelve op dezelfde vreedzaame wyze als die van Masfachufetts, verklarende fommigen uitdruklyk hunne bereidwilligheid, om zig, als ware burgers, aan de begrippen der meerderheid van hunne landge- uo» ' (/) Zie Addrefs to the Plople of Maryland in the Amer. Muf vel- HL/». 4-S>- C3  C 38 ) noten te willen onderwerpen (m). Een goed voorbeeld is zelden voor de maatfchappy verloren. De tyding van het bekragtigen der nieuwe Conftitutie, het welke op den 2.8 April gefchiedde werd doorgaans in dezen Staat met groote blydfchap ontvangen j vooral te Baltimore, waar men op den eerften dag der volgende maand eenen plegtigen om: gang befchouwde, in welken lieden van allerlei rang en ftaat deelden,en welke ons deze byzonderheidaanbiedt, dat na het eindigen van denzelven aan eene kringswyze ingerigte tafel 3600 voet lang werd gelpysd (o~). By deze proccsfie was ook niet vergeten een zeer fraai gewerkt fcheepje, welk men met den naam van Federalist doopte , rond te voeren. Dit fcheepje zouden de Kooplieden der Stad, die hetzelve hadden doen vervaardigen, ten gefchenke aan den Generaal Wafhington, onder bevel van den Kapitein Bur- (m) Uit de Amerikaanfche Nieuwspapieren van dien tyd, (») Zie de Akte in the Amer. Muf. vol. IV. p. 146. (0) Uit Amerikaanfche Kieuwspapieren van dien tyd, On- derwyl berigt ons Brisfot, N. Foyege dans les Etats-Unis. Tom. II. lett, 37. dat het vroeger in deze Stad weinig gefcheeld had, of de twee partyen waren over de nieuwe Conftitutie handgemeen geworden.  C 39 ) fiurney, welk.e daarmede de Patovvmack opzeilde, en op den 8 Juny te Mount- Vernon, verblyfplaats van zyne ExcelJencie, in Virginie aankwam Q>). Zulk een fcheepje by deze proccsfien te vertoonen, en deze plegtige optogten zei ven, fcheeuen thans als een noodzaaklyk aanhangzel van de bckragtiging der nieuwe Conftitutie aangemerkt te worden. Immers zo dra wy het gezigt naar Zuid-Carolina, werwaards de tyds orde ons wenkt, heenwenden, valt ons oog wederom op eene procesfie, welke drie dagen na de aanneming van de Conftitutie te Charlefton gehouden werd, en waarby zig inzonderheid de flagters onderfcheidden, door hunne medeburgers op eenen welgegevoeden os , in zyn geheel gebraden, te vergasten Q). Die aanneming gefchiedde hierop den 23 van Bloeimaand, tien dagen na dat de Staats-Conventie hare zittingen had begonnen. Zeer gunstige voor de nieuwe Conftitutie waren de eerfte raadpleegingen , die binnen dezen Staat over dezelve werden gehouden. De Groote Jury, haar Q>) Zie Amer. Muf vol. III. p. 592. en den Brief van dankzegging des Generaals, vol. IV. p. 51. Uit de Nieuwspapieren van dien tyd. C 4  C 40 ) haar werk verrigt hebbende, fchreef aan het hooge Geregtshof, opzettelyk om de gezindheid der Leden ten voordeele van die Conftitutie te doen bekend worden CO: en reeds vroeger 00 hadden de Federalisten het genoegen gehad van te zien, dat de Senaat eenparig eene dankzegging aan de Gedelegeerden uit Zuid-Carolina in de nationale Conventie had vastgefteld; alsmede, dat, toen het Huis der Reprefentanten over het beroepen van eene Staats-Conventie raadpleegde, flegts een enkel Lid met afkeuring van den ontworpen regeringsvorm had gefproken (t)/ Dan toen deze Conventie zelve byeenkwam, ondervond men , dat eene zo alge-, gemeene goedkeuring daar verre was te zoeken. De debatten werden over ieder punt afzonderlyk voort- ge- (?') Addrefs from the grand Jury to the Court General Sisfiom, in een Amerikaansch Nieuwspapier van dien tyd. (0 In 't midden van January 1788. (0 Zie Aker. Muf. vol. Wl.p. 197. Ook vindt men daar f, 413. een gefchrift, aan de Burgery van dezen Staat gerigt, en aan de pen van Dr. Ramfay toegefchreven, waar in men poogt te betoogen, dat de Zuidelyke Staten in 't byzonder groote reden hadden om oyer de voorgedragen Cdnftituti© vergenoegd te zyn,  C 41 ) gezet (u): en toen dezelven afgelopen waren, deed de Generaal Sumter het voorftel, om de zittingen tot in Oftober aanftaande te verfchuiven; voor reden gevende, dat het volk in de agterlanden nog geen tyd genoeg had gehad om het voorgeftelde behoorlyk te overwegen ; en dat verfcheiden afgevaardigden uit ftreken, waar men tegen hetzelve was ingenomen, dus gelegenheid zouden erlangen om zeiven thans beter onderrigt zynde, hunne zenders mede tot gunstiger denkbeelden over te halen. Dit werd egter met eene aanzienlyke meerderheid verworpen (y): maar des onaangezien oordeelden wy deze omftandigheid niet met ftilzwygen te moeten voorbygaan, dewyl dezelve het opgevolgde gedrag van dien Officier en eeni- («) Zie fommigen van dezelven In the Amer. Muf. vol.VV. p. 170, 171 en 256. Dat van den Heer Charles Pinckney, op de laatst aangehaalde plaats te vinden, is zeerlezenswaardig, als behelzende een beknopt tafereel van de onderfcheiden (landen des Amerikaanfchen Volks, van den toeftand der onderfcheiden Staten en derzelver Regeringsvormen, van de voordeden die uit eene gepaste mengeling van het eenhoofdige, ariftokratifche en republikeinfche beftier voortvloeiden, enz, (v) Zie Amer. Mufeum, vol. lll.p. 493 en 59a. C 5  C 42 3 Êenigen zyner medeleden des te gevalliger zal doen affteken. Toen namelyk de nieuwe Conftitutie, in weérwrl hunner vertogen, met 149 ftemmen tegen 73 was aangenomen, verklaarden zy onmiddelyk daarna, al hun vermogen te - zullen aanwenden om hunne me» deingezetenen tot het vreedzaam berusten in de gevoelens van eene zo groote meerderheid te overreden. Hier kwam by, dat de geheele vergadering vervolgens eenparig hefloot; de Gedelegeerden van dezen Staat in de algemeene Conventie plegtig by eenen brief voor derzelver gedaane dienften dank te zeg» gen («0, In Maryland zagen wy insgelyks het vreedzame voorbeeld van Masfachufetts navolgen: maar in Zuid? Carolina volgde men de voetftappen der Conventie van den laatstgenoemden Staat ook in een ander bpzigt, daarin namelyk, dat de aanftaande afgevaardigden tot de Regering der Unie hier ook gelast werden al hunnen invloed te gebruiken om ettelyke bepaalde veranderingen in de nieuwe Conftitutie te be* werken. Deze door de Conventie opgegeven veranderingen waren egter maar vier in getal, drie van wcl- (w) Uit een Amerikaansch Nieuwspapier van dien tyd, (x) Zie boven, bl. 42,  ( 43 ) welken met de eerde, derde en vierde van die van Masfachufetts zakelyk, en zelfs ten deele woordelyk, overeenkwamen, terwyl de laatfte alleen inhield, dat in de derde Afdeeling van den zesden Artikel het woord andere tusfehen de woorden eenige tngeloofsbelydenis behoorde ingevoegd te worden (j). In den Staat van Nieuw-Hampfhire trad.de Conventie nog veel fterker in het fpoor van Masfachufetts : want zy volgde dezelve niet alleen Ietterlyk in den vorm van bekragtiging en den last aan de toekomftige Reprefentanten in't Congres gegeven, maar floeg ook dezelfde verbeteringen in de Conftitutie voor, ten deele woordelyk, en allen zakelyk (jz), met uitzondering blootelyk van de zevende, waar in men eenige verandering maakte, die voor den Nederlandfchen Lezer van geen belang is, en met byvoeging van nog drie nieuwe punten, die gewigtig genoeg zyn om in hun geheel medegedeeld te worden. Dezen luiden aldus. „ 10. Dat in vredestyd geene ftaande krygsmagt „ zal mogen op de been gehouden worden, ten zy ti met (y) Amer. Muf. vol. IV. p. 146. (s) Woordelyk volgde men Art. 1, 2, 5, 6", 8 en 9; zaK'!yk,met kleine verandering in de woorden, Art. 3. en 4.  C 44 ) , niet tocftcmming van drie vierde gedeelten der le„ den van eiken tak van 't Congres; en datinvredes„ tyd geene foldaten in byzondere huizen zullen in,» gekwartierd worden buiten toeftemming van de ei« genaren. „n. Het Congres zal geene wetten maken die tot „ den Godsdienst betrekking hebben , of inbreuk „ kunnen maken op het regt des gewetens. „ 12. Het Congres zal nimmer eenige burger mo„ gen ontwapenen, uitgezonderd de zodanigen die „ in werkelyk oproer ftaan of geftaan hebben O).'* Onaangezien het byvoegen van alle deze verbeterin* gen, het welke ons voorkomt aan het infchikken der federalistifche party, die dit ter bereiking -harer oog. merken noodzaaklyk zal geagt hebben, te moeten toegefchreveu worden, was de meerderheid hier, zowel als in Masfachufetts, verre van groot; zynde tot de aanneming blootelyk met 57 ftemmen tegen 46 befloten (7>): en zelfs fchynt het nog vry wat moeite ingehad te hebben tot zulk eene meerderheid te geraken ; want toen de Staats-Conventie, omtrent deq aanvang van Maart, te Exeter was byeen gekomen, had (a) Amer. Mufeum, vol. IV. p. 148, (è) Amer, Muf. vol. III. p. 596,  C 45 5 had men het, na agt dagen met hevig debatteren gefleten 'te hebben, nog niet verder gebragt, dan om tot een befluit te komen, dat de raadpleeging tot in Juny zoude verfchoven en de vergadering van daar naar Coniord verlegd worden , het welke ook nog met fterke tegenkanting was doorgegaan (V). Op den zeventienden van de gemelde maand kwam men dan hier ter plaatze wederom te zamen (d), en den eenentwintigden daaraanvolgende werd de bekragtiging op de verhaalde wyze beftemd f». Nergens misfehien deed het ontwerp der nieuwe Conftitutie zyne intrede met ongunftiger voortekenen dan in den Staat van Virginie, twee van wiens afgevaardigden in de Nationale Conventie, den Gouverneur Edmund Randolph en den Kolonel George Ma- fon, (e) Met 56 tegen 51 ftemmen. Amer. Muf. vol.lll.p. 1%^. (d) Amer. Muf. vol. lll.p. 592. (e) De Heer John Sullivan, Gouverneur van dezen Staat, in 't begin van December 1787 het ontwerp der Nieuwe Conftitutie aan het algemeene Hof van Masfachufetts (zo noemt men hier de Wetgevende Magt, dat is, den Senaat en 't Huis der iReprefentanten te zamen genomen) verzendende, gaf zyne neiging tot aanneming van hetzelve in zeer nadruklyke bewoordingen te kennen. Zie Amer. Muf. vol. lll.p. 457.  t 46 $ ion, wy zagen weigeren hetzelve te onderteekenen,; terwyleert derde, de Heer Lee, wegens denzelfden Staat eene plaats in 't Congres bekledende, ftraks daar op in deze Vergadering een voorftel ter baan bragt, welk de doodelykfte gevolgen voor hetzelve zoude hebben kunnen na zig flcepen (ƒ> De grootte van deze namen belettede egter niet, dat vele anderen aanftonds, op de eerfte vcrfchyning van het ftük, yverig daar voor in de bres ïprongen. Onder anderen werd hetzelve reeds met den aanvang van Wynmaand des jaars 1787 in eene vergadering der ftemge^ regtigden van Alexandrie en van de graaffchap Fairfax, goedgekeurd, en befloot men daar tevens zyne gedelegeerden in de Wetgevende Vergadering van den Staat een berigtfchrift te doen toekomen, volgens hetwelke dezelve het beroepen van eene Conventie zo veel mogelyk moesten tragten te verhaasten Q). Ook mag men vastftellen, dat een zeker gezelfchap, on- (7) Zie I. Deel, bl. 211 en 217. De brief daar uit The independent Gazetteer aangehaald, is ook te vinden in Th: Amer. Muf. vol, II. p. 554. , (g) Refolves af the f reekelders of the town of Alexandria a8 Sept. and of a number of the freeholders of Faixfar tounty 2 OS. 1787. in The Amer. Muf. vol. II. p. 392.  C 4? 5 onder benaming van Staatkundige Maatfchappy orS" trent dezen tyd te Richmond opgeregt, niet weinig zal toegebragt hebben om de aanneming der nieuwe Conftitutie te bevorderen: want na dat daar, in meer dan eene zamenkomst, het ontwerp rypelyk overwogen, en voor en tegen gefproken was, bevond men, dat onder de honderd en drieënveertig tegenwoordig zynde leden 'er niet meer dan/vyftien te tellen waren die hetzelve afkeurden (K), Hoe het zy, uit de omHandigheden is ons volkomen gebleken, dat de party der federalisten en die van hunne tegenftanders elkander zo zeer in getal evenaarden, dat het vervvylen der Conventie, welke hier niet voor den tweeden van zomermaand byeen kwam O'), veelligt als eene zeer gelukkige omftandigheid mag aangemerkt worden, nadien zo vele andere Staten daar door den noodigen tyd wonnen, om Virginie door hun voorbeeld tot navolging te noopen. Trouwens na dat de Staat van Nieuw-Hampfhire was toegetreden, en de Conftitutie nu de bekragtiging van negen Staten had bekomen, konden dezen, volgens den voorflag der algemeene Conventie, dezelve in werking brengen (k). zon- (//) Amer. Muf. vol. III. p. 102. (<•) Uid. p. 591. (F) Conftit. Art, VII, I, Deel,bl. 255.  C 48 ) zonder de raadpleegingen van de anderen ',te verbei» den: en dus zoude een .weigerend befluit vaneenen der overigen het aanzien gekregen hebben, als of men niet vreemd was van zigvanhetbondgenootfchap af te fcheuren; eene daad, welke voor ieder Staat van een verre uitzigt zyn moest, en inzonderheid voor dien van Virginie, als zynde reeds door Staten, welken de nieuwe Conftitutie aangenomen hadden, omringd (/). Vooral deze bedenking onderftellen wy den Gouverneur Randolph, die ook tot het bywonen der Conventie van dezen Staat verkoren was, bewogen te hebben om van gevoelen te veranderen, en hier voor de omhelzing van dat ontwerp te pleiten, aan het welke hy zyne handteekening in de nationale Conventie had geweigerd (?»). Men mag vryelyk aannemen, dat de overgang van eenen man van dat aanzien, als de Heer Randolph de par- (/) Verfcheiden redenen, welken Virginie in 't byzonder tot het aannemen der Conftitutie noopen moesten, worden aangedrongen in een Addres to the Members of the Convention ofVirginia, te vinden in the Amer.Muf.vol.lll.p.^6. en in een vervolg daarop p. 544. (*») Uit the Amer. Muf. vol. lll.p. 592* «n Nieuwspapieron van dien tyd.  c 49 ; party, Van welke hy zig afzonderde, merk el yk zal hebben verzwakt: doch van elders weten wy, dat de overtuigende welfprekendheid van den Heer Mad« difon, een man die, fchoon nog jong, door't verbeteren zo van de burgerlyke als lyfftralFelyke Wetten reeds uitnemende dienden aan zynen Staat bewezen had, mede niet weinig toebragt om de aanneming Van de nieuwe Conftitutie door te dringen (?z)« Egter, niettegenftaande het gewigt van zulke perfonen, en niettegenftaande de aandrang der omftandigheden, gefchieddc die aanneming maar met de kleine meerderheid van 88 tegen 78 ftemmen (o)i en dit niet, dan na dat men bykans eene geheele maand met raadpleegen had doorgebragt. De Conventie van Maryland begon haren arbeid, gelyk gezegd is, met te befluiten, dat het ontwerp niet ftuksgewyze, maar blootelyk op eenmaal in zynen ganfehen omvang zoude'overwogen worden.. Die van Virginie deed juist het tegendeel, vastftellende, dat alles punt voor punt zou- fh) Brisfot (JVarville'), Nouv. Voyage dans les Ëtats U. nis de F Amer. Sept. Tom. I. lett. 7. ƒ>. 16S. (e) Amer. Bluf. vol. lll.p. 596*. Elders Wordt gezegd 89 tegen 79. Vol. IV. p. 146". doch dit doet niet ter Zaak. Dé Akte van Bekragtiging is te zien ib. p. 149. • D  t 50 ) zoude onderzogt en gedebatteerd worden, voor dat 'er eenige (temming mogt plaats hebben (p). Dit was ééne oorzaak van het rekken der zitting. Eene tweede was, dat men eene Verklaring van Regten en verfcheiden Artikelen van Verbetering opftelde, welken te zamen ter overweging aan het eerde Congres, dat ingevolge de nieuwe Conditutie vergaderen zoude, moesten overgegeven worden. Ten opzigte van de Verklaring van Regten, kan men het als eeniger mate zonderling aanmerken, dat zes van de negen Staten, welker handelingen omtrent de nieuwe Conditutie wy tot hier toe nagingen, zulke verklaaringen aan 't hoofd van hunne byzondere Conditutien geplaatst hadden, doch geen van allen op het denkbeeld vielen, om iets diergelyks voor de Unie in te voeren; en dat daar tegen zulk een voorftel eerst in Virginie opkwam, waar in de eigen Staats.Gonftitutie niets van dien aart werd gevonden. Wy laten het (tuk hier in zyn geheel volgen; fchoon wy, 3ioe vele afgetrokken waarheden het ook moge bevatten, 'er zeer verre van af zyn van het als een ftaatkundig zamenftelzel te durven aanpryzen. VER- (p) Uit de Nieuwspapieren van dien tyd.  < 5i ) VERKLARING van REGTER L Dat 'er zekere natuurlyke regten zyn, van welken de menfehen, Wanneer zy het verdrag van maatfehappy aangaan , hunne nakomelingfchap niet kunnen berooven; waar onder behoort het genot van 't leven en de vryheid, met de middelen tot het verkrygen bezitten en befchermen van eigendom", en tot het najagen en genieten van geluk en veiligheid, I I. Dat alle magt natuurlyk gevestigd is in,en gevolg* iyk afdaalt van het Volk; dat derhal ven de Regenten moeten aangemerkt worden als de vertrouwde dienaren van het Volk, en ten allen tyde verfchuldigdzyn aan hetzelve rekenfehap van hun beltier te geven. I I I. Dat de Regering behoort ingefteld té zyn ten gemeenen nutte, ter befeberming en tot zekerheid van het Volk; en dat de leer van lydelyke gehoorzaamD fl held  ( 52 ) heid onder willekeurige magt en verdrukking ongerymd en flaafsch is, en verderflyk voor het welzyn en 't geluk des menschdoms. > 1 v- Dat geen byzonder perfoon , of eenige vergadering van menfehen beregtigd is tot uitfluitende of afzonderlyke genietingen of voorregten, dan alleen uit hoofde van aan de maatfchappy bewezen dienften; en dat, daar dezen niet op de nakomelingfchap kunnen afdalen, dus ook geene bedieningen van raagiftraten, wetgevers, regters, of eenige anderen, crflyk zyn mogen. V. Dat de wetgevende, uitvoerende en regterlyke magtau van den Staat van elkander behoor en afrefcheiden te zyn; en dat de leden van de beide eerst"-enoemden, ten einde hen van onderdrukking terug te houden, door hen de algemeene lasten te doen gevoelen en mededragen, na zekere bepaalde tydperken tot den ftaat van amptelooze en gemeene burgers behooren weder te keeren; en dat de opengevallen plaatzen behooren vervuld te worden door bepaalde en regel- ma-  C 53 ) matige verkiezingen, in welken allen of zeker gedeelte dier leden wederom keurbaar of niet kcurbanr zyn zullen, zo als de inftellcrs der Conftitutie van Regering en de wetten het zullen hebben voorgefchreven. VL Dat de verkiezingen van reprefentanten tot de wetgevende vergaderingen behooren vry te zyn en dikvvyls te gefchieden; en wel zo, dat alle menfehen, van wien het blykt dat zy genoegzaam belang in en verkleefdhèid aan den Staat hebben, hetregtvante ftemmen behooren te genieten: dat ook geenerhande belasting, welke naam daar aan zoude mogen gegeven worden, op de ingezetenen mag gelegd worden, zonder derzelver eigen toeftemming, of die van derzelver in maniere als voorfehrevcn verkoren vertegenwoordigers; en dat die ingezetenen mede door geenerhande wet zullen kunnen verbonden worden, tot welke zy niet op dezelfde wyze ten gemeene beste hunne toeftemming hebben gegeven. V I I. Dat alle-gezag, ftrekkende om de wetten of de uitvoering van dezelven op te fchorten, buiten toeftemD 3 ming  C 54 ) ming van de reprefentanten des volks in de wetgevende vergadering, ftrydig is met des volks regten en niet behoort geoefend te worden. ' VIII. Dat ieder mcnsch , van eene lyfftraflykc misdaad befchuldigd wordende, regt heeft te vorderen, dat de reden en de natuur der befchuldiging aan hem worde opgegeven; dat men hem met zyne befchuldigers en de getuigen confrontere; dat men toelate ook van zynen kant getuigen in te roepen en zig met kundige perfoneu te beraden; dat men hem goed en onverwyld regt doe wedervaren door eene onzydige jury uit zyne buurt gekoren, zonder welker eenparige toeftemming hy niet fchuldig verklaard mag worden (uitgezonderd in 't beftier van de land- en zee» magt): en dat men hem niet dwingen mag om tegen zig zeiven te getuigen. IX. Dat geen vry mensch behoort aangehouden, in gevangenis gezet, van zyne goederen, vryheden, of voorregten beroofd, van de befcherming der wetten uitgefloten, gebannen of van leven, vryheid of eigendom  C 55 ) dom beroofd te worden, dan alleen uit krrgte vrji de wet des lands. X. Dat ieder vry mensch, in zyne vryheid benadeeld zynde, beregtigd is daar tegen de vereischte hulpmiddelen in 't werk te ftellen, ten einde de wettigheid daar van te onderzoeken,' en de onwettigheid blykende daar van herftel te verkrygen; en dat zodanige hulpmiddelen niet behooren geweigerd of aan uitftel onderworpen te worden. X L Dat in gefchillen over eigendommen en in regtsgedingen tusfchen byzondere perfoncn de oude wyze van regtspleeging met eene jury eene der beste bolwerken is voor de regten des volks, en heilig en oafcbendbaar behoort te blyven. X I ï. Dat ieder vry mensch verzekerd behoort te zyn van in de wet een hulpmiddel te kunnen vinden tegen alle verongelykingen, die hy in zynen perfoon, eigendom of goeden naam zoude kunnen lyden : dat D 4 hem  C tfi ) hem regt en geregtigheid behoort te wedervaren om niet, zonder dat hem die verkogt worden, volkomen en zonder verweigering, fpoedig en zonder verwyling; en dat alle verordeningen en reglementen, tegen deze regten ftrydende, onderdrukkend en onregtvaardig zyn, XIII. Dat geene overmatige borgftellingen gevorderd, geene overmatige boeten opgelegd, en geene wreede en ongewone ftraffen aan iemand aangedaan behooren te worden. X I V. Dat ieder' vry mensch regt heeft om beveiligd te zyn tegen alle onredelyke navorfchingen in zyne goederen, tegen 't arresteren van zyn' perfoon en 'tin b'eflag nemen van zyne papieren of zynen eigendom; dat derhalven alle verlofbrieven tot het doen van onderzoek in verdagte plaatzen of tot het vatten van een vry mensch, buiten beëedigde (of ten aanzien van perfonen , wier godsdienftige begrippen gcenen eed toelaten , plegtig gedane) aangave , die volgens de wtt voor voldoende moet gehouden worden, bezwa* rende en onderdrukkende zyn ; en dat alle algemeene Yer«  C 57 ) verlofbrieven, tot het onderzoeken van verdagte plaatzen of het vatten van verdagte perfoncn , zonder dat de plaats of de perfoon met name genoemd of befchreven wordt, gevaarlyk zyn en niet behooren vergund te worden. X V. Dat het volk regt heeft om vreedzamelyk te vergaderen, ten einde over de gemeene belangens te raadpleegen, of berigtfchriften voor hunne vertegenwoordigers te beramen ; en dat ieder vry man regt heeft om verzockfehriften aan te bieden, en zig tot herftel zyner bezwaren by de wetgevende magt te vervoegen. XVI. Dat het volk regt heeft tot vryheid van fpreken en fchryven, en om zyne gevoelens door den druk gemeen te maken: dat de vryheid der drukpers een der ftcrkftc bolwerken der vryheid is , en niet behoort gefchonden te worden. XVII. Dat het volk regt heeft om wapenen te hebben en die te dragen h dat eene wel ingerigte militie, bcD 5 Haan-  C 58 ) ftaande uit het ligchaam des volks, behoorlyk in den wapenhandel geoeffend, eene geichikte, natuurlyke en veilige verdediging uitmaakt voor een vry land. Dat ftaande legers in vredestyd gevaarlyk zyn voor de vryheid, en daarom behooren vermyd te worden, voor zo verre de omftandigheden en de befcherming van de gemeen e zaak dit willen toelaten; en dat in allen gevalle de bezoldigde krygsknegten onder ftrenge krygstugt behooren gehouden te worden, en onder de bevelen te ftaan van de burgerlyke Magiftraten C^;. XVIII. Dat in vredestyd geen foldaat in eenig huis behoort ingekwartierd te worden buiten toeftemming van den eigenaar, en in oorlogstyd niet dan ingevolge van de verordeningen daar omtrent by de wet bepaald. X I X. Dat elk, wiens godsdienftige begrippen het dragen van wapenen verbieden , daarvan behoort vcrfchoond te worden, tegen betaling van zo veel als noodig is om eenen anderen te krygen die in zyne plaats de wapenen kan dragen. XX. (?) Vergelyk hiermede art. 10 en 12. der verbeteringen door den Staat van Nieuw - Hampf hire voorgedragen.  ( 59 ) X X. Dat de godsdienst, of de eerbied welken wy aan onzen Schepper verfchuldigd zyn en de wyze om ons daarvan te kwyten , alleen kan beftierd worden door reden en overtuiging, niet door dwang of geweld; dat derhalven alle menfehen een gelyk, natuurlyk en onvervreemdbaar regt hebben tot de vrye oeffening van hunnen godsdienst volgens de uitfpraak van hun geweten; en dat geen byzondere godsdienftige aanhang of vergadering door de wet behoort vastgefteld of boven anderen begunstigd te worden (r). De Verbeteringen, welken men hier aan de Conftitutie begeerde te geven, waren insgelyks in twintig artikelen vervat: maar de drie eerften en de zestiende hebben zo veel overeenkomst met de vier eerften van Masfachufetts, en de negende met het eerfte lid van den tienden van Nieuw - Humpfhire, dat het overtollig zyn zoude daar by ftil te ftaan. — Van fommige anderen kunnen wyook met een enkel woord verflag geven. In den vierden, namelyk, eischtmen, dat (r) Vergelyk wederom art. n. der verbeteringen van Nieuw-Hampfhire.  C 60 ) dat Senatoren en Reprefcntanten , geduurende den tyd waar voor zy verkoren zyn, tot geenerhandc bediening onder de Vereenigde Staten zullen mogen aangefteld worden (O: de vyfde en zesde willen, dat het drukken der handelingen van ',% Congres en der rekeningen van 's lands penningen, waar van de tyd ■by de Conftitutie onbepaald gelaten was (O, binnen een jaar zal gefchieden: de twaalfde flaat eene weinig beduidende beperking voor omtrent het gezag van 't Congres over de plaats van deszelfs Vergadering (*}: de veertiende doet hetzelfde ten aanzien van de regterlyke magt der Vereenigde Staten 00, en is, zo wel als de vyftiende, die over de regtspleeging by Jury handelt, voor vreemdelingen weinig belangryk: de agttiende en twintigfte eindelyk willen zorg gedragen hebben, dat de wedden van Senatoren, Reprefcntanten en Regters niet dan op zekere tyden en manieren kunnen verhoogd of verminderd worden («0, waarCO Zie Conftitut. Art. I. Afd. 6.1. Deel, bi. 229. (t) Zie Art. I. Afd. 5 en 9.1. Deel, bi. 227 en 237, (u) Zie Art. I. Afd. 8.1. Deel, bl. 233. (v) Zie Art. III. Afd. 2.1. Deel, bl. 247. (»0 Zie Art. I. Afd. 6. en Art. III. Afd. 1.1. Deel, bl. 228 e» 246.  C 61 ) waarvan wy de byzonderheden ook wel kunnen mis- fen. De overigen zullen wy woordelyk laten volgen. „ 7. Dat geen traktaat van Koophandel zal mogen „ bekragtigd worden buiten medewerking van twee „ derde deelen van het geheele getal der leden van den Senaat; en dat geen traktaat, waarin het zy „ eenig land, het zy visfchcry in de Amerikaanfche „ zeeën, of het bevaren van Amerikaanfche rivieren, „ waarop de Vereenigde Staten of één van dezelven „ regt hebben of aanfpraak maken , zouden mogen „ worden afgeftaan, verminderd, benaauwd of opge„ fchort, ingegaan zal mogen worden, dan alleen in „ gevallen van de uiterfte en dringcndlte noodzaak„ lykheid 5 terwyl zulk een traktaat ook niet zal „ kunnen bekragtigd worden buiten medewerking „ van drie vierde deelen van Jt geheele getal der le„ den van beide de huizen ieder in het zyne (V). „ 8. Dat OO Vergelyk de Conftit. Art. II. Afd. 2. I. Deel,bl.244. De eigenlyke bedoeling van dezen, en misfehien ook van den volgenden artikel, zal beter doorgezien worden, zo dra meri weet, dat die van Virginie ftaande hielden, dat hunne westelyke ftroomen en rivieren met de wateren in de Zee uitlopende, tot hunnen byzonderen eigendom behoorden; endatzy te-  C 62 ) „ 8. Dat geene wet op de fcheepsvaart, bevattende fchikkingen omtrent den Koophandel, zal mogen gemaakt worden zonder toeftemming van twee der- „ de gedeelte der tegenwoordig zynde leden in beide „ huizen. ,, 10. Dat geen foldaat voor langer dan vier jaren zal mogen aangenomen worden, uitgezonderd ten ,, tyde van oorlog, en dan voor niet langer dan de „ oorlog zal duuren. „ 11. Dat elke Staat voor zig zeiven de magt zal ,, hebben om zorg te dragen voor de inrigting, wa- „ pening, en krygstugt van de militie, in alle geval- n len cevans niet zonder vrees waren, dat het Congres een of ander traktaat zoude aangaan, waardoor zy in dit opzigt benadeeld konden worden. Dit blykt uit de Iterke bewoordingen van een befluit van 't Huis der Gedelegeerden van dezen Staat, van den 11 Nov. 17S7. waarin onder anderen gezegd wordt; dat iedere pooging in 't Congres of elders om de gemelde „ regten door verdragen te vervreemden , befchouwd be„ hoort te worden als ftrydig met de regtvaardigheid, goede „ trouw, en de wezenlyke grondflrgen van zedelyke deugd, „ en byzonder met de beginzelen welke de omwenteling had- den doen geboren worden, terwyl dezelve tevens zoude „ ftrekken om alle vertrouwen op de bondgenootfehaplyke „ regering te vernietigen." Zie Amer. Muf. vol. II. ƒ>. 577.  C 63 ) „ len waarin het Congres zoude mogen nalaten of „ verwaarloozen daar voor te zorgen (j). Dat de „ militie niet zal onderworpen zyn aan de martiale „ wet, uitgezonderd wanneer dezelve werkelyk in „ dienst is, ten tyde van oorlog, inval van buiten, „ of oproer; en dat dezelve niet in werkelyken dienst „ der Vereenigde ,Staten zynde, alleen zal onderwor„ pen zyn aan zodanige boeten en ftraffen, als de „ wetten van den Staat, waar onder zy behoort, zul„ len hebben vastgcfteld. „ 13. Dat niemand bevoegd zal zyn om het preft„ dentfchap der Vereenigde Staten langer dan agt „ jaren binnen een tydperk van zestien jaren 'te be„ kledefi. „ 14. Dat die punten der Conftitutie, welken ver„ klaren dat het Congres een of ander gezag niet zal „ mogen oeffenen, in geenerlei wyze zuilen mogen „ uitgelegd worden, ter uitbreiding der magt van 't „ Congres ; maar dat dezelven zullen moeten ver„ ftaan worden of als uitzonderingen op zekere pun- ten van verleend gezag wanneer het geval daarnaar „ gefchikt is, of anders, als blootelyk tot grooter >, voorzorg daar ingevoegd. „ ro. Dat (y) Vergelyk Conffit. Art. t Afd. 8. I. D. bl. 233.  C 64 D ,„ 19. Dat eene andere regtbank dan de Senaat „ moge aangefteld worden , om over de aktien van 5i belet tegen eenen Senator ingefteld, te vonnis„ fen (*)."■ De Staat van Nieuw-York bad, zo wel als Virginie, twee afgevaardigden in de nationale Conventie gehad, welken het ontwerp der nieuwe Conftitutie te zeer mishaagde, om hunne namen aan hetzelve te willen leenen. Dezen, Robert Yates en John Laufing geheten, waren zelfs in hunne afkeuring vêet verder gegaan: want, van'begrip zynde dat hunne volmagt niet verder ging dan om de Artikelen van Confederatie , in die punten, waar in dezelven gebrekkig geagt wierden, te verbeteren, en ziende dat de meerderheid gezind was een geheel nieuw ftuk op te ftellen, waar in, naar hunne meening, de opper-, magt, der byzondere Staten te zeer zoude verkleind worden, en welk de natuur der Unie dermate ftónd te veranderen , dat de regering meer naar die/ van verbonden onafhanglyke gemeenebcsten gelyken zoude, hadden zy geweigerd daar aan deel te nemen, en de vergadering in 't midden der raadpleegingen ver-, la- (2) Zie deze Verklaring van Regten en Artikelen van verbetering in The Amer. Muf, vol. IV. p. 150.  laten (ö). Ook blykt uit bet vervo'g der gebeurt» nisfen, dat het hier, niet minder dan in den ftraks genoemden Staat, van antifederalisten krielde: en de groote verdeeldheid, welke niet misfen kondeoveral befpeurd te worden, gaf veelligt aanleiding aan de Synode der hervormde" nederduitfebe Kerken , om eenen plcgtigen vast- en bede-dag uit te fchryven, ten einde den Almagtigen te fmeeken, dat hy de Leden der Staats - Conventie met genoegzame wysheid van boven mogte beftralen, om het gewigtige onderwerp in diervoege te bcflisfen, als (trekken konde om de burgerlyke en godsdienftige vryheden der Vereenigde Staten op het kragtdadigfte te verzekeren (£). Wy (d) De brief, waarin deze wee Heeren de redenen van hun gedrag open leggen , gefchreven aan den Gouverneur Clinton om der wetgevende Vergadering van den Staat voorgelegd te worden, is te vinden in Th» Amer. Muf. vol. III. p. \ j6. De Heer Clinton dagt ook niet voordeelig omtrent de nieuwe Conftitutie , gelyk ons.riiit zyne debatten in de Staatsconventie, waarin hy vervolgens zitting kreeg, is gebleken. (i) Amer. Muf. vol. III. p. 594. Nog eene andere Ker-kelyke Vergadering bemoeide zig met deze gewigtige z\A. De afgevaardigden der doopsgezinde Kerken uit de midden Staten,na het uitkomen van 't nieuwe ontwerp te Nieuw-York E ver»  ( 66 ) , Wy melden deze omftandigheid ter eere van de aframmelingen onzer voorvaderlyke landsgenoten, nadien ons in derzelver verrigting de geest van een verlicht Christendom, te gelyk met dien van egte liefde tot het land hunner geboorte, fchyntdoorte ftralen. Hier werd aan de hoogfte wysheid niet voorgefchreven, welke maatregelen dezelve had te begunftigen, aan welke party der ftrydcnden dezelve dezege had toe te wyzen: de denkwyze van het ééne gedeelte der gemeente werd hier niet gevleid, om het andere gedeelte te ergeren: elk, hoedanig ook zyne begrippen zyn mogten, kon zig by eenen eerdienst voegen , waarby het menfchelyke verftand dus aan de fchikkingen eener weldadige Voorzienigheid werd onderworpen. De Lezer kan deze bededags uitfchryving met het boven gemelde berigtfchrift, welk de Gedelegeerden uit Northanrpton naar de Conventie van Masfachufetts mede namen, vergelyken, en dezelf- vergaderd zynde, lieten in eenen rondgaanden brief aan de gemeenten eene gelukwenfching wegens die gebeurtenis invloeien, waarby zy in de eenparigheid, welke in de nationale Conventie plaats had gehad , de weldadige tusfchenkomst der Godlyke Voorzienigheid meenden te moeten erkennen, Ibid, vol. II. f. 394.  