VERVOLG O P, J. WA GE NAARS AMSTERDAM, O F DRIEËNTWINTIGSTE STUK.  AMSTERDAM, IN ZYNE GESCHIEDENISSEN, VOORREGTEN,KOOPHANDEL, GEBOUWEN, KERKENSTAAT, SCHOOLEN, SCHUTTERYE, GILDEN e n REGEERINGE, BESCHREEVEN, Om te dienen ten vervolge op het Werk van JAN W A G EN A AR, HISTORIE SC HTIY VER DER STAD. DRIEËNTWINTIGSTE STUK. Te AMSTERDAM en HARLINGEN, By P. E. BRIËT en V. van der PLAATS. M D C C C I. Als Bizitters der uii^geevene Negen Stukkeü.   DERDE DEEL. GESCHIEDENISSEN VAN AMSTERDAM. TWEEËNDERTIGSTE BOEK. Amsterdams Geschiedenissen, van bet jaar 1788, tot in bet jaar 1798. J_/e gevangenisfen, en andere plaatzei van opfluitinge, hier ter Stede, hoewel, over 't geheel genomen, beter dan elders ingericht, waren, egter, vatbaar voor verbeteringe. Reprefentanten, hier van over. tuigd, beflooten, eene Commisfie te benoemen, tot het doen van noodig onderzoek, hoedanige verbeteringen, daar omtrent, zouden kunnen bewerkiïelligd worden. Het veiflag, door de Gelastigden uitgebragt, bepaalde zig, voornaamelyk, rot de Gyzeling, Stads Boeijen of Gevangenisfen en de Civiele Gyzeling. Zy meenden, dat hier omtrent merkelyke verbeteringen zouden kunnen gemaakt worden , byaldien de Civiele Gyzeling naar elders zou kunnen overgebragt worden, aangezien men hiar XXIII. Stuk. A doof i 1795. De Gy- zeling naar het Nieuwe Werkhuis verplaatst.  a AMSTERDAMS HL Deel. 1796. door plaats zou kunnen winnen, tot het aanleggen, en behoorlyk van elkander affcheiden , van etlyke gevangenhokken in het Huis der Gemeente; waar door de onderlinge verftandhouding der gevangenen niet alleen veel moeilyker zou gemaakt worden, dan tegenwoordig plaats hadt, maar zy zeiven, daarenboven, het voorregt zouden genieten, om, van tyd tot tyd, in gezuiverde hokken overgebragt te worden, tot merkelyk voordeel voor hunne gezondheid. De Gelastigden, hunne gedagten, over deeze en geene gefchikte plaats, hebbende laaten gaan, bepaalden zig, eindelyk , tot het ISieuwe Spin-en Werkhuis, als een gefchikt locaal voor eene Civiele Gyzeling opleverende, zonder dat op het hoofdoogmerk, waar toe dat Geftigt was ingericht, eenige nadeelige inbreuk werdt gemaakt. Na onderhandeling, hier over, met Regenten van het Werkhuis, gehouden, gaven deeze niet flegts hunne toeftemming aan het beraamde ontwerp, maar weezen ook eene plaats aan in het Geftigt, welke, voortaan, tot eene Gyzeling zou kunnen gebruikt worden; zynde de kamer, alwaar, tot nog toe, de dus genoemde Vrouwen - Geldgasten haar verblyf gehouden hadden. Voorts beraamden de Gelastigden eenige Artikelen, welke, in 't vervolg, omtrent Gegyzelde perfoonen, zo by hunne aankomst in de plaats der opfluiringe, als geduurende hun verblyf in dezelve, zouden in agt moeten genomen worden. Reprefentanten, het een en ander in over- wee-  XXXII. Boek. Geschiedenissen. 3 weeging hebbende genomen, gaven aan alles hunne volkomene toeftemming, en werdt het voorgeflagen ontwerp, zedert, in daadlyke werking gebragt. Niet ondienftig hebben wy geoordeeld, de voorwaarden, aan welke de gegyzelden, en de zulken, welke hen doen opfluicen, zyn gehouden, hier te laaten volgen. Zy zyn van deeze n inhoud. 1. „ De gegyzelden zullen in het Werkhuis ingenomen worden, op vertooning van het biljet van apprehenfie van den Maire deezer ftad, of den officier, tot het verkenen van permisilen tot apprehenfie in der tyd gequalificeerd, of van eenig ander behoorelyk decreet of appoinctement van civiele gyzeling; en zal van die biljet in een daartoe aan te leggen boek daadelyk aanteekening gemaakt worden, in diervoege, dat fpecificq zal worden aangeteekend de naam van den gegyzelden, de naam van den geenen, ten wiens requificie de gyzeling is ge. daan, de datum van het biljet, of decreet, of appoinctement, uit krachte van welk de gyzeling gedaan is, en de naamen der dienaaren van de Juftitie, die den gegyzelden heb' ben ingebragt. a. „ By den inbreng van ieder gyzelaar zal daadelyk betaald moeten worden twaalf Huivers, wanneer het arrest uit naam van ééa perfoon gefchied is, en vierentwintig Huivers, wanneer hetzelve uit naam van meer dan één perfoon, of eene focieteit, gedaan is; en voorts het bedraagen van ten minsten vyftieij A 2 dag«a 1796.  4 AMSTERDAMS BL Deel. 1796. dagen kostgeld, volgens den prys, hierna te bepaalen. En zal de arrestant vervolgens altyd ten minste maandelyks vooruit moeten betalen eene maand van hetzelve kostgeld; des echter, dat aan hem, by de ontflaginge van den gegyzelden, restitutie zal gefchieden van hetgeen op den dag van het ontflag nog vooruit betaald zal zyn. En zal voorts voor de aanteekening van ieder recommandatie f 1 : 16 : —- betaald worden. 3. „ Voor kostgeld van ieder gegyzelden,zal door den arrestant moeten worden betaald twaalf Huivers daags, en de dagen van den inbreng en van het ontflag, ieder, voor volle dagen gerekend worden: en zullen dezelve alsdan ook op dezelfde wyze, met opzigte tot fpys en drank, worden onderhouden, als tegenwoordig in de gyzeling omtrent de zo., danigen, welke op zogenaamde groote kosten, dat is 12 Huivers daags, in de gyzeling gebruikelyk is. Edoch, zal deze bepaling alleen de nieuwe gyzelaars betreften, en zullen die geenen, welke thans reeds in gyzeling zyn, voor dezelfde pryzen gehouden worden, waarvoor zy in het Huis der Gemeente ge« houden wierden. 4. „ De kost en drank,die aan de gegyzelden zal worden gefchaft en verftrekt, zal dezelfde zyn, die tot hiertoe in het Werkhuis voor het departement der geldgasten gebruikelyk is geweest, welke vry wel overeenkomt met de fchaftlyst, in de tegenwoordige gyzeling in obfervantie, onder zodanige veranderingen) als Regenten zouden mogen goedvinden  XXXU. Boek. Geschiedenissen. 5 vinden daarin in het vervolg te maken. En zullen de gegyzelden mede in het Werkhuis, zo na mogelyk, zodanige flaapftede hebben, als die zy respect velyk thans ia de gyzeling hebben, en aan dezelve vryftaan, zich door hunne vrinden van bedden en beddengoed te laten voorzien, 't welk by ontflag weder zal worden te rug gegecven. Ook zal hen worden toegedaan, om zich deze of gene verfnaperingen door hunne vrinden of bekenden te doen bezorgen» welke alsdan door de wacht, die aan de poort van het achter - gebouw post houd, zullen worden aangenomen, om verder aan het departement van de gyzeling te worden overgebragc, en aan den opzigter aldaar overgegeeven, zullende daarby moeten gevoegd worden een briefje, met den naam van den gyzelaar, voorwien hetzelve is gefchikt. 5. „ De gegyzelden zullen zich geduurende hun verblyf in het Werkhuis gefchikt moeten gedragen, en zich onthouden van het verwekken van onrust en moeijelykheid, van welken aart ook; en zo dezelve zich aan disorders fchuldig maken, zal het Committé van Justitie, op klagten van Regenten, dezelve na exigentie van zakendoen corrigeren, onverminderd de mefures, welke door Regenten inmiddels mogen worden genomeri, om de goede orde te maintineren en te verzekeren. 6. „ Ieder der gegyzelden zal tweemaal ter weeke mogen worden bezocht, op zodanige dagen en tyden, als voor ieder hunner A 3 zal 1796.  6 AMSTERDAMS III. Deel, zal worden gereguleerd. Ten welken eindè aan ieder der gegyzelden twee kaartjes tot admisfie, inhoudende den tyd waarvoor die gangbaar zyn, zullen worden ter hand gefield, om door hen .gegeven of gezonden te worden aan die geen, doof welken zy verkiezen zullen bezocht te worden. En zullen de zodanigen, op vertooning van die kaartjes, aan de poort van het Werkhuis, én tegen betaling van twee ft ui vers telken reize, tot de gyzelkamer worden toegelaaten; doch zich foigneuslyk moeten onthouden, om iets te doen tegen de Reglementen, welke door Regenten voor de goede orde noodzakelyk worden gehouden, op poene, dat dezulken uit het huis gezet, en hen niet weder toegelaten zal worden iemand daarin te bezoeken. „ De bezoekers der gyzelaars zullen buiten het hek, op de gyzelkamer, geplaatst moeten blyven, en niet binnen hetzelve worden toegelaten, even als zulks nu in de gyzeling plaats heeft. 7. „ En zullen Regenten, in casvan noodzakeïykheid, op daartoe aan hen te doen verzoek, zo vele malen meer gelegenheid geven om dezen of genen der gegyzelden te kunnen fpreken of bezoeken, als hec redelyk belang van zodanigen gegyzelden vorderen zal. Zullende de gegyzelden ook vermogen, ten hunnen koste, febrifteïyk met allen en iegelyk te mogen corresponderen. 8. „ Regenten zullen voor de gyzeling  XXXII. Boekgeschiedenissen. 7 mogen aanftellen een' bekwaam' opzigter, onder den naam van gyzelknecht, welke voor dat werk en deszelfs aankleven, waaromtrent zy eene inftruftie voor hem zullen concipiëren, bepaald verantwoordelyk zal zyn, en ook daatom aan dat departement verbonden blyven, mitsgaders aan denzei ven een' handlanger toevoegen; doch zal door den gyzelknecht, by inbrengen of ontflag van gyzelaars, nadat al het noodige daaromtrent by hem aanftonds in de boeken is gebragt .aan den hoofdprovoost een kort fchriftelyk rapport wegens het gepasfeerde worden overgegeven". De vastftelling van dit alles gefchiedde omtrent het midden van January des jaars l<7Na dat, op den eerden Maart deezes jaars, eene Nationaale Vergadering, vertegenwoordigende het geheele Volk van Nederland, in den Haag, zig gevestigd, en, als zodanig, van haare werkzaamheden een aanvang hadt gemaakt, werdt, by de Municipaliteit deezer Stad, in overleg geno men, of zig,. van nu af, in de benaaming van Reprefentanten van het Folk van Amfier dam, welke zy nu, zints eenigen tyd, hadt gevoerd, niet eenige onvoegzaamheid opdeedc, als fchynende daar mede te worden aangeduid , alsof de bewooners deezei Stad als een afzonderlyk Volk moesten befchouwd worden. Wel haast begreep d£ Vergadering de gegrondheid deazer beden kinge, en werdt men, naeenig overleg, 0 A 4 «w 1706. Verande-. ring in de Titulature der Municipaliceiu  1796. Commis. fie uit 's Hage. 8 AMSTERDAMS III. Deel. raade, den dus lang gevoerden titel tegen dien van Raad der Gemeente van Jmfierdam te verwisfelen, en, by openbaare Afkondiging, de Burgery daar van te verwittigen, zo als, op den zesden der genoemde Maand, gefchiedde. Omtrent het midden deezer Maand vervaardigde de Nationaale Vergadering eene Proclamatie, dienende om de gezamentlyke bewooners deezer Landen, immers de zulken onder hen, die daar 'toe de vereischte bevoegdheid bezaten, tot het neemen van dienst op 's Lands Vloot aan te moedigen. Zy befloot tevens, dat deeze Proclamatie, met de meeste plegtigheid, den Volke zou worden bekend gemaakt. Daarenboven benoem, de zy, uit het midden van haar, eene Commisfie van zes leden , om zig, binnen de Provincie Holland, onder anderen, naar de Steden Amjlerdam, Rotterdam en Hoorn te begeeven, om aldaar, en waar het verder van nut zoude kunnen zyn, met de Municipaliteiten de wyze te overleggen, op welke het groote werk, op de meest gefchikte wyze, zou leunnen bewerkftelligd worden. Om de zaak zo veel te meer te befpoedigen, hadt het Provinciaal Beftuur van Holland insgelyks zes leden benoemd, om met de Commisfie der Nationaale Conventie , tot het zelfde oogmerk, werkzaam te zyn. Op den negentienden deezer Maand verfcheenen de Afgevaardigden, herwaarts beftemd, in deeze Stadj dezelve waren, van wegen de Nationale Conventie, j. b. BicKER, en R.  XXXII. Boek.Geschiedenissen. 9 j. schimmelpennink, en van wegen het Provinciaal Beftuur, a. calkoen en p. brouwer. Aan den Voorzitter van den Raad der Gemeente deeden de Afgevaardigden , ftraks na hunne komst, verzoeken, dat dezelve twee leden geliefden te benoemen, om met hun en met twee leden van het Committé der Marine, over het bewuste onderwerp, in onderhandeling te treeden. Tevens gaven de Afgevaardigden te verftaan, dat zy voorneemens waren, 's anderendaags, in den Raad te verfchy. nen, om, in hunne tegenwoordigheid, op de meest plegtige wyze, onder het gefchal van Pauken en Trompetten, de bovengemelde Proclamatie te doen afkondigen. Twaalf leden, benevens een Sekretaris, werden uit den Raad benoemd, om de beide Commisfièn, nevens die der Marine, en den Vice - Admiraal de winter, van het Huis, alwaar zy hunnen intrek hadden genomen, af te haaien, en naar het Huis der Gemeente te geleiden. De overige leden van den Raad, nevens een Sekretaris, wagtteden dezelve op, voor het Huis. Naar binnen getreeden zynde, deedt de Voorzitter eene plegtige Aanfpraak aan de Afgevaardigden, die dezelve, door hunnen Woordvoerder, j. b. bicker, even nadrukkelyk beantwoordden. Thans gefchiedde de afkondiging der Proclamatie, van de Puye van het Huis der Gemeente, ten overftaan der zamengevoegde Commisfiej die, kort daar op, door de bovengemelden, met de zelfde plegA 5 «S* 1796.  Nieuwe Keure op den Wisfelbank. t «o 'AMSTERDAMS III. Desï* tigheid, naar het Zee - Comptoir, of het voormaals genoemde Prinfenhof, begeleid werdt Stads Wisfelbank, in vroegere dagen, door geheel Europa vermaard, en een voorwerp des vertrouwens van alle hande* laaren, hadt, ten tyde der OmwenteÜnge, veel verboren van zynen luister en geagtheid. Het gewigt der zaake, en om een zo onontbeerlyk hulpmiddel in den Koophandel, ware 't mogelyk , eenigzins in zyne aloude kragt te herftellen, deedt het vernuft van meenig Regent en Handelaar zig fpitzen. Het was ook met dit inzigt, dat de Raad der Stad, vernieuwende en bekragtigende alle vroegere Keuren en Ordonnantiën op den Wisfelbank, voor zo verre dezelve met de thans gemaakte nadere bepaalingen niet ftrydig waren, goedvondt, in het einde van de maand Maarr, eene Keure te doen -afkondigen, by welke de volgende Artikelen werden vastgefteld: li „ Dat alle Penningen, waar van alhier, iia den iften April eerstkomende, Wisfel zal geflooten worden, ten beloope yan diie honderd Guldens en daar boven, en overzulks de waarde van alle de Wisfelbrieven, uit deeze Stad getrokken of ingetrokken wordende , wanneer derzei ver waarde drie honderd Guldens en daar boven is beloopende, gelyk ook alle Koopmanfchappen, die van ouds en wel voor Anno 1790 in Bankgeld zyn ofte wierden gekogt of verkogt, in de Wisfelbank deezer Stad zullen en  XXXII. Boek. Ge sc hi eden is se w. n en zal moeten worden betaald, met uitzondering alleen van alle Wisfelbrieven en Asfignatien, uit deeze Stad op eenige Plaatfen binnen deeze Republicq getrokken wordende, ofte uit zodanige Plaatfen betaalbaar, binnen deeze Republicq getrokken, en alhier vernegotieerd wordende : op poene, dat de voorfchreeven Wisfelbrieven en Goederen, die anders als ter Banke betaald zullen worden, voor kwalyk betaald zullen gehouden worden , en daar en boven by yder van de twee Contraventeurs, ten behoeve van de Stad, zal worden verbeurd drie pCt. van het volle bedraagen van zodanige buiten de Bank gedaane betaalingen. a. „Dat alle Wisfelbrieven. betaalbaar binnen deeze Stad, na verloop van drie Maanden na dato deezes, en dus na den 3often Juny eerstkomende, getrokken wordende uit Plaatzen buiten deeze Republicq geleegen, alwaar de Wisfel op deeze Stad van ouds, en wel voor Anno 1790, altyd in Bankgeld is gereguleerd geweest, mede in Banco deezer Stad zullen moeten worden betaald en voldaan, en zulks, niettegenrtaande eenige Claufulen, Stipulatien ofte Acceptatien ter contrarie; op gelyke poene en verbeurte als by het voorig Articul is bepaald. 3.„Dat de betaaling van hetgewooneparty Geld, a 3 Stuivers, met den 31 deezer zal ophouden, en in plaatfe van dien, met den eerften April aanftaande, voor alle Affchryvingen en Betaalingen in de Wisfelbank gefchiedende, door den Affchryver zal moeten wop" 179Ó.  ia AMSTERDAMS III. Deel; Nadere bepaaling omtrent de Reaotien. worden betaald aan dezelve Wisfelbank een halve Stuiver van iedere honderd Guldens die afgefchreeven worden, en dat de refpective reekeningen van een ieder, na de groote fluitingen in January en July, zullen worden belast voor die onkosten, over het gezamentlyk beloop van alle de affchryvingen, door een ieder tusfchen de voorgaande fluitingen gedaan; zullende, wanneer dit beloop met een gedeelte van Honderd Guldens uitkoomt, van dat gedeelte niet worden gereekend. 4. „ Dat van nu voortaan alle dispofitien» ten beloope van Honderd Guldens, in de Wisfelbank zullen worden aangenomen, en ten gelyken kosten worden afgefchreeven, zonder dat daar voor by het inbrengen zes Stuivers zal behoeven te worden betaald; doch dat van alle dispofitien, minder dan Honderd Guldens bedraagende, by het inleeveren, als te vooren zal moeten worden betaald zes Stuivers". Veel gerugts, door het gantfche Land, verwekte thans de zaak der afzettinge van Amptenaaren. Op zommige plaatzen gefchiedde zulks op eene wederregtelyke wyze, en ftrydig met de billykheid. Dit bewoog het Provinciaal Beftuur van Holland, het ituk in nader overleg te neemen. Op den eerften April ontving de Raad der Gemeente deezer Stad aanfchryving, beheU zende eene nadere opheldering. Volgens dezelve moesten, onder de Amptenaars, welke van hunne posten moesten verhaten WOr«  XXXII.Boék. Geschiedenissen, ij worden, niet begreepen zyn de zodanigen, die,in den jaare 1787, vergenoegd met de toenmaalige Regeering, geteekend hadden voor de zo genoemde Oude Conftitutie. Dat ook niet bedoeld werden zulke perfoonen, die alleenlyk leden geweest waren van de, zo genoemde, Oranje-Sociëteiten; gelyk ook niet, alle de geenen, welke, op eene voldoende wyze, zouden kunnen aantoonen, door andere perfoonen misleid, overgehaald of gedwongen te zyn tot het pleegen van eenige daaden, by eene vroegere Afkondiging vermeld, 't en ware zy zig hadden fchuldig gemaakt aan zodanige bedryven, die, op zig zelve, als misdaaden moesten befchouwd worden, als plondering, mishandeling van hunnen evenmensch, en foortgelyke, als die, ten allen tyde, ftrafbaar zyn, en waar omtrent de voorgeevingen van dwang of overreeding niet kunnen gelden. Lang hadt men, hier ter Stede, gearbeid aan een Ontwerp, om, overeenkomftig de thans ingevoerde orde van zaaken, op eene fpoedige en geregelde wyze, de Volksitem te kunnen uitbrengen. Eene Commislie van zes leden, uit de Burgery benoemd, hadt zig verledigd, om de bedenkingen, daar omtrent ingekomen, te ontvangen, te beoordeelen, en, door vergelyking, een, naar hunne meening, best gefchikt geheel te vormen. Met het begin van de maand April deezes jaars was de Commisfie mee haar werk zo verre gevorderd, dat dezelve, ter beoordeelinge en goedkeuringe, aan den Raad 1796. Reglement tot het uitbrengenvan de Volksftem.  14 AMSTERDAMS HL Deeü 1796. Oprichting van een Kouzen-Fabriek. Raad der Gemeente ter hand fielde het Ontwerp ter vastflelUng van een Regie* went, om, overeenkom/lig de vereiscbten van een -welgeordend beftuur, fpoedig en geregeld, de Volks ftem, of liever de ftent^ der Gemeente van de Stad Amfterdam, te kunnen uitbrengen. Het Ontwerp, zedere in werking gebragt, beftondt uit acht Hoofdftukken. Naardien het flegts korten tyd heeft itand gehouden, oordeelen wy, vaa wegen deszelfs uitvoerigheid, de inlasfching ongeraaden. Met de opnoeming van de opfchriften der Hoofdftukken zullen wy ons vergenoegen; zy waren de volgende : Wat U de Volksftem? — Over de Stemgerechtigden. — Over bet uitbrengen van de ftem der Gemeente. — De wyze, hoedanig de ftem der Gemeente zal uitgebragt worden. —- Het Comptoir van Correspondentie, Over den Raad der Gemeente. —- Over de wyze van verkiezing der Commis/ie van Oproeping, van de Voorftellers, en Ra aden der Gemeente. — Van de tüs/chentydjcbe Vacatures. Ten flotte ontmoette men 'er nog de noodige Bylaagen. Onder de middelen, om den gemeenen man aan werk en brood te helpen, over welke zommigen, hier ter Stede, hunne gedagten hadden Jaaten gaan, behoorde ook het oprichten van een Kouzen - Fabriek. Twee burgers, philippard en kool, hadden daar omtrent een Ontwerp beraamd. Doch, tot het volvoeren van hetzelve, ontbraken hun, behalven eene gefchikre werk* plaats,  XXXII.Boek, Geschiedenissen. ï$ plaats, de noodige penningen. Om het een en ander vervoegden zy zig aan den Raad der Gemeente, om hun de behulpzaame hand te bieden. Zy vonden aldaar, omtrent het een en ander, een gunftig gehoor, en ontvingen de toezegging, dat, ten hunnen gebruike, zou worden afgeftaan het Oude Spinhuis , voor den tyd van twaalf jaaren, zonder huur; na verloop van welken tyd zy, voor het gebruik van het Gebouw, redelyke huurpenningen zouden betaalen. En voorts nog eene fomme van dertigduizend guldens, onder voldoenden borgtogt, doch zonder intrest, insgelyks voor den tyd van twaalf jaaren; na verloop van welke zy aan de Stad behoorlyke intrest zouden uitkeeren. Op deeze vergunningen verbonden zy zig, de pryzen hunner Waaren te zullen gelyk ftellen met die van buitenlands werden ingevoerd; en aan ten minften zeshonderd, zo Mannen en Vrouwen, als Kinderen , geftadig werk te zullen verfchaffen; in het vertrouwen, dat, van wegen den Raad der Gemeente, alle Armbezorgers zouden gelast worden, behoeftige lieden by hen te wyzen , om alzo de Werkeloosheid, zo nadeeligvoor de Maatfchappy , immers ten aanzien van een goed getal, voor te koomen of weg te neemen. De veranderde toeftand van zaaken vorderde nu ook eenige verandering in den Eed, welke, by het verkrygen van het Poorterregt deezer Stad, moet worden afgelegd. De- 179& Nieuwe Poorters eed.  i6 AMSTERDAMS III. Deel; 1796. Verandeilng van den Raad. Dezelve werdt op de volgende wyze inge. richt. Gy zweert, dat gy, erkennende de vryloeid en gelykheid, en de onver oreemdbaare, rechten van den mensch en burger, als burger deezer Stad, uwe Vertegenwoordig gers en ftedelyke Befluurers, in der tyd9 tot de handbaaving en bevestiging der Wetten, op die beginfels gegrond, zult behulpzaam zyn , dezelve mor alle kwaade aanflagen, tegen deezer Stede welzyn, waarfcbuwen , de algemeene welvaart, naar uw vermogen, helpen bevorderen; en voorts alles doen en laaten zult, wat de plige van een goed burger van u vorderen zal. Zo waarlyk helpe my God almagtig ! Hoewel de negentiende January de bepaalde dag was, tot de verandering van den Raad der Gemeente, hadt, egter, dezelve, voor dit maal, op dien dag, geenen voortgang kunnen neemen. Op de lyst der gekoozenen hadt men eenige perfoonen ontmoet, over welke de meerderheid der Burgerye, openlyk, haar ongenoegen hadt laaten blyken. Eene nieuwe ftemming moest daarom plaats hebben. Thans gefchiedde, diensvolgens, de verandering van den Raad op den twaalfden April. Des morgens ten tien uuren begaven zig de daadelyke Voorftellers, en de leden van het Committé van Oproeping, naar het Burger-Weeshuis, in de Kalverftraat, ont de  XXXII.Boek, Geschiedenissen. 17 de nieuwe aankoomende leden, welke aldaar, door eene Commisfïe uk de Voorftellers, ontvangen waren, met een Commando uit de Nationaale Guarde, af te haaien, en naar het Plein der Revolutie te geleiden. Hier werden zy door eene Commisfie uit den Raad, nevens eenen Sekretaris, ontvangen, en van daar tot aan de kamer van het Committé van Justitie verzeld; waar op de Commisfie uit den Raad naar de Raadkamer wederkeerde. Na eene wyl vertoevens begaven zig de nieuwe Leden, andermaal, naar het Plein, om 'er, door den Voorzitter der daadelyke Voorftellers, in den Eed te worden genomen, om vervolgens naar de Kamer van het Committé van Justitie te rug te keeren. Geduurende het in den Eed neeroen vertoonde zig de Raad op de Puye van het Huis der Gemeente. Nu werden de aftreedende leden door de Voorftellers verzogt, zig nevens hun naar het Plein voor het Huis der Gemeente te begeeven, om aldaar, voor de getrouwe waarneeming van hunne posten , bedankt te worden.^ De nieuwe Leden, nogmaals, op het Plein, aan de Gemeente zynde voorgefteld, begaven zig nu naar de Raadkamer, alwaar de Voorzitter der Voorftellers aan hun eene gepaste Aanfpraak deedt, die door een der nieuwe Leden beantwoord werdt. Emdelyk begaven zig de Voorftellers naar de Kamer van het Committé van Justitie, om de aftreedende leden» insgelyks, onder vv.SrrVao eeniSe maufchap der Nationaals XXIli. Stuk. q guar. 1796Y  179^- Veranderingin de Costumer by de Verkoopingen. !8 AMSTERDAMS HL Deel. Guarde , naar het Burger - Weeshuis te verzeilen. En hier mede nam de plegtigheid van deezen dag een einde. Omtrent de Costumen, welke, by de Verkoopingen, tot hier toe, hadden plaats gehad, vondt men thans geraaden, de volgende veranderingen in te voeren. Volgens de nu beraamde fchikking, zoude, ter gemoetkoominge van zodanige Burgers, welker omftandigheden niet toelieten, drie Maanden naar de betaaling der Kooppenningen te wagten,de Vendumeester gelast worden,omminnen den tyd van veertien dagen, de rekening van de verkogte goederen te leveren, ten einde de betaaling ten ipoedigfte zou kunnen gefchieden. Voorts moest een derde van den Opbrengst, 'twelk, voorheen, door den Vendumeester, aan Stads Sekretarisfen verantwoord werdt, van nu af aan, verantwoord en overhandigd worden aan den Sekretaris van het Committé van Financien, mits, naar gewoonte, voor gemelde verantwoording, vyftig guldens 's jaars kortende. Eindelyk zouden de Makelaars, van nu af aan, verpligt zyn, met betrekking tot de Verkoopingen van Koopmansgoederen, even zodanig te handelen, als zy ten opzigte der verkoopingen van Huisgeraaden verpligt zyn: met dien verftande, dat zy, van de Koopmanfchappen, eene lyst zouden moeten opgeeveu aan den Vendumeester, op dat deeze daar door in ftaat gefteld zoude worden, daar van behoorlyke opgave  XXXILBoek. Geschiedenissen. 19 gave te doen, zo aan het Aalmoezeniers Weeshuis, als anderzins. Op dat Weesmeesteren, in het waarneemen van hunnen gewigtigen post, met de noodige eerlykheid en trouwe, zouden handelen, vondt de Raad der Gemeente oirbaar en dienftig, dezelven aan de verbintenisfe van den volgenden Eed te onderwerpen: Dat zwesrt gy, dat gy bet eigendom en de zaaken der Weeskinderen, als mede alle zodanige penningen en goederen, welke, zo ab intestato, als ingevolge testamentaire dispofitien, door Weeskameren onfier bultenlandfche Koloniën en Bezittingen, aan de Weesmeesters deezer Stad zyn overgemaakt, en onder der zeiver beheering gefield, mitsgaders alle die penningen en effecten, welke, door partikuliere burgers, ter Weeskamer zyn gedeponeerd, en in bewaaring van Weesmeesteren gefield, getrouwelyk, naar al uw vermogen, wel en deugdelyk zult bewaar en en befluuren, als uwe eigen goederen; - dat gy, als een naauwkeurig opziener en verzorger der Weezen en van der zeiver goederen, ten allen lyde, tot befcherming van dezelve zult bereidvaardig zyn, ter voldoening van uwen. pligt, volgens Ordonnantie van deezer Stads Weeskamer; en dat gy omttent alles, wat Weesmeesteren onderling noodzaaklyk zullen vinden te bepaalen, de fiiptfie geheimhouding zult in agt neemen. Zo waatiyk, enz. B 3 Te- 1796V Eed van Weesmeeste- , ren.  AMSTERDAMS III. Deel. 1796. Bepaalingen aangaandehet verzendenvan geld buitenslands. Tevens werdt nog by den Raad der Gemeente vastgefteld, dat alle Weesmeesters, zo wel die als Leden van den Raad dien post zouden bekleeden, als die, uit de Burgery, daar toe zouden verkozen worden, deezen Eed, als voor een byzonderen post gefchikt, en afgefcheiden van de betrekkingen van den Raad, af te leggen zouden gehouden zyn. Ter verhoedinge, dat, in het verzenden van penningen buitenslands, 't welk, zedert de Omwenteling, aan ftrenge bepaalingen onderhevig was gemaakt, geen bedrog mogt gepleegd worden, nam de Raad het befluit, dat de Verzenders van geld of geldfpeciën hunne partyen, 'des Dingsdags, Woensdags, Donderdags en Vrydags, zouden moeten zenden aan de Kamer der Esfayeurs van den Wisfelbank deezer Stad, onder in het Huis der Gemeente, en wel des morgens van tien tot twaalf uuren, mits daar van, 's daags te vooren, aan dezelve Kamer behoorlyke kennis geevende; voorts, dat, op de gemelde dagen, twee Leden uit den Raad, en wel uit het Committé van Koophandel en Zeevaart, by het weegen of tellen van de partyen geld of geldfpeciën zouden tegenwoordig zyn, en de ingepakte partyen ook met het Cachet van het gemelde Committé doen verzegelen; waar van de twee Leden aan den verzender een Certificaat zouden afgeeven, waar voor deeze, ten behoeve van den Wisfelbank, zou betaalen dertig ftuivers. Daar- en-  XXXII. Boek. Geschiedenissen, ai enboven werdt nog beflooten, dat de verzenders de geldfpeciën zouden moeten bezorgen, als volgt: De Ryksdaalers, in zakken van 200 Stuks. De Mexicaanen, by 100 Mark. De Dukaaten, by 500 of iogo Stuks. Alle vreemde zilveren fpeciën, by 100 Mark , en gouden dito, by 11 of 2a Mark. Verfcheidene ongeregeldheden gebeurden hier, in het begin der maand May, die van de fchroomlykfre gevolgen zwanger gingen, en zelfs zommige Leden van den Raad in lyfsgevaar bragten. Dezelve werden gepleegd, door eenige Kanonniers, welke in eed en dienst der. Stad Honden , deels aan den Overtoomfchen weg, buiten de Leidfche Poort, deels ook binnen de Stad, en op onderfcheidene plaatzen. Het Committé van Waakzaamheid, daar van onderrigt, gaf'er kennis van aan den Voorzitter van den Raad der Gemeente, welke denzelven, reeds's morgens ten acht uuren van den negenden May, buitengewoon, deedt byeen roepen. Hier nam men het befluit, 1. Om het gedeelte der Stads gewapende Burgery, hetwelk de Artillery uitmaakte, af te danken. 2. Dat, ten einde, door dit befluit, de eer van die braaven, onder de Kanonniers, die met de gepleegde euveldaaden niets gemeen gehad hadden, niet bevlekt werdt, de zodanigen, zo fpoedig mogelyk, wederom zouden aanr B 3 ge- 1706. Ongeregeldheden van zommige Kanonniers , enz.  32 AMSTERDAMS III Deel. 1796. gefteld worden; op dat zy, van nieuws, hunnen dienst aan de Stad bewyzen, en voor de rust, orde en veiligheid mogten waaken. 3. Dat de gemelde afdanking, door eene openbaare Afkondiging, zou worden bekend gemaakt, welke tevens het voornee* men van den Raad, omtrent de onfchuldigen onder de Kanonniers, zou aan den dag leggen. En vermirs men tevens narigt bekwam , dat zommigen, zo van de Dienaaren der Justitie, als van de Nachtwagten, in het te keer gaan der beweegingen, zig niet van hunnen pligt hadden gekweeten ; en vermits eenige Herbergiers of Tappers, aan de aanzegging , van wegen het Committé van Waakzaamheid, 's avonds te vooren gedaan, om, na tien uuren, niet te tappen, niet gehoorzaamd hadden, werdt tevens beflooten, het gemelde Committé te verzoeken, om zorge te draagen , dat de Dienaaren der Justitie en de Nachtwagten hunnen pligt naauwkeurig nakwamen: als mede, om den Maire, ten aanzien van de Herbergiers, met allen mogelyken yver werkzaam te doen zyn. Daarenboven beval de Raad aan den Kommandant der Stad, ge- ORGE HENDRIK DE WILDE, Op Zyne perfoonlyke verantwoordelykheid, alle zodanige kragtdaadige maatregelen te - neemen, en daar te ftellen, als (geëvenredigd naar de gevaarlyke omftandigheden, in welke de Stad , 's daags te vooren, en in den jongstverloopen nacht, was geweest), zouden kunnen (trekken, om de rust, binnen deeze  XXXII. Boek. Geschiedenissen. 23 deeze Stad en derzelver grondgebied, te handhaaven. Uit aanmerking, wyders, van de netelige omftandigheden, waar in zig thans de Stad bevondt, oordeelde de Raad dienftig, dat, uit denzelven, by afwisfeling, eene Commisfie van eenige Leden, geduurende dien dag, of zo veel langer als noodig zou worden geoordeeld , zou blyven vergaderen; welke Commisfie zodanige magt en last zou hebben, als de geheele Raad eenigzins zou kunnen uitoefenen. Den volgenden dag, Dingsdag, deedt de Raad de Publikatie , nakende de afdanking der Kanonniers, afkondigen, en wees, met een, de plaatzen aan, alwaar zy, volgens den inhoud dier Af kondiginge, hunne Sabels en Draagbanden hadden op te brengen. Intusfchen hadden de Kanonniers zig naar het Funie begeeven, en, onder andere baldaadigheden, den Onder-Equipagemeester van 's Lands Werf gedreigd, dat, indien hy niet, op (taanden voet, eenige door hen aangeduide perfoonen uit den dienst zette, zy, 's anderen daags , met vierhonderd man zouden te rug koomen. Tegen den avond nam de bende, in gefchaarde gelederen, den optogt aan naar het Huis der Gemeente, alwaar de Raad, tegen den avond, van nieuws was vergaderd. Bezig met beraadflagen der meest gepaste middelen, in de tegenwoordige gefteldheid van zaaken, ontving dezelve berigt van de daadelyke aankomst der Kanonniers, uit het midden van welke zig, eerlang, eene Commisfie liet B 4 aan- 1796.  *4 AMSTERDAMS HL Deel. aandienen j met verzoek om in den Raad te worden toegeiaaten. Doen vermits dit verzoek, als zodanig, niet kon worden ingewilligd, gaf men verlof, dat eenigen, als byzondere Burgers, mogten binnenbaan. . Hier zeiden zy, dat de verzamelde Kanonniers geene andere bedoeling had. den, dan te vraagen om de vernietiging der Publikatie, by welke hun Corps was afgedankt: om reden dat die Afkondiging voor hun zeer hoonende was, als (lellende eenen ieder van hun gelyk met de flegten onder hen, welke zig aan wandaaden fchuldig gemaakt, en daar door ftraffe verdiend hadden. Het antwoord van den Voorzitter was, dat men ten hoogden verontwaardigd was over den tegenwoordigen (lap der Kanonniers, van welken de Raad de fchroomlyke gevolgen overliet voor rekening van hun, die 'er de oorzaak en beleiders van waren; dat de Raad van de Publikatie, welke men verkeerd hadc uitgelegd, riet kon of zoude afgaan; 't welk door alle de tegenwoordig zynde Leden, als uit éénen mond, werdt bekragtigd. Na het vertrek deezer Burgeren, bekwam de Raad verfcheiden narigten, omtrent het geen 'er voor het Huis der Gemeente gaande was. Zommigen berigtten ,dac de Kanonniers, die voor het Huis vergaderd waren, hunne Sabels hadden opgedoken, en vervolgens, ondanks de verzekering van den Kommandant de wilde, dat, wat 'er ook gebeurde, de Publikatie niet zou worden ingetrokken, gezworen hadden, aan het bevel ter ontwapeninge niet  XXXII.Boek. Geschiedenissen. 35 te zullen gehoorzaamen; als mede, dat eenige Burgers, voor het Huis der Gemeente post houdende, zig aan de zyde der Kanonniers voegden. Anderen verhaalden, dat eenigen dier gewapende Burgeren insgelyks verzogten om de intrekking der bewuste Publikatie, vermits zy niet voorneemens waren, op hunne Medeburgers te vuuren De Procureur der Gemeente, thans in den Raad tegen* woordig, verklaarde, dat ook eenige Officieren van de gewapende Burgermagt, op den Dam, hunne Hoeden opfraken, ten blyke van goedkeuringe van het gedrag der Kanonniers. Het berigt van den Luitenant - Kolonel der Burger - Cavallerie hielde in, dat zig by dezelve eene Commisfie uit de Kanonniers hadt vervoegd, met oogmerk om derzelver meening, ten hunnen opzigte, te verftaan; waar op de Kolonel hadt verklaard, tegen hen te zyn; antwoordende wyders op hunne vraag: of by mede niet voor de Remotie der Oranje • Amptenaaren was? dat hy daar voor was. mits bet kwame te blyken, dat de meerderheid der Stenigeregtigde Bur~ gery daar mede voor was. De LuitenantKolonel voegde 'er nevens, dat de meescen der gewapende Magt, die op den Dam hadt post gevat, het eens fcheenen te zyn met de Kanonniers, en met hun verbroederd waren. In deezen hachlyken toeftand van zaaken, in welken de Gewapende Burgermagt, ha aren Eed vergeetende, wel verre van het wettig gezag van den Raad te willen handhaaven, het eens was met openB 5 baare 1795.  