UNIVERSITEITSBIBLIOTHEEK GEPLAATST IN DE AMSTERDAM Bibliotheek Universiteit van Amsterdam 01 3251 6519  VERZAMELING VAN PLACAATEN, PROCLAMATIEN, NOTIFICATIEN, enz. Door het COMMITTE REVOLUTIONAIR, de PROVISIONEELE en volgende REPRESENTANTEN, aanvang nemende met het laatfte Placaat der Geremoveerde STAATS-LED EN zijnde het begin der Revolutie; dus van den 7 Februari]' 1795 tot den 30 Januari]' 1798 ingefloten. Tweede Deel. Te FRANEKER en LEEUWARDEN, Bij D. ROMAR en D. v. d. SLUIS. Boekverkopen 1 7 9 8.   ï » 3 PUBLICATIE Het Provinciaal Beftuur van Friesland, Allen den geenen die deezen zullen zien of hooren leezen, HEIL en BROEDERSCHAP! Alzoo door de Reprefentanten van het Volk van Friesland 3-: op den 12 Maij laatsleeden is genomen de navolgende Refolutie: In overweeging genoomen zijnde, hoe, door de bepaalingen, voorkoomende in het 5de Art. van de Publicatie in dato aafte Oftober 1795. geëmaneerd, omtrent de wijze van te rugvordering der Goederen, welke uit hooide van de jrewelddaadige Confiscatien in en na den Jaare 1787. waaren verkogt, dat BT en FOOR de overgaave dier voederen, de Koopfchat, met de wettig betaalde accesforien van dim, aan de Kooper* door do Uitgewekenen zullen moeten worden betaald in klinkende Munte, ot 1'choon volgens het 6de Art. ingeval het de Uitgewekenen niet mogt Convenieeren, dired in klinkende Munte te ibetaalen, zij zich zullen kunnen adresfeeren aan de Commisfie waarneemende de Zaaken van het Collegie, om de daar toe benodigde Penningen voor den tijd van twee Jaaren, tegen een Jaarlijks interest van 3 pro Gento,onder genoegzaame Borgtogt van Capitaal en Interesfen, van den Lande te mogen hebben; zommigen Onzer Medeburgeren, bij faute van genoegzaame Borgen:voor de gehele Somma, buiten ftaat zouden kunnen worden gefteld,-om hunne ten onrecht Geconfisqueerde en m andere handen geraakte Goederen, te kunnen reclameeren, en alzoo bij de geleedene Folteringen noch de Sniert zouden moeten verduuren, van hunne wettige EigendomA men,  ( ? ) men, terwijl Zijlieden zoo niet geheel ten minsten croonen ? 25 f fneerd gfVOTden' niet weeder^ efmt nen te rug bekomen, al waaren dezelve tot merkelijke mudicie en nadeel voor hunne Boedels verW J Js, ten emde daar in te voorzien, goedgevonden en/re. *efolveerd, gemelde Publicatie van de/™!?fcSË Ï795. zodanig te amplïeeren, i» manieren atvolgdf " ,™ f ; / è,et0ah,lS geredaweerdê goederen niet in ZiL !kTenj **» fn zoo vel Ter. DatÉ\i?dVed^ * KG0Peri ziJ'n betaald geworden. ifZ/ T -m¥ fWWm kU de betaaling van L r ™T drM/k Zal Rieden, §en de onder deezcIcpaaUng, dat het verfihl over de Kosten, verbeetcring en veranderd zf li rt Gef"^ Hj het ontv™S der Koopfchat\ terd 1^ Jk/Uder°m, in 'S LandsCasfa gerefiitueerd m.eten worden, zonder reclame van eenigen Schulde ™1 n J ™ ^ S£ÖordeeId ^bben dezelve terïenmsfe Onzer Medeburgeren te brengen: zoo is het, dat Wij zulks doende bij deezen, dezelve willen hebben Z fs" dnoeng.eaffigeerd ter *hm™> — mSmSè Gegeeven binnen Leeuwarden, den 23 Junij i?96. Tet tweede Jaar der Bataavfche Vrijheid. Het Provinciaal Beïtuur van Friesland A. A. BAKKER,. Vt. Ter Ordonnantie van Dezelve, CO RN. GODSCHALK. N O*  ( 3 > N O T I F I C ATIE T-Jet Provinciaal -Beftitur van Friesland, * Allen onze Medeburgeren, HEIL en BROEDERSCHAP! doet te meten. Dat Wij, ter voldoening aan het Reglement, waar op Onze Vergadering is daargefteld , en haare Werkzaamheden zijn bepaald , volgens het 72 Artikel van het zelve r hebben benoemd de navolgende Provinciaale Commisfien, en daar in Gecommitteerd de Leden Onzer Vergadering in deezen genoemd; Te weeten, tot de Commisfie van Gedeputeerdens, om te vervangen de Commisfie waarnemende de zaaken van hes C,(/üegie9 de Burgers met naamen: Frans Tulleners, Piet er Brtugemans 3 Thijs Schaap, A.J.C.deBere, Rutger van Sloten, Dirk Eerdmans , PaulusStrobandT.F.Tichelaar eti Haring Romk.es, Tot de Commisfie der Finantien, de Burgers: S Eife Eifinga, Wopke Rommerts en P, Gjaits Landmeeter, X met provifioneele fubftitutie van den Burger Jacob Cup. En tot de Commisfie van Binnenlandfche Correspondentie, in de plaats van het Committé van Waakzaamheid de Burgers : J. U. Dijkjlra, Ale Aks Bakker, Douwe Fokelest Ham Hettsma, E. Miedema en Jacob Kundig, A 3 me£ •7  C 4 ) met provifionecle fubftitutie van den Burger Petruf Cram&r. Alle welke Commisfien van ons hebben ontfangen eene Inftructief, waar na dezelve zig zullen moeten gedraagen, en de welke aan de refpective Gerechten, en verders, waar zulks behoort, zullen verzonden worden. En op dat deze ter kennisfe onfer Medeburgeren zoude komen, zal dezelve in dit Geweft worden Gepubliceerd en afgekondigd, ter plaatzen waar men gewoon is zulks te doen. Gegeeven binnen Leeuwarden, den 30 Junij 1796. ' Het tweede Jaar der Bataavfche Vryheid. Het Provinciaal Beduur van Friesland. A. A. BAKKER, Vt. Ter Ordonnantie van Dezelve, CORN. GODSCHALK. PU-  C 5 ) P U B L I C A T I E XJet Provinciaal Beftuur van Friesland 3 * Allen onze Medeburgers, HEIL en BROEDERSCHAP! Doet te wee ten: Dat Wij, overweegende hoe de redenen, waarom bij Publicatien van den a8 Julij en 3 Sept. 1795. een bezwaar was gelegd op den uitvoert van Aardappelen buiten deeze Provintie, thans door eene gelukkige overvloed van dat nuttig voedzel, zijn ophoudende, en het voor de Bouwers dier vrucht zeer fchadelijk zoude zijn wanneer dat befwaar niet wierde opgeheven; overweegende, hoe het mede tot merkelijke hinder voor de vrije Commercie onzer Medeburgers zoude {trekken, wanneer het Verbod op den uitvoert der Graanen, door ons bij Publicatie van den 17 Junij 1. I. reeds gedeeltelijk 15. Het Stads- of Dorps-Beftuur zal bij het doormarcheeren van Troepes, de nodige Ordres ftellen, dat de Troupes na behooren gelogeerd en gerieft worden, en geen excesfen of desordres begaan. AI-  ( H ) Aldus gedaan en gearresteert in 't Commit- té tot de Algemeene Zaken van het Bontgenootfchap te Lande, den 30 Junij 1796. (was geparapheeit) D. TH OM. a THÜESSINK, Ter Ordonnantie van het Committê. (geteekent) B. DONKER CURTIUS. En zal deeze, tot een ieders naricht, in dit Gewest worden gepubliceerd en geaffigeerd, daar zulks te gefchieden gebruikelijk is. Aldus gedecreteerd op het Landfchaps- Huis binnen Leeuwarden, den 15 Julij 1796. Het tweede Jaar der Bataavfche Vrijheid. Het Provinciaal Beftuur van Friesland. J. U. D Y K S T R A, Vt. Ter Ordonnantie van Hetzelve, CORN. GODSCHALK. Ba MIS-  C « 5 MIS S I V E Aan de Gerechten. 'Y^olgens aan Óns gedaane Aanfchrijvinge van wecgcrs de Nationaale Vergadering, reprefenteerende het Voik Nederland, geeven Wij • Uwlieden bij deezen kennis, dat Hoog gemelde Vergadering heeft gedecreteerd : Dat geene Steden of Phatzen , .eenige belemmering, of opöntbod aan den uit-in-of door-Marsch van Troupes, onder wat pretext, zullen vermogen toe te brengen; en dat voortaan geene Tcrretoiïaale en Plaatzelijke Eeden, Voor zo verre dezelve nog in zommige Gewesten en Plaatzen in gebruik mögten .weezen, van de in-of door-trekkende Troupes zullen gevergd worde. • ■ > Dat dezelve voorts voor de Militaire heeft gearresteerd den Eed en Infmictie hier na volgende: EED FOOR DE MILITAIREN. Ik Zweer trouw.aan de Ncderlandfchc Natie, en aan de Nationaale Vergadering., dezelve reprefenteerende gehoorzaamheid aan de Wetten, en aan de beyeelen van het Committê tot' de Jlgemeene Zaaken van 'het Bondgemodfchap te Lande, aan die mijner Bevelhebbers, en Onderwerping aan de Krijgs-tucht; en beloove voorts, te zullen agtervolgeu • de Beveelcn der Wittig geconfiitueerde Machten, tot voorkoming of demping van Oproer en tot handhaving van Rust, goede Orde en Politie. NADERE INSTRUCTIE voor DEZELVE. Ten' Eersten: De Militairen zullen Ageereu in cas van geftoorde publique Rust of Oproer, op last van de Wettig  ( 13 ) tig geconfiitueerde Macht der Plaats", alwaar zulks mogt ontftaan: nógthans zal de Commandeerende Officier n et alleen vermogen, maar zelfs verplicht, zijn tot demping van Oproer en publicq Geweld, den gewaapenden Arm te gebruiken, zonder last van de Wettig geconftitueerde Macht ingeval dezelve zoo zeer door geweld word bezet gehouden, dat dezelve buiten ftaat is, den gewaapenden Arm te requireeren; zullende in dat geval de Commandeerende Officier wegens het al of niet ageeren in deezen verantwoordelijk: zijn. S Ten Tweeden: De omftandighede-n dringende, en de plaats daar het Oproer ontftaat, te verre afgelegen zijnde van de Refidentie plaats van de Hoogst - geconftitueerde. Maclit, om fpoedige adüstentie te erlangen, zal, wanneer de Municipaliteit van de plaats, alwa.ar het Oproer gevreest word,, of .daar het werkelijk ontftaat, aanvraag doen aan de. naastbijgelegen Municipaliteit van.de Plaats, alwaar Guarnifoen ligt, en deeze Municipaliteit daar in toeftemd, de Commandeerende Officier gehouden zijn daalijk auiisfenfie te verleenen, . / / /• 3 Q • | ! '1 Nog geevëh Wij Ulieden bij deezen kennis, dat de hier pa te meldeue fchikking bij het Committé tot de Algemecne Zaakcn van het Bondgenootfchap te Lande is beraamd -; ten - aanzien van het- betaalen kier Tol-en Veergelden voor 's Lands Artillerie- Paarden. Dat de Commandeur of Drijver, welke die Paarden geleid, voorzien moet zijn van een pas of order van den Lieutenant Collonel Martschewits; dat die pas of order door den zeiven, Commandeur of Drijver moet worden vertoond aan den Tollenaar of Veerman, welke dan die Eaarden en Manfchappen, onder annotatie der verichul""J " B 3 digde  C u ) digde Tollen of Veer-gelden laat. doorgaan, en tot bewijs, dat die Manfehappen en Paarden zijn gepasfeerd, van den Geleider derzelve requireerd en laat teekenen een Declaratoir, houdende, dat op dien dag zoo veele Manfchappen en Paarden zijn gepasfeerd; terwijl het geen op die wijze door hun aan den Lande worden gecrediteerd, op overgaaye van Voorfchreeven Recu, kan worden Ven-eekend bij Onze Commisfie tot de Finantien. Wij hebben mede nodig geoordeeld, Uwlieden aan te öcürijven, om provifioneel met de heffing der Wapenge den te Supercederen, tot dat Wij dien aangaande nader gullen hebben gedisponeerd. HEIL en BROEDERSCHAP! 1 Leeuwarden den 21 Juhj 1796. Het tweede Jaar der Bataavfche Vrijheid. Het Provinciaal Beftuur van Friesland. E. M I E D E M A, Vt. Ter Ordonnantie van Hetzelve, CORN. GODSCHALK. PU-  C 15 ) • PUBLICATIE fjet Provinciaal Beftuur van Friesland, c„rr£lhn onze Medeburgers, HEIL en BROEDERSCHAP! Doet te weeten: Dat Wij, gehoord hebbende het Rapport van onze Commishe van Gedeputeerdens , op de bij Publicatie van den i Maij 1795. gevorderde en zedert ingekomene Staaten der Corpora, ten einde te bcoordeelen', welke met reeden zouden mogen blijven of worden geëximeerd van de betaaling der Reëelen penning, en aan ons volgens dat Rapport gebleeken zijnde , dat die ingekomene Staaten over het geheel te zeer onvoldoende zijn bevonden, om eene gegronde kennis van zaaken daar uit op te maaken; echter eenige_ voorzieninge dien aangaande willende daarftellen, naa rijpe deliberatien hebben goedgevonden te decre-teeren, gelijk Wij decreteeren bij deezen: „ Ten Eersten: Dat van alle vaste Goederen, aan Pu„ bhque Corpora binnen deeze Provintie toebelwende " ffke vóór den Jaare i?m zijn geacquireerd, den Re„ eelen Penning zal moeten worden betaald,- voor het Tunr „ Maij 1795. ingegaan en Maij i796 verfcheenen, enver„ volgens voor dit loopend Jaar, echter onder de exemden „ hier na te melden. „ Ten Tweeden : Dat dezelve van die .belasting zullen „ worden vcrlchoond, voor het Jaar Maij gefea verlchee„ nen; gelijk mede van de vijf ten honderd zuiver, zoii„ der nitres, welke zij, in geval van Condemnatie, na in„ houd van de Pubhcatie de dato 1 Maij 1795. hadden „ moeten betaalen. > „ Ten Derden: Dat van de betaaling dezer belasting zul-„ leii zijn geëximeerd, alle zodanige Corpora, (evenveel „ tot weiise Kerk-Gezinte behooren) waar van de Adminis-- „ tra--  ( 16 O oratoren kunnen aantoonen, dat zij door het betaalen van *' den Reëelen penning, buiten ftaat gcraaken hunne Ad„ ministratien gaande te houden; des dat dezelve hun onvermogen bewijzen door eene nauwkeurige Reekening „ van Ontvang en aanwijzinge der Fondfen, waar uit die „ Ontvang is gefprooten , beneevens een ftaat der uitga„ ven, zoo ordinaire als extra-ordinaire, zeedert de laats„ te vijf Jaaren, met eene daar bijgevoegde Specmque „ Lijst 'hunner vaste Goederen, alles geverifieerd, door een „ getuigfehrift van het Gerechte, van de Stad of het Dis„ trict, waar in de Administratie behoord, met last, om „ die ftukken voor den i September eerstkomende, over te „ zenden Aan Onze Commisfie van Gedeputeerdens, welke „ Wii bij dezen lastigen en audionfeeren, om, na revüie „ en examinatie derzelve, daar over finaal te disponeeren, „ Tm Vierden: Dat eindelijk zodanige Corpora en Kerk„ genoodfehappen, welke hunne eigene Vastigheden, Leeraars en Armen moeten onderhouden, en die tot nog toe voor derzeiva- onderhoud geene algemeene belastingen " kunnen opleggen, worden bevrijd van die Provmciaale en " plaatzelijke belastingen, welke alléén ten behoeve van de Corpora, tot de Gereformeerde Kerk-Gezmte behoo',' rende/worden gevorderd, en waar toe voortaan met Z meer zullen kunnen worden verplicht. En op dat deezen ter kennisfe onzer Medebui-gers weide Pebragt, zal.dezelve in dit Geweft worden gepubliceerd en geaffigeerd, ter plaatzen, waar zulks te doen gebruikelijk is. Aldus Gedecreteerd op het Landlchaps- huis binnen Leeuwarden, den ^5 Julij 1796. Btt tweede Jaar der Bataavfche Vrijheid. Het Provinciaal Beftuur van Friesland. E. M I E D E M A, Vt. Ter Ordonnantie van Hetzelve, CORN. GODSCHALK.  c 17:) MISSIVE Aan de Gerechten. ]7rvaaren hebbende , hoe op zommige "■-'plaatzen in deeze Provincie nog aanwezig zijn zodanige teekenen, Waapens, etc. welke het denkbeeld van verhevenheid, grootheid en aanzien van den eenen Menlch boven den ander, zouden kunnen verleevendigen, en alzo zeer hinderlijk zijn aan de onvervreemdbaare Rechten van Natuurlijke en Maatfchappelijke Gelijkheid,- een 'der Grond-Zuilen waar op de Conftitutie deezer Vrije Republiek zal worden gevestigd; Zoo is het: dat Wij hebben nodig geacht, Ulieden uit te nodigen, en ten ernftigften te verzoeken gelijk Wij doen bij deezen: om in uwen bedrijve met alle oplettenheid toe te zien en te bevorderen, dat de Gelijkheid-onteerende teekenen, IVaapem etc. welke zoo aan en in de Godshuizen als aan de Huizen en Goederen der particulieren, nogmogten gevonden worden te doen wechneemen, behoudens het recht van eigendom van een iegelijk en op de best voeglijkfte wijze. Voorts Schrijven Wij U, op Speciaale begeerte der Nationaale Vergadering, bij deezen aan, om zorge te dragen (voorzoo verre zulks in Uwen bedrijve mogt te pas koomen) dat aan de benoemde Agenten der Franjlhe Republiek, over Goederen van Franfche Emigranten, hier te Lande gelegen, of zich bevindende, alle nodige hulp werde toegebragt, en in de uitoefening der Rechten, dewelke aan de Franfche Natie ter dier zaake, volgens het yde der gehciC me  ( i8 ) me Artikelen van het Traclaat van Alliantie, de dato 15 Maij 1795. toeköomt, geene hindering vierde aangedaan. Waar toe ons verlaatende, beveelen Wij Ulieden in Godes Heilige Protectie. Leeuwarden, den 28 Julij 1796. Tet tweede Jaar der Bataavfche Vrijheid. Het Provinciaal Beduur van Friesland. E. M I E D E M A, Vt, Ter Ordonnantie van Hetzelve, C O R N. GODSCHALK.  C '9 ) PUBLICATIE J-Jet Provinciaal Beftuur van Friesland, £!leiVnfe Mede"Burgers, HEIL en BROEDER. oLHAP! Doet te weeten: Dat Wij, ten einde de Commercie zoo veel mooglijk te favorifeeren, bij Onze Publicatien van den i7 Junij en 5 Juhj, den vrijen uitvoert van Graanen hebben geaccordeerd; dan, daar Wij ervaaren, dat den Uitvoert van Tarwe zederd Onze laatstgemelde Publicatie zo fterk en menigvuldig is , dat daar omtrent eenige voorzorge dient te gefchieden, en evenwel Onze gemelde Dispolitien niet geheel willende intrekken; Zoo is het: dat Wij hebben nodig geoordeeld te decreteeren, gelijk Wij decreteeren bij deezen: Dat bij provifie, en uiterlijk tot den i Sept. eerstkomende, van elk Last Tarwe welke buiten deeze Provincie word gevoerd, eene belasting van vijftig Carolij Guldens aan den Lande zal moeten worden betaald. Wordende de Hoofd Commis, Commifen en Opzigters van s Lands Middelen, wel expresfelijk gelast, om op de nakominge van deze Onze Publicatie nauwkeurig toe te zien; alles onder Poenaliteiten tegens de Overtreders na Publicatie dezes , volgens rigueur der Wetten , op het Huiken geëmaneerd. En op dat deeze fpoedig ter kennisfe van een iegelijk dien het aangaat, zoude worden gebragt, worden de rec 2 fpec-  ( 20 ) fpedive Munïcipaliteiten of Geréchten'gekst, dezelve daadelijk na den ontfangst te doen pubhceeren en affigeeren, ter plaatzen waar men gewoonlijk zulks doet. Aldus Gedecreteerd en Gearrefteerd op het Landfchaps-Huis binnen Leeuwarden, den a3 Julij 1796. Ila tweede Jaar der Bataavfche Vryheid. Het Provinciaal Beduur van Friesland. E. M 1 E D E M A, Vt. Ter Ordonnantie van Hetzelve, CORN. GODSCHALK. P U-  C «a ) P L A C A A T Tot eene evenredige GELD NEGOTIA- TIE bij quotifatie, op het beloop der Bezittingen en Goederen der Ingezetenen. Het Provinciaal Beftuur van Friesland,. Allen Onze Medeburgers, HEIL en BROEDERSCHAP! Hebben onze Voorgangers zich genootzaakt gezien om ter voldoening aan het eerfte Termijn in de Generaalc Petitie van zefldg Milioenen voor de behoeftens van het. Gemeenebest, geduurende dit loopend Jaar, de agtcrlijke Furnisfementen in de Negotiatie van den Vij£en-twintig-< ften Penning te vervroegen, door het uitlooven van Pr»* mien, en zijn dezelve daar door in Staat gefteld geworden, om het aandeel van dit Gewest tijdig op te brengen; Wij vinden ons thans verplicht, om te zorgen voor de aanbetaaling der nog te verfchijnen twee Termijnen in die Algemeene bereekening ten behoeve van het Vaderland. Al aanftonds bij den aanvang van Ons Beftuur, den Staat der Geld-Middelen onderzogt hebbende,-is het Ons gebleeken, dat zonder nieuwe maatregelen te werk te ftellen, dit Gewest aan desfelfs geheiligde verplichting jegens het Bondgenoodfchap niet zoude kunnen voldoen. Dit bezef heeft, volgens Onze duure verplichting, Onze bezorgdheid aangefpoord ter uitvinding van zodanige gepaste middelen, als welke worden vereischt, om aan de vordering der Nationaale Vergadering voor dit Jaar gedaan, te voldoen. C 3 De  De nog weinige onbetaalde Gelden, welke in de twee laatste Termijnen voor den vijf-en-twintigften. Penning te wagten zijn, konden Ons als geene genoegzaame resfourcc verftrekken, om andere Negotiatien te vermijden, alzo dezelve op lange naa niet zullen toereikend zijn, en reeds zeer zijn verminderd door de vervroegde opbrengst om de beloofde Pramiien te genieten. Er wierden dus nieuwe Operatien vereischt, om op eene,, zoo veel mogelijk evenredige, minst drukkende, doch tevens zeekere en fpoedige wijze die Gelden te kunnen vinden, dewelke dit Gewest volgens deszelfs Quota moet aanbrengen, om in de algemeene behoeftens geduurende dit loopend Jaar te voldoen. Af keerig Om Onze Medeburgers met buiten-gewoone Belastingen te bezwaaren, ten waare de onvermijdelijke nood het vorderde, hadden Wij Onzen aandagt gevestigd op de Opening eener Negotiatie over een gedeelte van de Goederen en bezittingen der Publique Corpora; welke ook bereids bij Ons is gedecreteerd, en met de volvoering van welk ontwerp Wij Ons verder onverwijld zullen bezig houden. Weshalven Wij bij deezen de Administratoren van de Goederen der Publique Corpora aanmaanen, om lchikkingen te beraamen tot den verkoop van het 3de gedeelte derzelve; of dat zij, wanneer daar toe niet mogten kunnen befluiten; het montant daar van zullen moeten opbrengen in 's Lands Kasfe teegens de Interes van drie en een halve Gulden ten Honderd. Dan, daar deeze Negotiatie niet vroegtijdig genoeg op eene favorabele wijze konde worden in werking gebragt, om 's Lands Kasfa van de benodigde Gelden te voorzien, die voor den eersten Oétober aanitaande in het tweede en voor ultimo December in het derde Termijn der Geueraa- Ie  C ^3 ) le Petitie van zestig Millioenen moeten zün aanbetaald, hebben Wy tot een ander middel vooraf moeten befluiten het welk flcchts een gering gedeelte van eiks vermogen yorderd ter daadelijxe voorziening in de behoeftens van het dierbaar Vaderland, waar aan een recht-geaart beminnaar van het zelve zich, zoo Wij vertrouwen mogen, dan ook met zal onttrekken. En het is hier om dat Wij, na rijpe deliberatien, hebben goedgevonden te decreteeren en te arresteeren, gelijk doen bij deezen, eene Negotiatie van Penningen , waar in alle de Ingezetenen van deeze Provintie, welke niet eene Somma van twee hondert vijftig Guldens en daar boven begoedio-d "e™ten contribueeren, op de navolgende"wijze: „i, \ Dat alle Ingezetenen, zoo voor zig zeiven, als wegens de Goederen, overwelke zij in hoedanUeid als Mannen en Voogden, of als Mombers, Curatoren of Administratoren, de oeheering en.het bewind hebben, aan den Lande zullen 1 urneeren, te beginnen van twee honderd en viifttg Guldens , cu daar boven, van elke Honderd Guldens waarde of Capitaal, Ju» Gulden en vier Stuivers. ■ II. Dat een ieder zelve de Tauxatie van Zijne of in Oua hteits goederen of bezittingen, hoe ook genaamdimt n wet zen, zal maakcn, en, na aftrek van Wettige Schuld daar van voor elke Honderd Guldens waarde of Capitaal zal fur neeren, mgevojge.bovengemeldebepaalinge i ph V3n deeze Tauxatie, of begrooting van een ieders bezitting, zal zijn uitgezonderd : " . g 1. Meubelen, Huisgeraden, (dog waar onder niet beo-™ pen is, eenig Goud of Zilver) 'gehaakt Linnen en SS" tZ^lT T 6n Vi» Guldens niet 1 tven-' & waarde v:n alIe ziine i§{  C H ) a. Alle goederen aan Publique Corpora toebehoorende. IV. Dat, ten opzigte der Tauxatie, deeze regel zal worden gevolgd: De ÖMl^a'tièn op Particulieren en Corpora s, zullen worden berekend tiaar- het voile Capitaal , ten waare dezelve onwis waren; in welk geval zal kunnen worden volftaan, met eene begrooting der wezenlijke waarde, naar beste geweeten. De Bmnenlandfche en Buitenlandfche effecten, die in Commercie zijn, naar de Cours, die dezelve geduurende den tijd deezer heffing hebben zullen. De Lijfrenthen, Jaarlijkiche Legaten en Prebenden, zullen worden gereekend , naar de jaaren der perzoonen, op wiens Lijven dezelve ftaan, namelijk, op een Lijf van twintig Jaaren en daar onder , ieder hondert Guldens Jaarhjkle Renthe of Legaat, op ------ 1400 : - : van ao tot 30 op _ - - - - 'oa 3o _ 4o - - 1300 : - : 40 - 50 - - 1200 -: — 50 - 55 - 1100 - _ 55 - 60 - 1000 t - . — 60 - 65 - 35o : - : — 05 - 70 - -/ - 7°° : -: — 70 - 75 - 55°' : " — 75 - 80 - 4oo : - : — 80 - 85 - .,- 200 : " : — 85 - en daar boven, op -; - - 100 * - • De Vastigheden binnen deeze Provincie, zullen gerekend worden haar de Huuren, zonder aftrek van 't Reëel waar op de zelve inliet Jaar Maij 1795- mgegaan, op de Reeele CoMercn ecfteld zijn: namentlijk: de Zadien en Landen, Ss n ede &de Losfi Landen, Bosfchen, of Eeuwige Renthen ieder Vijf Guldens Huur of Renthe, gereekend op Sedert Guldens Capitaal ; ■ ieder Vijf Guldens op Hondert Guldens Capitaal. L>e  ( 25 ) De Huizen en andere Gebouwen in de Steden, Dorpen en ten Platten Lande, waar onder geen Greid of Bouwlanden gebruikt worden, wanneer Vijftig Guldens en daarboven Huur doen, ieder zes Guldens Huur, gereekend op hondert Guldens Capitaal; en alle zodanige Gebouwen beneeden de vijftig Guldens Huur doende, ieder tien Guldens Huur, gereekend op hondert Guldens Capitaal. _ Dat de waarde van de Vastigheden buiten deeze Provincie, zal moeten worden bereekend zodanig, dat ieder vier. Guldens, welke die Vastigheden het naast voorgaand Jaar, den Bezitter aan Huur, Renthe, of Pagt, onder welke benaaming ook, zuiver hebben opgebragt, gefield werde op Hondert Guldens Capitaal. . . . „ , V. Van t fumisfement in deeze Negotiatie , zullen bevrijd zijn, de navolgende Perfoonen: m t. Allen, die geene twee hondert vijftig Guldens bezit- tinge hebben. , a. Alle Weduwen, weegens haare Weduwen gelden. 3. Alle Scholieren, met opzigt tot het geen zij uit leenen genieten. , . 4. Alle Mombers of Voogden , weegens zodanige hunner Pupillen, die minder dan duizend Guldens begoedigd, en beneeden de agttien Jaaren Oud zijn. 5. Weduwen onder de twee duizend Guldens begoedigd, wanneer meer dan drie Kinderen hebben te onderhouden, welke niet van Vaders zijde of anderzints, te zaamen boven de twee duizend Guldens bezitten, en alle beneeden de agttien Jaaren Oud zijn. 6. Dat ook die Burgeren, welke om de onlusten van het Jaar 1787. den Lande zijn uitgeweekeu, en wier goederen door Ciïmmeele vervolgingen aan den Lande vervallen verklaard en verkogt zijn geworden, van het fumisfement in deeze Negotiatie zullen zijn geëximeerd, tot zoo lange hunne ]j Boe-  C i* ) Boedels in zoo verre tot liquiditeit zullen gebragt zijn, dat zij weeten wat zij bezitten. Edoch als dan, binnen zes weeken gehouden zijnde, hun aandeel volgens de bepaaling in Art. i. gemaakt, te furneeren. VI. Dat de begrooting van Boedels, of Goederen , over welke dispuit of proces is , afzonderlijk moet gefchieden, door den geencn, die daar van het bezit of bewind heeft, en door den zeiven het furnisfement daar van gedaan worden. VII. Dat een bezitter van fidei-commisfaire of te Lijfftonde bezetene, of in \naigt-gebruik genoten wordende goederen, de begrooting derzeive zal moeten doen als van vrije goederen. VIII. Dat die geene welke naderhand Bezitter word, van de goederen in Art. 6 tn 7. gemeld, verpligt zijn zal*, de Recipisfen of Obligatien, oorlpronglijk Wegens het furnisfement, van het disputabel of fidei-commisfaif '■gbfedi, ovëï te nemen, tegen( zodanige {"uturnen, ais daar vóór gefurneerd zijn. VIIII. Dat ingevalle van onvermogen van dusdanigen Bezitter, om de te furneerene fumma in geld te Contribuëeren, den zeiven bij deezen de Vrijheid word gegeeven (Tchoon ook alle aliënatie of vermindering bij Uiterlre wille ware verboden) om de losfe goederen en effecten, tot zoortgelijke bezwaarde Boedels of goederen behorende , ten meesten voordeele te gelde te maakcn, en met dat Montant het furnisfement te doen: des als dan op het Recipis werde aangeteekend, voor welk bezwaard goed de betaaling gefchied, en dat naderhand bij het uitgeeven der Lands Obligatien, dusdanige Obligatie voor af werde gebrandmerkt, met melding dat behoord tot het gqed, het geen bezwaard is; en zal die Obligatie in plaats van het te gelde gemaakte, in dien Boedel verftrekken. X. Dat,  ( *7 > X. Dat, ingevalle de losfe goederen en effecten, hier bovengemeld, in zulke Boedels of onder zulke Goederen niet aanweezig, of tot het furnisfement niet toereikende njogten zijn, zoortgelijke Bezitters zich zullen mogen adresfeeren aan den Raad van Jusftitie, en aldaar te kennen geeven , welk eene fumma zij weegens meergemelde bezwaarde Goederen moeten furneeren, en teevens verlof vraagen, om op de vaste Goederen daar onder behoorende, te mogen negotieeren de benodigde of te kort komende Summa, onder verband dier bezwaarde Goederen, als van vrij en aliënabel goed. En word over zulks bij deezen aan den Raad van Jufiitie authorifatie verleend, om op zulk een verzoek, behoorlijk ingerigt, na genoegzame kennisneeming , te geeven de nodige qualificatie en permisfie tot Negotiatie der gerecjuireerde Penningen ; moetende de daar voor te bekomene Lands Obligatie^ als voor en worden gebrandmerkt, en blijven bij de bezitting der bezwaarde Goederen , ten einde bij overgave of relaxatie van deeze Goederen, aan den Succesfeur meede te worden overhandigd, XI. Dat het furnisfement in deeze Negotiatie zal moeten worden gedaan, in goede gangbaren gouden of zilveren munte, die gewoon is op 's Lands Comptoiren ontvangen te worden, of met ongemunt Goud en Zilver, (medailles, of vreemde munt hier onder begreepen,; berekend op negen en twintig Stuivers het Lood de groote Friefche keur; en de kleine keur, op zeven en twintig Stuivers ieder Lood; en het Friefche gladde keurgoud," tot drie' en veertig het Engels, het Friefche draadwerk, op een en veertig Stuivers het Engelsch , de Hollandlche groote keur van Zilver, acht en twintig en een halve Stuiver het Lood; de kleine dito zes en twintig en een halve Stuiver het Lood, de Groninger groote keur, teegen vijf en iwintig Stuivers D a het  ( 28 ) het Lood; en de kleine dito, drie en twintig Stuivers-, en de mindere keuren na advenant. . r Zullende een ieder, dewelke verhesd dit furnisfement, het zij zeheel of ten deele met ongemunt Goud of Zilver te voldoen , bij de opbrengst daar van gehouden zijn over te keveren een ondergeteekende Verklaaring van een Zilverfmid, inhoudende een befchrijving van de keur en het gewigt van het zelve. XII Dat deeze Negotiatie door een ieder zal moeten worden' voldaan in eens, voor den iaden September 1796 eerftkomende. , r 'A-- XIII. Dat elk, welke op dato deezes m deeze Provincie woonagtig is, dit furnisfement zal moeten voldoen, fchoon daar na dezelve met der woon mogt verlasten En dat de zulken welke afweezig mogtenzijn, en in' deeze Provincie hunne vafte woonmge of bezittintinffen hebben, tot dit furnisfement bij hun retour zullen gehouden zijn, en wel binnen zes weeken naa hunne te rugkomst. . XIV Dat van deeze aan den Lande te verfchietene gelden,' tot intrest zal worden betaald, drie en een halve Gulden van elke hondert in 't Jaar. XV Elk Ingezeten, welke aan deeze Negotiatie of opbreng onderhevig is, zal binnen veertien dagen na Pubhcatie dezes , aan dat Gerecht, m welkers Diftna.of Stad woonagtig is, moeten bekend maken, het zij mPerzomi of door een eigenhandig vertekend toegemaakt Sfiê hoe veel zal moeten contribuëeren; ten einde door de Refpeftive Gerechten tijdig de Lijften waarop de Onriang gefchieden moet, in gereedheid kunnen worden setaagt; doch waaromtrent de Gerechten Secretanen en Ontfangers een ftrikte geheimhouding zullen obferveeren. -1 En zal de aangaave met die oprechtheid moeten  C *9 ) gefchieden, of waare dezelve met folemneelen Eede beveiligd. XVI. Dat, indien de Ingezetenen, welke in deze Negotiatie gehouden zijn te furneeren, op de bovengemelde tijd tot het doen der aangave, niet mogten compareeren, of een door hun eigenhandig verteekei id Billet aan het Gerechte doen geworden, daar toe nader door de Gerechten zullen worden geconllringeerd; en tevens wegens hunne nalatigheid vervallen in eene boete van hondert Zilveren Ducatons, ten voordeele der Armen van dat Diftrict. of die Stad, met parate Executie van de onwilligen in te vorderen. XVII. De Gerechten zullen tot den ontfangft dezer Negotiatie beginnen te vaceeren den 22 Augullus, en daar mede continuëeren tot den 11 September 1796, wanneer deeze Negotiatie zal móeten weezën aanbetaald. XVIII. Dat de Gerechten aan hunne Op- en Ingezetenen, zullen bekend maken, op welk eene plaats, en op welke uuren, zij tot deeze ontvangst zullen laaten vaceeren; alzo wij die ichikkiiig, ten meeilen gemak der Ingezetenen, aan dezelve overiaaten. XIX. Dat tot het furnisfement, in deezen bepaald, zullen vaceeren, benevens den Ontvanger,. één Lid uit ieder Gerechte, met derzelver Secretaris, of geiwooren Clercq. XX. Dat bij de betaaling van een ieders furnisfement, moet worden aangegeeven, voor wien die betaaling o-e_ fchied, het welk nauwkeurig zal worden aangeteekend. En dat aan de betaalende Ingezetenen, door de Refpective Ontvangers (bij de Gerechten aan te ftejlen) zullen worden afgegeeven genummerde Recipisfen, volgens een hier agter gevoegd Formulier, met uitdrukking van den naam van het Diftrfö 0f Stad, waar gefurnèerd word, D 3 op  C 30 ) op naam of aan Tooner deezes, ter keuze van den Belegger; — (uitgczondert die in Art. 6 en 7 vermeld 3 welke volftrekt op naam moeten zijn; — moetende deeze Recipisfen door den Ontvanger, met bijvoeging van den datum, worden verteekend, en tevens door den Commisiaris uit bet Gereechte, als ter zijner prefentie gefchied, mede onderteekend worden; en dat om Confuüe voor te komen, in ieder District en Stad, de Nommers der Recipisfen zullen beginnen met No. 1. en vervolgens doorloopen, naar gelang dat dezelve worden uitgegeeven. (1.) XXI. De Ontvangers zullen de Recipisfen, beneevens de (O FORMULIER van eek RECIPIS, (Naam van het Dijlrift of Stad.} No. Ontvangen bij mij ondergefchreven, u!t handen van (voor hem zeiven, of Tooner deezes, of in qlt. dan op te geven) de fumma van (De Summa in lettert gefchrceven) ter voldade aan de Negotiatie, bij Placaat van het Provinciaal Beftuur, dato 28 Ju'Ij 1796. vastgefteld. —— En zullen van de voorfch. fumroa brieven van Obligatie, door de Gedeputeerden uit het Pro* vintiaal Beftuur, tegens de Renthe van 3 en een haif pro Cento in het faar worden gepasfeerd, en tegen d:c Recipis verwisfeld, op den bepaalden tijd en overeenkomftig het geltatuëeide in gemelde Pkeuat. In kennisfe mijn hands t»r p«fent|e van Mij ofldereeteksndg Co»rm'sfaris. Attum den  C 3i ) de Nommers en datums, accuraat moeten boeken; en tevens de Secretaris, als bij den ontvangst prajfent zijnde , daar van een accuraat Contra-boek houden, voor en al eer een Recipis uit te geeven; wordende bij deezen wel expres verboden, dit Contra-boek uit het Boek van den Ontvanger op te maaken, of uit te Schrijven, maar zal zulks uit de Recipisfen zelve, voor het uitgeeven moeten gefchieden. XXII. Dat de Latera^van het Boek en Contra-boek, met elkanderen volkomen zullen moeten accordeeren; en moogen niet meer, noch minder, dan tien poften op ieder Bladzijde gefteld worden, welke telkens opgetroKken en accuraat gecollationeerd moeten worden. XXIII. Dat na het einde van den Opbrengst, het Bo ek en Contra-boek, met opzicht tot den geheelen Ontvangst, opgetrokken, gecollationeerd en vertekend moeten worden, door den Ontvanger benevens den Commisfaris en Secretaris. XXIV. Dat de Ontvangers verplicht zullen zijn hun Boek, als mccle de ontvangen penningen,, aan de hier naa te noemene 's Lands Comptoiren te Leeuwarden over te brengen, en wel binnen vijf dagen na expiratie van den Opbrengst, bij poene van een tiende Merhoogiru* uit hun eigen Buidel aan de Provintie te verbeuren en daar en boven van 's Lands Reale en parate executie ; naamenlijk, de Ontvangers in het Quartier van Oostergoo aan t Comptoir van den Ontvanger der Domeinen • in het Quartier van Westergoo , aan het Comptoir van den Ontvanger der Floreen-renthe; in het Quartier van de Zeyenwouden, aan het Comptoir van den Ontvanger der Losfe renthen; en in het Quartier der Steden, aan het Comptoir van den Ontvanger der Lijf-renthen. XXV. Dat de Ontvangers, vooraf, wanneer hetont- van-  ( 3* ) vu^w ^ si.ands-Comptoiren bezorgen, het bij Hm& ontvangen ongemunt Goud en Zilver, op het Colle1%^!^Leeuwarden moeten brengen, onder dezelve ^ne als in voorig Art. gemeld is; alwaar het zelve za worden gekeurd, en daar voor Reppa geg^n, naar de hier vooren Art. n. geftelde prizen; terwijl zi daar mede en met de ontvangene contante Penningen, bij de Lands Ontvangers hun geheelen Ontvang moeten verant- W°it%Mlte bevonden wierd, dat in de Ontvangst van hei ongemunt Goud en Zilver, eenig abuis was begaan, Val ztdks bij den Ontvanger d,ar van, zeiven worden ge *XXVL Dat de Contra-boeken zullen blijven berusten in de Secretarijen der relpeétive Districten en Steden, en eder in den Zijnen daar voor moeten verantwoorden XXVII. Dat de Intresfen van het geen voor den i September 1796. fchiinen zullen, den 1 September 1797- -7 *erwlJi , „ Se fen van het geen na den iften en vóór den iaden September 1796. word gefourneerd, verfclujnen zullen op deXXVn°DaLedeI7In5esfen zullen worden voldaan op deeze ^ize', naamelijk: van de Recipisfen gepasfeerd in het OvSr van Oostergoo, op het Comptoir der DomeiuSi van die in dat van Westergoo , op het ComPJKn'de Floreen-renthe; van die in dat der Zevenwouden op hetComptoir der'Losfe Renthen; en van die m dat 'def Steden, op het Comptoir der Lijt-renthen X X IX Dat de Recipisfen welke tot een en het zelfde Quartier bchooren, zullen kunnen worden gecumuleerd des zulks bij het Ontvangen van het eertte Jaar InSesfei aan den Ontvanger werde te kennen gegeeven.  C 33 ) met overgave der Recipisfen welke men begeert te Cumulecren; zullende echter een ieder, die daar van gebruik wil maaken, de ontvangst en aangave doen voor imo Tanuarij 179'u. , . , XXX. Dat de Ontvanger deeze gecumuleerd wordende Recipisfen, naar zich neemen, en daar voor m plaats geeven zal één Recipis , ter waarde van de gecumuleerde Summa. . _ . XXXI. Dat vervolgens bij den Ontvangft van net 2de Taar Intresfen, alle de Recipisfen, zo gecumuleerde als enkele, door de Houders derzelve aan dat Comptoir moeten worden overgegeeven; en zullen de Refpective. Lands Ontvangers daar voor in plaats geeven Landfchaps Obligatien in forma, van gelijke Summa. XXXII. Dat wijders het derde jaar Intresfen deezer Negotiatie, en vervolgens alle de daar. naa verfchijnende Jaaren, betaald zullen worden, gelijk van alle andere Landfchaps Obligatien , aan het Comptou' der Losie Renthen deezer Provintic. XXXIII. Dat indien er ontdekt wierd, (en waartoe wij alle moeiten zullen aanwenden) dat 'er onverhoopt de zodanigen gevonden wierden , welke aan deeze onze welmeening niet mogten beantwoorden, maar zich , of geheel aan deeze Contributie onttrekken , of niet naar behooren aan dezelve voldoen, en daar door toonen te zijn Tegenwerkers van het Heil van het Vaderland, der zodanigen boedel niet alleen ten fhïkften zal worden nagegaan , en zij gehouden zijn, bij bevinding van fraude, driemaal zoo veel te betaalen, als bevonden word , dat naar waarheid had moeten geleideden; maar dat ook tegen hun zeiven, als Vijanden van hun Vaderland, na ftrengheid der Wetten zal worden geprocedeerd en zij als zoda- ** ^ E XXXIV.  ( 34 ) XXXIV. Op dat alles in deezen geftatuëerd, te beter naar onze Intentie werde in het werk gefield, en betracht, word den Gerechten wel ernftig aan bevolen, om de executie van deze Onze orders , door hunne perfoonlijke tegenwoordigheid en goede directie in alle deelen te helpen bevorderen, en zig van de te houdene Comparitien niet te abfenteeren, dan om ten hoogden gewigtige redenen. XXXV. Dat aan ieder'Gerechte, Secretaris en Ontfanger, ge?amenügk,, word toegelegd, twintig Guldens voor vacatiën, en boven dien agt ftuivers van ieder hondert Guldens., tot de ecrfte agt duizend Guldens nagefloten; en twee ftuivers van ieder hondert Guldeus, welke door hun boven die fumma aan 's Lands Comptoir ge^ bragt word, waar onder ongemunt. Goud en Zilver mede moet worden berekend, te verdeden, alles m drie gelijkedeelen, een derde voor het Gerechte, een derde voor dë Secretaris, die daar uit alle Schrijf-behoeften moet hoeden, en een derde voor den Ontfanger, die het transport der Penningen , als mede het ongemunt Goud en Zilver, tot zijn laste hebben zal. En zal ieder Ontfanger nog boven dien genieten, tien Caroli Guldens, en nog vijf Stuivers van ieder duizend Guldens (met uitzondering van het Diftriér, Leeuwarderadeel en Leeuwarden, die hunne Rechtkamers binnen de Stad en bij 's Lands Comptoiren hebben); zonder dat door iemand iets meerder zal mogen worden gedeclareerd. XXXVI. Dat aan de Ingezetenen, welke zulks verkiezen, de vrijheid gegeeven word, om hun furnisfement in deeze Negotiatie, het zij geheel, het zij ten deelc, te beleggen op Lijf-reuthen ten laste van den Lande, teegens Intres van agt ten hondert Jaarlijks, mits de aangave gefchiede vóór den eerften September eerstkomende, en van geene  C 35 ) geene mindere Suminen dan van hondert Guldens, en verders op de hondert Guldens uitkomende. Wordende alzoo bij deezen gefloten de Negotiatie op Lijfrent hen, tegens negen ten honderd, dewelke bij Publicatie van den 27 Maij deezes Jaars was gearresteerd. XXXVII. Dat eindelijk het Placaat tot heffing van den asfte Penning, dat door dit Placaat niet word vernietigd , en alzoo het reftant der nog twee onbetaalde Termijnen, zal moeten worden opgebragt. En op dat den inhoud deezes aan een ieder der Ingezetenen bekend worde, en niemand derzelve daar van eenige onkunde zal kunnen voorwenden, zal dit ons Placaat alomme op de gewoonlijke plaatzen worden afgekondigd en aangeplakt, want Wij zulks alles ten bejle van den Lande alzo verfiaan te behooren. Aldus Gedecreteerd en Gearresteerd op het Landfchaps-Huis binnen Leeuwarden, den 28 Julij 1796. Het tweede Jaar der Bataafsche Vrijheid. Het Provinciaal Beftuur van Friesland. E. MIE DE MA, Vt Ter- Ordonnantie van Hetzelve, CORN. GODSCHALK. E a M I Sr  ( 5« ) MISSIVE Aan de Gerechten. F)aar het de Pligt is van Ons} als Be- "^^ftuurders van. de belangens des Vriefchen Volks, ten nauwkeurigften na te gaan alle misbruiken, welke onder het voorig Beftuur, in de Administratie der Publieque of Corpora Goederen, zijn ingeflopen, op dat eens eindelijk een algemeen Redres kan gemaakt worden, in de ongeoorloofde handelwijze van- zodanige, welke haar niet ontzagen, ten nadeele van die beftjerlngen, zig Zelf, of den Hunne te bevoordeelen: Zoo is het, dat Wij hebben no"dig geööfdeclt, Uwl. te verfocken, en te authorifeereu, om ter" nïcdé werking'van' dat heilfaam oogmerk, in Uwen Bedrijve op te roepen, alle Administratoren van Publieque Goederen, onder wat benaaming, of van welke Godsdienftige Gezindheden dezelve mogen zijn, en van dezelve af te eifchen: een nette Staat van alle uitjlaande Gelden, benevens de Intresfen yjlke daar van genooten worden^, en de Perfoonen welke dezelve onder zig hebben, insgelijks de Verhuminge van alle Perchcelen, voor welke prijs, de tijd hoe lang, aan wien9 en-zederd'wanneer; en dezelve als dan aan Uwl. ter hand te ftellen, om door Uwl. binnen den tijd van drie weeken , na ontfangst deezes over te zenden, aan de Commisfie ter Ex&minatie der Corpora's Goederen; waar op Ons verlaatende, zijn Wij na toebede van Heil en aanbod van Broederfchap! Uwl. Mede-Burgers, de Commisfie ter Examinatie der Corpora Goederen, en uit deszelfs naam: H. T. AMEN T. Leeuwarden den 3 Augustus 1796. liet tweede Jaar der Bataavfche Vrijheid.  C 37 5 MISSIVE Aan de Gerechten. J)oor de Commisfie van Binnenlandfche Correspondentie, uit de NATIONAALE VERGADERING, reprefeiiteerende het VOLK van NEDERLAND, wel expresfelijk uitgenodigd zijnde, om tijdelings aan hunne Vergadering te berichten, in welke fituatie dit Gewest zig bevind; zoo betrekkelijk de handelingen der Tegenwerkers van de thans fubiillerende orde van zaaken, als der Maclrinatien door hun, tot ondermijning derzelver aangerigt wordende, om daar door bewust te zijn van de gefteldheid waar in zig het Vaderland in het algemeen bevind. Ter voldoening van deeze zo heilzaame en welmenende pooging van dc Commisfie uit de Nationaale Vergadering tot binnenlandfche Correspondentie ; en op de aan Ors daat toe gegeeven authorifatie van het Provintiaal Beftuur van'dit Gewest, is het; dat Wij hebben gerelólveerd, de bijzondere Committés van Waakzaamheid aan te fchrijven, en van dezelve te requireeren, zoo als Wij zulks aan Uwl. qloen bij deezen: om regulier maandelijks■•, en wel voor den vijftienden van elke maand naa ontvangst deezes beginnende, aan Ons in te zenden een accuraat berigt, van de gefteldheid_ van Uwl. Districl, en hoe verre de rust aldaar gemaintineerd, of door Vijanden van goede orde geturbeerd worde, op dat daarvan telken reize een geèxtendeerd Berigt , door Ons aan voorgemelde Commisfie kan geworden. Bij deeze gelegendheid kunnen Wij niet nalaaten Uwk nogmaals in t bijzonder aan te maanen, alle moogelijke E 3 vlijt  C 33 ) vlijt aan te wenden, ■ om de Aanhangeren van Örangt en Aristocratie tegen te. gaan, te meer daar Wij ontdekken, dat deeze , hunne funeste oogmerken, om de Burgerlijke Vrijheid ten ecnemaal te verpletteren, en zig weder onder een Despotiek juk te werpen, in dit Gewest meer en meer publiek ten toon feilen. > Oiis verlaatende op de ijver die Uwl. aanfpoort, om tot het belang van het algemeene Vaderland, alles toe te brengen. Verblijven Wij, naa toebeede van Heil en aanbod van welmeenende Broederfchap! De Commisfie van Correspondentie uit het Provintiaal Beftuur van Friesland. H. H E T ï E M A, Vt. Ter Ordonnantie van Hetzelve, H. W. ALMA, Secretaris Leeuwarden den 4 Augustus 1796. Bet tweede Jaar der Bataavfche Vrijheid,  C 39 ) PUBLICATIE He* Pedaal Beftuur van Friesland, MHJP^eTi S*^' HEIL ™ BR0ED£«' v^Z^LeT^^ de ZeSe^aalende Wapenen Mek vïïf£ Sfe°t6 en Befch^fter deezer Repu- fren allen W^J i"t Vaderland dan ook tee- door aSrieije valiche en voor SioktoSènIfi van I; pte«A' , ^r%ting en directe overtreediiiff Üke l^^lmSS- ^ *W*5 verdenk heiden Waakzaam, ten, tegens alle MacMnatienen Mach' men, en ofschoon hSS^mt van onverbet-rliii^ i fJ 2?5 dat de WerktüM het  ( 4° ) ,lcï bedrog en dc aanblaazingen van zich fchuilhoudende Berocrders, ^f^^^cht hebbea geacht, om , ••':iriS4^eenige v^rziefiinge te fctuëercn, tegens Vrijheid en onafhangelijk^iiteia fto desks ^S^/o^W&e en zwaken daar toe de hgLgelovige vjrecbt d£ va„ toS wfgorl zodanige euveldaaden moeten doen, geruft te Men. deliberatien, hebben goSg1v^ eeren, rf>f Se^ditnfchende teegen de GrondDat die g^f^X'n waar op het tegenl^^n^^%Z^£., dat vtoeBefivur het wooraig £f J g™ h' « j onderhands verdij in op^ba^g^^Sa^ in een verS^f Pf Sl iff&fl', l^lve belagen of dmid Lvtïte«werpen, en welke ingerigt zijn om anzoeken om vene te werp , ndzel het ook zoude deren, onto ^hjnrt v ^ ^ neemen rf mogen weezen , daar tegen ^ Q e lijfjam,., '*m ScP"fi'  ( 4i ) Dat die geene, welke bevonden worden op eenigerhande wijze de tijdingen te verfpreiden, en de hoop te voeden, als ef een tegen Omwenteling, ——die nooit anders dan doodelijk voor het gantfche Vaderland kan zijn, eene tegen Omwenteling, waar door het vernietigd Stadhouderlijk en Aristocratisch Beftuur zoude herfteld, en dus de onvervreembaare Rechten des Volks vernietigd worden, te wagten of nabij zoude zijn; als Vijanden van hun Vaderland, na ,eene geftrenge Gcesfeling aan den lijve, voor altoos van deszelfs Grond zullen gebannen worden. Dat die.geene3 welke aan het uitdenken en verzinnen, of aan het openlijk verbreiden van valfche Tijdingen , wegens voorgewende aanmarfch, of intogt van Vijandelijke Legers en Troepen 3 of andere leugenagtige berigten, die ftrekken om fchrik te verfpreiden, de Gemoederen te ontrusten, of den ijver tot den Burger Waapenhandel te doen verflauwen, of uit te blusfchen, zig fchuldig maaken , op ftaande voet gedrrefieerd, en , na bevind' van zaaken, met Gcesfeling of Bannisfcrnent buiten de Provincie zullen geftraft worden. Dat die geene, welke door het draagen van eenige hoe ook genaamde, Orange tekenen door het opzettelijk ten toon fpreiden van zodanige Bloemen, het uitfteeken van Orange of Prince. Vlaggen, of Vlaggen met Orange verzierd, — door het zingen van zogenaamde Orange of andere oproerige of Contra-revolutionaire Liedjes, —. het uiten van den gewoonen Oproerkreet, Orange booven, — zich fchuldig maaken aan bedrijven, die den weg tot alverwoestende Oproer baanen, met openbaare GeesJ'eling en Bannisfement voor vijf, of meer Jaaren , of zelfs , naar exigentie van zaaken, en wanneer daardoor dadelijk Oproer wordt verwekt, met de dud geflraft zullen worden. Wordende de ernftige Correctie van Kinders, welke * zig  C 4* ) 2ig aan her verbodene in dit Articul fchuldig maaken, aan de "Municipaliteiten aanbevolen en overgefaaten. f1 Dat alle die geene, welke Bijeenkomften houden, waar in raadflagen of ontwerpen gefmeed worden, om het tegensweordtg Regecrings-Beftuur om verre te werpen, en de thans vernietigde Rcgeerings-Form en geweezen Regenten te herllellen * of welke döor het oprigten van, en Correspondentie houden mfet andere gefelfchappen, oi bijeenkomften, aanhang zoeken te maaken , tot ftijving van de Stadhouderlijke en Aristocratifche Factiën, als teïkencle Vijanden des Volks en belaagers der Vrijheid, met ceflrcnge Gcesfeling, en Bannis/èment voor altoos, of zelfs na White van de verfwaarende omfeindigheden, met dc d,o fchermd, en Deugd en goede Zeeden niet werden bevorderd, de affcheiding nochtans der Kerk van den Staat noodzaakelijk is, in een Land daar waare Vrijheid woonen zal; als mede dat eene bevoorrechte of Heerfchende Kerk, lijnregt ftriidig is, zelfs met de eerfte grondbeginfelen van Gelijkheid,avf^x op de waare Vrijheid en Broederfchap zijn gebouwd: In overweeging genomen zijnde, dat door de erkentenis en opentlijke afkondiging deezer grondbeginfelen in Nederland,-de Kerk van den Staat reeds_weezenlijk afgeicheiden is: In overweeging genomen zijnde eindelijk, dat" niet met denzelvden fpoed, nog op dezelvde wijze alle de gevolgen uit de erkentenis deezer grondbeginfelen voortvloeijende, in Werking kunnen gebragt werden; en het nodig is, dat eene inrigting, die zo lang en zo diep in Ons Land is geworteld geweeft, en haare takken wijd en zijd heeft verlpreid, met veel bedaardheid en voorzigtigheid werde vernietigd; is gedecreteerd: 1 Dat geen bevoorregte nog heerfchende Kerk in Neederl'and meer kan of zal geduld werden. 2 Dat alle Pldcaaten en Refolutien der geweefen Staaten Generaal, uit het Oude Stelzel der vereeniging van Kerk en Staat gebooren, zullen worden gehouden voor vernietigd. n Dat geene Leeraars of andere Kerkelijke Beambten, van'welk eene Gezindheid ook, zig voortaan, buiten derzelver Kérken, met eenig onderfcheiden teeken m t openbaar zullen mogen vertoonen; dat alle Godsdienftige Plegtitheden zig alleen zullen bepaalen binnen de Muuren der Kerken of Beede Huizen; en dat geene Klokken, ter aankon' diging van Godsdienst-Oefeningen meer zuUen mogen geluid A^Èix er eene Perfoneele Commisfie uit het midden deïer Vergadering zal werden benoemd , welke de bezwaW, 1 de fevolgen -zijn van het Oude Stel/el *gr  C 47 ) Bevoorrechte of Heerfchende Kerk zal opnecmen en verzamelen ; de middelen tot een radicaal Redres opgeeven; den Oorfprong en tegenwoordige Staat van alle Goederen en lnkomftcn van Kerken, Armen-Casfen, Diaconien, Weesen Godshuizen, onderzoeken; den toeftand en de inrigtingen der Hoogc Schooien , wat het Theologifche betreft , opneemen; de Fondfen en wijze op welke de Leeraaren der geweezen Heerfchende Kerk, Qmer onderhoud muslbhen op den zelfden voet blijft voortduren j tot hiertoe zijn bezoldigd geworden, nafpooren; en aan de hand geeven derzelver bedenkingen nopens de geichikfte wijze, op welke voortaan m het onderhoud der Leeraaren en Ke^kelrike Beambten zoude kunnen werden voorzien; de beste mrigtingen die ter bevordering van de belchaaving en SeSfiEr Natie, door den Staat zouden kunnen wofden ingeVoerd beraamen en opgeeven; in één woord, alle ondeiloeMugen m t werk {tellen en aUe fchikkingen ontwerpen, die de volkomendfte vernietiging van alle overblijffelen eener t^T^XJ^r^le « de «voering devol leedigte Geiyètmd, tusichen de Lcclen van .alle Kerk Ge nootjehappen zal vereisfehen ; en daar van zoo h oed£ mogelijk ter deez-tv \ crgaderiiig inbrengen een u tvoeri> Rapport en volleedig Ontwerp, uitvoerig 5. Dat dien onverminderd aan de Hoogst Geconfirmeerde Magten m de onderlcheidene Gewesten, niet e benevens een Copie van het tegenwoordig Decreet, zal worden afgezonden eene Circulaire Misfive, houdende allerkragtigfte aanmoediging, om hulde te doen aan de bo vengenoemde Grondbeginfelen; hunne Ingezetenei , door daadzaaken van derzelver erkentenis te overtuigen, en niits dien zo fpoedig mogeKjk, op te heffen afie dru4ende ^T^e^de,0verbliJfzels van het Oude Stelzefl fel ■ Heerfchende Kerk; fpeciaal daadlijk ia te twUs» en ten  C 43 ) t*u effect te {lellen: alle zodanige ProvinciaakPlaeoaten» en ülfroijel, die de Leden van alle Kerk-Genootfchappen vcrpligten, om ten behoeve van ééne Bevoorrechte Kerk, Peribneele Belastingen op te brengen; vooral om, terttond na de receptie deezer Misfive, te vernietigeni alle.Procedures van Executie, hoe ook genaamd, welke uit kragt der voorzegde Placaaten of Oaroijen worden gedmgeeid, dog dien onverminderd in ftaat te laaten, ot, voor zo vette daar van reeds mogt afgeweeken zijn, m den voon. gen ftaat te rug te brengen, de wijze van betaahng der ledienaaren vaS de geweefe Heerfchende ^rk 'nm één woord alle die algemeeneinrigüngen, waar van in het vorie Articul is gefproken; zullende dezelve Hoogst- GeconSteiXgf en worden verzogt, bij referte deeze Verfaderlfg deJeegens genoegzaame gerustftelhng te doen ge- W0?En worden tot de Perzoneele Comnnsfie, boven gemeld benoemd, de Burgers Reprefentanten Zubli , 1 loos van^'amstel, de Beveren, hulshoe, Schimmelpen- SStfS la CoURT, DE SlTTER, HuGENPOTH EN ScHOO- ^MteSders tot het concipieeren eener zodanige Misfive, als b?gA7t ° is uitgedrukt, deBurgers Reprefentanten kLtLa\r/van lange, Floh. lublink, en de Mist, ^e^WiSde verzogt worden, uiterlijk op aanftaande VVoen^SfS van een Concept ter deezer Vergadering "fret ^n weta ^-^^Sbï Runners Reprefentanten Zubli en Kantelaar, als eeritbe fSS voorfchreeven Commisfie, zal worden ter h't^êlijk ExtraB jonden worden aan de RefpeBive CommhLl el aan de Seneraliteits Rekenkamer, m f°rmat!',U Accordeert met voorfhreevsn Register. (was get.j C. B Y L E VEL D.  C 49 ) En het is diefi ten gevolge, dat Wij de Ingezetenen in dit Geweft, de Leeraars en andere Kerkelijke Beambten, van welk eene Gezindheid ook, gelasten, om zich ftiptelijk naa den inhoud van het zelve Decreet te gedraagen, voor zo verre betreft het geen daar in daadelijke word vernietigd of verboden. Voorts, erkennende de heilige Grondbeginfelen van rechtvaardigheid, waar op de bovengemelde Belluiten zijn gebouwd, en overweegende Onze verphchting, om zonder verwijl te voldoen aan de kragtige aanmaaning van de Nationaale Vergadering, ter vernieting en wechneeming van alle drukkende bezwaaren, uit het Oude Stelfel van eene Heerfchende Kerk gebooren, en in het bijzonder tot het daadelijk intrekken en buiten effect, ftellen van alle zodanige Refolutien, Placaaten, en Ocfroijen, die de Leden van alle Kerk-Genoodfchappen verplichten, om ten behoeve van eene bevoorrechte Kerk, Perzoneele belastingen op te brengen, mitsgaders het geen daar uit. mogt zijn gerefulteerd: Hebben Wij goedgevonden te decreteeren en te ftatuëeren, gelijk Wij decreteeren en ftatuëeren bij deezen: Dat alle zodanige Provinciaale Placaaten, Refolutien en Oaroijen, in dit Gewest voormaals geëmaneerd', genomen en verleendt, die de Leden van alle Kerk-Genootfchappen verplichten, om ten behoeve van eene Bevoorrechte Kerk Perfoneele. belastingen op te brengen, bij deezen worden ingetrokken en buiten effelèt gefield. Dat ook uit dien hoofde vernietigd werden, alle Procedures van Executie, hoe ook genaamd, dewelke uit kragt der voorzegde Placaaten, Refolutien enOciroijen, w.rden gedirigeerd of hangende mogtai zijn. G Dat  ( 50 ) Dat mitsdien ook daadelijk word verbooden, en den Gerechten wxlke zulks aangaat gelast tot de executie dies de nodige ordres te pellen, — het fpeelen op de Klokken ter aankondiging van Godsdienst-Oefeningen, of van dagen en ceremoniën aan bijzondere Kerk-dienjien toegewijd; gelijk ook het fluiten van Stads Poorten , geduurende de GodsdienstOefening van eenige Gezindte.. Eu ten einde in Staat gefield te worden, om de Commisfie uit de Nationaale Vergadering, welke volgens Art. 4. van Hoogst derzelver Decreet is benoemd, op haar verzoek de nodige Berichten te kunnen mededeelen, nopens den Aart der verdere Bezwaaren , die door een algemeen Redres moeten worden wechgenomen, hebben Wij mede uit Ons midden eene Commisfie benoemd, beflaande in de Burgers'}. U. Dijkstra, A. Cuperus, li. Hettema, E. Miedema, Y. F. Tichelaar , en J. Geermans. Verzoekende en adhorteerende de refpeciive Gerechten, mitsgaders alle Ingezetenen in dit Gewest, om derzelve vertogen en informatien nopens grieven en bezwaaren, op het thans vernietigd Stelzel eener Heerfchende Kerk gegrond, en in het ^de Art. van het bovenftaand Decreet vermeld of hegreepen, binnen vier wecken te willen inzenden aan Onze gemelde Commisfie, onder het Adres: Aan de Commisfie uit het Provinciaal Beftuur van Friesland, ter Verzameling van de Bezwaaren uit het Oude Stelzel eener Heerfchende Kerk herkomftig. En op dat deeze Publicatie ter Kennisfe van iegelijk in dit Gewest zoude kunnen geraaken, zal dezelve niet alleen alomme worden Gepubliceerd en Geaffigeerd ter plaatze,,  C 5i ) plaatze, waar zulks gewoonlijk gefchied, maar ook een Exemplaar in de Kerken worden Geaffigeerd, en op den eerstkoomende Zondag alomme duidelijk van de Predikiröelen worden voorgeleezen. Gegeeven te Leeuwarden, op het Land- fchaps-Huis, den 22 Augustus 1796. Het tweede Jaar der Bataavfche Vrijheid. Het Provinciaal Beftuur van Friesland. H. H E T T E M A, Vt. Ter Ordonnantie van Hetzelve, CORN. GODSCHALK. G 2 N O.  