C 67 ) zelfde gematigheid in beiden opmerken: doch te vergeefsch zoude liy verwagten in den Staat van NiemvYork doorgaans merkteekenen van zulk eenen geest te zullen aantreffen. Integendeel kan men uit het voorgevallene by de hier gehouden Conventie genoeg befpeuren, dat de ingezetenen bykans van ieder kring geene andere Gedelegeerden daartoe verkoren hadden, dan welken zy vertrouwden naar de onder hen de overhand hebbende geneigdheid te zullen ftemmen; en dat het grootfte getal der Gedelegeerden zig derwaards begaf, niet met den wensch van tot het doen eener verftandige keuze uit de aanmerkingen zyner medebroederen meer licht te fcheppen, maar in hoop van eene genoegzame meerderheid te zullen aantreffen om zyne eigen begrippen door te dryven. In Nieuw-York had men dertien Graaffchappen O) > welken, te zamen genomen, vyf-en-zestig perfonen naar de Conventie afzonden. Dezen begonnen hunne zittingen te Poughkeepfie op den zcven- tien- (c) In Maart dezes jaars 1788. werd deze Staat by eene akte van de Regering in vyftien of zestien Graaffchappen verdeeld; maar deze verdeeling zoude eerst met den aanvang van April des volgenden jaars plaats hebben. Zie MorfeS American Geography, p. E 2  " C ® 3 tienden Juny, en toen men, na liet aangeboden ontwerp, zo in zyn geheel als in de byzondere deelen, met de wapenen niet alleen van bedaarde redenering, m.iar ook van vrolykc boertery, bedreden en verdedigd te hebben, eindelyk op den zes-en-twintigften der volgende maand het groote voorftel in omvraag bragt, werd de Conftitutie met dertig ftemmen aangenomen , tervvyl zeven-en-twintig dezelve wilden hebben afgekeurd. Deze ftemmen nu ('t gene onze ftraks gemaakte aanmerking kan wettigen) waren in dier voege verdeeld, dat de Gedelegeerden uit vyf der dertien kringen eenparig voor de aanneming, en uit vyf anderen eenparig daar tegen waren, zo dat men maar drie kringen vond wier afgevaardigden zig aan onderfcheiden zyden rangfehikten Q egter iets te doen , het welke men hoopte by voorkomende gelegenheden als voorwaardelyk te zullen kunnen werken. Men ging zelfs nog verder, door aanftonds op de woorden, die de bekragtiging inhielden, te laten volgen, dit niet ie doen dan in volkomen vertrouwen; „ dat, ten tyde „ toe dat 'er eene Conventie zoude zyn byeen geko„ men ten einde verbeteringen in de Conftitutie voor te flaan, de militie van dezen Staat, buiten toem ftemming van deszelfs wetgevend ligchaam, niet „ langer dan zes weken buiten denzelven in dienst ,', gehouden zoude worden; dat het Congres ten aan- „ zien (f) Ziel. Deel, bl. 21 r.  C 7- ) „ zien van dezen Staat geene reglementen betreffende „ de tyden, plaatzen en wyzen van verkiezing van „ Senatoren en Reprefentanten, zalmaken ofverau„ deren, ten zy de wetgevende Vergadering van de> „ zen Staat mogte nalaten of verweigeren , of door „ eenigerhande omftandigheid buiten ftaat gefteld „ zyn, om daaromtrent de noodige voorziening te „ doen; en dat in zulk een geval die magt niet langer zal geoeffend worden, dan tot dat de gemelde „ Vergadering die voorziening werkclyk gedaan zal „ hebben; dat binnen dezen Staat geenerhande accyns „ zal gelegd worden op eenig artikel van de natuur„ lyke voortbrengzelen of manufakturen van eenen „ der Vereenigde Staten, uitgezonderd op de fterke „ dranken; cn f#) dat het Congres geene regtftreek„ fche belastingen binnen dezen Staat zal invoeren, „ dan alleen in het geval wanneer de penningen, uit „ den inpost en den accyns voortkomende, ontoerei„ kende zullen zyn om de onkosten van de gemeene „ zaak goed te maken, en dan nog niet voor dat bet „ Congres eene petitie by dezen Staat zal ingeleverd „ hebben, ten einde zelve het beloop dier petitie, „ over- (g~) Dit Is overeenkomfiig dén boven opgegeven vierden srtikel der Verbeteringen van Mr.sfachufetB. E 4  C 7* ) „ overeenkomstig met den by de Conftituti: vastge„ ftelde Cenfus gedaan, op zulk eene wyze als de „ wetgevende Vergadering zal goedvinden , uit te „ zetten, te heffen en te betalen; maar dat in zulk „ een geval, indien de Staat mogte verzuimen of ver„ weigeren deszelfs aandeel, ingevolge zodanige pe- titie, op te brengen, alsdan het Congres dat aan„ deel zal mogen uitzetten en heffen, te zamen met „ de renten tegen zes ten honderd in 't jaar, af te re„ kenen van den dag op welken de petitie zal zyn „ gefchied:" en om te toonen, hoe zeer men hier overhelde om de bekragtiging in der daad voorwaardelyk te maken, kunnen wy hier byvoegen, dat een groot aantal der Leden van de Conventie yverden om, in plaats van de. bovenftaande woorden in volkg. men vertrouwen, die van onder beding gebruikt te hebben, en dat dit niet dan met eene meerderheid van twee ftemmen werd gefluit (/O- Dat deze punten, welken men byna der bekragtiging als voorwaarden zoude aangchegt hebben, in de Verbeteringen, die tevens met die bekragtiging aan *t Congres moesten overgeleverd worden, plaats kregen, (A) Te weten met 31 tegen 29, Zie de taks aangehaalde debdtes ar.dPreecedings op den 23 hily.  C 73 ) gen, behoeven wy naauwlyks te zeggen: maar daartegen eifchen deze Verbeteringen, zo zeer als die van eenen der Staten, dat wy in dit gefebiedkundig verflag van de nieuwe Conftitutie by dezelven ftilftaan; eensdeels, om dat zy verfcheiden nieuwe onderwerpen bevatten; en anderdeels , om dat zy met eene omftandigheid verzeld gingen, welke wy in geencn der andere Staten hadden ontmoet. De omftandigheid, hier bedoeld, kan ons overtuigen, dat, fchoon de meerderheid der Conventie van dezen Staat verkoos, of het althans veiligst keurde, het te Philadelphia beraamde ontwerp zo als het lag aan te nemen, egter verre de meeste Leden wéinig met hetzelve in zyn geheel voldaan waren, en eerfteJyk voor hadden daarin verfcheiden veranderingen te bewerken. Zy beftant daarin , dat deze Conventie hare Verbeteringen, welken uit niet minder dan 3a artikelen zamengefteld waren, behalven aan 't Congres , ook aan eiken der byzondere Staten deed toekomen , vergezeld met eenen rondgaanden brief, Waarin zy te kennen gaven, dat de Wetgevende Vergadering van Nieuw-York ongetwyffeld ten fpoedigften eene nieuwe algemeene Conventie ter herziening van de Conftitutie zoude voorfiaan, verzogt dat de andere Staten dien voorflag mogten onderfteunen, en E 5 ver-  C 74 ) verzekerde eenparig van gevoelen te zyn, dat deze maatregel volftrekt, zo tot het bewaren van de eensgezindheid onder het bondgenootfehap, als tot het verkrygen van eenen goeden regeringsvorm, werd vereischt. De voornaamfte artikelen, welken nieuwe onderwerpen bevatten, zullen wy hier, even als onder het hoofdftuk van Virginie gedaan is, zo veel het ons noodigtoefebynt, geheel, en van de overigen alleen den.zakelyken inhoud mcdcdeelcn Qt). Van de eerstgemelde foort zyn de volgenden. 5. Dat geene anderen dan geboren burgers of zulken die burgers geweest zyn voor den 4 July 177(3 (£), of zulken die geduurende den oorlog bedieningen onder de Vereenigde Staten bekïededen en zedert dien 4 July burgers van eenen der Vereenigde Staten geworden zyn, en die tevens vryhouders zyn, verkies- p) Al wat wy, om zo veel mogelyk de kortheid te betragten, geheel onaangeroerd laten, moet geagt worden reeds zakelyk in de voorgeflagen verbeteringen der andere Staten vervat, te zyn. Kleine veranderingen in 't voorftel nemen wy niet in aanmerking. (*) Dat is, voor den dag der onafhanglyk verklaring der Staten. Zie I. Deel, bl. 11.  ( 75 ) kiesbaar wezen zullen tot de plaatzen van Prefident, Vice-prefident, of Leden van een der beide huize» van 't Congres der Vereenigde Staten. 15. Dat het Congres nimmer een hoofdgeld zal mogen opleggen (/> 16. Dat niemand voor meer dan zes jaren in de twaalf verkiesbaar zal zyn tot Senator : en dat de wetgevende magt van ieder Staat beiden of éénen van deszelfs Senatoren zal mogen terug roepen, en anderen in derzelver plaats verkiezen, om te dienen voor het overfchietende van den tyd,'voor welken de zo herroepen Senatoren aangefteld zullen geweest zyn. 18. Dat het gezag aan de uitvoerende magt der byzondere Staten gegeven, om openvallende plaatzen van Senatoren te vervullen Qm) zal afgefchaft, en dat zulke plaatzen door de wetgevende magt van ieder Staat zullen vervuld worden. 19. Dat de magt van 't Congres tot het beramen van eenparige wetten op de bankrotten (n) zig alleen zal uitftrekken over Kooplieden en andere handeldryvende perfonen: en dat ieder Staat voor zig zeiven wöt- (/) Zie Conftit. Art. 1. Afd.9. I. Deel, bl. 236". (m) Zie Conftit. Art. I. Afd. 3.1. Deel, bl. 224. (») Zie Conftit. Art. I. Afd. 8. I. Deel, bl. 231.  C 76 3 wetten zal mogen maken, tot verligting van andere féhuidénareïi die onvermogend zyn om te betalen. si. Dat de uitvoerende magt geene vergiffenis'zal verkenen in 't geval van verraad Qo~), ten zy met toeftemming van het Congres: doch dat zy, naar goedvinden, de ftraf van perfonen, wegens verraad veroordeeld , zal mogen opfchorten, tot dat derzelver zaken voor het Congres kunnen opengelegd worden. 11. Dat de Prefident, of de tydelyke plaatsbekleder van deszelfs ampt, geen bevel over eenig leger te velde zal mogen voeren, zonder vooraf door het Congres daartoe verzogt te zyn. - 27. Dat geen regter van hetopperfte geregtshof der Vereenigde Staten, cenig ander ampt onder de Vereenigde Staten, of eenen der byzondere Staten, zal mogen bekleden (ƒ>). 31. Dat de Senatoren en Reprefentanten, en alle amptcnaren tot de uitvoerende en regterlyke magten derVereenigde Staten behoorende, by rede, of verzekering, zullen beloven, op de conftitutien en regten der byzondere Staten geene inbreuk te zullen maken. Van de overigen zal het genoeg zyn te weten: dat fom- (e) Zie Conftit. Art. II. Afd. 2.1. Deel, bl. 244. Q>) Vergelyk Conftit. Art. J. Afd. 6.1. Deel, bl. 329.  C 77 ) • fommigen de regtspleegingen raakten, en dus, om meergemelde redenen, ftilzwygend kunnen voorby gegaan worden: dat anderen het op de been houden van eene ftaande krygsmagt in vredestyd, en het opnemen van penningen, aan de toeftemming van twee derde deelen der tegenwoordig zynde Senatoren en Reprefentanten verbinden: dat nog anderen het regtsgebied van 't Congres over de plaats daar het zyne zitting houdt, enz. (q) merkelyk befnoeiden: dat by éénen derzelven wordt voorgefchrevcn, op wier namen verfcheiden fooiten van openbare Akten zullen worden uitgegeven: dat een ander het vonnisfen over Aktien van Belet niet alleen aan den Senaat (V) betrouwd, maar verfcheiden andere regters aan denzelvcn toegevoegd wil hebben: en dat eindelyk volgens de laatften, aan de byzondere Staten het regt zoude moeten gelaten worden om te mogen vastftellen, dat de Reprefentanten, uit ieder kring van eenen Staat verkoren, niet alleen een jaar lang inwoners van dien Staat (ƒ), maar ook yari den zelfden kring zouden moeten geweest zyn (j), Hoe (-7) Zie Conftit. Art. I. Afd. 8. I. Deel, bl. 233. (r) Zie Conftit. Art. I. Afd. 3.1. Dee!, bl. 225. (t) Vergelyk Conftit. Art. I. Afd. 2.1. Deel, bl. 221. (/) De Akte van Bekragtiging, de Verbeteringen, en de rond-  C 78 ) Hoe deze aanneming van de nieuwe Conftitutie in 't algemeen by 't volk van dezen Staat werd ontvangen, is ons niet gebleken, alleen weten wy, dat dezelve binnen de Stad Nieuw-York groote vreugde veroorzaakte en door de gebruiklyke procesfie werd gevolgd. De Heer Alexander Hamilton, wiens welfprekendheid ter verdediging dier Conftitutie in de Staats-Conventie inzonderheid had uitgeblonken, genoot de eer, dat het federale fchip naar zynen naam genoemd werd (u). Wy rondgaande Brief aan de byzondere Staten, zyn allen te vinden in The Amer. Muf. vol. IV. ƒ>. 153. Qu) Zie Amer. Muf. vl. IV.p. 100, 102 en 572. De Heer Hamilton, zedert aan 't hoofd der financiën van de Vereenigde Staten geplaatst, was ook de Schryver van de meeste vertogen in The Federalist, waar van wy in 't Voorberigt van ons eerfle Deel verflag gaven. ZicFrisfot, N. Feyage dans les Etats-Unis, torn. I. Lett. 7. ƒ>. 169. Uit den zelfden reiziger vernemen wy, dat de Heer John Jay, welke in de Conventie aan de zyde van Hamilton voor de Conditutie ftreed, onder 't nieuwe Congres eerst tot Minister der buitenlandfche zaken, en vervolgens tot eerften Regter in het hoogde geregtshof der Vereenigde Staten (Chief Juftice of the United States") werd aangefteld. Ihid. Lett. 5. p. 137. Men vindt in The Amer. Muf. vol. III. p, 554. eene breed- V09-  C 79 ) Wy hebben reeds' opgemerkt, dat het getal der Staten , welken den nieuwen regeringsvorm reeds goedgekeurd hadden, niets toebragt om de Conventien, die later daar over gehouden werden, buigzamer te maken ter navolging van het geftelde voorbeeld. Dit later houden van de Conventien was, gelyk de omstandigheden aanwyzen, juist daar aan toe te.fchryven, dat men veelal inden Staat, waar het plaats greep, niet zeer tot dien regeringsvorm overhelde. In Noord-Carolina fchynt die Afdeeling van 't ontwerp, welke den byzonderen Staten verbood iemand te noodzaken iets anders dan goud of zilver in betaling aan te nemen (y), aan eene menigte van ingezetenen mishaagd te hebben, en onder dezen aan eene fterke party van regeringsperfonen, die uit den omloop van het papieren geld wisten voordeel te trekken (_x% en wien het gemaklyk vallen moest, het beroepen eener Conventie op de lange baan te fchuiven. Evenwel ontbrak het ook niet aan agtbare lieden, welken zulk eene beroeping door hunnen invloed Voerig Addrefs aan 't Volk van den Staat van Nieuw-York, aan dezen Heer toegefchreven. (y> Zie I. Deel, pag. 338. QO Zie Amer. Muf. vol. II. Chron. p. 12.  vloed poogden te verhaasten. Dus vinden wy dat de groote Jury van Edenton,' uit agttien gezworens beftaande, in Slagtmaand des jaars 1787 vergaderd, voor zy van een fcheidde eene openlyke verklaring uitgaf, waar in dezelve met klemmende bewoordingen werd aangedrongen (y): alsmede, dat ettelykedagen te voren deHeerHugh Williamfon,die wegens dezen Staat eenen ftoel in de nationale Conventie bcflagen had, door een aanzienlyk getal der ingezetenen van de graaffchap Chpwan en de ftad Edenton vcrzogt zynde om zyne gedagten over het Huk mede te deelen, hetzelve zo wel had verdedigd (2), dat men belloot de afgevaardigden uit dezen kring ter Staatsvergadering ernftig te vermanen, ' om het verkiezen eener Conventie met allen aandrang te bevorderen (a). Minder pryslyk was het bedryf der federalisten in de graaffchap Dobbs, ter gelegenheid, dat daar, op aanfchiyving van de Regering, Leden tot het bywonen van zulk eene Conventie zouden worden verko ren: want bemerkende dat de keuze op lieden ftond te vallen die der nieuwe Conftitutie geen goed hart toe- (y) Amer. Muf. vol. lll.p. 72. (2) Ibid. p. 548. (a) Ibid, p. 71.  ( 8x ) tocdi'oegcn; namen zy toevïugt rot gew'eld.i-Op fchelden volgden (lagen , in de verwarring werden de-, kaarsfen uitgebluscht, en onder begunftiging van de duisternis raakte het kistje, waar in de ftembrief jes verzameld waren, te zoek (£). Eene goede zaak behoorde zo weinig door averegtfche daden gefchraagd te worden, als door beuzelagtige of valfche bevvyzen. De wetgevende Vergadering van dezen Staat had hare bevelen tot het doen der verkiezingen wel tamelyk vroeg (in Sprokkelmaand des jaars 1788.) doen afgaan, maar de by eenkomst der Conventie, welke te Hillsborough moest gehouden worden, eerst op den zeventienden van Hooimaand bepaald. Van dien dag af duurde dezelve tot op den tweeden Augustus, wanneer met 184 tegen 8a, dat is met eene meerderheid van honderd en twee (temmen, werd belloten: „ dat eene Verklaring van Regten , (trekkende tot „ handhaving en verzekering der voorname grondfla„ gen van burgerlyke en godsdieiülige vryheid en „ der onvervreemdbare volksregten tegen alle ir> breuk, alsmede verbeteringen in de dubbelzinnig' ,, (te en berispelykfte gedeelten van den ontworpen regeringsvorm, behoorden voorgefteld te worden, ,■> of (&) Uit een Noord-Carolinas nieuwspapier van dien tyd. F  ( ea ) ,, of aan het' Congres, of aan zodanige Conventie der „ Staten als zoude mogen byeengeroepen worden om „ dien regeringsvorm te verbeteren , ten einde de„ zei ven in overweging te nemen, alvorens de Con„ ftitutie door den Staat van Noord-Carolina zoude „ worden bekragtigd." De hier bedoelde Verklaring van Regten was woordelyk dezelfde met die van Virginie , boven medegedeeld, en dit kunnen wy mede ten opzigte der Verbeteringen zeggen, uitgezonderd dat die van Noord-Carolina. uit 26 artikelen beftonden, en 'er dus zes meer inhielden, waar van één uit den vyfden artikel der Verbeteringen van den Staat van Masfachufetts was overgenomen, en de overigen dus luiden. 12. Het Congres zal niet mogen verklaren , dat een der Staten in eenen ftaat van oproer is, zonder toeftemming van ten minften twee derde deelen van alle de aanwezig zynde leden der beide huizen. 23. Dat geene traktaten, regtftreeks ftrydende tegen de ftandhoudende wetten der Vereenigde Staten in Congres vergaderd, kragt zullen hebben voor dat zodanige wetten zullen zyn herroepen, of veranderd, overecnkoinftig met zulk een traktaat, en dat geen traktaat van kragt zal zyn, welk ftrydig is tegen de Conftitatie. der Vereenigde Staten. 34, Dat  ( 83 ) 04.. Dat het laatfte gedeelte .van de vyfde- paragraaf der negende afdeeling van den cerften Artikel (c) zal veranderd worden in de volgende bewoordingen : w Ook zullen geene fchepen, wier beflèmming naar >, eenen der byzondere Staten ligt, mogen genood„ zaakt worden in eenen anderen in te lopen en reg„ ten te betalen, alsmede geene zodanigen, die uit „ eenen der Staten zyn uitgezeild, aan tolgeregtig,, heden in eenen anderen mogen worden onderwor5, pen." 25. Dat het Congres noch regtftreeks hoch middelbaar, door zig zelf of door tusfehenkomst van de regtbanken, zig met eenen der Staten zal mogen bemoeien ten opzigte van de wederinwisfeling van ?t papieren geld reeds uitgegeeven en thans in omloop zynde, of ten aanzien van 't vereffenen en afdoen der fchuldbrieven op derzelver naam afgegeven : maat dat ieder Staat het uitfluitende regt zal hebben, om tot de bovengemelde einden zodanige wetten en reglementen te maken als zy gefchikt zullen agten. 16, Dat het Congres geene vreemde troepen binnen de Vereenigde Staten zal mogen brengen, buiten . toe- ft) Zie I. Deel, bl. 237. F a  C 84 ) toeftemming van twee derde der aanwezig zynde Leden van de beide huizen. Dus de Conftitutie, noch aannemende, noch volftrekt verwerpende, hoopte men dat het Congres eene tweede algemeene Conventie zoude zamenroepen, om de voorgeflagen verbeteringen in overweging te nemen", dat de uitflag van derzelver raadpleegingen vervolgens wederom aan het oordeel van Conventies der byzondere Staten zouden onderworpen worden, en dat Noord-Carolina dan nog in't vermogen konde blyven om zig, dit goed agtende, by de bondgenoten te voegen. Ten einde tot dit laatfte den weg te beter open te houden, vond de Conventie goed der wetgevende Vergadering van den Staat twee maatregelen aan te pryzen, welken ongetwyffeld zeer gefchikt waren ter overtuiging, dat men zig niet dan met weerzin aan de Unie zoude onttrekken. De eerfte was, ten fpoedigften de beste middelen by de hand te nemen, ter inlosfing van het thans in omloop zyndó papieren geld; de andere, om op de goederen, in Noord-Carolina ingevoerd wordende, ten behoeve van het nieuwe Congres eenen impost te leggen, gelyk ftaande met dien welken dat Congres leggen zoude op de ingevoerde goederen in de aannemend» Staten. Dan fchoon men affchriften van deze aanbe- ve-  C 85 ) veling en aan 't Congres en aan de onderfcheiden Staten overzond (d), beantwoordde de uitkomst in geenen deele aan de opgevatte verwagting. Zie het befluit der Conventie met de voorgemelde Verklaring van Regten en Artikelen van Verbetering in The Amer. Muf. vol. IV. p. 265. en de aangevoerde omflandigheden ihid. vol. III. p. 282. vol. IV. p. 100 & 205. F 3 XL  C 86 ) set CONGRES nitiüXT TOT ïI£T IK sujg BRENGEN VAN de NIEUWE CONSTITUTIE. — OPENING VAN 't NIEUWE CONGRES, — VEE, KIEZING VAN PRESIDENT EN VICE - PRESIDENT. EERBEWyziNGEN AAN DEN PRESIDENT. - h£r nieste congres KEGELT DE DEPARTEMENTEN DER UITVOERENDE si a G T, D E GEREGTS, hoven, de TELLING DES volks EN'T stuk van NATURALIZAtie. AANNEEMING van de NIEUWE CONSTITUTIE DOOR NOOED- carouna en r H o D E EILAND. Wel verre van daar, dat men by -t Congres den uitflag der Conventie van Noord-Caïplina zoude hebben afgewagt, had men'er reeds, omtrent ten zelfden tyde toen die by een kwam, het befluit genomen ora de Akten van bekragtiging, door de onderfcheiden Staten ingezonden , te onderzoeken , en voorts de nieuwe Conftitutie in werking te brengen (e): doch Ce) -Amer, Muf. vel, IV. p. joo & iqj. *6t  ( 87 ) het liep aan tot in 't midden van Herfstmaand eer dat men het op tyd en plaats C/) eens werd, op welken het (ƒ) De plaats fchynt vry wat ftribbcüng veroorzaakt te hebban tusfclien die Staten , welken uit hoofde hunner ligging op het vermeende voorregt, van den zetel der Unie binnen hunne grenzen te hebben, eenige aanfpraak konden maaken. Eindelyk bepaalde men, by meerderheid van ftemmen, denzelven by voorraad te Nieuwjork te laaien, waar men ftfaks met yver in de weer was om een fraai gebouw ten dienfte' der Vergadering op te regten. Amer. Muf. vol. IV. p. 203. 'vol. V.p. 310. Sommigen egter meenden veele dringende redenen te kunnen bybreagen, waarom die ftad daartoe geheel niet gefchikt was, Ibid. vol. V. p. 179., en, daar het Congres de magt had, ©m de plaats ten allen tyde te verleggen, hield het dingen daar over met de eerfte bepaaling niet op. Het nieuwe Congres zat naauwlyks, of de Staat van Pennfylvanie liet hetzelve alle de openbaare gebouwen binnen Philadelphia aanbieden, indien het ten eenigen iyde beümten ffiogt zig daar voor eene wyl te vestigen, Ibid. vol. II. p. 579- & vol. V.p. 312. Omtrent ten zelfden tyde boden de Staten van Virginie en Maryland, ieder op zig zeiven, tien vierkante mylen van hunnen grond aan in zodanige plaats als 't Congres zelf zoude verkiezen. Zie The Lloyd's Congresfional Register. 1789. May 15 "fif 16. Vol. l.p. 315. & 331. De zaak werd vervolgens eens vooral ;SF 4 ge-  C 38 ) het ingevolge die Conftitutie gevormde Congres zjme zittingen zoude beginnen. Toen namelyk viel het bc- gedaan by eene Akte van 't Congres van den ï6 July 1790. inhoudende: dat de zetel der Regering voor den eerden Maandag in December daar aan volgende zoude overgebragt worden naar Philadelphia, om daar te verblyven tot den eerften Maandag in December des jaars 1800; drt het Congres, van den Staat van Virginie aannam een fluk gronds, niet te boven gaande tien vierkante mylen, ten keuze van den Prefident der Vereenigde Staten , mits gelegen zynde aan den rivier de Potowmack, tusfehen de monden van den oostelyken arm en Connogochegu; en dat de Prefident zoude bezorgen dat de vercischte gebouwen daar ter plaatze wierden aangeJegd om het Congres op den bovengemelden tyd te kunnen ontvangen , waar hetzelve ten allen tyde zoude blyven. Sf&s pasfed at the ïd. fetfion of Congrcfs, chap. XXVIH. Later berichten zeggen ons, dat men daar thands reeds merkelyk .gevorderd is met het bouwen van eene nieuwe Stad, en dat dezelve naar den grooten grondvester van de Republiek, Wafhington zal genoemd worden. Konst- en Lctter-Bode, r~93" 9 XI. Deel, hl. 63. Of men dezen Held zo wel met de keuze van de plaats als met den naam heeft willen verteren, «Tan of men Wootelyk eene ligging zo™t, die na genoeg in 't middenpunt van 't grondgebied der Veteenigde Staten lag, •m de rei» der*Tards voor allé des'zelfs bewoorers zo veel doen-  C 89 ) befluit: „ dat de eerde Woensdag in January naast- „ komende C57890 de daS zoude z^n' v/aaroP inalle „ de doenlyk te verkorten, dan wel of nog andere redenen hier in medegewerkt hebben, kunnen wy niet bepalen: zeker bragt het uitkippen van eene ledige plaats het voordeel mede, dat hier door de mededinging tusfefien die Steden, welken op de onderfcheidingvantot deHoofdftad des Bondgenootfchaps verheven te worden, vlamden,ten eenenmaale werd vernietigd. Of dezen in dien wensen zeer wel beraden waren, is eene vraag, welke aanleiding tot zo veele bedenkingen kan geven, dat de ruimte eener afzonderlyke verhandeling, meer dan die van eeneaanteekening, gêlyk deze, gefchikt zyn zoude om dezelve te beantwoorden. Om dit te doen trouwens zoude men de voordeden van -den grooter omloop van geld, van dc gelegenheid tot grooter befchaving, tot aanmoediging van Konften, tot genot van de kieschheid ftreeiende vermaken, uit den toevloed van de eerfte lieden des lands ontftsande, en meer andere omftandigheden, tegen de weelde, met derzelver beftendige gezellinnen , zedenbederf en armoede, die iu hofplaatsen en zetels van landsregering otivermydelyk is, moeten op de fchaal (tellen. Eene andere vraag van geen minder gewigt zoude die zyn, welke, zonder het belang vaii eene byzondere plek gronds of ftad in aanmerking te nemen., in 't algemeen voorftelde, welk eene plaatzing men voor den zetel van het algemeen bewind ten meesten ypordeete of ten F 5  C 90 3 „ de Staten, welken voor denzei ven de Conftitutie „ zouden aangenomen hebben, de Kiezers moesten » aan- minften nadeele van eenen Staat zoude dienen uit te zoeken. Ook deze zullen wy niet tragten te beflegten, doch cgtcr verlof vragen om ééne of twee aanmerkingen te maken, wel. ken onzes oordeels wel verdienen zouden by iemand, die zulk eene taak op zig nam, in overweging te komen. De Engelfche ftaatkundige Schryvers klagen onophoudelyk over de nadeelen, welken.uit de naar evenredigheid van de bevolking des Ryks gedrogtelyke grootte hunner hoofdftad Voortfpruiten. Maar welke is de oorzaak van deze verderflyke grootte anders, dan dat men ongelukkig den zetel der Regering daar geplaatst vindt, waar zig natuurlyk tevens da voornaamlle zetel raü den Koophandel moest vestigen. Parys, geen Koopftad zynde, is, hoe zeer de ftaatkunde der Vorften de bevolking derwaards trok, in evenredigheid van den geheelen Staat, veel kleiner gebleven . dan Londen. Nogthans fchynt Parys, by de tegenwoordige Staatsinrigting, veel te uitgebreid te zyn, om als eene gevoeglyke plaats voor de wetgevende Vergadering befebouwd te mogen worden. Men bedenke, of de Leden dier Vergadering zig in eene min beduidende Had niet meer vry, meer onbelemmerd, zouden gevoelen, om, zo hunne eigen gedagten, als den wensch der ganfehe Natie in hunne' redeneeringen uit te drukken; en of zy daar niet meer moeds zouden hebben, om  C 91 5 „ aangefteld worden; dat die Kiezers op den eer„ ften Woensdag in February daar aan volgende, ie- der in zynen Staat moesten zamenkomen, om „ op eenen Prefident te ftemmen; en dat de eerfte „ Woensdag in Maart naastkomende, de dag en de „ tegenwoordige zetel van *t Congres de plaats zou„ den zyn, op welken de handelingen onder dieCon„ ftitutie eenen aanvang moesten nemen (g%n Op den beftemden dag, den vierden Maart, werden volgens dit befluit» de Vergaderingen geopend: maar het duurde tot in't begin van de volgende maand, voor dat en in den Senaat, en in het Huis der Reprefentanten een genoegzaam aantal van Leden gevonden werden, om een Quorum (70 uit te maken, en dus de bezigheden tekunnen beginnen. Het eerfte werk beftond in het openen der ftembrieven, uit de byzondere Staten ter verkiezing van eenen Prefident en Vi- om zo wel de toejuiching als het uitjouwen van de gaanderyen, beiden even hcfpottelyk en even verderflyk, te veragten, (gj Refol. tfCongrefi Sept. 13. 1788, in the Amtr, Muf. Vol, IV. p. 302. (Jt) Zie I. Deel, bl, 227. N«t.  C 9* ) Vice-PrefiJent Ingezonden, uit welken het bleek dat George Wafhington met eenparige ftemmen van alle de Kiezers tot Prefident benoemd was, en het Viceprefidentfehap aan John Adams was toegevallen G). Nooit had me» op deze planeet eene algemeener, eene zuiverer nationaale vreugde aanfehouwd, dan' die, welke op de mare van Wafhingtons verkiezing in aller harten huisvestede, in aller oogen was te lezen. Men zag de zegepraal der deugd; eene zegepraal, welke zelfs den overwonnenen geene vernedering kostte, dewyl, wie ook zig zeiven op den tweeden trap van verdienfte jegens het Vaderland plaatzen mogte, niemand weigeren kon aan Waf hington den eerften' toe te kennen. Genootfchappen van de ftrydigfte beginzelen, beyverden zig om in dit ftuk hunne eensgezindheid openbaar te maken, door brieven van plegtige gelukwenfching aan den nieuwen Prefident te doen overhandigen Verfcheide Stc- (O Lloyd's Congrefs Register, i789. till 6. Apr. vol. I. P. 3-5. Of Amer, Maf. vol. V. p. 4l8. Waar tevens *cne Jyst te zien is van de Senatoren en Reprefentanten, die toen de beide Huizen uitmaakten. W Wy feed°e!en 'nkr d* K«**Iyke Genootfchappen, ver. fchei-  ( 93 ) Steden deden riet zelfde (/). Iets daar uit mede te deelen zoude overtollig zyn. Men voege in zyne verbeelding alle de uitdrukkingen te famen, welken ongeveinsde hoogagting en verfche dankbaarheid kunnen doen geboren worden, en derzelver inhoud is gevonden. Eén dezer (lukken zonderen wy maar uit, dat namelyk van de Burgers van Alexandria, een fcheiden van wier wel opgeftelde en niets dan agting en liefde ademende Addresfen aan den Prefident, met deszelfs gepaste en zedige antwoorden, wy in de Amerikaanfche Papieren hebben aangetroffen. Dat der Algemeene Vergadering van de Presbyteriaanfche Kerken in de Vereenigde Staten in the Amer. Muf. vol.Vl. /=.381. Dat der jaarlykfche byeenkomst der Quakers uit Pennfylvanie, Nieuw-Jerfey, Delaware en de westelyke deelen van Virginie en Maryland, Ib. vol. VII. App. 2. p. 5. Dat der Roomschgezinden, zo Geestelyken als Wereldlyken, uit geheel Noord-Amerika, Ibid. p. 27. Dat der Conventie der Proteftantfche Epifcopal .' Kerken uit Nieuw-York en zes andere Staten, in een Marylands Nieuwspapier. Dat der Doopsgezinden, in de Komt- en Letterbode. VIII. Deel. bl. 42. Men kan 'er byvoegen dat van iet Pennfylvanifche Genootfchap der Cinrinnati, in the Amer. Bluf. vol. V. p. 434. 0 Zie Amer. Mufeum, vol. Y.p. 432 en 436,  C 94 ) een Steedje in de nabuurfchap van Mount Vernon* de verblyfplaats van den Generaal, Waar uit wy dat gedeelte zullen uittrekken, welk tevens ftrekken kan, om den Lezer een denkbeeld te geven van de wyze, op welke wyze deze groote man, zedert dat by in den jaare 1783. het hoogfte Krygsampt, niet alleen vry willig, maar met vreugd, voor den ftand van een byzonder Burger verwisfeld, en zyn zwaard tot eene fikkei verfmeed had («O, tot nu, dat zyn Vaderland andermaal oordeelde deszelfs dienst niet te. kunnen derven, zyne dagen had gefleten. ,, Da „ eerfte en de beste der burgeren, (dus luidt het,) ,, moet ons wederom verlaten, onze ouden verliezen, i, hun cieraad, onze jongelingen hun voorbeeld, on„ ze akkerbouw hunnen verbeteraar, onze koophan-< „ del hunnen vriend, onze opkomende Akademie „ haren befchermer, onze armen hunnen weldoener, „ en de binnenlandfche fcheepvaart van de Potow„ mack, welke nuttige zaak door uwe onophoude„ lyke poogingen reeds ten deele tot ftand gebragt „ is Xji), haren infteller en bevorderaar." Dan (w) Zie I. Deel, bl, 50. volgg. .(») Over den tegenwoordigen ftaat en het bevaarbaar ma* ken van deze en de Jarae$-Rivier, en de bemocijingen vail den  C 95 D> Dan- welke betuigingen Zulke gefchriften ook mogten bevatten, zy konden niet dan flaauw zyn, vergegelcken by de uitwendige teekenen van algemeene vreugd, welken den Prefident vervolgens overal op zyne reis naar Nieuw-York vcrzelden. De plegtige optogten van de gewapende burgeryen , de begroetingen met grof en klein gefchut, het luiden van klokken, het affteken van vuurwerken, dezeendiergclyke verdienen hier naauwlyks genoemd te worden. Eene meer harttreffende vertooning zweefde by eiken flap voor de oogen van dezen Man des Volks. Duizenden, tienduizenden waren gefchaard langs de weden Heer Wafhington, om dat werk voorttczetten, zie The Jeferfoti's Notes on the State of Virgïnia Qiterj II. Morfe's Amer. Geography.p. 36a & 363. Amer. Muf. vol. l.p. 243. vol. V. p. 504. De Regering van Virginie bood hem ter erkentenis zyner dienden 50. aandeden in het fonds der daar toe opgeregte Kompagnie; doch hy antwoordde beleefdelyk, dat hy, ,, eens het onwrikbaar befluit genomen heb„ bende om zyne hand voor alle belooning in geld te fluiten, , daar van ook in dit geval niet kon afgaan; maar dat hy het , hem toegedagte, indien de Regering dit goedvond, gaarne tot oogmerken, die het algemeen welzyn bevorderen kon„ den, zoude beftemmen." Zie Amer. Muf. vol. l.p. 126.  C 90* ) wegen, niemand fcheen zig zehea ie kunnen voldoen, in het genoegen, welk hy gevoelde, aan anderen te doen blyken, maar elk keerde voldaan naar ' zyne woning, dewyl het hem ten minften nog eenmaal in zyn leven had mogen gebeuren zynen besten vriend, hem. wiens weldaden zig mede,over zyne late nakomelingfchap konden uititrekken, te aanfchouwen (>)• Ondertusfchen was in dit alles niets dat (0) De plegtige vrcugdebedryven, by deze gelegenheid op fommige plaatzen aangeregt, worden befchreven in the Amer. Muf. vol. V. 416". 417. & 425, en de eerbewyzingen aan de gemalin van den Prefident by haren doortogt naar Nieuw-York, Ibid. p. 505. gf 505. Uit de Nieuwspapieren van dien tyd is ons gebleken, dat de Vice-Prefident zyne reis naar de zelfde plaats ook niet zonder 't ontvangen van vele eerbewyzingen volbragt. , Het Congres had be- floten, dat de Prefident op die plaats van Nieuw-Jerfey, van waar hy naar Nieuw-York wilde overfteken, door een Coinmisfie van drie Leden uit den Raad, en vyf uit het Huis der Reprefentanten ontvangen en naar de voor hem gereed gemaakte woning zoude begeleid worden; en ten aanzien van den Vice-Prefident, dat twee Leden uit den Raad en drie uit het Huis der Reprefentanten denzelven by zyne aankomst in de ftad zouden begroeten. Lloyd's Congres/. Registert 1789. Apr. 15. & 24. Vol. I. p. 64 & 124.  