I7P6* ao* AMSTERDAMS III. Deel. baare tegenftreevers van denzelven, gaf de Voorzitter in bedenking, wat nu te doen ftondt? en werdt, na eenig overleg, meest dienftig geoordeeld, met eene Commisfie uit de Kanonniers, als byzondere Burgers, byaldien zy zig daar toe by den Raad mogten aandienen, in onderhandeling te treeden , ten einde , langs dien weg, indien het mogelyk ware, het vergieten van Burgerbloed te voorkoomen. Niet lang daarna verfcheenen eenige Kanonniers in de Vergadering, vergezeld door den Luitenant -Kolonel der Cavallerie. Een van hun, die het woord voerde, zeide, dat de Kanonniers , thans op den Dam vergaderd, inderdaad hunne Sabels hadden opgedoken, en gaarne zien zouden, dar de zulken onder hun, welke zig aan euveldaaden hadden fchuldig gemaakt, gedraft werden; doch dat zy, in hunne weigering om aan de Publikatie te gehoorzaamen, bleeven volharden, om dat zy, met de fchuldigen, in de fchande niet wilden deelen. Een ander voegde 'er nevens , dat zy bereid waren om de fchuldigen te helpen opzoeken en aanbrengen. Hier op voerde hun de Voorzitter te gemoet, dat het afdanken van het geheele Lichaam aan de braaven geen den minden vlek aanwreef, als gefchiedende zulks alleenlyk, om de braaven van de onwaardigen, die het Lichaam der Kanonniers bevlekten, te zuiveren, weike braaven dan ook, ten fpoedigften, van nieuws aangefteld, en in hunne eer- zouden herdeld worden; dat zelf op dee-  XXXII. Boekgeschiedenissen. 27 deezen dag daar toe een befluit van den Raad zou uitgebragt geweesc zyn, indiende tegenwoordige noodlottige toedragt van zaaken zulks niet hadde verhinderd; dat, voor 't overige, de Wet moest gehandhaafd worden, doch dat het tevens zeker was, dat voor eiken Burger de weg , tot bet inbrengen van tegenbedenkingen , open ftondt. Als de Burgers hier op verklaarden, dat het groQtfte gedeelte der Burgery de afzetting van de Oranje - Amptenaaren vorderde, en derzelver aanblyven veel reden tot ongenoegen gaf, antwoordde de Voorzitter, dat, wanneer de Wet geëerbiedigd werdt , de zaak in onverwylde overweeging zou genomen worden; doch dat het, als eene be» fitste zaak, vastftondt, dat de Publikatie moest gehandhaafd worden. Thans deedt de Voorzitter den voorflag aan den Raad, of dezelve , ten einde om aan de weidenkenden, zo veel mogelyk, te gemoet te komen, niet zou kunnen befluiten , om , mits vooraf aan de Publikatie werdt voldaan, de Reorganifatie nog heden in 't werk te ftellen: ten welken einde hy verder voorfloeg, om de geweezen Officieren en Kanonniers, die daar in geene zwaarigheid mogten maaken , na dat zy hunne wapenen zouden hebben afgelegd, het Declaratoir, door eene Commisfie uit den Raad ontworpen, (*t welk, hoofdzaakelyk, behelsde, eene betuiging van zig aan de gepleegde oproerigheden niet te hebben fchuldig gemaakt, ) te doen teekenen, en de zodanigen, op ftaan- 1706.  1796. a8 AMSTERDAMS IIL Deel. ftaanden voet, in hunne voorgaande posten te herftellen. In dit voorftel nam de Vergadering genoegen, onverminderd, evenwel, de noodige maatregelen tegen de zulken, welke, ondanks de onderteekeningvan het Declaratoir, naderhand zouden bevonden worden, daar in ter kwaade trouwe te heb» ben gehandeld. Het Declaratoir hier op aan de nog binnenftaande Burgers zynde voorgeleezen, gaf de Woordvoerder tot antwoord, dat de braaven onder de Artillerie hetzelve met plaifier zouden teekenen , en dat de anderen flegten waren. En hier mede vertrokken de Burgers uit de Raadzaal. Terftond daar op liet zig eene Commisfie uit de Bataaffche Clubs aandienen. Doch vermids, ingevolge des Befluits van het Provinciaal Beftuur van Holland, dezelve, als zodanig, niet kon worden toe* gelaaten, {ronden de leden, als byzondere Burgers, binnen. Een van hun, bet woord vraagende, las een Adres voor, gefield op naam van eenige duizenden Bataaffche Clubisten ; het behelsde , hoofdzaaklyk , eene Verklaaring „ dat zy, in de kapitaale „ zaak, de remotie van de gedecideerde ,, Stadhoudersgezinden, het eens waren „ met de braave Kanonniers deezer Stad, en dat zy wyders van den Raad vraag„ den, regt te doen aan de redelyke „ eifchen der Burgers, die het mee ,, deeze Vergadering eens waren". Op deeze verklaaring betuigde de Voorzitter zyne verwondering, over de verbeelding der  XXXII. Boek> Geschiedenissen. 29 der Burgeren, dat de voornaame eisch der Kanonniers beftondt in de Remocie; dat die de kardinaale zaak niet was; 'er nevens voegende, dat, belangende die Remotie,de Raad, binnen korten tyd, gelegenheid zou hebben, om de zaak geregeld te behandelen, uit hooide eener reeds benoemde Commisfie, ter uitvoeringe van het Befluit van het Provinciaal Beftuur, rankende hec afneemen van een Declaratoir van alle Amptenaaren. Naauwlyks waren deeze Burgers vertrokken, of 'er lieten zig by den Raad aandienen , de Luitenant en een Schutter der Burger - Kompagnie , thans post houdende op Kattenburg. Het berigt des Luitenants hielde in, dat de Manfchappen dier Kompagnie verklaard hadden, in een Revolutionairen tyd te zyn, en vorderden ontflagen te worden van aldaar verder post te houden, ten einde zig naar den Dam te kunnen begeeven, om hunne Broeders, de Kanonniers, die aldaar {tonden, te kunnen onderfteunen. Zonder , omtrent dien voorflag, een bepaald befluit te neemen, vondt de Vergadering geraaden, den Kommandant de wilde te volmagtigen, om, ten aanzien van het al of niet intrekken van het Patent dier Kompagnie, zodanig te handelen, als hy zou vermeenen te behooren. Nu ftonden wederom binnen de eerstgemelde Burgers, om het Declaratoir te teekenen, en vervolgens her* fteld te worden. Op de vraag des Voorzitters, of zy hun Zydgeweer hadden afgelegd? 1796.  1706. 30 AMSTERDAMS III. Deel. legd? een bevestigend antwoord gegeeven hebbende, werden zy, op de voorheen g«. melde voorwaarden van verantwoordelykheid, tot de onderteekening toegelaaten, en herfteld in den rang, welken zy voorheen bekleed hadden. Dit verrigt zynde, verzogt aan hun de Voorzitter, om de vergaderde Burgers, welke tot de Artillerie hadden behoord, en zig aan de Publikatie wilden onderwerpen, ten getale van tien perfoonen tevens, na dat zy hunne Zydgeweeren zouden hebben afgelegd, in de Vergaderzaal te doen koomen, om op gelyke wyze gertörganifeerd te worden. In ftede van hetgeftelde getal, ftonden nu vier Kanonniers binnen. Na dat de Sekretaris hun het Declaratoir hadt voorgeleezen, ver. klaarden zy, hetzelve niet te willen teekenen, maar vorderden, dat van de Puye van het Huis der Gemeente zou worden afgeleezen, dat zy in hunne eer herfteld waren. Dit hun,niet wordende ingewilligd, verlieten zy de Vergadering, om, zo als zy zeiden , hunne Kameraaden van die weigerfao kennis te geeven. Het was nu omtrent0 middennacht, wanneer een geweezen Officier of Onder - Officier der Artillerie in de Vergadering verfcheen, verzoekende, dat toch de Raad de eifchen der vergaderde menigte onverwyld wilde toeftaan, aangezien de gisting, van tyd tot tyd, grooter werdt, en hy voor de fchroomlykfte gevolgen vreesde. Naauwlyks hadt hy uitgefproken, of een ander perfoon kwam ter Verga-  GeweMd adi^rtedeii, Tan eenioe Artilleristen,In clclaadzaal der Munici'tialiteit te Amsterdam in den iiaelit tusielieinden id^en iia!nMeii79& JET   XXXII. Boek. Geschiedenissen. 31 gadering inftuiven, roepende: de Kanonniers marcbeeren op! Bedaard op hunne zitplaatfen nedergezeeten, wagtten nu de Leden van den Raad de komst der misnoegden af, die zig ook, welhaast, in merkelyken getale, vertoonden, onder het aanheffen van een luidrufiig gelach , hakkende met hunne fabels in de tafels, en dezelven in het rond zwaaiende, even als of zy den Leden van den Raad te lyve wilden. Zo hoog zelfs klom de euvelmoed, dac een muiteling den Voorzitter eenen houw of flag met den Sabel zogt toe te brengen; die, evenwel, door een anderen Kanonnier, gelukkig, werdt afgeweerd. Eindelyk ftaken eenigen hun geweer op, en verlieten de Raadkamer; anderen, daar binnen gebleeven, deeden verfcheidene eifchen. Een daar van was, dat de Publikatie, wegens het afdanken der Kanonniers, ingetrokken en verfcheurd zou worden. De Raad, van allen byftand ontbloot, door de gewapende Burgermagt verlaaten, en door geen enkel gedeelte der Burgerye onderfteund wordende, en daar alle tegenftand niet flegts nutloos was, maar ook de fchroomlykfte gevolgen dreigde, bewilligden nu in deezen eisch. Hier door kwam de muitzieke hoop eenigzins tot bedaaren, en vonden de Leden van den Raad, omftreeks" één uur in den nacht, gelegenheid, om, by gedeelten, het Huis der Gemeente te verlaaten. Vreemd luidt het, inderdaad, den Raad dei 1795.  I 1796. Middelen door den Raad beraamd tot veiligheid der Stad. i < i £ te 3a AMSTERDAMS III. Deel der Gemeente aldus aan zyn eigen lot overgelaaten te zien, zonder dat iemand zig zyns fcheen te bekreunen, of, ter beteugehnge van den moedwilligen hoop, kragtdaadige middelen werden te werk gefield. Was dan de geheele Burgery tegen den Raad vooringenomen ? Geenzins. Geloofwaardige berigten verzekeren, dat een goed getal uit de gewapende Burgery, thans op den Dam gefchaard, den euvelmoed met leede oogen aanfchouwde, en, ter beteugehnge van denzelven, gaarne zou Aebben medegewerkt, indien flegts daar toe de noodige bevelen gegeeven Waren. Doch deeze bleeven agter, door de onwillig, beid, gelyk algemeen gezegd werdt, van den Kommandant g. h de wilde; weke hierover ook naderhand in Rekten werdt vervolgd. Intusfchen was de Raad reeds 's anderendaags morgen ten zesuuren, na den verfchrikkelykennacht, in denDoele, op de Garnaalemarkt, byeen vergaderd. De Voorzitter opende de byeenkomst met devoordragt, dat hy noodig hadt geoordeeld, den Raad, ter deezer plaatze, buitengewoon, zamen te roepen, om alzo de Leden van het Stadsbe. tuur , welke, door de gebeurtenisfen van len voorgaanden nacht, verftrooid waren gevorden.zo veel mogelyk, by een te brengen, er beraaminge van zodanige maatregelen ls meest dienltig zouden geoordeeld worden o wel om den Raad buiten alle verantwoor! elykheid te ftellen, als om al het goede  XXXII. Boek, Geschiede nissen. 3 te bewerken , 't geen in deszeifs vermoge ftaan zoude. Diensvolgens deedt de V001 zitter den voorflag, of niet, door eene Com misfie, aan het Provinciaal Beltuur van Hol land kennis behoorde gegeeven te wordei van de gebeurtenisfen, in de jongstverloopei dagen, binnen deeze Stad voorgevallen. Dee ze voorflag vondt een algemeenen byval, ei werdt ftraks eene Commisfie van vier ledet daar toe benoemd. Op eene verdere beden king, hoedanig eene houding de Raad zoi aanneemen, indien het Provinciaal Beftum noodig mogt oordeelen , Troepen naar deezt •Stad te zenden, verklaarden de leden, al: uit éénen mond, dat zy, in zulk een geval, in hunne posten niet zouden kunnen blyven, als hebbende zy dezelve aanvaard, op de on' derftelling, dat de liefde en het vertrouwen der Burgerye alleen hunne befluiten zouden onderfieunen, en geenzins begeerden, door de wapenen van befoldigde Benden gerugfteund te worden, als zullende dit den fchyn hebben, dat zy hunne befluiten, door geweld, aan de Burgery wilden opdringen. - De Afgevaardigden naar den Haag, hunnen last volvoerd hebbende, keerden fpoedig te rug. In het verflag hunner verrrgtingen ' gaven zy te kennen, geen ander dan het: algemeen antwoord van het Provinciaal Beftuur te hebben ontvangen, dat men alles in ernflige overweeging zoude neemen, en zodanige maatregelen beraamen, als tot handhaavinge van de aangeftelde Magten, en van het regt van het Volk van Amfterdam, XXIII. Stuk. C mees* l 3 1796". 1 \ I l [ fan den antogt ran rroepea, 7  34 AMSTERDAMS III. Deel. 1705. De Troepen koonien in de Stad. meest dienftig zouden geoordeeld worden, tnmiddels verfpreidde zig het gerugt door de Stad, dat een aantal Troepen, ten geleide van eene Commisfie van zeven leden uit het Provinciaal Beduur, in aantogt was. Dit deedt den Raad befluiten, eene CommisGe van twee leden uk denzelven, met eenige leden uit de Burgery, naar Haarlem te zenden, in de hoop van Afgevaardigden aldaar te zullen aantreffen, en dezelven, van het doen aanrukken van Troepen naar deeze Stad, te rug brengen. In den voorflag, egter , van eene Commisfie uit de Infanterie en Artillerie, om de Stad tegen de naderende Troepen te verdeedigen, kon de Raad niet bewilligen, als hebbende dezelve daar toe geene vryheid, naardien de Franfche Troepen, in gevolge des Verdrags, tusfchen de Franfche en deeze Republiek gefloten, in alle Steden, zonder Patent, mogten binnen trekken. De Raad, welke den gantfchen nacht vergaderd was gebleeven, ontving, in den morgenftond, berigt, van de Commisfie van het Provinciaal Beftuur, aangaande den aantogt van Troepen, en dat zy zelve, dien morgen omtrent tien uuren, in de Stad dagt aan te koomen. Dat uur was nog niet verfcheenen, of men vernam, dat omtrent zestig Huzaaren, benevens twaalf Ruiters van de Bataaffche Krygsmagt, ter Haarlemmer Poort ingerukt, op het Plein daar binnen hadden post gevat. Ook vertoonden zig, buiten de Weesper Poort, eenige Franfche Troe-  XXXII.Boek. Geschiedenissen. 3$ Troepen; welker Bevelhebber, egter, aan eene Commisfie uit den Raad, derwaarts gezonden, beloofde, tot nader last, niet te zullen binnen koomen. De Raad, inmiddels ; vernomen hebbende, dat de Kanonniers^ zonder last of Patent, zig naar het Funie hadden begeeven, om van daar Gefchut af te haaien, werdt de Kommandant dk wild e gelast, op (handen voet, ter uit een dryvinge van die bende, kragtdaadige middelen in 't werk te (lellen. Doch, hoewel niet met woorden, door zyn gedrag, althans, weigerde hy, na herhaalde vermaaningen, aan dien last te voldoen: waar op de Voorzitter, uit aanmerking, dat, in de tegenwoordige gefteldheid van zaaken, alle vérwyl gevaarlyk was, als mede op aanraading en met goedkeuring der Vergaderinge, den Kommandant aanzeide dat hy, op het Huis der Gemeente, in (laat van Arrest gefield, en van zyn opperbevel ontzet werdt; gebiedende hem voorts, zig te ontwapenen. De Kolonel g. cruys verving toen zyne plaats. Groot was, onder dit alles, het misnoegen, welk men, alomme onder de Burgery, en meer ftellig uit mondelinge verzekeringen aan den Raad, vernam, over het aanrukken van Troepen; om welke buiten te houden, de Poorten der Stad gefloten bleeven. Dit bewoog den Raad, op nieuw , eene Commisfie aan de Afgevaardigden van het Provinciaal Beftuur, die zig nog te Haarlem onthielden, af te vaardigen, om nogmaals , met allen gepasten ernst, aan dezelven Ca te 179I  3 toogen te moeten doen; dat de Stad eene „ zeer talryke gewapsnde Burgermagt hadt, „ welke, in gevalle zy volgens eed en pligt „ handelde , zeer wel in (bat was, om de „ rust der Stad te kunnen handhaaven; en „ dat, boven dit alles, het zenden vain man„ fchap naar deeze Stad, in de tegenwoor„ dige omllandigheden, tot groot nadeel der „ Stad zou kunnen (trekken". Het antwoord, welk de afgevaardigde leden van den Raad te rugbragten, behelsde, hoofdzaaklyk, „ dac „ de Generaal bouknonville geene wettige kundfchap droeg van beweegin„ gen, welke te Amfterdam hadden plaats „ gehad, en dat 'er Troepen vereischt ge„ weest waren, om dezelve te doen bedaa„ ren ; dat de vereeniging van het bevel over „ hec Franfche en Bataaffche Leger hem „ alleenlyk bepaald hadt, om uitwendige fchikkingen te maaken; dat hy niet hadt kunnen aalaaten om dezelve met de inC 4 „ wen- 1796.  4o AMSTERDAMS III. Defl 1796. Onderhanden 11gen met de Gommiöiie vao bet ProvinciaalBeduur. „ wendige maatregelen van Policie te ver» „ binden; dathy, om de ongerustheid van „ den Raad te doen bedaaren, de Troe„ pen . in de nabuurfchap der Stad zig nu „ nog bevindende, zou doen aftrekken, op „ het aogenblik als de Franfche Troepen „ zouden gereed zyn, om daar binnen te „ trekken". By manier van dreigement, verklaarde de Generaal, in het flot des Briefs, „ dat, ingevalle zyne fchikkingen gedwarsboomd werden, hy zig zou ge„ noodzaakt zien, de fterkfte maatregelen, „ tot uitvoeringe van dezelve, te moeten „ neemen". In een anderen Brief, weinige dagen daar na, berigtte de Generaal, aan de Troepen, naar Amfterdam beftemd, bevel tot den optogt derwaards te hebben gegeeven; met verzekering tevens, zig met de zaaken der Stad niet te zullen bemoeien, dan in zo verre zyne hulp en tusfchenkomst van den Raad mogt gevorderd worden. Ingevolge van dit alles zag men, eerlang, Franfche Troepen binnen trekken, die, voorts, in de Cafernen gehuisvest werden. . Inmiddels vertoefden de Afgevaardigden van het Provinciaal Beftuur nog al te Haarlem , en hielden van daar de onderhandelingen met den Raad deezer Stad gaande. Laat in den avond van den zestienden May ontving de Voorzitter eenen Brief, ten geleide van eeren ingeflotenen, met verzoek om dien in de Vergadering te openen. Deeze tegen middernacht ten twaalf uuren befchreeven, en de Mislïve geopend zynde-, las men daar  XXXII. Boek. Geschiedenissen. 41 daar in de begeerte der Afgevaardigden, om aan dezelve, onverwyld, te doen toekoomen , een nader en meer omftandig verflag, zo van den algemeenen toelland deezer Stad, als van de maatregelen, zedert den dertienden, door den Raad genomen, toe herftel en verzekering van de orde en rusc der Stad, met de gevolgen daar van; ten einde zy Afgevaardigden uit facta zouden kunnen beoordeelen, en met proeven bevestigd zien, in hoe verre men, in deeze Stad, het oogmerk van de zendinge der Afgevaardigden , tot heden toe, ware voorgekoomen, en welke maatregelen aan de Afgevaardigden nog zouden overig zyn te neemen, ter voldoeninge aan den. naderen last, weiken zy van hunne lasrgeevers hadden ontvangen. In het antwoord op deezen Brief berigtte de Raad, dat, in de Stad, by aanhoudenheid, alles (lil bleef, en zig, op de voortduuring, goede hoop vertoonde. Doch, wat aanging den klem van een voldoend gezag, hetwelk aan elke aangeftelde Magt zekertoebehoorde, durfde de Raad niet verzekeren, dat dezelve, op .dat oogenblik , wederom volkomen in deszelfs handen was. „ Tot „ heden ( zo fchreef men verder ) waren „ wy volftrekt in de onmogelykheid, om „ eenige middelen, tot herkryging van dien „ klem, aan te wenden ; een zamenloop „ van omftandigheden, die men beter zou „ kunnen verhaalen dan fchryven, belette „ alle uitwendige poogingen: zodanig, dat „ wy onint tot heden, moeten te vreden C 5 „ hou-  4* AMSTERDAMS III. Deel. „ houden ruët het neemen van zulke maat„ regelen, die,welligt, op eene geheel on„ gezogte wyze, eene oogenblikkelyke her* „ (telling zullen veroorzaaken, en, ten ge„ noegen der Burgery, en zekerlyk ook van „ u, ons dan in Haat zal (lellen, om onze „ werkzaamheden met alle vlyt en energie „ te hervatten en voort te zetten. Dit „ oogenblik, Medeburgers, lacht ons tel„ kens van ter zyde toe. Hetzelve houdt „ onze hoop nu meer dan ooit gaande; en „ zelf doet zig, zedert heden nacht, daar „ toe een zeer gunltig vooruitzigt op, waar„ toe uwe Mislïve ligt wel toevallig mede„ werkte. Dan, daar het door poogingen „ moet veroorzaakt worden, die van de Bur„ gery zelve , en geenzins van ons, koomen. „ kunnen, zo zyn wy buiten de mogelykheid, „ om den zekeren uitflag daar van te voor„ fpellen. Deeze onmogelykheid fmartons, „ en wel te meer, om dat wy door dezelve „ buiten (laat gefield zyn, om aan den in„ houd uwer Misfive volledig te voldoen, „ of u in de gelegenheid te (lellen, om eeni' „ ge mefures daar naar te neemen; welke „ laatfte, indien dezelve, onverhoopt, mog» ten beftaan in het doen aanrukken van * meerdere Troepen naar deeze Stad, by » ons voor nadeelig, zo niet zeer gevaarlyk, » in den tegenwoordigen toedand van zaa„ ken, befchouwd worden; daar de middem len, die wy op het oog hebben, geenzins „ geweldig, maar integendeel oogenbliklyk „ van applicatie zouden zyn". Ëenltemmig met ■  XXXII.Boek. Geschiedenissen. 43 met het hier berigte was het antwoord, welk de Raad gaf op de vraag van den Procureur der Gemeente, benevens zes Leden uit het Committé van Justitie en eenen van derzelver Sekretarisfen. Op hunne vraag „ of de Leden van deezen Raad „ thans hunne posten wederom Active waar namen? en zo ja, of de Raad vo!ko,, men in ftaat was, om hen in de volle „ en onbelemmerde uitoeffening hunner be* „ trekkelyke posten kragtdaadig te handhaa* » ven, met dat gevolg, dat zy, in deeze „ groote en belangryke Gemeente, het regt „ van het Volk van Amlterdam zouden v kunnen waarnemen, en de Wetten deezer „ Landen volkomen uitwerking doen heb„ ben?" gaf de Voorzitter het volgende antwoord. „ Dat de Raad nog niet in han„ den hadt al dien klem van beftuur, waar „ door dezelve in ftaat Zoude zyn, om hea n ( Leden van het Committé van Justitie) „ in de ongeftoorde handhaaving der Wet„ ten te onderfteunen, doch dat zig daar „ toe eenig gegrond vooruitzigt opdeedt". De Raad deeze vraag, en het antwoord op dezelve, nevens een verflag van den toeftand der Stad, aan de Afgevaardigden te Haarlem hebbende toegezonden, ontving, op den negentienden May, een Antwoord , welk wy dienltig hebben geoordeeld, nevens het wederantwoord van den Raad, hier woordelyk in te lasfchen. De Afge*. vaardigden fchreeven aldus. rRT. 1796.  44 AMSTERDAMS III. Deel. 1796. VRWEID, GEL7KHEID„ BROEDERSCHAP. de commissie uit het provinciaal j5estuur van holland, thans te haarlem, aan den raad der gemeente dek. stad amsterdam* medeburgers! Daar wy uit uwe beide misfives, van 17 en 18 dezer, vergeleken met het antwoord, door ulieden gegeven aan den Procureur der Gemeente, en het committé van criminele juftitie, en aan ons by haar bericht van den 17 dezer mede gecommuniceerd, ons genoegzaam in ftaat gefteld vinden om te oordeelen, wat wy te denken hebben van de actuele gefteldhetd uwer ftad in het gemeen, en in hoe verre de geconftituëerde magten aldaar in het byzonder zich in vryheid en vermogen zien herfteld; en wy op gronden hiervan het in deze fituatie gevarelyk oordeelen, voor het oogmerk onzer zending, ulieden van onze zyde te laten in uw geheel, en aldus te abandonneren aan ecnen veellicht incompetenten invloed, welke aanleiding zoude kunnen geven tot fchikkingen en palliativen, waarby het recht van het Volk van Holland min of meer zoude kunnen worden geprejudiciëerd, zonder de rust, orde, en veiligheid, immers voor het vervolg, eenigszins meerder of krachtiger te verzekeren. — Zo is het, dat wy goedgevonden hebben, Ulieden aan te fchryven, gelyk wy doen by dezen: „ Om, provifioneel, en tot onze » nadere aanfchryving, ulieden in geene „ hoe-  XXXII. Boek. Geschiedenissen. 45 „ hoegenaamde mefures in te laten, waar„ door het but onzer zending zoude kun„ nen worden gemaakt illufoir, de zaken „ buiten haar geheel gebragt, of het recht „ van het Volk van Holland, met relatie „ tot al het voorgevallene, federt het be„ gin dezer maand, eenigermate zoude „ kunnen worden geprejudiciëerd , neen, „ maar, dat van alle voorflagen, ten de. „ zen einde tenderende, prealabel aan ons „ zal worden kennis gegeven, en intus„ fchen nietwes befloten noch effeór. for„ teren". „ Verklarende wy wel ultdrukkelyk, al „ hetgeen tegen deze onze intentie zoude „ mogen worden geconveniëerd ^ gedaan en „ verricht, te zullen houden voor nul en van „ onwaarde, gelyk wy ook alles, hetwelk „ onverhoopt reeds ten dien einde mogte „ zyn geconveniëerd en gedaan, verklaren „ voor vernietigd, en als niet gedaan". Wy hebben den Commandant der troepen , onder onze bevelen ftaande, gelast, om informatie te nemen naar de conduites van dat gedeelte, hetwelk onder uwe muren cantonneert, en orders te (tellen, dat in de gronden van alle billyke klagten, naar behoren, worde voorzien. Waarop wy ons verlatende, bevelen wy ulieden in Gods heilige protectie. De Commisfie uit het Provinciaal beduur, thans te Haarlem. Ontfangen Donderdag den 19 Mti 1796, des namiddags ttn 4 uurtn. Het 1796.  46 AMSTERDAMS III. Deel. Het antwoord van den Raad,op dit fchryven, luidde aldus: VRTCHEJD, GELYKHEID, BROEDERSCHAP, de raad der gemeente van amsterdam, aan de commissie uit met provinciaal bestuur, thans te haarlem. medeburgers! Wy mogen ulieden niet ontveinzen, met aandoening uit üwlieder misfive, op gisteren by ons ontfangen, ontwaar geworden te zyn, dat üwlieder gevoelens, omtrent de noch plaats hebbende gefteldheid der zaken binnen deze ftad, zelfs daarheen fchynen te loopen, om te voorönderftellen, dat wy, door het gebied dier omftandigheden, zouden kunnen gebragt worden tot zodanige flappen, waarby het recht van het Volk van Holland, op eenige wyze, door ons zoude worden verkort. Welke ontzettende gebeurtenisfen ons ook federt den 10 May 1. 1. bejegend, welke eminente gevaren ons ook omringd hebben, wy durven, ook ten dien opzigte, met de meeste voldoening, ons oog te rug wenden op ons voorleden gedrag. Hetzelve brengt, zo wy meenen, het getuigenis mede, wel aan de eene zyde van eene zucht, om, ware het mogelyk, zonder behulp van wapenen, de dwalenden te rug te brengen, de misdadigen te kunnen doen  XXXII. Boek.Geschiedenissen. "47 doen ftraffen, het vertrouwen te herftellen, de rust te doen herleven, het recht en de algemeene veiligheid te verzekeren, en om, in allen gevalle, en als een grooc én allergewigtigst doeleinde, deze belangryke koopftad, zo veel doenelyk, te be* waren voor fchokken, welke, hoe veilig men ook a priori konde berekenen van derzeiver uitflag meester te zyn, toch altyd van de doodelykfte gevolgen voor den handel en het crediet dezer ftad waren geweest, daar het niemant onbewust is, dat zodanige fchokken met tiendubbele kragt naar buiten werken, en een' fteeds aangroeijenden nadeeligen invloed verfpreiden, maar ook, aan de andere zyde, van onze ftandvastigheid, in het blyven waarnemen onzer hagchelyke posten, in weerwil van alle de moeijelykheden, en perfonele gevaren, en van onze hoogde omzigtigheid, om zorgvuldig alles te myden, wat buiten onze competentie was, of waardoor de belangen van her Volk van Holland, en van deze Republiek in het algemeen, op eenige wyze hoegenaamd, door ons zouden wor» den gekwetst en in gevaar gedeld. En dus, Medeburgers, zy ons deeze zelfs? voldoening niet ontzegd, dat wy ons verheven rekenen boven de fchaduw zelfs van verdenking, dat eenige hoegenaamde omftandigheden ons zouden kunnen brengen tot maatregelen , of fchikkingen , waarby het recht van het Volk van Holland door ons zoude worden geprejudiciëerd. Wy maken 1796.  48 AMSTERDAMS III. Deel; ken ondertusfchen geen zwarigheid, in antwoord op üwlieder misfive, noch by dezen ten overvloede, te verklaren, datwy, onszelven gelyk, en op het eigen ipoor voorttredende, alle zodanige maatregelen, welke daarheen mogten leiden, zorgvuldig blyven vermyden, ten einde aan dat recht de fchyn zelfs van kwetzing door ons niet worde toe« gebragt; terwyl wy tevens den inhoud van üwlieder misfive alleen op dit generaal refpect van applicatie houden, niet mogende voorönderftellen, dat het üwlieder intentie kan geweest zyn, ons te interrumperen, in zodanige maatregelen en werkzaamheden, welke alleen tot ons fledelyk beduur behooren. Waarmede wy, na toewenfching van heil, en aanbieding van broederfchap, blyven, Uwe medeburgers, De Raad der Gemeente van Amderdam; En in derzei ver naam, ( Getekend ) willem van barneveld, Prefident; G. brenger a brandis» Secretaris. Amderdam, den ao Mei, 1706. Het tweede jaar der Bataaffche Fryheid. Tot  XXXII. Boek. Geschiedenissen. 49 Tot op den achrentwintigften van May vertoefden de Afgevaardigden van het Provinciaal Beftuur te Haarlem, en begaven zig, op dien dag, naar onze Stad, hunnen intrek neemende in de Doelen, op de Garnaalemarkt. Zy beftonden uit zeven Leden, verzeld van eenen Sekretaris; door welken zy hunne aankomst in de Stad hebbende doen boodfchappen aan den Raad , benoemde deeze eene Commisfie, om de aanzienlyke Bezending ftaatelyk te verwelkomen, 's Anderendaags verfcheen dezelve in de Vergaring op het Huis der Gemeente. Hier gaf zy opening van haaren Last, beftaande, zo als zig de Spreeker uitdrukte, „ niet om „ den Raad, of de goede Burgery deezer „ Stad, door politiek gezag te onderdruk„ ken, maar om een flipt onderzoek te „ doen naar het gebeurde binnen de Stad „ en derzelver omtrek; als mede, om zoda„ nige maatregelen te neemen, waar door „ de rust en goede orde konden herfteld „ worden". De Spreeker voegde 'er nevens, dat de Commisfie, ter bevorderinge van dat oogmerk, dienftig hadt geoordee.d, den Volke eene Proclamatie te moeten voorhouden, de oogmerken haarer komlie vermeldende; voorts om eene Publicatie te doen afkondigen, waarby de Raad in deszelfs wettig gezag herfteld werdt; terwyl, eindelyk, indien iemand van den Raad mogt voorgenomen hebben, afftand te doen van zynen post, de Commisfie, uit naam van het Volk van Holland, zulk eenen XXIII. Stuk. D ftel- I79& De Afgevaardigden koof men in de Stad.  1796. 5o AMSTERDAMS III. Deel, ftelde in requijttie, en voor in zynen post gecontinueerd verklaarde. De Proclamatie, van welke, egter, zommige uitdrukkingen de opmerking van eenige leden van den Raad wekten, en die vervolgens den Volke werdc aangekondigd, was van den volgenden inhoud. DE GECOMMITTEERDEN VAN HET PROVINCIAAL BESTUUR VAN HOLLAND, AAN DE BURGERY DER STAD AMSTERDAM* Heil en Broederfchap! „ Het aanzienelyk, het roagtig Amfterdam , die fchoone paerel aan Neêrlands kroon, die fteun van 's lands welvaart, vermogen, en vryheid, heeft binnen zyne muren noodlottige gebeurtenisfen gezien, die zynen roem bevlekken, de pylers van zynen welvaart hebben doen fchudden, en het hart van den waren vaderlander van weedom doen krimpen. Eerbied voor het gezag, ontzag voor de wet, bedaarde zucht voor het gemeen belang, en ondergefchiktheid aan het oordeel en beleid van een' verlichten Raad, door het Volk verkozen, en met de magt des Volks bekleed, hebben plaats gemaakt voor het toomeloos hollen van ziedende driften, van heiligfchennend oproer, van razende muitzucht. Binnen deze muren van het agtfte waereldwonder, is het heiligdom der wet handdadig aangevallen, en de maiesteit des Volks opentlyk en geweldig J ge-  XXXIL Boek. Geschiedenissen. 51 gefchonden, de wet verkracht, en het recht vercrapt geworden. Baldadigen overweldigden den zetel der wetgeving, daar burger* trouw of burgermoed fchenen te falen, en de overweldigde arm der gerechtigheid zeeg, ontzenuwd en moedeloos, met een gebrc ken zwaard op het verfcheurde wetboek neder! „ Amftels burgeren! erkent aan dit akelig tafreel, door nachttoortfen verlicht, de gevaren van uwen toeftand! uwe Raden en rechters, aan de woede ontkomen, bragten radeloos , en met bevende lippen, dien kommerlyken toeftand in den vaderlyken fchoot der hoogstgeconftituëerde magt van Holland; zy kwamen dien met gegronde en bittere klagten vertrouwelyk fchetfen, en lieten aan haar de middelen over, om 's lands belang in Amfterdam te redden. „ Die Vergadering, verbaasd en ontzet, en gloeijende van verontwaardiging, bloosde van fchaamte, over de bedreven fpoorloosheden, voor de eer van den patriottifchen naam: handhaaffter van wet en recht, gevoelde zy al het gewigt van haren pligt; zy beloofde herftel en befcherming, befloot en werkte; zy benoemde ons uit haar midden, om hare bevelen uit te voeren; en wy, getrouw aan de verpligting, ons door het Volk van Holland in onze benoeming opgedragen, en by onzen gedanen eed erkend en beloofd, mogten ons aan dezen hoogstönaangenamen, ja gevarelyken last niet onttrekken. D a De  52 AMSTERDAMS III. Deêl: ,; De Vergadering voorzag in onze veilig-, heid, door ons de middelen in handen te (tellen, welke hare bevelen kracht konden geven: met het gezag des gantfchen Volks bekleed, vermogten wy onze perfonen aan geen beleedigingen bloot (lellen, waardoor de oppermagt des Volks zou gefchonden zyn geworden; neen, wy konden ons niet wagen te midden in het oproer 1 Hoe l zouden wy zonder befcherming verfchenen zyn in eene regeeringlooze (lad, daar de wet gehoond, en zonder befcherming gebleven was ? Burgers ! beantwoord dit zeiven: wy kwamen, ja oraftuwd met eene gewapende magt, en onze voorhoeden waren reeds binnen uwe poorten, niet met den trotsch van dwingelanden, of om meburgers te onderdrukken; maar om de wet te doen fpreken, en onverlaaten te doen bukken voor den algemeenen wil; uwe verbystering (lelde u buiten ftaat om dit onderfcheid te gevoelen; de opftand binnen uwe muren bleef in kracht, en uwe overmande Raad zond bezendigen, om ons den optogt te doen ftaken: hunne krachtigfte beweegredenen waren de fterkfte bewyzen van eene nieuwe fchuld, en een ( te recht verdacht ) voorgeven van herfteld gezag; maar zy fchilderden ons, met ontzettende trekken, het onberaden opzet van een' gewelddadigen tegenftand, die ysfelykheden ten gevolge konde hebben. „ Voorftanders van de ééne en onverdeelbare Republiek erkenden dan niet eens de werkelyke eenheid van Holland; in ééne en-  XXXII. Boek. Geschiedenissen. 53 enkele Gemeente zou tegenftand geboden zyn aan de troepen van het geheele Bataaffche Volk! men waagde het, deze onderneming te rangfchikken by die van eenen Willem den Ilden, en van eenen Ferdinand van Brunswyk. „ Misleide burgers! is dit uwe verlichting, wat zal dan uwe vryheid zyn ? waandet gy uwe vryheid te verdedigen, door misdadigen te befchermen? „ Genoeg, wy deinsden te rug op het en kei denkbeeld van onfchuldig, van verbysterd burgerbloed te doen ftroomen, en, daar geen gevaar ons konde keeren, wierden wy door uw belang ontwapend: wy mogten, wy wilden u op dezen toets niet (lellen, die de nagedachtenis dezer gebeurtenis in de gefchiedenisfen zou gebrandteekend, en mogelyk uwe welvaart den hartader afgefloken hebben. „ Zie daar, burgers! genoeg om ons gedrag te beoordeelen, en u te doen gevoelen wat gy van ons te wachten hebt; wy komen nu ongewapend tot u, om onzen last te volbrengen, onder de toevallige beveiliging van eene onzydige magt, die de rust en orde verzekert; wy komen uwe wetgeving herftellen in hare eere en gezag, het recht in werking brengen tegen de fchuldigen, en uwe rust voor het vervolg te verzekeren; en, zo wy ons in het onderzoek van het gebeurde mengen, zal het zyn om te zekerer de wet tegen den verD 3 lei- l • , 1796.  