01 1078 5019 UB AMSTERDAM  VERVOLG O P J. WAGENAARS AMSTERDAM, O F TWEEËNTWINTIGSTE STUK»   AMSTERDAM, IN ZYNE GESCHIEDENISSEN, VOORREGTEN,KOOPHANDEL, GEBOUWEN, KERKENSTAAT, SCHOOLEN, SCHUTTERYE, GILDEN E N REGEERINGE, BESCHREEVEN, Om te dienen ten vervolge op het Werk van JAN W A G EN A A R, IIISTORIESCHRYVER DER STAD. TWEEËNTWINTIGSTE STUK. Te AMSTERDAM en HARLIMé&&^ By P. E. BRIËT en V. van de^S^^j M D C C C I. Of i\; Als Bezitters der nftgegeevene A«-i^Icï Straat - Davids, zouden worden uitgerust. Twee redenen voerden Gecommitteerden aan, ter fchraaginge van hun verzoek. De eene was, het nut, welk die Handel den Lande aanbrengt; de andere, het in 't oogloopend verval der Visfcherye, en de daar uit te voorziene nadeelen, Zy bragten in 'e midden, „ dat het getal der fchepen, wel„ ke, tot de gemelde Visfchery, gebruikt „ werden, in de jaaren 1770 en Ï77X een „ getal bedroeg van honderdvyfrig , en in „ den jaare 1779 dat van honderd en vier, „ terwyl, in hqt nu loopende jaar, niet meer dan negenenzestig fchepen, zo naar „ Groenland als naar de Straat - Davids, „ zouden uitzeilenj dat, daarentegen, de „ Engelfchen, die voor ieder fchip eene Pre» „ mie van vyfduizend guldens van hunne Re* „ geering genooten, deezen tak van Koop„ handel zo fterk hadden doorgezet, dat, „ in den voorgaanden jaare, tweehon„ derd en zesenveertig van hunne Sche„ pen, ter Walvischvangst, waren uit„ gevaaren. Dat, uit deeze zo aanmer„ kelyke verlegging deezer, fcheepvaart, A 5 „ d4  ïo AMSTERDAMS IR. Deel, t?88. „ de allergedugtfle nadeelen, voor dit Land, „ waren voortgefproten, die, by aanhou„ denheid, nog vermeerderden, naardien „ daar aan, voor een zeer groot gedeelte, „ was te wyten, het verval der Hollandfche „ Scheeps - Timmerwerven, Smeederyen» „ Zeilmaakeryen, Kuiperswerk, Touwflage„ ryen, en anderen, zonder nu gewag te '„ maaken van het byna geheel verval der „ Traankokeryen. By al het welk nog „ kwam, dat de Baleinen en de Traan, uit En„ geland, tot verfhppingederMarktpryzen, „ in groote menigte, herwaarts werden „ overgevoerd, ja ook de buitenlandfche „ verzending van hier byna geheel op„ hieldt. Dat eindelyk de uitgebreidheid „ deezer Reederyen een zeer notabel getal „ bevaaren Mitroozen, in tyd van Oorlog, „ aan deezen Staat konde opleveren, zo „ dra maar die Vaarc, voor eene wyl,geflopt „ werdt, en waar van het effect wederom „ ten voordeeleder Commercie uitliep, wan» „ neer, by de onverwagtfte Ruptuure met ,, andere Mogendheden, de andere Koop„ vaardyfchepen altoos de fpoedigfle befcher„ ming ter Zee verleend konde worden". Om alle deeze redenen verzogten de Gecommitteerden , dat eene Premie voor den tyd van ten minden twaalf of vyftien jaaren mogt worden vnstgefteld, „ als zonder 't welk de Supplianten zig, „ hoe ongaarne, zouden moeten getroosten, „ deeze Vaart geheel te abandoneeren, 1 cenvvl de inwilliging ijen zou aanmoe» » digen,  XXXII. Boek. Geschiedenissen, ii digen, om deezen Tak van Navigatie we„ derora in voorigen luister te helpen bren» „ gen". Niet onverhoord bleef dit verzoek, i By Publicatie van den zeventienden April i gaven Hun Ed. Gr. Mogénde kennis van het; genomen befluit, „ om aan de Groenland„ fche en Straat-Davidfche Visfcheryen toe „ te (taan eene belooning, voor den tyd van „ twaalf agter een 'volgende jaaren, uit „ 's Lands kas te betaalen, niet te boven „ gaande de fomme van zestig guldens per „ kop, over de geheele Visfchery, uit deeze „ Provincie ten Walvisch - of \ Robbe„ vangst, gereed en uitgevaaren". Niet minder ernftig was het aanzoek, welk Beftuurders van den Levantfchen Handel , ten deezen tyde, aan Hun Hoog Mo-; genden deeden. Uit zommige Nieuwspapieren vernomen hebbende het loopende gerugt, dat de Baron van dedem tot de gelder, der Staaten Gezant te Conitantinopole, zou te rug geroepen worden, gaven zy deswegen hunnen fchroom te kennen , met voordragt van het belang, welk die Tak •van Koophandel hadt by het aanblyven van dien Gezant, en van den flegten ihac hunner Kasfe, welke» by elke nieuwe Ambasfide, een aandeel van over de veertigduizend Guldens, in de uitrusting en in de bekovtitjing der gefchenken, draagen moest. Hierom verzogtcn de gemelde Befluurders, dat Hun Uoog Mogenden aan dien Gezant eete blyk van goedkeuringe, omtrent de waarnccming van zynen zwaarwigtigen post, 1788. JVordc oegelaan» v"erzoeK raa Di- ecteurea ran dea Levant- 'chen .ïandet  I?88. Qngemee ne Koliek'e op den Biddag. ia AMSTERDAMS III. Deel; geliefden te geeven; met verzekering, dat zulks genoegzaam zoude zyn, om denzelven de gevaaren, die hem dreigden, te doen veragten, en tot eene voortduurende aanmoediging zou verftrekken, om, tendienfte van zyn Vaderland, in dien werkzaamen en oordeelkundigen yver, waar van de Koophandel reeds zo heilzaame vrugten genoot, te doen volharden. ' Wat 'er ook zy van de gegrond- of ongegrondheid der gemelde gerugten, zeker is het, dat de Gezant van dedem, van zyne 'zending, niet te rug geroepen werdt, en, terwyl wy dit fchryven, zynen post nog met lof bekleedt. Meermaalen gewaagden wy , met innig genoegen, van de voorbeeldelooze weldaar digheid der Burgers en Ingezetenen onzer Stad. De Algemeene Dank-, Vast - en Bededag, welke op den negentienden Maart deezes jaars werdt gehouden, leverde daar van een nieuw en fpreekend bewys op. Behalven de giften, by andere Gezindheden gedaan, en die, naar evenredigheid, vryaan? zienlyke fommen bedroegen, verzamelden, op dien dag, de Broeders üiakonen der Ne^ derduitfche Gereformeerde Gemeente, ten .behoeve - van derzei ver behoeftige leden , de aanzienlyke fomme van ruim achtentwintigduizénd zeshonderd vyftig guldens; .zynde vyfduizend negenhonderd vyfenzestig guldens meer, dan in het naastvoorgaande jaar was ingezameld. Inderdaad, eene zeer aanzienlyke gifce, groocer dan waar van  XXXII. Boek. Geschiedenissen, 13 van men, tot op dien tyd, ooit een voorbeeld hadt ondervonden. Ondanks de herhaalde waarfchuwingen van de Regeering deezer Stad , tegen alle opfchuddingen en perfoonlyke mishandelingen, tusfchen de verfchillend denkenden, omtrent het Staatkundige, vernam men, van tyd tor tyd, blyken van ongehoorzaamheid aan de uitgevaardigde beve^ len. Zoo gebeurden 'er, in den aanvang van April» in een Tappershuis, eenige ongeregeldheden, door het mishandelen van een Soldaat, en van eenige andere lieden, aldaar tegenwoordig. Zommigen, uit het .Oranjegezind Gemeen, op het gerugt toe•gefchooten, onderfleUende dat de mishandelingen aan een Soldaat, door lieden van -den Patriotfehen aanhang, gepleegd waren, vielen op het Tappershuis aan, en koelden hunnen wrok, door aan hetzelve eenige fchade toe te brengen. Op het verfpreid gerugt, dat zekere Dienstmeid, op den Dam woonende, de voorbygangers, over het draagen van Oranjeverfierfels, hadt befchimpt, vloeide aldaar eene menigte Volks te zamen, en ontftonden 'er eenige beweegingen. Het Geregt, daar van verwittigd, deedt de gemelde Dienstmeid in verzekering neemen; die, voorts, verhoord zynde, tot eene opfliiiting van twee jaaren in het Spinhuis verweezen, en daarna, voor etlyke jaaren, buiten de Stad en derzelver Regtsgebied, werdt gebannen. Veel hooger, egter, dan deeze, liepen 1788. Onrustige beweegingen.  14 AMSTERDAMS III. Deel. 1788. Brief der W. I. Comp. aan H. H Mog. liepen de beweegingen, op den twaalfden der volgende Maand, zynde Pinxter dinsdag, en op den volgenden dag. Een moeitemaaker, van eenige jongens verzeld, trok zyne baldaadigheid zo verre, dat hy elk, die hem op de ftraat ontmoette, volgens zyne zinnelykheid, met Oranjelinten niet behoorlyk uitgedoscht, aanrandde en moeite deedt. Zwarte ludfen op de Hoeden duldde men niet, maar werden, met geweld, daar van afgerukt. Daar by bleef het niet. Door ftooten, kloppen en ilaan, ondervonden veelen de zwaare hand der muitzieke bende; van welke,egter, op Dingsdag ,twee, en op Donderdag, drie anderen gevat werden, die, in hun verhoor, verfcheiden hunner medepligtigen noemden, welke het Geregt, insgelyks, in verzekering deedt neemen. Reeds op den eerstvolgenden Saterdag ontvingen zes dier Straatfchenderen, voor gepleegde gewelddaadigheden, de welverdiende uraffe, openlyk, op het Schavot; 't welk niet, naar gewoonte, weggenomen werdt, maar nog acht dagen ftaan bleef, ter openbaare vermaaninge, hoedanig een lot hun dreigde, die aan zulke of foortgelyke rustverftooringen zig zouden fcbuldig maaken. Agteruitloopende waren, nu al fints eeni* gen tyd, de zaaken der Westindifche Maatfchappye, en dreigde dezelve, van méér dan cénen kant, een nog verder verloop. Herhaalde aanzoeken, om dat verloop te ftremmen , hadden weinig of niets gebaat. Een berigt, nu  XXXII. Boek. Geschiedenissen. 15 nu onlangs, van over Zee ontvangen, deedt Bewindhebberen ter Kamer Amfterdam be« fluiten, van nieuws, zig aan HunMoog Mlegenden te vervoegen, met verzoek om noodige voorziening. Op den eerften April deeden Bewindhebbers, aan de Algemeene Staaten, eenen Brief afgaan , waarin zy# hoofdzaakelyk, te kennen gaven, „ dat zy , „ met de laatfte brieven uit Curacao, tyding bekomen hadden, hoe de oneenigheden, tusfchen den Directeur en Raa„ den en eenige Ingezetenen van die Kolo„ nie , aldaar meer en meer toegenomen „ zynde, eindelyk waren uitgeborsten, en „ tot zodanige ongeregeldheden gelegenheid „ hadden gegeeven, dat zy, Bewindhebbe„ ren, zig, by aanhoudenheid , buiten ilaat blyvende bevinden, om zelve eenig s, herftel daar in te bezorgen, al wederom „ genoodzaakt waren, de zwaarwigtige ,, deliberatien van H. H. Mogenden te „ interrumpeeren. „ Dat zy, Bewindhebbers, wel erken„ den, dat, voor zo verre zy, uit de be„ komene berigten, konden opmaaken» „ door de toegeevendheid van Directeur en „ Raaden, de kalmte wederom, eenigermaate, in de gemoederen was herfteld, „ en de rust bewaard geworden; doch dat „ zy zouden te kort doen aan het verlicht „ oordeel van H. H. Mogenden, byaldien „ zy zig wilden bezig houden met de „ productie van een aantal argumenten, w om te bewyzen, dat zo bet voorgeval- „ kne 178%  1788. . rpn kwaade zouden duiden, dat zv. de fituatie van zaaken in de Kolonie over„ weegende, en in de Misfiven van de „ Regeeringen moetende leezen, dat zy „ declareerden buiten ftaat te weezen, regt fin o-ereffriffheid onbelemmerd te handhaa» „ ven, de goede orde te onderhouden, en „ de ongeregeldheden te weeren, gemelde „ Bewindhebbers alsdan het tydflip, wan„ neer de Koloniën, en de Commercie, „ op. en van dezelven, voorde Republiek, „ voor altoos, zouden verloren zyn, als ., met rasfe fchreden naderende, aan H. H. Mo- ï6 AMSTERDAMS HL Deel, „ lene op Curacao, als het gebeurde te „ Esfequebo en Demerary, waarvan zy de j, eer gehad hadden, by hunne Misfive, in „ dato den 29 January laatstleeden, aan H. „ H. Mogenden kennis te geeven, reeds dui„ delyke voorboden waren van de voor de „ Republiek zo noodlottige gebeurtenisfen, „ welken zy reeds lang hadden geapprehen„ deerd; hetwelk de Vergadering van Tienen j, gemeend hadt onder 'e oog van H. H. „ Mogenden te moeten brengen, in derzei„ ver Brieven van den 19 October 1786 en i} 16 Mei 178/, op beide welke oogen„ blikken de gemelde Vergaderingen, by „ ontftentenis van het ten hoogden nood„ zaakelyke maintien van haar gezag, en van „ asfislreniie van den- Lande, zig genoodzaakt hadden gevonden, vrugtloos, op „ reces, van den anderen te fcheiden". „ Dat Bewindhebbers zig verzekerd hielden, dat H. H Mogenden hun niet  XXXII. Bóek. Ges chiedenisjen. j' » Mogenden moesten voornellen; en da m zy, derhalven, ter hunner decharge » voor H. H. Mogenden, met allen eer m bied, doch teffens met allen aandrang ei „ ernst, op eene reeds lang noodzaaklyl „ geweest zynde, en meer en meer dringenc „ wordende, Conclufie, op alle de Adres „ fen, Voordragten en Deliberatien, we „ gens de zaaken der Westindifche Maat „ fchappy, vermeenden te moeten infteeren: 9, terwyl zy rondborftig moesten verklaarenj „ volftrekt buiten ftaat te zyn, het gezag „ en de belangen van de Republiek in de „ Koloniën te maintineeren, zelfs op dii „ oogenblik naauwlyks hunne dagelykfche „ Huishouding kunnende gaande houden, „ veel min de Maandgelden hunner Ampte„ naaren en Militie betaalen, of eenige Ver„ verfchingen, Vivres of Medicynen, naar de Koloniën verzenden. „ Dat H. H. Mogenden daar uit ligte. „ lyk zouden bevroeden, dat byaldien de „ deliberatien niet ras ten einde mogten kun„ nen gebragt worden, H. H. Mogenden zig ,, in de noodzaaklykheid zouden bevinden, „ zelve provifioneel, en hangende de ver„ dere deliberatien, fchikkingen werkftel„ lig te maaken, waar door de verdere ver„ warring geweerd, en voorkomen vvierde „ dat de Republiek haare Koloniën, en de „ voordeden, welke dezelve aan den Lande „ behoorden aan te brengen, geheel en voor „ altoos verloor". Uit voorgaande berigten is gebkeken, hoe , XXII. £>tuk. JB fa t c 1788» 1 i  1738. Wagtplaatje; Eenige' Perfoonen gedagvaard. ■*» - 18 AMSTERDAMS III. Btiö de Burger - Krygsmd, in het voorgevallen© ter deezer Stede, vóór de Omwenteling, geen gering aandeel hadt gehad; als mede, hoe tene der eerfte werkzaamheden, fints s Prinfen herftelling, geweest was, ^ ingevoerde, veranderingen te vernietigen, en de Burgerwapening SP den ouden voet te herftelle v Thans kreeg men den inval, van een gedenkteeken der herftelünge op « richlen, door het vervaardigen van een Kunst • Mfagt Plaatje, om byde Burger - Compagnien gebruikt te worden. Het verbeeldde een opgerichten Gedenkfteen, in weken de dagteekening der Herjïelttnge gegraveerd (rondt,omvangen van een Lint, aan hetwelk de afbeeldingen van den Stadhouder en deszelfo Gemaalinne waren vastgemaakt; verwonende zig voorts het Prinfelyk Wapm tusfchen de wf Burger-Vaandels, Aan de andere zyde zaff men de Jmfierdamfcbe Maagd, houdende, in haare eene hand, de Speer en den Hoed der Vryheïd, en met haaren arm opden Bybel rustende, terwyl zy, in de andere hand, het Wapen der Stad hielde. Een eedeelte van het Stadhuis, verfcheiden Krygswapenen, en eene vrugtdraagende Oranjeboom, dienden tot fieraaden van dit Plaatïe. «11* In 't einde der ömnci /\pru uCCUCi» — penen deezer Stad, wederom, eene dagvaarding uitgaan tegen eenige perfoonen, om op den derden Juny, in perfoon, op Schouten -Rolle te verfchynen. Dezelve waren HENDRIK VAN ^^BEUG^ J ACOBU S  XXXII. Boek. Geschiedenissen. xg d'amour, pietf.u witmond en jacob van staphorst. De Dagvaarding hielde in, en de grond daar van was, dat de gemelde perfoonen „ op den 21 April 1787 „ mede waren prefent geweest, en geadfisteerd „ hadden óp eene geheel oproerige wyze, ,, by het inleveren van zeker Declaratoir 4 „ behelzende eene pretenfe Remotie van ne„ gen Heeren Leden van den Ed. Groot Agt„ baaren Raad deezer Stad; en vervolgens „ zig niet ontzien hadden, voornoemdeHee„ ren, by het afgaan van het Stadhuis, „ feitelyk tegen te houden; zynde van agte„ ren gebleeken, dat voornoemde Gedaagj, den de eerfte- aanvoerders van het remo„ veeren van negen wettige Raaden ge- „ wees: waren . i\ iemand der Gedaagden ten Rolle zynde verfcheenen, werdt, in de maand September daar aan volgende, over hun een Vonnis geveld, 't welk hen, ten eeuwigen dage, uk den Lande van Holland en VVestfriesland bande ; „ onverminderd „ (luidde het Vonnis verder) zodanige ande» „ reftraffen, als Hem Edele Agtbaare, indien „ zy, ten eenigen tyde, in handen van de „ Justitie geraakten, zouden oordeelen te „ behooren". Dergelyk een Vonnis velden, ten zelfden tyde, Heeren Schepenen over den Notaris dominicus gentets, wiens Dagvaarding wy voorheen vermeld hebben. Onder de perfoonen, welke, om hunne bemoeijing met de openbaare zaaken, veei van zig hadden doen ipreeken, was niet een Ba dér i?8& En ge* fonnisd. Herige wegens Mr. 11 * KH££Z»  so AMSTERDAMS & Deel. minst vermaarden, de Advokaat hendrik arnold kreet, voormaals woönagtig te Rotterdam, en die, in de maand February deezes jaars, by den Hove van Holland, na voorgaanden Klokkefiag, met de gewoone plegtigheden, openlyk was ingedaagd, om te verfchynen in perfoon, op den zevenden April deezes jaars, en zig te verantwoorden wegens het deel, welk by in de Remotie van Regeeringsleden van gemelde Stad, inde maand April des jaars hadt gehad. De Advokaat kreet hadt, na de Omwenteling des ftraks genoemden jaars, van "Rotterdam zig met *er woon* herwaards begeeven, en was hiér als Poorter ontvangen en aangenomen» Doch, reeds- in den aanvang deezes jaars1, voor Burgemeesteren zynde ontbooden , gaven deeze hem kennis van hun genomen befluit, om deszelfs Burgerregt in te trekken, hem tevens aanraadende, de Stad te verlaaten. Sedert leverde de Advokaat een Request in aan de Staaten van Holland, behelzende een verzoek, dat dezelven geliefden te verklaaren, feti elen Hove aan te fchryven, dat hy by bet Placaat van AmnestU van den vyftienden February deezes jaars niet was uitgeflooten. Niet lang daarna vervoegde zig de gemelde Advokaat, insgelyks by Request, aan Burgemeesteren deezer Stad, om in het genot van zyn Poorterrecht te mogen herfteld worden. Doch dit Request vondst appoinctement zynde- te rug 1788.  XXXII. Boek. Geschiedenissen. *t gegeeven, ftelde kreet eene Memorie op, en leverde dezelve in handen van den Penfionaris van Haarlem, met verzoek dat van dezelve, ter afdoeninge zyner zaake, in het Befoigne van Gecommitteerden van Bun Ed. Gr. Mogenden tot de zaaken van Justitie, ,en van Cpmmisfarisfen van den Hove, gebruik gemaakt mogt worden. Ben afloop der zaake zal het vervolg leeren. Gelyk vóór de Omwenteling, krielde het nog, federt, van dus genoemde Nieuwsvertellers, en meer andere foort-, gelyke blaadjes; de opftellers van welkte ten oogmerk hadden, hunne^ byzondere ftaatkundige begrippen onder den gemeenen Man te brengen. Van het geroep der uitventers van dusdanige weinig kostende papieren weergalmden de Straaten deezer Stad, of werden ook wel dezelve onder de hand verfpreid. De Patriotten, hoewel thans het onderfpft delvende , lieten evenwel niet af, ,v|h, door dit middel, hunne S taatsbegrippen iee« vende te houden, of voort te planten. Myne Heeren van den Geregte, zig verplicht oordeelende, om tegen het verfpreiden' dier nnmVrpn te* wnaken . deeden hier-Atn . aa-n alle de leden van het Boekverkobpers Gild, ten ernfligften aanzeggen „ dat zy „ zig hadden te wagten van het doen M drukken, uitgeeven of yerkoopen van w zekere Blaadjes, genaamd de Heden„ daagfcbc Prater, de Praatmoer, da B 3 „ Praat* Eenige )laadjes verboden.  ft2 AMSTERDAMS IU, Deeu .17?F. Befluit tot herftel der vv. I, Maatfchappye. GeldHchting , en verhooging van Lantaarn geld. i9 Praatvaar, ié Nieuwsvertelder, Louw „ e« Krelis, Grietje en Diewertje, ie „ Snafjler, Jaap en Teun, Hendrik en „ Kornelu, en andere diergelyke Blaadjes, „ waarin eenige Kerkelyke of Politieke „ bedenkingen voorkwamen , of Magiftraatsperfoonen of Partikulieren belee* „ digt werden". Niet onverhoord, by 's Lands Staaten, bleef het verzoek van Bewindhebberen der Westindifche Maatfchappye, begreepen in den Brief, welken wy boven (a) mede* deelden. Op den zestienden Mey werdt, by Hun Ed. Gr. Mogenden, eene Refolutie uitgebrajr,t, behelzende verfcheiden fchikkingen, welke meest dienftig geoordeeld werden, om de diep vervallene zaaken, althans gedeeltelyk, te herftellen (&). De flegte ftaat, in welken Stads Financiën zig thans bevonden, bragt de Wethonderfchap in de noodzaaklykheid, om, ter aanvullinge van dat gebrek, gepaste maatregelen te gebruiken. Twee middelen nam men daar toe te baar. Het eene was, hec openen van eene Geldligting van twee Millioenen Guldens j het ander, om, voor den tyd van vyfentwintig jaaren, de belasting van het Lantaarn -, hmmer-en Straat-geld, benevens het zuiveren der Wateren binnen deeze CO Zie bi. 15. • (6) i)e bedoelde Refolutie , te uitvoerig oin Her te worden ingèiaicht, kan de Leezer vinden in de a'. Neitrl. Jaarboeken, voor 't jaar 1788 , & g.35 enz.  XXXII. Boek. Geschiedenissen. 2$ deeze Stad, te verhoogen, tot de helft der gewoone Verpondingen op kde huizen: de helft te betaalen door de Verhuurders, en de wederhelft door de Huurders, doch ïn 't geheel door de Verhuurders uit te fchieten; zullende, egter, de huizen buiten de Scad en binnen de Jurisdictie gelegen , geduurende de eerstkoomende vyf jaaren, om redenen, van deeze belasting worden verfchoond: ten einde, uit deeze verhoogde Belasting, behalven de betaaling .der renten van de voornoemde fomme van twee Millioenen Guldens, nog eene jaarlykfche aflosfing van dezelve te kunnen doen. De oorzaaken van deezen bezwaarden ftaat' der Stedelyke financien werden, door Burgemeesteren en Vroedfchappen, gefteld, zo in de, federt eenige jaaren, fieeds toegenomene reparatien aan de openbaare Werken en Gebouwen, als in het iioodig onderhoud van de telkens aangroeiende menigte van Armen en Weezen; doch wel voornaamelyk in de zo hoogloopende onkosten, in het afgeloopene jaar 1787, wegens de algemeens troubles en disorders, welke alom, en ook in deeze Stad, hadden plaats gehad. In de maand Juny hadt de Koning van Pruisfen een bezoek afgelegd by den Prins Erfftadhouder, op het Loo. De Kroonprins hadt zynen Vader derwaards verzeld, en, by die gelegenheid, zyn verlangen aangekondigd, om de vermaarde Stad Amfterdam te zien. Na dat zyne B 4 Ma- 1.1 • 1788, 1 Komst van den Kroon prins van Pruisfen.  Ü AMSTERDAMS III. Deei.. Majesteit de wederreize hadt aangenomen, vol deedt de Prins asn zyn verlangen. Op den negentienden der gemelde maand kwam zyne Koninglyke Hoogheid, onder den naam van Heer van hingen, met het Admiraliteits Binnen - Jacht, van Utrecht in deeze Stad. Hy was verzeld van den Graave va n, bruhl, den Pruisfifchen Envoyé van alvensleben, den Heere vam nheede, Staaifchen Gezant aan het Hof vanBerlyn, en den Generaal van dopff. Het verfpreid gerugt, wegens 's Prinfen komst, deedt eene groote menigte nieuws* gierigen zig Amftelwaarts begeeven. Van kleine vaartuigen krielde die rivier. Een aanhoudend gefchal van Oranje boven! en Vivat de Koning van Pruisfen ï deedt de lucht weergalmen. De Prins nam zyn rachtverblyf in het Groot Admiraliteits • Jacht , liggende in 's Lands Dok. 's An- % derendaags 's morgens ten acht uuren, bezag hy het Kweekfchool voor den Zeedienst , voorts de Compagnies - Werf, het Nieuwe Werkhuis en andere openbare Gebouwen, als mede de^ Beurs, 's Namiddags ten vier uuren liepen, in tegenwoordigheid van den Heere van Lingen, van 's Lands Werf twee Schepen van Stapel, zynde een Fregat van zesendertig Stukken, en een kleiner vaartuig. Thans begaf zig de Prins naar het Stadhuis, en van daar nnnr den Kranfchen Schouwburg op het Leidfche Plein. Het bezigtigen van de voortreffelyke verzameling van Schilderyen, by  XXXII.Boek. Geschiedenissen. . by den Heere hope, een togtje door het Diemermeer, een zeiltogtje over het Y, met deeze en andere vermaaklykheden fleet zyne Koninglyke Hoogheid zyn verblyf alhier, tot aan den drieëntwintigften, wanneer dezelve , over Haarlem en Leiden, naar 's Hage vertrok; i Op den derden November des voorgaanden jaars hadden Staaten van Holland een be fluit genomen, waar by bevolen werdt, de vernietiging van alle Burger-Sociëteiten, Genootfchap-' pen en alle andere Corporatien en byeenkom-' iten, welke deel gehad hadden in de Volks- ! Vergaderingen; als mede het verkoopen der1 Huizen, aan dezelven in eigendom behoorende. De Hoofd - Officier deezer Stad, des wegen aanfchryving hebbende ontvangen, deedt ftraks het huis fluiten, waarin eene menigte van de aanzienlykfte Burgers deezer Stad; onder den naam van Vaderlandfche Sociëteit, haare byeenkomst plagt te houden, en die, in het voorgevallene ter deezer Stede, in den jaare 1787, geen gering aandeel hadt gehad. Kort daarop werden Commisfarisfen dier Sociëteit door Schepenen vermaand, om het gemelde Huis te verkoopen; met aanzegging, dat, in gevalle zy daaromtrent nalaatig bleeven, zulks door den -Hoofd-Officier zou gefchieden. In gevolge van dit bevel, werdt tfraks het Gebouw in openbaare veiling aangeflagen. Doch deeze hadt geenen voortgang. Men vernam , dat de huizen uit de hand verkogt, en als koopers van dezelve waren E 5 aan- 1788. Berïgt ivegeas iet 3ebouw ter ZaderandfcheSociëteit, j  -96 AMSTERDAMS MI. Deè& J788. tot»; vstxfc aangegeeven vier Perfoonen, Directeuren of Beftuurders van een nieuw Genootfchap, onder de Zinfpreuk Doctrina et Amic'uia, ten behoeve der belanghebbenden in het fonds deezer nieuwe Sociëteit. Te weeten, de leden der voormaalige Vaderlandfche So* cieteit, ongenegen om uit elkander te gaan, en egter het byeen blyven, onder de oude gedaante, hun verboodenzynde, hadden de gemelde Zinfpreuk aangenomen, om , onder fchut en fcherm van dezelve, ais beoefenaars van nutte Kunsten en Weetenfchappen, en als Voorftanders van gulle Vriendfchap, hunne byeenkomften voort te zetten. Tot heden heeft die byeenkomst onafgebroken ftand gehouden, en, zo door het doen van natuurkundige proeven en het uitfpreeken van Redevoeringen, als door de aankweeking eener minzaame verkeering, aan het aangekondigd doel beantwoord, Nogthans moeten wy hier aanmerken, dat, 'fints de jongfte Omwenteling van den jaare 1795, in degeleerde werkzaamheden, mer* kelyke ftilftand heeft plaats gegreepen. Schepenen der Stad, van deezen handel kennis hebbende gekreegen, betoonden zig weigeragtig, om over de Overdragt van zodanig eene Verkoop te ftaan, om reden, dat, door Overdragten aan diergelyke Corporatien, het regt op de Collateraale Succeifie, als mede het regt van de Veertigfte en Taehtigfte Penningen, voor Land en Stad, zou worden te kort gedaan. Om evenwel, in dit zelden voorkoomende geval, niet  XXXII. Boek. Geschiedenissen, niet op eigen gezag te handelen, vonden Schepenen geraaden, door eenen Brief aan de Staaten van Holland, derzelver goedvinden te verneemen. Behalven de reeds gemelde reden van weigeringe van Overdragt, vermeldden zy in den Brief nog eene andere, die wy, met de eigen woorden, hier willen overneemen. Schepenen fchreeven, „ dat het hun voorkwam, dat door zodanig „ transport geëludeerd zoude worden het ,, but en oogmerk van Hun Ed. Gr. Mo„ genden, omnaamlykte beletten dat geene „ diergelyke Sociëteiten ( onder welke benaa„ ming het zyn mogt) wederom werden „ opgerigt. Immers ( dus vervolgen Heeren Schepenen ) meenen wy verfcheidene ge-„ gronde redenen te hebben, om te onder„ ftellen, dat dit zogenaamd Kunstlievend „ Genootfchap beftaan zal uit dezelfde Leden, „ waaruit de nu vernietigde Vaderlandfche „ Sociëteit beftaan heeft: althans de pretenfè ,, Directeurs van dit Fonds zyn alle ge„ weest Leden van de Vaderlandfche „ Sociëteit, en zommige daar van, zo niet „ alle, zyn te wel als ongeletterd bekend, „ dan dat men zoude kunnen . onderftellen, „ dat zy Leden, veel min Directeuren, zou„ den willen zyn van dit Genootfchap, zo „ de bevordering van Kunsten en Weeten„ fchappen het waare oogmerk van deszelfs „ Oprigteren was. Het moet daarenboven „ vry vreemd voorkomen, dat dit Genooc„ fchap juist in dit oogenblik opgerig„ wordt, na dat de Vaderlandfche Socie. m teic 1788.  »8 AMSTERDAMS III. DEËt'. I788. „ teit vernietigd is; dat deeze daar toe „ verkiest dat zelfdé huis, daar te voren „ dé Vaderlandfche Sociëteit gehouden „ is, en dat ( wy herhaalen het, zeg,, gen Schepenen ) al de genoemd:, wor„ dende Commisfarisfen van dit nieuwer* Ge„ nootfehap, Leden van de Vaderlandfche Sociëteit en Tekenaars van de Acte ,rvan „ Qualifica'.ie geweest zyn". De Staaten van Holland, deezen Brief ontvangen hebbende, namen een befluit dat dezelve, „ ten aanzien der bedenkinge , omtrent den Veertigften Penning en. het Colla„ teraal over de huizen, aan publieke „ Sociëteiten toebehoorende, zou worden geëxamineerd door de Heeren van de Ridderfchap en verdere Hunner Ed. Gr. ,, Mogende Gecommitteerde Raaden". Si Liep aan tot in de maand September, dat, van het aanbevolen onderzoek , de uitflag nog niet vernomen was. Thans vervoegden zig de Directeuren, doorbel* ke de Koop van bet huis der Vaderlandfche Sociëteit was gedaan, aan Schepenen der Stad, met verzoek, om aangevoerde redenen, dac, omtrent het Transport, door Hun Ed. Agtbaarheden, een gunftig befluit mogt genomen worden. Omtrent de zaak zelve volgde hier op een gunftig befluit, doch met zekere bepaaling, welke wy, om het opmerkelyke, daarin voorkomende, met de eigen woorden, hier zullen overneemen. Heeren Schepenen, naamelyk, wilden, dat in den Overdragts •» Brief  XXXII. Boek. Geschiedenissen. Brief zou worden vermeld en bedongen, „ Dat in dë bedoelde Perceelen nimmer een beflooten Collegie, Sociëteit of Ge„ zelfchap, zou mogen worden gehouden, „ dan atleeiï het kunstlievend Genootfchap Doctrina et Amkitia, 't geen altoos, in>, gevolge deszelfs inrigting, alleen zou „ moeten en mogen (trekken tot bevordering j, van Kunften en Weetenfchappen , zonder dat 'er immer of ooit eenige zaaken van *, Staat verhandeld zouden mogen worden» „ of dat dit gezelfchap zig met zaaken raa„ kende het publieq bellier zou mogen be„ moeijen; dat ten einde van de exacte „ nakominge van deze Conditie verzekerd „ te zyn, Myne Heeren van den Gerech„ te niet alleen voor ieder hunner ten , allen tyde den vryen toegang zouden hebben tot gemelde Sociëteit en alle ande„ re Gezelfchappen, welke in deeze Huizen „ worden gehouden, maar ook het recht „ zouden hebben, een of meer perfoonen „ hunnentwege daar te zenden, die insgelyks „ overal den vryen toegang zouden hebben;** moetende, voorts, alle de tegenwoordige eigenaars, binnen den tyd van zes weeken , ter Secretarye deezer Stad worden opgegeeven, ten einde, by verkoop of verfterf, het regt van den Veertigften en Tachtigten penning, en het middel van 't Col* lateraal, niet illufóir. werdt gemaakt. Op Zondag, den dertienden July, was de lucht ongemeen warm; waarop, in den namiddag, een hevige ftorm volgde, die, 1788, Zwaars Orkaan.  P AMSf ERD AMS !ïï. Deel. I788. Negotiatie van penningen, ten behoeve der "O. I Maatfchappye. op de Reede van Texel , eenige fchepen van hunné ankers deedt dryven. Over de Stad en derzelver omtrek befpeurde men, *s namiddags, omtrent drie uuren, een Wervel - of Draaiwind, die tot een geweldigen Orkaan klom. Het ongeluk wilde, dat, op dien tyd, óp het Y, het zogenaamde Admi-, raalfchap zeilde. Verfcheiden fchepen werden daadelyk omverre, andere tegen en. op den wal gefmeeten. Met zo veel kragc ftuvvde de wind de fchepen voort, dat een derzei ven , het gelukkig voor den wind houdende, binnen zeer weinige uuren in Gelderland, in de haven van Elbürg, binnen liep. Hoewel de Orkaan flegts korten tyd aanhieldt,. verboren, egter, Zestig perfoonen daar by het leeven. Door de menschlievende en. veel waagende poogingen van den Lieutenant en ander volk van het Oorlogfchip de Admiraal Piet Hein, 't welk thans op het Y lag, werden, met veel moeite, agt Drenkelingen gered; van welke, egter,. eene Vrouw naderhand geftorven is. Tot loon hunner menschlievendheid, ontvingen de helpers, van Burgemeesteren der Stad, honderd zilveren Ducatons ten gefchen« ke. Schaarsheid van penningen was eene grieve, die thans de Oostindifche Maat' fchappy drukte, en haar buiten de moge* lykheid flelde, om haare werkzaamheden • behoorlyk voort te zetten. Bewindhebbers ter kamer Amfterdam vervoegden zig hierom by de Staaten van Holland, en gaven hunnen  %XKlt Boek. Geschïedênïssën. sf: hunnen nood te kennen, met verzoek om middelen van voorzieninge. Een gelukkige uitflag bekroonde dit aanzoek. Op hoog gezag werden Bewindhebbers geftagtigd, volgens Staatsbefluk van den eerften Augustus, tot het doen eener Geld* Ijgtinge van vyf Millioenen Guldens, in Kas - of Bankgeld , ter keuze der Geldfchieteren, vry van Collateraal, en zulks by manier van Wisfelbrieven. 't Lust ons de voorwaarden hier nevens te voegen; de voordeeligbeid derzei ven diende ten bewyze, hoe zeer men zig thans in de engte bevondt, en de Kasfen der vermogenden, alleen door uitlokkende toezeggingen, tenbehoeve van het kwynend handelgenoot» fchap, konden geopend worden, i tl „ De Wisfelbrieven (dus luidden de voorwaarden) zulien getrokken worden door Bewindhebberen der Oost - Indifche Comp. ter Kamer Amfterdam, voor rekening van alle de Hollandfche Kame« ren, als hier toe fpeciaal geauthorifeerd, ten laste van Hun Ed. Groot Mog. de Heeren Staaten van Holland en West Friesland, en dat ten getale van 5000 Stuks, genummerd No. 1 I 5000, ieder groot ƒ 1000 - : - : en dat in Casfa of Bankgeld, ter keuze der geldgeveren : betaalbaar op vyf jaaren na dato, voorbehouden* de Hun Ed. Groot Mog. de vryheid, om 's jaarlyks een gedeelte ( by Loting twee Maanden te voren te doen ) te mogent feetaaien , tegen intrekking der uitgeloote Wis- 17881  ga AMSTERDAMS IIL Deïü #88. Wisfelbrieven met de verfchenen intrest Coupons. a. „ Zullende deze Wisfelbrieven, in naame en voor rekening van Hun Ed. Groot Mog worden aangenomen ( of geaccepteerd) by een of meer Heeren, van wegens Heeren Gecommitteerde Raden, hier toe fpeciaal geauthorifeerd. 3. „ Die in Bankgeld, zullen betaalbaar zyn ten Comptoire der Gemeene Lands Middelen te Amfterdam; en die in Kasgeld , by alle de Gemeene Lands - Comptoiren, zo te Amfterdam, als in 's Hage, en by alle de Ontvangers in de refpective Steden, zo als by het doen der fournisfementen zal gerequireerd worden. 4. „ Gelyk dezelve ook zullen worden «itgegeeven op Naam, of aan Toonder» na keuze. 5. „ By ieder der gemelde Wisfelbrieven zullen worden gevoegd vyf Coupons, a ƒ 40 - : - : voor de jaarlykfche intrest, a 4 pet., vry van alle belastingen; betaalbaar die in Bankgeld in de Wisfelbank der Stad Amfterdam; en die in Kasgeld, ten Comptoire, waarop dezelve luiden. 6. „ En ten einde aan dezelve Wisfelbrieven alle mogelyke verzekeringe en foliditeit te doen erlangen, zyn de refpective Ontvangers onwederroepelyk geauthorifeerd, om deze Wisfels en Coupons, ten Comptoire, waarop dezelve luiden, ten preciefe verfchyndage te betalen, als mede*  XXXII. Boek. Geschiedenissen. 3$ de.,om dezelve op, of na de verfchyndagen, In betaling aan té neemen , zo vooi het recht der Collateraale Succesfien, 3 oofte, 2oofte penn. en alle andere 's Lands Rechten en Impofitien, even als waren dezelve Hollands Courant geld , en dat zonder eenige kortinge of onkosten hoegenaamd; zullende de Agio der Bankwisfels als dan gefteld worden volgens de Wisfelcoufs ter Beurfe der Stad Amfterdam. 7. „ Wordende alle Voogden en Admi«' niftrateurs van Capitalen van minderjarigen , gelyk mede Regenten van Weeskarriers, Sociëteiten en Corpora's geauthori* fee.rd, mede in deze Negotiatie te participeeren, enz". Nadat men, fints de Omwenteling, van tyd tot tyd, een bezoek van den Prinie Stadhouder, in deeze Stad, hadt te gemoet gezien, werdt aan het verlangen van veelen, daar omtrent, voldaan, in den aanvang der maand September. In den avond van den eerften dag dier Maand verfcheen he.t aanzienlyk reisgezellchap in deeze Stad, zyn verblyf neemende in de Jagten aan 's Lünds Werf. Het beftondt uit den Stadhouder, deszelfs Gemaalin, alle de Kinderen en den Erf - Prinfe van Brunswyk. . *s Anderendaags, by tyds, welkom* groeten van Hoofd - Officier, Burgemeesteren en Schepenen ontvangen hebbende, bezag het gezel fchap de Oostindifche Buitenwerf, het Nieuwe Werkhuis, en, op den Middag, de Beurs. Van daar trok. het., XXII. Stuk. C door 1788. Komst van den Stadhouder en deszelfs Gezin.  34 AMSTERDAMS III. DtiU i?88. door de gefchaarde Burgery, naar de Kerkenkamer der Nieuwe Kerk, alwaar het. door de Kerkenraaden der Nederduitfche Gereformeerde, Walfche en Engel* fche Gemeenten, werdt begroet. Uit de Kerk trok de trein naar het Stadhuis, en vertoefde 'er tot 's Avonds te zes uuren, gebruikende aldaar een Collation, op Stads kosten toebereid, en van alle de Leden van Regeeringe, den Grooten Krygsraad, en andere lieden van aanzien begroet wordende. Daar de Jóoden, zo der Portügeefchealsder Hoogduitfche Natie, meer dan ééns, van hunnen yver voor 't Oranjehuis, blyken aan den dag gelegd hadden, werden derzelver Synagogen niet onbezogt voorbygegaan. Het Kweekfchoól voor de Zeevaart, het Gasthuis, het Oude Mannenen Vrouwenhuis en Aalmoefeniershuis, ontvingen, den volgenden dag, een bezoek; waarna de Burgemeester wille m geruit bedel Salomomz. het gezelfchap op een Ontbyt onthaalde. Met een Avondmaaltyd, ten huize van den Burgemeester j. hüydeco per, Heere van Maarzeveen, werdt deeze dag beflooten. Op den vierden September, na alvoorens, op de Hofftede van den Heere ameshoff, aan den Amftel, deszelfs verzameling van zeldzaame uitlandfche Vogelen te hebben bezigligd, deedt het Vorstelyk gezin eenen togc naar Ouwerkerk en Amftelveen, om die plaatzen in oogenfchyn te neemen, alwaar de Pruisfifche Troepen, in de maand Sep-  XXXII. Boek. Geschiedenissen. 35 September des voorgaanden jaars, zig gelegerd hadden, ten tyde van het beleg van Amfterdam. 's Vrydag morgens ten zes uuren zagen de aanzienlyke Gasten een Oorlogfchip, van vierenveertig Stukken, van 's Lands Werf, te water loopen, en namen, ten zeven uuren, onder het losbranden van het Gefchut, de wederreize aan. Van het vertrek van den Heere lodewyk hovv naar Bourdeaux, en van den borgtogt, van hem geëischt, maakten wy Voorheen gewag (c ). Sedert, in de maand October deezes jaars, werden Sche* penen te raade, om tegen hem te doen uitgaan eene Indaaging in perfoon, tegen den veertienden dier Maand, „ over en ter „ zaake, dat hy Gedaagde op den eerflen „ October 1787, en dus<-na de Refolutie van Hun Ed. Groot Mog. de Heeren Staaten van Holland en West - Friesland, om geene refistentie te doen aan „ de Troepen van Zyne Pruisfifche Ma,, jesteit, na dien tyd nog; hadt durven j, beftaan, zekeren Pieter Witmond, of or„ dere, te qualificeeren, om de Polder 3, tusfchen Amfteiveen én deeze Stad, aan j, deZuidzyde, te inundeeren, en het noo« dige Werkvolk des noods daar toe te „ presfen". Omtrent dien zelfden tyd floegen Schepenen het vonnis van eeuwig Bannisfement, uit den Lande van Holland en ( f ) Zie bl. 7. C a 1788. Indangïng en gefla?ene /onnisfen.  .1788. Keure omtrent het bezorgen,van versch water. 36 AMSTERDAMS III. Deel, en West - Friesland, op poene van, byaldien, t' eenigen tyde, in handen van de Justitie geraakten, als dan zwaarder, naar bevind van zaaken, te zullen geftraft worden, tegen de perfoonen, thans voorvlugtig, van Mr. diderik joAan vak HOGENDORP, Mr. E RN e s t u S ebb- tiNG, en Mr. cornelis henricus van bekenstein raket; de twee eerden, om dat zy deel hadden gehad aan de afzetting van negen Raaden en twee Burgemeesteren, en den Jaatften, om dat hy als Secretaris van een Burger - Legertje hadt gefungeerd. Van het verbieden van eenige, dus genaamde, Lasterfcbriften, en het bannen of opligten van eenige perfoonen , alle maatregelèn, welke noodig geoordeeld werden, om de thans vastgellelde orde van zaaken te handhaaven, maaken wy hier geen gewag, ter vermydinge van verveelende eenzelvigheid. Van meerbelangs oordeelen wy, het vermelden eener Keure, op den vierentwintigften October, door Myne Heeren van den Geregte afgekondigd, betreffende het voorzien deezer Stad van versch water, eene behoefte, waar aan men, fints onheugelyke tyden, vooral onder den gemeenen man, te deezer Stede, dikmaals groot gebrek leedt. Die keure beftondt uit vier Artikelen. By het eerfte Artikel werden de Leveranciers en Waterhaalers verpligt, deeze Stad, het geheele jaar door, behoorlyk van versch, zoet en zuiver water te voorzien, en de gemeente,  XXXII.Bobk. Geschiedenissen. 37 te, regen redelyke pryzen, daar mede te geryven. Het tweede verboodt aan eenen ieder, buiten de Brouwers en Water - leve* ranciers, na den eerstvolgenden eerften December, eenig versch water, ten verkoop In te voeren, op eene boete van vyfentwintig Guldens. Het derde beval, dat de Wa* terhaalers meer noch minder van di Slyters zouden mogen neemen, dan twaalf en een halve fiuiver voor de honderd Emmers, ie* der gerekend op twaalf mengelen Biermaat, en de Uitventers niet meer dan twee duiten voorde Emmer, behalven het thuisbrengen; terwyl, egter, wanneer de Ysbreeker zou zyn uitgehaald, tot ?s daags na dat de eerfte Weesperfchuit van deeze Stad zon vertrokken zyn, de Uitventers achttien -ftuivers voor de honderd Emmers, en de parrikulieren vier duiten, als boven, voor eiken Emmer zouden moeten betaalen. Het vierde artikel hieldt in, dat de groote Waterfchuiten, door den Stads Scheepsmeeter, zouden moeten gemeeten worden; dat aan ieder een Peilftok, met Stads Wapen, en het merk van honderd Emmers, zou gegeeven worden, om daar naar de betaaling te doen; zullende de Uitventers zig moeten bedienen van behoorlyk geykte Emmers, om het water uit te meeten, en geen ander water, dan 't geen zy uit die groote Schuiten gehaald hadden, mogen verkoopen, op de boete van zes guldens, telkens, ingevalle van overtreedinge, te verbeuren. G 3 Van 1788;  1788. 38 AMSTERDAMS III. Deel. Van de Ipwyding der Maatfchappye, onder de Zinfpreuk felix meritis bekend , geduurende de maand October voorgevallen, zullen wy hier geen verflag doen. Daarvan, gelyk ook van het kost-, baar geftigt, in 't welk die Maatfchappy vergadert, als mede van de natuur en do verdeeling haarer werkzaamheden , hebben wy elders, breedvoerig, gehandeld (d). Evenwel kunnen wy niet nalaaten, hier te plaatzen , de fraaie Dichtregels van den beroemden Latynfchen Dichter hieronymus de bosch, op de loflyke Stigting gemaakt, en federt, met gulden letteren, in de groote Entrékamer van het Gebouw, kunftig gefchreeven. minervae, mus is et MERCüRIO, Qiii Felix Meritis veneratur Palladis arast Mufariimque damum Mtrcwüque focos j Laetus in augusto ponat veitigia templo, Ingemiisque fuas artibus addat Qpes; Dumque Camoenarum re/maat hfte atria cantu% Majugence exhilaret lingua vigorque lares-. Sic Dea, quae doctas quondam eelebravit Ath;naia Mie Jlabilem Amjlelio figat in urbe $e In 't laatst deezes jaars was het in zo verre voltooid , dat men, deswegen, eene Bekendmaaking in 't Jicht zag verfchynen, waarby de Doodgraaver diens Kerkhofs berigtte, dat hetzelve thans zo verre gevorderd en in gereedheid was gebragt, dat men 'er Lyken in behoorlyke orde konde ontvangen, terwyl met de voltooijing, in het begin des volgenden jaars, en zo ras het faifoen zulks zou gedoogen, een aanvang zou gemaakt v/orden. Om Deelneemers te trekken, voegde 'er de Doodgraaver nevens: „ Dat Hun Edele Groot Mogenden, de „ Heeren Staaten van Holland en West n Friesland, op den zevenden July van dit „ jaar, gratieuslyk aan hem hadden ver* „ leend, dispenfatie van het geen Art. 15. „ van de Ordonnantie op 't middel van „ Trouwen en Begraaven, in dato 26 n October 1695, is geftatueerd, en mits„ dien te verklaaren, dat van de Lyken, . die ter begraafenisfe op het bovengemelde " ■ h l Kerk, ( g ) Biadz. 40. D 4 17*90. Kerkhof by de Diemerbrugvoltooid.  5<5 AMSTERDAMS III. Deel. 1790. 1791. Zwaare Storm. Theehandel. „ Kerkhof by de Diemerbrug, uitgevoerd „ worden, niet meer dan eens, en wel aan „ den Heer Secretaris der Stad Amfterdam, „ zal worden betaald, en op zyn l£d, Con„ fent de begraaving gefchieden, met last „ aan alle Officieren en Magiftraaten van „ andere plaatfen, om de Lyken onverhin*. , dert te laaten pasferen." In den aanvang van de Maand February deezes jaars hadt men, ook hier, een zwaaren ftorm uit het Noorden. Alle behoed' middelen, daar toe voorhanden, ftelde men te werk, en voorkwam aldus eene gevreesde Overftrooming. In den avond van den derden der Maand, ten half elf uuren, was het water op zyn hoogst, en toE de ongemeene hoogte van drieënne. gentig duimen boven peil geklommen. Volgens waarneeming, te Zaandam gedaan, ftondt aldaar het water één duim hooger, dan in den ongemeenen Storm van den jaare 1775. De Theehandel was, ten allen tyde, een voornaame tak van den Koophandel der. Oostindifche Maatfchappy. Vreemde Thee;', verving nu, fints eenigen tyd, gedeeltelyk„ die met de Nederlandfche fchepen werdq ingevoerd. Wat hier omtrent al of niet geraaden ware, lag in gefchil. Een Rapport, by des kundigen, door Hun Hoog Mogenden, over die zaak, ingenomen, hieldt in, „ Dat Hun Hoog Mogenden, „ ten • einde eene proef te neemen, of het „ verbod van invoer van vreemde Thee » niet  XXXII.Boek. Geschiedenissen. 57 „ niet nadeelig zou zyn aan den algemeenen „ Koophandel deezer Landen, entegelykof „ de Nederlandfche Compagnie in ftaat zou „ zyn om jaarlyks, regelrecht uit China, „ zodanige kwantiteit, en van zulke kwaliteit » in te voeren, als noodig is, om het ge, mis der vreemde Thee te vervullen, zou„ den kunnen ftatueeren , dat geduurende dea „ tyd van het tegenwoordig loopend Octroy „ van de Oost - Indifche Compagnie, dezelve „ alleen zal worden geoctroyeerd, om binnen j» deeze Landen Thee in te voeren en te „ verkoopen, en dat geene vreemde Thee, „ noch door andere Compagnien, noch door , partikulieren, het zy uit de eerfte of uit „ de tweede hand, in deeze Landen zal mo„ gen worden ingebragt of verkogt, op poene „ van verbeurdverklaarde; behoudens nog„ thans zodanige Thee, welke op den tyd „ van het neemen van Hun Hoog Mogende „ Refolutie hier te Lande zal zyn, of ter „ goeder trouwe en overeenkomftig de uit„ ftaande Plakaaten, naar herwaards zal zyn „ afgeladen." Een blyk van het verloop der Nederlandfche Oost-Indifche Maatfchappye, was het befluit, by Bewindhebberen, in derzelver byeenkomst, in de Maand April deezes jaars, ter Vergaderinge van Zeventienen, binnen deeze Stad, genomen, om alle byzondere Lieden vryheid te geeven, met fchepen der Maatfchappye, naar de Indien cn naar de Kaap de Goede Hoop, op Vragt te mogen verzenden allerlei Europifche handeiwaaren, met P 5 uk. 1793 Vragtvaan mee Schepen van de O. I. Comp.  58 AMSTERDAMS III. Deeu Scheuring onder de Luiher&hen. dien- uitzondering alleen van Ammunitiegoederen en Araphioen: op voorwaarden, die, vervolgens, nog nader zouden bepaald worden. Vah de rampzalige Godsdienstverfchillen, en derzelver heillooze uitwerkfelen , vertoonde dft jaar een nieuw en aanftootelylc voorbeeld, 't Was de Lutherfche Gemeente, die van hoogloopende twisten ten ftrydperk diende. Al fiats etlyke jaaren waren aldaar, door eenige Leeraars, gevoelens gepredikt en verdeedigd, die, door lom. jnige Leden, geoordeeld werden, met de gezonde Leere der Vaderen te ftryden. Wat 'er, geduurende dit tydverloop, rustenen Leeraaren en Leden, wederzyds, voorviel, valt niet in ons plan te verhaalen ; dit wel, dat de oneenigheden, al gaande weg, tot die hoogte klommen, dat een aanzienlyk getal Leden, niet goedvindende, door voortduurende Kerkgemeenfchap, den fchyn te vertoonen van in de hun aanftootlyke leerbegrippen te berusten, tot het befluit kwam, om zig af te fcheiden, en eene nieuwe Gemeente op te richtefi. Doch vermits, ten zulken oog» raerke, de toeftemming van Burgemeesteren en Regeerderen der Stad vereischt werdt, verzogten eenige Leden, uit naam hunner medeftanderen, by Request, gedagteekend den vyftienden Maart deezes jaars, om vryheid tot open haare Godsdienstoefening , binnen deeze Stad, voor hun zeiven, en voor allen, die in Gods*  XXXTI. Boek. Geschiedenissen. 59 dienftige begrippen met hun overeenftemden, of vervolgens toe hun ontwerp zouden willen toetreeden. In het verzoekfchrifc gaven de Inleveraars, onder andere, te verftaan, dat zy, ter inrichtinge en inftandhoudinge der aanftaande Gemeente, en ter onderhoudinge van Predikanten en Kerkendienaaren, uit hunne eigen middelen, by wege van vrywillige Infchryvinge, reeds een Fonds gevonden hadden, en nog verder dagten te vinden, door middel van vrywillige toetreedinge tot hun Ontwerp, van eene menigte hunner Medeleden, die in de zelfde denkbeelden, omtrent het Godsdienftige, met de Onderteekenaars ftonden, en flegts naar de gunftiü;e toeftemming van Hun Ed. Gr. Agtbaarheden reikhalsden, om deel aan het ontworpen Plan te neemen: » een Plan", gingen zy voort, „ waar „ door, aan de eene zyde, de Geweetens „ van zulk een groot aantal hunner Ge.„ loofsgenooten gerust gefteld, en waar w door tevens, aan den anderen kant, de „ verregaande verdeeldheden en onlusten, j, die, zedert eenige jaaren , in de Luther„ fche Gemeente alhier geheerscht heb„ ben, geftild, en de onberaadene flappen, , waartoe een te hevige yver voor de zui„ vere Leere, eenige menfehen, by ver„ dere verwydering, zou kunnen vervoe„ ren, maar waar van de Ondertekenaars „ ten uiterften afkeerig zyn, voorgekomen „ worden. Om welke redenen, en om „ alle discusfien met de tegenwoordig-? „ Be- 1798.  6o AMSTERDAMS III. Deel, „ Beftierders der Kerk - en Arme - Goede» „ ren deezer Gemeente te vermyden, de „ Ondergetekenden, en de verdere Deel„ neemers in hun Ontwerp, vrywillig af„ ftand doen van het aandeel, 't welk hun „ daar in zou competeeren". Alvoorens tot een volkomen Befluk te koomen , gaven Burgemeesteren, op dit Verzoekfchrift, te verftaan. hoe zy, vooraf, verlangden, eenige meerdere en naauwkeuriger opening, omtrent het ontworpen Plan, zo ten aanzien van het getal en dc hoedanigheid der Leden , die hetzelve begunltigden, en daar toe zouden medewerken, als omtrent de verdere gronden en middelen, waar op, ea doorwalke zy't zelve, met eenige zekerheid, omtrtnt een goeden uitflag, vermeenden ten uitvoer te zullen brengen, en op den duur in Itand te zullen kunnen houden: niet alleen met opz'gt tot de openbaare Godsdienstoeffening, maar ook met betrekking tot het behoorlyk onderhoud der Armen, zo nu als in het toeko umende. Hier op voldoende berigten hebbende bekomen, verleenden Hun Ed. Gr. Agtbaarheden het verzogte verlof, onder voorwaarde, egter, „ dat geene andere, dan de zuivere Luther„ fche Religie, volgens de Onveranderde „ Augsburgfche Geioofehelydenis, onder „ hen zou geleerd worden''. Welhaast floeg men nu handen aan het werk, ter voivoermge van het beraamde Plan. Door aankoop eigenaars geworden van het, dus genoemde, Krankzinnigenhuis, opdeClovc- niers-  xxxii. Boek. Geschiedenissen. 6ï niersburgwal, maakten Directeuren der Nieuwe, of, gelyk zy zich, federt^ noemden, Herjielde ^Lutherfche Gemeente, eenen aanvang met het ftigten van het nieuwe Kerkgebouw j terwyl de afgezonderden, inmiddels, een verder bewys der goedgunftigheid van Burgemeesteren genooten, door het toegeftaane verlof, om, geduurende den Kerkbouw, in de Nieuwe Waale- en in de Gasthuis - Kerk , op bepaalde tyden, hunnen openbaaren Godsdienst te mogen oeffenen. Van den agteruitloopenden ftaat der Nederlandfche Oostindifche Maatfchappye hebben wy, meer dan eens, gewaagd, en tevens Van middelen, om haar, ware 't doenlyk, te redden, verflag gedaan. Een nieuw middel daar toe werdt men, ten deezen tyde, te raade in het werk te ftellen, door het zenden van eene Commisfie van eenige kundige en vertrouwde perfoonen naar Batavia. Diensvolgens werden, door den Erfftadhouder, als daar toe door de Algemeene Staaten gemagtigd, benoemd, en vervolgens door Bewindhebberen aangefteld, tot Commisfarisfen - Generaal over alle de Compagnies - Bezittingen, in de Indien en aan de Kaap de Goede Hoop, de Heeren Mr. sebastiaan cornelis nederburgh, Eerfte Ad- vokaat der Generaale Nederlandfche Oostindifche Maatfchappy, simon h end rik frykenius, Kapitein ter Zee, ten dienffe deezer Landen, Mr. willem arnold altingh, Gouverneur Generaal, en hendrik van stokrum, Directeur - Gene- Bezendingnaar Bacavfcü  Ï?QI. Bi-and in 4s Laads Magazyn, fja AMSTERDAMS M. Dbeï. Generaal van Nederlands Indfên, „ om als „ vertoonende den perfoon van welgemelde ö zyne Hoogheid, als Opper-Bewindhebber „ en Gouverneur Generaal, en de Vergay, dering van Zeventienen, aldaar de noo„ dige veranderingen en verbeteringen te „ werk te (lellen.'