C & 1 N OT IFICATIE T-Tet Provinciaal Beftuur van Friesland, Allen den geenen die deezen zullen zien of hooren kezen, HEIL en BROEDERSCHAP\ Doet te Weeten-. Dat, agtervolgens het 94. Art. van het Reglement waar op de Nationaale Vergadering is verkoozen, en de Publicatie van Hoog gemelde Vergadering van den 29 Augustij laatstleeden, „ naa den iften September deezes Jaars „ geen verbod van Uit- of In-voer van Goederen, hoe „ ook genaamd, van de eene Provincie naar de andere, „ zal moogen plaats hebben; enz. Dat Wij echter, ter waarfchuwinge van een iegelijk, en ter- voorkoominge van misverftand of verwarringen nopens het recht van 's Lands Middelen, hebben nodig geoordeeld bij deezen te moeten Notificeeren: Dat het Placaat van Hoog gemelde Vergadering geenzints moet worden verftaan, de belastingen of Impolïtien, van buiten deeze Provincie inkomende Goederen en Koopmanfehappen, of verdere op het ftuk der Middelen geftatuëerde bepaalingen en praicautien, te vernietigen, voor zo verre dezelve voor den ifte Januarij 1795. hebben plaats gehad; maar dat alles dien aangaande tot het gedagt tijdftip worde te rug gebragt. Blijvende alzoo dien onverminderd, het geen in 's Lands Generaale Ordonnantie betrekkelijk den invoert, doorvoert en uitvoert van Goederen en Koopmanfchappen, is geftatuëerd, in volle kragt; behalyen dat geene Goederen verboden  C 53 5 boden zijn van andere Provinciën in of door dit Gewest gevoerd te mogen worden, behoudens nochtans 's Lands Recht en onder de prsecautien, bij de Wet bepaald. En op dat niemand hier van onkundig blijve, zal deezen aJomme in dit Geweft worden gepubliceerd en geafligeerd, ter Plaatzen waar zulks gebruikelijk is, en een genoegzaam getal Exemplaar en, worden gezonden aan den Hoofd Commis van 's Lands Middelen om dezelve daar het nodig zal zijn aan de Chcrgers en Oozichters te distribuëeren. Aldus gedaan en Gearresteerd op het Land- fchaps-Huis, binnen Leeuwarden, den 5 September 1796' Het tweede Jaar dtr BataavfcAe Vrijheid. Het Provinciaal Befcuur van Friesland. A. A. BAKKER, Vt. Ter Ordonnantie van Hetzelve, C O R N. GODS G HAL K. P U- G 3  C 54 ) PUBLICATIE T-Tet Provinciaal Beftuur van Friesland, Allen den geenen die deezen zullen zien of hooren kezen, HEIL en BROEDERSCHAP! Doet te Weeten: In overweeging genomen hebbende, dat 'er in de Ordonnantie op het Beeftiaal eene ongelijkheid gefield is, nopens de Impofitie op de Varkens waar door een Eigenaar voor zijn eigen gemest Varken word bevoorrecht boven anderen zijner Medeburgers, die verplicht zijn naar inkoop of prijfeeringe der waarde 's Lands Recht te betaalen. Zo is het dat Wij daar in willende voorzien, hebben nodig geoordeeld te moeten vernietigen en intrekken, gelijl? Wij °doen bij deezen: dat gedeelte van het vierde Artikel in 's Lands Lijst van Impofitie op het Beeftiaal, waar bij een onderfcheid in de Impofitie van de Varkens, tusfchen eenen Eigenaar welke zeiven gemest heeft, en eenen Kooper is gefteld. Statuëerende diensvolgens; dat voortaan alle die geene welke Varkens mesten, verplicht zullen zijn, om voor en aleer dezelve te {lachten, of laaten {lachten daar van fpecifique aangeevingc te doen bij den Collecteur, volgens de waarde en onder benaderinge; en dat dezeive niet eerder dan tweemaal vier en twintig Uureu na de aangeevingc mogen geilacht worden. Dat voor het overige alk- de Artikels in de Ordonnantie op het Beeftiaal blijven in volle kracht.  C 55 ) En op dat Niemand hier van'eenige Ignorantie zal kunnen prastendeeren zal deeze alomme in dit Gewest worden gepubliceerd en gcaffigeerd ter plaatzen waar zulks gewoonlijk gefchied. Aldus Gedecreteerd en Gearresteerd op het Landfchaps-Huis binnen Leeuwarden , den 8 Sept, 1796. Het tweede Jaar der Bataavfcke Vrijheid. Het Provinciaal Beftuur van Friesland. A. A. B A K K E R, Vt. Ter Ordonnantie van Hetzelve, C O R N. GODSCHAL K,  P UB LICATIE T_Jet Provinciaal Beftuur van Friesland, Allen den geenen die deezen zullen zien of hooren leezen, HEIL en BROEDERSCHAP! Doet te weeten: Offchoon van het tijdftip af, dat de Natie in haare oorfbrongelijke Waarde is herfteld geworden en zoo plecntig de Rechten van den Menfch en Burger m Nederland zijn verklaard en aangenomen als de Gronden van net Maatfchappelijk verdrag, alle zogenaamde / ™"f e?\ Coftumen,en Gewoonten, welke hunne geboorte verfchuld,gd zén aan het denkbeeld van verhevenheid en grootheid van den eenen Menfch boven den ander, en die in eene vrije Maatfchappij niet alleen aanftootelijk, maar hinderlijk zijn aan de Principes van Gelijkheid, Vrijheid en ^derfchap waarop deF Conftitutie van het Volk van Nederland zal moeten gevestigd worden , inderdaad vervallen en m eftecte vernietigd moeiten zijn; Zoo is het nochtans: dat m dit Gewest zodanige gebruiken zijn blijven mbhfteeren, die wel verre van beftaanbaar te zijn met de Gronden van Vrijheiden Gelijkheid, — zonder den geenen welke er gebruik van maaken te bevoordeelen, — de voortgangen der gezonde Reede vertraagen, en alzo een Wezenthjk nadeel veroorzaaken in de Maatlchappij. Dat Wij, overweegende Onze duure verplichting in den Eed bii de aanvaarding van Ons Intermediair Bejtier gedaan, om ter vernietiging van de plaatshebbende misbruiken mede te werken, daarom hebben nodig geoordeeld te decreteeren en ftatuëeren, gelijk gefchied bij dee- *en: Eer-  O 57 ) Eerfteliik, dat alle Adelijke en Familie Wapens aan en in de publieque Gebouwen, het zij Huizen, Kerken, lorens, Poorten, Pijpen, Bruggen, Zijlen, P^deU' ofonder wat benaaming ook, als mede aan Gebouwen en Huizen van Particulieren, aan Rijd-en Vaartuigen, Stckkagien en Paaien, of waar ook in het openbaar gevonden worden, binnen zes weeken na dato deezes zullen moeten weggenomen zijn; behoudens nogtans het Recht van eigendom van een iegelijk. Dat de Wapens en Eeretijtels op Graf-Zerken aan de Stoelen en Banken in de Godshuizen, hier onder mede ziin begreepen, en door de Eigenaaren moeten worden wechgenomen; of zo die Eigenaaren niet aanweezig zijn op order van de Refpective Gerechten in de Steden en Diflriaen waar in dezelve gevonden worden. En dat cie nalaatigen, voor ijder Wapen het welk naadien tijd gevonden word, zullen boeten eene fumma van Een Honderd Car. Guldens, ten profijte der algemeene Armen van die Plaats alwaar de overtreeding word bevonden van welke boete echter geëximeerd zijn de Gerechten, weegens zondanige Wapenen, waar van de Eigenaars met bekend zijn. Ten Tweeden : dat het dragen van Livnijen of teekenen van dienstbaarheid aan particulieren, Wel expresfehjk word verboden, en het niemand zal vrijftaan (uitgezonderd Müitairen, Lands-Stads-en Diftrias Bedienden, cn burgers met betrekking tot Monteering van eene Schutteiij; om zogenaamde Livreij-Klecderen , of tekenen van dienpbaarheid, te dragen, ofte doen dragen, na verloop van veertien dagen, na bekendmakinge deezes, bij boete van Een honderd Car. Guldens, de eene helft te verbeuren bij den geenen in wiens dienft iemand is, en de andere helit ° 11 door  C 53 ) door hem zelve welke in overtreeding mogt worden bevonden; en zu;ks mede ten profite van de algemeene Armen der plaatze alwaar de overtreeding bevonden word. Ten Derden: dat, daar niemand die de natuurlijke Gelijkheid der Menfchen in Rechten erkend en de Broederfchap wil bevorderlijk zijn, zich in het openbaar zal arrogeeren eenigen frötjMen Tijtel, welke eene ingebeelde grootheid te kennen geeft; als daar zijn, EDEL- HOOG- WELGEBOOREN\ BARON, GRAAF, JONKER of HEER, en diergelijke benaamingen meer, zo wel ten aanzien van de Vrouwelijk: als Minnelijke Sexe; Wij van elk Ingezeten verwagten, en een iegelijk bij deezen vermaanen, dat Hij zich zorgvuldig zal vermijden, om zodanige benamingen , aan zijnen mede Menfch te geeven, of van denzelven te begceren, die bij een Vrijheid-minnend Volk eerder verachtelijk dan begeerlijk zijn. Ten Vierden: dat, daar Wij het onbcftianbaar befchouwen met het Caraeter van een Volk, het welk op verlichting durft roemen, om deszelfs mede Leden, welke tot eenen behoeftigen ftand geraaten, of üuderlooze Kin? deren, die in de Wees-huizen worden opgevoed, nog bi)het voor een eerlijk hart fmertelijke van deszelfs onderitand uit Arme-kasfen en Liefde-giften te moeten genieten, of van derzelver natuurlijke opvoeding te zijn berooid, de vernedering te zien ondergaan, van zogenaamde DiaeonieWees-kleederen en Anne teekenen te moeten dragen: Wij bij deezen alle Arm-bezorgers en Administratooren, dien het mogt aangaan, ten nadrukkelykften uitnodigen en aanmanen, om de door hun in qualiteit met onderhoud bedeeld wordende Armen , binnen den tijd van veertien dagen na Publicatie deezes, te ontheffen van zodanige teekenen, waar, aan het een iegelijk kennelijk dj dat dezelve uit Arme-  < 59 ) Armtkaljen onder ft euning gemeten; en den Administratoren der IVees-lfuiztn, om ten meeste voördeele van hunne" Administratie, de twee- èf meer Coulcurige Kleeder-dragten van de Ouderlooze Kinderen, onder hunne Administratie zijnde, af te fchaftèn. Dan ten einde door de daadelijke ontdoening van de Wees-klederen, aan zommige Adminiftratien geene fchaade zoude worden veroorzaakt, ftellen Wij den tijd tot Ultimo December deezes Jaars na welke Wij vertrouwen, dat aan Onze intentie in deezen zal zijn voldaan. En ten Vijfden, dat alzoo de Kerk thans geheelijk van den Staat^ is afgefcheiden alle de Qualiteits Banken en Zitplaatzen in de Godshuizen, welke voorheen aan Regeerings-Collegien, of Leeden van dien, en aan andere Ambtenaaren, in hunne Qualiteiten waaren toegeëigend, bij deezen worden afgefchaft, en dat voortaan van den Lande geene koften voor dezelve zullen- worden betaald. Laatende mits dien de befchikking der Zitplaatzen in de Godshuizen, over aan de Kerk-genoodfchappen welke daar toe gerechtigd zi n , omme ten dien aanzien elk in den zijnen zodanige bepaalingen te maaken als zij ten meeften nutte van hunne Gemeenten overeenkomftig de grondbeginzelen van Rechtvaardigheid en Gelijkheid °zullen geraaden vinden. Ontbiedende en gelaftende de refpecKve Geconltitueerde Machten in deeze Provincie, mitsgaders de Fiscaals en verdere daar toe bevoegde Ambtenaaren, om aan de exe cutie deezes de hand te houden, want Wij zulks, ter bevordering van het. algeineen Welzijn hebben verftaan te téhooren. H 2 En  ( 6o ) ' En op dat Niemand hier van onkundig blijve, zal deezen in dit Geweft alomme worden gepubliceerd en gealfigeerd, ter Plaatzen waar zulks te gefchieden gebruikelijk Gegeeven te Leeuwarden , op het Lands^ fchaps-Huis den 3 Sept. 1796. Het tweede Jaar der Bataavfche Vrijheid. Het Provinciaal Beftuur van Friesland: A. A. BAKKER, Vt. Ter Ordonnantie van Hetzelve, C O R N. GODSCHALK. P U:  P UB LICATIE £jet Provinciaal Beftuur van Friesland, Allen den geenen die deezen zuilen zien of hooren leezen, HEIL en BROEDERSCHAP! Doet te wee ten: Dat bij ons ingekomen zijnde eenige voordragten betrekkelijk de Vrijheid der Jacht, en {trekkende om ten dien aanzien nadere Provdioneele bepaalingen te maaken, Wij, naa nauwkeurige examinatié en uverweeging derzelve, hebben nodiglgeoordeeld^ de Publicatie van den 22 September 1795. te moeten altereeren in rhaniere als volgd: Ten eerften: Dat, wanneer iemand met lange of windhonden wil.Jaagen, hij,, behalvende. Onkoiten van de Acté , voor ieder dier Honden zal moeten betaalen , Twintig Car. Guldensj ter distributie van de Gerechten, voor de afgeraeenc Armen. Ten tweeden: Dat, zoo Wanneer iemand word bevonden met Windhonden te Jaagen, zonder daar toe aangaave gedaan, en Acte bekoomen te hebben, hij zal verbeuren eene Boete van Vijftig Goud Guldens, ten prolke van de algemeene Armen, als booven. Ten derden: Dat de verdeeling van het Geld voor de A£e van aangaave, naa Publicatie deezes aldus zalgefchieden, dat, behalven voor een 4 Stuivers Zeegel, zal worden betaald 2 Stuivers voor den Secretaris en 24 Stuivers voor de algemeene Armen- Xaatende voor het overige de Publicatie van den 22 Sent i?95- m volle kragt. H 3 gri  ( te ) En op dat deeze ter kennisfe onze Medeburg'eren zoude koomen, zal dezelve in dit Geweft worden gepubliceerd en afgekondigd, ter Plaatzen waar men gewoon is zulks te doen. Gegeeven binnen Leeuwarden, den 16 September 1795. Het tweede Jaar der Bataavfche Vrijheid. Het Provinciaal Beftuur van Friesland. H. T. A M E N T. Vt. Ter Ordonnantie van Hetzelve, C O RN. GODSCHALK.  t «3 ) PUBLICATIE J-Jet Provinciaal Befluur van Friesland, Allen den geenen die deezen zuilen zien of hóörèn leezen, HEIL en BROEDERSCHAP! Doet te Weeten: Dat Wij hebben goedgevonden ter kennisfe van de Ingezetenen in dit Gewest te brengen, de Reiblutie bij het Committé tot de algemeene zaaken van het Bondgenootte Lande, genomen den 16 September 1796. tot ampliatie en explicatie van het Marfch-Reglement, zoo als wij doen bij deezen: GELIJKHEID, VRIJHEID, BROEDERSCHAP! Extract uit de Refolutien van het Committé tot de algemene zaaken van het Bondgenootfchap te Lande Vrijdag den 16 September 1796. Het tweede Jaar -der Bataavfche Vrijheid. Ter Vergadering voorgedragen zijnde, dat de klaoten over den Lalt der Inkwartieringen en het misbruik dat daar van vooral, van Vrouwen en Kinderen, word gemaakt als ook dat die over het misbruiken van de voorrechten bij het Marsch- Reglement bepaalt, dagelijks accumuleeren. Is na deliberatie goedgevonden en verftaan; aan alle de Corpien der Bataavfche Armee, bij Extract Refolutie aan te ichnjven, 1. Dat  C 64 ) j Dat het Marsck-Reglement, den 30 Junij laasu ' heden Gearresteert, hoe wel hetzelve exactehjk moeP worden nagevolgt, echter niet verder moet worden «cëxtendeert, dan de waare bedoeling daar meede ts eewecst, en alzoo niet langer dan een verblijf van ten hoogfen twee dagen, vooreen Marsch- verblijf moet worden geconfidereerd. a Dat dt Nationaale Troupes langer dan twee ' dazen zich ergends ophoudende, verpligt zijn, zoo Officieren als Gemeenen, voor bume^ge ln^ry tiering en verteering ten hunne kosten te moeten TorZn en ook de bij zich hebbende, Vrouwen en Aderen" niet tot Je der goede en reeds zoo veel gedrukte Burgeren te doen verfreien. Vn zal van deeze Refolutie bij Misfive worden kennis Tn de Hoogst-Geconftitueerde Machten in de fTZz Gewesten? met verfoek, om dezelve elk in ^te?kenn£ van de Refpeftive Mnnicipaliteiten te dClï brenTen mS foUicitatienf om wanneer hier of daar willen Drengen^m« Refolutie wierde gehandeld, als ^«^ik^^ScWtó daar van fe willen kendan dadelijk, aannc ZOudeir kunnen wor- tegens handelen. ^ geparapheerf) F. L. RAMBONNET, vt. Accordeert met het Register. (Was geteekend) £. DONKER CURTIUS.  K ;65 O ■ |Worc!ef* dien cvcré:nkomitig de refpe|flve Gerechtel verzoft, om wanneer, hier of ..daar tegens de opgemelde Refolutie wierdc gehandelt, als dan daadehjk aan het Committé tot de algemeene zaaken van het Bondgenoodfehap te Lande daar van'te willen kennis geeven, met aanduiding van de zodanigen die daar tegens handelen , ten einde het nodig redres zoude kunnen worden gemaakt. En zal deeze, tot een ieders naricht,! in dit Gewest worden gepubliceerd en gejiffigeerd daar zulks te gefchieden gebruikelijk is. Gegecven binnen Leeuwarden, den 23 September 1796. Het tweede Jaar der Bataavfche Vrijheid. Het Provinciaal Beftuur van Friesland. H. T. AMEN T. Vt. Ter Ordonnantie van Hetzelve, CORN. GODSCHALK. I MIS*  ( es 5 MISSIVE Aan de Gerechten. Daar wij het nodig geoordeeld hebben} om provifioneel het Placaat van den 23 September 1795. als nog te laaten in effect, en Wij bij Onze Circulaires van den 21 Julij en 2 Augustij Jongstleeden Uwheden hadden aangefchreeVen, om Provilionèel met de heffing der Wapen-Gelden, tot Onze nadere dispofitie, te Supercedeereu: Zoo word gijlieden bij deezen gelast, om de nodige orders te ftellen, dat het zeedelt Maij 1796. verfcheenen een vierde Jaar der Wapen-Gelden , worden ingevordert, en aan 's Lands Comptoir naar inhoud van wel gemeld Placaat overgebragf, als meede dat het vierendeels Jaar, den eerfteh November verfchijnende, met ultimo November aan 's Lands Comptoir zij gefurneert. Zullende wij ons inmiddels in ftaat ftellen, om, ten aanzien van de heffing van Wapen-Gelden, een meer geëvenreedigd Stelzel in te voeren. En, vermits den Ontvanger Generaal zich beklaagd, dat zourffge Collecteurs nalaatig zijn in het afreekeneu van de WapeivGelden, zult Gijlieden tevens aan de Collecteurs uit onzen naam doen gelaften, omme vóór Ultimo Ocbober de rest-cedulen aan de Reken-kamer te bezorgen, en binnen agt daagen daar na aan het Floreen-Comptoïr af te reèkenen, bij pcene van 25 Guldens boete. HEIL en BROEDERSCHAP! Het  ( 6? ) Het Provinciaal Beftutfr van Friesland. H. T. A M E N T, V> Ter Ordonnantie van Hetzelve, CORN. GODSCHALK. Leeuwarden den 23 Sept. 1796. Tweede Jaar der Bataavf. Vrijheid, t s M I S-  e 68 ) M I S S I V E Aan de Gerechten. A fzoo aan Ons door het Provintiaal Be- -^jftuur gelast is geworden, Uwlieden aan te Schrijven en te adhorteeren, om die Ahïptêhaareri welke de Burger Verklaaring van n Maart jongstl. ijiet .hebben afgelegd* en egter nog fungeeren in' Mnne Posten, de zodanige' ten fpoedigften af te zetfcn, mtym W^^^^kfZ doen remplacecren, met bequaamc en Vaderlandlievende Burgeren. , _ . . Zoo is het dat Wij, cm aan de last van het Provintiaal Beftuur, aan Ons opgcdraagcn, te voldoen, Uw heden ten ernftip-ften aanbeveelen, om binnen de tijd van drie weekeu naa dato deezes, té zorgen dat alle Amptenaaren die met de verklaaring van n Maart hebben gepresteerd, van Hunne Poften zijn ontzet, en door andere Burgeren daar toe bekwaam , wceder zijn vervuld. . In afwagting dat Gijl. aan deeze Onze aanfchrijvmg ten nauwkeurilften zult voldoen, zijn Wij naa Wenfch van Heil en aanbod van Broederfchap. De Commisfie van Correspondentie uit het Provintiaal Beftuur van Friesland. d. g; zijlstr a, Vt. Ter Ordonnantie van Dezelve, H. W. ALM a. (Secretaris.) Leeuwarden den 30 Sept. 1796. Tweede. Jaar der Bataavj'. Vrijheid. ^  k «9 ) P UB LICATIE JJet Provinciaal Beftuur van Friesland, Allen den geenen die deezen zullen zien of hóorcn leezen, HEIL en BROEDERSCHAP! Doei fc, weten: t Dat Wij, na ingenoomen adyis van Onze,Commislie tot de Binnenïandl'che Correspondentie, hebben goedgevonden om de Publicatie; van den i Februarij deezes Jaars in zo verre te alterecfcn, gelijk doen rrrtts deezen: Dat het geftameerde ra gemelde Publicatie, wrar bij de..Leden en Ministers,,»ysjn |jet yopjrig;Beftuur verplicht waaren, om Pcriiuffie-Billetten te vraagen, wanneer zich naar andere plaatzen binnen deeze Provincie wilden begeeven, en al het geen dien aangaande aan de Refpective Municipaliteitcn is gelast geworden, bij deezen word ingetrokken; zoo dat dezelve geweezene Regeerings-Leden en Ministers, vrijelijk binnen deeze Provintie zullen kunnen reizen , gelijk alle andere Burgers en Ingezetenen. Dat echter het geen in welgemelde Publicatie is vastgefteld, zoo ten aanzien van het verkoopen of veraliëncren der Goederen of Vastigheeden, van de Leeden en Minifters der voorige Lands-Regeering, als nog blijft in volle kragt; en dat ook dezelve zich niet buiten het territoir van dit Gewest zullen mogen begeeven, dan na alvoorens daar toe van Ons verlof gevraagd en bekoomen te hebben. En op dat niemand hier van onkundig zij, zal deeze I 3 alom-  X 7o ) alomme in dit Gewest worden gepubliceerd en geaffigeerd, daar zulks gebruikelijk is. Gegeeven binnen Leeuwarden, den 30 September 1796*, Het tweede Jaar der Bataavfche Vrijheid. Het Provinciaal Beftuur van Friesland, j. j. T i n G A, Vt. Ter Ordonnantie van Hetzelve, CORN. GODSCHALK, M I S-  C ?« 5 M I S S IV E Aan de Gerechten. ^Jzo bij sommigen eenige duirterheid fchijnd gevonden te worden, in onze Publieacic van den ofte September- laastlceden, nopens het wech ueemen en amovecren van Adelijke en Faviiclie Wapenen, die in het openbaar gevonden worden; zo hebben \Vrij, tot nadere elucidatie van gemelde Onze Publicatie, voor zo verre het nodig mogt zijn, goedgevonden, Uwlieden bij deezen te kennen te geeven: ifte Dat, daar Wij duidelijk gefproken hebben van Adelijke en Famielie Wapenen, Onze Intentie gcenzins is geweest, om de Wapens of het Schild van deeze Provincie, noch ook die van de Refpe&ive Diftricten en Steden , te doen vernietigen. 2de Dat mede geenzins uit Onze welgemelde Publicatie kan worden afgeleid, als of Wij daar bij hadden geboden , om de Graf- Tombes of andere Monumenten van konst te doen ruïncereri; neen, maar dat alleen de Ade-, lijke of Famielie-Wapens, welke aan dezelve mogten gebonden worden, moeten worden wech genomen, en de trotse Tittels, voor zo verre niet aanduiden de Verdienftclijkheid der geenen, waar op dezelve zijn toegepan, vernietigd. Den aart van een Vrij Bellier immers brengd mede, dat Edele Daadcn, Deugd en Bekwaamheden alleen worden gepreefen , en dat de nagedagtenis van verdienftelijke Mannen worde vereeuwigd, ten einde ter navolging op te wekken. N 3de Dat  X T72 "O fee Dat dan ooï alle de; Ciradien en Beelden in de Kelken dié tot Godsdienftïge einden of nagédagtenis- geftdd^i-, in geenen deekAuinnen begreepen worden m de termen van de Wapens of andere Tekenen, welke eene SeS beduidende, grootheid van Geboorte van Particulieren te kennen geeven. 4de En dat eindelijk, ter vermijding van groote Kosten, aan Onze Intentie genoegzaam word voldaan, wanneer Particuliere Wapens en Titels, welke op de Glalen v^zommige Kerke-Huilen gefchilderd geamoveerd^en uit derzelver geheel F^^fe^g fs te zien welke Wapens dezelve verbeeld hebben, en L de aanftootehjkheid der benamingen daar met meer m te vinden is. Wii vertrouwen dat deeze gegeevene Explicatien genoegom alle twijfelingen ter voldoemng aan oZ Pubhcatie van den 8 September i796. mt.den wech S ruimen en verzoeken Uwlieden dat Gi], het noodig vindende^den Adminiftratoren der Kerk-Gebouwen daar van Kennis doet geworden. HEIL en BROEDERSCHAP! Het Provintiaal Beftuur. van Friesland, j. j. t i N G a, Vt. Ter Ordonmntie van Hetzelve, OORN. GODSCHALK. Leeuwarden den 30 Sept. 1796. , "Tweede, Jaar der Baiaavf. Vrijheid.  C 73 ) PUBLICATIE JJet Provinciaal Beftuur van Friesland', ' Allen den geenen die deezen zullen zien of hoóren lcezen, HEIL en BROEDERSCHAP! Dm te weeten: Bij Ons Plataat van den c>3 Julij 1796. gaven Wij Ons belluit te kennen, om eene Negotiatie van Penningen te openen, op de Bezittingen van de Publique Corpora, en vermaanden de Admmrftratorcn dier Goederen, om fchikkingen te beraamen, dat Zij doorverkoop van een gedeelte der zelve, 's Lands Kas zouden kunnen ftijven, buiten f-haaden hunner Adminiftratie. Tegenswoordig zijn Wij tot het tijdftrp gekomen, van gemeld Ons voorncemen in effect te moeten ftellen , zullen Wij Onze Mede-Burgers voor nieuwe bezwaaren kunnen bevrijden, en zal de Friefche Trouw ongefchondeu bewaard blijven , zoo als zij het tot heden jeegens het Vaderland is geweest. De. twee eerfte Termijnen in de generaale begrootiug der^ behoeftens voor het Gemeenebest, zijn vericheenen en door dit Gewest voldaan, of zullen het binnen weinig dagen zijp : _ er blijft dus nog édn gedeelte voor dit lonend Jaar te betaalen. Den nood des Vaderlands is groot. De Petitiën, voor de algemeene behoeftens uitgefchreeven , moeten prompt worden afbetaald, zal het zelve de middelen gaande houden, die tot-behoud en zekerheid van het Gemeenebest moeten verftrekken.. Offchoon nu Ons voorneemen , ih het Placaat van den ctf Juhj 1796. gemanifefteerd, was, om het derde gedeelte van de Bezittingen der Publique Corpora, bij weege van Negotiatie te heffen, hebben Wij echter, ten einde zSo veel K mo-  C 74 ) rnfogefcik die Goederen in waarde te houden, en vertrouwende dat de Admimftratoren zich nauwkeung van hunne •plicht zullen kwijten, Onze bereekening voor het tegenswoordige op het Zesde Gedeelte gemaakt, waar door friesland zich voor dit Jaar buiten alle verantwoordelijkheid zal kunnen ftellen en aan zijnen plicht voldoen; onder afimeeking van 's Hemels Zeegen, dat eenen gunftigen Vrede verdere buiten-gewoone bezwaaren zal doen ophoudm. Dat dan dit Ons befluit, en de daar bij geftelde bepaakn„cn —, niet alleen door den dringende nood des Vaderlands gewettigd, maar op billijkheid en regtvaardigheid gejond,— door die. geenen welken het aangaat, getrouwelijk en bereidvaardig zullen worden naargekomen, mogen Wij met alle reedenen verwagten ; terwijl alle tegenwerkingen, nalatigheid of kwaader trouwe, ten duidehjkften zouden aantoonen het voorneemen van die geenen, welke zich daar aan onverhoopt mogten fchuldig maaken, om Onze heilzaamc Maatregelen tot 's Lands behoud en tot verhgting van Onze particuliere Mede-Burgers, te wederftreeven, en alzoo het algemeen Heil daadelijk hinderlijk te zijn ; al waaromme Wij dan ook diergelijke verderfelijke Machmatien, zonder eenige oogluiking, op de fchuldige Perfoonen ten rigoureuften zouden moeten vernaaien. . Dan de bereidvaardigheid, waar mede zommige Corporatien hunne uitftaande Gelden in 's Lands Schat-Kist hebben ^eftort, doet Ons vertrouwen dat verder aan Onze goede verwastma in deezen zal worden voldaan. Om alle welke reedenen, Wij hebben goedgevonden te decrereeren, gelijk Wij decreteeren bij deezen: Eer/lelijk : Dat van alle Bezittingen, zo onroerende als roerende, aan publique Corpora toebehoor ende, zal moeten worden gefourneerd, het Zesde gedeelte der reëele of bij getrouwe begrooting bepaalde waarde. ifr  ( 75 ) Ten tweeden: Dat onder de benaming van Publique Corpora, moeten worden verftaan, Stedelijke, Distri&s, Dorps, Geestelijke ftaat, Kerk- en Arme- of Buiten-Voogdijen, DLiconien, Weeshuizen, Gasthuizen , Pasfante Beurzen, en in het Generaal alle zodanige Adminiftraèien, welke goederen en bezittingen hebben die door Publique Adminiftrateurs worden befiierd, van welke benaaming dezelve ook zouden mogen weezen, en zonder dat dien aangaande eenigzins de Godsdienftige Gezinte in aanmerking koomt. Ten Derden: Dat de begrooting der bezitting zal moeten gefchieden door de Adminiftrateurs dier goederen of imkoinften, op navolgende bepaalingen: K.Vaar. zo verre beftaan in vaste Jaarlijkfche Inkomften , na gelang van de zuivere Revenuen, en dat de drie Guldens van zodanige Revenuen zullen bereekend worden tegens honderd, Guldens Capitaal. B. Dat de inkomften van zulke Goederen, welke geene Jaarlijkfche Revenuen opleeveren, als daar zijn lloiitgewasfen, en anderzints, zullen gefchat worden volgens de opbreng der laaste Kapping over tien Jaaren omgeftageti, en dat dus een tiende gedeelte daar van voor da : Jaarlijkfche Revenuë zal worden gereekend, wederom op den voet van voor drie Guldens inkomften, honderd Guldens Capitaal. C. Dat de Klijn-Landen .in gemoede zullen moeten worden getauxeerd, door twee onpartijdigen, bij de Gerechten van het District waar gelegen zijn, aan tc ftellen. D. Dat niet te min alle Goederen of Bezittingen, welke bevonden worden hooger van waarde te zijn, zullen moeten worden bereekend volgens- derzelvcr eigen tlijkewaarde. E. Dat de Obligatien en Effecten, zo buiten- als iinnenlandjlhe s waar op een Cours of prijs- Courant is, K. a zul-  C 76 ) ■■zullen motten warden bereekend vólgens den Coars, mlke dezelve op dato deezes hebben; cn die van particuliere;!, op het volle Capitaal; ten zij onwis of dubieus zijn ? — ia welk geval men zal kunnen vol/laan met de begrooting der wezentlijke waarde*, naar beste geweeten. Ten Vierden: Dat alle de gedaane begrootingen, zullen moeten worden btkragtigd door de refpe&ive Gerechten, in de Steden en Districten waar in de Administratien zijn, welke Gerechten daar toe bij deezen expresfelijk worden gelast en geauthorifeerd. Ten Vijfden: Dat dit Fournisfement van het zesde gedeelte der Corpora Goederen, zal moeten gefchicden, de eene helft ten minflen vóór den 25 November, en de andere helft vóór of op den i$dé December 1796. aan het Comptoir der Domeinen, in goeden, gangbaaren, Gouden of Zilveren Munte , melke men gewoon is op 's Lands Comptoiren te ontvangen. Ten Zesden: Dat den Ontfanger der Domeinen, voor de Sommen welke alzoo worden gecontribueerd, zal af geeven Recipisfen, (2) ten laste deezer Provincie, renthende drie en een halve Gulden pro Cento Jaarlijks, waar van de Intresfen zul- FORMUL1ER van RECIPIS. No. Ca) ONTVANGEN BIJ MIJ ONDERGETEKENDE Raad en Rentraecfter Generaal -van het Comptoir der Domeiiren van Friesland, uit handen van Ml qlt. als van de Goederen toebehorende aan de Somma van om te verftreVken in mindering der waarde van het { gedeelte der Vastigheden , Edcften, en verdeie Bezittingen, toebehoiende aan voor» fchreeven ter voldaad^ \an het Decreet den 6 Ottober 1796". door het Provinciaal Beftuur van gedagte Gewest, GtarresiéerJ.  ( 77 ) zullen ingaan, met den dag op welke het F°ïrnhfemenl ge~ fchied; en dat bij den Ontvangst van het eer/ie Jaar Intresfen , voor gedagte Recipisfen zullen worden afgegeeveu Obligatien in forma, ten begroote van de gefourneerde Somma en tegens gelijke luteresfen van Drie en een halve Gulden ten honderd, van welke te verleenene Recipisfen en Obligatien, den Ontfanger der Domeinen een afzonderlijk Register zal houden. Ten Zevenden: Dat, in gevalle bij de Adminiflratien geene genoegzaame Penningen voor handen mogten zijn , om aan deezen te kunnen voldoen , en dat dezelve bij Particulieren niet mogten kunnen gefourneerd krijgen, waar door den Verkoop van een gedeelte hunner bezittingen zoude noodzaakelijk worden; word bij deezen den Adminifratoren van zodanige Corpora's Authorijatie verleend, om, zonder nader Confent , zoo veele en zodanige Goederen onder verkoop te brengen, als zij ter voldoening dier Contributie en ten meesten voordeele hunner Adminiftratie, zullen vtrftaan te behoor en; echter met voorkennisfe van den Gerechte. Ten Achtften: Dat, al koe wel Wij geene reedenen hébben om te verwagten, dat eenige Kwaadwilligheid of na' laatigheid, deeze Onze Intentie zal wecderftresven, maar dat de Beftierders van Publique Goederen kunne bereidvaardigheid in deezen zullen aan den dag leggen, om 's Lands Schat-Kist van Penningen te vovrften buiten f haaden hunner K 3 Ad- En zullen van de vooiCch. Somma Obligatien in forma, door de Gedqnit erdeti uit 's Provinciaal Beftuur, tegens de Renthe van diis en een half pro Cento, in het Jaar, worden gepasfeerd, en tegen dit Recip's verwisfeid, op den bepaalden tijJ, en overeenKomftig gemeld Decreet. Jn kemisfc Mijn hand, dea 1756. KSwxa. binnen Leeuwarden  ( 7« ) Adminiftratie, zoo als Zij zulks volgens den inhoud deezes kunnen doen, en ook door veele Adminiftratien reeds gereedeÜjk, door het opbrengen hunner uitftaande Gelden, is gefchied; echter eenige voorziening nodig zijnde tegens onverwagte te leurftelling, eiken Adminiftrateur van zodanig Corpora, het welk in deeze Negotiatie moet Contribuè'eren, die 'bevonden word nalaatig te zijn gebleeven of ter kwaader trouwe te hebben gehandeld, zal vervallen in eene Boeté aan den Lande, van vijfhonderd Car. Guldens, uit zijne eigene Bezitting te betaalen, — en dat al evenwel het Fournijfemait naderhand ten vollen zal moeten gefchieden.. Ten Negenden: Dat , daar Wij Onze Mede-Burgers van verdere ertra-ordinaire opbrengst van Penningen voor dit loopend Jaar zullen kunnen bevrijden, wanneer in deezen getrouwelijk werd voldaan , hier meede intrekken Onze Rej'olutie om op een derde Gedeelte van de Bezittingen der Publique Corpora te Negotieè'ren. ■ Vermanende nogmaals, om de liefde des Vaderlands, alle Adminiftratoren van Publique Corpora, dat Zij zich getrouwelijk en ijverig naar den inhoud deezes gedragen; lastigende en authorifeerende dien te neevens de Refpeblive Gerechten , om ■ nauwkeurig toe te zien, dat aan deeze Otize •welmeening werde voldaan. En op dat Niemand, dien het aangaat, hier van eenige Onkunde zoude kunnen voorwenden, zal deezen alomme in dit Gewest worden Afgekondigd en Aangeplakt,, ter Plaatzen waar men gewoon is zulks te doen. Aldus Gedaan en Gearresteerd op 't Lands- fchaps-Huis binnen Leeuwarden, den 6 Octobor 1796. Het tweede Jaar der Bataavfche Vrijheid. Het Provinciaal Beftuur van Friesland. J. J. T I N G A, Vt. ■ Ter Ordonnantie van Hetzelve, CORN. GODSHALK.  t 79 ) PUBLICATIE JJet Provinciaal Beftuur van Friesland, Allen den geenen die deezen zullen zien of hooren leezen, HEIL en BROEDERSCHAP \ Overweegende het nadeel, het welk, zoo aan den Verkooper van Vastigheden, als aan den Lande word toegebragt, door het recht van Benadering bij publique verkoopingen van vaste Goederen, vermits het eigenaartig is dat de geenen, welke eenig recht op benaderinge van verkogt wordende Goederen hebben , die zij zig zouden willen toeëigenen , zich niet meede onder de Opbieders zullen opdoen, maar afwagten hoe veel zulke Goederen gelden, om daar naa gebruik te maaken van zoodanig voorregt van Niaar; waar door dan ook den Lande word benadeeld in den 40 Penning, welke van den Koop-fchat moet worden betaald ; en overweegende, hoe zodanig voorrecht hinderlijk is aan de rechten van den geenen, welke eenig goed ter zijner gading zijnde, zich door wettige Koop zoude willen eigen maaken, alzoo hem het zelve door een ander, onder den tijtel van Bloedverwantichap of naastgelegenheid kan worden benaderd. Zoo is het: Dat Wij hebben goedgevonden, ter wechneming van dit misbruik, te decreteeren, gelijk Wij decreteeren bij deezen: Ten Eersten: Dat het voorrecht van benadering, onder welken titul tot hier toe ook gefubfisteerd hebbende, op Goederen en Eigendommen welke Publicq worden verkogt, voor 't vervolg zal zijn opgeheven en vernietigd. ' rr»  ( 8o ) Ten Tweeden: Dat diensvolgens niemand na Publicatie deezes, het recht zal hebben om eemge Goederen te benaderen, welke bij publique veiling worden verkogt, en waar van den. verkoop voor af j het zij door advertentie in de Couranten , met aanplakking van bilietten, bJj trommelflag, of op wat wijze ook gebruikelijk, ten mmttcn veertien dagen is aangekondigd. — Ten Derden : Dat ook mede onder deeze Publicatie zullen zijn begreepen, alle vaste Goederen, die, fchoon onder verkool zijnde, egter op dato deezes nog geene finale palmflag hebben ondergaan. Ten Vierden: Dat voortaan elke pubKque Verkoping van vaste Goederen, door den Aétuarius of ander daar toe gequalificeerde Perzoon , ten minften veertien dagen voor de eerste zitdag, het zij door de Couranten, door aanplakkinge van Bilietten, of bij trommelflag zal worden bekend smaakt. Van welke bepaalingen nochtans de verkoouen van Goederen der Publique Corpora zijn geëximeerd voor zoo verre dienen om te {trekken ter Voldoening van Ons Placaat, den 6\ deezer geëmaneerd.. Ten Vijfden r Dat , naa de finale Palmflag aan iemand «reeeeven is, welke daar door Koper is geworden van ee£i£ Goed in deeze Provincie, dezelve gehouden zal zijn deeze Koop binnen een vierendeels Jaars> na dato van de Koopbrief, aan 't Gerechte waar onder het gekogte Goed gelegen is, te bode te ftellen, en driemaal over den Gerechte te doen Proclameeren ; zullende ieder, welke eenis Protest of Spieringe tegen den Geproclameerden Koop heeft te doen, zulks bij de derde en laatfte Proclamatie, over den Gerechte moeten laaten doen; en zullen bij geïreke die$? de Geproclameerde Goederen op den Kooper  C 81 ) en Proclamant door den Gerechte worden geadjudieert. Blijvende voorts 's Lands Wetten op het ft.uk der Verkoopingen, mitsgaders op het Prociameeren en het Niiiarheemcn van onderhandlche en niet publieq gemaakte Verkóopingen, voor het overige in volle kragt. En op dat deeze ter kennisfe van een Iegelijk zoude worden gebragt, en Niemand eenige Onkundigheid daar van zal kunnen voorwenden , zal dezelve aloinme in dit Gewest worden Gepubliceerd en Geaffigeerd, alwaar zulks te doen gebruikelijk is. Aldus Gedecreteerd en Gearresteerd op 'c Landfchaps-Huis binnen Leeuwarden den 13 Octob. 1796. Het Tweede Jaar der Bataavfche Vrijheid. Het Provinciaal Beftuur van Friesland. H. H E T T E M A, Vt. Ter Ordonnantie van Hetzelve, CORN. GODSCHALK. L P U-  PUBLICATIE T-Jet Provinciaal Beftuur van Friesland, Allen den geenen die deezen zullen zien -ofhooren leezen, HEIL en BROEDERSCHAP! . Ter Onzer Vergadering ontvangen hebbende een Decreet van de Nationaale Vergadering Reprefenteerende het Volk van Nederland, op het werk der inkwartiering genomen en ftrekkende tot merkelijke verlichting der Ingezetenen, welke in geval van door-marsch , met inkwartiering mogten worden bezwaard. Zoo hebben Wij, om te voldoen aan het verzoek van Hooggemelde Nationaale Vergadering en ten einde de Ingezeten in dit Gewest daarvan narichtte geeven, goedgevonden het zelve Decreet te doen publiceeren en afilgeeren, gelijk Wij doen bij deezen: GELIJKHEID, VRIJHEID, BROEDERSCHAP! Exlracl vit het Register der Decreeten van de Nationaale Vergadering , Reprefenteerende het Volk van Nederland. Donderdag den 13 Oétober 1795. Het Tweede Jaar der Bataavfche Vrijheid. Bij Refumtie Gedelibereed zijnde, op het Rapport van de Burgers Reprefentanten Cambier en verdere Gecommit q 71 teer-  <• 8 3 ) teerden tot onderzoek der klagten van de Ingezetenen, over den drukkenden Last van Inkwartiering, den 27 September laaftl. alhier ter Vergadering uitgebragt, en breeder in de Notulen van dien Dag vermeld. Is gedecreteerd, 't Committé tot de Algemeene Zaaken van het Bondgenootfchap te Lande te gelasten. 1. Om aan de {lipte Executie van de Refolutie van 't voorf. Committé van den 16 September laastl. de hand te houden, ten einde de daarop inbreukmaakende Militairen, naar behoorcn worden gecorrigeerd, en de Ingezetenen tegen alle Vexatien, door de voor hen zoo drukkende Inkwartiering in 't algemeen, en van Vrouwen en Kinderen der Militairen in 't bijzonder worden beveiligd. 2. Om den Commandant en Chef der Armée aan te fchrijven, zoo verre de frtuatie der Plaatzen het eenigzints toelaat, te zorgen, dat de eene Plaats boven de andere niet met de door-marfch van Troupes worde bezwaard. 3. Dat, overeenkomftig de geprojecteerde verandering in het Marfch-Reglement, dewelke de Vergadering zich laat welgevallen, aan de Ingezetenen, zoo in Gelderland, als andere Gewesten, en Plaatzen deezer Republieq, dewelke in de termen van het 5de Arcicul van het gemelde MarfchReglement koomen te vallen, boven drie Stuivers, voor de behoeftens van de Onder-Officieren en Gemeenen te betaalen, telkens, des begeerende, voor het vervolg nog twee Stuivers van 's Lands-wegen zal worden toegelegd, met last aan $ voorfebreeven Committé, om daar in ten fpoedigften te voorzien, ten einde de bedrukte Ingezetenen daadeliik onderfteuning ondervinden. — En word de Commislie van Finantie bij deezen verzogt, om, na daarop ingenomen L 2 te  ( 34 D te hebben de Confideratien van 't Committé tot de algemeene Zaaken van 't Bondgenoodfchap te Lande, de Vergadering te dienen van Confideratien en Advie, waar mt t voorf. Dedommagement voor het vervolg, geduurende deeze Campagne, waar bij zich dat provifioneel zal bepaalen, best zal kunnen worden gevonden. Ten welken einde: Extraft deezes, aan gem. Commiflie zal worden ter hand gefield. 4. Dat voorts 't voorf. Committé al mede zal worden eelast. gelijk het zelve gelast word bij deezen: om eene nauwkeurige bepaaling te maaken , ter voorkoommg van alle fraudes noopens de aantekening, en opgave van die geenen, de welke voor het vervolg wegens hetfourlieeren van dé Levens Middelen, in het vijfde Aiticul van het Marfch-Reglement vermeld, het tot SchaadeloosStelüng toegelegde zullen behooren en begeeren te genieten. < Dat de kosten van Vuur en Licht in de MilitakeWasten , zoo Franfche , als Bataaffche, als van ouds, door het Plaatzelijk-Beftuur, waar dezelve voorvallen, zullen moeten worden gefourneerd, om dezelve met het Gewest of Quartier, waar die Plaats geleegen is, te kunnen verrekenen; met Vrijheid voor deeze, om die kosten gelijk van ouds gebruikelijk is, aan de Quota m de Petitie van 60 Mfflioenen te kunnen korten. En zal Extracb deezes gezonden worden aan 't Committé tot de algemeene zaaken van het Bondgenoodfchap te Lande, tot naricht. En voorts van dit Decreet bij Misfive aan de HoogftGeconftitueerde Magten in de Refpedive Gewesten wor, den kennis gegeeven,. met verzoek, om de Ingezetenen  ( 85 ) daar van te infonneeren, ten einde dezelven zouden weeten, waar na zich te reguleeren. Zullende deeze alomme in dit Gewest worden afgekondigd en aangeplakt, ter plaatzen, waar zulks gewoonlijk gefchied, op dat een iegelijk daar van de nodige kennis zoude kunnen erlangen» Aldus Gedecreteerd op 't Landfchaps- Huis binnen Leeuwarden, den 21 October 1796. Het Tweede- Jaar der Bataavfche Vrijheid. Het Provinciaal Beiluiïr van Friesland. H. HETTEMA, vfc Ter Ordonnantie van Hetzelve , C O R N. GODSCHALK. C was geph: ) T. A. ten BERGE, vt. ( get. ) Accordeert met voorf. Register. C. BYLEVELD. PU.  ( ts.) PUBLICATIE TJTet Provinciaal Beftuur van Friesland, Allen den geenen die deezen zullen zien of hooren leezen, HEIL en BROEDERSCHAP! Doet te veeten: Dat Ons zijn voorgekoomen zoodanige gegronde bedenkingen, waar door geoordeeld hebben, Onze Publicatie van den 6 October jongstleden, betrekkelijk de Negotiatie van het 6de gedeelte der waarde van de Goederen der Corpora, of Publique Adrainiftratien, ter Voorkominge van Misvatting, te moeten amplieeren, en expliceeren, zoo als Wij na deliberatie goedgevonden en verftaan hebben te doen bij deezen: Ten Eer ft en: Dat, zoo wanneer de Huuren van Landerijen en andere Goederen, hooger zijn na rato van de eigentlijke waarde, dan dat de Drie Guldens zuivere Revenuen zouden'kunnen berekend worden tegens Honderd Guldens Capitaal, zodanige Landen en Goederen kunnen worden getauxeerd, op dien voet zoo als onder Letter C. van Onze Opgemelde Publicatie, omtrent de Klijn-Landen is bepaald; en dat het Foumisfement van het 6de gedeelte der eigentlijke waarde, volgens getrouwe begrooting, als dan moet eefchieden. Ten Tweeden: Dat van de begrootmg, en mitsdien van het Foumisfement, zijn geëximeert alle zodanige Wooningen, welke Pro Deo worden bewoond. Ten Derden: Dat eindelijk, om zoo veel mogelijk den Verkoop van Goederen, welke bij zommige Corpora zal moeten plaats hebben, ten einde aan Onze meergemelde Publicatie te voldoen, gemakkelijk te maaken, Wij bij deezen in zoo verre derogeeren aan het Geftatueerde in de Publicatie van den 17 Maart 1796. (edoch alleen in dit fpeci- aal  C 87 ) aal geval, voor zoo verre de Verkoopen van Corpora-Goederen yererfcht worden, ter Voldaade aan de den 6 deezer Gearrefteerde Negotiatie) dat de Verkoopen, naa kennisgeving aan de Gerechten, waar onder die Goederen gelegen zijn, ten fpocdigften kunnen worden ^ werk gefield, en de lemujnen der Zitdagen zoodanig verkort als de Adminiftrateurs zullen goedvinden, mits echter vooraf genoegzaame publiciteit gegeeven worde, en Aankondiging gefchiede van den Dag waarop de finale Palm-flag zal gegeeven worden; en dat ter vermijding van ünkoften, de Adminiftrateurs ^zelve de Verkoopen kunnen houden Zullende egter de Koop-Befoignes, en Koopbrief, ten fine van exanunatie en approbatie, moeten worden overgebragt aan den Raad van Juftitie, en van daar, door de Adminiftrateurs, of derzelver Gelastigden, moeten worden gehgt, zoo als zulks gebruikelijk is. ö Exhortcerende en gelastende den voorf. Raad, om zonder eenige vem-aagirTg, de ter approbatie geprefenteerde Koop Bcioignes en Koopbrieven, van de aldus verkogte Goederen, te willen examinceren, en naar bevinding Èl poneeren. fa 3 En op dat niemand hier van Onkundig zal zijn, of blijven, zal deeze alomme worden Afgekondigt en Aangeplakt, waar zulks gebruikelijk is. g Aldus ^Gedecreteerd op 't Landfchaps- Huis binnen Leeuwarden, den 21 October i796. Het tweede Jaar der Bataavfche Vrijheid. Het Provinciaal Beftuur van Friesland. a H E T T E M A, vt. ' Ter Ordonnantie-van Hetzelve» CQRN, G Q D $ H ALK.-  ( 33 ) PUBLICATIE TTet Provinciaal Beftuur van Friesland, HeAllcn den geenen die deezen zullen zien of ho.ren AUf" „ è nPDFnFliSCITJP! Doet te weercn: ge vervolgingen, welke die:öurg x d yau Vadcr. }m-^\Ên%m^ ommekeer van zaken en wel b* eene geneele en Sclu^lfvq. , zich zodanig liet lot W*?1SK#S» «e^^&rs haddjn aangedier ongelukkige ei1 ^nom. h ^ ftatueerd. Bat ichtliddWn fdifte fS^ ^rdifiaTil niodo Brieven van refpijt zouden kun*»fó£ZZr»3 m 1 &  C 94 ) MISSIVE Aan de Gerechten. nio het ter On'zer Vergadering Gerapporteerde, en Voorgedragen*, door de Commisfie van CVdcDuteerdet! hebben Wij bij Ons Decreet van heden ^Sfö fe aan te Schijven en « Er nauwkeurigften te zorgen, dat door de Administrateuis der Corpora- Goederen in Uwen bedrijve, en m het bijzonder mede door die der Pastorie-Goederen ten ft^ wffa? voldaan aan Onze Uitfchrijving, om het 6de gedeelte hunlf fffeSSfiS bezitting, oP de gefielde Termijnen m ?Land Comptoir der Domeinen te fourneeren; onvernundere no-tbans, ten aanzien van het Onderhoud der Predikanten het Decreet der Nationaale Vergadering van den 5 ^^M^^'^^ werde verrichtten Gijl. ^naUen gevalle dien aangaande Onverantwoordelijk zoudt nnnen bhiven, gelasten Wij UI. alle de Admimstrateurs dezdve, vóór U te Ontbieden, en daar over te onderhouden. Waar mede zijt Gode Bevoolenl Het Provinciaal Beftuur van Friesland. F. TULLENERS, vt. Ter Ordonnantie van Hetzelve. CORN. GODSCHALK. Leeuwarden den 8 Novemb. 1796. Jfo tweede Jaar der Bataavfike Vrijheid. p y  ( 95 ) PUBLICATIE J-Jet Provinciaal Beftuur van Friesland, Allen den geenen die deezen zullen zien of hooren kezen, HEIL en BROEDERSCHAP! Tot Ons innig verdriet ervaaren Wij van eene Commisfie, welke expresfelijk door Ons belast en gemagtigd is geweest, om de Ujftën van aangave en contributie in de Negotiatie van i één 5de pro Cento, bij Ons Placaat van den 28 Julij laastkeden gearresteerd, te examiueeren, dat veele Perfoonen niet aan hunne verplichting naar vermogen zouden hebben voldaan; en dat dus Ons goed vertrouwen, - Onze dispenfatie van het doen van Eeden van zuivering, — door veelen zouden zijmnisbruikt geworden, tot fchending der geheiMgfte Plichten van elk Ingezeeten jegens de Maatichappij en ten nadeele van de Provinciaale Schat-Kist. Wij hebben dan ook, zoo dra zulks ter Onzer kennisfe is gebragt, niet geaarzeld, Onze Commisfie van Gedeputeerden te magtigen, om, ingevolge het XXXIII. Art. van het Placaat, den 28 Julij 1796. geëmaneerd, zulke Perfoonen, welke dezelve met grond vermeend te mogen fuspeéteeren, dat ter kwaader trouwe hebben gehandeld, in gelieel nietoï te weinig gefourneerd te hebben, tot de Negotiatie van 1 één 5de pro Cento of 24 Stuivers van de honderd Guldens hunner Bezitting, door de Gerechten, waar onder gezeten zijn, te doen arresteeren, en teegens dezelvcn bij bevinding van overtreeding te handelen, zoo als in het 33 Art. van het Placaat van den 28 Julij laastleeden is vermeld. Dan, ten einde zoo veel mogelijk te vermijden hetaanwen> den van de geftrengste middelen, welke wij, uit kragt van het aan Ons opgedragen gczach, zouden kunnen beezigen, en willende de agteloosheid niet met de opzettelijke overtreeding gelijk ftellen. Zoo is het, dat Wij daar bij tevens gedecreteerd hebben,, het  C ' 9ö ) LI Peen wl aan een iegelijk waarfchuwen bij deezen: %?-aan dezulken, welke of geheel niet of te weinig heSen gefourneerd, in de Geld-Negotiatie van i^en 5dep» ES of vier en twintig Stuivers van de bq&b L.,„r Bezitting, bij Placaat van den 28 Juli] laastieeden rechten te bètaalen (mits zulks gefchiede voor den t Vc- ^i^Së&^m, onder dezelfde g^f°f»Z ZaUienue, aaterdoat valt, worden behandeld en een waar op gegion^g^g » ue verplkh. ondexzogt, a^dezuxe nip Art. van Ons ting verwaalloosden "™jf™8 hun geprocedeerd. ^ deLs aan elk Jngezeeteri zoude E Pt 511 worden en niemand derzelve daar van ee^Zl^z^^ voorwenden, zal dezelve als eene W^«7alomme in dit Gewest op de gewooneplaat, warden, den 8 November i796- _r ... taf 7V««fc Jaar der Bataavfche Vrijheid. Het dweede' J ^ Beftuur n Fncsland H T A M E N T, vt. *Ter Ordonnantie van Hetzelve, C O R N. GODSCHALK.  C 97 ) MISSIVE Aan de Gerechten. hebben, vermits eenige Gerechten Onze Aanfchrijving. van den 25 October, betrekkelijk de Overzending der Stem - Cohieren, niet wel hebben begrecpen, nodig gedagt bij nadere Circulaire aan de Refpective Gerechten op dat: Onderwerp te moeten aanfchrijven, zoo als Wij mids deezen zijn doende: 1. Dat het gedrukt Exemplaar der Stem - Cohieren, of de grondflag van dat onredelijk, en thans vervallen Recht, beginnende met den Jaare 1640. tot 1698. aan de Secretarie van het Landfchaps-huis moet worden Overgezonden. 2. Dat de Stem Registers in Oostergo, Westergo en Zevenwouden, van de Jaaren 1708. tot 1788. welke met die der Floreen zijn gecombineerd, uit de Floreen - Cohieren moeten worden weg genomen , en insgelijks aan 's LandsSecretarie Overgezonden,- beide uiterlijk voor den 28 Novemb. eerstkomende. En ten 3den Gelasten Wij Ulieden om de overgeblevene Floreen - Registers, ten kosten van Uw Distrift , wederom in eene behoorlijke Order te laaten inbinden, en daarop in dorfo van ieder Cohier te plaatzen (bij voorbeeld) Floreen - Cohier van (de naam van Uw District) vernieuwd in den Jaare enz. Vertrouwende dat Gijlieden voor zo verre daar aan nog niet mogt voldaan zijn, niet zult in gebreke blijven van U te Conformeeren aan deeze Onze aanfchrijving. - - N Be-  C $8 ) Beveelen Wij Ulieden in Godes Heilige protectie, en verblijven. UWE ME DE-BURGER SI Het Provinciaal Beftuur van Friesland. H. T. A M E N T, Vt. Ter Ordonnantie van Hetzelve, CORN. GODSCHALK, Leeuwarden den 10 Nov. 1795» Het %de Jaar der Bat. Vrijheid. PU-  C 99 ) P UB LICATIE £Jet Provinciaal Beftuur van Friesland, Allen den geenen die deezen zullen zien of hooren leezen, HEIL en BROEDERSCHAP! Doa te weeten: Dat Wij, overweegende hoe de Adminiftrateurs der Publique Corpora, in verlegenheid zouden kunnen worden gebragt, en met alle hunne ijverige zorge,, om aan Onze Publicatie van den 6 October jongstleden" te voldoen, zich buiten ftaat bevinden van de in hunne qualiteit te fourneerene Penningen tijdig op te brengen, bij aldien de Crediteuren van Corpora, waar van een gedeelte der Goederen onder verkoop is, zelve- Koopers wordende, in de betaaling der Koop -penningen, compenfatien teegens hunne competeutien gebruikten; en in aanmerking neemende de presfante noodzakelijkheid, dat op de geftelde termijnen het één zesde gedeelte van de bezittingen, onder publique Adminiftratie zijnde, naa aftrek van wettige fchulden gereekend, in comptanten aan 's Lands Comptoir werde gefourneerd, terwijl dan noch overvloedige Hijpotheek voor de fchulden der Corpora aanweezia: blijft. Hebben goedgevonden en nodig geoordeeld, te decreteeren , het geen Wij bij deezen ftatuëeren: Dat geene compenfatien van fchulden op de Goederen der Corpora, welke thans onder verkoop zijn of nog zullen worden gebragt, om te voldoen aan Ons Placaat van den 6 October laastleeden, zullen kunnen plaats hebben, maar dat de penningen voor de Koopfchat, door de Koopers op de bepaalde Termijnen comptant moeten worden betaald. - N 2 En  En op dat niemand, dien het aangaat, hier van eenige Onkunde zoude kunnen voorwenden, zal deezen alomme in dit Gewest worden afgekondigd en aangeplakt, ter plaatzen waar men gewoon is zulks te doen. Aldus Gedecreteerd en Gearresteerd op. 't Landfchaps-Huis, binnen Leeuwarden, den 10 Novemb. 1796. Het Tweede "Jaar der Bataavfche Vrijheid.. Het Provinciaal Beftuur van Friesland. H. T. A M £ N T, vt. Ter Ordonnantie van Hetzelve , COR.N. GOD SCHALK/ MIS.  C «of ) MISSIVE Aan de Gerechten. T)aar aan Ons, uit differente Districten van dit Gewest, berigten zijn ingekoomen, dat door zommige Iugezeetenen niet is voldaan geworden, aan de Publicatie den 8 September LI. geëmaneerd, betrekkelijk het vernietigen of wegneemen, der grootheid aantoonende Wapenen, of Eeretijtelen, maar alleen dezelve met het overdekken van Linnen, Hout of andere Materialen, voor het oog hebben verborgen,- en aldus in weezen hebben gehouden die Tekenen > die eene ijdele trotsheid hun doet eerbiedigen , en eene niets beduidende verhevendheid boven hunne mede Menfch aantoonen., Zoo is het dat Wij gelast zijnde, door het Provintiaal Beftuur van Friesland, daar in voorziening te doen, gemeend hebben Uwlieden aan te fchrijven, en te exhorteeren, om aan die Ingezetenen uit Uwlieden bedrijve die aldus tegen de intentie der voorengemelde Publicatie van den 8 September hebben gehandeld, door eenen. Uwer Suppoosten te Infmuëeren, om uiterlijk voor den vso December eerstkomende, de aan hun toebehoorende Wapenen, aan Huizen of anderzints publiek geplaatst, geheel te vernietigen, en ingevalle niet aan deeze Infinuatie worde voldaan, gelasten Wij Uwlieden tegen zodanige overtreeders naar rigeur der Wet te handelen.. Wij twijffelen geenzinds of Gijlieden zult in deezen aan; Onz^wehneening beantwoorden. Waarmede eindigende: N 3 be-  ( ioa ) beveelen Wij Uwlieden in de Befcherming van God Almachtig. De Commisfie van Correspondentie uit het Provinciaal Beftuur van Friesland. D. T. W IJ M A, Vt. Ter Ordonnantie van Dezelve, H. W. ALMA. Leeuwarden den 22 Nov. 1796. Het 2de Jaar der Baf. Vrijheid. V U-  C *°3 > PUBLICATIE J^et: Provinciaal Beftuur van Friesland. , „?>Sfn ê'ee»en die deezen zullen zien of hooien leezen HEIL en- BROEDERSCHAP! Doet te weeten Dat Wij, overweegende het nadeel het welk de Publique Corpora lijden, door onderhandfehe en onbepaalde Verhuuringen, en daar tegens ten nutte der oFei baare Adrnimftratien willende voorzien, hebben goedgevonden te decreteeren, zoo als Wij ftatuëeren bij deezen • 1 en Eersten Dat van nu voortaan alle Verhuurden, van Vastighedenof Landerijen,, aan Publique CoS gebehoorende, pubheq zullen moeten gefdieden, in Ser voegen zoo als zulks in dit Gewest gebruikelrjc is. len 1 weeden, Dat alle Verhuuringen van Corpora-Goederen, welke vóór dato deezer Publicatie zijn geichiëd en waar van geen wettig Contraét voorhanden is, zoo da daar bij geene vaste bepaaling van Huur-jaaren is genaakt namelijk, zogenaamde Eeuwige Huuren, Huuren iii Con' «nutte of met Keur-Jaaren, direct zuilen ven etiïd en HÉL^E -Verdei'e de Landen S de Huizingen Matj m7. vrij van Huur-Jaaren zi n len Derden Dat mede alle onder de hand o'f riet nu bhcq geichiede Verhuuringen, van Corpora-Goeto' waar van een bepaald Contract is aangegaan vóór het éi a* te^Z?? deeze i^licatie, en welke0 beven cïn woïïen ten nadeeïe van de Adminiftratien te zvv als boven nï Petri enMaij aanftaande zullen zijn iS^'^Sdien verftande nochthans, dat het'aan de tegenS&l^Huu " gerven' - - eenen dij tauxatie te bepaalere prijs n huur te houden voor zoo Jange als zij nog Huur Jaaren aan Xe^fe Ten  C 104 ) 7V« Vierden, Dat die geenen, welke ingevolge boven-j vöfr x Januarij ^^^g^^tnïS^ V"/^, Dat de relbective Gerechten worden gelast Verbuurmgen van Corpoia-^^ie" ' tien würden ver-, daar, waar in voegen ^^^^^%^vks te eiscbt, bekwaame, ten koste van ftellen, om getrouwe prrjfeern ^ ^"^ederen bëhob- °^TSn, Dat eindelijk ^j^*^'^ nora Goederen verplicht zullen zijn, op Pf^ggZ £ P Lp« behoorlijk en nauwkeurig oopemng aan dezelve te getven vt^ de Verhuuringen der Goederen, onder hunne ^SnSntdhier van onkundig blijve^^ alommePworden gepubliceerd en geaffigeerd, waai zulks É^tl Leeuwarden, den x DecemberJJ96. 