54 AMSTERDAMS III. Deeu .1796. leider te wenden, en de misleide werktuigen te fparen. „ Amftels burgers! keert dan weder onder de wet, befchermt, als voorheen, het publiek gezag, en bedaart de gisting der gemoederen; laat rust, orde en veiligheid onder u heerfchen, als weleer; laten deze uwen vryheidsboom omringen, opdat onder zyne fchaduw welvaart en vermogen tot u wederkeeren, en de bezorgde vreemdeling, gerust op de foliditeit van uwe beurs en op de zekerheid van uwe bank, gewaarborgd door de Hollandfche trouw, niet aarzele zyne fchatten in uwen fchoot te blyven ftorten; zo gaat het den koopman, en dan ook den arbeidzamen , wel; en, zo gy moedig de wapenen aangrypt, zo zy het dan ter verdediging van vaderland en vryheid, en tot handhaving der wet; en Amfterdam is, als welëer, het fieraad van Nederland, het puikjuweel der lieden. m. temminck; ad. hartevelt; r. van den bosch; d. van aken hendz. ; j. de jokgh van heedikhüizen c. j. van brakel; c. van foreest. Amfterdam, den 28 Mei, 1795. Het tweede jaar der Bataaffche Vryheid. Ten  XXXII. Boek.GeschiedENissen. 55 Ten zelfden dage, als de Afgevaardigden uit den Haag in den Raad waren verfcheenen, itondt aldaar de Franfche Generaal bournonville binnen. De voornaame zaak, over welke met hem werdt gehandeld, was hec opperbevel, zo over de gewapende Burgermagt , als over de Franfche Troepen. In eene onderhandeling, met voordagt, daar toe aangelegd, verklaarde de Generaal, geene vryheid te hebben, om, in eenig geval, den Bevelhebber der Franfche Troepen, binnen deeze Stad, te ftellen onder de orders van den tydelyken Kommandant deezer Stad, of van iemand der hoogde Bevelhebbers der gewapende Burgermagt. Van hunne zyde verklaarden de Gelastigden , door den Raad benoemd, „ dat de beflisfing van hec bovenge„ melde punt geenzins het onderwerp zyn „ konde, waar over de raadpleegingen van „ den Raad konden loopen, maar dat de zaak „ zig bepaalde tot de vraag, of de Franfche „ Troepen, aan welke de Generaal bour m nonville geoordeeld hadt, eene Müir „ taire pofifte binnen deeze Stad te moeten „ geeven, boven dien, met en nevens de ge„ wapende Burgery binnen deeze Stad, dienst „ zouden doen ?" De Gelastigden merkten verder aan „ dat het dienst doen der Fran„ fche Troepen uit de vrywillige beflisfing „ van den Raad zoude voortvloeien, terwyl n eene Militaire pofitie aan dezelve niet on„ derworpen was, maar alleen van den Gene„ raai afhing; dat de Raad, huiverig om „ eenige befluiten te neemen, welke met het D 4 ver? Schikkin »en met ien Fran fchen Generaal beraamd.  1796" 56 AMSTERDAMS III. Dêbl." „ vertrouwen, aan de Franfche Troepen „ verfchuldigd , ftrydig zouden kunnen fchy„ nen, nogthans zyne eenmaal aangenome„ ne beginzels heilig moest vasthouden; „ dat eene toekoomende beflisfing , om„ trent het dienst doen der Franfche Troe» pen, aldus eene vrywlllige daad van den „ Raad zynde geworden, niets minder zou „ beteekenen, dan dat dezelve aan zig zel„ ven ongelyk werdt, zyne daadelyk aange» kondigde denkwyze uit het oog verloor, „ en regelrecht aanging tegen de Verklaa„ ring, na den zorgelyken nacht van den „ tienden deezer Maand gedaan, en, wel „ verre van afkeerig te zyn van de onder„ (leuning van vreemde magt, dezelve, in„ tegendeel, vrywillig zou fchynen in te „ roepen". Van zo veel gewigts waren deeze bedenkingen, dat het dienst doen der Franfche Troepen binnen deeze Stad, te gelyk met de gewapende Burgermagt, ter zyden gefield, en bepaald werdt, dat dezelve eene Militaire Vofttie zouden aanneemen; dat wil zeggen, een gedeelte der Stad haar zou worden aangeweezen, om aldaar, afzonderlyk en op zig zelve, wagten en posten te betrekken» Diensvolgens werden de Kommandant cruys en de Franfche Adjudant Generaal de planqui het eens, omtrent de volgende grensfcheidingen van den grond, welke, door de Franfche Troe* pen, zo Voetvolk als Artillerie, te Amfterdam in bezetting leggende, zou beflagen worden: „ Het Voetvolk zou de Plantagie, de  XXXII. Boek. Geschiedenissen. 57 „ de Huzaaren de Osfemarkt beflaan. De „ grensfcheidingen van den grond ï door „ de gemelde Troepen beOagen, zouden „ loopen van binnen de Utrechtfchepoort, „ langs de Reguliersgraft, de rechter zyde „ van den Amftel, tot aan de Hoogefluis. „ Van daar langs de Vestgraft, tot aan den „ eerften brug over die Vest, aan geene zyde van de Muiderpoort, en eindelyk de „ Graften by de Cafernen van het Voetvolk. „ Om de ommiddelyke gemeenfchap deezer „ Troepen met het kwartier van den Generaal „ en Chef, te Utrecht, te bevorderen , zou* „ den de Franfche Troepen de Utrechc- fche - Weesper - en Muiderpoort bewaa„ ren, en derzelver Sleutels aan den Fran„ fchen Kommandant ter hand gefield wor„ den". Ve-rfcheiden klagten van Kooplieden, dat het Veer van deeze Stad op Brusfel zeer onregelmaatig en willekeurig werdt bevaaren, zedert eenigen tyd ingekoomen, bewoogen den Raad, ter bevorderinge van het belang van den Koophandel, daar tegen gepaste voorziening te gebruiken. Ten dien einde werdt bepaald en bevolen: 1. „ Dat van nu voortaan het Veer, van hier op Brusfel, geregeld zal bevaaren worden door drie vaste Beurtfchippers: en wel dat des Saturdags van den eerften Maart tot den laatften October, alle veertien dagen, en van den eerften November tot D 5 den 179$. Keure op het Veer op Brusfel.  5« AMSTERDAMS III. Deex. 1796. den laatften February, alle drie weeken, een Beurcman van hier zal vertrekken. 2. „ Dat gemelde drie Beurtfchippers, alleVragten, gecombineerd en voor gemeenzaame rekening, zullen doen, en behoorlyk met eikanderen zullen moeten afrekenen, naar evenredigheid van het Caliber van hun Schip. 3. „ Dat, ingevalleeen Boeglegger noodzaakelyk is, dezelve voor gemeene Rekening zal moeten ingehuurd worden, tegen zodanige vasc te bepaalene fom, als, eens en voor altoos, met Overlieden van 't Groot Binnen - en Buitenlands - Vaarders Gild zal overeengekomen worden, en de Vragtpenningen, welke zodanige Boeglegger opleevert, zullen ten behoeve der gemeene beurs gebragt worden. 4. „ De Beurtfchippers, noch hunne Boegleggers, zullen geen meerder lading mogen inneemen, dan onder de gefiooten Luiken kan geborgen worden, ten zy met permisfie van den Inkader. En ingevalle van zodanigen, door den Inlaader toegeftemden 1 bovenlast, zal dezelve op de gefiooten Lui? ken moeten geplaatst worden. 5. ,, Ieder Beurtfchipper zal gehouden zyn, op zyn beurt en op den bepaalden tyd te vertrekken, 't zy vollaaden of niet: en zal, by foute van dien , verbeuren, voor de eerde keer, eene boete van Een Honderd en Vyftig Guldens; en voor de tweede keer, van zyn pest, als Beurtfchipper, worden ontzet". _ De  XXXII.Boek.Geschiedenissen. 59 De menigvuldige Ampten, welke nu, v*n tyd tot tyd, openvielen, van wegen de afzettingen der bekleederen van dezelve, 't zy uit hoofde hunner ftaatkundige denkwyze, of om andere redenen, maakten het benoemen van fchikkingen en bepaalingen, op het vervullen van dezelve?, noodzaaklyk. Daar toe hadt de Raad eene Commisfie benoemd, en befloot dezelve, na het ingekoomen verfiag te hebben overwogen, voortaan , deezen regel te volgen. Wat de perfoonen aangaat, aan welke de Ampten zouden begeeven worden, zou men, in 't algemeen, hebben egt te geeven op de kundigfte en deugdzaamfte Burgers; doch zouden, alle 't overige gelyk ftaande, onder deeze, den voorrang verdienen de waardigfte uitgeweekene Burgers, en zy, die, onder het voorgaand Beftuur, geléeden hadden; of de meest verdienfteiyke en de meest behoeftige Burgers, of de zulken, die met zwaare huishoudingen en kinderen belast waren, als die, by voorkeuze, boven jonge lieden, of nog ongehuwden, in aanmerking zouden genomen worden. Met opzigt tot de wyze der begeevinge, zoude» de Ampten, naar gewoonte, in groote, widdelbaare en kleine verdeeld blyven. Tot het uitbrengen van eene benoeminge, ter vervullinge van de Ampten, zoude men, eens vooral, onder de Committés eene zekere beurthouding bepaalen. Zulk eene benoeming zou in eene gewoone algemeene Vergadering van den Raad ingebragt, en door denzelven, by meerderheid van flemmen, eene Schikkingen omtrent de begeeving van Ampten,  6b AMSTERDAMS III. Deel. 1706. eene verkiezing gedaan worden. Voort! werden nog, door den Raad, ten aanzien van de Ampten zelve, de vyf volgende punten vastgefteld: „ I. Dat op de Ampten, die den ar» „ beider moeten beloonen, en waar van „ zyn huisgezin een heftaan heeft, als zyn m Turfdraager, Lantaarnopfteeker, enz. en „ alle die, welke minder dan f 300 - : -: „ inkomen hebben, geen hooger belas* „ ting zal worden gelegd, dan waar voor „ zy in het Amptenboek bekend ftaan. „ 2. Dat alle Ampten, van welke het „ inkomen grooter is, of jaarlyks meer „ dan f 300 -: -: bedraagt, op jaarlykfche „ recognitie, ten voordeele van deezer Stads „ inkoraften, en ook met vermeerdering van ,, gelden, by de aanvaarding , zullen worden begeeven; alles, behalven 't geen waar „ voor zy thans op het Amptenboek bekend „ ftaan. „ 3. Dat alle Iucrative Ampten zullen „ verminderd worden in geld of in inkom„ ften, en dat de penningen, die 'er af„ gaan, al mede tot Stads voordeel zullen „ koomen. „ 4. Dat niemand meer dan één Ampt „ zal mogen hebben, en hetzelve in eigen „ perfoon zal moeten waarneemen, 't „en zy gebreken dat onmogelyk maa„ ken. * „ 5. Dat alle nuttelooze Ampten geheel zullen afgefchaft worden". Veel  XXXII.Boek. Geschiedenissen. 61 Veel gerugts verwekte, ten deezen tyde, in deeze Stad, zeker befluit van het Provinciaal Beftuur van Holland, van den vyfden April deezes jaars, en de uitwerking daar van, met opzigt van eenige Leeraaren van het Hervormde Kerkgenootfchap alhier. Het befluit hieldt in, eene Verklaaring, welke door alle Amptenaars en bedienden der Gemeenelands Middelen moest worden afgelegd ; 't welk, vervolgens, eerst tot de Hervormde Leeraars en Schoolmeesters, welke van Lands of Stadswegen eenige voordeden of Jaarwedden genooten, werdc uitgebreid, en vervolgens ook tot de zodanigen, welke niet tot het Hervormd Kerk. genootfchap behoorden, en uit byzondere Stigtingen betaald werden. Al wie het doen van deeze Verklaaringe weigerde, moest in zynen dienst, post of ampt gefchorst, en, by voortduwende weigering, daar van verlaaten worden. De Verklaaring, of Belofte, was van den volgenden inhoud: „ lk beloove onderwerping aan zoda„ nigen Regeeringsform, welke, gegrond op de Oppermagt des Volks, „ thans Provifioneel beftaat, en in 't „ vervolg fpeciaal zal worden daarge„ fteld; en nimmer met woorden of ,, daaden te zullen medewerken, ter „ herftelling van het vernietigd Aristo,, cratisch en Stadhouderlyk Beftuur". De meesten, zo uit de Amptenaaren als üit de Leeraaren, waren bereidvaardig-tot bet doen van deeze belofte. Anderen, eg- 1796. Afzetting vm eenige Leeraaren der Hervormde Gemeente.  6> AMSTERDAMS III. Deel; egter, toonden zig, daar omtrent, weigercgtig. Niet minder dan vyfcien Leeraars onder de Hervormden, hier ter Stede, bevonden zig in dit geval. Zie hier hunne naamen: jacob van nuys klinkenberg, Hoogleeraar in de Godgeleerdheid en Kerkelyke Gefchiedenisfen aan het Doorluchtig School * voorts de Leeraaren phi lippus serrurier, wilhelmus jabes calkoen, gerardus de haas, bartout van der feen, henricus hoffman , didericus tendall, jacob dermout, petrus haak, samuel joannes van de wynpersse, h. de haan hugenholtz, henricus husly viervant, h. van herwerden, j. visch en c g. s. beygeman. Alle deezen verklaarden aan de Commisfie, door den Raad, tot het afneemen der Verklaaringe, aangefteld , de gemelde gelofte niet te kunnen afleggen , „ dan tegen verzekering, dat dezelve niet „ inhieldt eene Confesfie van gevoelens, „ en niet ftreedt tegen hunne verpligtingen, „ als Leeraaren der Nederduitfche Her„ vormde Gemeente". Op deeze betuigingen voerde hun de Commisfie te gemoet, „ dat zy ten eenemaale onbevoegd was, „ eenige Declaratoiren van dien aart in te „ willigen, of eenige verzekeringen te geeven „ omtrent deezen ofgeenenzin of meening, , welke ieder burger mogt goedvinden aan * de belofte te hegten; dat de aanfchryving „ van het Provinciaal Beftuur bekend was, „en  XXXII. Boek. Geschieden issn. 6% » en de wegen, tot het doen van tegenvera toogen, het opgeeven van bezwaaren, en „ het vraagen van zodanige uitleggingen, tot „ welke men zig geregtigd zou oordeelen, „ voor ieder 'burger openftonden ; dat de „ Commisfie, eene bepaalde Injlructie en „ Last hebbende, en zig naar dezelve ftrkte moetende en zullende gedraagen, ,, eenvoudig haare taak hadt uit te voeren, „ naamelyk, het onderzoek van uitgeoeffend „ Stemregt, of het afneemen der belofte, „ zonder op eenige bepaalingen, uitleggin,j gen, uitzonderingen, of wat van dien aart ,, meer mogt verlangd worden, agt te flaan". Geene uitwerking , egter, deeden alle deeze en foortgelyke redenen op de Leeraaren; zy volhardden by hun gevoelen, en verklaarden , zonder de bovengemelde verzekering, de Verklaaring niet te kunnen afleggen. Thans vondt de Commisfie zig genoodzaakt, in gevolge van haaren Last, hen allen, pra* tiifioneel, in hunnen dienst en amptsverrigtingen te fchorzén. De Raad, van het gedrag der Leeraaren, en van de handelingen der Commisfie, met opzigt tot dezelve gehouden, kennis hebbende bekomen, nam genoegen in het verrigte door de Gelagtigden, doch tevens het befluit, om de nadere raadpleegingen veertien dagen uit te (lellen, ten einde om aan den Hoogleeraar en de Leeraaren genoegzaamen tyd over te laaten, om zig, indien zy zulks mogten verkiezen, aan het Provinciaal Beduur van Holland te vervoegen, tot zodanige einden, als 179&  <54 AMSTERDAMS III. Deel. 1796. als zy zouden te raade worden, blyvende , evenwel , de gedaane fchorzing in haar geheel. Niet geheel ledig zat, in dien tusfchen* tyd, de Kerkenraad der Hervormde Gemeen' te, onder welken de fchorzing van een zo aanzienlyk getal Leeraaren geene geringe beweeging veroorzaakte. Op den vyfden Augustus leverde dezelve een Adres in by den Raad, „ om op het hartelykst te ver., zoeken, dat het den Raad zoude mogen „ behaagen, de voorgemelde Leeraaren an„ dermaal gelegenheid te geeyen, om voor „ de Commisfie te verfchynen; in de hoop, „ dat zulks van een gewenscht gevolg mogt „ zyn, en de zwaarigheden daar door mog,, ten worden uit den weg geruimd". Doch op dit Adres viel een weigerend befluit. De Raad gaf tot befcheid, „ dat dezelve, hoe» „ wel met genoegen gezien hebbende, de „ Broederlyke, Christlyke, en Vredelieven„ de poogingen van den Kerkenraad der „ Hervormde Gemeente, en pryzende de „ loflyke zucht, om alles toe te brengen, wat het belang dier Gemeente, of hec voordeel van derzelver armen, kon be„ vorderen, nogthans in het verzoek van ,, den Kerkenraad niet konde treeden, om „ dat aan den Raad niet gebleeken was, dat „ één, of eenigen der gefuspendeerde Pre„ dikanten, veel min allen, zig verklaard „ hadt, of hadden, om de gelofte gaaf af „ te leggen". Onder dit alles was de tyd verloopen, den gefchorste Leeraaren gefield, om»  XXXtL Boek. Geschiedenissen.^ bm, binnen denzelven, zig nader te be denken over het doen der belofte. Doel ■zy bleeven, immers de meesten, in hunn< weigering volharden. Toen nam de Raac het befluit, „ om de provifioneele fuspenfie „te-veranderen in een daadelyk ontflag, „ en, diensvolgens, de gemelde Predikanten „ van hunne posten, en van alle de verrig„ ringen, daar aan verbonden, te ontflaan, ten einde de zelfde posten te doen ver„ vullen door verdienftelyke en waarlyk Va„ derland- en Vryheid-lievende mannen". Na de eerfte weigering, waren de twee Leeraars f. seiirurier en s. j. van de wynpersse te rug gekeerd, en hadden de belofte gedaan; doch vervolgens zig nader bedagt, en dit bedryf herroepen hebbende , werdt dat zelfde Befluit op hun beiden toegepast. De vyftien opengevallene plaatzen werden, van tyd, toe tyd, door het beroepen van andere Leeraaren. vervuld.. . ' Overtuigd van de nuttigheid eener inrich«nge, bepaaldelyk ftrekkende tot het geeven van onderwys aan Apothekarsgezellen , en anderen, welke, by het toebereiden van ge-] neesmiddelen,belang hebben, hadden veelen, i al zints geruimen tyd, hun verlangen aangekondigd, dat, ten dien einde, van Stads wegen, gelegenheid moge gegeeven worden. Al voor lang was het Doorluchtig School van eenen Hoogleeraar in de Scheikunde voorzien. Doch, by mangel aan gepaste fchikkingen, hadt die post niet het nut aXUI. Stuk. E efl> ' 1796. \ I Oprich- :ing 'an een rhemiscfa -aboraotium.  6S AMSTERDAMS III. Deel; en voordeel aangebragt, waarvoor dezelve was berekend. Gebrek aan eene bekwaams plaats, tot het geeven van openbaar onderwys, was eene der voornaamfte vereischten. Geduurende het tegenwoordige jaar werdc de zaak, met meer ernst dan voorheen , by de hand genomen. Het Committé van Algemeen Welzyn, door den Raad gelastigd, tot het doen van onderzoek, bragt, omtrent het midden der Maand Augustus, een verflag uit, het welk, door denzelven, goedgekeurd , en vervolgens in werking werdt gebragt. Het verflag kwam, hoofdZaaklyk, hier op uit: „ Men zou een Laboratorium in gereedheid brengen, „ van een Schoorfteen en Fournoizen voor„ zien, groot genoeg om vyfdg perfoo„ nen te kunnen bevatten. De andere be„ noodigdheden zouden zyn voor rekening „ van den Hoogleeraar, en door hem ver„ zorgd worden. De in orde brenging van het Laboratorium zou aan het beftuur van eene Commisfie uit den Raad, en „ aan den Hoogleeraar, worden opgedraa* , gen. In het toekoomende zouden alle de lasten ( behalven de reparatien van het „ gebouw ) als de Amanuenfis, Materi„ aaien, enz. alleen door den Hoogleeraar n gedraagen worden ; die ook alleen de „ voordeden zou genieten, welke, uit het „ geeven van lesfen, zo aan de Apothekars „ en derzelver leerlingen, ais aan andere „ perfoonen , zouden .voorckoomen. De ik Stad zou, tot een laboratorium,, eene * „ plaats 1796*.  XXXII. Boek. Geschiedenissen. 67 „ plaats aanwyzen, tot het bovengemelde „ oogmerk toereikende, en de noodige Four„ noizen, den Schoorfteen enz., daar in doen „ vervaardigen. Twee maaien ter weeke zou „ de Hoogleeraar een Collegie moeten hoü„ den voor de Apothekars en derzelver leer„ lingen; van welke Collegien de Apothe„ kars hunne leerlingen, wanneer zy mogten verkiezen dezelve by te woonen, niet „ zouden mogen te rug houden". Hec voormaalig Spinhuis werdt, zedert , tot hec bedoelde oogmerk, in gereedheid gebragc De heilzaamfte inrigtingen zyn ook aan misbruik onderhevig. Dit bleek aan het Gasthuis deezer Stad; tegen de allezins loflyke bedoeling van welks oprichting thans op eené zo verregaande wyze werdt gezondigd, dat, zonder gepaste voorziening daar tegen, het waarfchynlyk gevolg zou geweest zyn, dat, eerlang, in het gemelde Huis, voor de lydende en ongelukkige Ingezetenen deezer Stad, voor welken het, oorfpronglyk, wasingerigt, geene plaats meer overig zou geweest zyn. Dit bewoog den Raad, eene vroegere Keure, ten zelfden oogmerke ingerigt, te vernieuwen en uit te breiden. Daar by werdt bepaald en bevolen: „ „ Dat van nu voortaan geene VreemdeÜrigen, van elders binnen deeze Stad inkomende» of ingebragt wordende, het zy Zieken, Gekwetsten , of met Accidenten bezogte Perfoo-, nen, of ook zwangere Vrouwen, zig aan het Gasthuis dezer Stad zullen mogen addresÊ s feeree 1796. Bepaaling raakende liet Gastiuis.  0*8 ,• AMSTERDAMS - III. Deeu feeren om aldaar te worden ingenomen, of ook tot dat einde op het Plein voor het zelve Huis, of daaromtrent, zig zullen mogen nederleggen; op pcéne, zo voor de zig alzo nederleggenden als voor die, welke hun zullen hebben mede gebragt of nedergelegd, van ilico ter Stad te worden uitgeleid, of wel naar bevinding, voor den tyd van zes weeken of langer, in het Werkhuis dezer Stad te worden geconfineerd. „ Dat geene Schippers, Schuitenvoerders, Sleepers of wie het ook zyn mogen, eenige zieke of inpotente Perfoonen en hoogzwangere .Vrouwen van andere plaatfen, zonder vracht of om niet, zullen mogen in of op neemen en hier ter Stede inbrengen: noch ook de zodanigen, C fchoon vracht betalende ) die zy weten, of blykbaar konden vooronderfteüen, en behoorden te weten, dat direct van buiten inkomen, of ingekomen zyn, met hunne Schuiten, Sleden, Kruiwagens of op eenige andere wyze, naar het voorfchreve Gasthuis zullen mogen brengen, of voor het zelve op het Plein of daar omtrent neder leggen; zo als aan alle de gemelde Perfoonen zulks by deezen wel expresfelyk word verboden: alles op een boete van vyftig Guldens, te appliceeren als naar rechten. „ Dat nochtans al het vorenftaande geen plaats zal hebben omtrent de zodanigen, die tot het zoeken naar gelegenheid ter Zeevaart, of om andere goede en noodzakelyke redenen, gezond van lichaam in deze Stad geka-  XXXII. Boek. Geschiede nissen, op komen zynde, alfaier ziek, of met eenigi accidenten bezogt zyn geworden, waar vai dezelve, met twee geloofwaardige gecuigen. ten genoegen van de Regenten van het Gast huis, zullen moeten doen blyken: op poene, zo dezelve, of ook de Getuigen, bevondet mogten worden valfcbelyk te hebben voor gegeeven of verklaard , voor een geruj men tyd te water en te brood gezet, o' anders naar exigentie van zaaken geftrafi ce zullen worden. „ En op dat dit alles wel exactelyk mog< worden gepbferveerd, zal niet alleen voortaar niemand in 't Gasthuis worden ingenomen, dan met voorkennis en confent van de Regenten, of van die, wdke van hunneni wege daar toe zullen worden gecommitteerd, maar ook aan alle Veerfchippers en Binnenfchippers worden geordonneerd, gelyk aan dezelven geordonneerd word by deezen, een exemplaar van. deeze Publicatie in hunne Schepen of Schuiten op een bordpapier te doen ophangen; en zal dezelve Publicatie boven dien Copielyk worden gefchilderd op een Bord, het welk voor of aan het Gasthuis geplaatst zal worden; alies onverminderd de Keure den 30 November 159Q, ten opzichte van den Baijert, geëmaneert". Ondanks de deugdelykheid der fchikkür gen, hier ter Stede, op het Brandblusfchen, waren, egter, dezelve voor verbeteringen vatbaar. Eene Commisfie, met voordagt benoemd, om haare bedenkingen , daar omtrent, in 'c midden te brengen, diende, E 3 113 5 m$> 1 ■ >»* ii t Nieuwe Brandkeure.  7o AMSTERDAMS III. Deel. 1796. in de maand July, van berigt; en hadt hetzelve ten gevolge, dat de Raad eene meer uitgebreide Keure deedt afkondigen, by welke de volgende fchikkingen beraamd en ter volvoeringe werden aangekondigd. i! „ Dat, in plaats van Heeren Schout, Burgemeesteren, Schepenen, Raadenenz., zo als by het vyfde Arcicul van het tweede deel van de Brandkeuren bepaald is, voortaan, by gelegenheid van Brand, zich in eenig Huis in de nabyheid van den Brand, zullen bevinden de Praïfident of Vice - Prafident, met drie of vier Leden van den Raad, ter zyner keuze, als mede de Maire en de Procureur der Gemeente , met en benevens eenige Leden van het Committé van Justitie, ten einde alle nodige voorziening te kunnen dóen. , 2. „ Dat ieder geaffecteerde of gepKSste totadfistentie in het blusfchen van Brand,by die gelegenheid, eenig kwetfuur bekomende, door een Stads Chirurgyn genezen, en daar en boven gerecompenfeerd zal worden voor de fmert, en voor het verzuim van dagloon; waar mede dus het 2311e Articul van hec 2de deel der Brandkeuren wordt gealtereerd. 3. „ Dat de Generaale Brandmeester, ut geval van Brand, binnen de bezetting, of zo hy het nodig oordeelt, ook daar buiten, ral aanwyzen twee of drie Huizen, in welke fpeciaal de Goederen, uit het Huis,waar.in de Brand plaats heeft, en uit die belendende Huizen, die het meest gevaar loopen, zul*" len  XXXII. Boek. Geschiedenissen. 71 len moeten geborgen worden; en dat in gevalle eenig Bewoonder of Bewoonfter van een der aangewezen Huizen, onverhoopt, kwam te weigeren, die Goederen in te neemen en te bergen, zulk een Bewoonder of Bewoonfter, ten voordeele van het Aalmoefeniers Weeshuis dezer Stad, zal verbeuren eene boete van drie Hondert Guldens; waar mede dus het 24«e Articul van het ade deel der Brandkeuren gealtereerd en geamplieerd wordt. 4. „ Dat de Brandmeesters, welke meenen met hunne Spuiten de eerfte, tweede, of derde premie verdiend te hebben, hunne pmenfien zullen moeten justificeeren binnen vier dagen na den Brand, in plaats van binnen .veertien dagen, zo als by het 2Qfte Articul van het twede deel der Brandkeuren bepaald is. 5. „ Dat de verkiezing van Brandmeesteren voor elke Wyk zal gefchieden door den Lieutenant Collonel van het Battaillon, en wel uit eene Nominatie van twee Perfoonen , door de Capiteinen der Wyk aan den» zeiven voorgedragen; zullende de Capiteinen op die Nominatie moeten brengen zodanige Ambachtslieden, als in hunne Wyk woonen, en in geval van Brand het meeste nut kunnen toebrengen, en, diensvolgens,É by voorkeur, Timmerlieden, Metzelaars, Loodgieters en Schilders; waar na de Collonel der Brigade de Acte voor den benoemden Brandmeester zal teekenen en afgeeven; en waar door in dezer voegen het 4de Articul van li 4 hec 1790.  72 AMSTERDAMS III. De»l. 1796. het 3de deel der Brandkeuren gealtereerd wordt. 6. „ Dat naardien het vyfde Articul van het derde deel der Brandkeuren, omtrent de Gildebroeders der Gilden, die by voorkeur in de Brandfpuit moeten worden getrokken, door hec decreet van Organifacie uit zyn geheel geraakt is, die Articul in zyn volle kraebe zal worden herfteld, gelyk heczelve herlleld wordt by dezen; en worden de Gildebroeders der vier Gilden, by voorfz. vyfde x^rticul gemeld, by dezen verplicht, de Brandfpuit te bedienen. 7. „ Dat tot elke groote Brandfpuit 6b,en tot ieder kleine Brandfpuit 40 Geaffecteerden zullen • zyn; en dat, indien in eenige Wyk meer Gildebroeders der vier gemelde Gilden aanwezig zyn, dan tot dit getal van Geaffecteerden ' nodig is, dezelve Gildebroeders, des verkiezende, zullen looten, wie van hen in de gewapende Burgery zal overgaan, en wie niet; wordende hier mede het 6de Articul van het 3de deel der Brandkeuren gealtereerd. 8. „ Dat voortaan door Gecommitteerden tot den Brandfchouw verdaan zullen worden, de Capiteinen en oudfte Lieutenants uit ieder Wyk, en dat, zo 'er flegts één Compagnie uit eene Wyk geformeerd is, als dan ook de twede Lieutenant daar by zal fungeeren; wordende met deze bepaling het 18 de Articul van het 3de Deel geamplieerd. . . o. „ Dat ieder Brandmeester, na dat aan herri  XXXII. Boek. Geschiedenissen. 73 hem, door den generaalen Brandmeester, des Wincers, by gelegenheid van Vorst, daar toe aanzegging gedaan zal zyn, op verbeurte van 25 -: - : verplicht zal zyn , dien zelfden dag in zyne Wyk, aan hun, die volgens de Keuren byten moeten, te doen rondzeggen, dat de Byten moeten worden gemaakt: en dat ieder van de zodanigen, die, order tot byten gekregen hebbende, daar aan niet komt te voldoen, verbeuren zal 3 -: -:. Alle welke boeten, ten behoeve van het Aalmoesfeniers Weeshuis, by parate executie, zullen worden ingevorderd. En wordt dienvolgens het 6de Articul van de ade ampliatie van de Brandkeuren gealtereerd en geamplieerd. 10. „ Dat de Brandmcesteren , op eene boete van 25 - : - : (mede ten behoeve van het Aalmoefeniers Weeshuis te verbeuren ) van niemand in hunne Wyken, het zy onder de geaffecteerden tot de Spuit behoorende, of niet, eenig geld, onder de benaming van Contributie , of hoe het ook zyn moge, zullen mogen trekken ; maar daarentegen hunne deugdelyke pretenfien van verfchotten, aan den generalen Brandmeester, zullen mogen opgeeven, ten einde door hem, wettig bevonden wordende, de betaling te doen bezorgen. 11. „ Dat indien iemand tot de bediening der Brandfpuit, als geaffecteerde geroepen wordende , weigerig wordt bevonden daar aan te voldoen,de zodanigen, even als allen, die de wapenen weigeren te dragen, begre- E 5 pen 1796,  f4 AMSTERDAMS III. Deel. 1796. pen zal worden, aan de Quotifatie - Cas de* zer Stad, te moeten betalende driedubbelde Quotifatie: en worden de Brandmeesteren by dezen wel expresfelyk gelast, daar van aan de directie dier Cas terftond kennis te geeven. ia. Dat alle onverhoopte verfchillen, disputen of kwestien, tusfchen Capiteinen en Brandmeesteren van eenige Wyk, door den Lieutenant-Collonel, en den oudllen Capitein van het Battaillon, met en benevens den generaalen Brandmeester, beflist en getermineerd zullen worden. 13. Dat, in aanmerking genomen zynde, dat het van een ongemeen belang voor de Burgery dezer Stad is, dat de bediening der Brandfpuiten door kundige perfoonen gefchiede, voortaan niemand tot Brandmeester zal worden geadmitteerd, dan die vooraf een examen zal hebben afgelegd; dat ook, om de voormelde reden, alle de tegenwoordige Brandmeesteren , binnen zes maanden na dato dezes, zulk een examen zullen moeten afleggen; zullende het zelve examen ontworpen worden en gefchieden door den generalen Brandmeester, en welke verplichc zal zyn, aan hun, die zodanig examen zullen hebben afgelegd, daar van een behoorlyk Diploma af te geeven. 14. Dat, zo dra het alarm van Brand in eenige Wyk geroepen zal zyn , de Brandmeesteren met hunne manfchappen zullen moeten vergaderen op de gewoone loopplaats : en dat by aldien aldaar niet prefent ge*  XXXÏÏ Boek. Geschiedenissen. 75 gevonden zullen worden de Brandmeesteren van die Wyk, dezelve, hoofd voor hoofd, zullen verbeuren 25 - : -: ten behoeve van de geaffecteerden van die Spuit: ten ware zy wegens ziekte, of met confent uit de Stad zynde, hunne afwezigheid zouden kunnen justificeeren. 15. Dat elk Geaffecteerde aan de Brandfpuit voortaan voorzien zal worden met, en by Brand adfisteerende, om den linker arm zal moeten dragen, een witte lederen Band , met een Gesp vast gemaakt , voorzien van riet Stads Wapen, en van het nommer van de Spuit waar toe hy behoort; zullende ieder Geaffecteerde, zo wel denzelven Band als ■zynen Penning,altoos by zich moeten dragen , op eene boete van twaalf Stuivers, ten behoeve van het Weeshuis voormeld: en zal een ieder verplicht zyn, denzelven Band * te gelyk met zynen Penning, in geval van verhuizing, te restitueeren, en te brengen ofte doen brengen by den oudften Brandmeester van de Wyk. 16. Dat ieder Brandmeester, met zyne onderhoorige Manfchappen, vier maal in elk 'Jaar, met de Brandfpuit zal worden, geëxerceerd, en dat de Boeten van de wegblyvende Manfchappen, als van ouds , promptelyk, zonder eenige verfchoning, zullen worden ingevorderd. 17. En verklaart de voornoemde Raad wyders hier mede alle de byzondere deelen van de drie deelen der Brandkeuren, en der vier ampliatien op dezelve, in zo verre die 1796.  1796. Verbod van het openlyk draagen van Ker- kelyke reekens. 76 AMSTERDAMS III. Deel. by deze ampliatie niet zyn veranderd, te laaten in hun geheel, mitsgaders van volle kracht en waarde, en dezelve by dezen, voor zo veel des noods, te renoveeren. Ten zelfden dage, als de Raad deeze Keure vastftelde, nam dezelve tevens het befluit, om aan den Algeraeenen Brandmeester, uit aanmerking van den menigvuldigen arbeid, welke, zo by nacht als by dag, aan dien post verknogt is, zyne Jaarwedde met eene prsemie van vierhonderd guldens te vermeerderen, en hem alzo twaalfhonderd guldens jaarlyks toe te leggen. Wyders werdt hem, ter zyner hulpe, een Adjunct toegevoegd, op eene wedde van driehonderd guldens. 1 By eene Afkondiging van den vierentwintigften Augustus deezes jaars, hadt het Provinciaal Beftuur van Holland verboden, „ aan » alle Leeraaren en Kerkelyke perfoonen, „ geördenden of beampten der onderfcheide„ ne godsdienftige genootfchappen deezer „ Provincie, na den eerften Seprember daar „ aan volgende, zig buiten de Kerken of . Bedehuizen, in het openbaar te vertoonen „ met eenige onderfcheidende teekenen, van „ welk eenen aart of natuur die ook zou„ den mogen weezen". , De Afkondiging hielde, verder, in „ dat geene Godsdienftige „ plegcigh'eden, voortaan, . zouden mogen „ plaats hebben, noch uitgeoeffend worden, w buiten de muuren der Kerken of Bedehui, zen van de onderfcheidene Godsdienftige n genootfchappen, "of van de byzondere „hui-  X!XXH. Boek.'Gesc hiedenissen. 77 „ huizen der Ingezetenen". Sedert werdt, zo wel het een als het ander , ook uitgebreid tot de Jóodfche Nacie, door een Befluit van den Raad der Gemeente deezer Stad, in gevolge waar van de Opper - Rabbynen en de Parnasfim der Portugeefche en Hoogduitfche Jooden vermaand werden, dat, op grond der Publikatie van het Provinciaal Beftuur van Holland, „ voortaan geene Rabby» nen, of andere, tot de Jóodfche Natie „ behoorende, geordende perfoonen, langs „ de openbaare wegen of ftraaten, met hunne „ Ordenklederen mogen verfchynen; als „ mede, dat, voortaan, geene, zo genoem„ de, Loofhutten, op de ftraaten, of op „ de ftoepen voor de huizen der Inge„ zetenen, zouden mogen gefteld wor^ den". Loflyk, en de erkentenis van alle kunstminnaaren waardig, was de inval eener; Commisfie uit den Raad, aan welke de' zorge en het huishoudelyk beftuur van het Huis der Gemeente was aanbevolen. In de maand September deezes jaars, deedt dezelve den voorflag aan den Raad, om, zonder aanmerkelyke kosten, op de twee Krygsraadskamers, een Mufaum of Kunstverzameling te vervaardigen van zodanige losfe Schilderyen, die in het Huis der Gemeente voorhanden zyn, als mede van zulke onfchatbaare Meesterftukken, die,als 't ware, onbekend en verwaarloosd, in veele openbaare Gebouwen en Godshuizen deezer Stad verfpreid waren. Gereedelyk voldeedt de Raad 170S. - r Mufaum n het Stadhuis.:  78 AMSTERDAMS III. Deel. 1706. Verbetering var de ScheepsMedicynklst. Raad aan deezen voorflag; die ten gevolge heeft gehad, dat, in het Amfterdamfche Paleis, het kunstminnend oog, in het befchouwen en bewonderen van een aanzienlyk getal voortbrengfelen van het Nederlandfche penfeel, zig kan verlustigen. Niet voor eenen ïegelyk, intusfchen, ftaat de toegang tot de kunstverzameling open, maar moet, daartoe, afzonderlyk, verlof gevraagd worden. Eene nutte verbetering, ten deezen tyde ingevoerd , betrof de dus genoemde ScheepsMedicynkisr. Overlieden van het Heelmeesters • Gilde, in aanmerking hebbende genomen de veelvuldige misbruiken en verzuimen, welke daaromtrent plaats hadden, deeden den voorflag aan den Raad der Gemeente: 1. Het Collegium Medicum en Cbirurgi' mm te gelasten, om de lyst der Geneesmiddelen, welke, aan de Schepen, gemeen, lyk, worden medegegeeven, volgens hunnen voordragt te verbeteren. a. Aan de zelfde Collegien de zorge op te draagen, dat de, volgens voorfchrift, gereed gemaakte Scheepskisten, inderdaad en onverminderd aan boord kwamen. 3. Dat de Raad fchikkingen geliefde te beraamen, om een gefchikt Geneeskundig Handboek, voor den Scheeps-Heelmeester, door de beide genoemde Collegien, hoe eerder hoe beter, te doen vervaardigen. 4. Moesten de Boekhouders van Schepen, 20 veel doenlyk, en op de meest gepaste wyze  XXXII. Boek.Geschiedenissen. 