* Het einde deezes jaars werdt j voor de twee eerstgenoemden, tot den tyd beftemd, om, met eenige Fregatten, de reize naar de Indien aan te neemen. Een Zwaare ramp trof, in de maand! July deezes jaars, 's Lands Magazyn, ftaande aan het Kattenburger Plein. In den nacht tusfchen Dingsdag en Woensdag, den vyfden en zesden der genoemde Maand, brak* in het uitgebreid geftigt, een hevige vlam uit, waar door het, van binnen, geheel uitbrandde, 't Was een weinig na ^twee uuren, toen de Brand het eerst ontdekt werdt, die met zo veel geweld voortfloeg, dat, in weerwil van alle aangewende moeite, en van den yver der Burgerye, alle toegebragte hulp vrugtloos werdt bevonden; zo dat, na niet langer dan ruim twee uuren brandens, van het geheele Gebouw, niets anders, dan alleen de Muuren, overgebleeven was. De fterke gloed en de dikke dampen het naderen belettende, was men in de onmogelykheid, om iet anders dan dertig of veertig Rollen Zeildoek te bergen. Op den zesden der Maand, en den volgenden nacht, kwam de vlam, telkens, van nieuws, uit de puinhoopen, ten voorfchyn, zo  BrancL oiitltaaa inliet Aimiraliteiis Huis te Aiistehdaü.   XXXII. Boek. Geschiedenissen. 63 20 dat 'er, geftadig, fpuiten aan den gang moesten gehouden worden, vooral uit hoofde der menigte Koper, Lood en Yzer, welke gloeiende op den grond lagen, en toe een trap van fmehinge waren verhit, en met bepekt touwwerk en zeilen overdekt zynde, niet gemaklyk konden gebluschi worden. Menfchen zyn 'er, by dit ongeval, niet omgekomen, maar wel eenigen, door het nederdruipend gefmolten Lood, en anderzins, gekwetst. De fchade werdt op ongeveer vier Tonnen Gouds begroot. Voor 'c overige moet de Brand, eer dezelve van buiten ontdekt werdt, van binnen reeds aanmerkelyk gewoed hebben, naardien het geheele Gebouw, bykans eensflags, in ligter laaye vlamme ftondt. By geluk was 'er weinig Wind; 'c welk ten gevolge hadt, dat de belendende huizen en gebouwen weinig fchade geleeden hebben, niettegenftaande hee brandende gebouw geduchte vlammen, brandende lappen Zeildoek, papier en andere dingen, in de lucht braakte, die, overal, daar zy zig hegtten, brand veroorzaakten. „ . Sints de Omwenteling van aen jaare 1/0/, tot in den jaare 1792- ontmoette men zelden iemand hier ter Stede, die niet met een Oranjelint of leuze was uitgeftreeken. Deels uit eigen gezintheid, deels ook, en wel voornaamelyk, was die algemeenheid het gevolg eener Waarfchuwinge van den elfden October des genoemden jaars, vernieuwd en nader aangedrongen op den negenden De* 1 V/™ Affchaffing van het Orany' jedraagea.  64 AMSTERDAMS III. Deel. If02. *eh Paus- lyke Nuntius deelt het Vormfel pit. December daar aan volgende, by welke Myne Heeren van den Geregte noodig hadden geoordeeld, zo als zy zig uitdrukten, „ ter bevorderinge van de algemeene „ Rust, allen en eenen iegelyk ernftig te » vermaanen, om zig uiterlyk van een w Oranjeteeken te voorzien , en verder te „ verklaaren, dat de zodanigen, welke zou„ den nalaatén, aan deeze aanmaaning te „ voldoen, als Fauteurs van onrustige, j, woelzieke en tweedragtzoekende gevoelens * zouden worden befchouwd en behandeld" Menigvuldig en zwaar waren, dikmaals, de mishandelingen, die, door dus genaamde Oranjevrienden, de zul ken werden aangedaan, die niet verkoozen, zig naar die Waarfchuwing, of naar \ algemeen gebruik, te voegen. Allengs, egter, en toen de gemoedsdrift, altyd op haar heetst in het tydftip eener Omwentelinge, begon te bekoelen, keerde ook de goede orde in de zamenleeving weder: waarom dan ook Myne Heeren van den Geregte, in de maand Maart deezes jaars, te raade werden, de bovengemelde Waarfchuwing in te trekken en buiten werking te nellen. Die Intrekking wasnaauwlyksgefchied, of, nog dien zelfden dag, zag men naauwlyks iemand een Oranjeteeken draagen. Veel gerugts, en niet minder opziens by veelen, veroorzaakte, .in den Zomer deezes jaars, de komst en het verblyf van zekeren aanzienlyken Geestlyke der Roomfche Kerke. Deeze was de Graaf cësar bran- ca-  XXXII. Boek. Geschiedenissen. 65 cadoro, Aardsbisfchop van Nifibi, Overfte der Misfie, en Pauslyke Nuntius, te Brusfel zyn gewoon verblyf houdende, 't Is bekend, hoe het ftraks genoemde Kerkgenootfchap zekere plegtigheid, by den naam van Vormfel bekend, onder de Sakramenten telt. Bykans honderd jaaren, egter, waren 'er verloopen, fints die plegtigheid, by man-' gel aan daar toe bevoegde perfoonen, of door andere verhinderingen, hier te Lande, niet bediend was. Brancadoro, na vooraf daar toe gevraagd en verkreegen verlof van de Regeering deezer Stad, voldeedt thans aan den wensch van veele yverige en ernftige Roomschgezinden. Groot was de toeloop van allerlei flag van lieden naar de Roomsch Katholyke Kerken, in welke dit Godsdienltig Zinnebeeld werdt toegediend. Na eenige dagen vertoevens, vertrok de Aardsbisfchop naar Utrecht, en vervolgens naar verfcheiden andere fteden en plaatfen, onder anderen ook naar 's Gravenhage, alwaar hy, behalven van andere lieden van aanzien, ook van den Prinfe Stadhouder met veele beleefdheden werdt bejegend. Zommigen, hier te Lande, ftonden in het begrip , dat bran cadoro, behalven het Godsdienftig, ook nog een ander oogmerk hadt. Zy meenden te hebben opgemerkt, dat, onder de Roomschgezinden, veelen, voorheen yverige patriotten , federt *s Aardsbisfchop verblyf, meer naar de zyde van Oranje overhelden, immers tegen den Stadhouder zig minder hoorenr lieten. 3 XXII. Stuk. E Lang 179*  66 AMSTERDAMS III. Deel* 1792. Staande Krygsmagtter Zee. Legaat van j. KUN. MK. HOf P. Lang hadden veelen gewenscht, ( om hec heil, welk zy zig verbeeldden, van daar op den Koophandel te zullen nederdaalen, ) dat eens de laatfte hand gelegd, en volkomen beflag mogt gegeeven worden , aan een Ontwerp, volgens 't welk een befèendig Krygsvolk, voor den Zeedienst , zou bepaald worden, en alle dè Bevelhebbers ter zee vaste Jaarwedden zouden trekken. Met veel genoegen vernamen hiïrom veelen, in de Maand Augustus deezes jaars, dat het Ontwerp, na veel overlegs en raadpleegens, eindelyk tot ftand was gekomen. Volgens het plan, zoude 'er een vast Corps Zee - Artilleristen opgerigt worden, beftaande uit zes Compagniën, onder bevel van Zee - Kapiteinen en Officieren. Deeze zes Compagniën zouden in drie Divifien verdeeld, en by elke Divifie een Vlag - Officier geplaatst worden. Ieder Compagnie zou beftaan uit honderdveertig koppen, daar onder gerekend vyftien Adelborften by elke Compagnie. Doch dit plan is nooit volvoerd, om kort daarop volgende gebeurtenisfen. 1 Onder de menigvuldige ongemakken en kwaaien, aan welke het teder maakfel van het menfchelyke lichaam onderhevig is, bekleeden de Breuken eene voornaame plaats. Vroege en laatere Heelkundigen hebben, ter weeringe of verzagtinge van dat ongemak, hunne kragten beproefd: niet altoos, egter, met, dien gelukkigen uitflag, of 'er bleef  XXXII. Boek, Geschiedenissen. 6f bleef, tot nieuwe uitvindingen en heelmiddelen, overvloedige {toffe ter nafpooringe over. Met veel lof, en dikmaals met een gelukkigen uitflag, hadt de vermaarde Heel - en Stads Breukmeester deezer Stad, johannes munnikhoff, opde kennis en geneezing der Breuken, zig toegelegd, doch, tot zyn eigen genoegen, het onderwerp niet behoorlyk uitgeput. Ook was hy van verftand, dat, ter behoorlyke toelichtinge, de arbeid van meer dan één Mensch vereischt werdt. Dit bragt hem óp den inval, om eene fchikking te beraamen, door welke Heelkundigen van alle Landen, ter behandelinge van dat dikmaals fchroomlyk ongemak, met vereenigde poogingen, Zouden kunnen zamen-; werken. Die kunst - en menschlievende inval bleek, na 's Mans overlyden, in de Maand Juny des jaars 1787 voorgevallen, by het openen van zynen Laatften Wille, uit welken bleek, dat hy „ ten nutte der jb Heelkunst hadt gelegateerd eene aanzienlyke » geldfomme, ten einde uit de Intresfen daar i van, na zyn overlyden, jaarlyks, zoude , bekostigd worden een Gouden Medaille i m ter waarde van driehonderd Guldens, en „ dat dezelve Medaille zou worden uitge» keerd aan.den geenen, die, binnen den » tyd van achttien Maanden, eene opgegee. vene vraag, betrekkelyk tot de Breu„ ken, zo lang die daar toe ftoffe zouden m opleveren, ( en daarna over andere Ont„ leed - of Heelkundige onderwerpen, ) a hut best en volkomenst zoude beantwoord, «79»  68 AMSTERDAMS III. Deel. Merk. waardige Diefftal. „ en daar aan geheel voldaan hebben ; ftel„ lende voorts tot Bezorgers over dit zyn „ Legaat, onder de hier binnen Amfter,, dam fungeerende Heeren Prófesforen in de y, Anatomie en Chirurgie, mitsgaders in de Botanie, de Doctoren, zynde Infpectorea „ van het Collegium Medicum, de Over„ mannen van het Collegium Chirurgicum, „ zo oude of buiten dienst, als in diens-, .„ zynde, van de Leden van het Genoodfchap „ van Stads Doctoren, Chirurgynsen Breuk» „ meesters,diegeenen, welke, overeenkom» „ ftig zyne begeerte, genegen zouden zyn 3, om de inkomende Antwoorden, in de Latynfche, Franlche, Hoog - en Neder,i duitfche Taaien gefchreeven, te beoordee^ lenj den Gouden Eerpenning, geflagea „ op eenen Stempel, door den Testateur zei ven uitdruk lyk befchreeven, uit te kee« 3, ren, en de bekroonde Prysverhandelingen -j, door den druk gemeen te maaken". —— ■ Tot eere van den menschlievenden ftigter, hebben wy, uit het eerfte Progamma, in de maand September deezes jaars uitgegeeven, het bovenftaande, de natuur en de bedoeling der lofFelyke en nutte ftigters aankondigende, in ons Historieblad, wel willen overneemen. Veel gerugrs maakte , ten deezen tyde, een zeeraanmcrkelykediefftal, nietflegts ter plaatfe, alwaar die gepleegd was, maar ook hier ter Stede, alwaar van denzelven openlyke aankondiging werdt gedaan. Die diefftal betrof de kostbaare Juweelen en Kleinoodiën, aan de . jfranfche Kroon toebehporende, die gezegd wes«  XXXII. Boek. Geschieben-ïasen. 69 werden, uit de bewaarplaats der Koninglyke Kostbaarheden onlangs geroofd te zyn. Zo om de zeldzaamheid der gebeurtenisfe, als ©m den Leezer een denkbeeld te geeven van de ongemeene pragt en weelde der voorraaalige Franfche Hofhoudinge, lust het ons, een Inventaris of Lyst der geroofde (lukken hier te laaten volgen, die, op hoog gezag , waereldkundig was gemaakt. , „ De Paarlen van de Kroon zyn 513 in getal, van welken 'er 480 niet gezet zyn, en 33, met eenige Ornamenten verfierd, door de Koningin gedraagen werden. „ De Robynen zyn 230, van welken 'er 14.5 niet gemonteerd zyn, en 85 in de Epaulette, de Ridderorde van het Gulden Vlies en het Kruis, die door den Koning gedraagen werden, „ De Topazen zyn 71, van welke 'er alleen 3 gemonteerd en in het gekleurde Kruis van den Koning geplaatst zyn. „ De Esmarauden zyn 150, van welke 'er alleen 17 gezet en geplaatst zyn in de ketting van een der horologien des Konings. „ Saphieren zyn 134, waarby nog behooren 3 Orientaalfche Amethisten en 8 Syrifche Granaten. „ De waarde der Diamanten werdt begroot op 16,730,403 Livres ; onder dezelve is een, weegende 146 Cararen, die de Regent genoemd, en op 12 Milüoenen Franfche Livres gefchat werdt; ver* E 3 fchei-. 1798.  179*. -793- Plan van een Fonds tot onderfland van 't Lands Zee-Officieten. 70 AMSTERDAMS III. Dbel; fcheiden anderen werden op een, twee en driehonderdduizend Livres gerekend. „ De grootfte Paarl werdt gefchat op 300,000 Livres, en alle de Paarlen te zaaraen op 996,70-) Livres. „ De 'waarde van de Gèkleurds Steenen ftelde men te zamen op 360, 604 Livres. „ In 't geheel werdt de waarde der Paarlen, Diamanten en gekleurde Steenen, die tot 's Konings kleeding behoorden, gerekend op 03,928,197 Livres". 't Was ingevolge van het ontwerp eener ftaande Zeemagt, dat, ten deezen tyde, een plan werdt beraamd, tot het oprichten van een Fonds, ter onderfteuninge van zodanige Zee-Officieren, welke, tot bydraage van hun beftaan, van elders eenigen onderftand zouden noodig hebben. Niet ongepast oordeelen wy de mededeeling van dit Plan, na alvoorens te hebben gezegd, dat hetzelve door den Ridder Vice - Admiraal van kinsbergbn, met behulp van eenige andere Officieren, uitgedagt en bearbeid was. Het Ontwerp hieldt in, dat alle de Officieren, van hunne Traktementen en Gagien, twee ten honderd, jaarlyks, in het Fonds zouden inleggen; doch dat de zulken, die over een Schip het bevel voerden, te rekenen van den dag, dat de Victualieering zou beginnen, tot op den dag der afdankinge, voor den tyd van een geheel jaar, en verder naar evenredigheid van den tyd, eene inlage zouden doen, op volgende wyze: voor een Schip,  XXXII. Boek. Geschieden ïssem. 71 Schip, in dienst gefield om te dienen met 400 """ ■■■»«-—400 - 0-0 35o — > 350-0-0 „00 .-—-—» 300-0-0 a70 , 1 ■■—— m 270 - o' o a5o —— i— 250-0-0 S3o * 230 .0-0 S0O . , , , .,, 150 - o ■ o l5o — 75 . 0-0 xoo ■ ■■ ■ 1 ■" ■ 4° Volgens dit ontwerp, en in de onderffelIing , dat, jaarlyks, min of meer, twaalf Schepen van onderfcheiden Charter, m dienst waren, zou men, door de volgende berekening, ten naasten by, kunnen zien, welke inkomften dit Fonds, jaarlyks, zou kunnen hebben. 'a Lieut. Admir.a/3600 -o-o is jaars. ƒ 7100-0-0 3 Vice Admir. 2400 -0-0 • 4800-0-0 4 Schouten by Nachi 1200 - o - o 14800 -0-0 1 Adjudant 5500-0-0 - - 2500-0-0 a Adjudanten 3500. 0-0 — zooo~o~<* E 4 De 450 Man, voor een geheel jaar f 450 -0-0  «7°3- 7fi AMSTERDAMS III. Deel; De Traktementen van het Corps Scheept Artilleristen. i. Lt. Admiraal Infpecteur f 1800 - : - i ». Vlag - Officieren , by ieder Divifie een . ƒ 1200 - : - : 4400 - : - j. Kapitein per Compagnie 's jaars ƒ 1200 - : - : i. Commandant of Kapitein- Lieutenant. 720 • : - : i. Eerfte Lieut. 540 - : - : 3. Tweede Lieu- tenants. 1260 - .* - : i. Lt. van de Artillerie. 480 - : - : te zamen ƒ 4200 - : • : Dus voor de zes Compagniën. . ƒ 25200 ï : - l De toegelegde Traktementen aan 53. Zo Vlag-Officieren aïs Ka- pic. /720-:-: ƒ 38160 :-: 56. Zo Comm. als Kapitei- nen,& 450-:-: 25200-:-: 56. Zo Lt. van de eerfte clasfe als Kapt, Lt.k$6o-:-:3oi digheden, noodig geoordeeld hebbende, het houden van Bedeftonden, werdt , door de Regeering deezer Stad, daar omtrent, da gepaste fchikking beraamd, en bevolen, dac dezelve om de Veertien dagen zouden gehouden worden, te beginnen met den zevenentwintigften der MaandFebruary, 's avonds van zes tot zeven uuren. Van het aanzienlyk geldvermogen der Burgers en Ingezetenen deezer Stad, kunnen, onder anderen, getuigenis draagen,. de onder* fcheidene INegociatiën, welke, van tyd tot tyd, ten dienfte van uitlandfche Mogendheden , alhier ondernomen, en met een goeden uitflag volvoerd werden. Het tegenwoor* digjaar leverde, daar van, verfcheiden voorbeelden op. De Koning van Pruisfen, tot nog toe de eenige onder de Ëuropifche Mogendheden, die nooit, van elders, penningen hadt opgenomen, zag zig nu ook genoodzaakt, door herhaald en kostbaar Oorlogvoeren, tot dit middel zyne toevlugt te moeten neemen. Ten Comptorie van de Joodfche Kooplieden co hen en Coivp. werdt eene Negociatie geopend, ter fomme van vyf Veertien* daagfche Bedeftonden* Verfchei-] den Negociatien*  zonder verband der inkomiten van zyner Majesteits Westfaalfche Staaten, tegen eene jaarlykfche Rente van vyf ten honderd, voor tien agter een volgende jaaren. De aflosflng zou gefchieden in vyf gelyke Termynen, van welke de eerste zou zyn op den eer (ten Juny 1799, en de laatfte op den eerden Juny 1803. Eene tweede Negociatie werdt in dit jaar ondernomen, voor rekening en ten laste van de Bank der Vereenigde Staaten van Amerika, ten Comptoire van de Kooplieden wilhem en jan willink, -envan nic olaas enjacob van stafhorst en hubbard, ter fomme van drie Millioenen, zevenhonderd en vyftigduizend, Hollandsch Courant Geld, tegen eene jaarlykfche Rente van vyf ten honderd. Het Berigt deezer Negociatie hieldt in, dat, tot meerdere zekerheid der Celdfchieters, door Prefident en Directeujen van de Bank der Vereenigde Staaten van Amerika, als daar toe, door de gezamentlyke deelgenooten in de gemelde Bank, gelastigd, herwaarts zou overgemaakt worden een Millioen en vyfmaalhonderdduizend Dollars 6 percr. Fondfen, ten laste der Vereenigde Staaten van Amerika, op naam der bovengemelde Kooplieden, als Reprefentanten der Geldfchïeters; en zulks om te dienen als een Hypotheek voor hoofdfomme en renten, geduurende den loop deezer Negociatie, die voor den tyd van tien jaaren moest gefchieden; na verloop van 76 AMSTERDAMS IIL Deel? Millioenen Hollandfche Guldens, onder by*-  XXXII. Boek. Geschiedenissen, 77 Van welke het aan den Prefident en Directeuren zou vryftaan, de Hoofdfomme, in ééns» of op Termynen, af te losfen, zodanig dat dezelve in vyftien jaaren zou te rug gegeeven worden. Eene derde Geldheffing, in dit jaar geopend, ter fomme van drie Millioenen viermaal honderd vyftigduizend Guldens, was gevestigd op eenMillioen Akers, zynde, na genoeg, vyfmaalhonderdduizend Hollandfche Morgens Lands, gelegen in den Staat van Nieuw-Tork, in Noord-Amerika, onder beuuur der Kooplieden stadnitsKi en zoon, te Amfterdam. Alle deeze Geldligtingen hadden een gereeden toeloop, en waren de verlangde penningen fpoedig by een gebragt. _ Dit was niet het geval eener vierde ISegociatie, in dit jaar geopend, zo als het berigt daar van, van woord tot woord, luidde : groot - twaalf' Millioenen Guldens, Hollands Courant Geld, tezen 5 per Ct. Intrest in 'f jaar, ten Comptoire van de Heeren j, b o u rcoukt, en Wed. ed crolse en c o m p. . Bankiers te Amfieldam, voor rekening en ten behoeve van louis stanis- laüs xavier, defrance,filsde france, monsieur, mitsgaders regent van frank K yk, en charles fhilippe, de france, fils de •france , graaf van artois en lieutenant generaal van frankrvk, zo in hunne refpective Qualiteiten, als voor hunne byzondere Perfoonen, en een ieder van bun voor bet geheet. *793>  78 AMSTERDAMS Iïï. ®nU 1794. Voorzorg omtrent de Vreem delingen. heel, mitsgaders onder verband zo van de inkomsten van het ryk, als Va» Hoogstderzelver p artikülïe re goederen, en zulks voor den tyd van acht jaaren vast, en alsdan in de vier volgende Jaaren af te losfen, ieder Jaar een vierde part. Men weet, dat de gemelde Prinfen , om den toeftand der zaaken in Frankryk, zig genoodzaakt hadden gevonden hun Vaderland te verlaaten, met agterlaating van hunne voornaamfte bezittingen. Buitenlands zwervende, onder het houden van een talryken ftoet, en aan het hoofd van Legerbenden, waar mede zy den hertred ïn hun Vaderland zogten te baanen, overviel hen, wel haast, een dringend Geldgebrek. Daar tegen, meenden de Koninklyke Prinfen, of hadden anderen hun diets gemaakt, zouden zy, in het fchatryk Amfterdam, een redmiddel vinden. Doch, in die verwagting, werden zy te leur ge. field. Deels om de zwakheid en onwis • heid van het gefielde onderpand, deelsom dat veele voornaame lieden, ook hier ter Stede, de zaak der Prinfen niet zeer waren toegedaan, hadt de uitgefchreevene Geld» ligting weinig toeloop Groot, gely k reeds vroeger, was, vooral in deezen jaare, de toevlugt van Vreemdelingen naar deeze Stad. Dit baarde opzien: te meer, ( b ) Een uitvoerig Berigt deezer Negociatie kap de Leezer vinden in de N. Nederland/ebt Jaarkt* lm van October 1793, blad. 1739 enz.  XXXII. Boek. Geschiedenissen. 70 meer, daar veelen van dezelve, niet in openbaare herbergen, maar by byzondere burgers, hunnen intrek namen. Regeerders deezer Stad, in aanmerking hebbende genomen, hoe het, tot behoudenisfe van de rust der Stad, in de tegenwoordige omftandigheden , ten uiterften noodzaaklyk was, zo omtrent het getal dier Vreemdelingen, als omtrent de redenen van hunne komst en verblyf alhier, met meerder naauwkeurigheid, dan voorheen, onderricht te worden, vonden goed, dat elk Burger en Ingezeten deezer Stad zou gehouden zyn, aan den Kapitein zyner Wyk, of aan deszelfs plaatsbekleeder, by de omfchryving, welke, ten dien einde, zou worden gedaan, naauwkeurig op te geeven den naam en de geboorteplaats van zodaanige Vreemdelingen, en van alle andere perfoonen, geene Burgers deezer Stad zynde, of welke niet geduurende twee jaaren hier ter Stede zouden hebben gewoond, welke ten zynen huize zouden zyn gehuisvest of inwoonden : op eene boete van honderd guldens tegen de geenen, die, in het doen van deeze opgave, onwillig of nalaatig zouden bevonden worden. Tot hetzelfde oogmerk, de handhaaving van de inwendige rust der Stad, en vermits, daarenboven, de nadering der Franfche Troepen aan de Grenzen van den Staat, by zommigen, merkelyke bekommering veroorzaakte, werdt men te raade, de Krygs> bezetting, die, federt de Omwenteling van den jaare 1787, in deeze Stad beftendig l.j hadt 1794» Verwerking def KrygsbezeuingjSi  8o AMSTERDAMS III. Deel. Verbod van de Kermif. Stoute daad Van een Matroos. hadt plaats gehad, met vyftig Man Holland^ fche Husfaaren te verfterken. 't Was al mede ingevolge der kommerlyke omftandigheden van het Vaderland in 't algemeen, en van elk lid daar van in het byzonder, dat, by Burgemeesteren en Regeerders deezer Stad, het befluit werdt genomen, dat de gewoone Jaarmarkt of Kermis, welke, in dit jaar, op den tweeëntwintigften September ftondt in te vallen, voor deeze reis, geene plaats zou hebben. Het geheugen van kloeke, of van eenige andere merkwaardige bedryven, indien dezelve tot onze Stad eenige betrekking hebben, doormiddel van dit historieblad te bewaaren, valt mede in ons plan. Als zodanig befchouwen wy het bedryf van zekeren Matroos, christiaan cornelisz. genaamd, geboortig van Tündere, vaarende op een Schip, hier ter Stede thuis behoorende, die, in het tweeëntvvintigfte jaar zyns ouderdoms, van den dapperen heldenmoed der aloude Watergeuzen een nieuw voorbeeld gaf. Het geval wordt aldus verhaald. Op den achtentwintiguen July deezes jaars, werdt, tien mylen van Duinkerken, door een Fransch Oorlogfchip, genomen, het Koffchip de Vriendfcbap, gevoerd by Schipper ge ert ages kleyn, koomende van Kadix, gelaaden met Indigo en Stukgoederen. De Schipper van de Kof zynde afgehaald, lieten de Franfchen daar op onzen christiaan kornelisz-, en  XXXII. Boek. Geschiedenissen 8i en den Jonge albert koons, hun eenen Prysmeester en drie man toevoegen» de, om het Schip naar Duinkerken te brengen. Vermids de wind tegen was, bleeven zy met het vSchip uit den Wal leggen. Aldus op zee zukkelende, nam christiaan, in den derden nacht, het ftout befluit, eenen der Franfchen, die op de Wagt was, terwyl hy den Jonge aan 'c Roer liet, op de Voorplegt te roepen; alwaar hy denzelven aanpakte , en , na lang worstelen, hem overmeesterd hebben» de., over boord wierp. Dewyl dit niet zonder gerugt gefchiedde, kwam de Prysmeester uit de Kajuit toefchieten , met een Sabel en een gelaaden Pistool gewapend, 't welk hy op christiaan. affchoot, zonder, egter , doel te treffen. Thans liep de Matroos op den Prysmeester m, die hem een ftuk van eenen vinger aan de flinkerhand afkapte, en nog twee wonden in het hoofd toebragt, waarop hy, met de rechterhand, den Sabel greep, welke, de Franschman dien te rug trekkende, hem ook aldaar deerlyk kwetfte. Met. dit alles ontzonk christiaan de moed niet, maar, in eene foort van woede, den Prysmeester aanpakkende, wierp hy ook deezen over boord. Nu waren 'er .nog. twee Franfchen over, eenen van welken onze Held, na het Pistool, by gebrek aan Kogels, met fpykers te hebben gelaaden, eene zwaare woode in den hals toebragt, terwyl de vierde, door zo veel moedbe. XXII. Stuk. E toons/ 1794.  82 AMSTERDAMS ïïï. Deel. 1794. Aanmoe- ' diging van" toons verfchrikt, om lyfsgenade fmeekte, die hem ook ftraks gefchonken werdt. Thans meester zynde van het Schip, hielde christiaan voor denwindaf, en kwam, wel haast, by eenige Engelfehe Oorlogfchepen, een van welke hem eene Sloep aan boord zondt, aan wier manfehap hy zyne ontmoeting verhaalde, en den gekwetften Franschman overgaf. De aanbieding, om het fchip naar Engeland te brengen, wees hy van de hand, maar verkoos, met zyne rykgelaadene, reeds prysverklaarde Kof, naar het Vaderland te ftevenen, 't welk hy ook gelukkig heeft bereikt; in de Haven van Vlisfingen liep hy behouden binnen, tot groote blydfchap zyner Reederen, welke 's Mans bedryf dankelyk erkenden. Niet onvermeld mogen wy hier iaaten, dat de Lieutenant - Admiraal van kinsbergen, deftoutedaad van christiaan cornelisz, vernomen hebbende, daar over zyn genoegen betuigde, door hem een fraai gefchenk ter hand te ftellen, beftaande in een Zilveren Tabaksdoos, met het volgende opfchrift daar in gegraveerd : Prefent van den Lieutenant Admiraal van kinsbergen, aan zyn Gameraat, den braaven Hollandfcben Ma* troos , christiaan cornelisse, voor het hernecmen van het febip de Vriendfcbap, op den 1 Augustus 1794- ... rvommenyk was cnans ae toeitana aes Lands, vari wegens den fneilen voortgang der  XXXII.Boek. Gejchiedïnihen. 83 der Franfche Wapenen, en het te rug deinzen der verbondene Legers. Den diepften indruk verwekte dit alles op 's Lands Regeering , vooral ook op den Erf ftadhouder; die daarom, op den veertienden July deezes Jaars, een voorftel deedt, ter Algemeen» 'fitaatsvergaderinge, als mede aan hun Ed. Groot Mogenden, betreffende de algemeens Wapening der Landzaaten, en het daarftellen van alle andere middelen, welke, tot reddinge en behoud van het Vaderland, dienftig zouden geoordeeld worden. Dit voorftel vondt eenfchielykenbyval, en 'er werdt, in gevolge daarvan, fpoedig, een plan beraamd, omtrent het wapenen van een zeker getal Landzaaten, en hetzelve, door de geheele Republiek, ter deelneeminge aan hetzelve, verzonden. Dit plan behelsde, onder anderen, eene uitnodiging ter deelneeminge in het bekostigen der uitrusting* en het onderhouden der aan te wervene Manfehap, door het infehryven voor eene zekere fomme. Ingevolge hier van befloot de Wethouderfchap deezer Stad, zodanige lysten van Inteekeninge te doen leggen ter Thefaurie Ordinaris, „ ten einde ( zo als „ de Bekendmaaking luidde ) allen , die „ eenig belang ftelden in het behoud van „ Land, Godsdienst, Vryheid en Bezittinj> gen, gelegenheid te geeven, het hunne „ daar toe te contribueeren". Van tyd tot tyd werdt deeze uitnodiging nog fterker aangedrongen, met aanwyzing van zodanige huizen, alwaar elk, die aan de F a los de Wap*. ning der Landzaa» ten.  J7P4. Komst van den ErfFrins. publicatit tegen hel in'everen van Adresfen. In het begin van de Maand uetober verfcheen in deeze Stad de Erfprins Van oranje, algemeen Bevelhebber over de Staatfche Legermagt, verzeld van eenige Officieren van den eerften rang. Hy nam zynen intrek in de Herberg de Doelen, op de Garnaalemarkt, hieldt, "s anderendaags, het middagmaal by den Voorzittenden Burgemeester, jan elias huyde« koper, Heer van Maarzeveen, en woonde, dien zelfden avond, in de Oude Kerk, de Bedeftond by. Op den negenden nam zyne Hoogheid, over Weesp, Muyden en Naarden, de wederreize naar het Leger aan. ' Van wegen de wydklinkende gevolgen, welke eene Publicatie, op den veertienden der ftraks genoemde Maand, alhier afgekondigd, na zig fieepte, oordeelen wy ons verpligt, van dezelve hier verflag te doen. Zy hadt ten onderwerpe, den gevaarlyken tóeftand des Vaderlands, en de bemoeijing van veelen met de openbaare Landzaaken. In de Inleiding der Afkondiginge werdt gezegd, dat royne Heeren van den Geregte 84 AMSTERDAMS III. Deel; Infchryving deel begeerde te neemen, zig zou kunnen vervoegen Ook zag men, zo wel hier ter Stede als elders, een Fonds tot ftand bréngen, dienende' ter onderfteuninge van Weduwen en Weezen van zodanige Landzaaten , welke zig ter. verdeediginge van het Vaderland hebbende aangebooden, in den Krygsdienst zouden fneuvelen.  XXXÏÏ. Boek. Geschiedenissen. 85 in ervaring waren gekomen, dac zommige kwalykgezinde perfoonen hadden kunnen goedvinden, onderfcheidene valfche gerugten te verfpreiden, en de gemoederen van onkundige en vreesagtige menfchen te ontrusten; waar uit ligtelyk zoude kunnen voortvloeien, dat men dezelven overhaalde tot het teekenen van Requesten of Adresfen aan de Regeering deezer Stad, met oogmerk om dezelve aan Burgemeesteren deezer Stad aan te bieden; en welke Requesten tot geen ander einde zouden kunnen ftrekken, dan om de wettige Regeering, in derzei ver vrye raadpleegingen, in de tegenwoordige omftandigheden van zaaken , hinderlyk te zyn, en dezelve het goed vertrouwen, by de geheele Burgery deezer Stad, te doen verliezen. »- 1 't Was op deeze gronden, dat de Wethouderfchap te raade werdt, eenen ieder aan te maanen tot voorzigtigheid, om zig door geen» ontrusf.ende gefprekken te laaten wegfleepen, en overhaalen tot het doen van daaden, waar van zy de gevolgen niet genoegzaam doorzagen; waarfchuwende en gelastende voorts eenen ieder, om zig niet te bemoeien met het doen van Adres• fen, by welke men zig zoude willen mengen in het bewind van de publieke zaaken, als welke, by uitfluiting, de wettige Regeering is competeerende; op ftraffe, dat tegen de overtreeders, naar vereisch van zaaken, zou gehandeld worden. De perfoonen, tegen welke deeze AfF 3 ' kon- De Lees gezel-  86 AMSTERDAMS III. Deel. «794- fchappen leveren een Adres In. kondiging, voornaamlyk, was ingerigt, waren Leden van byeenkomften, onder den naam van Leesgezelfchappen bekend, wien de naam naging, dat zy naar verandering van zaaken, en het daar (tellen eener Volksregeering, verlangden; waartoe zy, op hunne wyze, de noodige maatregelen beraamden, en nu inzonderheid vlytig werkzaam waren, daar zy zig met de fpoedige komst der Franfchen vleiden. Reeds kort na de Omwenteling van den jaare 1787, waren deeze Leesgezelfchappen, zo hier als elders, ontftaan; zy waren door byzondere Letters onderfcheiden, en hadden ieder hunne Commisfarisfen. Vier dagen vóór de gemelde Afkondiging, den tienden October, werden de Leden der Leesgezelfchappen by een genodigd, en hun een Request ter teekeninge aangebooden, om aan Burgemeesteren te worden ingeleverd, waar van wy, vervolgens, den inhoud zullen mededeelen. Het vondt hier eene algemeene goedkeuring, doch met zeer veele teekenaars. Men befloot, egter, het Request , op den veertienden October, te ooen inleveren, en benoemde, ten dien einde, een twaalftal Commisfarisfen: vier uit het Gezelfchap Doctrina et Amic'itia, de acht overige uit de Leesgezelfchappen. Deeze twaalf Gelastigden, op den veertienden October, zig by Burgemeesteren hebbende laaten aandienen, werden verzogt, eenigen tyd in Burgemeesters vertrek te vertoeven. Intusfchen werdt de bovengemelde  XXXII. Boek. Geschiedenissen. 87 melde Publikatie tegen de Adresfen afgekondigd. Thans by Burgemeesteren zynde binnen gelasten, gaf een der twaalf Commisfarisfen, Mr. caeel wouter visscher, by de Omwenteling van den jaare 1787, van het Penfionarisfch3p deezer Stad verhaten, na het doen eener Aanfpraake, een Pakje over, bevattende een aantal eensluidende gedrukte Requesten, houdende: Aan de Edele Groet Agtbaare Heeren Burgemeesteren en Raatlen in de Vroedfebap der Stad Amfterdam, en door een aantal van byna zesendertighonderd Burgers en Ingezetenen deezer Stad geteekend. Om de gevolgen, welke dit Request, vervolgens, te wege bragt, zullen wy ons de moeite der woordlyke overfchryvinge getroosten. Het luide aldus: „ Geeven met verfchuldigdea eerbied te kennen, de ondergeteekende Burgers en Ingezetenen deezer Stad. „ Dat zy tot hier toe volkomenlyk berust hebbende in de wysheid en welmeenendheid van U Edele Groot Agtbaaren, in het neemen van alle zodanige maatregelen, als in deeze tyden meest gefchikt zyn, om voor het welzyn der goede Burgery deezer Stad, voor de zekerheid en veiligheid van de refpective Ingezetenen derzelve, en voor het behoud van het leeven en de bezittingen van alle derzelver Inwooners, de oplettendfte en tederfte zorg te erlangen. „ Dat de Ondergeteekenden, uit dien hoofde, tot hier toe niets met 'er daad hebF 4 ben ?794»  88 AMSTERDAMS III. Deel. «794- ben ondernomen, het welk eenig wantrouwen op het wys en burgerlievend beftier van U Edele Groot Achtbaare, als de hoofden van haare Stad, te kennen zoude hebben kunnen geeven, en dat zy Ondergeteekenden als nog vertrouwen, dat de getrouwe vervulling van het geen eene Stads - Regeering aan de braave Burgery derzelve verfchuldigd is, hen niet zal noodzaaken om tot andere maatregelen te moeten overgaan. „ Dan dat de Ondergetekenden zeker meenen geïnformeerd te zyn, dat de vryheid der Deliberatien van U Edele Groot Achcbaaren aanmerkelyk is belemmerd geworden door de onverwagte verfchyning in deeze Stad van zyne Doorluchtige Hoogheid den Heere Erfprins van Oranje, en van zyne Koninglyke Hoogheid den Heere Hertog van iLerk, en dat het oogmerk der komst van deeze beide illustre perfoonen tot niets anders tendeert, dan om U Edele Groot Achtbaaren tepermoveeren, tot het toeftemmen in Refolutien, welker uitvoering ten eenemaal verderfiyk en hoogstpernicieus voor de belangen der Ingezetenen van deeze Stad, en van deeze gantfche Provincie, bevonden moet worden. „ Dat de Ondergeteekenden, daar laatendende tot welk oogmerk de beide bovengenoemde illustre perfoonen in deeze Stad mogten zyn aangekomen , zedert hoogstderzelver komst mee fchrik en angst yernomen hebben, dat het by U Edele Groot  XXXII. Boek. Geschiedenissen. 89 Groot Achtbaaren in overweeging is gebragt, of men deeze Stad by de aannadering der Franfche Legers in postuur van derende zoude ftellen of niet, en dat U Edele Groot Achtbaaren zouden befloten hebben, om deeze Stad aan eene Militaire belegering te onderwerpen. „ Dat U • Edele Groot Achtbaaren ten dien einde al verder geconfenteerd zouden hebben, om de Inundatie rondom deeze Stad te doen formeeren, en des noods de Zeeiluizen in den omtrek derzelve open te zetten , en voorts de Zeedyken te doen doorfteeken, om deeze Inundatie van het kragtdaadigst effect te doen zyn. „ Dat U Edele Groot Achtbaaren daarenboven toegeftemd zouden hebben, om ter verdeediging van deeze Stad een aanmerkelyk getal Engelfche Troepen in te neemen. ,, Dat de Ondergeteekende Burgers en Ingezetenen derzelve geenzins in zodanige maatregelen genoegen kunnen neemen, en uit dien hoofde bereid zyn, in zo verre U Edele Groot Achtbaaren, door deprefehtie van den Heere Erfprins van Oranje en den Heere Hertog van lork, tot hec neemen van dergelyke maatregelen, gedwongen mogten zyn geworden, openlyk te doen blyken, dat deeze maatregelen geenzins zyn naar genoegen, en overeenkomftig het verlanger. der Ingezetenen deezer Stad. „ Dat de Ondergeteekende Burgers ei Ingezetenen deezer Stad met deezen fteili; F 5 aai 1794/ 1 r 1 (  oe> AMSTERDAMS III. Deel. «794. aan U Edele Groot Achtbaaren afvraagen, tot welk einde de twee bovengenoemde illustre perfoonen in deeze Stad verfchcenen zyn ? en of U Edele Groot Achtbaaren geconfenteerd hebben, om deeze Stad in postuur van defenfie te Hellen, haar aan een beleg te onderwerpen, haar van vreemd Krygsvolk te voorzien, en haar bewind dus geheel en al in een Militair Gouvernement te veranderen ? „ Dat de Ondergeteekende Burgers en Inwooners derzelve mits deze openlyk verklaaren, geen genoegen te kunnen neemen met eenige zodanige Refolutien, welke mogten tendeeren tot eene Militaire defenfie van hunne Stad, maar dat dezelve vastelyk befloten hebben, hunne eigen Stad en Bezittingen, tegen alle Militaire verdediging hoegenaamd ook, openlyk te zullen verzekeren. „ Dat vooral de inlegering van Engelsch Guarnifoen binnen Amfterdam door hen nimmer toegelaaten zal worden, maar dat de Ondergeteekenden zig tegen die roofen plonderzieke Benden, welke, zelf door herhaalde afkondigingen van hunnen eigenen Chef, tot geene orde gebragt hebben kunnen worden, openlyk zullen verzetten, en derzelver aannadering aanmerken, als het teeken door U Edele Groot Achtbaaren gegeeven, om eene Burger - Revolte te beginnen, voor welker gevolgen U Edele Groot Achtbaaren alleen refponfabel zullen zyn. » Tot  XXXII. Doek. Geschiedenissen. 91. „ Tot vermyding van welke factieufe en ontzettende gevolgen, de Ondergeteekenden, Burgers en Ingezetenen deezer Stad, zig in deezen hoogen nood, als nog eerbiediglyk keeren tot ü Edele Groot Achtbaaren, met het allerernftigsc verzoek, omme nimmer te confenteeren tot het neemen van eenige maatregelen, welke zouden kunnen dienen om deeze Stad aan eene Milicaire defenfie bloot te ftellen, veel min omme te confenteeren tot het inneemen van zo* danige losbandige roof - en plonderzieke benden, als welke zig alomme reeds befaamd gemaakt hebben, door een gedrag, het welk zelf door hun illuster Hoofd niet meer beteugeld fchynt te kunnen worden. „ Neemaar, dat U Edele Groot Achtbaaren, zig verlaatende op de goede gezindheid van de Burgery en Ingezetenen deezer Stad, zig allezins zullen voegen naar den loop en eisch der tydsomftandigheden; zonder zig door eene roekelooze defenfie refponfabel te ftellen voor de ruïne en het ongeluk van de gezamenlyke bewooners derzelver". „ Het welk doende, enz . De voorleezer van dit Request hadt naauwlyks uitgefprooken, of nikolaas van staphorst, Lid van Doctrina, en een der Afgevaardigden, vatte het woord op, breedvoerig uitweidende ovei de gruweldaaden, door de Engelfchen ge pleegd, en het gevaar, waar aan het Va der \  ei AMSTERDAMS Hl, Deel, *t§4* derland, door het langer oorlogvoeren tegen de Franfchen, zou worden blootgefteld. Ni dit hy geëindigd hadt, berigtte de Voorzittende Burgemeester, huydecoTEtivan Maarzeoeen, dan Afgevaardigden , dac hun Request niet kon worden aangenomen, om dat, zo aanftonds, tegen• het inleveren van alle zodanige Adresfen, eene Publicatie was afgekondigd, en ver*' zogt daarom dezelven, het Pakje te willen te rug neemen. Doch jean la pro, Commisfaris van een Leesgezelfchap. betuigde hier op, in het te rug neemen groote zvvaarigheid te vinden; dat zy door veele Burgers gelast waren, en voor de gevolgen niet- wilden inltaan. Burgemeesteren, hoewel in hunne weigering, omtrent het aanneemen van het Request, volhardende, verklaarden, egter, dat het inneemen van Engelsch Krygsvolk, en het onder water zetten der Landeryen rondom de Stad, dingen waren, tegen welke zy , uit al hun vermogen, zig zouden verzetten. Nogthans bleeven de Inleveraars, ,op het aanneemen van het Request, aandringen; tot dat zy, door Burgemeesteren, verzogt werden, tezen den volgenden Don < derdag, den zestienden der M:and, zig, andermaal, ten Stadhuize te willen vervoegen. Eer de Afgevaardigden vertrokken, hadt een derzei ven, op verzoek van Burgemeesteren, eene lyst, behelzende de naamen en hoedanigheden van de acht Afgevaardigden der  XXXII. Boek* "Geschiedenissen. 93 -der Leesgezelfchappen, aan Hun Edele Groot Achtbaaren ter hand gefield. Het gerugt van het voorgevallene ten Stadhuize verfpfeidde zig, wel haast, door de gantfche Stad; naar gelange der onderscheidene denkwyzen werdt het ongelyk be.oordeeld. Onder de geenen , welke den ftap ■afkeurden, bevonden zig Kolonellen der Schutterye, die, om hunne verontwaardiging •deswegen, en hunne gezintheid jegens de -Stads - Regeering, aan den dag te leggen, op den zestienden October, zig by Burgemeesteren lieten aandienen. Hier verklaarden zy, met de uiterfte verontwaardiging .vernomen te hebben, de allezins weder.regtelyke handelingen, welke, twee dagen te ( vooren, door zommige perfoonen, iri het inleveren van zeker onbehoorlyk et Jjeleedigend Request, gepleegd was: waarom zy het van hunnen pligt geoordeeld hadden. Hun Edele Groot Achtbaaren, van nieuws van hunne onfchendbaare trouwe, en var hunne verknogtheid aan 's Eands ge vestig den Regeeringsvorm en aan hunne Wettigt Overheid, plegtig te verzekeren. Kolonel len voegden 'er nevens, dat zy, indagti^ aan den Eed, door hen, by het aanvaar den van hunne posten, gedaan, lyf en goet veil hadden voor de handbaaving van d< .rust der Stad en derzelver wettige Regen ten; dat zy van de kordaatheid en wysheic van Hun Ed. Groot Achtbaaren te Wel over tuigd waren, dan dat zy een oogenblik kon den in twyffel trekken, of Hun Edele Groo Acht Verklaaring van Kolonellen aan Burgemeesteren: L I k I I t " -- . - :'f ; -•■>  94 AMSTERDAMS III. Deel, tel. Beweeging voor de Her- Achtbaaren zouden, ter beteugelinge van zodanige onbehoorlyke, en alle goede orde en rust verftóorende handelingen, de kragtdaadigfte en kordaatfte middelen aanwenden. Burgemeesteren, over deeze verklaaring hun genoegen betuigd hebbende, voegden 'er nevens, van de aanbieding der Kolonellen, ter bewaaringe van de rust en orde der Stad, en ter handhaavinge van -het openbaar gezag, en van de vryheid en zekerheid der goede Ingezetenen, terftond het noodige gebruik te zullen maaken. Zo als dan ook, van dien dag af, en vervolgens, des voormiddags, wanneer Burgemeesteren vergaderden, de Zaal van het Stadhuis, door eene Kompagnie gewapende Burgers, werdt bezet. De Afgevaardigden, tegen den zestienden October, gelyk wy boven verhaalden, ten Stadhuize verwagt, hier verfcheenen zynde, werden, tegen den volgenden dag, aldaar ontbooden, en hun toen door Burgemeesteren aangezegd, dat zy het Request, uit hoofde der ongemefureerde en onbeboorlyke termen, in welke het was vervat, van de hand weezen: 't welk door een der Afgevaardigden werdt beantwoord, met de verklaaring, dat zy het niet mogten te rug neemen; 'er nevens voegende, dat zy voor de gevolgen niet wilden inftaan. De plaats, alwaar de Hoofdvergadering der Clubs ( zo noemde men de Leesgezelfchappen ) gehouden werdc, was een Her»  XXXII. Boek. Geschiedenissen. 9$ Herberg, het Burgjs genaamd, (taande in de Dykftraat, aan de Nieuwe Markt. Geen wonder, daarom, dat deeze Herberg, by anders denkenden, in een kwaaden reuk ftondt, en, by tyd en wyle, hier onaangenaamheden voorvielen. Dit gebeurde, on der anderen, op Vrydag , den zeventiender October, wanneer eenige Krygslieden, ^in den voormiddag, aldaar gekomen om 'ei eenigen drank te gebruiken, in de kamer, alwaar het geflooten Leesgezelfchap zyne by eenkomst hieldt, volltrekt wilden doordrin gen; 't welk hun evenwel belet werdt 's Namiddags werden ruim tweehonden man, deels Ruiters, deels Voetvolk, naard Nieuwe Markt gezonden, en van dezelve op de hoeken der ftraaten en toegangen posten uitgezet. Vervolgens begaven zi eenige Geregtsdienaars naar het Burgje fchreeven de naamen van eenige Lede van het Leesgezelfchap op, namen de p: pieren in beflag, deeden de bewooners ve trekken, en (looien de deur met het Stad -Hot; waarna zy vertrokken, terwyl nc eenige Soldaaten het huis van buiten blei ven bezetten. De Leden der Leesgeze fchappen, hier verftrooid, hereenigden z\{ zedert, in eenen Herberg, in de Beursftee Hier hoorde men, zomtyds, eenigen d drifcigften om wapenen roepen, en d men de Revolutie daadelyk moest beginnei waarin zy, egter, door de meer befehi denen en doorzigdgen, werden te Tug g houden. L Eei 1794. berg bet Burgje. I » r > > I |» S- S l I» T. 3* sr at I* iï- ie  06" ^AMSTERDAMS III. Dêew S794- Publicatie van H. Ed. Gr. Mog. tegen Adresfen. Eene ernftige Publicatie van Hun Edele Groot Mogenden, van den zeventienden der meergenoemde Maand October, werdt, reeds 's anderendaags, ook hier ter Stede, afgekondigd. Dezelve behelsde een verboet van alle Adresfen, zonder onderfcheid, het zy onder den naam van Requesten, Memorien, Remonfirantien, Declaratoiren of diergelyken, waar in de Ingezetenen zig, meer of min rechtftreeks, in het bewind van 's Lands of Stads zaaken zogten te mengen, en de deliberatien der Overheden vooruit te loopen; wordende het opftellen, drukken, ter onderteekeninge affchryven, onderteekenen, inleveren, of op eenige anderej hoe ook genaamde, manier van deelneemen in zodanige Adresfen, onder bedreiging van ftraffe, verbooden. Behalven dit verbod, 't welk, naar het oordeel vatt veelen, op de vryheid der Burgeren en Ingezetenen eene in 't oogloopende inbreuk maakte, behelsde de Publicatie nog een ander, 't welk hooger liep, en wy, om de gewaarwording, welk hetzelve, vooral ook hier ter Stede, veroorzaakte , niet onvermeld mogen laaten. Hun Ed. Gr. Mogenden, naamelyk, gaven te verftaan, dac het oprechten van Sociëteiten, Gezelfchappen, Corporatien en Byeenkomften, zedert eeni' gen tyd, onder verfchhlende benaamingen en voorwendzelen, meer algemeen waa geworden, en, onder dezelve, zodanigen, die, fchoon zy uiterlyk onverfchillig, en zelf tot onderling nut fcheenen ingerigt te  XXXII. Boek. Geschiedenissen. 97 zyn, nogthans, in de tegenwoordige tyd: oraftandigheden, door de aanleiding, dj zy gaven tot argwaan omtrent hunne be doelingen, fchadelyk waren voor de boog noodige handhaaving van de algemeene rus en van de bedaardheid in de gemoederei der Ingezetenen. Om welke redenei Hun Ed. Gr. Mogende ordonneerden vooreerst, dat niemand, 't zy Tapper. Herbergier, Logementhouder of dergely ke, noch ook eenig partikulier perfoon, zou vermogen, aan zyn Woonhuis, Pak huis, Kelder, of eenige ander plaats, t< laaten vergaderen, op te richten, noch bj te woonen, eenige der genoemde zamen komften van een aantal perfoonen, in een afzonderlyk vertrek, en waarin niemand, dan die daar van Lid is, wordt toegelaaten , zonder alvoorens, van de Regeering dei plaatzen, daar toe verlof verzogt en bekomen te hebben. ——« Ten tweeden, dat degeenen, welke met'er daad zodanige zamenkomften aan hunne huizen of elders verblyf deeden houden, zouden gehouden zyn, binnen driemaal vierentwintig uuren, na de afkondiging der Publikatie, zig aan de Hegeering der Plaatzen, om vryheid daar toe, te vervoegen, welke niet langer, dan tot wederopzeggens toe, zou mogen verleend worden. Alles onder bedreiging van firaf* fe, 't zy door eene geldboete, verbeurte van ampt of bediening, of zelf, des noods, van lyfltraffe. Hachlyk {tonde nu de kans der LeesgeXXII. Stuk. G zel- 1- -794. e t 1 1 De Lees* gezel.  1794- fchappen houden ftand. Ontfchuttering dei Clubbisten. PublikatU tot opgave van Geweeten. 98 AMSTERDAMS III. Deeé* zelfchappem Om dezelve te doen ftand» houden, werdt, in eene gewoone weeklykfche Vergadering van Commisfarisfen, die nu, op den twintigften October, in plaats van het Burgje, in de Herberg bet Wapen van Embdcn \ op den Nieuwendyk, werdt gehouden, beflooten, om wel met het houden der Leesgezelfchappen voort te gaan, doch, ingevolge de Publikatie, met opene deuren te vergaderen: indiervoege, nogthans, dat indien 'er iemand kwam, tot het Leesgezelfchap niet behoorende , de Oppasfer, dóór een afgefproken teeken, de Leden daar van zou verwittigen, ten einde zy op hunne hoede konden weezen. De Leesgezelfchappen bleeven, in deezer voege, volhouden i zelfs verbonden zig de Leden onderling , om hun getal, zo veel mozelyk ware , te vermeerderen. Intuslchen was, by de Kegeenng, net befluit genomen, en ook daadelyk ten uitvoer gebragt, om aan zodanige Schutters, die tot de Leesgezelfchappen behoorden, immers het Request van den veertienden October hadden onderteekend, hun Geweer en Wapenen af te eifchen, en dezelven, daadelyk uit de Schuttery te weeren. Onder de fchikkingen, welke, door de Regeering, ter handhaavinge van de rust der Stad, en van de tegenwoordige orde van zaaken, dienftig werden geoordeeld, behoorde ook eene Publikatie van den twee- ëntwin-  XXXII. Boek.Geschiedenissen. 99 ëntwintigften der genoemde Maand. In dezelve werdt bevoolen, dat ieder Ingezeten, geen handel in Geweer en Wapenen doende, indien hy eenig Geweer en Wapenen bezat, behalven de geene, die hy tot den dienst der Schutterye noodig hadt, zou gehouden zyn, om, aan eene daar toe geiielde Commisfie, opgave te doen, welke en hoedanige Geweeren en Wapenen, midsgaders welke hoeveelheid van kruid en kogels, hy onder zig hadt. Voorts, dat alle Geweermaakers, en alle anderen, handel doende in Geweeren en Wapenen, van welk eenen aart ook, zouden gehouden zyn tot het doen eener fchriftlyke, en door hen eigenhandig onderteekende, opgave van de foorten en de hoeveelheid derzelve, onder hen berustende. Wyders, dat alle de dus opgegeevene Geweeren, Wapens, kruid en kogels, op Stads kosten, zouden overgebragt worden naar eene daar toe aangeweezene plaats j terwyl aan den Eigenaar een monfter van, elke foorc, mitsgaders een Recief van den Ontvangst, zou worden afgegeeven; zullende voorts de Eigenaar tot zyne goederen den vryen toegang hebben, tot voortzetting van zynen handel, onder de noodige bepaalingen, door welke het oogmerk der Publikatie niet zou kunnen verydeld worden. De grond of aanleiding, deezer Afkondiginge was, zoalsin de Inleiding werdt gezegd, „ dat zommige perfoonen zig, in de te,, genwoordige zorgelyke omftandigheden, Ga v i*k -794f  löo AMSTERDAMS IÏI. Déél, "794- Dagvaarding def Afgevaardigden. „ hadden verftoirt, om eene aanmerkelyke „ quantiteit Geweerenen Wapenen, op eene „ clandescine wyze, binnen deeze Stad te „ verzamelen, en op fufpecte plaatzen te „ bewaaren". Inmiddels werdt ten Stadhuïze beraad.flaagd, hoedanig behoorde gehandeld te worden met de Inleveraars van het meer gemelde Request van den veertienden Octo-' ber; en viei, op den vyfentwintigften, het Befluit, dat elf der benoemde Afgevaardigden, (want de twaalfde benoemde, ja ft mol genoemd, als zynde re laat gekomen, was by de Inlevering niet tegenwoordig geweest,) tegen Dingsdag, den achtentwintigften, om in perfoon ten Schouten - Rolte te verfcbynen, Crimineel zouden gedagvaard worden. Op het Stadhuis,' 't welk meer dan gemeen met gewapende manfchappen was bezet, verfcheenen, ten beftemden dage, alleenlyk zes der gedagvaarden: Mr. c. w. vi6scher,j van der heyden, w. janssen, a van hardenberg, h. heusken en hen drie van cal ca 11. De vyf overigen, n. van staphorst, j. gold be r g , J. la pro, o van de wal per nó en d. se hol ten, bleeven afweezig,^en hadden, meestal, de Stad verhaten. Een weinig na tien uuren las een der Stads Boden de naamen der elf gedaagden op, die, voor zo veel zy verfcheenen waren, eerst in de kamer van Schepenen Extra gelaaten, es, na hun verhoor, in het Stadhuis Cri-  XXXII.Boek. Geschiedenissen, ior Crimineel gevangen gehouden werden. Het gerugt hier van vloog wel haast door de gahtlche Stad en hec geheele Land, 'en werdt,naar gelange der onderfcheidece denkwyze, verfchillende opgenomen. By de Leesgezelfchappen verwekte het deels ongerustheid, deels een verregaand misnoegen; 't welk, in eene vry talryke Vergadering van Commisfarisfen, zo hoog liep , dat, naar men verzekert, aldaar de voorflag zou gedaan zyn, doch die geenen genoegzaamen by val ontmoette, om, tegen hunne Zes Afgevaardigden , even zo veele leden der Regeelinge, als Gyzelaars, in verzekering te neemen. Hec liep aan tot den elfden November, eer over de gevangene Afgevaardigden Vonnis werdt geflagen. Het zelve behelsde eene verwyzing tot eene Zesjaarige Gevangenis, en,'na verloop daar van, Uitbanning voor altoos. De Heer c w« visSCHfr werdt, in den avond van den achecienden November, in eene Koets, en de vyf andere gevonnisden, 's anderendaags, 's avonds, in drie Koetzen, van Onderfchouten en Dienaars verzeld , overgebragr naar het Nieuwe Werkhuis, by de Plantaadje, om aldaar, geduurende de zes jaaren hunner gevangenisfe, bewaard te worden. De overige gedagvaarde, doch niet verfcheenen, Inleveraars van het Request, werden, twee dagen daarna, ingedaagd, om tegen den tweeden December ten Schouten - Rolle te verfchynen. Bewust van het iot, welk hun befchooren was, indien zy der G 3 dag- 17P*. Vonnis over de Afgevaardigden.  