C 97 ) dat de Heer Wafliington zei ven vreemd konde voor* komen. Toen hy zynen gewigtigen post, na't fluiten van den vrede, had neergelegd, en naar zyne haardftede terug keerde, ontving de amptelooze burger overal de zelfde teekenen van eerbied, als thans de hoofdperfonaadje in de Regering des Lands. (J>) Dezen volgden hem ook naderhand toen hy, na 't eindigen der eerfte zitting van 't Congres, eenen togt deed, om de oostelyke Staten van het Bondgenootfchap te bezoeken (q). — Mogten de beheerfchers der aarde eenmaal getuigen zyn van zulk een tooneel! Zy zouden dan zien, dat ware grootheid, de grootheid van den mensch,niet noodig heeft, eene reeks van voorvaderen op te tellen, voor welken de volkeren gewoon waren in 't ftof te buigen. Ook voor hun buldert het gefchut, ook voor hun ontfteekt men zogenaamde vreugdevuuren en illuminatien» doch de ftoet die hen omringt zal hen vcrgecfsch zoeken diets te maken, dat hare toejuiching de toejuiching der natie is, en dat de op hoog bevel brandende lampen, iets meer aanduiden dan de pn- (J>) Zie Morfe's Amer. Geograp/iy, p: 130. (#) Uit verfcheide Nieuwspapieren van dien tyd, en The Amer. Muf. vol. VI. p. 345. G  'C 98 ) onderwerping van een door vrees beteugeld volk. Maar neen! Blyft op eenen afiland, veroveraars der aarde, die tien duizenden vernielt, om u van duizenden, met welken gy den kring uwer lieerfchappy hebt uitgebreid, te doen aanbidden en te doen vloeken. Blyft opgefloten in den kring van uwe vleiers, op dat de waarheid u nimmer genake, en u een fpiegel voorhoude, waar in gy voor de eerftemaal u zeiven zoudt bezigtigen, en uwe wezenlyke betrekkingen tot alles wat u omringt leeren kennen. Vernederde hoogmoed is te ondraaglyke ftraf voor de troetelkinderen der weelde: egter zoude het onhoflyke fpiegel u doen zien, dat de Wysgeer, de menfchenvriend, op eenen Alexander durft nederzien, terwyl hy de Godheid looft, dat eens een Waf hington was geboren. Deze kwam te Nieuw-York aan, op den drieé'ntwintigften van Grasmaand, en op den laatften dag dier zelfde maand leide hy, op eene open gaandery van het huis, waar het Congres vergaderde, dén eed af; het welke gevolgd werd van een „ Lang leve „ George Wafhington!" door vele duizenden van ftemmen aangeheven en herhaald (r). Straks daarop deed (r) Amer. Muf. vol. \ .p. 505.  C 99 ) deed hy zyne eerfte verrigting in de nieuwe hoedanigheid, beftaande in eene plegtige aanfpraak aan de beide Huizen van het Congres (O; cn nadien ook de Heer Adams zig ettelyke dagen te voren aan het hoofd van den Senaat geplaatst had (O? was de nationale Regering, voor zo verre de Conftitutie dezelve bepaald had, thans Volledig tot ftand gekomen, en zy konden zig nu met vrugt bezig houden t om de mindere raderen, op welken het beftier ded Lands draaien moest, in Werking te brengen. Het zoude met ons beftek niet overeenkomen dë geheele inrigting der Regering van het Amerikaanfche (j) Zie Lloyds Congresf. Regis. 1789. May, vol. I.ƒ.174sn 't antwoord (Addrefs) van 't Huis der Reprefentanten4 Ibi May 51 pi 196. De zelfde aanfpraak is met de antwoorden van beide Huizen te vinden in the Amer. Muf. vol. Vi p. 436. Het kan niet ondienftig zyn hiér met een woord aart te merken, dat de Amerikanen in dit fl.uk, gelyk in meer anderen , de uitwendige formaliteiten van de Britfche Regering hébben gevolgd* Men weet, dat de Koning daar fteeds het Parlement met eene aanfpraak van den troon opent, eri dat «le beide Huizen dezelve met zogenaamde' addresfén beantwoorden* Q) Zie deszelfs Aanfpraak in the Amer. Muf. vet. V,;ƒ.570'. Q z  C ioo 3 fche Bondgenootfchap ter dezer plaatze op te geven. Ook zoude dit de mate onzer kundigheden verre te boven gaan: en wy zyn zelfs van oordeel, dat dit met geenen goeden uitflag door iemand , die niet eenen geruimen tyd in het land zelf zyn verblyf had» zoude kunnen ondernomen worden. Daar egter dit werk opzettelyk gefchikt is, om, zo veel doenlyk, een regt begrip van die Regering, in derzelver voorname trekken, mede te deelen, zullen wy van het verrigte omtrent die punten, welker regeling meer uitdrukkelyk door de Conftitutie aan 't Congres was aanbevolen, nog kortelyk gewagen. De Conftitutie onderftelt, dat'er zekere Departementen onder de uitvoerende magt zouden gevormd worden, aan het hoofd van ieder van welken zig een voornaamfte Amptenaar moest bevinden (u). Ten gevolge hier van beraamde men drie zulke Departementen. Het eerfte van dezelven draagt den naam van Departement van Staat, en de eerfte amptenaar van hetzelve dien van Sekretaris van Staat. Deze is eigenlyk de Minister van buitenlandfche zaken, en tevens zegelbewarer van de Unie (y). Het tweede is het (») Art. II. Afd. 2. I. Deel, bl. 224. (») AUs of the firsfSesfion ofCongrtfs, chap. 4 £? 14.  het Departement van Oorlog, en de Sekretaris aan deszelfs hoofd geplaatst, is belast met alle zaken die tot de krygmagt, zo te water als te lande, betrekking hebben (w). Beiden moeten zy, ieder in zynen post, die dingen uitvoeren, welken hun door den Prefident der Vereenigde Staten worden aanbevolen , en zy zyn verplicht in het geheele beftier van hunne departementen het goedvinden van deuzelven te agtervolgen. Het derde Departement, dat der Trefory, is van eenen anderen aart, ftaat meer eigenlyk onder de beide Huizen van 't Congres, en is uit verfcheiden Amptenaren zamengefteld. De pligt van den Sekretaris, die hier de eerfte perfoon is, fchoon de anderen, op eenen na, geencn van allen van hem afhangen , beftaat voornamclyk in 't uitdenken en in gereedheid brengen van ontwerpen, ter verbetering en beftiering van 's lands inkomften, en ter onderfchraging van 's lands krediet; in 't opmaken van begrootingen, betreffende ontvangst en uitgave; in 't opzigt te hebben over de invordering der gemeene lasten; en in 't befiisfen van de manier op welken de rekeningen der bedienden moeten opgemaakt en afgehoord worden; waar wy dan nog byyoegen, dat'er geen A£ts of the first Sesfion ofCongrefs, chap. 7. G3  < IQ2. ) geen geld uit de Trefory kan geligt worden, Jan op ordonnancie door hem uitgegeven. De Kontrolleur moet onderzoeken of zulk eene ordonnancie wettig geflagen zy f», en dit bevindende dezelve contrafigneren; hy moet alle rekeningen, door den Auditeur afgehoord , nazien, en voor dat hy derzelverflot heeft nagezien en goedgekeurd, mag de Registerhouder dezelven niet te boek brengen. Ook is het zyn post, in geval van misdryf tegen alle bedienden, die aan de invordering van 's lands inkomften deel hebben, en tegen alle fchuldenaren van de Vereenigde Staten, te procederen. De Treforier ontvangt al het geld tot de gemecne fchatkist behoorende , en mag niets uitgeven , dan op ordonnancie, door den Sekretaris en den Kontrolleur geteekend, en door den Registerhouder geboekt. Hy moet ieder vierendeel jaars, of djkwyler indien het gevorderd wordt, rekening doen aan den Kontrolleur; by ieder zitting van het Congres eenen ftaat van de Trefory voor beide fliïizèn openleggen , en altoos gereed ftaari, om aan den Sekretaris of den Kontrolleur het geld f» Volgens de Conftitutie namelyk mag geen geld uit da ïr-efpry geligt worden, ten. zy hetzelve door eene wet tot. fèn bepaald gebruik aangewezen zy. I. Dcc?, tl. 23?,  C ï°s ) geld by herojin kasfe te vertoonen. Des Auditeurs werk is alle rekeningen, die aan het land gedaan worden, te vereffenen en te fluiten; kunnende ieder, die zig bezwaard bevindt, daar tegen aan den Kontrolleur appelleren. Het ampt van den Registerhouder zal genoegzaam befchreven zyn , wanneer wy, om hetzelve aan te duiden, in de plaats van deze benaming die van boekhouder gebruiken : gelyk ook van dat des laatst te noemenen, den Asfiftent, niets te zeggen valt, dan dat hy door den Sekretaris wordt aangcfteld, en, in geval van openvalling van deszelfs ampt, de boeken en papieren daar toe behoorende moet inibewaring nemen. Aan alle deze Amptenaren is het op zware ftraf verboden, eenigerlei handel te dry ven, deel in fchepen te hebben, land of iets anders aan den Staat toebehoorende te kopen, enz. (ƒ). De infteHmg van de Regterlyke Magt had de Conftitutie geheel aan het Congres overgelaten, alleen met die bepaling, dat dezelve zoude moeten gevestigd zyn in een Opperfte Geregtshof, en in mindere Regtbanken aan dat Opperfte onderworpen (s). Hier in werd mede eerlang voorzien : doch nadien een bree- (j) Afo of the first Ses/ïon of Congrefs, chap. I J. (2) Art, I. Afd. 8, an Art, III. h Deel, bl. 232 en 24$. G4  C 104 > brceder verflag van het gene in de daar toe betreklyke Akte (a) is vastgefteld onzen lezeren weinig vermaak of onderrigting zoude aanbrengen, vergenoegen wy ons met blootelyk te zeggen: dat het Opperfte Geregtshof uit éénen Opper-Regter (chief jufticc) en vier Toegevoegde Regters (asficiatè juflires) beftaat; en dat de inrigting van de mindere regtbanken veelal, zo het ons voorkwam, op de Engelfche leest Is gefchoeid. Dit alles werd geduurende de eerfte zitting van het Congres afgedaan. Van het gene in de tweede verrigt werd, zullen wy ten flotte nog twee ftukken aanroeren. Het eerfte betreft de telling der ingezetenen {b^\: het andere de naturalizatie (V). Dewyl het tellen van zo vele menfehen, over eene zo groote oppervlakte verfpreid, natuurlyk als eene zaak van grooten omflag moet befchouwd worden, verdient de Akte daar toe beraamd, wegens hare beknoptheid en eenvouwdigheid, wel dat wy derzelver voorname hoofdtrekken aanteekenen. Het ganfche grondgebied der Vereenigde Staten was by eene vo- ri- ia) Afis of the fint Sesfion of Congrefs, chap. 20. (b) Zie Conftit. Art. I. Afd. 2.1. Deel, bl. 322. 'O Zie Conftit. Art.'l, Afd, 8. I, Deel, bl. 231.  ( i°5 ) rige Akte in dertien Diftrikten verdeeld, en in ieder dezer afdeelingen was een amptenaar onder den titel van Marfchalk aangefteld (V). Aan deze Marfchalken werd het opperbewind over de telling, ieder in zynen kring , toebetrouwd. Ieder van dezen mogt zo vele Asfiftenten aanftellen als hy noodig oordeelde, en moest aan eiken eenen bepaalden omtrek aanwyzen, binnen welken dezelve in perfoon de telling, met zodanige onderfcheiding van kunne, jaren, enz. als by de Akte was voorgefchreven, moest verrigten. Binnen negen maanden, af te rekenen van den eerften van Oogstmaand des jaars 1790, moesten de Asfiftenten hunne lysten inleveren by de Marfchalken, die voor of op den eerften van Herfstmaand des jaars i79r de getalen van elke foort van perfonen in eene fomme aan den Prefident derVereenigde Staten moesten overgegen, en vervolgens de lysten zeiven aan de Rcgters van het Diftrikt, ten einde dezelven door de Groote Juries konden nagezien, en de Asfiftenten, welke zig kwalyk mogten gekweten hebben, volgens de Akte geboet worden. Ieder ingezeten, boven de zestien jaren oud, door den Adfifcent daar toe ver- zogt (jT) Acts of the fint Sesfion of Congrefs, chap. 20. fecl. 2 Cf 27. „ . ■ -,-K- ■ : Maffe'»* Gó  C io6 ) zogt wordende, was, op verbeurte van twintig dollars, gehouden, naauwkeurige opgave te doen van alle perfonen, zig in het huisgezin, waar toe by behoorde , bevindende: en ieder AdfuTent moest een dubbeld van zyne lyst op twee der meest bezogte plaatzen van den hem aangewezen omtrek doen aanplakken , op dat elk dien het aanging dezelve konde onderzoeken (c). De Akte , die eenen eenparigen voet op de Naturalizatie invoert (ƒ), behelst, dat ieder vry blank perfoon, welke twee jaren binnen het gebied derVereenigde Staten zyn verblyf gehad heeft, burger van dezelven mag worden (g), wanneer hy zig by een daar O) Jas ofthefecond Sesfion of Congrefs 1790. chap. 2. 00 Zie Conftit. Art. I. Jfd. 8.1. Deel, bl. 231. CO Men merke hier by op, dat men in Amerika niet van eene enkele Had of ftaat burger wordr, maar van het gantfehc land. ïn Europa, waaroveraldegeestyanuitfluitingheerscht, h dit anders. Een burger van Deventer behoeft zig maar naar Zwolle, of een Zwollenaar naar Deventer te begeven, •m in verfcheiden opzigten zo volmaakt vreemdeling te zyn, ais of hy uit Japan of Conchinchina was komen aandryven. h- de konst van uitfluiten is nog verder gedreven: want binten de fteden zeiven vindt men wederom kleins feurgermaat- fchnp-  ( 107 ) daar toe gefield geregtshof in eenen der Staten, waar in hy ten minften een jaar moet gewoond hebben, aanmeldt; mits een voldoend getuigenis van zyn goed gedrag bybrengende, en eed of verzekering doende dat hy de Conftitutie wil helpen onderfteunen. Kinderen , die ten tyde van zulk eene naturalizatie beneden de ai jaren oud zyn, en binnen de Vereenigde Staten hun verblyf hebben, zyn daar by ingefloten. Kinderen van burgers, buiten de grenzen der Ver* eenigde Staten geboren, worden als binnen dezelven geboren aangemerkt: doch het burgerfchap erft niet over op perfonen wier vaders nooit hun verblyf in de Vereenigde Staten gehad hebben (/?). Dus fchappyen, die elkander, voor zo verre het beroep daar in betrokken is, volftrekt als vreemdelingen behandelen, Dr. Adam Smith drukt zig over dit onderwerp Merker uit. „ Men„ fchen van dezelfde handteering (zegt hy,) komen zeldeu ' by elkander, al hebben zy geen ander oogmerk dan om „ een' vrolyken avond door te brengen, of het gefprek ein s, digt in eene zamenzweciing tegen de overige ingezetenen, „ of in de uitvinding van deze of gene kunstgreep om de „ pryzen te doen ryzen." Inquiry into the nature and canfes of the TVealth ofNations, B. II. ch. 10. vol. l.p. 20Q. (i) Ms of the fee. Sesf. ofQongrefs, chap. 3,  C io3 ) Dus gezien hebbende hoe de Regering onder de Nieuwe Conftitutie tot ftand gebragt wierd, zal het tyd worden om tot Noord-Carolina terug te tredenten einde te vernemen, op welke wyze deze Staat der Unie zy ingelyfd. Hier na zal een verflag van bet gebeurde binnen Rhode - Eiland alleen overfchieten, om ons de dertien Staten van het oude bondgenootfehap wederom onder het nieuwe vereenigd te doen aanfehouwen CO- Hoe groot de meerderheid ook zyn mogt, met welke de Conventie van Noord-Carolina de Conftitutie by voorraad had van de hand gewezen, was het 'er egter verre af dat derzelver befluit de algemeene goedkeuring zoude hebben weggedragen. Naauwlyks was hetzelve bekend geworden, of een aantal burgers van Tarborough boden den Gouverneur, Samuel Johnfton , die zig zei ven in die Conventie als een yvcrig federalist gekweten had , een fmeekfebrift aan, waar in zy, na het gedrag der meerderheid in fterke bewoordingen gelaakt te hebben , denzelvcn \ g&ogt£p ? alles in 't werk te ftellcn, ten einde men in (/) Het is uit de nieuwstydingen bekend , dat 'er zedert nog twee niéuwe Staten gevormd zyn, te weten Kentucky en Vermont: doch dezen zyn buiten ons bcltek.  C ) in de elf, nieuw verbonden St lyk ftond belemmerd te worden: en het fchynt dat deze omftandigheid ook wel het hare zal toegebragt hebben, om de Leden dier Conventie te gefeeder tot de aanneming der Conftitutie te doen overgaan ; daar fommigen zelfs niet buiten vrees waren, dat de bekommering, waar in het varensvolk door die Akte gebragt was, indien de aanneming'niet volgde, in de landen, naar kusten gelegen, veelligt gevaarlyke bewegingen zouden kunnen berokkenen () Uit de Akte van bekragtiging zelve, in The Ne:v-Ttrh Daily Gazette geheel geplaatst. Die zelfde Conventie floeg egter twee dagen daar na agt verbeteringen voor. Zie An:°r. Muf. vol. VII. app. a.p. 13. Maar of die by de wetgevende vergadering van den Staat zyn goedgekeurd, cn aan 't 'Congres gezonden, is ons niet gebleken, é |  ( na. ) wetgevende Vergadering tot een befluit kwame, om eene Staats-Conventie te doen beroepen. De party, welke hier boven dreef, had, gelyk wy ter zyner plaatze verhaalden, weten te beletten, dat 'er Gedeputeerden wegens dezen Staat naar de algemeene Conventie wierden afgezonden (?) : en wanneer men de voorname bron, uit welke de hier woelende verdeeldheden voortvloeiden, heeft leeren kennen, zal het niet moeilyk zyn te begrypen, dat het ontwerp, te Philadelphia beraamd, punten behelsde, welken niet gefchikt waren, om de afkeerigheid van het veranderen der oude Conftitutie, door die party getoond, te verzwakken. Het kon aan dezelve niet anders dan hoogst aanftootelyk zyn in dat ontwerp te lezen 3 dat het aan geene der byzondere Staten zoude geoorloofd zyn krediet-brieven uit te geven, of vast te ftellen dat iemand genoodzaakt ware iets buiten goud of zilver in betaling van fchulden aan te nemen : nadien de grondflag, op welken hare bekrompen ftaatkunde ten eenenmale gevestigd was, in de waarde van het papieren geld, en den dwang om zig daar mede te laten betalen, berustende (r). (?) Zie I. Deel, bl. 194, (O Zie I. Deel, bl. 238.  Zy, die ,in dezen Staat den meesten invloed hadden, zaten veelal diep in fchulden, en zogten middelen om zig daar uit, onder voorwendzel van het algemeene belang, te redden. Zy regtteden eene "bank op, die papieren geld in omloop bragt, en dreven eene wet door, volgens welke ieder bevoegd was zyne fchulden, ook zulken die te voren gemaakt waren, daar mede, even als met wezenlyke munt, te betalen. De menigte van dit papier maakte wel dra dat het zeer fterk in waarde daalde, en dat zy, die zig van hetzelve wisten meester te maken, eene grootefchuld met weinig geld, waar voor zy veel papier hadden ingewisfeld, konden afdoen. Aan de halftarrigheid om dit ontwerp ftaande te houden worden de voornaamfte maatregelen, welken de Regering hier volgde en welken dezelve in vele andere Staten zo zeer gehaat maakten, toegefchreven. Daar aan weet men, dat Rhode-Eiland geweigerd had zig met het vormen eener nieuwe Conftitutie te bemoeien; en daar aan was buiten twyftel toe te fchryven, dat het verzoek van 't Congres, om alle wetten van den Staat, die tegen het vredes-verdrag met Groot-Britanje ftreden, te herroepen, hier werd afgeflagen (Y)- Trouwens (j) By art. 4. van dit Traktaat was bepaald, dat alle te H vo-  C "4 ) wens het was zo verre van daar, dat regtvaardigheid jegens eene vreemde Mogendheid, of zelfs een bezef van de gevolgen, die het fchenden van een plegtig verbond voor het geheele bondgenootfchap konde na zig fleepen, hen zoude bewogen hebben om van hun geliefkoosd voorwerp af te ftappen, dat zy in tegendeel zig niet ontzagen de ingezetenen van andere Staten deszelfden bondgenootfchaps van het voorregt om met papier te betalen uit te fluiten (•*). Ook was het gevolg van deze en van andere handelingen van dien aart, dat de Rhode-Eilanders zig den haat, de veragting en de befchimping hunner medeburgeren in de andere Staten , vooral van die genen welken voor de nieuwe Conftitutie yverdeu , op den hals haal- voren ter goeder trouwe gemaakte fchulden wederzyds tot het volle beloop in fterlinggeld zouden moeten voldaan worden. Zie hetzelve agter Acls of the fecond Sesfion of Con. grefs, p.1%2. (/) Dit gefchiedde by eene Akte van Maart 1787, gelyk te zien is uit eene daar op, hoewel niet voor in January 1789, gevolgde Akte van den Staat van Connecticut, waarby, in wedervergelding, alle de regtbanken van dezen Staat voorde inwoners van Rhode-Eiland gefloten werden, ten tyde toe dat de eerstgemelde Akte daar zoude zyn herroepen; te vinden in The Amer. Muf. vol. V.p. 209. & vol. VI.p. 382.  C 115 ) haalden; 00: alle welke hartstogten nogj te;[fterker werkten, nadien men niet veelen konde, dat de geringfte, van alle de Staten, een Staat dien men alg een Hofje aan de weegfchaal der Unie rekende, de vertooning maakte van zig minst van allen aan de voortduuring van het bondgenootfchap te laten gelegen («) Zie deze en andere byzonderheden in twee Vertoogen aan de burgers van Rhode - Eiland gerigt in The Amer. Muf. vol. III. p. 490. G? vol. IV. p. 320 fif 323. Ook in een ander Huk in 't zelfde werk vol. 1. p. 323; doch men mag het als een gevolg van de algemeene verbittering aanmerken, dat hun hier het mislukken van de invoering van den algemeene» impost mede geweten wordt, waar van wy L Deel, bl. 188, het tegendeel gezien hebben. By deze ernftige Hukken kan men twee bittere fchimpfchriften voegen; het eene in onrym Amer. Muf. vol. II. p. 171. het andere in digtinaat vo/. IV. p. 189. In het werk van Claviere & Brisfot, de la France & des Etats-Unis, concluf. p. 300. worden alle de onheilen in dezen Staat ook aan den dwang van 't papieren geld toegefchreven. Met hoe groote verwagting vélen in Rhode-Eiland zelf dit ftuk befchouwden, kan, onder anderen, daar uit blyken, dat de Sociëteit der Cincinnati aldaarinjuly 1789. den naam van een harer Leden, die eene fchuld in geld met papier betaald had, op de lyst dier Leden uitfehrapte. Amer. Muf. vol. Vl.p.90. H a  C HO" ) gen liggerr (y). Een ander gevolg, welk van nader by trof, was een met rappe fcbreden voortgaand verval van den Staat, veroorzaakt door bet bederf van velen die met papier in plaats van met geld betaald waren, door het algemeene wantrouwen, het welke' allen handel deed kwynen (»: en door de verhuizing O) Dit blykt uit verfcheiden der ftraks aangehaalde tokken. (w) Hoewel het tafereel, door den Heer Brisfot, Nouv, Foyage dans les Etats-Unis, Tom. l.Litt. 6, p. 139—149. van den Staat van Rhode-Eiland gegeven, misfehien met een te vuurig penfeel gefchetst zy ,kan hetzelve egter het hier gezegde genoeg bewyzen. Ook kan waar zyn, het gene dezelfde Schryverƒ.147 & H^- verzekert, dat de regeringsvorm, die hier plaats had, veel toebragt om de kwalen te verergeren, doordien de verkiezingen tot de regeringposten te dikwerf herhaald werden, en Regenten en Regters de menigte te veel naar de oogen zien moesten : doch in Connedticut vindt men »a genoeg denzelfde wyze van befiier als in Rhode-Eiland want beide deze Staten hebben by de omwenteling niet, gelyk de overigen eenen nieuwen regeringsvorm inge(leld,maar verkoren die, welken by de Charters, hun door Koning Kalel II. verleend , beraamd waren, voor zo verre die met hunne tegenswoordige onafhanglykheid beftaan konden, te behouden; en egter hebben wy niet vernomen, dat in Con-  C "7 3 zing van een groot aantal inwoners, die elders een aangenamer en voordeeliger verblyf gingen zoeken (x). Hoe neéticut daar uit dezelfde nadeelen ontftonden, maar wel gezien, dat de nieuwe Conftitutie daar al fpoedig werd aangenomen. Wat hier van zy, wy kunnen ons niet onthouden van by deze gelegenheid aan te merken,dat het vreemd moet luiden eenen Schryver over gebrek aan klem in de Regering te hooren klagen, die in 't algemeen fchynt te denken, dat de voorfpoed van een volk fleeds grooter is naar mate de Re», gering weinig te zeggen heeft. Wy verkiezen zyne eigen woorden uit de Voorrede van 't zelfde werk (pag. XXI.) kier uit te fchryven. Laprofpirité (Tune Sotièté efl toujours eji raifon de Fétendue de la liberté; celle-ci eft en raifon inverfede Fétendue des pouvoirs du gouvernement. Ce deruier ne peut s'aggrandir qiCaux depens de Fautre. Indien wy deze wonderfpreuk wel verftaan, moet 'er, onzes oordeels , uit volgen, dat een Regering die geene magt had, dat is, met andere woorden, die niet regeren konde, voor de beste van allen zoude te houden zyn. (x) In 't jaar 1774. was het getal der inwoners van RhodeEiland 59,678: in 1783. niet grooter dan 52,899. Waarfchynlyk is het by de laatfte telling, waar van wy geen berigt hebben , nog kleiner geweest. Zie Morfe's Amer. Geogr. p. 201. Amer. Muf. vol. VI. p. 306. Hier uit kan tevens de geringheid van dezen Staat in vergelyking met de overige-n. afgenomen worden. H3  C n8 ) Hoe zeer de heerfchende faktie in dezen Staat, niet alleen tegen het ontwerp van Philadelphia, maar tegen alle verandering in de Conftitutie gekant was, kan daar .uit blyken, dat men reeds voor de verfchyning van dit ontwerp, te weten in 't begin van September 1787, befloot, geene Leden naar het Congres af te vaardigen, en geene Conftitutie uit de handen der algemeene Conventie te zullen ontvangen (y~). Niemand derhalven kan het verwonderen , dat het voorftel, tot het beroepen eener Staats-Conventie, weinige weken later by de wetgevende Vergadering ingebragt, met eene groote meerderheid van ftemmen werd afgekeurd O). Nogthans blykt het, dat deze zo verhaaste verwerping niet algemeen behaagde: want, om niet eens in aanmerking te nemen, dat de ingezetenen van Littlecompton, met den aanvang des volgenden jaars, hunnen Gedeputeerden tot die Vergadering een berigtfchrift toezonden, waar by zy verklaarden, het aangeboden ontwerp als wel gefchikt voor den tegenwoordigen toeftand des lands te befchouwen, en dezelven uitdruklyk gelasteden al hun vermogen tot het doen zamenroepen van zulk eene (j) Amer. Muf. vol. II. Chrtn. p. 8. (2} Ibid. p.11.  C 119 ) eene Conventie aan te wenden (V), zo moeten vele anderen, zelfs zulken die niet genegen waren om dat ontwerp te omhelzen, begrepen hebben, dat ten minften iets behoorde voor af te gaan, welk den fchyn kon geven, dat het gevoelen des volks daar over was ingenomen ; nademaal die zelfde Vergadering koit daar na tot het befluit overging, dat in den aanvang van Maart overal vergaderingen van de burgers zouden aangelegd worden, om te beflisfen, of het oorbaar ware de voorgeftelde Conftitutie te omhelzen (F). Het lydt geen twyffel, of men voorzag ten vollen, dat de uitflag van dezen maatregel geen andere zyn konde, dan dat het ontwerp op verre de meeste plaatzen wierd van de hand gewezen. Men kende de voor* ingenomenheid van de meerderheid des volks, en begreep ligtelyk, dat zulke groote vergaderingen weinig gefchikt waren, om vooroordeelen door redeneringen te overwinnen. Ook viel het zo uit, dat in niet meer dan twee dezer byeenkomften tot het aannemen der Conftitutie werd befloten. By verre de meesten werd dezelve met een groot overwigt van ftemmen verworpen. Dan op vele plaatzèn weigerden de (a) Amer. Muf. vol. lll.p. 103. (£) Ibid. p. 285. H4  de federalisten geheellyk zig over de zaak, voor of tegen, uit te laten ; voor reden gevende, dat het nieuwe ontwerp niet, dan op de wyze door de algemeene Conventie aanbevolen,dat is door afgevaardigden in eene Staats-Conventie (c), behoorde onderzogt en daar over uitfpraak gedaan te worden. Die van Warwiek en Greenwich deden zelfs plegtige aantuiging tegen alles, wat volgens de thans voorgefchreven manier van raadpleegen mogte worden vastgefteld 00. Hier by bleef de zaak eenen geruimen tyd fteken: doch tegen het einde des jaars hielden de burgeryen wederom byeenkomften; en toen waren'er verfcheiden plaatzen, die het voorbeeld van Littlecompton, ftraks opgegeven, volgden; terwyl de groote meerderheid wilde afwagten, dat 'er tot eene nieuwe algemeene Conventie ter herziening van de ontworpen Conftitutie befloten wierd, ten einde dan gedeligeerden ter bywoning van dezelve te benoemen (V). Men kwam dus thans reeds een weinig verder dan te voren, toen men alles, wat uit de Conventie van Philadelphia was voorgekomen, wilde verwerpen: maar O) Ziel. Deel, bl. 212.. J (d) Amer. Muf. vol. III. p. 388. (. 167- In Maftachufetts werd ftraks daarop nog wederom eene Kommisfie benoemd om op verder verbeteringen te denken. Deze bragt ook rapport uic, twaalf nieuwe artikelen behelzende. Amer. Muf. völ. VII. App. p. 29. doch wat daarop by de wetgevende Vergadering befloten zy, is ons onbekend. Virginie had in November 1788. befloten om aan te dringen op het verkiezen eener nieuwe algemeene Conventie, om de gebreken in de Conftitutie te overwegen, en Nieuw-York volgde dit  gemerkt, en dat de handel zo vry en open mogte blyvën als de onderfcheiden betrekkingen het thans éenigzins konden gedoogen; onder betuiging, dat de Vergadering gezind was ten aanzien van den koophandel zodanige fchikkingen te maken, als, wel verre van aan de invordering der belastingen, door de Vereenigde Staten opgelegd, hinderlyk te zyn, eerder zouden ftrekken om tot dezelven mede te werken , als mede dat deze Staat niet in gebreke hoopte te blyven van zyn aandeel tot betaling der algemeene fchulden op te brengen (_k~). Dan hoe zeer deze handelwyze ook de gedaante fchyne te hebben van een voorfpel te zyn tot de dadelyke aanneming van de Conftitutie, en hoe zeer fommige fteden ook yverden om hare afgevaardigden herhaaldelyk tot het bewerken eener Staatsconventie te gelasten (O, bleven de meeste plaatzen nogbyde oude tegenkanting volharden (tri)-, en het gevolg was, dat het 'dit voorbeeld Lloyd's Congr.reg. 5 & 6-May 1789. vol. I. p* 198 & 225. (£) Amer. Muf- vol. VI- p- 458. (/) Onder anderen Newport, de volkrykfte ftad van dezea ftaat. Amer. Muf. vol. V. p. 591. («) Amer, Muf. vol. VI. p. 425.  « C i=7 ) het daartoe by de Algemeene Vergadering in Wynmaand gedane voorftel, nogmaals werd verworpen Deze verwerping was egter de laatfte, en van geenen langen duur. In January des jaars 1790. bcfloot het Lagerhuis tot het byeenroepen van eene Conventie, met eene meerderheid van 3a tegen 11 ftemmen. By den Senaat ging het niet zo gemaklyk. Deze deedt eerst herhaalde poogingen om de zaak nogmaals aan Volksvergaderingen ter beflisfing over te geven; en toen men daar, na dit mislukt te zien, over de bil^ door het andere huis ingezonden, de ftemmen opnam* kreeg men 'er vier voor en even zo veel tegen; zo dat de Gouverneur, volgens de wetten van dezen Staat, uitfpraak doen moest. Deze gaf zyne ftem voor het beroepen van eene Conventie (0), welke, ten gevolge («) Dit gebeurde den 29 Oft. 1789. Amer. Muf. vol. VI. p. 426. (0) Zie Amer. Muf. vol. VII. App. 4. p. 6 & 7. By deze gelegenheid lust het ons nog eene omftandigheid mede te deelen, welke de gematigde handelwyze van het Congres jegens de Staten die de Conftitutie nog niet aangenomen hadden, kan doen blyken. By deszelfs Akte van den 31 July 1789. waren de goederen, die uit Rhode-Eiland en NoordCarolina in de Vereenigde Staten zouden ingevoerd worden, aan  C 123 ) ge daarvan, in Bloeimaand vergaderde en de nieuwe Conftitutie bekragtigde. Dit gefchiedde evenwel nog maar met de geringe meerderheid van 34 tegen 33 ftemmen (p~). Op deze wyze werden de dertien Amerikaanfche Staten, die het met zo veel roem gelukt was zig onder eene gebrekkige Confederatie vry te vegten, na voor eene korte poos eenigermate gefcheiden geweest zyn, wederom onder eene beter Conftitutie vereenigd. aan dezelfde regten onderhevig verklaard als die van vreemde natiën. AEts of the fint fesfion of Congresf Chap. V. Seót. 39,, By eene volgende, van den 16 September, was de werking van deze verordening, met eenige weinige uitzonderingen, ten voordeele dier twee Staten, tot op den I5jannary 1790. opgefchort. Ibid. Chap. XV. Seft. 1, 2 £? 