79 ze, vermaand worden, om den Heelmeesteren re gemoet te komen voor de meerdere penningen, welke zy, voor de Medicynkist, zouden moeten betaalen, en hun, boven de gewoone, nog eene maand inverfchotte geeven. Welke voorfiagen door den Raad der Gemeente daadlyk wierden bekragtigd. Het Committé van Waakzaamheid, in aanmerking hebbende genomen, hoe veel de Burgerye aan de trouwe en braafheid der Nacht - of Ratel - wagten gelegen zy, deedt, daarom, den voorflag aan den Raad der Gemeente, of dezelve niet oirbaar zoude vinden, allen, welken dien post waarneemen, aan eenen Eed te verbinden, waar in tevens hunne voornaamfte werkzaamheden zouden zyn uitgedrukt. Ook aan deezen voorflag gaf de Raad gereedelyk gehoor, en werdt, op den twaalfden January des jaars 1797, de Eed vastgefteld, om van eiken Nachtwagc, by deszelfs aanftelling, te worden afgenomen. De Eed is van den volgenden inhoud: „ Wy belooven, in de tegenwoordigheid van een Alweetend God, ons te zullen gedraagen in alle gehoorzaamheid jegens de Raaden der Gemeente, die, in het gezag, ever ons gefield zyn, en nog geflela zullen gorden, en derzelver refpectioe bevelen, zo veel in ons is, te zullen nakomen en doen nakomen, mitsgaders in tyden van Oploop, of verzamelingen van Folk met •wapenen, by nacht, ten allerfpoedigfte daar van kennis te doen hebben aan de eeffte en naaste Hoo/dwagt by den Oploop; ook 179& 1797Ee d voor de Nacht wagten.  8o AMSTERDAMS III. Deèl7 1797. Uitbreiding van het Poot terfchap tot alle Christen Kerkleeraars. ook ten eerften aan de Raaden der Gemeente deezer Stad, die over ons gefteld zyn, en onzen Kapitein daar van kennis te gee* ven, en ons voorts te zullen fchïkken naar den inhoud van de voorenftaande Ordonnantiën en Inftructien, ons voel en duidelyk voorgeleezen zynde, voor zo verre dezelve overeenkomen met zodanig een Regeeringsvorm, welke gegrond is op de oppermagt des Volks, zo als dezelve thans beftaat, en in het vervolg finaal zal worden daargefteld, en nimmer met woorden of met daaden te zullen medewerken ter herft&Ming van bet vernietigd Aristocratisch en Stadhouderlyk Beftuur, maar, integendeel, hetzelve altoos tegen te gaan, zonder hetzelve te laaten uit vreeze van verlies van lyf of eenigerhande oorzaaken". Zo waar lyk helpe my God Almagtig ! Volgens eene Refolutie van den Agtbaaren Raad deezer Stad, van den negenden - Augustus des jaars 1667, was vasrgefteld, „ dat aan de Predikanten der Gereformeerde „ Gemeente het Poorterfchap van deeze „ Stad zou worden gefchonken, tot zo verre, dat, van dien tyd af, voor derzelver wettige kinderen, zo wel die vóór het ,, afleggen van den Poorter-eed gebooren zou,, den zyn, als die vervolgens nog gebooren „ zouden worden , het Poorterfchap zou „ zyn te verkrygen, mids dat de kinderen, „ vóór den dag des Eeds gebooren, zou„ den gehouden zyn, zo wanneer zy tot „ den  XXXIT. Boek» Geschiedenissen. 8i „ den ouderdom van achttien jaaren zouden gekomen weezen, perfoonlyk voor Hee„ ren Burgemeesteren en Regeerders te ver„ -fchynen, en den Poorterseed ook af te „ leggen". Doch vermids, zederr de Omwenteling van den jaare 1795, de Kerk en de Staat van elkander gefcheiden waren, en 'er, diensvolgens, geene Publieke of Heerfchende Kerk meer beftondt, maar eene algemeene Gelykheid was ingevoerd en daargefteld, deedt, uit aanmerking van dit alles, omtrent het midden der Maand January, een der Le« den van den Raad den voorflag, „ of hec „ niet allezins billyk, en met den tegen,, woordigen ftaat van zaaken en grondbeginzelen overeenkomftig zyn zoude, dat dee„ ze vergunning, op de zelfde wyze, uitge„ ftrekt werdt tot alle de andere Kerkleeraaren „ van de byzondere Christlyke Gezindheden „ binnen deeze Stad"? Zo veel byvals ontmoette dit voorftel by den Raad, dat dezelve het" befluit nam, „ dat, van nu voortaan, „ aan alle Kerkelyke Leeraaren van de by„ zondere Gezindheden, binnen deeze Stad, „ in gevalle zy daarom verzoeken , het „ Poorterfchap deezer Stad zal worden toes, gezonden, op den zelfden voet, als het„ zelve aan de Predikanten der Hervorm„ de Gemeente, altoos, is verleend ge„ worden". Van de oprichting van een Kouzen - Fabriek, voor rekening van byzondere perfoonen, maakten wy, ter voegzaamer plaatze, XXIII. Stuk. F mei! 1797. De Kouzen - Fabriekkoomt  8a AMSTERDAMS III. Deel. 1797. san de Stad. melding ( a ). By mangel aan noodige penningen, misfchien ook aan de beoogde voordeden, verviel, eerlang, die heilzaame inrigcing in een kwynenden ftaat. De overweeging, om, door middel van deeze Fabriek, aan een aantal behoeftigen, door arbeidzaamheid, in hunnen armoedigen toeftand, onderfteuning toe te brengen, hadt wel eenige edelmoedige en weldaadige burgers bewogen, om daar aan de hand te houden. Zo vindt men, onder andere, tot lof van een aantal Burgerwyken, en van eenige Bataaffche Clubs, vermeld, dat zy, ter bevorderinge van dat heilzaam oogmerk, eene fomma van drieduizend en eer.envyftig, guldens hadden by een verzameld. Nogthans dreigde der Fabriek een kort aanftaande ondergang, indien, door meer kragtdaadige middelen, daar tegen geene gepaste voorziening werdt te werk gefteld. Beftuurders der Fabriek, hunnen nood en angstwekkende vreeze geklaagd hebbende aan den Raad, benoemde deeze eene Commisfie, om het gewigtig ftuk ernftig te overweegen, en haare gedagten mede te deelen. In de Maand February deezes jaars, aan haaren last voldaan hebbende, bragc dezelve, als haar gevoelen, uit, dat, door den Raad, hoofdzaaklyk, het volgende Befluit moest genomen worden. 1. „ Dat de Raad, in aanmerking nee„ mende de byzondere gefchiktheid deezer „ Fabriek, om te zyn een fteun der Armen, » ei C a ) Zie bladz. 24.  XXXII. Boek, Geschiedenissen. 83 •> en voornemens zynde, dit heilzaam oogat merk kragtdaadig te bevorderen, deeze » Fabriek geheel overnam, en dezelve ver» klaarde voor eene Stads • Fabriek, inge„ richt om aan behoeftige Stadgenooten werk „ te verfchaffen. „2. Dat 'er -eene Commisfie door den „ Raad zou worden aangefteld, tot opper„ beftuur der Fabriek, welke dien post gratis » waarnemen, en, jaarlyks, aan den Raad, » rekening en verantwoording doen zou» » de". Met verfcheidene bedenkingen drong de Commisfie haar gevoelen aan. Volgens haare gedagten was het tegenwoordig tydftip allergunstigst, om deeze Fabriek te vergrooten, ja tot een voorwerp van aanbelang te maaken',, daar 1. de invoer van Engelfche, » Schotfche en Ierfche Kouzen verboden was n door de Nationaale Vergadering; 2. daar, „ van wegen het Povinciaal Beftuur van » Holland, aan alle Regenten van Gods» huizen, gelast was, geene dan Inlandfche » Stoften, tot kleeding voor gealimenteerden, » te gebruiken, immers voor zo veel die „ zouden te bekoomen zyn; 3. daar 'er, „ wegens het tegenwoordig verval van Koop„ handel, Fabrieken en Trafiequen, en de n daar door vermeerderde armoede, duizen„ den waren, die zig gaarne in de Fabriek „ zouden geplaatst zien". De Commisfie voegde 'er, als eene vierde reden, tot aandrang, nevens, „ dat, zo lang zig de Fa0 briek, gelyk dus verre, alleen bepaalde Fa „ toï W7'  84 AMSTERDAMS III. Dmi. tl97* Getal dei Kerken, en der Zielen. „ tot het vervaardigen van Wollen Stoffen, „ de Ingrediënten, daartoe, in ons eigen Va> ti derland, zouden voorbanden zyn". De Raad, de aangevoerde redenen en be>' denkingen ryplyk hebbende overwogen, vereenigde zig volkomen met dezelve, en veranderde alzo het uitgebragt verflag in een Raadsbefluit; 'twelk, ter verdere aanmöèdiginge der nutbelooVende Srigtinge, rtet een byvoegzel werdt vermeerderd, volgens 'c welk, aan de Commisfie van het Opperbeftuur, by voorraad, werdt toegezegd eene fomme van twaalfduizend Guldens, om, van tyd tot tyd, naar gelang van het toeneemend getal van Werklieden , over dezelve te kunnen befehikken; onder voorwaarde, evenwel, dat deeze penningen, gelyk mede alle verdere onderftand, welkende Fabriek, vervolgens, van Stads wegen, mogt koomen te genieten, in 't vervolg, te rug gegeeveü en betaald zoude moeten worden. By eene aan fchryving van den zeventienden February deezes jaars, hadt het Provinciaal Committé van Holland, van de onderscheidene Municipaliteiten , opgave gevorderd van het getal der Kerken en Zielen, tot de onderfcheidene Gezindheden behoorende. In het begin van April gefchiedde, van wegen eene Commisfie tot onderzoek derzaaken ter affebéiding der Kerk van den Staat, door den Raad der Gemeente deezer Stad, daar toe benoemd, de volgende opgave. Van  XXXII. Boek. Geschiedenissen. 8$ Kerken Zielen Van de Roomsen - Catb. Gemeente - - 1,9 43145 Van de Cleregie - - 6 529 Van de Euang. Lutherfche Gemeente - a ?7$49 Van de Hetftelde dito - i 5040 Van de Doopsgezinde 1 Gemeente, vergaderende by den Toren en het Lam. - - a 1430 yan de Doopsgezinde Gemeente, vergaderende in de Kerk de Zon - 1 501 Van de Ëngelfche Gereformeerde Gemeente I 318 Van de Eng Episkopale dito - * - - - 1 3* Van de Euang. Broeder- fchap --. - 1 .58 Van der Collegianten Weeshuis - - - I *3 Van de Gemeente der Vrienden - - 1 7 Van de Griekfcbe Ge- meente - • 1 «>• pt Van de Armènifche Gemeente - - 1 p Van de Hoogduitfche Jooden - - - - 7 20304 Van dePorcugeefche dito 1 2800 Totaal 46 | i02247 F 3 Üe  86 AMSTERDAMS III. Deel. 1797* Kerken j Zielen Transport 46 102247 De Remonftrantsch Gereformeerde Gemeente acht zich ongehouden opgave te doen Uitveening vat een Polder by Amttelveen,wordt geweezenvan de hand. In de Maand Maart deezes jaars hadden eenige Ingelanden van den, dus genoemden, Midden - Polder, gelegen onder het Dorp Auiftelveen, zig vervoegd aan het Provinciaal Beftuur van Holland, met verzoek om te mogen hebben Octrooi, tot verveening en ontgronding van negenhonderd Morgens Land, in den ge melden Polder gelegen. Het Pro» vinciaal Beftuur, in aanmerking neemende hét belang, welk deeze Stad, by ontgrondingen en verveeningen van Landen, in derzei ver Nabuurfchap gelegen, beefr, ftelde dit verzoek in handen van den Raad, ten einde deszelfs gedagten daar over te verneemen. Eene Commisfie , daar toe benoemd, bragt een weigerend verflag uic. In aanmerking neemende, dat de vraag, ten hunnen opzigte, zig alleen bepaalde tot het belang deezer Scad, by de uitveening en weder droogmaaking van een gedeelte van den Midden - Polder, waren de Lecen van oordeel, in hun antwoord, de twee volgende hoofdzaaken te moeten in het oog houden: de ontgrondingen en verveeningen in de nabuurfchap deezer Stad; en, in  XXXII. Boek.Geschiedenissen. 87" 1n die van Amftelveen, als Ambagtsheeriykheid deezer Stad. Omtrent het eerfte merkten zy aan, dat, wanneer men de Kaart voor gig legt, en in aanfchouw neemt, hoe veel waters, en laag uitgeveend, doch weder droog gemaakr, Land, ten Westen, Zuid - Westen en Zuiden deezer Stad gelegen is, men overtuigd wordt van het ongeraadene, om meer zulke uitveeningen, die den tegenftand aan het Water fteeds moeilyker maaken, ten uitvoer te brengen; als mede, dat de bedoelde Polder zeer naby ligt-aan een arm van het fteeds afknaagend en invreetend Haarlemmer Meir, ja, tusfchen dit Meir en den Amftel als geperst ligt; als zynde de breedte tusfchen die wateren flegts een quartier uur gaans, en zulks op een afftand van naauwlyks één uur gaans van deeze Stad, beide in eene rechte lyn genomen. Gelastigden merkten wyders aan, dat de droogmaakingen, dikmaals, aanleiding gegeeven hebben tot zeer zwaare ziekten, van een rottenden aart; zynde daar van een dugtig bewys voorhanden, in die van Bleiswyk, in den jaare 17?'9- Daar nu de Amftelveenfche Midden Polder zo naby ten Zuid-Westen van deeze Stad ligt, en men, in den nazomer en in den herfst, de waare tyd der Rotziekten, veele zulke winden heeft, krygt men de uitwaasfemingen van zulke dus leggende Landen over onze Stad, die dus natuurlyk de aanleiding tot eene Epidemie, van de zorgelykfte foort, vermeerderen. Eened erde bedenking, door de Gelastigden aangevoerd, F 4 was 1797-  88 AMSTERDAMS III. Deev 1797. was hier uit ontleend, dat eene Stad van over de tweehonderdduizend Zielen , die twaalf ftreeken van het Kompas, tusfchen het NoordWesten en Oosten, van zig heeft leggen, en door eene groote Waterplas befpoeld wordt, meer behoeften heeft, om, aan de tegenovergeftelde zyde, door Wei - of Warraoezenierslapden, dan door water, omringd te worden. Nog meer, gelyk de Gelastigden verder zeggen: 'er liggen nog veeïe Veenlanden in die ftreek, en nog nader. Op wat grond, vraagen Gelastigden, zal men die eigenaars, wanneer zy ook een Octrooi mogten vraagen, afwyzen? De een zal den anderen volgen, en wel haast wordt Amfterdam, door het byzonder belang van eenige individues, een Schier-eiland, flegts door eenige wegen en ftreeken Lands, aan het overige van Holland vastgehegt. „ In ons laag en wateragtig Land ( dus „ gaan de Gelastigden voort ) is de ver„ keerde ftaatkunde der Verveeningen, veel„ al, gevoed, doordien de zulken, die in „ eenig' beftuur zaten, Eigenaars van zulke „ Landen zynde, door hunnen invloed, di„ reet of van ter zyden, by de Provinciaale „ Magten, voor zulk een Polder, Octrooi „ wisten te verkrygen. Men nam niet in „ aanmerking, dat veelen onzer Landeryen, „ beneden de oppervlakte der Zeeën, die „ ons omringen, of onder het peil der „ Rivieren, die ons doorfnyden, liggen„ de, eene geduurige voorzorg vereifchen; „ dat verdere uitgraavingen en aflandingen dje „ voor-  XXXILBoek. Geschiedenissen. 89 „ voorzorg, telkens, noodzaaklyker, moeiJyker en kostbaarer maaken; dat Veen„ landen, ja, zo lang de afgraaving en „ vervoering der Turf duurt, een vertier in „ zulk een District geeven; maar, dat de Pol„ ders, daar na weder drooggemaakt, het „ zeldzaam kunnen brengen tot dien trap „ van welvaart, als vóór de Verveening „ aldaar plaats hadt. Men heeft flegts na te „ gaan, hoe weinig de Boerderyen en Lan„ den in den Bovenkerker Polder thans op« „ brengen, en tot eene nietsbeduidende „ waarde gedaald zyn. Friesland levert ook „ veele voorbeelden van dien aart op, zelfs 5Ï zodanig, dat zommige, voor de Vervee„ ning, welvaarende Districten, daar door in ,, armoede gedompeld, en eertyds gegoede „ Familiën, allengs, toe behoefte gebragt, „ of naar elders verhuisd zyn". Om deeze redenen, onder anderen, waren Gelastigden van begrip, dat hec verzoek behoorde te worden geweezen van de hand. Daar mede vereenigde zich de Raad, en werdt, by het Provinciaal Beftuur van Holland, overeenkomfrig daar mede befloten. Niet onoirbaar was eene Keure van den twintigften April deezes jaars. In overweeging neemende, dat, door het, meer en meer, aangroeiend getal van Honden, niet alleen, door dezelve, zeer veel vocafel, waar mede, anderzins, zeer veelen uit den behoeftigen Burgerftaat zig zouden hebben kunnen geneeren, nutloos werdt verflonden, F 5 maar Belasting op de Honden.  po AMSTERDAMS III. Deel. •797- 4 maar ook het gevaar der zo zeer geduchte Honds - dolheid telkens toenam, befloot de Raad, daar tegen, eenige voorziening in 'c werk te ftellen. Eene Keure, ten bosgngemelden dage vastgefteld» behelsde de volgende bepaalingen. 1. „ Dat geene geaümenteerden, 't zy van de Stad, of van eenige Gezindheid, zullen vermoogen Honden te onderhouden, op verbeurte , voor den geenen, die, na den eerften May deezes Jaars, wordt bevonden hiermede ftrydig te handelen, van allen onderHand, hoe genaamd, voor den tyd van ééa Jaar; wordende de respective Armbezorgers by deezen gelast, allen onderhand, aan de zodanigen hunner Bedeelden, terftond ia te trekken. 2. „ Dat alle Honden, zo binnen de Stad, als de Jurisdictie van dezelve, zullen moeten weezen voorzien met een Halsband, waaraan een zeker kenmerk van Stadswege ( en waarin Jaarlyks een verfchil, 't zy in Mof of gedaante, zal plaats hebben, ) is vast gemaakt; terwyl van alle Honden, welke dit kenmerk ontbeeren, na den eerften Augustus aanftaanden, de publieke Straaten, door Perfoonen, ten dien einde aangefteld, zullen worden gezuiverd. 3. „ Dat ieder Ingezeten, die één of meer Honden aanhoudt, verpligt zal zyn, aan de Perfoonen, daartoe van Stadswege gequaüfl. ceerd, die zich na den iften May zullen begeeven aan de Huizen, om rondlchryvinge te doen van het getal der Honden, by een ie-  XXXIÏ.Boek, Geschiedenissen. 91 iegelyk aangehouden wordende, optegeeven, en een Billet te ondertekenen van zodanig getal, als hy onderhoudt; als mede of het zyn Huis-, dan wel Jagt- of Stal-Honden, en of dezelven ook tot eenigen Dienst of Werk worden gebezigd: al het welk zal moeten worden opgegeven conform de waarheid, op poene van voor iederen Hond, die verzwegen, of onder eene verkeerde Clasfè mogt gefield zyn, te verbeuren de Somma van één Honderd Guldens, ten voordeele, één derde voor den Aanbrenger, wiens Naam, des begeerende, zal worden geheim gehouden, en twee derden voor het Aalmoesfeniers Weeshuis deezer Scad. 4. Dat een iegelyk, die, fchoon één of meerder Honden onderhoudende, by deeze rondfchry vinge mogt zyn overgeflagen, zich in de maand july zal moeten vervoegen ten Comptoire voor deeze belasting op te richten , gehouden wordende ter plaatfe nader te ad verteeren, om aangave te doen van het getal zyner Honden, op poene en ten voordeele als boven. 5. ,, Dat aan een ieder, by hec ondertekenen zyner verklaring, zal worden afgegeven voor iederen Hond een zodanig 'kenmerk, als waarmede, volgens Are. II., de Halsbanden van alle Honden moeten v/eezen voorzien: zullende de geenen, die bevonden mogten worden een onecht of nagemaakt Kenmerk daartoe gebruikt te bebben, vervallen in de dubbele boete van Are. III, ten voordeele als boven. 6. h Dat 1797-  92 AMSTERDAMS DL Deel. 6. „ Dat insgelyks ten zelfden tyde zal worden afgegeven een Billet, houdende het getal der Honden, en de begrooting der belastinge, door een ieder deswegens, ten voordeele van het Aalmpesfeniers - Wees» huis, boven gemeld , te betaalen; naamlyk: Van één Huishond, tot vermaak gehouden wordende, twee Guldens, Van twee Huishonden, voor ieder twee en één halve Guldens Van drie Huishonden, voor ieder drie Guldens. Van vier Huishonden, voor ieder vier Guldens. En zo voortgaande by opkUmming. En zal één Jagt - of Stal - Hond voor twee Huis - Honden worden gerekend. „ Doch voor zulke Honden, die by Bleskers , of andere Perfoonen, tot Dienst - of Fabriek - Werk, worden onderhouden, zal alleen é.én Gulden voor iederen Hond be. hoeven betaald te worden; zullende deeze belasting moeten worden voldaan van den eerften September tot den laatften December, pp poene van verdubbeling, aan het Comptoir hier boven gemeld. jr. „ Dat de geenen,die uit het handelen. Van Honden hunne kostwinning hebben , zullen gerekend worden zes Honden gefiadig te onderhouden, en daar voor betaalen dertig Stuivers voor iederen Hond , ten zy dezelven kunnen verklaaren, nimmer zes Honden te gelyk tot hunnen laste te hebben, wan*  XXXII.Boek. Geschiedenissen. 93 wanneer zy met de opgegevene vermindering zullen kunnen volftaan: doch bevonden wordende in deezen niet naar waarheid zich te hebben aangegeven, zullen zy vervallen zyn in eene boete van Vyftig Guldens, ten profyre als boven". Met de gewoone plegtigheden gefchiedde, op den tweeëntwincigften van May, de verandering van den Raad, hoewel dezelve, volgens ingevoerde fchikking, op den negentienden January zoude hebben moeten invallen. De reden deezer vertraaginge was* de onvoldaanheid van de meerderheid der Burgerye over de ingeleverde Stemlyst, op welke zy verfcheidene naamen van perfoonen, haar niet aangenaam, en, meende men, tot den gewigtigen post van Raad der Gemeente van Amfterdam onbevoegd, hebbende aangetroffen * van oordeel was, dat 'er eene nieuwe ftemming door de Burgery moest plaats hebben; gelyk, zedert, gefchiedde. Zie hier de naamen der thans verkozene Raaden: Franco Jan /Emilius , Jan Hendrik Bachman, Jan Box, Daniël Chauguion Charles, Petrus Paulus Charlé, Jacobus Adrianus Krayenfchot, Jan Diederik Deiman , David van Geslcher, Meyndert Groen , Johannes Willem van Hasfelt, Johannes Hilkes, Jacob 't Hoen, Jan Huidecoper, Joannes Andreas Jollet, Jan Konynenburg, Abraham Lamberts, Theodorus van Leeuwen, Carel Loch, Daniël Lublink, J. G. van der Meulen, Jacob Cuyk van Mierop, Arend. Reesfen, Theodorus Pe- •797. Verandering van den Raad.  04 AMSTERDAMS III. Deel. Verbetering van Stads Schooien, Petrus Scbonck, Paulus van Schorrenberg Dirksz., IMicolaas van Veen ( Koopman in Wynen,) Nicolaas van Veen (Notaris, } Jacob van Hall Verhoek, Jan Lucas van der Vliet, Willem Hendrik Voomberg en Jacob Schouten de Waal. Gelyk allerwege, door de geheele Republiek, dus riep, ook hier ter Stede, de toeftand en de inrigting der Stads Schooien om verbetering. Al vroeg was de Raad bedagt op de daarftelling der noodige verbeteringen, en benoemde, reeds inden voorgaanden jaare, eene Commisfie, tot het doen van onderzoek naar den tegenwoordigen ftaat der Schooien. In de maand May deezes jaars leverde dezelve een verflag in , by den Raad, 't welk het aangenomen denkbeeld, aangaande de noodzaaklykheid eener in té voerene verbeteringe, met onwraakbaare bewyzen, (laafde. Om die verbetering te bereiken, leverde de Commisfie, als een onontbeerlyk middel, ter bereikinge van het heilzaam doelwic, twee Inftructien in: de eene voor de Commisfie van opzigt over het openhaar onderwys aan de Jeugd, in de Nederduitfche Schooien binnen deeze Stad, en byzonder in de Stads publieke Arme - Schooien, onder den titel van Curatores der Nederduitfche Schooien binnen Amfterdam; de anaere voor de Commisfie van Beftuur over de Stads publieke Arme - Schooien. De Inftructie , voor de eerstgemelde Commisfie beftèmd, was van den volgenden inhoud. Deze  XXXII. Boek. Geschiedenissen. 05 1. „ Deze Commisfie zal beftaan uit twee daadelyke Leden van den Raad der Gemeen te en zes Perfoonen uit de Burgery, welke bekend zyn meer dan gewoone kunde, vooral in dit vak, te bezitten, en daartoe door den Raad voorf. zullen worden be« noemd. 2. „ Deze agt Perfoonen zullen uitmaaken de Commisfie van opzicht over her openbaar onderwys aan de Jeugd in de Nederduitfche Schooien binnen deze Stad, onder den titul van Curatoren der Nederduitfche Schooien binnen Amfterdam. 3. „ De werkzaamheden dezer Commisfie zullen zich in het algemeen bepaalen over al het geen het openbaar onderwys der Jeugd in de Nederduitfche Schooien binnen deze Stad betreft, en dienvolgens alle wezenlyke verbeteringen daaraan zoeken toe te brengen , en de middelen daartoe aan den Raad der Gemeente voordraagen: en ook alle befluiten daaromtrent, door voornoemden Raad genomen, in werking doen brengen: doch byzonder zal zy zich bepaalen tot het oppertoevoorzicht over het beftuur en onderwys in de Stads publieke Armen - Schooien, welke nu reeds zyn, of nog opgericht mogten worden, en dus, wat de Stads Schooien betreft, vervangen de plaats van Commisl'arisfen, voorheen daar over gefield. c j 4. „ Aangezien.'er over gezegde Stads Schooien eene byzondere Commisfie van Beftuur plaats heeft, welke Commisfie onrnid- de- 1797- Inftructie voor Curatoren.  96 AMSTERDAMS IIL DmU delyk, zo nopens het onderwys, als he« huishoudelyke, met den Meester handelt j en dus een daadelyk uitvoerend Beftuur uitmaakt, zo zal deze Commisfie alleen hebben toetezien, dat alles wel geordend wordt uitgevoerd, en zich nimmer, op eene directe wyze, met den Leermeester zeiven inlaatert, maar alles met het Schoolbeftuur afdoen: ten welken einde, by de School-Examens, door voorn. Beftuur te houden, eene Commisfie van Curatoren zal tegenwoordig zyn. 5. Direét na de aanftelling dejzev Commisfie, zullen aan haar worden ter hand gefield alle Rapporten en andere documenten, den tegenwoordigen ftaat der Stads Schooien betreffende, en opgemaakt door eene Commisfie , door den Raad der Gemeente daartoe benoemd; met welke Commisfie zy, ter nadere illucidatie, zal kunnen confereeren, en wel dat alles met fpeciaal oogmerk, om ten allerlpoedigften op te maaken eene nieuwe verbeterde orde voor het onderwys in de voormelde Stads-Schooien, of anders gezegd School - Reglement, behelzende hoofdzaakelyk en vooral de navolgende veranderingen : a. „ Verbanning van het onderwys van eeni- gen leerftelligen Godsdienst in de gezegde Schooien; maar alleen de gronden van eenen algemeenen Christelyken Godsdienst en Zedekunde aldaar te doen leeraaren. b. „ De thans in gebruik zynde Boekjena bui-  XXXII. Boek. Geschiedenissen. 97 buiten gebruik te {lellen, en daarvoor in plaats intevoeren zodanige anderen en beteren, als door voormalige Commisfien in haare Rapporten is voorgefteld, en door hen zal geoordeeld wor. den te behooren. c. ,, Zo veel doenlyk Clasfificatien der Leerlingen invoeren. d. „ Middelen beraamen, om , zo ve«^ mogelyk, waakzaam te kunnen zyn op de gezondheid der Kinderen. «5. „ Zodra deze nieuwe orde van onderwys gereed is, zal dezelve door Curatores terftond aan de Commisfie van Beftuur worden overgegeeven, ter uitvoering; wel toezie»de dat dezelve behoorlyk in werking gebragc worde: behoudende echter de Commisfie van Beftuur het recht, om, in cas van zwarigheden, welken zy daarin mogt ontdekken, dezelven aan Curatores onder hec oog te brengen. 7. „ Deze Commisfie van Curatores zal, maandelyks, verflag van den ftaat der Stads Schooien, en jaarlyks rekening en verantwoording van de Beftuurers ontfangen, de« zei ven accoord bevindende, approbeeren, doch in het tegengeftelde geval rejecleeren; .doch gehouden zyn van dit alles, eenmaal des jaars, aan den Raad der Gemeente naauwkeurig verflag te doen. 8. „ Alle veranderingen en verbeteringen zullen alleen door Curatores worden daargefteld, en geene andere, huiten hun confent, mogen worden ingevoerd: doch een byzonder reguard moeten flaan op alle zulkfe XXIII. Stuk. G voor-  p8 AMSTERDAMS III. Deel; *797* voordragten, tot noodige veranderingen en verbeteringen in de Schooien, als door de Commisfie van Beftuur zouden mogen worden gedaan. • 9, „ Deze Commisfie van Curatores zai " gewoonlyk eenmaal in de maand vergaderen, Op eenen bepaalden dag, en op zodanige plaats, als haar door den Raad der Gemeente zal worden aangeweezen; blyvende de bepaaling van den dag en hec uur ten haaren keuze. 10. „ Zy zal ook, in haare eerfte zitting, uit haar midden benoemen eenen Prefident, Vice-Prefident, en eenen Secretaris, ieder voor den tyd van 6 maanden, en alsdan weder eene nieuwe verkiezing gefchieden: wordende wyders alle huislyke fchikkingen aan het goedvinden dezer Commisfie overgelaten. ri. „ Eindelyk zal deze Commisfie alles verrichten, wat zy, ten meesten nutte van het onderwys der Jeugd, in het algemeen, en van die in de Stads Schooien in hec byzonder, zal oordeelen te behooren; doch alles onder verantwoordelykheid aan den Raad der Gemeente dezer Stad. 12. „ De Raad der Gemeente voorn, refereert zich de vryheid, in dit Reglement alle zodanige veranderingen en verbeteringen te maaken, als zy, na omftandigheden en bevinding van zaken, zal vermeenen te behooren". De InftrHctie, voor de Commisfie van Be.  XXXII. Boek. Geschiedenissen. 99 Beftuur beftemd, bevatte de volgende Artikelen : 1. „ Deze Commisfie zal beftaan uit tien perfoonen, waar van vier gecommitteerd zullen worden, door en uit Regenten der beide Huiszittenhuizen dezer Stad, als twee van de Oude- en twee van de Nieuwe ■> Zyde, en de zes overigen, door den Raad der Gemeente, uit de Burgery worden benoemd. 2. „ Deze tien perfoonen zullen uitmaaken de Commisfie van Beftuur, over de agt publieke Armen - Schooien binnen, en de twee buiten deze Stad; als mede over die geene, welke in hec vervolg nog mogten worden opgericht: in welk Iaatfte geval, des noodig zynde, hun getal zal vermeerderd worden. 3. „ Deze Commisfie van Beftuur zal ver* vangen de tegenwoordige directie over de voornoemde Schooien, als die van Regenten der beide Huiszittenhuizen, en van Gecommitteerden uit den Nederduitfchen Gereformeerden Kerkenraad, en diensvolgens door den Raad der Gemeente worden geauthorifeerd, om over te neemen, van de thans fubfifteerende dire&te, alle Boeken, Brieven, Charters, Papieren, enz. daartoe betrekkelyk, tegen behoorlyke Quitantie en Acte van decharge, ook alle zodanige betalingen te doen, en de gelden daartoe mogen vraagen van de Thefaurie dezer Scad, of van de beide Huiszittenhuizen, even en ©p dezelfde wyze, als zulks door de voori- G a ge 179?.  ioo AMSTERDAMS III. Deel, 1797- ge directie der Schooien is in gebruik geweest; blyvende de betalingen der Meesters, even zo wel als de bezorgers van derzelver Emolumenten en benoodigdheden, geheel en al op den ouden voet: dat is, de falarisfen door de Thefaurie dezer Stede, en die van douceur en andere benoodigdheden , door de beide Huiszittenhuizen. te voldoen; van alle welke uitgaven, dt-Schooien betreffende, Jaarlyks, door deze Commisfie, reekening en verantwoording zal moeten worden gedaan, aan het Collegie van Curatores over de Nederduitfche Schooien dezer Stad, hetwelk door den Raad der Gemeente Zal worden aangefield. 4, „ De werkzaamheden dezer Commisfie zullen zich bepaalen tot het daadelyk Beftuur over de voornoemde Schooien, zo wel over het huishoudelyke, als over de manier van onderwys, bekleed met alle die magt en gezag , als daar toe zal worden vereischt, en door de voorige directie immer is genooten geworden, en wel byzonder waakzaam zyn, op het onderwys door de Meesters gegeeven, hun gedrag, almede dat der Leerlingen en van hunne Ouders of Opzieners, naauwkeurig gadeflaan, en daarvan, éénmaal des maands, verflag doen aan Curatores voornoemd. 5. „ Deze Commisfie zal van alle de Onderwyzers in de Schooien gehoorzaamheid aan haare bevelen vorderen, en vooral zorge draagen, dat de door haar gegeevene ordres, zo ten opzichte der leerwyze als anderszins, naauwkeurig worden uitgevoerd; ook  XXXII. Boek. Geschiedenissen. ioi ook zullen de Meesters, alle weeken, aan deze Commisfie, behoorlyk verflag van den ftaat hunner Schooien doen. 6 „ Ten einde deze Commisfie befaoorlyke kennis drage , van het geen 'er in de Schooien zelve omgaat, zal zy verpligt zyn, alle de Schooien, éénmaal m de maand, of zo veel meer als zy zulks mogt noodig oordeelen, te doen vifiteeren, door eene Commisfie uit haar midden, ten minften van twee Leden; welke Commisfie van vifitatie de . magt zal hebben, alle voorkomende gevallen van verdienften te laudeeren, en het gebrekkige, zo ten opzichte der Meesters als Leerlingen , te eorrigeeren, met dezelve op eene gepaste wyze tot hunnen pligt te vermaanen, en van al het bevondene aan haare Vergadering naauwkeurig verflag doen. Omtrent de c rrectie der Meesters zal in het oog gehouden worden, zulks nimmer in pretentie der Leerlingen ta doen , ten einde de zo noodige achting ongeftoord bewaard felyve. 7. „ Alle veranderingen en verbetering in het onderwys, door hetdaarftellen van nieuwe reglementaire fchikkingen, welke Curatores zouden willen in werking brengen, zullen, alvoorens door Curatores gearresteerd te zyn, aan deeze Commisfie ter beoordeeling worden overgegeeven, om te dienen mee haare aanmerkingen, en alsdan, door voorn. Curatores finaal gearresteerd zynde, door deze Commisfie, in de Schooien worden in werking gebragc; naauwkeurig toeziende , G 3 dat  ioa AMSTERDAMS III. Deel. «797. dat de Meesters deze veranderingen ftriktelyk obierveeren. 8. Deze Commisfie zal éénmaal per week vergaderen, op zodanig een' bepaalden dag, als zy onderling zal vastftellen, doch de plaats haarer vergadering zal door den Raad worden aangeweezen. 9. „ Deze Commisfie zal,in haare eerfte Zitting, zich uit haar midden een Prefident, Vice - Prefident en Secretaris, by meerderheid van ftemmen, verkiezen, welke ieder zes Maanden zullen blyven fungeeren, na welken tyd 'er wederom eene nieuwe verkiezing zal plaats hebben. 10. ,. De verpligtingen van den aldus verkooren Prefident, Vice - Prefident en Secretaris , als mede de noodige boeten voor allé de Leden, zullen door deze Commisfie onderling bepaald worden. 11. * Ten dienfte dezer Commisfie, zal door haar, by meerderheid van ftemmen, een bekwaam perfoon tot Bode worden aangefteld, op een falaris van ƒ 's jaars, zonder meer, en op zodanige Inftruétfe als zy zal goedvinden; buiten welke geen andere gefalarifeerde Perfoon of Perfoonen, zonder Confent van Curatores, mogen worden in het werk gefteld. 12. „ Het voornoemde verflag en andere rapporten, of voordragten, zo tot verbeterde inrichtingen in de Schooien, als anderszins, welke deze Commisfie gehouden zal zyn aan het Collegie van Curatores, van tyd tot ryd, te doen, zullen gefchieden in de gewoone maan*  XXXII.Boek. Geschiedenissen. 10} maandelykfche Vergadering van Curatores, door eene perfoneele Commisfie uit dit Beftuur; doch in cas van buitengewoone presfante voorvallen zal deze Commisfie den Prefident-Curator verzoeker, een extraordinaire Vergadering te beleggen, waarin de zaak, In die geval, zo doenlyk, terftond zal moeten worden gedecideerd. 13. „ In cas van vacatuuren der Onder wy* zers in de Schooien, zal de Commisfie van Beftuur gehouden zyn, daarvan terftond aan Curatores kennis te geeven, en alsdan, by de publieke nieuwspapieren, de bekwaame perfoonen tot zulk een' post uittenoodigen, zonder onderfcheid van Christelyke gezindheid, met opgave der vereischte falarisfen, enz., om zich, binnen een' bepaalden tyd, by den Secretaris, in gefchrifte, aan te melden; voorts gehouden zyn van de zich alsdan opgegeeven hebbende perfoonen, zo naauwkeurig mogelyk, informatien intewinnen, en die vier, van welken zy de beste getuigenis, zo omtrent bekwaamheid, als zedeïyk gedrag, heeft verkreegen, by meerderheid van ftemmen, te brengen op eene nominatie, welke zy, gemotiveerd, aan het Collegie van Curatores, zal hebben overteleveren, om, binnen veertien dagen, van dezelven te verneemen, of zy tegen een of meerder daarop gefielde perfoonen, ook eenig wettig bezwaar hebben. Dit zo niet zynde, zal zy overgaan tot het examineeren dezer vier Candidaaten, volgens een Examen, door deze Commisfie opgemaakt, G 4 en  io* AMSTERDAMS 1IL Deel. •797. en ter approbatie aan Curatores overgeleverd; by welk Examen ook zullen moeten tegenwoordig zyn de Curatores en de Leden van de Commisfie van Beftuur. Zodra hec zelve is afgeloopen, zal deze gecombineerde Vergadering van Curatores, en deze Commisfie, by hoofdelyke ftemming en gefiooten biljetten, daadelyk de verkiezing doen; wanneer 'er alsdan eene volftrekte meerderheid, dat is ééne ftem meer dan de helft der prefente Leden, zich op een zelfden perfoon bepaalt, zo zal deze terftond verkoozen zyn : doch zulks geen plaats vindende, zullen de twee, die de meeste ftemmen hebben, weder op eene nominatie worden gebragt, om terftond, by meerderheid van ftemmen, een' te benoemen. In cas van gelyke ftemmen, zal het lot beflisfen. Zodra de keus bepaald is, zal daarvan aan den verkoorenen terftond kennis gegeeven wonden, en hem zulks, in de Vergadering verfcheenen zynde, door den Prefident Curator worden aangezegd; dit Examen zelve zal door deze Commisfie worden afgenomen op eene wyze, als zy zal komen goed te vinden. 