ren AMSTERDAMS III. Deel. 1794. Request der Ledei van Felix Meritis. dagvaardinge gehoorzaamden, hielden zy zig buiten fchoots. Commisfarisfen der Maatfchappye, onder 1 de Zinfpreuk Felix Meritis, hoe zeer begrypende, dat dezelve niet behoorde onder het verbod der Publikatie van Hun Ede» le Groot Mogende, raakendede Sociëteiten, welke wy voorheen mededeelden, vonden, egter, geraaden, zig aan Hun Edele Groot Achtbaaren te vervoegen, met verzoek om zodanige gerustftellende toeftemming te mogen ontvangen , die de Maatfchappy in het volkomen regt handhaafde, „ om zo„ danige werkzaamheden en verrichtingen, „ in haar eigen opgericht Gebouw, te ,, kunnen en te mogen blyven verrichten, „ als vóór het daarftellen van gemelde Pu„ blikatie had plaats gehad". Toeftemmen» de wel, doch in eenigzins fcherpe bewoordingen vervat, was het Befluit, welk op dit verzoek viel. Het verzogt verlof, ter voortzettinge der werkzaamheden, werdt ingewilligd, op voorwaarde dat Directeuren de Leden der Maatfchappye ernftig zouden waarfchuwen „ om zig, in het vervolg, in „ het doen van Redevoeringen en Verhan„ delingen, of in bet houden van Gcfprek„ ken, niet in te laaten over Godsdienfti,, ge Verfchillen, of Politieke en andere „ zaaken, die of direct, of van ter zyde, waren ingericht tegen de Conjlitutie, en \, (trekken konden tot beleediging, veragting 5, en verfmaading van 's Lands of Stads „ Wets  XXXII. Boek.Geschiedenissen. 103 „ Wettige Regeering, gelyk, (voegde men 'er nevens,) reeds te meermaalen, in dezelve '! Maatfchappy hadt plaats gehad , en zulks, niettegenltaande de wetten der Maatfchap„ pye hier tegen zyn ingerigt". Wy moeten hier aanmerken , dat van het verlof, ter voorttóuiage der werkzaamheden, die van het Departement der Muziek of Concen werde uitseflooten, als zynde Hun Edele Groot Achtbaaren van oordeel, „ dat, in de tegen„ woordige critique en zorgelyke omitan„ digheden van ons Vaderland, alle open„ baare vermaaken geheel onvoegzaam waren; ,, en dat daarom ook het Concert der Maat„ fchappy, als een meer of min openbaar ' vermaak, even als alle andere, van Schouw„ burgen en dergelyke, provifioneel waren opgefchort". Geïyk de veiligheid van de Scheepvaart een der grondzuilen is van den bloei en den welvaart eener handeldryvende Stad als de onze, zal hier niet kwalyk voegen eene aanmerking, betreffende de bystere onveiligheid, aan welke de Vaart, thans, en al zints eenigen tyd, was blootgefteld. Onder een groot getal anderen, is te Londen zeer bekend het dus genoemde Loyds Kofybuts, al. waar de eerfte Scheepstydingen worden aancebragc, en op welker echtheid men, door* gaans* zig met taamelyke veiligheid mag verlaaten. Volgens aanteekeningen, aldaar gehouden, zouden, . zedert den aanvang des oorlogs, gerekend van den eerften February des jaars 1793 > wc op den zesen- 1794. Getal van genomeDe Schepen van onderfcheideneNatiën.  104 AMSTERDAMS III. Deei,. 1794. twintigften December deezes jaars 1794, genomen zyn: Door de Engelfchen: 320 Franfche Schepen, waar onder 76 Kaapers, 20 Fregatten, en 5 Sloepen; 5 Hollandfche; 21 Zweedfche; 16 Deenfche; 9 Hamburgfche; 31 Amerikaanfche; 1 Spaansch; 1 Pruisfisch, en 3 Engelfche Schepen, met Franfchen eigendom gelaaden: in alles 407 Schepen. Door de Spaanfchen: ar Franfche Schepen, waar onder 3 Kapers; 3 Engelfche; 2 Zweedfche; 3 Deenfche, en 1 Amerikaansch Schip: te zamen 30 Schepen. , Door de Hollanders: 4 Franfche Schepen. Bedraagende alzo het getal der fchepen , door de gezamentlyke Geallieerden genomen, 441; onder welke, egter, nier, geteld waren de fchepen, door de Engelfchen , te Toulon genomen, en ook niet de 8 Schepen van Linie, door den Engelfchen Admiraal Lord howe genomen of in den grond geboord. Daar tegen hadden de Franfchen, in dien zelfden tyd, genomen , 820 Engelfche Schepen, waar onder 13 Kaapers, 3 Fregatten, 2 Sloepen en 1 Kotter; 101 Hollandfche, daar onder begreepen 1 Fregat; 36 Spaanfche; 14 Porrugeefche, 11 Pruisfifche; 10 Deenfche; 6 Hamburgfche; 25 Amerikaanfche, en 1 Ragufaansch Schip; moetende, by het verlies der Geallieerden, nog gebragt worden 31 Schepen, door Lord howe hernomen of verbrand. Dool  XXXII.Boïk.Geschiedenissen. 105 Door de Franfchen waren derhalven 583 Schepen meer, dan door de Geallieerden, genomen, terwyl hunne Zeemagc alleenlyk beftondt uit 147 Schepen van Linie en Fregatten; waar tegen de Zeemagt van Engeland alleen beliep au Schepen van Linie en Fregatten. Thans tot het altoos gedenkwaardig jaar mdccxcv gevorderd, gevoelen wy de zwaarwigcigheid der taak, die, tot het doen van een gepast en naauwkeurig verhaal van de lotgevallen der Stad, op ons rust. Zo veel daar van ter onzer kennisfe is gekomen, zullen wy onzen Leezeren mededeelen, mee eene uitvoerigheid, aan het gewigt der zaake evenreedig Duidelykheidshalve moeten wy de zaaken een weinig hooger op haaien. Reeds in de Maand January des voorgaanden jaars hadden eenige burgers deezer Stad zig vereenigd, om, tot het bevorderen en daarftellen eener Omwentelinge, gezamentlyke middelen te beraamen. Hunne naamen waren jan willek van irhoven van dam, johannes goldbeug, c. r. t. krayenhoff, h. ae- NEjE, j. a. cra yenschot, en isaac jan alexander gogel; by welken zig naderhand voegden nikolaas van staphorst, jean la pro, jurr1a an oudorp en eduard van der sluis. Hun eerfte werk was, hec openen van Onderhandelingen met de Franfche Volksvertegenwoordigers j waar in zy G 5 niec 1795* Berigc wegens het Committè Revolutionair,  W5> 106 AMSTERDAMS III. Deel. niet ongelukkig flaagden. Reeds in de Maand July hadden zy eene gerneenichap geopend met foortgelyke Vergaderingen in andere Hollandfche Steden, die het geheim Commicté te deezer Stede met het hoofdbewind over de Omwenteling belastten. De Publikatie der Staaten van Holland en Westfriesland, tegen het inleveren van Adresfen enRequescen, deedt die Ver» gaderingen zig nog naauwer aan elkander verbinden. De vertraagde komst der Franfchen , en eenige andere omftandigheden, deeden, egter, het Amfterdamfche Committé uit elkander gaan, en zommigen van deszelfs Leden het Vaderland verlaaten. Niet lang, evenwel, liep het aan, of een ander Committé werdt tot ftand gebragt. De naamen dier Leden zullen wy hier karen volgen, om dat aan hunne bewerking de Omwenteling in deeze Stad, voornaamlyk, moet worden toegefchreeven. Zy waren de volgende: GREGORIUS CRUIS, JURRIaan OÜDORP, ÉDUARD VAN DER.' SLUIS, ISAAC JAN AL E X AN DER GOGEL, JACOB 'T HOEN, S AM U el IPERUSZ. WISELIUS, DANIËL VAN LAER, P. B, DUURVELD, JOANNES WILLEM VAN HASSELT, enplERRE JEAN BAPTISTE C HAK LES VAN DER a a. Deeze perfoonen Loeiden zig ten ooginerke voor, met elkander te beraadllaagen, „ op welk eene wyze men best eene ge„ wenschte en noodige Omwenteling zou te ,,'wege brengen, de toenmaalige Regee. n «ngs-  XXXII. Boik. Geschiedenissen, 107 „ ringsleden afzetten, eene Volksvertegen„ woordiging invoeren, zodanig dat de Stad niet regeeringloos en aan geene ver„ warring blootgefteld zoude worden . Voorts werdt, zo door briefwisfeling als door mondelinge affpraak, met geheime Vergaderingen in andere Steden, vooral die van Dordrecht, Haarlem, Leyden, Rotterdam, Schiedam, den Haag, Gouda en Alkmaar, bepaald, dat elke Stad zig, zo veel mogelyk, in ftaac zou ftellen om de Omwenteling te bewerken, en wel dat die Stad zou beginnen, tot welke de Franfchen 't eerst zouden genaderd zyn; die terftond aan de andere Steden boden zou afvaardigen, om dezelve van den toeftand der zaaken te verwittigen. Ook zondt men Afgevaardigden aan de Franfche Volksvertegenwoordigers in *s Hertogenbosch, en vervolgens aan de Nationaale Conventie te Parys, om naar het oogmerk van de komst der Franfche Troepen herwaarts te verneemen, of, naaraelyk, dezelve diende, om het Land te veroveren, of om aldaar deVryheid te herftellen? 't Was ook door de bewerking van het Geheim Committé, dat, in den omtrek der Stad, en binnen dezelve, Wapenen, Kruid en Lood, op verzekerde plaatzen, werden byeen gebragt, om, des noods, zig van dezelve te bedienen. Geld fpaarde men ook niet, om de Krygsbezetting op zyne hand te brengen; waar omtrent men, by veelen niet ongelukkig flaagde. £795» 1 t  io8 AMSTERDAMS HL Deel. Handeiwyzevan het Committé Revolutionair. Tot nog toe waren de werkzaamheden van het Committé Revolutionair eenigzins-onregelmaatig, in zo verre de Leden niet op gezette tyden hunne byeenkomften hielden. In eene Vergadering, van den tweeden January, maakten zy affpraak, om vervolgens, op bepaalde dagen, elkander aan de huizen der Leden te ontmoeten. Op Zondag, den vierden der Maand , maakte men daar van eenen aanvang. Het lust ons, van het voorgevallene in die byeenkomften, als tot een geregeld daarftelien van de Omwentelinge den weg gebaand hebbende , het hoofdzaaklyk beloop onzen Leezeren onder 't oog te brengen. Het werk der eerfte zamenkomfte was , het benoemen van eenen Voorzitter, voor den tyd van acht dagen , en van een vasten Secretaris; hier toe werdt de Advokaat van der aa benoemd. Voorts nam men in overleg, hoedanig, op de meest gepaste wyze, diende gehandeld te worden, ter voorkoominge van verwarring en regeeringloosh'eid, wanneer de tegenwoordige Regenten, in het oogenblik der Omwentelinge, van hunne posten zouden ontzet worden. Na lang overleg , kwam men tot het befluit, dat, in zulk een geval, eere Tusfchenregeering zou plaats grypen, welke daadelyk hec Stads beduur zou aanvaarden, en hetzelve in handen houden, tot dat het Volk zelve zoude in ftaac zyn, om eenen Regee* ringsvorm, en Leden daar toe, te verkiezen; zullende die Tusfchenrëgeering alleen aan het Volk  XXXÏÏ.Boek. Geschiedenissen. 109 Volk verantwoordelyk zyn. Voorts, dat, byzonderlyk, behoorde gelet te1 worden op de voorziening van den post van Hoofd-Officier, op de vervanging der Kameren van Burgemeesteren en Schepenen , als mede op de aanftelling van ten minfte twee Sekretansfen- wyders, op het aanftellen van veertig Commisfarisfen of Tusfchenregenten, me alle Klasfen der Burgerye, zonder aanzien van Godsdienftige gezintheid , die, in het oogenblik der Omwentelinge, terftond zouden moeten vergaderen, en, uit hun midden aanftellen, vier Leden, om te vervangen de Kamer van Burgemeesteren, negen om het werk van Schepenen te verrigten, éen Hoofd-Officier, en twee Sekretarisfen. Nadat men, in deeze zamenkomst, eene lyst hadt gemaakt van perfoonen, welke, tot de gemelde oogmerken, in aanmerking zouden kunnen komen, nam men, in die van den vvftienden der Maand, het befluit, tot het benoemen van eenentwintig Provifioneele Reprefentanten, die, zo ras eene Omwenteling zou plaats hebben , aan het op den Dam vergaderd Volk zouden worden voorgefteld ; welke Reprefentanten, uit hun midden, Committés zouden benoemen, volgens een te beraamen plan, 't welk derzelvei werkzaamheden, zo veel mogelyk was, me die der tegenwoordige Collegien van Regee ringe of Bewind, zou doen overeenftem men In eene byeenkomst van den zestien den "der Maand, nadat aldaar een vertrouw perfoon benoemd was, om heimalyk gezor 1795*  iio AMSTERDAMS III. Dbeu W5- ) den te worden aan de Franfche Gommis* farisfen, tot het maaken van eenige beraamingen, de Omwenteling betreffende, nam men het befluic, dat de eenentwintig Provifioneele Reprefentanten zouden aanftellen vyf onderfcheidene Committés, die bekend zouden zyn onder de benaamingen van hec Committé van Algemeens Veiligheid, van Algemeen fVelzyn, van Rechtsoeffeninge, van Koophandel, en van Militaire Directie,* wordende, tevens, het getal der Leden bepaald, en de perfoonen benoemd, die, in de onderfcheidene Committés, zouden zitting neemen. Eene andere verrigting deezer byeenkomfte was , het opltellen van een Adres aan de Burgery, om, heimelyk, door de geheele Stad verfpreid te worden, waar by men dezelve een hart onder den riem zogt te fleeken, en haar tot het kloekmoedig voortzetten van het werk der Omwentelinge aan te fpooren. Intusfchen hadt een der Leden, die eenen keer naar Utrecht hadt gedaan, aan de Vergadering geboodfchapt, dat hy, op Saturdag, den zeventienden der Maand January , de Franfchen te Utrecht hadt zien binnen trekken. Wel haast verfpreidde zig dit gerugt door de gantfche Stad; en fchoon het, by veelen, geen geloof vondt, kwamen, egter, de Leden der Leesgezelfchappen op de been , en toonden zig volyverig, om, tot het befinnen en doorzetten van het lang gewenschte werk, de behulpzaame hand te ïieden. Op Zondag morgen , ten negen uuren,  XXXII. Boek. Geschiedenissen, in «uren vergaderde nu het Committé Revolutionair in de herberg, het Wapen van Embden, op den Nieuwendyk; alwaar beflooten werdt, door het uitdeden van geld, de Krygsbezetting van de zyde der tegenwoordige Regeeringe af te trekken, en tot die der vryheidzoekende Burgerye over te ha len. Omtrent den middag begaf zig eene Commisfie der Vergaderinge naar den voorzittenden Burgemeester matthias straalman, met verzoek dat aan zodanige Burgers, welke de Commisfie daar toe bevoegd zoude oordeelen, Geweeren roogten uitgedeeld worden: onder verzekering, dat men, in dat geval, onder verpanding van hun hoofd, voor de rust der Stad wilde waarborgen; mits der Krygsbezettinge en tegenwoordige Schutrerye werdt bevolen , de nieuw gewapende Burgers niet te ftooren. Om antwoord op dit Verzoek, werdt de Commisfie tot 's namiddags ten half vier uuren uitgefteld; wanneer dezelve, zig wederom by den Burgemeester vervoegd hebbende, tot antwoord bekwam, dat hy niet in ftaat was hun een volledig befcheid te geeven, alzo hy de andere Burgemeesters niet by eikander hadt kunnen brengen. De Commisfie hier op hernomen hebbende, dac byaldien, nog dien zelfden avond , geene Geweeren aan de Burgery werden afgegeeven, de fchroomlykfte onheilen ftonden te wagten, en het bloed , welk 'er zou vergooten worden, voor zyne rekening en verantwoording zoude komen, ° was 1755. i  in AMSTERDAMS III. Deeü Eisen aan den VoorzittendenBurgemeester. was des Burgemeesters wederwoord , dat hy dit niet voor zyne rekening wilde neemen, en nog dien avond ten half negen uuren nader berigt zoude geeven. Onder dit alles verfcheen de Geneesheer cornelis rudolph theodorus krayenhoff, die, zints eenigen tyd, de Stad hadt verlaaten, en, by zyn afwee* zen, tot Kommandant der Stad benoemd was, in de Vergadering, daar hy de aanbieding deedt, zich naar den Voorzittenden Burgemeester straalman te begeeven, en hem af te vraagen, of hy, neven» zyne Amptgenooten, 's, anderendaags , ter begeerte der Burgerye, zynen post zoude willen nederleggen; met aanzegging , dat zy, gezamentlyk, ingevalle van weigering, daar toe zouden genoodzaakt worden. Van den Heere straalman gunftig befcheid bekomen, en daar van verflag gedaan hebbende, werdt kr ay en hof f, met eenige Léden van het Committé, aan den Kommandant der Stad, golofkin, afgevaardigd, om denzelven aan te zeggen, dat hy, na den volgende morgen, zig geenerlei gezag aan te maatigen, noch zig, op eeniger.lei wyze, als Kommandant der Stad hadt te gedraagen , om reden dat het Stadsbevel hem ontnomen, en aan krayenhoff was opgedraagen; en dat de laatfte bevelen, welke hy zou mogen geeven, zouden moeten zyn, zyne onderhoorige manfehap* pen, den volgenden dag ten elf uuren, in de wapenen te doen verfchynen, om door den  XXXII. Boekgeschiedenissen. 113 den nieuwen Kommandant ontflagen, of, van nieuws, te worden aangefteld. 't Was nu reeds laat, en de nacht al in* gevallen. De Dam krielde van menfchen, wier getal, telkens, toenam. Vooral was de toevloed groot in het Wapen van Embden, alwaar veele vreugdeblyken, over de nu naderende Omwenteling, hoewel niet altyd met gepaste welvoegelykheid, vertoond werden. De beker ging 'er lustig rond, gelyk vervolgens bleek aan eene Rekening, welke, door den Kastelein, voor geleverde fpyze en drank, aan het Committé Revolutionair, werdt ter hand gefteld, bedraagende eene fomme van ruim zesenvyftighonderd Guldens; op welke fomme, egter, als boven de waarde gefteld, merkelyk gekort werdt. Ook ftondt het Stadhuis, den geheelen nacht, open, en was de toevloed van nieuwsgierigen aldaar zeer aanraerkelyk. Zo dra de Commisfie van het huis van den geweezen Kommandantgolofkin was' te rug gekeerd, begaven zig de Leden van het Committé, die nu in de Herberg de Karzchom vérgaderden, naar de Waag op den Dam, en lazen aldaar, by toortslicht, aan de vergaderde menigte, eene Afkondiging voor, by welke zy van de afzetting van golofkin, en van de aanflelling van kravenhof, kennisgaven, en dezelve tot rust en orde vermaanden. Kort daarop ontvingen zy, door eenen bode, van eea hunner Medeleden, berigt, dat de beloofXXII. Stuk. H de *7W  -795- /* Komst der Frart fchen. 114 AMSTERDAMS III. Deel. de hulp van Franfche Troepen, binnenkort, te Amfterdam zou aankomen; gelyk dan ook, 's anderendaags, ftraks na het openen der Poorten, eenige Franfche Husfaaren binnen reeden , en voor hec Stadhuis post vatteden. Nog al in dien zelfden nacht werden brief jes vervaardigd, om aan de benoemde Provïfioneele Reprefentanten te worden rondgezonden, hun gelastende, om zig, op Maandag, ten elf uuren, in 't Gebouw van het Genootfchap Doctrina et Amicitia te vervoegen. De Opziener van Burgemeesters -Vertrek ontving bevel, om hetzelve in gereedheid te brengen. De Klokkenisten der Oude- en der Wester-Kerk werden gelast, de Klokken te doen luiden, en hec Klokkenfpel van het Stadhuis te befpeelen, en de Kolonellen der in den jaare 1787 afgezette Schuccery verzogc, eene Kompagnie Burgers op het Stadhuis te plaatzen. Onder dit alles begon de dag van den negentienden January aan te breeken. De komst van eenige Franfche Huslaaren, die, welhaast, van andere, en ook van Voetvolk, gevolgd werden, verzekerden nu de Omwenteling, De geheele Scad, oud en jong, was op de been. Elk pronkce met hec Vryheidsteeken, de Franfche Ko» karde, of met een driekleurig Lint; terwyl, evenwel, de zulken, die zig van die leuze nog niet voorzien hadden, des geenen aanftoot leeden. Heil en Broederfcbapl was het woord, waar mede men, over en weder,  XXXII.Boek. Geschiedenissen. 115 weder, elkander begroette. Geenerlei ongeregeldheden zag men pleegen, van welke de Omwenteling van den jaare 1787 zo veele voorbeelden hadt vertoond. By tyds waren de Leden der Regeeringe, door het Committé Revolutionair, op het Stadhuis by een geroepen. Omtrent tien uuren begaf zig hetzelve naar het Stadhuis, onder de toejuiching der talryke menigte, en nam aldaar bezit van het Bur> gemeesteren-Vertrek; van waar het ftraks eenen Bode zondt, om te verneemen, of de Raad vergaderd was; die, na een kort verwyl, deedt weeten, dat dezelve gereed was om het Committé op te wagten. Dit hierop in de Raadzaal verfcheenen zynde, deedt, door een der Leden, aan de zig aldaar bevindende Raaden, Schout, Burgemeesteren en Schepenen, eene Aanfpraak voorleezen, welke wy dienftig hebben geoordeeld hier in te lasfchen. Van woord tot woord luidde dezelve aldus: „ burgers! „ Het Committé Revolutionair, op dit „ tydftip de gezamentlyke Burgery deezer „ Stad vertegenwoordigende, vervoegt zig, „ in die betrekking, in deeze Raadzaal; het „ verklaart, dat eindelyk de Lang gewensch„ te dag aan den Bataaflchen Horizont is op„ gedaagd, waarop INeêrlands Ingezetenen „ de uitoeffening hunner aangeboorene, en 2, hun niet dan al te lang ontvreemde Reen» H * » «nï 175* Afzetting ier oude Regeeringe.  iiS AMST ER D AMS III. Debl. *795 , „ ten, ftaan te herneemen. Dit is dan ook „ het zelfde oogenblik, Burgers! waarop „ het tegenwoordig bewind een einde moet „ neemen, endoor het Committé Revolu„ tionair, in naam der Burgery, moet ver„ vangen worden, tot dat vervolgens zoda* „ nige nieuwe vorm van Regeering, en eene „ andere orde van zaaken, zal ingevoerd „ worden, als de gezanlentlyke Ingezetenen „ op eene geregelde wyze zullen vasttlellen. „ Geduurencie deezen tusfchentyd zal het „ vermelde Committé zig met de waarnee„ ming daar van belasten. Al hetgeen toe „ nu toe door hetzelve is verrigt, de rust „ der Stad, de veiligheid van Perfoonen „ en Bezittingen, de onbegrypelyk zagte en ,, bedaarde overgang deezer Stad, uit den „ ftaat der Onderdrukkinge tot den ftaat der „ Vryheid: al dat moet Ulieden overtuigen, 9, dat het Committé werkzaam is uit die „ beginfelen, welke den eerlyken Vaderlan„ der, welke niets dan het welzyn zyner „ Medeburgeren bedoelt, kenfehetzen. „ Het Committé verklaart dan, in haa. re gemelde betrekking van Provifioneele rn Vertegenwoordigers der Burgery deezer „ Stad, dat de Posten, waarin Gy, Bur-j, gers! het publiek gezag hebt uitge„ oefiênd, van dit oogenblik af, zyn ge„ ëindigd, en dat gy allen, en ieder in 't „ byzonder, van nu af zyt weêrgekeerd tot „ den kring van amptelooze Burgers. Hec „ Committé verklaart Ulieden mitsdien on„ bevoegd, om van nu af eenige daad of » daa-  XXXII. Boek. Geschiedenissen, ii? „ daaden van Regeeringe uit te oeffênen, „ en ftelc Ulieden ,ten dien opzigte voor alle 3, tegengeftelde handeling aanfpraaklyk. Het Committé eischt eindlyk van Ulie„ den, om deeze Raadzaal onverwyld te „ verbaten , en naar uwe wooningen, als „ Burgers, te rug te keeren; in welke be* „ trekking Gylieden dus volkomené veilig„ heid voor uwe Perfoonen en Bezittingen „ genieten zult, waarop ieder Burger aan3, fpraak heeft, en waardoor aan geheel Europa, op eene de Vyanden der Vryheid „ befchaamende wyze, zal worden ge„ toond, hoe veel eene Omwenteling, welke ten gevalle van Dwingelanden „ moest dienen, om de Bataaffche Vryheid 9i te vertrappen, verfchilt van die, door welke die zelfde Vryheid, aan een edel.,, moedig Volk weêrgegeeven, en alle on,„ derdrukking voor altoos van den Bataaf* 3, fchen grond verbannen wordt". De geheele Vergadering beantwoordde deeze Aanfpraak met eene buiging. Alleen vatte de Voorzittende Burgemeester straalsian het woord op, verklaarende, uit aller naam, dat zy bereid waren om aan de begeerte des Volks te voldoen; dat zy het innigst genoegen gevoelden over de wyze, op welke het Committé de rust der Stad zo voortreffelyk hadt bewaard, en daarom geenzins twyfelden aan de voortduuring van de« , zelve, en, daar hun veiligheid voor Perfoonen en Bezittingen was beloofd, zy de vryheid namen, zig zei ven en hunne huisgezinH 3 nen  Eerfte Provifioreële R prefenar een. 118 AMSTERDAMS III. Deel; nen in de befcherming van het Committé aan te beveelen. De Burgemeester hadt naauwelyks uitgefproken, of men opende de Puye van het Stadhuis, en gaf van daar, met luider ftemme, aan de zamengevloeide menigte, kennis, dat de voormaalige Regeering aan den wil des Vólks voldaan hadt. Straks hierop ftelde men de noodige orders, dat de nu bedankte Regeering, onbelemmerd, het Stadhuis konde verlaaten: zo als ook , zonder dat aan iemand eenige onaangenaamheid of leed wedervoer, gebeurde. Onmiddelyk daarop zag men, onder 't juichen der menigte, voor 'tStadhuis, eenen Vryheidsboom planten, om, eerlang, van een anderen , die fraaier was, aan den luider der Stad t evenredig , vervangen te worden. Het eerfte werk, na de aftreede der voormaalige Regenten , was , den Volke ."kennis te geeven van de benoemde Proviiioneele Reprefentanten , die', in naam der Burgerye , het bewind der zaaken op zig zouden neemen. De perfoonen , wien, in het hachelyk tydftip, de zorge voor de ordé, rust en welvaart der volkryke Stad, werdt toevertrouwd, waren de volgende : nico- LAAS VAN STAPHORST, JAN PIETKRSSE, ADRIANUS POMPEJUS VAN Ï.EYDEN , GUILLIELMUS TITSInG, IZAAK VAN EYS, WILLEM VAN DER VU UHST , JACOB TEYSSET JllMOr 4 JAN WILLE bi VAN IRHOVEN VAN DAM, SALOMON BOS, GE OR GE HENDRIK  XXXII. Boek. Geschiedenissen. 119 drik de wilde, herman us ten kate, karel d' amour, hendrik van castrop, rutger jan schim" melpenninck , nicolaas breuke" laar, gekard van der zoo, d a-> Vid van aken Hendr'tksz. , jacob iuden Hendriksz. , matthys van maurik JattSZ,, jan gold berg en jan van laar. Alle deeze, benevens de aangeftelde Sekretarisfen r. w. tadama. en g. brender k brandis, volgen3 voorafgaand verzoek, in 'c Gebouw van het Genootfchap Doctrina et Amicitia vergaderd , begaven zig, gezamentlyk , naar het Stadhuis, alwaar zy, in de Raadzaal, van hunnen gewigtigen post eenen aanvang maakten. Van hunne werkzaamheden zullen wy verilag doen, na afvoorens, wegens die van het Committé, nog 't een en ander te hebben aangeteekend. De menigte Franfchen, welke, reeds op den eerften dag der Omwentelinge, binnen kwamen, en vervolgens verwagt .werden, maakte het vastftellen van fchikkingen, om hen onder het dak te helpen , noodzaakelyk. Veel hadden die Troepen geleeden. Dezelve, in de nypende koude van den tegenwoordigen Winter, die wel op de lyst der ftrengften, in deeze Eeuw, mogt worden aangefchreeven, in Kerken en andere openbaare Gebouwen te huisvesten, vondt men niet geraaden. Hierom befloot men, hen by de Burgery van intrek te voorzien. Ten dien einde richtte men een Committé van InkwartieH 4 nnge »795- Vervolg der Handelingenvan het Committé Revolutionair.  tao 'AMSTERDAMS Hf. Dêel. ringe op, welk över het gehêele werk de beftelling zou hebben. Aan het hoofd daar van werdt johan august van ponik a. u, als Kwartiermeester Generaal, geplaatst. Eene andere werkzaamheid van het Committé Revolutionair, was, het zenden van een rondgaanden Brief aan de Steden, die, tot nog toe, met uitfluiting van de, dus genoemde, Kleine Steden, ftem in de Vergadering der Staaten van Holland en Westfriesland gehad hadden, by welken zy verzogt werden, om op eene Vergadering, welke alhier, op den naastvolgenden Saterdag, zou gehouden worden, Afgevaardigden te zenden, om te helpen raadpleegen over de beste wyze, om, zo fpoedig mogelyk, de gemelde Staaten te doen vervangen, door het daarnellen van Provifioneelè Reprefentanten van hec Volk van Holland, wien de zorge over de algemeene zaaken des Lands zou worden toevertrouwd. De Vergadering, ten beftemden dage, in de Doelen op de Garnaalemarkt, byeen gekomen, beftondr uit Afgevaardigden , behalven die van Amfterdam, uit de Steden Haarlem, Delft, Ley den, Rotterdam, Gouda, Schiedam, Alkmaar, Enkhuizen, Hoorn, Edam, en Purmerend, en, na het fcheiden der Vergaderinge, van Schoonhoven en Monnikendam. Voorts beiloot het Committé, aan de Provifioneelè Reprefentanten voor te ftellen, om te doen bewerken, dat alle zodanige Leden van den Gereformeerden Kerkenraad, welke, by en ter gelegenheid der Omwentelinge van den jaare 1787, op eene  XXXILBoek. Geschiedenissen. i*i eene onwettige wyze, uit den Kerkenraad dier Gemeente gezet, of op het, dus genoemd, Alfabet gefchraapt waren, in hunne Regten herfteld werden, en dat de geenen, die nu begeerden wederom in te vallen, by de aanftaande Nominatie de voorkeuze zouden hebben. Een ander Voordel, aan de Provifioneelè Reprefentanten der Stad, betrof de menigte Franfche Emigranten, zo Mans en Vrouwen als Kinderen, welke hier gevankelyk waren binnen gebragt; omtrent welken het te vreezen ftondt, dac indien zy hier bleeven, de Franfchen de ftraffe des doods aan dezelven zouden uitoefenen: een verfchynzel, welk, op de gemoederen der Burgerye, een zeer verkeerden en nadeeligen indruk zou verwekken. Weshalven men den voorflag deedt, aan de Franfche Reprefentanten, welke, terftond na de Omwenteling, alhier verfcheenen waren, te verzoeken, om die Ongelukkigen, 't zy naar Frankryk, 'c zy naar eenige andere plaats, buiten deeze Stad en Republiek, te doen vervoeren, zo als men best zou genaden vinden. Dit verzoek vondc ingang, en voorts by de Franfche Volksvertegenwoordigers gehoor. In 'c voorbygaan moeten wy hier aanmerken, hoe, op den dag der Omwentelinge, en eenige dagen daar na, een treurig fchouwfpel zig vertoonde aan den Ykant, in de menigte Emigranten, welke, aan die zyde, in allen haast, de Stad verlieten , den weg neemende , over land, naar Enkhuizen, alwaar, tot hun geluk, de H 5 Zui  ii» AMSTERDAMS HL Deel; Handelingen der Municipalitcic. ( ifc ) Zie bl. ioo. Zuiderzee fterk genoeg met Ys bedekt was, om hun eenen veiligen overtogt naar Friesland te verleenen, van waar zy zig, vervolgens , wyd en zyd verfpreidden. Tot hiertoe van de voornaamffe werkzaamheden van het Committé Revolutionair verflag hebbende gedaan, gaan wy nu de hoofdverrigtingen der Provifioneelè Reprefentanten, of Municipalkeit, verhaalen, wier naamen wy voorheen ( i ) hebben opgeteekend. Na het benoemen van eenen Voorzitter, waartoe de keuze viel op den beroemden Advokaat, thans, terwyl wy dit fchryven, Afgezant der Bataaffche Republiek te Parys, ruiger jan schimmelpennink, deedt dezelve eenige Publikatien afkondigen, raakende het afzetten van den tegenwoordigen Burger-Krygsraad, het herftellen- van Burger - Officieren , in den jaare 1787 van hunne posten ontzet, het oniflaa; der Burgerye uit den Eed op de Conftiiutie van het ftraks genoemde jaar, en een verbod van het draagen van Oranjeleuzen. CAUEL wouter visscher, terftond na zyn ontflig uit de Gevangenisfe, waaruit hy , nevens zyne lotgenooten (*), op den dag der Omwentelinge, door eene groote menigte Volks, met veel ftaatelykheids, was afgehaald, tot Maire der Stad aangefield, deedt, in gevolge der vrye Godsdienstoeffeninge, door de Franfche Re- pre- ( i ) Zie bl. 118.  XXXII.Boek. Geschiedenissen. laj prefentanten, aan het Bataaffche Volk verzekerd, aan de Kerken der onderfcheidene Gezintheden, ook aan de Synagogen der jooden, een Papier aanplakken, waarop, zo in 't Fransch als in 'c Nederduitsch, met groote letteren, dit volgende te leezen fiondt. ICI ON AD ORE DIEUY C1TOYEN! QU1 QUE TU s01s, NE TROUBLE PAS CE CULTE. HIER EERT MEN GOD. BURCERt WIE GY ZYT, STOOR DEEZEN EERDIENST NIET. ( getek. ) c. w. visscher. Veel noods en gebreks werdt 'er, door de flrenge en langduurige koude, onder lieden van den laagften ftand, geleeden. Om daartegen, eenigermaate, te voorzien* beftoot de Municipaliteit tot het doen eener Geldverzamelinge onder de Burgery, met oogmerk om de penningen, daar van komende, door eene Commisfie van vertrouwde en daartoe gefchikte Burgers, uit alle Gezintheden, aan de meest behorfcigen, zonder onderfcheid van Godsdienfiige belydenisfe of Staatkundige denkwyze, op de best mogelyke wyze, te doen uitdeden. De verzamelde penningen beliepen eene fomme van vyfendertigduizend achthonderc en dertig guldens. Volgens openbaare aan kondiging hadden Regenten van het Weeshui Verzameling va» penningen. i I r  r24 AMSTERDAMS HL Deel; Naamen der Leden van de onderfcheideneCommittés. der Kollegianten de aanzienlyke gift van twaalfhonderd guldens bygedraagen. Van de vroegfte werkzaamheden der Muriicipaliteit was niet eene der minst gewigcigen, het verdeden van de onderfchei» dene posten onder byzondere Coramisfièn, en het uitkiezen van daar toe bevoegde perfoonen. Reeds op den zevenentwintigften Waren zy daar mede gereed, en gaven 'er, in eene Proclamatie, den Volke kennis van. Gelyk wy, boven , de naamen der eerfte Provifioneelè Reprefentanten, als mede die der Leden van het Committé Revolutionair, opteekenden ( / ), agten wy hec ook niet ongepast, ten genoegen der nakomelingfchap, die der Burgeren te melden, welke, in deeze hachelyke dagen, ter bevorderinge van het welzyn van Stad en Burgerye, op eene of andere wyze, werden te werk gefteld. Den naam van Comiiiittés, in navolging der Franfchen, gaf men aan de byzondere Vergaderingen, aan welke deeze of geene werkzaamheden waren aanbevolen. Aldus hadt men een Committé van Algemeene Waakzaamheid aangefteld, en daar in de volgende perfoonen geplaatst: Care,l Wouter Visfcher, Maire der Stad, Hendrik Daniël van Hoorn, Joan George Holshey, Kliza Lynflager, Pieter ïfaac Mefijoiec, Theodore van Marfelis, Hendrik ten Broek, Joan Stephanus Guerine, Gerrit Schutte, Michiel Dirk van der Jiurgh, Cornelis van Lencep, Jan Alftor- phius, ( O Zie bl. ioS.  XXXïI. Boek.Geschiedenissèn. ia^ phius, Adriaati Paets van Troostwyk, Da^ tiiel Deutz, Pieter Ifaac Duyveue en Abel Langerhuyzen* In hec Committé van Algemeen Wehyn namen zicting, Karei d'Amour, jan Croon, Theodoor Gulcher, Jan Christiaan VÖlckers, Jan Boomhuis, Hendrik Steenbergen, Jan Pieter van Wickevoort Crommelin en JNikolaas Bondt. Den post van Prohüreur der Gemeente, of Openbaaren Aanklaager, bekleedde de Advo* haat Maurits Cornelis van Hall. Van hec Committé van Justitie, of RegtsoefFeninge, waren Leden, Johan Pieter Farret, Ifaac Hooft, Wigbolt Slicher, August Hendrik de Meiander, Jan Lodewyk Farjon, Nikolaas Sinderam, Jan Bondt, Jan Schimmelpennink en Bernardus Albertus van Houcen. Hec Committé van Koophandel en Zeevaart beftondc uit de perfoonen van Jaques Teysfet Junior, Jan Pietersfe, Cornelis lgnatius Branger, Jan Mesfchert van Vollenhoven , Jan Fredrik Pontoi, Joannes Bouman, Elie Angely, Jan Lohman, Dirk Westrik, Estienne Lespinasfe, Nikolaas Kiere, Jan Gerrit Veltman, Dirk van Bosfe, Jacob van Oosterwyk Bruyn, Pieter vatt Harlingen, Abraham Hofman, Leenderc Daniël Bongardt, Jan Hendrik Meyer Casparuszoon, Paulusvan Driest, Johannes van Heurn, Antoine le Blanc , Bernard Picarc Lacoste, J. Franc van den Corput, Jacob Mannourey, Jacob Schouten de Waal, Herman Hafebroek Gerhardsz, en Jofephus Langeveld. Eindelyk waren tot Leden van hei 179$.  126" AMSTERDAMS III. Deitl Eerde Befluiten der Prov. Repref. van 'c Volk van Holland alhier afgekondigd. het Committé van Finantien benoemd, Ja. ques Teysfet, Herman Hoogewal, Stephanm de Clercq, Wilhem Willink, Jan Ananiaa Willink, Christiaan van Eeghen en David van Aken Hendriksz. De Proclamatie, welke, van deeze aanftelling, aan de Gemeente kennis gaf, berigtte haar tevens, dat dezelve voor een korten tyd, en flegts by voorraad, was gefchied Intusfchen hadt eene Vergadering, die dat Provifioneelè Reprefentanten van bet Volk van Holland genoemd, de Edele Groot Mogende Heeren Staaten van Holland en Westjriesland, in den Haag, vervangen, en met haare werkzaamheden eenen aanvang gemaakt. Eenig narigt, omtrent derzelver handelingen en befluiten, zag men hier , met een reikhalzend verlangen, te gemoet. Niet zo dra was de Municipaliteit deezer Stad daar omtrent verwittigd, of zy vondt geraaden, aan't algemeen verlangen te voldoen, door eene Afkondiging, by welke zy, van het voorgevallene, in de eerfte Zamenkomst, der Gemeente kennis gaf. De volgende gewigtige Befluiten waren, in die eerfte Ver» gadering, genomen: „ De Souverainiteit „ van het Volk van Holland, en de Ver- klaaring van de Regten van den Mensch. „ — Vernietiging van het Stadhouder* „ fchap, benevens het Kapitein - Admiraal .„ en Generaalfchap der Vereenigde Proyin„ vincien, met alle de Aankleeven van dien. 5> Dat alle In- en Opgezetenen va» ' * Hol»  XXXII. Boekgeschiedenissen, iv? », Holland van den Eed, op de Oude Con, ftkutie gedaan, ontllagen waren. ■ ■ •» I, Dat het Collegie van Gekommicteerde Raaden en de Hollandfche Rekenkamer vernietigd, en in derzelver plaatzen aangefield waren, een Committé van Algemeen Welzyn, een Committé tot de Militaire I, Zaaken, en een Committé tot de Geld. „ middelen. ■■ ■ 1 ■ Dat de Last van Af» gevaardigden ter Vcrgaderinge van de zo „ genoemde Staaten Generaal was inge- „ trokken. Dat de vryheid van jagt „ en Visfchery, die elk Burger, op zynen , eigenen grond, toebehoort, herfteld was. — , Dat ten allerfpoedigften order zou gefteld m worden tot voorkoming van de nadeelige „ gevolgen der Inundatien. —— Dat de m Belastingen, tot nu toe geheeven, by . provifie zouden gecontinueerd worden; - doch dat men zig zo fpoedig mogelyk m zou bezig houden, om dezelve te verminderen, en op een meer geëvenredigden n voet te heffen. Dat een Courier n naar Parys zou gezonden worden, om de , Commisfie van de zogenoemde Staaten „ Generaal te gelasten, zig te onthouden „ van iets op naam van deeze Provincie „ van Holland te doen, en zig, voor zo „ veel dezelve aangaat , te houden voor „ gerappelleerd. —— Eindelyk, dat eene „ Commisfie uit de Vergadering deezer „ Provifioneelè Reprefentanten van Holland „ terftond in de Vergadering der Staaten „ Generaal zou zitting neemen, om de Alge» j, meene 1795*  i?°5- Strenge Krygstuchtonder de Franfchen. Franfche Emigranten van hier weg geveerd. is8 AMSTERDAMS III. Dïel; „ meene belangen des Volks te bevorde» „ ren". Een algemeen genoegen verfchafte deeze aankondiging onder de Gemeente, die, ten zelfden tyde, werdt ontflagen van eene bekommering, welke niet weinigen hadt bevangen. De Stad was thans opgevuld met Franfche Troepen, by de Burgery gehuisvest. Angftige vreeze hadt veelen bekro* pen, dat hun, van de zei ven, onaangenaamheden, van meer dan ééne foort, konden wedervaaren. En, inderdaad , niet ongegrond , veelligt, zou die vreeze geweest zyn» zonder de ftrenge Krygstucht, door welke het Krygsvolk in bedwang werdt gehouden. Een voorbeeld dier ftrengheid befpeurdö men aan een Franfchen Kanonnier, die, aan het fteelen van eenige Zakdoeken zig fchuldig gemaakt hebbende, deswegen, op eenen vollen middag, op den Dam, voor het Stadhuis, met den Kogel werdt geftraft. Ondanks de menigte Franfche Emigran-, ten, of Uitgeweekenen, die, by de Omwenteling, door Noordholland, naar Fries' land waren ontkomen, en van daar verder voortgereisd, werdt veelen, door den invallenden dooi, de weg daartoe afgefneeden. Hevig was de verbittering der Franfchen op die rampzaligen, en zogten zy dezelve allerwege op te fpooren. De zulken, die zy, in het genoemde Gewest, ontdekten, werden naar deeze Stad gevoerd, en, by voorraad , op de Krygsraad-Kamer, in verzekering ge. fteld,om, vervolgens, naar'sHertógenbosch ver-  XXXII. Boek. Geschiedenissen. 129 vervoerd re worden, gelyk in het laatst dei maand February gebeurde. Een akelig fchouwfpel voorwaar, zestien of zeventien Wagens, met Mannen , Vrouwen en Kinderen belaaden, onder een fterk geleide van Franfche Ruitery, ter Stede te zien uitryden! Ten allen tyde, en al fints de eerfte oprichting, werdt de Wisfelbank deezer Stad, zo wel buiten - als binnen - lands, aangezien voor een vermogend fteunfel van den Koophandel, en als een hulpmiddel, eenig in zyne foort, by welks Crediet de Koofhandel der geheele waereld onmiddelyk belang heeft. Provifioneelè Reprefentanten der Stad, het berigt van het Committé van Koophandel en Zeevaart deswegen hebbende ingenomen, kweeten zig van hunnen pligt, in eene bekendmaaking, welke zy, in de Nederduitfche en in de Franfche Taal, deeden afkondigen. Zy gaven daarin, hoofdzaakelyk , te verftaan hoe hun, „ in 'c algemeen, was gebleeken, dat, by„ aldien de opgave, door Kommisfarisfen „ van den Wisfelbank, aan. het Committé „ van Koophandel en Zeevaart, op des,' „ zelfs requifitie, gedaan , mitsgaders de „ laatfte deswegen opgemaakte Balance naauwkeurig waren, 't geen, in de by- zonderheden, nader zou worden onder„ zogt, 'er alsdan geen te kort komende ,< in den Wisfelbank zou plaats hebber,, „ maar dat hec active en het pasfive, of „ het baatige en het fchadelyke, zeer XXII. Stuk. ï n naaus^ Staat van den Wisfelbank , ten tyde der Omwenteling.  1795' i3o AMSTERDAMS III. Deel. „ naauwkeurig zouden fluiten s behoudens, „ dat 'er, in plaats van Specie, als pand „ voor aanzienelyke fommen, welke, federt „ het verloop eener halve eeuwe, van tyd „ tot tyd, in den Wisfelbank waren ge„ legd, eene zeer aanzienelyke hoeveelheid „ Obligatien, in den Bank, insgelyks van „ tyd tot tyd, was aangekomen: te weeten, „ zesenzeventig fluks Obligatien ten laste » van de Oost - Indifche Maatfchappy , ter r, Kamer Amfterdam, onder guarantie van „ de Staaten van Holland en West-Friesland, „ ieder van honderdduizend guldens Banco, » loopende tegen drie ten honderd intrest; „ mitsgaders nog eene Obligatie, groot vyf„ tigduizend guldens Banco; waarop, volgens opgave van Kommisfarisfen, aan * renten zou ten agteren zyn, eene fora- me van tweemaalhonderd negenenveertig „ duizend guldens Banco; voor alle welke Obligatien de Thefaurie deezer Stad, op I de gemelde Balance, gedebiteerd ftondt » met zes millioenen tweemaalhonderd drie- * enzeventigduizend guldens Banco. Voorts, nog vyftig ftuks Obligatien, ieder van ! vierentwintigduizend guldens, ten laste van * Holland en West - Friesland, behoorende aan de Beleenkamer deezer Stad, waarop " de Bank, volgens opgave van Kommisfa- " risfen, volgens de gemelde Balance, ver- " fchoten hadt eene fomme van achthonderd * achrendertigduizend achthonderdzevenen- * vyftig guldens en één ftuiver Banco, waar~ op , aan Interesfen, te goed zyn zou * v' . „ eene  XXXII. Boek. Geschiedenissen. 13% „ eene fomme van dertigduizend guldens „ Courant; terwyl de Stads Beleeningka9 mer, volgens opgave, aan de Bank nog „ verfchuldigd was eene fomme van één „ millioen zevenmaalhonderd vyftienduizend „ guldens Banco. „ Dat, voor'c overige, alles overeenkom* „ ftig met de gemelde opgave bevonden, en „ het Kasgeld in Bankgeld veranderd wor» dende, de Thefaurie deezer Stad aan den „ Wisfelbank nog fchuldig zou zyn, het „ geen dezelve, by de voorgaande fluiting , „ fchuldig was gebleeven, ter fomme van „ achtendertigduizend driehonderd achten„ vyftig Guldens en twee Stuivers, en het „ geen dezelve, by de tegenwoordige „ fluiting, fchuldig zou zyn, honderdvyfen„ vyfcigduizend driehonderd veertien Gul* „ dens zes Stuivers acht Penningen Banco: „ te zamen honderddrieënnegentigduizend „ zeshonderd tweeënzeventig Guldens, acht Stuivers acht Penningen. „ Dat, eindelyk, deeze Stad nog aan den „ Wisfelbank fchuldig was de fomme van „ tweehonderdzevenentwintigduizend twee„ honderd vierenzestig Guldens twee Stui- vers acht Penningen, waar voor Obliga- tien beftaan hadden, die , volgens zeg* „ gen van Commisfarisfen , verbrand zou,, den zyn, doch waar van , des niettemin, de Stad, jaarlyks, de Interesfen aan den M Bank heeft goedgedaan. „ Dan, daar het openbaar was , dat de „ Stad daar voor, gelyk voor het geheel, ; . I ft ' «, mogsc  1793' f§i AMSTERDAMS III. Deel. „ moest vast ftaan en verantwoorden, als moetende, ten deezen opzigte, met al. . leen worden aangemerkt als Guarandeur, ' maar daarenbovel wel degelyk worden " aangezien als te zyn Debiteur van den „ Wisfelbank in *t algemeen. Dat ondertusfchen in den Wisfelbank, L onder meerder, in 'c byzonder in natura '* voorhanden waren alle de Speciën, welke, volsens eene daar van, door Commi*ia"■*£ opgemaakte, en aan het Commmé 1 van Koophandel overgeleverde Lyst, op ' Recepisfen loopen; en dat mitsdien alle ? dezelve Speciën , door de houders van ' zodanige Recepisfen, tegen overlevering 2 derzelver, ten allen tyde, desgoedvinden' de, zouden kunnen worden terug gehaald. * , En dat laatstelyk, door de Provifioneelè „ Reprefentanten , niet alleen de yereischte !I en kragtdaadige orders waren gefteld, ten " einde voortaan geene Speciën, hoe ge- naamd, of op wiens last het ook zyn mogt, by leening, of andere foortgelyke E gantsch onbetaamelyke manieren, uit den ' Wisfelbank. tegen den aart van deszeik H oorfpronklyke oprichtinge, gelige en at! gegeeven, maar dat ook de invoegen ' voorfchreeven aan den Wisfelbank, tot ,, onderpand, afgegeevene Obligatien, ten 2 fpoedigfte doenlyk, geconverteerd zouden ! worden in Contanten; mitsgaders, dat in ?! het algemeen, door de Stad, als Schuldenaar van den Bank, al het geen de< £ zelve, by flot van rekenrage; aan den  XXXII. BoeicGeschiedenissén. 133 „ Bank fchuldig zou mogen bevonden wor„ den, mede ten fpoedigffen doenlyk, in „ Specie zou worden goedgedaan; ver* „ klaarende voorts Provifioneelè Reprefen„ tanten, dat 'er als dan geen Deficit, of „ te kort komende, van welke natuur ook, „ verder zou kunnen plaats hebben". De Bekendmaaking eindigde met de betuiging , dat dezelve alleen gefchiedwas, om het „ Crediet van deezer Stads Wisfelbank naar „ behooren te handhaaven, en het handel„ dryvend gedeelte deezer Stad, zo wel „ als alle Buitenlanders, volkomen gerust ,, te ftellen ; doch geenzins om daar door „ verftaan te worden, voor goed te keuren „ het gebruik, welk van het gedeponeerde „ in den Wisfelbank mogt gemaakt zyn, en nog minder om de geenen, die deswe,. gen verantwöordelyk zouden mogen zyn, „ daar van, by deeze, te ontheffen". Naast den ftaat van den Wisfelbank, was die van Stads Financien hec belangryk onderwerp , welk fle aandagt der Provifioneelè Reprefentanten tot zig trok. Een zestal kundige en vertrouwde mannen, uit de aanzienlykfle Kooplieden, tot hec opmaaken van dien Scaac benoemd, bragc, nog vóór hec einde der maand February, een naauwkeurig en beredeneerd Rapport uit, met de noodige Bylagen voorzien, waar van wy, om den Leezer eenig denkbeeld te geeven van de elendige gefchapenheid der dingen , ten deezen opzigte , zullen overneeraen het volgende Stuk, getiteld, l 3 R E C A. *795« Berigt wegens den Haat van Stads Financiën.  Rapport wegens den Haat van Stads Financiën. „ Uit het provifioneelen algemeen Rapport wegens den ftaat van Stids Financie - Wezen , den 21 dezer maand, door ons by deze Vergadering ingebragt, blykt dat de fchulden. dezer Stad beftaan in *t volgende; als, Aan oude Renten van de vorige Eeuw f 406,071:15:10 Recepisfen op Maandgelden 3>699,447: oi 0 Beleningen op Recepisfen 5 968,730: o: o Negotiatie van 0 Millioenen per resto 224,000: o: O Van de Negotiatie van 6Millioenenloopende 5,875,000: o: o Schuldig aan de Staaten van Holland 1,670,201: 5: o Subfidien van agterftallen der Godshuizen en Kerken 724,800: o: O De onbetaalde Reeke. ningen van de Stad 77,985: o: 9 De Stad heeft van diverfe Kamers by wyze van Leening i>994790: 8: 6* ƒ 15,641,025: 8: o „ Waarby wy nog voegen de Interesfen, die dit Jaar vervallen , waarin voorzien moet worden» en daarom' onder de fchuld is Ig4 AMSTERDAMS III. Deel.' R E C A P IT U L A T I E Van 't Rapport van 'f Committé van Finantie van 21 February t?p5, aan de Provifith neele Vertegenwoordigers van H Volk van Amjlerdam, overgegeeven den 24 February 1795.  XXXII. Boek. Geschiedenissen. 135 -gebragt, hoe zeer anders tot de Jaarlykfche Lasten behoorende f 388,147:17:0 Te zamen ƒ 16,029,173: 5: © En dat de Stad daar tegen te vorderen heeft van de Staaten van Holland en West - Friesland ƒ l+Js8J3:lj:« En van de OostInd. Comp. alhier en in Zeeland voor gelev. Gefchur, betaalbaar in Ao. 1797, ,1798 en 18«o 9J4-53: -ƒ 2,555'287: l:0 Dus blyfc de geheele fchuld der Stad ƒ I3»473>8S6: 4: o „ In tegenftelling deezer fchuld, bezit de Stad zeer aanzienlyke Eigendommen, zo in ' Gebouw ti en Landeryen, als in de Colonie van Suriname; van welke Colonie de helft der Territoriaale Eigendom aan de Stad Amfterdam toebehoort, benevens ƒ 1,089,000:0: o ' aan Obligatien, ten laste der Sociëteit van Suriname , en van eenige Planters in die Colonie. Doch de aanzienlyke Inkomften, die de Stad voormaals van deeze Surinaamfche Bezittingen plagt te trekken,zyn zeer verminderd, door de gevolgen van den laatften noodlottigen Oorlog tegen Engeland. „ Behalven deeze vermindering van Inkomiten, is Stads Finantie - Weezen in de laatfte Jaaren zeer gedrukt geweest, zoo door de geftadig vermeerderende Subfidien aan Godshuizen en Kerken, als door andere buitengewoone uitgaven. ; s „ Volgens eene aan deeze Vergadering ingeleverde opgave, heeft de Stad, geduurenI 4 de •795- Rapport Wegenden ftaat van Stad» Finantien.  -795- iS6 AMSTERDAMS ffi. Öjé«6 de een tydvak van ao.Jaaren, van 1774 t0£ betaald * ^ JJ^ Subfidien aan Gods-£n(Mjft)V «aabfie avlss huizen en Kerken ƒ $4^^^ Sociëteit van Suriname 1,098,988: o: o Uitdiepen van 1'^ - ' van11778 tot 1793. 1,598,228:14:15 nieuwe WerkhuJS2E$$-d Mpi9èjtó"tóio pvAf1 nevens de Subfidien aan dit Huis 1,216,600:10: o Het Defenfie-Wezen HSSKPif' 7 dezer Stad in den Jaare 1787 _ 1,003,669: 0:0 De Schouwburg 280,469: 8: o Aan de geplunderde Perfoonen in 1787 Wq8o- o- o De PruhfifcheTrou- WPWa^tJ pen ï7 «783?/>0 Onkosten by'cinko- rTsta men van 's Lands Trou-,|s 0'r" i'iwïal •«bBj2 > pen binnen deeze Stad In -787 69,147:0:0 Cazernen en Stallingen voor dezelvé3§°"2ote 337,443: o: o Onderhoud der Trou- pen N^ióo ^ 6 Het beftraaten van ' «9 1 den Amfteldyk per res- to van vcrfchot 115,322:15^0 Regenbakken, circa 85,000: o: o te zamen ƒ 10,976,347:13:15 „ Deeze inportante, meest buitengewopne, * ' uit-  XXXn. Boek. Geschiedenissen. 137 uitgaaven heeft men niet kunnen goedmaaken uit de gewoone Inkomrten, fchoon dezelve anders volkomen voldoende zouden zyn geweest voor de gewoone uitgaven der Stad; daar het blykt, volgens eene opgave, gevoegd by ons voorig Rapport, dat het furplus der uitgaven boven de Inkomften der Stad, in een' Tydvak van 20 Jaaren, van Ao. 1774 tot 1703, niet meerder bedragen heeft dan j 4.*9t».994- 7' °: „ Deeze openlegging van den ftaat van Stads Finantie - Wezen, zal, zo wy vertrouwen, kunnen ftrekken tot genoegen der Burgery, welke fteeds onkundig wegens, den waaren ftaat van Stads Finantjen, zich, over 't algemeen, niet dan ongunftige: denkbeelden deswegen heeft kunnen vormen. In 't byzon. der kan zulke eene publieke openlegging dienen ter gerustftelling der. Crediteuren dezer Stad, terwyl men zich met reden mag vleyen , dat,,na de. volkomene herftelling van .Rust, Eensgezindheid en Voorfpoed, de Beftuurdérs deezer Stad eerlang zullen in ftaat zyn, door fuccesfiye aflosftngen, derzei ver fchulden te verminderen. „ Ondertusfchen oordeelen wy het van onzen plicht, de noodzaaklykheid aan te toonen , om ten allerfpoedigften te voorzien in de prompte afbetaaling der volgende fchulden, te weten : i. Onder 't voorig btftier heeft men, van tyd tot tyd, om aan dringende Geldbehoeften te voldoen, toevlucht genomen tot beleeningen, loopende tot 3§ en 4 perCt. Interesten ; doch daar dit hulpmiddel, onzcs beI 5 dunkens, 1795.  ms 5> De 138 AMSTERDAMS III. Deel;. dqnkens, niet overeenkomftig is, noch met de waardigheid, noch mee hec belang der Stad, dewyl men nooic zeker kan zyn, of deeze beleeningen zullen worden .gecontinueerd of opgezegd, oordeelen wy dat dezelve alle behoorden te worden afbetaald, bedragende volgens ingeleverde opgave f 968,730: o: o fl. Onbetaalde Stads Rekeningen, volgens 3. Subfidten aan de Kerken en Godshuizen, ter betaaling hunner achterftallen, volgens opgave 724,800: o: ó 4. Subfidien, welke de Kerken en Godshuizen, volgens opgave der Regenten, in dit loopende Jaar rekenen te zullen noodig hebben 447,450:0:0 ,, NB. Door 't prompt fourneeren dezer Subfidie, zullen de Regenten dier Gedichten in ftaat zyn, hunne Leverantien aan de minscaanneemenden voor concanc geld te kunnen aanbefteeden, in plaats van een Cre. diet te vergen aan Leveranciers, die, in de onzekerheid wanneer hunne Rekeningen betaald zouden worden, waarfchynelyk niet zullen nagelaaten hebben, hunne pryzen naar evenredigheid hooger te ftellen.  XXXII.Boek. Geschiedenissen. 130. 5. De geduurende dit lopende Jaar te betaalen zynde Interesfen, bedragende, volgens opgave f 388,147:17: o 6. De Aflosfing in dit Jaar te doen van een ge' deelte der Negociatie van twee Millioenen, volgens opgave , 12,000: o: o 7. hen fomma om te voorzien in de aflosfing van een gedeelte der Recepisfen op Maandgeld ten laste deezer Stad, welke door de Houders kunnen opgezegd worden, en waar voor wy, by calculatie, ftellen 500,000: o: o Bedraagende dus 't geen eene fpoedige voorziening vordert / 3,119'113; 0: 0 „ Waarby moet komen, 'c geen nodig zal zyn, ter voorziening in de buicengewoone Uicgaven, door de tegenwoordige tydsomftandigheden veroorzaakt, waar van wy de begrooting aan uw oordeel overlaten; als mede om te voorzien in het herftel van den Bank, volgens de plechtige belofte deswecens aan 'c Publiek gedaan, by Uwe Publicatie in dato 5 dezer maand, 'c welk ongetwyffeld een gewigtig onderwerp Uwer attentie zal zyn". j)aaI 1795,  140 AMSTERDAMS III. Deel; Goederen, dool de Franfchen opgeëischc. openbaare vyanden der . gemelde Kepuoues, of aart Emigranten uit dezelve, toebehoorende, gevonden werdt in Landen, door de Franfche Troepen bemagtigd, of zelfs daar zy als Vrienden waren binnen getrokken, befchouwde en behandelde het tegenwoordig BeftuurvanFrankryk, als aan de Natie vervallen, 't Was ingevolge van deezen algemeenen regel, dat de Franfche Reprefentanten, allerwege, de Mutiicipaliteiten van Steden en Plaatzen vermaanden, hunne Burgers te gelasten tot het doen van opgave, indien zy eenige zodanige goederen, eigendommen of bezittingen onder zig mogten hebben. Daarenboven hadden de Franfche Reprefentanten, ten zelfden einde, een algemeen beflag doen leggen op alle Schepen , die bekaden waren met Goederen, toebehoorende aan Natiën , die met Frankryk in Oorlog waren. Men wil, dat, door dit middel, aanzienlyke fommen aan de Franfche Republiek vervielen. Verzegeling van den FisVaal v. d Hoop en den ViceAdmiraal Daar de Oorlog, aan de Franfche Republiek, Millioenen fchats kostte, is 't niet vreemd, dat derzei ver Beftuurders alle mogelyke middelen, om het telkens ledige der Algemeene Kasfe, eenigzins, aan te vullen, te baate namen. Al wat van eenige waarde, aan Merkelyk gerugt veroorzaakte, ten deezen tyde, eene ontmoeting, in deeze Stad den Fiskaal der Admiraliteit van der hoop, en den Vice - Admiraal van kinsbergen bejegend. Kort na elkander werden dezelve , de eerfte door den Subftituut • Mai- - , ,re,  JJEXXÏÏ. Boekgeschiedenissen. 