D E WERELD-BESCHOUWER. (VRIJHEID GELIJKHEID — BROEDERSCHAP.) Het Franfche Volk vctbanne alom de Dwinglandij, En maakt mijn Vaderland, ja heel het Menschdom Vrij! Dus zugttede de JVtrsli-Btfchaimer, toen hij die treurige dagen beleefde, waarin de verftandigen zwijgen moest, het denken nauwelijks vrij, het fpreken gevaarlijk en het drukken verboden was van die werkjes, welken uit den aart gefchikt waren, om het te ligtgelovig Volk begrippen ioteboezemen, van zijne waarde, rechten en befteinming. Gereedelijk mijne kezende en denkende Burgers bezeft Gij, dat die tijdftippen, niet onder de aangenamen behoorden , te meer, om dat men het licht haateden * de werken boos, en II. DEEL. A NO. i. Na regen volgt de Zonnefch!jay En wie zou dan niet vrolijk zijn f  < 2 > de onderdrukking van de ftemme der ware Vrijheid geweldig groot was, zoo dat men zich en anderen, door te durven kikken, in een noodeloos gevaar bragt. Met een reikhalfend verlangen zag de Wereld-Befchouwer, den nooit genoeg geroemden dag aanbreken, waer op de afgodspop des Volks, weggenomen wierdt, en het gelegenheid verkreeg om devrugten te plukken, die ware Vrijheid en Gelijkheid aanbrengen. Nu fckept de Vrijheid lucht, na wordt de Druipers vrij, t h uit met uw gezag gevloekte. Bwinglandij l In den akcligen tijd van zwijgen , befchouwden wij veelei! en niet minder gewigtige zaken ; die ksuze heeft, heeft aigst, maat néén! wat ftof men kiezen moge, hij zal bevallen , juist daarom, om dat men weet, dat hij die wat lang fti] zwijgt, re veel ftof vergaderde, daar door in verwarring geraakt; en waarlijk wie heeft oogen genoeg, om alles te beichouwen , wat thans voorvalt, in vergelijking \an het geen nog onlangs gebeurde? Wie verliest zich ^elve niet, bij de overdenking, dat na alle de helfche pogingen van heerschzugt en geweid , onderftcur.d door ecfie bende gevlecschre duivels of gevallene engelen, met plundering en verwoedheid, niet tcgerftaande alle opofferingen, en uirputringen van geiden manfchap,cgter de Vrijheid en Gelijkheid roemrugtig overwinnen ! Een tweede BREDERO, de reeds lang vervolgde Burger ViSSCHER va:: dmjlildam, nog onlangs om het pleiten voor 'sMenfcfeen en Burger rechten, van zijne Vrijheid beroofd, in een Werkhuis geplaatst, keert zegepralend tot de zijnen, tot zijne Burgers wedet. ' Hij reeds voor lang, het doel waar op de woede mikte, van de wraakzugtigfte en haatelijk heerschzugtigite onder de Vrouwen, verdiendt te regt de waare achting, het volleedig vertrouwen zijner Burgers, verdiendr hnine belasigens waarteneemen, zij zijn in zijne handen veilig. Wie telt de overwinning der Vrijheid! in andere piaatfen ? 'en wie weei vvóordrn te vinden, cm zijne veibazing uittedrukken bafthouwt hij de, verandering in Rotterdam, reeds vroeg de Sch'uilplkets van dweepende vieijers der groten , eigenbaat begeerendc huigchelaers , en opWtfers van een onkundig Gemeen, reeds vroeg, het fshoinv- tooneel, waar op verbittering, ver' volging en geweld, de hoofdrollen fpeelden, en op die'Stad veragticg bragten ? Wie veiiiest zich niet in de befebouwing van Gouda's lot P ccne Stad, in de gefchiedenisfen der voorige eeuwen, voor ("odsdienst , Vaderiand en Vrijhcuiliever.d bekend ; bekend als afker-rig van alle Overheerfching, en niet vei blind genoeg, «urn de graafelijke waardigheid, toeteftaan, aan WILLEM den Etiiten, met wien het Volk dweepte^ dceze-Stad zoo geheel ont-  *C 3 > ontaart, verbasterd, verlaagd, nog onlangs ten fchrik der natjaurige Sreden, ziet thans gelegenheid, nra zig uit het juk der Oveiheerfching te ontflaan , de ondraageltjke verguifing en knevelarijen zijner zoogenaamde Rege.-rders te veranderen Gouda , dat ten fmaad zijner Vrijheidlievende Voorvaders, zijne Burgers, aan de vervolging van dweepenj en domheid overliet, zal thans doen zien, dat de Omwenteling van den Tare 1787 , en deze van 1705 zoo veel verfchilt , als licht van duisternis, ja bij vergelijking zal men ontdekken, dat de eerfte een vloek, de tweede een zegen is. VRIJHEID en GELIJKHEID , twee onwaardeerbaar^ heilgoederen voor het Menschdom, heeft de kortzigcige ftcrveling miskent, veronagtzaamd, verwaarloosd!, heeft Ne£rlatids Burgerij uit het oog verloren. , Godsdienst en Regeeringsvorm, werden door listige be. dricgers gebruikt om 't Volk in flaap te wiegen ; veelen waren groote kinderen, die deezc heerschzugtige en trotfche Geeftelijken blindelings volgden, hunne wartaal als Godfpraaken befchouwden, en hun voor CATO's aanzagen, terwijl zij, in weelde en dartelheid leefden. Gemakkelijkhcidshalven, hadden zij, den liefderijke Vader van alle Menfchen, of als een Oosterseri Allcenheerfcher afgefchetst, of van hem eenen bijzondcren Volks - God gemaakt, en eene blinde gehoorzaamheid gevordert, voor hunne beveelen. Daar veele handca ligt werk maken, vereenigden zich de ftaatkundige Overweldigers, met deeze Schijnheiligen, die ce leer van w?ar Geluk, Gelijkheid en Vrijheid moesten voorltellen, en gaven hun voorfchrlften, om hun, bij 't Volk als Schild&n der Aarden, als Eikenbomen der Geregtigheid en wel eeris, vrij fmousagtig, Goden der Aarde, Gezalfden te noemen. Een Burger zou niet hebben durven wagen, bij een zoogenaamd Burgemeester te komen, ongekleed, met zijn japon, hoe overhaast geroepen, of 't was, met al den hoon, en woedend onbefchcid ,dat hem toegeroepen werdt: „ Schaarst „gij u niet dus hier te komen, weet gij niet, dat gij bij „een Burgemeester! eqn voorzittend Burgemeester! koomt, „ gij zult zorg dragen, dat niet meer ti doen." Hier zag hij den Burger aan, met alle de trot?chheid van een Dwingeland, terwijl hij zich vermoeid had, zijne piepende meisjes flem, eene mannelijke kragt bij te zetten. Welke verwarringen, welke nadcclige gevolgen heeft het verwaarlozen van Vrijheid en Gelijkheid aan onderzoek met veroorzaakt ? Hierom moe3t de Vraag-Al ophouder}. Men mogt de gereld niet bcfehouwen. Domheid moest aangekweekt, hec Volk blind gehouden en de Bil verguld worden. Men kent hierom Steden, waarin de bclangens van een vrij Volk toevertrouwd wierden,aan menfchen,die volftrekt metsvan een mensen hadden, als het uiterlijk voorkomen, en die A 3 zc*  < 4 > zekerlijk een buitenlands reisje naar Pruisfen of Engeland gedaan hadden, toen het verltand werdt uirgedccld; menfchen die de klisteerfpuit becur, zal ik eens - Hellen, als de pen konden gebruiken. Menfchen die g.cn oiiderfcbeid wisten tusichen advijzen en complimenten; die inftemden met het advijs van een rfie niet in de Vergadering was. Fen toeftand waar in 't gedaan zou zijn. met alle onderzoeking naar waarheid, eti volmaking van veriiand; de Latimfcne Scholen, de Academiën buiten werking werden gefield, en de Geldfchraper en Woekeraar, aiieen geacht werd. Rampzalig vooruitzicht voor't Menschdom! Hadt men op deezen weg des vetderfs voortgegaan, de edele, de tot geluk gtier.apeii Men;ch , zou nog lager, dan het woeste gedierte vernedert zijn geworden; de Dwingeland zou in deeze kuns.tig voorbereidde domheid, geredelijk hulpmiddelen voor zich gevonden hebben; dus gaf men, aan een amphibie, een tweeflagflg dier, dat te water en te land kon dienen, ter Zee een Kapiteins, ter Land een Vroedfchap plaats. Dus zag men wel eens een der Regeerdersin de zak tasten en geld, om een mouwen hoed te kopen geven, aan iemsnt die hem in 't plun. deren verloor, en dien Onverlaat mijn lieve vriend noemen. \r ^ Draaii(:i's-Saas, zich eerst laten benoemen, in een voiks - Corrraisfic, en vervolgens, een uitzuiger der Burgers warden. Na de geweldige, en plundering ademende Omwenteling, daar hij van Burgemeester, Hoofd-Schout wierd, en zijn Zoons grootheid zoekende, aan Rutje, het hudje m.-t het mudje wi.de geven ;ook zelve een man van fa-zoen, een vvceger van het zilver, om de zoo zagte fchatting te voldoen, ais eeji man van grop.te keur, de plaats van Schepen uit de Burgerij geven ! r Eeni mensen , die zijne grootheid te danken hadt, aan der» Rnaafbank, noemde het Franfche Volk, BoomMntertjes, ca rekte dan zijn kin, die naar het handvatzei eener fchaaf gelijkt, al knorrende uit. 6 Met één woord, door 't verwaarlozen van frisheiden GeVÜ! ' f";'1' «jfnfcaen , die zich niet ontzagen, Lijken, zelve bij Heidenen heilig gehouden, of in perfoon ,of door anderen cc laten febenijen, en op deze daad ie roemen- en veelcn volgden ALBERT VAN BRANDENBURG die ia den jlre 15+6 zeggen durfde^iljnlyeroit le DjaSlf men,, etfisdra^ J> fa catsjt ctm Mn garnie et qn'il paijdt bier, fes eens ? dat is getrouwelijk overgezet: Jjat hij dei lui ve IJL zou voteen en onder zij.e Vaandels dién3t%?émeq' J SSe 3 voorzien was, eu hij zijn Volk wd betaalde (♦) 1 De llUtoire * leisime SUcle pa, Draaai. Tom. 3. peg. ^  < 5 > De verwaar'oozir.g van Vkijktli en Gelijkheid , dcedt hit menschdom zochten , onder Koningen en Ovcrheeri'chers, terwijl de'aanft-llirg der Koningen, volgers den Bijbel, gantsch niet voordeelis: is voor het menschdom. Deze Koningen fpeelden lang als groote Kinderen , met aartig en kostbaar fneelgoed, zij gaven aan hunne vlcijcrs, en zoekers van Ampten, vette Bedieningen ten njdeele der Burgers, ook wel eens met jaargeld en veele aartigheden; wonderlijk is het , dat hunnen Ridder- orders , zoo ftrijdig tegen de gelijkheid , ontleend werden van roofdieren, bij voorbeeld, van Adelaars, voorzien met fcherpeii bek en klauw, waar door men zou kunnen giifen , dat befcharen, den mensch tot been en merg uittepluizen,«et bevoorrecht, eigenfehap dier Ridders, of Adel was. De verwaarlozing van Vrijheid en Gelijkheid , verfmoorde het gevoel van ware grootheid, in den braven en nuttigen Landman, als meende hij, uit een geringer deeg gevormd te zijn, dan andere Aardbewooners,en gefchikt om op hunnen wenk zich te laten beheerfchen. Ja deze goederen verbeuzelende , was dikwijls de zwakke en onoplettende , het ilagtoffer van hun, die hunne grootheid zogten, bij den val van anderen, terwijl draijers , die met den wind bewogen worden, de opgaande Zon , als de Zunncbloem volgende, greetig aasden op. Bedieningen, waar toe zij niet konden komen, als door flinkfche en duistere wegen , ook wel eens door aan Vrouwen, eenen mannelijken dienst te doen. Gevoelden zij niet, die ongelukkige flagtoffers, der omge. kogte en misleide menigte waren , hoe de vcrwaarloozing dier heilgoederen, hun en hunne Bezittingen , ten prooije maakte aan alle noemelooze rampen. Bedaarde moed, onverwrikbaare ftandvastigheid ,or.afgebroo' . kenc waak- en werkzaamheid, gepaard met zugt voor Vrijheid^ Gelijkheiden Broederfe/iap; zagtzinnigc te regtbrenging vandwa^ lende, liefderijke overtuiging van bevooroordee.den of onkundigen , en reg-.matiga ftraf aan moedwillige fchenders van Per. fonen en Eigendommen , maken, ver-.vagten wij, alle Ingezetenen, van dit nog onlangs zuchtend en worfrelend Nederland .,-der gelukkige verandering' van zaken waardig. Bij de befchouwing der wereld, befchouwden wij de menfchen, meer dwaas, dan ondeugend, meer dwalende, dan opzettelijk^ boos , ja de dagelijtfche ondervinding 'deed ons overtuigelijk- gewaar worden, dat of onkunde, diep ingewortelde Volks - vooroordeelen, en kwaadaartige aanhitzing veelcn gebragt heef: tot vervloekingen, of vervolgingen, die zij, hunne dwaling, inziende, veifoeijen • Alles wat mede gewerkt heeft , om ons te vernieuwen, als in de dagen van ouds, befchouwen de brave Burgers, te dierbaar, dan dat zij kvvaad met kwaad willen vergelders, neen! A ! zij  gij begeeren noch eigen grootheid, noch wraakz'ugt, gedagtig zijnd- aan de onloogchenbaare waarheid , dat hij, die een aangedaan ongelijk grootmoedig vergeeft, grooter is van ziel , dan hij die- zich wreedaartig wreekt. Deze Omwenteling zie derhalven geene verwoestingen , .of leqre geene kenmerken van woede op de puinhoopen van Kerken en Huizen. Neen! 'tis zeke?: Hij komt der Godheid 't naast, dit 't allermeest vergeeft. Maar even gelijk men zich van woedende en verfcheurende dieren, meester maakt, even zoo beveilige men den hardnekkigen vijand van Godsdienst, Vrijheid en Vaderland, op dat hij zich zelve en anderen niet benadeele. Op deeze wijze, (trekken de pogingen der Vrijheidlievende Nederlanders tot bevordering van der. bloei des koophandels, vermindering van drukkende belasting, doe de Fabrieken herIeeven, en verfpreide onder alle hunne Meedeburgeren eenea. reeks van wenfchlijke gelukzaligheden. De hoop bedriegt ons niet, nufcheptde Vrijheid lagt, Wij, die het Vaderland, met hart en ziel waardeeren, Wij juichen als geen mensch om eenig onheil zugt, En Dwinglandij vergaat, daar wij de Vrijheid eeren. Zie, zie uw wensch vervuld, en't plundrend woest geweld Dat onze beurzen leegt, — voor overroagt doet beeven, Door Frankrijks magt gefnuikt en ganschlijk neeïgeveld; De vriend van 't Vaderland zal weer gelukkig leeven. Hoor Schikker van elks lot, hoor Opperzegcnaar! De beê van Neerlands Volk, geen dwinglands boeij moog pran- (gsn, Zi jt ons, ia vreugd en fmart, ten fchild en beukelaar, En  < 7 > En geeft eet) ieder ftof tot blijde Lofgezangen. Zoo klaart de nevel op, dié zorg en angst verwekt4' "Wij die elkaar gelijk, alleen naar welvaart ftreeven, Standvastig, vol van moed, door wantrouw nooit befmet.) Wij zullen U den lof voor uwe goedheid geeven. Maak' ons niet voor een tijd, maar wel beftendig vrij; Gij wilt geen eerbied, neen! van hnigchelaarsof fiaaven, Uw zegen blijve dan tot Ncêrland3 heil ons bij, De troon des Dwingelands wórde in het ftof begraaven. Smaakt Burgers ! die Gelijk- en Vrijheid mint en achty Het zinnen ftreelend zoet van wenschbre zegeningen, Zie voor U en uw kroost en 't volgende geflacht, Uw wensch tot Neêrlands heil, in al zijn kragt voldingen, Deeze wensch befluite dit Vertoog of WereUbefchomving, de omftandigheden wair in wij verkeeren , geevèn ons al te veel bezigheid , als dat wij langer in befchouwing zouden kunnen blijven, althans is werkzaamheid en geene befpiegeling vooreerst de hoofdzaak. Het geweld, waar onder de Drukpers heeft ge?ugr, twijffelen wij niet, of is volledig weggenoomen , en wij hoopen, dat deeze dagen van treurigheid niet weder aanbreeken, of het lijk der domheid, om des te gemaklijker te heerfchen, 2al worden uirgebrcid en bevestigd. De vertraaging in de uitgaave zullen wij vergoeden, en thans onbewimpelder dan voorheen , die zsaken en waarbeden fchetzen, waar bij een vrij en dankbaar Vclk belang heeft, terwijl wij nu geruster kunnen voort gaan in de Wereld, en zijne bewooners, met meerdere oplettenheid en naauwkeungiseid te befchouvven, . - ia  < 8 > «ÏIÏh - midden der OverheerfcbinB en verknijping getrouw en ftandvau.g volha-d hebbende, om de rechten van dcnmen«ch te ecb^gen, zijne waarde hem te doen kennen, «uiten 3 thans oaafgebrooken hier in voort gaan , en tvv jiTel n geen ZÏÏ ' °f aibdd 231 met Uwe g°^keurLg vereerd Met No. 2 zat Tijtel en Register ran hit EERST 5 DEEL gratis vjoruen uitgegecvai. Te GOUDA, Bij. H. L. v. E U H A, Boekverkoper. Worden mede uitgegeven te Antitcrdam bij % iv. stift v. Laar Mahuet, Verlem, H. Keijzer, Schoonéveld, Hazen' Langeveld, BrtiH , Saakcs, Koene. Craienfchot, IFijnunds enz" Rotterdam Meijer, Pols, van Santen, Fis, y. d. Dries Dan' ferweg, Dordrecht Blusfé en /.ion, Haarlem van Jlru,re' ■ Tutmans, Leiden Herding, Delft de Vries, Schiedam Rakker 's Hage letuwenfieijn,-Utrecht Wed. Ter Veenen Zoon , Alkmaar Hartemink, Zaandam Tolk, Kool, van /laken eri S,uakkelflein;en verder alom door geheel Nederland. aiiSt.  D E WEU EL B-B ESCHOüWERi N°. 2. (VRIJHEID — GELIJKHEID — BROEDERSCHAP.) VRIJHEID, GELIJKHEID, BROEDERSCHAP. D e Wereld- Befehouwer vindt thands zoo veel ter zijner befchouwing, dat hij ouder alle de voorwerpen verdwaalt, en bij geen één zelfs eenige oogenblikken kan verweven, II, DEEL. VaB  < IO > Van de ketenen verlost en zoo eensklaps in vrijheid ge. fteld, heerschten 'er allerlei hartstochten in zijne ziel nog onbekwaam zelf geregeld te denken en tot zijne Landgenooten te fpreeken, is dit voor hem en in zijne naam door éénen zijner waardige Medeburgeren verrigï — thands treedt hij zelve weder te voorfchijn met de voor het Menschdom veelbeduidende taal — VRIJHEID, GELIJKHEID, BROEDERSCHAP. VRIJ van a'len dwang en overheerfching treedt de mensch in zijne w^a-de te voorfchijn, om zijne natuurlijke rechten te doen gelden, en de zaligheden daar aan verbonden, op deze wereld te genieten. GELIJK als menfchen vormen zij eene maatfehappij, waar in men van geen trotfche eertitels, geboorterecht, of eenige gewaande grootheid meer weet — Koningen , Prinfen , Ridders, Graavcn en dergelijke gemaskerde Poppen, die gevleesd»te duivels der menschaeid, kunnen hier niet meer geduld worden — zij zijn hier allen menfchen , en als menfchen gelijk, van ééne waarde, van édne groothiid. Als menfchen zijn wij BROEDERS, alle uit éénen lïam. vader, door dezelfde banden vereenigd, die elkander hartelijk liefhebben, en zoo veel mooglijk, elkanderens tijdlijk en eeuwig geluk bevorde-ren. Dwingelanden, Despoot, Hiërarch,» hadden ons van deze Vnjhe.d, Gelijkheid en Broederfchap beroofd. _ Tn fchim van voor Godsdienst en Vrijheid te ijveren, hebben zij Je Medeburgers vervolgd, velbannen, doen Aagten — ons allen van een groot deel onzer bezittingen beroofd en daar te bo ven nog tot flaaven gemaakt. — Godsdienst was de zaak waar voor zij (treden; door Goddienst aangevuurd, deeden ze dui zend du.zend eeden zweeren, ter verzekering van de daadlijke ' onderfteuning aan moordzucht en tijrannij _ verfebeiden Leeraars waren de de.pnn», en dat nog wel, raar 't uiterlijk voorkomen, de vroomlten onder die gebcften,met alle hunne vermogens dienstbaar — zij en hunne aanhangers fheden en baden voor X Vaderland — de God van Nederland was hun .God,  < ir > God, die zoude het Vaderland als in de dagen van ouds, redden, de braaven in den lande doen zegevieren, Oranje en de zijnen als zijn oogappel bewaaren, en zijne Gemalin, die Iands DEBORA, met zegeningen bekroonen. <— De Franfchen vu. ren Atheïsten, Godverzakers , Plunderaars , Roovers, 'Verwoestérs van alle orde en gerechtigheid — kwamen deeze, dan was het gedaan met Godsdienst en Vrijheid, zij zouden onze kinderen vermoerden, onze Vrouwen fchenden, onze bezittingen weg. nemen — dan zou het zijn : bergen, valt op ons! heuvelen, bedekt ons! — die dan naar de Franfchen wenschtcn, waren monfters, en, om met eenige Leeraars te fpreeken, waardig, dat de Gedlijke wraak hun verdelgde — zo fpraken onae Bespooten, eenige Predikanten, de Laaraars van den Godsdienst, de onderwijzers der menfchen — en alle dweepers (_waar van zij zich kunftig bedienden) zeiden hier op zuchtende: amen .' amen! — En, zie daar, de Franfchen zijn gekomen, en door geheel Nederland klinkt de taal: VRIJHEID! GELIJKHEID! EIOEDERSCHAP ! —maar zagt.-.is de Vrijheid, de Godsdienst niet in gevaar? —waar voor elk genodigd wierdt,door FREDRIK van Orange — door BENTINK, en dat nog voor weinig dagen , te ftrijden ? —- Hoe klonk die ftem, Burgers ! Landgenoten ! te wapen! te wapen ! ten flrïjde voor Godsdienst en Vrijheid! —— Hoe riepen zij tot het Volk : wapent U tegen de Franfchm, de Atheïsten! Hoe baden ze den G.id van Nederland, dat hij door zijne blixemen het ijs wilde verbrijzelen! — Hoe zuchtten zij voor het behoud van Vrijheid en Godsdienst! — en nu — nu zijn de Franfihen gekomen, en overal klinkt die taal: VRIJHEID, GELIJKHEID, BROEDERSCHAP ! — Zijn dan de Franfchen geen Atheïsten ? —— neen, zij dienen God op hunne wijze, haten aan alle menfchen die zelfde vrijheid! — Zijn ze dan geen roovers van onze Vrijheid ? Neen , zij hebben onze grootfte dwingelanden verjaagd, de magt der tijrannij benomen en ons onze Vrijheid wedergegeeven. 1 Zij willen, dat wij onze B 3 E*"  < 12 > natuurlijke Rechten zullen hei Hellen, die handhaaven, en daat toe de beste Conftituiie vormen. D:'Spuo:en! Aistvcraaten ! Hierarchtn ! lasteraars der braave Franfihen', onze grootmoedige verlosfers ! kemt nu te voorfchijn ■ bewijst nu voor God en de Natie, het geen gij bij al wat heilig is, met mond en gefchrift gezegd, aan een dom gemeen en uwe laage afhangelingen gepredikt hebt of, zo gij nog mcnscblijk gevoel bezit, belijdt openlijk uwe zonden, uwe ongerechtigh°den, uwe euveldaden, fmeekt Goden de Natie om vergeeving en gij zult in ons Bataven mannen vinden, die niet gelijk gijlieden, vol wraak- roof en plurdeizugr, hunne waarde als Mensch, Burgeren Christen zullen bezoedelen neen, maar zulken , die weten en gevoelen, dat het Godlijfc is te vergeven, en die daarom aan U de hand van brocderfchap toereiken. Onze fpreuk is VRIJHEID, GELIJKHEID en BROEDERSCHAP, en de kragt daar van willen wij U doen kennen, leeren gevoelen, en de zaligheden, daar aan verbonden, U doen genieten. Door uwen wandel zul. gij echter uwe voorige euveldaaden moeten uitwisfehen , uwe zedelijke verarderirg of verbetering toonen, zal de maatfehappij immer weder op U kunnen vertrouwen. Er zijn toch veelcn onder U lieden, die, door eigenbaat gedreven , nooit het heil der maatfehappij maar eigen grootheid beoogd en gezocht — die daarom zich met alle flaatswinden gedraaid, en, was het hun belang, de fnoodtle tijrannen gediend hebben. U bedoelen wij, die als Regenten 1 voor het jaar 87 het Volk opgeroepen en tegen WILLSM den Geweldenaar en'zijn aanhang gewapend hebt— U, die kort daar na, om die zelfde wapen voering i het zelfde Volk verban, ïien, vervolgden wreed mishandeld hobt — U bedoelen wij, die als Leeraars van den Christelijken Godsdienst voor 87 het Volk ter wapening aanvuurdet, de uittrekkende manfehap zc- gendet, voor hunne wapenen den zegen van God fmeektet en die na die rampzalige Omwenteling te gelijk omwenteldet, de  ♦C 13 > de Patriotten en hunne wapenen vloektet en hunne ivervo'git!gen rechtvaardignoemdet— U bedoelen wij, die m andermaal bij deze gezegende Omwenteling, de braave Franfchen, de ge" trouwe Bataten, die gij nog onlangs vloektet, thauds weder onbefchaamd voorftanders van Vrijheid durft noemen, eu alle uwe euveldaaden weder met den mantel van Godsdienst durfe bedekken — ja alle uwe Godslasteringen (die gij tegen beer weten met opzet begaan hebt) meent goed te maaken met die taal : Gods vegen zijn hocger dan ot.ze wegen, en zijne gedachten dan onze gedachten. U lieden moeten wij verzekeren , dat gij het vertrouwen der braaven onder de Natie U geheel onwaardig gemaakt en r'eenemaal verloren hebt — 't zou voor de Natie uitertst gevaarlijk zijn U eene bediening van eenig aanbelang toe te be« trouwen, of daar in te laten volharden — Wat toch zullen of kunnen wij van Leeraars der Christenen verwachten , die de Godsdienst aan hunne eigcnbaatige oogmerken dienstbaar maakten, dezelfden vervalschten en daardoor een groot gedeelte der Ntc tie misleid en tegen de braaven opgeruid hebben ? ■— Z3I men dezulken op hunne bekentenis, wij hebben gedwaald, en op belofte van beterfchap gelooven? — Is deze bekentenis,deze belofte genoegzaam van Heden, die zich met alle ftaatswinden gedraaid hebben? — zo ja—dan moet men de opvoeding en het onderwijs der Natie weder op nieuw waagen ? — dan moet de geheele grondflag der vorming van het aankomend geflagt, waa* van evenwel de beste maatfehappij moet verwagr worden, aan lieden van beproefde ontrouw en van een onvast bedrieglijk character worden aanbevolen. — Neen, gij lieden hebt het vertrouwen der Vatte verloren, en daarom kan zij U altans de zedelijke vorming van 't menschdom nimmer vertrouwen.— Gij, die tegen het ware Patriothme zo veele jaaren geijverd, de rechten van den mensch befpot, derzelve voorftanders en verdeedigers belasterd eu vervolgd hebt — gij lieden moet immers eerst zelven verlicht en verbeterd worden, zult gij anderen kunnen of willen onderwijzen in die edels kundigheB 3 i?n«  < H > 4», welke hun alsMensch, Burgeren Christen zoo noodzaaklijk Zijn, — Dweepzucht en Eigenbaat hebben uwe harten geheel vermeestert er, denneten bedorven, dat gij ter onder m™g en beöuoring van anderen geheel onbekwaam, ja gevaarlek zijt Eene gewillige afftand van uwe posten zouden w.j U .aarom aanraaden _ hier door zuit gij voor de iW verklaaren , dat gij uwe wandaaden gevoelt, dat gij U zelve» daar toe onwaardig verklaart, en dat zal zij houden voor eene daadlijke belijdenis uwer gepleegde euveldaaden. Denktniet, dat deeze raad uit een wraakzugig hart voort- kome neen, onze fpreuk is VRIJHEID, GELIJKHEID en BROEDERSCHAP, h.er aan willen wij beantwoorden ,en daarom reiken wij ü, als onze medemenfehen, de hand van broederfchap toe, en bieden IJ de Vrijheid, die de Franke», weken gjj te fnood g,iasterd hebt, voor ons verworven, edelmoedig aan. Wij zullen U niet fchelden, lasteren, ver- vervolgen, „een, wij zuIlen voor uwe vci]jgheid ^ ^en, en U als onze broeders, mids gij Ubroederlijk gedraagt, behandelen. Doch de 2edeJijke hervorming dfir ^ en de vorming van het aankomend geflagt, kunnen noch mogen wij U toebetrouwen; „een, broeders! wij zullen U zelve onderwijzers , verlichters en hervormers van uw hart bezorgen, en onder her geleide van deze hoopen wij U noch eens als braave Menfchen , Burgers en Christenen, op het pad der deugd, met uwe zedelijke verbetering geluk te wenfehen. Wij vertrouwen, dat de verlichten onder onze Natie op de zedelijke verbetering der menfchen opmerkend zullen Z1jn Nooit is 'er iets goeds van deze gezegende omwenteling te verwachten, indien voor de opvoeding en het onderwijs der Natie niet gezorgd worde. De verwaarloozing van dit groote ftuk is de bron van alle onheilen, die ons oveiitroomd hebben. — Deze bronnen moeten geflopt, en fonteinen van zege. ningen geopend worden.- Braave , kundige Leeraaren van den Godsdienst, en wijze, weldenkende onderwijzers der' jeugd worde dat groote werk aan-  < 15 > aanbevolen. — Men rigtte, zo fpoedig rnooglijk, Kweekfcholen voor de onderwijzers der jeugd op,- de Schrijver van de Menfchenyriend heeft de noodzaakiijkhcid en nuttigheid hiervan meermaalen aangedrongen , doch ook deze Vertoogen zijn befpot en kragteloos gemsakt door hen, die domheid en flaaf. fche onderwerping het Volk wilden ingeboezemd hebben. — Men kieze vooreerst de kunJijjfteti en braafden die men kan vinden tot Onderwijzers, tot Leeraars en Hoog Leeraars — aan de verlichting en zedelijke vorming der Natie hangt het geluk af der gehcele Maatfehappij — zonder deze hervorming zullen wij rimmer waqilnk vrij zijn, altans onze Vrijheid nooit gevoelen , noch beftendig genieten. Onze Reprcfentanten zijn zeker van de noodzaaklijkheid dezer hervorming overtuigd, en dus mogen wij dit groote plan eer'ang te gemnet zien. Treedt nu te voorfchijn, waare veriichters der IVatiel thands m rogt gij vrij denken, vrij fpreken, viij fchrijven Men zal U niet meer in akelige Kerkers werpen, om dat gij de waarheid verkondigde — neen , de Franfchen zijn gekomen ëh hebben u uwe rechten weergegeven, gij zijr. vrij — Treedt dan moedig te voorfchijn, wenscht uwe Mediburgers geluk met de Vrijheid — onderwijst hen , verbetert hen — en helpt hen de beste — de gciukkigfte (Sunft'tutis vormen. Wj, waarde Medeburgers! die zederd de rampzal'ge omwenteling van 1787 de felfte verenigingen ondc-igaa hebben, die, ter eere van Oranje en zijn aanhang, van onze goederen beroofd, uit onze wooningen verjaagd zijn , die van plaats tot plaats moesten omzwerven , die men duizend dooden dreigde, en biji a nergens in on3 Vaderland veiligheid konden vinden — wij • die in weerwil van alle vervolgingen volhard hebben, de Natie door ons gefchrijf te verlichten , doch door de tijrannij der Despsoten dit werk voor eenige maanden moesten ftaaken, — wij komen thands weder vrij en b'ijmoedig te voorfchijn — wij gaan voord met de Natie te vealichten en te veibeteren , cn zullen nu meer onbewimpeld de taal van oi.s Uart fpreken. £a-  < i6 > Bataven wij zijn vrijl ja Burgers wij zijn vrijt Men voime in Nederland de beste Maatfehappij. • Bataven wij zjn vrij 1 juicht, nu met handg.-kiap! Bataven wij zija vrij! vee! heil en Broederfchap ? Dat ie.ier Patriot fleeds doem" de dwlnglandij ! Dat dit htrJltlUngiwerk hftendig — eeuwig zij ! NB. Door gebrek aan tijd, hebben wij het drukken van Tijtel en Redster van 't Eerfle Deel, tocNo. 3 moeten uitftellen. Te GOUDA, Bij H. L. v. B U M A, Boekverkoper. Worden mede uitgegeven te Arulterdam Bij ,?. IV. Smit, v. Laar Mnkuet, Verlem, H. Keijzer, Schooneveld , IUzeu, Langeveld, Bi iet , Seakes, /(ome, Crsjenfchot, tVijnundstnt. Rotterdam Meijer, Pols, van Santen, Vis, v, d Dries Danferweg, Dordrecht blusft en Zoon, Haarlem van Brusftl, Tettmans, Leiden Uerding, Delft de Vries, Schiedam Bakker, 's Hage Leeuwenfteijn, Utrecht Wed. Ter Vesnvvt Zoon , Alkmaar Hartemink, Zaandam Tolk, Kool, van Aaken en Qjiakkclflei*;en verder alom door geheel Nederland. ai£ St.  D E WERELD-BESCHOUWER. N°. 3. {FRIJHEID — GELIJKHEID — BROEDERSCHAP.) OVER DE WAARE CONSTITUTIE. • Ti J^e wijze Regeerer van 't Heelal doet zijne werken allengskens tot meer volkomenheid opklimmen. —— Wij achten het onnodig, dit door veele voorbeelden aan te toonen. — Wij wil'en ons alleen bepaalen tot de laatfte gebeurtenisfen in ons Vaderland. II. DEEL. C In  < 18 > In de jaaren 86 en 87 dezer ecuwe ijverden verftheide Braaven om eene verbetering van Regeering 111 te voeren. De waare ConflHutit kenden nog de meesten onzer Landgenooten niet. De braave D. VAN DER CAPELLEN TOT DENPOL wilde ons, door zijn gefchrijf overde Conflitutic van America, de oogen verlichten; maar de Natie fcheen daar voor nog niet vatbaar. Misfchien zoude CAPELLEN daar toe flerker middelen beproefd hebben ; dan, die groote Man ftierf, of (kan men het gcrugt gelooven) werdt door Despooten met gift van het leven beroofd, en met henï verlooren de braave ijverasrs voor de Vrijheid een der verüchtfte Mannen in Nederland. De Patriotten intusfehen ijverden onvermoeid voort, — met eenen Rhijngraaf van SALM aan het hoofd, die even zo veel van vrijheid en natuurlijk» rechten gevoelde, als de Keiïer van Mateceo, ónderueund door zogenoemde Notabelen, waar onder 'er verfcheidene waren , die hun eigen grootheid zochten, es in 't vervolg nimmer weder aan het groote Vrijheidsplan voor Nederland hebben medegewerkt. — De Patriotten dan , poogden eene verbetering van Regeering intevoeren, en zulks uel op een oud irregulier en despotisch plan der oude Graaflijkheid (want zij kenden als nog geen ander) en volgens derzelver tvetien welke men Cdtiftitutioneel noemde; — een elk het zijne te geven , den Stadhouder bij zijne bediening te bepaalen , de lasten te verminderen, den Burger te bevoorrechten en ,. het Volk als Volk meer te doen fpreken zie daar de oogmerken van de toen braa\e'üoch tot dien tijd minverlichte Patriotten — want met alle die verbeteringen zouden ze nimmer eene CONSTITUTIE gevormd hebben. De wijze Albeftuurer; die het geluk zijner fchepzelen wil, dcedt daarom ook de poogingen der Patriotten, die zij meen. den ten beste van 't Vaderland te zijn, niet alleen mislukken, maar hen zelfs daarvan de bitterfte gevolgen gevoelen. WILLEM de Vde, of :iever zijn zachtaartig Vrouwtjen, (die met alle haare wreedheden bij fommigen onzer Geestelijken '# Lands DEBORA heette) verdreef de Patriotten doorPruisji/che be  < 19 > bezoldelingen , boeide, pijnigde, vermoordde, of.bande de ijveraars voor de Vrijheid, gaf hunne goederen ten roof aan een dom en muitziek graauw, dat daar te boven z;jn handen met Patriottisch bloed 'bevlekte en te onbezonnen , op den wenk der Despooten, in eigen ingewanden wroette. ■— Ik zal niet gevvaagen van de omzwervingen onzer uitgewekene Broederen, 'noch van de rampen , waar mede zij hebben moeten worstelen «—» ik zal niet reppen van de vervolgingen die de braaven in dit land onder het despotisch beftuur van wreede tijrannen moesten verduuren — ik zal niet vermelden, wat al euveldaaden,' deze Despooten onder fchijn van recht, ja van ijver voor den Godsdienst , met behulp van fehijnvroomen, dweeperen vermomde Leeraars van Godsdienst, gewetenloos gepleegd hebben. — Ik zwijge van de herhaalde te loorftellingen der op verlosfing hoopende Patriotten, zoo lang Oranje en lodewijk de XVIde, benevens zijne Ministers in goede verilandhouding waren. —- Van een deugdnict DUMOURIEZ en dergelijke Aterlingen, die de rampen der Patriotten vergroot, en hen dikwerf te deerlijk bedrogen hebben, zal ik niet gevvaagen.— Dat voor deze akelige tooneekn het gordijn ne- il^rvalle daar de Vrijheidszon in Nederland naar haar mid- dagpunt rijst daar de dappere Franjchen, onze Verlosfers gekomen zijn , en ons toeroepen : Nederlanders ? gij zijt vrij.' God, die het geluk zijner. Schepzelen wit, doch die nooit door bijzondere willen; maar door algemeene wetten werkt, heeft ons langs die wegen willen geleiden, op dat wij onze dwaasheid zien, onze misdagen erkennen , onze gebreken verbeteren en het beste kiezen zouden. Het geluk van eene MastfCttppij ivloejt zeker voort uit de 6Y> ftiWie, die in dezelve plaats heeft, en pa dat de wetten en Regeering van eene Maatfehappij zijn, noemt men ze gelukkig of ongelukkig. — Daar nu de geheele Maatfehappij uit menfchen beftaa', is die Conflitutie de beste, waar in die gelykheid als menfchen bewaaid wordt. — Waar deze Gelijkheid plaats beefc, daar geniet elk lid in de Maatfehappij zijne naC 2 tuur'  < 20 > tunrhjke rechten, en dus zijn ai,e de leden tot één lighaara vereenigd, en werk*, te geiijfc ter beraking van du 6 ™ 'doel, of het alleen geluk, — Alle beftuur of vórm van Regeering, welke derhalven in eene we.geftelde maatfehappij mag plaats hebben, moet zijn door vcrihzi ^ ^ °f den geene uitgezonderd, a,zo zij tot bet zc]fJe , .lleen de OPPERMAGTIGË SOUVEREIN, en de Regerin gen of Bewaar en Bciehermers hunner wetten, die do^o het ve 7 V ,eerenken. flen — hadt ons iets van dezelve doen zien; — Maar Franiriji heeft het floers geheel weggerukt , ons eene ma.trcb.pp.], wel e.otSamfee,i, als een volmaakt lighaam, aan de hand gedaan, en eene Conjlitutu doen befchouwen , waar in de natuurlyke rechten, de waatde der' menschheid, weder lmsternjk herfteld worden. _ W^tW. een Koningrijk, is thands in een *UcQ veranderd, en een flaafseh Volk is daar door een vrij Vok gevv0rden - Denkt intusfeben „iet, Landgenooten v lÏSeTnSSVOtme" Cener **™te*m, die den naam van a^.M.? dragen, zodanig gefield zijn — dat zij verrede meesten zija integendeel zoo grillig cn meesterachtig be' heerscht geworden als Koningrij.cn en wijzer Na'8!'" ^ treifendfte b. w. zen. Na dat onze Voorouders tachtig jaaren om d„ Vr„ ^ genoten alle I- VooTdel ^ °P ft,* gezag, enpaaid,n of liever b.Jci -Tn l! T ^ moedig, g, düdïèirirït V i £TtT e£n goedaartig, édeleen fehooncn " i £( f 'i *!* « met w*» ICOQI of gedaan van Rechte, en Wetten. De  < 21 > De eerjie kweekten zij zorgvuLlig aan , om door onverzoenlijke twisten de Natie onder elkander te vcrdaelen , en hun willekeurig gezag te vestigen ; tot de lactfle behoorden Wetten ca Rechtbanken, of door hun zelve gemaakt, of doot derzei/et jamielie beftuurd — zijnde alleen een vertooning voor het Volk; maar. daar en tegen, ten hunnen behoeve , 't beste middel om hunne grilligheid te dienen en een ocuitputbarc bron van inquifitie en plundering, in plaats van rechtvaardigheid in plaats van het handhaayen van Vrijheid, zekerheid en het ie* fchermen djr eigendommen, als de eenige en waare gronden, waarom eene Maatfehappij zich famenftelt, en waar op eene Maatfehappij dus ook rusten moet. —- Vrijheid toch is 't genieten en 't uitoefenen der natuurlijke rechten, ons van den Schepper gegeven — zo ze verder gaat, veraard zij in losbandigheid en maakt een inbreuk op de Vrijheid van een ander, en dus ook op deszelfs Zeh rheid; want daar een elk Lid der Maatfehappij zijn fterkte geeft aan de algcmeene befcherming, heeft elk in't bijzonder ook wederkéerig op deze algemeenc befcherming aanfpraak, zoa voor zijn Perfoon, Familie, als Eigendommen. — Men verbeelde. zich echter niet, dat het lefchsrmen der Eigendommen alleen beftaat in de'geruste bewaaring der vaste Gsederen, die hunne veiligheid genoegzaam in eene algemeene zekerheid vinden — neen, Medeburgers! deze beftaat hooftizaaklijk daar in : dat noch door openlijke fchactingen noch door bedekte en geheim gehevene lasten (dikwerf van het zweet en bloed des nijveren ambagtsof werkzamen Landmans afgeperst) de Leden eener maatfehap. pij iet van het hunne tot deszelfs onderhoud toebrengen of betaalen, dan met hunne bewilliging en toestemming. — Maar niets van dat alles bedoelden alle voorige Regceringen — zelfs niet op onze Vaderlandlche grond. FaUlien, onder den naam van Orarjc — Loeyejïeinfchj of Staats ■ Regeering, de één min of meer voordeelig, doch even min gerechtigd dan de andere, gaven voor, zulks te bedoelen; doch betwisteden allen elkander het vet voordeelig beduur of liever de plur.deC 3 . ring  < 22 > ring van 't Volk, of verzekerden 'et zich van door Coalitie of vereeniging. _ De ongelukkige Burgers, de fpeelpallen der \FaHiei zijrde, werden van deze bedriegers, die zij veeleer mogfen verbaden hebben, door misleiding, dweepzucht en verraad, zodanig verdeeld, dat ze elkander vervogden, plunderden, vcimooid'den. — Natunrgenooten en Broederen van ééne maatfehappij — ea dat alleen om deze Staatkundige guiten te handhaaven, die intusfehen met dezen verblinden hoo? fpotteden — deze rampzalige uitvoerers en werktuigen van helfche bedoelingen be/achtea of beloo-.den, naar mate, dat dezelve zich noodzaakiijk gemaakt hadden. — Evenwel gaven deze listige bedriegers voor, dat ze uit kragt der Volkftern ücSouvereimn dezer Landen waren. Door den fchijn te bewaaren verftonden zij iet, dat een onmooglijkheid is, dat een „kt was. — Dit zult ge gevoelen, wanneer gij die eeuwige waarheid inziet, en welke gij zult moeten toeftemmen, dat de Souvereinheit van een Volk ondeelbaar is , en das niet vertegenwoordigd kan word™, — Men kan de Vertegenwoordigers van een Volk met de onbepaaldfte magt bekleeden ; doch de SourerchmeU blijft eeuwig in den boezem van het Volk zelf berusten, is ondeelbaar, behoort tot het geheel, en kan dus aan bijzondere deelon niet alieen gegeven worden; zo dat der. ha: ven geen bijzonder Perfoon, of eenige Familien van eene maatfehappij, uirfluitendcr wijze, de Souverehicn kunnen zijn noch zich het bewind mogen aanmatigen op grond van eene misleidde menigte, die geenzins de Volkjlsm kan of mag genoemd worden. 't Is voor onze Landgenooten zoo nuttig als noodzakelijk, een juist denkbeeld van de waare Canflitutie eencr geregelde maarfchappij te hebben, ten einde wij door de verdraajingen va.; Dcspotifchc, Wereldfche en Geestelijke verleiders, nimmer weder mogen misleid of bcgocheld worden. Wij zul,en daar van in één der volgende Nommers, zodra ons doenlijk is, eene beichrijving geven- Intusfehen mo¬ gen wij de Natie met eene -aanvanglijke vorming der waare Con-  < 23 > Conflhut'i geluk wenfchen. —— Rcds zien wij eene Vergadering der Refriftn tante» van her. Volk der Prarhtie H,Hand inden Hang gevestigd —— eene Vergadering, waar uit de Ridders en Edelen, (die kwantfuis het pla'te Land verbeeld den, doch onze grootfte Despoten waren) in weerwil vin allé hunne orden, WapenfChilden en kwartieren, verdreven zi jn —• eene Vergadering, waar in de Oppermagt des Volks en de Rechten van den Mensen erkend en geëerbiedigd worden——'eene Ver. gadcring, die reeds de heilzaamfte verordeningen, gegrond op onze natuurlijke rechten-, gemaSkt heeft — eene Vergadc. ring, die reeds de grondflagen legt tot de groote bijeenkomst van RepreUntanten der geheele Natie van Nederland. Wij twijfelen niet , of men zal omtrend dat groote plan reeds werkzaam zijn. ■ Zo dra toch de Zeven Proyintien door de hulp der heldhaftige franfchen zijn vrijgemaakt , zal men dezelve als één lichaam moeten befchouwen. ■ De verdeelingen in Departementen, Districten, Bannen , Wijken of Parochiën en Gebuurten zal dan waarfchijnlijk volgen ten einde men de geheele Natie haare Reprefestanten doe verkiezen , die de groote Nationale Vergadering uitmaaken. — Deze Vergadering, werkzaam door bijzondere Committé's, zal onze rechten herftcllen, onze Eigendommen verzekeren en bcfchermen, oas Land doen bloeien, en ons die zaligheeden op aarde doen genieten, welke de goed* Schepper voor alle menfchen verordende. Misfchien zal 'er behalven deze Tiationaalc Vergadering een ALGEMENE LANDDAG zijn, waar op de Oppermagt des Volks in vollen luister zal blinken — ik verbeelde mij reeds met de mijnen daar heen te reizen , ja ik hoor reeds het groots werk door de Rsprefentantett- vcnigt, indien bet de algemeene goedkeuring wegdraagt, door het Volk Sanctioneren — daar zal het zijn: VRIJHEID, GELIJKHEID, BROEDERSCHAP! Doordrongen van 01 ze v.aarde, en ten vollen overtuigd van onze Vrijheid en Onaf liar.ghjkheid, zoo wel als van de onfchendbaarhcid der orde , zekerheid der Eigendommen en be- fcher-  fekerming tegen allen aanval cn geweld, zullen wij ju;Cnendé ^ar onze Huizen en Haagden wederkeeren - dan £2* bluft d.. voor mij een louter ideaal _ en waarfcuijnlijk zijn 'er telaar van P,f,torfm, Jn dt.0 krirg VM ^ ftebbe, — t Zal ons intusfehen het zaligst genoegen zijn, mr.ger, wij iets ter verbetering medewerken Dit is da Pligt va:i elk Burger in Nederland — wij allen zij, nu één lichaam, dat dan ieder deel tot behoud en «,fl„d van het «eheele medewerke — dat wij altijd bedenken, dat uit het a^gemeene nut het bijzondere moet voordvloeien. NB. Door gebrek aan tijd, hebben wij het drukken van Tijtel en Re . ister van 't Eerjle Deel, tot No. 4 moe. ten uitftellen. Te GOUDA, Bij H. L. v. B U M A, Boekverkoper. Worden mede uitgegeven te Arafterdam bij 9 w paal? zofkt die niet in eefl gefchréeiivr van eene faaifigerottë hoop of woeste Vergadering, necii in eene onbepaalde democratie , welke even zoo min daar toe gerechtigd is als eene opgefvorpene /rijlocratie bf /'orst/ijkeeenhoofdige Regeering. .. • Dech daar het Volk zijn wil moet te kennen geven, dient het een fpreekwerktuig Qorgaxe) te hebben, welke derzelver wil bekend maakt en ter uitvoer doet brengen ; hoe règejmaatiger zulks nu gefchiedt, zoo meer men het kerrnc.k van dén alremecnen wil, dat order is, ontdekken zal. — Deze regclma: tige werking heeft daadlijk plaats, zodra geen .hoofdpartij of m er aanzienlijke deden de min vertoonende deelen overwerkt of tegenwerkt; even sis in een gezond natuurlijk lichaam, waar in alle de deelen regelmatig werken. Het ééne deel bei fc geen recht zich te verheffen boven het andere; de kicii as sderen Ontvangen hef eerde bloed, dat alles bezielt cn in wcr. king brengt, ftortcn bet in de groote aderen cn flagadcrcn, za dat het door armen, beenen , 't hoofd én 't harte vloeit, waar het zijn werking doet en wederkeert naar zijn ecrite oorfijrong; dus eene eeuwigduuicnde gémèénfcnappelijke medewerking van alle de deelen met zijn geheel, en het geheel met zijne dee'en. . 2al de werking van het politiek lichaam dan welgeregeld zijn, het dient met de kleinst Hooglijke verdeeüng te beginnen. De eerde {primaire') Vergadefiftgen moéten klein cn welgeregeld zijn — zijn ze te groot, aandonds heerfc'hen in' dezelve verwarringen. — fchrceuwets, fscticmaakeis, verraderlijke omkoopnig nemen pkats , hebben terftond invloed, op liet geheele lichaam, brengen het in wanorde, en doen alle deszelfs deelen woest en verkeerd werken. Maar hiér kermt de vraag in aai merking ; zal en is een ieder in deze primaire Vergadering gciijk gerechtigd, oni ftemme te htbbcn, zonder ondeifchcid van rijkdommen, vermogen en bezit;ing zoo wel hij, die bediend wordt, als die bedient? Eg alpuit I Gelijkheid! — ."aamen zoo geducht, waar dwinglandij , trots, hoogm itd, dweepzucht, fitte» en de woeste droomen , die hun verzeilen, op troon en prijken, en d.n \ér^uldenijzc• m ren  < 27 > ren Swptcr zwaaien': gij waart reeds in de orde der dingen-, toen de eerfte Ménsen van zijnen Schepper gevormd werdt' uw recht vestigt z:?h op de eeuwigduurende en onwederfpreeklijkc rechten van den Mensch, en in een welgeregelde Maatfehappij fpreekt orde, reden en ondervinding, voor uwe ge" rechte aanfpraak, ais Leden, behcorende tot het politieke ligchaam. Etflijkë verdienften , erflijke wijsheid kunnen uw recht niet betwisten; Rijkdommen noch Eigendommen kunnen ook op geen. meerder voorrechtten aanfpraak maaken, dewijl zij- reeds" voorrechten op zich zelve zijn, die door algemeen*, zekerheid befchermd worden. Neen, hier uit volgt veel meer, dat de minrijke en armfte Burger de Clasfe, die den zwaarften. last torscht, 't Vaderland als Krijgsman 't meest verdedigt, deszelfs rampen in oorrog of andere pteagen voornaamlijk gevoek, daar hij op zijnen VadSrlandfchen grond bijblijft, ter. wijl anderen vlug ten ; dat dezen (zeg ik) gelijk ftaat, en ruim zoo veel aanfpraak op de Nbatfénappfj heeft, als de rijke. — De bediende van wat aart of natuur, ftaat in rechten, als Mensch, den geenen gelijk, welke hij bedient; hij oefent zijne kunde, riaarftighcid, of doet zijn arbeid voor zekere evenwaarde (equivalent') bij verdrag. Doch deze ondergefchiktheidb j verkiezing doet daarom hun recht als Measch niet ophouden , noch de natuurlijke gelijkheid ftrijden met het Maatfchaplijk verdrag cn ondergefchiktheid bij Conventie. Een Maatfehappij, die flaavernij duldt, zelfs omtrend éénvanhaaregéringfte Leden, mag te recht een Monfter, het voortbreng.fel van onkunde en geweld genaamd worden. En hier uitziet gij, mijne Medeburgers! dat de Folkjlem eene taal is van het gantfche Folk , en dat ze iejlaat in eene juiste uitbrenging van en door, deszelfs gematigden, door welken het zijn wil te kennen geeft en kragtig en regelmaatig fpreekt, of, daar ieder Burger in Perfoon zelf die doet hooren op een' rcgelmatigen Landdag, waar over wij misfehien in éénen der volgende Nommers iets meer zullen zeggen. De oudfte Inwooners dezer Landen hadden reeds gezonde denkbeelden van eene Cunjlitueele Demoerasic; alleen behielden D 3 Z'3  < 28 > zij het ruwe denkbeeld" om den overwonnen Vijand tot flasf te maken; anderfins wa? ieder Frijman bij uitftek bij hen een Kiezer en kon ook tot de eerde waardigheid verkoozen wor. den. . Hunne eerfe verkiezing beftond en gefchiedde uit tien Huisgezinnen of Familie,,, die uit hun midden een tienman verkoozen. — Tien van f,jortgelijke tien Mannen Cftaande Seder over tien fmilien) verkozen weder uit hun midden één honderd Man (oféénvoor tienmaal tien Familie*) en zoo voords tot een Man over duizend. Voor ': overige waren zij onderfcheiden verdeeld in itammeu en districlen, doch maakten anders altijd een onverdeeld verecnigd lichaam uit, 't zij als Bataven of Huilers, of als Saxers, of als Friezen tot en met hunne gehecle vernietiging. . wij hebben dit hier, in 't voorbijgaan , willen melden, om dat het, onzes oordeels, kan dienstbaar zijn aan de vorming van het beste plan cener welgeregelde Maatfehappij. De verdeeldheid dezer zeven Provimien ontftond alleen uit kragt van het leengefltl, zijnde ieder Provmtie een gefchenfc des geweldenaars, die ze aan de hoofden van hun Legers weg, fchonk , en 't Volk tot SJaaven hadt gemaakt. Dit Leengeftel en de zucht der erflijke hoofden, om elkanders bezittingen te overweldigen, wat in vroeger dagen oorzaak van zoo veele firooracn Burgcrblocds , en was in lastere dagen bij uitftek van nut en voordeel voor eenige bijzondere familie», die in icdet Provintfe den meester fpecldc, ten zbo zeer diende tot onderdrukking van een ieder een in zijn bijzonder Perfoon als tot nadeel van het algemeen. — Ja, ?t was een gunftige bron van twisten , welke listig en heimlijk door Staatkundige be, driegets werden onderhouden, en die Burgers van de" eene Provinie tegen die van de andere, Steden van dezelfde ProV-mie tegen elkander, en Steden tegen 't platte land, 't platte land 'egen de Steden, Burgers van* dezelfde Stad, door CorpmU van gilden en oude giften van wel berbrrgte Couflumen, £?« harnas joegen, elkanders natuurlijke rechten deed betwisten en onder die twisten den Burger verplette Jen , en, als dieren' ahes wegroofden. — Gelder,clun, Ieders, Zeeuwen, Stiel, te-  < 29 > enaaren, Fric/ln, Groningefs en Overijsfelaars waren vcor eilander een veragting. -. Dordrechtenaetrs , Leijenaah Delvcr.aars, Haarlemmers, Jikinaarders een befpotting voor da Amjlerdammeren, en dezen weer voor alle de anderen. Deze verdeeldheid van zoo vcele kleine lichaamen moet plaats maaken voor het Sijsthema van één geheel van een onverdeeld lichaam, dat maar éóncalgemcene neiging, één belang en wil heeft , en alieen zich onderfchcidt door de werking van zijne Hoofdleden en ondergefc'nikte Leden-, ten nutte en behoeve van het algemeen lichaam. Al!e de Provintien moeten maar één geheel uitmaaken; de Poorten der Steden , die den Burger als in een hok flooten, en ten fiagboom dienden voor den Burger van 1 platte land , moeten voor altijd geopend worden, ten blijke van de algemeenc vereeniging. Wanneer dan alle Provintien één geheel uitmaaken, dan zal haare onderfcheiding, als Provintien , met haare bijzondere Charires, Privilegiën, zoo als die der onderfchciden Steden, geheel ophouden. Dit geheel lichaam , (onder het alge- me?n beftuur eener Nationale Vergadering zijnde) kan men, ter bcvoordering van deszelfs reguliere werking, in vijf deelen verdeden, 'f) en deze zullen Wij Departementen noemen. Ieder Departement heeft het huislijk beftuur in zijnen kring; zorgehde dus voor Dijken, Sleizen, Rivieren , publieke Wegen enz. als ook voor de opvoeding, 't algemeen Schoolwezen en wel bijzonder voor het zedelijk onderwijp — ook heeft ieder Departement een hoofd des rechts of opperde Vrederechter en een lafptSor der Schooien. 11 Ieder De¬ partement is weder verdeeld in tien DiflriBen of Amptsvoogdijen, welke ieder zijne bijzondere Ontvangers enz. der algemeene lasten hebben. Deze Dijlritlen zijn insgelijks verdeeld in tien Bannen of Ambagten; hebbende ieder Ban een Vrederechter en een Reiior der Schooien. — Deze Bannen zijn nog verdeeld, (+") Wij nemen hier maai' een zeker getal — ons de v*r. deeling te regelwr. D 3  *C 30 > öecId,op het land in tien Parochiën ,of in de in ^B — WCike jaarlijks uit haar midden de Stedelijke'of Dorpsregenten verkiezen , wier zaak is de waarnccmir.g van het huislijk beftuur der Steden of Dorpen. Ieder Parochie of Wijk heeft haare Sch.oole; boven dien hebben de Steden nog haare bi-zonoere Ontvangers, Vrederechters , naar het getal der In«oooea en de gefteldheld der Steden — doch ondergefchikt Mn den opperden Vrederechter van het Departement, even als de Vrederechter den bannen. ~_ De Jochie of Mjteé zijn gedeeld J ïn tien Gebuurten , en ieder geboorte beftaat uit tien HuU.ezwnen of tien Familtè*, welke haar Buu-tmeester verkiezen en Men Btiurtmecsters weder éénen Wijkmeester dj hebt hier, waarde Medeburgers! Czo t ons voorkomt) eene k.are befchnjving , boe ten netste* bi) eene goede Maal Jchappt, en ms ook ae ONZE zwmgefteJd- moet zijn, om «, !f 'fMm r^e,m^ ^ weiken. _ D ich wij kunnen in dit ftufc met kaar genoeg voor U zijn,- alzo het voor U van het hoogst belang is. fr tii het daarom noz in een klein begrip u befchouwen geven. Zie hier het zelve : ic Fanjilien rsaaken 1 Gebuurt. 10 Gebuuncn . } wijk of Parochie. 10 Parochiën _ s Kan- lp Bannen —j Distriél, ïo Distridlen j Departement. Vo^ends dit plan verkiezen de Gebuurten j.erlijfe, W mester t.en Buurtmeesters uit de hunne weder één mik- meester of Honderdman , en tien Wijkmeesters (in Cas van *BJ? tot een Nationaale Vergadering) één Banman , ziirde «ze laatfte de Verkiezer van de Leden der Nationaal Verg,, .enng , houdende echter deze zijne bediening, als e!eêieur Ca Banman op, na dat de verkiezing afgelopen is. — Dit j3 te noodzaak ijker , op dat d.t Corps „n Banmannen niet door den tijd Arifiocrathch mogre worden . Maal. ik moet v werking en de manier Van verkiezing dezer Banmannen, tot het  < gl > het aanftellen dit Leden van de Nationale Vergadering duidiijker tóonen. De honderd Banmani en verdeden zich in tien Committé's, en benoemen in ieder Cmmitté één lid tot de Na. tionale Vergadering; hier d>or komt een Nominatie van tien perfoonen , waar uit vijf moeten verkoozen worden voor 't diHrici. De nadere elecéeurs , of kiezers der vijf petfooreu uit 4e Nonünatic, worden insgelijks benoemd uit ieder Cm,, mitld één ; deze vijf worden dan het Committé yen Verheug, die de Nominatie nazien, en de vijf perfoonen, die de meerderheid der CummiflS* voor zich m>gten hebben, uitbrengen, of een keuze doen. De n-'ühnannen of Honderdmannen , waar van tien in oc» Parochie of Wijk, e.us honderd in een Dijiricl, vólgen in DL ftricts-verkiezing dezelve wijze, als bovengemeld, in 't verkiezen van twee Leden vwr het Diflriet , tot en voor de Vepanements Regeering, de Opperrechter en Ontvanger voor drie jaaren, zo6 ook de hfpsêtor der Eciioolcn ad Vitam. .Elke Gebuurt benoemt jaarlijks één peifoon tot de Stedelijke of Parochiale -Regeering; uit deze Nominatie wordt door de gezamcntlijke Buurtmetstets in de Parochiën, en door de gezamentlijke Wijkmeesters in de Steden , in behoorlijke Committés, de Municipaal; of Parochiale en St.deli'he Regcering verkoozen; welke Manicpalitcit weder uit den haare (b.jzonder in de Steden") een Prefüent of Burgemeester en Secretaris verkiezen. Insgelijks worden door de Wijkmeesters der Bannen , de Vrederechters voor drie jasren verkoozen, én de Rectoren , Sch loldienaareu ad yilam, aangeftcld, welke laaifte onder ineciic der Stedelijke of Dorpsregenten, cn bijzonder, onder den Wp'fr* et! «^"r flaa!