3. Thans, nu de zamenwerping van eene Conventie befloten wa EUROPISC HE STATEN ONEIGENLTK REPUBLIEKEN GEHETEN. — NADEELEN DER OUDE VOLKSREGERINGEN DOOR OË VORDERINGEN IN DE STAATKUNDE ONTWEKEN. Thans gezien hebbende, op welke wyze de nieuws en tegenwoordige regeringsvorm in Noord-Amerika is tot ftand gekomen, zal het tyd worden tot het voorname oogmerk van dezen onzen arbeid over te gaan, en dien regeringsvorm zeiven in zynen aart en waarfchynlyke uitwerkzelen te bcfchouwen; ten einde daar uit het befluit op te maken, in de eerfte plaats, in hoe verre dezelve moge geagt worden aan het groote doelwit van alle regering, het geluk des i volks  C 130 ) volks daar onder levende, te beantwoorden", en ten anderen, of deszelfs onderfcheiden ftukken zodanig zyn zamengevoegd, dat men zig van het geheel eene genoegzame vastigheid moge beloven , om niet te vreezen te hebben, dat het door de werking zyner eigen beftanddeelen zal inftorten. Indien zulk eene befchouwing ten gevolge mogt hebben, dat men op deze twee voordellen een gunftig antwoord geven konde, zoude men beregtigd zyn om de Conftitutie van Amerika goed te heeten; alhoewel, het zy befpiegeling, het zy ondervinding, ons zeggen mogt, dat dezelve niet boven alle, zelfs niet boven gewigtige gebreken, was verheven. Volftrekte volmaaktheid is van 's menfehen handen niet te verwagten: en indien het al doenlyk ware een ontwerp te fmeeden , waar in de hoogfte aardfche wyshéid geene feilen wist. te ontdekken, zoude het nog niet kunnen beftand zyn tegen zodanige uitwendige toevallen, waaraan alle ftaten door den loop der ondermaanfche zaken onderworpen moeten blyven, en welken het of geheel onmogelyk is te voorzien, of ten minften, al voorzien zynde, onmogelyk is te> weeren. Het is onbetwistbaar, dat de ondervinding alleen het cindelyke zegel op de wysheid der Amerikaanfche  C W ) fche wetgeving zal kunnen drukken. Zy alleen zal aan ons, of aan de nakomelingfchap, kunnen toonen, in hoe verre de Conftitutie derVereenigde Staten aan de vereischten van eenen goeden regeringsvorm kan beantwoorden. Naar mate het geluk der ingezetenen meer of minder door dezelve bevorderd wordt, zullen dezen eene grooter verkleefdheid aan dezelve aan den dag leggen: naar mate het volk fterker aan de Conftitutie gehegt is, zal dezelve minder inwendige fchokken hebben door te worftelen : en naar mate dezelve minder gefchokt wordt zal de regering eene vastigheid verkrygen, welke haar tevens beter voor zulke toevallen, welken van buiten aankomen, zal kunnen beveiligen. Dan welken tyd zal men vorderen, om aan de ondervinding dat beflisfend gezag toe te kennen? Dit is ondoenlyk te bepalen. Zeker weten wy dat dezelve voor ons nog niet is geboren, en dat wy ons derhalven zullen moeten vergenoegen met de waarde des Amerikaanfchen regeringsvorms van voren, of a priori, gelyk men in de fchoolen fpreekt, te beoordeelen, en daar toe dat licht en die kundigheden te gebruiken, welken de tegenwoordige vorderingen van het menfehelyke verftand, met opzigt tot dit onderwerp, ons kunnen verleenen. Wanneer men alle de regeringsvormen, welken van I a den  C 132 ) den beginne af tot in onze tyclen toe op dezen aard. bol beftaan hebben of nog beftaan, een weinig naauw. keuriger gadeflaat, zalmen, denken wy, bevinden, dat in geene twee Staten nog ooit volkomen de zelfde heeft plaats gehad. De eenvouwdigfte van allen, de volftrekte alleenheerfching, heeft in onderfcheiden landen fteeds onderfcheiden wyzigingen; zodat de Despoot, hoe zeer voor het uiterlyke van alle banden ontheven, nog byna altoos zelve zekere banden gevoelen moet, welken het, zo al niet geheel onmogelyk, ten minften zeer hachlyk zyn zoude te verbreken. Hier ziet men de grondregels van het beltier derwyze met godsdienftige begrippen of volksvooroordeelen onder elkander geweven , dat geene enkele draad van de eenen kan worden losgetornd, zonder het ganfche weefzel in gevaar te brengen van zig te ontbinden. Elders vindt men Ryksgrooten, wier erflyk gezag de Monarch gedwongen is te eerbiedigen; of bevoorregte Kollegicn, welken, fchoon eigenlyk zei ven geene magt bezittende, nogthans gefchikt zyn, om de toomeloosheid van het willekeurig gebied in zekere mate te bedwingen. In meer zamengeftelde regeringsvormen kan eene veel grooter, eene oneindige verfcheidenheid plaats hebben: en de menigte derverfchillendeinrigtingen heeft  C 133 ) heeft uitgewerkt, dat men in de ftaatkunde, zo wel als in andere wetenfehappen, al van ouds zyne toevlugt genomen heeft tot afgetrokken denitbeelden en tot het vormen van klasfen. Den voornaamften trek uit elke wyze van bellier als het onderfcheidend kenmerk aannemende, en daar van den naam ontleènende, heeft men dje allen tot eenige weinige foorten gebragt, en den algemeenen aart en uitwerkzelen van ieder derzclven zoeken op te fpooren en te ontvouwen. Ondertusfchcn hoe zeer men het eens geweest is in zulke foorten vast te Hellen, heeft men egter de verdeeling dier foorten niet altyd op de zelfde manier begrepen. De natuurlyklle en eenvouwdigften komt ons voor die te zyn, welke alle regeringswyze in Eenhoofdigen, Aristokratifchen en Volksregeringen onderfcheidt, en ook door eenen voornamen redenaar in de Staats - Conventie van Pennfylvanie (?) is aangenomen, op wiens voetfpoor wy de voor- en na- (?) Te weten, den Heer James Wilfon, die ook in de algemeene Conventie had gezeten. Zie Debates of the Convent. ofPennfylv. on the Conftitution propofed forthe Government of the United States, vol. l.p. 39. • I 3  C 134 ) nadeelen, aan ieder in 't byzonder verknogt, kortelyk zullen aanwyzen (r). In eene Eenhoofdige Regering, dat is zodanige waar in alle magt in eenen enkelen perfoon berust of van denzelven afvloeit, kan bet geheim best bewaard worden, alle raadflagen, uit de zelfde bron voortkomende, kunnen eenpariger zyn , zo met betrekking tot het doelwit als tot de uitvoering; en deze zal zig CO De Heer de Montesquieu heeft in zyn Efprit des Loix, tiv. II. Chap. i. eene gansch andere verdeeling gemaakt. Hy fielt ook drie foorten: de Repubükeinfche, waar onder beiden de Aristokratifche en Volksregering begrepen zyn; de Monarchale, en de Despotifche. Het valt niet moeilyk te bevroeden, waarom deze Schryver noodig had de twee laatften van elkander te fcheiden: doch het fchynt veel natuurlyker dezelven onder ééne klasfe te brengen, en Eenhoofdigen te noemen'; want of'er geheel geene wetten beKaan, en of de Vorst dezelven fteeds naar willekeur kan vernietigen of verplooien, maakt te weinig onderfcheid uit om op grond daar van byzondere foorten te maken. Bepaalde Monarchien, waarin de wetgevende magt geheel of ten deele buiten de handen van den Monarch is, komen hier niet in aanmerking. Dezen zyn gemengelde regeringsvormen , en kunnen uit twee van de anderen of uit alle drie zamengeftcld zyn.  C i35 ) zig zo door bare kragt als door lr;re vaardigheid kenmerken : doch tegen over deze voordeden ftaan dwinglandy, verfpilling van 's lands inkomften, onkunde nopens de gefteldheid en de behoeften der onderdanen , onveiligheid van perfoon en eigendommen, oorlogen buiten noodzaaklykheid, en inwendige onlusten by het openvallen van den troon, het zy dezelve by verkiezing, het zy by natuurlyke opvolging, wederom moet vervuld worden. De Aristokratie, die men ook wel Adelheerfching noemt, zonder daarom eene c'gcnlyk adclyke geboorte als een vereischte in het denkbeeld op tc fluiten, deelt eene natie in twee klasïen, in die vd Regenten, en die van onderzaten: cn dit blyft altoos het geval, het zy de Vergadering, by welke liet opperbeftier berust, de by haar openvallende ftoclcn zelve by verkiezing invulle, het zy 'cr ccne erflyke opvolging plaats hebbe, het zy zekere hueveclhuid van eigendom, of zekere perfoonlyke hoedanigheden, regt tot de regering geven. De klasfe der Regenten moet zig hier onderfcheiden door hare opvoeding, welke doorgaans naar de beftemming der perfonen zal ingerigt zyn; en gevolglyk mag men hier bedrevenheid in zaken verwagten, en wysheid in de raadplegingen: doch, terwyl de minder wysheid, die de eenhoofdige I 4 re-  C I3&* ) regering doorgaans aanbiedt, zig by den Monarch, of eenen eerften Staatsdienaar, als in één middenpunt vereenigt; zullen de denkbeelden eener Aristokratifche Vergadering dikwerf uit elkander lopen, en onfceftendigheid of vertraging in de befluiten voortbrengen. Heerschzugt en afgunst zullen de harten verwydercn, en men zal het algemeene welzyn aan byzondere driften, aan kabalen zien opofferen. Dat algemeene welzyn kan hier ook zelden in iets anders beftaan dan in het belang der Edelen; want de gemeente moet hier weinig geteld worden, en de wet*en zullen, ook dan wanneer zy algemeen fchyuen, de kleinen in de uitvoering drukken , nadien de uitvoerers malkander zullen fparen. Onder zulk eenen regeringsvorm fcbiet 'er voor 't volk niets over dan zyne gebieders te benyden, te haten, en te zwygen. Eene volksregering, waar in de geheele natie de wetgeving , of hoofd voor hoofd , of by vertegenwoordiging, oeffent, onderftelt gelykheid in regten cn algemeene vryheid; hare uitwerkzelen zyn alge. meene wetten, dat is zodanigen die alle de leden der maatfchappy gelykelyk bevoordeelen of drukken , vaderlandsliefde, een zuinig beftier, vreedzaamheid' wet .betrekking tot andere mogendheden. Vooral moest  C i37 ) moest men niet vergeten onder derzelver voordeden dit te tellen, dat 'er de eerampten noch naar grillige gunst, noch uit hoofde van geboorte of rykdommen zullen uitgedeeld worden , maar volgens ware en beproefde, of ten minften onderftelde, verdiende; waar uit eigenaartig voortvloeit, dat de beste burgers hunne talenten aankweeken ter bevordering van 't welzyn van den Staat. Dan ook hier groeien de roozen niet zonder doornen. De belangen en begrippen moeten 'er nog meer verfchillen dan onder een ligchaam van Aristokraten, en dus gemaklyker verdeeldheden voortbrengen. Het geheim valt 'er moeilyk te bewaren. De noodzaaklykheid, dat velen in den zelfden maatregel zamenftemmen, baart langzame befluiten; en derzelver uitvoering zal niet zelden door flapheid en traagheid worden gekenmerkt. Van deze afgetrokken denkbeelden overgaande tot de befchouwing van het gene werkelyk in de wereld plaats heeft, zal men bevinden dat een groot aantal van de regeringsvormen, welken voormaals beftaan hebben of nog beftaan, uit twee van de befchreven hoofdfoorten, of uit allen, met eene oneindige verfcheidenheid van mengeling, zyn zamen gefteld. De volmaaktfte zal die moeten geheeten worden, welke de meesten der voordeelen, en de minften der nadeeI 5 lens  C 138 ) len, door ons opgenoemd, 0f die nog verder opge. teld zouden kunnen worden, in zig bevat. Naar zodanigen maatftaf zal ook de Amerikaanfche Conftitutie moeten beoordeeld worden; want, fchoon de ei genlyke grondflag, waar op dezelve gevestigd ftaat, zutver rcpublikeinsch is, heeft egter de bloote lezing van derzelver inhoud zelfs den min geoeftenden kunnen doen bezeffen, dat de inftellers op dien grondfla* zodanige inrigtingen gebouwd hebben, wier blykbare bedoeling is om, met vermyding van de daar aan verknogte onheilen, tevens, zo veel doenlyk, de voordeden van de eenhoofdige en aristokratifche regeringsvormen te bereiken. De grondflag, zeiden wy, is zuiverrepublikeinsclr en elk, die eenigermate met de politieke gevoelens der Amerikanen bekend is, zal gerecdelyk toeftemmen, dat het niet mogelyk zoude geweest zyn eenen anderen te doen finaken. De omwenteling zelvefteunde op het beginzel, dat alle magt oorfpronglyk by bet Volk berust, en dat alle gezag, tot het doen werken van die magt noodig te verleenen, van het Volk moet afdalen. Ieder Amerikaan, dien de liefde tot vryheid bezielde, was tevens overtuigd, dat het menschdom in ftaat is zig zelf te bellieren, of met andere woorden, dat eene maatfchappy, waarinaI. Ier  C i39 ) Ier regten gelyk daan, voor eene goede regering vatbaar is: en uit zulk eene overtuiging kon geen andere wensch voortfpruiten, dan die van derzelver gegrondheid proefondervindelyk voor zig zeiven te bevestigen en voor de wereld ten toon te fpreiden. Uit het reeds gezegde is ten overvloede op te maken , dat, wanneer wy van eene republikeinfche regering fpreken, men onze uitdrukking niet behoort te verwarren met die van fommigedaatkundigefchryvers, die, niet zo zeer op den waren aart der dingen als op de in gebruik zynde benamingen het oog vestigende , het woord Republiek dikwerf op zodanige Staten toepasfen, in welken geen kenmerk van eene Volksregering is te befpeuren. Het is eene doorgaande gewoonte de Vereenigde Nederlanden met den naam van Republiek te bedempelen, hoewel niet het geringde gedeelte der oppermagt van het volk af komdig is. De zelfde titel wordt aan Venetië gegeven, fchoon daar het groote ligchaam dés volks door een handvol erflyke Edelen op de voldrektde wyze wordt overheerd; alsmede aan Polen, hoewel daar niets te vinden is dan een mengzel van Aristokratie en Monarchie, en wel yzulk een flegt mengzel als men met mogelykheid uit beiden zoude kunnen maken. Niet gepaster heeft men Groot-Brittan je, welks regeringsvorm  C 140 ) vorm alleenlyk eenen republikeinfchen tak heeft, die met eene erflyke aristokratie en een eenhoofdig beftier verbonden is, op de lyst der Gemecnebesten geplaatst. Deze voorbeelden, van Staten wier regeringswyzen byna zo zeer van elkander als van eene wezenlyke volksregering verfchillen, toonen de groote onnaauwkeurigheid, met welke men het woord Republiek in 't behandelen van ftaatkundige onderwerpen heeft gebezigd. Wy zeiden trouwens, eene volksregering die te zyn, waar in de geheele natie op de eene of andere wyze de wetgevende magt oeffent, en dus zullen wy dat beftier republikeinsch noemen, waar in alle gezag middelyk of onmiddelyk van het volk afdaalt en in handen van menfehen is die hetzelve alleen voor een' bepaalden tyd, of zo lang zy zig wel gedragen, of zo lang hét hunne aanftellers behaagt, kunnen behouden. Tot zulk een beftier wordt aan den eenen kant volftrekt vereischt, dat het van het geheele ügchaam der maatfehappy, en niet van een klein gedeelte derzelve, of van eene bevoorregte klasfe van menfehen af bange; want anders zoude een handvol van zodanig bevoorregte tyrannen , indien zy maar hunne magt niet allen te zamen, maar door verkiezingen Wit hun midden by wyze van vertegenwoordiging oef-  C 141 J oeffenden, zig den eernaam van republikeinen kunnen aanmatigen: maar aan den anderen kant is daar toe ook genoeg, dat de Regenten, het zy middelyk het zy onmiddelyk, volgens vastgeftelde verkiezingswetten, door het volk worden aangefteld, en dat de voortduuring van derzelver bedieningen mede op zekeren bepaalden voet van het volk afhanglyk blyve. Wanneer men de nieuwe Amerikaanfche Conftitutie naar zulke gronden beoordeelt, zal men aanftonds bezeffen dat de benaming van Volksregering in den volften zin op dezelve pasfe. Het Huis der Reprefentanten wordt regtftreeks door het ganfche volk verkoren, de Senaat en de Prefident middelyk door zulken die daartoe door het volk aangefteld zyn; en wat de duurzaamheid van derzelver ampten betreife, dezelve is'van allen op een kort tydperk, te weten die der Reprefentanten op twee, dat van den Prefident op vier, en die der Senatoren op zes jaren bepaald. Wil men meer; men voege 'er by, dat de republikeinfche regeringswyze in de laatfte Afdeeling van den vierden Artikel uitdruklyk door de Staten aan elkander wordt geguarandeerd; en dat, ten einde die te beter tegen alle inbreuk te beveiligen, elders, zo wel aan de Regering van de Unie als aan die der byzondere Staten, het uitgeven van titels van adeldom uitdruklyk is verboden. Pan  C 14^ ) Dan juist deze omftandigheid, dat de regeringsvorm van Noord-Amerika volftrekt republikeinsch is, zal by fommigen eene genoegzame reden opleveren, om daar tegen uit te varen, en denzelven als een broeinest van verwarring, kabalen en beroerten af te fchilderen. Ook behoeft het den genen, die met de gefchiedenisfen der kleine Gemenebesten van Griekenland en Italië bekend zyn, aap geene ftoffe tot deklameren te ontbreken. Het is onmogelyk dezelven te lezen, zonder de fterkfte afkeer te gevoelen van de onrust welke die Republiekjes in onophoudelyke beiveging hield, en van de fchiclyke opvolging van omwentelingen, welken dezelven fteeds tusfehen de beide uitterften van onderdrukking en regeringloosheid deed flingeren. Vindt men 'er fomtyds dagen van kalmte, zy fchynen alleenlyk te dienen om ftoffe te vergaderen tot nieuwe onweerswolken. De tusfehenpoozen van gelukkiger tyden, welken 'er zig nu en dan vertoonen, befchouwen wy zelfs met een mengzel van leedweezen, ontftaan uit de bedenking dat die behaaglyke toonelen weldra door de woedende baren van verdeeldheid en oproer zullen overftelpt worden. Indien 'er eenige ftralen van kortftondige glorie uit de duisternis voortfehieten , wier vlugtig febyn-  C 143 ) fchynzel onze oogen voor een oogenblik kan doen fchemercn, zullen dezelven ons te gelyk berinneren hoe beklagenswaardig bet is, dat de gebreken in de regeringsvormen fteeds moesten in den weg ftaan, om de yverigfte poogingen van mannen van de uit» muntendfte talenten en verhevenfte gevoelens, welken van tyd tot tyd in die republieken onftonden, van allen goeden uitflag ten nutte van de gemeene zaak te berooven. De wanorden, die de jaarboeken van die republieken ontzieren, hebben aan de predikers van het despotismus redeneringen aan de hand gegeven, om niet alleen op den vorm van een republikeinsch beftier, maar tevens ook op de gronden van alle burgerlyke vryheid, aan te vallen. Men heeft den voorftanders van eene vrye regeringswyze, met een kwaadaartig genoegen en als in zegepraal, alle de rampen, aan die voormalige republieken overgekomen , voor -de voeten geworpen, en het befluit opgemaakt, dat vryheid nimmer met eene behoorlyke ondergefchiktheid jn eene maatfchappy konde gepaard gaan. Gelukkiglyk zyn "er ettelyke weinige roemrugtige voorbeelden van Staten die eeuwen lang onder het genot van vryheid gebloeid hebben, met welken men de troostelooze drogredenen van zulke predikers kan wederleg-  C 144 ) leggen: en nog meer bemoedigend is het, dat men eene gegronde wel gevestigde hoop mag voeden van in Amerika een gebouw te hebben zien opregten, welk tot een duurzaam gedenkteeken van derzelver dwalingen zal kunnen ftrekken. Ondertusfchen kan men niet ontkennen , dat de afbeeldzels, welken de zodanigen van republikeinfche regeringen hebben opgegeven, dikwyls niet dan te veel gelykenis hadden met het ooripronglyke waar van zy werden ontleend: en indien men in later tyd geen volmaakter ontwerpen had weten uit te denken, zouden de verligte vryheids- vrienden zig tot de noodzaaklykheid gebragt gezien hebben, om de zaak van die foort van regeringswyze als onverdedigbaar te laten glyden. Maar de ftaatkunde heeft, zo wel als de meeste andere wetenfehappen, groote vorderingen gemaakt, zo dat men thans de uitwerking van verfcheiden inrigtingen, die by de ouden of geheel niet of zeer gebrekkig bekend waren, zeerwel verftaat. Hiertoe behooren: de regelmatige verdeeling van gezag tusfehen onderfcheiden departementen, welken onderling in evenwigt ftaan en elkander m bedwang houden; hetinftellen van regtbanken, wier leden niet kunnen afgezet worden ten zy men hen ge» regtelykvan wanbedryf overtuige; de vertegenwoor- di-  C i45 > diging van het ganfche volk in de wetgevende vergadering, door middel van Gedeputeerden, door het volk verkooren; alle deze dingen zyn of geheel nieuwe uitvindingen, of hebben ten minften haare grootfte volmaking in de hedendaagfche tyden ontvangen. Zy zyn middelen, en wel kragtdadige middelen , om de voordeden van eene republikeinfche rcgeringswyze te behouden , en tevens de onvolmaaktheden, waar aan dezelve zoude kunnen onder-, hevig zyn, te verzagten of te vermyden. Dan daar is nog eene andere omftandigheid, welke, onzes oordeels, veel zal toebrengen om het Amerikaanfche Gemeenebest in ftand te houden; te weten-, de groote uitgeftrektheid des lands, welke daar onder is begrepen. Misfehien zal deze ftelling in den eerften opflag aan fommigen myner lezers vreemd voorkomen. De Antifederalisten daar te lande hebben zelfs hun best gedaan, om die uitgeftrektheid als eene tegenwerping tegen de nieuwe Conftitutie aantedringen. Het een en ander noopt ons om dit ftuk in de volgende Afdeeling nader te overwegen. K XIII.  C i45 ) X I I I. gedagten van den heer d e mosïtes qjtieu, over geconfedereerde re. publieke n. geschiktheid van eenen grooten ge confedereerden staat tot het stuiten van faktien.-ondersc heiding tus» schen eenezuivere volksrege' ring ofdemokratie, en eene republiek.' de uitgebreid. heid der vereenigde sta. ten niet te groot vqor eene republikeins che regeringswyze. Sommige tegenftanders der nieuwe Amerikaanfche Conftitutie, vooral zulken, die gaarne eene fcheidmg tusfehen de dertien Staten in twee of drie dee len zouden gezien hebben, meenden eenen fterken rugfteun-te vinden in de aanmerking van den Heer de Montesquieu, over de noodzaaklykheid een klonen omvangs voor een land, waar in de republie- kein-  C H7 3 keinfche regeringsvorm zal gevestigd worden (j): doch het fchynt dat zy andere gezegden van den zelfden Schryver, waar uit zyne ware meening duidelyker is af te nemen, hebben over 't hoofd gezien, en ook niet naar behooren overwogen hebben, tot welke gevolgen een beginzel van dien aart hen noodwendig -zoude leiden. Zy hebben niet begrepen, dat byna alle de Staten van Noord-Amerika, vergeleken met die genen, waar op Montesquieu, van kleine Ge. meenebesten fprekende, het oog had, zeer veel te uitgebreid waren, en dat men derhalven op zulk eenen grondflag die Staten in eene groote menigte van kleine, ellendige, elkander benydende republiekjes had moeten fplitzen, welken, zo door hunne inwendige beroerten, als verdeeldheid onder elkander, het medelyden of de veragting van alle andere volkeri zouden verdiend en na zig getrokken hebben. Hun is ontglipt, dat die zelfde groote Staatkundige, over de gevaren handelende, welken aan republikeinfche regeringen uit derzelver eigen aart over 5c hoofd hangen, juist het zelfde behoedmiddel daar tegen voorfchryft, welk eigenlyk de natuur van de Amerikaanfche Conftitutie uitmaakt, te weten van eene Con- (0 Zie Efprit des Loix Liv. VIII. Chap. 16. en eldsr». K a  c 143 ; Confederatie tusfchen verfcheiden van elkander onaf hanglyke Gemenebesten. De plaats is van belang genoeg om dezelve, voor zo verre zy tot ons oogmerk dienftig is, hier uit te fchryven (f). „ Indien eene Republiek klein is, wordt zy door „ eene buitenlandfche magt vernietigd : indien zy „ uitgeftrekt is, vernietigt zy zig zelve door een in5, wendig gebrek. „ Het is derhal ven waarfchynlyk, dat de menfehen » zig ten laatften genoodzaakt zouden gezien hebben „ om al tyd onder eene eenhoofdige regering te leven, „ indien zy niet eene foort van Conftitutie hadden „ uitgevonden, welke de inwendige voordeden van „ een republikeinsch beftier met de uitwendige magt „ van eene Monarchie in zig vereenigde. Ik bedoel „ eene geconfedereerde Republiek. „ Deze regeringsvorm beftaat in eene overeen„ komst, waarby verfcheiden Staten aannemen leden „ te worden van eenen enkelen grooter Staat. Het „ is eene maatfehappy van maatfehappyen, die eene „ nieuwe uitmaken, welke groter kan worden door „ het toetreden van nieuwe leden. „ Een Republiek van deze foort, in ftaat om zig » -te- (/) Efprit dei Loix, Liv. IX. Chap. u  C 149 ) 'tegen *t geweld van buiten te verdedigen, 'kan zig „ in hare grootheid ftaande houden zonder inwendig „ te bederven: de vorm eener zodanige maatfehappy „ tem alle zwarigheden voorkomen. „ Een enkel burger, die mogt willen ondernemen, „ het hoogde gezag in zyne handen te brengen, zou„ de het bykans onmogelyk vinden zyn krediet in al„ le de verbonden Staten even zeer gevestigd te „ krygen. Zo dra zyn gezag in eenen derzelven te „ groot werd, zouden de anderen op hunne hoede „ komen; indien hy al eenigen derzelven onder het „ juk bragt, zouden de overigen hem nog met eene van de anderen onaf hanglyke magt kunnen weder„ ftand bieden, en zelfs, voor dat hy tyd had om „ zig naar vereisch te vestigen, overmannen. „ Indien 'er eenig oproer by een der verbonden le„ den ontftaat, kunnen de overigen hetzelve ftillen. „ Indien hier of daar misbruiken inftuipen, kunnen „ de gezonde deelen de kwalen der anderen genezen. „ Zulk een Staat kan in één opzigt vergaan en in „ een ander ftaan blyven; de Confederatie kan ont„ bonden worden, terwyl de geconfedereerde leden » hunne fouvereiniteit behouden. „ Zulk een Staat, uit verfcheide kleine Gemeene„ besten zamengefteld zynde, geniet daar door de K 3 „ voor-  C 150 ) „ voordeden van de goede regeringswyze welke by » ieder van dezelven plaats vindt; en heeft tevens, „ uit kragt der vereeniging, ten aanzien van andere „ Mogendheden, alle de voordeden van eene groote Monarchie." Men ziet dus, dat de Schryver, op wiens gezag men voornamelyk de grootte van den Amerikaanfchen Staat als eene tegenwerping tegen de nieuwe Conftitutie heeft willen aandringen, in tegendeel, ter aangehaalde plaatze, in een kort begrip de beste redenen heeft aan de hand gegeven, waarmede de nuttigheid ecner algemeene Confederatie kan worden bewezen: en dat, in allen gevalle, wanneer men zyne redenering tot eenen grondflag wilde leggen, daaruit alleen dit gevolg zoude voortvloeien, dat fommigen der byzondere Staten in kleiner behoorden gefplitst te worden; maar geenzins, dat niet alle die kleiner deelen in eene enkele Confederatie konden worden begrepen. Doch, laten wy, alle gezag ter zyde ftellende, thans eens op beredeneerde gronden onderzoeken, m hoe verre eene geconfedereerde groote Staat beter cf minder dan eenen kleinen gefchikt is, om de verdeeldheden, faktien, en daar uit ontftaande geweldigheden, waar aan wy in de voorgaande Afdeeling op-  c w > opmerkten dut volksregeringen boven anderen onderhevig waren, voor te komen of te fluiten. Door een Faktie verftaan wy een aantal van burgers, onverfchillig of dezelven de meerderheid of de minderheid van den geheelen Staat uitmaken, welken, door zekere hartstogt of belang, ftrydig met de ï-egten van andere burgers of met de duurzame en algemeene belangens van dien Staat, gedreven, zig vereenigen, en volgens de aandrift van die hartstogt of dat belang gemeenfchaplyk handelen. Daar zyn twee middelen om de onheilen van zulk eene Faktie te verhelpen. Het eene beftaat in derzelver oorzaken uit den weg te ruimen, het andere in het tegengaan van derzelver uitwerkzelen. Het uit den weg ruimen der oorzaken eener Faktie kan wederom op tweederlei wyze gefchieden: of door het vernietigen van de vryheid welke tot derzelver beftaan vereischt wordt; of door uit te werken dat alle de burgers door de zelfde begrippen, de zelfde hartstogten, en de zelfde belangens worden bezield. Van het eerfte dezer hulpmiddelen kan , met zo veel regt als van eenig in de wereld, gezegd worden, dat het erger is dan de kwaal. Vryheid is ten aanzien van Faktie, wat de lugt is met betrekking tot het vuur, een voedzel zonder het welke dezelve aanK 4 ftonds  C 15a ) ftonds moet uitdooven. Dan het zoude geene minde? dwaasheid zyn de vryheid , die noodzaaklyk is om het politieke leven te onderhouden , af te fchaffen, om dat zy aanleiding tot Faktien geeft; dan te wen' fchen dat de lugt, die voor het dierlyke leven onontbeerlyk is, mogt vernietigd worden, om dat zy aan het vuur deszelfs verwoestende hoedanigheden byzet. Het tweede hulpmiddel is zo onuitvoerlyk als het eerfte buitenfpoorig zyn zoude. Zo lang het redenerend vermogen van den mensch voor dwaling vatbaar blyft, en hy de vryheid behoudt om hetzelve te ceffenen, moeten 'er noodwendig verfchillende begrippen geboren worden. Zo lang dat vermogen in verband ftaat met 's menfehen eigenliefde, zullen zyne begrippen en hartstogten onderling op elkander invloed hebben, en zullen de eerstgemelden tot voor. werpen ftrekken, waaraan de laatften zig zuiien vasthegten. Niet minder is het onderfcheid van bekwaamheden onder het menschdom, waarvan de regten van eigendom hunnen oorfprong ontleenen f>), een 00 Hoe het onderfcheid van bekwaamheden oorfprong aan 't regt van eigendom zoude kunnen geven, beken ik niet te bevatten. Daar onderfcheiden bekwaamheden ook buiten den Haat van burgerlyke maatfehappy, of (zo als ve-  C 153 ) feen onoverkomelyke hinderpaal tegen de eenftcmmig-heid in derzelver belangen. De befcherming van ' deze bekwaamheden is het voornaamfte oogmerk waartoe het ftaatsbeftier behoort te ftrekken. Uit de befcherming van in mate en foort verfchillendc bekwaamheden vloeit onmiddelyk voort, dat de eigendommen in verfchillende mate en foort worden bezeten: en de invloed van deze onderfcheiden bezittingen op de denkwyze en bedoelingen der eigenaren veroorzaakt eene verdeeling van de Maatfchappy in onderfcheiden belangens en partyen. De verborgen oorzaken van Faktie zyn gevolglyk in 's menfehen natuur ingeweeven; en wy zien dezelven overal in onderfcheiden trappen van werkzaamheid gebragt, naar dat de verfchillende omftandigheden van eenen burgerftaat daartoe meerder of minder aanleiding geven. Yver voor byzondere begrippen betrekkclyk tot den godsdienst of het ftaats- be- velen her verkiezen te noemen) in den natuurftaat, moes- ten plaats hebben; zoude men op dien voet mede dellen moeten, dat 'er een regt van eigendom buiten burgerlyke maatfchappy aanwezig zyn konde; waar voor, myns oordeels, geen grond te vinden is. Dan, het is hier deplaats Biet om dit ftuk te ontwikkelen, K5  C 154 2 bellier, en vele andere Hukken van befpiegeling of van praktyk; verkleefdheid aan byzondere hoofden, die elkander ftaatzugtiglyk in rangen gezag tragten voorby te ftreeven, of aan andere perfonen wier om Handigheden in 't leven de hartstogten hunner mede. menfehen voor of tegen hen hebben weten gaande te maken; alle deze dingen hebben, elk op zyne beurt, de menfehen in partyfehappen gefcheurd, derzelver driften tegen elkander in beweging gebragt, en hen veel meer geneigd gemaakt om elkander te plagen en te onderdrukken dan tot het welzyn van allen mede te werken. Zo fterk is deze overhelling van het menschdom om zig vyandelyk de een tegen den ander te gedragen, dat, wanneer zig geene wezenlyke redenen daartoe opdoen, de beuzelagtigfte en dikwerf alleen in de verbeelding beftaande onderfcheidingen genoegzaam zyn, om hunne hatelyke hartstogten a&an den gang te helpen, en den geweldigften ftryd te verwekken. Onderwyl mogen de onderfcheiden foorten van eigendom en derzelver ongelyke verdeeling als de gemeenfte en duurzaamfle bron der Paktien aangemerkt worden. In eiken burgerftaat hebben de bezitters van eigendommen en zy die niets bezitten een verfchillend belang. Het zelfde heeft plaats tusfehen de fchuldeifchers en de fchuldenaren. Geen be- fchaaf.  ( 155 > fchaafde natie kan beftaan, of men vindt 'er landelge-' naren, fabrikeurs, kooplieden, renteniers, en anderen, welken ieder eene byzondere klasfe van ingezetenen uitmaken, die door onderfcheiden gevoelens en uitzigten worden gedreven. In het regelen van alle deze tegen elkander ftrydige belangen beftaat de voornaamfte taak der hedendaagfche wetgeving, en het kan niet anders zyn of de geest van partyfchap en Faktie moet zig in de noodzaaklyke en dagelykfche vcrrigtingen van eene regering vertoonen. Aan niemand wordt vergund regter in zyne eigen zaak te zyn, om dat zyn belang zeker zyn oordeel van den regten weg zoude leiden, en niet onwaarfchynlyk zyne cerlykheid mede zoude in gevaar brengen. Even fterke, ja nog fterker reden is 'er, om een ligchaam van menfehen ongefchikt te keuren om te gelyk regter en party te zyn: en waar voor heeft men, met al dat, velen der gewigtigfte befluiten van de wetgevende magt te houden , dan voor zo vele regterlykc vonnisfen, niet, wel is waar, nopens de regten van byzondere perfonen, maar nopens de regten van groote ligchamen van ingezetenen; en wat' zyn tegen malkander ftemmende leden eener wetgevende vergadering anders dan advokaten en partyen in de zaken die zy beflisfen? Zo dra men, by voorbeeld,  C r56 ) beeld, eene wet ter baan brengt, omtrent de betaling van fchulden tusfchen byzondere ingezetenen, heeft men een voorftel, met opzigt tot het welke de fchuld. eifchers aan de eene zyde party zyn, en de fchuldenaren aan de andere. De geregtigheid behoorde tusfchen beiden den evenaar te houden. Nogthans zyn de partyen zeiven regters; het is onvermydelyk dat zy het zyn; en de talrykfte party, of, met andere woorden, de magtigfte faktie, moet natuurlyker wyze de overhand krygen. Komt het 'er op aan, of en in hoe verre men inlandfche manufakturen, door ver. bod of belasting op vreemden te leggen, zal aanmoedigen: flraks heeft men eene vraag, die anders door de klasfe der landeigenaren , anders door die der fabrikeurs zal beflist worden, en waarfchynlyk door geene van beiden met blootelyk de geregtigheid en het algemeene welzyn in 't oog te houden. Het verdeelen der belastingen over de onderfcheiden foorten van eigendom is een ftuk welk de naauwgezetfte onzydigheid fchynt te vereifchen ; en des niettegenftaande is 'er misfehien geene daad van wetgeving, die aan eene bovendryvende party meer gelegenheid en verzoeking geeft om de regelen der regtvaardigheid met voeten te treden, dan deze. Elke fchelling met welken zy de minderheid boven der-  ( 157 ) derzelver behoorlyk aandeel kan belasten, is een fchelling voor hare eigen beurs gefpaard. Het beduidt niets te zeggen, dat verlichte Staatsmannen alle deze tegen elkander aanlopende belangens zullen weten te vereffenen, en allen tot het algemeene goed doen zaroenlopen. Men kan niet verwagten, dat 'er altoos verlichte Staatsmannen aan 't roer zitten zullen: en in vele gevallen kan zulk eene vereffening in *t geheel niet gefchieden, zonder het oog te vestigen op toekomende tyden en omftandigheden, die zelden zullen kunnen opwegen tegen het tegenwoordige belang, 't welk eene der partyen kan aanzetten om de regten van de andere, ja zelfs het welwezen van de geheele Maatfchappy daaraan op te offeren. Het befluit, uit deze redenering te trekken, komt hierop neer, dat de oorzaken van Faktie niet uit den weg geruimd kunnen worden , en dat 'er derhalven niets anders te doen valt, dan middelen te zoeken om derzelver uitwerkzelen te beftryden. Indien eene Faktie uit een te klein aantal van perfonen beflaat om de meerderheid eener Vergadering uit te maken , geeft de grondflag van een republi» keinsch beftier zelve een hulpmiddel aan de hand, waarmede de meerderheid derzelver flinkfche oogmerken  C 158 ) ken kan verydelen, het middel, namelyk, van eene wettige overftemming. Het kan gebeuren, dat zulk *ene Faktie dan nog in ftaat is, om de werkingen der regering te ftremmen, en onrust in het land te ver■wckken; maar nimmer zal zy hare gewelddadigheden met het voorwendzel van volgens de Conftitutie te Jiandelen kunnen bedekken. Integendeel, wanneer eene Faktie uit de meerderheid beftaat,wordt dezelve door den eigen aarteenervolksregering in 't vermogen gefteld om beiden, het algemeene welzyn en de regten van andere burgers, aan de voldoening haarer heerfchcnde hartstogten of belangcns op te offeren. De eigenlyk vraag derhalven, tot welker beantwoording ons tegenwoordig onderzoek zal dienen te ftrekken, is deze; hoe men het welvaren van den Staat en de regten der byzondere ingezetenen tegen de gevaren, uit eene zodanige Faktie te dugten, zal kunnen beveiligen en tevens den geest en de gedaante van eene volksregering bewaren: ja ik fchroom niet 'er by te voegen, dat het van het be. antwoorden van deeze vraag moet afhangen, of men die foort van regeringsvorm van den fmaad, waaronder dezelve zo lang gezugt heeft, zal kunnen vrypleiten, en de agting en aanneming daarvan by het menschdom bewerken. Het  ( i59 ) Het is baarblykelyk, dat 'er niet meer dan twee wegen openftaan om het voorgeftelde oogmerk te bereiken. Men moet of voorkomen, dat eene meerderheid ten zelfden tyde door zulke gemeene harts« togten of belangens kan gedreven worden, of uitwerken dat dezelve, werkelyk dus eenftemmig bezield zynde, door haar aantal ofplaatslykeomftandigheden buiten 't vermogen gefield zy om onderdrukkende maatregelen onderling te beramen en ter uitvoer te brengen. Indien men niet belet dat de neiging en de gelegenheid ten zelfden tyde beftaan kun • iien, is het zeker, dat men op geene beweegredenen van zedekunde of godsdienst, ter ftremming van derzelver uitwerkfelen, mag betrouwen. De ondervinding heeft geleerd, dat die beweegredenen niet toereikende zyn om byzondere perfonen van onregtvaardigheid en geweldenary terug te houden, en zy verliezen hare kragt in evenredigheid van het getal der perfonen die