141 te, de andere door den Kommandant der Stad, beiden met een gevolg van Burger ■ Kavallerie, uit hunne huizen gehaald, en op het Stadhuis in afzonderlyke bewaaring gefteld, zonder dat aan iemand toegang tot dezelve werdt verleend. Niets anders lekte 'er uit van de aanleiding tot deezen ftap, dan dac dezelve op last uit den Haage was gedaan. In ons berigt wegens de Omwenteling hebben wy verhaald, hoe, op den eigen dag daarvan, een Vryheidsboom voor het Stadhuis geplant was ( m > Doch dit Teeken, in haast opgericht, beantwoordde niet aan hec vermogen en den luister dec Stad, en werdc men, overzulks, te raade, een ander daar voor in de plaats te ftellert Mee veel ftaatelykheid gefchiedde dit op den vierden Maarc, den dag, tevens aan het Vieren van hec Feest der Vryheid toegeheiligd. Bykansde geheele Stad was op df been. De Kalverftraac, langs welke dg -Trein, zo der Leden van de Municipaliceic, als van andere perfoonen, welke, om in denzelven te verfchytien, geregtigd geoor deeld werden , zynen weg nam , was, ter we derzyden, met gewapende Burgers bezet, die, naar gelange de ftaatelyke Optogi was voorby getrokken, ageer denzelver opflooten. Gelukkig, dac, onder de za .inenge vloei ie menigce , geene ongelukker van eenig belang voorvielen. Ziec hier eer kort berigc wegens het Vreugdefeest, doch, vooraf, eene befchryving van dei Vry t» ) Zie boven bl. 118. I7P5. 0. Kins~ )»rgeru Feest dar Vryheid. I > 1 1 1 F I  14* AMSTERDAMS III. Dekx, 1795- Vryheidsboom, die, reeds 's daags te vooren , of nog vroeger, op hec Plein der Revolutie, of den Dam, voor hec Huis der Gemeente, anders het Stadhuis, was opgerichc. Die boom verheft zich, onder de gedaante van eene kolom, uit den grond, ter hoogte van negentig voeten. De voet des booms wordt omringd van een kunftigen Grasheuvel, op welken hy fchynt te rusten. Slingers- of Slangswyze driekleurig gefchilderd, is de Boom, op eene merkelyke hoogte boven den grond, "met een tak van eikenbladen omgeeven, die zig in de kruin verliest, welke, volgens eene kunstmaacige fchikking, van beweegbaare ineengevoegde Eikentakken en bladeren is famengefteld. Uic die kruin, zynde het zinnebeeld van Burgerlyke Bescherming , verheft zig de fpits des Booms, die met den Hoed der Vryheid, met eene driekleurige Kokarde en Lintveriierd, gedekt wordt. Tot de hoogte van vierentwintig voeten is de Boom ingeflooten in eene kolom van de Dorifche orde, met eenen Lauwriertak omflingerd. Op het Kapiteel deezer kolom, en rondom tegen den Stam des Booms, rust een Krygstrofee, beftaande uic drie gebronsde wapenruscingen , mee driekleurige bandelieren en pluimen verfierd. Nog laager ziec men fchilden, welker Opfchriften wy vervolgens zullen melden. In den vroegen morgenftond van deezen "Feestdag, hadt men, rondom den Vryheidsboom,  Afbeelding van de viqpaaBiBÏHBoOjivSjf deaDam, te Amfter&am..   XXXlï. Boek. Geschiedenissen. 143 boom, op een aanmerkelyken aflland van denzelven, paaien in den grond gedagen, met touwen befpannen, eenen kring uit» maakende, binnen welken de plegtige verlotingen zouden volvoerd worden. Reeds ten negen uuren was die kring, van binnen, met eenige Kompagniën gewapende Burgers bezet, en voorts met eenige Burger - Artilleristen, die by vier Veldftukjes hadden post gevat. Ten tien uuren werdt het Feest geopend, met het luiden van alle Klokken der Stad; een uur lang duurde dat luiden, om van een vrolyk gefpeel vervangen en afgelost te worden. Mets den kloköag van twaalf uuren hoorde men het bulderen van het gefchut van Stads Wallen, 't welk het zein, rot den plegtigen optost gaf. Deeze narri Zynen aanvang van de Botermarkt, in welker nabyheid veelen, die den trein zouden verzeilen, zig by tyds vervoegd hadden. Twee Adjudanten van den Kommandant der Stad krayenhoff openden den optogt, onmiddelyk gevolgd van een Pauker en vier Trompetters te paard, en een Detachement van Burger - Kavallerie en Grenadiers, beftaande ieder uit dertig man, als mede een gezelfchap van negen Mufikanten. Thans trok de algemeene aandagt een pragtig Schild, waar boven de Franfche Vlag wapperde, en 'i welk door twee Mannen in de hoogte gedraagen werdt. Het Schild, van een langwerpig ronde gedaante, zes voeten hoog, en derdehalf voet breed, was, in den bul- tenilen 179$'  144 AMSTERDAMS III. Deeü tenilen rand, met een gefchilderden krans yan Eikenloof verilerd, door driekleurige Linten byeen gehouden. Men zag, op dit Schild, Jmfïels Stedemaagd, in eene dank' baare houding. In de eene hand hielde zy een Muts, het zinnebeeld der Vryheid, in de andere een Waterpas, het zinnebeeld der Celykheid. Naast haar ftondc een Frank in eene fiere houding, die haar, in het verkrygen der Vryheid, behulpzaam geweest zynde, haar van derzelver duurzaamheid verzekerde. Het oog der Voorzienigheid beftraalde deeze beide Beelden, onder welke de Waarheid en de Erkentelykheid, met groote letteren, hadden doen fchryven: DOOR FRANSCHE HULP; XIX JANUA- r v MDCCXCV. _ Ageer dit Schild volgden de leden der Leesgezelfchappen, die, nevens de gewapende Burgers, het Volk van Amfterdam vertegenwoordigden. By dit gedeelte van den Trein zag men de zes Burgers, die, om het inleveren van het Request, tegen hetinneemen van Engelfche Troepen, in de maand Octo* ber des voorgaanden jaars, in verzekering genomen, en voorts, in het Stads Werk. huis, gevankelyk waren opgefiooten, zo als wy, ter bekwaame plaatze, verhaald hebben. Door een driekleurig Lint om den rechter arm waren zy van de overigen onderfcheideh. Nu volgden eenige Vrywilligere, met den ontblooten Sabel in de vuist, en daarop de Leden van het Committé Revolutionair , omringd van eene rei jeugdige Maag-  \ ^ XXXH. Bóek. G* sc hie d ê n is s e n. i 4£ Maagden,-alle, éénvoudig, doch bevallig, in heti.Wjir, gekleed, mee bloemen verfierd, en, elk'een groen takje in de hand houdende.- Thans- zag men een tweede Schild, van eenige Mutikanten voorafgegaan, onder de gedaante van twee Maagden, de Vryheid en de GeVykheid verbeeldende. De Vryheid hielde in haare rechterhand een Speer, van den Hoed der Vryheid gedekt. Met den flinker arm rustte zy op eenen Steen, waarop de woorden de rechten van den mensch gegraveerd waren. Aan de andere zyde van den Steen uondt hec Beeld der Gelykheid, Op den agtergrond, ter zyde van het Beeldder.Vryheid, vertoonde zig een hoog opgefchoocen Palmboom. Aan den-voet van het Schild las men de woorden vr y he id en gelykheid. Hierop volgden, in den Trein, de Provifioneelè Reprefentanten van het Volk van Amfterdam, allen deftig in het zwart gekleed , gaande twee en twee, van een vyftigtaf Maagden, even als de voorgaande ukf gedoscht, omringd, gevolgd van de vier Kolonellen der Burgery, en van eenige Vry willigere, mee ontblooc Zydgeweer, opgeflooten door den Maire carel wouter visscher». aan wiens flinkerzyde de Prokureur der Gemeente, Mr. maü. hits -cornelis van hall tradc. Zy werden, gevolgd van vier Afgevaardigden uit ieder der onderfcheidene Commitié's, en van eenige bevallig gekleede en verüerde XXII. 'Stuk. K Maag, 1795. ■ % l I  *795> 146 AMSTERDAMS BL Deèc. Maagden omringd. De Afgevaardigden van Algemeen Welzyn en van Waakzaamheid vooroptreedende, geleidden vier oude lieden, uit het Diakonie - Oude - Vrouwen - en Mannenhuis, en uit het Lutherfche Befteedelinghui9, elk één Man en ééne Vrouw, en voorts uit alle de Weeshuizen der Stad , zonder onderfcheid van Gezinte, ieder één Jongetje en ééi Meisje. Daarna zag men de verdere Committé's, van welke dat van Koophandel en Zeevaart van twaalf hupfche Jongelingen, uit het Kweekfchool voor den Zeedienst, werdt verzeld. Het derde Schild, welk nu volgde, werdt voorafgegaan van negen Mufikanten. Dit Schild, waar boven een Vlag, met het Stads wapen befchilderd, wapperde, vertoonde twee Batavieren, elkander omhelzende en hartlyk de hand drukkende. Tusfchen beiden ftondt een Altaar, met een brandend Hart daar op, omfchreeven met de woorden een hart voor het vaderland. Ter zyde zag men een Olmboom, omflingerd met Wyngaardranken. Onder aan het Schild laa men broederschap. Acht perfoonen volgden onmiddelyk dit Schild, die, in den jaare 1787, om hunne Patriotfche denkwyze en handelingen, gevangen gezet, doch op den dag der Revolutie ontflagen waren. Twee Detachementen, een uit de Burger - Grenadiers , en hec ander uit de Burger - Kavaüerie , flooten den Trein. Op  XXXII. Boek. Geschiedenissen. 147 Op. het plein der Revolutie werdt het hoofd van den Trein opgewagt, door den Kommandant krayenhoff, met zyne Adjudanten, die denzelven in den afgeperkten Kring geleidden, alwaar zig veertig Mufikanten lustig lieren hooren, terwyl tevens de aankomst van den Trein, door eenentwintig Kanonfchooten, van Stads Wallen, werdt aangekondigd. Na dat de geheele optogt op het plein der Revolutie was aangekomen, en zig, op eenigen afitand, rondom den Vryheidsboom gefchaard hadt, deedt een Lid van het Committé Revolutionair eene Aanfpraak aan de Municipaliteit en aan de onderfcheidene Commiué's; de Voorzitter der Municipaliteit deedt het zelfde aan de vergaderde menigte; 'c welk met een algemeen geroep van Vivat de Vryheidl en met het rammelen van de Geweeren der gewapende Burgers, beantwoord werdt. De bovenvermelde Schilden werden nu aan den Vryheidsboom gehangen, rondom welken de vrolyke dansten der gemengde Schaare, van Franfche Generaals \ Municipaliteitsleden en Burgers, van Stokouden en Maagden en anderen, ftraks eenen aanvang namen; die beflooten werden met hec losbranden van het Gefchut, ten teeken dac de Inwyding van den Vryheidsboom nu volbragc was. In den avond zag men denzelven, in een bevalligen fmaak, verlichc, onder de gedaante van een Fontein, die, aan alle kanten, eene menigte ftraalen, boogswyze, uitwierp. Ka .Her '7S>5.  i48 AMSTERDAMS III. Deel.. 1795- Negociatie van acht Mil lioenen. Het danzen en de verdere vreügdebetooningen werden nu ook hervat, en duurden een goed gedeelte van den nacht. Uit de opgave van den ftaat van Stads Financien, welke wy, boven, deeden(»)' was • ligt te voorzien, dac Provifioneelè Reprefentanten zig fpoedig zouden genoodzaakt vinden tot het beraamen van middelen van voorzieninge Dit gebeurde ook met 'er daad. Reeds in de maand Maart zag men eene Publikatie in 't licht verfchynen, behelzende de uitfchryving van eene vrywillige Negociatie van acht Millioenen Guldens , tegen den Intrest van drie en een half ten honderd , op zodanige voorwaarden, als, by de uitfchryving, nader werden aangekondigd. Vreeze fcheen de Reprefentanten, al aanftonds, te hebben bekroopen, dat, veelligt, langs deezen weg, de dringende nood niet zou vervuld worden. Immers, na hun vertrouwen betuigd te hebben, dac niemand uit de Burgery, van welke denkwyzehy ook zyn mogtzig zoude onccrekken, om, door het ter leen geeven van een gedeelte zyner vermogens , tot de herftelling der Stedelyke Financien, het zyne by te draagen, voegden zy 'er nevens, dat zy, in dit vertrouwen, hoopten, „ te zullen ontflagen blyven van m de onaangenaame taak, om eene nadere „ geforceerde, en in alle opzigten minder g voordeelige, Geldligting uit te fchryven, 9 waar toe zy, tot hun leedwezen, door _ de dringendfte noodzaaklykheid, onvermy* 9 delyk C n ) Zie bladz. 134 env.  XXXII. Boekgeschiedenissen. 149 „ delyk zouden gebragt worden, wanneer, „ binnen eene Maand na deeze Publikatie, „ geene genoegzaame Penningen werden „ gefourneerd.; in welk onverwagt geval, „ zeggen Reprefentanten, zy, die in deeze „ Negociatie hadden deel genomen, hunne alzo vrywillig gefourneerde Penningen zou. „ den mogen doen ftrekken tot verminde„ ring van 'c geen zy, alsdan, zouden „ moeten opbrengen, en ook van die Pen,, niigen de hier bepaalde Interesfen blyven „ genieten". Eene gebeurtenis, ten deezen tyde, alhier voorgevallen, die niet flegts door de Stad klonk, maar ook elders veel fpraaks verwekte, vordert thans ons uitvoerig verhaal, 't Was, naamelyk, op den negenden Maart deezes jaars, dat het Hof, aan de Provifio» neele Reprefentanten van het Volk van Holland, eenen Concept - Eed zondt, om door alle Geestelyke en Waereldlyke Beampten te worden afgelegd, van den volgenden inhoud-. 5, Ik verklaare te erkennen en te eer„ biedigen de onvervreemdbaare Rechten „ van den Mensch en van den Burger, zo„ danig als dezelve door de Provifioneelè „ Reprefentanten van het volk van 5, holland plegtig verklaard zyn by der„ zeiver Publikatie van den 31 January 5, l795-> en zweere dezelve in myn Ampt „ of bedieninge, voor zo veel in my is, te „ zullen handhaaven; ook zweere ik, dat ik „ den Volke van Holland,, in welks boezem ik erkenne de eigenlyke oppermagt te beK 3 „ rus- 1795. Berigt wegens hec voorgevalleneover een gevorderden Eed  iSo AMSTERDAMS Hf. Deel, 1795- „ rusten, als ook deszelfs Vertegenwoordi„ gers , gehouw en getrouw zal zyn, en. „ voorts, dat ik alles zal doen, wat een „ goed en getrouw . , . fchuldig is, „ en behoort te doen". „ Dat zweere ik"1! Deeze Concept-Eed, in de Vergadering, overwogen en goedgekeurd zynde, werdt ftraks bedoren , dat daar van, alomme, de noodige aanfchryving zou gedaan worden, met by voeging, dat, tot het afleggen van deezen Eed, zouden gehouden zyn, „ alle „ de Leden van de Hoven van Justitie, „ Municipaliteiten, Commicté's van Rechcsf,. oefreningen, de Procureur-Generaal, alle „ Hoofden en Ministers der Politie en „ Justitie, als mede alle Amptenaaren, die, ,, by hec aanvaarden hunner posten , ge„ woön zyn eenen Eed af te leggen; en „ voorts alle Hoogleeraars, Lectors en „ openbaare Onderwyzers, Predikanten en „ Leeraaren van alle Gezindheden, Pries- ters en Cappellaanen , en de Rabbynen „ der Joodfche Natie, zo wel die geenen, „ welke reeds zyn aangefteld, als in het „ vervolg zullen aangefteld worden". Provifioneelè Reprefentanten van Holland voegden 'er nevens „ dat hier mede voor ver„ vallen gehouden werden alle Eeden, die „ mee deezen ftrydig zyn, terwyl zy, die „ dezelve raogten afgelegd hebben , daar „ van ontheven werden"; wordende voores de Procureur-Generaal gelast, kennis te nee-  XXXII. Boek. Geschiedenissen. 151 neemen, of aan de bedoeling der Vergaderinge, allerwege, binnen deeze Provincie, voldaan werdt. Een algemeenen byval, immers wat de daad van het afleggen van denzelven aangaat, vondc deeze Eed, uitgezonderd te Leyden en in onze Stad. By den Provifioneelen Raad der eerstgenoemde Stad eenige zwaarigheden zynde gereezen, zo over den inhoud als over den vorm van den Eed, werdt dezelve te raade, het voldoen aan het toegezonden bevel, immers by voorraad, op te fchorten, en, van dit befluit, met flegts aan de gemelde Reprefentanten, maar ook aan de onderfcheidene Municipaliteiten deezer Provincie, berigt te doen toekoomen. Mog meer deedt de Raad van Leyden. Eene bondig beredeneerde Memorie zag men, eerlang, te voorfchyn koomen, behelzende de redenen van bezwaar tegen het afleggen van den gevorderden Eed. Provifioneelè Reprefentanten van onze Stad, bykans gelyktydig met die van Leyden, het Formulier van den Eed tot een onderwerp hunner raadpleegingen hebbende genomen , waren van meeninge , aan het bevel, raakende den Eed, te kunnen noch te mogen gehoorzaamen. Hunne redenen van bezwaar ontvouwden zy in eene Misfive aan hunne Afgevaardigden in den Haage, met last om door dezelven ter Vergadering der Provifioneelè Reprefentanten van het Volk van Holland te worden ingeleverd. Om de gewiguge gevolgen, welke du K 4 fcbry<  Misfive aan Prov. Repref. over citn aFge vorderdenEed. 15* AMSTERDAMS IIL Deel: fchryvan voortbragt, oordeelen wy, hétzelve hier Woordelyk en in zyn geheel te moeten inlasfchen. Het was gedagteekend den zestienden Maart, en van deezen inhoud. „ Medeburgers! Wy hebben ontvangen Uwlieder aanfchryving van den 9 Maart dezes Jaars, welke tot onze groote verwondering niet voor den 13 daar aan volgende aan ons geworden is; dienende ter geleiding van het Formulier van eenen Eed, welken gylieden begeert dat daadelyk, zo door ons zeiven zal worden afgelegd, als door ons verder afgenomen worden , van alle zodanige perfoonen, welke in uwe Misfive breder worden omfchreven, en welke het van de competentie dezer Municipaliteic zoude zyn denzelven te doen prsefteeren. „ Wy hebben deeze zaak van te veel aanbelang geoordeeld, om in dezelve met eenige overhaasting te werk te gaan, en uit dien hoofde raadzaam geacht, dezelve rypelyk te overwegen, alvorens te concurreeren tot het effectueeren van eenen maatregel, die ons, by de eerfte leéhire van Uwlieder Misfive en van het by Ulieden gearrefteerde Formulier, reeds aanllonds als geheel öruydig, en met den aart en natuur uwer Vergadering ten eenemaal onbeftaanbaar, is voorgekomen. „ Daar de Münicipalicett deezer Stad zich dus genoodzaakt heeft gezien, Uwiieder bevel en last provifioneel te moeten declineeren en buiten effect laaten, haast zy zig egter tevens, om aan Ulieden de gronden van  XXXILBoek, Geschiedenissen. 15J van dit haar gedrag open te leggen, en Ulieden de redenen op te geeven, die haar deeze uwe demarche als geheel ontydig en illegaal doen befchouwen. „ Immers wanneer men den grooten loop der Omwenteling, die hier te lande zo gelukkig als onvoorbeeldig tot ftand gebragt is, bedaardelyk befchouwt en in behoorlyke overweging neemt, zal niemand kunnen ontkennen , dat alle de nieuwlings Geconftitueerde Magten, Corpora, tien van Bewind, Provinciaale Samenkomften, Municipaale Vergaderingen, en wat dies meer is, flegts by provifie, en totdat hier in op eene meer wettige wyze zal zyn voorzien, aan het oud bewind zyn opgevolgd; en dat voords alle de deelen van het oude Gothifche Gebouw der Staatsregeering deezer Landen ftaande zyn gebleeven, tot dat dezelve, zo dra eene meer regelmatige Volksvertegenwoordiging plaats zal kunnen hebben, met eene gemeene hand ter neder geworpen zullen kunnen worden , om in derzelver plaats, het algemeen heiligdom der Rechten en Pligten van den Mensch en Burger op te richten. „ Met deeze noodzaakelyke toedragt van zaaken vinden wy het ten eenenmaale onbeftaanbaar, voor als nog aan iemand hoegenaamd ook, den geprojefteerden Eed van hulde en getrouwheid te doen afleggen. Vooral achten wy het ongerymd zodanige hulde te doen aan de tegenwoordige Vergadering van Holland, zo als zulks echter by K 5 het  154 AMSTERDAMS Hl. Deel. i het tweede lid van het ontworpen Formulier uitdrukkelyk gevorderd worde. „ Wy befchouwen Uwlieder Vergadering uit geen ander oogpunt, dan alleen dat van Provifioneelè Reprefentanten deezer Provincie , aan welke wy dus ook geen meer recht noch gezag toekennen, dan voorheen door derzelver predectsfeuren genoten is geweest, en dan volftrekt noodzakelyk is om zodanige Provifiuneeie fchikkingen en inrigtingen te beraamen, als welke hoogstnoodzaaklyk zyn om de rust en goede orde binnen deeze Provincie te bewaaren, en voords de nodige voorziening te doen in alle zodaanige zaaken, welke uit haaren aart geen uitfiel noch vertraaging kunnen lyden. Dan het is 'er verre van af, dat wy onder deeze laatstgenoemde zaaken mede zouden begrypen, het afleggen van eenen Eed van getrouwheid aan eene Vergadering , die op geene andere dan eene zeer onregelmaatige wyze heeft kunnen by een komen, en die hoe langs zo meer voortgaat een allerongeëvenredigfte gedaante aan te neemen, ten opzichte van die gelykheid, welke zo veel mogelyk in dezelve behoorde plaats te hebben, dat de talryke Burgery van deeze Stad , welke een zo aanzienlyk gedeelte des gantfehen Volks uitmaakt, zich thands in Uwlieder midden bykans gelyk gefteld ziet met het geringde Dorp, het welk kan goedvinden zyne Gedeputeerden in uwe Vergadering te doen incorporeereu. » De  XXXII.'Boek.Geschiedenissen. 155 „ De Municipaliteit van Amfterdam is uit dien hoofde van begrip , dat de door Ulieden gevorderde Eed , indien dezelve alzo generaal plaats zou behooren te hebben, alleen kan worden geèi^cht door, en afgelegd aan, het wettig verkooren ligbaam der Nationaale Reprefentatie; aan welk lighaam het behoort te worden overgelaaten , om over Ulieder Provifioneelè daaden en fchikkingen eene beflislènde uitfpaaktedoen; zonder dat hec aan Ulieden vryftaat, om, door middel van dezen ted, by voorraad, het Zegel te zetten op alle de daaden en verrigtingen, welke flegts Provifioneel , en tot nadere voorziening, door Uïieden ondernomen en in het werk gefteld zyn geworden. „ Wy twyffelen geenzints, of Gylieden zult in deeze onze denk- en handel wyze die cordaatheid en openhartigheid befpeuren, welke onze Vergadering zig ten regelmaat heeft voorgefchreeven; terwyl dezelve voorts niets meer verlangt, dan eenftemmig met Ulieden voort te werken, tot behoud en bevordering van het welzyn en geluk van het gemeene Vaderland". Geene geringe aandoening verwekte deeze Misfive ter Vergaderinge der Provifioneelè Reprefentanten, die ftraks eene Commisfie benoemde, om, nog ftaande de Vergadering, te beraad flagen, hoedanig in deezen behoorde gehandeld te worden. Hec rapport, door dezelve uicgebragt, hieldtin, dat eene Bezending van zes Leden naar Amfterdam moest  156* AMSTERDAMS III. Deel. moest worden afgevaardigd, om, op.de plaats zelve, met de Municipaliteit in onderhandeling te treeden, en met zodanige genoeg-zaame magt voorzien , als , in - eene zaak van deeze aangelegenheid , vereischc werdt. In gevolge van dat rapport werden, tot de Bezending, benoemd, s. iz. wiselius, adr. hartsveid, t. nuhout van der veen, b. blok, j spoors en a. w. swart, met eenen Sekretaris. In den nacht , van den negentienden op den twintigften van Maart, uit den Haag vertrokken , zonde de Commisfie, kort na haare aankomst, een fchriftelyk bevel aan den Voorzitter der Municipaliteit matthys van maurik Jansz., waarby dezelve gelast Werdt, de geheele Municipaliteit, voor zo verre zulks mogelyk zyn zoude, nog dien zelfden avond, tegen zeven uuren, byeen te roepen, ten einde Afgevaardigden . hunnen last, dien zy aan dezelve hadden, zouden kunnen volvoeren. Terftond na het ontvangen van deezen last, zondt de Voorzitter Stads ? Boden uit aan de Leden der Municipaliteit, om zo veelen derzei ver, als zig binnen de Stad bevonden, of door belet/els niet verhinderd werden, tegen het beltemde uur, by een te roepen. Niet meer dan elf verfcheenen in de Vergadering; deeze waren, behalven den reeds genoemden Voorzitter matthys v.an ma u rik Jansz., Hendrik van castrop, jacob teysset JutttOf, jan van lank , willem van vuurst,  XXXII. Boïk. Geschiedenissen. 157 v. uurst, ru t gek jan schimmelpennink, jan willem IK hoven van dam. jacob luden HsndriksZ., jan pieter ss e daniël van aken Bendriksz.cn nicolaas breukelaar. Mo dat de Voorzitter de reden deezer buitengewoone zamenroepinge hadt ontvouwd, bekwam men wel haast narigt, dat deKapiteinen der befoldigde krygsbezettinge bevel hadden ontvangen, om zig dien avond tegen zeven uuren by hunne Kompagniën te vervoegen, die reeds aanzegging hadden ontvangen, om. tegen het genoemde uur, gewapend, op de Beurs te verfchynen, By onderzoek, op wiens bevel deeze oproeping der Bezettinge wasgefchied, bevondt men, eerlang, darde Kommandant der ftad krayenhoff daar toe bevel hadt gegeeven, Hoe vreemd dit bevel ook luidde, als buiten kennis der Municipaliteit gefchied, in welker Eed de Kommandant ftondt, moest men zig deeze fchikking laaten welgevallen, als begrypende de Vergadering, dat zy onder Krygsbedwang ftondt, althans onder hetzelve zou gebragt worden. Op de goedheid haarer zaake fteunende, befloot zy, evenwel, de Haagfche Gelastigden gerustelyk af te wagten. Dezelve verfcheenen ten beftemden tyde, van twee Boden verzeld. INa hunnen Geloofsbrief voorgeleezen en aan den Voorzitter der Vergaderinge te hebben overhandigd , eischte de Woordvoerder der Afgevaardigden, ber'n ardus blok, van den Sekretaris der Municipaliteit eene lyst der thans 17951  tT9S- 158 AMSTERDAMS III. Deel. thans tegenwoordig zynde Leden; die hem, met toeftemming van den Voorzitter, na dac deeze alvoorens omvraage by de Leden hadt gedaan, werdt ter hand gefteld. Thans zig tot de Vergadering wendende, droeg de Spreeker, uit naam der Provifioneelè Reprefentanten van het Volk van Holland, aan de^ zelve , hoofdzaaklyk, voor, „ Dac, ter „ Vergaderinge van gemelde Reprefentan„ ten, geleezen zynde eene Misfive, door „ deeze Municipaliteic, betreklyk hec wei„ geren van den Eed, volgens Befluic van „ den negenden deezer maand Maart, by „ dezelve Vergadering vastgefteld, de in„ houd van die Misfive zulk eene fmertlyke „ gewaarwording, by alle de Leden, hadt ,, verwekt, dat 'er, zedert den zesen„ twintigften January laatstleeden , zalk „ eene aandoening in de Vergadering niet „ was geweesc; dat de verontwaardiging, „ hier over, des te groocer was ge„ weest, daar dezelve veroorzaakt was „ geworden door eene Municipalireit, die, „ nog zo korc geleden, de hulp dier „ Vergaderinge, tot demping van een ge„ vreesd oproer, hebbende ingeroepen, en „ welke hulp ook, op de nadrukkelykfte » wyze, aan dezelve was verleend, nu eg„ ter van zig hadt kunnen verkrygen, om, „ in den nog cederen wasdom van den 9 Boom der Vryheid, een Systhema open te „ leggen, volgens 't welk het gantfche Volk 9 onvermydelyk verlooren was, de geheele 0 Vryheid onherftelbaar zou ten gronde „ gaan,  XXXII. Boek. Geschiedenissen. 159 '9 gaan,' en wy, welhaast, in de uiterfte „ elende en verwarring zouden gedompeld „ worden ; vertrouwende zy, overzulks, „ volkomen, dat indien de Leden deezer „ Municipaliteit zelve waren tegenwoordig „ geweest, en gezien hadden de verflagen„ heid hunner eigen Afgevaardigden, en „ van alle de Leden der Vergaderinge, zy „ van fchaamte gebloosd, en niet nageiaaten „ zouden hebben, traanen te ftorten, daar toe reden te hebben gegeeven". Na deeze aanfpraak las blok de bewuste Misfive aan de Vergaderinge voor, en vraagde daar op, of men die Misfive, het oorfpronglyke daar van tevens vertoonende, herkende voor de zelfde, welke door deeze Vergadering, aan die van de Provifioneelè Reprefentanten van het Volk van Holland, was afgezonden? Dit toeffemmende beantwoord zynde, vervolgde de Spreeker, dat hy als dan, uit naam der gemelde Vergaderinge van Provifioneele Rèprefenranten, eischte, dat dezelve te ruggenomen, en uit de Notulen zou •voorden gebifeerd of uitgefcbrapt, ze dat 'er geene ae mitfte blyken van ovtrbleeveni verwagtende, voorts, op deezen eisch, een onverwyld antwoord. De Voorzitter hierop aan de Gelastigden in bedenking hebbende gegeeven, of dezelve niet zouden kunnen goedvinden, de Vergadering te verlaaten, en in een ander Vertrek te vertoeven, terwyl over dit voorflel zou geraadpleegd worden, gaf blok daar op tot antwoord, uit naam zyner Mede - Afgevaardigden, dat zy i zeiven  «795- 160 AMSTERDAMS III. Deel,' zeiven de gevoelens der Leden daaromtrent wel zouden kunnen inneemen; waarvan hy$ egter, pp naderen aandrang des Voorzitters, afftand deedt; wordende, ftraks hier op, door den Sekretaris eren der a brandis , in een ander Vertrek geleid. Geduurende de afweezigheid der Haagfche Gelastigden, verfcheen de Kommandant krayenhoff, van zynen Adjudant verzeld, in de Vergadering, daar hem, door den Voorzitter, werdt afgevraagd, op wiens last en bevel hy de Stads Bezetting in de Wapenen hadt doen verfchynen? Waar op de gemelde Kommandant voorlas, een fchriftlyken last, aan hem door de Commisfie van de Provifioneelè Reprefentanten van het Volk van Holland ter hand gefteld, hoofdzaaklyk behelzende, „ Dat hy, döor •„ dezelve Commisfie, werdt omflagen van ,, den Eed en de belofte van trouwe, aan s, de Municipaliteit der ftad Amfterdam „ gedaan, in zo verre dezelve Eed en Be„ loften hinderlyk zouden kunnen zyn aan „ de uitvoering der bevelen, aan hem Kom.„ mandant door deeze Commisfie te gee„ ven; met verderen last, om, geduurende „ hec verblyf van dezelve Commisfie bin„ nen deeze Stad, geene andere bevelen te ,, gehoorzaamen, dan die hem van wege ,, dezelve, met betrekking tot de uitvoering „ van haaren last, zouden gegeeven wor„ den". IV'a het voorleezen van deezen last door den gemelden Kommandant, vraagde hem de Voorzitter, of hy dan, met voorby- gaa»  XXXII. Boek. Geschiedenissen. ir>i gaan van zyne plegtige belofte, aan deeze Vergadering gedaan, voorneemens was, de bevelen der Commisfie te gehoorzaamen? 'c welk toeftemmende beantwoord werdt, met by voeging, dat hem zelf verboden was, de opening, die hy thans gaf, weder aan de Municipaliteit te doen. Krayenhoff verliet hierop de Vergadering, die zyn tegenwoordig gedrag ter zyner verantwoordinge overliet. Thans bragt de Voorzitter in omvraag, of, in voldoening aan den eisch der Haagfche Afgevaardigden, de bewuste Misfive te rug genomen, en in de Notulen der Vergaderinge. zou gebiffèerd worden? Zes ftemmen warén tegen, vyf voor het te rug neemenj en viej alzo, met deeze kleine meerderheid, het befluit, om aan de Commisfie het volgend antwoord te geeven: „ De Vergadering van de Provifioneelè n Reprefentanten van het Volk van Amffer, dam verklaart, nimmer eenige de minfte „ bedoeling gehad te hebben, of nog te „ hebben, om, door eenige uitdrukkinge, „ in de Misfive van den zestienden Maart » *795 vervat, de Provifioneelè Reprefen„ tanten van het Volk van Holland te belee„ digen, veel min regelrecht of van ter zy„ den aanleiding tot fcheuring of tweedragt „ te hebben willen geeven; neen, maar al„ leen uit bezef van pligt, haare bezwaarert „ tegen den Eed, by Refolutie van den , negenden Maart 1795 vastgefield, aan „ de Vergadering der Provifioneelè RepreXXII. Stuk, L, m fen« 1795.  1795- i<5a AMSTERDAMS III. Deel. „ fentanten van hec Voik van Holland te „ hebben willen voordraagen. „ Verklaarende de Vergadering alzo, „ dien Brief niet te kunnen te rug neemen, „ noch ook in de Notulen te kunnen biffee„ ren; betuigende tevens bereid te zyn, „ om, op de kragcdaad'gfte wyze, tot be„ waaringe der Eendragt, Rust en Heil van „ den Lande , te willen medewerken". De vyf Leden, welke voor het te rug neemen der Misfive geflemd hadden, waren de Voorzitter matthys van maurik JatlSZ., hendrik van gastrop, jacob teysset JUfJlOt, jan van lank en willem van vuurst; de andere, en die dus de meerderheid uitmaakten, r ij tg er jan schimmelpennink,jan willem irhoven van dam, jacob luden HetldriksZ., jan p i eters se , david van aken Hett- driksz. en nikolaas breukelaar. Het bovengemelde Antwoord, aldus, by de meerderheid, zynde vasrgefteld, begreepen, evenwel, de overftemden, dac hetzelve, niet uit uaam der Vergaderinge, maar alleen op die van de Meerderheid derzelve, aan de Afgevaardigden moest worden ter hand gefteld. Na gedaane omvraag was dezelve van meeninge, dac, hoe zeer zulks , vólgens haar inzien, tegen alle orde der Vergaderinge ftrydig was, zy, evenwel, niet fchroomde, haar gevoelen, voor de Gelasrigden, openlyk geftand te doen, en dus  XXXII. Boek.Geschiedenissen. 163 dus geene zwaarigheid maakte, om aan de Minderheid, hier in, genoegen te geeven. Nu werden de Gelastigden, door den Sekretaris, wederom binnen geleid, en aan dezelven het genomen befluic, met de ftraks gemelde verandering, medegedeeld. Waarop de voorgaande Spreeker blok, den last der Commisfie verder ontvouwende, verklaarde, dat alsdan de Municipaliteit deezer Stad was ontjlagen, en de Leden gefteld werden in eenen ftaat van Arrest, tot dat nader zou zyn gebleeken, wie de bewerkers van die Misfive geweest waren. Voorts deedt hy, door den Secretaris der Commisfie, volgens de aan hem overhandigde lyst der tegenwoordig zynde Leden, aan ieder derzelven afvraagen, wie voor en wie tegen het te rug neemen van den Brief getreind hadt? Schimmelpennink gaf tot antwoord, dat hy geene zwaarigheid maakte om te verklaaren, dat hy tegen de terugneeming hadt geftemd, en voorts zou afwagten de maatregels, welke zig de Commisfie fcheen te willen veroorlooven. De vyf overige Leden, die met hem hadden ingeftemd, kwamen insgelyks rondborftig voor hun gevoelen uit. Een derzelven, david van aken Hendriksz., hadt, op zyne beurt, verklaard, „ dat fchoon hy „ niet overtuigd was van de bevoegdheid „ der Commisfie, tot het doen van dierge„ lyk eene omvraage, nogthans verklaarde, „ mede te behooren tot het getal der Meer0 derheid"\ begeerende voorts, dat van L a zyne  16*4 AMSTERDAMS III. Deel.. *795. zyne gemaakte referve, aanteekening zou gehouden worden. De Leden der Minderheid aldus aan de Gelastigden bekend zynde geworden, verklaarde blok aan dezelven, dat zy ontheven waren van het aangezegde At rest, en dus hunne plaatfen moesten be* houden, om met de Commisfie eenige nadere fchikkingen te beraamen, Sis zullende eenige, op nieuw te benoemene perfoonen, hun worden toegevoegd. Intusfchen zogt de Voorzitter der Municipaliteit eenige redenen, ten behoeve der ontilagene, en in ftaat van Arrest geftelde Leden, in het midden te brengen. Doch de moedige schimmelpennink viel hem in de reden, mee te zeggen, dat hy den Voorzitter van alle voorfpraak ont* floeg, en niet hegeerde, dat voer hem eenig het minfte pathos werdt gebezigd» Voorts vraagde hy, of de Commisfie ook bepaald was nopens de wyze van Arrest, waarin men hem en zyne Medeleden voorneemens was te ftellen ? als willende hy gaarne alle ontfteltenis van Vrouwen en Naastbeftaanden, zo veel mogelyk, voorkomen, waartoe hy reeds eenige weinige regelen tot narigt aan zynen Broeder hadt op 't papier gebragt. Het antwoord was, dat men, dit Arrest zo gemaklyk willende maaken als mogelyk was, geene zwaarigheid vondt om toe te ftaan, dat het Arrest, door ieder Lid, in zyn eigen huis werdt gehouden. Meenlyk wenschte men re  XXXII. Boek. Geschiedenissen. 16*5 te weeten, hoedanig een borgtogt men zoude aanbieden ? 'c welk, door sc himmelp ennink , met zyne gewoone rondborstigheid, beantwoord werdt, met te zeggen,. dat hy, in dit geval, geene andere noch betere Cautie of Borgtogt kende, dan zyn woord van Eer, dewyl niemand in ftaat was hem beter te beuoaaren, dan hy zelve. De overige Leden hier mede inftemmende , werdt aan hun verlof gegeeven, om naar hunne wooningen te rug te keeren, ten einde aldaar het aangezegde Arrest te houden. By het heengaan vonden zy de Justitie - Kamer, gelyk ook den ingang van het Huis der Gemeente, met Krygsmagt bezet Na hun vertrek ftelde de Commisfie aan de vyf overgebleevene Leden voor, of zy, met de zodanigen der afweezige Leden, die met hun, in het te rug. neemen der Misfive, mogten overeenftemmen, niet zouden kunnen goedvinden, om, met eenige perfoonen uit de Burgery, hun toe te voegen, de werkzaamheden der Municipaliteit te blyven waarneemen? Dodh het eenpaarig antwoord was, dac zy liever wenschten , van hunne posten te worden ontllagen, alzo zy niet van meeninge waren, den gevorderden Eed af te leggen. Doch de Commisfie weigerde dat ontflag aan re neemen; en hier mede liepen de verrigtingen van deezen dag een einde. 's Anderendaags kwam de Vergadering wederom byeen, en verfcheenen in dezelve, die 's daags te vooren afweezig geweesc wa-' L 3 ren,  *795- 166 AMSTERDAMS III.'Deel. ren, adrianus pompeus van leyden, gekard van uer zoo, salomon bos etl hermanus ten jc at e. Aan de Commisfie, hier insgelyks verfcheenen, verklaarden deeze, dat zy, om de rust en de eendragt, zo veel mogelyk, te bewaaren, en niets anders beoogende dan het heil van het Vaderland, met voorbyzien van zich zeiven, indien zy in de Vergadering van 's avonds te vooren waren tegenwoordig geweest, wel zouden hebben kunnen, en, op dien grond, nog wel wilden zamenftemmen, om de bewuste Misfive te rug te neemen, indien daar door alle gefchilten waren uit den weg geruimd, zonder , evenwel, te willen verftaan worden, als of zy, door deeze Verklaaring , aan den voorgeftelden Eed hunne goedkeuring of toeftemming gaven. Twee voorftellen wer. den nu door de Commisfie gedaan. Het eerfte was, eene benoeming van zes perfoonen, om de plaatzen der gearresteerde Leden te vervullen ; waarin, echter,' de Vergadering niet inftemde, verklaarende, dat zulk eer> ftap niet flegts de zaaken nog meer zoude brengen uit haar geheel , maar ook, dat, indien zulk eene aanvulling noodig rnogt geoordeeld worden, dezelve door niemand anders , dan door het Volk van Amfterdam, behoorde te gefchieden. De Commisfie, hierop hernomen hebbende, haaren Last, in zo verre , te willen opfchorten, tot dat zy van de Provifioneelè Reprefentanten van het Volk van Holland, hier omtrent, nadere  XXXII. Boekgeschiedenissen. 167 nadere bevelen zou ontvangen hebben, ftelde nu, in de tweede plaats, voor, dat haar Last nog inhieldt , om met de Municipaliteit , en met zo veelen uit de Burgery, als dezelve daartoe gefchikt zoude oordeelen, ten fpoedigften een plan te beraamen, volgens hetwelk de Burgers deezer Stad konden opgeroepen worden, om de tegenwoordige Municipaliteit door eene andere, by meerderheid van ftemmen, op eene wettig'e wyze, te doen vervangen. Het antwoord, op dit voorftel was, dat, ingevolge eener uitnodiginge aan de Burgery deezer Stad, by Proclamatie, door deeze Vergadering, op den vyfden February, gedaan, zesenvyltig Plannen van Oproepinge zynde ingekomen, alle deeze Plannen gefteld waren m handen eener Commisfie, beftaande uit twee leden deezer Vergaderinge, en één lid uit elk van derzelver Committés, ten einde dezelve, met alle naauwkeurigheid, na te zien en te beoordeelen; met last, om, uit dezelve, een, voor deeze Stad gefchikt, Plan van Oproepinge zamen te ftellen, en ter deezer Vergaderinge in te leveren; dat deeze Commisfie dit werk bykans hadt ten einde gebragt, en, binnen weinige dagen, verflag zou kunnen doen: waar door deeze, in allen opzigte, zoo wenfchelyke zaak, eerlang, tot ftand zou kunnen gebragt worden. Op dit antwoord hernamen de Gelastigden, dat zy aan hunne Lastgeevers zouden voordellen , om de benoemde Commisfie, in derzelver werkzaamheden, te laaten voortL 4 Saan'  «795 ie>8 AMSTERDAMS IIL DzzlI gaan, ten einde het bedoelde oogmerk, daar door, des te fpoediger, mogt bereikt worden : mids, evenwel, dat het bedoeldePian, nadat het in order was gebragt, aan hun Gelastigden, ter leezinge en beoordeelinge, zou worden ter hand gefteld. De Leden der Municipaliteit gaven hierop geen antwoord, doch drongen ten fterkften aan, zo als zy meermaalen reeds gedaan hadden, op -het ontflag hunner gearresteerde Medeleden, en dat dezelve, ten fpoedigften, aan de Vergadering mogten te rug gegeeven worden. 't Liep aan tot Donderdag , den zesentwintigften deezer maand, eer de Commisfie wederom in de Vergadering der Municipaliteit verfcheen. Met kennisgeeving van het voorgevallene, hier ter Stede, hadc, intusfchen ,• dezelve om nieuwen Last naar den Haag gefchreeven. Van deezen voorzien, vervoegden zig de Gelastigden, ten genoemden dage, by de Municipaliteit, en deelden aan dezelve het Befluit mede van hunne Lastgeevers , gedagteekend den vyfeutwintigften dier Maand, hoofdzaaklyk behelzende, „ dat wanneer de tegenwoordige „ Municipaliteit van Amfterdam den bewus„ ten Brief, in haare Notulen, zal hebben „ gebiffeerd, en denzelven Brief, uit handen „ der Gelastigden aldaar, zal hebben terug„ genomen, en de zaaken, van haare zyde, „ mitsdien, zal hebben gebragt in den zelf„ den ftaat, waarin zy waren , vóór het „ fchryven van deezen Brief, de Vergadev ring, alsdan, haare Gelastigden volmag-  XXXII.Boek. Geschiedenissen. i6g „ tigt, om de gearresteerde Leden der „ Municipaliteit uit derzelver Arrest te onc„ (laan, en de zaaken, ook van dien kant, „ te brengen in den ftaat, in welken zy, „ vóór het gemelde Arrest, zig bevonden". Terftond na hec voorleezen van dit Befluit, werdt de Brief, uit handen der Gelastigden, te rug genomen, en uit het Copyboek gebiffeerd. Ook verzuimde de Vergadering niet, om, nog dien zelfden avond, aan de Gearresteerde Leden, kennis te geeven van hun ontflag, met verzoek om 's anderendaags de Vergadering, van nieuws, te komen by« woonen. Op dit berigc kwamen de aldus ontflagene Leden by elkander; en hec aan hun gedaan verzoek overwogen hebbende, waren zy van verftand, eer liefde van hei Vaderland, hec gebeurde zig niec perfoonlyk ce moecen aantrekken, maar onder de onvermydelyke verpligting te liggen, om de belangen hunner aanftelleren, die hen niel ontllagen hadden, wederom een fpoedigften te moeten behartigen. Hec befluit viel. derhal ven, om, den volgenden morgen, d« Vergadering van Provifioneelè Reprefentancer van het Volk van Amfterdam by ce woo nen; onder voorbehouding, echter, var een Declaratoir, 'c welk, op (taanden voet, ontworpen, goedgekeurd en door allen on derteekend werdt. Hec Gefchrifc was vai deezen inhoud. „ De Ondergeteekenden, Leden der Ver „ gadering van de Provifioneelè Reprefentan B ten van het Volk van Amfterdam, dooi L 5 ,, een< t i i  i^j AMSTERDAMS III. Deel. «795- „ eene Commisfie der Provifioneelè Repre» fentanten van hec Volk van Holland, op » den 20 Maart 1795, in de Vergadering * van dezelve Provifioneelè Reprefentanten » van het Volk van Amfterdam verfchee» nen, belec geworden zynde, dezelve » Vergadering, federt dien tyd, als naar » gewoonte by te woonen, verklaaren „ thans, terwyl zy zig wederom in deeze „ Vergadering bevinden, en gereed zyn der« * zeiver gewoone deliberatien ce helpen ver„ volgen, zig in geenen deele aan te trek„ ken, al hec geen door de in dien tns» fchentyd gefungeerd hebbende Municipa„ liteic, in hunne afweezigheid, is verrigc; „ declareeren wyders, wederom zitcing in de „ Vergadering der Provifioneelè Reprefen» tanten van het Volk van Amfterdam te „ neemen, eeniglyk en a'leen uic kragc der „ aanftelling van het zelfde Volk, op den » l9 January 1795, door de vergaderde m Burgery, by applaufie en daarop gevolgd „ ftilzwygend confent en approbatie derzel» ver gedaan; requireerende inferde van dit „ hun declaratoir in de Notulen deezer Ver. „ gadering". „ Amfterdam, den 27 Maart 1795. ( Was geteekend ) r. j- schimmelp en nink. i>. van aken Hendriksz, jan pietersse. jacob luden Hendriksz. wilh. van i rh o ven van dam. nikolaas öreukelaar. In  XXXILBoek. Geschiedenissen. 171 In gevolge eener vooraf beraamde fchikbing, begaven zig de vyf nu ontilagene Leden, op Vrydag middag, naar het Huis van het Genootfchap Doctrina et' Amieitia, ftaande vooraan in de Kalverftraar., by den Dam. Hier vervoegde zig by hen, een der Stads Sekretarisfen, b ren der. a brandis, van cwee Boden verzeld, en geleidde hen, voorts, door de famengevloeide talryke menigte, naar hec Stadhuis. Door twee Burger - Kompagniën, op den Dam geplaatst, werden zy , in hec voorbygaan, met Krygseere begroet. De Voorzitter der Municipaliteit verwelkomde de herftelde Leden met eene hartlyke Aanfpraak, die door schimmelpennink beantwoord werdt, met overlevering tevens van hec ftraks vermelde Declaratoir. En hier mede nam deeze veel gerugtsmaakende zaak een einde. Na genoeg gelyktydig mee hec nu verhaalde, gebeurde hier 'c een en ander onder de Joodfche Nacie, 'c geen merkelyk gerugt veroorzaakte. Te weeten, 'er was, van wegen Provifioneelè Reprefentanten van het Volk van Amfterdam, een Commisfie benoemd, tot het beraamen van een plan van Organifatie der Nationaale Guarde deezer Stad. Twee Leden der Municipaliteic, de papieren, tot het werk betrekkelyk, in handen hebbende gekreegen, ontmoeteden in dezelve een Artikel, betreffende de wapening der Joodfche LNatie, onder de gewoone Nationaale Guardes Infanterie. Alvoo« rens, »7°5- 3ewee« gingen ander de Joodfche Natia.  172 AMSTERDAMS III. Deel. Ï795- rens, omtrent dit onderwerp, zig te verklaaren, vonden de twee Leden der Municipaliteit zig verpligt, het gevoelen der Op. per-Rabbynen, zo der Portugeefche, als der Hoogduitfche Natie, in te neemen, met naame, of het, volgens de Wet van mozes, eenen Jood geoorlofd zy , zig te verbinden tot dienften, die hy vooraf weet, ock op Sabbath en andere plegtige dagen, te moeten verrigten ? De twee Rabbynen, ten huize van een dier Leden, op verzoek, verfcheenen zynde, antwoordden eenpaarig, dat de Jooden, tot het wapenvoeren, op de gemelde dagen, volgens de Wet, geene vryheid hadden. Zy voegden 'er nevens, uit naam der Parnasfim, dat zy, in het Dagblad der Municipaliteit, gezien hebbende zeker Adres, van de Joodfche Club, by de Zinfpreuk Felix Libertate bekend, waarby dezelve om de wapening der Joodfche Natie verzogt , zig verpligt vonden te verklaaren, van dit verzoek geene kennis, hoe genaamd, te draagen. In het bedoelde Adres hadden de Inleveraars gezegd, dat zy het regt, om insgelyks de Wapens te voeren, inriepen, op grond der afgekondigde Regten van den Mensch; welker ongekreukte handhaaving, zeiden ze, zy zig verzekerd hielden, dat de Municipaliteit, ook ten hunnen opzigte, in allen deele, en byzonderlyk met opzigttot de Burgerwapening, als een der eerfte grondzuilen van het Gemeenebest, zou in 't oog houden en doen geiden; terwyl zy , even zeer als eenig Bur-  XXXII. Boekgeschiedenissen. 173 Burger, voor de vryheid en de veiligheid van den Staat, en de verzekering van ieders Regten, hun goed en bloed veil hadden. Behalven het Wapenvoeren, was 'er een ander onderwerp, 't welk, onder de Joodfche Natie , merkelyke beweeging veroorzaakte. Het betrof het afleezen en aanplakken der Rechten van den Memcb in en aan hunne Synagogen. Dc meeste leden der Parnasfim, of van den Joodfchen Kerkenraad, befchouwden die voorleezing en aanplakking als gevaarlyk en hoogstnadeelig. In een ander begrip ftonden de Leden der Sociëteit Felix Libertate, die, meer dan veelen hunner Geloofsgenooten, de Omwenteling als eene wenfchelyke zaak befchouwden. Om de gevreesde afieezing en aanplakking te verhoeden , vervoegden zig de eerstgemelden aan het Committé van Algemeene Waakzaamheid , met een Request, op naam van de Opper - Rabbynen, fungeer ende en Oude Parnasfim, en particuliere Ledemaaten van de Hoogduitfche Joodfche Ge» meente. Om ontfügen te worden van de aanbevolene voorleezing , laaten zy zig, in echte trekken van Joodfche Welfpreekenheid, onder anderen, woordelyk, aldus hooren : „ Wy laaten ons op die moment niet „ in, op de explicatie en intentie van het m Menfchen Pvecht, voor zo verre hec de „. indruk heeft op onze geheiligde Joodfche " Wetten, en Religie en Confufie, dat het l zoude kunnen veroorzaaken onder onze . Gemeente, maar dat wy zig op dit 00• „ genblik 1703»  174 AMSTERDAMS III. Deel. „ genblik refereeren aan de grondbeginfels „ van de vrugten die wy genieten zullen, „ van de Vryheid, Gelykheid en Broeder„ fchap, nademaal dat wy nog niet verno» n men hebben , als het in een der Gods» huizen der getollereerde Godsdienften » deezer Stad is afgeleezen geworden, dus „ vertrouwen wy, dat wy niet afgezonderd „ zullen zyn, in het opzigt van dien van £ andere Gezindheden; het blyft nu aan de „ wysheid en oordeel van onze waarde „ Burgers, Committé van Waakzaamheid, „ hoe het best zoude gefchikt kunnen wer„ den, om onze Gemeente, in het geheel „ te bevryden van het afleezen van 's Men„ fchen Recht in onze Kerk". Euvel werdt dit Adres, by de Leden der Joodfche Sociëteit, opgenomen. Onder de gedaante van Proclamatie, fielden zy een Gefchrift op, en deeden het, zo aan de Synagogen, als op verfcheiden plaatfèn der Stad, aanplakken, waar in zy der Joodfche Natie de oogen zogten te openen , nopens de oogmerken , welke, naar hunne meening, onder de poogingen der Parnasfim verborgen lagen. Het woord tot de Joodfche Natie voerende, zeiden zy» onder anderen, dat „ Parnasfim, inziende, „ dat, wanneer de Rechten van den Mensch „ te algemeen onder dezelve bekend raak„ ten, zy daar door ten eenenmaale hunne „ alles overheerfchende kragt zouden verlie» „ zen; dat zy rekening en verantwoording n hunner daaden zouden moeten doen; dat B die llegte en goddelooze directie van de „ Vleeschr  XXXII. Boek.Géschiedenissen. 175 „ Vleeschhal, waar door de gemeene man „ hec meesc gedrukc werdt, niet meer zou„ de kunnen plaats hebben; dac de Geld„ middelen der Gemeente door hen niet „ meer willekeurig zouden kunnen befteed „ worden, hebbende hunne toevlugc genomen „ toe dac verfoeijelyk hulpmiddel, om onder » eene misleide Gemeente te verfpreiden, „ dat de Rechten van den Mensch ftrydig „ met onzen geheiligden Godsdienst zouden zyn; dat de Leden onzer Sociëteit niet „ anders zouden zoeken dan ons Geloof te „ ondermynen , enz". Parnasfim , deeze Proclamatie geleezen hebbende , deeden, daar over, hun beklag by de Municipaliteit; die, daarop , aan den MairederScad, in bedenking gaf, om hec Gefchrifc, op zodanige plaacfen der Scad, alwaar hec was aangepiakc, te doen wegneemen, terwyl zy, aan de Parnasfim, ten opzigte van hunne Synagogen, daar toe vryheid gaf. De bystere fchade, welke, door de Engelfchen, nu binnen zeer weinige maanden, aan 's Lands Ingezetenen, en, onder dezelve, aan veele inwooners deezer Stad, was toegebragt, bleek uit eene Lyst van Koopvaardyfchepen, die, in onderfcheidene Engelfche havens , waren opgebragt, en vervolgens in befiag gehouden werden. Behalven de Oorlog- en Oost - Indifche Compagnies-Schepen , bedroeg derzelver getal niet minder dan honderdentien; onder welke men wel eenigen telde, aan andere Naden toebehoorende , doch van welke de -Laa* dingen 179$. - m '■■>l Nadeelea der Ingezetenendoor de; Engelfchea,  176 AMSTERDAMS III. Deel: Mislukte Moord. Reglement ter verkiezin ge van eene Mu Bicipaliteit. dingen uit Hollandfchen eigendom heftenden Hoe zeer de gemoederen, ook hier ter Stede, nog onderling verdeeld bleeven, en fommigen door daaden van geweld, tegen de zulken, welke de nu aangenomene orde van zaaken waren toegedaan, hunnen euvelmoed wel wilden koelen, bleek aan eene fnoode onderneeming tegen eenen Burger - Kanonnier. In den avond van den zesden April, ten acht uuren , op zynen post ftaande, werdt hy van eenen kogel, waarfchynlyk, uit een windroer gefchoten, getroffen, doch zoo gelukkig voor den gedreigden, en zoo mislukkende voor den booswigt, dat hem de kogel op de Borstplaat trof, en, zonder merkelyk leed te doen, te rug Ruitte. Eene praemie van drieduizend Guldens, reeds 's anderendaags, op het aanbrengen van den Onverlaat, gezet, ïs door niemant getrokken. De Provifioneelè Municipaliteit, in het tydftip der Omwentelinge aangefteld, hadt • haaren zwaarwigtigen Post aanvaard, in het vooruitzigt van fpoedig daar van te zullen ontflagen worden. Van hier dat men, al fpoedig, op middelen was bedagt geweest , om, op de verkiezing der Municipaliteitsleden, nu en in het toekoomende, een vasten voet te beraamen. Ten dien einde hadt men eene algemeene uitnodiging gedaan aan de Burgery, ten einde, door derzelver medewerking, een vast en beftendig Reglement te helpen daarftellen. Eene Com-  XXXII. Boek. Geschiedenissen. 