1 ° g Het Tweede Jaar der Bataavjche Vnjhetd. Het Provinciaal Beftuur van friesland, net r*vy*uv h E T T E M A, Vt. Ter Ordonnantie van Hetzelve, CORN. GODSCHALK. NO-  ( los ) NOTIFICATIE JJet Provinciaal Beftuur van Friesland 9 Allen den geenen die deezen zullen zien of hooren leezen, HEIL en BROEDERSCHAP! Doet te wee ten: Dat, daar bij de NATIONAALE VERGADERING Repraefenteerende het Volk van Nederland, is gearrelteerd een Reglement tot eene algemeene Burger Wapening voor de geheele Nederlandfche Natie, en in gevolge het zelve Reglement, in elk Gewest door de Hoogst Geconfirmeerde Macht eene Commisfie van Zeven Leden moest worderf benoemd, tot de Introductie van het gedagt Reglement en om de Directie over de Gewapende Burgermacht te hebben; Wij zodanige Commisfie, gedeeltelijk uit Ons midden , en gedeeltelijk buiten Onze Vergadering, hebben benoemd, en nodig geoordeeld daarvan aan de Ingezetenen kennis te geeven, zo als Wij zijn doende bij deezen: Zijnde de Burgers, welke voorf. Commisfie in dit Gewest zullen uitmaaken, met naamen A. J. C. de BERE, P. BREUGEMAN, H. T. AMENT, F. TULLENERS, TRIP, F. ROSENDAAL en P. van SLOTEN; welke Commisfie bereids met de nodige authorifatie is voorzien, van wegens eene Commisfie uit de NATIONAALE VERGADERING , Reprefenteerende het Volk van Nederland, belast met het Opperbeftuur over de Bataaffche Gewaapende Burger-macht, om het Reglement op de BurgerWapening in dit Gewest te introduceeren en dat geen te verrichten, het welk aan zodanige Commisfie in elk der refpective Gewesten, volgens het meergemeld Reglement is gedemandeerd. O Wes-  ( io6 ) Weshalven Wij bij deezen de Geconfirmeerde Machten, mitsgaders alle Ingezeetenen in dit Gewest, verzoeken, en des nodig gelasten, om opgemelde Burgers in die hunne hoedanigheid te erkennen, behulpzaam te zijn en te reipecteeren, ter bevordering en daarftelling van eene geregelde en algemeene Burger-Wapening, zo en in dier voegen als zulks in het Reglement en bij Proclamatie van de NATIONAALE VERGADERING nader zal worden geordonneerd en kenbaar gemaakt. En op dat niemand hier van onkundig blijve, zal deeze alomme worden gepubliceerd en geaffigeerd, waar zulks gebruikelijk is. Aldus Gedaan en Gearresteerd op'tLand- fbhaps-huis binnen Leeuwarden, den 7 December 1796. Het Tweede Jaar der Bataaffche Vrijheid. Het Provinciaal Beftuur van Friesland. H. H E T T E M A, Vt. Ter Ordonnantie van Hetzelve, CORN. GODSCHALK. P U~  C l°7 ) PRO CL AM ATI E De NATIONAALE VERGADERING reprefenteerende het Volk van Nederland, Aan Llaare Medeburgers'. BATAVEN! ^Jf-Jouèx gij een vrij Volk willen zijn, en niet de Wapenen dragen tot verdediging van uw Vaderland? — datdeAlleenheerfcher, dat Aristocraaten, die in hunne Medeburgers flegts afhangelingen befchouwen, de Wapenen alleen aan vreemde, aan bezoldigde handen toevertrouwen, om naar willekeure te kunnen bevelen en heerfchen; — Eene vrije Natie is gewapend. — Haare Burgers Ichaaren zich om het heilig pand der Vrijheid, als een Ringmuur, die niet is om te werpen; - de jaloerfche Nabuur ziet met grimmige fpijt de onmooglijkheid, om zich een Volk afhangelijk te maken, dat voor de Vrijheid gewapend is: — En wee dien Burger, die inwendig eter Vnjüeid eene fchendige hand 'oude durven toereiken, en ftaan na alleenheerfching of willekeurig gezag! Trouwens, zoodanige waren de algemeene beweeggronden, die in alle tijden, vrije Volken, de Wapenen hebben in handen gegeeven. Hier door werd de heldhaftige Zwitzer, in zijn Hemelhoog gebergten onoverwinnelijk; terwijl hij zijne ft-roomen verwde met het onwaardig bloed zijner onrechtvaardige Aanvallers - Hier door zegepraalde de Americaan op de gehuurde benden, door het Brits Ministerie naar dat Weereld-deel gezonden: - de hand der overwinning fchonk 0 2 hem  ( io8 ) hem de Vrijheid, en haare fchelle zege-toonen ontwaakte het eerst het verbaasd Europa, dat in den doodilaap der flavernij gekluisterd lag. Hier door hebben de Franschen hunnen roem verworven. De Franschen, die, na dat zij hunnen laatften Tiran voor het oog der Volken geftraft hadden, Europa hebben afgeftreden, en der Vrijheid een Throon gefticht, die aan béiden Polen reiken zal. En, zoude 'er in de Gefchiedrollen der Volken, van de Bataven niet gefproken worden? Ta Medeburgers! wij. hebben flegts het voetfpoor onzer dappere Voorvaderen op te treden, en de roem onzer Natie zal bij het faatfte Nageflagt gekend worden! Het Bondgenootfchap met het krijgshaftig trotsch Rome, beloonde reeds de dapperheid der Bataaffche Legerbenden, door Claudius Civilis aangevoerd. De vrije Fries, fchoon dikwerf door der Romeinen onberekenbare overmagt te onder gebragt, hief telkens weder met dezelve fierheid, het hoofd om hoog, en fchudde zijne ondragelijke ketens af, zoo dikwerf de kans hem eeniszins gunstig fcheen : zouden wij dan alleen de beroemde Tslfmen onzer Voorvaderen ueiiuuücn lebben, en hunne deugden met hun in het graf verzonken zijn? Neen A^Phurffersi neen, alle volgende tijdvakken nmer gedezelve krijgsroem der Bataven ten 0on — Hier zien wij onzen grond doorweekt met het bloed onzer Voorvaders, omgekomen in de talloze Ooiwn tusfehen Hollanders , Stichtenaare^>, Gelder- te leveren van de krijgsdeugd die hun bezieUe. Is Spanjens trots niet ten grooten deele door der Baa  C 109 ) ven Burgermagt gefnuikt geworden? - dat wij hier herdenken aan den hardnekkigen, maar op het laatst bezweken, tegenftand van Haarlem; — aan de hardnekkige, maar meer gelukkige, verdediging van Leyden en van Alkmaar ; dat wij hier herdenken, aan den onvertzaagden heldenmoed der Watergeuzen, bij het inneemen van den Briel, wier ftout gedrag de laatfte Naneef nog zal bewonderen: Ja de Franschen, met ons in het juk gekneld, onze Vijanden — maar nu, met ons vrij en onaf- hangelijk, onze Broeders; de Franschen weeten, welk een tegenftand Hollands Burgermagt hunnen veertienden Lodewyk geboden heeft, toen hij, na tot Bodegraven te zijn doorgedrongen, echter tot den verhaasten aftogt gedrongen werd; — zijn Eedverwant, Munsters Opperheer en Bisfchop, heeft toen ondervonden, wat de Groninger Burger vermag, wanneer hij voor Haardftede en Altaaren het zwaard getrokken heeft, — en Vrankryks en Engelands vereenigde Vlooten, ter zeiver tijd uit Zee geflagen, hebben aan Holland, Zeeland en Vriesland den roem gefchonken, dat zij de grootfte Zeehelden van hunnen tijd hebben voortgebragt, en een overtuigend bewijs aan het licht gefteld, dat der Bataven heldenmoed voor die van geen Volk behoeft te zwichten: -r Trouwens, zouden wij het tijdvak, dat wij beleefd hebben, geheel moeten overflaan? is dan het juk, dat ons in 1787. is om den hals gewrongen, ons opgelegd, zonder dat 'er blijken gegeeven zijn, dat Neêrlands Burgermagt, met meerder trouw en beleid aangevoerd, zijne Vrijheid met geen beteren uitflag zoude verdedigd nebben ? — Zijn dan de uitgewekene Bataven niet met hunne Fransche Medebroeders, deelgenoten geweest van hunne overwinningen ? zijn zij niet weder in hun Vaderland terug gekomen, met het Zwaard in de vuist en Krijgsloof om de harren? O 3 En  C «o ) En wie kan Utrechts grond naderen, zonder eerbied te gevoelen voor de Asfche van den dapperen Visscher, en den braven van der. Vlerk, die daar bewaard wordt; wier bloed, bij het herleven van Neêrlands heldenmoed, het eerst voor de Vrijheid geftroomd heeft, toen zij, om de Vaart, toondendat ook Neêrlands Burgermagt op geoeffende Militairen de heerlijkfte overwinning beyegten kan; — ja, Medeburgers! - het kan niet anders zijn, of gij gevoelde dat zelfde heldenvuur ook nog in uwe aderen gloeijen, toen gij van ons begeerd hebt, dat wij een Plan van Burgerwapening voor de geheele Republiek zouden ontwerpen, en U in eene geregelde Krijgsrnagt afdeelen. Aan dit groot, dit uitgebreid werk, is door ons voldaan, - 't is waar, wij hebben het Plan moeten fchoenen naar den aart van het Reglement tot bijeenroeping der Nationaale Vergadering; hier in vonden wij onze bepalingenMaar, daar gij uwe begeerte verklaard hebt, dat de Bataaffche Natie moest gewapend zijn, is ons dat verlangen van U- is on* het grootsch voorbeeld onzer Voorvaderen, in alle tijdperken gegeven, een waarborg voor den gelukkigen uitflag onzer poging, daar wij U thans, ingevolge dat door ons beraamd Plan oproepen, om de Wapenen in handen te nemen: van hier dan, alle tegenftribbelingen van kleinigheden - van hier alle beuzelachtigen tegenfpraak van verflaafden, die door het harde Juk, dat zij zoo lange getorscht hebben, van allen Republikeinsch gevoel, — van alle verplichtingen op vrije Mannen berustende, vreemd zijn. 't Is flegts ruim twee honderd Jaaren, 't is flegts zints de tijden van Karel den Vyfden, dat ftaande Legermagten bekend zijn; maar ook van die tijden tellen de Volken het verlies hnnner Vrijheid: of zoudt gij het niet weeten, Medeburgers! dat onder het Despotisme, een hand vol Grooteu er» een drom Soldaten, meestal uit de geringfte Clasfe des Volks  c m | Volks genomen, zamenfpannen, om de Stemgerechte Burgerichaar tot een Niet, en een afhangelijk Lighaamte maken; - Haar, die de kragt der Natie is, en in wier boezem haare oppennagt in de daad huisvest. Geheel het tegendeel is de ftaat van een vrij Volk — daar is ieder - daar zijn alle handen gewapend — en gewapend Burger, en Militair, zijn Zoonen van één Vaderland - zijn Broeders, bezield met dezelfde beginzels om het Vaderland te befchermen, en de Vrijheid te bewaren, die het geluk en den welvaart van allen, in haare zegenende handen draagt. Denkt echter niet, Medeburgers! dat wij U tot het opvatten der Wapenen oproepen, om ftraks U in het Veld te brengen; - ?t betaamd wel aan geen Vrijman, dat hij hier door zoude worden afgefchrikt; maar het is egter onze bedoeling met, - veeleer wenfehen wij, dat in 't kort eene lieve Vrede perk ftelle aan al het eindloos bloedvergieten ; - dan, mogt gij, ondanks onze vuurige wenfehen, mogt gij, of nu, of in het vervolg, ooit tot verdediging uwer Have en Bezittingen geroepen worden, - mogt de hoogfte nood des Vaderlands eenmaal tot zijn befcherming uwen ftrijdbaren arm vorderen; — dan verwagten wij vastelijk, dat de oude Krijgsdeugd der Bataven weder in U zal levendig worden; dat, gedagtig aan de groote voorbeelden uwer Voorvaderen, nog gevaren, nog vermoeijemsfen U zullen te groot zijn; maar, dat gij dan voor Ü zeiven onfterfehjke eerlauwrieren zult behaalen, en de zegemngea van het dankbaar Vaderland U zullen vergezellen, tot aan uw jongften levens-fnik. Ziet hier het Reglement van Burger-Wapening, dat wij op uwe verklaarde begeerte voor U hebben vastgefteld. RE-  REGLEMENT VOOR. DE BATAAFSCHE GEWAPENDE BURGERMACHT CAPITTEL !. Over ds Burger-Macht in 't Algemeen. Art. i. De Vrijheid van een Land, kan zonder Gewapende Burgermacht niet beftaan. . a. De Gewapende Burgermacht maakt geen onderfcheiden Lighaam uit in den Burgerftaat; het is dat gedeelte der Burgeren, 't geen in ftaat om de Wapenen te voeren, volgens den aart en de plichten van eene Repubhcamfche Regeeringsvorm geroepen is, tot het doen eerbiedigen der Wetten het beveiligen van Perfonen en Eigendommen, het tegengaan van oproer en geweld, en het befchermen van de Vrijheid en Onaf hangelijkheid van het Vaderland. e Ten einde aan deze luisterrijke beftemming voldoende te kunnen beantwoorden, is de Gewapende Burgermacht gehouden, de beveelen der Geconftitueerde Machten zorgvuldig natekoomen, en verplicht, zich te gedragen naar de inrichting en algemeene regelen, ten hunnen opzichte, door de Vertegenwoordigers des gehelen Volks bepaald; alle wederftreving daar tegens, beledigt de Oppermacht des Volks, geeft aanleiding tot wanorde en verwarring, en is dus ftrafbaar volgens de Wet. 4. Burgers, zich ftrijdig aan deze gronden, en zonder door de Geconftitueerde Machten geauthorifeerd en erkend te zijn, tot een Gewapend Lighaam vereemgende, handelen tegen de Wet. 5 Oe-  C "3 ) 5. Gewapende Burgers kunnen zich ah zodanig niet inmengen, in eenig onderzoek van Staatkundige onderwerpen, of eenig verzoek doen met de Wapenen in de hand; een diergelijk gedrag, is ftrijdig met de beginzelen eener goede Regeeringsvorm, fchadelijk voor de bewaring van rust en orde en een openbare inbreuk op de Vrijheid en Oppermacht des gantfchen Volks. 6. Hoewel de Leden der Gewapende Burgermacht tot gehoorzaamheid aan de Wetgevende en Geconftitueerde Machten verpligt zijn, en hun volkomen ondergefchikt, in alles, 't geen den Wapendienst betreft, ftaan zij echter in alle andere opzichten den Wapendienst niet betreffende, met andere Burgers gelijk, en kunnen als zodanig de rechten aan vrije Lieden toebehorende, ten vollen uitoeffenen. . 7. De Corpfen der Gewapende Burgermacht en derzelver Officieren, zullen in rang gelijk ftaan aan die der Nationaale Armée, en door elkander 'gerangichikt worden , doch binnen de Steden en Plaatzen hunner Woning zullen zij den regter vleugel occupeeren. 8. Brj den dagelijkfchen Dienst, plechtige Optogten en andere gelegenheden, geene Militaire operatien ten oogmerk hebbende, zal, zondereenig onderfcheid, de hoogfte of oudfte Officieren in rang het commando voeren, en bij aldien de twee hoogfte Officieren in ouderdom van dienst gelijk mogten ftaan, de oudfte in jaaren; doch wanneer bij Militaire expeditien, Burgers en Troupes vereenigd ageeren, zullen dezelve in gelijke rangen door den Militairen Officier, fchoon anders jonger in dienst, gecommandeert worden, zoo nochtans dat wanneer de Burger - Officier voorheen in gelijken rang bij de ftaande Armée gediend heeft, hij als dan het commando zal blijven voeren. P CA-  ( "4 ) CAP1TTEL II. Over de verplichting tot den Burger Wapen-dienst, en de algemeene Registratie vf Aanneminge. Art. r. Daar volgens het gefielde grondbeginzel, de Vrijheid van een Land niet kan beflaan zonder Gewapende Burgermacht, zal 'er eene algemeene Burger- Wapening zijn. ü. Alle Mansperfonen binnen deze Republiek wonende, van 18 tot 45 Jaren, (3) welke bij de volgende Articulen niet zijn uitgezondert, zullen verpligt zijn, de Wapenen op te vatten, wordende dienvolgens alle vorige vrijdommen ingetrokken en vernietigd. 3. Jongelingen boven de 16 Jaren oud, en kloek genoeg om de Wapenen te kunnen dragen, zullen, wanneer zij zich vrijwillig aanbieden, aangenomen worden, doch zullen, voor dat zij den ouderdom van 18 Jaren bereikt hebben , tot geene hoogere posten verkiesbaar zijn. 4. Ook zal het de zodanigen, die den ouderdom van 45 Jaren bereikt hebben, vrijflaan. Leden van de Gewapende Burgermacht te worden of te blijven, mits zich hier toe verbindende, en wel telkens voor niet minder dan tot aan de eerst* vol- (3) Extraét. uit het Register dar Decreecen van de Nationale Vergadering Reprefenteerende het Volk van Nederland. Maandag den 7 September 179Ö. Het tweede Jaar der Bataavfche Vrijheid, Ter gelegenheid van de deliberatien over het 2de Art. van het sde Captttel van het Ontwerp betreffende de algemeene verplichting tot het opvatten der Wapenen; is gedecreteerd: dat, bij de introductie van het Reglement op de Burger-wapening, en zonder aan het zelve voor het vervolg; eenige de minfte atteinte toetebrengen ,. hetzelve tweede Articulin zoo verre zal worden gemodifideert, dat het aan Burgers, die ten tijde, der introduftie, 40 Jaaren. zullen bereikt, en bevoorens nooit de Wapenen gevoerd hebben, zal vrij ftaan, tegens betaling van eene, naar hunne omftandigheeden -en gefchiktheid tot den dienst geëvenreedigde contributie, zich van het prssteeren van perfoneelen dienst vrij te koopen.  C "5 ) volgende jaarlijkfche generale registratie of aanneminge ; dog zulks niet verkiezende, zal aan hun, welke hunnen dienst getrouwelijk hebben waargenomen, bij de Jaarlijkfche Revue ; voor het Front van het Battaillon óf Corps een loffelijk affcheid, op de plechtigfte wijze worden ter hand-gefteld. 5. Van den perfoneelen Dienst zijn uitgezonderd : de Leden en Ministers der wetgevende en uitvoerende Machten; de Crimineele Officieren; en derzelver Subftituten en Onder-Schouten; de Leden en Ministers der Municipaliteiten; die der Collegien van Juftitie; en alle zodanige Ambtenaren , wiens Posten hun de beoeffening van den Wapenhandel, met den aankleve van dien, ondoenlijk maaken, alle deze, fchoon geen dienst onder de Wapenen, kunnende presteeren, zijn echter, naar billijkheid, gehouden te contribuëeren. 6. Deze uitzondering, ten opzichte van Leden en Ministers der Municipaliteiten , fttekt zich echter niet uit tot zodanige Plaatzen, alwaar twee Compagnien, en minder, zullen Gewapend zijn; aldaar zullen dezelve tot alle Posten onder de Wapenen worden toegelaten; ook niet tot Leden van Collegien of Ambtenaaren, onder het voorig Articul begrepen, welke niet ter plaatze van huune functien woonagtig zijn, de zulken zijn gehouden, daar, waar zij hunne vaste Woonplaats hebben, dienst te doen. 7. Tot den dienst onder de Wapenen zullen niet admisfibel toch tevens ook van het opbrengen der Contributien, bevrijd zijn, de Nacht- of Ratel-wachts, Dienaars der Juftitie, Gealimenteerden en zodanige anderen, wier onvermogen, aan de, bij het n Articul, vermelde Commisfie, zal komen te blijken. U. Huisknegts, te voren bekend onder den naam van Levreij-Bediendens zullen tot den dienst niet worden toegelaten, maar naar hun vermogen contribuéeren. P a. 9. Des  a Des begeerende, zijn vrij gefteld: 9r^T De werkelijk Studeer ende Jeugd, op de Hoge en ^ JIllustre Scholen, dezer Republiek, ah mede derzelver Profesforen en Leiïoren., (V De Leer aar en der onderfcheidene Gezindheden tn de plaatfelijk aangeftelde Schoolmeesters, (c) De Leden van loodanige Godsdienftige Gezindheden ^ thans binnen deze Republicq exiftcrende, die het voeren van Wapenen voer ongcoorlooft houden, mits echter zij dezelve nimmer te voren gedragen, of zien daar toe bereid getoond hebben. ($\ Alle zodanige Perfonen, mor posten, beroep of W omHandigheden, hun van de Wapen-oefening moeten excufeereu, waar van de beoordeeling aan de Gommisden, bij Articul n. vermeld, word overgelaten , deze Perfonen zullen echter eene billijke Contributie moeten betalen, uitgezonderd alleen de Studeer ende Jeugd, voor zoo verre dezelve zich niet tot den Wapenhandel verbind. ; • , , IO Perfonen welke uit hoofde van Lichaams-gebreken *nr den Wapen-Dienst geheel ongefchikt zijn, 't geen ter lenordeeling zal ftaan der Raden van Admininistratie en ^^^JcoamüsSsa van huishoudelijke DireÉtie, zullen van denzelven worden of blijven ontflagen, terwijl diulken die uit hoofde van hunnen ziekelnken toeftand, S mindere gebreken, den dienst niet dan tot nadeel huneer gezondheid kunnen waarneemeii, op vertoning van een duidelijk en geloofwaardig attest, door een Dodor of ChimSnn ondertekend, van denzelven het zij geheel, of voor ceng ?d, X worden of blijven verfehoond, mits egter alle naar evenredigheid hunner omftandigheden contribu- ""iidHet zal aan de Commisfien uit of van wegebde  ( xi? ) Hoogstgeconftitueerde Machten van ieder Gewest te benoemen, waarvan Cap. 5. nader zal gefproken worden, of aan derzelver Gemachtigden vrijftaan, om met communicatie en overleg van de refpeöive Municipaliteiten en Raaden van Adminiftratie en Discipline of Commisfien van huishoudelijke Directie, behalven de hier uitgezonderde en vrijgeftelde Perfonen, van den dienst onder de Wapenen te ontflaan of tot denzelven niet toe te laaten, zoodanige Burgers als zij om bijzondere reedenen, tot bewaring der rust en veiligheid , zal oordeelen de Wapenen niet te kunnen toevertrouwen, blijvende de zulken daarom echter gehouden, om ter gemoedkoming aan de kosten die tot handhaving van rust en order moeten gemaakt worden, te contribueeren. 12. Eenmaal in het Jaar, en wel gedurende de Maanden September en October, zal de generale Registratie of aanneminge van nieuwe Leden der Gewapende'Macbt geichieden, op zodanigen dag, tijd en plaats, als door de meermaals genoemde Commisfie , of derzelve Gemagtigden, bij affictie van bilietten, opentlijk zal bekend gemaakt worden, en zullen als dan, alle nog niet geregistreerde Burgers, het zij, tot den Wapenhandel verpligt of bevoegt zijn, het zij, zij onder eenige Clasfis van uitzondering behoren, en zich te voren, niet reeds aangegeven hebben, ofwel uithoofde van ziekte of Lichaams-Gebreken, wenfehen ontflagen te worden of te blijven, gehouden zijn, zich, een ieder, in zijne Woenplaatfe of Disrrift, voor die Commisfie of derzelver Gemagtigden te fisteren, ten einde als Gewapende Burgers ingefchreven, of na bevind van zaken, op contributie gefteld, of geheel vrij gekend te worden; waar van de Commisfie behoorlijk aantekening zal houden, en hun een bewijs in forma verlenen. _ 13. Een ieder die verzuimt zal hebben gemelde aangevinge op den geftelden dag te doen, zal daar door vervallen P 3 in  C "B ■) m eene boete van twaalf Guldens, vervolgens zal hij tegen Sn bepaalden tijd, ten minften 14 dagen na dat zulks zal Sdekt ziin, worden geciteerd, en niet compareerende, wederornin'be boete van twaalf Guldens vervallen; welke ckatSnog^ eens zai WOrden herhaald, op dezelve wijze en oSdezelve pcenaliteit, ingevalle len deze boeten bij parate executie worden mgevoiderd, doch% aldien iemand na de tweede citatie met is geeommreerd zullen tegen hem, zodanige andere em.cacle™e ffien worden iif i Gompjgrue j^ > Veldftukken. I Diviüe Aumaie ma s v"w . , piaats van gelijke. 6. Alle Compagmen f^^ 1 ln öebg\oot- fterkte wezen, deMemftenoort Offieleren en i ï * ftë van 75 Man, de OPP^^Xi zal in twee geTambours daar onder begxe ^en, aUera^ £U vallen, wanneer m eene Plaats ot Dim minder dan ioo Man of meer dan 375 ^ nuna | Man. Gewapend zijn, Mi^ndeene Wd^P hebben, en de .Cam^^^^iffit , wezen, zoo als m de Tafel onder au. zu1_ 7.. De CompagnieirGrenadieisJageihebb len even fterkzijn, en eene er^ dezelve g £nFu. alleenlijk met dat «^r^V^Jg^ Hoornblazer zal feüers een Tambeur en fan de Jag^ Compagnie Jazijn. Ook zal een derde gedeek van-de ^^.1 , de gers met Buxen Gewapend zijn, met getrokken !fte Clasfe, en de a overige derde gedeeit s Geweeren, onder de ^« trk zijn, 8. in Plaatfen waar de Compagen ji> jd j zullen twee ^u^^P^^g^^^^ ^ boven de halve ^SS^ zdlks maar eenigzints aldien de Ff^^S Liefhebbers opdoen. gedogen, of SXn alwaar minder Manfehappen ë o. Plaatfen of Dism^en, aiw eenc m_ dan eene Compagnie f|e^P ^^n, ten einde geburige Plaats of Distnft Veree^« • onder een en het Zamentlijk ' Gap. & Art. $i. Zelve Huishoudelijk Beltutn.,v d£ verklezmg gefproken word uit te maken ^ ] ^ ïan Officieren of Ond^ffiuosn dat zich bij het aantal zoo veel mogelijk gekt _^^^ift een3 convenabel Manfehappen van ieder Plaats ot uisuie , ^  C ) aantal Officieren of Onder-Officieren bevinden, teneinde, zoo de omftandigheden het vorderen mogten, afzonderlijk met dezelve te kunnen ageeren. 10. Daar in de verdediging van ons Vaderland, het grootfte nut kan getrokken worden, van den dienst der Artillerie en Jagers, waar toe veel Onzer Landgenoten hunne genegenheid reeds hebben aan den dag gelegd, moeten de Ingezetenen ten platten Lande, en die van zodanige Plaatfen, waar minder Manfehappen dan twee Compagnien kunnen Gewapend worden, zich tot een van deze twee zoo veel beflisfende Wapen-dienften bepalen, te meer daar derzelver oeffening geene bijeentrekking van een groot aantal Manfehappen vordert, en dus ten platten Lande van een dubbeld nut kan wezen. . 11. De Commisfie uit de Hoogst Geconftitueerde Machten in ieder Gewest, zullen een iegelijk tot Artilleristen of Jagers afdeelen, naar mate zijner gefchiktheid of der Plaatselijke omftandigheden. 12. Ten einde de fchadelijke en willekeurige vermenigr vuldigiug der rangen voor te komen, en een vasten voet van inrichting voor de Geweende Burger-Macht te bepalen, word vastgefteld, dat in Plaatfen waar minder dan tien Man Gewapend zijn, dezelve door een Corporaal zullen gecommandeert worden. Q Capt.  ( 122 ) Gapt. ie .2e Serg Capt. iSergjCorr Tamb. Lt. Lt. Maj. i'Arm Van io tot 14 Mar. . . • • 1 1 — 15 - 24—... • • — 1 » ;— *5 — 29 . . I * 2 " 3° - 34 1 • • ' 1 3 f' 35- 39~-• • • J ■ ■ — l 3 5»- 59 V 1 i' 1 a 4 I 60— 69 11 I I 2 5 I ——70—74— ii 1 1 2 6 1 — - 75— 79-— 1 1 1 1 1 2 6 * — 80— 89 — 1 1 1 11 3 7 » _ 90— 97-— 1 \ 1 1 I l 1 4 82 •■—100—149 — a Comp. — aio— 349— 4 , - i-n 171 e — ...» waar van een Jagers, uitmaken- 0 * 0 de een half Bataillon, en gecom¬ mandeerd door 1 Major. —— *Ï7S—499 —■ 6 • — waar van I Grenadiers, 1 Jager» v en 4 Fufeliers, uitmakende een half Bataillon, gecommandeerd als vooren, door 1 Major. ^©0—740 - een compleet Bataillon van 10 Comp., ge0 commandeerd door 1 Luitenant Collonel en 1 Major* _—-750—59P — twee halve Bataillons, van 5 ó 6 Comp. ieder, waar van a Jager of 2 Grenadiers, en 2 Jager Comp. het eene halve Bataillon gecommandeerd door 1 Luitenant Collonel , die het opper commando over beide heeft, en het andere door een Major. Van iooo — 1499— 1 Bataillons, •—1500—1999 —— gt - i-w- uitma.ltendee«nhalve Brigade.  C 123 ) 13. Bij ieder half of geheel Bataillon, zullen een of twee Veldftukken met eene halve of geheele Divifie Artilleristen gevoegd worden, ja zelfs bij Gewapende Burger-Corps, van maar 4 Compagnien, mits daar toe genoegzame Manfchap pen zijn boven het bepaalde getal, alzoo de Compagnien. in geen geval minder dan 50 Man mogen bedragen. 14. Eene Compagnie Artillerie zal beftaan, uit 1. Capi-tein, 3. eerfte Lieutenants, 3. tweede Lieutenants, 1. Adjudant, met rang van 1. of 2. Lieutenant, 3. eerfte Bombardiers, 6 Bombardiers, 9 Corporaals, en 90 a 120 Canoniers,, waar onder 3. Tambours, en zoo mogelijk 3. Timmerlieden, 3. Smits, en 3 Wielemakers, te zamen 116. a 146. Man, verdeeld in drie gelijke Divifien, van welke, (volgens Art. 5.) aan ieder Bataillon der halve Brigade, een zal geaffecteerd zijn. 15. De Staf van elke halve Brigade zal beftaan, rin een Chef, of Colonel van dezelve, een Adjudant der halve Brigade, met rang van Capitein, een Tambour-Major, en daar zulks zonder bezwaar kan gefchieden, uit eenige Mu~ fikanten. 16. De Bataillons Staf zal beftaan, uit een Lieutenant Collonel, of Chef van 'tBataillon, een Major, een Adjudant van 't Bataillon, met rang van eerfte of tweede Lieutenant, een Doétor, of Chirurgijn-Major, met rang van Officier, een Chirurgijn, een Bataillons-Tambour, en een Geweermaker; ook zullen in Plaatfen waar .maar een of twee Bataillons zich bevinden, eenige Mulikanten bij dezelve mogen gevoegd worden, bij aldien, de Finantien zulks eenigzins gedoogen, of dat zich daar toe vrijwillige Liefhebbers opdoen. 17. Bij elk Bataillon en half Bataillon, zal een Auditeur zijn, doch met opzicht tot zulke Plaatfen, alwaar de Gewapende Burgermacht geen half Bataillon bedraagt, zal Q 2 een  ( 124 ) een- Auditeur voor een half Battaillon, uit verfcheidene Distrieten, hier toe, door de Commisfie uit de Hoogstgeconftitueerde Machten te vereenigen, worden benoemt. i3. De Burger-Magten van verlchillende naburige Plaatzen, zullen zich, met goedvinden van bovengemelde Commisüe, ten opzichte der Exercitiën en Manoeuvres, tot een half of geheel Bataillon, en een halve Brigade mogen vercenigen, mits egter de onkosten daar door veroorzaakt, niet excedeeren de gene, welke, zij anders ten zeiven. einde plaatzelijk zoude hebben moeten maaken.. 19. Officieren welke bij deze Exercitiën, eenig meerder Commando gevoert hebben, dan. het gene aan den Post, welke zij bij de Plaatzelijke Burgermacht; bekleden , gehegt is, zullen daar door geen meerderen rang gewinnen, maar in denzelven rang, welken zij te voren bij hunne Batauous of Compagnien gehad hebben, blijven dienen. 20. De rang der halve Brigades, in Plaatfen daar meer dan eene beftaat, als mede die der Bataillons, zal voor de eerftemaal bij. loting bepaald worden, en daar na Jaarlijks volgens de Nummers, welke in die loting getrokken zullen worden , welke rang, elk Jaar bij Nummers zal opfchuiven, zodanig, dat het' Bataillon, dat het eerfte Jaar Nummer ttn heeft, in het volgende Jaar het laatfte Nummer zal hebben, enz. 'Dezelfde orde van afwisfeling zal ook plaats.hebben,, «et de Compagnien wordende elk Jaar gerekend, te beginnen met den eerften Januarij. 21 De Sergeanten en Corporaals zullen beiden, onder den naam van Onder-Officier begrepen worden; de Corporaals zullen nogthans , even als andere Manfehappen, in de «elederen ftaan. • a2. In Plaatfen of Districten, waar bij gehele of halve Bataillons, Jagers en Artilleristen vereischt worden, zullen dezelve eenmaal in het Jaar, voor de algemene registratie  ( ■ "5 ) of aanneminge, door de Opper-Officieren der Compagnien, of Divifien Artillerie, uit de zodanigen, het zij reeds ge*' wapende of nog ongewapende Burgers, die zich vrijwillig daartoe aangeven, en die zij oordeelen de meeste geschiktheid daar toe te hebben, verkoren worden; doch de Grenadiers zullen hunne Medeleden zelve verkiezen, uit zodanige Burgers, die onder de Fufelier Compagnien dienst doen, of gedaan hebben, zich vrijwillig aanbieden, en de lengte hebben van vijf voet, vijf duim, Rhijnlandfche maat» 23. Omtrent de Jagers der eerfte Clasfe, Cap. 3. Art. 7. vermeld, is te obferveeren, dat, daar men in dezelve eene meerdere bedrevenheid moet veronderftellen, de Opper-Officieren der Compagnie nauwkeurig zullen moeten letten, dat zij bij vacatures geene andere daar toe bevorderen, dan die zich in de 2de Clasfe, in.het fchieten naar het Wit, het meest hebben doen uitblinken. &4- De Cavallerie, waar het Plaatfelijke Beftuur die nodig oordeelt, zal mede ingerigt moeten zijn, op den voet van die der ftaande Armée van het Gemeenebest.. GAPITTEL IV. Over de herkiezing van Officieren, Onder-Officieren, Tamb'ours Majors, Bataillons Tambours, Tamb'ours en Hoornblazers, Auditeur, Dotlor tf Chirurgijns-Majvr, en Chirurgijns.. Art. 1. De Verkiezing van Officieren en Onder-Officieren, zal altijd gefchieden, door en uit de Leden der Gewapende Burger-Macht, voor zoo verre, in de volgende Arr ticulen desweegens niet anders bepaald is. Vwrts zullen alle openvallende Posten van Officieren en Onder-Officieren , binnen, of op. den veertiende dag na de openvalling, moeten vervuld worden, en de gekozene binnen drie dagen na de Verkiezing de Verklaring en Belofte moeten afleggen.. Q 3 2. De  ( 126 ) a. De Officieren en Onder-Officieren zullen bij hunne Ver. kiezing, hunne gedaane Verklaring en Belofte, als Leden der Gewapende Burger-Macht gedaan, in handen van de Municipaliteit hunner Woonftede vernieuwen, en ten dien einde voorzien moeten zijn van een getuigfchrift, door den Commandeerenden Officier van de Compagnie, of, zoo er meer dan eene Compagnie is, van het Corps of Bataillon waar toe zij behoren, onderteekend; behelzende de verzekering, dat de Verkiezing conform aan het Reglement gefchiedis: welk getuigfchrift, bij de Verkiezing van een Commandeerend Officier, door den volgende Officier m rang, zal moeten gegeven worden. De vernieuwing van de Verklaaring en Belofte zal echter geen plaats hebben , wanneer een Corporaal tot Sergeant, een Lieutenant tot Capitein, en een Stafofficier tot hooier rang bevonden werd. 5. De Corporaals en Sergeanten, zullen door de Leden der Compagnie verkooren worden uit het geheele Bataillon, of uit de plaatfelijke Burger-Macht, bij aldien aldaar minder dan een Bataillon gewapend is, doch, niemand zal tot die Posten verkiesbaar zijn, ten zij hij kan leezen en fchrijven. 4. De Sergeant-Major en Capitcins d'Armes, die rang van Sergeant heeft, en tot welke Posten, zo dezelve wel zullen waargenoomen worden , bijzondere kundigheden nodig zijn, zullen door den Capitein der Comp. benoemd worden, de eerfte, uit alle de Sergeanten of Corporaals van het Bataillon of Compagnien, en de tweede, uit alle de Leden der Plaatfelijke Burgermagt. 5 De Lieutenants en Capiteins, zullen op gelijke wijze als de Corporaals en Sergeanten, uit alle de mindere Officieren en Onder-Officieren verkoren worden; kunnende nogthans niemand, in gelijken rang, uit de eene Compagnie in de andere getrokken worden, doch, zullen bij vacature,  C ï27 ) de sde Lieutenants in dezelve Compagnie., tot eerfte Lieutenant opklimmen. 6. Een Majors-plaatze vacant zijnde, zullen alle de Offi, eieren en Onder-Officieren van het Bataillon , of half Bataillon (de Adjudant daar onder begrepen,) als ook die van de Artillerie daaraan geattacheerd, eene Nominatie maken van drie Perzoonen, uit het geheele Lichaam der plaatzelijke gewapende Magt, uit welke Nominatie de gewapende Burgers en Artilleristen van het Bataillon of half Bataillon, bij het welk de vacature is, een tot Major zullen verkiezen. 7. De Commandanten der Bataillons, zullen op gelijke wijze als de Majors benoemd en verkoren worden, uit dt Majors en Capiteinen. 8. De Commandant of Chef der halve Brigade, zal door alle Onder-Officieren en Gewapende Burgers der drie Bataillons en Compagnie Artilleristen, verkoren worden, uit een Nominatie van drie Perfonen door alle de Officieren der halve Brigade, en de Adjudanten, uit de Lieutenant-Colonellen en Majors der voorfz. halve Brigade, te formeeren. 9. De Adjudant der halve Brigade, zal door den Chef derzelve benoemd worden, uit alle de Opper-Officieren der halve Brigade. 10. De Adjudanten der Bataillons, zullen door de Lieutenants Colonels benoemd worden uit de Onder-Officieren van het Bataillon; en die der Artillerie -Compagnien dooide Capiteins der Artillerie, uit alle de Leden der Gewapende Burgermacht. n. Het bepaalen van de wijze der Verkiezing voor de Officieren of Onder-Officieren der Cavallerie, word plaatfelijk overgelaaten aan de Geconftitueerde Machten, die nodig oordeelen dezelve op te rechten. 12. De Verkiezingen van Officieren en Onder-Officieren bij de Artillerie, zullen, onder dezelve bepalingen als bij de  ( 123 ) de andere Corps, door de Leden der Divifle gelchieden, uit alle de Artilleristen der plaatfelijke.Burgermacht, doch S de Capitein der Compagnie, uit hoofde van het belang van dezen Post, door de Gewapende Burgers der CompagXvSren worden, uit eene Nominatie van drie Perfoonen door alle de Opper- en Onder-Officieren der Compagnen, utde geheele plaatfelijke-Burgen^ blijvende de aanftelling van den eerften Bombardier, bu ieder Divilie, aan den eerften Lieutenant derzelve, uit de over ge Bombardiers der Divifie of Compagnieoe> gehjU wij?e als zulks bij Art. 4., omtrent de Sergeant Majors ge *£git De Officieren en Onder-Officieren der ArtiUerie^zijn, doch, daarom echter voor de gedaane keuze kunnen bef/BiUlle Verkiezingen, zullen de Opper- en Onderofficieren der Compagnie of Divilie, moeten tegenwoordig Sin en zore draagen, dat dezelve behoorlijk en volgens l kSSSt gefdiiede; ook zal de v|£ weest zijnde Officier, na het afloopen derzelve, van de Sane keuze, ïchriftelijk kennis geeven aan den ComSaXrenden bfficicr van het Corps of Bataillon, ten einde SlS^ift, bij Art. *. vermeld, daar na te kunnen ^t?'De Oproeping tot het doen van een Verkiezing, zal ri^ïrfcSSsïdSor den eerften Officier in rang der SnToafnie of van de Divilie Artillerie, bij welke de vacaturl t met voorkennis van den Commandant van het Ss of Ballon, en, van den Capitein der Artillerie ST'er een is; en bij aldien het geheele Batadton of' Qng Sïnie Aitfilerie, moet opkomen, door den Commandee?Sn O to van gemene Bataillon of Compagme^t  ( 129 ) voorkennis van den Chef der halve Brigade; zullende de Manfehappen daar toe ongewapend vergaderen, ende Oproeping altijd gefchieden, ten minften tweemaal vierentwintig uwen voor den bepaalden tijd der te zamenkomst. 16. Bij alle Nomhmtien en Verkiezingen, zullen de abfenten genoegen moeten nemen met de keuze der prefenten. De {temming zal gefchieden bij beflotene briefjes, op de plaats der bijeenkomst, door de refpeetive Municipaliteiten daar toe aan te wijzen-, te fchrijven, en door ieder bijzonder met zijn naam te tekenen; die niet kunnen fchrijven, zullen gehouden zijn, aan den eerften in rang tegenwoordig zijnde Officier, den naam van den genen, dien zij benoemen, op te geven, welke Officier, op zijne gedane belofte, vcrpligtzal zijn, den naam van den geftemden en ftemmenden Burger daar op te ftellen. 17. Alle Nominatien en Verkiezingen, zullen gefchieden bij meerderheid van ten minfte eene ftem boven de helft van het getal der Perfoonen, welke bij elke Nominatie of Verkiezing tegenwoordig zullen zijn; zullende, indien bij de eerfte ftemming de verkorene , of wel een of meer der genomineerden , de volftrekte meerderheid niet voor zich mogten hebben , over een dubbeld, van 't getal 't geen noch ontbreekt , uit die genen die de meeste ftemmen gehad hebben , herftemd worden, en indien 'er van de zodanigen die de meeste ftemmen gehad hebben, drie of meer mochten zijn die gelijke ftemmen hadden , zal het lotbeflisfen, over wie de herftemming zal gaan; zulks zal mede plaats hebben tusfchen genomineerden en verkorenen die gelijke ftemmen hebben, in welke gevallen het lot zalbellisfen, wie genomineert en wie verkoren zal zijn. 18. Geen Officier of Onder-Officier, zal zijn Post mogen nederleggen., of tot een hoger verkoren zijnde, daar voor bedanken, dan na dat hij alvorens de redenen daar toe aan den r Raad  C 1.30 ) Raad van Adminiftratie en Discipline ; of Commisfie van huishoudelijke Directie zal opengelegd hebben, en dezelve voldoende zullen geoordeeld zijn; in het eerfte geval, keert zodanig een Burger te rug in den algemeenen kring der gewapende Burgermacht, doch, in het tweede geval, blijft ■hij in den Post dien hij voor de Verkiezing bekleede. 19. Zodanige Officieren en Onder-Officieren, die tot Leden der Municipaliteit mogten verkoren worden, zullen, wanneer, zij hun tijd als Municipalen hebben uitgediend, van den perfoneelen dienst mogen bevrijd blijven, mits betaalende contributie; desniettegenftaande zullen zij verkiesbaar zijn tot den Post bevorens bij hun bekleed; gelijk ook tot zodanigen hogeren Post, waar toe zij, voor dat zij Leden der Municipaliteit geworden zijn, zouden hebben kunnen worden verkoren, èö« De verkiezing van den Auditeur zal gefchieden door OI Kiezers ; door alle de Compagnien van het Corps of Arrondisfement waar toe hij behoort, uit hun midden daartoe te benoemen; wordende de verdeeling van 't aantal Kiezers geen ieder Compagnie moet fourneeren, huishoudelijk gelaten aan de Raaden van Adminiftratie en Discipline; de Auditeur zal de Belofte afleggen in handen van de Commisfie uit de Hoogst Geconftitueerde Machten , of derzelver Gemachtigden. ai. De Doftor, of Chirurgijn-Major, als ook de Chirurgijn, welke laatfte onder directe order van den eerften zal ftaan, zullen bij meerderheid der Officieren van het Bataillon, tot dien Poft fpeciaal worden verzogt; zij zullen bij alle Vuuringen en Bataillons Exercitiën tegenwoordig, moeten zijn, en in gevalle van ongelukken bij de Exercitiën, voorhunne geleverde Medicamenten , ten laste der Plaatzelijke Kasfe, en ter tauxatie van den Raad van Aminiftratie en ©iscipüne, snoogen declarceren, 22. Aan'  C I3i ) 22. Aan de Officieren der Gewapende Burgermacht, zullen derzelver Brevetten of Actens van aanfieiling, kost en fchaadeloos, op de aanfchrijving der refpective Municipaliteiten, uitgeleverd worden; in gelijkcr voeden, als ten opzigte van die bij de {taande Armée van de^Republiek dienende plaats heeft. 23. De Tambour-Major zal aangefteld worden door den Chef derhalve Brigade en Commandanten der Bataillons, Uit alle de Bataillons Tambours en Tambours der halve Brigade, mits daar toe de nodige bekwaamheden hebbende. 24. De Bataillons Tambours, zullen door den Commandant van het Bataillon, uit de Tambours van het zelve verkoren worden : doch , ieder aan hunne Compagnie geattacheerd blijven, en daarbij dienstdoen. 25. De Tambours en Hoornblazers, zullen door de réfpe&ive Officieren van de Compagnie verkoren worden , na alvorens door deskundigen geëxamineerd en goedgekeurd CAPITTEL V. Over het Beftuur der Gewapende Eurger-MagU . Alt. 1. Het Opperbeftuur over de Bataaffche gewapende Burgermagt, zal voor zo verre het in ftandhouden endoen agtervolgen der algemene fchikkingen op de Burger-wapening, bij dit Reglement gemaakt of nog te maaken betreft , aan eene Commisfie door en uit de Nationale Vergadering, of het wetgeevend Lichaam, daar toe te benoemen, met asfumptie van zodanige Perzoonen buiten dezelve, als zij daar toegefclnkt zal oordeelen, toevertrouwd worden. 2. Deeze Gecommftteerdens zullen telken jaare, het zij in Perzoon of door Gemachtigdens, op eené plechtige wijze mlpectie neemen van een gedeelte der gewapende Burgermacht van Nederland, ten einde zich van haare vorderingen R 2 jn  C Io2 % in de Wapenhandel te overtuigen, en eenmaal 's j aars van hunne bevinding, zoo wel als van den ftaat waarin gemelde gewapende Burgermacht zich bevind, in eene openbaare Vergadering een volledig rapport uitbrengen. 3 De algemeene Directie der gewapende Burgermacht m. ieder Gewest, zal ftaan aan een Commisfie van zeven Leden, door de Hoogst geconftitueerde Machten van het Gewest, voor een gedeelte uit hun midden en gedeeltelijk uit andere deskundigen, en daartoe gefchikte Perzoonen, het zij uit de gewapende. Burgermacht of buiten dezelve, daar. toe te be-. noemen.. , a. Deeze Commisfie zal inzonderheid zorg dragen, dat. dit 'Reglement overal in volle kragt worde gehandnaatt, en aan deszelfs inhoud worde voldaan, ten dien einde zaLzJ}f gehouden wezen, kennis te neemen van het geene bij derefpective gewapende Burger-Corps mogt voorvallen, en zullen de Raden van Adminiftratie en Discipline, de Comrmsrfien van Huishoudelijke Directie, de Commandeerende Officieren en Auditeuren gehouden zijn, de3 gerequireerd wordende, de nodige ouvertures en berigt te geeven; ook zal deeze Commisfie met die uit de Nationaale Vergadering corresoondeeren, en wanneer zij eenige zwarigheden ontmoet, of eenige hoognodige veranderingen in het Reglement vermeent te moeten voordragen, zich ten dien einde door dezelve aan de Nationaale Vergadering adresfeeren, die daar omtrent zal handelen, zo als zij ten nutte der algemeeneBurser-wapeningzal oordeelente behooren. k De bijzondere Direclie der gewapende Burger-Corps bepaald' zich tot de Huishoudelijke belangens van ieder Plaatzelijke Burgermagt, waar onder begreepen zrjn: _ i De Adminiftratie der eigendommen en der t mannen " "het. opzigt over de Wapenen en Ammunitie', het invorder ren van Boetens, en wat dies meer is. a. tiet  2.-Hét bewaar en der Subordinatie en Discipline, en het opt1 eggen van zodanige poenaliteitcn aan de Overtreeders als door de Wellen bepaald zijn; wordende, alles wat betrekking heeft tot Militaire Jchikkingen , en den dienst onder de Wapenen, aan de Commandeerende Officieren ■ cvcrgelaaten. 6. In Plaatzen waar een half Bataillon en meer gewapende Burgers zijn,, worden deeze belangens geadminiftreert door Raaden vaii Adminiftratie en Discipline; doch, in Pïaatzen waar minder dan een half Bataillon gewapend is * word het eerfte gedeelte derzelve plaatfelijk beftiert door Commisüen van Huishoudelijke Directie, en het tweede gedeelte , of Juftitieele, door Raaden van Discipline , over den omvang van eenige Plaatzen of Diftriét en, ten dien einde tot een bekwaam getal, van ten minften vijf, zes, of meer Compagnien-, door de Commisiie van algemeene Dircdïe in ieder Ge-west te vereenigen. 7. In ieder Plaats alwaar een geheel of half Bataillon, of wel twee halve Bataillons zich bevinden, zal een zodani-^ ge Raad van Adminiftratie en Discipline benoemd worden; ook zal in Plaatzen, waar twee, drie of meer Bataillons zijn, insgelijks maar één diergelijk Lighaam beftaan, doch kan het getal der Leden, indien-de Werkzaamheden zulks vereifchen, als dan met een derde-vermeerdert worden- 8. In Plaatzen, alwaar twee, drie, of meer halve Brigades zijn, word het Huishoudelijke overgelaten de Directie der Gewapende Burgermagt; -aan twee, drie , of meer Raden van Adminiftratie en Discipline op te dragen,. of wel dezelve op-één te vereenigen, mits dat bij deszelfs zamenftelling, de proportiën, -tusfehen de verfchillende rangen deiBurgers, Art. 9. bepaald, - behoorlijk worden in agt genomen/ 9. De Raden van Adminiftratie en Discipline, zullen bij, een half Bataillon, beftaan uit den Major; bij eenBatail- R 3 lo*V  Ion, uiteen Lieutenant Collonel of Majoren voor twee, drie of meer Bataillons, uit een Lieutenant Colonel en een Major; wijders uit de volgende Leden, welke in zodanige Arrondisfementen, die uitverfeheide enkele Compagnien zijnzamengefteld, en dus geen Staf Officier hebben, alleen den Raad van Discipline zullen uitmaaken ; als: twee Capiteins, twee eerfte Lieutenants, twee tweede Lieutenants; (zode Compagnien 75 Man vlerk zijn) twee Sergeants, twee Corporaals, twee Gewapende Burgers; voor twee of drie Bataillons, komt, zoo het nodig geoordeeld word, uit ieder Rang een Lid meer. 10. Jaarlijks, en wel kort na de generaale aanneminge, of regiftratie, kunnende-de preciefe tijd plaatzelijk bepaald worden, zullen de Raden van Adminiftratie en Discipline, gedeeltelijk vernieuwd worden; bij een Bataillon, zal een der Staf Officieren door den anderen vervangen worden; doch in Plaatzen waar twee of drie Bataillons zijn, en dus een Lieutenant Collonel en een Major , Leden van den Raad zijn, zal een derzelve, met een ander van gelijken rang, ter keuze der gezamentlijke Staf Officieren , verwisfelen: voorts zullen te gelijker tijd, een derde der overige Leden, zo na mogelijk, een van ieder rang afgaan, en door een gelijk getal van denzelven rang opgevolgd worden, de benoeming dezer nieuwe Leden , zal beurtelings door de Compagnien, (eene Divifie Artillerie voor een Compagnie gerekend) gefchieden, volgens een, voor een ieder Corps, of Arrondisfement, te formeeren Rooster, en zal door het lot de orde van het afgaan der Leden worden beflist, zo als ook de orde der Compagnien , in het doen der keuze. 11. In Plaatzen daar een halve Brigade beftaat, zal de Chef derzelver altijd de vrije toegang hebben tot den Raad van Adminiftratie en Discipline, doch daar in alleen mogen advifeeren en vrij zijn van boetens. 12. In dezen Raad van Adminiftratie en Discipline; zal niemand beneden de vijf en twintig jaren als Lid toegelaten worden,  ( 135 ) worden 0f mogen bedanken , ten zij om wettiee redpnm djf hi, den Raad van Adminiftratie enViscipl c! vodoende zullen geoordeeld worden. vuiauenac 13. ïot Voorzitter en deszelfs Plaatsvervanger, zullen hïn ,Jaaf? d£ verande™S van den Raad, Aeden/bS befloten briefjes, verkoren worden, zullende de afge^de ne het volgende jaar niet wederom verkiesbaar zijn 14. De Voorzitter zal in het advijfeeren *, het eerst het gevoelen vragen van den Chef der halve Brigade, zo hi prefent is , daar na dat der aanwezige Staf Officieren • ver volgens het zijne lutbrengen, en eindelijk dat der overige Leden welkers Zitplaatzen alle 3 maanden door het S zullen bepaald worden, innemen. 15. De Raden van Adminiftratie en Discipline zullen eenmaal \ maands opeen dag die zij zelfs bepLn kunnen" derzelver gewone Vergadering houden; en wijders zoo dl maals buiten gewoon vergaderen, als de Chef der halve Brgade, of Commandant van het Bataillon, zulks begeeren of hunne werkzaamheden, ter beoordeling van den Voor' zitter, hetvereisfchen; zijnde deze daarenboven ook Te houden, wanneer 3 Leden van den Raad het vorderen bui" tengewoon Vergadering te beleggen, mits zij aan den Voor! zitter de redenen opgeven, die hun daar toe beween en hij dezelve gewigtig genoeg oordeelt, 't geen aanlijne bellis fing en verantwoording word overgelaten. Eene behoorlijke Vergaderkamer zal daar toe aangewezen worden door de Plaatzelijke Regeering; en iedere Raad van Adm iiftrï tie, zal, voorduur en Licht, en verdere noodwendgoeden gemeten, zodanige Somma, als door de Commfffie worden SSt geCOnfhtueerde Aagten, nader zal bepSd te commreert^^11 T ** Raad znllen ^houden zijn tecompareeren, op verbeurte van zodanige boetens, en onder-'  C ra« ) „„der zodanige claufulen, als zij ieder in den haaren pfa* ^eSS zullen door den Secretaris aanwend enYij de eerstkomende eïk hïïf jaar, Commisfie tot hogereo rang «P^«*'e„Zf n „„nes Jaar zijn plaats en znung Sf*^tidBtesfc!Ö5, iüks in het eerfte ot tweede Jaar van ^ ^ Mng > overige Jaar of Jaa- ren vervangen worden. Adminiftratie der Raden x9. De ^^^oi^»^ van A^i»ï^^5^^^Serente floten, onderzijn, zullen in een Kist, met d11e «^^^ Ser ^uweLeden, rek^^v vanniemve Ledeil, zal ao. Elk^W, -^/ÏSiLfe hunne rekening en de Raad van ^^^^t^Z een ieta t*r verantwoording, na dat dezelve ;5 H overzendenaan vifie zal voorgelegen heb^^^S«eerde Machde Commisfie van wegens de H0*gst £eW ^rger, ten met, «g£ V^n welke «ü^e- Jijk zullen moeten overgezonden waden. ^ In  C 137 ) 0. In Plaatzen of Diftricten alwaar minder dan een half Bataillon gewapend is, zullen dej Opper Officieren der Compagnie ofCompagnien, nevens een gelijk getal Onder Officieren of Burgers, jaarlijks doof iedere Compagnie uit hun midden te benoemen, de Directie hebben over de Huishoudelijke zaken en Financie; en daar omtrent zich gedragen aan alles, 't geen ten opzichte der Raaden van Adminiftratie en Discipline, bij Art. 16, 17, 18, ioen 20 geftatuëerd is. 22. De Leden van deze Commisfie, moeten 20 jaren oud zijn; een Officier dezen ouderdom noch niet bereikt hebbende, zal door een Onder Officier of Burger, ter keuze der Compagnie, zo lang vervangen worden. 23. Deze Huishoudelijke Commisfie van Directie, zal zo dikmaals vergaderen, als de eerfte of oudfte Officier in rangdie in dezelve zal prefideeren, zulks volftrekt nodig zal oordeelen, of drie andere Leden zulks onder dezelve bepaling, als bij Art. 15. vermeld , zullen verzoeken, op zoodanige boetens als zij onderling zullen vastftellen, en zal de Municipaliteit der Plaatze of Diftrict, hun een gefchikt vertrek, tot het houden hunner Vergadering aanwijzen. 24. Plaatzen of Diftricten, welke zich volgens het 18 Articul van het 3. Hoofdftuk. ten opzigte der Exercitiën, tot een grooter Lichaam vereenigt hebben, kunnen door het benoemen eener gecombineerde Commisfie, uit hunne refpective Raaden van Adminiftratie en Discipline, of Commisfien van Huishoudelijke Directie, hunne gemeenfchappelijke belangens regelen, met betrekking tot al het geene, wat tot verrigting, dezer gecombineerde Exercitiën vereischt word. 25. Behalven de reekening bij Articul 20. vermeld, zullende Raaden van Adminiftratie en Discipline, en de Commisfie van Huishoudelijke Directie, gelijktijdig met die reekening aan de Commisfie tot de algemeene Directie in ieder S Ge-  C 138 » Gewest- overzenden, eene zoo veel mogelijk fpecifique en gedetailleerde begrooting van alle de kosten, die voor het volgende jaar, voor. het Bataillon, Compagnien of plaatzelijke Burgermacht, zullen moeten gemaakt worden, ten einde, dezelve, geëxamineerd en geapprobeerd zijnde, de contributien over dat.jaar, daar naar kunnen.ingerigt, en .over de contribuabelen verdeeld worden. 26.. De Raaden van Adminiftratie en Discipline, die van Discipline alleen,, en de Commisüen van Huishoudelijke Direaie, zullen in handen van de Municipaliteit hunner woonplaatze, de volgende belofte afteggen, waar vaii zij, voor en alëer zitting te.nemen , in hunne refpeftive Vergaderingen een fchriftelijk bewijs aan dezelve zullen moeten inleveren: s *- «j * Dat belove ik Lid van den Raad van Adminiftratie en Discipline (van den, Raad van Discipline, of van de Commisfie _ van Huishoudelijke Dn Sie £ dat ikde Wettên op de Burgerwapening genekt of noch te maafen na mijn vermogen zal handhaven, en mij In het bekleeden van SS'toevcrtlouwden post, zal ||^^|S^ Jnfirublie van den. Auditeur der Gewapende Burger. 1 Magt.. Art I Het Ampt van den Auditeur der Gewapende Burmmagt'zal zijn, nauwkeurig te letten, dat ^f^len yan dit Reglement na behoren worden geobferveerd: en alle fretens en bekeuringen ingevorderd tegens alle nalaUgen of kwaadwilligen,. zijL klagten, bij den Raad'van Adminfra tiè en Discipline,, in te brengen, en te zorgen, dat de cotK demnatien bekoorlijk geëxecuteerd worden.. . fl. Ten dien einde zal hij,, daar toe verzogt wo, dende, m alle Vergaderingen tegenwoordig moeten ztjn. 3 DiAudüïur*&m*MomeQpWc*uw*»w£  C 139 ) .niet ten zijnen profijte, maar ten voordeele die^Kasfe, waar over den Raad net Bt'ftuur heeft, ageeren , en van alles aan dezelve verantwoording doen ; doch daar en tegen zullen zodanige gemaakte verfchotten, welke hij niet van elders kan te rug krijgen, aan hem uit gemelde Kasfe, ter tauxatie en moderatie van meergemelde Raad van Adminiftratie en Discipline, gerestitueerd en goedgedaan worden. 4. De Raad van Adminiftratie en Discipline, zal, van ■de aanftellig der Auditeurs, aan de refpe&ive Municipaliteiten, in het Arrondisfement van derzelver Bataillon kennis geeven. 5. Hij zal des begeerende, zodanig falaris genieten, als de Raad met hem zal overeen komen. 6. Hij zal deeze hem voorgefchreeven pligten , ter nakoming^ ondertekenen, en zulks bekragtigen met de volgende belofte. Ik beloof de pligten mij bij het Reglement voorgefchreven in alle derzelver deelen nauwkeurig te zullen volbrengen. DAT EELOOVE IK. De Auditeur zal geen Dienst onder de Wapenen kunnen doen, doch in rang volgen naast den Major. Inftru&ie van den Secretaris. jdrt. 1. Door de Raad van Adminiftratie en Discipline-, zal een Secretaris., tot haare adfiftentie worden aangefteld. 2. De Secretaris zal behoorlijke aantekening moeten kouden , van alle de kandelingen van den Raad van Adminiftratie en Discipline, alle Berichten en Memorien op ft ellen-, e® Ui orde fchrijven., Copien, ExtracJen van Refolutien, of 'andereftukken-, maken of autkentifeeren, en voorts alles ftellen of fchrijven, wat tot den Dienst der Gewapende Burgermagt zal nwdig zijn, en hem van wegen den Raad zal worden geordonneerd, S 2 3, Ook  C 140 ) 3. Ook zal hij alle ch Boeken, Papieren, Charters en Documenten, aan den Raad van Admimjlratie en Discijjline, o f te ml aan het Licliaam der Gewapende Burgermagt behoorende, in een. wel gejlooten Kist op Kast,. moeten btwaar.en, en van dezelve maaken eene nauwkeurige Inventaris, volgens welke, bij overlijden of af ft and van zijn Post,, dezelve aan zijn Opvolger zullen moeten worden over gekeverd. 4. Hij zal geene ftukkenten gebruihe moogeu.geeven, dan aan de Leden van den Raad; welke verpligt zullen zijn een behoorlijk, met naam en dagtekening voorzien, handjchrift te geeven , het welk in de plaats van het geleende ft uk zal gelegd, en nia dan tegen reftitutie te rug gegeeven worden; blijvende het aan hen overgelaaten, onder elkander zodanige bepaalingen te maaken, dat niemand een ftuk langer onder zich houde dan vast gefteld is, als zij zullen goedvinden. 5. Hij zal alle Vergaderingen moeten bijwonen, doch bij ziekte of wettige verhindering belet zijnde, zal één uit den Raad, bij meerderheid verhoren zijnde, voor dien tijd zijn Post moeten waarneemen. .. ■ - . ... 6 De Secretaris, zal zorgen, dat in elke Vergadering de vorige Notulen geëxtendeerd ter Tafel komen , ten zij hij daar toet door bijkomende omftandigheeden, buiten ftaat ware; welke redenen ter beoordeeling van de Leden zullen ftaan. Hij zal, des gerequireerd zijnde , zijn advijs moeten geeven. 8 Hem zal zodanige Salaris worden toegelegd, als de Raad zal bepalen, en met hem overéénkomen, zonder dat Mi eenige voor deelen daar loven zal mogen genieten, zullende hij mede, des begeerende, van alle dienften onder de Watotnen- vrij gefteld zijn. _ o Hi zal deeze zijne InftruMe, ter nakoming, onderteek kenen , en in handen van den Raad van Aminiftratie en Vis* ciDline afleggen, de volgende Belofte. W lk bekiof de Pligten, mij in het Reglement voorgefchreven, nauwkernTg tsLVenvolbrengen,- en inzonderheid de geheimhoudmg , (, aalles,watmijinmijn^^  C 141 ) C A P I T T E L VI. Over de Manier van Proceditren. Art. 1. De Raad van Discipline ; 't zij dezelve met de Adminiftratie gecombineert, 't zij ze daar van afgezondert is , zaloordeelen over pligtverzuim , fouten en misdrijven, van de Leden der gewapende Burgermacht; gelijk mede over gefchülen, tusfchen twee of meer Leden der gewapende Burgermacht, dewelke door de Officieren der Compagnie of Commandant van 't Corps, niet hebben kunnen worden b j gelegt, mits 't een en ander den Burgerlijken Wapendienst betreffe, en anders niet. a. Onder dit pretext zullen dus geene zaken aan de Cognitie en Judicature van den gewonen Rechter onderworpen , daar aan mogen worden onttrokken, en de Raad van Discipline zal zich daar mede niet inlaten : noch ook door eene decilie den gewonen Rechter in de Cognitie en Judicature van 't geen hem betreft, kunnen verhinderen. a Daar niets nodiger is, dan dat de eer en het aanzien van de gewapende Burgermacht, in allen opzichte worde ftaande gehouden en gehandhaafd, zal, ingevalle eenig Lid der cewapende Burgermacht onder het vermoeden mogt vallen van zich aan eenigen misdaad fchuldig gemaakt te hebben, en deswegens voor den bevoegden Rechter 111 perfoon gedagvaard, of door denzelven in crimineele detenfie gefteld zal worden, zoodanig Lid dadelijk worden geachtm zijnen dienst gefuspendeerd te zijn.. > \ 4. Zoo hij om voorfz. misdaad bij dén crimmeelen Rechter tot eene infameerende ftraf word verwezen, zal hij terftond, bij het Corps, waar toe hij behoord, van den dienst ontflagen, en dat ontflag.gereekend worden, als of het had plaats gehad op dien tijd, op welken hij, m handen de» Juftitie geraakt zijnde, gefuspendeerd was. ^ 3 ^  C 142 ) 5. Doch zoo hij door den crimineelen Rechter onfchuldig bevonden, en van de voorgeftelde misdaad vrijgeiproken word, zal zijne opfchorting in den dienst terftond met dat ontfiag ophouden, zonder dat daar uit eenige nadeelige gevolgen ten zijnen opzichte zullen mogen getrokken worden. 6. Een der gewapende Burgers door zijne Superieuren in militair arrest gefteld zijnde, en door de Juftitie opgeëischt wordende, om uit hoofde van zoodanige misdaaden, welke niet tot het Militair Departement behqoren, in politique of ciïmiueele detentie overgebragt te worden, zal dadelijk door den Chef van het Corps, waar toe hij behoord, in zijnen dienst gefuspendeert, en met voorkennis en toeftemming van den Commandant der gewapende Burgermacht worden uitgeleeverd, en zal dan zijn zaak niet meer ftaan ter beöordeeling van den Raad van Discipline. 7. Doch bijaldien zoodanigen Burger door den politiquen of crimineelen Rechter eenige infamerende ftraf word opgelegd , zal hij op dezelve wijze en met hetzelve effect van den dienst worden ontflagen, als bij Art. 4. gezegd is. 8. Maar zoo hij door den voornoemden Rechter van de voorgeftelden misdaad word vrijgeiproken, en uit zijne detenue ontflagen, zal hij zich weder in Militair arrest begeeven, zijne opfchorting in den dienst gerekend worden opgeheeven te zijn, en door den Raad van Discipline met hem zoodanig worden gehandeld, als of hij nimmer in politique of crifliineele detenfie ware geweest. 9. De ftraffen, waar in de Raad van Discipline zal con» .demneeren, zullen zich dus ook niet verder dan tot de Gacfatie uit den Burgerlijken Wapendienst uitftrekken , zelfs met infamie; doch onder bepaling, hier onder vermeld. 1.0. De wijze van Onderzoeken en Vonnisfen bij den Raad van Discipline, en bij de Rechters in cas d'appèl, hier na genoemt, zal kort zijn, zonder figuure van proces: en zullen daar geen Praflafijns worden toegelaten, 11. Van  c 143 ; 11. Van alle Boeten , waar in iemand komt fe vervallen, zal behoorlijke aanteekening worden gehouden, door den ondften prefenten Onder-Officier der Compagnie, waar toe de Boetlchuküge behoort; doch, wat de Perfoonen aangaat, die met tot eene Compagnie behooren , zal zulks gefchieden door iemand, door den Raad van Discipline- daar toe te benoemen. . 12. De gezegde perzoonen zullen de Boetfchuldigen aan den Auditeur moeten opgeven: en deze zal de Boeten, dooreen Tambour, of door een ander, daar toe door hem fchriftehjk te quahficeeren, doen afvragen. 13. Ingevalle iemand weigerd de Boete te betalen, zal •bij deswegens voor den Raad van Discipline worden geciteerd. 