> • <]'' de3wcecn3 vCtandwodrdelijk zijn aaii 't Biperlemenïibeffkur. Zie hier het pian, hoe men uit ons mid.len , als zijnde de eenige, wettige, Pr:m.dre of eer(ie Vergadering, geregeld de Vulkftcm kan uitbrengen, eh door gemagtigden, under wanorde , de algemeene wil des Volks km bekend gcmaak% en ter uitvoer gebragt worden. Gcmagtigden, die geen Willekeurige meesters zijn, maar de Pondbcwaarsrs, Verdedigers  < 3* > gers der Rechten en Wetten, bekend onder den naam van Regenten en Beftuurers der Steden, Dorpen, des Lands De. parlementen, als mede die van 't algemeen beftuur der geheele maatfehappij , vereenigen zich tot één lichaam onder den naam eener Naiionaale Vergadering, — waarvan wij in 'tvervolg misfehien iets meer zullen melden. NB. Door gebrek aau tijd, hebben wij het drukken van Tijtel en Register van 't Eerjle Deel, cot No. 5 moeten uitftellen. Te GOUDA, Bij H. L. v. B U M A, Boekverkoper. Worden mede uitgegeven te Amlterdam bij j: tv. Smit V. Laar Mshttet, Verlem, H. Keijzer, Schooneveld,'liazeti ' Langeveld, Brilt, Saakes, Koene, Crajenfchot, lVijm,nds enz ' Rotterdam Meijer, Pols, van Santen, Vis, v. d. Dries, Danferweg, Dordrecht Musfé en Zoon, Haarlem van Brusfel' Tettmans, Leiden Uerding, Delft de Vries, Schiedam Bakker, 's Hage Leeuwen/leijn, Utrecht Wed. Ter Veen cn Zoon , Alkmaar llartemink, Zaandam Tolk, Kool, van Aaken en ^ guakkeljleineea verder alom door geheel Nederland, aij St, 0  D E WERELD-BESCHOUW El.. NO. 5. (VRIJHEID GELIJKHEID— BROEDERSCHAP.) AAN DEN WERELDBESCHOUWER; MEDEBURGER! Daar gij boven anderen uw bijzonder werk maakt van het bcfchouwen, daarna de waarde te bepaalen van de zasken, die gij befcheuwd hebt, en het leezend algemeen vervolgens van nwe bevinding rapport te doen; zo vleije ik mij, dat gij ook uw oog wel zult willen vestigen op het nevensgaande p!an, en, daarin eenig nut ziende, het zelve aan de waereld mededeelen. II. DEEL. E Om  < 34 > Om echter ©penhart'g te zijn , moet ik U zeggen, d»t heï wel mijn werk, maar echter nu niet geheel nieuw is, els in zqo ver , dat het nog tot heden deezen dag onuitgevoerd is gebleevcn. Geen wonder ook: Ik fchreef hetzelve in 't jaar 1792. • . . En wie dagt toen veel aan 'c nut cn de verlichting zijner Medeburgeren! wie had moeds genoeg om «Jaartoe iets te onderncemen! en w.^ar zau hij de noodigc onderltcuning gevonden hebben! Thands echter is het gewenschte tijdrlip daar, dat de vrind der menschheid zoo vuurig verlangd heeft, en dat hem voor alle welmeenende pogingen kar. beloonen , door hem te doen zien, dat het heil zijner Broederen 'e? door bevorderd wordf. Met dat oogmerk en tot dat einde zend ik V mijn plan woordelijk, zoo als het zelve reeds geplaatst is in de VaderL Biblioth. van Wetenfchap, Konst en Smaak: Vierde Deel Np. 10. 1-92. De braave Schrijvers van dat werk zullen het U en mij zekerlijk niet ten kwade duiden, dat men met een geed oogmerk iets uit hun geacht Journaal overneeme, dat aan hun geen nadeel in eenig opzigt kan toebrengen. Maalq 'er dus dat gebruik van, dat gij goedvindt, en zijt altoos ge Jukkig in de uitvoering van dat geene, waarmede gij 't alge» meen welzijn bedoek. Uw Medeburger^. V. PLAN 9m in ails Steden met geringe kosten goede inrichtingen ts maken tol vermaak en nut der Ingezetenen. Men opene rot dat einde' eene intekening van honderd of vijftig Perfoonen , die zich verbinden om op de eerfte sanvraag op te fchietcn of te kenen 50 Guldens of in kleinere Seeden 30 Guldens zonder intrest, op conditie, dat jaarlijks twee of drie hunner bij looting restitutie van dit overfchot zullen ontvangen, tot da_t de geheele fom ia afgelost. Dit maakt van honderd Perfoonen, die elk 50 Guldens leep«n Oai"-t ik zal tot vaorkóOtfng van verwarring , mij ma*r 'bij.  < 35 > bij dfeeM fooi en dit getal bepaaien, 't welk n»a beidé naat cisch der omftandigheden ligt kan verminderen) dit maakt , rcg ik , een 1'om van ƒ5000.:-; die in 34. jatten gemakkelijk worden afgelost. Men kiest vervolgeits vier Directeuren j welke deeze fora gebruiken > om in een afgelegen oord der Stad een ruim huis en erf te koopcn voor ƒ 2000 -: -: en hetzelve, niet pp eenè kostbaare wijze, maar zoo als tot gebruik, noodig is, in te richten en te incubileeren met eenvoudige withoutene Hooien, tafels, banken enz. voor de overige ƒ3000-:-; . Dit huls moet voorzien zijn van een gefchikt verblijf Voor een Kastelein : vin eene zeer ruime gemeene kamer, waarin een billiard: en van vijf of zes kleinere vertrekken voorde verga, deringen der Directeuren, en andere eindens hier na te noemen. Verder, van een ruime opene plaats , waarop een oF twee kolfbaanen , en aan welks einde een manege is, als de Stad zulks e'scht. Tot onderhoud van dit huis moet jaarlijks bepaald worden ƒ 300-:-: of minder, naar rato van deszelfs omflag: in iedere Stad bijna vind men gelegenheid oln een ol ander oud groot erf voor gemelde fom te bekomen, en zoo in te richten , mits men zich te vrede houde, dat her tot het gebruik dienftig is, en niet op het kostbaare daarvan zie. Die Kastelein moet onder - Piqueur geweest zijn in een manege, en in ftaat zijn les in 't rijden te geeven, en tot dat dat einde een paar paaiden houden, die hij niet buiten de manege verhuuren mag. Hij moet ook een paar knegts houden voor de bediening en 't fchoon houden der vertrekkenZijn vast traétement moet zijn vrij huis, vuur, !icht,en ƒ200., verder een redelijk voordeel van den wijn enz., die door. de leden gebruikt wordt; (doch m:n moest ook bepaai Jingmaakenop den morgendrank en wijn, die ieder vpb'rmijdag3.cn 's avonds zou moogen gebruiken, om de over* maat In dit gezelfohap voor te koomen, en in 't geheel een Reglement tot behoud Van eensgezindheid cn orde miaken) Se Beftuurcrs moesten zelve de inkoop Van den wijn en-A docü , *a vast bepaaien , wat het voordeel op elk artieul voor 3ett E a n*>  < 3 Kastelein zou zijn. Deeze zou ook genieten de voordeden der manege, zoo dat ieder, die daar in les nam, al was hij L'J, zoo hij een eigen paard had , per les zou betaaien 7 ftuivers aan den Piqueur, en 3 ftuivers aan 't huis: zoo hij een paard»van Zijn 'er Leden, die lust hebben tot de Taalkunde, en het (tellen en doen van Verhandelingen, over dit of andere onderwerpen, of tot lectuur, deeze kunnen zich onder elksnde* ren voorlichten, eu hebben gecnen mmester noodig. De manege wordt door den kastelein bediend. Dus heeft men alléén vier perfoonen tot het geeven vaa onderwijs noodig, als: Een, voor de Zedekunde, Rechten van den Mensch en Vaderlandfche Historie. Een, voor Anatomie en Phijfica. Een, voor Geographie en Mathcfis. Een voor Tekenen. Aan dezelve kon de tijtel van Lector en een klein traétetaent worden toegedaan, als b. v. Voor de Zedekunde en Vaderlandfche Historie ƒ200 • o - o Voor Anatomie en Phijfica . . . ƒ400 -0-0 Zoo naamelyk de Burger, die deeze lesfen zou geeven, in ftaat was, uit zijn eigen voorraad, eenige Inftiumenten, ten nutte van 't huis te leenen; doch zo hij dat niet kon doen, moest zijn trociement verminderd worden tot ƒ200, cn het overige gevoegd by de fom hier onder bepaald voor den aankoop van Inftrumenten. Verder: Voor Geographie en Matheüs . . ƒ 200 -0-0 Voor het Tekenen . . J 2co - o • o Wilde men het ook verder uitbreiden, en eens 's weeks des winters in de gemeene cn grootfte kamer mufiek hebben, dan moest men daar op eene fchikking maaken , dat de Leden de beift minder voor icderen avond betaalden, dan de ove-.ige Intckenaaren, en op dien voet daar toe ook iemand vast aannemen ais Capilmeester voor ƒ 2co, en ieder lid, die een In'« ftrument traéteerde, moest ook daar toe medewerken. Deeze Lectoren of Meesters moesten in dit huis op bepaalde tijden hunne lesfen aldus geeven : In de Zedekunde , Rechten van den Mensch en Vadcrlaadjfche Historie , tw:c maal 's weeks, 's winters en zomers. E 3 Ana-  < 33 > Anatomie, of 's zomers Osteologie, het leggen via verbart» den enz., ook doorgaans twee maal 's weeks. Phijfica 's zomers twee- en 's winters drie maal per week" Geogtaphïe en 7 ... . . > altoos tweemaal 's weeks. Mathefis i Het tekenen, viermaal 's weeks; tweemaal voör Timmerlieden en andere Ambachts-gczellen in de Architectuur; tweemaal Voor liefhebbers en leerlingen naar 't model, het leven enz. de kosten, voor de Tekenkamer en Anatomie nodig, komen voor rekening van ft huis eh beloopen mogelijk ƒ 100. ö-o Voor de beste en naast-beste Tekenaaren, in beide moeten Jaarlijks vier prijzen bepaald worden, te zamen ter Waarde van . . . ƒ 15-o-c Het geheele benodigde tot alle deeze ëindens is flus voot 't. gantfehc jaar . . . /2i5oo-ö Voeg hier bij tot aanmoediging der Volksanlufementen, die door zodanige inrichting, met overleg der Pvegeeringen , konden en behoorden verlevendigd te worden, en waartoe men iets zelf* moest toeleggen , doch waarvan wij nader zullen fpreken, nog . . . , | , i . f 3-o. 0.,; Dan is alles voor één jaar te zamen ƒ 2500- o.ó Om nu deze kosten te vinden, moet ieder Lid jaarlijks betalen ƒ 14- :-: makende te zamen van honderd Lcedcn . ..... ƒ 1400-o-d Elk betaald ook voor den Kastelein een gulden op kermis en nieuwejaar. Van iéder flesch wijn moet aan 't huis komen maar vier duiten : 't welk gerekend op tien fiesfehen daagsch , vijf ftuivers maakt, en van de morgendranken even zoo veel, is in 't geheele jaar omtrend . ƒ 200-Om Dit kon zelf nog we! iet rneer zijn, als men te kort kwam , en evenwel, met het dubbeltje voor den Kastelein 'cr bij gerekend, zou dan de ilcsch wijn ... . veof  < 39 > voor de Leden nog maan 3 ft. behoeven te kosten. Ieder die Lid is, moet vrij alle lesfen , die hij verkiest, kunnen bijwooncn, behslven Mufitk, Phijfica, Anatomie en Manege, wijl dezelve te veel kosten eifchen. Gsfteld nu, dat de Mufiek wordt bygevvoond door byna alle de Leden, die iederen avond elk bètaalen vijf ftuivers, 't zij voor hun zeiven of iemand hunner huisgencoten, of vreemdelingen, wijl zij geen inwooners uit de Stad minder dan tien ftuivers mogen inbrengen , dan betaalen honderd Leeden iederen «vond ƒ 15, dus in twintig avonden .... / 300 - o • 9 De Anatomie door zes Leden van de honderd, elk betaalende'voor ieder les 3 ftuivers, waar van eene voor den Lector boven zijn tractement , en de twee andere voor 't huis: dat is van ieder 4 ftuivers 's weeks voor 't huis, van zes Leden 's jaars . . , . . . ƒ 64 - o - • t.~;De Phijfica door tien Leden, betaalende op den zelfden voet, dus 's zomers ieder vier, en 's winters zes ftuivers per week, dus in 26 zornerweeken . . . . , ƒ 52 » o - o In even zo veel winterwcekea . . ■ ƒ 78 • o • o De Manege door drie leden, die elk twee lesfen 's weeks necmen, cn voor ieder aan 'thuis bctaalcn 3 ftuivers, sdus te zaruen 's weeks i3 ftuivers en in 't jaar grosfo . ƒ 47 - o -o Voeg hier hij, dat voor 't overige deeze lesfen gefrequeatreed worden door liefhebbers, die geen Leden zijn, Leerlingen en Ambagts ■ Gezellen, in voegen als volgt. De Zedekunde en Vaderlandfche Historie nog door tien buiten Leden, welke voor iedere les 3 ftuivers betaalen, waar vau iti dit en Alle volgende gevallen één voorden Lector is, entwee vóór 't huis; dus elk weeklijks aan 't huis agt ftuivers te zamen / 4, en in 't jaar dus ... ƒ 208 -0-0  < 4o > De Anatomie, door even zoo veel buitenleden, tweemaal 's weeks , is 's jaars . , . ƒ 104.0-0 De Phifica, 's zomers twee-en 's winters driemaal , ook djor tien buitenleden, is 's jaars ƒ 130.0-0 Geographie en Mathefts ieder twee|, dus viermaal "s weeks _ , ƒ 208-0-a Tekenen viermaal 's weeks, waarvoor Ambachtsgezellen maar 2 ftuivers betaalen, waarvan één voor 't huis, is . . . , m / 52-0-0 Ds overige tien Leerlingen, die naar model Tekenen betaalen 3 ftuiv. waarvan 2 voor 't huis , dus / 104.0. o In de Manege worden misfehien zes lesfen per week genomen door buitenleden , waarvan elk per les 3 ftuivers geeft aan 't huis, in grosfo ƒ 47-0.0 De ifaficq door twintig buitenleden, ieder betaalende 10 ftuivers is voor 20 Concerten . ƒ 200-0-0 makende tezamen f 3194-0-0 de geheele uitgaaf nu is / 2500-0-0 _„ Dus Rest ƒ 694-0-0 welke fom voldoende Zal zijn, om daaruit te doen 3 afiosfingen ieder jaar 8/50-0-0 elk,te zamen ƒ 150-0-0 t Vuur en licht ..... ƒ 250-0-0 ^Verdere onkosten voor 't Concert en onvoorziene toevallen ƒ 294-0.o Zijnde juist ƒ 694-0-0 Als men des noods *t voordeel, dat van den wijn aan 't huis zou komen, brengt op 1 ftuiv. in plaats van 3 duiten, per fiesch, groeit dit nog aan met ƒ 200 -O- o ('1 Verytlg hierna^ Te GOUDA, Eij H. L. v. B U M A, Boekverkoper. Worden mede uitgegeven te Arafterdam bij .% IV. Smit, v. Laar Mthuet, Verlem, ff. Keijzer, Schooneveld, Hazeu, langeveld, Brilt, Saakes, Koene, Crajenfchot ,tVijnundstr\Z. Ro'terdam Meijer, Pols, van Santen, Vis, v. d. Dries, Dan. fer-aeg, Dordrecht Blusfé en Zoon, Haarlem van Brusftl, Tettmar.s, Leiden Uerding, Delft de Vries, Schiedam .Bakker, 's Hage Leeuwen(!eijn, Utrecht Wed. Ter Vcencn Zooxx . Alkmaar llartemini, Zaandam Tolk, Kool, van /Taken en Quukkeljiein;en verder alom door geheel Nederland. SiJStt.  D E WEOLD-IESCHOUWER, N°. 6. (VRIJHEID— GELIJKHEID— BROEDERSCHAP.) Gedttgtea vliegen vrij op blanke duiyenvleuglen, 't Gezond ver/land bsfiierd kun ylugt ; Geen dwang, voor Neérlands wraak bedugt, . JKan fiere drukkunst meer door boet' of boei ieletigle*. VR.IJE GEDAGTEN, w elk een fchoone , welk een voortreffelijke bezigheid ia het fchiijven voor vrije Burgers! Hoe kwijnend en treu¬ rig treed de Menfchenvriend (die al zijn vermogens aan de verlichting van zijne broederen wil opofferen) te voorfchijn'. Zoo.lang de dwinglandij zijn gedagten kluistert! hij ziet zich gedwongen, om elke waarheid door een dichte fluier onkenbaar te maaken, op dat weinige zielen, die aan haar vermaagfehapt zijn, haar tegenwoordigheid mogen gevoelen, terwijl laage kruipende fiaaven, de waarheid, onder welk een H. DEEL. F S<5-  r < 42 > gedaante zij dan ook verschijnt, vervolgen en vloeken. Maar hoe blijmoedig, hoe gloeiend door zagte verrukking, ver> fcbjjnt die ze fde wijsgeerge Menfcheiivriend , wanneer de vernederende ketens verbroken — wanneer de geweldplegende Tirannen verdreven zijn ! — die goddelijk fchoone :hgcn bekeven wij. D? tFereldbt-Cthouytr viert met al zijn Meedeburgcr; de Feesten der Vrijheid cn der zegepraalenóe Menjchlijke Rechten. Het gewigt der ketenen, waar mecde de Wereldtefchouwer wel eer moest voortkruipen, bad zijn moeden kragterl uitgeput; hij zonk weg in cenedoodclijkcflaimcring ; matr even gelijk de Franfche Burger MERCIER, in zijnen ftaatkpndigeo Droom, uit een fiaap , die verfcheiden ecuwen geduurd hacit, ontwaakte, even zoo ontwaakte ook de Wereld, iefchouwer, in een geheel hervormd, een geheel herlevend Vaderland. Het 6ndcrfchcid matchen MER OER en den Wereld-iefchouwer, beftaat alleen hier in, dat de eerstgenoemde droomde, en eenige eeuwen fcheen doorgeflapen te hebbm; terwijl de laatffe flegts weinig maanden, wezen'ijk flicp, en heden b.'j Üfn oiuwsjken niet droomt, maar alles wezenlijk met zijne aogen ziet, met zijne ooren hoort, en met zijne handen tast. Voor zekcfj, -alles is nieuw geworden; geen SALOMÓN met al zijn wisheid zoude dit kunnen.ontkcnnen; de Vrijheid, die nog r.ooit in ons Vaderland tot haar volle krags gekomen is, treed, nu, m-t majelteit, in ons midden te voorfchijn. De Volksftem, die nog altijd door eigenbaat, door onnatuurlijke ongelijkheid eu laffe trotsheid ver (moord wierd.s, verheft zich uit de_ boezem van vrije broederlijke Burgeren. De dwingeland, dc onda'ikbaare , de laaghartig? dwing .ar.d, dien W-'j Stadhouder, noemden ,. voelde zich dpor wroeging gepijnigd, zoo las jget Volksrecht, dat hij zoo lang vertrap hadt, bij ie zegepraal der "Franfche wapenen zich begon te verheT.11. I!cc. gevoel van zijne fchuld, cn.de vrcezevoor billjjke ftra.f, dwongen hem om een Land, dat hcra en zijn gcflachc zoo lang, zoo ïijklijk gevoed hadt., om een Volk, waar san hij zijne gteotheid vCTpjiet w,as, doch dat hij op de ondar.kbxarfte wiji? onderdrukt, e'n van sjjjne d^er- btiai- •  < 43 > toarfte rechten berooft! heeft, fchandclijk té ontvlugten. De Aristikratifchê Regeering .die met vreugd in het ftof kroop, om op haar beurt anderen voor zich tc zien kruipen) is ve;n:etigd. Geheel het gedrochtelijk zamenftel van Hollands Staatswezen heeft zijn gedaante veiiuorer,; edele eenvoudigheid, die met de natuur inftemt, heeft de plaats hier van ingenomen; en wij mogen ons v'eicn, dat het grondwettig Volks-Beftuur, volgends de natuurlijke zedenkunde geregeld, eerlang onwankelbaar gevestigd zal wezen. Geluk dan, mijne waarde I.andgenooten I driewerf geluk met deeze zegerijke Omwenteling. Eindelijk vertoond Nederland zich als een Gemenebest van grootmoedige Burgers , die de liefde en den eeib.- d der Volken verdienen. Nog nooir was eene waare CoxflHuiie hier gebigd. Adel-regeering, gemengd met eer. fuort van Volks-regeering, was, door vermenigvuldigde verwar ingen en verbasteringen, geheel or.beiehrijfbaar geworden. H^moge- den , Kdelm v.endeii , Gecommitteerde Riaden, Reader, van Staat, Raaden van Biaband, Raaden van Ytaand4BBen.j Rcke:.ka«-:rs, Leenkamers*, en de Hemel weet Wat nog niet al! Wie wordt niet verbijsterd door al deze, Kamers? door al deze Raaden? Staaten en Mogen den? Dit alles wieri nog bekroond duor een Stadhouder, een even onfeiftaanbm wezen, als he: geheele beftuur. Een Stadhouder i, de vertegenwoordiger van een afwezig willekeurig Beheerfeber Ons Vaderland heeft zulk een eenhoofdig Heeifcher, afgezwooreu u, de dagen van F1LIP DE TWEEDE; deze be. zat, zo wel als ziju Voorzaten, z jn Plaatsbekleders of Stadhouders ia de Nederlanden; doch na dat hij afgezwooren was, verviel dit ambt van zelve; even gelijk de voogdijfchap vervalt, bij een meerderjaarig verklaard perfoon — en wat ontt veelhoofdige Morarchij of overheerfchirg betrof, déze behoefde geen plaatsbekleder, dewijl zij zelf aanwezig was, en zich duidelijk deed gevoelen. Onze Stadhouders dan wierden fiegts aapgefieW om een vertoning te maaken; dit was ook een van'de voornaamite drangredenen, die de aanhangers van den Vmd.n WILLEM van Oranje aanvoerden, om hes E a v . Qe*-  < 44 > Genieën in- alle rangen en ftaaten op te rnien. Ons Gemcénebest (zeiden zij) zoude bij gekroonde Mogenheden in waarde toenemen, indien het aan het hoofd van zijne Staats vergade. ring met een Doorluchtig Frins uit het oude Huis van Nasfa. pronkte. We!k eene lafhartige, welk eene fiaaffche taal» zij fehaamden zich zelfs dan de fchaduw der Vrijheid, en zog. ten die agter prinslijke wapens fe verbergen. Hoe ver — hoe eindeloos ver waren deze kruipende zielen nog verwijderd van den waaren Adelfland, waar toe zich' de verftandige mensch kan verheffen! Wat is eerwaardiger, dan een wel, ingerfgte maatfehappij van vrijgebooren Burgers, wier algemeene wil met de zedelijke natuurwet volmaakt overeenfterod —— -"en maatfehappij, die door de oafchendbaarfte banden van broederliefde en rechtvaardigheid verbonden is? Zulk eene maatfehappij is de gt0,,e der Aarde, en een afbeelding vau de maatfehappij der onfterffelijke Burgeren van volmaakter kringen. Zulk een maatfehappij, geliefde Laodgenootcn ! kunnen wij eerlang uitmaaken, indien wij ftandvastig, rechtvaardig , en eensgezind biijven voordwerk'en. Zweert dan voor eeuwig ie dwinglandïj af; laat geen vooroordeel U ver. blinden; gij kunt geen trouw fchuldig zijn aan een onwettig gezag; en alle overheerfching is onwettig, om dat zij itrijiig is met Gods wil cn met de Mensehlijke natunr. Geen Eed kan ons verbirden om in het kwaaae te volharden; en het gehoorzamen aan willekeurige wetten, of aan ingedrongen Dwingelanden is een waarachtige misdaad tegen ons zeiven, tegen ons gedacht, en tegen de geheele Menschheid gepleegd. Gij heit geen recht cm uwe Vrijheid weg te zweeren, zoo weinig als gij recht hebt om U van het leevcn tebeioovenveel minder hebt gij recht om de Vrijheid van uw Nakroost ' arrazweeren. Eeden, die wij vrijwillig zweeren, verbinden ons alleen zoo lang,, tot wij overtuigd worden, dat wij dwaalden. Indien een afzonderlijk Mensch met eenen plegtigen Eed z*Oer, om zijn Broeder of zijn geliefdften Zoon met een «*ög-wijn te verkwikken, dan was hij immers verpligt om ■ fclik ontdekte, dat in dié bepaalde, in die afgezonderde teug wijn een doodelijk vergif gemengd was, zoude hij dan nog verpligt zijn, om zijn Eed te houden, en hier door den verfchriklijkften Moord te pleegen p Wie zoude in dit geval aan het verbreken van den Eed denken, wanneer hij het geliefd voorwerp de doodelijke teug onthield? neen, wanneer wij een Eed zweeren, dan verbinden wij ons hier door, om volgends het licht, het welk in dat oogenblik ons verftand beftraalt, onkrenkbaar te-handelen, en ons geweten door een tegenover» gefielde handeling nimmer te krenken; maar zoo ?as de verlichting van ons verftand verder doorbreekt; zoo ras wij dui* delijk overtuigend zien, dat wij dwaalen, dan fchreeuwt ous geweten tegen ons bezwooren gedrag, en om de zelfde reden waarom wij voorheen den Eed niet veimogten te breeken, vermogen wij dien nu niet meer te houden : want het inwendig redelijk gevoel is het rigtfnoer van onze daaden. Hoe meer die gevoel door kennis gezuiverd, en met licht beo ftraald wordt, des te godiijker is het voorfchrift van pligten, wier eenvoudige betrachting de bron van alle m?nfchelijke gelukzaligheid is. Verheft U dan edele vrije Medeburgers.' Verheft U boven alle vooroordeelen, tn maakt uw gciuk beftendig. Denkt vrij de afgefebafte jlegeeringsvorm na, en oordeelt zelvcn , of zij wettig was. (IL zwijg van de eeifte vorming des Siaatsbeftuurs . dat in de weinig verlichte tijden van onze Voorvaderen gevestigd is, en door al de Omwentelingen, die dit Oord ondergaan heeft, meer of min ftand hieldt; terwijl elke Omwenteling evenwel eenige verandering in deszelfs gedaante te weegbragt.) Laat ons alleen een tijd van zeven jaaren terug zien ; was toen het invoeren of bevestigen der zoogenaamde ot>:!s gezegende Ctnflhutïe wett:j ? even zoo wettig immers als de bevestiging der Spaanfch* Dwinglandij djor DUC D'ALBA? Geweld kan niet wettig zijo ; en wie ontkent , dat in het jaar 1787 de rampzalige Omwenteling door verfoeilijk geweld uitgewerkt is ? Elke voetftap in het Vaderland moet tegen de laaghartige Regenten, die zich door roofzieke Prüis-fihen op het kusfen zagen plaatzen, getuigen — «1! de mishandelde Vrienden der Vrijheid , de waare Burger• F3 Hjke  < 46 > lijke Vrijheid, klagen dit onwettig S;aat3bciiuur voor de Rechtbank van Reden cn Rechtvaardigheid aan — Het bloed der ongeiukkig vermoorden fchreit nog om recht. Óe traaner. der verdreven , der geplunderde Patriotten zijn door het alziend, oog der Godheid geteld, fchoon zij die op vreemden grond door grievenden kommer verteerd wecr.den. Verfchriklijk is de God der liefde gelasterd, zoo menigwerf flaaven cn huichelaars voor deze Omwenteling dankten en haar gezegend t <,cm.!en. Neen, misitide Medeburgers! de vloek ruste op deze Om wenteling; de helfche gruwelen, die door de bewerkers van die Omwenteling gepleegd zijn, zullen, als een afgnj?:i;k zwart gebergte, zich voor het oog van den algemcer.eu Rechter ovef Hemel en Aarde vertoouen, en dc ellendige doemcli gen dreigen te verpletteren. Moord, Vrouwenfchennis, Roof, lJ;u dcringen e.i de ijslijkfte vervolgingen zijn flcgts eene ruwe ra ftipping van al het gcp'eegde. Getuigt, langverdruktez.vervelingen! die zóó veele jaa^en reeds doorzuchtte — gij achtbare Vaders! die uit de armen van Gade en Kindere-. wegge, fcheurd in ketens geklonken, en naar een BuitenlaüJfche gevangenis voortgefleept zijt, waar frnart en verdriet uw kragten verteerden, en TJ op de lijken van reeds bezweekeu Lorgenooten cm den dood dceden bidden — Vaders! die uw dietbaaro Zoonen in het zelfde lijden zaagt «kelen; diehsn, met ver. vloeking over Tijrannen op de verftijvende lippen, in dei. ake. Jigfie;i Kerker, door Honger of verpestende kwaa:er, afgemat, zaagt zieltoogen — getuigt, or.geiukkige Vrouwen en a %• den! die, met het bloed van Echrgenooten of Vaders bef, at, de eerroovende Moordenaars om ontferming of om den lood moest fmeeken ■ getuigt hulpeiooze arm .'n! die1 uit den fchoot des welvaards in her rampzaligst gebiek neergefto en, van vreemden het brood der bedruktheid moest afbedelen., — Moeders I die aan uwe naakte, uwe van honger fch;eicnie Kinderen , de gebedelde broodkruimen , me: uw traanen d.wrweefct, toereikte, terwijl de Zuigeling, aan uw uirged o gde: borst van gebiek bezwetken, U.n de jongfte doodituip toeiacive—. Maar m jn hart beeft terug van al deze waarachtige tor eeien'— en dc Omwenteling, die van di: alles dc oorzaak was, weide  < 4? > ggaégnd genoemd. 6 God! handel deze lasteraars van uw recVvaardige * van uw ZegenToUe goedkeuring niet naar hunne verdiensten , zii hebben hét gewigt der gruwe'en niet bczeit; 2ti wisten niet wat zij deeden : even gelijk de martelende beulen , die den Godlijken JBSÜS aan een kruishout ïi3">-l led , hec gewigt van hun bedrijf niet bezeften , en dus ook niet wisten wat zij deeden. Maar kunnen mijne misleide 'Medeburgers in dit oogenblik nog aarzelen , om het S'aa'sbe. duur, in zoo veel rampzaligheden gevestigd, wetloos te noemen? neen gewis riet! allen zijn wij evertuigi, dat dc Omwenteling van 1737 ve.'foeilijk, Godccrgend, mensehvernedc. rend en vloekwaardig was. Allen lijd wij outflagen van afgeperste, of van in onwetenhcid gedaan» Beden , die ons eeuwig op dc ziel zouden branden , indien wii die wilden bonden. Allen verheffen wij ons tot yrijgebooreri Burgers, die hun onvervreemdbare rechten hernemen. Aflen bezweeren wij het eenvoudigst, het naiuuiüjkst vetdtag van eene Maatfehappij, die zich tut onderlinge vciliaheid en geluk , door Broederlijke gelijkheiden liefde, vêreenijt'. Els zal ligt begrijpen ,<■ dat wij onder het wetteloos gezag, dat zich in het jaar 1787 bij ons indroeg, ook den zoogenoemde;! Stadhouder verdaan; want bij en zijn trotfche vrouw waren de aanvoerders der vreemde Krijgsaiagt, die beflemd wa-s 'vn de wraakzucht van ditheersch«tigtig paar fchepfeis (want de uaam van Minjenei zijn zij onwaardig) te verza'igen. Nooit is een afstammeling uit het Na de Vrouwelijke ais Mannelijke linie — een gedrag göo bespottelijk als onwettig. — Verheelt U eene Stadhouderes aan het hoofd der Staatsvergadering, of een Generaalin aan het hoofd der Krijgsmagt , die het wankelend Gemcenebest elk oogenblik aan eenf vreemden Dwingeland kon onderwerpen , wanneer het Huwelijk haar met hem vereenigdc — dan dit was het geval niet. Pierde WILLEM liet een Zoon na, wiens domheid; wiens hardnekkige hcerschzucht, de trotfehe oogmerken van de door drijvers der Erfopvolging, zoo wel als de domheid der werktuigen, die zij hiertoe gebruikten, beloonde — ja wel op de ramnzaaligfie wijs beloonde ! Heeft zijn vreemde aanhang de Vaderlanders niet vertrapt? Jaatgeheel h-t Kriigswczcn inzonderheid hier van getuigen. Is hij het niet of zijn Raadslieden , die dc dwinglandij ten top gevoerd hebben? hebben zij zich niet verrijkt ten koste van den wclvaara der Ingezetenen? WILLEM, gehuwd aan een trotsch Du;'-ch Wijf, meste zich vet met bet zweet der Burgers, terwijl hij, ondankbaar en wreed, dc eigendommen van het Vaderland, aan vreemden, of aan deszelfs Vijanden wegfehonk. — Bleek dit niet in den laatfren Engelfchen Oorlog, toen de voorfpoed der Kooplieden ten prooi werd gegeeven aan roofzieke Brincn? hier door ontwaaktehet gevoel des Volks,het vorderde recht, cn zogt dit eindelijk door middelen , die de Vader der natuur hetfehenkt. De verbitterde W1LLBM vloekte Nederland; en zijn wijf zwoer, zich te wreeken ; de inkomften des Lands beloofden zïj aan een bende Roovers en Moordenaaren: het Volk moest zijn eigen Moorders betaalen. De bo«engemelde Omwenteling kwam tot fland , en de fnoodfle tijrannij zegepraalde. Zie daar Landgenooten I een korte fchets van uw onwettige Stadhouders! bloost over uwe voorige dwaasheid, wordt wijs en gelukkig—verkiest met verftandig overleg uw Vertegenwoordigers; het oppergezai rust in uw eigen boezem, cn dat gezag rust alleen op hel Wetboek der natuur, dat door de zedenleer van JESUS verklaard is. Eenigen uit uw midden, moeten dit Wetboek handhaaven, fchenkt uw vertrouwen aan hen,, die gij hier toe verkiest op dat uw rust, uw geluk bevestigd zij. Te GOUDA, Bij H. • L. v. B U M A, Boekverkoper. Worden mede uitgegeven te Amfterdam bij J. IV. Smit, r. Laar. Mejiuct, D. Keijzer, Schooneveld , Hazeu , Latigeyeld, Briè't Saakes. Koene Jr. op de Haarlemmerdijk, Crajenfe/iot, IVijnunds enz. Rotterd. Meijer, Pols, van Santen, Vis, y.d. Dries, Danfe'weg, Dordrecht Blusfé en Zoon, Haarlem van Brusft\ Ttttmans, Leiden Uerding, Delft de Vries, Schiedam Bakker, 's Hage leeuwenfleijn, Utrecht Wed. Ter Veen en Zoon , Alkmaar Uartemink, Zaandam Tolk, Kool, van Aaken cn htt*kkèlJlem;^B verder ajom door geheel Nederland. ai§ St>.  D E WE RELD-BE SCHOUWER, N°. 7, (VRIJHEID — GELIJKHEID — BROEDERSCHAP.') (HET VERVOLG EN SLOT VAN No. 5-> AAN DEN WERELDBESCHOUWER. ^fen moest den Kastelein het geheele voordeel laten van alle Thee, Coffij, Chocolaade, Punch en alles , wat geen Wijn of Morgendrank zijnde, bij Concerten of anderzints gebruikt wierd , waar tegen hij voor ftooven en pijpen het heele jaar zorgen moest. II. DEEL. G Bi3  < 5© > Bij dix alies moet m:n in acht nemen: in. Dat de vertrekken , geichikt tot wezenlijke bezigheóei) , zoo veel mogcl'jk , aiie voor aan in 't gebouw en boven worden gebragt, en de gemecne kamer agter bij de Koifbsar.cn, om eikanderen niet te hinderen. 2°. Dat de fchikkingen der Lesfen zoo worden gemaakt, dat twee avonden in de week, bij voorbeeld Woensdag en Zondag, daarvan vrij blijven; 't geen gevonden kan worden met , bij voorbeeld de Architefluuriekening voor de Ambachts - gezellen op 's morgens vroeg te lillikken ; of twee lesfen , die met elkander niet ge. meens hebben , zoo ais Geographie en Vaderlandfche Historie, op dezelfde tijd; of twee lesfen, die maar één uur duuren, een uur na eikanderen, bij voorbeeld te 5 en te 7 uuren 'a avonds. De Phijfica diendt wel twee uuren te duuren , van 7 tot 9 of 6 tot 8 uuren. Dat ook 't fpeelen , rooke», en drinken , r.iet worde toegclaaten bij eenige les , maar a'leen in de gemecne kamer of op dc plaats ; of wanneer 't Concert in de gemecne kamer is, dan niet op 't Concert, maar in een apart vertrek. }S. Dat de Toehoorders , die geen Leden zijn , direct na 't eindigen der lesfen vertrekken , en niet als gast blijven , ten ware zij vreemdelingen waren. Gelijk ode dient bepaald te worden , wat tijd vóór. en namiddag het huis voor d£ Leden zal openftaan cn gcflooten worden. 4*. Dat tot het bijwoonen der lesfen of Concerten niet worden geadmitteerd, dan vreemdelingen, bij een Lid gein. geerd: gezetene Burgers, en dcrzelver Kinderen, die een goed getuigenis van hunne naarfiighcid cn gedrag van hunne andere meestens kunnen vertoonen ; of Leerlingen cn Ambschts-gezcllen , die een dito getuigenis van kunne Patrooncn of Baazen hebben. Zou  5°. Zou voor rille Leden, de gemeene kamer, Leerlingen, Lesfen, Spellen, Buitenlieden, en't Concat een bij. zonder reglement moeten gemaakt worden. Gf. Mucsren de Directeuren buiten het generaal opzicht, nog bovendien, de bijzondere oplettenheden voor zekeren tijd onder eikanderen zoo verdcelen , dat bij voorbeeld één acht gaf op "t geen den Kastelein , de manege , 't huis, en meubelen betrof een ander op de goede uitvoering der Reglementen ; een derde op de Lesfen ——— een vierde op 't geen getapt wierd, of het goed in zijn foort en niet te veel was, enz. die konden zij daarna weer te zamen verruilen, en zoo kon alles in goede orde blijven. Uit de fchikking , dat van ieder perfoon, die een les bijwoont , de Lector één ftuiver zal ontvangen, volgt dat der. zeiver inkomen, boven hun vast tractement van 't huis, nog vermeerJereu zou, als volgt: , Van de Zedekunde , Rechten van den Mensch en Vaderlandfche Historie tien menfchen , tweemaal 's weeks ....... ƒ 104-0-0 Welke gevoegd bij't traétcment van . . ƒ 200-0-0 . is ƒ 304 .0-0 Van de Anatomie zes Leden . - . ƒ 31-4-0 Tien Buitenleden . . . . . ƒ 52-0-0 Van dc Phijfica tien Leden, 's zomers . ƒ 26-c-o 's winters . ƒ 39 0-0 Tien Buitenleden 'szomers en's winters te zamen ƒ 65-0-0 Welke gevoegd bij 't tractement van f. ƒ 400-0-0 mits hij eenige Inftrumentea bijzette, anders ƒ 200-0-0 is ƒ 613-4-ai Ü 3 Vsa  < 5* > Van Geographie en Matheus tien perfoonen, tweemaal 's weeks i . . . , ƒ 104.0-0 is met f 200- o- o f 304 - o - o Van het tekenen naar modél en in de Architectuur, tien perfoonen, tweemaal 's weeks ƒ 104-0-0 is met ƒ 300 -0-0 ƒ 304-0-0 Ieder, die geen Lid is, en eenige les wilde bijwoonen, moest zich bij intekening voor een half jaar verbinden, en bij de intekening de helft betaalen, en een Ambachts - gezél of Leerling bij iedere les. Voor welke intekening en invordering der penningen ,' zoo wel voor de Lc&oren , als bet huis, de "Rentmeester zorg moest draagen ; doch bij 't doseert, de Capelmecster, Op deze wijze nu , zou ieder Leftor een redelijk geëvenredigde beloning ontvangen voor een moeite van vier lesfen 's weeks te geven, zijnde voor 't minst ƒ 1 -10-0 per les. Men zou een redelijk goed huis in eigendom bezitten, voor, zien van 't nodige, met een Kastelein en oppasfing, vuur en licht daarbij : en ieder Lid, als hij zelf alles wilde bijwoonen, ook de Manege, Phijfica, Anatomie, en '/ Concert , zou niet meer voor dat alles "behoeven te betaalen, dan een vijftig guldens 's jaars, cf zoo veel minder voor ieder dier articulcn, waartoe hij niet genegen was. De Lesfen over de Zedekunde, Rechten van den Mensch, Va* dtrlandfche Historie, Geographie Mathtfis en Tekenen, kan ieder Lid om nier bijwoonen , en dus volkomen aan zijn verlangen beantwoorden , om in goed gezelfchap , met weinige kosten, een nuttig onderhouden betamelijke uitfpanning te vinden. ' i Rie.  < 53 > Niemand behoeft-zijne verteering hooger te maaken , dan hij zelve verkiest ; en als men nu deze wjj/e van zijne penningen tot zijn nut en vermaak te hefteden, vergrdijkt me* het vertceren deizelve io Wijn. en Coffijhuizen , waar niets nuttigs is op te. doen , en de verveeling niet zelden iemand wegjaagt, fchoon men 't nog duur betaalen moet; is dan dit niet ver te verkiezen ? Hot nut, dat ook daar uit voor de overige Ingezetenen van elke Stad zou voordvloeien , is niet gering, daar ieder, die eenige lesfen verkiest bij te woonen, zulks doen kan voor dc geringe fom van 3 Stuivers per les, en Ambachts - Gezellen zelf het Architectuur- tekenen voor ft Stuivers, De Beftuurers en Rentmeester moeten edelmoedig genoeg zijn, om hunne moeite voor niet te doen, fchoon die nog al niet gering is; doch deeze post kon bij de Leden rond gaan. Eindelijk is 'er nog van Volks • amufementen gc-fprooken < en daar voor bepaa'.d de fom van ƒ 35c, reeds gerekend onder de geheele algemeene uitgaaf. Deeze raaken hoe langs hpe meer in Nederland in onbruik, tot groote fchade voor de Natie, derzelver gezondheid, kracht, vuur, en zeden en merkelijk voordeel alleen der herbergen : daarom moesten zij herfteld worden , en men moesc uit deeze inrichting iedere maand ƒ !io tot een premie van een gouden rijder voor den overwinnaar, en eenig bier voor de meededingers bepaalen , doch twee maal des jaars dit fces: vergrooten, en de prijzen vermenigvuldigen, zoo dat op dien éénen dag dan alle de prijzen te winnen waren voor elk der Oefeningen, die anders elk bijzonder om de maarn» bekroond wierden, Deeze Oefeningen moesten zijp: werftelen , (doch niet in den Engelfchen bloedden fmaak,) loopen , vogelfchieten , balÜaan, ringfteeken enz , doch de wreeder foort, als kattenkueppelen, paliug- en uanzen-trekken enz., moest door zulk *tne inrichting nimmer vooigefteH wor.len;en door 't fclieu-  < 54 > ken van ëenig bier aan de mcededingers, (die zie!) te vod. ren bij de Directeuren moesten aangeeven ,) endoo rhet weeren der Zoete/aars bij zulke gelegenheden, ook met meede. werking der Regeering van iedere Stad, moest men de Natie trachten af te brengen van het vlytig bezoeken der Herber. gen, en van de thans al te gemecne gewoonte, om bij a!le gelegenheden het grootfte genoegen in den drank te zoeken. Zulke Oefeningen zouden niet alleen voor dien éénen dag dat nut en vermaak verfchaflen, maar zij zouden oorzaak kunnen zijn, dat ook op andere dagen van uitfpanning, de jongelingfchap zich met ijver oefende, om bekwaam te worden, om eens den prijs in dit of datrtuk hunner liefhebberij te winnes, en . zij zouden dan meer hun plaifier in 'c open veld en in de exercitiën, dan in de kroegen beginnen te zoeken en te vinden. Niet minder gevoeglijk kon dezelve inrichting £én< of twee maal des jaars een prijs uitdeelen, aan een Burger of Burgeres , die een braave daad verric'at, of een geheel onberispelijk leeven geleid had, enz. : doch hier in moest men voor zichtig zorgen, dat meer de ftaatfie en algemeene eer, dan wel de grootheid der belooning, die maar geting moest zijn, die edele werkzaamheid gaande maakte. • Zo nu 't genootfehap van Edani, dat overal reeds vrij fterfc is, tot deeze icinden wilde medewerken , liever dan tot de oogmerken, die het thans wel met een goede intentie zoektmaar niet ligt bereiken zil • of liever zelfs daar toe wilde voorgaan cn de eerfte zijn; en ook het geld, dat thars befleed wordt, ook rret e:ne prijslijke meening, tot het onderwijs van kinderen , waar van daar na niets wordt, om dat zij in het vervolg weer onder d«n groeten hoop verfpreid raaken en 't geleerde vergeeten, liever aanwenden, om 2, 4, of e jongelingen van beproefde goede verwachting door het bij. woonen van alle lesfen, te vormen tot goede fchoolmeestersdr.n geloof lk, dat zij beter hun doel om ALGEMEEN NUTtlG TE ZIJN zouden bereiken, dan thands; cn ik vleie' mij  < 55 > mij ook, dat zoodanige inrichting door hen, en ardere weldenkende Burgers van 't Vaderland onderfteund, nog al meer en uitgebreider nut zou doen, dan cr.kel te vermaakcn. Dit alles. Mijnheer! is wei niets meer, dan eene vlugtigo verzameling van invallende gedagten, die meer overleg en fchikkingen zouden vorderen, eer men tot de uitvoering kon overgaan. Doch, daar het nut der Natie, en eene waare liefde voor dezelve, "er drijfveeren van waren, en het moeielijkfte 'cr reeds aan gedaan is, heb ik het niet alleen willen behouden, maar beter geoordeeld, het aan UEd. toe te zenden, of UEd. mogt willen beproeven, anderen, door de meededecling daarvan, in uw geacht Weekblad tot opmerkzaamheid op dit ftuk te brengen, en tot verdere bearbeiding, of daadiijke proefnecming op te wekken, misfchien ivas zulks hier of daar niat vruchteloos, ten minften ik hoop zulks met de beste intentie, en heb intusfehen de eer le zijn Uw Leezer. ANTWOORD VAN DEN WERELD-BESCHOUWER. Schoon ik geloof, dat de aandagt van alle Volksvrienden thands daar op het aller eerst behoord gevestigd te zijn , hoe men het best de Vo!ks Vergaderingen op een gercgelden en gefchibten voet zal kunnen vestigen: cn hoe men vervolgens ook het recht cn de wijze van ftemmen tot de keuze dei.' Municipaliteiten enz. zal bepaalen. Schoon ook misfchien in dit plan, ten opzigtc van de koften, wel eenige misrekening kan plaats hebben; zou ik echter mccr.en, aan het goede oogmerk van dtn gfgerden Zender te kort te doen, zoo ik bovenftaandc Plan niet gaerne plaat.  < je > ptatfte, te meer, daar eenige kleinigheden naar gelang der onhandigheden van iedere Gemeente ligt te veranderen zijn, en het dan tot een nuttig gebruik kan dieren. * Zo iemand verder met opzigt tot het eerstgemclde, eenig wel doordagt Plan kan opgeeven , dat niet te uitgebreid is voor de ruimte van dit Blai, zal ik daar van niet mingaerne een dankbaar gtbruik maaken. Te GOUDA, Bij tl L. v. B U M A, Boekverkoper. Worden mede uitgegeven te Amiterdam bij.?'. IV, Smit, v. laar M'huct, IJ. Keijzer, Schooneyclrl, Hazen', l.angeveld, 'itrilt Saakes, Koene Jr. op. de Haarlemmerdijk, Crajenfihot, ffijnundl enz. Rottcrd. Meijer, Pols, van Samen, fis,v. d. Dries, Dan. ferwei;, Dordrecht Blusfi en Zoon, Haarlem vin Pruslel ttttmans. Leiden herding, Delft de Vrhs, Schiedam Echter, 's Hage- Leeuw,njieijn, Utrecht Wed. Ter Veen en Zoon , Alkmaar Uar'.emink, Zaandam Tolk, Kool, van /laken ea jfcakjeljljin; en verder alom door geheel Nederland. ilifcSï.  D E WE&ELDHBESCHOUWER.. N°. 8. (PRIJHEID— GELIJKHEID—, BROEDERSCHAP.^ Wannier een enkeld mensch van 't rampvol dwaalpad keert, En blanke deugd omhelst, dan juichen Hemellingeo. Maar heel de Schepping zal den hoogjlen'Lofzang zingen, Wanneer een talryk Folk, zijn reeht, zijn heil begeert. DE OPSTAND DER NATIE. "Vr^elk een grootssh —- welt een eerbiedwaardig voorwerp 'is eene Natie, die in opftand is! geene oproerige bewegingen mogen zulk een' opftand .ontheiligen. Of, roet is afgrijslijk: het is. een voortbrengzel van menschheidöpteerende ontwerpen , die uit eigenbelang of wraakzucht" gefmeed worden; en verdienen dus niets dan verachting en ftraf. Maar de opftand van een lang verdrukt Volk is, dé zegepraal der Menschheid. ' Ons Vaderland befchouwen wij in dezen opftand; het verheft zich, het fchudt zijn kluisters af, het vernietigt .zijn haatlijk Staatsbeftuur, en vestigt zijn geluk II. DEEL. H al.  < 53 > alleen op Vrijheid en Rcobt. Een zagtc verrukking glocid ia ons hart, wanneer wij onze geheele Maatfehappij ebfls gè') zind en vol ijver hicrtcc zien medewerken. De kleine flaaffehe zielen die in het geheim dezen Opftand vervloeien, verdienen geen opmerking ; het is ' genoeg , ' dat" 'nee sneerder gedeelte der Natie, en dat wel het meest verlichte gedccl!c,een volkomen- geheel uitmaakt. Kleins bevooroordeelde, cn hierdoor fiaafsch 'gewórden Zielen, zullen door dc vredcnlievcuheid , en dcor de waarlijk edele vruchten der Vrijheid gewonnen en verijdeld worden. Maar hoe bekoorlijk zulk een befchouwing voor óns ook wezen mag, een tedere bekommering blijft onze Ziel nog ontrusten, zoo lang het gebouw del' Vrijheid niet onwrikbaar vast gegrondvest is.' De ccrfle fltenen zijn gelegd — zo fprak de braave Burger P3ETER. PAULUS, bij het nederlcggen van den hem, voor veertien dagen toevertrouwden post-— die hem-tot wezenlijke eer der overige Volksvertegenwoordigers op nieuw opgedraagen werdt, cn dien hij, tot waarachtige büjdfchap van alle zijne Meedeburgereri ook op nieuw' aanvaarde. ' Ja edels verlichte Burger! de eerfte ftcenen zijn flegts gelegd; veel — onbegrijpelijk veel wordt nog vereischt, eer het werk voltooid is. Bedaardheid, ftjndvagtigheid, moed en rustelooze werkzaamheid zijn hiér volftrekt toe nodig, zdnder dcezehoedanigheden, is alles vrugteloos, wat zeg ik, zonder dcezehoe» danigheden, zonder de belanglooste trouw, cn de 'edelfte, dc zuiverfle volksliefde, ftort geheel ons Vaderland in een peilloozcn afgrond, waar uit het Zich nimmer 'wcir zal verhef, fen. Het is niet genoeg, dat wij de ketens verbroken hebben; wij moeten waaken tegen nieuwe ketens, van wat aart die ook zijn mogen. Niets, dan alleen deonfchendbaarCband der Maatfehappij moet ons verbinden. De edelmoedige Franfchen hebben onze Dwingelanden vernederd en doen vlueten; hunne beloning zij dan tcne dankbaarc broederliefde, en dc goddelijke zelfsvoldoenirg, die hunne waarlijk groote zielen aal ftreelen. Maar zij vorderen van ons geen flaaffche onderwerping; >— neen! dc vrije Franfchen kannen geen zweem >-•■"'; van'  < 59 > v-.n iUvernij dulden. Wij moeten voortwerken naar onze eigen aart , naar onze eigen wijs van denken en bandelen; maarniet geboeid door een flipte navolging. De Franfche Natie heeft zich vrij gemaakt, zij heeft baar juk verbroken; ook dit vcrwagt zij van de Hollandfcke Natie. De gtond der franfche Coufhtutie is het onvervreemdbaar recht van den Mensch; ook dit moet de grond zijn van enze Gotrjiitutte; maar de overige inrigtirigen, die het heil der Maatfehappij zullen bevoorderen, moeten volkomen geregeld zijn naar de belangen der afzonderlijke Natiën, die op eik afzonderlijk gedeelte des aardbodems lecven en werken. Welk era voortreftijkc Conftitutie . zien wij voor ons Vadeilandte gemoet! — De Noord, Americlanen wierpen de ketenen af, en vo,rmden een onaf» hacglijk Staatsbeftuur; dit werd toegejuicht door de gezonde reden, fchoon.zij de onvolmaaktheden daar in gelijk in alle Menfchclijke zaken opmerkte. De Franfchen vormden een nog veel fchooiier ConRittstie, die zij neg daaglijks genoegzaam van onvolkomenheden, die zich in dezelve ontdekken, zui. veren. Wat zal nu ens VaJcriand niet een gelouterde Conflu tutte kunnen aannemen! Braave, Volkbeminnende Wijsgieren Zullen de gebreken opfpoorea , en het beste, het meest gefchikte tot waarachtig geluk verkiezen. Een al te fterke düfc om goed te keuren, zorder dat het goedgekeurde onderzocht en van het verlicht vertland getoetsc is, zulk een drift is even fchedelijk, als een hardnekkige tegenzin tegen alle nieuwigheden. Wij moeten deze beide uiterften zorgvuldig vermijden , cn mogen niets verkiezen, om dat een ander Volk het verkoozen heeft; maar wij moeten alleen dat geen ver kiezen, wat sa de verftandigfie, de onzijdigfte overweging, tot het geluk van onze eigen Natie fchijbt te kunnen dienen. Alles wat de. Franfche Republikeinen vast ftellen, en voor hun eigen.land nuttig oordeelen , behoeven wij niet blindeling te omhelzen; want de wijsgeerige Franfchen verbeteren geduulig hunne inrichtingen, om dat zij geduurig nog fouten iri dezelve ontdekken. Gelukkig dat dit grootmoedig Volk, ge noeg verlicht { genoeg veradcld is, om de fouten te titó BI H * ™  < ffö > tc willed verbeeterem ö! Dat ons Vaderland zich doof ware' grootheid, door ware ft and vastigheid, de vriendfchap der Fran. fmkiu waardig moge maaken! ja! dat die beide Natiën onderling zich beijveren , om in volmaaktheid te voorderen; op deze wijs zullen wij op onze beurt aan de vrije Franfchen nuttig zijn, terwijl zij ons waarlijk zouden verachten, indien wij hun lafhartig nakroopen; want een edele ziel voedt een wezenlijken afkeer van alle flaaffche onderwerping cn verltandelooze navolging. Beoordeeld dan, braave Medeburgers! beoordeeld elke inrichting , die aangenoomen wordt. Heden ftaat het ons allen vrij om onze gedagten mede te deelen. Wij zullen niet vervloekt worden door onze werkende Broederen, fchoon onze gedagten van het algemeen gevoelen vcrfchillcn; in tegendeel, elk wie zijn Vaderland bemind, elk wie de waarde der menschheid en het,belang der Maatfehappij hoogfehat, wordt uitgenodigd, om mede te werken tot bet vestigen van het best mogelijk Volks - beftuur. Indien wij dwaalcn , wij . hebben voor geen verachting, vee! minder voor vervolging te vreezen; maar onze broeders zullen ons overtuigen van de goedheid, van dc wezenlijke voortrcflijkhc-id der gevoelens, die wij niet genoeg kennen , en om die reden uit een verkeerd oogpunt beoordeelen. Geen haatelijkheid, geen paitij. fchappen mogen onze vrije bewegingen verpesten, ö! Dat geen van onze Medeburgeren de pasverkregen Vrijheid misbruike en onthcilige ! — allegeweld is verfoeilijk , door wien en op welk een wijs het dan ook moog gepleegd worden Alleen de wil des Volks moet gelden; want die algemeene wil vloe.d uit het redenlijk gevoel van recht en onrecht, en behclsd dus de wet der zedelijke natuur, die het menachiük aanwezen ingefchapen is. Billijke flraffen, die alleen tot behoud der algemeene veiligheid, gegrond op het verdrag dsr Maatfehappij, uitgevoerd worden, mogen nimmer door den raam. van Geweldenarij ontheihgd worden. Want zij gefchieden rot voorkoming van geweld; het zijn opofferingen d:e het geheele Volk doet ean de Gerechtigheid, en aan dc rust **i z;c.i zeiven en zijn nageflajt. - y *V; ' " 'ul ■ th. JU-  < tfl > Alle beledigingen, voor zoo ver zij de algemeene rust niet verwoesten, en de algemeene zedelijkheid niet bederven,kannen vergeven worden; ja! bet veigifnis lchenkeu is iets godlijks; maar wanneer het geluk van duizenden ondermijnd is, wanneer het belang der geheele Maatfehappij, door een laage ziel vertrapt is, op de moedwilliglte, op deondankbaarfte wijs vertrapt is, dan vordert de zedelijke natuur-wet, dat zulk een booswigt de bittere vruchten, van het geen hij gezaaid heeft, inzamelt: want het gevolg van gepleegde fnoodheid kan niet heilzaam wezen , of wij keeren de beftemming dér zedelijke natuur om , en vernederen de waarde van den mensch. Dtaave Landgenooten ! beeft dus niet voor het zwaard der Gerechtigheid, het wreekt niet, maar het verdedigt uw recht, uw veiligheid, en weert alle verwoesting, die tegen de zedelijke orde zoude aanvallen, af, want zedelijke orde is onaffcheidbaar vereenigd met waare vrijheid. Waakt dan voor beide; want zoo ras de ééce U ontwijkt, is ook de andere voor U verlooren, Het vestigen van een onwrikbaare ConfiiluHg vordert allen fpoed, m?.ar ook tegelijk alle bedachtzaamheid. Laat den febok, die ons Vaderland bij de omwending der zaaken ondergaan heefr, geen verfchrikking baaren ; maar laten ook onze langverdrukte Landgenooten , die eindelijk den vrijen hals van onder het juk mogen opheffen, zich door de genieting der blijdfehap niet laten bedwelmen. Elke ftap , dien wij heden doen, heeft betrekking tot ons volgend geluk; wat zeg ik, tot het geluk van ons nagedacht. Werken wij niet grootmoedig voort , dan zal zich op de een of anders wijs de Dwinglandij weer onder ons vestigen, en als eenwegeetendekanker ons heil verteeren. En hoe .onvergeeflijk zoude ons gedrag wezen, indien wij ons door eigen fchuld in het verderf flortten 1 alle omftandighedén zouden zich vereenigen om ons te befehuldigen, en om ons in het oog van allo vrije Volken, zoo wel als in dat van ons Nakroost, doemwaaidig temaaken. Wij hebben de heerlijkfte voorbeelden aan de tranjchen en Noord-sim.fïkaarun. Indien wij geea voortieflijk, geen op het recht gevestigd Volksbeftuur aannemen, dan is Nedej land waarHj «II*  < 6z > dfg, cm uit den rei der Gemeenebesten uitgeroeid te worden: wat zeg ik? het is dan waardig, om in de vergeetenheid voor alt'jd weg te zinken. Da' alle braaven, dat alle weidenkenden zich in zulk een geval aan een onwaardig Vaderland ontrukken , om bij meer verlichte Volken de vrije lucht te gaan jtademen; terwijl de flaarfche bewoonets van Nederland vertrapt, verarmd, en magteloos om zich zelf tegen den loop der natuur te verdedigen, in de Moeraifen rondkruipen , tot eindlijk hun verachtelijk ftof in de graven dei-nitgedelgde Geflaehten onder het zwalpend, nat verfmoor.cn. Maar goede God! welke gedachten! een gevoelvolle drift deedt.haar uit den grond van mijn aan weczen oprijzen; neen ! ons Vaderland omhelst net verrukking de aangeboden Vrijheid, het vereenigt zich tot een Broederlijke Maatfehappij, die dezelfde belangen, en dezelfde wetten heeft. Alle Omwendingen baaren bij haareerRcn aanvang fterke bewegingen, of liever, wij gevoelen de veran. dering van zaaken , waaraan wij gewoon zijn, in het begin, vrij fterk; zoo ook bet imrekken, en vooral het .onderhouden der Franfche Krijgsbenden, ontroerde verfcheiden gedeelten van ons Vaderland. Maar zoude ons hier door den moed ontzinken ? neen, waardige Medeburgers! waren wij niet vcrpligc om de Krijgsbenden, waar van de Stadhouder het hoofd was, ook te onderhouden? wie toch anders betaalden de verbaazen. de kosten des Oorlogs dan wij? zagen wij onze Landzaken niet gedwongen, om zich te wapenen ? hoe veel nuttige handen zijn aan den Landbouw hier door onttrokken, zoowel als. aan andere bezigheden ? — en waartoe diende toch deze dwang? immers niet om het Vaderland tegen wezenlijke Vijanden te hefchermen, maar om tegen Vrienden der Natte, om tegen üitgeweeken Broeders te tirijden! lelijke tooneeltn vertoonen zich voor mijne verbeelding. Ik heb onder de zoogenaamde Staa-sbenden Vaders gekend, wier Zoonen in Franfchen dienst, waren, zoo wel ais eigen Broeders, die wederzijds ten ftrijde aangevoerd werden. Welk een verfchriklijk denkbeeld! hier kon een Vader zijn éigen Zoon het Bajonet td de borst floten j Éf (M '/-oen , zrh met het Hoed des vallenden Gljjaarrs be-  < 03 > fraetten; terwijl -ginds twee Broeders, die onder het zelfde nart gedragen, cn aan denzelfdcn Moederlijken boezem gezoogd waren ,'zich onderling vcrmooiden.' Dit zijn geen hener-beei: den, gesn dichterlijke tafreelen, maar de Vaders, de Broeders èn Vrienden, die tegen Zooncn ,Broeders cn Boezemvrienden» gewapend waren, zouden wij met haamen kunnen aanwijzers wcr'deze ijslijkhcden behoeven wij niet meer te Adderen. Onze Uitgekeken , enze verbannen Keldsn, vlogen in onze uitgeftrekte armen, cn de misleide wraakzncht heeft de wapens aan hunne voeten neergeworpen. Vol moed zullen wij veree.; nigd, nu de Heldenwapens aangrijpen, oin tegen de Vijanden' dir Netl:; en tegen de algemeene Vijanden der menschbeid te Strijden. Geen Landverwoeatir-g hebben wij van Franfchebeadcn'ts duchten; want zij bewaaren een geregelde Krijgstucht, èn eerbiedigen het Eigendom van elk Ingezetenen , terwijl de' Engelfchen , als Bondgenooten van onzen Dwingeland en zijn aanhang , verwoesting cn fchrik verfpreiden , terwijl onze eigen benden, niet zelden aangemoedigd door hun Sritfcke Strijd. gcr.oo.ten, of deer moedeloosheid verwilderd, de weerlooze Burgers, voor wier befcherming zij betaald werden , door hnn geweld en roovsrij in het verderf ftorten ; en boe veel kostelijke Landiheeken zijn door het water bedorven , alleen om da; de Dwinglandij hoop voedde om zich door dit middel te handhaavcn ? Indien de Stadhouder een enkelen droppel Vaderlandsch bloed doer zijne aderen hadt voalen vloeien, zoude hij den zijn aangematigde grootheid niet met vreugde opgeofferd hebben aan'liet belang van een geheel Volk? onder de aangeboden Vredes-Artikelen van ons oud Staatsbeftuur,'behoorde het mtUtineeren en eerbiedigen Van onze toen, zogenoemde gezegends Conjlitutte, waarmede het mainttneeren van den Stadhouder en al zijn waardigheden verknogt was. Dan dit artikel was alleen .genoeg, om de edelmoedige Franfchen dc geheele Vredesonderhandeling te doen verwerpen; went immers hadden zij plcgtig b:looft, om de uitgeweken Bataven fft hun eigen Vaderland te voeren, en de volkomene onaf hanglijkheid aan onze Natie te fchenken. Waar nu de Stadhouder niet geheel  < tf4 > heel van alle menschjijkheid ontaard geweest, voor zeker zoude hij dan den Vrede verkoozen hebben boven het onwettig gezag, dat hij bekleedde. Indien hij al zijn ambten toen inden fchoot des Volks hadt nedergelegd, wanneer hij gezegd Iiadt; „ Nederlanders! ik heb lang genoeg den niets beduidenden „ naam van Stadhouder gedragen; ik heb lang genoeg een rang, „die mij niet toekwam, bekleed; veel te lang heeft uw zweet « en bloed mij en mijn aanhang gemest; van dit oogenblik af „ hebt gij geen Stadhouder, geen Ceptein of Admiraal - Generaal „meer; ik ben volkomen ambteloos ; kunt gij mij vergifnis. „ fchenken voor duizend mishandelingen, en mij tot uw Mcdeburger aannccmen, dan is uwe edelmoedigheid onbereken„ baar gtoot: geef de hand van Broederfchap aan de vrije Fran* 9, feiten— en geniet Vrede." Ja 1 indien WILLEM dit hadt kunnen zeggen , 6 1 dan zouden wij hem als een r-fgcdwaald Schaap , dat weer te rug keert, befchouwd hebben. Maar Landgenoot ten! dit is een herfenbeeld! liever wilde hij, terwijl hij zich verbeeldde , dat de Franfchen zoo guudzugtig ware'n als hij zelfs, uw laatften Penning af knevelen , om de bevestigisg van jjijnc valfche grootheid te koopen: Maar, God zij gedankt! wij zijn vrij, en zullen vrij blijven! Te GOUDA, Bij H. L. v. B U M A, Boekverkoper. Worden mede uitgegeven te Amfterdam bij J. IV. Smit, v.Laar Mdhttet,/!. Keijzer, Schooneveld , Hazeu, hangeyeld, Briët Saahes, Koene Jr. op de Haarlemmerdijk, Craienfchot, Wijnunds enz. Rotterd. Meijer, Pols, van Santen, Vis, v.d. Dries, Danferweg, Dordrecht Blusfé en Zoon, Haarlem van Brtisfel, TtHmans, Leiden Herding, Delft de Vries, Schiedam Bakker, 's Hage Leeawenfteijn, Utrecht Wed. Ter Veen en Zoon , Alkmaar Hartemink, Zaandam Tolk, .Kool, van Aaken en tyakkelflemien verder alom door geheel Nederland, iui St,  D E WERELD-BESCHOUWER, N°. 