177 Commisfie, daar toe benoemd, hadt zig met de moeite belast, om de ingekoomene Ontwerpen tot één geheel te brengen. Een aanzienlyk getal Project - Reglementen kwam, van tyd tot tyd, in handen dier Commisfie , die, reeds in den aanvang der maand April, haaren moeilyken arbeid hadt voleindigd. Te gelyk met eene Proclamatie, deelden Provifioneelè Reprefentanten het Reglement mede, om, zo dra mogelyk, in werking gebragt te worden. Her beftondt uit vier Hoofdftukken. Het eerfte Hoofdffuk liep over het Stemrecht, en de Vereiscbten, om hetzelve te kunnen uitoefenen; her tweede, over het Committé van Oproepinge en deszelfs Werkzaamheden; het derde, over de Voorftellers , derzelver Getal, Verdichten en Werkzaamheden; en het vierde, over de te verkiezene Leden der Municipaliteit, hun Getal en hunne Vereischten. Niet lang , egter , bleet' dit Reglement in werking, maar werdt, eerlang, van een ander vervangen, gelyk wy, ter bekwaamer plaatze, zuilen vernaaien. Dit niettegenltaande lust het ons, hier een verhaal te geeven van de plegtigheden, met: welke, volgens dit Reglement, de eerfte re-' gelmaatige verkiezing van eene nieuwe Muni- j cipaliteit gefchiedde. Vooraf moeten wy het j volgende aanmerken. Volgens het Reglement moest, door de ftemgeregtigde Burgers der onderfcheidene Wyken, in ieder derzelven, eene Nominatie van twee, en alzo, inovereen- XXII. Stuk. M komst /erkie:irg vaa :ene ieuwe /■un icialiteit.  178 AMSTERDAMS III. Deel. komst met het getal der Wy ken, in 't geheel, van honderdtwintig Perfoonen worden uitgebragt, om door het Committé van Oproeping , beftaande uit vyf Perfoonen, door de Municipaliteit, uit de Burgery, te benoemen, tot een zestigtal, van die de meeste Hemmen hadden, verminderd te worden, die den naam van Voorfiellers zouden draagen. Tegen een bepaalden dag moesten deeze Voorttellers op het Stadhuis ontboden worden, om aldaar, ten overftaan van het Committé van Oproepinge, by het lot, twintig derzelven te verkiezen, om den post van daad' lyke VoorjleUers waar te neemen; die, voorts, in de kamer der Municipaliteit plaats neemen, en dezelve niet zouden mogen verlaaten, voor dac zy eene Nominatie van honderdtwintig perfoonen, tot verkiesbaare Leden der Municipaliteic, zouden hebben uitgebragc; uic welke, eindelyk, door de ftemgeregtigde Burgers, by meerderheid, zestig perfoonen tot daadlyke Leden der Municipaliteit zouden verkoren worden. ^ Op den achttienden van May deezes jaars werdt deeze fchikking, ter verkiezinge van nieuwe Volksvertegenwoordigers der Stad, in agt genomen, met de volgende plegtigheden. De zestig Voorftellers, reeds by tyds, in her Logement het Wapen van Émhden, op den Nieuwendyk, niec verre van den Dam, byeengekoomen, werden,'s middags ten twaalf uuren, door eenige Leden van het Committé van Oproepinge en dat van Algemeene Waakzaamheid, naar het Huis der «795-  XXXÏL Boek. Geschiedenissen. 179 der Gemeente , of het Stadhuis, geleid, voorafgegaan en opgefloten doo~ een Detachement Burger-Grenadiers, onder welken zig Franfche Militairen broederlyk vermengd hadden. Door luide toejuichingen toonde de ontelbaar zamengevloeide menigte, over dit ongewoon verfchynfel, haare goedkeuring. Zo ras de trein in de Kamer der Municipaliteit gekoomen was, maakte men eenen aanvang met de looting; waar na de veertig uitgevallenen , met de zelfde plegtigheden als zy gekoomen waren, naar het Wapen van Embden werden te rug geleid. Thans hoorde men de naamen der twintig daadlyke Voorftellers, onder het geluid van Pauken, Trompetten en andere Speeltuigen, in tegenwoordigheid der Municipaliteit en van het Committé van Oproepinge, aan de Gemeente voorleezen, terwyl de Voorftellers zeiven, voor de Raamen hunner Vergaderplaattè, zig aan den Volke vertoonden , 't welk hun, met een luiddruftig gefchal, toejuichte. Plaatften wy, voorheen, de lyst der perfoonen, welke, ten tyde der Omwentelinge, door het Committé Revolutionair, met goedkeuring der Burgerye, tot Provifioneelè Reprefentanten van het Volk van Amfterdam waren aangefteld , niet onvoegzaam oordeelen wy het, hier de naamen der perfoonen te vermelden, welke, op eene meer geregelde, en met de tegen woordige orde der dingen overeenkoomende wyze, uit den fchoot des Volks, welk zy zouden vertegenwoordigen, hunne _aan> M % ' ftel- 1795-  180 AMSTERDAMS HL Deel. 1795- Lyst van Leden dei Municipaliteit. {telling hadden ontvangen. Zy waren de volgende : Jan Alftorphius, Jacobus d' Amour, Pierre Jean Baptist Charles van der Aa , Elie Angely , Willem Backer , Jan Bernd Bicker, Jan Jacob Bofé , Pieter Brouwer, Jacob van Oosterwyk Bruyn, Cornelis Ignatius Branger, Huybert Baseert, Jean Alexander Botereau, Hendrik ten Broek, Nicolaas van der* Bilt, Daniël Bleecker, Andries Calkoen, J. P. van Wickefoort Crommelin , Hendrik van Castrop, Roberc Daniël Crommelin, Paulus Charlé, Christiaan Cruys, Paulus van Driest, Jaques Degalz , Estienne 1? Espinasfe , Anthony Ebeling, Johan Pieter Farret, Gerrit de Graaf, Theodorus Gulcher , Daniël Hooft Gerritsz., Cornelis van der Hoop Gysbertsz., Pieter van Herzeele , Adrianus 1'eyier van Hall, Herman Hoogewal, Hendrik Daniël van Hoorn, Daniël van Heyst, Pieter Hekman , Dirk van Hinloopen, Adriaan Pompeus van Leyden, Johannes Gerardus Luyken, Elifa Lynflager , Jan Hendrik Meyer Casparusz., August Hendrik de Meiander, Evert de Marre, Matthys Oosters, Jurriaan Ondorp, Hendrik Ogelwight, Jan Fredrik Pontoi, Jacob Anthony de Roth, Hendrik Steenbergen, Nicolaas van Staphorst, Jan Herman Schimmelpenriinck, Matthias Temminck, Abraham Vereul, Jan Mesfchert van Vollenhoven, Abraham Gysbertus Verfter, Jan de Wit, Samuel Iperusz. Wifelius, Hendrik van Wayenburg , Willem Woudman , g» Ambrofius Justus Zubli. Naar-  XXXII. Boek. Geschiedenissen. 181 Naardien, de inrigting der Schutterye, door/de nieuwe orde van zaaken, merkelyke verandering hadt ondergaan , vondt de Municipaliteit geraaden, het Formulier van den Eed, welk, tot nog toe, door dezelve, was afgelegd, by voorraad , en tot dat daar omtrent andere befchikking zou gemaakt worden, in deezer voege te veranderen (o). „ Gy Zweert, alle de Poincten en Arti„- kelen, in de Ordonnantie van de Schutte„ rye vervat, by zo verre, en zo lang de„ zelve nog in gebruik is, te onderhouden „ en na te komen , op, de pcene in dezelve „ Ordonnantie begrepen : en voorts den „ Lande van Holland, deeze goede Stede, „ en de Beftuurders van dezelve, onder „ Uwe Kapiteinen of commandeerende Of„ ficieren, gehouw en getrouw te zyn; dat H gy, waar dezelve U voortrekken, volgen „ zult; deeze goede Stede in haare wettige „ en erkende Rechten , naar uw uiterfte „ vermogen, helpen voorflaan, en derzelvei „ Beftuurders voor alle verraad en kwaad dat gy verneemt, terftond getrouwelyk „ waarfchuwen zult ; dat gy eindelyk uw< „ Medeburgers voor alle geweld en over „ last, mitsgaders tegen alle vyanden de: „ Gemeenen Lands , met Lyf, Goed et „ Bloed, befchermen zult: „ Dat zweer ik" 't Ge (») Men vergelyke met deezen, dus verander den, den Ouden Schutters-Eed, te vinden in d< Befcbryvirig van Amjierdam, door onzen Voorgange t WAG6NAAK, Elfde Stuk, bl. 119 ia Octavo. M 3 1795- Nieuwe Schutterseed. I r  i8a AMSTERDAMS III. Deel. 1795- Vernietiging van Wapenborden , en affchaffingvan Livreyen. 't Gefchiedde op grond der nu ingevoerde en vast gefielde GelykbeU, waar by alle onderfcheiding van rang, tusfchen Burger en Burger, was vernietigd, dat de Municipaliteit, omtrent het einde der maand May, eene Publicatie deedt afkondigen, het ten toon hangen, of voortduurend verwonen der Wapenborden, in de Kerken, betreffende, als mede het draagen van Livreyen, het kenmerk van dienstbaarheid ten toon fpreidende. Het Gebod hieldt in, dat alle Wapenborden of Schilden, welke, als teekens van onderfcheidinge der Geilagten of Familiën, in deezer Stads Gebouwen of Kerken, of elders openlyk , geplaatst waren en ten toon hingen, van daar zouden weggenomen en byeen verzameld worden, ten einde dezelve, onder 't oog der Burgerye, openlyk te verbranden; met dien verftande, nogthans, dat, voor zo verre die Schilden Praalgraven van gefneuvelde Vaderlandfche Helden aankondigden, in de plaats daar van, by ieder derzelven, een Burger-Kroon zou worden opgehangen , met dit Opfchrift: Bataven! in de plaats van een wapenschild, hetwelk de assche van omteert, pronkt 1 hans voor. het dankbaar nageslacht, de onschatbaars burgerkroon. Burgers! maakt u dezelve ook waardig! Niet-  XXXII. Boekgeschiedenissen. 183 Niettemin werdc, aan een iegelyk, de vryheid gegeeven, om de ten toon hangende Wapenfchilden, binnen den tyd van zes weeken , fints bet uitgegeeven bevel, uit de Kerken weg, en tot zich te mogen neemen, op vertoon van bewys van eigendom. Voorts zouden allen en een iegelyk gehouden zyn, de Wapenborden of Schilden, welke gevonden werden op Koetzen en andere Rytuigen, en, in 'c gemeen, alle veifierfels, welke, als kenmerken van Adeldom of Meerderheid, gebezigd werden, msgelyks binnen den tyd van zes wecken, van daar weg te neemen en te vernietigen, op eene boete van honderd guldens. Eindelyk hieldt het Bevelfchrift in, dat alle Livreyen, welke men, tot heden toe, gewoon was, aan de Dienftelingen of Knegts, ter onderfcheidinge , te laaten draagen, daadelyk zouden worden afgefchaft: met dien verftande, dat, hoe zeer een ieder zyne Knegts of Dienftelingen, naar verkiezing, zou mogen kleeden, men nogthans zou gehouden zyn, binnen den tyd van veertien dagen, van derzelver kleedinge te doen atneemen alle teekenen van dienstbaarheid, op eene boete van vyftig guldens, by ieder overtreeding van dit gebod. Heilzaam was het plan, 'c welk, omtrent deezen tyd, ter baane werdt gebragt; het droeg kenmerken van dien yver voor Koophandel en Scheepvaart, door welken de mwooners deezer Stad, als, daarby, onmiddelvk, het grootst belang hebbende, altyd M 4 Plan van een Fonds ten behoeve der Zeelieden.  ï34 AMSTERDAMS III. Defl uitmunteden. Te weeten, op den grondflag, dat verfcheiden lieden, welke, voorheen, de Maandcedulen van het Zeekolk gewoon waren te beleenen, thans niet in (laat waren tot het verfchieten der noodige penningen, zo tot het aankoopen der Zeeplunje, als tot het voldoen der Slaapbaazen , waarvan het gevolg was, dat men thans, aan ervarene Matroozen, groot gebrek had*, kwamen, hierom , de Admiraal j. w. de winter en de Waterfchout h. nobbe op de gedagte, om, by inteekening, een Fonds op te richten, in de eerfte plaats, en voornaamlyk, om de Maandcedulen te beleenen, en vervolgens, indien het Fonds daar toe toereikende moge bevonden worden, om aan hun, welke dienst zouden willen neemen , ook de noodige Zeeplunje te bezorgen. Gunftig werdt deeze inval opgenomen. Binnen den tyd van acht dagen, hadt men, ten gemelden oogmerke, eene fomme van zestienduizend guldens verzameld, en holp men, fpoedig, daar mede, ruim tweehonderd zeevaarende perfoonen, zo ter bekostiginge van hunne ultrustinge, als om aan hunne Slaapbaazen iets te kunnen afbetaalen. Twee Kooplieden, pieter isaac menjolet en jacob van halmael, verbonden zig, in het uitgegeeven Adres aan de welgezinde en vermogende Medeburgers, om de moeke van den ontvangst der penningen op zig te willen neemen; terwyl de bovengenoemde h. nobbe, als de meeste kennis aan het Zeevolk hebbende, da-  XXXII. Boek. Geschiedenissen. 185 dagelyks, op het Zeerecht, tot het beleenen der Maandcedulen, zig zou verledigen. Ter verdere aanmoediging van deelneemeren, behelsde het Plan eene toezegging aan dezelven, om, na aftrek der noodzaaklyke onkosten, zodanig een Interest te zullen uitkeeren, als bevonden zou kunnen worden te gefchieden. Door de ongunst der volgende tyden , heeft men de volvoering-van dit heilzaam Plan moeten laaten fteeken. Veel werdt 'er, ten deezen tyde, gefproken van, en hadt de Municipaliceit, onder haatte menigvuldige werkzaamheid, niet weinig te doen met een Doos met Juweelen, toebehoorende aan dtn Koning van Sardinië, en, onder hec voorgaande Beduur, met toeftemming der Burgemeesteren in der tyd, in Stads Wisfelbank, in bewaaring gefteld; doch die thans werden opgeëischt door de Franfchen, op den grondflag dat de Juweelen de eigendom waren van eene Mogendheid, met welke zy zig in Oorlog bevonden. Provifioneelè Reprefentanten des Volks van Holland werden met deeze zaak gemoeid, die, eer» lang, aan de Municipaliteit onzer Stad, aanfchryving deeden, om, wat 'er van de zaak ware, te dienen van berigt. Dit zal ons ten leiddraad dienen van een beknopt verflag dier veel gerugtmaakende gebeur' tenisfe. Elders hebben wy verhaald, hoe de Franfche Volksvertegenwoordigers, bier te M 5 Lande, /erhaal .vegens ;en Üoo» net Juiveelen?an zyne Sardinittie Majesteit.  i86 AMSTERDAMS UT. Deel, Lande, ook van de Ingezetenen deezer Stad, opgave hadden gevorderd van goederen, welke zy onder zig mogten hebben, toebehoorende aan Mogendheden, met welke de Franfche Republiek thans in oorlog was. 't Was ingevolge daar van,dat renouard en Comp. Kooplieden ter deezer Stede, aan het Committé van Koophandel en Zeevaart, op den dertienden February deezes jaars , eene Verklaaring hadden overgeleverd, behelzende, dat, in de Bank deezer Stad, was berustende een houten Doos, inhoudende • een blikken Trommel, in welken waren verfc heiden Paerlen , Juweelen en Edelgefteenten, voormaals, door Gezwooren Makelaars,, hier ter Stede, gewaardeerd op een Millioen veertienduizend zevenhonderdzesenzeventig guldens, en toebehoorende aan Zyne Majesteit victor amadeus, Koning van Sardinië, Cyprus en Jeruzalem; met by voeging, dat deeze Paerlen, Juweelen en Edelgeffeenten in Stads Bank in bewaaring gefteld waren, om te ftrekken tot een Hypotheek of Onderpand, ten behoeve der Geldfchieteren in zekere Negociatie, door phj.lippe colla, by Procuratie en Volmagc van gemelde Zyne Koninklyke Majesteit van Sardinië, in den voorleeden jaare, ten hunnen Comptoire opgericht. Deeze opgave aldus onder 't oog der Franfche Volksvertegenwoordigers zynde gekomen, hadt ten gevolge, dat dezelve de Doos, met derzelver inhoud, in handen van liommisfarisfen van de Bank deeden in ver- ze.  XXXII.BoEK. Geschiedenissen. i%f zekering ftellen ; wordende , tevens , van deeze fchikking, ftraks kennis gegeeven aan de bovengenoemde Kooplieden. Stil bleef deeze zaak, geduurende etlyke weeken, rot dat de Burger touffait, in de hoedanigheid van Opper-Agent der Franfche Marine in de Vereenigde Nederlanden, aan de Kommisfarisfen van de Bank, een Affcbrifc toezondt van het Befluit der Reprefentanten van het Franfche Volk, waar by de bovengemelde Paerlen, Juweelen en Edelgefteenten werden verklaard, verbeurd te zyn ten voordeele der Franfche Republiek, na aftrek van 't geen bevonden zou worden, wettiglyk daar op te zyn verfchuldigd, op rekening der Negociatie ten behoeve van Zyne Sardinifche Majesteit. Het liep aan tot den elfden May deezes jaars, dat de Burgerd' auoebërt caille zig in de Vergadering der Municipaliteit vervoegde, en aan dezelve het Affchrift van een Befluit der Franfche Volksvertegenwoordigers, gedagteekend in 's Hage, ter hand ftelde, behelzende dat de meergemelde Schat uic de Bank zou genomen worden door den Agent van de Marine; welke, op zyne verantwoordelykheid, binnen den tyd van vierentwintig uuren, dien last zou hebben te volvoeren; ten welken einde, des noods, de Bevelhebbers der Troepen hem de fterke hand en den noodigen byftand zouden moeten leenen. In gefchrifte gaf de Municipaliteit daar op ten antwoord, dat zy zig onbevoegd rekende , om de Doos,  i88 AMSTERDAMS -III. Deel." Doos, met de ingeflotene kostbaarheden, te laaten volgen, zonder dat tevens aan haar werdt üitgeleverd het Ontvangfchrift, 't welk, by het inneemen der Doos, daar van was uitgegeeven. D' audebert caille gaf hier op, aan de Vergadering, tot antwoord , dat hy het aan hem gegeeven bevel der Franfche Reprefentanten, binnen den bepaalden tyd, zou volvoeren, en 's anderendaags zig wederom op het Huis der Gemeente vervoegen, na alvoorens het Ontvangfchrift of Recief, van den SNotaris, onder welken het was berustende, te hebben opgeëischt. In 't eerst weigerde de Notaris de afgifte; doch, toen hy gedreigd werdt, by vooreduurende weigering, door Krygsgeweld in hegtenis te zullen gefteld worden, voldeedt hy aan den eisch. Thans ontving d' audebert caille, tegen afgifte van het gefchrifc, de kostbaare Doos , uit handen van Kommisfarisfen der Bank; die, kort daar op, aan de Municipaliteit berigtte, dat hy , door de zelfde Gezwooren Makelaars, welke , voorheen , deeze Paerlen, Juweelen en Edelgefteenten gewaardeerd hadden, van de geheele verzameling hadt laaten afzonderen eene hoeveelheid, bedraagende de waarde van tweemaalhonderdduizend guldens, om op nieuw in de Bank te worden gebragt, tot zekerheid voor de weezenlyk in de Negociatie opgefchootene penningen ; met nevensgevoegd verzoek j dat de Kommisfarisfen van de Bank, tot het aanneemen van dezelve, mog- *795.  XXXII. Boek. Gesch iedf.nissen. 189 mogten gelast worden. Doch de Municipaliteic, niet kunnende goedvinden aan deezen eisch te voldoen , zonder hooger last, zondt, des wegen, eene Misfive aan de Provifioneelè Reprefentanten des Volks van Hollandj die, ftraks daar op , tot het aanneemen in de Bank van den meergemelden Schat, vryheid verleenden. Te laat, nogthans, kwam deeze toeftemming. Want, Op eene Misfive der Municipaliteit aan den Agent touffait, ontving dezelve tot befcheid, dat de Edelgefteenten reeds verzonden waren. ■ Vólgens eene nieuwe fchikking, zouden , voortaan, des Zondags, na elf uuren, des Zomers, eh na half twaalf uuren, des Winters, alle Huwelyken, binnen deeze Stad aan te gaan, moetéh ingezegend worden, Voor het Committé van Justitie, of voor één of meer daar toe gelastigde Leden van hetzelve. Voorts zouden, van nü af aan, door het Committé van Justitie, behoorlyke Extracten uit de Trouw - Registers moeten gegeeven worden, door een Lid van dat Committé geteekend, als zullende geene andere, dan de zulke, voor een voldoend bewys ,*s dat een Huwelyk voltrokken is , in Regten mogen gelden. De Geboden zouden, wyders,des Saturdags, van de Puye van het Huis der Gemeente, worden afgekondigd, en de Afkondigingen daar van, na het doen van ieder derzelver, van tyd tot tyd , op de byzondere, daai toe, voor het Huis der Gemeente, gefielde Bor- Veranderde fchikking omtrent de Huwelyks Zaaken.  iqo AMSTERDAMS III. Deel. 1795- Berigt wegens de Beleenbank Borden, worden aangefchreeven. Eindelyk behelsde nog de nieuw beraamde fchikking, dat, terwyl, van nu af aan, hec in onder* trouw neemen en aanceekenen van allen, door hec Commicté van Justicie zou moeten gefchieden, en hec, diensvolgens, zeer onregelmaacig zyn zoude, dac de gefchillen, welke, met betrekking tot de Huwelykfche zaaken , zouden mogen ontftaan, nog voor een ander Collegie zouden moeten dienen en beflisc worden , alle zodanige gefchillen aan hec Commicté van Justitie, of wel aan eene Commisfie uit hetzelve, zouden moeten voorgedraagen, en aldaar afgedaan worden. Voorts wierdt nog befloten en vastgefteld, aan de zodanigen, welke mogten verkiezen,. op buitengewoone dagen in het huwelyk te worden ingezegend, daar toe verlof te geeven, mits, in dat geval, ten behoeve van Stads Kas, bei aaiende : In de eerfte Klasfe f 150 - o - o In de tweede Klasfe 100-0-0 In de derde Klasfe 75-0-0 In de vierde Klasfe 50-0-0 Eene inrigting, hoewel de Ingezetenen der Provincie Holland in 't algemeen betreffende, voor zo veel, nogthans, dezelve ' hier ter Stede haare werkzaamheden uitoeffende, vordert, dat wy van dezelve verflag doen. 'c Is de Algemeens Beleenbank van Holland, waar van wy zullen fpreeken. Dezelve was haaren oorfprong verfchuldigd aan de  XXXII. Boek. Geschiedenissen. 191 de Geldheffing , in de maand Maart deezes jaars lütgefchreeven. In de Publicatie, de oprichting en de natuur van de Beleenbank aankondigende, gaven Provifioneelè Reprefentanten van het Volk van Holland te verftaan, hoe zy in overleg hadden genomen een aan hun voorgeflagen middel, om de zodanigen, welker Bezittingen , grootendeels, beftonden in Effekten, of in Goederen, welke, in de tegenwoordige omftandigheden des tyds, niet dan met zwaar verlies, te gelde konden gemaakt worden, in ftaat te ftellen, om in de Geldheffing hun aandeel, of een gedeelte daar van, te kunnen opbrengen, zonder daar toe, met aanmerkelyke fchade, zig van gereede penningen te voorzien , en teffens zonder dat daar door, van 's Lands wege, de omloop van Recepisfen, Promesfen, Adfignaaten of andere Papieren - Munt werdt vermeerderd, waar van de nadeeligheid, in een koophandel dryvend Land, maar al te duidelyk in het oog liep; en dat zy, uit aanmerking van dit alles, na rype overweeging, geen gefchikter middel hadden gevonden , dan de oprichting van eene algemeene Bank van Beleening, voor de geheele Provincie van Holland. Ondienst oordeelen wy onzen Leezeren niet te zullen doen , met de vermelding van het Plan eener Inrichting, welke, hoe zeer ook, in zommige opzigten, aan bedenkelykheid onderhevig, nogthans, wat de uitwerking daar van betreft, aan veele Ingezetenen, tot een dienftig red- mid- K9S>  ios AMSTERDAMS III. Deel; 1795 . midVel, in hunne verlegenheid om gereede penningen, verftrekte. By het Befluit van Provifioneelè Reprefentanten van het Volk van Holland werdt dan vastgefteld: 1. Dat ten dienfte van alle Ingezetenen, zonder onderfcheid, waar ter plaatfe binnen deze Provintie wonende, zal worden opgericht eene Generaale Bank van Beleening , welke haare refidentie en Comptoir : zal houden binnen Amfterdam. 2. Dat dezelve zal worden geopend, op den i July 1795 , en niet langer duuren, dan drie agter een volgende Jaaren, en dus tot 1 July 1798. 3. Dat dezelve zal worden beftuurd door zes Commisfarisfen, die binnen de Stad Amfterdam hunne vaste woning zullen moeten hebben, of neemen, en door ons van Commisfie en Inftrufiie voorzien, en gekozen zullen worden uit een dubbeltal, het welk door den Municipaalen Raad van Amfterdam genomineerd en aan ons voorgefteld zal worden, gelyk de vervulling der door affterven , of andere oorzaaken , openvallende plaatfen, op de zelfde wyze zal gefchieden. 4. Dat die Commisfarisfen en derzelver Succesieurs, in de Vergadering van ons, of van onze Succesfeuren, zullen Eed doen, van zich in dien Post getrouw te gedragen , en eene flipte geheimhouding te betrachten. 5. Dat ieder van dezelve zes Commisfarisfen , voor de behoorlyke waarneming dier directie en adminiftratie, zal genieten een vast  XXXII. Boek. Geschiedenissen. 103 Traclement van drie duizend guldens ia hec Jaar, zonder iets meer, onder welke benaming het zy, ce mogen berekenen. 6. Dac dezelve zullen aanftellen zoo veele Secretarisfen, Boekhouders en verdere Be. dienden, als wy , op hunlieder voordragt, zullen noodig oordeelen; en wier InftruéHe en Salarisfen door dezelve Commisfarisfen oncworpen en geproponeerd, doch door ons vasrgefteld zullen worden, zoo als wy vermeenen zullen ce behooren. —- Op welke Inftruélien die Secretarisfen, Boekhouders en Bedienden by den MunicipaalenRaad der Stad Amfterdam zullen worden beledigd. 7. Dat in deze Beleen - Bank ten onderpand aangenomen zullen worden: Obligatien, 1 Ten lasce de Scaacen vanHoILosrencen - land en West- Brieven , Der- I vriesland, tig - Jaarige * ■■ "~" - Gelderland. Renten , en - ■ -—- Zeeland, ^eaccepteer- ■ Utrecht, de WisfeU ■■ Friesland, brieven. J ■ ■ Over-Ysfel. ■■ 111 ">•*>> • •• Scad enLan« de van Groningen. fchap Dren* the. '2 —mmm, , „■, de S taaten Generaal der Vereenigde Nederlanden. XXII. Stuk. N Ten  194 AMSTERDAMS III. Deel. Ten laste van eenige byzondere Steden , Plaatzen of Diftriélen, binnen de Zeven Pro» vintien en Generaliteits - Landen gelegen. Obligatien f Ten laste van de Generaale eiiWisfel-< Geoftroyeerde Nederlandfche brieven, \ Oost - Indifche Compagnie, voor zoo veel dezelve door de Staaten - Generaal, of van byzondere Provintiën, het zy voor Capitaal of Interesfen, zyn geguarandeerd of geaccepteerd. Obligatien ten laste van een der Collegien van de Admiraliteit. 'm. ten laste van het Fonds van het Last- en Veilgeld. ■ ■ ■ ■ ten laste van Vrankryk, onder guarantie van de Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden. Zoodanige Obligatien ten laste van die en andere Buitenlandfche Mogendheden, of Corporatiën — Actiën in de publieke Fondfen van andere Naden — als ook Aclen van Aandeel in Negociatiën, op Obligatien, roerende of onroerende Goederen van Buitenlandfche Mogendheden en Corporatiën, -als ter Beurze van Amfterdam eene geaccrediteerde waarde hebben. Kus- 1795-  XXXII. Boek. Geschiedenissen. 195 Kustingen,"j Naar de locaale Rechten, het Schepen- I eerfte fpeciaal verband gekennisfen, I vende, op onroerende GoeSchuidbrie- ? deren, binnen de Provincie ven, Rente- van Holland gelegen, brieven, of andere Hypothecatiën. Aftien in Maatfchappyen, Compagrien, ©f Sociëteiten van Asfurantien , en Beleeningen, binnen de Vereenigde Nederlanden, op publieke authoriteit fubfifteerende, en een gevestigd Crediet hebbende. Voorts alle onroerende Goederen, binnen deze Provintie gelegen, als Landeryen, Huizen, Pakhuizen, Molens, Gebouwen tot Fabrieken of Trafiken dienende, Bouwwoningen , enz. mids zynde Vry en Onbelast , of immers niet boven een derde van derzelver getauxeerde waarde met eenig legaal of fpeciaal verband bezwaard. En eindelyk alle Koopmanfchappen, Goederenen Fabriekwaaren,welke eene Courante waarde hebben, en niet aan een moeyelyk te ontdekken, of fpoedig toenemend, bederf onderhevig zyn. Wordende dierhalve door ons by dezen wel expresfelyk uitgefloten alle gemaakte of gefleepen Juweelen, en Kleinodiën, midsgaders alle Graanen, Ryst, Gierst, en andere Levensmiddelen. 8. Dat echter onze meening niet is, met de fpecifique optellinge der Ejfecten en GoeN £ derés  I7P5- i©6 AMSTERDAMS III. Deel. deren in het voorfz. 7de Artikel vervat, zoodanige andere zoorten van Effeften of Goederen, welke daarinne zyn geömitteerd, volflrekt uit te fluiten, maar alleen om de Commisfarisfen van de Bank, zoo min mooglyk, aan. verfchillen of dubieteiten bloot te ftellen; terwyl wy een ieder, die andere Effecten , in het 7de Artikel niet gementioneerd, zoude willen beleenen , vrylaaten zich by Requeste aan ons te ad-, dresfeeren ten einde Commisfarisfen van de Bank tot zodanige Beleening f^ciaal worden geauthorifeerd; waar op wy dan, na ingenomen confideRtriën van dezelve Commisfarisfen, en advis van ons Committé van Finantie, zullen disponeeren, zoo als wy zullen bevinden tebehooren; gelyk wy mede aan ons referveeren, om by merkelyke verandering in de omftandigheden van deeze of geene Fondfen, of Plaatfen, zommige der effecten of goederen, in het voorfz. 7 Art. geëxpresfeerd, voor het vervolg onbeleenbaar in de voorfz. Bank te verklaa- W% Dat een ieder, die eenige Effecten of Goederen in de voorfz. Beleeningbank wil verpanden, daar toe zich voor af, en ten zynen kosten, moet voorzien van de volgende befcheiden , als: 1. Ten opzichte van Obligatien op naar» {taande, een Declaratoir van een geadmitteerd Notaris, op den Eed by den aanvang zyner Bediening gedaan, met een gecacherieerde draad aan de bewyzen vin fucfesfiven Ei-  XXXII. Boek.Geschiedenissen, 197 Eigendom gehegt, dat hy die geannexeerde Stukken heeft geëxamineerd , en zo voldoende gevonden, dat hy den Perfoon van N N ter goede trouwe bevoegd oordeelt, om die Effecten valideiyk te kunnen verkopen of verpanden. 2. Ten opzichte van de evengemelde, en alle andere Obligatien of Effecten, weh ke in Art 7 zyn beleenbaar gefteld, een Acte van tauxatie van derzelver waarde, door een geadmitteerd Makelaar, mede op den Eed, by den aanvang zyner Bedieninge gedaan, geteekend. 3. Ten opzichte van onroerende Goederen , een Declaratoir van den Secretaris der Plaats, waar dezelve gelegen zyn, gehecht aan den Iaat den Transport - Brief, en hehekende, op den Eed by de aanvaarding zyner Bediening gedaan, dat de P rfoon, in dien Brief gemeld, nog bekend ftaat, als de eenige Eigenaar van dat Perceel, en dat hec zelve is vry en onbelast, of niet meer belast, dan met eene fomma van ƒ Mitsgaders een Acte van beëedigde Tauxateurs, behelzende, dac zy de daar in omfchreven Gebouwen of Landen hebben bezichtigd, en waardig keuren eene fomma van f 1 Welke Tauxateurs door de refpective Muricipaüreicen zullen worden aangefteld, en verpligt zullen zyn, ten allen tyde, op Requifuie van Commisfarisfen der Beleenbank, de goede trouw hunner gedaane N 3 tauxa- 1795-  1^3 A M S TERD AMS III. Deel. •795' tauxatie te doen blyken, door aan zoodanige Perfoon of Perfoonen, als Commisfarisfen ten dien einde in loco zullen willen zenden, de Perceelen aan te wyzen, en de gronden of redenen hunner gedaane berekening en tauxatie open te leggen. 4. En eindelyk ren opzichte van die Koopmaafchappen en Fabriekwaaren, welke in Art. 7. als beleenbaar zyn opgenoemd, een declaratoir van een geadmitteerd Makelaar, in elk fpeciaal Artikel handelende, op den Eed by den aanvang zyner Bediening gedaan, behelzende den juisten prys , tot welken die Koopmanfchappen of Fabriekwaaren te dier tyd verkopelyk zyn. Midsgaders een bewys, dat dezelve zoo langen tyd in de bezitting van den Verpander geweest zyn, als volgens de locale Rechten der Plaatfèn, waar die Goederen of Koopmanfchappen zyn liggende en berustende, vereischc word, om dezelve niet meer fiibject te doen zyn aan revindicatie of reclame. Zullende wyders de Verpander dier Goederen of Koopmanfchappen dezelve aan iemand, door Commisfarisfen daar toe gefteld, moeten aanwyzen ca overgeven, in een afzonderlyk Pakhuis te Amfterdam,.te Rotterdam of te Dordrecht, ( naar eene van welke Kooplieden de Verpande, zoo hy elders woont, de Goederen, die hy wil verpanden, ten zynen koste zal moeten doen overbrengen,) en van welk Pakhuis hy de Huur  XXXII. Boek.Geschiedenissen. 199 Huur ten naame van Commisfarisfen der Beleenbank zal doen ftellen of overteekenen, en het bewys daar van, met de Sleutels, in handen ftellen van Commisfarisfen te Amfterdam, of van de Municipaliteit van Rotterdam of Dordrecht refpective, en daar van een bewys aan Commisfarisfen leveren. Voor alle welke voorfz. Declaratoiren en Aften van tauxatie ( die wy by, dezen vry ftellen van 's Lands Recht of Impost op het klein Zegel ) de voorfz. Notarislèn, Secretarisfen", Tauxateurs en Makelaars refpecfive, te famen niet meer zullen raoden berekenen j dan een gulden van het duizend, en minder fommen naar advenant. En zullen, boven al het geen in dezen Artikel is gerequireerd, Commisfarisfen, zulks goedvindende, ook nog mogen vorderen, zoo ten opzichte van Gebouwen, als van Koopmanfchappen en Fabriekwaaren, een policie voor Brandfcha» de, door geaccrediteerde Asfuradeurs binnen deze Provincie geteekend, tot zoodanige fomme, als de Verpander begeert op te nemen, en waar van hy de Prcemie en het zegel zal moeten betaalen. 10. Dat voornoemde Commisfarisfen van hunne zyde, en ten koste van de Bank, op een Tra&ement of Daggeld, zullen aanftellen een of meer Notarisfen en Makelaars, die dagelyks, als, en zoo lang, de Bank open is, in dezelve, of in een Annex-CompN 4 toir, 1795.  200 AMSTERDAMSr III. Deel. 1795- töir, zullen prefent zyn, en aan welke een ieder , die eenige Effecten of Goederen in de Bank wil verpanden, zal moeten overgeven de Declaratoiren en Aften van tauxatie in Art. 9. vermeld, om door dezelve geëxamineerd, en van hunne bevinding aan Commisfarisfen rapport gedaan te worden. 11. Dat, wanneer de Notaris of Makelaar, door Commisfarisfen geëmployeerd, de Declaratoiren of Aften van Tauxatie, door den Verpander overgegeven, niet goedkeurt, Commisfarisfen daar over zullen oordeelen, en des noods eene herziening of nadere prifeering van een derden Notaris of Makelaar mogen vorderen, die in dat geval door de Municipaliteit benoemd, en geloond zal worden door den Verpander, indien deszelfs geëxhibeerde Declaratoir of tauxatie afgekeurd, of door de Bank, indien de qusestieufe Afte goedge. keurd word. 12. Dat, na goedkeuring van de overgegeven befcheiden, de Eigenaar in Perfoon, of door een by fpeciale Procuratie daar toe Gemagtigde, voor een van de Notarisfen van de Bank, voor zoo veel alle Effecten en roerende Goederen aangaat, en wegens onroerend Goed vóór de Gerechten, daar hetzelve gelegen is, zal moeten pasfeeren eene Afte van beleening, volgends een daar toe gearresteerd en hier agter gevoegd Formulier, waar van nooit afgegaan zal mogen worden, tot zodanige fomniè, als  XXXII. Boek. Geschiedenissen, aoi als hy op dat Onderpand begeert op te nemen, mits niet hoogerdan £ of 80 per cent ■van de volle onbelaste waarde der beleende Effecten, of Goederen, en ten opzichte van onroerende Goederen, welke voor één derde of minder van derzelver getauxeerde waarde, by Kusting of Schepenenkennis, zyn gehypothequeerd, niet hooger dan tot zodanige fomme, welke met de daar op reeds gevestigde fchuld te zamen 80 per cent uitmaakt, invoege "er altyd een overfchot van ten minsten 20 per cent vry en onbelast moet blyven; welke voorfchr. Acten van beleening en fpeciale procuratien wy by de* zen mede bevryden van 's Lands klein Zegel, als mede, ten opzichte der vaste Goederen , van den XL Penning, die daar van anders aan den Lande verfchuldigd zoude zyn. r3. Dat, tegen overgifte der in Art. o; en 12 gemelde befcheiden en Acte van beleening, Commisfarisfen aan den Verpander zullen ter hand ftellen twee onderfcheidene Documenten, naamlyk: i. hen door het meerdertal van hun onderteekend Renverfaal ( volgends het Formulier hier achter gevoegd ) behelzende eene behoorlyke omfchryving der door hem in de Bank verpande Effecten, of Goederen, met fpecificatie der bewyzen van Eigendom , door hem daarby overgegeven. — Welk Renverfaal hem alléén zal dienen, om daarop by de natemelden aflos * fing zyne beleende Effecten, of Goederen, N 5 terug  soa AMSTERDAMS III. Deel. terug te kunnen vorderen, doch op geenerlei wyze geheel of gedeeltelyk veikogt, of aan een ander beleend, of geaffecteerd zalkutvnen of mogen worden, direct noch indirect, terwyl op al zulke handelingen, welke wy by dezen nul en van onwaarde verklaaren, nimmer by eenig Rechter 'vajudicando zal mogen worden reguard genomen, of recht gedaan. a. Een als voren geteekend Bank - Billet , volgends het agter deze Publicatie gefielde Formulier, béhelzende de fom, welke de Verpander heeft opgenomen, of wel zoo veele Bank-Billetten, als de Verpander begeert, te famen de geheele door hem opgenomene fom uitmakende, mids niet kleiner dan één honderd guldens, en zoo veel mogelyk van effene en ronde fommen, welke Bank- Billetten door den Verpander, of ook door anderen, aan wien hy die zal willen overdoen, in voldoening of" vermindering van deszelfs verfchuldigd aandeel in de groote Geldheffing , door ons te arresteeren, zullen kunnen worden gefourneerd, doch tot geen ander , hoegenaamd , gebruik zullen mogen dienen. 14. Dat het montant der in het voorig Artikel gemelde Bank - Billetten, als eeniglyk tot fournisfement aan den Lande dienende, in de Boeken der Bank zal worden gefteld op de Creditzyde eener generale Rekening, ten naame van ons Committé van Financie, 't welk daar over van tyd tot tyd zal disponeeren , door aan 's Lands- Crediteuren af te  XXXII. Boek. Geschiedenissen. 203 te geven Adfignatiën op de Beleenbank, volgens bet hier achter gevoegde Formulier; uit krachte, en op vertoon en overgifte van welke Adfignatiën, de daarin geordonneerde fom van de Rekening van het Committé afgefchreven, en overgebragt zal worden op een Rekening, ten naame van den daar mede betaalden *s Lands Crediteur, of van zodanig ander Perfoon, een Rekening in de Bank hebbende, of verkiezende te hebben, als hy voor die eerftemaal fchriftelyk onder de voorfchr. Adlignatie, met ondertekening zyner gewoone Signature, zal opgeven. — Zullende buiten dien de evengemelde Adfignatiën nimmer geëndosfeerd of op eenigerlei wyze verhandeld of in rouleering gebragt mogen worden, en de dispofitie over dit Bankgeld nooit anders mogen gefchieden, dan by af- en aanfchryving of overboeking, op dezelfde manier, als in de Wisfelbank der Stad Amfterdam plaats heeft. 15. Dat hec evengemelde Bankgeld tot allerlei betalingen zal kunnen worden geëmployeerd, zelfs voor het geen ieder Particulier aan den Lande zal zyn verfchuldigd; ftaande hec een ieder vry, zodanige fom, als hy aan den Lande moec opbrengen of voldoen, van zyne Rekening in de Beleenbank ce doen affchryven, en ftellen op rekening van den 's Lands Ontfanger, aan wien hy dezelve betalinge moet doen, raids ten zynen privé kosten daar van een bewys ligtende, en aan dien Ontfanger ex* hi. 1795»  204 AMSTERDAMS III. Deel; hibeerende, die alsdan gehouden zal zyn het zelve aan te nemen, en daar tegen Quitantie van het verfchuldigde te extradeeren. 16. Dac voorfchr. beleeningen zuilen mogen gefchieden voor zo langen of korten tyd als de Verpander zal verkiezen; die ten allen tyde, mids ten minde drie dagen bevorens kenlyke opzegging aan Commisfarisfen doende, het opgenomen Capitaal, hec zy geheel of gedeelcdyk, tegen reftiturie, zoo zulks doenïyk is van een gelyk aandeel zyner beleende bffedlen, of Goederen, zal moaen aflosten, het zy in Specie, of door affchryving van Bankgeld, als in hec voorgaande 15 Are; is gemeld; des dac alle beleeningen zullen moecen aflopen «iterlyk op of met den laatlten Juny 17^8, dewyl onze intentie is, volgends Art. 2., de voorfchr. Bank op dien tyd te doen cesfeeren. 17. Dat elk Verpander, zoo lang zyne beleening duurt, zal moeten betalen vier per Cent Interesfen per jaar, in te gaan van dato van het pasfeeren of overgeven zyner Afte van beleening, en het daar tegens aan hem geëxtraheerde Renverfaal, tot den dag der aflosfing toe, en welke, zoo de beleenïhg langer dan één jaar duurt, binnen één maand na de expiratie van elk jaar in comptant geld zullen móeten voldaan worden, op peene van één pro Cento augmentatie voor eiken maand langer dilay, of uitftel; waar tegen de Verpander zal genieten de Interesfen of 17P5-  XaXII. Boek. Geschiedenissen. 205 01 Renten, np zyne verpmdeEfFect.n inmiddels verfchynende; mids hy, op of na de vervaldagen derzelve, de Commisfarisfen by Notitie daar van «erwittige; die alsdan de vervallen Coupons tegen behoorlyk recief aan hem, binnen drie dagen, zullen afgeven, en op de Effecten, waar by geen Coupons gevoegd zyn, door vertrouwde Perfoonen de Interesfen doen ontvangen, en dezelve, na aftrek der op dien ontvang gevallene kleine onkosten, in Specie aan den Verpander, tegen Quitantie, zullen voldoen. ' i8. Dat een ieder, die eenig Bankgeld, volgends.Art. 14, op zyne Rekening heeft, daar van zal. genieten een Interest van drie per ctnt per jaar, te rekenen by den dag af, dat elke post op zyne Rekening is aan- of afgefchreeven, waar van hy telken "half jaare eene nota zal opmaken en aan Commisfarisfen inleveren, welks montant, accoord bevonden zynde, aan hem in contant geld zal worden voldaan. 19. Dat uit den meerderen Interest, dien de Verpanders,volgends Art. 17. zullen betalen, boven het geen, volgends Art. 18 ,aan de Crediteuren van het Bankgeld uitgekeerd zal moeten worden, de Tnntamenten der Commisfarisfen en Bedienden, en verdere kosten dezer Beleenbank, zullen worden gevonden, en het overfchot, by de finaale hquidatie der Bank, door Commisfarisfen aar de Finantie van Holland verantwoord ; .welke daar tegen, indien 'er önvermoedelyk een 1795*  so6 AMSTERDAMS III. Dm. 1795. een nadeelig faldo mogt zyn, het zelve zal goeddoen, en de Commisfarisfen finalyk qui. teeren en dechargeeren. 20. Dat om alle fchade, zoo voor de Eigenaars der verpande Goederen en Effecten, als voor de Bank, te verhoeden, Commisfarisfen verplicht zullen zyn, een naauwkeurig toezicht te houden op de beleende Effecten, en die in welgeflotene en zo veel mooglyk voor brand geprecaveerde Kasfen of Kisten te conferveeren; , gelyk mede van tyd tot tyd te doen infpecteeren de Goederen, in Pakhuizen of op Zolders liggende — en, wanneer daar aan eenig bederf ontdekt of gevreesd vord, de Eigenaars te doen waarfchouwen, ten einde in 't gemeen overleg daarin werde voorzien; — als mede te letten op de daaling der Marktprys van de beleende Effecten en Koopmanfchappen, en, zo dra zy bevinden, dateenig foort van Effecten of Goederen tien per cent beneden de waarde, waar op die by de beleening getauxeerd waren, gedaald is, de Verpanders te doen aanzeggen, om binnen agt dagen een fur* plus van tien per cent in dezelfde of andere folide Effecten of Goederen te fournee» ren, ofte wel gelyke tien per cent van het opgenomen Capitaal in Contanten of in Bankgeld af te losfen; waar voor echter in dat geval geen gedeelte der beleende Effecten , of Goederen, gerestitueerd zal worden. ai. Dat, ingeval de Verpander in gebr*. ke  XXXII. Boek. Geschiedenissen. 207 ke blyfc. de alzoo gevorderde furplufen te voldoen, of ook de geheele beleening ten vervaldage af te losfen , Commisfarisfen bevoegd en verpligt zullen zyn, de daar voor verpande Effecten of Goederen publiek te doen verkopen, even als in andere gewoone beleeningen gebruikelyk is, zonder dat daar toe eenige nadere authorifarie, veel min Procedures, nodig zullen zyn; blyvende de Verpander verbonden, omme, in cas zyne aldus verkogte Effecten of Goederen het opgenomen Capitaal, met de daar op verlopen Interesfen en de gevallen onkosten, niet hadden opgebragt, het te kort komende aan Commisfarisfen te voldoen, die daarentegen het meerder provenu aan hem in gereeden gelde, tegen reftitutie en Quitantie van het hem gegeeven Renverfaal, zullen excradeeren. . 22. Dat Commisfarisfen , ten einde over hunheder bewind en adminiftratie, en over den waaren ftaat deezer Beleenbank, ten allen tyde, zal kunnen worden geoordeeld, en daar door deszelfs Credit te beter gevestigd moge worden, gehouden zullen zyn, in de maanden January en July van elk jaar, aan het Committé van Financie in te zenden eene juiste opgave van het beloop der gedaane beleeningen, en der aflosfingen, met eene balance door henlie-» den geteekend, en met eene verklaring van echtheid, op derzelver gedaauen eed gefterkc. Waar van door dat Committé, na eene  ao8 AMSTERDAMS III. Deel; W5. eene attente examinatie, rapport aan onz* Vergadering zal worden gedaan. 23. En eindelyk, dat, om deze Beleening-Bank nog meerder te favorifeeren, de Erfgenaamen der Verpanders zullen bevryd zyn, gelyk wy hen by dezen ontheffen, van de betaling van 's Lands Recht op de Collateraale Succesfien, wegens de nog onafgeloste fommen, op de beleende Effecten opgenomen; zullende zy alleenlyk verplicht zyn, om van het meerdere, dat die Effecten, boven de daar- op nog verfchuldigde fomma, bedragen öf waardig zyn, refpeotive den X, XV, of XX. Penning te voldoen. 24. Referveerende wy voor het overige aan ons, of die geenen, die ons in de wettige reprjefentatie van den Volke van Holland zullen fuccederen , om ten allen tyde zoodanige maatregelen, tot verdere beneficeering en in ftandhouding van het Credit dezer Beleen - Bank, te beramen , en vast te ftellen, als wy, of zy, ter bereiking van het heilzaam oogmerk, dat wy ons daar mede ten nutte van den Lande, en ten gerieve der goede Ingezetenen van dien, hebben voorgefteld, zullen oordeelen te behooren. . En op dat deezè tot ieders kennisfe kome,. zal hier van Publicatie en affixie gefchieden, alomme, waar zulks gebruikelyk is. Aldus gedaan in den Hage, onder het klein Zegel van den Lande, den 14 Mey 1795. Formulier  XXXII. Boek. G e s c hi e d e n i s s e n. ?do" Formulier van de Acten van Beleening Art. 12 gemeld. Huiden ..... Compareerde voor , . ; " de'Burger A. . 5 , , vvoonende te ... . en verklaarde (in zyn privé, of als fpecialen last en volmacht tot het pasfeeren dezer hebbende van B. .... volgends Acte door denzelven B. op den . . . . voor gepasfeerd, en aen dezen geannexeerd) van Commisfarisfen der generaale Hollandfche Beleenbank te Amfterdam te hebben ontfahgen de waarde van «... guldens , in . . . . on« cerfcheiden Bank-Billetten , dienende om 'in de groote Provinciaale Geldheffing geëm-":' ploijeerd , en ten dien einde aan 's Lands 1 Ontfangers overgebragt, te worden. Welke fomme van .... de Com* paranc beloofd heeft aan de voorfz. Commisfarisfen op te brengen en te voldoen, het zy in Contanten, of in Bankgeld, uiterlyk voor of op den laatften Juny 1798, en daar van inmiddels telken jaare te betaalen intrest te» gen vier per cent 's jaars: des dat hec hem vry zal ftaan, de aflosfing ten allen tyde geheel of gedeeltelyk te doen; mids daar van agc dagen bevorens ter voorfz. BeleenBank kenlyke opzegging doende, in welk geval de interesfen per dag zullen worden afgerekend. En verklaarde de Comparanc, voor de voorfz. capitaale fomme en interesfen te XXII. Stuk, Q ver« •795'  si o AMSTERDAMS 1IL Deel; J79S- NB. Ten opzichte van onroerende Goederen , moeten de onderhaaidewoorden uitgelaten, enii derzelver plaatre gefteld worden : » Nog fpecialyk te affecteeren en verbinden zyn Huis en Erve, Buitenplaats , Bouwwoning,Landeryen &c. NB. Ten opzichte van onroerend goed, in plaats vai de onder gebaalde regels te pellen: verbinden zyn Pcrfoon, en generaallyk alle zyne Goederen, zoo toekomende als tegenwoordige, zonder uitzondering, die fubmitteerende ten bedwang en execuie al? naar Rechten, ën bovendien als Pand der minne aan mêereemeïde Commisfari.-ien ter hand gefield te "hebben de volgende hfecten of Goederen. Nemende ten zynen laste alle pericul van brand, diefftal, vermindering, bederf, en het ^een verder aan de voorfz. Goede» 'ren zoude kunnen overkomen, van wat natuur hec mogte zyn, zonder dat de voorfchreven Commisfarisfen deswege ietwes te verantwoorden zullen hebben. Ende ingevalle de voorlz. uitecten ui Goederen mogten daalen beneden de tien per cent onder de fomma van ... , waar op dezelve thands door deskundige Tauxateurs zyn geprifeerd, verklaarde hy zich te verbinden, om, op de éérfte aanmaning van Commisfarisfen, aan dezelven hec geheele beloop dier den of neer per cent, iu dezelfde of andere folide Effecten of Goederen, ofte in Contanten, of Bankgeld, te zullen fuppleeren; zullende de Goederen by dezen verpand, of door den Comparant by fuppletie nog te verpanden, niet mogen worden getransporteerd buiten de Stad ...» r;och ook zond'r con* ■font van Commisfarisfen. uit het Pakhuis, of van den Zolder, waar dezelve thans 4 £e'  XXXII. Boek.Geschiedenissen. au geplaatst zyn, zoo lang deze beleening niet geheel en al zal zyn afgedaan, en ten gevolge van dien, de Sleutels aan den Comparant gerejiitueerd. Verklaarende de Comparanc al verder de meergemelde Commiefarisfen te authorilèeren, omme, wanneer hy in gebreke blyfc de verfchenen Interesfen te voldoen, de fuppletie, voorde gedaalde waarde der verpande Goederen, te pr£e!teeren, of de aflosfing by het aflopen dezer beleening te doen, in alle die gevallen, dezelve verpande Goederen , zonder eenige nadere authorifatie of forme van proces, publiek te verkopen, en naar ftyle aan de Kopers te transporteeren en leveren; en aannemende, om, zoo dra hem de Verkoop - Rekening daar van zal zyn vertoond, al het geen dan nog aan het door hem verfchuldigde 'zoude mogen ontbreken, promptelyk aan Commisfarisfen te voldoen, onder verband en fubmisfie als boven; met dien verftande, dat het geen, na aftrek van alle redelyke kosten, bevonden mogte worden nog over te fchieten, aan hem Comparant, tegens reftitutie en Quitantie van het Renverfaal der verpande Effecten of Goederen, in contanten gelde zal worden geëxtradeerd. Formulier van het Renverfaal, Art. 13. gemeld. Commisfarisfen van de generaale Beleenbank, voor de geheele Pjcpvincie van Hol0 a land, -795- „ Nochre crp eenige andere wyze ge* alieneerd of verder belast, dan met expresfe mentie dat dit fpeciaal verband daar op ten behoeve der Beleenbank is gepasfeerd,met regt van preferentievoor alle anderen geen ouder fpeciaal verband hebbende Crediteuren van den Eigenaar.  si» AMSTERDAMS III. Deel. 1795* laad, te Amfterdam opgericht, verklaaren by dezen, dac in dezelve Bank door'A» woonende - "■• by behoorlyke Afte van beleening zyn verpand de volgende Effecten of Goedejen: . ..' gfciX *•— •3' -< !*J tof -v- ■ ■ ' Welke wy ten pericule van den Eigenaar zullen bewaaren, of doen béwaaren, tot de finaale aflosfing der voorfz. beleening, en dan in natura aan hem zullen refticueeren , tegens wederoplevering van dit ons Renverfaal, het welk tot niets anders zal kunnen dienen, en op geenerlei wyze, geheel of gedeelcelyk, verkogc, of aan een ander beleend, of geaffecteerd, mag worden, direct noch indirect; wordende by dezen een ieder gewaarfchouwd, dat alle handelingen met die Renverfaal, door de Reprefentanten van het Volk van Holland, zyn verklaard nul en van onwaarde, invoege daarop by geen Rechter in judicando zalmogen worden reguard genomen of recht gedaan. Actum in Amfterdam den ... . Formulier der Bank • Billet* ten, Artikel 13 vermeld. Commisfarisfen van de generaale Beleenbank, voor de geheele Provincie van Holland, te Amfterdam opgericht, verklaaren by dezen, dat ter zelve Bank door A. . ss opgenomen eene fomma van  XXXÏI. Boekgeschiedenissen. 513 en daar voor aan hem uitgegeven die Billet , om in de groote Geldheffing, door de provifioneelè Repraefenranten van hec Volk van Holland, by Publicatie in dato den . . Mai 1795, gearrefteerd, te worden gefourneerd, zonder dat het zelve tot eenig anaer gebruik, hoegenaamd, mag dienen, of van eenige valeur zal zyn; waar van een ieder by dezen word gewaarfchouwd. ■ Actum in Amfterdam op den , . ; - Formulier der Adfignatiën, Art, 14 gemeld. Het Committé der Provinciaale Finantien van Holland adfigneerc by dezen aan A .. 'in voldoening of mindering van het geen 'hy van den Lande te vorderen had, eene fomma van . . . . in de generale Beleenbank voor deze Provintie te Amfterdam opgericht; zullende de voorfz. Somma, in dezelve Bank, van de Rekening van den Lande afgefchreven en overgebragt moeten worden ten naame van den voornoemden A. of den geenen, öp wiens naam hy dit Bankgeld zal willen doen ftellen; — des dat zulks, metovergiftedezer origineele Adfignatie, ter voorfz. Beleenbank zal moeten worden verzocht, uiterlyk binnen acht dagen na dato dezes; na verloop van we ke deze zal worden gehouden voor vervallen, en van geener waarde. Gedaan in's Hrge op den , . « O 3 Niet 1795.  Alliantie mee Frankryk 214 AMSTERDAMS 81. Dra. Niet lang hielde het aan, van wegen de dringende noodzaaklykheid , of die Plan werdt in daadlyke werking gebragt. Men huurde een daar toe gefchikt Huis, aan de Oosreyde der Keizersgraft, ten Noorden der Heereftraat, en fchreef, met gulden letters, boven den Ingang: algemeens beleenbank voor holland. Ze- dert, egter, bekwam deeze Inrigting eene meerdere uitgebreidheid. Volgens Art. 2. zou dezelve niet langer dan drie jaaren duuren. Doch, na de aanneeming der Conftitutie, werdt men te raade, dat tydperk te verlengen; als mede, de Bank, niec flegts voor de Ingezetenen van Holland , maar voor die der geheele Republiek, te openen. De tegenwoordige benaaming van nationaale beleenbank dient ten kenmerke van die meerdere uitgebreidheid. Ueruimen tya oeicnouwaen uei vecicu, hier te Lande, als twyffelagtig, welk het lot zou worden der Zeven Vereenigde Provinciën, met opzigt tot de Franfche Republiek. Die cwyffcling verdween, toen men, op Zondag , den zeventienden May, uit 's Hage, de verzekerde tyding ontving , dat, in den voorgaanden nacht, tusfehen de Franfche Volksvertegenwoordigers re wbell en sieijes, aan de eene, en de Gevolmagtigden van Hun Hoog Mogende de Seaaten Generaal, p. paulus, w. a. lestevenon, b. mathiastous ei j. l. hubrr", aan de andere zyde, «cnTrac5- 8. En zullen de Leden, welke uic 's Hage : te den def Vergadering, wyders aan elk der Leden afvragen, of dezelven iets te propos neren hebben. Werkzaamheden dezer Vergadering. o. In deze Vergadering zullen benoemd worden de Gedeputeerden in de Vergadering der Reprefentanten van het Volk van Holland , en zulks ten getale van agt uit het ligchaam van deze Vergadering, en de overigen uit de Burgery, te famen ten getale van twaalf Gedeputeerden, of meerder, naar verëisch van zaken; voor welken de creden. dalen mede in deze Vergadering zullen wor* den opgemaakt. 