14. Deeze Citatie, door een Tambour, of ander gefchikt Ferzoon, daar toe te benoemen, te doen, zal in cas van Non-comparitie, tot drie maal toe worden herhaald • wel verftaande, dat tusfchen de Citatie en 't termijn van Comparitie ten minften tweemalen vierentwintig uuren, en tusfchen ieder, tennijn, ten minften agt dagen zullen moeten verlopen. 15. Na driemahge abfentie, zonder Wettige redenen als Ziekte, of diergelijke, .ter beöordeeling van den Raad'van Discipline, mits eene wettige Citatie vooraf gaa zal nie mand tot Verhoor worden toegelaten, maar in allen gevallen Sententie volgen. b 16. Ook zal de Raad van Discipline , zo iemand zich, bij herhaling, aan een en 't zelfde pligtverzuim fchuldiV maakt, de Boete kunnen verdubbelen; ofte zodanige andere zwaardere ftraffen kunnen opleggen,.als bijkomende verzwarenae omftandigheden zullen vereifchen.. 17. De Raad van Discipline, zal den genen, dewelke in eene of andere ftraffe is gecondemnecrt, mede in de kosten moeten condemneeren, ten ware.zij,-om moveerende rennen, ,  C H4 ) nen, anders mogten ^n^^^^^ door den Auditeur mogen worden ^e^|fo a&an den x8 Ingevaüe «^f^/^Uii gerembourgccalangeerden , mt ie alg^« den Kndteur ^naaj: ^SSS^^ eondem- "S%e Sententien door den Raad «p|L^ bij iemand, in caï^fem^^k|öé demneert, mits dezelve tot eene Boet , met e de Somma van vijftien Guldens t.ndee^e , fimpele fuspenüe voor eenigen ti]d ,^nuen appèl des geeondemneerden ondeihev S ^zen ^ ao. Ook zal eene Sententie, ovei een g twee of meer ^^^^O^ê» ken den dienst betreffende, geen appe fefcfafefc- ai. De Sententien zullen door den^ ^ en wel ter inftantie van den Auditeur m c ^ ter executie gelegt worden: eVJ » Va^b° 'van pandTambour-Major, of een der Tambours, dij w g haaling. pandhaaling niet kan ge- ^^S^ ^J^^^^ welmeenmg van fchieden, zal den^eu toweg demiddekn, £ S va^tntentie , WW ft# ^ Ïafh^ behulpzame hand zal bieden. gecondem13. Bij aldien de boete, waai in® Gul. lieert, meerder beloopt, dan V00r een dens, ofte ook wel fwaaider ft>taanden tijd uitgefloten, bn Sententie ^.^^^etta, & gecondemneerden vnj ftaan, f^l^f6" a4.Zoo •gevalle hij zich. bij dat Vonnis bezwaart acht. *4  ( 145 ) S4- Zoo zal ook den Auditeur mogen appélleeren, wanneer hij zich bij de Sententie bezwaart acht, en vermeent., dat iemand met zwaarder ftraffe dan boete, of fuspenüe voor een tijd-, had moeten worden geftraft. 25. De Appéllant zal binnen drie dagen Copie van't Vonnis moeten verzoeken; en dezelve bekomen hebbende, binnen tien dagen daar aan volgende, kennis moeten geven aan den Chef der Brigade, of Commandant van 't Corps, waar toe de gecalangeerde behoort, dat hij daar van appélleert; en zal hij, die in een boete is gecondemneert, tellens do boete bij denzelven binnen dien tijd moeten namptiferen, en zal hier van kennis moeten worden gegeven door den Chef -xler halve Brigade, of Commandant van 't Corps, aan den Raad van Discipline, die dit zal Communiceeren, aan hem, tegen wien is geappelleert, 16. De Chef der halve Eii"gade, of Commandant van 't Corps, zal order ftellen, dat uit ieder Compagnie van 't Corps, waar toe de gecalangeerde behoort, de Divifie Artilleristen meede daar onder begrepen, door de Leden van ieder Compagnie drie worden gekozen, te weten : een Officier, een Onder-Officier, en een gewapend Schutter. 27. De Lijst der gekorene, die zich niet zullen mogen ontrekken , zal aan den Raad van Discipline worden overgezonden , dewelke, ten omftaan van de partijen, of derzelver gemagtigden, door 't lot, dit getal gekorene zal reduceeren op dertien, zonder onderfcheid van rangen. 28. Onder die dertien zal niemand mogen wezen, die aan een van partijen, tot den vierden graad ingelloten, door Bloedverwantschap, of Zwagerfchap beftaat; zulk een zal niet in de Loting mogen komen. 29. Ook zullen geen twee, of meer Perfoonen, van de dertien, zo na mogen beftaan; dit bij toeval gebeurende, zal door het lot worden bellist wie uit zal vallen, en een ander, door 't lot, in des uitgevallen plaats worden gekozen. T 30. Deze  C 146 ) se Deze dertien, zuilen in casd'appèl oordeelen, op de oude en nieuwe "bewijzen die mogten worden bijgebragt, rest doen, en de zaak finaal termineeren. 31. Gedurende 't appèl, zal de zaak in ftatu worden ge- as De Executie der Sententie zal gefchieden door den Raad van Discipline, die het eerfte Vonnis heeft gewezen «. Opzigtelijk de kosten heeft 't zelve plaats , als Art. x7?en 18.ilgemeld; doch, de Auditeur hebbendegeappelleert,. en de eerfte Sententie zijnde ge confirmeert, zal de kosten zelfs moeten betalen... als onwaardig de Wapenen te dragen, gecasleerd worden; behoudens de actie van den crimineelen Officier, zo de zaak daar toe gedisponeerd mogt wezen. 12. Een Lid der gewapende Burgermagt om eenige der vooraangehaalde. reedenen in arrest genomen zijnde, zal de Officier op wiens ordre en verantwoordelijkheid zulks gefchied is, daar van terftond kennis moeten geven aan den commandeerende Officier van het Corps, en aan den Commandant der gewapende Burgermagt, welke commandeerende Officier van het Corps, gehouden zal zijn, de Informatien tegen den Gearrefteerden ten fpoedigften te doen inwinnen en tegens hem te doen procedeeren, daar, en zo het zal bevonden worden te behooren. 13. In gevallen iemand, uit hoofde van wangedrag, in: den dienst mogt gefuspendeerd of gecasfeerd worden, zal hij op eene hogere Contributie gefteld worden, als hij anderzints, naar mate van zijne omftandigheden, zoude moeten betaalen, en is een Burger die infaam gecasfeerd is, onwaardig om het Stemrecht uit te oeffenen, of eenig Ampt: of Post te bekleden; ten welken einde door de Raden van Adminiftratie en Discipline, van diergelijke Vonnisfen advertentie zal moeten gedaan worden in de openlijke Nieuwspapieren, tot een ieders informatie en narigt. 14. Het zal aan ieder vrij ftaan, als hij reden heeft, om over zijne Officieren, of Onder-Officieren zich te beklagen, en zodanig beklag door den Capitein der Compagnie en den Commandant van het Corps of Bataillon, tot onderling genoegen , niet kunnende bemiddeld en afgedaan worden, zich deswegens aan den Raad van Adminiftratie en Discipline te vervoegen , die de zaak zal ftellen in handen van den Auditeur, dewelke, tegen den fchuldigen, tot zodanige reparatie of ftraf zal procedeeren, als hij z,al vermeenen te behooren. V 15. De  C p54 ) 15. Dc Municipaliteiten der Steden en Plaatzen, zullen, met overleg der Raden van Adminiftratie en Discipline, de boetens en verdere ftraffen, welke hier niet uitgedrukt zijn, tegen de Overtreders der Wetten kunnen bepalen , en, met toeftemming en concurrentie der, Commisfie tot de_ algemeene Directie, in ieder Gewest, zodanige meerdere fchikkin-r gen kunnen vastftellen, als zij plaatzelijk zullen nodig oordeelen, mits egter dezelve niet inlopen tegen eenig gedeelte van dit Reglement. CAPITTEL IX. Over de Wagten. Art. 1. Daar het betrekken van de Wagten, afhangt van Plaatzelijke gewoontens en de omftandigheden waar in ieder Stad of Plaats zich bevind, of bij vervolg van tijd, kan geraken ,. word de befchikking , zo omtrent de Wagten in het algemeen, als de Contributien, onder benaming van Wagtgeld of anders, wordende geheven, of in 't vervolg zullende geheven worden, in 't bijzonder overgelaten aan de Municipaliteiten of plaatzelijke Regeeringen, en blijven alle Plaatzelijk gearrefteerde Wagt-Reglementen in hun geheel, voor zo verre dezelve niet ftrijdig zijn met dit Reglement.. CAPITTEL X. Over het Beftuur in Guarniftens Plaatzen. Art. 1. Wanneer in eenige Stad of Plaats geen Frontier of op geen Militaire wijze geoccupeerd zijnde,, Guarnifoen, inrukt, zullen de Wagten en Posten die. de gewapende Burgerij gewoon is te bezetten, door haar geoccupeert blijven, ten ware het Stedelijke of Plaatzelijke Beftuur, op voordragt van den Mihtairen of Burger Commandant mogt goedvinden da»|:.  C 155 ) daar in eenige verandering te maken, in welk geval de Municipaliteit daar toe de nodige orders zal geven aan den Commandant der gewapende Burgermacht.. B. De Burger en Militaire Commandanten zullen elkander over en weer kennis geven van alle gemaakte dispofitien met betrekking tot den dagelijkfchen Dienst, Wagten, Exercitiën en alle verzameling van gewapende Manfehappen; ten welken effe&e de Prefident der Plaatzelijke Regeering, bij het inmarcheeren van Guarnifoeu in eene Stad of Plaats waar zich eene dienstdoende gewapende Burgermacht bevind , de beide Commandanten op het Huis der Gemeente of eenige andere convenable plaats zal requireeren; ook zullen zij bij alle voorkomende veranderingen elkander daarvan informeeren. 3. Het Parool zal door den hoogften of oudften Officier in rang, hetzij Burger of Militair gegeven worden. 4. De dagelijkfche Rapporten der Wagten zullen door den minderen of Jongeren Officier in rang, zonder onderfchekl tusfehen Militairen of Burgers, aan den hoogeren of ouderen in rang gezonden worden, en in buitengewone tijden van oproerige bewegingen of vrees voor dezelve, ook aan de Plaatzelijke Regeering of derzelver Prefident. 5. In gevalle van oproerige bewegingen of vrees voor dezelve, zal de Municipaliteit met de Burger- en Militaire Commandanten de te nemen maatregelen concerteeren, en hun tot voorkoming of ftüiting van het oproer en bewaring der rust, de nodige orders geven. 6. Bij aldien in zodanige gelegenheid Burgers en Militairen vereenigd ageeren, of eenige Wagt of Post betrekken, zullen dezelve gecommandeerd worden, zo als bij Cap. 1. Art. 8. van dit Reglement voor Militaire Expeditien bepaald is. 7. In Steden en Plaatzen die op een Militaire wijze be- V a zet  i 156 > zet wórden, zal een Commandant door het Committé van het algemeene Bondgenootfchap te Lande worden aangeftekk 8. Op een Militaire, wijze worden bezet: li De Frontier-Steden dewelke door haare ligging gefchikt en voorts ingericht zijn, om. het Vaderland tegen eenen Vijandelijken aanval te verdedigen. 2. Zoodanige Steden en Plaatzen dewelke ten tijde van eene Vijandelijke invafie kunnen en moeten gedefendeerd worden. 3. Alle Plaatzen dewelke men verpligt is uit hoofde van Oproer} op eene Militaire wijze te bezetten. En eindelijk 4. de Stad of Plaats alwaar in- tijd van Oorlog het Hoofd-Kwartier der Armée zich voor eenigen tijd gevestigd heeft.;.. 9. Men zal nader bepalen welke Frontier-Steden altoos op eene Militaire wijze moeten bezet worden; terwijl de overige afhangen van de tijdsomftandigheden» 10. Door den aldaar aangeftelden Commandant, zullen alle orders, betrekkelijk den Stedelijken Dienst gegeven, en aan hem alle Rapporten gedaan worden: ook zal hij het Parool en de Contrefigne uitgeven, alsmede de Sleutels der Poorten en. Uitgangen in bewaring hebben. 11. De aangeftelde Commandant zal in tijden van rust en vreede, de gewapende Burgermagt door geene buitengewoone Wagten of Dienften fatigueereu, en deswegens de confideratien van den Commandant der gewapende Burgermagt inneemen.. 12. In Steden die op eene Militaire wijze bezet zijn, zal de Commandant van de Burgermagt, in tijden van rust en vreede> de befchikking behouden, over alle Exercitiën derzelve, mits. den aangeftelden Commandant behoorlijk kennis geevende wanneer en waar de Burgermagt, het zij ger heel, het zij ten deele onder de Wapenen komt. 33. ïn geval van gegronde vrees voor Vijandelijke aggres. j . ue»  < 157' } fie, zal de gewapende'Burgermagt in alles onder de ordres ftaan van den. aangeftelden Commandant der Plaatze, den dagelijkfchen dienst verrichten; en daar de nood het vei'eischt, nevens de Militaire Troupes tot derzelver defenüe gebruikt worden. CAPITTEL XI. Over de Exercitiën. Art. i. De Exercitiën en Manoevres der gewapende Burgermacht, zullen nu en altoos gefchieden, op dezelfde wijze, als bij de ftaande Armée der Republiek. 2. Alle.Officieren en Onder-Officieren, van elk Bataillon , of gewapend Burger Corps, zullen door den Commandant, Major of Adjudant van het zelve, geëxerceert moeten worden, op zoodanige wijze, tijd en plaats,, als door den Chef der halve. Brigade, benevens den Commandant van elk Battaillon van het.zelve, of door.den commandeerenden Officier van een minder Corps, met de Officieren onderling zal bèta ald worden,, en wel met die aanhoudenheid en ijver, dat zij voor het begin der maand Mei van ieder jaar, tot de Bataillons Exercitie in ftaat zijm 3. De Exercitiën der gewapende Burgers, zullen door den Commandant der plaatzelijke Burgermacht, of bij aldien de Burger Corps uit verfchillende plaatzen gecombineerd exei% ceeren, door derzelver commandeerende Officieren, gezamentlijk bepaald worden, op zoodanige wijze, tijd en.plaats als zij ten meeften geuoege der gewapende Burgers zullen goedvinden: Ieder Corps zal, zoo lange hier omtrent niet nader voorzien word,. gedurende de maanden Mei, Junij, Julij en Augustus, eenmaal 's weeks exerceeren, en daar onder driemaal vuuren, doch gedurende de. overige tijd van het jaar eens om de 14. dagen. V 3 4.'En:  c ) 4 En worden bij dezen, de gecombineerde Exercitiën van'verfchillende plaatzen, en de bijeentrekking van derzelver Manfehappen, ten minften tot een geheel of half Bataillon (waar van Cap. 3. Art. 18. gefproken is) tenernftigften aanbevolen, voor zoo verre de afgelegenheid der pxaatzen van eikanderen, of andere beletzelen, het niet verhinderen; zullende de Commisfien uit de Hoogstgeconftitueerde Machten in ieder Gewest, deze Bataillons-exercitien, zoo veel mogelijk; aanmoedigen en faciliteeren. 5. Ten einde de gewapende Burgers in ftaat te ftellen, hun'Geweer te leeren kennen, om het zelve, des noods, ter verdediging des Vaderlands, en ter handhaving der Wetten tegen uitheemfche Vijanden en binnenlandfche oproeren'en geweldadigheden, met vrugt te kunnen gebruiken , zullen zij zich jaarlijks eenige malen oefïenen 111 het lcmeten na een voorwerp op allerhande afftanden, en zo op zich zeiven, als met een of meer rotten, even als zulks bij de Nationaale Armée in gebruik is; en zal als dan bij iedere Compagnie eene premie uitgedeeld worden aan den geenen, die in dezen het meest heeft uitgemunt, wordende de bepaling der waarde, der plegtigheden, bij zoodanige gelegenheid te obferveeren en verdere fchikkingen aan de Commisfie uit de Nationale Vergadering, met overleg der Commisfien uit de Hoogstgeconftitueerde Machten in ieder Gewest, overgelaten. 6 De, bij de jaarlijkfche Registratie, nieuw aangenomen Burgers zoo wel als de minbedrevenen, zullen zich, door gedurig en aanhoudende oeffening in de Exercitiën, daar m ten fpoedigften moeten bekwaam maken, wordende het bepalen der fchikkingen hiertoe betrekkelijk, aan de commandeerende Officieren plaatzelijk overgelaten, doch hun tevens ook de uitvoering van dit Articul ten ernftigften aanbevo- leu-- 7. De  C 159 ) y. Dè Tambours zuilen door de Tambour-Major der Bataillons, of eenig ander Tambour, naar goedvinden van den Chef der halve Brigade en Commandanten der Bataillons of mindere Burger-Corps zoo dikwils als het deeze nodig zullen oordeelen, geëxerceerd worden. 8. Niemand zal van eenige der bovengemelde Exercitiën verlchoond zijn, dan bij ziekte, afwezigheid, of andere dringende beletzelen, ter beoordeeling van den commandeerenden Officier van elke Compagnie, welke deswegens verantwoordelijk zal zijn aan den Commandant van het Bataillon of Burger-Corps. 9. Daar alle achteloosheid bij de Exercitiën in het vuur m een gewapend Burger ten hoogften ftrafbaar is, alzoo hij dikwils met.alleen zijn eigen leven, maar dat zijner Medeburgeren roekeloos in de waagfchaal fteld, is het ten hoogften noodzakelijk, zoodanige pcenaliteiten daar tegen te ftatuëeren , welke een ieder opmerkzaam kunnen maken tot voorkominge van ongelukken; ten dien einde zullen' bii het begin der gewone Exercitiën, zoo wel als bij vuurin-gen, de Geweeren en Wapenen nauwkeurig moeten geëxamineert worden, en niemand met geladen Geweer, offcherpe Patronen, mogen verfchijnen, op een boete van zes ouL dens voor de eerfte, en verdubbeling derzelve voor de tweede keer, behalven zoodanige meerdere ftralle, als de Raad van Adminiftratie en Discipline, na bevind van zak en twee Vuurfteenen moeten bij ziek hebbent 6. Voor de Tambours: Een Sabel als die der gewapende Burgers, aan een witte lederen Port d'Epée, met een glad koper Slot, om het Lijf, en een witte lederen Bandelier, over den Schouder, om de Trom te dragen. 7. De Wapening van de Officieren der Artillerie, zal beftaan in: Een Sabel met een koper Gevest, in een zwarte lederen Scheede,. aan een zwarte lederen Port d'Epée, om het Lijf te dragen. ■ V,* , 8. Voor de Onder-Officieren- en Artilleristen: Een Sabel met een koper Gevest,, in een zwarte lederen Scheede, aan een zwarte lederen Bandelier, met een glad ovaabrond koper Slot, over den Schouder te dragen. 9. Voor de Timmerlieden: Een Sabel, gelijk aan die der Artilleristen, met gelijke Bandelier en Slot, en verder- de nodige Gereedfchappen. 10. Voor de Tambours: Een Sabel, mede als die der Artilleristen, aan een zwarte lederen Port d'Epée, om het lijf te dragen, benevens een zwarte lederen Bandelier, voor de Trom. 11. De Wapening van de Officieren der Jagers, zal zijn; Een Sabel met een koper Gevest, in een zwarte lederen Scheede, aan een zwarte lederen Port d'Epée, om het Lijf te dragen. 12. Voor de Sergeanten, Corporaals en overige Jagers;een derde gedeelte van ieder Compagnie, een Bux, met het geen daar toe behoord, een patroontas aan een zwarte lederen Bandelier, een Hartsvanger met een zwarte Scheede en een Veer aan het Gevest, om als bajonet gebruikt te kunnen worden, en zwarte lederen Port d'Epée, meteen ovaalrond glad koper Slot, en een kalfslederen Buxe-Zak, aan een riem van zwart leer,, beide om over de Schouder te W 3 dragen,  { *66 ) dragen, een Kogeltrekker, Schroefdraijer, Ruimnaald en twee Vuurfteenen. De twee andere derde gedeeltens van ieder Compagnie, zullen gewapend zijn met een getrokken Geweer, met een bajonet en toebehooren, een Hartsvanger, een patroontas met twee afdeelingen, of vakken, om Patronen van Rollende en van Paskogels te kunnen bergen, en wijders als de overige Jagers. 13. De Wapening van den Hoornblaazer en Waldhoomkten3 zal zijn.: Een Sabel, als de overige Jagers, aan een zwarte lederen Bandelier, over de Schouderen hangende. 14. Alle deze Wapenen en derzelver toebehooren, moeten , ieder in zijn zoort, van een en het zelve formaat, qualiteit en caliber zijn, behalven de Sabels der Officieren, Sergeanten en verdere gewapende Burgers, die behoorlijk van elkander onderfcheiden zullen wezen. 15. Ieder gewapend Burger-Corps, zal eenmaal, van 's Lands wegen, compleetelijk gewapend worden, en zullen de Leden der gewapende Burger-macht, hunne alzoo ontfangen Wapenrusting, zorgvuldig moeten gadellaan, en in behoorlijke orde, op hunne eigen kosten., onderhouden, en doen repareeren; doch wanneer bij Exercitiën, of bij andere gelegenheden onder de Wapenen, eenig gebrek aan dezelve ontftaat, zal zulks ten kosten der Kasfe moeten gemaakt en in orde gebragt worden. 16. Na verloop van tien jaren, na dat ieder Bataillon, of Corps., van 's Lands wegen zal gewapend zijn, zal aan het zelve, voor ieder gewapend Burger tot het Corps behorende, jaarlijks, uit de Nationale Kas betaald worden, eene fomma van f 1: - : - , van welke penningen een Kas zal geformeerd worden, onder het opzigt van de reipective Commisfien over de Geweeren, Art. 26. van dit Cap. vermeld, die hier uit de nodige onkosten zullen vinden, ter geheele of gedeeltelijke vernieuwingen; van zodanige Wapenrustingen , als onbruikbaar mogten geworden zijn. 17. Daar  ( 1*7 ) ^v?.. Daar het niet mogelijk, op eenmaal, of in een kort tijdbeftek , alle de Burgermagten van Nederland van goede en egale Wapenen te voorzien, en daar toe ook geen presfante nood is, alzo veele derzelve goede en gelijke Wapenen hebben, zullen dezelve het eerst gedistribueert worden aan zodanige Burger Corps, die gene of fiegte Wapenen hebben, en word de Commisfie uit het Wetgeevend Lichaam geauthorifeerd, daar omtrent zodanige verdere fchikkingen te maken, als zij, ten meesten voordeele van den Lande, zonder, prejuditie der Burger Wapening, zal 'oordeelen meest dienftig te zijn. 18. De Officieren,. Onder-Officieren en verdere Manfehappen der Cavallerie , zullen op dezelfde wijze gewapend en geëquipeerd moeten zijn, als bij de ftaande Armée van het Gemeenebest plaats heeft; zullende, in de onkosten hier toe benodigt, moeten voorzien worden door de Plaatzelijke Regeering, die nodig geoordeeld heeft dezelve op te rigten.. 19. Ieder Officier, Onder-Officier, en elk Lid der gewapende Burgermagt, welke zijne Wapenrusting tengebruike gekregen heeft, zal, wanneer hij van zijn Postgedimitteerd of ontflagen ,.ofte ook wel gecasfeerd word, verpligt zijn, degeheele Wapenrusting, binnen drie dagen , in behoorlijke order terug te geven, aan den Capitein d'Armes zijner Compagnie, ofte aan den genen, welke tot het afhalen derzelve zal gequalificeerd zijn,, op verbeurte van drie Guldens, zo hij hierin, voor't geheel, of ten deele, nalatig bhjft; binnen agt dagen hier aan niet voldoende, zal hij verbeuren zes Guldens,, boven de waarde van dat gedeelte van de Wapenrusting,,'t welk hij in gebreke zal gebleven zijn, over te geven; des niet tegenftaan.de zal, wanneer zodanig ontbreekend gedeelte van de Wapenrusting,, nader* hand bij hem bevonden wierd , 't zelve dadelijk van hem worden afgehaald, benevens de boete van zes Guldens als - dan  < i68 ) dan wederom te betalen, en zullen alle gezegde boetefis, bii parate executie worden ingevorderd. \o. De Weduwe, Erfgenamen, of Bewindhebbende, in de Boedel van een overleden Officier, Onder-O toer, en dkLiTder gewapende Burgermagt zullen gehouden zin, na verloop ?an veertien dagen, na het overhjden de Wapenrusting, als boven, terug te geven, of anders eene eveni-ed ge fel adeloosftelling, moeten betalen, aan den Capkeïn dlrines , die dezelve van hun f^d^^ lende de Capiteins der Compagnien verphgt zJ » Mn .. te naarkoming van dit en het voorgaande Adicul, de hanci te houden, en voor alle nalatigheid deswegens mede vei- antwoordelijk zijn. .. . T1 „PiPn.p1,hP(w 01 Een ieder zal gehouden zijn, bij alle gelegenhede», dat h'ii onder de Wapenen moet komen, met dezelve m vo komen orde te verfchijnen, zonder zich van eenige antoTfctoon ook van het zelve maakzel te mogen bedienen op verbeurte van zodanige boeten, als door de Raden van Adminiftratie en Discipline, of Conunisfien van huishoude jkTDheaie, elk inden haren, zullenvastgefteld worden 02 N emand zal zijn ontfangfen Geweer, anders dan bij de EkercitSTof andere Wapendienften, mogen gebruiken en togen, op verbeurte van drie Guldeus, zo dikwijls hij van het tegendeel word overtuigd. 2. Iedegr zal zijn Geweer, of Wapenrusting, zuiver van roes?*en vuüigheid moeten houden, en voor ieder Stuk, dat SS^crfnietziiideüikis, verbeuren zodanige boete, & pSSfe is vastgefteld; zullende de Sergeanten hier en-lve ^^*gt neer het zal blijken, dat zij bij de vifitatie daar op met hoorlijk agt zullen geflagen hebben. 24. Niemand zal, op eene boete van drie Guldens, de Staartfchroef uit zijn Geweer mogen nemen, ^ ^  C i*9 ) 25. De Capiteinen d'Armes, zullen het toeverzicht Tiërj, ben over de flipte naarkoming, van het geen bij de vorige Articulen, omtrent de Geweeren en Wapenrustingen bepaald is, en voor alle onachtzaamheid deswegens aanfprakelijk zijn. 2,6. De Raden van Adminiftratie en Discipline, of Commisfien van huishoudelijke Dire&ie , zullen, op voordracht van de commandeerende Officieren, eenige Perfoonen benoemen , om het opzicht te hebben over de Artillerie, Geweeren, Busfen, loze en -fcherpe Cardoezen en Patronen, (van welke altijd een genoegzame voorraad zal moeten voorhanden wezen) en alles wat tot de Wapening behoort; zullende deeze Commisfien ook de Adminiftratie hebben-van de Kas, waar van Art. 16. van dit Cap. gefproken is, onder dezelve precautien en verantwoordelijkheid, als Art. 19.van Cap. 5., met betrekking tot de Commisfarisfen der Finantie bepaald is. 27. Op Plaatzen daar de Artilleristen zijn, zullen de Veldftukken en Caisfons, met de nodige Gereedfchappen, voor zo verre de Burger Corps daar van nog niet voorzien zijn , aan dezelve uit 's Lands Magazijnen geleverd worden, ook zullen de Cardoezen tot de jaarlijkfche Exercitiën , en het fcherp, zo tot provifie, als om zich in het fchieten naar de fchijf te oeffenen, van 's Landswegen gefourneerd, of bekostigd, worden. 28. Tweemaal in het jaar, eens in April, en eens in 0<£ tober, zal de Chef der halve Brigade, met de Staf-Officieren der Bataillons en Capitein der Artillerie , en in kleindere Plaatzen, de commandeerende Officier met den eerften Officier der Artillerie, geadfifteerd door eenige Leden der Commisfie, bij het 26 Art. vermeld, over de geheele Wapenrusting, Artillerie, voorraad van Scherp en andere noodwendigheden, eene generale Wapenfchouwing houden, ten welken einde ieder Corps op eene gefchikte plaats zal bij- a een  C W ) een geroepen worden \ en zullen als dan alle gebreken opgenomen , en dadelijk gerepareerd worden, 29. Ieder Officier en Sergeant zal onder zijn bewaring hebben, een blikke Bus met fcherpe Patronen, verzegeld niet het Cachet van de Commisfie van Adminiftratie en Discipline , of wel dat der Municipaliteit of Coniniislie van huishoudelijke Dire&ie; welke zij in cas van, alarm, zullen gehouden zijn, in behoorlijke orde, op de Alarmplaats mede te brengen,. op verbeurte van zodanige, pcenaliteit, als bij Art. 8. Cap. 12. geftetueerd is; ten ware zij aan voorfz. Commisfie. of Krijgsraad, voldoende redenen van hun verzuim gaven. Zij zullen dezelve ten allen tijde, op requifitie van den Lieutenant-Colonel of Major van het Bataillon, en commandeerenden Officier van een minder Corps, moeten vertonen, zullende daarenboven altijd eene genoegzame voorraad van fcherpe Patronen, op eene . daar toe beftemde plaats, bij de hand moeten zijn; alle.welke fcherpe PatsbBen, ter onderfcheiding van anderen, met blauw papier zullen bekleed worden; terwijl de loze Patronen met witpapier zullen overtrokken zijn. 39. Bij elk.Bataillon zal een.Vaandel zijn, het geen met den nummer van het Bataillon zal onderfcheiden worden; zullende de Vaandels der geheele gewapende Burgermagt gelijk zijn, met drie,couleurige Vlammen , en een eiken Krans 9 ia het midden van welke zal moeten gefteld zijn: Foor het Volk en de Wet-S deze Vaandels zullen aan ieder Bataillon^, door., de Commisfie uit het Wetgeevend Lichaam , van 's Landswegevereerd worden, en zal hier mede een aanvang gemaakt worden-,. met de zulken, die nog geen Vaandel hebben, terwijl de anderen, tot foulaas der Finantien, binnen drie jaar fuccesfivelijk zullen volgen. CAPITTEL XIV.. Over de Uniforme Kleding. Art. i, .Daar eene gelijke Kleding onder de Wapenen, hoe  K 171 ) ihoe eenvoudig ook, veel toebrengt, tot den luifter en de Schoonheid van een gewapend Lichaam, en dus van wefentlijk nut is, ter aanmoediging van den Burger-Wapenhandel, zullen alle gewapende ■Corps een Uniforme Kleding moeten aannemen; ftaande het nogthans ieder Burger Corps vrij, bij de volftrekte meerderheid van ten miuften eene ftem boven de helft, zodanige te kiezen als zij zelve -zullen goedvinden, van welke keuze zij aan de Commisfie uit de Hoogst geconftitueerde Magt van het Gewest, ter approbatie zullen moeten kennis geeven-, die zorg zal dragen; dat gene te kostbare of onvoegzame Kledingen , al ware het dan ook dat de meerderheid daar toe befloten had, werden ingevoert, jt. 'De verpligting tot de alzoo vastgeftelde Uniform, zal niet eerder plaats hebben, dan, na verloop van anderhalf jaar, na hetarrefteeren dezes. 3. De Monteering van alle de Opper-Officieren der gehele gewapende Burgermacht , zal voor de Grenadiers en Fufeliers beftaan, in een donker blauwe Rok en voering, eftb Knoopen, zwart, blauw of wit Vest, bij de keufe der meer derheid te bepalen, zwarte Broek en witte of zwarte Kousfen, naar mate zulks bij bijzondere gelegenheden door den commandeerenden Officier zal gelast worden, ftaande het egter aan de Officieren van ieder bijzonder Corps vrij-, bij meerderheid van ftemmen te beiluiten tot een roode Kraag., platte geele Knoopen, een zwarte Das of Strop, en een roode Grenaat of Driehoek op de punten van de ongehaakte Panden, ook zal bij meerderheidbeflist worden, of de Rokften met over elkander ftaande Kleppen, dan wel zonder de.zelve zullen wezen. . 4. De Officieren der Artillerie, zullen op gelijke wijze gekleed zijn, met uitzondering van een blauw of zwarten geen wit Vest , wordende Plaatzelijk of aan de Officieren van ieder Compagnie vrijgelaten, om, (boven het gene bij X a het  het vorig Articul , ten opzigte van een rcode Kraag., geele Knoopen, en wat dies meer is, gezegd is) ook in plaatze van een Rok een blauwe Buis te dragen. * De Monteering voor de Officieren der Jagers, zal ra een groene Rok of Buis en diergelijk Vest moeten beftaan ; wordende de beflisfing of het een Rok dan wel een Buis zal wezen, aan het goedvinden der meerderheid plaatzelijk overgelaten, zoo wel als de bepaling, of op dezelve een effe dan wel een zwarte ftaande Kraag zal wezen, en platte geele of effe Knoopen, wijders of zij een zwarte Das of Strop zullen draagen, en of op de punten der Panden van de opgehaakte Rok of Buis,, een witte Hoorn op een zwart veld zal geflikt wezen. 6. Het zaLaan de Sergeanten en Bbmbardiers van ïeoei Corps vrijftaan, even als zulks van de Opper Officieren gezegd is, onderling eene Uniform te bepaalen, hetzij ge* heel of gedeeltelijk, overeenfteimnende met die der OpperOffickren, doch niet van dezelve afwijkende, of dezelve overtreffende.. 7 De Officieren en Onder Officieren zullen verphgt zijn, de Uniform Kleding, welke bij de meerderheid zal vastgefteld zijn, binnen drie maanden daarna aan te neemen, en de Officieren zullen de distinétive teekenen bij het volgende Hoofdftuk bepaald, niet eerder kunnen dragen, dan na dat zij zich van zodanige Kleding voorzien hebben. 8 De Kleding bij ieder. Corps eenmaal vastgeftéld zijnde, zal dezelve zo voor de Officieren en Onder-Officieren, als gewapende Burgers, niet mogen verandert.worden, alwaatehet ook bij meerderheid van ftemmen, dan na alvorens bet goedvinden der Commisfie uit de Hoogstgeconftitueerde Magten, daar over bekomen te hebben, ten einde daar door de gedurige verandering tot bezwaar der minvermogenden; 30 veel Jèogelijk voor te komen, 9' üe  ( m> ) 9. De Kledingen van alle de Leden der gewapende Burgermagt , hoe onderfcheiden dezelve ook anders mogten wezen, zullen zo veel mogelijk naar een gelijk model, enovereenkomftig de tegenswoordige Kleedertrant moeten gemaakt zijn; de Rokken zullen onder de Wapenen altijd opgehaald, de Schoenen met Linten of Veters vastgemaakt, en de Hoeden zoo veel doenlijk volgens een egaal model opgetoomtmoeten wezen, ook zullende Cocardenmoeten overeenftemmen, met die der Nationale Armée. 10. De Officieren zullen, des-goedvindende, in dienst Jasfen of Overrokken kunnen dragen, doch geen anderen dan donker blauwe met effe Knoopen, ofwel gladde geele , naar mate zulks ten opzigte der.Uniformen bepaald is, zonder eenige verdere uitmonftering. 11. De Kleding der Cavallerie, waar dezelve beftaat, zal Huishoudelijk zoodanig mogen vastgefteld worden, als het Plaatzelijk Beftuur zal goedvinden.. CAPITTEL XV, Over de onierjch ei Jende tekenen der diverfe Rangen tn Wapen Corps. Art. r. De Epaulettes en distin&ive teekenen in dezelve, zoo wel als de Dragons, zuilen, voor de Officierenen Sergeanten, der gewapende Burgermacht, dezelve zijn als die der Nationale Armée, alleen zal bij de Burgermacht van Goud -zijn, het geen bij de Armée van Zilver gewerkt is, ook zullen de, Epaulettes, van de Officieren der Artillerie, van de anderen niet onderfcheiden zijn. De Corporaals der Fufeliers, zullen twee. roode, witte en blauwe Epaulettes hebben, van Saaij of Kemelshair, met dito Franje; en de Fufeliers,. een diergelijk? Epaulette op de imker en eene contra Epaulette op de regter Schou* oei* 3. De  C i74 ) a De Corporaals der Grenadiers, zullen 2. roode zijde Epaulettes hebben, en de Grenadiers twee diergelijke van Saai of Kemelshair. 4 De Jagers zullen in alles gelijk zijn aan de Grenadiers, doch in het groen 't geen bij dezen in het rood is. 5. De Artilleristen zullen 2. roode Epaulettes hebben, als de Grenadiers, doch niet een zwarte Ruit. 6. De .Dragons zullen rood, wit en blauw zijn, voor alle §d7kbe Grenadiers zullen roode, de Artilleristen zwarte, en de Tagers groene Panaches hebben. 3 De Tambour Major en Mufikanten, zullen « alles gelijk zijn, aan de Sergeant Majors, en eene roode witte en blauwe Panache dragen, de Tambour-Major, zal daar en boven een rood, wit en blauw Fluweele Bandeher over den Schouder hebben, met a Ebben houten ftokken met Zilver bellag, als mede met een rood, wit en blauwe Kwast, met '^nlSSê^e teeken voor de Bataillons Tamboers, zal beftaan in drie-couleurige Zwaluwenesten , met Gouden Franie. op de beide Schouders. 10 Voor de Tamboers der Compagnien Fufeliers, Gremdie'rs en Artilleristen, Zwaluwenesten als die couleur van Te Epaulettes der Compagnie, daar <üj aan geattacheerd viin met drie couieurige Kemelshaire Franje. j.i De Hoornblazers, der Jagers, groene Kemelshaire na I; Proclamatie der Grganifatie'van de gewapende Burgermacht plaats moeten hebben, dezelve zullen bij de Oilanifatie, aan ieder Lid der gewapende Burgermacht, e ganuatte, aan ic«ier tm *w •g»*****-"-  C 17$ ) vervolgens-jaarlijks,, bij de algemeene registratie aan ieder nieuw 'aangenomen Burger, eenmaal voor rekening van de Kas van ieder. Corps of Plaatzelijke. Burgermacht gegeven worden, .doch zullen dezelve verphgt zijn, zich in het vervolg daar van voor. eigen kosten voorzien te houden, capittel xvi. Over"de aanmoediging. van den Wapenhandel onder het aankomend Geflagt. De Nationale Vergadering, overtuigd, van de wezenthjke nuttigheid,.die in het aanmoedigen van den Wapenhandel onder de aankomende Jongelingfphap, -vooral ook in de. Godshuizen en publieke Geftichten, - kan gelegen zijn;, doch te gelijk de moeijehjkheid bezeffende, om daar omtrent algemeene fchikkingen,, die,. voor - ieder bijzondere plaats even gepast zouden zijn, te bepalen; laat het aan de geconftitueerde Machten over, ieder in den tuaren, zoodanige midddelen te.beramen, als zij'meest dienftig zullen oordeelen , om de zugt tot deze zoo nuttige oeffening zoo » veel mogelijk .voort te planten, belovende van haare. kant alles-te zullen toebrengen, 't geen tot bevordering van dit zoo heilzaam oogmerk zou kunnen ftrekken. ca p i t t e l x. i n s t r u c t i e n. Injlruclie voor den DoBtör ef Chirurgijn Major en Chirurgijn. ' * Al het geene bij dit Reglement bepaalt is , zal alomme praïciefelijk moeten nagekomen worden, zonder dat eenige Plaatzelijke Reglementen, voor zo verre dezelve bij dit Reglement in wezen gelaten zijn, of de faculteit om dezelve temaken, aan de Geconftitueerde Magten verbleeven is, het zelve eenigzints zullen kunnen contrariëeren, en zonder dat iemand het zelve, of wel de Burgerwapening in het algemeen , op eene directe of indirecte wijze zal vermogen tegen te werken, ten einde de Burgerwapenhandel,, dat gedugte Bolwerk onzer Burgerlijke Vrijheid en Politiqire Onaf bangelijkheid, eenmaal die trap van volkomenheid bereike, voor welke zij bij het Vrijheidminnend Bataaffche Volk vatbaar zal bevonden. worden. En zullen over zulks alle de genen, dewelke door anderen van deeze zo loffélijken plicht' aftefchrikken, feitelijk eenige belemmering aan de uitoeffejüng derzelve toe brengen, ofte op eenige andere wijze, V 3. dooy  C i*a ) door woorden of daden, dezelve zullen verhinderen entegen gaan, ofte ook zich, direct of indireft, tegen de uitvoeringvan dit Reglement zuilen oppofeeren, ftrengelijk, en naar vereisch der zake, als verftoorders der publieque rust, ja zelfs als openbare Vijanden des Vaderlands, aangemerkt en geftraft worden. * * •' De Nationaale Vergadering referveert zich , volgens de magt haar competeerende, dit Reglement te kunnen mterpretecren, altereeren en ampliëeren, zo als zij ten meesten nutte en ter inftandbrenging eener egale en algemeene Burgerwapening, zal oordeelen te behooren. En op dat niemand hier van eenige ignorantie zoude mogen of kunnen pretendeeren, zal deeze alomme worden gepubliceert en geaffigeert waar men gewoon is Pubücatien en Amdien te doen: ontbiedende en verzoekende wij de Hoogst Geconftitueerde Machten in de onderfcheidene Gewesten de nodige ordres te ftellen, dat aan deeze onze intentie behoorlijk voldaan worde. Aldus gedaan en gearrefteerd ter bovengemelde Vergadering in den Hage den n November 1796. Het Tweede Jaar der Bataaffche Vrijheid. (Was SeparaPh) G. D. JORDENS, -vt. Ter Ordonnantie van Dezelve. (Wasset.') D. van LAER. PU-  C 183 ) PUBLICATIE J-Jet Provinciaal Beftuur van Friesland.. A|17e,nrden geenen die deezen zullen zien of hooreu leezen, HEIL en BROEDERSCHAP! Doet te v/eetcn: Dat Wij, overweegende de billijkheid, dat alle extra, ordmaris Belastingen of Geldheffingen, welke zeedert de gezeegende omwending van zaken, in dit Gewest hebbenplaats gehad, door. alle de Inwoonders, een ieder naar zijn vermogen, op eenen egalen voet gedragen worden- — Dat het dus onbetaamlijk is, dat de zulken, welke, of uit bezef van het kwaad, het geen zij voor de Revolutie, in het Land-beftuur hebben bedreeven, en waar over eene regtmatige ftraf vreezen, of uit andere, tegen de tegenwoordige orde van zaaken, verderflijke inzigten, de "Bataaffche Republiek hebben verlaten, van die opbrengst zich onttrekken, en daar van bevrijd blijven, niet tegenftaande hunne goederen in dit Gewest geleegen zijn, en zij daar van de inkomften genieten. Zoo is het, dat Wij de desweegens gedaane Vertogen gelijk ook deeze zaak zelve, rijpelijk hebbende overwojen goedgevonden hebben te Decreteeren, zoo als Wij doen Mj deezen: J Dat van alle goederen, zoo roerende als onroerende, welke toebehooren aan Perfoonen, die zich buiten het Ter' ïitoir van de Bataaffche. Republicq ophouden, en waar Mbi*2 opgebragt is, tot voldade der extra-ordinaris Geldheffiingen, die zeedert de Revolutie, in dit Gewest hebben plaats gehad, zullen moeten voldaan en ten behoeve van de Cas van dit Gewest worden opgpbra»t, zodanige bommen, als daar van, cvereenkomftig oVN^otia-  ( i°4 ) , . . T»Wmi der fio Penning, de 15 Penning, pafa- ophouden,; en van ailn den Lande ^*SÖ* * overeen,»»- niets is opgLJi zelve befebrceven en afgebeeld is in het 3fte linkje der Gedenkfehriften deezer Maatfchappij. 2. Maar dewijl het meermaaleh gebeurt, dat 'er verfcheiden Perfoonen tot behoudenis eens Drenkelings medewerken, zo zal als dan de Prcemie onder hen, volgens de fchikking der Beft ierderen, naar billijkheid, verdeeld worden. 3. Om tot het ontfangen der Prcemie gerechtigd te zijn, word eene getrouwe befchrijving van het geval, door den Redder onderteekend, en eene fchriftelijkc vcrklaaring vereischt van twee Perfoonen, van onbefprooken naam en faam, die bij het geval van den beginne af tegenwoordig geweest zijn, en in het trekken der Prcemie geen belang hebben: moetende deeze verklaaring ten huize van de Erven P. Meijer en G. Warnars, Boekhandelaars op den Dam te Amfterdam , gebragt of gezonden, of wel op de gewoono Ver+ gadering der Maatfchappij ingeleverd worden: edoch indien zulk een befchrijving en verklaaring niet binnen den tijd van Z 3 zes  ( 19° ) zes Maanden aan de Maatfchappij ingeleverd word, zal voor zulk eene Redding geene Pramie gegeven worden. 4 Bij aldien 'er eenige onkosten m een Herberg of ander Huis gemaakt mogten zijn, worden dezelven genoeglaam overal volgens 's Lands en Stedelijke Publicatiën, voor .onvermogenden, voldaan; hetzij de verdronkene al of niet gered is, indien men Hechts behoorlijk kan bewijzen, dat die onkosten wezenlijk alleen ten nutte van den Drenkeling gemaakt zijn. „ TT , Z Op gelijke wiize kan een Genees- of Heelmeester, vooi zijn' tijd en zorg ter herfteliing van een' behoeftigeii Drenkeling aangewend, des begeereude, belooning erlangen het zij dePcrzoon , omtrent welken hij zijne moeite heeft aangewend, in 't leven behouden is of met. 6. De eenvoudigfte en meestbcproevde middelen, die ter herftellinge van Drenkelingen door de ondervinding worde u aangepreezen, beftaan voornamentlijk m de volgende : JS Men zorge, indien 't mogelijk is, üen Drenkeling terftond in een naast bijgelegen Huis te brengen; waartoe Herbergiers en Tappers verpligt zijn hunne Huizen te laaten gebruiken, en terftond om eenen Wijkmeester te zenden, op dat alle ongeregeldheden door denzelven geweerd, en de Redding, door te vcele omftanders, met belemmerd noete verhinderd worde; en bij deeze overbrenging, moet men het Lichaam voorzichtiglijk doen draagen, het noofd vooral doen ophouden, en alle beknelling aan den hals terftond los te maaken; in allen gevalle dient de bijftand van een naast bijwonend Doctor of Chirurgijn verzocht te worden b ^ De Drenkeling behoort vervolgens ten fpoedigften van de natte kleederen ontdaan, het Lichaam ^og argeyeegd en, na aantrekking van drooge en gewarmde Onderkleederei , of naakt in een WoUen Deken gewonden op een Rus bedde, Tafel, Bank, Kist of Stoelen, indien t een bejaag  C 191 ) de is; of, zo 't een kind is, op den fchoot van een' der omftanders, in een zo veel mogelijk ruim Vertrek, voor een matig weibrandend en met rookend Vuur geplaatst te wor- Sh Vg&^Mfr zorêe echter, den Drenkeling met te felueïïjk nabi) het Vuur te brengen * cj In den Zomer kan men den Drenkeling, bij eene maa- sstssss* veld-en wj ™ hea &l de 4) Men onderzoeke of de Mond, Neusgaten en Keel SS, iT Tr1 Cr b£Zet Zij" ' in welk 8'eval men deeze deelen behoort fchoon te maaken; om daarna door middel eener afgepuntte Meslefchede in den Mond, of beter in een der Neusgaten gebragt, onder toehouding der andere openden Lugt inde Longen te blaazen en de Ademha^g^ffi! e.) Men ftelle terftond gematigde wrijvingen in het werk het zij met drooge, of in Brandewijn (met Gemeen- of Aml momac-zout vermengd) nat gemaakte, warme Wollen dol ken; moetende deeze wrijvingen aanhoudend, over hete! heele Licnaam maar vooral aan Borst en Buik, Rug en Mals en langs de binnenzijde van Armen, Dijen enBccren gelchieden; terwijl men. de verwekte warmte door wa-me doeken, 111 de gewrichten van den Oxel, Liesfchen eXWi ën, aangelegd, kan onderhouden. ^cs^ en K111- f.) Inmiddels blaaze men, bij verpoozing, Tabaksrook in het Fondament, 't zij door een gewoone P|, m ƒ eene 0!o den kop aangeveegde afgepunte Mesfefcheede ofte don? eene Pijp of Mesfefchede alleen, of we dooreenf ü-ianZ Jiiide.daim, indien deeze met drekftof gevuld moet ziin met de vmger eenlepelfteel offpatel, behoorlijk en voorgchte hjkgeleedigd, ofwel daar toe een Klijfteei^an wlte/, Ohj en Zout, of yan een aftrekzei van Tabak gezet hebbe! SO De  C l9* ) g, De warmte inhet U^^^f^Z gewekt ende polsflag h^*fe. op' één- men eene Aderlaatmg m indien 't nodig maal te ruim behoort te fflft, W^i^. die de Ais, weder hertaald « w^n. de verte ^ d d^S^^v^t\11ool, Slaapzucht, of benaauwdheid. . ; . in de Keel of bewijs Wanneer men eenige bewwgwj m ^ ^ van Slikking befpeivrt, doch .^^ggfta gieten; zo ook weinig Brandewijn of Geneve f deuv^e Geest van Ambij eenig bewijs van Ad^SS&el , onder de momac-zont, of eenig ^e;j^ -ge Droppels van dezelNeus gehoudenJe*» ve in eene Pijpetop ^gS|f!ëder door den Mond m gaten ingeblazen, of me ee"^ Zq de Ll}der als len Keel gebragt wordentot pruc S aaneenigVogtnaar^hn^ tence» lepel vol toedienen v (T arm emtfcu*) m eeI1 ófV f/SwS ripg lost, en zo ttWW Hein bierglasivo -toon "^^.È^ci^fflebloemenb.jliavolst, eenaltreKze.1 v. Dat de kosten,, welke weegens het Proclameeren, na de geflotene Koop, worden vereischt, ten laste van de Koopers. zijn; en dat de Verkoopers wel zullen mógen bedingen,, dat de Strijk-en Verhoog-gelden door de Koopers. worden verfchoten,. mits dat die Strijk- en Verhoog-gelden in den Koopfchat wederom afgekort worden. 510. Dat eindelijk, op dat aan deeze onze Welmeemng te beeter;zoude worden voldaan, en het goed vertrouwen onzer Meede-Burgers. niet ftraffeloos verrascht, aan de Verkopers en Actuansfen wel expresfeljjk word verbooden , geene?-,  ( 193 ) SSS ofaan ^1 r £e .; dV dig blijven, zal deeze ^SSgTS, aangeplakt, ter gewooner plaatzen worden atgeKonui^ Aldus Gedecreteerd en Gearrefteerd op :t Landfchaps-lmis binnen Leeuwarden, den 4 Januari, 1797. Het Derde Jaar der Bataavfche Vrijheid. Het Provinciaal Beftuur van Friesland. u F o K E L E S, Vt. Ter Ordonnantie van Hetzelve, GODSCHALK  C 199 ) PUBLICATIE J-Jct Provinciaal Beftuur van Friesland, Allen den geenen die deezen zullen zien of hooren leezen, HEIL en BROEDERSCHAP! Doet te weeren : Dat Wij, in aanmerking neemende, dat een Land niet naar behooren beftuurd kan worden, indien niet gelet word op den financieelen toeftand van het zelve, zodanig, dat 'er altijd genoegzame penningen voor handen zijn, waar door de noodzaakelijke uitgaven kunnen gedaan worden, en dat dus naarmate de uitgaven moeten zijn, ook de inkomften daar na behooren geregeld te worden. En hoe zeer Wij overtuigd zijn, dat deeze algemeene waarheid, bij alle verftandige en waare Vaderlanders toegeftemd zal worden, en ook genoegzaame bewustheid hebben, van den tegenwoordigen toeftand van "s Lands Casfa, uit bezef van de enorme uitgaven, die 'er bij na daaglijks, voornaamlijk ten behoeve van het gemeene Land, moeten gedaan worden; zoo vinden Wij Ons echter verpligt openlijk te declareeren: dat de reeds ingekomene Gelden, uit alle de onderfcheidene Geldheffingen , op verre na niet geëvenredigd zijn aan de uitgaven, die 'er reeds gedaan zijn, en nog gedaan moeten worden; — dat Wij dus genoodzaakt zijn (hoe ongaarne ook) een nieuwe opbrengst te moeten arresteeren. En hier toe hebben Wij geen gefchikter, en voor Onze Ingezetenen minst drukkender weg, weeten in te flaan, dan eene Negotiatie op een gedeelte der bezittingen van de Publieque Corpora en Adminiftratien: — om het welk te effeétueeren, hebben Wij goedgevonden te Decreteeren, zoo als gefchied door deezen: Art. 1. Dat van alle bezittingen, zo roerende als onroerende, aan Publieke Corpora toebehorende, zal moeten worden gefourAa neerd  ( aoo ) neerd het Vijfde Gedeelte van de Vijf Zesde der Reële,. of. bij ge, rrouwbeg oting bepaalde, waarde; zoo nogthans, dat aL kelder van uitgezonderd en bevrijd zijn, de Resten van het, ingevolge Publicatien van den 6 en *i October 1706. gefourneerde één zesde gedeelte. Art - Dat onder de benaming van P#fi?»cgr«< Corpota, m mitsdien tot de verplichting in deeze Negotiatie moeten worden begreepen alle de zodanige, welke ^ Onze Publicatie van den 6 October 1796. zijn omfchreven; en waai onder meede begrepen zijn", alle de.Pastorie - Goederen, zonder onderfcheid, gelijk ook de Gilden.. Art 9 Dat tot vinding van dit 5^ gedeelte ,, de begioting door de Adminiftratoren zal moeten gefchieden, op navolgende bepalingen: ;■ n' *W Eerst: voor zoo verre beftaan in vaste Jaarlijkfche Inkomften, na gelang van de zuivere Revenuen; en dat de drie Gulden van zodanige Revenuen, zullen bereekend worden teegens honderd Guldens Capitaal. Ten Tweeden: dat de Inkomften van zulke Goederen, welke geene Jaarlijkfche Revenuen opleveren, als daar zün Houtgewasfen, en anderzins, zullen gefchat worden volgens de opbreng der laatftc kapping over tien Taaren omgeflagen; en dat dus een tiende gedeelte daar van, voor de Jaarlijkfche Revenuë zal worden gereekend , insgelijks op den voet van voor drie Gulden inkomften , honderd Gulden Capitaal. Ten Derden: dat de Klijnlanden in gemoede zullen.moeten worden getauxeerd, door twee onpartijdigen, bij de Gerechten van het Diftrift waar geleegen zijn, te benoemen: (ingevalle daar van bij voorige gelegenheden geene tauxatie mogt zijn gedaan.; — Wordende ïnsgehjks op dien voet ook vrijheid gegeven tot de tauxatien der Landen welke met Aardappelen en Chicorei bebouwd worden.. tn  C 201 ) Ten Vierden: dat niet te min alle Goederen, of bezittingen, welke bevonden worden hooger van waarde te zijn, zullen moeten worden bereekend volgens derzelver eigenlijke waarde. Ten Vijfden: dat de Obligatien en Effecten, zoo buiten als bmncnlandfche, waar op een Cours of prijs Courant is, zullen moeten worden bereekend volgens den Cours, welke dezelve op dato deezes hebben; en die van Particulieren, op vol Capitaal; ten zij onwis of dubieus zijn: — in welk geval men zal kunnen beftaan met de begrooting der wezenlijke waarde, naar beste geweeten. Ten Zesden: dat in de berekening der waarde, geene andere fchulden (waar onder ook Tracfementen begreepen zijn) zullen mogen worden afgetrokken, dan de zulkeu, welke ten tijde, dat het foumisfement moet gefchieden, betaald moeten worden, oïverfcheenen zijn. Ten Zevenden: dat van de begrooting en mitsdien van het foumisfement, zijn bevrijd, alle zodanige woningen, welke Pro Deo worden bewoond. Art. 4. Datalle de gedaane begrootingen, zullen moeten worden bekragtigd door de refpective Gerechten, waar onder de refpective Administratien zijn: -welke Gerechten daar toe bij deezen wel expresiëlijk worden gelast en gemagtigd. Art. 5. Dat, ingevalle bij de Administratoren geene genoegzaame Penningen voor handen mogten zijn, om aan deezen te kunnen voldoen, en dezelve bij particulieren niet mogten kunnen gefourneerd krijgen, waar door den verkoop van een gedeelte hunner in qualt. bezittingen zoude noodzaaklijk worden; bij deezen Authorifatie word verleend, om, zonder nader Confent nodig te hebben, zoo veele en zodanige Goederen onder verkoop te brengen, als welke zij ter voldoening dier Contributie, en ten meesten voordeele hunner Administratie, zullen verftaan te behooren; echter met voorkennisfe van den Gerechte. A a 2 Art. 6  ( 202 ) - Av, 6. Dat Wij om \^£<^A* defZen zal ^J^™^ ^£Ueerie inde te maken , m zo ™™texo&v (echter alleen in zo verPublicatie van den 17 Maait 179°. V d bepaalde , « de Verkoop nodig »P ^V«fc£en en fpoedigften kunter uitvoer te brengen) da de VerJ^ntt P ^ffl "T™^^ in goedvinden: zodanig verkort, als de Aomn den voorge- mits echter voor af genoegzaameAdvertisfement nomen Verkoop gegeven, "^K^S^ vermeld worgeduurende de Goederen onde ^"f0^ mede Aankon§e, hoe veel op ^'\&^\te%al, Palmflag«1 diging gefchiede van den^S^Sjdhi van-kostea, de gegeven worden; - en^at ter v ^ Adminiftrateurs.zelve de ^opinge \erk door de Adlende echter, (zo wel denzelven door Actuminiftrateurs zelve Ü™de Koop- en Reaxisfen gefchied) ^^^^^ ten fine van exavers-br even voor de perfecfie derzelve , « minatie «approbatie, moe te jri .ovAdminiftrateurs, Raad van WS^^mW^ geligt, zo als of derzelver Gelastigden1, mu gn 2Ulks gebruik^^.fifï.Sven gedaan te worvraagd, f^"'S^rW mits deezen geëxhorteerd fAr^» te der Corpora- en P^^^rSSi: het eerfte, voor den iften April, - net iw . - aan het I en het derde voor den iften Septemb" 1797, d Comptoir der Domeinen, m goeden, gangbaren, k* ^  ( 203 ) en Zilveren Munte, welke men gewoon is op 's Lands Comptoiren te ontvangen. Zo evenwel, dat de verdeling der betaling, voor ieder verfchijntijd, bij Advertentie in de Courant zal worden bekend gemaakt, ten einde daar door alle inconvenienten, zo tenopzigte van den Ontvanger, als Adminiftratoren, woraen voorgekomen. Art. 8. Dat de Ontvanger der Domeinen, voor de Sommen, welke alzo worden gecontribueerd, zal afgeven Recipisfen , (4) ten laste deezer Provintie, rentende drie en een halve Galden per Cento Jaarlijks; welke Intresfen alle zullen ingaan de ïfte Junij 1797, en dat bij den Ontvangst van het eerfte Jaar Intresfen, voor gedagte Recipisfen , zuilen worden afgegeven Obligatien in Forma, ten begroote Aa 3 van FORMULIER van RECIPIS. No. (*) ONTVANGEN BIJ MIJ ONDERGETEKENDE Ontvanger Generaal van het Comptoir der Domeinen van Friesland' uit handen van ' in qlt. als van de Goederen toebehorende «an de Somma van om te vertrekken in mindering der waarde van. de f van \ gedeelte der SSf&i EftÖeB' " Verde'C Bez'"inSe"J toebiendc aan ter voldaade van het Decreet den 10 Januari] 1797. döor het Provinciaal Beftuur van Friesland, Gearresteerd. JEm«5en ™\df™0rfch- Sum™ Obligatien in forma, door de Ge» Süf^V^r°T^lBeRmr' teëens de Renthe va,, drie en een half pro Cento, in het Jaar, worden gepasfeerd, en tegen dit Rec,p,s verw,sfeld, oP den bepaalden tijd, en overeenkomftig femeld DeIn kennisfe Mijn hand, Mm Leeuwardèn,  c 2°4 ) van de gefourneerde Somma, en tegen gelijke Intrest van drie en een halve Gulden ten Honderd. — . Van welke te verkenen Recipisfen en Obligatien, den Ontvanger der Domeinen, een afzonderlijk Register zal houden, en bij het afgeven der Recipisfen wel zorge dragen, dat ieder een aparte, en naai- gelange dat dezelve worden uitgegeven, op elkander volgenden Noramer bekome, ten einde voor te komen dat de Nommers der Obligatien mee met A. B. etc. behoeven aangevuld te worden. Art q. Dat bij de voldoening van het eerfte Termijn, door de Adminiftratoren, aan onze Commishen van Gedeputeerden en Financien, ieder afzonderlijk zullen moeten worden overgegeven of toegezonden, welgeftelde,( door Ie Adminiftrateurs verteekende , en bij het Gerechte van dat Diftriét, waar in het Corpus geleegen is, geapprobeerde ) Staaten, van het geheele montant van dit Fournisiement; in welke Staaten kortlijk gemeld moet worden, waar het Foumisfement van gedaan, ea.velke uitgaven daar van gededuceert of afgetrokken zijn. Art 10. Dat, alhoewel Wij geene reedenen hebben, omte"verwagten, dat deeze onze Welmeening, - alleen tot heil voor den Lande zijnde ingengt, - door kwaadwilligheid of nalatigheid zal worden tegengewerkt, maar da, de Beftierders van Publieque Goederen, hunne bereidvaardigheid in deezen zullen aan den dag leggen, om s Lands Schatkist van de zo zeer benodigde penningen te voorzien; evenwel eenige voorziening nodig zijnde, tegen onverwagte teleur ftelling, - eiken Adminiftrator van zodanig Corpus, hetwelk in deeze Negotiatie moet contnbueeren, die bevonden word nalatig te zijn gebkeven, of ter kwader trouwe te hebben gehandeld, zal vervallen in eene boete aan den t ande van Vijf Honderd Car. Guldens, uit zijn eigen bezitting te betaalen; ~ .en dat evenwel hetFournisfement -naderhand ten vollen zal moeten gefchieden.  C 205 ) TraiiFwi «W1- ;rdmcni"g «orde voldaan! zBr,,1 ,Z dispotan, waar verder 00™ moeten zijn, te vetkaren; mitsgaders om op de Requesteïi of v,r fl-m T S ' S dezelve ten meesten nutte zal ver SeUfe afgekondigd en a^S? ÏTï * ^ Gewest ^rden. doen. «^geplakt, daar men gewoon is zulks te Aldus-Gedaan en Gearresteerd op 't Land- fchaps-huis binnen Leeuwarden, den I0 Januarij 1799~ Het Derde Jaar der Bataavfche Vrijheid. Het Provinciaal Beftuur van Friesland. . E- M I E D E M A, Vt. Ter Ordonnantie van Hetzelve GO RN. GODSCHALK. MIS-  MISSIVE Aan de Gerechten. n h 's T^aar Ons door ^ te kennen gegeeven., dat den tj ^ k zijn aangefteld, aanftaande: wa« ^ ^n 0f Reglement orn onderricht te worden , .^den zoude behooren & Verkiezing meuwe Gerechts desWeegens ?e gefchieden; Zoo hebbm W^BJ^^ Gerechten tekenSnle meening faq doende bijeen : aa _„ te «eeven, ha walt vv 'i,llblicatie van den n Maait " Da namentlijk, ingevolg de?uKbc G crrerte te kennen geeven om een a wanneer die be- iSen ^S^^taS- iiitenrie te ggj. Verkiezing MUethie^ s rd. \„ jpn o0December 1795' &c T.lf_hp1. „een voorfch. is, dij Dat" brj aldien, uit hoofde van het geen  C 2°7 ) meerderheid van Stemmen geblijkt, dat eene verandering, omtrent de wijze van verkiezing der Gerechts-Leden, word begeerd, de Stemgerechte Burgers zich zeiven, of door gelastigden uit hun midden, een zodanig Ontwerp kunnenformeeren; des dat het zelve vooraf aan Ons ter examinatic worde toegezonden , invoegen zulks in de Publicatie van den i i Maart 1796. word vereischt. Edoch, zoo wanneer de meerderheid der geconvoceerde Stemgerechte Burgers, geene verandering in de wijze van verkiezing' begeerd, of in gevalle desweegens geene vertogen bij Ulieden zijn gedaan, of bereids geene veranderingen ingevoerd, koomt het Ons best voor , dat voor ditmaal de Verkiezing nog gefch'iede volgens het Ontwerp van den 30 December 1795. mits echter geene anderen als SternGerechte Burgers, (waar door Wij verftaan dezulken, welke, volgens het 2de Hoofdftuk van het Reglement, waar op Onze Vergadering is daargefteld, Stemgerechtigd zijn — en niet volgens voorige Plans' of Reglementen:) in de verkiezingen worden toegelaaten , dan die dewelke de Verklaring als Grondftemmers vertekenen , of daar bij, dezelve vertekend hebbende, perfifteeren. Terwijle, (ingevolge Ons gedecreteerde van heden, waar van Wij Publicatie zullen doen,) voor ditmaal geene Perfoonen tot Kiezers, veel min tot Gerechts-Leden, zullen mogen worden verkoozen , dan die dewelke bereids voorheen de Verklaring als Stemgerechte Burgers hadden afgelegd en in vorige Grondvergaderingen gebruik van dat hun Stemrecht gemaakt hebben. Hier mede vermeenende Onze intentie genoegzaam nopens dat onderwerp verklaard, en (voor zo verre nodig) de midB b delen  ( 208 ) aan te beveelen! Verblijvende Uwe Mede-Burgers l Leeuwarden den n Januarij 1797- Het derde Jaar der Bataaffche Vrijheid. Het Provinciaal Beftuur van Friesland. E. M I E D E M A, Vt Ter Ordonnantie van Hetzelve, CORN. GODSCHALK. PU-  ( 2°9 ) PUBLICATIE TLJet Provinciaal Beftuur van Friesland, Allen den geenen die dezen zullen zien of hooren leezen, HEIL en BROEDERSCHAP! Doet te meten: Dat bij Publicatie van den n Maart 1796'. aan de SternGerechte Burgers in de refpective Gemeentens deezer Provincie , het Recht zijnde toegekend, om hunne eigene provifioneele Reglement van Verkiezing en Bellier, zoo verre het Huishoudelijke van hun District betreft, te ontwerpen , onder de bepaalingen bij die Publicatie te kennen gegeeven; Wij nochthans, op verzoek van eenige Gerechten, en ter voorkoominge van verwarringen bij de aanftaande Verkiezingen van nieuwe Gerechts-Leden, deswegens Onze intentie nader bij Misfive aan alle de Gerechten hebben te kennen gegeeven. En vermits het Stem-Recht op eenen gelijkvormigen voet behoord bepaald te zijn en uitgeocffend te worden, over de geheele Provincie, zonder dat desweegens in het eene District veranderingen plaats hebben, die in andere Deelen van de Provincie niet in agt werden genomen: Zoo hebben Wij al mede bij die Misfive te kennen gegeeven, wie door Stem-Gerechtigde Burgers moeten worden verftaan, te weeten de zulken, die volgens het 2. Hoofdftuk van het Reglement, waar op Onze Vergadering is verkozen en daargefteld, Stemgerechtigd zijn, en niet volgens voorige Placaaten of Reglementen. Dat Wij verders, uit overweeging, dat het onbillijk zoude zijn de zulken, welke tot hier toe, het zij uit onverfchilligheid, het zij om andere reedenen, geene Verklaaring als Stern-Gerechtigden afgelegd, en dus geen gebruik geBb 2 maakt  ( 2IO ) maakthebben om in even Verkiesbaar tegftéUenals ^ ^™ betntW00rd; Leden, voor ditmaal geene ^^^T^ die, detot Gerechts-Leden mllen v^g^^^tf^ welke bereids voorheen de Verklaanng, d aderin. Burgers, hadden afgelegd-en " ^«S^ hebben, gen gebruik van het «^e f Jive moeten wor- lullende nochtlians tot de Veringen j • af_ Én op dat niemand hier «nj-^^^'Ö me in dit Gewest worden gepubliceerd en g** s zulks gebruikelijk is.. Aldus Gedaan en Gearresteerd op H Land- fchaps-huis binnen Leewarden, den i9 Januaru 1797iJeï Itenfc >w *r Bataavfche Vrijheid. Het Provinciaal Beftuur van Friesland. E. M I E D E U A, Vt. Ter Ordonnantie van Hetzelve, C O RN. GODSCHALK. 