14. „ Voorts zal deze Commisfie, in alle voorkomende gevallen, handelen als wyze en voorzigtige lieden, en in buitengewoone of twyffelachtige zaaken , zich ter elucidatie by Curatores vervoegen, ook zal zy, zonder toeftemming derzei ven, geene veranderingen van gewigt in de Schooien mogen in werking brengen". Da  XXXII. Boek. Geschiedenissen. 105 De Raad, in het uirgebragc verflag, genoegen neemende, nam, op den eenendertigden May, het Befluit, „ dat, van rm voort„ aan, alle Scads publieke Armen-Schooien „ zouden gefield worden onder eene Com„ misfie van acht Burgers, en onder dezel„ ve twee Loden van den Raad, om op„ zigt te hebben over het openbaar ondera wys aan de Jeugd, in de Nederduitfche „ Schooien binnen deeze Stad, onder den „ titel van Curatores der Nederduitfche „ Schooien, binnen Amfterdam". Uit den Raad werden benoemd, willem van barneveed en jan konynenburg, uit de BurgeTy, abraham vereul, dirk van hinlopen, paulus charlé, gerrit hesselink, j ohannbs Bur.sen coenraad wertz. Alleenlyk maakte de Raad, in de Inftructie voor Curatores, deeze verandering, dat agter Are 5. Lid u Verbanning van het Onderwys, enz. gevoegd moet worden : „ zullende aan de Commisfie worden „ overgelaaten, om, ten opzigte van de „ Jooden, zodanige fchikkingen te maa,, ken, als zy, met het gemeld onderwys „ van derzelver Jeugd, meest gefchikt zal „ oordeelen". Voorts gaf de Raad zyne goedkeuring aan dat gedeelte van het verflag, volgens 't welk het daadelyk beftuur over de Armen - Schooien, onder het oppertoevoorzigt der gemelde Commisfie van Curatores, zou opgedraagen worden aan eene Commisfie van tien perfoonen j welke G 5 tien  toe» AMSTERDAMS III. Deel. 1797 tien perfoonen, volgens een verder Raadsbefluit, zouden beftaan, uit vier Gecommitteerden, door en uit de Regenten van de beide Huiszittenhuizen deezer Stad, als twee van de Oude - en twee van de Nieuwe Zyde, en uit zes perfoonen, uit de Burgery, daartoe te benoemen. Terwyl, met opzigt van de vier eerfte, de Raad de verkiezing aan Regenten der Huiszittenhuizen zelve overliet, benoemde dezelve, uit de Burgery, jan chuistiaan gewin, jan bronkhorst H&ttdt'iksz., LAÜrens a roy, Lau re n s jacobus lamaison, hendrik ravekes en willem wagtendorp eekman. Hec eerfte werk, door Curatores ter hand genomen, als de zaak, om welke het hier te doen was, was het vervaardigen van een Reglement of School - Orde. Na veelvuldige zamenkomllen en aanhoudenden vlyc, was men, in de maand February des volgenden jaars, daar mede gereed : gelyk het dan ook, de goedkeuring en bekragtjging van den Raad hebbende verkreegen , eerlang, in werking werdt gebragt; met dat gevolg, dat alle verftandigen en onbevooroordeelden, welke de tegenwoordige met de vroegere inrigting van Stads Schooien vergelyken, immers wat de manier van onderwys, en de ipoedige vorderingen der Scholieren, aangaat, niec kunnen nalaaten, deswegen hun genoegen en goedkeuring aan den dag te leggen Voor tydgenooten en nakomelingen, vertrouwen wy, zal het niet ;.. ; i O On-  XXXII. Boek. Geschiedenissen. 107 onaangenaam zyn, het bovengemelde Reglemenc hier te leezen. REGLEMENT o P S C H O O L - O R D E. EERSTE AFDEELING. Van de Leerlingen In het algemeen, hunne, vcrpligting, en die hunner Ouderen. 1. De Kinderen van onvermogende Ingezetenen deezer Stad, van beide gedachten., en zonder eenig onderfcheid van Godsdien; ftige Gezindheid, zullen, ten algemeeneh koste, op deeze Stads Schooien ontvangen, en aidaar onderwezen worden in die zaaken, welken hen toe nuttige leden der Maatfchappy kunnen vormen. 2. Ouders of Opzieners, welken wenfchen, dat hunne Kinderen in deeze Schooien ontvangen worden, zullen zich, ten dien einde, by de Commisfie van Befiuur moeten vervoegen , en aldaar opgeeven den naam of de naamen van het Kind of de Kinderen , benevens derzelver ouderdom : wanneer hen door die Commisfie, zo ras dezelve zulks mogelyk vindt, een Billet van deezen inhoud aal worden ter hand gefield; • De 1797' R eglemenc of School. Orde.  io8 AMSTERDAMS III. Deel.' „ De eerfte Meester in de Nederduitfche Stads-Armen-School, N" .... .ftaan* de op.... zal in zyn onderwys aannee- men oud .... Jaaren waarvan Ouders of Opzichters zyn , , , „ ....... woonende ....... . Gedaan te Amfterdam den N. N. als Beftuurer, Fo. H.Z. Boek — N°- Fo. School Boek- - ■■■■**ti NoEn op de buitenzyde van dit Billet hèt volgend Declaratoir. p Aan de Commisfie van Beftuur der Stads Armen • Schooien binnen Amfterdam en derzelver Buitenwyken, worde bericht, dat .... op de ommeftaande zyde gemelde Kind .... ter onderwyzing, . » aangenomen. Gedaan te Amflerdam den N. N. Eerfte Meester In het Stads Armen School, N01 ftaande . . . . " Op vertooning en overgave van welk Bil • Jet, het Kind of de Kinderen, in \ zelve fjenoemd, door den Leermeester zal of zulen moeten worden aangenomen; die daarvan be.  XXXII. Boek. Geschiedenissen. 109 behoorlyke aantekening zal moeten houden, en vervolgens (bet Declaratoir, op de buitenzyde van hetzelve, behoorlyk ingevuld , en met zyn' naam ondertekend zynde, ) dit Billet aan • de Commisfie van Beftuur overleveren. — Zie voorts Art 7. Afd. 7. 3. Ter voorkoming van alle verwarringen $ en ter bevordering van een geregeld onderwys, zal de aanneeming in de Schooien twee* maaien in het jaar, en wel na het Examen, ïn de maanden April en Oétober, (zie Art. 8, Afd. 5 ) gefchieden, zonder dat tusfchentyds, dan om gewigtige redenen, ter beoordeeling van de Commisfie van Beftuur, eenige aanneeming plaats zal hebben. —— De aanneeming tot het Avondfchool zal gefchieden, veertien dagen voor dat hetzelve eenen aanvang zal neemen. (Zie Art. 1. Afd. 3. ) 4. De jaaren der Leerlingen zyn bepaald van 6 tot 14; buiten welken geenen zullen toègelaaten worden, of aldaar langer vertoeven, dan alleen in buitengewoone gevallen, ter beoordeeling van de Commisfie van Beftuur, als ook de zodanigen, die eenig Ambagt of Handwerk leeren welken ingelyks, na bekomen toeftemming der genoemde Commisfie, tot het Avondfchool de toegang openftaat. De Ouders zullen verpligt zyn, zich naar de hier onderftaande Articulen te gedraagen. 5. De Ouders der Leerlingen, welken op de Stads-Schooien toègelaaten zyn, zullen zqr* 1797-  iio AMSTERDAMS lil. Deel, zorge draagen, dat hunne Kinderen ftiptelyk, op de bepaalde uuren, en, zonder verzuim , ter Schoole komen, en byaldien zy hierin door ziekte of andere gewigtige beletfelen verhinderd wierded, zullen zy hiervan, zo fpoedig moóglyk, den Leermeester kennis geeven, welke, zo veel hem doenlyk zal zyn, onderzoek zal laaten doen naar de waarheid hier van; deswegen aanteekening houdende, zo als by Art. 4 van de 3de Afd. js bepaald. 6. Orde en reinheid twee zeer voornaame vereischten in een School zynde, zullen de Ouders verpligt zyn, hunne Kinderen aantemaanen, zig ftil, gehoorzaam en flipte*lyk naar de bevelen hunner Leermeesters te gedraagen, en voorts te zorgen, dat hunne Kinderen rein, en zuiver van ongedierte, ter Schoole komen; wordende den Leermeesteren gelast, de zodanigen, welken haveloos, onzuiver, of met ongedierte, ter Schoole komen, terftond naar huis te zenden, om zig te doen reinigen. 7. De Ouders der Leerlingen zullen zich zorgvuldig hebben te wachten, den Leermeester of de Leermeesters lastig te ▼allen met het inbrengen van klagten over eenig ongelyk, hetwelk zy zouden vermeenen hunnen kinderen aangedaan te zyn,' veel minder hen, op eenige onaangenaame wyze, hoegenaamd, te beledigen; ftaande het aan hen vry, om, byaldien zy mogtei oordeelen verongelykt te zyn, zich hier o* ver by de Commisfie van Beftuur te ver- voc-  XXXII. Boek. Geschiedenissen, ui voegen, en aldaar, op eene befcheiiene wyze, hunne klagten inrebrengen. S. De Ouders zullen niet vermoogen , hunne kinderen het School te doen verlaaten , dan na voorafgaand behoorlyk verzoek aan, en toeftemming van de Commisfie van Beftuur; welke met de hierin nalatig blyvenden zal handelen, zo als by het laatfte gedeelte van het volgend Artikel wordt bepaald, en, voor zo verre de Ouders niet gealimenteerd zyn, of geenen onderftand genieten, dezelven voor zich ontbieden, en hen hier over berispen en vermaanen, zo als zy zal vermeenen te be« hooren. 9. Byaldien het mogt gebeuren, dat de Ouderen nalaatig bleeven, in het betracht ten van het in de drie voorige Artikelen bepaalde , zal de Leermeester gehouden zyn, om hier van aan de Commisfie van Beftuur kennis te geeven,welke als dan, naar bevind van zaaken, zal handelen, en zodanige Kinderen hec School ontzeggen; en voor zo verre de Ouders, het zy door een der Huiszittenhuizen of door eenige Gemeente gealimenteerd raogten zyn, of eenigen onderftand genieten, zich vervoegen by de geenen, die het Beftuur over genoemde alimentatien hebben, ten einde by deezen te verzoeken, de alimentatie of bédeeling intetrekken, tot dat blyke, dat de Ouders zich naar bovengemelde Artikelen gedraagen. 10. Indien eenige Ouderen, gealimen¬ teerd  iia AMSTERDAMS III. Deei& 1797- TWEE' teerd zynde, of eenigen onderftand genietende , nalaatig of weigerachtig mogten zyn, hunne Kinderen, niet gaande op een Ambacht of Handwerk, noch werkende op het Zydewindbuis, ter Schoole fe laaten gaan, zo zal de Commisfie van Beftuur, na ingenomen bericht, met die Ouders handelen, zo als in het laatfte gedeelte van hec voorgaand Artikel is vastgefteld. li. Om echter den pryzenswaardigen yver en de zorg dier Ouderen te beloonen, welken in het, by Artikel 5, 6 en 7, bepaalde, het meeste uitmunten, en hunne Kin* deren naarftig en zindelyk ter School zenden, zal jaarlyks, van wegen de Commisfie van Beftuur, een loflyk getuigfchrift worden ge.» geeven aan de Ouders, en bovendien eene of andere belooning ( niet in geld ) aan derzelver Kinderen: ten welken einde de Leermeester in ieder School naauwkeurige aantekening zal houden, of doen houden , van de zodanigen, welken zig loflyk gekweten hebben, zo wel als van die, welken hierin nalaatig zyn gebleven. ( Zie Art. 4. van de derde Afdeeling, en Art. 3 en 4 van de zesde Afdeeling.) ia. Aan de Ouderen der Kinderen, welken op deeze Schooien toègelaaten zyn, zal een gedrukt uictrekfel uit deeze Schoolorde, (beftaande in deeze geheele Afdeeling, voor zo ver hen dezelve aangaat) worden ter hand gefteld, ten einde zich naar den Inhoud derzelve te kunnen gedraagen.  XXXII.Boek.Geschiedenissen. 1*3 TWEEDE AFDEELING. Van het Onderwys en de verdeeling der Leerlingen. f. Het onderwys, 'c welk op de StadsScboolen zal worden gegeeven, zal beftaan: in Leezen, Schryven, Rekenen; de nood* zaaklykjie regelen der Nederduitfche Taal; de algemeene begrippen van den Christelyken Godsdienst en de Zedekunde; den voornaamften inhoud van de Gefchiedenis, en, zo dra moge lyk, van de Staatsgefleldheid van dit Land, en andere algemeene nuttige kundigheden. Terwyl de Meisjens nog daarenboven, in het Breien, of eenig ander nuttig Handwerk, zullen onderwezen worden. 2. Om dit Onderwys op eenen geregelden voet, en met het meeste nut, interichten, zullen de Leerlingen zodanig van elkander gefcheiden zyn, dat de Jongens, in het eene, en de Meisjens, in herander gedeelte van het School vertrek, by eikanderen geplaatst worden; immers, indien dit eenigzins kan gefchieden. 3. De Jongens en de Meisjens zullen afzonderlyk, en, zo veel de ruimte zulks eenigzins toelaat, in drie Klasfen, en ieder Klasfe in Tafels of Banken, onderfcheiden, of geplaatst worden; doch indien de ruimte zodanig eene verdeeling volflrekt niet toelaat, zal de Leermeester, op de best mogelyke wyze, hierin voorzien; met in het ooghou- XXIIL Stuk. H ding  ii4 AMSTERDAMS III. Deel; mi- D E R. ding van het in Artikel 5 van deeze Afdeeling bepaalde. 4. Tot de eerfte of laagfte Klasfe zullen behooren de eerstbeginnenden, tot dat zy vaardig Spellen en een weinig beginnen te Leezen. Deeze Klasfe zal verdeeld zyn in drie Banken, als: 1. de A. B. Bank; 2. de eerfte -; 3. de tweede Spel - Bank. De tweede Klasfe zal bevatten, de geepen, die Onderwys genieten in het Leezen? Schryven en de beginzelen der Rekenkunde , en die van den Godsdienst. Deeze Klasfe zal verdeeld zyn in twee Tafels; als: 1. de Lees - en Schryf-, 2. de Lees-, Schryf en Reken - Tafel. Tot de derde Klasfe zullen behooren de meest^evorderden, en die onderwezen worden in het kunstmaatig Leezen; eenige algemeene regelen van Taalkunde; het Schryven, en verder in de Rekenkunde; den Chrtstelyken Godsdienst en de Zedekunde; den voornaamen inhoud van de Gefchiedenis en Staatsgefleldbeid van dit Land, en andere algemeen nuttige kundigheden. 5. Boven en behalven het Onderwys, hetwelk de Leerlingen, elk in hunne Klasfen, in het gewoone Schoolverttek zullen genieten, in die Schooien, welken, om het groot aantal der .Leerlingen, 2 of 3 Meesters ver« eifchen, zullen dezelven by beurten, in een afgezonderd Vertrek, onderwezen worden, en wel op de wyze, hierna nader bepaald.  XXXII. Boek. Geschiedenissn. 115 DERDE AFDEELING. Fan den tyd, tot bet Onderwys bepaald, deszelfs verdeeling en de algemeene werkzaamheden. Alle dagen der week, uitgezonderd des Saturdags nademiddags, zal de Schoolcyd bepaald zyn, des Zomers, voormiddags, van 8 tot \\\ uuren, en des namiddags van a tot 5 uuren, des Winters, van 8| tot ii§ uuren: en des namiddags van t\ tot 4 uuren. Voorts zal des Winters, van den iften O&ober tot den iften April, van 6 tot 8 uuren, Avondfchool worden gehouden. - a. Behalven de Zon - en Feestdagen, zal 'er tweemaalen in het jaar, te weeten, telkens na het eindigen van het Examen, eene Vacantie van agt dagen plaats hebben, ge» lyk ook eene, geduurende de drie eerfte dagen van de Kermisweek. Voorts zal de Schoolleeraar niet vermogen eenige Vacantie te geeven, ten zy met uitdrukkelyke toeftemming van de Commisfie van Beftuur. 3. Des Zomers een kwartier uur na, doch des Winters precies met hec in Art. 1. bepaalde uur van aanvang der werkzaamheden , zullen dezelven met een kort, doch zaaklyk en verftaanbaar Gebed, ten dien ein_de door Curatores ontworpen, eenen aanvang neemen; gelyk dan ook de werkzaamheden, telkens met een dergelyk Gebed, zullen eindigen. Deeze Gebeden zullen, H z door -797*  ii6 AMSTERDAMS IIL Dbbu 1797' aig onderwys worden betreed. Omtrent de rfte Klasfe 9 zal de Leermees-*; ter zorgen, dat die van den aften Bank, ge%\ duu-j door eenen der meestgevorderde Leerlingen, worden voorgeleezen. ( Zie deeze i Gebeden Bylaage Lett. A.) " 4, Terftond na het eindigen van het Gebed, by den aanvang van ieder Schooltyd, zal de Eerfte Meester aantekenen, of doen i aantekenen, de Leerlingen, welke te kat 1 komen, of geheel weg blyven, en zulks, zo ! als nader by Art. 2. Afdeeling 6. is be- 1 paald. 1 5. Het eerfte uur van ieder Schooltyd , zal worden hefteed tot het onderwys in hec Schryven van de 2de en 3de Klasfe. Da I twee overige uuren des voormiddags zullen i worden befteed tot het onderwys in her 1 Leezen van de voornoemde Klasfe. Des Maandags en Dingsdags, des namid- 1 dags, zullen de Leerlingen van die Klasfe, | welken niet in het afzonderlyk onderwys j zyn, ( zie Art. 11. en volgende deezer Afdeeling, ) geduurende de twee overige uuren, in de Rekenkunde geoeffend worden. Des Donderdags en Vrydags, namiddags , zal het 2de uur van ieder Schooltyd, by 1 afwisfeling, tot Leesoefeningen worden be-i fteed; de 3de Klasfe den eenen, en de 2de: Klasfe den anderen dag; terwyl die Klasfe,j wier beurt van Leesoefening het niet is;f geduurende dit uur, in de Rekenkunde zal geoefend worden. Het 3de uur zal geheel tot het Rekenkun*j\  XXXIL Boek. Geschiedenissen. 117 duurende ieder uur van eiken Schooltyd, geoeffend worden, en wel zo als by Art. 5. der vierde Afdeeling is bepaald ; terwyl hy met die van den 2den en 3den Bank, ingevolge Art. 6 en 7 van die zelfde Afdeeling, zal te werk gaan, hieromtrent handelende, zo als hy het gevo?gIykfte, en ten meesten nutte der Leerlingen, zal vermeenen te behooren. 6. Des Dingsdags en Vrydags voormiddags, het laatfie uur van ieder Schooltyd, yullen de Leerlingen van de 3de Klasfe onderwys genieten in de Taalkunde, en ten dien einde eene les van buiten opzeg« gen, uit een daartoe gefchikt Werkjen; over welke les, in het overige gedeelte van dit uur, zal gehandeld, en zy mondelings geoefend worden in hec buigen der Naamwoorden en het tydvoegen der Werkwoorden. 7. Des Maandags of Donderdags voor» middags, het laatlte uur van iederen School» tyd,zullen de Leerlingen van den sden Bank van de eerfte, en die van de geheele tweede Klasfe, geoefend worden in het Spellen uit het hoofd, en de verdeeling der ivoor den in lettergreepen, met zorgvuldige inachtneeming van eene gelyke, zuivere Spelling. 8. Des Woensdags voormiddags, het 2de en 3de uur, zal de eerfte Leermeester zich, met de Leerlingen van de 3de en ifte Tafel van de 2de Klasfe, in het afgezonderd Vertrek begeeven, en hen aldaar ona derwyzen in. den voornaamften inhoud van H3 de 1797.  ii8 AMSTERDAMS III, Deel. de Gefchiedenisfen en der Staatsgejleldheïi van die Land, en in andere algemeene en nuttige kundigheden, in de beginlèlen der Aard. rykskunde, byzonder die van die Gemeenebest. 9. De twee eerfte uuren van den Schooltyd van Woensdag namiddag, en Saturdag voormiddag, zullen tot het algemeen Christelyk en Zedekundig Onderwys worden hefteed; waarna de Leerlingen van de eerfte Klasfe het School zullen verlaaten, terwyl die van de 2de Klasfe, die reeds vaardig Leezen, en de geheele 3de Klasfe, onderwys in de Zangkunst zullen genieten. Kinderen, echter, van Ouders, welken niet begeerig zyn, dat hunne Kinderen in de Zangkunst onderwezen worden, zullen insgeiyks, op gemeld uur, het School mogen verlaaten. 10. Tot het onderwys op het Avondfchool alleen Leerlingen toègelaaten wordende, welken door de Commisfie van Beftuur daartoe gefchikc zullen worden geoordeeld, midsgaders in het byzonder de zodanigen, welken reeds een Ambacht of Handwerk leeren, (zie ïfte Afd, Art. 4. ) zullen die leerlingen, op de best mogelyke wyze, verder onderwezen worden in het nog ontbreekende. Zodanige Jongelingen, echter, in dewelken een goede aanleg en geneigdheid befpeurd wordt, om zich tot den post van Onderwyzer bekwaam te maaken, zullen, insgelyks, met voorkennis van de Commisfie van Beftuur, in het Avondfchool toègelaaten, en aan de oplet- tend»  XXXII. Boek. Gesghiedenissen. 119 ceridheid en zorge des Leermeesters aanbevolen worden. 11. By Art. 5 van de 2de Afd. bepaald zynde, dat in de Schooien, in welken 2 of 3 Meesters vereischt worden, de Leerlingen by beurten, in een afgezonderd Vertrek, zullen onderwezen worden, zal de verdeelirg hiervan, op de volgende wyze, plaats hebben. 12. Men zal, des Maandags, den geheelen dag, de Leerlingen van de 3de Klasfe, indien hun getal en de ruimte van het Vertrek zulks toelaaten, (anderzins des voormiddags de eene, en des namiddags de andere helft) onderwyzen, Des Dingsdags die van de 2de Klasfe, onder de zelfde bepaalingen, als des Maandags voor de ille Klasfe. Des Donderdags voormiddags, de Leerlingen van den 2den Bank der lfte, en des namiddags, die van den 3 den Bank van die zelfde Klasfe. Des Vrydags namiddags, de ïfte Bank van de ifte Klasfe. 13. De 3de Klasfe zal door den eerftaS Leermeester, de 2de Klasfe en de 3de Bank der ifte Klasfe door den eerften Ondermeester, en de ?de en ifte Bank van de ïfte Klasfe, door den tweeden Ondermeester onderwezen worden. 14. By dit afzonderlyk onderwys zullen de leer-uuren zodanig verdeeld zyn, dat vpor de 3de en 2de Klasfe, het ïfte uur H 4 tot 179?.  i2o AMSTERDAMS III. Deel; K97- toe Schryven; hec ade toe Leezen, en het 3de toe Rekenen, hefteed worde. 15 De Leerlingen, welke fchryven, zullen , voor dit afzonderlyk onderwys, een byzonder Schryfboek hebben, hetwelk zorgvuldig en zindelyk bewaard, zo by de Schoolvificadën, als wel byzonder by het houden van Examina, zal worden vertoond , om alzo over de vorderingen te kunnen oordeelen; ten welken einde, by ieder fchrifc, de datum zal moeten gefteld worden» wanneer hetzelve gefchreeven is. VIERDE AFDEELING. Van de Leerwyze, 1. Alle de Leerlingen van iedere Tafel of Bank, in de onderfcheidene Klasfen, zullen hetzellde Boek, en voor ieder Schooltyd dezelfde Lesfen nebben: zodanig dat hy, die een of meer Schooltyden verzuimc, ook de Lesfen, welken geduurende dien tyd afgehandeld zyn, zal moeten overflaan. 2. In ieder School vertrek, alsmede in het afgezonderd Vertrek, zullen op eene vrije plaats, en, zoveel mooglyk, in het gezicht der Leerlingen, zwart gefcbilderde Borden worden opgehangen: te weeten, twee tot het leezen der Letteren, twee voor het Schryven en twee voor het Rekenen gefchikt, om van dezelven het vereischte gebruik te maaken. * - 3. De Leermeesters zullen hunne leer- wyzïj  XXXII.Boek. Geschiedenissen. 121 wyze moeten inrichten op den voet, zo als dezelve in de onderftaande Werken, door de Maatfchappy tot Nut van 't Algemeen zyn uitgegeeven, en van welken aan elk der Leermeesteren een Exemplaar, tot hun eigen gebruik, en tot eene handleiding, zal worden ter hand gefteld; te weeten: 1. Verhandeling over bet Onderwys in het Spellen, Leezen en Schryven. 2. De Prysverbandelingen over de gebreken in de Burger Schooien. 3. De Verhandelingen over de beste wy. ze,»om de Jeugd reeds in de Schooien tot gezellige deugden opteleiden. 4. Ten dien einde zullen de Leermeesters, hoofdzaaklyk, hebben na te komen de volgende fchecs van eene leerwyze, zo als de*: zelve in de Werkjens, in voorgaande Art. genoemd, doch met eenige veranderingen, breeder omfchreeven zyn. 5. Voor hel onderwys in de Letters aan die van den ïften Bank in de ïfte Klasfe, zal de Leermeester, ieder Schooltyd, 3 h 4 Letters van het A, B, C, op het Leerbord met Kryt tekenen, dezelven den Leerlingen duideïyk noemen , met aanwyzing van de voornaamfte kenmerken, en, na dit eenige reizen herhaald te hebben, hen aanbeveelen, deeze Letters in hun A B Boek op te zoeken , onder zodanige aanmoedigingen , als hy het gefchiktsc zal oordeelen, om den leerlust aan te wakkeren. — Terwyl de Leerlingen hier mede bezig zyn, gaat de Leermeester tot andere bezigheden over. H 5 Ge* »7p7.  12* AMSTERDAMS III. Deeï,. *797- Geduurende den Schooltyd vervoegt hy zich echter ( zo als in Art. 5 van de 3de Afd. gezegd is) by die Leerlingen. herhaalt het bovenftaande, tot zo lang zy allen die letters vaardig in hun Boek aantoonen kunnen, met by voeging van de voornaamfte kenmerken. Op den voleenden dag wordt de les van den voorigen hernaald, met byvoeging van nog een of twee nieuwe letteren, tot dat de Leerlingen alle de letters van hec A B vaardig kennen. Hierby dient, echter, in acht genomen te worden, dat de Leermeester ook tevens zyne aandacht vestige op zodanige middelen, waar door hy den grondflag kan leggen , gefchikt om het fdmenftellen der letteren tot Lettergreepen gemaklyk te tnaaken- Om hierin wel te flaagen, zal hy zorgvuldig vermyden, de letters op den gewoonlyken langen en fleependen dreun uittefpreeken, maar, in tegendeel, hen gewennen, dezelven met eenen doffen klank te doen noemen, als: be. ce, de, fe, ge, be, me, ke, enz. ; terwyl hy naderhand hen zal leeren om de ch en de fcb als eenen enkelen medeklinker uit te fpreeken, als che en fehe. De Leerlingen, op deeze wyze, alle de letteren geleerd hebbende, en dezelve vaar» dig kunnende noemen, zal de Leermeester voortgaan, mee hun de klanken der lamengeftelde klinkers te leeren uitfpreeken, als au, ei, eut oe, ui, en ver volgends, de drie-  XXXII. Boekgeschiedenissen. 1*3 drieklanken, als aai, aau, eeu, ooi, oei', hen in dit laatfte oefenende, door by voeging van een of ander der medeklinkers, waartoe het Bord, hier boven genoemd, moet worden gebezigd, 6. De Leerlingen, op de wyze in hec voorgaand Art. omfchreven, aldus onderwezen zynde,zullen geplaatst worden op den 2den Bank, om verder in het Spellen on>j derwys te genieten. De Leerwyze voor de Leerlingen van deezen Bank zal zodanig zyn, dat de Leermeester de woorden van ééne lettergreep , welke hunne les uitmaaken, op het Bord voorfchryft; en, na opnoeming der letteren, waaruit een woord is te famen gefield, hec woord zejve, op eenen duidelyken en verftaanbaaren toon, uitfpreekr, en door een der Leerlingen laat nazeggen; hen vervolgends aanbeveelende, de voorgezegde Woorden in hun Boek te beftudeeren, —— Deeze oeffening zal zo lang aanhouden, tot dat de Leerlingen de woorden van hunne les vaardig Spellen, en vervolgends, zonder voorafgaande noeming, kunnen uicfpreeken; waarna zy , op de zelfde wyze, zullen geoefend worden in het Spellen en famenflellen der woorden van 2 en 3 lettergreepen. 7, De Leerlingen, by het voorgaand Art. omfchreven, in het Spellen en vaardig uicfpreeken van woorden van 2 en 3 lettergreepen onderwezen, zullen na bevorderd worden tot den sden Bank, om daar geoefend te worden in het Spellen der woorden van ver- fchei-  r*4 AMSTERDAMS III, Deel' 1797* fcheiden lertergreeperi ; op dusdanig eene wyze, dat zy allen, in hetzelfde Boek, de zelfde les beftudeerd hebbende, de Leermeester zich by hun vervoegt, en hen beurtelings eenige woorden uit de opgegeeven les laat Spellen, en naderhand uitfpreeken , zonder voorafgaande noeming der letteren; op deeze wyze de les eenige maaien doende herhaalen, tot dat alle de Leerlingen eene beurt gehad hebben; in het oog houdende, dat hy geene geregelde orde in de beurtvolging volge, ten einde hunne geduurige oplettendheid gaande te houden. By deeze manier van onder wy zen dient byzonder gelet te worden, dat men tot geene volgende les overga, voor dat de Leerlingen de voorgaande vaardig kennen. 8. De Leerlingen, in het Spellen onderwezen, en tot het Leezen toebereid, zullen, na een voorafgaand Examen, tot de 2de Klasfe worden bevorderd, om in het. Leezen, Schryven, en de eerfte beginfelen der Rekenkunde onderwys te genieten, en wel op deeze wyze: De Leerlingen van de eerfte Tafel zullen , dageiyks, hunne lesfen vooraf Spellen, en vervolgends Leezen; terwyl die van de tweede Tafel flegts- éénmaal in de week zullen Spellen en de overigen leezen. Ten dien einde zal de Leermeester vier Leerlingen ten gelyken tyde by zich doen komen, en hunne Lesfen overhooren; zorge draagende, dat zy de Lesfen vooraf wel be- ftu  XXXII. Boek. Geschiedenissen. 125 ftudeerd hebben, en dat de geenen, die niet overluid Spellen of Leezen, de geenen, die zulks doen, oplettend navolgen. Deeze wyze van oefening in het Leezen zal, insgelyks, by de 3de Klasfe plaats hebben. 9. Het onderwys in het Schryven zal op de volgende wyze gegeeven worden: Na dat de Leerlingen zo verre zullen gevorderd zyn, dat zy de behandeling van de pen gewoon zyn, en eene vaste trek hebben leeren maaken, ( hetwelk byzonder aan de oplettendheid van den Leermeester blyfc aanbevolen ), zal de Leermeester, voor de eerstbeginnenden, op hec Schryfbord één of twee letters voorfchtyven, hen aantoonende, op welk eene wyze een letter behoort gemaakt te worden, en wel«i ke de verhouding van zodanig een letter Is. Dit eenige maaien duidelyk herhaald hebbende, zal hy de Leerlingen doen beginnen te fchryven, en als dan, zo by deeze, als by de overige Leerlingen der ade Klasfe, en die der 3de, die naar goede gefchrevene of gedrukte voorfchriften fchryven, rondgaan, om de noodige onderrichting te geeven. Op de zelfde wyze zal hy op het Bord woorden voorfchryven. Alle de Voorfchriften zullen zodanig ingericht zyn, dat zy, behalven eene zuivere taal eri fpelling, nuttige en aangenaame onderwerpen bevatten. 10. Het onderwys in het Rekenen zal op de volgende wyze gefchieden: 1797.  W7> latf AMSTERDAMS III. Deei£ De Leermeester, na alvoorens de Leerlingen geoefend te hebben in het maaken vangoede Cyferletteren, en hen de Tafel van Multiplicatie hebbende doen van buiten leeren ^ zal op het Rekenbord eene of twee fommen uit de Additie, Subtractie, Multiplicatie of Divifte opfchryven, waarna de Leerlingen dezelve op hunne Leien zullen overfchryven en uitwerken; by de Additie voornaamlyk in acht neemende, dac niemand tot eene volgende fom overga, voor dat hy de voorige vlug hebbe leeren optellen. De vier eerfte Soorten dus afgehandeld zynde, en de Leerlingen in dezelven met vaardigheid kunnende werken, zal de oefening in de famengeftelde additie, fubftractie, enz. op de zelfde wyze gefchieden ; waarna den Leerlingen, tot de 3de Klasfe overgaande, een Rekenboek zal worden ter hand gefteld. 11. Het algemeen Cbristelyk en Zedekundig onderwys betreffende; behalven dat de Leermeester, by alle gefchikte gelegenheden, zynen Leerlingen zal trachten in te boezemen, liefde voor het Opperweezen5 hen de goedheid, magt en wysheid van dat Wezen inprentende, en hieruit de pligten van dankbaarheid jegens God, en liefde ton hunnen evenmensen afleidende, zullen de Leerlingen des Woensdags namidag over de Bybelfcbe Cefchiedenisfen, en des Saturdags voormiddag, over den Godsdienst en óeZedehunde, uit gepaste Leerboeken, Lesfen van hui-  XXXI!. Boek» Geschiedenissen. \%j buiten opzeggen; waarna de Leermeester over den inhoud daarvan met de Leerlingen zal handelen , en onderzoeken , of zy den zin en de betekenis van hetgeen door hen geleerd is, wel bevatten. Ten welken einde hy zich , voornaamelyk, zal toeieggen, om hen vraagen , over hetzelfde onderwerp, onder andere bewoordingen, voorteftellen, en dezelven te laaten beantwoorden, om hen dus, hetgeen zy opgezegd hebben, ten duidelykften te doen begrypen; zullende hy zich altoos, en, in alle gevallen , alleen moeten bepaalen tot de les van dien dag, of wel om de voorige lesfen te herhaalen, en over geene andere floffe mogen uitweiden; voorts zorgvuldig vermyden, dat in dit onderwys niets leerftelligs, het een of ander Kerkgenootfchap betreffende, verhandeld worde; veel min dat aan iemand, van welk Kerkgenootfchap hy zyn moge, eenige aanftoot of er-, gernis zoude worden gegeeven; wordende aan de Kinderen der Jo&den vryheid gelaaten, des Woensdags namiddag niet ter Schole te komen. 12. Het zal aan den Eerften Leermeester vryftaan, om, met in het oog houdingen, zo veel mogelyk, nakoming, van het geen by de voorgemelde Artikelen in deeze Afdeeling bepaald is, zodanige fchikkingen, betreklyk de Meisjens, te maaken, waardoor zy des namiddags bèhoorlyk in het JBreiërt kunnen onderwezen worden. 13. Voor hen, die volgens Art. 8, 9 eii 10 der derde Afdeeling» afzonderlyk onder-, wezen  iaS AMSTERDAMS HL Dee£ Ï797- wezen worden, zal de Leermeester de Leerwyze, in deeze Afdeeling voorgefchreeven, moeten volgen; zodanig, echter, dat hy in het leezen de Leerlingen niet by zich aan zyne zitplaats zal doen komen, maar zich vervoegen by de Tafel, aan welke zy gezeten zyn; hun één voor één overluid doen leezen, en vervolgends met hen over het voorgeleezene redekavelen; ten welken einde hy hen zodanige vraagen zal doen, waarvan de antwoorden in het voorgeleezene vervar. zyn. In het Schryven zal hy die van de 3de Klasfe doen oefenen in het fchryven van Rekeningen en andere nuttige opftellen. In de Rekenkunde zal de Leermeester den Leerlingen de voornaamfte regelen verklaaren, ten einde hun te leeren een voorftel met verftand en oordeel te behandelen. De Leermeester zal, voorts, in dit afzonderlyk onderwys, die Leerlingen, welke hy hiertoe gefchikt oordeelt, in het fnyden van Pennen onderrichten. vyfde afdeeling; Van de Schoolboeken» Tot het hiervooren omfchreven onderwys zullen gebezigd worden de volgende Leerboeken : Voor den iften Bank van de ïfte Klasfe, de twee dubbele bladen van het Spel - en Leet'  XXXII. Boek. Geschiedenissen. 129 Leesboekjen voor eerstbeginnenden, uitgegeeven door de Maatfchappy: Tot nut van 'c Algemeen. , Voor den 2den Bank, bet overige van het zo evengenoemde Spel - en Leesboekjen voor eerstbeginnenden. Voor den 3den Bank, de Gelderfche Trap der Jeugd, tot bladz. 71, en het nieuw vermaaklyk Nederduitsch Spel - en Leesboek, door j. van bemmelen. Voor de eerfte Tafel van de 2de Klasfe, de Trap der Jeugd, en het Scboolboekjen van Nederlandfche Deugden, beiden uitgegeeven door de Maatfchappy: Tot nut van 'c Algemeen. Voor de tweede Tafel, de Gefchiedenis van Jofeph, in 2 Stukjens, ieder byzonder te gebruiken;. — de Levensfchetfen van Vaderlandfcbe Mannen en Vrouwen, beiden uitgegeeven door de Maatfchappy: Tot nut van 'c Algemeen. . Voor de 3de Klasfe, de Vaderlandfche Historie, zo ras die door de Maatfchappy, Tot nut van 't Algemeen, zal uitgegeeven worden, — en de Verhandeling over Gods beflaan, insgelyks uitgegeeven door de Maatfchappy : Tot nut van 't Algemeen. De Leerlingen van de 2de Tafel der 2de Klasfe, en die van de 3de Klasfe, zullen voorts éénmaal ter weeke eene Les van buiten leeren uit een Werkjen, beftaande in eene verzameling van de meest gebruikelyke Basterdwoorden, ten einde hen aan het verftaan dier woorden te gewennen. ^XlII. Stuk. I Voor 1797-  l3o AMSTERDAMS ÏII. Deel i?97> Voor het afzonder yk onderwys zullen voor de 3de Klasfe, en de 2de Afdeeling der sde, gebezigd worden, de Leeslesjens, behoorende by de Verhandeling over het kunst' inaatig Leezen, uitgegeeven door meergemelde Maatfchappy, terwyl de Verhandeling zelve den Leermeester tot leiddraad kan verftrekken. —- Die der overige Klasfen zul* len in hunne gewoone Leesboeken leezen, van vooren af beginnende, zonder dat zulks den loop hunner dagelykfche Leeslesfen hindere. Voor het Rekenen, tot zo lang niet beter» het licht ziet, het ïfte en 2de Deel van a. van lintz. Voorde Taalkunde, nog vooreerst: School' oefeningen of Handleiding tot de Nederduitfche Taalkunde, in het Spellen, Leezen en Schryven , te Haarlem, by j. J. BEtTS. Voor het onderwys in de Bybelfcbe Gefchie» denis en den Godsdienst, de Bybelfche Historie vraagen van a. van den beug, en voor den Godsdienst en Zedekunde: Godsdien(lig onderwys voor Jonge Kinderen, by J. yntema. Tot het onderwys in de Aardrykskunde 'zullen gebezigd worden: eene algemeene Waereldkaart, die van Europa, en die van dit Gemeenebest', terwyl aan den Leer- ' meester een gefchikt Leerboekjen , tot zyn eigen gebruik, zal worden ter hand ger I Held. Tot oefening in de Zangkunst zullen, be-  XXXII. Boek.Geschiedenissen. 