9. CfSiryKHEID — VRIJHEID — BROEDERSCHAP.') Wanneer het Polksbejluur onwrikbaar is gevest, Dart bloeit de zaligheid in 't Vrij-Gemeenebest. GERUSTSTELLING. WAARDE WERELDBESCHOUWER! Jk was altijd een ftille in den Lande; ik had een affchrik vaa alle veranderingen,niet, om dat ik het oude juist zoo onverbceterlijk goedvond; maar alleen, om dat ik de onrusten het gewoel, dat altijd met gewigtige veranderingen gepaard gaat, als de dood fchuwdc. Aan een Staatsomwenteling kon ik in zonderheid nooit denken, zonder dat een huivering, zoo koud als liet Graf, mij door al de leden lilde. Teemaal hob ik strike» verandering in ons land beleefd: eens in mijne vroege II. DEEL. I ieuSd'  < 66, > j eugd, toen WILLEM de Pierde Stadhouder van a'le Je Fro. yintieu wierd , cn toen al zijn aanzienlijke Ambten in Je vrcuWlijkc, zoo wel1 als manlijke linie erflijk verklaard werden. De tWede Omwenteling , die ik beleerde, was die van zevcn-en-tagtig, toen WILLEM de Pl'fde de Prukfjihe Eenden op de Voorftanders der Vrijheid deed aanvallen, endoorRoov en Plundering zich in' het oriWig gezag bevestigde. Deze Omwentelingen hadden zoo veel afkeer tegen nieuwe bewegingen in mij verwekt , dat ik mij met alles te vreden hield.- B.j de Iaatfte, Omwenteling had ik ook veel fchade geleden ; verfcheiden Vrienden verloren, en mij door het vertrek wan al mijn braave bekenden tot een onafgebrokene eenzaamheid zien veiwijzen. Uit dit a'Ies Wijkt, dat ik naar geen nieuwe Omwentelingen (fchoon zij de hcürijkfte omkeervan zaaken beloofden) verlangde; want mijn geheel geitel, zoo wel als mijn zielsneigingen, bellen over tot rust, dat is te zeggen , tot eene levenwijs ,~ die altijd volgends den zelfden regel voortloopt. Iets, dat met de bewegingen van eene Omwenteling niet beftaanbaaris. Maar nu voel ik mij gedwongen, om volmondig, uit den grond van mijn hart, te getuigen, dat de tegenwoordige Omwenteling, die al dc overige'in algemeenheid te boven gaat, al mijn lof verdient, en dat meer is, door mij met dankbaare biijdfehap befchoüwd wordt. Geen Moord, geen Plundering heeft haar uitgewerkt; geen woedend opgeruijd Graauw heeft de veilig, heid verwoest , en dc onfchuld doen fidderen; orde en recht heerscht in elke 'beweging. ' Dc Franfchen voeren Mü glorierijke wapens tot in den boezem van ons Land, maar zij brengen vrede en gerustheid met zich. Welk een verfchil tusfeheh deze Krijgsmagt, en de Rrijgsmagt der PruLfchen, die in het jaar zevenentagdg, den Roof en Moord alem verfprcidde! Welk ten fchat hebben zij uit cnsJLand gedeept en, hoe veel is door hun baldaadig vernield { Doch her waren 'do Pruisjiheu niet alleen, die dc bevelen der Dwinglandij uitvoerden. Ónze eigen jenden, die betaald werden om ie veiligheid der Eurgerijen feffcr.eijntn en ;e verdedigen, ooi? dezen wendden hïtMoord- vuj..''  < 07 > iuig tc^cn onznn-eigen boezem, en verzadigden hunne roofzucht op de vloekwaardigste wijze. Tholen cn Arnhem kunnen hier van getuigen; maar vooral fclueide het geplunderd "sliepiogeubosclt om recht cn wraak. . Met afgrijzen moeten die ont ■ aarde Plunderaars op zich zelvcn nederzieu, wanneer dc edelmoedigheid der Fïeufdicu hun in de oogen ftrrtalt; eu dit z:jr» nu die FrarifcHen, wier gedrag zo baarlijkafgefchilderd we/Ui , wier naam en deugd zoo fhafbaar gelasterd is. Hoe vee! misleidde Nederlanders worden hier door van de valschheid der laage zielen, .die hun de Franfchm deeden miskennen, overtuigd ! doch de valschhsid van die öntzinden. ftaat reeds in duizend opzigten voor het. oog des Volks ten toon. Arme misleide Nederlanders! hoe duur hebt gij uwe ligtgeloovighcid, hoe duur hebt gij uw bind vertrouwen betaa'd! Uw welvaart is door hen verwoest, terwijl zij U bezwoeren, die te doen bloeien. De fchatten i, die. zij U afpersten, zijn door overdaad of onverftand verteerd, of zij zijn aan Yen aders en Gunftclingen weggefchonken« terwijl gij onnozel genoeg .waart, om te gelooven., dat die fchatten hefteed werden^ om uwe veiligheid te verdedigen ende U dreigende rampen af te weeren. Ja! geachte WERELD-BESCHOUWER! ik gevoel nrj door een meer dan gewoone drift bezield, wanneer ik aan 'nee rampzalig beftuur, dat ons. kostelijk Land arm gemaakt heeft., gedenk. Hoe moet het immer te recht koomen? van waar zal mende fommen, die tot herftel, die tot behoud van onze verlojjen zaken noodig zijn,toch haaien? Alle kasten cn kisten zijn ledig, en dc Burgcrijen .zijn over het algemeen uitgeput, door al de afgedrongen vrijwillige giften , vijfentwintig en vijfcig.ft.e, penningen.. Hoe vcrfchriklijk is de Natie beledigd! haar vijanden , haar Bloedzuigers kweekte zij in haar boezem , waar zij 4 als mooidende (langen, haar door een heimelijk vergift van kragt en leven beroofden. Ik kan volftrekt niet begrijpen , wat het einde moest geweest zijn , indien deze gelukkige Omwenteling niet tusjclien beiden ware gekoomen; want (de ellendige beftuurdefs zagen immers met hun eigen oogen het verval der geldmiddelen, en, met dit al'es, biceven zij even Sis' I a ■•• ':>'  < voorheen verkwisten) neem eens, wij hadden den Vrede kun nen koopen , zonder dat de vrije rrenfehen tot in ons Land waren doorgedrongen; hoe zouden onze Aristocraten dan middel gevonden hebben, om de beloofde fom, die op tagtig niillioen begroot wordt, opteleveren ?Hoe zouden zij vervolgends middelen gevonden hebben, om het zieltoogend Staatswezen in ftand të houden? Jk kan hier geen denkbeeld van vormen; voorzeker hadden zij de Natie uitgemergeld, en door geduü. lig klimmende belastingen al de kwijnende takken van baar welvaard geknakt; vervolgens hadden zij het arm Land, dat uit zich zciven niets kan opleveren, onder nooit betaalbare ichulden begraven; op die wijs hadden zij voor het minst hun leeftijd kunnen volhouden, en het rampzalig nagedacht? o! die dan-leefi die dan zorgt, dachten zij: De moedlooze verarmde en diep vernederde Nederlanders, bezwijkende onder al hun lasten , konden dan de een of andere Mogsnheid , om de genade bidden, dat zij hen tot SlaaYea aannam, of zij konden eer» aframmeling van Oranje als Jcn:i/>ende Wormen hun tijd cn levc:i opofferen — zulk een afgod, die zij zelvcn dan verkoozen om voor hun aangèzigt heen te gaan , even gelijk het Gouden Kalf der oude zwervende Hebreeuwen, kon hun, voor eenoogenblik, de (laaffche zie! door een fthittere'nde vertooning, vertroosten. 'Ik geloof ontwijfelbaar, dat onze afgedankte Jrtjlocraaten over den toekomenden tijd op deze wijs gedacht, geredeneerd hebben. Maar nu bid ik U, ftéï, indien gij kunt, geachte Wcreld-Bc'fchoa ver! mijn ziel een weinig gerust, door mij eenige bronnen aahtewijzen, waaruit het waarlijk hcilbcdoelend Volkibiftuur nieuwen voorfpocd cn gelukzaligheid voor ons Vaderland' kan fcheppen. Mijn veiftand ftaat hier ftil voor; indien ife eenige hoop kan voeden, dan zal mijn vreugd over de tegenwoordige Omwenteling volkomen zijn, en ook zoo beftèndig als menfchclijke'vreugd wezen kan. Ik verwagt U antwoord, «n blijf intusfehen uw lezende Medeburger JAN RUSTLIEF. ■Wij  < ë9 > Wij willen den bjvenfhandcn Brief van den goeden RUSTLIEF zonder uirficl naar ons vermogen beantwoorden. Zijngenoegeu in de plaatshebbende omkeer van zaaken bevalt ons bij uitnemenhcid; doch dat kan ook niet anders wezen : de meest bevooroordeelde Mensch (indien hij niet volftrekt hardnekkig zijn oogen en ooren (luit; indien hij niet moedwillig, tegen licht en beeterweten aan, het kwaade voor het goede wil verkiezen) moet met genoegen op de hedendaags febe gebeurenis neerzien. Dc Perfoonl'jke veiligheid heeft» zelfs in het gedugst oogenblik, onwankelbaar ftand gehouden , gelijk ook her eigendom heilig bleef. Geen Wetten, geen Regeerwijzen zijn vernietigd, of door geweld omver gefloten. De Franfchen overwonnen wel de Krijgsmacht, die door den Stadhouder en dediiitèeraaten tegen hen aangevoerd was; maar naauwli jks hadden zij die overwonnen , of de Land en Volk bedervende Familie van Orange nam de vlugt,en de Franfchen trokken in ons Vaderland, niet a's overheerfchende Overwinnaars, die aan hun beevende Verwonneiingcn de Wet willekeurig komen voorfchrijvcn —neen, de Franfchen betraden den vaderhuidfcheri grond, als helpende Vrienden en Broeders. De Natie had niet tegen hun geftreden; zij was dus ook niet overwonnen, maar zij ontfing haar vermogende Vrienden met open armen. Elke Stad vloog dc Helden te gemoet. Juicher.de dankbaarheid cn ongeveinsde broederlijke liefde baande hun alöm den weg. Maar wij gaan ever, om her gewigtigfte uit dcn*Biicf van RUSTLIEF te beantwooiden. Hij bekommert zich met recht over de beklagenswaardigcn flaat waarin ons Vaderland door deszelfs bedriegende Overheerfchcrs gebragt is. Wij zouden ons vastgeftelil beftek Oneindig ver te buiten moeten gaan, indien wij flegts een ruwe fchets der gruwtlflukken , alleen (en opzigte van het Finantiewezen gepleegd, wilden afrekenen; ook zouden wij dc ziel van onzen Medeburger die naar rust verlangt, hier door met duldeloozc bekommeringen bezwaaren. Wij willen dan liever met co a'gcmecrj woord aan zijn verzoek voldoen, en hem eenige bronnen, die ons dit oogenblik voor Zoo ra? ons Volks-bcftuur. gevestigd is, zullen wij onndfemlijke geldverfpiUingen ku.inen uitfpaaren. Hoe veel lommen hebben onze zogenaamdeLandsvaderen niet getrokken, tot bcïooning voor hun Aiiflotrpiifcbc Regeering! Welk een hervorming zal hier in te weeg gebragf worden? Geen Vertegen, woordiger van zijn Burgerijen zal zich ten kpste van zijn dierhaare MedeWgeren, die hun belangen hem toevertrouwden , kunnen verrijken cn baldaadig vet mesten. Hoe .veel Arnbtcnaaren, die volfirckt noodelocs «aren, hebben dc inkomsten des Lands helpen vertceren? vestig flegts voor cui oogenblik uw l0og op den Staduoudcr, zijne Zoonen en zijnen geneden aanhang. Weikc fchatten hebben zij verdunden. Wie feereeke ui lommen, die het Land hun jaarlijks' moest betaalen, behalvcn al dc buitciigewuone gefcfi enken en duizend andere verkwistingen ? Geheel deze fchat word nu gejpaatd. Een oprecht waarachtig Volksbeftuur beft-eed alles, wa. de Maatfehappij tot haar eigen behoud kan opleveren, tot de heilrijkfte einden; de Bcfluurders geven dagelijks rekenfehap van ë hun verrigtingenj niets gefchiedt in het geheim; het geheel* Folk moet dc daaden van zijne Vertegenwoordigers zien en beoordeelcn. Hebben wij onzen RU5TLIEF niet reeds al ecri rijke bron aangetoond ? Wij zullen voordgaan. Nu geen geheime uitgaven meer plaats kunnen hebben, nu de Maatfehappij ziet waar haare penningen blijven, nu zal zij gulhartigcr de hand leenen om haar eigen welvaart tc vestigen; alle Lands dieverijen zullen ophouden , om dat het Volk een getrouwe» rekenfehap van al zijn penningen vordert; al de uitgcwecke'i Patriotten kecren, voor het meerderdeel, tot hun Vaderland! terug, cn zullen met vernieuwden moed en ijver aan deszelfs yoorfpóed arbeiden; zal hierdoor de Koopvaart niet zoowel ais de Fabritkc» en Ti-ejiet-cn herlceven, terwijl alle verdrukking en onrecht vernietigd is? Koophandel en Weikzaamheid bloeien aan de zijde van Recht en Ecndragt; onder willekeurige Üverhecrfchingen moeten zij kwijnen,maar de Overheerfching Zal met wortel eu tak bij ons uitgeroeid zijn. Nog nimmer «vss ons' Vaderland volkomen vrij, om dar het timmer cc 1  Confiitutie,'aie op de rechten der Natuur gegrond is, bezeten heeft; en hoe vuurig vverdt evenwel dat zcifde Vaderland, om de fchaduw cier Vrijheid die daar in genoten vverdt, bemind! Niet fleg'-side Inboorlingen,rraar genatiiuraüjeerr'e Vreemden, waardeerden dit plckjen grond, hoe fchaars door de Natuur bedeeld . boven dc rijkftc de vfugtbaarften landen der wereld : en waarom? alleen om dat het een k'rij - Gev.teenebest genoemd werdt. Is'dan de Vrijheid zoo verbindend? Maakt zij een Land zoo dierbaar in het oog van deszelfs Bewooners? Hoe zal dan Nedeiland in waarde rijzen, wanneer een volkomen Vrijheid, die ónaffïheidbaar met redelijke orde verbonden is, daar zal gevestigd zijn! Hoe zullen dc Kunsten zich verheffen, en de lang verdrukte Koophandel zicb uitbreiden! De tegenwoordige jammerlijke ftaat des Lands zal de Natie bewegen tot een algemeene fpaarzaamheid en ijver. Een geheele uitfpattende weelde cn verdarteüng is bij alle Volken een kenmerk van den nabij zijnden ondergang; en geen wonder; het moedlooe geworden Volk, dar geen hoop rneer voedt op de herftelling van zijn vervallen toeftand, wordt laf cn verwijfd; het zoekt zijn troost in geheel zinlijk genot, om door uitwendige ftreelingcn der zinnen zijn inwendige fpijt en wanhoop te verdoo> ven. Maar dat zelfde Volk eenmaal op den weg des geiuks te »;ug gebragt, herneemt den moed , het verheft zici boven laffe beuzelaarijen, en ziet met fchaamte op zijnen voorheen kruipenden ftaat terug. Rustciooze naijver zalonze Natie bezielen; zij za! haare vrije handen tot den nuttigden arbeid bSfteeden; zij zal haar weivaart op nieuw vestigen, enden bloeienden voorfpocd van gedacht tot gedacht doen voottduu" rc.i; geen wanrrouwen tegen'Regenten, geen verdriet over de trotsheid der Ambtenaaien, die zij, betaald, of over de bui^nfporigheid der Krijgsmagt, die zij tot haar veiligheid huurt, zal onze Natie meer moedloos maaken; want zij verkiest haare Verregenwoordigers uit haar eigen boezem: deze kunnen niet willekeurig handelen, want zij worden alleen aangefleld, om dc vastgeïteide Wetten, die den algemeenen wil der Natie uitirasken, te handhaven en te doen gelden; cn dit doen zij on-  < 72 > der het oog der geheele Nati$. Haare Ambtenaars genieten Degta de bctaamlijke belooning voor hun' 3rbeid, die zij tot heil der w.uie verrigten; de Krijgsmagt kan zich tegen het Volk niet meer verheffen, wart zij eerbiedigt geen afei nderlijk Krijgshoofd, maardc geheele Natie waarin zi. ingelijfd wordt. Kan onze goede RUSTLIEF uit dit alles niet eenige moedgeving verkrijgen? Wij hoopen ja; fchoon wij bekennen, dat vooral in het begin der nieuwe befruuring, de leege kasten en kisten veel zorg zullen baaren. Maar de vaste goederen der trouwlooze- Dwingelanden, die met alles, wat zij konden medevoeren, gedeeltelijk de rechtvaardige wraak van hetverlichtwordend Volk ontvlugt zijn of nog zoeken te ontylugten: deze vaste goederen zullen voorzeker dienen moeren, om zoo ve zij kunnen flrekken, het ontdooien of kwafijk gebruikt geld der Natie goed.te maaken. De vaste goederen, onder alle andere des gewezen Stadhouders, zijn aanmcrklijk; zij maaken een groot gedeelte van den besten grond , die ons Vaderland bezit uit ; de inkomsten hier van zijn groot, en mat recht eigent de jam. meilijk misleidde Natie zich haar wettige bezittingen toe; ook worden dc Vlugtelingen ingedaagd; verfchijnsn zij, en geven Zij rekenfehap, dan zal hun rechvaardigheid geworden; maar wroeging zal hun dit Land doen fchuwen ; want onrecht ver. ze!t hunne treden cn fchandvlckt voor eeuwig hunne naamen. Te GOUDA, Ki H' L- v- B U M A, Boekverkoper. Worden mede uitgegeven te Amfterdam bij J. W. Smit y Laar Mehuet, 11. fcijzer, Sckooneyeld, Uazett', Langeveld, 'érMi Saaier, Koene Jr. op dc Haarlemmerdijk, Cra)enfclm, IFijnund: enz. Rottcrd. Meijer, Pols, van Santen, Fis,v.d. Dries, DanJbrweg, Dordrecht Blus/e en Zoon, Haarlem van Brusfe' Ttttneans, Leiden Verding, Delft de Fries, Schiedam Bakter, s Hage Leeuwen/iel/.,, Utrecht Wed. TerFeenen Zoon , Alkmaar tiartemink, Zaandam Teli, Kool, van Aahcn en St(akkelilein;ta verder alom docr geheel Nederland, a-i S:-.  D E WERELD-BESCHOUWER. N°. 10. (jsiujumm — vi\rymm — broebrrschap.) Die voor der menfchen rechten pleit, Is Dienaar der gerechtigheid. OVER HET VOORSTEL VAN S. BOS WEGENS HET DEMITTEREN VAN PREDIKANTEN, IN DE ZITTING, DOOR DE MUiNICIPALITEIT TE AMSTELDAM, GEHOUDEN DEN 13 MAART 1795- GEACHTE WERELDBESCHOUWER! Ik lees onder de uitkomende tijdfchriften ook de Daglladen van de AmftMamfche Siunicipalitelt. — In de zitting , gehouden den n Maart 1795, kwam een tweeledig voorftel van den braaven Burger S. BOS te voorfchijn, Het ecrftc behelsde „om alle Predikanten, welke fints de „ ongelukkige omwenteling van het jaar 1787 alhier in dcNe„ derduitfche Gereformeerde Gemeente beroepen zijn, ledtmit„ teeren, en den Kerkenraad te gelasten , anderen in derzelver „ plaatfcn te beroepen; met dien verftande nngthands, dat zoo „ er onder dezclvcn gevonden mogtcn worden, welke zich II. DEEL. K »nim-  < 74 > S9 nimmer aan de hier voorgemelde misdaaden" (t. w. hunne redevoeringen onder het masker van ijver voor den Godsdienst te doen dienen, om de waare liefde voor Vrijheid en Vaderland ware het mogelijk, geheel uit de harten van hunne toehoor eren uitteroeien) „ hebben fphuldig gemaakt , maar bekend zijn „ als liefhebbers der Vrijheid en van het Vaderland , dezelve ,-, aan den Kerkenratd «er fpoedige wettige beroeping tc recom„manderep." Ten tweeden: „ Om den Kcrkeraad te gelasten „ opgave te doen, welke Predikanten , van de genen die voor „den jaare 1787, reeds hier het Predikambt waarnemen, zich „hebben gedragen als voorftanders van hot toen heerfchend „ Sljstema van geweld en willekeurige overheerfehing, en va* „ den Predikftpel dat Sijstcina hebben voorgedragen als het eenige „ wensthlijke voordenzbgenaamden heerfchenden Godsdienst." Bij meerderheid van ftcmnien is deze propofitie gedeclineerd. Vervolgends ftelde S. BOS voor, „om alle wapenborden in „ onze ftad , alle gefchilderde wapens op koctfen en rijtuigen enz. „en alle livreien van dienfteiingen weg te laten nemen cn te „ verbieden." Dit is met algemeene ftemmen goedgekeurd. Wat dtrnjet U hier van iVcrsldkejchouwer? — De waoens moeten uit de Kerken gerenoveerd, en de Predikers van llaayernij, de aanhangers van het despotismus, de verkragters van der menfchen rechten , de fpotters met de Godsdienst, de verleiders der Kristenen, de bedervers der menfchen — moeten met gedomineerd, veel min gerenoveerd worden? 't is zeker geen zaak van dat belang als de wanenborden cn livrei, en. — Wanneer de Predikheereu die fchilden van ingebeelde grootcn en flaavermj niet meer zien, zullen ze eindelijk wel veranderen. — Ook weet men bij ondervinding, dat zommigen van hun met alle omwentelingen zich zeiven omwentelen; dus zijn ze elke gevestigde Conflitutie toegedaan, cn daarom zal het onnodig zijn, de Oranje - Predikhecren te removeeren De Predikhecren kunnen zich redelijk verheteren, cn dan is dc ergernis weggenomen; maar de wapenborden en fchilden blijven dezelfde cn dus altijd even aanftooteïijk. — Ook moet ieder voor zich zelvcn weten, of hij bij dezen of gcencn Predikant wil te Kerk gaan; elk heeft daar omtrend zijne vrijheid t Is zo, SALOMON BOS zegt wel: dat zommieer gemanifejtcerde wijze vetn denken lijnrecht aankopt tegen de thands zoo gelukkig 'herfle.'de 'Vrijheid; maar daarom kunnen ze immers getp, lereerd worden! — als het maar bij denken blijft , kunnen, zij immers geen kwaad doen? —Misfchien veranderen zij allengs • kcns_, en dat tc meer, als zij de hope op de wederkomst van Oranje opgeven. ■— Kr is nu ook een middeltje voor gevonden : —■ zij zullen alleen een' F.ed moeten doen , dat ze de Rechten van den Mensch zijn toegedaan , en voor zullen ftaan. En aan meineed zullen zij zich nimmer fchuldig maaken . dar moet men niet verwachten van hun : die (.volgens het zeggen vau S. BOS,), zich niet 0 ttzien hel/kn, om iedutt,ende der. ' ' tijd  < 75 > • èjd der verdrukking, in de doorgeworflelde laat/Ie zeven ongelukkige Jaaren. van den Kan fel, a's jlaaven van het toenmxalig heerfcheud Sijste:r.a van tijrannl en overheerfching, door kunne redevoeringen, cnJcr het masker van ijver voor den Gtdieücnst, te dienen, om de waare Gefit voer Vrijheid, en Vaderland, ware het mogelijk, geheel uit de harten van hunne Toelworeren uitteroeien. , Die mannen hebben zoo wat moeten doen , om in ds wereld voordteko- men. Er zijn toch veelc fukkélaars door hunne getrouwe rmnkleeving aan de Oranjepartij beloond geworden, door betere ftandpïaatzénj waar op zij nooit anders eenige verwachting konden hebben. — Dat zij hun Godsdicnftig onderwijs naar den zin van die menfchen zoo wat geplooid hebben, moet: men hun nu niet ten kwaaden duiden — 't zoude waarlijk hard zijn deze mannen nu van hunne posten te ontzetten. -— Wel is waar , zommirren van hun beklceden de plaatzcn der genen, die in 87 daar uit ontzet zijn — maar dat is immers die Predikanten niet te wijten ? dat is immers het werk der despoten van dien tijd? — ïk beklaag dan wel die eerwaardige mannen, welke zedett 87 buiten hunne bediening hebben moeten rondzwerven; van hunne goederen beroofd zijn, of hec 'overige in die zeven jaaren verteerd hebben. — Ik beklaag hen, die tot heden sog oinzwerven, die zelfs om een flandplaats zullen moeten bedelen, en als Proponenten moeten folttciteven, wiilen zij geholpen worden — die het al een gunstbewijs moet zijn, als zij voor een Orane-Domine een Predikbcurtjen mojen waarnemen — en die tot heden zelfs van de Patriottch Gemeenten niet begeerd worden. — Dezen bekiaag ik' maar zij zijn gewoon verdrukkingen tc Sjden. ——. Ook hadden ze hun kruis wel een weinig k'jnnen vcrichten als zij zich zoo wat zachter , toegeeflijker cn vriend!ijker, ("gelijk fomtnige Miniclpalen omtrend de Oranjepartij doen) gediragèn hadden". — Dc- kragt om dat Héllen Broederfkhdp, hadden zij toen zoo moeten kennen a's wij in deze dagen. — De Munk-paalen in Amfieldam (dunkt mij) handelen dan met onverftandig. — Want waar toe dat demittecren der Predikanten 8 Zij kunnen zich beteren cn bekeeren — zij zijri maar dwaalendc Schaapcn geweest — zij willen gaarn m de ichuld vallen, berouw toonen, vergifnis fmecken — eu met duuren Eedc ftaayen , dat ze voortaan de Rechten van den Mensen zullen voorfraan cti bevoorderen. — Waarachtig WereMefchoutor! zij zijn zoo (legt niet, als zommigen voorgeven —■ fl£ •verzeker U, laat de frerkfte Patriot NUfS enHAACK op een Oesterpartijtjen verzoeken, zij zullen komen, eenige honderden onder een glaasjen, met weiifchingen van Heil en Broederfchap, binnendorpen, en met eené vriendlijke betuiging van erkentenis naar hunne Wooningen vertrekken.— Hoor vriend, een Eed kan veel afdoen bij do Predikheercn.— en wel bijzonder bij de Fijnen, en die zijn meest Oranje. Ik yoorrnij, tenke met dc Franfchen, dat men een braaf man op zijn woord K a *on*  < 7^ > zonder Eed kan en moet geloovcn, en dat toch een fchurk den Eed nin-mer zal houden. — Nu moet men immers dc Predikanten onder dc braaven tellen — cn daarom zal altans een Eed hen des te lleiker verbinden. Ik verheuge mij, te zien , dat dc hunicipaalen varf Amjietdam zoo vol Heil en Bioedcrfchap zijn hun wijsgeerig betoog over dit onderwerp bewijst dit ten fterkilen; zij willen Heil en Broederfchap mer allen , die zich voortaan wél gedragen — het voorledcnc is voorbij — alles blijft vergeten en vergeven— dat is immers recht kristelijk I 't Verwondert mij daarom niet, dat men ze'fs Ouderlingen cn Diakonen niet wilde geremoveerd hebben ; dat die genen, welk» in 87 waren geremoveerd maar eerst alleen weder verkiesbaar werden verklaard, want dus waren ze in dc mogelijkheid, om zelfs met hun, die in 87 hunne plaatzen geoccupeerd, hadden , in dien eerwaardigen kring Broederlijk te verkeeren, en hun onderling heil te bevooideren, — Hoe zacht, hoemenschlievend is' dit alles ! — Men moet geen mensch cenig letzel doen —— de Brocdcrfchap behoort in alle onze daaden doorteftraalen — dir houden onze menschüevcndc Municipaal en wel in het <'Og ■— hunne geheele zie! is van die liefde doordrongen hunne harten gloeien van deeze Broederliefde. Wel is waar, die Broeders van 87 zoude kunnen hooren en zeggen: „ gij Diakenen ! en gij Ouderlingen 1 die ia 87 ons onze „ bedieningen door hulp der Despoten hebr ontroofd — gij zijt „deze ambten onwaardig—-wij komen weder, nu het in onze „ magt is, om U deze bediening te ontnemen, en wij zullen „ die nu weder zelve waarnemen." Zo hadden zij kunnen doen, eij de Mutücipaalen zouden dat niet belet,-ja niet kunnen belet hebben, om dat zulks overeenkomllig is met dc Rechten van den Mensch. Maar neen, ook de.:e mannen zijn zacht' n.oadig. geheel vervuld var, Broederliefde, en begeeren zelfs niet te eifchen, dat hun rechtmatig toekomt, dat hun eigendom is. 't Is uit dien hoofde niet te verwonderen, dat de meerderheid der MUJMCIPAALEN het voorfiel van den braaven Burger S. BOS gedeclineerd heeft. Wat dunkt u, PPereldbefchóuweri van deeze handelwijze der Municipaalen'i —■■ Deel mij uwe gedagten hierover eens meede — ï\a u alle heil cn bróederfchap toegewenscht te hebben ^lijve ik, u beltendige Lezer! Amfleldam den ig Maart 1705. JAN DE TOEKIJKER. ANT.  < 77 > ANDWOORD. Wanneer wij cl? zaak met een meer erndiger oog befchouwen , dan JAIM DE TOEKIJK*» . betBiged wij HtCW verwonderd te zijn over het dteiaeereu van dcrgel jk rechthung voordel, als door den braivcu VaJcrUnJer S. BOS gedaan is. Zulkcn, die het vertrouwen van bet Volk «Hooien hebben, kunnen geene Bedieningen vui ici:i< Rcwlgr WOlden op^cdra. gen, *. Een Lceiaar van den Gudddlciyt ia ccit der nuttigde, maat tevens, heeft hij ■ cn ' • I !»rt, «cn *r gevaarlijkfte leien in eene Maatf. napiuj, - Ja< 0 l BOCh auet men die Bediening toebetrouwen , la gjevu zij de Rectum van den Mensch verzaaken, dc Bespitten dlcruhiir lijn , cn hunne gemanifesteerde wijze vin denken iijDfCCbf aanici-'pt tegen de thans zoo gelukkig herfir.'«lc Vrijheid, ° Het Voordel van S. GOS is overeenkomllig de Rechten van den Mensch, alzo het ftrekt ter bewaariag van de algemeene rusr, cn van de zedelijke orde. Daar wij, door hulp der edeldenkende Franfchen, onze natuurlijke Rechten hebben wedergekreegen, moeien wij althans nu geen openlijke Leeraars der Menfchen hebben , die zeven jaaren alle hunne poogingen aanwendden, om de Menfchen te maaken tot (haven van gevloekte Despooten, Zie hier eenige regels, die wij, as overeenkomllig met dc orde en gezonde reden , Baande houden. Niemand mag openlijk Leeraar der Menfchen en der Kristenen zijn, die de waarde cn Rechten ym den Mensch en dus van den Kristen verlochend. Al wie bij gevolg de waarde van den Mensch handhaard, zal zulken, die in woorden en daaden de Rechten van den Mensch verlochend hebben, deeze Bediening ontzeggen. Alleen een waar berouw ca een biprotfde deugdzattne wandel zijn in daat om het vertro«wen, dat men in de Maatfehappij door een zedeloos beftaan veilootcn heeft , weder te verkrijgen. Een Eed is bij gevolg ongenoegfaam , om een Leeraar van bet Menschdom, die de Rechten van den Mensch door leer en wandel verlochend, en de Clavernij gepredikt heefc, in zijne Bediening tc laaten volharden , of hem dezelve toe te betrouwen. * Zij, die op dien grond voor het in dienst blijven van dergelijke Leeraaren pleiten, handelen uit een kwaijk beduiiide ilenfchenliefde, tegen de Gerechtigheid, om dat zij daar dooide rust der Maatfehappij in gevaar ftcllcn. 't Is uit hoofde van deeze gronden, dat wij het Voordel van dca Burger S. BOS volkomen goedkeuren, en dc declineerins van het zelve, door dc meerderheid, geheel tUcltneeren. 0 Wij  < 78 > Wij vertrouwen, dat dee« Mannen het Voorftej vin S BOS met uit dat gezigrpunt bfttchouwd hebben , > weïkieeJrfJ?. gelijk is, uit bootte van de menigvuldige bezigheden, die hun dikwerf geen tijd geeven, om elk bijzonder stuk altijd van alle kanten te befchouwen. • J van Zie hier nog een Brief welke ons is toegezonden, rn ook cp dit onderwerp eenige betrekking heeft. BURGER! Wij hebben na de onzalige Omwenteling vin ecn Predikant in deeze Gemeente gekrecgen, die onJ "oor de O fooien is opgedrongen — Die Orang* Held, hoewe ™ó \\ö Omwenteling van 1787 een Bezinger van de braave daaden de? Patriotten, heeft daar na ons Patriotten met de zwartfte Weureri «eer dan een, afgetekend — wij waren de A^SÖ fchapp,, ie pandenderConflitUtie en denaam van Buree/im waardig! -—_ Die naar de/hB^ftto», die Zeïsten langden, zouden de Godlijke wraak ondervinden 11' zederd de komst der Franfchen, is deeze Man eiTaff zints zachter, althans liet hij zich ,op dien toon , voor ëeS tijd met hoorei; — evenwel zederd hij hoope heeft , dmen hem met zal rwwwv», begint hij al weder eenige pü!cn 0 " 2 Patriotten bedekteüjk te werpen want j|{ ■ P . dien waan, dat God de Vroomcn, bij hem de Orttlje'-FrUnden eenmaal weder boven dc Patriotten verheffen zal onh™ den XI^%falm0.edigen, ^ vs" > e« « va" G/>' km> yo/i, in Jaw^e tegevfpoeden Hoe 't gaa, 6 fleer \ bewaar en dmr Ü kraft j Uw arm zal hen in eeuwigheid behoeden ° t foor dit verdraaid en wrevelig gepacht. 1 De booze keurt zich vrij van alle banden, En draaft rondom, dewijl hij 't Folk beroert' Daar 't fuoodfle Folk de teugels krijgt in handen, En tot dee top van eer wordt opgevoerd. Want dunkt U, BefchouWer der wereldfche zaken ' van zulke' taal ? en dar wel in dezen tijd ?!.... Wil die Pnh Maitre leeraar met duidelijk geno-g met deze Verfen, zeggen ■ . „O! mijne Geliefde Toehoorderen! wat bekeven wij donkere „dagen! — dagen,waar in een verdraaiden wreeyelig Geflacht „(bedoelende hier mede zekerlijk de Patriotten, wijl die „ {God zij gedankt) thans het Roer van Staar in handen lubben „gekregen en over de Oranje-Cabaal triomfeeren ) zich alles » Mnmatigd — en zonder aGht te fiaan cp Recht of GerecMg' l'.eitt '  < 79 > „ heid zich alles veroorloofd, en maar doordraaf dl ■ Da; „fnoodfie F roer^rS™ 'ierzc,ve f!3U,d met zodan* Mnen ®p' KU&R-PREDIKER, en metzijne vuige taal aan hunne flcgte zielen vocdzel en rreno<-gens verfchat, als dan is het de zaak van een VOLK, datw^denkt, om zich hier omtrent te doen gelarn, wijl het haar plicht is, al wat gevaarliik voor de Kust, en ondermijnend voor de pas herfteldc Vrijheid be. ichouwd word:, ren wakend oog te houden Wij Zouden hier nog hij kunnen voegen, dat, daar wii uit de Brief van WELDENKER zien, dat dc Beroeping van uee/aa,r dC" Jaare J^7 is gefchicd-- de Burgerij onzes bedunkens geen dc minste zwarigheid zoude behoeven te maken, om, (.daar tog alle Beroeping door dieCabaal, fe. elsim^TP f V V °m'vcnrc!inS in 1795 toe, gedaan, 5 11 ' he'cho|Jwd moet worden) Kern. onwaardige Verkondiger van Gods dierbaar Woord, directelijk zijn affcheid ie bezorgen, — Hier door zou zij die genoegdoening en croosnijice gedachte voor hunne Parriottifche zielen kunnen wegdragen, van, in de Siad de Rust bevorderd en de braave «"■■geril voor duizend! gevaaren door den tijd, behoed te lubben. ' DE WERELD-BESCHOUWER. Te GOUDA, Bij H. L. v. B U M A, Boekverkoper. Worden mede aitgegeven re Amfterdam bij y. W. Smit, v. Laar M*huet, U. Wtzet, Schtonevcld, Uazeu, Ltngeveld, Btici, Satketk koens Jv. op 'e Haarlemmerdijk, Craienfckot, 11'ijm.nds enz. Rottrrd Meijer, Pols, van Santen, Vis, v.d. Dries, Danferveg,, Dordrecht Blmfé en Zoon, Haarcm van Brusfel, Ttttmans, Leiden Verding, Delft de Vries, Schiedam Bakker , 's 1 lage Leeuvi njleijn, Utrecht Wed. Ter Veen en Zoon , Alkmaar Hcr/emint, Zaandam Tolk, Kool, van Aaken cn Quekketjleiu ;en verder alom door geheel Nederland, èij Sfe  d e WERELD-BESCHOUWER.. (GELIJKHEID — VRIJHEID — SAOEDERSCHJP.} Elk wie zich Burger noemt v«s V vrije Vaderland, Is achting, trouw en vriendfehap waardig , De braave Krygsman biedt aan elk een broederhand^ En vindt ons tol zijn loffpraak vaardig. DE VERGENOEGDE KRIJGSMAN. GEACHTE WERELD- BESHOUWER! Gfij zoudt zeker niet kunnen weten, wie en wat ik ben; indien ik U dat zelf niet bekend maakte ; en , alle harten bij zijn eigen: ik weet altijd gaern met wie ik verkeer, zo dat ik U ook maar eens zeggen zal, dat ik een Suldaat ben in Hollandfchen dienst. Mijn naam is CORISELIS, en die van mijn Vader was JACOB, en mijn Moeders doopnaam KEELTJE. — Kijk, nu weet gij alles, wat gij weeten moet, geloof ik; en nu ga ik ook gerust voortfchrijven. Maar zagr, ü. DEEL. L » N°. ii.  < 82 > ik diende U eerst nog wel re zegïen, w mij eJ w .gen heeft, om U te gaan zi„en fctuiiven Luis T toe. H«^«ofde^^,die de Volks vertegenwoordig», omrrendde Kleden genomen hebben , en *e ors , " voorgelezen U, maakte mij zoo verheugd, dat ,k geen woor den kon vinden om mij uit re drukken. Ik weende en daP Is toch mijn gewoonte niet. Ik weet niet beter, of ik Nb dit nog maar d,,e rnaalen in mtjn leven gedaan: eens toen a.jn Moeder ftierf, dit WM Uit aroefnfid. ^ ^ jfc mgd was , dat ik rmjn p,igr gedaan bad, en evenwel door een V ,jb..rd van een Officier, die pas negentien jaar oud was penhjk eefchandalifeerd en * JouttIC „.^ ^ ^ traftekflagen verwezen wierdt. Kijk, toen weende ik L fpilt en kwaadaar-ikheid, en nu weende ik uit bl.jdich.p- en geen wonder, de So.daa,. zij, geen «.even meer, he™d .1. menfchen recht ee laan , en zij worden als B.rge.s -cfcnJ _ , «.fi.l.B ro.de,. .eind. H. m n, Zt^f-^ ik dat uit de Om venreiing kunnen „-„.^ , M . fcboon dat ook mag weeen,,^ bev^^ge' ■£ der mijn Spitsbroeder., die deeze R.rJin, . ^ orfprong joefebreeven. Oir maak e mij rii«nJ J'^ «ij waren mij geen wederlegging waardig; evenwel dac t ik zij kunnen andere domme fchepzels (Jie z,cn een' vouwigheid van hun hart verheugenj va dnr „ r gen, en dIe aan U roe te zenden, wan- ik ben een getrouw Lezer van uw Weekblad. Kijk, hu li .1 e voorbereidzelen afgedaan en ik » „„„ . J s en ik ga over rot mijn voo'genoo- men werk. Geen öerveiing zal kunnen ontkennen, d« Z angeworte.de haat tusfehen Bnrgers en Soldaaten in ons Vader and, z.uts lang p,aars gehad heeft, en ook i, dir geen Opperho £ ™ ^""r"al» « «as du het ^rto^vendeKrijgen»,.;^ hadden bezworen, hem * zodanig te erkennen en te eerbiedigen. Behalvcn dat wa- ren  < 83 > ren wij zo wel als de Burgert over 't algemeen, in een vart begrip, dat de Stadhouder het Opperhoofd van den Sraatwas; ook drt vooroordeel is natuurlijk; want wat meoschlijk fchep. zei kan in een Gemenebest zich eigenlijk een Stadhouderlijk* Regeering voorft.llen ? ik heb duizendmaal aan mij «elven ge raagd , wie moet toch door den Stadhouder verbeeld wor. den? ik dag" mij zelf daar ftromp o.'er, want immers daas kan geen Stadhouder of Piaatsbekleeder zijn, of daar moe» ook te gelijk een wezen lijp, weiks plaats hij bekleed? dit is zo waarachtig, als de fchaduw een waa achrig bewijs s. dat 'er een ligchaam aanwezig is. De Paus fan Romea, daclït ik dan, worir immers de Stadhouder van het onzigtbaar Hoofd der Kerk geno md ? welligt heeft Nederland ook een onzigtbaar Hoofd? hier door zucht ik mij genist te (lellen, en gehoorzaamde dan maar, gen ju een ezel e i zijn drijver gehoorzaamt. Maar om weer tut den Soldateiiftand té keeren, wij waren aan «fis Krijg** .ofd verbonden (zeg ik, eu bedoelden ook maar alteen het uitbreiden van deszelfs roem. en glorij. De Burgerij intusichen, ergeide zich geweldig, cm dat zij ons moest betaalen , terwijl wij ove; het algemeen haar met verachting behandelden. Dit lag altijd den grond tot eenige verwijdering; doch hoe flank nam die toe, r.a de rampzalige Omwenteling? de Patriotten hadden reeds-getoond, dat zijde Krijgslieden volftrtkt geen haat toedroegen, in tegendeel , a! wie aan de Scaaten als aan de oppermagt des Volks, zijn trouw betoonde, wierdt met achting en liefde behandeld. Met welk een drift hebben vtele van &nzen Hand zich toen met gewapende Burgers willen vereenigeu, en ik zweer U, indien geen verraad, geen eigenbelang de handen in bet werk haiden gekreegen , dePruisfen zouden zo g*maklijk hun roohicke kiaauwen niet ia de Hollaudfchc Ducaten geflagen hebben. Miar dat daar gelaaten. Ka de Omwer.ce. ling dan begon maar eerst nog de haat tusfehen Burgers en Soldaaren zich duidelijk te vertoonen. Dc meeste van OS* waren MWt zielen, en fmeckten den Ge wèldennar om gena. de, of zochten door ontaarde bedrijven zijn gucst meer te winL 2 r'ea  < 84 > nen. — Schelden op de braave Vrijheids-Vtienden, tergen, lasteren en pionderen, werdt met goede oogen aangezien, of op heimelijken last uitgevoerd. De ontwapende Burgers konden noch durfden zich verdeedigen, (en niets is toch in ftaat om een mensch zoo ijslijk te verbitteren , dan wanneer hij om zijn hulpeloosheid op de febamperfte wijs befpot werd, en zich gedrongen ziet om de affchuwelijklre beledigingen te verdragen ) en dit was toch het geval in die tijden; want irelen en rooven ftond ons vrij, indien de ongelukkigen, die wij beroofden en mishandelden, maar de naam van Patriotten droegen. Op die Vrijheid en ftr,fl,osheid waren de misdaadigers trotsch, terwijl de algemeene veiachting, (die de Burger, bij elke gelegenheid tegen de Krijgslieden , die zij nu allen ,|, hun fnoodfte Vijanden befchonwden, deeden blijken ,)ook elk een onder ons , die in waarheid aan de gepleegde gruwelen geen deel hadde, op zijn beurt verbitterde. Dit alles is natuurlijk verbeeld ik mij. Nog komt hier bij, dat de „..fiche onderjerping, waarin wij gedoemd waren te leeven, aan de Nederlander, (die uit hun aart de Vrijheid rrch vuurig beminnen) verfcbrikHjk moest mish.agcn, en te meer nog, om dat deSlaaverr.ij ook op ons h.ar geheelen invloed oefende Trotsch. heid, baldadigheid en wildheid van zeden, verzeilen altyd den Slaaf; zoo ras de ftok, die hem in bedwang houdt, 2jjn oog met verfchrikt. Het trouwen was ons verbod.n, 0f het hing althans af van de grilligheid onzer Opperhoofden ; hier door waren wy zeldz.,m in de ge:egenheid, om ons door een «erlijken huwlijksband aan een Burger-dochter te verbinden. Verdartelde loshoofden ontzagen zich niet, om de onfchuld jammerlijk te btla.gcn., Hoe vee! duizend ongelukkige Meisjes zijn door SoJdaaten in het verdriet gebragt en met fchande everlaaden , terwijl de Ouders van die beklagenswaardige flacbtoUêts ons vervloekten en onzen ftand meer dan de pe pen, kon zich tot den fiaaffchen fiand vernederen en zich met moedwillige Verleiders van Zusters en Minnaaresfen vereenigen? Om deze reden beftaan wij ook meestal uit Vreemdelingen, behalven dal deze ook veel meer aan onze Captein-Generaal en zijn Aanhang pleegden te bchaagen. Vreemdelingen hadden, vooreerst, nog minder denkbeeld van een vrijen Sraat , waarop wij Nederlanders (fchoon meest flegts door den naam bekoord) ors beroemden Ten anderen, Vreemdelingen konden geheel geen betrekking tot het Vaderland gevoelen: zij hingen als Huurlingen geheel-van den wenk des Stadhouders ( wicn zij als Vorst van Nederland befchouwden) af. — Indien Neêrlands Krijgsmagt niet meest uit Vreemdelingen beftaan hadt, 6! dan zoude zij zich in het Jaar zeven - en - tagtig gewis mer de Burgers vereenigd hebber, om zich liever tot den laatfien man dood te vegten, dan door Pruisfchen overheerd te worden. De Franfche Krijgsmagt (fchoon door den Dwingeland, LODEWIJK de Zestiende, om Parijs en Verf.illes verzameld) gaf een duidelijk, een fpreekend bewijs van de onweerftaanbare werking, die de tedere banden der fiatuur op den mensch oeffenen. Wel ver van het geweld ten dienst te ftaan , cn haarbanden met het bloed d.r Burgeren, (waaronder zij hun Vaders, hun Zooncn, hun Broeders en Boezemvrienden bezat) te bezoedelen, koos zij de partij der Vrijheidgezinden; zij voegde haare wapens bij die der dappere Parijfche Burgers cn onderftcucce de'opftaande Natie. Dit begreep ons voorig Beftuur ook en beminde daarom de Duitfchers boven ons, die in het Land gewonnen en geboren waren. — Werden de Inlanders niet duidcloos getraiterd? Oud en grijs wierden zij, zonder de gcringfte bevoordeling, terwijl kaale Builenlanders hun boven het hoofd fprongen. Grijze Officieren en Soldaaten moesten doorgaands afcangen van een piep jong onbedreven Duilfchertje , dar mar al het air van een kleinen tiran commandeerde, en heerséhie. Boven dit alles , moesten de uit de natuur weikzaame Nederlanders in vredens'.ijd, nog een afkeer van ons hebben , terwijl zij ons als pronkende Speelpoppen befchouwden, die het geld, L 3 dat  < 86 > dat zij voor ons moesten opbrengen, nutloos verteerden. w«ie fchoon de gemecne Soldaaten juist niet veel vette foep te b'relden hadden, van hu' ge voonefold.j, 100 bedroeg de fom,du aan dc menigvuldige Officieren verdeeld «verdt,nog al iets we/enlijk, Rekent slee-, maar eens op, hoe veel de Captein. Generaal en zijn beide Zo ,ren trokken, voor al de vermenigvuldig posten , die zij in het Krijgswezen van hun geboorte af, dus lang, eer zij tót eemgen dier st bekwaam waren , genooten. Maar hoe heerlijk is dit nu alles verandert! De onwaardcerbaare Publicatie, die or s voorgelezen is, verzekert mij,dat de grond tJt onderlinge Broederfehap, to. wederzijdfehen voorfpocd tusfchen Burgers en Kr.jgslieden gelegd is. De tegenwoordige Omwenieiing aoet ors overtuig, nd zien , wie < igei lijk met de Oppermajeftck in Nederland bekleed is; en wie is dit? immers het geheele Volk? In deszelfs bot ?em b rust de Opperman. De wil des Volks is de algem.ene Wet, en bet Volk verkiest Broeders uit zijn midden, aan wier het de handhaaviDg van die Wet toeven rouwd. Is dit nier z„0, waarde Medeburger? wel nu dan, dien wil des Volks, of die We. , hebben wij te volgen Hier toe zijn wij els Leden van httVulk, of als Medtburgers, verpligt; want de afi'c uwlijke onder! fcheiding is vernietigd; Gelijkheid , is het eigendom van de Vrijheid des Volks; wij zijn ook Menfchen, ook Burgers, die alleen onderfcheiden zijn in het werk, dat wij venten,fchoon dit werk (e.en ge,jjk a, de bcvveegi, ge|J ^ üverjge Burg£, ren) op het zelfde middenpunt uitloopt, dat i», op het algemeene nut der Maa fc! app.j. Zoo ras deze waarheid eens duidelijk doe elk begretpen wordt, dan is alle fchaduw van haat tusfehen Burgers en Soldaaten vernietigd. Nu wij geen afzonderlijken Dwingeland meer behoeven te gehoorzamen, nu zijn wij ook langer geen Slaa^en, — dit begrijpt ook het Nederlaudfche Volk, en verbied dairom den Hok re gebruikenfoei — dir kan ook onder geen vrij Volk plaats hebben.' Redenmaclitige Mnfcnen, even als Dieren, die wij van hen wilden aart beroo/en en ons onder verpen , te behandelen ö God! is dit moogUjk? heeft Nedenand zulk een flaavernij in zijn  < «7 > si'fl Boetern kunnen d ilden ? De helfche T'fann;j, o< er onze a^te ,01.ze gezellige neigirgen.is al mede vernietigd; die is ook ïatuuilijk; want bet Recht ven den Mensch, dat de hoeklleeu is, waarop de Vrijheid rust; dat Recht va, den Me s de Mieren. Wanneer wij den Wapenhandel recht goed onderhouden, zal het ons gewis ook vrij ftian , om, als vlijtige Burgers, onze Vrouwen en Kinders met eerlijk brood te voe-„ den. Braave Burger-Zoonen zullen niet langer een affchrifc van den dienst hebben; zij zullen zich onder ons vermengen » zich met ons in den Wapenhandel oeffenen, terwijl wij uit onze Kinderen een rechtfchapen Heldenkroost vormen , dat > wanneer de nood het vordert, volkomen vrijwillig den laatften bloeddruppel voor Recht en Vaderland zal opofferen. Zie daar, waarde Wereld- - Befchouwcr! mijne gedachren; laaten nu de Bevooroordeelden vrij het gedrag van onze Volksbeftuurders afkeuren, het voor haatlijke nieuwigheden houden; ja, 'aten zij deze heerlijke oogmerken met fchandnamen (waar voor mijn pen veel te goed is om die nateichrijven, aan ons voorftellen; elk toch, die een Menschlijk hart bezit, zal zich met mij veiblijden, en de laagfte Bouswigten zelfs, of althans hun Kroost zullen de vruchten van deze nooit genoeg volroemdc Omwenteling infamelen. Indien mijn Brief een plaats verdient in uw Weekblad, plaatst hem dan vrij. en zoo nier, dan ziet gij voor :t minst mijn welmenend harr. Ik bhjve uw Medeburger. CORNELIS JACOBS. Om onzen CORNELIS te toonen,dat zijn Brief ons behaagde, hebben wij dien, zonder uitftel, geplaatst. Vuurie; wen" ichen wij, dat al onze Medeburgers, die zich in den Krijgs" dienst bevinden, op deze wijs mogen derken. Wij vleien ons» dar het genot der Vrijheid hun allen zal bekooren, en de Jaar fte trekken der Slavernij uitwisfehen. Nu eerst kunnen huu waare verdiensten opgemerkt en beloond worden. Geen laffe vleiers zullen hun weer boven het hoofd klimmen; elk edele daai verdient een Burger-Kroon , en is een trap tot glorie en en voorfpoed. Wel aan dan! Broederlijk verecnigen wij ons allen, urn den laatlten Tijian te verdelgen, om den vrede te vestigen en het recht voor eeuwig te befchermen. Ti GOUDA, Bij H. L. v. BUMA, Boekverkoper, en verder alom door geheel Nederland a ii St-.  D E WERELD-BESCHOUWER, N°. 12. (G&UJKHEIIX — VRIJHEID — itXOtDinSClUP.} Dat geen Sireen voor ons «en lotmen flaaploon 2!*g', Hoor nog van ver 'de Donders brullen ; 't Bataaffehe Folk ycrbann' zijn lafe Sluimering % Daar 't koeltjen Vrijheidsvaan doet krullen. DE NOODZAAKLIJKHEID VAN EENE ALGEMEENE WERKZAAMHEID. GEACHTE WERELD-BESHOUWER,! w anneer de rechten van den Menseh eenmaal door he2 algemeen recht verdaan worden , dan zullen zij eerlang ooi; onwankelbaar gevestigd zijn ; want zij, ftemmen volkomen overeen , mer het zedelijk gevoel. Alleen de verdoovende fluimering, waarin dat gevoel weggezonken was, mogen wij voor de ceuige oorzaak houden , dat het recht van den Mensch M zo»  < po > «oo veel leuwen a?ter elkander geheel vcrvaar.'oosd, en do?r iwinglandij overfchaduwd bleef. Het was alleen de doorbrei kende Vollwverlfchting, die eindiijk dit gevoel opwekte, en dc mmschheid haare waarde deed hernemen. En nu nu durven wij verzekeren , dat geen geweldenarij , hoe wreed hoe listig ook , immer in ftaat zal wezen, om op nieuw de aangeboren rechten aan de handen des Volks te ontwringen. Wij moeten hier nog een Brief plaatzen , die welligt de taal van een aaofa' kleinmoedige Zielen in ons Vaderland zal be. vatten , doch die wij op goede gronden durven gerust ftel. len . gelyk uit ons antwoord op den volgenden Brief z»j blijken, WE R E LDB E SCHOUWEND MEDEBURGER! De gezegende Omwenteling bekoort mij; maar, goede Heinell indien zij eenj geen (land houdt, indien een tegenomwenteling haar doet bezwijken , wat zal dan het lot van dui-< zend ongelukkige Medeburgers zijn ? dit doet rnij aarzelen, om in al de gewigtlge veranderingen deel of genoegen te neemen. — Denk eens, wat niet al gebeurd is — geheel ons oud ffaarsbeituur is omgekeerd, het Stadhoudeifchap met al zijn toebehooren , is openlijk vernietigd, cn elk van den Eed , aan dc voormaaiige Con/liluiie gedaan, ontflagcn. Ver. fitheiden Qollegks hebben geheel hun aanwezen verloren ; warj moet van dit alles worden ? wanneer de kans eens verkeert en de onderleggende partij weer booven komt? ik raag hier niet aan denken, cf alles fchemert mij voor de oogen. Welk een geduchte wraak zullen de aanhangers der ouefe ConfJtutic piet nemen ! het getal der uitwijkenden zal dan oneindig dat van het Jaar zeven - cn - tagtig overtreffen. Hoe (heug is in drca tijd gehandeld! maar hoe zal het nu zijn ? daar de gebeurdtenisfen , waar over zij zich toen wreekten , volftrekt niet te vergelijken «zijn bij dc tegenwoordige. Voorzeker handelt die Burger het vccrzigtigfle, die zich buiten alles houdt, die in zijn eigen kring blijft , cn met bedaardheid het eind verwacht. Ik heb meer dan eens vist voorgenomen op dit WijWl  < 91 > •wijze te handelen; doch het is volfkekt onmooglijk, om zich, Zoo geheel onzijdig te houden. Ik weet zelfs niet , op we!k eene wijs ik in verfcheiden zaken ingewikkeld ben , zaken , die nvj in het vervolg, bij een onverhoopte tegeu - cmrvcn. teling ook al veel moeite en kommer zauden baaren. Ik wensente wel, dat een welmeenend Vriend mij een3 volgends zijn ge wee'en ïjadde, of het niet best was, dat ik mij, zoo ras mooglijk van alles , wat eenige betrekking tot Land of Volk heeft, ontdeed : doch in dat geval zoude ik verpligt wezen , om geduurende al dien tijd een reis buiten Lands ta doen; want ik weet geen middel uiltedeijken, om, in Nederland blijvende, niet meer of minder mede te wsrkan; het is even, als of een geheime drift ons ongevoelig wegvoert , en de handen aan het werk doet fiaan. Zeg mij uw gevoelen » waarde Medeburger ! veel nut kan ik juist niet doen , dus behoeft gij mij daarom niet noodzaakHjk ie keuren. Ik blijf intusfehen uw getrouwe Lezer en Medeburger HENDRIK ZWAARHOOFD. Wij vinden geen Vrijheid om onzen Vriend het medewerken (tot bevestiging der gezegende OmAcnteling) te ontraaden. Hij moge dan zo weinig nut vcrrig'cn als hij zich verbeeldt , hij is toen ecu Lid der Maatfchapp.j , hij helpt de werkzaamheid onderhouden , en her bedoelde wit bereiken. Wij zouden ons geweten moeren verkragten, indien wij hem, of indien wij een van onze Medeburgeren, voor het tegeuwoor* dige, een ftil een werkeloos leeven tanraadden. Neen, degeheele Nedirlandfche NatU is in Bpttatid, en moet haar begonnen werk voltooien. Wie zich hier van afiondert, ontrukt zich aan de Maatfehappij; hij maakt zich de vruchten Van haare vereenigmg onwaardig , cn verdient den rang niet meer, dien hij onder de vrije redelijke wezens bekleedda. Waf nu de bekommering van onzen Medeburger ZWAARHOOFD betreft, hier op antwoorden wij het volgende. Een geheele tegenomwenteling is, op een redenlijk wijs gedacht cn gefproken, onder de onmooglijkheden. Het is waa-, aile sscnkneüjke zaken zijn wisfelvallig ; doch dit heeft geen M a P*»:»  < 02 > plaats in Je v.anriijk zedelijke ntWOr, Alles, w«t zedelijk is, heeft een onwrikbare duurzaamheid, om dat het Godlijk is, en met den grond van ons aanwezen , dat ook eeuwig voordduurend is, onaffcheidbaar vereenigd Nu is de herltelling van het eenvoudig menschüjk rechr geheel zedelijk. Nooit was dar recht vernietigd, maar her was overfenaiuwt, door de affchuwlikfle misbruiken; fchoon het verfiaauwd, hetltng verbasterd gevoel, alrijd nog eenige trekken van dat recht bleef herkennen. In dezen tijd is het van al zijn , mk.eedfels verlost, in zijn eenvoudige Godlrjke Schoonheid woidr het & ior een ontwaakr gevoel omhelsd Hoe ii het dan««oglijk, dat het op nieuw kan verdwijnen? of het Me^chd.m moest tot zijn kindfehc dagen, wat zeg ik ? tot zijn a derverwilderflen flaat te rug kceren. Indien al her gezond ve.fland op eenmaal veibijs-erd wierdt, indien alle voorderii gen in >j< e volkomenheid op eenmaal uir her menschüjk geheugen kon. den uirgewischt worden, ja, dan zonden wij ook ome rechten vergeten, en ons op nieuw door laffe dom'ieid in ilaa,env j laten begraaven. Maar dit fehrcir met de JNatuur van het wezen, dat ons gevormd heeft. Wij neemen róe in volmaaktheid; van oogenbük tut oogenblifc zullen wij dan onze rechten ook b ter leeren handhaaven ; wij zu len de wezc.l.jkc Mafje* fïet van ons zelvén, ieder dag des te beter leeren zien en verdedigen; onre Vrijheid (or.affcbeidbaar me; onze naruur vereenigd,) zal ons van rrap tor nap in redelijire grootheid doen opk.eimen, en aan Gods Engelen gelijk doen worden. Nutteloos b'-kommert zxh onze Medeburger, over de wraakzucht, dit bij een onverhoopte tegenomwenteling zoude kur» ren woeden; «air daar wij in de eeifte paars toonden, dat die Om*;ntrbng, volgends ons denkbeeld, met mooglijk is, vraagen wij in de tweede plaats; (veronderftellende voor «en oogcsblik dat zij snoo'glijk zij) op wie zullen de Aanhangers der oude zoogenaamde Conjlltuiie zien wreeken f uit wiens naam is hun beftuur vernietigd? niet uir naam van een of meer afzonderlijke Perfoonen; maar uit raam van het geheele Nederlandfche Volk: zij moeten dan dit geheele Volk ver. delgen, iudisn [zij ziek voldoende wiaak zullen verfchait\n. Vooï  ♦C 93 > Voor het Jaar 87 hecrschten twee onderfeheidcn partijen; zij die zich Patriotten noemde» i fcheenen cenigen tijd den boventoon te houden; doch de Oranje partij, haar roevlugt tot geweld neemende, verhief zich boven de andere, vertrapte alles wat naar recht zweemde, cn kraaide, tot fchande rrermenschheid, de Overwinning. Geen wonder, dar zij de mecsr bekende aanvoerers der Patriottifche Partij vervolgde en verioemde; doch in onze dagen is dit geheel anders. Wij kennen geen Partijen; geheel de Natie cischr, als een eenig Man, haar eigen Rechten, haar dierbaare Vrijheid en haar lang verwaarloosd Geluk. Bevinden zich ergens eenige kwaadwill gen, » deeze reekenen wij niet tot de Na ie; wij befchouwen hen , als ongelukkige Dwaalgeesten , die buiten den band der maatfehappij, eenzaam op zich zelven itaande, rondzwerven, en niet in itaar zijn, om ten geheel Volk (wiens gevoel door de verlichting beftraald wordt, re betooveren. Om die reden behoeft niet een Burger re aarzelen, om aan de algemeene zaak meede te werken; want, wij herhaaien het, wanneer de wraak der boozen kon zegepi aaien , da* zoude zij het bloed van eiken Nederlander, zo wel ouden als jongen, zo wel armen als rijken, als een beek moeten, doen ftoimen; Wie tóch heeft geen deel aan de Omwenreling? de dnjfeeeren, die het Volk in bcweeglng brengen, mogen al eens verfcheiden zijn, het zelfde doel wordt toch door aiien,befchoten. Veelen werken uit een waarlijk edel "grondbeginzel; adderen onderwerpen zich geveinsdelijk cn wenden een nóg veel fleiker drift voor, om hier door hun vennomming volkomen te maaken; nog andereu beminnen alle verandering, en bewerken die met vreugde; d. eb zoo ras eenmaal de vruchten der waarachrige V.ijheid genoren worden , wanneer het vrij, edel Volksbefttiur, het GoJlijk Wetboek der Natuur, in al zijn kragt handhaafd, c.an zal de geheele Maatfehappij' uitéén hart, uit één mond, de gezegende Omwenteling toejuichen, en Gods mcedewerkende band eikenncn. Aarzelt dan niet, Meedeburgcrs! belluit moedig, om allen te ftertM, of urn allen vrij cn gelukkig te zijn. M 3 Vttit  < 94 > tircrkt mcdehi'gers 1 komt, ie Vrijheid lacht u aan , Beeft voor geen vliedende Tijrannen, ' Streeft voord, de ro zengeur van voorfpoed kroont uw paane Vwr eeuwig is 't geweld verbannen. Maar gij, die jlaafehe rust bemint, Geen vreugd in waare grootheid vindt, Zn fiaaffche keetnen kiest, voor bloeiende eerlaurieren — Kruipt voort .