7 MIS-  C m y MIS S I V E Aan de Gerechten. hebben, overweegende dat 'er geene Heerfcneiide of bevoorregte Kerk in dit Gewest meer S e\dat h,et onzen plicht is zoo veel mogelrjk 1 Ge hjkheidte bevorderen,, zonder aanzien van God dienlbVe Gezindheid, goedgevonden te Decreteeren : dat de S ^ e^"?ÜltjeS Gddcn' ^ortfpnu-tendeuitdeColkcten der Middelen, welke bevorens aan de Armen van ééne Geiooft-belijdemsle;/;^/^^ uitgedeeld, voortaan aan alle Armen zullen moeten worden verdeeld En het is ingevolge van dien, dat wij Ulieden bij deezen gelasten en aanfchrijyen om voortaan de gedagte Arme-Oortjen? te doen uitdeden aan de Adminiftrateurs der Armekasten in uwen Bedrijve, zonder onderfcheid van welke Gezinte-de behoeftigen zijn; en zulks na evenredigheid vanhet getal der Zielen, welke 'erin iedere Gemeente of Corpus fpgeglven ' bij de katfe ^Iks-t^t mm^^^9 beveeien wij uiied- * go. HEIL en BROEDERSCHAP! Leeuwarden den 24 Januarij 1797. Het derde Jaar der Bataaffche Vrijheid. Het Provinciaal Befluur van Friesland.. J. U. D Y K S T R A, Vt.. Ter Ordonnantie van Hetzelve, CORN. GODSCHALK. Bb 3. PU-  £ 212 ) PUBLICATIE Het Provinciaal |tór™||i t* aan Ons herf^ W^nfg^^ om eenige Verandering * temeeren oOTav ^ ^ kMt den prijs van het RofgJ" f<° fte pi isvertaijgbaartemaawel wenfehen het ze ve taM willen zorgen Brood beveiligd worden. ZOOISHET,datW|™ ten algemeenen ^^ji^den 21 December hebben goedgevonden de P*^a*eb^n kragt te ftellen, I7o* in zoo verre te veranderen en■ bu"e» £ hoger in ^voortaan het Roggen Br«rfWd 1 « ^n de zitting deeze Provincie zal mogen J£^0nze Commisfie moeten worden geobfèrveerd. En0p dat niemand hier van onkundig zij, zal deeze^al-  C 213 ) Aldus Gedecreteerd en Gcarrefteerd op 't Landfchaps-huis binnen Leeuwarden., den 3 Februarij 1.-07. Het derde Jaar der Bataaffche Vrijheid. Het Provinciaal Beftuur van Friesland. H. H E T T E M A, Vt. Ter Ordonnantie van Hetzelve, GORN. GODSCHALK MIS-  MISSIVE Aan de Gerechten. Nademaal de jong* Mevers van het Bewind aan den eenen naamde Grooten, - hebbe3 eLgr welgeregelde en gekant de verMserfe^^^t^ Suften hebben trouwe Gewapende Bajom^^- ezen, het geaan-den dag gelegd; edoch ^ de zaak der Vrijvaar voor de goede Ingzettnen^en ^ Regeermg van heid zelve , dat de V001 tonden ^ ^ fe heb. wraaklust opofferen. n11 dervinding geleerd en door het En vermits Wij, door deondevw. ^mstenvelllg befef vanouzenphgtaangefpoora, hebben nood. heid van den Lande, na nj^ove. g^,^ zaakelijk geöordeeld, onder üer g n yan Ml ltaire. van den 4. Af11 ^ "^eeene, hoe genaamde, het zij of Exercitie-Geweeren , dat gee w gelaaten WOr- aanvallende, het. zij v^eren^ en de t den onder het bereik^vankwaj Menfchen met u* ^SS^SSF^p^voor hun Beroep of huishoudelijk f^i^lblieden op uwe verantwoerdeV°°r ^ %  C 215 ) te waaken, bij dezen ten ernftigftenaanbeveelen, gelasten, en authorifeeren, om in uwen bedrijve van alle Perfoonen, welke onder geen door het Volk gewettigd Collegie of in geene publijke Ambtsbetrekkingen zijn^ - van de zulken, welke geene Stemgerechtigde Burgers of onder geen erkend Wapengenootfchap, noch geene Militairen zijn , binnen den kortst mogehjken tijd en op de nauwkeurigfte wijze af te vorderen, alle geweeren en wapens, niet alleen Exercitieen Jacht-Geweeren, maar ook Pistoolen, Zabels, Degens, Houwers, Wind-Busfen, Gefchut, Ganferoeren , Hellefeaarden, Pieken, Kogels, Kruid en Schiet-Lood, - met één woord, al het geen onder Geweer of Ammunitie kan worden begreepen; het aldus gevondene, of aangebragte nauwkeurig te Inventarifeeren, te kenmerken en aan te teekenen, aan men het zelve behoord, of waar bevonden is, voorts zulks in Verzekerde bewaaring te neemen, en vervolgens veilig aan 's Landfchaps Magezijn alhier te Leeuwarden te laaten overbrengen. „,T0TtTdeExecutie van die^ magtigen en recommandeeren Wij Ulieden de raad en adfiftentie van de gewapende Burgermagt in uwen bedrijve te gebruiken* of die van naastbijgelegene Districten en Steden, des nodig, te verzoeken, in gevalle Gijlieden met die in uwen bedrijve mogt bedugt zijn geene genoegzame beveiliging te hebben; en qualificeeren Ulieden al verder, om, wanneer Gijlieden het mogt nodig vinden, de Huizen en Gebouwen of Vaartuigen nauwkeute viüteeren. Wij vertrouwen Ons op Uwe zorge en aétiviteit, dat Gijlieden aan deze Onze goede intentie wel ten vollen zult beantwoorden: en ingevalle van tegenftand, of wanneer Gijheden mogt fuspefteeren, dat iemand eenige Wapenen onder zig behoud, die gehouden is uitkragtdezes, dezelve ove^te geeven, of dezelve verborgen heeft, ofwel Ulieden Cc ter  ter kwaader trouwe zoude ^^^S^Sm tafeeren Wij ten nadrukkelijkften,. om daar van daadeink en Suwkeurig Informatie te geven aan Onze Commisfietot de Binnenlandfche Correspondentie. Wij beveelen Ulieden en het Vaderland in Gódes Heilige protectie! Leeuwarden den 9 Februarij 1797- Het Derde Jaar der Bataavfche Vrijheid. Het Provinciaal Beftuur van Friesland; H. H E T.XE MA, Vt. Tér Ordonnantie van Hetzelve,. GOKN. GODSCHALK. ?Ü5  C ^7 ) PUBLICATIE fjet Provinciaal Beftuur van Friesland, AllrJl??n §eehen die dezen' zullen zien of hooren deezen, HEIL en BROEDERSCHAP! Doet te weaen: Dat het aan den eenen kant ten hoogften noodzaakelijk s, dat de geftatueerde Wetten, wanneer dezelve niet dadeiijjc met de tegenwoordige orde van zaaken en de grondbeginselen _ Onzer gezegende Revolutie ftrijdig zijn, maar tot handhaving der Maatfchappelijke Orde {trekken, met alle kragten moeten worden gemaintineerd; doch dat het aan de andere zijde met minder pligtmaatig is, om alle zodanige Wetten, die alleen door willekeurig gezag op verouderde ■voor-oordeelen en valfche grondftellingen gebouwd zijn, zonder dat zij eenig wezenlijk nut aan de Maatfchappije toebrengen, ja veel meer aan dezelve fchaadelijk, en voor de rust, het genoegen en huisfelijk geluk veeier Burgeren allernadeehgst kunnen worden, af te fchaffen ofte verbeteren. Dat Wij, fteeds bereid om volgens Onzen pligt voor het welzijn en het belang van het Volk dezer Provintie in het algemeen, en van elk Burger en Inwooner derzelve in het bijzonder te waaken, deezen Regel in het oog houdende, de Wet, voorkoomende in het ifte Boek, Tit. I. Art. IV. ■van 'sLands Ordonnantie, waar bij, op gronden van Affiniteit en Zwagerfchap, de Huwelijken met Bloedverwanten of Magen van overleedene Echtgenooten zijn verbooden, daar mede geheel en al bevinden te ftrijden, en derhalven noodzakelijk oordeelen dezelve te moeten veranderen en altereeren. Dat Wij, naa gehoord te hebben een daar toe betrekkeCc 2 lijk  C ais ; tót Rapport eener perfoneele Commisfie, in overweeging genomen hebbende, dat zodanige Affiniteit in geenen deeie als Bloedverwantfchap kan worden befchouwd, dat zells de Mofaïlche Wet, waar op dit Art. in's Lands Ordonnantie verkeerdelijk gegrond was, in geenen deele het Huwelijk van eenen Man met zijner overledene Vrouwen Zuster verbiedt, maar wel het Verbod behelst van twee Zusters te selijk in Huwelijk te hebben, Ja dat geene Goddelijke wet, noch de Wet der Natuur, tegen zulk eene Echtverbintenis eenig gegrond Verbod opleverd; mitsgaders dat diergelijke Huwelijken meermaalen in nabuurige Gewesten en Landen, zoo binnen als buiten de Bataaffche Repubhcq gelegen, zijn, en nog worden toegeftaan, veel al echter bij bijzondere difpenfatie of vergunning. — Alverder in aanmerking neemende, het belang en genoegen van zodanigen Onzer Medeburgeren, die vermeenen dat hunne welvaart aan dergelijk een Huwelijk verknocht is, en dat daar door niemand in zijne Rechten geftoord, noch het algemeene welzijn en orde der Maatfchappij zoude kunnen worden verhindert* — Eindelijk overweegende, dat m eene Vrije Maatfchappij alle Menfchen gelijk zijn voor de Wet, en bii gevolg geene Vergunningen mogen worden toegeftaan aan den eenen, dewelke in gelijke gevallen aan anderen zouden kunnen geweigerd worden. . ZOO IS HET, dat Wij, naa dit en alles wat m dezen behoord, te hebben overwogen, en na ingenomene Confideratien en Advis van de Raaden van Justitie , hebben beflooten, bij verandering van het vierde Artikel inliet eerfte Boek des eerften Titul van 's Lands Ordonnantie, vast te. ftellen, zoo als Wij in de plaatze van het gemelde Artikel vast ftellen bij deezen: . . Dat het, wat aangaat de graaden van affiniteit en Zwagerfchap, en de Huwelijken met Bloedverwanten of Ma-  ! ( ara ) gen van Overleedene Echtgenooten, (voor zoo verre au Z PnMlide" °f Kïndere» van de verfto^eneO vr ftaat aan den Man, om niet de Zuster, of mindeiMn Vn llolll ftemnnng van eene politieke magt nodig te hebben En op dat dit Ons vastgeftelde ter kennisfe van een iegelijk in deze Provincie zoude kunnen koomen zaï d!^ Onze Publicatie ter gevvooner Plaatfen worSen Sgekon d^d en aangeplakt, alwaar zulks te gefchieden gtt Aldus Gedaan en Gearresteerd op 't Land- fchaps-huis binnen Leeuwarden, den 15 Februari] 1797. Het Derde Jaar der Bataavfche Vrijheid. Het Provinciaal Beftuur van Friesland. H. H E T T E M A, Vt. Ter Ordonnantie van Hetzelve, CORN. GODSCHALK. Cc 3  ( 2,20 ) EXTRACT Uit het Register der Decreeten van het Provinciaal Beftuur van Friesland. Ts gehoord het Rapport van de Perfoaeele A C«fleT benoemd ter vernieling der b«waaen uit heSÏ eener Heerfchende, of*—™T<£Z rW T ppraaren van de Hervormde Kerk-uemeenteu., i der Leeraaren vdii verre door de daaromtrentmogt be- of Ordonnantiën., ointrent de Ke lelijke beftelling van de Hervormden en beSSeliik de verkiezing van Predicanten, fpeciaalrjk de RcS^vtn d^^ Maart 1645 , nopens de veiktezing der TeeSren van de Gereformeerde Religie m dit Gewest, S moeien worden van geene verbindende kracht meer fe zi n voor zoo verre betreft de befchikkmg welke de Poitieaue Magt zich dien aangaande heeft toegeëigend, of de S^doorhaar op zoodanige Refolutien of Reglementen ianctie UUU1 , f , , worden verklaard voor vermefS^biiïn^a geft ld, alsOverblijfzelen van hetftd^I^ hTJ^Ikc^ dewelke m een Land daar fJTS^m Vrijheid zijn zal , niet kunnen worden geduld. 2ul-  C 221' ) Zullende een Extract van dit Decreet worden pvergebragt aan onze Commisfie van Gedeputeerden; cn wijders aan de Kerkelijke Clasfen mitsgaders aan de Kerkenraaden van deGereformeerden in dit Gewest, eenExtraft worden cezon-den tot hun naricht. ö • Aldus Gedecreteerd op het Landfchaps- Huis binnen Leeuwarden,, den 23 Februarij 1797,. Het derde Jaar der Bataaffche Vrijheid. Accordeerd met voorfch. Register. In kennisfe van Mij Secretaris, GO RN. GODSCH ALK. PU.  PUBLICATIE Het Provinciaal Beftuur van Friesland, Allen den geenen die dezen zullen zien of hooren l^n^EU?è ^ROEDERSCHJPl Doet te weeten: Dat Wij, in overweginggenomen ^^^ll het welk de Lieden welke hunnen kost met Vislüien n Binnen-Wateren en verkoopen van Visc^™™>v^ door het verbod, in het 17 Art van JP^^^rboa2 Sept. 1795 yoorkoomende, van jetomend^ den v den tijd volftrekt niette mogenVisfchen, Se tijden van het Jaar ter bevorderingvande visetaet sonde' mogen worden gangen, ^ 2u^ ^ Aal en Snoek. vnn T-TFT dat Wij, de deswegens aan Ons gedane veLgenS'Sffi* , h*ben goedgevonden e» S, het .7 Art. van de Pnbhcafe de dato 23. Sept»  ( 223 ) bet 1795. in zoo verre te altereeren, gelijk wij het zelve altereeren bij dezen: dat het in dien Artijkel gedaan verbod , om van den 1 Maait tot den 12 Maij niet te mogen Visfchen, geene betrekking hebbe op het Visfchen met Aalfuiken op Aal en Snoek, noch op het houden en verkoopen van dezelve geduurende den verboden tijd; maar dat ten dien aanzien de verleende vrijheid in de gefielde bepaalingen in de Publicatie van den 27 Maart 1795. wederom worden in kragt gefteld. En op dat een iegelijk dien het aangaat, hier van de nodige kennis zoude bekomen, zal deze alomme in dit Gewest ter gewooner plaatzen worden afgekondigd en aangeplakt. Wordende de refpective Gerechten verzogt, dezelve van ftonden aan in hunnen Bedrijve te doen publiceeren. Aldus Gedaan en Gearrefteerd op 't Landfchaps-huis binnen Leeuwarden , den 28 Februarij 1797. Het derde Jaar der Bataaffche Vrijheid. Het Provinciaal Beftuur van Friesland. E. M I E D E M A, Vt. .- Ter Ordonnantie van Hetzelve, CORN. GODSCHALK, Dd PU'  C 224: % PUB.L I CATI E Het Provinciaal. Beftuur van Friesland r. Allen die dezen zullen zien of hooren leezen, HEIL en BROEDERSCHAP! Doet te mem: ■ Dat Wit om te voldoen aan het verzoek van het PROVINCIAAi BESTUUR van HOLLAND bij dezen ter E van de Ingezetenen dezer Provincie brengen: Dat het zelve Beftuur, met overleg van eene Commisfie uit de Invoer van Rundvee binnen die Provincie, als nog te verEen tot deszelfs nadere opheffing, met .uitzondering Stansvïn zodanig Rundvee, het welk bepaaldelijk uit de P ovind^n FRIESLAND . en GRONINGEN te water ^lOToSgevoe^d; onder deze Voorwaarden en Bepahnfen dat alle zodanige Runderbeesten, ten minften een half Taar te vooren in de gemelde. Provinciën moeten zijn ge, S£* eTdawaarts niet van elders ingevoerd; en dat die Runderbeesten, ten bewijze daarvan, zullen moeten weeIn vooS van Gerechtelijke Atteftatien van de Plaats, van Tar vervoerd zullen worden, inhoudende, dat dezelve in een van de beide voorfchr. Provinciën meer als een half faar te vooren zijn geweid of geflalt geweest, èn dat voorts op die Plaatzen geene accidenten van Vee-ziekte zedert een Jaar zijn befpeurd geworden. Zullende , ingevolge de dien aangaande bij het PROV1NTIAAL BESTUUR van HOLLAND gearrefteerde Publicatie de Béésten Wélke in deze uitgezonderde Cksfe vallen dieMogten worden ingevoerd of op Markten inHolW^ c/ebra^ zonder boven omfchrevene Atteftatien, .. veriïnJ^nf en daar en boven die geene welke daar aan Sdig mo'gten zijn, met eene Boete vandne hondert Gul-  ( 225 ) dens worden geftraft, zodanig te verdeden,-als omtrent andere Boetens, bij de Publicatie van welgemeld BESTUUR •van den 20 December 1796. is geftatueerd, — en welke Publicatie voor het overige als nog in haar geheel blijft. En ten einde van onze kant zorge te draagen, dat van de voorfchreven vrijlating, (waar door de Ingezetenen van dit ' Gewest aanmerkelijk boven andere Provinciën worden gefavorifeerd,) geen misbruik gemaakt worde, gelasten Wij de Commiefen van 's Lands Middelen, de Opzigters, Chergers en verdere Lands Bediendens, in de Havens en Plaatzen van waar Rundvee naar Holland mogt worden vervoerd, om nauwkeurig toe te zien en te doen letten, of bij de aldus uitte voeren e Beesten behoorlijke Gerechtelijke Atteftatien zijn , in maniere als voorfchreven is. Zullende ingevake contrarie bevonden word, of dat de Atteftatien valsch mogten zijn, de aldus uittevoerene Beesten ten profijte van den Lande verbeurd zijn, en daar te boven de Afzenders vervallen in eene Boete van drie hondert Guldens, te verdeden de een derde part ten behoeve van den Officier die de Calange doet, een gelijke derde part ten behoeve van den Aanbrenger, en het overige resteerend derde ten behoeve van de gezamentlijke publique Armen der Plaatze, zonder onderfcheid van Rehgie, alwaar de Overtreding zal gefchied zijn. En op dat deze ter kennisfe onzer Medeburgers zoude komen , zal dezelve in dit Gewest worden afgekondigd en aangeplakt, op de Plaatzen daar men gewoon is Publicatie en Aftixie te doen. Aldus Gedaan en Gearrefteerd op YLandfchaps4mis binnen Leeuwarden, den 12 April 1797. Het derde Jaar der Bataaffche Vrijheid. Het Provinciaal Beftuur van Friesland. J. G E R M A N S, Vt. Ter Ordonnantie van Hetzelve, CORN. GODSCHALK. Dd 2 PU-  ( 2,26 ) PUBLICATIE TTet Provinciaal Beftuur van Friesland, i~l Allen die dezen zullen zien of hooren leezen, HEIL en BROEDERSCHAP! Doet te weeten: Dat Wii uit overweging hoe het eene van Onze eerfte al het geen daar toe nodig is, moeten gevonden worden ron de Seldfte, zekerfte en minst bezwaarende wijze mhebben bedagt geweest eene venngtóng omtrent de Belastingen en Impofitien te kunnen iliV^f ^bter hoe zeer Wij daar over met allen ernst hebbefged^ereerd toTnog toe geen toereikend ftelzel op ÏÏt welk niet grond koude gerekend worden, en dat aan de ^odzakenjkl vereischten\oldeed, bij Ons is gevonden §eDaftafchen Onze deliberatien over dat Onderwerp, den jd wederom verfchijnt, waar oP de lopende Lasten Whks gewoonlijks worden gecontinueerd, en W j , hoe JSe daarin verandering wenfchende te maken, zulks n et fermoaen te doen dan op gronden van fchijnbaare verbeft- mef^t rijpst ov§erleg behoord en niet dan na vergelijking en omzi«tig beraad, kan worden vastgefteld. 70 IS HET dan dat Wij hebben moeten befluiten, goedvinden en ftatuëeren, het geen Wij ftatuëeren bij dezen : Pat nogmaals methetheften der lopende Lasten, zo Or  C 227 ) dinaire als Extra-ordinaire, welke met den laatsten Februari]' dezes Jaars geëxpireerd zijn, en met den laatften April eerstkomende liaan te verfchijnen, zal worden gecontinueerd; echter zonder bepaling van tijd , maar Provifioneel, ter tijd en zb lange daar omtrent verandering en verbetering zal kunnen worden ingevoerd, of een geheel nieuw Plan van Heffing kan worden in werking gebragt. Verzekerende plegtig Onze Medeburgers , dat Wij met de meest mogelijke oplettenheid zullen werkzaam zijn, om in dezen de nuttig bevondene verbeteringen en veranderingen in te kunnen voeren. En op dat niemand hier van onkundig blijve, zal dezen in dit Gewest ter gewooner Plaatzen worden afgekondigd en aangeplakt. Gegeeven te Leeuwarden, den 28 April 1797. Het derde Jaar der Bataaffche Vrijheid. Het Provinciaal Beftuur van Friesland. KLAAS I G L E S, Vt. Ter Ordonnantie van Hetzelve CORN. GODSCHALK. Dd g i»TJ<  ( aa3 ) PUBLICATIE Het Provinciaal Beftuur van Friesland, Allen die dezen zullen zieu of hooren leezen, Ht.lL. en BROEDERSCHAP! Doet te weeten: Dat zich aan Ons bij Requeste geadresfeert heeft Douwe van Aijlva, vertoonende hoe hu door ^ Vrnheidverdrukkende Revolutie van den Jaare 1787. g^°™ geweest is zijn Huis, Vaderland, Goederen en Bezittingen feTerkaten en dezelve Goederen en Bezittingen aan de discrëtie van vreemden over te geven,, op we kers goede trouw hij zich had verhaten, - dan dat hij zich, m het Vaderland te rug gekeerd, niet weinig in dat goed veitrouwe7had gevondtnte leur gefteld; dat hem vervolgens als lSl van dl Vergadering der Reprefentanten dezer Provintie, door eene Politique dïpofitie het verblijf m dezelve was ontzegd geworden, zo dat hij ten tweeden maale zich 'had moeten verwijderd houden van de beheermg zijner Eigendommen, waar door zijn Boedel moet zien ruineeren, fonder daarop ordre te kunnen ftellen! Weshah/en hij getoftig verzogt, om, bij aldien Wij niet zouden kunnen goedvinden de politique Dispolitie tegens hem genomen m Fe trekken, en te vernietigen, hem te vergunnen voor den den tM van zes Maanden veüig in deze Provintie te mogen veleeren en in te koomen, ter redding zijnes Boedels, zonder aan eenige onaangenaamheid te zijn bloot gefteld. ZOONET, dat Wij, daar op ernftig hebbende gedelibereerd, en in aanmerking genomen de redenen en motiven door hem Sicco Doumvan Aijlva ^gebragt, op welke zihi voorfchreven verzoek is fteuner.de; en overweegende dat denzelven in de Publicatie der Reprefentanten het Volk van Friesland de dato »Sfe Jumj, üegts voo  ( 229 ) ah nog was uitgefloten geworden van het effect der Proclamatie van welgemelde Reprefentanten, den 3ifte Maij des zeiven Jaars aan het Volk van Friesland gedaan, over het lij vergetelheid ftellen van de verfchillen, ter zaake van de eenkomst eener algemeene Nationaale Vergadering, in dit Gewest plaats gehad hebbende; - en vooral in aanmerking neemende het vrijwillig voorneemen van den Suppliant, om Zich te willen onderwerpen aan de voorwaarden, op welke net aan eenigen des tijds is vergund geworden, zich wederom onverhinderd tot hunne Huisgezinnen en Bezittingen m dit Gewest te begeven; - om alle deze redenen hebben goedgevonden en gedecreteerd, het geen Wij bij dezen Arresteeren: Dat het aan S/cco Domve van Aijlva, op zijn verzoek word vergund, weder vrij en onverhinderd in deze Provin^ «e te rug te keeren., en de politique Dispofitien, tegens Hem bevorens genomen, worden ingetrokken en vernietigd; alles op dezelfde voorwaarde en onder gelijke bepaaling, zo 1 als zulks ten aanzien van de zeventien, in de Publicatie der Reprefmtanten van het Volk van Friesland, de dato safte Jumj 1*70(5. genoemde Perzoonen, isgefchied; Ontheffende denzelven mits dien bij dezen van alle Jufticiëele of Gerechtelijke Vervolgingen ter voorfchreven zaake. En op dat deze Onze Dispofitie in dit Gewest zoude bekend worden, zal hier van Publicatie en Affixie worden gedaan, ter Plaatzen waar zulks gewoonlijk gefchied. Aldus Gedecreteerd en Gearrefteerd op *t Landfchaps-huis binnen Leeuwarden, den 23 April 1797. Het Derde Jaar der Bataavfche Vrijheid. Het Provinciaal Beftuur van Friesland. K LA AS I G L E S , Vt. Ter Ordonnantie van Hetzelve, CO R N. GODSCHALK.  C 230 ) PUBLICATIE Het Provinciaal Beftuur van Friesland, Allen die dezen zullen zien of hooren leezen, HEIL en BROEDERSCHAP! Doet te weeten : Alzo Wij, in aanmerking neemende dat den tijd begint te naderen waar op eene nieuwe Verkiezing van Leden en Sta voo? een Provintiaal Beftuur dezes Gewests zal moeten gefchieden, hetwelk het Reglement waar na Wij zijn verkozen onze heden zal vervolgen; eenige proviflone le Verandrangen. hebben gemaakt in het gedagt Reglemenwelke Wg aan het oordlel onzer Medeburgers hebben willra voor.ara;gen, mitsgaders zodanige Aanmerkingen als welke dezelve op het ^gTRegTement zouden begieren te maken nog tijdig m °VZOt HETmednat Wij bij dezen aan de approbatie van oJe Mede^rg^^gen, de navolgende bij Ons nc dL gelrdeeïde veranderingen in het Reglement ter daaftfllïng van een Provintiaal Beftuur voor het Folk van Frie* den 1 Junij 1796. gearrefteerd; Dat aster het 34 Art. van het 3de Hoofdftuk zal wor der?gevo§egd: En die bereids in eene voorige Grond-Verga%fg, tverklaaring, Art. 10. Lt. F. vermeld, zullen Actorde geroijeerd, en daar voor in de plaats ceftdd De Leden der 'Gerechten of Plaatzelijke Regeermanzullen niet alleen verkiesbaar zijn, maar verkozen wordende zich niet mogen onttrekken, dan om wettige redenen ondr de bepalingen in Art. 56. breder vermeld. Edoch "uilen d particulien' Ontvangers en Collecleurs wanneer trkoJn Clen, ter. hunner keuze hebben, of dezelve den  C 231 ; Post als Lid van hst Beftuur aanneemen; en zo ia venplicht zijn hun Ontvang of Collebl, ten genoegen van de Belanghebbende over te dragen. Dat voorts de verkiezing gefteld worde, op Woensdag den 14 fumj eerstkomende. ö Verders verzoeken Wij die onzer Medeburgers , welke Ke eenige Aanmerkingen op het meergemeld Reglement ter daarftellmg van een Provintiaal Beftuur, of op de door ons brj dezen voorgeftelde veranderingen, wilden maken, dezelve binnen veertien dagen na Publicatie dezes aan Ons in te zenden, ten einde daar van nog tijdig zodanig gebruik kan gemaakt worden als Wij na overweging van dezelve zullen verftaan nuttig en nodig te wezen. En op dat niemand hier van zoude onkundig blijven, zal deze ter gewooner Plaatzen in dit Gewest worden afgekondigd en aangeplakt. ** Aldus gedaan op het Landfchaps-Huis binnen Leeuwarden, den 4 Maij 1797. Het derde Jaar der Bataaffche Vrijheid. Het Provinciaal Befluur van Friesland. KLAAS IGLES, Vt. Ter Ordonnantie van Hetzelve, CORN. GODSCHALK. Ee MIS-  MISSIVE Aan de Gerechten. jyademaal Wij bij Onze aanfchrijving van rin^twf' STmK W6' hebben gekst de InVorde1 In oD^Pvn f Wen1' t0t aM den eerfte» Novemb- ^tsttemT ?° aI^In de Pubhcatie van den 23fte Sep¬ temb 1795. was bepaald -y en 'er door de Invoering van het £ NatlnnLr°vde opende Burgermacht bij restetd ^^^""«den 13de Septemb. 1796. Gearl dnt van Sr JST ^ T Contribu^ tot in Standhou- A^erWn^ °nZer VriJhdd zal raoe" ten 111 weikmg komen, het welk met ifte Tanuarii 1707 zal ingaan, waar door dus nog twee. Maanden van het fe- woon Wapengeld ten agteren zouden blijven, bij aldK 111 met wierde voorzien! J ' J *fbben ^1' ter gemoedkoming van de kosten, die tot de Aanmoediging en Volmaaking ?an de Burger-Wape- rnV'?nÏÏht701'deï' £n d00r 0ns zii" e» woS aang har g gt' f6 tWCe ^rMligc Maanden van het jaar 1796, nog te haten invorderen op den ouden Voet m afwagtmg van een nieuw Plan, door Onze Commisfieter r£gw2nrne W^ï?^ fi ^« te'onTwS'n Waarom. Wij UI. bij dezen gelasten, order te ftellen dat de twee Maanden Novemb. % Decemb 1?96W^nGeld, op den voet m de Publicatie van den 23fte Septemb. 1796- bepaald ten fpoedigften worden ingevorderd en oveïgebrfgt ^ ** Compt0ir der ^oree" ^ntne tinlnndJ Eïfbbouwe\Wii UI. bij dezen, dat de Belasting op de Rydtmgen en Jachten, bij Publicatie van den 2 Maij  C 233 ) Maij 1795, vastgefteld, door Onze Publicatie van den £3 April laatstleden wederom is gecontinueerd, e'n dat de invordering daar van zal moeten gefchieden op den tijd en wijze zo als zulks bij gemelde Publicatie van den a Maij 1795, is bepaald en omfchreven. Nog is het Ons dienftig vóórgekomen, dat Wij UI. toezenden Ons Decreet van den 23 Februarij laatstleden, waar bij alle inzage en befchikking van de Politique Magt, over de wijze van Verkiezing der Leeraaren van eenig Godsdienftig Kerk-Genootfchap, word vernietigd; niet twijffelende of Gijlieden zult, van deze Onze rechtvaardige en noodzakelijke Dispofitie bewust, U daar na gedraagen, zonder U met de wijze van Verkiezing der Leeraaren en Kerkelijke Beambten in te laaten. Wij bevelen UI. in Godes befcherming en verblijven na Broederlijke groete! Uwe Mede-Burgers! Het Provinciaal Beftuur van Friesland. KLAAS I G L E S, Vt. Ter Ordonnantie van Hetzelve, CORN. GODSCHALK. Leeuwarden den 4 Maij 1797. Het Derde Jaar der Bataavfche Vrijheid. Ee 2 PRO:  C m ) PROCLAMATIE Het Provinciaal Beftuur van Friesland. Aan het Volk van Friesland. MEDE-BURGERS'! (Qaven Wij bij Onze Publicatie van xlen 28 April laatstleden, ter previüoneele continuatie van de lopende Lasten, te-kennen, dat Wij meermaaien bedagt geweest-waren, eene verandering omtrent de Belastingen en Jmpofitien te kunnen invoeren, — dan dat Wij tot nog toe geen toereikend Stelzel, op het welk -met grond konde gerekend worden, en dat aan de noodzakelijke vereischtens beantwoorde, gevonden hadden : Wij verzekerden UI. toen ook plegtig, dat Wij met de meest mogelijke oplettenheid zouden blijven werkzaam zijn, om in dezen de nuttig bevondene verbeteringen en veranderingen in te kunnen voeren. Gewisfelijk ook moet het groot en eenig doel van getrouWfcsen eerlijke Beftuurdew zijn, om bet Volk, wiens belangens aan hun ter behartiging zijn toevertrouwd, zo gelukkig mogelijk te maken; - het zelve van drukkende en onevenredige Lasten te ontheffen , zo veel den toeftand van het gemeene Vaderland toelaat; - zodanige maatregelen te neemen, als welke ,gefchikt zijn om Revolutien door nuttige verbeteringen te doen opvolgen , en alzo in zegeninge te doen blijven; — de belangzugtige overtredingen en ondeugden tegen te gaan, en getrouwheid, eerlijkheid en belanglooze Vaderlandsliefde aan te kweeken 4 — de Wet voor allen gelijk doen zijn, en den woeker de gelegenheid te beneemen, om zich ten koste van het algemeen welzijn te bevoordeelen; - die barbaarfche inftellingen te doen ophouden,  C &35 ) den, volgens -welke de Bedrijvers van gelijke misdaden de eenen met Geld kunnen afkopen, het geen de anderen, (uit onvermogen) met bet Lijf moeten boeten, voor misdaaden tegens de publieque welvaart. Het is daar en tegen maar al te kennelijk, Medeburgers 1 boe veele fchandelijke misbruiken in de tegenswoordige heffing der Impoikien in dit Gewest plaats hebben, misbruiken en fraudes , die van dag tot dag fchijnen te vermenigvuldigen , na maate de misdaad meer en meer gelegenheid gevonden heeft om het waakzaam oog van de Opzieners over 's Lands Gerechtigheden, te ontduiken , — of door andere wegen en middelen, Goederen en Waaren onbezwaard in de Provintie te voeren , die even duur verkogt worden al ■ware er den Impost van betaald; door welke handelingen niet alleen 's Lands Kas onberekenbaare nadeelen moet lijden, maar de Ingezetenen daar te boven met Lasten worden bezwaard , die enkel en alleen komen in de beurfen van in fchelmerij ervarene Woekeraars! — Echter ontbreekt het niet aan een genoegzaam getal Beampten van allerleien aard, om op de richtige invordering van de Impofitien en Middelen toe te zien: eene aanzienlijke Som der Penningen, welke uit die Middelen worden opgebragt, moet befteed worden voor Tracbimenten en verdere uitgaven, om 'er ;de inkomften van te verzekeren. Het is waar dat elk Ingezeten het zijne, na mate van verteering uit noodzakelijkheid, en tot vermaak of gemak, ongevoelig in de Imposten en Middelen van Coniumptie bijdraagt. Maar, het is ook eene fmertelijke waarheid, dat een gedeelte van dien opbreng, in fchraapzugtige handen vervalt, 'dat een gedeelte daar van ftrekt om de ondeugd aantekweeken, en dat eerlijke Kooplieden, 'die 's Lands 'Gerechtigheden niet willen benadeelen, als het ware gekromd moeten gaan onder een juk, -dat anderen'oaibcfehaamdw-eeten aff*e fchudden. Ee 3 Zo  C 336* ) Zo lange een Stelzel van Belastingen, het welk de vrije vervoering der Goederen van het eene gedeelte der Republiek naar het andere ftremd en bezwaard, in wezen is, zullen ook natuurlijk de Commercie, Fabrieken en Handwerken kwijnen; — of ten minften niet die voortgangen kunnen maken i welke eene onbelemmerde circulatie van Waaren alleen kan doen gebooren worden; en een bezwaar op de buitenlandfche Werkftoffen, te gelijk met eene gemakkelijke Uitvoert van onze eigene Producten, kan verzekeren. Elk Gewest ftaat op zich zeiven, als een afzonderlijk Land: men wil het uitfluitend voordeel van zijne Provintie behartigen ; - en daarom word het algemeen belang , de begunftiging namelijk van de bronnen van beftaan en welvaart van het Gemeenebest , verwaarloosd. — Wanneer dus de Bataaffche Republiek zal Een en Onverdeelbaar zijn, zo wel met betrekking tot haare inwendige gefteltcnis, de bevorderingvan den bloeij en welvaart haarer Fabrieken, Trafieken, Handwerken, Landbouw en Scheepvaart, als ten aanzien van haar Beftuur; — dan ook zullen alle die fchutsboomen zijn opgeheven, en den Nederlander, onverfchillig in welk Oord van het Vaderland woonagtig, zal zwaarigheden van zelve zien verdwijnen, die in een Fiederatif, of op het denkbeeld van afzonderlijk belang der Provintien fteuuend Staatswezen, onoplosbaar fchijnen. — Dit gedeelte van de Bataaffche Republiek, door zijne eigenaartige ligging van zelve gefchikt om alle de voordeden van eensn vrijen handel te genieten, — zal als dan zich niet meer belemmerd bevinden door Inftellingen en Wetten, die jaloerfche Nabuuren in het zelve Vaderland begunftigen: het zal zich zeiven eenen weg gebaand zien, om ook Pakhuizen op te vullen met Waaren, welke thans uit eene tweede of derde hand fchaars op haaren grond worden gebragt, en even maar toereikend zijn voor zijn nooddruft. Dit  C *37 ) Dit alles, Medeburgers! heeft ons genoopt, om bedagt te zijn op een Ontwerp, hét weikin de plaats van zo veelc ftrijdigheden zoude kunnen worden ingevoerd, terwijl het teffens evenredig, zeker, en zo min mogelijk bezwaarend voor de Ingezetenen zoude moeten zijn: want, aan hoe veele zwarigheden het tegenswoordig Stelzel der Impofitien, hier boven afgefchetst , ook onderhevig zij , het zelve brengt niet te min eene aanzienlijke Som aan tot ftijving van 's Lands Finantien, en de omftandigheden kunnen niettoelaaten, voor als nog verminderingen in te voeren, zal Friesland getrouw zijn aan de plichten die het zelve aan Nederland verbinden; zal het zelve met dezelfde vrijmoedigheid het hoofd kunen opfteeken , zo als het zulks in het verkopen Jaar heeft mogen doen. Veertig Millioenen zijn door de Nationaale Vergadering berekend om de noodwendigheden goed.te doen, die het belang van dit Gemeenebest vereifchen : waar van de afbetaling nog volgens de Quota zal moeten gefchieden; zo dat bijna vier Millioenen alleen dit Jaar ten laste van Friesland komen. Elk uwer bezefd dus, dat Wij wel verandering mogen invoeren , maar geene verligting in den opbrengst kunnen daar ftellen: die alleen zal kunnen komen door de vestiging van eene algemene Vrede, — waar toe de voóruitzigten nochtans van dag tot dag gunftiger worden. Wij hebben evenwel, Mede-Burgers! Uwl. een bewijs willen geven, dat Wij Onze verzekering, van werkzaam te zijn tot uitvinding van verandering in het dragen der gewoone Lasten \ ter goeder trouwe gedaan hebben. Eene Commisfie, tot dat einde uit Onzer midden benoemd, heeft Ons een Plan voorgedragen, door welkers invoering zij oordeelde dat alle Impofitien ci; Middelen zouden kunnen worden opgeheven, en eene evenredige Quoti- fatie  ( *38 ) fatie op de Inkomften ingevoerd, waar door eene gelijke of grotere Som Penningen in 's Lands Cas zoude komen, dan'die welke de gewoone Middelen en Impofitien hebben opgebragt, op eene zekerder, evenrediger en minder drukkende wijze. Het zelve Plan overwogen en daarin eenige verbeteringen gemaakt hebbende, is bij Ons waardig gekeurd om aan UI. ter beoordeeling te worden voorgefteld, zo als Wij bij dezen zullen doen. Voor af willen Wij U nog eerst eene optelling doen van de Impofitien en Middelen, welke bij de invoering van dat Plan zouden worden afgefchaft. Zij zijn: den Impost op Lakens en Kramerijen; de Havenfpecien; den Impost op de Azijn-makerijen; op de Zoetewaren, Vruchten, Specerijen; op de Zeep en vette Waren; op de Zeepziederijen; op de Zoetewijnen, de Verhoging der Wijnen en Uitheemfche Bieren; op de Coffij en Thee; op de Tabak; op de Uitlandfche Brandewijn en gedisteleerde Wateren; op de Inlandfche gebrande Wijnen en Distelatien; op het Zout; op het Gemaal, zo Inlandfch als Buitenlandsch; op de Gortmakerijen, op de Pelmolens; op de Uitvoer van Gort; op de Stokerijen; op het Beestiaal; op de Turf en het Brandhout; en eindelijk het Hoofd of Familie-geld, Alle deze Lasten en de tot invordering van dezelve benodigde Beampten, zouden in eens kunnen worden afgefchaft, wanneer het volgend Ontwerp Uwe goedkeuring mogt wegdragen. NIEUW  C =39 ) NIEUlf PLAN van Behstme voor het FRIESCI1E VOLK, door wakers Inlroduclie de tegenwoordig plaats hebbende Impofitien worden vernietigd. ARTIKEL I. J^eeze belasting zal geheven worden van de Inkomften of Gewinnen, welke een iegelijk in een Jaar maakt. 2. Er zullen 38 Clasfen zijn, verdeeld als volgd: Clasfen Inkom., Gewinn. &c. Foumisfement 1 ■■' 1 ■ 200 ■ -—— 15 - o - o 2 ■ 250 ■ 1. 20 - o - o 3 3oo i— ——-- 25 - o - o 4 350 30 - o - o 5 400 1— 35 .- o - o o —— 450 , 40 - o - o 7 ■ 500 45 - o - o £ der Inkom, en Gewinnen. 8 700 - 525 - 52-10-0 9 - 800 - 600 - 60-0-0 so - 900 - 675 - 67-10-0 11 - ïooo - 750 - 75-o-o 12 - 1100 - 825 - 82-10-0 *3 - 120D - 900 - 90-0-0 14 - 1300 - 975 - 97-10-0 15 - 1400 - io5° - 105-0-0 a6 - 1500 - 1125 - u2 - 10 - o 17 - 1600 - 1200 - 120 - o - o 18 - 170O - 1275 - ï.27 - 10 - o 19- - 1800 - 1350 - 135 - o - o 20 - 1900 - 1425 - 142 - iö - o 21 - 2000 - 1500 - 150 - o - o Ff ' Clas-  ( 24° ) Clasfen Inkom. £ der Inkom, en Gewinn. &c. Gewinnen. Foumisfement. 22 - ' 2200 - 1650 - 165-0-0. 23 - 2400 - 1800 - 180-0-0 24 -. 2600 - 1950 - 195-0-0 25 - 2800 - 2100 - 210 - o - o 26 - 3000 - 2250 - 225-0-0 27 - 3400 - 2550 - 255-0-0 28 - 3800 - 2850 - 285.-0-0 29 - 4200 - 3150 - 315 - o - o 30 - 4600 - 3450 - 345 - 0 " 0 31 - 5°°°. " 375o - 3j'5,-i Q- ° 02 . 5600 - 4200 - 420-0-0 «, . 6200 - 4800 - 465 - 0 - 0 04 - 63oo - 51°° " 5io-o-o 35 - 7400 * 555o - 555 - 0 -0 06 - 8000 - 6000 - 600-0-0 %f - 9000 - 6750 - 675-0-0 a8, - 10,000. - 7500, - 750^0 - O 3. De Huisgezinnen, in de zeven eerfte Clasfen begie pen, zullen voor de bij hun in huis zijnde Kinderen, voor de Zoons beneden twaalf, en de Dogters beneden de veertien Taarenoud, kunnen korten, in manieren als voigcl: A. De eerfte Clasfe, voor elk dier Kinderen.^ tiende gedeelte van het geheele Foumisfement. - •> B. De tweede Clasfe een twaalfde gedeelte voor elk Kind. C. De derde Clasfe, ee« veertiende gedeelte voor elk Kind. D. De vierde Clasfe, een zestiende gedeelte voor elk Kind- E. De vijfde Clasfe, een agt tiende gedeelte voor elk Kind. F. De zesde Clasfe, een twintigje gedeelte voor elk Kind. G. De zevende Cksie, een vijfen-tmntigfte gedeelte voor 4. Die boven de zeven eerfte Clasfen komen zullen van ï ge  C mi ) I (red^elte van hunne Inkomften, Gewinnen en Vcrdienften contribueercn : welk l gedeelte de Som zal uitmaken, waat van het Fournitiement overeenkenuhg de geftelde Claslihcatie in Art. 2. zal moeten gefchieden; blijvende dus het overige i gedeelte onbezwaard. _ 5 Vrijgêzels, welker Inkomften en Gewinnen met zo hoog zijn dat zij onder de Clasfen zijn begrepen, zullen contfibueeren op den voet zo als in de Clasfen is bepaald, te weeten van i gedeelten van hunne verdienst of inkomst, den tienden Penning. 6 De Dienstboden die 30 Guldens en daar boven, tot 50 Gul'dens incluis, verdienen, zullen van elke Gulden een halve Stuiver jaarlijks contribueercn; en die boven de 50 Guldens Jaarlijks verdienen, zullen van elke Gulden een Stuiver aan den Lande opbrengen. , , .. . , 7 De voorfchreven Quotifatie zal op omfchrijving van de refpective Gerechten, in Termijnen nader te bepalen, worden betaald, aan den geenen welke van wegens de Gerechten daar toe zullen worden gequalifkeerd. _ 8. Voor de Omfchrijving en Ontvang der Penningen, zal a Gulden pro Cento worden betaald. . o Dat de berekening van een ieders Inkomften, Gewim nen en Verdienst, zal gefchieden na beste geweeten, over een geheel Jaar, aanvang neemende met den dag dat de Quotifatie zal wezen gearrefteerd, en loopende tot aan dien zelfden datum van het eerst volgend Jaar. Zullende die Ingezetenen, dewelke bezwaarlijk de berekening kunnen doen, verpligt zijn in gemoede de Quotifatie te maaken volgens hunne bevorens genotene gewinnen en tegenswoordig beftaan. 10 Dat het aan elk Ingezeten vrij zal ftaan om zich zelvcn, ingevolge de geftelde Clasfuicatie, te quotifeeren; mits daar omtrent ter goeder trouwe en met de meeste accuratesfe te werk gaande. Ff 2 «• Dat  C 242 ) 11. Dat ten dien einde de Gerechten,, binnen zekeren korten tijd na het arrefteeren en afkondigen van het voorfch. Plan, aan elk Ingezeten (die niet uit Arme-kasfen bedeeld word) zullen doen rondbrengen een gedrukt Billet, waar in een ieder verpligt zal zijn in te vullen in welke Clasfe hij zich zelve in gemoede vermeend, te moeten quotifeeren. 12. Dat het gemelde Billet binnen zekeren tijd, namens de Gerechten wederom zal worden afgehaald , en als dan (ingevuld en ondertekend door elk Ingezeten) zal moeten te rug gegeeven worden. (Alles op zekere poene nader- tegens de nalatigen te.bepaalen.) 13. Dat elk Ingezeten getrouwelijk, ingevolge de Clasfen, waarin hij zich opgegeeven heeft, binnen de bepaalde Termijnen het verfchuldigde in deze Heffing zal fourneeren. (Mede op nader te bepaalene Poenen.) 14. Dat, om te zorgen dat elk zich in dezen na behooren kwijte, eene Commisfie uit de refpective Gerechten met toevoeging van twee of drie eerlijke en getrouwe Burgers, elk in den haaren zal worden aangefteld, en belast, om de ingekomene Bilietten, onder in agthouding van Secretesfe, te examineeren.' 15. Dat in het Billet, waar bij zich de Ingezetenen zullen moeten Clasfificeeren, zal moeten geinfereerd zijn, eene Periode, inhoudende : Bat deze hunne Opgave gefteld is ter goeder trouw en naar hun best geweeten; met verklaaring, van, des gerequireerd, zulks met plegtigen Eede te willen bevestigen,. 16. Dat de opgedagte Commisfie, bij de opening der Bik letten vermenende met recht te mogen vermoeden, dat de opgave niet getrouwelijk is gedaan, de zodanigen dadelijk voor zich zal moeten ontbieden. 17. Dat zij van hun, op wienzij vermoeden gegronde fu- fpicie  C 243 ) ipicie te mogen hebben, zullen moeten vragen, accurate aantoning van de deugdelijkheid der gedaane Opgave. 18. Dat de Commisfie, bevindende dat daaromtrent kwade trouw plaats heeft, zodanige Ingezetenen zal kunnen ftellen onder die Clasfe, waar onder zij naar beste geweeten zal vermeenen dezelve te moeten Clasfificeeren. 19. Dat echter de alzo nader geclasfificeerde Ingezetenen, vermeenendc.daar mede bezwaard te zijn, zich zullen kunnen adresfeeren , en daar over doleeren, bij eene Commisfie uit het Provintiaal Beftuur ten dien einde te qualificeeren. ao._ Dat deze laatfte Commisfie, na verhoor van dengenen die zich bezwaard rekend , mitsgaders ma ingenomen te hebben het bericht van de Commisfie welke de eerfte opgaven heelt geëxamineerd, finaal zal beflisfen. 21. Dat van de ingekomene Opgaven in elk Diftricf of Stad, een nauwkeurig Register of Cohier zal worden opgemaakt,, en daar van binnen een bepaalen tijd een afichrift moeten gezonden worden aan 's Lands Rekenkamer ter revifie, of alles is gefteld en verricht overecnkomftig de bepalingen in de Ordonnantie van Heffing gefteld.. 22. Dat de Commisfie tot de Finantien haare Remarques op eenigen Post makende, dezelve ter fpoedigc oplosfing of verbetering zal zenden aan de Commisfie in elke Stad of Diftnct, tot Ontvangst der aangave gefteld; en dat zulks hinnen eenen bepaalden tijd zal moeten gezuiverd zijn. 23. Dat de invordering der Quotifatie-penningen zal gefchieden, van de zeven eerfte Clasfen, om de zes weeken telkens het een agtfte van het geheele Foumisfement; en van de overige Clasfen, 0111 de drie Maanden, telkens het vierde gedeelte van het geheele Foumisfement. 24. Dat de Gerechten zullen aanftellen ten hunnen pericul, eenen Ontvanger en de nodige Collecteurs, tot de invordering der Penningen op de geftelde Termijnen. Ff 3 25. Dat  ( 244 ) Dat alle vierendeel Jaars, voor het verloop van de Maaiiddie op de invordering der hoogfte Clasfen volgt, de Gelden zullen moeten overgebragt worden in's Lands Coinptoiren 06 Dat van de Resten, Cedullen zullen geformeerd en met dezelve zal gehandeld worden even zo als zulks thans ten aanzien van die der Speciën gefchied. 07 Dat het Foumisfement voor de Dienstbooden en Vriio-ezels, die niet in de Clasfen begreepen zijn, zal gefcfilden om het half Jaar; en dat de gee^j^k^de Dienstbooden woonen,. voor de betaahnge van het half-jaang Foumisfement zullen aanfprakehjk zijn. j^™- 03 Omtrent Weduwen of Huisgezinnen dewelke doorveifterfvande geenen die voornamentlijk voor derzelver beftnan moesten zoro-en, binnen het jaar aanmerkelijk nadeel gefteia tot veriichting °f *1&^tóSKÏ» Han van belastingen word hi werking gebragt, zullen" daar door met alleen de poften van Opzigters eii Cherchers, maar van Comnufen Sneïale Collefteurs, en verdere in de tegenwoordige middelen geëmploijeerende Ambtenaaren vervallen. Wij hebben billijk geoordeeld, dezelve m dat geval, eeniee gratificatie, of dedomagementtoe te leggen: bij vooibeë d voor de Commifenen Generale Collefteurs elk ƒ ml^nder wijders; aan de oude Opzigters die geheel buiten dienst worden gefteld, elk ƒ 100 - -. Jaarlijks, pn verders aan jongeren, die nog in ftaat zijn hun brood te S^nV^h 'in hun f ost wel hebben gekweten, elk ƒ 100 -: -: zonder wijders. —■ Zie daar Medeburgers! een fchets van eene belasting aan. U^der oordeel voordragen ™ de^ve aan Onae gisfingen beantwoord, met mmdei m s Lands  C M5 ) Kas zal kunnen opleveren, dan de hier vooren gefpecificeerde Impofitien en Middelen, tot hier toe opgeheven; en dewelke Wij vertrouwen over het algemeen evenrediger, min drukkender, en niet aan die menigvuldige fraudes onderhevig te zullen zijn, die, ondanks het toevoorzigt en de ftrenge wetten op het ftuk der Middelen hebben plaats gehad. Wij zullen geene berekening maken, van de voordeden , welke de Ingezetenen in het algemeen, en elke Huishoudingin het bijzonder, met de affchaffing van Impofitien mogen verwagten. Elk die weet, dat de waaren een zesde of vijfde gedeelte van de waarde zijn bezwaard, — dat de Commercie is geftremd en aan de befchikking van anderen overgelaten, zo lange het Stelzel van de tegenswoordige Belastingen aanwezig is, zal zich gewisfelijk mogen vlcijen dat de Goederen en Waaren aaumerkeliik zullen moeten daalen, wanneer die groote bezwaaren zijn opgeheven; eh men zal op dien grond kunnen berekenen, dat eene in de plaats geftelde Quotifatie, op lange na zo drukkend niet zal zijn, vooral voor Huishoudingen, die uit eenige Perzoonen beftaan, en dus veel confumeeren tot levensonderhoud. _ De minst vermogenden, zullen'er, onzes eragtens, veel bij profiteeren: het bezwaar der Kinderen, zal hun door de korting worden verzagt. De Gelijkheid in het dragen van Lasten zo veel mogelijk te bevorderen, is ons doelwit in dezen. Wij hoop en, dat zodanig heilzaam oogmerk zal kunnen bereikt worden, en dat de goede troüw en braafheid der Ingezetenen daar voor meer ten waarborge zullen ftrekken, dan tallooze Ambtenaaren en omflagtige voorzieningen bevoorens hebben kunnen doen. Het in dezen vermeld Plan, Medeburgers ! word aan UI. ter overweging en beoordeeling voorgedragen, geduurende den  C 246 ) den tijd van drie weeken na afkondiging dezes: beoordeel en onderzoek het zelve met bedaardheid, belangeloos voor .uw zeiven, maar met in het ooghouding van het algemeen belang en het heil der Maatfchappij. Vind Gijlieden er bedenkingen op ~ ontdekt Gij 'er zwarigheden tegen — komen U verbeteringen voor — geef dezelve aan Ons binnen dien tijd op: Wij zullen met alle omzigtigheid en onpartijdigheid dezelve overweegen — en daar van zodanig gebruik maken, als de gegrondheid enhetgewigt derzelve in onze oogen verdienen. Heil en Broederfchap ! Aldus Gedaan op het Landfchaps-Huis binnen Leeuwarden , den 19 Maij 1797. Het Derde Jaar der Bataavfche Vrijheid. Het Provinciaal Beftuur van Friesland. A. A. BAKKER, Vt. Ter Ordonnantie van Hetzelve, CORN. GODSCHALK. NO*  C *47 ) NOTIFI C A TI E J-Jet Provinciaal Beftuur van Friesland, zich in de onvermijdelijke noodzaakelijkheid bevonden hebbende, om, tot handhaving van haar wettig gezag, door het Volk van Friesland aan haar opgedraagen, mitsgaders ter bewaaring van de Eer deszelven Volks in zijn Beftuur, een befluit te neemen, het welk waarfchijnlijk in het Publiek gerugt zal maaken, en, door de Perfoonen zelf die het betreft, reeds bij voorraad onbefchaamdelijk in een ontrustend en hatelijk dagligt geplaatst is; heeft nodig geoordeeld, voorloopig het Friefche Volk, deszelfs Committenten, van de toedragt en het wezen dier zaak te onderrigten, terwijl daar van nader door de Authenticque Stukken een volledig verfiag zal gegeeven worden. De Raaden van Juftitie, die door de Hoogst geconftitueerde, of door het Volk aangeftelde Magt in dit-Gewest zijn benoemd en aangefteld, om de Crimineele en Civiele Justitie uit te oeffenen; die van dezelfde Hoogst geconftitueerde Magt hunne Inftruétie en Wetten ontvangen hebben, om zich daar na te gedragen; die met duuren Eede gezwooren hebben, dat zij ket gtzach van de Beftuur der s van het Volk van Friesland, als de Hoogst geconftitueerde Magt in dit Gewest, zouden erkennen tn doen erkennen, en wel bijzonderlijk dat zij de Befluiten van die Beftuurders, reeds genomen of nog te neemen, zouden EERBIEDIGEN; — deeze zelfde Raaden, die gefteld zijn om te vonnisfen over Perfoonen dewelke befchuldigd zijn de Wetten en Befluiten van de Beftuurders des Volks te hebben overtreeden,—die de geftelde Straffen van den Wetgeever op de overtreedingen moeten toepasfen;— hebben niet alleen zo zeer hunnen Eed en Plicht vergeeten, dat zij een Decreet van dit Provinciaal Beftuur, de AdmiGg ni-  C a48 ) niftratiè en Dïredliê der Finantien betreffende, hebben tegen gegaan, het zelve onwettig verklaard, daar tegen geprotegeerd,. — geëischt zelfs dat Wij het zelve Decreet zouden intrekken,.— maar verklaard, dat zij zich niet. naar dat Decreet zouden gedraagen!. —• Ja bij deze Verklaaringen hebben zij het niet laaten berusten, — maar ons wettig genomen Decreet van .den 17 Maart X.1., bij herhaaling OVERTREEDEN! Een Decreet, het welk Wij op den 1 Maij jongstleeden, op hun lieder yoorfiel nog buiten werking gefteld hadden,' en alles provifioneel te rug gebragt tot den 13 Maart daar te vooren: mits dan ook den Raad zijne Refolutie vanprotegeer en en niet obidieeren enz. buiten kragt ftelde; dan zulks niet gefchied zijnde, oordeelden Wij ons Decreet van den. 17 Maart 1.1. wederom te moeten in werking brengen.. Wij hebben gezegd dat het gedagt Decreet alléén de Adminiftratie en Directie der Finantien betroffen dit zullen Wij kortelijk aantoonen:: De Uitgaven en Kosten de. Justitie betreffende, wierden bevoorens op eene Declaratie of Specificatie betaald, na dat daar over was-ingenomen het Advijs van den Procureur Generaal,.— vervolgens order tot betaaling verleend door den Prefident van den Raad der Juftitie,, en zulks in 's Lands Rekenkamer, geregiftreerd..