zig tot eene party vereenigdhebben , dat is, met andere woorden, in evenredigheid dat de noodzaaklykheid grooter wordt om dezelve kragtdadig te doen werken. Dan, alvorens tot de oplosfing van de voorgeftelde vraag te treden, zal het noodig zyn, eene onderfcheiding te maken tusfchen eene zuivere Volksregering of  C 160 ) of Demokratie, en eene Republiek, twee dingen, welken wy tot hiertoe doorgaans onder de zelfde benaming hebben begrepen. Door eene zuivere Volksregering verftaan wy eene maatfchappy, die uit een zeker getal van burgers is zamengefteld, welken allen te zamen vergaderen en in perfoon den Staat bellieren; terwyl wy den naam van Republiek toekennen aan eenen regeringsvorm, waar in de natie niet door haar zelve, maar door afgevaardigden, die dezelve vertegenwoordigen, wordt geregeerd. Wanneer men deze onderfcheiding in agt neemt, en dan het boven beredeneerde overweegt, zal men ftraks tot het befluit moeten komen, dat in eene zuivere Democratie geen hulpmiddel tegen de nadeelen van Faktie is te vinden. Byna in alle gevallen moet daar eene meerderheid ontdaan, welke door deze of gene gemeenfehaplyke drift of belang bezield wordt. De regeringsvorm zelve moet uitwerken dat zulk eene meerderheid zig onderling verbindt en eenftemmig handelt; en daar beftaat geen tegenwigt, om te beletten, dat niet de zwakfte party, of eenig byzonder perfoon, op wien de haat vallen mag, worde onderdrukt. Van daar is het, dat zulke Volksregeringen fteeds toonelen van twist en verwarring hebben opgeleverd; dat zy onbeftaanbaar zyn bevonden met per-  C 161 ) pei'foonlyke veiligheid en de regten van eigendom i en dat haar leven doorgaans zo kortftondig geweest is als haar dood geweldig. Befpiegelende ftaafkundigen, die deze foort van regeringswyze hebben aangeprezen, onderftelden verkeerdelyk, dat de menfehen, zo dra men hen met opzigt tot het ftaatsbeftier tot eene volkomen gelykheid gebragt had, ten zelfden tyde ten aanzien van bezittingen, begrippen en hartstogten aan elkander gelyk zouden worden. Eene Republiek in tegendeel, zo als wy dezelve ftraks befchrevcn hebben, zal dat hulpmiddel, naar het welke wy tegenwoordig zoeken, aan de hand geven. Laten wy nagaan, in welke punten dezelve van eene zuivere Demokratie verfchilt, en dan zal men en de natuur van het hulpmiddel begrypen, en hoe zeer deszelfs werking door de Unie van verfcheiden Staten kan worden verfterkt. De twee voorname punten van onderfcheid tusfchen eene Demokratie en eene Republiek beftaan daarin; vooreerst, dat in eene Republiek de regeïing aan een klein getal van perfonen wordt toebetrouwd die door de overigen zyn verkoren : ten anderen, dat eene Republiek zig over een grooter getal van burgers, en over eene uitgebreider ftreek lands, kan uitftrekken. L De  C ifi» ) De uitwerking van het eerfte onderfcheid is, dat de uitzigten en bedoelingen van de geheele maat* fchappy zullen gezuiverd en meer tot het algemeene welzyn uitgebreid worden, door dat men den algemeenen wil laat verklaren, toepasfen en uitdrukken, door eene uitgezogte vergadering van burgers, wier wysheid hen kan in ftaat ftellen om het ware belang van 't Gemeenebest juister te onderfcheiden, en wier vaderlandsliefde en neiging tot regtvaardigheid hen minder in verzoeking zal brengen, om dat belang aan tydelyke oogmerken of partyzugt op te offeren. Met zulk eene inrigting kan het geheel niet vreemd zyn, dat de algemeene wil, door de vertegenwoordigers van het volk uitgedrukt, meer met het algemeene welzyn zamenftemme, dan indien dezelve door het ganfche volk, ten dien einde opgeroepen, wierde verklaard. Evenwel moet men erkennen , dat dit gunstig tafereel ook kan omgekeerd worden; want het is niet onmogelyk, dat menfehen, wier aart tot faktie overhelt, die met plaatslyke vooroordeelcn bezet zyn, of die flinkfebe oogmerken voeden, door kuipery, omkoping, geveinsd gedrag, of andere middelen, eerst de ftemmen hunner medeburgeren weten te winnen, en vervolgens derzelver belangens verraden. Hieruit dan ontftaat de vraag, wie  C 163 ) wie van beiden, kleine of uitgeftrekte Republieken, best gefchikt zyn, om de verkiezingen des volks op. zodanige voorwerpen te doen vallen, van welken men de zuiverfte behartiging van de gemeene zaak magverwagten: en twee bedenkingen zyn 'er voor handen, welken dezelve, böven tegenipraak, ten voordeele van de grooten beflisfen. In de eerfte plaats heeft men op te merken, dat, hoe klein eene Republiek ook zyn moge, 'er altyd een zeker aantal van vertegenwoordigers behoort verkoren te worden, ten einde zig tegen de kabalen,die door ettelyke weinige perfonen zouden kunnen gevormd worden, te behoeden ; en dat het getal dier vertegenwoordigers , hoe groot de Republiek ook zy, fteeds eene zekere bepaling lyden moet, ten einde de verwarring, uit eene te groote menigte te dugten, voor te komen. Dewyl dus het getal der vertegenwoordigers in beide gevallen niet geè'venredigd is aan dat des volks, maar naar evenredigheid in de kleinfte republiek het grootfte is, zo volgt, dat indien het aantal van bekwame perfonen in de groote republiek niet minder zy dan in de kleine, in de eerstgemelde meer keur van regenten plaats heeft, en dat 'er dus grooter kans is dat die keur wel zal uitvallen. l a Têf j  ( 194 ) Ten anderen, devvyl in de groote republiek ieder vertegenwoordiger door een grooter getal van burgers zal verkoren wórden dan in de kleine, zal het voor onwaardige gelukzoekers daar moeilyker zyn om zig door ongeoorloofde konftenaryen te doen verkiezen; en nadien de ftemmen van het volk daar vryer zyn; is 'er te meer kans, dat dezelven zullen vallen op mannen, die door overwegende verdienften en een algemeen bekend goed karakter de voorkeur zullen verdienen. Men moét bekennen, dat in dit, zo wel als in de meeste andere gevallen, een zekere middenweg plaats heeft, van welken men noch aan de eene noch aan de andere zyde kau afwyken, zonder de nadeelige gevolgen daarvan te ondervinden. Indien men het getal van kiezers voor eenen vertegenwoordiger al te groot maakt, zal deze niet genoeg met alle derzelver plaatslyke omftandigheden en kleiner belangens bekend zyn; en wanneer men dat al te zeer bekrimpt, zal de vertegenwoordiger te zeer aan die dingen verkleeft zyn, om de groote en nationale belangens wel te doorgronden en naar behooren te behartigen. Het tweede punt, welk eenen republikeinfchen van eenen demokratifchen regeringsvorm onderfcheidt, beftaat .in het grooter getal van burgers, en de  C 165 ) de uitgebreider (treek lands, waarover zig de eerstgemelde kan uitftrekken: en het is vooral deze omftandigheid, welke maakt dat de fakties minder in dezen dan in den laatstgemelden zyn te dugtcn. Naar mate eene republiek klein is, zal dezelve waarichynlyk door minder onderfcheiden belangens en partyen verdeeld worden : hoe kleiner het getal van onderfcheiden belangens en partyen is , zo veel te meer moet het gebeuren dat de meerderheid van dezelfde party zy : en hoe kleiner het getal van byzondere perfonen is die de meerderheid uitmaken , alsmede hoe kleiner de ftreek gronds is, waarin dezelven zig geplaatst vinden, zo veel te gemakkelyker moet het hun vallen cm ontwerpen van onderdrukking met elkander te beramen en uit te voeren. Zo dra men den kring uitbreidt, krygt men eene grooter verfcheidenheid van belangens en partyen, en maakt men het minder waarfchynlyk, dat eene meerderheid eene gemeenfchaplyke beweegreden zal kunnen hebben, om de regten van andere burgers te krenken: of, indien zulk eene beweegreden al eens mogt beftaan, zal het voor allen die daar deel aanhebben, nog veel moeilyker blyven om hunne eigen kragten te ontdekken, en om eenftemmig met elkander te handelen. Het is *ene vastgaande aanmerking, dat fteeds, wanneer da L ; aien-  C itf XIV. OOGMERKEN EENER BOUDOENOO T S CHAPLTK5 REGERING. — MAGT VAN *T CONGRES TER VER. ZEKIRIKG VAN 'S LANDS VEILIGHEID VAN BUITEN. — DIE MAGT BEHOORT ONBEPAALD TE ZYN — STAANDE KRYGSMAGT IN VEEDES TYD.— WAAROM 's LANDS VERDEDIGING NIET AAM DE BYZONDERE STATEN IS OVERGELATEN. ~ WETTEN TEGEN EENE STAANDE KRYGSMAGT ONUIT VOERLYK. — 'T CONGRES KAH GEEN GELD TOT ONDERHOUD DES LEGERS VOOR LANGER DAN TWEE JAREN TOEWYZEN, —. VOORDEELEN VAN KENEN BONDGENOOTSC II APLYKEN STAAT BOVEN EENEN ENKELVOUWDIGEN IN *T BEWAREN VAN DE VRYHEID. — ONWAARSCHYNLYKHEID DAT HET CONGRES' OOIT EEN ONTWERP VAN O VERHEERSCHING ZAL KUNNEN UITVOS' REN OF ZELFS BERAMEN. Onze Lezers hebben nu uit de voorgaande bladen verfcheiden hoedanigheden der nieuwe Amerikaanfche Conftitutie van naby en in derzelver eigenaartige uitwerkzelen leeren kennen. Zy hebben inzonderheid gezien, dat dezelve eenen republikeinfchen re-  C 175 ) regeringsvorm voorftelt, waarin ettelyke van elkander onaf hanglyke Staten zig vereenigen, een gedeelte hunner fouvereiniteit opofferen, en aan een zeker aantal van menfehen, onder de benaming van Congres, de magt toebetrouwen om in zekere opzigten over allen te gebieden. Eigenaartig ontflaat hier op de vraag, welke magt zy aan dat Congres verleend hebben, en of die magt aan de oogmerken hunner vereeniging naar vereisch zy geëvenredigd: en om deze te beantwoorden zal het noodig zyn te bepalen, welke de dingen zyn, die men zig by het aangaan van eene bondgenootfehaplyke regering, volgens de voorfchriften van het gezond verftand, als een doelwit konde voordellen. Dezen moesten , onzes oordeels, voornamelyk daar in beftaan, dat de koophandel, zo binnen 's lands tusfehen de Staten onderling, als met vreemde natien, op eenen eenparigen voet wierde geregeld; dat de onderhandelingen met andere mogendheden, niet alleen met betrekking tot den koophandel, maar tot zaken van allerlei aart, op naam der gezamentlyke Stalen wierden aangelegd, en de verbindtenisfen daar uit voortvloeiende door allen op den zelfden voet nagekomen en gehandhaafd; dat het geheele fcondgenootfehap tegen aanvallen van buiten konde be-  C 176 ) befchermd worden; en dat hetzelve tevens beveiligd bleve voor de gevaren die uit inwendige oneenigheden en beroerten konden ontftaan. Belangende egter het ftuk van den koophandel zo binnen als buiten 's lands te regelen en de daar mede noodwendig verbonden onderhandeling met vreemde mogendheden, hebben wy in het eerfte deel dezes werks uitvoerig genoeg gehandeld, om niet noodig te hebben daar by wederom ftil te ftaan. Wy hebben, namelyk opgemerkt, dat de Amerikanen, hoe zeer anderzins in ftaatkundige begrippen uit elkander lopende, het daar op eens waren, dat de oude Conftitutie in dit opzigt geene genoegzame magt aan het Congres verleende; wy zagen de nadeelige uitwerk, zelen, welken het gebrek aan eene enkele algemeene toereikende magt, niet alleen met betrekking tot den buitenlandfchen handel, maar zelfs tot dien, welke tusfehen de Staten onderling gedreven werd, 'veroorzaakte; en wy weten eindelyk tevens, dat het juist de kooplieden waren, die de gebreken van die oude Conftitutie fterkst gevoelden, en daar door ook de eerfte aanleiding gaven om de nieuwe te doen geboren worden (*). Deshalven ons vergenoegende met den CO Zie I. Deel, Afd. VI. ,35. Af4, VII. e» Afd. VIII. bl. ipa.  C w ) met den Lezer tot de woorden van deze nieuwe Conftitutie zeiven te verzenden, als waar uit genoegzaam blyken kan in hoe verre men de oude gebreken in dit punt heeft verbeterd, zullen wy de tegenwoordige Afdeeling hefteden, om te overwegen, wat'ervereischt wordt om de veiligheid eener natie van buiten te verzekeren, en in hoe verre de nieuwe Conftitutie gefchikt zy om aan dat oogmerk te beantwoorden; na nog alleenlyk aangemerkt te hebben, dat fommigen der hier te gebruiken redeneringen te gelyk op het beftier over den nationalen koophandel toegepast kunnen worden- Een Regerings-ligchaam, welk de zorg voor de verdediging eener natie met goed gevolg zal kunnen op zig nemen, behoort de magt te hebben, om krygsvolk op de been te brengen , om oorlogfchepen te bouwen en uit te rusten , om reglementen voor te fchryven naar welken zo legers als vloten zullen beftierd worden, om beide dezen naar 'goeddunken te doen werkzaam zyn, en om aan beiden alles, wat tot derzelver beftaan noodig is, te bezorgen. Het behoort deze magt te hebben, en wel te hebben zonder eenige de geringfte bepaling of uitzondering; om dat het onmogelyk is te voorzien, en gevolglyk onmogelyk om te bepalen? aan hoe vele of aan hoedanige M ge-  C 178 ) gevaren het land ten eenigen tyde zal zyn blootgefteld, en dun ook welke middelen zullen vereischt worden om hetzelve daar tegen te beveiligen. Eene angstvallige ftaatkunde, die geene magt befchouwen kan, zonder tevens door het by- denkbeeld van derzelver misbruik ontrust te worden, moge op deze ftelling ftaroogen of terugdeinzen; zy is des niet min eene van die waarheden, welke, zonder vooroordeel befchouwd zynde, de overtuiging zelve medebrengen , en door bewyzen eerder zullen worden verduisterd dan bevestigd. Zy'rust op de eenvouwdige, op de algemeen aangenomen, op de in der daad ook onwederfpreeklyke begrippen; dat de middelen geëvenredigd moeten zyn aan de oogmerken die men daar mede wil bereiken; en dat, ten einde met reden te kunnen verwagten dat zekere perfonen een zeker voorgefteld doelwit zullen bereiken, die perfonen ook de middelen moeten in handen hebben, welken ter bereiking van dit doelwit noodig zyn. In de nieuwe Amerikaanfche Conftitutie heeft men deze gronden in 't oog gehouden, en zy, die zouden willen beweeren, dat het egter beter geweest ware het Congres in dit ftuk aan eenige banden te leggen, hadden eerst te toonen, dat de omftandigheden, welken de veiligheid van eenen Staat bedreigen kunnen,, op  ( 179 ) ©p eene duidelyke wyze zyn te bepalen en te befchryven. De opperftellers der nu afgefchafte Artikelen van Confederatie hadden de waarheid van het hier gezegde ook wel gevoeld, maar niet voldoende gezorgd om dezelve in praktyk te brengen. Zy gaven aan het Congres volftrekt bewind over alles wat ter verdediging van den lande konde vereischt worden, en zy leiden de byzondere Staten onder de volftrekte verpligting om aan alle de petitiën van het Congres te voldoen: doch zy onderftelden verkeerdelyk, dat een bezef van pligt, of zelfs van waar en duurzaam belang, genoegzaam zyn zoude om die Staten te noopen aan alle die petitiën te beantwoorden en de gevorderde manfchappen of geld promptelyk byeen te brengen ; en verzuimden derhalven het eenige middel in 't werk te ftellen, welk de aan het Congres gegeven magt van wezenlyke uitwerking kon doen zyn, namelyk dat van hetzelve, in alles wat de krygsmagt en het onderhoud van dezelve belangt, geheel van de byzondere Staten onafhanglyk te maken. De ondervinding, gelyk wy te voren gezien hebben, toonde, dat men zig in zyne verwagting had bedrogen ; en te regt is derhalven by de nieuwe Conftitutie zorg gedragen, dat. de Regering der Unie niet meer van in zig M a zei-  C 180 ) zeiven kragtelooze petitiën zoude afhangen, maar met het noodige gezag bekleed zyn om regtftreeks volk en geld te kunnen ligten. Worden 'er menfehen gevorderd om een land te befchermen , en moet 'er geld zyn om die menfehen te wapenen en te voeden : dan, wy herhalen het nogmaals , moet de vergadering van wier handen de befcherming geëischt wordt, ook de magt, de onbedwongen magt, hebben om die menfehen en dat geld te verzamelen , en om alle de wetten te maken die tot zulk eene verzameling vereischt worden. Hetzelfde moet plaats hebben ten aanzien eener vergadering die voor den koophandel, of voor eenig ander voorwerp van nationaal belang, waken zal; en in der daad wat zoude men onvoorzigtiger kunnen uitdenken , dan de welvaart van een volk te betrouwen aan menfehen, wier handen te zeer gebonden zyn om de middelen daartoe met yver en kragt te kunnen aanwenden, en wat onredelyker dan van die menfehen de behoorlyke uitvoering van het hun toebetrouwde werk te eifchen. Waarfchynlyk zullen fommigen hier de vraag opperen , of het toch niet ten minften beter geweest ware, de magt van 't Congres tot het op de been houden van eene landmagt tot oorlogstyden te be-  C t8i ) palen, ten einde de gevaren van een ftaand leger in dagen van vrede te ontwyken: maar wanneer zy de zaak grondig willen overwegen, twyffelen wy niet, of zy zullen met ons tot het befluit komen j eensdeels dat het tegen de belangens der Amerikanen ftryden zoude in dit ftuk eenige bepalingen aan het Congres voor te fchryven; en anderdeels, dat, indien men met 'er daad zulke bepalingen vastftelde, met reden mogt voorzien worden, dat dezelven gebrekkig zouden worden agtervolgd. Hoe zeer ook de Vereenigde Staten door eene ruime Zee van Europa zyn afgefcheiden , mangelt het egter niet aan bedenkingen, die de Amerikanen tegen eene te verre gedreven gerustheid en betrouwen op hunne veiligheid kunnen waarfchuwen. Aan ééne zyde grenzen zy aan de fteeds toenemende Volkplantingen van Groot-britanje, aan eene andere tegen de bezittingen der Spaanfche kroon; en de nabyheid der West-Indifche eilanden, aan deze twee Mogendheden toebehoorende , vermeerdert de overeenkomst van derzelver ftaatsbelangens ten opzigte van Noord-Amerika, en moet gevolglyk de banden van derzelver onderlinge vriendfchap fterker toehalen. De vorderingen in de konst van fcheepvaart hebben uitgewerkt, dat verre van elkander gelegen M 3 , vol-  C 18a ) volken eenigermate als nabuuren kunnen aangemerkt worden. Engeland en Spanje moeten onder de voornaamfte Zee-mogendheden van Europa gerekend worden; en daar is geene onwaarfchynlykheid, dat dezen zig vroeger of later eens tegen Amerika zouden kunnen verbinden: waar dan bykomt dat de Indiaanfche Hammen, ten vvesten van de Vereenigde Staten gelegen , als de natuurlyke vyanden van dezen, en als de natuurlyke bondgenoten der gemelde twee EuropeaanfcheKoningryken mógen aangemerkt worden, om de eenvouwdige reden, dat zy van genen het meeste hebben te vreezen, en van dezen het meeste hebben te hopen. Eene andere bedenking beftaat hier in, dat men , zo voor de omwenteling als zedert het fluiten van den vrede, zig in eene onafgebroken noodzaaklykheid bevonden heeft om kleine bezettingen te houden op de westelyke grenzen ; en dat niemand in twyffël kan trekken , dat dezelven fteeds onontbeerlyk zullen blyven, al ware het blootelyk om zig te dekken tegen de invallen en ftrooperyen der Indianen. Deze bezettingen moeten beftaan, of uit de landmilitie, die elkander van tyd tot tyd zoude moeten aflosfen, of uit geregelde troepan, die door de Regering betaald worden. Hiertoe de landmilitie te gebruiken is on- uit-  C 183 } uitvoerlyk; cn indien het al uitvoerlyk ware, zoude het nog ongeraden zyn. Dit volk zoude veelligt geheel niet, zeker niet voor eenigen behoorlyken tyd, dulden van huisgezin, have en bedryf verwyderd te worden, om in volflagen vredestyd op eene zo hoogst onaangename wyze te dienen:en indien men hen daartoe al konde overhalen of dwingen, zouden de meerder onkosten, door de noodwendige geduurige aflosfingen der bezettingen veroorzaakt, gepaard met de fchade, welke de ingezetenen lyden moesten door uit hun bedryf gerukt, door misfehien in 't voortzetten van eene voordeelige halfvolvoerde onderneming geftoord te worden, voldoende beweegredenen aan de hand geven, om van zulk eenen maatregel af te zien. Geen ander middel blyft 'er derhalven over, dan dat van volk aan te nemen en door de Regering te laten bezoldigen; met andere woorden , dan het onderhouden van eene ftaande krygsmagt in tyd van vrede. Hoe klein die krygsmagt ook zyn moge doet niets ter zaak, derzelver getal kan uit haren aart zelven door de Conftitutie niet bepaald worden. Deze eenvoudige wyze van het ftuk te befchouwen toont ten klaarften , hoe onftaatkundig het zoude geweest zyn, eene ftaande krygsmagt conftitutioneel voor onwettig te verklaren, en hoe noodzaaklyk het M 4 w.a-  C 184 ) ware, dat men dit ftuk geheel aan de wetgevende magt overliet. Nog komt hier by de waarfchynlykheid, dat de Britfche en Spaanfche Hoven, naar mate de NoordAmerikaanfche Staten in vermogen toenemen, hunne fterkten en bezittingen op derzelver grenzen zullen vermeerderen. De Amerikanen, van hunne zyde, zullen genoodzaakt zyn hunne grensplaatzen fterker te bezetten, naar mate van de magt welke tegen hunne westelyke bezittingen zoude kunnen gebruikt worden. Plier en daar zyn posten, van wier bezit dat van zeer uitgebreide ftreken lands afhangt, en welken, eens ingenomen zynde, zeer zouden ftrekken tot het begunstigen van invallen in het land. Sommigen dier posten mogen ook als fleutels befchouwd worden van den handel met de Indiaanfche natiën. Niemand kan derhalven ontkennen, dat het tegen alle regels van ftaatkunde en gemeene voorzig. tigheid zoude aanlopen, zulke posten in gevaar te Hellen van ten eenigen dage door\den eenen of anderen van twee gedugte nabuuren te worden overrompeld. Eindelyk dient vooral niet uit het oog verloren te worden, dat de Amerikanen eene handeldryvende latie zyn, en dat zy te gelyk met hunne fcheepsvaart eene  eene zeer uitgeftrekte kust hebben te befchermen. Hun belang brengt uit dien hoofde mede zo dra mogelyk oorlogsschepen uit te rusten. Om die te heb-, ben worden 'er dokken, werven en tuighuizen gevorderd, en ter beveiliging van dezen vestingwerken en bezettingen. Een volk, welk zo magtig ter zee geworden is, dat het zyne havens met zyne vloten dekken kan, heeft geene bezettingen daartoe noodig; maar in een land, waar de zeemagt nog in hare kindsheid is, fchynt het dat matige bezettingen onontbeerlykzyn, om niet alleen dokken en tuighuizen, maar* ook de vloot zelve, voor vernieling te behoeden (*> Mis- O) Deze reden had onze Schryver in Merker licht kunnen plaatzen. Het mag wel voor onmogelyk gehouden worden, dat eene natie, welke eene uitgeftrekte kust te bewaren heeft, ooit in ftaat zoude kunnen zyn om alle hare wyd en zyd verfpreide havenen met vloten te kunnen befchermen; te meer, daar' het beftaan van eene vloot niet alleen van den wil en het vermogen der Regering , maar dikwyls ruim zo veel van weder en wind afhangt. Maar al onderftelde men de mogelykheid, dan zoude eene bezetting nog verre verkieslyker zyn, devvyl die niet het tiende gedeelte van de kosten , tot eene vloot vercischt, zoude medebrengen. M 5  C i85 5 <3 Misfehien zullen 'er na dit alles nog gevonden worden, die van gedagten zyn, dat die zorg voor de veiligheid in vredes tyd beter aan de Regeringen der byzondere Staten overgelaten konde worden : doch naar den kant van de Britfche en Spaanfche Volkplantingen en van de Indiaanfche natiën kon dit geheel niet aangaan, dewyl die allen niet aan byZondere Staten , maar aan grond van de Unie, of, Zo als wy ons hier zouden uitdrukken , aan Generaliters landen grenzen, en dezen op kosten der Unie behooren in veiligheid gefteld te worden; en ten aanzien van de grensplaatzen, op welken deze aanmerking niet toepaslyk is , zal men, de zaak wel inziende, bevinden, dat zulk een ontwerp even zeer tegen de billykheid als tegen de voorzigtigheid zoude aanlopen. Men begrypt ligtelyk, dat fommige Staten, uit hoofde hunner plaatslyke ligging, meer dan andereu, in geval van vyandelykheden , voor aanvallen zyn blootgefteld. Dezen zouden dan, by 't uitberften van eenen oorlog, den ganfehen last van verdediging geheel op hunne fchouders krygen, fchoon zy, het einde in aanmerking genomen zynde, daar by weinig of niet meer bevoordeeld zouden worden dan anderen die van den eerften aanftoot bevryd waren,  C ^7 "> ren, nadien de veiligheid dezer laatstgenoemden alleen op de werkzaamheid en 't vermogen der eerstgemelden hemstede. Hier was derhalven geene geIykmatige verdeeling van lusten en lasten. Een ftaat kon dus befchermd worden, zonder iets ter gemeene, of zelfs tot zyne eigen, verdediging toe te brengen. Ja! Maar in vergelding hing zulk een ftaat ook geheel af van de maatregelen die in de nabuurige Staten wierden genomen. Indien men daar onvermogend of nalatig ware, of uit een beginzel van kwalyk ge. plaatfte fpaarzaamheid verzuimde de noodige middelen van tegenweer by de hand te nemen, zoude deszelfs eigen veiligheid, ook buiten eigen fchuld, mede gevaar lopen. In de eerfte tyden moest dit noodwendig het geval worden , nademaal geene der Staten nu nog ryk of bevolkt genoeg is, of eer. lang worden kan , om alleen op zig zeiven eenen wederftand van eenig belang te bieden. Naderhand zoude de zaak een geheel ander aanzien krygen. Zo dra het vermogen van eenigen der meest blootgeftelde Staten in der daad genoeg aangroeide, om buiten byftand der Unie den vyand af te keeren , en dezen hunne kragten naar evenredigheid van dat vermogen in 't werk ftelden ; zouden de overigen, ziende dat de geheele krygsmagt der Unie in handen  C x88 ) den van twee of drie van derzelver leden, misfehien van de vermogendfte leden , was , niet nalaten bekommering op te vatten, en verlangen eenig tegenwigt in gereedheid te brengen < waartoe de voorwendzels nimmer konden ontbreken. In plaats van geheel geene krygsmagt te hebben , zoude het ouderling wantrouwen dus maken kunnen, dat men 'er eene had die veel grooter was dan de behoefte medebragt; en daar ieder gedeelte derzelve van afzonderlyke bevelen zoude afhangen, moest dit de verzwakking, zo al niet de geheele vernietiging, van 't gezag der algemeene regering van de Unie ten gevolge hebben ; terwyl 'er geene reden is om te onderftellen, dat de vryheid des volks van zulke ftaande legers der byzondere Staten minder dan van eene nationale krygsmagt zoude hebben te vreezen. Het tegendeel is zelfs waarfchynlyker: want men mag wel vastftellen, dat de ftrekking van alle vergaderingen om hare magt, zo veel doenlyk, uit te breiden eene altoosduurende jaloezy en mededinging tusfehen het Congres en de Wetgevende Magten der byzondere Staten zal in ftand houden , waarin men voorziet dat de denkwyze des volks doorgaans naar de zyde van hunne afzonderlyke Regeringen zal overhellen: en uit dien hoofde fchynt het veiliger  C 189 ) ger de gewapende magt in die handen te plaatzen, tegen welken de jaloezy meest gerigt is; daar toch de ondervinding van alle eeuwen getoond heeft, dat eene natie zelden grooter gevaar loopt van in hare regten verkort te worden, dan wanneer dezelven aan zulken toebetrouwd zyn van wien zy oordeelt niets te moeten dugten Op. De inftellers der nieuwe. Conftitutie hebben derhalven, onzes agtens, wyslyk niet O) De Amerikaanfche Schryver, van wien wy deze redenering ontleenen, moet hier, buiten twyffel, zo opgevat worden, dat hy niet van byzondere perfonen fpreekt,maar van klasfen van menfehen , van vergaderingen of amptenaren. Het Romeinfche volks betrouwde te veel op zyne tribuni in 't afgetrokkenc, en werd dus dikwerf door tribuni fchandelyk om den tuin geleid en verraden; doch dit neemt niet weg, dat deze of gene tribunus het onbepaaldfle vertrouwen des volks kan verdiend hebben, want anders Bloest men onderftellen, dat tribunus te zyn , en braaf te zyn, twee tegenftrydige dingen waren. De Amerikanen fchynen geene de minfte reden te hebben , om eenig wantrouwen tegen den Prefident Wafhington te voeden; maar Zy zouden niet even wyslyk handelen met in 't afge« trokkene vast te ftellen , dat de eerfte amptenaar van de Unie fteeds het onbeperkte vertrouwen der natie moet verdienen.  ( 190 } niet alleen in dit Huk eene onbepaalde magt aan het Congres gegeven, maar tevens uitdruklyk geboden, dat geen der byzondere Staten fchepen en troepen zoude mogen hebben, buiten toeftemming van het Congres. Indien men egter, niettegenftaande alle de voorgaande bedenkingen , de Conftitutie derwyze had willen inrigten, dat een ftaand leger in vredestyd verboden wierde ; zoude het te bezien geftaan hebben , hoe men dit met het vooruitzigt van eenen goeden uitflag had moeten aanleggen: en in de overweging hier van fchynt het ons toe, dat men zig niet weinig verlegen zoude gevonden hebben. Men onderftelle eens dat 'er vastgefteld was, „ dat een „ ftaand leger in tyd van vrede en rust niet zoude „ mogen op de been gehouden worden." Wie zoude nu , by het eindigen van eenen oorlog, bepalen, welk het tydftip zy, waarop men zeggen mogt, dat tegen deze verordening wierd aangegaan? Is het een week, of een maand, of een jaar? Dit diende by de verordening zelve uitgedrukt te zyn, en kan evenwel onmogelyk daar by uitgedrukt worden, nademaal de omftandigheden zo in 't oneindige verr fchillen kunnen, dat nooit te voorzien is , wanneer eigenlyk alle reden van vrees zo verre verwy- derd  ( 191 ) derd zy, dat riet leger veilig afgedankt kan worden. Of zal men 'er byvoegen , dat het leger mag aangehouden worden als 'er nog reden van vrees overblyft? Dit doende, zoude men reeds tegen het eigenlyke doelwit aangaan, en onderftellen, dat 'er gevallen zyn konden, waarin eene ftaande krygsmagt wettig bleef: en dan moest wederom de vraag opkomen; wie beoordeelen zoude, hoe lang 'er waar» lyk nog reden ware om gevaar te dugten ? Deze beoordeeling kon men zeker aan niemand opdragen dan aan de nationale Regering zelve , welker post het was voor de algemeene veiligheid te zorgen : en wat zoude dan de uitflag van alle de genomen voorzorg zyn? Geen andere, dan dat men met woor-» den een ftaand leger verbood, en met 'er daad aan 't Congres de magt gaf, om troepen te ligten wanneer hetzelve die noodig oordeelde , en om de geligte troepen op de been te houden zo lang het dit noodig oordeelde. De onderftelde nuttigheid om tegen een ftaand le» ger te waken kan geenen anderen grondflag hebben, dan de onderftelde waarfchynlykheid , of ten minden mogelykheid, dat de uitvoerende en wetgevende magten ten eenigen dage zouden kunnen zamen. fpannen, om de yryheid des volks op deze of gene wy«  ( i93 ) wyze te onderdrukken. Dan zo dra dit het geval werd, zoude het ook aan geene voorwendzels haperen om troepen te ligten. Het gerugt van een* voorgenomen inval der Indianen, op aanfpooring van het Spaanfche of Engelfche Hof, was een huismiddeltje dat men fteeds by de hand had. Men kon zelfs aan eene of andere vreemde Mogendheid voorbedagtelyk reden van misnoegen geven, om de vertooning van vyandelykheden te doen ontftaan , en dan zorg dragen, dat aan dezelve, zo dra men zyn oogmerk bereikt had, by tyds voldoening wierd gegeven. Om de mogelykheid tot het gebruiken van eene ftaande krygsmagt ter onderfteuning van zulk eene zamcnfpanning uit te fluiten, zoude het dan noodig zyn tevens vast te ftellen, dat onder geenerhande voorwendzel in- vredestyd een leger zoude mogen verzameld worden. Dan men overwege te regt, wat 'er van een' ftaat, in welken zulk eene grondwet plaats had en ftiptelyk nagekomen werd, zoude worden. Nadien de gewoonte, van eer men de vyand« lykheden begint eene ftatelykc oorlogsverklaring te doen voorafgaan, thans niet meer geteld wordt, zouden de vyanden reeds werkelyk den voet op deszelfs bodem moeten hebben, eer de Regering bevoegd  C i93 ) voegd ware middelen van verdediging by de hand te nemen. Men zoude een land hebben, welk men door vreemde Mogendheden moest laten veroveren, uit vrees van door de eigen Regenten overheerd te worden ; en wel, wannéér men in 't byzonder op Amerika het oog houdt, uit vrees van door Regenten overheerd te worden, die het volk zelf, als dezelven meest betrouwende, heeft gekoren, en die het volk telkens, ingeval van wantrouwen, wederom in de klasfe van gemeene niets vermogende burgers kan doen nederzinken. Dan wy fchroomen niet nog een' ftap verder te gaan, en te beweeren, dat, indien men al zodanige voorzieningen tegen eene ftaande krygsmagt in de Conftitutie had ingeweven, men natuurlyk verwagten mogt dat dezelven, zo dra de nood aan den man kwam, zouden worden overtreden. Alle inzettingen , die het gewoone beloop der menschlyke zaken willen dwarsboomen,ftooten zig zeiven omver. Amerika zelf heeft deze waarheid reeds door een voorbeeld geftaafd: en wel door een voorbeeld welk juist tot het onderwerp, welk ons thans bezig houdt, behoort. De verklaring der regten van den Staat van Pennfylvanie houdt in , dat ftaande legers gevaarlyk voor de vryheid zyn, en in tyd van vrede N niet  C 194 ) niet behooren op de been gehouden te worden. Evenwel heeft men gezien, dat in dezen Staat troepen geworven zyn om eenige daar ontdane wanorden, hoewel dezelve zig blootelyk door één of twee Graaffchappen uitbreidden, te dempen. Men kan hier byvoegen, dat de Staat van Masfachufetts zig insgelyks gedrongen heeft gevonden om eene landmagt op de been te brengen, ten einde eenen inwendigen opftand te beteugelen. Immers alhoewel dit niet ftrydig was tegen de Conftitutie van Masfachufetts zelve, liep het nogthans aan tegen de Artikelen van Confederatie, volgens welken men vooraf de toeftemming van het Congres daar toe had behooren te verzoeken en af te wagten. Het eene en andere is gefchikt om ons twee gewigtige lesfen mede te deelen. De eene beftaat daarin, dat in alle landen gevallen kunnen voorkomen, waar inde veiligheid der maatfchappy beveelt zig van eene gewapende magt te bedienen j en dat het gevolglyk ongeraden is in dit opzigt der wetgevende magt de handen te binden. De andere kan ftrekken om ons te overtuigen , hoe weinig bullen en papieren afdoen, zo dra zy tegen omftandigheden , welken een fpoedig en kragtdadig hulpmiddel vorderen, hebben te kampen, ïn de republiek der Lucedemoniers was het een grond-  C *95 ) grondregel van ftaat, dat de post van Admiraal niet Voor de twedemaal aan den zelfden perfoon mogt gegeven worden. De Peloponefifche bondgenoten, eene zware nederlaag ter zee van de Atheniënfers