— een fiere Vrouwenftoet k Wier boezem jonge Helden voedt, Vervangt uw plaats, verrukt door Vrijheids veldbanieren. Neen lajfe zielen! lang door weelde in flaap gekust, Ontwaakt, herneemt uw eigen grootheid; Gij bloos'. ? welaan, grijpt moed, nog duld ons land geen rust, Ontwring den laatflen dolk aan fnoodhcid, Van ver relt nog 't gefnuikt geweld. Komt 1 elk Bataav zij waarlijk Held. Zegt fout aan 't Franfche Volk : wij zijn der Vrijheid waardig; Schoon Euo's eerkrans werd verwoest Ons wapentuig is nooit verroest, Ons Volk, hoe wreed verdrukt bleef groot, bleef edelaardig. De fiere Vrijheid vest een roemrijk Volksbcfluue i Op haar in 't ftof vergruisden keten. FJk zweert gehoorzaamheid aan 't wetboek der Natuur■, Zoo diep gegrift ii 't vrij geweten. Lik Burger vloekt de dwinglandij ; Elk waait voor de eer der maatfehappij ; Geenfehijn van vriendfehap moog' 't oplettend oog verblinden, Geen dwang , geen eigenbaat, Gedost in Brocelerfchaps gewaad, Oce om in glurij loof een [hooien adder vinden. Keen  < 95 > Am», fiere Vrijheids min ! beziel een juichend Volk; Dan huwt aan vaakzaamhejd ook glorij, De -waare beUenroem gloord als een morgenwolk En fierd op nieuw des Lands Jjistorij —— God lof! dc kltinjlc ziel grijpt moed, Dc weelde vlagt voor eedier gloed. Bataaven.' geen verwijt zal meer uw fierheid hoonen • Verfchoont mijn drift, uw fchaamrood Mot Wordt weergekaatst van U lauerbouh — .Dat naast uw trecn ontluikt, omfiottt uw helm te kroonen. Uw vrije flandaartbij derFranfchen vaan ontrolt, Kan God en d' Englm rei bekooren, Terwijl hel eerloos bloed in''s dwinglands adren fiolt, Daar wroeging hem den vloek doet hooren; Hij beeft voor Vrijheids heldenfpter, hij valt, of werpt de wapens neer, En d' overwinning kroont Bataav en dappre Franfchen^ Dan klimt uw waare Majeflcil, En traanen, die verrukking fchreit, Zijn reine paerels aan uw Burger - gloriekransfen. Eerst, na den wisfen dood van hclfche elwinglandij, Kan 't Vaderland uw rust weer dulden, De zon der Vrijheid zal den oogst der maatfehappij, Die thans geroeid wordt, mild vergulden, Ja dan wordt yoorfpocd weer gekust Door blij geluk, door vreede en rust, Schoon fiere waakzaamheid zich nooit in fiaap laat wiegen; De nooit vermoeide Burgertrouw Houd rustloos wacht by 't Staatsgebouw, Terwijl verraad cn wrok op vleermuis wieken vliegen. Ta,.  *C 9$ > Tafieelen, Godi'';, ioar de waar1 eU zehi gekleurd, Fe> adl n heel-ons. denkvtrmoogen, De Folksveriicluing maalt, waar Frijheid beeft getreurd* Alom de Jchoonfle regenboogen, Elk huisgez'n of B.ito's grond ' Vist eendragis edel Fulksyerbond, De vuis.i der Mannen draagt het blinkend heldenwapen. De moe 'er Jp-eekt hei.innen taal. De Ztiigüig f ie geld zieh in ft aal, En 't knaapjen faameld reeds: God heeft ons vrij gefchipen, Ja, jonge blocfcmtoci der frijdbre maatfehappij.' In flulp 0f in paleis geboor/n, Uw rechts* z.i'n gelijk, gij zijl volkoomen vrij —t Geen a, moe h.n die warheid fmaoren , e\ Dal uw w arde nooit verwelk, Heldinnen ! die de moedermelk Aan reuzenmes bied, lec.rU wicht zijn rechten kennen, Zorg, d t zijn bra fh.id', zijn verftand. Hit voer tot waar en adelftand, Zo zal zich Uios Krqosl, aan t zaligst heil gewennen. Te GOUDA, _ . BlJ' H L. v. BUMA, Boekverkoper. Mehuet ll. Ks„zer ich.oneveld , Hazcu , Langeveld, Brilt, eiz. Rotte.d Meijer, Pols, van Samen, Fis, v.d. Drics, lianTeil' D7dT^ " van Lsje", ZkmLr n ^'f"?'"^». Utrecht Wed. Ter F.eneu Z„„ , ito'em-*, Zaaodam Tolk, Kool, van Aken en qp**tVf*i «m verder alom d00i geheel Nederland a ,4 Sfc  D E WEB.ELD-BES CHOUWER. N°. 13. (GtLIJKUElD — VRIJHE1Q — DRQZDRR3CI1JP.*} Eik Burger zal eerlarg 't genet der Vrijheid fmaaieu, En juichen in zijn heilrijk lot; Geen Raomfche of Protestant hoort meer zijn denkwijs wraak:» , Elk dient en dankt den waar en God. DE VOOROORDEELEN. GEACHTE WERELD-BESCHOUWER! ^^rijmoedig neem ik de Pen op, om aan U, mijn Meede» burger! een paar dingen, die mijn hart bekommeren, en mijn volkomen blijdfehap over de gelukkige Omwenteling verftooren, meede te deelen. Mogelijk kunt gij rnij eenige verlichting fchenken; want uw andwoord zult gij aan eene welmeenende Burgeres niet weigeren. In de eerfte plaats moet ik U dan zeggen, dat ik met affchrik gehoord heb, dat de Gildens zullen afgefchaft worden, om dat men zegt, IL DEE4L. N da?  < 98 > cV da Gildeni in elke Sal andere Medeburger, verdrukken en verdringen; indien dat waar was, dan zoaUa Gilden» zoo l,ig niet befi„, hebben? ook zoude zich hei algemeen over derzelver vernietiging verblijden; doeh dit iep v?r na zoo niet; want indien de Gilnens vernietigd zijn dan zullen veel goede braave Lieden zich het brood uit den mond zien neemen; ik heb twee Zoonen, de oudfte i, een Timmerman en de jongde ij een Snijder, maar WSÏ zal het worden, wanneer elk, die maar wil , aan her timmeren g,«j of aan het kleermaken? boe koomen dan mijne arme jongens aan de kost? ik wil wel belijden, dat door die Gildensook al een, geweldenaarij gepleegd wordt, zij doen arme lieden meenigwerf meer betaalen, d,n in hun vermogen II; en waar voor diend dir geld? meestal om drink-en fmulpartijen tebouden, ook wordt zeker wel eens een eerlijk Burgerkind door die Gildens gruwelijk geplaagd. Ik' moet U daar nog één ftaaltjen van verhaak.,; want ik wil her kwaad Zo wel zeggen als het goed. Mijn Neef HENDRIK dan was door zijn Ouders beftemd, om een Vleeshouwer tè worden; hier toe nam hij, as Leerjongen, dienst bij een Vleeshouwer. Nu zeggen de Wetten van dat Gilde, dat elke jongen of knegt, zeven jaar bij dezelfde baas moet gediend hebben, indien hij zelf baas wil worden; dir wist mijn Neef, cn behalven dat, achtte hij het geheele Huisgezin van ( den Vleeschhouwer zco hoog., dar hij a.-.n geen verandering kon denken. De baas was ook volmaakt met hem te vree, den. Maar wat gebeurde? de zeven jaarjn liepen naar het eind, en HENDRIK (die ttfirrtig jaaren oud was en de vrij. erij ook al in het hoofd had) cac.it welhaast Vieeschhouwers baas te wezen; maar ja wel! zijn baas, door andere Vleerchhouwers opgemaakt, begreep, dat dit nieuwe baesfehap hem geen voordeel zou aanbrengen, wm alk 0Mg*M fihutte» * m*d, zegt het fpreekwjord. Hij kwam dan op een Zondag rniddsg by mijn Neef, die in de Stal bezig was. HENDRIK zeide hij, ik heb U niet meer noodig, ik zal U uw verditndloon betaalen, maar nog voor den avond muet gij 'mijn huis iï!:«K'.'ï. HENDRIK ïjond ef hij van het onweer getroffen W3ü,  < 99 > *r*S, hij vraagde naar de reden; doch te vergeefs: hij moest weg. Dit gebeurde juist vief maanden voor dat zijn tijd orrs was, en daar hij nu een bewijs van zijn zeven jaangen dienst miste, kon bij geen baas worden. De jongen heeft zich die zoo fterk aangetrokken, dat het niet te zeggen is. Hij geraakte eerst op een dwaalweg, en is eindelijk Soldaat geworden. Maar wat is van zulke Soldaaten, die een berooid hoofd hebben, te wag>en? kijk ——- indien het altijd op, deeze wijj in de Gildens toeging, dan mogten zij wel vernietigd worden. Maar elk ding heeft een goede en een kwade zijde. Ik ga nu over, om U mijn tweede bezwaar te melden. Alvooreas moet ik U zeggen, dat ik een groote vriendin ben van de verdraagzaamheid in den G.idsdienst, ik maakte mij altijd boos, wanneer ik op Roomscbgezinden, op Arminitanen of Jooden, of wat het wezen mogt, hoorde fchelden ; ik zou dan geen fterveling de vrijheid betwisten, om God volgens zijn eigen gevoelen te dienen. Is ben dus niet partijdig, en ook geen dwèepftcr, die op alle menfchen die anders denken, met een verachtelijk oog neerziet. Och neen I wij zijn alle Sshaapen van éénen Herder, zeg ik; maar veel van die febaapeü, dwaalen in bosfehen en wilderniifen. Maar HU , met de Om. wenteling, zal de lieerjcken-le Kerk, gelijk men die noemt, niet meer boven de andere Gezindheden uitmunten, en dit fmart mij toch; want ik geloof, dat de Gereformeerde Religit de eenige waare Religie is ; en ik kan niet dulden , dat zich bijvoorbeeld de Room;chgezmden, zoo maar op éénmaal, met ons gelijk (feilen. Hier in de plaats, daar ik woon, is ook een Roomfehe Kerk ; maar begrijp eens, jongsrleedea Zondag kwamen twee mannen van die Gezindheid aan de Municipaüteit verzoeken, dat de Kiok, die in onze gereformeerde Toren hangt, telkens, wauneer de R.oor.ifche Kerk aanging, mogt geluid worden. De Munkipalileit begreep wel, dat de Burgerij tegen die nieuwigheid veel zcj,u in te brengen hebben, en floeg om diè reden, dit verzoek voor eerst af; maar in het vervolg zal het toch wel toegedaan worden, denk ik, en dit bedroeft mij: zulke ongewoone dingen moesten geen plaats hebben. De Roomschgezinden kunnen immer» N a wel  Kerk houden, zond«r dat de Klok geluid worde? Waar tocïl luidt in Braband of Vlaanderen erge«s een Kiok voor de Gereformeerden, fchoon van den morgen tot den avond daar de Roomfche Klokken bengelen, dat U het hooren en zien vergaat. Zie daar, waarde Wereldbefchouwer! de twee din, gen, waar zich mijn ziel over kwelt, zeg mij, ef gij denkt dat de vernietiging der Gilden, en het fluiën der Klokken voor de Roomschgezinden ook tot de Omwenteling behoort? en of gij dit bewijzen kunt? Ik ben anders met de Omwenteling volmaakt te vreeden. Mijn Broeder is hier Schoolmeester, maar geen verwaand Pedant, zoo als wel andere zijn* neen, hij heeft zijn verftand kostelijk, hij heeft mij geleerd, wat de Rechten van den Mensch zijn, en nu bemin ik die ook; ook weet ik van hem, wat Vrijheiden Gelijkheidis, fchoon die woorden maar al te dikwijls kwalijk verftaan en misbruikt worden ! Ik blijf uw andwoord verwagten , waarde Meedeburgcr! en noem mij metvereischte hoogachting, Uwe Meedeburgcres, ALIDA LEERGRAAG. Wij neemen met genoegen de taak op ons, om een welmcenende Meedeburgeres te beantwoorden. Zie hier ons ge. voelen. Dat de Gilden» vernietigd worden, behoort wel degelijk tot een gelukkige herftelling der Vrijheid. Is het geen dwinglandjj, wanneer wij onzen Meedeburger beletten hun handwerk te oeffenen of hun Koophandel te drijven, waar toe zij even als andere Burgers, het zelfde recht bezitten? zeg on», waardige Burgeres ALIDA! gevoelt gij het onrecht niet, dat hier djor gepleegd word? indien uw Zoon de Timmerman, door zijn ornltandigheden gedwongen werdt, om in een andere plaats zijn brood te zoeken, doch het Timmermans Gilde van die plaats dulde niet dat hij werkte, terwijl hij intusfehen geen middelen bezat, om zich in het Giide te doen aanncsmen, zoudt gij dit niet hart vinden? uw Zoon, fchoon hij zijn handwerk veel beter verftond., ' dan een der Gildebroeders, zoude dan immers gedwongen aijo om in ledigheid te kwijnen, zich aan ongeoorloofde; be  «£ ioi bedrijven fchuldig te maaken , of van gebrek te fterven? neen,deze haatelijke Tijrannij' kan niet geduld worden. Elk Eurger heeft recht om zijne bekwaamheden aan den dag té leggen en zijn vermogens te oefenen; verliezen anderen hier daorhun gewoone Kalanten, dan is hunre onbekwaamheid of luiheid hier de oorzaak van. Dat zich dan alle Burgers benaarftigen, om,door Voordering in bekwaamheid,bij anderen uittemunten. Hoe zal de naijver hier door opgewekt worden " en de moedloosheid bij arme ongelukkigen verbannen wor. den! Men werpe ons niet tegen: dat wanneer alles vrij ftaat, niet één der Burgeren zal kunnen beftaan; dit is alleen in fchijn zoo; want vooreertt zijn de Handwerkslieden meestal van zelfs geregeld, naar de behoeften der Burgerij of des1 Volks;ten anderen heeft d£ dwang der Gildens nooit kunnen verhinderen, dat de Bnrgeiij zich door anderen, buiten het Gilde, liet bedienen. Hier toe was altijd een middel te vinden. Dc mensch tragt tceh te veel naar het verbodens om dit niet te doen. Dok waren de Gildegenooten zo gerust op hun voorrecht, dat zij zich zelden veel beijverden om uittemunten. Hun vastgeftelde Proef fchonk hun aanüeel aa» da; uitfluitend voorrecht, en dit was genoeg;doch de waare Proef van elk Hardwerk is het voldoen des goeden fmaaks en de rustelooze voordering in bekwaamheid. De mishandeling, die onze Burgeres opgeeft aan haar Neef HENDRIK gepleegd te zijn, is affchuwelijk; waar geeven foortgelijke Gilde-Wetten , die geheel willekeurig zyn , niet al aanleiding toe? HENDRIK ware gewis, na zijn Leerjaarefl voltooid te hebben, een braaf nuttig Burger geworden, eert bcminlijfc Echtgenoot en een liefdrijk Vader van nieuwe Leden, die hij voor de Maatfehappij zoude opgevoed hebben en wat is hij nu?... welligt voor altijd bedorven, en duizend anderen zullen, finds het beftaan der Gilden , een foortgeli jk lor, als HENDRIK, ondergaan hebben. ALIDA zegt, dat indien de Gilden kwaad waren, zij zoo lang tiiet beftaan zouden hebben , en dat het algemeen' zich oyer derzelvet vernietiging zou verblijden. Doch zijn die bswijzen wel voldoende?... Is ds Dwinglandij der Vorsten, is de haatlijke N 3 m.  < 10a > Injuifitie ook filet jarig in we,-en gebfceven, benevens duizend andere de menschheid onteerende zaakcn ï en Jdat zic'i het Algemceti nog niet verblijd over dcrzelver nadeierde of werkelijke vernietiging, dit is te begrijpen. — Gewoonte ka» de S'aaf met zijn Kerker en met zijn rinkelende Keten, in een zeekeren zin, bevredigen. Ook ftrijden de eigenbaatige bedoelingen der Gildegenooteu rcer de vernietiging , en overftemmen nog het algemeen recht. Doch het genot der Vrijheid zal al onze mede-Burgers welhaast anders doea denken, en de Vernietiging der Gndens doen toejuichen. Wat nu het punt van bezwaar betreft, hei luiden der Klokken , voor de Roomschgezinden, namelijk: ooi: hier over zullen wij onze mee.,ing zeggen. Onder eene waarlijk vrije 'Natie heiraat geen heerfchende Kerk. Alles wat nasr heerfchen zweemt, is hier ocbeflaani baar. Maar elk Lid der Natie is volkomen vrij, om God op zijre wijze te vereeren, cn om volgends het licht, dat hem bcftraalt , zijn tijdelijk en eeuwig geluk te bevoorderen; alleen mogen de middelen, die hij hiertoe in het werk fielt, de algemeene rust niet verftooren , of de zedelijke natuurwet fchenden. — Onze mede - Burgeres LEERGRAAG zal voorzeker een denkbeeld kunnen vormen, van een geheel vrije Natie, of Maatfehappij, welke uit een aantal verfchillende Leden, die eik op zichzelven gevoelen en denken, faamgefteld is. De Rüomschgezinde , de Arminiaan, de Mennoniet, de Jood, of welke Gezindheid in ons Land mag plaats hebben; elk is een Lid van die Maatfehappij en heeft, uit kragt van het gemsakt verdrag, het zelfde eigendom aan alle voorrechten. De Gere. formeerde heeft hier niets vooruit boven zijne mede-Burgers. Pronken zijne Kerken met Torens en Klokken, waarom mag de Roomschgezinde, indien hij dit begeert, zijne Kerken ook niet met Torens en Klokken doen pronken?... In voorige min verlichte tijden namen onze Roomschgezinde en Gereformeerde Landgenooten beurtelings bezit van de openbaare Kerken; alleen het recht van den fterkften was in die dagen beflüfendj maar is het in deze dagen niet geheel ve:nietigd? Ja-gewis, tot glorie vso den redenlijken mensen is het vernietigd. De goede  < los > goede orde alleen moet bewaard blijven; eik is het niet mooglijk, ora de diep ingewortelde vooroordeelen op éénmaal uitteroeien. Door dit te willen doen, worden niet zelden de tedere , maar goede grondbegir.fels te gelijk uitgeroeid, Veelen verftaan door een geheel vrije Religie, de vernietiging van allen Godsdienst; en dit is rampzalig; liever wilden wij, op eene verftandige wijze, de goede grondbeginzelen aankweeken , en door het oeffenen der kennis, zowel als door het verfpreiden der verlichting, kiagt en fterkte doen krljjen ; dan zal de opgroeiende redelijkheid voorzeker de vooroordeelen, die geen voedfelmeer krijgen, van zelfs onderdrukken; — daar integen deel, wanneer wy al het onkruid willen wegzuiveren, wij gewis ook het wezenlijk goede, nog eer het tot rijpheid komt, zouden doen lijden. Intusfehen moeten al ome mede-Burgers zich in het genot der waare Vrijheid verheugen , en waarlijk al de vruchten van eeneBrocdorlijkeVereeniging derA'*«;«fmaaken, Wat inzonderheid het Laiisn der Klokken, bij den aanvang der GodsdienstoerTening, betreft: Zo lang de Gereformeerden zich alleen, met uirzondering van alle andere Gezindheden, «an dat niersbeduidend gebruik blijven houden , fchijnen zij een recht te bezitten boven hun andere mede Burgers: iers , dat volftrekt onwaarachtig is; doch indien de Roomschgezinden opdeplaats, waar onze Burgeres ALIDA woont, aan hun verlangen , om dc Klak te mogen luiden, voldoen , en indien nog andere Gezindheden zich op die zelfde plaats bevinden en het zelfde ven, langen voeden, dan moet voor deezen ook de Klokken geluid word:n. —— Zeker een verveelende vrijheid, althans voor ons, die het gebengel vaa Klokken niet ftork beminnen. Maar ook zal dit meenigvuldig gelui voor zoo veel onderfcheiden Godsdiensroeffeningen verwarring baaren; liever wilden wjj dan, indien dit de keus van het Algemeen kon zijn, dat op elke Zon- en Feestdag, bij het opgaan van het Morgenlicht, de Klokken van elke Stad of Dorp, een half uur, of langer, geluid wierden, om aan de geheele Natie te verkondigen, of te herinneren, dat deze dag beftemd was, tot eene plechtige vereering van het Opperwezen. De afgezonderde uuren,waarmede die plechtigheid een aanvang neemt, is immers algemeen Se-  < io4 > gence» bekend en behoeft dus door geen geduurig klokgebrom m het geheugen geroepen te worden ? Wij bobpen, dat onze beandwoording van Burgeres ALIDA** Brief baar voldoen zal. Wij durven ons zeiven hier mede vleien Met een wezenlijk genoegen lezen wij de korte Bcfc-hrijvine ' ore zij ons van haar Broeder, de Schoolmeester geeft Het ware té wenfeien, dat al de Leermeesters der opluikende Jeugd de Rechten der Mcnschheid verftonden en de tedere harten v.an hunne Leerlingen, tct genieting van waarachtig geluk, vormden ; zulke Leermeesters zouden waarlijk de nuttigfte •Leden der Maatfehappij wezen, om dat wij ae verlichting en verbetering van het volgend Gellache aan hun verfchuldigd ?oudeu zyn. Want om een algemeene verbetering te weeg te brengen, moeten wij aan de jeugdirre Leden der Maatfehappij geen moeite, geen oplettenheid fpaaren. — Onder eene Miatichappij van volwasfen menfchen mogen zich een aanral edele Menicbenvrienden bevinden, bereid om de fluimerende vermogens van hunne mede Burgeren te ontwikkelen; zij mogen ook waarlijk vru chten van hun arbeid zien en verfcheide goede maar ongeoefende zielen vatbaar maaken vodr het genot van waare Vrijhsid en geluk: rnimmermeer zullen zij toch iöftaat zijn, om de verouderde vooroordeelen (die her algemeen van zijn vroegfte jeugd ingezogen heeft) te overwinnen. Het tegenwoordig Geflacht zal altijd een famenmengeling van waare grootheid, van laage verilaafdhcid, van verftandige deugdbetragtmg van dweepzieke zinlijkheid, ja van waare gezande zedekunde en van verachtelijke zedenloosheid uitmaaken; doch met eiken dag neemt de wasdom der tedere hervorming toe. _ üe glorie van het menschdom beftraalt de wankelende Wie?jes van onze pasgebooren mede - Burgers. Het opkweekend Geflacht voltooid ons tegenwoordig werk. Wij genieten reeds de bekoorlijk^ vrugten van Vrijheid, Orde en Recht; maar de vrugten rijpen tot volkomenheid cn zullen onze Kinderen met zaligheid voeden. Welke vleiende voeruitzigten, dierbaare mede - Burgers 1 Om de liefde voor uw Kroost, om de tcderfte infpraak der natuur bidden wij U, oeftent uw zeiven in kennis en deugd; verblijdt U m de verlichting, die, als een blijde Zomer-morgen, over Ons Vaderland oprijst. Ons gevoel verzekert ons ,dat éénmaal ■ de geheele aarde roem zal dragen op de Vrije — de Vrijheid■beminnende Nederlanders. - Te GOUDA, Bij H. L. v. BUMA, Boekverkoper, en verder alom door geheel Nederland i i§ St.  D £ WERELD-BESCHOUWER. n°. ï4. 'ju&LIJiiliElD —- FRIJHE1D — BROSDERSG/hiP.') 't Waarachtig Folks-geluk, zal eerst met liiister Koeien, Als dwang, als eigenbaat uit Ne&rland zijn verdelgd', Geheel het Menschdom zal 't yolkomenst bal genieten, Als de Aarde eens 't laat/Ie bloed van Dninglandij yerzwelgd. WEZENLIJKE VERTROOSTING VOOR BEKOMMERDEN. w anneer wij da werkzaamheid, die onder al onze Meede» burgets op dit oogenblik plaats heeft, bij de werkzaamheid van voorige tijden vergelijken, dan moeten wij in een foort van verrukking uitroepen: ö Vrijheid! welk een onbepaald vermogen bezit gij! wandelende dooden maakt gij levendig, en den ijzeren flaap, die onze Landgenooten boeide, hebt gij deor den vuurigften ijver doen vervangen. En natuurlijk , wie moet zich niet verwonderen over de menigvuldige en giooctche verrichtingen, die, van het oogenblik der Omwenteling ïl. DEEL. O af»  af, tot op dit ogenblik toe voorgevallen zijn I nimmer was de NcderlandTche Natie zoo volkomen in opftand als heden; zelfs: niet, toen zij het juk van FLIP DEN TWEEDEN zogt af. fchudde. Geen Stal, geen Dorp, geen Buurt, of Gehucht, verzet zich tegen de Omwending van zaaken. Domheid en Vooroordeel mogen nog wel eens haar ftem verheffen, en het zaad van onrust poogen te zaaien, maar zij worden door het gevoel van recht cn billijkheid overftemd, overtuigd of beteugeld, Dit immers is een fpreckend bewij?, dat het Recht van den Mensch algemeen gevoelt en toegejuicht wordt! een fpreelrend bewijs, dat de waare Vrijheid de menschlijke Na» tuur ingefchaspen is! dit is toch voorzeker waar, indien wij een andere Reeeeringsvorm, bij voorbeeld, een volftrekteéénhoofdige of een geheele Adel-Regeering hadden zien invoeren, een verroerende tweedragt zoude ons Vaderland van één gefcheii't hejben, terwijl zich nu alles vereenigd, cm het gevestig Volksbcftuur als een wettig en onvervreemdbaar Eigendom der Maatfehappij te befchouwen. Welke fchoone voorrgangen mogen wij uit het geen nu reeds plaats heeft, niet verwachten! want gewis veel, onbegrijplijk veel is nog te verrichten. Dit moeten al onze Meedeburgers begrijpen , en zulken, die reeden meenen te hebben, om zich over iets te beklaagen, dienen vooral in het oog te houden, dat de algemeene orde en rust niet toelaten, dat op eenmaal al het oude verbrooken wordt. De verwarring in eene maatfehappij is verfchrikkelijk, en de bron'van geheel onverwagte rampen; wij befchouwen het bewaaren der orde, in het midden der Omwenteling, der fchoone, der zegenvolle Omwenteling, als de voornaamfte voortrcüijkheïd. — De veradelde Burgers (door het Volk uitgekoozen, om deeze Omwenteling te verwekken en te beftuuren) die, door de deugd en kunde veriidelde Burgers, verdienen de dankbaare liefde van al hunne Landgenooten, en den onfterflijken roem. van het Jaat Nakomelingfchap der Batavieren. Indien het vernietigen der Wetten, zdo gebrcklijk, zoo onnatuurlijk die dan zijn mc= gen, het vernietigen der oude uitvoerende Magt voor af gegaan  gaan halt, welk een ijslijke wanorde moest zich dan door ons Vaderland verfpreid hebben ! verdeeldheid en twist baddert gewis alle banden van verëeniging vcrfcheurd, cn alle vergocning onmooglijk gemaakt. Dc beminners der Dwinglandij zouden van die wanorde gebruik gemaakt hebben; en het is God bekend, wat het lot der ongelukkige Bataviirem reede voor lang geweest ware. Maar dank zij de verlichting! de gezonde Staatkunde en de Menfchcnkennis, waar door ons geluk, waardoor onze glorij gevestigd is; zo rasch de uitvoerende Magt of de handhaving van den algemcenen Volkswil, volkomen geregeld en bevestigd is, ook dan zullen dc tegenwoordig plaats hebbende Wetten of Gebruiken aan den algemeenen Volkswil geroetst worden; albrs, wat uit dien wil niet onmiddelijk voortvloeit, wordt dan verworpen, en in te' gendeel, alles, wat door fiet algemeen geweten of gevoel volkomen toegeftemd wordt, blijft het richtfnoer van ons alge^ meen gedrag. Oeffent dan geduld, waarde Medeburgers! die nog onder vasrgcftelde misbruiken , cn te» onrecht ingevoerde gewoonten meetzuchten; uw geduld is een offer, dat gij ,aan de algemeene rust nog verfchuldigd zijt; maar uwe verlosftng van alle deeze kwellingen is ook nabij; een Natiotiae. h Conventie, die eerlang plaats zal vinden, wordt beftemd,orri al uw belangen te behartigen, en uw volkomen recht te her Bellen. Intusfehen grieft het ons, dat veelen onzer MScdeburgen de bitterfte klagten over zaaken van een geheel anderen aart uitboezemen; den vo'genden Brief ftrekc hier van teri voorbedde. BURGER! — WERELD-BESCHOUWER! Ik ben een voorftander der Vrijheid altijd geweest,ook ben ik dat nog; maar ik heb geheel andere gedagten over de Omwenteling gevormd. !k wenschte voorheen vüung naar den Inval der Fmnfehen in ons Vaderland; met open armen entfing ik hen, en te vergeefsch zoude ik U mijn blijdfehap O 4 «*•  < io8 > zoeken te befchrijven. Nu, dacht ik, is de dwingland! j ver^ hietigd, nu zal het Recht van den Mensch in al zijn voor treflhkheid zich doen, gevoelen , M alle onze k^m zullen, vernietigd zijn. Doch bij de uitkomst blijkt, dat ons Vaderland op ver na zo gelukkig „iet is, als ik mij gevleid «ad, dat het zoude wezen. De oude Regeeringswijs is ver- niefbUL WaaC'maar dC br0"nen v" °nzen -vaardzijn met herfteld wat Zeg ik? herfteld! zij droegen geheel tot op en bodem uit. Koophandel en ZeLrd ftaat! 1 , rjkgelaaden Sehepen.uit Oost en West, zijn in de magt der' Irmen; ons Land zucht onder den jast om de Ü^hfa* «agt te onderhouden. Schaarsheid en ijs,ijke duurte vensm.ddelen zijn de voorbooden van een algemeen gebrekwat zal het einde zijn? Ik woon in de zoogenoemde Generadens-Lan.cn, en deel in de bkterfte rampen. De Fran/ die z.eh hier bevinden, hebben niets dan Asjlgnaaun, «e zij de ingezetenen opdringen. Een aantal huisgezinnen tjvz b;domn; want daar ane b.raad worden, en daar wij die levensmiddelen voor Papier moeten u.tverkoopen, zonder dat wij weten of de 7/ ooit van ons iugWisfeld zullen worden zi tf^Tl" geflooten en leedig Waarhik rl,^ ■ J Wl0kels rinn„i n ■ VVaarlijk droevig is zulk eene beichou- g I De uitgeputte Burgetijen vinden geen onderhoud meer Handwerken ftaan a, mede ftii; wa,t elk fchnkr om iets te - vaardigen, uit vrees, dat hrj zijn werk aan de FrÈt] z i moeten overgeeven tegen Papieren-Geid Zo kan het 'ie blijven. Boven dit alles, hebben ons de tre-i^, l Cals of de Genera aan de ^:£?Z£?£ -g den moed doen ontzinken; want, fchoon de F^cJ we, op recht en billijkheid gegrond is, kantze zoo natuurlijk eigen Vaderlandliefde bet denkbeeld niet verdraa gen dar Nederland dit verlies zoude moeten onderga n o l' L dTh ^ V°n ^ "f™ ™ ai Bnedt, k l""" °Ve'W" en fchoon Lij Broederlijk bMd wordt> ^ ^ ^ ^ min  < *o; > minderheid, zo vaak hij zich voorftelt, dat zijn Broeder1 zijd Overwinnaar is. Ik bid U, Burger, WERELD • BESCHOUWER! indien gij eenigen troost voor mij hebt, fchenk mij dien; gij zult mij cn veelen van mijne Lotgeno'oten hier1 door verpligten. In die verwagting blrjve ik utv mede-Burger GERRIT Z0RGHAR7. Indien het in ons vermogen wa«,dan zouden wij voorzeker op eenmaal al de bekommeringen, die het vooruitzigt van onze mede. Burgeren bewolken, wegdrijven; maar wie is hier toe in ftaat? Kleinmoedigen zullen altijd reden vinden om aan hun geluk te wantrouwen, cn oh) de plaatshebbende onhandigheden als donker en droevig te befchouwen. Het doet ons leed , dat onze mede-Burger ZORGHART zijn verwagting van.de Omwenteling cn de hier door verkregen Vrijheid niet naar zijn*wcnsch bekroond ziet. Doch is dit de fchuld van de Omwenteling, of van de onberedeneerde verwagting van onzen mede■ Burger? . . , . wij voor ons geiooven het iaatfte. — Hij, die z.ei zelvcn met onmoogelijke dii gen vleit, vindt zich gewis te leur gefield. Waar toch kan eene Omwenteling plaats lubben, zonder dat een geduchte ichok de gtpndflageo der Maatfehappij beweegt? Wij begrepen, eer. de Franjche Natie ons nog hadr htlpen verlosfen, zeer wel, dat dit niet kon gebeuren, zonder dat wij den val der D.vinglandij alom gevoelden, een val — waarover de geheele Menschhcid zich vciheugt ; dcch die te gelyk de Steunpilaaren van algcrneenen welvaart voor een oogenblik moet doen waggelen. Wij Helden ons nooit voor; dat met den Inval der Franfchen in or.s Land rust, overvloed en het volkomenst genot der uitgebrcidfte Vrijheid in den boezem van ons Vaderland zouden gevestigd zijn. — Neen ; wij fielden ons voor , dat wel onze Ketens zouden verbroken worden; maar dat ons dit een pijnlijke gewaarwording zou veroorzaaken. Wy (lelden ons voor, dat de Franjche Krijgsbenden, die dc zugtende Catam-cn ter hulp vluogcn, die hun O 3 bloed  *£ iio > iloed voor ons geluk deeden ftroomen, en hun leeven vóór ons opofferden — dat die Krijgsbenden moesten onderhouden Werden, en dat dit onderhoud voor een katte ("die op de fcbandelijkfïe wijs door haar voorigc Dwingelanden geplunderd e beftolen is) zwaar zoude vallen. Ja wat zeg ik? de vreee voor een treurige wanorde verzelde altijd onze gedagten aan den Inval der Franfchen in Nederland. Maar, God zij gedankt! dit laatfte heeft tot elks bewondering geen plaats; doch onze eerfte voorfte'lingen waren natuurlijk; dus hebben wij ons hier niet in bedroogen. Maar hoe durft een eenig Nederlan< der over den last, dien hij heden draagt, klaageu ? Laaïen wij alien terug zien op het vernietigd Beduur , waardoor alles verkwist en bedorven Is , waardoor alle Schatkisten leeggeftulen zijn. Snoode beminnaars der Dvvinglandij zoeken den Inval der Franfchen en de daarop gevolgde Omwending van Zaaken, ais de eenige oorzaak van de tegenwoordige fchaarsheid en duurre, te doen voorkomen; doch deze lasteraars moeren befchaamd worden, wanneer wij de affchuwlijke bedrijven der vernietigde Dwinglandij in het licht ftellen. Wie toch heeft de bronnen van onzen welvaard doen op. droogen? Laat Vriend ZORGHART dit bedaard onderzoekeu, en hij zal duidelijk gevoelen , dat niet de Omwenteling, maar het voorig Beftuur onzen Koophandel cn Zeevaart Vernlóord heeft. De Dwingelandij kan geen rijkdom, geen welvaard dulden. Èen arm uitgemergeld Volk , dit was een voorwerp dat haar behoorde; en wie der Nederlandercn, die een weinig gezond verftand bezit, is niet overtuigd, dat Oranje en zijn Aanhang den bloei des Volks benijdde? Welvaarende Kooplieden waren van i!uds af een ergenis in het oog der trotfche Stadhouderen en hun vreemde Bloedverwaaten of vleiende flaaven. Ampeldam tot een Visfersgehucht te zien wederkeeren — het gras, op de Kcopbeurs, wecldig en onbetreden te zien groeien —— dit was de vuurigile wensch van Vijfden WILLEM en zijn Vrouw; de laatfte , wier Vrouwlijke ijdelheid in den onzinnigftcn hoogmoed ontaard was, zag reeds, bij hm aankomst iö  in Nederland, vol woedenden fpijt op de goedgekleedd' Vrou*. wen van Hollondfehe Kooplieden , die zij gaarn tot de armoede van Duitfche Lijfeigenen vernedert zag. Wat was, volgens de geaardheid van zulk een Stadhouder (die een volilrelrten , een onbepaalden invloed op geheel het Staatsbeftuur hadt) voor Koophandel en Zeevaart te wachten? niets immers dan een gedtiurige kwijning, en eindelijk een geheel ondergang. Daï dit hst oogmerk was, heeft de onderving maar al te duidlijk; bevestigd. Hoe kunnen dan eenigen van onze , andgenootcn begeeren , dat die uitgedroogde bronnen van welvaard met de Omwenteling op eenmaal zullen ontfpringen ? zulk eene begeerte is dwaas. De vernietiging van het oude beftuur en de vestiging van een waarachtig grondwett'g Volksbeftuur kan ona alleen middelen aan de hand geven , om het algemeen geluk te herftellen — en dit zal ontwijfelbaar zeksr gefchicden. Maar dit is geen werk van een oogenblik. ZORGHART klaagt, dat onze t'huis komende Schepen in Engeland opgehouden worden; dit is waar —• doch elk, die het roofziek Engeland^ kent, kon dit voorzien — en hoe ongelukkig dit ook wezen mag , wij hebben geen reden om dit aan de Omwenteling te wijten. In den Oorlog (dien onzen gewezen Stadhouder met zijn aanhang tegen de Franfchen voerde) hebben wij niet minder Schepen verlooren — en hoe veêlen zouden wij nog ver'oren hebben ? Ook blijft het de oude vraag ! wie heeft onze Zeemagt bedorven, zoo dat onze t'huiskomende Schepen niet konden befchermd worden, maar op EngeUch Convooi moesten blijven wachten, of in Engeland moesten inloopen, om van daar afgehaald te worden, het welk evenwel ook nier gebeurd is. ZORGHART klaagt ook over de fchaarsheid en duurte; dit zijn gewisfe gevolgen van den Oorlog, zoo wel als veilde tegenwoordige noodzakelijkheid , om de vervallen zaaken te herftellen, en ook om de Franfche Krijgsbenden het uodigst onderhoud te bezorgen. Of, zouden de Bataven laag en ondankbaar genoeg zijn, om (nu hun juk verbroken is) de bras , ve Franfche Helden, die onzen grefcid mft hun edelmoedig bloed geverwd hebben, om ons te verlosfen, zouden de Bataven, zej ik,  < 112 > ik, laa;r en ondankbair genoeg zijn, om het noodzaakelijk levensonderhoud aan die belanglooze vrienden re weigeren beza gedachte is veel te vernederend ; wij verbannen die uit onze ziel. Zouden wij voor de dierbare gefchenken van recht en vrijheid geheel niets willen opofferen? heefr de zegepraal der dwingelandij in het jaar zeven-cn-tach tig Nederland niet uitgemergeld! hebben wij de verwoestende Britten ook niet moeten onderhouden, en zouden wij nu j nu — daar onze Franjche Broeders ons ontklnisrerd hebben, hun al morrend en klaagend het. brood toewerpen ? dit gedrag waar afïchuwiijk, Wij beklagen onze Medeburger ZORGHART, benevens al de Bïwooners der zoogenaamde Generaliteits Landen. De Franfche fhftgnaten veroorzaaken gewis , bij een handeldrijvend Volk dar al zijn noodwendigheden van Buitenlands moet verkrijgen veel ongelegenheid — maar zijn de Franfchen minder te beklagen , daar zij bij een Volk dat hun Broeders noemt, aan veel dingen gebrek moeten lijden , alleen om dat zij zeiven met geen klinkend geld betaald worden? doch wij verzoeken. ZORGHART, om zijn al re-grievende bekommering te laten vaaren ; wij verzekeren , dat. onze Landgenooten zoo veel mooglijk zullen fchadeloos gefteld worden , de edelmoedige Franfche Natie zal haar gedaane dienilen aan ons ook met de Generaliteits Landen niet doen betaalen. — Zij eerbiedigt onze Onafhanklijkheid, wij zijn allen vrij, wij zullen de vruchten van die vrijheid voor ons — en voor ons Nakroost inzame. ie». Bataven bedroeft dan uwe Vertegenwoordigers niet door uwe klagten, en geeft uwe vijanden geen reden om U te be-, J'potrea. , Te G % U D A, Bij H. L. v. BUMA, Boekverkoper, cn verder alom door geheel Nederland a i* St.  D 1 WERELDBESCHOUWER. N°. 15. * Z/i)', fetker zullen aadsre tijrsnnen hun wankelende troonen door dat zelfde middel nog een weinig zeeken te bevestigen ; op dat zij, voor het minst, in eigen perfoon den val van hun «ecrfchapiiiji niet mogen aanfehouwen , inair in vreede tot hunne Vaderen veizamcld wordtn. Maar vat is uit dei Vrede tusfeben de Ftanfehen en 'ëcuisftn voor de Bateaye» te wagteu? dir is de algemsene vraag, die door een aantal (allen even ongegronde) antwoorden ontfijferd wordt, be Oranje-Partij, die nog maar al te veel invloed heeft op ons jong gevestigd Volksbrftuur, maabt op de fcliandtjiikflc wijs van elke gebeurdtcnis gebruik , om haar,doemwsardig oogmerk tt bereiken ; eers; ilrooide ?fj uit , dat in de Vrede*- Artijkelen betaa!d was, dat WILLEM de kleine ORANJE - TIJRAN, weer in Holland op den Stadhouderlijken Zetel moest herfteld worden ; cn , fchoon dit uitftrooifel wel te lomp verzoinen was, om welgeplaatfte hersfenen te beroeren, bezat herevenwel kragt genoeg , om zwakke , maar in zich zelf getrouwe Zielen, te verfchrikken en den Vaderfandffchen moed bij feelen te doen vertappen; en dit was voor de geheime Boo. in uwe ziel oprijst , lastert";gij de edelmoedigheid vil uw Vrijheidminnende Broederen , die U (niet als een weerloos Lam uit de klaauwen van een verfcheurend Roofdier gerukt hebben ) maar die U ter hulp vlogeu, toen gij U zeiven glorierijk poogibit te omkluisterén ■ en die Ü de Vrijheid, die éerfte der menfchelijke rechten , belangloos en grootmoedig hielpen vestigen. Bataria een Wingewest ? neen, lieve Landgenooten ! indien het mooglijk ware, dat immer zulk een eisck aan den vrijen boezem der heldhaftige Franfchen kon ontglippen, daa zonde onze Natie, in welk een ftaat zij zich dan nwog bevinden, haar verdoolde Vrienden toónen , dit zy de onafhanklijkhcid kent en waardig is. Ji, "eiele Èai'avfereii) wie tiw Vrijheid dlirfr betwisten , zoude zich te gelijk gedwongen zien, om uw grootheid toetcjuichen. Veeleerder zullen wij allen, mat M wapens in de hand, den grond, waarop wij gebooren zijn, met ons laatfte bloed drenkea, dan de geheiligde oppermagt, d.e'onaf.'.anglijk in den boezem van elke vrije Natte woont, overgeven. Maar dappere Franfchen ! winre groormoedige Befchermcrs van Menschiijke Rechten! ik zoude LI hoonen, U op de ondankbaa.fte wijs beledigen , wanneer ik flegts aah de mooglijkheid van zulk èen gedrag durfde denken. Franféhenï gij — die onze aangeboren Vrijheidsmin toejkichtet, toen wij het Stadhouderlijk juk sogten aftewerpen; doch — toen her doemwaardigst Verraad, door uwe en onze Tirannen gefmeed, ons in het rampzalis Jaar der Slaavernij, her Jaar 87, in eenen nog v.«l dieper afgrond van ellende neêrftorre — edele Franfchen'. toen ftrekten Wij de truien naar u uit ; maar gij bood ons geen hulp — wartt zelf kwijndet gij nog in ketens. Onze hoop, ons vertrouwen op to, was verraaden en werdt op de jammerlijkfte wijs befpot; én zoudt gij dien hoon, uw eigen edelmoedigheid toen aangedaan, nu niet uitwisfen, door een eeuwig Verbond van Vriendlchap en Onafhanglijkheid met ons te fluiten? . . . j< Pa. I*  < "6 > gewis! Gij befcbumt uwe Vijanden; uwe Lasteraar, w M verbergen zich in het *of. UUUT' bloozen Grootmoedige Broeders ! hebt eii de Vnit«„ • om in nw daar Vrrede, voikomen Vriiheid .n „, , Verlchw,cn' e» W hun Dwingelanden veW ?« f " te™den' • , On»fha«er^kkeii en der m„, «, »tf s»r«mVA Mrotdnrchup door zeheel nn. * genooten! laat de huichel.» ■ Vadcrla« Brsave mede-Burgers! bdanglooze Vrienden van het alge* meen geluk! wij roepen u op,uit naam der geheele Mcnschheid, om met al de bedaardheid — met al de grootmoedigheid, die aan edele zielen past, tegen den aanhang ven Oranje te waaken; nimmer zult gij een vaste Conjlitulie gevestigd zien, zoo lang eenigen van dien aanhang onder uwe Verte, genwoordigers vermengd zijn. Is het niet genoeg, dat zulken, die voor Oranjegezind bekend zijn, indien zij Eich aan geen opesbaare misdrijven fchuldig gemaakt hebben, onder onze Maatfehappij geduid worden? dat zij dee! hebben aan al ie rechten, die wij handhaavan, en onder de befcherming der Wetten veilig leeven kunnen ? Waarom moeten zij, als Volksbeftuurdcrs, de macht weer in handen krijgsn om het recht te buigen, en de algemeene vrije Volksftcmte verfmoo- ren? want waarlijk, dit is hun oogmerk, zij kunnen zij zullen niets anders bedoeler. Doch het zijn niet alleen de Oranje . Staaven, waar tegen de Viijheidrainnende Batavier waaken moet; de Jristocraatcn, onder den fchoonen naam van Vrijkeidsxoonen, misleiden het Volk niet minder; dan zij zijn kenbaar voor elke opmerkeade ziel, hij, die niet geheel belangloos,het belang van het algemeen met al zijn vermogens behartigt, zonder gijn eigen voordcel op dat oogenblik in aan. merking te ncemen, zonder bloedverwanten of vrienden te kennen, is geen waar Vaderlander, cn dus niet gefchikt voor een Volks-Vertegenwoordiger. Een waarlijk edel mensch , aan wien zijne mede • Burgers hun dietbaarfte belangen toevertrouwen, most uit geheel zuivere grondbeginfels werken; hij moet geen Ambren aan Vrienden of Bloedverwanten uitdeden, uit kragt van de betrekking, waarin zij tot hem ftaan. Maar verdienden en bekwaamheden, deze,en deze alleen zijn het, die naar Ambten kunnen dingen. Elk bekwaam verdienrtelijte perfoon ftaat met de Natie in de naauwftc betrekking, zijn bekwaamheden zijn haar eigendom — zijn verdicnilen zijd haar fieraad. — Hoe vuurig wenfehen wij , hoe vuurig wenscht elk Patriot, dat do Natie opgeroepen mogt worden, * 3 om  < ±18 > itm een Vergadering te kiezen, waarin een onwankelbaare = eene op den wil des Voiks gevestigde Conflitutie van gefield zoude M'«rdcn! dan eert kunnen wij hoopen, dat dt rust »n het Volks geluk zuilen beginnen te bloeien. Wij willen wel belijden, dat zeer vetd te herftellen, en te tegelen is; maar het zamenroepe-i van een Canyentie zoude hier in immers niets .verhiideren ? ■■ Zijn in de Franfche ttipntliq, (die zoo veel grooter, zoo veel omfligtiger is dan de onzej ook niet dezelfde zaaken te bezorgen? > Én indien de Tijrannen daar geen Verraders huurden, die telkens bun eigen Vaderland zoeken te verderven, hoe fchoon, hoe gerrgeld zoude zich daar alles hebben toegedragen ! —— en (oridarks de zamenzweeringeu en gruwelen die daar ont. dakt worden) blijft dé orde in alle Departementen en CtmmiU iéts bewaard. ö! Dar ook in de Nederlaidfche Rcpuhliq eerlang een Conventie verfchijne, die den algemeenen wil des Volks, als de eenige Wet doe eerbiedigen, en waar iti alle de belangen der geheele Nëiie zich als in één middelpunt kunnen vereenigen I Met ees gevoelig genoegen zagen wij het voordel en verzoek van een Voiks - Sockreit in het Patriottisch Dordrecht ï om de twee Placaaten (door het voorig Eeftuur, betrtffende de vergiffenis der Plondsraaren, en de Amnestie der Patriotten, afgskondigd ) te vernietigen, Tot deeze vordering heb'aen 21 de Bataayen het heiligde recht; want (behalven dat wij het voorig beduur voor geheel onwettig en onnatuurlijk verklaard hebben) kan noch raag dc volkomen vertrapping van alle recht en veiligheid bij ons gelden. Het vergiffenis (chenken aan Plonderaaren ftaat niet in de tóagt van een eenig fterveling. Ik vcor mij zeiven, als een kV lf«  afgetrokken perfoon befchouwd, kan hem, die mij van alles beroofr, die mij bedriegt en wil vermoorden, vergiffenis fchenken; maar dit kan ik niet doen aan 'nero die het algemeen boleJijjt. De aanvoerders der Plonderaaren van het jaar S? moeren aangefpoord en geftraft worden , op dat de Maatfchappij z:ch met het toen gekromde recht weêr verzoenc. Zouden de ongelukkigen , die door hun eigen Landgenooten van gchcsl hunne bezitting beroofd zijn , geen recht hebben om vergoeding te vragen? Zouden zij (d.'e door bui'enlandsch geveld , tot eef van den zegcpraalenden Oranje-Dwingeland % dc wreedire mishandeling in Goederen en Perzoon hebben moeten ondergaan) nu geen aaufpra»k mogen misken , op de voornaaroftc voorrechten der Msatfahappij ? zouden zij, die van Amprcn beroofd , met verachting overlaadcn, vejyojgd en verdreven zijn , hun verloren Posren niet te rug mogen vorderen , cn door het vertrouwen der Natie, hun onfchuld, herkend, en hun beledigde eer bevredigd megen zien? ja gewis! ons eigen gevoel roept ons toe: dit is billijkheid', baast TJ dan, edelmoedige Landgenooten! om de onfchuld, die cm recht in uwer midden fchreit, te bevredigen, haast U, om de ongelukkigen te helpen, en recht te doen; zoo veel mogelijk is moet gij de traanen van al de verdrukten afdrnoge», op op dat zij niet zoo wel tegen U als tegen de tijrannen, die hun verdrukt hebben, voor de rechtbank van hemel en aarde getuigen. Het verbaazend aantal van beledigde Vaderlanders is voorzeker te groot , om een volkomen vergoeding van al hm* geleede» fchada en leed te kunnen verwachten. Het Land is voor het tegenwoordige zeker uitgeput, en tot den jammervolften ftaat gebragt, maar de goedwilligheid en de rechrvaardigheid kan de ongelukkigen toch vertroosten , terwijl elk Laadfchap, elke Stad , Vlek of Dorp, op zich zelve veel toe kan brengen , om zijn weleer mishandelde Inwooners te bulp. %c komen , en de bekende Misdaadigers, die zich aan Roof «e  < 120 > en Hondenn, fchuidig gemakt hebben, zonder aanzien van P.rfoon de wet der natuur £e doen eerbiedigen, en het «e, roo.de weder te geven. Voor het minst kan geheei de nL org ra£c„ dat h vertrapte Leden in hun voorigen ft..d "«ftelr, of „aar hun verdienften behandeld worden. ^' fTl °P ^r de rechtvaardige Rech. ter de Güclvsn het HeeW ? ^ ^..^ ^ Te GOUDA, Kj H. L. v. BUMA, Boekverkeper, Mnkuet, II. Keizer, ichistieveld, ffa.-eu Tn„«,*.u o^l fcr, s Hage leeav,e,fei,H, UrrcchtWed. Ter Veen n7.lt  D E WEilELD-BESCHOUWEl. N°. 16. (GELIJKHEID — VRIJHEID — MOEDERSCHAP.-) Men hoort overal over IFyskeid klaagen, En elk wil den naam van yerftandig dragen. CATO. EENIGE BRIEVEN. WAARDE WERELD-BESCHOUWER! 't Js hier ia Amflerdam een defolaate boedel; de Wijkvergaderingen komen ijverig bij één ,'er worden gewigtige vooiftcllen gedaan —- en helaas! 'arwordt niets befioten.— Het oproepingsplan gaat bij ons door; men heeft daar over hevig gedebatteerd; en men zou gaarn gezien hebben, dat 'er eenige veranderingen in gemaakt waren. Hier op (zegt men) drongen II. DEEL. Q 67  57 Wijkvergaderingen tan ; doch dit kon men 'er niet door krijgen. En niet zonder rede;'— onze Municipaalen weten zeer wel wat zij doen; en moeten daarom zoo ligt van hun ftuk niet afgaan. — Zeker Advocaat SINKEL, heeft getracht het Tlan van Volksoproeping om ver te werpen. Onze fchrandere koppen zeggen, dat hij MathematischgedemonftTeeTd heeft, dat veele fieilingen in het Oproepingsplan den toets van de rechten van den Mensch niet konden doorftaan. Doch die fchrandere koppen zijn tevens het Patriotsch, en' daarom moet men alles wat zij bijbrengen, niet voor Waarheid aanneemen. Ik heb mijn Buurman hoüren zeggen, dat het een Prulfchrifr is — cn ik, ik geef aan dien man nog al watgeloof, hij verkeert met eenigen onzer Münicipaalen , en zal daarom wel verftand hebben, 't Is dunkt mij, ook al ietsbyzonders, dat men op dit plan zo veel hebbe aantcmerken; daar 'er zoo veele Mannen bij onze Munkipaalèu ïijn 1n'gelevêrd|, en zij uit die allen één Plan hebben getrokken. — Zie 'dit moet goed wezen ; dit is de Spiritus van de geheele Masfa , onze Burgers van Amflerdam moesten dit bedenken ; en in dat vertrouwen Amen zeggen. — Maar het is hier nooit van pas; altijd heeft men wat te berispen; indien ik Municipaal was' zoude ik 'er voor bédanken Ik weet wel, men zou mis' fchicn zeggen: Gij wordt bedankt, maar dit had ik liever, dan mij door het Volkje te laten drillen. Nu zijn onze Clubisten weer aan den gang. Dit zijn de waare Patriotten, is nu het geroep. Nu de Hemel geeve het! Ik houde wel van bijeenkomsten , als men daar corda'.e en manlijke befluiten neemt; doch tot heden kunnen onze Amfleróamfche Clubisten daar op niet roemen. Thands zullen zij weder hunne pogingen, hervatten Zelfs willen zij vooraf eene zuivering maaken. De Oranjeklanten zullen 'er uitgeworpen, en elks Patriotisme zal op de fchaal van de rechten van den Mensch gewogen worden. Ik wenschte wel, dat men eens eene inrigting hadde, die al het Volk, te weten, de Patriotten in orde deedt fpreken. Ook moeten onze Amjlerdammers nog meer beginnen te bc- g"j-  < 123 > grijpen , dat zij niet bijzonder voor Amfterdam; maar voor geheel Nederland moeten weiken. — 'Die ('éne onyerdtelbaare RtpuUiq kennen zij nog niet. Dit gevoelen eenigen onzer Municipaalen fterker. — Nu, alle goede dingen komen langzaam. Mijn Buurman verzekert mij , dat onze Mnnicipualen het wel in orde zullen krijgen. —— Ik wensch hun al de kragt van Volks-cn Vaderlandsliefde! — Haast zullen wij ééne ziel zijn (zegt mijn Huurman) dit geve de Hemel! — ik wensch U lust en moed in uw werk — ch blijve Uw beftendige Leazer, JAN BABBELAAR. MEDE-BURGER! Ik.be.neenman , die wanneer ik mijn dagelijkfche bezigheden beb verricht geneegerwben, om dan alles eens te gaan befchouwen. Gepasfeerde weck, ging ik. toen ik des avonds gegeten had, de Stad doorwandelen; ik kwam een zekere ftraat doorpasfeeren, alwaar ik eenige ongeregeldheid zag pleegen, het welk een geruimen tijd duurde, alvoorens 'er adfistentic kwam. — Intusfehen viel 'er een gefprek tusfehen eenige Burgers voor, over de Opper-Officieren der Burgerwacht , de een wilde hunne Capitains hebben uit de Wijk , cn de ander ftelde dit onmogelijk voor: Zie bier een gedeelte van het discours. JAN. Dit geval Burger geeft aanleiding dat men ieder in zijn Wijkvergadering, moet voorftellen , om Capitain , Lieutenant en Vaandrig uit onze Wijk te kiezen. PÏETER.. ja Burger, dit is wel goed; maar 'er zijn Wijken , daar geen menfchen van middelen in gevonden worden. JAN. Het is niet nodig dat het juist geldzakken behoeven te wtezen, als zij maar deugd en braafheid bezitten. KEES. Ja! Ja! Wanneer wij de Capitains in onze Wijk hebben , kunnen wij dadelijk bij de eerfte beweegingen om orders gaan ; daar nu mogelijk een Capitain op het Eiland woonendc, en in de andere hoek van de Stad iets voorval, lende, de daders van het ge;al, zomwijlen gevlugt zijn, eerde Capitain 'er kennis van heeft. qz JAN  < 124 > JAN. JDus wanneer de Capitain in de Wijk wonende, hij ogenblikkelijk order kan geeven, dat ten minlten de Buuren, , waar de daad gebeurd , geweld me» geweld kunnen te keer gaan. PIETER. Dat is alles goed, Burgers! maar hoe moeten wij het dan maken, als in een Wijk, geen menfchen gevonden worden, die het waar kunnen neerneu 9 JAN. Het zou waarlijk ongelukkig zijn, als in een Wijk daar 200 menfchen woonen, geen 3 Perfoonen gevonden wierden , welke geen braafheid en bekwaamheid zouden hebben. PIETER. Dat wil ik wel gelooven ; maar hoe zullen wij het aanleggen, om dit werkfrcllig maken? Gij weet immers, dat'er eene Publicatie is , waar bij bevolen is, om de reeds geplaat. fte Officieren als Provifioneel te erkennen , en daar niets regen te doen. JAN. Ik zal in mijn eerfte Wijk vergadering een voorflel doen, om uit ons midden eenige andere Officieren te kiezen. KEES. Dat heeft zeker Wijk , gedaan , offchoon 'er in zijn, die dit werk te vroeg befchouwen. JAN. En ik niet, men kan nimmer zijn recht te vroeg doen gelden : ieder waar .Vaderlander is verpligt, om daar voor te waaken, en indien de Municipaliteiten, daarin iers beletten, moet ieder Burger, zulks met gepaste reden wederleggen. Zie daar Wereldbefchouwer! het geen ik gehoord heb--— Wenfchelijk ware dat ieder vrijgemaakt Burger, zich niet het fieepen in een maalftroom, door zommigen , welke mogelijk het een of ander oogmerk hebben, dat men, als men in zijn vrolijkheid is, niet kan doorpeilen. Ik blijve U beftendige Leezer, JAN DE BESCHOUWER. WE-  < 125 > W^RELDBESCHOUWENDE WERELDBURGER! De mensch, verblindt door drift, tast als in duisternis, Schoon hij de waarheid zoekt, helaas ! te dikwijls mis ! mag ieder die de Wereld befehouvvt uitroepen; daar hij gewaar wordt , dat veelen op eene onbegrijpelijke wijze met Zich zelve in de war zijn. Immers daar alle menfchen vrij, gelukkig willen wezen, ontdekt men 'er veelen, die gemakkeiijkheidshalven liever aan de leiband loopen, dan .op eigen voeten Maan willen, waardoor zij moedwillige flaven, verwoesters van hunnen welvaart worden. Verfchrikkelijke tegenftrijdigheden vertegenwoordigen ons, zorgt men 'er niet voor, eene rampzalige uitkomst. De tijden zijn wonderlijk , en verdienen alle aandagr: men vindt infchikkelijkheid aan de eene , koppige hardnekkigheid aan de andere zijde; hier werkt men voor Vrijheid, Gelijkheid en Broederfehap , daar voor Oranje boven: wonderlijke menfchen! „Indien het mogelijk ware, dat wij geen vetftan. „dige vermogens hadden, en evenwel menfchen waren, zoo „wij in de maan woonden , zouden wij dan ons wel kunnen „verbeelden, [dat hier beneden, een zoodanig vreemd foort „van fchepzclcn was, die wij menfchen noemen? Zouden wij „ons wel kunnen verbeelden een Weezen, dat zoo verkeerde „hartstochten «n zoo wijze leeringen hadt, zoo veel kennis „aan bijna oncutige zaaken, cn zoo veel onkunde omtrend „dc gewigtigfte, zoo veel zieldrift voor Vrijheid, en zoo „veel neiging tot flavernij; eene zoo groote drift om geluk„big te worden, en eene zoo groote ongefchiktheid om het „te zijn?" Deeze taal voerde te recht de Franfche Wijsgeer Fontenelle, en fchetfte daar in eene droevige, ontegenzeglijke, en ook neg, door de ondervinding van deeze dagen, bevestigde waarheid. Niemand zal dwaas ofonbefchaamd genoeg wezen, om'er openlijk voor uit te koomen, dat hij meer lust beeft tot de menschonteerende , allen moogüjken welvaart verwoestende flaavernij, dan tot de heilaanbrengende , gelukbevestigende beminnelijke Vrijheid, en evenwel vindt men onder de rede'. Q 3 lijke  < I2Ö > !iJ^ f"i e^ewezens ze" veelen,die dcw hunnè daaden duidelijk aan den dag leggen, dat zij ongevoelig "ijvoor hun vyelyaa,t,en gereed om het vernederend jul"der Eevlock' VySaliS iS?Sa'rMCer de keteneShT^r mg yerci.ra zijn, zich op dezelve beroemen. Or,Relukk!>en die door hunne lafheid, of liever door hunne ofver«eifkê traagheid en gehegthcid aan het gemak, niets, voftrekt nie« willen aanwenden, om zich in Vrijheid ie heS, diï zij yeel al zich verbitteren, tegen de genen die vol .'aar 1^ veXeren!^ te Hun EflE fcuS" 'Cr imm" ïijdvïkken • in welke men deeze merschkuncTige waarneemingen moest en kon maaken, het zi n dee" zen, welken wij thans bcleeven. J van V/Tlle\^FNüvS 'landeiwijs der aanhangers w r,'1.L-LfcAl DEN VIJFDEN, geduurende den tiid der over hefd?nn5'"en ^ gf,!ukkiSe' A°ov de Goddelijke Voorzien?