— Er deden zich redenen bij Ons op , dat Wij oordeelden daar in die verandering, te moeten maken,, dat, na het gegeeven Advijs van den Procureur Generaal, den Prefident van den Raad alléén de Approbatie of Disapprobatie op de Specificatiën zoude ftellen, en vervolgens bij onze Commisfien van Gedeputeerden en tot de Finantie de ordre tot betaaling gegeeven worden.. Dit Decreet wierd den 17 Maart laatst! genomen: — en dit was het Decreet het welk den Raad weigerde te eerbiedigen, — en waar over zij aan onze  ( 249 ) ze Vergadering de haatelijkfte Stukken heeft toegezonden, die, wel verre van de fchadelijkheid of onbeftaanbaarheid van het zelve Belluit aan te toonen, met magtfpreuken en bedreigingen waren opgevuld. Wij hebben alle mogelijke middelen en uitrekkingen gebezigd , om den Raad tot zijnen plicht te brengen: dan niets heeft kunnen baaten; — ja, wanneer Wij ons in dezen iets mogten te wijten hebben, het zoude alleen dit kunnen zijn, dat Wij te veel gedraald hebben om een einde aan dezen twist te maken, om dat de Leden van den Raad, die geweigerd hebben het opgemeld Decreet te gehoorzaamen, ons geduld hebben misbruikt! .Eindelijk dan vonden Wij ons gedrongen , (na dat Wij den Raad Alma hadden vervallen verklaard van zijn Post,) om aan elk der Leden van den Raad eene afvraaging te doen, óf zij ons Decreet wilden refpecfeeren en naarkomen, onder die bepaaling, dat ten aanzien van die, dewelke zulks zouden aanneemen, al het gebeurde in vergetelheid zoude gefteld worden; — en dat de weigerende, van hunne Posten zouden vervallen, des gehouden zijn, dezelve op hunne verantwoordelijkheid te blijven waarneemen, tot dat aan hun een fchriftelijk geblijk van hunne Demisfie zoude zijn toegezonden. Dit is gister gefchied : en dien ten gevolge is het , dat zes Leden van den Raad geweigerd hebben het meergemeld Decreet te refpecteeren; terwijl Een zich heeft verklaard, het zelve, uit kragt van zijnen Eed, te zullen naakomen. Dat onze Medeburgers zich niet bekommeren voorde handhaving der Justitie: — wij zullen onverwijld daar voor de aan ons toevertrouwde zorge aanwenden. —» Den 30 dezer Maand begint eene Vacantie voor den Raad van Justitie, die drie weeken moet duuren: in dien tusfchen tijd zal dat Collegie wederom kunnen worden aangevuld met Gg 2. Man-  C =5o ) Mannen , die wij hoopen dat niet de Vaderlandsliefde en de betragting hunner-plichten enkel met den mond belijden, maar met 'er daad betoonen; die ook de Befluiten van dé boven hun door het Volk geftelde Magten, zullen willen eerbiedigen en naakomen! Wijders zullen Wij de nodige Ordres ftellen, dat alle de Stukken tot deze zaak betrekkelijk, ten fpoedigften worden gedrukt, en aan het Publiek medegedeeld. En op dat deze ter kennisfe van een iegelijk zoude komen, zal dezelve alomme in dit Gewest worden afgekondigd en aangeplakt, alwaar men gewoonlijks Publicatie en Afïixie doet. A£lum op het Lanchchaps-Huis binnen Leeuwarden, den 25 Maij 1797. Het derde Jaar der Bataaffche Vrijheid. Het Provinciaal Beftuur van Friesland; E. M I E D Ë M A, Vt. Tci Ordonnantie van Hetzelve, CORN. GODSCHALK. NO-  C 251 > NOTIFICATIE TJet Provinciaal Beftuur van Friesland', Notificeert bij dezen: dat agtervolgens de verzekering bij Notificatie van den 25 dezer Maand, aan de Ingezetenen gegeeven, de Posten van Leden in den Raad van Justitie provifioneel en ad interim wederom zijn vervuld, en dat daar toe op heden zijn aangefteld, de Burgers Albertus Telting, Jan Car el Kutsch, D. Hanekamp van Harinxma, J. Ruardi, M. van den Acker en Evert Oosterbaan; tot welke provifioneele en fpocdige Aanftelling, het voorfchr. Beftuur heeft moeten befluiten, zouden niet de zaaken der. justitie ftille ftaan, door de volftrekte verlaating hunner Posten van de gedemitteerde Raaden Alma, de Visfer, Ftnk,, Beider , Paape, Arnold en Bom.. Ac"him Leeuwarden op het Landichaps^ Huis, den 29 Maij 1797. Het derde Jaar der Bataaffche Vrijheid. Het Provinciaal Beftuur van Friesland* E. M I E D E M A, Vt. Ter Ordonnantie van Hetzelve, C O R N.j GODSCHALK. Gg 3 KJ-  C 252 > PUBLICATIE XTet Provinciaal Beftuur van Friesland, Allen die dezen zullen zien of hooren leezen, HEIL en BROEDERSCHAP! Doet te weeten: Dat bij Ons in deliberatie zijnde genomen de weinige Aanmerkingen, op het Reglement ter daarftelling van een nieuw Provintiaal Beftuur, ten gevolge van Onze Publicatie de dato 4Maij jongstleden voorgedragen, Wij, naernftige Overweging van dezelve, best hebben geoordeeld voor ditmaal geene andere aanmerkelijke Veranderingen in het opgedagt Reglement te moeten maken., dan die bij onze even genoemde Publicatie zijn voorgefteld , en waar tegen geene haegenaamde bedenkingen bij ons zijn ingebragt. — Dat alzo het voorfchreven Reglement ter Verkiezing en daarftelling van een nieuw Provintiaal Beftuur voor het Volk van Friesland, zodanig hetzelve den 1 Junij 1796. is gearreftecrd, en in onze Publicatie van den 4 Maij dezes Jaars veranderd, met verders eenige noodzakelijke woorden-ver« anderingen en aanvullingen, door Ons op heden is gearrefteerd, eh ter Drukparfe gegeeven. — Zullende het vereischte getal Exemplaaren van het zelve Reglement, aan de re'fpeétive Gerechten worden gezonden ten einde in de Grondvergaderingen te worden verdeeld,. op dat aan den inhoud van het zelve in alles zoude worden voldaan. En, nademaal de Grondvergaderingen, op Woensdag den 14Junij 1797 aanftaande, zullen moeten bijéénkomen ter verkiezing van Kiezers en Plaatsvervuilers, welke Kiezers den volgenden Dag of 15 Junij zullen moeten vergaderen iter benoeming van Leden en Plaatsvervangers voor het Provinciaal Beftuur. .. ZO IS-HET, dat Wij'bij dezen de refpeftive Gerechten £ ö v - ver-  C *53 ) verzoeken en ontbieden, deze onze Publicatie van ftönden aan ter gewooner Plaatzen te doen afkondigen' en aanplak*ken; en dat zij verders, de tot de Stemming bevoegde Burgers in hunnen Bedrijve tijdig laten aanzeggen,, om, op Woensdag den 14 Junij aanftaande, *s Morgens 9 Uuren, na dat de Klokken eenhalf Uur zullen geluid hebben, in derzelver refpective Grondvergaderingen te vcrlehijnen, tot het benoemen van Kiezers en Plaatsvervullers, ingevolge het Reglement; welke Kiezers daags daar aan, zijnde Donderdag den 15 Junij eerstkomende, op hetzelve Uur zullen vergaderen, om de Leden en Plaats vervuilers voor het Provinciaal Beftuur te verkiezen; — voorts in alles, voor zo verre hun aangaat, nauwkeurig doende toezien en zorgen, dat aan den inhoud : van het Reglement van verkiezing worde beantwoord, mitsgaders dat de Grond- en Kiezersvergaderingen worden gehouden volgens de Lijst, agter het Reglement geplaatst, en 1 overeenkomftig de Ipeciaale Aanfchrijving, welke Wij ten. dien aanzien daar het nodig is zullen doen. Aldus Gedaan en Gearrefleerd op Landfchaps-huis binnen Leeuwarden ,. den 30 Maij; 1797- Het derde Jaar der Bataaffche Vrijheid. Het: Provinciaal Beftuur-van Friesland; E. M I E D E M A, Vt. . Ter Ordonnantie van Hetzelve,, CORN. GODSCHALK..; MIS-  C a54 ) EXTRACT Uit het Register der Decreeten van het Provinciaal Beftuur van Friesland. Het Provinciaal Beftuur van Friesland, bij refutatie gedelibereerd hebbende over de voorgeflaeene nadere extenfie van het Decreet van den 3 Junij 1797, opzigtens de authorifatie, aan de Commisfie tot invordering der Schade-vergoeding verleend; „ om aan de Leden en Ministers van het vorig Beftuur, dewelke tot de betaaling , van hunne Quota in de Schade-vergoeding ^Vastigheden en Goederen moeten verkoopen, de vrijheid te verleenen, zo veele daar van te verkoopen of verhijpothequeeren, als zal nodig zijn;" en dezelve alzoo uit te zonderen van het effecT: der Publicatien, de dato 1 Febr. 1796 , en 30 Sent deszelven Taars, voor zo verre aangaat het verbod om geene van derzelver Goederen en Vastigheeden te mogen Verkopen of veraliëneeren, en daar bij gevoegde interdictie aan de Koopers of Overneemers van zodanige Goederen; ^ Dafde opgemelde Authorifatie, aan de Commisfie tot invordering der Schade-vergoeding verleend, zodanig bij dezen word geëxpliceerd: dat niet alleen door het verleenen van de vrijheid aan de Leden of Ministers van het vorig Beftuur, dewelke tot de betaling van eene geftelde Contributie in de Schade-vergoeding verpligt zijn, om van hunne Goederen en Bezittingen te verkoopen of verhijpothequeeren ten hunnen aanzien word gealtereerd het gegeven verbod* in de Publicatie van den 1 Febr. en 30 Sept. 1796; maar «ok. dat voor de Koopers of onder verband-neemers " * van  ( 255 ) van zodanige Goederen en Bezittingen, als welke ter voldoening aan de Schade-vergoeding zullen worden verkogt en verhijpothequeerd, alle verbod en poeualiteiten, in voorfz. Publicatie gefield of gedagt, zijn buiten effe ét gefteld, met dien verftande, dat de Koopers en onder Verband-ncemers van die Goederen, alle zekerheid word gegeeven, dat dezelve daar op het zelfde recht en aanfpraak hebben, of hadde geene interdictie plaats, des daar van wettige Koopers of onder Verband-neemers zijn geworden; dat de Verkoopers nochtans aan de Commisiie tot invordering der Schade-vergoeding, genoegzaame bewijzen zullen hebben te produceeren, door de Koopers of onder Verband-neemers vertekend en bevestigd, waar uit geblijkt, dat zij niet meer van hunne Goederen en Bezittingen hebben verkogt of verhijpothequeerd, dan ter betaalinge van hunne Quota in de Schade-vergoeding nodig is. En dat Extract dezes zal worden uitgegeeven, aan de Commisfie tot invordering der Schade-vergoeding, tot haare authorifatie; en om daar , waar zij het nodig zal oordeelen, een Extract van dit Decreet of authenticque Copia van dien, te doen geworden. Aldus Gedecreteerd op 't Landfchaps-Huis binnen Leeuwarden, den 9 Junij 1797. Het derde Jaar der Bataaffche Vrijheid. Accordeert met voorfz. Register, In kennisfevan Mij Secretaris, Hh PU-  ( *5S ) PUBLICATIE "LJet Provinciaal Beftuur van Friesland, Allen den geenen die dezen zullen zien of hooren leezen, HEIL en BROEDERSCHAP! Doet te weeten: Dat de NATIONAALE VERGADERING Reprefenteerende het Volk van Nederland, bij Proclamatie van den 9 Junij 1797. heeft vastgefteld de bijëenroeping eener tweede Nationaale Vergadering , om de algemeene belangens van het Nederlandfche Volk waar te neemen, en ten dien einde op Dingsdag den eerften Augustus 1797 aanftaande, het Stemgerechtigd Volk, in zijne Grondvergaderingen opgeroepen, om als dan de Kiezers te benoemen tot het doen van eene nieuwe keufe van Leden voor eene tweede Nationaale V;/•gadering, die de tegenwoordige zal moeten vervangen, tot welke Verkiezing de Kiezers den volgenden dag, zijnde den tweeden Augustus 1797 zullen moeten bijëenkomen? en dit alles op dezelfde wijze en ten gelijken einde, als bij de benoeming van de tegenwoordige Nationaale Vergadering heeft plaats gehad. Dat Wij al mede door Hoog gem. Nationaale Vergadering zijn verzogt en aangefchreven, om de nodige ordres te ftellen, dat, zo in dit Gewest, als in zodanige Landen en Plaatzen, buiten hetzelve, in welke de Volkstelling op Onze ordre is gefchied, aan voorfchreven haare intentie op de beste wijze voldaan worde. ALWAAROMME Wij dm, en ten einde aan de gemelde intentie van de Nationaale Vergadering te voldoen, bij dezen bekend maaken, dat Wij, in conformiteit van opgemelde Proclamatie, aan de Regeeringen van de Steden, Diftricten en Plaatzen, daar zulks door Ons zal moeten gefchieden , de nodige aanfchrijving zullen doen, en het vereischt getal  C 257 ) getal Exemplaaren van het Reglement ter daarftelling van een tweede Nationaale Vergadering toezenden, op dat alles dien overeenkomftig zoude kunnen gefchieden. Roepende nu voor als dan de Stemgerechtigde Burgers van Nederland in dit Gewest, de Eilanden Ameland en Schiermonnikoog, op, om den eerften Augustus aanftaande in hunne refpective Grondvergaderingen te verfchijnen ter benoeming van Kiezers, tot het doen van eene nieuwe keuze van Leden voor eene tweede Nationaale Vergadering, zo ook de benoemde Kiezers des anderen daags, naar inhoud van het Reglement, de verkiezing zullen moeten doen. En op dat niemand, die het aangaat, hier van onkunde zoude kunnen voorwenden, zal dezen alomme in dit Gewest en in de verdere vereischte Plaatzen buiten hetzelve, worden verkondigd en aangeplakt ter Plaatzen waar men gewoon is zulks te doen. Aldus Gedaan en Gegeeven te Leeuwarden, op het Landfchaps-Huis, den 21 Junij 1797. Het Derde Jaar der Bataavfche Vrijheid. Het Provinciaal Beftuur van Friesland. D. F O K E L E S „ Vt, Ter Ordonnantie van Hetzelve, CORN. GODSCHALK. Hh a PLA-  ( 258 ) PLACAAT En vernieuwd REGLEMENT op de BOTER-VATEN. J-Jet Provinciaal Beftuur van Friesland, Allen den geenen die dezen zullen zien of hooren leezen, HEIL en BROEDERSCHAP! Doei te méten-: Dat een aanmerkelijk getal Kuipers binnen deze Provintie zich bij Requeste aan ons vervoegd en te kennen gegeeven hebben, hoe zij ten hoogften gedrukt wierden door de toeneemende duurte van het Klaphout, het .welk. meer als een derde gedeelte hooger in prijs was gedegen dan in vorige jaaren, en daar door natuurlijk veroorzaakt dat zij de Botervaten niet meer op de geftelde prijzen konden leveren, zonder hunne merkelijke fchaade, weshalven gaarne,. tot verhoedinge van hunnen totalen ondergang, een verhooging van den prijs op de Boter-vaten wenfehen te erlangen. Dat Wij nauwkeurig onderzoek hebbende laaten doen, omtrent het aangevoerde van de Kuipers, het zelve hebben bevonden in waarheid gegrond te zijn; echter ook tevens, dat het Reglement van den Jaare 1768 op de Boter-vaten, en daar in vervolgens gemaakte verbeteringen, niet in allen deele ftiptelijk wierde agtervolgd; mitsgaders in overweeging genomen, dat de Kuipers, wanneer met een verhoogde prijs voor de Vaten wierden begunftigd, eenige verbeteringen aan de Vaten zouden kunnen toebrengen, die tot meerder duurzaamheid van de Boter konden verftrekken. Dat Wij dus, zo uit aanmerking van de billijke bezwaaren der Kuipers, als om tevens te zorgen dat de Boter-vaten .wel en deugdelijk worden,gemaakt, hebben goedgevonden ' en  ( 259 ) en verftaan, met vernietiging van de vorige Reglementen en PubHcatien op de Boter-vaten, te decreteeren en arrefteeren het volgende vernieuwd REGLEMENT. ART. I. j~)e Boter-vaten.zullen.moeten worden gemaakt van droog; Klaphout, zonder [pint of Jlreepen; en word het gebruik van Fat-hout of eenig ander zoort van Hout, ten eencmaal verboden, bij pcene dat de Maker op ieder Vat,, groot of klein, zal verbeuren vijf en twintig Goud- guldens, te verdcclen, een derde ten profijte van den Aanbrenger,, een derde voor. de Officier die de Calange doet, en het overige een derde gedeelte voor de Armen zonder, onderfcheid van welke Godsdienltige Gezinte. i. De Vaten met de Bodems en Dekzels, zullen zwaar. moeten zijn:, een vierendeeL Ton, veertien en een half Pond. — Een agtendeel of Kindje, zeven pond. — Een zestiendeel, of half Kindje,. drie en een tweede pond. — zullende dat gewigt, en niet meer,, op de Waage voor het Hout-werk worden gefield:. — des dat de vermeerdering van het £ pond gewigt der vierendeds-Tonnen, niet eerder als drie weeken na het arrelteeren dezes zal gerekend worden in te gaan. 3. De Kuipers, zo ten platten Lande als in de Steden, zullen de bij hun gemaakte Boter-vaten, groot en klein, met hun eigen merk. duidelijk en klaar branden , om altoos te konnen geblijken wie 'er. de maaker. van is,. bij pcene als •in Art. 1 is bepaald 4. Dezelve zullen gehouden wezen, die Vaten, eer dat de ter Ytinge prefenteeren, vol water te gieten, en zoo te onderzoeken, of wel ter degen digt zijn ; en zoo niet vol- Hh 3 komen  komen digt zijn, zulks direct te verhelpen, bij pcene dat een lek Vat ter Ytinge prefenteerende, hij zal verbeuren zes ftuivers ten voordeele van den Ytiger die het lek bevonden zal hebben. 5. Dat voor ieder lek of fpintig Boter-vat, het welk ter Waage word gebragt zal verbeurd worden drie Caroli Guldens : te ver deelen als vooren, voorbehoudens nogthans den kooper of verkooper , het recht van redres tegens den Kuiper en Ytigmeester refpective. 6. Dat de Kuipers de Vaten van binnen zullen moeten fchaaven, zoo glad en egaal als mogelijk is, en in het boven en onder einde van het Vat de duigen niet affteeken, bij pcene als in Art. 5 bepaald is. 7. De Bodems van de vierendeel Tonnen, zullen niet zwaarder mogen zijn als twee,pond, en de dekzels niet zwaarder als een en drie vierde pond; — de Boderas der Kindjes niet zwaarder dan een en een tweede pond, en de dekzels een pond , bij pcene van vijf en twintig Goud-guldens, als boven te verdeelen. 8. De Kuipers zullen genieten voor ieder Vat, zijnde een vierendeel Ton, drie en twintig ftuivers; voor een Kindje, veertien ftuivers; en voor een half Kindje negen Stuivers, zonder die prijs in het minfte te veranderen, te vermeerderen of verminderen, bij voorige pcene van vijf en twintig Goud-guidens, te verbeuren, zo bij den Leveranciers, als bij die geene aan wien het geleverd word. 9. Wie eenige kwalijk gemaakte Boter-vaten ontdekt, of dat de prijs daar voor minder of meer is gegeeven, als boven is gefteld, en zulks aanbrengt, zal, boven zijn aandeel in de boeten, nog genieten., een praemie van 20 Guldens. 10. De Kuipers zullen de bij hen gemaakte en goedbevonden Vaten, moeten laaten Ytigen bij den gezworen Ytigmeester, op het voorgemelde gewigt, en verdere qualiteiten. 11. De Ytiger zal goede toezigt houden, of door den Kuiper wel is voldaan aan de opgegeevene vereischtens, en fpe- ciaalijk  C tfi ) ciaalijk of deszelfs merk wel duidelijk en klaar ftaat: en alles wel bevindende, de Vaten, 't zij groot, 't zij klein, duidelijk branden met het Diftricfs of Stads wapen , niet alleen op het Vat, maar ook op den bodem en ophetDekzel. 12. De Ytiger zal voor het ijtigen van ieder Boter-vat, groot of klein, voor zijn Salaris genieten vier duiten.. 13. DeYtigers, die bevonden zullen worden, van't geen voorfchreven is, in gebreke te blijven,. of het zelve niet getrouwe-ijk te hebben agtervolgd,. zullen boven de geftatueerde Boeten, van hun Ampt afgezet worden.. 14. En bij aldien eenig gezwooren Ytigmeester zich zo verre mogt vergrijpen, dat hij de losfe ftaaven kwame te ijtigen of te merken, voor en aleer daar van het Vat is gemaakt, zal dezelve daar over door den Procureur Generaal criminaliter worden geactioneerd; en wanneer fchuldig bevonden is, worden geftraft, boven de verbeurte van zijn Ampt. 15. De tegenwoordige Ytigmeestcrs, en die namaals zullen worden aangefteld, als mede de Kuipers, zullen door de Gerechten worden geëxamineerd, ofze dit Placaat wel verftaan, en onderfcheid weeten tusfchen Klaphout en ander hier verboden hout. 16. De tekenen van de Gerechten, als mede de merken van de Kuipers en hun Naam en en Toenaamen, zullen moeten worden gezonden aan de Gedeputeerden, welke daar van een Generaale legger zullen houden,.. gelijk voorheen. 17. En worden de Gedeputeerden verzogt orde te willenftellen, dat de ijzeren hoepen of banden, bij het te zaamen. voegen der ftaaven wordende gebruikt,, zo die onder de Kuipers berusten, als de modellen die in handen van de Gerechten mogen zijn, werdengeéxamineerd ende gemerkt,, voor zo verre nodig is,, en bij die gelegenheid gezorgd,, dat de Vaten worden gemaakt met zo weinig buik als mogelijk is, en de vierendeel Tonnen niet hoger dan 20 duimen, en van wijdte zo als de vorige modellen. 18. Nier  C 262- ) 18. Niemand zal Boter, die te koop zal worden geveild, mogen liaan in Vaten, waar in eenmaal Boter geflagen is geweest-, bij pcene van Confiscatie van dezelve, en daar te boven 25 Goud-guldens op ieder Vat, te verdeelen als vooren. 19. Een Ton Boter, zal, boven het hout, weegen 320 pond: en dus een vierendeel 80 pond, een Kindje 40pond, en een half Kindje 20 pond. Alle welke voorenftaande Articulen in het toekomende met alle nauwkeurigheid zullen moeten worden geobferveerd, door elk en een iegelijk die het aangaan mag, wordende de Commisfie van Gedeputeerden mitsgaders de Gerechten, wel ernftig en met aandrang gelast, om alle mogelijke zorge te dragen, dat aan onze welmeeninge in dezen worde voldaan, en de hand te houden aan de executie van dit Placaat. En op dat niemand hier van onweetende blijve , of eenige onkunde zoude kunnen voorwenden, zal deze alomme in dit Gewest worden gepubliceerd en geaffigeerd , ter plaatzen daar men gewoon is zulks te doem Aldus Gearresteerd op »t Landlchaps-Huis binnen Leeuwarden, den 23 Junij 1797. Het derde Jaar der Bataaffche Vrijheid. Het Provinciaal Beftuur van Friesland. D. F O K E L E S, Vt. Ter Ordonnantie van Hetzelve , CORN. GODSCHALK. PU-  P UB LICATIE J-Jet Provinciaal Beftuur van Friesland, Allen den geenen die dezen zullen zien of hooren leezen, HEIL en BROEDERSCHAP! Duet te weet en: Dat Azuè'rus van Vliet, Predikant der Gereformeerde Gemeentens van Waaxens en Brantgum, gewezen 'Lid van de Vergadering der Reprefentanten van het Volk van Friesland, zich aan Ons bij Requeste hebbende geadresseerd, te kennen geevende zijne begeerte, dat de politique dispofitie, bij Refolutie en Publicatie van dén 23 Februarij 1796, tegens hem, onder anderen, genomen en uitgevaardigd, en bij Publicatie van den 23 Junij 1796', in kragt gehouden, mogt worden ingetrokken, en hij vrij en onverhinderd in deze Provintie bij zijne Gemeenten te rugge keeren; vervolgens nog nader, bij Misfive te kennen gegeeven en verklaard hebbende: dat, indien hij in het een of ander'als Reprefentant mogt gedwaald hebben, zulks nimmer met opzet of een kwaad oogmerk, was gefchied, om het misnoegen der Vrijheid-minnende Burgers gaande te maken, af waardige Vaderlanders te vervolgen; dat hij, als een Man van Eer, door geen wrevel over het gebeurde bezield, niets vuuriger wenscht dan in rust, vreede en eendragt te leeven; en dat hij een welberaaden voorneemen had, om volledig te beantwoorden aan de bepaalingen, waar op het bij Publicatie van den 23 Junij'1796, aan eenige gewezen Leden der Reprefentanten van deze Provintie is vergund geworden, wederom vrij en onverhinderd tot hunne Huizen en Gezinnen in deze Provintie te rug te keeren. Wij, confidereerende de vrijwillige verklaaring-van den Suppliant, mitsgaders dat den zeiven in de Publicatie der li Re-  Reprefentanten van het Volk van Friesland de dato 23 Junij 1796, flegts voor als nog was uitgefloten geworden van het effect der Proclamatie van welgemelde Reprefentanten, den 31 Maij deszelven Jaars aan het Volk van Friesland gedaan, over het in vergetelheid ftellen der verfchillen, ter zaake van de Bijeenkomst eener Nationaale Vergadering, hi dit Gewest plaats gehad hebbende. Hebben gedecreteerd, hetgeen Wij bij dezen arrefteeren: Dat het aan Azuërus van Vliet, opzijn verzoek, vergund word, weder vrij en onverhinderd in deze Provintie te rug te keeren, en de Politique Dispofitien, tegens hem bevorens genomen, worden ingetrokken en vernietigd; alles op dezelfde voorwaarde, en onder gelijke bepaaling, zo als zulks ten aanzien van de zeventien, in de Publicatie der Reprefentanten van het Volk van Friesland, de dato 23 Junij 1796, genoemde Perzoonen, is gefchied.. Ontheffende denzelven mits dezen van alle Justiciëele of Gerechtelijke vervolgingen ter voorfchreven zaake. — En op dat dezen in dit Gewest zoude bekend worden, zal hier van Publicatie en Affixie worden gedaan, ter plaatzen waar zulks gewoonlijk gefchied. Aldus Gedaan op het Landlchaps-Huis binnen Leeuwarden, den 28 Junij 1797. Het derde Jaar der Bataaffche Vrijheid. Het Provinciaal Beftuur van Friesland. K. J. HOBBEMA, Vt. Ter Ordonnantie van Hetzelve, COLRN. GODSCHALK. PU-  ( 'M ) P U B L I CA T I E J~[et Provinciaal Beftuur van Friesland. Allen den geenen die dezen zullen zien of hooren leezen, HEIL en BROEDERSCHAP! Doet te weeten: Dat wij bij aanfchrijving van de Nationaale Vergadering Reprefenteerende het Volk van Nederland, verzogt zijnde de nodige Ordres te ftellen, Dat de Franfche gemeene Militairen , m Schepen of Schuiten reizende, met de Bataaffche Militairen gelijkelijk worden behandeld, nademaal de Franfchen, te Scheep of in Schuiten vaarende, zulks dikwerf vrij moeten doen, en de vragt door het Land worden betaald , terwijl zommige Schippers de volle Vragt vorderen, het welk een aanmerkelijke Somma uitmaakt, en wederom anderen zich met halve Vragt laaten vergenoegen, waar door confufie veroorzaakt word: ZOO IS HET, ten einde in dit Gewest, voor zo veel nodig daar tegens te voorzien, dat wij in Conformité van opgemelde aanfchrijvinge van de Nationaale Vergadering, bij dezen Ordonneeren: Dat de Franfche gemeene Militairen, in Schepen of Schuiten binnen deze Provintie Reizende, met de Bataaffche Militairen in alles moeten gelijk behandeld worden, en dat voor hun niet meer mag gerekend worden dan de halve Vragt, even zo als zulks zedert onheugelijke tijden tenopzigte der Nederlandfche Troupes heeft plaats gehad. En op dat een iegelijk dien het aangaan mag, hier van de nodige kennis zoude hebben, om zich daar na te gedraaIi 2 gen,  C 266 ) gen, zal deze alomme in dit Gewest ter gewooner Plaatzen worden gepubliceerd en geaffigeerd. Aldus Gedaan op het Landlchaps-Huis binnen Leeuwarden, den 28 Junij 1797. Het Derde Jaar der Bataavfche Vrijheid. Het Provinciaal Beftuur van Friesland. K.J. HOBEEMA, Vt. Ter Ordonnantie van Hetzelve, CO.RN. GODSCHALK. PU-  c > PUBLIC AT IE jLJet Provinciaal Beftuur van Friesland, Allen den geenen die dezen zullen zien of hooren kezen, HEIL en BROEDERSCHAP! Doet te weeten: Dat Wij, overwegende hoe veele Ingezetenen in deze Provintie bezitters zijn van Recipisfen, ten gevolge van de Publicatie der Provifióncele Reprefentanten de dato 6 Maij 1795 ontvangen, voor Franfche Asfignaaten, welkehuninbetualinge-gegeeven waren voorKoopmanfchappenen Werkloonen, en welke Recipisfen, rentheloos leggende, hun geen het minst voordeel aanbrengen, daar zij nogtans hunne Goederen en Arbeids-loonen voor die papieren-munt hebben moeten afgeeven, tot merkelijke Schade hurmer Huis gezinnen; en confidereereude, dat, hoe genegen Wij ook zouden wezenom dezelve Recipisfen , of geheel of ten deele tegens Geld in te wisfelen, 's Lands Cas de uitgaven van dat Capitaal niet kan lijden ; om egter en aan de begeerte van die Ingezetenen en aan Onze verplichting, ter voorkominge van fchaade Onzer Medeburgeren, zo veel in Ons is, te voldoen; hebben goedgevonden en Gedecreteerd, de Houders van voorfchre»ven Recipisfen op eene billijke wijze te gemoet te komen. ZOO IS HET , dat Wij ten dien einde bij dezen Deere*teeren en Statueeren: 1. Dat de Houders van de voorfchreven renteloofe Recipisfen voor Franfche Asügnaaten, dezelve zullen kunnen doen ■ converteeren of verwisfclen in Obligatien, renthende drie ten hondert. a: Dat die Ingezetenen, dewelke zulks begeeren, daar van opgave zullen moeten doen en hunne Recipisfen overhandigen aan het Gerechte hunner inwooninge, vóór den iften Augustus aanftaande, met dé Vrijheid om dezelve Recipisfen te cumuleeren. 3. Dat  C 26S ) 3. Dat de Gerechten eene nauwkeurige Lijst zullen moeten houden van die opgaven, en dezelve binnen veertien dagen na den iften Augustus, overzenden aan de Commisfie vail Gedeputeerden : zullende bij die Lijst moeten gevoegd wezen de Recipisfen zelve, met melding welke gecumuleerd moeten worden, en welke afzonderlijk zullen blijven. 4. Dat de Commisfien van Gedeputeerden en tot de Financien zorge zullen dragen, dat de vereischte Obligatien in gereedheid gebragt worden, op Thoondtr dezes, voorden i October 1797; en aan de refpedive Gerechten, vanwaar de Recipisfen ontfangen zijn, te rug gezonden, ten einde door dezelve te worden uitgedeeld aan de Eigenaars. 5. Dat de Intresfen van de aldus geformeerde Obligatien, ten bedrage van drie Guldens ten hondert, -zullen aanvang nemen met den eersten October 1797; — en dat dezelve Intresfen jaarlijks ten Comptoire van de Losfe Renthen zullen ontfangen worden. 6. Dat de Aflosfing dier Obligatien, niet eerder zal gefchieden , dan wanneer 'er eene algemeene Vrede, en 's Lands Cas daar toe in.ftaat zal zijn. En op dat niemand hier van onkundig zoude blijven^ zal deze alomme in dit Gewest worden verkondigd en aangeplakt, ter Plaatzen waar zulks gewoonlijk gefchied. Gegeeven te Leeuwarden, op het Land- fchaps-Huis, den 29 Junij 1797. Het derde Jaar der Bataaffche Vrijheid. Het Provinciaal Beftuur van Friesland. KLAAS J. HOBBEMA, Vt. Ter Ordonnantie van Hetzelve, C O R N. GODSCHALK. NO-  C =«9 ) NOTIFICATIE JJet Provinciaal Beftuur van Friesland «, Allen den geenen die dezen zullen zien of hooren leezen, HEIL en BROEDERSCHAP! Doet te weeten: Dat, ingevolge en om te voldoen aan het 72 Art. van het Reglement, waarop het zelve is verkozen, op heden in de Provinciaale Commislien zijn benoemd de volgende Leden: Te weeten, in de Commisfie van Gedeputeerden, waarneemende ée Zaaken van het Collcgie; de Burgers: Ruiger van Sloten, Albert Tjeerds, Andle Cuperus, Marien Ouwes, Fredrik Dubblinga , Tme Freerks Tigchelaar, Piet er Dor hout, Wijgcr Siefes Glastra en Catarinus Oneldes. Tot de Commisfie der Finantien; de Burgers: Eife Eifinga, Jacob Cup, Cornelis Olaf en Post. en Wopke Rommerts. En tot de Commisfie van Binnenlandfche Correspondentie; de Burgers: T^amme Klafes Smidt, Geert Rinzes van Dijk, Paulus Slroband en Jacobus Germans. Voor welke Commisfien Wij, ingevolge de magt, aan Ons in het Reglement opgedraagen , de nodige Inftructien hebben geairefteerd. Dat Wij almede, bij nieuwe Verkiezing, hebben gecontinueerd en benoemd, tot de Commisfie ter algemee?ie Direclic over de Gewapende Burgermagt in dit Gewest', de Burgers: Arend Julianus Car el de Bere , Jan de Hoop, Lieuwe Clazes en Hans Hettema, uit onze Vergadering; terwijl de Burg ers Feijke van Rofendaal, Hendrik Trip en Pier van Sloten, in gemelde Commisfie zijn gecontinueerd geworden. En-  ( 270 ) En op dat .deze ter kennisfe van onze Medeburgers zoude komen, zal dezelve in dit Gewest worden gepubliceerd en geaffigeerd, ter plaatzen waar men gewoon is zulks te doen. Gegeeven te Leeuwarden op het Land- fchaps-Huis, den 29 Junij 1797. Het derde Jaar der .Bataaffche Vrijheid. Het Provinciaal Beftuur van Friesland. CLAAS J. HOBBEMA, Vt. Ter Ordonnantie van Hetzelve, CO RN. GODSCHALK. PU-  PUBLICATIE pjet Provinciaal Beftuur van Friesland, Allen den geenen die dezen zullen zien of hooren leezen, HEIL en BROEDERSCHAP! Doet te westen: Nademaal Wij onderricht zijn, dat niettegenftaande de ftrenge Publicatie van den 9 Januarij 1742, tegens de Roverijen en het Hopen van het Paal- en Kistwerk der Zeedijken, op zommige plaatzcn door ondeugende en baatzugtige Menfchen, het Hout en Yzerwerk, gekomen van de Paaien en Kisten, die tot bewaaringe van de Dijken en het Landfchap zijn geflagen en gemaakt, of eenige andere Balken , Masten, Sparren, Deelen , Wagenfchotten, of diergelijke , die aan de Stranden aangedreven zijn, word weggeroofd, met geweld genoopt en op een diefagtige wijze ontvreemd, direét llrijdig en flrafbaar volgens het 9 Art. van 's Lands Ordonnantie, 4 Boek, Tit. 8.; het welk alles tot groot nadeel der Contributien en tot gevaar van dit Gewest zelve, bij onverhoopte ftormen is {trekkende, en dierhalven eene misdaad, waar tegen Wij geoordeeld hebben, door vemieuwinge van voorfchreven Publicatie, te moeten voorzien. ZOO IS HET, dat Wij hebben gedecreteerd bij vernieuwinge te verbieden, gelijk Wij verbieden bij dezen. Dat niemand zich zal verftouten, met Schepen, of anderzints, weg te neemen het Zand of-de Zee-fchillen, mitsgaders eenig Hout of Yzerwerk, gekomen van de Paalwerken of Kisten, die tot bewaaring van de Dijken en het Landfchap geflagen zijn, of geflagen en gemaakt zullen worden, of andere Balken, Masten, Sparren, Deelen, Wagenfchotten, of diergelijke die aan de Stranden mogten Kk aan-  ( 272 ) aandrijven; bij pcene, dat, indien iemand eenige geflagene Paaien afzaagd, uitrukt, wegvoert, of van het ftrand neemt, of wel de Yzeren Bouten en het ander Yzer werk, het welk tot vestigen van dezelve Paaien gelegd word, zulks zal worden geftraft aan lijf of leeven, naar bevinden van zaaken. Dat zodanige Straffe zo wel zal plaats hebben ten aanzien van de Heelers, dewelke zulke Goederen en Materialen gekoet, of Verborgen, als van de Steeters en Sloopers die 'dezelve weggenomen en verkogt hebben , zonder onderfcheië. Wordende de refpe&ive Gerechten, en inzonderheid êeïi 'Procureur 'Generaal dezer Landfchappe, wel expresfehjk aanbevoótën, hier opeen nauwkeurig toezicht te houden of te doen houden; want Wij zulks ten nutte van den Lande, en tot bewaring van de veiligheid der Zeekusten, alzo verftaan hebben te behooren. En op 'dat niemand hier van eenige onkunde zoude kunnen voorwenden, zal deze Publicatie in dit Gewest worden afgekondigd en aangeplakt, ter>plaatzen waar men gewoon is zulks te doen. Aldus Gedaan en Gearrefteerd op faet * Landfchaps^Huis binnen Leeuwarden, den 5 Julij 1797. Het Derde Jaar der Bataavfche Vrijheid. Het Provinciaal Beftuur van Friesland. CLAAS J. HOBBEMA, Vt. Ter Ordonnantie van Hetzelve, CORN. GODSCHALK. PU-  C m ) PUBLICATIE J-Jet Provinciaal Beftuur van Friesland, Allen den geenen die dezen zullen zien of hooren leezen, HEIL en BROEDERSCHAP/ Doet te wee ten: Dat Wij bevonden hebbende eene hardigheid in de Ampliatie, welke bij Placaat van den 20 Junij 1795, gefteld was in de Generaale Ordonnantie op de Impofitien, Pa.2. 40. Art. 77., luidende: En zullen voorengemelde Collecteurs geen meerder Geld te» Provinciaalen Comptoir e mogen betaalen, dan op ieder Mid. del fchuldig zijn, op Boete, dat het te veel betaalde van ieder Jaar telkens na de generaale Afrekening, in de Maand November, door den Ontvanger Generaal aan de Stads ArmeVoogden te Leeuwarden, voor derzelver Armen zal worden bezorgd, zonder daar van iets aan die Collttleurs te restitueren; nodig hebben geoordeeld dezelve Ampliatie, als van geen nut zijnde, wederom in te trekken en buiten effect te ftellen, zo als Wij dezelve bij dezen roijeeren, intrekken, en buiten alle effect ftellen. Vermaanende alleenlijk de Collecteurs, dat zij, ten einde geene gelegenheid te geeven tot verwarringen in de'Rekeningen van 's Lands Comptoiren, op ieder Middel niet meer Geld aan het Comptoir op zijn tijd betaalen, dan het geen zij daar op eigentlijk fchuldig zijn. En op dat niemand hier van onkundig blijve, zal deze alomme in dit Gewest worden afgekondigd en aangeplakt daar zulks gebruikelijk is. Gegeeven binnen Leeuwarden, op, het Landfchaps-Huis den 5 Julij 1797. Het derde Jaar der Bataaffche Vrijheid, Het Provinciaal Beftuur van Friesland.. CLAAS J. HOBBEMA, Vt„ Ter Ordonnantie van Hetzelve, CORN. GODSCHALK.  PUBLICATIE T-Tet Provinciaal Beftuur van Friesland, Allen den geenen die dezen zullen zien of hooren leczen, HEIL en BROEDERSCHAP! Doet te weeten: Bezeffende, dat het eene onzer Hoofdpligten.is, te zorgen dat 's Lands Schatkist in ftaat blijve om daar nit de noodzaaklijke uitgaven te doen; — en conlidereerende, dat de gewoone middelen, op verre na niet kunnende aanbrengen die énorme Sommen, welke 'ér door Friesland moeten worden uitgegeeven ten behoeve van het gemeene Land, Wij op buiten gewoone middelen bedagt hebben moeten zijn. Dat Wij, afkeerig van alle geforceerde Heffingen, daarom eerst wilden beproeven, of zulks niet zoude kunnen worden voorgekomen, langs eenen anderen, voor de Ingezetenen voordeliger weg. En het is ten gevolge dies, en in dié verwagting dat elk Ingezeten, een ieder naar zijn vermogen, uit bezef dat nooit een Land beftaan kan, buiten die Penningen welke'ér volftrekt naar de tijdsomftandigheeden vereischt worden, daar in op eene volvaardige wijze deel zal neemen, dat Wij goedgevonden hebben te Decreteren, zoo als Wij Decreteren en Arrefteeren bij dezen: Eene VRIJWILLIGE NEGOTIATIE van Penningen, ter Somma van VIER MILLIOENEN: en zulks in manieren als 't volgt: ARTYKEL I. Dat deze vrijwillige Nogotiatie zal gefchieden op Los- eu Lijf-renthen. a. Dat in deze Negotiatie een derde zal kunnen worden geofurneerd in Obligatien of Recipisfen, gefproten uit den  C 275 ) den Opbrengst der softe 25fte en 83 één derde Penning; dog zal het Foumisfement der andere twee derde in Comptanten moeten gefchieden. 3. Dat de Obligatien gefproten uit de 2 Termijnen der 5ofte Penn., als mede de Recipisfen der 25fte en 83 en één derde Penn., gelijk ook. de Obligatien, geprofiueerd. uit de vrijwillige Negotiatie van de 22 Oef ober 1795, rentende tegen 4 a 3-Ö- pro Cento, alle tegen het volle Capitaal, ten Comptoire der Los-en Lijf-renthen, in deze Negotiatie zullen worden aangenomen.. 4. Dat, ingevalle inde berekening der Effecten, welke tot het één derde gefourneerd worden, bevonden wierd, dat dezelve de één derde niet volledig uitmaakten, zal als dan het mankerende met geld moeten aangevuld worden; dog wanneer die Effecten meer mogten beloopen als de één derde, zal dat meerdere ten voordele van den Lande vervallen , en niet meer in Effecten worden aangenomen, als de zuivere één derde van de belegd wordende Somma; — zullende evenwel aan een ieder vrijftaan, het geheele Fournisfement in Comptanten te doen. 5. Dat die geene, welke in de Negotiatie op Lijfrenten met Obligatien van de Termijnen der 5ofte Penn., gelijk ook met die van de vrijwillige Negotiatie van 22 Oct-O.:. 1795. gedeeltelijk zal . willen Fourneeren, dezelve Obligatien voor af ten Comptoire der Losfe Renthen tegen een behoorlijk Recipisfe zal moeten verwisfelen, en het zelve Recipisfe als dan met de Comptanten ten Comtoire der Lijfrenten overgeeven; — zullende de Ontvanger Generaal daar voor, als mede voor de daar bij te Fourneerene Comptanten , een Recipisfe in forma pasfeeren. 6. Dat zij, die in de Negotiatie op Los- en Lijf-renten met Recipisfen van den 25fte en 83 één derde penn. gedeeltelijk zullen willen Fourneeren, voor af die Recipisfen moe^ Kk 3 ten  ( ) ten ©vergeeven aan de volgende Comptoiren: als, de Recipisiën der gelden, die in het Quartier van Qostergoo gefourneerd zijn, aan het Comptoir der Domeinen; ■—i ia Westergoo, aan het Comptoir der Floreen Renthe; — in Zevenwolden, aan het Comptoir der Los-renthen; — en in de Steden, aan 't Comptoir der Iijfrenthen. — Zullende de refpective Ontvangers Generaal daar voor aan de Beleggers een generaal Recipisfe moeten afgeeven, ten einde daar mede het Foumisfement in de bovengemelde Negotiatienten Comptoire der Los- en Lijfrenthen te kunnen doen. — En zullen de Ontvangers Generaal der Los- en Lijfrenthen, de Recipisfen van het Quartier der Zevenwolden en Steden ten hunnen Comptoire in deze Negotiatie op Los- en Lijfrenthen belegd zullen worden, zeiven moeten aanneemen, en door hun, op hunne af te geeven Recipisfen, in majgine genoteerd moeten worden. 7. Dat over zulks de refpective Ontvangers Generaal, de op deze wijze ingetrokken Recipisfen, in de Diftricts Ontvang Boeken, ieder ten zijnen Comptoire, zullen moeten roijeeren, ten einde in het vervolg alle confuiie in 't opmaken der Obligatien voor te komen. 8. Dat op de Obligatien of Recipisfen, die in deze Negotiatie, nevens Comptanten zullen worden gefourneerd, geene verfcheenen Intresfen zullen betaald worden, dan alléén op die, waar op een geheel Jaar reeds verfcheenen zal zijn • zonder dat van de gedeeltens Intresfen zullen betaald worden. Wel verftaande, dat nopens de Recipisfen der 2-5fte en 83 één derde Penning, de verfchijntijd zal moeten in agt genomen worden, zodanig als dezelve bij de Placaten, betreffende deze Geldheffingen, in dato den 2,2 October 1795, en 28 Julij 1796 is bepaald. 9. Dat de te Fourneerene Penningen zullen moeten worden belegd in ronde en effene , op hondert of duizend uitkomende ,  C s?7 ) mende, 'Sommen , wiet minder dan 100, en niet meer dan <5öoo Guldens belóopende. ïo. Dat deze Penningen terftond xiaihöt axrefbeeren ideaser Negomtie, aan de Oomptofrera dier .Los- ien Lijf rentken zrilen kunnen worden gefourneerd: m .c® zal-van het geaneison Comptoire des Los-renthen word gefourneerd, tot een Jaar.Kjkfche Intrest betaald worden — vijf pro Cento; en van het .gene op Lijf-reilthen zal worden belegd, in de 5 'eerfte Jaaren tien,• 'einde vijf .daar .aan volgende Jaaren -negen, en vervolgens na verloop van tien Jaaren, agt pro Ceivto. 11. Dat het Foumisfement in deze beide Negotiatien zal moeten gefchieden voor den 1 October eerstkomende, als wanneer deze Negotiatie zal wezen gefloten. — Zullende de Intresfen ingaan a dato van de aftegeeven Recipisfe». 12. Dat gene Cumulatie van Recipisfen, uit deze Negotiatie proflueerende«, — plaats zabhebben; maar dat aan de Beleggers , over één Jaar na het Foumisfement, Obligatien en Lijf'-renthe brieven , 'behoorlijkgetekend en gezegeld, zullen worden ter hand gefteld. 1"3. Datingevalle deze Negotiatie, hoe voordelig ook, niet aan de verwagting mogt beantwoorden, en men genoodzaakt zijn zal eene geforceerde heffing te arrefteeren, echter dezulken, welke in deze vrijwillige Negotiatie deel hebben genomen, het door hun daar in belegde Capitaal zullen kunnen korten, of daar toe toereikend was, verftrekken tot Betaling van die Somma, welke in een geforceerde Heffing zouden moeten voldoen; — terwijl anderen , welke in deze vrijwillige Negotiatie geen belegging hebben gedaan, niet zullen worden toegelaten in eene geforceerde Heffing eenige Effecten te mogen gebruiken,, niet alleen, maar ook zulke hoge Intrest, als op deze vrijwillige Negotiatie word gefteld, niet zullen genieten, En  C 278 ) En op dat deze ter kennisle van een ieder geraake, ten einde elk, zo tot zijn eigen voordeel, als ook tot redding van het dierbaar Vaderland, in deze Negotiatie deel neeme, zal dezelve worden gepubliceerd en geffigeerd daar men gewoon is Afleezing en Aanplakking te doen. Aldus Gerefolveerd Gearresteerd op »t Landfchaps-huis binnen Leeuwarden , den 12 Juhj 1-797- Het derde Jaar der Bataaffche Vrijheid. Het Provinciaal Beftuur van Friesland. p. STROBAND, Vt. Ter Ordonnantie van Hetzelve , CORN. GODSCHALK. PU-  C 279 ) P UB LICATIE TJTet Provinciaal Beftuur van Friesland, Allen den geenen die dezen zullen zien of hooren leezen, HEIL en BROEDERSCHAP! Duet te méten-. Dat Wij, van de NATIONAALE VERGADERING reprefenteerende het Volk van Nederland, ontvangen hebbende een getal Exeinplaaren van het door dezelver Vergadering ontworpen Plan van Conftitutie voor het Bataaffche Volk, ter 'góed. or 'afneming aan het zelve Volk voorgedraagen, met verziek, o n die Exemplaaren in dit Gewest, mitsgaders in die Landen of Plaatzen, in welke, volgens het 2de Art. van het K :glement waar op de Nationaale Vergadering is te zarae 1 geroepen, ongepraejudicieerd een iegelijks recht en gefustxneércle", de telling des Volks door onze Voorgangeren geëffectueerd was, te doen Affjgeeren waar zulks gebruikelijk is, en verders op de gevoeglijkftc wijze ter kennisfe des Volks te brengen; bij Misfive van den 29 Junij laatstl. aan de refpeéfc.ve Gerechten ten dien einde de nodige ordres hebben gefteld, en voorlopig de wijze opgegeeven hoedanig de Stemming over het zelve Onderwerp van Conftitutie, het gevoeglijkst met ordre zoude kunnen gefchieden. Dat Wij echter, tot vermijding van alle confufie in dit allerbelangrijkst geval, en om de Ingezetenen te herinneren wanneer en hoedanig zij hunne vrije ftem geregeld kunnen doen gelden, in de uitfpraak over de Staatsregeling welke hun is aangeboden; hebben nodig geoordeeld nader te notitlceeren en te ordoaneeren, gelijk Wij notificeeren en ordonneeren bij dezen: ART. 1. Dat tegens den 3 Augustus aanftaande, 's Morgens om negen uur, na dat de klokken een half uur zullen geluid hebben, de Stemgerechtigde Burgers worden opgeroeLl pen  ( 23o ) pen, zich in derzelver Grondvergaderingen van 500 Zielen te vervoegen, ter plaatzen waar dezelve zijn vergaderd geweest op den 1 Augustus daar te vooren, tot de verkiezing van Kiezers en Plaatsvervullers om Leden voor eene tweede Nationaale Vergadering te benoemen. a. Dat, de Grondvergaderingen geconftitueerdzijnde, zo als in het Reglement tot daarftelling van eene algemeene Nationaale Vergadering tot de eindens daar bij vermeld bepaald is, behoudens en ongepraijudicieerd een iegelijks recht en gefustineerde, in elk derzelve zullen worden verkoren, bij meerderheid van ftemmen,, drie Stem-opneemers, die künïfen leezen en fchrijven. 5. Dat vervolgens door de prefente Stemgerechtigde zul'eu worden getrokken nummers, volgens welke een ieder zijne Stem zal uitbrengen. ■ 4. Dat twee van de Stemopnemers zullen houden eene Lijst, of Proces-verbal, van de te doene Stemming, en een derzelve een Contra-Lijst: ten welken einde de nodige gedrukte exemplaaren, die ingevuld moeten worden, aan de Gerechten zullen gezonden worden, en door dezelve in de Grondvergaderingen moeten worden bezorgd. 5. Dat de Stemming gefchiedende, een ieder Stemgeregtigd Burger zijne Stem voor of tegen het Plan van Conftitutie zal uitbrengen , het zij bij monde, het zij in gefchrifte, zodanig hij zelve zal verkiezen; zonder nochtans in een of ander gedeelte uitzondering te mogen maaken; maar hetzelve ontwerp, overzijn geheel genomen, moeten goed-of af-keuren, 6. Dat de alzo uitgebragte Stemmen, door de 'Stem-opneemers, agter de namen der Stemmers, zullen moeten worden geplaatst op de Lijst. ?. Dat de Stemming afgeloopen zijnde, de Stem-opneemers, in prefentie van de Grondftemmers, het getal der Stemmen voor en tegen het Ontwerp van Conftitutie, op de Lijst  C »8i ) Lijst zullen uittrekken; en daar na alle drie die Lijsten, als getrouwelijk opgemaakt vertekenen. 8. Dat twee van die Lijsten zullen worden verzegeld, en door de Stem-opneemers ten aller^poedigHen, ten minften binnen vier- en twintig Uuren, aan de Secretarie van hun. Diftriét of de Stad bezorgd; terwijl eene Lijst bij een der der Stem-opneemers' zal worden bewaard, na dat aan dc Grond-ftemmers is bekend gemaakt bij wien der Stem-opneemers de Lijst berustende blijft. 9. Dat het Stads-of Diftricfs-Beftuur, de onderfcheiaene Lijsten der in hunnen bedrijve gehoudene Grond vergaderingen , ontvangen hebbende, van elke Grond vergadering één zal doen fluiten te zaamen in een Pacquet, niet het Zegel van hunne Jurisdictie beveiligd, en ten allcrfpoedigftcn het z Jve Pacquet overzenden aan Onze Commisüe van Gedeputeerden ; terwijl dan van elke Grond vergadering ééne Lijstin de Secretarien der Steden en Diftricten blijft berusten. 10. Dat ook al het voorfchreven, uitkragt van de aanfchrijving en op Ons verleende Authorifatie van de Nationaale Vergadering, betrekking'heeftop de Ei]tenden Ameland en Schiermonnikoog: en diensvolgens de Beftuurers van die Eijlanden bij dezen worden gelast, behoudens een ieders recht en gc> fustineerde, zich daar aan nauwkeurig te gedraagen. En op dat Niemand eenig onkunde hier van zoude kunnen voorwenden, zal deze Publicatie in dit Gewest, en op de Eijlanden Ameland en Schiermonnikoog, ter gewooner Plaatzen worden afgekondigd en aangeplakt, waar zulks te doen gebruikelijk is. AHus Gedaan en Gearrefteerd op 't Landfchaps-Huis bin* nen Leeuwarden, den 14 Julij 1797. Het derde Jaar der Bataaffche Vrijheid. Het Provinciaal Beftuur van Friesland. P. STROBAND, Vt. . Ter Ordonnantie van Hetzelve, CORN. GODSCHALK.  ( fl8a ) PUBLICATIE T-Jet Provinciaal Beftuur van Friesland 3 x Allen den geenen die dezen zullen zien of hooren kezen, HEIL en BROEDERSCHAP! Doet te weeten: Dat Bartholomeus Rusfing, Predikanten deHerformde Gemeente te Nijkerk, gewezen Lid van de Vergadering der Reprefentanten van het Volk van Friesland, zich aan ons bij Requeste hebbende geadresfeerd en verzogt dat de Politique dispofitien, tegens hembevoorens genomen, met den aankleeven van dien mogten vernietigd en inget,okkm worden, zo dat hij op gelijke voorwaarden als in de Publicatie van den 23 Junij 1796 zijn vermeld, tot d Provintie en zijne Gemeente wenschte te rug te keeren, dm ais een vreedzaam Burger onder de befcherming der Wet, te keven en zijne bediening waar te neemen; Wij confidereerende hoe'den Suppliant in de Publicatie der Reprefentanten van het Volk van Friesland de dato 23 Juuij 1796. flegts. voor als nog was- uitgefloten geworden van het effect der Proclamatie van welgemelde Reprcfentan. ten, den 31 Maij des zeiven Jaars aan het Volk van Friesland gedaan, over het in vergetelheid ftellen der verfchillert ter zake van de bijeenkomst eener Nationaale Vergadering in dit Gewest plaats gehad hebbende; en in aanmerking neemende de vrijwillige Verklaaring van den Suppliant, van zich op dezelfde voorwaarden wederom in deze Provintie te willen begeeven;s hebben gedecreteerd, het geen Wij bij dezen arrefteeren r Bat het aan Bartholomeus Rusfing> op zijn verzoek vergund  C 283 ) «md word, weder vrij en onverhinderd in deze Provintie te rug te keeren, — en de Politique dispofitien, tegens Hem bevoorens genomen, worden ingetrokken en vernietigd:- alles op dezelfde voorwaarden en onder gelijke bepaaling, zo als zulks ten aanzien van eenige gewezene Leden van de Vergadering der Reprefentanten dezer Provintie, B gefchied, en breeder in de Publicatie van den 23- Junij 1796» vermeld. . c Ontheffende den zeiven mits dezen van alle Justicieele of Gerechtelijke vervolgingen ter voorfchreven zaake. En op dat dezen in dit Gewest zoude bekend worden, zal hier van Publicatie en Affixie worden gedaan, ter Plaatzen waar zulks behoord en gewoonlijk gefchied. Aldus Gegeeven op *t Landfchaps-Huis binnen Leeuwarden, den i3 Julij 1797. Het derde Jaar der Bataaffche Vrijheid. Het Provinciaal Beftuur van Friesland! P. STROBAND, Vt. Ter Ordonnantie van Hetzelve, € O RN. GODSCHALK. PU-  ( *?4 ) PUBLICATIE JJet Provinciaal Beftuur van Friesland, ^ ' Allen den geenen die dezen zullen zien of hooren kezen, HL1L en BROEDERSCHAP! Doet te weet en: Dat Wij, overweegende hoe het een onzer duurfte pligten is, te zorgen, dat 's Lands Schatkist met de nodige Penningen worde vuorzien, ten einde in ftaat te zijn aan de behoeften vau het Vaderland te voldoen; Dat in deze buitengewoone tijden van Oorlog, waar in het Vaderland nog gewikkeld is, alles wat mogelijk is moet gefchieden ter afbreuk van den Vijand; Overweegende hoe in het volgend Jaar al weder buitengewoone kosten zullen moeten worden befteed, tot vermeerdering en hiftand-houding van 's Lands Vloot en Landmagt; En hoe daar toe dan al wederom buitengewoone pogingen zullen moeten worden gedaan., en de gewoone, door Ons reeds uitgefchrevene , Belastingen, niet voldoende zullen wezen om die Sommen te vinden; Dat men in voorige tijden, en wel in den Succesfie-Oorlog, in het begin dezer Eeuw gevoerd, begonnen is, van tijd tot tijd eene buiten-gewoone heffing op den opbrengst der Vastigheden te doen, terwijl in andere Provinciën niet zo zeer de Lasten, maar wel de fchulden wierden vermeerderd; Overwegende hoe deze extra Ordinaris geld-heffing, (bekend onder den naam van Reëlen Penning) tegen de goede trouw en tegen het belang des Lands aan, zedert eenige tijd •van Jaar tot Jaar is gecontinueerd. Dat deze Geld-heffing, toen zelfs onrechtvaardig in zich zelve, thans geheel niet te pasfe koomt, maar een liegt denk•befld van het beftuur moest geeven, indien zij tegen de goede  C 285 ) de trouw aan gecontinueerd wierd, daar men de voorrechten, voorheen aan de Vastigheden gehegt, geheel heef vernietigd; Overweegende aan den anderen kant, hoe de buitengemeene en voorbeeldelooze fpaarzaamheid, die ieder Ingezeten weet dat in het beftuur dezer Provincie is ingevoerd, alléén en op zich zelve niet in ftaat is de buitengewoone uitgaven , door de Nat. Vergadering reprefenteerende het Volk van Nederland , ter Somma van 40 Mill. voor dit hopend Jaar gerequireerd, te vervullen; Terwijl het, door de bekende ijver en trouw van de bezitters van Vastigheden in Friesland, met daaden bewezen, is, dat dezelve zich, wanneer het op het behoud van het liéve Vaderland aankomt, alles getroosten, en overtuigd zijn, dat, wanneer het Vaderland, de Vrijheid verboren word, ook hunne bezittingen verboren zijn. Overwegende eindelijk, dat alle Articulen van Koophandel en Fabricquen, hier reeds boven alle andere Gewesten te zeer gedrukt zijn ; — hebben goedgevonden en verftaan te decreteeren, gelijk wij decreteeren bij deezen : Dat voor het lopend Jaar ingaande ifie Maij 1797. zal worden geheven eene buitengewoone belasting op den opbreng der Vastigheden in Friesland, in maniere als volgt; ARTIKEL I. Dat van alle befloten Plaatzen, losfe Landen, Huizen en andere Vastigheden, particuliere Eigenaars toebehoorende deze heffing zal worden betaald, na proportie van de Huuren die dezelve opbrengen; — Te weten: van alle Landen met Huifingen, welker onderhoud den Eigenaar fpecteert en te laste komt, bezwaart, mitsgaders van de Huizen inde Steden en Dorpen ftaande , de agtfte Penning van het geen. voorfchreven Landen en Huizen aan Huur rendeeren. Doch dat van de losfe Landen (voor hoedanige gerekend zul-  C a86 ) zullen worden, alle die bij losfe (likken en gedeeltens verhuurd worden, al behooren die tot ééne Zathe met HuifingeO en die met afkoopen zijn bezwaard, de zesde Penning van de Huur zal worden gecontribueerd, gelik ook van Grondpagten en Eeuwige Renthen. •2 Du deze heffin" tegens den zesden Penning, mede zal worden betaald van zulke Kleilanden en Maadlanden, die o n vertigcheld te worden, ofte tot Veengravenjen zijn verkomt, aangeftoken en voor het geheel of ten de el e vergraven, na mate dat daar van eenige winst of voordeel komt, en alzo op een gelijken voet als andere Landen, het zij die . apart verhuurd worden tot Hoijinge, Weidmge van Beesten, het fcheeren van Riet &c. het zij bij de Eigenaars zelve gebruikt, volgens te doene tauxatie; ten waare die Landen behooren onder een Zathe, en onder de Huur van die Zathe begreepen waaren. a Dat d i Bosfchen, welke aangelegd zim tot kapping van hout, van deze heffing bevrijd zullen weezen, mgevalle tot de kapping voor als nog niet gelchikt zijn; dog zo daar mede thans een aanvang word gemaakt, zal van de Som, die dezelve volgens Tauxatie Huur kunnen doen, den agtjten Penning worden betaald. 4. Dat de Hoven, van de Huizen en Hornlegers gelepareerr zullen g •é'stinieert worden na de waarde van andere Landen van dezelve goedheid en Qualiteit, en daar van betaald insgelijks den ze Z?%eri vorderen moeten, voor den 16. Maij 1790. d voor den 16. Junij daar aan volgende, en ™. helft voor ra* September 1798 . Jf^gg dat de raale Collecteurs te verantwoorden-, wel verftaande aat ae ieS3, Dat de Generaale Collecteurs.op den 13 M*jen 18A Tural i7o8 telkens ee« v/«r' - waarvan de finnP verklaaring zal pasfeeren voor het Gerechte. z.ui ?q Hat "ev\l de resten aan den Gommis van 's Lands^„£migg^rStÏÏd, en na Approbatie bij den O*, ^^^tabetaalingaangenomenworden, dift^D* SzlTwageeven aan's Lands Deurwaarders om die S^vSe^^öf met verklaaring van infolventheid te reproduceeren.  ( 295 ) Na welke gedagte Ontvanger Generaal dezelve resten in zijne Rekening voor rest zal brengen, en met des Deurwaarders verklaaring zal muniëren, ten einde de Commisfie van Financien moge beoordeelen, of daar in berust kan worden; anders die weder uit te geeven, om nader géïnnet te worden. 34. Dat de refpeétive Gerechten, gehouden zullen wezen , de op voorfchreven wijze opgemaakte Cohieren, voor den 1 September 1797, aan 's Lands Rekenkamer te zenden, ten einde aldaar geëxamineerd werde, of wel gefteld, en naar behooren uitgerekend zijn. 35. Dat voor het formeereu der Cohieren en Colleéteeren dezer Penningen, zal worden betaald, zo als omtrent de Heffing der Reëele Penning, tot aan heden toe gevalideerd is. En op dat dezen ter kennisfe van een ieder in dit Gewest kome, zal dezelve worden afgeleezen en aangeplakt, ter plaatzen daar men gewoon is zulks te doen. Aldus Gedecreteerd en Gearresteerd op 't Landfchaps-huis binnen Leeuwarden, den 14 Jidij 1797 Het derde Jaar der Bataaffche Vrijheid. Het Provinciaal Beftuur van Friesland. P. STROBAND, Vt. Ter Ordonnantie van Hetzelve , CORN. GODSCHALK.   PUBLICATIE T)e COMMISSIE gechargeerd tot de introductie van het bij de NATIONAALE VERGA- • DERING gearresteerde Reglement op de Burger-wapening, en ter Directie van dien in dit Gewest, aan alle hunne Mede Burgeren ; HEIL en BROEDERSCHAP ! Doet te weeten. Daar wij ingevolge de ons opgedraagen last van het PROVINTIAAL BESTUUR van Friesland, en door authorifatie der Commisfie uit de Nationaale Vergadering , Gechargeerd met het Opperbeftuur der Bataaffche Gewapende Burgermacht, volgens Art. 3. Cap. 7. van 't Reglement op de algemeene Burger-wapening zijn gelast, tot het bepaalen der Contributien, tot goedmaking der kosten, welke op de Exercitiën , Administratie en onderhoud der Gewapende Burgermacht, moeten vafen; en daar volgens Art. 6. van hetzelve Hoofdftuk, in het uit fchrijven der Contributien gelet moet worden, dat eene behoorlijke evenredigheid in agt genomen .worde, op alle bijzondere perfoneele omftandigheden; en na ingenomen te hebben de confideratien der Plaatzelijke Beftuuren en Raden van Adminiftratie en Discipline, is het dien ten gevolge, dat wij goedgevonden hebben en verftaan te arrefteeren, gelijk wij doen bij deezeii, het navolgende Plan van ClasliücjKie der Contribuabelen voor dit Gewest. iftc Clasfe. A. Perzoonen gezond en fterk van 18 tot 45 Jaaren, welke volgens Cap. 2. Art. 5 en 9. van de Wapendienst zijn vrijgefteld. ; B. Perzoonen van 45 tot 60 Jaaren, welke geen 8 Nn Jaaren  t 298 ) Jaaren bij de Burgermacht gediend hebben ; Contribuee*£ ne^fenS ■^/ÏTg^^ * * *-» °* » de Wapens niet kunnen draagen.. ^ ^"ct&erzoonen bover, de 00 Jaaren oud, en. Dij de Bu^waHening gediend hebbende.. ttrSSftÖTÏfew mm^M volC. Uiie enAra^e*T „:pf ' t de Wapendienst zijn toegela, 6 zTnth™™ EerSede afs na hPu„ Ouders inkomften. en vermogen,, ieder Ouders inwoonende,. en. ^Weduwe „£ Vrifeter C***";ttJSStt oftSmén-w"l£ ieder na hun relatiefIr^nen« rirt tot de Wapendienst zijntoegetateu, tot hun 45^ ^ ouderdom..  C 299 ) B. Een Huisgezin , waar in zig een Zoon bevind welke volgens Cap. 2. Art. 11. niet Gewapend is, zo na zijn Per. foneel als ha Ouders Inkomen, en vermogen. C. Perzoonen welke 40 Jaaren oud zijn , en van de modificatie, op het 2 Art. van Cap. 2. gebruik ma&en« één en een tweede. NB. Al het geen, 't.welk van de Zoons volgens Cap. 2. Art. 11. gemeld is, heeft insgelijks zijne betrekking tot s De Contributie op de Perfoneele Inkomften, Gewinnen' of Verdienst, ftrekt zig uit tot alle Contribuabelen, de Inkomften gerekend, van beneden de 200 Caroli Guldens tot 1000 Guldens, en daar boven 's Jaars, de kost, en inwooning van Knegts, bij hunne Meestersof Boeren, word mede ter Tauxatie der Raaden van Administratie of der Commisfien'daar toe gelast, onder de Inkomften of Verdienst gerekend. . . , • 3. De Bepaling dezer Contributie zal gefchieden na da Inkomften der Contribuabelen, van ia Maij 1796 tot 12 Maij 1797 te Rekenen, zonder dat het verhes van Bezittingen door Banqueroeten, ongelukken of anderzmts, voer korting in de verdienst zal kunnen gerekend worden. 4. Deopbegoedigdheid, en Bezittingen Geftatueerde Goi> tributie bepaalt zig tot Perzoonen, welke van 1000 tot 500000 Guldens, en daar boven in Posfesfie hebben, waarvan zij, gelijk ook van de Inkomften moeten Contnbueeren. En daar er volgens Art. 25. van Cap. 5. nog geene genoegzame Raaden van Adminiftratie cn Commisfien van Huishoudelijke Dire&ie beftaan, nog ook niet in ftaat kunnen zijn^ om eene begroting van kosten voor hunne Plaatfelijke Burgermacht, op te geeven, waar na de Contributien voor dit Gewest; geheven zoude kunnen worden', iets het welke bij deze niet gevorderd kan worden; Zo is het dat Wij-goedgevonden hebben enverftaan te arrefteeren , ëflMk mj doen btj dezen, het hier nevensgaande PLAN van CONTRIBUUE, voor den Jaare 1797. I N C A S S E E R I N G. ARTIKEL I. * In Plaatzen waar zich de georganifeerde Raaden van Ad^ miniftratie en Discipline, of Commisfien van Huishoudelijke Diredie bevinden, zal de Invordering der Contributien, aan dezelve gedemandeerd zijn.. a. la  TAFEL der CONTRIBUTIE o- I micomften of, Ifte 2^ — , — " ' ^ J Verdienften. rS- ril „ft 4dc 5aT~~T—;5de j ^ —. 5 - 700 - 5 - o . o 3 - if - O 3 . |. Ia a . ° - ° ' ; J - 12 l . o - o 6-0.0 12 - o o } van 1000 j tot~-T^ZZ'; 8. 0 . 0 . „. 5. u 4: 5; 6. - ^sie . - : S 17-0.0 ... 5.0 tI.iMi 8;IO°:; ?\V5 4. o.0 24. 0.° 20 _ 70COO _ ° I c '8 - o - o, 16 . o - o 12. oio 8 " o o «Ff 33 . o . o 66 o ' ° 2« — 20cOOO 7fon,n .- I 37 0 3< - 6- Ï2 2f . 0.0 i?i t< Z ' 1 69 • 0 • o n» ft " «en, e„   C 301 ) 2. Iri Plaatzen waar dezelve nog niet beftaan, dog, de Regiftratie volgens 't Reglement op de Burger wapening aldaar volbragt zijnde , zullen de Municipaliteiten of Plaatzelijke Beftuuren, (wegens de Commisüe ter Directie der Gewapende Burgermagt daar toe geanthorifeerd,_) gechargeerd worden met de Incasfeering der Contributien. 3. De Contributien zullen in twee Termijnen betaald moeten worden, elke Termijn binnen den tijd welke in het Billet ten dien einde bepaald zal worden, zonder dat dezelve vier weeken excedeere, na welke verloopene tijd, de Invordering met de daar toe gefchikte Executoriaale kan gefchieden, wordende de Crimineele Officieren gcïnjungeerd, om tegens die geene, welke zich feitelijk tegen de Invordering of executie verzetten, of weigeren dezelve te doen ter uitvoer brengen, na bevind van zaaken te procedeeren. 4. Ouders zullen aanfprakelijk zijn voor het Foumisfement van hun Zoons. 5. Perzoonen welke Knegts of Vrijgezels tot hun dienst of oeffening van beroep bij hun hebben inwoonen, zullen' voor een Termijn van derzelver Contributie aanfprakelijk zijn. 6. Aan elk Contribuabele zal een Billet worden ter hand gefteld, ingevuld met de Clasfe en Nummer , met de Somma, en binnen welke tijd, zulks zal moeten betaald worden, op welk Billet hij tegens betaling Quitantie kan vorderen. 7. De Raaden van Adminiftratie en Discipline en Commisfien van Huishoudelijke Directie, zullen een Collecteur' tot Incasfeering der Contributie aanftellen, en dezelve, daar voor een billijk Salaris mogen toeleggen, dog zullen verantwoordelijk zijn voor de fecuriteit der Penningen; ookzal dezelve Perfoon de Bilietten van Clasfificatie bij de Contribuabelen rond brengen; zullende voor de Ontvangst der Nn 3, Pen^  Penningen 2 per Cent getrokken worden, waar tót den Collcöeur, ter tauxatie van den Raad moet betaald worden. 8 Het zelve heeft insgelijks zijne betrekking op Plaatzelijke of Diftricts Beftuuren, welke met de Incasfeering der Contributien gechargeerd zijn. . j r o Ten einde de Raaden van Adminiftratie en Discipline, Commisfien van Huishoudelijke Directie of Plaatzelijke Beftuuren bovengemeld, in ftaat te ftellen, om van de Inkomften en Bezittingen der Contribuabelen zo veel nodig eeïnformeert te worden , zullen zij dezelve voor zich doen koomen, ofte wel voor eene Commisfie uit hun midden daar toe o-elast, en zullen de Contribuabelen aan dezelve in gemoede de Quotifatie hunner Inkomften en Bezittingen, ofte wel de Nummer in welke zij in de Quotifatie moeten vervallen , verpligt zijn op te geeven, en daar bij moeten verklaren, dat deze hunne opgaave ter goeder trouw, en na hun best geweeten gedaan is, met belofte, om des gerequireerd wordende, zulks met folemneelen Eede te willen bevestigen. 10 Dat echter niemand verplicht is zijne Inkomften boven de 1000 Guldens, en Bezittingen boven 500009 Guldens aan te geeven. , ' . 11. Bij de Contribuabelen zullen van wegens de Commisfie bovengenoemd, de Bilietten van hunne Clasfificatie ter betaaling der Contributie worden rond gebragt, met bepaalin* der tijd, binnen welk dezelve, door de daar toe aangeftelde Perzoon zal worden opgehaald, en verders als Art. 6. gezegd is. 12 Dat wel bij zodanige Perzoonen welkers Perfoneele omftandigheden bij de Commisfie bekend ftaan niet boven de 200 Guldens 's Jaars Inkomen te hebben, de Bilietten zullen bezorgd worden, zonder dat de Commisfien verpligt zijn, de zodanige voor zig te doen Compareeren.  