gele* den hebbende, begeerden dat het bevel over de vereenigde vloten aan Lyfander mogt worden opgedragen, die te voren met goed gevolg in die post geHaan had. De Lacedemoniërs wilden hunnen vrienden genoegen geven, en tevens den fchyn bewaren, van geene inbreuk te maken op hunne oude inzettingen ; en namen derhalven toevlugt tot den belagchelyken middenweg, van aan Lyfander den naant en rang alleen van Vice-Admiraal te geven, doch hem in der daad met het gezag van Admiraal te bekleden. Dit voorbeeld, uit velen, die op dit ftuk konden bygebragt worden, uitgekipt j kan ons insgelyks toonen , hoe weinig agt een volk op regels en grondwetten geeft, zo dra het gevoelt dat dezelven tegen de wezenlyke behoeften van den Staat aanlopen: en uit dien hoofde zullen welberaden ftaatkundigen zig zorgvuldig wagten van eene Regering onder bepalingen te ftellen, welken zy Waarfchynlyk voorzien kunnen dat ten eenigen dage niet zullen in agt genomen worden; daar zy begrypen, dat ieder inbreuk op de grondwetten van Staat, hoe N st zee?  zeer ook door de noodzaaklykheid voorgefchreven , tot vermindering ftrekt van dien heiligen eerbied voor de Conftitutie, welke den boezem van alle Regenten behoort te vervullen, en tevens een voorbeeld ftelt, waarmede in 't vervolg andere inbreuken plegen gewettigd te worden , fchoon de zelfde dringende omftandigheden daar voor niet pleiten, en zelfs fchoon 'er in 't geheel geene reden voor mogt beftaan. In Engeland nam men , by de omwenteling die den Prins van Oranje op den troon bragt, de voorzorg van by de Verklaring der volksregten vast te ftellen , dat binrfen het ryk in vredestyd geen ftaand leger zoude mogen opgeregt of aangehouden worden buiten toeftemming van het Parlement. Men had gezien dat Karei de II. op eigen gezag 5000 man geregelde troepen fteeds in dienst hield, en dat Jakob de II. dat getal tot 30,000 vermeerderde, en uit de byzondere kroons inkomften, of zogenaamde civile lyst, betaalde; men had dit niet alleen gezien, maar ook gevoeld, en handelde derhalven voorzigtig, met zyn best te doen om zulk een misbruik te ftuiten : doch hoe zeer toen ook het denkbeeld van Vryheid aller harten bezielde, kreeg men nooit in 't hoofd zig tegen een ftaand leger vol-  C i97 ) volftrektelyk te verzetten. Op het zelfde beginzel fteunt de nieuwe Conftitutie van Noord - Amerika. Zy ftelt het vermogen van in vredes tyd geregelde troepen te bezoldigen buiten *t bereik der uitvoerende magt, maar plaatst hetzelve in die der wetgevende: en, fchoon Amerika by ieder geagt moet worden veel minder gevaar van een ftaand leger te lopen dan Groot-Britanje, ftrekt zy hare voorzorg nog verder uit, door te bepalen, dat het Congres geene penningen tot het op de been brengen of onderhouden van legers voor langer dan een tydperk van twee jaren zal mogen toewyzen. De wetgevende magt wordt hier door in de noodzaaklykheid gefteld, om ten minftcn alle twee jaren eens eene raadpleeging aan te leggen over de gepastheid van eene geregelde krygsmagt op de been te houden, een nieuw befluit op dat onderwerp te nemen , en haar gevoelen daar omtrent voor het oog des ganfchen volks open te leggen. Indien men haar al roekeloos genoeg onderftellen konde, om aan de uitvoerende magt fteeds duurende fondzen tot het onderhoud van een leger in handen te geven, wordt haar het vermogen daartoe nog door de Conftitutie ontzegel. Hier komt by, dat men niet verwagten kan ooit eene ftaatsvergadering te zullen ontmoeten, welke niet, in eene meerder of minder N 3 ma-  C 198 ) mate, door een' geest van partyzugt is aangedaan; en dat men dus veilig mag vastftellen, dat ten allen tyde in het Congres perfonen zitten zullen, die ten overvloede geneigd zyn om de maatregelen en inzigten der meerderheid in een haatlyk Jicht af te fchetzen; en dat geen onderwerp van wetgeving beter gefehikt is om aan zulke lieden ftoffe tot deklameren te verfchaffen, dan het toewyzen van penningen ter onderhouding van eene ftaande krygsmagt. Zo dikwerf derhalven als dit ftuk op het tapyt komt, moeten de bemoejingen der tegenparty de algemeene aandagt gaande maken; en indien de meerderheid in der daad gezind mogt zyn om de behoorlyke palen te overfchryden , zal het volk altoos voor het gevaar ge. waarfchuwd zyn, en gelegenheid hebben om de noodige maatregelen daar tegen in 't werk te ftellen< Onafhanglyk zelfs van alle partylchappen in het Congres , mogen de wetgevende vergaderingen der byzondere Staten als toereikende bolwerken voor de Vryheid des volks aangemerkt worden. Dezen moeten, uit haren aart, onophoudelyk niet alleen een Wakend, maar zelfs een jaloers, een argwanend oog houden op de groote nationale vergadering, en zullen buiten twyffel, zo dra 'er eenig gevaar te dugten is, gereed genoeg zyn om de brandklok te  ( 199 > te trekken , en aan het misnoegde volk niet alleen tot een' Mond te dienen, maar ook, des noods, tot een' Arm. Tot een' Arm, zeggen wy; en dit brengt ons eene aanmerking te binnen, welke in de behandeling van dit ftuk vooral niet behoort over 't hoofd gezien te worden. Wanneer de regerende magten in een enkelvouwdig ryk of gemeenebest ondernemen de vryheid te vernietigen en zich een willekeurig gebied aan te matigen, heeft het volk geen ander middel om zyne regten te bewaren dan de wapenen op te vatten, het welke niet dan met veel verwarring gefchieden kan, nadien 'er geen geregeld bedek of overeenftemming van maatregelen voor handen is ,terwyl de dwingelanden, met den uiterlyken vorm van wettig gezag bekleed, de krygsmagt van den Staat kunnen gebruiken om den opftand te fnuiken in deszelfs beginzelen, en voor dat men tyd en gelegenheid gehad heeft om daar aan, door een welingerigt ontwerp, de noodige kragt by te zetten. In Amerika heeft de zaak een geheel ander aanzien. Ieder Staat op zich zeiven heeft daar eene Regering, zo volledig ingerigt als die van de Unie. Deze kan onmiddelyk een regelmatig bellek van verdediging tot ftand brengen , en zonder verwarring de ingezetenen oproepen om tot deszelfs N 4 üit*  C 20O ) uitvoering mede te werken: zy kan even oogenblik]yk met de nabuurige Staten verbindtenisfen aangaan, en zoude zelfs, indien de nood zo hoog lopen mogt, de hulp van vreemde mogendheden kunnen inroepen. Ook behoeft men niet te vreezen , dat de ingezetenen in zulk een geval agterlyk zouden bevonden worden, om hunne byzondere Regeringen te ondcrfteunen. Behalven dat dezelven , natuurlyker wyze, meer ieder aan zynen Staat dan aan de Unie gehegt zyn, moet de invloed van Regenten, die in 't midden hunner medeburgeren leven en hunne bedieningen waarnemen, en van welken velen gunsten genoten hebben of nog verwagten, noodzaaklyk fterker zyn dan die der Leden van 't Congres, welken op eenen afftand werken, en wier meerder getal,buiten den ftaat,uit welken zy gezonden werden, naauwlyks by naam onder den grooten hoop des volks kan bekend zyn. Verre van zodanig eene vrees te voeden mag men gerustelyk vastftellen, dat de Regeringen der byzondere Staten, in alle verfchillen met die des gemeenen lands in welken zy niet tastbaar ongelyk hebben, en dikwyls genoeg ook niet tegenftaande zy 1 ongelyk hebben, de ingezetenen van hunnen ftaat dezelfde lyn met zig zullen zien trekken. Wanneer men boven dit alles nog in aanmerking neemt  C 201 ) neemt de grootte, de volkrykheid en't inwendige vermogen van fommige Staten, inzonderheid van Masfachufetts, Virginie, Pennfylvanie en anderen meer; als mede de verbazende uitgeftrektheid van den grond der Vereenigde Staten te zamen genomen, welke nog dagelyks door den aanwas des volks en het vormen van nieuwe Staten aangroeit; waar door het ondoenlyk moet worden eenen derzelven onder te brengen , Zonder aan de overigen overvloedigen tyd te laten, om de handen in een te ftaan, en zig tegen het dreigende gevaar in de weer te ftellen: wanneer men peggen wy, dit alles behoorlyk overweegt, zal men naauwlyks kunnen geloven, dat de nationale Regering, of eenig gedeelte van dezelve, ooit ernftelyk het voornemen, van eenen aanflag op de algemeene vryheid te doen, zoude durven opvatten. Andere, omftandigheden maken dit nog onwaarfchynlyker. De gemelde Regering beftaat uit eene wetgevende en eene uitvoerende magt. Beiden zouden in eene zamenzweering van dezen aart dienen zamen te fpannen. Is het waarfchynlyk dat dit ooit zal gebeuren ? Is het waarfchynlyk dat onder de Leden, vooral van het Huis der Reprefentanten, wier aantal zo groot is en die uit zo verre van elkander afgelegen hoeken des lands, door afzonderlyke belangens onderfcheiN 5 den,  den, samenkomen, en allen hunne byzondere hebbeJykheden, vooroordeelen en geneigdheden medebrengen, immer genoegzame eensgezindheid daar toe zal plaats hebben? Eene zamenzvveering van zo veel gewigt en omflag eiseht tyd om voor de uitvoering ryp te worden. Onderwyl wordt het Huis der Reprefentanten alle twee jaren veranderd. Kan men Qnderftelle„,dat de nieuwe leden aanftonds in de ontwerpen der vorigen zullen intreden ? Met andere woorden, kan men onderftellen, dat ieder mensch hoe zeer zyn vorig gedrag hem het vertrouwen zy-' ner medeburgers heeft doen winnen, zo dra hy zitting in den Senaat of het Huis der Reprefentanten hrygt, aanftonds een verrader van zyn vaderland worden zal; en dat onder den gr-ooten hoop niet ten minften een enkel man zal gevonden worden die doorzigt genoeg heeft om den aanflag te bernerken, en braafheid en moed genoeg om zyne land. genoten voor het gevaar te waarfchouwen ? Indien men op deze vragen ja mag antwoorden, behoort er een einde te zyn aan alle toebetrouwd geza* Men moet dan geene Staten vormen, dan die kleS genoeg zyn om alle de ingezetenen te kunnen m menroepen, op dat zy alle hunne beIangens ^ verzorgen. Of zoude men niet liever zeggen; dat de  de menfehen, indien hunne natuur tot die veragto lyke laagte gezonken is, niet verdienen anders geregeerd te worden dan met den ftok ? . ; Nog eene vraag. Geen land kan ondergebragt worden zonder een leger. Onder welk voorwendzei zoude men in vredestyd aan een leger komen, het welke groot genoeg ware om dit uitgeftrekre land in bedwang te houden ? Men antwoorde hier niet op , dat men by 't eindigen van eenen oorlog de gelegenheid zoude kunnen waarneemen, en dan het leger ter verdrukking van de vryheid' aanvoeren : want dus doende zoude men geheel buiten het onderwerp geraken , waar over wy tot hiertoe gefproken hebben. Onze overweging liep alleen over het gevaar van eene ftaande krygsmagt in tyd van vrede. Niemand zal dwaas genoeg zyn om ftaande te houden, dat men ook geen leger behoort te hebben om eenen vyandelyken aanval af te weeren. Men kan zeggen dat de nood zoude kunnen vorderen, dat zulk een leger groot genoeg wierd om de vryheid in gevaar te brengen. Uit onze voorgaande aanmerkingen blykt, dat dit tegen alle waarfchynlykheid aanloopt. Maar men ftelle dat dit in der daad gebeurde. Wat anders zoude hier uit te befluiten vallen, dan dat den Amerikaan- fchen  C 204 ) fchen Staten een rampfpoed overkwam, welke geen mensch kan voorzien of verhoeden , en waar tegen het onmooglyk is door eenigerhande Conftitutie te zorgen. X V.  C 205 ) XV. magt van 't congres tot bewaring van de inwendige rust. — door welke middelen het congres zig van de uitvoering zyner eigen verordeningen kan verzekeren. — het congres handhaaft den/ republikein" schen regeringsvorm en waakt tegen oproer in de staten. — militie. andere punten van gezag aan 't congres gege- , .ven. — heffing van schattin oen. — de behoeften der unie en die der byzondere staten' vergeleken. —' re gts gebied van 't congres over de plaats van zyn verblyf, over sterkten, magazynen, enz. In den aanvang der voorgaande Afdeeling aangemerkt hebbende, dat de Regering, overeenkomftig met de ware oogmerken van een bondgenootfchap, ook met genoegzame magt behoorde voorzien te zyn om voor de inwendige rust van den Staat te kunnen zorgen, zal het thans tyd zyn om te overwegen, welke voorzieningen de nieuwe Conftitutie in dit opzigt heeft beraamd ; na vooraf herinnerd te hebben, dat wy ons in dit ftuk niet verder hebben in te laten,dan voor  ( 20Ö ) voor zo verre het Congres daar in betrokken is, nadien de inrigtingen der byzondere Staten, hoewel tot dit oogmerk insgelyks kunnende medewerken, tot ons onderwerp niet behooren. Uit dit gezigtpunt befchouwd, fchynt de inwendige rust van den Staat te vorderen; in de eerfte plaats, dat de wetten en bevelen van het Congres zonder tegenfporreling worden nagekomen; ten anderen, dat de ingezetenen van de byzondere Staten beveiligd blyven van alle overheerfching hunner Regenten; en ten derden, dat de oeffening der wettige regering-in de byzondere Staten door geene onwettige zamenrot* tingen of oproeren worde verhinderd. Het is niet te denken, dat de algemeene Regering der Unie meer tegenkanting in de uitvoering haref verordeningen zal ontmoeten dan die der byzondere Staten, en dus ook niet, dat zy geweldiger middelen dan dezen zal behoeven aan te wenden, om zig van die uitvoering te verzekeren. Onzes oordeels mag men wel als een' algemeenen regel vastftellen, dat het vertrouwen des volks op de Regering, en de daar uit voortvloeiende gehoorzaamheid aan dezelve, doorgaans geëvenredigd zyn aan de goedheid of kwaadheid van het beftier. Dat, 'er uitzonderingen op de. zen regel vallen, is niet te loochenen; doch dezelven  C 207 ) ven zyn zo geheel van toevallige oorzaken afhanglyk, dat zy niet kunnen geagt worden eenige betrekking te hebben tot de inwendige verdienden of gebreken van eenen regeringsvorm, welke alleen volgens algemeene beginzelen en ftelregels is te beoordeelen. Nu komt het ons waarfchynlyk voor, dat de algemeene regering van het bondgenootfchap doorgaans beter zal bediend worden dan die der byzondere Staten: onder anderen mede om deze redenen ; dat het volk veel ruimer veld heeft om Reprefentanten in 't Congres dan om Regenten binnen ieder ftaat te kiezen, daar het getal der eerften veel geringer is en dezelven uit den ganfchen omtrek van eenen ftaat mogen genomen worden; dat men verwagten mag, door de wetgevende vergaderingen der byzondere Staten meer dan gewone zorg gedragen te zullen worden, om den Senaat met gefchikte perfonen te vervullen; dat men, uit hoofde der gemelde omftandigheden, onderftellen kan, meer kundigheden in de nationale, dan in de Regeringen der Staten te zullen aantreffen; en dat de Leden van 't Congres, uit zo verre van elkander afgelegen oorden des lands zamenkomende, minder gevaar lopen van zig in zodanige oneenigheden en partyschappen in te wikkelen, als onder menfehen, die in elkanders nabyheid wonen, en wier inzigten, be- lan-  C -208 ) Iangens en driften elkander geduurig kunnen dwarsboomen, ligtelyk ontftaan, en in derzelver vergaderingen eenen geest verwekken, die meer gezind fchynt om aan eene kleine wraakzugt voldoening te geven, of anderen, dien men ongenegen is, te kwellen of te onderdrukken, dan om in ernftige overweging te nemen, welke maatregelen het wezenlyke nut der ganfche maatfchappy zoude vereifchen. Indien dan het hier beredeneerde aangaat, is 'er geene reden om te onderftellen, dat het Congres, meer dan de Regeringen der byzondere Staten, doorgaans eenige andere werktuigen ter handhaving van zyn gezag zal noodig hebben, dan de gewone regtbanken; welken tot die handhaving ten fterkften verbonden zyn, door het vastgeftelde, dat de wetten der Vereenigde Staten, die uit kragte van de Conftitutie gemaakt zyn, als de hoogfte wetten van het land moeten aangemerkt worden, zo dat de Regters in alle Steden gehouden zyn zig daar naar te regelen, fchoon ook de wetten van den Staat, in welken zy zig bevonden, daarmede mogten ftryden (2). Voor de beide andere vereischten tot de inwendige rust des Bondgenootfchaps is insgelyks by de Con- fti- 00 Zie Art. VI. der Couihtutie, I. Deel, bl. 254.  ( 209 ) ftitutie uitdruklyk zorg gedragen, door vast te Hellen; eensdeels, dat de Vereenigde Staten aan ieder Staat, in de Unie begrepen, eenen republikeinfchen regeringsvorm moeten guaranderen; anderdeels, dat de Vereenigde Staten ieder Staat zullen befchermen , tegen geweld van binnen, zo dra de wetgevende, of, deze niet vergaderd zynde, de uitvoerende magt van zulk eenen Staat daar toe verzoek zal doen 00* In deze verordening zien wy, dat de handhaving van de Vryheid tegen overheerfching, en van het wettig beftier tegen muitery, zo wel als de verdediging van de gemeene zaak tegen uitheemfche aanvallen, aan de Regering der Unie, en niet aan die der byzondere Staten, is aanbevolen: en zy, die door het gene in de vorige Afdeeling, nopens de onredelykheid en het gevaar, welken het toebetrouwen van 's iands verdediging aan de byzondere Staten zoude veroorzaakt hebben, gezegd is, overtuigd zyn geworden, en dat, voor zo verre het toepasfelyk is, op dit onderwerp overbrengen willen , zullen niet vorderen, dat wy ons over de welberadenheid van dit punt der Conftitutie breeder uitlaten. Alleenlyk zoude men hier wederom kunnen fchermen met de vrees, dat de Ver- eenig- 00 Art. IV. Afd. 4. der Conftit. I. D. bl. 252. O  C -aio ) eenigde Staten ten eenigen dage, onder voorwendze! van dwinglandy of oproer in eenen der Staten te dempen, (het welke buiten kyf zonder % gebruik van den gewapenden arm niet zoude kunnen gefchieden) der vryheid van allen mogten zoeken den bodem in te flaan. Doch in die zelfde Afdeeling is het onwaarfchynlykë- en onuitvoerlyke van zulk eene ondernei ming, inzonderheid uit hoofde van den bondgenootfchaplyken aart der Amerikaanfche ftaatsgefteldheid, ook genoeg aangetoond, om dat onderwerp voor afgedaan te mogen houden. Dit eenige wenfchen wy 'er nogby aangemerkt te hebben, dat ten aanzien eener verdeeldheid, die of uit een ontwerp van overheerfching door de Regenten gefmeed, of uit eenen geest van oproerigheid onder het volk, die weigert zig aan het wettig geoeffend gezag te onderwerpen, ontftaat, een van deze twee omftandigheden moet plaats vinden : zy moet zig of over de geheele Unie of het grootfte en aanzienlykfte gedeelte derzelve uitbreiden , of tot een klein gedeelte des lands of eenen enkelen Staat bepalen. Over 't eerfte geval kan geene redenering te pas komen, dewyl dan geene wetten of Conftitutien , maar blootelyk list en overmagt het gefchil beftegten zullen ; en deshalven kan de aangehaalde artikel der Amerikaanfche Conftitutie daar toe pok  ( au ) ook niet betrekiyk zyn. In het tweede géval, welk hier alleen in aanmerking komt, zal het Congres zekerlyk wel bevoegd zyn, ora de ftaande krygsmagt ter uitvoering van zyne bevelen aan te wenden; doch niet iigtelyk een voordwendzel daar in vinden kunneü om het leger tot eene te dugten grootheid te brengen; te minder nademaal zy de militie, zo wel als de geregelde troepen, zo dikwerf de nood het vordert; ter hulpe kan doen opkomen. Zulk eene militie, of gewapende burgery, mag billyk aangemerkt worden als het beste bolwerk eener vrye ftaatsgefteldheid tegen de gevaren welken vari gehuurde troepen kunnen te dugten zyn (F). Geen ander bewys heeft men voor deze ftelling noodig dan den weerzin aller despoten tegen 't blinken van getyeer in burgerlyke handen; eenen weerzin, waar' te- (b~) Wy zouden over de voordeden, uit zulk eene gewapende burgery te trekken, veel meer kunnen te berde brengen ; doch behalven dat dit minder met ons tegenwoordig oogmerk overeenkomt, kunnen wy ons hier beroepen op de fraaie Verhandeling over de noodzakelykheid eener wel ingerigte Burger Landmilitie, door A. Fletcher, welker vertaling, in 1773.uitgekomen, wy, zo als bekend is, aanwyled den Heer J. D. van der Capellen tot den Pol te dan&'st hebben.- Ö a  tegeii het nut, welk zy ter verdediging van hunnen eigen grond uit die handen zouden kunnen trekken, wanneer zy hunne geregelde benden ter bedwinging van andere volkeren aanvoeren en doen wegfmelten, nimmer kan opwegen. In Amerika had men van ouds, op het voorbeeld van Groot-Britanje, eene zodanige landmilitie; en by de nieuwe Conftitutie is dezelve, behalven tot het fluiten van vyandelyke invallen, uitdruklyk beftemd tot het ter uitvoer brengen van de wetten der Unie en het dempen van oproeren. Uit hoofde van deze bedoelingen fprak het van zelfs, dat zy ter befchikking ftaan moest van de Vereenigde Staten, zo dikmaals als dezen het zouden noodig agten daarvan gebruik te maken, en ten einde dit gebruik van de meeste uitgeftrektheW te doen zyn, en tevens die militie voor 't overige aan de Regeringen van ieder ftaat onderworpen te doen blyven, ftelde men vast, dat het Congres magt zoude hebben, „ om „ te zorgen voor de inrigting, wapening en krygs„ tugt van de militie, en voor het bewind over zoda„ nig gedeelte van dezelve als van tyd tot tyd tot den „ dienst der Vereenigde Staten zal gebruikt worden, „ blyvende aan de byzondere Staten voorbehouden „ het aanftellen van de Officieren en het beftel over „ het oeffenen van de militie, volgens de krygstugt « door  c m ? „ door het Congres voorgefchreven." Het is niet noodig groote bedrevenheid in de krygskunde te bezitten , om te bevroeden , dat eenvormigheid in de inrigting en krygstugt der militie over alle de Staten met de gunstiglle uitwerkzelen moet verzeld gaan, wanneer het gebeurt dat zy ten diende des gemeenen lands wordt opgeroepen. Deze wenfchelyke eenvormigheid was ondertusfchen niet te verkrygen, indien men deze dingen ter bedelling van dertien of meer van elkander onafhanglyke magten overliet, en het was derhalven een punt van de hoogde nuttigheid die bedelling aan 't Congres op te dragen. Nog noodzaaklyker was het, aan dat zelfde ligchaamhet bewind te geven over dat gedeelte der militie, het welke tot de uitvoering van zyne eigen bevelen opgeroepen was. Dan hier by mogt het gezag der Vereenigde Staten ook afbreken. Gewoonlyk moest de militie van ieder Staat van de wetgevende magt van dien daat afhanglyk zyn, ten einde door dezelve ter bewaring van rust en veiligheid te kunnen gebruikt worden; en het zoude overtollig zyn aan te dringen, hoe wyslyk ten dezen opzigte de aandelling van de Officieren aan de byzondere Staten is voorbehouden. Wanneer men de agtde Afdeeling van den eerden Artikel der Nieuwe Conditutie naziet, zal men be0 3 vin-  C 214 ) Vinden, dat 'er nog verfcheiden punten van aan het Congres verleende magt overfchieten, welken in den loop van deze befpiegelingen onaangeroerd zyn gebleven: maar nademaal dezen doorgaans van dien aart zyn, dat by niemand ligtelyk eenige twyffeling nopens derzelver voegzaamheid zal geboren worden, zoude het nuttelooze tydfpilling zyn daar by ftaan te biyven. Eén onderwerp egter moeten wy van deze algemeene aanmerking uitzonderen, dat namelyk Van de belastingen en het opnemen van kapitalen: want fchoon wy vroeger CO zo door redenering als uit de ondervinding getoond hebben, hoe verkeerdelyk de inftellers der Artikelen van Confederatie de onderfcheiden Staten quoteswyze tot de lasten van het bondgenoodfehap hadden doen opbrengen,en het deshalven overtollig zoude zyn nu tebewyzen, dat de nieuwe Conftitutie, die aan het Congres de magt geeft om regtftreeks belastingen, niet van de Staten als ligchamen aangemerkt, maar van de ingezetenen zeiven, door de geheele Unie te vorderen, de voorkeur boven de oude verdient; fchieten 'er evenwel op dit ftuk nog ééne of twee bedenkingen over, die ons gewigtig genoeg toefchynen, om 'er den Lezer nog voor eenige oogenblikken by op te houden. (O I. D. bl. 120. *Q  C 215 ) In de eerfte plaats dan merken wy aan, dat de raagt van 't Congres tot het heffen van fchattingen en 't opnemen van penningen onbegrensd .is. Men heeft dezelve niet bepaald, gelyk fommige antifederajisten in der daad dreven dat behoorde te gefchieden, alleen tot de inkomende regten op dingen die de handel van'buiten invoerde; ook niet tot zekere fommen, zo dat het Congres onbevoegd zoude zyn meer te nemen, dan men geoordeeld had tot deszelfs jaarlykfche behoeften te moeten-beflemmen. Zy is onbegrensd, om dat de behoeften van het Congres ter vervulling van de aan hetzelve opgedragen pligten onbegrensd zyn; een fluk waar van wy boven genoeg gezegd hebben om nu daar by te kunnen heruiten (d). Eéne op dit onderwerp afaonderlyk pasfende gedagte zullen wy 'er maar byvoegen. Men Helle, dat aan 't Congres geene middelen toegeftaan waren, dan die juist toereiken konden, om de fchulden te betalen en de lopende onkosten in vredes■ tyd goed te maken. Wat zoude het gevolg zyn, zo dra 'er. oorlog ontftond ? Men zoude dan toevlugt moeten nemen tot petitiën aan de byzondere Staten. Maar de ondervinding heeft onder de oude Conftitutie Qd) Afd. XIV. bl. 179- O tr  C fli6 ) tic ten overvloede geleerd, dat het dwaasheid zyn zoude, de uitvoering van eenigerhande gewigtig ontwerp van de voldoening aan zulke petitiën te doen afhangen. Het land moet egter tegen het dreigend gevaar in veiligheid gefield worden, en 'er is geen middel, welk fpoedig genoeg werken kan, voorhanden, dan de gewone betalingen op te fchorten. Dit redt voor een oogenblik, doch ook niet langer. Men is genoodzaakt geld op te nemen : maar door het opfchorten van de gewone betalingen zyn onder anderen ook de renten der vorige fchulden onbetaald gebleven, en is dus de bron van het krediet, waar door men op redelyke voorwaarden geld zoude hebben kunnen bekomen, geflopt. Geene beter uitwerking zoude het hebben, indien men het Congres tot zekere foort van middelen bepaald had, ook zonder opzigt te nemen op de hoeveelheid van het gene dezelven konden opbrengen; want, om thans geene andere nadeelen, daar aan verknogt, op te noemen,het welke ons dieper dan met ons beflek flrookt in bedenkingen van huishoudelyke flaatkunde zoude inwikkelen, kan men met de geringfte oplettendheid bezeffen, dat het Congres dus te zeer in de noodzaaklykheid kon gebragt worden, om de middelen onder haar bereik boven mate te vefhoogen. Eene  C 217 ) Eene tweede aanmerking beftaat daar in , dat de magt tot heffing van fchattingen, aan het Congres gegeven, alleen uitfluitende is ten aanzien van inkomende en uitgaande regten (e); en dat, met betrekking tot alle andere foorten van belasting , het regt der wetgevende magt van de Unie met dat der wetgevende Vergaderingen in de byzondere Staten volkomen gelyk ftaat, zo dat ieder voorwerp van belasting onderhevig is om tevens ten behoeve van de Unie, en van den Staat waarin het zig bevindt, onder fchatting gebragt te worden. By Nederlanders , die zo wel aan provinciale en ftedelyke imposten op de zelfde waren gewoon zyn,zal dit veelligt weinig opmerking te wege brengen: doch des onaangezien fchynt het ons toe niet ontkend te kunnen worden , dat hier uit by wylen eenige zwarigheden ontftaan moeten; hoewel die zeker niet groot genoeg kunnen zyn, om eenigzins tegen de volftrekte noodzaaklykheid van deze inrigting op te wegen. De eigenlyke trap dier zwarigheden moet te veel van plaatslyke omftandigheden afhangen, dan dat het of voor ons doenlyk, of voor den Lezer (e) Zie de bepalingen op dit ftuk in de Conftitutie Art.' L Afd. 10. I. Deel, bl. 239. 05  C ai8 ) zer aangenaam zoude kunnen zyn, dit ftuk dieper te onderzoeken. Eéne algemeene bedenking egter is 'er voorhanden, zeer gefchikt om te doen befluiten dat die zwarigheden ligtelyk zullen te vermyden zyn, deze namelyk , dat, by vergelyking, de behoeften der Unie zo groot en die der byzondere Staten zo gering zyn, dat dezen te weinig belastingen hebben op te leggen om de werkingen van het Congres veel te kunnen belemmeren. In eiken Staat moeten de onkosten van de regering gedragen worden, en wanneer men daar eene kleinigheid, die ter aanmoediging van landbouw of handwerk aangewend wordt, byvoegt, zal men ten naasten by alles opgenoemd hebben wat daar doorgaans kan noodig zyn. De Regering des bondgenootfchaps heeft alle zodanige kosten insgelyks op den hals, en moet daar boven zorg dragen voor de betaling van de fchulden geduurende den omwentelings- oorlog gemaakt, of de renten van dezelven, welken, zedert dat de Vereenig. de Staten alle de fchulden der byzondere Staten mede ten hunnen laste genomen hebben, aanzienlyke fommen bedragen. Behalven dit komen nog ten laste der Unie de gewone ftaat van oorlog in vredestyd, welke zonder twyffel met de vermogens des lands zal aangroeien, en alle de buitengewone on-  ( &T9 ) onkosten, welken aanftaande oorlogen zullen veroorzaken. Men bezeft gemaklyk, dat, fchoon het al doenlyk zyn mogt eenen tamelyk juisten aanflag te maken nor pens defommen die jaar'door jaar tot het beftier van de byzondere Staten vereischt worden , 'er nogtans geene mogelykheid is om eenige rekening te vormen wegens de behoeften van de Unie, dewyl dezen, van niet te voorziene omftandigheden afhangende, uit haren aart onbepaald zyn; en gevolglyk, dat 'er geen maatftaf te vinden is, met welken men de evenredigheid tusfehen de nationale belastingen en die van eiken ftaat zoude kunnen bepalen. Indien men egter, onaangezien deze aanmerking, iets begeert,welk eenigzins naar eenen aanflag gelykt, en misfehien dienen kan om aan de gedagten over dit ftuk eenig fteunzei te geven, vestige men het oog op Groot-Britanje. In dit ryk worden veertien vyftiende gedeelten van alle de lands inkomften verzwolgen in de betaling der renten van de fchulden door de vorige oorlogen veroorzaakt, en der onkosten die tot onderhoud van de krygsmagt zo ter zee als te lande gevorderd worden. Alle de overige kosten, die de Regering te betalen heeft, worden met het overfchietende ééne vyftiende deel goedgemaakt; en dit niet tegenftaande alle de  C 22Q ) de kostbaarheid van het klatergoud, waarmede de zogenaamde luister van een koninglyk hof moet worden opgehouden, de buitenfpoorige voordeden die aan een groot aantal van ftaatsbedieningen vast zyn, en de ontallyke menigte van kleine ampten, welken het Ministerie noodig heeft om de Parlements - leden te doen van zyne hand vliegen. Tegen eene toepasfmg van deze evenredigheid op Amerika kan wel, niet zonder grond, ingebragt worden, dat de ydele eerzugt en de geest van verovering, welken onder een monarchaal bewind zulke zware kosten plegen te veroorzaken, niet waarfchynlyk in die mate on- ' der eene republikeinfche regering zullen plaats vinden : doch aan den anderen kant moet men ook in de fchaal leggen, dat de fpaarzame wyze, op welke de amptenaren in Amerika bezoldigd worden , in geenerhande vergelyking is te brengen met de verkwisting, die in het huislyk beftier van GrootBritanje plaats heeft. Men ftelle het eene tegen het andere ; en dan komt het ons niet voor, dat de penningen, welken tot het beftier van alle de byzondere Staten vereischt worden,meer dan een vyftiende deel van alles wat de ingezetenen van Amerika zullen moeten opbrengen, kunnen bedragen. Eene matige belasting op een enkel voorwerp zal toereikende zyn om dit te verfchaffen. jjier.  C iai ) Hiermede nu zouden wy dit gedeelte van onzen ar-> beid> de befchouwing van de magt, welke aan de algemeene Regering der Unie, als één ligchaam aangemerkt , is opgedragen, kunnen befluiten, en overgaan om de byzondere inrigting van het Congres te overwegen, en te zien hoe die magt tusfchen de onderfcheiden takken, die hetzelve zarnenftellen is verdeeld : doch het bygebragte nalezende, bemerken wy ons ééne verordening, tot het gezag van 't Congres behoorende, te hebben laten ontflippen, welke, fchoon niet van het hoogfte, nogthans van genoegzaam gewigt is, om'er den Lezer nog voor een oogenblik by te doen ftilftaan. De Conftitutie, namelyk, geeft aan het Congres de magt „ om in alle gevallen, „ hoe genaamd, by uitfluiting wetgevende magt te „ oeffenen over zodanige ftreek gronds (niet tebo„ vengaande tien vierkante mylen) als, door afftand „ van de byzondere Staten en aanneming van het „ Congres, de zetel zal worden van de Regering der „ Vereenigde Staten; en om het zelfde gezag te oeife„ nen over alle plaatzen, met toeftemming der wet„ gevende magt van den Staat in welken dezelven „ zullen gelegen zyn , aangekogt tot opregting van „ fterkten , magazynen, tuighuizen, fcheepstimmer„ werven, en andere noodige gebouwen." De  ( Ü22. ) I>e nuttigheid en rcdelykheid van het laatfte gedeelte dezer inftelling is te-baarblykelyk, om eenig betoog te vorderen. De hier opgenoemde plaatzen worden op kosten van het geheele bondgenootfchap aangelegd; en derhalven zoude het onbillyk gehandeld zyn, indien zig een enkele Staat'daar over het bewind wilde aanmatigen. De veiligheid van het geheele bondgenootfchap moet op dezelven berusten ; en derhalven zoude het niet met de voorzigtigheid ftrooken, de zorg daar vöor op een enkel lid te laten aankomen. De nuttigheid van het eerfte gedeelte fchynt ons minder in 't oog lopende, vooral by Nederlanders, die zo langen tyd aan eene andere orde van zaken zyn gewend geweest, zonder daar uit merkelyke zwarigheden te zien ontftaan. Evenwel blykt het, dat de inftellers der Amerikaanfche Conftitutie dit punt als onontbeerlyk befchouivden. Het zelfde deed een der voor» naamfte verdedigers van die Conftitutie voor dat dezelve nog was aangenomen ; en wy verkiezen hier ftiptelyk niets anders te doen, dan dezen, ten befluite van deze Afdeeling, voor zig zelven te laten fpreken. De ónvermydelyke noodwendigheid (zegt. deze Schryver) van aan de nationale Regering het vol- kö-  < 223 > komen bewind over de plaats, waar zy haren zetel heeft, over te laten, is eene zaak die naauwlyks hcwys behoeft. Zulk een gezag oefFent ieder wetgevend ligchaam in onze Unie, ik zoude mogen zeggen in de geheele wereld, uit kragte van deszelfs algemeene oppermagt. Zonder hetzelve zoude een zodanig ligchaam niet alleen gevaar lopen van ftraffeloos beledigd en in zyne verrigtingen belemmerd te worden; maar de afhanglykheid van deszelfs leden, van den Staat binnen welken hetzelve gevestigd was, zoude de nationale vergaderingen in verdenking brengen van onder eenen invloed te liggen , welke eene vlak op de Regering zoude werpen, en tevens ongenoegen baren by de andere leden die het bondgenootfchap uitmaken. Deze bedenking heeft te meer klem, nademaal het verblyf van 't Congres op eene bepaalde plaats niet misfen kan deze in luister te doen toenemen, en aanleiding tot zo vele nieuwe ftigtingen te geven, dat het land in 't algemeen daar in te veel aanbelang moet ftellen, om dit alles in handen te laten van eenen enkelen Staat; terwyl deze zelfde omHandigheden van tyd tot tyd zo vele beletzelen aaneene verplaatzing van den zetel der Regering konden in den weg leggen, dat derzelver noodzaaklyke onafhanglykheid daar door nog flerker zoude worden in- ge-  C 224 ) gekort. De uitgebreidheid van de ftreek gronds, in welken dit regtsgebied van het Congres zal plaats hebben, is genoeg beperkt, om allen naaryver van eene tegengeftelde natuur af te fnyden: en nadien dezelve tot dit gebruik zal beftemd worden met toeftemming van den Staat waar in zy gelegen is; nadien die Staat, by het aangaan van de overeenkomst hier toe vereischt, wel zorg zal dragen voor de regten van zyne ingezetenen, en om derzelver toeftemming daar op in te winnen; nadien deze ingezetenen in hun eigen belang genoegzame beweegredenen zullen vinden om die toeftemming met bereidwilligheid te geven; nadien zy mede hunne ftem zullen gehad hebben in de verkiezing van de Regering aan wier gezag zy zig onderwerpen; nadien men hun , buiten twyffel, zal vergunnen zeiven eene municipale Regering, tot plaatslyke oogmerken, te verkiezen; en nadien de bevoegdheid der wetgevende magt van den Staat en der ingezetenen van deszelfs afgeftane gedeelte tot het doen van den afftand zal berusten op de daad des ganfchen volks in de aanneming van de Conftitutie gepleegd ; kunnen wy niet anders zien of alle bedenkelyke tegenwerpingen moeten daar mede verdwynen. XVI.  