10. In deze Vergadering zullen mede benoemd worden de Leden tot de refpective Committés, als van Algemeen Welzyn, Finantie , Koophandel en Zeevaart,en Waakzaamheid; te weten, in dat van Algemeen Welzyn. • . 17. Finantie. .... 17. Koophandel en Zeevaart. . 17. Waakzaamheid. . . 9. 60. * Zullende 'er altoos naar 's Hage gedepusteerd worden: Uit Algemeen Welzyn. . 3. Finantie. . . 2. Koophandel en Zeevaart. . 2. Waakzaamheid . . 1.  XXXII. Boek. Geschiedenissen. 2*7 te rug komen, wederkeeren in die ftedelyke Committés, waartoe dezelven behooren. 11. In den boezem dezer Vergadering berust de gebiedende magt, blyvende het executive. zo veel mogelyk, by de Committés. Dus behoort inzonderheid tot de werkzaamheden dezer Vergadering, onder anderen : Het maken en doen emaneren van allerhande keuren en ordonnantiën, mitsgaders het uitöeffenen van het hoog bevel over de Burger-militie, en de verdere in ftads eed en dienst (taande gewapende magt; zullende de Prefident dagelyks het Woord geven, ea teffens, by nacht, de custodie hebben van den fleucel der kist, waarin de neutels der gefloten boomen en poorten des avonds op het Huis der Gemeente gedeponeerd worden. ia. In deze Vergadering zullen mede afgedaan worden alle zaken van merkelyke importantie, het zy dezelven direct tot derzelver kennis gebragt worden, het zy door de refpective Committés, of door het na te melden Collegie. 13. Wanneer by den Procureur der Gemeente capitale conclufie tegen misdadigen genomen mogte worden, zal eene Commisfie van twee Leden, uit het midden dezer Vergadering daartoe te benoemen, daarop, benevens den Maire, moeten adviferen; en zal vervolgens het advies door den Maire, Pa aan  aa8 AMSTERDAMS III. Deel; aan 't hoofd van dezelve Commisfie, worden uitgebragt; zullende de Maire wyders gehouden zyn te ftaan over de executie van doodvonnisfen. 14. Deze Vergadering zal ook uit haat midden committeren eenige Leden tot Curatoren van hec Atheneum, mitsgaders van de Lacynfche Schooien, gelyk mede tot Commisfarisfen van den Kruidtuin en Houtvesterye, en zulks, voor de eerftemaal, coc 19 January 1796, en vervolgens voor den tyd van één . jaar. 25. In deze Vergadering zullen mede begeven worden de ambten, volgens de lyst, daarvan te formeren. TWEEDE HOOFDSTUK. Betreffende de generale verpligtingen van de refpective Committés. t. Ieder Committé zal, ordinair, Dingsi dag, Donderdagen Vrydag vergaderen, van des morgens ten 10 uren toe ten minften 13 uren, of zo veel langer als de omftandigheden zouden mogen verëisfchen , het ^een beoordeeld zal worden door den Voorzitter, door ieder Committé in zyn departement te benoemen; zullende de Voorzitter van ieder Committé teftens het vermogen hebben, om het Committé zo dikwyls ex« traördinair te convoceren, als hy zal oordeelen noodig te zyn. 2. De Non - comparanten zullen verbeuren ƒ 6 - : - :, en die een kwartier uurs te laat komen ƒ 3 - : r : beide ter  XXXII. Boek. Geschiedenissen.229 ter dispolïïie van ieder Committé in zyn reguard; ten ware in cas van wettige redenen, waarover, in gevalle van disfenfie, geoordeeld zal worden door de meerderheid, aan wier beftisfing men gehouden zal zyn zich te gedragen. 3. De Voorzitter zal alle zaken voordragen, en zorgen, dat de deliberatien geregeld gehouden worden , mitsgaders de ftemmen opnemen, en de conclufien formeren. 4. Een der Leden, iets hebbende voor te dragen, zal aan den Voorzitter het woord moeten vragen, en, dat verkregen hebbende, zyne voordragt mogen doen; zullende anders niemand voor zyne beurt mogen fpreken, en ook die woordvraging niet mogen gefch'eden, zo lang 'er over eenig point omvrage gefchied, ten zy de voordrage, waartoe men de woordvraging doet, van eenen onmiddelyken invloed zyn mogte op het point , waaromtrent de omvrage gedaan word. 5. By gelegenheid van het ftaken der ftemmen, zal de Voorzitter eene beflisfende ftem hebben. 6. Zullen alles afdoen dat aan hen , het zy door de Vergadering van Reprefentanten, het zy door het na te melden Collegie, ten dien einde zal gerenvoyeerd worden. 7. Zullen gehouden zyn op al het geen verder aan hen, ten fine van advies, gerenvoyeerd zoude mogen worden, ten fpoedigften P 3 doen «795.  a3» AMSTERDAMS III. Deel, 1795. doenlyk, van hetzelve advies fchriftelyk te dienen. • 8. Zullen zorge moeten dragen, dat tegen 11 uren^ wanneer het na te melden Collegie vergaderen zal, uit hun midden zo veel Leden derwaarts worden afgezonden, als hierna Cap. IV. $, 1 zal worden vermeld; en zullen alle dezelve Leden verpligt zyn, om, gedurende hunne 14 daagfche funöie in het na te melden Collegie, ook des Sacurdags, Sondags en Maandags in de Stad te blyven, telkens op verbeurte van vyftig guldens, in gevalle dezelven op één van de drie laatstgemelde dagen abfent zouden mogen zyn; ten ware in cas van wettige redenen, waarover, in cas van disfenfie, geoordeeld zal worden door de meerderheid van het na te melden Collegie, aan welks beflisfing men gehouden zal zyn zich te gedragen; zullende echter van deeze boete vry zyn zodanig Lid, wiens tourbeurt door een' ander' op zich genomen is, mits dat hy, wiens tourbeurt door een' ander' is aangenomen, daarvan kennis geve aan den Voorzitter van zyn Committé, met opgave van den perfoon, die deszelfs beurt op zich genomen heeft; zullende in dat geval de Overnemer van die tourbeurt cafu qua in dezelfde boete gehouden zyn, 9. Zullen refpeérjvelyk van alle hunne verrichtingen behoorfyk verbaal doen houden, en daartoe zo veel clercquen mogen aanftellen, als ieder Committé zal oordeelen noodig te hebben; blyvende de benoeming der  XXXII. Boek. Geschiedënissén. 231 der Secretarisfen aan de volle Vergadering der Reprefentanten op voordragt van de refpective Committés. 10. Wanneer in hec een of ander van de voorfz. Committés zaken mogten voorkomen, welke iemand der Leden van het zelve zouden mogen concerneren, directelyk of indireaelyk, zo in reguarde van hun lieder perfonen, als van hunne vrinden en magen, tot den vierden graad, zullen zy daarin niet mogen adviferen, noch tegenwoordig zyn by het delibereren en befluiten van dien, maar uit de vergaderkamer, gedurende de deliberatiën en het refolveren op zodanige zaken, moeten vertrekken. 11. Zullen voorts ook de magt en het vermogen hebben, om, voor Scads rekening, alle noodwendig vereischce uitgaven te doen, zo tot hec falariëren van een compecent getal van bedienden, en van welker falaris het montant, teffens op hun lieder voordragt, door gemelde Vergadering zal worden bepaald, als tot goedmaking van alle verdere onkosten, en te doene verfchocten; zullende het montanc der telkens in eens' door hen op te geven fommen, aan hen, het zy wekelyks, het zy maandelyks, op fchrifielyke requifitie van den Penningmeester, daartoe, door elk in zyn reguard, uit hun midden te benoemen, van Stads wege, tegens een behoorlyk recepis, op de Thefaurie worden afgegeven; mies dien. aangaande, gelyk mede in het generaal, ö p 4 w§«  232 AMSTERDAMS IÏI. Deel. t79S< wegens alle hunne verrichtingen, verantwoordelyk blyvende aan de volle Vergadering van Reprefentanten. 12. En zullen laatstelyk alle Dingsdagen aan den Prefident van de algemeene Vergadering der Reprefentanten een extract uit hunne notalen, continerende het geen in de voorgaande week door elk in zyn reguard verhandeld is, ter hand ftellen. DERDE HOOFDSTUK. Betreffende de byzondere werkzaamheden van ieder Committé. A. Het Committé van Algemeen Welzyn r. Zal in het algemeen gehouden en verpligt zyn, om, op de naauwkeurigfte wyze doenlyk, zorge te dragen voor de richtige beheering en beftiering van alles, waarby het algemeen welzyn, buiten de vakken, tot andere Commictés, of Kameren, behoorende, belang heeft. 2. Item, om met betrekking tot zadanige onderwerpen van hunne werkzaamheden, waarby de algemeene rust, orde en veiligheid binnen deze ftad , of ook de belangen van koophandel en zeevaart, naar hunne gedachten, zouden mogen geïnteresfeerd zyn, daarvan ten fpoediglten doenlyk aan het Committé van algemeene waakzaamheid, of aan dat van koophandel en zeevaart, kennis te geven, en met dezelve refpe&ivelyk te confereren over de meest bekwame middelen, ten einde alle desörden voor te komen, of in gevalle dezelven reeds plaats  XXXII. Boek. Geschiedenissen. 233 plaats mogten hebben, die ten krachtigften tegen te gaan, en uit den weg te ruimen. 3. In het byzonder zullen de werkzaamheden van dit Committé zich bepalen tot . * De Weeskamer, i ** De Lombard. *** Het opzigt over alle de voorwerpen van leeftocht, als, by voorbeeld, de verzorging van granen in der ftads magazynen, en' van versch water in der ftads regenbakken; gelyk mede over de zetting van het brood, en wat dies meer is. **** En voorts tot al het geen het huishoudelyk beftier der ftad betreft, voor zo verre het eèn en ander niet resforteerc onder het bellier van die Leden, welke de zaken ter Thefaurie Ordinaris zullen waarnemen, als waarvan het famenftel, ten minden voor als nog, in zyn geheel dient te blyven. - Het voorgemeld bellier zal in het byzonder tot onderwerpen hebben: a- Het oppertoevoorzigt over het onderhoud, en, ( behalven het Huis der Gemeente, mitsgaders de gebouwen en werken, waarvan hec oppertoevoorzigt aan het Committé van koophandel en zeevaart is opgedragen, gelyk mede van het Atheneum, de Latynfche Schooien, en den Kruidtuin, het welk aan byzondere daar toe Gecommitteerden gedemandeerd blyfc,) teffens ook over de richtige beheering en beftieiins; van alle ftads gebouwen, godshuizen ■ P 5 •795'  s34 AMSTERDAMS III Deel. en godsdienstige geftichten, mitsgaders die tot bevordering van wetenfchappen en nuttige oefeningen van ftads wege zyn aangelegd, als daar zyn de mindere Schooien en de Anatomie, de ftads Apotheek en het Collegium Medicum fpecialyk daar onder bepreepen; gelyk mede over dezer ftads jagten en jagthavens. b. Het oppertoevoorzigt over-alle openbare markten, mitsgaders over alle gilden van neeringen, handwerken en arbeiders, welken niet tot het departement van den koophandel behooren; mitsgaders over alle andere voorname en andere neeringen, tot geen gilden behoorende, voor zo verre daaromtrent by policicque keuren van ftads wege is voorzien; gaande ten dien opzigte, al waar het noodig zoude mogen zyn, de concert te werk met het Committé van koophandel en zeevaart; even zeer als in het oppertoevoorzigt door dit Committé te houden over de veér-, beurt ren marktfchepen, mitsgaders ( de modderwerken uitgezonderd ) over alle ftads vaartuigen, fchuiten en fchouwen; gelyk mede over de boden, voerlieden, jagers, en afte andere in ftads dienst of werk geëmployeerde perfonen, de wyk - en brandmeesteren fpecialyk daaronder begrepen; en voorts ook over dezer ftads couranten en drukkers; mitsgaders in het generaal over alle perfonen en zaken, waaromtrent het huishoudelyk beftier dezer ftad eenige voorziening zoude mogen veréisfchen, voor zo verre zulks niet gedemandeerd is aan eenige van de andere Committés, of voor  XXXÏLBoek. Geschiedenissen. 235 voor als nog gelaten word by de Thefaurie Ordinaris. c. De zorge, dat alle ftads binnenlandfche bezittingen door de Ambtenaren en verdere bedienden op de best mogelyke wyze worden beheerd en beftierd, gelyk mede voor de handhaving van alle ftads rechten over verfcheiden meiren, polders, dyken, wegen, zandpaden, trekpaden, en vaarten; de tollen en gabellen, mitsgaders de visfcheryen , tot dit een of ander behoorende, fpecialyk daar onder begrepen. d. De zorge voor de richtige uitvoering en naarkoming van alle keuren en ordonnantiën, het huishoudelyk beftier van de ftad betreffende, voor zo verre zulks enkel politiek en huishoudelyk zal zyn, mitsgaders geene relatie hebbende tot de adminiftratie van juftitie; gelyk mede voor zo verre zulks van eene politieke voorziening dependeren kan, voor het maincien van alle de rechten deezer ftad, en van derzelver ingezetenen. e. De oppervoogdyfchap over de ftads armen en godshuizen, mitsgaders hec interponeren van confent aan vrouwen,. jonge dochters, of minderjarigen, om eenige ( die men noemc ) fchepenenbrieven te veriyden. f. Het, ten name van het Committé van algemeen -welzyn, als daartoe door de Reprefentanten van het Folk van Amfterdam gequaliftceerd, doen opmaken , en , met ftads cachet gemuniëerd, mitsgaders door eenen van de Secretarisfen , ter ordonnantie, van bet Committé voorfz, geteekend, doen expe; 1795.  '795 &$6 AMSTERDAMS III. Deel. expediëren en uitgeven van publieke aften, tot dit departement eene fpeciale betrekking hebbende: als, by voorbeeld, gerecbtelyke procuratie» , brieven van voorfcbryving, verzoekbrieven, voor zo verre dezelven niet tot het departement van de juftitie behooren, gezondheids - brieven, burgereélen en aften van admhfie, aclen van legalijatie^ testimonialen. vidimus, affirmatie'n en dok' ëntiën, certificaten, voor zo verre dezelven niec tot het departement van den koophandel en zeevaart, mitsgaders dat van julHtie, behooren; en wat dies meer is. g. Het beoordeelen, mitsgaders in trein doen brengen van nieuwe uitvindingen, voor zo verre het huishoudelyk bellier van de ftad daarby zoude mogen wezen geïnteresfeerd, h. Het verleenen van appointementen tot jn het openbaar te doene verkoopingen van inboedels , meubilaire goederen, huizen , landeryen en effecten, voor zo verre dezelven ten dien opzichte noodig zyn, en niet zyn van het departement van het committé van juftitie. i. Het af- en aanftellen van alle Officianten en Bedienden, welke tot het huishoudelyk beftier van deze ftad behooren, volgens eene daarvan op te maken lyst; mitsgaders ook het af- en aanftellen der Overlieden van gilden, waarover het oppertoevoorzigt aan dit Committé is opgedragen; en, voor zo verre iemant der gemelde perfonen gehouden mogte zyn cautie te ftellen by de aan» vaar*  XXXII. Boek. Geschiedenissen. 237 vaarding van zyn officie of bediening, het voor hen doen pasferen van de aften van borgtogt, en dezelven op gelyke wyze te doen expediëren, als zo even met relatie tot andere acfen, door dit Committé zullende worden uitgegeven, bepaald is. , k. Het afnemen van alle eeden, waar zulks hier ter ftede te pasfe mogte komen, uitgezonderd met betrekking tot perfonen, die verantwoordelyk zyn aan eenige van de andere Committés, en eeden op verklaar ringen. 1. Het voor ftads rekening doen van de verëischte betalingen voor het onderhoud, de herftelling en verbetering van alle de ftads gebouwen en gedichten , mitsgaders van alle zodanige Ambtenaren, Officianten en Bedienden, als tot het huishoudelyk ber ftier van de ftad ( met uitzondering van het geen voor als nog by de ïhefaurie Ordinaris zal blyven ) bevonden zullen worden te behooren; alle welke betalingen door hen gedaan zullen worden op ordonnantiën van hec na te melden Collegie, welke ordonnantiën ten dien einde telkens aldaar gevraagd zullen worden, met fpecifkque opgave, waartoe het montant derzelve zoude moeten gebruikt of befteed worden. 4. Zullende het Committé van algemeen welzyn, voorts, ook nog de magt en het vermogen hebben , om promptelyk voor zich te mogen doen ontbieden alle zodanige perfonen, welke, naar hunne gedachten, omtrent deze of geene pointen, tot de werk- zaam- I ■ 1795-  $38 AMSTERDAMS III. Deew «795- zaamheden van die Committé betrekking' hebbende, eenige nadere indicatten of ophelderingen zouden kunnen aan de hand geven; zullende die geen, welke alzo gerequireerd worden, gehouden zyn zieh aldaar te Afteren. . > 5. Zullen ondertusfehen het werk, dat 'er te doen zal vallen, onder hen lieden zodanig mogen verdeelen9, als zy tot de meeste bevordering van expeditie, en de ware belangen van het algemeen welzyn, met onderling goedvinden zullen oordeelen te behooren; behoudelyk dat van alle zaken van aanbelang in het Committé rapport worde gedaan, om daarop collegialiter te worden gerefolveerd. B. Het Committé van finantie. 1. De werkzaamheden van dit Committé zullen zich bepalen tot * De thefaurie ordinaris. ** De thefaurie extraordinarii, waarby de ontvangst der 100 en 200 penningen, mitsgaders bet febatten van den 12 penning der nieuwelings getimmerde of verbeterde buizen, gevoegd kan worden, en *** De rekenkamer , waarby de grooté Gccys gevoegd kan worden. 2. Het zelve Committé zal zich in her byzonder, met relatie tot de ftad, niet alleen bezig houden met het opnemen van ftads Finantie - wezen, in alle deszelfs vakken, en daarvan accurate en gedetailleerde lysten formeren, zich van ieder, welke in een of ander vak van dien geëmployeerd is.  XXXII. Boek. Geschiedenissen. 839 is, de noodige informatiën laten geven, de gebreken, daarin plaats hebbende, aanwyzen, de middelen tot redres en verbetering van ftads Finantien aan de Reprefentanten op geven, mitsgaders aan dezelven alle zodanige voorftellingen dienaangaande voordragen* als tot het bedoelde falutaire einde zouden kunnen dienstig zyn; maar ook om ten allernaauwkeurigften zorge te dragen, dac alle de faldoos der geapprobeerde rekeningen behoorelyk ter Thefaurie worden opgebragt. 3. Zullen de magt hebben tot het af-en aanftellen, mitsgaders beëedigen, van alle Officianten en Bedienden, tot het vak van de Finantie behoorende, volgens èene daarvah op te maken lyst, en, voor zo verre iemand der gem. perfonen gehouden mogte zyn cautie te ftellen by de aanvaarding van zyn officie of bediening, zullen de acten van borgtogt worden opgemaakt ten name van het Committé van Finantie als daar» toe door de Reprefentanten van bet Volk van Amfterdam gequalificeerd, en voorts met ftads zegel gemuniëerd, mitsgaders door eenen van de Secretarisfen, ter ordonnantie van het voorfz. Committé geteekend, ge» èxpediëerd worden. ' ' 4. Zullen ondertusfehen het werk, dat 'ee te doen zal vallen, onderhen lieden zodanig mogen verdeelen, als zy tot de meeste bevordering van expeditie en de ware belan* gen van ftads Finantie - wezen, met onderling goedvinden zullen oordeelen te behooren;  S4o AMSTERDAMS III. Deel; ren; behoudelyk dac van alle zaken van aanbelang in hec Committé rapport worde gedaan , om daarop collegïalicer' te worden gerefolveerd. C. Het Committé van Koophandel en Zeevaart : n Zal in het algemeen gehouden en verpligt zyn, om op de krachtdadigfte wyze doenlyk ce zorgen voor de richcige beheering en beftiering van alles, waarby de koop», handel-en zeevaarc belang heeft. 2. Item, om mee betrekking tot mercantiële objecten, waarby de algemeene rust, orde en veiligheid " binnen deze ftad, naar hunne gedagten, zoude mogen geinteresfèerd -zyn, daarvan ten ipoedigften doenlyk aan het Committé van Algemeene Waakzaamheid kennisfe te geven, en met hetzelve, gelyk ook, in daartoe gedisponeerd zynde gevallen, met het Committé van Algemeen Welzyn, te confereréh over de meest bekwame middelen, ten einde alle desörden voor te komen, of, in gevalle dezelven reeds plaats mogten hebben, die ten krachtigften tegen te gaan, en uic den weg te ruimen. 3. Zal in hec byzonder het oppertoevoorzigt hebben over de richtige beheering en beftiering van den Oosterfchen handel en rederye, mitsgaders van den Rusiifchen of Moscovifchen handel-, en-van de Vaart op den Rhyn, alles voor zo veel deze ftad aangaat; en wyders over de wisfelbank, der ftads belëeningkamer, het werk . - / der  XXXIT. Boek. Geschiedenissen; 241 der adfignaten, de buitenlandsvaarders, de waterfcheepslieden van hec eiland Marken, de beurs, de koornbeurs, het koornmeters - huis, de wagen, de walen, de kranen, de havens, hec meten van fchepen, voor zo verre zulks van ftads wege behoorc gedaan te worden, hec yken van ballascers, den grooten en kleinen yk, het touwwerk, de hop, de tabak, de wol, de zyden manufacturen, ftads zyden windhuis en zyden hallen, de faaihal, hec ftaalhof, de esfayeurs, en de rechten van commercie, welke voor rekening van deze ftad geheven worden, en voorts in het generaal over alle fabrieken en trafieken, mitsgaders alle tar-, keur- en refactie- meesters; en zullen teffens hebben de eleccie van aan hun daartoe genomineerde perfonen toe Directeuren van den Levantfchen handel en de navigatie op de Middellandfche Zee, voor zo verre het recht daartoe aan deze ftad zoude mogen competeeren; blyvende voor hec overige de zorg voor het onderhoud der bovengem. refpective gebouwen en verdere opgem. werken aan het Committé van Algemeen Welzyn bevolen. 4. Zal in het byzonder mede het oppertoevoorzigt hebben over alle gilden van neeringen, tot het vak van den koophandel en zeevaart relatief: als daar zyn, onder anderen, het groot - binnen - en - buicenlands vaarders - gilde, het compasfen - en zeilenmakers-gilde, hec koorndragers - gilde, het koomlichters-gilde, hec koornmecers-en zec« XXII. Stuk. Q ters- 1795*  «795- 252 AMSTERDAMS Ü 8gg cas van wettige redenen, het geen , in 'gevalle van disfenfie, beoordeeld zal. worden door de meerderheid, aan wier beflisfing de Prefident gehouden zal zyn zich ten" dezen opzigte te gedragen. 3. Het Collegie zal , geduurende den tyd van zeven dagen, beftaan uit dezelfde Leden. 4. Zeven van de veertien ( de Prefident en Vice - Prefident hiervan uitgefloten ) zuilen vervolgens, telkens na verloop van agt dagen, door zeven anderen uit de ver« fchiliende Committés worden vervangen. 5. Eenige van deze 14 Leden zullen vaceren tot het fpreken met perfonen, die zich komen aandienen, en dus, om zo te fpreken, het loopende werk moeten waarnemen. 6. De Prefident en Vice - Prefident zullen zo veel vroeger boven komen, als zy dienftig zullen oordeelen, ten einde het werk, dat in het Collegie verhandeld zal worden, te prepareren, en teffens het vermogen hebben , om, wanneer 'er iets presfants voorvalt, ten allen tyde de Overige Leden extra • ordinair by briefjes te convoceren." 7. In dit Collegie zullen de rapporten gedaan worden wegens zaken, welke "aan de verfchillende Committés door het zelve 'zullen wezen geren voyeeM, om daarop te kunnen concluderen, of wel, zo de 'zaken .hen van te veel aanbelang voorkomen, die ie brengen in de volle Vergadering van Reprefentanten; - K 8. Dit  XXXII. Boek. Geschieden issen. 255 \j. Van al het geen in dit Collegie voorkomt, of befloten word, zal behoorelyk verbaal worden gehouden, waartoe alle de 60 Leden, ten overftaan van eenen der Secretarisfen, zo dikwyls acces zullen hebben , als dezelven zullen goedvinden te requireren, mits zulks niet doende ftaande de Vergadering. 18. De Leden, welke by de deliberatien over zaken, in dit Collegie afgedaan, niet prefent zyn geweest, zullen de faculteit hebben om de bedenkingen , welke zy daar op mogten hebben, op eiken eerstvolgenden Woensdag in de volle Vergadering voor te dragen, om daarop alsdan in pleno nader te worden gerefolveerd: en zullen, by faute van dien, de by het Collegie tot dien dag toe genomen beiluiten gehouden worden voor verbindende ten opzigte van het geheele lichaam. • Onder de eerfte werkzaamheden der onlangs verkozene Effective Municipaliteit, wekte, al fpoedig, derzelver aandagt, het beraamen van een vasten voet, aangaande het bewind der Civile en Crimineele Justitie binnen deeze Stad. Ter zyner plaatze hebben wy vermeld, hoe, al kort na de Omwenteling, twee nieuwe posten, onder de naamen van Maire en Prokureur der Gemeente, waren ingefteld. Noodig was het, dat beide Amptenaars, aan bepaalde voorfchrifcen, verbonden werden. Gelyk zy nu moeten aangezien worden^ als den post' van Scheut der Stad, onder het voorgaande Be• • "' ftuur- -79S>  V95- lnflructie voor den Prokureur der Gemeente. i i ] < l i ( 1 / «56* AMSTERDAMS III. Deel; ftuur, te hebben vervangen, en diens Arnotenaars Inftructie, ter behoorlyke plaarze, ftaat vermeld ), oordeelen wy hec niet ondienftig, ten einde om onze Leezeren de natuur deezer posten te doen kennen, de Inftructien, ieder derzelven afzonderlyk betreffende, hier in te lasfchen. Die voor den Prokureur der Gemeente is van den volgenden inhoud, i. De Procureur der Gemeente, door de Reprasfentanten van hec Volk van Amfterdam benoemd, zal mee betrekking tot alle zaaken, welke het officie van den Publieken Befchuldiger fpefleeren, bet Hoofd zyn van het Committé van Justicie, en in die relacie aldaar mee becrekking tot zodanige zaaken de Vierfchaar fpannen; doch zal geene deliberatien van 't zelve Committé mogen bywoonen over zaaken, waarin hy Aanlegger of Verweerder is, of die hein zeiven, relatief de waarneeming zyner functie, of uit welken anderen hoofde het syn mogt, dire&elyk of indirectelyk, zouten mogen concerneeren. 2. Zal binnen deze Sead en de Vryheid ran dien exerceeren de Hooge en Laage urisdiétie, mitsgaders berechten alle breuken, klein en groot, even en op diezelf. Ie wyze, als bevoorens gedaan heeft moeen worden door den toenmaligen Schout; net dien verftande nochtans, dat hy nopens aaken, waar by de algemeene rust, orde n veiligheid binnen deze Stad zouden mogen >!ÜZie Ded VI1" Bock J" M- 47 env., in  XXXII. Boek. Geschiedenissen. 257' gen geintresfeerd zyn, niet aanftonds Zat mogen ageeren by dit Committé , maar daar over alvorens met den Maire dezer .Stad goede correspondentie zal moeten houden , en vervolgens afwagten, of het Commicté van Algemeene Waakzaamheid de uit dien hoofde fufpecte perfoonen in ftaat van befchuldiging zal hebben gefteld, mitsgaders aan het Committé van Juftitie, als den ordinairen, dagelykfchen, en compecencen Rechcer zal gerenvoyeerd hebben, in welk geval alleen de Procureur der Gemeente verder tegen de zodanigen voor 't zelve Committé zal hebben te procedeeren, als in goede Juftitie bevonden zal worden te behooren. 3. Zal mee betrekking tot alle andere foort van misdaden niemand mogen appre- . hendeeren, zonder dac ten minften twee Leden van dit Committé, op zyne fchriftelyke i voordrage, daar toe decreec zullen verleend hebben, ten ware de apprehenfie van zynencwegen gedaan wierde infiagranti delifto. 4. Zal, binnen den tyd van vier-en-twtntig uuren na de gedane apprehenfiën, eenen iegelyken Gevangen voor een minften twee Leden van die Committé behoorlyk op 'e faÜt öndervraagen, en, hec zelve gedaan, mitsgaders de antwoorden behoorlyk geannoteerd zynde, vervolgens moeten afwag. ten, -of op hec deswëgens aan hec Commicté; of aan hec meerderdeel van dien, gedane1 rapport gerefolveerd zal worden, het XXII. Stuk. R be"  a58 AMSTERDAMS III. Deel. Ï795- begonnen proces verder naar ftyle voorttezetten, dan wel den Gevangene onder handtasting, of anderfin ts, te ontdaan; in welk laatfte geval de relaxatie onverwyld zal- moeten gedaan worden. 5. Zal, wanneer by het Committé, of het meerderdeel van dien, tot voorezetting van zodanig proces befloten mogte worden, als dan zyne uitterfte devoiren hebben aantewenden, om het zelve zo ras doenlyk ten einde te brengen, en zal daar toe onder anderen de magt en 't vermogen hebben , om alle zodanige perfoonen, welker getuigenis hy nodig zoude mogen oordeelen, promptelyk tot het geven van getuigenis der waarheid voor 't Committé ce doen requireeren en ontbieden, mitsgaders de onwilligen of nalatigen, zo lang de zaak zig in de termen van een extraordinair proces bevind, daar toe by gyzeling , als anderzin ts, de faélo te bedwingen. 6. Zal aan de gerequireerde Getuigen voor derzelver verzuimden tyd eene redelyke vergoeding mogen doen, des noods tér arbitrage van hec Committé, houdende daar van behoorlyke declaratie, gelyk meede van zodanige verdere noodwendige uitgaven, als hy amptshalve genoodzaakt zou mogen zyn geweest, ten dienfte van de Juftitie te debourfee'ren, de kosten tot het ter zyner requifitie doen opmaken van Verklaaringen, mitsgaders de correspondentiegelden , fpecialyk daar onder begreepen : En zal hec Committé, na dat zodanige de- - cla-  XXXII. Boek. Ges chiedenissen. 2591 claratie, des noods, by den voorzitter van 't Committé, zal getauxeerd zyn, voor 'c montant van dien, ordonnantie aan denzelven afgeeven, ten lasten van Stads Thefaurie. 7. Zal gehouden en verpligt zyn, om , ten zy door ziekte, of wettige verhindering, daar toe buiten ftaat gefteld, telkens by het vergaderen van het Committé van Juftitie, en wel voor den aanvang der deliberatien , in het zelve Committé te verfchynen, en aldaar rapport te doen van al het geen door hem, by afweezigheid van het Committé, is verrigt; zullende van al het zelve, ter arbitrage van het Committé, in de Notulen van dien dag infertie worden gedaan, ten einde daarop gerefolveerd te worden als naar behooren. 8. Zal wyders in het generaal verpligt zyn tot het doen obferveeren en naarkomen van alle tot dus verre vigeerende Provinciaale en Stedelyke Wetten, Keuren en Ordonnantiën , en mitsdien ook, immers by provifie, en tot dat daar in nader zoude mogen weezen voorzien, met opzichte tot breuken en mefufes, nog in werking te houden de zogenaamde Schoutcen Rolle, zonder echter iemand ter zeiver Rolle te mogen dagvaarden, dan na bekomen confent van ten minften twee Leden van het Committé van Juftitie, door welken daar toe, op zyn fchriftelyk te kennen geeven, zal moeten worden gefteld: Fiat dagvaarding ter Schuiten Rolle. Ra Q. Zal  i?95 Inftructk voor het Committi van Justitie. *6S AMSTERDAMS III. Deel. . len zyn; het waar belang van deeze Stad en Burgerye op alle hem mogelyke wyzen te zullen helpen bevorderen; alle indrachten, die daar regens gedaan of ondernomen mogten zyn, ten kragtigften doenlyk te zullen helpen tegengaan en weeren; zich in 't byzonder naar zyn beste weeten en vermogen in alles te zullen reguleeren naar deeze Inftructie; mitsgaders in't generaal alles te zullen doen en helpen verrigten, dat een goede en getrouwe Maire deezer Stad fchuldig is en behoort te doen. 14. En referveeren de Reprefentanten voorn, aan zich de interpretatie van alle duister - en twyffelagtigheden , welke uit deeze Inftructie zouden mogen ryzen, mitsgaders ook de ampliacie, verandering, en vermindering van dien, alles zodanig en in dier voege, als tot de meeste bevoordeling van de algemeene belangens deezer Stad en van de Ingezetenen van dien geoordeeld zoude mogen worden te behooren Na genoeg gelyktydig met de bovenftaan. de Inftructien, werden nog twee andere : ontworpen, en vervolgens in werking gebragt: de eene voor het Committé van Juftitie, 't welk nu de plaats van Schepensbank verving; de andere voor een Committé tot de beftiering van de Kamer der Defolaate Boedels. Zy zyn van den volgenden inhoud : .« ï. Het Committé van Juftitie zal beftaan uit zestien Leden, voor eenen on bepaalden tyd, door de Reprefentanten van het Volk van  XXXII. Boek. Geschiedenissen. 269 van Amfterdam, aan te ftellen; immers toe zo lang in de organifatie van de departementen van Juftitie by eene Nationaale Conventie nadere bepalingen zouden mogen gemaakt zyn. 2. Het zelve zal oeffenen de rechtsplegingen, voorheen te huis behoord hebbende by A. Schepenen. B. Commisfarisfen van kleine zaken. C. Commisfarisfen van huwelyks - zaken en injuriën. D. Commisfarisfen van asfuranuen en ava- ryen, en E. Commisfarisfen van zeezaken. 3. Deze zestien Leden zullen by afwisfeling, ten getale van negen, waarnemen het geen Schepenen voorheen hebben gedaan, zo in het civiele, als in het criminele, en de overigen ai het werk van de voorfchreven refpective Commisfarisfen. En zullen de vonnisfen van'de departementen, onder B, C, D en E vermeld, by «auditie kunnen gebragt worden voor het volle Committé, om aldaar gedecideerd te worden, zo als tot hiertoe by vyf Leden, welke op de audiëntie zitten, gebruikelyk is geweest. 4. Tot Leden in het voorfz. Committé zullen door de Reprefentanten van het Volk van Amfterdam benoemd worden eerlyke en bekwame perfonen, waaronder ten minften vier Kooplieden, en refpeftivelyk niet beneden de vyf-en-twintig jaren oud zynde. 5, Om 1795.  tfe AMSTERDAMS III. Deel; 5. Om de quasstiën, van. koophandel en daar onder ook die van wisfel, in gevallen welke daartoe gedisponeerd mogten worden* bevonden, mede gevoeglyk door Kooplieden bmten het Commicté te kunnen laten beöordeelen, zonder daar mede inde behandeling der zaken van juftitie verwarring te maken, zal de geheele rechtspleging over zulke onderwerpen wel gedemandeerd blyven aan het Commicté van Juftitie, op den voet der bovengemelde refpective verdeeling; doch mee dien verftande, dac hec Commicté van Juftitie alcoos de bevoegdheid zal hebben om in en omcrent alle zodanige zaken, by hec zelve, zo ter vierfchaar, als by de andere deparcemencen eer rollen voorkomende welke hec Commicté van Juftitie daartoe ^e' disponeerd zal vinden, te kunnen verzoeken en requireren hec preadvys en de confideraciën van cwee Leden uic hec Committé van koophandel en zeevaart, daartoe, naar gelang der quaistiëufe zaken, door hetzelve te committeren; zullende zodanige Gecommitteerden daartoe mede de pleidoyen moeten aanhooren, en de papieren examineren. 6. Het voorfz. Committé zal by provifie hebben vyf of minder Secretarisfen, uit een dubbel getal, daartoe by hun over te leveren, door de Reprefencanten van hec Volk van Amfterdam te benoemen; en zullen de ze Secretarisfen al het werk, mede by ge. ftadige afwisfeling, onder zich moeten verdeden, en teffèns den post van Requesrmeester, welke, volgens dit plan, geheel zou  XXXU.Boek. Geschiedenissen, 27* zou kunnen en moeten wegvallen, beurtelings moeten waarnemen: blyvende voor het overige allen fpecialyk verbonden aan het voorfz. Committé. 7. De voorfchreven Secretarisfen zullen by provifie hebben twaalf klerken, insgelyks uit een dubbel getal, daartoe by het Committé over te leveren, door de Reprefentanten van het Volk van Amfterdam te verkie. zen; en zullen drie van dezelve klerken byzonder gechargeerd zyn met het opmaken der transport - en fchuldbrieven, mitsgaders uit de billyke leges, welke daarvoor gerekend kunnen worden, eene convenable belooning zullen genieten, en alzo eene voldoende kostwinning zullen hebben. 8. De overige klerken zullen een vast falaris dienen te hebben, naar den rang opklimmende, en door Reprefentanten voornoemd, na daarop de confideratiën van het Committé van juftitie gehad te hebben, te bepalen; en zouden die falarisfen verligt kunnen worden met aan de twee op de oudfte volgende klerken te adfigneren den post van Gecommitteerden tot het nazien der rekeningen, met de redelyke leges, volgens de ordonnantie, daartoe ftaande. 9. De Procureurs, Solliciteurs en Infpectores cadaverum zullen aangefteld worden door de Reprefentanten van het Volk van Amfterdam, uit een dubbel getal, daartoe by het Committé van Juftitie aan hen over te leveren: blyvende de aanftelling van den Protonotaris, mitsgaders de admisfie der No- DB*  272 AMSTERDAMS IIL Deé£, J795- Inftructie voor de Kamer van DefolaateBoedels. Notarisfen, geheel ter dispofitie van de voorfz. Reprefentanten. PLAN TER ORGANISATIE VAN EEN COMMITïé TOT DE BESTIERING VAN DE KAMER DER DESOLAATE BOEDELS. ii Het voorfz. Committé zal eene byzondere rechtbank en adminiftratie moeten blyven, afgezonderd , zo wel van het Colnmitté van Juftitie, als van de Politie. 2. Het zal beftaan uit zes Leden, door Reprefentanten voorfz. aan te ftellen voor eenen onbepaalden tyd, immers tot zo lang 'er eene andere organifatie van de voorfz. kamer zoude mogen vereischt worden. 3. Een der gemelde zes Leden zal in het voorfz. Committé, mede ter benoeming van Reprefentanten, beftendig moeten prefideren. 4. Het gemelde Committé zal hebben éénen Secretaris, uit een dubbel getal, daartoe door hun over te leveren, door Reprefentanten van het Volk van Amfterdam te benoemen. 5. Dezelve Reprefentanten zullen mede uit een dubhel getal, door 't voorfz. Committé aan hun over te leveren, zo veele vaste Sequesters en Bedienden aanftellen, als het zelve Committé noodig zal oordee* len; gelyk mede vier bekwame Solliciteurs, om  XXXII. Boek. Geschiedenissen. 273 om voortaan in plaatze van de Procureurs, voor hun lieden te postuleren; en zullen de voorfz. Sequesters en mindere Bedien, den, ter arbittrage van het Committé, in redelykheid, uit de boedels moeten gefaiariëerd worden; terwyl de Boden bunlieder belooning zullen kunnen en moeten, vinden in de leges, die vallen zullen op de exploiéten.- 6. In ieder boedel zal voortaan maar één Commisfaris zyn, mitsgaders één, of, jn zeer groote boedels, twee vaste Sequesters, behalven zodanige Sequesters uit de Crediteuren , als ten verzoeke , mitsgaders met deliberatie en advys van dezelve Crediteuren, daartoe door 'Commisfarisfen zullen benoemd en gecommitteerd worden. 7. De voorfz. Commisfarisfen, in functie zynde getreden , zullen gehouden en verpligt zyn, om ten fpoedigften doenlyk, cn zo 'exact mogelyk, met eikanderen naar te gaan en te overwegen, of, en in hoe verre, de ordonnantie voor de kamer van de defolate boedels dezer ftad zoude behooren veranderd of verbeterd te worden, mitsgaders van hunne gedachten en bevinding dienaangaande aan de Reprefentanten van het Volk deezer ftad by gefchrifte kennis te geven, teneinde daarop by dezelve Reprefentanten zodanig nader gerefolveerd te kunnen worden, als bevonden zoude mogen worden te behooren. XXII. Stuk S . Wy '795-  In i78 AMSTERDAMS III. Dek.. In bet Committé tot de Asfitrantie en Zee - Zaaken. Even als in 1796. By de Revolutie van den 15 Maart 1798, werden de volgende Burgers in requifitie gefteld: In bet Committé van Civile en Crimineels Justitie. A. H. de Meiander, Praefident. Mr. R. L. Bouwens, Vice-Prasfident. Mr. W. C. Horneer. G. Brender a Brandis, 29 Maart 179?. Mr. D. J. van Hogendorp, 29 Maart 1798. M. S. Asfer. F. Beeldfnyder Gerardsz. Mr. G. C. Harger. Mr. P. ). B. C. van der Aa, 29 Maart 1798. A. E. Heyftek. In bet Committé van Kleine - Huwelyks en Injurien - Zaaken. Jan Croelèn. Adrs. La Grange. Nies. Dommer. E.j Sc hilderup.  XXXII. Boek. Geschiedenissen. 279 In bet Committé tot de Asfitrantie en Zee - Zaaken. Mr. A. T- Cuperus* t. F. Pontoi, 29 Maart 1798. Jan Harmfen en Nic. Brahé, 29 Maart 1798. . By de Revolutie van den 12 Juny 1798 , werden wederom aangefteld: In bet Committé van Civile en CrimineeJe Justitie. Mr G. J. Gales, Prefident. A, H de Meiander, Vice-Praefident. Mr. P. N. Arntzenius. G. Brender h Brandis. Mr. D. J. van Hogendorp. J. M. Simons. Mr. B. van Bommel. Mr. P. J- B« c' van der Aa' Mr*. B. A. van Houten. In bet Committé van Kleine - Huwelyks en Injurien - Zaaken, Mr. W. C. Horneer. Mr. 1. J- van Hemert. Marius van Ommeren. Wigbolt Slicher. S 4 h 1  1795- En op den io May ï8oo, de Burger Gales aftreedende als Procureur der Gemeente, is dezelve fot Praefident verkoozen, en de Burger Meiander als Vice - Praefident, en zyn de overige Leden naar derzelver rang gebleeven. Tot 280 AMSTERDAMS III. Déél, In het Committé van Asfurantie en Zes - Zaaken Hendrik van's Gravenweert. Mr. A. J. Cuperus. J. F. Pontoi. • Vervolgens werdt het Committé van Civile en Crimineele Justitie, zo door het aanftellen van Mr. G. J. Gales tót Procureur dér Gemeente ad interim, als door het overlyden van Mr. P. N. Arntzenius , en het bedanken der Leden Hogendorp en van der Aa, aldus op den l Febr, 1700 gecorappfeerd., A. H. de Meiander, Prafident. Mr. C. W. Visfcher, Vice - Praefident. G. Brender a Brandis. J. M. Sjmons. Mr. B. van Bommel. Mr. A. A. van der Marck. Mr. VV. Y. van Hamelsveld, ■Mr. B. A. van Houten.  XXXII. Boek* G esc hied enis se h. üöi Tot Maires der Stad, Van 19 Jan. 1795 tot 15 Maart 1798. Mr. Carel Wouter Visfcher. Van 15 Maart 1798 tot iajuny 1798. Hendrik Nobbe. Van 12 Juny 1798 tot heden (July 1800) Am.' Musquetier. Procureurs der Gemeente. Van 19 Jan. 17 95 tot 15 Maart 1790V Mr M. C. van Hall. Van 15 Maart 1798 tot 12 Juny 1798. Mr. J. C C. den Beer Poorcugaal. Van ia Juny 1798 tot 1 Aug. 1798. Mr. M. C. van Hall.* Van 1 Aug. 1798 tot 10 May 1799. Mr. G. J. Gales, als Procureur ad interim,» Van 10 May 1799 tot heden (Juny 1800) Mr. R. W. Tadama. 1795.  s8a AMSTERDAMS III. Deel. '795- Het voor gevallene met de Predikan ten VIEEYAVt ei reu- »ON. Merkelyk gerugt maakte, ten deezen tyde, het voorgevallene met twee Kerkleeraaren, viervant en peiRson, den eenen van de Nederduitfche Hervormde, den anderen van de Engelfche Gemeente. In de KJasiikaale Vergadering, gehouden op den [eerften Juny, hadt de Kerkleeraar van eyk den voorfiag gedaan, om, door eenige, uit het midden derzelve, benoemde Afgevaardigden, de Municipaliteit, deezer Stad, over de onlangs geflotene Alliantie met de Franfche Republiek, plegtig geluk te wenfchen. Alle de leden beaamden deezen voorfiag, uitgezonderd de twee gemelde Leeraaren. Viervant, naar zyn gevoelen gevraagd zynde, verklaarde „ geen enke„ len flap te willen doen , welke, van eenige „ goedkeuringe aan de tegenwoordige Coit' „ flitütïs, blyk vertoonde". Peirson bragt, als zyne ftem, uit „ dat hy den dag „ der geflotene Alliantie met Frankryk be» „ fchouwde als den treurigften, welke immer „ over de Republiek was opgegaan". Welhaast kwamen deeze gezegden ter ooren van het Committé van Waakzaamheid, en vervolgens van de Municipaliteit; welke, op rapport van eenige leden, het befluit nam, de bovengenoemden in haare Vergadering te ontbieden, om, door den Voorzitter,'in ernftige aanfpraak te worden genomen, over hunne aandootelyke uitdrukkingen. Aldaar verfcheenen zynde,. bragt hun de Voorzitter, onder anderen, onder 't oog, „ dat de Mu„ nicipaliteit niet zou treeden in hunne „ wei-  XXXII. Boekgeschiedenissen. 283 weigering op den gedaanen voorfiag, om* dat het Svstema van Vryheid verheven l was, zo wel boven den lof, als boven » de afkeuring van die Burgers, welke zig „ aanhangers betoonden van het voorige „ Systema van Slaaverny; maar dat zy, m „ de wyze der weigeringe, dat Volk, het „ welk deeze Vergadering de eere hadt te „ vertegenwoordigen , beleedigd hadden; , dat zy beiden zig gelukkig mogten re„ kenen, dat deeze Vergadering wel daar „ op wilde agt geeven, dat de voor het „ Volk zoo beleedigende woorden door hen „ waren gebezigd in eene beflocene Ver„ gadering ; doch dat zy zig moesten over» tuigd houden, dat deeze Vergadering, „ welke plegtig hadt beloofd, de belangen „ des Volks met allen klem te zullen hand„ haaven, geen voorneemen hadt, mein„ ëedig te worden; dat zy, met eene on„ wrikbaare ftandvastigheid, zou weeten op te fpooren en te ftraffen, allen, zonder „ onderfcheid, die de oude flaaverny tragt„ ten te doen herleeven; dat zy eiken ha„ merflag zou weeten te hooren, met welV ken men, in welk een duiscer hoekje „ ook, nieuwe ketens voor het Volk zou , tragten te fmeeden; dat zy, Leeraaren, „ diensvolgens, hadden zorge te draagen, om zodanige daaden, om welke zy thans * de verontwaardiging der Vergaderinge vereenigd hadden, niet wederom vernieuwd " werden; dat zy zorge hadden te draagen, m den ftempel huoner bekende politieke „ denk«  s84 AMSTERDAMS III. Djebu Ï795- » denkwyze niet op hunne Leerredenen te „ drukken, maar dat zy god, den Vader „ van alle Menfchen, en je sus chris„ tus, den besten Menfchenvriend, te pre* „ diken hadden, en den hartstogtelyken Staatkundige niet te doen Haan op den pre„ dikftoel, waar de bedaarde Leeraar, vry „ van allen vreemden aandrang, ftaan moest, „ en alleen de waarheid en derzelver God„ lyken oorfprong prediken". Thans beval hun de Voorzitter, om, één voor één, de volgende vraag, dujdelyk en onbewimpeld, te beantwoorden. » Houdt gy deeze Vergadering daar n voor, dat zy is de wettige Re„ geerina; der ftad Amfterdam: ja, dan „ neen"? Viervants antwoord was eenvoudig: Naar deeze Conflitutie, ja! Uitvoeriger liet zich peirson aldus uit; Ik expliceer tny daar niet op. Ik bid alle dagen voor bun, die in hoogheid gefield zyn. Ik verfchyn in twee betrekkingen: naamelyk, als Burger en als Predikant; en ik ben een onderdaan van den Koning van Engeland. Dit gezegd hebbende, deedt de Voorzitter hen beiden gaan, zeggende, dat de Vergadering, op hunne gegeevene antwoorden, nader zoude raadpleegen. In eene volgende byeenkomst werdt deeze zaak in nader overleg genomen. Uit aanmerking dat de beide Leeraars, als openbaare perfoonen, die uit 's Lands en der Stede kas betaald werden, en welker politieke  XXXil. Boek. Geschiedenissen. 285 ke denkwyze aan de Vergadering geenzins onverfchillig zyn kon, werdt nu het befluit genomen, met betrekking tot viervant, „ dat naardien zyn gegeeven antwoord eene ingewikkelde referve of zinsbehoudmg " fcheen te bevatten, hy, van nieuws, ia de Vergadering zou ontboden, en herti " nadere verklaaring zou afgevraagd wor„ den, omtrent zyne meening met het gegeeven antwoord". Ten beftemden dagé vèrfcheen viervant. Op de gedaane vraag gaf hy, hoofdzaaklyk, tot antwoord , , dat hy met de woorden, naar deeze Con' Ritutie, niets anders hadt bedoeld, dan „ dat deeze Vergadering, ingevolge het ge„ applaneerde Regeerings - Reglement, de wettige Regeering deezer Stad was; dat ■ hy verklaarde, geattacheerd te zyn aan " deeze Vergadering; dat hy met genoegen „ zag, hoe dezelve de Leeraars bejegende; *! dat hy niets meer wenschte dan een" dragt en liefde, én het Euangelium zui„ ver te prediken; dat hy, in de klasfikaale „ Vergadering, zyn gevoelen uitbrengende, geenzins hadt bedoeld, de Municipaliteit en het Volk van Amfterdam te beleedigen; " dat hy wenschte, dat deeze Vergadering „ zyne verklaaring zou aanneemen, als die „ van een eerlyk man". In deeze verklaaring nam de Vergadering genoegen, en be< tuigde, al het voorledene te zullen vergee- Minder gunftig voor den Kerkleeraar peirson viel het befluit derMunicipah v teit. •795» P EI R« ION  a86* AMSTERDAMS III. Deei, '795- Wordt gefchorst. GeforceerdeGeldheffing. teit. Het hielde in, „ dat, daar dezelve, „ niet alken door zyne houding en voor,, komen, in 'c midden der Vergaderinge, ,, kennelyk blyk hadt vertoond, dezelve „ te hebben willen hoonen; maar daar „ hy, bovendien, door zyne weigering, „ om zig, op de voorgeftelde vraag, te „ verklaaren, volkomen hadt doen blyken, „ de wettigheid der Municipaliteit niet te „ hebben willen erkennen, en daar door, „ zo wel als door zyne bygevoegde, zo ge>, heel, in zyne betrekking, en in de tegen= „ woordige ömftandigheden, ongepaste ver* ,, klaaring, dat hy een onderdaan was „ des Konings van Engeland, zig de voor„ deelen onwaardig te hebben gemaakt, „ welke hy uit Stads Kas. trok: om alle „ deeze redenen befloten was, dat peirn son, in zynen post als Leeraar, by „ provifie, zou gefchorst worden, met » inhouding van zyne wedde; zullende, „ daarenboven , hem worden aangezegd, i, dat hy, onder geenerlei voorwendfel, „ zig naar elders, buiten de Stad, zou „ hebben te begeeven". Zedert werdt, aan peirson, niet flegts de Stad, maar ook de Provincie Holland ontzegd. Toen nam hy zyn verblyf in de Provincie Utrecht; tot dat hem de inwooning, op ISederlandfchen bodem, geheel verboden werdt. De vrywillige , niet onvoordeelige, Negoiade van penningen, van welke wy, voorieen, gewag maakten, hadt de bedoelde uitwerking niet voortgebragt. Met fchaars" heid  XXXII.Boek.Geschiedenissen. 287 heid van penningen bleef men geftadig worftelen. Om in den dringenden nood te voorzien, zag men zig genoodzaakt, zyne toevlugt te neemen tot een meer kragtdaadig ■werkend hulpmiddel. Men oordeelde, hetzelve te zullen vinden in eene Geldheffing, in weike alle Burgers en Inwooners der Stad, boven de tweeduizend guldens gegoed, zouden verpligt zyn deel te neemen; als mede #3e zodanigen, die, hoewel geene eigendommen bezittende, eenige Ampten, Bedieningen of Beneficiën bezaten, die door één Perfoon bekleed werden, en te zamen zeshonderd Guldens, en daar boven, opbragten. De Rente der op te brengene penningen was gefteld op drie en een half ten honderd. Dat 'er inderdaad kragtdaadige middelen uitgedagt en te werk gefteld moesten worden , ter voorzieninge in den deerlyken toeftand der Stedelyke Geldmiddelen, was der Municipaliteit gebleeken, uit een Rapport, die zaak betreffende, door hec Provifioneel Committé van Financien, haar ter hand gefteld. Geen ondienst oordeelen wy veelen onzer Leezeren ce zullen doen mee de mededeeling van die Rapporc. Met aandoening zullen zy daar uic verneemen, tot welk eene laagte thans eene Stad gedaald was, welker Kas, voormaals, de onczetcendfte uitgaven hadt kunnen bekostigen. Van het Rapport zullen wy fiegts de twee eerfte Ieden plaatfen, omdac het derde zag op de Geldheffing, door hec Committé, als eer dien 1795"» Deerlyke ftaat van Stads kas.  m AMSTERDAMS III. Dkek 1705. dienftig redmiddel, aan de hand gegeeven, en vervolgens, door de Municipaliteit, in werking gebragt. Het Rapport was van den volgenden inhoud. „ Het provifioneel Committé van Finantien heeft in de voorl. week ontvangen uwe aanfchryving, om ten fpoedigften te dienen van bericht op het belangryk Voorftel, den 25 Juny door den Burger ff. fioogewal, in uwe Vergadering gedaan, om namelyk: 1. U een iummieren ftaat op te geeven van den actueelen ftaat der Geldmiddelen. q. Op te geeven de dringende fchulden, waaraan gedeeltelyk terftond, gedeeltelyk ïn den loop van dit jaar, behoort voldaan te worden. 3. Aan U voortedraagen de middelen tot redres van het Finantieweezen deezer Stad. „ De Leden, thans nog uitmaakende het gemelde provifioneelè Committé, hoe zeer zy verlangt hadden, om, na het doen van behoorlyk rapport van hunne verrigringen, en na het geeven van alle ophelderingen en informatien, waar toe zy in ftaat zouden zyn, van den post, dien zy nu vyf maanden met bereidwilligheid hebben waargenoomen, ontflagen te worden, hebben vermeend zich aan de nieuwe Dak, die gy, Burgers Reprefentanten 1 hun oplegt, niet alleen niet te moeten onttrekken, maar integendeel met vernieuwden iever daaraan te moeten voldoen,  XXXII.Boek. Geschiedenissen.ii8o doen, zo wel uit bezef van hunne verpligting als Burgers, om, zoo veel hun mooglyk is, den moeilyken en werkzaamen post, in welken gy U geplaatst vind, eenigermaate te verligten, als uit hoofde dat het hun gevoelig gefmerc heeft, het provifioneel Bellier te zien eindigen, zonder dat, tot herftel van Stads Finantien, toereikende middelen in 't werk gefteld zyn, zonder dat aan veelvuldige en dringende fchulden heeft kunnen voldaan worden, en zonder dat het Crediet van Amfterdam volkomen herfteld en de Reprelèntanten des Volks in ftaat gefteld zyn, om, terwyl zy werkzaam zyn tot het daarftellen van noodige en wezentlyke verbeteringen, ondertusfchen de zaaken behoorlyk te kunnen gaande houden. „ En hier mede ter zaak tredende, zullen wy i. U berichten, dat op den 25 deezer in kas was eene fomma van flegts / 112767:16:- waaronder aan Recepisfen van 't vorig Gouvernement, of zogenaamd Papieren Geld . . 38568: 5:- dus aan Contanten .