C 3°3 > 13. Wanneer de Commisfien oordeelen dat Iemand de aangaave niet ter goeder trouw heeft gedaan, zal daar van kennis worden gegeeven aan de Commisfie gechargeerd met de Directie der Gewapende Burgermagt voor dit Gewest. En op dat een ieder der Contribuabelen , zig zorgvuldig zoude kunnen wagten, voor bet kwalijk aangeeven van zijne Inkomften en Bezittingen, hebben wij inde bepaling der verfchillende Claslen eene genoegzame fpeeling willen Iaaten, op dat niemand onzer Mede Burgeren door eene al te nauwe bepaaling zig in eenige bezwaarlijke omftandigheden zoude kunnen inwikkelen ; zullende dezulken welke bevonden worden Fraudeufelijk in dezen gehandeld te hebben, niet anders kunnen befchouwd worden, als de zodanige (waar van in 't Slot van het Reglement, op de Burgerwapening gemeld word,) „ welke zig direct of indirect te-„ gen de uitvoering van het zelve zullen oppofeeren, ftren- gelijk,, en na vereisch der zaaken,. als verftoorders der Pu,, blicque Rust, Ja zelfs als vijanden des Vaderlands zul„ len aangemerkt en geftraft werden." En op dat Niemand hier van eenige onkunde zal kunnen praetendeeren, zal deze worden Gepubliceerd, en Geaffigeerd, op Plaatzen waar men gewoon is zulks te doen. Aldus Gearresteerd door bovengenoemde COMMISSIE, binnen Leeuwarden den aa Julij 1707.. Het Derde Jaar der Bataaffche Vrijheid. HENDRIK TRIP, Vt. Ter Ordonnantie van Dezelve, L. S O N T A Gv  C 3®4 ) PUBLICATIE TJet Provinciaal Beftuur van Friesland3 ■" Allen den geenen die dezen zullen zien of hooren kezen, HEIL en BROEDERSCHAP! Doet te weeten: Dat Wij, in aanmerking neemende de verlegenheid waar in de Stedelijke en Diftricts Beftuuren zich veeltijds ten aanzien van derzelver Geld-middelen bevinden; en overwegende , dat de Belasting van den 56 Penning, of het zogenaamd Confent-geld op den Verkoop van Vastigheden, bij Publicatie van den 8 Maart 1795 in 's Lands Casfa overgebragt, bevoorens eigentlijk was befchikt tot hoeding van de publique en noodwendige uitgaven in het D.ftnct of de Stad, waar in den opbrengst geichiede , of fchoon eenige enlcele Perzoonen zich daar van tot hun eigen profijt meester maakten ; verders in aanmerking neemende, dat die misbruiken thans geen plaats kunnen hebben, en Wij de Beftuuren van de Steden en Districten zoo veel mogelijk in de gelegenheid behooren te ftellen, 0111 op de minst bezwaarende wijze eenig Fonds te erlangen, ten bijzondereu nutte van hunne Adminiftratie. .. • .Hebben goedgevonden te decreteeren, gelijK Wij decreteeren en arrefteeren bij dezen: Dat de Publicatie der Provifioneele Reprefentanten van het Volk van Friesland, op het ftuk der Confent-gelden, in zoverre word veranderd, dat de Belasting van den 56 Penning onder den naam van Confent-geld, van verkogte Vastigheeden geheven wordende, op den zelfden voet als daar in bepaald, zal blijven geheven, edoch dat den 56 Penning zelve, met den 1 September aanftaande, zal komen ten voordeele van de Stedelijke en Diftricts Casfen, onder welker Resfort de verkogt wordende Goederen zijn ge-  C 305 )) geleegen, -d.s dat die Gelden voortaan zullen moeten bedeed worden tot .publieque en. noodwendige Uitgaven van die Diftricten en Steden. Dat den zeiven 56 Penning alzoo niet langer ten voordeele van de provinciale Casfa*zullende loopen , dan tot ultimo Augustus aanftaande, de Staaten van dat laatfle Termijn zullen moeten overgezonden en de Gelden daar op betaald weezen, voor den 14 September eerstkomende. Blijvende voor het overige de onkosten voor het Zegel en teekenen der Confenten, zodanig als in de Publicatie van den 8 Maart 1795is bepaald, ten voordeele van de refpective Gerechten: (of van de Stedelijke en Diflriéts-Casfen bij aldien omtrent de Emolumenten der Gerechtsleden eenigê particuliere bepalingen mogten plaats hebben,) en verders den regel op het verleenen van die Confenten gelijk bii eemelde Publicatie is vermeld. En op dat niemand hier van onkundig blijve, zal dezelve m dit Gewest alomme ter gewooner plaatzen worden gepubliceerd en geaffigeerd. ö Aldus Gedecreteerd en Gearresteerd op 't Landfchaps-huis binnen Leeuwarden, den 28 Juin .1797. Het derde Jaar der Bataaffche Vrijheid. Het Provinciaal Beftuur van Friesland. J. G. KRAMER, Vt. Ter Ordonnantie van Hetzelve, CORN. GODSCHALK. Oo pa  ( 306 > NO T I F I C A T I E TJet Provinciaal Beftuur van Friesland aan: " Alle hunne Medeburgers! HEIL en BROEDERSCHAP! . u. Doordien Wij onderricht zijn, dat veele Ingezetenen m het denkbeeld en de bekommering verkeeren, als of de Herring ven eenen sooften Penning, door de Nationaale Vergadering reprefenteerende het Volk van Nederland bij haar Decreet m den 5,deezer Maand Julij, onder anderen ook,, gearrefteerd ten aanzien van de Ingezetenen m de lrovin-* tie Friesland, werkelijk plaats zal moeten hebben; daar dezelve onkundig zijn van de bij Ons genomene maatregelen om zulks aftewenden, en in die twijffeling verfterkt worden, uithoofde de Publicatieo,. de Executie der agterkjke Gewesten betreffende, in deeze Provintie,, geluk anderen, worden afgekondigd. . ZOO IS HET, dat Wij goedgevonden en noodig geoordeeld hebben, bij dezen de Ingezetenen in dit Gewest gerust te ftellen, dat zij zich niet behoeven te bekommeren (voor zo verre deze Provintie aangaat,) nopens de Decree- ten van de Nationaale Vergadering van den 29 Junij en 5 Tulij laastl., betrekkelijk de Executie der Gewesten, welke tot hier toe in gebreke zijn gebleeven om aan te zuiveren, het *een zij, zo op de begrooting van 60 Millioenen van den voorleden Jaare, als op den eerften Termijn van die van 40 Millioen voor den tegenwoordigen Jaare verfchuldigdaün, en {heciaal rakende den opbreng van eenen aoofte Penning in dit Gewest; alzoo Wij bij Misfive van den sa deezer Maand, de Nationaale .Vergadering hebben kennis gegeeven dat Wij zorgen zullen dat haar. Deer eet van Exec^tm. epzigte van. Friesland .buiten werking blijve,, ge- ■  X 30? ) lijk Wij dan ook eene Somma van ƒ200,000 Guldens in mindering hebben aangeboden, en verders aangenomen het overige agterweezen op den eerften Termijn in de 40 Millioen te zullen voldoen. Dan Wij moeten teffens onze Medeburgers vermaanen, dat, zullen zij bevrijd willen blijven van geforceerde Geldheffingen en van eene fchandelijke Executie, elk hunner toch naar vermogen deel neemt in de thans openftaande vrijwillige en voordeelige Geld-beleening, bij onze Publicatie van den 12 Julij 1797. geaïrefteerd; wanneer wij in ftaat kunnen gefteld worden, de twee volgende Termijnen van de Quota dezer Provintie in de 40 Millioenen te voldoen. En op dat deze ter kennisfe van een iegelijk in dit Gewest zoude kunnen komen, zal dezelve ter gewooner Plaatzen worden afgekondigd, en aangeplakt daar zulks te doen gebruikelijk is. -Aldus Gedaan en Gearrefteerd ter Vergadering van het Provinciaal Beftuur van Friesland, op het Landfchaps-Huis binnen Leeuwarden, den a8 Julij liet derde Jaar der Bataaffche Vrijheid. J. G. KRAMER, Vt. Ter Ordonnantie van 't Voorfchr. BESTUUR. CO RN. GODSCHALK. Go Ö £ ü-  PUBLICATIE TJet ' Provinciaal Beftuur van Friesland-, Aan alle hunne Mede-Burgers ,. HEIL en BROEDERSCHAP! Alzo Wij bij onze Publicatie van dén 14 Juli] 1797. eenige Articulen hebben gearresteerd en geordonneerd, om bij de ftemming over het ontwerp van Conftitutie naargekomeii te worden , ten einde die aller belangrijkfte zaak, — (de gewichtigfte beflisflng en uitlpraak welke een Vrij Burger immer doen kan!) — op eene geregelde wijze verricht, en alle verwarringen daar bij voorgekomen wierden; en daar Wij onderricht zijn, dat bij de jongfte ftemming van Kiezers, om Leden tot eene tweede Nationaale Vergadering te benoemen, in zommige Grondvergaderingen twijffehugen en verwarringen ontftaan zijn, over het doen van de V.erklaaiïng, door de Stemgerechtigde Burgers; Zo dat het, ten einde alle desordres en ongelijkvormigheden voor te komen, welke uit de bijzondere begrippen over het doen van de Verklaaring mogten kunnen geboren worden, en confidereerende, dat elk recht geaard Vaderlander, die de Vrijheidt en onaf bangelijkheid van dit Gemeenebest een goed hart toedraagd , en alle Erfelijke Ambten en Waardigheden als onwettige overheerfchingen befchonwd, dewelke bit eene vrije Natie -niet mogen noch niet kunnen geduld worden, niet zullen kunnen aarzelen de Oppermacht van het Völk en de Onwettigheid van alle zodanige Erfelijke Ambten en Waardigheden met zijne handtekening te erkennen, en - alzo voor altoos dé eerfte trouwe en de laasten af- te zweeren, - allezins noodzakelijk is, dat Wij ook dien aangaande eenen gelijkvormigen regel ftellen, om m de Grondvergaderingen, den 8 Augustus aanftaande te.houden, - » wor-  C 309') worden-naargekomen, ten einde zo veel mogelijk aan dë intentie en de Publicatie der Nationaale Vergadering vanden 25 Julij laastleeden te voldoen. , ZO IS HET, dat Wij, bij wege van ampliatie en explicatie onzer voorfch. Publicatie van den 14 Julij 1797- arresteeren en ordonneeren bij deezen : Dat op den 8 Augustus eerstkomende, in alle de Grondvergaderingen, door elk Burger die a!daar zijne goed- ofaf- keuring aan het Ontwerp van Conftitutie zal willen geven, eerst zal moeten worden vertekend met eigene naam of handtekening , de Verklaaring, in de Publicatie van de Nationaale Vergadering de dato 25 Julij 1797. vermeld; en. dat een ieder zijne Stem in perzoon zelve zal moeten uitbrengen , zonder dat de Abfenten met Briefjes zullen kunnen ftemmen. Dat voorts de alzo vertekende Verklaaring der Stemgerechtigden, bij het Proces Verbal van de gedane Stemming, zal moeten worden overgebragt aan de Secretarien van de Steden en Diftricten, om aldaar bewaard te blijven. En op dat niemand hier van zoude kunnen onkundig blijven, worden de refpective Gerechten gelast deze onze Publicatie, zo in dit Gewest als op de Eilanden Ameland en Schiermonnikoog, ten allerfpoedigften, op de gewoone Plaatzen te doen publiceeren en aanplakken; als meede, om in elke Grond vergadering één Exemplaar te doen bezorgen,, ten einde een iegelijk zich daar na reguleere. ■ Aldus Gedaan en Geiirrefteerd op 't Landfchaps-Huis te Leeuwarden, den 3 Augustus 1797. Het derde Jaar der Bataaffche Vrijheid* Het Provinciaal Beftuur van Friesland.. J. G. KRAMER, Vt.. Ter Ordonnantie van Hetzelve, GORN. GODSCHALK, Go 3„ P Ü-  C 31° ) PUBLICATIE Het Provinciaal Beftuur van Friesland 3 Allen den geenen die dezen zullen zien of hooren leezeif, HEIL en BROEDERSCHAP! Be zeilende dat het voorzeker eene der eerfte pligten is, te zoro-en voor den vvelftand der Ingezetenen; - dat hier toe dienstbaar zijn moet een goede directie omtrent het Financiëele, als de voornaame zuil waar op de welvaart van een Land moet gevestigd zijn; - dan dat de beftiermg hier omtrent echter zodanig zijn moet, als meest met het belang der Ingezetenen overeenkomt: - dat alzo aan den eenen kant zot» gedragen moet worden, dat de vereischte Penningen in's Lands Cas worden opgebragt; maar dat aan den anderen kant die Penningen geen oorfprong nemen moeten uit Middelen, waar door het eene gedeelte van het Volk boven het andere bezwaard, en waar door daar te boven, veel ftopping toegebragt word, aan de Bronnen, waar uit die Penningen moeten hervoort komen. Overtuigd zijnde, dat 'er ten aanziene van zommige Belastingen en wel bijzonder in het Hoofd- of Famiehe geld, gelijk ook in de Haven-middelen, merkelijk ongelijkheid en. ftremming in de Negotie lag opgefloten; waar door , ten opzichte van het laatfte, een menigte eerlijke Kooplieden allen nadeel leden, - terwijl anderen, welke opphgtbetragting zulk een nauwe gezetheid niet in agt namen, daar door ongehoorde gewinnen verkregen, - deed ons al voor lange bedagt zijn hier omtrent verandering daar te ftellen, die dan ook verbetering ten gevolge moest hebben. _ Wij gevoelden evenwel, dat dit eene der zwaarwigtigfte zaaken was, welke ons Beftier verzelde. _ Aan den eenen kant vrezende, verandering te maaken m  ( 3" > de vaste Middelen van beftaan, — en aan de andere zijdë bezeilende, dat 'er buiten dat geene verbeteringen, ten deezen opzichte te verkrijgen waaren; deed ons lange in twijffel ftaan, hoe in dezen te zullen handelen; tot dat eindelijk ons genoodzaakt vonden, door de bewustheid die wij had-den, dat de vrij algemeene begeerte van het Volk was, om bijzonder verandering in de Impofitien te erlangen, — deze gewigtige zaak bij de hand te neemen. Dan , reeds in den aanvang ontmoeteden wij ééne groote zwarigheid, namelijk, of de vernietiging van alle Confumtive middelen, of wel van eenige, het gefchikfte zijn zoude : — het was verre van Ons, dat Wij in dit belangrijk ftuk, alleen onze eigen denkbeelden zouden volgen, en een keuze doen, daar de geheele Maatfchappij zo veel belang bij had. Wij oordeelden dan het voorzigtigst te zijn, hier omtrent een proef te neemen : en dit agteden Wij niet beter te kunnen doen, dan provifioneel de Afichaffing te decreteeren Van alle Impofitien, fampt het Hoofd-geld; — zo als Wij dan ook bij Proclamatie van den 19 Maij laatstleden aan UI., het Volk van Friesland , hebben bekend gemaakt. Dit deden Wij, om wegens onze provifioneele dispofitie UI. wil te vernemen; en in die verwagting, dat dit gelelde» den zoude door zodanige Adresfen opgefteld niet alleen uit een waar Vaderlandsch beginzel, maar ook met die kunde en beredeneerdheid, waar door Wij in ftaat gefteld zouden 1 worden, ons finaal befluit hier naar te regelen. - In deze verwagting zijn Wij ook niet te leur gefteld; —■ een menigte van onze Medeburgers Êtebben ziclï deze zaak aangetrokken, door hunne gedagten langs gepaste en beredeneerde Adresfen aan Ons mede te ijeeïen. Na dat Wij deze Aanmerkingen door. eene Commisfie lik.ons midden hebben.laaten examincereu, en na dat Wij der- ■  ( 31a > derzelver Rapport, benevens alle de ingekomene Stukken zeiven rijpelijk hebben overwogen , ontwaarden Wij al ras, dat ons provilioneel gearrefteerde, de algemeene goedkeuring nrt weg droeg: als begeerende meest allen geene verandering ten opzigte der Binnenlandfche Impoütien; - ter wij! daal- en tegen wel verbeteringen wenschten opzigtens de Havenmiddels. Voorts de gronden, waar op die Sustenuën fteunden, m overdenking genomen, en dien aangaande geconfidereert hebbende wat in een zaak van dat gewigt m aanmerking genomen moest worden, — hebben Wij Ons verpligt gevonden de Affchaffing van de Lastenen Impofitien, zodanig dezelve bij Proclamatie in dato 19 Maij voorfchreven was bepaald, te declineeren en buiten werking te houden; gelijk mede de Quotifatie, welke in plaatze van die belasting zou-Ie worden geheven. Vervolgens gelet hebbende op de motiven, welke gebezigd zijn in meergemeld Rapport van Onze Commisfie, als mede in de gezegde adresfen, rakende eenige Afichaffing en verandering alleen in de Haven-Middelen en Hoofd-gelden; - hebben Wij, tot wegneeming van den ongepermitteerden fluikhandel; - knevelarije dien aangaande ; - belemmering daar door in den Koophandel; - en de ongelijkheid in het dragen der Hoofdgelden; - goedgevonden en verftaan, te decreteeren, zo als Wij decreteeren door dezen: . . . _ De Affchaffinff en vernietiging der Impoutien: ïOphetArttcul van de LAKEN EN en KRAMERTEN a Op de ZOETE WAAREN cl De VERHOOGING der WTNEN. 4. Op de KOFFT en THEE c Op de TABAK, (zo Rook als Snuif Tabak f) 7 De Vernietiging der FAMILIE- of HOOFDGEL■ DEN Dat  ( 313 > Dat wij echter-, tot inftandhouding en faverifeering der Fabricquen, eenige Goederen, welke onder het Articul der Lakenen en Kramerijen zijn begrepen geweest, met den Impost hebben haten bezwaard blijven; en welke met den Impost belast blijvende Goederen, hier onder worden opgenoemd. Dat door deeze Affchaffing van Impofitien, en Hoofd-Gelden, eene merkelijke verandering in 's Lands Lijst, en verdere disppfitien daar toe betrekkelijk, wordende veroorzaakt, noodzakelijk hebben gevonden, dezelve zodanig te veranderen, als overeenkomftig deze Onze bepaalingen dienftig hebben geoordeeld, en wel op de volgende wijs: GENERAALE ORDONNANTIE. Pag. iq. Art. 24. word geroijeerd de ampliatie, bij Placaat van -19 Maij 1792. gearresteerd. Pag. 19. Art. 25. word mede geroijeerd de ampliatie van het Placaat van 20 Junij 1795. Pag. 53 Art. 103. worden geroijeerd : de woorden van , Tabak, Thee, Koffij, Lakenen en Kramerijen ; en 'daar voor in plaast gefteld, de KRAMERIJEN. Pag. 63. Art. 133. worden geroijeerd: de woorden, Lakenen ; — terwijl de woorden, en die telkens voor de woorden Lakenen worden gevonden, gehouden worden te ftaan tusfchen de twee woorden, voor de woorden Lakenen ftaande. Pag. 69. Art. 135. worden geroijeerd, op regel 10. - ii; van boven, de woorden: verders op de Tabak, binnen het Huis verbruikt, des in het Jaar niet execedeerende de Quantiteit van 600 ponden. •Pag. 70. Art. 136. worden geroijeerd de woorden: Lakenen en Sijroop. Pag. 75. Art. 141. regel 1. en 3. word geroijeerd hefc woord Lakenen, en op regel 3. daarvoor gefteld Kramerijen; - terwijl de volgende van dit Articul, op 76. geheel word geroijeerd. Pp p|g  ( 3ï4 ) Pag. 86. Art. 159011160. worden geroijeerd: de woorden. Hoofd- en , . , .. , Pag 87. word liet iöifte Art. geheel geroijeerd. pi 88 Art. 164. worden geroijeerd de woorden: doek un Opzthtïvan de Goederend het middel der Lakenen behorende, alleen wegens twee derde der waarde, voor welke die Goederen zijn gekogt. ORDONNANTIE Rakende den Impost op de LAKENEN en KRAMERTEN. Pag. 90. tn dezen titul worden geroijeerd de woorden Lakenen en Kramerijen; en daar voor in plaats gefteld, ^90^'r. het eerfte lid van dit Art (zijnde de eerfte elf regels) word geroijeerd, en op nieuw aldus gefteld. ^nJ^Bmiazijnen9 Dimmitten, Streepjes de zogeJaZe l arlinger- of Elbervelder- Bonten en Broekftreepten Z eiaa s" Vijffchaft, Satinetten, en Dweügoed, a s mede ^K7mekhaZ knoopen, Kniebanden Linten^ Koorden en ander Knovpmakers werk, en van Linnens tusfchen de VIER en AGTIEN Stuivers de Elle, zal betaald worden, *g!^5&^V^* en daar voorinplaats bemand zal eenige Saijetten in yoeren, dan alleen dezulken, welke ten behoeven van de Lm Fabriauen zijn, en in deze Provincie niet gemaakt worden. Ti l. Art 3. word geroijeerd het woord Lakenen; en worf agter dit Art. gevoegd: Dog, ^^pziehuvan^ SJZr linnens, RO-  C ) PROCLAMATIE De Commisfie van Gedeputeerden uit het Provintiaal Beftuur van Friesland aan het Friefche Volk U zij alle mogelijke Heil en waare Bro»derfcAap! In Naam en op Last der Hoogstgeconftitueerde Magt dezes Gewests, doen Wij U te weeten:; Dat het Provintiaal Beftuur van Friesland , zeer ernltig ter harten neemende,. de bevordering van het Hoogst mooglijkgeluk voordat Volk., wiens Huishoudelijke belangens aan Haar zijn opgedraagen, ter daarftelling en bevestiging van deszelfs waare Vrijheid, Voorfpoed en Gelijkheid van Rechten-, en ten vollen overtuigd zijnde, dat daar toe nietalteea zeer nuttig, maar onontbeerlijk is, de fpoedige, gemakkelijke tn minstkostbaarfie bevsrdering van zodanige Wetenfchappen, welke kunnen dienen ter voldoening aan de éértte en Üoodzaakelijke Behoeften , ter verlichting van het verftand, •ter befchaaving der Zeeden en dus hier door, ter daarftelling van het grootst en duurzaamst Heil, waar voor eene Menfchelijke Maatfchappij vatbaar is; oordeeld daarom dat het eene Haarer éérfte onvermijdelijkfte Phgten is , hier omtrent alles aan te wenden wat tot deze. zo aller belangrijkfte zaak kan dienftig zijn. Het is em deze zo gewigtige redenen, dat dit Beftuur ons gelaste» om haar te dienen van Confideratien en Advijs, over den zeer vervallen Toeftand der eertijds zobloeiïende en alom hooggeroemde Lands Univerliteit te Franeker. Ten einde wij zo veel ons mogelijk waare, onze Phgt in dezen na vereisch. der zaake te kunnen betragten, benoemden en verzogten wij hier toe eene Perfooneele Gommisfie, ten einde over dit onderwerp,, een nauwkeurig onderzoektedoen, en zodanige Schikkingen tot Redres dezer  C 323 ) 'Academie op te geeven ^ als zij dien/lig en nuttig zenden oor, deelen tot algemeen en behendig Belang der Maatfchappij. f- Inwoonders dezer Provintie] Vrijheid minnende Vriezen! Wij hebben het verheven genoegen U allen te moeten bekend maaken, dat deze Commisfie, aan Ons heeft ingeleverd, een breedvoerig Rapport over's Lands Hooge Schoole te Franeker, behelzende een nieuw Republicainfch Plan tot herftel dezer Hooge Schoole, welk Plan door ons ter Tafel van het Provintiaal Beftuur is ingeleverd en door dit Beftuur is goed gekeurd en gedecreteerd; het welk wij gelast zijn in werking te brengen en aan U bekend te maaken, door deze PROCLAMATIE. Het zij U dan door dezen bekend, Gij VOLK van FRIESLAND ! dat Uw PROVINTIAAL BESTUUR heeft Gedecreteerd op den 9 Junij deezes Jaars, 1797 : De Academie te Franeker zal. worden herfteld; en verbeterd op een nieuw Plan, dat behelsd: ï. De vacante Profesforaaten zullen worden vervuld, welke zijn: 1. Een Profesfor in het Natuur- Staats-en Volken-recht. 2. Een Profesfor in het Burgerlijk en Hedendaagsch Recht. 3. Een Profesfor in de Kruid- en Schei-kunde, als mede in de kennis der Ziekten en beoeffenende Geneeskunde. 4. Een Profesfor in de Ontleed- Heel- en Verloskunde, mitsgaders in de Natuurkunde van het Menfchelijk Lichaam. 5. Een Profesfor in de Oosterfche Taaien en Oudheden 6. Een Profesfor in de Matheus, Vestingbouw en Aardrijkskunde. 7. Daar zal ook zijn een Meester m de Franfche Taaie, fl. Dat yan de tegenwoordig aan deze Academie zijnde Profesforen vast moeten aanblijven: Q q 2 z. £,  C 324 ) E. WASSENBERG, Prof. in de Taaien Oudheden a iGCHAUDOIR, Prof. in de Wijsbegeerte en.Ster- oreTUw' de CRANE, Prof. in de Gefchiedenisfen, Welforekendheid en Dichtkunde. Wvt.1lHf, .n TTT Dat de twee Hoogleeraaren m de Godgeleeitheid en kSkelijke G^eüdüedenisien , welke zijn de Burgers J. van SnniST en L MEI TER, voor als nog aan deeze Aca- So™» 7iinde verandering door de Conftitutie, omtrent ^ de ThSgK Faculteit, in daadelijke werking worde TVgDaatSdeze voorgemelde Wetenfchappen zullen wor* den geleerd iTdie vreemde Taaien waar m men zulks S doen op dat de Geleertheid voor derzelver gewoon is te cioen , op (.uil Vmno-fte tran Beminnaaren aan deze Academie, tot de hoogite tiap ™Seidfte wijze aldaar kan worden beoeftend. ^r^bweTdfenT ter bevordering der fpoedige a gemeeBe^ScS5t,aare5 en uitbreidmg van waare wijsheid en verhevene deugden, en; tel bev£f^| ^^Kfï.tt^». ™ ieder Mensen, op «meen, Mi van ons Vaderland in liet bijzonder. 4. De Aardrijkskunde. « De Nederduitfche Taalkunde. 6. De Wiskunst en Vestingbouw-kunde.  i 3*5 )' - ' 7. De Natuur- en Werktuig-kunde. * ■ 8. De Sterrekunde. 9. De Ontleed- Heel- en Verloskunde. 10. De Kruid- Scheid- en Artzenijmeng-kunde. V. Dat ter bevordering van een nog algemeener Nut dezer Academie , aan 42 behoeftige Jongelingen eene onderfteuning zal worden gegeeven uit de Casfa door het Provintiaal Beftuur afzonderlijk voor de Academie gefchikt 3 ter Somma van één hondert Guldens ieder in 't Jaar, om daar door braave, gefchikte, doch onvermogende Jongelingen, zonder onderfcheid van Religie, aan deze Hooge Schoole, door de beoeffeninge van nuttige Kunften en Wetenfchappen zelf gelukkig te maaken en verdienftelijk aan het Vaderland, volgens het Plan dat nader zal wor-; den bekend gemaakt. • Van deze 42 Jongelingen worden 21 opgeleid in bepaalde Wetenfchappen alleen door de Nederduitfche Taal., tot onderwijzers der Jeugd in Schooien dezes Gewests. De andere 21 kunnen door de Latijnfche Taal zich oeffe-nen in zodanige Wetenfchappen of andere Taaien als zij zelf zullen verkiezen. Alle deze Jongelingen moeten Jaarlijksch voor de Curatoren en Profesforen dezer Hooge Schoole, in het openbaar een Examen doen, en de meest vorderenden zullen Eereprijzen ontvangen. Tot deze Eereprijzen worden ook die geene toegelaaten, welke op eigen kosten aan deze Academie ftudeeren, mits zich aan dit publiek Examen onderwerpende. VI- Dat 'er vier Curatoren over deze Academie zullen -worden benoemd tot een vast bepaald en welgeregeld Hoofdbeftuur. Twee dezer Curatoren moeten die Taaie verftaan irr welke de Hooge Geleerdheid word onderweezen, op dat Qq 3 deze-  C 3*6 ) deze kunnen nagaan'en mede beoordelen de vorderingen d er Leerhngen welke door die Taaie worden onderwezen. De twee andere Curatoren mogen de Latijnfche of zokaamde Taaie der Geleerden niet verftaan, op dat men S door te wisfer waarborg hebbe, dat de bevordering der algemeene Kundigheid door middel der Nederduitfehe Taaie alléén, overeenkomftig het groot algemeen belang, hefiendis mrde waargenomen en duurzaam tn ft and bltjve. Zie daar Volk van Vriesland 1 den Hoofdzaakelijken Inlioud van dat Plan waarop uwe Hooge Schoole te Franeker, volgens Decreet van Uw Provintiaal Beftuur thans door ons tK&e. heeft om ü den toegang tot alle nuttige Wetenfchappen te openen, gemakkelijk tn min totfaartt maaken, % dat Gij, uwe dierbaare Kinderen fn alle uwe Nakomelingen, door de zo noodzakelijke, aangenaam™ ja allerheilzame Beoeffening des Verftands, m fle redel jke Kennis, door Wijsheid, Deugd en Godsdienst, atoos duv rend gelukkig zijt, tot de hoogstmogehjke Trap en Jeu Licht moog? worden voor dit Gemeenebest, ja voor de ^LTS^el dit oogmerk, beproefde middelen en zijt daar in zo gelukkig als Wij hier in tot nog toe zijn Een vast Plan van beftaan voor deze Hooge Schoole is doo ^ Hoogst Geconftitueerde Magt dezes Gewest Gedecreteerd Alle Profesfooren hebben Wij reeds beroepen waar van WH op één na de aannemende antwoorden hebben ontvangen van wien Wij het ook binnen kort verwagten; de Franfche Meester is reeds op zijn Post. De Hoogleeraaren welke hunnen Posten hebben aange- ï°mT 'H1VOORDA oud Profesfor te Utregt, als Hoog' leeraar in het Burgerhjk en Hedendaags Recht. ^ £  ( 3*7 ) li. J. MULDER 's Lands Operateur en Lettor in de Ontleed- Heel- en Verloskunde te Leeuwarden, als Hoogleeraar in de Ontleed- Heel- en Verloskunde in het Nederduitsch. III. C. ALLARDI Medicina: Doétor en Stads Anatomicus te Groningen, tot Hcogleeraar in de beoefenende Geneeskunde, Scheid-, en Kruidkunde; met Commisfie om over de Scheid- Kruid- en Artzenijmeng-kunde, aan des begeerende in 't Nederduitsch te onderwijzen. IV. J. P. THOLEN Lettor Mathefeos & Architeéhira Militairis te Franeker, als Hoogleeraar in de Matheus, Vestingbouw en Aardrijkskunde in het Nederduitsch. V. E. J. GREVE Reprefentant ter Nationaale Vergadering reprefenteerende het Volk van Nederland. Als Hoogleeraar in de Oosterfche Taaien en Oudheden. Vervolgens zijn de Werkzaamheden der 3 voorgemelde vast aanblijvende Profesforen aldus bepaald, als: L E. WASSENBERG tot Hoogleeraar in de Griekfche Taal en Oudheden , benevens in de Nederduitfche Taalkunde.. II. A, CHAUDOIR tot Profesfor in de Wijsbegeerte en Sterrekunde, met Commisfie om de Proefondervindelijke, Natuur- r Werktuig- en Sterrekunde ook in het Nederduitsch te onderwijzen. Hl. J. W. de CRANE tot Hoogleeraar in de Historie , Welfpreekendheid en Dichtkunde, benevens de algemeene Gefchiedenis der Menfchen en Volken,, en de Vaderlandfche Gefchiedenis in het Nederduitsch. Voorts zijn tot Curatoren over deze Hooge Schoole benoemd : welke hunne Posten hebben aangenomen, de Burgers G. COOPMANS Medicina: Do&or te Franeker als Latinist, EISE EISINGA te Franeker; en  r 3*3 } YME FREERKS TICHELAAR te Makken als Neder- dUZunende de tweede Latiniste Curator eerstdaags worden ^ Waï ten laatften de Thcologifehe FacuheU ^ga^Wer over heeft het Provintiaal Beftuur nader ^ten ^enken en befchikken, nademaal Profesfor J. van VOORSl^ze Academie verlaat, door het aanneemen van ^et Leeraai mSt te Arnhem en na rijpe ^J*» gevonden ter voorkooming van het verval van het G^dge feerd Onderwijs aan deze Hooge Schoole en f ring der volftrekt noodige openbaare Godsdienst Ott en mg , hier omtrent een' nadere befluit te moeten maaken en 1» S ze om gemelde reden, nia na de inrigdng eene^meuwe Conftitutit te kunnen nog te mogen wagten, te meer om dat de Kerk van den Staat is afgelcheiden, waar door geene Gecoriitueerde Magt hoe genaamd eenige Theologanten ter uitvoer kan brengen, nog de onkosten daar vanuit de Algemeene Casfakan betaal^ Om egter het Algemeen hoogst mogelijk Nut onzer rioo ce Schoole zo veel kan zijn te bevorderen en de zo nodile openbaare Godsdienstoefening kragtdaadifeggggf^ paste maatregelen te onderfteunen, en aan te tekenj neeft dit Provinciaal Beftuur beflooten, om ctxtn alle iroa Jlenfilge Gekheden zonder onderfeheid, te geeven, maar uit te nodigen om op eigen ^sten Hooglee Sag elk na zijne gevoelens en denkbeelden aan de Acade- miHÏ «KfiX wij door de Hoogst Gebeerde Magt dezes Gewests, gelast en geauthonfeerd zijn, ook deze zaak ter uitvoer te brengen. Ter bevordering van dit zo heilzaam Oogmeik en om daar door, de ons opgelegde aangenaame PUgt te betragten.  C 329 ) ze hebben Wij het daar toe dienftig, ja noodzakelijk geoordeeld, dat ten dien einde eene Commisfie der Leeraaren uit ieder Gezindheid zonder onderfcheid van Religie met de Curatoren der Academie hier over in Conferentie treede, om te hooren het geen ter bevordering dezer zo belangrijke zaake, kan worden voorgedraagen , om daar van door een ieder aan de Leden zijner Geloofsgenooten opening te geeven ter vrije en onbelemmerde overweeging, en fpoedia befluit. L & •Hier toe is het, dat Wij op Maandag den s8 Augusti eeisuoomende, des morgens om tien uur uit ieder Godsdienstige Gezindheid eene Commisfie verzoeken, beftaande uit een Leeraar van ieder Clasfe, Sociëteit of andere Hoofdverdeelmg als ieder in de zijne gewoon is te maaken, om alsdan te Franeker m een Academie kamer hier over met deCuratooren deezer ïlooge School in onderhandeling te treeden ten welken cmde zig ter tijd en plaatze voorfchreeven, Curatoren zuilen bevinden om aldaar de Commisfies ter deliberatie te ontvangen. Op dat deze ter kennisfe van een ieder koome, ter bereiking van het bedoelde algemeene welzijn, zal deze Proclamatie alomme worden bekend gemaakt en aangeplakt, alwaar men zulks gewoonlijk is te doen, boven dien zo veel mogenjk aan de Leeraaren worden bekend gemaakt, om hunne Gemeenten hier van nader te onderri"ten. Aldus gedaan op >t Collegie binnen Leeuwarden den 5 Augustus 1797. Het derde Jaar der Bataaffche Vrijheid. De Commisfie van Gedeputeerden uit het Provinciaal Beftuur van Friesland, Waarneemende de Zaaken va» het Collegie. C. O N E I D E S, Vt. Ter Ordonnantie van Hetzelve, C. N. van dek. LET. • pu-  PUBLIC A T I E TTet Provinciaal Beftuur van Friesland H*jm 1 dezen zulkn zien of hoorn leezen, HUL m BROEDERSCHAP' Dm ««*«•■ legende dat, attoewel veele hg^J^, hebben, groot belang bij ^uwtolrig toez.gt Set die achtbaare nnmgheni mt 1 n KeurmeesKr »P^SP™Sh3rdfprovSeele Reprefentanten zich voortkoomt, weiKe ue tiU Maart 1795. op daton Sj derzelver Publicatie XSed'e dat de bepaa- derwerp zullen ^fen Keurmeester der Hengikn lingen, in de- Inftm& e ^n den a^ an Teel-paar- lente zeïr t^en bSben goedgevonden te te»* ■ «ar a* Vriiheid gelaaten word, omtrent ve zal goed denken. E„ al,o ten gevolge van ons gemeld Decreet van Keurmeester is komen te vervallen. ZO IS HET, dat ^<*£^tt?v£ buiten eft ftellen. &1I5  C 33i ) Zullende, ten einde een iegelijk die het aangaat zulks te weeten kome, deze onze Publicatie worden afgekondigt en aangeplakt, ter plaatzen, alwaar het te gefchieden gebruikelijk is. Gegeeven te Leeuwarden, op het Land- fchaps-Huis, den 15 Augustus 1797. Het derde Jaar der BaiaaffcJie Vrijheid. Het Provinciaal Beftuur van Friesland. KLAAS J. HOBBEMA, Vt. Ter Ordonnantie van Hetzelve, C O R N. GODSCHALK. Rr 2 PU-  C 332 ) PUBLICATIE TTet Provinciaal Beftuur van friesland H^die dezen zullen zien of hooren leezenHEIL ^ BROEDERSCHAP} Doette weeten^ Alzo Wij het, voorde rust en ve JS^ia n Februarij bij onze refpective Decreeten van^den 9 « aan de 1797 , en dien ten gevolge gedaane ^gESatdeeld, D^-enStedeliflceBefliiuxen, nodig hebben B»0 , de Geweeren, Wapens en ^^ZZSU^^in fchrevene Perzoonen, frP&M ^ daar tot Onze 's Landfchaps Magazijn overbrengen om awaat m^ nadere dispofltie in bewaariuge te hhjven i — lko_ regel, ten beste der goede Ingezetenen genomen S 'door de omftandigheden gewetigd ^ ^ 1 Jdel hcb. Ie en rustlievende Ingezetenen des ^^J™^ 0ns en , ben moeten begrepen worden, — en ken WOrden aan de refpeétive Gerechten, ^&z^*u\zMtegedaan, tot teruggave van zodanig WapgBJ» J de lijk van Jacht-Geweeren, ten einde de Uahe>bers Jacht daar van, na bekomen confem, gebuuk zouüe nC 700k IS HET dat Wii, aan den eenen kant wenfehen. ZQO lb 5 v ' naeimce en ongehinderde Vrij- ven eenen «^j^SJ^^^^ "™*5 welke de opgehaalde Geweeren en vv P d worden te rug gevraagd en bekomen, oewe^ art «n word vastgeftcld bij dezen:  C 333 > ARTYKEL I. Dat de Perzoonen, die eenige Geweeren, Wapens, of andere_ Ammunitie, door hun ter voldoening aan onze Aanfchrijving van den 9 Februarij laatstleden, afgegeeven op de Requifitie der refpeétive Gerechten, zouden begeeren te rug te hebben , zich aan het Gerecht hunner Stad of Diftriéfc zullen moeten adresfeeren, (wanneer niet in de Nationaale Burgermagt zijn geregistreerd) met verzoek om ten Certificaat, ter bekoming hunner gedagte Geweeren, of Wapens, in welk verzoek alles, het geen zij te rug vragen, duidelijk moet weezen omfchreven. 2. Dat de refpeétive Gerechten, op zodanige verzoeken behoorlijk reguard zullen neemen; en wanneer het verzoek van den Vrager gegrond en billijk bevinden, zo dat zij daar toe in gemoede hun Confent kunnen geeven, aan den zeiven zullen ter hand ftellen een Certificaat van den volgenden inhoud: (5) Welke Certificaat gratis zullen moeten worden afge??-cven[ 3. Dat de Gerechten, om te zekerder in dezen te zijn \ zullen kunnen inneemen, (wanneer zulks nodig oordeelen,) het bericht of de Confideratien van den Krijgsraad, of Raad van Adminiftratie, der Gewapende Burgermagt in hunnen Bedrijve. R r 3 4, Dat (5) Het GERECHT van verklaaid bij dezen- dat het verzoek van aan het zelve gedaan, cm te mg te ontvangen, uit 's Lands Magazijn wel kan worden toegeftaan; nademaal aan het zelve niet bekend is, datuen Vrager zich doorzijn gedrag verdagt zoude hebben gemaakt, oimet 'er daad imroer getoond, dat hij de 'publique veiligheid zoude j hebben willen flcoren, maar zich altijd als een ftil cn rustlievend ingezceten ,voor zo veel ons bewust heeft gedragen. Aftum den (gepht) door den Prefident) Ter Ordonnann'e van 't voorfch. Gcicchte* (get,) door den Secretaris; of bij abfénüe». door den gezwooren Clercq.  % 334 ) a Dat bii aldien de Gerechten, het zij voor. ÈcVzelr VP1t of door genoegzaame redenen van den Krijgsraad of nige Oneer te zijn toegebiagt aan üc ceiuc r ^^DÏde'n Verzoeker, een Certificaat (ingevolge Art. O tSrsr^^?^ km? s Z nn het a dus bekragtigd Certificaat , den Gommis van ^tó-lf^^Gewee^ en Wapenrusting« £Ss Magazijn moeten extradeeren, mits behoudende het Ceróficaat, of authentique Copia van dien, door den VeiZ°Sei^dSCouinns van Ammunitie, ingevalle de Coin- SSiS "e rug begeert, dewelke ten gevolge van C il van de 9 en 10 Februarij 1797, to * een Cerófictat vanhet Gerecht, volgens Art. a. gevolde d  C 335 ) kunnen volftaan met dadelijk aan den Prefident van de C m> ifrisrfie van Gedeputeerden te vertoonen en t.: v fie te prefenteeren, het Billet, bij hein ten blijke van Registratie ontvangen j welk Billet of authentique Copie van dien, bij den Prefident van de Commisfie van Gedeputeerden gevifeerd, aan den Commis van Ammunitie zal verftrekken ten geblijk, om de, in 's Lands Magazijn van den Vrager, aanweezige Geweeren en Wapens, te rug te ontvangen. En op dat niemand hier van onkundig blijve, zal dezen alomme in dit Gewest worden afgekondigd en aangeplakt, waar men gewoon is. Publicatie en Affixie te doen. Aldus Gedaan en Gearresteerd op het Landfchaps-huis binnen Leeuwarden , den 25 Augustus 1797- Het derde Jaar der Bataaffche Vrijheid. Het Provinciaal Beftuur van Friesland. j. g E r M a n s, Vt. Ter Ordonnantie van Hetzelve , c o r n. godschalk;. pit-  C 336 ) PUBLICATIE De Commisfie tot Introductie van 't Reglement voor de Bataaffche Gewapende Burgermagt, en ter directie van dien in dit Gewest, aan alle hunne Medeburgeren, HEIL en BROEDERSCHAP Doet te weten: Alzo Wü hebben willen voorzien dat niet de Boedels nog Inkomen der bijzondere Contribuabelen van dit Gewest aan een iegelijk kennelijk worde, en teftens de Raaden van Adminiftratie , Commisfien van Huishoudelijke Directie of verdere geauthorifeerde Perzoonen, volgens het Reglement op de algemeene Bürgerwapening > verpligt tot de dncasfatie der Contributien, in ftaat te ftellen, om aan de heilzame SSto^ÖNALE VERGADERING Cm dat geen uit te voeren, het welk bij meergemelde Reglement word bepaald) te kunnen voldoen, en daar het zoude kunnen gebeuren, dat zommige Perzoonen hamteerden in de opgaJe, ingevolge het, den 21 Julij 1.1. bij Ons gearrefteerde Plan van Contributie. ZO IS HET, dat Wij, bij weege van Ampliatie op het zelve» goedgevonden hebben en verdaan te arrefteeren, gelijk Wij doen bij dezen: 1 Dat de Leden der Raaden van Adminiftratie en Discipline , Commisfien van Huishoudelijke DJre&ie, Collecleurs en Secretarisjen, of andere desweege geauthorifeerde Perzoonen , worden gelast., om de ftipfte geheimhouding der aangave of Quotifatie der Contribuabelen in agt te neemen. o Dat de Contribuabelen, welke onwillig mogten zijn, om 'zich ingevolge het Plan van Contributie te quotifeeren; door de Commisfie tot de Invordering der Contributien gelast (door  ( 33? ) (door kennisgecving met prealabele Confideratien en Advijs aan, en met Communicatie en overleg van deGev/estelijke Commisfie') zullen gequotifeerd worden, zodanig, ah bevonden zal worden te behooren. En op dat niemand hier van eenige onkunde zal kunnen pmendeeren, zal deze alomme worden gepubliceerd en geafrigeerd, op plaatzen daar men gewoon is' zulks te doen. Aldus Gearrefteerd door bovengenoemde Commisfie binnen Leeuwarden, den 31 Augustus 1797. 1 Het derde Jaar der Bataaffche Vrijheid. J. de HOOP, Vt. Ter Ordonnantie van Dezelve, L. S O N T A O. Ss PU-  ( 333 ) PUBLIC A T I E Het Provinciaal Beftuur van Friesland, Allen die dezen zullen zien of hooren leezen, HEIL en BROEDERSCHAP! Doet te weeten: De Nationale Vergadering bij Misfive te kennen gegeeven hebbende, dat hettegenswoordig tijdftip misfchien meer dan ooit de geftrengfte waakzaamheid tegen de Franfche Emigranten vorderd, lelijk de Franfchen Generaal Hoche vari zijn kant, op aanzoek van de Commisfie tot de Biutelandiche zaken, de nodige ordres gefteld had tot het verftrooijen der zamenkomften van Hollandfche Uitgeweekenen, die zich op Kleefsch Grondgebied bevonden ; ons exhorteerende om op het nieuw de ftrikfte ordres te ftellen, dat tegen het verblijf der Franfche Emigranten op hetBataafsch Grondgebied ten allernauwkeurigften worde gewaakt. ZO IS HET: dat Wij alle Geconftitueerde en Jufticieefe Masten,'den Procureur Generaal dezer Landfchappe, de Commisfien van Correspondentie, en verders alle Beambten dien zulks fpeciaalijk aangaat mitsgaders elk eoed Burger in deeze Provintie, ten ernftigften willen hebSen vermaand, gelijk Wij dezelve bij dezen recommanderen, om nauwkeurig te vigüeeren tegen de admisfie, en het verblijf van Franfche Emigranten op het Grondgebied dezer Provintie, en dezelve ontdekkende daar van dadelijk de nodige kennis te geeven aan den Procureur Generaal, of aan het Gerecht van de Stad of het Diftrict waar zich mogten bevinden, ten einde met dezelve worden gehandeld overeenkomftig het geftatueerde m de Pubücatien deswegens geëmaneerd- ^  ( 339 ) En op dat niemand hier van eenige onkunde zoude mogen voorwenden, en onze Medeburgers daar van kennisfe erlangen, zal dezelve ter ge-woner plaatzen in dit Gewest worden afgekondigd en aangeplakt. Aldus Gedaan en Gearresteerd op het Landfchaps-huis binnen Leeuwarden , den 22 September. \7Q7. Het derde Jaar der Bataaffche Vrijheid. Het Provinciaal Beftuur van Friesland. M. A. v. b. WA L, Vt. Ter Ordonnantie van Hetzelve 9 CORN. GODSCHALK. PU-  C 340 ) PUBLICATIE TTet Provinciaal Beftuiir van Friesland^aar, H alle haare Medeburgers! HUL ek BhOEvLiiSCHJP.' Diet te weten: nat hoe ze»r Wii ook gewenscHt en Ons voorgetoldhadden bii het amfteerenvan de vrijwillig* *» voor de deel„e"n,eÏÏ voordelige Negotiatie van den goedgedaan. Het is wel zo, (Ten dit erkennen Wij met genoegen) dat vee^elnge"™ L-, nu Contrarij ^^^^tbt SSL vSS SnSe ^Ssht na recht zult ^wïdwulSd van hun die zig de tef nswoordg orde van zaaken niet willen onderwerpen, ™J™™°™™ te oogmerken van dag tot dag meer ten toon fpreiden, hebben deze mefures noodzaakelijk gemaakt. Wii verwasten ook van Uw, als overtuigd van UwWJ J t goede orde, dat Gij Uw ftiptelijk aan ^Onze lanfchrfving zult gedraagen,;ten «^XSlSdSw niet de ongelukkige gebeuremsfen van Collumerland en %^ofZ^^ verlaatende, zijn Wij na Uwl. in Godes Heilige protectie te hebben aanbevoolen. De Commisfie van Correspondentie uit het Provinciaal Beftuur van Friesland. J. GEkMANS, Vt. Ter Ordonnantie van Dezelve , H. W. ALM A. (Secretaris.) Leeuwarden den 29 September 1797. Het derde Jaar der Bataaffche Vrijheid. ^ -  C 345' ) PUBLICATIE J-Jet Provi nciaal Beftuur van Friesland aan alle haare Medeburgers! HEIL en BROEDERSCHAP.' doet te weet en. Alzo Pietcr Fontein, geweezen Lid van de Vergadering der Reprefentanten van het Volk van Friesland, zich bij Requeste aan Ons heeft geadresfeerd, met verzoek, dat Wij do pohtieque dispofitien, tegens hem bevoorens door de Hoogst Gecongrueerde Macht dezer Provintie, bij derzelver Publicatie van den 23 Februarij 1796. genomen, ten zijnen aanzien mogten vernietigen en intrekken met de gevolgen van dien, zo dat hij, op gelijke voorwaarden als in de Publicatie van den 23 Junij 1796, zijn vermeld, en even gelijk zulks aan verfcheidene zijner geweezen medeleden is vergund geworden , in deze Provintie en tot zijn Huisgezin wenschte te rug te keeren. ZO IS HET, dat Wij, in aanmerking genomen hebbende, dat den Suppliant flegts voor a/s noch was uitseflot.m geworden van het effect der vrijlating, den 23 Tunii 1796. aan eenige zijner geweezene medeleden vergund en dat hij nu vrijwillig verklaard, zich op dezelfde voorwaarden wederom m deze Provintie te willen begeeven zo als zulks aan anderen in gelijken gevalle is vergund gewor- vfr-'A~~7, hebben. goedgevonden te Decreteeren, gelijk Wij Arrefteeren bij dezen : 6 J Dat het aan Piet er Fontein op zijn verzoek word vergund, weder vrij en onverhinderd in dit Gewest en tot zijn Huisgezin te rug te keeren, en de Politieque Dispofitien, tegens hem bevoorens genomen bij Publicatie van den 25 bebruanj 1796. worden ingetrokken en vernietigd, met den Tt aan-  ( 34<5 ) aankleeven van dien, zodanig en op dezelfde voorwaarden, seliik zulks ten aanzien van eenige geweezene Leden der C gadering van de Reprefentanten dezer ProvintieMS gefchied, en breeder in de Proclamatie van den 31 Marj 1796- VXthêffetide* den zeiven mits dien van alle justicièle en Gerechtelijke vervolgingen ter voorfch. zake. En op dat dezen daar het behoord zoude bekend worden zal dezelve worden afgekondigd en aangeplakt, ter Plaatsen waar zulks in dit Gewest gewoonlijk gelchied. Aldus Gedaan en Gearresteerd op het Landfchaps-huis binnen Leeuwarden, den 5 0&°' ber 1797- liet derde Jaar der Bataaffche Fryheid. Het Provinciaal Beftuur van Friesland. G. R. v. D IJ Vt. Ter Ordonnantie van Hetzelve, C ORN. GODSCHALK. ■MIS-  J)e omftardigheid van tijden en de ge~ lïeldheid waar in zig Ons Gemeenebest voor het tegenswoordige bevind, eisfehen zeker eene meer dan gewoone toezigt, tn oplettenheid, op alle de machinatien die zouden kunnen in het werk gefteld worden, om die orde van zaaken, waar na de waare beminnaar van zijn Vaderland, zo lange gereikhalsd heeft, ten onderst boven te werken, en waartoe zeker geene moeite en kosten, van hun die het voorig Stadhouderlijk en Aristocratisch beftuur waren toegedaan, worden gefpaard; zo door het zenden van geheime Emislarien door deze Republiek, om de gemoederen van die Ingezetenen, welke nog aan hunne partij gehegt mogten zijn, aantevuuren, daar door twist te zaaijen, mooglijk ; ja zeer waarfchijnf jk, met het ftrafbaar oogmerk, om: oproeren te verwekken, waar door de binnenlandfche verdeeltheden, de Beftuuren zodanig zoude verfwakken, dat door een bu tenlandfche geringe aanval, de Vrijheid van Ons Vaderland zo niet vcrlooren ging, ten minsten gevaarlijke fchokken zoude moeten ondergaan. De herhaalde aaufchrijvingen door de Commisfie uit de Nati.naah Pcrgadtrmg, tot de binnenlandfche Correspondentie, aan Ons gedaan, geeven Ons te veel grond, om te vermoeden, dat deze Onze vrees, waarlijk ijdelzoude zijn, onze agterdogt word daar in bevestigd, dat 'er wezendlijk zendelingen van onze tegenpartij deze Republiek rondzwerven, en zoude het dan niet onverantwoordlijk lijn, wanneer wij met alle middelen in het werk ftelden, om dezulke te ontdekken s en zo rooogclijk humie funeste oogmerken te verijdelen. Tti Ook Aan de Gerechten. MISSIVE i 347 )  ( 343 > Ook ten opzigte Onze Bondgenoote de Franfche Republiek , volgens eene overeenkomst met haar geüooten, zijn wij verpligt geene haarer vijanden op Ons Grondgebied te dulden, en daar de ontdekking der laatfte zaamenzvveering in dat Gemeenebest, veelen derzelver door de mislukking hunner oogmerken, zig weder van daar hebben verwijderd, mogelijk hunne wijk over het grondgebied van Ons Vaderland neemen, ja zelfs tragten zig daar te verfchuilen: met ftille hoop, dat eenmaal hun verderflijk plan gelukkende, zij wederkeeren om hunne troon te plaatzen, op de ruine van 's Volks geluk. . Wij hebben daarom gerefolveerd, ter voorkoming, en nauwe toezigt, dat zich niet zodanige Vreemdelingen onder ons ophouden, (ten minften voor zo verre wij daarin Gewestelijk kunnen voorzisn,) UI. aantefchrijven , met last en authorifatie, dat Gijl. de nodige beveelen uitgeeft aan alle Casteleins en Logementhouders in Uwen Bedrijve, om tijdelings aan Uwl. op te geeven , welke Perzonen ten hunnent logeerende zijn, en waar toe Gi l. Lijsten zoude moeten formeeren, en ten dien einde aan de Casteleins en Lo^ gementhouders ter invulling mededeelen, en wel in dezer voegen: Naamlijst van Perzoonen, welke logeerende zijn ten Huize van den Castelein te op den l797' . w ^n- I i UOiza.iit I tloc lang | Waar na Kaam. [ )aats | Affaire. | ^er Reis. I vertoeve. ! toe. i I I I Welke Lijsten Gijl. dan weekelijks, of in de Steden da-  C 349 ) dagelijks zoude moeten invorderen, of ook de invordering daar van wel aan het Committé van Waakzaamheid van t vvl. Bedrijve zoude kunnen worden opgedragen, met last, ciat ingeval]e daarop Perzoonen mogten gevonden worden, welke aan hun ais fuspect voorkwamen, daadlijk daarna het nodig onderzoek te doen, en alzo bevindende, dezelve volgens hunne. Inftructie civiel te arrefteeren , en daar van ten fpöedigften aan ons te berigten, en de nodige Informatien intezenden. Wij twijiïelen niet of Gijl. zult met ons de noodzakelijkheid van deza mefure penctreeren, en ingevolge dies ook alles aanwenden, dat de uitvoering daar van exact plaats hebbe. Waar op Ons verlatende, zijn Wij na wensch van Heil cn aanbod van Broederfchap. De Commisfie van Correspondentie uit het Provinciaal Beftuur van Friesland. J. HERMANS, Vt. Ter Ordonnantie van Dezelve, H. W. ALM A. Secretaris. Leeuwarden den 21 Oftober 1797. Het derdejaar der Bataaffche Vrijheid Tt ft P R Q,  ( 350 ) PROCLAMATIE Het Provinciaal Beftuur van Friesland, heden van de Nationaale Vergadering reprefenteerende het Volk van Nederland, de tijding ontvangende, van-het gefloten Tra'&aat van Vreede, tusfchen -de Franfche Republiek en zijne Keizerlijke Majefleit, ah Koning van Hongarijen en Bohemen; heeft dat bericht zo Heuchelijk gevonden en zo belangrijk voor het Menschdom, bijzonderlijk ook voor het Batacfsch Gemeenebest, (als uitdrukkelijk, in het gedagte Tra&aat begrepen,) dat het gemeend heeft aan den Volke van deeze gebeurenis kennis te moeten geven, — als van eene zaake, die den hcüzaamften invloed op de belangens van het Vaderland kan hebben. Het heeft verders, ten einde den eigcntlijken inhoud van hetTraetaat zelve aan de Ingezetenen te doen kennen, geoordeeld een kort beftek daar van te moeten mede delen, als volgcl: Er zal voor het toekomende een vaste en onfehendbaare Vrede plaats hebben, tusfchen den KEIZER en de FRANSCHE REPUBLIEK. Terftond na de uitwisfeling der Ratificatie zuilen de Contracterende Parthijen het beflag op de Goederen van Particulieren , op hunne refpective Grondgebieden reudeerende, doen wegneemen; dit-Art. raakt ook dc Cis-AJpynfche Republiek. — De Kéïzer ddét, voor zich en zijne Opvolgers, voor altoos afftand van Belgien, bekend onder de benaming van de Oostenrijkfche Nederlanden; de Franfche Republiek zal die Landen in vollen eigendourbezitten; alle de Schulden, voor den Oorlog gemaakt, en op die Lau-  C 35* ) Landen gchijpothequeerd, zullen ten-laste der Franfche Re* publiek zijn. - De Keizer ftaat toe, dat de Franfche Republiek de Vcnedaaufchc Eilanden, als Korfu enz. en alle de Etablisfementen in Albani, bezitte. — sDe Franfche Republiek ftaat toe, dat.de Keizer Lttic, Dalinatie, en de Adriatifche Eilanden in bezit hebbe. De Keizer doet, ten behoeve der Cis-Alpijnfche Republiek, afftand voor altoos van alle zijne Rechten op de Landen, welke hij, voor den Oorlog in Lombardijenbezat, en die tegenwoordig een gedeelte der Cis-Alpijnfche Republiek uitmaken. — De Keizer erkent de Cis-Alpijnfche Republiek, en ftaat de Stad en Vesting Mantua aan dezelve al. — De afgeftaane en aangewonnen Landen zullen de Schulden, op derzelver Grond gchijpothequeerd, draccn. — De beide Contracteerende Parthijen verbinden zich, om tot handhaving der inwendige rust in hunne refpedive Landen mede te werken. - Er zal terftond een Commercie Tractaat tusfchen den Keizer en de" Franfche Republiek gemaakt worden; midlcrwijl zullende Communicatïeii wordenherfteld op dien voet, gelijk dezelve voor den Oorlog waren. — Geen Ingezeten zal om zijne Politieque Opinien mogen vervolgd worden. — De Contracteerende Parthijen zullen in haare refpective Havens niet meer dan zes Scheepen van Oorlog, aan Oorlogvoerende Mogendheden toebehorende, tc gelijk mogen toelaten. De Goederen van den Aarts Hartog Carel en van de Aarts Hartogin Maria Chrisdna, in België gelegen, zullen hun te rug gegeven worden , mits dezelven binnen den. tijd van drie Jaaren te verkopen. — Het zelve zal ten aanzien der Goederen van den Aarts Hartog Ferdinand in het Milaneefche plaats hebben. Er zal een Congres te Raftad SS*  ( B52 ) gehouden worden, om de verfchillen tusfchen de Franfche fZllick en het DuHfcjre Ri;k te vereffenen - Lr word Saard, dat de BATAAFSCHE REPUBLIEK ui het tegenwoordig Traaaat begreepen is. Dat de verdere Negotiatien, tot voltoijng van dit voor het het Menschdom in 't algemeen zo wenfchehjk Vrcde-werk, een fpoedig beflag moge erlangen, hoopt het Provinciaal Beftuur; intusfehen zullen zich alle goede Burgers en ingezetenen met deze blijde maare voorzeker te recht mogen verheugen. ^ BROEDERSCHAP! Gedaan en uitgevaardigd te Leeuwarden, op het Landsfchaps-Huis, den 2 November 1797. Het derde Jaar der Bataavjc/u Vrijheid. Het Provinciaal Beftuur van Friesland. CL AAS J. HOBBEMA, Vt. Ter Ordonnantie van Hetzelve, C O R N. GODSCHALK. MIS-  ( 353 ) MISSIVE Aan de Gerechten. J)aar reeds meermaalen door diverfe Gerechten uit deze Provintie, bij ons elucidatie is eevraagd, of ook de Rectoren der Latijnfche Schooien tot het afleggen der Verklaaring van de n Maart 1796* waaren verplicht, wijl daaromtrent geene expresfe bepaaling in de Publicatie zelve, of nadere aanfchrijvinge was daargefteld: Zo hebben Wij, om te beeter daar over de refpective Gerechten te elucideeren, de welmeening van het Provinciaal Beftuur op dat poinét ingenomen, en tot bericht bekoomen, dat wel degelijk ook de Rectoren der Latijnfche Schooien, tot het vertekenen van de Verklaaring van de 11 Maart 1796 waaren verplicht, en bij weigering diens als alle andere Amptenaaren, van hunne Posten waaren vervallen verklaard. Het is dus om deze redenen dat Wij TJ aanniaanen de Rectoren der Latijnfche Schooien, die zig in Ulieder'bedrijve mogen bevinden, voor uw te doen compareeren en dezelve de Verklaaring van de 11 Maart 17915, ter tekening voor te leggen, en zij, die zulks komen te weigeren daadelijkvan hunne Posten vervallen te verklaaren, en dezelve zo fpoedig mogelijk door andere te doen rempl'aceeren, Niet onbillijk echter zouden Wij hetagten, dat Gijl. zodanige Rectoren, welke de vertekening der Verklaarinsr. word afgevraagd , eenige dagen tot beraad accordeerd te£ wijl men met kan vorderen, dat dezelve zig oogenblikkelijk daar-op decideeren; waar na wij verwachten, dat Gijl Ons yv zult  C 35* ) zult berigten, wie al of niet aan dit requifiet hebben voldaan. In verwagting dat Gijl. ten fpoedigften aan deze Onze aanfchrijving zult voldoen, zijn Wij na wensch van Heil, en aanbod van Bxoederfchap. De Commisfie van Correspondentie uit het Provinciaal Beftuur van Friesland. J. GERMANS, Vt. Ter Ordonnantie van Dezelve, H. W. ALMA. Secretaris. Leeuwarden den 30 November 1797. Het Serie Jaar der Bataaffche Vrijheid, PLA*  PLACAAT Tot Heffing van den 5ofte Penning i of Twee Guldens van de Hondert y van ieders Bezitting en Goederen. JJet Provinciaal Beftuur van Friesland. aan alle haare Medeburgers, HEIL en BROEDER- bCHjlP ! Hadden Onze Publicatien van'12de Julij, en irfte September beide laastleeden, rakende het openzetten, en contmueeren van eene Vrijwillige Geld Negotiatie, alleen ten oogmerke, om Ons daar door in ftaat gefteld te zien beftand te zijn tegen alle de uitgaven, die Wij, in allen gevalle, verpligt zouden worden nog geduurende dit Jaar te doen, en om door deze vrijwillige medewerking der meest begoedigde Ingezetenen, verfchoond te blijven van het doen eener algemeene geforceerde Geldligtinge; (terwijl nosr tans langs die, door Ons opengezetten weg, een vrij aanzienlijke Somma in's Lands Cas is aangebragt, zodaniff dat dezelze, gevoegd bij de Ordinaire Inkomften, in gtwoone tijden, al van veel betekenis zoude zijn; dog die nu voor de tegenwoordige behoeften, niet genoegzaam is bevonden.) - zo vinden Wij Ons in de onvermijdelijke noodzaakhjkheid gebragt, te moeten verklaaren, dat Ons hier voren gezegd oogmerk, niet aan de verwachting heeft beantwoord; en 's Lands Cas niet van zo veele Penningen is voorzien geworden, als wel had moeten gefchieden; om andere middelen voor te komen. — Willen Wij evenwel getrouw blijven aan Onze gedane toezeggingen en Ons kwijten van Onze verpligting; — willen Wij bij aanhouVv * den- C 355 )  -C 356 ) denheid, 20 lang dit in Onze magt is, kragtdadige medewerkers zijn van 's. Lands weizijn, - en willen Wij alzo de Beftuurders der Bataaffche Republiek, omtrent derzelver voor het Vaderland nuttige befluiten, kragt bij zetten; dan zijn Wij, hoe ongaarne ook, gedrongen, andere maatregelen te moeten neemen, ofichoon Wij dezelve zo lang mogelijk hebben uitgefteld, - en wel.zulke maatregelen, die Ons gerust Hellende verzekering geven, dat Wij daar door in ftaat kunnen geraaken de volftrekt vereischte betalingen te doen, en mits dien alle die onheilen af te wenden, die anderzins dit Gewest in het bijzonder zouden kunnen, ja zeer. zeker de geheele Republiek in het algemeen zouden moeten treffen. En, Volk van Friesland! hoe zeer Wij Ons alle mogelijke moeite gegeeven hebben, die middelen te vinden in zo iets, dat kant aan UI. vrijwillig bleef; zo moeten Wij rondelijk verklaaren, dat zulks alles vruchteloos geweest is, en Wij alzo geen anderen weg hebben weten in te fiaan, dan tot eene geforceerde of verplichte heffing over te gaan. Overzulks is het dan dat Wij, na ernftige beraadflagmgen en uit volftrekte noodzakelijkheid, hebben bevonden te moeten Decreteeren , gelijk Wij Decreteeren door dezen: Eene Negotiatje van Penningen, waar in ieder Ingezeten in dit Gewest, tot een zekere Somma begoedigd, verpligt zal zijn te Fourneeren, Twee Guldens van elke honderd Guldens, welke het montant zijner Bezitting zal uitmaken en zulks in manieren als volgt: Art. i- Dat alle Ingezeetenen, zo voor zich zeiven, als wer gens de Goederen over welke zij in eenige qualiteit de beheering en het bewind hebben, in gevalle derzelver, of m qualiteits Bezitting, Twee Honderd en Vijftig Guldens; bedraagd , aan den Lande zullen fourneeren, van elke Honderd Guldens waarde of Capitaal, twee Guldens. 2. Dat.  C 357 ) 2. Dat een ieder zelve de tauxatie van zijne, of in qualiteits Goederen of Bezittingen, zal mogen maaken, en daar van niets mogen aftrekken als alleen wettige Schuld, Meubilen , en Huisgeraadea, ("geen Goud en Ziiver daar onder begreepen). de waarde van 250 Guldens niet te boven gaande: zo evenwel, dat de zulken, wier Meubilen, Huisgeraaden, enz.. weer dan 250 Gl. bedraagen, deswegens in hunne berekening niets zullen mogen aftrekken , maar alle hunne Meubelen enz. daar onder moeten begrijpen. 