C 225 ) XVL DE STELREGEL, DAT DE WETGEVENDE, UITVOERENDE EN REGTERLYKE MAG. - TEN VAN ELKANDER GES GHE IDE N EN AAN VERSCHILLENDE HANDEN BEHOOREN TOEBETROUWD TEWORDEN, IN HET WARE LICHT GEPLAATST.'— DE MIDDELEN, OM IEDER DIER DRIE MAGTEN B IN N E N HARE PALEN TE HOUDEN,EN DAAR IN TE HANDHAVEN3OVERWOGEN. T ot hier toe hebben wy ons bezig gehouden met de Regering der Amerikaanfche Unie in 't algemeen te overwegen. Wy hebben gezien, welk gezag aan •dezelve , als een enkeld ligchaam befchouwd, was toegekend, en welke uitwerkzelen daar van, ter bereiking van de oogmerken waar toe zy was inge.fteld , de verzekering namelyk van 's Lands veiligheid van buiten, en de bewaring van de inwendige P rusti  C 0.16 ) rust, zonder krenking van de vryheid der ingezetenen, vervvagt mogen worden. De taak, welke wy vervolgens zullen op ons te nemen hebben, beftaat in het onderzoeken van de byzondere inrigting dezer Regering, en van de manier, waar op men goedgevonden heeft dat gezag te fplitzen, en aan ieder der onderfcheiden deelen, uit welken dezelve is zamengefteld, het zyne toe te wyzen. Dan eer wy daar toe overgaan, zal het niet onvoeglyk zyn eenige algemeene aanmerkingen nopens den aart en de uitwerkzelen van zulk eene fplitzing vooraf te zenden. Geene ftaafkundige ftelregel is van grooter gewigt, en geene is ook meer algemeen aangenomen , dan deze: dat de wetgevende, de uitvoerende en de regterlyke magten van elkander gefcheiden en in verfchillende handen behooren geplaatst te worden. De Heer de Montesquieu, indien hy al niet voor de uitvinder van deze onwaardeerbare les in de wetenfchap der ftaatsregeling te houden zy, heeft althans zeker die 'verdienfte, dat hy de eerfte geweest is, welke dezelve derwyze heeft voorgedragen, dat de aandagt der menfehen zig daar by meer dan ooit te voren heeft bepaald: en nadien de redenen, daar voor door -hem bygebragt, klaarheid en beknoptheid in de hoog:'fte mate vereenigen, denken wy niet beter te kun* jiea  C ^7 ) ïien doen, dan dezelven met zyne eigen woorden hier op te geven. „ Wanneer (zegt hy) de wetgevende en de uitvoe* „ rende magten by den zelfden perfoon of by eene „ zelfde vergadering berusten, is 'er geene vryheid; „ om dat men te vreezen heeft, dat de zelfde Monarch „ of de zelfde Raad onderdrukkende wetten zal ma„ ken, om dezelven op eene onderdrukkende manier „ uit té voeren. „ Ook is 'er geene vryheid, indien de magt die „ vonnist niet en van de wetgevende en van de uit„ voerende zy afgefcheiden. Ware zy met de wet„ gevende gepaard, zo zoude zy een eigendunkelyk „ gezag hebben over het leven en de vryheid der ingezetenen ; want de regter zoude de maker der „ wetten zyn. Ware zy verbonden met de uitvoe„ rende dan verkreeg de regter al het noodige vermo„ gen om te onderdrukken Qd)." Dan om de egte meening van den Heer de Montes•quieu wel te bevatten, is het dienftig aan te merken, dat de Britfche Conftitutie voor hem het zelfde was, \ geen Homerus fteeds geweest is voor allen die dé regels van het heldendigt getragt hebben op te fpoo- re^ (/) Efprit des Loix Liv. XI. Chap. 6. P fl  C 2*8 ) ren. Gelyk deze laatften het werk van den onfterflyken Griek befchouwd hebben als een volmaakt voorbeeld, waar uit de gronden en regelen van het heldendigt moesten afgeleid, en waar naar alle werken van den zelfden aart moesten beoordeeld worden : zo blykt het dat die groote ftaatkundige konstregter de Conftitutie van Groot-Britanje als den maatftaf, of, om zyne eigen uitdrukking te bezigen, als den fpiegel der politieke vryheid heeft willen ten toon ftellen, en dat hy de grondbeginzelen , welken dat regeringsftelzel in 't byzonder kenmerken , in de gedaante van afgetrokken waarheden heeft voorgedragen. Wanneer wy nu de gemelde Conftitutie maar oppervlakkig nagaan, zal men aanftonds bezeffen, dat de drie opgenoemde departementen van magt by dezelve geenzins geheel en al van elkander zyn afgefcheiden. De Koning , die de geheele uitvoerende magt in handen heeft, maakt tevens eenen der drie takken uit van het wetgevende gezag. Hy alleen bezit het voorregt van verbonden te fluiten met vreemde Mogendheden, welken, onder zekere bepalingen, de zelfde kragt hebben met de wetten van het Parlement. Alle de leden van het regterlyke departement Worden door hem aangefteld, kunnen op voordragt van  C "9 ) van de twee huizen des Parlements door hem afgezet worden, en zyn volgens de Conftitutie verpligt hem, zo dikwerf als hy goedvindt hen daar toe op te roepen, met hunnen raad voor te lichten. Ook 3s een der takken van de wetgevende magt, het Huis der Lords, de voorname conftitutionele raad van het uitvoerende opperhoofd; terwyl het, in eene andere betrekking, alleen de regterlyke magt oeftent in aktien van belet, en in alle andere aktien het hoogfte hof van appel uitmaakt. En wat de regters aangaat, dezelven zyn in zo verre met het wetgevende departement verbonden, dat zy niet zelden aan deszelfs raadpleegingen deel hebben, hoewel hun eene eigenlyke wetgevende ftem wordt ontzegd. Uit deze daadzaken, welken den Heer de Montesquieu ten rigtfnoer van zyne redenering ftrekten, is duidelyk te befluiten, dat hy niet voor had in te fcherpen, dat deze drie departementen volftrekt geene gemeenfchap met elkanders verrigtingen behoorden te hebben, of dat dezelven niet onderling tot tegenwigten zouden mogen dienen om elkanders verrigtingen in fommige gevallen te bepalen. Zyne ware meening kan geene andere geweest zyn dan deze, dat daar de grondbeginzelen eener vrye Conftitutie uit het oog verloren zyn, waar ie geheele magt, p 2 wel-  C A30 ) welke tot één dezer departementen behoort, in han-i den van die genen berust, welken ook de gèheek magt van een ander departement oeffenen. Gansch anders zoude de zaak ten opzigte van Groot-Britanje , waar van hy zyn voorbeeld ontleend , geftaan hebben, indien de Koning, welke by uitfluiting de uitvoerende magt bezit, alleen de wetgever ware, of te gelyk met die magt ook de regterlyke alleen in handen had. Welke gebreken de Conftitutie van dat ryk ook hebben moge, dit is 'er trouwens niet onder te tellen. De Koning kan wei; door het weigeren van zyne toeftemming, beletten dat eene wet tot ftand kome, maar hy kan zelve geene wetten maken; ook kan hy wel de regters aanftellen, maar in eigen perfoon den regterftoel niet bekleden. De regters, fchoon zy als uitfpruitzels van den uitvoerenden ftam mogen aangezien worden, hebben egter geenerhande deel aan het uitvoerende gezag, en zy zyn even zeer van het wetgevende verwydeVd, hoewel ieder tak van hetzelve hen als raadslieden kan gebruiken. De wetgevende magt, ij haar geheel ge. nomen, kan geene daad van regtërlyk gezag piee." gen, fchoon twee van hare takken te zamen de reters van hunne bedieningen ontzetten kunnen en fchoon een van die takken het hoogfte rcgter]yk v 1 ge-  ( =3* 5 gezag in handen heeft. Insgelyks kan de geheele wetgevende magt geen gedeelte van de uitvoerende verrigten, hoewel een van hare takken, de Koning namelyk, de uitvoerende magt zelve is, en een tweede, het Hoogerhuis, op aanklagt van de derde, alle de bedienden van het uitvoerende departement kan vonïiisfen en veroordeelen. Wanneer wy nu de Conftitutie der byzondere Staten van Noord-Amerika met opzigt tot dit onderwerp nagaan, zullen wy wel bevinden, dat by allen, die hier in aanmerking kunnen komen (O» zorg §edra" gen was, ten einde geene twee van de opgenoemde magten geheel aan den zelfden perfoon of aan het zelfde kollegie te betrouwen; doch ook tevens, dat by (O Die van Rhode-Eiland en Connefticttt kunnen hier «iet in aanmerking komen, om dat zy niet alleen voor de omwenteling gemaakt zyn, maar ook voor dat de ftelregel, dien wy hier onderzoekeu, een voorwerp van {taalkundige befpiegeling geworden was. Toen namelyk de overige Staten by de omwenteling, op aanbeveling van 't Congres, voor zig geheel nieuwe Conftituties invoerden , vonden deze twee goed de inrigtingen by de oude Koninglyke Chartres beraamd, met zodanige kleine veranderingen alleen als de nieuwe ftaat van zaken van zelfs medebragt, te behouden. P 4  ( 232 ) by ieder derzelven, hoewel op. zeer verfchillende manieren , die drie magten tusfchen de onderfcheiden departementen van de Regering, even als in Enge. land, op eene gemengde wyze zyn verdeeld; en dit niet tegenftaande in velen dier Conftituties,met name in die van Masfachufetts, Maryland, Virginie, NoordCarolina en Georgië, hier in meer daar in minder bepaalde woorden, uitdruklyk gezegd wordt, dat de wetgevende , uitvoerende en regterlyke magten ten allen tyde afgefcheiden behooren te blyven. Men denke niet dat wy, met deze voorbeelden aan te halen, in den zin hebben, de byzondere inrigtingen der Amerikaanfche Staten , met betrekking tot deze mengeling, aan te pryzen of te verdedigen. De doorzigtigfte perfonen daar te lande zyn van oordeel, dat dezelven doorgaans te verre van den voorgeftelden regel zyn afgeweken. Die voorbeelden bewyzen egter, dat allen, die zig met het vormen van de Staatsconftitutien bezig hielden, by zig zeiven de bewustheid gehad hebben, dat deze regel in eenen volkomen letterlyken zin niet kon of moest agtervolgd worden : en het verdient inzonderheid onze opmerking , dat de opftellers der Conftitutie van NieuwHampfhire, welke laatst van allen gemaakt is, van die waarheid zo wel overtuigd waren, dat zy oor. deel.  C 233 ) deelden de te onbepaalde bewoording, waar in. die regel door fommigen hunner voorgangers vervat was, te moeten vermyden, en blootelyk by de algemeene verklaring te berusten; „ dat de wetgevende, uit„ voerende en regterlyke magten zo zeer afgefchei-, „ den en van elkander onafhanglyk gehouden behoo„ ren te worden, als de natuur van eenen vryen re„ geringsvorm het wil toelaten, of als beftaanbaar is „ met die keten van zamenhang, welke het ganfche „ ftelzel der Conftitutie in eenen niet los te maken „ band van eenheid en onderlinge overeenftcmming „ zamenbindt." Deze woorden nu leiden ons als van zelfs tot het tweede punt, welk wy voorgenomen hadden hier te betoogen: namelyk, dat de meergemelde drie departementen van magt in zo verre met elkander behooren verbonden en vermengd te worden, dat elk derzelven dienen kunne om de anderen op eene conftitutionele wyze in toom te houden; en dat men, dit nalatende^ bevinden zal, dat de in der daad vereischte, en voor eenen vryen regeringsvorm onontbeerlyke, mate van affcheiding tusfchen dezelven, in de praktyk en op den duur, onmogelyk naar behooren kan in ftand gehouden worden. Men is het in 't algemeen daar op eens, dat het geP 5 za2  C 234 } Zag, welk eigenlyk tot een der departementen behoort,, niet regtftreeks en volkomen door een der beide anderen moet worden geocffend. Even baarblykelyk is het, dat geen van allen regtftreeks of van ter zyde zo veel invloed op de anderen moet hebben, dat dezelven daar door in de beoeffening van het gezag, aan ieder hunner toebetrouwd, kunnen belemmerd worden. Ook zal niemand ontkennen, dat de natuur van alle magt medebrengt, dat zy zig zelve poogt uit te breiden, en dat het noodig is aan dezelve palen te ftellen, welken fterk genoeg zyn om haar te beletten den kring, die voor haar afgeperkt is, te overfchryden. Uit dit alles te zamen volgt dan, dat men, na in theorie de verfchillende foorten van magt naar derzeiver eigen aart onderfcheiden te hebben, nog eene veel moeilyker taak heeft af te doen; de taak name. lyk van zodanige inrigtingen te beramen, welken met der daad en in de praktyk genoegzaam zullen bevonden worden om ieder der drie departementen zodanig te befchermen , dat de anderen geene inbreuk kunnen maken op 't gezag, welk aan hetzelve is toebetrouwd. Indien iemand zig verbeelden mogt, dat het vol doende ware de grenzen des gezags van ieder departement ten naauwkeurigften by de Conftitutie te be- pa.  C 235 ) palen, en dat zulke papieren bolwerken genoegzaam zyn, om de onophoudelyke poogingen ter uitbreiding van magt, welken doorgaans aan alle perfonen en vergaderingen, die zig met magt bekleed vinden , eigen zyn, tegen te werken, zoude hy zig zeer bedriegen. De opftellers der meeste byzondere Staatsconftitutien van Amerika hebben zig daar in bedrogen : en de ondervinding heeft ons geleerd, dat 'er iets meer gevorderd wordt, om de zwakker leden van de Regering tegen de magtiger te befchermen. Hoe groot ook derzelver verdienften in andere opzigten moeten erkend worden te zyn, gebiedt nogthans de eerbied voor de waarheid aan te merken; dut zy, fteeds het oog op Engeland vestigende, te zeer met het denkbeeld van 't gevaar, welk de vryheid van den kant der uitvoerende magt kan te dugten hebben , zyn bezield geweest; zonder tevens te overwe* gen, dat de wetgevende Vergaderingen, als uit haren eigen aart de magtigften zynde, juist om die reden ook de beste gelegenheden hebben om haar gezag uit te breiden, en dat, wanneer dezen alle de magt van de andere departementen verzwelgen, het gevaar van overheerfching niet minder groot is, dan dat, welk ooit van eene uitvoerende magt kan worden gedugt. Onder eenen regeringsvorm, by welken vele en zeer  C 236 ) Zeer uitgeftrekte voorregten in de handen van eenen erflyken Vorst gefield zyn, mag men met regt de uitvoerende magt als de bron van 't gevaar befehouwen' en met al den nayver, die de vryheidsmin behoort in te boezemen, daar tegen waken. In eene zuivere volksregering, waar de menigte in perfoon de wetge. vende magt oeffent,en door hare ongefchiktheid voor regelmatige raadpleegingen en wel beftoken maatregelen geduurig aan de kuiperyen en heerschzugtige be doehngen harer uitvoerende magiftraten is blootgefteld, kan men ook niet zonder reden bevreesd zyn, dat de dwinglandy by eene gunstige gelegenheid uit den zelfden hoek zal te voorfchyn komen. Maar in een gemeenebest, welk by wyze van vertegenwoordiging beftierd wordt, waarde uitvoerende magt, zo ten aanzien van de uitgeftrektheid als van de duurzaamheid van haar gezag, zorgvuldig bepaald is waar de wetgevende magt geoeffend wordt door eene' vergadering, welke, uit perfonen beftaande die men onderftellen mag grooten invloed by het volk te hebben, haar eigen vermogen ten fterkften moet gevoelen en daar op betrouwen, eene vergadering welke talryk genoeg is om door alle de hartstogten, die eene menigte bezielen kunnen , bewogen te worden , en nogthans niet te talryk om in ftaat te zyn de voor-  C 237 ) voorwerpen dier hartstogten door welberedeneerde middelen te bejagen; in zulk een gemeenebest moet het volk al zyne oplettendheid op dit wetgevende departement vestigen , en alle mogelyke voorzorgen tegen deszelfs ondernemende ftaatkunde in 't werk ftellen. Daar zyn nog andere omftandigheden, welken medewerken om, in regeringsvormen als die der Amerikaanfche Staten , aan het wetgevende departement boven de anderen een overwigt te geven. Nadien deszelfs wettig gezag uit zynen aart en meer uitgeftrekt en minder voor eene naauwkeurige'bepaling vatbaar is, kan het de inbreuken, die het op de andere departementen maakt, gemaklyker door middel van ingewikkelde en zydelingfche maatregelen vermommen. Immers is het geen zo" zeldzaam geval in eene wetgevende vergadering de vraag te zien ontdaan, en wel eene vraag die het niet altyd gemaklyk valt te beflegten, of de werking van deze of geene byzondere maatregel, zig al of niet buiten den kring van derzelver gezag zoude uitftrekken. Dewyl daar en tegen de uitvoerende magt naauwer beperkt en van natuur eenvouwdiger is , en de grenzen der regterlyke nog duidelyker befchreven zyn, in dier voege dat daaromtrent nog veel minder eenige onzekerheid  C 233 ) 1ieid kan plaats hebben, zo moet het volgen dat alle ondernemingen, welken eene van dezen ter vermeerdering van haar gezag zouden mogen wagen, aanftonds zig zei ven zullen verraden en doen mislukken. Men voege 'er nog by , dat het wetgevende departement alleen toegang heeft tot de beurzen des volks , en onder fommige Conftitutien de volkomen beftelling, onder allen eenen vermogenden invloed heeft over de wedden en voordeelen van hun die de andere departementen vervullen; waaruit ten aanzien van deze laatften eene af hanglykheid geboren wordt, welke niet feilen kan de inkruipzelen, door het eerstgemelde ondernomen, gemaklyker te doen gelukken. De hier aangevoerde redenen fchynen voldoende te zyn ten betoge, dat 'er, om te beletten dat niet al het gezag der regering trapswyze in de zelfde handen valle, en dezelve tot dwinglandy, die zo wel by eene groote vergadering als by eenen enkelen perfoon kan huisvesten , ovejfla, iets meer noodig is, dan met bloote woorden de palen der onderfcheiden departementen op 't papier aan te wyzen. Maar wy beriepen ons flus op de ondervinding, welke men hier omtrent in Amerika gehad had: en de Lezer zal veelligt verwagten, dat wy dit beroep met voorbeelden zullen fta-  C a39 ') ftaven. Onderwyl ontbreken ons hier toe de ver* eischte middelen; en nadien ook zulke voorbeelden niet naar behooren kunnen voorgefteld worden, zonder dieper in den aart der byzondere Staatsconftitutien te treden dan met ons bedek zoude droken, zal men zig met een enkeld, uit den Staat van Virginie ontleend, dienen te vergenoegen, na dat wy in 't algemeen aangemerkt hebben, dat zy, die zig in de gelegenheid bevonden hebben om deze zaak van naby waar te nemen, ons verzekeren, dat 'er geene enkele ftaat in de Unie is, welker handelingen niet verfcheiden voorbeelden van inkruipzelen, door een der drie departementen, vooral door het wetgevende, tegen het gezag der anderen gemaakt, zouden kunnen aan de hand geven. In Virginie is de uitvoerende magt toebetrouwd «aan eenen Gouverneur, welke jaarlyks verkoren, en •in zyn beftier door eenen Raad, uit agt perfonen zamengefteld, wordt bygeftaan. De regterlyk magt is verdeeld onder verfcheiden geregtshoven. De wetgevende magt wordt geoefend door twee Huizen , welken te zamen genomen den naam draagen van De ■algemeene Vergadering van Virginie. Een van deze beiden wordt geheten het Huis der Gedelegeerden, en Jbeftaat uit twee leden uit ieder graaffchap, die jaarlyks  C 240 ) Iyks verkoren worden door de burgers welken een 'zeker aandeel vast goed in eigendom bezitten. Het andere, de Senaat genoemd, heeft 24 Leden, welken om de vier jaren door de zelfde kiezers, tot dit einde in éven zo vele Diftrikten verdeeld, worden aangefteld. Om eene wet tot ftand te brengen, is de toeftemming noodig van beide Huizèn, en dezen hebben, behalven het regt van Senatoren tot het Congres te benoemen, ook dat van den Gouverneur, den Raad, de Leden van de opperfte geregtshoven, den Treforier en andere hooge amptenaren aan te ftellen. Zie daar den omtrek van eene Conftitutie, wier gebrekkigheid men , doordien deze Staat de eerfte was welke by de omwenteling zynen regeringsvorm veranderde, wel kan verontfchuldigen , doch in geenen deele behoort te ontveinzen. De Conventie, welke deze Conftitutie beraamde, begreep ten vollen de noodzaaklykheid van de driederlei magt in onderfcheiden handen te brengen; zo zelfs dat het eerfte artikel van haar opftel de verklaring behelsde, dat de wetgevende, uitvoerende en regterlyke departementen zodanig uit malkander behoorden gehouden te worden, dat niemand ten zelfden tyde het gezag, aan meer dan één derzelven verknogt, zouden kunnen oeftenen; maar het was ver-  C 241 ) verre van daar dat het gebouw, welk door haar werd opgeregt, aan dezen grondflag zoude hebben beant* woord. „ Zy verzuimde (zegt een voornaam Schry. „ ver) zulke palen tusfehen die departementen teftel„ len, welken toereikende waren om te verhinderen „ dat het eene zyn gezag niet ten koste van het an« „ dere konde uitbreiden. De leden van de regter„ lyke en uitvoerende magten maakte men af hanglyk „ van de wetgevende, niet alleen met betrekking tot „ de wedden aan derzelver bediening verknogt, maar „ ook ten aanzien van hun beftaan zelf in de hoeda„ nïgheid van amptenaren. ■ Dit moet ten gevolge „ hebben, dat wanneer de wetgevende magt zig een „ regterlyk of uitvoerend gezag aanmatigt, 'er geene „ waarfchynlykheid is dat iemand zig daar tegen zal „ verzetten. Ook zoude zulk eene tegenkanting van „ geene vrugt kunnen zyn, dewyl 'er niemand is die „ beletten kan, dat de Algemeene Vergadering hare „ befluiten in den vorm van Akten, of ivetten, uit«» geve, en dezelven daar door verbindend make voor „ de andere departementen. En het gevolg is ook „ dadelyk geweest, dat die Vergadering in menig„ vuldige gevallen uitfpraak gedaan heeft over za„ ken, die voor de gewone regtbanken hadden be» „ hooren bepleit te worden: als mede, dat zy, geQ duu-  ( 242 ) j, duurende hare zittingen, de verrigtingen van de uitvoerende magt dermate heeft aan zig getrokken, „ dat hetzelve tegenwoordig reeds als eene zaak die „ van zelfs fpreekt fchynt aangemerkt te worden (ƒ)." Wy zouden hier een tweede voorbeeld, welk de Staat van Pennfylvanie aanbiedt, laten volgen, indien niet de kundige en doorzigtige Schryver, wiens woorden wy hier overnamen, een hulpmiddel tegen de kwaal, die thans ons onderwerp uitmaakt, had voorgeflagen , het welke zeer verdient nader overwogen te worden, en ons aanleiding zal geven, om het gebeurde in den genoemden Staat, ter opheldering van onze redenering, vervolgens by te brengen. De voorflag door den Heer Jefferfon den Virginianen aangeprezen beftaat daar in, dat men zoude vastftellen: „ dat ten allen tyde, wanneer twee der drie „ takken van de Regering, ieder met de ftemmen van „ twee derde deeleh van deszelfs geheele getal, zou„ den overeenfliemmen in het begrip, dat het noodig n wa- (ƒ) De hier bedoelde Schryver is de Heer Thomas Jefferfon, die, het ampt van Gouverneur van dezen Staat bekleed hebbende, wel gelegenheid had om de uitwerkzelen van deszelfs regeringsvorm waar te nemen. Zie zynen Notss o,n th& State of Firginia, Query XIII.  C M3 ) ware eene Conventie te beroepen, ten einde de „ Conftitutie te veranderen , of inbreuken daar op „ gemaakt te herftellen , als dan op derzelver aan„ fchryving terftond zulk eene Conventie door de „ ftemgeregtigheden zal worden verkoren (g)" Nademaal het volk als de eenige wettige bron van alle gezag behoort aangemerkt" te worden, fchynt niets volkomener met den aart eener republiek te ltrooken, dan dat men tot dat zelfde volk toevlugt neme, niet alleen wanneer het noodzaaklyk is, de magt, aan de regering verleend, te vergrooten, te verminderen, of op eene andere wyze te verdeelen, maar ook zo dikwerf als een der departementen de regten van de anderen onderneemt te fchenden. De drie departementen hebben den zelfden van elkander onafhanglyken oorfprong. Geen van allen kan boven de anderen aanfpraak maken op een regt om, in gevallen van gefchil of twyfteling, door eene uitlegging van Qj) Deze voorflag maakt een gedeelte uit van een ontwerp eener nieuwe Conftitutie voor den Staat van Virginie, het welke de Heer JefFerfon in den jare 1783 had opgefteld, wanneer men'meende dat 'er een Conventie ter verandering van de Conftitutie zoude plaats hebben, dat egter niet gebeurde. Zie Notes on Virginia, Apfend. Ne.il. p.376. Q *  van de woorden der Conftitutie de juiste grenzen van ieders gezag nader te bepalen: en dus fchiet 'er geen ander middel óver om de onderkruipingen van de meest vermogende departementen voor te komen, en het ongelyk door de zwakker geleden te herftellen, dan de beflisfing aan de natie over te geven, welke, het berigtfchrift zelve aan hare Regenten verleend hebbende, alleen kan bevoegd zyn om deszelfs waren zin te verklaren, en haren wil in de nakoming daar van te doen gelden. Zulk eene redenering is zeker boven alle tegen» fpraak, en bewyst ten vollen, dat by eene wel inge. rigte Conftitutie een weg behoort afgehaakt te zyn, langs welken men, in buitengewone en gewigtige voorvallen, de beflisfing van het volk kan verkrygen: doch met al dat blyven 'er onoplosbare tegenwerpingen over tegen een voorftel om op dit middel alleen zyn vertrouwen te vestigen, en in alle gevallen tot het zelve toevlugt te nemen. Voor eerst kan men zeggen, dat de voorflag van den Heer Jefferfon geen hulpmiddel aan de hand geeft in 't geval wanneer twee departementen zig ten nadeele van het derde vereenigd hebben. Indien het aan de wetgevende magt, die noodwendig eenengrooien invloed op de twee anderen moet hebben, gelukte»  C H5 ) te, eene van die beiden, of maar ruim een derde gedeelte van de Leden die dezelve uitmaken, in bare belangen te brengen , bleef de derde op dien voet van alle wettig herftel verdoken; en in 't algemeen zoude dan alle hoop op verbetering in de Conftitutie ydel zyn. Doch nadien deze tegenwerping kan geagt worden blootelyk tegen de byzondere wyze waar op de voorflag is ingerigt, en niet tegen het grondbeginzel waar op dezelve fteunt, te gelden, zullen wy daar op niet blyven ftilftaan, maar dat grondbeginzel zelf ter toetze brengen. Hier toe dient, in de tweede plaats, de aanmerking, dat, dewyl ieder beroep op de beflisfing des volks te kennen geeft dat 'er een of ander gebrek in de Conftitutie heerscht, het dikwerf toevlugt nemen tot dezen maatregel de regering in groote mate van dien eerbied zal berooven, welken de tyd en de gewoonte aan alle dingen mededeelt, en zonder welken misfehien de wyste en voor de vryheid meest gunftige regeringen de vereischte vastheid zouden moeten derven. Indien het waar zy, dat de fterkte van alle regeringen op het denkbeeld, welk de onderzaten van dezelven voeden, berust; het is niet minder waar, dat de fterkte van dat denkbeeld by ieder per-, foon in 't byzonder, en de invloed dien hetzelve op Q 3 zyn  ( *46 ) zyn gedrag zal hebben, grootendeels afhangen van het getal der genen welken hy onderftelt niet hem in dat zelfde begrip te ftaan. Het redenerend vermogen van den mensch is, gelyk de mensch zelve, vreesagtig en omzigtigtig, wanneer het alleen aan zig zeifis overgelaten; en verkrygt ftandvastigheid en vertrouwen, naar mate van het aantal der genen die hetzelve door hunne toeftemming onderfteunen. Wanneer de voorbeelden, die kragt aan een opgevat denkbeeld byzetten, niet alleen talryk maar tevens van oude herkomst zyn, leert de ondervinding dat zy eene dubbelde uitwerking hebben. Onder eene natie, welke geheel uit wysgeeren beftond, zoude deze bedenking niet te pas komen. De ftem eener verlichte reden zoude daar genoegzaam zyn om eerbied voor de wetten in te boezemen. Maar men heeft geenen beter grond om op eene natie van wysgeeren te hopen, dan op het wysgeerig geflagt van koningen welk den wensch van Plato zoude vervullen: en onder elke andere natie zal ook de best ingerigte regering het niet als eene overtollige zaak behoeven aan te merken, dat de menigte met gunftige vooroor, deelen voor haar is ingenomen. Het gevaar van de gemeene rust te ftooren, door de hartstogten des volks in te fterke beweging te bren* gen  ( U7 ) gen, is eene nog ernftiger tegenwerping tegen een te dikwyls herhaald beroep, in conftitutionele gefchillen, op de uitlpraak van de geheele maatfchappy. Niettegenftaande de gunftige uitflag, met welken de verbeteringen der vastgeftelde regeringsvormen in de Amerikaanfche Staten bekroond zyn, en welke zo zeer tot eer ftrekt van de deugd en het gezond verftand des; volks daar te lande; kan men egter niet nalaten te erkennen, dat zodanige proefnemingen van eenen te kitteligen aart zyn, om buiten noodzaak vermenigvuldigd te worden. Men behoort daar by in aanmerking te nemen, dat alle de Conftitutien gevormd werden in het midden van een gevaar , welk groot genoeg was om de hartstogten, die fterkst tegen orde en eendragt aandruifchen, te bedwingen; in eenen tyd, waar in het volk op die genen, welken het roer der zaken in handen hadden, een vertrouwen ftelde,welk aan geestdrift evenaarde, en die de gewone vcrfcheidcnheid van gevoelens met betrekking tot de groote nationale belangensbelettede zig te vertoonen; in eenen tyd toen alle harten met woede en verontwaardiging tegen de oude regering vervuld, en onverduldig waren om zelfs de gedaante daar van vernietigd en voor eene nieuwe verwisfeld te zien; . in eenen tyd eindelyk, toen zig nog geene partyQ 4 zu&t»  C 248 ) zugt, welke met de te maken veranderingen of uit den weg te ruimen misbruiken eenig verband had, haren zuurdeesfem over de raadpleegingen konde verfpreiden. Dit alles ovenvogen hebbende, vrage men zig zeiven, of het niet ten uiterften dwaas zyn zoude! zig overal en ten allen tyde eenen zamenloop van zodanige gunftige omftandigheden te beloven, en daar in te berusten. Ondertusfchen is de zwaarfte tegenwerping nog m geopperd. Dezelve beftaat hierin, dat de uitfpraken, welken men op de voorgeftelde manier van het volk verkreeg, waarfchynlyk niet aan het oogmerk, om het evenwigt in de Conftitutie te handhaven, zouden beantwoorden. Wy hebben gezien, dat republikeinfche regeringen eene eigenaartige ftrekking hebben om de magt van het wetgevend departement ten koste van de beide anderen te vergrooten. Hier uit volgt, dat een appel op de beflisfing des volks, doorgaans uit een van deze laatften zoude voortkomen. Doch van waar hetzelve ook zynen oorfprong hebben mogt, de vraag, daar het eigenlyk op aankomt, beftaat hier in, of de drie departementen eene gelyke kans zouden hebben, om eene onzydige uitfpraak te verkrygen. Om hier op te antwoorden, zal het noodig zyn, de onderfcheiden be, trek-  ( ) trekkingen, waar in dezelven zig geplaatst vinden, kortelyk te overwegen. De Leden der uitvoerende en regterlyke departementen zyn weinig in getal, en kunnen maar by een klein gedeelte des volks perfoonlyk bekend zyn. Die van het laatstgenoemde zyn, en door de wyze op welke zy worden aangefteld, en uithoofde van den aart en duurzaamheid hunner bedieningen, te verre van de menigte verwyderd, dan dat deze veel vooringenomenheid voor hen zoude kunnen gevoelen. Het uitvoerende Departement is gemeenlyk het voorwerp van nayver, en deszelfs beftier loopt fteeds gevaar van met donkere kleuren afgefchilderd, en aan de natie in een ongunftig licht vertoond te worden. De Leden van het wetgevende departement zyn in tegendeel talryk. Hunne verblyfplaatzen zyn overal onder het volk verfpreid. Hunne betrekkingen van verwantfchap, van vriendfchap en van kennis omvangen een groot gedeelte van die menfehen, wier invloed in de burger maatfchappy van de meeste kracht is. De natuur van den hun toebetrouwden post onderftelt dat zy zeiven eenen overwegenden invloed bezitten, en dat zy meer onmiddelyk als de vertrouwde befchermers van de reten en vryheden des volks worden aangemerkt. — Q5 Met  C 250 ) Met zodanige voordeden kan men bezwaarlyk onderftellen, dat de party, die tegen hen opkwam, gelyke kans zoude hebben, om op eene gunftige uitfpraak te mogen hopen. Dan wy beweeren verder, dat de wetgevende party niet alleen in ftaat zoude zyn om hare zaak met den besten uitflag by het volk te bepleiten, maar dat ook de regters , dien de zaak ter beflegting werd aanbevolen, waarfchynlyk uit de zelfde party zouden worden gekozen. De zelfde invloed, welke zekere, perfonen in de wetgevende vergadering geplaatst had, zoude hen insgelyks eenen ftod in de Conventie doen verkrygen. Zo dit al niet ten aanzien van allen het geval mogt worden, zoude het egter ten aanzien van velen waarfchynlyk zo gebeuren, en byna zekerlyk met opzigt tot zodanigen, wier