ƒ74199:11:In Banco op de Rekening van Thefaurieren Ordinaris, was . Beo. ƒ121485:9:8 Zynde van deeze Rekening dit jaar afgefchreeven de vereischte fomme, ter becaaling van de Intrest van de Negotiatie van 6 Mill. van 1791. i „ In de Negotiatie van 8 Mill. van 2 XXII. Stuk. T Maart  apo AMSTERDAMS III. Deel. 1795- / Maart 1795 is in Bankgeld gefourneerd gei weesc, en aan de Thefaurie Ordinaris dezer Stad afgefchreeven Beo. / 578,900: 3:doch hiervan is, zoo als ons uit de Boeken ter Thefaurie gebleeken is, den 17 juny aan de Speciekamer van de Wisfelbank afgefchreeven geworden eene fomma van . Beo. f 280,000:-:waarvoor gemelde Speciekamer aan de Thefaurie gefourneerd heeft, het Bankgeld gerekend a 90 pCto., in Courant . Geld ƒ 252,000:-:-. 2. „ Ten aanzien van het 2de poinét, de fchulden ter betaaling van welke gedeeltelyk onmiddelyk, gedeeltelyk in den loop van dit jaar,behoort voorzien te worden, zullen wy U in de eerfte plaats moeten opgeeven eene fom van - • ƒ856,730:-:voor beleeningen ten laste deezer Stad, welken allen behooren afgelost te worden, eensdeels, om dat zy allen tot %\ en 4 pCto. Intrest loopen, maar voornamelyk, om dat zy by ieder vervaltyd kunnen opgezegd worden, en de Stad dus in ftaat moet weezen dezelve te kunnen aflosfen, gelyk reeds een aanmerkelyk gedeelte van dezelve daadelyk opgezegt is. „ Aan de Provifioneelè Reprefentanten van het Volk van Holland moet betaald worden , wegens den iaden Penning of ordi■ 0 naire  XXXII. Boek. Geschiedenissen. 991 naire Verponding van den jaare 1792 , ƒ260,864:11:7 en wegens den iooften Penn. of extra ordin. Verponding van 1792. . . 685,039: 1: - / 945*903: '2;7 „ Wy vermeenen omtrent deezen Post te moeten aanmerken, eensdeels dat de Pro* vifioneele Vertegenwoordigers van het Volk van Amfterdam ontvangen hebben gehad eene Aanfchryving van den Ontvanger Generaal Boetzelaar, in dato 24 Maart 1795, om, ingevolge een Decreet van het Com' mitté van Finantien in 's Hage, te voldoen alle de achterftallen van de Ordinaire en Extraordinaire Verpondingen, beloopende volgens gem. aanfchryving ruim ƒ 3,300, 000: : -, doch waar aan gem. Provifioneelè Vertegenwoordigers niet gerekend hebben te moeten voldoen, uit hoofde van eene fchikking, meer dan 40 jaaren, te weten zedert Ao. 1751 geobferveerd, om namelyk de ordinaire Verpondingen niet aan de Provintie te verantwoorden dan in 'c 3 de jaar naa 't verkenen der Confenten, en de extraordinaire niet voor Aug. van 'c 2de jaar: en ten anderen, dat volgens ons Raport van 21 Febr. laatstl., als mede volgens 't bericht, door ons den 30 Maart gegeeven aan de Provifioneelè Vertegenwoordigers op de gem. aanfchryving van den Ontv. Generaal Boet' zeiaar, deeze Stad van de Provintie Holland te vorderen heeft eene fomme van ƒ 2,459,823:19:-, welke wy oorT a deel. •795»  «795- spa AMSTERDAMS III. Deel. deelden dat by de eerfte gunftige gelegenheid tegen bovengem. achterftallen zou behooren verrekend te worden; zynde van deeze fomme een gedeelte, ten bedrage van ƒ 2, i73»5ÖS:9-*-i gefprooten uk penningen, zedert den jaare 1600 op verfcheide tyden, ten dienfte van den Lande gefourneerc, en beftaat het overige gedeelte in vyf Obligatien ten laste Holland en Westfriesland, van de jaaren 1621, 1623 en 1624: te zamen in Capitaal uitmaakende ƒ286,2582-: „ De achterftallige Sublidien aan de Godshuizen, van de jaaren 1793 en 94, welken wy by ons Raport van 21 Febr. aan de Provifion. Vertegenwoordigers ( waaraan wy de vryheid neemen ons te refereeren) hebben gedetailleerd , bedroegen toen ƒ 724,800:-:doch hiervan is zedert op Rek. betaald aan het Oudezyds Huiszitten-Huls . . . ƒ10000:-:N. zyds Huïszitten Huls - 55000. -: Aalmoesfeniers Weesh. - 77000: -: Spin - en Werkhuis - 24500: -: - Gasthuis 52570:5:2 Wale Kerk ... - 1182:6.PJieuween Eng.Kerken- 5000:.;- ■ " '225,252:11:» Zynde dus nog . . ƒ 499,547 : 0:14 „ Wy behoeven het hoogdringende van deeze fchuld niet met veele woorden te betoogen, wanneer wy alleen O geinformeerd zullen hebben, dat onder deeze fomme nog san onbetaalde Rekeningen van den jaare 1793  XXXII. Boek.Geschiedënissen. 293 1793 zyn, niet minder dan ƒ120,000?-:-, en dat fommige der Leveranciers of Werkbaazen, welke deeze deugdelyke pretenfien te vGrderen hebben, zich in zoodanige ongelegenheid bevinden, dac zy buiten ftaac zyn hunne koscwinningen behoorlyk voort tezetten, of hunne Crediteuren te kunnen voldoen. „ Wy geeven U, Burgers Reprefentanten! in bedenking, of ook niet onmiddelyk zou behooren gezorgt te worden voor de Subfidien van die loopende jaar, bedraagende, volgens opgemelde Raporcvan 21 February, ƒ447,450:-:-, dewyl wy overtuigd zyn, dat, indiende Leverancien, tegen 't aanftaandè najaar aan de onderfcheidene Godshuizen te doen, onder behoorlyk opzicht, by aanbefteedingen om gereed Geld, en onmiddelyk by de Leevering te betaalen, gefchieden konden, zulks eene zeer aanmerkelyke Uitwinsc voor Stads Casfe zou veroorzaaken, dewyl 't Credièc van fommige Godshuizen zodanig verzwakt, en de huiverigheid der Leveranciers om nieuwe Engagementen met. dèzelve aantegaan, zo grooc is, dat, om zulks mee een fpreekend voorbeeld op ce helderen , Regencen van hec Nieuwezyds Huiszicten-Huis ons geïnformeerd hebben, dac zy cegenwoordig de Turf voor 'c zelve Huis benoodigd, 16 pCc. duurder moesten betaalen, dan zy dezelven Contant zouden kunnen koopen; en veelligt zal in andere Artikelen hec onderfcheid in prys niec minder zyn; waarom wy geene zwaarigheid maaken T 3 om 1795.  »94 AMSTERDAMS III. Deee. 1795 , om deeze Subfidien voor dit Ioopende jaar mede als zeer presfant te befchouwen. „ De Post van Beo. f 280,000 : -:-, welke den 17 Juny door de Thefaurie Ordinaris aan de Speciekamer is afgefchreeven , en waarvoor alzoo a 90 pCt. uic de Bank ontvangen is / 252,000:-:-, zal zekerlyk door U, Burgers Reprefentancen! een eerften weder op die Reekening gebragc worden ; en dus door de Thefaurie aan de gem. Speciekamer weder voldaan moeeen worden de • ƒ 052,000: : - „ Van de Recepisfen op maandgelden, ten lasce deezer Sead Ioopende , zullen ook waarfchynlyk veelen worden opgezegd, waar voor wy oordeelen dac een minften zou behooren gefteld te worden eene fomma van . . . / 500,000: :,, Door de Superintendenten van de Waterfchepen van het Eiland Marken, is ook, als eene zeer dringende behoefte, gevraagd eene fubfidie van / 14000:-:- wegens vertimmeringen aan de gemelde Wacerfchepen gedaan. „ De Commisfie, door de Provifioneel© Vertegenwoordigers den 24- Febr. laacsl. aangefteld, zal u onmiddelyk moeten vraagen, ter voldoening van verfchocten van haare gefubftituëerden f 100 a 120,000:-:„Het Provifioneel Committé van Algemeen Welzyn zal ook nog, zoo wy vermeenen, Penningen noodig hebben; doch alzoo wy daarvan geene begrooting kunnen maaken , ftellen wy zulks alleen. . . Pro Memoria. Van  XXXtï. Boek. Geschiedenissen. 19$ „ Van de gewoone Uitgaaven, zoo ter betaaling van Interesfen, als van de Tra&ementen van Amptenaaren, Officianten, &c &c, op I Aug. en 1 Nov. aanftaande, maaken wy geene melding, zoo min als van nog onbetaalde Rekeningen van de Thefaurie, en van het Fabriek-Ampt, om dac alle deeze Posten uit de gewoone Inkomften moeten gevonden worden. „ Wy hebben ook in deeze optelling van de fchulden der Stad geen gewag gemaakt van het herftel van de Wisfelbank; niec, om dac wy dat hoogscbelangryk onderwerp uit hec oog verliezen, of eenigermaate twyfelen zouden, dat gy, Burgers Reprefentanten! niet mee allen ernsc hec zelve ter harte zoude neemen; maar uit hoofde dac wy veronderftellen, dac gyl. den waren ftaac derzelve Bank nog nader zult doen onderzoeken, en als dan door zodanige Commisfie, als gy met dat onderzoek belasten zulc, U een Plan, niec coc een gedeelcelyk, maar tot een volkomen herftel, doen fuppediteeren. „ Alleen moeten wy hier nog byvoegen , dat de Stad van zekere kas voor de Landzaaten, welke aan Holland moet verancwoord worden, by forme van leening, gedisponeerd heeft over . ƒ 32,906: a:En van de Rekenkamer dezer Scad, insgelyks by forme van leening heeft ontvangen • • ƒ40,000:-:- „ En eindelyk, dat wy niet calculeeren kunnen, hoe groot eene fom voor de buiT 4 ten- -795-  so6* AMSTERDAMS III. Deel.: 1795- Ongeregeldhedendoor het opkoopen van Groenten. tengewoone Uitgaaven van den tegenwoor» digen tyd, geduurende dit Ioopende jaar, zal moeten gereekend worden noodig te zyn, ter betaaling, by voorbeeld, van de onkosten van de inkwartiering der Franfche Troupen, Burger-Cavallery, Brood, Kaas, Bier, &c. op de dagwachten der Burgery, ('t geen omtrent ƒ 1000 :* 's weeks bedraagt ,) en dergelyke onderwerpen, dus alhier. . Pro Memoria. „ Al het bovenftaande recapituleerende, te weeten Beleeningen gedeeltelyk reeds opgezegd . . ƒ856,730:-:Verpondingea van 179a • - °45>S>o3:12 i 7 Achterltallige Subfidien , - 499.547: 8:14, Subfidien voor 1795 . - 447>45o: -: Voor de Beo. ƒ 280,00a . - «5^,000; -: Voor Recepisfen op maandgelden , die opgezegd kannen worden. - 5°o,cco: -: - Voor de Waterfchepen . • 14,000: - : Voor de Commisfie van 44 Febr. - 120,000: - : De kas voor de Landzaaten . - 32,9o6; -2 De Rekenkamer . . - 40,000; -: Het Committé van Algemeen Welzyn Pro Memoria. Euitengewoone Uitgaaven . _ Pro Memoria. Zullen wy op meer dan , 4 M*1L gulden» moeten rekenen , voor de behoeften van dit Ioopende jaar". Merkelyke beweeging hadt 'er, ginds en elders, in onze Stad, plaats, in de maanden July en Augustus deezes jaars. De baatzucht, hoewel onder een eerlyker dekmantel zig vermommende, was daar van de oorzaak. Verfcheide bewooners van Huizen of Kelders, in Groenten, Aardappelen  XXXII. Boek. Geschiedenissen. 297 pelen of andere Aardvrugten handelende, konden van zig verkrygen, het zy ieder voor zig zeiven, of ook wel gezamentlyk, de gemelde dringende mondbehoeften, uic Schuiten of anders op te koopen, eer dezelve ter Markt gebragt werden; of ook wel op de Markt zodanige groote opkoo» pen te doen, dat dezelve, zo niet geheel, immers ten grootften deele, daar door werdt ontledigd: zo dat de Groenvrouwen, en de min gegoede Ingezetenen, niet dan tot hooge pryzen konden geriefd worden. Waar by nog kwam, dat de Gpkoopers, om zodanige groote opgekogte partyen te kunnen bergen, voor hunne huizen en kelders, Schepen hadden leggen, welke zy toe Magazynen gebruikten, om, uit dezelve, de opgekogte mondbehoeften in 't Groot uit te venten: alles, in weerwil, en met overereeding der uitftaande Scedelyke Keuren, door welke dusdanig eene handelwyze, uitdrukkelyk, werdt verboden. Om daar in te voorzien, deeden Reprefentancen eene ernftige Waarfchuwing afkondigen, by welke de voorgaande Keuren, de Groenmarkt betreffende, vernieuwd werden, en de inagcneeming van dezelven nadrukkelyk aanbevolen. Hoognoodig was deeze Afkondiging, en de handhaaving daar van, om reden, dac, gelyk Reprefentanten, in het flot derzelve, zig uitdrukten, „ nadat de bovenstaande Keure reeds gefteld en ter affixie „ gereed gemaakt was , zy met leedweezen „ hadden vernomen, dat sommigen hunner T $ n Me- 1795'  ao8 AMSTERDAMS III. Dèel, 1795. Voorzieningomtrent de Amp tenaars. „ Medeburgeren, de deliberatien hunner „ Reprefentanten, op dit ftuk, vooruitloo„ pende, op eigen gezag, omtrent de voor„ zeide misbruiken, zogenaamde verbeterin„ gen hadden willen daarftellen, die de „ heilloosfte gevolgen voor deeze Stad en „ derzelver Burgery konden na zig flee„ pen"; vermaanende, voorts, Reprefentanten hunne Medeburgers, „ zig niet langer, „ tot hun bederf, door de vyanden van den „ algemeenen welvaart, te laaten verleiden , „ noch zig boven het gezag der Wet„ ten te verheffen; maar bedaard en wys „ af te wagten, wat door hunne Vertegen9, woordigers, aan wtlke zy de handhaaving van rust en goede orde hadden toe„ vertrouwd, tot hun welzyn en geluk,zou ,, worden daargefteld". Iet anders was 'er, ten deezen tyde, gaande, 't welke geene kleine onlusten veroorzaakte. Groot was het misnoegen van veelen onder de Gemeente op een aantal perfoonen , welke, in dienst der Stad , posten bekleedden, welke zy, om deeze of geene redenen, onwaardig geoordeeld werden , 't zy dan om hun voorgaand of tegenwoordig zedelyk gedrag, 't zy, en wel voornaamlyk, om dat zy onder vermoeden lagen, in hunne ftaatkundige begrippen met de thans aangenomene denkwyze niet over een te ftemiften. Dikmaals gaf dit aanleiding tot ongeregeldheden , en vonden de verdagte Amptemars, zomwylen, zig in gevaar, van bloot te liaan aan perfoonlyke mishandelingen. Reprefentanten, voorziende de fchroomlyke ge-  XXXILBoek.Geschiedenissen. 299 gevolgen, welke, uit zulk eene gefteldheid van zaaken, zouden kunnen oncftaan, benoemden eene Commisfie ter bandbaavinge van orde en daarfteilinge van bet noodige redres. De Commibfie beftondt uit tien perfoonen, en was van eene zeer uicgeftrekte magt voorzien. Haar last hieldt in, „ om „ alle perfoonen, welke met Stedelyke „ openbaare Posten, Officiën en Bedienin» gen bekleed waren, en die 1. „ Het zy vóór, het zy na de Re» „ volutie, door daaden of woor„ den, één of meer hunner Mede* „ burgeren, uit hoofde dat dezel„ ve van hun in Politieke denkwy,, ze verfchilden, hadden beleedigd; 2. Die om misdaad, of gefchavoc„ teerd, of geconfineerd, of ge* „ bannen, of onder handtasting „ ontflagen waren; 3. „ Die zig aan eenig pligtverzuim, „ of wangedrag, hadden fchuldig „ gemaakt; 4. „ Die na de Omwenteling van 1787, „ in plaats van de, als toen onfchul„ dig afgezetten, waren aangefteld, „ zonder verwyl uic hunne Posten te verwy„ deren, mitsgaders, voor zo veel , des „ noods, anderen, provifioneel, in derzelver plaats aan te ftellen". Om haaren last behoorlyk te kunnen volvoeren, ontving de Commisfie niet alleen alle zodanige magt en gezag, als Reprefentanten zelve, ten bedoelden oogmerke, zouden kunnen uicoeffe- nens 1795.  3co AMSTERDAMS III. Deel. '795- Veranderingomtrent de Gildekeuren in 't algemeen. nen; maar werden ook buiten alle werking gefteld, alle zodanige Keuren, Ordonnantiën en Refolutien, als haar, in de fpoedige uitvoering der verleende magt, zouden kunnen hinderlyk zyn. Daarentegen werdt de Burgery, onder ernftige bedreiging van ftraffe, aan eenen iegelyk, die, onder wat voorwendfel ook, zig het regt der aangeftelde Magt zou aanmaatigen, vermaand, alle klagten of bezwaaren, welke zy, met behoorlyke bewyzen geftaafd, tegen haare Medeburgers zou kunnen inbrengen, aan de bovengemelde Commisfie ter hand te ftellen. Omtrent de Gildekeuren, in h algemeen, werdt, ten deezen tyde. eenige verandering gemaakt, by eene Ordonnantie, door Reprefentanten, in het begin van Augustus, afgekondigd. Volgens dezelve werdt aan de Overlieden van ieder Gild, afzonderlyk, belast, tegen een bepaalden tyd alle hunne Gildebroeders op te roepen, ten einde op denzelven, door drie Leden uit de Vergadering der Reprefentanten deezer Stad, alle thans dienende Overlieden uit hunnen post zouden ontflagen worden; dat daarop, terftond, alle de aanweezende Gildebroeders zouden formeeren, en in eene Alphabetifche orde ftellen, eene Nominatie van een dubbel • getal perfoonen, om uit dezelve, door detegenwoordig zynde Reprefentanten, het gewoone getal van Overlieden te doen verkiezen; dat voorts, in 't vervolg, jaarlyks, in ieder Gild, de helft der Overlieden van hunne posten zouden aftreeden. Zullende voorts - de  XXXII. Boek. Geschiedenissen. 301 de Overlieden, welke twee agtereenvolgende jaaren gediend hebben, afgaan; dat zulks plaats zou hebben, jaarlyks, in de maand Augustus, na dat, alvoorens, door de dienende Overlieden , alle de Gildebroeders zouden zyn by een geroepen, tot het maaJcen van eene Nominatie van een dubbel getal van zo veele perfoonen, als tot Overlieden zouden moeten verkozen worden: uit welke Nominatie, na dat dezelve ter Vergaderinge van Reprefentanten was ingeleverd , door dezelve eene verkiezing zou moeten gefchieden ; dat elk der aldus verkozene Overlieden zou afleggen de volgende Belofte : „lk verklaare, in de tegenwoordig„ heid van een Alweetend God, aan „ wien ik eenmaal, niet flegts van „ myne daaden, maar zelfs van der„ zeiver bedoelingen, rekenfchap zal „ moeten geeven, te erkennen en te „ eerbiedigen de Rechten van den „ Mensch en Burger, en de Repre„ fentanten van het Volk van Amfter„ dam te houden voor de eenige wettige Regeering deezer Stad, en „ beloove, dac ik, in den my opge„ draagen post, my in alle opzigten „ zal gedraagen naar de in der tyd „ plaats hebbende Ordonnantiën en „ Keuren van het . 9 Gild, en in het voorftaan van de „ belangen van dit Gild, my zal m tragten waardig te maaken het verm trouwen, dat myne Mede- Gilde* m broe- 1795* /  3oi AMSTERDAMS III. Deeu I7P5- Nieuwe fchikking omtrent den Schouwburg. „ broeders, en de Reprefentanten „ van het Volk deezer Stad, in my „ gefteld hebben*. Dat vervolgens de aftreedende Overlieden , telkens, binnen veertien dagen na hunne aftreeding, aan alle hunne Mede - Gildebroeders, welke mogten verkiezen daar by tegenwoordig te zyn, rekening en verantwoording zouden moeten doen; dat, in elk Gild, de gezaraentlyke Overlieden het vermogen zouden hebben, om hunne Gilde» knegts, ten allen tyde, van hunnen dienst te ontflaan; zullende voorts, uit eene over» geleverde Nominatie van bekwaame perfoonen, mits Gildebroeders zynde, door Reprefentanten eene verkiezing gedaan worden. Bekend is het, hoe, voor, en eenigen tyd na de Omwenteling, de voordeden van den Nederduitfchen Schouwburg dienden ten behoeve van het Weeshuis en Oude» mannenhuis deezer Stad, en die ftrekking, telkens, op de Aanplak - Biljetten, werde aangekondigd, niettegenftaande alle betrekkingen, tusfchen den Schouwburg en de gemelde Geftigten, door het afbranden van den voorigen Schouwburg, in den jaare 1772, waaren opgehouden. Dit in aanmerking hebbende genomen, namen thans Reprefentanten het befluit, en verklaarden, diensvolgens, dat de Schouwburg, voortaan, zyn zoude Stads eigendom en ftigting, die, voor Stads rekening, door Commisfarisfen, van wege de Reprefentanten daar toe  XXXII.Boek. Geschiedenissen. 303 toe benoemd, of in 't vervolg te benoemen, zou worden beftuurd: zodanig, dat alle voordeden, uit die ftigting voortko mende, geheel en al zouden zyn ten voordeele van Stads kasfe, en daar in jaarlyks zouden moeten worden overgebragt gelyk ook alle nadeelen, of 'c geen Commisfarisfen, in hunbeftuur, mogten te kort komen, uit dezelfde kas zouden worden goedgedaan ; en dat hier mede alle betrekkingen en verbintenisfen, zo in het finantieele, als in het huishoudelyke, die, tusfchen den Schouwburg en het Weeshuis en Oudemannenhuis, plaats mogten gehad hebben , van nu af aan , zouden ophouden; en dat alzo, van de Aankondigingen der Vertooningen van den Schouwburg, zou moeten weggelaaten worden, dat de Reprefentatien gefchiedden ten voor deele van het Wees ■ en Oudemannenhuis. Niet weinig viel 'er te doen, met opzigt tot den Burger - of Grooten Krygsraad, die, naar de meening van zommigen, en ook van Reprefentanten des Volks deezer Stad., zig een wederregtelyk, en genoeg zaam onaf hankelyk gezag, hadt aangematigd , 't welk, zou de thans ingevoerde orde van zaaken , overal en eenpaarig, werken, diende befnoeid, en binnen de paaien der billykheid te worden te rug gebragt Wat 'er zy van de gefchillen , tusfchen Reprefentanten en de Leden van den Krygsraad voorgevallen , die in eene vernietiging van denatelven uitliepen, zal best blyken, door de opgaave 179* De Burger - of Groote Krygsraad wordt vernietigd.  1795. 3©4 AMSTERDAMS III. Deel. gaave van den hoofdzaaklyken inhoud eener Beken dmaakinge, aan de Gemeente gedaan, een weinig na het midden der maand Augustus. Reprefentanten gaven daar in te verftaan, dat zy, in overweeging genomen hebbende , dat de Burgery deezer Stad, ter bevorderinge van hunnen welvaart, en ter handhaavinge van hunne Eere, welke alleen kunnen verbonden zyn aan, en voorcfpruiten uit een welgeordend beftuur, hen Reprefentanten vrywillig verkozen hebbende, niet anders kon gewild hebben, dan dat het gezag, hetwelk .uit haaren boezem op het wettig Geconftitueerd Lichaam was overgedraagen, onverdeeld aldaar zou bly ven berusten, zonder dat dit Lichaam zou vermogen toe te laaten, dat dit toevertrouwd gezag, in eenig gedeelte, hoegenaamd , overging in andere handen, of verminderd of verlamd werdt door andere Lichaamen of Perfoonen, als zullende dit ftryden met den wil der Burgerye; dat zy, nimmer uit het oog verliezende, de duure belangen der Burgerye, aan hun Reprefentanten alleen toevertrouwd, onder de maatregelen, welke tot derzelver bevorderinge mede ftrekken moesten, als eene der meest belangryke voorzieningen, hadden begreepen, het Commandement over deeze Stad niet alleen te moeten toevertrouwen , by afwisfeling, aan de Kolonellen der Burgerye, maar ook tevens te moeten verklaaren, dat tot de posten van Kolonel en Kommandant niet toelaatelyk waren perfoonen, welke door eenigen Eed, buiten deezer Stads  XXXII. Boek. Geschiedenissen. 305 Stads Eed, aan eene andere Magt verbonden waren, als kunnende daar door in de onmogelykheid geraaken, om hunnen post behoorlyk waar te neemen; dat, diensvolgens, de Kolonel meynts, als Kommandant hebbende gefungeerd, door den Kolonel gales was vervangen, doch dat deeze, als Lid van het Committé van Justitie, op zyn oniflag als Kommandant aandringende, terwyl meynts niec andermaal met het bevel kon belast worden, en de Kolonellen hogendorp en VAiLLANT,als in anderen Eed en Dienst ftaande, de vereischten daar coe derfden, Reprefencancen zig in de onmogelykheid hadden bevonden, eene andere provifioneelè voorziening ce doen, dan door zeker uitfiel, een Lid uic hec midden van hun te benoemen, en, diensvolgens , zonder dac zulks in gevolge zou kunnen getrokken worden, het Stadsbevel, ad interim, hadden opgedraagen aan huibekt bast er t, onder die mits, dac hy, ge» duurende zyn Bevelhebberfchap, de Vergadering van Reprefencancen niec zou kunnen bywoonen; dac zy Reprefencancen wel verre waren van ce verwagten, dac de Burger - Krygsraad zou gecragc hebben, deeze allezins billyke en noodige voorziening kragcloos ce maaken, op gronden, welke hec daarzyn eener Regeeringe in eene Regeering zouden wettigen; dat, egter, de BurgerKrygsraad geene zwaarigheid hadc gemaakc, deeze voorziening der Reprefencancen ce miskennen, tot welke zy, intusfchen, vol« XXII Stuk, V komen  «795- Beweegingen 306 AMSTERDAMS III.'Deel* komen bevoegd en geregtigd waren, zonder dac hec Reglemenc van Oproepinge kon gerekend worden hier in hinderlyk, of op die buicengewoon geval eenigzins toepasfelyk te zyn; dac al mede Reprefentanten met leedweezen ondervonden hadden, dat het aanzyn van het Lichaam van den Burger Krygsraad een hinderpaal was tegen de vryè verkiezing der Officieren, welk regt, egter, op de heilige gronden van Gelyk heiden Vryheid rustende, aan den Burger niec mogt betwist worden, en dat die tegenkanting de bron van tweedragt was, waar van het onlangs voorgevallene, in zekere Wyk ten bewyze diende ; dat, eindelyk, aan het beftaan van den Krygsraad zelf moest toegefchreven worden de vrugtlooze uitflag der welmeenende poogingen, door de Reprefentanten, omtrent de jongfte voorzieningen, aangewend, enz.; dat Reprefentanten , hoewel zy het gedrag van anderzins by hen erkende Vaderlandfche Mannen befchouwden als het gevolg van dwaaiende begrippen omtrent genoemde voorregten, tot het lichaam van den Grooten Krygsraad behoorende, en geenzins als eene voorbedagte verbreeking van de vastgeftelde orde, zig genoodzaakc hadden gevonden , den geheelèn Burger - of Grooten Krygsraad deezer Stad te vernietigen, met uitdrukkelyken last aan allen, die Leden van den Krygsraad geweest waren , zig naar die befluit ftiptelyk te gedraagen. Na dat, fints de Omwenteling, de, dus genoem-  XXXII. Boek.Geschiedenissen.S07 noemde, Clubisten, by meer dan ééne getegenheid, over deeze en geene bezwaaren, by Reprefentanten deezer Stad, zig vervoegd hadden, waren dezelve, bovenal, werkzaam in de maand September deezes jaars. Op den elfden dier maand lieten zig, ter Vergaderinge, aandienen, en verfcheenen, vervolgens, in dezelve, eenige perfoonen, zig noemende Commisfarisfen van verfcheide kamers van Bataaffche Clubs, Burgerwyken en Vaderlandfche Gezeifchappen, overleverende twee Adresfen, en door verfcheide Burgers geteekend. Het eene Adres behelsde bedenkingen tegen eene Publikatie van Reprefentanten, in de jongstvoorgaande Maand afgekondigd, waar by de Burgery was uitgenodigdom zodanige klagten in te leveren, als dezelve tegen eenige Amptenaaren zou kunnen inbrengen; en voorts eene herhaaling van een, reeds te vooren, door de Clubisten, gedaan verzoek, dat alle Amptenaars, het voorgaande Beftuur toegedaan, en, in 't algemeen, alle de zulken, die, federt het jaar 1787, waren aangefteld, zonder onderfcheid, daadelyk, van hunne posten zouden ontzet worden. Het ander Adres bevatte een verzoek, dat de Bataaffche Clubs zouden erkend worden als eene Corporatie, welker Afgevaardigden ter Vergaderinge van Reprefentanten van hec Volk deezer Stad zouden toegelaaten worden, als koomende fpreeken uit naam van hec het gehede lichaam der Bataaffche Clubs, y a Met der Clubisten,enz.  1795* 3o8 AMSTERDAMS III. Deel; Met het algemeen antwoord, dat men her gedaane verzoek in nader overleg zoude neemen, vertrokken thans de Afgevaardigden; doch lieten zig, op den zeventienden der Maand, andermaal, aandienen, wanneer zy tot befcheid ontvingen, dat de Vergadering in het verzoek der Clubisten, om als eene Corporatie erkend te worden, niet konde treeden; en wat de afzetting der, dus genoemde, Oranje - Amptenaaren betrof, dat dezelve in nadere overweeging zou genomen worden. Waar op een der Clubisten hernam, dat zy, ftaande de Vergadering, op hun nader ingeleverd Adres, antwoord verlangden; met by voeging, dat zy, anders, nog dien zelfden namiddag, zouden te rug komen. Doch aan deezen eisch werdt niet voldaan. De Voorzitter verklaarde, dat, vermits de Vergadering thans niet voltallig was, het verzoek, in eene algemeene Vergadering, 's namiddag te hou* den, in overweeging zou genomen worden. De dringende ernst, met welken de Commisfarisfen der Clubisten hun verzoek hadden aangedrongen, en het groot aantal perfoonen, welke zy op hunne zyde hadden, befchouwden Reprefentanten als eene voldoende reden, om in deezen, met alle mogelyke omzigtigheid en bedaardheid, doch met den gepasten ernst tevens, te werk te gaan. De Clubisten hadden hun voorneemen aangekondigd, om, den volgenden dag, om antwoord te zullen te rug komen. Zy hielden hun woord, en verkreegen, in zo verre  XXXII. Boek. Geschiedenissen.309 verre, hunnen wensch, dat een beflisfend antwoord, 's daags te vooren ontworpen en goedgekeurd, hun werdt voorgedraagen. Het behelsde, I. „ Dat het geheele Volk 9 van Amfterdam, hen Reprefentanten vrye„ lyk hebbende verkozen, aan hun alleen „ hadt toevertrouwd, de uitoeffening der „ Souverainiteit, voor zo veel het Stedelyke „ betreft, oorfpronglyk in den boezem van „ het Volk berustende, en zy dus niet ver„ mogten, dezelve over te geeven aan „ eenig gedeelte van dat Volk, Lichaam „ of Corporatie, maar, integendeel, verpligt „ waren, de Souverainiceit te bewaaren en „ te handhaaven, tot zo lang het geheele „ Volk van Amfterdam zou goedvinden, den „ aan hun Reprefentanten gegeeven last we„ der in te trekken. II. Dat ieder Burger » het onvervreemdbaar regt hadt, aan deszelfs » Vertegenwoordigers zyné belangen voor „ te draagen; en dat, diensvolgens, over„ eenkomftig de grondbeginfelen van ieder „ vry Gouvernement, de Vertegenwoordi„ gers des Volks nimmer ongenaakbaar voor * dat Volk vermogten te zyn. III. Dac » dit vermogen, om voordragten te doen, „ uit het natuurlyk regc van ieder Burger „ vonrtfpruitende, nier behoefde te worden „ erkend , omdat deeze erkentenis zelve „ een hoon zyn zoude, den vryen Burger aangedaan, naardien daar door zou fchynen „ onderfteld te worden, als of hy dit regt „ niec oorfpronklyk bezat". Reprefentanten voegden 'er nevens „ dat de Burgers, hier V 3 „ thans Ï795-  gio AMSTERDAMS UI. Deel. 1795- . thans in de Vergadering tegenwoordig, „ gelyk alle andere Sociëteiten, binnen dee„ ze Stad, geen verlof van Reprefentanten „ noodig hadden, om zig tot een gezel„ fchap te vermengen, onder welk een naam 9 zy mogten verkiezen; en indien zy Bur„ gers, gebruik maakende van hun regt, „ eenige voordragten aan Reprefentanten m mogten te doen hebben, zy Reprefentan„ ten akyd bereid zouden zyn, dezelve, even „ gelyk die van alle andere Burgers, te ont» vangen en aan te hooren. Dat, wat voor „ het overige betrof, de verzoeken tot Re„ motie der Amptenaaren, het voorgaande „ Beftuur toegedaan, als mede de zulken, „ die fmts het jaar 1787 waren aangefteld, „ Reprefentanten daar op zodanig zouden „ befluiten, als zy, in regt en billykheid, ,, zouden meenen te behooren". Na dat dit antwoord was voorgeleezen, hernamen twee der Afgevaardigden, „ dat het voor„ neemen der Clubs niet was, zig in „ het Beftuur te mengen, maar voornaa„ melyk, om, in geval van noodzaakelyk„ heid, van dienst te kunnen weezen: waar „ toe zy, zeiden ze, beter in ftaat ge„ fteld zouden worden, byaldien zy voor „ eene Corporatie erkend werden; dat „ zy, intusfchcn, het bekoomen Antwoord, als het ultimatum , aan hun,, ne Lasrgeevers zouden mededeelen". - Ten zelfden tyde las een ander Lid der Commisfie een gefchrift voor, in onbefcheidene en hoonende uitdrukkingen, op de ia?  XXXII. Boek. Geschiedenissen. 311 inwilliging der voorgeftelde punten aandringende ; terwyl een derde verklaarde, last te hebben, aan te kondigen, dat de Vergade ring van Reprefentanten niet zou hebben te icheiden , voor dat zy Clubisten, aan hunne lastgeevers, verflag zouden gedaan hebben. Waarop zy vertrokken, na dat, alvoorens, de Voorzitter hun hadt verzekerd, dat van het genomen befluit niet zou worden afgegaan. Intusfchen was de menigte, zo voor als inzonderheid binnen het Stadhuis, dermaate aangegroeid , en gedroeg zig zo onftuimig, dat Reprefentanten , na dat de Afgevaardigden der Clubisten de Raadzaal hadden verhaten, tot de orde van den dag zynde overgegaen, door het geweldig gedruis, in hunne raadpleegingen over andere onderwerpen , verhinderd werden. Eenige leden der Vergaderinge, van tyd tot tyd, zig buiten dezelve hebbende begeeven, om naar de redenen der beweegingen te verneemen, kwam een derzelven, met twee Burgers , in de Vergadering te rug, en berigtte, ten oanhooren dier lieden, aan zyne Amptgenooten, dac de zamengevloeide menigte in hec begrip ftondc, als of de Reprefentanten van zin waren , alle de Oranje - Amptenaars in dienst ce laacen, doch dac de vreeze alleen de Reprefencancen daar van te rug hielde; verzoekende, derhalven, dat de Vergadering haare grondbeginfels en voorneemen , deswegen , aan de twee Burgers, en door hen aan de menigte, geliefde ce verklaaren. Als uic éénen mond verklaarde V 4 nu  »'795- 3ïa AMSTERD AMJS III. Deel, nu de Vergadering, dat haar voorneernen en befluit, gelyk altyd voorheen, ook nog tegenwoordig, was, om zulke Amptenaaren , die de bewerkers der voorgaande flaaffche ketenen geweest waren, van hunne posten te ontzetten; doch dat, ter voorkominge van verwarringe, eerst naar andere perfoonen, ter vervullinge der opengevallene posten, moest worden omgezien; 't welk tot nog toe niet hadt kunnen gefchieden, alzo het inneemen van befcheiden, ten opzigte der ingekomene Verzoekfchrifcen om Ampten , welker getal reeds toe meer dan tweeduizend was aangegroeid , nog niet was afgeloopen. Reprefentanten voegden 'er nevens, dat zy alleen deeze Verklaaring deeden, „ om dat zy de duidelyke kenmerken „ zagen van de intrigues der tegenparty, in „ hetgeen men thans begeerde, daar men „ tragtte, het voorneemen der Reprefen. „ tanten te doen miskennen, wantrouwen „ te verwekken, en verwoesting aan te „ rigten". Eene andere Commisfie, ftraks daar na, binnenftaande, verklaarde, last te hebben , de Vergadering ftellig te verzoeken, om niet uit eikanderen te gaan, voor dat de aanmerkingen der Clubisten op het antwoord en befluit van Reprefentanten zou zyn opgemaakt en by deeze Vergadering ingeleverd. Een ander voegde 'er nevens, „ dat „ de Vergadering niet eer fcheiden- mogt, - „ of dat hy voor de gevolgen niet in„ ftondt". De Commisfie verzogt zynde, buiten te Haan, en, vervolgens, aangaande den  XXXII. Boek. Geschiedenissen. 313 den eisch, omvraag gedaan zynde, viel 'c befluit, dat, daar de raadpleegingen thans niet vry waren , de Vergadering oogenblikkelyk zou fcheiden, tot 's namiddags ten zes uuren, en werdt daar van kennis gegeeven aan de Commisfie, met by voeging, „ dat de Ver„ gadering niet van haar, na rype delibera,, tie, wettig genomen befluit, door dwang, wat 'er ook mogt gebeuren, zou af te „ brengen zyn". De Vergadering, nu willende fcheiden, werdt haar zulks, door de menigte, belet, en gedwongen, in de Raadkamer te rug te keeren, hoewel onbekwaam , zo door het gedruis op de Zaal, als door den aandrang voor de deur der Vergaderinge, om haare werkzaamheden voort te zetten Na verloop van eene wyle tyds, het gedruis eenigzins verminderd zynde , opende de Voorzitter, van nieuws, de Vergadering, en werdt van dezelve, door de vergaderde menigte, een fchriftlyk berigt gevorderd van de te doene Remotien, doch na omvraag, die eisch geweezen van de hand Een afwyzend antwoord bekwam insgelyks eene andere Commisfie; men voerde haar te gemoet, „ dat vermits de „ raadpleegingen der Vergaderinge niet vry „ waren, diensvolgens ook derzelver beCui- ten, als gedwongen genomen, niet wec,, tig konden zyn, en dac de Vergadering „ dus niet anders dan volharden konde by „ haar voorgaande befluit en plegtige be„ lofte". In die antwoord, mondeling gegeeven , nam, egter, de Commisfie geen V 5 ge- 1795.  gi4 AMSTERDAMS IH. Deel. *79S> genoegen, maar ftondt'er op, om hetzelve fchriftelyk te ontvangen. Dit gefchiedde, in de volgende bewoordingen: „ De Verga» f, dering, belet zynde van hec Huis der „ Gemeente af te gaan, kan nu over de „ nadere voordellen niet delibereeren, maar „ herhaalt aan de Burgers, die vergaderd „ zyn, dat zy, zonder verwyl, zal voorc„ gaan, Oranje - Amptenaaren ce removee„ ren". Dit antwoord bragc de gemoederen coc zo verre aan hec bedaaren, dat de menigte uit een ging, en de Reprefentanten gelegenheid hadden , onbelemmerd , naar hunne wooningen weder te keeren. Te grievende, intusfehen, was de hoon, door de gepleegde gewelddaadigheden, den Reprefentanten. en, in dezelven, het geheele Volk van Amfterdam, aangedaan, dan dat het misnoegen en de verontwaardiging, daar over, niet openlyk zoude aan den dag gelegd worden. Dit gefchiedde ook aanltonds, in eene Proclamatie, in het floc van welke, na alvoorens een verflag van hec gebeurde, zo aan hunne zyde, als aan die der Clubisten, gedaan te hebben, Reprefentanten openlyk en plegtig verklaarden, „ dac inge„ valle hunne Vergadering, wederom, door „ de allerminfte daadelyk heden, in de vrye raadpleegingen geftoord, of de Leden „ derzelve hec vrye ac - ep reces, tot en ,, van de Vergaderplaats, op eenigerhande „ wyze, werdt belet, en zy daar door, in .„ de uitoeffening der gewigtige posten en „ functien, aan hun coevertrouwd, eeniger- „ maate  XXXII. Boek. Geschiedenissen. 315 „ maate geftoord of belemmerd werden, zy ,, Reprefentanten zig, alsdan, in de grieven, de noodzaaklykheid zouden bevinden, ge« „ bruik te maaken van die magt, welke, door hunne Committenten, in hunne ,, handen was gefteld, ten einde daar door de eere, de waardigheid en de belangen „ der Burgerye deezer Stad, op alle moge„ lyke wyzen, te handhaaven en te beveili„ gen, tot zo lange hunne Committenten, „ door openlyke en wettige daaden , van hunne gevoelens, contrarie deeze handel» wyze en intentie van Reprefentanten, ,, zouden hebben doen blyken". Geenzins, egter, in den fmaak van veelen uit de Gemeente moet deeze Proclamatie zyn gevallen , naardien dezelve, kort nadat zy was aangeplakt, op zeventien onderfcheidene plaatfen , werdt afgefcheurd; een bedryf, waar over het Committé van Justitie zyn misnoegen betoonde, door het uiclooven van eene Premie van honderd Dukaaten, aan den aanbrenger van éénen of van meer, die zig, aan dat wanbedryf, bezondigd hadden. , By het bovenftaande verhaal gebiedt ons de pligt eens getrouwen Historiefchryvers te voegen, dat, hoe zeer de verhaalde beweegingen uit den fchoot der Clubisten haaren oorfprong hadden genomen , niet allen, evenwel, aan dezelve hunne goedkeuring verleenden, maar, veeleer, een merkelykge. tal zyn hoogfte afkeuring aan den dag leide. Dit bleek uic een Declaratoir, drie da- Protest an • enlgi Clubister tegen de beweegingen.  316 AMSTERDAMS III. Deel. *795- Een naamlooze Brief baart groote beweeging. dagen na het gebeurde, uit naam van de Vergadering van Afgevaardigden der Bataaffche Clubs, eenige Burger Wyken en Vaderlandfche Gezelfchappen, ter Vergaderinge van Reprefentanten ingeleverd, waar in dezelve, na hunne verontwaardiging betuigd te hebben over zeker ftuk, in de Vergadering van Reprefentanten voorgeleezen, openlyk en plegtig verklaarden, dat het gemelde ftuk, geheel en al, zonder de minste voorkennis, veel min goedkeuring, aan de gemelde Vergadering was voorgeleezen; met by voeging, dat zy, al wat onbehoorlyk en ongemefureerd, op dien dag, was voorgevallen, overlieten voor rekening van de geenen, die zig hetzelve veroorloofd hadden. Zo veel genoegen vondt deeze flap by de Reprefentanten, dat dezelven, by eene openbaare Afkondiging, met betuiging van hunne goedkeuring, aan de Gemeente daar van kennis gaven. Na eene korte tusfchenpoozing, verving, wel haast, eene andere de nu vermelde opfchudding; in eene fchynbaar geringe oorzaak hadt dezelve haaren grondflag. In echte befcheiden onmoeten wy, omtrent den oorfprong, loop en einde des veel gerugtmaakenden voorvals, het volgende verhaal, 't Was, in eene buitengewoone Vergadering van Reprefentanten, op den eerften November dezes jaars, dat de Voorzitter aan de Vergadering berigtte, dat, 's avonds te vooren, zig ten zynen huize, hadt vervoegd eene Commisfie uit de Ba-  XXXII..Boek. Geschiedenissen. 3x7 Bataaffche Clubs, hem ter hand ffellende het affchrift van eenen Brief, vermoedelyk gefchreeven door s. 1 z. w 1 s e l i u s , Re« prefentant van het Volk van Amfterdam, die thans, van wegen die Stad, Afgevaardigde was in den Haage; dat hy, met deeze Commisfie , zig in den nacht ten twee uuren, voor hec Committé van Waakzaamheid, hebbende begeeven, nevens hetzelve al zynen vlyt hadc aangewend, om de Commisfie van alle on> beraadene flappen te rug te houden, 't welk hem oök, tot op dit oogenblik, gelukt was ; geevende voorts de Voorzitter in bedenking, om naar den fchryver en den verfpreider des. ontzettenden Briefs allen mogelyk onderzoek te doen. Diensvolgens ontboodt het Committé van Waakzaamheid den Burger j h. van heek eren, welke als de verfpreider des Briefs genoemd werdt, en die ook bekende, een Brief van bedenkelyken inhoud te hebben ontvangen, doch tevens verzekerde , onbewust te zyn, uit welke plaats de Brief was gekomen; dat hy des Schryvers hand niet kende; dat hy gerust kon verklaaren, dat het fchrift van dien Brief van de hand van wiselius niet was; dac hy geene zwaarigheid hadt gemaakt, dien Brief te laaten leezeq en affchryven, doch dat by aan niemand hadt gezegd, dat dezelve door wiselius gefchreeven was. Op aandrang van het Committé, om den oorfpronklyken Brief in handen te hebben, verklaarde van heekeren, buiten ftaat te zyn, om dien te voorfchyn te brengen, om 1795*  1795- 3i8 AMSTERDAMS III. Deel; om reden, zo als hy voorgaf, dat dezelve, door herhaald leezen en herleezen, was aan (lukken geraakt, en hy , den inhoud weetende, denzelven hadt verfcheurd. Dit laatfte, egter, bleek, wel haast, met de waarheid niet overeenteftemmen. Want wanneer, 's anderendaags, van heekeren, door gemelde Committé, in verzekering was genomen, bragt hy den oorfpronklyken Brief te voorfchyn. Wiselius, intusfchen, in den Haage, gevraagd zynde, of hy de fchryver van den Brief ware, gaf daar op een toeftemmend antwoord, met betuiging, evenwel, dat- hy geenzins ten oogmerk hadt gehad, dat dezelve algemeen zou verfpreid worden. Intusfchen was aan de Vergadering van Reprefentanten berigt, dat eenige Leden van Bataaffche Clubs, en andere Burgers, voorneemens waren, zeer nadeelige voordellen te doen, tegen de rust en de goede orde der Stad, en van de Justitie, door het aandringen op het daadelyk in verzekering neemen van verdagte perfoonen, als welke men hun berigt hadt, in den bewusten Brief, als berokke* naars van fnoode onderneemingen, te zyn afgefchilderd: weshalven Reprefentanten, aan het Committé van Waakzaamheid, en aan den Kommandant der Stad, bevel gaven, ter beveiliginge van perfoonen en goederen, en ter bewaaringe van de rust der Stad, ernftige maatregelen te beraamen. En, inderdaad, niet zeer gerustftellende was thans de toeftand der Stad. Eene Commisfie uit het Com. mitté van Waakzaamheid en van de Justitie, ver-  XXXII. Boek. Ges chiedeniisen. 310 verzeld van den Procureur der Gemeente, in de Vergadering van Reprefentanten verfcheenen, deedt opening aan dezelve van de gistingen, welke, door zommige kwalykgezinde of misleide Burgers, in de Stad veripreid, en van de onrustige beweegingen, welke daar uic ontftaan waren: waarom noodig werdt geoordeeld, op middelen, ter handhaavinge van rust en orde, met allen ernst bedagt te zyn. Van hunnen kant zaten de Clubisten niet ftil. Eenige Afgevaardigden van dezelve begaven zich naar den Haage, en verzogten, aan de Vergadering van Provifioneelè Reprefentanten van hec Volk van Holland, opening omcrenc zekere verfpreide onczeccende gerugcen, en dac de zodanigen , die zig fchuldig mogcen gemaakc hebben aan aanflagen tegen de Vryheid; aan hec Volk bekend gemaakc, en in verzekering mogten genomen worden. De Voorzitter , de gegrondheid der verfpreide gerugten erkennende, ftelde de Afgevaardigden, in zo verre, gerust, dat, ter algemeene vei. ligheid, en ter opfpooringe der fchuldigen, de beste maatregelen zouden beraamd en te werk gefteld worden. Een ernftiger aanzien kreeg, allengskens, de veel gerugt maakende zaak. Willem Holtrop, Prefident van de algemeene Vergaderinge der Wyk - vergaderingen, dirk hoitsma, Prefident der Bataaffche Clubs, nevens twee Vice - Prefidenten, twee Sekretarisfen, en nog twee Leden, lieten, in de Vergadering van Reprefentanten, op  3ao AMSTERDAMS III. Defü. op den vierden November, zig aandienen. Binnen gedaan zynde, deeden zy eenen voordragt, welken wy, nevens de raadpleegingen en hec befluit der Reprefentanten, daar op genomen, niec ondienftig oordeelen, woordelyk hier in te lasfchen. Van de wyze van denken en van doen, welke thans aan de orde van den dag wss, zal dit, voor de nakomelingfchap, ten gedenkteken kunnen dienen. Zie hier het geheele ftuk. medeburgers! „ Met die zelfde belanglooze liefde tot vaderland en vryheid, waarmede wy onlangs, en by herhaling zelf, tot u traden; met die zelfde gevoelens en oud Nederlandfche rondborstigheid , zyn wy thans wederom in uw midden verfchenen. „ Burgers Reprefentanten! ook die deugden en kenfchetzen in mannen van uwen rang en waardigheid, zo beminnenswaardig als onaffcheidelyk, zyn immers de uwen, en zullen het, gelyk wy vertrouwen, ook onvervalscht bly ven! „ Zullen vaderlandfche oogmerken en bedoelingen, naar den wensch der burgeren, bereikt, zal de burgerlyke vryheid bewaard, gehandhaafd, befchermd worden; niets voorwaar is noodiger, dan dac 'er een onwankelbaar vertrouwen zy tusfchen hec Volk en tusfchen hen, die hetzelve mogen vertegenwoordigen. „ Vervuld van het edelst gevoel van deeze booge  XXXII. Boek. Geschiedenissen.321 hooge noodzakelykheid, aarzelden wy geen oogenblik, burgers Vertegenwoordigers! u onze bekommeringen over den ftaat en toeHand onzes gemeenfchappelyken vaderlands rond en openhartig te doen blyken, niet alleen, maar, ware het mogelyk, om tevens, en onmiddelyk na zodanig gegeven blyk, of wel uwe vaderlyke gerustftellingen daartegen te ontvangen, of wel ongeveinsd en zonder terughouding, door u onderricht te worden van den waren ftaat der zake, dien wy ons, tot zelf op dit oogenblik, noch niet kunnen verbeelden, dat aan u, wy moeten het herhalen , aan u, onze medeburgers Vertegenwoordigers! onbekend zoude kunnen, of zelfs mogen zyn. „ Dan , hoe weinig, hoe byster weinig heeft het u behaagd , ons, de gecommitteerden van zo veele duizenden uwer en onzer ftemgerechtigde ftadgenooten, omtrent alle dezen, of in te lichten, of beiden voor u en voor ons zeiven nog meerder waakzaam te doen zyn. „ Burgers Vertegenwoordigers! verwacht ait onzen mond noch de taal des verwyts, noch die der beleediging, maar alleen die' van onze billyke verwondering en gevoelige finart. Voor u zeiven, naar oogenfcbyn, gerust, trachtet gy lieden ons zulks ook te doen zyn, en wy, op uw gezag, poogden hec ook te wezen. „ Dan, burgers, hoe verre was riet, by vervolg, ook in dezen, de fchyn van het wezen! laat ons u Hechts herinneren aan den XXII. Stuk, X brief, Ï795-  * 3aa AMSTERDAMS III. Deel; brief, die u en ons zo veel ongerustheid en zorg veroorzaakt heeft, den brief van onzen medeburger en uwen medevertegenwoordiger 8. J. Wïfdius, en dit wel .gedurende zo vele dagen en nachten, en in fpyt der cafporingen zelfs van uw committé van waakzaamheid Burgers Vertegenwoordigers! aan wie heeft de ftad onzer inwoning, aan wie hebt gy zelf, aan wie hebben wy nu nog de rust te danken, welke zy, en wy met haar, nog genieten , in weerwil zelfs van zo vele bloedige bedreigingen, als haar, als u, als ons hebben aangegrimd? aan wie anders, dan aan hen, immers voor een meerdergedeelte, in wier naam wy thans tot u fpreken, en aan de pogingen, welke door velen onzer daar» toe zyn aangewend geworden? Engy, burgers! zoud nog kunnen huiverig zyn, ons in den ftaat onzes vaderlands en van zynen nood, openlyk, en naar waarheid te onderrichten? Burgers Vertegenwoordigers! gedenkt aan uwen en aan onzen Wifelim; herleest het excra- ordinair Dagblad van Hollands Reprefentanten, in dato 28 Oétober 1. 1.; herinnert u onzer aanvragen, met de gegeven opening van onze zyde, en duldt nu dat wy u in de oogen zien. „ Dan, dat geen vaderlandfche yver, hoe onmisdadig die ook immer zy, ons hier ver» voere. De plaats waarin, en de Vergadering tot welke wy fpreken, zullen nimmer, zo wy hopen, door ons uit het oog behoeven verloren te worden; alles wat wy hier hebben laten voorafgaan, heeft geen andere be- doe-  XXXII. Boek.Geschiedenissen. 323 doeling, noch mag door u vooronderfteld worden die te hebben, dan alleen deze, om u van onze trouw en verkleefdheid, aan ons vaderland, en deszelfs vryheid, en daarin ook aan u, die ons in het eerste vertegenwoordigt, en in het laatfte helpt befchermen, overtuigend te doen blyken. Maar het is niet minder diezelfde bedoeling, die ons, de gecombineerde commisfie van de algemeene Vergadering der wykvergaderingen, en die der Bataaffche clubfen, benevens derzelver verbonden burgerwyken en vaderlandfche gezelfchappen, vervrymoedigt, ja gebiedt, om ftellig van u, burgers Vertegenwoordigers! af te vragen: ï, Of gy, van het adveu van den brief van den burger S. J. Wïfelim voornoemd, en door ,hem fchriftelyk aan u gedaan, niet bereids legale kennis hebt gedragen, op het oogenblik dat wy, namens de gemelde onze committenten, deswegens aanvrage by u deden, immers daarover met u in gefprek waren? en zo ja, waarom ons in onze qualkeit, die gevraagde kennisgeving, nevens alle anderen, ter zake van den toeftand onzes vaderlands zo zeer verlangde berichten, niet zyn gegeven mogen of kunnen worden? En 2. Is onze eisch, in bovengem. naam, dac terftond, en dus zonder het eenige allerminste verwyl, zo om de veiligheid van uwe eigen perfonen, Vergadering, betrekkingen tot de burgery, als tot heil, bewaring, befcherming van alle onze medeburX 2 ge»  324 AMSTERDAMS III. Deel. '795- geren, hoedanige die ook zyn mogen, en van ons eigen zeiven, nog eens, en in één woord, ter bevordering van ftedelyke rust, en tot vermindering, ja, is het mogelyk, ter dadelyke afwending van een geducht en ysfelyk vaderlandsch gevaar; dat, zeggen wy, alle fufpeét geoordeeld wordende perfonen , het zy medeburgeren of ingezetenen, In ftaat van arrest gefteld worden, het zy op het Huis der Gemeente, of op welke andere publieke plaats, zo als uwe wysheid zulks zal oordeelen te behooren; latende wy, ingevalle hiermede langer vertoefd mogte worden, van dit oogenblik, alle de gevolgen , die uit zodanig verwyl' zouden kun,nen geboren worden, (en hoe ontzettend en ysfelykf zouden dezelve niet kunnen zyn l ) eenig en alleen voor rekening en ter verantwoording van hem, of hen, die daartoe, door contrarie befluit, zouden mogen hebben helpen concurreren. „ Ziet daar, burgers Vertegenwoordigers! ongeveinsd onzen last, en daarin ook onze bedoeling, voor uwe veiligheid, goeden naam en waardigheid, maar niet minder ook voor die van hen, in wier naam wy fpreken, aan u voorgedragen. Eeven afkeerig van vleijery, die het Bataaffche hart verfoeit, als ontheven van angst of fchroom, die met de flaverny alleen beftaanbaar zyn, word deze voordragt, waarvan wy, ter onzer decharge, verzoeken dat geëxcendeerde mentie gemaakt worde in de notulen van uwe Vergadering 3 opdat ten eeuwigen dage daaruit  XXXII. Boek. Geschiedenissen. 325 uic conftere, welken last wy, in onze qualiteic, by u hebben uicgebragc, cevens en in de eersc uic ce geven bylage coc hec Dagblad uwer handelingen, den Volke hiervan openlyk kennisfe gegeven worde. Mee deze gevoelens en begeerte, medeburgersi word deze voordrage u coegereikc, met die rechtehand, welke u ongeveinsde broederfchap aanbiedt; terwyl de linker eenen boezem drukt, die van de zucht, ook voor uw aller heil, geheel vervuld is". Uic naam en op 1'asc voormeld. w. holtrop, prefyent van de algemeene vergadering der wykvergaderingen. Dirk hoitsma, prefident der Bataaffche clubfen, &c. &c. ferdinand w y k m a n , vice prefident. c. ladiges, vice-prefident. b. wyngaardt, fecretaris. c fr aisinet, fecrecaris. willem kuiper, 1 a. hoppenbrouwerj"gecommitteerden Amfterdam, 4 Nov. 1795. Waarop gedelibereerd zynde, werdt goedgevonden en verftaan, om alleen in dit geval, en ten bewyze dat de Vergadering geen zwaarigheid maakce, om deeze zaak geheeél eer kennisfe van de burgery té brengen, het volgend antwoord, ten opzigte van het eerste point, te geeven. „ Dat de Vergadering van den brief, welke zo veel geruchts heeft gemaakc, niet eerder iets heeft geweeten dan zondag - ochtend, uic eene daarvan overgelegX 3 de 3795-  1795- Sa6 AMSTERDAMS III. Deeu de copie, wanneer wy daarover ook met de commisfie, als toen hier ter Vergadering verfchenen, hebben gefproken; en dat ons de fchryver niet eerder dan gisteren ochtend, wanneer wy een brief van den burger Wifelius hebben ontvangen, waarin dezelve advouëerd de fchryver van den brief in questie te zyn, bekend is geweest: en dat dus noch deze vergadering, noch het committé van waakzaamheid, van het adveu van den fchryver niets, op het ogenblik dat hier de commisfie is geweest, hebben geweten. Dat voor hec overige, ons van het onderwerp van gemelden brief, noch van het voorgevallene ter Vergadering van Holland, op woensdag en donderdag, ten opzigte van dreigende gevaren van buiten, niets dan door den brief onzer gedeputeerden op laatstleden vrydag ontfangen, welke ons daarvan met korte woorden eenige melding maakcen, bekend is geweest, en dac de Vergadering daarop geen ogenblik heeft getoefd, om een hunner leden rerftond naar 's Hage ce zenden , ten einde eenig'e" elucidatiën daaromtrent te bekomen, welke dan ,ook, des anderen daags te rug gekomen zynde, deszelfs rapport, voorleden zondag, aan de als toen hier zynde commisfie hoofdzaakelyk is megedeeld, en ook woordelyk nog heden, in eene excraördinaïre bylage, word gedrukc, gelyk ook mede de voorgemelde brief door den burger Wifelius, op gisteren, aan ons toegezonden, welke reeds gisteren zoude zyn publiek gemaakt, indien niet  XXXII. Boek. Geschiedenissen. 