*: heid, ,n tpijt van alle mooglijke tegenkanting, daareefteide OTOteli.g, i„ welke de Rechten van den gMensch al en ten gïondfjage van •« Volks geluk gelegd zijn eri wie «5 ^onpartijdige beftbouwe» zal andefs kunnen «nekken rt «n T°°;deelde' verblinde of ÓS Wi ™-n°pd.cVfid.verflMfd0 fchepzelen, aan deeze zijde waar bij men zien niet ontzien heeft,-de eeuwig w'daX Z » m"brulkeJn.PemeZen * V™' °" ^et'ller'ttifijk^^ De naar fir^&arf met zijne geroofde 21 millioenen fchatï b hanig weggevlugte.SÉadhouder, was voor den ti des w™^'1 z,J'le geldleeningen het Land uirput'tede Wanneer b.j, die voor zijne zoogenaamde dienllcn die al leen m het konijnen verfebrikken, en 's Lands ir'komften verkw,sted, beltonnen, aanmerkelijke fchatten van NeeTands y*1*; oni ^Jne Afhangelingen en uitgemerge'de Vreem. delingen ten wezenlijken nadeele der Inboorlingen v,rTe te mesten, tegen 3 ten honderd van de Bu-eren 4ld op nam; wat deed hij met het zelve ? werkte hli ter ver »o!uaenn & iïgn* >j^r^^ het in deVk van j*JEj o^rcot in rest f d0Or hem van aues'vrij wiedden le^Lr },h°,ndeid morgcn iB eene &ld« *** téri eigendom £f&£^t.T dCZdVe moestfn door werk ?z om de P ™or«"s betaald worden. Eene braave zHner meedl?l£™6KhtlB£> ^fienecgenheid en de. liefde zijner meedeburgers te verdienen! Uitdeeler van Ampten, zwée-  < 127 > zweegen zijne Betaalsheeren, zweeg het Volk , opbrenger der gelden. Maar wat beteekend dit alles, wannscr men onderjukt door laffe Grooten en omgekogte Geestelijken, een rad den Volke voor de oogen draait, en erfgerechtigheid, die nog niet eens op de keper kan bezien worden, als een middel ter verblinding beezigd? De fchijnvertooning van Godsdienftïgh'éid, aan een wellusrig Hof — het Hof van een Staatsdienaar fluit de cogen, der geenen zelve,die Slagtoffers dezer gruwelijke boosheid waren, Slegts drie dagen voor zijne vlugt, doet hij de Puyen der Raadhuizen niet alleen, maar ook de Predikftoclen wedergalmen, van de emftige en allezints dringende nanfpooring, om Vrijwillig de wapenen optevatten, voor Godsdienst, Vrijheid en Vaderland, terwijl hij Frankrijk 80 Millioene» aanbied, om in zijne waardighei.I te blijven; en nad^t hij berigt ontving, da: men zich niet zou laaten omkoopen, neemt hij met de zijnen en veele fchatten de wijk naar Engeland; ja laat alle zijne Vrienden, die goed en bloed voor hem opofferden, in de pekel ziAcn. Geen droppel heeft hij willen vergeeten ! Hoe nu kan iemand, die zich zoo ondankbaar aan zijne Aanhangers gedraagen heeft, nog Volgers vinden! Dit moet ieder een verbaazen, die niet begrijpt, dat ongevoelige en domme Slaaven zijn aanhang uitmaaken. Men befpeurt aan de andere zijde menichen, die hunne waarde kennen—■ die, afkeerig van gruwelijke verwoestingen , van het gevloekte Plunderen, Steelen en mishandelen, den Boosdoener, of Dwaalenden, met broederlijke zagtmoedigheid behandelen; Wat is hier van bij de eerften het gevolg 1 Men zou vcrwagt hebben, verbeetering; maar niets van dit alles. Straffeloos gebleeven re zijn, maakt hun verhard, en zij, in plaats van voor deugd gevoelig te worden, zijn integendeel 'er op uit, om naar gelegenheid uit te zien, tot wraakzugt cn menschonteerende verwoesting. 'Kan deeze zagtmoedigheid prijslijk genoemd worden! . . . wij twijffelen. Is hij, die het kwaad toelaat, wanneer hij. hei: kan of behoort te (haffen, minder fchuldig, dan hij die zelve het kwaad doet? Is het niet mogelijk, dat ftrafloos voorthollende booswigten, het werk van veele Jaaren, op eenmaal vernietigen V Moet men dan de beginfels niet tegen (laan? ca zo de menschlievende zagtheid befpot word,eene geftrengheid invoeren, die op de Rechten van den mensch, de gronden van wettige billijkheid deunen ? Kan men kiezen tusfehen deeze twee uiterften —- tusfehen eene al te lafhartige, bij onze Tegenpartij verachte en befpotte infchikkelijkheid, die zij bij aanhoudenheid misbruiken, of tusfehen eene plichtmatige, geoorloofde en door duizende redenen aangepreczene geftrengheid, mer betrekking tot fchepzelen, die, wars van deugd cn menschlijkheid, alleen als Bloedzuigers leeven en in 't ongeluk hunner medemeufchen zich hartelijk verheugen? Te  < 128 > Te regt mag mee in deezen toedragt van zaaken zeggen: Een laf gevoerde Krijg met Eng'land Vaart veel rampen: De ontrouwe Prins verwoest het folk van Nederland , En doet het met den Pruisch of Plunderbenden kampen, Ja 'l Vrii Gemeenebest draagt kluisters in dien fland. Een bloode Das , hoe fchuw, durft Ncêrlands Leeuw aanklampen , Elk flegtaart, die het recht des Merischdoms mest verband, Een opgepakte drom van t' zaamgevloeide dampen , Verduisterd Holland ligt, vergroot zijn hoon en fehand. " Wie brengt verlosftng aan ?.',. die trouw aan eed en pligt, Het moordend Oproer fchuwt, geen haatli/kheid verrigt, Maar werkzaam is en blijft, voor Vrijheid en haar Rechten; Die nooit voor eigmiast, tf heerschzugt wijkt of zwigt, Onwankelbaar va» hart, het moedig aangezicht 'Verhef en durft, om flesds elk Dwingland te bevegtetf WenfcheJijk ware het, in plaats van óver nierigheden te blijven beufelen, dat men gedugt en gefheng voor wfczenlijke boosvv gtcn wierde, om des te meer goed te kunnen doen aan de vtrtipptt Onfchuldigen. _Zal Neéilands Volk in Fluweelen banden, in plaatfe van ijzeren keetenen, gaan, — het zal niet minder geboeid zyn.' Neen! Vrijheidminnend Volk, laaten geene betoverende Sireenen-Zangen of ijdele klanken u terug houden, van eene grondwettige herftelling; laat al het ouden — het verkeerden voorby gaan, alles nieuw verbecterd worden; anders zou de laatfte dwaaling gedugter dan de eerften — de bron van uwen onherftelbaaren ondergang zyn. Blijft medelyden behouden met ongelukkigen , die door onkunde, vooroordeelen of zwakheid dwaalen; maar doet hun onder den Bijl der Wetten vallen, die moedwillig — opzettelijk verbard zijn , — die hunne grootheid en bloei op uwe puinhoopen poogen te vestigen, want zo gij voortgaat, de zodanige Onverbeterlijken te blijven begunftigen, zult gij, buiten noodzaakclijkheid, uwe geflagene Vijanden de wapenen tegen n zei ven moedwillig in de handen geeven, en uw eigen ongeluk voltooien. Befchouwt dezen uwen toeftand, en overtuigt u zeiven van uwen pligt in deezen. VADERLANDMINNAAR. Te GOUDA, Bij H. L. v. BUMA, Boekverkoper, cn verder alom door gehee! Nederland a ij St.  D E WERELD-BESCHOUWEH. '(GELJJXHEID — VRIJHEID BAOSDBRSClIAP.') DE VERWARRINGEN — EN TWEE BRIEVEN VAN RONDEMIN EN CA AT JEN NEDRIG MANGRAAG. jnLls ik ons Nederlandsen Wereldje met een opmerkend oog befehouw , dan zie ik overal mijne Landgenooten werkzaam , ijverig werkzaam aan het gebiuw eener waare Conftitutie — dan 'er ontbreekt tot heden nog, orde , eensgezindheid en algemeene bereidvaardigheid. 'Er zijn in Steden, Dorpen en Vlekken Saohteiten en Clubs die de belangen van 't Vaderland ten doele Rellen van haare poogingen *-> Men doet vooiftellen , men maakt plannen li. DEEL. R N°. 17.  < ±3° > fcefluiten, en men wil deeze door haar J Vertegenwoordiger, coen werken. ~ Doch deeze voorftelleo, plannen en befluiten blijven meestal zonder uitwerking, [eh fterven , als het ware, in haare geboorte, r-. Wat is hier van de réde ? zo ik het wel hebbe opgemerkt, ontbreekt 'er in de meeste Volk* - Sociëteiten eene behoorlijke orde; ook denken de Leden in 't algemeen niet genoeg dóór , over de zaken die worden voorgefteld. — Het ftaat al dikwerf in de magt der Commisfarisfen om befiuiten te neemen, en die weder te laaten vernietigen. — 'gr komt bij, dat veele Sociëteiten op zich zelve werken; of, zo zij het al doen met meededeeling aa andere , blijven toch de werkzaamheden van ieder afzonderlijk , en de befiuiten van allen kernen zeldzaam tot één centraal punt. — Ik heb uit dien hoofde gedagt, of het niet dienftig zoude zijn, om een Plan uit te denken, volgens het welk alle Sociëteiten meer gemeanfchaplijk werkzaam waren, en de befiuiten van alle tot één kwamen, ten einde men het zelve , als de begeerte van zulk een groot deel der Natie , aan de Vertegenwoordigers van het Volk voorilelle. Doch men zal mij hier te gemoet voeren : dc Sociëteiten maaken het geheele Volk niet uit ~ dit is zoo, maar zij maaken evenwel uit het beste gedeelte der Natie. Niet juist alle de rijke lieden der Natie, maar de braaffte, de beste Vaderlanders. _ Ook ftaan de Sociëteiten voor alie waare Vaderlanders open — deeze kunnen bij gevolg daar verfchijnen, om hunne ftem te laaten hooren — maar dit doen zij nier, zij blijven terug , en dan nog zeggen zij; de Sociëteiten maaken het Folk niet uit. e* Wat willen, toch deeze men, fchen? Dir is klaar, zij willen, dat het beste gedeelte der Natie niet zal fpreeken, om dat zij zwijgen j zij willea met cén woord, dat de Volks-ftem zich niet zal laaten hoo, ren; intusfehen zitten zij op de loer, hoe de weerhaan van den Staaf draaic, en hier meede weten zij, zodra de kans hun vcordcclig fchijne, hun eigenbelang te bcvoordcren. U, Weldra fpringen zij voor den dag, wanneer zij dc Societei- ten  < i3ï > ten nodig hébben «-* en, het is te bewonderen , dat deeze dan nog wel eens de voorwerpen zijri, op wien de keuze van het Volk zich bepaale. Maar laat ik weder mijne Befchouwinge tot mijn eerfte punt bepaalen. i-+ Men laat meer algemeen de Volks-ftem hooren door oproeping van hetzelve bij wijken. — Maar zul. len deeze wijken over de belangen van Land en Volk ooideelen, die wikken en weegen; dan behooren de Leden van iedere Wijk op zich zélve bij-een te komen. ■-• Doch ook in deeze Vergaderingen zijn veelerlei verdeeldheden. De orde ontbreekt in de mcefte. Men dtsputeerd onderling, wie al of niet tot de ftemming zijn gerechtigd. Dit verfchil wordt zeldzaam befiischt, nadien 'er in fommigé Oproepings - plannen de waare vereischten der Stemgerechtigden zijn vérgecten. Men leeze bij voorbeeld , het Plan van Oproeping van het Volk van Jmjleldam daar vind ik het voornaamfte vergceten. — 't Is zo, men fluit hier dc Qnmoietén of de Dzcaazinuit -* maar van de Oranje-klanten, die nog ergeren nog gevaarlijker dan dcDwaazen zijn, vindt ik geen woord. Ik kan evenwel niet denken , dat deeze ter ftemming in die Stad worden tocgelaaten. — Doch in her. Plan ftaat hiervan geen enkel woord. Zij kunnen en zullen waarschijnlijk dan hunne ftem laaten hooren. — En wat is hier van te verwachten ? — Het getal der .Aanhangers van Oranje is in Jmjfeldam groot; ook kan men niet zeggen, dat zij over het algemeen, zederd dc Revolutie veel van Partij zijn veranderd ; althans den eerften April 1. 1., heeft het tegendeel getoond. — 't Is uit dien hoofde zeer vermoedelijk, datdeezen in de verkiezing vin jfolis-Representanten veel kunnen en zullen toebrengen , om de keuze der braaven te belemmeren , zo niet geheel te verijdelen, xi 't Is dan niet te verwonderen , dat 'er verdeeldheden in en onder de Wijkvergaderingen zijn. — De Patriottin, die zeven groote jaaren door de Aanhangers van Oranje op de wreedfte wijze Zijn vervolgd, kunnen deeze niet voor waare Vaderlanders erkennen, zoo lang zij door hunne gedragingen geen blij* R a ken  < ÏS2 > ken van hunne verandering aan den dag leggen. - Onder, tusfehen maaken dergelijke gebrekkige Plannen veelerlei verdeeldheden. 't Was te wenfchen,dat 'er eene Refactie bij de Reprefenunten van het Volk van Holland werde genoomen, die eene juiste bepaaling der Stemgerechtigden, en der geencn, die verkoozen moeten worden, behelsde. Doch onze Reprefentanten laaten als nog veele groote zaken onaangeroerd , en daarin handelen zij waarlijk verftandig Zoo lang toch hun onbekend is, hoe wij van Frankrijk voortaan zullen befchouwd werden-zoo lang zijniet veeten , of Frankrijk cmt vooreen vrije cn onaf hanglijke Republiek vergaard-zoo lang kunnen zij niet doorwerken , en moeten veele zaaken in fiatu qm laaten berusten. _ De Hemel geeve, dat mijne Landgenooten die blijmaare reeds mogen ^ hoord hebben, als lij dit Blad in handen 'krijgen ' Intusfehen houden de Wis-Sociëteiten dit „iet in 't ooit Zri vorderen van hunne Re prefent anten zaaken , vaarmeedé g *ch nog met kunnen bemoeien, zoo lang gemelde Verkaaringnretgefchied zij. „ m „mkt y^^J" Men doet Voorfrc'k-n n,*„, r .^.rringen. rmrp,, v°or"eVen . ^PreftntterciRequesten, en men is te cnvieede , dat deeze geene uitwerking hebben f\ZT , de Predikanten, de andereAn-hr,,, ' " ml dere weder het kr^l gei~e<^> eenan- , net y w^» veranderd hebben ^ Dan- di - ?u als nog, on, gemelde rede, „iet «febiei 7 * heethoofdig, men raast , cn fehed! ' *** 2ü"e Vertegenwoordigers £*A f" Y^ fenien meer kwaadaer'ge Aanhang^"^, -* werkelijk in bediening zijn zoudeT ' ' n°S doch geelde onzekerheid^ maakt^ \ " reiBoveerai' losheid omrrend veele , C" dit over het ^ l ^T ^ ^ * den veele VooS„ aTte^ "'"^ * veele ve^ Wij kunnen onze Landgenooten veizeekere, dat ons WVdlge 0);vcrn:odd doorwe kJn ' da"S ^ be'teiJ—voiming van eene goede ïeeal.  % 133 > reed hebben, i— En dac zij daar meede zuilen in het licht verfchijnen , zoodra de groote Verklaaring van Frankrijk*-* NEDERLAND, GIJ Z1JT VRIJ! ^ zal gehoord worden. Ook dan zal het groote Plan van de verdeeling onzer Republiek in Departementen , Districten, Bannen enz. te voorfchijn komen; het geheele Volk zal regelmatig fpreeken, cn zijne Representanten verkiezen , ter vorming van eene Natiunaale Conventie. Onze Vaderlanders moeten, uit dien hoofde, dat tijdftip met geduld verbeiden, en niet door ontijdige Voorfcellenhunne Representanten vermoeien; wij willen echter niet, dat gijlieden werkeloos zult zijn; neen, 'er is veel voor 11 bij voorraad te doen: overlegd te zamen, wat 'erop den gewenschten tijd kan cn behoord gedaan te worden,- maakt; ontwerpen en plannen gereed , die als dan kunnen nuttig eu dienstbaar zijn. — Gij zult daar door uwe Vertegenwoordigers als dan wezenlijk behulpzaam zijn, cn uwe'werkzaamheden zullen de algemeene belangen kragtdadig bevorderen. Wij hoopen door deeze Befchouwingcn iet» te hebben toegebragt, om ulieden meer op dc bedaardheid en de orde tc. doen verlieven. Zie hier nog twee Brieyen, welke ons ter plaatzing zijn toegezonden. WERELD - BESCHOUWER ! Ik merk, dar een ieder die wil , U mag fchrijvcn , daarom doe ik dit ook. «— Gij zult zeggen , waar over ? heb maar geduld , gij zult het zoo aanftonds weeten. ' Ik woon op een Dorp in Noord-Holland; nu moetjeweten , dat het hier en op meer Dorpen nog miferabel vol Oranje is. Dat heb ik (zou ik U verzoeken) ondervonden. Onze Domine (zie ik woon in de Keemjler') zag mij nieft aan, zederd de heugelijke Omwenteling van 87 cn datdoet hij nog niet — zijn Oranje-ziel is nog niers van kleur veranderd -* en onze Dijkgraaf (dar was AL E WIJN,' toenmaals Burgemeester van Amfteld'\m en Koning van 'dc Beemfief) zie, die zou mij gaern aan dan hoogften boom hebben laaten opknoopen. — Dit is een raare vent. *— In het begin van Z7 heeft hij hier dc exercitie onder de Boeren begonnen , daar bij was hij dan tegenwoordig en'zijn wijf oojc, en zederd die Omwenteling was hij ook geheel omgewenteld men zegt, dat hij evenwel niet Oranje, maareen Aristocraat is; -- doch deeze beide beesten zijn bij mii even gevaarlijk. *-< ' Maar, om ter zake te komen — ik zou nu wel iets willen worden, zelfs wel Municipaal^ maar mijn wijf, die is hier geweldig tegen cn plaagt mij dag en nacht, als de' Duivel JOB dcede. — Gij moet weten , dat zij Oranje is, R 3 van.  < 134 > vulden hoofdfcheedel tot de voeteooien toe, en daar kil zoo dom als mijn .nestvarken. Ook is haar g'anfche Fa Jei,e Oranje, haar Vader en Moeder en haar Peet ook alle* is O«,,«- Ca ais ik daaronder zit met mijn geheee Pamotfche ziel, dan is Kees vreeslijk in de knijp. é OndertUs fenen is mijn wijt, omdat zij natuurlijk dom is, en nos veele aarrlntzers heeft, die het met haar eens zijn, te on verzetlijker cn onverbeterlijker. m Zij is met die OranjL erfzonuen, zoo jammerlijk door cn door befmet dat zii daar van met kan worden gezuiverd, of van het gehe-le wijf zoude geen lood vleesch overblijven. Gij zult zeggen; wat doet gij met zulk een wijf? dat weet ik WF REL0-BJESCHOUV/ÉR! , Zij heeft mij aiI «ven jongens ter waereld gebragt, en deeze zijn beste Patriotten, zo dat er uit dit kwaad nog al wat goeds is voortgekomen • - . maar hoe ik aan dit wijf ben gekomen, dat weet de 'hamel Zij had geld, en dat was in die tijd alles - va-i Pmtriot wist men niet, toen ik dit wijf nam, anders was het nooit gebeurd. -—Nu, ik heb het wijf en moet 'ermeedekooien. Mitar datik zeggen wil , zij raast als een Duivelin, als ik Iprcek van Uunibibèa! te worden , niet dat ik hier op sefteld ben ; maar het ontbreekt bij ons aan goede Patriotten want het is hier vreeslijk Oranje, cn dat heeft onze Dijkgraaf* en Domine gedaan. J ü J Nu wilde ik U wel eens vraag en: of gij geen raad weet voor dit booze wijf ? . Moer ik om haare boosheid te believen , geen Municipaal worden ? moet ik om mijn Wiifs wille her Vaderland geen dienst doen? — In verwaetine van andwoord blijf ik uw Medeburger, 6 CORNELIS RONDEMAN. CÖRNELIS RONDEMAN behoord te denken, dat de belangen van het Vaderland zwaarer wegen , dan de boos heid,van een wijf ^ en zo zij dit ook bij hem doen , moet hij m weerwil van zijn wijfs boosheid , Municipaal worden' Wij wenfehen hem intusfehen geluk , dat'hij van z\\w Dijkgraaf reeds ontflaagen is, misfchien zal de Domine hem wel volgen. . Met het booze wijf zal hij echter geduld moeten oeffenen, want deeze vertrekken niet fpoedig. Zie hier de tweede Briev. — WAARDE WERELD - BESCHOUWER ! Mijn Man is Municipaal, en nu komen de Burgers en Bur geresfen bij mij, en zeggen : Dienaar of Dienaresfe Mevrouw ! het bloed vliegt mij naar de ooren , zoodra ik dit Compliment ontvange. Ik zeg dan „zegt Burgeres; wat „Mevrouw! daar weten wij niet meer van; die flaaffche „ benaa..ringen zijn nu alle verdweenen." 't Was maar te wenfehen , dat alle onze Amfterdamfche Vrouwen hier zoo pvcr dachten. Doch die Egdliïé zal hier in eeuwigheid nief komen. Dat woord Mevrouw en Mijnbeer  < 135 > heer klinkt nog in de meeste huizen; deDienstboodcn moesten eens zeggen Burger of Burgeres, tegen hun Heer en Mevrouw, hun paspoort was weldra getekend. Dat Ega.'itékan 'er nog niet door. Nu , ik laat deeze titels aan die lieden over, maar ik wil 'er niet van bediend zijn, Doch liet geen mij gevoelig rrefr, is het gedrag van mijn man , zederd z/jn Municipaalfchap. Zoodra was hij niet verkoozen , of de meester Kleermaker moest ten tooneele verfchijnen; een geheel pak van best zwart laken wier.it bcfteld; toen die Sinjeur dc maat genomen hadt en vertrokken was, ftond de Pruikmaaker gereed, om hem te vervangen, met oogmerk om een Paruik naar de jongfte mode te maaken; dit verricht zijnde , kwam de Sctioenmaaker , die hem een paar Spaansch lederen Schoenen moest fabriceeren , met houten hielen; vervolgens trad de Hoedenverkoper binnen , en dit gewemel van die Baazen duurde een geheelen dag. Deeze grap kost mij Provifioneel meer dan twee-hondeid. Guldens ; want gij moet weeten , hij is provifioneel verkoozen, en dus zegt mijn lieve Ega, als hij het wettig wordt, dan moet 'er op nieuw een pak Kleeren wezen ,■ de Hemel behoede mij, als de Burgers hem ten tweedenmaal verkiezen ! Maar lieve WERELD -BESCHOUWER ! dit is alles nog niets; ó Neen! ik heb reeds aan den Papierverkoper diep in de dertig Gulden betaaid, alleenig maar voor wit papier,- nu zult gij mogelijk vraagen : wat heeft hij daar op gefchree, ven ? mijn andwoord is gerecdcr dan dat van mijn man, want als ik hem iets vraag, dan ftuurt hij mij altoos naar een ander om bericht; f-. nn moet gij weeten, dat hij dat .papier meestal beklad heeft met Acivifen, Berichten, Memorien , Concept-Ptoclamatien eu diergelijke Rukken; maar helaas ! lieve vriend, 20 regels op een vel papier , en dan is het vol; ?,Is hij dan zoo eenige papieren vol heeft gefchreeven , Iteekt hij die in zijn zak, en loopt 25 ftraaten mcer door, dan nodig is , om naar het Huis der Gemeente te gaan. m Js Morgens fiaat hij ten 5 uuren op , trekt zijn Japon aan , kijkt door dc glazen, of de bunren hem ook zien, om te toonen, hoe ijverig hij voor 't Vaderland werkt; ten 7 uuren komt dc P3ruik.ma3.ker , ten 8 uuren moet het ontbijt gereed zijn en ten 9 uuren gaat mijn ander Ik naa.r zijn Audientie-zaal, waarin hij de Burgers opwagt, die hem fpreeken willen; dan ten it uuren is hij gereed, om naar het Huis der Gemeente te gaan, alwaar hij blijft tot 's namiddags ten 3 a 4 uuren, vervolgends komt hij t'huis , eet en drinkt, en gaat wederom de deur uit, tot 's avonds 10 a 11 uuren; gauw wat gegeeten , dan naar zijn Audiëntie - zaai, tot 1 uuren inden nacht, en eindelijk ten half 2 naar bed, alwaar hij gerust zijn hoofd nederlegt, tot 's morgens ten 5 uuren. Ziedaar, geachte WERELD - BESCHOUWER! het geheele beloop van mijn mans doen, zederd hij Municipaal is geworden ! Nu moet gij uit dit gefchrijf niet op- maa-  < 135 > maaken, ais of ik van denkbeeld was , als of 'er meer dér» gelijke Municipaalen zijn — ö neen, Vriend lief! in hét geheel uier; hier van overtuigen mij de Zitting - Blaadjes, die ik dagelijks leeze; derhalven het is mijn man, waar over ik reden nebbe te klaagen. »-i Ik ben, wel is waar, zeer verheugd , dat hij Reptefentant van de Natie is, waar door blijkt, dat hij het vertrouwen van het Volk gewonnen heeft, boven anderen, die de laatfte maanden .van 1794 veeI gevaar om hun Vaderland gelukkig te maaken, hebben uitgeftaan ; maar ik wilde ook hebben, dat hij zijn Vrouws Vertgenwoordiger was; want wat heb ik aan zulk een man? immers niets —— cn men weet echter wel, waarom men trouwt, ö! Hoe gaern hebben zommige Vrouwen, dat hunne Mans uitgaan! maar ik heb daar geen reden toe; ik beb veel liever, dat mijn Man mijn gezelfchao en leider is, dan dat ik alléén zitten en gaan moet. En dan de hoogmoed die hem verwonnen heeft, ontrukt mij van veele noodwendigheden , daar ik gebrek san heb. Het is of 'er de drommel meede fpeelt, alle dagen heb ik iets nodig, en kan niets krijgen ; ö hoe aangenaam zoude het mij zijn, Vriend 1 als hij de weelde en pracht aan een zij liet, en tot zijn voorige kleeding wederkeerde! Dan zouden wij met eikanderen jih deezen tijd genoegens kunnen fmaaken, daar wij die nu met vardriet moeten dooi brengen. Ik beklaag alle Vrouwen, die zodanige Mannen hebben. — En mijn Man zegt: ik betreur mijn ScSte, die dergelijke Wijfjens bezitten, welke altoos de Mannen bij haar willen hebben, cn dagelijks bedroeft ja Knorrig zijn , ais zij bij geval eens alleen moeten t'huis blijven. Och Vriend! het zijn woorden, die mij doorgrieven. Is dat een man 1 — ik kan niet langer fchrijven Ik fmelt ifi traanert ■ daar ligt mijn pen ! Toe WERELD-BESCHOUWER ! geeft den Vent eens wat om zijn lappen misfchien zal hij naar U hooren ik blijf uw Meedeburgcres CAATJEN NEDRIG MANGRAAG. . CAATJEN neem het ons niet kwaalijk, dat wij ons met. gefchillen tusfehen Manen vrouw niet bemoeien; te meerder is ons dit. raadzaam, als wij dc verfchillende temperamenten van CAATJEN en haar Man in aanmerking nemen —misfchien zal zij ook weldraa meer aan haar Man hebben , nadien zijne Bediening maar proyiftoneel is. Te GOUDA, Bij H. L. v. EUMA', Boekverkoper, en verder alom door geh?t! Nederland k i| jfc  d e WERELD-BESCHOUW EjX N°. 18. (GELIJKHEID — VRIJHEID — BROEDERSCHAP.) Zoo lang de Wulf in 't Schapenvagt, De blanke Lammren blijft vervolgen, Zoo lang blijft fJeeridiids heil verkragt, En 't onbevredigd recht verbolgen. REDEN TOT KLAGTEN. BURCER, WERELD-BESCHOUWER! Ju verwachting, dat gij dezen Brief aan het algemeen zult mededeelen, zet ik mij aan het fchrijven. Ik gevoel mij zeiven verpligt om mijn gedachten over de tegenswoo-rdigen ftaat van ons Vaderland aan de beoordeeling van alle braave Vrienden der Vrijheid bloot te Rellen. Welligt ontwikkelen of verwekken zij zoortgelijke gedachten in de zielen van . II DEEL, ' S mijn  < 138 > mijn Mcdeburgcren, cn geven aanleiding tot nuttige werkzaamheid; mijn verwachting omtrend den opftand der Bataaffchc Natie , is op verre na niet bekroond. Ik had mij voorgeftcid, dat geheel het beste gedeelte des Volks, (rijp voor een .volftrckte Omwenteling, rijp voorliet volkomen genot van waare, natuurlijke Gelijkheid, Vrijheid en Geluk,) bij het verbreeken van zijn kluisters, op eenmaal zijn waarde, zijn recht zoude herfteld en gehandhaafd, en door deftoutfte daaden , de dwinglandij vopr eeuwig van alle kragt beroofd hebben. Maar is dit het geval in ons Vaderland geweest? neen Medeburger! ik roep elk waar Patriot hier tot getuige. Werkloosheid en Eigenbaat vergiftigen al het heil, dat voor ons uit het verbreken der flaaffche keerens moest voordvloeien. Kunnen wij de Omwenteling immer volkocmen noemen, zoo lang dc Aristocratie , of openlijk of agter het masker van waare Volks - Vrijheid, het recht blijft vertrappen, eu de Natie jammerlijk misleiden? men heeft ons gevleid en de oogen Verblind, met een plègtige, een openbaare vernietiging van het Stadhouderfehap. Dit bekoordt de lang verdrukte Nederlanders ; dit voerde hun geestdrift tot den hoogften trap , en van die vervoering maakten de Aristocraten gebruik, om het Volk nieuwe teugels in den mond te leggen. p_s Stadhouders ? Ja — deze waren wreede Tijrannen • doch waren dc zoogenaamde Regenten, die het vertrouwen van hun medeburgers verraadden, die zich vetmesten met de inkomsten des I.ands, of het zweet en bloed der eerlijke Ingezetenen, waren deze beter dan de Stadhouders? neen , zij zijn even verachtelijk , cn kunnen nimmer het algemeen geluk bevoordelen. Wat zeg ik? zij verraaden in het geheim nog een Volk, dat zijn belangen , zijn dierbaarfte belangen in dc handen van veelen dier rampzaligen verbouwt. Indien wij. van de plaatshebbende omwenteling wezenlijke vruchten zouden plukken , dan moesten wij opeenmaal het voorig beftuur vernietigd en omgekeerd hebben ; en in het zelfde oogenblik van de toenmaaligc Aristocrariicho Beftuurders, een openbaarc[rekenfehap van hun gedrag afgevordert hebben, eer zij. nog den tijd hadden om hunne gru- wc»  ♦C 139 > welen te Blanketten , of nieuwe [bedriegerij té fmceden. Dit is niet gebeurd; eigenbelang en heerschzuchtvermomdeir zich in het gewaad van Menfchen liefde en Broederlijke eensgezindheid. Zij wiegden de waakzaamheid des Volks in flaap , zij gebruikten de ontvlamde geestdrift j alleen voor zoo ver zij die noodig hadden, om zei ven de handen ruim te krijgen. Ditnudeedt de kleine Dwingelanden vart hun eerden fchnk bekomen, — en nieuwe middelen, tot misleiding van het Volk en verkragting der heiligde wetten uitdenken, het Volk verkoos alom zijn Vertegenwoordigers j dien fchijn van Vrijheid was bekoorlijk — maar hoe veel kuiperijen hebben hier bij plaats ? Verfcheiden Burgerijen hadden nog geen denkbeeld van een vrij Stemrecht, en lieten, in de bedwelming, waarin zij door den eerden fchok der Omwenteling gebragt waren , de geheele beduuring van hunne zaak aan eenige weinigen, die zich hier toe opgeworpen hadden over; en deze matigden zich een geheel wetteloos gezag aan, Bij andere Burgergenootfchappen , in Steden , Dorpen of Vlekken naamen de fnoodfte Arhtöcraate* een vreedzaam fchaapenvacht aan, predikten niets dan liefde en verkogten het ligtgeloovig Volk aan hun eigen heerschzucht. Dc opgeroepen Burgers, of vrij. verkoozen Kiezers benoemden in verfcheiden plaatzen op nieuw de voorige Regenten , om dat zij, den loop der zaaken van nabij kenden, en op dat alles' op den ouden voet zonder verwarring vo rd zoude gaan. — Rampzalige ligtgeloovirfieid 1 zulke Vertegenwoordigers hebt gij verkoozen mijne Medeburgers ! zij bedoelen alleen de handhaving van hun valfche grootheid , en het herwinnen van uw onbepaald vertrouwen ; kunt gij denken, dat zulko flaaffche zielen (die voorheen uw waar belang aan hun eigen trotschheid opofferden) nu geheel van Sijstème veranderd Zijn, en uw recht, uw vrijheid, als het éenig doel van al hun poogingen zullen befchouwen? kunt gij denken, dat zij (die voorheen, fchoon in een zoogenaamd vrij Cemeencbesr, volitrekt jdrUttXratUscb handelden, of lafhartig in de ge.  < I4o > wcidenaarij van hun mede-Regenten ir.ftemden):nu van waare Va e. andiefde kunnen doordrongen zijn, en uwevl] velenden , kunnen Waarom hebt gij oude Regeerders noodig, m den loop der -aken vo/gens den B:tdt„ ^ fg ^ ^ l-aving Va„ uw Wetten en Rechten zoo inTwikLÏ zt omkeering verwan. " 660 Piü^inge zoo zaamengeftcld i- L «atZeHjk beftuur zoo verward, kan, daar *** ^ h£tbt™ onm.diijke 1,7 r^T*' " ^ CCn een zuiver gevoel bezit om f "iotfch^urger (dic b" , 'd «"~« o». te b«e „ommezien ™. » iH.3e„ de, ,„„„,„„ „fuea> m . «■ederfProken en beteden hebben, ra» Volt, ,<«Hvlu' »' »'» «* Reien»» Hoofd-  < I4i > Hoofdftad van een Provintic; het meerderdeel der zogenaamde Volksvertegenwoordigers beftond ook Kit voonnaa'ire lle genten —.deeze was verkoozen om dat hij nooit openlijk dc Patriotfche partij tegengewerkt hadt, die , om dat hij verdand hadt, een derde , om dat hij gocdaartig was , en de eendragt beminde, alle de overigen hadden ook de een of andere vcrdicnftelijke hoedanigheid. Maar wat was het gevolg van deeze verkiezing? geheel de Burgerij morde, cn was door loutere ontevredenheid heimelijk verdeeld. Elk oplettend Befchouwer, zag wel de misilagen, doch wilde of kon zich niet verzetten. De afftand tusfehen Burger en Burgerverregenwoordiger, was onnatuurlijk groot, en verfmoorde geheel dc Volkitein. Elk wenschte vuurig naar de herftylling van het Einantie wezen der Stad ; maar te vergeefsch , dc kundige Beftuurers onrdooken het oog der waakzaamheid , cn verklaarden , dat dit nog tijd genoeg was; dat alvoorens nog een aantal zaken moest geregeld worden, en wat is intusfehen noodzaakclijkcr dan een juiste bereekening van den ftaat der geldmiddelen , zoo wel voor elke Burgerij afzonderlijk , als voor de algemeene Maatfehappij. Wat kan toch begonnen worden , wie heeft lust en moed om door te werken, zoo lang hij niet weet wat hij eigenlijk kan uitvoeren ? of waar hij zich naar te fchikken beeft? In die zelfde Srad, waar ik mij toen bevond, bevonden zich ook verfcheiden israave Burgers, die in het Plundcrjaar 1787 tot eer van Oranje, van geheel hun bezitting beroofd, en in de rampzaligfte armoede neêrgeltort waren ; deeze braave, beproefde Patriotten begrepen , dat heden dc tijd gebooren is , om recht te mogen vorderen ; tc racer — daar zij in het jaar 87 tot een gewapende Schutterij in die zelfde Stad behoorden , en uit naam van die Schutterij dc toenmaalige Regeering aanboden, om de Plondéring te verhinderen, en het opgeruid-Oranjegrauw uit elkander te jaagen: doch welk aanbod door flaaffche Regenten verworpen werdr, met bijvoeging, dat zij zeiven voor het aangerand cn bedreigd eigendom der Burgeren inftoAden. S 3 De  < I4& > Dc armgeplundcrdc, en van alle recht veriroken , Patriotten j begeerén nu vergoeding van hunne fchade. De domme gehuurde Pionderaaren , die flegts als redenlooze werktuigen gebruikt zijn, kunnen geen vergoeding opleveren. Maar wel de booswichten, die hun aangefteld, of niet belet hebben; en van deeze vorderen zij ook vergoeding. Maar wel ver van hier toe mede te werken , trachten dc zoogenaamde Volksvertegenwoordigers in die Stad de ftem der gerechtigheid te verfmooren; en geen wonder! verfcheiden van die Vertegenwoordigers behoorden ook tot die Regenten van het Jaar 87. En hier fpreekt dus de Eigenbaat. Indien zij her Volk bevredigen konden , door de gehuurde Werktuigen der Dwihglandij aan de wraak opteofferen, dan zouden zij met den zelfden ijver het domme Graauw naar de Schavotten doen fleeperf, met welk zij het in het Jaar 87 naar de Huizen der Patriotten, die tot Plondering gedoemd waren, voorftuwden; Indien het flegts hun bijeen gefchraapten fehat niets behoefde te kosten; Het was immers- te wenfehen , waarde Wereldbefchouxaer t dat deze en foortgelijke aanftoot uit het midden der Bataaven weggeuoomen werdt? Mijn ziel verlangd hier vuurig haar. Zo lang de Nederlanders laf cn werkeloos blijven; fchaam ik mij over hen voor geheel Europa zij zijn geen ouafhanglijkhcid waardig ; want zij kennen nog gevoelen de waarde daarvan , zij zullen verdeeld blijven doordevalfche Predikers van eensgezindheid, en zich welhaast, weer onder het een of ander Slaavenjuk krommen. De beweging der Bataaffchc Natie zal dan geen verecrenswaardige opftand, maar een verachtelijk Oproer genoemd worden , en metrecht ook die naam verdienen; want het eind zal het vverknimmer bckroonen. De hemel geve, dat mijn donkere vooruitzigteri opgehelderd, cn mijn zwaarmoedigheid /verdreeven worde I Vaarwel Medeburger I Ik blijf uw getrouwe Lezer VRIJHEID MINNAAR Wij  < 143 > Wij hebben door het plaatzen van 'dezen Brief, wat ons; betreft, aan de verwachting van onzen Vrijheidminnaar voldaan. Wij oordeelen , dat zijn Patriotisme , zuiver en grootmoedig is; doch wij hoqpcn, dat zijn angstvallige uitzigren , in den glans van blijder dagen, mogen verdwijnen. Voorzeker kunnen onze Landgenooten van de Oranjcflaaven geen heil verwachten; zoo lang wij die laten inkruipen , zoo. lang wij aan hun de magt in handen geven, en zeiven werkeloos blijven, kunnen wij ons met geen waare Vrijheid ooit vleien. De Aristo:raaten fpanncn al hun vermogen in, om het Volk tot zijn oude fluimerzucht te doen wederNteërerj, en op nieuw het gezag in handen te krijgen. Nog werken zij door. list; maar — eerlang zullen zij gew.eldyt. baat te neemen , cn wee dan de waarachtige Patriotten!wee dan ons geheel Vaderland! wij bidden onze Medeburgers, om op hunne hoede te zijn, en de Oppermagt, ais jjet waarachtig wettig eigendom des Volks , te bewaaren. Gij hebt recht —> wat zeg ik ? het is uw duurfte verpligting, om over uwe Vertegenwoordigers te waaken , en de gcringfte ontrouw, of willekeurigheid in hen te ftraffen. Gij verkiest hun tot Handhaavcrs van uwen Wil; gij kunt in die keus dwaalcn; maar het belang der Maatfehappij, het belang van uw zei ven en van uwe Nakomelingen vordert, dat gij die dwaaling herfteld. Het zijn Dwingelanden , die U dit recht , die magt willen betwisten. Braave Patriotten', die weleer de flagtoffers van Oranje en zijn Aanhang waart, die uw wettig eigendom aangerand cn vernield hebt gezien, vereenigd U, om voldoening te vorderen , en de gerechtigheid te bevredigen. De laaghartige, fnoodaars, die het verdrag der Maatfehappij op zulK eene vloekwaardige wijs gefchonden hebben , moeten als wezenlijke Vijanden van het Menschdom befchouwd, en tot herftclling van het recht gedrongen worden. Geen voormaalige Amnesties , of geen algemeene vergifnis aanbiedingen komen hier in aanmerking; want zij ftreeden met den zeil des Volks; het waren flegts willekeurige eigcndunklijke of Ariftocrati- fehe  < 144 > fchebeiluitèn én afkondigingen. Zij, werkzaam , edelmoedige Bataavi n ! bevlekt uw glorie niet door lafheid, handhaaft uw gezag, en toont aan de geheele wereld, dat gij eèn Volk fijt, waaraan de waarachtige zedelijke Vrijheid, die door dcri Vader der Natuur , aan de Mcnschhcid gefehonken is , in al haar waarde en voortrcflijkheid, bekendis Te GOUDA, Bij H. L, v. BTJMA , Boekverkoper, Worden mede uitecgeven te Amflen'um bij,?, 11'. Smit, v. Laar M-ktut, 11. Ktüttr, Sei'OoveviJ , Ikifu. Langeveld, Biiët ttöabês. Kit ne Jf. op de Haarlén nrficfijk'. C.rd-thfchot, Hymnds enz. RftTf'rd Meijet, ' f>n!j\ van Santen,Fis ,v ■ d. Dries, Danferweg, Dordiecht Hlu>l'i en Zf.nn, Haar'rm va» brnsfel, Tetmans; Leiden Heidmtr, Delf 'de Fries, Schiedam keka's. 's.rTagc Leeuw MeifW, UtrecKl Wed. Terl'eenen Zoen, Alkmaar /foliëaé-êf Camp èn lland , Zaandam Tolk; Kool, van /Iken en Qur.hketjiein i en verder alom doorgcheel Nederland £ li Stuiver.  D E WERELDBESCHOUWER. N°. 19. (gelijkheid — mrjimm — broederschap.) De wijze weet zijnen tijd. SALOMO N. ONZE EERSTE VERRICHTINGEN NAAR HET SLUITEN VAN HET ALLIANTIE TRACTAAT. Het plan van WILLEM VAN ORANJE en zijn Aanhang is dan eindelijk geheel verijdeld. Zederd wij Bataaven! het Spaanfche Juk van onze fchouderen wierpen , namen wij een ander met eene fraaie Oranjekleur gefchilderd, wedar gewillig op ons. — Wij hebbendit getorscht met eene gevoelloosheid, die ons van agteren moet verbaazen, nu wij onze waarde, onze rechten, als Mensch II D E E L. T en  < I4<* > en Burger , hebben leeren kennen. — Dan , die dagen zijn verdwenen, en de meeste onzer Voorouderen zijn als blijde flaavcn geftorven. Dit tegenwoordig gefiagt ontwaakte — het ontwaakte door het gevoel der boeien , die nu voor zachte banden in ketenen vcrwisfelden. — De Batavier zag zijne Despoten, zijne tijrannen ~ en nam het ftout béfluit zich van zijne ketenen te ontdoen , zijne Dwingelanden te verdrijven. ~ Het Jaar . 87 fteldc hier van een gedenkteken in de Jaarboeken der Nedcrlanderen — maar tevens een gedenkteken \ a.n het verraderlijk geweld, dat hunne Braaven verdreef, hunne poogingen verijdelde en op de wreedfte wijze mishandelde. — Wat WILLEM en WILLEMIJN en hunne Aanhangelingen, door Pruiftfcbe magt onderfteund , in dit land bedreeven, ftaat met bloed in onze Jaarboeken , tot hunne eeuwige fchan- de en verachting, getekend. . De Godlijke rechtvaardigheid heeft ons eindelijk recht ver, fqhaft, en dn zaak der Braaven gehandhaafd h-* de Patriotten doen zegevieren. —, Onder her geleide van den Alvcrmogcnden Beftuurer trokken dcFranfchen naar onze Gewesten, zij velden of verdreven onze Tijraruien , gn.ven ons de hand van Broederfehap , en wenschtcn ons geluk met onze Vrijheid. Dan deze verklaaring moest nog een bed uit der geheele Franfche Natie zijn. —. De Vertegenwoordigers des Franfchen Volks moesten eerst vergoeding van dc gedaane kosten eifchen, met ons in onderhandeling treden , om een Verbond van vriendfehap met ons te fluiten: een Verbond van vriendfchap , waar door onze Vrijheid voor altijd verzekerd eu beveiligd zoude zijn. Dir tijdftip werdt, na de, intukkipg' der Fqanfchen,, dooide Braaven vuurig verlangd — ieder dag fcheen een Jaar, en eene zekere lbmbcrheid bewolkte onze blijdfehap, Onze Vijanden, de aanbidders van Oranje, die gewillige fiaavcn, koesterden nog eene ftille hope, dat de 1 atrtitien de vrijheid lUCt zouden yeikrijgen. Zij maakten nu elkander diets , dar  < 14? > zij haast weder zouden zegevieren. Er waren (dit was de taal hunner verwachting) eenige geheime Articulen tusfehen de Franfchen en de Pruïsfchen in het onderlinge Vrede'sTractaat begrepen, volgends welke de Franfchen aan ons cifchen zoudeh doen* die wij onmooglijk konden vervuilen _ cn ais dan zouden deze ons aan ons eigen lot overlaten ; cn, dus aan ons zeiven overgelaten zijndezouden de Prjrit* fen hier weder intrekken, de Patriotten te onderbrengen , en dan WILLEM en zijn Wijf met derzelver Aanhang weder herftellen. ~ Dit was het hersfenfehimmig plan, waarmede zich de Aristocraten en de Aanhangers van Oranje eenige dagen vermaakten. Men dronk het goed fucces op den gelukkigen uitflag, zelfs befpeurde men hier cn daar reeds eenige oproerige beweegingen. — Hunne laage werktuigen begonnen reeds daadlijkheden. — Dezelfde Schelmen, die zij in 87 gebruikten, om hunne mede-Burgers te flaan en tfe moorden , vertoonden zich en dorsten reeds beftaan, eene proef te nemen van hun gevloekt Ambagt, dat nu eenige dagen ftil ftond , om te zien , of het hun ook vergeren was. Men weet maar al te wel, Landgenooten! dat de rijke Oranjeklanten, die ons, en ons geheele land vsraimd hebben , hier in weder de hoofdrol fpeelden. Welke Aterlingen wij nog in Nederland niet verarmd cn uitgemergeld hebben. ■ Nog willen zij hunne euveldaaden door fnooder fchermftukken vergrooten. — Liever zagen ze het land tot een voorig moeras wedergekeerd, dan te dulden , dat de Patriotten zegevierden. — Liever waren ze met liet weder bezit van WILLEM VAN ORANJE eeuwig flaaven, dan vrije lieden, zonder dezelve. „Rampzalige fchepzelsl Verzaakers van uwe menschheid! gaat liever naar de Maatfehappij der Beesten v— want onder die der menfchen behoort gij niet; .— gij verzaakt uw eigen natuur en fluit dus U zeiven uit het getal uwer Natuurgenooten 1" — Doch laat ons dezen meer beklaagen dan veragten —• maar vooral laat ons op hen beftendig een waakend oog houden. De dag is eindelijk verfchenen, waar op hunne verwagting T a ver-  verijdeld en die Ac^Jiraaven voor eeuwig bekroond is De Franfchen hebben hun woord, aan de Patriotten gedaan plechtig verzegeld! _ Het Verbond van Vrede , Vcrecniging en Vriendfehap is tusfehen ons en de Franfchen gefloten en dus onze Vrijheid voor eeuwig bevestigd. — Weliswaar wij moeten dc Franfchen de kosten van den Oorlog vergoel den - maar hoe billijk? - zij Oorloogden tegen onze Vijanden , zij offerden hun leven voor onze Verlosflng van dezelve, en zouden wij dan nog aarzelen om hun vergoeding der gemaakte kosten te doen? om een gedeelte van onze tijdelijke goederen aan hun opteofferen ? Is ons de Vrijheid dir niet waard ? - Of zou men liever verkiezen rijke flaaven te zijn ? ~ Zou men liever vergulden ketens draagen , zich op de wen. ken der Despoten zwenken en draaien - lopen en kruipen ep ais honden kwispelftaarten - dan de vrije lucht inademen, dan zijn waarde gevoelen, dan zijne natuurlijke rechten ge! Stel eens , het Was Oranje en zijn Aanhang gelukt BRANTZEN en REPELAAR hadden voor SoMillioenende Franfchen uit dit land gehouden en de Vrede gemaakte hoe zou het dan met ons gegaan zijn? _ of de Patriotten ook geplunderd , geklop, en gemarteld zouden zifn or en? ot WILLEM ook fpoedig Graaf zoude g! t zijn ? ~ ,„ y (mogten wij dan wél geroepen hebben) J en de vozende geiten! _ Maar nu kost het ons tw „£ ^^^^^^ Ik weet wel, dat de Oranjepartij alle verwachtiiirr „o, niet zahebben opgegeven. ^ Men tracht nog het ^ Zn «oec wordt van hun de fom van honderd Millioenen be fchouwd, ,„u is het gedaan (zegt men) met o„s land 1 L "Sjotte, t die kan nu nooit wéér herleeven! - ook za, ***** (zo dra hij de kans fchoon zret) WILLEM ea » W 11.  < 149 > „WILLEMIJN wel weder in triumf in Nederland brengen" met dergelijke zotte befpiegelingen kittelen zich nu nog de aanbidders van WILLEM en deszelfs Echtgenoore. —■ Nu; is het bij hen een onovcrkoomlijk bezwaar , 100 Millioenen voor de Vrijheid te geven; maar dit zoudchet niet zijn , konden zij de Patriotten daar voor in ketens houden. Nooit klaagden zij over die honderden millioenen, welke door WILLEM en zijn aanhangers, Despoten en Arisf-crafen , ons, afgedwongen en verfpild zijn — nooit over de fteedstoencemende belastingen neen , al wat- WILLEM , al w.at de nog veel fnooder Despooten en Aristocraaten uitvoerden was goed , loflijk , ja Godlijk ! Wij hebben bij ervamitrg gezien , wat deze Vijanden van hun Vaderland eu Medeburgers al dorsten beftaan , hoe zij. tot alle euveldaaden in ftaat waren; —• hoe zij tegen hun geweten cn overtuiging, aileen om fnood eigenbelang, gewerkt hebben. En het is, uit dien hoofde, meer te hoopen dan te verwachren , dat zij noch ten eenigen tijde weldenkende en weldoende Vaderlanders zullen worden. 't Is de zaak der buiaven groot, edelmoedig te :-:ijn in alle hunne handelingen. Zij moeten nimmer door wraak zich laten bemecitereir , maar veel eer het hart geopend houden voor waare menfcUenliei'de. Door waare menfeheniiefde gedreven , zullen zij het alge meen belang in 't oog. houden, cn dus waaken tegen dezulr ken van hunne mede-menfchen , die door daadzaken geloond hebben, en nog beroonen, Vijanden te zijn van han Vader-, land, van de rechten van den mensch, en vaad$C«tg/ïit(($je-, waar door dc maatfehappij alleen kan gelukkig zijn ^ Zij moeren dezen fteeds hun vertrouwen weigeren, hun ingeeu Ambten,of Bedieningen laten of ftelleu — cn. vooral moeten zij rechtvaardig oordeelen over alle hunne bedryven, endoor geen laa^e toegeyenheid of zogenaamde gematigdheid omtrend hiuiiie wan da.-. Jen het belang der geheele maatfehappij in gevaar brengen. -— Het is nu de zaak der Patriotten voor hunne rechten te waaken. Zij'1 wij au een waarlijk vrij en onaf hanglijk T 3 Volk ,  < 150 > Volk, dan „10eten wr, ,1, vrije en onafhanglijke Repuiii- " WCrkM' °m de6Ze Vrijhdd cn ontfhao. gelijkheid te vestigen cn te bewaaren, hebben wij een Wet boek „od g , waai- „aar wij , als leden van eene maatfehappij, werkzaam moeten zijn. Dat men dan fpoed.g aandringe op eene Nationaale Vergadering van Vertegenwoordigers des Bataven Volks, die voor in den naam en met goedkeuring van het Volk, een Wetboek famenftellen ^ een Wetboek , dat op derechten der natuur en „aar de bijzondere gefteldheid van dit land van deze Republiek gevormd is. - Dit Wetboek zal als dan de wil des Volks zijn - volgends het zelve zullen alle de leden der maatfehappij zich hebben te gedragen , eu de bcwaaring en handhaving van dit boek zal het Volk toebetrouwen aan zijne Vertegenwoordigers. Doch ais dan moet het Volk ook over zijne wetten cn rechten zorgvuldig blijven waakën _ het zwijge nimmer daar her behoorde te fpreken het draage door Gecommitteerden uit deszelfs midden ordcnlijk voor, wat het nutten heilzaam, verderflijk of fchadelijk oordeele - en, de°s noods, eifche het zelve , wat het wil gedaan of gelaten hebben, , Terwijl het Volk dus voor de inwendige orde en veiligheid bezorgd is, behoorde het zich ook tegen het geweld, dat van buiten mogt aankomen , te verdedigen. — Het zal zich dan oefenen in den Wapenhandel, om ten allen tijde geweld met geweld te kunnen keeren , het zal dan ook begrijpen , dat ieder Burger verpligt is voorde veiligheid van Haardfteen cn Altaarcn te waaken, dat niemand zich mag onttrekken wanneer het de nood vordert — maar dat zij dan alle als een éénig man moeten ftaan, en eer vrij ftervCn dan flaaven warden. Van een goede iürigtihg of welgeregeld plan hangt in dezen veel af — worden onze Jongelingen vroeg in den Wapenhandel geoefend , tracht daar in ook de een den anderen voorbyteftreevcn ; doet men ook haare verdiensten gelden, Werkt men in alles volgends dc beste regelen der Krijgskunde m is de geheele Natie,  < i5i > Natie één gewapend Corps, dat, des noods, op éénen wenk te voorfchijn treed, en in orde werkzaam is —. dan voorzeker zal geen buitenlandfehe magt immer deze vrije, Onafhanglijke Republiek weder aan éénen of meerder dwingelanden wéér onderwerpen. Doch om in dezen gelukkig te werken , behooren wij vooral tegen binnenlandsch verraad op onze hoede te zijn. Om dit monster eindelijk geheel te vernielen , of van onza bodem te verjaagen, moet men het aankomend geilagt vroeg daar tegen wapenen • ik wil zeggen, men moet het zelve de waare denkbeelden van Vryheid, Vaderlandsliefde, met één woord van de rechten van den mensch in het hart drukken. Men moet het hart door gefchikte onderwijzers geheel deugdzaam maaken , en dus eene Maatfehappij vormen , waar in geen Verraders maar alleen deugdzamen gevonden worden. Wij hoopen , dat men, zoo fpocdig mooglijk , op de zedelijke vorming der Natie zal bedacht zijn — dat men voor het onderwijs, voor Kweekfchoolen van onderwijzers enonderwijzelingen, zal zorgen hier van hangt af het duurzaam geluk onzer Maatfehappij, cn het beftaan en de voorfpocd onzer vrije baraaffche Republiek, Wij zien van onze Reprefentanfen befiuiten te gemoet, welke het geluk dezer Maatfehappij beftendig zullen bevoorderen. Na wij voor eene vrije en onaf hanglijke Natie verklaard zijn , en ons zelveu tocbehooreu kunnen onze Vertegenwoordigers , kunnen wij allen vrij en lustig werken. Het Plan van eene algemeene Volksoproeping zal eerlang der Natie worden aangeboden. Het geheele Volk in Departementen , Dijlriclen, Bannen, Wijken enz. geregeld werkzaam , zal zijne Vertegenwoordigers verkiezen , en dezeverkoozenen zullen te zamen de Nationale Conventie uitmaaken. Wij verzoeken, ja wij bidden de Natie, dat ze op dit groote ftuk aandringe —< 'er moet geen tijd verloren gaan , nu wij vrij kunnen werken — het ftuk is van re groot aanbelang om een oogc.rblik daar optiend onledig te zijn. t-. Wij  Wij moeten geen «S»^ maar eene daadlijkc, eene wezenlijke céiie en onverdee/bare Republiek zijn ; wij moeten als zodanig beftaan cn werkzaam zyn als leden van zulk eene maatfehappij moeten wij onze ftemmen Mcunnen laten hooren, onze Reprefentanten kiezen en tot dezelve fpreken. Ik herhaal het Medeburgers! braave Vaderlanders! dit zij thands het groore onderwerp van uwe bedoeling. Spicekt daar van in uwe Wijkvergaderingen, Sociëteiten cn Clubfen. Laat U daar van door geene voordellen vnii eenen anderen aart aftrekken; fchcidt niet uit uwe Vergadering voor het befiui: genomen is, om uit uwer midden eenigen te verkiezen, die hy dc provifioneele Reprefentanten aandringen om de bekendmaaking of het in Druk geeven van het groote plan eencr Nathnale Conventie- Het nlan (dit is mij verzekerd) ligt gereed, en daar de ratificatie van, Jiet Alliantie-Tr.qSta.at ook van de zijde der Franfhen, misfchien eer U dit blad in handen komt, ons zal bekend gemaakt zijn, zal onze Reprefentanten niets hinderen , om het Plan door den druk der Natie medetedeelen. 't Is ook te verwachten, dat men het Plan; voor deszelfs vastftclühg , aan dc Natie zal bekend maaken, om daarover haare gedachten te vernemen. — En als dan zal men weldra de Vergadering zien daargeitcld, waar naar alle Braaven zoo. lang , zo vuurig gewenscht hebben. Deze Vergadering zal onze Confiitutie daarftellen — alles in naam van het Volk , en ten nutte van het zelve verrigten. Welk ec:i werk, arbeid en moeite wordt 'er vereischt, om eene waare Confiitutie te vormen ! en welke vereischtcn eti hoedanigheden worden 'cr in zulke mannen niet gevorderd? liratve Landgenooten 1 onderfteunt gij, als dan, uwe Refrefitant n —■ licht hun voor — deelt hun mede , wat gij nuttig cn dienstbaar oordeelt *4 en denkt altijd het zijn cr felijve Menfchen. Te GOUDA, Bij H. L. v. BUMA , 'Boekverkoper, eu verder alom door gehee! Nederland k i§ St,  D E WERELD-BESCHOUWER. N°. 