3. Dat ten opzichte der Tauxatie, dezen regel zal moeten worden in agt genomen:, A. De Obligatien op Particulieren en Corpora's, zullen wor¬ den berekend , naar het volle Capitaal; ten waare dezelve onwis waaren , in welk geval zal kunnen worden volftaan, met eene begrooting der wezentlijke waarde,, naar beste geweeten. B. De binnenlandfche effeéten, die in commercie zijn en die niet boven de 2 ten Honderd Intrest doen, op 50.. en de zulke van welke meer als twee ten Honderd word betaald, op 60 percento; en de buitenlandfche, naar de cours die dezelve geduurende den tijd van deze. Heffing zullen hebben. Cf De Lijfrenthen, Jaarlijkfche Legaaten en Praïbenden, zullen worden gerekend naar de Jaaren der Perzoonen , op wiens Lijven dezelve ftaan: namentlijk, op een Lijf van 20 Jaaren, en daar onder, ieder Honderd Guldens Jaarlijkfche Renthe of Legaat, op ƒ 1400 -0-0 Van 20 tot 30 op - . ïggo -0-0 — 30 — 40 - • 1300 - o - o — 4° ~" 5.Q : * 1200 - o - o —~ 5° — 55 , - - 1100 - o - o — 55 — 60 - - IOoo - o - o —60—65 - 850 - o - o Vv 3 Van  C 358 ) 550-0-0 — 75 - 80 - - 400 - o - o ^-80-85 - - aoo - o - o — 85 en daar boven, op - 100-0-0 D De Vastigheden binnen deze Provincie, zullen gere- " kend worden naar de Huuren, zonder aftrek van de belasting (111 plaats van het Reële gefteld) waar op dezelve in het Jaar Maij 1797. ingegaan op de Registers gefteld zijn; namelijk: de Zathen en Landen, als mede de losfe Landen, Bosfchen, Eeuwige Renthen en Grondpagten, ieder 5 Gulden Huur, Renthe ot Grondpagt, gereekend op 100 Guldens Capitaal. Zullende de Eigenaars van aangeftokene Klijnlanden, dezelve in gemoede moeten tauxeeren, naar de meerdere ot mindere gelegenheid der vergraavinge, en dewaarfchiphjke Koop-prijs die dezelve zouden kunnen gelden; en daar van den 5ofte Penning voldoen. " Gelijk meede de Bezitters van Aardappel- ; Ghicoré- en Vlas-Landen, de vrijheid zullen hebben, de eigentlijkewaarde na gemoedelijke begroting te berekenen. E De Huizen en andere Gebouwen in de Steden, Dorpen en ten Platten Lande, waar onder geen Grejd- of Bouwlanden gebruikt worden, wanneer 50 Guldens en daar boven Huur doen, ieder Zes Gulden Huur, gerekend op 100 Guldens Capitaal; en alle zodanige Gebouwen, beneden de 50 Guldens Huur doende, ieder tien Gulden Huur, gerekend op 100 Guldens Capitaal; en de waarde van de Vastigheden buiten deze Provintie, zal moeten berekend worden, zodanig, dat ieder ■sier Guldens, welke die Vastigheden het naast voorgaand jaar, den bezitter aan Huur , Renthe of Pagt, onder welke benaming ook, zuiver hebben opgebragt, gefteld werde op 100 Guldens Capitaal. 4- Van  C 359 ) 4. Van het Foumisfement in deze Negotiatie, zullen bevrijd zijnde navolgende Perzonen: 1. Allen, die geen 250 Guldens bezitting hebben (volgens Art s. Alle Weduwen wegens haare Weduwen-gelden. 3. Alle Scholieren met opzigt tot het geen zij uit Leenen genieten. 4. Alle Mombers of Voogden, wegens zodanige hunner Pupillen, die minder dan duizend Guldens begoedigd, beneden de 18 Jaaren oud zijn. 5. Weduwen, onder de twee Duizend Guldens begoedigd, wanneer meer dan drie Kinderen hebben te onderhouden, welke niet van Vaders zijde of anderzins te zamen boven de twee Duizend Guldens bezitten, en alle beneden de 18 Jaaren oud zijn. 6. Dat ook de zulken, welke om de onlusten van het Jaar 1787. den Lande zijn uitgeweken, en wier Goederen door Crimineele vervolgingen aan den Lande vervallen verklaard en verkogt zijn geworden, van het Foumisfement in deze Negotiatie zullen zijn bevrijd, tot zo lange hunne boedels in zo verre tot effenheid zullen gebragt zijn, dat zij weten wat zij bezitten. — Edoch als dan, binnen zes weeken, gehouden zijnde, hun aandeel volgens de bepaaling in Art. u gemaakt, te Fourneeren. 5. Dat de begrooting van Boedels, of Goederen, over welke disput of Proces is, afzonderlijk moet gefchieden, dooiden geenen die daar van het bezit of bewind heeft, en dooiden zeiven het Foumisfement daar van gedaan worden. 6. Dat een Bezitter van FiM Commisfairc ofte Lijfftonde bezetene, of in vrugt gebruik genoten wordende Goederen, de begrooting derzelve zal moeten doen, als van vrije Goederen. 7. Dat.  ■4 TKt die «eene welke naderhand Bezitter wórd, van de Jeteen in irt 5 en 6 gemeld, ^>"^0£ lï^rmirfen of Obligatien, ooriprongehjk wagens net roiu Sïvan het Isputabel of ffttf «Toof g fou te neemen, tegen zodanige zommen , als daai voor geroui Ue?DÏ; ingevalle van onvermogen van om de te Fournerene zomma m geld te Cont"b^" den zelven bij dezen ^«^SS™ ook alle aliënatie of vermindering bijmterfte willew_ boden) om de losfe Goederen en ^to',ft1ïï°Je^n bezwaarde Boedels of Goederen ^hoo^ ^^ee^ ÏÖ £ Ob^att in ^ net tS gelde gemaakte, " fS^Xtt» en Effe£ten,hierboven 9"S n yulke Boedels of onder zulke Goederen met gem rf^h^Fournisfement niet toereikende mog- SSS bS, zieh zullen mogen adresSLnaari den Raad van Juftitie, en aldaar te kennen geef f weftc eene Somma zij, wegens meergemelde bezwaar- ven , wenc eenL oum j» ° tevens verlof vraa- de Goederen »ortra Fomneeren^jn t nd£ te gen, om oP de vaste Goedi^n , da >. dc ^ ^SS^^^^^^»ls van vrij ^S^éfF^iWehtm deze Negotiatie, zal moeten worden^anf in goeden gangbaaren gouden .of zilveren C 300 )  C 361 ) munte, die gewoonlijk op 's Lands Comptoiren ontvangen word. li'. Dat deze Negotiatie, zal moeten worden voldaan in twee Termijnen, en wel vóór den laasten Januarij,'en laasten Maart 1798. telkens de helfte; terwijl evenwel aan een ieder de vr held word gelaaten, het geheele Foumisfement in het eerst gemeld Termijn te doen. 12. Dat eik welke op den dag van het arrefteeren dezes, in deze Provintië woonagtig is, dit Foumisfement zal gehouden zijn op voorfchreven Termijnen te voldoen, of fchoon hij daar na dezelve mogt verlaaten. Blijvende die geenen, welke om noodwendige reedenen,! afweezig mogten zijn buiten de Provincie, en volftrekt buiten de mogelijkheid zijn order op hunne zaaken te ftellen. tot dit Foumisfement bij hunne te rugkomst gehouden; en wel binnen ééue Maand na dat zijn weedergekeerd, verplicht, hun geheel aandeel ineens te Fourneeren. ' Zullende'dezelve als dan, aan het Gerecht van de'Stad ofDiftricl, waar onder-woonagtig zijn, voldoende moeten doen geblijken, dat niet op de geftelde Termijnen hebben kunnen Fourneeren, en volftrekt reedenen tot afweezigheid hebben gehad, 12, Dat van deze aan den Lande te verfchietene Gelden, tot Intrest zal worden betaald, drie en een halve Gulden van elke hónderd, in het Jaar. 14. Dat de ten gevolge van Onze Publicatie, in dato 12 Julij laastleeden, aan den Lande vrijwillig verfchoten gelden,' den Ingezetenen zullen verftrekken, in mindering of tot voldoening van deze geforceerde Geldheffing. Zullende echter zij, dewelke in de vrijwillige Negotiatie niet zo veel belegd hebben, als wegens hun Bezitting in deze geforceerd.' ILfiing beleggen moeten, het manquee-' rende, moeten fourneeren in het in dezen geftelde laatfte Termijn. B 15. Da*  ( p ) i< Datbet Foumisfement , in 'dezen gedagt, zal worden ontvangen bij de refpective Gevechten : en waar toe dezelve zullen beginnen te vaceeren ,. ten opzigte van het eerfte Ter£ op den 15 Januarij i793 \ en ten aanzien van het Sa Termijn, op den 15 Maart 1798; terwijl elk Ingezeten hier toe verpligt, gehouden #1 zal zijn bourmsfement te doen bij dat Gerecht, in welkers Diftnct of Stad hi woonagtig is, het zij in Perzoon, of door iemand zijnent \veee daar toe gelastigd.. 16 DatdeGerechten,aanhunne Op-en In-gezetenen, tfc zullen bekend maken, waar ter plaatze , en op weite urnen, tot dezen ontvangst zullen laten vaceeren. 17. Dat tothet Foumisfement, in dezen bepaald, zullen vaceeren,, benevens den Ontvanger, één Lid uit ieder berechte, met derzelver Secretaris of gezworen Uercq. x3 Dat ieder Ingezeten tot dit Fournislement yei-phgt, die aiin aandeel voor deze Negotiatie reeds vnjwihig heeft betaald, of het gehele Foumisfement bij het eerfte Termijn doet, gehouden zijn zal, binnen a maal 24 uuren na gedane betaling van het eerfte Termijn, een verzegeld Briefje aan zijn Gerecht te bezorgen, van buiten met zijn mam verteekend, en van binnen behelzende de Nummers van het Recipis of de Recipisfen van zijne gefourneerde Sommen: als mede (ten aanzien van die in de vrijwillige Negotiatie hebben belegd) het Comptoir waar de bekggmg ïedaan is- terwijl zij die hunne Gelden in beide de Ter£n fourneeren, mede een zodanig Briefje als voren moe S bezorgen, binnen twee maal 24 uuren na expiraue van S ^Termijn,, inhoudende de Nummers der Recjajfen, voor de gefourneerde Sommen ontvangen. — En zul len, in beide gevallen, de nalatigen van dien, gereekend worden, geen Foumisfement te hebben gedaan. ,9. Dat aan de betalende Ingezetenen, door derefpeftive  t 363 ) Ontvangers (bij de Gerechten aan te ftellen) zullen wosdenafgegeeven, genummerde Recipisfen, volgens ecu n .r agter gevoegd ruiraulier, met uitdrukking van dsu naam van het Diftrict of Stad, waar geiourneerü wurd, en wel op naam oj'Thoonder dezes, ter keuze van den Belegger. — (Uitgezonden evenwel de zulken , in Art. 5. en 6- vermeld, welke op naam moeten zijn.) — Moetende deze Recipisfen, door den Ontvanger, met bijvoeging van den datum, worden verteekend, gelijk ook door oen Commisfaris uit het Gerechte, als ter zijner prefentie geichied. 20 De boven vermelde Recipisfen, mogen niet eerder worden verkogt, dan na verloop van zes weeken na de verfchijning van het laatfte Termijn; ten zij iemand uit noodzakelijkheid daar toe gedrongen waare, wanneer verpligt zal zijn eene verklaring van den verkoop derzelve, door den Kooper eigenhandig vertekend, te neemen, met uitdrukking van den naam van de Stad of het District, van het Capitaal, den Nummer en het Comptoir. 21. DatdeNommersderaf te geeven Recipisfen, in ieder District of Stad, zullen beginnen met No. 1. en doorlopen over beide Termijnen, naar gelange dezelve worden uitgegeven : zo dat het eerfte Termijn, bij voorbeeld, eindigende met No. 249. het tweede Termijn, moet beginnen met No. 250. — 22. De Ontvangers zullen de Recipisfen-, benevens de Nommcrs en datums, nauwkeurig moeten boeken; en tevens den Secretaris,, als bij den ontvangst praïfent zijnde, daar van accuraat Contra-boek houden, voor en al eer een Recipis word uitgegeven; wordende bij dezen wel expres verboden , dit Contra-boek, uit het Boek van den Ontvanger op te maken, of uit te fchri ven, maar zal zulks uit de Recipisfen zelve , vóór het uitgeven, moeten gefchieden. 23. DatdeLaterasvan het Boek en Contra-Boek, volko- Ww £ men  C 364' ) men met elkander zullen moeten accorderen ; en mogen niét ■-££- noch minder, dan Hen posten , op elke bladzijde geS worden, welke telkens opgetrokken, en met alle omzietielieid gecollationeerd moeten worden. • af Dattahet einde van den opbrengst, hetBoeken Contra Boek, metopzigt tot den gehelen ontvangst opgetrokken gealiationeerd en vertekend moeten worden, .dooi den Ontvanger benevens den Commisfars en Secietaiis. - Boek als meede de Ontvangen Penningen, .aan het Comp^èeJraalderFloreen^RentAe te Leeuwarden ov?^ -brengen, binnen agt dagen ^'^^S^SL „,::,.. feïj Fjcene van een tiende verhoging, uit nun eigen Si Tan "provineie te verben»,, en daar ,e boven van T ands reiile en parate executie. . en dl van het tweede Termijn, den tfte April -799g*>*Fn zuïeiT d e Intresfen voldaan worden, op het Comp- tnifLi F oïeen- Renthe voorfchreven, dog zal aldaar geen ^fi||?&ogen g-fagd », van zodanige rtninlen die geen 25 Guldens belopen, ifT)at de Recipisfen van deeze beide Termijnen, (echter  e 365: ) fitëkèrï; firn zij evenwel de ondoenlijkheid daar van, door bondigc redenen, konden aantoonen. — Zullende in zodanig geval, het Termijn van Cumulatie lopen tot iite Julij 1799.— • 29 Dat de Ontvanger Generaal, de ter Cumuktie aangeboden wordende Recipisfen, naar zich. neemen, en daar voor in plaats geeven zai, één Recipis, ter waarde van de gecumuleerde Somma. Zullende voor elk te cumuleeren Recipis , een Stuiver worden betaald, ■ 30. Dat vervolgens, bij den Ontvangst van het 2de Jaar Intreden, alle de Recipisfen, zo gecumuleerde als enkele, door de Houders derzelve, aangemeld Comptoir moeten worden overgegeven; en -zal den Ontvanger Generaal, daar voor in plaats geven, Land-fchaps Obligatien in forma, van gelijke Somma. • 31 Dat wijders het derde Jaar Intresfen dezer Negotiatie, en vervolgens alle de daar na vcrfchijnende Jaaren, betaald zullen worden, aan 't Comptoir der Pioreen-Rent/ie. 32. De briefjes (in Art. 18. vermeld) zullen,-tot zes weeken na het Fourneeren van het laaste Termijn, bewaard, en dan aan ieder waar op geen verdenking valt, ongeopend te nrg gegeven worden: edoch ingevalle het Gerecht fuspicie h%eft', d;'t iemand niet naar behooren zoude gefourneerd hebben, zaJ het zelve de ongeopende briefjes van zodanige Perzoonen, met de redenen van verdenking, binnen vier week. n na Verschijning van het laaste Termijn , aan de Commisfie van Gedeputeerden overzenden, teii einde die Commisfie , de redenen van verdenking gegrond achtende, de bilietten, onder bel-oorlijke geheimhouding, doe openen, en voorts de zaak, zo nodig, onderzoeke. —• Wordende Onze gemelde Commisfie, nu voor als dan geauthorifeerd, om van hun, waar omtrent vermoeden mogten, dat plichtverzuim plaats hadde , eene ernftige verklaring, af te vorderen en met Solemneelen Eede zich te doen zuiveren.. . Ww 3. 33. Dat  C 3<56 ) mi Dit taft-volle bij vooren gedag;-onderzoek, 33 t ^ dateenof ander dor Ingezetenen, aanzijn plicht SSSS^fiTSSS het presteeren van eenige ver. ™ eïntated te dSë voudige Foumisfement te onbetaalde ibmma als boven. — tetlKa.de, te beter naar W £5*Saïn ieder Gerechte, Secretaris en Ontvanger, geza- ■3 -, ^ Xked voor Vacatien» menlrjk word toegelegd, vyj s Sfcrfiwr* van ie- fbragt word■ «Jfrff^S S'ï» Secretaris (die di*»n omnieten. «e« Guldens, en 1100 y'>' £ r. T „a„,.,i,. Kï^ss? seis? des aa mogen worden gedeclareerd.  C 367 > En op dit niemand hier van eenige onkundigheid zoude Runnen voorwenden, zal dit Ons Placaat alomme in dit Gewest op de gewoone Plaatzen worden afgekondigd en aangeplakt, waar zulks te doen gebruikelijk is, want Wij de vastiielling van het zelve noodzaakelijk hebben geoordeeld. Aldus Gedaan en Gearrefteerd op het Landfchaps-Huis binnen Leeuwarden, den 8 December 1797. liet derde Jaar der Bataaffche Vrijheid. Het Provinciaal Beftuur van Friesland, C. ONE I D E S, Vt. Ter Ordonnantie van Hetzelve, CORN. GODSCHALK. FORMULIER van een RECIPIS. (Naam van Diftrict. of Stad) Nq. Ontvangen bij mij Ondergefchreven, vit handen van (voor zich zeiven of Toonder deezen, of in eenig ander qualiteit, dan op ie geeven) de Somma van (de Somma in letters gefchreeven) ter voldade aan de Nogotiatie, bij Placaat van 8 December 1797» door het Provinciaal Befluur vastgefteld : — en zal van de voorfebreeven Somma Brieven van Obligatie, tegens de Renthe van drie een tweede pro cento in hu Jaar worden gepasfeerd, en tegen dit Recipis verwisfeld op den bepaalden tijd, en övereenkomftig het geftatueerde in §em. Placaat. In kennisfe mijn hand, ,ter ptefentie van mij Ondergeteekende Com. misfaiis. Actum den M ï  Aan de Gerechten. \Y7ii hebben, tot wechneemïng van twijf- W Wen; nopens de meerling van de ift*e>6de ,U i Ons Placaat, tot Heffing ^ den Soften P^nning, den 3 December i797. gearresteerd, nodig g.da„t Ul."te moeten aanfehrijven en berichten: Dat de Publieque Corporatien, ^J^^^fl en één vijfde Gedeeltens vairderzelvei B«fW |er fourneerd, als mede de Pastorie-goederen en lnkorjiisten^oer en dat diensvolgens dezelve ^^zijn van de Heffing van 2 per Cent, bij voorfz." Placaat yastgefteld. Wr vn-zo-WUl. daar van de Administratoren der gemelde Goederen in Uwen Bedrijve, te doen kennis;geven. ( HEIL en BROEDERSCHAP'. Het Provinciaal Beftuur van Friesland. H. van der LINDE, Vt. Ter Ordonnantie van Hetzelve, C O R N. GODSCHALK. Leeuwarden den 29 December 1797. Sa &rJe Jaar da Bataavfche Vrijheid. M I S • S I V E  C 3«9 ) PUBLICATIE J)e Nationale Vergadering, Reprefenteerende het Volk van Nederland, Aan alle hare Me- deburgeren, HEIL en BROEDERSCHAP! ^ Gelijk deze Republicq hare politique exiftentie van alle tijden daar aan veri'chuldigd is, dat zij zich als eene magtige Zee- Mogendheid heeft doen kennen en refpecteren; en ook dan alleen hare onafhanglijkheid met roem heeft gehandhaafd, wanneer zij door eene aanzienlijke Zeemagt, ontzag aan hare Vijanden, en vertrouwen aan hare Vrienden wist iri te boezemen; zo hebben ook alle welgezinde Vaderlanders ten allen tijde hunne pogingen verëenigd, om onze Navale Magt te verfterken, en-de eer onzer Nationale Vlag te handhaven. Maar zo het immer onzen plicht is geweest onzen ijver hier toe aan te vuuren, het is ongetwijfeld in de beflisfende ogenblikken, waar in wij ons thans bevinden. Geen meerder of minder belang van het één of ander gedeelte der Republicq, het welk met de voorname zetels van den Koophandel nauwer verëenigd of verder daar van verwijderd is, kan hieromtrent eenig verichil van bedoelingen veroorloven. De eer van den Bataaffchen naam, ende bevestiging onzer onafhanglijkheid, aan allen onzen Medeburgegeieii even dier. aar, eischt, dat wij, met zaamgevoegde kragten, den overmoed van het Engelsch Ministerie, dat, door allerlei onrecht en geweld, fteeds -onze politique vernietiging beoogt, heldhaftig tegenftaan; en bij onze Bondgenoten. geduurig de overtuiging verlevendigen, dat onze politique exiftentie, als eene onafhangli ke Zee- Mogendheid, zo nauw verbenden met hunne belangen, als onaf-" fcheidbaar van ons is. Nu vooral, nu de Krijgsverwoestin-.Xx ge»  ( 370 ) gen op het vaste Land een einde fchijnen te », en n« en Onafbangigheid,J^™-«^ Sk 'tbehond van't Vaderland, dat-wij onze kr#n ve* meer doen kennen en waardeeren k iemvcnM„. Braven, welken in den laatften Zeeilag, oen iuc SnTandiiart,,als bijzonderlijk voor de Zee gevormd fcua S^nze zSheltetê ondertonen en onze «*»* 0",Si to^gïrwe" ch onzer Medebnrgeren, al. ^roitderftelden dat m «mg sleilaudeK gevonden wierden, die met a»aen vc»  ( S7i ) 'dezen last, zooveel mogelijk, met eenparige fchouderen te dragen; maar wij zouden ook onze oogen moeten fluiten voor den zwaaren last, die voor veelen reeds uitermate drukkend is , indien wij niet door alle gepaste middelen zochten het gevoel der overmaat van dien last teleenigen, en denzelven draagelijker te maken. Het is uit overtuiging der noodzakelijkheid, om beide deze bedoelingen ons voor oogen te ftellen, dat aan den eenen kant eene Geldheffing, geëvenreedigd naar elks inkomften, ons is voorgekomen best gefchikt te zijn , om den last door alle de Ingezetenen van de geheele Rebublicq, naar mate van ieders vermogen, gelijkelijk te doen dragen; en dat wij aan den anderen kant, de toezegging van eenen matigen Interrest geoordeeld hebben, in 't midden der bezwaren, die ons drukken, het eenigst middel te zijn, om 't gevoelen van dien last voor elk, die denzelven draagt, eenigzints te verzachten; en om langs dien weg, niet flechts door het billijke, maar ook door het aanneemelijke van dien maatregel, dien wij in't werk ftellen, deszelfs fpoedige en volkomene volvoering des te beter te bevorderen. Aangezien dan tot handhaving onzer onafhanglijkheid, en tot behoud der dierbaarfte belangen van ons Vaderland, niet Hechts eene buitengewoone bekostiging ten behoeve onzer Zeemagt, en daar toe eene algemeene Heffing der bebenodigde Penningen vereischt wordt; maar wij ook langs dezen weg des te fpoediger hopen mede te werken tot bevordering van eenen algemeenen Vreede, welke den ruimften weg moet banen tot zodanige vermindering van lasten , -als wij allen reikhalzende te gemoet zien. ZOO IS HET, dat wij, vooronderftellende de concurrentie der Hoogstgeconftitueerde Magten van de onderfcheitlene Gewesten, goedgevonden hebben te Decreteeren, geijk wij Decreteeren bij dezen: Xx 2 Art. *.  C 37* ) Dat 'er een algemeene GeWheffing over de geheele Repulïcq Za gefelieden, bijwijze van opbrengst van acht Sn honderd, van het. Jaarüjks inkomen van elk der Ingeze- ter*Dat de Penningen uit deze *f*p™^*£ ™llên worden. geftort in de Nationaale Casle, en directe m ftaan te^disfoftie van onze Vergadering, of zodanige wij daar..toe zullen hebben geconmut- ^Dat-de gemelde Penningengebruikt de eerfte plaats, om daar uit goed te maken de kosten van oe extra-ordinaire Reparatie, Aanbouw en Equipeer ng van Oorlogfcheepen, « ^v^^' ^ Navale Mast vereischt wordende:, en tn uu »w r _ » vt" ™ deopbrengst der Heffing deze ojjgta™ «.Laaf moet te boven gaan, m mindering van het geene ^de M?rine, volgen! deVmaken begrotmg voor den fomneerL zuUen worden afgegeven Obligatien, met Coutns ten ks?e der Bataaffche Repubücq, lopende tegen den & van drie ten honderd in't Jaar, ingaande met den das van het Foumisfement. V1iisa ■ k Dat in deze Geldheffing zal worden gecontribueerd door of van wegen elk Ingezeten dezer Republicq, die Taai:. hfe drie honderd guldens of daar boven aan. inkomen heeft, en ÏK£nto eeni« uitzondering , het zi hi tot een Huisgezm SehS^^ antoen, of op zich zeiven woont het zn hij bz nfGoediren of Bezittingen * Voogdij of Curateele van anderen ftaat, of da. de Aumi £! zijner Goederen aan anderen lijk het zelve dan ook zal gefchieden door de Weeskamers  ( 372 ) van de Góederen der Weezen, Ingezetenen van deze Republicq zijnde, of alhier t'huis lioorende, en bij Weesmees* teren of Gecommitteerden derzelven, of ook wel bij een of meer van derzelver Suppoosten, of door hun aangeftelde Adminiftrateurs gcüdminifti eerd wordende; en zulks in allen gevalle, ten opzichte van ieder Wees afzonderlijk. 6. Dat van de voorfchreven gevorderde Contributie zullen zijn uitgezonderd zoodanige Ingezetenen, welke jaarlijks geen drie honderd guldens inkomen hebben: gelijk ook de inkomften van zodanige fundatiën of geftichten, welke tot onderhoud van. arme en onvermogende Ingezetenen gedestineerd zijn. 7. Dat, offchoon de uitzondering van zulken, die" geen drie honderd gtüdens inkomen hebben , ten oogmerke heeft, om onze minder gegoede Ingezetenen te gemoet te komen, wij nochtans in de zoodanigen geen mindere bereidwilligheid of verpligting veronderftellen , om tot behoud van het lieve Vaderland, en ter bevordering van eenen gewenschten Vreede, zoo veel in hun vermogen is, toetebrengen ; en dat wij mits dien van hunne Vaderlandsliefde vertrouwen, en hun, £des noods) vermanen, om door vrijwillige giften, waar van wij de begroting aan hunne volkomene vrije keuze en de infpraak van hun.geweeten overlaten, met hunne Medeburgeren 's Lands Schatkist, te helpen ftijven. 8. Dat deze heffing zal gefchieden van het beloop van alle inkomften, welke door een ieder. Ingezeten dezer Républiek jaarlijks genoten worden; en mitsdien van alle Renten, Intresfen, Dividenden, Revenuen, Pacht of Huurpenningen, Penfioenen, Tontinen, Prebenden, Winsten, Baten en voordeden, zoo van vaste Goederen, als andere Capitalen en Effecten, het zij hij die in eigendom bezit, of waar van hij het vruchtgebruik geniet, mitsgaders van de onderfcheidene Profesfien, Koophandel, Neeringen, Handteerin- Xx 3 gea  «en "'Ambachten > Fabricquen, Traficquen, of Handweb len' doorhem gedreven of geëxerceerd wordende: fpeciaal ïofc'van alle Tractementen, en Emolumenten, Daggelden, Vacatiën, of onder welken Titul ook eenig voordeel genoten wordende uithoofde van Regeeringsposten, Ampten, Bedieningen, Officien en Beneficiën; en generaaluk van alles uit welken anderen hoofde, of onder welken anderen Titel eenig Ingezeten zijn kostwinning mogte hebben, niets hoegenaamd uitgezonderd. o Dat om de begrooting van de Jaarlijkfche Inkomften te vinden, ten aanzien van zoodanige Ingezetenenbij de welken die onzeker zijn, dezelve verplicht zullen zijn, die inkomften over de laatfte drie Jaaren om te flaaneni het derde gedeelte van dat montant te houden voor hun Jaarlijks inkomen ; des nogtans dat ten aanzien-der Renten en Intresfen of andere Effeften, dezelve bere¬ kend zullen worden, naar het geendezelven bevonden worden ten tijde der Heffing dadelijk te renderen; dat voorts die genen welken nog geen drie Jaaren achter den anderen een inkomen gehad hebben, het zelve zullen bereekenen naar den tijd, dat zij zulks hebben genoten, en in evenredigheid daar van hun Jaarlijks inkoomen begroeten; gelijk zulks al mede zal plaats hebben ten opzichte vanTractementen, Emolumenten , Daggelden en Vacatiën, waar van de tegenwoordige genieterfnoggeen vol Jaar het genot mogte gehadhebben; dat ook dezulken, welke eenig yast goed, het zy Huis of Land, in eigendom bezitten, en zulks zelfs bewonen ot gebruiken, verplicht zullen zijn, te begroeten m evenredigleid van andere zoortgelijke Goederen, het montant der huure of pacht, welke daar van zoude kunnen genoten worSen, en het zelve montant, als het inkomen van zodanig een door hem zelf bewoond of gebruikt Eigendom, in de begrooting zijner inkomften mede rekenen; en dat voor zoo ( 374 )  C 375 ) verre eenige Ingezeetenen door gebrek aan aanteekening, buiten ftaat mogten zijn het prjecieie montant van hun inkomen,. over één of meerder Jaren te berekenen, dezelven gehouden zullen zijn, hunne Jaarlijkfche verteeringen, waaronder Huishuur, en andere kosten van Huishouding, gereekend wo;den, te bcgrooten, en het montant van de-„ ze verteeringen met de overwinst, voor hunne Jaarlijkfche inkomften te houden. io. Dat het een ieder zal vrijftaan van het montant van deszelfs inkomen aftrekken in 't gemeen, die Jaarlijkfche lasten welken op de Goederen zelfs geaffecteerd zijn en bepaaldelijk ook al zodanige Renten of Uitgangen, waar mede enigen zijner Goederen ,door een legaal of fpeciaal verband bezwaard mogten zijn, mitsgaders de Intresfen van genegotieerde Capitaalen, gelijk ook de Kooplieden de fchade door hun geleden op eenigerhande Mercantieele üperatien, als mede een iegelijk alle zodanige bijzondere kosten, welke hij Jaarlijks ter verkrijging zijner inkomften hefteden moet; doch dat verder geene vei teeringen, vrijwillige giften, vermindering der waarde van Goederen of Elfeden, noch ook eenige betaling in extraordinaire Geldheffingen, of iets diergelijks, in aanmerking zullen radgen komen, om de begroting van het montant der inkomften te verminderen. n. Dat door elk Ingezeten de begroting zijner inkomften aldus gemaakt zijnde, het aan ieder hoofd eens Huisgezins, 't zij Man of Vrouw, welke Kind of Kinderen mogten hebben zal vrijftaan, daar van aftetrekken vijftig guldens voor elk Kind, waar van de onderhouding tot zijn, of haar lasten als nog mogte zijn. 12 Dat echte Lieden, het zij in, het zij buiten gemeenfchap van Goederen getrouwd zijnde, alle hunne inkomften in eene Somma zullen opmaken, cn dat alzo door hun gecombineerd in deze heffing zal gedragen worden. 13. Dae  ( ) •ri Dit van Goederen, toekomende aan Minder jarigen-, geliik mede aan Perzoonén, welke onder toezicht of beheering vanCurateuren gefteld zijn, derzelver aandeel m deze heffin* zal gefourneerd worden uit de Vruchten ol intresfen , gelijk Insgelijks zal gefchieden door Ouders, of door de kn^stleevende van hun, die de Vruchten ol Interesfen tot alimentatie der Kinderen genieten, ten ware er, bij voidoenhTg van dat Foumisfement, uit de Vruchten of Intresfen met genoeg zoude mogen overblijven tot alimentatie of onderhoud van zodanige Minderjarige of onder toezicht geftelde Perzoonen, in hoedanig geval[het Fournisleinent u bet Capitaal, naar vcrcisch der omftaudigheeden, net zij geheel of ten deele , zal mogen. voldaan worden. •U Dit ook in deze Heffing zal moeten worden gecontribueerd door Adminiftrateurs van Goederen , binnen oeze Republicq berustende, waar van de Eigenaars Ingezetenen deler" iUpubiicq geweest zijnde, al eenige, Jaaren v^nnst zün geweest, fchoon het onbekena mogte zijn, wie tot dezelve Goederen, indien de Eigenaars zich daar toe met weder prefenteeren, gerechtigd zullen zijn. A Dat Weesmeesters, of derzelver Suppoosten, Voogden,'Curateurs en Adminiftrateurs van eens anders Goederen, in het Fourneeren zich zullen hebben te houden aan de ftipte bepalingen dezer Publicatie: doch dat dezelve met zullen mogen declareeren voor de moeite ol vacatiën die zij ter dezer zake zullen gehad hebben; wordende vooits de Weeskamers, Voogden en Curateurs bij dezen gehouden voor gequalificeerd, om, voor zo verre zulks, ingevolge het bepaalde bij het voorige 13 Articul nodig zoude mogen zijn, te verkoopen, ofte bezwaaren, het geen vore cht Z\i worden; ten welken einde wij in dit fpeaaargev l d Hoogstgeconftitueerde Machten in de refpective Gewesten en Quartieren, ontbieden en verzoeken , om ieder inden  < m ) i'haarea de 'Hoven, Municipaliteiten en 'Gerichte u van de, •Steden of Plaatzen, waar de Goederen van Minderjarigen, of andere onder Curateelc ftaande Perzoonen , gelegen zijn, te authorifeeren-, om bij appoinctement op de fcliriftelijke daar toe door dezelve aan hun gedaane verzoeken, gemunieerd met bewijzen van het geen daar bij is voorgedragen, en, des rioods, onder de verdere nodige precautien, tot 't verkoopen of befwaaren van zodanige Goederen confenttegeven- 16. Dat elk Ingezeten, het zij in zijn particulier, of ia een der bovengemelde qualiteiten, op zodanige wijs als hier -boven bepaald is, de begroting van zijn jaaiiijkschinkomen gemaakt hebbende, acht ten hondeit van het geheele alzo berekend inkomen zal moeten fourneeren,, en zulks het zij in eens de geheele Contributie, het zij in tWee termijnen ,. namelijk de eene helft in de maand Maart en de wederhelft: inde maand Meij van het volgend Jaar 1798. 17. Dat wij, offchoon wij de Contributie in deze Geldheffing flegts bepaald hebben op acht ten honderd van het jaarlijks inkomen van eiken Ingezeten, wij nochtans hier door niet willen beperken de Vaderlandfche goedwilligheid van meervermogenden, welken genegen mogten zijn, grotere Contributien ten behoeve van de gemeene zaak, te doen; daar wij dezelven integendeel, indien hunne Vaderlandliefde nog enige aanmoediging koude gedogen, daar toe bij dezen uitnodigen, en opwekken. 18. Dat de fournisfementen in deze Geldbeffing zullen kunnen gefchieden ten Comptoire van den Ontvanger Gene* raai van de Marine, alhier in den Hage, en voorts in de ouderfcheidene Gewesten ten Comptoire van zodanige Ontfangers, of anderzins gequalificeerde Perzoonen, als daar toe door de Hoogstgeconftitueerde Magt, met onze voorkennis, zullen aangewezen worden. ie. Dat een ieder der Ingezetenen, welke in deze Geldheffing moet contribueeren, zal kunnen volftaan.*, met desY y -zelfs  C 3?S ) zelfs aandeel te fourneeren, of in Quitantien van de bij ïtf ticipatie op deze Geldhejfi.ng gefourneerde gefit i igen, of' jreheel in Comptanten , of voor twee derden in Comptanten In voor een derde in Hollandsch Béleenbankgeld; zullende-, de Zeeuwfchc Munt, welke door Ingezetenen van zeelandgefourneerd word , bij de Ontfangers, in Zeeland rchdeerende, aangenomen worden volgens de Cours naar welkendezelve in Zeeland gangbaar , is. ao Dat het aan een ieder zal vrijftaan om zijne fourmslementën zelfs te doen, zonder gehouden te zijn te declareeren dat de fournisfementen voor zijne rekening gedaan worden, doch dat zulks evenwel niet anders zal mogen gefchieden dan bij de Ontfangers van het District waar onder hij resforteert, voor zo verre- dezelven tot den ontvangst gequalificeerd mogten zijn, en met bijvoeging van de PlaatsV: van waar het zelve foumisfement wordt gedaan, en dat, meevalle de fournisfem enten gefchieden ten Comptoire van den Ontfanger Generaal der Marine in den Haag, de gene die het foumisfement doet ten gemelde Comptoire zal moeten DaYtot hét dóen der voorfchreven fournisfementen de • Ingezetenen van de Republicq zich zullen quotifeeren voigens zekere Clasfificatie-. 22 Dat tot de eerfte Clasfe zullen behoren allen, welken- ■ zullen bevinden, na aftrek van 50 Guldens voor ieder Kind, waarvan het onderhoud ten hunnen laste komt, een jaarlijksch inkomen te hebben van drie honderd Guldens of daar b°rf'Dattot de tweede Clasfe zullen behoren allen, welken op gelijke wijze bevinden te hebben een jaarhjksch in-, komen van acht honderd Guldens of daar. boven. 24. Dat tot de derde Clasfe zullen behoren allen welken ©p gelijke wijs bevinden te hebben een jaarhjksch inkomen yan zestien honderd Guldens, of daar bove».  C 379 ) S$ Dat tot de vierde Clasfe zullen behoren allen, welken op gelijke wijs bevinden te hebben een jaarlijksch inkomen van drie duizend Guldens, of daar boven. 26. Dat tot de vijfde Clasfe zullen behoren allen, welke op gelijke wijs bevinden te hebben een jaarlijksch Inkomen van zes duizend Guldens, of daar boven. 27. Dat tot de zesde Clasfe zullen behoren allen, welken op. gelijke wijs bevinden te hebben een jaarlijksch Inkomen van tien duizend Guldens, of daar boven. 2,8. Dat tot de zevende Clasfe zullen behoren allen, welken op gelijke wijze zullen bevinden te hebben een jaarlijksch Inkomen van twintig duizend Guldens, of daar boven. 29. Dat een iegelijk, welke behoort tot de eerfte Clasfe, zal moeten fourneeren ƒ24-:-: of daar boven; tot de tweede Clasfe ƒ 64 of daar boven. derde ƒ 128 - zevende ƒ 1600 ,. 30. Dat een ieder verplicht zal zijn, behalven de Som der Clasfe, waar op hij zich quotifeert, nog van zijne Inkomften boven de gemelde Quotifatie lopende insgelijks agt per Cent te fourneeren. 31. Dat aan eenieder, die gefourneerd heeft, dadelijk bij deszelfs Foumisfement, tot een bewijs daar van zal worden afgegeven eene Quitantie met een Duplicaat, op naam of in blanco, zo als hij zal verkiezen: zullende tegen exhibitie der origineele Quitantien afgegeven worden Recipisfen ten laste der Bataaffche Republicq, welke vervolgens tegen Obligatien zullen worden verwisfeld. .32. Dat het aan een ieder zal vrijftaan voor zijn geheel Foumisfement te nemen ééne Quitantie met een Duplicaat; of wel bepaaldelijk eene Quüantie voor het geene hij geYy a fcur-  C 380 ) fourneerd heeft wegens het. preciete «f1^* van de Clasfe, waar in hij zich opgeeft, met het Duplicaat daar bij behorende, en daar en boven één of meer Quitantien wegens het geene hij boven de bepaalde Som zijner Clasfe tegen agt ten honderd van zijne Inkomften, ot no;, vrijwillig daarboven, gefourneerd heeft. S/Dat het Beftuur van elke Plaats,, de Duphcaat Quitantien der Ingezetenen zal. doen ophaalen, voor den eenten Termijn, gedurende, de drie laatfte dagen van de Maand Maart, en voor den tweden Termijn, gedurende de drie fcatile dagen van de Maand Meij dés volgenden Jaars 179*; •4 Dat bij 't ophaalen der Quitantien, een iegelijk verplicht zal zijn de Duplicaat Quitantie, van het geen hiK Wens. de quotifatie zijner Clasfe, hetzij voor zijn eigen Eerzoou,. het zij in zijn quaiiteit,. gefourneerd heeft, af te S£aT'Dat een.ieder-, welke niet mogt goedvinden, behalende Duplicaat Quitantie van het geene hij, volgens de quotifatie zijner Clasfe gefourneerd heeft, ook over te geven de Duplicaat Quitantie of Quitantien van het. geene lm/, boven de bepaalde Som zijner. Clasfe gefourneerd heeft;, nochtans verplicht zal zijn, dezelve Quitantie of Quitantien, met derzelver Duphcaaten te bewaren, ten einde, des ge. rcquireerd, dezelven te kunnen exlubeereu.. q6. Dat op de Duplicaat Quitantie, aan de binnenzijde' gedrukt zal zijn het Quotifatie Billet, waar van hetFormj fer hier achter is gevoegd, behelzende de opgaaf der Clasfe mar toe een ieder zich clasüficeert, welk Billet hij verpligt zal zijn in te vullen,. en met zijn Voor- en Toenaam te ondertekenen, ofwel, die zijne Naamtekening met kanfchrijven, zijn gewoon merk daar onder te ftellen, m pretentie *an een Getuige, die zulks mede zal moeten ondertekenen é*. Dat op de Duplicaat Quitantie aan de buiten zijde zal " s * ge-  c m ) gedrukt zijn, het Declaratoir, waar van het Formulier hier achter gevoegd is, en 't welk een ieder op gelijke wijs, als in 't voorgaande Articul bepaald is, zal moeten ondertekenen,, tot bevestiging dat hij aan zijne verpligting voldaan heeft. 38. Dat een ieder zal kunnen volftaan, met de Duplicaat - Quitantie, invoege voorfchreven ingevuld, en geteekend, verzegeld over te geven; doch dat aan de DuplicaatQuitantien een uiterlijk kenbaar teeken zal gegeeven worden , ten blijke , dat het ingevulde Quitantien zijn. 39. Dat de genen, die voor de beide termijnen dezer Geldheffing op-eenmaal fourneren, en de Quitantie of Quitantien. van de beide termijnen bij de eerfte ophaling zullen overgeven,, verplicht zullen zijn, in het Declaratoir op de buiten zijde der Duplicaat - Quitantie geplaatst, in te vullen, dat dezelve behelst de Quitantie voor de Fournisfementen van de beide termijnen. 40. Dat een ieder, welke geen drie honderd guldens Jaarlijks Inkomen heeft, en volgens het voorfchrift dezer Heffing niet gehouden is» te contribuëeren, bij 't ophaalen der Quitantien verplicht zal zijn, daar van aftegeven een behoorlijk, geteekend Declaratoir, volgens 't Formulier hier achter gevoegd. 41. Dat. een ieder , welk zoodanig Declaratoir mogt nodig hebben , het zelve zal kunnnen halen ter Secretarfj zijner woonplaats, of op zodanige plaats, als door het Plaatzelijk Beftuur, waar toe hij behoort, zal worden aangewezen. 4a. Dat de ophaling van de hier boven vermelde geteekende en verzegelde Duplicaat-Quitantien, gelijk ook van de. Declaratoiren in de twee naast voorgaande Articulen vermeld, zal gefchieden in een gefloten Bus of Kistje, behoorlijk door het Plaatzelijk Beftuur verzegeld, en van boven met een opening voorzien; en welke Bus of Kistje met de Yy j voor-  w„ Ouinntien en Declaratoiren, wederom zal moeten vooiiz. Qul™". f ^foeaive Plaatzelijke Beftuuren. • ^^ll^W^ Beltuuren zullen w noenen eene Commisfie van drie Perzoonen in welker bij- door welken, volgens ^ "^^.^^ionticn en Declaeen Lijst van de nagaan, l4~ geen Quitantien of D^f^ JStote^ geleven, dezelven ten hunnen.kostendooeen*o fen worden gefommeerd pm ^ls nog J^nnen^ ft hunne verplichting te vddoen, op P-nv ^ ^StSfie^ Perzoonen, doOT) 45. Dat , ingeval1™»™ w ..8 o it;mtie 0f Declaratoir waar Zodanige gchou- den opgeheven, ^ VOTe .^e1^ Sn™^ dat aan de den geconftringeerd. ( )  (" 383 ) 47- Dat invoegen voorfchreven ingekomen Duplicaat Quitantien, dadelijk wel niet zullen worden geopend; doch wanneer onverhoopt mogt blijken, dat hetprovenuevan. de gedane Heffing in eenig Gewest of Plaats niet zo veel heeft bedragen , als overeenkomftig het vermoenejrk vermogen der Ingezetenen van zodanig Gewest of Plaats had moeten zijn opgebragt, als dan door zodanige Gecommitteerden, als wij daartoe zullen qualificeeren, aan ons zal worden voorgefteïd, welke middelen van onderzoek 'er in dezen zullen behooren in \ werk gefteld te worden, terwijl inmiddels die Duplicaat Quitantien bewaard zullen worden, ten einde bij opening van dezelve, wanneer wij daartoe zouden mogen befluiten, zal kunnen worden opgemaakt en beoordeelt, welke Ingezetenen al , en welke niet aan hunne verplichting' voldaan hebben. 48'. Dat indien, onverhoopt het geval zoude mogen exteeren, dat wij ons in de verplichting gebragt vonden, om de opening der Duplicaat Quitantien te decreteeren, als dan elk een iegelijk die zig in dezen naar behooren gedragen heeft, volkomen, kan verzekerd zijn, dat,. cvengelijk dit geen gevolg zal zijn van eene onnodige nieuwsgierigheid, zo ook daar door de ftaat van deszelfs inkomften geenzins zal worden gedivulgeerd, als hebbende wij vastelijk voorge noomen-, in dat geval zodanige efficscieufe mefures te nemen , waar door ons oogmerk bereikt, en het voorfz. onaangename voor de brave Ingezetenen voorgekomen zal worden. 49. Dat wij echter verre afzijn van eenig infchiklijkheid te zullen gebruiken, ten opzigte van de zodanigen, welken bevonden zullen worden zich in dezen niet van hunnen pligt gekweten te hebben, als welke gehouden zullen zijn te betalen eene driedubbelde Contributie van het geene zij anderzins van hunne inkomften zouden hebben moeten Fourneeren. 50. .Dat, bijaldien geene opening der. Duplicaat-Quitanti- en  C 384 ) •■en nodig meat geoordeeld worden, na verloop van zekeren bekwamen tijd,""zodanigemaatreegelcn genomen zullen worden waar door een ieder zich kan verzekerd houden, dat de overgegeven Duplicaat-Quitantien nimmer eenig misbruik zal kunnen worden gemaakt. *i Dat eindelijk elk en een ieder zich volkomen verzekerd'kan houden, dat wij ernftig befloten hebben, zonder aanzien van Perzoon, onze maatregulen ter executie te leesen; waar toe de Hoogst Geconftitueerde Magt in elk Gewest^ ons de nodige informatien en adüftentie zal ver- k En^óp dat niemand hier van eenige ignorantie zoude kunnen voorwenden, ontbieden en verzoeken wij de Hoogst Geconftitueerde Magten in de refpeétive Gewesten dat deze Publicatie ten lpoedigften moge worde gqpubnceert engeaffigeert, daar zulks te gefchieden gebruikelijk is. Aldus gedaan en Gearrefteert ter bovengemelde Vergadering, in den Hage, den 5 December 1797 , Het %d$ Jaar der Bataaffche Vrijheid. fwas geparapheert) S. j. van LANGEN., Vt. (Onderftond) Ter Grdondantie van dezelve. (was geteekend) M SIDERIÜS  C 385 ,) F O R M U L I E R E N. QUITANTIE. Ontvangen van in contant geld de fomma van ter voldoening van den termijn der Nationale Geldkeffing op de Inkomften, conform de Publicatie van de Nationale Vergadering van den 5 December 1797. Ontvangen van in Quitantien van de bij anticipatie gefourneerde Penningen de fomma van ter voldoening van den termijn der Nationale Geldheffing op de Inkomften, conform de Publicatie der Nationale Vergadering van den 5 December 1797. QUOTISA'TI E-B I L L E T. geplaatst op de binnenzijde. Ingevolge en ter voldoening aan de Publicatie der Nationale Vergadering van dato 5 December 1797, verklare ik Ondergetekende naar mate van mijn jaarlijks Inkomen, volgens liet voorfchrift der gemelde Publicatie berekend, mij zelve gequotifeerd te hebben, als behorende tot de Clasfe welker jaarlijkfche Inkomften bedragen Guldens of daar boven. Aclum &c. Op de buiten zijde van de Duplicaat QUITANTIE. Ik Ondergetekende wonende verklare deze te zijn de Duplicaat-Ouitantie voor mijn ge- Zz - dane  ( 586 ) n rrWlirffin" op de Inkomften Uj JfuJlicatie aer nu*™ V^adSiJn den 5 December i797 gedecreteerd voor zo fceft^ienl de quotifatie der Clasfe, waar toe ik behoorc *£Ö£ï mijn Burger^ - onder b^ danig e qualiteiten Jaar in ik tot het Foumisjement verphg Z%e alleen hetpreciefe «^^^»Ï^JS*^ Zaarinikmijopgeve, gefourneerd hebbe, maar ook daar en boZh" volle LIL f van 8 per Cent van ^Jnkomfte^ ven e dezelve boven de quotifatie der gemelde Clasfe bedragen, Zikmijhoude ten 2 d Geldheffing Zr mijne Inkomften uitgefihre fZ n dat ik niet minder betaald hebbe, dan ik na deberekening mijner Inkomften ingevolge 't voorfchnft van de boZgemelde Publicatie, daar in te betalen, verplicht was, DECLARATOIR voor de genen, die geen drie honderd Guldens jaarlijksch Inkomen hebben. Ik Ondergetekende ~ verklaare op mijn Burgertrouw, en onder beztf dei JtraJ/e, waar aan ik mij ingeval van bedrog of verzuim tn dezen zoudebloot ftellen, na het opmaken van de Som van mijn jaarTiks Inkomen volgens het v.orfchrift der Publicatie van de Nationale Vergadering van den 5 December 1797 bevond n te hebben, dat hetzelve Inkomen geen drie honderd Guldens, jaarlijksch kan bedragen. Mum j g-  C 387 ) MISSIVE Aan de Gerechten, 'yer voldoening van het ontvangen De- creet van het Provinciaal Beftuur van Friesland, in dato 5 Januarij 1798. hebben wij goedgevonden U tegelasten ea te authonfecren gelrk gefchied bij dezen, om de in Art. i3 van het Placaat van den 3 December 1797 tot Heffing van den 50 Penning, vermelde Briefjes van zodanige Perzoonen waar op Gijlieden verdenking mogt hebben, van met of te weinig te hebben Gefourneerd, te openen, ten einde des te beeter, de al of niet, gegrondheid van zodanige verdenking vooraf te onderzoeken, voor en aleer, die briefjes ingevolge het 32 Art. van het zelve Placaat, met de reeden van verdenking aan ons werder> overgezonden, met recommandatie nogtans, om van de gédaane Fournisfementen de ftnkfte geheimhouding op UI. verantwoordelijkheid te obferveeren. Heil en Broederfchap! Uwe Medeburgers, Leeuwarden den De C O M MIS SIE van G E- 12 Jam 1798. DEPUTEERDEN M. O U W E S, Vt. Ter Ordonnantie van dezelve C. N. van der LET. PS. Wanneer bij 't openen der fuspefte briefjes, de verdenking vervalt, zullen dezelve, zonder dat als dan aan ons behoeven overgezonden te worden, met Stads of Diftrifts Wapen weder moeten worden toegemaakt, en op zijn tijd te rug te geven. Zz 2 MIS-  C 3B8 ) MISSIVE Bn Decreet van het Provinciaal Beftuur van Friesland, op heden gevallen, zijn Wij gelast ge- to Tanuarij 1797 Geftatueerd is geworden, „ Datm üc aan ftaS^erkiezingen van nieuwe Gerechts-Leden voor ' Saai geene Perzoonen tot Kiezers veel ram ot Ge- rechSueden, zullen Verkiesbaar zijn; dan deweflce be" ^ voSieen de Verklaaring, als Stemgerech^Burgers 2 hadden afgelegd, en -in voorige Grond-vergadenngen ge' bruik van het zelve Stemrecht gemaakt hebben —- He Provintiaal Beftuur daarop heeft gereloLveerd, dat fchoon ïfcÏÏÏÏ^to maar op de Verkiezingen voor den Jaare 1797 was luidende, dezelve nu voor de volgende VaklzLlen voor 1798 in voUe effeft zoude bhjveu. Waarom wf niet hebben willen afzijn Uwl. direc^ehjk daar van rinformeeren;. met adhortatie dat Gijl. zorge draagt, om m de eeSoraende Grondvergadering tot benoeming van meuwp rïechts-Leden, de Grond-Stemmers van het befluit door S pSS iut genoomen, en. door ons bij dezen aanUwl secommuuniceerd, te informeerd en tcffens te w?aken: d?t volkoomen aan de inhoud der Publicatie van 19 ^X^w^n naa Uwl. in Godes heilige protectie te hebben aanbevoolen. " De Coïïjmisfïe van Correspondentie uit het Provinciaal Beftuur van Friesland. • p, STROBAND, Vt Ter Ordonnantie van Dezelve, H; W. A L M A. Leeuwarden den 05 Januarij 1798. Het Vierde Jaar der Bataaffche Vrijheid.  C 389 ) PUBLICATIE Tot VASTSTELLING der MIDDELS, pjet Provinciaal Beftuur van Friesland, Allen den geenen die dezen zien of horen leezen, HEIL en BROEDERSCHAP! Daar wij het als eene van Onze en voornaamfte pligt agten, te zorgen, dat de vereischte Penningen in 's Lands Casfa worden geftort, — en daar het aan den kant der Inwoonderen mede van veel belang is, in tijds te kunnen weten» welke gewoone Lasten 'er geheven zullen worden; -Zo is het dat Wij geen tijd, ten dien opzigte willende laten voorbijgaan, goedgevonden hebben te decreteeren, zo als decreteeren bij dezen: Dat voor den Jaare imo Maij 1798 ingaande, de volgende lopende Lasten zullen plaats hebben:. Namelijk: DeTmpolitien op dc Haven en Binnenlandfche Middels, invoegen op dit moment geheven worden; echter met deze verandering ten opzigte van de Binnenlandfche : Dat van het Lopen Rogge tot Brood wordende gemalen,, in plaats van één. Gulden twes Stuivers, VIJFTIEN Stuivers zal worden betaald. Dat in plaats van drie Stuivers twee Penningen, die- van elke Gulden wegens hef Beest laai word betaald, zal worden voldaan TIVEE STUIVERS; en Dat voorts wegens den Op/lag en Verkoop van Turf en Brandhout, binnen Lands, zal worden betaald van el- ' ke Gulden TWEE STUIVERS; de onderfcheiden Opdagen hier na te berekenen. — Het Schoorfleen-Hoorn- en Paardè* Geld, — en de Belasting op de Befaaide Landen. De Belasting op de Rifdtuigen en J agt en, voor plaifier wordende Zz 3 ge-  C 390 ) gebruikt - De lojie Penning van de verkogt wordende laSheden. —■ Het Reek van Collaterale juccesfie ; IZréoBoreen-fe/tamng. (en hoewel de drie laastgeinelae Articulen ahvztie doorlopende Lasten, Jaarlijks niet vervalen Tn toom eigenüijk alhier niet hadden behoeven geteld »e worden >zo hebben Wij evenwel tot voorkomSf vaVeenlgmisverftand, dit dienftig gevonden.) En op datdezen, terkennlsfe vanïrieslands Volk gerake zal dezelve worden afgelezen en aangeplakt, ter plaatze daar men gewoon is zulks te doen. Aldus Gerefolveerd op het Landfchaps- Huis binnen Leeuwarden, den 26 Januarij 1798. Het Vierde Jaar der Bataavjche Vrijheid. Het Provinciaal Beftuur van Friesland. j. j. T I N G A, Vt. Ter Ordonnantie van Hetzelve, B. A. SNOEK. Abfent Secretaris. P U-  C 391 ) , PUBLICATIE JJJet Provinciaal Beftuur van Friesland y Allen den geenen die dezen zullen zien of horen leezen, HEIL en BROEDERSCHAP! Alzo wij het fteeds als onzen pligt agten, de bijzondere belangens van Frieslands Ingezetenen in het oog te houden, en daar toe zo veel in ons is bevorderlijk te zijn; — zo hebben wij ons echter om de algemeene belangens van het ganfche Vaderland, in de onvermijdelijke noodzaaklijkheid gevonden, bij herhalingen, drukkende Geldheffingen te moeten Decreteeren, zo als nog onlangs bij ons Placaat van de 3 December 1797- den 5often Penning; en met welkers opbrengst en Incasfeering, men op dit moment bezig is. — De beklagenswaardige toeftand van de Generaale Cas van dé Bataaffche Republicq, noodzaakte daar te boven, de Beftuurers derzelve, nog andere middelen, behalven de Gewestlijke, daar te ftellen, ten einde kragtdadig in den nood van het Vaderland te voorzien, en dit doende, Decreteerde op den 5 December 1797. eene Generaale Heffing van 8 per Cento, van de Inkomften der Ingezetenen over de gehele Bataaffche Republicq, en pcrfifteerde bij die Heffing door derzelver Decreet van 17 dezer. Uit bezef nu dat deze gelijk tijdigeu opbreng, de Inwoners van dit Gewest in geene geringe verlegenheid zal brengen, uit hoofde van den Geldelozen toeftand, welke 'er thans plaats heeft, niet alleen in het doen Fourneeren van derzelver aandeelen in deze onderfcheiden Geldheffingen; maar ook om uit dien hoofde de verdere lopende Lasten te kunnen voldoen. Zo hebben wij dezelve behulpzaam willende zijn, en daar door tevens aan te fpQ*  C ) fporen tot het prompt aaübetaalen der ^mStt^n fingen, goedgevonden te Decreteeren, zo als Decreteeien d°litdhet geene aan den Lande vrijwillig verfchoten is ten gevolge Publicatie van de 12 Julij I797; - als mede het teeneVegens de beide Termijnen van den Sollen Penning fden 3 December i7.97. gedecreteerd )in daan, zal kunnen worden gekort, of verrekend m de als nog te betalene Extraorcünains Belasting op de Huuren der Vastigheden — Dat den geenen, welke de beide TÏSSSrifa gedagte 5often Penning afzonderlijk zülkn voldoen, daar in zullen mogen korten, het geen m de dooi de NATIONAALE VERGADERING. Gedecreteerde 3 ner C'mto, moeten Fourneeren. . . . P Datlvenwel de zulken, wiens extra Ordinaire Belastingop de Huuren der Vastigheden, meer mogte^^dragen als het geene vrijwillig, of m eens 111 de ,0ft cnmng hebbenV^erd, dit meerdere aan den Undfr zaUen moeten voldoen ; terwijl in een tegenovergelleld geval, mets Z^s^ 8 P waar in gevoegd is Reglement waar na zich de Troupes van den Staat in cas van Marcheeren zich zullen moeten gedraagen, 15 Julij. . . » waar in vervat is den Eed en nadere Inftruöie voor de Militairen, 21 Julij. . . 12 waar bij zommige vaste Goederen der Corpora geacquireerd worden van den Reëelen Penning, 25 Julij. * " -15 over het wegneemen der Gelijkheid-onteerende Tekenen en Wapens. — Als mede over de Goederen der Franfche Emigranten, a8 Julij. - 17 waar bij op ieder Last Tarwe welke uitgevoerd word 50 Gis. bezwaar word gelegt, 28 julij. . m tot eene evenredige Geld-Negotiatie of Heffing van ieder ico Gis 34 Stuivers, 28 Julij. - ai tot Oproeping van alle Adminiftratoren der publieke Corpora Goederen, enz. 8 Aug. . tot Requireering van een Maandelijks Berigt uit de onderfcheiden Districten, enz. 4 Aug. . 37 tegen Oproerige beweegingen, 9 Aug. . 39 waar bij Gedecreteerd word, 'Er zal geen Heerfchende Kerk meer zijn, aa Aug. - *e  REGISTER Lijvreijeu, enz 8 Sept. _ - _ 6, Maart niet hebben «JfWgV**». bl. 6 Publicatie zijnde een Alteratie op t Placaat VW <«='6g Misfive 3over'Pde Adelijke Wapen,, Graf», en* g. fckeade tof Heffing de, een iesde Gedeelte <* Corpora Goe- ! tot vrtligting der lnkwartieiing bil ae iug g. I S A°mpli»rie op de Publicatie van den 6 0«. ,79*. i°baij de Uitgewekenen^ Prolongatie tot_ Brieven van Refpiit werden vergund, 21 ~ nP_htsDieeinor, . ^ tï Verandering det Titulatare in de Rechtsp.e0in„, Misfive. g Requireering der s'^-^^^lke B& Publicatie rSoGvereCh9; li L Atteftatien -oeten voorzien zm£ Misfive ter Aa .fchnjving^dat door de Pastor^ ^ ^ de, moet worden |««»rneera m u p+ der Corpora Goederen, 8 ^°*'8 pPnnin*. 8 Nov.95 Publicatie over het te weinig ^«^\S^Steni.(S Misfive aan de Gerechten, over het reclameeien_ ^ hieren, 10 Nov. - Kooprchat word geper- Publicatie waarbij geeneCompenlatie van ft.wp' e ^  van PLACAATEN. mitreerd , bij de Verkoping van Corpora-Goederen, io Nov.. - * 99 Misfive over de nog niet weggenomen Wapens, 22 Nov. 101 Publicatie over de Eeuwige Huuren, l Dec. - 103 Notificatie wie in de Commisfie van Organifatie gefield zijn, 7 Dec. - - 105 Proclamatie voor het Reglement van de Burger wapening, 11 Nov. 107 Reglement van Burgerwapening voor de Bataaffche Republiek, na Publicatie over^ het fourneeren in de GeldhefBngen betrekkelijk de Goederen der Uitgevveekenen, 7 Dec. 183 betrekkelijk het Verbod, om geen Stofte der Veeziekte in te voeren, 24 Dec. - - 186 ■— en Bekendmaking betrekkelijk de Redding der Drenkelingen, 29 Dec. - . 188 — nopens de Betaaling der Kosten bij de Verkopingen van vaste Goederen, 4 Jan. 1797. - 196 betreffende de Opbreng der een vijfde Gedeelte der Corpora Goederen, 10 J;;d. 1797. - 199 Misfive betrekkelijk de Aanftelling van Nieuwe Gerechts Leden , 11 Jan. - . ao6 Publicatie over. het ftemmen der Nieuwe Gerechts Leden., 19 Jan. aog Misfive waar bij Gedecreteerd word dat de Arme-Oortjes Gelden aan alle Gezinten zullen moeten worden verdeeld, 24 Jan, , - - . a,i Publicatie waar bij bepaald word, dat het Roggrn-brood wel laager, maarniet hooger dan het Maximum mag worden ... r verkogt, 3 Febr. . . 2in Misfive betrekkelijk de Ontwapening der geenen welke onder geen Schutterij zijn, 9 Febr. . 214 Publicatie waar bij gearrefteerd word, dat Mannen met hunne overleeden Vrouws Suseer, en Vrouwen met hunne overleeden Mans Broeder, en in minderen Graade mogen 1 rouwen, 15 Febr. - -217 Extract. waar bij de Politique Magt, in de Kerkelijke Beftelling der Herformden, word ingetrokken, 23 Febr. 2*0 Publicatie betreffende de vrijs Vangst van Snoek en Aal in de Verboden Tijd, 28 Febr, . „ S4t Pu-  REGISTER. Publicatie betrekkelijk de vrije Uitvoer van Rundvee naar Hob waïr W proJifióneel de voortduuring der lopende Las- "* ten Gedecreteerd word, 28 April. 2?* bctr kkelijk dat aan S. D. van ^»;iv« Vrijheid word ' vergund in deze Provintie onverhinderd te rug te kee- Sefnde^'v^randeringen in het pproepings Regie- ment tot een nieuw Prov.nciaal Beftuur, 4 Mai]. 230 Mkfive over de twTe agterftallige Maanden Wapenvelden.Misüve ^'k^^eevfng dat £ Belascing op de Rijdtuigen Proclamatli^NirSva. Sn, aan het Volk van Fr]^ fi^WBl ™ Raad. van * & van Friesland, a?> Maij. - - ;fi 1 *i , wiar Kii kennis gegeeven word van de provifioneelead Publicatie KSlceHShet Stemmen van een Nieuw Provinciaal Extra* «] en Ministers din» moeten contribueeren, 9 Juni]. - 254 Publicatie beffende de Stemming eener tweede Nationaale Ver- PubMcatie waar bij ^an A van f«J vrljhdd^ t^d m deze Provintie onverhinderd te ïug te Keeren , ^a» . Sekkelijk het betaalen der" halve vragt door gemeene SfbrTke^ge^ Sdac de Rnenteloofe R/-~ c?PiS kunnenSvSerwiSfeld worden in Obl.gat.en, » Notificatie ovf de AanfteUing der Proyinciaale Commisfien,^ Publicatie betrekkelijk de Strand-Roverijen, 3 Julij. ■»* yüÜI C houdende verandering m de Land-Lijst, 3 Junj. 273  van PLACAATÉN. Publicatie beu-effende eene vrijwillige Negotiatie van 4 Miljoenen, 12 Julij. . . 274 tot regeling der Stemming over het Plan van Conftitutie , 14 Julij. • - . 2?9 waar bij aan B. Rusjïiig vrijheid word vergund in deeze Provinncie onverhinderd te rug te keeren, 18 Jubj - 282 — houdende verandering in 't betaalen van 't Reëel, 14 Juljj. - - - . 284 11 — betreffende het betaalen der Contributien voor die geen welke geen Wapens dragen, 21 Julij. - 297 tot de terugbrenging der Confent-gelden in de Stedelijke en Diftriös Kasten, 28 Julij. - 504 Notificatie waar bij kennis gegeeven word, dat de 200 Penning ia dit Gewest niet zal worden geheeven, 28 Julij. 306 Publicatie waar bij bepaald word, dat de Grondftemmers de Verklaring in de Publicatie der Nat. Vergad., de dato 15 Julij 1797, mee hunne Handtekening moeten bekragtigen, 3 Aug. - „ 30g tot Affchaffing der Hoofd-Gelden en eenige Impofitien, 4 Aug. - . olo Proclamatie ter herftelling en verbetering der Academie te Franeker, 5 Aug. - - 322 Publicatie tot Affchaffing van het Amtt van Keurmeester der Springhengften, 15 Aug. - 3 30 —— betrekkelijk de terug gaave der in verzekering genome- ae Geweeren, 25 Aug. . 332 ■'—- waar bij aan de Raaden van Adffliniflratie de ftiptrte geheimhouding der Boedels van de Contribuabelen gelast word, 31 Aug. - - 335 » tegen het verblijf van Franfche Emigranten , 2a Sept. 338 » 1,1 -'— waar bij de vrijwillige Negotiatie van den 12 Julij ge[continuëerd word tot den 12 Nov. 1797, 27 Sept. 340 Misfive betrekkelijk het invorderen van Geweeren, enz. 39 Sept. - - 343 Publicatie betrekkelijk het vrijveiklaaren vanP. Fontein, 5 Ode. Mis-.  - REGISTER. M,s" ' doen houden «len b.j hu.i tojwen. 3' floten Vree. i 8 Dec. " , -p-eeven, dat de Corpera g&2?M SeoP-^e Heffing de, •£* koomen van elk de ggezetenra . ^ ffi der JO Pen. Misfive over het openen dei Bnetjes in u p, ?8? ning, 12 Januari] 1798. . Gerechts.Leden; 25 over het verkiezen van nieuwe ^ Publicatie Jot'vastftelling \e^dd£'^Penning in'de sfeï betrekkelijk de korting oer 5" _ö 39I Cenco, 26 Jan. " . da(. het Provinciaal Be- Notificatie waar^ bil. J^^gSderd in èen Intermediair Admini- ftracif Beftuur, 3° Jan- Bmigx voo* den Binder. De Tafel öf het Plan van Incasieering moe. tegen over Pag. 30° ifttï^t^s heeft een abuis plaat, gehad, Pag. 36' ftaat B. mot* zijn W w.