327 niet de VergaderiDg had begrepen, daarmede zo lang re moeten fupercederen, rot de commisfie op de burgers Meyer en Cruys gedecerneerd, ten einde zich daaromtrent nader te informeren, welke mogelyk nog het een of ander tot verdere eluciciatïe dezer zaak zouden hebben kunnen fuppedkeren , herwaarts zoude zyn te iug gekeerd. „ En wyders over het tweede voorgeflelde poincl: gedelibereerd en in achting genomen zynde, dat volgens de op den 31 January 1795> van wegen de provifionele Reprefentanten van het Volk van Holland, afgekondigde en erkende Rechten van den Mensch en Burger, eens ieders perfoon en bezittingen beveiligd behooren te zyn, onder de befcherming der wetten; dat mitsdien de wet, zynde de vrye en plegtige uicdruk* king van den algemeenen wil, voor allen gelyk is, het zy om te ftraffen, het zy om te belonen ; dat daarby is bepaald, dat niemant mag worden gearresteerd of gevangen gezet, dan in'zodanige gevallen en volgens zodanige formaliteiten, als welke door dezelven te voren bepaald zyn; dat zy Reprefentanten mitsdien niec mogten afgaan van die plegtige beloften, welke zy in de tegenwoordigheid van een' alwetend' God, openlyk en ten aanhooren der vergaderde burgery, hebben gedaan, om zich in hunnen post, als mannen van eer, van hunnen pligt te zullen kwyten, en in het voorftaan van de belangen der burgery, zich trachten X 4 waar- 1795.  gi8 AMSTERDAMS III. Deel. -795- waardig te maken het vertrouwen, dat dezelven , door hare vrye keuze, in hen ge-; fteld had; waaronder vootal nog behoort de zorg voor de veiligheid van ieder individueel' burger; en dat zy derhalve niec mogten overgaan, om op voorgevens van blote fuspiciën alleen, zonder eenige genoegzame en gegronde bewyzen, eenige burgers , welken gezegd wierden fufpecT: te zyn, te laten arresteren; is door Reprefentanten van het Volk van Amfterftam, zonder refumptie, genomen , en aan de burgers Holtrop , Hoitsma, Wykman , Ladiges , enz., eer handen gefteld, de volgende refólutie: „ De Vergadering hoort met leedwezen , dat uwe committenten niet hebben willen, afzien van een voorftel, dac, hoe dringend ook, weinige uren geleden, door u in deze Vergadering gedaan, geenszins door haar mee eene confirmacoire refolucie kan worden beanc woord. „ Deze Vergadering, Burgers! zal getrouw aan de weerenen harenpligc, ftandvascig en onverfchrokken, hec gedane voorftel met geen befluic bekrachtigen. —- Noch belofte, noch dreiging, op welke eene wyze ook yoorgefteld, zal haar die pligcen, welker naarkoming zy eenmaal plegtig voor hec geheele Volk van deze ftad bezworen heeft, kunnen doen vergecen. ——— Zy zal, geeroosc en manmoedig, de gevolgen afwachten, die deze weigering, door pligt en wetten voorgefchreven, voor de Leden, 'deze Vergadering uitmakende, mogelyk zal na  XXXIÏ. Boek, Geschiedenissen.329 na zich fleepen, en tevens niet verzuimen, die pogingen, welke tegen de oppermagc des geheelen Volks, of tegen byzondere perfonen, zullen worden ingericht, af te wenden, door alle die eerelyke en krachtige middelen, welke het Volk van Amfterdam haar eenmaal in handen heeft gegeven. „.Dit, Burgers! zyn onzer aller gevoelens, en zullen het bly ven, al ware het zelfs, dat de naarkoming van onze bezworen pligten, in hare gevolgen, voor ons onaangenaam, gevarelyk, ja zelf doodelyk waren." De voorgemelde burgers gecommitteerden zo uit de algemeene vergadering der wykvergaderingen, als die der Bataaffche clubs, enz., hebben gedeclareerd, en, by het ontvangen van bovengeplaatfte refolutie, hiervan aanteekening in de notulen verzocht, dat, zo onverhoopt de door hen, op last hunner committenten, gedane propofitiën, door daden van geweld mogten worden gevolgd, zy dezelve volftrektelyk desavoueren, als alleenlyk ten vollen met de voordragt zelve, doch niet in de willekeurige daarftelling van het verzochte, inftemmende. Zodanig was het hoofdbeloop deezer zaake ; omtrent welke, en voor dat zy tot ftand kwam, eenige byzonderheden voorvielen , den geest deezer tyden aankondigende, en, overzulks,wel waardig om hier nog vermeld te worden. Spoedig liep het eerfte pfac X5 af,  33° AMSTERDAMS III. Deel» '795- af, tot genosgen der Commisfie. Doch, wanneer Reprefentanten haar berigtten, dat, wat het tweede punt, hec in verzekering neemen van verdagte perfooneo, betrof, die niec aan hun ftondt, maar het werk van een afzonderlyk Committé was, door Provifioneelè Reprefentanten van hec Volk van Holland, daar toe benoemd, verklaarde de Commisfie ten plegdgften, niet te willen inftaan voor de gevolgen, indien aan dit verzoek niet voldaan werdt. Zy voegde 'ér nevens, met duure eeden, dat veelen haarer Lastgeeveren volftrekt voorgenomen hadden, de gevraagde in verzekering neeming ten uitvoer te brengen; ja, dat. de Vergadering van Reprefentanten in groot gevaar was van overrompeld te worden, bevindende de perfoonen, die daar toe benoemd waren, zig, veelbgt, reeds op het Huis der Gemeente. Die bewoog de Vergadering, de raadpleegingen, over hec bewuste punc, aan te vangen. Geduurende dezelve verzogc de Commisfie, van nieuws, binnen te ftaan. Thans begeerde zy op de Vergadering, om de raadpleegingen, daadelyk , op te fchorten 9 en haar gelegenheid ee geeven, om met eene Commisfie, welke , uic den Haage, was ee rug gekomen, een half uur ee mogen fpreeken, een einde nadere kennis re bekoomen van den toeftand van zaaken, welke, met hec voorgeftelde, in verband ftonden. Die werdc toegeftaan, en verfcheen, wederom, na verloop van eeni-  XXXII.Boek. Geschiedenissen. 331 eenigen tyd, de Commisfie in de Vergadering, aan welke zy nu verlof verzogc, zig naar de Centraale Vergadering der Clubs te mogen begeeven, ten einde aldaar, zo veel mogelyk, de gemoederen neder te zetten, doch met een, dat de Vergadering, tot op haare wederkomst, wilde byeen bly ven. Omtrent elf uuren in den avond keerde de Commisfie te rug; zy berigtte, dat zy alle haare poogingen hadt te werk gefteld, om de menigte te beweegen, genoegen te neemen in de ophelderingen , door Reprefentanten gegeeven; doch alles zonder vrugt: weshalven de Commisfie, op het neemen van een befluit door de Vergadering, tot het in verzekering neemen der verdagte perfoonen, ten fterkften aandrong. Na ryp beraad volhardde de Vergadering by haar befluit, en deelde, voorts, aan de Conv. misfie haar antwoord mede, welk wy boven vermeld hebben. Hachlyk ftondt, intusfchen, de kans, dat, door kwalykgezinden, ligtelyk, iets, ten nadeele der openbaare veiligheid, konde ondernomen worden. Strenge bevelen gaf daarom de Vergadering, in dien zelfden nacht, aan den Bevelhebber der Stad, om alle voorzorgen te neemen, ten einde de veiligheid van perfoonen en goederen befchermd, en eenige gedreigde huizen voor aanval bewaard werden. Ook deedt zy het Committé van Justitie daadelyk vergaderen, om de zulken, die zig aan op. roer of geweld mogten fchuldig maaken, ter  ,"795. 332 AMSTERDAMS III. Deel. terftond te regt te kunnen ftellen, en naar verdiende doen ftraffen. De Commisfie, 's nachts ten half vier uuren, van nieuws, verzogc hebbende binnen te ftaan, waar by nu de Prokureur der Gemeente en de meeste leden van het Committé van Justitie tegenwoordig waren, verklaarde , even als voorheen, dat men, by hec in verzekering neemen der verdagte perfoonen, volftrekc bleef volharden. De CommLlie was thans verzeld van zes Commisfarisfen uic de Clubs, die den meermaalen gedaanen eisch aandrongen, mee te zeggen, dat de Vergadering, mee hec bewilligen in denzelven, vierendercighonderd menfehen een fterkften aan zig zou verbinden. Doch dit alles was van geene kragc, om Reprefencanten van hec genomen befluic te doen afgaan. Waar op gemelde Commisfarisfen verklaarden, onfehuidig te willen gehouden worden aan alles, 't geen uic dit befluic zon kunnen voorcvloeien; dac zy Clubisten hec regc van hec Volk zouden handbaaven, en zig daar coe Revolutionair verklaarden. Welk zeggen door den Voorzitter werdc beantwoord, met de aankondiging, dat de Vergadering ' alle de zodanigen voor Op* roermaakers hieldt, die zig tegen de wetten en de goede orde verzetteden. De Commisfie verklaarde nu, geenen verderen last van haare lastgeevers, de algemeene Vergadering der Wykvergaderingen, te hebben; dat zy haare taak hadt afgedaan, en alle verdere flappen voor rekening van  XXXII. Boek. Geschiedenissen. 333' van de leden der Clubs overliet. Noj al, egter, hadt dit bedryf geen einde. Omcrent half zes uuren, in den morgenftond van den vierden November, ftonds in de Vergadering binnen de Burger - Kapitein, die over de Hoofdwagt, op het Huis der Gemeente, het bevel hadt. Hy berigtte, dat een aantal menfchen zig voor zyne Wagt vertoonde, vraagende,ja zelfeifchende, de Sleutels van Stads Poorten; verzoekende hy Kapitein te mogen weeten, wat, in deezen, hem te doen ftondt. Het antwoord was, dat zyne vraag een vreemd voorkomen hadt, en men zig verwonderde, dat hy zulk een verzoek niet, op ftaanden voet, met verontwaardiging hadt afgeweezen; met ne» vensgevoegden last, daar de Kapitein verklaarde , voor overrompeling te vreezen, de muitelingen met geweld te keer te gaan. Tot meerdere zekerheid benoemde de Voorzitter eene Commisfie, beftaande uic vier leden, nevens den Prokureur der Gemeente, om zig naar beneden in het Huis der Gemeente te begeeven, ten einde om, aangaande den toedragt der zaaken, nader onderrigt te worden, en gepaste maatregelen te beraamen. Hier vondt de Commisfie alles in de uiterfte verwarring. Ondanks de fterkfte vertoogen, zo van Reprefentanten als van den Prokureur der Gemeente, weigerde een gedeelte der waakerde Manfehap. zig te laaten ajlosftn, en de Sleutels van Stads Poorten en 1795-  Ï795. 334 AMSTERDAMS UT. Deel, Boomen uit hunne handen te geeven, anders dan op voorwaarde, dat Reprefentanten hun hoofd verpandden, dat niemand der, dus genoemde , verdagte perfoonen de Stad zou verhaten. Zo hoog (leeg nu de muitzucht, dat de Afgevaardigden , voor lyfsgevaar bedugt, en niet vrugtloos hun leeven willende waagen, zig in de kamer van het Committé van Waakzaamheid begaven. Hier ontvingen zy eene gerustfteilende aankondiging. De Kapitein der Burger - Kannoniers ( tid e m a n was zyn naam ) kwam bun berigten, dat hy, met twee ftukken Gefchuc, voor het Huis der Gemeente, hadt post gevat, met oogmerk om alle wanorder te keer te gaan, zo ras hy de noodige bevelen daar toe zou ontvangen hebben; welke hem dan ook, op ftaanden voet, gegeeven werden. In de meening, dat alleen itandvastigheid den bykans uitgebarflen oproer kon doen afwenden, gelastten nu de Afgevaardigden den Bevelhebber der Stad, de Kist, waarin de Sleutels van Stads Poorten en Boomen bewaard werden, te openen. Doch hoe groot was hunne verontwaardiging, toen zy vernamen, dat twee ongewapende lieden, niet tot de Wagc behoorende, op de Kist za.ten, om het afgeeven der Sleutels te beletten, en dat zy, in deeze oproerigheid, door gewapende Burgers onderlteund werden ! Na dat men de Schutters hadt doen ontwapenen, en de twee ongewapende mannen in verzekering neemen, werden de Sleutels uit de Kist genomen, en Stads Poorten en Boomen, hoewel iets  XXXIT.Boek. Geschiedenissen, 335 iets laater dan op den gewoonen tyd, geopend. Het gedreigde gevaar werdt dus gelukkig afgewend. Inmiddels hadt het voorgevallene in deeze Stad de opmerking van Provifioneelè Reprefentanten van het Volk van Holland tot zig getrokken. Het gerugt verfpreidde zig, en by de uitkomst bleek het, niet ongegrond te zyn, dat, ter herftellinge van de rust der Stad, Franfche Troepen herwaarts in aantogt waren. Beducht voor de gevolgen, welke hier uit, ligtelyk, konden ontftaan, hadden Reprefentantea aan den Bevelhebber l au rent verzegt, het daar toe, vermoedelyk, gegeeven bevel in te trekken, 't Zy de Brief den Bevelhebber niet tydig was ter hand gekoomen, of om eenige andere reden, de Troepen namen, uit den Haage, den optogt aan , en waren reeds een goed ftuk vvegs gevorderd, wanneer zy bevel ontvingen, om te rug te keeren. Voortgang, evenwel, hadt eene bezending van vyf leden uit de Provifioneelè Reprefentanten van het Volk van Holland. Op den zevenden November verfcheenen dezelve in de Vergadering van Reprefentanten deezer Stad, en vertoonden aldaar eene Proclamatie, door hen, in hunne hoedanigheid, opgtlteld en onderteekend , met bygevoegd verzoek, dat dezelve, daade» lyk, op de gewoone wyze, zou worden afgekondigd; zo als voorts gefchiedde. De Proclamatie behelsde, hoofdzaakelyk , eene goedkeuring en lofipraak over het manmoedig Eenige Afgevaardigden,uic den Haage, koomen ia de Stad.  3^6 AMSTERDAMS III. Dee* I7P5- i JTerlgt wegens den Pro tonotaris. i Keu-e op de Farine vernieuwden uitgebreid. iigen ftandvastig gedrag der Municipaliteit van Amfterdam, in het handhaaven van haar gezag, en van de rust en orde der Stad, en voorts eene fterke afkeuring van de aan« [tookingen van zommigen tot fchandelyke wraakzucht, en het aankweeken van verder flyk wantrouwen tegen de aangeftelde Magten. De post van Protonotaris, of Commisfaris over de Notarisfen, was, voormaais, eene bediening, tot welke geene vaste Jaarwedde ftondt. Voor het onderzoek van ieder Akte genoot hy twee Stuivers, die, door de menigte, eene vry aanzienlyke fomme opbragten. Thans werden Reprefentanten te raade, dat het Protonotarisfchap, voortaan, zou bekeerd worden ten behoeve van Stads Kas, en cföt de waarneeming van hetzelve zou worden verknogt aan den post van tweeden Sekretaris van het Committé van Justitie, en wel op eene vermeerdering van Jaarwedde van vyfhonderd guldens, te betaalen uit Stads Kas; alles met dien verftande, dat alle de voordeelen, welke , nu en voortaan, even gelyk van ouds gebruiklyk was geweest, door den Protonotaris, voor het onderzoek der Akte, van de Notariafen zouden worden ontvangen, door hem, jaarlyks, aan Stads Kasie zouden moeten verantwoord en voldaan worden. Met groot regt vielen, ten deezen «yde, Stads Keurmeesters van de Haring klagtig, dat, door baatzuchtige lieden, onbekwaame, verrotte, verfche, mitsgaders zoute Ha.  XXXII. Boek. Geschiedenissen. 337 Haring, welke door Keurmeesters reeds afgekeurd, en in het water was geworpen, wederom opgevischt, gerookt, en aan minvermogenden verkogt" werdt, tot groot nadeel voor de gezondheid der geenen, welke zulk een onvoegzaamen kost tot fpyze gebruikten, Reprefentanten, daar tegen willende voorzien , maakten de volgende bepaalingen. Geene verfche Haring of Bukking, van buiten inkoomende, zou hier ter Stede mogen worden verkogt, ten zy dezelve, alvoorens, door daar toe gefielde Keurmeesters, bezigtigd en goedgekeurd ware. Geen verfche bekwaame Haring zou mogen gerookt werden, voor en aleer dezelve, vier uuren lang, in 't zout gelegen hadde. Geen zoute Haring zou tot, dus genoemde, Peesjes - Haring mogen gerookt worden, zonder alvoorens vierentwintig uuren in 't water te hebben gelegen. Niemant zou zig hebben te veroorlooven, de afgekeurde, bedorvene en weggeworpe. ne zoute Haring op -te visfchen, te verkoopen, of ook zodanige Haring te rooken, om ze vervolgens te verkoopen. Op de overtreeding van ieder deezer fchikkingen werdt eene boete gefteld van vyfentwintig guldens. Voorts werdt nog bepaald, dat de Keurmeesters, voor ieder Tal verfche Haring, van buiten inkoomende, na dezelve behoorlyk te hebben ge. keurd, zouden genieten vier Penningen, en voor ieder Tal Bukking, acht Pennigen, door de verkoopers aan hun te betaalen; XXII, Stuk, Y als 1795-  338 AMSTERDAMS III. Deel; 1795- Verandering in de gebruiklykhedenby de Dood» ilraffen. als mede, dat ten minften een van de aan* geftelde Keurmeesters, dagelyks, ui genomen des Zondags, tot het doen der keuringe, des morgens met het openen van den Boom, en twee uuren daarna, en 's namiddags van twee tot vier uuren, in het KeurmeestersHuisje, aan den Haringpakkers - Toren, zouden hebben te vertoeven, onder bedreiging van ontzetting van hunnen post tegen de ovetreêders. Volgens het aloud gebruik, wanneetf jemant, om deeze of geene misdaad, den dood hadt verdiend, werdt hy daar toe voorbereid door eenen Leeraar den Hervormde Gemeente, Eene Commisfie, benoemd] tot het nazien van het Ceremonieel, by het uitoefenen van Halsregt gebruiklyk, vestigde, onder anderen, haare aandagt ook op die gewoonte. In het uitgebragt Raport merkte zy aan, dat, haars bedunkens, daaromtrent, eene aanmerkelyke verandering behoorde plaats te hebben; dat, aangezien, volgens de afgekondigde regten van den Mensen en Burger, ieder mensch het regt heeft, om .God zodanig te dienen als hy wil, zonder daarin, op eenigerlei wyze, te kunnen gedwongen worden, zy van oordeel was, dat de oude gewoonte,C volgens welke alle Patiënten, welk eenen Godsdienst zy waren toegedaan, een Gereformeerd Predikant en Krankbezoeker werden toegevoegd, en het Gebed door een Gereformeerd Predikant gedaan ), aldus behoorde veranderd te worden, dat by den Patiënt worden coegelaaten een  XXXïï. Boek. Geschiedenissen. 339 een Geestlyke van dien Godsdienst, welken hy belydc, 't zy hy Protestantsch, Roomschgezind of Joodsch ware; dat op den dag der ftrafoefeninge , byaldien de Patiënt •behoort tot eenen Godsdienst, welke door den Maire, de twee Reprefentanten , den Prokureur der Gemeente en de leden van het Committé van Justitie, die de uitvoering van het doodvonnis bywoonen , niet wordt beleeden, en zy zwaarigheid maaien, het Gebed, dat door den Geestlyke gefchiedc, mede te doen, alsdan de Geestlyke van dien Godsdienst, tot welken de veroordeelde behoort , afzonderlyk met en voor den Patiënt, in de Kamer der Reprefentanten , zal bidden; en dat het plegtig Gebed, ïn de Justitiekamer, 't zy in tegenwoordigheid, of in afweezen van den Patiënt, naar zyne verkiezing, zal gedaan worden door eenen Geestlyke van dien Godsdienst, welken de Maire en de overigen, of wel de meesten derzelven, zyn toegedaan: indiervoege, nogthans , dat de zulken, die zwaarigheid mogten vinden om daar by tegenwoordig te zyn, zig zouden mogen verwyderen. Voorts was de Commisfie van oordeel, dat de Patiënt door den Geestlyke niet verder zou mogen verzeld worden, dan tot aan de opening der Justitiekamer, welke naar het Schavoc leidt; en dat, gevolglyk, de gewoonte , volgens welke de Geestlyke den Patiënt near buiten verzelde , behoorde te worden afgefchaft. Reprefentanten, dit en eenige andere artikelen van hec Raport, van minder belang, Y 3 io 1795*  34<* AMSTERDAMS III. Deï*» Middel om behoeftigenaan werk te heipen. in overweeging hebbende genomen , ver* eenigden zich daar mede, om, voortaan, voor het Committé van Justitie, tot eene regelmaat te dienen. Behoeftigen aan werk te helpen, is de loflykfte en heilzaamfte weldaadigheid. Die begreep eene Commisfie, uit hec midden van Reprefentanten benoemd, tot het opfpooren van middelen, om behoeftigen van nooddruft te verzorgen. Daar toe liet zy haare aandagt vallen op het Zydewindhuis, oorfpronglyk tot dat oogmerk aangelegd, doch 't geen, door het verminderen der Zyde - Fabrieken, thans niet ia ftaat was , om aan meer dan twintig of dertig meisjes werk te verfchaffen. Beftuurders van dat Huis, door de Commisfie onderhouden over de mogelykheid des ontwerps, waren het niec fleges mee haar volkomen eens, maar deeden den voorfiag, om den arbeid van dac Huis cot hec twynen en dubbelen van Turksch Garen uit te breiden; ten welken einde men te raade werdt, met Kooplieden te fpreeken, welke in die Waaren handel dreeven, en nu hun Garen, een gemelden oogmerke, naar elders moecende verzenden, niec zouden weigeren, hec loflyk doel ee helpen bevorderen. Gelukkig daagde deeze aanzoek; en floeg men wel fpoedig handen aan hec werk, mee hec gewenschc ge« volg, dac, binnen korten tyd, weinig minder dan honderd kinderen werden aan werk geholpen. Het loon der eerstbeginnenden, in dit Huis, is acht Stuivers ter weeke, 1 ' en  XXXII. Boekgeschiedenissen. 341* en kJimt tot vyfentwintig of dertig Stui. vers, naar gelange van jaaren en bekwaamheden. Daarenboven heeft men hier dè gewoonte, den viytigen bui:engewoon te beloonen; hetwelk voor een kind, welk, in de drie jaaren van zyn verband, flegts drie dagen heeft verzuimd, omtrent vyftig guldens kan bedraagen. Te aanneemelyk was dit ontwerp, dan da't Reprefentanten hetzelve, met hunne goedkeuring, niet zou-* den bekragtigd hebben. Nu het jaar 1795 ren einde zynde, vinden wy goed de verdere gewigtige gebeurtenisfen te fpaaren tot eene volgende afdeeling, op dat dit Werk, waarvan deeze bundel het Negende Stuk is, in eene byna egaale dikte met het laatste of Tiende Stuk moge ten einde loopen. Kunnende dus in Tien ingenaaide Stukken of, voor de zulks begeerende, in Vyf banden van byna gelyke dikte, worden gebonden. 1795.  By ons voorig Stuk fchreeveti wy ff iets is natuurlyker, dan dat in een Werk, van zo veel emjligs, als dit Vervolg op den grooten waqgnaar, doa? misjielling of door verzuim, eenige gebreken zyn ingejloopen. Uit boegagting voor bet migtig Amterdam, wildeman, egter, aan eene Befcbryving van die Stad, gaarne alle mogelyke naauwkeurigbeid geeven. 't Is bijrom dat de Uitgeevers da wybeid neemen, eenen iegelyk, des kundig, uit te nodieen, die ben, met de toezending van vueezenlyke Byvoegzels of Verbeteringen, zullen geheven te vereeren >• mits ge« lekend met den naam des Scbryvers. Alles wat daarop is ingekomen behelst Agtfte Stuk bladz, 60 Staat wegens de Diemermeer: Niet in het Stadhuis van Amfterdam, heeft dezelve hun Rechtkamer, als te vooren. enz. Dit is een misdag : de Diemermeer heeft dezelfde Richtkamer, tot heden, op het Staihuis. Op Bladz. 69. Onder Gera*d Atnoud Hasfelaar (laat, overleed Kinderloos. Verkeerd, dewyl G. A. Hasfelaar twee Dogters heeft nagelaacen, die beide getrouwd gewet.st zyn. Op Bladz. 100. Jan Jacob Hartftnck was nooit Regent van het Diaconie - Weeshuis. In bet Register ftaat ■ Jan van de Poll Pieterz. als in Ao 1787 Burgemeester, moet zyn 1779. Jan van de Poli ftaat in 't geheel niet in het Register als Burgem, 1787. Daniël Deutz niet als Comisfaris 1784. Ji. v, d- Santbeuvel en B. van den Santbeuvel de Jongt zyn de zelfde. In het Register ftaan niet als Raaden: Mr. Matthias Temminck. » 178S. Hendrik Mauritz van Weede. • - -785- Mr. Jan de Wit. » - - 1785. Mr. Daniël Hooft. - - i?86. Mr. Reinier Leendert Bouwens. - * 1780». Stuk XXII. bl. 94. reg. 20. hier lees niet. Welk klein getal van Misdagen de Leezer wel zal gelieven te verfchoonen.  Ö E PRENTEN MOETEN GEPLAATST WORDEN 1 I. Brand ontdaan in het Admiraiiteits Huis ts Amfterdam, in den nacht tusfchen den vyfden en zesden van July, in den jaare -791- • . . tegen over Bladz. 6a II. Afbeelding van de Vryheids - Boom , op den Dam, te Amfterdam opgericht op den vierden Maart, in den jaare 1755. . 14a  04» AMSTERDAMS III. Deel. ters- gilde, hec makelaars-gilde, hec fcheeps* timmermans-en mastenmakers - gilde, hec roeifteiger-en fchuicenvoerders- gilde, het vlotfchuiten - voerders - gilde, hec waagdragers-gilde, hec wynkoopers - gilde , hec bontwerkers-gilde, en dac van den lakenhandel. 5. Hec zal ook verleenen de appoinftemencen tot in het openbaar te doene verkoopingen van koopmanfchappen en fchepen, voor zo verre dezelven ten dien opzigte nodig zyn, en niet zyn van het departement van het Committé van Jus. titie. 6. Zal de magt hebben tot het af- en aanftellen, mitsgaders beëedigen van Overlieden van gilden, en voorts van alle Officianten en Bedienden, die toe hec vak van den koophandel en zeevaarc behooren, volgens eene daarvan op ce maken lyscj en voor zo verre iemanc der gemelde perfonen gehouden mogte zyn cautie te ftellen by de aanvaarding van zyn officie of bediening, zullen de aften van borgtogt worden opgemaakt ten name van het Committé van koophandel en zeevaart, als daartoe door de Reprefentanten van het Volk van Amfterdam gequalificeerd, en voorts met ftads cachet gemuniëerd, micsgaders door eenen van de Secrecarisfen eer ordonnantie van bet Committé voorsz. geceekend, geëxpedieerd worden, even gelyk andere publieke aften tot het vak van den koophandel en zeevaart betrekking hebbende : als by voorbeeld,  XXXIÏ.Boek. Geschiedenissen. 543 beeld, zeebrieven, tarrabrieven, affirmatieof zoutbrieven, certificaten, en wat dies meer is. 7. Zal ook promptelyk voor zich mogen doen ontbieden alle zodanige perfonen, welke, naar hunne gedachten, omtrent deze of gene poincten, tot de richtige beheering en beftiering van den koophandel relatief, eenige nadere indicatiën of ophelderingen zouden kunnen aan de hand geven; zullende die geenen, welke alzo gerequireerd worden, gehouden zyn zich aldaar te fisteren. 8. Zal ondertusfchen het werk, dat 'er te doen zal vallen, onder hen lieden zodanig mogen verdeelen, als zy tot de meeste bevordering van expeditie en de ware belangen van den koophandel en zeevaart, met onderling goedvinden, zullen oordeelen te behooren; behoudelyk dat van alle zaken van aanbelang in het Committé rapport worde gedaan, om daarop collegialiter te worden gerefolveerd. D. Het Committé van Algemeene Waakzaamheid, t. Zal in het algemeen gehouden en verpligt ^yn, om, op de krachtdadigfte wyze doenlyk, te zorgen voor de handhaving van de algemeene rust, orde en veiligheid binnen deze ftad en derzelver jurisdictie, mitsgaders dadel yk te verftoren al het geen in deszelfs gevolgen aanleiding zoude kunnen geven tot verftooring van de algemeene rust; en wyders zich te bevlytigen isr ont» Q 3 dek- 1795.  344 AMSTERDAMS III. Deel; dekking» voorkoming, beteugeling en weering van alles, wat den minften zweem zoude mogen hebben van toeleg tot verraderye, muiterye, of oproer. 2. Zal voorts ook' goede correspondentie houden, en door den Maire doen houden, met het hoofd, of de hoofden der Burgermilitie en gewapende magten, mitsgaders met den Procureur der Gemeente, ten einde mede langs zodanige wegen te ontdekken, wat door kwaadwilligen gemachineerd of ondernomen zou mogen worden, om de algemeene rust, orde en veiligheid directelyk of indirectelyk te ftooren, of eeniga de allerminfte prejudicie daaraan toe te brengen. 3. Zal in het by zonder gehouden en verpligt zyn om te verftooren alle attroupementen, bewegingen en famenkomsten, Hét, zy openbare, het zy geheime, waaruit Iets nadeeligs voor de algemeene rusr, orde en veiligheid zoude kunnen gevreesd worden. 4. Zal de magt hebben om daartoe niet alleen aan den Maire, mitsgaders aan deszelfs fubftituten en dienaren, ten allen tyde, de vereischte orders se geven, maar ook om by alle voorvallen , waarin zulks noodig zoude mogen fchynen, eene toereikende adfiftentie te requireren van de gewapende magt, in het Burgerlyke, of Militaire, voor zo verre dezelve ftaande is in eed en dienst van de Reprefentanten van het 'Volk van Amfterdam , en zal leffens van  «i A ! XXXIT. Boek. Ge scihe de Nissen, 24$ van tyd tot tyd, zo met den militairen Commandant van de ftads troupen, alsjnet de Colonellen van de Schuccerye, over del meest bekwame middelen ter handhaving van" de rust, orde en veiligheid moeten confereren. 5. Zal de voorfz adfiftentie altoos requireren in gefchrifre, door den Prefident van het Committé gevidimeerd, en ter ordonnantie van hetzelve Committé door den Secretaris geteekend. 6. Ingevalle het Committé zelve niet vergaderd zoude mogen zyn, zal de yoorzeide adfiftentie mogen worden gerequireerd door ten minften twee Leden van het Committé , welker tourbeurt bet zoude mogen wezen als Commisfarisfen, by abfentie van het Committé, op alle voorkomende zaken, die geen uicftel kunnen dulden, het zy ter requifitie van den Maire, het zy ex Officia, ordre te ftellen; des dat dezelven in zodanige gevallen zullen gehouden eh verpligt zyn, om van al het geen zylieden', by abfentie van het Committé, hebben verricht of befloten , aan de eerstvolgende Vergadering van het Commicté rapport te doen, ten einde daarop vervolgens in Celkgio te befluiten , en van alles aanteekening te houden in de Registers. 7. Zal in het byzonder ook ex Öfficio zorge moeten dragen, dac daadelyk yerftoeril worden alle geheime conveuticulen, waarin iets, dac prsejudiciabd zoude kunnen zyn aan de algemeene rusc, orde en veiligheid, Q 3 zoude 1795.  1795* a45 AMSTERDAMS III. Deel. zoude mogen gemachineerd worden; gelyk mede dat alle huizen, of andere verzamelplaatzen , waarin zodanige conventiculen gehouden zouden mogen worden, daadlyk worden gefloten. 8. Zal voorts ook gehouden en verpligt zyn, om ten fpoedigften doenlyk informatien te nemen, en door den Maire te doen nemen, omtrent alle zodanige zaken, als aan hetzelve ten dien einde, het zy door het na te melden Collegie, het zy door de volle Vergadering van Reprefentanten, zouden mogen worden gerenvoyeerd, en aan dezelven van hunne bevinding, met overzending der genomen informatien , kennis te geven, om daarop het verder goedvinden van dezelve Vergadering af te wachten. 9. Zal al verder gehouden en verpligt zyn, om, wanneer hec iets zoude mogen voorkomen, dat in deszelfs gevolgen tot ftooring van de algemeene rust, orde en veiligheid aanleiding zoude kunnen geven, doch waarover het oppertoevoorzigt zoude mogen gedemandeerd zyn aan het Committé van Algemeen Welzyn, alsdan daarvan aan hetzelve Committé ten fpoedigften doenlyk kennis te geven, en mee hetzelve te confereren over de meest bekwame middelen, ter weering van alle combustiën of wanorde , die daaruit in praejudicie van de algemeene rusc, orde en veiligheid zouden kunnen oncftaan, of bereids zouden mogen plaats hebben. jo. Zal  XXXII. Boek. Geschiedenissen. 247 10. Zal voorts aan het hoofd hebben den Maire, door de volle Vergadering van Reprefentanten benoemd, die ten hunnen reguarde gehouden zal zyn, óm alóm zeer exacte correspondentie te houden, ter ontdekking van al het geen dat door kwaadwilligen, ter verftooring of in prejudicie van de algemeene rust, orde, en veiligheid, zoude mogen "gemachineerd of ondernomen worden, en van al het geen 'hem dienaangaande zoude mogen zyn voorgekomen , aan hen, met den meest mogelyken ipoed, fchriftelyk rapport te doen; ten ware de presfance der zaak niet toeliet hetzelve terftond in gefchrifte te vervatten, het geen echter zö kort mogelyk daarna zal moeten gefchieden , ten einde daarvan in aélis behoorlyke aanteekening te worden gehouden, mitsgaders daarop in orde te kunnen delibereren en befluiten. 11. Zal by elke Vergadering, op de kennisgeving van het geen de Maire by abfentie van het Committé tot handhaving van de" algemeene rust, orde en veiligheid, zoude mogen hebben geordonneerd, of reeds werkftelltg gemaakt, daarop verder zodanig befluiten, als bevonden zal worden te behooren, en van dat alles in actis behoorlyke registratie doen. 12. Zal in het generaal aan den Maire, die by de opening' der Vergadering zal be hooren tegenwoordig te zyn, zodanige bevelen kunnen geven ,- of dóen toekomen , als geoordeeld zullen- worden tot conferva» Q 4 tie> 1795.  «795- {*43 . A M S TE Rsp A M S IN, De*t tie, handhaving of herftelling van de algemeene rust, orde en veiligheid te kunnen verftrekken. 13. Zal, byaldien óe Maire, in flagran* t$e , apprehenüën van perfonen, of aanhouding van fufpecte goederen, zoude mogen gedaan hebben, daarvan, ten fpoedigfteu doenlyk, kennis ontvangen; doch zal de Maire tot alle verder te doene apprehenfiën authorifatie noodig hebben van het Committé, even zeer als tot het doen van rmelè befchuldiging zouden" behooren gefteld re worden j dan niet, en, zo ja, dezelven alsdan renvoyeren aan het Committé van Juftitie, als den ordinairen, dagelykfefien en competenten Rechter, om aldaar, door den Procureur der Gemeente, vérder tegen de zodanigen geprocedeerd te worden, als in goede juftitie bevonden zal worden te behooren ; en 'alsdan te gelyk aan het Commicté van Juftitie moeten worden overgezonden al het geen, relatief tot zodanige zaak, of zaken, onde* hen zoude mogen berusten', gelyk mede een Extract authenticq uit het deswegens Hoor hen gehouden verbaal, mitsgaders al hec Q5 geen  250 AMSTERDAMS III. Dm. W5> geen de Maire ter dier zaak, of zaken, verder aan het Committé zoude mógen gefuppediteerd hebben, niets daarvan uitgezonderd of gereferveerd. 17. Zal wyders, met relatie tot alle verdere perfonen en zaken , waaromtrent by meerderheid van ftemmen niet tot renvoy aan het Committé van Juftitie zoude mogen geconcludeerd worden, terftond bevel mogen geven tot relaxatie van geapprehendeerde, of in provifioneelè bewaring gefielde perfonen, gelyk mede tot opheffing van alle provifioneel befljg van hunnent wege op eenige goederen of papieren gelegd, ten ware met betrekking tot de gefequestreerde goederen of papieren, om byzondere rede» nen, eene langduuriger aanhouding of custodie zoude mogen worden noodig geoordeeld. 18. Zal voorts ook ingevallen, die daartoe gedisponeerd mogten zyn, goede correspondentie moeten houden met het Commicté van algemeene Waakzaamheid, door de Reprefentanten van het Volk van Holland in 's Hage benoemd, en aldaar fesfie hebbende. 19. Zal ook het 'opzigt hebben over hec verleenen van paspoorten. 20. Zal ondertusfchen het werk, dat 'er te doen zal vallen, onder de Leden van hec Committé zodanig mogen verdeelen, als het Committé toe de meesce bevordering van expeditie, en de ware belangen van ftad en burgerye, met onderling goedvinden zal oordeelen te behooren; behoudelyk , dat van slle zaken van aanbelang in hec Commirré "''"rap-  XXXII.Boek. Geschiedenissen. 2§i rapport worde gedaan, om daarop collegialiter te kunnen worden gerefolveerd. VIERDE HOOFDSTUK. Betreffende de Vergadering en werkzaam, beden van bet Collegie. x. Uit de Leden, in de bovengem. refpective Committés fesfie hebbende, zal geformeerd worden eeh Collegie, beftaande uit 16 Leden : te weten, Uit Algemeen Welzyn. ... 5. — Finantie, 5- — Koophandel en Zeevaart. . 5. — Waakzaamheid. . . . i- irj. Onder welke verdeeling de Prefident en VU ce - Prefident der volle Vergadering begrepen zyn. 2, Deze 16 Leden zullen dagelyks vergaderen , uitgenomen des Saturdags en des Zondags, van 11 ten minften tot 1 uren, of zo veel langer als de omftandigheden zouden mogen vereisfchen, het geen beoordeeld zal worden door den tydelyken Prefident in de Vergadering van Reprefentanten, die gehouden zal zyn alle de Vergaderingen van dit Collegie by te wonen, en zich, gedurende zyne veertiendaagfche functie , niet uit de ftad zal mogen begeven, op eene boete, telken reize, van f 50 - : - :: ter dispofitie van het Collegie, ten ware in ' cas  XXXII. Boek. Geschiedenissen. 253 8., Dit Collegie zal vermogen te disponeren over alle zaken, welke ter hunner tafel zullen gebragt worden, mits in het generaal, wegens alle hunne verrichtingen en befluiten , ' verantwoordelyk blyvende aan de volle vergadering van Reprefentanten. 9. Indien 'er zaken van aanbelang mogten voorkomen, omtrent welke het Collegie vermeenen mogt, dat alle de 60 Leden zouden behooren byeen te komen, zal het * Collegie dezelve daartoe mede buiten den vastgeftelden Woensdag ten allen tyde by briefjes mogen convoceren. ,10. Dit Collegie zal altoos uit naam van de Reprefentanten eene exacte correspondentie houden met de Gedeputeerden in 's Hage, en aan hen communiceren al het geen..de belangen van de burgerye dezer ftad betreft; even gelyk die Gedeputeerden gehouden zullen zyn, dagelyks met dit Collegie te doen, over alles wat ter Vergadering van de Reprefentanten van het Volk van Holland voorvalt. ir. Ieder Lid van dit Collegie, welk een quartier uurs te laat komt, zal verbeuren f 3-:-: en die, uitgezonderd in cas van wettige redenen (waarover in cas van disfenfie by de meerderheid beflist zal worden) geheel abfent bly ft, ƒ 6-: -:; refpeóïivelyk , ter dispofitie van het Collegie; zullende echter van de Jaatstgem. boete vry zyn zodanig Lid, wiens tourbeart door een ander op zich genomen is, mits dat hy, wiens tourbeurt door een* •79*  854 AMSTERDAMS IÏÏ. Deel, '795- een' ander' is aangenomen, daarvan kennis geve aan den Prefident der Vergadering, met opgave van den Perfoon, die deszelfs beurt op zich genomen heeft; zullende in dat geval de overnemer van die tourbeurt cafu quo in dezelfde boete gehouden zyn. - 12. Geen Lid zal de byeenkomst mogen verlaten zonder permisfie van den Prefident, op eene boete van / 3-:-:, ter dispofitie als voren. 13. De Prefident zal de Vergadering telkens openen met het voorsz. gebed. 14. Zal, nadat de Notulen der laatstvocrgaande Vergadering naar behooren zullen gerefumeerd zyn, alle zaken voordragen, en zorgen, dat de deliberatien geregeld gehouden worden, mitsgaders de ftemmen opnemen, en de conclufien formeren. 15. Een der Leden, iets hebbende voor te dragen, zal aan den Prefident het woord moeten vragen, en, dat verkregen hebbende, zyne voordragt,mogen doen; zullende anders niemant vóór zyne beurt mogen fpreken, en ook die woordvraging niet mogen gefchieden, zo lang 'er over eenig poincc omvrage gefchied, ten zy de voordragt, waartoe men de woordvraging doet, van eenen onmiddelyken invloed zyn mogte op het poinct, waaromtrent de omvrage gedaan word. 16. By gelegenheid van het ftaken der ftemmen, zal de Prefident eene beflisfende ftem hebben. 17. Vaa  z6o AMSTERDAMS III. Deel. 1795- p. Zal ook ter Impost Rolle niemand mogen dagvaarden, zonder daartoe bekomen confent van twee Commisfarisfen tot de Judicature van 's Lands Gemeene Middelen , door welken daar toe, op zyn fchriftelyk te kennen geeven, zal moeten werden gefteld: Fiat dagvaarding ter Impost Rolle. 10. Zal voorts gehouden en verplicht zyn, om, zo veel mogelyk, alles te dirigeeren en gade te flaan in eigener perfoon; edoch ter zyner adfiftentie, voor Stads rekening, mogen gebruiken eenen der Procureurs, voor hec Committé van Juftitie posculeerende, mitsgaders de Bedienden van hec Comptoir van het Officie; en zal teffens onder zyne orders hebben de Directeuren van der Stads Gevangenisfen, den Cipier, en, daar 't nodig zoude mogen zyn, alle de Bedienden van de Policie, mies daaromtrent communicatief te werk gaande mee den Maire. n. Zal wydersalle de by hem amptshalve geobtineerde vonnisfen behoorlyk ter executie doen leggen, en ten dien einde, gelyk mede tot alles, waar toe hy zulks verder zoude mogen nodig oordeelen, ten zynen dienste hebben alle de Subftitut-Schouten en Dienaaren, door den Maire, met zyne voorkennisfe en overleg, aangefteld^ zullende dezelve Subftitue Schoucen aan hem in hec byzonder geaffecteerd en verbonden zyn. 12. Zal over geene breuken, mefufes, contraventiën , noch eenigerlye misdaaden, met  XXXII. Boek. Geschiedenissen. at>i met iemand mogen compofeeren, dan met goedkeuring van het Committé, van welks confent hy dus, in cas van compofide, ten allen tyde zal moeten kunnen doen blyken. 13. Zal alle aan hem toegeweezene, 01 by compofide ingevorderde boeten en breuken, aan der Stads Thefaurie moeten verantwoorden, ten ware deswegens in het ftuk van 's Lands Gemeene Middelen, als anderzints, by Provinciale of Stedelyke Wetten , Keuren of Ordonnantiën , anders zoude mogen zyn voorzien. 14. Zal voor 'c overige ook fpecialyk geauthorifeerd zyn, om alle Schippers, dewelke, vaarende met kleine of groote Scheepen, zig zouden mogen vervorderen hunnen ballast over boord te werpen op Pamphuis, of daaromtrend, te doen vangen en apprehendeeren, mitsgaders dezelven ter eerder inftantie te recht te ftellen voor het meergedachte Committé, en aldaar tegen dezelven te contendeeren tot Honderd Caroli Guldens en arbitraire correctie. 15. En zal laatftelyk beloven en zweeren, dat hy zich in alles naar deeze ïnftrwctie, naar zyne beste weten en vermogen, zal reguleeren, en wyders alles zal doen, dat een goede en getrouwe Procureur der Gemeente fchuldig is, en behoort te doen. 16. En referveeren Reprefentanten voornoemd aan zich de inrerpretatie van alle duister - en twyftelachtigheden, welke uit R 3 deze «795-  V95- Indructie voor den Maire. 262 AMSTERDAMS III. Deel. deze Inftruftie zouden mogen ryzen, mitsgaders ook de ampliade, verandering, en vermindering van dien, alies zodanig, en in diervoege, als bevonden zoude mogen worden ten meesten nutte en dienfte van de juftitie te behooren. Aan de volgende Artikelen en voorfchriften was de Maire der Stad gehou- 1. De Maire zal gehouden en verpligt zyn, om aan de Reprefentanten voorn? ciaar toe verzocht wordende, op alle vooikomende zaaken te dienen van zyne Confideratien en Advys, en teffens naar te komen al het geen dezelve zouden mogen noodig oordeelen aan hem, als Maire*te gebieden. 2. Zal allerbyzonderst het Hoofd zyn van \\et Committé va» Algemeene Waakzaam, beid, en ten reguarde van 't zelve gehouden zyn, om alömme zeer exacte correspondentie te houden, ter ontdekking van al het geen door kwaadwilligen, ter verftooring of in prejudicie van de algemeene rust, orde en veiligheid zoude mogen gemachineerd of ondernomen worden, en van al het geen hem dienaangaande zoude mogen wezen voorgekomen, aan het gemelde Committé, met den meest mogelyken fpoed, fchriftelyk rapport te doen, ten ware de presfunce der zaake niet toeliet, het zelve terftond in gefchntte te vervatten, het geen echter zo kort mogelyk daarna zal moeren gefchieden, ten einde daarvan in aélis behoorelyke aan- tee-  XXXII. Boek. Geschiedenissen. 26*3 teekening te worden gehouden , mitsgaders daarop in orde te kunnen delibereren en beflo?Zd geene apprehenfiën mogen doen van perfonen, of aanhouding van. fufpecte goederen, dan na preallable authorifatie van het voorfz. Committé, ten ware de apprehenfie van zynentwege gedaan wierde mjia- ^"Tzitto veel mogelyk, alle Vergaderingen van het voorfz. Committé moeten by wonen, en zich in de behandeling van aldaar door hem te rapporteren en verder voorkomende zaken, in het generaal zodanig moeten gedragen, als ten reguarde van het zelve Committé, by het Reglement van Orde, waartoe, in zo verre, by deze wel expresfelyk gerefereerd word, m het breeüe ftaat omfchreven. . . k. Zal, met betrekking tot het CommttU van ^gemeen Welzyn, gehouden wezen-, om, daartoe verzocht, de Vergaderingen van dat Committé zo veel mogelyk by te wonen, mitsgaders aan het zelve de fterke hand te lenen tot alles, waar dezelve geoordeeld zoude mogen worden, wegens zaken tot dit Committé behorende, te worden verëischt. 6. Zal insgelyks, benevens het committé van Algem-en Welzyn* zorge moeten dragen voor de richdge mtvoerine en naarkoming van alle Keuren en ürSantien, het Lshoudelyk tóta deze Stad betreffende voor zo verre zulks  SÖ4 AMSTERDAMS III. Deel. "795- enkel politiek en huisboudelyk zal zyn, en alzo gene relatie zal hebben tot de admi. niftratie van Juftitie, gelyk mede, voor zo verre zulks van eene politieke ivoorziening dependeren kan, voor het maintien van alle de rechten dezer Stede en derzelver Ingezetenen. 7. Zal uit dien hoofde onder anderen de Loospanden in perfoon uitgeven, of door den Prefident van het Committé van Juftitie in der tyd van zynent wege doen uitgeven, ten overftaan van twee Leden uit het Committé van Juftitie en den Secretaris. 8. Zal insgelyks de Eigenpanden in perfoon uitgeven, of door den Prefident van het Committé van Juftitie, invoegen voorzegt doen uitgeven, ten overftaan van het geheele Committé van Juftitie, benevens den Secretaris. En zal voor het overige omtrent het uitgeven der voorn. Loos- en Eigenpanden gehandeld en geprocedeerd worden, als naar ouder gewoonte, zo lange deswegens geen nadere voorziening zal gedaan zyn. 9. Zal ook met een Lid van het voorn. Committé van Juftitie gehouden zyn te ftaan over alle verkopingen by executie van onroerende en andere goederen, die bevorens ten overftaan van den toenmaligen Officier ofte deszelfs Stedehouder, een Burgemeester, en het meerendeel van Schepenen, by eenen van de Secretarisfen en de Concherchie, in de 12 nachten, dat is tusfchen den  XXXII. Boek. Geschiedenissen. ï6$ den i November en den 2 Febrtlary, naar ouder gewoonte, verkogt plegen te worden; zullende de transporten van zodanige by Executie verkogte goederen voortaan gedaan worden door den Maire en het voorn. Committé van Juftitie. 10. Zal in civiele zaken mede het hoofd zyn van het Committé van Juftitie, en ten reguarde van 't zelve gehouden zyn de Vierfchaar te fpannen, de vonnisfen te vermaanen, fchatbrieven te helpen verlyden, en wat dies meer is; zullende de Maire teffens gequalificeerd zyn tot het verleenen der gewoone Billetten van appreheniie, mitsgaders om alle Letteren requifitoriaal, welke tot het werk van de Juftitie betrekking hebben, ten naame van den Maire en het Committé van Juftitie te doen opmaaken, en, met het zegel van het Committé van Juftitie dezer ftad gemuniëerd, mitsga-. ders door eenen van hunne Secretarisfen ter Ordonnantie van den Maire en het Committé voorfz. getekend, te doen expedieeren en afzenden; edoch zich voor 'c overige mee de adminiftratie van Juftitie, waarvan alle politieke invloed geweerd behoorc te zyn, in geenen deele, zo min in 'c Civiele als in 't Crimineele, directelyk of indirectelyk , vermogen te bemoeien.; uitgezonderd alleen, dat, zo wanneer by den Procureur der Gemeente capitaale conclufie tegen misdadigen genomen mogte worden, de Maire gehouden zal zyn daarop benevens twee Leden uit de Vergadering R 5 van 1795» /  46*6* AMSTERDAMS III. Dzti. i795- van Reprefentanten te adviferen, maar Biet te ftemmen: en wyders, benevens het Committé van Juftitie, zal moeten ftaan over de Executie van Doodvonnisfen. lik Zal ten reguarde van het Committé van Koophandel en Zeevaart gehouden zyn, om, daartoe verzocht, de Vergaderingen van dat Committé zo veel mogelyk by te woonen, mitsgaders aan hetzelve de fterke hand te leenen tot alles, waar dezelve geoordeeld zoude mogen worden, ter bevordering en handhaving der ware belangen van den Koophandel en Zeevaart, te worden verëischt. ia. Zal voor het overige, ter zyner adfiftentie , voor Stads rekening, in dienst mogen nemen twaalf Dienaars, in 't byzonder aan zyn perfoon geaffecteerd, benevens een Subftitut - Maire, met vier Dienaaren, mitsgaders nog twee Subftitut - Schouten met vier Dienaaren voor elk derzelven, en boven dien een Subftitut-Schout voor de Plan» tagie, en de Eilanden Kattenburg, Oostenburg, en Wittenburg, mitsgaders een Subftitut-Waterfchout, insgelyks met vier Dienaaren voor elk derzelven; des dat alle de bovengemelde Subftitut-Schouten en Dienaaren ook gehouden zullen zyn te gehoorzaamen aan de beveelen van den Procureur der Gemeente, en denzelven, daartoe gertquireerd, en door den gem. Procureur der Gemeente daartoe georionneert zynde, ten allen tyde, en in alle zaken, ten dienste te Zyn, zullende alle de opgem. Subftituten en Die-  XXXII. Boek. Geschiedenissen. 267 Dienaaren door den Maire worden benoemd en aangefteld; edoch, met relatie toe de gemelde vier Subftitut - Schouten, niet anders dan met voorkennis en os/erleg van den Procureur der Gemeente, aan wien dezelve in 't byzonder zullen geaffecteerd en verbonden zyn; en zal de Maire mede onder zyne ordres hebben alle de bedienden van de Politie; en wyders de magt en 't vermogen hebben, om , voor ftads rekening, alle vereischte de* bourfes te doen, zo tot hec falariëeren van een competent getal van de door hem aangeftelde bedienden, als tot goedmaaking van alle verdere onkosten en verfchotten, de correspondentiegelden fpecialyk Tiaar onder begreepen; zullende hec montant der telkens in eens door hem op te geevene fommen, aan hem, 'c zy weekelyks, hec zy maandelyks, op zyne fchrifcelyke, en door den Voorziccer der Vergadering van de Reprefencancen van het Volk van Amfterdam, aan wien hy deswegens fummiere opening zal moecen doen, gevidimeerde requificie, tegens een behoorlyk recepis van Scads wege ter hand worden gefteld; blyvende niet te min deswegens ren allen tyde verantwoordelyk aan de Reprefentanten van het Volk van Amfterdam, zo wanneer de» zelve mogten goedvinden dieswegens eene meer byzondere opening van hem te requireeren. 13. En zal laatftelyk belooven en zweeren aan de Reprefentanten van het Volk van Amfterdam gehouw en getrouw te zullen 1795-  S74 AMSTERDAMS fS. Deel. '795' Wy voègen hier nevens een lyst der perfoonen, welke, zints den aanvang tot heden toe, op eene vaste jaarwedde, in het Committé van Justitie, en in daar aan verknogte Vergaderingen, hebben gezeeten. Den io'January 1795 werden tot Leden van her Provifioneel Committé van Civile en Crimineele Justitie aangefteld De Burgers Mr. J. P. Farret, Praefident. Ifaac Hooft, Vice Praefident. Wigbolt Slicher. A. H. de Meiander. Mr. J. L. Farjon. Mr. N. Sinderam. Mr. J. Bóndt. Mr- J. Schimraelpennink. Mr. B. A. van Houten. De Burgers Farret en de Meiander tot Repraafentanten van het Volk van Amfterdam verkoozen zynde, traden, den 19 Juny daar aan volgende, uit dit Committé. De zeven overigen bleeven zitten tot den 3 Aug. 1795, wanneer zy opgevolgd wierden door De Burgers Mr. G. J. Gales, Praefident. Christiaan Frafer, Vice Prsefident. Mr. B. S. Sinkel. Mr. H. Costerus. Marius van Ommeren. Mr. W. Y. van Hamelsveld. By  XXXII. Boek. Geschiedenissen. 275 By de Organffarie van het Committé van Justitie, op den 16 September 1795 , werden aangefteld: In het Committé van Civile en Crimineele Justitie, of Voormalige Schepens - Bank. De Burgers Mr. G. J. Gales, Praefident. Mr. C. J. Temminck, Vice- Praefident. Mr. W, C. Horneer. Mr. P. N. Arntzenius. Mr. C. van Lennep. Mr. H. Costerus. Marius van Ommeren. Mr. W. Y. van Hamels veld. E. E. Burgly Glimmer. In het Committé van Justitie tot de KleineHuwelyks - en Injurien - Zaaken. De Burgers Mr. E.' Ebeling. Mr. B. van Bommel. Mr. J. J. van Hemert. Mr. Q. A. van Perfyn. In het Committé van Justitie tot de 4sp% rantie, en Zee - Zaaken. De Burgers H. van 's Gravenweert, J. M. Simons. Mr. A. A. van der Marck. pe Burger E. Ebeling overleeden zynde, S a werdt  S76" AMSTERDAMS III. Deel. J7«5- In werdt, den i May 1796, in deszelfs plaats in het Committé tot de Kleine - Huwelyks en Injurien - Zaaken aangefteld De Burger A. H. de Meiander. By de verwisfeling der Refpective Committés, beftonden dezelve, op den 1 October 1796, uit de volgende leden In het Committé van Civile en Crimineeïe Justitie. Mr. G. J. Gales, Praefident. Mr. P. N. Arntzenius, Vice - Prsefident. Mr. W. C. Horneet. Mr. H. Costerus. Ë. E. Burgly Glimmer. J. M. Simons. A. H. de Meiander. Mr. J. J. van Hemert. Mr. R. W..Tadama, in de plaats van Mr. C. van Lennep. in het Committé tot de Kleine - Huwelyks en Injurien - Zaaken» Mr. B. van Bommel. Mr. Q. A. van Perfyn. Marius van Ommeren. Mïr. W. Y. van Haraelsveld.  XXXÏI. Boek. Geschiedenissen. 277 In het Committé tot de Asfurantie en Zee - Zaaken. H. van 's Gravenweerr. Mr. A. A. van der Marck. Mr. C. J. Temminck. Den 1 October 1797 werden de Com* mittés aldus verdeeld In het Committé van Civile en Crimineele Justitie. Mr. G. J. Gales, Praefident. Mr. P. N. Arntzenius, Vice-Prafident, Mr. W. C. Horneer. E. E. Burgly Glimmer. J. M. Simons. A. H. de Meiander, Mr. R. W. Tadama. Mr. B. van Bommel. Mr. T. C. de Bordes, in de plaats van Mr. H. Costerus. In het Committé tot de Kleine - Huwelyks en Injurien • Zaaken, Mr. Q. A. van Perfyn. Marius van Ommeren. Mr. W. Y. van Hamelsveld. Mr. J. J. van Hemert. S 3 ln 1795-