20. {GELIJKHEID — VRIJHEID — BROEDERSCHAP.) Zoo lang geen VolksbeJIuur onwrikbaar is gevest, Bloeit geen waarachtig heil voor Bato's vrij gewest. ZWAAR HOOFD. ZWAARMOEDIGE ORANJEGEDACHTEN WEGGENOMEN. BURGER WERELDBESCHOUWER! Jk ben van mijn jeugd af een Prinsman geweest , dat ia te zeggen : ik was een Beminnaar van dc oude gezegende Con~ fiitutie , die door de tegenwoordige Omwenteling in het voetzand geraakt is. Mooglijk zult gij U verwonderen, dat ik dit zoo vrij uit durf zeggen ; maar waarom niet? een Huichelaar is immers het verachtelijkfte fehepfel dat op twee bccnen kan loopen? En het ftaat elk vrij om te gevoelen, ef te denken, volH DEEL. V gends  < 154 > gends het licht dat hij heeft; dit zeggen de veritandige Predikers der Menschlijkc en Burgerlijke Rechten , juist zoo als ik ook. Ook kan ik niet begrijpen , waarom de gehechtheid aan de oude Corftiruriemoer ontveinsd worden ; ofgefchied dit, om dat men zich fchsarnt over dc gebreken, die in deze Confiitutie plaats hadden ? dan hebben de voorftanders «.der tegenwoordige Omwenteling eindloos meer reden om zich re fchaamen, overal de wanordcus en onbcftaanbaarheden , die in veele dingen plaars hebben. Dit was het e ge nlijfc , waarom ik de Pen opvatte om U te fchrijven. Ik wilde U vraagen namelijk, of gij mij de verbeteringen in ons Staatsbeftuur, efgij de weezcnlijk heilzame vruchten der Omwenteling mij kunt aantoonen, op dat ik mij met al mijn mede-Burgers, in de nieuwe orde van zaken mag verblijden. Ik voor mij zelve, ik belijd openhartig, dat ik niet in ftaat ben, om het wezenlijke nut, om deheilzaamevruchren *ie ons Vaderland , door de meergemelde Omwenteling, moest genieten, te ontdekken ; dan welligt is dit aan mijn eigen onbevatbaarheid , of aan mijn vooringenoomenhcid met het oude beftuur toetefch rijven. In zulk een ge val.vertrouw ik, door U te kunnen verlicht worden , cn ik ben overtuigd , dat gij tot bier toe geen moeite , geen kragt van reden zult fpaaren. Ik zal dan opk vrijmoedig mijne bezwaren opgeven. In Louwmaand van het tegenwoordig jaar 95, trokken de Frm.fche Republikeinen over demetijs bevloerde Rivieren en Stroemen in ons Vaderland; onze Stadhouder nam de vlugt , cn geheel ons oud Staatsbeftuur fpatte uit elkander. «-< Ik hield een oplettend oog op deeze gewigt-volle gebeurtenis ; en fchoon ik die al niet toejuichte, vleide ik »,j met een geduurigtoenemende verberering van het lot des Vaderlands. Voorzeker (dacht ik) zullen de bewerkers der Omwenteling zorg gedraagen hebben , dat een fchoon , een naar de heiligfte wetten der 1 a.uur geregeld ontwerp van Volks, beftuur in gereedheid is. Een ontwerp, dat door de verftandigfte, de vcrlichtfte tasnfchsHvriciuios gevormd, endoor fee:  < 155 > het zuiverst, het meest veradelt menschlijk gcvsel goedge* keurd is. De Patriotten (dacht ik) hebben tijd en gclfcgw*heid gehad om zulk een plan te vervaardigen; zij kenden den aart van hun mede-Burgeren zoo wel al; de geffceldheid en belangen van hun Vaderland; zij haddai gelegenheid om de vestiging van her Staatsbeftuur in Noord America , (benevens de uitwerkingen van dit beftuur, voor de geheele Maatfehappij) te beftudeeren ; ook hadden zij gelegenheid, om de opkomst en voortgang van het Franf he Volksbeftuur oplettend naartegaan ; al de verbeteringen , al de onvolkomenheden , die in het zelfde plaats hebben , al de voordeelen , die het kon opleveren , zoo wel als de ramp/alighe den, waartoe het kon misbruikt worden , vertoonden zich duidelijk voor het gezond verftand van den Patriot. Ik twijfelde dan ook niet, of de Patriotfche Aanhang in ons Vader« land was in haar geheime maar ijverige bewegingen vooral ivcrkzaam geween , in het vormen van een Plan tot het beste, het moest voor ons Vaderland gefchikt beftuur, dat bij een verwacht wordende Omwenteling zonder uitftel kon gevestigd, en door het algemeen zedelijk gevoel toegejuicht worden: — Ware dit gebeurd, dan zou ik en met mij alle Nederland ders de Omwenteling gezegend, en de ingewortelde zucht voor de oude Confiitutie vergeten hebben; de Aanhang van Oranje zoude oogenblikkelijk de voordeden van het nieuwe! VolksbeftiHir ondervonden, en hier door hun haat tegen het zelve afgelegd hebben; terwijl geheel het Patriottisch gedeelte der Natie de geleden mishandelingen , verdrukkingen en vervolgingen , door het genot van een geduurig toeneemend geluk ook zou vergeten hebben- Maar mijne verwachting is (om dc waarheid te zeggen) tot hier tóe bcdroogen uitgekomen. De oude Regeeringsvorm is vernietigd , maar geen rust, geen geregeld beftuur is in deszelfs plaars gcfteld; op vcrfchillende wijzen zijn in de onderfcheiden Steden en Dorpen de Burgers wel opgeroepen om hunne^VTrrsQgenwoordigers te kiezen, doch dit gefchiedt naar gfJen vasten algsmeeV a nen  < '55 > nen regel , en is alleen Previfioneel, terwijl alles op den ouden voet blijft voortgaan. Dit Provifioneele houdt de Natie in een geduurige verwachting; de Provifioneele aanftelling van Volksvertegenwoordigers voor twee maanden, bij den aanvang der Omwenteling, wierdt dooide Natie nog' al geduld , daar zij zich vleide , dat binnen dien tijd haar nieuwe Confiitutie op onwrikbaare gronden zoude gebouwd zijn; doch in die twee maanden gefchiede, ten opzigtcjvan dit gewigtig ftuk niets alles was in bewceging ; het grimmelde van Volks-Sociëteiten , waarin veel voorgefteld veel toegejuichd, maar weinig uitgevoerd werd. Veele Municipaliteiten verheugden zich intusfehen , dat dc Burgers hun zoo vrij in het beftuur lieten, cn zich zeiven op zulk een onfchadelijke wijs bezig hielden. ■—• Eindelijk raakten dc twee maanden van het Provifioneelfchap aan het einde , zonder dat de Bataavfche Natie nog opgeroepen was, om haar nieuwe Confiitutie te beoordeelen, goedtekeuren , en te bezwoeren. Wat nu gedaan ? op nieuw moesten Volksvertegenwoordigers verkoozen worden. Elke Stad , elk Burgergenooifchap viel dan weer aan het werk vormde zich een Plan van verkiezing, en benoemde weer Burger-Vertegenwo.rdigers; doch Provifioneet, fchoon voor een geheel jaar. De verwarring en werkloosheid, die genoegzaam overal plaats gevonden hadt in de verlopen tw- e maanden, wrerd meestal, aan de toenmalige Nlunicipaiitci. ten toegefchreven,- het waren (dus fprakmen) Nieuwelingen onbedreven in het beftuur van Burgerlijke zaken , men verkoos dan nu meestal Perfoonen , dre wel de oude Confiitutie toegedaan , maar evenwel aan het regeeren gewoon waren en welk eene gerustheid! in een geheel rond Jaar heeft mei hier nu geen omkijken meer naar. — Vz VMs-S,cieteiten kunnen zich nu vrij met andere dingen bezag houden , terwijl ,„cs op de„ ouden voet blijft ee00fte?Tb * geheel vande ee fte, fchnk bekomen ; wij voeden geen vree, meer, en vieren ons zelvcn, dat het Volk, Prieel in ilaap ge. witgd,  < '57 > 'wiegd, fons provifroneel toe zal laten, om het vernietigd Stadhouderfchap door een provifioneele maar wettige Aristocratie te doen vervangen. Neen (ik zeg by herhaling) daar ik toch een vriend van goede orde ben, dat de oude Regecringswijs met al haar gebreken mij meer beviel dan de te» gcnwoordige verwarring; nergens is rechtte vinden; deklaagenden worden opgehouden, en door een aantal fraaie woor» den ve moeid. Hoe is het ook moogelijk, dat een nieuwe inrigting, volgens den ouden loop der zaken kan geboogen worden? dit is waarlijk een nieuwe lap op een oud kleed gezet; het oude zal affcheuren, en beide worden nutteloos» Het is nieuwe wijn, die in oude lederzakken gegoten is; zoo ras nu de nieuwe wijn aan het werken gaat, moeten dc oude uitgefleeten zakken bersten , cn alles gaat te znamen verloren : zoo fprak immers de verfrandigfte, de meest verlichte Leeraar der Menfchen ? ik zoude een aantal Vijanden van het Stadhouderlijk beftuar kunnen opnoemen, die maar in het geheei niet te vreden zijn over de plaatshebbende verandering, en die (wanneer zij dit alles hadden kunnen voorzien ,) nooit zoo driftig naar die verandering zouden gewenscht hebben. Wat zijn de tegenwoordige Munkipa/iteiten in veele plaatzen ? meestal een verzaameling van domme eigenbelangzoekende of door hun gedrag belaehlijke Perfoonen ? ik heb niets tegen de Egaliteit of Gelijkheid, ik wilde dus geen fiand of rang van de eer der Volksvertegenwoordiging uitfluiten , maar ik bemin de ond^rfcheiding, die de natuur zclven , of die de Leden der Maatfehappij door hun eigen verkiezing doen gebooren worden. De bekwaamheeden der Menfchen zijn «iet gelijk ; en evenwel de bekwaamden zoude ik het meest gefchikt achres om de belangen van het algemeen te behartigen; maar nog oneindig meer, zoude ik het onderfcheid in eerlijkheid en deugd in aanmerking nemen, wiil hier alles aan afhangt; om die reden moet vooral een vast plan Van verkiezing tot Volksvertegenwoordigers aangenomen en bevcsrigd worden'. Hoe zal ik mijn vertrouwen aan een onveiftandig, of aan V 3 ee»  < 158 > een op „baar ondeugend Mensch immer kunnen fchenken, fchoon hy door de tocftemming van mijn Medeburgers, mi als myn Vertegenwoordiger opgedrongen word? ik beken wel dat het zwaar al vallen om hier een vaste en voldoende bcpaal.ng te maaken: doch het is ten uiterften noodzaakÉ S ^ VOOrbeddE« j" ^ Fra„f:he «^„^ m fZ £ gCn°eg Sekerd? Vdt fl£Sts het oog op het af- fchuwiyk Monster ROBESPlERRE, door wiens invloed onder andere gruwden, de Rechters, die over het ieeven en den dood der befchuldigden moesten ontdeden , uit dronk* aards, die op den rechterftoel in fiaap vielen, en uit domme werkturgen, dien hij willekeurig beftuurde, beftondert • en hoe veel fchuldeloos bloed, oP deze wijs vergoten , fc'hreit nog om recht en wraak. Doch hoe ongemakkelijk het ook zyn moge, om in het ftuk der verkiezing van Vertegenwoordigers , een vaste bepaaling te maaken , de algemeene wil des Volks , die uit het gevoel van rechten onrecht voortvloert, kan eu m .et hier beflisfen , die wil kan tot een onwrikbaare Wet immers vastftellen , dat geen Volksvertegenwoordigers mogen verkoozen worden, danzulken, dicwaare Vrienden der verlichting zijn, die fpreekende, die overtuigende blijken van hun verftaud en deugd hebben gegeven _4 Zonder zulk eene Wet zullen Huichelaars en Domkoppen , het gezag onder zich verdeden, het recht verdraaien en hun Medeburgers vertrappen, zo ras zich de minste gelegenheid aanbiedt. _ Zeg mij, waarde WERELD - BESCHOUWER ' welke vooruitzigten U kunnen vertroosten en verblijden* — Het ontwerp tot een gelukkig , een voor ons Vaderland heilzaam beftuur is nog „iet gevormd. _ Ik verwacht uw andwoord, en ben uw Medeburger, ZWAARHOOFD. j Wij hebben dezen Brief Voor eeaige dagen ontvangen , en hebben hem nu niet willen agterhouden', offchoon het oproepingsplan tot eene Nationaale Conventie rcecs.is bekend ge. maakt —<  < 159 > maakt —4 oin onze Landgenooten te doen zien, op wat wijze de Oranje Menfchen al geredend hebben, —i Het was nu nog erger dan voorheen, nu waren wij zonder Confiitutie. — en de menfchen hebben gelijk, wijNedei a ders iiebbe i nog nooit eene Confiitutie gehad, en deze verwachten wij nu eerst moet de Nationale Conventie daar zijn, en als dan zullen die Leden eene Confiitutie vormen t-. en deze mannen 2ullen zich ten hoogften wel verdiend maaken bij het Vaderland, indien ze de Confiitutie of het Nationaal >t/etboek in êén Jaar doen geboren worden. Wij geven ZWAARHOOFD ook gaarn toe, dat wij nog niet veel vruchten van de Omwenteling zien — veele geplonderde en verarmde taa'iotren zijn nog dezelfde, veele Uianje deugnieten, die ons Land hebben uitgemergeld, flxken nog trots hunne hoofden op , hebben nog hunne vette Ainhten , —. dit bekennen wij —. ook zijn de leeg geftolen Schatkisten zoo fpoedig niet weer te vullen, maar wij kunnen ZWAARHOOFD verzekeren, dat tot berftel van dit alles , orde cn rijd vereischr wordt. . Ondertusfchen kunnen Wij reeds vrij denken, vrij fpreken en fchrijven. •— Zo 'er dan al eens een rlejt man tot Municipaal verkoozen is, dan durven wij üt openbaaren , en hem zijne bediening ontnemen. Ook zal de wijze van verkiezing of ftemming al lieverlede op eenen geregelde voet gebragt worden. — Men zal door wetten bepaalen , welke vercischten 'er in een Municipaal worden gevorderd; en dan hebben wij over het algemeen beste menfchen tot bewindsmannen te verwachten. — En ouk dit durven wij ZWAARHOOFD voorfpellcn , dat zoo lang het Volk zijne waarde als Mensch en Burger zal gevoe-r len, 'er nimmer zulke deugnieten in de Municipaliteit zullen geduld worden , als de Regenten onder het beftjur van WILLEM van ORANJE geweest zijn. Dan dit is nu zoo niet , wij zijn dus verplicht om dc beste middelen , tot verkrijging van ons algemeen geluk te baat te neemen, het word meer dan tijd, om het provifioneele.  ^ l6a ])» nc-ele geheel aftefchaffen, cn een grondwettig beftuur vastteftcllen, het word meer dan tijd, om het volk der verecnig, de Nederlanden, een met de Natuur overecnftemmende, een niet dc belangen des Vaderlands hest fhookende Conftitutio tc fc'ienken. Het is waar, in het verkiezen de: provifioneele Vt lkivertecgenwooidigers , hebben veel ongcrecgeldhcden plaats gehad, weetnieten, eigenbelauez jekende Oraujeflaaven en trötfche Aristocraaten , zijn op meer dan eene plaats , door eene verkeerde wending der Volkftcm, in het beftuur ran zaaken gedrongen, hier teegen moet vooral gewaakt worden , wij houden dc Gelijkheid wel voor een onfehendbaar eigendom der Menschheid, maar dit is de Gelijkheid alleen in rechten ; en met de Gelijkheid in zeedelijke volkomenheid , elk mensch is niet gelijk in bekwaamheid tot den aelvden post, alleen zulkcn, die door waare verdiensten uitmunten, die door een gezond verftand, en een beproefde deugd zich zelv veradelt hebben, zijn gefchikt om een vrij, een naar vUko menheid ftreevend Volk te verteegenwoordigen, voorzeeker is de befiisfing van de keus des Volks , een gewigtig fluk , dat de naauwlettemte opmerking verdient, de Vrijheid te bewaarerj , cn de Vclkftein te gelijk een goede richting te geeven , zal niet genwklijk vallen, dog wrj vleien ons , dat nu de groote zaak, de verbintenis met de Franfche Rcpublicq voltooid is, een heilvolle, een gezeegende Confiitutie, de geheele Omwenteling eerlang zal kroonen. » GOUDA, Bij H. L. v. BUMA , Boekverkoper, ?« verder alom door gehee.' Nederland a. ij S&.  WERELD-BESCHOUWER. N°. 21. (fiRUJKUZlD — yRIJHElü — MOEDlRSCUdP.) V Gefloten Volksverbond bevrsedigt ons verlangen, Droogt mede-Burgers ! droogt de traan der bitt'refmart, Keer lieve Blijdfchap! keer in dit gevoelvol hart , fyan roemen vlij 't verbond, met ftoute lofgezangen. BIJ HET SLUITEN VAN HE T VOLKS-VERBOND PER FRANSCHE EN BATAAVSCKE GEMEE NEBESTEN. Eindlijk zien wiï de onafhanklijkheid in ons Vaderland gevestigd: het Verbond tusfehen de Franfche en Bataavfche Gemcenebestcn gefloten, is de grondfteen van ons Vrij-Volkseeftuur. Landgenooten ! wij wenfehen U geluk met die geeeurenis; nu eerst ziet gij de ketens (door Oranje fin. Engeland U om den hals geklonken) volkomen verbroken.. Uw magttlooze Vijanden vloeken dit Verbond, zij denkeu listen op listen uit, om al de vruchten, die gij hier van kuet inzamelen , te vergiftigen. *~ J* zij zien (met den affchuwelijkften, II, DEEL, X fcsh  < 10* > lach der befpotting op eerlooze lippen) hoe uw vreugd over het fluiten des Verbonds, door bijkomende omftandigheden fcheen verbitterd te worden. Doch de befchimping der laage fnoodheid is niet in ftaat om Waare. [Patriotten-te Vernederen zij blijven groot door hun heilrijke bedoelingen, 'en willen ontwijfelbaar hunne edelmoedigheid, hunne Vaderlands- en Vrijheids-liefde zienbekroonen. DeBataaven zijn vrij— zij zijn onafhanklijk , en vereenigd met eene 'vrije , eene door Overwinning op Overwinning glorierijke-Natic. Hoe veel fluit dit niet in zich! Kost dit geflooten Verbond ons kostbaare Offeranden? geen noodi Eendracht zal onze fterkte , Vrijheid zal onzen rijkdom en de nuttigfte werkzaamheid zal onze glorij doen bloeien en beftendig maaken. . Indien WILLEM de Dwingeland, met zijn Aanhang, den Oorlog hadt kunnen uithouden tegen da Franfchen; hos veel goed en bloed hadden wij dan niet moeten opofferen! De geheele Bat mzfche Natie gevoelt nog, wat haar reeds afgedrongen is. Belasting op belasting heeft nijvere Burgers uitgemergeld. De feboonije , de vruchtbaarftc Landen zijn door het water (dat door Oranje te hulp geroepen werd) rampzalig bedorven. De Britfhe Bondgenooten van onzen kiemen Tijran , hebben hunne voetftappen met de afgrijslijk fte verwoestingen Plundering gemerktekend; cn wie zal het waar getal der gefneuvelde Krijgslieden bcpaalen? Onze LandWJgt is gefmolten , terwijl de flaavfche leugengeest (die al de gehuurde of kruipende Schrijvers van Nieuwstijdingen be. «relden) de minverlichte mede-Burgers met gedroomde Overwinningen, en met een verdichte onkwetsbaarheid der Prinslijke Krijgsbenden bezig hicldt. Doch vraagt de nog overgebleven Krijgslieden,- zij zullen uw het lot van hun Spitsbroeders openhartig melden. Het menfchcnbloed heeft op de Slagvelden gedroomd; het bloed van onkundige Huurlingen (die op den wenk der Dwing-Undij vloogen) fchreit om recht tot den Aimachtigen, en zal tegen de trotfche Tijranr.cn in de eeuwigheid getuigen. Maar -indirn de grootmoedige Franfhen ons juk niet geheel had-  < ió"3 > hadden helpen verbrijzelen, Bataavfche mede-Burgers! welk een rampzaligheid ftond ons dan te wachten! de nuttigfté Leden van de Maatfehappij, de Handwerkslieden cn Landbouwers , wierden reeds tot den Krijg gedwongen \ cn als gewapende Landzaatcn aangevoerd; cn.hctis God bekend, welke middelen de trotfche Oranje-dwingeland nog zoude gebruikt hebben, om zijn wetteloos gezag te verdedigen. Heden zijn alle zorgen van dien .aart verdweenen , de Tirannij is verpletterd; en, fchoon wij nog met heerschzucht en bedekt geweld tc worstelen hebben , wij zien den weg tot waare Vrijheid en roem voor ons gebaand. Wij zijn Bondgenooten van een heldhaftig , een vrijgeftreeden Volk , dat door al zijn Vijanden geèerbiedigt en om den Vreéde aangezogt word. Wie zal ons durven ontrusten zoo lang de Franfchen hunne grootheid handhaaven? Wie zal onzen welvaart durven aanranden , zoo lang de Franfchen voor ons waakendc Franfchen — wier belang vordert oni onze onafhanklijkheid te befchermen , en om onzen voorfpoid te doen bloeien? Moeten wij eenig Land hier voor misfen J wij winnen aan in fterkte. De uitgeftrektheid van een Gemeenebfcst behoort niet tot deszelfs grootheid, maar wel de ftandvastigeeendracht en de onvermoeide werkzaamheid. De ftem der Vaderlandsliefde , die zich in elk rechtfehapen hart zoo duidelijk doet verftaan, klaagt ook in ons om het gemis van eiken voetftap gronds; maar de reden moet ons bevreedigen. Staats-Vlaanderen was het Bataavfche Gemeencbcst dierbaar; deszelfs vruchtbaarc Velden wtren Bronnen van Welvaart; deszelfs In- en Opgezetenen waren Bloedverwanten en Vrienden, de onderlinge Koophandel was een tak van bloeienden voorfpoedj doch laat ons niet klaagen braave mede-Burgers! de Welgevestigde'verbintenis met het Franfche Volk, vercenigd onze belangen onaffcheidbaar ; indien wij fchade leeden , dan zouden onze Bondgenooten hier in deelen , terwijl onderling geluk de beide Gemeenebesten zal doen bloeien. Indien geen veranderinge in het Volksverbond ons denzelfden grond terug fehéhkt., dan h~« wordt gewis dit alles tot oris onderling belang X * i*-  gevorderd; Want waarom zonden de Franfchen ons Gemecne best verkleinen 0f verarmen ? hun eigen belang vordert immers , dat wij een Bondgenoot van hen zijn, diedoorandere Mogenheden ontzien worden ? Onderlinge befcherming is een voornaam pnnt van het geflooten Verbond ; hiertee moeten wij kregt hebben, of wij worden welhaast tot een duldcloozen last voor elk, die zich met ons vereenigd. Met Scaoua<"£cftaan verliezen wij immers onze magt niet ! Ook wordt ons vergoeding toegezegd; cn, welke gelukkige verandenngen mogen wrj, behalven dat, nog niet hoonen, van h ^ ,In5CZetenCn ™ die L™'^ verliezer, niets van hunne betrekking tot de overige Batame>1, Meea het K-fct.-Volk befchermt hunne Rechten en Vri heden z Worden dat Volk imroi.-.vj _ , ,■■ 'j"cucn, zij en Broeders rÏ * '\ ' ^ W'JVen daarom n aroeder.s. De op ZIch zeIf ktfchouwde b., het flurren des Verbonds bertemd is, om aan het Zt Geineenebcst te Aheri--,, i rans^a JR vee' geroofd en afeekneveM a,r .„ ■ . bezuiniging ons her , ^neveld, dat een weinig bhk ziet vertccren ™ , , 00f>--nblu. tot eogen- -"dlijk gehee ^ ' e! ' °m,antS 11 Vl* - die en Zilverwerk, reeds dlZmu ™ " "°0del00ï goud ver dit waar zi w^ hsdt°^W, in hoe dat deze 7^1^^^^^^'^ verwerken zt Z l ' ^ Goud' «  < ï En door dit «lies Verliezen de Burgers nogniets van hun inkomen. Doodecapitaalen worden ilegtsin omloopgebragt, endaar door dc waare Volksvrijheid gevestigd. Bekommert U dan niet; braave Landgenooten! over uw toekomend lot , het zal, uit de duisternis, heerlijk verrijzen. Uw tegenwoBrdige ftaat mooge U eenigsiins verward en rrcurig toefchijnen ; wij bezweeren U bij het heilig recht der natuur; en bijdc aangeboorene Vrijheid der Menfchen, dat gij den moed niet laat zin' ken; maar dat gij uw onafhanklijkheid handhaaft. Duit, om 's Hemelswil, geen Oranje-flaaven; duit geen kruipende vleitrs van Tijranuén -onder de Uitvoerders van uw' wil, Zij zijn gefnuikt door het fluiten van dit Verbond; maar hun vloekwaardig doel blijft nog, om de waare Vrienden der Vrijheid alle voordeden, alle genoegens te betwisten. Zij zullen de algemeene rust, waar zij kunnen, veritooren , zij zullen hun wraakzucht op alle mooglijkc wijzen den teugel vieren , en het aanbrekend heil der Maatfehappij verdonkeren. Den volgenden brief ontfangen wij zoo even ; wij willen hem plaatzen , en , indien het mooglijk is, tot gerastfrelling, beantwoorden; of voor het minst onze gedachten mededeelen, BURGER, WERELDBESCHOUWER! Ik ben een Predikant, die reeds verfcheidene jaaren , opeen Dorp in Staats-Flaanderen, mijn tijd en vlijt aan de verlichting en zedenverbetering van mijn mede Burgers heb toewijd. De afftand van Staats-Vlaanderen aan het Pranseh Gemeenebest brengt mij (die een talrijk Huisgezin bezit) zoo wel als al mijn Ambtgenooten, die zich in deze Landftreek bevinden, in de uiterfte bekommering, en—voorfpelt ons een volilrektc Ambteloosheid, ten zij de Gemeenten , voor zoo ver die uit P rot ej} anten beftaan , han eigen Leeraars aanftellen cn betaalen willen. Befchouw, bidikU, mijn toeftaad. In het jaar 1794 zag ik het tooneel des Oorlogs in den omtrek van miju Dorp; gelukkig behaalden ook daar de edelmoedige Franfehm de Overwinning, Ware dit niet gebeurd , dan X 3 was  < it.6 > waar ik gewis aan de roofzugt van Hanoverfche Kenden ten prooi geworden. Van de Franfchen heb ik niets geleden; zij behandelden mij met achting; zij fchonkenmij hun Broederlijke vriendfehap , en ik leefde met mijn Gade en zes Kinderen onder hunne befcherming in de volkomenfte rust. Doch , daar de Bataavfche Provintien voor ons gefloten waren , ontving ik geene bezolding, en dit bragt fnij welhaast tot de bitterfte armoede. Bij de ontkkiistering van mijn Vaderland, in Januarij 95 , herleefde voor mij ook de hoop op verbetering van mijn eigen lot; maar, helaas! tot heden toe heb ik nog niets ontvangen. Intusfehen moet ik mijn arme Kinderen door gebrek zien kwijnen. Mijn lieve Vrouw, reeds door zorg en kommer afgemat, worftelt met een uitteerende ziekte , en zal eerlang den dood Vinden. Om de noodigfte levensmiddelen te verkrijgen; zag ik mij gedwongen om verfcheiden kleine fchulden te maaken ; deze zijn voor mij onbetaalbaar; ik heb de toevlugt moeten nemen totmijn gemeente; maar goede Hemel! dit is zoo verfchriklijk, als dc laagfle bedelarij. Nauwlijks heeft men mij genoeg, om het leven-voordtcflecpen, tocgef-aan. Jk hoor niets <— dan ontevreedene klagtcu en een duldeloos gemor ; fchoon ik reeds beloofd heb om in vervolg van tijd , alles terug te geeven. Ik l>id U , dcjik nu eens , wat de Predikanten over het algemeen van hun Gemeenten te wagten hebben. Ik ben gehee! radeloos. Men verzekert onze wel, dat wij ons agterftallige bezolding zullen ontvangen; maar men voegt daar ook bij, dat, met het (luiten van het Verbond der twee Gemeenebesten , al'te betrekking der Bataaven tot hunne Ambtenaars in het afgedaan Land volkomen ophoudt. Indien dit waar is wat zal ik, wat zullen veele van mijn ongelukkige Arnbtgenooten dan beginnen? Zulke van ons, die jong en ongehuwd zijn, vinden zich nog in ftaat om een ander beroep te verkiezen ; maat zulken, die met Vrouw en Kroost weleer gezegend: maar nu belast zijn, of wier klimmende ouderdom hun buiten ftaat ftelt , wat Zal van deze ongelukkigen wor^ den? van onze jeugd af* zijn wij tot het Ambt van Volks* Lee*  < 167 > Leeraar opgeleid; onze Ouders hebben niet zelden het grootfie deel van hunne bezitting aan onze ocffening hefteed; wij zijn verkoozen door de Eeituurers van onze Gemeenten , die verkiezing is gewettigd door het tocnmaalig Volksbéft/titir, of' den zoogenaamden Raad van Staaten; uit kragt dus van onze aanftelling vorderden wij met het hoogfte recht onze bezolding, die ons waarlijk geen overvloed fchonk. Maar zullen wij nu , van alles verlaaten, aan ons lot ten prooi gegcevcn worden? kan de Bataavfche Natie dulden, dat verfcheide Leden buiten huh fchuld ongelukkig worden ? Moeten getrouwe mede-Burgers door verdriet en wanhoop, vertccren, terwijl zich een geheel Volk in het genot der zaligfte Vrijheid verheugt? mede-Burgers! onze bange boc2emzuchten zullen de galmen van uw gejuich, over het ge. lipten Verbond, verfmooren ; onze arme weenende Vrouwen en om Brood biddende Kinderen zullen zich onder U vermengen ; zij zullen U hun rampzaligen ftaat affchildercn , en uw heil bewolken, Waarde WERELDBESCHOUWER ! kunt gij iets tot mijne vertroosting aanvoeren , ficl dan die weldaad niet uit; mijne ziel hijgt om zich mot eenige verwachting te vleien. Ik blijf intusfehen, uw Vrijheid-minnende mede-Burger , HENDRIK EELHART, Onze ziel is getroffen , door h?t lijden van den braaven EELHART; doch, wij durven hem verzekeren, dathct/>'«taavfche Volk volgends de heiligde regels der rechtvaardigheid zal handelen. Dc leeggeftolen Laiidskasfen hebben de fpocdige betaaling der tractementen van de Predikanten verL hinderd ; maar zij zullen gewis — hun toegezegde belooning ontvangen. En, wat ook het lot der braave Predikanten, in het afgeftaan Vlaanderen, very^gends moogc worden „• zij zullen niet vergeten worden, voor zo ver zij-zich als waare, veriigtende Volks-Leeraars gedragen hebben, liet ftrijd met den aard van onze Natie, om brave Leeraars te veragten , en om de eenvoudige Plcgtigheden van, den Chnstelijken Godsdienst  < i6'è > dienst te verwerpen. In het oogenblik der Omwenteling raooge de algemeene geestdrift zich boven alle zinlijkheid verheffen ; zoo ras die drift een weinig bedaard is, gevoelen wij ons Weer zinlijke Menfchen, Onze Pranfeha Broederen zullen dit zoo wel ondervinden ais wij. Houdt dan moed, braave Volks-L'eeraars ! van welke gezindheidgij dan ook zijn moogt, uw lot kan nimmer hooploos worden. EELHART en zijn waardige Ambtgenooten zullen eerlang reden hebben om zich met al hun mede-Burgers te verblijden. De Sataaven, willen hun Broederlijke handen niet met de traancn der birterftss droefheid doen befprocien. EELHART zal de billijkheid va» zijn Vaderland gevoelen en toejuichen : hij is onze werkzame mede-Burger , cn een door deugd veradeld Lid de.r, Maatfehappij. Te G O U D J, Bij H. L. v. BUMA , Boekverkoper, Worden mede uitgegeven re Amfterdam bil?. W.SmU, v. Leer Mthuet, II. Kei/zer, Schetneveli, Hazeu, Lattgeyeld, BriiS x Seekes, Koen.e Jr. op.de Haarlemmerdijk, Cratcnfckot,lVijnunds enz. Rorterd Meijer, Pols, van Santen, Vis, v.d. Dries,Danfirweg, Dorurecht Biusfé en Zoon, Haariem van Brusfel. Ttttmans, Leiden He-ding, Delft dc Vries, Schiedam Bete. ter, 's Hage Lceuirengcijn, Utrecht Wed. Ter Veen en Zaon , Alkmaar MolkwunSt Comp. er, Hand , Zaandam Tolk, Kool, ■sian /iken en Quakkeljlsin ; en verder alom doorgeheel Neder* 4 ij Stuiver.  WERELD-BESCHOUWEN N°. 22. (GELIJKHEID — VRIJHEID — BROEDERSCHAP.) DRIE BELANGRIJKE BRIEVEN. WAARDE WERELDBESCHOUWER! J)e 14 geheime Artikels, die tusfehen de Franfche Republiek cn den Koning van Pruisfeti, den 5 April 1795 zouden geflooten zijn , hebben, hoe zeer dezelve alle kenmerken van onechtheid zigtbaar vertoonen , hier in Amfteldam veel fenfatie niet alleen verwekt onder de Patriotten , maar ook de geestdrift der Oranjelieden gaande gemaakt. Overal befpeurde men eenige bewegingen, die hier en daar vrij oproerig waren. Zommigen van de Oranjevrienden toonden , dat zij hun ambagt , beftaande in het uitdeelea van Oorvijgen , nog niet hadden verleerd. Men kan uit dergelijke voorvalletjes eens zien , hoe deze Oranjelieden nog omtrend de Patriotten gezind zijn —. wat invloed de aanbieding van onze Broederfehap op hunne har- H, DEEL, Y 5en  < 170 > te.n gehad heeft —» men kan 'er uit sfremen , hoe zij mel de Patriotten zouden handelen, ingeval zij wederom de overhand hadden. Intusfehen moet dit voor ons niet ten rigtfnoer dienen ; wij hebben hen Broederfehap beloofd, en die belofte moeten wij gcfland doen. Misfchien worden ze eindelijk nog eens door onzemenschlievendheid overtuigd, en dit zoude immers de grootfte zegepraal zijn? ü.izc P: ovijioneele Representanten hebben ons een tref. fend voorbeeld van menfchenliefde gegecven ■— hoe zacht, hoe bedaard zijn alle hunne handelingen ! — welk een menfchenliefde ademt niet in hun bekande Proc/amatie !. . • zelfs om toch do ge moederen der Oranje partij te gewinnen , heeft isen haare partij een Cabaal genoemd. Hoe zacht waren zij omtrend de genen, die Oranje boven roepen! —•• Onze Malre , die Menfc-benwiend, konde bijnst geen draf aan zulke voorwerpen uitoefenen. Waarlijk de» man is wat al te zacht .—• maar het is zo zijn aart; zijn ge hecle hart i.s voor de Broederfehap — hij wilde zoo gaar» door weldoen alle menfchen vercenigen — en ftonc> het in 2ijne hand, de gantfche Maatfehappij maaken als eene kudde en éénen Herder. Mijne ziel is ook voor de Broederfehap , en daarom bemin ik deze Bewindsmannen — alleen fmert het mij, dat 'ernog al eenige weinigen ora het Oranje roepen geltraft zijn, eu dat men grooter Misdaadigcrs rangefrraft laat lopen. Ik bemin, WERELDBESCHOUWER! de rechtvaardigheid en daarom moet ik U zeggen, wat mij verontrust. Er is wel eens een eenvoudig , dom, woest man gegees.feld, om dat hij Oranje boven riep, die maar een louter werktuig van anderen was «- en men laat een ander, die met opzet, tegen beter weten , uitdrukkingen doet, ongemoeid. •—•Bij voorbeeld Predikanten, die openlijk weigeren God voor onze gztiotene Alliantie te danken, büjvcn openVaare Leeraars van het Menschdom f zelfs ccn PIERSON , En-  < 17' > jEugelseh Predikant, die openlijk durfde zeggen : dat da dag dir Alliantie de treurigfte ttmi voor Nederland i— en eett Predikant VIERVANT, die betuigde , God altijd te hebben geb -den voor dj voorige Confiitutie , en daar voor nog Kas, blijven gerust in hunne bcdieninge werkzaam. Nu wilde ik hebben, om dat ÜLWtaot de Broederfehap ben , dat het Volk opkwam , om de refiitutie van eer voor de bovengemelde eenvouwige , domme Oranjefchreeuwers te vraagen, op grond, dat men de laatften, die veel gevaarlijker Zijn, ook ongeftraft heeft gelaten. —> Dit voorftel wilde ik niet, dat het Volk zoude doen om iti laatften te vervolgen, neen, alleen om dat het zijne Broederfehap omtrend de eerden zoude uitoefenen. Ik bid U Wereld- Befcbouwer 1 onderfieun deZe gedachte. — Ik weet, gij denkt als uw Broeder en Medeburger. Jan Zoetzappig- GEACHTE WERELD -BESCHOUWER! Men heeft hier in de Wijk-Vergaderingen geftemd, over het Arresteeren der Regenten onder het voorig beftuur — De meerderheid was hier tegen-vooral heeft da Burger JaNISCH in Wijk 27 zich tegen het Arrest verklaard — zijné aanfpraak is gedrukt — en kan dus van eik geleczen worden. „Het Arrefteeren van bovengemelde Regenten, zegt hij „z'ou tegen de Rechten van den Mensch en Burger zijn, die „uitdruklijk bepaaien : dat niemand, wie bij ook zij, in „zijne perfoneele Vrijheid mag gekwetst worden, alvcorene „bij op eeneallezmts wettige wijze van misdaad overtuigd is." Hier in geloof ik , heeft de man gelijk t- maar wat verRaat hij door deze overtuiging ? het bijbrengen van daadzaken? wel nn die zijn yer. — De liemhebbende Steden hebben de Refotutie, om de Nederlanders van hunne bezittingen te berooven, door haare Gedeputeerden daar gefield , cn tevens, ©m de groote hmnlatie, des noods, te bewerkftelligen. Die hier niet tegen geprotesteerd hebben, zijn misdaadig , ïijn overtuigd, en moeten bijgevolggeftraft worden. — Maai' Y a het  < I?2 > het Committé (*) Revolutionair (zegt JaNISCH) heeft bij hun aftrede hen de veiligheid voor bunn» Perfonen en Goederen beloofd, ~ Deze belofte heeft het Committé volbragt, zij zijn noch door het gemeen geplunderd of vermoordt' gelijk zij hebben laten doen, omtrend &t Patriotten en hun goed, in 1787. r— Wij Zie hier de Misiive : *$&%ÏÈftté ' /" hEC ,DaSb!»d uwer Zittingen , ónder Bijlage 27 Meij , geleezcn hebbende de dcfeniie vanTrien van het voorig bewind eedaan „.ri-i„ - «gezette Leden lijk aan de Heerfcher' vfn he't Si>'Mf"fcfl*^ «motie, gelijk aan elk, beloofd heeff, dl^volkomen ve? ligheid voor hunne Perfoonen en bezittingen waamn ied%" Burger en wel in die betrekking, aanfpfaa^ieefr en hlff >n eok woord gehouden hebben;'doch daarom wel'v«w is, zodanige grondbeginfelen , als welke de fi Z l , het zelve fchijnt te willen róefrhH,\^« l -S ^ken integendeel vermeent dat^zif hunni n Z'jn tüc^da»" ,■ Leden, welke hunne Medeburgers en Sr-do nrnf,&. ' die hebben onderdrukt en vervaten er w ffir ' ° -21'''* /fe7 e« Br'BidcrfcLzp > Uit naam vanjhet voornoemde Committ(was get.) j. w< VAN HASSELTf Sfcreh  < 173 > Wij zouden JaNISCH raaden , de Couranten vin hetlaatss van 87 en van de volgende Jaaren tot op deze Revolutie eens na te lezen, en dan laten « ij aan hem over, of de bovengemelde Overtuiging niet reeds daar is, 't Verwonderd ons, dat JaNI3CH niet aangedrongen heeft op eene verantwoording van hen t indien hij al tegen het Arrest was. Ik ben voornemens eens alle de daadzaken bij elkander te plaatzen —> want de Natie fèhijnt met de Revolutie eene Revolte in haar geheugen gekregen te hebben. Zelfs alle de moorden die üirdsr Schout BAKKEM omtrend de Patriotten gepleegd zijn, ec els daadzaken bikentf ftaan , Worden niet meer genoemd, de man zelf gaat vrolijk langs den weg, 'ziet me: aandacht de Decvati-n, en hoopt op eene Omwenteling, om de Patriotten dan te doen gevoelen wat Broederfehap is. Indien JaNISCH geplunderd , afgerost , en op allerlei wijze vervolgd was, da.i zoude hij daadza'tcn bij de hand hebben , om zijne Plunderaars enz. te overtuigen en te doen arresteeren. tv* Maar zulke Patriotten zal JaNISCH immers kennen? —< of zijn ze allen gefneuvcld ? t-i of hebben dezen geen kragt van cisch ? — ja, maar bet moet zijn Cohflitutioneel *~* volgends rechten •—> dit wil zeggen : dat de geplunderde Patriotten tegen dezulken moeten procedeeren <^-> (zo fpraken eenige Provljioneelen) en dit is even zoo veel, als of men zulke Patriotten te kennen geeft, dat zij geen recht kunnen krijgen. Terwijl ik dit fehrijf, komt mij te binnen ,• dat de perfonen, die te Amfleldam wegens het Palrioiisftiè gebannen ën uitgeplunderd zijn , tot nog toe weinig Reftitte'ih van eer of goed hebben ontvangen. Hunne Voiinisfen, zo ik meen, zijn ingetrokken , dat woord ftaat mij niet nan, want daar mede fchijnt men eenig gezag of wettigheid aan het voorgaand beftuur toe te kennen — 't was beter, dat hunne Vonnisfen door Beuls handen verbrand waren. — Dit had ik liever gezien, dan het verbranden v«n Waee.is, Privilegiën Y ^ —.  < 174- > •nz. «-.Want deze beuzelingen verdwijnen van zelve, —« maar de gefchonden eer van Patriottenis van meer aanbelang, en moest met nadruk herfteld zijn.. 'Er zijn vesle dingen, die mij een raadfel zijn ik kan 'er niet doorzien. 'Er zijn 'er, die even redeneeren als JaNISCH, 't moet zijn bedaard, Conftituttoneel, vclgeuds de Rechten van den Mensch enz. —. en met al al die redeneeringen, blijven de arme en van alles ontbloote Patriotten Voordzuchten , terwijl JaNISCH en dergelijke gerust zitten [onder hun Wijnftok en Vijgeboom. Dan, het is Broederfehap, en met dat woord hebben de geplunderde, de arme Patriotten boter en brood enkleeren , ja overvloed. Nu WERELD-BESCHOUWER! ik wensch U dan ook BROEDERSCHAP cn blijf uw Medeburger. K. DENKGRAAG WAARDE WERELD - BESCHOUWER ! Daar gij als een braaf en eerlijk Vaderlander, alle zaken t ren opzigts van onze Republiek, met een Bataafsch oog befchouwt; kan ik niet nalaten, U dit volgende, ter befchöuwing toe te zenden. In de Maand van Febrttary 11. hebben onze Provifioneele Reprttfentanten van het Volk van Holland, alle uitgeweken en gebannen Patriotten uitgenoedigd, om in hun Va-, derland te rug te keerea, ten einde met de hier zijnde Burgerij, het werk der Vrijheid te voltooijen. Aan deeze uitnodiging- hebben veelen, zo niet alle uitgewekenen, voidaan; zij zijn van tijd tot tijd in hun Vaderland gekome 1. Heden ziet men weder een aantal van ~o BATO'S Vlugtelingen in onze Stad; dan , tot heden weet men niet, dat dezelve met een of ander Ambt, ter aanmoediging of voor derzelvcr fchadcloosftelling van hunne geleden rampen zijn bedeeld of gebeueficeerd neen, medeburger i zij zijn nog die, welke zij te vooren waren, berooid van have cn goed; ge-  < 175 > gedompeld in de treurigfte armoede , moetcnzij, gedeeltelijk met Vrouw en Kinderen nog in hun Vaderland rond zwerver . niemand bijna heeft zijn aandagt op hun gevestigd, >— de veelvcrmogei de Burger beklar-gt hen — ziet den jammervollen toeftand met een gevoelig oog aan — maar dit is het al. — Een Burger, die niet meer doen kan , als hen aan de zulken aan te bevelen , fielt zich zelve voor hun , en tracht het medelijdend hart over deze ongelukkigen te treffen — hij opent de beurs — veelen volgen hem en hier bij blijft het. Nu is 'er een vraag : — zoude men alle zoodanige, uitgeweckenen niet met eene of andere bediening of ambt kunnen begunstigen ? zo ja — waarom dit dan niet gedaan ? Hoe veele Officianten zijn 'er niet in ons Vaderland, ja in onze Sud, welke door hun gedrag, zeven jaaren lang getoond hebben, dat zij verdienden geremoveerd te worden? waartoe alle aanhangelingen van het Huis van ORANJE nog in hunne bedieningen gelaten? — hoe veel maal hebben de Patriotten niet geinfteerd bij hunne Vertegenwoordigers , dat Zij zouden worden geremoveerd cn verdienstelijke Bataven in derzelver posten gefteld? zou de Natie — zou het Bataaffche Volk niet gewilliger da vervallen Fhantien helpen onderfchraagen , als zij in ftaat wierdt gelteid, om daaraan naar hun vermogen te voldoen ? — Moeten de Oranje ef Prins gezinden dan , dat behouden, het geen aan hun, door de Despooten onwettig gegeven is ? Ik zoude veronderftcllen van neen — Waarde WERELD ■ BESC OUWER ! ik ben geen man van kunde , noch bezit verftand genoeg , om de nuttigheid of de noodzakelijkheid van derzelver aanblijven , te 'beöordeelen; dit is een ta*k , die ik overlaat aan den kundigen; ik bezie dc zaak oppervlakkig , en rigt veel al mijne redeneringen naar het denkbeeld van het algeracen, welkers wensch is , om dc ongelukkigen te helpen; en door het afzetten der Prinsgezindcn , die reeds genoeg hunne Beurfen gevuld hebben , bijftand aan deeze arme menfchen te verlcenen, Hoe veele br ave Predikanten zijn 'er niet, die nog amb teloos hun Vaderland bewandelen , cn zien moeten, dat zij nog  ftetds Mantel en Bef dragen — die mee geen oprecht geweten de hechten van den Mensch kunnen eerbiedigen. Is het piet te feejammcie-i, dat zoo veele kundige en braave Patriotten , di» altoos door hun Vaderlandfche taal, de achting van het, Volk verworven hebbende , voor dergelijke Beambte» moeten agterblijven? — Hoe veele Leeraars zijn 'cr niet in ons Vaderland, die openlijk zeggen, geen da'ikuur te kunnen doen — en nog den Kaïfelbiijven betreden? — Het verwondert mij grootelijks , WERELD - BESCHOUWER! i?.t onze Reprefentanten alleen het oog gevestigd hebben , pp Schoolmeesters en Catecbizeermeesters , zonder in Jding te maaken van Predikanten; daar de laatften zoo wel als de eerfteu, en mogelijk meerder, door hun invloed op het gemeen , in ftaat zijn om eene gemeente te misleiden , en aan haar een verkeerd denkbeeld van de Vrijheid inteboczeraen. Ik verondcrftel zeker, dat de Predikanten meer nadeel aan de goede zaak kunnen toebrengen dan Schoolmeesters of anderen. — Het ware te wenfehen, dat dc dweepzucht uit de harten van veelen gebannen wierdt, mogelijk zouden als dan de gemeenten wel opkomen, om dc Oranje - Predikers te removeeren — maar helaas! .... Zie daar geachte WERELD - BESCHOUWER! plaats dit in uw Weekbiady gij zult mij plqizieren. Jk ben Uw vlijtige Lezer B A T A V U S. Je GOUDA, E.ij H. L. v. EUMA , Boekverkoper, Worden mede uitgegeven te Amfterdam bij ^. ff.Stnii, y.Laa/ M,.kuct, II. litijzer, Schoeneveld, llazeu, Langeveld, Br iet. lit.ar.es, Koene jr. op de Haarlemmerdijk, Crajenfc/wt, Wijnunis enz Rotterd Meijer, Pols, \an Santen, Pis, v.d. Dries, DanJerweg, Dordrecht Blus ft en Zoon, Haarlem van Brusfelt Ttttteians, Leiden Ilerding, Delft de Fries, Schiedam Bakleer, 's Hage Leeuwenfieiju, Utrecht Wed. Ter Veen en Zoon , Alkmaar Upilteanfy. Comp. en Hand , Zaandam Tolk, Kool, tan Aken eu (juakkcljlein; en verder alom dorjrgehcci Neder'»a i a ii S.uiver.  D E WERELD-BESCHOUWER. N°. 23. (GELPjfXHEID — rRlJUEID t- MQEDERSGJidP.) Reprefentant van 7 Volk, is hij in naam en daad, Die dier de Volksfiem /preekt en voor het Volksrecht fiaat. IETS OVER DE VOLKSSTEM IN AMSTELDAM enz. 2< > in eenzaamheid ga ik «le woelingen der menfehen-kindaren eens na , en ik vind ruime ftof voor mijne befchonwingen. Ik ga met mijne gedachten in onze Amfieldamfche WykVergaderingen, cn daar r~ daar is vrij wat tc befchouwen. Allerlei voorftellen komen hier te beide, voorftcllen al dikwerf van dien aard, welker bepaaling eerst zal te pas kamen , wanneer men bezig is de Confiitutie zelve te vormen. U. BEU. Z M«"  < 178 > Men kan, uit den aard der voordellen, wel eens befpeuren, hoe zeer men ontbloot is van dc denkbeelden ecner waare Confiitutie, en hier uit ontftaan vcelerlei verwarringen. Voorftellen op voorftellen, (cn ik moet bekennen, 'er zijn onder deze nuttige voordellen) komen in de bijzondere Wijk - Vergaderingen te voorfchijn , deze verzenden zij aan dc algemeene Vergadering der, Wijk - Vergaderingen, en die geeft ze, ingeval zij haare goedkeuring wegdraagen , aan dc Reprefentanten des Volks van Amfie dam over. De groote vraag is hier; boe moeten de Reprefentantendie voorftellen , welke de befiuiten der l-Vijk - Vergaderingen zijn, befchouwen ? — als eifchen van het Volk van Amdeldam ? ■— of als verzoeken van eenige bijzondere perzonen , van eenige individuele Burgeren? — volgends het begrip der Municipaleu zelve , (altans dit blijkt uit het antwoord , toen de Burgers hen geluk wensch ten met hunne bediening) zijn de tegenwoordige Wijk-Vergaderingen het Volk van Am. fteldam nier. Hunne voorftellen zijn dan verzoeken van eenige individuele Burgeren, en niet van het Volk der Stad zelve. — Doch het Volk moet evenwel in eene vrije Republikeinfebe Confiitutie fpreken — en zelfs zijne eifchen kunnen doen gelden. — Ja, maar de Wijk-Vergaderingen, (altans dc tegenwoordige) der Stad Amftcldam, zijn het Volk niet, bijgevolg de Volksficm (preekt aldaar niet, en heeft misfchien tot dezen dag niet gefproken. Dc groote vraag is: of de Volksfiem zal en moet fpreken? dit kan niemand ontkennen , die toeftcmt, dat de Souvereiniteit, de oppermagt bij het Volk berust »— die dit ontkent is geen Burger van eene vrije Republiek. Dit dan vastgcfteld zijnde, ontfhat hier uit de natuurlijke vraag : boe of op wat wijze za! bn Volk van Atnfteldam (hier bij wil ik mij alleen bcpaalcn) fpreken ? Ik weet hier op geen anderen weg dan door Wijk - Vergaderingen? zal toch het Volk fpreken, dan moet het Volk kunnen bijeenkomen , om onderling «.ver zijne belangen re ïedenca-, eu daar over tc beiluiten. Maar  < 179 > Maar de tegenwoordige Wijkvergaderingen maaken het Volk der Stad niet uit, waarom niet? omdat 'er veele Burgers niet verfcliijnen. Hier is de vraag weder natuurlijk : Wïè behooren tot die Wijkvergaderingen'? • en het antwoord is gereed, alle Stemgerechtigden. Het befluit is hier derhalven : Het Volk Van di Stad AmJleidam moet fpreken door Wijkvergaderingen, en daar toe bebooren de Stemgerechtigden. Ik kon niet zien , Jat hier tegen een verftandig waar Republikein iets kan inbrengen. Alleen- zou men kunnen zeggen : dat 'Cr veele Stemgerechtigden in die Vergaderingen niet vcrfchiinGii — dat is zo: inaat wordt voor hun de deur gefloten? neen; waarom blijven zij dan ae-tcr? —Zij moeten worden opgeroepen — goed ; maar als zij dan nog agrer blijven wat dan ? —dan geven zij hun recht zelvcn weg ; dat zoü ik ook mcencn ; 'er is derhalven niets overig om de Volkileiri der Stad uittcbrengen: dan eene algemeene oproeping (in ieder wijk) van al ie de Stemgerechtigden, of van alle Burgers, geene uitgezouderdj De !rul'zfiem va» Amfteldam moet Mn door alle Stemgerechtigden, verdeeld cn vergaderd bij Wijken, zich doen ho ren, als zijnde dit de eenige en waare Volksftem. ' Maar zulk eene Volksftem fpreekt nog in Amfteldam niet ^ Dit is te verwjnderen , 'er worden Municipaalen verkoozen door het Volk, en dat Volk kan zich als een eenige ftem nog niet doen hooren - altans men erkent dc tegenwoordige Wijkvergaderingen niet als zodanig. - Doch,volgends onze tegenwoordige Confiitutie, berust dc Oppermagt bij het Volk, en dat Volk, als het Volk van Amjlcidam, kan zedert de vestiging van die Confiitutie , zijne Item nog niet, als de ftem des Volks, doen höoreri'; bijgeVolg is bij dit Volk dc SouVefêiniteii een louter ideaal. Evenwel dit Volk heeft dat recht, en wil daar van gebruik maaken. .—Waarom dan geen plan daargeftcld, om hetzelve geregeld te doen fpreken? - Men zegt vrij algemeen: alle Stemgerec rZ a "S-  ■ < i8o > tigden moeten in ieder Wijk opgeroepen werden — dat dit gefchiede — dat dit zonder verwijl gefchiede - ja maar de Municipaliteit zal die dan dit voorde Volksftem erkennen? — Wel zeker; de Municipaliteit erkent de Volksftem, en moet die erkennen , of zij zoude tegen de Rechten van den Mensch handelen. —,— Doch 'er is hier een zwaarigheid : „dan (zegt men) is >ér eene Regeering in eene Regeering. _ Als het Volk fpreekt tot of iets eischt van hunne Vertegenwoordigers dan is 'er eene Regeering in eene Regeering" ^ die dit ftaande houdt, ontkent de Volksftem-den Reprefentanten is de uitvoerende magt toebetrouvvd, en dc oppermagt berust bij het Volk — maakt dit eene Regeering in eene Regeering? — De Stedelijke Reprefentanten hebben veele Domesticque bemoejingen, hun Stad betreffende , zij moeten de zaken haare gewoonen loop doen houden enz. Maar deze Reprefentanten zijn van het Volk verkoozen, en als Volks-Rcprefentantcn moeten zij het Volk hooren ; bijgevolg moet'er een Plan zijn volgends welke het Volk kan fpreken - 't Is daarvan de pligt der Reprefentanten dit te bevoorderen, ten einde zij zich zeiven, desnoodig zijnde, van de Volksftem kunnen verzekeren en daar op beroepen. — Maar dit Volk (herhaalcn wij nogmaals) kon niet anders fpreken dan door Wijkvergaderingen, waar toe alle Stemgerechtigden moeten genodigd worden, bijgevolg moeten zij tot de daarftclling van zulke compleere Wijkvergaderingen medewerken, cn dezelve voor het Volk erkennen 'Er fchiet dus niet anders overig, dan eene oproeping van' alle de Stemgerechtigden in dc bijzondere wijken - dit gedaan zijnde, fpreekt het Volk, nadien elk, die in deze Vergaderingen ^ verfchijnt, zijn eigen recht niet doet gelden, en zich als een onwaardig Burger gedraagr. Indien men om dat te bevoorderen, een nieuw Plan van oproeping voor deze Stad maakte, dan zoude men daarin omtrent de Wijkvergaderingen een vast plan tevens kunnen daarftellen. Wij dringen op deze Volksftem tefterker aan, om dat.nu, tot hedca geen Volksftem in Amfieldam lebijnt tc hebben{>~ al-  altans mon twist, «at al of niet de Volksftem is. — Dit is een zeldzaam verfchijnzel in eene vrije Republicq. —.'Dan men verwacht van dc tegenwoordige Amfteldamfche Municipaalen , dat zij met die groote zaak, hunne Reprefeutatie, als het ware, beginnen zullen. Het Volk verwacht dit van zijne tegenwoordige Reprefentanten te meer , om dat 'er twee Burgers onder hen zicli bevinden , die zich voor dc belangen der Wijkvergaderingen met alle hunne vermogens in de bresfe hebben geitald. Het vertrouwt van die beiden , dat zij nu als Reprefentanten nog dezelve zuilen zijn , die zij vooimaals waren als ■Pr. jident eu Vke-Prtfident der Vergadering van de Wijkvergaderingen, i—. En als dan dunt 'net vertrouwen, dar een BROUWER eu VEilSTER met dit gewigtig ft uk in de Vergadering der i\lunic'tpaalen aanftonds zuilen ten voorfchijn komen. Intusfehen verwondert het ons ten hoogftcn, dat zo veele Burgers van Amfteldum in hunne wijken zamenkomeii , om over hunne belangen te redenen , zonder dat zij weren , of zij al dan niet voor her. Volk erkend worden. — Waar toe toch bijeenkomften, waar toe Vergaderingen , waar toe voorftellen en bcll uiten van dezelve; ï:~ Jicn Je 1'crfonen geen magt of recht hebben , om zulke voorftellen of befiuiten te docu gelden, indriiii hunne Vergaderingen niet als wettig erkend worden ? Wij liaan verbaasd , dat een verftandig man een eenig voorftel kan doen in zijne Wijkvergadering', zo hij niet gemelde veriekering, of erkenning van de Municipaliteit zelve heeft. —' Dc Amjiêldamfcb'e Burgers kunnen dan hier uit zien , wat hun tc doen ftaat, wat hun ccrlre za.-.k moet zijn , willen zij niet voorJgaan zich nier luuterc voorftellen te vermaaken, cn hun tijd te vei beuzelen. Wij hebben , waarde Medeburgers! in de jr.aren 1786 cn 1787 geleerd, wat de gevolgen zijn van Vergaderingen, die Zonder een plan , zonder grond, zonder sUel woikcn. Indien wij zede.d niet geleerd i.ebbe.i voortaan die dwaasheden ^3 te  < i'a > te vermijden en verftandiger ons te gedragen, zal eene totaale verwarring het einde zijn van alle onze Tegenwoordige woelingen. Jammer is het, dat zo veele verftandigen in ons Vaderland zwijgen. — Veele mannen , die door hunne fchriften getoond hebben , de waare verlichters der menfchen te zijn , zitten werkeloos — of laat ik liever zeggen, zij worden noch aangezocht, noch gcfteld in Posten, waar roe zij alleen berekend zijn- — Dan , wij zullen hier van in het vervolg meer zeg. gen — thands befluijten wij met den volgenden Brief, die ons ter plaatzing is medegedeeld. VEELGEACHTE WERELD-BESCHOUWER ! Ik heb daar 14 Artikelen , die men geheime Artikelen noemt, in de Courant gelezen — deze Artikelen kunnen zeker niet overeengebragt worden met het Cbara&er der Franfchen en de Alliantie, die wij met hen hebben, en moeten uit dien hoofde als onecht befchouwd worden. — Evenwel fchijneuze de Oranjeklanten eenige hoop te hebben gegeven op eene aanftaande Ilevulutie door Prttisfin — cn die hoop wordt verfterkt door den Brief, die 'er van WILLEM VAN ORANJE, kort daarop ons door de Couranten is medegedeeld. De oproerige bewecgingen , welke daar door lijken veroorzaakt zijn, tooncn duidelijk wat zij nog verwachten , en hoe zij omtrend de Patriotten gezind zijii. Men zou zeggen : Waarom die menfchen toch zofterknaar WILLEM VAN ORANJE verlangen ? Is het em zijne deugden f —- Ik verklaar heilig , 'cr geene van hem te weten — is het om zijn ijver voor de belangen van 't Vaderland? — ik weet wel,dat hij het Vaderland verarmd en uitgemergeld, maar niet, dat hij het cenig vaordeel toegebnigt heeft. — Is het, om het voordeel, dat wij door zijne bedieningen genoten ? ■— Dit kan elk berekenen , die de inkomften , welke hij van zijne Ambten jaarlijks genoot, opeenelijstbrengt.— Of is hij om andere redenen , zo noodzaakiijk , dat wij hem niet kunnen mrsfen ? ik beken, deze niet te weten, cn ge- loo-  < 183 > loova, dat buiten hem en zijn wijf, en zijn geheele familieons Vadcrlandjen wel zal beftuurd worden. *— Mijn Buurvrouw vreest voor den waaren Godsdienst, nu WILLKM VAN ORANJE uit het land is. — Maar lieve Hemel! als WILLEM daar van dc behouder hadde moeten zijn , dan was dc Godsdienst al voor hem uir Nederland vertrokken. . Ook kan ik niet zien , dat iemand in zijne Godsdienftige verrigtingen , zederd WILLEMS vertrek, gehinderd wordt— integendeel, 'er k een plcgtig gebod, dat niemand dien eerdienst mag. ftooren— dat ftaat voor alle Godsdienftige gebouwen met groote letters, ter waarfchoxwing van een ieder.— Evenwel dc Oranjelieden willen bunnen WILLEM weder hebben, altans zij bidden hier om daaglijks. i—• Laat ons eens ftellen, dat zij hunne begeerte verkreegen; zou dan het land niet totaal, onherftrfbaar verwoest worden ? Zou dan de wraak niet overal bloed en moordtooneelcn oprigten ? —< Ik laat aan de Oranjelieden zelvcn over re betuigen , of zij ons als dan de hand van Broederfehap zoude toereiken. •—• Broederfehap ? — Ja, klap op klap. — De toneelen van 87 zouden, maarfchaduwbeelden bij deze verfchijnzelen zijn. —Mijn Wijf is gcrefolveerd om mer mij dan aauftonds naar America te gaan — ik he-b daar niet tegen •—t maar hoe zal ik 'er met haar komen ? — Zij verbeeldt zich, dat wij 'er zo gemaklijk zouden komen , als in 87 in Brabant. •— Ik deuk 'er nog mijn hoofd niet mede te bezwe.aren <— maar dit weet ik, als WILLEM komt, dan vertrek ik, al was het met con luchtbal. Ik moet intusfehen lachen om alle de zotte redeneeringen, welke die domme verdwaalden, over ORANJE ho-aden. —— Evenwel bedroef ik mij ook dikwerf over dc ligtgeloovighcid van zommige Patriotten —< tevens over hunne redeneeringen , over dergelijke nicuwsvcrtellingen. — 't Is.Wonderlijk, een. zotte Brief van WILLEM trekt mcerhiunic oplettendheid dan gevvigtige onderwerpen, — Ik kom des morgens in gezdfehappen van deftige Burgeren , zij zitten bedaard , lezen de Courant, cn gaan vcrvolgcnds naar de Beurs; niemand heeft iets van belang, over een Brief van WILLEM ja, daar overlaat men  < i8+ > men zich uit; maar over gewigtige ftukken hoor ik niets; dc één vertrouwt den ander niet, men wil ieders Vriend zijn; en met alle die bijzondere oogmerken wordt het algemeene het groote, het waare doel uit het oog verloren. —. Waarlijk , WereUibefi-bouiver .' wij hebben allerlei zoort van Patriotten —. het beste zoort maakt geen groot gcral , en dit maakt de toeftand der Patriotten zwak — evenwel is 'er geen vrees bij mij voor een Contra-revolutie, want daar op zullen de FranJbben pasfen. Ik hoop, dat onze Reprefentanten in den Haag, maar zullen door werken, en zich met de gewigtigftc ftukken zullen bezig houden. — De uitvoering der Organifitie onzer Land- en Zee - magt — de döarftelling van eene Nationaaie Conventie, —■ dit zijn zaken van het uiterst aanbelang. De Plannen zijn 'er — en indien deze goed zijn, ontbreekt alleen nog maar de uitvoering, hier roe zijn wel kundige lieden te vinden; en dus is "er hope, dat wij haast dingen zullen zien , die naar ecu Confiitutioneel werk gelijken. i Dit alles H'ércldbefc houwer! lag op mijn harten moest 'er eens af — behaagt het U , deel her mede t— ik blijf uw mede-Burger! HENDRIK DENKER, Te GOUDA, Bij H. L. v. BUMA , Boekverkoper, Werden mede uitgegeven te Anifterdam bijW.Smit, v.Lear Èlahuet, 11. Kt ij ze r, Schoetievcli , Uazeu , Langeyeld, Brilt, Saalces, Koene Jr. op de Haarlemmerdijk, Crajenfchot, JVtjnunds enz. Rocterd. Meijer, Pots, van Senten, Vis,y.d. Dries, Dan. fertveg, Dordiccht Blusfó en Zoon, Haarlem van Brusfel, Tettmans, Leiden Ilerding, Delft de fries, Schiedam Bakter, 's Hage Leeuwenfieijn, Utrecht Wed. Ter Veen en Zoon , Alkmaar .UoikmanSc. Comp. en Hand , Zaandam T*lk,Kael, van Aken en Qjiakkeljlein; en verder alom deorgeheal Nedejv land h ii Staiver.  D E WERELD-BESCHOUWER* N°. 24. (fiELiJKHElD — VRJJUEJD — B-ROEDERSCIMB.) De fnoodaard heeft geen Vaderland, Maar offert alles op, aan zijn gevloekt verlangen ,• Doch zijn verwachting fmoort in 't zand, Hij wordt, hoe listig ook, in eigen frik gevangen. WOEL TN GEN DER BOOZE N. BURGEER W E RJE LD-BESCHOUWERI Schoon ik maar een eenvoudig Doodgraver op een klei» Dorpje ben, heb ik de Vrijheid en de GeHj'zheid zo lief als de rijkfte, de aanzienlijkfte Patriot, en mooglijk nog veel liever; want ik doe het niet om eigen voordeel, of om mijn Ambt, als Doodgraver, te behouden. Och neen! om geen Ambt, wat het ook wezen mag, zoude ik anders willen fpreken, als ik denk. Ook is dc eenige Oranjekraier, die II. DEEL. Aa hier  < 186 > hier een beetjen te zeggen hadt-, nu dood. Deze moet gij weten, Mijn Heer Burger! was de Schout en Secretaris van ons Dorp. Mijn Zuster hadt weker ais Meid bij hem gediend; doch zij was eindelijk zijn Vrouw geworden, fchoon zij haar dat Hrrwlijk wel duizendmaal beklaagd heeft, want KATRJN is een goed fchaap , cn de booze Kerel heeft haar ondragelijk getracteerd; nu , kruipend* flaaven kunnen look niet anders doen. Bij de zoogenaamde Grootcn laten zij Zich zelve trappen en kusfen nog het ftof van de fchoene'n Doch over die;vernedering zoeken zij zich weer te vertroosten , door elk* wie zij kunnen, te doen beeven en op hun beurt weer te vertrappen. Let maar eens op alle vaffche vleiers en kruipers; zij zijn kleine tijrannen in hun eigen Huis . zij neemen alleen een Vrouw om die te kunnen dwingen; hebben zij Kinders, dat zijn hunne flaaven en hebben zij noch Vrouw, noch Kinders , dan fpeelen zij voorDwingeland cn Beul over onschuldige dieren. Maar , om tot de zaakto komen ; mijn Zwager (hij wilde nooit dulden t dat ik hem dus noemde; doch ik heb een ijslijk diep graf voor hem gemaakt, zoo dat hij dit nu niet meer kan hooren) mijn Zwager is dood (zeg ik) en KATRIJN verzocht mij om den boe zoo eens te komen nazien , want, al zeg ik het zelf, ik kan haar nog al eens te recht helpen. Wij kceken dan fl. papieren (die 0p 'de Schrijftafel en op de Lezenaar van den ouden zoojnaarneêrgefirooid lagen) eerst na; onder andere nesten vond ik dezen Brief, dien ik aan IJ wil zenden, om U tooncn , hoe kwaadaartig de Aanhangers van Ora,j9 zijn, Mijn Zwager (Jat ik hem nog zoo noem) heeft dezen Brief, den dag voor zijn dooi ontvangen. De Schrijver heeft, in plaats van zijn naam, maar flens eenige teckens cn ftreep,„ gezet, zoo dat ik niet recht weet van vvieu hij gekoomen is; evenwel denken KATRIJN en ik , dat wij dit wel zouden kunnen raaden , en zo hij, dien wij bedoelen, de Schrijver van dezen Brief is, dan Weeft nooit grootcr Huichelaar op twee heen en gelopen ; hij ftond m elk beke-rd als een Haaf van ORANJE ander het oude be-  < iS7 > beft.uir, WILLEM was zijn afgod, cn bij hadt altijd iets te bedelen, hc: welk hij osk doorgaands verkreeg. Elk dachte , dat hij de Triumfante Zeetogt met den Admirdt i der Ptnkjens zoude ondernomen hebben; maar geheime, doch niet minder gewigtige redenen , bewogen hem om in het Land te blijven. Zo ras de Franfchen zich in zijn omtrek bevonden, behandelde hij die, als zijn beste , zijn langverwachte vrienden; hij gaat zo vertrouwlijk met hen om, als de meest bekende Patriot, en zelfs beter; want hijweetzich haar alles te fchikken cn te draaien; hij weet alles toetejuinen en te zegenen , fchoon hij het in zijn hart vloekt. De goede Franfchen nemen dit alles aan voor oprechte munt; hun aard is niet wantrouwend, cn dus zijn zij met dit gemaskerd gedrocht bij uitnemenheid in hun fchik , terwijl onze waare Vaderlandfche Patriotten (die niets taejuichen dan dat Zij waïrlijk goedkeuren, die met alles blindeling naarapen; maar alles willen onderzoeken, cn het goede behouden) terwijl deze waare Vaderlandfche Patriotten menigWerf, door hunne Franfche Broederen, als minder driftigen , of wclmcencndc Vrijheidsvrienden aangezien worden. Doch de booswichten zullen wel ontdekt worden door den tijd. Nu zulk een fnaak zoude de Schrijver van dezen Brief wezen, indien KATRIJN en ik, het wél hebben. Doch wij kunnen ook mis weien ; daar is meer fchrift, dat naar elkander gelijkt; och ja! de waare Gelijkheid befiaat zoo weinig in letters als in woorden Ik weet best waar de Gelijkheid waarachtig In te vinden is, weet gij waarin Vriend? in de doodsbeenderen, cn in'het ftof der verteerde Lijken, dat met geen mooglijkheid van elkander te onderfcheiden is. Vaarwel! ik wensch (J heil, cn noodig Ü tot Broederfehap; zeg eens, wat gij over den Brief van mijn Zwagers Kameraad denkt. Ik ben KLAAS Doodgraver. Aan den IVei-lZJckii Gejfrèngen lieer Schout en Secretaris van ...... Wel-Edel Gcftreng Heer en Hoog- eerbiedig Vriend! Onze zaken beginnen een veel beter aanzien tc krijgen, dan Aai wij  < i88 > Wij immeiidurfaen hoopen. De oneenighcid en het wantrouwen onder de Patriotten, wint dagelijks veld, en dit is het eigenlijk , dat ons op den troon moet helpen. Onze partij wint oneindig meer (door de Franfchen in een ver keerd denkbeeld omtrent de Bataaven te brengen, en door die laatften tegen elkander in het harnas te jaagen) dan of ZlZVT1 r£Ë'C1' °P ^ bCen haddC"' —3 aan deszelfs hoof fielden. Het was onze, en dat hetzelfde is, de Engelschgezinde Partij , die het Franfehe Volk deed morren over de edelmoedigheid van zijn Generaal, in het treffen oï Capuulatie met Holland en Zeeland betoond. Wij fchilderden de rijkdommen en den overvloed der Bataven, zoo lee vendig en met zulke iterke kleuren af, dat d. ligtvuurvatraakte. Ve CldillSSkl'agt Volle vla'« ««- Wij vleiden ons , dat zij gebruik van hun overmagt zouden gemaakt, en geheel de Hollandfehe Republicq tot een Wingewest verklaard hebben; ware dit gebeurd, dan hadden Wij gezegepraald. De natuurlijke Vaderlandsliefde , die „en 71ff:!MI'aftertrCk d" Mf^f', ^udenietkun- een VrU C T l' * ** — van een Vr j-Gemeenebest verlooren hadt. Ook zoude de trouwloosheid der Franfchen alle Broederlijke yereeniging uk den aart eerlijk en ^„dvastig getrouw Volk " altijd verfcheurd hebben. Dech dir gelukre niet. De ^S *J wilden hun woord houden, en aan het Hollandse!, Volk de onaflianglijkheid bezorgen. Doeh „„ was het roeh on e onze zaak om de hardfte voorwaarden aan dezijde der Fran fchen te doen geboren worden : wijWe E«S f Or.njegezinden namelijk) wij fpaarden Z " zr n „, , ' 1 «paaiden geen moeite of list • J fPrakC" 0nZC ZC"ddi"^ «t de mee behoeftige Burgers) „Ftanfchen. zoudt gij de vruchten vl «uw Overwinningen, van uwe tailooze opofferingen ni« ""dl EÏÏS ? Z0£kt ü **» ~ Sedroon die du ..moedigheid van die vruchten te berooven, en de voordee- „len  € 139 > „len komen U toe; gij hebt die rechtvaardig verdiend ; zoudt „gij aan veele dingen gebrek lijden ? zoudt gij Uwe welvaart, „uw goed en bloed verfpild hebben ; terwijl een Volk, dat „gij van keccens verlost hebt, zich in overvloed blijft baa„den? zich dronken raiakt> door weelde , en zelfs zijn moed , „zijne Vrijheidsliefde onder zijn nutteloos goud begraaft? „Neen Franfche Burgers! gebruikt de rechten die U toeko» „men; verzadigt U met den rechtvaardigden loon, die ooit „brave daaden bekroond heeft.". Deze raai was niet geheel zonder invlded, en wij verwachten reëels met verrukking de hecrlijkde uitkomst voor ons—< maar vervloekt zijn de tegenwerkingen van de Hollandfche Patriotten, die zich in Frankrijk bevonden; ja eeuwig vervloekt zij ecu BLAUW, een MEIJER , die qnzeheerlijkfje ontwerpen hebben verijdeld. Zijne Hoogheid, WILLEM DE VIJFDE, heeft BLAUW cn MEIJER tot in het diepfte fchuilhockjen van den helfchen afgrond gewenscht , cn de glorij der Britten , de nooir voir'o'emde PIÏT, heeft BEè'LSEBUB met al zijn onderhebbende duivclfchc manfehappen , reeds op die twee HoHend'ersjtegast genoodigd. Degeflootcne Alliantie beantwoord geheel niet aan onze venvachcing, Holland verliest wel veel, maar de onfehatbare waarde, die het aan Vrijheid, aan onafhanklijkheid gehecht heef:, doet al die verliezen in hun oog verdwijnen. —Doch heton.breekt ons, dank zij onze fchranderheid , nog niet aan middelen , om voor het minst de heilzaame oogmerken der Patriotten re dwarsboomen ; veelen jvah ons houden zich geheel Franschgezind, dringen zich iri bij de Generaals en verdere Officieren, zij roemen hunne dapperheid ; maar vooral hunne Vaderlandsliefde; zij bewonderen al de moeite, al de afmattingen en ongemakken die zij doorgedaan hebben, zij fehilderen do Bataaven als een duin , eigenbelangzoekend Volk af, dat door weelde en overvloed bedorven wordt. Hierom raaden zij elk Fransen Burger, om, zoo veel mooglijk is , de Bataaven van hun verpestenden rijkdom te ontlasten : ontbiedt voor tenige Miuiuensn aan Asjignaateri, zoo was reeds leng hun Aaj taal.  < .ipo > taal, bh geeft die in Holland uit : het Land wisfelt die van de Burgerij toch in, zodat defchadeop bet Land zelf'komt; hierdoor hordt de Franfche Republicq van een ontzaglijke menigte Afignaalen verlost, en gij allen kunt met kostbare Koopzvaareu uit de Bataavfche Republicq terug keeren. Dat Zij dezen raad hier en daar opgevolgd hébben , zal dc fom van Asrignaarcn, die door ons Land ingewisfeid is, cn die oneindig ver do fom der Franfche Krijgsbczohliging overtreft, aantooncu. Hierdoor nu vérliezen de zwakke Patriotten hun meeste drift cn liefde voor de Frahfcben; ook de weldenkende, maar de behoeftige Burgërftand wordt uitgemergeld; zoo dat de ftèrkfte Patriotten onder dezen met een treurig oog op hun kwijnenden welvaart cn verarmd Huisgezin ncderzicn. Anderen van onze partij bemoeien zich , om de Patriotten onderling te verdeeicn. Eenigcn van hun blaazen zij aan tot de uiterfte ftrengheid. „De Oranjepartij (roepen zij) moet met wortel cn tak uitgeroeid worden, of niets komt ooit in ordre," bij anderen prediken wij de zachtheid, de mcnschlievendheid en dc Broederfehap tot in het overgedrevéne toe. „Geen wraak (zeg, „gen wij) tegen dezen; maar vergiftlis fchen.ken voegt aan „een waar Parriot. Waarom zoudt gij de vrienden van Oran„je, indien zij zich ftil houden, voor hun gepleegdemisdaa„den doen boeten of van hun Ambten berooven ? ó! Ditware „wreedheid", bij eenderde ibort van Patrio* ten leeren vrij', dat een volkomen rust cn werkeloosheid de eenige menfehe. lrjkc zaligheid is. Bij deze dikbloedige fchepzelen verwekken wij , intusfehen, de écne bekommering na de andere; wij roepen dc Pruisfen, de Luge/fcheu, de Rusfen, en dc wraak des hemels voor hun verbeelding te voorfchijn, „dc Franfchen (zeggen wij( hebben ons verraden; zij zijn her eens „met Engeland, met den Prins , en met Pruisfen" , om aan dit zeggen meer kragt te geven , hebben wij eenige geheime Artikelen, bij het Vrede-Verdrag der Franfchen cn der Pruisfen verzonnen. —• Deze  Deze Artikelen hebben wij laten drukken, en uitgeftrooid. Dit heeft het Hollandsch Krijgsvolk (dat wij door defchoonstverdigtc leugens weten te mislieden) met geheele benden doen weglopen , en terwijl de valschheid van die geheime Artikelen beginnen aan deo dag te komen, hebben wij onzen Doorluchrigen WILLEM, een Declaratoir laten fchrijvcu , waarin hij de Staaten Generaal vreeslijk befchuldigd, waarin hij zich nog als Erf-ftadhoudcr, Erf-kapitein cn Admiraal Generaal vertoont, en de gronden opgeeft, die zijn reis naar Engeland noodzakelijk maakten. Indien dit fbnk niet een gewenschte uitwerking heefr op domme , kleine , wankelmoedige zielen , kijk, dan heb ik'er geen verftand van. Intusfehen genieten, wij dc vreugd , om veele gewigtige zaken in een heerlijke verwarring te zien; de ledige geldkisten kunnen maar niet aangevuld worden, dc geduchte Zeemagt legt nog op iiapel, of: in deZeedokkcn; dc voortreflijke ongeörganifeerde Armee fmelt weg, als een wasch gemaakt fchaapjen bij een gloeienden turfkool, en van dc nieuwe Confiitutie , is nog niets aanwezig dan ontelbare plannen; en hier dient het ook bij te blijven. De Nqtionaale Conventie moet nooit verder bij ons bekend worden dan heden; dat is te zeggen : wij moeten haar bij naam kennen , en veel plannen van oproeping bezitten ; want indien die waarlijk daadlijk zamengeroepen wordt, dan lag onze partij in het voetzand. Wat zegt gij , mijn Vriend! hebben wij geen reden om or.s te vleien? Ik bid U , werk toch zonder ophouden mede om onccnighcid cn twist te zaaien-—hoe klein , hoe afgelegen uw Dorpjen moge zijn, het kan toch van dienst zijn. Het meerder getal van uwe Dorpelingen zijn Roomschgezinden ; deze moet gij door de tweede en derde hand aanzetten, om zich eindelijk eens te doen gelden , en zich op de Gereformeerden te wreeken. Gij moet hun heimelijk doen begrijpen , dar de eer van hun Kerk nn ftaat gehandhaafd te worden , cn dat alle dc Ketterijen moeten onderdrukt worden <—< zorg, dat zij de Protefianten uit alle beftuuring fluiten, en van alle voordeelcn zoeken tc beroo. ven; hierdoor zal de Reliegiehtat or.twaaken; dc Protestan. - • ten  < 192 > te» zullen van onderdrukking en vervolging fchreeuwen: meer hebben wij niet noodig, om alles in vuur en vlam té zetten, want onze Natie is uit den aard Godsdicnftig; en veelen zijn nog niet va-baar voor de waare eenvoudigheid van den Kristelijken Godsdienst; waren zij dir, mijn Vriend! dan waren wij verloren, zij zouden vrij wij willen zijn , als redenaiagtige wezens voegt, en elk mensch doen , het geen zij wenschten zeiven gedaan te worden. Doch zoo lang het al emeen nog niet kan g looven , dat Staatkunde niets met Godsdienftige gevoelens te maaken heeft, zoo lang het Volk den Kristelijken Godsdienst nog niet verheven genoeg acht, om zich door haar eigen waardij te vestigen , en ftaande te houden , zoo lang mogen wij nog alles hoopen. Nu , veel geluk mijn Vriend! zaaij toch onrust, waar gij kunt, en ^eleof, dat ik ben, Wel Edel Geftreng Heer! uw Onderdaa. nige, uw Ootmoedige Dienaar, WILLEM TWISTLIEF. Wij bedanken KLAAS DEN DOODGRAAVER, en zullen in het vervolg onze gedagten zeggen. ——. Te O O U D A, Bij H. L. v. BUMA , Boekverkoper, Worden mede uitgegeven te Amüerdam bij J. IV. Smit, v. Lear JMekuel, H. Keijzer, Seliooneveld , Hazeu , Langeveld, Brilt ■Saakes, Koene Jr op de Hsarlen meid jk, Crajen/ckot, If 'ijnundi enz. Rottcrd. Meijer, Pols, van Santen, Fis, y.d. Bries, Danfeiwe/t, Dordrecht Blusfé cn Zoon, Haarlem van Brusfel, Ttttmans, Leiden Hei ding, Delft de fries, Schiedam Eakter, 's Hage Leeuwenfleijn, Utrecht Wed. Ter Veen cn Zoon , Alkmaar MolkonmSc Comp. cn Hand , Zaandam Tolk, Kool, van Aken en Q/iakkciJUi»; en verder alom door geheel Nederland a ii Stuiver.  D E WERELD-BESCHOUWER. N°. 25. (GELIJKHEID — VRIJHEID — BROEDERSCHAP.') TWEE BRIEVEN. WAARDE WERELD-BE SCHOUWER! 't ^^as hier gisteren in Amfteldam vrij woelig; op één der Groenmarkten was het toneel - de Wijven waren in gevegt met Smousten, joegen hen van de Markt, uit hoofde dat zij gewoon waren, alles op te koopen; de Aardappels en Wortels daalden aanftonds aanmerkelijk in prijs , en het gejuich van hoezee deed hier op de lugt weergalmen. Ik fprak hier over met een verftandig Koopman — hij was van gedachte, dat ,nu de Schippers met hunne Aardappelen, II. DEEL. Bb eQ  < 194 > en de Boeren met hunne Groente zouden te rug blijven, -» ik deed hem opmerken , dat deze vfeeze ongegrond was, wijl de Aardappels van de cerfte teelt niet konden duuren ] en /ij die toch nergens zo duur als te Amjieldam konden kwijt worden. Hij deed; mij verder opmerken, dat de duurte een blijk was van fchaarshcid, en dat die elk derwaards trok , hier door (zcide hij) komt weder overvloed, en bijgevolg' eene daaling in den prijs , dan ik hield aan met te zeggen , dat men onder dit voorgeeven van alle Koopwaaren eene monopolie kon maaken , dat men in de laatfte jaaren gezien hadde, tot welk een' hoogen prijs het Koorn cn dusookhet Brood is gehouden , en dat zelfs in een tijd, waarin 'er aan Koorn geen gebrek was. — Doch mijn befchouwende ziel was niet beftand tegen die van een winstzoekenden Koopman , hij bewees met veele ftaaltjens , die hem dc ondervinding hadde aan de hand gegeven, dat eik zijn Koopwaaren Zo duur moeste verkoopen als hij konde. Ik heb dit eens nagedacht, en ben naar een rijpe overweeging van gedachte, dat een klein getal rijke Kooplieden in flaat zijn , om geheel Nederland duur Brood te doen eeten. Die bijgevolg eenige tonnen gouds bezit, kan gcmaklijk daar bij eenige tonnen verzamelen. Elk, bij voorbeeld, moet eeten; zo dan eenige Koopers het Koorn op prijs weten te houden, zijn alle hunne medcBurgcrs genoodzaakt zich daar na te fchikken. — Of nu dit jnooglijk is , of dit ni&t we! eens gebeurt, zal de ondervinding voor mij bevestigen. Zou hier voor geen middel zijn, WreM-ïcJl-bouzver ! om dit te beletten? Menschlievendheid fpoort mij tot deze vraag aan.. — 'Er zijn zoo veele menfchen in Nederland, die wegens de duurte naauwlijks Brood kunnen krijgen , zich geheele dagen alleen met eenige Aardappels uit het water genecren , en half verzadigd den disch moeten verlaten. — Ik heb ecu Moeder met zes Kinders ontmoet, die betuigde, dat zij noch haare Kinders in vier dagen eene beete Broods geil ut-  < 195 > tiuttigd hadden, en nooit zal ik het vergeeten, welk eene vreugde ik in dit Huisgezin verwekte , toen ik Brood liethaaien cn ieder daar van iets mededeelde. - De kleine Kinderkens' zoenden mijne banden, en de Moeder, wier Man voor 't Vaderland als Patriot gefneuveld was , fprak eene taal, die mijn geheel hart deed bloeden. „Burger! (zeide zij) mijn Man en hun Vader heeft zijn leven voor het Vaderland opgeofferd - ik hoop, dat zijn bloed het Vaderhand zoo veel zal waard zijn, dat het zijne Kinderen niet „van honger zal laten fterven, - ik beveel dezelve aan U „a's Mensch en als Kristen - misfchien zullen dezen hun „Vaders voetftappen nog eens volgen , eu ook des nood» „voor het Vaderland zich opofferen." Ik kon de braave Vrouw niet antwoorden , gaf de Kinders een zoen , en ging met een gewond hart heen gij begrijpt, dat ik de Vrouwen Kinders aanftonds van'tuoodige bezorgde, cn dat mijn ziel zich in deze bezorging verheugde. Ik haal dit voorbeeld aan, om U te tooucn , dat 'er Huisgezinnen zijn , die volftrekt geen Brood, wegens de duurte, kunnen koopen ~. en dat de armoede bij veelen groot is. ~i Ik vertrouw, dat men niet langer zal tblereereu, dat eenige weinigen zich verrijken met het fober dagloon van zoo veele duizenden, of liever, dat weinig Perfoonen, om zich fchatrijk te maaken , duizenden verarmen en gebrek doen lijden. Zo gij hier omtrent een middel weet, deel het mede. » Ik blijf uw Mede-Burger! JAN GOEDHART. Bb * Wij)  Wij zouden aan het' verzoek van GOEDHART gaarn voldoen , doch betuigen in dezen verlegen te zijn. Dat 'er zulke Kooplieden zijn, als GOE D HART vermeent, durven wij niet vastftellen. 't Zou best zijn , eens op te neemen, hoe veel Koorn 'er in ons Land was , Deze opgave gefchiedt (zo ik meen) ieder maand in Awfleldam, en dus kan men aldaar eene zekere berekening maaken , hoe veel het Koorn en het Brood behoorde te gelden. Omtrent de prijs der Aardappelen heeft de Municipaliteit reeds voorzien en door eene Publicatie de opkoopingedaar van verboden. Jammer is het, dat misnoegde Burgers de rust verftooren — zij moesten zich bij hunne Reprefentanten vervoegen, en daar aan hunne belangen te kennen geven. Hier door zouden zij de eer van het Patriotisme ongefchonden ■ bewaaren, en tevens alle hunne billijke verzoeken voldaan zien. Wij vermaanen hier toe onze mede-Burgers! wij begecren dit van hen, als edeldenkende Patriotten, jawijfmeeken hen bij het behoud van hun Vaderland, dat zij toch de rust en de orde nimmer verftooren; Neen ! zij moeten zich niet gelijk Rellen aan de oproerigen van 87 , -~ zij moeten door hunne daaden t00nen , dat 'er tusfehen deze en hen zo veel onderfcheid is, als tusfehen godloozen en rechtvaardi gen. De volgende Brief is ons insgelijks ter plaatzing fóegezonden, fc WAAR.  < 197 > WAARDE- WERELD - BESCHOUWER ! Daar men thands alle zaaken meestal bij de befchouwing laat blijven; heb ik hier uit moeten befiuiten, dat het befchouwen iets nuttigs moetzijn ,• dcrhalven wil ik, als een oprecht Patriot en Vaderlander, mijn ledigen tijd niet onnut doorbrengen, maar ook eens mijn befchouwingen over's Werelds beloop aan U mcdedeelen , of het zomwijlen ook van dienst in de Maatfehappij konde zija. Ik ben juist wel geen geleerde, maar echter wil ik wel weten, dat ik hier en daar eenige kennis van drage; doch met politicque bedenkingen bemocije ik mij Weinig , om dat 'er daaglijks zo vele bekwaame perfoncn hunne lettervruchten van die ftof ons aanbieden. Dan ter zake , waar toe deze aan Uisingerigt. Gij moet weten , ik ben een Rotterdamseb Burger , die bij gelegenheid van affaires mij ecnigeu tijd te Amfteldam heb opgehouden, cn bij die gelegenheid verledigde ik mij, om alle de decoraticn , voor het Alliantie-feest aldaar gemaakt, te gaan zien. Ik kwam dan vooreerst op de Noorder - Markt; daar vond ik Mikekva met een Uil zitten ,• weldra dacht ik bij mij zeiven: heeft men zo weinig refpect voor deze Vrouw, dat men die op een oude Vodden - Markt zet. — Maar mogelijk waren 'er geen beter plaatfen voor kunsten en wetenfehappen>—onder die decor at ien ftaat, niet door gunst, maar door verdiensten; dus begreep ik, datvoordaanalleAmbtcnaarcn, welke zich verdienstelijk zullen maaken, Ambten zullen bekomen ; en daar tot heden noch niemand , voor zo verre ik weet, zich verdienstelijk bij het Vaderland heeft gemaakt, als die , welke door de ftem des Volks zijn verkooren; zal dit de oorzaak wezen, dat de Oranje Ambtenaaren nog niet geremoveerd zij 1 , om geen posten of bedieningen open te doen blijven; maar zo dra iemand zich dan waardig heeft gemaakt, zal 'er een Oranje-klant afgezet, en een Patriot aangelield worden. B,b 3 Ver-  < IP8 > Vervolgends kwam ik op de Wester-Markt; daar zag ik Hercules met zijn knods een Hijdra, of een zevenhoofdig beest, dreigende om het te verdaan; één hoofd was reeds afgeflagen , een derzelver beet nog in zijn kleed; een der anderen waren meer of min kwijnende door de aangebragte flagen. — Een weinig ftilftaandebefpeurde ik de Spreuk, vernietiging der Aristocratie. — Een Burger, die naast mij ftond, zeide; „Wel Burger! wy hebben nog wat te kampen „ tegen die zes hoofden , fin het gevaarlijklte voor ons is , „ dat het eene hoofdH e r c di e s nog bij de klederen heefr." Wel (antwoordc ik hem) „ Wij hebben nu immers geen „ Arhtncraattn meer? dat is mogelijk (hernam hij) maar „ dan moest men hier verbeeld hebben, dat alle de hoofden „ waren verbrijzeld; en men zal immers geen zaak verbeel„ den of hij is 'er?" —< Maar het meeste, dat mijn aandacht naar zich trok, is, dat die decoratie geplaatst was bij de Wester- Kerk, dus verbeelde ik mij, dat zo wel Waereldl'che als Geestelijke Aristocratie vernietigd was; maar geyallig kwam een Domine daar voorbij pasfeeren , een oude vroome Ziel neeg , dat haar hembrje flecpte voor dien Geestelijken , en ik hoorde haar zeggen, Dienaresfe DominéYLi. i n ke nberg! — Van daar gelukte het mijte wandelen naar de Hooge-Sluis, waar ik Vrijheid, Gelijkheid en Broederfehap , Colomsgewijs vond geplaatst; maar hier was ik angftig, en mooglijk weet gij niet waarom? wel ik zal het U dan zeggen ; om dat diedrig beminlijke voorwerpen op een hooge Sluis aan de Waterkant waren geplaatst, ik dacht als het hard waait, of een vlie. gende ftorm komt , kunnen die wel in den Amftel vallen , en dat zoude veele verwarring te weeg brengen. Hier bleef ik dus niet lang , maar fpoedde mij , om dar het reeds laat werdt, naar de Planiagie; daar kan het begeerig oog naar mooije Schilderijen voldoening vinden, i-* Voor eerst zag ik Willem in eene miferabele gedaante, met eenige hove. litigen , die affcheid namen,- terwijl Willem ijn naar boord werd  < m > werd gedragen; waar dat mij het meest denking-ftof gaf, waren de kisten met geld. —• Hier kwam die vraag uit voord; of dat geld, dat Willem mede genomen heeft, het zijne , dan of het "s Lands geld was? zo het eerftewaar is, behoef: men geen aanmerkingen re maaken hoe hij 'cr aankomt, cn wie het hem heeft gegeeven. ■ . Zoo het laatfte waar is , dan zijn de Staaten verantwoordelijk voor die foinme , cn moesten dus fchacvergoeding doen uit hunne privé beurfen; terwijl ik hier over bij mij zeiven redeneerde , hoorde ik een gejuich Heif en Broederfehap ! ik keek om, en zag een Oud Burgemeester met een ander Burger ! ha! dacht ik, wat ben ik weer driftig geweest; ik kom immers van de Hoogefluis , alwaar de Broederfehap ftaat, ergo! Ik wandelde vervolgends naar den Botermarkt, daar vond ik een tafereel, r~ het Graf der Oude Confiitutie. Ik meende de Deur open te doen, om te zien, wat 'er al begraaven lag, doch konde dezelve niet openen, mijn nieuwsgierigheid deedt mij agter de Decoratie of het gebouw gaan, om aldaar iets te vinden; maar helaas! Vriend! het was hier ledig en ik vond niets; dus befloot ik bij mij zelve, dat alles in den grond zoude leggen; maar de gebuureu zeiden, geen Lijkltatie gezien te hebben. Leenrecht ftond in eendonkerenis , waar van ik, om dat het donker wierdt, niets konde zien of vernietiging 'er bij ftond. In her heen gaan hoorde ik eenige Burgers klaagen , als etot alle Oranje Ambtenaaren en Predikanten nog in hunne bedieningen waren, dat de Oclroijencn. handvesten nog fland grepen , dat Gilden nog beftonden , en wat dies meer zij — en dit alles behoort tot de oude Confiitutie zeide een oud man, en ik riep hem toe, ze is begraven , zie daar de Spreuk boven de deur. Enjin! Medeburger f ik befchouwde en herfchouwde, tot dat ik aan mijn Logement kwam, alwaar men druk bezig wjs , over het al of nie: permanent zijn van een Committé van Justitie. — Inmiddels kwam een perzoon binnen, die 'i het  ♦{[ £00 ])* het gezelfchap filiciteerde met liet permanents Collegie, het geen was ingericht tot groot voordeel van de Stad', en dus de kas hier bij veel zoude profiteert». f— Ik ben blijde, dat 'er zulke verdienstelijke Vaderlanders gevonden zijn , die deze post hebben op zich genomen. Ik fchrijf U nader; ben intusfehen Uw Medeburger J. BATAVUS. Te GOUDA, Bij H. L. v. BUMA , Boekverkoper, Worden mede uitgegeven re Amfterdam bij J. W. Stuit, v.Laer Mahuet,H. Keijzer, Schooneyeld , Hazeu, Langeveld, Brilt, Saakes, Koene Jr. op de Haarlemmerdijk, Crajenfchot, IVijnands enz. Rottcrd. Meijer, Pols, van Santen, Vis, y. d. Dries, Danfervieg, Dordrecht Blusfi en Zoon, Haarlem van Brusfel, Ttttmans, Leiden Harding, Delft de Vries, Schiedam Bakker , 's Hage Leeuwcn/lciin, Utrecht Wed. Ter Veen en Zoon, Alkmaar Melkman Sc Co'mp. en Hand , Zaandam T*lk,Koolt van Aken en Quakkcljlein; en verder alom door geheel Nederland a ij Stuiver.  D E WERELD-BESCHOUWER» N°. 26. (GELTKHE1D — PRYHEID — BROEDERSCHAP.) Nooit wordt bet Vaderland, nooit wordt bet recht verdeedigd, Door hem, zviens buichlarij de blanke trouw beleedigt. WAARSCHOUWINGaan 't BATAAFSCHE VOLK. \^^anneer wij den tegenwoordigen ftaat van ons Vaderland befchouwen, wordt ons oog bedwelmd, terwijl het nergens een vast, een bevredigend rus'tpuntaantreft. Wij zie» een gedrochtelijk beftuur uit elkander gefpat, dit is waar; maar de overblijffels van dat beftuur vertoonen zich nog veel te duidelijk voor het oog van een beminnaar der fchoone, der voortreffelijke eenheid. Wat zeg ik ? uit het nieuw gebooren Volksbeftuur ontfpruiten daagelijks nog de ontcierendfte takken, die de oude vruchten fchijnen te zullen voortbrengen, of, om duidelijker te fpreken , de eenzijdigheid, de Eigenbaat, en de Heerschzucht, doen zich alom op het levendigst gevoelen. Slegts bij weinig belanglooze H.DEEL. Cc bra- /  braaven wordt de oppermagt des Volks geëerbiedigd, eu het onvervreemdbaar recht van den Mensch in deszelfs volle waarde gefchat. Bij cencn volftrekt onzijdigen handhaaver der Wetten , of der heiligfte Volksbelangen, komt geen eigen voordeel, geen familie belang , geen vriendfchap in aanmerking; hij, die waarlijk gerechtigd is , om een vrij Volk te vertegenwoordigen , volgt alleen de infpraak van zijn gevoel. Nimmer geeft hij zijn ftem tot het wegfchenken van een ambt aan een voorwerp, dat het vertrouwen des Vaderlands niet verdient; aan een voorwerp, welks deugd , welks bekwaamheid geen fprekende daaden tot getuige heeft ; geen pcrfoonlijkc vriend, of vijandfehap komt hier pij te pas; alleen het belang des Volks wordt gehoord. Nimmer fchenkt ook de braave Volksvertegenwoordiger aan gevaarlijke booswichten de magt of de vrijheid om het heil der onfchuldige Maatfehappij te ondermijnen of te bederven ; neen) de Vaderlandlievende Vriend des Rechts blijft zich zeiven gelijk, hij wankelt nimmer; zelfs dan niet, wanneer de rederheid van zijn gevoelig hart voor de misdaadigen pleit. De geftrenge , maar edele rrciiis vindt zich in ftaat om het doodvonnis over den wellust van zijn lecven, zijne twee dierbaare Zooucn, te ondertekenen; hij kan de zuehren en traanen van het ligtgevoelig Volk, dat om het lecven van deszelfs moorders, van deszelfs verraaders bidt, met rechterlijke ongevoeligheid afwijzen, terwijl de vaderlijke tederheid zijn bloedend hart van één fcheurt; hij kan de om vergeving fmeekende Jongelingen in den bloei van hun veel beloovend leeven, als dc flagtoffers der gevloekfte misleiding, zien fterven; terwijl hun bloed de ichande des Vaderlands uitvvischt, en de beledigde gerechtigheid met hun nagedachtenis bevredigt. De onberedeneerde aandoenlijkheid wendt met afgrijzen het oog van dit tafrecl; maar dc waare Menfchenvriend dié ( om het lijden van afzonderlijke wezens bloedige traanen weent, terwijl hij zich over de bevestiging van het algemeen geluk met een dankende verrukking, verblijdt) de waare Manfchcnvrientl-, juicht hier de zegevierende Gerechtig  < 203 > tigheid toe. Zouden wij in Nederland zulke ftandvastige BR.UTUSSEN ook vinden? Doch, zulke ftcrke proeve» worden ook niet gevergt. God zij gedankt, onze Vrijheid behoeft door de hand van een Vader niet in her bloed van zijn kroost gegrondvest te worden; wij hebben alleen onze Vrijheid, onze Veiligheid te handhaven, en tegen eigenbelang of huichelarij te verdedigen. Herkomt bij ons zelden aan op de ftem der natuur, maar wel op ftem van het kruipend belang. Hoe veel Neefjcns en Neefjcns van Neefjens , zien wij met Eercposten, noch heden, o veriaaden ? Even als of niet het ambt ook de vereischte bekwaamheid en deugdzaamheid van Charaéter kon gefchonken worden; terwijl de waare braven en kundigen voorbij gegaan worden, misfchien om dat zij geene naastbeftaanden in de Committées hebben , of om dat zij niet laag genoeg voor dc veelvernioogende uitdeelcrs kunnen kruipen. De Armêe is eindelijk geörganifeerd ; of den Officieren, die zich aangemeld hebben, is eindelijk hunneplaats aangewezen; doch wij hooren van rondfom klagten oprijzen. Voorzeeker is het niet moogljk om aan allen genoegen te geeven; maar indien elk Lid van het Committé, tot regeling van de Landmagt aangefteid, volmaakt onzijdig, volmaakt ongevoelig voor heimelijke indringingen of kuiperij ware geweest, boe veel klagten, indien zich die al verheft hadden, zouden dan ongegrond geweest zijn! Braave Vaderlandlievende cn door waare dapperheid beroemde mannen verdienen gewis den voorrang boven zulken , die, alleen met oogmerk om een beftaan re hebben, hun dienst en lecven verhuuren. Braave Vaderlandfche Officieren , die in het Jaar 87 zich aan den. overheerfchenden Geweldenaar weigerden te onderwerpen, cn zich veel liever een ambteloos, en. door laage kruipzielen verfmaad leeven, wilden getroosten, dan aan den beul der Vrijheid hunne trouw zweeren ; die braaven hebbende cdelfte Burger-Kroon verdiend, het recht vordert, dat zij met eer en voordeel bekroond worden. Het Vaderland ziet met verrukking die dierbaar* Vrijheids-Z90C c a Beu  < 204 > nen weder gewapend, en bereid om den dood of de overwinning te behaalen. Beftaan intusfehen al dehooge Officieren van onze tegenwoordige Vaderlandfche Armée uit zulke grootmoedige Helden? Het lust ons niet, om dit vaa ftap tot flap te onderzoeken , doch een enkel voorbeeld valt ons onder het fchrijven in het oog. Een pas aangelleld Luitenant Ccllonel beroemde zich op zijnen rang, als op de belooning van zijne Patriotfche denkwijze; doch waarin beftond dit Patriottisme? Lang voorde rampzalige Omwenteling van 87, nam deezen M zijne demisfie • hij nu gehuwd zijnde, buiten den Krijgs¬ dienst verkoos te leeven ) Geen fterveling kende hem als Patriot, alleen (daar toch een Exter het huppelen niet vergeet) bleek zijne oude zucht voor Krijgsdienst bij het>*érceertn van zijne gewapende Stadgenooten; hij werdthun Opperhoofd , eer de kans der Vrijheid nog keerde : op het onverwachtst brak het opgeruid Graauw in zijne Stad los , woedde op alles, wat wapens voerde, dus ook op M en dwong hem te vlugten. Een jaar daar na fcheen hem de naam van Patriot een fchandnaam te zijn; cn hij bedelde in het openbaar ( prachtig met de oproertekens vercierd ) bij Oranje en deszelfs Slaaven , om een Baljuws plaats, fchoon vruchteloos. Hij ftond al dien tijd bij elk bekend als een Draaier, en nier (voor dat de gezegende Omwenteling in dit Jaar 95 volkoomen gevestigd was) verklaarde hij zich als der Patriot/ he gevoelens toegedaan , fchoon hem de braaven geheel niet vertrouwden. Op de uitnoodiging van het Committé voor de Landmagt, aOresfeerde hij zich ook, en verkreeg een Luitenant - Colonelsplaats ; of die hem toekomt, laten wij anderen beflisfen. Intusfehen isdezeM. op verre na nog de onbevoegdfte niet van den geheelen rij der aangcftelden. Men verzekert ons, dat de ontelbaar ingeleverde vorzoekfehriften zullen onderzocht worden: dit kan verandering geven; doch wij waarfchouwen de/Wfe om toetezien , aan wien zij de wapens ter haarer verdediging vertrouwt. Wij hebben de fchandelijkheid van trouwlooze Krijgs-  < 305 > Krijgslieden, meer dan eenmaal , ordervonden. Draaiers ( of aanbidders van elke bovendrijvende partij ) zijn verfoei, lijk, zij zijn oneindig meer re duchten , dan openbare vijanden. Zulke fiaaffche ondci werpehngen zijn eigenlijk de flangen, die Nederland nog altijd in zijnen boezem gekoesterd heeft, en die gereed zijn, om , op den eerftcn wenk der eigenbaat, liet moordend venijn in ons hart uit te ftorten. Landgenooten! wij voelen ons gedrongen om u te waarfchouwen, herfteit (indien uwe Vrijheid , indien het geluk van uwe zeiven en van uwe onfchuklige nakomelingfchap u eenigfins dierbaar is , ) herfteit uwe voor lang reeds verlooren eensgezindheid; zonder deze is onze vei wachting volftrekt ijdel •, al onze uitzichten op toekomend geluk moeten zich in den zwartlten nagt verliezen, zoo lang de haatlijkfte verdeeldheid in ons midden blijft Rand houden. Wij verftaan door eensgezindheid, niets anders, dau een volkomen eenftemming befluit, om de eenvoudige, de duidlijk verftaanbaare wet der natuur, of dat het zelfde is, den algemeenen wil des Volks te handhaavcn. Wat baat het ons, dat wij de Rechten van den Mensch , door geheel ons Vaderland openlijk herkend en aangenomen zien , zo lang die Rechten hunnen zaligen invloed niet algemeen doen gevoelen ? Volgends die Rechten is geen Mensch immers ftrafbaar, dan hij, die het Recht van zijn Medemensen benadeelt; maar ook deze is waarlijk ftrafbaar: dit vordert de algemeene veiligheid, dit vordert het verdrag der Maatfehappij. Laat elk Burger dan denken en gevoelen, wat hij wil zoo lang zijne daaden hem niet openlijk als een fchenderder algemeene rust of der geheiligde Rechten van zijn Medemenfchen doen kennen. Doen zij dit, dan heeft hij zich openlijk als een vijand des Vaderlands verklaard , en moet als zodanig behandeld worden. Bejammerenswaardig iè de befchouvving der menigvuldige partyfehappen. In veele plaarzen of ftrecken van ons Vaderland heerscht ontevreedenbéid, haat en wraakzucht ,■ de fcheldnaamen , van Ariftocraat, van Despoot, of Oranjefehreeuwer, zweeven op duizend lippen ; C c 3 de  < 20f5 > de Oranjegezinder! verheugen zich intusfehen over het fmeulend twistvuur, dat onder dc Patriotten plaats vindt; want waarlijk braave Patriotten miskennen en mistrouwen elkander nier minder dan de Patriot en de Prinsgezinde. Deze verdeeldheid, dit wantrouwen, is de oorzaak der menigvuldige verwarringen — Laten wij 'fteeds onze oude fpreuk gedachtig blijven : Eendracht maakt macht. Dc bloeddorstige robespierre (die ons Vaderland wenschte te overwinnen , alleen om in het zelve een nieuw tooneel van moord en fchraapzucht opterigtcn) de bloeddorstige robespierre, gaf den heilloozen raad aan de Bevelhebbers van het Fransch Leger, dat tot deze overwinning beftemd was, cm verdeeldheid en wantrouwen onder het Bataaffche Volk te zaaien, en voorzag, uit het gelukkig flaagen van dit vloekwaardig oogmerk, den volkomen ondergang van Nederland, zoo zelfs, dat het geheele volk (na van al zijn rijkdom beroofd te zijn) zich gedwongen zoude zien, om dit rampzalig Land (met zoo veel kunst en vlijt aan de golven ontwrongen) te verlaten, en op nieuw aan den afgrond ten prooi te geeven. God heeft dezen helfchen raad verijdeld ; onze Franfche Broeders , wel ver van verdeeldheid en wantrouwen onder ons aan tc kweeken, onze Franfche Broeders poogden ons van den oevers des verderfs te roepen , zij zien met Broederlijke deelneming ons dreigend gevaar, zij dringen ons tot eensgezindheid, en wijzen ons op al de rampzalighecden , die hun eigen Vaderland verfcheurd hebben , op dat wij ons aan de zelve zouden fpiegeien. Met eene ftreelende goedkeuring zagen wij de menigvuldige Volksgezelfchappcn in Nederland zich oprigten , zij hragten veel tot het voltooien der omwenteling; maar, welmeenende Broeders I onderzoekt met al de getrouwheid , met al de rechtvaardigheid, die aan waarachtige braaven voegt, den grond van al uw handelingen — bedoelt gij alleen uwe Medeburgeren te verlichten 9 hun de ecnvoudigc-Rcchten van den Mensch te doen kennen ? Bedoelt gij alleen Vaderland en Vrijheids- liefde aantekweeken ,r;en door een gezond op-  < 207 > opgehelderd verftand te bcftuuren ? Bedoelt gij de zwakke wankelbare harten in grootmoedige Vaderlandfche deugden te verfterken ? hun met een edele fierheid te wapenen, en hun eigen waarde te doen gevoelen? Bedoelt gij de lang verdwaalden (door de bekoorlijkheid der verftandige Gelijkheid en Vrijheid) op den rechten weg te geleiden? Bedoelt gij de onverbeterlijke Booswigten , de verraders van Vaderland en Vrijheid, demoorders van uw geluk , te ontdekken? hun door hunne eigene fchreeuwende misdaden te overtuigen , en aan de handhavers van uwe wil, van de algemeene wetten als verftoorders der veiligheid, als de fchenders van alle Maatfchaplijke verdragen, ter ftraf voorteftcllen? Vrije Broeders! dan zijn uwe bedoelingen voortrcflijk, dan verdient gij de dankbaarheid van al uw Medeburgeren , eu den roem zoo wel als de liefde der laatfte geflachten , die het vrij geworden Nederland zullen bewooncn. Maar zijn uwe bedoelingen niet zoo edei, niet zoo belangloos ? verzaakt gij de middelen tot waare verlichting van het verftand? fpoort een ouberaaden drift u aan, om met anderen medetewerken ? dwingt een woeste naijver u om boven anderen door zonderlinge beiltiiten uittemunten ? verftaat gij door Gelijkheid eene ongeregelde vermenging van dommen cn wijz n , van bekwaamen en onbedreveiien ? verftaat gij door Vrijheid eenccigeiizinnigewinclteurighcid , eene wilde losbandigheid? bezielt u Je lust era te regeeren , om over ailcs iets te zeggen te hebben, om u zeiven te doen gelden , al was het dsn ook door de beste fchikkingen , door de hcilzaamfre maatregelen tegentewerken , of om ver tc werpch? bezielt u eindelijk eene perfoonlyke vijaudfehap , of trotfche wraakzucht? verlangt gij om deze, of die, aandien drift opteolïeren ? om het bloed van uwe vijanden, die u perfoonlijk beledigd of tegengewerkt hebben, te doen vergieten , om hier door den naam van ftrenge ijvcraars voorde Vrijheid te verkrijgen ? Beeft dan ongelukkigen ! gij moogt uw Vaderland verwoesten , gij moogt uinet eenen dahios, en met eenen robespierre in het bloed van uwe Landgenooten baaden , maar uw naam zal (even gelijk die naa ■ men )  < 2<)8 > men) tot een eeuwigen vloek, tot een eeuwig afgrijzen zijn; Ons Vaderland zal het voorzeker zo lang niet uithouden als de uitgebreide Franfche Republiek; wij zullen zoo veel fchokken niet nodig hebben , om in een peilloozen afgrond neêr te ftorten; de Franfche Natie kan over de verdeeldheid en rweedtagt zeegevieren; maar wij , wij zullen voor dezelve bezwijken,- - doch de GodderjVrijhcid is rechtvaardig hij zal de boozen beteugelen , en de waare vrienden van Recht en burgerlijke Vrijheid, eerlang op eene welgevestigde Confiitutie doen roemen. Te GOUDA. Bij H. L. v. BUMA, en COMP. Worden mede uitgegeven te Atnfterdam bij J. W. Smit, v. Laar Mahüet, H. Keijzer, Schoonereld, Hazeu, Langeveld, Briëi Saakes, Koene Jr. op de Haarlemmerdijk , Crajenfchol, IFynandi enz. Rotterd. Meyer, Pols, van Santen , Fis. v v d. Dries Dan fervteg, Dordrecht Blusfé en Zoon, Haarlem van Brusfel Tevmans. Leiden Herding, Delft de Fries, Schiedam Bakker, 'S Hage Leeuwenfleijn, Utrecht Wed. Ter Feenen Zoon Alkmaar Melkman & Comp. en Hand, Zaandam Tolk. Koel' van Men tin Qjiakkelflein, en verder alom door geheel Neder.' land a ij Stuiver.  D E WERELD-BESCHOUWER, (6ELTKHE1D — KRTHEID ^r*- BROEDERSCHAP.) De tweedracht, opgetcnid met helfche Oranjebanden, Werkt ia de duisternis, baart afgunst , VJrok en Jebroot» , Zij wroet het Vaderland ontzind in de ingewanden. Haar vuist, die vuurgloedjli ooit, ontwortelt Vrijheidsboom. een" brief. burger wereld-beschouwer} Jk heb u wel meer eens een briefjen toegezonden; doch altijd onder een bedekten naam, want het vooroordeel is zulk een droevige ziekte, en zoo verfchriklijk befmettelij!c,dat zij op het hooren van een enkelen klank den mensch aantast, en nog veel meer ontciert en havent, als de kwaadaartigfte Kinderziekte ; ik bedoel hier het wezen van den ii. d e e l. d d mensch  ♦(£ 210 > mensch en niet zijn zigrbaare gedaante — nu dit verftaat zich. Ik heb een klein reis jen gedaan, en hier van wilde ik U het een en ander mcdedeelen , of liever , ik wilde U on» een weinig verlichting vraagen over dingen , die ik niet begrijp. ——— Ik heb op verfcheiden plaatzen in ons Vaderland geweest, doch nergens heb ik vrede en eendracht gevonden; ik hoorde niets dan klagten van den eenen Patriot over den anderen, veel meer zelfs dan over de Orange-Vrienden, die zich intusfehen zaten te verheugen over de oneenigheid, die zij heimelijk aanftookten. Veelen van dezen aanhang hadden zich gedraaid, cn in posten gedrongen, waar door zij al de bewegingen der Patriotten konden nafpoo* ren, tot hun kwaade oogmerken beftuuren , en op die wijze de geheele Natie verraden. •—— Zeg mij nu , dit bid ik U , eens, wat de oorzaak is, dat zulke draaiers in posten toegelaten , en menigwerf tocgejuigd werden? mistrouwen de Patriotten hun eigen kundigheid in het waarnemen van zulke posten? zijn zij te loom, te werkeloos , om die waar te neemen? of misgunnen zij aan elkander de geringfte voordeden,'en geven die dan nog liever aan hunne Vijanden weg? hoe denkt gij hier over? Vervolgens heb ik ontdekt, dan fterke driftige Patriotten (die zich zeiven met een vet ambt hadden weren tc zeegnen) al hun vuur en leven verloren hebben : zij zien hun mede-Broeders woelen cn haspelen; doch zij neemen daar geen deel aan , en genieten in ftilte des harten het goede; ook zijn zij zco zachtmoedig, zoovergeeflijk geworden , dat het onbegrijpelijk is. Van waar toch zulk eene verandering? Op elke plaats , waar ik aankwam , vond ik elk druk bezig met Plannen te maiken , of te lezen , Plannen over oproeping, over de Conventie, eu over de nieuwe Confiitutie ; doch waar blijft de Nationaals Conventie ? zal zij immer tot ftand komen? Of zal de nieuwe Confiitutie op e;e andere wijze gebooren werden? en hier komt het toch vooral, op aan. Warmeer ik zoo alles eens nadenk, dan begrijp  < 211 > grijp ik waarlijk nog niet, hoe het ijslijk — verward huishouden in ons Vaderland nog blijft voortduuren; want oppervlakkig bcfehouwd, vind ik noch regel noch wet, volgends welke alles beftuurd wordt ; geheele regen- cn hagelbuien van Pub lichtten cn Refiltnien worden neergeftort, ik heb geen geduld of tijd om die allen te lezen , maar indien al de bedreigingen , die daar in voorkomen , uitgevoerd worden , dau weet ft waarlijk niet, hoe in geheel Nederland nog hair of pluim v*n een Mensch overblijft; cn evenwel blijft alles nog al op den ouden voet. Dc oproerkraaiers worden over het hoofd gezien, of (vallen zij in handen, en hebben zij wel voorziene geldbeurzen) komen vrij, terwijl hier eu daar eens een arme fchclm, die geen geld hadt om zich vrij te maaken, tot een geducht voorbeeld voor anderen gegcesfeld wordr. Op een Dorp in Holland hoorde ik d.oevig klaagen over de Dieverij der Broodbakkers, „op een „anderen tijd (zeiden de ongelukkige Burgers) kunnen wij „dit Bakkcriijk gebrek nog al infehikken; maar in dezen „tijd, nu het Brood zoo afgrijslijk dnur is , kunnen wij 'tuiet „dulden." De Balliuw e>i zijn tjebehooren kwamen dan ook het Brood, dat verkogt moest w.jrden, onderzoeken; drie det Broodbakkers werden als Dieven hun Brood afgenomen , en met boeten geftiaft; deze drie waren bekend voor Oranjevrienden ; de vierde noemde Zich een Patriot; de Patriotfchti Balliuw 1 et hem oolc ongerao-id; doch een Vriend vail mij onderzocht het Brood van dezen Parriotfchen Dief , en bevond dat het nog tien lood ligter was dan het afgekeurd Brood der drie andere Bakkers? is dit nu recht? De verbittering tegen de Patriotten groeit door zulke ftukjes geweldig -aan, en welk een aanleiding geelt dit tot valfche befchuldigingen? want opentlijk , zeggen de Burgers van het meergemelde Dorp, dat de Patriutfche Bakker het geftoolen Koorit met den Bailüuw deelt; is dit nu in net klein zoo , hoe moet het dan in het groote wezen? Op mijn terugreis na'ar Bataavsch Brabaud (waar ik eigenlijk te huis hoor) bevond ik Du 2 mij  < 212 > mij met verfcheiden Reisgenooten in het Schip ; één van hun was een Officier , die zijn Dtmisjit gevraagd of gekregen hadt , hij worstelde met een geweldige Oranjekoorts — hij was voor weinig dagen nog in Emmerik geweest, waar hij verfcheiden Lieden (die uit Engeland kwame i , e i tot den Aanhang van onzen ouden WILLEM behooiden) gefproken hadt, thans reisde hij naar Zeeland om gewigtige redenen : nu daeht ik, dat men zonder Pas het Vaderland zoo i iet uit en in kon loopen ; want die geheime Conferentie» met WILLEMS Aanhang vertrouw ik toch niet — niet da ik juist voor een tegenomwenteling vrees neen , dit houd ik voor onmogelijk ; eer verzinkt geheel ons Vaderland in een onbewoonbaar Moeras j maar de Verraders kunnen toch altijd moeite genoeg veroorzaa'.en , en ons de rust betwisten. De gefprekken , die ik onder mijn Reisgenooten stoorde, heb niet allen onthouden; maarzij waren ver af \ a :i moedgevend te zijn. Een Haagfche Vrouw betr urde het lot van Orange-WILLEM cn WILHELMIJN, zij ftortte nog traanen over hun vertrek — in de bitterfte winterkoude. Een Koopman , die zich over de Vorftelijke Familie wel niet bekommerde, fprak van een algemeene verhuizing, die in ons Land plaats zoude hebben , wanneer de vaart tot in Duitschland toe vrij was. Volgends zijne denkbeelden was aan Nederland dan voor altijd alle bloeiende wclvairt ontzegd: indien dit waar is, waarde Wercld-befchouwcr! wat zal dan van ons worden.* maar geen verdriet v,or den tijd, blijft a'tijd mijn fprcekwoord, wat voor de eené plaats in ons Vaderland al een, nadeelig mogt wezen, zal mogelijk weer de opkomst van een andere zijn. Onze Natie is toch geheel beitenid om door Koophandel te beftaan; zij zal dus altijd middelen genoeg vinden om alle verliezen te vergoeden , en alle vcrplaatzingen tot nieuwe voordeden te doen mede werken. Bij mijn aankomst in Bataavsch Braband befchouwde ik weer geheel andere Toneelen dit Landfchap zal niet langer onder de over- heer-  < 213 > heerfching der zeven overige Landichappen liaan ; dit verwekt na.uuilijk in alle Vrijheidminnende harren een ftreeiend genoegen ; wart alle overlieerfc'iing is jo; een rdeldenkend wezen affchuwlijk. Op de behoorlijke wijze werdt, nu twee dagen geleed:n, op'een eenvoudig Dorp, hier in den 'intrek, een Vrijheidsfees: gevierd: tot nog toe was daar geen Vrijheidsboom geplant gewees , de liraave Landlieden hadden, op den raad van een yerftandigèn een Vrijheidvercerendsn Drost, die plegtigheid uitgefteld, tot op het oogenblik dat Bataavsch Braband van dc ove'rheerfehi ig der Bataavfche Republicq bevrijd w.is , tn, daar dit nu genoegzaam voltooid is , werdt het zegeteken der Vrijheid opgerigt. De algemeene vreugd was aandoenlijk, en moest elk gevoelig hart voorzeker treffen. — Ik heb in mijn Jeugd' nog wel eens een rijmpjen gemaakt» als mijn Groot-Vader ve jaarde; doch met den ouden dag is de lust hiertoe meestal veiflaauwd : evenwel kon ik het verzoek van mijn bra.ive Vrienden niet weêiftaan, en ik dichtte dan ook bij die gclcge iheid het volgend *: Bij bet PLANTEN van den VRIJHEIDSBOOM te WOUW, den 24 Aug usius 1795, bet eerfle Jaar der Bataavfche Vrijheid* Ge n Ketens rinklen meer om vrije Broederhanden , Geenfpeer der Vrijheid dwingt alsHeerschzuchts tr offerenft af; Neen! Batoos Braband juicht met Zusterlijke Land n , En f moor t gevloekte twist met Dwinglandij in V graf. . Wij helpen 't glorijlied voor waare Vrijheid zingen , De Vredspalm bekroont ontorikbren Burgermoed; De Boom der Vrijheid groent voor eed.e Dorpelingen, En Eendragts Ordenlint vercieri hun vrijen Hoed. —— Dd 3 Die  < 214 > Die Boom zalfehaiuWrUk in Br al andsbeemden bloeien, Waar gil le eenvoud'g eid zijn vatten Stam omkranst. De dauw der zeelpaart zal van vruchtbre takken vloeien, Daar liefde, ais 't zomerkoeltje, in ritslend lommer danst. Juicht Landlien! *t edelst bloed flroomt door uio kronkiend (aad'ren, Uwfchuldloos bart (laat vrij —» gij Jleept geen ketens meer ; Gij moogt op vrijen grond uw gulden Oogst vergaat?ren , tfooit vloeie uw eerlijk zweet op Heerschzucht iffer néér; Plant V•ijheids ach tbr en Boom ; nu zal hij wortlen febieten, Terwijl de blijde Zen zijn to-pen vrij beg'anst ; Juicht Burgers.' 't flaamlend Kroost zal van zijn vrucht 'genisten Komt Braave.' dat uw rei om Vrijheids altaar danst. Ik wilde dit Gedichtjen eens voor Ü affchrijven, om dat ik dacht, dat gij nog al van zulke dingetjes houdt; zoudt gij wet gcloovcn Burger H~er, ld-befcbouwer! dn wij hier ook al onrustige zielen hebben, die met de Vrijheid van Bataavsch Braband geheel niet te vreden zijn , en zich zelve, door hun rusteloos tegenwerken, aan duizend onaangenaamheden bloot Hellen. Ik bel, laag dié ongelukkige wargeesten ; zij I-elpen zich zeiven aan rampen, en lijden door elke te leurftelHng duldelooze kwellingen ; zij verbitteren de heethoofdige Vrijheid^zoonen , op eene vcrfchriklijke wijze, terwijl dc bedaarde en verftandige Patriotten alle moedwillige kweekers van onrust moeten verachten: waarom houden zij zich niet te vreeden ? hun Eigendommen en Vrijheden blijven ongefchoiidea, hun veiligheid wordt gehandhaafd; m  < IJ5 > en hoe gaa'n joude elk weldenkend Patriot hun de hand van Broederfehap toereiken? menigwerf word mijn hart met medelijden doorgriefd , wanneer ik mij het verdriet , dat mijn dwalende mede-Burgers ondergaan , voorftel. ó ! Dat zij te rug keerden, huji eigen waarde leerden gevoelen, en dc Vrijheid van geheel Nederland toejuichten. Indien mijn grooren Brief niet fpoedig door U kan beantwoord worden, plaatst hem dan in u*v weekblad —misfchien zal hij de aandacht van uw Leeze.en treffen, en hun gedagten over de vraagen , die ik U voorftelde , zullen mij op de eene of andere wijze onder de zamenlceving wel te gemoct vallen , zoo dat ik dan mijn Brief daar door beantwoord zal krijgen. Werk lustig voort, waarde ïVereld-befchouwer l Ik teken mij intusfehen uw leezenden Mede-Burger \ HENDRIK ,VRED EL IEP, Wij bedanken VREDELIEF voor het vertrouwen , dat hij in ons fielt, doch hij heeft gelijk; zijn Brief is te ver uitgewijd om (althans vooreerst) door ons beantwoord te worden. Wij hebben hem om die reden hier geplaatst, en hoopen, dat de gedachten van onze Leezeren hem niet onbekend zullen blijven , wij betreuren met hem de vourduurendc on- eenigheid en verwarring ouder de Patriotten. • ■ Zoo lang deze ftand houden, verwachten wij geen geluk. — eigenbaat, afgunst cn wraak bederven de beste onderneemingen. Het Bataavfche Volk fchijnt zijne Vrijheid niet gewoon tc kunnen worde 1, het luistert al te veel naar den uitwendigen klank der Vrijheid ; driften en harstochten woelen op dien klank voort, terwijl de ftem der gerechtigheid op de haatelijkfte wijze verfmoord wordt, eu de waare Gelijkheid, zo» wel als de waare zedelijke Vrijheid, me: bevat noch geëerbiedigd worden. Dc aanhang van Qra,nge lacht om onze dwaas-  dwaasheid , en werpt zonder ophouden olie in het vuur; zwakke geesten beeven , kwaadwilligen of wraakzuchtiger! onder de Patriatt n bedoelen een perfooneele wraak, of hun eigen grootheid, Wat is van dit alles te wachten? Wij vleien ons evenwel met een gegronde hoop op verandering. Wat van de Nationaa e Conventie zal worden , dit fchijntons voot het tegenwoordige nog donker. Tc G O U D A. lij H. L, v. BUMA, en COMP. Worden mede uitgegeven re Amfterdamfcij J. W. Smit, y. Laar Ma'nutt, U. Keijzer, Schoonevsld, Hazeu, Langeveld, Brilt, Saakes, Koene Jr. op de Haarlemmerdijk , Crajenfchot, ftynands enz. Rotterd. Meyer, Pols . jan Santen , l'is. y y d. Dries, Dan. fe.wg, Dordrecht Blusfd en Zoon, Haarlem van Brutftl, Ta mans. Leiden Heriikg, De-.tt de fries, Schied'm Rakker, 's Hage Leeuw. nflei:n, Utrecht Wed. Ter Veen en Zoon , Alkmaar MSkman & C mp. cn Hand, Zaandam Tolk, Koolt van Alen en Qtakk. Iflein, en verder alom door geheel Neder. Jand.a li S:u;.c.  D E WERELD-BESCHOUWER» N°. 28. (QELTKHE1D — VRÏHE1D — BROEDERSCHAP.) Wanneer 't gezond verftand eens roemrijk zegepraalt ■> Dan zal de eenvouwigbeid de zwakjle ziel bckooren. Nu woelt, en wroet,en draaft een domme Volksgemeente? En rukt elkander ft out bet fpeelgoed uit de band. DE HOSPES UIT DE GROENE PAPEGAAI. D e befchouwing der wereld is zeeker niet onaartig; docfe zij is voor veelcn bedwelmend. Zoo veel gewoel en geweemei als op dezelve plaats heeft, met een enkelen opflag; te onderfcheiden, — dit is volftrekt onmooglijk. — Indien het aan een fterveling vergund was, dm zichzelven geheel Kuiten den dampkring (die onze aarde als een mantel omSe kleedt)  < 218 > kleedt ) te plaatzen , terwijl zijn oog te gelijk dan het vermogen bezat, om door het dampig omkieedfel duidelijk heen te zien; waarlijk die ftervcling zou met al die voorrechten, en met al die bekwaamheden nog niet in ftaat wezen, om de onderfcheiden bewegingen der weemelende fcbepzelen , die ae aarde bewoonen, na te gaan; — veel minder kon hij de drijfveeren van al die bewegingen met onderfcheiding leeren kennen. Evenwel wil ik wel belijden , dat ik wel vermaak zoude vinden in zulk eene befchouwing. Gaarn zoude ik mij buiten onzen dampkring eens vrij en veilig geplaatst zien,om in den tijd van vierentwintig uuren heel den omwentelenden bol eens na te zien. Ik ftel mij in zulk een geval de aarde voor, als een groote Edamfcbe Kaas, die door milliocnen Worrnptjens of Maden bewoond wordt; allen wrimclen zij door elkander; elk fpant zijn kragten in , om een voorgefteld doel te bereiken, en de geheele meenigte, hoe werkzaam, hoe ftout, wordt door de geriugfte aanrukking veriloord en als door het geblaas des adems verdreven. Is deze vergelijking wel heel onnatuurlijk , Medeburgers !. .? ik geloof neen; want het gewoel der Volken en der afzonderlijke Aardbewooncrs komt met het gewemel der Kaasmaden juist overeen. Eigenbelang drijft deze kleine dieren tot werken; afgunst fchijnt hen te bezielen , en een onweerftaanbaare drift, om ten koste van hun kleine natuurgeneoten , veel te kunnen genieten, fchijnr hun lecvensvuuï aanteblazen, — kragteloozen vertreden zij, en zulken, die zich moeij gcvvorftcld hebben, verzamelen weer nieuwe kragten, om den ontweldigden buit aan dc zegepraalenden te betwisten. Gaat het niet even zo, onder het menschlijk genacht? ~ Volken komen op cn verdwijnen ; zij betwisten elkander het genot van natuurlijke voorrechten, die aan het algemeen toebehooren; en in de afzonderlijke Maatfchappijen heerscht deze zelfde Wemelzucht — deze zelfde drift, om, ten koste vau anderen, voordeelen te genieten, of glorijtrappen te be.  < 219 > beklimmen. De ééne partij wordt vertreden door een andere, die in dat oogenblik fterker is; deze verzamelt, ontweldigd, begeert nog meer, maakt ontwerpen, om ook die uitgeftrekte begeerten te vervullen; maar intusfehen herneemt de onderliggende Partij ook weer haar kragten, en de ftrijd begint op nieuw, zonder dat een van beiden rust of tijd genoe: heeft, om de bewuste en aan elkander ontrukte voorrechten te genieten. •— 6 Vruchtelooze woelingen! hoe lang zult gij het geflacht der .Menfchen gelijk ftellen aan dat der verachtelijkfte wormen ? —. De volgende Brief leidt ons van dit zonderling onderwerp af. De Lezers willen ons de inval! nde gedachten , die wij hier neeifchreeven, immers wel ten goede houden?... BRIEF. BURGER WERELD-BESCHOUWER! Ik draag roem op mijn Revolutionaire gevoelens , om die reden wil ik mijne daaden en handelingen voor de oogen van het heelal ten toon fpreiden , en hier toe verkies ik uw Weekblad. Ja, Vrijheidminnend Medeburger ! uw Weekblad wil ik met de glorij van Patrhtfche daaden doen fchitteren ; hier door zal het van onder den ftroom der Weekbladen, gelijk een helderglinfterende pacrel uit de Perfiaanfche golf, te voorfchijn komen. Ja, hier door zal uw Weekblad uit de fchemerachtige duisternis der vergetenheid, gelijk de blinkende avondfter, van agter den valsn üuier der wolken Verfchijncn, Ee 3 Hoor  220 j* Hoor dan, Medebroeder! ik ben Ho3pes in de Herberg de groene Papegaay, op het Dorpje ; maar tegenwoordig ben ik Drost; dit Ambt bedien ik tot zaligheid van mijn jehcel Vaderland, evenwel maar Provifwneel- want de wezenlijke Drost is thands in een gewigtige Cotnmisfie, .