GELIJKHEID, VRIJHEID, BROEDERSCHAP, EXTRACT uit het Verbaal van dé Commisfie van fecreete Correspondentie uit het Departementaal Beftuur van den Ouden IJsfel. 8 Zwolle den 13* Augustus 17PP Vijfde Jaar der Bataaffche Vrijheid* gelezen eene Misfive van den Agent van Inwendige Politie van den 10. dezer, dienende in andwoord op de onze van den 6. daar te vooren, waar bij wij aan hem Copielijk hadden toegezonden eene Misfive door de Commisfie van Binnenlandfche Correspondentie te Asfen gefchreven aan den Commisfaris van het Uitvoerend Bewind bij dit Departement, en door denzelven aan ons toegezonden, houdende, „ dat de Binnenland„ fche Correspondentie behoorde te blijven op den voet, zo „als die in ingevolge zijne voorige aanfchrijvingen was i'nge„ rigt, terwijl deCommisfien van Binnenlandfche Corresponden* „ tie geenfints konden .geconftringeerd worden, om aan de „ Commisfarisfen van het Uitvoerend Bewind van alles verflag „ te doen. ö .„ Dat het derhal ven best zoude zijn, dat de Commisfie van „ Binnenlandfche Correspondentie te Asfen, deze of geene tij„ dingen aan den Commisfaris van het Uitvoerend Bewind willende mededeelen, zulks uit vriendfchaps wege en in geval„ len van aanbelang deed, met te kennengeeving van ongehou„ dendheid, zonder egter zulks, als ware zij daartoe verplio-t, „ bij aanhoudendheid te doen." En geconfidereerd; dat de Commisfaris van het Uivoerend Bewind aan alle Commisfien van Binnenlandfche Correspondentie gelijke aanfchrij ving als aan die van Asfen heeft gedaan, en dezelve daar door ligtelijk verkeerde denkbeelden over haare onderfcheidene betrekkingen tot den Commisfaris en tot ons, zouden kunnen worden bijgebragt, en zij daardoor in het denkbeeld geraaken, dat zij verpligt waren , om of tevens aan den Com- mis-  misfaris en aan ons, of wel éetiig en -attcen aart 4eJafcêly£n yaa hunne ontdekkingen berigt in te zenden, waar door de Correspondentie niet alleeen uit zijn geheel geraaken, maar zelfs vol* ftrekt vrugtcloos zoude worden. Is goedgevonden. X ifio." Dat van den inhoud der voormelde Misfive van den Agent van Inwendige Politie aan alle Commisfien van fecreete Correspondentie, Schouten en Richteren in dit Departement bij Extract dezes zal worden kennis gegeeven, om zig daarjmar te reguleren. . ; 2 do. , pat dezelve Commisfien van Binnenlandfche Correspondentie^ Schouten en Richteren nogmaals ten feneusten zullen worden aangefchreven en gelast, zo als gefchieü't bij dezen, om we? eenen verdubbelden ijver te waaken, tegen alle machinatien, welke tegens de tegenwoordige orde van zaaken mogten worden ondernomen, zo sis ook tegen alle oproerige daaden en gefprek* ken, en het verfprejdeu van allarraeerende gerugten. Pat zij daar toe een waaiend oog zulten moeten houden op. alle vreemdelingen , welke zig tot hunnent mogten ophouden.» zo als ook op alle zodanige perfoonen, welke zig door hunne yoorige daaden reeds fufpefl:- hebben gemaakt; zullende zij daa? toe alle gefchikte middelen moeten aanwenden, om van alles wat door dezelve tegen.de tegenwoordige orde van zaaken mogt ondernomen worden, datelijk kennis te bekoomen. Dat zij al verder voornamelijk de zodanige zullen moeten zoe* ken te ontdekken, welke de eerfte autheurs zijn der rondlo* pende allarmeerende tijdingen-, zo als ook die geene, welke hun werk maaken van andere en minder doorziende perfoonen aan te zetten, om die gerugten te verbreiden, en door oproerige daaden en gefprekken de rust en goede orde te ftooren; ten einde zo veel mogelijk gezorgd worde, dat dezulke, welke ontaart genoeg zijn, anderenter bereiking hunner misdadige oogmerken in de waagfchaal te ftellen terwijl zij zig zeiven fchuil houden, de geregte ftraffe hunner misdaaden niet ontduiken-, •■■ - • •; ■ > 5t0-  5t0* Dat zij in het doen dezer nafpooringert met alle geheimhouding zullen moeten te werk gaan, en zig daar toe van onderhands in te winnene informatien bedienen, zonder van gerigtelijke informatien gebruik te maaken, voor en al eer zij van de omftandigheden van het voorgevallene genoegfaam zijn geïnformeerd, en daaromtrent eene voldoende zekerheid hebben bekoomen, ten einde door ontijdige citatien geene gelegenheid aan den fchuldigen te geeven, om te ontvlugten en den geregelden voortgang van hun onderzoek te ftremmen. Dat zij voorts ten aanzien van het houden Van zodanige gefprekken , welke als oproerig kunnen worden aangemerkt, en het verhaalen van allarmerende tijdingen niet alleen zullen moeten letten op de gefprookene woorden , maar tevens op de gelegenheid, tijd en plaats, waar in die gefprooken zijn, en de kunde, denkwijze en voorgaand gedrag van den fpreeker, zo als ook op alle omftandigheden welke kunnen dienen, om het daarbij gebuteerd oogmerk te ontdekken; dewijl het meerder of minder misdadige van zodanige gefprekken voornamelijk van het oogmerk des fpreekers afhangt en daar uit moet afgeleid worden. Dat dezelve Commisfien, Schouten en Richteren eindelijk van hunne ontdekkingen in dezen, onverwijld aan ons zullen moeten kennis geeven, tevens zo veel doenlijk, daarbij opgevende alle de omftandigheden, welke in den voorigen artijkel zijn vermeld , en verder alles wat dienftig kan zijn, om over het voorgevallene met grond te kunnen oordeelen. En zal Extract dezes worden gezonden aan alle Commisfien van Binnenlandfche Correspondentie, Schouten en Richteren in dit Departement tot informatie en narigt. I I. VOS" Accordeert met voorfz. Verbaal, J. TER PELKWIJK. 1