131 behalven het onderwys in de algemeene gronden, de leerlingen onderwezen worden in het Zingen van Geestelyke Liederen, nader optegeeven; doch zullen hiertoe, by voorraad, en alleen, mogen gebezigd worden de navolgende Pfalmen, als: Ffalm l9 i$l *9> 23, 34, 42, 90, 9I, 93■ IOO 103, 104, ui, na, 119, i45. In den inhoud der hier vddr opgegeevene Leerboeken zullen, echter, zodanige veranderingen en verbeteringen worden gemaakt, als Curatores zullen noodig oordeelen. ZESDE AFDEELING. Van de Belooningen en Straffen. i. Ten einde eenen loflyken nayver onder de Leerlingen te verwekken , en hen hier door tot het betrachten van hunne pligten op te wekken en aanremoedigen, zullen zy, die door hun goed gedrag en vorderingen, boven anderen, uitmunten, eene billyke be. looning genieten; terwyl zy, die zich aan wangedrag of luiheid fchuldig maaken, door alle gepaste middelen, tot hunnen pligt zullen gebragt worden; en, zo onverhoopt alle poogingen vrugtloos mogten zyn, zal hen, als onwaardige Leerlingen, na gedaan onderzoek, door de Commisfie van Beftuur, het School ontzegd worden. 0 fl. Om hierin geregeld, en met alle roo- '* g 1797-  * i5o AMSTERDAMS III. Deel. 1797- Bylaag Lt. 13. SCHOOL-WETTEN VOOR DE NEDERDUITSCHE STADS ARMENSCHOOLEN, 'BINNEN AMSTERDAM. Curatores der Nederduitfche Schooien binnen Amfterdam, in aanmerking neemen-» de, dat hec aan ieder braaf Leexiing, vveike op die School onderwys geniec, aangenaam moet zyn ce weeten, hoedanig hy zich .te gedraagen, en welke pligten hy, als een goed Leerling, te vervullen hebbe, om de liefde zyner Leermeesteren te verdienen, zyn eigen geluk te bevorderen, en zich, met den tyd, den eernaam van goed Burger, van nuttig Lid der Maatfchappy, waar*; dig te maaken: hebben, met overleg van de Commisfie van Beftuur over de Nederduitfche Stads Armen Schooien, de onderftaande. School - Wetten vasrgefteld, welke wetten zy eiken Leerling aanbeveelen en aanmaanen, ftiptelyk en getrouwelyk na te komen: kunnende ieder Leerling verzekerd zyn, dat zyne getrouwe nakoming niet onbeloond zal' blyven; doch dat integendeel hy, welke zich aan moedwillige nalaatigheid deezer wetten fchuldig maakt, naar verdiensten geftrafc, ja, dat hem, als een onwaardig Leerling, het  XXXII. Boek. Geschiedenissen. 151 het onderwys in de Stads Armen - Schooien ontzegd zal worden. 1. Elk Leerling zal gehouden zyn, zyne Meesters alle blyken van achting te bewyzen, en hunne bevelen ftiptelyk, en zonder eenige tegenkantingen, te gehoorzaamen. a. Ieder Leerling zal zorg draagen, dat ty behoorlyk gewasfchen en gereinigd, en, zo zindeiyk moogelyk, ter Schoole kome. 3. De Leerlingen zullen, naar het School gaande, of daar uit komende, zich op ftraat niet mogen ophouden met fpeelen, veel minder eenig woest gefchreeuw of andere ongeregeldheden bedry ven; maar zich akyd ordentelyk, en jegens een ieder vriendlyk en beleefd moeten gedraagen. 4. De gezamenlyke Leerlingen zullen elkander alle liefde, infchiklykheid en dienstvaardigheid bewyzen, en derhal ven alle krakeelen, fcbelden of flaan, zorgvuldig vermyden, gedenkende de gouden fpreuken: Doe aan een ander al het geene gy wenscht 1 van hem te ontfangen. Doe nimmer aan een' ander, het geen gy niet wildst dat men aan u deed. 5. Boven al zal een ieder, zo in als buiten 't School, zich allerzorgvuldigst hebben ta onthouden, van het misbruiken van Gods naam, alle vloeken en onbetaamlyke uitdrukkingen; overweegende, dat het vloeken en zweer en eene der groot/te misdaadsn is, en K 4 dat «IA J757«  15* AMSTERDAMS III Deel. 1797' dat God niet ongeftraft zal laaten, die zynen naam misbruikt. 6. Ieder Leerling zal zorgen, om op den bepaalden tyd in het School te zyn, en zich nimmer aan het fchandelyk misdryf fchuldig te maaken, om, zonder voorkennis van zyne Ouderen, den Schooltyd te verzuimen. 7. Ieder Leerling zal, zo dra hy in 'c School gekomen is, zich terftond naar zyne plaats begeeven, en zich daar ftil en ordentelyk gedraagen ; zullende niemand van zyne plaats mogen gaan, dan om gewigtige redenen. 3. Geduurende den Schooltyd, zal elk Leerling met yver en vlyt, doch ftil, en zonder overluid te leeren, zyn werk verrichten; fteeds oplettend zynde op de Lesfen, welke hem door zyne Meesters gegeeven worden. 9. Onder het doen der gebeden, by den aanvang en het eindigen van den Schooltyd, zullen allen de Leerlingen opftaan, en zich eerbiedig gedraagen; gedenkende dat zy tot God hunnen Schepper en Weldoener fpretken. 10. De Leermeesters zullen deeze SchoolWetten ftiptelyk doen uitvoeren, en ten dien einde alle zodanige middelen in het werk ftellen, als zy, tot handhaving der goede orde, en tot bevordering van het welzyn hunner Leerlingen, zullen nodig oordeelen. Al-  XXXILBoek. Geschiedenissen. 153 Aldus vasrgefteld door Curatores voornoemd, den 16 February 1798. Bet vierde Jaar der Bataaffche Vryheid. t. hovius, Prajident. c. wertz, Secretaris. Veel is 'er gelegen, in eene Stad als de onze, aan een naauwkeurig toezigt op alles, 't geen tot de Scheepvaart eenige betrekking heeft, voor zo veel aangaat het bewind over het Bootsvolk, geduurende deszelfs vertoeven alhier, en hec weeren of voorkomen van ongeregeldheden van allerleien aart, aan welke het zig zou kunnen fchuldig maaken, Van zeer veel gewigts, derhalven, was hec , dat de Amptenaar, toe dac alles gelastigd. aan bepaalde voorfchriften werdc verbonden., noodig of dienstig om hem zynen post ten meesten oirbaar te doen waarneemen. Dis begreep de Raad, en deedt, daarom, eene Inftructie vervaardigen, rneer bepaald en uitvoeriger, dan die thans voorhanden was, naar welke hy, voortaan, zig zou hebben te gedraagen. De vastftelling daar van gefchiedde in de Maand November deezes jaars, en was dezelve van den volgenden inhoud. VRYHEID, GELYKHEID, BROEDERSCHAP. CONCE P T- INS TR UCTIE voor den fVaterfchout. De Waterfchout wordt aangefteld op een traétement van vyf honderd Guldens in het jaar, te betalen alle half jaaren de gerechte K 5 helft, 1797* Indructiel voor dea Waterfchout.  154 AMSTERDAMS UT. DeeÈ, mm C.l 1O0H helft, of twee honderd en vyfcig Guldens, ter Thefaurie ordinaris dezer Stad Amfterdam; en zal hy wyders de volgende Articu. len moeten in acht neemen en obferveeren. 1. De Waterfchout zal gehouden zyn, den Raad, het Committé van Koophandel en Zeevaart, den Procureur der Gemeente, en het Committé van Juftitie in der tyd, gehoorzaam te zyn, en met alle naarftig- en getrouwheid agtervolgen het geen hem fj betreffende zynen post) zal worden bevolen. 2. Zal hy, .langs den waterkant van het Y, allen moedwil, vechteryen, mestrekkingen en andere ongeregeldheden, welke aldaar, of daar omtrent, en wel byzonder op de Scheepen, mogten gepleegd worden ( zo veel mogelyk ) helpen weeren. 3. Hy zal, zo veel mogelyk, zorg draagen, dat de dieveryen van Zeilen, Touwen, Ankers, of andere Gereedfchappen en Koopmans - goederen, geweerd, en de dieven daarvan in apprehenfie genomen worden. 4. Ook zal hy verpligt zyn, alle andere dieven, huisbreekers, doodflagers, of andere delinquanten, welken hy, op heeter daad, mogt betrappen, mede in hegtenis te brengen, en van alle apprehenfien terftond kennis geeven aan den Procureur der Gemeente. 5. Hy zal verder gehouden zyn, zodanige apprehenfien en bekeuringen te doen, als aan den Waterfchout, by Keure dezer Stede., reeds zyn aanbevoolen, of die hem, by vervolg  'aXXIÏ. Boek. Geschiedenissen. 155 volg van tyd, het zy by Keuren , het zy by mondelinge order, zullen aanbevoolen worden, en gehouden zyn in het byzonder acht te geeven op het fcheepsvolk van vreemde Natiën, de deferteurs apprehendeeren, en in hand»n van de Justitie leveren. 6. En op dat aan de intentie van het geen voorfchreeven is, des te beter zal kunnen worden voldaan, zal hy, ten zynen kosten, fteeds een fchuitje moeten houden, om op het Y, ten dien einde, te kunnen worden gebruikt. 7. Hy zal zeven Dienaars, van Steden wege, onder zich hebben, en die hem verder van Steden wege nog zullen toegevoegd worden ; over alle welke Dienaars hy goede toevoorzicht en regime zal houden; zonder eenig genot te hebben van iemand, wie hec ook zoude mogen zyn, ter zaake van oogluiking, wegens eenige misdaaden of o^ertreedingen van eenige Placaaten of Keuren. 8. Hy zal, met alle naarftigheid, voorzichtigheid en befcheidenheid, in het waarneemen van zyn Ampt, zig gedraagen, en alle confesfien en andere zaaken, zyn officie aangaande, die hem vertrouwd worden, fecreet houden, en verder doen en verrichten, al het geen een goed en getrouw Waterfchout fchuldig is te doen. 9. Hy zal gehouden zyn ( of een der Dienaars, hem van Steden wege toegevoegd ) by de monftering van het Scheepsvolk in perfoon te adfifteeren, en by die ge-; 1797.  156 AMSTERDAMS IIL Deel? gelegenheden ook, in alle gevallen, geene andere monfterrollen mogen gebruiken, dan die by de Provifioneele Reprefentanten van het Volk van Amfterdam, in der tyd, zyn vastgefteld, en door den Secretaris van het Committé van Koophandel en Zeevaart genommereerd en behoorlyk ondertekend zyn,en zorg draagen, dat de Keuren, op het monfteren gemaakt, exaft worden nagekomen. Hy zal voor het monfteren van den Schipper, ten zynen reëele profyte, mogen ontfangen zes ftuivers per man, zo Officieren als Matroozen; en voor de Zegels en het fchryven der Monfterrollen van een Schip, volgens de Keure van 28 January 1752, on» der de 20 man, 48 ftui vers; boven de 20 tot 30 man, 66 ftuivers; boven de 30 man, 84 ftuivers; zonder iets meerder daarvoor te mogen vorderen of ontvangen, onder welk pretext het ook zoude mogen zyn, dan alleen in cas van vreemde Vlaggen , die hier alleen, volgens Keure, op bekomen permisfie, zo veel vreemde Manfchappen zullen mogen huuren, als zy hier ter Stede afgedankt hebben, en anders niet; in welk geval gemelde vreemde Schippers, deze Monfterrollen willende gebruiken, voor ieder van dezelven, met de Zegels en het fchryven, twaalf ftuivers meerder, en voor ieder man het dubbeld, en dus twaalf ftuivers, zullen moeten betalen, zonder meer. . Van alle welke monfteringen, hoe genoemd, hy verpligt zal zyn, pertinente aantekening te houden, en dezelven, op het  XXXII. Boek. Geschiedenissen. 157 het Zeerecht, in goede orde, te doen be waaren. xo. Ook zal hy, volgens Keure van Ao. 1721, of een zyner Dienaars, prefenc moeten zyn by alle publieke opveilingen van Schepen, Scheepsportien en Gereedfchappen, van dien , en daarvoor genieren , als van ouds, van een Schip drie guldens; van een Scheepsportie twaalf ftuivers ; van ieder nommer Scheepsgereedfchap twaalf ftuivers, en van een Vleet, of Walvischvangers Gereedfchap, dertig ftuivers; en dat, in allen gevalle, het zy dezelven verkogt of opgehouden worden; doch daarentegen blyven de Dienaars, by zodanig eene veiling adfifteerende, ten zynen lasten. 11. Dat hy, in plaats van de ontfangst der gemonfterde manfchappen, van welke hy gewoon en verpligt was twee derden aan den Secretaris van Zeezaaken uittekeeren, voortaan, tot een recognitie, aan Stads Kas zal moeten betalen 50 ftuivers per ieder Schip, zonder onderfcheid van grootte of manfchappen , welk door hem, of een zyner Dienaaren, zal gemonfterd zyn; en welke penningen hy aan het Committé van Koophandel en Zeevaart, alle maanden, zal moeten verantwoorden, en de penningen ter hand ftellen; zo mede zal hy ook het Armengeld, gefteld by Keure van 29 Jan. 1754, alsmede voor de Gasthuis - Briefjens ( by hem ontfangen ) alle maanden moeten verantwoorden, en ter hand ftellen aan den Secretaris van Zee- zaaj "797-  Commisfie van Geneeskundigtoevoorzigt. 158 AMSTERDAMS III. Deei,. zaaken ....... waaromtrent hy zal moeten ftellen twee fuffifante Borgen , ter fomma van ..... ten genoegen van den Raad der Gemeente. 12. Zal de Raad der Gemeente, in der tyd, in deze Inftruclie zodanige veranderingen maaken, als in 't vervolg, ten dienste van de Justitie en Navigatie, bevonden zullen Worden te behooren. Geduurende den loop deezes jaars, en af langer, hadden eenige kundige Mannen, door den Raad der Gemeente, daar toe benoemd en gelast, hunne gedagten laaten gaan, over eene betere inrichting, ten aanzien van het toedienen van hulp en geneezinge aan lydende Stedelingen, die met ziekten of wonden bezogt waren, dan , naar hec oordeel van zommigen, tot heden toe ftand greepen. Als een dienftig middel, ten dien oogmerke, vondt men, onder anderen, geraaden, het daarftellen van een algemeen toezigt, en het opdraagen aan hetzelve van de onderfcheidene posten, welke, dus lang, onder verfcheidene genootfchappen verdeeld geweest waren. Uit de veelvuldige werkzaamheden der Gelastigden werdt, ten langen laatften, geboren, een Ontwerp van een Committé van Gezondheid, of Commisfie van Geneeskundig toevoor zigt, voor deeze Stad. Na ryp overleg bekragtigde de Raad dit Ontwerp, in de maand November deezes jaars. Een uitvoerig verflag van alle de Stukken, door de Gelastigden, van tydtot tyd, in 'c licht gegeeven, gedoogt ons be-  XXXII.Boek. Geschiedenissen. 159 beftek niet. Duidelyk genoeg zal de na:uur en de bedoeling der nieuwe inrichtinge blyken uit de volgende artikelen, als bevattende de hoofdbyzonderheden, die, vervolgens, door Beftuurders en Leden, zouden worden in agt genomen. De eerfte Afdeeling van het Plan bevat de volgende Arcikelen. I. 'Er zal een Committé van Gezondheid, oi Commisfie van Geneeskundig toevoorzicht, voor deeze Stad en derzelver Jurisdictie, worden aangefteld. II. Het Committé van Gezondheid zal famengefteld worden, uit . . . Medicina Lettoren, uit . . . Chirurgyns en Vroedmeesters, uit . ... Apothecars , en uit .... Lieden , die , welke ook voor het overige hun beroep zy, in de Theorie en in de Praclyk der Natuuren der Schei - kunde, byzonderlyk bedreet ven zyn. HL Alle de Perfoonen, welken dit Committé zullen uitmaaken , zullen door den Raad worden benoemd en aangefteld, maar het Committé ééns in werking zynde, zullen 'er geene nieuwe Leden, om anderen te vervangen, die door den dood, of anderzins, komen te ontvallen, door den Raad aangefteld worden, dan uit een drietal, door het Committé aan den Raad aantebieden. ' IV. 'Er zal, na de eerfte aanftelling, geene vermeerdering of vermindering van Leden plaats hebben, dan op Voorftel van het Committé. -1 V. Het  -7P7- i6o AMSTERDAMS III. Deel» V. Het Committé van Gezondheid zal, van het oogenblik af dat het in werking is, het tegenwoordig Collegium Medicum, het Collegium Cbirurgicum, het Collegium ad res obftetricias ( als welke nu en voortaan zullen gehouden worden, te famen in één éénig Collegiei het Committé van Gezondheid naamentlyk, verëenigd te zyn,) vervangen; en gevolglyk zal voortaan alles, wat in voorige Keuren van die verfchiilende Collegien, gezamentlyk of afzonderlyk, gezegd wordt, voor zo verre die Keuren nog van applicatie mogten zyn, en niet, het zy geheel, het zy ten deele, door dit Plan, uitdrukkelyk, of by confequentie, komen te vervallen , van het Committé van Gezondheid verftaan moeten worden. VI. Ook zullen die Penningen, welken Jaarlyks, of anderzins, het zy door Doctoren, het zy door Chirurgyns, Vroedmeesters, Vroedvrouwen erf derzelver Leerlingen, (aan hec Collegium Medicum, Collegium Cbirurgicum, of aan hec Collegium ad res obftetricias, en hec zy door ƒ«• fpeBores Collegii Medici, het zy door de Overlieden van het Chirurgyns Gilde geïnd worden, ) van nu voortaan, aan het Committé van Gezondheid betaald, door hetzelve ingezameld worden, en onder deszelfs beheering ftaan. VII. Met dien verftande, echter, dat de beheering, in het voorgaand Artikel ge. meld, niet zal' gaan over het Weduwen Fonds„  XXXÏI. Boek. Geschiedenissen. iGt Fonds, door de gezamentlyke Chirurgyns byëengebragt, de Obligatiën aan dac Fonds toebehoorende, of hec uitkeeren van Gelden , aan Weduwen en Zieken; neen, maar zal dac Fonds, mee al hec geene tothetzelvé behoort, als zynde de byzondere eigendom van de gezamentlyke Chirurgyns, nu, of in den tyd, in deeze Stad practifeerende, gelyk mede de contributie van tien Guldens, Jaarlyks, door ieder Chirurgyn te betalen, blyven onder de beheering van Adminijlra* teurs van het Chirurgyns Weduwen Fonds, en derzelver fuccesfeuren, in den tyd, uic hec midden der gezamentlyke Chirurgyns, op dezelfde wyze, als nu voor Overlieden plaats heeft , te verkiezen en te benoemen ; gelyk 'er mede fchikkingen zullen gemaakt worden , waardoor het gemelde Fonds, Jaarlyks, zo veele inkomsten zal genieten, (de renten der reeds genoemde Obligatiëni en de Jaarlykfche Contributie, van tien Guldens, 'er onder begreepen,) als door hec gemelde Gild, de laatfte tien Jaaren, door één gerekend, Jaarlyks, aan Weduwen-en Zjeken - gelden is uitgekeerd geworden: alles volgens een daartoe te beraamen Plan, onder goedkeuring en bevestiging van den Raad. VIII. Insgelyks zal het Committé van Gezondheid, Jaarlyks, die Penningen betalen, welken tot nu toe, door het Collegium Medicum, of het Qllegium Chhurgkum, opgebragt werden, voor de Traktementen van den Profesfor in de Anatomie, van den Pro- XXIII* Stuk. L tesftx W7*  TÖfl AMSTERDAMS III. Deel. fesfor in de Botanie, gelyk mede voor den Hortus Medicus., of andere voorwerpen, boe ook genoemd, uitgezonderd alléén die, waarvan in het voorgaand Artikel gefproken is; waarop, gelyk mede omtrent de kosten van het Committé, en de Fondfen daartoe noodig, behoorlyke fchikkingen zullen worden gemaakt; alle welke Reglementen van dezelfde kragt zullen zyn, als of zy hierin woordelyk waren geinfereerd. IX. Het Committé zal Jaarlyks, van de ontfangene en uitgegeevene Penningen , behoorlyke en fpecifique Rekekening doen aan den Raad, of aan eene Commisfie, uit deszelfs midden daartoe te benoemen. " X. Het Committé van Gezondheid zal, tviet alleen als vervangende het Collegium Medfcum. het Collegium Chirurgicum, en het Collegium ad res objletricias, al dat gene 'verrigten, wat door gemelde Collegien gezamentlyk of afzonderlyk verricht pleeg te worden, voor zo verre naamentlyk, daaromtrent geene byzondere fchikkingen in dit Plan mogten zyn gemaakt, maar zal, boven dien, in den ruimften zin, het toevoorzicht hebben, over al het gene tot de Gezondheid der Ingezetenen ftrekken kan. XI. Het zal, diensvolgens, niet alleen verpligt zyn, zich te gedraagen naar alle de artikelen, welken voor de byzondere zoorten van zaaken, die aan hét Committé zyn toebetrouwd, in de tweede afdeeling worden  XXXIF. Boek. Geschiedenissen, ifjj den vastgefteld, gelyk mede naar de aanwy. zing der onderwerpen enz., by dit Plaa gevoegd; in welke Reglementen echter de Raad zich voorbehoudt, zodanige veranderingen te maaken, na ingenomen advis, of op voordrage van het Committé, als 'er in het vervolg van tyd, of in byzondere om-, ftandighedennuttig zullen bevonden worden; maar het zal bovendien verpligt zyn, aan den Raad al dat gene voortedraagen, dat het oordeelt ter gezondheid van de Ingezete* nen te kunnen ftrekken, en waarvan het Werkftellig maaken, by dezen, niet uitdrukkelyk aan het Committé is aanbevoolen: gelyk mede om den Raad te dienen van bericht over alle de zaaken, welken de Raad mogt goedvinden in handen van hetzelve Committé te ftellen. XII. Het Committé zal alle de byzondere zaaken, die aan hetzelve, in de tweede afdeeling , worden toebetrouwd, zo fpoedig mooglyk, by de hand vatten en ter uitvoer brengen, met die genen te beginnen, welken het zal oordeelen de belangrykfte te zyn, of waaromtrent eenig uitftel het minst plaats behoort te hebben, en, in alle gevallen, zorgen, dat alles, met den mcestea fpoed, immers binnen den tyd van drie jaaren, in volle werking zy; ook zal het vooc diezaakeo, welken, by Publicatie, moeten. Worden vastgefteld, of,waarvan, by Publicatie, kennis aan de Burgery moet worden, gegeeven, de daartoe noodige Concepten aan den Raad toezenden. L a XIII. Het  16*4 AMSTERDAMS III. Duel. 1797' XIII. Het Committé zal, ieder Jaar, zodanige berichten uitgeeven, over den ftaae van Gezondheid, en al wat denzelven betreft, het getal van Geboorenen, Getrouwden, Overledenen, den aart en de kragt der meest geheerscht hebbende Ziekten, enz. als in verfcheide Artikelen, vao de tweede Afdeeling, worden aangeweezen, en hetzelve zal oordeelen, ten meesten nutte der ïngezeetenen te zullen kunnen ftrekken. XIV. Het Committé zal, tot tyd en Wyle 'er genoegzaame eigene fondfen voor hetzelve zullen zyn aangeweezen, voor alle de ftukken, die het moet laaten drukken, gebruik mogen maaken van de Stads- Drukkery; mids het, voor ieder ftuk, fchriftelyke opgave, door den Prefident en Secretaris ïn der tyd ondertekend, aan Directeuren van de Stads-Drukkery laate toekomen; in welke opgave tevens het getal der benoodigde Exemplaaren zal moeten worden gemeld. Zie hier nog de naamen der Perfoonen, aan welke onze Stad den omfiagtigen arbeid verfchuldigd, en het Opperbewind van het Committé was opgedraagen: j. H. van SWINDEN, J. R. OEIMAN, C. H voor dezulken, diy zig met eene Slede, naar het Huis der Gemeente, tot het doen aanteekenen van hun huwelyk, laaten ryden , werdt gefteld op twee Guldens, en meteené Koets of ander Rydtuig, op zet Guldens. Zy, wier huwelyksgeboden hier zyn gegaan, doch buiten deeze Stad, of wel, zè Bruidegom of Bruid elders woonen, buiten de plaats; alwaar zy woonagtig zyn, in den Echten ftaat bevestigd worden, verbeuren , al mede aan het Aalmoefeniers - Weeshuis, als volgt: „ Die, welke zig in geen Klasfe aangeeven • . ƒ6-:-: „ Die, welke zig aangeeven in de Klasfe van ƒ 6 - : - : / 12 - : - : M Die, welke zig in de Klasfe van/ 12 - : - :aangeeven ƒ 18 - : - : „ Die, welke zig in de Klasfe van / 30 - : - : aangeeven ƒ 25 - : - „ Die, welke zig in de Klasfe van f 60 - : - : aangeeven f 50 - : - : ■„ En het dubbeld, wanneer de gemelde plaatzen buiten de Provincie gelegen zyn. Bshalven deeze fchikkingen, omtrent de boeten op het trouwen, was men ook be* dagt op die van het begraaven. Voorheen plagten dezelve, ten behoeve van bet Aalmoefeniers - Weeshuis, jaarlyks, ruim negenentwintigduizend guldens op te brengen, voorefpruitende 1. uit de boete op de Avond - Begraavenisfen; 2. uit de boete op L 4 de  %797' 168 AMSTERDAMS HL Deel. de Begraafenis - Briefjes; 3. uit de boete op de Kerk - Lyken, die na twee uuren in de Kerk gebragt werden; 4. uit de Begraafenisfenmet Koetzen: artikelen, die thans, jaarlyks, meer dan achtduizend guldens minder opbragten. De reden deezer verminderinge was, om dat het begraaven by avond meer in onbruik .kwam, zederc het, dus genoemd, [IHbyzetten, of begraaven zonder gevolg van Lykftatie, meer veld begon te winnen. Die zelfde gewoonte hadt ook ten gevolge, dat, van de Begraafenisbriefjes, de gefielde boeten niet inkwamen, «ynde een gulden van ieder honderd, indien 'er flegts 100 gedrukt werden; 25 ftuivers, indien 'er 400; twee guldens, indien 'er boven de 400; en drie guldens, indien er boven de duizend gedrukt werden. Het begraaven in den vroegen morgen hadt ten gevolge, dat, van de boeten, op het beftellen der Lyken in de Kerken, na twee uuren, of na half drie, of na drie uuren , of na half vier uuren , zeer weinig kwam. Hierom werden de volgende artikelen bepaald : i. „ Dat'er, voortaan, geene Lyken, hoe genaamd, zullen begraaven worden, ge9, duurende de vier Wintermaanden, No„ vember, December, January en February, „ tusfchen tien uuren des avonds en acht „ uuren des morgens; en, in de overige „ Maanden, van tien uuren des avonds tot s> zeven uuren des morgens. a. „ Dat, in de Kerken, de Lyken zul- » len  XXXII.Boek. Geschiedenissen. 169, „ len kunnen begraaven worden, van tien „ uuren des morgens tot half twee uuren na „ den middag, zonder eenige boete te betaa* „ len, en, op de Kerkhoven, van drie tot „ vier uuren nademiddags. 3. „ Dat van alle Lyken, die in de Kei> ,; ken begraaven worden, in de vier Win„ termaanden, tusfchen acht en half negen „ uuren, betaald zal worden, / 75 - : - : „ tusfchen half negen en negen uuren, ïj ƒ 5° ■ ' - *, en tusfchen negen en half „ tien uuren, / 25 - : - :. 4. „ Dat voor alle Lyken, die in de Ker„ ken begraaven worden, geduurende de acht „ overige Maanden , her zelfde rcgc zal be„ taald worden; doch dat de tyd van be- graaven, geduurende dien tyd, een uur vroeger wordt gefteld. 5. „ Dat voor alle Lyken , die in de „ Kerken begraaven worden, na twee uuren, „ doch vóór half drie uuren, zal betaald „ worden, als van ouds, / 25 - : - :; na „ half drie, en vóór drie uuren , ƒ 50 - : -:; „ na dae, en voor half vier uuren ,f 100 -: -:; „ en na half vier uuun f 2co : - :; „ zullende, egter, voor "het begraaven der „ Lyken in de Ooster -en Eilands-Kerken, „ in den namiddags de eerfte boete van j» ƒ 25 - : - : niet gevorderd worden. 6. „ Dat voor alle Lyken, die men op „ de Kerkhoven, vóór drie, of na vier „ uuren, des namiddags, met een Koets, „ of met Gevolg, zal laaten begraaven, s, zal betaald worden f 6 • : -:. L 5 7. „ Dat 1797.  tfo AMSTERDAMS II!, Depl 1797- 1798 7. „ Dat al hetgeen, omtrent de Avond „ Lyken, by voorgaande Keuren, is ge« „ ftatueerd, zal blyven in volle kragt. 8. „ Dat zy, die met Gevolg verkiezen „ te begraaven in de Kerk, en, tot dat ein„ de, verpligt zyn, Begraafenis.Briefjes te „ laaten drukken, bet dubbel der boete zul„ len betaalen , van hetgeen zy tot hier „ toe van die Briefjes betaalden zonder „ dat het deezen zal ontflaan van de verplig„ ting, om ten minften voor 300 Brief jés te „ betaalen; zullende, egter, zy, die in ftilte „ byzetten, het enkele voor de Begraafenis„ briefjes blyven betaalen". Ten aanzien, eindelyk, van het begraaven met Koetzen, werdt het volgende vastgefteld. 1. „ Dat, wanneer men eene Lykkoets s, gebruikt, die niet door Koetzen gevolgd ,, wordt, ten behoeve van het Aalmoelë„ niershuis, zal betaald worden, ƒ ia - : -: „ voor de Lyken , j die in de Kerken, ^> eri 6 ■ : - : voor die op Kerkhoven „ begraaven worden. 2. „ Dat, wanneer men eene Lykflede, „ by de begraafenis van kinderen, gebruikt, „ welke niet door Koetzen gevolgd wordt, men zal betaalen fa-: - :. Up den negentienden January deezes Jaars gefchiedde, met de gewoone plegtigheden, de verandering van den Pvaad. Zie hier de naamen der geenen, welke thar.s. op hunne beurt, het Stadsbewind nederlegden: Ernst Willem Boer, Johannes Kerkhof, Jan Heems-  XXXII. Boek. Geschiedenissen. 171 Heemskerk, Gerhard van Blyenburgh , Hendrik Pieter Mulder Jamz., Gerard Verryn, Joan Muysken, Willem van der Vuurst, jan Brouwer Joacbimssz , Nicolaas Udink, Dirk van Bergen, Adolph Baarc, Jan Pierersfe, Hermanus Drost, Joannes Bernardus Klad, Willem van Barneveld, Ifaac Alcing, Nicolaas Dommer, Jan van Staphorst, Hermanus Verwit Asfchenberg, Joan Willem Smitt, Paulus Luderus , Jean Francois Dutilh, Pieter de Clercq Junior, Jacobus Bernardus Kappelhof, Gerrit ten Sande, Philippus Zweerts, Hendrik Zielkens, Pieter van den Broeke en Hendrik Croefen. Thans, na de verandering, beftondt de Raad uit de volgende perfoonen, welke , deels , zints het voorgaande jaar , in het bewind geweest waren, deels, thans , voor 'c eerst, hunnen post aanvaardden: J> H. Bagman, J. Hilkes, D. van Gesfcher, F. J. /Emilius, T. P. Schonck, A. Lamberts, N. van Veen Pietersz. , C. Loth, J. Cuyk van Mierop, J. L. van der Vliet, M Groen, A. van Veen, J Bax, J. A. Krayenfchot, J. Schouten de Waal, J. W. van Hasfelt, P. van Schorrenberg Dirksz , A. Reesfen, W. H. Voombergh, D. Changuion Cburksz., D. Lublink, J. 't Hoen , J. Huydecoper, T. D. Deiman, J. A. Jolles, P. P. Charlé, J. G. van der Meulen, J. H. van Kerkhcff, H. de 1' Hommel, M. Baart, G. Gleuwink, W. Cnoop, A.L.Wasfenbergh, B. Zurmuhlen, G. 1798.  17* AMSTERDAMS Iïï. Deel. 1798. De Raad ontvangt tyding van het gebeurde in den Haage. G. Vestenburg, A. J. S, Boom, J. Schaap Meindertsz., J. van Eys, J. W. Berntz, H. Bastert, S. Bos, P. J. van Leuvenig, A. G. Verfter, D. A. Clemens, B. L. Bouwens, W. Siicher, G; Decker, A. Pook van Baggen, W. Them» men, A. Teyler van Hall, J. da Silva, j. W. Boer, L. Ogelwight, L, J. Lamaifon, G. G. Lans, J. A. Boekman, A. van Blyenburgh, J. Pieters, J. van Hall Verhoek en A. Wills. Op den vyfden dag, na dat de Raad zyne werkzaamheden hadt voortgezet, ontving dezelve berigt van de merkwaardige voorvallen, welke, op den alcoos gedenkwaardigen tweeëntwintigften deezer Maand, in den Haage, hadden plaats gehad, 'ten verhaal daar van behoort niet toe ons Plan; dit wel, dat het Intermediair ricfminiftratief Beftuur van het voormaalig Gewest Holland aan den Raad toezendt , de Proclamatie der Conftitueerende Vergadering, vertegenwoordigende het Bataaffche Volk, betrekkelyk het gebeurde in den Haage, met begeerte, dat dezelve, ftaatelyk, zou worden afgekondigd; zo als dan ook, In den namiddag van dien zelfden dag, onder afwisfeling van Pauken - en Trompettengefchal, gefchiedde. Terftond daar op leiden alle de leden van den Raad, nevens de beide Sekretarisfen , g. brender übrandis en f. j. pelletier, als in. dividueele perfoonen, in handen van den Voorzitter, de Verklaaring af van „ onver- „ ander-  XXXII. Boek. Geschiedenissen. 173 „ anderlyken afkeer van hec Stadhouderfc'nap, „ Aristocratie, Foederalismus en Regeering„ loosheid". In handen van den Vice -Prefident deedt de Voorzitter van den Raad die belofte. De zelfde verklaaring deeden, kort daarop, en nog zittende de Vergadering, c. w. visscher, Maire, de leden van hec Committé van Justitie, thans in het Huis der Gemeente vergaderd, en de beide Sekretarisfen. ; Het was in gevolge en ter ophelderinge der bovengemelde Proclamatie, dat de Raad, op den negentienden Februay, aanfchryving ontving van het Adminiftratief Beftuur van het voormaalig Holland „ om, provifioneel, en „ wel tot zo lang 'er, door het Adminiftratief „ beftuur, nadere voorziening zou zyn ge„ daan, in hunne werkzaamheden te contiw nueeren; met last aan den Raad, om te „ zorgen, dat, voor als nog, geene nieuwe » verkiezing van plaatzelyke Beftuurders wer« 0 de geëffectueerd, maar de thans nog fun^ geerende leden, uitmaakende de Geconftitu- eerde Magt van deeze Stad, met alle ^ behoorlyke activiteit, hunne posten blyven „ waarneemen; met ernftige aanbeveeling, w om geene veranderingen, ftrydig met de Befluiten der Conftitueerende VergaderinB ge, of van het Uitvoerend Bewind, in j, werking te brengen". Voorts werdt, by de zelfde aanfchryving, verzogt, of des noods gelast „ om, binnen den tyd van „ vierentwintig uuren, over te zenden eene j» naauwkeurige naamlyst der leden van den „ Raad 1798. Nadere aanfchryving uit den Haa. ge.  174 AMSTERDAMS HL Deblj i?o8, Herrtelling van het Corps Artilleristen. „ Raad en van het Committé van Justitie, „ nevens de naamen van derzei ver Ministers", Een ander aanfchryven, van het Adminiftratief Beftuur, weinige dagen laater, behelsde „ een uitdruklyken last, op de verantM woordelykheid van deezen Raad, om daa- delyk te disfolveeren, vernietigen en doen? s, fluiten, alle Oranjegezinde Sociëteiten, in„ dien dezelve hier of daar, onder het voo„ rig Bewind, nog een oogluikend of be-. 5> gunftigd beftaan mogten gevonden hebben; „ voorts alle zogenaamde Gemeenebestge„ zinde Sociëteiten, en wyders alle andere „ Sociëteiten, of Byeenkomften, om het „ even of zy alleen tot tydverdryf, of tot „ het behandelen van Politike zaaken, waren „ opgericht; met verderen last, om op de, „ zo heimelyke als openbaare handelingen „ der leden, van alle zodanige vernietigde „ Sociëteiten, een waakend oog te blyven „houden". In voldoening aan dit gebod, deedc, welhaast, het Committé van Algemeene Waakzaamheid niet minder dan veertien Sociëteiten of Byeenkomften fluiten; onder deeze behoorde de Sociëteit van Gemeene» bestgezinden, onder de Zinfpreuk voor Vryheid en, Orde bekend, in welke veele aanzienlyke Burgers der Stad zig als Leden hadden doen aanfchryven. Volgens de thans aangenomene denkwyze, was het Corps Artilleristen , 't welk, in den Jaare 1796, hier ter Stede , naar veeier inzien , ftrafwaardige geweldenaryen hadt gepleegd , door derzei ver afdanking , een fchreeuwend onregt aangedaan, 'r, welk,  XXXIL Boek. Geschiedenissen. t?$ welk, zo dra mogelyk, moest herfteld worden. Daar toe begaven zig drie leden der Conftitueerende Vergadering, verte*genwoordigende het Bataaffche Volk, naar deeze Stad., uitdrukkelyk gelast om de eervergoeding te bewerkftelligen. Met groote plcgtigheid werdt dit werk volvoerd, op den zevenden van Maart. Acht Stukken Gefchut van het ontwapend Corps, met derzelver Voorwagens, Laad - en Trekgereedfchappen, en verdere toebehooren, als mede vyftig gevulde Cardoefen, zonder Scherp, met de noodige pypjes, funders en lonten, Honden, 's morgens ten zeven uuren, by het Magazyn, aan het einde van den Kadyk, in gereedheid, benevens tweeënvyttig Paerden, voorzien van al het noodig» ter vervoeringe van het Gefchut, met de vereischte Voerlieden. Ten acht uuren werden de Vlaggen van het Huis der Gemeente jjitgeltoken, en bleeven den geheelen dag waaien. De Vryheidsboom, voor hec Huis der Gemeente, werdt 's avonds verlicht. De Commisfie uit den Haage, van derzelver intrek ftaatelyk afgehaald, begaf zig naar het Stadhuis, en vertoonde, zig, onder luidruftige toejuichingen, aan de Gemeente» Eindelyk gefchiedde de flaatelyke afkondiging der Proclamatie, de herttelling van het afgedankte Corps aanduidende. Van geen langen duur was het bewind van den onlangs aangeftelden Raad. Reeds op den twaalfden Maart ontving dezelve eene Misfive, 's daags te vooren gefebree yen De Raaft wordt gereorganifeerd.  I7p8. 176* AMSTERDAMS III. Deel. ven in den Haag, door de perfoneele Commisfie uit het Adminiftratief Beftuur van het voormaalig Gewest Holland, kennis geevende „ datzy, als door hec gemelde Be„ ftuur zynde gelastigd, om den Raad van 3, Amfterdam, ten fpoedigften, te reorgani„ feeren, ingevolge den last, daar toe van het „ Uitvoerend Bewind der Bataaffche Repu» „ bliek ontvangen, voorneemens was, zig, $> ten gemelden einde, herwaarts te begee„ ven". Niet lang draalde de aankomst der Commisfie. Op den vyftiendén Maart verfcheenen zy op het Huis der Gemeente, nadat alvoorens de Raad op den Eed was befchreeven. De Bezending beftondt uit de Burgers p. r. pietersse, d. pomp e yr a en j. romswinckel, benevens derzelver Amanuenfis j. a. bode. Zitting neemende, op daar tne voor hun geplaatfte Stoelen, ontvouwden de Afgevaardigden hunnen last, door den mond van den Spreeker p. r. pietersse. „ Wyontflaan ulieden, Bur„ gers Raaden deezer Gemeente, gezament» lyk» ( zo fprak hy ), en ieder uwer „ in het byzonder, benevens uwe beide „ Ministers, van de posten, tot hier roe, 5, door ulieden, in deeze betrekking, be„ kleed, en van den Eed, by den aanvang „ derzelven, aan de Gemeente van Arnfter„ dam gedaan; behoudens, egter, zodanige „ verantwoordelykheid, als uwe opvolgers, „ desnoodig oordeelende, van ulieden zou„ den goedvinden te-vorderen". Dit gezegd hebbende, verlieten de voorheen genoemde  XXXII. Boek. Geschiedenissen. 