overtreffende bekwaamheden hen noodwendig als de ziel van zulke byeenkomften moet doen befdiouwen. Met korte woorden: deConventie zoude beftaan uit menfehen, die of Leden van het Depar. tement, welks handelwyze te beoordeelen ftond, ge. weest waren, of nog dadelyk waren, of hoop hadden te worden. Zy zouden partyen zyn in het gefeild welk zy moesten beflisfen. Somtyds, 't Is waar, zouden de omftandigheden min-  C 251 ) minder ongunftig kunnen zyn voor het uitvoerende of regterlyke departement. Het kon gebeuren, dat de wetgevende magt op eene zo in 't oog lopende en zo onverhoedfche manier de regten van de ande. re takken der regering na zig trok, dat'er geen middel overbleve om hare handelwyze te bewimpelen. Onder de wetgevende Leden kon zig eene fterke party bevinden, die met de andere takken eene zelfde lyn trok. De uitvoerende magt kon in handen van eenen byzonderen gunfteling des volks zyn. In zulk eenen toeftand van zaken was het mogelyk, dat de algemeene vooringenomenheid minder ten voordeele van de party der wetgevende magt overhelde: maar ook dan zoude men nog nimmer verwagten kunnen, dat de beflisfing alleen gegrond wierd op overtuiging van de regtvaardigheid der zaak. Onvermydelyk zoude zig de geest van eene partyfchap, welke of te vooren reeds beftaan had, of uit het gefchil zelf haren oorfprong ontleende , daar in mengen ; en zoude de grooter invloed van fommige uitftekende perfonaadjcn, fchoon zy zeiven in het gefchil mogten bemoeid geweest zyn, zigtbaar daar in doorftralen. De uitfpraak zoude gefchieden door die zelfde menfehen, welken de maatregelen, waar over te oordeelen ftond,  C 25a ftond, hadden helpen nemen, of hadden helpen betwisten. Niet de Reden, gevolglyk, maar deHartstogten der maatfehappy zouden de bank fpannen • daar onderwyl niets duidelyker is, dan dat alleen de Reden in eenen burgerftaat de regering behoort te regelen.en in toom te honden, en dat daar tegen de Hartoehten moeten beftierd en beteugeld worden door de regering. Men zoude wel, in plaats van de beflisfing des Volks by voorvallende gelegenheden in te roepen zekere bepaalde tydperken kunnen invoeren, naar welker verloop eene Conventie zoude moeten aangefteld worden, om inbreuken op de Conftitutie te verhelpen of voor te komen: en de gevolgen van deze inrigting verdienen niet minder onze nafporing dan die der voorgaande. Ondertusfchen moeten wy alvorens die op te geven, den lezer herinneren, dat wy,van deze hulpmiddelen fprekende, ons blootelyk beperken tot derzelver gefehiktheid om eene Conftitutie, zo als dezelve is, te handhaven, door de onderfcheiden Departementen van gezag binnen derzelver juiste grenzen te houden; zonder tevens m aanmerking te nemen, in hoe verre dezelven van dienst zouden kunnen zyn, om eene Conftitutie wanneer het noodig ware, te veranderen. Uit dat eer-  ( »53 ) eerfte gezigtpunt befchouwd, fchynen ons zulke aan vaste tyden verbonden oproepingen van de Natie weinig verkieslyker dan die, welken by voorkomende gelegenheid zouden geleideden. Indien men de tydperken kort ftelt, zullen de maatregelen, die men te beoordeelen en te verbeteren heeft, nog versch zyn, en dus met die zelfde omftandigheden verzeld gaan, welken wy ftraks zagen te zeer in den weg te ftaan, om eene alleen op reden gevestigde uitfpraak te verkrygen. Maakt men de tydperken lang, dan zal de zelfde aanmerking nog toepaslyk blyven op alle de maatregelen die onlangs genomen zyn, en naar mate de meerder afftand der overigen een meer bedaard onderzoek belooft, fchynt dit .voordeel wederom onaffcheidbaar verknogt te zyn aan nadeelen die ten vollen tegen hetzelve opwegen. In de eerfte plaats zoude het vooruitzigt op eene openbare afkeuring des volks, welke eerst na verloop van vele jaren gebeuren kon niet dan eene zeer zwakke teugel zyn om menfehen, die door tegenwoordige beweegredenen genoopt werden orti de palen hunnes gezags te overfchryden, daar van terug te houden. Hoe toch zoude men zig kunnen verbeelden, dat eene wetgevende vergadering, beftaande uit honderd of. tweehonderd leden, die met drift  C 254 } drift een of ander gewenscht voorwerp bejagen, en om hetzelve te bereiken, de banden der Conftitutie verbreken, in haren loop zal geftü'it worden door de bloote bedenking, dat haar gedrag, na verloop van tien, vyftien of twintig jaren, wanneer velen der Leden waarfchynlyk weinig belang meer by de uitfpraak hebben zouden, door een dan aan te ftellen kollegie moest worden önderzogt en beoordeeld. Ten anderen zouden de nadeelige uitwerkzelen der inge. Hopen misbruiken dikwyls reeds hun volle beftag gekregen hebben, voor dat de tyd ter aanwending van het hulpmiddel ware verfchenen: en eindelyk, waaneer dit het geval al niet zyn mogt, zouden die misbruiken veelligt al zo verouderd zyn en zulke diepe wortelen gefchoten hebben, dat het niet gemaklyk kon vallen dezelven uit te roeien. Laten wy nu, na deze afgetrokken befpiegelingen te hebben voorafgezonden, bezien, wat in den Staat van Pennfylvanie werkelyk is gebeurd. In dezen Staat berust de wetgevende magt by eene enkel de vergadering, welke den naam draagt van de Algemeene Vergadering van Reprefentanten der Vry mannen van Pennfylvanie, en de uitvoerende by eenen Prefident en Raad. By den laatften artikel van deszelfs Conftitutie, in den Jare 1776 ingevoerd, is  C 255 ) is vastgefteld, dat telkens na verloop van zeven jaren uit ieder ftad en graaffchap twee perfonen moeten verkoren worden, welken onder de benaming van Raad van Ccnfors zullen byeenkomen. Deze Cenfors hebben te onderzoeken, of de Conftitutie in alle hare deelen ongefchonden is gebleven; of de wetgevende en uitvoerende takken der regering hunnen pligt betragt hebben als voorftanders des volks, dan of zy zig een ander of grooter gezag hebben aangematigd dan hun by de Conftitutie was gegeven; als mede of de belastingen in alle de deelen des Gemeenebests behoorlyk zyn omgeflagen en ingevorderd , op welke wyze 's lands geld is aangewend, en of de wetten naar vereisch zyn uitgevoerd. Zy mogen allen, die zy in gebreke vinden, openbaar cenfureren, of last geven, dat derzelver proces opgemaakt worde, en aan de algemeene Vergadering de herroeping van zodanige wetten aanbevelen, als zy geoordeeld hebben met de gronden der Conftitutie te ftryden. Ook hebben zy magt om eene Conventie te doen beroepen, indien zy het volftrekt noodzaaklyk keuren, dat eenig artikel der Conftitutie worde veranderd of nader uitgelegd, of dat deze met eenige nieuwe artikelen worde vermeerderd, De  C 256 ) De Raad, die ingevolge van deze verordening ïh den jare 1783, byéénkwam, moest noodwendig eene vergelyking maken tusfchen de handelingen der wetgevende en uitvoerende departementen, en het gezag, welk aan ieder derzelven by de Conftitutie was verleend. Dit gefchiedde: en uit de optelling van die handelingen in derzelver verbaal, waarvan de waarheid doorgaans van de beide partyen, welken in de vergadering heerschten, werd erkend, blykt het, dat de wetgevende magt de Conftitutie in velerhande gewigtige gevallen op eene verregaande wyze had gefchonden. Eene groote menigte van wetten was doorgegaan, omtrent welken men, zonder eenige blykbare noodzaaklykheid, dien artikel der Conftitutie had uit het oog verloren, welke gebiedt, dat alle bils, die den Staat in 't algemeen raken, vooraf moeten gedrukt worden, ten einde aan het volk gelegenheid te geven om dezelven te overwegen: niettegenftaande dat deze eene der voornaamfte voorzorgen was, welke men by de Conftitutie tegen de invoering van onvoegzame wetten had beraamd. — Men had inbreuk gemaakt op de wyze van regtspleeging voor gezworens, zo als die by de Conftitutie was vastgefteld, en zig een gezag aangematigd, het welke by  C 257 ) by de Conftitutie niet aan de wetgevende magt was opgedragen. — Men had in verfcheiden gevallen het gezag, tot het uitvoerende departement behoorende, aan zig getrokken.' — De wedden dev Regters, welken de Conftitutie vordeü dat op eenen vasten voet bepaald moeten blyven, had men van tyd tot tyd veranderd, en zaken, waar over door het regterlyke departement had beboeren gevonnisd te worden, voor de wetgevende vergadering gebragt en daar uitgegcfprokeu. 't Is waar dat eenige byzondere omftandigheden» die met den oorlog in verband ftonden, tot fommigei? dezer inbreuken aanleiding gegeven hadden; doch de meesten mogen aangemerkt worden als eigenaartige uitwerkzelen van eenen kwalyk ingerigten regeringsvorm. Het blykt mede, dat het uitvoerende departement by veelvuldige gelegenheden tegen de Conftitutie had gezondigd. Evenwel zyn 'er drie aanmerkingen, welken op dit ftuk niet uit het oog moeten verloren worden. 1. Zeer velen dezer inbreuken waren veroorzaakt door dringende omftandigheden van den kryg, of gefchied op aanbeveling van 't Congres of van den opperbevelhebber der krygsmagt. a. In de meesten der overige gevallen had het uitvoerende deR par-  C 258 > partement gehandeld volgens het verklaarde of ten minften wel bekende gevoelen van het wetgevende. 3. Het uitvoerende departement van Pennfylvanie is van dat der andere Staten onderfcheiden door het getal der leden waar uit hetzelve beftaat. In dit opzigt -Oieeft het zo vele gelykheid met eene wetgevende vergadering, als met eenen uitvoerenden raad: en het mangel aan die perfoonlyke verantwoordelykheid, welke een' enkelen mensch kan in toom houden, gepaard met dat vertrouwen en die zekerheid, welken onderlinge voorbeelden en de invloed van velen kunnen inboezemen, mogten wel doen verwagten, dat men hier met minder befchroomdheid maatregelen, die buiten de palen van het wettige gezag liepen, wagen zoude, dan elders, daar de uitvoerende magt ' aan ééne of aan zeer weinige handen is toebetrouwd. Wy hebben dus gezien waar het onderzoek en de raadpleegingen van deze byeenkomst van Cenfors op uitliepen : maar om deze zo gewigtige als nieuwe ftaatkundige proeve te beter op het door ons beredeneerde toe pasfen, zal het verder noodig zyn op te merken, hoe derzelver vergadering was zamenge. fteld, en op welke manier die raadpleegingen toe. gingen. L Uit de lyst der heeren, uit welken de Raad be- ftond,  C 259 ) ftond, blykt, dat althans fommigen van deszelfs werkzaamfte en den meesten invloed hebbende leden ' te voren ook den meesten yver getoond en den groor ften invloed bezeten hadden onder de partyen die den Staat verdeelden. II. Het blykt dat die zelfde meest vermogende leden van den Raad de meest werkzame en invloedhebbende leden van de wetgevende en uitvoerende departementen geweest waren, geduurende de jaren waar van de handelingen nu moesten onderzogt worden; en dat zy zelfs de voorvegters of tegenftreevers geweest waren van die zelfde maatregelen, welken men thans aan de Conftitutie had te toetzen. Twee der leden waren Vice-Prefidenten van den Staat geweest en verfcheiden anderen leden Van den uitvoerenden Raad, geduurende de zeven voorgaande jaren. Een hunner was binnen het zelfde tydperk Spreker of Voorzitter en vele anderen leden geweest van de Algemeene Vergadering. III. Elke bladzyde van het Verbaal hunner handelingen ftrekt ten getuige van de uitwerking, welke alle deze omftandigheden gehad hebben op de gefteldheid hunner raadpleegingen. Zo lang de byeenkomst aanhield was de Raad gefplitst in twee onverwrikbare en hevige partyen. De waarheid dezer zaak is R a door  door de leden zeiven erkend en bejammerd: en fchoon zy dit niet gedaan hadden, zouden hunne handelingen dezelve even zeer boven alle tegenfpraak hebben bewezen. By alle voordellen, van hoe weinig belang ook in zig zei ven, en hoe zeer ook met elkander in geenerhande verband ftaande, vindt men onveranderlyk de namen van de zelfde perfonen aan den zelfden kant vereenigd als voor of tegen geftemd hebbende. Mag dan niet ieder onbevooroordeeld mensch, zonder vrees van mis te tasten, en tevens zonder voor te hebben eene van beide partyen of eenig byzonder perfoon uit deze of gene party boven anderen te willen berispen of benadeel en, het beftuit opmaken, dat on» gelukkiglyk niet de Reden maar Hartstogt derzelver beflisfingen beftierde. Wanneer een aantal menfehen koelbloedig en onbedwongen over velerhande en met elkander geene gemeenfehap hebbende voorftellen redekavelt, kan het niet feilen, of zy moeten omtrent fommigen van dezelven in ftrydige gevoelens vallen. Wanneer zy door eene gemeenfehaplyke hartstogt bezield worden, zullen hunne gevoelens, indien dezelven dan nog verdienen gevoelens genaamd te worden, op het zelfde uitlopen. IV. Het is, op zyn minst genomen, zeer twyffelagdg? of de beftisüngen van dezen Raad niet in ver- fchei-  C m ) fcheiden ftukken de grenzen, by de Conftitutie aan de wetgevende en uitvoerende departementen voorgefebreven, verkeerdelyk hebben uitgelegd, in plaats van dezelven, volgens den egten zin der Conftitutie» te herftellen. V. Men heeft nooit vernomen, dat de uitfpraken van dezen Raad over conftitutionele gefchillen, het zy met of tegen regt gedaan, eenige uitwerking gehad hebben ter verandering van de handelwyze die te voren had plaats gehad. Het ganfche beloop der handelingen van dezen Raadvan Cenfors bewyst derhalven te gelyk deze tweedingen: het gene zy by hun onderzoek bevonden, toont de aanwezigheid der kwaal; het voorbeeld hunner wyze van raadpleegen en derzelver uitftag toohen de ontoereikendheid van het hulpmiddel. Met geene reden kan hier tegen ingebragt worden, dat de Staat, waar in deze proeve genomen werd» op dien tyd en zedert lang te voren door eene hevige, partyfchap was vaneen gereten. Kan men onderftellen, dat deze of eenige andere Staat op eenig ander tydftip van partyfchappen bevryd zal zyn? Dit is in der daad noch te verwagten, noch zelfs, te wenfchen: om dat eene vernietiging van alle partyen noodzaaklyk onderftelt, of dat 'er eene algemeene R 3 vrees  C 2fa ) vrees heerscht voor de veiligheid der maatfchappy, of dat de vryheid met wortel en tak is vernietigd. Indien men al de voorzorg wilde gebruiken van allen, die geduurende het tydperk, waar over het onderzoek gaan zoude, deel aan de regering gehad hadden, onbekwaam te verklaren om in zulk eene vergadering van Cenfors zitting te hebben, zoude men bevinden dat de zwarigheden daar door niet wierden uit den weg geruimd. De gewigtige taak zoude dan, naar alle waarfchynlykheid, aan menfehen opgedragen worden , die , met geringer bekwaamheden, in andere opzigten daar toe niet beter zouden gefchikt zyn. Alhoewel dezen niet perfoonlyk in het beftier des lands mogten betrokken geweest zyn, eii dus niet onmiddelyk in de maatregelen, die te beoordeelen ftonden, de hand gehad hadden; zouden zy egter denkelyk in de partyfchappen, aan welken die maatregelen verknogt waren, gedeeld hebben, en onder den invloed van die partyfehappen zyn verkoren (V). Tot (A) By het hier beredeneerde over den voorflag van den Heer JefFerfon en het gebeurde in den Staat van Pennfylvanie, •igten wy het inzonderheid dienflig den Lezer te herinneren, het gene wy by 't befluit van onze Voorberigt voor het eerfle Deel gezega hebben: dat hy namelyk de gedagten der kundig-  C 263 ) Tot welk hulpmiddel zal men dan eind^lyk zyne toevlugt nemen, om de vereischte affchutzels tusfchen de onderfcheiden departementen van de regering, zo als dezelven by eene Conftitutie worden vastgefteld, in de praktyk en met der daad, zodanig te beveiligen, dat ieder derzelver in zyn wettig gezag worde gehandhaafd? Het eenige antwoord, welk op deze vraag fchynt gegeven te kunnen worden, beftaat hier in: dat, nademaal men bevonden heeft, dat alle uitwendige voorzieningen, dat is zodanigen die niet in de Con- fti- digfte Amerikanen over kunne eigen ftaatsgefteldheid, en niet onze befpiegelingen had te verwagten. Zy trouwens, die eenigermate met de Conftitutien der byzondere Staten van Noord-Amerika bekend zyn, zullen wel begrepen hebben, •dat fommigen der hier gemaakte aanmerkingen niet uit eene andere pen konden vloeien, dan van iemand die fteeds het oog gevestigd had op inrigtingen en omftandigheden welken daar plaats hebben, en dat dezelven by andere inrigtingen en omftandigheden zouden vervallen. Dan hoe zeer ook overtuigd zynde, dat niet al het hier bygebragte,in't algemeen op alle Staatsinrigtingen zal"kunnen toegepast worden, oordeelden wy echter dat het ftuk te gewigtig en het voorbeeld van Pennfylvanie te leerzaam was om ftilzwygcnd door ons te worden overgeflagen. R 4  C 264 ) ftitutie zelve haren wortel hebben, onvoldoende bevonden zyn, 'er derhalven géén ander middel overblyft dan den regeringsvorm zeiven inwendig derwyze in te rigten, dat deszelfs onderfcheiden beftanddeelen elkander, door hunne onderlinge betrekkingen , binnen de aangewezen palen van hun gezag kunnen noodzaken te blyven. Dit voorftel is van zo grooten omvang en van zulk een gewigt, dat wy ons niet vermeten hetzelve ten vollen te ontwikkelen: nogthans zullen wy het wagen eenige weinige algemeene aanmerkingen te berde te brengen, die hetzelve vermoedelyk in een helderer licht zullen plaatzen, en ons tevens in ftaat ftellen , om een netter oordeel te vellen over de gronden, op welken de nieuwe Conftitutie der Vereenigde Staten is gebouwd. Ten einde uit te werken, dat de onderfcheiden departementen der regering ieder afzonderlyk en onafhanglyk van malkander dat gedeelte van gezag, welk 'aan ieder is opgedragen , kunnen oeftenen , is het duidelyk boven alle dingen noodzaaklyk, dat ieder departement eenen onaf hanglyken wil hcbbe en kunne doen gelden: en gevolglyk dient 'er zorg gedragen te worden, dat de leden van het eene zo min doenlyk invloed hebben op de aanftelling van de leden der anderen. Indien men dezen grondflag zonder uitzondering  C ) ring wilde vasthouden, zoude 'er vereischt worden, dat alle aanftellingen van de hooger magiftraatsperfonen in de onderfcheiden departementen uit de zelfde bron van gezag, het volk, wierden afgeleid, en wel door kanalen, welken geene de minfte gemeenfchap hadden met elkander. Misfehien zoude zulk een ontwerp in de praktyk minder bezwaarlyk uit te voeren zyn, dan het in befpiegeling mag fchynen. Evenwel zouden 'er eenige zwarigheden overblyven, en eenige meerder onkosten daar door veroorzaakt worden: en deshalven is het gevoeglyk zig eenige weinige afwykingen van dat grondbcginzel te ver* oorlooven. Inzonderheid zal men dit gepast bevinden met betrekking tot het regterlyke departement: eerftclyk, om dat 'er zekere byzondere bekwaamheden in de leden van dit departementen gevorderd worden, en dus hier vooral behoort gezorgd te worden, om die manier van verkiezing in te voeren, welke best gefchikt is om perfonen, met die bekwaamheden voorzien,aangefteld te krygen: ten anderen, om dat de onbepaalde tyd, waarvoor de ampten van dit departement vergeven worden, eerlang alle gevoel van afhanglykheid van die-genen, welken de aanftelling gedaan hebben, moet doen verdwynen. Niet minder baarblykelyk is het, dat de leden van R 5 ie-  C 256" ) ieder departement zo min doenlyk van de anderen af hanglyk behooren te zyn met opzigt tot de wedden die aan derzelver bedieningen zyn verbonden. Indien de uitvoerende Magiftraatsperfoon, of de Regters, in dit ftuk niet van de wetgevende magt onaf hanglyk waren, zoude derzelver onafhanglykheid in alle anderen niets te beduiden hebben. Dan de voorname zekerheid tegen eene trapswyze yereeniging der onderfcheiden takken van gezag in het zelfde departement beftaat daar in, dat men aan de leden van elk departement conftitutionele middelen en perfoonlyke drangredenen geeve, om zig tegen de inkruipzelen door de anderen ondernomen, te ver. zetten. De middelen ter verdediging moeten in dit, zo wel als in alle andere gevallen, geëvenredigd zyn, aan het gevaar van te worden aangerand. Heerschzugt moet heerschzugt in toom houden. Het belang van den man moet verbonden zyn met de conftitutiot nele.regten van het ampt. Men kan zeggen, dat het niet ter eere van de menschlyke natuur ftrekt, dat zulke konstgrepen vereischt worden om de misbruiken der regering tegen te werken: maar dan vragen Wy, of de noodzaaklykheid van eene regering te hebben zelve niet even zeer ftrekt om onze denkbeelden wegens de menschlyke natuur te verlagen? Waren de  ( 207 3 de menfehen engelen, men zoude in 't geheel geene regering behoeven. Hadden wy engelen om ons te bellieren, wy zouden niet noodig hebben de regering aan eenigerhande banden te leggen. Wanneer men eenen regeringsvorm wil beramen om menfehen over menfehen te doen heerfchen, is de groote zwarigheid, hier in gelegen: men moet eerst de regering in ftaat ftellen, om hen, die geregeerd zullen worden, te bedwingen, en in de tweede plaats de regenten zeiven in de noodzaaklykheid brengen, van elkander te betoomen. Afhanglykheid van het volk is buiten kyf de voornaamfte teugel voor de regering : doch het menschdom heeft door de ondervinding kunnen leeren, dat het de hoogfte onvoorzigtigheid zyn zoude bykomende hulpmiddelen te verwerpen. Deze ftaatkunde van, door't verwekken van nayver en 't ftellen van belangens tegen belangens, dat gene uit te werken, 't welke men van beter beweegredenen niet durft verwagten, is zigtbaar in alle der menfehen handelingen, zo wel in die welken tot de huishouding van byzondere perfonen, als in die welken tot het beftier des lands betrekking hebben. Men bemerkt dezelve inzonderheid in de verdeeling van 't gezag tusfehen ondergefchikte amptenaren, waar by fteeds daar op gelet wordt, dat de bedieningen zo tege-  C 16% ) gerigt zyn, dat de misftappen, by de eene begaan, door middel van eene andere kunnen tegengegaan of ontdekt worden, en dat het byzonder belang van ieder byzonder perfoon ftrekke om de regten der geheele maatfchappy tegen de aanflagen van de anderen te beveiligen. De oeffening van de zelfde voorzigtigheid kan niet minder noodig geagt worden in da verdeeling van de hoogfte magt in den Staat. Onderval is het niet mogelyk aan elk departement een even groot vermogen van zelfverdediging te bezorgen. In een republikeinsch beftier zal de wetgevende magt altoos een overwigt bezitten. Het hulpmiddel tegen deze kwaal beftaat daar in, dat die magt in onderfcheiden takken gefplitst worde; en dat deze takken» zo door de verfchillende manieren van verkiezing, als door de verfchillende ' grondbeginzeien waar uit zy werkzaam zyn, zo weinig verband met malkander hebben als de natuur hunner gemeenfehaplyke verrigtingen en hunne gelyfce af hanglykheid van de maatfchappy het kan gedoogeu. Ja het fchynt noodzaaklyk nog meer andere behoedmiddelen tegen gevaarlyke inkruipzelen aan te wenden. Gelyk het overwegend vermogen der wetgevende magt de ftraks gemelde verdeeling aanraadt, zo zal de zwakheid der uitvoerende W- de.  C 269 ) .x, deren, dat men dezelve onderfteune. Een volftrekt veto , of het regt om de befluitcn van het wetgevende departement, door eene weigering van daar in mede te ftemmen, tegen te houden, fchynt in den eerften opflag de natuurlykfte wapenrusting, waar mede de uitvoerende magiftraatsperfoon zoude kunnen voorzien worden. Maar misfehien zoude de invoering daar van aan den eenen kant niet volkomen veilig, en aan den anderen op zig zelve niet geheel voldoende zyn. Misfehien zoude zulk een regt in dagelykfche voorvallen niet met genoegzame ftandvastigheid gebruikt, en in buitengewone gelegenheden trouwlooslyk kunnen misbruikt worden. Is het dan niet verkieslyker eenen middenweg in te ftaan, en een zeker, wel beftierd verband tusfchen dat zwakker departement en den zwakften tak van het vermogender departement (Ote doen beftaan, waar (h Onze Schryver drukt Zig hier in zeer algemeene bewoordingen uit, om dat hy voor Amerikanen niet duidelyker behoefde te fpreken. Hy ziet hier op de Conftitutien, van die Staten, waar in het vermogender departement, dat is de wetgevende magt, tusfeheu twee Kamers of Huizen ■Verdeeld is, 't welke ook in de Conftitutie der Unie plaatsheeft; en bedoelt dan met den zwakften tak van dat depsrtc- men»  C 170 ) waar door deze Iaatfte belang kan verkrygen om de conftitutionele regten van het eerfte teonderfchragen, zonder tevens in de handhaving van zyne regten te veel te verflappen? Indien de grondbeginzelen, op welken deze bedenkingen gevestigd ftaan, egt bevonden worden, zullen dezelven van veel dienst kunnen zyn om den geest, in de Amerikaanfche Conftitutie heerfchende, met juistheid te beoordeelen : maar om den Lezer hier toe nog beter in ftaat te ftellen, zal het niet overtollig zyn hier nog een paar aanmerkingen by te voegen, welken ons gefchikt fchynen om de Staatsgefteldheid van Amerika, voor zo verre dezelve in eene confederatie van verfcheiden Staten in één bondgenootfchap gegrond is, in een zeer belangryk gezigtpunt te plaatzen. Onze eerfte aanmerking is deze. In een enkelvouwdig gemeenebest moet alle gezag, door het volk opgedragen, aan het beftier van eene enkele Regering worden toebetrouwd: en men zal zyne veiligheid tegen het aanmatigen van meer gezag daar in moeten zoeken, dat men de regering verdeelt tusfehen ver- fchei- ment den Senaat, in tegenftelling van den fterkften tak, te weten het Muis der Reprefentanten.  fcheiden van elkander afgezonderde departementen.' In de zame'ngeftelde Amerikaanfche republiek wordt dat gezag eerst verdeeld tusfchen twee onderfcheiden Regeringen, en vervolgens ieders aandeel nog wederom gefpjitst door de invoering van departementen, die ieder eenen byzonderen tak van magt in handen krygen. Hier uit wordt eene dubbelde zekerheid geboren voor de regten des volks. De beide regeringen zullen elkander in toom houden, terwyl ieder van dezelven afzonderlyk eenen teugel in haren eigen boezem zal vinden. Ten anderen is het van groot belang in een ge. meenebest, dat niet alleen de geheele maatfchappy tegen de onderdrukking van de regenten, maar dat ook het eene gedeelte derzelve tegen de onregtvaardigheid van het andere beveiligd worde. Hét kan niet anders zyn, of de verfchillende klasfen van ingezetenen moeten verfchillende belangens hebben. Zo dra de meerderheid zig uit hoofde van een gemeen belang vereenigt, zullen de regten der minderheid gevaar lopen van gefchonden te worden (k). Twee middelen zyn 'er voor handen om dit kwaad Men herinnere zig het gene boven in de dertiende Afdeeling over 't noodzaaklyke beftaan van faktien gezegd is.  ( ) kwaad te weeren: het eene is dit, dat men eenen wil in de maatfchappy doe geboren worden, die onafhanglyk is van de meerderheid, dat is, met andere woorden, van de maatfchappy zelve: het andere beftaat daar in, dat men de ingezetenen in zo vele onderfcheiden klasfen verdeele, dat eene gevaarlyke vereeniging van eene meerderheid ten koste van het mindergetal, zo al niet geheel ondoenlyk, ten minften zeer moeielyk en onwaarfchynlyk worde. Het eerfte heeft zyn beftaan in alle regeringen die, of erflyk zyn, of waar in de regenten hun gezag van zig zei ven ontkenen: doch dit geeft, op zyn best genomen, maar eene wisfelvallige gerustheid, om dat eene magt, welke van de maatfchappy onaf hanglyk is, zo wel de onregtmatige inzigten van de meerderheid als de regtmatige belangens van de minderheid kan voorftaan, en het niet onmogelyk is dat dezelve beide partyen te gelyk vetdrukke. Van het andere kan men een voorbeeld zien in de geconfedereerde republiek der Vereenigde Staten. Terwyl alle gezag in deze republiek afdaalt en afhanglyk is van de geheele maatfchappy, beftaat deze maatfchappy zelve uit zo vele deelen en uit zo vele klasfen van burgers, wier belangen onderling in't oneindige, dan eens tegen elkander aanlopen, en dan we-  C 273 ) weder zamenftemmen, dat 'er niet wel eene overwegende party kan gevormd worden, welker eigenbelang zig genoeg in het zelfde punt zoude kunnen vereenigen , om de regten van enkele perfonen, of van de minderheid, in gevaar te brengen van verdrongen te worden. In eenen vryen Staat moet het verzekerd genot van de burgerlyke regten op den zelfden grondflag rusten met dat der godsdienftige vryheid. Die grondflag beftaat in het eene geval in de menigvuldigheid van belangens, in het andere in de menigvuldigheid der gezindheden. De graad van zekerheid zal in beiden gevallen geëvenredigd zyn aan het getal der verfchiliende belangens of fekten : en dit getal mag men onderftellen te zullen afhangen van de uitgebreidheid des lands en van de menigte des volks welken onder het zelfde beftier zyn begrepen. Wanneer de zaak uit dit oogpunt befchouwd wordt, kan een opregt en wel beraden voorftander van den republikeinfchen regeringsvorm, onzes agtens, niet nalaten aan de groote Amerikaanfche Confederatie de voorkeur te geven boven een enkelvouwdig gemeenebest, en boven zodanige kleiner confederacies, als fommige tegenftreevers van de nieuwe Conftitutie gaarne in Amerika zouden hebben zien invoeren. Immers blykt het, dat, naar mate men het grondgebied der Unie in meer kleine bondgenootfehappen mogte S . ver-  e m ) verdeelen, het in die zelfde mate gemaklyker zoude» worden eene meerderheid in de zelfde maatregelen te brengen om de minderheid te onderdrukken : maar naar mate dit gemaklyker wordt, vermindert tevens de voornaamfte zekerheid, dat de regten van alle klasfen van ingezetenen op eenen gelykmatigen voet zullen worden gehandhaafd: en naar mate die zekerheid afneemt, zal de eene of andere tak der regpring beter gelegenheid vinden om zyne onafhanglykhcid te vergrooten. "Waarom toch heeft men regeringen ingevoerd , anders dan op dat aan ieder gelyk regt wedervaren zoude, met andere woorden, op dat 'er eene algemeene regtvaardigheid zoude geoefFend worden. Dit is het oogmerk van alle burgermaatfchappy. Van alle tyd'en herwaards hebben de menfehen getragt dit doel te bereiken, en zy zullen fteeds hier naar tragten, tot dat zy of hetzelve bereikt, of in de najaging hunne vryheid verloren hebben. In. eenen burgerftaat, welke zo ingerigt is dat eene fterke faktie zig zonder moeite kan vereenigen om de overige ingezetenen te onderdrukken, mag men zo wel zeg-, gen regeringloosheid te heerfchen, als in den ftaatder natuur, waar in ieder mensch voor de gewelderiary van anderen, die hem in kragten overtreffen^ bloot ftaat: en even gelyk in dezen zelfs die genen, wel-  C *75 ) welken zig fterkst gevoelen, uit bezef van de onze* kerheid.waar in zy leven, zullen genoopt worden» om zig aan een beftier, welk zo wel de zwakken als hen zeiven befchermen kan, te onderwerpen; zo zullen in eenen burgerftaat foortgelyke beweegredenen de fterker faktien of partyen langzamerhand tot den wensch brengen, dat 'er eene regering zyn moge, onder welke alle partyen, de min vermogenden zo wel als de magtiger, eene gelykmatige befcherming kun»en genieten. Indien de Staat van Rhode-Eiland buiten de Unie gefloten en aan zig zeiven overgelaten wierde, behoefde men weinig te twyfFelen, of de onveiligheid der regten, welke uit het demokratifche van deszelfs regeringsvorm en den kleinen omtrek van deszelfs;.grondgebied voortfpruit, zoude zig door zo vele herhaalde onderdrukkingen van de overhand hebbende fiktien doen gevoelen, dat men weldra een gezag,. Welk ten eenenmale van het volk onafhanglyk was , zpude zien inroepen, en wel door die zelfde faktien zien inroepen, wier averegts gedrag de noodzaaklykheid daar van had doen bemerken. In het uitgebreid gemeenebest der Vereenigde Staten., en onder eene zo groote verfcheidenheid van be^ langens, van partyen en van gezindheden als hetzelve § 3 in  t 276 y in zig bevat, zal zelden eene vereeniging van dé meerderheid der geheele maatfchappy op eenigen anderen grondflag hunnen tot ftand'komen, dan op dien van erkende regtvaardigheid en van het algemeene welzyn. Loopt men nu dus weiniger gevaar dat de minderheid door de meerderheid zal onderdrukt worden, zo zal men ook weiniger voorwendzelen kunnen vinden, om, ten einde de eerstgenoemde te beveiligen, eenen wil in de regering te doen geboren worden, welke van de laatstgenoemde niet zal afhangen, of, met andere woorden, eenen wil die onaf hanglyk is van de maatfchappy zelve. En hier hebben wy wederom een nieuw bewys voor eene waarheid, welke wy te voren breeder getragt hebben te betoogen, dat namelyk hoe uitgeftrekter een land zy,mits het binnen diepalen blyve welken de uitvoerlykheid overlaten om he onder ééne regering te doen beftieren, 'er zo veel te grooter kans zal zyn om eenen republikeinfchen regeringsvorm binnen hetzelve in ftand te houden. Gelukkig is het tevens voor de voorftanders van zulk eenen regeringsvorm, dat die palen, onder den invloed eener verftandige wyziging en mengeling van 't bondgenootfchaplyke grondbeginzel, eene zeer groote uitgeftrektheid gedoogen. Einde yan 't Tweede Deel.  DRUK-FEILEN. Bladz. 8. not. reg. 2. 20. lees 28. Bl. 17. reg. 10. uitvoering, fe« invoering ald. reg. 12. & comma agter verbonden uitudoen. El. 20. r. 2. n?s behandelde, l. handelde. £/. 22. r. 14. norren, /. mor- , ren. Bl. 25. j-. 3. konnen, /. kon men. Bl. 45. r. 5 Coniord, /. Concord. Ald. not. c. r. 3. Masfachufetts, /. Nieuw-Hampfliire. Bl. 64. r. 4. r«n os£ meer, /, niet meerr Bl. 73. r. 14. eerftelyk, /. ernftelyk. Md. r. 5. van oud. gaven, /. gaf. Bl. 76. r. i9. rede, U eedeBl. 77. r. 6. van ond. de laatften, /. den laatften. Bl. 84. r. 9. zouden, l. zoude. £/. 110. r. l. van ond. berustende, l. berustede. Bl. 115. boj. r. 6. van ond. verwagting, /. veragting. BL 120. r. 1 van ond. voorgekomen, J. voortgekomen. Bl. 128. »of. «£. 6 ra» otó. zamenwerping, fc zamenroeping. Bl. 167. r. 12. onderoorden A onderworpen. «. 184. r. 6. bezittingen, /. bezettingen.