-, Nu zal ik U een kort verflag doen van al de verrigtingen, die de Municipaliteit, door mij bezield en beftuurd, op dit Dorpjen ten uitvoer gebragt heeft. Want (in alle nedrigheid -en zonder mij zeiven te vleien) durf ik wel zeggen , dat zonder mij en mijn verftand, dat bij alle gelegenheid uitfchittert, nog weinig of geheel niets in dit gedeelte der Wereld zoude gedaan zijn. „ Het is geen grootfpraak, Burger Wereld - befchouwerl neen , dat is het niet; maar ik ben een doorzichtig Man; ja, ik durf meer zeggen, ik ben fterk belezen: de 53 Predikatiën van den nu zaligen s meite ge l d, over h t gekraakte riet, kan ik bijna van buiten. Sjans IVorftelingen, door fruitiek., is mijn Handboek, en finds ik Patriot geworden ben, heb ik mij fterk op de Poëzij toegelegd, Ik berijm al de Publikatien en Refelutien , die bij het Bondgenootfehap , of dc StaatcnGeneraal genomen worden ; eenmaal hoop ik die geheele verzameling, met kopere plaaten verfierd, door den druk gemeen te maaken. Doch ik heb genoeg gezegt, om mijn perfooneele bekwaamheden in het licht te ftellen — Mooglijk za} zich uw aandagt bepaalen , bij dc hier boveu gemelde uitdrukkingen, fuits ik Patriot geworden ben , namelijk; hier omtrent dan een woord tot opheldering: Ja, Medeburger! ik lag in banden des OrangeT Satans gekluisterd, tot in Januarij 1795 ; toen ik, als het ware, om met de gewijde Schrijvers te fpreken , wedergeboren ben. Ik was voorheen Krankbezocker , en te gelijk Prediker in het Verbeter- of Dolhuis te .... . Ik nam ook toen mijn post getrouw waar; ik bediende mijn Toehoorders, als een getrouw Broeder; doch daar de Oranjegeest fterk in mij gewerkt en gefproken hadt, nam ik de ylugt, zoo ras het inrukken der Franfchen in ons Land  < 221 > Land het licht in mijn donkere ziel hadt doen opgaan. Ik nam de vlugt (zeg ik) naar dit afgelegen Dorp jen , en maakte mij, door aankoop, de Herberg de Groene Papegaai, eigen. Ik was nu ten vollen bekend, dat is te zeggen ; ik was een heethoofdig Patrht, en won hier door veel Calanten- wat zeg ik? ik behoorde tot het Committé Revo'ulionair. Wij zettcden de Regeering af, cn Helden anderen aan; hieronder waren wij zeiven ook (gelijk te begrijpen is) nu namen wij Decreten op Decreten. Een paar Dorpelingen (die zich niet in hun Huisjes bevonden, wijl de een als Ketellapper, en de andere als Koopman in gedroogde Schollen , door het land reisde) verklaarden wij, voor Emigranten , en hun Goederen aan de Natie vervallen. Wij benoemden een Committé van Onderzoek, waarvan twee Leden naar Frankrijk zouden reizen , om een naanwkeurige aftekening te maaken van een G ui lot ine ; want wij haddeneen Decreet genomen, om bij dc Prefident van de Munici-, paliteit, die te gelijk Timmerman was , eenige Gulliotinen aantcbefteeden , en dan onzen Schoolmeester, onzen Barbier , en nog een ouden Hoeffmit, in ftaat van befchuldiging te, Rellen. Wij hebben nog meer gedaan: wij hebben het Finanticwezen herfteld; geen vervallen ftaat heeft ons afgefchrikt om dc hanelen aan het werk te liaan ; ö dat geheel Nederland ons navolgde! hoe fpoedig zouden de ledige Geldkisten boorde vol zijn! hoe fpoedig zoude onze Landmagt volkomen, onzs Zcemagt gedugt, onze Schulden betaald,onze Vijanden vernietigd, onze Koophandel herfteld , en onzen voorfpoed onwankelbaar gevestigd zijn! MedeBurger', en gij allen die eenig belang in het heil van uw Vaderland ftelt, ik bid U hoor mij cn volg ons. Wij hebben onze Dorps Nagtwaakcr, of Klepperman, afgezet, en zie daar, twee honderd Gulden elk Jaar gewonnen. Welk een glorij voor de Burgerij van. mijn Dorp! haar naam is o:iftcrilijk, gelijk de naamen van Sjiqrta, van Jentfalem cn van Patmos Onze- Vaderlandsliefde ftrektc zich nog verder uit. Wij E e 3 heb-  222 hebben, tot bewondering der laatfte nageftachten , de zitbanken in de Kerk (die gefchilct waren voor da SlëgéeringsPerfoonen) weggebroken; zoo dat niets meer van dezelve zrgtbaar is , dan de plaats , waar zij geftaan hebben; maar deze plaats is woest en ledig, zij rtrekt tot een afgrijzen voor de Kerkuilen; ja! ik geloof (om met den Propheet te fpreeken) dat de Dieren der Eilanden zich daar wederleggen, dat de Struisvogelen elkander dtar toeroepen, en-dat de jonge Duivelen daar huppelen. Een oudtweehonderdja'arig Wapen, dat in de Kerk hing, hebben wij daar uitgehaald , terwijl de Vleermuizen, even als de Geesten der afgeftorvenen , ons dat wettig aangeboren recht fcheenen to betwisten. Wij hebben afgepubliceerd, dat, indien de Familie, dit Wapen binnen den tijd van veertien dagen zich niet toeeigende, hetzelve openlijk verbrand zoude woraet/, geen fterveling deed zich1 op, en wij hebben de tekenen der onder- fcheiding , met vuur, tot ftof en asch verbrand. Ook hebben wij plegtig verboden, dat geen fterveHng Livrei bedienden za! houden; en daar de Ambagts-He-T van ons Dorp, aan zijn Knegt en Koetzier Livrei pleeg te geven, maakte" dit een geweldige opfchudding. Meer soortgelijke din¬ gen hebben wij met glorij verrigt , en hierdoor de Bewooners van dit Dorp en deszelfs omtrek uit hun ongevoelige tevredenheid opgewekt. Voorheen dachten zij , dat zij vrij waren, werkten en leefden vrolijk; maar nu zijn zij oproerig, kregelig en te onvreden. ■—_ Zij hoonen en tergen ons, en verftouten zich om te zeggen , dat wij eerst de Wetten moesten verbeteren, en de handhaaving van het recht herfteld hebben, eer wij door al die kleinigheden en beuzelaarijcn (gelijk de domme Boeren het noemen) de veroordeelen wakker gemaakt, en de geruste zielen verbitterd hadden; maar welgelukzalig is hij , die pal ftaat als een rots in het midden der opgeruide golven! en zo fta ik in het midden mijner Vijanden. Terwijl ik het Drostambt waarneem, heb ik veel moeite en kommer; twee Die, ven  < 223 > ven hebben ingebroken, en zijn betrapt; doch ik ben gedwongen , om hun heimelijk uit de Gevangenis te laaten breeken, en ontvlugten; want ik bezit geen geld genoeg , om al de kosten der Justitie goed te maaken , of ik heb van het Drost-ambt volft.ekt niets voor mij zeiven. Drie Üproermaakers hebben beginnen te plunderen , doch zal ik die op mijn kosten vastzetten? Dit kan niet; nu (zeggen de lompe Boeren) dat Drosten cn alle Bedienaars van het recht van alle gelegenheid moesten beroofd zijn, om hun eigenbaat te voeden ; dit (zeggen zij) vordert de algemeene veiligheid, en hier voor diende het eerst gezorgd te worden; op een nabuurig Dorpjen dacht nog flerveling aan de Omwenteling , die ons Vaderland ondergaan heeft. Geen Partijfchappen hadden zich daar ooit vertoond, dan llegts onder twee of drie Perfoonen; wij hebben Afgevaardigden naar dat Dorp gezonden; dezen riepen het Volk op, om een nieuwe Municipaliteit te verkiezen. Het Volk verklaarde cenftemmig, dat het zijn tegenwoordige Municipaliteit boven alle Municipaliteit en verkoos; doch onze Afgevaardigden hebben een andere aangefteld ; nu roept het Volk wel, dat dit Despvtiek is; maar wat fcheelt dit? het is toch Revolutionair, en dit is genoeg. Plaats nu dezen grooten Brief in uw Weekblad , mede-Burger! dan zult gij de wereld overtuigen , dat gij Con espondenten bezit, wearop zelfs eenBieam, dcZoon Penrs , zich zelf zoude benoemd hebben. Vaarwel, ik doe U de eer aan, om mij te tekenen Uw mede-Burger SCHRIBBELERUS GROOTSIUS. Wij hebben onzen Correspondent gehoorzaaamd. Onze Leezers zullen zich niet minder dan wij over zijn nederigheid verwonderen. Gelukkigdurven wij intusfehen de Maatfehappij noemen, wanneer flegts weinig van' zulke zwellen de Leden bezwaren. Wij hopen eerlang ons Vaderland, een nieuwe eea  < =24 > een met de natuur inftemmende ConJHtiitietz zien omhelzen; hier door zullen de eenvoudige zielen die zich menigwerf ergeren aan nuttige kleinigheden, bevreedigd cn verlicht worden, ö Dat die ojd fpoedig aanlichtte! dan eerst zal de He. volutie ons eerwaardig maaken , cn de handhaaving der mensch* lijke rechten onze ceuwigduurende glorij zijn. Tc C O U D A. Bij H. L. v. BUMA, en COMP. Worden mede uitgegeven te Amfterdambij J. W. Smit, y. Laar Miahuit, H. Keijztr, Scheoneveld, Hazeu, Langeveld. Brilt t Stakcs, Koens Jr, op de Haarlemmerdijk , Crajenfchot, IVynands enz. Rotterd. Meyer, Pels, van Santen , fis, y y d. Dries, Dan. ferweg, Dordrecht lilusfê en Zton, Haarlem van Brusfel, Tettmans, Leiden Herding, Delft de Fries, Schiedam Mak. ier, 's Hage Leeuwenfieijn, Utrecht Wed. Ter Feen en Zoen, Alkmaar Slolkman & Comp. en Hand, Zaandam Tolk, Kool van Aken en Quakkelfiein, en verder alom door geheel Neder! land a ij Stuiver.  D E WERELD-BESCHOUWER, N°. 29. (fiELIKHËlD — PRTHEID — BROEDERSCHAP.) Het blij voórilitzigi geeft aan Holland moed en kragten j liet zij de Her een treurlied flaat — Het zij de fnaaren door verrukking luchtig klinken —t De Vrijheidsmin geeft zwier en maat. WERK IN VOORRAAD. BURGER WERELD-BESCHOUWER 1 Van mijn jeugd af, heb ik de Poëzij bemind en beoefend 5 menigwerf heb ik het gevoel van mijn hart door haar uitgedrukt ; vooral wanneer buitengewoone onhandigheden mijn aandoeningen roerden-en welke onhandigheden kunnen dit fterker doen dan die, welke ons Vaderland m dezen tijd betreffen? Dat ik een Vriend van de oude Conftnuue II. DEEL. ^ bCn'  < 22Ó y. ben, en dat mijn ziel aan deziel van WILLEM DEN VIJFDEN verbonden is, zal dc nevensgaande Lijkzang vertoonen. Mijn Vrouw bemint integendeel de aanftaande nieuwe Confiitutie — zij is ook eche Dichteres, en drukt haare gedachten in den bijgevoegden Wiegzang uit. — Voor beide Stukjes verzoek ik een plaats in uw weekblad .-Jik blijf uw Mede-Burger CASPAk Z A N G R IJ K. LUKZANG OP DE UNIE. Ik zing, met aaklig floers omhangen, Mijn traanen dooven 't godlijk vuur Der fiere Dichtkunst in mijn' boezem i Ik zong den dood van 't Staatsbeftuur. Helaas! dat langgeliefdkoosd monfter, Zoo dierbaar aan ons Vaderland , Viel voor verbroederde Bataaven, Gelijk HERCULES draak , in 't zand Die val, ó Dichtrei! ffchokt den aarbol uit zijn kring ^ Komt, Braaven! treurt mij na ; hoort, hoe ik 't fterflot zing ! Wij zagen de oude eerwaardige UNIE , Met blaauwe doodverw op 't geland , Nog 't zevenhoofdig fchepfel ftreclen ; Hoe trof mij die vervallen ftaat! Het dwangvertrappend recht der menschheid Heeft onze Grootmama verfchrikt • En ftont haar klatergoud en tooifels Voor 't oog der Maatfehappij onfftiikt; Beminlijke Uniel ja! naar zoo veel fcfiandè en hoon Is een gewisfe dood in 't. eind uw treurig loon. Haar  < 227 > Haar jongfte doodftuip was verfchriklijk, De (laaf viel op haar fterfbed neêr, En rinkelde met juk en keten Doch niets gaf haar het leeven weêr. Helpt Aarde en Hemel 1 helpt mij klaagen ■■ ■ Treur gouden Zon! weên zilvren Maan! 6! Dat mijn hooggeftemde lijkza'ng U beiden paalvast ftil deed ftaan! Wel aan , 'k volg JOSUA; — ö Zon! wreek door uw licht, Staa op den Vijverberg r- gij Maan! ftaa ftil in 't Sticht. Natuur! gehoorzaam <— volg mijn wenken Deel in den rouw van 't Vaderland 'k Wil, dat gij zeven regenboogen , Zoo zwart als friefche turven , fpant ■ ' Strooi zwarte fneeuw , blaas zwarten hagel, Kleed al de ftormen in den rouw , Ja! dek, met droeve donderwolken, Het lijk van dc Utrechtfche Mevrouw Zie, hoe •( ontkluisterd Volk ginds om de lijkbaar danst, En Vrijheids forfche fpeer met jeudig loof omkranst. Met de Unie (Herf ook 't wereldwonder, 't Veelhoofdig beest, zoo lang gevoed, Met toovrende Oranjevruchten , Gegroeid in Burger zweet en bloed. Dit beest wordt in de vreugdévuuren , - Die Vrijkheid ftookt, tot asch verbrand - En uit die asch verrijst vol glorij Nu de Eenheid van ons Vaderland. bat nu de Oranjevorst, dat nu zijn aanhang treur' * ja! dat de Aristokraat zijn kleed en hart verfcheur. Ff 3 Neen,  I < 228 > Neen , dierbre Prins! gij hebt u vruchteloos] Met hoop op hecrfchappij gcftreeld; Gij hebt vetgeefs te Suriname» Nog voor Stadhoudertjen gcfpccld. De Oranjezon taant in Brittinje Maar hoor , Vorst WILLEM ! 'k weet nog iets , Herneem uw moed, en laat u krooncn Tot Koningjen van Nas/au Diets Of 'k weet nog grootfeher plan, roep de Emigranten op. Herneem Jcrufalem, en heersch op Sions top. f> Tijd ! waar zijn die fchoone dagen, Toen de Unie , vrij van fmart en leed, Verfierd met een Oranjefluièr, Op 't Beest met zeven hoornen reedt? De zwijmelmelk praalde in haar handen, En NeOrlands Burgren dronken blij Den ilaapendranjc in; elk werdt gekluisterd. En noemde zich , al droomend , vrij D es tdte Heitel, die der fchrandren vlijt beloont, Ontfluit het zinneufpel, op Patmós reeds vertoond, Hoe fchoon was eens ons recht geketend , Haar hand droeg toen geen weegfchaal ooit; Daar 't Volk met zand , en elke rechter Met goud, in de oogen weidt geftrooid. Zieltreffend was roen 't achtbaar wapen Van Neêrlands hooggeduchten ftaat .—• Wie beeft nier. voor aer Dieren Koning? .... Een Le^uw —• die zich niet dwingen laat? Zijn klaauwen hielden grootsch en zwaard en pijlen vast: Hoe trouw is 't flaapziek dier geftreeld en opgepast?. .. . Be-  < =29 > Bekoorlijk zongen toen de Dichters Van onzen Staatsleeuw en zijn moed, Van zwaard en zaamgepakte pijlen , Met ander kostlijk poppengoed. Hoe ledig wordt nu Neêrlands Zangberg! Wie, Dichtreil wie verduurt dit kruis? Uw Leeuw woont met apol en venus, Helaas! in 't Invalidenhuis. t Daar zwaard cn Pijlen met den blikfem van jupijn, De Antiquiteiten zijn in 't Wapen-Magazijn. Maar zoude ik dit verlies bcweenen ? Neen, Zangrei! neen, alleen de dood Van 't Staatsbeftuur, door mij bezongen, ' '■ Drukt op mijn ziel, zoo zwaar als lood. Onvatbaar zelfs voor medelijden , Schijnt mijn gevoel door fmarr verroerd; De Schepping is voor mij een grafkuil, Waar flooping — waar verderf regeerr. Zegt Vrijheidszoenen ! zegt — ai zegt, waar in heelal 't Rampzalig overfchot der Unie fluimren zal V Komt, flaaffche Zielen! bouwt haar Grafzuil, Vereeuwigt haar gedachtenis , Klaagt om haar' dood, gelijk een roerdomp , In de Afrikaaufche Wildernis. Bouwt aan de Noordpool haar een Tombe Van Sneeuw , die daar het licht ontduikt — Die Tombe fchetst haar waarde en daaden , Waardoor geen zweem van hei! ontluikt. Koud en onvruchtbaar was de fchoone , die verdween, Toen haar verlichting met een heldren glans b.'Rheen. Ff 3 Ver  < 23° > Vergeetenheid! ach! droog mijn traanen , Zoo blijf: mijn Dichtlier u gewijd — Mijn galm ruischt, op uw' breede vleuglen, Elks oor voorbij, ó grijze Tijd ! , Rust Unie! rust veelhoofdig Monfter ! Nog zweeft gij, (welk een zoete troost!) Op veeren der Historijkunde, Naar Neérlauds ongeboren kroost Dat kroost zal 't oog op u, mistrouwende uw beftaan, Als op den Satan van den grooten milton flaan. W I E G - Z A N G, voor. de geboren wordende CONSTITUTIE, Wij zingen van uw wording , ó Telgjes der Vérlichting! Gij wordt in 't fchild der Vrijheid Bevallig opgewiegd. Ons Lied rolt, als de Lofzang Der vrije fchuldlooze Englen , Bij 't worden van de Menschheid — Maar laager klinkr ons Lied. De denkkragr, lang verbasterd, Herneemt in 't eind haar waarde. ■. Wi  < 331 > Wij voorderen in volmaaking. Hoe grootsch is dit gevoel I • 0 Nieuwe Conftitutie ! 0 Lieve, jonge fchoone! 6 Blijdfchap der Bataaven! Verrukking juicht u toe. Ontvang de welkomgroeten Van vrije, dankbre Burgers; Door de oude Conftitutie Zoo lang, zoo wreed geboeid. Ja ! die misvormde Dochter Van domheid en vooroordeel, Gezoogd door laage trotsheid, Hadt ons geluk vertrapt. Leef «—. cdle, jonge fchoone! Leef, Telgjen der verlichting! Neem toe in waarde en fterkte, Zoo wordt ons heil gevest; Zoo wordt ons recht beveiligd, Niet meer verdraaid naar wetten. — Geen fchraapzieke AWvokaaten, Geleerd in 't corpus juris, Bedwelmen meer 't verftand. Elk Burger kent zijn Rechten , 't Gevoel ftrekt elk ten Wetboek ;•■ Dat Wetboek wordt gehandhaafd Door 't werkzaam Volksbeftuur. ~ 6 Nieuwe Conftitutie ! ö ïelgjen der Verlichting! Gij wordt in 't Schild der Vrijheid Door Brnaven opgewiegd. Uw aanzijn is de glorij Van Bato's vrije telgen — Europa ftaart, vol eerbied, Op Neêrlands Maatfehappij.  Te GOUDA. Bij H. L. v. BU1YLA, én COMP. Worden mede uitgegeven te Amfterdambij j. IV. Smit, y. Laar ilahuet, H. Keijzer, Schoonereld, Hazeu, Langeveld, Brilt, Saakes, Koene Jr. op de Haarlemmerdijk , Crajenfckot, Wynands enz. Rotterd. Meyer, Pols, van Santen ,Vis,y.y d. Dries, Dan. ferweg, Dordrecht Blusfi en Zoon, Haarlem van Brusfel, Tettmans, Leiden Herding, Delft de Vries, Schiedam Bak, ter, 's Hage Leeuwenjleijn, Utrecht Wed. Ter Veen cn Zoon, Alkmaar Molkman & Comp. en Hand, Zaandam Tolk, Kool t van Men en Qjiakkeliein, en verd.r alom door geheel Neder, land a i| Stuiver. '  D E WERELB^BESCHOUWESL N°. 3©. (GMLTKHEID — WITHEID — EROEDRRSCHA?.} Wanneer geheet een Volk zijn boeien wil verbreeken ,. Dan taant der Vorften magt ; dan rijst der menfchen recht; Maar wen dat zelfde Volk vergeet zich zelf te wreeken , Dan zuordt het waar geluk voor eeuwig hen ontzegd. BURGER-WERELD-BESCHOUWER! N evensgaande Stuk is in de eerfte Grond- Vergadering &I; i.:„,. „„ \r,-;;,ii,r At,r> m Jrt>7rr dnnr een haarer Leden uitze- fproeken, wilt gij het plaatfen, Burger! gij zijt vrij. Uw Meede-Burger , een gouwenaar. meede-BURGERSl Zonder een woord te fpreeken van. de laatfte der heillooze Omwentelingen, welker gevolgen de geheele ruïne van Vaderland en Vrijheid met zich fleepten , hebben die van voorige tijden te veel fpooren agter gelasten , dan dat een redelijk menfcheuverftand, niet ep iedere bladzijde van 's Lands Historie, dezelve zoude «ntdekken. G g Niet  < 234 > Niet niinder zeker moet de herinnering van 't een eu ander eenen diepen indruk maaken , op all'wat eenige'aanfpraak wil hebben op Deugd cn Vaderlandsliefde: ?t is derbalvcn eene wezenlijke misdaad , een bloot aanfehouwer te zijn van gebeurtenisfen , welke in een zoo naauw verband ftaau met de zoo wonderlijke als hcilbeloovende ommekeer van eene Regeeringsvorm, wier vastheid alleen beftohd in br.i- tenlandfche magt cn binncnlandsch verraad. Daar dus alles eene nieuwe gedaante heeft of behoorde te ontvangen , moet elk Vaderlander zich beijveren, om ook het zijne" toe te brengen, tot het daarftellcn eencr Conftitutie, wier aanweezen het geluk van Neerlands Volk voorfpcllende', tevens de bewondering van geheel het denkend Europa zal tot zich trekken. Hij echter, wiens lafheid, 't zij onder wat voorwcndzcl ook , eenige inzichten verraad, ftrijdig niet die eeuwige wet der Natuur, welke ons door den grootlten-JMenfiher.vriend ter naarvolging is overgelaaten, zal, zoo wel als hij, die niets toebrengt tot den opbouw van het Gèmcenebest (om mij te bedienen van eene der uitgezogte termen van een iri allerhande bogten gewrongéne Broederfehap) nimmer het zieltroostend genoegen fmaaken , van voor zijn vecge fpónde , zijne gezegende Lievelingen, als een antwoord op het laatfte vaarwel te hooren zeggen: „ ook gij waart aan uw „Vaderland getrouw; ook gij wildet in uwen kring uweMe„«eburgeren gelukkig maaken; verlrat vrij een dankbaar „kroost! gca in vreedc, en geniet het loonvan uweVolks„liefde in ecu beter Vaderland!'1 Wanneer daarenboven het gezegde uit den mend der waarheid zelve voortgevloeid, en nog onlangs dóór een waardig aankleever van de Coalitie, toen men gsntsch Europa tegen de zaak der Menschheid in 't harnas meende te jaagen , ten onrechte wierdt gebezigd c— wanneer, zegge ik, die geduchte waarheid nog iets van haar ranweczen heeft behouden, als dan zal het aanzien dier onverfchiliigc weczens , rijzen of dealen, naar maate de Nederlander zijne Vrijheid zal liefhebben of verwaarloozen. Zie daar, Meedeburgcrs! de redenen, welke mij bc-wogen hebben, om in eene Vergadering , welker uitwerkzelen aaM derzelver inftciling beantwjordende eene der eerfte grondflageu zal leggen tot een ondeelbaar Gemeencbcst, een Huk voor te draagen', aan 't welk ik geen anderen naam heb weeten te geeven , als: IET.-'  < 235 > : t. a N Ti G E N O O T E N. IETS voor. mijne f.AWUüi."" ^ Roc.nwaude Burgerij! rechtopen Bato's Zoonen! G i die uw pligt gevoelt, de groote daên V^r hun, wier itrijdbren arm en mijter, ftef en kroonen, ■ i of mw hart en mond verzaadt ; f cvlo-ktc dwinglaadij in kerk cn vest cn floun fVan u ook , «en gebukt door 'sdwrnglands felle flegen, ' Gemarteld, afgefioofd', gefiingerd, neergeveld, pn'k;ragt en moed ontzonk; doch die bij 't heuchnjk daagen D '- vrijheids - zon herleeft, en u allengs herfielt; A er eedle ziel , fchoon met elks leed b-voogen Van Hem, op wiens hevelde ontclbre hemel - bollen " nB7> ongemeeren ruim zijn wijd en zijd verftroord, ^wtlend'Laiende langs io klein ook in 't heelal>de fchoonfte tekens draagt V ma t, liefde en trouw ; daarmieren — t-, ru zelf het kleinst inleef aan't alziend oog behaagt! Karr 't z u dat nog de mensch, het pronkftuk deezer aarde, Zooi van't fpoor der deugden reede is afgedwaald n^u iin Pligt vergeet, beftemming kentnoch waarue , Al luiend' de uuren telt, of roekloos zich bep alt Oir S» -eet en bloed bij teugen in te zwelgen, Ê, o ; hijn van orde en wet het recht verbant, ,at' omeen * .//doet volk bij volk verdelgen •* . lom den fcepter zwaait, den burger overmande,  < > Door dweepzüchtaangevuurd, de Algoedheid zelf durft hoonen, Het afgepijnde volk Te Deum zingen doet; Langs been en bekkeneel beklimt gevloekte t'roonen< Befpat met merg en brein en reokend burgerbloed ? 'tKanzijn , helaas! 'tkan zijn! hier bloet het hart elks braave» Om't mcnfchelijk geflacht, berst uit vol ongeduld- „o God verhoor UW volk! het rijk van vorst en flaaven „Vcrzinkem 'tvoorigniet; zoo wordt uw wil vervuld! " Dan, daar 'talwijs beftuur, langs hem bekende Weegen n„TVïrd' f6ngS herVOrmt; het Schijngeluk verdrijft, Der voiken reehten weegt, befliseht door vuur en degen Daar voor ons kortziend oog het ,Ues aaklig blijft ' E«s vorften flaaven. heir den vrijman durft verdrukken.Zich zei en gade en kroost der dwinglandij verpand; D n zeigchng beftaat van >, moeders borst te rukken' Verzaakt en vriend en raaag en dierbaar vaderland- ' ZHzTen r °P ' — * de Roeien , Zy zien t, en blijven doof voor alle jarnme.klagt Van grijsaard, weez en weeuw, voor't rinkelen der boeien , Gefmeed voor eiken vriend van 't menfehelijk geflacht; Alleen 't vermomd gelaat, fteeds afgerecht op loögen Voegtzich, hoe'tweiflend lot van >t Vaderland ook'keer Naar zijn gevloekt belang, en voert als uit den hooien ' Deeze eervergeeten taal: >* eerbiedig mijnen tur' Hoe zeer demenschheid treurt; deblankedeugdverfchoovex Als balling buiten >s lands, verduurt en ramp en leed' Dan, fchoon een muitziek graauw,fteeds tuk oP moorden.rovcn Met fchuldloos bloed bemorscht, zich zeiven kluisters fmeed Natuur van weedom krimpt, fchoon alles fchijnt vcrlooren ' Geen nood! de vrienddes volks houdmoed, ftaat ecuwig palHet braaf, het edel hart, voor waar gevoel geboo*cn Verheft zich boven >t,lot, aanbidt Hein die'r heelal' Uit met te voorfchijn riep; wiens onbegrensd vermoogen Dermens dwingends waJKLZoo ftreertde ontboeide ziel naar de eindpaal van zijn poog Door reedeenpl,gtge,eid. ze.fsdoorden dikften nagt ƒ ' Tot eensde heilzon daagt, en doorzijn gmde ftraalen Den  < 23? > Den Nevel heenen drijft, het Wagtend aardrijk groet', Zijn leevenbaarend vuur het all' doet ademhaalen, Hervormt en wasdom geeft, de zaaden kiemen doet; Dan roept de menfchenvriend , vertcedcrd bij 't aanfehouwcn Van zoo veel heilgenot, (daar 't hart va:i ijver brandtA „Algoedheid, Leevens-bron, enftettnvanmijnvertrouwe.fi, ,jU loovt geheel mijn ziel,U dankt mijn Vaderland;'' Dat land aan 't fchubbig heir, aan de Oceaan ontwrongen , Door noeste vlijt hervormd in een bewoonbaar oord, Toen Bato's vreedzaam Kroost, uit 's Vaders erf gedrongen ■ Het zich ten fchuilplaats koos , en leefde ongefloord Bij 't braav, bij 't gastvrij Velk, dat onbevlekt van zeeden Door geen gevloekt belang of trotfehen waan ontaard Gulhartig zich verbondt, niet door geveinsde Ecdcn Traétaaten of Verdrag, (voor 't Bastaard-zaad bewaard:) Bij wien, door waar gevoel van menfehen-min gedrecven, Het algemeen belang was 't meetfnoer hunner daCn ; Nog vreemd van 't faood gefpuis van Tcmis Basraard-neevèn Wist men van Capitool, noch dweepziek Vaticaan ; Geen Zielen prangend heir van weefige outerknaapen Misvormde naar zijn will' den oorfprong van 't Heelal ■ Neen, de onbedorven mensch, tot waar geluk gefchaapen', Behoeft geen blinden Gids, tot zijn gerceden val: Alleen het dankbaar hart, vereert een Opperweezen Onzichtbaar, eeuwig, gaed, nooit door den mensch gediend; Onkundig van een leer van wreeken , doemen , vrce2en , Befcheuwt hij in dien God een waaren menfchen vriend; Zoo leevde Bato's Kroost, zoo leefden vrije Zielen , Zoo bloeide oudtijds een Volk; aan plichten deugd gewijd ; Tot een uitheemfchc drom' van wreede Plonderfielcn Het beurt'iing viel op 't lijv en noopte tot den ftrijd: Dan, hoe getrapt, verguisd door't wereld-dwingend Romen , Door Noorman , Sax , Germaan of ander wreed geweld , Schoon ': bioed den grond doorweekte en verfdemeir en ftrpmen Door Vrijheids Borst gevoed, was elk Bataav een Held: Dan , wen het Oorlog zweeg , dc kalmte wierd herbooren , iierfehiep dit niivre Volk uit meir en waterplas G S 3 Een  < -38 > Een grond >,allengs bedekt met Vecen voedzaam Kooren, En Stulp en Huis en Hof; in plaats van 't week moeras, Dat, elders aangevuld met zwaar getopte dcnnea , Een rij van Steden torscïu op zijn bevloerden kruin; Daar Zee en Koopvaardij der jeugd allengs gewennen Aan hagel , fnccuw en wind; wijl 't fchraal afzichtig duin Hier perk en paaien fielt aa:i 't woest geklots der golven , En daar wel eer de Zwaan had een geffaSge wijk In 't fpichtig riet cn lisch, door 't zwalpend nat bedolven, Ontdekt nu 't ltaareud oog een vasten dam of dijk : Zoo moet een hoofdfiof zclv haar oud verblijf verlaarcn, Terwijl zij op haar vlak een aantal kielen draagt; Zoo bloeit dc Koopvaardij ; zoo rijzen vrije Staatcn; Zoo wordt dit Volk geiicht, bemind, gevreesd, belaagd; Eoor winzucht voortgezweept, ontdekt men vreemde landen • Vv'ier l'choon , wier vruchtbren grond het greetig oog bekoort; Doorwroet, oin 't blinkend goud, des aardrijksingewanden, Terwijl dp Inboorling zu?t, ellendig word vermoord; in keetciis rondgevoerd, of tot een prooi gelaaten Van menfchen flegts in fchijn ; — Mijn Vaderland helaas I Was niet uw ftaat geducht, ontbraakr gij onderzaaten, Was bcerschzugt ook uw doel, was uw beftuur zoo dwaas, Zoo gierig, zoo verward, vol tcgeirftrijdigheeden, Dat Dien de Vorsten vloekt , terwijl men flaaven maakt? Zoo rijst dan 't hoog gelach ; zoo daalen goede zeeden j Zoo klimt de weelde in top , zoo wordt natuur verzaakt; Zoo fchraapt dan groot en klecn , en laat fioolen zorgen, Terwijl dc Vreemdeling , Of in "t bewind gcfteld, Of buiten 'sl.ands geftijfd, en achter 't mom vctbojjöi, Het Vaderland verraadt, zoodra 't zijn proot'icidfWt: Daar waar het edel hart, vervreemd van waan cn ioogen, Miskend, veracht, belaagd, zrer febaers, of bij geval Gétffiuitst wordt in den kring, gefchikt naar zijn vcrm iogcn , Daar helt het Vaderland allengs ten WSaf n val. Dan ziet men Koning, Prins, Marquis, lïaron cn Ecd'len,' Naar 't wefflend lot ziehkcer:, gevoerd ten hooejften trap; En, als hun glorie daalt, vetyangt bet iaagc bced'lcn De  De plaats van trot£c'i cn waan , van VorstcnK.oningfeb.ap: Dan ziet men, o;n den val der braaven te verhaasten , Een aantal huichelaars verkondigen een leer Van God- cn meLifclicnvrecs; daar elk zijn evennaasten Zijn dierb're Gade en Kroost al vleiend gaat te keer : Zoo ziet dan 't vorftendom zijn zegepraal voltooien; Zoo blij vu der grootcn les: „Verdol en heerscb in ftand; Zoo taant de lieve vreè; zoo ziet men tweedragt ftrooïen; Zoo naakt het wis verderf van 't zinkend Vaderland!! — Mijn Vaderland 1 ö ja, •— gij doet mijn Dicht-vuur gloeien , Gee-vt aan 't Bataavfche hart een geestdrift, een gevoel, Zoo edel, zoo oprecht, zoo watsch van flaa.fchè boeren, La-, wen ook 't ccnig Kroost zijn grootheid had ten doel, Zich ooir vermecten dorst de vrijheid, te belaagcn , Dat zclvde Valerhart, een a: vernielend lood , Ten dienfte van zijn land, zou door den boezem jaagen Van hem, aan wiep natuur dc tcCiTce.plicht gebood; Daar zijn regtaar.te ziel,, vervuld met mededoogen, Misleide "onnozelheid untfiuit cn hart en hand; Reeds laag der deugd gewijd, was 't doel van al zijn poogen Gelijkheid, Broederfehap en zucht voor 't Vaderland. Hij, die 't gefchichrboek leest, zijn, wectlust wil verzaaden , Ontdekt op ieder, blad een v aaren Heldendaad;. Een grootheid, deugd en trouw ; maar ook metéén dezaa.Ln Van dwecpend bijgeloov, van heerschzugt cn verraad; Ontdekt maar 'tis genoeg! wat b«:it iicr, om fs lands pingen Te brengen voor den gcesr! .. de waare Patriot. In vrijer lucht geplaatst, van 't ijzeren juk ontll.agen , Weet, hoe een groote ziel den dwingeland befpot; Weet, hoe ecu vriend des Volks , van ijd'lcn waan onthecveii, Veiichtlijk ncderziet, op 't blinkend klatergoud Van handvest, voorrechtsbrief,door eigenbaat gegecven Aan hem, die zijé gezach op 't naastens welvaart bouwt. Hij kent de fehoonlbe les (*) door de Aimagt ingci'trunper , Doch zederd ecuwen lang miskend en fnood veracht. (*) Zoo gij wilt,-, dat U de menfchen zoudsn doen: doet gij hen ook alzo.  < 240 > Allcerreen machtig Volk , (voor wiens banier en wapen Elk Vorst en Dwingland beevt,) moest uit den donkren nacht Van gruw'Ien, van geweld, van vallenen iehijn cn loogen , t Dit fchoone Gods-geichenk ééns brengen aan het licht: Zoo krijgt de Vrijheid lucht, van allen dwang onttoogen, Roept zij haarKindren toe „ erkent uw waarde, uw plicht; „'t Blinkt fchoon , en ftreelt het oor van pas ontboeide flaaven, „Teleezen 't eerste jaar. van iiato's vrij gewest; ,,'t Geeft aandrift tor iets groots; ontvonkt den lust der braaven; „Mkar 't past u, meer dan ooit, te fchuwen als de pest * «Al wie uit vuil belang zich in 't bewind wil dringen, „Met een Sireenenzang het braave volk misleidt, „Vloekt óp Ariftocraat, Despoot en Aterlingen, „Die met den Crocodil geveinsde traansn fehreir, „ Doorziet liet menschüjk hart, zijn deugden, zijn gebreeken . „ Schenkt niemand ooit uw gunst,wén 'r mijn belangen gelir, „Dan hem, wiens kunde en vlijt, wiens trouw u is gebleekcn , „Wanneer zelfs tot zijn fchaê de weegfchaal overhelt: ' „Heeft niet een dapper volk het flaavfehe juk verbrooken? „Is niet her oud gebouw ten gronde toe gefiecht? „Ontdekt men hier of daar, die nog uw heil beftooken, „ Wel aan doet hulde aan 't volk en wreek 't gefchonden recht, „Enblixemt van deeze aard', die 's volks belangen ftooren ; „Zoo wordt dit land eerlang een onverdeelbaar oord; „Zoo maakt ééns de eendragtmagt; zoo klinkt in ieders ooren „Deez' zuivre Hemeltaal, die hart en ziel behoort:" „,,'t Gefolterd Nederland, wel eer ten prooi der grootcn , „„Is dan in 't einde eens vrij! verheeven boven 't lot, „„Zoo klimt zijn oude roem; zoo wordt de Bron ontflootcn „„Van wefvaard, liefde en vrcê, van alle heilgenot:''" „Wen gij mijn raad dan volgt, zo hebt gij-niets te duchten; „Zoo niet! de wisfe ftraf volgt elk ontaardBataav: «Als dan ftaa ik gereed voor eeuwig u te ontvluchten m „Het Jiaat aan Neêrlands Folk , om vrij te zijn, ofjlaaor* Tt GOUDA. Bij H. L. v. BUMA, ea COMP.  D E WERELD-BESCHOUWER.. N°. 31. {QllURtlD — FRÏHE1D — BROEDERSCHAP.} (doorboorett; •f Was veel tom brutus durfde eens Dwinglands hart V Is meer, als heel'een Volk het Vrybaids-Altaar ft icht» Is "root, zo de eedle deugd den Burger Man bekoor en; Maar groot er, wen elk mensch erkent zijn waarde en plicht. EEN B R I £ V, BUK. GER. WEUlB-BESCHOCWI&i Terwijl ik juist hecïig was , mijne Kinderen les te gee. ven in de Geographie , komt een mijner goede Vrienden < welke ik Edeibart zal no:men) in huis ftuiven, met een geraas , dat mijn kleinfte Jongen daar van een zoort van feeroerte op »t lijf kreeg. Wel mijn goeje Man I berste de Supliant uit; je zit noj» al vrij gerust je pijp te jooken! — ea «at heb je daar vooi «m diag? —  < 24* > De Kaart, Was het antwoord, van het Zuiderdèél vait Africa, e:i wel van dien uithoek, welke het eerst door een Venetiaan wierde ontdekt; maar welke ontdekking ook te gelijk den grond legde tot dc ondergang van den Koophandel Zijnes Vaderlands. — Die zelfde Uithoek was mede de Reen ■ des aanftoots voor den ontluikenden Koophandel van ons Vaderland, tot eindelijk dezelve, door den moed onzer vroegere Zeehelden, aan den Portugeezen ontweldigd,i.door de nijverheid der oude Hollanderen voltooid en verder door dezelve tot zulk een ftaat van bloei cn welvaard wierdgebragt. dat dien anders zo fchraalcn grond, zo door deszelfs climaat •Is bijzondere ligging, eene der fchoonile gelegenheden verfchafte, aan den door ftorm en alle de ongemakken ecnet langduurige reis afgematten Zeeman, tevens den Bewoonerem een nuttig voedzel opleevert cn door deszelfs voortbrengze, len den verwijfden Europeer zult een keur van Lekkernijen verfchaft, als waarvan de Kelders onzer Petit-MaStres nog (leeds getuigen, t- Ja , Vriendlief! dat hoekje lands heeft nog al Zo iets om 't lijf, en zal nog lange een flruikelblok zijn voor de gezwoorene Vijanden van onzen Koophandel en Welvaart; en, ik zeg het nog eens, zo niet de waakzaamheid van het Fransch Ministerie, ten tijde van den voorige» Ëngelfchen Oorlog, een genoegzaam aantal Matroozcn ter verzeekering win" dien gewrigtfgen Bost, vioegtijdig, hadde aan land doen zetten, voorzeeker hadde, zonder die voorzorg, reeds 'lange -de Oost- Ipdifche Maatfehappij -haare, vee. ge ziel uitgebUazcn „ do0r het gemis van die» fchoonen Uithoek, welke als in de muiu dc. Kinderen zelve beftorve» 3igt, bij het ten 'halven afleggen van hun werk of Reis, Wanneer zij, bij voorbeeld, uitroepén: wij zijn de Kaap jjepasfeerd. De Kaap ! riep EöeJbdrt Uit, met een zoort van verwarring , • -• ben je nu mal of met den kop gebruid! je fpreckt nog op een toon , als of de boe! je niet aan ging , en'breekt honderden woorden de hals , eer ik het vat dat je de Kaap ^edoelt: weet je dan niet d»t_& Kaap de Goéde ffrop naar den  < 243 > den <3 : .... is? r— lees jeeUn geen Couranten meer? —* zit je dan maar in de hoek van den haard, met Je kleine jongens, zo wat te keuvelen? — zie je dan iiogniet, dat wij hoe langer hoe meer de wrange vruchten plukken, van dat vervloekte Beftuur, 'dat, niet te vreeden met een aantal Millioenen, van het Laad geftoolcn, in Engeland overge-' bragt , eri onze rijke Oost - Indifche Schepen ingepakt te hebben , nog boven dien alle de Gouverneurs van onze* Volkplantingen heeft zoeken om den tuin te leiden; is het dan wel te verwonderen , dat al dat goedje, (weinige Uitgezonderd ,) aangefleld door het oud Regeerings - Bewind , alJ waardige Aanhangers van die' fchraapziëke Aterlingen, de aan auu toevertrouwde Posten alléén Waarnamen tot hun eigen, voordeel, dc gantfche boel liever Haarden drommel lieten vaaiiti, dan zich in dé bresfe te ftellên voer eene Vrijheid, welke hen op den duiir niet zoude tóelaaten, om hunne beurzen te vullen, ten koste van Volk en Vaderland.—■ Ta, het is waarachtig, zo als mijii Öoia zaliger mij dikwijls onder vier oogen in liet oor luifterdc : „hoor Neefje,"zeide dien ouden ilokker, „ik zal het mogelijk niet bekeven; „maar denk je 'er maar eens om in 't vervolg , — laaten de „Patriotten maar pronken niet zilvere Keesjes op Tabak- en „Snuifdoozen , en alle die tierelantijntjes , — en of zij al „neuriën en zingen : een Keeshond blijft zijn Heer getrouw., „en boezee! iaat deKees zijnen Heer, of| zo je wilt zijr» „Land getrouw blijven, hjj zal 'er, zo waar als ik leef, „het hachje bij infehieten\ wanneer hij zich niet met aller* „macht tegen die groote Bulhoridén te weer ftelt; ons Landt „word hoe langer hoe meer van dat verwensch' Doggen„Gefpuis öpgevreetea; en wij zullen, bij mijn ziel, zo „vermaledijd door dat Hondengoed is de konkels worden „geholpen , dat enze Colonien , zo maar de een na den ander, „om zeep zullen gaan! — zie jongetje, hadden niet vooreen. „'Jaar of dertien de Franschjes de wacht gehouden , wa: zoude ,,'er geworden zijn van de meeste onzer Bezittingen in dr „andere waerelddceler»? zij waren immers al lang nademaaa Hh z ge»  < *44 > „geweest; alleen hoop ik maar, dat de vrije Franfchen ook „nui of in 't vervolg, haar zaak zullen weeten, zo wij „eens wederom door dat gevloekt Ministerij wierden aange. „vallen; want kijk, Maatje! dat weeten de Franfchen zo fcWel als jij en ik, dat het met onwillige honden kwaad „Haazenvangen is, en dat in zo een Landje als het onze, („maar al te veel aan de Lade zitten, die, al koste het ook „de welvaart van hunne mede - Burgers ; 'er doch den duivel „om geeven cn liever het vette deez'cr aarde al zoetjes op„peuzelen, eer zij een poot zoudert uitfteeken ter redding „van hot zinkend Vaderland: daarom Neefje, wagt u voor „dat geheele zoodje, dat zo veel betrekking heeftop dat „dieve goed. Nesn , jonge lief! blijf.jij je Vaderland ge„trouw, weest liever zo arm als Job , toen hij op de mist* „hoop zat, eer dat gij u zoudet vetmesten met het zweet en „bloed van uwen evenmensen,—cnjlieb je geleegenheid omhet „Vaderland te wrecken en de onfchuld te redden, waagt 'er „dan je leeven aan , zo als ik het mijne heb gewaagd ; doch „waarvan ik niet lang meer gebruik zal mazken, door dien „rampzaligen arm , welke ik in de beroerde dagen van 1787, „God beetere het, hebbe overgehouden.'* Zoo fprak dien goeden hals, nog geen drie jaareri geleeden. wanneer een heete koorts hem onbarmhartig aantastte ea binnen weinige dagen in 't graf floepte; alleen agterlaatende den naam van een Braaf Man. Kijk eens, Vriendlief! zo dien armen fchelm zijn hoofd nog eens opltak! wanneer hij eens hoorde, dat de God vaa Neêrlands Opvrecters , zo een geduchte Reis , dor Hagel , Sneeuw en Water, door een opcenftapeling van Ysfchotzen hadde volbragt, en dat zonder een voet nat te maaken, of zich aan eenige ftecn te ltooten , zo maar met Pak, Zak, Wijf, Ducaaten cn Jongens,bij Oome Geotge was aangeland; wan. neer hij verder had vernoomen , hoe zijne Almagtigheid , volgens zijnen hoogen wil, te Kevj bevcelcn tcekende, door het Beftuur van Giorgc & Comp. ontworpen, ftrekkende , om de Bediendens van Hollandsen Volk haar plicht te doen ver-  < 245 > vétzaakeh! Neen, waaragtig, ik wilde niet gaarn dat mijn Oom leefde, — zoudedien Grijsaard mij niet toeduwen: „jou Luizebos , is da: het Vaderland getrouw zijn, dat je lui dat Hondevolk zo maar laat echappeeren; waarom niet een fthotjé daar'voor gefchooten, eu dat heele boeltje ingepakt én in liet Cachot gebragt ? waarom voor die Ducaaten niet een Guilotine gemaakt, en 't overfchot gebruikt tot het equipeeren van een goede Vloot Oorlogfchepen. Zeg,weergaze Jonge! waarom zit je lui dat verraaderlijke Vee niet al, lang agter den broek? is het nier lang genoeg, dat die verdervende hand, door het geld van je eigen Volkje, zo we! als dat der Engclféhen, de boel zo wel in de Cabinetten, als bij de Legers, geduurig in den war helpt. Hoe veele duizenden van zielen komen 'er niet dagelijks in de Elizcefche Velden aanlanden , klaagende deeze over het gemis van gado en kinderen, daar-anderen wederom de afgrijzelijkfte vervloekingen op de Throonbeklimmerea uitbraaken.'* Zoude hij mij verder niet in't aangezicht toegrzauwen; „ontaarde Jongen, daar gij zijt! heeft niet uw Vader zaliger dagelijks getracht, om u de beste lesfen van Deugd en Vaderlandsliefde in te prenten ? waarom niet met je meesters Windmaakers ter hulpe van het Vaderland toegefcheoten , voor en al eer het Land door de Franfchen, voet voor voet betwist, wierde overmeesterd? waarom niet bij tijds de Verdervers van den Staat gearresteerd, ten einde die bronnen te ontdekken, naar welke thans mogelijk te vergeefsch wordt rondgezogtü ja, zo jij en je mede - Keezen , die altijd de mond in beide de handen pleegen te hebben, den Franfchen het indringen gemaklijk hadden gemaakt, in plaats van door je ftil zitten zulks te vertraagen; zoude het dan niet aan je lui zelfs hebben geftaan, om van de Vrijheid, Gelijkheid en Broederfehap een regt gebruik te maaken, daar men zich nu beklaagt, dat dit laatfte woord als warme Cocijnje wordt uitgehaald, zonder dat men begrijpt, dat het den Franfchen , niet mogelijk ware, om te gelijk de goede orde te handhaven •n tevens eene te lang getrapte Natie over te geevea aan die Ha 3 drif*  i driften, weike het hart maar al te veel overmeesteren 5 hoe. Wel zulks liter te Lande minder gevaar zoude loopen als bij eene warmere Naïie , zo als bij voorbeeldde Franfchen —. welk mensch zoude onberaaden genoeg zijn om, van zulke Menfchen, als Ministers j Generaals , &c, te v» rgc,, dat zij Blweatenderhsnvatoaar voor eenige zwakheden zouden zijn!" j Nog meer zonde dien goeden hals mij kunnen op mijn brood leggen; dan , ik gevoel zelve maar al te wel waar 'f hem hapert; God dank, dat het Toneel des Oorlogs nog zo verre van onzen bodem is verwijderd! wam, zo waar als wij leeven, ik voor mij zou 'er, bij mijn ziel, geen gat in hebben gezien, wanneer eens het verraad zoo verre hadde gezegevierd, dat onze Grenzen bloot ftonden voor een inval van die Vaderland- en Vrijheidmoordendr Huurlingen; wanneer eens de Franfchen , door een tuimelgeest overdekt, hunne waare bclangens uit het oog verliezende, zkhzclveti ongevoelig aan de gevloekte Dwingelandij onderwerpende, tevens het graf zouden delven voor de Vrijheid van geheel Europa. Deeze gedagten, en wel voornamelijk het verlies aan den Gosterfohcn Handel toegebragt «door het gemis van de Kaap, heeft mij zoodanig van mijn flel geholpen, dat ik wel met een mijner goede Vrienden zoude uitroepen : Moet dan dé pas 'berreezen zon, in V mvrgenbaarendOosten, Gefcboktuit baarén kritlg , al vcavgVendr„gl!)aards vlién;. Moet zieb de waare Patriot nog meerder ramp' getroosten ,' En 't feboone Vrijheids - beeld aldus gefolterd zien. Moet dan, rechtvaardig , eeuwig God', het lot van Ne ér lande Steeds hangen aan een niet,aldobbyre»op en neer ? (Braaven Moet dan helaas f het Volksgeluk voor eeutüig zijn begraaven Gaat niemand bet bedrog djA eiudlijk eens te keer f — ikzal, wat bet ook kosten moog', mi) op b t Vloekrot wreeken >' Door Vrijheids-min bezield, met deéz' mijn reehterhand,. tiet blinkend Staal {der Schelmen loon) in *s Veinsaarts boezem Ze valt,met mij,Voor't minst één pest van 'tVaderland. Qfi'eken.' Zie  < H7 > Zie daar, Wereld-Befchouwer! de laa'fte woorden , met we kë mijn Vriend Edelbart, mistroostig en ongereddern, van mij fcheidde : ik liel» zcedert niets meer van hem vernomen. Ik ben van zijn eerlijk hart, ecven zowel ais van zijnen buigzaamcn aart, wanneer hij niet resdeu kan worden te recht gerleld, volkoomen overtuigd. <— Bij al wat heilig is, mede - Burger r doe uw best, om', nevens dit verhaal, ook iets ter zijner vertroosting , in uw eerstkomend Nommer te plaatzen : 'mogelijk komt hem zulks nog tijdig genoeg onder het ojig , eer hij een of andere pas bega, welke, hotVaderlandlicyend hij zulks ook moge befchouwen , echter, in deeze tijd van Broederfehap, wat miferabcl zoudeklinkcn, én mogelijk te weinig nut den Vaderlande zoude aanbrengen , dan dat een eerlijk-»ian den Rechter dc handen vol Werk zoude geeven , door zijn lecven inde waagfchaal te .ftellcn ,mèt het ombrengen van een Vcrdervcr van den algcmecnen Welvaart. Wanneer gij fpoedig hier aan voldoet, zult gij mogelijk meer dan één braaf, doch door drift vervoerde , Vaderlander hebben gered, zo wel als een of ander Aterling buiten het vermogen gcftelj, van, zonder verantwoording van zijn-gedrag en als een martelaar van zijn foort, •aijnen misdaadigén geest uit te blaazen. Uw rn;de-Burger. a. z w a a r. h o o t d. Om toch eenigzints te voldoen aan onzen mede-Burger Zzvaarboofd, zouden wij wel is waar, de fprcuk van Vader Soloman indagtig, niet onze» gantfehen geest uitlaaten , cch, ter geene zwaarigheid maaken, om, wanneer Vaderland en Vrijbeid met een drom van boosdoenders te worstelen hebben, ook nu , daar wij thans eenige eeuwen iaater op deezen a'ard. bol rondzwerven, evenwel ook iets zegge;1.,dat wij raeencn overecnkainfHg te zijn met reckr en billijkheid, (want wie wist ten tijde V*«> tt^umm van Vrijheid, Gelijktiet,*, Broederfehap, Rechten van rten Mensch en zóortgelyke Hukken ! cn hoe weinig ^oud.e dit alles, in den kraam van dien ouden heer hebben te pas gekomen?) he* zaldan genoeg zijn,  < 548 > zijn, ter gerustftelling v»n onzen zwaarhoofdigen Burger, dat wij den Vaderlandlievenden en zo wij hoopen ceilang gelukkigen Edelbart, een recht dankbaar hart toedraagen, ze Wel als wij den Vaderlande gaarne geluk wenschten met een aantal Brutus/en, tot redding van den pas gebooren Staat; alleen met dit onderfcheid, dat dezelve dan ook, met de befchaafde zeeden van deeze Eeuw hun voordeel doende, den edelen Romein (die, door het vellen van één Dwingeland zijn Vaderland meende te redden) alleen daar in trachteden te boven te ftreeven, van met den Dolk in de eene, en de Wet der Reede in de andere hand, de ontaarde bewerkeren van 's Lands rampen , in toom te houden ; tot zoo lange , een Regeeringsform, alleen gegrond op Rechtvaardigheid, Ondeel. baarheid en goede Trouw, de plaats zal inncemen van eene snecnigtc, eikanderen verdringende cn tegen malkander inwerkende, Coinmit.ées van allen aart en bijzondere belangcns* Dat dan elk Nederlander het zijne toebrenge, ten einde «ens fpoedig worde voldaan aan het groote oogmerk , dat, ziamelijk, dit Gemeenebest , geducht voor de Despooten, getrouw aan alle braave Geallieerden, de gecszel zij van die Verraaders, welke het Vaderland top den oever van deszelfs geheelen ondergang hebben gebragt. Dan,jadaa Zal geen bijzonder mensch Zijn dierbaar leeven voaagen, Ten nutte van zijn Land ; dan /preekt het heilig Recht j Dan zal geen /lil gemor de lieve Vreê verjaagen : Dan werdt naar ééne Wet der Schelmen lot be/lechts Dan zal de Vriend des Volks , zijn Plaatsbekleeder eer en $ Hem ongeveinsden dank en fchuldige offers biênz Dan zal de braave Man een dankbaar Volk regeereat Dan zal geheel Eurof? ons «aar geluk befpiên. Tt GOUDA Eij H. h. v. BUMA, en COMP,  D E WERELD-BESCHOUWER.» N°. 32. iCEWamm — rn.mmn — broederschap.) De Vrijheid bloei alom , geeve aan de welvaart kragten En blijve 's tmnjchen heil tot laate nagejlachten .'.' Gewigtig voor het mcnschlijk hart , en hoogst aanmerkelijk voor elk Inwooncr van Nederland, waren de gebcurtenisfen van net eindigend Jaar. Nooit te overziene rampen, vernietiging was het, met welk ons Vaderland bedreigd wierdt; men begeerde dijken en dammen door te fteeken, 't land in eene zee te vervormen, of bij het mislukken hier van aan de Wilden van Europa hetzelve ten prooij te geeven. Namelooze ellenden fcheenen zich te verecnigen, cn de zon van ons geluk, door digc oP een gepakte nevelen, het doort 1 breeII. DEEL. IJ  < 250 > broeken te willen beletten. Alles was treurig , aaklig , fom ber; de verihndige zweeg; >t was een' boozen tijd. Alle bijeenkomften, hoe onfchuldig, van braave en geleerdheid en deugd minnenden wierden verhoeden , of zomtijds, even als ni de dagen der gevloekte Inquifitie van Spanje, met opgaave der naamlijsten van de Leden, tot wederopzeggens toegelaaten; terwijl men bij voorkeuze toeliet, de Vergade nngen van menfchen, die alleen bijeenkwamen om te drinken en onéenigheden te beraamèn , zich omkoopbaar te (lellen, en baldadigheden of plunderingen aan ie richten, ^oo zij 't noemden, ter eere van Orange. - Hoe zeer de Burger afkeerig ware van deezen woesten hoop, moest hij echter voor denzelven bukken en beducht zijn. Van trap tot trap klom die boosheid, en fcheen het hoogfte toppunt van ilraffcloosheid bereikt te hebben, gerugfteund of in 't verborgen aangevuurd, van vermogende heerschzuchtigen , die geld gaven, tot alles, wat fchrik bij braaven, bewerken zou kunnen; Wanneer dc Godheid fprak, door haarenadem werden de wateren , de fnelvlietendfte ftroomen , vervormd in vlakke wegen, en juist de overftroomende velden gefchikc gemaakt, om de Benden der Vrijheid bevorderende Franfchen te doen inrukken. ' In tijdftippen , ('t was in de maand Janurij i~95) waar in het vluchten van de Landlieden algemeen was', befpeur de men, dar zij zich minder van de Franfchen, dm van de Engclfchen beklaagden, en wat deeze, God betere het'toen Neérlands Bondgenooten, deeze Gelooft - gen ooien , met welke men zoo veel op had, in Gelderland beftaan hebben doet de menscbneid bloozen ; _ op eenmaal brak dus het Mcht ter redding door, en wanneer men nog 's Woensdags op uitdrukkelijk bevel der Gebiedende van die dagen Je' beden hadt voor- en 't Volk aangezet, om de wapenen Bp te vatten; wanneer Willem de V verklaarde , zijn laatfte druppel blocds voorden Lande te willen florten, en tot den laatften man te flaan , vlugt hij op Zondag, en gaat, zonder eens behoorlijk affebeid genoomen te hebben, of zijne Aan-  < *SI > Aanhangers gewaarfehouwt te hebben, naar *t roofziek Engeland , de natuurelijkc Vijand van ons Gemeenebest. In tijdftippen, waarin 'C oud Gottisch Gebouw afgebroken werdt, zag men de Rechten van den Mensch ten grondwet Rellen, en Gelijkheid, Vrijheid, Broederfehap dc leus worden. Dezelve beleevcndc, gaven wij bet ifte No. van den fVersMbefobouwsrwctet uit; gelijk wij verklaarden, nog niet bedaard van verrukkende blijdfehap cn verwondering, nog bijna ongefchikt om gerecgeld te denken. Wel verre dat het ons gegund wierdt, om 's weekelijks een Nummer uittegeeven,, zagen wij alle handen aan 't werk , alle verftanden beezig, om het zoo deerlijk in de war gefiuurde huishouden ,in bijzondere Steden,cn in 't algemeen, het gantfche Land in orde te brengen , dc lust cn gelegenheid tot leezen, door deeze gewigtige beezigheden bijna weggenoomen. 't Gunftigfte. vooruitzicht opendt zich voor ons, om in dit jaar , met meer vlijt cn onafgebrokeue werkzaamheid re zullen voortgaan en' beminnaars van !s Volks geluk te vinden, die onze pooging, ter verbreiding van verlichting, zullen willen onderlteunen. Men zal eene Nationaale Conventie houden , de Republiq zal Eén en Onverdeelbaar worden; door Grondvergaderingen van Stemgerechtigde Burgers , zal men de Stem dca Volks doen gelden, de banden van vereeniging tusfehen het Volk en deszelfs Vertegenwoordigers verfterken; maar dit belet niet het volk tot waakzaam toevoorzicht te mogen aanmanen. De troffen ter befchouwing kunnen veelen zijn. Zien wij de woelingen niet dier geehen , weiken 't goede werk vertraagen willen cn eene Regceringloosheiö doen gebooren worden. Is 't Volk niet geweldig bcdroogen met veelen , cp 't welk 't zelve vertrouwde, die voorhesn briesfende Leeuwen fcheenen , cn nu, als Lammeren, zarjtheid, ja ftraffeloosheid voor Straffchuldigen begeeren , vooral wanneer zij met dezclven in eenige betrekking ftaan. Zal men, wanneer de Vrede komt, niet moeten zorgen, li 2 da:  < 252 > dat dezelve niet met floers behangen zij, door de nadeelige gevolgen? Wie bezeft niet de noodzakelijkheid, om de Burgers van dit vrije Gemeenebcst oplettend te maaken , op de vrienden van kruipende Eigenbaat, die zich overal onbefchaamd indringen, en met hunnen verpestenden adem, de pas ontluikende Plant — de pas herlecvcnde Vrijheid, benadeelen ? Hoe roept dit alles elk Vriend van 't Vaderland niet, om met ons mede te werken, ter waarfchouwing voor, cn ter aandagtige befchouwing van, zoodanige gebreken, die ons Vaderland op den rand des verderf* , ja ten ondergang zouden kunnen brengen! Wij verwagten de hulp der Braaven, de goedkeuring der Vrijheidminnaars, en beginnen deeze onze of vervolgen, loopbaan, met het volgend Dichtftukje. aan mijke VADERLAND- en VR IJ HEID - MINNENDE LANDGENOOTEN, iij den aanvang van 't Schrikkel Jaar i 7 Gij kunt, wat heil! in deze tijden, De kruipende eigenbaat bcftrijden , Die bron van jamm'ren cn cllend; Den Wolf in 't Schaapsvel doen ontdekken , Den fiuipert, uit zijn fchuilhoek trekken, Die flegts , in fchijn, uw grootheid kent. 't Zegt weinig 't Vaderland te minnen, Als enkel drift, en hart en zinnen, Tot haatelijke wraakzugt voerdt; 't Zegt weinig allen dwang tc vloeken, Wanneer 't getal die voordeel zoeken , Vermeerdert, en op grootheid loert. Maar voor der Burc'ren recht re waafcen , Om hen in waarheid vrij te maaken , Belangeloos, en volgens plicht; Dit maakt elk itervling op decz' aarde Gelukkig, en verheft zijn waarde; De blinddoek valt van 't aangezicht! Men kendt dan dierbre Landgenooten! De arglistigheid van laffe Grooten , Gevoed van 'sBurgren zweet en bloed; Zij kunnen 't recht niet meer verkeeren, 0 Neen ! zij zullen üddrend leeren , Das niets der boozen val verhoedt. Hoe fchoon hun vleitaal ooit moog'fmeeken, Ter vrijverklaring van gebreeken, Van een beroemd aêloudt geflacht; Geen adel kan den booswigt baaten, Gerechtigheid, die fteun der Staaten, Geeft geenzins op den adel acht. I i 5 ziitt  < 354 > 't Zijn zij, die listig t'^amenfrannen Met Volkvetdrukkers , met Tijrannen, Voor wien uw hart oplettend waakt; Die , wars van plicht, de Vrijheid lastert, Van 't Belgenbloed geheel verbasterdt, En 't gantfche.Volk ellendig maakt. 6 Vrolijk Jaar! dat Vrijheids-wetten, Daar niets haar invloed kan beletten, Ons als een ftcun erkennen doet, Voor 's Volks geluk en roem en luister! Gij» gij verdreeft het aaklig duister, Dat Dwinglandij verzeilen moet. Geluk ! ó Vrije Nederlanders! Door Frankrijks roemrijke Oorlogftanders Wierdt gij , het woest geweld ten fpijt, Beveiligd voor 't ontmenschte woeden Der Dwingers-zaagt uw val verhoeden Daar gij 't gevaar ontkomen zijt, Moest ge in den ramp des Oorlogs deelen. Gij zaagt TJ niet gevloekt, befteelen; De Plunderzucht verwoeste U niet • Geen omgekogte Plunderfielen , Die voor het geld, hun Afgod, knielen, Bedolven U in 't wreedst verdriet. En moest gij van uw fchatten geven , Gij zaagt hier door 't geluk herleven, De Vrijheid van uw Vaderland! Toen zaagr gij trotfche Heerschzugt vluchten „ Haar flaaven, angftig kermen, zuchten; Daar Vrijheid Ovcrheerfching handt.  < 255 > Ja, Medeburgers! ja Bataven! Te kruipen als verachte SlaaveH , Ontcerde Jang uw ed'ie Ziel De Heerschzugt klom bij U ten zetel; Trotsch, opgeblaazen, cn vermetel, Wcnscht zij elk Burger-Zoon een Kiel. Die Heerschzugt ziet haar doel mislukken, Haar kluister zal geen Belg meer drukken, Men zie in >t pas begonnen Jaar, Dc Vrijheid ftaag in kragten groeijen En Neêrlands Grond bevrijd van boeijen Ziet zig beveiligdt voor gevaar. Zie't Jaar, dat gij thandi moogt beginnen, De kruipende Eigenbaat verwinnen, Uw welvaart op een vasten voet; Ziet wijze Dengdgezinden Mannen Bij U dc ftrenge Vierfchaar fpannen , GeenBooswigc mêer, van ftraf behoedt. Dan kunnen zij die Vrijheid haten, Of Vleijers , of Aristocraten , Gern fchade meer door tweedragt, doen ; Ea zij die flegts naar voordeel zoeken, Zult gij Bataav te regt vervloeken, Daar zij hun Ziel met trotschheid voên. Hem zult gij als uw Vriend erkennen , Bie zig aan matigheid gewennen, En liever armoe lijden zal, Dan dat, in'overvloed gezeeten, Hij fidderen moet voor zijn geweeten , Ja! voor den vloek van 't gantsch Heelal. God  < 25ö > Ge -f' > :n fen en Ouakkeljlein, en verder alom door geheel Nederlan J Stuwer.