177 de Raaden het Huis der Gemeente, en keerden in den kring van amptlooze Burgers weder. Eene zo volkryke Stad, als de onze, mogt geen oogenblik in eenen ftaat van Regeeringloosheid zig bevinden. Daar tegen voorzag de Haagfche Commisfie, als hebbende, reeds voorshands, eene lyst van perfoonen in gereedheid , welke, in naam der hoogst aartgeftelde Magten, toe het Stadsbewind zoude opgeroepen en geëischt worden ; zy waren de volgende: Jan Bax, Ifaac van Eys, Nicolaas van Veen Pieterxz., Paulus Luderus, Joan Francois Dutilh, Hendrik Croefen, Willem van der Vuurst, Hugo Verveer, J. M. Kleman, A. W. van Langen, Hendrik Doeff, A. H. Bode, Elias Hambeek, Pieter Pypers, C. Turpia, Carolus Johannes Canter Visfcher, H. A. Muller, J, C. van Anrae, Pieter Diepvert, Jacob Daniël de Vries , Harmanus Verwit Asfchenbergh, M. Moresco, J. H. van Kerckhoff, Johannes Bouwman en Jan Schaap Meindertsz. Sommigen van deeze waren uit de bedankte Raaden herfteld, andere nu eerst verkozen. In de Raadzaal by een gekomen, deedt de Burger p. r. pietersse aan dezelven eene Aanfpraak, die, voorts, de vereischte Verklaaring onderteekenden en de Belofte afleiden. Thans ging de Vergadering over tot het verkiezen van eenen Voorzitter, die de waarneeming van zynen post aanvaardde, met den Raad van Amlterdam te verklaaren voor eene sidmini* XXIII. Stuk. M Kftm« 1798. Lyst iet Nieuwe Raaden.  *7o8. Nieuwe verandering in deu Raad. 178 AMSTERDAMS HL Dïek flrative Mumcipoliteit. Ntr verliet der Commisfie de Raadzaal, en begaf zig naaf de Kamer van het Committé van Justitie, om insgelyks aldaar de Rèorganifatie daar le ftellen. Gelyk de eene Omwenteling thans de aw dere kort op de hielen volgde, dus was ook het aanweezen van den onlangs gereorganifeerden Raad van geen langen duur. I» het begin van May hadt men, ook hier, Van het aanneemen van het Ontwerp der Staatsregelinge, de tyding ontvangen, en de Voorzitter, met die heuchelyke gebeurtenis, den Raad geluk gewenscht. Zedtrt gebeurde wederom eene zeer gewigtige verandering in den Haage, die ook, welhaast, op de Raaden deezer Stad te rug •ftuitre, als welker handelingen, van wegen •de menigvuldige remotien, onder allerlei -foort van Stedelyke Amptenaaren, by een ■goed aantal Stedelingen, niet weinig in 'c oog liepen. Eenftemmig gedagt en gehandeld hebbende met het Bewind in den Haage, welk nu het onderrok delfde, was ook de val van den Raad, immers van veele Leden van denzelven, onvermydelyk. Op den dertienden Juny verfcheen in deeze Stad eene Commisfie van het Intermediair Beftuur der Bataaffche Republiek, beftaande uit twee leden, e. e. b. glimmer en t. c. de bordes, nevens eenen Sekretaris. In den Raad, vooraf daartoe befchreeven, verfcheenen zynde, openden zy hunnen last* onder anderen medebrengende, den Com-  XXXII. Poer. Geschiedenissen, ifp Commandant der Stad te verbieden, geene bevelen van den Gouverneur, maar alleen die der Commisfie, te gehoor» zaamen; voorts Mr. j. c. c. de beer poort ugaal, zedert den vyfden Maart, als Prokureur der Gemeente gefungeerd hebbende, honorabel te ontdaan, en, in deszelfs plaats, den, toenmaals, afgezetten Mr. m. c. van hall wederom aan te ftellen; en eindelyk den perfoon van Hendrik nobbe, tot dus verre, als Maire gefungeerd hebbende, behoudens deszelfs verantwoordelykheid, van zynen post te ontdaan, en dien aan a mtjsqukttier op te draagen. Hier mede eindigde hec voorgevallene in deeze Vergadering, die, den zelfden avond, ten tien uuren, van nieuws by een kwam. Thans fprak de Woordvoerder de glimmer de aanweezige Raaden indeezer voege aan: „ Gylieden „ werdt, op den 15 Maart 1. 1., door hec „ toen beftaande Uitvoerend Bewind der „ Bataaffche Republiek, geroepen, om dén „ toenmaaligen Raad der Gemeente, die, ,, meerendeels, beftondt uit mannen, die „ de beginfelen der Revolutie van den t, aa January waren toegedaan; die de „ Revolutie van den jaare 1795 zelve voorbereid en gevestigd hadden, te ver* „ vanpen; en de requifitie, waar mede dee„ ze benoeming vergezeld was, was alleen „ in ftaat, om al bet onaangenaame, welke „ daarin voor u zei ven behoorde gelegen te „ zyn, te verzagterr. Het biüyk Publyk M % „ al-  iöo AMSTERDAMS 1IÏ. Deel» 1798. „ althans konde uwe aanneermng vatï „ voorfz. posten, om geene andere rede„ nen, verfcboonen. „ Thans, Medeburgers! zyn wy door „ het Intermediair Beituur der Bataaffche „ Republiek gelast, om u weder van uwe „ posten te ontflaan; aan dit bevel nu moetende voldoen, vinden wy ons in de „ noodzaaklykheid, ulieden te gelasten, deeze Vergaderzaal te verlaaten". Hoofdzaaklyk gaf de Voorzitter van den Raad, j. c. van anrab, hier op, tot antwoord, „ dat, daar alles aan verandering en afwin„ feling van zaaken in deeze waereld on„ derworpen is, waar van de tegenwoor„ dige gebeurtenis het duidelykst bewys „ met zig voerde, en het eens ieders „ pligt was, zig aan de Magten, die over „ hem gefteld zyn, te onderwerpen, hy „ ook alzo zyn ontflag aannam , doch met „ die genoegelyke overtuiging, dat hy zig, „ in zyn hart en ziel, als een getrouw Va„ derlander, in alle deelen, van zynen pligt „ hadt gekweeten". De Leden, thans van hunne posten verlaaten, waren de volgende: J. C. van Anrae, A. W. van Langen, H. Croefen, J. M. Kleman, H. Verveer, J. Schaap Meipdertsz , J. Bouman, W. van derVuurst, C. J. Canter Visfcher, Pieter Pypers, N. van Veen Pietcrsz., H. A. Muller, J. H. van Kerckhoff, M. Moresco, H. Verwit Asfchenbergh, J. T. Dutilh, C. Turpia en P. Diepvert, benevens den Sekretaris F. J. Pelleüer, Alle  XXXII. Boek. Geschïedenïss&w. 181 le deezen verlieten thans de Raadzaal; de overigen, wien een zelfde lot wedervoer, te weeten, H. Doeff, P. Luderus, J* Bax, E. Hambeek, J- van Eys, A. H. Bode, en J. D. de Vries, waren, om onderfchei* dene redenen, afweezig. Naauwelyks was dit verrigt, of de Haagfche Afgevaardigden ontvouwden hunnen verderen last, hun door het Intermediair Beftuur der Bataaffche Republiek opgedraagen. Dezelve beftondt in het voorleezen van de naamen der perfoonen, die, van wegen het gemelde. Beftuur, tot het Stadsbewind benoemd en gevorderd waren. Al vroeg in den avond de tyding ontvangen hebbende van hunne benoeminge, met bevel om daar aan te gehoorzaamen, hadden zy zig, by tyds, begeeven naar het Huis der Gemeente, a!< waar zy , 's avonds ten half elf uuren, tei Raadzaale werden ingeleid. Sommigen van hun waren, uit de zo even bedankten, van nieuws, gevorderd, anderen uic de zulken, die in de maand Maart van hunne posten ontzet geweest waren. Niet onvoegzaam oordeelen wy de vermelding der perfoonen, welke nu het Stadsbeftuur aanvaardden; zy waren de volgende: Harmanus Verwit Asfchenbergh, Hendrik Baart, Huibert Baseert, Nicolaas van Blyenburgh , Johannes Antonius Boekman, Jan Willem Boer, Salomon BoSj Petrus Paulus Charlé, Ifaac du Costa Athi' as , Jacobus Adrianus Crayenfchot, Jan Diederic Deiman, George Decker, Pietei Diep vest, Adriaan Teyler van Hall, Joan' nes Willem van Hasfelt, Jacob 't Hoen. M 3 Joan 1798. Nieuwe Raaden.-  i8i &AMSTERDAMS IIL^Dsel; j?q8. De Leden doen den Eed. Joannes Andreas Jolles, Abraham Lamberts, George Gerard Lans, Pieter Joannes van Leuvenig, Daniël Lublink, Jacob Gerard van der Meulen, Ludolph Ogelwight, Johan Anthony Pothof, Arent Reesfen, J. C. Ruhle, Jan Schaap Meindertsz., Henricus Lambertus Schóllevanger , Willem Hendrik Voombergh, Jacob Daniël de Vries, en de Sekretaris Johannes Franciscus Pelletier.1 Nadat de Leden gezeeten waren, vraagde hun de Commisfaris van het Intermediair Beftuur, E. e. burghlv glimmer, of zy genegen waren, de gelofte, voor, de Municipaliteil sleden bepaald , hoofd voor hoofd, af te leggen? De meesten toonden zig bereidvaardig; eenigen bragcen, tegen hunne benoeming , bezwaaren in , doch die, tot hun genoegen, werden opgelost. Nu deeden alle de Leden de volgende belofte. „ lk beloove, op myne Burgertrouw, „ het Lidmaatfchap van de Municipas, liteit deezer Gemeente te zullen „ waarneemen, gelyk het een braaf en „ eerlyk man past, en ik, ten allen „ tyde, voor God en myne Mede„ burgeren, zal kunnen verantwoorden". „ Dit beloove ik". Thans verlieten Commisfarisfen van het Intermediair Beftuur der Bataaffche Republiek de Vergadering, die, ftraks daar op, over*  XXXII. Boek. Geschiedenissen.i«3 overging tot de verdeeling der onderfcheidene Commiffien, en 's nachts ten twaalf uuren fcheidde. Het beloop der dingen, tot bier toe, vermeld hebbende, en voor zo veel, zints de nu daargeftelde orde van zaaken, van dit tydftip af, de Raad deezer Stad flegts als een Intermediair Adminiftratief Lichaam moet befchouwd worden, hebben wy voegzaam geoordeeld , de geschieden iss EN van amstbrdam hier mede te eindigen. U 4 ' BLAD»  184 ■■ BLADWYZER van PERSOONEN en ZAAKEN. De eerfte, of Romeinfche talletters wyzen het Stuk, de tweede, of gewconlyken de bïadzyde aan. Op de manier van onzen Voorganger jan wagenaar. A. .Aalmofssemiers-wekshüis , het Eeuwgetyde vas hetzelve wordt gevierd. ■ XVIF. 43. XX. 19, 20 Admiraliteit, zwaare brand in het Magazyn. XXII 61 Adresfen, het inleveren "Van dezelve wordt, door de Regeering van Amfterdam, verboden. XXII. S4. als mede door de Staateri'van Holland. 9S Akademie, ( Teken-); zie Teken - Akademie. Aktiebandel, oorfprong en voortgang van denzelven. XIV. 10 i — JG9 Amhagtsheerlykbeden, order op het verkoopcn van Goederen, en de daar toe gefielde Salarisfen in'dezelve. XIV. 146, 147 d' Amour ( jac obus) wordt gedagvaard, XXII. 18. en gevonnisd. 19 'Ampten, omtrent het bcgeeven van dezelve worden eenige fchikkingen gemaakt. XXJII 59. Amptenaars, ter voorzieninge omtrent dezelve wordt eene Coromisile, ter handhaavinge van orde en daarftelliüge van het noodige re'dres ,'benoemd. XXII. 298. omtrent derzelver remotie wordt eene nadere bepaaling gemaakt. XXIII. 12. 'Awftelveen , of Nieuwer Amftel, Reglement voor dert Schout. XXI 53. Verdrag met de Stad over de Grensfcheiding. ( 54, Am-  B L A D W Y Z E R. 185 Amsterdam, houdt zig, na den dood van Willem den III, aan de lchikking, in den jaare 1650 op de Regeering beraamd. XIV. 6 bewerkt, in 1702, de Oorlogsverklaring aan Frankryk en Spanje. XIV. 7. de Hertog van Marlborougii houdt de Regeering irt zyne belangen. XIV. 24, 25* handelt vrugdoos met die van Utrecht, over het onderhouden van den Mui* derdyk XIV. 26, 27. klagten der Burgers dat Marlborough geen genoeg gezag heeft. XIV. 31. de Regeering handelt, in i7t>5, heimelyk over Vrede met Frankryk 31, 32. koopt, in 1706, Diemen, Ouderkerk en andere Heerlykheden. XIV. 41, 197. yvert fterk voor den Vrede, in 1709. 51. Lotery alhier ten behoeve van het Eiland Urk. 54, 55. zendr zyricn Penfionaris Buys naar Engeland, om Frankryks hande• lingen te dwarsboomen. 62. Czaar Peter de I en zyne Gemaalin bezoeken de Stad, en worden 'er onthaald. 8?, 86. Spiegelgevegt op het Y, by die gelegenheid. 86,87,88. hooge Watervloed op Kerstyd. 89. Maatfchappyen, raakende den Aktiebandel, worden door de Regeering verboden, no. eenrRoffyhüis van Aktiehandelaaren wordt geplouderd. 1 u. voorzorge van het Geregt tegen onbehoorlyk'ieden ald. Verbod van de Regeering aan de Vlakelaars, om zig met dien handel te bemoeien 114-1*8. pragtigVunrweds, ter gelegenheid van den Vrede tuslchen Rivsland en tweeden. 122-n*- wordt eigenaar van de Ambagtsheerlykheid van Kudelftaart. 153. heeft een bezoek van den Hertog van Lotharingen. 197. verkooping; van Erven op den Binnen-Amftel. 202. maakt eene ' overeenkomst met die van Amftelveen, wegens het betaalen van Verponding. 014. doet een nieuw Logement voor Stads Afgevaardigden in 's Hage bouwen. 218. oproer voor het Oostindisch Huis. 219. doet een voordel tot onderfteuning der Koninginne van Huogarye. 250- twee Huizen, by de Haar. lemmerfluis, ftörten ter aarde. a?7. gevaarlyke beweeg onder de Katoendrukkers. 256, 280 vreugdebedrvven over den overtogt van Prinfe Karei over den Rhyn. 'K XIV. 283  r8«S BLA'DWYZER. Amsterdam , Gedenkpenning, daar op geflagen. XIV. 283. Plakaat tegen het verfpreiden van naamlo ze gefchriften. 288. liegt van Exue met VJisfingen verriie. tigd. 294. verklaar* Prins W. K. H. \ rifo voor Stadhouder. XV. 5. vreugde daar over 9. de Prins komt in de Srad. ald* en wordt ftaatelyk ingehaald. 10, II. vertrekt van daar. 12. een huis in de Halfleeg wordt met plundering gedreigd. 14. opfchudding na het overgaan van Bergen op den Zoom. 16. eenige huizen worden geplunderd, ald. zommige perfoonen in hegtenis genomen. 17. ernftige waarfchuwing tegen het pleegen van geweld. 18 beweeging van het Gemeen op den Dam. 37. het maakt zig meester van 't Stadhuis. 38, 39. het wordt verdreeven. 40. deRegeering geeft aan de Burgery opening van zaaken, wegens de thans zweevende gefchillen. 41. de Burgers komen in de wapens. 56. verdere maatregels tot de openbaare veiligheid genomen. 57. aanvang der beroerten tegen de Pagters. 61. verfcheiden huizen worden geplonderd. 73 - 106. de Burgery koomt in de wapens, ald. de plonderaars worden geftuit. 108. baldaadigheid van zekeren Zweedfchen Matroos, m. hy wordt dood gefchooten. nó, dePagten worden afgefchaft, 118, 3^. 'er ontdaan nieuwe moeilykheden. ald. eenige byzonderheden van de hoofden der plonderaaren. 121. TegtspTeeging aan hun gedaan. 104. geweldige oploop op den Dam. 128. heillooze gevolgen daar van. 132. men is voor nieuwe opfchudding bedugt. 334. behoedmiddelen daar tegen. 137. in de plaats der Pagten wordt het middel van Kollekte ingeHeld. 137. Zyne Hoogheid dringt op het wegneemen der bezwaaren wegens de Ampten, en op het afftaan der Posteryen. 138, 139. de Vroedfchap befluit, de Posteryen ten eeuwigen dage aan de Stad te houden, ald. eenige Burgers bemagtigen de ïüoveniers Doelen. 144. aanlpraaken aldaar gedaan. 142 - 174. gedrag van den Krygsraad. 170. bekeadmaaking der Vroedfchap aan denzelven. XV. «77 Am-  BLADWYZER. 187 Amsterdam,Declaratoiren derBurgerye.XV. 181-IS8. Request van eenige Schutters aan Zyn Hoogheid. 188. ander Request der Doelisten. 189. de Predikanten worden verzogt voor de goede Burgery te bidden , doch weigeren zulks. 198,199. de Doelisten leveren zekere Artikelen in by Burgemeesteren. 208» bekomen antwoord daar op. * 10- 215. eenige Doelisten doen verflag van hun gefprek met den Stadhouder in 's Hage. 216. twee zonderlinge gefchriften, betreffende de zweevende gefchillen. 218-232. hachdyke toeftand der Stad. 244. men fpreekt, onder de Doelisten, van verandering in de Regeering. 246. 'er ■worden Gecommitteerden gekozen. 248. cenigen var» hun ^vertrekken naar 's Hage. 251. Fiat van Burge» meesteren op zeker Request, 252. ongerustheid der Burgerye. 258. de Graaf Bentinck koomt in de Stad, en handelt met de Burgers. 218, 259. Request ten voordeele der Regeeringe. 262. het wordt geweerd door een ftaatelyken optogt der Scheepstimmerlieden door de Stad. 262, 263. Zyne Hoogheid koomt in de Stad. 267. gefchrift van Gecommitteerden der Doelisten aan Zyne Hoogheid ter hand gefteld. 269- 279. een ander Request van eenige Burgers, raakende het vloeken en zweeren. 279, 282. groote verwarring in de Stad 283. eenige Kooplieden hebben gehoor by Zyne Hoogheid 290. de Regeering wordt veranderd 304 de Doelisten zyn misnoegd over den inhoud der Notificatie , by de verandering der Regeeringe afgekondigd. XV. 316. Request van Gekommitteerden aan Zyne Hoogheid. XVI. 2. eenige Burgers ontrusten den Prins in zyn flaapvertrek. 3. de Prins geeft eene Bekendmaaking uit. 5, 6. opfchudding , en gedrag der Burgers in verfcheidene Wyken 7 -12. eenige Doelisten doen een verzoek aan den Prinfe, en bekoomen antwoord daar op. 15» Zyne Hoogheid wordt op het Stadhuis onthaald. 16. de Prins maakt verandering in het Collegie van Schepenen. 18, 19, 20. Gemnich doet eene aanfpraak, en wordt beantwoord. 22-26* Zyne Hoogheid keert te rug na 's Hage. XVI. 36 Am-  188 BLADWYZER. Amsterdam , alle verdere byeenkomflen worden b? eene Publikatie van Zyne Hoogheid verboden, XVï. 28 - 35. lyst der nieuwe leden van Regeeringe en Krygsraad , en van Gekommitteerden in de Doele. 36 - 47. 'er wordt op 's Prinfen verblyf in de Stad een gedenkpenning gefiagen, 5a. men verzoekt eene verbetering in de Gilden. 54-56. 'er wordt een zogenaamd Billyk Verzoek aan Burgemeesteren gedaan. 59. en daar tegen eene Waarfchuwing afgekondigd. 61-66. groot getal van Schotfchriften. 66, beweegingen voor het huis vanFeen Doopsgezind' Leeraar, 68. Declaratie der Kooplieden, tot vastflelling. der Gouden Speciën. 88-99. een Eed wordt van de Wynkoopers gevorderd. 100. enna eenig wederflreevens , aangenomen. 104. eenige Kooplieden vertrekken naar 's Hage, om Zyne Hoogheid te bedanken voor deszelfs Vjorflag, raaiende den Koophandel. 105. de Vroedfchap, de Gereformeerde Kerkenraad, en de Krygsraad, neemen den rouw aan over het overlyden van Wüiem den If, Tof. de Nederduitfche Schouwburg wordt daar over gefloten, ald. ongeluk door het inflorten van een Sluis. 109. 'er worden twee Schendfchriften door Beuls handen openlyk verbrand 155. fluit eene Conventie met AmAelveen , over de Grensfcheiding. 157. zinuelooze daad van een Bakkers knegt in de Nieuwe Waale Kerk ald. zonderlinge Waterberoering 159 Aarrtbeeving. ald, doet eene Aantekening in 's Hage, raakende het ge» fchil te Haarlem» over de Nominatie van Regenten. 167. eenige Kooplieden doen een Vertoog tegen de plonderingen der Engelfchen, 172, 173. en leveren een Request in. 173-176. Advis der Stad betreffende de vermeerdering van Landmagt. 197 215. begrooting der fchade, door de Kooplieden, by de Engclfche rooveryen geleeden. 2i8 eenige Kooplieden doen hun beklag by de Gouvernante. 225-244. ander Request van eenige Kooplieden aan Burge • meesteren, en ook aau de Staaten vau Holland. XVI. 252-256 Am-  BLADWYZER. i8cj Amsterdam, komst van den Marokkaanfchen Gezant aldaar. XVII. 2. men gevoelt 'er eene ligte Aardbee- • ving. 12. het regt Van Exue wordt met verfcheidene Landen vernietigd, ald , 22, 24. Burgemeeste- " ren bezigtigen Stads Oude Privilegiën. 12, 13. de Haarlemmer weg wordt tot aan Sloterdyk beftraat. J3. brand in het Stadhuis, at. ttilftand in den Handel, om de menigte Bankbreuken 22 , 23. tenige Kooplieden klaagen over de Admiraliteit op de Maaze, 40. 'er gefchiedt eene aanzienlyke Geldverzameling voor het afgebrande dorp Hilverfum. 50. komst en verblyf van Willem den Vyfden en deszelfs Gemaalin. 52. 'er worden eenige Erven op Wittenburg en 't Weesperveld verkogt. 54. het getal der Lantaarnên wordt vermeerderd. 55. de Stad koopt een derde in de Kolonie Suriname, ald. doet eene Pillegsve aan Haare Koninglyke Hoogheid. 55, 56. zwaare Bankbreuk van een voornaam Comptoir, en de gevolgen daar van. 59. zwaare brand op' onderfcheidene tyden. 64. raakt in gefchil over de verfterking der Troepen in Suriname. 74. Vertoogen, daar over gewisfeld. 74 - ico. hooge Watervloed, en gevaar daar door in de Buitenftad. 102-106. aan den Vygendam worden verfcheidene nieuwe Huizen gebouwd. 106. Zyne Hoogheid bezigtigt 's Lands Magazyn en Oorlogfchcpen. 120, de Amfteldyk wordt tot aan Ouderkerk beftraat. 125. een groot Schip, voor - Franfche rekening, hier gebouwd. 126. 'er ontftaat brand in een Oorlógfchip. 130. onderhandelingen en ontwerpen omtrent de Verdieping van het Y. 131-135. eenige Kooplieden verzoeken van Zyne Hoogheid om befcherming van de Scheepvaart. 149. de Regeering ■ levert een Protest en Aantekening in op het BeiTuit van H. H. Mog. raakende de gefchillen met Engeland. 168-185. het Fregat Alphen fpringt in de Haven van Curacao. 194. de Amfterdammers worden uitgezonderd van de intrekking der voorregten, door den Koning van Frankryk aan de Nederlanden toegedaan. XVII. 196 ■■ Ass»  ipo BLADWYZER» Amstërdam, de Afgevaardigden der Stad fpreeken ten beste van de overige Nederlanders XVII. 197. verzet zig tegen de vermeerdering van Landmagt. 199, aoo. levert een fterk Protest over, in de «aak van zekeren Amerikaanfchen Bevelhebber Paul Jonas. ai8*2o. zwaare fterfte onder de Menfchen, in 1770. XVIII. 2. groote ontdeltenis, op de tyding van het neemen van een Hollandsen Convoi. io. Vertoog van Kooplieden over deeze gewelddaadigheid. ia. men raadpleegt de Kooplieden over de verlenging van het dubbel Last - en Veilgeld. 16. beweegingen ter Beurfe, over het verbeurdverklaren in Engeland van een Hollandsch Convoi. 19. 'er ontftaat brand in de Waas; op den Dam. 21. men verfpreidt eene fraaie Zinnebeeldige Spotprent op de Engelfche Bank. a6» verklaart zig ernftig voor de gewapende Neutraliteit. 46. Burgemeesteren maaken eenige fchikkingen tot voorkominge der Opflikkinge in het Y. ald. de Regeering verdeedigt zig, ten opzicht van zeker Préparatoir Plan van een Verbond met Amerika. 82-90. levert een Protest in tegen eene StaatsRefolutie, op eene Memorie van den Engelfchen Ambasfadeur genomen, 93-102. men ontvangt de tyding van de Engelfche Oorlogsverklaaring. 105. in het Engelfche Manifest wordt aan de Regeering der Stad de Icbuld van het misverltand geweeten. ald. kwyning in den Koophandel, en merkwaardig voorbeeld daar van. 107. 'er wordt een Stads Beleeningkas opgericht. 108. de Regeering klaagt in 's Hage over de flapheid der wervinge van Bootsvolk 109. men ontwerpt aldaar een Plan ter bevor» deringe der wervinge. 110, 111. eerfte voorbeeld van Geldleeninge ten behoeve van Noord - Amerika. 112. de Regeering doet een fterk Vertoog in 's Hage, ©ver de werkeloosheid ter Zee. 121-137. de Regeering , doet, ter haarer verdeediginge, in de zaak van Amerika, eene Memorie aan den Stadhouder voorleezen. 329-145 gevolgen daar van. 145. de Hertog van Brunswyk klaagr over de Memorie der Stad. 146, j47. eenige Kooplieden befluiten hunne Schepen naar de JVest-indien te wapenen, XVIIL 148. Am.  BLADWYZER. 191 Amsterdam , nieuwe Keure op de Defolaate Boedels, XVÏII. 15». komst en verblyf van Keizer Jofephus den Tweeden in de Stad. 151 - 155. men bekoomt de tyding van den Zeedag op Doggersbank. 160. groote en menscblievende toebereidfelsAldaar, omtrent de gakwetften, in bet Gasthuis. 161. men maakt eene nieuwe fchikking op de Predikbeurten in de publieke Kerken. 173. eenige Kooplieden verzoeken het onafhanglyk verklaaren van N Amerika. 182 - 186. Dank - Adres voor dc inwilliging van hun verzoek. 188. gouden Munten hiér gevonden. 191. men maakt eene nieuwe Ordonnantie cp den Wisfelbank. 192. de Groot-Vorst en Groot-Vorstin van Rusland komen in de Stad. 194. befluit der Vroedfchap , omtrent een Verbond met Frankryk. 201. de Regeering doet een Voorftel wegens de oproerige beweegingen in *s Hage. 205. Gedenkpenning op het Verbond met N. Amerika, 208. de Regeering ontvouwt haare meening , raakende het toevoegen van eenen Raad aan den Stadhouder. 212. maakt eene Keure op de Gemaskerde Balls. ai8. eenige Kooplieden verzoeken en verkrygen Convoi tegen de Algierynen. 238. de Regeering" ontvangt eenen Brief des Konings van Pruisfen, raakende den Stadhouder. 555. antwoord op denzelven. 250. de Regeering doet eene aanzegging aan de Courantiers. XVIII. 262. De Markgraaf de BOUiLLé koomt in de Stad. XIX. 6. Request aan de Staaten en aan de Regeering der Stad, raa- ' kende de Rotterdamfche beroerten. 8, 9. Aantekening der Regeeringe, raakende Rotterdam. 15-17* eenige Ingezetenen doen eisch op den Keizer. 26. de Regeering doet een Voorftel in 's Hage, omtrent een gefchenk aan den Koning van Frankryk. 3a,- 32. men houdt 'er een Alliantie - Maaltyd op het Verbond met Frankryk. 33. Advis wegens het Kommando van Zyne Hoogheid in 's Hage 34 - 37. doet een Voorftel tot affchaffinge der Exercitie-Genootfchappen . 44 • 46. Raatelyke zamenkomst van zommige Regenten. XIX. 47 Am-  i$2 B L A t> W Y ZE R. Amsterdam , eenige Burgers kanten zig tegen het zenden van Krygsvclk na Hattem en Ëlburg. XIX. i 48. Uittogt van gewapende Ingezetenen naar Gelderland. 49 en haar Naarden en Utrecht, 50. men draagt zörge voor de veiligheid der Stad. ald. de Regeering bewilligfin de fchorzing van den Kapitein Generaal. 51 doet een voorflag ter VerefFeninge der gefchillen. 52. ontvangt een Dank-Adres. 53. Request Van den Krygsraad aan de Regeering. 57 , 58. beweeging op het Stadhuis, ald. de Vergadering van den Krygsraad wordt naar de Doele verplaatst. 62. misnoegen op de Afgevaardigden ter Dagvaart.6j. vier Kolonellen worden afgezet. 64. en Burger - Gekonftitueerden aangefteld. ald. 'er wordt eene Oranje - Sociëteit opgericht. 65. op aanzoek van den Krygsraad negen leden der Vroedfchap afgezet. 67. nieuwe verkoozen, nevens Kolonellen. 68. de Vroedfchap neemt een befluit omtrent de Burger Wapening. 6g. aanmerkelyke voorflag raakende twee Burgemeesters. 70. verfcheide huizen worden geplonderd. 72. Verovering van Kattenburg. 74. twee Burgemeesters worden afgezet, en andere verkoo. zen. 77, 78. als mede de Schout, ald. eenige Burgers trekken in bezetting naar Utrechr. 79. plegtige Maaltyd, ter gedagtenisfe van den Slag op Doggersbank. 80-82. 'er wordt eene byeenkomst van Gewapende Genootfchappen gehouden, ald. misnoegen op Schepensbank. 84. men maakt een Ontwerp van een nieuw Regeerings - Reglement. 85. eerfte gerugt wegens de aannadering van Pruisfifche Troepen. 86. de Raadkamer wordt gereed gemaakt, om de Vergadering van Holland te ontvangen. 88. 'er vergaderen 'eenige leden. 89. Bekommering in de Stad, ter gelegenheid der overgave van Utrecht. 92. men befluit tot het verdeedigen der Stad tegen de Pruisfifche Troepen. 94. eenige Afgevaardigden aan den Hertog van Brunswyk gezonden, (oo-ioa. de Voorposten der Stad worden befchooten. XIX. 103 Am-  BLADWYZER. 103 Amsterdam , de Regeering befluit de Stad over te geeven. XIX. 104, 105. gevolgen daar van, ald. de Pruisfifche Troepen neemen bezit van de Leidfche Poort. rio. men ontvangt Staatfche Bezetting in de Stad. iï4. veele perfoonen verlaaten de Stad. 116. de oude Schuttery wordt herfteld , en de nieuwe ontwapend. 123,124 de Burger • Ruitery, terbewaaringe der rust opgericht, wordt door de Regeering bedankt, ald. 'er komen Afgevaardigden van Zyne Hoogheid in de Stad, om den Krygsraad te, veranderen. 126. gelyk ook de Regeering, 130, beweegingen op de Beurs, over het draagen van Oranje - tekens. 131. aan eenige Vreemdelingen wordt de Stad ontzegd. 133. bevel van Burgemeesteren'aan den Kerkenraad. 134. vertrek der Pruisfifche Troe. pen 136. de leden van het Defenfieweezen worden gedagvaard. XXII. 6. Gecommitteerden van - de Groenlandfche en Straat - Davifche Visfchery alhier verzoeken, aan de Staaten van Holland, om eene Premie. XXII. 8. en worden verhoord, 'u. Directeuren Van den Levantfchen Handel verzoeken om het aanblyven van den Staatfchen Gezant aan het Turkfche Hof XXII. u. ongemeene Kollekte op den Dank - Vast - en Bede - dag van 1788. XXII. 13. onrustige beweegingen over het niet draagen van Oranjelinten. 13. Bewindhebbers der Westindifche Maatfchappy doen , in eenen Brief aan H. H. Mog., verflag van derzelver agterlyken toeftand. XXII. 14. men vervaardigt aldaar, in 1788, een Kunst- Wagt - Plaatje. XXII. i8. «enige perfoonen worden, ofn hunne bemoeijingen in den jaare 1787, gedagvaard, 18. en gevonnisd, ;o. Myne Heeren van den Geregte verbieden eenige Dagblaadjes. XXII. 21. Burgemeesteren befluiten tot het openen van eene Geldhefflng van twee Millioenen XXII. 22. en tot het heffen van eene buitengewoone belasting op het Lantaarn-, Emmer- en Straatgeld, ald de Kroonprins van Pruisfen koomt in de Stad. XXII. 23. De Hoofd - Officier doet het Gebouw der Vadwiandfche Sociëteit fluiten. XXII. as XXIII. Stuk, N Am-  194 B L A D W Y Z E R. Amsterdam , wat 'er, omtrent het verkoopen van dït Gebouw, voorviel. XXII. 26. zwaare Orkaan, en ongelukken door denzelven op het Y gebeurd, 20, de Stadhouder en deszelfs Gezin bezoeken de Stad. 33. vreugdebedryven ter dier gelegenheid. 34, Schepenen doen verfiheiden perfoonen Hidaagen,, en flaan vonnis over dezelve 35. Myne Heeren van den Geregte doen eenê Keure afkondigen, be. treffende het verzorgen van versch Water, 36. de regeerende Vorst en Vorftin van Nasfau Weilburg bezoeken de Stad. 40, Burgemeesteren verkiezen Pieter Nieuwland tot Lector in de Wis-, Starre- en Zeevaart - kunde. 41. de Beffuurders van den Moskovifchen Handel leveren een Verzoe fchrift in by H. H. Mog. over een drukkend Kaap ■ Reglement des Koaings van Zweeden. 44, de Stadhouder bezoekt, van nieuws, deeze Stad. 53. Burgemeesteren draagen aan H C. Cras, Hoogleeraar in het Romeinfche en Hedendaagfche Regt, daarenboven het onderwys op in het Regt der Natuur en der Volken. 54. zwaare Brand in . 's Lands Magazyn. 62. groote fchade daar door veroorzaakt. 63. het Oranjedraagen wordt afgefchaft. ald. een Pauslyke Nuntius deelt ook hier het Vormfel uit. 64. veel gerugts maakt hier ter Stede een merkwaardige diefftai van Juweelen en Kleinodiën, aan de Franfche Kroon beboorende, 68-, lyst van het geftolene. 69. verfcheidene Negociatien worden, in j793, hier ter Stede geopend. 75. Regeerders ge. bruiken eenige voorzorgen omtrent de Vreemdelingen. 78. de Krygsmt-gt der Stad wordt, tegen de nadering der Franfche Troepen, verfterkt. 79. de Kermis wordt, in 1794, verboden. 80. De Regee» ring bemoedigt een ontwerp tot het wapenen van Landzaaten. 82. de Erfprins van Oranje komt in de Stad.^ 84. het Geregt doet eene Publicatie tegen het inleveren van Adresfen afkondigen, ald. de Leesgezelfchappen leveren een Adres in. 85.- wat: daar omtrent voorviel. 86. inhoud van het Adres. XXII. 87 Am-  BLADWYZER. 195 Amsterdam, Verklaaring van Kolonellen aan Burgemeesteren , by die gelegenheid, XXII. 93. voor de Herberg bet Burgje ontftaan eenige beweegingen. 94.' de Regeering doet de leden der Leesgezelfchappen ontfchutteren.98. vordert, by Publicatie,opgave van allen, die Geweeren onder zig mogten nebben, ald. de Inleveraars van het Adres der Leesgezelfchappen worden gedagvaard. 100. vonnis over dezelve geveld. ïoi. Revolutie van 1795; tot het bewerken en daarftellen verbinden zig eenige perfoonen , onder den naam van Committé Revolutionair. 105, ioff. oogmerken en handelingen van dit Committé. 107, 108, 109, aan den Voorzittenden Burgemeester wordt een verzoek gedaan om Geweeren. 111. men eischt van hem, dat hy, nevens zyne Amptgenooten , zynen post nederlegge. 112 de zelfde eisch gefchiedt aan den Kommandant der Stad. «ld. de Franfchen komen in de Stad. 114. de oude Regeering wordt afgezet. 515. 'er wordt eene provifioneele Municipaliteit aangefteld. 118. haare eerfte handelingen. 122. ten behoeve der noodlydenden, van alle Gezinten, gefchiedt hier eene inzameling van penningen. 123. men draagt zorg voor de ongeftoorde openbaare Godsdienstoeffening. ald. 'er worden onderfcheidene Ctmmittés benoemd. 124. de eerfte Befluiten der Provifioneele Reprefentanten van het Volk van Holland worden afgekondigd. 126. ftaat van Stads Wisfelbank, ten tyde der Omwentelinge. 129. eene Commisfie brengt raport uit aangaande den ftaat van Stads Financien. «33. de Franfchen eifchen de goederen, hier ter Stede gevonden wordende, aan vyanden der Franfche Republiek behoorende. 140. de Fiscaal der Admiraliteit van der Hoop en de Vice - Admiraal van Kingsbergen worden in verzekering genomen. 140. men plant een nieuwen Vryheidsboom, en viert een ftaatelyk feest. 141. de Municipaliteit fchryft eene Negociatie uit van acht Millioeuen Guldens. XXtf. '4$ N e Au-  i96 BLADWYZER, Amsterdam, de ;Municipaliteit weigert den Eed, 'volgens bevel van Provilioneele Reprefentanten van het Volk van Holland, door de Eurgerlyke en Kerkelyke Amptenaars re doen afleggen. XXII 149. meldt in eene Misfive de redenen en gronden van haar bezwaar aan de Provifioneele Reprefentanten van 'Holland. ' 152 eene Commisfie uit den Haag koomt, by die gelegenheid, in de Stad. 155, 156. dezelve doet zes leden, die weigerden de Misfive terug te neemen , in Arrest ftellen. 163. 'l welk zy voorts in hunne huizen houden. 16 . worden ontflagen. 168. de Jóodfche Natie maakt zwaarigheid over het afkondigen van de Regten van den Mensclien Burger. 173, nadeden der Ingezetenen door de Engelfchen. 175. mislukte Moord aan eenen Burger - Kanonnier, terw yl fty op Schildwagt ftaat. 176. 'er verfchyut een Reglement ter verkiezinge van een nieuwe Municipaliteit. 176. 't welk,.egter, niet lang ftand houdt. 177. 'er wordteen nieuwe Municipaliteit verkozen, ald. plegtigheden , welke daar by plaats hadden. 178. lyst der nieuwe Municipaliteitsleden. 180, van de Schuttery wordt een nieuwe Eed gevorderd ijgi. de Municipaliteit doet de Wapenborden uit de Kerken en elders wegneemen, en het draagen van Livreyen verbieden. 182, 183. men beraamt het Plan van een Fonds ten behoeve der Zeelieden. 183. byzohderheden, raakende eene Doos met Jüweeïen van zyne Sardinifche Majesteit. 185, een Algemeene Beleenbank van Holland Wordt alhier opgerecht. 190. oogmerk en inrichting daar van. 191. wordt in een Nationaale Beleenbank veranderd. 214. men bekoomt de tyding van eene Alliantie met Frankryk. ald. voorwaarden daar van. 215. men viert een plegtig feest, op die Alliantie fiaande. 218. 'er wordt een Reglement van Orde, en van Verdeelinge der werkzaamheden, van de Reprefentanten van het Volk van Amfterdam vastgefteld. 223. inhoud van dat Reglement. 224 — a«6* Inftractie voor den Procureur der Gemeente. 256. en voor den Maire. XXII. 262 Am«  BLADWYZER. 197 Amsterdam, voor het Committé van Justitie. XXII. 268. en voor de Kamer van Defolaate Boedels 272» Lyst der leden van het Committé van Justitie. 274. foyzonderheden van het voorgevallene met twee Predikanten. a§*. men befluit tot eene geforceerde Geldheffing. 286. de Municipaliteit ontvangt een nader rapport wegens den deerlyken ftaat van Stads Kas 287. ongeregeldheden , door het opkoopen. van Groenten ■alhier voorgevallen. 296. maatregels daar tegen genomen. 297. 'er wordt eene Commisfie ter bandhaavinge van orde en daarflellinge van het noodige redres benoemd, bepaaldlyk met opzigt tot de Amptenaaren. 298. omtrent de Gildekeuren in 't algemeen •wordt eenige verandering; gemaakt. 500. de Schouw¬ burg wordt voor Stedelyk verklaard, en het voor* deel daar van in Stads Kas geftort. 301. de Burger of Groote Krygsraad wordt vernietigd 303. 'er ontftaan hoogloopende beweegingen ten Stadhuize, doot de eifchen der Clubisten. 306. hunne voorileUen. J07. worden afgeweezeu. 309. eene Proclamatie der Municipaliteit wordt, op verfcheiden _ plaatsen, afgefcheurd.. 315. een naamlooze Brief .uit den Haag baart groote beweegiug 316. eenige Afgevaardigden uit den Haag komen in de Stad. 335. de post van Protonotaris wordt vernietigd. 336, de Keure op de Haring wordt vernieuwd sen uitgebreid, ald. 1er worden fchikkingen gemaakt om behoeftigen aan werk te helpen. XXH. 340. Stads Gyzeling wordt, uit het Stadhuis, naar het Nieuwe Werkhuis verplaatst. XXIII i. de Municipaliteit ontvangt eene nieuwe titulature. 7. 'er verfchynt eene Commisfie uit den Haage in de Stad, om den dienst op 's Lands Vloot aan te moedigen. 8. de Raad doet eene nieuwe Keure op Stads Wisfelbank afkondigen. 10. men maakt eene nadere bepaaling omtrent de remotien der Amptenaaren. 12. een Reglement tot het uitbrengen van de Volksftem vastgefteld s«j. 'er wordt een Kouzen-Fabriek opgericht. 14. nieuwe Poorters-Eed vastgefteld en ingevoerd. XXIII. ,15 N 3 Am-  J9-8 BLADWYZER. Amstfrdam, in de Costumen by de openbaare Verkoopingen wordt verandering gemaakt. XXIII. 18. de Raad bepaalt eenen Eed voor de Weesmeesters. 19. maakt eenige bepaalingen aangaande het verzenden van geld buitenlands. 20. door eenige Kanonniers worden ongeregeldheden gepleegd. 21. tot veiligheid der Stad worden door den Raad eenige middelen beraamd. 32. 'er ontftaat een gerügt van het naderen van Troepen. 33. dezelve komen in de Stad. 34. doch verlaaten dezelve. 37. de Kanonniers brengen Gefchut op den Dam. ald. hetwelk wordt weggenomen, ald, de Raad bekoomt aanfchryving wegens de komst van Franfche Traepen. 38. eenige Afgevaardigden uit den Haag komen in de Stad. 49. dezelve doen eene Proclamatie afkondigen. 50. de Raad maakt eenige fchikkingen met den Franfchen Generaal. 55. maakt eene Keure raakende het Veer op Brusfel. «,7. beraamt eenige fchikkingen omtrent de begeeving van Ampten. 59. eenige Leeraaren der Hervormde Gemeente worden, om het weigeren van aflegginge eener Verklaaring, afgezet. 61. men richt, van Stadswegen, een Chemisch Laboratorium op. 65. omtrent het Gasthuis worden eenige nadere bepaalingen gemaakt. 67. men voert eene nieuwe Brandkeure in. 69. in het Stadhuis wordt een Mufceum of Kunstverzameling vervaardigd. 77. 'er worden eenige verbèteringen aangaande de Scheeps - Medicynkist ingevoerd. 78. de Raad verbindt de Nachtwagten aan eenen Eed. 79. het Poorterfchap wordt tot de Leeraaren van alle Christen Gezintheden uirgebreid. 80. de Stad neemt de Kouzen - Fabriek voor haare rekening. 81. getal der Kerken en der Zie'en, van onderfcheidene Geziuten. 84. de Raad legt eené Belasting op. de Honden. 89. in de Stads Schooien worden aanmerkelyije verbeteringen ingevoerd. 94. de Vice - Admiraal J. IV. de fVinier wordt, na den Zeedag van 11 October 1797 * door den Raad llaatelyk onthaald. 165. de Raad bepaalt eene nieuwe fchikking omtrent de belasting op het trouwen en begraaven. XXÜI. 166. Am-  BLADWYZER. 19? Amsterdam, veranderingen in den Raad. XXIII. 170. ' het Corps Artilleristen wordt herfteld. 174 de Raad wordt gereorganifeerd. 17*. 'er ontftaat nieu* we verandering in den Raad. 178. Lyst der Kaaden« XXIll: >8I Amft.rdamfcU Apotheek, nieuwe uitgave daar van bezorgd. XIV 180. Appel ( . : ") Landfchaps - Schilder. aal 138 Augsburgfihe Confes/ie, het Tweede Eeuwfeest wordt daar van gevierd. XIV. 191 B. Bakhuizen ( Ludolf ), Kunstfchilder. XXr. i35« bvzonderheden van zyn leeven, en fchilderftukken. J XXI. 107-110 Backer (Mr. WitLBM Cornelis),.Schout, wordt afgezet, XIX. 78 Bals C Gemaskerde') worden verbooden. XVIIl.^ aj8 Barmhartigheid ( Huis van ) ; zie Roomsgezinde» ^ ifn Nieuw Armenhuis der ). Bede/tonden (Veertiendaagfche) door Staaten van Holland bevolen, in 1793. XXII. 75 Beels (Marten Adriaan), Burgemeester, zyn hui» wordt gepJonderd, XIX. 77. wordt afgezet. 78 Begraaven, belasting daar op. XXOT. 100 Beleenbank (Algemeene) van Holland, te Amfterdam opgericht. XXII. 190. oogmerk en inrichting van denzelven. 191. ontvangt eene verdere uitgebreidheid, en wordt in een Natitnaalen Beleenbank veranderd. 414 Bentink ("deBaron W. J. G. ) fterft, te Amfterdam, aan zyne wonden, op Doggersbank ontvangen. XVIII. 16a. wordt 'er ftaatelyk begraaven. 163 - 166. 'er wordt, ter zyner eere, een Gedenkpenning vervaardigd, 167. en in de Nieuwe Kerk een Gedenkteeken gefteld. 168 Berckel (E. F. van ), Penfionaris, levert een Request in, by hun Ed. Gr. Móg: tegen de aamyginN 4 gen  2oo BLAD WYZE R. gen der Engelfchen. XVüI. 127. geeft eene Memo» rie in 't licht, raakende de Militaire lurisdictie. aajf Beurs, herftelling eener groote verzakking aan dezelve. XIX. 144 Bezetting ( Gebouwen voor de ). XX. 207 - aio Binnen- en Buitenlands • Fdarders-Gi!d( Groot ).. XXI. 8 Bloemen ( Nolbertus van ), Kunstfchilder. XXI. 11* Blomberg (Hendrik van) wordt gedagvaard. XXII, , 18. en gevonnisd ig Balsward, Ordonnantie op het Veer op die Stad. XIV. 209 Bontekoning CJohanna) maakt eene fomme gelds, tot het bouwen van het Befteedelinghuis % aan de Diaconie der Hervormde Gemeente. XX. 9a Bosch (Eernardusde), vermaard Digter. XXI. 99 •—■—- (Hieronimus de) fchryft eenige Dichtregels op de Maatfchappy Felix Meritis. XXII 38 mm-r-— C joanwes de ), byzonderheden van zyn lee-» ven. XX!« 130. zyne Kunstgewrogten. 131 Boudaan (Gualterus Petrus), Raad, Schepen en, Burgemeester. XXi. 69. Bewindhebber der O. I* Maatlchappy en Commisfaris Politiek, ald, Boürg ( Lotjis Fabuitius du ), byzonderheden van . zyn leeven, en fchilderftukken. XXI. 119 'Bovenkerker - Polder,, op denzelven wordt Octrooi ver. leend. XVIF. 37 fyabant ( Vaart op \ XXI. 39 Brancadoro (Cesar), PauslykeNuntius, deelt, gelyk elders , zo ook in deeze Stad , het Vormfel uit. XXII. 64. vermoedens aangaande een heimelyk . oogmerk zyner zendinge. 65 Brand, op denzelven wordt eene nieuwe Keure beraamd en ingevoerd. XXIIL 69 Brandblusfching, nieuwe Keure daaromtrent. XXI. 48 Brandjpuiten, Keure tegeu het befch" ligen daar van. XV, 60 'Bramzen Hofje, volbouwd. XIV. 503 Broodbakkers 'Gild. XXI. 14 Brottweryen. XXI. 24 Breuwnisten, hun vervaL XIV. 47 Brüns»  BLADWYZER; aox Brunswyk. ( de Hertog van ), deszelfs verwydering . onder andere door de Regeering deezer Stad btgeerd. XIX. 4, 5. befluit by 's Lands Staaten daar toe genomen. 6 BrusfeU nieuwe Keure raakende het Veer op die Stad. XXIII. 57 Buik floot er Veer. XXI» 35 > 3-> Burger * Compagnien, nieuwe Ordonnantie op dezelve» XXI. . Sociëteit. XIX. 40 Burmannus ( Petrus) Secundus, byzonderheden van zyn leeven XXI. iqo Buurt ( Adrianus ), vermaard Godgeleerde. XXI. 88 Buys ( f.GBfirt ), Geleerde. XXI. ii Byltfes, vreugdebedryven van dezelve over de Omwenteling van 1787. XXII. 7' C ■ : C^hatin f E O, een voornaam Doelist XV. 151 Chemisch Laboratorium van Stadswegen opgericht. XXilt Cs Clubisten doen eenige voorftellen aan de Municipaliteit te Amfterdam. XX',1 306. antwoord daarop ont-. vangen. 305. hunne hoogloopende eifchen. 31a. gedrag der Municipaliteit. 3*4 Cok. ( Jan Matthias ), Kunstfchilder. XXf. 134 Cotiegianten ( Vergaderplaats der ). XIX 173 Committé van Gezondheid; zie Geneeskundig Toevoer- zigt yCvmmisfie van). Compas en Zeilemaakers - Gild. XXI. 23 Compe (Jan ten), Kunstfchilder. XXI. 110 Concurdia et Libertatb {Het Genootfcbap), deszelfs oorfprong, XX, 162. vergaderingen, 164. leden, 165. belhiur, 166. werkzaamheden. ald. Confulentfcbap ( Acte van ). XIX. 2, 3 Conventikelen, Publikatie daar tegen afgekondigd. XVI. 69 CoRNELisz ( Christiaan ), berigt wegens de Itoute daad van zekeren Matroos, dus genaamd, op een N 5 door  loa BLADWYZER door de Franfchen genomen Hollandsen Koopvaardy3 fchip. XXII. 80. wordt daar voor beloond, onder anderen door den Ridder van Kinsbergcn. 82 Corver ( Gürrit > XXI. 66 koopt de Heerlykheid Velzen, yjy (Mr. Jan), Burgemeester en Raad, geeft, in 1710, een pragtigen Maaltyd. XIV. 85 Courant ( Diemermeerfcbe ), de Schryver daar 'van wordt in 's Hage gedagvaard. XVill. 243. de Regeering deezer Stad verzet zich daar tegen. ald. Cras r H. C. ), Hoogleeraar aan de Doorluchtige School in het Romeinfche en Hedemiaagfche Regt, wordt, daarenboven, tot i loogleeraar in het Regt der Natuur en der Volken aangefteld. XXII. 54 Curacao, Beroerte aldaar. XIV. au - a2£ Cürtenius (Petrus), Predikant, en 'vervolgens Hoogleeraar te Amfterdam, XXI. 00. zyne Schriften' ald. D. LJagblaadjes ( verfcheiden ) worden verboden. Dedel (Mr. Willem Gerrit) 5*;»*fl»«.fXBur(r" meester, wordt afgezet. XIX. 77 Defenfieweezen, de Leden van hetzelve worden gedag- n?;rd' n j t v XXII. 6 Uejolattte Boedels - Kamer, nieuwe Ordonnantie op dezelve. XVil. 112. Inftructie voor dezelve. XXII. Diaconie (Nederduitfche Gereformeerde'), tot Erfgenaame verklaard van haare bedeelden. XIV. 214 XVI. 108. maakt eenige nieuwe fchikkingen omtrent het onderhouden haarer trekkende leden. XVII. 1. fluit eene Conventie met Regenten van het AalmoesfeniersWeeshms. y t ——- der Hervormde Gemeente ( Befleedelinghuis van de), oorfprong van hetzelve. XX. 89. befchryv'"g 9c - 9a " Oude-Vrouwenhuis , Jubelfeest van hetzelve. XVJ1I. 219 - ïai Die.  BLADWYZER. Dkmermeer , Regthuis aldaar gebouwd. XXI. 60 • 61. befchreeven. ald. Digters te Amfterdam, in deachttiende Eeuw. XXL 95 Dobbelen, verbod daar tegen. XXI. 5* X)octrina et Amicitia (bet Genootfcbat>}, oprichting en aart der ftigtinge. XX. 168. belchryving van het Gebouw. 171-175 werkzaamheden 175. de Vaderiandfche Sociëteit wordt, by vernoeming, aldus geheeten. XXII i6 Doelisten, zommigen van hun vieren de Verjaaring van de inneeminge van de Doelen, en worden geftoord. XVI. 70-7* Doesburg (Veer op). XXI. 17 Doodftraffen, in de gebruiklykheden by dezelve worden eenige veranderingen gemaakt. XXII 33® Doopsgezinden Kerken, in de Kerk by bet Lam wordt een Orgel geplaatst. XIX. 169. by de Kerk by den Teren eene nieuwe Kerkenraadskamer gebouwd. 170. de Kerk in de Zon wordt verfraaid, en met een Orgel verfierd. 171, 172. de Gemeente by de zes Kruiken vereenigt zig met die in de Zon. 173 t— Oude - Vrouwen - Huis van de Gemeente by het Lam en den Toren wordt geftigt. XVII. *■ mm 1 Weesbuis van de Gemeente by bet Lat» en den Toren, Eeuwfeest van hetzelve ftateJyk gevierd. XX, 59 - 6a. Weesbuis en Hofje van de Gemeente in de Zon worden vergroot. 63. bcfchry» ving daar van. t$4 , 65 Deorlugtige School, nieuwe Keure omtrent dezelve. XV!I. 37, 38 Drenkelingen ( Maatfchappy tot redding van) wordt opgericht. XVII. 5!. eenige verbeteringen in haar Ontwerp gemaakt XVIII. 221. lyst van uitgedeelde Premiën, geduurende het tydverloop van 23 jaaren. XXII. 43 Durgerdam/che Veer* XXI, 28 E. Ebe.  *04 BLADWYZËR, .id,.f*ïi »U/i ..VA-rjotar, • ; vwrtt* E. Ebeling (i{/r. Ernestus), vonnis over hem ge- XXII "«5 -Etfrf, volgens Befluit van Provifioneele Reprefentanten van het Voik van Holland, door alle Geestlyke en YVaereldlyke Amptenaars af te leggen, ontmoet tegenftand by de Municipaliteit van Amfterdam XXH. T49. Zie Amfterdam. Eilands Kerk, van den Opbouw daar van wordt, ia 1734. een aanvang gemaakt. XIV. 209. voltooid. 2?< Ekels (Jan), Kunstfchilder. XXI ,34- n5 Elburg (Veer op). XXI. 28, 29 fcLLiGER (Antoni), Kunstfchilder XXI Elverveld (Hendrik van), Toneeldigter XXI. émigranten (de Franfche) worden uit Amfterdam weggevoerd. xxn Iag Engelfche Wees-en Oude-Frouwen-Huis naar de Oude Zyds Agterburgwal verplaatst. XX. 11 Enkbuizer Veer. XX( £~ r elix Meritis f £&* G^3«w der Maatfchappy XX. 147. opkomst deezer Maatfchappy. ald. belchryving van het Gebouw. 153-158. Departementen en Werkzaamheden. i Fonds  BLADWYZER. 005 Fonds ( Vaderlandscb ) ter aanmoediging van is Landt Zeedienst. X VUL 1C9. ukbreiding van deszelfs plan. 226 —•— ( Plan van een ) tot onderftand vart 's Lands Zee - Officieren.. XX!I 70 Fontaine - Hofje wordt gebouwd. XVI. 156. befchreeven. ald. Fontein (Pieter), Oud - Leeraar in de Gemeente der Doopsgezinden by bet Lam en den Toren, befpreekt zyne aanzienlyke Boekery aan die Gemeente, ten diende van het Kweekfchool. XIX. 173 Forbin (de Graaf) doet eenen voorflag aan het Franfche Hof, ten nadeele van de Stad. XIV. 44 Franklin ^ Benjamin ), Gedenkpenning ter zyner eeie geflagen. XXIL 53. Frankryk, 'er wordt een Verbond van Alliantie tusfchen hetzelve en de Vereenigde Nederlanden gefloten. XXII. 214. voorwaarden daar van. 215 Franfche Roomfche Kerk, van binnen deftig betimmerd. XIV. 203 Friefcbe Veertn. XXI. 30 Fruitkoopers. XXI. 5 G. Crastbuis, deszelfs ingang wordt verbreed. XVI. 155. omtrent hetzelve worden eenige nadere bepaalingen gemaakt. 'XX1I1. 67 Gelder ( Baron van Dedem tot de ), Staatfche Gezant te Conftantinopole, Difecteuren van den Levantfchen Handel leveren, ten zynen voordeele, een Verzoekfchrift in. XXII. 1 r Geldbeffing ( Geforceerde ), men befluit daar toe te Amfterdam, van wegen den deerlyken ftaat van Stads Kas. XXII. 286, 287 Geleerden te Amfterdam, in de achttiende Eeuw. XXI. 71 Gemeene ■ Lands . Middelen (Comftoir van). XIX. 158 Geneeskundig Toevoorzigt (Commisfie van ), of Committé van Gezondheid, wordt tot ftand gebragt. XXIII. Ï58. Inftructie voor die Commisiïe, 159  &q6 BLADWYZER; Genjets r G. ) wordt Ingedaagd. XXII. 2. misdaad* hem ten laste gelegd. 3. vonnis ovër hem geveld! Ce/dut- en Klok - Gietery (Stads) wordt vernieuwd! Giese» (P. van dfr) aangefteld tot Reprefcmant van Zyne Hoogheid by de O. I. Maatfchappy. Gildebroeders, Keure op het begraaven van dezelve? XXI. 1 Gildekeuren te Amfterdam, omtrent dezelve worden eenige veranderingen gema kt. XXII. 300 Graanen, de uitvoer daar van wordt verboden. XVI. 100. aanmerkingen van eenige Kooplieden op dit Verbod. iöi-i6< Grandjean (jan), Schilder, byzonderheden van zyn leeven. XXI. 136, 137 Grave c Hendrik ), Lt. Admiraal, fterft, en wordt ftaatelyk begraaven. XVI. 66, 67 Groninger Veer. XXI, 30 Gyzeling ( Stads ) wordt, uit het Stadhuis, naar het Nieuwe Werkhuis verplaatst. XXIII. u nieuwe icnikkingen omtrent de gegyzelden. 3 TT lil aarlemmer Peer. XXI. 30-35 Hamburger Beurt. XXI. 38 Harderwyker Peer. XXI." 33 Haring, de Keure op dezelve wordt vernieuwd' en uitgebreid. XXII. 336 Harlinger Veer. XXI. 33 - 35 Hartsen ( Antony), byzonderheden van ?,yn leeven^ en Digtwerken. XXI. 103 Hartsinck ( Jan Jacob ), byzonderheden hem be. treffende. XXI. 00 Hasselaar ( Gerard Arnoud ) wordt Kapitein onder de Schuttery. XXI. 6/. Bewindhebber der O I. Maatfchappy, en Schepen en Raad der Stad. 68. afgevaardigd op de Vredehandeling te Aken. ald. ver»  BLADWYZER. ao^ Verzet zig alleen tegen het teekenen van de voorafgaan. de punten, en waarom. 68. wordt Burgemeester, ert Peprefentant van Zyne Hoogheid by de Hollandfcae . Admiraliteits - Kollegien. ald. fterft. 69 Hattem ( Pontiaan van ), zeker boek van hem wordt verbooden. XIV. 198 Heelkundig Genootftbap , berlgt , wegens de oprichting van hetzelve. XXII. 43 Hernhutters ftigten eene Vergaderplaats XIX. 174 Hkspe (J. C ) wordt ingedaagd. XX1L 2. misdaad hem ten laste gelegd» 3 Hoen der koopers - Gilde. XXI. 4 Hogbndorp , Mr Diderik Johan van ), vonnis over hem geveld XXII. 36 Honden, op dezelve wordt eene belasting gelegd. XXIII. 89 Hooft ( Gerrit ) Junior, leevensbyzonderheden en karakter. XXI. 106 Hooiwetgtrs. XXI. ï Hoop ( Cornëlis van der) Gysbertsz., tot Schout verkoozen.. XIX, 79 * ( de Fiskaal der Admiraliteit van der ) wordt te Amfterdam in verzekering genomen. XXII. 140 Hoorn ( Veer op ). XXI. 35 Hop ( Cornelis ), Oud- Schepen, vertrekt in Gezautfchap naar Frankryk. XIV. o& Hoüsrakbn (Jacobus ), het groot getal Portretten, door hem gegraveerd. XXI. i.ai - 122 Houtzaagers - Gild. XXI. 14 Wow C Louewïk ) wordt ingedaagd. XXII. 35 Huiszittenbuis ( üude-zyds'), vertimmering aan hetzelve. ' XVI. ,55 Huizer(J. K. de ), een voornaam Doelist. XV. 154 Huvoelykszaaken, veranderde fchikkiug omtrent dezelve ingevoerd. XXII. 189 Huydecoprr ( Balthazar ), Digter en Letterkundige. XX!. 96. zyne Schriften. 97 Huyghens ( Mr. Willem ), Burgemeester der Stad , wordt Hoofd - Directeur der Teken - Akademie. XVIIL 1761  floS BLADWYZER. Jtgtbaven aan bet T. XIX. 15S, igf JefuïteH (Kerk der ),zedert lang gefiooten.. wordt geopend. XIX. 175. befchreeven. 3 ,ö76 Justitie (Committé van) te Amfterdam, Inftruc'ie voor hetzelve. 'XXH, 2g8 J\*'£ «» Cement, Keure op dezelve; XXI. " * Kanonniers, zommigeil derzelven pleegen verregaande ongeregeldheden in Amfterdam. XXIII. 21. brengen gelchut op den Dam. 37. doch haaien het wederom van daar. ald. Kerk ( Nieuwe ), zekere Latynfche dichtregels, in een glasraam gevonden , veroorzaaken veel gerugts. Kerkbeftier der Nederduitfche GereformeerdmJ^X^. Kerkelyke Tekens, by eene Publicatie van het^ovint ciaal Beftuur van Holland wordt, aan de Leeraaren van alle Gezinten, het draagen van dezelve verboer * , XXIII. 76 Kerken, opgave van het getal derzelven van onderscheiden Genootfchappen , en der Zielen tot dezelve behoorende. XXIII 84. Kerkhof, tusfchen den Diemerbrug en het Tolhek aan de Weesper Vaart, aangelegd. XXII. 40. en voltooid, ? „ Keulen ( Vaart op ). XXI. fo Kinsbergen ( de Vice - Admiraal van ) beraamt een plan tot onderftand van 's Lands Zee - Officieren. XXII. 70. wordt te Amfterdam in verzekering genomen. XXII 140 Kistemaakers • Pand wordt tot een verblyf der Ruiterw. bekwaam gemaakt. XIX> \ Kleermctakers - Gild. XXL a Klinkhamer (Govert), Digter. XXI. 07  BLADWYZER. 209 'Klovcnier's - Doele wordt vergroot; XIX. 153 •Kok ( Jacobus ), Schryver van verfcheiden werken. XXI. 89 Kollekte ( ongemeene ) door Diakenen der Nederduitfche Hervormde Gemeente, in 1788. XX'I. ia Kolonellen maaken zekere nieuwe Ordonnantie. XVII. 42, 43 Konstenaars te Amfterdam, in de achttiende Eeuw. XXI. 107 Koornbeurs (Nieuwe) voltooid, en eerfte handel al. • daar gedreeven. XIX. 145. befchryving daar van. I4<% 147 Koomligtermans - Gild, XXI. 7 Kopetflagers ( Keure tegen de rondloopende \ XXI. <$ Kouzen - Fabriek te Amfterdam opgericht XA'III. 15 koomt aan de Stad. 81 frankzirniigen- Huis wordt merkelykverbeterd. XVII. 25 rayenhoff ( E. R. F. ), door het Committé Revolutionair te Amfterdam tot Kommandant der Stad aangefteld, eischt van den Voorzittenden Burgemees. ter, dat hy, nevens zyne Amptgenooten, zynen post nederlegge. XXII 112 Kreet ( Mr. H. A. ), berigt wegens zyne ontzetting van het Burgerregt door Burgemeesteren. XXII. 19 Kruidmaakery, buiten de Leidfche Poort, fpringt in de lucht : XVI. 26-> - 271 KtygsbeVelbebbers ( Hooge ), twist daar over in den Jaare 1704, eh benoeming derzelven. XIV. 27- 30 Krygsmagt ( ftaande ) ter Zee, ontwerp daaromtrent beraamd, doch niet volvoerd. XXII. 66 Krygsraad ( de Burger - of Groote ), te Amfterdam, wordt vernietigd. XXII. 303 Kuipers - en IVynverlaaters - Gild. XXI. 15-17 Kweekfchool voor de Zeevaart. XIX. 10. gunftige fchikkingen ten behoeve van herzelve. 11. oorfprong deezer Stigtinge. XX. 176. befchryving van het gebouw. 179. Voorgevel, ald. Vertrekken ald. Binnenplaats. 180 Buitenplaats, ald. School 181. Slaapvertrek. 582. Ziekenkamer, Zolders, Plat. ald. Regentenkamer. 183. lyst van begunftigers der StigtinJCXJ1I. Stuk. O ge,  aio BLADWYZER. ge. 183 -192. Regenten. 19a. Suppoosten, alfci vereischten en leevenswyze der Kweekelingen. 196198. Kleeding. 20a. Spyze. 203, 204 , 205. Inkoraften der Stigtinge. 207 V. > 'ix Laan ( van dek \, Plaatfnyder. XXI. 130 Landzaaten , de wapening van dezelve ,, tegen de Franfchen, wordt, in 179;, aangemoedigd. XXII- 82 Lantaarnett, belasting daar op. X\I. 50. eene nieuwe foort van dezelve befchreeven. 5i« Latynfche • School \ Keure dezelve betreffende. XVIL 17, 38. het Eeuwfeest daar van gevierd, 13.0 Laurens, berigt wegens de Papieren, by dien Amerikaan gevonden. XVIII. 47 - SS Leeraaren ( een vyftïental) der Hervormde Gemeente wordt, om het weigeren van het doen eener Verklaaringe op de Conltitutie, afgezet. XXIIL 61 Leesgezelfchappen,:- de Leden van dezelve worden ontfchutrerd. XXII. 9* Levantfchen Handel ( Directeuren' van den ) verzoeken om het aanblyven van den Staatfchen Gezant aan het Turkfche Hof. XXIf 11 Livreyen, het draagen van dezelve wordt ^bodeg Londen, het regt van Exue met hetzelve wordt vernie. tigd. XVI. I<5* Lootsmans-Gild. ^v/9 2| Luchteren C van ), Beeldhouwer. XXI. 13» Lucbtverfcbynzel ( vreemd ) hier en elders gezien. XVlll. 244 Lussing (Hendrik) Matthyszoon, Digter. XXI- 104 • Lutberfche Diaconie en Befteedelings • Huis, aanleiding tot het ftigten daar van. XX. 42. befchryving van het gebouw. 45. beftuur. 54» vereischten der inwooners. ald. leevenswyze. 5» »— —- Oude Kerk, verbetering aan dit gebouw. XVI. 155, XIX. iös Lutber*  BLADWYZER, au tuiberfcbe Weesbuis wordt vergroot. XX. 32. en het Eeuwfeest van hetzelve gevierd, ald. Lutkeman C jac0b ) > Digter. XXI. 103 M. 3VX<*tf 126 Mauritius ( Jan Jacob ), byzonderheden van zyn leeven. XXI. 95. zyne Digtwerken. ' 90 Meersch ( Abraham Arent van oer;, Predikant en doogleeraar ouder de Remonftranten. XXI. 9l '95 0 O % wzJUi  aia BLADWYZER. Melder. ( Gerard ), byzonderheden van zyn lee* ven. XXI. 118 Meuken ( Lucretia WilheLmina van), byzöni derheden'van haar leeven. XXI. 104. Digtwerken. 105 Militaire Jurisdictie wórdt afgefchaft. XVIIL-236 Moskovifchen Handel ( Beftuurders van den ) vervoegen ïig by Request aan li. H Mog. ter zaake van een drukkend Kaap - Reglement des KomngS van Zweede», XXII 44. goed gevolg daar van. 46 Muiderdyk wordt herfteld. X V 74- Muider-Poort ftort in. XVII. ƒ3. eene nieuwe daar voor gebouwd. XIX. ] 55 Municipaliteit > Reglement van Orde voor dezelve te Amfterdam. XXII. 223 env. Munnikhoff (Johannes), voornaam Wondheeler , 1 maakt zig verdienftelyk door een Legaat, ingericht tot het uitfehryven van Prysvraagen over de Breuken. XXII. 66. Programma daartoe betrekkelyk. 07 ïrlxN ( Gborci van der. ), Kunstfchilder. XXL 135 N. acbtvjagteh worden aan een Éed verbonden. XXflï. 79 Nachtwerkers* . . ,■ XXI. 51 Nederburgh (Mr. S. C. ), Eerfte Advokaat der Oostindifche Maatfchappy, wordt tot CommisfarisGefteraal over alle de Compagnies • Bezittingen in dè Indien en aan de Kaap aangefteld. XXII 61 Negociatien (verfcheidene) worden, in 1793, te Amfterdam geopend. XXII- 75 Neufville ( Christina Leonora de ), Digteresi XXL 101 Nieuw* Kerk , Gedenkteeken voor den Dichter Vondel en den Kapitein Bentinck in dezelve opgericht. XIX j6ï, J62 Nieuwland (Pieter) wordt, door Burgemeesteren. tot Lecter ia de Wit ■ Starre - en Zeevaartkunde  BLADWYZER. 213 de aan het Doorluchtig School aangefteld. XXII. Noordkerk ( Hermanus ), \ groot Regisseerde. XXI 71. yervaardigc eene nieuwe uitgave der Privilegiën van Amfterdam. 72. geeft eenige fchriften&uit zonder naamvermelding, om het gemeen teftillen, ?3> 7* O. Oefeningen, Reglement op het houden van dezelve. XVII 67 - 71 Oraniedraagen wordt, in npa, afgefchaft, XXlu 63 Orkaan ( Zwaare ') en ongelukken daar door gebeurd. XXil. 29 p' Orville ( Profesfor ï. Ph ) fterft, en de Hoogleeraar P Burman doet op hem eene Lykrede. XVI. jo6, 107 Oude - Kerk, aan dezelve wordt een nieuwe Ingang gemaakt. XVII. 1% . , Mannenhuis wordt verbouwd- .^^vt5 Ouderkerk, fchikking omtrent het Bruggeld. XXI. 55. nieuwe Kerk aldaar gebouwd, ald. befchreeven. 57, de Arafteldyk wordt beftraat. ald, P. Xater ( Lucas ),Digter. XXL 10» Peirson (...), Leeraar der Engelfche Gemeente te Amfterdam, wordt, wegens zyn gedrag omtrent de Municipaliteit, eerst de Stad en de Provincie van Holland, en voorts het Land ontzegd. XX|ï 285 Pesthuis, brand in hetzelve. XIV ap? Philips (...), Graveerder. XXI. 139 PiCAKT v Bernard ), byzonderheden van zyn leeven. Piemont ( Nicolaas ), byzonderheden van zyn leeven XXI. 11G Plant'aadje, XX.^a  914 BLADWYZER.- Politieke Krnyer, berigt van het voorgevallene met den Schryver van dit Weekblad XV11I. 239. de Schryver en de Uitgeever worden gedagvaard , en ter gevangenisfe verweezen. XIX. 19, 20. beroepen zig op het Hof en de Staaten, 90, 21. eerbewyzen hun aangedaan. 22 Poorten ( Josua van dssr ) wordt tot Reprefentant van zyne Hoogheid by de O. I. Maatfchappy aangefteld. XVI 69, 70 Poorters - Eed (Nieuwe"). XXIII. 15 Poorterfchap wordt tot de Leeraars van alle Christen Geziuten uitgebreid. XXIII. 80 Post Comptoir (Generaal') wordt gebouwd, XVI 128 Posteryen. XXI. 42 Prinfen- Hof, by hetzelve worden eenige nieuwe huizen getimmerd. XVII. 25 Procureur der Gemeente te Amfterdam, zyne Inftrucue. XXII. 256 Protonotaris, de voordeden van dien Post worden ten behoeve van Stads Kas bekeerd, en de waarneeming daar van aan den Sekretaris van het Committé van justitie, op eene vaste wedde, opgedraagen. XXII. Pruisfen ( dc Köfiing van ) fchryft eenen brief aan de Staaten, ten behoeve van den Erfftadhouder. XVIII. 25^-259 .,. ( de Kroonprins van ) bezoekt deeze Stad, en bezigtigt de voornaamlte merkwaardigheden. XXII. 23 Punt (Jan ), byzonderheden van zyn leven. XXI. 123-120" Q. C^uinkiiart (Jan Maurits), leevensbyzonderheden en kunstltukken, XXI. 117 R. Raam-  B L A D W Y Z E Ri **5 R. "Raam-Poort tot eene Rydpoort vertimmerd. Raap (Daniël), zyne verdeedigende aanmerkingen. XV-* 37 155-169. verzoekt aan Burgemeesteren, bv monde , het verkoopen der Ampten en Officie». 53. wordt gedreigd met Arrest. 51. levert een Request m. To. vervoegt zig by Zyne Hoogheid in _ s Graa- verihage. l*S< doet verflaS van ?yne K,ze' lg?' is tegen verandering in de Regeering. 255. flerffc XVI 128. byzonderheden wegens zyn leeven en be- rTket (Mr. c. h. van Bekenstein), vonnis over hem geveld. . . XXIi' 3p. Regenbaken ( Stadsdei,zelver §etal ^'x?^ ÏIe-gters ( TmouT ), Kunstfchilder. XXL 133 Rendorp ( Mr. IoacW ), Oud-Burgemeester zyn huis wordt geplonderd. ,<* St,J Rentink ( Arnout ), Schilder en Tekenaar. XXL ia» RevolutLair ( Committé ) te Amfterdam, algemeen bS wegens hetzelve. XXII. 105. naamen der Ieden ald. 106. deszelfs oogmerken. 107. handelingen tot het daarftellen van eene Omwenteling. Roomschgezinden fiigten eene nieuwe Kerk,, de' Liefde buiten de Raampoort. ,X- -/7> - ( Het nieuwe Armenhuis der ), or Huis van Barmhartigheid. XX. 86. befchryving en inrigting van hetzelve. " 8? Roomscb - Katbolyk Maagden of ^tójH». befchryving van het gebouw 73 • 82. beinering. 82. vereichten en leevenswyze der kinderen. 8 j 5 _ Otfi - Armen - Comptoir wordt verplaatst op den grond van den afgebianden Hol. landfchen Schouwburg. XX. óö, 67. befchryving van hetzelve. 69 JRoesefl - wordt merkelyk uitgebreid. XX- 93 Q KOUL»  216" BLADWYZER." Roullaud ( Hbnry Jean ), byzonderheden van zvn leeven. ,0f- Roussët (jean ) wordt gevat, en na 's Hage gezonden. - xv.4, j S. Sacramentsdag, beweegingen onder het gemeen, ter gelegenheid van denzelven. XIV flo. Sam, ( Engel ), Kunstfchilder. xxi- 122 Scbaatzen • Stillegangmaakers - Gild. XXI. 18 Scheeps ■ Medicynkist , omtrent dezelve worden eenige • verbeteringen ingevoerd. XXIII. 78 Scheepstimmerlieden leveren een Request aan den Prinfe over. XVI. 71. antwoord daar op. 84 — zie Byltjes. Scheepstimmermans - Gild. XXI 12. Schepen, lyst derzelver, door onderfcheidene Natiën, binnen omtrent twee jaaren, genomen en opgebragt. c t t. XX[I- io3 Scboenmaakers • Gitd. XXI. 10 —: Werk. Xxi. 9 Schooien ( Stads ), 'er wordt een jaarlvkfche kollekta ten behoeve van dezelve ingefteld. XVI. no« en een • nieuw Reglement op dezelve gemaakt, m-iaó in dezelve worden aanmerkelyke verbeteringen ingc- t voerd. XXIII. 94. eene Commisfie wordt daar toe benoemd. 95. en een uitvoerig Reglement of SchoolOrde vastgefteld. '07-153 Schouwburg, deszelfs Eeuwgetyde wordt ftaatelyk gevierd. XIV ai8 „m..^-**— ( 1'ranfcbe) verbrand. XVI. 156. befchryvinS' XX. 131 - 135 —; ;— (Hoogduitftbe) XX. 155. befchryving van het gebouw. beftier. I42 ^——(Nederduitfcbe) Van nieuws geopend. XVI. $?? *Y[}a °S. ftatelyke ontvangst aldaar van den jrtinie Ertltadhouder benevens deszelfs Gemaalin en aanzienelyk gevolg. XX. 97. door een lievigea brand geheel verteerd. 101. Schouw  BLADWYZER. «7 Schouwburg ( Nieuwe Nederduitfche ), gedaante. XX. 113. Ingangen iu..van binnen. 115. Toneel. 118. Beftuuring. 123. Suppoosten. 125 inwyding, ia 8 •Juiu wordt voor Stedelyk verklaard , en her. voordeel van dezelve onmiddelyk in Stads geftor. . XX1L 3»* Scbreyers Tooren. XIX. 155 Schutte ( Rutgerus) , leevensbyzonderheden en Schriften. XXI. 9* Schutten C tegenwoordige ), hervorming onder dezelve. s XVIII. 251 ——— nieuwe Eed van dezelve gevorderd. XXII. l8xi Six (Jan), Burgemeester, koopt de Heerlykheid Hil• legom. XIV. 147 Sleepers - Gild. XXI. aa Sociëteit ( Vaderlandfcbe ) , derzelver gebouw wordt door den Hoofd - Officier gefloten XXII. af. wat 'er omtrent den Verkoop en den Overdragt daar van voorviel, aö. ontvangt den naam van Doctrina et Amicitia, ald. Sodomie, eenigen, om deeze zonde, in denjaare 1730» ter dood gebragt. XIV. 189 Spekflagers Gilde. XXL 4 Spinhuis wordt tot inkwartiering der Bezettinge ge. reed gemaakt XX. i Staatkundigen te Amfterdam, in de achttiende Eeuw; XX'. 66 Stadhuis, in Scheepenskamer wordt eene fraaie Kachel geplaatst. XIX- 14* Staphorst ( Jacob van ) wordt gedagvaard. XXII» 18. en gevonnisd. *9 Steenen Roeland wordt weggenomen. XVII. 65 Steenwyk ( Frans van ), Digter. XXI. io{. St. Joris Hof, Ordonnantie daar op. XIV. 209. gedeeltelyk vernieuwd. XV. 59 St Jozefs Gild XXI. n St. Lukas Gild. XX*. 19 St Pieters Gasthuis wordt vernieuwd. XIy. 215 Stom (Zwaare) in i?9t. XXII. 56 > O 5 Struik,  ai8 BLAD -WYZE R.\ Struik C Nicolaas ), voornaam Wis - Zeevaart - er> Starrekündige. XXL 71 Suriname, een tweede derde deel in die Volkplanting door de Stad gekogt. XXI. 6» Synagoge ( Hoogduit/the ) wordt voltooid. XVI, 99 T. , *' . ^Ï^ahaks - Spinderyenl XXI. 25 Tanjs ( Pieter), byzonderheden van zyn leeven, en Graveerkunst, XXI 12S Teken - Akademie wordt herfteld. XVII. 43 Regie ment daar op. 45 » jo. wordt tot meerdere volkomen» heid gebragt. XVIII. 176 Temminck ( Egbert de Vry), Burgemeester. XVIII. meer dan twintigmaalen Burgemeester. XXI. 70. zyn groot gezag. ald. Texel, aan het Oude Schild wordt eene nieuwe Haven gemaakt. XVIII. Af Theehandel, omtrent denzelven worden eenige bepaalingen gemaakt, door verbod van invoer vau vreemde Thee. XXII. j6 Toren (de Onvolmaakte) wordt afgebroken XVIII. 221 Troost ( Wilhelmus ), byzonderheden van zyn lee* ven, en Kunstgewrogten. XXL 116, 117 Trouwen, belasting daarop. XX1IL 166 U. \3ltveening van een Polder by Amftelveen wordt geweezen van de hand. XXIII. 86 Vrk en Emmeloord, eene Lotery ten behoeve van dat Eiland in Amfterdam uitgefchreeven. XVI. 126 V. Va-  BLADWYZERi ai* V. V aderlandscb Fonds tot aanmoediging van 's Lands Zeedienst, oorfprong en inrigtingvan hetzelve. XV11L 169, 170 Valkenburg ( Dirk), byzonderheden van zyn leeven, XXI. 1.4 - 11$ Vekheyk (Hendrik, ) doet eene Redevoering irt de Nieuwe Kerk, op het Eeuwfeest der Latynfche School. XVII «3* Verkol ie (Nicolaas), Kunstfchilder en Graveerder. XXI. 114 Verkoopingen ( openbaare ), in de Costumen by dezelve worden eenige veranderingen gemaakt. XXlIL 18 Verpondingen, de Godsdienftige Geftigren, zo van de Hervormden, als van alle andere Protestantfche Gezinten. worden daar van vry verklaard. XIV. 216. fchikkingen , betreffende de Koomschgezinden, daar omtrent. il7 Verfen ( Latynfche ) in een Glasraam in de Nieuwe Kerk maaken veel gerugts. XXlI, 3' waarfchynlyke herkomst derzelven. 5 Vischmarkt ( Groote ), nieuwe gebouwen aan dezelve getimmerd XIX. 143 Visscher C. W. ), voorheen Penfionaris van Amfterdam , wordt, nevens vyf perfoonen, om het inleveren van zeker Adresuit naam der Leesgezelfchappen, tot zesjaaiïge Gevangenis en vervolgens tot eeuwige ballingfchap verweezen. XXÜ- sor. wordt, terltond na de Omwenteling, ontllagen, en tot Maire van Amfterdam aangefteld. 122 Vis/cbery ( Gecommitteerden van de Groenlandfche en Straat - Davidfche j verzoeken aan 's Lands Staaten om eene Premie. XXII. 8. guuftig befluit daarop genomen. II Vlaanderen ( Vaart op ). XXI. 39 Vleescbbal, op de Botermarkt gebouwd. XIV. 215 Vécescb - ballen in de Nes. XIX- '49 Volks-  320 BLADWYZER. Vblhflem, aangaande het uitbrengen van dezelve wordt een Reglement vastgefteld XXUI. 13 VondI'L ( joosT van den ), ter zyner eere wordt een Gedenkteeken in de Nieuwe Kerk opgericht. XVII. 57, 58 Vreemdelingen, omtrent het inkomen en huisvesten van dezelve wordt voorzorg gebruikt. XXil. 78 Vrye - Metzelaarett ontdekt en verbooden. XIV. ap5 W, ( Oude > XIX. 147 - op den Dam, brand "it denzelven. XVII. 43 Waale - Weeshuis wordt verbeterd. XVI*- *3 Waalé - Wees - en Oude - Vrouwen - en Mannen- Huis , het Eeuwfeest vau hetzelve wordt ftaatelyk gevierd. XX. 2t Wagenaar. (G. ), een voornaam Doelist. XV. 151 » —.— ( Jan ) , vroegfte proeven van zynen geest, XXL 74. zyne zucht voor de kennis der Schriftuure. 7?. groot voorftauder der Kollegianten. 76. zyne bedrevenheid in verfcheiden taaien, ald. en in de Wis - en Natuurkunde, ald. vertaalt eenige Werken. 76, 77. wat hem zig op de Historiekunde deedt toeleggen, ald fchryft verfcheiden Stukken van den Tegenwoordige» Staat van alle Volken, ald. begint den Houthandel. 78. fchryft ten voordeele van den Bejaarden Doop. ald als mede eenige Staatkundige Verhandelingen ald. maakt een aan* vang met het fchryven der Vaderlandfcbe Histotie. 79. heeft het opzigt over het fchryven en uitgeeven der Amfterdamfche Courant. 81 doet daar van afftand. ald. gelyk ook van den Koophandel, ald. fchryft ter verdeediginge vau de onafhanklykheid van zyn Vaderland ald. verdeedigt het Karakter der de Witten. 82 - 8*. wordt Historielcbryver der Stad. ald, en eerfte Klerk ter Secretarye. ald. geeft eene nieuwe Befchryving van Amfterdam. 85. fchryfc het Verheugd Amfterdam. ald. fchryft over het Kro-  t h A O W Y Z E R. *2i * Kronyk Var. Klaas Kohn 86' zyne Gefcbicdenls< , fa tier Chrisle'.yke Kerke in de Eer e Eeuwe 87. iyne nagelaatené Verhandeling over de Stadhouderlyke waardigheid ald. fterft. ^ * mlTnZde» worden uit de Kerken en elders we|gSmen. .XXII. 1Ê2. Opfchrift, daar Voor in do ülaats ?elteld ald- Wapenhandel, toeneemer.de zucht voor denzelven. - ( Genootfchap van ) tot nut der Scbut- v XIX. 40 'Wailrfchout, eene nieuwe lnftructie wordt voor hem vervaardigd. aa 111. 53 Weener Verdrag, wat over hetzelve is voorhallen. Weegmeesters, Eed voor 'dezelve bepaald en vastgefteld. Orde op de Tuclnelingen. 17 enV" Werkbuis ( Nieuw <) op het Weesper Veld, befchree- verl. XX. a-16. beftuur. «id. werkzaamheden 16. xxiu. 19 WigmaNa (..:)• Schilder. XXI. 13* Willem de HL, zyne poogingen ten behoeve van zynen Neeve. XIV. 1. deszelfs Testament, en gefchil- mntet^sTren'ge) in 1784- XVIII. 254- menigvuldige liefdegiften geduurende denzelven ingezameld, ald. ( Strenge ) in 1780» . 39 Winter V T. W. de ), Vice - Admiraal, wordt, na den Zeeflag van 11 October i?97, door den Raad der Stad ftaatelyk onthaald. XXjll. 10? Wisfelbank. XXI. 41. nieuwe keure op denzelven afgekondigd. XXIU. 10. deszells toeftand ten tyde der Omwentelinge XX1L 119 Witmond ( Pieter ) wordt gedagvaard. XXII. 18, en gevonnisd. \9 Witzen ( Jonas ) wordt Opper - Directeur van de Teken - Akademie. ■ x, "i.4/ Writs (Willem) vervaardigt eenen Vyzel-. Mod. dermolem XVIII*W^  fiat BLADWYZER. Wynen (Dominicüs van ), Kunstfchilder, XXI. ui Wynkospers - Gild. XXI. 17 Z. Quint, Lid der Hervormde Gemeente, go; fchil tusfchen hem en den Kerkenraad. XVII. 201 203 Zuider - Kerk wordt met een nieuwen ingang vermeerderd. XIV. 203 Zwigtcrsbofje gebouwd. XIV 294. Zydeverweryen. XXI. 5 Zydeiveeveryen» XXI. 2$   D Ë PRENT MOET GEPLAATST WORDEN: Gewelddadigheden , van eenige Artilleristen, in de Raadzaal der Municipaliteit te Amfterdam, in den nacht tusfchen den ioden eri jiden Mei 1796. . tegen ovet Bladz. 3*